GÉHOUDEN TER VERGADERING
der
IN 1670
DOOR
HANS BONTEMANTEL
m
rfTJj
BIBLIOTHEEK DE«
RIJKSUNIVERSITEIT
utrecht.
-ocr page 2-m
-ocr page 3-m
-ocr page 4- -ocr page 5-NOTULEN GEHOUDEN TER VERGADERING
DER STATEN VAN HOLLAND IN 1670
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
1894 9994
-ocr page 7-iqi m}
■ gt;
DER
DOOR
PROEFSCHRIFT
Ter verkrijging van den graad van doctor in
de letteren en wijsbegeerte aan de rijks-uni-
versiteit te utrecht, op gezag van den rector
magnificus, Dr. w. e. ringer, hoogleeraar in de
faculteit der geneeskunde, volgens besluit van
den senaat der universiteit te verdedigen tegen
de bedenkingen van de faculteit der letteren
en wijsbegeerte op vrijdag 9 juli 1937, des na-
middags te twee uur
DOOR
CONRADUS GERARDUS SMIT
GEBOREN TE MAKKUM
DRUKK. BROEKHOFF N.V. v/h KEMINK EN ZOON DOMPLEIN 2 UTRECHT
1937
•IILIOTHEEK OER
RIJKSUNIVERSITEIT
A
AAN MIJN OUDERS
-ocr page 10-ïr
ft
Bij de verschijning van mijn proefschrift acht ik het een
groot voorrecht allen, die op mijn vorming van invloed
geweest zijn, hartelijk te danken.
Met groote erkentelijkheid denk ik aan het onderwijs, dat
ik van U, Hooggeleerde Heeren Kernkamp, Bolkestein,
Opperman en De Vooys gedurende vijf jaren heb mogen
genieten.
In het bijzonder dank ik U, Hooggeleerde Kernkamp, die
mij de studie van Bontemantel hebt aanbevolen, maar die
door Uw aftreden mijn promotor niet hebt kunnen zijn.
Ik stel het, Hooggeleerde Geyl, bijzonder op prijs, dat U
als mijn promotor hebt willen optreden. Raad en voorlichting
heb ik bij de bewerking van mijn proefschrift in rijke mate
ondervonden. Op historisch en stilistisch gebied heb ik veel
van U mogen leeren.
De hulp, die ik bij de studie over Bontemantel van
bibliotheken en archieven heb ontvangen, gaat boven mijn
lof. Steeds kreeg ik van directeuren en beambten op buiten-
gewoon aangename wijze de gevraagde inlichtingen.
Speciaal vermeld ik het Historisch genootschap, dat mij
zijn manuscripten zoo langen tijd in bruikleen heeft afgestaan.
De Uitgever aanvaarde voor zich en zijn personeel mijn
vriendelijken dank voor hun snellen, zorgvuldigen arbeid!
Est, 17 Juni 1937.
-ocr page 12-DE MARGINALE NOTA'S ZIJN ONGEACHT HUN BE-
TEEKENIS MET KLEINE LETTER GEPLAATST ONDER
DE PASSAGES UIT DEN TEKST, 'WAAR ZIJ BIJ HOOREN
INLEIDING.
Levensschets van Hans Bontemantel. Beschrijving en beteekenis
van het handschrift. Wijze der uitgave. De introductie van
den Prins van Oranje in den Raad van State. Een
geschil tusschen Rijnland en Amstelland.
De presidentsverkiezing van het
Hof van Holland.
Het handschrift: „Staten van Holland, 1670quot; dat hierbij
in druk verschijnt, is geschreven door Hans Bontemantel, een
Amsterdamsch regent, voor historici geen onbekende, sedert
professor Kernkamp van hem heeft uitgegeven: De Re-
geeringe van Amsterdam, soo in 't Civiel, Crimineel en
Militair, i) In de prachtige inleiding op dat werk heeft
Kernkamp het leven en de werken van Bontemantel uit-
voerig beschreven. Wij leeren Bontemantel hieruit kennen
als een figuur van den tweeden rang, wiens leven ons
weinig belang ingeboezemd zou hebben, zoo hij niet een
onvermoeid schrijver was geweest. Niet minder dan 13
banden en 2 portefeuilles met losse stukken zijn ons van
zijn werk bewaard gebleven. Deze papieren zijn van groot
belang voor de kennis van de geschiedenis der Republiek
en vooral voor die van Amsterdam. In het tweede hoofdstuk
van zijn inleiding op De Regeeringe van Amsterdam be-
handelt Kernkamp de geschiedenis' van de collectie-Bonte-
mantel en geeft daarna een beschrijving van den inhoud der
gedenkschriften. Het ligt niet in den opzet van dit werk
nogmaals een overzicht hiervan te geven. Belangstellenden
verwijs ik naar Kernkamp's werk.
LEVENSSCHETS VAN HANS BONTEMANTEL.
Zooals vele regenten in den bloeitijd van de Republiek
behoorde Hans Bontemantel tot den gegoeden koopmans-
stand. Waarin hij precies handel dreef, is ons niet bekend.
Wij weten, dat hij in 1644 voor zijn zaken een reis maakte
1) Kernkamp, De Regeeringe van Amsterdam, uitgegeven in de
werken van het Hist. Gen. 3e serie No. 7 en 8.'
Staten van Holland 1670.nbsp;i
naar Denemarken en Zweden. Ook over den stand van zijn
financiën zijn wij niet nauwkeurig ingelicht. Uit het feit,
dat zijn vader in 1630 geschat werd op een, voor dien tijd
aanzienlijk, vermogen van een f 50000 en hijzelf, nadat hij
zich uit zijn zaken had terug getrokken, zich vestigde op
de Keizersgracht, mogen wij afleiden, dat Bóntemantel tot
de goed gesitueerden van zijn vaderstad mag gerekend
worden. Tot de allerrijksten heeft hij niet behoord.
Naar de familie van Bontemantel heeft Professor Kern-
kamp een diepgaand onderzoek ingesteld. De grootvader
van Hans Bontemantel, Gerrit Jansz. Van Delft, behoorde
tot de Oude Geuzen, en was één der velen, die uit vrees
voor den Bloedraad, de wijk uit Amsterdam namen. Nadat
de stad naar de zijde van den Prins overgegaan was, kreeg
hij zitting als raad en schepen in het stadsbestuur. In 1580
was hij gedeputeerde ter dagvaart van wege de stad Am-
sterdam en werd kort daarna thesaurier van Holland. Eén
van zijn dochters trouwde met Heinrik Barentsz. Bonte-
mantel, een gezeten Amsterdamsch koopman, en uit dit hu-
welijk werd Hans Bontemantel geboren. Den 24sten Ja-
nuari 1613 werd hij in de Oude Kerk te Amsterdam ge-
doopt.
Over de jeugd van Bontemantel is zeer weinig bekend.
Waarschijnlijk bezocht hij de Latijnsche school. Uit zijn
aanteekeningen blijkt tenminste, dat hij iets van het Latijn
geleerd heeft. Maar het is gering; hij maakt de meest grove
fouten.
Zooals ik reeds meedeelde, maakte Bontemantel in 1644
een reis naar Denemarken en Zweden. Hij reisde met de
vloot, die onze gezanten naar deze landen vervoerde. Ge-
durende de reis werd hij éénmaal bij de gezanten aan tafel
genoodigd en in Stockholm kreeg hij een aanbevelingsbrief
van hen mee. Ook hieruit blijkt ons, dat hij behoorde tot
een goede en notabele familie.
In 1646 trad hij in het huwelijk met Maria Snoeks, die
ook uit een geziene familie stamde. Haar vader, Dr.
Aegidius Snoeck, was medicijnmeester der Oost-Indische
Compagnie en had zitting in het Collegium Medicum, welk
college belast was met toe te zien, dat alle apothekers het
receptenboek, samengesteld door Nicolaas Tulp, gebruik-
ten.
Al werden beide families tot de notabele gerekend, toch
-ocr page 15-bekleedden zij geen belangrijke functies in het stedelijk be-
stuur. Dat Bontemantel toch toegang kreeg tot verschei-
dene regeeringsambten, heeft hij te danken gehad aan
verre bloedverwanten, neven en nichten, zooals hij ze
noemt. Volle neven en nichten zijn zij waarschijnlijk niet ge-
weest, zooals Prof. Kernkamp heeft aangetoond. Gaan wij
na wie dit zijn, zoo vinden wij op pag. 81 van het hierach-
tervolgende handschrift, dat Bontemantel ten eten was ge-
weest te Delft, by nichte van Ruyven, de vrouw van den
bekenden burgemeester Graswinckel. Eén van de neven was
Frans Banning Cocq, heer van Purmerland. Deze spreekt
Bontemantel in een brief aan met „mon cousinquot;. Vooral aan
den invloed van dezen laatsten heeft Bontemantel het te
danken gehad, dat hij zijn intrede deed in de regeerings-
colleges van Amsterdam.
In 1650 begon hij zijn loopbaan als regent. Uit de lijst
der ambten, die hij bekleed heeft, i) zien wij, dat Bonte-
mantel in de meeste lagere colleges zitting heeft gehad.
Naarmate hij echter ouder werd, ging hij ook belangrijker
posten vervullen. In 1653 werd hij lid van de vroedschap en
m 1669 nam hij het ambt van president-schepen waar. Vol-
gens het gebruik, dat de afgetreden presidenten van de
schepenbank, zoo zij tevens lid van de vroedschap waren,
door Burgemeesteren mede ter dagvaart werden genomen',
woonde Bontemantel in 1670 de vergadering bij van de
Staten van Holland. Eenigen invloed heeft hij in de Sta-
ten-vergadering niet gehad. Dit bracht zijn positie niet mee,
maar ook onder zijn mede-gedeputeerden had hij weinig ge-
zag. Met zijn meening werd weinig of geen rekening ge-
houden. Later hoop ik hiervan eenige gevallen mee te
deelen.
Voor ons is het echter van groot belang geweest, dat
Bontemantel in 1670 de Staten-vergadering heeft bijge-
woond. Het zijn de notulen, die hij tijdens de zittingen
maakte, de „Haechse annotatiënquot;, zooals hij ze zelf noemt,
die ^hierachter worden uitgegeven.
Na afloop van zijn verblijf in Den Haag is Bontemantel
nog tot September 1672 lid van de vroedschap gebleven
loen werd hij wegens zijn anti-stadhouderlijke gevoelens
door den Prins van zijn functies ontheven. Tot zijn dood in
1688 leefde hij als ambteloos burger.
BESCHRIJVING EN BETEEKENIS VAN HET
HANDSCHRIFT.
Het manuscript berust in het Gemeente-Archief te Am-
sterdam. Het is gebonden in half leer; op den rug staat:
„Bont. Staten van Holland 1670quot;. De lengte bedraagt 35
c.M. Behalve een register, dat ik vanwege de gebrekkig-
heid en de vele onnauwkeurigheden niet overneem, bevat
het 494 fol. bladzijden, waarvan 73 bladen onbeschreven en
7 dubbel zijn. Dat de aanteekeningen grootendeels tijdens
de vergadering geschreven zijn, blijkt duidelijk uit het
schrift en den stijl, die beide erbarmelijk slecht zijn. Ten
overvloede deelt Bontemantel het ons ook mee in zijn hand-
schrift: Resolutien van den Raad, III, 1, fol. 309, waar hij
verwijst naar zijn notulen, gehouden „ter vergaderingequot;.
De inhoud van het handschrift is bont. Vrijwel alles, wat
er in het jaar 1670 in de Staten-vergadering besproken is,
vindt men er in opgeteekend. Uit de Resolutien van de
Staten van Holland kennen wij de besluiten, die dat jaar ge-
nomen zijn. Vergelijken wij deze met de notulen van Bonte-
mantel, dan onderscheiden de Resolutiën zich dadelijk door
haar uitvoerigheid en den goeden stijl. Bontemantels weer-
gave van besluiten is soms uiterst kort en hierdoor moei-
lijk verstaanbaar. Hiertegenover staat echter, dat in ons
handschrift niet alleen de gewichtige beslissingen te vin-
den zijn. Ook den inhoud van brieven en requesten, die bij
de Staten van Holland binnen komen en waarover de Reso-
lutiën niets vermelden, vertelt Bontemantel. Waar gelijke
onderwerpen behandeld worden, verwijs ik naar de Resolu-
tiën, zoodat de lezer na kan gaan, wat daarin van de notulen
wel en niet te vinden is.
Ook allerlei andere mededeelingen treffen wij aan, die
met de besprekingen der Staten in verwijderd of geen ver-
band staan. Zoo vinden wij op pag. 115 een uitspraak van
Oldenbarneveldt: „Amsterdam gy syt de eerste oorsaecke
van onhylen ende suit schaede eerst voelen en bij gevolch
de eerste veranderenquot;. Deze voorspellende woorden van
Oldenbarneveldt zullen door een gedeputeerde geciteerd
zijn, daar het vooral aan den invloed van Amsterdam is te
danken geweest, dat de Prins van Oranje zitting in den
Raad van State kreeg met een concludeerende stem. In
geen enkel verband met het behandelde in de Statenver-
gadering staat het recept tegen het podagrai) en de mede-
deeling, dat de aanleg van den weg tusschen Scheveningen
en den Haag 63000 gl. gekost heeft en dat voor het onder-
houd jaarlijks 250 gl. noodig is. 2) Naar ik vermoed, heeft
Bontemantel deze en soortgelijke berichten van zijn mede-
gedeputeerden tijdens de vergadering gehoord en zoo zijn
zij in dit handschrift verzeild geraakt. Hij omlijnt deze aan-
teekeningen steeds.
Een enkele maal komt het voor, dat Bontemantel in het
geheel geen melding maakt van besprekingen en beslui-
ten, die wel in de Resolutiën staan opgeteekend. Een enkel
voorbeeld wil ik hiervan geven. In de vergadering van 22
Maart hebben langdurige besprekingen plaats gehad over
de verpachtingen der middelen. Zeer omstandig geeft Bon-
temantel hier een verslag van, wat begrijpelijk is, daar het
ging over een zaak, die Amsterdam in het bijzonder aan-
ging. Maar over de andere punten, die in deze zitting be-
handeld werden, heeft hij in het geheel niets opgeteekend.
De reden hiervan is niet met zekerheid vast te stellen. Na-
tuurlijk zijn er vele veronderstellingen mogelijk. Daar er geen
enkel besluit genomen is en alle zaken gesteld werden in
handen van commissarissen, vermoed ik, dat Bontemantel
zoozeer in beslag genomen werd door de andere bespreking,
dat hij er niet toe gekomen is, ook melding te maken van
de overige zaken.
De mededeelingen omtrent de Statenvergadering, die in
hoofdzaak het historisch belang van het handschrift uit-
maken, zijn zeer omstandig. Voor een ieder, die het hand-
schrift leest, zal het het echter dadelijk duidelijk zijn, dat
Bontemantel totaal niet het vermogen bezit, om belangrijke
zaken te scheiden van volkomen onbeduidende. Ik heb mij
afgevraagd, of hij deze notulen misschien maakte in op-
dracht van een ander, die zelf geen lust of gelegenheid
had, om aanteekeningen te maken en die toch volkomen
op de hoogte van het verhandelde wilde zijn. Naderhand
heb ik deze veronderstelling echter weer verworpen. Bon-
1)nbsp;Vgl. pag. 146.
2)nbsp;Vgl. pag. 260.
-ocr page 18-temantel heeft, naar ik meen, zuiver voor zich zelven deze
aanteekenmgen gemaakt, om later nog eens nauwkeurig na
te kunnen gaan, onder welke omstandigheden een besluit
genomen was. Dit wordt ons duidelijk, wanneer wij op-
merken, dat hij ook voorvallen vertelt, waarbij hij zelf geen
schitterend figuur maakt.
In het voorjaar van 1670 werden besprekingen gevoerd
over het mtroduceeren van den Prins van Oranje in den
Raad van State. De onderhandelingen liepen herhaaldelijk
vast op de kwestie van hoedanigen aard de stem zou zijn,
die men aan den Prins zou verleenen. De Witt, gesteund
door de Edelen en eenige steden, ijverde voor het beper-
ken tot een adviseerende stem; de Oranje-partij, gesteund-
door een gematigde middenpartij, drong aan op het toe-
kennen van een concludeerende stem. Amsterdam had de
zijde van de laatsten gekozen. De Witt trachtte nu tot
een oplossing te komen door een bemiddelingsvoorstel op
te stellen, waarbij den Prins onder eenige beperkingen een
concludeerende stem zou vergund worden. Dit concept-con-
ciliatoir stelde hij op in overleg met Van Beuningen en
Fagel. Toen De Witt 17 Mei, vergezeld van Fagel, een
bezoek bracht aan het logement van de Amsterdamsehe
gedeputeerden, om hen voor zijn voorstel te winnen, namen
burgemeester Pancras en de pensionaris Hop wel deel aan
het onderhoud. Bontemantel en Corver werden echter in
den tuin gezonden, i) In zijn „Regeeringe van Amster-
damquot; vertelt Bontemantel deze historie nogmaals en voegt
er eenigszins gekrenkt aan toe: „niettegenstaende mede ge-
deputeerden ter dagvaert warenquot;. 2)
Had hij in opdracht van anderen geschreven, zoo zou
hij dit verhaal niet verteld hebben. Wij mogen dus aanne-
men, dat zijn aanteekeningen uitsluitend voor zijn oogen
bestemd zijn geweest. Tendentieuse berichtgeving hebben
wij in dit handschrift dus niet te verwachten. Het gedeelte,
dat hij tijdens de vergadering schreef, is uit den aard der
zaak betrouwbaar. Tijdens het schrijven heeft Bontemantel
zeker geen tijd gehad om aan verdraaiing der feiten te
denken.
1 ) Vgl. pag. 124. Uitvoerig wordt deze kwestie behandeld op
pag. XLII.
2) Vgl. De Regeeringe van Amsterdam, dl. I, pag. 107.
-ocr page 19-Het is bekend, dat wij juist door de papieren van Bon-
temantel inzicht gekregen hebben in de vele kuiperijen van
de Amsterdamsche regenten. In geen van de vele verhalen,
die Bontemantel ons hierover vertelt, is echter iets te vin-
den, wat hem zelf compromitteert. Een enkele maal speelt
hij een rol mee in het tooneel, maar hij is meer figurant
dan werkelijk speler. De reden hiervan is tweeledig. Ten
eerste was hij niet invloedrijk genoeg, om met de hooge
heeren mee te kuipen. Ten tweede had hij er ook geen aan-
leg voor. In zijn Inleiding op „De Regeeringe van Amster-
damquot; vertelt Professor Kernkamp op smakelijke wijze eenige
voorvallen, waaruit dit duidelijk blijkt.i)
Bij de burgemeesters-verkiezing van 1666 ging het er
om, of Andries de Graeff burgemeester zou worden dan
wel Hendrick Hooft. Valckenier, van Vlooswyck en Pan-
cras ijverden voor De Graeff, Hasselaar hield de zijde van
Hooft. Beide partijen stelden alles in het werk, om hun
candidaat verkozen te zien. Ook om de stem van Bonte-
mantel werd geworven. Eenige dagen vóór de verkiezing
kreeg hij bezoek van de Vrouwe van Purmerland, een
bloedverwante van de schoonzuster van Andries de Graeff.
Bontemantel wilde zich echter tot niets verbinden en het
duurde dan ook niet lang, of hij kreeg weer bezoek van
deze aanzienlijke dame. Ook Andries de Graeff, vergezeld
van Pancras en Blauw, kwam hem opzoeken. In de ge-
sprekken, die hierbij gevoerd werden, liet men niet na hem
te herinneren aan de verplichtingen, die hij had tegenover
de familie Van Purmerland. Na eenig tegenstribbelen be-
loofde Bontemantel tenslotte op De Graeff te stemmen. De
vreugde was nu groot, „ieder gaf hem de hand, tot beves-
tiging der presentatiën, met blijdschap en zulke exclama-
tiequot;, dat hij er verwonderd over was. Toen begon hij in
te zien, hoeveel waarde er aan zijn stem gehecht werd en
nu kreeg hij spijt, dat hij niets voor zich zeiven bedongen
had. „Een verzuchting zoo naiefquot; zegt Professor Kernkamp,
„dat zij ons vertrouwen op zijn waarheidsliefde versterktquot;. 2)
Van hoeveel gewicht zijn stem toen geweest was, besefte
Bontemantel eigenlijk eerst recht in 1670, toen Pancras
1)nbsp;Vgl. De Regeeringe van Amsterdam, dl. I, pag. XXXIII-
XXXIX.
2)nbsp;Idem, pag. XXXIII.
-ocr page 20-„over tafel sittende praeten van den heer Hartochveltquot;
oude herinneringen uit 1666 ophaalde. Hartochvelt, een
Amsterdamsch medicus, behoorde tot den aanhang van
Hooft. Pancras vertelde nu, dat hij uit vrees, dat De Graeff
met over voldoende stemmen kon beschikken — de beslis-
sing scheen aanvankelijk van één stem af te hangen — het
plan bedacht had om Hartochvelt buiten de verkiezing te
houden door hem uit de vergadering te laten wegroepen
naar een gefingeerden zieke omtrent de Overtoom. De
voerman, die hem moest rijden, zou omgekocht zijn, om
Hartochvelt bij zijn terugkeer niet naar Amsterdam, maar
naar Amstelveen te brengen. Uit de aanteekening, die Bon-
temantel hierbij maakt, blijkt ons, dat hij kuiperijen aan-
vaardt, als nu eenmaal bestaande; er zich aan ergeren doet
hij allerminst. „Aen dit overlech is de gauwicheyt van den
heer Pancras te sienquot;, zegt hij en vervolgt: „en conde
Maerseveen, Bontemantel, Corver en de pensionaris Hop
van lachen niet onthouden over sulck een pracktyck.quot; i)
Sprekende over de betrouwbaarheid van Bontemantels
berichten, moeten wij in het oog houden, dat hij een over-
tuigd aanhanger van De Witt is. Vrijheid en stadhouderlijk
bestuur zijn voor hem begrippen, die lijnrecht tegenover
elkaar staan. Zijn staatsgezinde overtuiging komt naar
voren, iederen keer, dat deze kwesties ter sprake komen.
Dit beteekent niet, dat hij berichten met opzet verdraait,
maar beschouwingen, die hij er bij geeft, zijn onmiskenbaar
anti-Oranje getint. Ook in dit handschrift vinden wij hier-
van een voorbeeld.
Nadat de introductie in den Raad van State had plaats
gevonden, ging de Prins van Oranje alle leden van de Sta-
tenvergadering bedanken voor de hem betoonde goede ge-
zindheid. Tot tweemaal toe vervoegde de Prins zich aan
het logement van de Amsterdamsche gedeputeerden, zon-
der hen thuis te treffen, daar zij „uyt solliciteeren waerenquot;
om Hendrick Hudde president te maken. De Amsterdam-
sche heeren besloten nu zelf audiëntie bij Zijne Hoogheid
aan te vragen. Deze audiëntie vond 28 Juli 's morgens om
negen uur plaats en niettegenstaande dit kwam de Prins
s middags nog eens aan het logement, om de gedeputeer-
den te bedanken. Men zou zeggen, dat de Amsterdamsche
I) Zie pag. 167.
-ocr page 21-heeren zich zeer correct gedragen hadden en dat ook de
Prms hun alle eer had bewezen. Bontemantel is echter van
een ander gevoelen. Het was tegen zijn advies in, dat de
gedeputeerden den Prins bezochten. Wel had deze twee-
maal aan hun logement laten vragen, of zij thuis waren,
maar ^ dit was slechts „enpassant en voorby rydende ge-
schietquot; en de Prins had hun niet de eer bewezen van te
voren te laten vragen, wanneer het hun gelegen kwam. Dit
beschouwde Bontemantel als een „clynachtingequot;. Toen hij
zich tegen het voorgestelde bezoek aan den Prins ver-
zette, antwoordde van Vlooswyck: „Willie niet meegaen,
soo blyft thuisquot;, i) Groote voldoening zal Bontemantel ge-
voeld hebben, toen later Burgemeesteren van Amsterdam hem
gehjk gaven. Vol trots vertelt hij dan ook, dat zij gezegd
hadden, „dat Bontemantel wel had gedaen, contrarie te
adviseerenquot;. Toen de Amsterdamsehe gedeputeerden eenigen
tijd later bij den Raadpensionaris en diens vader te gast
waaren, noemde ook De Witt het bezoek aan den Prins een
misslag. 2)
Bontemantel is steeds een getrouw aanhanger van De
Witt gebleven, ook toen diens invloed afnam. Toen Pancras
hem bij de burgemeestersverkiezing in 1671 wilde over-
halen niet op die personen te stemmen, die „van sulcke
humeuren syn, dat het landt en deese stadt van een mi-
nister werden geregeert, denoteerende den raetpensionares
de Wittquot;, antwoordde Bontemantel hem, dat hij „de maxi-
me van den Raetpensionares hooch estimeerde ende byge-
volch gaeren Burgemeesteren soude sien, die met sulcke
humeuren overeencomenquot;. 3)
Eenmaal heeft Bontemantel het genoegen gesmaakt De
Witt in zijn huis te mogen ontvangen. Deze kwam hem
vragen zijn invloed aan te wenden, dat de stad Gouda een
bewindhebber in de West-Indische Compagnie kreeg. Bon-
temantel was zelf ook bewindhebber van deze Compagnie
en beloofde zijn best te zullen doen. 4)
Zijn trouw aan De Witt en diens politiek heeft, zooals
/u™/'quot;^ Bontemantel in 1672 zijn positie gekost.
Actiet heeft hij daarna niet meer deelgenomen aan de re-
1)nbsp;Vgl. pag. 146.
2)nbsp;Vgl. pag. 167.
4) vfl. uJXtT.Jxi.^''''''^^nbsp;'''
-ocr page 22-geering van zijn vaderstad. Zijn belangstelling voor regee-
ringszaken bleef echter even groot. Nu hij zelf niet meer
in de vroedschapsvergaderingen aanwezig kon zijn, trachtte
hij door middel van zijn vrienden op de hoogte te blijven
van wat er omging. Geregeld vinden wij nog berichten over
gebeurtenissen na 1672. Ook in ons handschrift heeft Bon-
temantel later nog aanteekeningen ingevoegd. Een voor-
beeld hiervan vinden wij op pag. 129, waar hij ons vertelt,
dat Willem III dagelijks in kwaliteit van lid der Ridder-
schap in de Statenvergadering van Holland aanwezig was.
Waar zulke gevallen nog meer voorkomen, heb ik dit in
een noot vermeld.
WIJZE DER UITGAVE.
De spelling van Bontemantel heb ik in zijn geheel behou-
den. De stijl is gebrekkig, zooals van kladnotulen te ver-
wachten valt. Door het aanbrengen van leesteekens heb ik
echter getracht den tekst leesbaar te maken. Inlasschingen
heb ik niet aangebracht, omdat ik dat dan bij talloos vele
zinnen had moeten doen. De inhoud van de berichten is
meestal wel duidelijk; waar dit niet het geval is, heb ik ge-
poogd, zoo mogelijk, een verklaring te geven in den vorm
van een noot. De marginale nota's, die in het handschrift
in grooten getale voorkomen, zijn in den druk, ongeacht hun
beteekenis, geplaatst onder de aanteekeningen, waarbij zij
hooren. Door de kleine duidelijke letter springen zij dade-
lijk in het oog, zoodat verwarring, naar ik meen, uitgeslo-
ten is. Aan den rand van de bladzijden heb ik de paginatuur
van Bontemantels handschrift vermeld. Deze springt een
paar nummers over, waar eenige bladen onbeschreven zijn.
In zijn inleiding op De Regeeringe van Amsterdam i)
geeft professor Kernkamp algemeene richtlijnen voor een
verdere uitgave van Bontemantels geschriften. Ik heb ge-
tracht zijn wenken op te volgen en heb dit handschrift in de
eerste plaats getoetst aan en aangevuld uit de officieele Sta-
tenresolutiën en de andere geschriften van Bontemantel.
Belangrijke gegevens vond ik verder vooral in de Resolutiën
van den Raad, dl. III, 1, waar Bontemantel onder het op-
schrift : „Hollantse Besoignesquot; allerlei meedeelt over de Sta-
tenvergadering van 1670. Verder maakte ik gebruik van de
I) Vgl. dl. I, CLXXXI.
-ocr page 23-briefwisseling der Amsterdamsche gedeputeerden ter dag-
vaart met Burgemeesteren van hun stad, van het verslag,
dat de pensionaris Hop aan het einde van het jaar uit-
bracht, van de vroedschapsresolutiën van Amsterdam en
andere steden en van de verdere gedrukte en ongedrukte
stukken, die betrekking hebben op de Statenvergaderinsj
van 1670.nbsp;s s
Was Bontemantel een figuur geweest, die door zijn in-
vloed en initiatief een stempel gezet had op vele besluiten,
zoo zou het mij mogelijk geweest zijn een samenvattend
relaas te geven van het behandelde in de Statenvergadering
van 1670. Nu echter moet ik een keuze doen uit den
overvloed van zijn aanteekeningen. Uitvoerig is Bontemantel
alleen over binnenlandsche aangelegenheden. Daarom wil ik
op enkele hiervan nader ingaan. De berichten over de bui-
tenlandsche politiek zijn zeker van belang, maar komen
slechts incidenteel voor, zoodat een uitvoerige beschouwing
hierover niet gerechtvaardigd zou zijn. Ik stel mij voor
achtereenvolgens te behandelen: de introductie van den
Prins van Oranje in den Raad van State; een geschil tus-
schen Rijnland en Amstelland en de presidentsverkiezing
voor het Hof van Holland.
DE INTRODUCTIE VAN DEN PRINS VAN ORANJE
IN DEN RAAD VAN STATE.
De Statenvergadering van Holland hield zich in het voor-
jaar van 1670 in hoofdzaak bezig met de introductie van
den Prins in den Raad van State. Bij de behandeling hiervan
kwam duidelijk aan het licht, dat er in de laatste jaren
groote veranderingen hadden plaats gevonden in de Repu-
bliek. Wij zouden het jaar 1670 een crisisjaar kunnen noe-
men, een jaar van groote kentering in de gevoelens van
vele regenten. Wij zien, dat er een groeiende oppo-
sitie is tegen De Witt, deels voortspruitend uit persoonlijke
motieven, deels veroorzaakt door een verschillend inzicht
m de politiek. Parallel met het afnemen van de macht van
De Witt vah een stijging te constateeren van den invloed
van het Oranjehuis. Het best wordt dit getypeerd door het
gezegde van den Amsterdamschen burgemeester Valckenier
dat Bontemantel in November 1670 opteekende: „de Prins'
sal wel voocht werdenquot;, i) Dit alles manifesteert zich tij-
1 ) Vgl. Bontemantel, Resol. Raad, III, 1, fol. 404.
-ocr page 24-dens de besprekingen over de introductie van den Prins in
den Raad van State.
Tot deze introductie hadden de Staten besloten op den
Sden Augustus 1667, denzelfden dag, waarop zij ook hun
goedkeuring hechtten aan het Eeuwig Edict en het aanstel-
len van bevelhebbers over het leger. Deze drie resoluties
vormen een onafscheidelijk geheel, zooals wij uit het ver-
volg zullen zien. Daar de laatste resolutie van weinig be-
teekenis is voor het vervolg, zullen wij deze voorloopig
buiten beschouwing laten en eerst nagaan de beteekenis van
het Eeuwig Edict en de resolutie aangaande de introductie.
De hoofdgedachte van het Eeuwig Edict was, dat het
stadhouderschap en het opperbevel over de militie voortaan
niet meer door één en denzelfden persoon konden bekleed
worden. In Holland werd bovendien het stadhouderschap
voor eeuwig afgeschaft. Om deze voorstellen aannemelijk
te maken voor de Oranjegezinde regenten, werd aan het
Eeuwig Edict de tweede resolutie vastgekoppeld, waarin
bepaald werd: „dat den Heere Prince van Oraigne mede
vergunt sal worden sessie in den Raedt van State, omme
aldaer geimbueert te mogen werden met de vereyschte ken-
nisse van saecken van militie, finantie en politie.quot; Tevens
werd vastgesteld, dat men, zoodra de Prins den leeftijd van
23 jaar bereikt zou hebben, nader zou overleggen om hem
het kapitein-generaalschap op te dragen, i) Door deze be-
sluiten werd de toekomst van den Prins eenigszins gere-
geld. Immers, al werd dit niet positief vastgelegd, prak-
tisch werd het kapitein-generaalschap van de Unie voor
hem bestemd.
Nieuw waren deze denkbeelden niet. Reeds in December
1650 was in Amsterdam een resolutie aangenomen, waarin
het stadhouderschap onvereenigbaar verklaard werd met
het kapitein-generaalschap. 2) Toen 10 jaar later Karei 11,
tijdens zijn oponthoud in den Haag, zijn neef in de gunst
van de Staten aanbeval, hield De Witt hem als toekomst-
beeld voor, dat het commandement over de militie te land
den Prins bij diens meerderjarigheid vanzelf in den schoot
zou vallen. 3) Tegen een regeling van de toekomst van
den Prins had De Witt zich echter steeds gekant. De reden
1 ) Vgl. Aitzema, Saken van Staet en Oorlogh, dl. IV, pag. 168.
2)nbsp;Vgl. Wagenaar, Amsterdam, 2de stuk, pag. 572.
3)nbsp;Vgl. Japikse, Joh. de Witt, pag. 183.
-ocr page 25-hiervan was, dat hij door de ondervinding geleerd had niets
meer te vreezen dan een verbintenis van de Oranje-partij met
Engeland.
In 1641 was het huwelijk gesloten tusschen den lateren
Willem II en Mary, dochter van Karei I. Het doel, dat Fre-
derik Hendrik met deze alliantie beoogde, was zuiver dy-
nastisch. Hij hoopte door een huwelijk met een koningsdoch-
ter het aanzien en de macht van het Oranjehuis in de Re-
publiek te versterken. Karei I van zijn kant verwachtte steun
tegen het parlement, niet alleen van den Stadhouder, maar
ook van de Staten, i) Deze verwachtingen van den Engel-
schen koning werden slechts ten deele vervuld. Frederik Hen-
drik steunde hem wel met geld, troepen en ammunitie, maar
de Staten waren niet te bewegen partij tegen het parlement te
kiezen. Integendeel vond het verzet tegen de autocratie van
de Stuarts veel sympathie bij de regenten-klasse. De Staten-
konden tegenover een kwestie als deze, die door de Oranje-
partij tot een politieke partij-kwestie gemaakt werd, niet on-
bevooroordeeld staan. Zij wilden zich liever niet inlaten met
een Stuart, die misschien later de Oranjes tegen hen zou
steunen. 2) Ook het handelsbelang van de Republiek was in
strijd met een gewapend optreden tegen Engeland. Hoe-
wel de Oranjepartij onder leiding van Frederik Hen-
drik en later onder diens zoon aandrong op een oorlog
tegen het Engelsche parlement, wist Holland dit door een
krachtigen tegenstand te beletten. Tot aan den dood van
Willem H was de buitenlandsche politiek van de Republiek
verdeeld in zich zelve. De Oranjes wilden met behulp van
Frankrijk de Stuarts in hun macht herstellen en de Staten
trachtten steeds een oorlog met Engeland te vermijden.
Door deze tweeslachtige politiek had de Republiek veel na-
deel ondervonden en ook na den dood van Willem II was
het wantrouwen van de Engelsche Republiek steeds merk-
baar geweest. Het beste bewijs hiervoor is, dat Cromwell
de Acte van Seclusie eischte, voordat hij in 1654 vrede met
de Republiek wilde sluiten.
Gedurende de jaren 1655 en 1660 had de connectie tus-
schen het Engelsche vorstenhuis en Oranje geen in-
vloed op de buitenlandsche politiek. Beide waren te veel
1)nbsp;Vgl. Geyl, Fred. Henry of Orange and King Charles I, Engl.
Hist. Review, July 1923.
2)nbsp;Vgl. Geyl, Willem II en de Stuarts, Gids, April 1923, pag. 65.
-ocr page 26-gedesorganiseerd, dan dat zij veel invloed konden hebben
Na de restauratie van Karei II kwam er echter verande-
ring m den toestand. De Oranje-partij kon nu steun vinden
by een machtig koning. Niet dat Karei II zich veel be-
kommerde om het lot van zijn minderjarigen neef, maar
de mogelijkheid bestond nu, dat de sterke koning zijn zwak-
ken neef zou helpen om stadhouder te worden, met de be-
doehng om hem dan voor zijn eigen plannen te gebruiken.
„Een Oranje, die als een vazal van Stuart zou zijn, dat was
het nieuwe schrikbeeld, dat De Witt uit de onzalige verbin-
tenis van 1641 zag voortspruitenquot;, i) Het is dan ook vol-
komen begrijpelijk, dat hij, toen hij in de onderhandelingen
met Karei 11 en den Grooten Keurvorst trachtte den jongen
prins in handen te krijgen, bepaalde toezeggingen in zake
eventueele latere ambten voor den jeugdigen Oranjeprins
zocht te vermijden. Toen overeenstemming omtrent de voog-
dij mislukt was, liet De Witt den Prins in arren moede aan
zijn buitenlandsche verwanten over, maar besloot nu hem
m de Republiek den voet dwars te zetten. 2) Het voorstel,
om den Prins in 1666 Kind van Staat te maken, deed hij
dan ook alleen om een onmiddellijke designatie te voor-
komen. Een succes was het voor hem, dat hij er, in overleg
met de Prinses-Douairière, in slaagde de Engelschgezin-
den — eenige „quaede menschenquot;, zooals hij ze noemde —
uit de omgeving van den Prins te verwijderen. 3)
In zijn angst voor een samengaan van Stuart en Oran-
je, wat tot vernedering van de Republiek zou leiden, werd
hij in het zelfde jaar 1666 versterkt door het openbaar
worden van de ongeoorloofde briefwisseling van Buat met
het Engelsche hof. Buat werd ter dood veroordeeld, maar
De Witt besefte heel goed, dat de Engelsche regeering
anderen zou vinden, die bereid waren oppositie tegen de
Staten te voeren. Onder den schijn van de belangen van
den Prins te bevorderen, benadeelde Karei II in werkeliik-
heid de Republiek.
In Augustus 1667 werd, zooals wij zagen, voor den Prins
het uitzicht geopend op het kapitein-generaalschap van de
Unie. Het is duidelijk, dat de voorstellen, hiertoe strekken-
' gt; Zie Geyl, De moeder van Willem III, Gids, Nov. en Dec. 1927,
Febr. en Maart 1928.
V^nbsp;^^^^ ^^ Hoogestantspersonagiën, Gids 1928.
3) Vgl. Japikse, Joh. de Witt, pag. 274.
-ocr page 27-de, niet van De Witt zijn uitgegaan. Zij zijn voortgekomen
uit een middenpartij, die veel aanhang vond in Haarlem en
Amsterdam. De hoofden van deze partij waren Gaspar Fagel,
pensionaris van Haarlem en Gillis Valckenier, burgemeester
van Amsterdam. Dezen zagen duidelijk in, dat het onmogelijk
zou zijn den Prins op den duur buiten alle ambten te houden
en zochten daarom naar een oplossing, waarbij de vrijheid van
den Staat gewaarborgd bleef, terwijl tevens de Oranjepartij
tevreden werd gesteld. Aanknoopend bij de bovengenoemde
Amsterdamsche resolutie van December 1650, stelden zij
samen het Eeuwig Edict en de resolutie aangaande de in-
troductie in den Raad van State op. Deze moeten dus be-
schouwd worden als een poging om de Oranjepartij en de
voorstanders van de „vrijheidquot; bijeen te brengen.
De twee resoluties van den 5 Augustus 1667 beteekenden
een groote tegemoetkoming aan de Prinsgezinden. Na den
dood van Willem II hadden de Staten van Holland besloten
geen stadhouder, noch een kapitein-admiraal-generaal aan te
stellen. Behalve Groningen en Drente, die Willem Frederik
tot stadhouder kozen, volgden de andere provincies het voor-
beeld van Holland. Nu zien wij echter in 1667, dat welis-
waar het stadhouderschap in Holland voorgoed werd af-
geschaft, maar voor den jongen Prins werd het uitzicht
geopend op het kapitein-generaalschap over de militie.
Op de vraag, of hierdoor werkelijk een verzoening be-
reikt werd, moet evenwel het antwoord ontkennend luiden.
Voor de staatsgezinde regenten beteekende het een groote
mbreuk op de „ware vrijheidquot;. De Witt was er dan ook
aanvankelijk niet voor te vinden geweest. In 1670 vertelde
Fagel aan Bontemantel, dat, toen hij en burgemeester Val-
ckenier in 1666 het „fondament van het Eeuwig Edict ge-
sinnet en geconsipieertquot; hadden, de Raadpensionaris daar
niet aan wilde en dat zij meer dan een jaar doende waren
geweest, eer zij hem konden bewegen er zijn goedkeuring
aan te hechten, i) De reden, dat De Witt zich tenslotte niet
langer verzette, vinden wij. uitgedrukt in een brief
aan den Amsterdamschen regent, Eambertus Reynst, van
den 8sten Juli 1667, waarin hij schrijft: „lek hebbe, hoo-
rende eenige cordaete voorslaegen tot conservatie van de
vryheydt int regardt van de magistraetsbestellinge, 't ver-
1) Vgl. pag. 141.
-ocr page 28-geven van ambten en de wet, om alle stadhouderschappen
met het oppergesach over de militie in één persoon incom-
patibel te verklaeren, oock apparentie siende, om die iegen-
woordich meede by de swackste leden op 't crachtigste te
doen vaststellen ende om onder beneficie van dien de mi-
litie oock redelycker wyse bestelt te krygen, my daerjegens
met derven opposeerenquot;. i)
Dat De Witt de Oranjepartij zoover tegemoet kwam
sproot dus voort uit twee overwegingen. Blijkbaar achtte
mj net noodig, dat de voornaamste principes van de vrij-
heid nog eens door alle leden en voornamelijk door de
zwakste bezworen werden. Met de zwakste leden zal hij
waarschijnlijk bedoeld hebben de middenpartij in Haarlem
en Amsterdam. Het zal den Raadpensionaris niet ontgaan
zijn, dat er zich een verandering voltrok in de gevoelens
van vele regenten. De tweede reden, waarom De Witt zijn
verzet opgaf, was, dat hij alleen op deze manier kans zas
om eenige bevelhebbers over het leger benoemd te krijgen.
De noodzakelijkheid hiervan was duidelijk aan het licht ge-
treden, nadat in den Munsterschen oorlog de slechte toe-
stand van het landleger gebleken was.
Nadat De Witt eenmaal zijn verzet opgegeven had, on-
dervond het voorstel ook in de Statenvergadering' van
Holland geen tegenstand. Toch waren er bij de behandeling
van het Eeuwig Edict in de vroedschapsvergaderingen wel
stemmen van verzet opgegaan.
Rotterdam was tegen de introductie van den Prins in
den Raad van State, „als gevende te groote aenlydinge en
verbmtenissequot;. 2) Ook Dordrecht en Delft hadden bezwa-
ren. Vele leden van de vroedschap hadden liever gezien,
dat de introductie uitgesteld werd. Zij stemden tenslotte
toe terwille van de verbetering van het leger. 3) Dat ook
Valckenier op grond van deze overweging4) in de vroed-
schapsvergadering van Amsterdam verklaarde voor het
project te zijn, maakt een eenigszins zonderlingen indruk,
daar wij immers uit de uitlating van Fagel tegenover Bon-
temantel weten, dat burgemeester Valckenier met Fagel het
D Brieven van De Witt dl. III pag. 363
2)nbsp;Vgl. Resol. Raad, U, 2, fol. 788.
3)nbsp;Idem fol. 781.
4)nbsp;Idem fol. 781.
-ocr page 29-Eeuwig Edict heeft opgesteld.!) Waarschijnlijk heeft hij
meer de meening van De Witt naar voren gebracht dan
zijn eigen, om zoo de andere leden gemakkelijker tot in-
stemming te bewegen. Dit was wel noodig. Bontemantel zelf
stemde tegen 2) en bij het afleggen van den eed op het Edict
deden Bontemantel en Hooft dit al morrende, „de laeste
syde by gelegenthyt van tijden ontsweerenquot;. 3) Reeds eerder
had Hooft zijn bezwaren tegen het afleggen van den eed
geuit, „want nu een eet te doen, wat over eenige jaaren
sal adviseeren, docht hem wat vremt te weesen en het soo
lang soude houde, als de moode wasquot;. 4) Er mocht dan
eenige ontevredenheid zijn onder de regenten, werkelijk
verZet tegen het afleggen van den eed kwam alleen voor quot;in
Edam, waar een oud man zeide: „lek ben out en doof en
kan den eed niet wel hooren en wil liever uytgaenquot;. 5)
Waren de Staatsgezinden niet erg enthousiast over het
Eeuwig Edict, diege nen, die hoopten op een herstel van de
Oranjes in al hun waardigheden, waren heftig verontwaar-
digd. Het vooruitzicht, dat de Prins later wellicht het op-
perbevel van de militie zou krijgen, kon hen niet verzoenen
met de afschaffing van het stadhouderschap. De beoogde
verzoening werd niet bereikt en de Oranjepartij werd noo-
deloos verbitterd.
Nadat in Holland het Eeuwig Edict was aangenomen,
werden pogingen in het werk gesteld, om met de andere
gewesten tot overeenstemming te komen. Na korten tijd
hechtten Utrecht, Gelderland en Overijsel hun goedkeuring
aan het ontwerp-harmonie, maar de drie overige gewesten
bleven halsstarrig weigeren. Zeeland vooral verzette zich
tegen de bepaling, dat nooit een kapitein-generaal van de
Unie stadhouder zou mogen worden, zijn of blijven van
eén of meer provinciën. Het meende, dat dit op een alge-
heele vernietiging van het stadhouderschap, althans op uit-
sluiting van den Prins zou neerkomen. Tevergeefs zonden
de Staten van Holland in 1668 een bezending naar Zeeland,
Friesland en Stad en Lande, om deze over te halen zich
aan te sluiten bij het ontwerp-harmonie. Deze toestand
I ) Vgl. pag. XV en pag. 141.
2)nbsp;Vgl. Resol. Raad, dl. II, 2, fol. 781.
3)nbsp;Idem fol. 851.
4)nbsp;Idem fol. 780.
5)nbsp;Aitzema, a.w., dl. IV, pag. 169.
Staten van Holland 1670.nbsp;,,
-ocr page 30-duurde voort tot 1670, toen eindelijk de drie weigerachtige
provinciën hun verzet opgaven, naar zij zeiden, terwille
van de eensgezindheid onder de bondgenooten, maar in
werkelijkheid op aandringen van den Prins, die inzag, dat
langer tegenstand niets zou baten en alleen de introductie
vertragen. Den 25sten Maart deelden de drie provinciën
hun besluit mee in de Staten-Generaal en drongen er op
aan, dat de introductie nu zonder uitstel plaats zou vinden.
Inderdaad stond nu niets meer aan de introductie in den
weg en reeds wilden de Gedeputeerden ter Generaliteit tot
conclusie komen, toen een deputatie uit de Staten van Hol-
land in de vergadering van Hare Hoog Mog. verscheen,
en den wensch te kennen gaf, dat eerst de retroacta
nagezien zouden worden, om na te gaan op welke wijze
de introductie plaats moest vinden en welke plaats men
den Prins zou aanwijzen. Tenslotte, en dit was het belang-
rijkste, of men den Prins zitting zou verleenen_ met een
stem en zoo ja, van hoedanigen aard deze zou zijn. i)
De Gedeputeerden van de andere gewesten namen dit
uitstel zeer kwalijk. Zij wezen er op, dat de introductie
reeds in 1667 behandeld was. Een nieuwe behandeling was
dus onnoodig. Zij konden ook niet begrijpen, dat Holland
hierop aandrong, daar het initiatief tot het introduceeren
van den Prins immers door dit gewest genomen was. Wilde
Holland de zaak op de lange baan schuiven? zoo vroegen zij.
„Nae lange contestatiequot; zoo verteh Bontemantel, die zelf
deel uit maakte van de deputatie uit de Staten van Hol-
land, „quam de Raetpensionaris ter Generaliteit, waerop het
scheen, dat alle de gemoederen wat omsaegen en bedaer-
den. 2) Zoo geschiedde het, dat, terwijl zes provinciën aan-
drongen op conclusie, deze werd uitgesteld, totdat de re-
troacta zouden zijn nagezien.
Den volgenden dag reeds vroegen de Staten van Holland
het advies van de Hollandsche gedeputeerden in den Raad
van State. Dit waren Van Seventer uit de Edelen, Glas uit
Enkhuizen en de secretaris Slingeland. Na gewezen te
hebben op de verplichtingen, die voortvloeiden uit de reso-
lutie van Augustus 1667, gaven dezen een overzicht, hoe
de introductie van Frederik Hendrik en Willem II zich had
1)nbsp;Vgl. pag. 41.
2)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 279.
-ocr page 31-toeg-edragen. Beiden hadden zitting gehad als Raad met een
concludeerende stem. Daar het hun nog niet duidelijk voor
oogen stond, wat zij moesten adviseeren, wilden zij over
deze zaak hun gedachten nog eens laten gaan.
27 Maart vond opnieuw een bespreking plaats. Veel licht
hadden de drie Hollandsche leden van den Raad van State
echter niet uit de retroacta gekregen en daarom beperkten
zij zich tot het geven van eenige beschouwingen, i) Dat de
Prins geintroduceerd moest worden, stond vast, meenden
zij. De moeilijkheid bestond hierin, dat hij niet, zooals de
andere leden van den Raad van State, uit één der provin-
ciën gecommitteerd zou worden, maar zitting zou krijgen
als een gecommitteerde uit de Generahteit, dus uit alle pro-
vinciën tezamen. Drie kwesties bleven, volgens hen, te be-
spreken en wel de wijze van introductie, de plaats, die men
den Prins zou aanwijzen en de stem. Mocht er besloten
worden den Prins zitting te verleenen met een stem, zoo
stond nog te overwegen, of deze adviseerend, dan wel con-
cludeerend zou zijn. Hierover moesten de Staten van Hol-
land dus delibereeren.
De Edelen, die het eerst hun stem moesten uitbrengen,
trokken zich terug in één der zijvertrekken en beraadslaag-
den ongeveer een uur, voordat zij terug kwamen, om hun
advies uit te brengen. 2) Hun eenparig gevoelen was, dat
zij door hun woord gebonden waren den Prins zitting in
den Raad van State te geven. Wat betreft de sessie, hier-
over waren zij van meening, dat de stoel met de armen, die
aan het hoofd van de tafel stond en vroeger gebruikt werd
door den gouverneur-generaal — Leicester — en later door
de stadhouders, weggenomen moest worden. Aan den Prins
zou aangewezen moeten worden één der fluweelen stoelen,
zonder armen, die geplaatst moest worden boven den zetel
van den Gelderschen afgevaardigde. Dit was de eerste zetel
aan de zijde der tafel. Zij motiveerden dit laatste, door er
op te wijzen, dat de Prins moest worden beschouwd als een
gecommitteerde uit alle provinciën en dus niet geplaatst
kon worden tusschen de andere gecommitteerden in. Even-
min kon men hem plaatsen aan het einde van de tafel. Over
het derde punt, de stem, zouden zij spreken naar hun gemoed.
1)nbsp;Vgl. pag. 51.
2)nbsp;Vgl. pag. 52 en Resol. Raad, III, 1, fol. 281 sqq.
-ocr page 32-Lnd Fn H TTnbsp;uitoefenen dan Hol-
iTr, n K , 'nbsp;dan de helft opbracht
van alle belastingen van de Republiek.nbsp;P^racnt
wSf^nbsp;l^unnen uitoefenen dan
Holland, vinden wij steeds weer als bezwaar aanShaald
d;nbsp;van een concludeerendenbsp;ïem Ook
De Witt gebruikt dit als argument
haddenquot;quot; in'^'d'^'^rquot;nbsp;^^nbsp;^eelnbsp;bezittingen
hadden m de Generaliteitslanden, waarvoornbsp;zij echter
nooit lasten betaald hadden, alhoewel hiertoe dikwHls
een verzoek tot hen gericht was. Wanneer nu de Prins Jen
concludeerende stem kreeg in den Raad van State die het
beheer voerde over de Generaliteitslanden, voorz;gen zif
dat er m de toekomst nooit belastingen ;ouden fehev^
kunnen worden uit de domeinen der Oranjes, soodatquot; zoo
voegden z, er hatelijk aan toe, „syn goeder;n sondes
ten door de costen van den Staet werden beschermtquot;, i)
l en derde werd gewezen op zijn verwantschap met het
Engelsche vorstenhuis en den keurvorst van BrandeSurf
i^VZkvf''nbsp;frontiersteden, waaïïn door
de Kepubhek garnizoenen waren gelegd
1 Ti^ul '■a'^ende deze kwesties, mocht de Prins eeen
oncT,dnbsp;quot;J' dquot;® '^«quot;den zij hem ook gen
concludeerende stem toestaan.nbsp;^
T ^tp.'^onnbsp;^^^^ deze beperking wat jrezocht
In het 29ste artikel van de instructie%an in Raïd van
I) Resol. Raad, III, 1, fol. 282.
-ocr page 33-State was immers vastgesteld, dat een Raad zich van stem-
men moest onthouden in aangelegenheden, waarbij bloed-
verwanten, hem tot in den vierden graad bestaande, waren
gemteresseerd. Het was echter duidelijk, dat dit artikel on-
mogelijk zou zijn toe te passen op den Prins van Oranje,
daar deze dan vrijwel van alle besprekingen over de bui-
tenlandsche politiek uitgesloten zou zijn. Toch wilden de
indelen blijkbaar den invloed van den Prins in deze zaken
zooveel mogelijk uitschakelen. Bedenken wij nu dat De Witt
pensionaris der Edelen was, dan wordt het ons duidelijk,
wat hiervan de oorzaak was. Zijn politiek ten opzichte van
het Oranjehuis werd, zooals wij zagen, beheerscht door de
vrees, dat de Oranjes tot vazal van de Stuarts zouden
worden. Het advies der Edelen draagt hier duidelijk de
sporen van.
De vierde reden, waarom de Edelen tegen een conclu-
deerende stem waren, kunnen wij beschouwen als een
samenvatting van de voorgaande. „Dat groot en in aensien
is en daerom, stemme hebbende, ydereen soude hem toe-
stemme en soo meest voocht weesen; en sal noch met syn
prealable stem al te veel authorityt hebbenquot;, i) Angst dus
voor te groote macht van den Prins. Hierin stonden zij
met alleen. Vele leden deelden hun gevoelen.
Na de Edelen brachten de steden hun advies uit Uit-
voerig vermeldt Bontemantel het advies van de verschillende
leden Dordrecht wees er op, dat er sedert het aannemen
van het Eeuwig Edict en de daarmee samenhangende re-
soluties groote veranderingen hadden plaats gevonden. De
mvloed van den Prins was in vele provincies aanmerkelijk
gestegen, vooral in Zeeland, waar hij Eerste Edele was
geworden. Daar de omstandigheden sedert 1667 zoo sterk
gewijzigd waren, had men het recht veranderingen aan te
örengen m de beslissingen, die men toen genomen had
meende de stad. Men behoorde de introductie geheel van dé
nanü te wijzen en zoo dit onmogelijk was, dan moest de
autoriteit van den Prins zooveel mogelijk besnoeid worden,
ivien moest hem dan ook in het geheel geen stem toeken-
nen. Immers reeds door een praeadvies zou de Prins te
grooten mvloed hebben op de andere Raden, die hem zou-
oen ontzien, vanwege de groote autoriteit, welke hij in de
1) Vgl. pag. 52.
-ocr page 34-verschillende provinciën bezat. Daarom wilde de stad hem
^leen zittmg geven, om te hooren en te zien. Ook wensSS
Dord e ht, dat, zoodra de Prins een militair ambt zou gaan
zottt;nbsp;^^ ^^^^ State een Inde
Meer beperkingen dan de Edelen en Dordrecht aan de
Sen^'zoquot;'''quot; verbinden zou men moeilij kunnen be-
Ï stad Hnbsp;het advies van
de stad Haarlem uitbracht. Haarlem wilde den Prins ^een
fitting in den Raad van State geven „als een pampTere
mannetje, of schildery, maer als Ln hee;-'. i) Waf Seft
de manier van mtroductie en de sessie, hierin kon de stad
.ich wel vereenigen met de Edelen, maar overigens wa en
Stuk voor stuk Teerquot;
legde Fagel de argumenten van de Edelen. Juist omdat de
Prins veel goederen m de Republiek bezat, kon van hem
trouw verwacht worden en omdat hij bemind was en groote
autoriteit beza^ zou hij deze kunnen aanwenden ten voor-
dede van de Republiek en van Holland in het bijzoTer
Ook het bezwaar, dat de Prins geallieerd was met'buiten:
landsche vorsten, kon hij niet deelen. Integendeel hierin
zag hy juist een voordeel. Dit laatste kenteekent de 'verhou
ding tusschen de Staatsgezinde regenten en de OranjepartU
eHlquot; Df ^nbsp;op Ka-
rei II. De connectie van Oranje en Stuart achtten de eersten
een groot gevaar, terwijl de laatsten van uit Engeland het
Ïonbsp;^^nbsp;verwachtten. Ten
te weten, of het was
alüjd de bedoeling geweest, dat de Pnns, als e;n Raad, v^
Sen .nbsp;fitting in den Raad van State zou
krijgen met een concludeerende stem
huizquot;efnbsp;Leiden en Enk-
huizen. De gedeputeerden van deze twee steden meenden
overigens, dat het weinig of geen verschil zoruhiSaken
O de Prins zitting kreeg met een adviseerende of éereon
bewering lijkt mij wel wat over-
areven. Had de Pnns een concludeerende stem dan was
zijn rechtspositie veel sterker, dan wanneer hi^ sleS's len
adviseerende stem had. Ook werd in het eerste Ïev^^ zin
stem meegeteld bij het opnemen der stemmequot; In'^zroverie
I) Vgl. pag. 53 en Resol. Raad, III, 1, fol. 284.
-ocr page 35-hadden Leiden en Enkhuizen gelijk, dat 's Prinsen invloed
in ieder geval aanmerkelijk zou stijgen, onverschillig of hij
nu een concludeerende of een adviseerende stem kreeg. En
juist die machtsversterking van den Prins wilden de Staats-
gezinde regenten voorkomen en dit streven blijkt ons ook
weer uit het advies van Rotterdam. De stad was in 1667
reeds tegen de introductie geweest, omdat men hierdoor te
veel verbintenissen op zich nam tegenover den Prins. De
pensionaris De Groot zei nu dan ook: „dat wenste te weesen
in de oude vryhytquot;. i) Daar men echter woord moest houden,
sloot de stad zich aan bij het advies van Dordrecht.
De gedeputeerden van Amsterdam hielden een slag om
den arm. Zij drongen aan op eensgezindheid en verklaar-
den, bij ontstentenis daarvan, nadere bevelen van hun princi-
palen te willen afwachten.
Zooals wij zien, was men nog ver van eenstemmigheid
verwijderd. Over de twee eerste punten, de introductie
en de sessie, bestond vrijwel geen verschil van meening,
maar over het laatste punt, de stem, liepen de meeningen
belangrijk uiteen. Eenige leden waren voor een conclu-
deerende stem, anderen voor een adviseerende, terwijl
Dordrecht en Roterdam den Prins alleen zitting wilden
verleenen, om te hooren en te zien. De Staten van Hol-
land waren dus niet tot een conclusie gekomen en daar
zij verklaarden, niet te kunen gedoogen, dat over deze
kwestie in de Staten-Generaal met meerderheid van stem-
men beslist werd, kon ook ter Generaliteit geen conclusie
genomen worden. 2)
Door de Staten-Generaal werd 28 Maart ook een com-
missie benoemd om advies uit te brengen over de intro-
ductie van den Prins. 3) Deze commissie was samenge-
steld uit eenige gedeputeerden uit de Staten-Generaal,
aangevuld met eenige leden uit den Raad van State. Het
advies van deze commissie, waarin ook Johan de Witt zit-
ting had, kwam wat betreft de twee eerste punten — de
mtroductie en de sessie — overeen met dat, waarover reeds
in de Staten van Holland overeenstemming bereikt was.
Aangaande het derde punt — de stem, welke den Prins zou
1 ) Vgl. pag. .54 en Besol. Raad, III, 1, fol. 285
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670
3)nbsp;Vgl. idem.
-ocr page 36-iSiifHSfrS;
webi, mijkt, dat De Witt, gesteund door de sjecommitteer
tÏeX th'lquot;'nbsp;Hollandscirg~:
ken n; Jnbsp;. . adviseerende stem had uit gespro-
ken De gecommitteerden uit de overige gewesten waren
echter voor een concludeerende stem geweest. i
ha? snr^l Tnbsp;deze zaak vergaderd
had sprak zich mt voor een adviseerende stem. 2) ^
De W^fnbsp;^nbsp;quot;quot; dat het streven Van
De Witt er op gericht is, de Staten-Generaal tot een ge
^ke conclusie te brengen, als waartoe ook de Staten van
vr ^^i-Seet-^^^^ - ^^^ ^^-^en
De meerderheid in de Staten-Generaal was echter voor
^n concludeerende stem. Dit bleek, toen deze kwestie 31
Maart in stemming gebracht werd. Zeeland, UtTSt en
Gelderland verklaarden zich voor een conclud;erende stem
te wijl Gromngen en Overijsel nader last van hun priS
fast te zifnquot;nbsp;verklaardequot;^ongê-
last te zijn en er dus toch geen beslissing genomen kon
worden. De gedeputeerden van Friesland vitfouwTen, dat
de bedoeling van hun principalen was, dat den Prins een
Sd en GrolV''^ -u vergund worden, maar nu Over-
ijsel en Gromngen de beslissing van hun principalen wilden
afwachten, besloten ook zij hiertoe. Wanneer de StLT van
HoUand met te kennen gegeven hadden, dat z^ n deze
zaak geen besluit met meerderheid van stemme^^ zouden
gedoogen, dan hadden de Staten-Generaal besSer den
l^rms te mtroduceeren met een concludeerende stem
Ue Prins had dit, zooals de Wicquefort ons meedeelt
ook stellig verwacht. Hij zou zelfs aan eenige van^rrer-'
trouwden gezegd hebben, dat hij dien dag of nooi^ zitW
zou nemen m den Raad van State. 3) D? stemi^Ïgt ^
Sta^neraal was hier echter niet gunstig voor,locals
2) SrSnbsp;Utrecht 1670.
iv!nbsp;Histoire des Provinces Unies etc., dl.
-ocr page 37-duidelijk blijkt uit het gezegde van een Geldersch afgevaar-
digde, die bekend stond als een aanhanger van den Prins.
Deze zeide, dat wanneer de meerderheid den Prins in den
Raad van State zou brengen, de minderheid hem er uit zou
doen gaan. i) Totdat de Staten van Holland, welke op reces
vvaren gegaan, teruggekomen waren, kon dus geen beslis-
sing genomen worden.
Onderwijl had de Raadpensionaris tijd, om de verschil-
lende gewesten tot eenstemmigheid te brengen over het
verleenen van een adviseerende stem. De Witt trachtte dit
te bereiken, door de andere gewesten te bewegen zich aan
te sluiten bij het advies der commissarissen van de Staten
van Holland. Met de resultaten, die hij hierdoor verwierf,
trachtte hij daarna die leden van de Staten van Holland,
welke zich hadden uitgesproken voor een concludeerende
stem, te bewegen zich te vergenoegen met een adviseerende
stem en zich aan te sluiten bij de meerderheid. Met het ten
uitvoer brengen van dit plan zien wij hem dan ook spoedig
aan het werk gaan.
30 Maart schreef De Witt een brief aan Van Weede van
IDykveld, 2) geëligeerde in de Staten van Utrecht, waarin
hij hem er op wees, wat de gevolgen zouden zijn, wanneer
de Prins met een concludeerende stem zitting kreeg in den
Raad van State. Evenals de Edelen legt ook De Witt er
sterk den nadruk op dat, terwijl Utrecht slechts één stem
had in den Raad van State, Zeeland er over drie zou kunnen
beschikken. Gezien den invloed, dien de stem van den Prins
had en het feit, dat de Zeeuwsche heeren, in tegenstelling
met de Hollandsche gedeputeerden, zitting hadden voor
hun leven, zou Zeeland zelfs over meer invloed beschik-
ken, dan Holland en — maar dit schreef De Witt niet — over
zeker driemaal zoo veel invloed als Utrecht. De Witt was
dan ook verbaasd over de houding van den Utrechtschen ge-
deputeerde Van Amerongen, die zich met de gedeputeerden
van Zeeland de „alleryverichstequot; betoond had, om den
Prins een concludeerende stem te geven. Tevens drong De
Witt er op aan, dat er met spoed beraadslaagd zou worden,
„alsoo jegenwoordich de importante saeck by Hollandt al-
leen werd gesustineert, ende dat onfeylbaerlyck in de pro-
1 ) Vgl. De Wicquefort, a.w. pag. 128.
2) Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 29.
vmtien van Overysel ende van Stadt en Lande de ernst
die by de heeren Gedeputeerden van Utreeht betoont werdt
om Syne Hoocheit eene concludeerende stemme als boven
te doen hebben, overgeschreven wordende, aldaer van bv-
sondere naedruk sal wesenquot; De Witt beoogde dus met
dezen brief de Staten van Utrecht te bewegen het uitge-
brachte advies te herroepen en zich voor een adviseerende
stem te verklaren. Ten overvloede ging een vrijwel geliik-
Kiidend schrijven aan den heer Van Raesfelt tot Twickeloo
Urost m Twente.
h^t gewenschte re-
sultaat bereikt. 24 Maart (st. v.) zond de stad Utrecht een
missive aan de Utrechtsche gedeputeerden ter Generaliteit
waarin zij haar misnoegen uitsprak, dat deze heeren ad-
vies hadden uitgebracht, zonder van te voren overle? met
hun principalen gepleegd te hebben. Tevens werd hun ge-
last zich met verder met deze zaak in te laten, sonder
hiertoe expresse ordre van de heeren Staaten deser pro-
vintie te hebben ontfangenquot;. i) Ook de Geëligeerden zonden
een missive aan de gedeputeerden ter Generaliteit met een
vrijwel gehjkluidenden inhoud. 2) Voorloopig trok de pro-
vincie Utrecht haar advies, dat voor een concludeerende
stem was geweest, terug.
Nu moest De Witt nog bereiken, dat de Staten van dit
gewest zich staatsgewijze conformeerden met het advies van
de commissarissen van de Staten van Holland In een
schrijven van 10 April verzocht De Witt zijn neef Nico-
las Vivien hiertoe al zijn invloed aan te wenden bij ziin
goede vrienden in Utrecht, daar het „een seer goede saecke
van sonderlmge operatie soude synquot;, als dit geschiedde vóór
de bijeenkomst van de Staten van Hollant 3)
Ook m Zeeland deed De Witt een poging, om een ver-
andering van het provinciaal advies te bewerken. 11 April
streef hij aan zijn Zeeuwschen collega, Pieter de Huybert •
„Den grooten yver, die de heeren van Zeelandt ende nae-
mentlyck den heere Van Stavenisse in de particuliere con-
ferentie betoont heeft, om den heere Prince van Oraigne
fol.' 29!°°''nbsp;Raad, III, 1,
2)nbsp;Idem fol. 297.
3)nbsp;Brieven van De Witt, IV, pag. 36.
-ocr page 39-in den Raadt van State te doen hebben eene concludee-
rende stemme, heeft myns oordeels die saecke by de andere
provinciën meerder terugge als voorwaerts gesett ende in-
dien Syne Hoocheit sich niet en laat disponeeren, om by
provisie op eene adviserende stemme in den Raedt in te
treden, soo sie ick tegemoet, dat diegene, die hem sulx aen-
raden, hem over het paerdt gesett sullen hebben.quot; i) Klaar-
blijkelijk beoogde De Witt met dezen brief ongerustheid bij
de Zeeuwsche heeren te verwekken en hen tot toegeven te
bewegen, uit angst dat, wanneer zij zich al te vasthoudend
betoonden op dit punt, de geheele introductie wel eens mis
kon loopen. Veel resultaat viel van dit schrijven niet te ver-
wachten, daar de inhoud van den brief allerminst in over-
eenstemming was met de waarheid. Bovendien was Zee-
land niet geneigd tot toegeven, zooals uit het vervolg zal
blijken.
Niettemin had De Witt vrij veel succes met zijn bemoeiin-
gen, om de gewesten er toe te brengen zich uit te spreken
voor een adviseerende stem. Kort nadat de Staten van Hol-
land op reces waren gegaan, vervoegden gedeputeerden
uit alle provinciën, behalve Zeeland, zich bij den Prins en
rieden hem met grooten nadruk aan, zich te vergenoegen
met een adviseerende stem. 2) Dit bleef natuurlijk zonder
eenig resultaat.
Met de resultaten, die hij bereikt had, trachtte De Witt
nu de leden van de Staten van Holland tot een harmonie te
brengen. 1 April ging een missive af aan burgemeesteren
en regeerders van alle stemmende steden van Holland,
waarin de Raadspensionaris dezen op de hoogte bracht van
het advies, dat de commissie, aangesteld door de Staten-
Generaal, had uitgebracht. 3) Tevens gaf hij hun een ver-
slag van het bezoek, dat de gedeputeerden van alle provin-
ciën, behalve Zeeland, bij den Prins hadden afgelegd. Door
hier zoo met nadruk op te wijzen, bereikte De Witt, dat
de tegenstanders van een concludeerende stem versterkt
werden in hun gevoelens, nu de kans op overeenstemming
1)nbsp;Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 37.
2)nbsp;Vgl. pag, 81 en Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 30.
3)nbsp;Idem pag. 29. De extracten uit de Resol. Staten-Generaal en
den Raad van State zijn gedrukt als bijdrage bij den beschrijvings-
brief van de Staten van Holland.
«cheen. De voorstanders
ecoter, die zich nu van den steun der overige gewesten he-
Denbsp;^n V laten varen. Het zelfde doel beoogde
vanSLd quot; 'nbsp;de Stafen
van Holland een copie van de missive van de stad Utrecht
ïïïeleidend^nbsp;^^^ Generaliteit toezond met een
begeleidend schrijven, waarin hij meedeelde, dat ook de
Geeyerden een gelijken brief aan de gede^teerden Je
De^mt dh t^r:;
ue Witt dit aan de leden mee te moeten deelen i)
Het sprak van zelf, dat De Witt bij zijn pogingen om de
Staten van Holland tot eenparigheid te^rLgen^^uTtui-
ten op tegenstand van Haarlem. Zooals wijds zage^
had deze stad, bij monde van Fagel, zich krachtig uitgeïro
ken voor een concludeerende stem. Haarlem had veel s£r
gemaakt m de vergadering en had besloten aan'de p^cl
palen te rapporteeren. 2) De Witt trachtte nu invloS u t
Lrnbsp;beslissing, die de vroedschap van Haarlem
over de mtroductie zou nemen. Hiertoe zond hij 1 Aprd
aan Fagel dezelfde missives, die hij aan de burgemeesters
en regeerders van de stemmende steden gezondfn haTa)
hïrl K eenigheitquot; en verzoekt hem „de saecke bij de
heeren borgemeesteren ende vroedschappen tot alle mode-
ratie te dingeerenquot;. Daarna bespreekt hij het d eig^ment
mT^nbsp;de Prins geen zitting zou krij-
gen met een concludeerende stem
teerfln'^'d'quot;nbsp;de Haarlemsche gedepu-
sSedr. bedreiging geuit hebben. Bontemantel, die
z ker een nauwkeurig alles, wat hij hoorde, opschre;f, en
SlHt . belangrijke uiting niet zou vergeten Wr-
gezegdToïh'quot;' rnbsp;vergadering van'27 ki:rt
pzegd is De Haariemsche afgevaardigden hebben toen al-
leen verldaard: „Weeten niet beeter of de intende is ge-
VröidShapTaï Xcte if tenbsp;^f --ve van de
2)nbsp;Vgl. pag. 56.
3)nbsp;Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 33.
-ocr page 41-weest, als een Raet wegens de provintien in den Raet soude
weesen. Sullen de inclinatie der leden van Holland en der
provintien rapporteeren aen haeren principaelen, om haer
te laeten een vrye deliberatiequot;, i) Toen de Staten van Hol-
land besloten, dat ter Generaliteit over deze kwestie niet
met meerderheid van stemmen beslist mocht worden, had
Haarlem laten aanteekenen, niet te hebben geadviseerd. 2)
Een duidelijk uitgedrukte verklaring, dat men zich niet
meer gebonden zou achten aan het Eeuwig Edict vinden wij
hier dus niet. In zijn annotatie op den brief van De Witt
aan Eagel wijst Dr. Japikse op deze onduidelijkheid en
vervolgt: „lezen wij dit goed, dan beteekent dit het vol-
gende: „Haarlem zelf weigerde op dit punt te adviseeren,
omdat het een concludeerende stem als vanzelfsprekend
beschouwde; zou echter de gezindheid der Hollandsche
leden aan de principalen rapporteeren en dezen een prae-
advies geven, om geheel vrij te handelen in hun delibera-
tien, m.a.w. zonder zich gebonden te houden aan het Eeuwig
Edictquot;. 3) Het is wel mogelijk, dat Eagel dit bedoeld heeft,
maar dan heeft hij zich wel met een voor hem merkwaar-
dige vaagheid uitgedrukt. Mogelijk heeft De Witt het buiten
de Statenvergadering op een minder dubbelzinnige wijze
van de Haarlemsche gedeputeerden gehoord.
Hoe dit ook zijn moge, deze opvatting bestond bij de
afgevaardigden van Haarlem en werd met een onmisken-
bare duidelijkheid geuit in de Statenvergadering Van den
19den April en den 16den Mei. Bij deze gelegenheid ver-
klaarde Haarlem zich voor eene concludeerende stem en
voegde er aan toe: „soo sulx niet wort gepresteert volgens
de intentie van de resolutie 5 Aug. 1667, dat oock de re-
solutie op de selfde tyt genomen van en wegens het stadt-
houderschap oock houden voor gerejecteertquot;. 4)
In zijn brief aan Eagel bestrijdt De Witt het recht van
de stad, om zich niet meer gehouden te achten aan het
Eeuwig Edict. Wanneer, zoo schrijft hij, twee partijen een
contract aangegaan zijn en een der twee contractanten een
andere interpretatie aan het contract geeft als de andere,
zoo heeft hij niet het recht het contract ongeldig te verkla-
1)nbsp;Vgl. pag. 54.
2)nbsp;Vgl. pag. 56 en Resol. Holland 28 Maart 1670.
3)nbsp;Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 34.
4)nbsp;Vgl. pag. 78 en 116.
-ocr page 42-ren, maar hun geschil moet dan aan een rechter onder-
worpen worden. Daar in dit geval geen rechter benoemd
kan worden, zoo moet de meening van de meerderheid door-
slaggevend zijn. Temeer, daar allen tezamen bewilligd heb-
ben m het vaststellen van dwangmiddelen, om weigerachti-
ge leden tot naleving van het contract te brengen.
Voordat ik mijn relaas van het verloop der zaak ver-
volg, wil ik eerst de vraag behandelen, of men in 1667 de
bedoeling gehad heeft den Prins met een adviseerende
stem of met een concludeerende stem zitting te verleenen
in den Raad van State. De tegenstanders van een concludee-
rende stem beriepen zich op den tekst van de resolutie
die de mtroductie in den Raad van State in uitzicht stelde'
Deze luidde: „dat den Heer Prince van Oraigne meede
vergunt sal worden sessie in den Raedt van State, om al-
daar geimbueert te mogen werden met de vereyschte ken-
nisse van saecken van militie, finantie en policiequot;. i) Het
doel van de introductie was blijkbaar om den Prins kennis
van 's lands zaken bij te brengen. Over het verleenen van
een stem werd in het geheel niet gesproken. Aangezien men
met door den tekst der resolutie van 5 Augustus 1667 ge-
bonden was in de beslissing over het al of niet verleenen
van een stem_ en den aard daarvan, konden de leden dus
zeggen, dat zij hierin volkomen vrij waren en dat de deli-
beratie hierover een geheel nieuwe deliberatie was. Lijn-
recht hiertegenover staat de verklaring van Fagel, dat het
in 1667 de intentie was geweest den Prins een concludee-
rende stem te verleenen. Volgens Haarlem was men dus
m deze kwestie gebonden door een onderlinge afspraak, al
was deze dan niet uitdrukkelijk vastgelegd. Daar Fagel,
zooals we gezien hebben, zelf het Eeuwig Edict mede had
geconcipieerd, legt zijn bewering een groot gewicht in de
schaal. Hij versterkte deze aanmerkelijk door te zeggen, dat
men er, toen hij in April 1669 in Zeeland onderhandelde' om
deze provincie te bewegen zich aan te sluiten bij' de
acte van Harmonie, van uitgegaan was, dat de Prins een
concludeerende stem zou krijgen in den Raad van State. 2)
Gaan wij nu na, of er nog meer gegevens te vinden zijn
waardoor bagels opvatting gesteund wordt.
I ) Seer. Resol. Holland 2 Juli 1667
2) Vgl. pag. 78.
De Wicquefort deelt ons mee, dat de Raadpensionaris zelf
indertijd tot den Prins gezegd had, dat hij geloofde, dat
men Zijne Hoogheid een concludeerende stem zou vergun-
nen. Dit was de persoonlijke meening van De Witt, maar
hij was er van overtuigd, dat dit ook de bedoeling was van
zijn meesters de Staten, i)
In de Statenvergadering van 23 Mei verklaarde Valcke-
nier, die, zooals we reeds zagen, met Fagel het Eeuwig
Edict had opgesteld, dat hij, toen hij gecommitteerd was naar
Friesland en Groningen, om deze provincies te bewegen
hun instemming te betuigen aan de Acte van Harmonie,
ook van meening was geweest, dat het de bedoeling was
den Prins zitting in den Raad van State te verleenen met
een concludeerende stem. 2)
Dat men bij de onderhandelingen met de andere provin-
ciën hiervan inderdaad is uitgegaan, wordt m.i. bewezen
door het feit, dat, toen deze kwestie voor de eerste maal
in de Staten-Generaal in behandeling kwam, alle gewesten
behalve Holland bereid waren den Prins een concludee-
rende stem toe te staan. Ten slotte, toen de gedeputeerden
van Gelderland 13 Mei hun provinciaal advies ter Generali-
teit inbrachten, waarbij zij den Prins een concludeerende
stem vergunden, legden zij er den nadruk op, „dat sulx
is geweest de intentie in December 1667 der commis-
saressen van Hollandquot; 3) Het komt mij overigens zeer
onwaarschijnlijk voor, dat Zeeland, Friesland en Groningen
ooit hun instemming met de Acte van Harmonie betuigd
zouden hebben, zoo aan den Prins slechts een adviseeren-
de stem zou zijn toebedacht.
Op grond van het bovenstaande meen ik dan ook te
mogen zeggen, dat het inderdaad de bedoeling is geweest
den Prins in den Raad van State te introduceeren met een
concludeerende stem. Dat De Witt en met hem vele leden
van opinie veranderd waren, vindt zijn oorzaak in de ver-
anderde omstandigheden. Immers sinds de Prins Eerste
Edele in Zeeland was geworden, had hij belangrijk meer
macht dan in 1667 bij het aannemen van de resolutie, die
hem uitzicht gaf op den Raad van State. De Wicquefort
1 ) Vgl. De Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 135.
2)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 341.
3)nbsp;Vgl. pag. 105.
-ocr page 44-geeft dit ook als reden op, waarom de Raadpensionaris
van mzicht veranderd was. i)
In zijn brief wees De Witt er Fagel op, dat vele leden
van ^n ander gevoelen waren dan de heeren van Haar-
lem. Deze leden werden versterkt in hun meening, doordat
zy voorzagen, dat de andere gewesten niet veel bezwaren
zouden maken, wanneer Holland zich voor een adviseeren-
de stem uitsprak. Deze laatste passage uit den brief van
t April is weer kennelijk bedoeld, om de houding van Haar-
lem minder zeker te maken. Veel effect had het schrijven
van De Witt met. Het antwoord van Fagel is verloren ge-
gaan, maar Uit een tweede missive van De Witt aan den
Haarlemschen pensionaris, geschreven 12 April, blijkt, dat
deze geantwoord heeft, dat hij de opinie van De Witt' niet
kon deelen. 2) De Witt zag nu blijkbaar in, dat Haarlem
vast besloten was met toe te geven en stelde daarom aan
Fagel een compromis voor, waarbij de Prins zitting zou
krijgen in den Raad van State, voorloopig met een advi-
seerende stem, of praeadvies, totdat de bondgenooten het
over deze kwestie eens zouden zijn. Bij deze regeling, meen-
de De Witt, zou de Prins het voordeel hebben, dat men
hem gemakkelijker een concludeerende stem zou verleenen,
wanneer hij eenmaal zitting had, dan wanneer hij geheel
buiten den Raad van State stond. Uit dit voorstel blijkt
duidelijk het streven van De Witt om den invloed van Oran-
je in de Republiek zoo gering mogelijk te houden. Fagel zal
wel bezwaren gehad hebben, om dezen wissel op de toe-
komst te accepteeren. Merkwaardig is ook het einde van
dezen brief. De Witt deelt Fagel hierin mee, dat Jacob van
Coevorden tot Stoevelaar, gedeputeerde van Overijsel ter
Generaliteit, hem zoo even had meegedeeld, dat de stad
Deventer, aangaande de introductie, een resolutie had ge-
nomen van gelijken inhoud als het advies van de gecom-
mitteerden uit de Staten van Holland, dus voor een advi-
seerende stem.
Al ijverde Haarlem nog zoo krachtig voor het verleenen
van een concludeerende stem, doorslag gevend zou dit niet
zijn in de Statenvergadering van Holland. Hiervan was De
Witt stellig overtuigd. Werd de stad echter gesteund door
? 7A- P® Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 135.
Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 37.
-ocr page 45-Amsterdam, zoo zouden vele leden mede gestijfd worden
in de „seer dangereuse i) sustenue van aen het Eeuwig
Edict ende den eedt daerop gedaen niet te wesen gehoudenquot;
wat „een merckelycke scheuringequot; tot gevolg zou hebben.
Zoo schreef De Witt 1 April aan zijn oom Andries de
Graeff, oud-burgemeester van Amsterdam en een groot te-
genstander van Valckenier. Hij verzocht zijn oom, om bij
de deliberatiën in de vroedschap „de saecke ten goeden eynde
te helpen dirigeeren ten besten van ons lieven vaderlandt ende
de diergekogte vryheydt van 't selvequot;. 2) Tegelijk met dezen
brief verstuurde De Witt aan Andries de Graeff dezelfde
missives, die hij aan alle burgemeesters en regeerders van
de stemmende steden had toegezonden.
Wij hebben nu gezien op welke wijze De Witt gedurende
den tijd, dat de Staten van Holland op reces waren, ge-
tracht heeft de stemmende steden van Holland en de
overige gewesten te bewegen, zich aan te sluiten bij het
advies van de commissarissen van de Staten van Holland.
Voornamelijk wilde hij echter bereiken, dat Holland zich
voor een adviseerende stem verklaarde. Gelukte hem dit,
dan zou het niet veel moeite kosten ook de bondgenooten
tot een gelijk besluit te brengen. Hoe de verhouding was
van Holland ten opzichte van de andere gewesten, leeren
wy uit een brief van De Witt aan Lambertus van Reynst.
„De macht en het aensien van Hollandtquot; zoo schrijft De
Witt, „is bij de andere provinciën zoo groot, dat ick meyne,
dat omtrent deselve met goedt beleydt te boven can werden
gecomen al 't gene Haer Edel Groot Mog. op goede gron-
den ende naer redelyckheydt comen te resolveren.quot; 3)
Maar, gaf in de Republiek Holland den toon aan, in de
Staten-vergadering van Holland kwam het voornamelijk
aan op de houding van Amsterdam. Droeg Holland 58%
van alle lasten der Republiek, de stad Amsterdam bracht
van deze 58% meer dan de helft op. Geen wonder dus, dat
het advies van de machtige koopstad veel gewicht in de
schaal legde bij het nemen van besluiten.
Aan de hand van wat Bontemantel meedeelt in zijn an-
notaties van de vergadering der Staten, aangevuld met de
1)nbsp;In de uitgave van Dr. Japikse staat dangeriende. Vgl. Brie-
ven van De Witt, dl. IV, pag. 32.
2)nbsp;Idem pag. 31.
3)nbsp;Idem dl. III, pag. 363.
Staten van Holland 1670.nbsp;„r
-ocr page 46-aanteekenmgen uit zijn manuscript „De Resolutien van den
Raad wil ik het verloop van de deliberatiën nagaan die
tenslotte geleid hebben tot het verleenen van een conclu-
deerende stem aan den Prins.
16 April kwamen de Staten terug van het reces en drie
dagen later werd de introductie in behandeling genomen
Vergehjken wij de adviezen van de verschillende leden
over de kwestie, of men den Prins een stem zou toekennen
en zoo ja, van hoedanigen aard deze zou zijn, met hun ge-
voelen, uitgesproken in de vergadering van 27 Maart, zoo
^en wij, dat hierin vrijwel geen verandering is gekomen
De pogingen van De Witt, om het advies van de commis-
sarissen van de Staten van Holland door alle leden van de
Statenvergadering te doen aannemen, waren dus zonder
succes gebleven. De Edelen bleven bij hun verklaring dat
een adviseerende stem hun uiterste concessie was en 'wer-
den hierm gesteund door Gouda, Schiedam, Brielle en
Hoorn. Dordrecht, Delft en Gorcum legden er nogmaals
den nadruk op, dat sinds de Prins Eerste Edele van Zee-
land geworden was, de toestand geheel was veranderd • zijn
autoriteit was reeds veel te groot. Terwille van de eensge-
zindheid waren zij bereid de introductie toe te staan Een
stem wilden zij den Prins echter niet toekennen. Rotterdam
bracht de leden m herinnering, wat er in den jare 1650
was gebeurd en verklaarde niet te willen mee werken aan
het verlies van de vrijheid. Dit immers stond te wachten
wanneer de Prins te groote macht kreeg; daarom zei dè
stad met in de introductie te zullen toestemmen, voordat
de Prins los van Zeeland zou zijn. Alkmaar, Edam, Mon-
nikendam, Medemblik en Purmerend waren nog ongelast.
Voor de introductie met een concludeerende stem verklaar-
den zich Haarlem, Amsterdam, Leiden, Schoonhoven en
Enkhuizen. Haarlem weerlegde de redenen van Dordrecht
De pensionaris, Fagel, legde er den nadruk op, dat men
door beloften gebonden was den Prins een concludeerende
stem te geven. Toen in April 1669 met Zeeland onderhan-
deld werd over een regeling van de justitie, waren tegelijk
pogingen m het werk gesteld, om Zeeland te bewegen, haar
verzet tegen de Acte van Harmonie op te geven.
Hierbij was er sprake van geweest den Prins zitting in
den Raad van State te verleenen met een concludeerende
stem. Gevaren voor de vrijheid kon Fagel hierin ook niet
zien, daar het Eeuwig Edict deze voldoende beschermde.
Ditmaal uitte Fagel openlijk de bedreiging, dat Haarlem
zich niet meer aan het Eeuwig Edict gebonden zou achten,
zoo de resolutie, die op dien zelfden dag was aangenomen,
niet ten uitvoer werd gebracht.
Toen de afgevaardigden van Delft hem daarop verweten,,
niet te spreken ten dienste van het land, stoof hij op. Wat
het antwoord was, vertelt Bontemantel niet. Wij mogen
gerust aannemen, dat het antwoord van Fagel aan duide-
lijkheid niets te wenscben heeft overgelaten. Van Asperen,
een der Edelen, interrumpeerde hem met: „Die minst
geeft, doet bestquot;. Dit was de heimelijke gedachte van velen.
De gedeputeerden van Amsterdam, die, zooals we zagen,
bij de eerste bespreking geen advies hadden uitgebracht,
maar op eensgezindheid hadden aangedrongen, verklaarden
zich nu voor een concludeerende stem. In de vroedschaps-
vergadering van 14 April was dit besluit genomen, i) Op
grond van welke overwegingen, wordt niet vermeld in de
Vroedschapsresolutiën. Ook Bontemantel deelt hierover
niets mee in zijn Resolutiën van den Raad. Wel is ons
bekend, wat de Amsterdamsche pensionaris. Hop, in zijn
notulen heeft aangeteekend. 2) De stad achtte het beter
den Prins een concludeerende stem te vergunnen dan de
kans te loopen, dat het Eeuwig Edict op losse schroeven
kwam te staan. Evenals Leiden, kon ook Amsterdam wei-
nig verschil zien tusschen een adviseerende en een conclu-
deerende stem.
Nu Haarlem gesteund werd door Amsterdam, was de
geheele kwestie veel ingewikkelder geworden. Het ging niet
alleen meer om de introductie, maar het Eeuwig Edict
kwam nu in het geding. Dat hieraan getornd werd, zouden
noch De Witt, noch de leden van de Staten-vergadering
van Holland willen. Praktisch stond nu vast, dat het uit-
gesloten was den Prins slechts met een adviseerende stem
in den Raad van State te introduceeren. Pogingen, om Am-
sterdam van houding te doen veranderen, stelde De Witt
niet in het werk. Dit zou ook volkomen nutteloos geweest
zijn. De Stemming in de machtige handelsstad was in de
1)nbsp;Vgl. Vroedschapsresolutiën van Amsterdam 14 April 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 79.
-ocr page 48-laatste jaren sterk veranderd ten nadeele van De Witt Door
den dood van Zuid-Polsbroek, had de Raadpensionaris zijn
grootsten steun verloren. Andere, niet minder krachtige
figuren waren op het tooneel verschenen. Algemeen
heerschte het gevoelen, dat De Witt wel wat al te veel
macht gekregen had. In- verband hiermee stond ook het
voorstel van Amsterdam, om De Witt van een deel van zijn
taak te ontlasten door Van Reuningen als Secretaris van
lasten quot;quot;nbsp;^^nbsp;''quot;quot;^quot;'^quot;dsche politiek te be-
De oppositie tegen De Witt kwam voort uit verschillende
oorzaken. xNaast persoonlijke motieven, waren er ook die
voortvloeiden uit een verschillend inzicht in de buiten-
. landsche politiek. De Witts politiek was gebaseerd op goede
verstandhouding met Frankrijk. Die wilde hij dus voor al-
les bewaren. Van Beuningen, die reeds eenige malen als
gezant naar Parijs was geweest, om over verlaging van de
invoerrechten te spreken, welke de Fransche regeering in
steeds toenemende mate op de Hollandsche waren legde
meende dat van deze politiek niets goeds te verwachten was'
Ook over de politiek ten opzichte van de Oostzee-landen
bestond verschil van meening tusschen Amsterdam en de
Üc^n ?nbsp;spanning groeide steeds meer aan en
m 1670 kwam het tot een crisis. Van Beuningen had zich
uit politieke overwegingen aangesloten bij de tegenpartij
van den Raadpensionaris. Aan het hoofd van deze parti
stond burgemeester Valckenier, een zeer bekwaam, maar
ook een zeer eerzuchtig man, die steeds meer aanhang kreeg.
Een bijzondere omstandigheid verscherpte de tegenstel-
ling tusschen De Witt en de Amsterdamsche heeren. In de
nog hangende kwestie tusschen Amsterdam en Rijnland
over het stoppen van de Aar en de Drecht, i) had De Witt
zich tegen eenige leden van den Hoogen Raad uitgelaten in
een zm, welke door de Amsterdamsche regenten werd uit-
gelegd als zijnde ten nadeele van de stad. Zelfs Andries
de Uraeff was hierover zeer verbolgen. Het is dan ook niet
toevallig, dat wij juist in den tijd, dat deze gebeurtenis voor-
viel, een uitlating vinden, welke duidelijk de stemming van
Amsterdam tegenover De Witt manifesteert. „25 April
savons in den Haech over tafel discoureerende, wegens de
1) Vgl. pag. 44.
-ocr page 49-introductie van Syne Hooghyt in den Raedt van Staeten,
syde den Pensionares Hop dat veel liever wilde sien, dat
den Prins Hollant soude regeeren, dan een dienaer van Hol-
lant, ja liever geregeert wilde weesen door den bisschop
van Munster, al is hy Catholyck. De Burgemeester Munter
scheen meede van het eerste gevoelen te syn.quot; i)
Vooral dit laatste is teekenend, daar Munter niet op den
besten voet stond met Valckenier en De Witt zijn vreugde
geuit had over zijn verkiezing tot burgemeester. 2)
Van de toenemende oppositie was De Witt volkomen op
de hoogte, zooals blijkt uit een brief, welken hij in dezen tijd
zond aan zijn zwager Deutz. Hij schrijft hem hierin: „Ick
bevinde tot mijn leedtwesen, immers ick werde door velen
bericht, dat ick jegenwoordich by vele van de heeren bor-
gemeesteren der stadt Amsterdam soodanich aengesien
werde, dat het mij niet geraden is aen haer eenige parti-
culiere personen te recommandeeren ende dat het oock
mogelyck de gerecommandeerde personen eerder naedee-
lich als voordeelich soude syn.quot; 3) Dit was volkomen juist.
Bij de benoeming van een nieuwen president van het Hof
van Holland beval de heer van Heemstede zijn broeder
Bennebroek in de gunst der heeren van Amsterdam aan.
Ter aanbeveling wees hij er op, dat zijn broer geen vriend
van den Raadpensionaris was, integendeel, de Amsterdam-
sche gedeputeerden konden ervan verzekerd zijn, dat Ben-
nebroek steeds de zijde van Amsterdam zou houden. 4) Mede
aan den gemeenschappelijken tegenzin tegen een te groote
macht van De Witt is bet te danken, dat het Valckenier
met zijn aanhang gelukte, Amsterdam zich te doen uit-
spreken voor een concludeerende stem.
Nu dit besluit eenmaal genomen was, stelde Amsterdam
ook pogingen in het werk de andere leden van de Staten
van Holland te bewegen zich bij haar aan te sluiten. Toen
Bontemantel 20 April, dus een dag nadat Amsterdam zich
openlijk aan de zijde van Haarlem geschaard had, ten eten
was in Delft, bij burgemeester Graswinckel, vernam hij
daar, dat Van Beuningen moeite gedaan had de gedeputeer-
den van Delft en Dordrecht over te halen, hun verzet te-
1 ) Vgl. pag. 96.
2)nbsp;Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 24.
3)nbsp;Idem pag. 47.
4)nbsp;Vgl. pag. 143.
-ocr page 50-gen een concludeerende stem terwille van de harmonie te
laten varen, i) Bij deze twee steden, die zoo krachtig op
pkomen waren voor het behoud van de „ware vrijheid-
hadden deze pogmgen natuurlijk geen succes. De bewering
van Van Beuningen, dat het den Raadpensionaris onver-
schilhg was, of de Prins met een adviseerende, of conclu-
deerende stem zitting kreeg in den Raad van State, maakte
met den mmsten indruk op hen. Zij was dan ook niet juist
Hoogst waarschijnlijk zullen de Amsterdamsehe heeren
zich allereerst beijverd hebben, om die steden, welke nog
geen beslissing genomen hadden, over te halen, zich te con-
formeeren met het advies van Amsterdam en hierbij had-
den zij meer kans op succes. De tegenpartij zal wel even-
mm stil gezeten hebben. Wat er zich precies afgespeeld
heeft tusschen 19 April en 18 Mei, den dag, waarop voor
de derde maal de introductie aan de orde gesteld werd, heb
ik niet kunnen nagaan.
De Witt, die volkomen op de hoogte was van de gezind-
heid in de verschillende steden, was tot het inzicht gekomen,
dat het onmogelijk zou zijn de adviseerende stem in de Sta-
ten-vergadering van Holland te doen aannemen,. Daar ech-
ter een introductie met een concludeerende stem op even-
veel tegenstand zou stuiten, zocht hij naar eene oplossing,
welke voor beide partijen aanvaardbaar zou zijn. Aan het
einde van de laatste vergadering had hij reeds aangeboden
een bemiddelmgs-voorstel op te stellen. Dit plan was met
weimg enthousiasme ontvangen. Van Beuningen achtte dit
in strijd met de orders, uit Amsterdam ontvangen. Bonte-
mantel meende, dat men zich tot niets verplichtte, door naar
een voorstel te luisteren en was er dus voor. De Witt zag
geen andere mogelijkheid om de eensgezindheid in de Sta-
tenvergadering te handhaven en zette zich dus aan het
werk, om een bemiddelingsvoorstel op te stellen. Zooals
wij gezien hebben, had hij reeds aan Fagel een dergelijk
voortel gedaan. Hierbij zou den Prins zitting verleend
worden, voorloopig met een adviseerende stem, zoolang
totdat de provinciën hierover nader zouden hebben gedeli-
bereerd. Van deze zelfde gedachte uitgaande, liet hij door
den Hoornschen burgemeester, Reinier Dangewagen een
voorstel doen aan de burgemeesters van Amsterdam, waar-
I) Vgl. pag. 81.
-ocr page 51-bij, tegelijk met de beslissing over het verleenen van een
concludeerende, of adviseerende stem, in rondvraag ge-
bracht zou worden een concept-instructie voor een te be-
noemen Kapitein-generaal. Het Kapitein-generaalschap zou
volgens dit plan gescheiden worden van het Admiraal-Gene-
raalschap. 1) Werden door het Eeuwig Edict de militaire en
civiele waardigheden onvereenigbaar verklaard in één per-
soon, door dit besluit zouden de militaire bevoegdheden,
welke de Prins later zou krijgen, nogmaals tot de helft ge-
reduceerd worden. Wel heel weinig zou er dan overblijven
van de macht, die de Oranjes vroeger bezeten hadden. Van
Beuningen, tot wien Reinier Langewagen zich gewend had,
toonde weinig lust om op deze voorstellen in te gaan. Hij
vreesde terecht, dat, daar alle provinciën eerst moesten be-
raadslagen over dit voorstel, de introductie op de lange baan
zou komen. Een hernieuwd voorstel van De Witt, om den
Prins voorloopig met een adviseerende stem in den Raad van
State te introduceeren en later, wanneer alle gewesten het
eens zouden zijn over de instructie van den Kapitein-
generaal, hem eene concludeerende stem te geven, ver-
mocht niet eenige verandering te brengen in de meening
van de Amsterdamsche regenten. 2) Van deze plannen
hooren wij verder niets nieer. Dat een dergelijk voorstel
instemming gevonden zou hebben bij de verschillende pro-
vinciën, acht ik onwaarschijnlijk. De macht en de invloed
van den Prins waren de laatste jaren te veel toegenomen,
dan dat men een nieuwe besnoeiing van zijn macht zou
hebben toegestaan.
Reeds 19 April hadden de Staten van Friesland besloten
ter Generaliteit te bevorderen, dat de Prins met een con-
cludeerende stem zitting kreeg in den Raad van State. 3)
Hun voorbeeld werd door de Staten van Gelderland ge-
volgd. Deze brachten 12 Mei hun beslissing ter Generali-
teit in, waarbij zij tevens verklaarden, dat zij hun instem-
ming met het Eeuwig Edict zouden herroepen, zoo men
den Prins geen concludeerende stem gaf. 3) Deze fei-
ten toonden De Witt nogmaals duidelijk, dat bij een be-
middelingsvoorstel den Prins een concludeerende stem ver-
I ) Vgl. Brieven aan De Witt, dl. II, pag. 500.
2)nbsp;Idem, pag. 42.
3)nbsp;Resol. Staten Generaal 19 April 1670.
4)nbsp;Vgl. pag. 105 en Resol. Staten-Generaal 12 Mei 1670.
-ocr page 52-immmm
ren 14 Mei, twee dagen voordat de introductie opnieuw in de
dudeerende stem, zoo tegelijk bepaald werd, dat de zd-
tmg een einde zou nemen, zoodra de Prins VebruiS zo ,
worden m bedieningen te velde, i) Dit was efn Zt
germger beperking van de macht van den Prins dfn Te
m de voorstellen, welke De Witt aan de Amsterdamsche
zal het wel met de eenige voorwaarde geweest zijn w^roo
de Raadpensionaris een concludeerende stem wilde 'tolstaan
Sei in TTt^tnbsp;- - het project, dat hir20
Me in de Stat^en-vergadermg indiende, heel wat meer be-
perkingen werden voorgesteld. Tenslotte zijn deze respre-
Safoe wTtnbsp;het terrein'geweest. Vo'o -
ïïrst all^lei tnbsp;voorstellen kwam, moesten
eerst alle eden hun advies uitgebracht hebben. Ook zij die
nog geen last hadden van hun principalen
lede^'n zier'^f'rf.^'quot; ^^nbsp;verklaarden alle
leden zich plast. Opnieuw werd de introductie in stem-
ming gebracht. Hierbij bleek, dat Schiedam van advies ver-
anderd was en zich nu uitsprak voor een concludeerende
stem. Van de vijf steden van het Noorderkwartier welke
tot nog toe ongelast waren geweest, sloot Monnikendam
zich aan bij het advies van Rotterdam, terwijl ^maa^
Edam, Medemblik en Purmerend de zijde van AmsteS
kozen. Dit was te danken aan de bemoeiingen van aS^
tralnbsp;^^ Wicquefort o'ns meedeeh ï-
te bï ne : Ï rquot;nbsp;Noorderkwartier aan haar rifde
te brengen. 2) Qaan wij nu de verhouding der stemmen na
1)nbsp;Vgl. pag. 111.
2)nbsp;De Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 136.
-ocr page 53-zoo blijkt ons, dat tien leden zich verklaarden voor een
concludeerende stem, vier voor een adviseerende en drie
leden voor zitting zonder een stem. Rotterdam en Hoorn
wdden niet in de introductie toestemmen, alvorens de Prins
geheel los zou zijn van Zeeland. Dit beteekende dus, dat
hij zou moeten afzien van de waardigheid van Eersten Edele.
Eenstemmigheid heerschte er in de Statenvergadering dus
nog lang niet. Haarlem verklaarde nogmaals zich niet meer
aan het Eeuwig Edict gebonden te zullen achten, wanneer
de Prins geen zitting in den Raad van State kreeg met
een concludeerende stem en drong er op aan, dat er gecon-
cludeerd zou worden met meerderheid van stemmen. Hier-
bij werd de stad gesteund door de gedeputeerden van Am-
sterdam. Uit de tegenpartij gingen nu stemmen op om
een commissie in te stellen, welke tot taak zou hebben een
bemiddelingsvoorstel op te maken. Haarlem was hier na-
tuurlijk tegen, evenals de gedeputeerden van Amsterdam,
daar zij mets goeds verwachtten van zulke voorstellen. Het
baatte niets, dat de Raadpensionaris het 15de artikel van
zijn instructie voorlas, dat hem verplichtte zoo mo-
gelijk alles tot eenparigheid te brengen; tot overeenstem-
ming kon men niet komen en de voortzetting van de be-
handeling werd uitgesteld, totdat de gedeputeerden met
hun principalen overlegd zouden hebben, of in dit geval
bij meerderheid van stemmen beslist mocht worden en of
zij zich in mochten laten met een besoigne-conciliatoir.
Praktisch was men dus nog niets verder gekomen dan bij
de vorige behandeling van de introductie.
De kwestie was nog steeds deze. Was men in 1667 uitge-
gaan van de gedachte, dat bij een eventueele introductie den
Prins een concludeerende stem zou vergund worden, dan
W-aren de leden in hun beslissing hieraan gebonden. Was
dit echter niet het geval geweest, dan stond men geheel
vrij in de beslissing hoe men wilde handelen en dan moest
men nagaan, of in dit geval een besluit met meerderheid
van stemmen genomen mocht worden.
De vraag in welke gevallen dit geoorloofd was, bracht
herhaaldelijk moeilijkheden met zich mee, daar de leden
van een minderheid gewoonlijk verklaarden, dat zij in dit
geval geen overstemming konden dulden. Zoo ging het ook
nu. Gaan wij na wanneer een beslissing met meerderheid
van stemmen geoorloofd is, zoo blijkt ons, dat de leden
elkaar in alle zaken overstemmen, uitgezonderd in het hef-
fen van belastingen, in handelingen van bestand, vrede en
oorlog en in verandering van den regeeringsvorm. i) Naar
ik meen valt de introductie onder geen van deze drie uitzon-
deringen. De Witt zelf is blijkbaar ook deze meening toe-
gedaan, immers in zijn brief van 1 April aan Fagel schrijft
hij hierover, dat aangezien de leden der Statenvergadering
geen hoogeren rechter boven zich hebben, „notoirlyck het
minder getall van dien aen het meerder getall moet ce-
derenquot;. 2) Toen hij dit schreef, was Haarlem nog in de
minderheid; nu echter zou het advies van de stad met een
meerderheid van één stem aangenomen worden. De Witt
spreekt voorloopig dan ook niet meer van een beslissing bij
meerderheid van stemmen. Ook Burgemeesteren van Am-
sterdam achtten dit een geval, waarin overstemming plaats
mocht vinden. In hun antwoord aan de gedeputeerden ter
dagvaart, die hierover het advies van de stad gevraagd
hadden, schreven zij: „dat de intentie van het geheele
lichaem is 't geene de meerderheid van de leeden verklaert
haere myninge te syn geweestquot;. 3)
Terwijl de gedeputeerden wachtten op nader last van
hun principalen, zien wij den Raadpensionaris nog steeds
naar een oplossing zoeken, die voor beide partijen aan-
vaardbaar zou zijn. Een verzoeningsplan, waarbij tegemoet
gekomen werd aan de bezwaren van de tegenstanders van
een concludeerende stem, zou bij dezen wel ingang kunnen
vinden, maar waarschijnlijk stuiten op tegenkanting van
Amsterdam en Haarlem. Wilde De Witt slagen, zoo moest
hij een ontwerp-harmonie bij de Staten van Holland indie-
nen, waaraan Van Beuningen en Fagel hun goedkeuring
konden hechten. Met deze twee heeren stelde hij zich dan
ook in verbinding en inderdaad gelukte het hem tot een
overeenkomst met hen te komen. 4) 17 Mei 's morgens
begaven zich de Raadpensionaris, Fagel en Van Beuningen
naar het logement van de heeren van Amsterdam, waar zij
een bemiddelings-voorstel aan burgemeester Pancras en
pensionaris Hop voorlegden. Daar Bontemantel en Corver
in den tuin werden gezonden, weten wij niet hoe De Witt
1 ) Vgl. Tegenw. Staat, dl. IV, pag. 124.
2)nbsp;Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 34.
3)nbsp;Resol. Raad, III, 1, fol. 322.
4)nbsp;Vgl. voor het volgende pag. 118 sqq.
-ocr page 55-burgemeester Pancras overhaalde zijn goedkeuring aan het
concept te hechten. Deze bespreking had tot gevolg, dat nog
dienzelfden avond een memorie naar Amsterdam werd ge-
zonden, inhoudende eenige voorwaarden, waarop de Prins
geïntroduceerd zou worden met een concludeerende stem.
De eerste voorwaarde was, dat zoodra de Prins een comman-
do kreeg over de militie, de „sessiequot; in den Raad van State
een einde zou nemen. Deze kwestie had De Witt, zooals wij
zagen, reeds eerder met Van Beuningen besproken. Ten
tweede werd voorgesteld, dat wanneer bij het nemen van
een beslissing de stemmen staakten. Zeeland slechts
één stem zou mogen uitbrengen, of dat de Prins zich van
stemmen zou moeten onthouden. Hierdoor werd tegemoet
gekomen aan het bezwaar, dat Zeeland te veel in-
vloed zou krijgen in den Raad van State, wanneer de
Prins een concludeerende stem had. De derde voor-
waarde was, dat, wanneer er gehandeld werd over zaken,
rakende den Koning van Engeland, den Keurvorst van
Brandenburg, of andere potentaten, waaraan de Oranjes
geparenteerd waren, de Prins de vergadering zou moeten
verlaten. Ook hieruit blijkt weer, dat de angst voor een
samengaan van Oranje en Stuart een belangrijke rol speelde
in de politiek van De Witt. Eveneens zou de Prins niet
aanwezig mogen zijn bij de behandeling van aangelegen-
heden, waarbij hij financieel geïnteresseerd was. Door dit
laatste werd het bezwaar ondervangen, dat hij invloed uit
kon oefenen op het heffen, of liever niet-heffen van be-
lastingen uit de domeinen van de Oranjes, die voor een
groot deel gelegen waren in de Generaliteitslanden. Deze
memorie werd verstuurd naar Amsterdam met een bege-
leidend schrijven. Hierin werd aan Burgemeesteren advies
gevraagd, of men zich met een besoigne-conciliatoir over
de boven vermelde punten mocht inlaten. Ook vroegen de
gedeputeerden, of over het al of niet verleenen van een con-
cludeerende stem met meerderheid van stemmen beslist
mocht worden.
Drie dagen later, 20 Mei, stelde de Raadpensionaris de
introductie opnieuw aan de orde en zeide: „dat volgens syn
instructie syn plicht was de concordantie te bearbyden; dat
int particulier alle debvoiren daertoe had aengewent; dat
een concept heeft van concordantie opt papier gebracht,
hoopende, dat het yder lit smaeckelyck sal syn; biddende
Godt dat de gemoederen moogen tot eenpaericheyt gebracht
worden; soo het ward geoordeeh dienstich, sal geluckich
syn en soo niet, can het aen stucken gescheurt werdenquot;, i)
Na deze inleidende woorden werd in rondvraag gebracht,
of men het concept zou aanhooren. Met eenparige stemmen
werd hiertoe besloten. De Witt besprak eerst in het kort
den mhoud van het concept-conciliatoir. Hierbij wees hij er
op, dat in 1653 de Staten van Holland besloten hadden dat
bij het benoemen van een admiraal geen overstemming
mocht plaats vinden, terwijl in 1668 door alle provinciën
was besloten, dat een Kapitein-generaal alleen met een-
parige stemmen gekozen kon worden. Daarna werd de tekst
van het concept langzaam voorgelezen, zoodat ieder het
kon opschrijven, wat Bontemantel dan ook getrouw heeft
gedaan.
Hier volgt het concept: „1° Dat de Prince van Orange
gemtroduceert sal worden in den Raet van Staaten met
een concludeerende stemme; 2° Dat hy niet sal mogen pre-
sent weesen, alsser eenige saecke dienen, daer ymant hem
in bloede, of alliantie tot den vierden graede incluys be-
staende, sal weesen geinteresseert; 3° Dat hy niet sal mogen
adviseeren over deliberatie, noopende het introduceeren
van schattinge, noch belasten, of ontlasten vant ressort van
generaliteit; 4° Ende hebben voorts de leeden tot onder-
linge gerustheid verstaen ende verklaert, gelyck deselve ver-
staen en verklaeren by deesen, dat in het verkiesen van
een Capeteyn-Generael, of chef over het leger van den Staet,
langer als voor een expeditie, niet anders dan by vrywillige
overgifte van alle leeden ende in geenen deele by overstem-
minge, en weerwille van eenich lit, of leeden van deese
vergaederinge, geconcludeert can worden; en voor soo veel
by eenige leeden geurgeert is, dat soo Syn Hoochyt in tyden
ende wylen tot eenige permenente militaire charges gepro-
moveert soude moogen werden, deselve alsdan syn sessie
en stemme in den Raet niet langer soude moogen conti-
nueeren, is verstaen ende verclaert, dat dienhalve de vrye
deliberatie aen de tegenwoordige, of de toecomende re-
genten niet en behoorde te worden geprejudiceert, maer dat
daerover in tyden ende wylen het casus voorvallende, met
vrye en ongepreoccupeerde advysen naerder gedelibereert
1 ) Vgl. pag. 123 en Resol. Raad, III, 1, fol. 325.
-ocr page 57-en geresolveert sal worden, soo als ten meesten dienste van
de lande bevonden sal werden te behooren.quot;
Hierna werd het concept-conciliatoir in omvraag ge-
bracht. Daar de inhoud afweek van den last, welken de ge-
deputeerden hadden, konden zij hierover niet uit naam van
hun principalen adviseeren. Daarom geschiedde deze deli-
beratie „niet vergaederingswyse, maar als by forme van
commissaressen, yder spreeckende met gedekte hoofde ge-
lyek men gewoon is in commissie te doen, als wanneer yder
adviseert niet uyt last, maer yder voor syn parteculierquot;. i)
Zonder uitzondering was het gevoelen der leden gunstig
tegenover het concept. Men besloot daarom, dat de leden
„een keer naar huis zouden doen om aan hun principalen
gunstig advies over het concept uit te brengenquot;. „Enquot;, zoo
schrijft Bontemantel, „was van juychen soo groote blyd-
schap in de vergaederinge, alsof een tydinge van groote
fictorye ingecoomen was en nimant twyffelde, of de een-
parichyt was te volgen. En doe sach ick, dat noch liefde
van vreede in de vergaederinge wasquot;. 2) „De Raetpensiona-
res syde soolang in dienst is geweest noyt soo heeft gela-
boureert als in deese saeckequot;. 3)
Met recht kon De Witt dit zeggen en nog was al zijn
moeite tevergeefs geweest.
Alvorens echter te verhalen, welk lot het concept-conci-
liatoir beschoren was, wil ik het eerst vergelijken met het
project, dat in het logement van de heeren van Amsterdam
vvas gesmeed. Doen wij dit, zoo zien wij, dat er een belang-
rijke wijziging heeft plaats gevonden ten voordeele van
den Prins. Werd in het eerste project bepaald, dat de „sessiequot;
van den Prins een einde zou nemen, zoodra hij een comman-
do over de militie kreeg, in het concept-conciliatoir werd de
beslissing hierover aan de regenten overgelaten, die hier-
over zouden moeten oordeelen, wanneer dit geval zich voor-
deed. De gedeputeerden ter dagvaart werden hierdoor dus
niet, zooals door den eed op het Eeuwig Edict, reeds te voren
gebonden, wat zij in de toekomst zouden adviseeren. Het
artikel, dat de Prins zich van stemmen zou moeten onthou-
den, wanneer de stemmen staakten, was geheel verdwe-
I ) Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 325.
2)nbsp;Vgl. Idem, III, 1, fol. 328.
3)nbsp;Vgl. pag. 125.
-ocr page 58-nen. Nieuw was de bepaling, dat bij het verkiezen van
een Kapitein-generaal voor langer dan één veldtocht geen
overstemming plaats mocht vinden. Dit laatste lag geheel
in de lijn van de voorstanders der „ware vrijheidquot;. Reeds
in 1654 schreef De Witt in zijn „Deductie ofte declaratie
uyt de fondamenten der regieringe tot justificatie van de
acte van seclusiequot;, dat, zoo het beslist noodzakelijk was een
veldheer te benoemen, men het verstandigste deed, dezen
slechts voor een bepaalden tijd aan te stellen. Zoodoende
ontkwam men aan het gevaar, dat de veldheeren zich met
geweld van den staat zouden meester maken en de vrijheid
verloren zou gaan. De oorzaak van de veranderingen ten
gunste van den Prins is te zoeken in het antwoord van
Burgemeesteren van Amsterdam op den brief van de ge-
deputeerden, die hierin gevraagd hadden, of het hun ge-
oorloofd was zich in te laten met een besoigne-conciliatoir
en of bij het al of niet verleenen van een concludeerende
stem overstemming plaats mocht vinden.
Dat antwoord is ons door Bontemantel overgeleverd in
zijn manuscript Resolutien van den Raad. i) Hierin be-
spreken Burgemeesteren eerst het verloop van de gebeur-
tenissen na het aannemen van het Eeuwig Edict. Zij wijzen
er op, dat in Augustus 1667 niet vastgesteld is, of de Prins
zitting zou hebben met een stem, en dus ook niets omtrent
den aard van een stem. Daar de regeering van Holland niet
bij één persoon, maar bij de vergadering der Staten berust,
moet deze uitspraak doen over het al of niet verleenen van
een stem en de hoedanigheid van deze. Is in de vergadering
geen eensgezindheid, zoo moet de meening van de meer-
derheid door de geheele vergadering aangenomen worden.
Burgemeesteren besloten dus, dat over het verleenen van
een^ stem met meerderheid van stemmen mocht en moest
beslist worden. Dit zou tot gevolg hebben, dat aan den Prins
een concludeerende stem zou worden toegekend. De gede-
puteerden ter dagvaart kregen dan ook bevel, zich niet met
een bemiddelingsvoorstel in te laten. Deze missive, die 18
Mei verzonden werd, was voor 29 Mei in handen van de
Amsterdamsche heeren in Den Haag. Waarschijnlijk is het
aan dezen brief te danken, dat de beperkingen, verbonden
1 ) Vgl. Resol. Raad III, 1, fol. 320.
-ocr page 59-aan het verleenen van een concludeerende stem, zoo ver-
minderd waaren. Invloed van andere provincies is hierin
niet aan te nemen, daar behalve Friesland en Gelderland,
die zich reeds voor het opstellen van het project voor een
concludeerende stem hadden uitgesproken, alle andere
wachtten met het uitbrengen van hun resolutie, totdat Hol-
land een beslissing genomen zou hebben. Het moge be-
vreemding wekken, dat, niettegenstaande den last van de
Amsterdamsche burgemeesters, de gedeputeerden toch
gunstig advies uitbrachten bij de rondvraag op het concept-
conciliatoir, men bedenke dan, dat zij dit deden voor hun
particulier, met gedekten hoofde en niet uit last van hun
principalen.
Zooals wij zagen, was het concept van De Witt door alle
leden van de Statenvergadering gunstig ontvangen. Ook
Van Beuningen, Vlooswyck, Bontemantel en Oorver waren
van gevoelen, dat het concept behoorde goedgekeurd te
worden en twijfelden niet, of ook de raad van Amsterdam
zou het zich laten welgevallen, i) Hierin vergisten zij zich.
21 Mei waren Pancras en Hop naar Amsterdam vertrok-
ken, om verslag aan Burgemeesteren uit te brengen over
het behandelde in de Staten-vergadering. Beiden waren,
zooals Van Beuningen dienzelfden dag aan De Witt schreef,'
het concept gunstig gezind en hoopten het te doen aanne^
men. 2) Burgemeesteren, dit allen thuis waren, weigerden
echter hun goedkeuring aan het concept-conciliatoir te hech-
ten. Zij deden dit op grond van de resolutie van den Raad,
waarbij was besloten, den Prins van stadswege een conclu-'
deerende stem toe te kennen. Bovendien hadden zij slechts
drie dagen geleden nog aan de gedeputeerden geschreven
zich niet met de bemiddelingsvoorstellen in te laten. Hun
beslissing was genomen, zonder dat de Raad hierover ver-
gaderd had. In tegenstelling met alle andere steden, waar
het concept in de raadsvergadering werd gebracht, geschied-
de dit dus in Amsterdam niet. Dit alles was het werk van
Valckenier, dien de andere burgemeesters niet durfden
tegenspreken. 3) Wel een bewijs hoe groot diens invloed
was. Bij dit besluit beriep Valckenier zich op de bepaling,
1)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 329.
2)nbsp;Vgl. Brieven aan De Witt, dl. II, pag. 502
3)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 329.
-ocr page 60-dat het aan Burgemeesteren ter beshssing was overgelaten
wat op de agenda van de raadsvergadering geplaatst zou
worden. In dit geval achtte hij het onnoodig het concept-
concihatoir aan den Raad voor te leggen, daar deze reeds
besloten had, den Prins zitting in den Raad van State te
verleenen met een concludeerende stem, zonder dat er van
beperkingen sprake was geweest.
Bontemantel meent, „onder verbeteringquot;, dat Burgemees-
teren hierin verkeerd gehandeld hebben, daar het hier niet
ging over het al of niet verleenen van een concludeerende
stem, maar over een bemiddelingsvoorstel. Door alle leden
van de Staten van Holland was immers besloten, over dit
voorstel de meening van de principalen te vragen. In zoo-
verre heeft Bontemantel gelijk, dat onder principalen zijn
te verstaan, niet alleen de burgemeesters, maar de geheele
vroedschap. Terecht zegt hij dan ook, dat zoo Burgemees-
teren den Raad hadden bijeen geroepen ,zij „een ruch soude
gehadt hebben, daer nu alle de onlusten op haer coomen.quot; i)
Hiertegenover staat, dat het inderdaad aan de Burgemees-
teren stond een kwestie al dan niet op de agenda van de
vroedschapsvergadering te brengen en het was ook niet de
eerste maal, dat zoo'n geval zich voordeed in Amsterdam.
Merkwaardig is het echter wel, dat Valckenier zich inder-
tijd heftig gekeerd had tegen die praktijken en zelfs een
voorstel had ingediend, waardoor in de toekomst zoo'n ma-
nier van doen uitgesloten zou zijn. 2) Nu het met zijn plan-
nen strookte, maakte hij zelf van deze bepaling gebruik. Het
is moeilijk een oordeel uit te spreken over het al of niet
rechtmatige van Valckeniers handelswijze. Bontemantel mag
in zich zelf gemord hebben, zijn bezwaren openlijk uitspre-
ken, dat zal hij niet gedurfd hebben. Die regenten, die het
ongestraft zouden kunnen doen, zwegen, daar zij' zelf op
hun beurt ook wel eens geprofiteerd hadden of hoopten te
profiteeren van de burgemeesterlijke macht. Valckenier
wist zijn wil dus te doen zegevieren en Pancras kreeg geen
anderen last, dan dat de gedeputeerden zich niet hadden in
te laten met het concept-conciliatoir.
De in Den Haag achtergebleven Amsterdamsehe gedepu-
teerden leefden, zooals wij zagen, in de stellige overtuiging,
1 ) Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 329
2) Vgl. Bijdr. en Med. v/h Hist. Gen., dl. XVI, pag. 344, noot 3.
-ocr page 61-dat de Raad zijn goedkeuring aan het concept zou hechten.
Wij begrijpen dan ook de verbazing van Hooft en Corver,
toen zij 22 Mei, wandelend in het Voorhout, den Raadpen-
sionaris in gezelschap van zijn broeder, den Ruwaart van
Putten, ontmoetten, die hun meedeelde, dat Amsterdam af-
wijzend beschikt had op het concept-conciliatoir. Maar
geven wij Bontemantel zelf het woord. „Burgemeester
Hooft en Corver comen int Voorhout omtrent één euren
den Raetpensionares en syn broeder den Ruwaert van Put-
ten int gemoet en comende in discourse over deese saecke,
syde, dat het tot Amsterdam qualyck stont. Waerop Corver
syde, dat het onmogelijk was te weeten, alsoo den Raet
niet als dien morgen daerover conde vergaederen, aenge-
sien de heeren daegs te vooren te vyf euren eerst tot Am-
sterdam soude weesen. En syde Hooft en Corver, dat niet
en twyffelden, of het sal den Raet wel gevallen. En syden
den Raetpensionares, daer is tydinge, dat het in U.E. Stadt
niet wel lyt, en daer connen wel brieven op Haerlem en
Lyden geschreeven werden. En nae eenige verdere dis-
coursen syn gescheiden.quot; i ) Het is ons als of wij de spijt
hooren in de stem van De Witt. Nader uitleg van zijn
woorden gaf hij Hooft en Corver niet. Vol spanning zullen
dezen gewacht hebben op den terugkeer van Pancras en
Hop. Hun verbazing nam echter nog toe, toen zij bemerk-
ten, dat Pancras, evenmin als zij, het raadsel op kon lossen,
hoe De Witt zoo spoedig op de hoogte was gekomen van
het besluit van Amsterdam.
Bontemantels nieuwsgierigheid zal zeker gelijken tred ge-
houden hebben met zijn verbazing. Zijn speurende geest
kon geen rust vinden, voordat hij dit raadsel opgelost had.
De woorden van den Raadpensionaris: „daer connen wel
brieven op Haerlem en Lyden geschreven wordenquot; wezen
hem duidelijk de richting, in welke hij zijn onderzoek moest
begmnen. De oplossing heeft hij dan ook gevonden. „In
stillichytquot; vertelde hem pensionaris Hop, hoe de vork in
den steel zat. 2) 21 Mei 's avonds had Hop op last van de
burgemeesters Valckenier en Munter op het Oost-Indisch
I ) Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 331
2) Idem, fol. 330.
huis 1) een brief geschreven aan Fagel, waardoor deze op
de hoogte gebracht werd van Amsterdams houding ten op-
zichte van het concept-conciliatoir. De bedoeling van dit
schrijven was, om Haarlem tot een gelijke resolutie te
brengen als Amsterdam. Daar Fagel het concept had helpen
opstellen, verwachtte men, dat Haarlem er zijn goedkeuring
aan zou hechten, wat Valckenier hoopte te voorkomen door
dezen brief. 2) Wij zien hieruit, dat niet meer Haarlem de
leiding had, zooals in het begin van de onderhandelingen
over de introductie, nu was het Amsterdam dat het meest
ijverde voor den Prins. Fagel stuurde dadelijk na ontvangst
de missive door naar Leiden, aan burgemeester van Leeu-
wen, natuurlijk in de hoop, dat ook Leiden zich nu aan
zou sluiten bij Amsterdam en Haarlem. In deze verwachting
kwam hij echter bedrogen uit. Burgemeester van Leeuwen
was het, die 's morgens 22 Mei na afloop van de zitting
van de Staten van Holland den Raadpensionaris op de
hoogte bracht van de houding van Amsterdam en Haarlem.
Bontemantel legt er den nadruk op, dat uit dit alles dui-
delijk blijkt, hoe groot de onderlinge correspondentie was
tusschen Amsterdam en Haarlem. Bontemantel heeft hierin
volkomen gelijk, maar tevens blijkt uit het bovenstaande,
dat De Witt al even snel van alles op de hoogte was.
Voordat het concept-conciliatoir in de volgende verga-
dering van de Staten in omvraag werd gebracht, vond nog
een bespreking plaats tusschen Fagel en Hop. Fagel, die
reeds vroeg in Den Haag aangekomen was, liet aan het lo-
gement van de heeren van Amsterdam vragen, of Hop
reeds teruggekeerd was. Deze begaf zich dadelijk na zijn
aankomst naar Fagel. Bij deze bijeenkomst zal waarschijn-
lijk besproken zijn, hoe zij zouden optreden bij de behan-
deling van het concept. Deze behandeling vond plaats den
volgenden dag, 23 Mei. De Raadpensionaris drong nog eens
aan op eensgezindheid en bracht toen het concept in om-
vraag. Nu bleek, dat behalve Amsterdam, Haarlem en Enk-
huizen, alle leden bereid waren hun goedkeuring aan het
concept-conciliatoir te hechten, zoo dit met algemeene
stemmen geschiedde. Mocht dit echter niet het geval zijn,
zoo bleven zij bij hun vroeger uitgebracht advies. Tegelijk
1)nbsp;Valckenier en Munter waren beiden bewindhebber van de
O.I.C. van de Kamer van Amsterdam.
2)nbsp;Vgl. pag. 130—139 en Resol. Raad, III, 1, fol. 330—355.
-ocr page 63-verklaarden zij geen beslissing met meerderheid van stem-
men te zullen gedoogen. Nu Amsterdam, Haarlem en Enk-
huizen het bemiddelingsvoorstel afwezen, was men dus
weer even ver, als toen De Witt zijn project opstelde. De
Raadpensionaris gaf den moed echter niet op, maar stelde
alles in het werk, om de drie tegenstemmende steden tot
toegeven te bewegen. Nuttelooze pogingen, zooals reeds
van te voren vast stond, maar een duidelijk bewijs, hoe-
veel er De Witt aan gelegen was enkele beperkingen aan
een concludeerende stem te verbinden. De angst voor de
connectie van Stuart en Oranje en het streven om de
Oranjes zoo min mogelijk macht te geven in de Republiek,
beheerschte ook nu weer de houding van De Witt.
Om zijn doel te bereiken, besprak hij de verschillende
punten van het concept en stelde op den voorgrond, hoe
gering eigenlijk de beperkingen waren, i) Het tweede
punt mocht eigenlijk geen beperking heeten, meende De
Witt. Immers in het 29ste artikel van de instructie van den
Raad van State was bepaald, dat niemand mocht advi-
seeren over aangelegenheden, waarbij zij^bloedverwanten,
tot in den vierden graad betrokken waren. De derde
beperking, waardoor het den Prins ontzegd werd te be-
slissen over het heffen van belastingen uit het ressort van
de Generaliteit, was zeer billijk, daar hij hier veel bezit-
tingen had liggen, waarvan tot nog toe nooit belastingen
betaald waren. Zelfs tijdens den oorlog met Engeland had
het ressort geen stuiver bijgedragen tot verdediging van
het vaderland. De bezittingen van den Prins waren dus
beschermd op kosten van de provinciën. Zou de Prins nu
mee mogen beslissen over het al of niet heffen van be-
lastingen in de Generaliteits-landen, zoo was te voorzien,
dat het ressort nooit iets zou bijdragen in de lasten van de
Republiek. Sommige leden waren bevreesd, dat, wanneer
de Prins zooveel macht kreeg, men hem ook wel eens het
Kapitein-generaalschap zou kunnen opdragen bij meer-
derheid van__stemmen. Dezen stelde De Witt gerust door
er op te wijzen, dat deze benoeming niet met meerder-
heid van stemmen mocht plaats vinden. In het jaar 1653
waren er bij de benoeming van Obdam tot admiraal van
de vloot heel wat strubbelingen voorgevallen. Tenslotte
was het duidelijk vastgelegd, dat bij het benoemen van
1 ) Vgl. voor het volgende pag. 130—139.
Staten van Holland 1670.nbsp;iv*
een admiraal geen overstemming plaats mocht vinden.
Zoo veel te minder mocht dit geschieden bij het verkie-
zen van een Kapitein-generaal. Bovendien werd een Kapi-
tem-generaal nooit voor zijn geheele leven benoemd en
moest men dus op gezette tijden beraadslagen over een
herbenoemmg. Prins Willem I en Maurits hadden ook
nooit een aanstelling voor hun leven gekregen, maar door
de omstandigheden en hun groote autoriteit was het ge-
worden, alsof hun charges permanent waren geweest.
Frederik Hendrik had het nooit aangedurfd de survivance
van zijn waardigheden voor zijn zoon met meerderheid
van stemmen te doen aannemen, maar hij had door groote
kuiperijen, waarover De Witt maar liever wilde zwijgen,
de leden, die er tegen waren, voor zijn plannen weten te
winnen. Ook De Ruyter had immers aan land niets te zeg-
gen noch te commandeeren, maar had alleen de „bloote
naamquot;. Het geheele concept-conciliatoir kwam dus 'eigen-
lijk hierop neer, dat er wettelijk vastgelegd werd, dat bij
het benoemen van een Kapitein-generaal, voor langer dan
één veldtocht, geen overstemming plaats mocht vinden.
Nadat De Witt zoo getracht had de moeilijkheden uit
den weg te ruimen, bracht hij het concept weer in omvraag.
Hierbij bleek, dat alles nog steeds op losse schroeven stond
en dat men niets gevorderd was. De tegenstanders van een
concludeerende stem zeiden, dat het concept de uiterste con-
cessie was, welke zij konden doen en dat zij volgens de reso-
lutie van 5 Augustus 1667 hiertoe heelemaal niet verplicht
waren. Hiertegen kwam Haarlem natuurlijk heftig op en
dreigde weer, zich niet meer te zullen houden aan het
Eeuwig Edict. Amsterdam steunde nu Haarlem krachtig. De
stad verklaarde zich voor een concludeerende stem, om geen
oneenigheid met de andere provincies te krijgen en ten
tweede — en dit is veel belangrijker — omdat, toen Val-
ckenier met Fagel gecommitteerd was geweest naar Fries-
land en Groningen om deze gewesten over te halen, accoord
te gaan met de Acte van Harmonie, het zonder twijfel de
bedoeling geweest was, dat de Prins zitting zou krijgen met
een concludeerende stem. Rotterdam trachtte Amsterdam te
mtimideeren door te verklaren, dat, zoo lang er een derge-
lijke oneenigheid bestond, het bespottelijk zou zijn Van Beu-
ningen naar Engeland te zenden. Om kort te gaan, de ge-
moederen waren ernstig verhit, zonder dat men iets verder
kwam.
De Witt zette toen den toestand duidelijk uiteen en wees
er op, dat er drie mogelijkheden waren. Om het uit te druk-
ken met de woorden van Bontemantel: „óf opt conciliatoir
óf by overstemminge, óf soo moeten laeten staen, en sien
wat Godt geeftquot;.
Men stemde vervolgens nog eens of er bij het aanstellen
van een Kapitein-generaal overstemming mocht plaats vin-
den. Echter ook op dit punt waren de leden niet tot een-
parigheid te brengen en weer vond er een heftige woor-
denwisseling plaats. Haarlem had een protest tegen het
Eeuwig Edict opgesteld en wilde, dat de Raadpensionaris
dit voorlas in de vergadering. Hiertegen verzette Delft
zich, zeggende, dat De Witt door zijn eed op het Eeuwig
Edict gebonden was dit te weigeren. Rotterdam verweet
Haarlem meineedigheid, waarop Fagel het antwoord geens-
zins schuldig bleef. Flaarlem weigerde zoo bejegend te
worden en er zou vrij wat meer op Rotterdam aan te mer-
ken zijn, vooral op hun pensionaris de Groot, die ook on-
waardig was de ambassadeursplaats in Frankrijk te be-
kleeden. Amsterdam steunde Haarlem en wisselde ook
minder vriendelijke woorden met Rotterdam. Daar het
reeds één uur in den nacht was, ging de vergadering ein-
delijk uiteen. De Prins bevond zich tijdens deze rumoerige
vergadering ten huize van den heer Van Odijk, om aldaar
te vernemen, wat te zijnen aanzien besloten zou worden.
Eenige van zijn dienaren stonden bij de deur van de ver-
gaderzaal, om hem geregeld op de hoogte te houden van
wat daar plaats vond.
De nachtrust bracht kalmte in de gemoederen der afge-
vaardigden en inziende, dat men de zaak niet op zijn be-
loop kon laten en dat er geen kans bestond, dat het con-
cept-conciliatoir aangenomen zou worden, verzette men
zich er den volgenden dag niet tegen, dat De Witt bij
meerderheid van stemmen concludeerde, dat de Prins ge-
ïntroduceerd zou worden in den Raad van State met een
concludeerende stem. Tegelijk werd ook een resolutie aan-
genomen met een meerderheid van 1 stem; de verhouding
was dus 10 tegen 9 stemmen. De tweede resolutie met 13 stem-
men voor, terwijl de overigen verklaarden ongelast te zijn.
^en nieuwe vergadering werd hierover niet meer gehouden,
^r werd bepaald, dat de introductie plaats zou vinden, zoo-
dra de zes steden, welke nog ongelast waren, haar instem-
mmg met het laatste besluit, hetzij schriftelijk, hetzij door
hun stilzwijgen, zouden te kennen gegeven hebben vóór
denzelfden dag aanteekenen
gunstig te hebben geadviseerd.
Binnen enkele dagen dienden ook de vijf andere steden
haar goedkeuring schriftelijk in: Haarlem, Enkhuizen en
Edam echter op voorwaarde, dat de Prins zonder uitstel
zou worden geïntroduceerd. Geschiedde dit niet, dan zou-
den ZIJ hun goedkeuring ongedaan achten, i)
Nu Holland eenmaal besloten had den Prins zitting in
den Raad van State te verleenen met een concludeerende
stem, kostte het De Witt weinig moeite meer ook de andere
provinciën zoo te doen besluiten. 2) Wel weigerde de voorzit-
ter der Staten-Generaal — een gedeputeerde van Utrecht pre-
sideerde op zijn beurt — de introductie in stemming te bren-
gen omdat hij in dezen ongelast was, maar daar het
reeds een uur na den middag was, kon hij het presidium
overdragen aan den afgevaardigde van Zeeland en deze
was bereid de vergadering een conclusie te doen nemen
loen dit geschied was, liet men den Prins door den griffier
van de Staten-Generaal in de vergadering binnen leiden en
plaatste hem in een fluweelen armstoel tegenover den pre-
^dent. Nadat zijn commissie was voorgelezen, legde de
Prins den eed van trouw af en werd daarna door drie ge-
deputeerden naar de vergaderzaal van den Raad van State
geleid. Volgens de gewoonte „dat die geintroduceert werd
de hoochste plaets en voorgang heeft, als een bruydegomquot;
liep de_ Prins voor de drie gedeputeerden uit. 3) Reeds bevon-
den zij 'zich in de antichambre, toen de Raad van State
hiervan bericht kreeg. Door het onverwachte ontstond eenige
verwarring, daar men nog niet had beraadslaagd, hoe men
den Prins zou ontvangen. Na eenig overleg werd besloten
hem te plaatsen op een stoel zonder armen tegenover den
stoel van den stadhouder van Friesland, welke op verzoek
van de Staten van dit gewest niet weggenomen was Twee
gedeputeerden uit den Raad van State leidden den Prins
nu tot aan de deur van de antichambre en twee dagen later
1 ) Vgl. Resol. Holland 24 Mei 1670.
2) Vgl. De Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 140
.tinLTfTl?'^:?'^® f ^^ Wicquefort, dat de Prins in strijd met de
etiquette handelde door vooraan te loopen. Vgl. De Wicquefort a.w
di. IV, pag. 141.nbsp;'
kwamen twee andere gedeputeerden hem aan zijn woning
afhalen, om hem den Raad binnen te leiden. Hier bood
men den Prms verontschuldigingen aan voor de verwar-
rmg, die de plechtigheid van de introductie verstoord had
waarna men tot de orde van den dag overging
Zoo had dan eindelijk 31 Mei 1670 de introductie in den
Raad van State plaats gevonden. Ruim twee jaren, nadat
Holland besloten had tot de scheiding van de militaire en
civiele anibten, welke de Oranjes vroeger vervuld hadden
zette de Prins de eerste schreden op den weg, welke zou
leiden tot het herstel der Oranjes in al hun waardigheden.
Ue Frins had m vele opzichten zijn wenschen vervuld
gezien en De Witt had een zware nederlaag geleden Ik
noem met opzet den naam van De Witt, omdat niet het
stelsel van de regentenheerschappij gevoelig getroffen was
— zooveel gevaar dreigde er niet voor de „ware vrijheidquot;
ai had de Pnns een concludeerende stem gekregen — maar
omdat het prestige van den Raadpensionaris ernstig ge-
leden had. Volgens zijn eigen getuigenis had hij nooit zoo
hard gewerkt om een zaak tot een goed einde te brengen
als nu en toch was het Fagel, maar vooral Valckenier ge-
lukt hem schaakmat te zetten. Wel waren er vele regenten
die vreesden, dat zij met eigen handen den eersten steeri
gelegd hadden van een gebouw, dat de „ware vrijheidquot;
steeds zou bedreigen. Dat zij echter niet van plan waren ook
maar iets van hun rechten prijs te geven, bleek aanstonds
in den Raad van State. Toen Frederik Hendrik en Wil-
lem II zitting in den Raad hadden, stond aan het hoofd
Mquot; ,de uitgaande stukken: „Zijn Hoogheid en de Raadquot;
Na 1650 was dit veranderd in alleen: „De Raadquot; Nu de
Pnns Zitting gekregen had, weigerden de leden dit weer te
vervangen door den ouden aanhef, i) Hierdoor gaven zij
te kennen den Prins als een gewoon lid te beschouwen
maar ook niets meer dan dat.
De vrees dat nu de Prins één vinger gekregen had, hij
de geheele hand zou trachten te nemen, werd maar al te
spoedig^ bewaarheid. 2) 5 Juni zou de Heer van Wassenaar
m de Maten-Generaal verslag uitbrengen van zijn bezoek
v®^' Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 141.
502-50^'quot;nbsp;vgl. Brievan aan De Witt, dl. II, pag,
aan Lodewijk XIV, die een reis maakte door zijn nieuw
verworven gewesten. De president van de Staten-Generaal,
de Friesche afgevaardigde Sjoerd Potter stelde nu aan dè
vergadering voor, den Prins uit te noodigen dit verslag bij
te wonen. Hij zou hierbij niet uitgenoodigd worden in zijn
functie als lid van den Raad van State, maar als Prins van
Oranje. Hij zou dan ook zitting krijgen in den armstoel,
waarin zijn vader en grootvader gezeten hadden. Door toe-
vallige omstandigheden werd het verslag van Wassenaar
een dag uitgesteld en dus ook de behandeling van het voor-
stel. Bij de besprekingen bleek, dat alle provinciën, behalve
Holland, er voor waren. Zij beriepen zich op den tekst van
het stuk, waarbij de Prins tot Raad benoemd werd. Hierin
stond: „Ook met dien verstande, dat Syn Hoogheit, ver-
sogt synde, om ter vergaederinge van Haer Hoog. Mog!, ofte
den Raede van State te komen, aldaer sal comparerenquot;, i)
De Hollandsche gedeputeerden en de Gecommitteerde Raden,
die ook ter Generaliteit gekomen waren, hadden nooit van
een dergelijke interpretatie gedroomd. Nooit was er immers
sprake geweest van een introductie in de Staten-Generaal.
Aanvaardde men deze interpretatie van de commissie van
den Prins, dan zouden de zes provinciën hem wel iederen
dag met meerderheid van stemmen ter Generaliteit kunnen
uitnoodigen. Zoo zou de introductie in den Raad van State
omgezet zijn in een introductie in de Staten-Generaal. Geen
der Hollandsche heeren begreep overigens, hoe deze clau-
sule in de commissie van den Prins gekomen was. De ge-
deputeerden van de andere provinciën trouwens ook niet.
Toen men er Van der Holck — gedeputeerde uit de Utrecht-
sche Ridderschap — over sprak, antwoordde hij : „dat comt
soo van boven, wysende met syn handt hemelwaartsquot;. 2)
De Wicquefort deelt ons de oplossing van dit raadsel mee. 3)
De klerk, die de commissie van den Prins had moeten
schrijven, had die van prins Willem II als voorbeeld ge-
nomen en deze letterlijk over geschreven. Zoodoende was
de clausule in de commissie van den Prins gekomen.
Ondertusschen werd er in de Staten-Generaal heftig ge-
discussieerd. De gedeputeerden van Holland hielden vol,
dat de Prins alléén in de vergadering van de Staten-Gene-
1 ) Vgl. Brieven aan De Witt, dl. II, pag. 506.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Vgl. De Wicquefort, a.w., dl. IV, pag. 141.
-ocr page 69-raai kon komen als lid van den Raad van State en alleen
in die gevallen, als er zaken behandeld werden, welke den
Raad van State raakten. Tenslotte werd de beslissing uit-
gesteld, totdat de Staten van Holland hun oordeel zouden
hebben uitgesproken. Hierdoor was de kans voor den Prins
verkeken. De Witt, die in Groningen was, werd door brie-
ven van zijn broer en van Van Asperen op de hoogte ge-
steld. Hij toonde zich zeer verontwaardigd, maar verwacht-
te wel, dat deze pogingen gestuit zouden worden, i) Be-
halve Zeeland, lieten de provinciën de zaak rusten. Ook
Haarlem drong er niet op aan. Het was niet gelukt den
Prins „met een slingerslachquot; zooals De Witt het uitdrukte,
ter Generaliteit te introduceeren. 2)
Dit gebeuren maakte diepen indruk op de voorstanders
van de „ware vrijheidquot;. Zij benutten dit geval dan ook om
algemeen te verkondigen, dat de jonge Prins niets minder
eerzuchtig was dan zijn vader en dat hij van de eerste de
beste gelegenheid gebruik zou maken, om naar de macht te
grijpen. Rotterdam was nu zoo fel tegen den Prins ingeno-
men, dat het verklaarde, alles wat aan de Oranjes herin-
nerde uit de stad te zullen wegnemen. Toen één der
predikanten in het bijzonder voor den Prins bad, werd hem
dit ten strengste verboden. Bij herhaling zou hij de stad
uitgewezen worden.
Het zou onjuist zijn te meenen, dat die regenten, welke zoo
krachtig geijverd hadden voor een concludeerende stem,
streefden naar een herstel van de Oranjes. Valckenier ver-
zekerde aan den Engelschen gezant Temple, dat het geens-
zins in de bedoeling van de magistraat van Amsterdam lag,
om ook maar de minste afbreuk te doen aan de vrijheid van
den Staat 3) en toen de Amsterdamsche predikant Schaeck,
biddende voor den Raad van State, hierbij de woorden
voegde „ende voornaementlyck onder deselfde Syn Hoo-
chytquot;, werd hem dit door Burgemeesteren zeer kwalijk ge-
nomen. 4)
Voor de Staatsgezinde regenten bracht het jaar 1670
verstoring van hun rust. Voor hen, die de gebeurtenissen
nauwkeurig volgden, kon het niet verborgen blijven, dat er
1 ) Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 48.
2)nbsp;Vgl. Idem.
3)nbsp;Vgl. De Wicquefort, a.w. IV, pag. 143.
4)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 355.
-ocr page 70-LVIII
een groote verandering had plaats gevonden in de onder-
linge verhoudingen in de Republiek. Tijdens de behandeling
van de mtroductie was duidelijk aan het licht getreden hof
onrustbarend de invloed van den Prins was tofgenomcn In
zes van de zeven provinciën was reeds een groote meerder-
heid die met meer geheel afwijzend stond tegenover een
herstel van de Oranjes. Ook in Holland vormden de re/en
ten geen gesloten blok meer, ook hier raakten de ?ehlt;^urte-
rn'macht''vergeetboek en nam de Ora-njepartij
Naarmate de invloed van den Prins grooter werd, daalde
het aanzien van De Witt. Het moet een hard gelag voor
hem geweest zijn, dat het hem onmogelijk gebleken was
den Prins buiten de ambten van de Republiek te houden
Zyn vrees voor een samengaan van Oranje en Stuart zal
toegenomen zijn, nu de Prins een concludeerende stem ge-
kregen had. Deze vrees zou tot angst stijgen, toen hij ver-
nam, dat de twee machtigste vorsten van Europa zich bij
het tractaat van Dover verbonden hadden, den Prins van
Oranje souverem te maken over het gebied, dat van de Re-
publiek der vereenigde Nederlanden zou overblijven, nadat
ZIJ er zich elk een brok van hadden toegeëigend
Het tragische in het leven van De Witt is, dat hij zich in
het karakter van Willem III vergist heeft, i) Deze zou den
strijd voor onze onafhankelijkheid met evenveel kracht
voeren, als De Witt zelf dit gedaan zou hebben.
EEN GESCHIL TUSSCHEN RIJNLAND EN
AMSTELLAND. 2)
Uit het waterschap Amstelland drong door de Aar en de
Drecht zoutwater binnen in Rijnland. De ingelanden van
Rijnland klaagden, dat de koeien vanwege het brakke drink-
water minder melk gaven en dat de zuivelproducten dikwijls
bedorven waren. Niet alleen de boeren, maar ook de inwo-
' ^ y„f- P; Geyl, Johan de Witt, grand pensionary of HoUand,
1653—72. History, March 1936, pag. 316.
M^rnbsp;92-95, 97-99, 104 en 111 Ook
Wicquefort, a.w. dl. IV, pag. 194 en Knuttel no. 9831-9^6 Een
wt'h^^r^n'Vquot;- geschiedenis geeft Bontem^Ttel in 5n
Jl nis 72 99 ' ^^nbsp;Regeeringe van Amsterctoi,
-ocr page 71-ners van Leiden Gouda en Delft hadden last van het zoute
water. De stad Leiden werd geteisterd door vele ziekten en
groote sterfte. Nu wilde de Leidsche magistraat niet beweren
dat deze veroorzaakt werden door den grooten stank, die het
stilstaande brakke water verspreidde, maar het was toch mo-
gelyk dat er een onderling verband bestond. Behalve dit
leed de stad materieele schade, doordat de lakens bij het
bleeken vol vlekken waren gekomen en uit dien hoofde uit
Dantzig waren terug gezonden.
Overleg hierover met de stad Amsterdam, die de meeste
macht had m Amstelland, had niets gebaat. lederen keer dat
de gedeputeerden van Leiden - de stad was hoofdingeland
van Rijnland - in de Statenvergadering van Holland de
zaak ter sprake wilden brengen, stonden de Amsterdamsche
gedeputeerden op en verstoorden de bespreking
Daar er geen verbetering in den toestand kwam en be-
prekingen met baatten, nam Rijnland krachtiger maatrege-
len. Zich grondend op het feit, dat de twee waterschappen
pheel zelfstandig waren, meende Rijnland ook het recht te
hebben het zoute water te keeren. Hiertoe liet het schuiten
geladen met steenen, zinken in de Aar en de Drecht en steldé
er een wacht van soldaten bij, om Amsterdam te beletten de
doorvaart weer te openen. Na overleg met de stads-advocaten
hchtte Amsterdam nu een mandement van complainte bij den
Hoogen Raad. Rijnland beantwoordde dit, door op haar beurt
een mandeinent van complainte te lichten tegen Amsterdam
waarop de Hooge Raad commissarissen aanstelde, om deze
zaak ter plaatse te onderzoeken. Hiertoe werden aangewezen
de heeren Rixse en Druyf. De stad Leiden had echter liever
dat dit geschil beslecht zou worden door commissarissen uit
de Staten van Holland en diende 24 April een verzoek hier-
toe m bij de Statenvergadering. Om haar verzoek te steunen
voerde de stad analoge gevallen aan. Amsterdam bleef
er echter op aandringen, dat de beslissing aan den Hooien
Raad zou blijven.nbsp;^
Bontemantel, die doorgaans goed op de hoogte is, weet ons
de reden hiervan te vertellen. Een neef van Valckenier de
raadsheer Hudde, die als lid van den Hoogen Raad deze
zaak behandelen moest, zou aan Valckenier geschreven heb-
t)en, dat Amsterdam dit proces zou winnen, i) Wij kunnen
1 ) Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 333.
-ocr page 72-LX
begrijpen, dat Leiden de zaak liever beslecht zag door com-
missarissen uit de Staten van Holland.
Tot een conclusie kon men 24 April in de Statenvergade-
ring niet komen, daar Amsterdam liet aanteekenen. 25 Mei
werd de behandeling voortgezet, waarbij Leiden heftig tegen
Amsterdam te keer ging. Het verweet de stad, dat zij Leiden
wilde ruïneeren, om alle nering aan zich te kunnen trekken.
Natuurlijk bleef Amsterdam het antwoord niet schuldig. De
gedeputeerden verzetten er zich met kracht tegen, dat de
zaak aan den Hoogen Raad zou onttrokken worden en
wisten tenslotte hun zin door te zetten.
Ook de Raadpensionaris had zich in deze kwestie ge-
mengd. Hij was van meening, dat Rijnland het recht had het
water van Amstelland te keeren, mits de doorvaart niet be-
lemmerd werd. In dezen zin sprak hij er ook over met de
twee commissarissen van den Hoogen Raad. De stad Am-
sterdam was hierover zeer gebelgd. De uitlating van Hop,
dat hij de Republiek liever geregeerd zag door den Prins,'
dan door een dienaar van Hollandi) vond dan ook plaats
op 25 April. Ook Andries de Graeff, die anders toch be-
hoorde tot de aanhangers van De Witt, had „seer yverich
stryt en veel woorden tegen den voors. pensionaris gebruyckt
en was yder eeven hart opgeset. 2) Men nam het De Witt
dus zeer kwalijk, dat hij zich met deze aangelegenheid had
bemoeid. Toen deze dit bemerkte, liet hij niet na herhaaldelijk
aan de Amsterdamsehe heeren te verzekeren, dat hij een
vriend van deze stad was. 3) Hij had met de commissarissen
over deze kwestie gesproken op verzoek van de Edelen, wier
pensionaris hij was en die persoonlijk belang hadden bij een
goede oplossing.
De afloop van het geschil vermeldt Bontemantel in het
tweede deel van de „Militaire en Civiele Regeeringe van
Amsterdam, fol. 72 sqq. 12 Mei 1670 deed de Hooge Raad
uitspraak, dat de dammen moesten worden weggenomen.
Rijnland kreeg echter toestemming om een verlaat te maken
bij den Billerdam. Amsterdam nam hiermee genoegen, maar
het duurde niet lang of er kwamen klachten van schippers
binnen, dat het verlaat niet breed en diep genoeg was. Toen
1)nbsp;Vgl. pag. XXXVII en hierna pag. 96.
2)nbsp;Vgl. pag. 130.
3)nbsp;Vgl. pag. 111 en 119.
-ocr page 73-begon de ruzie opnieuw. De vroedschap van Amsterdam vaar-
digde Bontemantel en pensionaris Hop af om deze klachten
met den dijkgraaf en heemraden van Rijnland te gaan be-
spreken. Op hun reis ontmoetten zij gedeputeerden van Gou-
da die met hetzelfde doel uit hun stad waren vertrokken
De conferentie met de heeren van Rijnland leverde geen
resultaat op. De dijkgraaf antwoordde: „dat het haer niet en
scheelde, of het verlaat diep of wyt wasquot;. De gedeputeerden
van Amsterdam en Gouda besloten nu, om 21 Mei 1671 weer
naar den Billerdam te komen. Ook Haarlem, Rotterdam en
Leiden zouden uitgenoodigd worden afgevaardigden te zen-
den. Amsterdam zou zorgen, dat er landmeters en een ha-
rinpchuit ter plaatse zouden zijn om vast te stellen, dat het
verlaat inderdaad een belemmering vormde voor de scheep-
vaart. Na smakelijk in „De Goude Leeuwquot; gegeten te hebben
vertrokken de gedeputeerden ieder naar hun stad, om op 21
Mei weer aan den Billerdam te zijn. Dien dag verschenen in-
derdaad gedeputeerden van de bovengenoemde steden met
landmeters. Ook de door Amsterdam beloofde schuit was aan-
wezig. Bij onderzoek bleek het verlaat onvoldoende te zijn
en opnieuw werd nu een conferentie met Rijnland belegd.
Ook ditmaal kwam men niet tot een vergelijk.
Eenigen tijd later is het verlaat geheel weggenomen
wat natuurlijk tot gevolg had, dat Leiden opnieuw last
kreeg van het zoute water. De stad trachtte nu met Am-
sterdam tot een oplossing te komen. Vruchteloos echter
Gestijfd door Hudde, den raadsheer van den Hoogen
Raad, antwoordde Amsterdam, dat zij bereid was de zaak
over te laten aan de uitspraak van den Hoogen Raad
Leiden heeft waarschijnlijk ingezien, dat het zijn zin niet
zou krijgen en het de zaak rusten. Zoo bleef de oude toe-
stand dus bestaan. Alle besprekingen in de Statenvergade-
ring van Holland waren tevergeefs geweest.
DE PRESIDENTSVERKIEZING VAN HET HOF
VAN HOLLAND. 1)
Zeer uitvoerig vertelt Bontemantel ons een strijd tus-
schen de stad Amsterdam en Johan de Witt. Beide wilden
142-145 en De Regeering
van Amsterdam, dl. I, pag. 158—163.
-ocr page 74-Ten ll^tViln'quot;'nbsp;belan-
Reeds sedert 1665, na het overlijden van den heer
d Edel, was het Hof van Holland zonder president Het
ambt werd tijdelijk waargenomen door den Heer van
Maasdam, als oudsten raadsheer. Toen deze renoemd
werd tot dykgraaf en baljuw van het waterschap Mn
land achtten vele leden den tyd gekomen, om een^nifuwe
president van het Hof te kiezen. Daar het Hof niet zon-
znl^Jfnbsp;T'nbsp;O® Maasdam
zoolang waarnemend president te laten blijven, totdat een
nieuwe benoemd zou zijn. Dit voorstel stuitte op verzet
van Amsterdam. Burgemeesteren waren van meenin? dat
het ambt van dijkgraaf en baljuw onvereenigbaar was met
het presidentschap van het Hof. In werkelijkheid school
hier echter meer achter. De Amsterdamsche heeren za-
gen in het voorstel van De Witt een poging, om de ver-
kiezmg zoo lang uit te stellen, totdat hij een persoon naar
zijn zni en humeur zou hebben gevonden, i) In hoe verre
ZIJ hierin gelijk hadden, wil ik in het midden laten, maar
een feit was, dat De Witt reeds een geschikt persoon op
het oog had. Dit was Adriaan Paets, lid van de regeering
van Rotterdam. Dit strookte echter niet met de plannen
van Burgemeesteren van Amsterdam. Ook zij wenschten een
president naar hun zin en humeur en hadden ook reeds ge-
schikte candidaten voor de vacante presidentsplaats op het
00^ Dit waren de fiscaal Van Stryen en Hendrik Hudde
De Raadspensionaris was hiervan op de hoogte en stel-
de 16 Maart 1670 een poging in het werk, om de Am-
sterdamsche gedeputeerden in den Haag over te halen
zich met zijne keuze te vereenigen. In het logement van
de Amsterdamsche heeren vond het gesprek plaats, dat
Bontemantel ons in zijn geheel mededeelt. 2) De Wit prees
de goede kwaliteiten van Paets en stelde diens bekwaam-
heid zooveel hooger dan die van Stryen, „sooveel swaer-
der als een ducaton bij 4 ryxdalerquot;. Tevens wees hij er
op, dat de Amsterdammers verkeerd waren ingelicht over
de gevoelens van de leden, wanneer zij meenden, dat
dezen den candidaat van Amsterdam zouden stemmen! Daar
1)nbsp;Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol 277
2)nbsp;Vgl. pag. 21 en 22.
-ocr page 75-LXIII
'^'^^quot;der meer gepasseerd kon wor-
den, stelde De Witt voor, dat men dezen raadsheer in het Hof
zou maken en Paets president.
Was het betoog van De Witt, waarin hij eerst Paets
aanprees, daarna den Amsterdammers een waarschuwing
toediende en tenslotte een bemiddelingsvoorstel deed han-
dig samengesteld, het antwoord, dat hij kreeg, was niet
minder ad rem. De Amsterdamsche gedeputeerden stel-
den de ervarenheid van Van Stryen veel hooger, dan die van
l^aets. Dit was, zeiden zij, allen leden bekend. Niet dat zij
iets ten nadeele van Paets wilden zeggen, maar het was
toch be er dat Van Stryen president werd. Paets bewees im-
mers als hd van den Rotterdamschen raad reeds belang-
rijke diensten aan de Republiek. Werd hij nu president
het Hof, dan moest de Statenvergadering deze voor-
treftehjke kracht missen. Voor het fiscaalsambt daaren-
tegen zou gemakkelijk een ander goede advocaat gevon-
den kunnen worden, „soodatquot; eindigden zij, „Stryen soude
werden gesteh tot vermeerderinge van dienst te doen aen
de repubhque en Paets soude, president wordende, min-
der dienst doen als nu.quot; Uit dit antwoord werd het De
Witt duidelijk, dat Amsterdam niet tot toegeven bereid
was.
De bemoeiingen van De Witt, om Paets president van
het Hof te maken, vormden een onderdeel van een ander
plan. Toen m 1669 het pensionarisschap van Rotterdam
vacant was geworden, had Paets naar dit ambt gesollici-
teerd. Niet hij, maar Pieter de Groot was benoemd Dat
de verhouding tusschen deze twee niet goed was is
met te verwonderen. Om een einde te maken 'aan
dezen onaangenamen toestand, trachtte men Paets presi-
dent van het Hof te maken. Lukte dit, dan zou De Groot
pensionaris blijven, slaagde men niet, dan zou Paets pen-
sionaris worden in de plaats van De Groot en deze zou
als gezam naar Frankrijk vertrekken. Na zijn terugkeer
kon hij dan hd van de vroedschap van Rotterdam wor-
den, i) Van al deze plannen kwam echter niets terecht
14 Mei 1670 deelde de Raadpensionaris aan Van Beu-
ningen mee, dat het toch beter was, dat Paets geen pre-
sident werd, „te meer de saecke tot Rotterdam in den
1 ) Vgl. De Wicquefort, dl. IV, pag. 147.
-ocr page 76-Raet was discrepant staende.quot; i) De reden, dat De Witt Paets
het vervallen is volgens Dr. Japikse te zoeken in diens
onrechtzinnigheid. 2) De onrechtzinnigheid van Paets is be-
kend, maar toch moet de Rotterdamsche predikant Ds
Clement, tot wien de Witt zich om inlichdngen gewend
hen sT^fnbsp;Orthodoxie gegeven heb-
de candidatuur van
Paets hebben laten vallen, wegens de oneenigheid in den
Rotterdamschen raad. Door zijn soms wat plompe vrij-
moedigheid was Paets niet erg bemind. 4)nbsp;^quot;J
Ondertusschen hadden de Amsterdamsehe gedeputeer-
den last gekregen Hendrik Hudde tot president van het
not te recommandeeren. Wanneer zij echter bemerkten
dat er weinig kans van slagen was, dan moesten zij moeite
doen voor Van Stryen. Inderdaad verwachtten de gedeputeer-
den wemig succes voor Hudde en vaardigden daarom Van
leuningen af, om deze zaak met Burgemeesteren te over-
leggen. Door den plotselingen dood van Van Stryen werd
deze kwejie o^elost en nu werden alle krachten aangewend,
eT vSquot;vnbsp;^^nbsp;B-gemeesteren
en vooial Valckenier, die zijn neef Hudde wilde avan-
ceeren, vatten , dese saecke hooch op, soodat in date 4
Juni circulaire missives afgingenquot; aan alle Edelen en ste-
den om Hudde aan te bevelen. 5) „Na ryp en gedesinte-
resseert overlegquot; was de vroedschap tot het inzicht ge-
komen „het gemeene oochwitt te hebben aengetroffen in
den Heere Mr. Hendrik Hudde.quot; 6) Met allen ernst dron-
gen zij er nu bij de Edelen en steden op aan hun stem op
Hudde uit te brengen. Ten overvloede werd 30 Juni nog
een deputatie naar de verschillende steden afgevaardigd
om de circulaire missives mondeling toe te lichten
r^ «.i ^^quot;didatuur van Paets van de baan was, werkte
De Witt voor den raadsheer Fannius. Dit zette zooveel
kwaad bloed m Amsterdam, dat Burgemeesteren aan de
vier ged^uteerden last gaven, om op hun reis door de
1) Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 318.
3 V? ■nbsp;van De Witt, dl. IV, pag. 138 noot 2
Gesch!'l935 pa£- lï'. °nbsp;—
6) Idtll/llrquot;''' A^^terdam, dl. I, pag. 158.
-ocr page 77-LXV
Steden er overal op te wijzen, dat het niet dienstig was
dat de Raadpensionaris te veel gezag had in de hoven van
justitie. 1) „De twee heevige sollicitatien waren oorsaeck
dat den derden in 't spel quam en met de bocht doorgingquot;'
zegt Bontemantel. Zoo was het inderdaad. Toen de Am-
sterdamsche gedeputeerden ter dagvaart den 17den Juli
m twee koetsen bij alle leden van de Statenvergadering
een bezoek brachten, om Hudde te recommandeeren
bleek het, dat slechts weinigen hem wilden stemmen De
meerderheid had zijn stem beloofd aan Adriaan Pauw Heer
van Bennebroek. Ook De Witt steunde dezen, daar hij wel
inzag, dat de raadsheer Fannius geen kans had benoemd
te worden. De Heer Van Bennebroek trachtte nu ook de
Amsterdamsche gedeputeerden over te halen, om op hem
te stemmen. Met dit doel bracht zijn broer, de Heer Van
Heemstede, een bezoek aan het logement van de Amster-
damsche heeren. In het gesprek, dat hier plaats vond, ver-
zekerde hij den gedeputeerden, dat Amsterdam steeds op de
medewerking van zijn broer zou kunnen rekenen Ook
moesten zij niet gelooven, dat Bennebroek een vriend van
den Raadpensionaris was. Om hen des te gereeder over
te halen, beloofde hij, dat zoodra zijn oom, Rynier Pauw
die president was van den Hoogen Raad, kwam te over-
Iijden — deze was reeds tachtig jaar — de familie Pauw
alles in het werk zou stellen, om Hudde tot opvolger te
doen benoemen.
De Amsterdamsche gedeputeerden bevonden zich nu in
^n moeilijk parket. Zij hadden uitdrukkelijken last, om
Hudde te stemmen, maar zij zagen heel goed in, dat deze
nooit een meerderheid zou halen. Bontmantel en eenige
van zijn mede-gedeputeerden achtten het daarom beter te
sylen met de vlootquot; en ook op Bennebroek te stemmen
Dit voorstel werd aangenomen en aan den Heer van
Heemstede, die nogmaals in het logement gekomen was
meegedeeld. Bontemantel liet toen niet na hem aan zijn
belofte te herinneren en zei, toen zij elkaar de hand ga-
ven: een man een man, een woort een woort.quot; Hendrik
Hudde moest dus zijn sollicitatie intrekken en Benne-
broek werd gekozen. „De Heeren ter dachvaart syn door
den Heer raetsheer Hudde aensienelijck getracteert, in
1 ) Vgl. De Regeeringe van Amsterdam, dl. I, pag. 159.
-ocr page 78-LXVI
vergeldinge der gedane sollicitatie, waarop de Heer Geel-
vinck met een statich aensicht antwoorde op de maaltyt,
dat door de moeyelyckeyt dien tyt niet had connen slae-
pen, waerover een heer smuyster lachte, alsoo in parte-
culiere discoursen anders had getoondquot;, i) Deze heer was
niemand anders dan Hans Bontemantel.
Tenslotte wil ik nog de aandacht vestigen op de uit-
voerige en belangwekkende besprekingen over het „uit-
vinden der geldmiddelenquot;.
Van alle kanten kwamen in het najaar van 1670 waar-
schuwingen binnen over de „kwaede deseynenquot; van Frank-
rijk. De brieven van onze diplomatieke vertegenwoordi-
gers bevatten tal van onrustbarende berichten over trak-
taten, die gesloten zouden zijn tusschen den Franschen
koning en enkele vorsten aan den Rijn. Maar het ergste
was, dat de Republiek ook niet meer kon vertrouwen op
de leden van de Triple Alliantie. Het sluiten van het ver-
drag van Dover kon niet verborgen blijven, ook al wisten
de Engelsche diplomaten Boreel en Van Beuningen om
den tuin te leiden. Zoo vinden wij op pag. 191 een brief
van Le Maire uit Kopenhagen, waarin deze schrijft: „De
Fransche minister Terion heeft aen wissels becoomen 15
millioenen; Vranckryck met Engeland syn eens en alles,
wat neemen, sullen deelen te samen en de Sont door
Denemarcken sluiten voor de Nederlandersquot;.
Onder deze omstandigheden was het noodig om aan de
landsverdediging te denken en daarom werd in de Staten-
vergadering van Holland voorgesteld het leger te ver-
sterken met 10 regimenten voetvolk en 6 regimenten rui-
terij. De vloot zou uitgebreid worden met 36 oorlogsche-
pen, 12 fregatten en 6 gallioenen. Voor deze uitrusting
was echter geld noodig en over de wijze, waarop dit bij-
een gebracht moest worden, waren de leden der Staten-
vergadering het lang niet eens. Verschillende voorstellen
hiertoe strekkende werden door commissarissen uit de
1) Vgl. De Regeeringe van Amsterdam, a.w., dl. I, pag. 160.
-ocr page 79-LXVII
vergadering en door De Witt ingediend, zooals verdub-
beling van den impost op het gemaal, quotisatie der wij-
nen en zeep en het uitgeven van lijfrenten. Groote on-
eenigheid ontstond vooral over de vraag, of men den ren-
tevoet zou verlagen van 4 op SVÉ % en of men de reduc-
tiegelden, gelden, die vrijgekomen waren door de rente-
verlaging van 1665 en die bestemd waren voor schuld-
delging, zou gebruiken voor de landsverdediging, zooals
in den laatsten E^ngelschen oorlog was geschied.
Gezien de uiteenloopende opvattingen der leden was
het voor De Witt geenszins makkelijk de leden tot een-
parigheid te brengen. Praktisch werd hem dit onmogelijk
gemaakt door de houding van Amsterdam. Deze stad wei-
gerde hardnekkig een advies uit te brengen over de ver-
schillende voorstellen, voordat de 1/3 verhooging van de
convooien en licenten zou zijn afgeschaft. Zij meende,
dat tengevolge van deze extra-belasting de handel zou
verloopen en hoopte nu de andere leden tot afschaffing
hiervan te kunnen dwingen door haar toestemming te ont-
houden aan het verpachten der middelen. Reeds in het
voorjaar van 1670 had Amsterdam deze houding aange-
nomen bij het verpachten van een waagimpost en het op-
leggeld der granen. Zij had toen toegegeven, nadat De
Witt een bemiddelingsvoorstel had ingediend, waarbij hij
voorsloeg de 1/3 verhooging nog 3 jaar te laten bestaan;
de opbrengst echter zou gebruikt worden tot aflossing van
de schulden der Hollandsche admiraliteitscolleges; van de
schulden der colleges en van de opbrengst der 1/3 verhoo-
ging zou een lijst gemaakt worden. Gedurende den zomer
waren hierover besprekingen gevoerd, maar tot eenig resul-
taat was men niet gekomen. In November kwam het voor-
stel opnieuw ter sprake en deden de colleges opgave van
de schulden, inkomsten en uitgaven. Bontemantel heeft
deze opgave aangeteekend en ook alle besprekingen, die
hierover gevoerd zijn. Geheel achter in het handschrift,
gescheiden van de andere notities, heeft hij zelfs een rede-
voering, die Valckenier 20 December in de Statenvergade-
ring gehouden heeft en die een verdediging bevat van de
houding van Amsterdam, opgeteekend. Juist omdat Bonte-
mantels mededeelingen zoo uitvoerig zijn en den lezer een
aaneengesloten overzicht van deze zaak bieden, acht ik het
niet noodig hiervan een afzonderlijke behandeling te ge-
LXVIII
ven In mijn zaakregister geef ik onder: „Verpachting der
middelen een opgave van de bladzijden, waarop de be-
sprekingen te vinden zijn. Er komt nog bij, dat deze ook
vrij mtvoeng samengevat zijn door De Wicquefort in zijn
Histoire des Provinces Unies etc. dl. IV, pag. 190 sqq
DE STATEN VAN HOLLAND 1670.
(1)nbsp;DYNSDACH DEN 5 FEBRUARY 1670.
Bontemantel: gedaen den eet van de Staaten en Eeuwich
Edict. Leest den eet fol. 465.
Schryven dat den Coninck van Vranckryck de differenten
der limietschydmge in de Spaense Nederlanden soude ver-
blyven aan Engelant. i)
Vranckrijk notificatie.
Het Capittel had gesyt wylen haeren Bischop van Mun-
ster, dat soo eemge alliantie maeckte met Coningen da^
daer teegen soude gaen en tracteeren met andere. '
Munster notificatie.
Missive uyt Sweeden, Stockholm, van den resident Clet-
ser, 25 January 1670: dat Courtin 2) uyt Vranckryk wierd
aldaer verwacht, om wegens negotie te spreecken.
Sweeden notificatie.
Prof esoer theologie, Franciscus Buermanes: versouck oc-
troy op twee syner te drucken boecken. 3)
Octroy te drucken boucken.
Adriana van Dort.
Elisabeth, Ledia en Adriana, kinderen van Coninck.
Veniam estates. 4)
pachter der bieren over de Laege Swaluw,
schaede 1373 gl.
Remisse der pachten.
1)nbsp;Zie pag. 2, noot 4.
2)nbsp;Honoré Courtin, Fransch gezant te Stockholm.
. t icv^tquot;®.''.quot;,®. Burmanus was hoogleeraar te Utrecht van 1662
tot 1679. In 1671 verscheen zijn voornaamste werk: Synopsis Theo-
logiae et speciatim foederum Dei ab initiis seculorum usque ad
consummationem eorum, 2 dl.
4) Venia aetatis is meerderjarigheidsverklaring. Onder de Repu-
bliek werd men op 25 jarigen leeftijd meerderjarig. Wie de rechten
der meerderjarigheid eerder wilde verkrijgen, moest hiertoe een
verzoek aan de gewestelijke Staten richten. Beneden de 20 iaar
werd venia aetatis niet verleend. Vgl. E. van Zurck, Codex Bata-
vus, pag. 1138—1140.
Staten van Holland 1670.nbsp;]
-ocr page 82-^^Hercules Schatter tot Haerlem: eenich fidecomies af te
Fidecommies.
(2) Willem Noordeloos van Amsterdam: versouck deurwaer-
derscnap. Jan Ruymbeeck versouct ut supre.
Deurwaerder. Aen Gecommitteerde Raeden.
Alewyn Porre versouckt een leen te veranderen in alodiael
Hier IS een generale resolutie van. i)
Leenen.
Myn wierde gesyt, dat Pieter de Groot, geworden pensio-
nares van Rotterdam, syn eed van Eeuwich Edict had ge-
daen deesen morgen.
De Groot, pensionares van Rotterdam.
DONDERDACH 6 FEBRUARY 1670.
Triple Aliantie laest gelaeten. Tripele Aliantie
Verblyf. Ambas(sadeur) Temple aen den Raetpensionares
bekent gemaeckt, dat aen den ambas(sadeur) Montaqu
wgens Engelaut in Vranckryk 29 January o) 1670.
Franse ambassadeur maeckt mede bekent aen.........2)
Brief geleesen in date als boven: Condé etc., Lincq; den
Fransman verblyft 't different aen Engelaut en Sweden om
in een jaer te arbitrage. 3)
Den Raetpensionares syde tegen den France ambassadeur,
dat deese ingeseetenen vreedsaem syn en doch best is dat
deesen Staet was geëxcuseert, om noch den een, of andere
aenstoot te geeven. 4)
Triple Aliantie. Notificatie en van Beuningen gelast met de Spaen-
se ambass(deur) te spreecken en geauthoriseert wegens de gelden.
a) Hs.: February.
1).nbsp;De resolutie van 25 Juni 1625. Vgl. Groot Placaetboek dl
11, pag. 512.nbsp;'
2)nbsp;Waar Bontemantel woorden niet ingevuld heeft, of zimien
onafgemaakt laat, is dat hier en elders aangegeven door
3)nbsp;Vgl. Resol. HoUand 6 Febr. 1670.
4)nbsp;Na den vrede van Aken pretendeerde Lodewijk XIV ook recht
te hebben op die plaatsen, welke afhankelijk waren van de door
hem geannexeerde gebieden. Zoo maakte hij aanspraak op Condé,
het Fort Linck en de sluizen van Nieuwpoort, als behoorende resp.
bij het Kasteiemaat van Aeth, bij Bergen en bij de heerlijkheid van
Veume. Van Benningen, toen buitengewoon gezant te Parijs had
(3) Commissarissen van den Staet tot Brussel: de subsidie-
gelden van Spaigne; den Conestabel i-) sent over een con-
cert, daer de betaling om is opgehouden, te weeten, wanneer
de tyt soude weesen, dat het Sweetsche leger soude by-
springen.
21 January 1670 : 480 duysent ryxdaelders door Spainge te
geven, te restitueeren, soo de ratificatie niet en volcht, gere-
solveert by de Staeten-Generael, mits dat het Spaens geit sal
blyven in de banck van Amsterdam, te weeten het 34 ge-
deelte.
Engelaut sal byspringen soo haest doenelyck. Sweeden,
16000 man gelyck, te comen in dry maenden.
Desen staet 40 ) ,nbsp;, ,
Engelant 40 j scheepen van oorlooch.
En yder 6000 man te voet en 600 paerden door Engelant en
deesen Staet 2000 paerden.
Deese Staet 14 daegen na de repture en notificatie by te
springen.
Reversael aan Sweeden te geeven op de betaelinge der sub-
sidie. Manqueert alleen de cautie der cooplieden in Brabant
om de subsidie te betaelen.
Van de Capelle 2) tot Amsterdam refuseert de cautie, dan
op achterborge van Burgemeesteren.
Jan Duyts 3) daer over geschreeven, die syt, dat door
Catonio4) in Spaigne wel sal schryven en de provisie be-
hoorde te weesen één ten hondert, de Vi voor de coopman
alhier en de 1/2 voor den cooplieden in Brabant; als borg
soude blyven, mits de gelden op haer reeck(ening) te stel-
len, doch is niet smaeckelyck.
in 1668 opdracht gekregen Frankrijk te bewegen deze kwestie
over te laten aan de beslissing van neutrale scheidsrechters. In
December 1669 verklaarde Lodewijk XIV zch hiertoe bereid. De
uitspraak zou binnen een jaar door Engeland en Zweden gedaan
worden. Later werd deze termijn nog met een jaar verlengd.
De Republiek werd natuurlijk gepasseerd, maar niettegenstaande
deze onheuschheid kregen Van der Tocht en Vrijbergen, onze ge-
zanten te Brussel, 8 Februari 1670 last er bij den Connétable op
aan te dringen, dat Spanje met dit voorstel accoord zou gaan.
1 ) Femandes de Velasco, Connétable van Castilië en Leon,
landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden.
2)nbsp;Hendrik van der Capellen, raad en schepen, bewindhebber
van de Oost Indische Compagnie van de kamer van Amsterdam.
3)nbsp;Jan Duyts, Amsterdamsch bankier, zwager van De Witt.
4)nbsp;Cattaneo, Antwerpsch koopman.
-ocr page 84-Doch de tresorier Burg i) gelast andere middelen by de
coopheden voor te slaen.nbsp;^
(4) Burg slaet voor, door van Beuningen, dat de gelden soude
^^ -/(eningrvt
ben en dat noch veel subsidie ten acLeren^taef n en ge
provmtien; eenige gedeputeerde ter Admiralityt niet i-
coomen aengesien 't hart wert en snee; De Rtiyter, admi-
rael, schryft en presenteert in alles syn dienst.
Admiralityten te demitteeren soolang de tyt bequaem is en on
derwylen de collegie te animeeren tot equipage
Alckmaer syt: Jacob van Hout 4) gecommitteert in de
Adnnrahtyt m pJaets van Fladderack. 5)
Admiralityt wegens Alckmaer.
Recktores Manificus tot Lyden en Lydens messive date
I) Koenraad Burgh, thesaurier-generaal van de Unie.
Volgens het verdrag van de Triple Alliantie was Spanie ver-
-nbsp;60000 RD. subsidie aan Zweden te bLlen, om
kilJ vi si® ®nbsp;te stellen zijn legermacht ter beschik-
kmg van Spanje te houden. Reeds in Sept. 1669 was in de Am-
sterdamsche bai^ 200.000 RD. gestort voor betSSg van ^n
eersten termijn. Spanje weigerde echter de uitbetaling al^Zwe-
den, zoolang niet vastgesteld zou zijn binnen welken tijd en met
Weel man de geallieerden Spanje zouden bijstaan, in geval de
vrede van Aken verbroken werd. Hierover was 21 Jan 1670
overeenstemming bereikt. Zweden wenschte deze overeenkomst
echter met te ratJiceereii, voordat Spanje de subsidiegelden over
dat Fn.nbsp;betaald had. Spanje wilde niet betalen voor!
dat Engeland en Zweden het verdrag geratificeerd hadden Om
tot een oplossmg te komen, hadden de Staten-GeneraaMe Spaan
sche regeermg aangeboden garant te blijven voor de aan zSn
betaalde gelden, zoo de ratificatie niet volgde. Spanje eTs^t^
Ten^tf'^quot;''^^^'' Antwerpsche en Amsterdamsche k^plLde^
Jl?nbsp;h®^ genoegen met de garantie van de StaterGene-'
raai Vgl. hierna pag. 6). Voor een uitvoeriger besdSiMne van
deze kwestie verwijs ik naar Japikse, Brieven van De wltt T
IV pag. 1 tot 21 en de daarbij behoorende aanteekeninge^ '
RidifsS v^ S^ir®'^'nbsp;van de
ReVolKM^re S^en-g -d-burgemeester van Alkmaar. Vgl.
5) Fladderack, burgemeester van Alkmaar.
-ocr page 85-2 Feb(ruary) 1670: sent over het tripel getael: Groenovius
Hydanus en N. N. i)
Groenovius Recktor Manificus.
Jan Hydeckenes beroepen tot professoer tot Lyden in de
theologie. Lyden versouckt voorschryven daertoe.
Brieven van voorschryven aen de Magistraet van Zürick.
Joannes Herves, deurwaerder. 't Hof schryft in faveur tot
Rotterdam.
Deurwaerder.
(5) Amsterdam advys: de lyst bequaem te connen nae sien en
Admiralityt daerover te blyven, die hier syn; ontlastinge der
negotie; de verpachtinge van de waech niet te doen voor de
extreordenares lasten ter zee sullen weesen afgedaen. 2)
Ontlastinge der negotie ter Admiralityt.
VRIJDACH 7 FEBRUARY 1670.
Sluys van Delftland. Hoochingelanden comt toe te repa-
reeren en penningen uyt te geeven en administratie, sonder
dijckgraef en heemraeden, doch werden belet en proces etc.
Delftlants hooftingelanden eerst rapport.
Ontfanger Spiegel wegens den ontfang der Noorse tollen
etc. 3) Betaelinge 5000 RD. te betaelen aen Chorisius. 4)
Gesonden aen Le Maire 5). Amsterdam, Rotterdam.
1 ) Rector en Senaat van de universiteit te Leiden hadden op
de voordracht voor rector-magnificus geplaatst: Abrahamus Hey-
danus, Daniël Colonius en Johannes Fredericus Gronovius. De
laatste werd door de Staten van Holland benoemd. Vgl. Resol
Holland 6 Febr. 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 30, noot 2.
3)nbsp;Kooplieden, die handel dreven op de Oostzeelanden en
Noorwegen, droegen de tolgelden, die zij in de Sont en in de
Noorsche havens moesten betalen, af aan. de ontvangers van de
convooien en lioenten in Holland. Dezen gaven hun voor de
Deensche tolgaarders wissels. De gestorte bedragen werden in
mindering gebracht van de gelden, die de Deensche koning aan
HoUand schuldig was. (Vgl. pag. 65, noot 1). Elbert Spiegel de ont-
vanger-generaal van de convooien en licenten te Amsterdam, klaagt
nu, dat deze wissels niet geaccepteerd werden. Dit was geschied op
aanstoken van den Franschen gezant. Vgl. Wicquefort a w dl IV
pag. 327 en Resol. Holland 7 Febr. 1670.nbsp;, • . ,
4)nbsp;Petrus Charisius, Deensch resident in de Republiek.
5)nbsp;Jacob Le Maire, resident in Denemarken.
-ocr page 86-Van Campen.
Accoort over Beerenberg en falisement van 23000 RD se-
accoordeert op 12000 RD.
Gereserveert den Staet haer axtie op Steremans.
Commissie als hieronder. -Accoort geapprobeert.
Meester Jan de Wit i) van Dort ambassade nae Poolen
aengenomen.
Hof van Holland: massive op de deurwaerder Kervel in
faveur.
Deurwaerder Kervel. Fiat.
Rotterdam: walvisvangers klaegen over het placcaet, 2)
dat niet werd onderhouden, waer die van Hamburg voor-
deel af sien.
Exempelaeren te senden aen de offecieren.
(6) Het publiceeren eeniger placcaet, of 't selfde op nieu te
doen publigeeren cost 12000 gl. aen Hollant, volgens het
seggen van de Raetpension(ares).
Placcaten wat achter.
Goutslagers, goutdraettreckers.
In advys.
Duynen, konynen, request etc..
Gestelt in handen van de hooftingelanden.
Van Beuningen rapport, geweest hebbende by den ambas-
sadeur van Spaigne : scheen 3) gerust te weesen de gelden
in de banck van Burgemeesteren, doch best te weesen, dat
geschreeven mocht werden aen Van der Tocht 4), wegens
deesen Staet tot Brussel, om aen den Connestabel daerover
te spreecken. 5)
Bedanckt en gebracht ter Generalityt om geschreeven te werden
aen van der Tocht.
1)nbsp;Neef van den Raadpensionaris.
2)nbsp;Het plakkaat van 5 April 1669, waarbij aan de zeelieden
verboden werd zich in vreemden dienst te begeven 13 Febr 1670
werd het hernieuwd. Vgl. Groot Placaetboek, dl. III, pag. 1363 en
1364.
3)nbsp;NI. de Spaansche gezant.
4)nbsp;Van der Tocht, pensionaris van Gouda, gedeputeerde te
Brussel.
5)nbsp;Vgl. Resol. Holland 7 Febr. 1670.
-ocr page 87-(7)nbsp;SATERDACH DEN 8 FEBRUARY 1670.
Resumptie.
France ingeseetenen tot Amsterdam request aen Burge-
meest(eren) : alsoe ingeroepen werden door placcaet van
den Coninck en dat niet gesint syn wederom derwaerts te
gaen, te werden alhier gemainteneert.
Commissaressen.
Placcaeten geconcipieert wegens het France werck. i)
Rotterdam is niet te brengen tot verbot van de brande-
wynen.
Rapport door Haerlem wegens de manifacturen en brandewynen.
Rotterdam neemt over.
Jeremias Choet, collonel.
Febre.
Naeste vergaderinge.
Request der cooplieden tot Amsterdam om scheepen te
senden nae Suerinam. Versoucken hoe haer te draegen we-
gens de Zeewen, die aldaer meester syn. Leest verto. 2)
Aen Commissarissen.
Curateurs van Lyden.
1)nbsp;Haarlem doet rapport over twee plakkaten, die bedoeld waren
als retorsie-maatregelen tegen Frankrijk. Het eerste plakkaat stel-
de voor den invoer van brandewijnen te verbieden; het tweede
de invoerrechten op Fransche manufacturen te verhoogen. Deze
voorgestelde maatregelen waren alleen een reactie op Colberts
economische politiek en de bedoeling was dan ook, dat de plak-
katen weer afgeschaft zouden worden, zoodra Frankrijk de invoer-
rechten op Hollandsche waren verlaagde. De leden hechtten weldra
hun goedkeuring aan de voorgestelde maatregelen, uitgezonderd
Rotterdam. Na veel besprekingen verklaarde de stad haar verzet
op te zullen geven, wanneer haar pensionaris. De Groot, die als
gezant naar Frankrijk zou vertrekken, er niet in zou slagen Lode-
wijk XIV te bewegen tot verlaging van de invoerrechten op de
Hollandsche waren. De pogingen van De Groot hadden geen suc-
ces. Na eenige strubbelingen met de andere provinciën over den
tijdsduur van de plakkaten, konden deze tenslotte uitgevaardigd
worden op 2 Januari 1671. Voor den tekst van de plakkaten zie
Groot Placcaetboek, dl. III, pag. 264, 269, pag. 10—12, 101, 106, 107,
177—179 181, 187, 188, 226, 227, 234—237.
2)nbsp;Verto of verso beteekent bij Bontemantel alleen: de volgende
bladzijde.
Munninx request: dat out en gebreckich is van poodegra
etc.; versouckt syn tractement sonder dienst te doen ^
Ritmeester. Haerlem, Amsterdam en.... houden het op.
(8) Seremam ter Generalityt. i)
Advys wegens Zeelant Van te laeten coomen aen de Gene
rahtyt, mits rembourserende der costen en intresten
Gommissaressen advys: wat oncosten syn gevallen en met
garnesonen van den Staet en tot haer lastennbsp;^
seS'^n'nbsp;Appelboom, request wegens Ro-
senvelt, par vonmsse van Delft in confinement. Wert gt
quest en eenige daegen geleegen hebbende is . r Den
niceert t advys van scheepenen, die niet tegen hebben nae
Sweeden te senden volgens versouck, alsoelcranckïnnig is
en met anders doet als suicke menschen syn gewoon te dfen
mits dat in verseeckeringe mocht blyvennbsp;'
IZdM^lir'nbsp;^-ge draegen, wel
de ptrout'jgfzoTaLÏ'^'^ ^^ ^ ^^ ^ ^^
Just van Leewen Bartelomeus dochter out 21 iaeren
rrrn-t^e^oSLL-^^^nbsp;468. Nota.
Schout en scheepenen van Bennebrouck request: geschy-
den van Heemstee; Mathys de Aire 200 penninge.
deS^e^^^nbsp;quot;yt i^^^telt tot de naeste vergae-
Militie.
' dentrT:;^rnrnbsp;druyplan-
Druyplanden. 2)
en Zeeland waren voortdurend moeilijkhe-
pag. 560nbsp;^ ™ Waterschapsrecnt in Nederland, dl. 1,
Sasburg 1) uyt Brussel messive, 5 February 1670- den
Hertogh van Lourynen soude overleden syn. 2)
Notificatie.
Van der Tocht uyt Brussel date 5 February 1670
Vaii_ deselve aen den Raetpensionares : heeft enpassant
^everlmg gesondeert te gaen nae Spaigne voor ambassa-
SpIfgnLquot;^ ^^ versoucken 't sy ordenares of extre ordenares nae
Isbranss4) niet geneegen nae Spaigne te gaen.
Beverning voor extraeordenares ambassadeur voorgeslae-
gen nae Spaigne, of ordenares.
Te versoucken soo best wil.
Cuneeus i) laest voorgeslaegen voor uyt nae Spaigne te
gaen, wilde niet voort.
1)nbsp;Thomas Sasburg, resident te Brussel.
2)nbsp;Toen dit onjuiste bericht de ronde deed, schreef Van Beu-
ningen aan burgemeesters van Amsterdam, dat Lotharingen door
zijn ligging een groote tentantiequot; zou zijn voor Frankrijk. Het
land scheidde Bourgondië van de Spaansche Nederlanden en zou
,,een diepe voet aen Vrankryck in Duytslandt geven .(Dipl. Miss. 3,
Amsterdamsch Gemeente-Archief). Van Beuningen verwachtte
blijkbaar, dat Lodewijk XIV het Hertogdom zou bezetten. Dit ge-
schiedde mderdaad enkele maanden later. Vgl. pag, 188 en 189.
3)nbsp;In September 1669 was onze gezant in Spanje overleden. Het
duurde tot Januari 1671, voordat zijn opvolger in Spanje aankwam.
In Februari 1670 polste Van der Tocht, op verzoek van De Witt
Van Bevemmgk, of deze bereid zou zijn de ambassade op zich te
nemen. Deze weigerde. Volgens Valckenier hield hij zich buiten de
regeering, omdat hy voorzag, dat het met De Witt mis zou loopen.
(Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 404.) Een persoonlijk bezoek van Van
Beuningen bleef ook zonder resultaat. Of deze wel de geschiktste
persoon was om den tegenstand van Van Beverningk te breken valt
te betwijfelen. Bontemantel deelt ons mee, dat Van Beuningen Ie
lust had ambassadeur te worden. Door tegenstand van burlemees-
r4T nZi't^iX'i^z.
Nadat men tevergeefs naar een anderen candidaat had uitgezien
vond men Van Beverningk toch bereid naar Spanje te gaan Voor
het verloop van deze onderhandelingen vgl. Brieven van De Witt!
ai. IV, pag. d, 11, 62—67 en de annotaties
Generatlquot;quot;^nbsp;gedeputeerde van Groningen ter Saten-
5 ) Petrus Cunaeus, ex-secretaris bij het gezantschap in Engeland.
-ocr page 90-Ambassade nae Vrankryck had de Groot aengenomen op
conditie als syn predecesseuren, doch heeft geen voortgang
gehad. Amsterdam meest difficiel geweest, i)
De Groot. Franse ambassadeur voorslach.
Reductie gelden van de Reeckencamer te employeeren tot
intresten van haer camer en lasten. 2)
^sterdam: op behaegen haerder principaelen.
Enckhuyssen: versouckt copye.
Gereserveert tot de naeste vergaederinge.
(10)nbsp;Advys Eedelen op brandewynen placcaet: eenige veran-
deringe wegens de schippers én wagenaers arresteren.
Placcaet-concept der brandewynen en manifacture resolutie.
France manifacture.
Eedelen: te stellen by eenparige overgifte veranderinge
op de verbeurte en die boeten te verswaeren naerder te elu-
cideeren en voort te arresteeren.
Doort: botter en caes van buyten te beswaeren en dan de
manufacture etc,; brandewynen consent.
De Groot nae Vranckryck; voorts alles volgens advys der
Edelen.
Botter en caes.
Haerlem: placcaten probeeren; voorts alles etc.
Delft: placaten probeeren, ambassa(de) nae Vranckryck
te doen voort gaen; Amsterdam daertoe te induceeren.
Lyden: approbeeren de placcaten.
(11)nbsp;Amsterdam: placcaet gearresteert, mits over alle de pro-
vintie consenteeren; den dach op acht maenden nae de pu-
blicatien in te gaen van de wynen en der manifacture nae
ses maenden;
1 ) De Groot wilde wel gezant in Frankrijk worden, maar stelde
^s voorwaarde, dat hem bij zijn terugkeer een raadsheersplaats
in den Hoogen Raad zou gegeven worden, evenals dit aan Berck
uit Dordrecht en aan Boreel uit Amsterdam was toegestaan. Am-
sterdam verzette zich hiertegen, omdat op zoo'n manier niemand
meer de betrekking van ambassadeur zou willen vervullen, zonder
van te voren voorwaarden gesteld te hebben. Zoo zouden telkens
personen raadsheer kunnen worden, die aan Amsterdam onaan-
genaam waren. (Vgl. Vroedschapsresolutiën van Amsterdam 20
Dec. 1669.)
2) Het voordeel, ontstaan door verlaging van den rentevoet,
moest m vredestijd gebruikt worden tot schulddelging. Vgl Te-
genw. Staat, dl. IV, pag. 191.
Serenam: Zeelant te begroeten, opdat de vaert voort gaet;
Spaigne, ambassadeur: Beverning te versoucken, op behae^
gen der principaelen geconsenteert ;
Vranckryck: hebben voor deesen geadviseert; daerby per-
sisteeren.
Request Serenam.
Goude: placaet brandevvyn geapprobeert; van de mani-
facture naeder de consideratien te hooren.
Rotterdam: op de placcaten noch op houde, alsoe de ver-
gaedering niet compleet is;
Spaigne: consent ordenaeres ambassade;
Vranckryck: syt de Groot bedanckt voor de affecten, is
nu pensionares en excuseert.
Schiedam: ambas(sade) op behaegen der principaelen.
Schoonhooven: consenteeren de brandewynen en mani-
facture;
Ambassade behoorde voort te setten.
(12)nbsp;Briel: confiermeert met de Eedelen.
Alckmaer:
Hoorn: brandewyn met dien verstande, die gelaeden syn
niet te verhinderen en de moer meede te verbieden;
Manifacture: yder siet op syn intrest, doch consenteert;
botter en caes te belasten.
Enckhuysen: placcaten emplacteeren; verbot van speek
en vlees.
Monnickdam: placcaten wel gevallen en boter en caes te
beswaeren.
Medenblick: placaten consent; botter, speek en caas van
buytenslans te verbieden.
Is vorders geresolveert de deurwaerders volgens ge-
bruyck te maecken, doch te doen beeedigen by de Gecom-
mitteerde Raeden.
Deurwaerders hoe te beëedigen.
En is de vergaederinge geschyden, totdat wederom sul-
len beschreven worden.
(13)nbsp;WOENSDACH 12 MAERT 1670.
Munter, Vlooswyck, van Beuningen, Bontemantel, Hop. 1)
1) Dit zijn de Amsterdamsche gedeputeerden ter dagvaart. Mun-
-ocr page 92-Vranckryck, uyt Parys, Rom, i) secretaris, 7 Maert: sent
de lyst van oorloochscheepen en manier van te salueeren in
zee,- roept m syn zeevolck op lyfstraffen in; de france op
Zuratte m goede apprehentie met den Groote Mogol; Map-
paten en t ander toe Bengale logies te stellen
Tweede parteculiere brief: misnocht over de hartoch
van... over het doen hangen van een die een had gedoot •
Axcenhoven,_een Switsers edelman, nae den Haech ver^
trokken om m de militie te begeeven.
Vranckryk notificatie.
Brussel: van Van der Tocht en Vrybergen, 2) g Maerf
belastmge op de Vlaemse havens.
Parteculiere brief: den conestabele: soo deese landen wil-
len de France brandewynen verbieden, dat die oock ver-
bieden sullen volgens syn ordre van den Coningin, 3) • soo
Engelant meede wil.nbsp;t, , j uu
Een darde missive wegens de subsidie gelden- 't eerste
en 2 pay, daer noch twintich duysent gulden banckgelt man-
cqueert; de 2 hondert duysent guldens betaeh.
Brussel.
Le Maire uyt Coppenhagen, 2 Maert: 4) de tollenaers in
Noorwegen wygeren de tolbrieven van de Admiraliteyt •
Amsterdam sal invorderen 2 hondert duysent Ryxdalers
en vordert betaehnge van twee oorloochscheepen
Ende 5) belooft by payen te betaelen en schryven, dat in
Noirwegen de brief om de paspoorten in plaets van geit
SU len aenneemen; door sterven van. den Coninck wort alles
gelyck als verwerpen.
Van den 4 Maert noch van la Maire uyt Copenhaegen-
maecken swaericheyt het tractaet, met Engelant gemaeckt te
ratifice^n; den nieuwen Coninck is yverich; den resident
ter was burgemeester, Van Vlooswyck en Van Beuningen oud
- BonteSd ^a'd
v!^'van het gezantschap te Parijs
M ? Vrybergen, buitengewoon gezant te Brussel
4nbsp;TT-fnbsp;Spaansche regentes bedoeld.
'nbsp;In zijn antwoord schreef Le Maire dat Wi
met den Komng over de zaak had gesproken. In het ver^Sg ztuden
de wissels weer geaccepteerd worden.nbsp;^
mLkSi^nbsp;onderwerp volgen: de koning van Dene-
(14)
in Sweeden tractement vermeerdert; het vriest soo hart
dat loopen van de Pommerse cust tot Denemarken.
Denemarken.
Poortegael, van Barleus, i) 8 January.
27 January: 9 Hamburgers met een convoyer — een
schip gebleven — geariveert; de prins is sieck; 40 scheepen
met een convoyer om sout te halen geariveert.
Poortegael.
Deurwaerders. Schryven van het Hof: Melschier van
Aerssen, goede recommandatie; Pieter Winckelman, slechte
recommandatie; Jan van Rombeeck is redelyck bequam en
heeft gevochten en geconfineert 3 maenden in het dolhuys
op waeter en broot; is voldaen en nu van goet comporte-
ment. Cornelis De Febvre is niet onbequaem.
Deurwaerders.
Dendert Romain. Manqueert bewys van syn ouderdom.
Jan Theede Berckhout versouck veniam estates 23 jaaren
out.
Veniam estates.
Nicolaes Uytdenhagen: deurwaerders versouck. Te sen-
den aen het Hof om te examineeren.
Philips Douve 201/2 jaaren out, van Lyden.
Cornelia Six ^nbsp;a ^ jnbsp;23 omtrent out
Alidanbsp;», van Amsterdam ^^ omirent out.
/^iiaa öix )nbsp;20 jaaren out.
(15) Cornelis Janss. Boys van Medenblick, Admiralityt van
Noorderquartier. 2)
Admiralityten.
Gerret Bors, out-scheepen van Amsterdam, tot Admirali-
tyt in Zeelant in plaets van Willem Backer. 3)
Bors, admiralityt van Zeelant.
Advys: Rom, Vranck(ryck), in handen van commissa-
ressen van Vranckryck.
1 ) Caspar Barleus, resident te Lissabon.
2)nbsp;Cornelis Jansz. Boos — niet Boys —, oud-burgemeester van
Medemblik. Vgl. Resol. Holland 12 Maart 1670.
3)nbsp;Willem Backer, schepen van Amsterdam.
-ocr page 94-Vrybergen, in handen van commissaressen. \
La Maire, in handen van commissaressen. (
Brieven van Brussel:............................................i saecken
Barleus, notificatie.nbsp;................
Deurwaerder, eerste en leste bequaem, werden gemaeckt:
Aerssen en le Febere.
Veniam estates. Eenich bewys claer en ander gemaekt
Juffrouw Six van Amsterdam I nemen de steden over
Idemnbsp;van Lydennbsp;^ om beeter bewys.
Bors )nbsp;, .
Boys I geadmiteert Admiralityten.
Admiralityt.
(16)nbsp;DONDERDACH 13 MAERT 1670.
Resumptie.
Extentie der voorleede vergaederinge.
Eenige officieren niet by haer compaignie; gesuspendeert.
Geresolveert de Gecommitteerde gelast niet te betaelen voor
ses weeken en voorts volgens de resolutie te tracteeren.
Nota. Burgemeester Hooft had het ambassaetschap nae
Poolen aengenomen en crycht daernae de wallen int hooft
en bedanck.
In plaets van Hooft, gedestineert naer Polen, is gerecom-
mandeert en is oock aengenomen Jan de Wit voor extre-
°^denares ambassadeur en is by de Generaliteyt geappro-
Sotyn, executie teegen...... gesurieert voor 2 maenden i)
Vide foli 398.nbsp;' ^
Sasburg, resident in Brabant.
Berckel, drost van Heusden, questie met de regeeringe. 2)
kJim® nl^rMnbsp;die Venetie toe-
Kwam. Ue Groot regelde deze kwestie in overleg met den Vene-
tiaanschen gezant. Vgl. Resol. Holland 3 December l670 en pag 262
2) Reeds geruimen tijd bestond er verschil van meening' tus-
schen burgemeesteren van Heusden en Van Berckel, drost en schout
Is geleesen een commissie wegens France belastinge en
stond m de extentie: van Beuningen en Fagel. Doch ver-
andert alsoo de oustestads-gedeputeerde altijd moesten voor-
staen, soo den Raetpensionares syde.
Extentie der commissie en de ouste stad gaet voort.
Reeckencamer der Graeflyckheyt versouckt de reductie-
gelden te mogen employeeren tot noodige costen van in-
tresten etc in plaets van af te leggen. Leest resolutie data
18 Maert 1670.
Reductiegelden.
Instructie voor de ambassadeur, nae Spaigne te commit-
teeren. Daeronder van het zout te moge.1 haelen aen Punte
del Ray.
Zout aen Punte del Rey te haelen.
Instructie voor gedeputeerde nae Brussel.
De extentie gedaen synde. Delft versoucken de saecke
van Delftlant op te houden wegens het depopuleeren der
duynen van conynen.
Delftlant questie wegens de duynen.
Gerret Bors, wegens Amsterdam gecommitteert in de
Admiralityt van Zeelant, heeft gedaen den eet van suyve-
ringe en beloften van de resolutie van Hollant te obser-
veeren en den eet van niet te coopen, noch te vercoopen.
Bors in de Admiralityt van Zeelant
aldaar, over de volgende punten: 1° hoe de verkiezing van schepe-
nen geregeld diende te zijn; 2° of Berckel het gerecht bijeen mocht
roepen; 3° of hij in functie van president gerechtigd was de stemmen
op te nemen; 4° of hij aanwezig mocht zijn, wanneer schepenen
over zaken van justitie handelden; 5° of hij een plaatsvervanger
mocht aanstellen. De Staten van HoUand besloten nu, dat ieder
]aar zeven nieuwe schepenen gekozen zouden worden, waarvan
twee uit de afgetredenen. Deze laatsten zouden door van Berckel
aangewezen mogen worden. De schout zou de vergadering van
schepenen bijeen mogen roepen en als president gerechtigd zijn
de stemmen op te nemen. Alleen wanneer er gehandeld werd over
zijn persoon of zijn ambt, zou de schout de vergadering moeten
verlaten. Desgewenscht zou de drost en schout een plaatsvervanger
mogen aanstellen.
Wanneer burgemeesteren geen genoegen met deze uitspraak wil-
den nemen, zouden zij de zaak voor het gerecht mogen brengen.
Vgl. Resol. Holland 13 Maart 1670.
quSre?'quot;quot;^quot; Gecommitteerde Raeden vant Noorder-
Adys: baillieuwen en schouten; van geen electie uvt
dubbelt getal te doen; baillieuw van Wateflant kiest Schel
penen en burgemeesteren uyt een dubbelt getal, voordat
ordre van aenschryvmge had, 25 April 1668 i)
Advys gestelt in handen van commissaressen. De Hoven te hooren.
Lyden : propositie, dat de placcaten van het slachtturven
mach geexamineert werden. 2)
Commissaressen te examineeren.
Dorp 't Wisk by Medenblick: versouck wegens den
armenbus die genooten hebben als middelen hebben we-
derom betaelt, soo yt nalaeten. 3)
Versouck toestaen.
Anna Appeldoorn in de 20 jaaren, versouckt veniam
agendya) Is van Rotterdam.
Staen toe.
Dorp Sprang versouckt subsidie voor haer kerck.
Toegestaen.
Jacobus Scheperus, predicant tot Goude: versouck oc-
troy van syn bouck tot vertroostinge der krancken.
Toegestaen Octroy.
POST MERIDYEM.
Dort, Haerlem, Lyden, Amsterdam, Alckmaer, Rotter-
dam, Hoorn, Medenblick.
Ambassade nae Polen: congratulatie op syn croonin?e4)
en huwelyck; confidentie te stabilieeren è) en commercie
Loncept-mstructie vant Jaer 1654, met Poolen aen te gaen'
bestont m 16 artyckelen. Met Dansick 10 July 1656, 22
a)nbsp;Hs.: gendy.
b)nbsp;Hs.: stabuleeren.
1nbsp;) Vgl. pag. 42.
2nbsp;) Vgl. Resol. Holland. 13 Maart 1670.
aangewlt.^' onduidelijkheid is door mij geen interpunctie
4) Michael Wisnioniecki, koning van Polen van 1669-1673.
(19)
September concept van ratificatie. Consideratie van de
Wit, gedestineert voor ambassadeur nae Poolen
Het tractaet met Dansick i) te perfecteeren soo het doe-
nelyck is en het tractaet-concept met Poolen 2) „ae eele-
genhyt voor te stellen, evenwel dat het met Sweden geen
jalousie verweckt.
Advys der commissaressen:
Amsterdam en eenige leeden gaven in bedencken of den
ambassadeur, als-door Denemarcken gaende, aen den nieu-
wen Conmck met soude meede connen doen de doleantie
en congratulatie. 3)
(20)nbsp;VRIJDACH DEN 14 MAERT 1670.
Extentie gedaen.
In den Hoogen Raet is gestelt in plaes van Born, Fran-
coys Fagel 4) niet eenpaerige stemme.
Raetsheer int Hof van Hollant in plaets van Sixty met
eenpaerige stemmen gekooren : Cornelis Teresteyn van Ha-
lewijn. 5)
Nota. ^sterdam had haer best gedaen om den fiscael Stryen
tot raetsheer m het Hof te hebben, maer siende dat niet meede
door te connen, heben het laeten vaeren op hoop der goede incli-
natie van veel leeden, president te maecken.
In plaets van Matenesse, dyckgraef en ballieuw van Ryn-
lant, is gekoozen den Heer van Maesdam 6) met eenpaerige
stemmen.
Lyden recommandeerde van der Meert, 7) maer desisteeren vol-
gens haer advys.
1 ) Het tractaat van 22 Sept. 1658.
2) Voor dit concept-tractaat vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
3 ) Frederik III was in Febr. overleden en werd opgevolgd door
zijn zoon Christiaan V.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 14 Maart 1670. François Fagel was een
broer van den bekenden pensionaris van Haarlem. Volgens bewe-
ring van Pieter de Groot zou hij de raadsheersplaats aan Fagel
hebben afgestaan. Vgl. Kramer, Lettres de Pierre de Groot in de
Werken van het Hist. Gen., 3e serie, no. 5, pag. 366 en Kernkamp,
Ue Regeeringe van Amsterdam, a.w. dl. II, pag. 410.
5)nbsp;Pensionaris van den Briel. Vgl. Resol. Holland 14 Maart 1670
6)nbsp;Frederik Van Dorp, Heer van Maasdam, raadsheer in het Hof
van Holland. Vgl. Resol. Holland 14 Maart 1670.
7)nbsp;Herman van der Meer, Heer van Hoogeveen, Leidsch regent,
lid van Gecommitteerde Raden.
Staten van Holland 1670.nbsp;2
-ocr page 98-Gestemt wordende, gingen uyt de vergaderinge.
Delft: adviseeren in bedencken te geeven om een oresi
dent soo haest mogelyek van het Hof te maXn ^
^^sZZinbsp;een punt van
^^Schiedam: wegens den brief van het Hof op haer swack-
(21) Andries Ackersloot, geweesen secretaris tot Haerlem
wordt bekent gemaeckt, dat gecommitteert is in Camer ^r^
Reeckenmgen van Hollant. i)
Is de vergaderinge aengenaem. Ackersoot in de Reeckencamer.
Den Hoogen Raet aen te maenen om de besoignes van de
instructie te bevorderen, opdat de Hoven connen ^rmeer-
dert werden van raetsheeren.nbsp;vermeer
De saecke te recommandeeren.
Brief uyt Engelant, 8 Maert 1670, van Boreel. 2)
Delft Amsterdam en andere leeden: staende, by schrv-
vmge, de presidentplaetse te vergeeven de eerste dach de
^^Haerlem, Rotterdam: tot Dynsdach haer advys in te bren-
Notificatie.
De saecke daer heenen te dirigeeren, tegen Dynsdach een
tyd vast te stellen, van deesen dach over veerden daejn
een president vant Hof te maeken. 3)
(22)nbsp;SATERDACH 15 MAERT 1670.
Den Raetpensionares heeft met van Beuningen geconfereert nf
soude mogen proponeeren om Maesdam by provide int Wni f
keten en geen eet t^e laeten doen gedurende hl intS^ 'tnbsp;hv
had burgeme^terMuntJ;
daera^gedisponeert en Vlooswyck oock, doch BontemantÏgLg
ygl- Resol. Holland 14 Maart 1670
Johan Boreel, gezant te Londen.
was^het^Hof vI'rnbsp;quot;^«^l^den van den heer d'Eedel
nieuwen president van het Hof te kiezen.nbsp;om een
-ocr page 99-daerteegen. Den pensionares Hop comende, oordeelde het meede en
bleef soo steecken. 1) Den Raetpensionares had aen van Beuningen
gesproocken om Paets van Rotterdam president te maecken.
Alckmaer request: de ordonnantie 1658.2) Geagreert
en geapprobeert wegens de molens.
In handen van de Camer van Reeckeningen om partyen te hooren.
Subsidygelden, van Spaigne aen Sweede te geeven, leggen
tot Amsterdam wegens de Tripele Aliantie.
Wel laten gevallen en wegens de Tripele Alliantie de Duytse vorsten
soucken in te trecken en in commissaressen naeder te sien. 3)
Barleus uyt Lissebon: den Coninck ter haelve syn kuer.
Notificatie.
Den Raetpensionares slaet voor om de ambassade nae
Spaigne en Vranckryck om toecomende weeck een ent te
maecken.
De Tripele Allinatie aen alle ministers te noteficeeren,
dat het is gedaen tot gerusticheyt van het Cristendom.
Tripele Alliantie.
(23) Militie te verstercken in consideratie te neemen. 4)
Lyden advys: den Raet van Staete aen te maenen alles wel te
examineeren hoe de frontieren staen.
Amsterdam: in commissaressen te stellen en Maestricht en op de
Ryn acht te neemen; de militie te verstercken in advys te houden
en te examineeren.
Teegen Dynsdach te spreecken van de consenten.
De pachters geen minder geldt te betaelen als doblesten, 5)
op te considereeren.
Is verstaen daer ordre op te stellen en int verpachten te denun-
cieeren.
Stuyvers geen meer te laeten incoomen, die in deese pro-
vincie niet syn gemunt.
1)nbsp;De Amsterdamsche heeren zagen in het voorstel van De Witt
een pogmg, om de verkiezing zoo lang uit te stellen, totdat hij een
persoon naar zijn zin en humeur zou hebben gevonden Vgl Resol
Raad, III, 1, fol. 277.nbsp;'
2)nbsp;Op welke ordonnantie Bontemantel hier doelt, heb ik niet
kunnen vastsellen.
3)nbsp;Vgl. pag. 47, noot 2.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 15 Maart 1670.
5)nbsp;Doblesten zijn dubbele stuivers. Vgl. Resol. Holland 15 Maart
1670.
van t^spllen.nbsp;^e -unt
Stuyvers te verbieden nae de munt gehoort en oock ses stuyvers.
neeret '''''nbsp;''nbsp;te exami-
iZZirnbsp;yder te gee^venTouTquot;::
Uyt Brussel 12 Maert van Van der Tocht en Vrijbergen
Sa burg 12 Maert uyt Brussel: France frontieren worden
starck met voick beset.nbsp;woraen
Notificatie.
sterrm!'nbsp;^ maenden, Adriaen Passant van Am-
Geconsenteert.
I) Waarschijnlfjk zal bedoeld zijn de Eeuldergulden In 1527
mUioen gl. fc st. Hub,, zoiil zon l™r£i Sn 480 ï.fT.
commissarissen tot de West-Indischenbsp;oesloten, dat aan de
worden over de wliz^van nrnt^dnbsp;.quot;^vies gevraagd zou
3) Roelant van Kinschot, lid van den Raad van Brabant.
-ocr page 101-Dirck Bastiaenss., veniam estates.
Ve^achtinge gecommitteerde: Dort, Haerlem en Amsterdam;
Delft, Lyden en Gouda; Gorichem, Briel, Alckmaer, Eylanden.
(24)nbsp;SONDACH DEN 16 MAERT 1670.
Sondach met de heeren Munter, Vloosv^^yck en pensionares
te gast van de heer van Papecop. i)
Savons quam den Raetpensionares in ons logement, doende
alle debvoiren om te induceeren tot Paets, voor president
vant Hof te willen van stadtsweegen te stemmen, stellende
syn bequaemheyt boven den fiscaal Stryen, sooveel swaer-
der als een ducaton by 4 ryxdaler. Dat soo Amsterdam ge-
beft te gaen op Paets, dat met eenparige stemme sal ge-
concludeert werden. Dat Amsterdam sich niet moest in-
bedde, dat de inclinatie van de leden soo is als wd dencken
en dat oock qualyck syn onderrecht. Dat soo Amsterdam
hart staen op Stryen, dat men soude conden vinden een
midddwech, dat is: van Paets te maecken president en
Stryen mede raetsheer. 2)
1) Nicolaas van Vlooswyck, Heer van Papecop, ritmeester
2 ) De bemoeiingen van De Witt, om Paets president van het
•nbsp;een onderdeel van een ander plan. Toen
in 1669 het pensionarisschap van Rotterdam vacant was geworden
had Paets naar dit ambt gesolliciteerd. Niet hij, maar Pieter de
Groot was benoemd. Dat de verhouding tusschen deze twee niet
bijzonder goed was, is niet te verwonderen. Om dezen onaange-
namen toestand te doen ophouden, trachtte men Paets president
van het Hof te maken. Lukte dit, dan zou De Groot pensionaris
blijven, slaagde men niet, dan zou Paets pensionaris worden in de
plaats van De Groot en deze zou als gezant naar Parijs vertrek-
ken. Na zijn terugkeer kon hij dan lid van de vroedschap van
Rotterdam worden. (Vgl. Wicquefort, a.w. dl. IV, pag. 147). Van al
deze plannen kwam echter niets terecht. 14 Mei deelde De Witt
aan Van Beuningen mede, dat het toch beter was, dat Paets geen
president werd, „te meer de saecke tot Rotterdam in den Raet was
discrepant staendequot;. (Zie Resol. Raad, Hl, 1, fol. 318). De reden;
dat De Witt Paets liet vallen, is volgens Dr. Japikse te zoeken in
diens onrechtzinnigheid. (Vgl. Brieven van De Witt, IV, pag. 138,
noot 2). De onrechtzinnigheid van Paets is bekend, maar toch moet
de Rotterdamsche predikant, Ds. Clement, tot wien De Witt zich
om mlichtingen gewend had, een goed getuigenis van zijn ortho-
doxie gegeven hebben. (Vgl. Brieven aan De Witt, U, pag. 524,
noot 1). Waarschijnlijk zal De Witt de candidatuur van Paets
hebben laten vaUen wegens de oneenigheid in den Rotterdamschen
raad Door zijn wat plompe vrijmoedigheid was Paets niet erg be-
mind. Vgl. Dr. C. W. Roldanus, Adriaen Paets, Tijdschrift voor Ge-
Wy, by discours, doch niet als lasthebbende, bleeven per-
sisteeren by Stryen en stelden syn ervarenthyt ver boven
Paets en bequaemhyt seer hooch, als alle de leeden wel synde
(25)nbsp;bekent en dat Paets ter contrarie jong i) in Regeeringe van
Rotterdam is, synde alleen vroetschap en advocaet en ge-
committeert ter Admiraliteyt. Dat oock is van goede maxu-
me en oversulx noodlich is voornamentlyck in sulcken staet
te blyven ende sulcke humeuren en bequaemheden in de ver-
gaderinge van Hollant te houden. Dat met Stryen niet ward
naedeel aen de Republique gedaen, want, hem aftreckende
van het fiscaels-ampt, een ander bequam advocaet can in de
plaets gestelt werden en de Graeffelyx Reeckencamer, daer
advocaat van is, sullen haer met een ander sullen connen
versien. Soodat Stryen soude werden gestelt tot vermeer-
deringe van dienst te doen aen de Republique en Paets
soude, president wordende, minder dienst doen als nu.
En vielen eenige discoursen om Maesdam in het Hof te
laeten, tot een president soude syn gemaeckt, sich laetende
geen eet doen van het dyckgraefschap, waerop van Beunin-
gen syde, dat best was een president te maecken en dat den
Raetsheer Nirop, als ouste synde, voor soo een corte tyt
soude 't selfde connen waernemen.
Den Raetpensionares, merckende de starcke inclinatie op
Stryen en dat Stryen sich soude houde geaffronteert van
hem raetsheer te maecken en een president boven hem: dat
mede soo wel conde begrypen.
Syn eenige discoursen gevallen, op de nieuwe te maecken
instructie van het Hof en is alsoo geschyden.
Naedat den pensionares Hop by discourse had verbaelt,
dat t'onrecht wierde beschuldicht, als dat eenige leeden
soude hebben gedrycht in de solicitacie laest voor Stryen,
't welck verklaerde niet waer te weesen, oock geen ordre
daertoe te hebben gehadt, waerop van Beuningen syde, dat
hy niet was te beschuldigen, als hebbende de saecke niet
seer aengetrocken.
(26)nbsp;MAENDACH DEN 17 MAERT 1670.
Brief van Amsterdam becomende hebbende, getyckent by
schiedenis, 1935, pag. 137. Zie voor het vervolg pag. 27, 28, 33, 110
142—145.
1 ) Sedert 1664 had Paets zitting in de Vroedschap van Rotterdam.
-ocr page 103-Valckenier, uyt den naem van Burgemeesteren, opdat tot
President vant Hof van Hollant soude recommandeeren den
heer Hudde, raetsheer in den Hooge Raet en soo daer niet
meede soude connen doorcoomen, alsdan soude gaen op den
fiscael Stryen ende soo tot geen van byde apparentie saegen,
de electie op te houden tot de aenstaende vergaederinge, soo
hebben de gedeputeerde ter vergaederinge goed gevonden
van Beuningen af te senden nae Amsterdam om Burge-
meesteren te induceeren, dat tot Hudde geen aparentie was
ende tot Stryen goede apparentie, ingevalle daerop alleen
gelast werden te gaen.
Den Pensiones Hop heeft Hudde veel swaericheeden int
gemoet gevoert van niet te sullen connen met hem doorcoo-
men. En hy meende ter contrary van ja en syde par dis-
cours, dat nu geen vrint van den Raetpensionares was, maer
doen gearbyt wierde om hem burgemeester te maecken en
goede apparentie was, dat doen den Raetpensionares by hem
te gast quam en over en weder elkander gingen vergasten.
Oock dat syn swaeger had nae Amsterdam gesonden om uyt
te wercken, dat last mocht gegeven werden aen de gedepu-
teerde ter dachvaert, van op syn persoon alleenich te gaen
besoliciteeren.
Leest fol. 34.
(27)nbsp;MAENDACH DEN 17 MAERT 1670.
Extentie gedaen synde.
Eet van suyvering van Maesdam, 't selfde presenteerde,
is opgehouden tot morgen.
Den Raetsheer Fagel heeft gedaen den eet van suyvering.
Willempie Coops, woonende tot Amsterdam, claecht, dat'
tot Groningen geen executie op een vonnis can becoomen.
De boodens, 27 starck, van Hollant claegen en versoucken
beeter tractement aen de Gecommitteerde Raeden, die het
senden aen de vergaderinge.
Seureté de Corps versocht by Hans en Jan van der Hie-
len, stockviscoopers tot Amsterdam.
Kerckmeesters van Catwyck op Zee: versouck van con-
tinuatie octroy, 8 stuyvers op elcke tonne bier en 5 st. op
een^stoope wyn, tot onderhout van de kerk voor noch 15
staT'^^rnbsp;Ouderkerk, versouckt een bier-
f^ ............... en dat Annexie Cornelis mach vf^r
bodt werden gedaen stal te moogen hebben en de neritrtequot;
verbieden en door niman anders als door hem
Tur^Jnoï^^^^^^^^^^^^^ ^^^nbsp;drsw-
staft'vtrr'r'inbsp;Westmaes: sobere
staet van de kerck; versoucken 700 gulden voor onderhout
van predicanthuys en preckhuysnbsp;onaernout
Ontvanger van Blyswyck wegens Nederslingerlant • ver-
souck octroy van vryhyt van impost van ...... gl Hy Heer
heeft gegeven 1500 gl.nbsp;^ ^
(29) Louis de Lewier versouckt gereleveert te werden van twee
weïennbsp;Gecommitteerde Raden ge-
De Gecommitteerde Raeden advys is 't selfde af te slaen.
Bouwen Taets, bouckwytmaelder tot Philippine- octrov
om een molen te stellen. De Gecommitteerde Raeden soude
bet volgens haer advys afslaen.
Schout, setters) en schepenen van Maessluys: versouck
aprobatie op de keure van de arme by octroy. De Gecom-
mitteerde Raeden souden het toestaen.
Tomes van den Hoorne: versouck wegens 't achter weesen
van syn tractement. Gecommitteerde Raeden souden het af-
Jacob Lenquen en Wayerboen, pachters over de bieren
van Spyckenesse, versoucken remissie vant achterweesen
De Gecommitteerde Raeden slaen af.nbsp;acmerweesen.
1 ) Bierstal = bierkraam.
2)nbsp;Damas van Slingelandt Barthoutsz. de kort te vnrpn
3)nbsp;In Maasland en Maassluis heetten de burgemeesters zetters
-ocr page 105-Claes Ryers, moudtbrouwer tot Alckmaer: versouck ve-
niam estates. Manqueert bewys.
Willem Le Lant van Alckmaer: heeft 7 jaaren geoffent
int notaresschap; versouck deurwaerder.
Wessel Alberts. Kluppel versouckt veniam estates. Out
24 jaaren.
Parochieraeden van den Lier: behoufticheeden; versou-
cken de schreven te moogen by parate excecutie innen.
Gesonden. aen de Gecommitteerde Raeden om advys.
Hof van Delft en Vryemannen, by Delft geleegen: 1659,
nieuv^re cohieren van den 200en pennick.
Salomon van den Berg, weduwenaer en Josian Bruyn,
jongedochter, in den Haech met trouw beloften, is de ge-
booden gewygert. Heeft int laeste getrout geweest met
Anna Sibels, synde moye van Josia Bruyn. Versouckt dis-
pensatie. Brengen eenige exempelen by.
Resolutie van Hollant van sulx niet toe te staen, maer den
schout te belasten daer tegen te gaen.
Af slaen.
Houwelyck van namaechschap afgeslagen.
(30) Minnebeecke van den Hooge versouckt legitime in......
Aen het Hof te senden.
Kerckmeesters van Durcherdam in Waterlant: octroy 20
stuyvers opt tonne bier, continuatie vant tonne.
Geconmiitteerde Raeden Noorderqu(artier.)
Kerckmeesters van Muyderberg versoucken octroy: 2 pen-
nincken op de vaste goederen, als vercoft werden.
Muyderbarch. Aen de Gecommitteerden Raeden.
Nota. Wort altyt verstaen op de vercoop der vaste goederen van
ingeseetenen van de suplianten. Juridictie moet gedaen werden en
niet betaelt door vremden, die daer landen hebben leggen, als
die vercoft werden.
Marcken in de Zuyderzee versoucken de incomste der
octroy continuatie.
Aen de Gecomitteerde Raeden van het Noorderquartler.
Job Leenderts, commercier van Amsterdam: versouck
wegens de 200en penninck. Werd gemaent in den Haech.
In handen van de commissaressen als Haerlem etc.
Symen Adriaenss. Visser, pachter van Hoorn.
_ Heer van Wassenaer Warmont: i) Kerck tot Haserwouw
ingestort door ouderdom; heeft een nieuwe gebout daer
noch veel geit aen manqueert; versouckt subsidie.
Gecommitteerde Raeden.
Haesterecht magistraeten versouck: haer kerck afgebrant
en hebben geen subsidie gehadt; versoucken nu, alsoo de
toorn in sal vallen, versoucken nu 3000 gl..
Gecommitteerde Raeden.
Groot Cappel in de Langestraat: subsidie tot den dyck
uyt de verpondinge.
Gecommitteerde Raeden.
France predicant tot Heusden: klachten en versouck van
de 200en penning.
Ses Zuythollantse dorpen in de Langestraet.
Voorleeser en siecketrooster in de France kerk alhier in
den Haech versouckt verbeetering van tractement.
Afslaen.
Aris Quickenburg van Amsterdam: dat den heer Wayer
syn goederen heeft fidecomies etc..
Aan Hof.
(32) Predicant Eckins versouck emeritaat a) als in de 70 jaaren
synde.
Aen de Gecommitteerde Raeden.
Hendrick van Veele: 200en pen. tot Amsterdam en hier
in den Flaech.
Commissa(ressen).
Heer van Outshoorn, Burgemeester tot Amsterdam ver-
souckt: Alffen, Outshoorn en Knephouck haer Kerck voor
deesen gemeen; de gemeente te groot; gestelt een tweede
predicant tot Alffen tot adjonck, soo lang den ouste leefde
a) Hs.: emiditat.
I) Jacob van Wassenaar, Heer van Warmond.
-ocr page 107-en dan wederom maer een; 230 communicanten tot Outs-
hoorn was drie totael. i)
Drie totael.
Sievert Jelmers: fidecomies.
Aen het Hof.
Sytie Schellingers: fidecomies.
Aen het Hof.
Ingelanden van 's Graevenlant:. vaert en sluyswachter.
Gecommitteerde Raeden.
Verhoeven en van de Helm, pachters.
Gecommitteerde Raeden.
Vrouw van Vlaerdingen: 200en penninck op twee plaes-
sen gemaent.
Hendrick Godin van Amsterdam: veniam estates.
(33)nbsp;Amsterdam: brief voor Jan Andriess. Groengraf om te
weesen eyckermeester-generael van de munt.
Fiat in de volle vergaderinge te brengen, volgens Hoorn advys
en Lyden.
Souvier van Waermandoys, heer van Warmenhuyss.: ver-
souckt leengoederen.
Reeckencamer.
Wassenaer, Heer van Warmont.
Diaconie van de france Kerck in den Haech: hebben sub-
sidie jaarlyx 300 gl. tot een subsidie; dat nu noch versou-
cken en ordonantie van Hollant daerop.
Gecommitteerde Raeden.
Wolfert van Brederode: in oude tyden vry van alle impo-
sitie, oock 200en penninck, is meede taxceert in den Haech
in de 200en penninck verhooging.
Aen Gecommitteerde Raeden en Amsterdam versouckt copye.
(34)nbsp;29 April 1666 is by Burgemeesteren van Amsterdam en
Out-Burgemeesteren geresolveert van maer één pensiona-
res op de dachvaert te gebruycken.
Becoomen een brief van Burgemeesteren en resolutie van
den Raet 17 Maert 1670 om Hendrick Hudde, raetsheer in
1) Bontemantel wil zeggen, dat er 230 communicanten waren in
de drie dorpen tezamen.
fen enToflfr^'lnbsp;«of te recommandee-
ren en soo dat by de leeden met gaan wil, te gaen on de fis
cael Stryen en Maesdam niet te laeten ee^e Let ?n't Hof
?eerninbsp;can samen
Leest fol. 26, 219.
DYNSDACH 18 DEN MAERT 1670.
Extentie der resolutie.
rec^nÈt.''quot; verpachtinge of generael consent. Ge-
Bekent te maecken, dat de excecuteuren van Matenesse
?erShtnbsp;d^^rtoe
Request van de France gemeente en Duytse gemeente-
hebben jaerlyx 300 gl. en by groote noot hebbef Tomtyts
gehadt extreordenares 300 en 400 gl. daerboven.
In handen der Gecommitteerde Raeden.
te wïnTotnbsp;^^^
gr^te Maendach in July en soude committeeren den raetsheer
Dach om een president vant Hof te kiezen.
in den Haech, request: wordt ge-
prest door den Ambassadeur Poorte(gael) 500 once si vS-
werck op de proef van Poortegael een cilvat te maecken
en daertoe te moogen 't selfde silver gebruycken; versoucS
daerm de keur te buyten te moogen |aen.nbsp;^^^^ouckt
Toestaen aen den Ambas(sadeur) Poortegael.
't Salueeren in Zee van Vrankryck 1666, 26 Februari
tTsnbsp;-
Raetpensionares syt 't selfde al op syn tyt te hebben
g^^gcvonden te hebben by de Upieren^'att
Huidf RlSL^^LTnXrnbsp;^^^
maeckenquot;. Zie Resol foad,nbsp;f0^ 277.
(35)
(36)
1nbsp;rang ..........................................5 schepen
2nbsp;rang ..........................................4
3nbsp;rang ..........................................28
4nbsp;rang ..........................................19
5nbsp;rang ..........................................22
fregattes ....................................13
gallioenen ..............................4
95 in alles
Alewyn, i) geworden raetsheer, heeft den eet van suyve-
ringe gedaen.
(37) Of behoorde een brief geschreven te worden, staende de
vergaederinge, aen de leeden om een president te maecken,
staende deese vergaederinge.
Eedelen: ja, 3 dach.
Dort: ja, 3 dach.
Haerlem: ja, voortgaen.
Lyden: ja, voortgaen.
Amsterdam: ja, op approbatie 3 dach.
Gouda: ja, op de resumptie 3 dach.
Rotterdam: instructie op te maecken en dan in ordre tot
't selfde te treden en de supplicatie; 3 dach.
Goricum: is alleen en wacht de andere heren comen; 't
selfde.
Schiedam: ja, 3 dach.
Schoonhoven: eerst de instructie en dan de president en
suplement; 3 dach op behagen.
Briel: heeft noch geen rescriptie becomen.
Alckmaer: syn gereet; 3 dacghen.
Hoorn: ja, 3 dach.
Enckhuysen: geen last becoomen en instructie van den
raet van den 3 dach; persisteert.
Edam: ja, 3 dach.
Munnickendam: ja, 3 dach.
Medenblick: geen antwoort becomen, doch dat Rotterdam
wel adviseert; 3 dach.
Purmerent: aenstaende vergaederinge 3 dach; volgens
ordre 3 dach.
/) Cornelis Teresteyn van Halewyn.
-ocr page 110-Pensionares syt, dat de resolutie syt: alle ampten den 3
daeh te vergeeven, tensy in extreordenares tyden 1656
sehaTÏTegetTen.nbsp;vergaderinge president-
Edelen: neen, evenwel differeeren.
Dort: tot den 3 daeh.
Haerlem: staen toe, daeh en haer raetsheer
Delft: 3 daeh.
Lyden: tot den 3 daeh en geen cessie te nemen
Amsterdam: afgeslaeghen in beleeftheyt.
Gouda:
Rotterdam:
Gornicum:
Schiedam:
Schoonhoven:
Briel:
Voorts, alsoo tegen wort gesproocken, afgeslaegen Om
geen tyt te versuymen is geen verder omvraech gedaen.
Maesdam doet eet van suyveringe.
édelen: 2) lasten der landen en dat van de landen comt
I ) Volgens de resolutie van het jaar 1656 moeten ambten ver-
van de ordenares ve^aederinge
Snbsp;Sri'foHr beschryvinge syn gebfachtquot;. IS
2) Op pag. 30^39 heeft Bontemantel aangeteekend de de-
liberatie over het eerste punt van den besdhrijvingsbrief nl
de verpachting van de middelen, die tegen 1 April verpacht
moesten worden: „te weeten den impost op de hoornbeesten en
bezaaide landen voor den tyd van 6 maanden en die op het zout
kMrsen, waage, ronde maat, brandhout, paarden, veertigsten Den-
ning op de scheepen, tabak, goude laakenen, fruyten, booter W-
en ^tvni®quot;nbsp;op de ontgrondinge
Maar 1670 iT voor twee jaaren'\ (Zie Resol. Holland 12
keuringnbsp;besprekmgen weigerde Amsterdam haar goed-
Keunng te hechten aan de verpachting van de waas en aan het
opleggeld der granen, zoolang niet de 1/3 verhoog van
vooien en hcenten zou zijn afgeschaft en een nieuwe 1st va^de
convooigelden zou zijn opgesteld. (Vgl. pag. 32) H^ verzet
baatte met en nadat de gedeputeerden tweemaal een Ser na^
huis hadden gedaan, besloot de stad haar tegensL^op te geven
op voorwaarde, dat de opbrengst der 1/3 vefhooging vL dea con-'
(38)
en de verpondinge; soo eenparich syn alles te consenteeren-
de middelen consent.
Dort: de verpondinge te egaliseeren en besoigne daerop
te maecken en dan toe te staen; besayde landen en horen-
beesten af te laeten en kaas en suyvel, van buyten incomen-
de, te beswaeren.
Haerlem: met de Ridderschap en dat Dort behoorde ^een
svi^aerichyt te maecken.
Delft: met de Ridderschap; dat herbeschryvinge alleen is
om te sien, of men die meer van doen heeft en niet anders,
alsoo de lasten daer op syn geaffecteert; botter en caes te
beswaeren; 20 duysent kinnekes i) uyt Engelant tot Rot-
terdam gecoomen.
Lyden: sullen verklaeren soo alle de heeren consenteeren
botter en caes te beswaeren.
Amsterdam: de waech, oplechgdt der graenen, voordat de
lysten der convooyen sullen syn ontlast en geredresseert
Gouda: soo geen difficultyt werd gemaeckt, sullen con-
senteeren.
Nota. Inplaets van 15 tonnen gouts is geresolveert 10 ton-
nen gouts af te leggen voorleeden jaaren int Zuyderquartier
Rotterdam: te consenteeren soo alle consenteeren
Gorrichem: consenteeren.
Schiedam : consenteeren; turf en coolen niet te verpachten
uytheemse graanen, booter.
Schoonhoven: consenteeren, uytgenomen oplechgelt der
graanen; booter, caes van buyten.
Briel: consenteeren, uytgeAoomen op de hoorngdden en
besayde landen.
Alckmaer: concent; gemael, scheepsbroot; bieren-impost
ter zee vry.
Hoorn: consent; vlees, speek, botter, caas van buyten in-
coomende.
fTZ^ licenten van de drie volgende jaren zou gebruikt worden
V^A 'ï® ^'^hulden der Hollandsche admiraliteitscolleges
Van de schulden dezer coUeges en van de opbrengst van de 1/3
H^n '^v!^!® Irnbsp;opgesteld wor-
ifi7n\ ^X® Vroedschaps-Resolutiën, Amsterdam 20 en 22 Maart
1670). Deze voorwaarden kwamen overeen met het advies van de
Staten van Holland van 19 Maart. (vgl. Resol. Holland) Op pag 62
en vlg. geeft Bontemantel een overzicht van de lasten der verschil-
lende admiraliteitscolleges in Holland.
I ) Kinneke = tonnetje.
Enckhuysen: consent; vlees, speck, botter etc
Edam: consenteeren; vlees, speck, botter etc '
Momckdam: consenten; vlees, speck, botter etc
Medenbhqu: consenten; speck, vlees, botter etc
Purmerent: consent; speck, vlees, botter etc
Is uytgestelt.
POST MERIDYEM.
Besoigne wegens de finantie, over het eerste point van de
laeste en van de nu eerste pointen van de bescLyvinge
De Gecommitteerde Raeden saten aen de tafel der Ede-
len als : van Asperen uyt de Eedelen, de Wit van Dort Gra-
vesteyn van Haerlem en Hooft van Amsterdam
Advys der Gecommitteerde Raeden: 1665 of geen or-
donantie der mihtie onbetaelt staen;nbsp;^
Delft 5 maenden, Goude 6 maenden, Rotterdam een jaer
ten achteren aen de milicie; 1665 most weesen int Zuyir-
quartier 15 tonnen gouts en werden maer één mihoen af-
gelyt volgens resolutie; de obligatie ten lasten van het lant
staen op het incoomen van het lant en daerom can geen
lasten achter gelaeten werden.nbsp;^
Nota. Den Raetpensionares sit nu gedeckt, als synde in
meT'Snnbsp;^^ pcnsionaressen spreecken
Mn JnH 'nbsp;gebruyckt den titel van Eedelen
Mogende, als synde in besoigne.
Nae lanckwylige demonstratie van Dort om niet te connen
de verponding, hoornbeesten en besayde toestaen ende Am-
sterdam meede int lange gededuceert hebbende de reeden
waerom het oplechgelt van de graanen niet connen toe staen
ende den impost van de waech, het laeste tensy de extre-
ordenares middelen der convoyen sullen syn afgeschaft en
de nieuv^e lyst gemaeckt sal wesen ende 't eerste, alsoo de
negotie die last met can lyden en werd gediverteert
40) De leeden verstonden dat ter contrarie; sustineeren dat
ae van buyten mcomende granen moeten belast werden al-
soo door de laege prysen der graenen den huysman niet'can
bestaen en bij gevolch de eygenaers der laiden geen Tn
comsten conne inachtich werden; dat het oplech der graenen
s jaars opbrengt omtrent 50 duysent guldens, daer Amster-
dvne'eSnbsp;''nbsp;- oversulx soo
dyne belastmge van 15 stuyvers op de tarw ende 20 stuyvers
op de rogge per last geen diversie can maecken. ^
Amsterdam syt het te weese een last van buyten incoo-
mende en met op de consumptie en een provintiale laste dat
teegen de maxime is, maer moste geset worden op de'lyst
der convoyen en alsoo gemaeckt een generalitytslast; dat het
is toegestaen voor de tyt van een jaer, nae lange debatten en
als over den hals is gedrongen en niettegenstaende in vree-
dens tyden alle devoiren hebben aengewent ten ynde het
afgeschaft soude moogen werden, daer niet is connen toe-
gebracht werden; dat alle de extreordenares middelen in
tyden van benautheyt geconsenteert, afgeschaft syn ' als
200 penmnck, 1000 penninck, halve verpondige, carosse
passagiegelt etc. en dit alleen, dat de negotie druckt en
alleen Amsterdam, wart gecontinueert.
Nae veele discoursen over en weer syn savons omtrent
neegen euren geschyden.
(41)nbsp;WOENSDACH DEN 19 MAERT 1670.
Den heer van Beuningen gisteren nae de middach weder-
om t'huys gecoomen synde van Amsterdam, heeft deese mor-
gen gerapporteert, dat Burgemeesteren waeren van het cen-
timent als de heeren alhier, om op de fiscael Stryen alleen
te gaen en recommandeeren tot president int Hof van Hol-
lant, alsoo geen apparentie connen sien — opt rapport —
dat den heer Hudde inpressie by de leeden heeft, waerop de
resolutie van den Raet slaet, te weeten: soo met den een niet
doorconnen, alsdan op Stryen te sullen gaen; dat oock in
mandaten heeft den heer Hudde sulx bekent te maecken
ende te recommandeeren, dat gelieft by recommandatie den
heer Stryen van stadtsweegen favorabel te weesen.
't Welck syn E. in presentie der gecommitteerden is in
beleefde termen aengedient, die antwoorde, dat niet anders
voor en heeft als tot dienste van de stadt alles te contribu-
eeren.
(47) Eedelen Dort, Haerlem, Delft, Eyden, Amsterdam, Gouda
Gornichem, Schiedam, Schoonhooven, Brielle, Alckmaer'
Hoorn, Enckhuysen, Edam, Monnickendam, Meedenblick'
Furmerent. Leest 92.
(50)nbsp;WOENSDACH DEN 19 MAERT 1670.
Extentie gedaan.
Begraffenis van Martenes. i)
I ) „Nota. Deese Matenesse, een der Edelen, stierf noch geen 25
Staten van Holland 1670.nbsp;3
van syn stadt by den anderen en niet het eeneÜfbv W
Consideratie op de pachters.
Hailing voor Dort in de Admiralityt Zeelant
Is voor aengenaem gehouden.
Admiralitj^ i„ de Maes.
Ut supra.
Ut supra.
De leeden te versoecken, Dort, Amsterdam Schiedam
Nemen de keer nae huys aen.
den adel verheffen ver booven de steedenquot;nbsp;^
^le Bonteroantel, Resol. Raad, III, 1, fol. 275'
litèilït^^d-''^quot;''nbsp;I-Jen der Admira-
SdericSo^'ftquot;nbsp;va^i Dordrecht
i.n. Vgl. H jorsïïsvMLrsr' ™
-ocr page 115-Dort en Briel neemen aen de saecke, een keer doende, fa-
vorabel te rapporteeren in haer difficultyten.
Amsterdam verstaet met keere te doen geen voordeel te
doen.
Eedelen nemen aen in de lyst der convoy de graenen veel
meer te ontlasten, voor soo veel in haer is; alle de middelen
uytgenoemen die in questie syn, te verpachten als verpon-
dmge, hoorn en besayde landen, waech- ende oplechgeh der
graenen; geen verpachtinge wordende gedaen, connen geen
mtrest betaelt werden en daermee 't credit verboren.
Commissaressen nae de verpachtinge:
(In het quartier van) (de heeren van)
Dortnbsp;Schiedam, Edam.
Delftnbsp;Eedelen, Lyden.
Amsterdamnbsp;Rotterdam, Alckmaer.
Goudanbsp;Amsterdam, Gomichem.
Gornichemnbsp;Dort, Schoonhoven.
Alckmaernbsp;Edelen en uyt de gecommitteerde Raeden
Noorderquartier.
^damnbsp;Haerlem, Gecommitteerde Raeden
Noorderquartier.
Boete in het oplechgelt der graenen sal nu weesen 4 mael
meer dan de waerde, inplaets van 200 gl., i)
Is vastgestelt.
POST MERYDE.
Nae de begraffenisse van Matenesse.
Nae eenige resumptie.
14 Maert Rom uyt Parys: die van Tunes hadden al 20
scheepen. Engelse, heeft genomen.
Brussel 16 Maert.
(55)nbsp;DONDERDACH DEN 20 MAERT 1670.
Dat bericht syn, dat Zeelant sich sal conformeeren noo-
pende de hermonie van het stadthouderschap separaet te
houden; dat Vrieslant en Groeningen van gelycke geresol-
1 ) Deze aanteekening van Bontemantel is niet geheel juist Op het
ontdmken van het opleggeld der granen stond een boete van 1000
Carolus gl. Nu werd bepaald, dat wanneer een kleine hoeveelheid
graan mgevoerd werd, zonder dat hiervoor het opleggeld betaald
was, deze overtreding gestraft zou worden met een boete van hoog-
stens viermaal de waarde van het ingevoerde graan. Bij opzetteliike
ontduikmg Mu een extra-boete van 200 gl. betaald moeten worden.
Vgl. Resol. Holland 19 Maart 1670.
veert hebben; dat apparent is dat syne Hoochhyt sal ge-
mtroduceert werden m den Raet van Staaten; dat gedelibe-
reert moet werden op den rang, ordre en eessie efc i
- ^^nbsp;nae te
't SLTquot;^nbsp;^^nbsp;tot 24 gl. 171/2 St.
Geconsenteert voor een jaer.
18 scheepen nae de Middelantse Zee van 60 tot 300 stucken
coppen, solt en costgelt fl. 759510.
12 maenden consumptie fl. 72000.
In alles fl. 1108680. 2)
VRYDACH 22 MAERT 1670.
Advysen op Amsterdam voorslach.
Eedelen: 't laetste: van het gdt der verpachtinge der
waegen te houden in handen en te geeven aen de Admirali-
tyt, connen met verstaen, alsoo de Admiralityt, gdt moeten-
de hebben, moeten aenspreecken alle de provintien en
Hollant met alleen, of de andere provintien mosten meede
soo veel geeven; ten anderen, dat Hollant geen gdt can mis-
sen; Admiralityt is maer beswaert 150 duysent guldens
s jaars en nae advenant ved minder als Hollant, als synde
beswaert Va van de incomste en de Admiralityt met 1/10
part maer dat Hollants geh moet coomen in de ontfangers
hand en gedistribueert, daer het behoort.
Dort: soo de middelen eenpaerich worden verpacht dan
en anders met verpachtinge voort te laeten gaen
Delft: syde meede, dat de intresten soude moeten stil staen
als wordende uyt de ordenares middden betaeh als andere
ordenares costen.
yder ht het consent wygeren, gelyck nu doen, doch, om faciei
te gaen, consenteeren, doch tot ontlastinge ^an dé commer
cie, ingevalle de leeden niet connen overfen coomen oTwat
wyse de extreordenares middelen sullen af gedaen ^LS
voor Zfsie''quot;quot;'-nbsp;^^aat hier en elders
2) Bontemantels becijferingen kloppen niet altijd.
(56)
en by ontsteltenisse dan gebracht werden aen de Admira-
htyt tot ontlastinge.
18 Maert 1652 is 't last en vylgelt geresolveert. Hollant is over de
helft beswaert van syn incomste. 4 a 5 millioen is de schuit der Ad-
miralityt van Hoefycer en Orisonce tollen, of redemptie gelden.
Amsterdam: het middel van de waech toe te staen, mits
dat aenstonts besoigne wert gemaeckt op de lyst der con-
voyen tot ontheffinge der extra-ordenares lasten en midde-
len, soo staende deese vergaederinge, als na het schyden en
onderwyle de gelden te laeten berusten in handen van Am-
sterdam int tresory extreordenares en binnen een jaar de
lasten der convoyen te examineeren en justificeeren; en 't
selfde niet gedaen synde, nae het jaer de gelden sullen ge-
bracht werden ter Admiralityt, om de lasten af te leggen;
oplechgelt des graenen, is Amsterdam advys, voor dit jaar
toe te staen, mits aenstaende jaar daerin niet te continueeren
en oock niet sullen consenteeren.
Dat sullen leeden aentyckenen.
Bril: Seggen last gekreegen te hebben: soo alles wert ver-
pacht en anders niet te consenteeren.
(57) Naerder voorslach van Amsterdam: dat geaffecteert sal
werden 1/6 van de ordenares convoyen tot aflossinge der
lasten en niet meer.
1/6 der convoyen is 3000 guldens.
Concept-conclusie: besoigne te maecken in globbe wat de
lasten syn en wat lasten te continueeren, tot de belasten
sullen syn afgedaen.
Is niet voort gegaen.
Nader Ridderschap advys: die geit opnemen moeten be-
taelen ; carossen, passagiegelt met eenparich advys afgeschaft
en resolutie van den raet van Amsterdam; % verpon-
dinge 200 penninck hebben gewillich geconsenteert
en 100e penninck en wederom afgeschaft; extreorde-
nares consenten ^ in Amsterdam gebracht; connen geen
middelen afschaffen, of met gewoon consent; L,yden spree-
cken gestadich de warmoeslandenimpost af te schaffen, is
niet opgevollicht; hebben 't concept sonder kennisse toege-
staen; consenteeren absolut de verpachtinge; connen niet
weeten wat en hoeveel op de extreordenares schulden syn op
de convooy nog loopende; in confusie sal Amsterdam 't mees-
te lyden; landen loopen niet wech, maer negotien wel.
Dort: geruchten van oorloch by Keulen en anderen; pro-
testeeren van alle onhylen; Amsterdam is oorsaeck, dat be-
soignes van de Admiralityt niet syn voortgegaen; wynich
daegen verpachtmge is meer schaede als de impost: een be-
sendmge te doen.
Haerlem: syt oplechgelt der granen is op de consumptie
alsoo de helft wort vertiert; waechgelt wort tot Amsterdam
noide gehandelt; Amsterdam heeft de besoigne van de con-
voyen getardeert; waechimpost is een van de ouste van de
Staet; beloven alle debvoiren aen te wenden tot ontlastinge •
schaede het laut aan te doen in renten en militie, credit vant
lant, van den Staet en ingeseetenen sal verlooren syn; sullen
protesteeren van alle onhylen en bidden en smeecken Am-
sterdam ; excuseeren de besendinge.
Delft: Amsterdam behoorde int hart anders te dencken-
de beleegeringe van Amsterdam is soo schaedelyck niet ge-
weest tot krenkinge der negotie; noyt de imposten vant lant
en syn gebracht aen de Admiralityt, maer wel extreordena-
res subsidie; hebben geen kennisse van de lasten der con-
voyen en syn daer blint in; wil Amsterdam een republiq apert
oprechten ?
Lyden: 't advys aengesien en nu sien, dat het anders; de
middelen ordenares syn oli sacra ;i) protesteeren van alle
onhylen; nae huys gaen en ordre haelen en bidde Amster-
dam; negocie en crack is onverdraechelyk; Amsterdam op
de lyst fout.
Amsterdam: can niet anders doen als persisteeren, ge-
bruyckende daertoe alle de reeden; soude, op de voorslach
van de Raetpensionares van 1 /3 te laeten, geaf fecteert tot de
aflegginge der extreordenares lasten en verpachtinge dan
laten voortgaen. 2)
Gouda: connen op 1/3 part te stellen niet consenteeren.
Rotterdam: syt Amsterdam souckt haer Admiralityt al-
leen machtich te maecken en de superiorityt.
Gornicum: syt geen consenten connen gewygert worden
alsoo daer lasten op staen en de Gecommitteerde Raeden té
hooren om hoe te stellen, soo gaen verpachtinge gedaen
1 ) Oli sacra?
2) Amsterdam verklaart zich bereid na te denken over het voor-
stel van De Witt. Vgl. pag. 30, noot 2.
(58)
Schoonhoven: nae Amsterdam te gaen; leeden nae huys
om ordre te haelen hoe te doen, soo Amsterdam persisteert;
met de Gecommitteerde Raeden te adviseeren.
Briel, Alcmaer, Hoorn: krachtige reden van protestatie
en dat meer gedaen hebben, als haer last is.
Enckhuysen: behoorde secreet gehouden te worden en
ongeluckige harsens, die hierover oorsaeck van syn; Van
Beuningen is oorsaeck van de non-voortganck der besoigne
der convoyen; versoucken, dat geconcludeert mach werden
en dat Amsterdam dat sal moeten volgen.
Voort de andere leeden: 't selfde.
Amsterdam persisteert. Endelyck nemt Amsterdam aen
een keer nochmael te doen nae haer principaelen ende de
naeder verhoopte ordre morgen avont ten acht euren in te
brengen.
Nota. Amsterdam heeft Saterdach savens consent inge-
bracht aen den Raetpensionares, alsoo niet twyffelen of
de goede genegenthyt van alle de leeden tot ontlastinge der
extreordenares middelen. Ende dat oversulx het concept-
resolutie sal door de leeden in resolutie geconverteert
worden, i)
(62)nbsp;DYNSDACH DEN 25 MAERT 1670.
Rapport van den pensionares Hop wegens Dirck Claesz.
van Leeck. 2)
Sal geschreeven werden aen van der Tocht, dat van
Leeck uyt de gevanckenisse te laeten gaen op borgtocht
juratoire.
Advys van den Hoogen Raet opt request van notares
Hoyting wegens Schryver, onmondich jongman. Voochden,
Burgemeesteren Andries Graef en Jan Duyts, versoucken
relief over een verblyf gedaen met kennis van weesmeeste-
ren. Questie van fidecomies van Papenbrouck met retectie
van revisie aen den Hoogen Raet.
Meenen geen relief behoorde toegestaen te werden. 3)
1 ) Voor deze resolutie vgl. Resol. Holland 21 Maart 1670.
2)nbsp;Van Leeck werd in Brussel gevangen gehouden. Vgl. Resol.
Holland 25 Maart 1670.nbsp;,nbsp;,,
3)nbsp;Vgl. voor deze kwestie: De Regeeringe van Amsterdam, a.w. dl.
II, pag. 481 sqq..
Gecommitteerde Raeden advys wegens den ontfanger Uyt-
denboogert: pachters van Amsterdam, 187 duysent gulden
over de bieren, versoucken quytscheldinge •
den ontfanger heeft op syn tyt gevigikert; P. Garst is
Heln.^ W fTnbsp;Van der Hoeven, van den
Helrn, Wenckel, Garst, Porgen, pachters, pachten veel
pachten oock van de bieren 546 duysent guldens; Burge-
meesteren schryven, uyt rapport dat van den ontfanger,
dat haer pacht voor deesen wel hebben betaelt en oordee^
len suffisant te weesen; hebben becomen difverse ?e-
volchde surceantie van excecutie tot Feb. 1669- staet te
noteeren dat 1667 noch veel ten achteren waeren aen de
pachten.
Behoorde de Gecommitteerde Raden gelast te werden niet
meer als eenmael surceantie te geeven aen de pachters, tot
-l df Staeten sullen vergaert syn en geen pachters ge-
admitteert e pachten, die merckelycke som schuldich is Den
doch de 300 gl. wegens het passagiegelt moet betaelen en
dat IS het rapport van de Gecommitteerde Raeden
Seœdœrrquot;quot;quot;''quot;'nbsp;nae behooren is ge-
Cornelis Rotteveen, pachter van het bestiael tot Lyden-
versouckt remissie van 12000 gl.
Af te slaen.
Schout en gerecht van Voorburg request: 1667 Juffr van
den Vecht 200 en pen. overschryvinge vrouw van Leevve-
steyn.
Hoorn notificeert en Enckhuysen, dat Saterdach aenstaer-
de moeten vertrecken op haer verkiesinge. i)
Zeelant, Vrieslant ende Stadt en Lande maecken aen
Haere Ho. Mog. bekent op 21 Sept. 1667 concept concilia-
ioir,^) 17 Janu 1668, advys der andere provintie: 3) Syn
Hoochyt heeft aengewent alle debvoiren op concept concili-
dJJ ^ F^tlf de magistraatsverkiezing plaats op Goeden Vrij-
w^ ï®quot; ^ Januari. Vgl. Tegenw. Staat dl. V pag 440
en 476. Hoe de heeren van Enkhuizen eind Maart met dit doel ver-
trekken konden, is dus niet duidelijk
2) Bedoeld is het concept van de Acte van Harmonie.
i) Op de Acte van Harmonie.
(63)
atoir, soodat sy dry provintien meede treen in het voors con-
cept conciliatoir. i)
Nota. Hollant presideert in de Staeten Generael.
Edelen: seggen, dat soo aenstonts Syn Hoogchyt niet con geintro-
troduceert werden in den Raet van Staaten, maer eerst moet be-
soigne gemaeckt werden op de plaets, cessie en introductie, 't welck
de bontgenooten niet connen wygeren, alleer de saeck aldaer can
tot conclusie gebracht werden; oock moeten de retroacten nae wer-
den gesien.
Dort: 't selfde.
Haerlem: aenstonts de saecke te examineeren en niet te verschuy-
ven.
(64)nbsp;Delft: als Dort en de Eedelen.
Lyden: 't selfde en haest te examineeren.
Amsterdam: dat ordre wert veryst en met den eersten de retro-
acten nae te sien.
Goude: besoigne voorgaen.
Rotterdam: copye, alsoo meent eenige woorden staen en de tyden
syn seedert de presentatie verandert.
Gorcum: 't selfde.
Schoonhoven: als Lyden.
Briel: absent.
Alckmaer:
Hoom: seggen een resolutie te weesen in haer Raet, dat niet can
geresolveert werden wegens syn Hoochyt, of moeten eenige daegen
van te vooren gewaerschout werden.
De andere als de Eedelen.
Conclusie: ter Generalityt te seggen, dat de retroacten sullen
naesien op de introductie, rang en cessie en stemme van syn
Hoochyt in de Raet van Staaten.
Den Heer van Moermont of Werckendam, 2), ter Generalityt presi-
deerende, quam selfs in de vergaederinge van Hollant en syde, dat
de provintien wille concludeeren, doch wierd versocht 't selfde te
verschuyven en is wederom gecomen en gerapporteert, dat de pro-
vintien 't quaelyck nemen, also een oude saeck is en nu compleet
en by Hollant voort geset en is opgestaen laetende de provintien
disputeeren.
(65)nbsp;Le Maire uyt Coppenhagen, 15 Maert 1670, messieve: den
stadthouder comt in quaede staet.
Amsterdam doen aentyckenen, dat het oplechgelt der gra-
nen consenteert, doch niet meer sulx consenteeren 't aen-
staende Jaer; ende wegens de verpachtinge van de waech
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 25 Maart 1670.
2)nbsp;Daniël van Wyngaerden van Werkendam, Heer van Moer-
mond, lid van de Ridderschap van Holland.
doen seggen, dat consenteeren, niet twyfelende, oft concept
sal opt het eerste resolutie geconverteert werden.
Dese aentyckeninge is op ernstich versouck der leeden wederom
mgetrocken, alsoo alle jaer hebben haer vrye consenten.
Roems uyt Parys: den Coninck gaet nae Nederlant en
Madame i) sal overstappen nae Engelant om haer broeder
te besoucken; 10 schepen gaen nae Suratte met vereeringe
en coopmanschappen en 2 matematiques.
Uyt Brussel van Tocht 22 Maert.
(66)nbsp;25 MAERT 1670.
Besoigne in de Staetencamer,
Rapport vant Hof. Goes en Cloeck over de questie
der magistraten in Waterlant met de ballieuw van Water-
lant. 4)
Mandement van complainte.
28 Febr. 1654: over de magistraetbestellinge.
De Gecommitteerde Raeden van het Noorderqu. sustinecren
de magistraten uit dubbelt getal te moeten kiesen en niet den
ballieuw, volgens resolutie 28 Febr. 1654.
De magistraeten sustinecren, dat het moet gedaen werden
door haeren ballieuw, volgens de oude previlegie van Albregt
van Byeren.
De regeerders van Waterlant te ontbieden en doen begrypen, dat
het een last is dat gekozen worden door de ballieuw. Daer de
1 ) Henriette van Orleans, zuster van Karei II.
2)nbsp;Willem van der Goes, raadsheer in het Hof van Holland.
3)nbsp;Hendrik Cloeck, raadsheer in het Hof van Holland.
4)nbsp;Er bestond een kwestie tusschen de Staten van Holland en de
magistraten van Waterland over het verkiezen van schepenen. Vol-
gens het privilege van Albrecht van Beieren, gegeven 22 Maart 1387,
werden de schepenen gekozen door den baljuw uit een voordracht^
opgesteld door den schout en de burgemeesteren (vgl. Tegenw.
Staat, Vin pag. 524). Zich grondend op de resolutie van 28 Febr.
1654 eischten de Staten van Holland het recht van verkiezing voor
zich op. De baljuw en de regeerders van Waterland hadden nu
een mandement van complainte gelicht bij het Hof. Na veel be-
sprekingen besloten de Staten 23 Juli de nominatie te laten aan
den baljuw, de burgemeesters en regeerders, maar de electie zelf
te doen. Zoo de magistraten hier niet mee accoord gingen, zou het
Hot uitspraak moeten doen. Over den afloop vermeldt Bontemantel
mets maar uit de „Tegenw. Staatquot; blijkt dat het privUege van Al-
brecht van Beieren toen gehandhaafd is. Vgl. pag. 72—74, 100,
104, 157.nbsp;' '
souveryn of haer Gecomitteerde Raeden, de magistraten stellende,
soo is het haer voordelycker dan dat haer ballieuw haer kiest en
oversulx dat de Camer van Reeckeningen haer hooren, of sy het
out gebruyck van Albert van Byieren houden voor een previ-
leege.
In plaets van de Reeckencamer is verstaen te ontbieden voor ge-
deputeerde van de Staaten.
(67)nbsp;WOENSDACH DEN 26 MAERT 1670.
De voochden van den Jonge Schriverius of Schryver ver-
soucken relief over een verblyf gedaen by den Hoogen Raet
over fidecomies goederen met de Papenbroecken. i)
Is gestelt aen commissarissen: Haerlem, Lyden, Amsterdam, Goude,
Alckmaer en Enckhuysen.
Sasburg, resident tot Brussel, 24 Maert 1670: dat tot Veu-
ren in Vlaenderen is afgecondicht door de France van hoy,
haver etc. in corten te versien. Slechte militie cn wynich
aldaer.
Classis Amsterdam versouckt sinodes van Noort-Hollant
te moogen houden aldaer en commissaressen te authorisee-
ren tegen 4 Augustum aenstaende. 't Request was getyckent
by dominé Clerckius en een predicant van Naerden.
Is gestelt tot commissaressen: den Heere van Bennebrouck, raets-
heer in het Hof, met één uyt de stadt, te committeeren door de
magistraet aldaer.
Bennemeer by Medenblick eenige abuysen in de verpon-
dinge.
Advys vant Hof over Wassenaer Waermont.
(68)nbsp;Op de resumptie van de saeck van de introductie van syn
Hooghyt in de Raet van Staeten, over de cessie, rang en
stemme aldaer.
Deese naemiddach een besoigne te maecken met den Raet
van Staeten, om een eynde te hebben en 't selfde ter Gene-
ralityt bekent te maecken door eenige leede van deese ver-
gaederinge en te induceeren haer conclusie ten dien fyne
soo lang uyt te stellen. Syn gecommitteert om ter Generali-
tyt te gaen: Haerlem, Delft, Amsterdam, Hoorn, om daer
conclusie op te houden.
1) Vgl. pag. 179.
-ocr page 124-gaen om rapport daernae te doen
En voorts de meeste leeden alsoo.
10 Febr. den 24 dito van Barleus messiven.
Worden gerecommandeert naerstich te besoigneeren ■
manufacturen-belastinge ;
instructie van de Hoven;
ambassadeur nae Poolen;
Admiralityten M^aeren aengecomen.
Request Dyckgraef, Heemraeden en hoochinlanden van
Rynlant, op de dachten der ingelanden van het brackwaeter
uyt Amsterdam by Drecht en Aer inloopen ende bederven
haer huysraet en beletten de beesten soo veel suyvel niet en
bedurven suyvel geeven ; de waeteren uyt Amsterdam dringe
op tot m en boven den Ryn ; hebben met Amsterdam in con-
ferentie geweest om alles in vrintschap by te leggen, maer
geen effect gehadt. Rynlant is separaet van Amstellant. Dat
vermogen de separatie van waeteren te doen ; Drecht en Aer
gedampt en versoucken teegen alle fytelyckheyt protectie.
Amsterdam neemt het request over. i)
Lyden syt, dat by ellecke dyck hebben 50 man. Dat Amsterdam uyt
w om haer neeringe te onttrecken. Niet gebracht werden aen het
Hot van justitie.
Copye.
Ambassadeurs nae Vranckryck en Spaigne.
Beverning versocht nae Spaingne extreordenares ambassadeur en
een persoon te senden daer neffens tot ordenares ambassadeur
Vranckryck ambassade, wert Amsterdam versocht neffens de lee-
den om de Groot te senden op conditie als Boreel is geweest waer-
op Amsterdam haer hebben verklaert geen last daertoe te hebben
en oversulx persisteeren. 2)nbsp;neooen
Rapport van de besoigne van den 25 deeser.
1)nbsp;Voor het geschil tusschen Rijnland en Amstelland zie hierna
pag. 44, 68 69. 75, 92-95, 97-99, 104 en 111. Zi^ok Wicour
ovi; W fnbsp;partLul^re vrTe^dt
over het sluyten van het water na de Haerlemmermeeren; Set
dammen van de Drecht en Goutsevaert in 't jaar 1670 Vgl Knut
tel, no. 9834. Een samenvatting van de hee e geschUenis^eeft
Sl°Tpa?. 72%9'nbsp;Regeeringf van^sterdaS
2)nbsp;Vgl. mijn pag. 9, noot 3.
(69)
(70)nbsp;Ont fanger Uyt den Bogert.
Haerlem versouckt coppye,
Amsterdam op de aentyckeninge van den impost der op-
lechgelt der graanen.
Versoucken 1) te willen de aentyckenen intrecken. Amsterdam ad-
vys: noch eenmael daerover te schryven.
Is ingetrokken.
Introductie van Sijn Hoochyt gestelt te examineeren en
nae de middach te besoigneeren.
Edelen, Dort, Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam, Rotterdam,
Schiedam, Alckmaer, Hoorn, Enckhuysen.
Haerlem, Amsterdam en Hoorn syn gegaen ter Generali-
tyt om de resolutie wegens de introductie van den Prins op
te houden, tot soo lang de retroacten nae sullen syn gesien.
't Welck Zeelant, Vrieslant en Stadt ende Landen niet con-
den verstaen, willende dat den president Warckendam soude
concludeeren, alsoo alle de provintien, te weeten ses, sulx
adviseerde, waertegen alle reeden by werden gebracht en is
eyndelyck, naedat den Raetpensionaris meede ter Generali-
tyt gecomen was, conclusie genomen: dat de Heeren van
Zeelant, Frieslant en Stadt ende Landen syn bedanckt en
dat besoigne sal werden gemaeckt op wat wegen de intro-
ductie sal gereguleert werden voor en al eer posetivelyck
daerop sal geresolveert werden.
(71)nbsp;BESOIGNES 26 MAERT 1670.
Over de introductie van Syn Hoochyt den Prince van
Orange in den Raet van Staaten.
(^nsiliatoir concept-resolutie, 21 Sept. 1667, 17 Jan. 1668.
Begin genoomen 1667. 5 Augusty dry resolutien geno-
men: Euwich Edict, Introductie, Militaire charges.
Resolutie explicator in date als boven.
16 Febr. 1600. Generaele Staten resolutie van Frederick
Hendrick, broeder van Prins Mauritus: in de Raet van
Staeten een stemme als een raet; eet te doen.
Is gebooren 1585.
1 ) Nl. de andere leden der Statenvergadering.
-ocr page 126-16nbsp;Febr. 1600 Generalityts-resolutie.
17nbsp;Maert 1600: helpen adviseeren ende resolveeren in de
Kaet van Staaten en oock ter Generalityt.
18nbsp;Maert 1600 heeft den eet gedaen.
Commissie 17 Maert 1600.
Heeft geen tractement gehadt.
(72) 18 Maert 1600: is gepresenteert ter vergaederinge door
Barneveit en gestelt boven de stemmende provintien, daer
den Raet genoegen in heeft genoomen.
3 November 1638 resolutie van Hollant op den jonge heer
prms Willem: in den Raet van Staaten te brengen om te
helpen adviseeren ende resolveeren; en de commissie
3nbsp;November 1638 resolutie van de Generalityt: in de Raet
van Staaten te mogen coomen; doet eet; als wort ontboo-
den te moeten coomen; en in de Generalityt te moeten coo-
men als versoeht werd.
5 April 1669 van Hollant.
4nbsp;November 1638 resolutie van Hollant: eet by hanttas-
tinge.
5nbsp;ditto is gebracht ter Generalityt en geset in een grodte
stoel en daernae geintroduceert.
S Nove(mber) 1638 resolutie van den Raet van Staten: ge-
plaest naest of voor den gouverneur van Vrieslant, ofte
de plaets daer de ambass(adeur) van Engelant pleech te
hebben, ofte eerste plaets van syn Hoochyt Frederik Hen-
drick.
(73) Advys der Gecommitteerde Raeden van Staaten, die we-
gens Hollant daer sitten als van Seventer, Glas, presenten,
Shngerlant, secretares: stellen vast te introduceeren; be-
dancken voor de eer van het advys te vraegen, geleesen in
de secreete notelen; de gedachten daerover te laeten gaen,
echter sullen eenige consideratie segge: de gouverneurs'
Edelen en provintien hebben haer commissie van de pro-
vintien; seedert Eicester is geen generael geweest; Fredrik
Hendrick in de Raet van Staeten comende, wierde afge-
staen 't tweede artyckel der instructie als hebbende reen
quabtyt. i)nbsp;®
n .Hendrik, als broer van Maurits, mocht volgens
^[twnbsp;instructie van den Raad van State niet in den 4ad
zitting hebben. Voor de instructie vgl. Aitzema, a.w. dl. III, pag.
-ocr page 127-Ridderschap: morgen nae de middach naeder daerover
te adviseeren en de heeren van den Raet onderv^ylen de
retroacten nae te sien.
(74)nbsp;DONDERDACH 27 MAERT 1670.
Besoignes op de Commissie van den ISden Maert.
Versterckinge der militie. Advys der Gecommitteerde Rae-
den: 1. recruteeren; 2. geen aenritsgelt i) te geven; 3. 10
regimenten te voet en 5 of 6 te paert.
Nota. Is op besoignes geen gebet gedaen deese morgen, maer het
gebet is gedaen voor het doen van rapport.
Nota. De Gecommitteerde Raeden saeten aen de tafel der
Edelen.
Hertoch van Louteringe doet openinge om te voegen by
de Tripele Alliancen:^) dat syn troepen sal houden op syn
costen; dat 3000 man te paert, een 3000 te paert of omtrent;
versoukt geen subsidie; te ageeren, dat een stabuleert corps
behoorde te weesen om, soo den Fransman op den Ryn yts
attendeerde, tegen te gaen, of waer het soude mogen wee-
sen ; dat de Bisschop van Ceulen questie maeckte tegen hem
Bisschop; 3)
Ments : 600 ruyteren;
Trier: 400 Ruyteren;
de Staeten: 2000 Ruyteren;
alle vorsten moeten maer één hooft hebben, omdat yder apart
soude geen effect hebben; syn a) te vreede alle haer trou-
pen te stellen onder de Staeten-Generael en haer oversten;
sullen alles laeten aen Haeren Hoog Mog. wat best is ge-
daen, soo den France yts attendeert, naer het soude wee-
(75)nbsp;sen; Ments en Trier sullen geen geit begeeren; dat int
ryck sal connen uyt gewerckt werden, dat den Bisschop
a) Hs.: ben.
I )Aenritsgeld = handgeld.
2)nbsp;Bij het sluiten van de Triple Alliantie was de mogelijkheid
open gelaten, dat ook andere vorsten zich garant zouden kunnen
stellen voor het behoud van den vrede van Aken.
Verontrust door de imperialistische politiek van Frankrijk, toonden
enkele Duitsche vorsten zich hiertoe genegen. Bontemantel ver-
meldt hier het aanbod van den Hertog van Lotharingen en de
Keurvorsten van Mainz en Trier om zich bij de Triple Alliantie te
voegen. Zie ook pag. 57, noot 2, pag. 75 en 77.
3)nbsp;Waarschijnlijk bedoelt Bontemantel, dat de Aartsbisschop
van Keulen ageerde tegen den Hertog van Lotharingen.
Geulen sal moeten in ruste en soo niet obedieert, de naeste
vorsten als Lünenburg daer te laeten tegen gaen en dan
soude de Staeten met de voors troupen daer onder connen
ageeren; Philippe Vielei) is door Vranckryck beset en de
mgeseetenen daer uyt gejacht; Vranckryck sal soucken
meester te weesen van Geulen en soo van de Cheurvorst.
De Gecommitteerde Raeden 2) advys waeren Haerlem,
Amsterdam en Gorcum by geschrift: aen te nemen 10 Re-
gimenten yder van 1400 man en yder compaignie 100 man;
3 regimenten paerden, yder regiment van 6 comp. en yder
compaignie 80 paerden.
Naerder advys by monde: men moet oock merck hebben
op het lants welvaren ende oock op de beurs van het lant;
alle geruchten syn maer conjecture; garnisoen van Magis-
tricht te stareken en te Rynberk uyt de militie der provin-
tien; die Comp., daer leggende, by noot te versterken;
authorisatie op de Gecommitteerde Raeden, soo de Staaten
niet by een syn, des noot te verstercken; garnisoen van
Vlaenderen te verstercken; de compagnien van Holland
te leggen by Bergen op Zoom, om oeffenen en te letten
op Brabant en Vlaenderen en by provisie alles soo te lae-
ten; in Mastricht leggen 43 compagnien, 5 compagnien
paerden; Rynberck 1 te paert, 9 te voet; Oorsoy 5 te voet.
Edelen advys: dat geen volck aen te neemen is, als de
noot aan de man gaet, of naedat een slach wech hebben;
dat men moet sorgen eer de noot aen de man gaet; nu can
men volck krygen en goet volck en dan qualyck en uytschot
en met aenritsgelt; recruteeren de compagnien tot 100 cop-
pen en ruyters tot 80 man; wegens de Lotteringen een be-
soigne van te maecken.
Dort: een matelycke wervinge.
Haarlem: dat Mastricht is gelegen om alles in omsicht te
houden, soo Ceulen, den Ryn en Brabant etc. en behoorde
starck versien te weesen, om óf de stadt of andere gele-
genthyt te gebruycken; de troepen by regimenten in Maas-
1 ) Philippeville.
2) Haarlem, Amsterdam en Gorcum brengen als gecommitteer-
den uit de Staten van Holland advies uit over een voorstel van de
Gecomm. Raden. Vgl. Resol. Holland 27 Maart 1670. Wegens de
onduidelijkheid heb ik hier geen interpunctie aangebracht.
(76)
triebt sullen de beste dienste connen doen; drie compagnien
te recruteeren; Rynberck als Maestricht; Orsoy 't selfde;
Viaenderen taemelyck versien; en een corps by Breda; offi-
cieren by de compagnien te blyven; de goeverneurs exacte
monsteringe; vs^ervinge van eenige ruyters; alles van vivres
en amonitie te besorgen.
Advys van Delft: Magestricht, Rynberck, Orsoy en Meurs
vi^el te versien; recrute in de voors. Steden, twee voet-regi-
menten; ruyteren te werven regimentsgewyse; voorts als
Haarlem.
Advys van Lyden: Gecommitteerde Raeden niet te
authoriseeren; de plaetsen wel te versien; officieren by de
compagnien; onder regimenten niet te recruteeren.
Amsterdam advys: Mastricht, Rynberck, Orsoy en Meurs
wel te versien en spoedicb, is 't mogelyck, by regimenten
drie compagnien te recruteeren. Vivres en amonitie te lae-
ten examineeren door commiss(aressen) daerwaerts te sen-
den ; voorts als Haerlem: ruyters derwaerts te recruteeren.
(77) Advys van Gouda: als Haerlem; wegens het werven van
ruyters best te weesen te recruteeren.
Rotterdam: in substantie als Haerlem; wat meer ruytery
te werven.
Alckmaer: de authorisatie op de Gecommitteerde Raeden
te excuseeren. De frontieren wel te versien. Niet te recru-
teeren.
Hoorn: met Haerlem.
Enckhuysen: de plaetsen te verstercken met garnisoen en
behoeften; in substantie als Haerlem.
Conclusie: de voors. plaetsen sterck te besetten by regi-
menten; de recrutie in die quartieren te doen te paerd en
te voed, de officieren by de regimenten en compagnien
scbarpe monsteringe; soo 't can een corps by Breda.
Lyden, Alckmaer: niet te recruteeren.
De Edelen verstaen alle de compagnien te recruteeren;
de andere macht alleen die in de voors. garnisoenen sullen
gelyt werden, die sullen syn omtrent 100 compagnien.
De Eedelen naerder advys: van omtrent 5000 man te re-
cruteeren en over te leggen met de maerschalcken en Ryn-
graef ende den Raet van Staaten 't beste; en met de andere
bontgenooten en voorts alle ordre.
Staten van Holland 1670.nbsp;4
-ocr page 130-'t Welck is geresolveert te rapporteeren i)
Hollant heeftt 427 compagnien.
Gué, Denemarcken, envoyé.
DYNSDACH 25 MAERT 1670.
Dort, Haerlem, Lyden, Amsterdam, Rotterdam, Alckmaer
en Hoorn 25 Sept. 1669 commissoriael.
Johan Helm, Henriques Tome goede mannen wegens Dene-
marcken.
11 Febr. 1666 tractaat met Denemarcken artyckel 6; de re-
solutie van Hollant gebracht ter Generalityt en by Zeelaht
overgenomen.
Te rapporteeren, dat de saecke noch niet is gedisponeert om
arbiters te stellen, alsoo de resolutie van Hollant noch niet
IS ter Generalityt geresolveert, dat eerst voor moet gaan; dat
oversulx Gué, minister van Denemarcken, sal daerover
moeten worden gedisabuseert, alsoo de resolutie by Zeelant
IS over genomen en dat onderwylen den Raetpensionares
soude connen schryven aen le Maire, of de questie niet soude
connen by minnelyck accoort afgedaen werden; 2) en oock
aen de West. In. Comp.
(78)nbsp;DONDERDACH 27 MAERT 1670.
Schatter van Haerlem heeft den eet gedaen en den eet
van suyveringe om in de Admiralityt tot Amsterdam te
gaen.
Resumptie.
Pachters niet dan alleen surceance te verleenen dan één
rys en tot soo lang de Staten vergaederen; ontvanger ordre
op de excecutien.
Rapport wegens de militie is geacht onnoodich, alsoo alle
de leeden daerby, of over syn geweest.
Is het concept-besoignie geconverteert in een resolutie Leest
net voorgaende folie, te weeten de ordre en de op de recrutie
te besoigneeren met den Raet van Staaten en maerschalcken en
onderwylen de leeden last te versoucken van haer principaelen.
] ) Voor de besluiten, die genomen werden vgl. pag. 55. Zie ook
Resol. Holland 27 Maart pag. 65 noot 1
2) Vgl. pag. 66, noot 1.
Rapport door den pensionares Hop wegens de zoutla-
dinge, af te haelen uyt Poortegael, volgens 't laeste tractaet
ar(ticul) H.
't Meeste is geweest anno 1662. Afgehaelt 85876 moy in 145
scheepen. i)
Af te haelen jaerlyx 85 duysent en de Comp, van West In. daer
noteficatie van te geeven.
Nota. Nae de middach hebben de Heeren van Amsterdam
geconsuleert met stadsadvocaten over het leggen van de
dycken en stoppen van de Gouse vaert en Drecht, gedaen
door Rynlant.
Als advocaten: Moleschot, Coutenburg en Kerckhoeven.
(79)nbsp;POST MEREDY 27 MAERT 1670.
Van Seventer wegens de Edelen, Glas van Enckhuysen,
Slingelant, secretaris, Hollantsche Heeren uyt den Raet van
Staaten.
Advys wegens de introductie van Syn Hoochyt in den Raet
van Staaten: connen uyt de stucken sooveel licht niet crygen
als wel by haer Ed. Gr. Mog. requireert; door het mortifi-
ceeren van het stadhoyderschap, soo schynt dat geen intro-
ductie can gedaen werden; nimant is gequalificeert in den
Raet van Staaten te sitten tensy Casper Leoninus, Canceleer
van Gelderlant; 2) Van der Wyden;3)
No3't ymant gecommitteert uyt den hoofden van de Genera-
lityt, maer altyt uyt de provintie; de Prince syn in den Raet
niet geadmitteert; is niet gedisponeert, dat de Prins soude
werden geintroduceert; daer is merckelycke onderschyt tus-
1 ) Volgens het tractaat met Portugal van 31 Juli 1669 was de
Republiek verplicht jaarlijks zooveel zout uit st. Hubes te halen,
als er gedurende het tijdvak van 1659—1668 maximaal per jaar was
gekocht. Uit een onderzoek door commissarissen uit de Staten van
Holland bleek, dat in 1662 de grootste hoeveelheid gehaald was.
De Staten van Holland besloten nu ter Generaliteit te bevorderen,
dat tot delging van de Portugeesche schuld (vgl. pag. 20, noot 2)
jaarlijks 85000 moyen zout uit St. Hubes gehaald zouden worden!
Hierover zou met den Portugeeschen gezant een overeenkomst ge-
sloten moeten worden. Vgl. Resol. Holland 27 Maart 1670.
2)nbsp;Elbertus — niet Caspar — Leoninus, tijdens Leicester lid van
den Raad van State, sinds 1586 grootzegelbewaarder van den Raad.
3)nbsp;Van der Wyden heb ik niet kunnen identificeeren. Men zou
verwachten, dat deze heeren geen gewone leden van den Raad van
State zijn geweest; hierover is mij echter niets bekend.
sehen laeter en nu; dat daer nu geen stadhouders syn; dat
nu is Premier Nobele in Zeelant.
Prins Hendrick is geintroduceert opt versouck van Hollant
en nu sou geintroduceert werden door de Provintien; dat
niet connen adviseeren op de metode, alsoo daer in de 'reso-
lutien niet van wert gesproocken; de provintien sullen hem
wdlen geeven de hoogste authorityt en setten daer de gou-
verneur-generael heeft geseeten en sullen willen geeven geen
delibereerende stem, maer een concludeerende stem;
sullen oock willen geeven een aensienelyck tractement van
60 duysent guldens; den Raet van Staaten sullen oock niet
minder adviseeren.
Vragen, of de intentie is van Hollant: sal hebben een advi-
seerende stem, of een concludeerende stem; een adviseeren-
de stem moet eerst gevraecht werden, sal hy vooraf advi-
seeren, soo heeft een adviseerende stem en concludee-
rende, soo moet eerst werden gevraecht syn advys en
dan syn stem; of sal hebben een stem wegens alle de pro-
vintien ; is Premier Noble in Zeelant en Zeelant heeft airede
twee stemme in den Raet en hy soude de derde weesen; is
merkelyck geinteresseert in de generalitytsplaetsen, als Bre-
da, Graeve, Cuyck, Harstal etc. en heeft heele streecke lants;
daer can geen contributie en gelden becomen werden, niet-
tegenstaende dickmaele werden aengemaent, daer in ordre
soude moeten werden gestelt.
(81) Advys der Eedelen: excuseeren, dat wat lang hebben
moeten wachten; hebben niet gediscrependeert, i) maer een-
parich, bedancken de heeren van den Raet.
1: introductie.
2: cessie in den Raet.
3: stemme.
Eerste point: men moet oprecht en woort houden; 5
Augusty 1667, den één heeft den ander wat toegegeeven;
de introductie is gedaen en moet staet grypen; op wat manier
staet te considereeren; de Generalityt te authoriseeren.
Tweede, aengaende de cessie: de stoel van den generael
moet werden geremoveert; 2) de twee fluweele stoelen son-
1 ) Lees: gediscrepeert.
j ^LP®nbsp;Leicester als Gouverneur-Generaal en later
de I^msra van Oranje gezeten hadden, was niet uit de kamer
vfn den Raad van State weggenomen. (Vgl. Wagenaar, Vad. Hist.,
dl. Xni, pag. 430). Tijdens de besprekingen over de introductie
(80)
der armen; de eerste plaets boven Geiderlant op een der
fluweele siechte stoel; can niet geplaest worden tusschen de
provintien in en oock niet lest; moet werden aengesien als
comende uyt alle de provintien.
Het 3 point nopende de stem moet men spreecken nae syn
gemoet: moet geconsideert worden als om te hooren en sien
en leeren en daerom niet anders te hebben als een prealable
adviseerende stem, om 4 reeden:
de eerste, omdat niet can uyttrecken de gunst tot Zeelant,
als synde daer het eerste lit, anders soude Zeelant hebben
dry stemme en Hollant heeft daer maer dry stemme; de
Zeeuwse heeren in den Raet syn permenant; i) 2 reeden is,
dat besit veel landen en heerlyckheeden onder de Generali-
tyt, daerin daegelyx questie en lasten, daer de sucht volgens
de natuer daerheen gaende nadeelich soude wesen; 3 reeden
is, dat groot en in aensien is en daerom, stemme hebbende,
ydereen soude hem toestemme en soo meest voocht weesen.
4. Is van Engelant gebooren en gealieert met veel poten-
taten als Brandenburg etc.; sal noch met syn prealable stem
al te veel authorityt hebben; seggen voort, dat eenpaerich
van stemme syn int voors. advys.
(82) Dort: dat seedert groote veranderinge syn voor gevallen;
heeft in veel provintien groote authorityt; behoorde van de
hant te wysen en cessie te excuseeren; de authorityt soo veel
te besnoeien als mogelyck, soo de cessie moet voortgaen; dat
Geiderlant behoorde voor te sitten; geen stem, maer hooren
en sien, want vooraf te adviseeren, te groote impressie sal
hebben by de raeden, alsoo by de meeste provintien groote
gunst heeft en de anderen sullen syn groote authorityt ont-
sien; moet werden beeedicht om secreet te weesen; als ge-
bruyckt wert in eenige charges, niet langer in den Raet sal
moogen blyven.
Haerlem advys: met de Eedelen eens over de introductie
ende den stadhoudersstoel wech te nemen en te sitten vol-
gens de Eedelen advys; wegens het stemme syn anders van
sentiment; niet te setten als een pampiere man of schilde-
ryen, maer als een heer; wederleggen de reeden der Eede-
len, waerom niet soude stemme: die wel gegoet is, is trouw
lieten de Staten van Holland den stoel tegen den zin van de
Staten-Generaal verwijderen. Vgl. Wicquefort, a.w. dl. IV, pag.
129 sqq.
1 ) Vgl. Tegenw. Staat, dl. I, pag. 284.
-ocr page 134-van te verwachten; die bemint is can dienst doen by de
andere provmtien ten dienst van deese provintie; voor dee-
sen wierde groote saecke geacht, dat onse gouverneurs re-
aheert waeren met groote vorsten, daer deese Staet dieLt
van can trecken, daer exempelen van syn; we weeten niet
beter, of de intentie is geweest, als een Raet wegens de pro-
vmtien in den Raet soude weesen; sullen de inclinatie der
leeden van Hollant en der provintien rapporteeren aen hae-
ren principaelen om haer te laeten een vrye deliberatie
Delft advys: seedert de resolutie van den 5 Augusty 1667
groote veranderinge gecomen; de introductie vast te stellen •
de moode te laeten aen de provintien; raeckende de cessie'
met advys van de Eedelen; met de Ridderschap, dat een de-
liberative stem behoort te hebben; soo charges becomt be-
hoorde de cessie op te houden.
Lyden advys: meende, dat de hermonie nu vast......• de
2 eerste pointen met de Ridderschap en weegens de stemme:
dat yder heeft de meninge gehad om een stem te hebben-
adviseerende stemme heeft soo veel authorityt als een con-
cludeerende stem.
(83) Amsterdam: hadden gewenst een eenparich advys en her-
monie; sullen haer voegen met de Edelen, soo nochtans dat
men de saecke by de Generalityt ten besten behoort te helpen
mschicken ende is het mogelyck de hermonie te behouden
en by ontsteltemsse van dien rapport te doen, om alsdan
naarder te dehbereeren; soodanich nochtans, dat men soude
trachten met de provintien een eenparich advys en hermonie
op de wys der Ridderschappen uyt te wercken.
Rotterdam advys: wenste te weesen in de oude vryhyt
maer moeten woort houden met de bontgenooten en met de
Eedelen; wegens de cessie is geresolveert alleen een sit-
plaets te geeven op een stoel over de president gelyek een
ambassadeur; sullen niet formaliseeren op de introductie-
charges becomende is buyten disput geen cessie meer can
hebben.
Alckmaer advys: confirmeeren met de Eedelen aengaende
1 en 2de point en 3 met Haerlem en Lyden.
Hoorn advys: met Amsterdam.
Enckhuysen: 2 eerste pointen syn eenparich; adviseerende
of concludeerende is bynae 't selfde en voort met Haerlem
Medenbhq: met advys van Rotterdam.
Conclusie: 1 en 2 bynae eenparich; eenige: stemme;
eenige: adviseeren; eenige: hooren en sien.
't Middelste best, maer Haerlem wil rapporteeren aen haere
principaelen.
(84)nbsp;VRIJDACH 28 MAERT 1670.
Secretaris Bys: request 200en pennick.
Groengraft, ycker tot Amsterdam, over de muntgewichte.
Dirck Cartraens. Kaeseboom versouckt veniam estates,
woonende tot Barendrecht. Out 24 jaaren.
Fiat.
Brief uyt Engelant 22 Maert. Boreel uyt Londen: Enge-
lant ratificeert de Triple Alliantie.
Rapport van Hop wegens Willemtie Koops, die sententie
had wegens de Hof van Vrieslant, die represalien hebben
gegeeven op Groeningen.
Hebben eenige kloosterlanden van Groeningen.
Resumptie: Gecommitteerde Raeden te doen alle offecie-
ren tegen den 15 Ap. by haer garnesoenen; drie maenden
gedurich te blyven en verbieden de offecieren geen verlof te
geven aen haer soldaten en goede monsteringe te doen; ter
Generalityt uyt te wercken, dat de Raet van Staaten 5000
coppen te voeten recruteeren; verstercken de garnisoenen
(85)nbsp;tot Maestricht etc.; over de recrutie te besoigneeren, of sal
wesen over alle de Comp, of eenige compaignien.
Is naeder omvraege gedaen op de 5000 man van recrute.
Is geconsenteert op inschryvinge teegen Donderdach aen-
staende. Soo niet geschreeven wort, dat is consent.
Fiat voor een jaer.
Meerman van Delft en Cool van Goude hebben gedaen
rapport wegens een, genaemt Rotteveen, pachter tot Lyden,
of sal geadmitteert werden over een pacht van 70000 gl. i)
Is geresolveert: soo borg can stellen die goet syn, de pacht te
laeten.
Reeckencamer van de Grafflyckhyt: noch voor een jaer
haer reductiegelden te moogen gebruycken tot haere lasten,
alsoo haere landen niet en gelden.
I ) Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
-ocr page 136-Amsterdam proponeert een persoon nae Ceulen te senden
om een wacker ooch te hebben, i)
Fiat een te commiteeren.
Rapport der introductie van den Prins in den Raet van
Staaten: 2) 16 Febr l600 - doen was Prins H^nJrkl out
doen 15 jaeren — heeft becomen cessie in den Raet van
Staaten; 1638 18 Maert: Prins Willem in In S quot;n
Staaten; mtrodiictie vastgestelt 16 Jan. 1668 met vier pro-
rsfi^nbsp;? ?nbsp;by Zeelant, Frieslant en Groeningen •
(86) de introductie toe te staen op manier als ter Generalityt sa
goet gevonden werden;nbsp;^
cessie: de stadthoudersstoel wech te neemen en te laeten
Sitten op een fluwiele stoel, boven de provintie van Gelder-
lant; dat is de hoochste en aensienelycke plaets
stemme: eenige meenen een concludente stem, andere een
prae advys, en met conclusie, andere maer alleen te hooren
en te sien;
18 Jan 1668 resolutie ter Generalityt geresolveert te laten
syn effect hebben en met de Staeten-Generael besoigne te
maecken.nbsp;®
Ter GeneraHtyt is conclusie genomen en de 3 leeden bedanckt
ende commissaressen gestelt.
Is verstaen by de meeste leeden, dat overstemming ter Gene-
ralityt wegens dese besoigne geen plaets te hebbel.
Haerlem maeckt veel spel en wil niet doen sonder haer prin-
cipaelen. Geen conclusie ter Generalityt te gedoogen met ov^
stemmmge, tot soolang by Haer Ed. Gr. Mog. suVn hebW
tTgSLT'quot;'^'quot;nbsp;-ntycken'en nie? te
lant^s^^ der commissaressen op de discrepantie van Delft-
1 ) Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Vgl. pag. 178 noot 3 en Resol. Holland 28 Maart 1670.
-ocr page 137-(87)nbsp;BESOIGNE 28 MAERT 1670.
Wegens de instructie van den ambassad (eur) van Poo-
len, 1) syn goet geoordeelt met enige vi^ynige veranderinge.
Is gerapporteert en geabprobeert.
Besoigne wegens de verbintenisse met Spaigne aengegaen
en met den Kyser meede daer over te maecken een alliantie
en 't selfde concept te communiceeren met den ambas-
^d(eur) Temple en minister van Sweeden, om alsoo de
•Triple Alliantie meede den Kyser te includeeren om Spaigne
te deffendeeren. 2)nbsp;^ ^
Is gerapporteert en geabprobeert.
De gecommitteerde Raeden te authoriseeren met de orde-
nares gedeputeerde tot de Triple Alliantie om met Lotharin-
gen, Trier en Ments de alliantie te vorderen, doch niet te
1 ) Voor de instructie vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670
2) Behalve met den Hertog van Lotharingen en de Keur-
vorsten yan Mainz en Trier (vgl. pag. 47, noot 2), werd ook met
den Keizer, Leopold I, onderhandeld over aansluiting bij de
Triple Alliantie. De groote voorstander hiervan was de kei-
zerlijke gezant, Lisola. Reeds in Febr. 1669 had deze een ont-
werp-traktaat, hiertoe strekkende, opgesteld. Op aandringen van
De Witt werden de plannen in zoo verre gewijzigd, dat de Keizer
en de Duitsche vorsten in een defensief verbond met de onder-
teekenaars van de Triple Alliantie zouden treden. Door de gere-
serveerde houding van den Keizer was er een onderbreking in de
onderhandelingen gekomen, maar nadat 31 Jan. 1670 na veel
moeite eindelijk was vastgesteld, hoe groot de legermacht zou
zijn, waarmee de leden van de Alliantie Spanje zouden bijsprin-
gen, wanneer Frankrijk dit land opnieuw den oorlog zou verkla-
ren (vgl. pag. 3), toonde Leopold zich bereid opnieuw besprekingen
te openen. In Maart 1670 stelde Lisola een ontwerp op, waarin,
kort samen gevat, bepaald werd, dat de Keizer en de Duitsche
vorsten mede den vrede van Aken zouden garandeeren. Werd een
der bondgenooten uit hoofde van deze garantie in een oorlog ge-
wikkeld, zoo waren de contractanten verplicht elkaar bij te staan
totdat de aangevallene in het bezit van zijn landen zou zijn her-
steld. De Witt had bezwaar tegen deze formuleering, omdat de
wederzijdsche verplichtingen tot hulpverleening te vérstrekkend
waren. Immers wanneer de Turken, aangezet door Frankrijk in
de (^stemijksche landen vielen, zou de Republiek verplicht
zijn den Keizer te steunen. Hierdoor zouden onze vriendschap-
pelijke betrekkingen met de Turken lijden en de Levanthandel
groote schade ondervinden. Dit bezwaar bleef bij alle onderhan-
delingen met den Keizer bestaan (vgl. hierna pag. 279) De Witt
stelde nu een ander ontwerp op, dat 28 Maart in geheime zitting
van de Saten van Holland werd voorgelezen (vgl. Seer. Resol.
sluyten voor en alleer de Staeten wederom by den anderen
coomen.
En is 't bovenstaande gehouden voor rapport, allear alle
laeda da basoigna hebben gahoort, soo weegens de Kysar als
Loteringa, Mants en Trier.
Isola is een envoyé van den Kyser.
(88)nbsp;POST MERIDY 28 MAERT 1670.
Het Hof levert over haar consideratie op de correctie in-
structie van da Hoven van Hollant. Hebben 't selfde ga-
communiceert aen den Hogan Raat. i)
Te laeten gaen in handen der commissaressen en alle leeden
copye te geeven.
Die aen zeegel versouckt geslaegen te hebban op aen obli-
gatie, dat vergeten is, sullen moeten geavan 50 gl. en soo
wainich som is, soo soudan een 10 par cante gaaven.
De leeden gelieven het aan te tyckanen.
Nota. Obligatie onder de hant, sonder zeegel, can recht op ge-
daen werden.
Conclusie: interdictie aen de zeegelclopper geen te slaen op een
instrument, dat volcomen is, die een zeegel wil geslagen heb-
ben op een gemaeckt instrument, 2) door kennisse der Gecom-
mitteerde Raeden, mits betaelende een peene, niet excedeerende
een 20 penninck van de somme daerin begrepen. 3)
Lyden doen rapport 25 Maert 1667, wegens een Coin, 4)
Holland 28 Maart 1670). De aanteekening van Bontemantel, dat
het een concept was om „meede den Kyser te includeerenquot; in de
Triple Alliantie is dus niet geheel juist. Voor een uitvoeriger
uiteenzetting van de onderhandelingen, gevoerd tusschen Weenen
en den Haag, vgl. Pribram, Franz von Lisola und der Ausbau der
Tripelliga, Mitteilungen des Instituts für Oesterreichische Ge-
schichtsforschung, 30 Bd. Voor de teksten van de verschillende
projecten vgl. Oesterreichische Staatsverträge, Niederlande, 1 Bd.,
uitgegeven door Heinrich, Ritter von Srbik. Zie hierna pag 75 en 77
1nbsp;) Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
2nbsp;) Bij te denken: dan kan dat.
3)nbsp;Bontemantel geeft hier een op dien dag genomen resolutie
weer van den volgenden inhoud: wanneer op acten, die op ge-
zegeld papier moesten geschreven zijn, geen zegel voorkwam,
mocht naderhand hierop alleen een zegel gezet worden met spe-
ciale vergunning van Gecommitteerde Raden; in zoo'n geval zou
een boete betaald moeten worden; de rechters zouden niet mogen
toestaan, dat een vonnis gewezen werd op grond van ongezegelde
acten. Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
4)nbsp;Lees: Couwyn. Vgl. Resol. Holland 28 Maart 1670.
-ocr page 139-pachter tot Lyden. Commissaressen worden bedanckt en
moet gedisputeert werden voor Gecommitteerde Raeden, als
syn appel van schepenen commissaressen.
En alsoo den 29 Maert niet anders sal gedaen werden dan
^n vervolch van het rapport der questie van Delftlant ende
Hoorn en eenige andere leeden uyt Noorthollant op haer
magistraetverkiesinge moeten vertrecken, soo sou de ver-
gaederinge op reces schyden.
Ditto. Bequamen een brief van Amsterdam, om te lichten
by den Hoogen Raet een mandement van complainte tegen
Rynlant over het stoppen van de Drecht en Gouse vaert
omdat te veel sout water door Amstellant in Rynlant werd
gelaeten.
1670, in Maert pensionaressen in deese tytquot;
De Wit — der Eedelen.
Vivien — Dort.
Fagel — Haerlem.
Van der Dussen — Delft.
Burgersdyck — Lyden.
Hop — Amsterdam.
secretares Van der Tocht — Goude.
De Groot — Rotterdam.
Boxtel — Gornichem.
Nipoort — Schiedam.
Panhuys — Schoonhoven.
.................. — Briel. 1)
secretaris Van der Goest — Alckmaer.
Groot — Hoorn.
Pauw — Enckhuysen.
secretares Brouwer — Edam.
Houting — Monnickendam.
Puynder — Meedenblick.
secretares Slot — Purmerent.
Ridderschap en Edelen:
Arent van Wassenaer, Heere van Duyvenvoorde etc..
Philips, Jacob van Botselaer, Heere van Asperen etc..
Frederick van Dorp, Heer van Overslydrecht etc..
Gysbert van Maetenesse, Heer van Maetenesse.
Jacob van Wassenaer, Heere van Opdam etc..
I) Secretaris van Den Briel was: Comelis Teresteyn van Ha-
lewyn.
(92)
Philips Soete de Laecke van ViUiers, Heer van Zeeventer
etc..
Haeren pensionares Jan de Wit.
WOENSDACH 16 APRIL 1670.
Presenten Amsterdam: burgemeester Munter, Vlooswyck
Van Beunmgen, Bontemantel, Hop.
Conmissaressen syn: Schimmelpenninck, Raetpensionaris, Cou-
verden, Hudde, Druyf over de Ommelanden-questie.
Roempt, 14 April uyt Parys.
Brussel 13 April, va'n van der Tocht alleen.
Notificatie.
Van der Tocht en V^yberg, datum als boven.
Notificatie.
Te schryven wat is van het neemen eeniger confiscatie van
scheepen, vaerende van Engelant en Vlaenderen.
Sasburg, uyt Brussel 13 April.
Le Maire, 8 April uyt Coppenhagen: dat den Coninck de
zoutcompaigny afschaffen; meent 20 duysent man te hebben
rnet mmder lasten; meent een man hiernae toe te senden,
die wat soeter van humeur is, als die nu hier is. i)
Notificatie. Commissaresse van nae Coppenhagen sal resideeren
en toctement. Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam en Alckmaer
en Hoorn.
(99) Jacob Budde versouckt veniam estates.
Fiat.
Cornelia en Alida Six versoucken veniam estates, kinderen
van Six ende N. en 19, of by de 20 jaer.
De ouste fiat.
Stelant Capityn, 2) edelman van den Prins, versouckt een
keer te mogen doen uyt syn garnisoen nae...... voor den tyt
van veertien dagen.
Verlof voor 14 dagen.
Marten Kip, maioer tot Willemstat, vindrick van den Heer
van Voorschoeten, nu onder den Capityn van Everwyn, ver-
souckt van syn garnisoen te mogen absenteeren en het
1 ) Gioë was buitengewoon gezant van Denemarken.
Z) Louis van Steelant, kapitein der infanterie.
maioerschap waer te neemen tot soo lang een leger mach
te velt gebracht werden.
Verklaren in Willemstadt te moogen blyven, tot de Comp, int
velt treckt.
Burgemeesteren en vroetschappen i) brief van den 5 April,
oude styl. Van den Bos advocaet, Fagel en Kingschot fis-
calen 2) hebben geevoceert commies van Leuwen voor den
gerecht van den Bosch te verschynen. Utrecht meent dat
het Hollant oock raeckt en desselfs jurisdictie wort ge-
violeert. 3)
Te examineeren door commissaressen met de heeren uyt den Raet
van Staeten, die over den commies Breugel hebben gebesoig-
neert.
Fiat. Brieven.
Admiralityt tot Amsterdam aen te schryven een schip, vol-
gens aenschryven van de Staeten Generael, te prepareeren
om den ambassadeur, de Wit, nae Denemarcken en Poolen
te brengen.
Admiralityt besoigne.
(100)nbsp;DONDERDACH DEN 17 APRIL 1670.
Maert 1670.4)
Dort, Haerlem, Lyden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam, Alck-
maer, Hoorn, Enckhuysen, Medenblicq: Hollantse leeden. 5)
1)nbsp;Nl. van Utrecht.
2)nbsp;Resp. van de Generaliteit en van het Hof van Brabant.
3)nbsp;Hendrik van Leeuwen, een burger van Utrecht en commies
bij den Raad van State, was door den Raad voor het gerecht van
Den Bosch gedaagd. De stad Utrecht beschouwde dit als een in-
breuk op haar rechten van jurisdictie en riep de hulp in van de
Staten van Holland, die bij het plakkaat van 3 October 1656
hadden bepaald, dat de rechtspraak over burgers bij de stedelijke
rechtbank behoorde te berusten. Om van advies in deze zaak te
dienen, stelden de Staten van Holland een commissie aan. 3 Oct.
bracht deze advies uit. De Stad Utrecht kreeg gelijk, maar tevens
werd voorgesteld, dat in de toekomst de rechtspraak over amb-
tenaren van den Raad van State bij den Raad zou berusten. Ter
Generaliteit werd 14 Oct. een concept-resolutie ingediend, waarin
voorgesteld werd, dat ditmaal nog de stad Utrecht recht zou
spreken over den commies van Leeuwen, maar dat in het vervolg
de Raad van State de rechtspraak zou uitoefenen over zijn amb-
tenaren. 12 Nov. hechtten de Staten van Holland hun goedkeu-
ring aan deze resolutie. Vgl. hierna pag. 181, 215 en 229 en Resol.
Holland 3 Oct. en 12 Nov. 1670.
4)nbsp;Vgl. pag. 30. noot 2.
5)nbsp;Deze aanteekening van Bontemantel zou doen verwachten,
-ocr page 142-Lasten der Admiralityten
de Maes. Maert en April 1669 is alle de lasten gesyt op
L en/Tnbsp;en vylgelt ^ 6^
duysent gl.; equjpaege syn alle int gemeen gedaL
Amsterdam : slot 1669 incluys is geweest •
J'STh !nbsp;'1/3 verhooging f 562
d. 484 h. 1 st.; last en vylgelt 2 m. 891 d 281 h
Len^reteftoi en de
verhooging; last en vylgelt•
loopendTnbsp;'nbsp;millioen Leh
Dort: adviseert dat alle genegotieerde penningen op de
ex^eordenares middelen moeten opgestelt werden ^
Haerlem: 't selfde.
Lyden: 't selfde.
van den stetquot;' ''nbsp;syn door de ordre
Goude: 't selfde.
Rotterdam: de lasten op te geeven, soo tot het één als
tot het anderen opgenomen.
Alckmaer:
.v?^'quot; • pnegotieerde gelden op geven en wat ten achteren
syn om alles te connen redden.
Enckhuysen : de commissie is alleen op de extreordenares
(102) ^^ ^^
Soo dat de Admiralityten werden versocht op te geeven de
lasten der extraordenares middelen en resolutie uyt wat
cracht die genegotieert syn en het incoomen der extreorde-
nares middelen op te geeven.nbsp;exireorae
DONDERDACH 17 APRII, 1670.
Secretares van Purmerent doet syn ordenares eet en opt
Eeuwich Edict en verklaert 't geen in margene staet
^^ ^^^ ^-^ne aan-
-ocr page 143-Volgens resolutie 14 Mey 1658. 25 jaaren out; gebooren in Hol-
lant; in eetdienst, of tractement alleen van die stadt; gequali-
ficeert te weesen om daer in den raet te mogen comen; domi-
cilie aldaer houden.
Jacobus Holbeeck 21 jaeren, versouckt veniam estates.
Petres Cosson 23 jaeren mecy. docter.
Abram Cosson, 22 jaaren.
Jannes Althusius, advocaet, 23 jaaren.
Veniam estates. Fiat.
Reederen van schip den witten Eenhoorn, request: van
Zeelant nae Cales is vertrocken en tot St. Maria door den
hartoch de Medinas den Capetyn en luytenants gevangen,
omdat by Abroias eenich silver heeft gelost, en willen het
schip tot Cadix te aresteeren, is wech gevaeren en tot Am-
sterdam gearriveert.
Fiat, voorschryvmge, doch eerst geëxamineert.
Jan Ruytenburch, luytenant, leggende in garnisoen tot
Zutphen, versouckt consent om 4 weecken uyt garnisoen
te moogen gaen, doch de Comp., patenten becomende dat
sal oppassen.
Afgeslagen.
Advys der Gecommitteerde Raeden opt request van Cors
Leendert Maese, pachter op smeer en caersen: versouct
te mogen gaen pylen in syn districkt, dat behoorde toege-
staen te werden.
Advys der Gecommitteerde Raeden. Lyden neemt over.
40 en 20 penninck. Billjet te senden aen de secretares
om in de sterfhuysen te senden, opdat geen ignorantie heb-
ben te pretendeeren en op te geeven de effecten die den 20
pen. subject syn.
Overgenomen.
Ballance en Eyckmeester, Jan Andries. Groengraft, over
de klyne gewichten.
Wert geconcludeert, alsoo Lyden en Hoorn, die 't selfde over
hebben genomen, laeten vaeren.
Is geschreeven aen Zurick: Johan Hend. Hydecker, be-
roepen tot Eyden. Doch wert afgeslagen.
Weduwe van Houterive, brief uyt Parys.
Complemente van doleantie.
Fiat, complement van doleantie.
(103)
Ontfanger Spiegel, Misnoegen by de Generalityts-
reeckencamer. Bericht van den ontfanger daer opgestelt in
handen van Dort etc.
Minister van den Cheurvorst van Brandenb.: memorie
beleeft om te handelen, opdat ten eeuwigen daegen gedaen
hebben tot rust en alle differenten behoorde wech geno-
men te werden; garantie en Triple Alliantien tot conser-
vatie van de rust in Cristenhyt te bevorderen; gevende be-
decktelyk te kennen de evacuatie der bewuste steeden, i)
doch dat daerop niet is gedaen als ongemerckt laeten he'en-
gaen en eyndelyck te kennen gegeeven van deese syde, dat
dat niet can gedaen warden als strydich teegen de tractaten
en most geschieden met gemeen overeencominge.
Notificatie.
(105) Weegens de recruteeringe van omtrent duysent man. Dat
over is genomen op inschryving; daer op Lyden schryft:
dat toe te staen voor dry maenden en Dort: in deese pro-
vintien moste gedaen werden.
Aen commissaress. van militaire saecken en Gecommitteerde Raeden.
Het advys der Maerschalck en ........................2) ; Jat die
qualyck syn te becomen, alsoo de capitynen moeten blyven
by haer comp.; dat het seer ongelyckhyt soude weesen, dat
eenige comp, soude veel starcker weesen als den anderen, als
in leegers by den anderen coomen; dat in Mastricht leggen
veel Hollandse Comp.; dat niet connen sien hoe dat te stel-
len om een egalityt te maecken; Zeelant en Vrieslant connen
niet toestaen in recrutie dan over alle comp.; be.st te weesen
alle comp, te recruteeren met 12 coppen; dat in Hollant
niet can weesen, alsoo 1100 coppen over soude schieten als
de Hollanse comp, yder al met 12 man soude weesen ver-
sterckt; doch allerbest sou weesen, dat noch een regiment
soude werden gelicht van 1100 mannen, of dat de 1139 cop-
pen soude connen gebracht werden by de comp., leggende in
de frontieren, ofte over alle de Hollanse comp, soo
1 ) Emmerik, Gennep, Wezel, Rees, Orsoy, steden in het den
Keurvorst toebeboorende hertogdom Kleef. In deze steden, de bol-
werken van de Republiek, lagen Staatsche garnizoenen. Ook Wa-
genaar vermeldt een verzoek van den Keurvorst om de garni-
zoenen uit deze steden terug te trekken. Vgl. Wagenaar Vad
Hist., dl. XIII, pag. 416.
2) Veldmaarschalken en hoofdofficieren? Vgl. Resol. Holland
27 Maart en 17 April 1670.
(106)nbsp;veel te meer te recruteeren; dat soude weesen 40 man
op yder Hollandse comp.; de afgedanckte capitynen
hebben geen lust, alsoo gesien is in dry maenden staen
afgedanckt te werden en nu by sterven staen te comen in
oude comp.; de Staaten Generael staen toe voor dry maen-
den en niet langer en can yder provintie daji de facte de re-
crutie wederom afdancken, sonder becroon van de provin-
tien en geen betaelinge gehouden wesen; daer op is uyt-
schryvinge aen de capitynen; 60 coppen noch 12 coppen
recrutie voor 3 maenden; de Hollanse comp. moogen niet
recruteeren dan op aenschryvinge van de Staaten van Hol-
lant als synde haer betaelsheeren, volgens de resolutie van
den jaere 1650, dat strict werd onderhouden.
Hollant: 2887 coppen over 144 comp. van 60 man is 1758 coppen.
By Hollant 1159 overschieten. 1)
Requeste van de nieuwe aengenomen officieren: versou-
cken alsoo nu lange hebben gewacht nae dienst en costen
doen, versoucken een maend gagie.
Walter Karpenter en Dorp, versoucke compagny te mogen
werven sonder aenritsgelt, mits de dry maenden om synde,
wederom te blyven by haer oude dienst.
(107)nbsp;Brief van den Coninck van Denemarcken: versouckt de
betaelinge te doen met langer termynen, alsoo nu swaere
costen moet doen.
Memorie van Gué wegens den Coninck van Denemarcken
daerover: de 420 duysent ryxdaelers soude connen betaelen
in 20 jaaren; 21 duysent ryxdaelers van het capitael alle
I ) 11 April hadden de Staten van Holland bericht van den
Raad van State ontvangen, dat volgens resolutie van de Staten-
Generaal van 9 April 's lands militie versterkt zou worden met
5000 man voor den tijd van 3 maanden. In verhouding van de
quote zouden deze troepen over de provincies verdeeld worden.
Van de 5000 zouden 2887 man ter repartitie van Holland komen.
Door de Staten-Generaal was besloten, de nieuwe recruten zoo
over de bestaande compagniën te verdeelen, dat iedere, compagnie
met 12 man versterkt werd. Wanneer echter de 144 compagniën van
Holland ieder met 12 koppen versterkt werden, zou er een over-
schot blijven van 1159 man. Aan commissarissen van militaire zaken
en aan Gecommitteerde Raden wordt nu ter bestudeering overge-
laten, hoe met de 1159 man te handelen. (Vgl. Resol. Holland 17
April 1670). 18 April stelden dezen voor de manschappen te ge-
bruiken tot versterking van Maastricht en andere grenssteden (Vgl
Resol. Holland 18 April 1670).
Staten van Holland 1670.nbsp;5
-ocr page 146-peren betalen; intrest te betaelen alle jaaren van het restant
Den Pensionares had geantwoort dat het accoort lyt te be-
taelen in 10 jaaren en daer niet van behoorde afgegaen te
werden, maer wel wat werde gepatienteert.
Haerlem docht best te weesen de questie en pretentie die
Denemarcken heeft op deesen Staet en gestelt syn ' aen
Vranckryck, daer af te trecken en daerover wat langer tyt
soude connen gegeven en de pretentie van den Coninck ge-
mortificeert werden, alsoo uyt dat verblyf niets goets is te
wachten, i)
Commissaressen: Haerlem, Amsterdam, Rotterdam en Hoorn.
(108)nbsp;BESOIGNE POST MERIDY 17 APRIE 1670.
Commissaressen der militie.
Advies der Gecommitteerde Raeden: 1159 man verdeden
m de garnisoenen, daer de meeste peryckelen syn.
Eedelen advys: sullen int een en ander niet hart staen,
doch best te wesen, dat de 144 Compagnyen van 60 coppen
soude recruteeren op 20 man; dat eenige' compagnyen meer
soude werden gebracht in de frontieren en oversulx meer
officieren, die noodich syn in frontieren. 2)
1 ) Gedurende de jaren 1657—1666 had de Deensche konmg
f™nbsp;pleend van Holland. In 1670 verzocht hij de
420000 RD, die hij schuldig was, te mogen betalen in 20 jaar
inplaats van in 10 jaar, zooals de verplichting luidde De'
koning pretendeerde echter ook vorderingen op de Republiek te
hebben voor schade, die de Deensch-Afrikaansche Comp, geleden
had door de West Ind. Comp, en voor toegebrachte schade wegens
het ophouden van aangeworven volk en door het verhinderen van
het uitzeilen der transportschepen in 1658 en 1659. De beslissing
der geschillen die hierover waren ontstaan, was in 1666 overge-
laten aan den Franschen koning. Haarlem verwachtte blijkbaar
met veel goeds van deze uitspraak. Daarom stelde de stad voor de
uitspraak over deze kwestie aan Lodewijk XIV te onttrekken en
te probeeren om direct met Denemarken tot een schikking te
komen. (Vgl. Resol. Holland 17 April 1670.) Met het oog op de ge-
spannen verhouding tusschen Frankrijk en de Republiek, achtte
men het ook in Denemarken beter de geschillen zonder tusschen-
komst van Lodewijk XIV uit den weg te ruimen. Hierover werden in
den loop van 1670 onderhandelngen gevoerd. (Vgl. Kernkamp Bal-
tische Archivalia, R.G.P., kleine serie no. 4, pag. 58 sqq. en Kern-
kamp, Skandinavische Archivalia, pag. 325.)
2) De Edelen adviseerden: de 144 Hollandsche compagnien te
versterken met met 12 man, zooals ter Generaliteit was besloten,
maar met 20 man. Zoo zouden de 1159 koppen, die overschoten,
onder de bestaande compagniën verdeeld zijn. Vgl. pag. 65, noot 1
Dort: advys der Gecommitteerde Raeden, doch stellen
geen party.
Haerlem : met de Gecommitteerde Raeden.
Delft: advys van Gecommitteerde Raeden
Lyden: 't selfde.
Amsterdam: 't selfde en dat sorg wort gedraegen Maes-
tricht en andere plaetsen wel te versien.
Goude: 't selfde.
Rotterdam: 't selfde, doch soo men cost verstaen tot een
regiment, soude meede wel weesen.
Alcmaer: advys der Gecommitteerde Raeden
Hoorn: alsoo de advysen der hooftoffecieren is, dat veel
offecieren dienstich syn in de frontierplaetsen ; soo den
fransman afcomt, soo sal het op geen 3 maenden aencomen;
daerom best de nieuwe offecieren aen de hant te houden en
sonder aenritsgelt willende werven, een regiment soude con-
nen gemaeckt werden.
Enckhuysen: advys der Gecommitteerden Raeden.
iS ooTp.quot;nbsp;Hollant 2887 cop(pen).
12 recrute.
288
144
1728
1159 schiet over.
2887
144
20
2880
40 Maestricht.
Garnisoen in Maestricht: 1 van 50 coppen 50 1)
27 van 60 „ 1620
2 van 80 „ 160
comp. 30nbsp;1780
Meurs 2 — 60 coppen 120
Orsey 2 — 60 „ 120
Rijnberk 5 — 60 „ 300
39 Comp. 2320 coppen.
Is geadviseert alles te laeten besoigneeren door de com-
missa(ressen) van de Generalityt, die gestelt syn over de
1) Bij de optelling heeft Bontemantel deze 50 man vergeten.
(109)
militie en Raet van Staaten Meegens de 1159 man en dat
Fagel en van Beuningen met den Raet daerover sullen con-
fereeren.
(110)nbsp;Nota. Den 15 Apr. heeft den advocaet Moleschot Burge-
meester Munter savons gecommuniceert, dat die van Ryn-
lant hebben gelicht een mandement van complainte tegen
stadt Amsterdam over de inlatinge van het soute waeter en
tegen de complainte by Amstellant en Amsterdam tegens
Rynlant gelicht. En is by den Hoogen Raet gestelt deselfde
commissares(sen) Rixce en Druyf en dat contrary de reso-
lutie van de Staaten van Hollant van den 10 Septb. 1591,
w^aerby de Hoven van justicie wiert verbooden geen pro-
visie te verleenen tegen steeden, sonder alvorens de requeste
van partyen aen de steeden gesonden te hebben, ten eynde
zylieden binnen seeckeren corten tyt den Raet mogen onder-
rechten wat van de gelegentheyt van de saecke is, omme int
verleenen van de versochte provisie daerop gelet ende ge-
daen te moogen werden nae behooren ende dit alles op peene,
dat de provisie tegens deese ordonnantie verleent ende ge-
exploiteert, gehouden worden voor nul ende dat nimant ge-
houden sal weesen te obedieeren ofte daerop in rechte te
comparceren. i)
Den 16 Ap. syn de gecommitteerde voor Rynlant met de
commissares Ryxse en Druyf uyt den Haech vertrocken
nae de contentieuse plaets.
Rynlant complainte tegen Amsterdam.
(111)nbsp;Den 18 en 19 April syn brieven afgegaen aen onse prin-
cipaelen over en wegens de saecke van het mandement van
complainte, gelicht by den Hoogen Raet door Rynlant tegen
Amstellant en Amsterdam, ten eynde dat mogen gelast
werden wat te doen ; en quaemen vier saecke in conside-
ratie: of men sich sal behelpen met de resolutie van den
10 Sept. 1591, ofte de dachvergaderinge aen neemen, ofte
simpelyk baer Ed. Gr. Moogende afvraegen of de voors.
resolutie noch wort gehouden in vigueur, ofte dat 't voors.
complainte sal laeten syn gang gaen, onder prostestatie.
Den advocaet Kerckhoven verhaelde een exempel van eenige
moyte te Gorctun over een waersman 2) en wierd gelicht een
I ) Vgl. pag. 75, noot 3.
2) De waarsman of ambachtbewaarder is gemachtigd om be-
langen van een dorp, ambacht, waterschap, gemeeneland enz. te
behartigen. Vgl. Beekman, a.w. pag. 1712.
complainte en quamen Commissaressen in de stadt om te ryden
een eur voorby Gornicum nae de plaets, die daertoe was gedes-
tmeert De commissare(ssen) in de stadt comende en wederom
willende vertrecken vonde de poort geslooten. Waerover de com-
missares(sen) vraegende hoe dat soo toeging, wiert geantwoort,
dat haer behilpen met de resolutie van 1591 ende dat die poort
daerom hadden geslooten, maer dat de poort nae den Haech oopen
stondt; waerop wederom syn vertrocken en de saecke gerela-
teert. Naederhant heeft den Hoogen Raet gesonden haeren deur-
waerder, om partye te dachvaerden, maer die van Gorcum sette
den deurwaerder gevangen. En is nae klachten over en weder
soo gebleeven.
(112) ADMIRALITYT BESOIGNE, VRIJDACH 18 AP. 1670.
Presenten als gisteren.
Syn binen gestaen de Admiralityt van de Maes, Amster-
dam en Noorderquartier.
Maes op 1/3 verhooging op intrest gelicht 12/26 Mev
1651 ƒ 100 d.nbsp;8nbsp;/nbsp;y
Last en vylgelt op genegotieert:
1—10 May 1656 — f. 80 d.
16 Oct.nbsp;— f. 60 d.
Apr. 1657nbsp;— f. 40 d.
1658nbsp;— f. 40 d.
— f. 14 d.
20 Fe. 1664nbsp;— f. 75 d.
22 M. 1666nbsp;— f. 25 d.
dito nochnbsp;— f. 100 d.
f 150 d.
f. 719 d. 1)
Loopende schulden noch een millioen.
Amsterdam 1669 :
Orisonse tol — 1717 d. 929 h. 10.;
1/3 verhooging, in coomen 267 duysent guldens jaerlyx;
last en vylgelt f 2 m. 891 d. 281 h.
jaerlyx incoomen 36 d. gul. en de intrest, uytstreckende groot, gaet
jaerlyx veel ten achteren.
Noorderqu. schulden: 1 m. 618 d. 696 h.
Advys: copye en de Maes haer incoomen meede op te
geven.
VRYDACH DEN 18 AP. 1670.
(113) Resumptie der resolutie der laeste dach der laeste ver-
gaederinge ende van gisteren.
1) De optelling klopt niet
-ocr page 150-De saeck van Delftlant gestelt synde de laeste vergaede-
ringe aent advys van de Gecommitteerde Raeden om of
wederom gebracht soude moeten werden aen de Justitie,
Amsterdam versouckt de billjetten wegens de 20en pen
selts nae te sien tot Dynsdach aenstaende. Eenige leden
versoucken meede copye tot Dynsdach.
De gewoonte is, syt den Raetpensionares, dat de reso-
lutie, die den lesten dach genomen werden, worden ter
excecutie gestelt, niettegenstaende geresumeert syn i) al-
soo de resumptie geschiet ter naester vergaederinge'
ïrSSngï'nbsp;genoomen den laesten dach der laeste
(114) Rotterdam proponeert, dat de gemeente ten plattelanden
van de pachters worden seer gevexeert, teegens het 5
artyckel van de ordonnantie vant gemael. 2)
Aen commissares met de Gecommitteerde Raeden.
Amsterdam klaegt, volgens ordre van den raet haere
principaelen over de onfatsoenlyke bejegeninge eeniger
leeden, 3) over de swarichyt, die gemaeckt was int consent
der waeg en oplechgelt der graenen: dat de consenten vry-
wilhch syn en dickmaele eenige lieden dif ficulteeren; con-
nen met ongemerckt laeten heengaen de discourse van
eenige leeden, dat wy soucken superiorityt, dat noyt in de
gedachten is geweest; versoucken te weeten op wat reeden
sulx seggen hebben gefondeert; sy kennen haer vry en
geen reeden tot sulx seggen te hebben gegeeven; soo sulx uyt
Amsterdam comt, versoucken de persoon te weeten, om te
straffen; soucken noyt te doen teegen de ordre vant lant •
als niemant can genoemt werden, soo versoucke beeter
opening te hebben; connen niet dencken, dat is gesproecken
met ordre der principaelen; dat die persoonen gelieven op
andere tyden voorsichticher sullen spreecken.
Eedelen advys: hebben gement, dat alles haer meest
Wnbsp;wnbsp;quot;ij geresumeerd.
2 Vgl Gr. Plakkaetboek, dl. VI, pag. 949 en noot 2 op pag 95
3) In de vergadering van 22 Maart.
druckt; dat ordre moet gestelt werden op botter en caas,
of niet sullen connen consenteeren in de lasten; wegens
eenige haer seggen van de beleegeringe van Amsterdam, is
gesyt m maniere, dat het lant, meerder schaede soude heb-
ben geleeden en versoucke alle goede correspondentie.
Haerlem: heeft quade opinie en dat de consenten vry
syn en versouckt goede hermonie.
Delft: seggen vertrouwen niet als alles goets; daer is wel
yts gesyt van een repnbliq, maer is te verstaen, soo sulx
uyt sulcke onlusten quam; maer seggen Amterdam ver-
klaringe wel gedaen te syn.
Lyden: geen notelen daervan te houden en verwachten
de verklaringe alsoo te syn.
Amsterdam: bedancken de leeden, nu buyten haestichyt,
voor haer goede opinie.
Goude: versouckt alle goede correspondentie en geen
notelen te houden; hebben goede opinie.
Rotterdam: hadden gewenscht, dat daer was gelaeten:
de chaleur is wat heevich geweest en is geappesseert en
hebben goede opinie.
Hoorn: een complement, om te hebben een contre com-
plement en dat niet en weeten qualyck gesyt.
Enckhuysen: meende alles al begraeven was, is geschiet
in groote yver.
Conclusie: om te vergeeten; geen notele daervan te hou-
den; worden bedanct voor de ronde openinge.
(115) Getreeden over de 1159 man recruten. Fagel, pensiona-
res van Haerlem, rapporteert: 32 comp, te voet in Maes-
tricht van Hollant; 8 comp, van Utrecht. 1 comp, van
Vrieslant. 1 comp, van Geiderlant. 1 comp, van Groningen.
In Maestricht coppennbsp;2950 coppen.
1260
66 comp.nbsp;4210 man.
recrutenbsp;man.
voetnbsp;5236 coppen.
paerdenbsp;555
5791 coppen.
-ocr page 152-Schut 1) met Hollants waepen wil den Raet van Staeten niet
nae Maestncht senden; forteficatie sou veel costeT- is Taf
melyck versien van vivres; sal noch cruyt nart^gesond^n
Bedanckt en dat goede sorg moet werden gedraegen
Brief van Zeelant 27 Maert: versouck, dat Cabillieau mach
geschangeert met Ouwerkerk syn compaigny.
(116)nbsp;Verbrugge uyt Franckfoort, missive date
teïen denTnbsp;Vr'anckVyck;'' dat
tegen den Rynstroom en Geulen yt wort gebesoigneert •
Ments begmt te twyfelen, om den bisschop i debvoï té
houden; Ments schryft aen den Kyser wegLs de onlusten
die gevreest werden in Geulen.nbsp;omusten
Ad notam.
Veel leeden urgeeren de saecke van botter en caes en de
belasten van brandewynen en manifacture.
(117)nbsp;BESOIGNES POST MERIDY 18 AP 1670
. Wegens de dorpen van Waterlant over het kiesen der Ma-
gistrs-ctcn.
26 Maert 1670 commissoriael.
18 Februarya) 1654 resolutie daer tegen te ^aen 2)
smaeckende nae een tyrannye.nbsp;s , ;
1387 previlegie om haer magistraeten te stellen is naedeelich
en dat het honorabeler ende diensticher is voor de gemeente
en meer respect voor de magistraeten, dat op dubbel getal
door de Staaten, of by absentie door de Gecommitteerde ee-
cooren te werden uyt een dubbel getal, dan door den ballieuw
volgens die voors. previlegie van de jaare 1387.
a) Hs.: January.
1 ) Schut = geschut.
't Hof oordeelt geen questie te weesen, soo de dorpen con-
nen gemduceert werden van die privilegiën af te staen
De Reeckencamer adviseert hetselfde en de leeden als com-
missaressen adviseeren 't selfde.
Is verstaen dat de gecommitteerde van de dorpen sullen
bmnenstaen sonder advocaten en procureur, soodat haer ad-
vocaet Stipel hebben achter staen en haer procureur Bin-
nen staende waeren 8 sterck en stonden achter de Eedelen
met ongedecte hoofde.
(118) 1387 Haertoch Aelbrecht previlegie.
Den Raetpensionares heeft haer soucken te induceeren tot
de resolutie van de jaaren 1654, 28 Febr. en dat het hard is
gecooren te werden door den balljeuw en beeter soude wee^
sen door de Staeten gecooren te werden. De Balljeuw is
aenklaeger en dat die scheepenen en magistraeten kiest is
naedeehch aen de gemeente.
Antwoort: Monickendam heeft de turbatie gemaeckt en
oordeelen die previlegie geen tirannie te weesen; dat 300
jaaren syn geweest m de vreedsaemige pocessie; seggen dat
sonder kennisse van den balljeuw doen een dubbel getal met
den schout daer den balljeuw uytkiest; de dorpen kiesen de
schout.
De reeckencamer syt, dat de dorpen in possessie syn den
schout te kiesen, doch daerover hebben proces met den Ree-
ckencamer.
Nota. Den baUjeuw wort gemaeckt door de Reeckencamer.
Seggen, i) dat Monnickendam, die altyt haer souckt te tur-
beeren, dan de kiesinge soude hebben, als ingesetenen ken-
nende en de Gecommitteerde Raeden, als geen kennisse heb-
(119) bende, soude op die stadts kennisse kiesen; den schout is dae-
gelyx by de ingesetenen en kent haer en sy den schout; dat
soo de Gecommitteerde Raeden van het Noorderquartier —
dat altyt souden weesen op de inductie van Monickendam —
de kiese deede, soo soude het te nadeelich weesen; en versou-
cken gemainteneert te werden by de oude gebruycken en
noyt reeden gehadt hebben van dachten.
Advys Gecommitteerde Raeden en Reeckencamer: naer-
der te examineeren.
't Hof: dat behoorde de saecke gelaeten te werden aen
1 ) NI. de afgevaardigden van de dorpen.
-ocr page 154-het Hof; de complainte is gedaen en de getuygen gehoort en
leggen noch sonder geopent te syn en in veel fyten bestaet
ende door getuygen over en weer moeten gehoort en gesien
syn, eer advys connen geeven; dat best soude weesen de
saecke te laeten aen het Hof.
Eedelen advys: dat de oude gewoonte niet moet vercort
worden door de resolutie van den jaare 1654, noch voor
steden, noch ten platte landen; dat behoorde gesonden wer-
den aen het Hof en geinduceert de nominatie te doen nae
haer gewoonte op sulk een tyt, als de Staaten syn gewoon
te vergaederen om door de Staaten de electie te doen en
daervan rapport te hooren.
Dort: als de Eedelen.
Haerlem: 't selfde.
Delft: 't selfde en niet connende induceeren, de electie te
laeten doen door Hollant.
Lyden: den Balljeuw dat recht niet te laeten, maer de
nominatie als altyt is geweest en de electie aen Hollant.
Amsterdam: de magistraeten te induceeren door het Hof
en sulx niet willende vallen, de saecke te laeten aen het Hof.
Rotterdam: nominatie nae gewoonte en electie van lotinge.
Alckmaer: de privilegie niet anders syn als procuratie, die
connen ingetrocken werden, of gestorven synde, syn nul;
soo dan de souveryn, die de privilegie geeft, oock weder
connen onttrecken, nu de Graeve niet meer en syn en daerom
de nominatie laeten doen op de oude gewoonte en electie
door de Staeten of Gecommitteerde Raden.
(120)nbsp;SATERDACH DEN 19 APRIL 1670.
Messive van Boreel uyt Engelant, 12 April: den Coninck
wil de Triple Alliantie houden, maer niet dat den keizer daer
ingetrokken soude werden en de andere prince; alsof
Vranckryck met de Duytse vorsten, of den Kyser in oorloch
quam; Triple Allinatie is de insicht van vreede en dat soude
verwyderinge connen bybrengen. i)
Notificatie.
Particuliere brief in handen der commissar(essen).
1 ) In zijn brief deelt Boreel de bezwaren mee, die de Engelsche
koning had tegen het verbond van den Keizer en de Duitsche
vorsten met de leden van de Triple Alliantie. Door de Alliantie
was het Lodewijk XIV onmogelijk gemaakt zijn land ongestraft
naar het Noorden uit te breiden. Werd de Alliantie nu versterkt
Op de resumptie van de changement van den Heer van
Ouderkerk met Cabbelliauw is verstaen, dat CabbeUiauw sal
blyven moeten ryden als ritmeester van de kant van Hollant,
niettengenstaende Zeelant wellicht Cabbelliauw soude nmyoer
maecken. Doch is verstaen eerst te schryven aen Zeelant om
daerop haer meeninge te verstaen, om alle onlusten voor te
coomen.
Ouderkerk en Cabbelliauw companie met Zeelant geschangeert.
Resolutie opt voors.
Is nu geresolveert, dat geen ritmeester van Hollants repar-
titie mogen werden mayoer, noch colloonelle op andere pro-
vintie repartitie staende, of moeten haer ritmeesterschap
quitteeren, en sal deese resolutie ter Generalityt daerheen
werden gedirigeert, dat de andere provintien 't selfde willen
ter Generalityt meede alsoo vaststellen, i)
(121) Amsterdam brengt volgens aenschryven haerder princi-
paelen in: of de Staeten van Hollant de resolutie van den
1591, 10 Sept. noch houden in observantie; 2) de hooven van
justitie soucken nu wederom aen die resolutie te twyfelen
en niet te obedieeren; is een resolutie en decreet van den
Staet; en de voorstel wort niet gedaen over eenige partecu-
Here questien; maer versoucken, sonder in applicabel sae-
cken, 3) te weeten, gelyck sulx behoort, verstaen wert noch
met den Duitschen keizer en de vorsten, zoo zou ook uitbreiding
naar het Oost%n uitgesloten zijn. Hierdoor zouden de kansen op
een conflict met Frankrijk aanmerkelijk vergroot zijn en dus ook
de mogelijkheid, dat Engeland in een oorlog met Frankrijk zou
gewikkeld worden. Dit laatste was allerminst de bedoeling van
Karei II. Reeds 4 Febr. 1670 had Temple last gekregen te voorko-
men, dat de Keizer den wensch te kennen zou geven in de Triple
Alliantie opgenomen te worden. Vgl. Mignet, a.w. II, pag. 156.
Zie ook pag. 57, noot 2, pag. 77, 110 en 287, noot 1.
1 ) Vgl. Resol. Holland 18 April 1670.
2)nbsp;Bij de resolutie van 10 September 1591 was bepaald, dat de
Hoven van Justitie, alvorens uitspraak te doen in processen, waar-
bij steden waren betrokken, de requesten van de klagers aan de
stedelijke magistraat moesten toezenden ten fine van rapport. Een
middel om aan de uitspraak van het Hof te ontkomen was om
geen rapport uit te brengen, of om de zaak aan de Statenvergade-
ring voor te leggen. De laatste methode werd nu door Leiden ge-
volgd Vgl. hiervoor; J. A. Fruin, Het Recht en de Rechtsbedeeling
onder de Republiek der Vereenigde Nederlanden, Verslagen en
Mededeelingen der Vereeniging tot Uitgave der Bronnen van het
Oud-Vaderlandsche Recht, dl. I. pag. 384 sqq..
3)nbsp;De inhoud van deze aanteekening is mij niet duidelijk.
-ocr page 156-in vigueure te syn en of de Hooven van Justitie haer daernae
moeten reguleeren.
(1)nbsp;Gouda, mandement van complainte tegen Amsterdam
Meegens de haringscheepen.
(2)nbsp;Gorcum, mandement van complainte tegen haer.
(3)nbsp;Complainte van syne Hooch, tegen de Reeckencamer
wegens Geertruytenberg ; heeft het Hof niet gedaen, dan
eerst de Reeckencamer te h®oren.
Exempelen, dat eerst aen de steeden werden gecommunieeert.
Is gehouden voor een denunciatie.
De resolutie van den jaare 1591 is: geen provisie door de Hoven
van Justitie te verleenen teegen de steeden, alvoorens daer op ge-
hoort te syn. En geen appel int crimineel.
En de memorie wederom uytgegeeven, die den pensionares had
overgegeven.
(122) Jacobus van der Graef versouckt veniam estates, out
24 jaar.
Fiat.
Dort rapport en andere leeden over 25 Septb. laestleedeh,
commissie over een questie van Denemarken met de West
In. Comp., 1) waerover Gué, minister van Denemarcken,
heeft overgelevert een memorie. Dat best was het verblyf
in te trecken en daerover te schryven aen La Maire en de
questie onderling af te maecken.
In Commissaressen handen.
Noch rapport wegens cooper : 5 gl. op het hofidert, dat ge-
slagen is, op het incoomen 2) te belasten om de werckluyden
te animeeren. 3)
In Commissaressen handen.
Amsterdam Admiralityt, date 1 April, messive over een
oorloochschip tot transport van den ambassa(deur) nae De-
nemarken en Poolen: 4) oordeelen best te weesen met een
fluyt derwaers te gaen, doch soo persisteeren sullen de naer-
der ordre van Haere PIo. Mo. afwachten; van Denemarken
voort te lant te gaen.
Aen de dispositie van den ambassadeur, hoe wil de rys neemen.
1)nbsp;Vgl. pag. 66, noot 1.
2)nbsp;Bij het komen in het land.
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 19 April 1670.
4)nbsp;Vgl. Idem.
-ocr page 157-Brief der Raet van Staaten wegens de forteficatie van
Deutecora in Gelderlant, die oordeelen noodich te weesen.
Comt in consideratie, wie de costen sal betaelen. Helvoet-
sluys is geforteficeert door en tot laste van Hollant.
Commissaressen.
Triple Alliantie met den Kyser te maecken, oft daer meede
in te trecken. 't Welck is met de ambassadeur van Engelant
en.........geccmmuniceert. En syn geleesen eenige concepten
die met de minister van den Kyser syn gebesoigneert. i)
Mens Trier en Lotheringe souden inbrengen in de allian-
tie 4000 paerden.
4000 te voet.
8000 man.
Het concept tractaat is geleesen, doch alsoo Engelant diffi-
culteert den Kyser en Prince in te trecken, soo is te be-
duchten het werck sal blyven steecken.
Commissaressen van de Triple Alliantie.
Pensionares Fagel rapporteert over de besorging en ver-
sorging van de plaetsen aen de Ryn.
Bedanckt.
La Maire 11 Apr. uyt Denemarcken: den Coninck, soo
men syt, neemt qualyck, dat een ambassadeur en passant
gaende nae Poolen daer aen sal spreecken, om de dolenantie
en de geluckwenschinge te doen.
La Maire te schryven om de humeuren anders te onderrechten.
Backer en Bally sureté de corps.
(122b) Rapport vant gepasseerde over de introductie van den
Prins door den Raetpensionares ter Generalityt en Raet van
Staaten voorgevallen.
Frieslant advys, 31 Maert 1670. Geresolveert in Vrieslant:
boven aen de tafel, of in de stoel en dat de stoel van de
stadthouder sal blyven staen; tractement met de meeste ende
cordiabelste van hondert duysent guldens; een stem te
hebben.
1 ) Vgl. pag. 57 noot 2 en pag. 74, noot 1, en Seer. Resol. Hol-
land 19 April 167Ô.
Commissares nae Ceülen te nomineeren tegens Dynsdach
gereet te weesen.
Is niet ingedaen.
(123)nbsp;Introductie van syn Hoochyt in den Raet van Staaten.
Eedelen advys over de introductie: persisteeren by haer
temperament, van een adviseerende stem.
Dort: de saecke staet nu anders als in den jaere 1667;
heeft nu te veel authorityt in Zeelant, synde geworden Pre-
mier Noble; vint te veel authorityt by de andere provintien;
heeft sich ingedrongen tot Premier Noble; om gevolchswille
toestaen de introductie en cessie; geen stem te hebben, noch
oock adviseerende; heeft veel goederen en betaelt geen las-
ten; vergeeft oversulx veel offitien over syn goederen; uyt
de resolutie van den jaere 1667 en 1668 can niet sien, dat
een concludeerende stem moet gegeeven werden, ja stryden
daer teegen; den Raet van Staaten syn van het selfde ad-
vys ; de cessie is om geimbueért te werden en onderrecht
te werden; sal men leeren, soo moet men hooren en sien.
Haerlems advys: eenparich van advys, dat de beloften
moeten gehouden worden, want het woort is gegeeven en
s^n Hollanders; dat alle de resolutie hebben andere inten-
tie gehadt als Dort syt; wederlyt de fundamente van Dort;
In Ap. 1669 met Zeelant gebesoigneert over de justitie, daer
debvoiren is gedaen om te brengen in de resolutie van den
(124)nbsp;jaare 1668 van harmonie, want als men syde, dat Zeelant
soude daerdoor becoomen dry stemme, soo can niet anders
verstaen als van een stem; seggen een goede saeck te weesen
het Eeuwich Edict en by alle de provintien het Stadthouders
van Capetynschap en Admirael-Generael is gesepareert, is
meede noodich; sal men syn Hoocht naederhant gebruy-
cken, soo is dienstich voor den Staet, dat kennisse becomt;
connen geen reeden sien van ongerusthyt al heeft een stem,
alsoo het Eewich Edict het lant verseeckert; men heeft altyt
geweeten, dat Premier Noble moste warden; de inclinatie
van alle de provintien syn daertoe; best is alles in debita
forme te doen en met een goede eenichyt; wenschen te
weeten of den Staet de resolutie van hermonie willen on-
derhouden en executeeren, gelyek het Eewich Edict is ge-
daen, of dat haer vry vinden.
Delft: hebben alles getrouwelyck gerapporteert en hebben
-ocr page 159-alles rypelyck naegesien; blyven by de hermonie, Jan. 1668;
voorgaende exempelen comen in deesen niet te pas; vi^as de
saeck in S)^ geheel, soude het alles afslaen, maer nu sullen
woort houden; daer wort van geen stemme gesproken; dat
(125)nbsp;Haerlem wilde spreecken voor den dienst vant lant en niet
voor de Prins, soo soude anders syn van advys; op den per-
soon moet men niet sien, maer op het welvaeren van het
lant; wy syn nu vry en Godt heeft ons miraculeus verlost;
en soude alleen de cessie consenteeren.
Haerlem: neemt de advysen van Delft qualyck en stuyft
op en van Asperen uyt de Eedelen syt: „die minst geeft,
doet bestquot;. Haerlem antwoort volgens syn advys.
Lyden advys: met advys van Edelen, doch een conclu-
deerende stem.
Amsterdam: dat de hermonie ter Generalityt noch niet
vast staet; hadden wel gewenst, dat de hermonie hier her-
monie was en soucken eendracht; de hermonie en introduc-
tie moet samen gaen, of loopt peryckel; connen het onder-
schyt van adviseerende of concludeerende niet groot vinden
en meenen beeter te syn de resolutie van hermonie voort te
gaen ende daertoe een concludeerende stem toe te staen.
Den pensionares heeft in syn notelen als volcht wegens Amsterdam:
dat de hermonie best was ende dat beeter soude syn de Prins van
Orange een resolveerende stem te geeven, als het werck over hoop
te helpen.
(126)nbsp;Goude: men moet den Prins niet groot maecken; een ad-
viseerende stem.
Rotterdam: men moet met precautie gaen, de tyt nu an-
ders synde als in den jaare 1667; libertyt moet men conser-
veeren; can niet dencken hoe gedachten connen coomen om
fondement te leggen tot verlies van de vryhyt; Amsterdam
heeft noch memorie van de peryckelen; wederlyt de argu-
menten van Haerlem; soo de Prins macht krycht, soo staet
te vreesen; het quaet moet men weeren; de provintien syn
noch niet eens, soodat adviseerde: geen stem te geeven voor
dat ontslaegen is van Zeelant en eer niet te introduceeren,
noch plaets te geeven.
Gorcum. Met de Ridderschap, doch gelast, dat geen con-
cludeerende noch adviseerende stem moet aen den Prins ge-
geeven werden, maer alleen hooren en sien en bequaem wer-
dende, naeder op syn persoon te letten.
Schiedam advys: een adviseerende stem sonder belastinge.
-ocr page 160-(127)nbsp;Schoonhoven: een concludeerende stem.
Briel: adviseerende stem.
Alckmaer: noch het een noch het ander, maer de conside-
ratie van de leeden over te schrj'ven en teegens een Dyns-
dach sullen haer advys geeven.
Hoorn: de Prins is een private persoon en moet niet by
een souveryn vergeleecken weerden, hoe can dan sitten boven
seven souverynen; spreeckt teegen, dat alleen soo veel sal
hebben als alle provintien-gedeputeerde; dit op advys der
Raet van Staaten; cessie heeft geen cracht van een stem te
hebben; fiscaelen en secretaressen hebben cessie, maer geen
stem; sullen een adviseerende stem geeven, doch sonder trac-
tement, hoewel uyt de resolutie verstaen daertoe niet ver-
oobligeert te syn.
Enckhuysen: als men spreeckt van cessie, soo wort ver-
staen als anderen hebben gehadt en niet laeten sitten als een
fiseael of secretaressen; de intentie is anders gedocht; advi-
seert: een concludeerende stem.
(128)nbsp;Edam: tractement, syn in ontsticht over het advys der Raet
van Staaten; eerst hooren de opinie der leeden en over-
schryven.
Monnikdam: syn difficiel in haer advys te uyten, alsoo
eenige leeden uytstel hebben versocht.
Medenblick: de consideratie der leeden over te schryven.
Naerder omvraege:
Eedelen
Goude
Schiedamnbsp;Igt; 5 adviseerende stem.
Briel
Hoorn
Haerlem
Lyden
Amsterdam )- 5 concludeerende stem
Schoonhoven
Enckhuysen
Dortnbsp;)
Delftnbsp;gt; cessie alleen.
Gornicumnbsp;)
Rotterdam: niet te introduceeren voor van Zeelant af is geschyden.
Alckmaer
Edam
Monnickendam ^ 5 tegen Dynsdach.
Medenbliq
Purmerent
19 leeden.
Op alle welcke advysen is verstaen Dynsdach af te wachten,
wanneer eenige leeden seggen last van haeren principaelen
te sullen hebben becomen.
Den Raetpensionares syde, dat wel soude connen voorslaen
eenige middelweegen van accpmodatie.
Amsterdam syde 't selfde onnodich te syn en die tyt moet
afgewacht werden. Bontemantel meende, dat wel conde ge-
hoort werden, doch de burgemeester en van Beuningen
meende 't soude strecken tegen de ordre van den Raet.
(129) Den 20 Ap. 1670 ben tot Delft geweest te eeten by den
burgemeester Graswinckel, by nichte van Ruyven. En syde
rnyn, dat Den Vlieger meende, den burgemeester van Beu-
ningen was geweest by de Heeren van Dort en Delft, sou-
ckende te induceeren, dat alsoo den Raetpensionares het niet
en differeert of den Prins heeft een adviseerende, of con-
cludeerende stem, of niet beeter soude doen tot dienste der
hermonie van haer stadt weegen een concludeerende stemme
in te brengen. Dat doen eenige provintien gedeputeerden wae-
ren by den Prins om te induceeren, dat met een adviseerende
stem soude contement neemen, opdat de hermonie mocht
een begin neemen, of dat anders door discrepteerende opi-
nien de saecke wel mocht comen tot een langsaem eynde,
daerop wat tamelyck i) had geantwoort, te kenne geevendé
soo de saecke soo soude gaen, dan soude moeten nemen an-
dere wegen of mesures maecken of diergelycke woorden en
voornaemelyck tegen den Heer van Gent. 2)
Oock syde onder discourse, dat tot Delft gewoonte was al
van oude tyden te seggen, dat de heeren van Amsterdam syn
goede stadtsregeerders, maer geen goede lantsregeerders.
(132)nbsp;MAENDACH DEN 21 APRIL 1670.
^ Willem Halling van Dort nae Zeelant in de Admiralityt.
Joncker Jan Gerrets van der Nieuburg, wegens Alckmaer
in den Raet van Staaten. Eet.
Request van Warckendam wegens.........
I ) Afgemeten.
2) Joh. van Gendt, gouverneur van den Prins van 1666 tot 25
Juli 1670. Voor een verslag van dit bezoek der gedeputeerden, vgl.
ook Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 30.
Staten van Holland 1670.nbsp;6
-ocr page 162-Octroy van de kerkelycke historie i) geschreven door
Dominé Brant.
Fiat.
Nota. Hoorns pensionares 2) heeft de boeck octroy gesecondeert,
apparent omdat Brant daer heeft geweest een remonstrant pre-
dikant.
Octroy van een Cruytbouck versouck.
Fiat.
Rapport van Overyssel besoignes.
Pallant, Coeverden.
1668 questie 27 Sept. accoort gemaeckt, dat altyt de gedepu-
teerde van Sallant noyt wierden getyckent, maer als absent.
Pallant is noyt getyckent als present, als van Sallant gecom-
mitteert.
Nota. Daer is lange jaaren questie geweest in Overyssel, of Sallant
mocht gedeputeerde stellen ter Generalityt ofte niet met die van
Overyssel en is de questie in den jaare 1668, 27 Sept. te neer ge-
stelt door den Raetpensionares en N.N., dat Sallant geen qualityt en
had ende syn sedert alle, die wegens Sallant syn geweest, noyt ter
Generalityt aangeteekent als presenten. 3)
Den 21 Ap. 1670 Overijssel moetende presideeren heeft Pallant, ge-
committeerde van Sallant vr.oech4) gestelt in de stoel van den
president. Coeverden, gecommitteerde van Overyssel, heeft sich
daerteegen gestelt en quam groote questie, maer is de saecke door
den Raetpensonares en N.N., als over het accoort synde geweest, ter
neder gestelt en Pallant is uyt de stoel gestaen ende Coeverden
heeft het presidentschap waergenoomen.
Den secretares Schaep, heeft myn in den Hae.ch verhaelt.
(133) hoe dat voorleeden Donderdach, synde den 17 April 1670,
was gelast van Burgemeesteren sich te vervoegen by dominé
La Badie en bekent te maecken, dat haer E. was onder-
recht, dat had getracht opentlyck te prediken en dat had
gehuert dry huysen met meeninge de toegangen tot den an-
deren te maecken om alsoo 't selfde te gebruycken als tot
een klooster ende, gelyek dagelyx doet, vergaederinge en ven-
ticulen te houden; dat door syn lesse en leere eenige vroo-
1)nbsp;Historie der Reformatie en andere Kerkelijke Geschiedenissen
in en omtrent de Nederlanden met eenige aanteekenmgen en aan-
merkingen nader oversien en merkelijk vermeerderd en vervolgd
tot het jaar 1600. Amst. 1671.
2)nbsp;Mr. Cornelis de Groot.
3)nbsp;Voor deze kwestie vgl. Bussemaker, Geschiedenis van Over-
ysel, dl. II, pag. 127 sqq.
4)nbsp;Vermoedelijk is Palland vroeg gekomen, om den ander voor
te zijn.
men tot sich treckt, daer de mans aengenaemer was, dat op
haer huyshoudinge paste, dat meede een gotsdienst is, ende
om die en andere reeden Haeren Ed. haer moverende, goet
gevonden hebben, door hem secretares, beckent te maecLn
dat sich soude hebben te wachten van te prediken 't sy int
openbaer, ofte int partecuHer, oock van eenige venticulen
vergaederinge ofte byeencomste syner gesinthyt te houden'
op peene, dat soo int contrary doet, met hem te handelen
als men is gewoon met ongehoorsaeme inwoonders te doen •
dat memant geneegen syn om de gotsdienst te vervolgen en
die sich stil, modest ende gehoorsaem draecht, te bescher-
men; ende 't selfde by geschrift, nae mondelinge 't selfde
gesyt hebbende, over te leveren.
Waerop heeft geantwoort: deselfde denotatie te weesen
een stilswygende uytsettinge; dat gehuert had dry huysen
wederom met merckelycke schaede sal moeten ver-
U^) laten; dat Burgemeesteren hem hebben voordesen gesyt niet
te sullen doen, sonder dat eerst sal gehoort weesen om Haere
Ed. te onderrichten en wederleggen 't geen tot syn nadeel
wart gerapporteert. Versocht den voors. secretares 't selfde
te willen aen Burgemeesteren bekent te maecken en dat
soude coomen om antwoort.
Doch hebben Burgemeesteren op rapport van den secre-
tares gesyt, dat, soo om antwoort quam, hem soude aendie-
nen dat Burgemeesteren 't selfde hebben gedaen nae rype
deliberatie en dat geen veranderinge in can gemackt werden
en nae 't genotificeerde sich sal moeten reguleeren.
Den voors. secretares Schaap verhaelde voorts, dat met La
Badie m discours was gevallen ende syde, om twee saecken
in den haet van de predicanten was, 't eerste, dat niet can
verstaen, dat de kerckelycke vergaederinge authorityt can
noch behoort te hebben, ten tweede, dat oordeelt de predi-
canten geen moyte genoch neemen tot de gemeente om die
tot een Chnstelyck leeven te brengen.
Alle 't voors. heb verbaelt aen burgemeester Munter alhier
synde op de dachvaert, die syde, daer geen kennisse van te
hebben.
Labadie, Wals predikant.
Leest myn annotatien van den Raet in den jaare 1669 en 70 diverse
saecken van Labadie. 1)
icionbsp;Labadie te Amsterdam in de jaren
lbb9 en 1670 , in Aemstel's Oudheid, V, pag. 209—226 heeft Dr. P.
-ocr page 164-Leest het groot memoriael berustende ter secretary van Amsterdam
t selfde geregistreert met ordre geen copye daer van te geeven. '
(135)nbsp;Besoignes Dynsdach den 22 April 1670.
Ontfangers Admiralityt, Elbert Spiegel en de andere ont-
fangers
1664 Rotterdam subsidie getrocken f. 3740.—
5nbsp;„nbsp;„nbsp;„ - 9028.—10
6nbsp;„nbsp;„ „ - 7247.—21/2
7nbsp;„nbsp;„nbsp;„ -6615.—11
f. 26641.-3
Amsterdam
1644nbsp;f. 6950—12—11
5nbsp;-19148—13—1
6nbsp;-178
7nbsp;- 19487—1 —5
f. 63487-13
Noorderquartier 1664nbsp;f. 2924—12—1
By gissing over 4 jaaren f. 25000—0.
Vrieslant 1663 )
4nbsp;} 6273—13—9
5nbsp;j
^ 1 9775
16147—13—9
Concept van den Reeckencamer over de tractementten der
ontfangers der Admiralityt.
Dort, Delft, Rotterdam, Schiedam, Enckhuysen syn van
advys: seedert 1664 toe te voegen 5 stuyvers ten hondert
en niet 10 st. te moeten hebben.
Amsterdam, Hoorn, Medenblick: 10 st. ten hondert voor
alle de ontfang en uytgift, gelyck syn reeckening is ge-
stelt. 1)
Scheltema. alle gegevens, die Bontemantel in zijn verschillende
werken over De Labadie meedeelt, verwerkt.
1 ) De ontvangers generaal der admiraliteiten berekenden voor
zich en hun ambtenaren % provisie van alle gelden, die op
bevel van de St. Gen. door de admiraliteiten geleend waren en van
de subsidies, die door de provinciën tot extraordinaris equipage ter
zfeLn^laS^fSOr^nbsp;-nbsp;f200; f900
Vrieslant - cLrck f 200. Noorderqu. _ Clerck f200; f800
(136)nbsp;DYNSDACH DEN 22 APRIE 1670.
'nbsp;besettinge van de plaetsen in Vlaen-
deren. Commissaressen worden bedanckt en geautoriseert
op alles goede sorg te dragen, en de garnisoenen te fesorg:?
Sohfe7Her ^w'' Reelt;=keningen wegens Nicolaas
Sohier, Heer van Warmenhuysen by Schaegen geleegen
Volgens advys van de Reeckencaemer.
Den offecier van Rotterdam, Otte Verboom: Gerret Andries
gecondemeerde en fugitief wegens een manslacb; reS sy
gesonden aen het Hof om advys.
Aen het Hof om advys.
Adriaen Dircks. request. Approbatie op een request.
Stuyverties van buyten de provintie incoomen.
G'-aeflyckhyt: om de proffyten van
-aSf^e:^^ ^^^^ ^^nbsp;der
Fiat.
Lyden:
Gornicum: difficulteert.
Alckmaernbsp;^
SS?™ [nbsp;en effecten te vercoopen.
Purmerent /
rnm^m
1 ) Vgl. Resol. Holland 22 AprU 1670.
-ocr page 166-(137)nbsp;Houterive, collonel en ritmeester. Door syn doot is de
comp, vacant geworden. Noel, lytenant, versouckt de comp..
Jacques staet op de wacht, i)
Gassion de comp, van Houterive toegestaen, alsoo op de wacht
stond van de gecasseerde troupen.
Advys opt den Staet van Oorloch. Geëxamineert, dat tee-
gen 10 Mey gereet moet weesen. 2)
Ambassades nae Spaigne en Vranckryck.
Amsterdam wort versoeht te willen voegen.
Nae Spaignes wordt van Beverningk a) wederom: versoeht, die 't
selfde wederom refuseerde. Tegen Vrydach daervoor te dispo-
neeren. Amsterdam verstaet niet anders als tot ordenares am-
bassadeurs.
Den Prins van Tarante is wederom int lant gecomen en
verseeckert den Staet van groote getrouwichyt. Syt, dat den
Coninck schynt qualyck tevreeden is, dat geen ambassadeur
derwaerts wert gesonden.
Wert in consideratie gelyt, een complement te doen aen den
Coninck van Vranckyck, als nae aen onse fontieren mocht
coomen, door den een of anderen gouverneur, of comman-
deur. 3)
Den Coninck van Engelant heeft ordre gestelt, 't selfde te
doen, soo den Coninck tot Duynkercken comt.
Daer op te dispescheeren een persoon tegen de tyt.
(138)nbsp;Hendrick ten Hoven, capetyn versouckt te moogen een keer
doen nae Gelderlant voor 14 dagen.
Parys, van Roemp, messive wegens de rys van den Co-
ninck heen en wederom in de Nederlanden. 4)
Is geresolveert, den Coninck op of omtrent onse frontieren co-
mende, te laeten complimenteeren en daertoe gecomitteert den
Heer van Wassenaer ende 't selfde ter vergaederinge van Haere
Ho. Moogende te brengen.
Uyt Brussel, Sasburg, date ......... Ap..
Stockholm, van Cletser messive.
a) Hs.: van Beuningen.
1 ) Vgl. Resol. HoUand 22 April 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 22 April 1670.
4)nbsp;Bedoeld wordt het door Frankrijk geannexeerde gebied in de
Zuidelijke Nederlanden. Vgl. Resol. Holland 22 Aprl 1670.
(139)nbsp;Post Meridy 22 Ap. 1670.
Hollant is belast door gelden op intrest, dat de intresten
jaerlyx soo veel beloopen, als de helft haerer incomste. Leest
foly 384.
Besoigne den Staet van Oorlooch.
WOENSDACH DEN 23 AP. 1670.
Besoignes over de commiese van den ontfanger-generael
van de Staaten-Generael: of beeter is te laeten een tracte-
ment jaerlyx, ofte provisie ten hondert voor de penningen,
die van de provintien comen te ontfangen.
Commissares van de Zee: Dort, Delft, Amsterdam, Rotterdam,
Hoorn, Enckhuysen, Medenbliq., Burch tresorier, Ontfanger Vol-
bergen en twee van de Reeck(encamer).
Inplaets van rycosten, vacatie etc. te geeven tot menage van
den landen een tractement te geeven en provisie van den
ontfang, dat coomen te ontfangen.
Advys volgens den Raet van Staaten: te laeten by een
tractement 5 gl. daech als rysen voor vacatie en 2 gl. voor
de knecht, alles booven de vrachten; alles by provisie; dat
de Generalityts Reeckencamer onderwyle letten op die de-
claratie en advys op het een en ander; tot de beste menage
naerder advys te geeven; de commiese moeten woonen in
den Haech tot beter dienst van den ontfanger; wegens de
juridictie van de judicature van den Raet van Staaten over
de commissie, ^) dat best soude weesen die clausule te laeten
uyt het advys, want soo 't den Raet toe comt, soo ist niet
noodich en anders soude connen eenige speculatie maecken.
(140)nbsp;De besoignes wegens den Staet van Oorloch, is gerappor-
teert en geapprobeert, doch by sommige leeden, als Amster-
dam, overgenomen wegens de consente ter zee.
Wordt overgenomen.
Brief van den magistraet van Brugge. Is antwoort op den
brief van Hollant; onderrechting van eenen van Leeck.
In handen van commissaressen der saecke van Van Leeck.
1 ) Volgens deze concept-instructie zouden de commiezen van
den ontvanger-generaal onder de jurisdictie van den Raad van
State staan. Zij zouden zich niet mogen beroepen op den rechter
van de plaats hunner afkomst. Voor deze concept-instructie vgl
Resol. Holland 23 April 1670.
La Maire. Advys daerover door de commissa(ressen) van
de Staeten Generael over desselfs messive van te woonen
tot Coppenhaegen inplaets van tot Elsenneur op een trac-
tement als Hemsius en...... hebben van 6000 gl. voor alles
sonder te moogen declareeren en vrachten en een clerck té
houden tot Elseneur.
Erfgenamen van den ambassadeur Boreel, 29 Sept 1668
gestorven tot Parys: dat wegens de reductie van het Frans
pit m Hollants geit, te weten de ongelden in Vranckryck
betaeh, moogen betaelt werden in Hollants geit; dat den
iveeckencamer wegens de thuyscomst......i)
(141) Rapport der commissaressen van zeesaecken wegens de
besoigne van de ontfangers van de Admiraliteit over de pro-
visie der subsidie, die gedaen hebben tot 1/2 par cente.
Edelen: confirmeeren.
Haerlem: behoort niet te geeven aen de ontfangers.
Delft, Lyden, Gouda, Alckmaer, Enckhuysen: 't selfde
Pumerem^^*quot;'nbsp;Oo^k Monnickendam, Medenbliq,
Wort overgenomen.
Rapport der commissaressen van zeesaecken over het trac-
tement der comisen van den ontvanger-generaal Volbergen.
Couranten al te liber gedruckt.
Burgemeesteren van Haerlem en Amsterdam versocht goede
ordre te stellen.nbsp;®
19 July 1668, ordonantie op de coorenbandewynen van
buyten in Hollant comende en voorloop 2) van brandewynen
en is niet gepubliceert volgens gewoonte.
Fraude comende, is gecallangeert s) en syt geen publicatie
is gedaen, ergo is ignorant, alsoo is een nieu middel. 4) En
te examineeren de penalityt.
Geëxamineerd te werden, blyvende het placcaet in vigueur.
I ) Vgl. Resol. Holland 23 April 1670.
2)nbsp;Voorloop is het eerste aftreksel van brandewijn of jenever.
3)nbsp;Gecallangeert = geverbaliseerd.
4)nbsp;Amsterdam stelde in de Statenvergadering voor, om voordat
een nieuw belastingplakkaat in werking trad, het volk eenigen tijd
van te voren te waarschuwen. Hierdoor zou voorkomen worden
dat overtreders onbekendheid met het plakkaat konden voorwen-
den. Vgl. Resol. Holland 23 April 1670.
nae DuytslaM om le cZèn èS ™ bfen,™
op een sepe^ en hu^T torA.L'trquot;^ ^^
Advys van het Hof staet het toe
Fiat.
Examineeren.
Rapport van Meerman uyt de Generalityt: de provintie
geoorÏeÏÏ dquot;enbsp;seer'ZdTeh
geoordeelt de ambassade nae Vranckryck en nae andere
.ZZfh'r.quot;^ de buytegewassen te beLaerenroock we-
gens de belastmge der brandewynen etc..
Op te besoigneeren.
De Staaten-Generael vinden meede goet een comnliment
a) Hs.: schuldenaers.
1) Charles Colbert/markies de Croissy.
(142)
Harsholt, commissares vant cavalleery en vant leeger is
Overleeden, synde de ouste collonel. Volgens resolutie van
den jaare 16671) ter Generalityt genoomen, soo moet
alsoo daer twee generaels gemaeckt waeren, den een uyt
sterven, ten ware de provintien gesamentlyck oordeelde
alsdan weeder een gemaeckt te werden. 2)
maecker''^^''quot;quot;''''''nbsp;adviseerde een ander te
Besoigne Post Meridy 23 Ap. 1670 over de
saecke met Engelant.
Ar(ticul) van Marine: dat men soude mogen trafiqueeren
op alle plaetsen, daer den één noch ander geen forte en
hebben, ofte eenige negotie; en daer geen possessie hebben
sal mogen yder, die de eerste is, possessie neemen.
Van Beuningen heeft opgestelt een manier van moderatie.
Een persoon nae Engelant te senden met instructie
Turckxse roeveren geen tractaat te sluyten dan conjunctum 3)
Oost In. Cony. questie, die met ongelyck geyst werden en niet
te stellen in de instructie, als hebbende den heer, daer nae toe te
senden, goede kennisse heeft. 4)
Seregnam, wegens Zeelant meede in mandates te geven.
1 ) Bontemantel bedoelt de resolutie van 17 Jan. 1668
l) De Staten van Holland achtten het noodig, dat er twee com-
missarissen-generaal bleven. 7 Nov. besloten zij in plaats van den
Prms van Tarente die bedankt had voor het Luitenant-generaal-
schap van de cavallerie, ter Generaliteit voor te dragen als opvol-
ger Joh. van Weideren, commissaris-generaal van de ruiterij In
de twee vacatures, die zoo zouden ontstaan, nl. van Van Weideren
en van den overleden Anthony van Haersolte, werden ter Genera-
liteit voorgesteld de kolonels Jan Barton de Mombas en Steen-
huysen. Vgl. Resol. Holland 7 Nov. 1670.
3) De zeeroovers van Algiers Tunis en Tripolis hadden zich
bereid verklaard vrede met de Republiek te sluiten. Daar het
echter hun gewoonte was om met den één vrede te houden om
des te beter den ander te kunnen berooven, overwogen de Staten
om met Engeland een tractaat aan te gaan, waarbij beide rijken
zich verphchten zouden niet afzonderlijk vrede met de zeeroovers
te sluiten. Zie ook pag. 102, 110, 118, 121, 122 154 en 174
j quot;^^Pe^Staten-Generaal waren blijkbaar van'een ander gevoelen
dan de Staten van Holland. In de instructie voor Van Beuningen
die het gezantschap op zich genomen had, werd bepaald, dat hii
niet mocht toestemmen in den eisch der Engelschen, dat zij vrije
doorvaart zouden hebben door alle wateren, waar de Oost- en
West-Indische Compagnieën sterkten hadden aangelegd. Vgl. Seer
Resol. St. Gen. 29 Mei 1670.
Bnef aen secretares Trefort, i) 1 October, van Van Beu-
Suf de tquot;quot;^nbsp;conferentie met den am-
der Oost Tnd r'P'quot; en kenmsse met 2 ä 3 bewinthebbers
der Oost. Ind. Comp.. Op welcke onderrechtinge van hem
van Beunmgen den voors. ambassadeur heeft ingehoS
een memone, d e anders soude overgelevert geS heb-
ben daer door hcht alle de Triplie Alliantie en de vreede
soude :n peryckel gestaen hebben van aen stucken te raeeken
trconZ;'quot;^'quot;nbsp;h-ft belooft met nimant
te commumceeren, dan met den Raetpensionares. 2)
Is oock geleesen een brief van Trefoer.
't Schip Andimion, 1654, welcke questie niet afgemaeckt
IS, soodat de negotie op die quartieren moogen negoetieeren
Serignan memorie van den ambass. Temple.
Burgemeester Fladderack ende Snellius van Alckmaer
ende Burgemeester Ham van Enckhuysen syn by ons smid-
dach ten eeten geweest.
(143)nbsp;donderdach den 24 aprh, 1670.
Gasthuys besoigne.
Dort Dem, Amsterdam, Rotterdam, Commissaressen van zee-
saecken, Gecommitteerde Raeden van byde quartieren.
Commissoriael 2 Ap. 1670.
Rotterdams gasthuys. Oncosten over de gequesten aldaar ge-
bracht, t welck betaelt moet werden door de Admiraliteiten
Versouckt betaelinge.nbsp;'
Resolutie 19 Juli aen de magistraeten om de gasthuysen te
versien met beloften van prompte betaelinge
22 Maert 1653, resolutie der Staeten-Generael op de ge-
questen in de steeden, op 7 st. daechs, uyt de ordenares sub-
sidie ter zee te betaelen.
Admiraliteit, Amsterdam 24
Maert 1666, over questie der gasthuysen aldaer der geques-
ten en leverantie der medicamenten: 6000 gl. voor alle pre-
tentie te betaelen; 3 gl. weeckelyck int toecomende en medi-
camenten apart volgens taxatie en behoeften.
I ) John Trevor, staatssecretaris in Engeland
2) Nadere gegevens over dit incident heb ik niet kunnen vinden.
(142b)
Extract uyt Enckhuysen, 27 Jan. 1666, gasthuys-questie.
Advys des Gecommitteerde Raeden van byde quartieren:
accoort van Amsterdam fiat, maer in toecomende 7 st. daechs
en de medicamenten daerenboven; de doctooren een hono-
rarium.
Amsterdam advys: voorleeden 3 gl. 's weeks boven de
medicamenten ten lasten de collegie daer geleegen hebben,
maer in het toecomende meede 3 gl. sweecks en medicament
ten, te betaelen by de collegie daeruyt uytgevaeren syn, voor
de matroosen en scheepssoldaten; en de lant-soldaten te be-
taelen door de respective provintien op wiens repartitien sy
staen.
Amsterdam advys van 10 st. daechs voor de matroosen, of 3 gl
sweecks voor deesen ingebracht en de medicamenten nae rede-
lychyt. Te betaelen uyt de rantsoenen.
(144)nbsp;DONDERDACH 24 APRIL 1670.
Nota. 7—9 Articul der instructie.
Lyden. Propositie wegens het leggen van de dycken en in
de vaert van Gouda en Drecht by Lamuyden: Lyden syn
hoof tingelanden van Rynlant; intrest die byt soute waeter
hebben, dat de manifacture nu soo veel niet connen maecken
als van te vooren; dat laeckens wederom van Dansick ge-
sonden, alsoo vol vlacken waeren; sout waeter stil staende
maeckt een groote stanck; weeten niet waer haer sieckte en
sterven vandaen comt, maar soude connen daervandaen ge-
comen is; dat soo een stadt niet behoorde met decreet be-
naedeelt werden; dat soo een welvaeren van een stadt soude
staen aen de utspraeck van den Hoogen Raet oft twee der-
selve commissares(sen) ; daerom brengen het trouwelyck in
den boesem van Haere Ed. Gr. Mog.; versoucke dat de Staa-
ten gelieven die saeck aen een syde te leggen door commis-
saressen ende dat die coromissa(ressen) van den Hoogen
Raet moogen werden gelast stil te staen; exempelen syn
daervan: wegens Delftlant over een aenstellen van een pen-
ningmeester; de Prins van Oranje wegens Geertruydenberch
met de Reeckencamer; Gouda en Schielant; Rotterdam we-
gens het maecken van een bewinthebber van de Oost. In.
Comp.;
de voors. exempelen syn door de Staaten uyt het Hof ge-
trocken; met de proceduren voort te gaen soude groot nae-
deel voort brengen.
Leveren haer versouck over en is geleesen. i)
Neeltie Pieters. request, of fidecomiesen connen afgedaen
werden by 't Hof. Is gestelt in handen van commissaressen.
Dort, Haerlem, Delft, Lijden, Amsterdam, Alckmaer, Hoorn en
Enckhuysen.nbsp;'
1622. Decreet wegens de provisionele vonnessen op ver-
souck van Rotterdam.
Gerenvoyeert aen het Hof om advys.
Commissaressen om met de Gecommitteerde over te leg-
gen de commissie van den Heer Wassenaer, gedestineert de
complimenten aen den Coninck van Vranckryck te doen als
gecomen sal syn naeby deses lants frontieren. 2)
(145) Advys over de saecke van Rhynlant.
Eedelen: als inzien de gront, soo is die aen de justitie; syn
voor het parteculier als oock als Edelen merckelyck gegoet;
verklaeren ronduyt, dat geen stremming van de justitie con-
nen doen; twee fondementen, of men saecke can trecken uyt
de justitie, offitie;^) syn geneegen tot accoort, maer de
justitie syn gang te laeten hebben.
Dort: selve.
Haerlem: 't selfde.
Delft: 't selfde; seggen meede noot vant soute waeter
hebben.
Advys van Lyden: hebben swaerder last van expressien-
hadden gemeent de exempelen suffisant soude hebben ge-
weest, doch syn in die saecke ongeluckich en syn misnoecht
dat men contrarie doet; dat Amsterdam alleen uyt is om
Lyden te bederven; versoucken de volgende leeden anders
te verstaen; soo eerst comt een retablissement, dat de saecke
mmder sal syn van apparentie tot accoort.
Amsterdam: hoe sich de saecke heeft togedraegen en ver-
souckt te blyven gaen het Hof en recht. 4)
1 ) Vgl. Resol. Holland 24 April 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Dit woord staat in het HS. apart op een regel. De beteeke-
nis IS mij niet duidelijk.
4)nbsp;De reden, waarom Amsterdam de uhspraak aan den Hoogen
Raad wilde overlaten, weet Bontemantel ons te vertellen Een neef
van Valckenier, de raadsheer Hudde, die als lid van den Hoogen
Raad deze zaak behandelen moest, zou aan Valckenier geschreven
146) Gouda: ciaecht oock over het soute of bracke waeter en
dat die soo geleegen, dit wel soude connen door commissa-
ressen van Haere E. Gr. Mog. gedetermineert werden.
Rotterdam: met de Edelen; willen geen justitie stuyten,
maer wel soude connen gedefinieert werden met wat meer-
der belach; i) dat de commissaressen van den Hogen Raet
wel wat soude connen te kennen gegeven werden van wat
te suppercedeeren en oversulx commissaressen behoorde ge-
stelt te werden.
Gornicum: met het lest advys van de heeren van Rot-
terdam.
Schiedam: datter intrest is in het poletiq, doch geen hant-
sluytinge doen aen de justitie; dat commissaressen van Hol-
lant met commissaressen van den Hoogen Raet behoorde de
saecke te defineeren, nae rype genomen kennisse.
Schoonhoven: justitie moet gemainteneert werden, maer
evenwel soo aensienelyck lit moet opgelet werden en de
justitie niet te stremmen; evenwel, gelyck Delft heeft ge-
adviseert, het poletiq daer oock aen gelaegen is, soodat con-
formeeren met Delft.
Briel: advys met Delft, Rotterdam en Gouda.
Alckmaer: met de Ridderschap.
Hoorn: de justitie niet gestremt en commissaressen te
stellen.
Enckhuysen: fiat justitie; met de Edelen.
Edam: met de Edelen en in te laeten met een acomodatie.
Munikendam: met de Edelen en in te laeten en door
commissaressen.
Medenbliq: met de Edelen; 't selfde.
Purmerent: met de Ridderschap en te aconiodeeren.
Amsterdam: versouckt geen conclusie mach genomen
werden.
Conclusie: de saecke over te neemen door Amsterdam en
des niet onvermindert, dat Hollant sal soucke en presenteert
de mediatie der saecke; en de justitie syn voortganck te
laeten hebben.
hebben, dat Amsterdam dit proces zou winnen. Vgl. Resol. Raad,
III, 1, fol. 333.
1 ) Belegh = overleg.
-ocr page 175-(147)nbsp;Besoignes vant gemael ten platte lande.
POST MERIDY 24 a) APRIE 1670.
Delft, Lyden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam, Alckmaer, Enck-
huysen, Gecommitteerde Raeden.
Commissoriael 18 April 1670. 5 Artyckel van de ordo-
nantie is geleesen.
Rotterdam advys, daer de besoigne over is: dat gemaele
grynen gemaele in een Stadt overal ten platte landen mach
gebracht werden, sonder becroon i) van ymant, daer de or-
donnantie secht, dat de accys wederom moet betaelt werden,
daer het wert gebracht, soo het is in een andere verpach-
tinge. 2)
De comparitie gecontinueert en yder syn speculatie te laeten
gaen.
(148)nbsp;Besoignes wegens de ordre van te geeve aen Wassenaer,
gedestineert den Coninck van Vranckryck te congratuleeren,
gecomen synde op de frontieren.
Edele, Delft, Amsterdam, Alckmaer en de Gecommitteerde Rae-
den van byde quartieren, soo die laeste present syn.
POST MERIDYEM DEN 24 APRIL 70.'
Commissoriael date deses.
2 pointen staen te considereeren:
9 December 1651 )
30 Mey 1664 [ reglement;
21 December 1665 )
en of gedeputeerden uyt de Ridderschap de dachgelden niet
behoorde hoger te wesen.
Dachgelden der gedeputeerde na de Ylderschans, gedepu-
a) Hs.: 29.
1 ) Belemmering.
2) Bewoners van het platteland, die meel gekocht hadden te
Rotterdam en daarvoor in de stad reeds belasting betaald hadden,
werden door de pachters van het gemaal geverbaliseerd wegens
ontduiking van de plaatselijke belasting. In de Statenvergadering
van 18 April had de stad Rotterdam hierover geklaagd en er op
gewezen, dat er alleen tweemaal belasting betaald behoefde te wor-
den, wanneer het meel naar een ander belastingressort vervoerd
werd. De Staten hadden commissarissen aangesteld, om deze zaak
te onderzoeken. Vgl. Resol. Holland 18 April 1670. Voor de uit-
spraak in deze kwestie vgl. pag. 302.
teerde nae Oldenburg 1651 en andere diergelycken : uytrus-
tinge ydre 400 gl. ; mee mogen neemen 1 à 2 dienaer en 21
gulden; als langer duert 40; een penningmeester etc.; een
staateboode.
21 December 1655 : als een Eedelen wort gedeputeerde : f 800
equipage; f65 daechs booven ryscosten; f 12 daech huys-
huer ; f 22, 2 carossen en paerden daechs.
Advys fe Gecommitteerde Raeden: van eenpaerich gevoelen van
niet anders te connen doen dan een extreordenares gedeputeerde-
2 coetsen met ses paerden; 24 gl. levry; in declaratie als ambas-
sadeur; 40 gl. voor de tafel en voort volgens het reglement en 6, of
8 dmaeren.
Is geconcludeert te rapporteeren van als Cavallier te gaen, wel
geaccompaigneert en 125 gl. daechs, behalve ryscosten. 1)
(149) Nota. Mandement van complainte connen sommige door
den Staet ingetrocken werden, als: soo de Reeckencamer
casseert een der suppoosten, oft ander en die geledeerde
meent gestooten te syn uyt syn possessie vel quasi a) ofte
anders verongelyck en licht daerover een mandement van
complainte licht, dat can door den Staet ingetrocken warden,
oock soo een gelicht wert tegen den souverein.
Maer andere die tegen partye over differente en possessie
werden gelicht, moet aen den Hogen Raet gelaten werden
volgens adv)'S van den Raetpensionares.
Als een der leeden de propositie van een ander lit, dat
in omvraech is, overneemt, soo can geen conclusie op die
saecke vallen, alsoo alle de leeden moeten adviseeren en
een lit, die 't selfde overneemt om aen syn principaelen over
te senden, is oversulx als geen last hebbende en adviseert,
soo can als gesyt is geen conclusie op die saecke gedaen
werden. En soo is de practyck in de Staaten van Hollant.
Leest de volgende foly.
25 April 1670 savons in den Haech over tafel discouree-
rende wegens de introductie van Syn Hoochyt in den Raet
van Staeten, syde den pensionares Hop, dat veel liever wilde
sien, dat den Prins Hollant soude regeeren dan een dienaer
van Hollant, ja liever geregeert wilde wesen door den Bis-
schop van Munster, al is hy Catholyck. De Burgemeester
Munter scheen meede van het eerste gevoelen te syn.
a) Hs.: easy.
1 ) Vgl. hierna pag. 103. en Resol. Holland 16 April 1670.
(150)
VRIJDACH DEN 25 APRIL 1670.
d'Heer Glas van Enckhuysen doet den eet van suyveringe,
gedeputeerd in de Generalityts-Reeckencamer.
Amsterdam stelt sich teegen de extentie van de conclusie
op de propositie van Lyden wegens Rynlant seggende, die
niet can, noch moet verder gaen, dan dat die over wert ge-
nomen om haere heeren principalen en niet dat onderwylen
soude connen besoigne werden gemaeckt ende daertoe com-
missarissen te stellen ten fyne van alle questie by te leggen;
dat niet anders en connen verstaen en anders sullen laeten
aentyckenen als dat behoort.
Lyden opposeert meede seggende, dat de vergaederinge is
van verstant geweest van commissaressen te stellen, doch
dat dat niet genoch is, alsoo Amsterdam de commissaressen
sullen aenloopen om vonnisse te hebben, soo de justitie door
den souveryn niet wert soo lang aengemaent stil te sitten,
vi^ant de vergaederinge staet op schyden en sal dan daer niet
in connen gedaen werden, daer den souveryn tot sulx is
gevoecht volgens eenige exempelen en oversulx een nieuwe
omvraech mach gedaen werden; dat soo Amsterdam becomt
een restablicement, nu soo siec synde, dan noch wyniger
sullen te spreecken weesen en oversulx de justitie de hant
onderwylen mach gebonden werden.
Amsterdam versouckt de saecke te laeten en geen nieuwe
omvraech te doen en buyten extentie te laeten.
De Edelen verstaen, dat extentie niet en doet yt tegen
de justitie, maer de justitie syn gang moet gaen, evenwel
soude connen getendeert werden tot accoort.
Dort: met de extentie en geen justitie van opinie syn te
stremme, maer gaeren middelen saegen van accoort.
Haerlem: is leet de contestatie en syn geinteresseert; we-
gens de extentie wenste, dat Amsterdam mocht gevallen en
dat de justitie syn gang gaet, maer dat geen reeden hebben
een goet woort te hooren wygeren; saegen liefst buyten de
justitie, maer niet willende vallen, de justitie haer niet moet
werden ontrocken.
(151) Delft: met de extentie.
Lyden: dat de extentie haer geen contentement en geeft,
maer dat Amsterdam alleen uyt is om Lyden te ruïneeren
en die impressie is uyt haer gedachten niet te brengen, al-
soo .........; de conclusie te mogen werden gealtereert; seg-
Staten van Holland 1670.nbsp;7
-ocr page 178-gen geen voorslaegen te sullen werden gedaen by commis-
saressen van Haere Ed. Gr. Mo., of sullen sonder twyfel
wel gevallen.
Den Raetpensionares versouckt Lvden geen soo harde
woorden te seggen, alsof Amsterdam haer soude soucken te
ruïneeren.
Amsterdam: hebben geen conclusie sien neemen; soo die
conclusie was achter gebleven, alle dees nieuwe onlusten
soude achter gebleeven hebben; klaegen over de harde
reden van Lyden; Lyden is oorsaeck van alles, als hebbende
Rynlant daertoe geanimeert en burgemeester gesonden met
soldaten uyt haer stadt.
Gingen uyt de vergaederinge om exploit te doen en coo-
men, als het gedaen was, in de vergaederinge en versoucke
processie, i)
De Hoogen Raet is daertoe gesteh om recht te doen; 't en
15 noyt gebeurt en geen exempel, dat commissaressen van
den Hoogen Raet worden voorbygegaen en andere commis-
saressen stelle, doch Amsterdam seggen daer niet een woort
tegen; Hudde en Rudolphy saeten op de rol en was haer
tour op de complainte te passen, doch als gesyt is, hebben
dat soo laeten heen gaen; can by geen delegatie afgedaen
worden en oversulx geen commissaressen connen gestelt
worden, maer door de commissaressen van den Hoogen
Raet moet gedecideert werden; en can geen conclusie ge-
noomen werden volgens de ordre van de regeeringe en daer-
om is alleen de propositie over genoomen.
Goude: met de extentie, alsoo de justitie niet wort belet,
maer alleen getracht werd accoort.
Rotterdam: met de extentie, alsoo daer geen grief by is,
omdat de justitie niet wort belet in syn voortganck.
Gorcum: dat de propositie van Lyden is als gisteren ge-
syt; de questie is alleen of de justitie sal gestremt worden
of niet; by de extentie behoorde: commissaressen te stellen
om een voorslach te hooren.
Schiedam: absent.
Schoonhoven, Briel, Alckmaer: met de extentie.
Hoorn: met de extentie, soo de justitie niet wort gestremt
en de commissaressen niet worden opgedrongen, dan met
gemeen advys van byde de leeden.
I) Voortzetting der behandeling. Amsterdam gaat nu verder.
(152)
justitie, dat die saeck daar moet gelaeten werden en geen
conclusie can opgedrongen werden.nbsp;^
Edam: geen conclusie van commissaressen om uvt te
laeten, maer mondeling de saecke te recommandeeren
Mumckendam: met de extentie.
Medenbliq: copye en uyt laeten de commissaressen
Purmerent: geen commissaressen, maer copye
Conclusie: de extentie te laeten, met byvoeginge, dat de
twee leeden sullen met opgedrongen worden de voorslaegen
yan aquomodatie en de justitie tenemael te laeten gaen en
te neemen haer gang ende aentyckenen te doen: 2 leeden
syn partye; 8 stemme royeeren i) ; 8 stemme: de extentie
laeten staen; 1 absent, te weeten Schiedam
Endelyck is buyten conclusie gelaeten, alsoo Amsterdam
t selfde overneemt.
Eyden neemt geen eontentement en doet aentyckenen etc
l^yden doet aentyckenen in de extentie: niet te connen
concenteeren etc., alsoo de justitie syn gang wort gelaeten,
Amsterdam doet aentyckenen, dat geen conclusie can vallen
ais nebbende de propositie overgenomen etc..
(153)nbsp;POST MERIDYEM 25 April 1670.
Besoigne van de Heer Wassenaer. Edelen, Delft, Amsterdam, Alck-
Sier irrgast'nbsp;quartieren, 't Noordl
Advys der gecommitteerde wegens de instructie: seggen
geen kennisse te hebben en versoucken van Beuningen ad-
vys en een clyn instructie op te stellen int generael, doch dat
Wassenaer daeraen niet werd gebonden stricktelyck, maer
nae gelegenthyt van saec-ken; 125 gl. daechs.
Advys van de Ridderschap: 't eerste confirmatie; aen-
gaende t tweede, is different, of lang uyt te blyven ofte
een corte voyagie; 125 gl. daechs; 1200 uytrusting én de
levery; alsoo de rys cort is ende die ryse costelyck vallen
soo sal sulcke somme wel syn a) sonder die saecke te trecken
in consequentie.
Syn alle vant selve advys.
O) Hs.: is.
1) Royeeren nl. royeeren van de extentie.
-ocr page 180-(154)nbsp;VRIJDACH DEN 25 APRIE 1670.
Resolutie van de magistraten van Waterlant genomen
tot Buycksloot den 22 April 1670: haer te houden aen de
oude previlegie. i)
Besoigne wegens Waterlant. Magistraeten verkiesinge. Gecommit-
teerde Raeden vant Noorderquartier, Heemstede en Stryen we-
gens de Reeckencamer, Goes en Cloeck wegens het Hof.
Nota. De questie is op de electie en niet over de nominatie.
Advys der Gecommitteerde Raeden: 't out gebruyck: de
nominatie neffens de schout en den balljeuw heeft de elec-
tie; dat de magistraete in haer request 't selfde niet hebben
geposeert; de Gecommitteerde Raeden syn daer niet in ge-
rust, alsoo contrary wert geposeert ende die van Monicken-
dam leveren over een intergatorie van twee burgemeesteren
der dorpen en een outscheepen, die contrary getuygen en
dat noyt nominatie hebben gedaen; den Raetsheer Goes
syde, datter veel contrary getuygen syn, soodat de oude ge-
bruycken best soude weesen: de nominatie by provisie te lae-
ten tot soo lang de rechter sal een vonnisse sal gegeeven
weesen; wegens de electie, dat die volgens de resolutie van
den jaare 1654 competeert aen de Staeten van Hollant, of,
by absentie, de Gecommitteerde Raeden, want het onbillick
is, dat de balljeuwen magistratie soude kiesen.
Dort, Delft, Lj^den, Alckmaer, Hoorn, Enckhuysen: ad-
vys van de electie aen de Staeten van Hollant of, in absen-
tie, de Gecommitteerde Raeden vant Noorderquartier.
Haerlem, Amsterdam, Goude, Rotterdam: de electie aan
de balljeuw als van outs.
Alle eenparich de nominatie by burgemeesteren en schout
te doen volgens previlegie.
(155)nbsp;SATERDACH DEN 26 APRIE 1670.
Briel. Burgemeesteren en vroetschappen: sterck 20 per-
sonen syn de vroetschappen; versoucken met eenparich ad-
vys, dat de 20 moogen tot 15 werden gereduceert of uyt
sterven 2) en in plaets van ...... personen, 10 moogen wer-
1 ) Vgl. pag. 42, noot 4 en Resol. Holland 26 April 1670.
2) Het aantal leden der vroedschap van den Briel was in 1618
door Maurits vastgesteld op 20. Bij het octrooi van 26 April 1670
werd echter bepaald, dat men het mocht laten uitsterven tot 15.
23 Augustus 1672 bracht Willem III het aantal weer terug op 20.
Vgl. Tegenw. Staat, dl. V, pag. 352 en 353.
den genomineert door den Raet om 5 scheepenen te kiesen,
om dat jaer met twee oude te dienen.
Edelen, staen toe. Fiat, nae---- eeniger leeden als Haerlem ende
Amsterdam. Leest foly 470.
Pensionares Fagel doet rapport wegens de manifacteuren:
verbot der brandewynen behoorde te blyven als het concept-
placcaet; belastinge der manifacturen, uytgenomen: witte
cangeante, baracaene van wol, picote riael, witte en geco-
leurde damasten van wol, picoete van wol, gevlamde can-
geanten, kouse, boratte, camerbebangselen en trypen, doch
soo men met de tyt conde sien, dat hier connen werden ge-
maeckt, soude die om te verbieden naerder.........; sout te
belasten met 200 gl. opt hondert sous; i) omtrent de belas-
tmge van botter en caes waeren de commissaressen niet
(156) eens; 2) als men de spys en eetwaeren belasten, dat het de
gemeente raeckt en rederye; 3) dat daer de gemeente can
goetcoop leeven, daer loopen sy naer toe; de meeste commis-
saressen meende, dat de boeren door de goetcoop niet connen
bestaen; dat de ygenaers der landen geen pacht en connen
becommen; dat selfs Engelant verbiet de Yrse boter in syn
lant gebracht te werden en 't lant in Engelant daer door te
beneficeeren en oversulx de belastinge met 25 ten hondert
behoorde te werden beswaert. Van vette beesten, speek, boo-
ter, en caes, hop etc..
Doch met de belastinge geconcipieert by de Admiraliteiten
scheen wel met de meesten genoegen te hebben.
Copy.
Dort: maeckt exceptie opt sout, doch soo st. Hubes sout
connen becomen, volgens syn waerde en met Spaigne daer-
over gesproocken; dat niet connen bestaen door de goetcoop
landen de boeren; als sterven, alle beroyt syn.
Haerlem, Delft, Lyden: 't selfde.
Amsterdam: met de rapporten, uyt genomen de belastinge
der eetwaeren noch naerder te examineeren met de Admi-
ralityt.
1 ) Sous? In den tekst van het plakkaat komt dit woord niet
voor. Evenmin is aangegeven op welke hoeveelheid zout de be-
lasting van 200 gl. geheven zou worden. Voor den tekst van het
plakkaat zie Resol. Holland 26 April 1670. Hier staat: Sout, aller-
hande Fransch sout het honderd inkoomende met 200-0-0.
2) Hier moet bij gedacht worden: zij zeiden.
3 ) Scheepvaart.
-ocr page 182-Rotterdam: met de rapporten en eetwaeren te belasten
Schoonhoven: met het rapport.
Hoorn: met rapport
penCr^Yrial''^'''' quot;Fquot; ^nbsp;inwoenders coo-
pen lant m Yrlant en senden daer Deense ossen en die vet
synde comen met botter in deese landen
Medenbliq : ......
Coldermans van Haerlem uyt de Generalityt doet rap-
port, dat ter Generalityt 25 deser was geresolveert een ha-
bile persoon als extreordenares gedeputLrde van den Staet
Smfde Oost. Ind
Comp., Triple Alliantie etc. by te leggen en om tegen de
Turcken een tractaet te maecken en oordeelen den heer v2
Beunmgen door de heeren Staten van Hollant daertorsouS
moogen werden versoeht.nbsp;^
Conclusie: door de gedeputeerde met Engelant tegen de Tur
Voorts gerapporteert, dat ter Generaliteit wert gerecom-
mandeert de ambassade behoort voortgeset te wefdernTe
^^nbsp;^^^^^^^ ^dvys daeSp'
Den extreordenares envoyé noodich te syn, ten dienste
vant lant. Engelse syn kitteloorich. Dat Madame uyt Vranck-
ryck staet nae Engelant te gaen en licht yt sal brouwen tot
nadeel. Den Engelse ambassadeur heeft alreeds kenSe van
de electie van van Beuningen. Dat den ambassadeur wel
Beuningen en selfs syn Coninck daertoe heeft
comr A^; P^^-y^kel van syn disgraetie. Soo versuyminge
œmt, Amsterdam soude meest lyden en de Oost Ind. Comp
Het IS een corte tyt; Amsterdam can hem soo lang wel'
missen ten dienste van den Staetnbsp;^
SLstoÏn die saeck gedienstelyck aen Burge-
......... toe te staen en den dienst niet te ont-
(157)
trecken. Boreel uyt Engelant schryft, dat nootsaeckelyck is
ymant extreordenares af te senden.
Conclusie: dat Amsterdam wart versocht tegen Dynsdach
favorabel te schryven en ter Generalityt voort te setten.
(158) Rapport wegens den beer van Wassenaer te gaen nae de
frontieren om den Coninck van Vranckryck, gecomen synde
in syn conqueste, te congratuleeren ende de complement te
doen. Deese commissie sal cort syn en by de ordenares regle-
menten daerom niet connen gebleven werden.
Fiat advys Met acte van indemnityt; 125 gl daechs ende 1200
equpage, le^ etc. boven de reyscosten etc., sonder tot laste
vant lant te brengen eenige incoop van meubelen silverwerck etc •
de mstructie int generael te geven om int clyn 'geen offentie aen
^ant te geven; de complement te doen oock aen het Coninc-
lycke huys.
• Vivieen rapport wegens 1 per cente van de geconfiskeerde
pederen en prysen ter Admiralityt en verdeeh werden onder
de Raeden en eenige commissie.
Fiat.
Doet noch rapport wegens de gasthuysen over de oncosten
der gequesten.
Fiat. Te accordeeren met de godtshuysen en een project te maecken
voor het toecomende.
Amsterdam geeft in bedencken of niet soude een placcaet
connen werden gemaeckt over het inhueren van arbytsvolck
en mani facteurs en nae Vranckryck getrocken door uytcoop
en beloften tot Amsterdam en Rotterdam gedaen.
(159) Nota. Als ymant yt rapporteert, tsy gedeputeerde, of pen-
sionares, doet dat met gedeckte hoofde.
Geëxamineert door de zeesaecken en manifacteurs.
Verbot van stuyvers.
Op inschryven in acht daegen.
Alsoo vyf leeden int Noorderquartier niet haer hadden
verklaert over de introductie van Syn Hoochyt wegens de
adviseerende of concludeerende stem.
Alckmaer: verklaert een concludeerende stem.
Edam: concludeerende stem.
Monickendam: connen geen introductie toe staen, voordat van
Engelanti) sal weesen gedeëngageert.
1 ) Waarschijnlijk een verschrijving voor Zeeland. Zie ook Mon-
mkendams advies op pag. 117.
Medenbliq: heeft noch geen last.
Purmerent: een concludeerende stem.
Tot de naeste byeencomste.
(160)nbsp;Danck-, vast- ende beededach te doen volgens de gewoonte.
Fiat. Op inschryven tegen Donderdach.
Ambassadeur nae Vrankryck.
Rotterdam versocht 't rapport aen haere principaelen, dat voor een
jaer de Groot gelieven te consenteeren de ambassade nae Vranck-
ryck te laeten doen.
Ambassadeur nae Spaigne noch uytgestelt.
Staet van Oorloch.
Fiat. De consenten ter see wort vry gehouden
V2 ten hondert wegens de ontfangers der Admiralityt,
tractementen provisie.
Doch wort overgenomen en dies onvermindert de reeckeningen
op te maecken.
Rapport van Waeterlant wegens de mominatie en electie
der magistraeten : is veel spel geweest en of daer overstem-
minge in valt, alsoo het een questie van previlegie is en
heeft geen conclusie connen genomen werden en by pro-
visie de nominatie gelaeten als vooren en de electie by pro-
visie aen.........
Nota. Dese stribbeling duerde tot omtrent 12 euren in de nacht
en wierde wel dry omvraege gedaen.
Rapport van den Raetpensionares wegens de questie van
Stadt en Landen.
Philips Bally request : klaegende over de judicature aen
hem gepleecht, niettegenstaende becomen had sureté de
corps, dat men hem had doen vasten om te pyningen etc.
In handen van Scheepenen tot Amsterdam.
(161)nbsp;Lyden, wegens de aentyckeninge, brengen naerder in,
uyt last haerder principaelen, de groote vroetschap: ver-
wondert te weesen, dat geen commissaresen syn gestelt en
middels geen surcheantie van justitie is verleent; oversulx
protesteeren etc.
Amsterdam syt daerop, dat versoucke die saecke uyt de
registers te willen houden, of dat anders mede aentycke-
ninge sullen doen. 't Welck illico is overgelevert en daerin
geprotesteert.
Den heer de Wit van Dort, gedisponeert nae Polen voor
ambassadeur en oock nae Denemarcken, nemt syn afschyt,
alsoo gereet is aenstaende weeck te vertrecken.
Geluck op syn rys en acte van indemnityt te geven.
De vergaederinge is geschyden 's nachts omtrent 12
euren op reces, alsoo Rotterdam en Schiedams verkiesinge
was ende de tweede volgende weeck Haechse Kermis, i)
(162)nbsp;Begin van het Reces 2) 13 Mey 1670.
Pancras, Vlooswyck, van Beuningen, Bontemantel, Corver.
(163)nbsp;13 MEY 1670 DYNSDACH.
Brief van den Ryngraef uyt Maestricht.
Gelderlant heeft ter Generalityt ingebracht haer provin-
tiael advys van den 30 April 1670, wegens de introductie
van Syn Hoochyt: 1. ten meesten respect van den Staet en
Hoochyt; 2. als comende uyt de Generalityt, de hoono-
raelste plaets; 3. tractement nae aensienelyckhyt van den
Staet op het liberaelste; 4. conclusieve stem; dat sulx is
geweest de mtentie in December 1667 der commissaressen
van Hollant, en soo sulx wygeren, deselfde resolutie con-
siliatoire sullen intrecken.
Notificatie.
Ceulen. In secretesse door de Gecommitteerde-Raeden
een persoon nae Ceulen te senden, om te adviseeren, wat
daer omgaet.
Approbatie met secretesse.
(164)nbsp;Hamel Brnyning van Franckfoort.
Brieven uyt Poortegael van Barleus 24 Maert 1670: had
ontfangen d'instructie wegens het zout te ontfangen, we-
gens de West. In Comp.; de cautie maeckt hem beswaert
te moeten stellen; versouckt daer van geëxcuseert te wer-
den; de cooplieden vreese, dat int leveren vant sout diffi-
cultyt sal vallen, soo geen andere scheepen comen, dan van
de West In. Comp., alsoo het sout aen de Coninck te leve-
1 ) De magistraatsverkiezing te Rotterdam en Schiedam werd
gehouden resp. op 29 en 30 April. De Haagsche kermis vond plaats
op 3 Mei.
2) Bontemantel bedoelt: de eerste zitting na het reces.
-ocr page 186-ren voor de West In. Comp. een guide beeter coop moeten
geeven; daer is door waeter groote schaede aan het sout
geweest.
En Engels schip heeft den Thooren(?) niet gesalueert, dat
men nochtans gewoon is te doen.
Copye aen de West In. Comp.
La Maire, brief uyt Denemarcken, 3 May : de wynen van
Baudencourt uyt Zeelant, aldaer gesloocken, syn geconfis-
queert; Gabel i) de oude coninx-favoriet is door deesen
Coninck syn charges genoomen; versouckt nae Hollant te
gaen, maer was gewygert, alsoo eerst reckeningen werd
(165)nbsp;geyst, over de subsidie-gelden; deese regeeringe is seer tot
de Staaten genegen en soude den ambassadeur de Wit goedt;
dienste connen doen, soo eeniche maenden mocht verblijven ;
Essex wart uyt Engelant daer verwacht;
den Coninck sal begraeven werden.
Notificatie.
Uyt Sweeden, Stockholm, brief van Cletser 30 April.
22 Maert 1670. Serignam. Accoort met Engelant, dat Zee-
lant difficulteeren en den ambassadeur Temple is daerover
misnoecht. Over het afhalen der Engelsche aldaer noch
synde, 2) morgen sien, of Zeelant daertoe soude syn te
brengen.
Amsterdam, Rotterdam en Hoorn, de Gedeputeerde ter Generali-
tyt te assisteeren.
Stuyvers van buyten te verbieden is afgeschreeven door
Hoorn en N.N.
(166)nbsp;Uyt Parys messive 9 Mey.
Sasburg uyt Brussel 11 Mey.
BESOIGNES 14 MEY 1670 WOENSDACH.
Brandewynen 8 maenden nae de publicatie niet te gebruy-
cken.
1 ) Gabel, Deensch resident te Parijs.
2) Vgl. pag. 96, noot 4.
O^pt beswaeren der buytenlanse vivres tot 25 par cente;
300 ® botter — 16 gl
300 m caas — 6 gl.
300 Ég speek — 6 gl.
de ton vlees — 4 gl. i)
Wegens de buytenlandsche mani facture syn eenige ver-
andermge gemaeckt.
Frans sout te belasten met 200 gl. 'thondert.
Haerlem, Lyden, Amsterdam, Rotterdam, Hoorn, Enckhuysen.
WOENSDACH 14 MEY 1670.
Extentie der resolutie van de laeste dach der jongste ver-
gaederinge.
neemt de ambassade nae Vranckryck voor een jaer en
Rotterdam licentieert voor dien tyt den gesyde de Groot en war-
den daervoor bedanckt.
Request van de dorpen in Waterlant.
In handen van commissaressen.
Pieter de Eeeuw werd versocht door cooplieden, op
Spaigne handelende, dat mocht gequalificeert werden met
den naem van secretares om aldaer de affaire te doen en
waer te nemen van de cooplieden, alsoo aldaer groot na-
deel lyden.
Amsterdam neemt het over, dies onvermindert de advyssen van
een ambassadeur nae Spaigne te senden noodich is.
De concepten van buytenwaeren, van caes, botter, vlees
en speek te belasten, de manifacturen en Frans sout, de
brandewynen te verbieden. Syn naerder geleesen' met
eenige veranderinge.
Te laeten drucken en de leeden toe te laeten coomen, om ter
principaelen te delibereeren.
NAE DE MIDDACH.
Besoignes wegens elucidatie van een apostil, op rapport van
Haerlem, Lyden, Amsterdam en Alckmaer, gegeeven door
1 ) Deze voorgestelde belastingen werden 21 Jan. 1671 bij plak-
kaat vastgesteld. Vgl. Groot Plaecaetboek, dl. III, pag. 1374 Ook
de suikersiroop werd met een stuiver per pond belast. Deze laatste
belasting ondervond eenige tegenkanting in Friesland. Vgl. pag.
110 en 127.
de Staeten van Hollant op een recjuest gepresenteert door
Lamuyden en Rynsaterwoude in date 4 October 1655, ver-
souckende, alsoo 258 morgen lant in den jaare 1652 door
inspoelinge van de Haerlemmermeer waeren geworden on-
bruyckbaer, van de verpondinge te mogen werden geexcu-
seert, waerop gevollicht is surcheantie a) van excecutie der
verpondinge cn den 28 Mey 1669 naerder apointement,
waerby worden geqiieeten van de verpondinge, mits doende
opdracht der verdroncke landen aen de Graeffelyckeyt,
welck opdracht gedaen synde, waeren Gecommitteerde
Raeden in twyffelinge, of het apostil van vrydom was te
verstaen te reeckenen van de opdracht der landen, ofte van
de tyt dat het verdroncken was, daerom versoucken eluci-
datie, hoe 't selfde soude rapporteeren in de vergaederinge.
En is verstaen by Fagel, Burgerdijk en Hop, die goede me-
morie hadden van de besoigne, dat de intentie was geweest
van de verpondinge vry te weesen sedert den jaare 1652,
alsoo de landen verdroncken syn, maer ingevallen sy uyt-
gebaggert waeren geweest, 't selfde van een ander gelegent-
hyt soude geweest syn. Alckmaer, hoewel by de besoigne
doen niet geweest was, vant selfde advys, alsoo het is tegen
wil en het ander met wil gedaen.
(168)nbsp;POSTMERIDY VERGAEDERINGE.
Directeurs van de Levansche handel van Amsterdam, 1
Mey advies.
In handen van commissaressen tot de Middelanse zee.
Tripele Aliantie is voorleeden Sondach acht daegen ver-
wisselt.
Tripele Alliantie.
't Hof van Hollant heeft geprocedeert tegen dry clerken,
die eenige documenten en origineele stucken hadden aen on-
gepermitteerde heeren genotificeert en copye gegeeven.
Vrieslant heeft doen aentyckenen dat eenige expressie staen
in de siententien tot nadeel van eenen Bootsma.
Oock eenige documenten gegeven aen Aysma, door ordre
van de heeren Gedeputeerde van Vrieslant. Oock dat eenige
a) Hs.: surchange.
-ocr page 189-extracten heeft gegeeven door ordre der Gedeputeerde van
Vrieslant. Oock yts van den heer Pallant. i)
Kyser, Pesser en Hoppevelt, clercken ter griffie van Haere Hoog.
Moogende.
Te schryven aen het Hof van Hollant, dat de clercken niet uyt de
gevanckenisse te laeten gaen en den Fiscael afvraegen, of de an-
dere, die in de sententie staen, hoe het met die geleegen is.
(169) Of men wetten sal maecken tegen degeene, die de secrete
vant lant reveleeren. 2)
Of die ampte becomen, die over de secrete gaen en reso-
lutien copieeren en schryven niet sullen moeten doen den
eet van suyveringe.
Of heeren in ampten synde niet behoorde te logeeren niet in
publique plaetsen van gemeine tafelen, alwaer yder by dis-
coursen te liberael gaen, onder het glaesje, waer sommige
haer werck op maecken om te weeten 't geen by den Staet
omgaet en andere vnylicheeden omgaen door coppelaeren etc..
Te laeten examineeren hoe een wet daerop te maecken door com-
missaressen en eenige uyt het Hof, soo op dit, als vordre dry ar-
tyckelen.
Secretesse.
In publique plaetsen te logeeren.
1 ) De hoofdschuldige van deze drie klerken, Kyser, was vroeger
in dienst geweest van Lieuwe van Aitzema en was na diens dood
klerk ter griffie der Generaliteit geworden. Hij had afschriften
van verschillende staatsstukken naar het buitenland verhandeld.
Bij het proces, dat tegen hem gevoerd werd, kwam ook de onge-
oorloofde handel van Aitzema aan het licht. Kyser voerde tot zijn
verdediging aan, dat hij Aitzema's poging, om tijdens den laatsten
oorlog met Engeland het rendez-vous van onze vloot te verraden,
had voorkomen. Aitzema had voor zijn briefwisseling ongeveer
11000 gl. per jaar ontvangen. Zijn informaties had hij voor een
groot deel van den Frieschen afgevaardigde ter Generaliteit,
Bootsma, en van den heer van Palland, gedeputeerde van Over-
ijsel, ontvangen. Friesland nam de verdediging van Bootsma op
zich en Palland schreef zelf een verdedigingsgeschrift. (Vgl. Knut-
tel No. 9832). Kyser werd verbannen, nadat de beul hem eerst op
het schavot het zwaard over het hoofd had gezwaaid. Hoppeveld
stond te pronk met een plakkaat op de borst, waarop „meineedigquot;
geschreven stond en werd ook verbannen. Pesser werd gestraft
met 10 jaar ballingschap. Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 139
en aanteekeningen; Wagenaar, a.w. dl. XIII, pag. 435 sqq; Fruin,
Geheime Briefwisseling van Lieuwe van Aitzema, Verspreide Ge-
schriften, dl. VIII, pag. 54.
2) Inderdaad werd een concept-plakkaat opgesteld en in de ver-
gadering van 19 Dec. 1670 behandeld. Over het plakkaat is mij
niets bekend.
nS 5nbsp;hooft gaende, of met de strop
onder de plhch met is gratie in plaets van rigeur van justi
tie, tweick mmant toecomt te geven dan den souverayn
Swaert over thooft met de strop onder de gaUich, of dat gratie is
mplaets van rigeur van justitie.
Gecommitteerde Raeden van Zeelant antwoort over het
jïuw^i^^quot;^nbsp;'''''' Ouderkerck a) met Cabell-
(170)nbsp;Engelant neemt het qualyck, dat Spaigne wil arbiters stel-
len over de differenten met Vranckryck in de Spaense Ne-
derlanden, gelyck Vranckryck aireede Engelant en Sweeden
heeft genommeert tot arbiters. Aengesien Engelant daer
door wort gehouden als of pardyich is, daer nochtans soo
hberael is geweest over de Triple Alliantien en versouckt
daerover satisfactie, en belast syn ambassadeur Temple sich
in geen verder alliantie in te laeten.
Vrieslant en Groeningen urgeeren seer de belastinge op
de buytenlanse vivres en dat Hollant willen int gemoet gaen
wegens de belastmge der siroopen en suyckeren.
Saecken in Poolen seer verwart, volgens de brief uyt Dan-
sick van Polen 30 April.
Lyden hebben afgeschreeven het maecken van tractaten
met die van Algiers en Tunes gesamentlyck met Engelant.
De leeden verstaen met Engelant daerover te handelen, doch Lyden
persisteert als anders geen ordre hebbende, doch sullen verder
daerover rapport doen.nbsp;vciuei
(171)nbsp;Deesen avond heeft den heer van Beuningen de heeren
gecommumceert, dat den Raetpensionares syn Ed had ge-
sproocken wegens het te maecken president vant Hof oor-
deelende, dat Paets van Rotterdam ten dienste vant lant
best sal weesen te houden in de polecie; dat den raetsheer
Fanms goede apparentie daertoe begon te crygen, waerop
hy, van Beuningen, had geantwoort, dat de heeren van Am-
sterdam tot noch toe persisteeren met den fiseael Stryen en
dat van gevoelen is, by de meeste leeden de grooste incli-
natie heeft.
Dat weegens de introductie van Syn Hoochyt in den Raet
a) Hs.: Odyck.
1) Vgl. Resol. Holland 14 Mei 1670.
-ocr page 191-van Staaten soude connen gegeven werden een concludee-
rende stem en het wellicht met eenpaerichyt soude connen
gaeri, by soo verre geresolveert wierde, dat als gebruyckt
werd m charges te velde geen cessie in den Raet van Staaten
soude moeten hebben.
Äefvergaedermge is ge-
Den pensionares Hop rapporteerden, dat op de middach
nae het schyden van de vergaederinge den Raetpensionares
had aengeboden syn vrindtschap aen de heeren van Amster-
dam en dat bedrouft was, dat van ter syde hoorde een mis-
noegen op syn persoon ende versocht, soo de heeren van
Amsterdam yt mocht voor comen, dat geliefde daer niet aen
te deffereeren, maer syn E. daer rondelyck op te hooren op
dat soodanige callumnie mocht door beeter onderrechtinge
uyt de wech gelyt werden.
Dat wegens de questie het stoppen door die van Rhynlant
van de Drecht en de Aer van opinie is, dat die van Rhynlant
pvoecht syn het waeter van Amstellant te stoppen ofte te
keeren, mits niet belettende de deurvaert. Dat op versoeck
van de Edelen, als wesende haeren dinaer, de commissaressen
Rycces en Druyf had weesen spreecken en de saecke gere-
commandeert, doch dat wenste de questie aen een syde mocht
by middel van accoort bygelyt werde, daertoe syn dienst als
tusschenspreecker wilde laeten gebruycken.
(172) Den pensionares Hop heeft myn aen tafel verhaelt dat
burgemeester Hooft, gecommitteerde in de Gecommitteerde
Raeden, nu twee jaaren is geweest in goed verstaut met den
Raetpensionares en syn broeder, den Ruaert van Putten
welcke laeste meede in de Gecommitteerde Raeden sit, doch
dat hem cors een streeck was gespeelt waeruyt nu daer siet,
dat geblmthock is geweest, want een cornetsplaets vacant
synde, had Hooft soucken te vorderen eenen, genaemt Del
geweest synde een student, maer de boucken aen een sydé
gelyt hebbende had sich begeeven in den oorlooch, doch van
goede comportement en eervarenthyt en had met veel
syner confraters daer over gesproocken. Ende een tyt be-
stelt synde, is den Ruaert van Putten eenige tyt vroeger
boven gecoomen en met syn vrinden 't selfde offitie begee-
ven. Den heer Hooft boven coomende en willende leesen
t request van den suppliant, syde den Ruaert van Putten dat
het al vergeeven was, alsoo den heer van Asperen wat haest
had en niet langer conde gewacht warden.
Naederhand syde Hooft aen myn van deese saecke ver-
haelende, dat door het examineeren vant request, dat Del
overleeveren soude, wat laet quam, doch noch tyts genoch
was, alsoo de offitie gewoonlyck omtrent elf euren werden
begeeven. Naederhant heeft Hooft syn wil becoomen. i)
(173)nbsp;VRYDACH 16 MEY 1670.
Besoignes. La Maire in Denemarken.
Dort, Delft, Amsterdam, Schiedam, Enckhuysen, Medenblick.
16 April 1670 commissoriael, brief van den 8 April uyt
Denemarcken van la Maire: 2) 1. te woonen tot Coppenhagen
inplaets van Elseneur; 2. vermeerdering van tractement als
Hynsius en Hamel Bruning 6000 gl. Barleus 4000 H en Gla-
sius 3000 gl..nbsp;^ ■
Resolutie 18 April van de Generalityt: oordeelen, dat be-
hoort te hebben 6000 gl. en te woonen tot Coppenhagen en
te stellen op de Staet van Oorlooch, mits geen declaratie vor-
ders te brengen en waer te neemen, of doen waernemen de
saecke van scheepen en cooplieden tot Elseneur coomende.
Alle de commissaressen eenparich int voors..
Noch over het strycken van de vlagge in Denemarcken
voor Cloorenburg 3) en slants scheepen sullen moeten schie-
ten en strycken, alsoo tractaet van Redemptie is verniticht.
Waerop is verstaan den ambassadeur de Wit, derwaerts gaen-
de, te lasten, met den Coninck daerover te spreecken en niet
connende yts opteneeren, te volgen de ordre, die daer steh
teegen andere potentaten.
(174)nbsp;VRYDACH 16 MEY 1670.
Corver doet den eet Euwich Edict.
Van der Tocht doet rapport van de commissie tot Brus-
sel, geparmitteert synde door de Generalityt een keer te doen :
subsidie gelden aen Sweeden wegens de Triple Alliantie door
Spaigne te betaelen; 50 a 60 man op de monsteringe bevon-
1 ) Het zelfde verhaal komt ook voor op pag 119
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 16 Mei 1670.
3)nbsp;Cronenburg. Vgl. Resol. Holland 16 Mei 1670 en pag. 115.
-ocr page 193-den in February; 1000 gereformeerde i) offecieren maecken
uyt geen 2500 man; 2) commissaressen van de monsterin^e
strecken geen tractement, daerom door de capetynen worden
beschonken; tweede confusie is, dat de militie, wordende ^e-
trocken m een ander provincie, soo betaelen die niet • soo
die, waer sy comen niet betaelt wordende, strecken tot een
last; de remise van den Coninck worden niet gemenageert
en connende met coomen op syn tyt en met groote costen; de
ordre te stellen, of den een of den anderen raeckende is
achter gebleven; de militie of hooftofficieren syn gedes-
gouteert; nimant derft klaegen en seggen dienstich te wee-
sen een darde, als van deesen Staet; aen den Coninck alles
beckent te macken.
En een gedurige gouverneur te weesen. Den gouverneur krycht
dtnTolïrstÏJti;nbsp;oS
J^nnf en versocht 't werck voort te helpen, doch versoukt te
moogen thuys b yven, alsoo syn heer en meesters van Goude sulx
c^teTt misTenquot;nbsp;^^nbsp;-or een
(175) ^ Opdam neemt syn afschyt om te vertrecken nae den Co-
ninck van Vranckryck om te congratuleeren.
9 Mey, die van Delftlant messive: 4) Maesdam, van Seven-
ter, nominatie om hoofdingelant te weesen inplaets van Duy-
vevoorde, die geworden is hooftheemraet in plaets van Wv-
menem.
d' Edelen verstaen selfs een te moogen kiesen en niet gekoozen
te werden op nominatie.
Dirck van Coolwijck, dyckgraef van Delftlant, request over
de questie van den rechtdach.
1 ) Afgedankt.
2)nbsp;Het bovenstaande bevat klachten over den slechten toestand,
waarin de mditie van de Spaansche Nederlanden verkeerde Ge-
heel duidelijk is het voor mij niet.
3)nbsp;De gelden, die Spanje naar de Zuidelijke Nederlanden zond
ten behoeve van de militie, werden door den gouverneur alleen
beheerd. Daar er voor de landsverdediging aldaar zeer slecht ge-
zorgd werd, achtten de Staten het beter, dat het beheer over deze
gelden aan een commissie opgedragen zou worden. (Vgl pag 128)
Ook Van Beverningk kreeg last hierover met de Spaansche regee-
rmg te spreken. Voor zijn instructie vgl. pag. 269.
4)nbsp;Hoofdingelanden van Delftland dienden een voordracht in bij
de Staten van Holland, met het verzoek één van deze twee Edelen
tot hoofdingeland te benoemen. Vgl. Resol. Holland 16 Mei 1670.
Staten van Holland 1670.nbsp;g
14 Mey, Sasburg, uyt Brussel.
Notificatie.
Catharina Rothee, out 21 jaaren. Voochden Tulp en Roe-
iers versoucken veniam estates.
Fiat.
Henry de Nassouw, Heer van Ouderkerck, ritmeester - re-
quest wegeiis 't changement van de comp. met Cabelljauw
daenn verklaert sonder kennisse van Hollant geen chargé
sal aanneemen m Zeelant.nbsp;^ enarge
tyckenende, volgens de resolutie 19 A,gt;ril
(176) Hooftoffecieren te waeter in het Noorderquartier - request
Van Beuningen instructie. 2)
Amsterdam adviseert: te consenteeren met dien verstande
dat sal moogen repatneeren tot beliefte en dat de onderhandel
hnge wegens en tegen die van Tunes en Algiers een artyckel
noodich ir^quot;nbsp;commissie niet
^sterdam en van Beuningen worden bedanckt en Lyden- de
fenteeren.quot;nbsp;te willen con!
De Groot verklaert wegens Rotterdam, dat syn E sullen
laeten gaen nae Vranckryck voor een jaer tot ambassadeur.
Rotterdam en de Groot werden bedanckt.
Extreordenares envoyé, tractement: 30 gl. daech; 6 voor
huyshuer; 12 gl. coets en ses paerden; 800 gl. uytrustinge
gSeÏartrtquot; ''
1 ) Vgl. Resol. Holland 16 Mei 1670
2) Voor de instructie zie Seer. Resol. St. Gen. 29 Mei 1670.
(180)
4nbsp;aen tafel
3 offecieren
5nbsp;lackyen
1nbsp;cock
2
16 persoonen i)
2 coetssiers
18 persoonen.
Van Beuningen.
Amsterdam ad^s: 2) dat de hermonie best was ende dat beeter
soude syn de Prms van Orange een resolveerende stem te geeven
als het werck over hoop te helpen. Uyt de notelen van den pen-
sionares 19 Ap. 1670 wegens Amsterdam.
West. In. Comp. ter Generalityt de saecke daer heen te etc..
Zeesaecken commis^saressen: Dort, Delft, Amsterdam, Rotterdam,
bchiedam. Hoorn, Enckhuyssen, Medenbliq
Bamevelt: ^sterdam ghy syt de eerste oorsaecke van onhylen
ende suit schaede eerst voelen en bygevolch de eerste veranderen.
Puynder — Medenbliq.
Burgersdyk — Lyden.
POST MERIDY DEN 16 MEY 1670.
Vivieen doet rapport, dat commissaressen van advys syn,
dat den resident. La Maire, volgens syn versouck en dienste
vant lant syn residentie voortaen te houden tot Coppenha-
gen, m plaets van te Elseneur; opt welck de Staeten-Gene-
rael by resolutie geresolveert waeren 't selfde toe te staan,
mits dat geen vacatie, noch oock soude declareeren en daer
voor m alles 's jaars te geeven 6000 gl.;
ende alsoo den Coninck van Denemarcken niet wil toelae-
ten, dat de oorloochscheepen sullen passeeren voorby het
casteel Croonenburg tensy haer marssyl strycken en eer-
schooten te schieten, ten opsicht het tractaat van Redemptie
was afgedaen, daer anders in was gestepuleert; commissa-
ressen hebben voor haer parteculier eenpaerich geweest: 't
geresolveerde ter Generalityt behoorde te werden toegestaen •
ende noopende het tweede, dat den ambassadeur de Wit,'
gaende nae Denemarcken, behoorde gelast te werden met
den Coninck te spreecken en soo 't selfde strycken niet conde
excuseeren, dat in sulck een cas daerin gedaen sal werden
m gevolch van anderen potentaten en coningen.
Fiat. Noorderquartier neemt over als een belastinge.
1)nbsp;De optelling klopt niet.
2)nbsp;Vgl. pag. 79.
(181)
Examineeren en onderwylen de gecommitteerde stU te staen.
Clerck Kyser en Pesser en Hoppevelt, clercken Svn mr.
(183) Introductie van Syn Hoochyt.
Eedelen: een adviseerende stem
Dort: 't selfde.
presteert vol hnbsp;quot;quot;nbsp;quot;i^t wort ge-
H.rl t J '''nbsp;de '•esolutie 5 Aug 1667
tt Sthï r^'^T'nbsp;- en wegens'
Del?tnbsp;oock houden voor gerejecteert.
re^n^ltn^^^^^^^^^^nbsp;^ytgehracht ^tdt^
Lyden: concludeerende stem.
Amsterdam ............ stem 3)
Goude: adviseerende stem en voorts met Delft
^.^G^rmcum: met Delft; aen te stellen een besoigne conci-
Schoonhoven: concludeerende stem
Briel: met de Eedelen.
der^ar^U^'quot;^ eenparich, uytgenoomen een stem of an-
derhalf alleen gemtroduceert of cessie. Burgemees^L
g.nck4) 3yde: „wat is dat te seggen een anderha veTem '
De pensionares syde: „ick volch de ordre en heb de r^sn
4) Mr. Meyndert Sonck, burgemeester van Hoorn.
-ocr page 197-Enckhuysen: concludeerende stem en met de les op te
seggen soo leert men.nbsp;^
Edam: concludeerende stem met meerderhyt van stem-
men m de vroetschap.
^^Moninckendam: eerst van Zeelant vry syn, eer cessie te
Medenblick: concludeerende stem.
Purmerent: concludeerende stem
Edelen: commissaressen consiliatoir besoigne te maecken.
Uort: t selfde.
Haerlem: behoorde geconcludeert te werden en connen
haer met ,n laeten m advys consiliatoir, sullen rapport doen
en dat behoorde geconcludeert te werden.
Delft: commissaressen.
Lyden: connen haer niet inlaeten, doch soo de leeden
verstaen tot een besoigneeren conciliatoir
Amsterdam: dat behoorde gebracht te werden tot con-
clusie en niets goets by de besoigne is te verwachten.
Uoude: Besoigne conciliatoir.
Rotterdam: Soo de leeden daertoe inclineeren, sullen
haer daer mlaeten maer anders persisteeren; op de resump-
tie den 17 deser hebben verclaert in de besoignes concilia-
toir meede te sullen m laeten.
Gornicum: besoigne te maecken conciliatoir.
Schiedam: hebben geen last.
Briel: met de Eedelen.
Alckmaer: aen haer principaelen rapporteeren.
Hoorn: besoigne conciliatoir.
Enckhuysen: besoigne.
Edam:
Moninckdam: besoigne.
Medenblick: besoigne.
Raetpensionares leest syn 15 artyckel syner instructie
daer verplicht is alles te brengen tot eenparichyt, soo het
doenelyck is.
De questie is, of een resolutie ter executie te leggen de
overstemmmge plaets heeft, dan of in de resolutie van den
5 Augustus 1667 geen nieuwichyt is, alsoo van geen stemme
wordt gesproocken in de resolutie.
Opt voors. is geen conclusie genomen en op de resumptie
niet van vermaend.
(184)
(185)nbsp;SATERDACH DEN 17 MEY 1670.
Barleus, brief uyt Portegael den 17 April: sal een keer
doen nae St. Hubes met een gedeputeerde van den Coninck,
om ordre te stellen opt sout; den ambassadeur van Poorte-
gael is verwondert, dat geen debvoiren worden gedaen om
het sout af te haelen, 't welck aen den Raetpensionares
heeft geklaecht ; daer plachten heele vlooten heen te gaen.
Notificatie.
La Maire uyt Coppenhagen 10 Mey: den Coninck had
geantwoordt, dat den extreambassadeur van deesen Staet
voor aengenaem sal houden.
Notificatie.
De leeden werden aengemaent tegen Dynsdach te be-
quamen, om, ist mogelyck, met goede eenparichyt te spree-
cken wegens de introductie van Syn Hoochyt.
En Lyden wegens de instructie van Van Beuningen over
de tractaten tegen en met de Turcken.
(186)nbsp;Gecommitteerde Raden en Reeckencamer advys: dat de
duynen in Delftlant noch 8 à 10 jaaren behoorde in de
duynen conynloos te houden.i)
Willempie Coops, saecken, doet den pensionares Hop
rapport van.
Engelant 10 Mey, 30 Ap. van Boreel uyt Londen; dat
eenige nieuw geboude huysen instorten.
Deese morgen is den Raetpensionares geweest omtrent
twee euren by burgemeester Pancras en soo geinduceert,
dat een memorie savons is gesonden aen de heeren nae Am-
sterdam, behelsende eenige conditie, waerop de introductie
van Syn Hoochyt in den Raet van Staaten behoorde gein-
troduceert te werden, ingevalle een concludeerende stem
soude toegestaen werden: als soo eenige commando over
de militie becomt, geen cessie meer behoort te hebben; als
de stemme stuyten, dat dan Zeelant niet meer als één stem-
me soude hebben, alsoo Syn Hoochyt Premier Noble aldaer
is, ofte dat syn stem niet soude gereeckent werden; als ge-
sproocken wort wegens Engelant, Brandenburg en.........,
I ) Vgl. Resol. Holland 17 Mei 1670.
-ocr page 199-of finantie, daer hy in gegoet is, soude geen stem behooren
te hebben, maer buyten moeten staen.
Heeft sich oock geëxcuseert, dat wegens het werek van
de stoppinge van de Drecht en Aer, door die van Rynlant
en Lyden gedaen en op de proceduren sich had bemoit, seg-
gende 't selfde te hebben gedaen op versouck van de Eede-
len wiens minister hy is ende oversulx de commissaressen
van den Hoogen Raet, Ricces en Druyf, had geinduceert
tot de rechtvaerdichyt; verklaerende voorts met groote
protestatien, dat een dinaer en vrind van Amsterdam is en
sal blyven etc..
Burgemeester Pancras heeft myn verhaelt, dat de am-
bachtheeren van Slooten en Sloterdyck, Amsterveen en
Emmelloort en Ens i) door Burgemeesteren is aen gesyt geen
predicanten of andere offitie sullen hebben te begeeven,
maer dat 't selfde toecomt aen Haer Ed. Achtbaerheden.
Pancras syde myn, dat door ordre van Burgemeesteren aen
den secretaris Slicher2) hebben gepresenteert twee duysent
guldens 's jaars, ingevalle wilde continueeren in plaets van
ontfanger van de Admiralityt te weesen.
Burgemeester Hooft, gecommitteert in de Gecommit-
teerde Raeden, had seer goet genoegen in den Raetpen-
sionares en syn broeder, den Ruwaert van Putten, welcke
laeste meede gecommitteert is in de Gecommitteerde Rae-
den. Doch omtrent deese tyt een cornetsplaets vacant we-
sende, en dat Hooft daertoe reccommandeerde eenen Del
van Weesp met groote apparentie, heeft den voors.
Ruwaert 's morgens met syn vrinden — Hooft wat laet bo-
ven comende — de plaets! vergeeven, 't welck hy, Hooft,
seer qualyck neemende seedert seer heeft gefulmineert a) op
die twee heeren. Seedert of naederhant een cornetsplaets
vacant gecomen synde, is den gemelden Del dat gegeeven
sonder dat Hooft daerom sprack. 3)
a) Hs.: geflementeert.
1 ) Bovengenoemde ambachtsheerlijkheden behoorden alle aan
de stad Amsterdam. Vgl. Tegenw. Staat, dl. V, pag. 181 en 182.
2)nbsp;Wybout Slicher.
3)nbsp;Hetzelfde verhaal komt ook voor op pag. 111 en 112.
-ocr page 200-(188)nbsp;MAENDACH DEN 19 MEY 1670
Kerckmeesteren van Catwyck op Zee - 4 r^r. ^ .
e„ predi-
Dorp van Stryen. Polder.
geld'quot;™quot;quot;nbsp;O- -iarg. van de res.eerend.
In handen van de Gecommitleerda Raeden
Octroy.
Eredrick Stechman van Amsterdarr, • n» r^ i.
™ Pernas „f p„,..i,ne toet,™'vt^letó'ocSoT?''''quot;
I^ta^ Anno 1663 is in Hollant een resolutie daervan
.iwe pen. van goederen in lyftocht.
e^quot; Taaret
seltde profyt heeft gerapporteert aen de crediteuren.
Eed^r'quot;^'haer stadt.
onvennindert ge-
I) Boven vermelde boeken heb ik niet kunnen identificeeren.
-ocr page 201-(190)nbsp;DYNSDACH DEN 20 MEY 1670.
Request van de predicanten van 's Gravenhagen: den
stad soude deese predicanten, die nu syn, continueeren
jaerlyx te geeven extreordenares 200 gl., doch die nae
deese aengenomen werden, op die conditie sullen moeten
acngenoomen werden, van met haer tractement te vreeden
sullen moeten syn.
Dortnbsp;,
Haerlem j
Rotterdam gt; contra.
Schiedam I
Gornicum /
Is geen conclusie gevallen.
Bouck, Latyn, van Matheus Pallus gedruckt tot Londen
Versouckt, dat syn boecken by octroy hier niet soude moo-
gen nae gedrukt werden.
Lyste der dubbelt getael der magistraeten in Schielant
ts uyt gekoozen een enckel getal, i)
5orfenquot;gequot;koo?e?' quot;quot; '' quot;quot;quot;nbsp;quot;quot;quot;nbsp;^quot;^en staende
Romp uyt Parys, Mey: de post uyt Romen: dat Alt-
hern 2) out 80 jaaren was paus geworden, genaemt Clemens
den X.
Sasburg uyt Brussel 18 Mey.
Pera, uyt Constantinopel 28 Feb.. Colyer resident al-
daer.
Gouda stelt voor, dat haeren secretares van der Tocht
ten dienste van lant wederom nae Brussel sal gaen.
Worden bedanckt.
191) Lyden advys is, dat met den Turck alleen behoorde ge-
tracteert te werden, en niet gelyck met Engelant.
Rotterdam adviseeren, dat alsoo de saecken in deese lan-
1 ) De 6 schepenen en 6 mannen van Schieland werden door de
btaten van Holland gekozen uit een lijst, bevattende een dubbel
ptal personen, opgesteld door Rotterdam en den baljuw van Schie-
land. Vgl. Resol. Holland 20 Mei 1670.
Altieri, onder den naam van Clemens X paus van
1670—1676.
-ocr page 202-den veranderen, en oversulx de ryse van van Beuningen
nae Engelant soo noodich niet is, te meer de inlans-e sae-
cken sich seer ongerust laeten aensien.
Amsterdam: alsoo Rotterdam oordeelt de rys van van
Beunmgen onnoodich is, soo versoucken van stadtswegens
dat den gemelden heer mach, als voor deessen is gedaen'
geexcuseert Meerden.nbsp;®
Steven Gevaers i) van Haerlem, gecommitteert in de Ree-
ckencamer van Hollant.
Cabbeljauw doet eet als ritmeester.
1664 en voorts eenige jaaren genoote provisie te berde
moeten gebracht werden van de ontfangers van de Admira-
lityt volgens resolutie van de laeste vergaederinge. 2)
By voorleeden advysen.
Huys van Prins Maurits. 125 duysent gulden; 160 duy-
sent guld. met syn meubelen; 250 duysent guldens gecost
sonder de meubelen. Te gebruycken in plaets van buys van
Maes, d^ hun jaerlyx van huer cost 8000 gl. met meube-
len, soodat het lant 's jaars soude den intrest van 160 duy-
sent gulden 6400 gulden bedraegen en nu cost het omtrent
öüOO gl.
Is geen conclusie gevallen.
Hollant het huys te coopen op de minste prys, mits dat de Staaten-
gebruyck jaerlyx sullen betalen intrest ten min-
sten 9000 gl. s ]aars, te brengen, soo veel meer als vant andere
huys, op den Staet van Oorloch.nbsp;«maere
^ Huys van Juffr. Maes cost van huer 2000 gl. en 6000 gl. oncosten
^y® v®^ Prince Mauritius costen intrest 6400 gl ergo
tSyn quot;quot;quot;^os^en en 't geen de reparatie sal costen en deiï cas-
Reeckencamer versouck van het proffyt der reductiegel-
den, gelyek eenige jaaren heeft gedaen, die moogen gebruy-
cken tot haer oncosten, alsoo de landen niet op en brengen.
Gouda: niet belast.
Gomicum: geen last.
Schiedam: geen last.
1)nbsp;Steeven Gerards, schepen en raad van Haarlem.
2)nbsp;Vgl. pag. 84, noot 1.
(192)
(193)nbsp;POST MERIDY.
Introductie van Syn Hoochyt. i)
Den Raetpensionares spreekt: de stemme syn 10 teegen
neegen; de sterckte staet uyt de eenicheyt; syn phcht vol-
gens de mstructie is te brengen tot eenparichyt; heeft daer-
toe alle debvoiren, soo veel mogelyck is, aangewent; heeft
een concept van concordantie; soo t aengenaem is, sal ge-
luckich syn en soo niet, can gescheurt werden; Godt, hoopt
hy, sal de gemoederen tot eenparicheyt brengen.
Waerop omvraech synde gedaen, of men de voorslaech sal
hooren of met, is met eenpaericheyt verstaen de voorslaech
te hooren, doch Hoorn adviseerde, dat geauthoriseert syn om
te hooren, doch niet te concludeeren, tensy die overgenomen
syn en acht daegen te vooren den Raet vergaert werd ge-
waerschout moet werden.nbsp;'
1.nbsp;Geintroduceert met een concludeerende stem.
2.nbsp;Niet present te syn, daer van syn vrinden tot den vierden
graet gebesoigneerd werden.
3.nbsp;Dat niet sal staen over de finantien, maer helpen beher-
tigen de forterresse.
4.nbsp;Dat of sal worden voorgeslaegen tot een charge of -laste
over den oorlooch, dat yder daerop sal houden syn liber-
tyt en geen overstemminge sal plaets hebben.
1653, 19 September van Hollant over het admiraelschap, daer geen
overste^inge in en valt, noch can vallen, is alsoo verstaen ter
Generalityt, alsoo Hollant verstont het niet anders can noch moet
weesen en niet anders sullen gedoogen.
Volcht van woort tot woort:
1.nbsp;Dat de prince van Orange geintroduceert sal werden in
den Raet van Staaten met een concludeerende stemme.
2.nbsp;Dat hy niet sal moogen present weesen, alsser eenige
saecke dienen, daerby ymant, hem in bloede of alliantie tot
den vierden graede incluys bestaende, sal weesen geinte-
resseert.
3.nbsp;Dat hy niet en sal moogen adviseeren over deliberatie
noopende het introduceeren van schattinge noch belasten of
ontlasten vant ressort van Generalityt.
1 ) „Staet te noteeren, dat deese deliberatie is gegaen niet ver-
gaederingswyse, maer als by forme van commissaressen, yder
spre^kende met gedeckte hoofde gelyck men gewoon is in com-
niissie te doen, als wanneer yder adviseert niet uyt last, maer
yder voor syn parteculierquot;. Zie Resol. Raad. Hl, 1, fol. 325.
(194) 4. Ende hebben voorts de leeden tnf-nbsp;r
Generae,/„f ta
pitlillii
3 Z yTrnbsp;. is verstaen eSe v r
sirtTrdeTte^LtorT^^^^^^ deÄldS
melfer Snit^' ''nbsp;door burge-
Son re. ? ' Tnbsp;Pensionares Hop en pen-
sionares Fagel en Raetpensionares, doch de drie heerer^e
weeten Raetpensionares, van Beuningen en Fa.el —n
eens eer in ons logement quamen. Bontmantel ef ^Tver X)
door Pancras m den thuyn gesonden. 2)nbsp;^
(195) Advysen opt voors. als commissaressen.
Eedelen: sullen moeten overneemen tot de ordre alsoo
t eerste artyckel is tegen haer resolutie en sullenÏe^ favoquot;
rabel voordraegen, op hoop van eenicheyt
Uort: hebben niet anders voor als de eenichyt ■ neemen
aen alles ten besten by de principaelen te bearbydén
lasfTae?' •nbsp;concept yts is contrary de
wS'cÏntnbsp;^iet te sullen inlaeten; Le-
se,Lj??nbsp;'^n' haer parteculier'advi-
seren, dat t selfdenbsp;sullen overbrengen
sulTef'VsdfdTl'r^'nbsp;parteculier adviseerende,
suilen t selfde getrouwelyck rapporteeren.
ekenquot;. Zie Resol. Raad, Tfnbsp;329.nbsp;^^^^^nbsp;spree-
-ocr page 205-Lyden: als Haerlem.
Amsterdam: als Haerlem.
Gouda: 't selfde.
Rotterdam: haer principaelen staen de introductie toe
doch voor haer parteculier adviseerende, sullen rappor doen
Gormcum: sullen overnemen en debvoiren doen
Bnel: als met de Eedelen
Alckmaer: 't selfde; sullen rapport doen
?dar:-''tVeM?'nbsp;^^bben.
Monnickcndam: 't selfde.
Medenblick: 't selfde.
Purmerent: 't selfde.
Conclusie: wort aengenoomen yders by syn principaelen
a le debvoiren aen te wenden op het voors.'^coLep V y-
dach s morgens yders advys over te brengen ^ ' ^^^
Den Raetpensionares syde, soo lang in dienst is geweest
noyt soo heeft gelaboureert als in deese saecke. E^de was
van blyschap alle de vergaederinge juchende.
17en Marty 1581 resolutie opt belyt en directie der ver-
gaederinge van Hollant.
WOENSDACH 21 MEY 1670.
Advys der Gecommitteerde Raeden wegens Lamuyden
vLnbsp;vryheyt van verpondinge
van 528 morgen door mvagie van Haerlemmer- en Braeser-
meer sedert 1652 verdroncken, 11 duysent '
Soude 't selve toestaen, alsoo de grondenden 't waeter is
opgedraegen aen de Reeckencamer volgens ordre ende en-
docement. i)
Vryheyt van den jaare 1652.
Tnbsp;quot;quot;quot; erfgenamen van Hendrik del Mouw zal
Jan M. Delmonte geërfde goederen 200en pen., die op twéé
plaetsen wort geeyscht.
In handen van Haerlem etc..
Brief van 't Hof en Reeckencamer, 20 Mey: het over-
1 ) Endossement, of endorsement is overdracht. Deze rechtshan-
djmg werd op de rugzijde van het desbetreffende stuk aangetee-
lyden van den fiscael van Stryen; versoucken, dat by pro-
visie mach werden gebruyckt Rem van Limburg, advocaet
Fiat.
By discours is niet bekent, of 't selfde ampt comt in de pointen
van beschryvmge, ofte niet. Doch Panhuys, pensionares van
Schoonhoven, syde goede kennisse te hebben, dat Graswinckel
by Hollant is gemaeckt fiscael, doch niet weet, ofte in pointen werd
gebracht, maer dat, alsoo griffier wierd van de Chambre- Mipartie
quam Stryen soo allengkes in de plaets.
Laurentius de Meau, soon ..................... de Meau tot
Maestricht, is opgedraegen van syn oom een prebende, waer-
dich jaerlyx 120 gl. Versouckt approbatie.
Anna van Kerckhoven, wedewe van Noortwyck, versouckt
weegen collaterale successe der geërfde goederen.........
Aen Gecommitteerde Raeden.
(197)nbsp;De magistraet van Heusden versouckt een 750 gl. tot sub-
sidie op de verpondinge prolongatie.
Aen de Gecommitteerde Raeden.
Wort by Schoonhooven overgenomen.
Paullo Tacheatea versouck. Amsterdam adviseert favora-
belyk. Brieven van sureté de corps.
Te senden aen Amsterdam.
Schout van Kerck van Sassen, i) De Kerck haer lant te
moogen vercoopen, alsoo over de 2000 gl. wort geboeden en
nu wynich vrygelt daer van trecken.
Fiat.
Jan Hülsen van Haerlem getrout met Clara Keurlant, ge-
maeck een huys in lyftocht. Versouckt 1000 gl. opt huys te
moogen lichten.
Fiat.
(198)nbsp;Hebben van Amsterdam ordre becomen volgens de reso-
lutie van den Raet 20 Mey 1670: dat de Gedeputeerde ter
dachvaert gelast en geautboriseert werden besoigne te mae-
cken opt versouck der cooplieden, dat mogen hebben per-
rnissie, dat goederen van Spaigne, Italien en andere quar-
tieren herwaerts oversenden, alhier soude moogen over-
scheepen, sonder dat aen lant op te slaen, mits betaelende
1 ) Sassen = Sassenheim.
-ocr page 207-totj^'j^ecognitie alleenlyek 's lants incoomende ofte uytgaende
dat de Gedeputeerde ter dachvaert sullen moogen toestaen
een belastmge van 25 percente op buytenlanse boter caas
peck vlees en verdere vette waeren voor een jaer, mits
dat Vrieslant m practyck brengt de belastinge op de suy-
ckersiroopen met een stuyver op yder pond; i)
ende dat deese gelegenthyt meede doch gevoechelyc sullen
sien uyt te wercken, dat de belastinge op speek en walvisch-
baerden, waer het mogelyck, werde afgeschaft om die ne-
gotie op Groenlant te benificeeren, die nu nae andere landen
verloopt;
dat meede van stadtsweegen de conceptplaccaten van verbot
der brandewynen van buyten incoomende, belastinge op
Franse manefacturen, belastinge van 't zout etc. sullen toe-
gestaen neffens de beraemde lysten daerop gemaeckt.
(199)nbsp;DONDERDACH DEN 22 MEY 1670.
Dirck Duysent request: bevracht een schip voor de Noorse
comp. van Vranckryck om masten etc. en te gaen naar de
revier Charante en is gestrant by West Vlilant; versouckt
de goederen te laeden in een ander schip, sonder te betaelen
strantrecht, vylgelt en convoyen.
Aan de Reeckencamer om advys.
Adriana van Asperen, weduwe van .................. in syn
leeven vaendrich, versouckt noch deese mael 200'gl. voor
dry jaaren gedurende.
Gecommitteerde Raeden om advys.
Andries Flores van Petten, afdoening van fidecomies.
Fiat.
Coenradus Cuenen, gereformeert Capeteyn, request. Ver-
souckt.........
Gecommitteerde Raeden om advys.
Hilversum. Laeckenweverye n: dat twee syn van overleeden,
laetende weduwe en veel kinderen, versoucken de getouwen
te moogen houden, niettegenstaende de octroyen.
Aen Gecommitteerde Raeden om advys en daerop te hooren, die
daerop gehoort behooren te werden.
1) Vgl. pag. 110.
-ocr page 208-(200)nbsp;Geertruyt en Maria Roseus tot Catwyck op Rhyn versou-
cken eenige effecten der etc..
Aen de justitie.
Van Duffelen, coopman tot Bayonne de France, versouckt
seureté du corps voor 6 maenden, alsoo seureté du corps in
Vranckryck heeft en bevreest is, de France hem hier sullen
volgen.
Zee steeden advys.
Van der Tocht secretaris van der Goud en envoyé tot
Brussel: wegens de capery van Oostende;
Een point: Peau en Crispins, Raeden van Vlaenderen, gaen-
de nae Spaigne, te induceeren:
1° of niet behoorde versocht te werden goede officien te
doen, dat een bedaechde gouverneur en voor haer leeven,
of langen tyt gecommitteert te werden ;i)
2° dat de remiese van Spaigne overgemaeckt wordende
behoorde te coomen in handen van eenige heeren beneffens
den Gouverneur;
3° en ............... behoorde van de Vlaemsche Capers be-
soignes af gehouden te werden.
In secretesse 't selfde aldaer soucken uyt te wercken en voorts
dat dienstich is de voordeelen van den Staet te bevorderen.
Afdoeninge fidecomies.
(201)nbsp;Hendrick Dircks. Sluyck cum socius, scheepstimmerlieden,
versoucke de 400 guldens van yder dach nae of voor de tyt
dat voltoyt syn de oorloochscheepen in den jaaren ...... en
hebben negen weecken voor de bestemde tyt gereet ge-
weest; versoucken daer voor 3600 gl..
Aan commissaressen van zeesaecken.
Pieter de Witte: vicarye.
Yder vicarie sepaeraet op te geeven.
Outherkinge. Doort maecken van een dyck, hebben octroy
van gemael. Versoucken continuatie.
De voochden van Lucas van de Venne tot Amsterdam: af-
doeninge vant fiedecomies.
Advys vant Hof.
1 ) De Staten van Holland vonden de gedurige wisseling van
gouverneurs in de Zuidelijke Nederlanden niet dienstig voor hun
politiek. Zie pag. 113, noot 3.
Jan de la Camt: eristal de montaigne te maecken; ver-
souckt daertoe octroy.
Te sien oft octroy niet al voor deesen is verleent.
(202) Panhuysen, pensionares van Schoonhoven, die de vergae-
deringe van Hollant omtrent veertig jaaren heeft by ge-
woont, heeft myn verhaelt, dat prins Willem noch prins
Maurits noyt onder 't getal ter Ridderschap en Eedelen is
geweest; dat prins Hendrick oock jaaren naedat al stadt-
houder is geweest, niet onder de selfde ordre was; dat den
vaeder vanden laesten Heer van Wymenen, willende syn in
de gratie van prins Hendrick, de saecke soo heeft weeten te
dirigeeren, dat door de Eedelen niet alleen is versocht in de
Ridderschap en Edelen, maer, dat hemi de eerste plaets heb-
ben gegeeven; doch noch prins Hendrick, noch syn soon
prins Willem, — welcke laeste nae het overlyden van syn
vaeder meede inde Ridderschap genomen was — syn noyt
inde vergaederinge van Haere Ed. Gr. Mog. in die qualiteit
gecompareert.
1684 in Mey is myn gesyt, dat prins Hendrick viermael in
die voors. qualityt ter vergaederinge is geweest. Syn soon
Willem noyt, en Willem, die nu stadthouder is, daegelyks
in de qualiteit als een lit van de Ridderschap en Edelen i).
In January 1637 is prins Hendrick in der Edelen collegie
getrocken.
Prins inde Ridderschap.
Leest Aytsma, eerste deel, 5 bouck in folio, foly. 387, daer hy
spreeckt van de Eedelen, 2) 2 deel, fol. 419,3) 3 deel, fol. 467,4)
1106, 5) 3 deel, fol. 857 6), 3deel 1106.
1)nbsp;Deze aanteekening is naderhand bijgeschreven.
2)nbsp;Uit de beschrijving van de Ridderschap, die Aitzema hier
geeft, blijkt, dat Frederik Hendrik in 1625 niet onder de Edelen be-
schreven werd.
3nbsp;) Nadat aan Frederik Hendrik in Jan. 1637 de titel van Hoog-
heid was verleend, werd hij in dezelfde maand eerste lid der
Edelen.
4nbsp;) 1650. De Prins niet meer onder de Edelen beschreven.
5nbsp;) Toen in 1654 de heer van Merode tot lid van de Ridderschap
was gekozen, moest hij zijn ontslag uit den militairen dienst nemen,
omdat „de ordres en de wetten van de regeeringe deser provincie
nochtoe precise geobserveert, noyt hadden toeghelaeten, dat ymandt
in militaire functie synde, sich tot politycque bedieninge soude mo-
ghen appliceeren.quot;
6nbsp;) In het nieuwe reglement tot aanvulling van de Ridderschap
werd niet van de Oranjes gesproken.
Staten van Holland 1670.nbsp;9
-ocr page 210-De forme en opdracht der geestelyck goederen en ver-
pondinge van dien, leest in de resolutien van Hollant 28
April 1581, daervoor alle imposten en slants middelen werden
verbonden.
Geestelycke goedre.
(203)nbsp;Raetpensionares, Fagel en van Beuningen waren over
die project eens en quaemen doen de andere onderrechten,
doch Bontemantel en Corver syn niet gekent.
Pancras en pensionares Hop syn met het concept-consi-
liatoir van den 21 deser maent Mey den 22 deser smorgens
vertrocken nae Amsterdam — gelyck alle de leeden hadden
gedaen — om by haer principaelen 't selfde favorabel te
rapporteeren, doch Burgemeesteren, alle thuys synde, ben
verstant geweest, alsoo alreede een resolutie van den Raet
is, Syn Hoochyt een concludeerende stem te geeven, dat niet
noodich was 't voors. concept-conciliatoir in den Raet te
brengen, alsoo alles staet tot haer Ed. oordeel, of yts willen
brengen in den Raet, ofte niet.
En heeft den pensionares Hop,'t advj^s van Burgemeeste-
ren noch dien avond gesonden aen van Leuweni), burge-
meester tot Lyden, welcke burgemeester tot Lyden, alles
's morgens den 22en den Raetpensionares heeft bekent ge-
maeckt.
Nota: Dit heeft Hop gedaen sonder kennisse, want Pancras wist
daer niet of, 's avons doen wederom in den Haech quam.
Burgemeester Pancras en Hop, pensionares, 's avons den
22en ditto wederom in den Haech comende, 't voors. gerela-
teert en oock, dat Burgemeesteren geensints verstaen met
Rynlant in te laeten, ten fyne van een accoort, ofte acco-
modatie, niettegenstaende sy alles presenteeren in state te
laeten staen en geen kerck gebooden te laeten gaen om de
(204)nbsp;veriaeten te steecken, haer vindende seer misnoecht, dat
den Raetpensionares met het voors. proces sich had bemoit
en wegens de Ridderschap aen commissaressen van den
Hoogen Raet geinduceert tot nadeel van Amsterdam: en
Amstellant. En had burgemeester Graef seer yverich stryt
en veel woorden tegen den voors. Pensionares gebruyckt en
was yder eeven hart opgeset.3)
I ) Diderik de Leyden van Leeuwen.
2) ,,En was burgemeester Graeff seer uytgeborsten teegen den
-ocr page 211-Daer wierde gesyt, den 'raetsheer Hudde had geschreeven aen
syn neef Valckenier, burgemeester, dat proces soude winnen.
Burgemeester Pancras syde oock, dat Burgemeesteren
den anderen hadden belooft van geen voorslach tot presi-
dent vant Hof te spreecken, noch tot wien sy inclineerden
van stadtsweegen voor te brengen, tot nae de hylige dagen
van Pinxsteren.
By occasie van de introductie syde den Raetpensionares,
dat prins Willem, noch prins Maurits noyt 't gebiet hadden
gehad over de militie permenant, noch capetyns-generaels
geweest in permenante charges, doch is soo heen gegaen als
of de gemelde charge permenant was geweest; maer Mau-
rits gestorven synde 1625 April 23, hebben de Staaten-Ge-
nerael by nacht vergaedert, prins Hendrick het capetynschap-
generael met commissie opgedraegen, sonder dat de gede-
puteerde van Hollant ter Generalityt synde, lait daertoe
hadden;!) den admirael-generael de Ruytei, aen lant sy.ide,
heeft maer een blooten tytel, maer geen commande; de sur-
vivance van den laesten prins Willem, in den jaare 1633
22 April, is niet als met groote cuyperyen toe gegaen en met
den tyt de leeden gebracht tot eenpaerichheyt.
Leest foly 208. Willem en Maurits hebben op elcke velttocht com-
missie gehadt.
1625.
Leest Aytsma, eerste deel, 5 bouck in fol. foly 386 1) en 27 bouck
foly 173.2)
(205)nbsp;VRYDACH DEN 23 MEY 1670.
Geraert van Haerlem doet eet als gecommitteerde in de
Reeckencamer.
Swaere belastinge op de Maes, besoignes, doet den pen-
Raetpensionares, omdat hem met die saecke teegen de meeninge
van deese stadt had bemoit en te veel geyvertquot;. Zie Resol. Raad, III,
1, fol. 332.
1 ) Tijdens de ziekte van Maurits was Frederik Hendrik plaats-
vervangend Cap.-Adm.-Gen.. Dadelijk na het overlijden werd hij
door de Staten-Generaal definitief tot de hooge waardigheden be-
noemd. Dit geschiedde inderdaad zonder overleg met de Staten der
provincies. Pas 25 Mei ontving hij zijn commissie van de Staten
van Holland en Zeeland. Voor deze commissie zie de aangehaalde
plaats bij Aitzema.
2) Aitzema a.w. dl. III pag. 173. Na den dood van Frederik Hen-
drik werden de hooge waardigheden aan Willem II opgedragen.
sionares Vivien rapport van, wordende dubbelt ontfangen
etc.
Van der Tocht, gaende wederom nae Brussel, te lasten daer-
van te spreecken, als aldaer sal gecoomen weesen. i)
Delft request: 11 July 1645 aen Amsterdam octroy: een
oortje op elcke gulden van de vercoop der vaste goederen,
synde den 80en penninck, toegestaen; versoucken 't selfde te
mogen trecken in Delft en Delfshaven by octroy.
Belastinge vant plat cooper met 5 per cente boven de or-
denares convoyen. 2)
Brussel 21 Mey van Sasburch.
(206) Willem Jochems, impostmeester van de waech tot Lyden,
verliest 7000 gl. Versouckt remissie.
INTRODUCTIE.
Eedelen: op saecken van gewicht hebben altyt gesien
eenige voorslaegen, op hoop goede eenparichyt en soude 't
concept-concilatoir emplacteeren; oock met de concepten der
placcaten van brandewynen en manufacturen, botter en
speek etc. en zout van Vranckryck coomende te belasten.
Dort: met advys conciliatoir en placcaet.
Haerlem: een stemmende stem en met de placcaten; soo
het een wart geconcludeert, soo staen het andere oock toe.
Delft: met het advys-conciliatoir; placcaten by gevolch en
alle de leeden consenteeren.
Lyden: soo het eenpaerich conde geslooten werden, anders
blyven by 't oude; placcaten staen sy toe.
Amsterdam: blyven by haer out advys volgens naerder
last der principaelen; de placcaten staen sy toe.
Gouda: met het concept-conciliatoir by eenpaerichyt, an-
ders verstaen geen overstemminge hierin plaets te hebben;
van de placcaten soo alle inclineeren, staen deselfde toe.
Rotterdam: verstaen geen overstemminge plaets heeft in
een nieuwe deliberatie, gelyck deese is, doch soo de leeden
eenparich syn, sullen int concept-conciliatoir condescendeeren
ende placcaten; dat dit eerst behoort voor te gaen en dan
eerst tyt sal weesen van het tweede te spreecken.
1 ) Vgl. Resol. Holland 24 Mei 1670.
2) Idem.
-ocr page 213-Gornicum: blyven by oude resolutie en dat geen over-
stemminge daerin can vallen, of sullen protesteeren, doch
soo eenparich syn, sullen 't selfde overgaen; placcaten
staen toe.
(207)nbsp;Shiedam: by eenpaerich advys staen 't consiliatoir toe;
placcaten staen toe.
Schoonhoven: als voor deesen hebben geadviseert; de
placcaten staen toe.
Bril: met de Eedelen.
Alckmaer: blyven by haer resolutie, doch soo de meeste
leeden verstaen, tot het consilatoir; de placcaten staen toe.
Hoorn: moeten acht daegen wachten om resolutie hebben,
eer in den raet daerover can geresolveert werden, doch alsoo
by haer is een onmogelyckeyt, doch willen wel verklaeren,
ais daer tyt sal weesen gecomen, niet twyfelen of.........; de
placcaten soo alles gelyckelyck wort geconcludeert.
Enckhuysen: met Haerlem en Amsterdam; met de plac-
caten met de Ridderschap.
Edam: alsoo het met geen eenparichyt gaet, soo blyven
by haer oude resolutie; placcaten staen toe.
Moninckendam: staen consiliatoir toe, soo de andere
leeden dat toe staen; placcaten staen toe.
Medenblick: ingevalle van eenparicheyt, of anders by haer
resolutie; placcaten staen toe.
Purmerent: emplacteeren met eenparicheyt haerder prin-
cipaelen het consiliatoir; met de placcaten.
(208)nbsp;POST MEREDYEM.
Rudofs van Arckel, capeteyn in garnisoen van de Om-
merschans, syn moy is overleeden in Duytslant. Versouckt...
Onderrechting van den Raetpensionares over 't advys con-
ciliatoir:
2°. instructie der Raet van Staaten 29 artycul: dat nimant
mach sitten voor syn vrinden in den 4 graet;
Aytsma 3 deel 31 bouck in folio, foly 578. i)
3°. 't ressort van de Generalityt geeft 6 per cente; heeft in-
coomen tussen de 10 en 11 tonne gouts; 4 tonnen tot intres-
ten; doch by provise geeft 2) 4 pc., dat men noch niet can
1 ) Op deze plaats is het in den tekst vermelde artikel der in-
structie van den Raad van State te vinden.
2) Nl. het ressort van de Generaliteit.
becoomen; heeft niet eenen stuyver betaelt in den Engelse
oorlooch, soodat den Prins daer over sittende, als syn-
de daer meest gegoet, niet gesien is, de Generalitytressoort
soude cannen werden beswaert.
^tef hylsame gronden en maxime van Hollant 2 bouck 2 ca-
4°. sommige leeden syn bevreest, dat de saecke soo gaende
dat men licht soude coomen tot overstemminge, daer noch-
tans geen overstemminge valt, als in den jaare 1653 Sep-
tember 18 gebleecken int verkiesen van een admirael 2) ge-
lyek een notabel lit heeft meede gesustineert; alsoo cander
geen overstemminge vallen in het kiesen van een capeteyn-
generael; Willem en Maurits hebben niet meer gehad dan
commissie op elcke velttocht; Prins Hendrick heeft — by
nacht Mauritius gestorven synde — met een slingerslach ad
vitam die charge becoomen; en de soon door cuyperye en
met giften en gaeven dan een stemme en dan een stemme
overgehaelt en hoewel lange tyt had connen hebben de meeste
stemme, is evenwel niet geconcludeert dan met eenparichyt
van stemme. '
Fide foly 204.
(209) Edelen: de sententien van de clercken te senden aen Fries-
lant.
Vivien, rapport geapprobeert.
Delft, wort den 80en pen. toegestaen.
Maesdam wort gekooren tot hooftingelant van Delftlant,
uyt het dubbelt getal.
Placcaten etc. concepten, by alle de leeden toegestaen, uyt-
genomen Rotterdam wil het verbodt van de brandewynen
niet consenteeren, maer consenteeren rneede in alle de
andere saecken.
1)nbsp;P. de la Court. Aenwysingh der heilsame politike Gronden en
Maxinien van de Republike van Holland «n West-Friesland pag.
242. Hier deelt de la Court hetzelfde mee over de inkomsten van
het ressort van de Generaliteit, als in den tekst staat vermeld.
2)nbsp;19 Sept. 1653 besloten de Staten van Holland, dat de benoe-
ming VM een admiraal niet met meerderheid van stemmen mocht
geschieden. Vgl. Resol. Holland 19 Sept. 1653.
Op de introductie.
Advys der Eedelen: als de saeck in de gront wort over
gewoogen, dat protesteeren; dat alle debvoiren gedaen heb-
ben tot eenichyt; soo de leeden niet hebben verstaen int
concept-concilliatoir, dat op haer geheel staen ende vinden
sich verbonden int contract van den jaare 1667 te weeten:
cessie moet hebben om geimbueert te werden. Daer is niet
een in den Raet, die gesonden wort om geimbueert te wer-
den, maer om te adviseeren ende besoigneeren, doth gaen
verder en oordeelen billick te weesen, om de conplaisance,
soude een adviseerende stem te geven, hoewel niet schul-
dich; den een verstaet het contract dus en den anderen soo
en in sulck een geval moeten sich houden aen den letter
en meenen daer meede voldaen te hebben; nu gaen noch
verder tot conplysance en verstaen rontuyt, dat geen over-
stemminge int kiesen van een Capt.-generael plaets heeft en
soo ymant anders denckt, dat hy gelieft het te seggen, om
haer gerust te stellen en soo geen eenpaericheyt can gevon-
den werden, sullen de saecke Godt bevoolen laeten.
Leest myn annotatie van Civile saecken 641.1)
(210) Dort: De woorden leggen niet anders als een cessie om
geimbueert te werden; die een concludeerende stem heeft,
is aireets tot jaaren en bequaemhyt, maer deese comt om
geimbueert te werden; overstemminge heeft geen plaets,
doch tot overeencoominge moet werden gearbyt.
Haerlem: beropt sich opt woort: „meedequot; staende in de
resolutie van den jaare 1667 2); verhoopt, dat de saecke sal
gebracht werden tot conclusie en soo niet, dat niet werden
genootsaeckt te doen een ondersoecke op de resolutie, die
meede is genoomen in den jaare 1667 op een dach, willen-
de seggen het Eeuwich Edict. 3)
1)nbsp;Pag. 641 van de Civile Saecken is niet bewaard gebleven.
2)nbsp;„Haerlem syde, dat duydelyck in de resolutie van den 5 Augus-
ti 1667 staet het woort van „meede vergunt sal werden etc.quot; welck
woort „meedequot; niet anders can verstaen werden alsdat sal cessie
hebben als syn voorvaders hebben gehadtquot;. Zie Resol. Raad, IU,
1, fol. 339.
3)nbsp;5 Aug. 1667 hadden de Staten van Holland drie resolutiën
aangenomen: 1. Eeuwig Edict; 2. Introductie van den Prins in den
Raad van State; 3. Het aanstellen van legerhoofden. Haarlem ver-
klaart nu, dat zij zich niet aan de eerste resolutie zal gebonden
achten, warmeer de tweede niet uitgevoerd wordt volgens Haar-
lems interpretatie d.w.z., als de Prins geen zitting krijgt in den Raad
van State met een concludeerende stem.
Delft: men moet sich nae de woorden voegen • versou-
cken een goet end met hermonie.
Dyden: hoopt, dat de leeden sullen eens werden, en dat
de reeden van den Raetpensionares, syn reeden, seer suf-
tisant syn en op approbatie van haer principaelen 't con-
cept-consihatoir souden accepteeren.
Amsterdam : persisteeren met een concludeerende stem
sonder modeficatie, om twee reeden: 't een is de beloften
van de resolutie 1667 en de tweede, om geen onlusten tus-
sen de provinciën te maecken; Valckenier adviseert op een
concludeerende stem, daerom gelooven dat sonder twyfel
alsoo geweest IS in die commissie nae Frieslant en Stadt en
i^anden, dat de mtentie is geweest; voorts met Haerlem
Gouda : connen met verstaen, dat de resolutie een noot-
saeckelyck maeckt, doch verstaen tot eenpaericheyt, hoewel
met gehouden syn tot die reconsiliatie; men moet sich regu-
o'JT T'. f ^voorden; had men die intentie gehadt, men
soude het daer daer m gestelt moeten werden; het en
staet er met ergo heeft yder syn uytlegginge, doch soo een-
paerich werden, sullen het overstappen; can geen overstem-
minge toestaen.
(211) Rotterdam: soo eenparich syn, sullen consenteeren, doch
anders blyven by haer oude resolutie; alsoo de oneenichee-
den duren, soo soude het bespottelyck syn van Beuningen
tenslantsnbsp;Engelant, ofte eenige andere ministers bV
Gornicum: blyven byt oude, ten waere eenparich worden
opt consiliatoir; geen overstemminge plaets te geeven
Schiedam: geen eenparichyt; blyven by de resolutie
Schoonhooven: persisteeren by voorgaende advvs • met
Haerlem en Amsterdam.nbsp;^ '
Brid: met de Fedelen.
Alckmaer: soo 't consilatoir by de meeste stemme word
aengenoomen soo staen het toe en by faute van dien, met
Haerlem en Amsterdam.
Hoorn: Als deese morgen geadviseert en alsoo geen een-
paenchyt en comt, sullen alles rapporteeren
Enckhuysen: met Amsterdam, Haerlem
Eedam: geneegen tot vreede; de oude resolutie èn dat is
concludeerende stem.
Monnickendam: met de Eedelen, doch soo de hermonie
met voortgaet, dat alleen toestaen een cessie.
Medenblick: men behoort eenpaerich te syn.
Purmerende: ............
Of opt concihatoir.
Of by overstemmmge.
Of soo moeten laeten staen en sien wat Godt geeft.
(212) Omvraech, of int aenstellen van een capeteyn-generael
overstemminge plaets heeft.
Eedelen: dat opt maecken van een capeteyn-generael geen
overstemminge valt.
Dort: 't selfde.
Haerlem: can 't een noch ander seggen, als geen last
hebbende.
Delft: met de Eedelen.
Lyden: 't selfde; voor haer sentiment en twyffelen niet of
haer principaelen sullen weesen van dat advys.
Amsterdam: als Haerlem, als synde ongelast.
Goude: met de Eedelen.
Rotterdam: met de Eedelen.
Gornicum: met de Eedelen.
Schiedam: geen last.
Schoonhooven: geen last.
Briel: met de Eedelen
Alckmaer: opt consiliatoir soo te verstaen.
Hoorn: Eedelen.
Enckhuysen: geen last.
Alunnickendam: Edelen.
Medenblick: Edelen.
Purmerent: Eedelen.
Is geen conclusie gevallen. Leest verso.
En bleef Syn Hoochyt tot 's nachts omtrent ten een euren
tot den Heer van Odyck om te hooren, hoe het soude afloo-
pen. En den knecht van den pensionares Hop syde myn,
's nach omtrent een euren uyt de vergaederinge comende,
dat eenige van weegen Syn Hoochyt voor de camer waeren
wachtende, om te hooren of yts ten voordeel van haer Heer
mocht geresolveert weesen.
(213) Nae veel cavelatie en vermengt met harde woorden van
Haerlem en Rotterdam.
Haerlem en Rotterdam questie.
Rotterdam: dat Haerlem, met het Eeuwich Edict willende
speelcn, myneedicbyt nae sich sleept.
Haerlem: dat niet soo wilde bejegent werden en vry meer
op Rotterdam soude te seggen weesen en voornaemt op haer
pensionares, die oock onwaerdich is de ambassadeursplaets
te bekleeden nae Vranckryck.
Nota: de Groot was pensionares van Rotterdam.
Amsterdam stelde sich somtyts meede op de harde woorden
van Rotterdam daerteegen.
Eyndelyck is geconcludeert by den Raetpensionares: Syn
Hoochyt te mtroduceeren in den Raet van Staaten met een
concludeerende stem; dat int verkiesen van Capeteyn-Gene-
rael geen overstemminge plaets heeft.
En alsoo Haerlem, Schoonhooven, Enckhuysen, Edam en
Medenblick syde ongelast te syn op het laeste point, soo sal
de executie van het eerste opgehouden warden tot nae de
resumptie, doch soo het laeten gaen, sal de excecutie syn
voortgang laeten neemen.
Amsterdam, te weeten Hooft, van Beuningen en Pensiona-
res — Pancras, Bontemantel en Corver vertrocken synde_
hebben laeten aentyckenen: gelast te syn op het laeste point
niet te hebben geadviseert. i)
Den Raetpensionares syde, het laeste point te hebben ge-
concludeert met de meerderhyt van stemme gelyck eerste
meede heeft geconcludeert met meerderhyt van stemme. Het
eerste met 10 tegen neegen en het tweede met 13 tegen ses,
soo de ongelasten daer teegen gaen en soo niet, is Amster-
dam segelier. 2)
(214) En is de vergaederinge geschyden.
Ende ondertussen is Syn Hoochyt in den Raet van Staaten
geintroduceert den 31 Mey 1670, naedat de hermonie met
eenpariche stemme der provintien, was geconcludeert ende
forme, hoe geintroduceert soude werden, synde alles geschiet
op een ende deselfde dach.
Leest myn annotatiën van Civile saecken foly 647 648 «-e-
teeckent: A. 3)nbsp;' quot;
1)nbsp;Terwijl Haarlem, Schoonhoven, Enkhuizen, Edam en Medem-
blik verklaarden ongelast te zijn, liet Amsterdam aanteekenen geen
advies te hebben uitgebracht. De stad behield zich het recht voor
nadere aanteekening te doen. Vgl. Resol. Holland 24 Mei 1670.
2)nbsp;Segelier = singulier.
3)nbsp;Fol. 647 en 648 van de Civiele Saecken zijn niet bewaard ge-
bleven. In het handschrift staat bij deze plaats met potlood ge-
schreven: „dit moet syn D 3 (Ilde gedeelte) 1653—1670, 97 en
16 JULY 1670, EERSTE CESSE.
Vlooswyck, Castricum, 1) Bontemantel en Corver en Pancras.
(215)nbsp;Brief van Romp uyt Parys 11 July: Madame d'Orléans
schielyck gestorven, nae uyt Engelant was gecoomen.
Noteficatien.
Sasbureh uyt Brussel 13 July: Graef van Monteroy gou-
verneur der Spaense Nederlanden, uyt Spaigne gecoomen.
Barleus 6 en 9 Juny uyt Lisbone : uytgestelt byt Hof we-
gens het afbaelen vant sout, doch ordre becoomen; noch
eenige scheepen gecomen om sout te haelen; de factoors in
st. Hubes opposeeren; Ulloa, 2) gecommitteert wegens de
croon.
Poortegael tot afhaeling vant sout.
Commissaressen: Amsterdam, Hoorn en Rotterdam, Hoorn.
Venia estates, Eouwers Wouters van Amsterdam, out by de
21 jaaren.
Venia estates, Adriaen Eenhoorn van Alckmaer, 22 jaa-
ren out.
Venia estates, Pieter Ketelaer van Haerlem, 22 jaaren out,
(216)nbsp;Request van Johan Eicoen, out-pachter tot Rotterdam. Is
dry jaaren in gyselinge geweest.
Gestorven Meester Johan Schoyer; en Jacob van Gongel
en Arent van Woorden genomineert door Burgemeesteren
van Rotterdam met versouck een uyt de twee laesten tot
scheepen te kiesen van Schielant.
Gecooren Jacob Gongel.
11 July Romp uyt Parys: Levanse comp. der cooplieden al-
daer ; den Coninck lyt groote somme in de comp. ; gesonden
groote presenten ; copye brief van de luytenant-admirael, 12
Juny 1670 op de cust van Spaigne geschreeven aen hem,
Romp, uyt het schip Spiegel: Stivan, France capetyn, soude
claegen aen de France Coninck, dat van den admirael opt
97A.quot; Pag. 97 is echter blanco en 97A bestaat niet. Mr. A. Cos-
quino de Bussy was zoo vriendelijk deze twee bladzijden na te
poren in het eerste deel van de Merkwaardige Stukken, maar ook
hierin komen zij niet voor.
1)nbsp;Cornelis Geelvinck, Heer van Castricum, lid van de vroed-
schap van Amsterdam.
2)nbsp;Ulhoa, vroeger Portugeesch gezant in de Republiek.
-ocr page 220-lyf was gesylt, niettegenstaende hij voort de wint af quam, i)
De Staeten-Generael hebben ordre gegeeven aen Romp om te
klaegen en, soo in de voorhael te weesen, doch eenige provin-
tien souden het naerder examineeren, eer de brief af sal gaen.
Hollant; stellen in handen van commissaressen der seesaeckien.
21 en 23 out, Samuel Hester en suster heeft venia estates
versouck.
Antonies Voorthuysen, schout tot Huysduynen: oncosten
gedaen tot een vierbaecken in den Engelsen oorlooch; ver-
souckt geit.
In handen van Gecommitteerde Raeden.
Ransdorp in Waterlant: versouck wegens de zeedyck.
Gecommitteerde Raeden van het Noorderquartier.
DONDERDACH 17 JULY 1670.
Vlooswyck, Castricum, Bontemantel, Corver, Pensionares.
(217)nbsp;Resumptie der jongste laeste resolutie.
Remarkes van den Hooge n Raet opt concept instructie
vant Hof.
In handen van voorige commissaressen.
Van Beuningen uyt Londen 11 deses; Boreel, ambassa-
deur, is vertrocken; Franse door Spaense geslaegen op
Spaignolie( ?)
Notificatie.
Secretares van Boreel uyt Engelant, 9 van heden, date
2/12 deses brieven: de Engelse blyven in opinie, dat Ma-
dame de Orleans, suster van den Coninck en tot st. Clouw
by Parys schielyck gestorven, soude vergeeven syn, niette-
genstaende den Coninck van Vranckryck alle debvoiren aen-
went, om sulx anders te doen gelooven.
Niet meer te schryven, tenwaer van Beuningen en syn meester
uyt Londen syn.
Twee vrouwen claegen, dat haer mannen voor Rotchel
uyt de scheepen syn gelicht door een France schaloup.
Commissaressen der zeesaecken.
(218)nbsp;Amsterdam waerom soo starck ter vergaederinge.
I ) Het betrof hier een aanvaring met den Luitenant-admiraal van
Gent. Beide partijen gaven elkaar de schuld.
Geelvinc en Hudde: omdat de sollicitatie of besendinge
door deselve gedaen syn voor den raetsheer Hudde.
Over de besendinge van Cloeck viel veel te seggen, met
resolutie sulx niet meer te doen. i)
Maerseveen: 2) omdat in het houwelyck etc had gew^erckt
van Valckenier en Trip.
Geelvinck was over de besendinge door recommandatie
der pensionares, die swaericheyt maeckt, tensy de broeder.
Jan Hudde, ging, omdat conde sien, alles wel toeging.
En hoewel alles yverich besolliciteerde, soo in de brieven
van Burgemeesteren, als besendinge en soo syde tegen my
op de waegen Castricum en pensionares, dat geen apparentie
en saegen en oock, dat daer niet droevich om waeren, etc..
Eewich Edict.
Den 17 Juli 1670 syde den pensionares Fagel van Haer-
lem, in discourse synde, hoe dat Amsterdam en haer stadt
suspect syn by veel leeden en goet prins uytroepen, omdat
wegens de introductie van Syn Hoochyt yverden tot een
concludeerende stem; „daer ick ende burgemeester Valcke-
nier het fondament vant Eeuwich Edict gesinet 3) en ge-
concipieert, daer den Raetpensionares niet aen wilde en meer
dan een jaer doende syn geweest, eerdat den Raetpensiona-
res daertoe conde brengen en het meeste, daer den burge-
meester en ick in yverde, was het morteficeeren van het
stadthouderschapquot;. Alle 't welck myn seer vremd docht, al-
soo yder 't selfde Edict lyt op de schouderen van den Raet-
pensionares. Waerop wederom antwoordende, syde Fagel
voors.: „Vraecht het aen Valckenier en hy sal het u seggen
en dat ick my daervan verseckert mocht houden.quot; Hy ver-
trocken synde en ick myn niet genoch connende verwonderen,
verhaelde alle 't voorstaende aen Corver en Jan Hudde, die in
den Haech was, als hier bove. Eenige daegen daernae, te wee-
ten den 19 ditto, vraechde ick aen van der Aa 4) van Rotter-
dam, die sich veel met de regeeringe moit en groote en veel
1)nbsp;In het jaar 1667 had de stad Amsterdam een „besendingquot; aan de
Edelen en steden gezonden, om den advocaat Hendrick Cloeck aan
te bevelen tot raadsheer in het Hof van Holland. Vgl. De Regee-
ring van Amsterdam, a.w. dl. II, bijlage V.
2)nbsp;Jan Huydecoper, Heer van Maarseveen, lid van de vroed-
schap, burgemeester van Amsterdam.
3)nbsp;Gesinnet = bedacht.
4 ) Willem van der Aa, lid van de vroedschap van Rotterdam.
-ocr page 222-kennisse van alles heeft, wie oorsaeck en eersten aenlyder
vant heuwich Edict is, waerop antwoordde: „Fagelquot;.
(219) Den ^ July 1670 en de vorige dach deeden alle debvoiren
in den Haeca, met soliciteeren.
Deesen dach reeden met twee coetsen by de leeden ende
eerst by de heeren van het Noorderquartier, daer groote
veranderinge vonden teegen schoone woorden en die de be-
leefste waeren vielen eerst af, als Medenblick, wiens burge-
meester, Lops 1) genaemt, syde, dat soo conde helpen dat
het soude doen, doch bemerckte, dat de leeden geen inclinatie
tot Hudde en hadden.
Hudde president te maaeken.
Enckhuysen, alwaer burgemeester ..............., als synde
seer familiaer met Hudde, al had de saecke als verseeckert,
evenwel gaeven meede siecht antwoort.
Purmerent syde, dat den raetsheer Rvccen, in den Hoo-
gen Raet, ouder is dan Hudde en dat die was geweest haer
castelyn en balljeuw en last hadden de selfde tot president
van 't Hof van Hollant voor te stellen en soo daer geen
apparentie toe sic::i, dat dan alsoo Ruytenburch, nu haeren
balljeuw is, die nae-maechschap is van Bennebrouck, seer
yverich voor deselfae had gesoliciteert en niet hadden con-
nen wygeren syn versouck toe te staen.
Alckmaer was buyten engagement en vraechde myn al,
alsoo wy niet connen met Hudde of geen speculatie hadden
op den ousten raet vant Hof, te weeten, Mirop.
Hoorn was het in de vroetschap vreemt toe gegaen, want
sittende over de deliberatie van den pointen van beschry-
vinge en het point comende op het maecken van den presi-
dent, conde niet overeen coomen; eenige wilde Amsterdam
(220) toe vallen, dewelcke siende, dat onder soude raecken, stonde
met haer sevenen op en gingen uyt den raet; de änderen
dat siende en niet connende resolveeren, soo heeft een der
burgemeesteren den raet wederom geadvoceert, doch daer
quaemen maer de thien heeren en haer privilegie lyt, dat het
meeste getal moeten syn, dat is ten minsten elf, alsoo twin-
tich starck syn. Den burgemeester, wiens tour het is op den
dachvaert te gaen, nam eenige adjointen ende andere par-
tye sonden meede eenige nae den dachvaert om te stemme,
volgens resolutie van haeren raet ende de andere syde, dat
1 ) Jacob Lobs.
-ocr page 223-men moet luysteren nae den heer wiens beurt het is ter
dachvaert te gaen en oock, dat de resolutie van den raet on-
wettich is, alsoo het meerder getal niet hebben connen uyt-
maecken. Haeren pensionares de Groot, die meede vroet-
schap is, had van den raet meede commissie om ter vergae-
deringe met de gecommitteerde te stemmen.
Schiedam, daer wat gissing op was gemaeckt, viel mee-
de af.
Briel, daer de Jong en Cleuterbock i) als burgemeesteren
quaemen, syde, met den heer van Heemstede bemaecht
waeren en altyt goede correspondentie meede hebben ge-
houden; vonden haer diens aengaende tot Bennebrouck ge-
engegeert.
De Eedelen en eenige andere steeden toonde volgens ge-
woonte goede aensicht, soo conde helpen, maer alsoo wel
saegen, daer niet meede sullen connen door coomen, haelden
haer schouderen op, syde dat daerom, om niet ten toon te
staen, haer soude wenden tot Bennebrouck.
Haerlem, die wel het meeste geneegen waeren soo 't scheen
om ons te helpen, quamen ons seggen, van haer te moeten
excuseeren en met de andere partye soude stemme.
(221) Den heer van Heemstede quam ons seggen, dat alsoo doch
geen apparentie saegen voor Hudde, dat doch gehefde te
gaen op syn broeder Bennebrouck; dat alles sullen danck
weeten aen Amsterdam ende verseeckeren, dat soo syn oom,
Rynier Pauw;, Heer van ter Horst, den president van den
Hoogen Raet, comt te sterven — die alreeds omtrent de 80
jaaren out is —• alle crachten sullen helpen inspannen om
alsdan Hudde president te maecken van den Hoogen Raet;
dat Ryccen hart teegen syn broeder heeft gesoliciteert en
oversulx daer quaet over syn en daerom in sulck een geval,
hoewel ouder raet is als Hudde, sullen tegen gaen; dat wy
wel connen sien, dat sy veel vrinden hebben, die dan in sulck
een geval alle debvoiren sullen doen voor Hudde; dat wy
niet gelieven te gelooven, dat syn broeder een vrint van den
Raetpensionares is, maer ter contrary, dat wy verseeckert
moogen weesen, dat syn broeder het met Amsterdam sal
houden als wesende een burger en in Amsterdam gebooren
en oock van syn voorouders van onse stadt; alle welcke be-
loften sullen belooven hylichlyck te presteeren.
I ) Mr. Caspar Clotterbooke.
-ocr page 224-En alsoo wy niet anders syn gelast, dan te gaen op Hudde
en geen regeerende burgemeester by ons hebben, conde wy
daer niet veel op seggen, waerop Heemstede syde, dat wy
ons geliefde te nacht te beraeden en 's morgens wederom
soude comen om de belofte nochmael te doen.
(222)nbsp;28 July 1670 heeft burgemeester Vlooswyck gelyt in deli-
beratie, of sullen ter vergaederinge stemme den heer Hudde
tot president, ofte dat sullen stemme Bennebrouck, alsoo
alle de stemme sullen loopen op de laeste. Waerop nae ge-
leesen synde de resolutie van den raet, op deese pointen van
beschryvinge genoomen, soo heeft Vlooswyck en Castricum
geoordeelt te sullen persisteeren en Hudde te stemme.
Maerseveen en Jannes Hudde en Bontemantel en Cor-
ver : dat best was te sylen met de vloot en met alle de leeden
eenparich te gaen, best is; alsoo alle bedenckelycke middelen
syn aengewent, die mogelyek waeren en alle solicitatie yve-
rich uytgevoert en niet hebben connen optineeren by de
leeden en geen hoop ter werelt is, best te syn de beloften
van den Heer van Heemstee aen te neemen, het helpt in
toecomende soo veel het kan etc..
Den Heer van Heemstede gecomen synde en syn beloften
als vooren doende, is het selfde geaccepteert en aengesyt,
neffens de andere leeden, meede op syn broeder te gaen en
syde Bontemantel int bedancken tegen Heemstede en elkan-
der de hant gevende: „een man een man, ecA woort een
woortquot;.
En syn Castricum en Jannes Hudde met den pensionares
versocht de leeden, die goede affectie hebben getoont, te
bedancken en te seggen, dat meede om de eenparicheyt op
Bennebrouck sullen gaen.
Nota. Castricum, doen het anders uytviel, syde eenparichyt best
te weesen.
(223)nbsp;Alle 't selve alsoo gedaen synde, heeft den heer raetsheer
Hudde de gedeputeerde coomen bedancken voor haer goede
yver en debvoiren, waerop wy beklaegden, dat onse solici-
tatie geen effect hadden connen crygen en van harte wel
hadden gewenst.
Den Heer van Castricum syde, dat van moyelyckeyt niet
had connen slaepen, met een staetich aensicht, daer myn op
de waege wel anders had te kennen gegeeven, ja ront uyt
gesyt, eet..
Syn Hoocheyt den prins van Oranje heeft alle de leeden
int parteculier weesen bedancken voor de goedicheyt, van
in den Raet van Staaten geintroduceert te syn, gebruyckende
by alle de woorden van dancksegginge, dat sich altyt ten
dienste van den lande sal verplicht blyven ende de previle-
gien en oude costume te onderhouden, gelyck syn voorvaede-
ren hadden gedaen; en alsoo tot tweemaele toe aen ons loge-
ment was geweest, dat wy uyt soliciteeren waeren, soo is
goetgevonden audientie by Syn Hoocheyt te versoucken. i)
Soodat 's morgens ten neegen euren gegaen syn en hebben
Syn Hoocheyt gecomplimenteert en geluck gewenst en hy
(224) heeft ons bedanckt en niettegenstaende is 's naemiddachs in
ons logement gecoomen en bedanckt, gebruyckende de termen
van compliment meede als vooren gesyt.
Leest foly 260.
Vlooswyck, Castricum, Maerseveen, Hudde, Bontemantel,
Corver en pensionares.
Aen de trap syn door een heer ontvangen en nae booven
gelyt; in de camer comende, heeft Syn Hoocheyt ons alle
verwelcoint en heeft den pensionares Hop een beleefde aen-
spraecke gedaen, daeronder excuseerende, dat tot tweemael
toe 't ongeluck hadden gehadt van niet thuys te syn, als Syn
Hoocheyt aen 't logement waeren geweest en syn door den
selfden heer wederom tot beneeden aen de trappen af gelyt.
Nota. De aenspraeck gedaen synde, ging Vlooswyck met de Prins
aen de glaesen alleen en versocht een brief van recommandatie
in faveur van syn dochter, die met den ritmeester Honewoet2) is
getrout geweest en nu met van Beuningen in Engelant was, om haers
mans goederen voor de kinderen te procureeren.
Deese besouckinge, door de heeren van Castricum en
Hudde aen Burgemeesteren gerelateert synde, is seer qua-
lyck op genomen, dat int aensicht van de Staaten van Hol-
lant sulx hadden gedaen; dat het een reflextie gaf by alle
de leeden en provintien en een eclat door 't ganse lant; dat
Vlooswyck, Castricum, Maerseveen en Corver behoorde de
1 ) Het bezoek aan den Prins vond plaats op 17 Juli.
2) De Engelsche ritmeester Honywood was tijdens den oorlog
met Engeland in Staatschen dienst gebleven. Daarom waren
zijn goederen in beslag genomen. Reeds vanaf 1667 werden pogingen
gedaan om ze terug te krijgen. Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV,
pag. 76.
Staten van Holland 1670.nbsp;10
-ocr page 226-opinie van Bontemantel gevolcht te hebben, die volgens syn
advys oordeelde 't niet noodich te weesen, alsoo Syn Hoocheyt
alleen enpassant en voorby rydende had laeten vraegen of
thuys waeren en die eer niet had gedaen van te laeten vrae-
gen of het te pas quam, dat een clynachtinge schynt te wee-
sen ; dat doen Bontemantel 't selfde advis.eerde, door Vloos-
wyck en de andere heeren qualyc wierde op genomen en
geantwoort door Vlooswyck: „Willie niet mee gaen, soo
blyft huysquot;, waerop Bontemantel syde, dat schuldich was
de grooste hoop te volgen.
Staet te noteeren, dat deselfde by forme van discours aen
tafel syn gesyt.
Leest de maeltyt den 26 July 1670 tot den Raetpensiona-
res, hier achter foly 260.
(229)nbsp;Edam : Brouwer, secretares.
Monnickcndam: Houtyng, pensionares.
Purmerent: Schot, i) secretares.
Poedegra.
Juffrouw Nelson woont in den Haech achter de Cloosterkerck,
heeft een waetertje; een lepel vol warm. gemaeckt, en grauw pam-
pier daerin gebet, vryft de seere plaets, tsy op de voeten, knie,
of handen een wynich en lecht dat pampier, alsoo nat gemaeckt,
daer op, altemet het ververssende. Den burgemeester Hoogen-
dorp tot Rotterdam recormnandatie.
(230)nbsp;VRYDACH 18 JULY 1670. 2)
Vlooswyck, Castricum, Maerseveen, Hudde, Bontemantel, Corver,
Pensionaris.
Request van ritmeesterschap:
Witman van Nickercken, cornet van ............;
Jacob Wickers;
Parent de Rarent, sieur de Utim.
De Edelen seggen deselfde niet eligibel te weesen, alsoo
acht jaaren moet geweest hebben in dienst van het lant. 19
September 1668: die ten minsten acht jaaren als cornet, of
luytenant het tlant te ............
1)nbsp;Mr. Nicolaas Schot.
2)nbsp;18 Juli 1670 handelden de Staten van Holland over het ver-
kiezen van een ritmeester, een fiscaal-advocaat van de Reken-
kamer, een president en raadsheer in het Hof en een schout van
Den Haag. Bontemantel vermeldt de besprekingen en benoemin-
gen. In zijn manuscript Resol. Raad, III, 1, fol. 359 teekent hij aan,
dat behalve Limburg allen hun benoeming te danken hadden
aan „groote cuiperyen en soüicitatiën.quot;
Jonker Roeten;
Ariaen Weepen;
Dideriek van Wassenaer, Heere van Wouw
Jacob van Lonckhorst, Heer van de Lier;
L. W. van Dorp;
••••...... Ruys;
W interoy;
Schimmelpenninck.
(231) Fredrick van Lier inplaets van Maasdam tot raetsheer int
Hof door de Edelen gemaeckt. i)
Edelen, seer oneenich: Louwies Olfert van Dorp
Dort: Dideriek Wassenaer van Wouw.
Haerlem: Ariaen Warnaer van Keppel
Delft: Wouw.
Lyden: W^ouw.
Amsterdam: Keppel.
Gouda: Wouw.
Rotterdam: Wouw.
Gornicum: Wouw.
Schiedam: Keppel.
Schoonhooven: Keppel.
Briel: Wouw.
Alckmaer: Keppel.
Hoorn: Keppel.
Enckhuysen: Keppel.
Edam: Keppel.
Monnickendam: Keppel.
Medenblick: Keppel.
Purmerent: Keppel.
Van Keppel heeft de meeste stemme.
Duyvenvoorde Asperen, Maesdam, Sliedrecht, Wassenaer, Zeeven-
ter, Warckendam, Langeveit.
Edelen: Duyvenvoorde, Asperen of Botselaer, Maesdam of Dorp
blydrecht, ^eventer of Villeers, Warckendam of Wyngaerden en
Moermont, Van der Does, Heere (van) Langeveit en Obfen.
1670 in de Ridderschap 2) (vide foly 92).
Arent van Wassenaer, Heere van Duyvenvoorde, etc.;
1 ) De candidaatstelling van Frederik van Lier door de Edelen
intermezzo geweest in de verkiezing van een nieuwen rit-
meegter. De benoemmg van Van Lier vond plaats op 26 Juli
ledennbsp;driemaal op dezelfde bladzijde de
ieden der Ridderschap opteekent, is mij niet duidelijk.
-ocr page 228-Philips, Jacob van Boetzelaer, Heere van Asperen etc •
1-rederich van Dorp, Heer van Maesdam-
Johan, François van Schage, Heer van Overslydrecht -
Gysbert van Matenesse, Heer van Matenesse etc - '
Jacob van Wassenaer, Heer van Obdam -
Phdips Zoete de Laecke van Villers, Heer van Zeeventer;
Daniel van Wyngaerden, Heer van Werckendam.
Raetsheer int Hof : Frederick van Lier. Uytgestelt.
President vant Hof: Adriaen Pauw, Heer van Benne-
brouck, met eenparige stemme in de plaets van Deedel die
al m den jaare 1665 was gestorven.
Fiscael-advocaet : Limburg met eenparige stemme.
Schout van den Haegh.
Edelen: Rudolf van Pappenroyen.
Dort : met de Edelen.
Haerlem : ............
Delft: L. Bogert, schout.
Voort met de Edelen.
Lyden: met de Edelen.
Amsterdam: met de Edelen.
Goude: met de Edelen.
Rotterdam: met Delft.
Gornicum: Edelen.
Schiedam : met de Edelen.
Schoonhoven: met de Edelen
Briel : 't selfde.
Alckmaer: Edelen.
Enckhuysen: 't selfde.
Edam: Edelen.
En voorts alle de leeden 't selfde van de Edelen, soodat Pa-
penroyen is geworden schout van de Haech.
(233) ■ Request der geweesen ontfanger der Admiralityt over de
subsidie, daervan 20 per cente in reeckening brengen.
In handen van voorgaende commissaressen.
Verpachting der eerste point, i)
^mmissaressen tot de verpachtinge: Dort, Goude, Delft, Rotter-
dam, Hoorn, Amsterdam, Alckmaer.
HoUaÄ/uTlSo''nbsp;-- -indelen. Vgl. Resol.
-ocr page 229-^^ Retroacten, dat de Edelen twee raetsheeren int Hof stel-
23 January 1666: de Edelen slaen voor Fannius tot raets
sTsteten ' quot;quot;nbsp;sal de-
1 Mey 1655: hebben voorgedraegen Almonde en is by de
Staaten geapprobeert, met dien verstande, dat het niet is
tegen 't recht deeser vergaederinge
4 January 1651: voorgedraegen by de Edelen van Verre,
uyt de nominatie van dry om den Stadthouder over te leve-
ren, die onderwyien is gestorven.
1 April 1642: Dorp in plaets van Oesterwyck, die voor
aufhor^vfh^L'^''nbsp;syn, of de Edelen
authorityt hebben een ot twee raetsheeren voor te stellen
soo IS verstaen de retroacten eerst nae te siennbsp;'
Eeest voort den 24 July 1670. i)
(234)nbsp;SATERDACH DEN 19 JUEY 1670.
Hudde, Bontemantel, Corver,
Resumptie.
Van der Tocht, secretares tot Goude, doet rapport van syn
commissie tot Brussel uytgerecht: de Paep 2) ^eckt swae-
richyt, maer daer den ambassadeur in Spaigne aldaer daer-
ï^percentequot;quot;quot;^'quot; spreecken; de remise uyt Spaigne costen
Lë^Jquot; '^offissie. De Paep vint dat goet. Remise uyt Spaigne
^nbsp;betaelinge der militie, door den goS!
verneur en eenige gedeputeerde. 3)nbsp;^
De presidenten vant Hof worden geintroduceert door
23 October 1653, rapport 23 October 1663 van de introduc-
™...... gecommitteerde ende beëedichde van Hollant en Zee-
lant en alsoo nu Zeelant int Hof niet meer is, sal in om-
1 ) Vgl. pag. 161, noot 1.
kend ^fl^Tr'f^^^lnbsp;^doelt is mij niet be-
het een eigennaam.nbsp;J n et oe
3) Vgl. pag. 113, noot 2.
-ocr page 230-vraege gebracht werden, wie 't selfde doen sal. i) Is nu niet
noodich den eet te laeten doen door commissaressen van
byde de provmtien, maer sal connen gedaen werden by Haere
Ld. Gr. Mog., alsoo Zeelant uyt het Hof is, maer de intro-
ductie moet gedaen werden door commissaressen.
t Selfde is by resolutie vast gestelt en genomineert tot com-
missaressen :
2nbsp;Edelen,
Dortnbsp;)
Amsterdam gt; yder een;
Alckmaer )
Raetpensionares.
Eet van suyveringe doet Ariaen Pauw, Heer van Benne-
brouck, geworden president vant Hof van Hollant.
Rudolf van Paffenroye, gemaeckt balljeuw van den Haech
doet eet van suyveringe.nbsp;'
Doende rapport van besoigne is den rapporteur gedeckt.
(235) Matheus van den Broucka) uyt Indien gecoomen, geassis-
teert met den heer Willem Backer, out-scheepen, raet en
bewmthebber der Oost In. comp, heeft gedaen rapport, oock
geassisteert met den advocaet van Dam, 3) advocaet der
selfde comp., welck rapport is gedaen volgens de ordre, alle
dry staende. Den bewinthebber quam eerst, doen den advo-
caet en doen hy, commandeur van den Brouck, en soo gingen
wederom uyt.
Syn bedanckt en aengenomen voor notificatie. 4)
1 ) In 1587 had Zeeland zich aan het rechtsgebied van het Hof
van Holland onderworpen. Herhaaldelijk waren er geschillen ont-
staan tusschen de Staten van Holland en die van Zeeland over
de gerechtshoven en een dezer geschillen had tot gevolg gehad
to Zeeland 7 Juni 1669 zich aan het rechtsgebied van het Hof
had onttrokken. 11 Juni 1674 werd de oude toestand hersteld (vgl
Tegenw. Staat, dl. IV, pag. 262-266). Bontemantel vermeldt nu de
besprekingen over de wijze, waarop de president van het Hof ge-
mtroduceerd moest worden, nu er geen Zeeuwsche heeren meer
in het Hof zitting hadden. Vgl. Resol. Holland 19 Juli 1670
2) Gewezen ordinaris Raad van Indië, commandeur van de re-
toxirvloot.
3nbsp;) Pieter van Dam.
4) Vgl. Resol. Holland 19 Juli 1670.
-ocr page 231-Heeft Indien gelaeten in goede toestant.
Ambona Molucces, Macassar, goede victorie aldaer door Speel-
man. i) Het afvallen eeniger Coningen, die onder den Macassar
subjectie waeren, is de meeste oorsaeck der victorie. Een stuck van
elf duysent pont gewicht aldaer seer geëxtimeert, van den Macas-
sar gebracht op Batavia.
uytge^vaUen''^''nbsp;negotie te hebben; niet voordeelich
Den grooten Mogol.
Matran2) vrees van oorlooch.
(236)nbsp;Den heer van Wassenaer, geweest hebbende by den Coning
yan Vranckryck, presenteert te doen rapport, doch alsoo
het eenige tyt geleeden is en niets voort is gevallen van re-
marque, soo werd gegeeven in bedencken, of men deese no-
tificatie sal houden voor rapport.
Is bedanckt en 't genotificeerde aengenomen voor notificatie. 3)
Delftlants questie met Delft. Delft levert over een de-
ductie.
Courantier van Amsterdam. Den Coninck van Vranckryck
claecht wegens den Cardinael Altiery.
De heeren van Amsterdam versocht de courantiers in devotie te
houden en te blijven buyten de notelen.
(237)nbsp;MAENDACH DEN 21 JULY 1670.
Resumptie.
Den heer Ariaen Pauw, Heere van Bennebrouck, heeft
gedaen syn eet.
Maesdam en Wassenaer uyt de Edelen, Alewyn van Dort,
Vlooswyck van Amsterdam, Symens van Alckmaer, Raet-'
pensionares sullen de introductie doen.
Is geleesen syn commissie en een wynich gealtereert op een
artyckel van ampliatie, oock op de instructie nu synde, of
noch te maecken.
I) Daar de bewoners van Makkassar, opgestookt, naar men
meende, door de Engelschen, de verdragen, die zij met de Oost-
Indische Compagnie gesloten hadden, gedurig verbraken, was
Cornelis Speelman in 1666 met een vloot uitgezonden om hen
te tuchtigen. In 1667 overwon hij hen en in het verdrag, dat men
nu sloot, werd aan de Engelschen de toegang tot Makkasser ont-
zegd. Vgl. Wagenaar, Vad. Hist., dl. XIII, pag. 405 en 406 en F. W
Stapel, Gesch. van Ned. Indië, pag. 106 sqq..
• 2) Matran = Mataram.
3) Vgl. Resol. Holland 19 Juli 1670.
-ocr page 232-Is den eet gedaen.
eeten tot dén president g^fest. ^^^^^^eeren 's middachs ten
dni:!!?^^d^en syn eet van suyveringe
doende syn eet op de mstruetie by 't Hof ofte Reeeke^SS
Heemraeden van den Naerdermeer. By Am-
Request van Geestmerambacht.
Dorp genaemt Pancras lyt in Noort Hollant.
(239)nbsp;DYNSDACH DEN 22 JUEY 1670.
var dennbsp;inbsp;Haech ten dienste
van den lande; versouckt een keer nae Vranckryck te moo-
gen doen Alsoo met apparent is, dat een leger ^int yelTZ-
bracht sal werden, hebben de Staten-Generad 't selfde toe
Cc staen.
Srsé^quot;quot;™quot;quot;'nbsp;Con,»,nbsp;Hop.
dïnït.'; '■»quot;'quot;yok gnomen wee.end,, hoeft dee.e landen bo-
ÄTewÄrquot;™'*quot;' ™nbsp;» i
VM tldJ^'^lnbsp;Vranckryck gegoet, in deese gelegenthyt
-ocr page 233-^etrj^eTv^Xe'^^^^^^^nbsp;- le Maire en
Van le Maire uyt Coppenhagen, 15 July
in TonsLeïeïnbsp;Noort-Hollant en Schoonhooven niet
t Huys comen met den eersten.
Haech versoucken haer
Sfetdenarf ■ Z mO iT'o^rquot;quot;
hon^ert^uidens Jf. alTe^^^^^^^^
neemen, sonder direxTreSdenarequot;quot;a^nbsp;^^
als Dort, Rotterdam, Gornicum erBnel s^de Se^ le!^®®
tot het een noch ander verstaen so^atnbsp;vier leeden, connen
staende weeck. 2) verstaen, soodat is opgehouden tot de aen-
raiityt. tn in toecomende altvt indarht,Vh
op..,
Te casseeren.
Den ontfangers te ontbieden tegen den .........4)
genoemd: ^g^^^trorst''::^^^^^^^nbsp;^ ^^ couranten
2) Vgl. Resol. Holland 22 Juli 1670
3 ) Idem.
(240)
Tegen den____ Voort de Gecommitteerde Raeden, blyvende in vi-
geur de resolutie van de pachters, achter weesende, op te geeven
tegen de andere verpachtinge door de ontfangers.
Van Beuningen moet naerder last toegesonden werden,
wegens tractate te maecken gesamentlyck tegen den Turck. i)
Lyden wort versocht daertoe te willen verstaen.
Bieren en wynen te combineeren. Besoigne werd gere-
commandeert.
(241)nbsp;Prins van Orange, memorie aen de Staaten-Generael: Ca-
mer van Reeckening questie over een stuck lant; yder syt
in possessie te syn; geleegen by Breda; eenige, die 't gras
mayen wegens den Prins, syn gevangen en by vonmsse ge-
bannen; yder heeft vonnisse par contumatie vant Hof van
Brabant en den anderen vant (Hof van Hollant); den Raet
van Staaten ontbiede de Reeckencamer; den Reeckencamer
syt te dependeeren aen Hollant en niet aldaer te connen
gaen, dan door ordre van Hollant. 2)
Aen den Hoven van Hollant en Reeckencamer.
(242)nbsp;WOENSDACH 23 JULY 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Pensionares.
Vrouw en regeerders van Purmerlant en Ilpendam.........
ende kerckmeesteren: continuatie van octroy.
Aen Gecommitteerde Raeden van het Noorderquartier.
Gecommitteerde Raeden, de Wit en ......... van Haerlem
wegens de impost van taback-verpachtmge: aen te schryven
aen scheepenen-commissarissen om partye m twee maend.-n
te accordeeren.
■ i «nbsp;Kö aald hadden toegelaten zouden worden tot
rnfe^L^ttacS' ol G^nbsp;Raden zouden
aanwezig zijn. Vgl. Resol. Holland 22 Juli 1670.
SscS^tusscC^'en Prins van Oranje en de ^ k g
der Graaflijkheid. Beide partijen beweerden recht te hebben op
nauwkeurig vast te steUen. Vgl. Resol. Holland 22 Juli IbIV.
-ocr page 235-Te schryven aen scheepenen commissaressen tot Amsterdam om
partye te accordeeren en by faute van accoort etc.
Stadt Groeningen heeft versocht audientie.
16 Juli 1648 hebben deselfde gecommitteerde van stadt
Groeningen gehadt audientie.
Is gelyt in deliberatie, of sullen opgehaelt werden door twee
coetsen, door den secretares Beaumont, i ) volgens advys der
Eedelen. 't Welck by eenige leeden als Dort, Amsterdam,
Goude, Enckhuysen, Edam, Medenbliq en Purmerent is ge-
vollicht, de andere leeden in een besoigne synde vant rap-
port van van der Tocht.
Den Staete boode quam de gedeputeerde van Groeningen
aen de trappen in het gemoet en bracht haer in een vertreck
en wierde den secretares gesonden om onderwyien te be-
(243) groeten. De vordere leeden uyt de besoigne gecomen synde,
syn de voors. gecommitteerde van Groeningen ingehaelt door
den secretares Beaumont ende geplaetst op twee stoelen voor
de banck van Amsterdam.
Burgemeesteren en Raeden der stadt Groeningen: 2 sae-
cken voor te draegen.
Syn geleesen de brieven van credentiael, date 2 July 1670.
Gerret ten Bergen,2) Menso Alting.3)
Ommelanden hebben van langer hant soucken in te voeren
eenige saecken, streckende tot naedeel van de Stadt en inge-
seetenen, als 1662, 1668 en 19 October des seifen jaars en
hebben nu onlangs weder gebracht haer questie in den Haech,
daer versproocken was niet te doen, dan met kennisse der
Stadt; haer accoord van den jaare 1663.
Versoucken, eer de uytspraeck der goede mannen, visy en
't selfde ter Generalityt daertoe te belyden en leveren copye
over en een deductie.4)
1nbsp;) Herbert van Beaumont, secretaris van de Staten van Hol-
land.
2nbsp;) Gerhard ten Berge, burgemeester der stad Groningen.
3) Menso Alting, lid van den raad te Groningen.
4 ) Tusschen de stad Groningen en de Ommelanden w^erd een
eindelooze strijd gevoerd over de vraag, wie in de Ommelanden
eigenlijk de souvereiniteit bezat, de Staten van Stad en Lande,
of de Staten der Ommelanden. Vele misbruiken kwamen voor
bij het onderzoek der volmachten van de afgevaardigden naar de
Statenvergadering. In 1667 hadden de Staten-Generaal gevol-
machtigden naar het gewest gezonden om orde in deze toestan-
den te scheppen. De bezending had echter geen succes, en daarom
(244) 9/19 July missive van Van Beuningen uyt Londen: heb-
ben 10 schepen in de Middelanse zee en sullen viermaelen
's jaars goede convoy derwaerts senden; de wynen verhoocht
van incoomen; Engelse brief aen den gouverneur van Se-
rinam.
Den brief aen Serenam, geconsipieert door hem, van Beuningen,
met de remarques toegestaen. 1)
Veneetsche ambassadeur: dachten over Satyn, wegens ar-
rest op goederen vant lant. 2)
Commissaressen van zeesaecken te examineeren 't arrest van Sa-
tyn op de goederen van de Venetianen in de banck tot Amsterdam
gedaen.
POST MERIDIEM.
Brief van de Reeckencamer wegens het opmaecken van
het gat in de Vechtdyck by Muyden. 3)
Brief van den Hoogen Raet wegens Aernout Dwingeloo,
notares tot Vlaerdinge, die versouckt te mogen ontfangen
worden in reformatie, alsoo is gecondemneert in eenige
amenda sonder geconfesseert te hebben en den rechter syt
gecondemneert te syn op confessie. Den Hoogen Raet ver-
souckt, of sullen mandement verleenen. 4)
Examineeren: Delft, Amsterdam, Goude, Alckmaer.
Mandement te verleenen van reformatie met de clausule van relief
waren 1 Juni 1670 opnieuw scheidsrechters — goede mannen —
naar Groningen gezonden. Dit waren behalve twee raadsheeren
uit den Hoogen Raad, Hudde en Druyf, de heeren Schimmelpen-
ninck. Van Coevorden en de Raadpensionaris. Voordat echter de
uitspraak van deze commissie onder het grootzegel van de Gene-
raliteit was gepubliceerd, had de stad Groningen verzet aangetee-
kend en eerst copie geëischt van het vonnis. Daarop hadden de
Staten-Generaal 24 Juni besloten den Hoogen Raad om advies te
vragen, of de uitspraak onverwijld onder het grootzegel van de
Generaliteit uitgegeven zou worden, of dat het verzoek van de
stad ingewilligd zou worden, met bepaling echter, dat het advies
van den Raad onveranderd opgevolgd zou worden. Ook hiertegen
had de stad geprotesteerd, eerst bij de Staten-Generaal en nu bij
de Staten van Holland, zooals Bontemantel hier meedeelt. Voor
het verloop van deze zaak zie hierna pag. 158, 164, 165, 172, 173,
175, 178 en Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 56.
1nbsp;) Vgl. Resol. Holland 23 Juli 1670.
2nbsp;) Vgl. pag. 14, noot 1.
3nbsp;) Vgl. Resol. Holland 23 Juli 1670.
4nbsp;) Idem.
-ocr page 237-af te slaen, of toe te staen, soo haer wysheyt en conscience sal ge-
draegen, soo is de resolutie.
Is verstaen te rescribeeren aen den Hoogen Raet: te doen, dat
recht is.
Nota. Dit is een bruch, gelyt om den Hoogen Raet te doen ken-
nisse nemen, of vonnisse op confessie geweesen wel syn geweesen
of niet.
(245)nbsp;Rapport der commissaressen over de Waeterlanse dorpen
over questie wegens het verkiesen der magistraeten aldaer.
En syn van advys, dat de resolutie vant jaer 1654 aldaer
wynich ward gepractiseert, te weeten in het Noorderquar-
tier. Oude previlegie van Waeterlant syt, dat den Balljeuw
verkiest de magistraeten uyt een dubbelt getal, genomineert
te werden door de Magistraeten.
Advys is : te octroyeeren de magistraeten — dat syn bur-
gemeester en scheepenen — te maecken een nominatie van
dubbel getal en de electie te doen door de Staeten van Hol-
lant, ofte de Camer van Reeckeningen ende soo genomen
de supplianten daer geen genoegen in en neemen, den pro-
cureur-generael te ordonneeren en 's lants gerechticheyt
waer te neemen en te sien waertoe gerechticht syn ofte niet
gerechticht. i)
De presentatie te doen en soo niet willen aenneemen, de saecke
te laeten by de justitie volgens rapport. Op resumptie is verstaen
de clausule van: „of de Reeckencamerquot;, daer uyt te laeten.
(246)nbsp;Rapport van de introductie van den president vant Hof:
die men introduceert gaet aen de hoochste plaets ; den sou-
verain gaet overal in, sonder denunciatie; opt jaar 1653 is
den president d'Edel geintroduceert op deselfde maniere,
gelyck in de notelen staet geschreeven en sal dit rapport
daer aen geweesen werden, dat op de selfde manier is ge-
daen.
Bennebrouck geïntroduoeert.
Nota. Traeden in de camer sonder te notificeeren.
Vivien doet rapport van eenen Jacobs etc. Maritie Pieters,
wegens eenich fidecomies : het Hof syt veel jaaren de fide-
comies afgedaen te hebben, dat het beeter voor de supplian-
ten is ende met minder costen ende in corter tyt; commis-
saressen verstaen, dat het Hof sulx niet competeert, maer
1 ) Vgl. Resol. Holland 23 Juli 1670 en pag. 42, noot 4.
-ocr page 238-alleen door den Souverayn; dat geen resolutie contrary syn;
behoorde 't selfde by resolutie vast te stellen in toecomende
en dat de fidecomiese by het Hof voor deese resolutie ge-
daen, sal effect sorteeren.
Is verstaen, dat geen fidecomies af te doen tot betaelinge der schul-
den en daerom Jan Jacobs de Ruyter syn gedeelte te moeten laeten
tot alimentatie op de weescamer tot Alckmaer en Maritie Pieters
gedeelte om yts te doen tot een winckel af te doen.
Te maecken een placcaet, dat alle fidecomiese af gedaen byt Hof
sullen syn van waerde, als of by haer Ed. Gr. Mog. waeren gedaen,
maer toecomende geen fidecomiese by 't Hof afgedaen sullen moo-
gen werden, maer alleen by den Souverayn, dat syn de Staten van
Hollant en sal daer een decreet en permenente wet op gemaeckt
werden en gepubliceert, alsoo daer in staet, dat de afdoeninge vant
Hof voortaen niet sal syn. 1)
(247)nbsp;Fagel doet rapport van den procureur-generael, Ambro-
sius Martines^) tractement te verhoogen van 330 gl. 's jaars
op 500 gl. en den advocaet-fiscael. Jan Doudyns^) van 650
op 700 gl. 's jaars, volgens advys der Gecommitteerde Rae-
den.
Fiat.
Rapport der saecken voorgevallen ter Generalityt gedu-
rende de absentie van Haere Ed. Gr. Moog.:
project over het af haelen der Engelsen van Serinam 4)
besoignes van de questie der Ommelanden, verbleeven aen
Schimmelpennick, Coeverden en Raetpensionares neffens
twee uyt den Hoogen Raet, te weeten: Hudde en Druyf;
alle questien te verblyven en daernae questie comende, haer
saecken sullen moeten by den Hoogen Raet afgedaen wer-
(248)nbsp;den en uytgelyt werden; hebben lang gebesoigneert ende
daernae noch tot Groeningen in loco en hebben een accoort
gemaeckt; dat Groeningen gecomen is, of gedeputeerde, en
hebben versocht visi, eer 't verblyf soude uytgesproocken
werden, als deesen morgen mondeling hebben versocht;
Ommelanden questie.
Den Raetpensionares verhaelde, dat in oude tyden, geleeden om-
trent 350 jaaren, werd gevonden in de registeren, daer houwelyxse
voorwaerden staen van de aensienlyxse huysen beswaert met fi-
decomies en de somme begroet op 1200 gl., die in houwelyck ge-
geven syn.
1 ) Vgl. Resol. Holland 23 Juli 1670.
2) Ambrosius Martines, procureur-generaal van Brabant.
3 ) Jan Doudyns, advocaat-fiscaal van Brabant.
4) Vgl. pag. 196, noot 4.
dachten van de Admiralityt, dat de France lichten het
Frans volck uyt haer scheepen in de Franse havens.i)
In handen van de commissaressen der zeesaecken.
Martines Martens van Middelburg, met slaven gecoomen
in Spaense havens, syn de slaeven en retouren, al voor ses
jaaren, noch niet betaelt dan een clyn gedeelte. Versouckt
represalien, alsoo door den gouverneur genomen en ver-
co ft syn;2)
In handen van commissaressen.
(249)nbsp;brief van Vrieslant aen Hollant, geschreeven door de Ge-
deputeerde Staeten den 3 Juni 1670, wegens Bootsma, be-
scbuldicht in den sententie van den clerck Kyser: nemen
qualyck, dat Bootsma, haeren gedeputeerde ter Generalityt,
alsoo wort getraduceert^) en versoucken reparatie ;4)
In handen van compiissaressen: Dort, Haerlem, Lyden.
brief der Raet van Staaten, wegens de Gravinne van Ben-
tem: 4000 gl. jaerlyx tot onderhout te brengen op den staet
van oorlooch.5) Hollant verstaet, dat den Raet van Staaten
niet bevoecht is deselfde 4000 gl. te brengen uyt ygener
authorityt ten lasten van Hollant, gelyck een jaer is geschiet,
daertoe geauthoriseert van Hollant hadden.
De Gravinne te soelageeren uyt gelden der Generalityt.
(250)nbsp;DONDERDACH DEN 24 JUEY 1670.
Vlooswyck, Maerseveen, Bontemantel, Corver, pensionares.
Resumptie.
Van Beuningen extreordenares minister.
Keppel, gemaeckt ritmeester, doet eet van suyveringe en
eet aent lant van Hollant.
Edam voorstel. 22 April deses jaars wegens billjet of
vermaning-cedul, door de ontvangers van de collaterale suc-
cessie te senden in de sterfhuysen. Versoucken explicatie, of
1 ) Vgl. Resol. Holland 23 Juli 1670.
2) Zie pag. 217.
3 ) Traduceeren = bekladden.
4)nbsp;Vgl. pag. 109, noot 1 en Resol. Holland 23 Juli 1670.
5)nbsp;Vgl. pag. 195, noot 2.
-ocr page 240-lyfrente overgaende op een ander, of den 20en pennink moet
betaelen.
Moet betaelt werden volgens extimatie; te betaelen volgens de
ordonnantie. 1)
5 Point van beschryvinge der belastinge en verbot.
Wegens de belastinge en verbot der France waeren, zout, brande-
wynen en botter, caas etc. hebben de leeden eenparich verstaen,
uyt genomen Rotterdam, die alleen het verbot der brandewynen
difficul teert.
Fredrick van Lier door de Eedelen voorgedraegen tot
Raetsheer in den Hoeve van Hollant. Door Haerlem opge-
houden en nae te sien de retroacten en bracht voor 't ne-
venstaende:
1603 van Seventer;
1603 van der Does, Heer van Noortwyck;
1613 Lanslot van Brederode;
1620 Jan Om van Wyngerden, onder acte van prejuditie;
1625 Jan van Matenes;
1627 van Lier, Heer van Oesterwyck;
Dorp;
Veur;
Ahnende, Fannius waeren geen Edelen.
Te considereeren, of de voorstel hebben of tripel getal moeten op-
geeven, of de electie by de leeden uyt een edelman moet werden
gedaen, of de Eedelen een mogen voordraegen, dat geen eedel-
man is.
En meende 't selfde nu soude connen meede gedaen werden
onder een acte van prejuditie van het recht der Edelen en
Steeden en een besoigne te maecken om een ende van het
recht te hebben. Dat verwondert is, dat geen Edelen daer-
toe voort hebben gebracht, als de twee laesten, daer noch-
tans het uyt de Edellieden moeten weesen.
Van Beuningen heeft Terestyn van Alewyn versocht, of hoope ge-
geeven, eer raetsheer was, tot pensionares van Amsterdam te mae-
cken. 't Selfde heeft Alewyn en oock syn vaeder myn gesyt.
(251) Eedelen spreecken en antwoorden op het voors: dat veel
steeden haer schouten en ontfangers by voorstel in Hollant
brengen en de Eedelen gewoonlyck voor haer stem facili-
teeren; en by soo verre de leeden soo nauw gelieven 't recht
der Eedelen in de voorstel der raetsheeren, die Edelen moe-
ten syn, gelieven te examineeren, dat het recht van schouten
) Vgl. Resol. Holland 26 Juli 1670.
-ocr page 241-en ontfangers voor te stellen meede soude connen bedispu-
teert werden; doch by de Edelen altyt geciviliseert; dat wel
sullen toestaen, by de approbatie op haer voorstel van den
Heer van Eier tot raetsheer met de clausule van onder acte
van non prejuditie als ten tyden van Wyngerden 1620 en
Almonde 1625 is gedaen en oock wel besoigne by woonen,
maer connen niet verstaen examen van de leeden, die par-
tye syn, subject le weesen. i)
Ontfangers worden gemaeckt op nominatie of voordrae-
gen der steeden van outs; en staet de extentie simpelyck.
Offecierenampten op nominatie van outs. 1621 syn de sae-
cke beginnen te veranderen ende ingebracht eenige clausule
en syn geleesen veel nominatie en verkiesinge van ontfangers
en schouten der leeden, voornamentlyk van Haerlem, die
soude connen by de vergaederinge anders gedaen werden.
Is geen conclusie gevallen, alsoo Haerlem, Delft, Lyden en
eenige leeden verstonden, dat van Lier tot raetsheer toeston-
den met de clausule, sonder prejuditie van Hollants recht en
dat commissaressen gestelt werden om het recht der Eedelen
te examineeren. De Eedelen wilden wel toestaen de clausule
van: „behoudens het rechtquot;, als in den jaare 1620 en dat een
besoigne soude gemaeckt werden, maer geen examen onder-
worpen te syn.
Van Seventer is simpelyck gestelt.
10/20 April 1606 is getreeden tot nominatie van dry uyt de Edelen
om één verkooren geworden door Syn Excelentie.
26 Nov., 21 Dec. 1612. Op welcke presentatie is opgehouden en
naderhant ingeschreeven en heeft in Maert daernae de commissie
gemaeckt op Brederode.
1620 is heevich gecontesteert.
20 December 1623, hebben absolutie dry genomineert op oude clau-
sule.
1 ) Van de acht raadsheeren, welke zitting hadden in het Hof
van Holland, behoorden er twee tot de Ridderschap. De leden van
het Hof werden vroeger benoemd door den Prins uit een voor-
dracht, opgesteld door het Hof. Na 1650 hadden de Staten de be-
noeming aan zich getrokken. De Edelen pretendeerden echter
het recht te hebben een voordracht in te dienen voor de benoe-
ming van de twee leden, die uit de Ridderschap gekozen werden.
Aan deze voordracht zouden volgens hen de Staten gebonden zijn.
Dezen protesteerden weliswaar, maar gaven toe, om de Edelen
niet tegen zich in het harnas te jagen. Dit geschiedde echter on-
der voorbehoud, dat zij geen afstand deden van hun rechten. Vgl.
Resol. Holland 24 Juli 1670; Kernkamp, de Regeeringe van Am-
sterdam, II, pag. 415. en Fruin, Gesch. der Staatsinstellngen, 2e
druk, pag. 367.
Staten van Holland 1670.nbsp;II
-ocr page 242-1626 4 Ap., op voorslach der Eedelen, dry absolut sonder clausule
gepresenteert om één door den Prins gecooren te werden. De
brieven door de Staten afgesonden.
1 Ap. 1642: Dorp als vooren.
4 Jan. 1651: van Vuere als boven.
1 Mey 1655: Almonde met de clausule sonder prejuditie van 't
recht der vergaederinge.
23 Jan.: Fannius.
(252)nbsp;Rotterdam: 20 duysent stucken i) brandew^ynen 's jaars ;
Zeelant sal 't verbot niet onderhouden; versoucken alle an-
dere saecken tot conclusie te brengen en 't verbot der bran-
dewynen te excuseeren.
VRYDACH DEN 25 JULY 1670.
Vlooswyck, Maerseveen, Bontemantel, Corver, Pensionares.
Resumptie: der successie, lyfrenten, die geërft werden,
den 20en penninck te betaelen volgens taxatie, tot illuci-
tatie.
Resumptie van Frederik van Lier, wegens de Eedelen tot
raetsheer in 't Hof van Hollant. Wert voor aangenaam ge-
houden, mits dat de leeden blyven by haer gerestricteerde.
De Eedelen hebben gerepresenteert haer recht ende posses-
sie ende bieden aen een conferentie, daertoe gecommitteert
syn door de leeden alleen: Dort, Delft, Haerlem, Lyden,
Amsterdam, Goude, Alckmaer, Enckhuysen.
(253)nbsp;Opt 5 point der pointen van beschryvinge, of elck appart
soude connen geresolveert werden, als: sout-, vlees-, mani-
facturen-belastinge of en wat debvoiren sullen connen ge-
daen warden by Rotterdam over 't verbot der bandewynen.
Wanneer de 40 penninck successie, of erffenisse moet be-
taelt syn; 3 artyckel der ordonnantie.
Best soude weesen de ordonnantiën en empliatien te stel-
len in goede ordre.
Tyt van drie maenden van erffenisse, daer geen taxatie van moet
voorgaen. Goederen van buyten de provintie van Hollant betaelen
geen 20en penninck, gelyck goederen hiertoe comende in andere
provintien moeten betaelen.
Secretaris van der Tocht versocht de artyckelen in ordre te stellen.
(254)nbsp;2 separaet artyckel, claecht Dort, dat in Engelant niet wort
1) Stuk = stukvat (k!4 X 45 flesschen).
-ocr page 243-gehouden, alsoo de waeren in Engelant gebracht werden in
Nederlanse scheepen meer werden beswaert, dan die in En-
gelsche scheepen daer werden gebracht. Versoucken, dat van
Beunmgen daerover last mach becomen, daerover te spree-
cken. 1)
Commissaressen van zeesaecken.
Sasburg, 22 Juli uyt Brussel: dat den gouverneur was in-
gehaelt; heeft dien weesen congratuleeren. 2)
Notificatie.
Moriac, hooft der crysraet 25 July: Cornelis de Wits)
gedeporteert van syn comp, by de Gecommitteerde. 4)
't Huys van Prins Mauritius te coopen met de thuyn, daer
eenige leeden ter jongste vergaederinge over hadden gedifi-
culteert.
De leeden, die dificil syn, versoeht daertoe te verstaen. De tuyn, die
by provisie heeft tot gebruyck, te accordeeren over de ciraeden
en costen daeraen gedaen.
Lyden can dat niet verstaen als hebbende contrary last.
De Eedelen werden gesommeert haer advys in te geeven
wegens de grutterye ten platten lande. 5)
Amsterdam wegens de couranten haer licentien; dat ver-
booden is vooreerst geen couranten te drucken.
Notificatie en werden bedanckt en den Coninck van Vranckryck 't
selfde te notificeeren en Hynsius in Moscovie te schryven, oft daer
voor quam.
Noodich een ambassadeur nae Spaigne te senden.
Gedachten laeten gaen, nae Spaigne, tegen morgen.
Temple heeft een memorie ter Generalityt ingegeeven
21 July. Claecht over Robert Trine van Edenburg, Robert
Marqles van Glascouw, Joneyé van Minue, als oproerige
met boucken en pasquillen tegen den Coninck. Versouckt
1 ) Vgl. Resol. HoUand 26 Juli 1670.
2)nbsp;De Connétable werd als landvoogd van de Spaansche Ne-
derlanden opgevolgd door den Graaf de Monterey.
3)nbsp;Neef van den Raadpensionaris.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 26 Juli 1670.
5)nbsp;Grutters en gorters van Rotterdam en enkele andere ste-
den hadden aan de Staten verzocht, de nering van grutten en gor-
ten op het platteland te verbieden. Zie pag. 176.
(255)
volgens 13, 14, 15, 16, 17 artyckel....... De memorie is gestelt
ter Generalityt in handen van commissaressen. i)
Examineeren door commissaressen.
(256) Hollanse vissers van de Zuyderzee tot Ossanen claegen,
dat van den Drossaert by Harderwyck van Geiderlant ge-
vangen genomen en afgenomen door vonnisse 1700 gl. en
haer nette genomen, alsoo op de Gelderse cust hebben ge-
vist in strantsgesicht tegens 't placcaet by Geiderlant on-
rechtmatig gemaeckt.2)
Te schryven aen Geiderlant met verwondering en versocht 't plac-
caet in te trecken; dat sulx altyt by deesen Staet tegen andere
potentaeten is gesustineert een vry zeevissery en deselfde sustenue,
ruchtbaer wordende, de Engeltse daervan tegen deese Staet soude
connen dienen.
Besoigne wegens Groeningen; commissorial in date 23
July 1670.
Is geleesen de deductie der gedeputeerde der stadt Groe-
ningen, in substantie 't gealegeerde ter vergaederinge van
haere Ed. Gr. Moog..
Is meede geleesen de memorie der Ommelanden; deductie
aen den Hoogen Raet overgegeeven van de Ommelanden.
Eanddach der Ommelanden syn eenparich geweest in de
submissie.
Noch geleesen veel andere resolutien etc. en twee advy-
sen der advocaten.
Met eenpaerichyt van stemme is verstaen té rapportee-
ren ter vergaederinge van haer Ed. Gr. Mo., dat de stadt
Groeningen niet gefondeert is te ysschen visie van de uyt-
spraeck, voor en aleer deselfde, nae condemnatie van den
Hoogen Raet en behoorlycke zeegel der Generalityt, sal syn
1nbsp;) Op grond van het vredestractaat van Breda verzocht Temple
uitlevering van drie Schotsche predicanten: Traüe, Macquard en
John Neve. De Witt schreef over deze kwestie aan Van Beuningen
en wees er op, dat het noodig zou zijn, dat Temple de wettige be-
wijzen van schuld van de drie predikanten kon overleggen, op-
dat vast zou komen te staan, dat de uitlevering werd gevraagd
om politieke en niet om godsdienstige redenen. Vgl. fol. 268;
Japikse, Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 78; en Wicquefort, a.w.
dl. IV, pag. 117 en Resol. Holland 26 Juli 1670.
2nbsp;) Vgl. Resol. Holland 26 Juli 1670. In 1674 bedongen de Staten
van Holland bij Gelderland de vrije visscherij op de Geldersche
kust. Vgl. Tegenw. Staat, IV, pag. 12.
in syn perfectie, behoudens de stadt alsdan haer gerechticht
etc.. 1)
Qualificatie.
(257)nbsp;SATERDACH DEN 26 JULY 1670.
Pancras, Maerseveen, Bontemantel, Corver, Pensionares
Fiat.
Ritmeester Munnix, door ouderdom caduc en lange dienst,
versouckt het ritmeesterschap te moogen laeten bedienen
door een te maecken colonel, mits hy, Munnix, treckende het
tractement of voordeelen.2)
Hooftingelanden en heemraeden: Delftlantquestie.3)
Een voorslach tot accoort afwachten en onderwylen excecutie stil
staen, doch best te weesen de questie te brengen onder com-
promies.
Fredrick van Lier, gemaeckte raetsheer wegens de Edelen
int Hof van Hollant, heeft gedaen den eet van suyveringe.
Eet van suyveringe.
Rapport door den pensionares Fagel over het versouck
der stadt Groeningen, die versoucken, dat het verblyf en
uytspraecke der Ommelanden door deselver arbiters te doen,
niet werde uytgegeeven, tensy dat sy, supplianten, eerst en
alvoorens soude hebben visie van die uytspraecke, al eer die
besegeling vonnisse der Hoogen Raet daer op sal wesen
gedaen.
Bedancken en met het rapport, te weeten: dat die van Groeningen
niet gefondeert syn visie van het verblyf ofte uytspraeck der ar-
biters te eysen, 't welck opt verblyf der Ommelanden over haer
parteculiere questie sal uytgesproocken werden, behoudens de stadt
haer gerechtichyt, nae de uytspraeck, soo sy meenen eenige grieven
daerin te hebben en de Ommelanden oock haer recht daer teegen
te ageeren, soo haer te raede duncken sal. 4)
(258)nbsp;Amsterdamse couranten hebben aengeweesen, dat haer
France courant is genoomen uyt de Haerlemse couranten en
1nbsp;) Vgl. pag. 155, noot 4.
2nbsp;) Vgl. Resol. Holland 26 Juli 1670.
3)nbsp;Het geschil tusschen hoofdingelanden en hoogheemraden
ging over het lichten van een mandement van complainte bij den
Hoogen Raad en het in gijzeling stellen van eenige personen.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 26 Juli 1670.
-ocr page 246-oock de courant, die spreeckt van den Grootvorst, i) Ver-
soucken, alsoo alreede ordre tot Amsterdam is gestelt en
het selfde is een gemeene saecke, dat Haerlem moogen ordre
stellen.
Ordre stellen.
Camer van Reeckening over de domynen, 15 deser, op
den remonstrantie van den Prins van Orange, wegens eenige
eccessen gedaen over de limiten van Hollant en Brabant,
Cloosterbrouck of Brouck van Oosterhout: door afmayen
van hoy socht den Prins possessie te sustineeren, doch syn
door d'ordre gevangen en tot Dort gebracht en gesenten-
tieert; doch daer is een conferentie aengelyt.2)
De conferentie sullen afwachten.
Rapport door Vivieen over scheepstimmerlieden van Sar-
dam en Amsterdam: volgens accoort comt toe 400 gl. te
trecken, als de scheepen syn vroeger gereet geweest dan be-
dongen was ; moetende te samen hebben 3600 gl. en worden
niet betaelt.
Devoiren doende aen de Raet van Staaten en Admiralityt.
23 Juny 1670 uyt st. Hubes, Barleus : is 8 daegen daer ge-
weest; IlloaS) is niet wel geintentioneert, sustineert, de West
In. Comp, ordre niet goet; en enige (9) scheepen sonder
milioen sout syn vertrocken. 4)
Aen commissaressen.
Heer van Gent: heeft eenige jaaren opgewacht als gou-
verneur en nu is gecomen tot hooge (70) jaaren, oordeelt
met syn dienst geen voordeel te connen doen; versouckt
te werden ontslaegen.
Fiat.
Gedeputeerde van Hollant over den Prins versoucken
meede ontslagen te werden.5)
Fiat.
1)nbsp;Vgl. pag. 153, noot 1.
2)nbsp;Vgl. pag. 154, noot 3 en Resol. Holland 26 Juli 1670
3)nbsp;Ulhoa.
4)nbsp;Vgl. pag. 20, noot 2 en Resol. Holland 26 Juli 1670.
5 )nbsp;Vgl. Resol. HollPod 26 en 29 Juli 1670.
(259)
(260)nbsp;Den 25 July 1670 syn de heeren van Haerlem en Amster-
dam en de nieuw gemaeekte ritmeester van Keppel, Pallant
en Slydrecht 's middachs ten eeten geweest by den Heer van
Wassenaer, Heer van Opdam.
Den 26 July 1670 syn de heeren van Delft, Amsterdam
ende Roterdam ten eeten geweest tot den Raetpensionares
en den ouden de Wit, s)^ swaeger en Heer van Swieten
en wierde gedroncken de gesonthyd en de welcomste van de
comp., de Staeten van Hollant, de vryhyt, Eeuwich Eedict
ende voorts de goede correspondentie der steeden, 't wel-
vaeren van de zee en meer andere, etc..
Den Raetpensionares meende, dat het een misslach was
van de heeren van Amsterdam, dat Syn Hoocheyt hebben
weesen besoucken en eerst mosten gesien hebben wat de
voorsittende leeden soude doen.
Burgemeester Pancras syde, dat het de heeren Burgemeeste-
ren onaengenaem was geweest, doen sy dat hoorden en dat
Castricum behoorde, als de eervarenste in de polecie, niet be-
hoorde daertoe verstaen te hebben; dat Bontemantel wel
had gedaen contrarie te adviseeren.
Voorts was oordeelende, dat Vlooswyck seer onvoorsich-
tich daerin was geweest, met verwondering, dat, nu sijn goet
was verbrnyt, 't selfde uyt de gratie van den Prins voor syn
kinderen souckt weer te crygen. Maer staet te noteeren, dat
de voornaemste voortsetter van dit werck is geweest: den
pensionares Hop en Vlooswyck, die voorschryven van Syn
Hoocheyt versocht voor syn dochter Honewoet, die in En-
gelant is om haer mans goet te procureeren.
Leest foly 224.
(261)nbsp;Den 27 July 1670 in den Haech 's middach over tafel
sittende praeten van den heer Hartochvelt, i) syde Pancras,
dat in den jaare 1666, doen de cuypery was om Graef bur-
gemeester te maecken en niet Hooft, 2) dat hy had gepracti-
seert, soo met de stemme niet conde te booven coomen, dat
door opmaecken van een siecke omtrent den Overtoom.
Hartochvelt soude aldaer werden ontbooden ende op de
1 ) Dr. Johan van Hartochvelt, schepen, lid van de vroedschap
van Amsterdam.
2) Voor de kuiperijen, waarmee de burgemeestersverkiezing in
1666 gepaard ging, vgl. Elias, De vroedschap van Amsterdam, dl.
I, pag. CXIV.
wederomcomste op een waegen geset en dat den voerman
mplaets van nae de stadt te ryden, soude opgemaeckt hebben
iTJLtzrnbsp;^^
Aen dit overlech is de gauwicheyt van den heer Pancras te
sien. En conde Maerseveen, Bontemantel, Corver en de pen-
swnares Hop van lachen niet onthouden over sulck een prac-
MAENDACH DEN 28 JUEY 1670.
Syn geleesen.
DYNSDACH DEN 29 JULY 1670.
Besoigne Dirck Verver, dyckgraef der vier Noorder Cog-
ge by Medenbliqu. i)nbsp;^
20 April 1667, brief van den Reeckencamer wegens de de-
licten van den dyckgraef van Medenbliq.
27 July 1668 de Reeckencamer: 1665 int begin, den dyck
door tempeest schaede; de werken besteet, waeren onvol-
maeckt gebleeven; daerover wart geclaecht over den dyck-
paef; April 1667 waeren de dycken noch seer onvolmaeckt
door de nonchalance van den dyckgraef; Jan de Zee by
provisie gestelt tot dyckgraef; adresseert 2) sich aen de Ho-
ven; wort gehoort op artyckelen; den procureur-generael
neemt conclusie van myneedich en gecasseert etc.; hy ver-
souckt mandement van maintenue.
4 Augustus 1668 messive vant Hof.
Reeckencamer verstaet, dat geen maintenue can gegeeven
werden, als synde cassatie over misuse en soo hy sich wilde
verdeedigen tegen den Procureur-Generael, dat dat conde
doen.
De Staeten verstaen, dat het Hof niet sal voort vaeren met
de procedure.
1) De dijkgraaf Verwer was door de Rekenkamer wegens
yerwaarloozmg van zijn ambt, eerst geschorst en na aflo™
van zijn commissie ontslagen. Verwer had de zaak voor het
Hot gebracht en verzocht m zijn functie gehandhaafd te worden.
t^rvoorlfTlnbsp;^^nbsp;« Holland geen amb-
land hpf W f ^e'^den vergeven, besloten de Staten van Hol-
Rpkplnbsp;te bevelen de zaak niet verder te behandelen. De
SSTj«quot;nbsp;- Resol.
2) Nl. Verwer.
-ocr page 249-Brief vant Hof 1669, die verstaet mandement van main-
tei^e te moogen verleenen in die cas en recht doen.
De Reeckencamer verstaet anders.
d^t de Reeckencamer nimant can casseeren
April 1669 resolutie van Hollant daerop en gestelt aen
commissaressen.
1670 request van Verver: versouck ende de saecke te
examineeren en af te doen.
Is uytgestelt tegen morgen ten acht euren.
(263)nbsp;DYNSDACH DEN 29 JULY 1670.
Brief van Rynlant: dat van Leeuwen, burgemeester van
pStsquot;'nbsp;heemraet van Rynlant in de plaets van
Geapprobeert en doet den eet van suyveringe.
Hoocheemraeden van Schielant, brief, geschreeven tot Rot-
terdam : Matenesse gestorven en gemaeckt Carel van Was-
senaer 1) tot heemraet in de plaets.
Geapprobeert en doet den eet van suyveringe.
Stommeer 2) request.
Continuatie van octroy.
Rynsaterwoude request.
Continuatie van octroy.
Parys, Romp, 25 July: henppackers te leeren, dat niet ver-
valst worden; France-Americanse eylanden en de commissie
alleen door den Coninck geteeckent, werden alleen aen
France steepen .........; zee reglement wegens het groeten
ter zee; France matroosen.
Notificatie.
(264) Lübeck, Breemen en Hamburg, messive Mey 1670, uyt
den naem der Hanse steeden: Leo van Aytsema geweesen
resident;
Hendrik Hulque i) in deselfs plaets te geeven de vryichee-
den als vooren, gelyck Roemerder Staetsresident tot Ham-
burg geniet.
Commissaressen.
V«Vnbsp;« nnbsp;^^^ ^^^^ ^^^ ^en Boetzelaer.
Vgl. Resol. Holland 29 JuU 1670.
2 ) Gelegen bij Aalsmeer.
3) Hulque moet zijn Huneke. Vgl. Resol. Holland 29 Juli 1670.
-ocr page 250-Raet van Brabant: brief op de memorie van den Prins van
Orange.
Commissaressen.
Naerder instructie te geeven aen van Beuningen.
Lyden niet gereet.
De gedepviteerde tot opvoedinge van den Prins van Orange
versoucken haer decharges van die commissie. De Princesse
douagère heeft de gedeputeerde bedanckt. i)
Ontslaen.
Predicanten in den Haech: versouck jaarlyx 400 gl. vol-
gens van outs, die nu syn, en die naer deesen aengenomen
sullen werden 't selfde te excuseeren.2)
Dort verstaet geen overstemminge daerin plaets te hebben; even-
wel sulllen het toestaen; 1666 gebet te opserveeren en recomman-
deeren.
Rotterdam is wygerich; recommandeeren het formulier; hebben
haer predicanten belast te doen; op die conditie staen toe.
Gomicum: hebben noch geen last.
Schiedam: wygeren.
Briel: consenteeren.
(265) Remonstrantie van Willem van Neck, burgemeester en
Myndert Schonck, bewinthebber der Oost Indische comp, tot
Hoorn: octroy 1602 verleent, 26 artycel: een nieuw bewint-
hebber te kiesen in 3 maenden precys, in plaets van een die
vacant is geworden; de bewinthebbers tot Hoorn volgen dat
artyckel niet, versoucken, dat de bewinthebbers binnen 8 dae-
gen sullen doen de nominatie om door Burgemeesteren daer
een uyt gekooren te werden.
Te senden aen Burgemeesteren en bewinthebbers tot Hoorn en
spoedich bericht te doen en ten dien eynde sonder resumptie te
laeten afgaen, opdat staende deese vergaederinge daerin geresol-
veert mach werden.
Van Neck, als regeerende burgemeester en Schonck, out-bur-
gemeester tot Hoorn, de kennisgeevers, adviseerde tot spoediche
afsendinge en HoviusS) en pensionares de Groot adviseerde van
de remonstrantie over te neemen en hadde groote contestatie met
den anderen.
1nbsp;) Vgl. Resol. Holland 29 Juli 1670.
2nbsp;) Aldus werd besloten in de vergadering van 30 Juli. Vgl.
Resol. Holland op dien datum. Zie ook pag. 153 en 171.
3) Mr. Johan Hovius, raad en oud-schepen van Hoorn.
-ocr page 251-Sasburg, brief uyt Brussel.
Notificatie.
De Wit, ambassadeur, uyt Coppenbagen.
Notificatie.
(266)nbsp;WOENSDACH 30 JULY 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Pensionares.
Rapport over de saecke Verwer, geweesen dyckgraef van
de Noorder-Cogge by Medenblick, gecasseert door de Ree-
ckencamer.
Is geresolveert opt rapport, dat de Reeckencamers cas-
satie moet staet houden, onvermindert, soo men meent ge-
raeckt te weesen, dat die saeck can vervolgen by recht, i)
1660 resolutie van Hollant, dat alle offitien en ambten en bedienin-
gen werde verstaen tot alle tyden wederom ingetrocken moogen
werden.
Afgesant2) van den Cheurvorst van Ceulen spreeckt een
ronde tael.
Te antwoorden en of wil treeden in de Triple Alliantie en
garandeeren deselfde en voorts complimenteeren, als nae be-
hooren. 't Welck ter Generalityt gebracht sal werden.
Brandewynen. Fagel doet rapport van het besoigne om
Rotterdam te induceeren tot het verbot. En excusen van Rot-
terdam syn: 20 duysent stucken comen in het lant van 45
firtelen; bedraegen aen incoomen 120000, vrachten 100000;
placcaeten worden niet onderhouden; sal neeringe ver-
slappen.
45 virtelen 3) maecken een last.
Rotterdam persisteert, waerop is geresolveert noch een keer nae
haer principaelen te doen met een brief verselt van Haere Ed.
Gr. Mog.. 4)
Rotterdam, op naerder rontvrach der predicanten in den
Haech, syde, dat den Raetpensionares geliefde in omvraech
te brengen, of de predicanten in Hollant niet behoorde te
werden gelast int bidden te blyven by het formulier, als in
1 ) Vgl. Resol. Holland 30 Juli 1670.
2)nbsp;Johan Arnold van Boekhorst.
3)nbsp;Virtel 7^ Liter.
4)nbsp;Voor dezen brief zie Resol. Holland 30 Juli 1670. Vgl. hierna
pag. 177.
den jaare 1666 is gedaen, doch den Raetpensionares en deed
het niet.
Amsterdam, door ordre van Pancras, soude Rotterdam
gevollicht hebben.
(267)nbsp;Den Hoogen Raet versouckt van het vonnisse wegens
Ommelanden verexcuseert te werden, aen Haere Ho. Mog..
Is verstaen daerover extreordenaris ter Generalityt te senden om
met de ordenares gedeputeerde de excuse van den Hoogen Raet
te verwerpen en, alsoo de Staeten-Generael waeren geschyden,
werd Fagel versoeht den president van den Hoogen Raet te ver-
soucken recht te doen nae conferentie.
Brief van Van Beuningen uyt Londen, date 26 July: wort
gewaarschout, dat syn brieven werden opgebroocken door
ordre van Colbert, France ambassadeur in Engelant; op
Oost Indiën saecke versouckt geinformeert te werden.
Amsterdam versouckt, dat deese saecke mach blyven buy-
ten deliberatie en copye om Amsterdam ordre af te wachten.
Opbreecken der brieven te verneemen, of die brief, die Rompt tot
Parys is vertoent, oock heeft connen gesonden werden uyt de
griffie en in gevalle van neen, naerder daernae te verneemen en
ondertusschen van Beuningen te lasten omsichtich te weesen int
bestellen van syn brieven.
Reeckencamer versouckt de reductiegelden te moogen ge-
bruycken, in plaets van die te gebruycken tot aflossinge en
subsidie, tot betaelinge eeniger verloopen schulden en trac-
tement van raetsheeren.
Goude: difficiel.
Gornicum: ut supre.
Mimnickdam: ut supra.
En wort copye versoeht door veel leeden.
(268)nbsp;DONDERDACH DEN 31 JULY 1670.
Pancras, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Pensionares.
Fagel heeft gerapporteert, dat Haere Ho. Mog. de brief
was overgelcvert wegens de saecke van Groeningen en Om-
melanden en soo den Hoogen Raet die niet overgelcvert
had, dat persisteeren en soude overleveren.
Fagel syt: in de voors. messive van den Hoogen Raet syn
onwaerheden en positie van Haere Ed. Gr. Mo. naedeelich.
Waerop is geresolveert te verneemen, of Haere Ho. Mog.
verstaen, dat den Hoogen Raet advys sal geeven; dat alsdan
een brief sal geschreeven werden aen den Hoogen Raet,
dat sullen in den Haech blyven.
Fagel doet rapport, dat de Staten-Generael verstaen, dat den Hoo-
gen Raet sal gehoort werden op haer versouck van geëxcuseert te
werden vonnisse te spreecken op het verblyf der Ommelanden, te
weeten: Zeelant, Gelderlant en Vrieslant, Groeningen.
Waerop is geresolveert aenstonts te schryven aen den Hoogen Raet
van recht te spreecken, soo als in concientie sullen bevinden te
behooren; en noch een brief aen de Hollanse Raeden in den Hoogen
Raet appart en daerin verbooden, dat niettegenstaende de vacantie
niet uyt den Haech sullen hebben te vertrecken, voor en al eer
het vonnis sal gesproocken weesen.
Rapport van Fagel op de memorie van den ambassadeur
Temple, versouckende, dat 3 rebellen, Engelsen, in deese
landen syn en dat volgens het tractaat te doen vertrecken.
Advys is: dat binnen 15 daegen sullen moeten vertrecken.
Lyden.
Amsterdam neemt het advys over.
Er waeren sommige discoursen, dat men moet weeten wat rebellen
syn, want den Coninck soude alle de queeckers 1) connen verclae-
ren voor rebellen, daer meenichte in dit lant syn, daer het woort
rebellen heeft gesien op die teegen den onthalsde Coninck hebben
gerebelleert. Kivet 2) die uyt dit lant gevlucht is, is een rebel ende
nochtans een favorit van den Coninck.
Amsterdam neemt over.
Van der Dussen, rapport wegens combinatie ten platten
lande: de wynen en bieren te gelyck te verpachten; vremde
bieren te moeten opgeslagen werden in beslooten steeden;
verantwoordinge van de wynen. 4)
(269) Tweede rapport: van dat de tappers in groote steeden 9,
dyne steeden 6 en ten platten lande 3 oxhoofden sullen
moeten betaelen en niet over accordeeren; pachters eet te
doen van niet te sluycken. 5)
Besoigne door de Gecommitteerde Raeden.
Ten derde rapporteert wegens de collaterale successie: de
taxatie door den secretares in 14 daegen te doen; de secre-
1 ) Quakers.
2)nbsp;Kievit, de bij het proces van Buat betrokken Rotterdamsche
regent, die naar Engeland uitgeweken was. Zie Brieven van De
Witt, IV, op Kievit.
3)nbsp;Arend van der Dussen, pensionaris van Delft.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 31 Juli 1670.
5)nbsp;Idem.
-ocr page 254-taressen, als reeckeninge doen, oock op te geeven de reeden
der onbetaelde, waerom niet betaelt hebben.
Neemt over.
Vivien rapport op de commissie en bevylinge der Mid-
delanse zee, of met Engelant tegen de Turcken gesamentlyck
te tracteeren en niet separaet etc. : best gesamentlyck.
Wort overgenoomen.
Lyden alleen difficiel. i)
Amsterdam: gesamentlyck, doch notificeert, soo moet geëquipeert
werden, dat niet can, noch moet gedaen werden uyt de extreorde-
nares lasten der Admiralityt, alsoo Amsterdam niet heeft in de
continuatie van die lasten geconsenteert.
Doet noch rapport, dat Engelant de lasten der goederen
in Hollanse scheepen swaerder stelt, als die in Engelse schee-
pen aldaer werden gebracht : Van Beuningen daer over te
schryven en hier aen den ambassadeur Temple te claegen. 2)
Fiat.
Doet het 3 rapport, over France bootsgesellen uyt de Neder-
lanse scheepen, door France gelicht 3) : te gaen by re-
torsie en de Hollanse bootsgesellen uyt de France scheepen
te lichten; door de ambassadeurs te laeten claegen; by edict
alle Nederlanse timmerluyden etc. en bootsvolck in te roe-
(270) pen, gelyck Vranckryck heeft gedaen; dat op de requeste
van twee vrouwen, wiens mannen uyt de scheepen syn ge-
licht en gevangen werden gehouden om apparent vervoert te
werden nae de Caribes of andere plaetsen versonden sullen
werden, dat aenstonts door den France ambassadeur Bopo-
me4) geclaecht moet werden en door Romp tot Parys, dat
mogen los gelaeten werden en by vrouw en kinderen moo-
gen coomen.
Fiat volgens advys.
Op de advysen van het Hof en 'Reeckencamer : dat geen
vrouw tot castelelynschap noyt is geweest, doch sy wel can
resigneeren op een persoon, die bequaem is, mits authorityt
daertoe hebbende.
Fiat, doch alsoo geen resignatie can geschieden dan met eenpa-
1nbsp;) Vgl. Resol. Holland 31 Juli 1670.
2nbsp;) Idem.
3nbsp;) Idem.
4nbsp;) Amauld de Pomponne.
-ocr page 255-richyt en Rotterdam absent is ten dienste van den lande, de resolutie
niet uyt te geeven voor ditto stadt sal hebben geconsenteert.
Tapyten op de sael van de Staaten van Hollant costen
6000 gl. van tyckenen en 24000 gl. van maecken.
(271)nbsp;VRYDACH DEN EERSTEN AUGUSTY 1670.
Pancras, Bontemómtel, Vlooswyck, Corver, Pensionares.
Resumptie.
Eedelen advys wegens de questie van Groeningen: 24 Juny
conventie van de Generalityt tot het verblyf; op te wercken
om de dificile provintien te induceeren den Hoogen Raet te
laeten begaen en vonnisse nae conscientie te laeten wysen om
de reeden......
Gecommitteerde Raeden, Gravestyni) en Hooft, wegens de
brief van Morinack, president van de crysraet, gesonden
aen de Gecommitteerde Raeden, raeckende de saecke van
den gecasseerde capetyn de Wit; alsoo de brief is getyckent
door Moriack alleen, uyt den naem van de crysraet, daer-
voor deesen altyt is getyckent by den griffier, versoucken
de resolutie te weeten, of die sullen aennemen, geschreeven
uyt den naem van de crysraet.
Ende is verstaen eenparich by Haere Ed. Gr. Mog. van
die te houden geschreeven door de crysraet ende des onver-
mindert te laeten paraffreeren.
Nota. Ruwaert is susterling2) over de gecasseerde de Wit en ver-
staet als Gecommitteerde daerover te moogen sitten.
Nota. Deesen brief is geschreeven door de Groot en getyckent door
Morinacq sonder kennisse van den crysraet en door de Groot aen
den Raetpensionares in de vergaederinge over gegeeven en soo ge-
comen aen den Gecommitteerde Raeden — soo Hooft syt aen den
pensionares Hop — om haere Ed. Gr. Moo. te dienen van bericht.
(272)nbsp;21 July, brief van den ambassadeur Gammarra, geschree-
ven aen Haere Ho. Mog., daerin syt, dat syn Coninck ver-
soukt en verkiest tot darde arbiter over de questie tusschen
Vranckryck en Spaigne over de landen in Walslant.3)
Is al op gedisponeert.
1nbsp;) Mr. Cornelis Gravesteyn. Vgl. Resol. Holland 2 Augustus
1670.
2nbsp;) Susterling = neef. Deze Cornelis de Witt was een kleinzoon
van Andries de Witt, een broer van De Witt's vader, Jacob.
3) Nl. de Republiek. Zie pag. 2, noot 4.
-ocr page 256-Rotterdam versouckt, dat de Eedelen verklaeren wegens de
besoigne der grutterye ten platten landei), een besoigne,
die lang en al voor de brandewijnen besoigne is geweest.
De Eedelen verklaeren, dat voor thienden dach der aen-
staende vergaederinge gereet sullen syn; de absentie veeler
Eedelen is oock oorsaeck van delay.
De Eedelen nemen aen haer gevoelen over de grutterye te geven
aen de Gecommitteerde Raeden, die de pachters daerop sullen hoo-
ren en teegen den 10 dach der aenstaende vergaedringe gereet te
weesen.
Rotterdam seggen, dat oock seer swack syn geweest in
den raet en swaerichyt maecken haer eerst te verklaren en
dat de Eedelen eerst behoorde die oude saecke af te doen:
domestique belastinge behoorde eerst afgedaen te worden,
als de belastinge der bieren, die den eenen stadt lyt op de
bieren van de anderen stadt.
(273) Den Raetpensionares syt, dat op die saecke voor deesen
groote en veel besoignes syn geweest en dat het een saeck
is, die eenichsins in rechten bestaet, want soo een lit oor-
deelt, dat beswaert wort, moet het andere lit daerover roe-
pen, daer het behoort, die dan sich moet deffenderen en
uyt wat cracht sulx wort gedaen.
Rotterdam persisteert van haer niet te connen uytenen,
tensy die voornaeme saecken voorgaen en geen andere last
hebben.
Rotterdam, alsoo haer burgemeester absent is, soo sullen nae de
middach haer advys uytenen, maer hadden wel gewenst dat de lee-
den in haer voorstel hadden geconstateert.
Abram de Wees weduwe versouckt octroy op Ovidius
Transformatie in Duyts gerymt door Joost van Vondelen.2)
Fiat. Vide foly 468.
Dirck Claess. van Leeck: versouck wegens de Vlaemse
capers.
Aen commissaressen van de zee.
Is besoigne geweest en was het advys van Van der Tocht, die over
die saecke in Vlaenderen en Brabant was geweest, dat men be-
hoorde der Vlaminger goederen in deese landen in arrest te houden
1 ) Vgl. pag. 163 en Resol. HoUand 1 Augustus 1670.
2) Publius Ovidius Nazoo's Herscheppinge vertaelt door J. van
Vondel. t'Amsterdam 1671.
t® bewaeren, tot soolang de verkorte ingeseetenen
satistactie souden hebben becoomen.
Dort adviseerde, dat een voorslach op de laeste besoigne was ge-
daen om de negotie niet te verhinderen met eenge landen De
geestelycke toecomende soude connen becommeren, 1) doch best te
weesen den nieuwe gouverneur serieus te schryven 2)
Delft: 't selfde.
Ick, wegens Amsterdam: dat represaliën de beginselen van de oor-
looch syn; dat de onschuldigen het gelach betaelen; dat veel wert
genomen en wynich terecht comt; dat deese landen overal negotie
hebben en op ons veel te rooven is en onse ingeseetenen, die on-
schuldig syn, duysende soude ontnoomen werden etc. en daerom
die saecke eerst aen de nieuwe gouverneur te schryven.
En syn alle de commissaressen van het selfde gevoelen geweest.
POST MERIDIEM.
Rotterdam syt, dat niet hebben connen gemoveert wer-
den 3) ; dat het qualyck soude weesen, dat een minister uyt
haer stadt soude gaen met solck een tydinge van verbot van
brandewynen, maer hebben haer heeren principaelen tot ge-
noegen van de leeden verstaen, dat den minister sal der-
waers gaen en den Coninck remonstreeren het ongelyck,
dat deesen Staet aendoet tegen de tractaten; en soo de Co-^
nick sulx niet doet, dat van nu af het verbot vast steh, om
nae die tyt te excecuteeren.
De leeden urgeeren binnen wat tyt en dat nootsaeckelyck
een tyt moet geresolveert werden, of dat anders daer geen
eynde can gesien werden.
Amsterdam syt de nootsaekelyckeyt der verbot; en een
goede saecke niet moet opgehouden werden uyt oorsaeeke
van den abassadeur aengenaem by den Coninck te maecken
en dan best was den ambassadeur soolang op te houden.
Nae eenige debatten is verstaen, dat commissaressen, die veel mae-
len over die saecke syn geweest, morgenochtent een conceptverbot
sullen opstellen en de moode der excecutie en sien, of alsoo de
leeden en Rotterdam daerin genoegen en tot eenparichyt connen
gebracht werden.
1 ) Becommeren = beslag leggen op.
2)nbsp;Uit Resol. Holland 23 Juli blijkt, dat het voorstel geweest
was geïnteresseerden te machtigen hun executie te richten o.a.
tegen de bezittingen, die Spaansch-Nederlandsche geestelijke cor-
poraties binnen het gebied der Republiek hadden.
3)nbsp;Nl. tot het goedkeuren van het invoerverbod van brande-
wijn. Twee dagen tevoren (zie pag. 171) hadden de Staten van
Holland een missive aan Rotterdam gezonden om de stad tot hun
gevoelen over te halen. Zie pag. 7, noot 1 en pag. 187, 188.
Staten van Holland 1670.nbsp;12
Rapport van Fagel, 't gepasseerde ter Generalityt wegens
Groeningen: dat de provintien niet syn te bewegen geweest
tot het concert; dat sy seggen een resolutie te weesen en
nu ordre hebben becoomen van in die saecke stil te staen.i)
Is verstaen den Hoogen Raet te laeten doen volgens conscientie en
de afgesonden messiven gehouden voor recommandatie.
Crimpenderwaert, stucken.
In handen van commissaressen, hoewel Gouda excuseert, seggende
het een octroy is.
(275) Huys van Prins Mauritius, huys te coopen.
Lyden syt, dat de cas schaers is; dat het soude weesen
een gratificatie; dat het te hooch aen geit is en oordeelen
het absolut onnoodich; doch wil men een gratificatie aen
Prins Mauritius aen geit, dan was het yts anders en soude
alsdan op resolveeren.
Schoonhooven : staet nu toe.
Alckmaer: excuseert.
Hoorn: sal niet singelier syn.
Enckhuysen: burgemeester absent.
Medenblick: difficiel.
Purmerent: excuseeren.
Uytgestelt teegen de aenstaende vergaederinge.
200en penninck, die op twee plaetsen worden geëxecu-
teert a) en alsoo geen tyt is geweest om te examineeren, is
toegestaen surchéance van excecutie tot den lOen dach der
aenstaende vergaederinge. 2)
200en penninck.
Delftlant-questie.3)
Hooft-heemraeden ^ yder stelt penningmeesteren;
Hooft-ingelanden ^ yder licht complainte.
a) Hs.: geëxcuseert.
1nbsp;) Vgl. Resol. Holland 2 Augustus 1670. De Hooge Raad werd
dus voorloopig vrijgesteld van het uitbrengen van advies.
2nbsp;) De Staten excuseerden de Heeren van Haarlem, die reeds
langen tijd verslag hadden uit moeten brengen in zake de 200sten
penning, die van enkele personen dubbel geëischt werd. Vgl.
Resol. Holland 2 Aug. 1670.
3) Tusschen hoogheemraden en hoofdingelanden van Delftland
was een geschil gerezen over de vraag, of er één, dan wel twee
penningmeesters over Delftland aangesteld zouden worden. De
hoogheemraden wilden de beslissing overlaten aan de justitie,
terwijl de hoofdingelanden dit door de Staten van Holland be-
(276)nbsp;Questie der Hoornse heeren wegens het maecken van een
bewinthebber der Oost In. Comp..
25 September, 26 April de placcaeten vastgestelt. 1)
SATERDACH DEN 2 AUGUSTY 1670.
Resumptie etc. der grutten en gorten ten plattenlanden te
verbieden. Te examineeren tegen de vergaederinge; den am-
bassadeur de Groot alle debvoiren doen by den Coninck van
Vranckryck om de lasten, tegen het tractaet ingevoert, soo
direct als indirect opgestelt, afsetten en soo niet, dat den 25
September de placcaten van belastinge en verbot nu vastge-
stelt, sullen tot excecutie gestelt werden.
Rotterdam: op inschryven tegen Woensdach.
Fagel van Haerlem, Lyden, Amsterdam, Gouda, Alck-
maer, Enckhuysen doen rapport over de saecke van het on-
mondich kint van Papenbrouck, versouckende desselfs vooch-
den relief om te coomen in revisie, niettegenstaende daer
hadden van gerenuntieert int verblyf by den Hoogen Raet:
oordeelende volgens advys van den Hoogen Raet, dat ver-
souck behoorde af te slaen.2)
Afgeslaegen.
Is te noteeren, dat op de resumptie deese saecke niet is van geno-
teert, apparent, omdat den Raetpensionares een swager was van
J. Duyts, die voocht van het kint is en stervende, Graef erfgenaem
soude weesen.
(277)nbsp;Hoorn versouckt de remonstrantie, bekent, mach gestelt
werden in handen van de Burgemeesteren om advys in te
brengen ter naerder vergaederinge, alsoo onverhoort nimant
behoorde te werden gecondemneert; dat geen resolutie is
slist wenschten te zien. 2 Augustus deden de Staten van Holland
uitspraak in deze zaak. Voortaan zouden twee penningmeesters
aangesteld worden, één over de West-Ambachten en één over de
Oost-Ambachten. Dezen zouden gekozen worden uit een voor-
dracht van drie, die opgesteld was door de ambachtbewaarders.
De verkiezing zou afwisselend door de hoofdingelanden en de
hoogheemraden geschieden. De Hoven van justitie werden van
deze uitspraak op de hoogte gesteld. Vgl. Resol. Staten van Hol-
land 2 Aug. 1670.
1 ) Zie voor de plakkaten van verbod van brandewijn en be-
lasting op Fransche manufacturen Resol. Holland 26 April 1670.
2) Zie over dit proces uitvoerige mededeelingen bij Kernkamp',
De Regeeringe van Amsterdam, dl. II, pag. 481-484 Vgl Resol
Holland 2 Aug. 1670.
connen genomen werden door de corte tyt en absentie der
heeren.
Den 25 laestleeden taxceert 1) de Edelen van veranderinge en on-
danckbaerhyt, t welck den pensionares de Groot van Hoorn qualyck
wierde afgenoemen.
(280)nbsp;WOENSDACH DEN 17 SEPTEMBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Eenige nieuwe comparanten hebben haer eed gedaen en
opt Eeuwich Edict.
Eerst sessie.
Ambassadeur de Groot uyt Parys 12 September 1670,
messive : 30 Augusty daer gecoomen, doch sieck en swack ;
Marquis Angeau a) gaet nae Sweeden voor ambassadeur ;2)
Buckingham, b) Engelse ambassadeur aldaer aen het hof, is
seer genoecht en staet op syn vertreck.
14 September Sasburg uyt Brussel : inval der France in
Lotheringen.
Beuningen uyt Londen, 8 September parteculiere brief aen
den Raetpensionares : 3) 23 deser tot Doevren te syn om met
het pacquetboot over te coomen.
Nominatie der leenmannen van Putten.
Timmers out burgemeester van Rotterdam, 4) Duyst van Voor-
hout®) van Delft syn leenmannen gemaeckt.
De Heer van Eurck, 6) wesende leenman, is gestorven. Dit
is die heer, die de heerlyckeyt van Urck heeft vercoft aen
Amsterdam, 7) met die conditie, dat de tytel soude houden
syn leeven gedurende.
Eurck ylant.
a)nbsp;Hs.: Agnoine.
b)nbsp;Hs.: Bockengam.
I) Nl. Hoorn: zie pag. 170.
481^ bericht komt voor in de Brieven aan De Witt, dl. II, pag.
3) Voor dezen brief vgl. Brieven aan De Witt, dl. II, pag. 480.
4nbsp;) Johan Timmers.
5nbsp;) Hendrik van Duyst van Voorhout, raad en vroedschap van
Delft. Vgl. Resol. Holland 17 Sept. 1670.
6)nbsp;Johan van der Werve. Vgl. Kernkamp, De Regeeringe van
Amsterdam, dl. I, pag. 135 en 136.
7)nbsp;Anno 1660.
-ocr page 261-Burgemeesteren en vroetschap van Uytrecht 6/16 Septem-
ber : Hendrick van Leeuwen, clerck van den Raet van Staa-
ten, procedeuren; versouckt, alsoo het haer burger is, dat
voor haer mach terecht gestelt werden en niet voor den Raet
van Staaten, i)
23 artyckel haer instructie. In handen van voorgaende commissa-
(283)
rissen.
4/14 Augusty, uyt den Moscouw, Heynsius, resident: 2)
Astragan door den rebel ingenoomen; lyt tussen Persien en
der Moscouw, belettende alle negotie op die quartieren ;3)
wil geen presenten ontfangen, tensy, dat syn commissie met
succes is gedaen hebben.
In handen van voorige commissaressen.
Lodewyck Coos^) wegens Gornicum gecommitteert ter
Admiralityt in de Maes.
Geapprobeert.
Jan Pieterss. Keetel 5) wegens Monninckdam in de Ad-
miralityt van het Noorderquartier.
Geapprobeert.
JOVIS 18 SEPTEMBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop,
Resumptie van gisteren.
Resumptie van de laesten dach der voorgaende dachvaert:
belastinge op France waeren en verbot der brandewynen;
Cornelis de Witt, capetyn, Perceval, 6) fort Creveceur;
duysenste penninck, die op twee plaetsen worden gemaent,
surchéance van excecutie tot den 10 dach deeser vergaede-
ringe ;
Joncker van Neck van Floorn Oost. Ind. Comp, bewint-
hebber te maecken;
1nbsp;) Vgl. pag. 61, noot 3 en Resol. Holland 17 Sept 1670.
2nbsp;) Heinsius was resident te Stokholm en tijdelijk als zaakge-
lastigde naar Moscou gezonden. Zie hierna pag. 241.
3) De landhandel met Perzië en Centraal-Azië ging over Astra-
kan naar Archangel. Vandaar werden de goederen per schio ver-
voerd.nbsp;^
4nbsp;) Lodewijk Kools, oud-burgemeester van Gorcum.
5nbsp;) Oud-burgemeester van Monnikendam.
6nbsp;) Perceval, commandeur van het fort Crevecoeur.
-ocr page 262-Beverning te disponeeren tot ambassadeur nae Spaigne •
Delftlant-questie, met Delft accoort;
Abram de Kyser, of sullen laeten gaen, versouckt het Hof
te weeten. Is verstaen over 14 daegen te laeten;
(285) Reeckencamer toegestaen haer reductiegelden te gebruy-
cken, IS met afgeschreven en blyft nu gearresteert;
Hoogen Raet wegens de questie der Ommelanden;
Rompt de Groot te dienen by provisie;
stuyvers, uytheemse, te verbieden, op inschryven geconsen-
teert ;
piraeteryen by de Vlamingen gedaen, opt rapport van
Van der Tocht. Den nieuwen gouverneur daer eerst over
te schryven;
De Groot neemt afscheyt en gegeeven syn indemnityt, ter
Generalityt rapport;
Nota. 2000 gl. by de Generalityt aen de Groot 'sjaers meer te gee-
ven en IS toegestaen by de gecommitteerde ter Generalityt en een
resolutie van Hollant.
Alles op de resumptie gearresteert met eenige discourse
tot redres van de munt.
Hoorn, Enckhuysen en Medenblick is West-Frieslant.
21 July Barleus uyt Lisbone en een oude brief.
Brief van Weesp, 11 September, en request: Padden-
burg i) is als scheepen gestorven; senden dubbelt getal van
de oude nominatie, te weeten: Galtrop, mr. Del; — request
van Paepencop, balijen van Goylant, daer teegen, syt, dat
hy de nominatie moet overbrengen en niet een dubbel uyt
de oude nominatie, maer als die genomineert syn en geen
scheepenen syn geworden, is geen ordre over te brengen. 2)
In commissaressen handen.
1654; 28 February resolutie van Hollant.
Hof van Gelderlant, 2/12 September, messive tot antwoort
van den brief van de Staaten van Hollant, date ...............
1 ) Bruyning van Paddenburg.
2) Volgens de resolutie van 1654 benoemden de Staten de
schepenen uit een dubbel getal, opgesteld door burgemeesteren,
schepenen en den baljuw. Ditmaal was de baljuw, Nicolaas van
Vlooswyck, Heer van Papekop, niet in de voordracht gekend. Hij
protesteert nu bij de Staten en eischt zelfs het recht van ver-
kiezing voor zich op. Vgl. Resol. Holland 18 Sept. 1670 en Tegenw
Staat, dl. VIII, pag. 139.
(286)
wegens de vissers van Ossanen: waeren van Sardam, en niet
van Ossanen; Herderwyck previlegie, soo te lande als te
waeter, haer jurisdictie vergroot; het placcaet is out en alleen
vernieuwt, i)
Commissaressen van de zeesaecken.
Commissaressen nae de verpachtinge.
Dort, Enckhuysen, Haerlem, Amsterdam, Schoonhooven.
Nota. Graef. Leest volgende blat.
Request der hooftoffecieren ter zee int Noorderquartier:
versoucken betaelinge haerder achterweesen van costgelden,
verschooten in den laesten engelse oorlooch.
Commissaressen van zeesaecken.
(287) Propositie van Amsterdam, of de Eedelen hebben: voor-
slach suo jure van de plaets op de verpachtinge te gaen; de
verkiesinge hebben en recht burgemeester verschuyven en
haer in de plaets te setten. 2)
Leest het antwoort en resolutie date 19 deser, resumptie.
Eedelen seggen, dat het voorleesen bill jet alleen is haer
advys en pretendeeren geen recht.
Aenweesende gedeputeerde.
Dort, Haerlem, Delft, Lyden: met de Eedelen.
Amsterdam versouckt eer haer advys geeven, omvraeg op
de propositie voors..
Eedelen seggen haer verklaert te hebben geen recht te
hebben.
De voorsittende leeden met de Eedelen.
1nbsp;) Vgl. pag. 164, noot 2.
2nbsp;) In het manuscript Resol. Raad, III, 1, fol. 392 sqq. teekent
Bontemantel hierover aan: „De leeden tegen de verpachtinge syn
gewoon by den secretares Beaumont te laeten aentyckenen in wat
quartier lieft gelieven te weesen ende, siende meest op de prof-
fyten, wil ydereen in Noordhollant of Westfrieslant weesen. De
Eedelen daerom soucken daerom altyt Westfrieslant, doch hadden
nu laet op geweest, alsoo Maesdam liet tyckenen op het quartier
van Alckmaer, naedat Burgemeester Graef sich had laeten tycke-
nen en op het stellen der commissaressen was Graef qualyck te-
vredenquot;. Hij zeide onder meer: „de Eedelen sullen de incivilityt
haer niet bedancken en dat Amsterdam soecken te treedenquot;. De
Edelen achtten het tenslotte het verstandigste toe te geven en De
Graef is op de verpachting te Alkmaar geweest.
Amsterdam verklaert het te weesen een insivilitvt daf ^k
een burgemeester van soo een aensienlycke 3 eerst hee
laeten aentyckenen, dat niet tegenstaende een van de Edelen
Sfäe^'U'L:—» soi;^:
Goude: met de Edelen
is ^loytt 'nbsp;haer naem
(288) Gornicum:
Schiedam: men behoort een almenack i) te maecken
Schoonhoven: is meede gebeten en heeft al over een maent
laeten aentyckenen; daer behoorde ordre te weesen.
i5riei: met de Eedelen.
Alckmaer: dat men behoorde Amsterdam te doen de civi-
Hoorn: Edelen.
tvckein?'recommandeert de civilityt; heeft laeten aen-
Stelt dnbsp;verstooten en haer in de plaets
gestelt; daer behoorde ordre te weesen
Edam: de civilityt had behooren wat meer geweest te svn •
een vast ordre te stellen en almenack te maiken ^ '
Monmckendam: ordre op de verpachtinge waer best
Medenblick : verpachtinge behoorde met toerbeurte te gaen
verdruTkT ■nbsp;^^ ^^^^ ^»^^t woeden
plattenïntn.'quot;nbsp;^^nbsp;- bieren ten
(289)nbsp;POST MERIDYEM.
cie?rt tefdem'''nbsp;brandewynen sal gedenun-
Aen de pachters te denuncieeren.
dich'^synl)nbsp;die eenige gelden par reste schul-
2) Vgl. pag. 153, noot 4.
-ocr page 265-(290)nbsp;VENERES DEN 19 SEPTEMBER 1670
Graef, Vlooswyck, Rynst. Bontemantel, Corver, pensionares Hop
^ u 'nbsp;^^delen verklaert is : noch
recht noch van voorslach suo jure te doen, noch recht van
verkiesmge van eenich quartier, noch oo^k eenich anZ
voorrecht boven d'andere leeden dienaengaende quot;rLndee
ren, maer alleenlyck het eerste advys daerop, als op alle an-
tlr^trnbsp;tot noch toe nSt
snn^Anbsp;betoonen, dat civiel syn in alles en
soo Amsterdam meenen haer geleegen te syn op of omtrenquot;
rträquot; quot;quot;nbsp;^^^ die^laets ÏZ
Sef ^Suquot;'nbsp;^^^ ^^nbsp;quot;yt te laeten om
Ä'^ia™nbsp;^^ ~nbsp;g-daen.
Rotterdam: Edelen.
Gornicum: Edelen.
Schiedam: Edelen.
Hoom:
Enctóuysen: 't is haer oock gebeurt voorleeden jaer maer Am
sterdam can haer beeter defendeeren; een almanack wHest
Amsterdam axcepteert die presentatie en daerop syn die
voors. saecken uyt de notelen genoomen. En is de GrLf op
de verpachtmge tot Alckmaer geweest.nbsp;^
Sfenquot;^®nbsp;van Amsterdam van dit werck, den 18 deser
Haerlem maeckt bekent, dat eenige pachters uytcoop doen
tnet de tappers; dat op burgers ocage(?) een manier is van
compositie; i) dat meede noodich is te denuncieeren: van 't
selfde met te moogen doen.
Is verstaen de denunciatie te doen aen de pachters.
In plaets van Bennebrouck, die president is geworden is
geko^Mr. Cornelis Baen van Dort met eenparige stemme
1 ) De pachters van de wijnen maakten soms met de tappers
-ocr page 266-Munnix, i) sergeant-mayoir, resigneert. Is gekooren Arent
van Dorp. Eenparige stemme, mits houdende rang van dee-
sen dach af.
Ritmeester, Prins van Tarente, syn ritmeesterschap gequi-
teert hebbende, is gekooren Gysbert Ruysch, synde de luy-
tenant.
De ritmeesterplaets van Munnix die resigneert, is Di-
deriek van Wassenaer, Heer van Wouw, gekooren. 2)
BulquestynS) syn compaigny. Of syn luytenant, hoewel
geen 8 jaaren als luytenant of vaendraeger heeft gedient,
sullen maecken tegen de resolutie, dan of hem sullen mae^
eken als een der ses capetynen, die aen die wet niet syn
gebonden.
Opt eerste mach den Raetpensionares geen omvraeg doen
als geen acht jaaren heeft gedient.
Is gekooren als één van de ses Gerret van der Dussen,
synde lytenant van deselfde comp..
12 December 1668, 19 September 1668, ordre op de militie der
ollecieren.
(292)nbsp;SABATHY 20 SEPTEMBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Op de resumptie syn geen remarque.
Of de compaignie van gratie, dat is de één uyt de ses, die
met aen het reglement van den jaare 1668, 19 September, syn
gehouden, sullen begeeven warden, of met eenparichyt van
stemme, of ten minste met 13 stemme.
Is geresolveert: 2/3 parte van de stemme.
En soo geen comp, van graetie in de ses comp, wort gedaen, dan
m de andere ses 2 comp, van graetie sullen mooge werden begee-
ven.
Dit laetste 4) is by veel de meeste stemme verstaen, dat soo in de
ses comp, geen occasie van gratie voorcomt, dat in de naeste
andere ses comp, evenwel maer één van gratie sal weesen.
1670 ^ April, 69 duysent guldensnbsp;I verlooren op
} Augustus, 109 duysent guldens ^ de pacht.
1 ) Munninck. Vgl. Resol. Holland 19 Sept. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Thuyl van Bulkestein, kolonel. Vgl. Resol. Holland 19 Sept.
1670.
4)nbsp;De bedoeling is: aangaande dit laatste.
-ocr page 267-Gecommitteerde Raeden geeven te kennen het veriies
tv^e der boven schreeven pachters; veel militie is mercke-
lyck ten achteren; daer doen sich donkere wolken op; int
voorjaer sullen moeten extreordenares equipage te waeter
en te lant pdaen werden; de forteficatie, magesynen en
equipage behouften syn sober, voornaementlyck Mastricht
Soo werden haere Ed. Gr. Mo. versocht de finantien te be-
sorgen of dat anders 200en penninck sal moeten worden een
loopend middel, hoe soude dat in de oore clincken
StaatTn'quot;^®''®''nbsp;gecommitteerde Raeden in den Raet van
Sasburg, brief 16 deser uyt Brussel.
Notificatie.
(293) Coppenhagen, 13 September 1670, Ea Maire, resident al-
daer ; France ambassadeur soude meede brengen 6 h. d. rvx-
daelers aen wissel.
Een persoon nae Coppenhagen te committeeren en La Maire tot
Coppenhagen woonen te maecken.
Eenige leeden van het Noorderquartier syn noch difficiel
om Ea Maire te doen woonen tot Coppenhagen.
De difficiele leeden neem^en aen noch haer debvoiren te doen en
tegen over acht daegen haer advys in te brengen.
Brief van W. Beveren van Dort, rentmeester van Zuyt-
Hollant, 15 September. Versouckt demissie.
Raetsheer Baen,
Ritmeester Ruys,nbsp;/
Ritmeester van Wouw, ! doen eet van suyveringe.
Cappetyn van Dussen, \
Mayoer Dorp,nbsp;'
Relaes vant geen ter Generalityt is gepasseert in absentie
der vergaederinge: Groot, ambassadeur, is belast den 6 Au-
gusty, aen den Coninck van Vranckryck aenstonts sal aen-
dienen, dat de onverdrachelycke beswaeringe op de negotie
gelieft af te stellen; dat den Coninck niet gelieft te geloo-
ven dat de descrepantie eenige reeden sal geeven van op-
houdinge der middelen tot retorsie; de provintien hebben
inclinatie tot het verbot; Zeelant hebben eenige wynige con-
sideratie; de siroop sullen in Vrieslant en Stadt en Eanden
moeten beswaert werden met een stuyver op het £ ;
om of sulx in Vranckryck comt sonder effect uyt te vallen
dat de provmtien haer tot alle debvoiren en belastinge ge-
lieve te prepareeren om tot de excecutie te coomen.
Traen van buyten incomende te belasten, alsoo Hamburg
veel Groenlanse vaert nae sich sleept, 8 gl. op een quarteel
en van het vylgelt en lastgelt de traen te excuseeren, die
door onse scheepen w^art gevangen.
Dinsdach toecomende te verclaeren.
Ter Generalityt syn ingecoomen veel donckere tydinge
voornaementlyck uyt Vranckryck, doch dat het ia uytgeval-
len op Lotheringen, dat geleegen is en gepaelt aen France
Lonte en is een pas nae de Rhyn. i) Vranckryck equipeert
uytsteeckent starck, voornaementlyck ter zee. Haere Ed Gr
Moo. werden gewaerschout op alles te letten en ordre te
stellen tot alle securityt. Soo Vranckryck door kitteling ge-
tercht wert m oorlooch te coomen met Spaignie, soo moeten
wy Vranckryck, volgens het tractaet, by springen om te win-
nen de Nederlanden. Soo Vranckryck den oorlooch aendoet
aen Spaigne, soo staen in de Triple Aliantie. Soo de Spaen-
se conmck sterft, soo is oock groote swaericheyt.
(295) Concept der Raet van Staaten : 100 duysent man noodich in
cas van overval; een groote vloot ter zee tegen het voorjaer.
Lotheringen.
Alle de swaerichyt wort door den Raetpensionares crach-
tich voorgedraegen en de macht der France de leeden be-
kent gemaeckt. Besorginge van geit is het noodichste. 2)
Hartoch van Lotheringe, uyt Epinael 28 Augusty, brief
aen de Generalityt: 26 ditto syn de France gecomen óm ge-
vangen te neemen; versouckt protextie.
De recrutus op behaegen van Hollant syn gecontinueert.
Pompone, France ambassadeur, op inval voors. heeft sich
geaddresseert aen den president ter Generalityt en een brief
van den Coninck geleesen, geen copye willen geeven, noch
memorie en 't selfde meede bekent gemaeckt aen den Raet-
pensionares, dat Lotheringen 1° heeft gecontraventeert de
tractaeten; 2° gemachineert tot naedeel van de vreede tot
I ) Vgl. pag. 9, noot 2.
2) Vgl. Resol. Holland 20 Sept. 1670.
-ocr page 269-Aechen en de ruste van Uropa; 3° gefrustreert syn woort
van met te sullen armeeren.nbsp;^
lt;296) Gaf meer mondelinge reeden en dat niet deeden om eenige
roof, maer den Conmck begeert: 1° reparatie van hondert
eontravenfe; 2° effectieve beloften van syn woort e^eas
L doem'' quot;quot; 'nbsp;quot;iet meer
Den inval bekent gemaeckt aen Temple en nae Engelant
daer over e schryven. Van Beuningen oock geschreevfn al-
daer alles te ondertasten. Lotheringen is als een casteel van
Bourgondie; die de stadt garandeert, moet oock het casteel
garandeeren.
AUe 't gepasseerde ter Generalityt te houden voor notificatie.
Vlooswyck Bontemantel, Corver, Hop te gast tot den
Maerschalck Wurst i) met Crommon, 2) Warckendam en
^ol;3) de eerste wegens Zeelant in de Staaten-Generael
de tweede wegens Hollant, wegens de Eedelen in de Staa-
ten-Generael en de darde was burgemeester tot Gouda.
(297)nbsp;maendach a) den 22 september 1670.
Nae resumptie, de resolutie van Saeterdach syn gehouden
voor gearresteert.
Brief uyt Engelant, den 16 September uyt Londen, 4) van
Boreel ende van Beuningen: gesproocken met Arleton 5) en
Brefort 6) wegens de inval der France in Lotheringe en dat
selfde vreemd voorquam en met de Coning soude spreecken-
Van Beuningen soude daer noch blyven, alsoo den Engelse'
ambassadeur Temple uyt den Haech was, belast een keer
nae Engelant te doen.
Eenige requesten geleesen.
a) Hs.: Woensdach.
1 ) Paulus Wirtz, veldmaarschalk.
2)nbsp;Marinus van Crommon.
3)nbsp;Aemilius Cool.
4)nbsp;Deze brief komt niet voor in Japikse, Brieven aan De Witt
lid vf^T^.nbsp;'nbsp;Arlington, Engelsch staatssecretaris,quot;
üd van het Cabal-mimsterie.
6) Trevor?
Jacob Attias, octroy van Engelse bybels te drucken met de
clausule, dat het octroy met het bouck gedruckt werdend en
dat het contenu van het bouck by den drucker verantwoorquot;
moet werden; en dat octroy is vergunt in plaets van attache
st^SSr^^^^^^^nbsp;-nbsp;vante
Hollant geeft geen meer attache, maer selfs octroy. Leest foly 328.
(298)nbsp;DYNSDACH DEN 23 SEPTERIBER 1670.
Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Symen van Alffen, erfgenamen; 20 duysent.
Aen Crecommitteerde Raeden.
Lyden, propositie wegens de admissie der pachters tot se-
teÏfLnbsp;ontfangers: de borge en medestanders
te setten meede op de lyst, soowel als de principaelen om te
ZfoZeTiTJ.nbsp;^^
Anna Elisabeth Preste, weduwe en boedelhouster van haer
kmderen, toegestaen de resignatie van het castelynschap
Resigneert nu en versouckt approbatie.
In handen van Reeckencamer op de bequaemhyt der persoon.
Parys, van de Groot, date 19 September 1670 brief-3)
Buckengam vertrocken, die seer wel en deftich getracteert
tot Bellefons, 4) daer den Coninck en Madame Wlliere en
Montespan in masques ter maeltyt geweest en wierde syn
deegen door de dames seer aertich verandert in een van de
waerde van 20 d. ryxdaelders. 5)
2)nbsp;Staten-Generaal.
Vgt. Kesol. Holland 22 Sept. 1670
3 ) Deze brief staat gedrukt in Van Dijk, Bijdrage tot de Ge
rfkIn'snanT ^^«^f^d-he Diplomatie, Handelingen met FraS-quot;
. N S. P,™^®nbsp;Jaï'en 1668—1672, pag. 129
4) Bij den Maarschalk De Bellefonds
HifJt^J^^^t®}®®®'^^®nbsp;Buckingham beloond voor de
fensten, die hij bewezen had bij het totstandkomen vanTen schiin-
^wf ^ K de^^elfden inhoud als het Verdrag van Dover
wi?nbsp;quot; Roomsch-Katholiek zorwoS
was opzettelijk met opgenomen. Zie ook Wicquefort, a.w. IV pa^ 36
-ocr page 271-Een van deselve onder parteculier adres: alle de plaetsen
m L^ynen worden gedemanteleert; d'oorsaeck van alles, dat
den Hartoch sich heeft willen voegen in de Triple Alliantie
en anderen daer toe animeeren. i)
Cletser uyt Stockholm 31 Augusty: De gereformeerde heb-
ben duslang int huys van de minister van Haere Ho Mo
ter kercke gecomen; syn door den fiscael bekeurt ende ge-
condemneert in de boeten, te weeten de ingeseetenen; door
intercessie van hem, Cletser, is de excecutie uytgestelt tot
het Hof by den anderen sal comen.
Sasburg, uyt Brussel 21 September: Eeeuw2) wort starck
gemaeckt; den gouverneur heeft nu volle ordre om de Ne-
derlanden te gouverneeren als syn voorsaeten; accoort tus-
sen Engelant en Spaigne: op des andres conquesten in de
West In. met te handelen, maer, by tempeest inloopcnde te
moogen doen.nbsp;'
Coppenhagen, Ee Maire 16 September: de France minis-
ter Teriona) heeft aen wissels becoomen van 15 millioenen-
Vranckryck met Engelant syn eens en alles, wat neemen'
sullen deelen te samen en de Sont door Denemarcken sluy-
ten voor de Nederlanders; Bouckwalt 3) soude het gesyt
hebben, die voor deesen ambassadeur in deese landen is ge-
weest, synde in het bath by Aecken.
Boreel en van Beuningen uyt Engelant, date 3/13 Septem-
ber en 6/16 ditto.
Barleus uyt Lissabon, date 4 Augusty, 19 ditto: 14 sout-
scheepen mt laeden; schippers werden nauw geëxamineert
of oock ordre hebben van parteculiere; den admirael van
Gent wilde den portegaelsche schip salueeren, soo wederom
gesalueert soude werden.
Temple heeft gecommuniceert aen den Raetpensionares de
brief van Arleton, door ordre van den Coninck, om een
keer nae buys te doen en dat met den eersten, sonder van
ymant afschyt te neemen, dan alleen met kennisse van hem,
a) Hs.: Treslong.
1nbsp;) Voor dezen brief zie Brieven van De Witt, H, pag 482
2nbsp;) Zoutleeuw?
3) Gosche von Buchwalt, in 1659 buitengewoon gezant van
Uenemarken in den Haag.
(299)
(300)
Raetpensionares; dat syn huyshoudinge sal laeten, soo die is.
En vielen eenige discourse wegens de Trieple Alliancien^
doch versoeht daerover eenige tyt van bedencken en heeft
daerover gesproocken met de commissaressen van Triepele
Alliancien.
Ten tweede te bevorderen, dat de garantie met de Kyser
en Duytse vorsten te vorderen.
Ten darde, de alliancen deffensive en andere soo tot
Aecken als anders gemaeckt tot generale deffentien, gelieve
(301)nbsp;te letten en opt tractaet 1668 voornaementlyck en het trac-
taet van defentie naerder te maecken, van nae de 4 maen-
den met den attackent te breecken i) en voorders te dencken
op generale armeeringe en in deffentie te stellen.
't Voors. heeft Temple gecommuniceert als uyt eygen be-
weeginge. Syt een goede offitie in alles te doen, alsoo den
invael der France troupen in Lotheringe seer hooch weecht;
de France troupen laeten verwinteren in Lotheringe en in
het voorjaar aldaer een leeger van 40 duysent man om in
het voorjaer yts te onderneemen, loopen de gedachten; dat
Isola, minister van den Kyser, noyt volle last heeft gehadt
over de Triple Alliantie yts te sluyten en daerom expresse-
lyck met Isola sal spreecken.
Den Raetpensionares heeft Temple vorder van alles sou-
cken te onderrechten, haer en ons peryckel, 2) versouckende
aen haere Ed. Gr. Moog., of gesproocken heeft nae haer in-
tentie.
Vorders versouckt Temple, dat de goede inclinatie van syn
Coninck en de stadt van Londen tot deesen Staet soude wil-
len menagere; en wegens de forte op de rivier van Londen
te leggen; Oost In. Comp..
Commissaressen van de Triplie AUiantie na de middach te besoig-
neeren en van Beuningen aen te schryven van den Coninck te on-
derrechten aUe de tractaeten en die te vermeerderen en om tegen
't voorjaer in postuer te syn.
(302)nbsp;POST MERIDY.
Besoigne over de securityt.
Den Raet van Staeten uyt Hollant en Gecommitteerde
Raeden.
1nbsp;) Vgl. pag. 2.
2nbsp;) Voor het gesprek tusschen Temple en De Witt, vgl. Temple,
uitgave van 1814 dl. II, pag. 164—167 en Wicquefort, a.w. dl. IV,
pag. 102—105.
Geleesen het 5 artyckel van den jaare 1668 met Engelant
gemaeckt.
20 September 1670, commissie commissorial wegens de in-
val der France in Lotheringe om te besoigneeren over de
securityt deeser landen, neffen de Hollanse heeren der Raet
van Staten en Gecommitteerde Raeden.
Compaignie van employ, 29 Augusty 1670 resolutie: door
de Generalityt te doen in tyt van noot, sonder de ordenares
ommewech der patenten, i)
1662 tractaet met Vranckryck.
(303)nbsp;Date voors: op te brengen de provintie haer quote tot be-
taelinge der recrute.
Oock geleesen de petitie der Raet van Staeten en ordre
der militie.
Daer is noch een besoigne dat is gelt.
De buyte wercken van Mastricht leggen, dat eer soude die-
nen tot approchie tegen de Stadt, als voor de Stadt.
De Raeden van Staaten uyt Hollant, haer advys is op de
ordre der patenten in cas van noot en overval; de forteficatie
van Mastricht in ordre te brengen en finantie te besorgen;
questie der 2 mael hondert duysent guldens is nu geen tyt
van te gpreecken; voorts alle ordre tot vivres en behouften
en de gelden daertoe moeten versocht werden.
Advys der Gecommitteerde Raeden: daer is een saeck noo-
dich, dat is de militie ende een vloot in zee te brengen; de
finantie noodich; de intentie tegen deesen Staet is claerbly-
ckelyck; de Spaense hebben geveght tegen France en heb-
(304)nbsp;{jgjj veel verlooren en staen noch slecht; Lotheringen heeft
sich met deesen Staet in de Triple Alliantie willen inlaeten,
ondertussen is in wynich daegen syn lant quyt geworden;
Vranckryck heeft goede ordre in de militie en op de vloote;
hem resteert niet, dan alleen op deesen Staet te ageeren en
dat can hy doen tot syn genoegen; soodat hier nu tyt is op
middelen te dencken tot deffentie; de ruyters moeten worden
vermeert met dry regimenten; de vloot ter zee moet vroeg
in zee syn, eer het somer wort en geen waeter is om over
Pampus te coomen en het Vlaeck, welck laeste sant is; soo-
1 ) 29 Augustus hadden de Staten-Generaal toestemming van
de provinciën gevraagd om in tijd van nood compagniën te mogen
verleggen, zonder eerst de goedkeuring der provinciën gevraagd te
hebben. (Vgl. Resol. St. Gen. 29 Aug. 1670).
Staten van Holland 1670.nbsp;13
-ocr page 274-dat alles moet over gestapt worden; en de provintien aenge-
maent worden tot subsidie tot de equipage; een begrooting te
maecken en waer de gelden sullen te vinden weesen; de tryn
moet als noodich besorcht werden; Hollant by provisie alles
te laeten maecken en dan de provintien te laeten betaelen of
voor haer quote inbrengen; Maestricht wel te besorgen want
die te Verliesen door negligentie soude niet te verantwoorden
weesen, want die plaets hebbende, can alle landen van Over-
maes en Duytslant in onrust en contributie stellen als de
plaetsen van den Brandenburg, Ceullen, etc.; de provintien
te doen betaelen 't achterstal; in tyt van noot moet men yt
m zee smyten, om het schip te behouden; men moet pre-
venieeren, om met geprevinieert te werden
Haerlem meent den Yssel te versorgen en den Drecht een
sterckte te leggen, of daeromtrent, als in den jaare 1639 is
geconcipieert etc.; Maestricht vooral wel te besorgen; soo wy
ons m postuer stellen, sullen vrinden vinden; de costen con-
nen met qualyck besteet werden, want soo de France worden
afgeschnckt, soo houden wy ons lant en worden wy aenge-
tast, soo sullen bequaem syn tot de defentie en moeten Godt
de uytcomste beveelen.
(306)nbsp;WOENSDACH 24 SEPTEMBER 1670.
Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Resumptie.
De Gecommitteerde sullen int maecken der luytenants en
vaendraegers sich reguleeren nae de resolutie van Hollant,
genomen int begeeven der comp., van graetie den 20 dee-
ser maend, te weeten int Zuyderquartier met ten minste
7 stemme en 5 stemme int Noorderquartier. i)
Fiat.
Traen te belasten 8 gl. op het quarteel van buyten inco-
mende en walvisbaerden. 2)
Is geresolveert.
Gecommitteerde Raeden van het Noorderquartier te be-
schryven tegen den ...... October over finantie. 3)
Te beschryven.
1 ) Vgl. pag. 186 en Resol. Holland 24 Sept. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Idem.
(305)
Disputen over het strycken van de vlaggen en salueeren
met het cannon. Advys daerop van de Admiralityt van
Amsterdam. Advys van het Noorderquartier.
Vreede met Zalié te maecken. i)
In handen der commissaressen van Zeesaecken.
Rang der ministers en capetynen der Admiralityten in alle
de quartieren.
Commissaressen van Zeesaecken.
(307) Vervolcht den Raetpensionares 't gepasseerde ter Genera-
lityt: kinderen van den Graef van Bentem en syn vrouw;
brief der Staaten-Generael tot verschooninge, dat geen oor-
saeck syn, van dat de weduwe en de kinderen in deese lan-
den syn gecoomen; 2)
schip Amsterdam een Frans schip in Guinea misdaen. ge-
naemt den Dolfyn. 3)
Commissaressen van Zeesaecken.
Vacant is luytenant-generaelschap, inplaats van Tarente,
generael van de...............
Hooge charges te begeeven ter Generalityt.
Den Raetpensionares rapporteerde, dat, doen den prins van Ta-
rente by messive uyt Vranckryck alle syn scharges hier te lande
had af gestaen, de Staeten-Generael aenstons den graef van
Stirxim wilde maecken gouverneur van 's Hartoogenbos, te wee-
ten: Gelderlant, Vrieslant, Overryssel, Stadt en Lande en Zee-
lant; doch dat hy sulx stutte, met de resolutie, dat by afstant de
plaets moet open blyven acht daegen en dat gedurende die tyt
alle de provintie heeft omgeset door bequaeme middelen, gebruy-
ckende oock den Prins van Orange om Zeelant en Vrieslant, door
1 ) Vgl. pag. 90 en Resol. Holland 24 Sept. 1670.
2)nbsp;Zij waren hier te lande gekomen, toen de Graaf Roomsch-
Katholiek geworden was. Een verzoek tot uitlevering werd door
de Staten afgeslagen. Ook aan een aanmaning van het Keizerlijke
gerechtshof te Spiers werd geen gehoor gegeven. Vgl. pag. 159 en
Wicquefort, a.w. dl. IV, pag. 200 en 201.
3)nbsp;13 Augustus klaagde de Pomponne bij de Staten, dat kapitein
Gerardt Janssen van Dyck, commandeur op het Wapen van Am-
sterdam, het Fransche schip Dauphin, varende op de kust van Gui-
nea, had aangevallen, waarbij het schip beschadigd en een loods
gedood was. Vgl. pag. 230 en 262 en Resol. HoUand 24 Sept. en 12
Nov. 1670. Na nog eenige soortgelijke kwesties kreeg de Fransche
gezant bevel voortaan memories bij de Staten-Generaal in te die-
nen, opdat de Fransche Koning zich hierop zou kunnen beroepen,
wanneer hij dit noodig achtte. Vgl. Elzinga, a.w. pag. 283. Zie hierna
pag. 307.
te trecken van den graef van Stirum, soodat
Colpatrick2) doOT alle de provintie wierde gestemt, uytgenoo-
men Vrieslant, die ordre van die provintie hadden becoomen
eenen...... te stemme.
(308)nbsp;Gouverneur van het fort Engelen staet onder Holbnt se
paraet. 24 September 1655, Wynbergen, commandeur van
den Bosch, oock by Hollant gemaeckt commandeur van het
fort Engelen, 't Selfde te doen met deesen nieuwe gouver-
neur Culpatrich en commandeur te maecken by Hollant van
't fort Engelen en authorisatie van de patenten vant gar-
nisoen ôf uyt den Bos, of uyt den Schans te leggen en 'ver-
leggen. 3)
Sal moeten overleveren een request, om daerop te resolveeren en
authoriseeren.
Eeswyck is geworden commandeur van den Bosch met
eenpaeriche stemme ter Generalityt.
Serignam om de Engelse van daer te haelen. Nagelvast
huysraet, aertvast, etc. Van Beuningen is endelyck accoort
met de Engelse geworden. 4)
(309)nbsp;Raet van Staaten is gelast door haere Ho. Mo. op te geeven
alle gelegenthyt der forten etc..
Messive Admiralityt in Zeelant, 8 September : klaegen, dat
de West In. Comp, willen hebben, dat de scheepen uyt de
eylanden in Vranckryck ingeloopen en daernae hier comen,
aen haer en niet aen de Admiralityt sullen addresseeren ;
dat gelieft te letten voor het geeven en continuatie van het
octroy.
Is verstaen, dat Zeelants versouck af te slaen, alsoo het maer uyt-
stel is om yts te bedingen van de West In. Comp, en oversulx ter
1 ) Albertina Agnes.
2)nbsp;Kirkpatrik.
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 24 Sept. 1670.
4)nbsp;Sedert den vrede van Breda waren er voortdurend moeilijk-
heden geweest tusschen de Republiek en Engeland over Suriname.
Nog steeds werd er onderhandeld over de vraag, wat de Engelsche
kolonisten bij het verlaten van de kolonie mee mochten nemen
Tenslotte werd men het er over eens, dat zij, die uit eigen bewe-
ging Suriname wilden verlaten, dit konden doen, met meeneming
van hun slaven en roerende bezittingen. Onroerende goederen
moesten echter achter gelaten worden en mochten niet vernietigd
worden. Vgl. J. Wolbers, Geschiedenis van Suriname, passim en
Wicquefort, a.w. dl. IV, pag. 100.
Generalityt daertoe sal werden gearbyt, dat het octroy voort
mach gaen volgens de resolutie van Hollant.
Geslaegen cooper belast met 5 p. cente wil Stadt en Lande
niet excecuteeren. i)
Zeesaecken commissaressen.
Stadt en Lande hebben wat in contenue gestaen op ende
wegens het verblyf ende wederom in questie met de Omme-
landen. 2)
Gecommitteerde Raeden en Utrecht accoort wegens de
Lopikerwaert a.) en Beert tot Schoonhoven, op approbatie. 3)
Geapprobeert.
Hollanse Admiralityt claegen over Zeelant, dat laeten
vaeren nae Serignam sonder yts te laeten betaelen; dat 't
selfde niet behoort onder de West In. Comp.. 4)
Zeesaecken commissaressen.
West In. Comp., de Camer Amsterdam: hoe haer te drae-
gen, soo Engelse, France, of Spaense tot Curaaicauw pryse
brengen. 5)
Zeesaecken commissaressen.
(310) Resolutie van den jaare 1646, 4 Mey, wegens de weduwe
der capetynen: over de waepenen te betaelen door de nieuwe
capetynen, volgens taxatie. 6)
Gecommitteerde Raeden die resolutie te effectueeren.
Voeringe '') der schippers ter convoye vryhyt is verboden
by resolutie ter Generalityt, 5 April 1669. De Admiralityt
a) Hs.: Loopedenderwaert.
1 ) Vgl. Resol. HoUand 24 Sept. 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 155, noot 4.
3)nbsp;Het betrof hier een geschil tusschen de magistraat van Schoon-
hoven en den Dijkstoel van de Lopikerwaard over het opzicht van
een dijk en beer, gelegen bij Schoonhoven. Vgl. Resol. Holland 24
Sept. 1670.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 24 Sept. 1670.
5)nbsp;Idem.
6)nbsp;Idem
7)nbsp;Volgens het plakkaat van 16 Juli hoefden schippers, stuurlui
en het bootsvolk voor hun eigen gedeelte van de lading geen con-
vooigeld te betalen (vgl. Gr. Placaetboek I, pag. 1024). 2 Febr. 1657
was deze z.g.n. vrije voering omgezet in een korting op de convooi-
en licentgelden. 5 April 1669 was ook deze korting afgeschaft.
t'Amsterdam oordeelen beeter te syn 't selfde niet te nraetl
seeren^ De Gecommitteerde Raeden schryven Ten de'^ HoT
lanse^heeren ter Admiralityt haer nae de'^resolutTe te rTgt
Aen commissaressen van Zeesaecken.
delltT,nbsp;opsetteni) der soute vis. Dat is
de ordre tot weermge der vuyle vis en die uyt Yslant haelen
Aen commissaressen van Zeesaecken.
Willem Adriaen, graef van Hoorne 2) schryven wegens
de Baetenburchse tollen. 3) Leest foly 321.nbsp;^
Alsoo gebruyck: vrouw moeder en douagiere en tvckenf W A
(311)nbsp;DONDERDACH DEN 25 SEPTEMBER 1670.
Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Jacques Cassion, capetyn, versouckt naturalisatie en svn
comp. voor een Nederlanse te houden
Vf stande, dat geen pretentie van adel, offitie
oi anders te pretendeeren in Hollant; adelycken etc ma^^t^
W IvfTn'T T-nbsp;benefitie,'alleenTverteckTrf1v:r
haer lyf en goederen en waer ter judicatie moet staen- maer dat
'^fefernbsp;iir
setenen deser landen int generael competeerende 4) '
Maison Rouge voor Mont Poliont versouckt. 5)
_Ri^Raetsheer van den Hoogen Raet, commissares
1)nbsp;Verhooging der belasting op.
2)nbsp;Generaal van de artUlerie
overieggmg van de stukken, waafop hij zijn re^Sln ^'ondS.Ï-
4) Vgl. Resol. Holland 25 Sept. 1670.
Ian ^T?nbsp;^^^l^gelastigde van den markies de MontpouU-
politiq geweest hebbende op Sinodes van Zuyderquartier,
doet rapporti) is alle eer en respect aengedaen j 't synodus
is ...... door een predicatiee;
Rapport voor notificatie.
_Paes2) van Rynsaterwoude is de eerste gehoort, beschul-
dicht van quaede leer als leeven;
predicant van Baele versocht admisibel te weesen, wierde
beschuldicht Catholyck te weesen. Is toegestaen te mogen
predicken ;
besoignes van eenige, die hyliger wdlen weesen als an-
dere, als La Badie;
licentieuse boucken. Tractaet politiques 3), tot Lyden ge-
druct ;
Sinodes.
crytende sonde; of danse meede geen crytende sonde is;
predicanten ten platte lande sober tractement;
burgemeester Berlecum van Breda claecht, dat het avont-
mael is verbooden;
Mabus, predicant in de Baronie, claecht, dat gecasseert was
en is verstaen noch een proefjaar en de classes te authori-
seeren ;
classus van Dort, Hovis voorgestelt aen de Prins tot pre-
dicant etc. ;
Danse, of sonde is.
4500 gl. syn de oncosten van het sinodes.
Is bedanckt.
Sinodes.
By resumptie is verstaen het quarteel walvisspeck meede
te belasten 8 gl. van incoomen.
Brief van van Beuningen en Boreel en een van van Beu-
ningen alleen, 4) 20 September, aen hem, Raetpensionares,
uyt Londen.
Advertentie.
1)nbsp;Voor het volgende vgl. W. P. C. Knuttel, Acta der particu-
liere synoden van Zuid-Holland 1657—1672, R. G. P. kleine serie,
dl. IV, pag. 520—557.
2)nbsp;Ds. Everhardus Paes.
3)nbsp;Spinoza, Tractatus theologico-politicus. Leiden 1670. Vgl. Re-
sol. Holland 25 Sept. 1670.
4)nbsp;De brieven komen niet voor in de uitgave van de Brieven
aan De Witt.
commissie om de ordonnantie van den
20en en 40en pennmck m ordre te brengen doet ranoort
en levert over syn, par geschrifte gestelde^ordre, «!^^^!
yt is verandert van substantie.
commissaressen der finantien en
vanUan^enTnbsp;quot;^tgegaen, tot de defentie
vant lant en een vloot tegen het voorjaer
Rapport door den Raetpensionares: 1668 is Spaigne schie-
lyck overvallen m Fiance-Compté en Walenlant; Vsregen
niet; nu schielyck overvallen Lo-
ramen, als een schip de storm siet comen, om de oceaan te
ontgaen, doet alle debvoiren; is noodich 6 regimenten-
den te werven 6 comp., yder 80 coppen en de oude cLp
brengen op man; 10 regimenten te voet, yder varSi
comp comp. 100_ coppen; de oude comp. te vermeerderen
op 100 man; equipage te waeter; de Admiralityten te be-
equïpIS' 'nbsp;Vranckryck sterc te zee
1 ^'^Vynf^fr'/ffnbsp;regimenten:
fóo^l^nbsp;st. 4 digniers 's jaars; 3 regimenten
paerden: 422 d 487 gl. 17 st. 2 digniers^ ja;rs; 180 coi^P
recruteeringe: l m. 908 d. 863 gl. 1 st.; ialiske 516 d^
281 gk;m alles 4 m. m d. 849 gl. 5 st. 3 digniers; noch 3
regimenten paerden: 422 d. 487 gl..
5. m. 40 d. 336 gl.;
Voor sooveel voor deesen is geconsenteert, wel laeten gevallen
nrinciter'^Tquot; quot;quot;quot;quot;quot;nbsp;overgenoomen L^^et de
principaelen te communiceeren
Houlnl:tuot3 m:'*^nbsp;^^^^ Staaten.
alle affuyten, legerbehouften, rivieren, vivres, magasynen
waer begravmge te maecken in cas van inval visiteeren en
m ordre brengen;
doch alles hangt aen geit; een vloot vroech int voorjaar en
de Admiralityten een lyst te laeten maecken en de finantie
daertoe noodich. i)
dam® visiteeren: Haerlem, Delft, Amster-
dam, Hoorn, Raet van Staaten uyt Hollant aUe weeckeA reeckL
I ) Vgl. Resol. Holland 25 Sept. 1670.
(313)
(314)
ninge te doen, wat effecten de resolutie hebben gehadt, aen Hol-
lant en by absentie aen de Gecommitteerde Raeden en daerover
met commissaressen uyt Hollant of de Gecommitteerde Raeden
confereere.
POST MERIDYEM.
Naerder versouck subsidie tot verdiepinge van haer
haeven.
Copye aen Haerlem.
Reeckencamer over de questie van Oosterbrouck met den
Prins van Orange: syn verdraegen de questie twee uyt den
Hoven en twee uyt den Raede van Brabant, die een vyfde
sullen affirmeeren; de gevangenen uytgegaen. i)
Approbatie.
Cooplieden van Amsterdam versoucken Pieter de Leeuw,
wesende in Spaigne, mach een caracter hebben van de Staet
om de cooplieden aldaer te connen dienen.
Copye aen Haerlem.
Versouck octroy van Hippocrates te drucken, met veel
annotatien.
Fiat.
Bennebrouck commissares poletiq geweest hebbende int si-
nodes van Noort-Hollant, tot Amsterdam, doet rapport: 2)
35 leeden;
2 commissaressen;
6 classes:
45 artyckelen verhandelt;
licentieus drucken der boucken als (Tractatus theologico-)
politiques versoucken verbooden te moogen werden;
placcaet wegens overspel en die coomen te trouwen met
haer boel;
Juny 1666.
Emmeloort, questie, of is Overyssel, of niet, doch eynde-
lyck aen Amsterdam; ordre te stellen op de schoolmeester
aldaer: mach weesen gereformeert ;
gevangenen in Turkyen;
bouck van Socines......( ?) versoucken uyt de placcaten te
verbieden;
1) Vgl. Resol. Holland 25 Sept. 1670 en pag. 154, noot 3.
) Idem.
-ocr page 282-de'iolkie!'nbsp;--den door
verklaringe der resolutie op de ouderdom der predican-
■ Inbsp;onderhouden werden; ^
smode 2659 gl. gecost.
Is bedanckt.
Notificatie.
iimiPsiS
^ persoonen tot rentmeester van
Zuyt-Hollant, domynen van Hollant. i)
Cornelis Pompe van Meerdervoort gecooren.
appelleeren; willen geen segel
gebiuycken en geen boeten van het fol. appel 't Hof S
souckt wat daerin doen sullen. 2)nbsp;Pf^ ■ l nor ver
Gecommitteerde Raeden advys.
Cathrine van Lieuwendael: afdoeninge fidecomies
Aen het Hof om advys.
ser^SsellÏ T '' versorgen en den Raet van Staaten
serieuselyck alles wel te recommandeeren; monsteringe en
exercitie te laeten doen. 3)nbsp;^'Leringe en
(317)nbsp;VRYDACH DEN 26 SEPTEMBER 1670.
Rynst, Bontemantel, Corver,nbsp;pensionares Hop.
Resumptie.
Gisteren is specificatienbsp;gemaeckt der militie te lant De
^enTtaTndÏÏ) convoceeren tegen Dynsdach
5 point op de ordre van ter excecutie te leggen de tappers
seecker getal van oxhoofde te moeten verantwoorden. 5)
Wfecieren en schouten te straffen en de pachters te straffen over
compositie etc, en eet te laeten doen.nbsp;sxraiien over
O Vgl. Resol. Holland 25 Sept. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Idem.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 26 Sept. 1670.
5)nbsp;Vgl. pag. 185 noot 1.
(316)
6 point wegens de grutterye en gorterye ten platte lande.
De Eedelen hebben een deductie daerop, om in te leveren, i)
Commissaressen der finantie de stucken der Edelen te examineeren.
Lyden wort gesommeert over het coopen van het huys van
Graef Mauritius, 160 d. gulden. Connen noch daertoe niet
verstaen, of soude smaeckelycker gemaeckt werden en schyn
tiebben van menage.
Alckmaer: can noch niet consenteeren.
Enckhuysen: by gevolch van anderen.
Edam : by gevolch van anderen.
Rotterdam: difficulteert nu meede om de swaerichyt van tyden.
Gecommitteerde van Hollant in alle collegie, raetsheeren en
reeckenmeesteren, etc. moeten selfs huys houden ende niet
m ordenares huys te gaen, opdat onder het glaesje de secre-
tesse niet werd bekent. 2)
't Concept is geleesen om tegen aenstaende weeck resumeeren.
Die de secreten vant lant uyt brengen, placcaet te mae-
cken. 3) Van Messen, 4) Bellen, 5) Kyser en die weet men
en veel weet men niet, die wel de meesten syn int relevee-
ren der secreeten.
Castel Rodrigo wist aen Burgersdyck en van der Tocht te
seggen m saecke van importantie, eer sy daer kennisse van
hadden.
Cletser uyt Sweeden schryft hetselve uyt Stockholm.
Te straffen met de doot. Burgersdyck versocht een placcaet te con-
cipieeren. Publique bedieners selven huys te houden
8 duysent ryxdalers Spiring 1649.
1649 Spiring, minister van Sweeden, had het accoort, dat deesen
fataet maeckte met Denemarcken, soo haest het gedaen was, waer
maer vier heeren, die over die secreeten gingen, kennisse vaA had-
den en coste aen ditto Spiring, soo hy syde, 8 duysent ryxdalers.
Advys van de Admiralityt uyt de Maes, wegens de rang
der hooftoffecieren ende capitynen. Yder volcht syn collegie
in préséance.
Sasburch uyt Brussel date den......deser: de France soude
1)nbsp;Vgl .Resol. Holland 26 September 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Vgl. pag. 109, noot 1.
4)nbsp;Johan van Messem, een klerk van De Witt, had verscheiden
stukken aan Willem Frederik geleverd.
5)nbsp;Bellen?
-ocr page 284-gouveneur, sal die
plaets diffendeeren ten uyttersten toe.
Notificatie.
sofckfSS'tS??'quot;nbsp;Holstyn: ver-
souckt 5000 RD tot syn reddmge, alsoo in schulden is ver-
vallen en gaeren nae syn lant soude gaen
?Se ZtrtirrJ''''nbsp;^et a,
Ordre op strycken van de vlach met vremde potentaten
Memone van den admirael de Ruyter daerover: we'^nste ordre
leeren. iquot;nbsp;quot;quot;quot;nbsp;®nbsp;^^nbsp;^^gu-
In handen van voorige commissaressen.
Brief van de Staaten Generael. 25 Sept., wegens eenige
paerden te verdeelen onder andere comp..nbsp;^
21 July 1669 commissoriael der munte, hebben Vivien en
andere gedeputeerde tot de munte gedaen rapport- het
schroeven can std gedaen worden en het kloppen moet ge-
hoort werden; geschroefde connen licht vervalst worden
Commissaressen wederleggen 't voorschreeven: dat de val-
oel^rflnbsp;nae geslaegen stem-
pels, het slaen connen doen m eensaeme plaetsen; de costen
syn clynder voor de munt int schroeven dan in het slaen.
Het scWven is gearresteert en oommissie versocht datelvck int
werck te stellen, met notificatie aen de Generalityt 2) ^
Remissie, perdonnen, prolongatie van octroy versocht wer-
dende aen de Staeten van Hollant worden altyt gesonden
aen de Gecommitteerde Raeden om haer advys. 3)
Voorstel, ƒ 't advys der Gecommitteerde Raeden sal moeten se-
'nbsp;5 stemme inT Noordlr-
eTdlr^. rnbsp;brengen in de pointen van beschryvinge
en dat de Gecommitteerde Raeden, die over de advysen svn haer
naemen daerby sullen staen.nbsp;aavysen syn, haer
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 26 Sept. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Idem.
(319)
(320)nbsp;saterdach den 27 september 1670.
Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Rentemeester Pompe tot Dordrecht heeft den eet van suy-
veringe gedaen.
Brief van de Coninck van Denemarcken aen de Staaten-
Generael: versouckt het pilligaef aen de princesse van Dene-
marcken Frederique Amaria, i) alsoo mondich is gevirorden,
selfs te wille betaelen.
Gecommitteerde Raeden gelast de pillegaven van 4000 gl. jaers met
fatsoen te doen.
Brief van den vies-admirael van Gent, dat best is die van
Zalé, alsoo sy de vreede niet en houden, haer meede te moo-
gen neemen en versouckt meede wegens de salutatie ordre
te hebben.
In (handen van) voorige oommissaressen.
Jan van Euskercke, secretares van Langerack 1635, toe-
gelyt 2000 Hollant gl. 1642. i) Romp, geweesen secretares
van van Beuningen en daer gelaeten nu tot onderrechting
van de Groot, alsoo 2) sieckelyck is en daervoor te geeven
2000 gl. boven de 400 gl., die ordenares ontvangt van de
ambassaden en 't selfde te brengen op de staet van defroye-
menten. 4)
Romp heeft seedert 't vertreck van van Beuningen vigilant ge-
weest int afsenden van posten en brieven etc. en den inval der
France in Lotheringen.
(321)nbsp;Gecommitteerde Raeden advys wegens de capetyn de Wit
adviseeren vyf tegen vyf; eenige willen de cassatie houden
voor gedaen en de andre, dat soude de cassatie in suspentie
converteeren en de saecke laeten comen aen de crysraet.
De cassatie is gedaen niet over het delict, maer over ongehoor-
saemheyt van op aenschryven niet is gecompareert.
De Gecommitteerde Raeden te hooren, om eerst kennisse te be-
coomen.
Geslaagen cooper, besoigne rapport.
Te persisteeren by de oude resolutie.
1)nbsp;Frederica AmiUa. Vgl. Resol. Holland 27 Sept. 1670.
2)nbsp;Deze, n.1. De Groot.
3)nbsp;Dit feit wordt meegedeeld om aan het volgende voorstel meer
kracht bij te zetten.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 27 Sept. 1670 en Brieven aan De Witt,
dl. II, pag. 482 en Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 119.
deSfctnnbsp;der West In-
aensche Lomp., hoe haer te reguleeren opt vlant Curacauw
Hamel Bruyning, 14 September uyt Weenen- Ments
tor/e Tii°Arquot;Tquot;nbsp;geeomet om
tot de Tiple Ahantie te comen, doch versouckt last 2)
- ^^ ^eiserse ministeren
va? mevrmJj'quot; ^^^nbsp;geredresseert en de naem
van mevrouw moeder uytgelaeten etc
Leest foly 310.
Brief van Utrecht wegens de juridictie en Raet van Staa-
ten over van Leeuwen. 3)nbsp;^
In handen van voorige commissaressen.
DYNSDACH DEN 30 SEPTEMBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Directeuren 4) ten achteren 109000
Cortleven reeckening 1646, bleef schuldich elf duysent gul-
dens en heeft met gerust tot noch toe voor 't selfde soude
uytgevonden hebben en heeft 't selfde nu uytgevonden en
volgens acte van de Generalityts-Reeckencamer 't abuys ge-
redresseert en verantwoort. Versouckt by resolutie gequiteert
feta'eSquot;)^quot;nbsp;-^quot;Idich synd^mogen
Memorie van den secretares van den ambassadeur Temple;
I ) Vgl. Resol. Holland 27 Sept. 1670.
vei mo'^S^knbsp;^quot;quot;^'^he vorsten zoo-
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 27 Sept. 1670 en pag. 61, noot 3.
4)nbsp;Directeuren van de extra-ordinaris equipage ter zee
5)nbsp;Vgl. Resol. HoUand 30 Sept. 1670
(322)
claecht, dat twee Hollanse i) scheepen van Feroni 2) om-
T genoomen en 't een binnen CurLouw
gebracht en t ander is gestrant; versouckt ordre en ontsla-
ginge om m geen verwyderinge te vallen.
Commissaressen van zeesaecken.
^^^^^ 26 Sep-
Noch een van den secretares Romp: den ambassadeur de
(jrroot betert en hoopt haest audientie te hebben.
Notificatie.
1670nbsp;rquot;nbsp;Spiegel, 31 Augusty
1670 by La Rache en Argela: 27, 28 ditto victory tegen ses
Turckxe zeeroovers; den Engelse admirael Allen, te saeme
goede ordre;
eerschoetennbsp;15—_5_3_1
Engelse antwoort 15—1—5—3—1.
6 scheepen van Algiers, de grootste aen strant gejaecht en
verbrant.nbsp;^ ^
Admirael 40 stucken
Viesadm. 40 stucken
36 stucken
36 stucken
32 stucken
28 stucken.
Is binnen gestaen Swerius, fiscael van den E.-Ad. Van
(jent en doet cort relaes vant gepasseerde. 3)
Caep Spartel.
Sasburg uyt Brussel 28 September.
Notificatie.
Advys der Gecommitteerde Raeden opt request van G.
Dopper, impostmeester van de turf, ten achteren 9418 gl..
Uyt Toorn, 1) ambassadeur de Wit, 15 September; de
natie tot Dansick uyt Nederlant dancke, dat sorg wort ge-
draegen.
Notificatie.
1 ) Lees: Engelsche schepen.
,nbsp;Amsterdamsch koopman. Vgl. Resol Hol-
land 20 Sept. 1670.nbsp;®
3)nbsp;Vgl. Wagenaar, Vad. Hist. XIH, pag. 441
4)nbsp;Thorn.
(323)
twSele^n wn'r ^quot;PP^^hagen 20 September 1670:
twee scheepen worden geequipeert nae Oost-Indien • de eoe-
St nooScÏÏnbsp;gecomen, sullen vercoft'werden ;
SnT fnbsp;een mmister nae Sweeden te senden
alsoo den S weed door Vranckryck hart werd gepousseert om
de Triple Aliantie te breecken.nbsp;pousseert om
vilk'iTteeft^quot;'quot;^ uyt Weenen, 18 September 1670: Greon-
ville 1) heeft wegens Vranckryck aen den Kyser geëxcu-
seert d'inval m Lotheringen.nbsp;^ ^
^quot;SLZJ:.nbsp;^^nbsp;schryven aen
Gouda doet rapport; van Beverning versouck gedaen om
nae Spaigme voor ambassadeur te gaen; heeft syn vr'o^
toegesyt opt lant te blyven woonen ; met ymant vin InZe
provmtien ambassade niet te willen bekleeden; 't regkrnent
svT quot;.Te Vquot;nbsp;óp te houZ-
syt geen kennisse van staet meer heeft; in lange in de ver-
gaederinge met is gecompareert; te mogen t'huys comen a s
de instructie sal syn volbracht. 2)nbsp;'
In handen van commissaressen.
(325) WOENSDACH DEN EERSTEN OCTOBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
24 September gecyfferde brieven van de Groot-3) heeft
weer een «verval gehad; al syn domestique syn noch sieck;
den Conmck gaet den 4 October nae Chambord a) en verbiet
alle mmisteren tot Parys te blyven en hem niet te volgen - sal
geen audientie by den Coninck connen hebben, voor dat weer
tot Parys sal syn gecomen; versouckt, of door den secretares
Romp aen Lionne de saecke wegens het verbot der brande-
a) Hs.: Chabot.
I) Gremonville, Fransche gezant te Weenen.
Z) Vgl. pag. 9, noot 3 en Resol. HoUand 30 Sept 1670
3) Daar de gezant ongesteld is, verzoekt hij toestemming dat
amp;nbsp;^^'^end zal miken, ^eïlak-
katen m werking zuUen treden, tenzij Frankrijk dè belasting on
Hollandsche waren verlaagt. De brief komt niet voor in de^uit-
gave van de Brieven aan De Witt, evenmm bij Van Diik a w
Voor den inhoud van de missive vgi. Resol. Houlnd ? 0cri670
wynen en beswaeringe der manifacture, tensy den Coninck
af doe de beswaeringe op de Hollanse goederen.
Soo de dispositie toelaet, aen Lionne, of door den secretares Romp
de ordre van den Staat te proponeeren wegens de beswaeringe der
manifacture en verbot der brandewynen.
Den Raetpensionares heeft gerapporteert, dat de heeren
van Hoorn over de questie der electie van een bewinthebber
der Oost. In. Comp., dat partye eens syn geworden; Sonck
werd beschuldicht al hoewel remonstrant was en de nomi-
natie, hoewel president in de comp, was, op een ander tyt
niet van gesproocken; i) dat oock op een ander tyt de no-
minatie eenige maenden boven de dry maenden heeft wee-
ten uyt te stellen; dat de plaetsen in die quartieren op voor-
gaende tyden jaer en dach hebben vacant gestaen. Versou-
cken, dat een peene mach gestelt werden, dat binnen dry
maenden het bewinthebberschap mach begeeven werden.
Brief van den 17 aen de Staaten Generael, van dat gedaen
hebben haer best om die van Hoorn te accoordeeren; ver-
soucken, dat gelieven ordre te stellen te volgen het octroy;
waerop de provintien seer yverich waeren, doch Hollant
hielt het op, alsoo alhier deliberatie werd gehouden.
Alsoo accoort syn, alle de documenten te lichten en oock
die ter Generalityt leggen.
De Gedeputeerde van Hollant ter Generalityt bevinden
haer dickmale beswaert. De octroyen hebben wet yder in syn
provintien ter judicature te staen en niet ter judicature van
de Generalityt. Daer werden jaerlyx veel octroyen verleent
by de Generalityt, maer die daer tegen doet, can niet gestraft
werden by de Generalityt, maer by de provintie ofte stadt,
daer den overstreder in woont, soodat de 17 niet connen
versoucken aen de Generalityt, dat haer octroy wert gemain-
teneert, maer dat moet geklaecht werden aen de provintie,
daer de overtredinge word gedaen en dat oversulx een faut
is, dat heeren van staet die brief hebben ondertyckent als be-
winthebbers. Is onvoorsichtich gedaen. 2)
I ) Wat Bontemantel in dezen laatsten zin wil zeggen, heb ik niet
kunnen nagaan.
2) In Hoorn was oneenigheid over het benoemen van een
nieuwen bewindhebber van de Oost.Indische Compagnie. Volgens
het octrooi van de Compagnie moest in een vacature binnen drie
maanden voorzien worden. Enkele regenten wilden de benoeming
echter uitstellen. De Staten van Holland besloten, dat de hand
aan het octrooi moest gehouden worden. Vgl. Bontemantel, Resol
Raad.. III, 1, fol. 372 en Resol. Holland 1 Oct. 1670.
Staten van Holland 1670.nbsp;14
(326)
Conimissaressen.
Valckenier is geweest president in de Oost In. Comp en annarent
dien hrief getyckent. Rynst maeckte swaericheytXnefW gSe
brief af te senden, wesende meede in de vergLd^i^eX ir
?emorie om een rys nae Engelant te
doen also den Comnck veelmael hem daertoe heeft geno-
dicht en dat syn domestique saecken t'zelfde wel noodich
soude verryschen. i)
^luck op de rys te wenschen door Gecommitteerde
^leesen een memorie van de GeneraUtyt en resolutie daerop al-
waer eemge reegelen syn uytgelaeten en geredresseert
18 July, Coljert uyt Constantenople.
Zeesaecken commissaressen.
Londen, 20 September, Boreel ende van Beuningen
brief: Lotheringen had geklaecht aen den Coninck over
Vranckryck; den Coninck versouckt den Prins van Oranie
een keer nae Engelant mach geconsenteert worden • drucke
der hcentieuse boucken, claechte van den Coninck. 2)
Wegens de boucken het Hof te lasten te incureeren. 3)
f327) Brief van Sasburch uyt Brussel, 27 September 1670- Lo-
thermgen begint sich te weer stellen.
Notificatie.
Uyt de Generalityt beneen gebracht een request der West
In Comp., wegens het afhaele van zout en een peene te
stellen, dat nimant mach afhaelen, dan alleen de comp of
met desselfs commissie. 4)
In handen van commissaressen.
Noch beneen gebracht een remonstrantie der ontfanger
der Admiralityten, versouckende een H p. cente provisie. 5;
Commissaressen.
25 Augusty Allicante, Ab. van der Hutte, consul: den Co-
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 1 Oct. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Lees: inquireeren?
4)nbsp;Vgl. pag. 20 noot 2 en Resol. Holland 1 Oct. 1670
Utf.;nbsp;noot 1. De ontvangers-generaal van de Admira-
f/nbsp;de St. Gen. besloten de provisie
zn^nbsp;T flT 4nbsp;van terugwerkende kracht
Toct 1670^'''nbsp;'nbsp;voorgesteld was. Vgl. Resol. Holland
-ocr page 291-ninck vordert en dwinck de scheepen eenige tollen extra-
v^derTi)nbsp;-erd gl
Commissaressen zeesaecken.
Amsterdam uyt haer ordre: van den ambassadeur de
Crroot vv^ederom thuys te ontbieden.
De leeden seggen, dat syn hoopende syn gesonthyt en soo licht geen
te becomen is en soo met van de boom te schudde syn. Daerorn men
twee jaaren doende is geweest.nbsp;waerom men
En wegens twee maenden tractement voor syn vertreck is
In handen der Gecommitteerde Raeden.
Ende dat oock ordre hebben de besoigne, streckende tot
geltm.ddelen, met alleen niet in te willigen, maer oock selfs
de besoignes, daertoe tendeerende, te vermyden. 3)
Octroyen moeten by Hollant versocht werden ende wer-
den geen attache op octroyen meer verleent, die by de
btaaten-Generael becomen syn, als in den resolutie van den
1) Vgl. Resol. Holland 1 Oct. 1670
2 ) Reeds op de heem-eis naar Frankrijk was De Groot onge-
^eld geworden. Burgemeesteren van Amsterdam vonden S
in quot;d ttnbsp;pensionaris te lucht™
en stelden m de Statenvergadering voor den gezant terue te
dT Gr'ooftiequot;''nbsp;verontwaardigd, dat het®trquot;ctem:nfvan
St £s ?e meerT^'^^tvnbsp;iri^eg^^n. Zij waren
mt des te meer, omdat kort te voren het tractement van den gezant
verhoogd was van 18000 gl. tot 20000 gl. 's jaars
be5chtt?Ll dTnbsp;hof en De Groot
verzocht Arnbsp;Adaermede gelachen wasquot;. Hij
verzocht De Witt de Amsterdamsche heeren te bedanken- dat
de publique demonstratie van haeren haet aen een S dae; sy
nyet al te ^er bemmd syn, des te meerder genegentheyt voo^^mv
Tvn™' t® U. WelEd. verseecker nyet als ten';iienst v^n
S n ^TZ'nbsp;employeerenquot;. Vgl. Brieven aan De Witquot;
dl. II pag. 486. en Resol. Holland 1 Oct. 1670
3) In de Resol. Raad vult Bontemantel hier bij aan: ,ter tvt
fectMJ:nbsp;sal hebben becoomen en erlangt quot;heï li-
tect van de genoomen resolutie op het verbot van de brande-
ten en beswaringe der Franse manifactueren, alsme^rhet
effect op de commercie ter zeequot;. Vgl. extract uit de re^olmfe der
^oedschap van Amsterdam 29 Sept. 1670 in Resol. Raad IH 1 FoT
(328)
PetSus'quot;'''''' ^^^^ geresolveert int versouck van Petrus
Vide foly 297.
(331)1) Kysersgraft aen wedersyde heeft omtrent 350 huysen tot
aen de Lytsche straet. Te reekenen een oxhooft wyn de
huysen. Door den anderen gereeckent a 16 gl. het oxhooft
ƒ. 5600-0-.
ƒ. 2800-0-.
en te reeckenen op VA oxhooft comtnbsp;ƒ 8400-0-
westsyde van de Lytse graft heeft omtrent
1/6 huysen.
Ossenburch opt Spuy, de brieven op Gouda te bestellen.
Isola, minister van den Kyser.
23 February 1669: 2000 gl. ambassadeur nae Vranck-
ryck.
(332)nbsp;2 a) OCTOBER 1670 DONDERDACH.
rent^'nbsp;^°tterdam, Schiedam, Hoorn, Munickendam, Purme-
Besoignes equipaege.
26 September commissoriael om equipage int voorjaar te
doen en de Admiralityten uyt Hollant te hooren
Admiralityt uyt de Maes: alsoo vast staet te equipeeren
nu maer staet te considereeren wat quoote der vloot dient
geequipeert. 2)
randeVrgaliotfeÏÏ ''nbsp;extreordenares, 6 fregatten,
24, gemant 60 tot 70 en 80 stucken, gemant 300 matroosen,
80 soldaten gevitaheert voor 8 maenden. Matrosen soldye
en costgelt 30 gl. ter maent, door de
tS^n''^quot; Z ^ maendennbsp;17 h. 76 d. gl. 3)
1920 soldaten, costgelt 's maensnbsp;'
20160, comt in 8 maenden............1 h. 61 d. 280 gl.
24 scheepen 8 maendennbsp;^I^^^STT 2^ gï.
a) Hs.: 3.
1 ) De voorgaande twee bladen zijn onbeschreven.
2) Vgl. Resol. Holland 2 Oct. 1670
dnbsp;Kquot;Millioen, h. voor honderdduizend,
d. voor duizend. De berekeningen kloppen niet steeds.
-ocr page 293-soldye der soldaten 1 h. 84 d. 420nbsp;1 h. 84 d. 420 gl.
Equipage slytage 7 h.nbsp;21 h. 21 d. 600 gl.
W33) 24 scheepen m allesnbsp;200 h. 644 d. 480 gl
24 scheepen, 40 tot 60 stuck,
gemant 200 matrosen, 50 sol-
daten syn 4800 man van sol-
dye en cost 8 maendennbsp;11 h. 25 d. O gl
costgelt 12 hondert soldaten 8
quot;leendennbsp;1 h. 800 d. O gl.
8 maendennbsp;12 h. 852 d. 800 gl
slytage en equipagenbsp;4 h. 56 d. O gl.
t'samennbsp;17 h. 800 d. 800 gl.
48 scheepen 4m. 300 h. 53 d. 280 gl.
6 fregatten 20 tot 30 stucken, 80 matrosen, 20 soldaten;
soldyen der matroosen cost 1 h. 15 d. 200 'gl.
cost der soldaten 10 d. 80 gl
equipage en slytage en........................45 600 gl'
1 h. 70 d. 86 gl.
12 branders, incoop en toerustingnbsp;129 d O gl
yder met 20 coppennbsp;76 d.' 800 gl.'
1 h. 96 d. 800 gl.
6 galljoeten tegen 500 s'maensnbsp;24 d. O gl.
Gedubbelt in alles te samen 4 m. 300 h. 44 d. 960 gl.
Dit can werden vergroot en vermindert, nae den Staet sal
gelieven te resolveeren.
^34) Deese equipage sal te samen door subsidie moeten wer-
den gevonden, alsoo alle haer incomsten door de daegelyxse
equipage, soo in de Middelanse zee, als dagelyxse convoy en
ongelden, werden geconsumeert.
Amsterdam syt, dat geen staet te maecken is op de pro-
vmtien, dan alleen die van Hollant en oversulx geen ander
equipage te verwachten is, dan dat gelden becoomen
6nbsp;^^ ^'^h^epen voor eerst genoeh te •
6 fregatten en de rest te prepareeren en gereet te maeökèn
Delft: te naeste bv als boven
soo veel grooter te maecken •nbsp;suDsidie
zee brengen; droochte; booisvolck 15; extreordenares las-
(335)nbsp;donderdag 3 OCTOBER 1670
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
ver^rtrvat^' Svn'Hnbsp;en geresumeert over 't
a soo in te brengen en door extreordenares g depu eerde en
ordenares gedeputeerde te laeten secundeeren en sorde nro
vmtien daer tegen gaen, te doen wat behoortnbsp;^
SSrrd^r^dtSreWm^^^^nbsp;doen
extreordenares 65 gl.
en dat Hollant daer 3^ gl. soude byleggen, te betaelen uvt
de defroyementen. Aen Beverning om nae Spaigne S gaen
Huys van Prins Mauritius te coopen.
Lyden, Rotterdam, Alckmaer, Hoorn: slaen af.
Pilotage commissares, burgemeester de Graaf-
den brandares te repareeren etc. 2)
Sweeden, alsoo een France mi-
mster daer wert verwacht.
Eenige leeden hebben noch geen rescriptie.
1)nbsp;Van Ophem, lid der Edelen.
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 2 Oct. 1670.
(336)
Rapport der commisaressen der zeesaecken over de equi-
pge ter zee 36 scheepen, 12 fregatten, 6 branders, 12 gall-
joeten. Leest hiervoren de besoignes.
Par geschrift te stellen.
Bompone heeft naeder aen den president van Haere Ho
Mo. en den Raetpensionares naerder reeden van den inval
van l^othenngen gegeeven, doch, alsoo 't selfde behil veel
pointen, versocht het by geschrift, 't welck heeft gewygert
doch haest sal uytcoomen als een manifest.nbsp;'
Notificatie.
(337)nbsp;VRYDACH DEN 3 a) OCTOBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Offem doet rapport, dat by Syn Hoochyt heeft geweest
om af te leggen de commissie van Haeren Ed. Gr. Mo. om
geluck te wenschen op de rys.
Sasburch uyt Brussel.
Fagel doet rapport, wegens de saecke van den commies
van Essen i),wegens de juridictie, of den Raet van Staaten,
of tot Utrecht om te straffen en syn van advys, dat den Raet
van Staaten geen judicature heeft op van Essen, maer de
stadt van Utrecht.
Fiat advys, alsoo is in dienste van Utrecht int parteculier.
Gecommitteerde Raeden syn gehoort over de saecke van
Cornells de Wit, geweesen capetyn en gecasseert door de
Gecommitteerde Raeden: 2) de Wit compareert niet, noch
op de eerste, noch op den tweeden messive der Gecommit-
teerde Raeden, soodat den 12 Mey is gecasseert over syn
mobedientie en geremoveert aen den crysraedt wegens syn
begaene delicten, int garnisoen begaen.
Dordrecht sustineert, dat een burger is van Dort en over-
sulx, wegens het delict, ter judicature staet van haer stadt.
Vyf heeren gecommitteerde Raeden waeren nu van ad-
vys, dat de cassatie behoorde te werden door Haer E. Gr.
a) Hs.: 4.
1 ) Bedoeld is Van Leeuwen. Zie pas. 61 noot S
2) Vgl. Resol. Holland 3 Oct. 1670.
(338)
Mo. geconverteert in poviesionele suspentie en vyf andere,
dat de cassatie behoorde stand te houden.
Den Raetpensionares heeft byde haer opinie seer onpar-
dydich gerapporteerd.
Edelen: door commissaressen te laeten examineeren, of sullen de
leeden volgen, soo die daer heen hellen.
Dort: de juridictie oordeelen aen haer te comen, wrant gecasseert
synde is geen mUitair langer ende synde gecomen in syn ouders
stadt en moet soo staen tot haer juridictie en dat de cassatie alleen
IS geconsideert als een polimique 1) dispositie en hebben tegen de
commissaressen niet.
Alle 't selfde aen commissaressen. Haerlem, Delft, Lyden, Amster-
dam, Goude, Hoorn, Enckhuysen.
(339)nbsp;POST MERIDYEM.
Raet van Staeten: ontschuldinge, dat door manquement
van geltmiddelen de beveelen van Haere H. Mo. niet con-
nen effectueeren en oversulx niet te beschuldigen syn.
Advertentie en notificatie.
Advys der Gecommitteerde Raeden wegens de polder
Out-Herkinge. Versoucken 8 jaer vrydom der thienden.
Gué, extreordenares envoyé van Denemarcken claecht,
dat in de Sont te veel wort gefraudeert.
Aen Amsterdam, Rotterdam en Hoorn.
yVtegens tractement van den secretaris Romp: 2000 gl.
's jaers te geeven boven 400 gl., die van den ambassadeur
heeft.
Amsterdam alleen excuseert. Alckmaer soude connen favorabel rap-
porteeren.
Munt te schroeven.
Enckhuysen excuseert alleen. Hoorn en Medenblicq consenteeren
op inschryven, doch alsoo Enckhuysen singelier is, consenteeren op
inschryven tegen den 15 deser.
(340)nbsp;Finantien te vinden, hebben op de besoigne niet connen
geconcludeert werden, alsoo Amsterdam had genotificeert
geen last te hebben op te adviseeren.
Delft, Lyden, Goude, Rotterdam, Briel, Hoorn, Enckhuysen, Edam,
Purmerent niet wel tevreeden op Amsterdam.
I ) Wat Bontemantel bedoelt met: een „polémiqué dispositiequot;
is mij niet duidelijk.
De ontfangers int aflossen volgen sommige wat te veel
haer voordeel en lossen meer af en weeten daer haer voor-
deel meede te doen.
Wort in bedencken gegeven, yder, die gevercht wert de
obligatie te lossen, sal vermoogen die door te haelen; of den
ontvanger sal die moeten doorhaelen in presentie van dien,
die de gelden ontfangen, op de boeten van 1000 gl. voor yder
obligatie en den tyt stellen als af gelost is. i)
Ontfangers speelen haer proffyt int aflossen.
Joseph Athias. Octroy der Engelsche bybels tegen de we-
duwe van Schipper en Stam.
Rapport door Eyden, Amsterdam en Hoorn: dat de bybels
by de weduwens al syn gedruckt geweest, uytgegeeven en
sommige noch doende was, etc.; dat 't selfde oversulx wel
heeft geweeten, dat oock bekende, maer syde de syne te
weesen corrector en beeter letter.
Octroy intrecken en 't selfde oock ter Generalityt te besorgen.
Bybels.
(341) Martines Martens, aen Bonnaire door de Spaense,
slaeven afgenomen en obligatie gegeeven, versouckt repre-
salie op de geestelycke. 3)
Commissaressen syn van advys de represalie voor als noch
uyt te stellen en den ambassadeur, gaende nae Spaigne, te
lasten de betaelinge te vorderen, of recommandeeren 26000
stucken van achten en niet 40 duysent.
Conform 't advys.
Wegens de lasten der Spaignaerden tot Alicanten.
Vordert van de Nederlanders meer als van andere natie.
Commissaressen syn van advys de ongelycken aen den
croon te kennen te geven en ambassadeur alhier; te volgen
de tractaten. 4)
Conform 't advys.
Bootsma. 5)
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 3 Oct. 1670.
2)nbsp;Martines Martins, koopman te Middelbm-g. Vgl. pag. 159.
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 3 Oct. 1670.
4)nbsp;Idem.
5)nbsp;Vgl. pag. 109, noot 1.
-ocr page 298-(342)nbsp;SATERDACH DEN 5 OCTOBER 1670.
Graef, Vlooswyck, Rynst, Bontemantel, Corver, Hop pensionares.
Request der stadt Eyden: declaratien leen.
Gesonden aen de Camer van Reeckeningen.
Eourens Alders Ailing, schipper tot Welhoeven, i) is ge-
trout geweest met N.N. Versouckt Agnietie, syn overleeden
huysvrouwen susters soons dochter te mogen trouwen
En is de poletyque ordonnantie daerop geleesen en comt in
affinityt. De verboode graeden soo verhoudt.
De poletyque ordonnantie ciaer nae te sien en
saressen te stellen en die ordinantie claer te stellen.
Den 17 February 1671 is het toegestaen, hoewel commis-
saressen van ander advys waeren. 2)
Brief van Burgemeesteren van Amsterdam aen haer gedeputeerde
date 3 October 1670: de militaire charges te moogen begeeven; toe
te staen een minister nae Sweeden te senden; wegens de finantie
te blyven by de resolutie van den Raet.
Raet van Staaten versoUckt aen Haere Ho. Mo., op in-
stantie van Zelant, meerder garnisoen op de frontieren.
Versoucken gelden door de bontgenooten mach ingebracht
werden om de soldye en recruten te betaelen.
Brief van Beverning aen die van der Gouw wegens 't
versouck om voor ambassadeur extreordenares nae Spaigne
te gaen, waerin verklaert den Staet ten dienst te staen.
Facadityt(?)is 35 gl. daechs. 3)
(343)nbsp;Dat Gecommitteerde Raeden niet sullen vermoogen eeni-
ge traetementen te verhoogen of nieuwe traetementen te
doen; en oock de gedeputeerde ter Generalityt ter Genera-
lityt 't selfde tegen te gaen. 4)
Fiat
Point van hermonie;
Introductie;
1)nbsp;Lourens Aldersz. Hal, schipper te Vrijhoeven-Kappel. vgl.
Resol. Holland 4 Oct. 1670.
2)nbsp;De laatste zin is naderhand bijgeschreven.
3)nbsp;Van Beverningk zou boven de 65 gl., die elke gezant per dag
ontving, nog 35 gl. extra van Holland krijgen voor vacatie en teer-
kosten. Vgl. Resol. Holland 2 Oct. 1670 en pag 214
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 4 Oct. 1670.
-ocr page 299-Tractement jaerlyx van Syn Hoochyt te geven uyt cracht
van de introductie, i)
Advys der Gecommitteerde Raeden der byde quartieren.
Is gerapporteert, of men Syn Hoochyt soude ontbieden
ter Generalityt om te hooren het rapport van den heer van
Wassenaer, gecomen van den Coninck van Vranckryck.
Potter uyt Vrieslant presideerende en eenige provintie wil-
de het met cracht hebben.
Hollant syde van neen en hiel het ter nauwernoot teegen.
Raetpensionares uyt Groeningen t'huys comende, was ver-
wondert en onderecht de provintien.
Zeelant alleen persisteert. 2)
12 November 1641, instructie, hoe te compareeren in de Raet van
Staaten.
(344) Het selfde mochte wederom gebeuren. Wat daer in sul-
len doen.
Alles uyt te stellen, tot in Hollant een resolutie is genomen.
Of Syn Hoochyt mochte comen ter Generalityt met den
Raet van Staaten, waer hem soude setten. Sommige soude
hem willen setten in een nieuwe te maecken stoel, doch be-
hoorde te sitten in qualityt daer voor hy comt. 3)
Een stoel te laete maecken, als die in den Raet van Staaten, om
daer comende met den Raet van Staaten, of uyt de selve gecom-
mitteert, als een Raet van Staaten te setten.
't Is een gewoonte, dat die geintroduceert werd de hooch-
ste plaets en voorgang heeft als een bruydegom en daerom
is Syn Hoochyt in de introductie de eerste geweest.
Introductie van Syn Hoochyt.
Reeckencamer der domynen versouckt boven de reduc-
tie-penningen haer toegestaen een subsidie, ofte de gelden
der Crayerspolder, die vercoft hebben, te moogen gebruy-
ken, ofte een gedeelte der obligatie haer af te neemen. 4)
Reeckencamer der domynen 18000.
Doublet, 5) geweesen ontfanger-generael der provintien
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 4 Oct. 1670.
2)nbsp;Vgl. Brieven aan De Witt, dl. II, pag. 502—509.
3)nbsp;Vgl. Resol. HoUand 4 Oct. 1670.
4)nbsp;Idem.
5)nbsp;Philips Doubleth.
-ocr page 300-en vrywillich gequiteert, syn reeckening versouckt hy mach
opgenoemen werden en gequiteert.
Advys der Gecommitteerde Raeden.
(345)nbsp;CJetser, 10 September, uyt Stockholm.
Notificatie.
Gedeputeerde Staaten van Utrecht 23 September wegens
van de Perre crediteuren, i)
Copye aen Amsterdam.
Brief van de Staaten Generael, Sept., aan Holland: seggen,
dat dagelyx den Raet van Staaten aenmaenen tot de forti-
ficatie, die wederom klaegen geen geit te hebben.
Fagel, discoursen wegens syn debvoiren over de fortefi-
catie: was maer passelyck van den tressorier Burch beye-
gent.
Yver soude goet syn.
Impostmeesters der wynen van Amsterdam, request.
De justitie staet open voor haer en alle.
(346)nbsp;Amsterdam, Rotterdam en Hoorn, rapport wegens het
afhaelen van zout uyt Poortegael: zout behoorde te leeve-
ren sonder onderschyt door Poortegael aen sulcke scheepen,
als met ordre van den Staet comen, volgens het laeste con-
tract; penalityt te stellen vant zout niet anders af te haelen
dan op reeckening vant millioen. 2)
Conform 't advys.
En is de vergaederinge geschyden.
(348)nbsp;eerste ces se,
WOENSDACH DEN 5 NOVEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Parys 31 October, De Groot: 3) den Coninck van Cham-
bord a) nae St. Germain vertrocken; verhoopt de audientie te
a) Hs.: Sambre.
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 4 Oct. 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 20 noot 2 en Resol. Holland 4 Oct. 1670.
3)nbsp;Voor dezen brief zie Van Dijk, a.w. pag. 147.
-ocr page 301-becoomen; tot Havre de Grace a) sullen Oost In. waeren
vercoft werden.
De Groot ambassadeur in Vranckryck.
Den Raetpensionares rapporteert, dat den heer Ruys, i)
griffier, is overleeden; alsoo de Staaten-Generael nae 't
overlyden aenstonts, en eer men het denckt, de offitie be-
geeven ; onderwylen, gedurende de sieckte is by Hollant ge-
waeckt en de saeck soo gedirigeert, dat Hollant met den
pensionares Casper Fagel voor den dach comende, de
meeste apparentie heeft, hoewel Kinxschot groote debvoi-
ren doet door Zeelant, Utrecht en Groeningen; Spronse,
commies, staet daer oock nae en heeft lange jaeren by
sieckte en afweesen het griffierschap bedient; is seer be-
quaem, als onder den griffier dient en onbeqtiaem als de grif-
fier doot is; doch diende den commies Spronse verbeeteringe
of een vereeringe toe gevoecht te werden.
Nota. Fagel stont op en ging uyt de vergaederinge.
Edelen, Dort, Haerlem, Delft, Ldyen, Amsterdam,Goude, Rotterdani^,
Gornicum, Schiedam, Schoonhoven, Alckmaer, Edam, de rest noch
absent.
Van Fagel wegens Hollant daertoe te vorderen.
Wegens de gagie van den commies Spronsen hebben Amsterd^
geadviseert, dat, alsoo haer burgemeester wort verwacht, tot op de
resumptie haer advys in te brengen.
En alsoo gewoonelyck int vergeeven van solck een ampt eenige
leeden warden gecommitteert ter Generahtyt, Dort, Amsterdam,
Alckmaer daertoe gecommitteert.
En vielen ter Generalityt veel debatten, alsoo Utrecht versocht uyt-
stel tot 's anderen daechs, daer Zeelant en Stadt en Landen Utrecht
in toevielen, doch is eyndelyck verstaen, alsoo Zeelant en Stedt
en Landen, Gelderlant, Hollant, Vrieslant en Overyssel toevielen,
met de electie voortgevaeren en by de ses provintien Caspar Fa-
gel, pensionares van Haerlem, griffier gemaeckt. 2)
Utrecht stemde alleen Kinckschot. 3)
a) Hs.: Habel de Graie.
1 ) Nicolaas Ruys, grifier der Staten-Generaal.
2)nbsp;Over de vraag, of De Witt de candidatuur van Fagel bevor-
derde, om dezen lastigen tegenstander in de Staten-vergadering
van Holland kwijt te raken, vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag.
128 en Wicquefort a.w. pag. 211 en 212.nbsp;j
3)nbsp;Kinckschot was getrouwd met een dochter van Van der
Holck, lid van de Utrechtsche Ridderschap.
(349)nbsp;donderdach 7 november 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop.
Caspar Fagel heeft gedaen den eet van suyvering aen Hol-
lant om ter Generalityt voorgedraegen te werden tot griffier
in de plaets van Ruysch, die overleeden was.
Ea Male, 25 October, uyt Elseneur; sal volgens ordre van
tot naerder ordre aen het Hof houden.
Sasburch uyt Brussel, 2 November.
Boreel en van Beuningen 22/2 November uyt Londen.
Brief van de Groot, 31 October: beklaecbt sich, dat syn
brieven wederom aen het Hof werden gesonden en wort ver-
socht deesen brief te menageeren; 15 d. te voet laet werven;
t volck in Lotheringe verloopt, i)
Utrecht schryven, brief der Staaten 26 October/5 No-
vember : sullen alle extreordenares schattinge stellen als Hol-
lant; 2) dat alle wervinge aenstonts behoorde gedaen te wer-
den : den Yssel, diep, en de steeden starck te maecken; goede
ordre op de Admiralityten en convoyen gedeelte te verpach-
ten; sullen haer huysluyden in de wapenen oeffenen en
raede 't selfde aen de andere provintien.
Times Slicher versouckt veniam estates.
Den doopceedel manqueert.
Pieter van Beuren en consoorte versoucke afdoeninge
van fidecomies.
Aen het Hof, om advys.
Ryp, versouck van den 200 penninck te excuseeren, aen-
gesien den brant voor eenige jaaren geleeden.
Can niet in getreeden worden.
Advys van het Hof.
C. W. Amelant.
1)nbsp;Vgl. Brieven aan De Witt, dl. II pag. 483.
2)nbsp;Met het oog op de dreigende tijdsomstandigheden hadden de
Staten van Utrecht besloten, binnen 14 dagen alle gelden, die zij
voor hun quote moesten opbrengen, te betalen. Vgl. voor dezen
briet Wicquefort a.w. dl. IV pag. 191.
(350)
Rapport gepasseerde ter Generalityt wegens het begeeven
van het griffierampt.
Coeverden wegens Overyssel was alleen en president en
syde in de solicitatien, dat met Hollant sou stemme
Gent
Schimmelpenninck
Gelderlant { Steen
Bie
Rupperda de Burse
Ommeren was voor Kinsschot
Zeelantnbsp;\ Crommon
( Rygersberch
Vrieslant ^
( Bootsma.
In d^se heeft Hollant eenige obligatie, niet by engagement, maer
uyt beleetthyt aen de neevenstaende heeren.
't Huys van Orange heeft geen quaede offitie gedaen.
VRYDACH DEN 8 NOVEMBER.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Volgens practyck sal men de offitie begeeven, als synde
den 3 dach.
Raetsheer in plaets van Hendrick Cloeck, zaliger.
Mathys Goole van Haerlem, raetsheer int Hof van Brabant, met
eenparige stemme.
Amsterdam syde opt presupoost, dat een bequaam man is ende
dat haer woort hebben gegeeven; stemde deselfde. Valckenier syde
mt Latyn: „Indien in deese saeck gesondicht is, ick heb niet ge-
sondichtquot;. 1)
1) Den dag voor de verkiezing hadden gedeputeerden van ver-
schillende steden gezegd, dat Goole niet bekwaam was en dat,
zoo Amsterdam op La Minne wilde stemmen, deze ongetwijfeld ge-
kozen zou worden. Ook De Witt had zich in dezen zin tegenover
Hop uitgelaten. Daar Amsterdam haar steun aan Haarlem en
Gouda, _die Coole gerecommandeerd hadden, beloofd had, achtte
Valckenier het raadzamer niet op deze voorstellen in te gaan.
Goole werd nu met algemeene stemmen gekozen. Den volgenden
dag zeide Valckenier gehoord te hebben, dat het voorstel van
eenige steden om op La Minne te stemmen; „maer was gedaen om
Amsterdam een dat op te smyten en te connen seggen, dat licht-
vaerdich met haer woort speelenquot;. Bontemantel acht dit verhaal
echter onwaarschijnlijk. Hij vermoedt, dat Valckenier óf Fagel
heeft willen gerieven — „alsoo groote correspondentie hiel-
denquot; — èf dat hij plan had het volgende jaar één van zijn vrien-
den te recommandeeren. Vgl. Resol. Raad, III, 1, fol. 405-408.
Luytenant Generael van de cavalerye in plaets van den
prins van Tarente.
Jan van Welve 1) met eenparige advysen voor de stemme van
Hollant ter Generalityt te brengen.
Commissares-Generael van de cavalerye in de plaets van
Jan van Welve en Haesholt. 2)
Ludofs Steenhuysen 3) en Mombaes 4) collonel byde voor te drae-
gen ter Generalityt.
Compaignie van de gardes. In plaets van van der Myle.
Willem Mirop 6) met eenparichyt.
50 duysent guldens wort 's jaars geproffyteert met het
drucken der brieven en resolutien en andere documenten.
Drucken der Staaten van Hollant inplaets van schryven wat prof-
fiteert.
(352)nbsp;SATERDACH 9 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Den gemaeckte raetsheer Gool heeft den eet van suyve-
ringe gedaen.
19 September 1668, resolutie van de officieren in de
militie, dat moeten 8 jaaren ten minsten gedient hebben als
offecieren etc.
Den gemaeckte capetyn van de garde, Mirop, heeft ge-
daen den eet van suyveringe.
1° Ordenares middelen. Doch alsoo den Briel absent is,
soo comt in bedencken, of daerin evenwel sal treeden.
2° Wervinge.
3° Equipage.
Haerlem: op de conditie van geen reductie der intresten te doen.
Goude: 't selfde.
Rotterdam: alsoo den Briel absent is en noch eenige consideratien
hebbende, sullen aenstaende weeck advys in brengen.
Dort: Switsers aen te neemen.
Lyden: niet gereet.
1)nbsp;Jan van Weideren.
2)nbsp;Anthony van Haersolte.
3)nbsp;Ludofs Steenhuysen, kolonel van de cavalerie.
4)nbsp;Jan Barton de Mombas, kolonel van de cavalerie.
5)nbsp;Van der Myle, kapitein.
6)nbsp;Willem Nierop, kapitein.
7)nbsp;Vgl. pag. 186.
-ocr page 305-Of de Gecommitteerden Raeden van het Noorderquartier
sullen werden beschreeven.
Tegen Donderdach savons te beschryven.
Alsoo de Admiralityten in den Haech syn, of een naerder
besoigne sal gebesoigneert werden.
(353)nbsp;Op de securityt vant lant is ter Generalityt alles geeffec-
tueert volgens intentie van Haere Ed. Gr. Mog.
Vivres. Te tracteeren met cooplieden om te leveren in
de stadt Maestricht en andre.
Den Kyser te trecken in de Triple Alleantie is seer ge-
avanceert.
De laesten dach resolutie van de jongsten vergaederinge
syn geresumeert.
Den ambassadeur van Poortegael heeft gesyt, dat alle
scheepen, gaende met ordre en documenten van den Staat,
sullen tot St. Hubes gelaeden werden met zout.
Tot examinatie der poletique ordonnantie commissares-
sen gestelt en opt versouck van Lourens Albers van te
mogen trouwen, siet resolutie den 5 October laest leeden. i)
Dort, Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam, Alckmaer, Hoom,
Enckhuysen.
(354)nbsp;Brief van Gelderlant, in Nimweegen geschreeven, aen
de Generalityt met versouck van ge forti ficeert te werden.
Heinsius uyt Stockholm 12/22 October: een ambassadeur
derwaerts seer noodich.
Te dencken op een bequaem persoon.
Enckhuysen, als singelier geweest synde, staet toe meede
schellingen, 2 en 1 stuyvers te slaen, alsoo de andere provin-
tien slecht alloy slaen; en de stuyvers te verbieden. 2)
Valckenier verhaelde, dat hem doort oor gewayt was, dat
de vergaederinge tegen het verkiesen der magistraeten in
den Haech met studie 3) soude schyde op reces, willende
1)nbsp;Vgl. pag. 218.
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 8 Nov. 1670.
3)nbsp;Met opzet.
Staten van Holland 1670.nbsp;15
-ocr page 306-seggen, dat den Raetpensionares door de GeeommitteerHe
Raeden, die m absentie van de vergaederinge de k Sje
doen, de magistraeten nae syn sin sal eonnen stellen De
vergaederinge is oock geschyden op reces den Nnv.!;^
ber om over 8 daegen wederom te coLen doch'de leXquot;
yan Norot-Hollant, Amsterdam en...... hebben él vder ïv^
eÄafn^nbsp;om TveTÄ
geen vrinden te weesen van den RaetpensionarL
(355)nbsp;DYNSDACH 11 NOVEMBER 1670
Valckenier Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Le Maire uyt Coppenhaven, date 1 November: i) Marius
Gue gerevoceert ende Heust in de plaets gecommitteert to
envoyé van deesen Staet; Guldeleuw 2) nltuere^cke brot
der yan den Coninck is van syn vrouw, volgenl V adws
mi telquot;t fnbsp;geschyden%nde gep^!
ónderen ÏTnbsp;^^^^o onder den
anderen met conden accordeeren
Parys 7 November, de Groot.
Van den secretares Romp den selfde date: versouckt de
recredentia 3) en behoorlycke vereeringe te mogen dofn
Constantinopelen van Collier, 15 Augusty, 24 September.
Verbot der brandewynen en Franse manifacturen mede
voort te gaen en den Fransman daer tot reeden te brengen
Dat geen uytstel dient langer uyt gestelt. De France minis-
1) Vgl. Resol. Holland 11 Nov 1670
3nbsp;in Engeland.
Sov m/ -W™»™ v.n Llonne. Vgl.nbsp;HoIliS 5
-ocr page 307-ters seggen, dat yder can doen in syn lant, dat hem best
dunckt.
De Eedelen versoucken, dat ent van behoort gemaeckt te
werden.
Dort, Haerlem, Delft, Lyden.
Rotterdam alleen exepieert noch haer principaelen ordre
op de executie en neemt aen een keer te doen om haer
advys prompt in te brengen.
Amsterdam proponeert weder, dat mach een resolutie
genoomen werden, dat de resolutie van Hollant, reflectie
hebbende ende relaas tot voorgaende resolutie, de extentie
met de voorgaende relatie moogen Averden geextendeert, i)
alsoo nu den een en dan den andere ter vergaederinge synde
daer kennisse van connen hebben.
Wat klaerder te werden door Amsterdam opgestelt; dat de exten-
tie nu dickmael lang vallen en daer alle de relatie in te voegen
met doenelyck schynt te weesen; soo Amsterdam eenige exem-
pelen op te stellen, was dienstich.
Den Raetpensionares syde, dat alles soo klaer stelt, als ymant
neett gedaen.
Nota. 't Was vremt extentie te wiUen leeren steUen aen den Raet-
pensionares.
Request der Oostlanders 2) in Delftlant: den ontfanger
of penningmeester is doot, questie te excecuteeren wegens
den ontfang.
19 Maert alle gesamentlyck is gebesoigneert middelen ter
Admiralityt.
Best was een verdrach te maecken op de lasten van yder
collegie, hoe lang de extreordenares lasten soude connen
loopen en dan afgedaen werden. Ten waert eenige invallen-
de oorlooge, dat die soude moeten gecontinueert werden, of
dien tyt gedurende stil te staen. s)
Dit wierde by den Raetpensionares geproponeert.
1)nbsp;Amsterdam stelt voor om voorafgegane besprekingen uitvoe-
rig in de resoluties te vermelden.
2)nbsp;Hieronder worden verstaan de Oost-Ambachten van Delft-
land. Vgl. Tegenw. Staat, dl. VI, pag. 478.
3)nbsp;In de vergadering van Maart had Amsterdam geweigerd
haar goedkeuring te hechten aan het opleggeld der granen en
de verpachting van de Waag, voordat de 1/3 vergoeding van de
convooien en hcenten zou zijn afgeschaft. (Zie pag. 30, noot 1)
Tenslotte had de stad haar verzet opgegeven, daar de andere leden
verklaard hadden een voorstel van De Witt in overweging te zul-
len nemen. De inhoud van dit voorstel was als volgt- De 1/3 ver-
hoogmg zou nog drie jaar blijven bestaan. De opbrengst zou
(356)
Het rapport was, dat den 7 November ter Generalityt in
gebracht is, een advys uyt alle de collegie ter Admiralityt •
een vloot m zee te brengen i)
48 scheepen.
24 : tot 60 ä 70 stucken, 300 matrosen, 50 soldaten ■
24 :tot 40 ä 60 stucken, 200 matrosen, 20 soldaten,'
12 fregatten, 20 ä 30, 80 matrosen, 20 soldaten;
12 branders, 20 man yder;
6 galjoeten;
8 maende sullen costen 5 millioen; te vinden uyt de extre-
ordenares consenten.
Michel Nelle, vaendrich, versouckt genaturaliseert te
werden.
Toe te staen op gewoonelycke forme van dat 't selfde niet is te
verstaen daermeede eenich recht van adel, officien etc uvt te
moogen sustineeren. Leest foly 311.
(357)nbsp;WOENSDACH DEN 12 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Sasburg, 9 November, uyt Brussel: de Fransman licht
syn volk uyt de frontieren en werden gesonden nae Eorai-
nen.
Messive van Alckmaer wegens 't eligeeren van een no-
tares. Wert gesonden aent Hof.
Noach Francken van Delft, geweesen predicant op de
vloot, beroepen tot Slydrecht en geapprobeert by den Heer
van Slydrecht en het classes syt nae syn persoon te sullen
verneemen om tegen Paech als wederom vergaeren, te dis-
poneeren.
De gedeputeerde vant synodes, verklaeringe een bequaem
man te weesen.
De gemeente versouckt, dat de Staaten gelieven te appro-
beeren, of by provisie de kercklycke dienst mach door
hem bedient werden.
Slydrecht.
echter gebruikt worden tot aflossing van de schulden der admi-
rahteitscolleges. Deze zouden opgave moeten doen van hun schul-
den, mkomsten, en uitgaven. Zoodra de schulden afgelost waren
zou de 1/3 verhooging afgeschaft worden. Vgl. Resol. Holland 19
Maart. Zie ook pag. 231.
1 ) Resol. Holland 11 Nov. 1670.
-ocr page 309-De classes sullen aenstonts den predicant bevestigen. Soo 't selfde
niet doen, de Gecommitteerde Raeden te lasten de excecutie.
Dort neemt over.
Project wegens den Kyser te trecken in den Triple Alli-
antie is geleegen in Tatyn. Eenige veranderinge van een
en andere artyckelen.
De provintien hebben 't selfde gesonden aen haere principalen.
De thooren van der Schelling, of Brandares te reparee-
ren.
(358) Point van jurisdictie wegens den commies van Leeuwen.
De resolutie van Hollant is gebracht ter Generalityt en
Uytrecht en Zeelant voegen haer by Hollant; de andere
provintien hebben geschreeven, alsoo een point van conside-
ratie is. De clercken van den Raet van Staaten, ontfanger,
tresorieren, secretares etc., in haer bestier gedelinqueert heb-
bende, te staen ter judicature van den Raet.
Utrecht heeft een camerbewaerder van den Raet van
Staaten in arrest genoomen by retorsie. Den Raet van Staa-
ten heeft heftich geschreven en oock den Generalityt en is
eyndelyck ontslaegen. i)
Is geresolveert, dat de clercken by relatie te laeten staen ter judi-
cature van den Raet.
De dry Schotsche predicanten overgeschreeven nae Enge-
lant, of haer daeraen is geleegen, en is niet opgevollicht. 2)
Octroy West In. Comp, is den 16 October ter Generalityt
geconcludeert volgens de resolutie van Hollant.
Ter Generalityt is gebracht de resolutie van Hollant, we-
gens het logeeren in herberge en ordenaressen, te weeten,
dat die in de Staaten-collegien, of Hoven van Justitie syn
in geen ordenaressen of herbergen te moogen woonen.
Dat haer wel heeft bevallen en geschreeven om ordre, om
't selfde meede te doen.
Belasting van traen en speek is ter Generalityt geconclu-
deert 8 gl. par quarteel, boven 't ordenares. Baerde van wal-
vissen.
1 ) Vgl. Resol. Holland 12 Nov. 1670 en pag. 61, noot 3.
2)nbsp;Vgl. pag. 164, noot 1.
3)nbsp;Vgl. pag. 203.
-ocr page 310-(359)nbsp;Hartoch van Lorrainen versouckt assistentie en intercessie.
't Fransche schip Dolfyn in Guinea beschadicht door 't
schip Amsterdam genaemt. i)
De informatie en verklaeringe te stellen m handen van Dort en
andere commissaressen van zeesaecken.
Clachten van Denemarcken over de fraudatie der tollen 2)
Gue wegens Denemarcken: clachten over de Oost In. Comp
en de schout van Amsterdam.
Oost In. artyckelbrief belooven in geen employ van vreem-
de prmcen te moogen laeten gebruycken. Een man heeft sich
begeeven in dienst van Denemarcken nae Oost In. De schout
en scheepenen moeten nae de placcaten en artyckelbrief sen-
tieeren.
Wegens Engelse scheepen, door Spaense aen Curacouw
opgebracht, questie. Yder klaecht mishandelt te weesen.
France klaegen noch over scheepen van de Damsons, 3)
die willen negotieeren op haer ylant Dominique en de inge-
seetenen opgemaeckt en willen doen revolteeren.
(360)nbsp;Suriname en Essequeboa), accoort tussen Zeelant en
West In. Comp.
Questie met de tollenaers in Denemarcken, niet willende
obedieeren de paspoorte en billjetten van de ontfangers.
Daerover is geschreeven. 4)
Te examineeren 't placcaet, dat geen oorloochscheepen
coopmanschappen moogen voeren, doch 't artyckel van geen
gout of silver in te moogen neemen, uyt oorsaeck der En-
gelse oorlooge met Cromwel, welcke laeste nu wel can uyt-
gelaeten worden. 5)
Finantie te foerneeren tot betaeling der recrute van den
a) Hs.: Zeerenam en Ysekepe.
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 12 Nov. 1670 en pag. 262 en 307
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;De Lampsins, handelshuis te Vüssingen.
4)nbsp;Vgl. Resol. HoUand 12 Nov. 1670 en pag. 5, noot 3.
5)nbsp;Voor het plakkaat zie Resol. HoUand 12 Nov. 1670.
-ocr page 311-voorleeden somer, synde 3 maenden, waertoe den ontfanger
Uytdenboogert syt geen gelden te hebben, i)
Commissaressen der finantien.
Van der Perre, boedelsquestie over de jurisdictie tussen
Utrecht en Amsterdam. Yders bericht ingecoomen. 2)
Gestelt in handen van commissaressen: Haarlem, Delft, Lyden,
Amsterdam, Alckmaer, Hoorn.
Martines Martens: versouck van represalien op Spaigne. 3)
In handen van voorige Commissaressen.
Cloeck, raetsheer, overleeden synde, wert in cas van een
revisie een ander versocht.
Alewyn in de plaets.
(361)nbsp;DONDERDACH 13 NOVEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop.
Besoigne Admiralityt opt afschaffen der extreordenares
middelen ter zee. 4)
Dort, Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam, Goude, Rotterdam,
Schiedam, Alcmaer, Hoorn, Enckhuisen, Medembliq.
Dort: geen tyt te weesen van af te schaffen, daer midde-
len sullen moeten werden gevonden; dat Amsterdam in den
jaare 1668 over geleverd hebben een deductie, slaende op
vreede-tyten; en 1/3 te laeten tot afschaffing en dan die
meede af te schaffen, tenwaare by oorlooge wederom te con-
tinueeren; 5 Maert 1652 resolutie': de lasten niet af te schaf-
fen, tensy eenparich en na afdoeninge der lasten; oversulx
van'geen afschaf finge behoorde te werden gesproocken; aen-
gaend het tweede hebben niet teegen, met de Admiralityt
werd gebesoigneert, wanneer die lasten soude moogen afge-
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 12 Nov. 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Idem en pag. 217.
4)nbsp;Het volgende bevat besprekingen over twee punten: 1 0
het mogelijk is de 1/3 verbooging van de convooien en lioenten
af te schaffen; 2° op welke wijze dit zou kunnen geschieden in
overleg met de Admiraliteiten. Dordrecht wijst er op, dat afschaf-
fing van de 1/3 verhooging volgens de resolutiën van 5 Maart
1652, 7 Augustus en 22 December 1655 alleen kan plaats vinden,
nadat de schulden zullen zijn afgelost en met algemeene stemmen.
Het woord „lastenquot; gebruikt Bontemantel afwisselend in de be-
teekenis van middelen ter zee en schulden.
schaft werden, maer sal een lange tryn hebben en oversulx
vei^oucken Amsterdam het eerste point te laeten loopen
Haerlem: 2 pomten: of nu tyt is om af te schaffen en
hoe en op wat manier met onderling consent sal connen af-
geschaft werden; is nu geen tyt; op vryicheyt van consenten
is een dispuut van groote ommeslach; hoopen, Amsterdam
meemnge selfs is: nu niet af te schaffen.
Amsterdam wort versocht door Dort eenige voorslaegen
te doen op en wat manier de afschaffing der extreordenares
lasten ter zee. i)
Hebben ahyt getracht nae de afschaf finge. Het is tyt en
noodich, of de negotie verloopt, 't Syn gronden van neces-
sityt.
Te besoigneeren met de Admiralityt om fondementen te
leggen, op wat manier af te schaffen, nae haer lasten en in-
coomen getrouwelyck geopent sullen syn.
Amsterdam heeft sedert twee jaren niet geconsenteert in
de petitie der Raet van Staaten wegens de extreordenares
middelen, doch worden evenwel gecontinueert, dat buyten
ordre van regeeringe is.
19 Maert 1670: overslach te maecken om binnen eenige
jaaren, nae overlech met de Admiralityt, de extreordenares
lasten af te schaffen; een gedeelte te laeten tot betaeling
voor soo lang de lasten af sullen syn. 2)
Delft. Nu niet in te treeden op de disputen van de lasten
en hbertyt van dien, maer door nootsaeckeyt vant afschaffen
der lasten nu te swygen; hebben tot de besoigne niet teegen
doch IS nu geen tyt en Amsterdam selfs in haer deductie
hebben gesproocken als in tyt van vreede en geen extreorde-
nares equipage nodich is; nu is kennelyck, dat extreordenares
equipage nodich is.
Lyden: dat niet dan door Godts miraeckelen uyt den oor-
looch sullen blyven; afschaffen, nu geit noodich is, ongefon-
deert en versoucken Amsterdam etc..
Amsterdam: persisteeren en staen op de vryichyt der con-
senten, maer bekennen nu geen tyt is daer van te spreecken •
dat behoorde aenvang genoomen te werden op de middelen
en besoigne hoe en op wat manier moogen ontlast werden en
meende, dat nu met de Admiralityt soude op deese besoigne
besoigneeren.
1)nbsp;HierM volgt het antwoord van Amsterdam op de uitnoodi-
gmg van Dordrecht.
2)nbsp;Vgl. pag. 30 en pag. 227, noot 2.
(362)
Goude: dat soo Amsterdam van meeninge is van nu
voortaan middelen werden beraemt hoe en wanneer de extre-
ordenares middelen sullen coomen te cesseeren, dat dan daer
niet teegen hebben, met dien verstande, dat tot dan de tegen-
woordige extreordenares middelen by provisie continueeren
en tot noodige ordre te beraemen laeter mach werden ver-
staen.
Rotterdam; etc..
Eenparich van advys, dat nu geen tyt is van ontlastinge;
yder souckt ontlastinge, maer yder souckt oock bescherminge
in deese perickeloose tyt; de provintien sullen noch connen
sulx niet toestaen; oock de lasten syn gehipotequeert voor de
gelichten gelden.
Conclusie, dat alle de la............i)
(363)nbsp;DONDERDACH 13 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Londen 8/18 November, Booreel en van Beuningen: 8 hon-
dert duysent ponden steerling equipage van 50 van de grooste
scheepen versouckt aen de parlementen;
6nbsp;eerste rang der scheepen;
7nbsp;tweede rang;
19 derde rang;
18 4 rang;
50
9 kitsen; 2)
15 branders;
Prins Robbert de vloot te commandeeren admirael; Allen 3)
uyt de Straet te ontbieden; den Prins v-an Orange is tot Ro-
chester gecoomen.
Notificatie.
Brief van van Beuningen alleen aen den Raetpensiona-
res: 4) de schildery tot Dort van Chattem, een penning by
1)nbsp;Waarschijnlijk is de conclusie geweest, dat de Admiraliteiten
hun inkomsten, uitgaven en schulden zouden moeten opgeven. Vgl.
Resol. Holland 21 Nov. 1670.
2)nbsp;Kits, zeker Engelsch eendeksch vaartuig met drie masten.
3)nbsp;Thomas Allen.
4)nbsp;Deze brief komt niet voor in de uitgave van de Brieven aan
De Witt.
een parteculier gemaeckt en by Jan Soet 't schrift, by den
Conmck onsmaecelyck; oock dat het Engels genoomen schip
m Goeree leggende en om geit wort gesien; 7 hondert duy-
sent guldens aen den Coninck verstreckt heeft sooveel goet
met gedaen als de voors. saecke aenstoot geeft; daerom geeft
in bedencken, of men 't voors. schip aen den Coninck niet
soude connen vereeren of sloopen, de schildery wegneemen
en den penninck verniticht;
daer wort gesyt tapyten gemaeckt worden om op een stadt-
huys te hangen, daer de victorie, op Engelant bevochten,
soude op staen en door de Oost In. Comp, een oorlooge is ge-
sonden met deselfde figure.
Dit byde is niet waer bevonden, i)
't Sohip in Goeree 't waepen te veranderen en wech te neemen
en een ander naem te geeven; penning te verneemen door Am-
sterdam en den stempel in te trecken en den penningen in te
haelen van die wU en die betaelen; de schildery tot Dort hangt
m een besloeten camer en yder schildert de victorie en laeten de
voorsichtichyt aen de heeren van Dort; oorlooge te informeeren. 2)
Couranten te verbieden is tot naeder deliberatiën uytgestelt.
Rotterdam gesondeert over het point der verbot van de
brandewynen, waerover een keer nae haere principaelen heb-
ben gedaen.
Versoucken eerst te weeten hoe sich te draegen, dat de in-
geseetenen, die effecten en scheepen in Vranckryck hebben,
soude moogen werden bevryt voor schaede door arresten als
anders en dat gedaen synde haer last te sullen uyten.
1662. De cautelenS) ongefondeert; 't syn wetten, die yder lant
maeckt niet met intentiën om oorlooch aen te gaen; dit tractaat in
1622 gemaeckt syt: geen arresten moogen gedaen werden dan ses
maenden nae den oorlooch; magistraeten moeten sorg draegen.
Is geresolveert eenparich alle de placcaten vast te stellen van ver-
bot van brandewynen, belastinge der France waeren en manifac-
tiiren en botter, caas, speek en vlees te belasten, met dien ver-
stande, dat het verbot van brandewynen ter excecutie sal werden
geljrt, naedat het selfde ter Generalityt sal geresolveert weesen,
1)nbsp;Bij nader onderzoek bleken deze laatste berichten toch juist
te zijn. Vgl. Brieven van De Witt, dl. IV, pag. 111.
2)nbsp;In zijn correspondentie met Van Beuningen bespreekt De Witt
deze Engelsche klachten uitvoerig, (vgl. Brieven van De Witt,
di. XV, pag. 106 sqq.) Voor het tapijt en den penning zie resp Wage-
naar, a.w., dl. XIII, pag. 478 en Van Loon, Beschrijving der Ne-
derlandsche Historiepennmgen, dl. II, pag. 557.
3)nbsp;Cautele = voorzichtigheid. Het volgende wordt aan Rotter-
dam tegemoet gevoerd.
(364)
veertien daegen naedat de France ordenares brieven sullen ver-
trocken syn nae de resolutie. 1)
Beuckermanes uyt den Pais, professer in rechten.
Lyden versouckt, dat Hollant gelieft in faveur te schryven. 2)
Fiat.
Luytenant admirael van Gent, 't huys gecoomen, presen-
teert rapport te doen, gelyck ter Generalityt heeft gedaen, of
dat men het soude houden voor gedaen. 3)
Voor voldaen.
Amsterdam uyttert haer last wegens den secretares Romp,
van geen tractement, maer wel een vereeringe toe te leggen.
Ambassadeur 't huys.
2000 gl. remuneratie te doen en liefst saegen dat blyft, doch in
syn keur te stellen. 4)
Admiralityt Amsterdam memory: 10800 gl. te betaelen
aen de scheepstimmerlieden, die de scheepen voor de bestem-
de tyt syn voltimmert geweest; versoucke geit daertoe mach
gefourneert werden, alsoo tot haeren last niet en staen. 5)
Commissaressen over de 30 duysent guldens, die de Admiralityt
Noorderquartier schuldich is. De Gecommitteerde Raeden vant
Noorderquartier eerst te spreecken.
(365) Clachten der hooftoffecieren ter zee in het Noorderquar-
tier, gemaeckt in den laesten Engelsen oorlooch.
Moeten haer addresseeren aen de Admiralityt.
VRYDACH DEN 14 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Geleesen: concept-placcaet vant verbot der brandewynen
en gedistelt waeteren; de France manifacturen, concept plac-
caet; vlys, speek, caas, met 25 p.cente belasten.
26 April 1670.
1)nbsp;Volgens het concept-plakkaat was de invoer van brandewijn
verboden 3 weken na de uitvaardiging van het verbod. Vgl. Resol.
Holland 13 Nov. 1670.
2)nbsp;Curatoren van de Leidsche universiteit verzochten de Staten
om aan den Keurvorst van de Palz te schrijven, of deze Beuckel-
mannus wilde toestaan zijn benoeming als professor te Leiden
aan te nemen. Vgl. Resol. HoUand 13 Nov. 1670. Voor het antwoord
van den Keurvorst zie hierna pag. 285.
3)nbsp;Vgl. Resol. HoUand 13 Nov. 1670.
4)nbsp;Vgl. idem en pag. 226.
5)nbsp;Vgl. idem.
-ocr page 316-Gearresteert op de resumptie, mits in plaets van 14 daegen drv
weecken nae de resolutie ter Generalityt geen brandewynen in de
landen te moogen coomen.
Rang der capetynen sonder onderschyt der collegie. i)
Gedeelte der prysen, dat nu by de Raeden der Admirali-
tyten genieten, af te schaffen. 2)
Walvisbaerde te belasten, die in deese landen werden ge-
bracht uyt andere landen, 25 p.cente, mits werden ontlast
van de extreordenares lasten. 3)
(366) Vryen uytvoer der wynen voor ambassadeurs af te schaf-
fen. 4)
Belastinge te....(?) tot Vranckryk afschaft
SATERDACH DEN 15 NOVEMBER 1670.
Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Geleesen een brief uyt Poolen van De Wit.
Lyden geeft te kennen, dat gemerckt ward, dat den am-
bassadeur de Wit in de sermonie op de crooninge der co-
ninginne schynt de catholycke godtsdienst in de ceremonie
geassisteert of bygewoont te hebben.
Sal naerder hiervan gedelibereert werden en eerst een brief te
schryven int parteculier, hoe het is toegegaen. Leest foly 368.
Dry weecken. Nae de dry weecken gelaeden en nae de dry
weecken binnen coomen, sullen in handen van de magistrae-
ten gelevert werden en sullen moeten betaelen het in en uyt-
gaende recht.
Brandewynen.
Pachteren, of te presenteeren te laeten houden, of te moo-
gen quiteeren, mits betaelende pro rata en dan wederom op
te vylen. 5)
De commissaressen der manifacturen een besoigne te maecken.
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 12 Nov. 1670.
5)nbsp;Met het oog op het nieuwe plakkaat zal aan de pachters der
brandewijnen de keus gelaten worden, of zij hun pacht willen
behouden, of niet.
(367)nbsp;Lyden proponeert wegens 't middel vant klyne seegel eeni-
ge verandering te maecken. i)
Geëxamineert door commissaressen van finantien en Gecommit-
teerde Raeden.
Uytdenboogert, ontfangers restant is geadvoieert uytge-
noemen een somme van omtrent 300 gl.. 2)
Fiat.
Rotterdam propositie wegens het gemael: niet te sullen
consenteeren, tensy de platte landen de steeden ongemo-
lesteert laeten. 3)
Geëxamineert door commissaressen van de finantien en Gecom-
mitteerde Raeden.
1, 2, 3, pointen van beschryvinge in deliberatie.
Hoogen Raet advys wegens het request van Pergens en
consoorte. 4)
(368)nbsp;DYNSDACH DEN 18 NOVEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Rapport der brandewynen en manifacturen vant geen we-
gens Hollant voorleeden Saterdach is ter Generalityt ge-
bracht :
Gelderlant: fiat met Hollants pampier;
Zeelant: den 25 deser te brengen aen de Staaten in Zee-
lant ;
Utrecht: fiat;
Frieslant: ordre te verwachten;
Overyssel: fiat;
Stadt en Landen: ......
Op den naem van Haere Ho. Moogende geschreeven aen
de provintien Zeelant, Vrieslant en Stadt en Landen wegens
het verbot en belastinge der France waeren.
Adam Bessels, advocaet, out over de twintig jaaren ver-
souckt veniam estates. Fiat.
Niettegenstaende de vaeder en moeder noch in leeven wae-
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 15 Nov. 1670.
2)nbsp;De ontfanger werd gedechargeerd van 187200 gl., die enkele
pachters te Amsterdam niet hadden betaald. Vgl. Resol. Holland
15 Nov. 1670.
3)nbsp;Vgl. pag. 95, noot 2 en Resol. Holland 15 Nov. 1670.
4)nbsp;Vgl. Resol. Holland 15 Nov. 1670.
-ocr page 318-ren. Nae de Roomsche wetten soude genoch syn dat de
ouders haer soon emancipeeren.
Dochters out 18 jaaren en jongmans over de 20 jaaren versou-
den ouderdom als uyt de doopboucken of bybels etc. en ^oo^
schryven van burgemeesteren. Leest foly 468 en foly 8.
14 November Parys, van de Groot messives: intreede
Dynsdach te doen.
Weenen, 2 November, van Hamel Bruning: den nuntius
van den Paus was verwondert, dat den ambassadeur van
deesen Staet, de croning en de sermonie van den coningin
van Poolen had bygewoont, die catholyck waeren.
Leest foly 366.
Collegien ter Admiralityt: advysen om een vloot in zee te
brengen en de galljoeten en bootsvolck te vermeerderen boven
het voorgaende concept en geeft in bedencken noch eenige
groote scheepen van de grooste charter te bouwen; daer syn
in den oorlooch geresolveert 22 te bouwen en daer syn maer
5 gebout; te examineeren een school daertoe op te rechten
voor de vloot tot constapels. i)
(369) Rapport door Vivien wegens clachten der ingeseetenen
van Oosanen, hebbende gevist op de cust van Harderwyck
en gevangen en gestraft ende gecost 2400 gl. door die van
(jelderlant: 2) Gelderlant seggen, dat niet moogen vissen;
vissen met nieuwe en vremde netten; daer haer jurisdictie is
te lant ende te waeter en haer visserye wort benaedeelt en
hebben daerom gemaeckt placcaten daerteegen; de vissers
seggen altyt in de Zuyderzee gevist te hebben, gelyck die
van Gelderlant gedaen hebben op de Zuyderzee en om-
trent Medenbliq; dat de netten syn anders niet dan als men
gewoon is te vissen, met groote maesen om groote en geen
dyne vissen te vangen.
Daerom oordeelen commissaressen, dat behoorde een nau-
wer messive af te gaen aen Gelderlant en te laeten die van
Oossanen en andere vissers, en restitutie der gelden en haer
placcaet in te trecken en met de gedeputeerde van Gelder-
lant ter Generalityt te confereeren.
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 18 Nov. 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 164, noot 2 en Resol. Holland 18 Nov. 1670.
-ocr page 319-(372)nbsp;WOENSDACH DEN 19 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Constapels school op te rechten en de instrumenten tot
costen vant lant. i)
Notaressen cohieren en registeren nae haer doot op se-
cretary te brengen, is bygevoecht: „onvermindert en sonder
prejuditie nochtans van de keuren en locale statuten, die
eenige steeden voor date vant arresteeren der voors. publi-
catie dienthalven soude mogen hebben gemaeckt en gedaen
emaneeren, ofte met approbatie van Haere Ed. Gr. Mo.
naermaels noch coomen te maecken en te doen emanee-
ren.quot; 2)
Alle keuren gemaeckt, stryende tegen de placcaten, moeten by de
Staaten geapprobeert werden, ofte worden gehouden corrupueleen
by de Hoven van justitie geen recht op gedaen.
Beverning doet rapport wegens de besoigne gedaen in
Brabant: 3) welstant der Nederlanse Spaense provintien be-
staende, dat de militie niet werd betaelt; 6000 paerden,
20000 te voet aldaer noodich; te betaelen uyt de convoyen
en de subsidie der provintien en steeden en de rest van
Spaigne te ontfangen, daer by alle foelie en plunderye ten
platten lande sullen voor gecomen syn; accoort te maecken
wegens de patenten als deese landen; soo den Coninck de
remise niet overmaeckt, soude de accoorde te niet werden.
Welck concept uyt te wercken hy, Beverning, een keer te
1)nbsp;Vgl. Resol. Holand 18 Nov. 1G70.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Alvorens naar Spanje te vertrekken werd Van Beverningk
verzocht eerst een reis naar Brussel te maken, om aldaar met den
Graaf de Monterey een onderhoud te hebben over eenige punten
„concernerende den welstand ende de conservatie van de pro-
vinciën van syn gouvernement.quot; Deze punten vermeldt Bonte-
mantel tot aan: „Welck concept,quot; daarna vervolgt een verslag
van het gesprek. Met groote openhartigheid zette de Graaf
voor Van Beverningk den financiëelen toestand, waarin de Spaan-
sche Nederlanden verkeerden, uiteen. Vlaanderen zou 1500000 gl.
opbrengen, Brabant 800000 a 1000000 en de andere inkomsten
zouden ongeveer 2500000 bedragen. Verder werd gesproken over
de betaling van de soldaten, den toestand van het leger en over
het overmaken van het geld uit Spanje. Vgl. Verbael van de
commissie dewelcke den heer van Beverningk heeft bedeed, als
Extraordinaris Gedeputeerde van H.H. Mog. aen den Graeve van
Monterey, Gouverneur van de Spaensche Nederlanden, in den
jaere 1670.. Alg. Rijks-Archief en Van Dijk, a.w. pag. 364 sqq..
doen nae Brabant by den gouverneur Montroy; is wel ont-
fangen.
130 comp. te paert 6000 sterck.
26 frontierplaetsen te besetten.
Heeft 17 duysent man te voet.
Heeft 30 duysent van nooden.
Convoy en licenten.
De provintien.
15 hondert duysent, Vlaenderen.
24 à 25 hondert duysent gulden alle en 8 à 10 hondert duysent
gulden Brabant.
Monteroy is van reedelyck verstant, spreeckt als een Fransman
Frans.
Alliantie offensief en diffencief.
Lotheringen heeft veel volck by den anderen en heeft veel geit in
de banck tot Amsterdam.
(373) Van der Dussen doet rapport wegens de commissie van
het klyne zeegel, op voorstel van Lyden : meenen, dat, alsoo
yder niet by de hant zeegelen heeft, soude connen toege-
staen werden veertien daegen nae het passeeren soude vry
staen een clyn seegel te moogen slaen. i)
Eedelen versoucken, alsoo eenige van Lyden, als de Plaes,
over het jaegen gegyselt, hebben gelicht mandement van
complainte by den Hoogen Raet, in plaets van voor houtves-
ter en meesterknaepen terecht te staen, besoigne daerover
te leggen. 2) Leest foly 390.
Een brief van twee distincte leeden aen den Raetpensio-
nares gegeeven, van Parys, seggende, dat den Coninck van
Vranckryck heeft afgesonden een man om de frontieren te
inspecteeren, descriveerend a) syn gedaente en kleedinge
etc. en is geleesen.
Nota, Hudde, scheepen tot Amsterdam, heeft die overge-
geeven aen Burgemeesteren, die deselfde hebben gesonden
aen de gedeputeerde. Dort en Rotterdam is deselfde messive
meede toegesonden.
Bernardes Waeterbeeck, predicant in de Maiyerye van
den Bos, is gespoelieert door eenige Spance Ruyters en
o) Hs.: desiriveerend.
1 ) Vgl. Resol. Holland 22 Nov. 1670.
2) Idem.
huys berooft. Bedraegt omtrent 6000 gl. De Generaltyt or-
dre, aen de Spaense goederen incoomen in de Myerye daer-
toe te excecuteeren. De gedeputeerde ter Generalityt heb-
ben 't selfde overgenomen, i)
(374) Of men Detucom sal forteficeeren tot costen van lant of
niet.
Jorck Schryning, secretares van Sasburg, schryft uyt Brus-
sel, dat Beverning aldaer van sachter humeure is bevonden
als tot Acken.
De hartoch van Lotheringen doet instantie om in deese lan-
den te mooge coomen.
Hynsius, 15/25 October uyt Stockholm; is toegestaen
schriftelyck syn afschait te mogen neemen van S. Harsen,
magistrait, en heeft de presenten gerefuseert; Astracanse
rebel is noch dapper doende; een nieuwe rebel is opgestaen;
een groote brant is geweest in de Moscauw; een af-
gesant staet te comen om eenige silverplaeten te coopen tot
de munt; te tracteeren met cooplieden om met as 2) te be-
taelen.
Uyt Coppenhagen, 8 November, van La Maire: 6000 ruy-
ters in dienst; 10 oorloochschepen te equipeeren; dessyn op
Harnburch.
Deese middach, synde den 19 November, heeft Valcke-
nier over tafel den pensionares Hop heevich en onfatsoene-
lyck overgehaelt, seggende dat onbequaem is en noyt be-
quaem sal werden en het selfde noch eens heeft gesyt, alles
in breede, haestige en oploopende woorden, in presentie
van Vlooswyck, Bontemantel en Corver. 3)
1 ) Vgl. Resol. Holland 22 Nov. 1670 en pag. 285.
2)nbsp;Koper.
3)nbsp;In de Resol. Raad III, I, fol. 415 en 416 deelt Bontemantel
ons in den breede mee de „haestige en oploopende woordenquot;,
welke Valckenier Hop toevoegde. Deze passage is afgedrukt in:
De Regeeringe van Amsterdam dl. II, pag. 87 uitgave Kernkamp.
Op Kerstdag uit de Remonstrantsche kerk komende, verhaalde
Hop aan Bontemantel, dat Valckenier bekend had „door haes-
ticheyt vervoert geweest te syn en naerderhant het eerste glaes-
je wyn aen hem, Pensionares, had toegedronken.quot;
Staten van HoUand 1670.nbsp;16
-ocr page 322-(375)nbsp;NAE DE MIDDACH. i)
Besoigne Admiralityt. i)
Maes: loopende middelen gecontinueert, doch syn onmoege-
yek tot substeentie; en de extreordenares middelen gecon-
tmueert tot betaelmge der lasten, die dagelyx aenwassen • 1/3
verhoogmg is noodich geweest om de loopende middelen te
helpen; soo de extreordenares middelen wierde af geschaft
de zee onvailich wordende, soude meer moeten gegeeven
^^
£nbsp;van 36 scheepen nae
Amsterdam: Ordenares middelen niet bequaem de ordenares
lasten te draegen, die seedert eenige jaaren seer syn vermeer-
dert, soodat op een darde de oncosten niet soude connen toe-
rycken, of betaelt werden; soo de extreordenares middelen
werden afgeschaft, dat moeten nootsaeckelyck andere mid-
delen uyt gevonden werden.
Noorderquartier: 't selfde om, soo de extreordenares mid-
delen afgeschaft, niet bequaem sullen syn de ordenares
middelen te connen voldoen.
Seggen alle, dat seedert 1668 door de extreordenares
equipage tegen de Turcken meer syn ten achteren geraeckt
als doen waeren en dat in noodige equipaege dooir aen-
schryven is belast de ordenares en extreordenares middelen
te gebruycken; soo de subsidie alle waeren betaelt geweest,
soo soude de lasten extreordenares connen afgelost wor-
(376) den; seggen de 1/3 verhooging brengt soo veel niet op als
de oncosten van het onderhout der scheepen.
Alsoo Dort nootsaeckelyck om eenige saecken heeft moe-
ten vertrecken en den heer Fagel syt geen soo grondige
kennisse te hebben, soo is deese saecke uytgesteh.
1) Het volgende bevat besprekingen over een advies van com-
missarissen rakende de afschaffing van de 1/3 verhooging van
de convooien en licenten. Voorgesteld werd om deze 1/3 ver-
hooging nog 21/2 jaar te laten bestaan. De opbrengst hiervan
zou uitsluitend gebruikt worden tot delging van de schulden der
resp. admiraliteitscolleges. De commissarissen hadden een lijst
gemaakt van de schulden der colleges en een raming van de
opbrengst der 1/3 verhooging. Hier en daar wijken de cijfers
van Bontem^tel af van die, welke in de Resol. vermeld worden.
Vgl. Resol. Holland 21 Nov. 1670.
20 NOVEMBER DONDERDACH VOOR EN NAE
MIDDACH
Besoigne ter Admiralityt.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, pensionares Hop.
Voor de middach.
Verstaen de schult der collegie respective te stellen op 2
milioenen wegens de extreordenares lasten ende 't selfde
incomen daertoe te affecteeren en nergens anders toe te
gebruycken, als tot aflossinge van de lasten; anders doende,
de heeren daer over aenspraekelyck te syn; voorstel: twee
jaaren noch te laeten loopen. De collegien hebben geen gelt
van andere natuer gebruyckt dan tot extreordenares equi-
page uyt speciale last en aenschryven van Haere Ho. Mo.,
daerin genoemt syn deese extreordenares middelen, als noch
laest de equipage nae de Middelanse Zee; soo doende sul-
len moeten stil staen en geen ordenares lasten connen be-
taelen.
Collegie van Amsterdam syt, dat sullen geeven voleomen
(377) satisfactie wegens de ordre der H. Mo.; dat goede reecke-
ning en separaet hebben gedaen; leggen in de Generalityts-
reeckencamer.
Siet den staet der schulden van dat collegie; en syn vier
soorte:
Orisonse tol i) heeft haer collegie meest gedruckt en cost
omtrent 17 tonnen gouts; syn gefourneert tot redemptie der
Deensche tollen; 51 tonnen gouts ten achteren;
de schulden ontstaen seedert 1653, syn Engelse oorlooch;
de lasten waeren veel boven de gelden, die ontfangen;
1658 Oosterse equipaege;
huer der scheepen in de Middelanse zee, ten dienste van
Denemarcken geequipeert.
Noorderquartier: geen obligatie, of hebben een clausule
uyt wat resolutie die opgenomen S3'n; en syn beryt die alle
te vertoonen en soo faut wort bevonden, sullen het selfs
vergelden.
Collegie tot x\msterdam syt, dat doende syn eenige schee-
pen en branders te prepareeren, die in voorjaer anders niet
1) In het jaar 1649 was tusschen de Republiek en Denemarken
een regeling getroffen over den Sonttol. Voor een bedrag van
350000 gl. per jaar werd de tol afgekocht. Tot 1653 bleef deze
regeling van kracht. Vgl. Kernkamp, De Sleutels van De Sont,
pag. 255.
connen gereet syn; daerom, soo Haere Ed. Gr. Mo. andere
ordre gelieven te stellen ende daernae qualyck te neemen
de vigilantie die daer in doen ende de costen daertoe ge-
bruyckt nu, en nae veel jaaren de afreeckening te eys-
schen......
Vertrocken synde, bekent den Raetpensionares, dat de
Raeden ter Admiralityt eenige saecken spreecken met fon-
dement; als gelt hebben gehadt, hebben schulde betaelt, al-
soo geen intrest trecken en de obligatie hebben laeten loo-
pen; de leeden behoorde eenparich advys te maecken en
elck wat toe geeven; de collegie tegen te gaen is een stoute
saeck en soo die by ordre willen gaen, is de saeck verloo-
(378) ren; en recommandeert Amsterdam het collegie te willen
aenmaenen met de equipagie voort te gaen.
Dort: oordeelt nu geen tyt te weesen van afschaf finge
en hoopt Amsterdam die saecke sal uytstellen; ten uyterste
in tyde van vreede en sonder noodige en extreordenares
equipage te connen gebruycken het last- en vailgelt, en de 1/3
verhooginge tot assistentie der ordenares oncosten te laeten.
Haerlem: of men de consenten mach wygeren, soo lang
de lasten loopen of niet, wil nu niet disputeeren, alsoo lang
de lasten loopen, die door extreordenares resolutie syn el-
ders geemplo3'eert; syn van verstant de saecke te neemen
in globbe en niet nauw^ te parteculariseeren.
Delft: dat Haer Ed. Gr. Mo. de collegie hebben ontboo-
den en gedrycht, dat sullen equipeeren en negotieeren; dat
hier veel sitten, die daer yverich in syn geweest; best is nu
van equipage te spreecken en niet van oude saecken.
Lyden: begrypt de saecke soo, dat best de collegien te ge-
noegen, alsoo, Godt beetert, haest sullen van doen hebben.
Amsterdam: verstaet vry te syn int draegen van consen-
ten en dat de leeden ons gelieven daer in te assisteeren; „Wy
laeten ons niet in disputen; den vroetschappen persisteeren
tot twee maele tot de vrye consenten en dispute maeckt de
saecke erger.quot;
Goude: verstaet de vrye consenten; best te weesen een
conciliatoir te maecken op de voet als deese morgen is be-
gonnen.
Rotterdam: als de extreordenares middelen soude wee-
sen afgeschaft, soude de collegie van Rotterdam ende Noor-
derquartier te niet weesen; van deese questie niet te spree-
cken en te dencken op de aenstaende swaarichyt.
Schiedam: deese questie achter te laeten en op middelen
dencken.
(379)nbsp;Alckmaer: deese questie te laeten en nieuwe ordre stel-
len en daernae te dencken om Amsterdam genoegen te gee-
ven.
Hoorn: by globbe te stellen 23^ millioen.
Enckhuysen: men moet de collegien animeeren; vry con-
sent is niet soo lang de lasten loopen; 2 milioenen is niet
süffisant; loopende schulden syn van een natuer als de obli-
gatie.
Medenbliq: ordre behoorde te werden gestelt tot ontlas-
tinge der schulde.
Raetpensionares: 2 jaar te continueeren het last en vyl-
gelt, doch extreordenares equipage doende, sou de tyt stil
staen; vryhyt nae de twee jaaren met eenparichyt te conti-
nueeren, soo men soe goet vint; 1/3 part te continueeren tot
betaelinge, dat dan sal noch onbetaelt syn.
Amsterdam: syt, dat de resolutie van Hollant genomen
1581, dat in cas van consenten moet met eenparichyt van
stemme gedaen werden; twee jaaren en syn die saecke by
Amsterdam niet geconsenteert en worden eevenwel gehee-
ven tegen de ordre vant lant; dat de collegien door de Ge-
neralityt maer voor een jaar syn opgestelt en te vooren
waeren provinciale collegien; dat over 25 jaaren soude con-
nen opbreecken; Amsterdam sal wel sorg draegen hem te
bewaeren; versoucken gemainteneert te werden in de vrye
consenten; 2 jaaren hebben gesmeeckt, nu moeten recht uyt
spreecken; sullen Godt den Heere de saeck beveelen en
daer is geen apparentie van andere advysen in te brengen;
„Ick heb geen vermaeck in regeeringe; ick heb daer noyt
om gesoliciteert en sal niet soliciteeren; ick regeer alleen
omdat geen lachietayt van Stadtsweegen soude gepleecht
werden; ick heb geen vermaeck in den Haech te weesen;
myn concientie sal niet toe laeten Stadts ruineeren en stelt
sich vast, Amsterdam het anders niet sal adviseeren, noch
nu, noch oyt.quot;
Alle dit neffen staende sprack Valckenier in groote haesticheyt.
(380)nbsp;Raetpensionares: verstaet het last en vylgeh niet can af-
geschaft werden, sonder alvooren de lasten af syn en met
eenparich der leeden; en sal yts op stellen tot reconsiliatie.
Amsterdam syt niet noodich is yt op te stellen.
Rotterdam syt het selfde.
-ocr page 326-VRYDACH DEN 21 NOVEMBER 1670
AÏrSr^^t'quot;nbsp;extreordenares middelen der
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop, pensionares.
Den Raetpensionares hoopt, dat de humeuren wat sullen
deesen nacht beslapen hebben en moderaet sullen wï en
Concept concihatoir; i) dat by resolutie van de heeren
Staeten van dat 1/3 verhooging en last en vylgelt in S
jaaren geheel en al sullen expireeren, de tyt van nu af aen
mgaende, te weeten dat de tyt van extreordenares eqSpaS
met sal gereeckent werden.nbsp;equipage
Dort: op concept conciliatoir, of overeencominge; soude
^^^nbsp;- --- —en.
Haerlem: 't selfde.
Delft: 't selfde.
Eyden: t concept van gisteren best te weesen en 1/3 ver-
hooginge te continueeren om de resteerende schulden met
twee paren te voldoen, doch soo extreordenares wordende
geequipeert, die tyt vast gestelt worden op 1 jaar
Anisterdam: dat wel mogen aensien, dat het voors. con-
cept ter vergaederinge van Hollant wert gerapporteert, doch
onvermindert blyven by de last, die gisteren hebben gesyt.
_ Gouda: hebben met teegen, dat het concept ter vergaede-
ringe wert gerapporteert.
Rotterdam: connen het concept niet aenneemen, tenwaere
andere saecke wierde opgestelt tot verval der groote costen-
de vroetschappen sullen eer de regeeringe quiteeren
(381) Schiedam: men can geen lasten quiteeren, tensy de schul-
den betaelt syn.
Alckmaer: soo daer schulden over blyven, te moeten
weeten waer uyt die dan betaelt sullen connen werden
Hoorn: wd gerust syn wat uyt de lasten sullen connen
betaelt werden; de 8 hondert duysent gulden in deposito en
6 hondert duysent gulden loopende schulden
Enckhuysen : can het concept niet toestaen, ten waere de
schulden betaelt sullen syn en de oversulx geen tyt te stel-
len is, tensy blyckt de 8 en 6 tonnen gout afgeloopen syn-
haer ordenares incoomen van de ordenares middelen syn
s jaars omtrent niet meer dan 30000 gl.
I) Voor het concept-conciliatoir vgl. Resol. Holland 21 Nov. 1670.
-ocr page 327-Medenbliq: geen eontentement, tensy alle de schulden
connen betaelt werden.
Raetpensionares syt, dat het Noorderquartier jaarlyx,
buyten haer ordenares incoomen, wort uyt Hollant gesubsi-
dieert met 70000 gl. ter Admiralityt, volgens accoort van
den jaare 1668.
Calculatie door den Raetpensionares : i)
De Maes in 17 jaaren ontfangen uyt 1/3, getrocken
815 d. 622 gl. is jaarlyx 47 d. 978 gl.
Uyt het last- en vylgelt in 13 jaaren
ontfangen 1 m. 437 d. 453 gl. is
's jaarsnbsp;139 d. 881 gl.
187 d. 859 gl.
Amsterdam uyt 1/3 in
17 jaaren ontfangen
4 m. 437 d. gulden is 's jaarsnbsp;261 d. gl.
uyt t'vyl- en lastgelt jaarlyxnbsp;484 d. 953 gl.
jaarlyx 745 d. 935 gl.
Noorderquartier.
Uyt 1/3 verhoginge in 17
jaaren ontfangen
526 d. 886 gl. 10 st., is 's jaars 30 d. 993 gl.
Uyt last- en vylgelt in 13 jaaren
850 d. 91 gl. int jaarnbsp;65 d. 392 gl.
96 d.nbsp;385 gl.
Maesnbsp;187 d.nbsp;859 gl.
Amsterdamnbsp;745 d.nbsp;953 gl.
Noorderquartiernbsp;96 d.nbsp;385 gl.
In alles 's jaarsnbsp;1 m. 30 d. 197 gl.
op intrest.
By 24 ten hondert verhoocht voor de quaede jaaren in de
17 en 13 jaaren.
Dasten op de extreordenares middelen geaffecteert ter zee.
Amsterdamnbsp;1 m 833 d....... gl.
Noorderquartiernbsp;8 h. 37 d....... gl.
__3 m 389 d....... gl. 3m 389d.
1) Vgl. Resol. Holland 21 Nov. 1670.
-ocr page 328-Wert gepresupponeert, dat de voors.nbsp;extreordenares midde-
len alle 10 maenden in vreedige tyden sullen comen te ren-
deeren,
In de Maesnbsp;205 998 gl.
Amsterdamnbsp;817 978 gl.
Noorderquartiernbsp;105 691 gl.
1 m. 129 667.
En sulx in 23^ jaar 3 m. 389 d.
De Maes moet alle 10 maenden hebben 239 667 gl.
Amsterdamnbsp;10nbsp;611 000 gl.
Noorderquartier 10nbsp;279 000 gl.
1 m. 129 667 gl.
Ergo Amsterdam alle 10 maenden meer incoomen als lasten
2 h. 6 d. 9
De Maes meer lasten als incoomen 33 669 gl.
Noorderquartiernbsp;173 309 gl.
206 978 gl.
Dien volgende sal Amsterdam uytkeeren
alle 10 maendennbsp;33669
En alle 10 maenden 't Noorderquartier 173309
206978
(383)nbsp;VRYDACH 21 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Corver, Hop pensionares.
Ruyl, 1) vroetschap van Haerlem, doet syn eet en opt
Eeuwich Edict.
Advys der besoignes vant voorgaende blat is gehouden
voor gerapporteert en wort overgenomen.
2_pointe: de recruteeringe aenstonts te beginnen en de wer-
vinge te beginnen January aenstaende.
Equipage sooals de advysen der Admiralityt in brengen.
I ) Mr. Johan Ruyl.
-ocr page 329-(384)nbsp;POST MERIDIEM 19 NOVEMBER 1670. i)
Besoigne met de Gecommitteerde Raeden van byde quar-
tieren wegens de finantien. 2)
Oevertuere der finantie.
Incoomen dit jaer bestaen in vier
posten ■
verpondinge is als int jaer 1668nbsp;2 m. 647 d.nbsp;349 gl.
verpachte middelen een jaer ............7 m. 879 d.nbsp;192 gl.
20 en 40 pennincknbsp;666 d.nbsp;917 gl.
clyn seegel ............76 d.nbsp;551 gL
al het incoomen van Hollant ...... 11 m. 270 d. 11 gl.
meer lasten als incoomen ............lm. 53 d. 21 gl.
12 m. 523 d. 32 gl.
Lasten:
renten en intresten meteen 1 millioen
358 duysent 491 gl., die men dit jaer
1)nbsp;Bij de besprekingen op 19 Nov. 's middags is Bontemantel
niet aanwezig geweest, zooals hij hieronder meedeelt. Dat de
aanteekeningen, die voorkomen op pag. 249-253 later zijn bijge-
schreven blijkt ook uit het schrift en de plaatsing. Deze vijf
pagina's zijn geplaatst tusschen de besprekingen van 21 en 22
November in.
2)nbsp;Bij de besprekingen over „het uitvinden van geltmiddelenquot;
werd er behalve over het invoeren van nieuwe belastingen voor-
namelijk gesproken over verlaging van den rentevoet en het aan-
spreken van de reductiegelden, gelden, die vrijgekomen waren
door de renteverlaging van 1655 en bestemd tot schulddelging.
Terwijl enkele leden deze reductiegelden beschouwden als „ancra
sacraquot;, wilden anderen ze gebruiken voor de landsverdediging.
Tevens wordt een voorstel van De Witt besproken om 3 millioen
gl. op te nemen tegen 4% voor den tijd van 41 jaar. Volgens dit
project werd aan inteekenaars de gelegenheid geboden om de
rente niet ieder jaar te ontvangen, maar deze te laten staan. Na
17 jaar en 3 maanden zouden zij dan aan samengestelden interest
het ingelegde kapitaal terug kunnen ontvangen; na 28, 35 en 41
jaar resp. 2, 3 en 4 maal het gestorte kapitaal. Praktisch betee-
kende dit voorstel een renteverlaging van 4 op 3H%, wat dan
ook niet aan de leden ontging, zooals blijkt uit het advies van
Leiden en Gouda (vgl. pag. 260 en 264). Voor het verloop van de
besprekingen zie pag. 250—253; 255, 260, 261, 264—274, 282—284,
305 en 306.
Voor het project van De Witt zie Resol. Holland 22 Nov. 1670. Men
lette er op, dat Bontemantel het woord „reductiequot; gebruikt zoo-
wel in de beteekenis van renteverlaging, als ook van reductiegel-
den.
moet aflossen en daeronder begree-
huysiasten, banqueroeten van pach- quot;quot;quot; ^^^ ^^^
ters en 100 duysent gulden aen trae-
tementen ............ImOdO!
twee staaten van oorlooch Hollantsnbsp;' ^
lt;•quot;...... ^ - J««II:
12 m. 523 d. 32 gl
somme'nbsp;^ ^^^nbsp;merckelycke
hïtei'lT'nbsp;hoewel die als
204 Hnbsp;^^^ ^y'^ich overschiet.
Lvfrent.n hnbsp;^eese dry seysoenen.
Lyfre^en bed.^^^^^nbsp;^^ ^nbsp;ry 1670, 812
Swoonen° s^^o® wfvftnbsp;^^^ de besoignes niet mochte
1: nootsaeckelyck de ordenares middelen crachtich te prac-
tiseeren, daertoe een tresorier noodich is;
2: 200en penninck met redres der cohieren •
3. negotieeren om in 41 jaaren de capitaelen te extingueeren
d^n mtrS. 2)'nbsp;i-^rest
By classes, als een der dassen sterft, soo sterft het op de
andere tot de laeste toe. 3)nbsp;^ ^
Consideratie eeniger leeden:
1 ) Een denier had de waarde van 1/12 stuiver
2) Vgl. pag. 249, noot 2.
de^üid vaf^f®nbsp;leenen van 3 millioen voor
dLe tiifrpntli ^--^tegen uitgifte van lijfrenten. De bezitters va^
deze lijfrenten zouden samen een compagnie vormen en na^
den dnbsp;Aan deze co^pagnTe zoT-
mZ LSle^d tr'^'V^'' 'nbsp;quot;quot;keeren en n^ar Zte
men mgelegd had, ontving men rente; stierf een der aandeel
houders zoo werd de rente verdeeld onder de overlevenden
Kwamen alle aandeelhouders te sterven binnen de If Taar^
gquot;n Vgf R^ofnbsp;l-tst overlevende alle rente^TntvS^
gen. vgt. Resol. Holland 22 Nov. 1670 en hierna pag. 255 en 262.
-ocr page 331-1: of de wynen niet souden connen in de consumptie;
2: de magistraeten eet doen, den vollen impost der wynen
te betaelen;
3: brouwers geen bieren uyt te slyten, dan die impost subject
syn;
4: seep te stellen op cohieren;
5: convoyen verpachten voor een vierde part;
6: weeringe ten platte landen; die fraude causeeren te wee-
ren ;
7: een negotiatie op de Admiralityt;
8: scheepenen commissaressen te laeten eet doen om te con-
demneeren, of absolveeren;
9: brieven te beswaeren;
10: gemael ten platte landen.
_ Voorslach der Gecommitteerde Raeden int Noorderquar-
tier: in deese nootsaeckelyckeyt geen beeter te weesen dan
de dry eersten concepten ;i) de Gecommitteerde Raeden in
het Noorderquartier syn geweest in alle haer steeden en de
middelen precys gerecommandeert; een halve verpondinge
beeter als een 200en penning; connen de negotiatie niet toe
verstaen, maer de reductiegelden te moeten aentasten; tot
een tresorier connen meede niet verstaen.
Advys der Eedelen; reductie2) tot dry ten hondert; credit
vant lant is groot; lant geeft geen dry ten hondert; actie
beleent tegen 3 per cente en heeft peryckelen als het lant,
en men behoort de reductie te doen, als het lant synde
een weeskint, wiens profyt men moet soecken; wynige en
rycke ingeseetenen hebben geit opt lant; 't is haer een voocht
het weeskint belast met syn eygen geit tegen 4 per cente,
daer by andere het can becoomen tegen 3 per cente; men
moet den intrest laech brengen ten dienste van de negotie
om soo veel te beeter tegen vremde te moogen handelen.
Ten tweede: de middelen wel te doen practiseeren; de men-
sen syn seedert eenige jaeren 1/3 vermeerdert en coste-
1)nbsp;Met de „dry eersten conceptenquot; hebben de Gecommitteerde
Raden van het Noorderquartier niet bedoeld de voorslagen van
de Gecommitteerde Radien van het Zuiderquartier. Dit blijkt dui-
delijk uit het vervolg. Naar ik meen hebben zij de drie eerste
punten van den beschrijvingsbrief op het oog. Dit zijn: 1° de con-
tinuatie van de ordinaris middelen; 2° uitbreiding van het leger;
3° extraordinaris equipage.
2)nbsp;Reductie beteekent hier: verlaging van den rentevoet.
(386)
lycker en ten contrary syn de pachten meer als 1/3 vermin-
dert; oordeelen noodich een trésorier ten dienste der fi-
nantien.
Ten derden: hebben een afkeer van den 200en penninck
alsoo eemge mwoenders vertrecken, doch noodich synde'
soude noch 't selve connen overstappen; wegens het con-
cept van de negotiatie, oordeelen dit noodich, doch reductie
15nbsp;haer best en is sacra ancra ; een halve verpondich connen
met toe verstaen ; de landen geeven niet door het goetcoop
der lantvruchten; de reductie-gelden hebben in de oorlooch
25 steepen m de oorlooch gebracht, sonder welcke wy onder
de Engelse hebben moeten suchten, of meer schattinge
moeten geeven.
Dort : de gemeene middelen wel te excerceeren ; tresorier-
generael noodich; reductie van 4 op 3 per cente ofte tot
3^ per cente; negotiatie als het concept; geen 200en pen-
nmck, doch noodich synde, soude daer over stappen; geen
halve verpondinge toe te staen.
Haerlem : gemeene middelen wel te onderhouden ; een tré-
sorier onnoodich, alsoo de Gecommitteerde Raeden nergens
soude nae omsien, daer nu noch yt doen; 200en penninck
is noch soo noodich niet; yder klaecht over het goetcoop
graen, by gevolch goetcoop broot, daer den man luy door
wort en willen niet wercken; daerom 't gemael soude ver-
dubbelt connen werden; den ambachtsman is weelich in
haer stadt met drincken en leechloopen; sou geen duyt op
het broot weesen en dat sou veel geit opbrengen, te weeten
16nbsp;tonnen goUt; de negotiatie soude toestaen, doch de re-
ductie oordeelen schaedelyck en soude, soo tyt was, alles
bequaem connen deduceeren.
Nota; cooplieden sullen de lieden worden als niet van intrest
connen leeven en soo kael werden en die van syn intrest niet
leeven can, souckt andere landen, daer beeter toe can coomen.
Delft: gemeene middelen wel te practiseeren; quotisatie
van zeep, daer al voor deesen een concept is gemaeckt;
brouwers geen bier te vercoopen dan die impost ......; ma-
gistraeten eet doen op de wynimpost ; 't gemael te ve'rhoo-
gen, als Haerlem proponeert ; bieren te belasten op Stellinge ;
trésorier soude by eenparichyt connen toestaen ; 200en pen-
ninck excuseeren; een duysentste penninck soude op gespe-
culeert werden ; negotiatie toestaen ; de oude reductie-gelden
te houden als een ancra sacra.
(387)
Lyden: middelen practiseeren; tresorier noodich; reduc-
tie connen niet toeverstaen; 200en penninck schaedelyck,
alsoo lang de noot niet hooger druckt; 't verhoogen opt
gemael; de bieren meede te belasten; 10 st. te betaelen by
de brouwers, soude 2 tonnen gouts opbrengen, daerop te
negotieeren.
(388)nbsp;Amsterdam: vinden haer niet gedisponeert om te advi-
seeren, maer by occasie van 't huys te keeren, sullen de
opinie der leeden refereeren.
Goude: hadden gewenst, dat Amsterdam haer parteculier
advys hadden gegeeven. Valckenier syde tegen Gouda, „Wy
sullen de voorslaegen over draegenquot;; tresorier ondienstich;
200en penninck ruineus; de reductie i) niet aen te tasten;
de reductie 2) van 4 tot 3 niet goet; gemael te verhoogen;
de bierstallen noch te verhoogen, is beswaerlyck; negotiatie-
concept consenteeren.
Rotterdam: de heeren syn vertrocken en hebben ordre
gelaeten geen advyse te seggen, tensy de saecke vant ge-
mael eerst sy afgedaen en consentement sullen hebben.
Alckmaer: niet te reduceeren van 4 tot 3, maer de oude
reductie-gelden aen te spreecken; 200en penninck is nu geen
tyt; concept-negotiatie oordeelen goet te weesen; 't gemael
te verhoogen heeft syn swaerichyt, maer wynen te beswae-
ren.
Hoorn: verdubbele vant gemael; beswaeringe van wynen ;
bieren noch met 10 st. te beswaeren; reductie tot 3 1/3 te
reduceeren; negotiatie-concept te emplacteeren; 200en pen-
ninck in besoigne te treeden.
Enckhuysen: reductie penningen aen te tasten; geen nieu-
we reductie te doen van 4 tot 3; negotiatie-concept staen
toe; 't gemael te verhoogen, rapport te doen; de bieren te
beswaeren.
Medenbliq: nieuwe reductie slaen af; oude reductie aen
te tasten; negotiatie-concept over te schryven; gemael te
rapporteeren.
(389)nbsp;Den Raetpensionares syt twee concepten tegen morgen
te maecken: vant verdobbelen vant gemael en concept-ne-
gotiatie.
1)nbsp;Reductie = reductiegelden.
2)nbsp;Reductie = renteverlaging.
-ocr page 334-SATERDACH 22 NOVEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Trkt^Airquot;quot;.''nbsp;d'Espaigne, schryft de gelden der
Triple Alliantie te sullen helpen besorgen.
NoScatïnbsp;van Sasburg uyt Brussel.
De hant bieden.
advys oin het placcaet van
1665 1) wederom m te voeren, noopende de voeringe der
schippers en matroosen.nbsp;vuennge aer
In handen van commissaressen.
Ende traen en .speck en barden te belasten, tensy die in
scheepen van deese landen gebracht.
Fiat de alteratie int placcaet.
Memorie van den Cheurvorst van Ceulen door To Arn
rr^ritvrm^
Commissaressen, leest 2 December.
5/15 November uyt Eonden, Boreel en van Beuningen-
den Pnns van Orange int hof ingelyt bv den Coninck
Notificatie.
Advys vant Amsterdamse collegie ter Admiralityt- de
cappetynen toe te staen silver en gout te moogen aenbren-
gen, mits genietende 2 per cente vracht, daervan 1 per cente
suHeji uytkeeren aen de scheepen, die met haer coomen
Uyt het placcaet te lichten het verbot.
Beverning rapport.
Bedanckt.
Rapport van der Dussen, wegens het dyne zeegel: en
noch dienstich, dat de copy autentiq - die in rechte dick-
I) Lees: 1669. Vgl. pag. 197 noot 7.
22 No^v^^löTO.''^'' keurvorst van Keulen. Vgl. Resol. Holland
(390)
maelen worden gebruyckt — in plaets van de origineele
stucken de zeegelen subject; de notaressen te lasten in de
copy te stellen, dat aen het origineel een zeegel is volgens
de ordonantie, op een boete van 50 gl, ende een acte son-
der segel vermach binnen 14 daegen een zeegel daerop te
laeten slaen.
Fiat met dit artyckel. Lyden sal bericht op haer principaelen doen.
Rapport der wildernisse: den Hoogen Raet had verleent
mandement van complainte teegen het gysselen; advys is:
gysselinge en questie wegens de wildernisse, moeten die-
nen voor houtvester en meesterknaepen cn de Hove geen
mandement daer tegen behooren te verleenen, 't welck aen
de Hooven behoorde te werden aengeschreeven, geen pro-
visie te verlenen aen questie de wildernis raeckende, be-
houdens de leeden haer gerechticheyt wegens de jacht, aen
burgemeesteren en vroetschappen te behouden, die stem
in de Staaten hebben.
Leest foly 373.
Fiat, doch Amsterdam notificeert te blyven by haer previlegie de
jus non evocanda ten platte landen. Op de resumptie syt Lyden,
soo Amsterdam recht tot die aentyckeninge heeft, dat dan meede
doen.
Schroeven der gelden in plaets van te slaen.
Van der Nispe, 3) generael van de munt, nae Amsterdam te gaen
tot 't schroeven aldaer te ondersoucken.
(391) Is geleesen een concept van het gemael, van den impost
te verhoogen, of verdubbelen: broot goetcoop synde, wort
den arbytsman luy en willen niet wercken; sal op een t€
broot geen duyt hooger weesen; een broot van 6 tt een
duyt; een man can maer een sack tarw, of 2 sacken rogge
int jaer eeten, alsoo die tarwebroot eeten oock toespys
eeten.
Maerschalck Würts heeft willen syn afschyt neemen, doch staet
noch onseecker, of sal willen blyven, alsoo bevint, dat ses provin-
tien hem niet geneegen syn en hebben hem geen gouverneur van
den Bosch gemaeckt; wort nu en dan geattaqueert. De leeden
worden versocht, gelast te coomen om hem eenige contentement
te geeven.
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 22 Nov. 1670.
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;Johan van Nispen, generaal-meester van de munt.
-ocr page 336-De negotiatien 3 millioenen op conditie.
De leeden werden versoeht een uyt de haeren Maendach
aenstaende te con^areeren in de vergaederinge, om magis-
traeten van den Haech te kiesen, i)
In Hollant syn 500 vroetschappen in de stemmende leeden
De concepten syn overgenoomen.
En is de vergaederinge geschyden op reces van acht
daegen, om s maendachs in de logementen te weesen.
30 jaaren f 4—18 ten hondert
20 jaaren f 6—12 ten hondert
10nbsp;jaaren f 11—13 ten hondert
In 41 jaaren comen tot 4 capitaelen;
het IS 33^ per cents als het gedurige
soude loopen.
EERSTE CESSIE.
(392)nbsp;DYNSDACH DEN 2 DECEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Op resumpties vallen eenige remarques.
Eenige remarques opt dyne zeegel eens naerder te exami-
neeren.
Wegens 't silver door cappetynen over te brengen, is by
eemge leeden overgenoomen.
Wegens de w^ildernisse.
Commissaressen over de gravamina van den Bischop
van Ceulen, versouckende Rynberck wederom gdevert
werde.nbsp;^ '
Dort, Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam, Alckmaer, Hoorn Enck-
huysen. Commissaressen.nbsp;'
De Gecommitteerde Raeden wegens de artelerye altyt ge-
reet te houden en compleet: hebben 't advys der overste
Wurst en van Hoorn i) etc. daerover te hooren en oordele
veele defectie en om vol te maecken 130 a, 140 duysent
metad noodich; 110 duysent guldens aen geit noodich, oft-
120 duysent guldens. Versoucken geit en ordre om alles te
accompleeren. 2)
r 'i ^quot;i^Sistraatsverkiezing in Den Haag geschiedde gedu-
2) Vgl. pag. 250, noot 3.
11nbsp;generaal van de artillerie
4) Vgl. Resol. Holland 2 Dec. 1670.
Concept lyfrenten. 2)
Is noodich gedaen en te betaelen uyt de extreordenares middelen,
die staen geconsenteert te werden.
Jacob van der Dussen, scheepen en raet tot Goude, in de
Admiralityt tot Amsterdam in plaets van de Dange, i)
Wort voor aengenaem gehouden en doet syn eet.
Uyt last van haere principaelen is de ordenares ordre. Uyt spe-
ciale last van Burgemeesteren en Raeden, haere principaelen, syn
saecke, die eerst in de vroetschap moeten geresolveert werden.
(393)nbsp;De Groot uyt Parys, messive, date 28 November 2) : heeft
audientie gehadt encby ducq. Orleans en etc.
Uyt parteculier addres 3) : heeft memorie aen den Coninck
gelevert; is by Lionne geweest; den Coninck had resolutie
genoomen, geen belastinge af te doen: raat de bela,stmge
alhier te laeten voortgaen; memorie wegens Satyn etc, en
de Signorie van Venetien.
Notificatie.
Brussel, Brüning, secretares van Sasburch.
Notificatie.
Excecuteurs van den testament van Blenckvliet en vooch-
den: approbatie van een accoort.
Aen 't Hof om advys.
Frans van Hogeveen ontslaging van fidecomies.
Aen 't Hof om advys. Lyden neemt het over.
Emant Verduyf afdoeninge van fidecomies.
Aent Hof.
Jacob Claess Bruyn, sureté de corps.
(394)nbsp;WOENSDACH DEN 3 DECEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Grotius, parteculier brief: 4) maeckt bekent, dat daer veel
aen geleegen het verbot en belastinge te laeten voort gaen
en niet ophouden; dat daer eenige heeren van regeeringe
syn in dit lant, die seggen, 't voors. te sullen op houden
1 ) Cornelis de Lange, raad en oudschepen van Gouda.
2)nbsp;Voor dezen brief vgl. Van Dijk a.w. pag. 150.
3)nbsp;Vgl. idem, pag. 151.
4)nbsp;Deze brief komt niet voor in de uitgave van de brieven
aan De Witt, evenmin in Van Dijk, a.w.
Staten van HoUand 1670.nbsp;17
-ocr page 338-tot het nieuwe jaer, soo de France ministers te kennen gee-
ven; wegens de seigneurie van Venetien, wegens Satyn. i)
Vlisslngen difficiel, en wil belastinge. 2) De andere leeden consen-
teeren het verbot der brandewynen en belastinge.
De provintien syn door Gecommitteerde Raeden in ab-
sentie der vergaedering, aengemaent, of opt gemael een-
parich soude connen stellen neffens Hollant de verhooginge
of verdubbelen van den impost, waerover brieven door
Haere Ho. Mo. aen de provintien syn afgegaen en hebben
de Gecommitteerde yder aen haere principaelen geschree-
ven om gelast te werden.
Notificatie. Groote gevoelen heeft men van vremde en niet van
syn eygen natie en daerdoor wort men bedroegen, gelyck dage-
lyx de eervaerenthyt leert, dat men in de laeste wervinge is be-
droegen.
President Bennebrouck en Mirop op de nominatie van
hooftingelant van Delftlant.
Bennnebrouck.
2, 3 point van beschryvinge. s)
De Eedelen difficulteeren de equipage en staen recruteeringe toe
en de wervinge noch uyt te stellen.
De leeden consenteeren in het een en ander, doch Amsterdam
op conditie, dat een equivalent werd gevonden tot onderhout van
de Admiralityten en de extreordenares middelen, tot de lasten
sullen weesen afgedaen.
Brief van Hynsius uyt Stockholm, date 19 November:
den patriarch in den Moscouw was afgesteh; de onlusten
van den rebel gaen noch voort.
22 November La Maire uyt Coppenhaegen messive: den
Coninck armeerd, dat Lübeck doet omsien; Hamburchs ge-
santen worden verwacht met een geschenck van paerden,
dat den Coninck niet sal aenneemen; de questie met Enge-
lant, wegens het strycken in de Sont, sal den Coninck main-
teneeren om de reputatie van syn slot Croonenbuch.
Examineeren door commissaressen van zeesaecken.
Op strycken van de vlagge coomen meer en meer questie.
I ) Vgl. pag. 262.
2)nbsp;Vlissingen stemt alleen toe in de belasting van de Fransche
manufacturen.
3)nbsp;Vgl. Resol. Holland 3 Dec. 1670.
(395)
Een vars exempel te Genua: een oorlooch schip van deesen
staet, passeerende het casteel en heeft niet geschooten; een
commandeur was misnoecht; en syde den capetyn eerst te
moeten weeten, of hy, commandeur, gelycke getal van
schooten soude antwoorden.
Met de Admiralityten daerover te besoigneeren.
Ewyck is de consul tot Genua.
Beverning, instructie nae Spaigne. i) d'Instructie in sub-
stantie voor den ambassadeur nae Espaigne, die secreet sal
geconsenteert werden, te weeten eenige artyckelen:
9nbsp;artyckel spreekt van de nutralityt met den Kyser, dat
Spaigne moet uytwercken.
10nbsp;artyckel......
11nbsp;en 12 artyckel spreeckt wegens het 8, 9, 10 artyckel van
vreede, dat wort by Spaigne gevioleert en op eenige plaet-
sen wort te hoogen tol genoomen, als tot Alicante, alwaer
de France minder betaelen als deese natie.
14nbsp;artyckel: de Nederlandse manifacturen te verlichten en
de France te beswaeren.
15nbsp;artyckel: zout te moogen haelen aen Punte del Roy.
16nbsp;artyckel: Oost en West In. Comp, saecken te vorderen
en partecuHere.
(396) 17: te recommandeeren de goede securityt van haer Neder-
landen.
18: en haer militie te verstercken.
19: goede betaelinge te doen ende recommandeeren.
20: de remise gereguleert en op syn tyt te doen.
21: zeemacht te vergrooten.
22: door Spaigne de inclinatie der Italiaense princen.
23, 24, 25, 26, 27: subsidie aen Sweeden te recommandee-
ren promt te doen.
28, 29: debvoiren te doen: de vorsten in Duytslant in de
Triple Alliantien te trecken, als Lunenburg, Brandenburch,
Kyser, etc.
30—34: af te doen de differenten tussen Spaigne en Vranck-
ryck wegens de limiten in de Spaense-Nederlanden.
36: de intresten en schulden van den Prins van Orange
te vorderen.
1)nbsp;Voor de instructie vgl. Seer. Resol. Holland 3 Dec. 1670 en
Van Dijk, a.w., pag. 372 sqq.
2)nbsp;De nummers van de artikels zijn niet geheel juist. No. 14,
15 enz. moet zijn 15, 16 enz.
37: correspondentie te houden met alle ambassadeuren en
specialyck van Vranckryck en Engelant.
38, 39, 40: met den gouverneur Monteroy en ambassadeur
ae (jroot goede correspondentie te houden.
Voorts de ordenares artyckelen.
Hebben goet gevaUen in de instructie
De wech van ScheveUngen heeft geoost omtrent 63 duysent gul-
den. Is besteet te onderhouden 's jaars 250 gl..
Is geleesen een brief af te senden aen de Staaten van
Gelderlant over en wegens de questie der vissers van
Ossanen. i)
^sterdam hadden eenige wynige consideratie, alsoo eenige ver-
pachtmge doen omtrent den Diemerdyck.
Nota. De ordre van wervinge is altyt van 3 maenden,
dat loopt op vier maenden en die tyt om synde en soo een
provintie wygert de continuatie, soo is dat af, maer daer
is geen vrees door die andere provintie, die willen altyt
contmueeren.nbsp;^
NAE DE MIDDACH.
Rescriptie van Cornelis Michiels de Soete, penningmeesters
erfgenaemen. Rescriptie aen Ambachtbewaerders van Delft-
lant, _ sustineerende de erfgenamen, dat haer den ontfang
dit jaer toecomt, niettegenstaende eenen Assendelft tot
penningmeester hebben gestelt.nbsp;^
Charles Tayen versouckt vergoedinge van een buys tot
Neusden, tot forteficatie gebruyckt.
Sommatie 2) over de middelen by rapport der commis-
saressen voorgeslaegen, te weeten het verdubbelen vant
gemael en negotiatie, waerover de leeden een keer hebben
gedaen nae haer principaelen en haer advys conciliatoir om
af te schaf fep, ofte continueeren van de extreordenares
middelen ter zee.
fedelen advys: dat het de gemeente sal drucken en de graenen
doen slappen, alsoo dierooop broot eeten, oock yt anders eeten
evenwel sullen hooren wat de leeden seggen; wegens de^
schaffen der extra ordenares middelen, hebben geen groote ken-
1 ) Vgl. pag. 238 en 164, noot 2.
2) Het volgende sluit aan bij pag. 253. Zie ook pag. 249, noot 2.
-ocr page 341-nisse van en oock de leeden hooren ende trachten te doen, al wat
noodich en bUlick is.
Dort: negotiatie staen toe; wegens 't gemael: de huysman syn
groot van familie, myssens en knecht, en brengen veel seKs haer
cooren aen de mooie; sal een groote roep geeven; dat best was
de wyn te verhoogen, of andere voorslaegen te hooren en sien
wat verders dan haeren principaelen alsdan sullen connen by-
brengen; wegens het afschaffen, oordeelen niet te suUen gedoo-
gen, alsoo de lasten der Admiralityt groot syn en oversulx be-
soigne te maecken hoe dat te redden; wegens 't concept: dat 3
jaaren in plaets van V/i jaar en als extreordenares wort geequi-
peert, dat moet gereckent werden, een jaer stil te staen. 1)
Haerlem: staen toe 't gemael te verdubbelen; de wynen meede te
verdubbelen en de magistraeten te beëedigen om alle opspraeck
te myden; de negotiatie te declineeren om reeden dat qualyck te
becoomen sal weesen, doch soude toestaen negotiatie op de or-
denares wyse; de reductie schaedelyck.
Delft: staen 't gemael toe; op een cotisatie op de wynen en seep
en magistrate te beëedige, de negotiatie te consenteeren; Ad-
miralityten advys toe te saen, doch de collegie te versorgen tot
onderhout.
Lyden: 't gemael verdubbelen staen toe en voor twee jaaren en
daerop te negotieeren; de negotiatie staen niet toe, alsoo oordee-
len, dat het impliceert een reductie tot per cente, maer te
negotieeren op de oude voet; voorslach te denooteeren, dat soo
ymant syn geit wil lichten, sal men betaelen en die niet wU, sal
niet mogen opgeeyscht worden; wyn te verdubbelen om op-
spraeck te myden; concept der Admiralityt, in plaets van lYi,
dry jaaren stellen en de ordenares equipage te reeckienen yder
met een jaer.
Amsterdam: de extreordenares middelen staende de eerste extre-
ordenares equipage laten loopen en dan 1 /3 verhooging af schaf-
fen en last en vylgelt 2 jaaren continueeren sonder dat connen
noch int gemael, noch negotiatie toestaen.
Voorts uyt gestelt tot morgen.
Ambassadeur van Vranckryck: memorie over twee
scheepen, door Ostendenaeren genomen en in Zeelant op-
gebracht ende aldaer geconfisqueert; die behoorde over-
gelcvert te werden aan de eygenaeren, ofte wederom te
doen vertrecken, volgens het 22 artyckel van het tractaet. 2)
In handen van commissaressen.
22 artyckel.
(398) Eenige capetainen request: eenige offecieren en schou-
ten int Noorderquartier klaegen over een Clarbarius, com-
1 ) Vgl. pag. 241 noot 3.
2) Vgl. Resol. Holland 4 Dec. 1670.
-ocr page 342-mies der Gecommitteerde Raeden aldaer, die de overtree-
ders der imposten callangeert.
Aen Geoommitteerde Raeden van het Noorderquartier.
Vivien doet rapport wegens rencontre vant schip Am-
sterdam en een Frans schip, genaemt den Dolfyn, op de
cust van Guinea.
Aenschryvens te doen aen den offecieren i) om den schip-
per terecht te stellen en scheepenen aen te schryven cort
recht te doen. Den man, die geschooten heeft sonder ordre,
is gestorven aen Del Mine. Wegens de schaede — die groot
is gemaeckt — die raeckt parteculiere, en moeten by rech-
ten of de Comp. óf den schipper daerover voor scheepenen
roepen, 't Welck aen den ambassadeur van Vranckryck
alsoo door Haere H. M. behoorde aengedient te werden en
eontentement te neemen.
33 artyckel 1662 tractaat met Vranckryck.
Commissaressen werden bedanckt.
Satyn staet toe 't project door den ambassadeur de Groot
voorgeslaegen, te weeten de gelden, te sullen brengen aen
de Staaten van Hollant en dat die aen hem Satyn sullen
geeven uyt dat geh ...... gl. en de rest aen de Signorie van
Venetien. 2)
Vide foly 16.
Aen den ambassadeur te schryven en een accoort te maecken vol-
gens den voorslach.
(399)nbsp;DONDERDACH DEN 4 DECEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Op de resumptie syt Rotterdam wegens de recrute toe-
comende Maendach in te brengen haer advys. Op versouck
der leeden sullen morgen nae de middach 't advys inbren-
gen en wort by gevolch de resumptie uytgesteh.
Jan Soet wegens de medalje: de croon, daer Engelant op
smaelt, beduyt meede een stuck van staetsucht en is geen
coninxcroon.
Den oorlooge maecker is gehoort by den Raetpensionares
en syt opt oorlooge staet niet, maer op de voet van oor-
looge staen vier batailles, als van Vlaenderen, Chattam etc.,
doch sonder resolutie van de Oost In. Comp..
1 ) Officier en schepenen van Amsterdam. Vgl. pag. 307.
2) Vgl. Resol. Holland 3 Dec. 1670.
Alle 't welck aen van Beuningen is geschreeven.
Staet te noteeren, dat Jan Soet heeft octroy om die pen-
ning te slaen en soo mochte geresolveert werden die Stem-
pel in te trecken, dat hy soude moeten gededomageert
werden, want den souverein can alles commandeeren, maer
niemant onrechtveerdich tracteeren. i)
Couranten te verbieden.
Foly 420, 430.
Wyn 559—696 gl., impost over Hollant en West Frieslant
Zuyt Hollant: 517678 gl.
Noorderquartier: 30076 gl.
547754 gl.
2nbsp;maandennbsp;11942—16
559696 gl.
Assendelft voor armen gelyt gelt opt comptoir tot Haerlem, heb-
ben acht ten hondert moeten vereeren aen den ontfanger, soo
Snellius 2) myn heeft in secretesse gesyt.
Alckmaer coopt lyfrenten op conditie
40 jaaren out geven 8 gl. van 100 gl.
65 .................. 12 van 100 gl.
(400)nbsp;4 DECEMBER 1670.
Besoigne wegens den clerck Kyser en Bootsma.
Raetsheeren: Goes, Fannius.
Dort, Haerlem, Lyden, Amsterdam, Hoorn, Enckhuysen.
Commissoriael 23 Juny.
3nbsp;October provisioned rapport gedaen.
Raetsheeren werden versocht reeden te geeven, waerom
Bootsma soo nominatie in de sententie te stellen van Abra-
ham Keyser.
Seggen 't faut van Kyser niet connen gestraft werden op
de confessie; de justitie veryst recht te gaen, sonder ymant
te verschoonen; 't best was Bootsma daer in te stellen,
want anders stellende, soude ombrage, óf op den een, óf
op den ander geeven; geen intentie van affront, alsoo Goes
1)nbsp;Vgl. pag. 234.
2)nbsp;Dr. Godefridus Snellius, raad te Alkmaar.
-ocr page 344-syt Bootsma niet gekent te hebben; als int sin gehad had-
den affront, soo soude daer erachtiger gestelt connen wer-
den, want daer syn meer, die 't selfde by confessie confir-
meeren, als den clerck Vige, Pesser, dat niet alleen orde-
nares saecken, maer oock secreeten heeft gegeeven aen
Bootsma die geordonneert waeren maer een copye van te
geeven en aen Bootsma, als geen premier i) synde, niet
moste gegeeven werden; soo de vonnise word gekreuckt,
soo doet den rechter qualyck.
Het vonnis vant Hof over Abram Kyser, clerck ter griffie van de
Generalityt, date Mey 1670. a)
Bootsma gedeputeerde van Frieslant ter Generalityt.
Fannius syt: den Raet syn eenparich van advys te doen
seggen, als den heer Goes heeft gedaen; 't Hof heeft geen
intentie gehad om Bootsma te affronteeren; Volgens 't
gemoet hebben de sententie niet anders connen stellen; die
ymant straft, moet de oorsaeck in de sententie gestelt wer-
den ; hadden willen affronteeren, soo soude de confessie
(401) van noch veel anderen connen stellen; op aenschryven van
Frieslant hebben het Flof Kj'ser laeten gaen; soo Bootsma
yt op Kyser had te seggen van loogens, soo...... Voorts in
substantie als Goes heeft gesyt: dat het Hof eenparich is, dat
geen satisfactie can gegeeven werden aen Bootsma, maer
dat sich behoorde te absenteeren uyt de vergaederinge, tot
soo lang sich sal hebben gesuyvert; Haere H. M. behoorde
sorg te draegen voor het respect vant Hof; en Bootsma
sich te laeten suyveren. 2)
Dort adviseert......
(404) Vervolch der advysen van gisteren avont over finantie
en belastinge der Admiralityten en de negotiatie. 3)
Gouda advys: emplacteert d'advys wegens de Admirali-
tyten tot afschaffinge der extreordenares belastinge en een
nieuwe lyst te maecken; staen het verdubbelen vant ge-
mael toe; precautie te stellen tegen het sluycken der wynen
en voornaementlyck tot Amsterdam; sien swart tegen de
reductie aen en 't concept van negotiatien hout in effect in
a) Hs.: 1671.
1)nbsp;De eerste in rang onder de Friesche afgevaardigden.
2)nbsp;Vgl. pag. 109, noot 1.
3)nbsp;Aansluitend bij pag. 261.
-ocr page 345-een reductie i) en daerom connen de negotiatien niet toe-
staen dan op ordenares manieren.
Rotterdam: concept der Admiralityten wegens de ont-
lastinge, leveren een deductie over, die is geleesen 2) dat.
de ordenares middelen geen diversie can maeken; versou-
cken geen lasten af te leggen, tensy eerst voldoende mid-
delen werde gearresteert om de commercie te connen be-
schermen en lasten te connen vervallen.
En vertrocken wegens de recruteeringe en morgen wederom te
comen.
Gornicum: te hooren de consideratien der leeden, doch
by eenparickeyt en salt aen haer niet haperen.
Schiedam: slaen 't gemael af; de oude middelen met
yver voort te setten; wynen te waeter te doen impost be-
taelen; 2 stuyvers op de tonne bier te vermeerderen; pro-
fyt der reductie te gebruycken; negotiatie tegen 3 en 3
per cente best te weesen; afschaf finge der extreordenares
middelen niet doenlyck.
Schoonhooven: 't gem.ael slaen af, doch gemael en wy-
nen te cotiseeren.
Briel:......
Alckmaer: reductie-gelden aentasten; 't gemael by een-
parichyt soude niet vremt syn; difficulteeren de negotiatie,
doch op de oude voet best te syn; geen lasten ter zee af te
schaffen, tensy de gelden op interest en loopende schulden
syn afgedaen, of nieuwe lasten op stellen tot betaelinge.
Hoorn: gemael en negotiatie staen toe, doch geen zee-
middelen af te setten.
_ Enckhuysen: wygeren het gemael te verdubbelen; reduc-
tie-gelden aen te tasten; als boven.
Edam: 't selfde als boven; wynen opt incoomen te be-
swaeren.
Monnickendam: als boven.
Medenbliq: als boven.
Purmerent: consenteeren 't gemael; voorts opinie te
hooren.
Is geen conclusie connen genoomen werden.
Memorie van den ambassadeur de Gammarre versou-
1 ) Vgl. pag. 249, noot 2.
2) Voor deze deductie zie Resol. Holland 4 Dec. 1670.
-ocr page 346-ckende, alsoo de Spaignert meent den hartoch van Loirynen
te assisteeren, dat deesen Staet gelieft 't selfde meede by
te springen.
Noch een memorie, wegens de arbitrage der questie der
limieten in de Spaense Nederlanden.
Byde ter Generalityt oock gelevert.
In handen van commissaressen der zeesaecken.
(405) Warckendam, brengt in, dat Frieslant toestaet de recru-
teeringe en belastinge op speek, vlys, en wegens het verbot
der brandewynen staen toe op die conditie, dat ingang sal
neemen Mey aenstaende.
De resolutie geleesen synde, is verstaen ter Generalityt
aenstonts in te brengen, van een besendinge nae Vrieslant te
doen, geaccompanieert met den Gedeputeerde van Frieslant
ende alsoo door die besendinge eenige tyt door sal loopen,
dat de dry weecken i) gestelt nae de resolutie behoorde wech
genomen te werden.
Alleen Rotterdam can opt laeste noch geen advys in brengen.
BESOIGNE NAE DE MIDDACH, OP DE
GELTMIDDELEN.
Met de Gecommitteerde Raeden. Ruwaert van Putten,
Hooft, van der Does en eenige van het Noorderquartier en
alle de leeden.
1. Wegens 't gemael: dat licht eenige onlusten soude gee-
ven, tenwaere meede op de wynen eenige swaerder impost
wierde gestelt, ofte op het incoomen der wynen, ofte by coti-
satie; 2) en magistraeten en ten minsten scheepenen com-
missaressen eet te doen, neffens de offecieren, daer recht
gesproocken op de fraudatie. 3)
2. De maniere en concept der negotiatie: eenige staen het
toe, eenige slaen het af; eenige verstaen de reductie aen te
1)nbsp;Het invoerverbod van brandewijnen zou volgens het con-
cept-plakkaat, waaraan de Staten van Holland 13 Nov. hun goed-
keuring hadden gehecht, in werking treden drie weken na de
arrestatie van het plakkaat.
2)nbsp;Hoofdelijke omslag voor wijnverbruik.
3)nbsp;Inderdaad werd 19 Dec. een concept-plakkaat opgesteld,
waarin bepaald werd, dat alle regeeringspersonen uit de stem-
mende steden en allen, die in de cohieren van den 200en penning
aangeslagen waren voor een vermogen van 5000 gl. of meer, ten-
minste 8 gl. per jaar zouden moeten betalen voor hun wijnge-
bruik. Magistraatspersonen zouden moeten zweren deze belas-
ting niet te ontduiken. Vgl. Resol. Holland 19 Dec. 1670.
tasten; eenige te negotieeren op de gewoonlycke maniere;
andere te negotieeren tot 3 en 314 per cente.
Advys der Gecommitteerde Raeden vant Zuyderquartier:
dubbel impost vant gemael behoorde gestelt te werden voor
een vast middel voor een jaar.
De Gecommitteerde Raeden van byde de quartieren seg-
gen: op de wynen yt moet gestelt werden; de belasten opt
incoomen beswaert de negotie; den impost te verhoogen
can meede niet helpen, alsoo aireede minder wort betaelt,
als daerop gestelt is; cotisatie best, met dit temperament
nae den 200en penninck, die van 4 a 6000 gl. geeven en
de tappers den vollen impost; den impost op de wynen wort
seer onegael geheeven, alsoo Noort-Hollant pas 1/6 geeft
van het Zuyderquartier; de negotiatie volgens concept;
soo men negotieert, soo coomen de rycke haer geit te be-
leggen e-n die goede bekende syn; het concept can yder soo
slechte als rycke aencoomen.
De Gecommitteerde vant Noorderquartier: connen tot 't
verdubbelen vant gemael niet adviseeren; sal een groote
roep geeven; de steeden der manifacteuren winnen en ar-
byden clyn en groot, maer in Noort-Hollant moet een man
de cost voor syn huysgesin winnen; de reductie gelden aen
te spreecken.
Eedelen: 't gemael practicabel; eet der magistraten; wyn
te verdubbelen; negotieeren.
Dort: cotisatie der wynen; negotiatie opt concept; 't ge-
mael slaen af, tensy alle de leeden anders verstonden.
Haerlem: 't gemael verdubbelen; cotisatie der wynen;
ordenares te negotieeren.
Delft: cotisatie der wynen en scheepenen commissares-
sen te beëedigen; cotisatie van de zeep; 't gemael te ver-
dubbelen ; negotiatie volgens het concept of vercoopen van
lyfrenten.
Eyden: verdubbelen vant gemael voor 2 jaaren; te ne-
gotieeren op de oude voet; sullen noyt tot reductie ver-
staen; te notificeeren: die gelieft af te lossen sal moogen
't selfde doen in seeckeren tyt te stipuleeren en daernae
voor de rest niet losbaer te weesen over haer ingeseetenen;
int negotieeren oock de collegien ter Admiralityt nae pro-
portie te laeten negotieeren; als men spreeckt van lyfren-
ten, soo moet een fons gevonden werden en oock op orde-
nares negotiatie.
(407)
Op morgen ten half neegenen, alsoo het laet wort, we-
derom te comen en de advysen voort te vraegen.
VRYDACH DEN 5 DECEMEBER
met de voors. advysen syn voortgegaen.
Amsterdam: versouckt verexcuseert te werden, alsoo
volgens deese resolutie gelast syn daer niet in te seggen
en neemen aen getrouwelyck alle de advysen te rapportee-
ren.
Gouda: consenteeren 't verdubbelen vant gemael vast te
stellen — als Dyden adviseert — voor twee jaaren en te
.antisipeeren door de steeden; de wynen te cothiseeren;
seep cothiseeren.
Rotterdam: als haer last soude volgen, soude als Am-
sterdam niet adviseeren, maer alsoo deese besoigne geen
engagement en is, sullen baer parteculier advys seggen:
soude consenteeren 't gemael, mits dat de steeden de platte
landen bevryden; de wynen te cothiseeren, mits dat soude
werden verpacht; niet te negotieeren dan op de oude con-
ditiën, doch eerst te dencken op de consumptie.
Alckmaer: syn verwondert, dat nimant spreeckt van de
reductie-gelden aen te tasten; als dat vast wierde gestelt,
soude de wynen meede laeten cothiseeren en soo de andere
provintien meede het gemael verdubbelen, soude connen
daerin verstaen; ende de negotiatie op de oude voet.
Hoorn: concenteeren het gemael en int concept der nego-
tiatie; cothisatie van de wynen en cothisatie der zeep.
Enckhuysen: can anders niet verstaen dan alleen de re-
ductie-gelden aen te tasten en de wynen te belasten opt in-
coomen en negotiatie op de oude manier.
Medenbliq: cothisatie van wyn en zeep sonder de re-
ductie-gelden aen te tasten; sullen noch int een of ander
consenteeren; wynen int incoomen te beswaeren.
(408) Enckhuysen en Medenbliq connen alleen in het verdub-
belen vant gemael niet toestaen.
Negotiatie blyft in groote discrepantie, eenige willen niet
dan negotieeren tot 3, andere tot 4 percente. Reductie-gel-
den willen eenige aengetast hebben, als Enckhuysen, Me-
denbliq en Alckmaer.
Geconcludeert te rapporteeren de verdubbelinge vant ge-
mael en cothisatie der wynen.
Een nieuwe omvraeg doen op de cothisatie van de zeep en
negotiatie.
Advys der Gecommitteerde Raeden Znyderquartier en
Noorderquartier; oordeelen de cothisatie van zeep diens-
tich; negotiatie is schaedelyck op wat manier die gedaen
wort en is een cancker; te antisipeeren op het gemael en
uyt het gemael wederom af te leggen gelyck als Gouda ad-
viseert.
Gecommitteerde Raeden van Zuyderuartier naerder ad-
vys : syn verwondert, dat gesproocken werd de gereduceer-
de gelden te employeeren, alsoo het is tegen de resolutie,
die eenparich is genoomen; 't sal de Gecommitteerde Rae-
den aengenaem weesen eenige voorslaegen te hooren tot
faveur der gemeente en slechte lieden en dienst der ge-
meente ; soo men negotieert tot 4 percente soo ist voor de
vrinden en tot 3 per cente crygen andere meede een beurt;
de intresten tot 4 percente moeten uyt de gemeente gevon-
den werden.
Gecommitteerde Raeden vant Noorderquartier connen
niet goet negotiatie verstaen, alsoo daerin tot 2Q3^ moeten
draegen.
Eedelen advys op de twee voors. pointen: staen de co-
thisatie toe, mits dat die meer drincken, meer sullen moeten
betaelen, dan gecothiseert syn, en niet te negotieeren, doch
noodich synde te consenteeren tot 3 per cente; en sullen
noyt toestaen de reductie-gelden te employeeren ende geen
negotiatie sullen toestaen dan tot 3 per cente, 't welck by
de ordre hebben geresolveert.
Dort: negotiatie noodich synde, te doen volgens 't con-
cept, of anders tegen 3 per cente; wegens de negotiatie
met de Eedelen en zeep; geen penningen der reductie aen
te tasten.
(409) Haerlem: cothisatie der wynen en op de ordre naerder
te besoigneeren; zeep cothisatie syn niet vremt van; we-
gens de negotiatie, oordeelen schaedelyck te stellen op 3
per cente en sullen daer niet toe verstaen; by antisipatie
opt gemael, te laeten doen door den ontfanger Pauw en
wederom af te leggen en niet by de steeden te doen, daer
groot embroillement heeft gecauseert.
Delft: zeep te cothiseeren; negotiatie oordeelen nootsae-
-ocr page 350-ckelyck op lyfrenten; reductie-gelden niet aen te tasten; an-
tisipatie opt gemael of negotiatie, daerop stellen geen party.
Lyden: formaliseeren tegen de cothisatie niet; antisipa-
tien opt gemael te negotieeren; bysondere ontfangers te
stellen, ofte alleen door den ontfanger Pauw; reductie-
gelden syn ancra sacra; crediet vant lant te bewaeren; is
best nae eenige tyt de obligatie en rentebrieven niet losbaer
te stellen; cothisatie van zeep.
Amsterdam: persisteeren en sullen d'advysen hooren en
rapporteeren.
Gouda: niet te negotieeren, maer op de consomptie; in
tyt van noot te negotieeren; zeep te cothiseeren; tyt te
geeven en daernae onlosbaer te maecken.
Rotterdam: antisipatie opt gemael by parteculiere ont-
fangers, doch niet minder dan teegen 3 per cente; van de
gelden onlosbaer te maecken connen niet verstaen; zeep
hebben niet teegen.
Alckmaer: cothisatie; antisipatie opt gemael byt lant en
niet by de steeden; de reductie-penningen daertoe te ge-
bruycken en daernae de reductie-gelden met den verdien-
den intrest af te lossen.
Hoorn: zeep staen toe te cothiseeren; en te negotieeren;
antisipatie by de steeden te doen is schaedelyck, maer te
doen by de ontfanger Pauw; tot geen negotiatie te ver-
staen op haer quote van 20H per cente.
(410) Enckhuysen: cothisatie van de zeep te verschuyven; als
men soude negotieeren, niet minder dan 4 per cente; doch
als alle de leeden eens waeren, soude het favorabel rap-
porteeren.
Meedenbliq: zeep cothisatie soude toestaen; sullen noyt
negotieeren tot 20H in haer quote; antisipatie opt gemael
niet door de steeden te laeten doen.
Antisipatie noch negotiatie schynt geen apparentie te
weesen; soo de antisipatie wort gedaen byt lant, soo comt
het noyt af, maer alst gedaen wert by de steeden, soo wert
het promt af gedaen.
Conclusie: voor 8 maenden te antisipeeren en niet langer,
tegen 4 per cente opt gemael; een milioen by provisie door
de steeden de antisipatie te doen.
Den Raetpensionares verhaelde, dat in 15 jaaren 70 mi-
lioenen syn genegotieert en soo door de reductie-gelden
niet wederom eenige waeren afgelyt, soo was het lant al
lang in de gront geweest; niettegenstaende den 200en pen-
ning syn evenwel gelden afgelyt en hebben de leeden noyt
will verstaen de reductie-gelden aen te tasten en die stee-
den als Enckhuysen ende Alckmaer waeren doe de yverlch-
ste en nu syn contrary; in den laesten Engelse en Munster-
se oorlooch sou het lant verlooren hebben gegaen sonder
de reductie-gelden, die doen als in de grooste noot syn aen-
getast en 24 scheepen voor in zee gebracht, sonder welcke
scheepen alles soude verlooren hebben geweest; de reduc-
tie-gelden is het laeste plechtancker en moet hylichlyck
bewaert hebben.
100
Voorslach om te negotieeren ter Generalityt, doch afgeslaegen
Noort Hollant 1—12
Amsterdam 20—16
32— O
Negotiatie ter Admiralityt concept.
't Last geeft 31 gl. 16 vant gemael. 36 sacken is een last. Een sack
leevert 24 brooden uyt van 6 tt yder broot.
29 September 1670 van geltmiddelen te waeter en te lande,
van daerin niet alleen niet te bewilligen, maer oock selfs
de besoignes, daertoe tendeerende, te vermyden, ter tyt en
wyle etc. effect der brandewyn en extreordenares mid-
delen. 2)
(416)nbsp;VRYDACH DEN 5 DECEMBER 1670.
Besoignes met de Admiralityt wegens het concept, date
den 3) der voorleeden maendt.
Eenige leeden seggen, dat de Admiralityt int concept niet
connen sien, dat buyten schulden en lasten op die manier
1)nbsp;Johan van Volbergen, ontvanger-generaal van de Generali-
teit.
2)nbsp;Bij alle besprekingen over het „uitvinden van geltmiddelenquot;
onthielden de Amsterdamsche gedeputeerden zich van advisee-
ren op grond van de vroedschaps-resolutie, die Bontemantel hier
meedeelt. Boven deze aanteekening staan nog enkele met potlood
geschreven regels, die onleesbaar zijn geworden.
3)nbsp;Het concept is van 21 Nov., vgl. pag. 246.
-ocr page 352-ontlast connen werden, andere oordeelen ja en eender.
Waerop de Admiralityten werden versocht haer advys te
geeven om te sien, of middelen connen beraemen tot ge-
noegen.
De heeren Gecommitteerde syn van eenparich sentiment:
byde, gelden op deposito en loopende schulden syn van één
natuer; soude per January connen maecken een perfecte
staet der voors. schulden; de extreordenares lasten afge-
schaft en connen door de ordenares convoyen en licenten
niet werden geret en soo de negotie waeren verloopen;
soude moeten werden een nieuwe lyst gemaeckt; de nu
loopende middelen te continueeren tot nae de extreordena-
res equipage en dan 1/3 verhooging af te setten; de nieuwe
lyst gemaeckt synde, de extreordenares lasten voort af te
doen, als middelen sullen syn beraemt om alle de lasten
te betaelen.
Alsoo den secretares van de Maes en Amsterdam wat
scheenen te discrepeeren, soo syn versocht haer advys by
geschrift te stellen, alsoo het een teere en importante
saecke is.
(417)nbsp;saeterdach den 6 december 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Alsoo Rotterdam de recrutie toestaen, soo is deselfde re-
solutie voor geresumeert gehouden.
Resolutie van de verdubbelinge vant gemael voor 2 jaa-
ren, te yerpachtige en de antisipatie van een mihoen.
Cothisatie der wynen en zeep op soo daenige manier als
beraemt sal werden.
Welcke voors. resolutie by de leeden is overgenomen etc..
Grotius, messive date 31 October 1670: dat aen den oversten Hon-
stad, als generael-mayoir, een exploit vertrout soude werden 12000
man te voet en 4000 paerden.
De commissie by nimant gesien als den Coninck Turenne en een
vertrout persoon; dat in Munster een exploit soude soucken uyt te
wercken; dat Furstenberg 1) met hem gesproocken heeft en onte-
vreeden was over de communicatie. 2)
1)nbsp;WUlem Egon en zijn broer Frans Egon van Fürstenberg wa-
ren bekende ijveraars voor Frankrijk. Willem Egon was bisschop
van Straatsburg en Frans Egon bisschop van Metz. De laatste
was Coadjutor van den Aartsbisschop van Keulen.
2)nbsp;Furstenberg was boos, dat de gesprekken, die hij met De
-ocr page 353-Besoigne, Admiralityten van de Maes, Amsterdam en
Noorderquartier.
Syn eens geworden en par geschrift gestelt, luyt als vol-
licht in substantie: voor uytgaen van dat jaar een generaele
staet gemaeckt soo der negotieerde als loopende schulden;
nochtans, dat de ordenares middelen sullen werden alleen
gesepareert vant last en vylgelt soo veel mogelyck is; aen-
staende jaer een lysti) te maecken nae proportie, die sal
moeten uytbrengen de ordenares-protectie en domestique
lasten; dat dan 1/3 en last en vylgelt sullen werden afge-
stelt, als de extreordenares lasten sullen syn afgedaen; soo
de lyst in September 1671 niet synde gestelt, evenwel 1/3
sal werden afgestelt, mits synde middelen beraemt tot be-
taelmge der lasten. 2)
d'Heer Paets heeft by monde voorts 't voors. wat bree-
der uytgelyt: de lyst der vylgelden is niet egael; de con-
voylyst IS by veranderinge naedeelige tot de ordenares des-
pence; de nieuwe lyst moet bequaem syn tot de gewoon-
lycke protectie en domestique lasten; daertoe moet yder
die op geeven; maer tot aflegginge der lasten, soo extre-
ordenares als ordenares, moeten eerst afgedaen werden
eer de nieuwe lyst in tryn can werden gebracht en connen
wel verstaen de extreordenares lasten af te doen, soo an-
dere middelen werden uytgevonden tot de ontlastinge der
schulden en soude de 1/3 verhooginge connen laeten voort-
gaen, als bequaeme gelden tot de schulden connen uyt ge-
vonden werden.
Noorderquartier: de cooplieden daegen niet over de ex-
treordenares opstellinge van 1/3 en last en vylgelt; wie sal
geit willen geeven op loopende saecken, als men die afstelt,
eer de gelden betaelt syn; 2) verstaen, dat eerst de lasten
moeten afgedaen syn, eer de middelen soude werden af-
gedaen, daer die moeten uyt betaelt werden, als synde een
hypeteq door den Staet daertoe gegeeven.
Is verstaen den secretares Beaumont te senden aen de
Groot gevoerd had en door den laatsten aan De Witt waren mee-
gedeeld, uit Holland aan Lodewijk XIV werden overgebriefd.
Vgl. Brieven aan De Witt dl. II pag. 483. Waarom de brief van
31 Oct. in de vergadering van 6 Dec. werd voorgelezen, is mij niet
duidelijk.
/) Een nieuwe lijst van tarieven.
2) Vgl. Resol. Holland 6 Dec. 1670.
Staten van Holland 1670.nbsp;18
(418)
logementen der voors. heeren en licentieeren met versouck
dat geheven besoignes te maecken op de salute en contra
salute ter zee en castelen en havenen, ten längsten om in
de weeck voor carstyt een advys in te brengen.
De ordenares defentie ter zee moet gevonden werden
uyt de ordenares convoyen of commercie en die moet daer-
nae gestelt werden. En extreordenares equipage uyt extre-
ordenares middelen.
(419)nbsp;Advys Amsterdam: voor haer parteculier adviseerende,
persisteeren by alle afschaf finge, doch daer niet tegen heb-
ben de schulden op te geeven, soo separaet als doenelyck
is; dat een lyst wert geformeert, suffisant tot ordenares
protextie en domestique lasten, doch soo die in September
1671 tot geen conclusie gebracht is, evenwel 1/3 behoorde
afgeschaft werden en een tyt gestelt, hoe lang het last en
vylgelt noch soude loopen, te weeten 2 of uyterlyck 2H
jaaren; dat van dat verstant syn, dat de lasten tot ordenares
protectie en de domestique lasten moeten coomen uyt de
commercie; en extreordenares equipage moet coomen tot
lasten der provintien, of extreordenares middelen.
De voorsittende en volgende leeden van het besoigne
comen alle overeen, dat de admiralityten moeten .........,
waer de ordenares oncosten connen uyt vervallen; maer
tot afdoeninge der schulden comt de swaricheyt; soo men
de extreordenares middelen afstelt, soo moeten andere mid-
delen aen de Admiralityten ter handen gestelt werden; waer
en hoe die te vinden syn, daer comt de saecke op aen.
Conclusie: het advys der Admiralityt te rapporteeren; de
staet der schulden en de lyst te formeeren teegen ultime
January.
(420)nbsp;De lieden der medaille van Jan Soet te contenteeren.
De penning intrecken, hoewel den Coning van Engelant ongelyck
heeft en de lieden contenteeren en geen extentie te maecken. Foly
430. 399.
Maerschalck Wurts versouckt demissie. Of de commis-
saressen der militie een besoigne daer over te maecken.
Bevernings instructie hout in den Lünenburger te trecken
in de Triple Alliantie op den voet 19 September 1665 en
alsoo daer subsidie in gemelt staen, soo ist een belastinge. i)
I) Volgens het traktaat van 1665 verplichtten de vorsten zich
-ocr page 355-Beverning neemt syn afschyt, sullende met een oorlooch-
schip uyt de Macs nae Spaigne vertrecken
12 April 1669, 13 Mey 1670: resolutie wegens de Lünenburgers.
Hartoch van Lotheringen, of hier te lande soude moogen
comen.nbsp;»
Laeten coomen, alsoo het lant voor yder oopen staet, in confor-
mitie der gemeene vryhyt, doch geen extentie te maecken.
(421) Prins Mauritius van Nassouw heeft syn twee neefen ee-
addopteert ende de jongste en versouckt svn comp. in twee
te verdeden en den een te geeven aen svn neef prins Fre-
dientnbsp;Heeft 50 jaaren den staet ge-
Den voors Fredrick is out 19 jaaren en 10 maenden, soo-
dat volgens de ordre niet genoch is.
syn' broTder^'nbsp;van
Is geen resolutie gevallen, alsoo eenige leeden absent syn.
De Staeten-Generael versoucken, dat Hollant een gelieft
uyt te maecken om de de commissie nae Frieslant te as-
sisteeren.
Vivien wert gecommitteert.
Robbert van der Schaegen versouckt seureté de corps.
Monnickendam neemt het over.
Leest foly 425.
Geschyden tot Donderdach aenstaende, svnde den 11
deser.
^422) Den capetyn Booreel, soon van den ambassadeur Booreel
zaliger, verhaelde myn by discours, dat in den jaare 1651
syn voors. vaeder gecoomen is uyt Vranckryck om den Staet
te induceeren tot het coopen van Duynckercken, daer den
Comnck van Vranckryck, om geit benoodicht was, voor
eyschte omtrent 18 tonnen gouts, doch dat het geloofde te
T voetvolk te werven. De Republiek zou
de helft der kosten yan het onderhoud betalen. Deze subside
moet beschouwd worden als behoorend bij de lasten
Maurits van Nassau had de twee zoons van zijn over-
leden broeder geadopteerd en verzocht nu voor den jongsten het
ritm^sterschap over de helft van zijn eigen compaS Vgl
Resol. Holland 6 Dec. 1670 en pag. 281.nbsp;• vgi.
sullen becoomen voor 12 tonnen gouts, soo in gelt als wae-
pen en dat middel wist om de waepenen soo hooch aen te
reeckenen, dat het niet meer dan 12 tonnen gouts soude
costen. 1)
DONDERDACH DEN 11 DECEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Hop.
Den President Bennebrouck heeft gedaen eet van suy-
veringe wegens hooftingelant van Delftlant.
De noetelen syn geresumeert van den laetsten dach der
vergaederinge.
De Gecommitteerde Raeden van byde de quartieren segge
geauthoriseert by deese vergaederinge te syn om cooper te
coopen ........., te betaelen uyt de te draegen consenten,
waerover swaerichyt syn maeckende, alsoo den vercooper
moet geh hebben. Sonde syn om schut te gieten. 2)
Uytstel tot op de consenten syn geconcludeert.
(423) Memorie van Goé, minister van Denemarcken, den 11
ter Generaltyt ingedient, versouckende, dat de differenten
met deese Staet wegens 't transport der militie aen Vran-
ckryck te verblyven en deese maend af te doen. s)
Aen oude commissaressen ter Generalityt.
Zeelant heeft geresolveert het verbot der brandewynen
en belastinge den 3 December 1670, als by Hollant is ge-
concludeert, met dien verstande, dat alles getrouwelyck sal
werden geexsecuteert, geevende eenige remarques in seere-
tesse van den 4 December meede ter Generalityt inge-
bracht.
1)nbsp;Over deze aanbieding van den Franschen koning heb ik
niets naders kunnen vinden. Wanneer dit voorstel inderdaad ge-
daan is, zullen de Staten het beschouwd hebben als een han-
dige poging van Frankrijk, om zich voor 18 ton goud te ontdoen
van een zeer wankel bezit. In hetzelfde jaar werd Duinkerken,
dat in 1648 door Frankrijk was veroverd, door Spaansche troepen
belegerd en in 1652 tot overgave gedwongen. Wanneer de Staten
tot den koop besloten hadden, zou dit ongetwijfeld tot groote
moeilijkheden met Spanje geleid hebben.
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 11 Dec. 1670. De verkooper vroeg con-
tante betaling en de Staten beschikten niet over contant geld.
3)nbsp;Vgl. pag. 66, noot 1 en Resol. Holland 11 Dec. 1670.
-ocr page 357-3 December.
Een goede resolutie, doch geen conclusie genomen op de 2 jaaren
en dry weecken.
2 Jaaren 't verbot te dueren, om de rechte vruchten daervan
te sien en Hollant van de vrye consenten durende die tyt
van twee jaaren sullen af staen, of 3 maenden te vooren
bekent gemaeckt, eer het tweede jaer ten eynde loopt, i)
De placcaten seggen ten......
Zeelant staet oock toe belastinge voor vlees, speek etc..
Wort in bedencken gegeeven of de eerste dry weecken,
alsoo het wat langer duert als men gemeent heeft, niet sou-
de connen ingetrocken werden. 2)
Leest booven van Zeelant.
(^24) Tingnagel 3) van Campen, Vivien en Cromon 4) nae
Vrieslant uyt den naem van den Generalityt om de Staaten
aldaer te brengen tot een spoedich verbot der brandewynen
en belastinge der France coopmanschappen.
Nota. Is tot Amsterdam 13 January 1671 't verbot der brandewynen
ende belastinge der France manifacturen gepubliceert.
Is debvooren gedaen ter Generalityt om de concepten
van verdubbelinge vant gemael overal te doen en syn brie-
ven diesaengaende daerover aen de provintien geschreven;
dat meede gelieven te besorgen tot last en consenten tot
equipage om, soo Hollant resolveert, oock moogen gereet
te weesen.
1)nbsp;Volgens Hollands resolutie van 13 Nov. zouden de plak-
katen in werking blijven, totdat Frankrijk de belasting op Hol-
landsche waren zou hebben afgeschaft. De Staten hielden zich
dan ook het recht voor van vrijheid van consent. Zeeland wilde
den duur van het plakkaat vast stellen op 2 jaar en verlangde,
dat Holland gedurende dien tyd afstand zou doen van de vrij-
heid van consent. Daar eenige leden besrwaar hadden tegen de
periode van 2 jaar, besloten de Staten ter Generaliteit voor te
stellen de plakkaten 1 jaar van kracht te doen zijn. Tenzij een
der provinciën drie maanden voor den afloop van het jaar den
wensch te kennen zou geven veranderingen aan te brengen, zou
de duur telkens met nog een jaar verlengd worden. Vgl. Resol.
Holland 11 Dec. 1670.
2)nbsp;Vgl. pag. 266, noot 1.
3)nbsp;Alexander Tengnagel tot Gellicom, gedeputeerde van Zee-
land ter Generaliteit.
4)nbsp;Marinus van Cromon, gedeputeerde van Zeeland ter Ge-
neraliteit
Verdiepen van den Neder-Rliyn en de Yssel syn de con-
senten toe in gecoomen, doch dat sorg moet gedraegen, dat
het gelt wel werd besteet en diende gemeeten te werden of
het waeter by Campen soo hooch is als omtrent Schencken-
schans. Jan Hudde en Cristiaen Huygens te ontbieden,i)
om met de Raet van Staaten daerover te besoigneeren en
ist dienstich derwaerts te gaen, alsoo tot noch toe veel geit
is gespilt sonder effect.
Te beschryven.
Of men de stadt Deutecum sal forteficeeren.
Toe te staen met dien verstande, dat de provintien oock wegens
den staet van oorlooch de lasten ter zee word gestelt. 2)
(425) Brief van La Maire uyt Coppenhaagen: nu syt, al 3 schee-
pen nae Oost In. door de ontrouw van onse eygenaeren en
stierlieden.
Brief van Parys, de Groot, date......: S) dat het verbot
en belastinge niet diende uytgestelt; dat op Engelant geen
staet te maecken is en syn equipage met Vranckryck wel-
licht op Oost In. of op retourscheepen te passen.
Annetje Jacobs is door de gerechte tot Amsterdam ge-
schyde van den echt, haer man Jan Willem Lodewycks, ter
oorsacke, dat sy overspel heeft gedaen in absentie van haer
man; en haer man geadmitteert te moogen trouwen, gelyck
oock getrouwt is en alsoo sy gaeren meede soude willen
trouwen om een eerlyck leeven te lyden, daer sy aensouck
toe heeft en haer geweesen man daerin consenteert, volgens
de verklaeringe, versouck wederom te moogen trouwen.
Overspel.
Aent Hof om advys.
Nota. Dit hebben scheepenen alsoo belyt, dat het versoeht wort
om eens een vret ofte eynde daerover te hebben.
Hynsius uyt Sweeden den 21 November: de Luyterse
) Hudde en Huygens waren beiden „in alle deelen van de
mathematique seer ervaarenquot;. Vgl. Resol. Holland 11 Dec. 1670.
2)nbsp;De Staten besloten ter Generaliteit voor te stellen de forten
van Doetinchem af te breken. In geval de landprovincies de stad
echter wilden versterken, zoo zou Holland dit toestaan, mits
die provincies mee hielpen tot het uitrusten van een extraordi-
naris vloot. Vgl. Resol. Holland 11 Dec. 1670.
3)nbsp;Deze brief komt niet voor in de uitgave van de Brieven
aan De Witt en evenmin in Van Dijk a.w..
priesters seggen, dat syn predicant heeft in haer sin al te
veel toehoorders.
Robbert van der Schaegen : snreté de corps.
Wort toe gestaen.
Het artyckel van den Kyser te trecken in de Triple Alli-
antie is geleesen, daer eenige leeden wat op difficulteerden,
dat de Triple Alliantie meede most strecken, soo den Kyser
van den Turck wierde aengevochten, meede most geholpen
werden, alsoo deselfde oorlooch door ingeeven van Vran-
ckryck soude geschieden, i)
Jacob Aerss. Colion versouckt octroy om de Middelanse
zeehaven en te moogen drucken voor 15 jaaren in alle
taelen.
Fat.
Brief van Monnickendam, 29 November, van de magis-
straet aldaer: den balljuw van Waterlant, Berckhout, 2)
spreeckt onfatsoenelyck van eenige regeerders van haer
stadt. Clafarius is wegens de Gecommitteerde Raeden van
het Noorderquartier gelast te procedeeren.
Burgemeester Hooft syde myn deesen avont, dat den Raetpen-
sionares hem had gesyt, dat burgemeester Valckenier aen de tafel
alhier in den Haege, den pensionares Hop seer hadde overgehaelt
en gesyt, dat niet bequaem was pensionares te weesen.
Leest foly 374.
Ontfanger Utenboogert, request tot afschryvinge van
eenige restanten van de impostmeester Grel, te somme in
alles 65 duysent guldens.
In handen der Gecommitteerde Raeden.
Nota. Den pachter Grel ten achteren aen het lant 251 duysent
guldens.
Jacob Commerstyl uyt den Briel, request van ontlastinge
van een restant van 8 duysent guldens.
Aen de Gecommitteerde Raeden.
Isaac Isaax van Lintburg versouckt sécureté de corps.
Wort toegestaen.
NAE DE MIDDACH
Besoignes wegens de West-Vriese dycken.
1 ) Vgl. pag. 287, noot 1.
2) Simon Teding Berkhout. Vgl. Resol. Holland 11 Dec. 1670
-ocr page 360-De secretares Foreest, i) wegens de Gecommitteerde Rae-
den van het Noorderquartier en Graevestyn en Hooft, Ge-
committeerde Raeden van het Zuyderquartier, Berckhout
wegens de Reeckencamer, Maesdam wegens de Edelen,
Dort, Lyden, Amsterdam, Goude, Rotterdam, Alckmaer,
Enckhuysen, Medenbliq.
1594239 gl. tot bedyckinge vant Coegras en versien van
dyken; 11 duysent 52 morgen lants.
De Gecommitteerde Raeden van Zuyderquartier versou-
cken copye van de consideratie vant Noorderquartier om,
met den Raet gedelibereert hebbende, haer advys in te
brengen.
De Reeckencamer 't selfde versouckende, alsoo eerst in
de commissie getrocken syn.
De leeden bedancken de Gecommitteerde Raeden en ver-
soucken copye om wysselyck als een saeck van importan-
tie te overleggen.
Deesen morgen becoomen een brief, date 10 deser van
Burgemeesteren, getyckent door den secretaris de Vries: 2)
dat soo de veltmaerschalcken prins Mauritius en Wurts ter
Generalityt mochten toegelyt werden vermeerderinge van
tractement, dat van stadtswegen in Hollant daerin sullen
consenteeren ter somme van 18 ä 20 duysent guldens 's
jaars, 't ordenares tractement daer onder begreepen; ofte
soo Hollant int parteculier tot de voors. somme yt wilde
consenteeren, dat meede van stadtswegen daer in moogen
consenteeren.
Nota. De maerschalcken hebben yder 12 duysent guldens
en als te velt syn noch 12 duysent gulden yder en als in
chef commandeeren yder noch 12 duysent gulden; is 36
duysent.
(428)nbsp;VRYDACH DEN 12 DECEMBER 1670
Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
Onse regeeringe is een regeeringe van inductie, syt den Raetpen-
sionares, en moet met soetichyt tot eenpaerichyt gebracht werden
en soo heb veel verschillende advysen tot eenpaerichyt gebracht.
Voorleeden Saterdach in omvraege geweest van prins
1)nbsp;Dirk van Fooreest.
2)nbsp;Cornelis de Vries, secretaris op de thesaurie van Amster-
dam.
Maurits om syn comp, paerden in twee te splitsen ende de
eenen te houden en den andere helft aen syn neef, Frede-
rick van JNassouw, out synde 19 jaaren 10 maenden en al-
soo geen acht jaer gedient heeft en can volgens de reso-
lutie geen capetyn of ritmeester gemaeckt werden, dan van
gratie.
^t versouck van Lyden is uytgestelt tot Dynsdach en Moninck-
dam sal aenstaende Woensdach haer advys inbrengen.
Middel van het gemael te verdubbelen en cothisatie der
wynen en zeep.
Afschaffen der extreordenares lasten ter zee.
Werven van nieuwe comp, te voet en te paert.
Equipage ter zee.
Leest het advys der leeden derde blat, foly 431
In de middelen, Dort, Gornicum, Schiedam, Schoonhooven, Alck-
maer, Enckhuysen, Edam en Medenbliq.
^sterdam difficiel in alles, daerom can niet geconcludeert werden
Wenige spreecken van reductie-gelden — te weeten in het Noor-
derquartier — aen te tasten.
De leeden werden versocht yders principaelen te induceeren
En besoigne te maecken, op wat manier de wynen te cothiseeren
en de zeep.
Amsterdam sjrt 't selfde aen te sien.
Het recruteeringe is ter Generalityt gebracht en by alle
de provintien toegestaen, uytgenomen Zeelant soo daer
over serieuselyck is geschreeven.
90 millioenen loopen noch tot lasten van Zuyt-Hollant alleen.
80 duysent guldens is het incoomen nu minder van de Ree-
ckencamer dan op andere tyden en jaaren en alsoo niet an-
ders hebben, als de reductiegelden, die bedragen 47000 gl.,
soodat 37 duysent te cort coomen.
De reductie-gelden van de Reeckencamer der domainen waeren
in den jaare 1665 f. 43738.12.1.
Couranten te verbieden.
Haerlem en Amsterdam neemen het over en veel leeden difficul-
teeren.
Spaigne wil int verblyf wegens de limieten der Nederlan-
den, verbleeven aen Engelant en Sweeden, trecken syn
contrapretentien. i)
1) Vgl. pag. 2, noot 4.
-ocr page 362-Burgemeester Arckel, i) commissares op de wacht der
passeerende militie, versouckt tractement van de Gecom-
mitteerde Raeden, 't welck niet vermoogen te doen volgens
resolutie.
In handen der Gecommitteerde Raeden.
Frans van Hoogeveen versouckt afdoeninge van fide-
comies, Advys van het Hof: slaen het af.
Slaen af.
Pylen der brandewyn volgens het 8 artyckel.
(430)nbsp;3030 gl. aen Jan Soet gegeeven door de Gecommitteerde
Raeden voor 29 penningen en de stempel der medal je, die
hy. Jan Soet, by octroy heeft geslaegen en tot contemplatie
van Engelant ingetrocken.
Leest foly 399, 320, 420.
Hamel Bruyning messive, 13 November 1670 uyt Wee-
nen etc..
Going, overleeden pachter, den ontfanger Timmers
van Rotterdam versouckt daerover.
ADVYSEN DER MIDDEEEN
Edelen: consenteeren het gemael en middelen en cothi-
satie der wynen en zeep; tot equipage connen niet verstaen,
alsoo de zeesteeden daer niet willen consenteeren dan met
conditie; doch soo eenparich syn, sullen niet formaliseeren.
Dort, Haerlem, Delft: gemael antisipatie een milioen
daervan en de cothisatie der wynen en zeep; wegens de ex-
treordenares equipage concenteeren; met de nieuwe wer-
vinge af te doen, eer de vergaederinge sal coomen te schy-
den en oock de equipage ordenares; voorts met de Eedelen.
Lyden: gemael en antisipatie der millioenen; cothisatie
der wynen, doch op ordonnantie houden haer vryichyt; co-
thisatie der zeep; op de nieuwe wervinge syn noch niet ge-
vat, alsoo geen haest heeft; equipage, sal sien het advys der
zeesteeden; wegens het afschaffen der extreordenares mid-
delen ter zee, sullen sien wat de zeesteeden doen.
(431)nbsp;Amsterdam; de recruten en wervinge en advys der ex-
treordenares equipage; afschaf finge der extreordenares
1) Hugo van Arckel, burgemeester van Schoonhoven.
-ocr page 363-lasten ter zee persisteeren, eer yt connen consenteeren en by
gevolch oock geen consenten connen draegen over de fi-
nantien.
Gouda: consenteeren het gemael voor 2 jaaren en het
cothiseeren der wynen en zeep en equipage; wegens het af-
schaffen extreordenares middelen ter zee sullen niet uytten
als sullen gehoort hebben de advysen der zeeleeden.
Rotterdam: het advys der Admiralityten soude als het
eenparich gaet sullen geen difficultyt vinden; de andere
pointen staen toe, soo bequaeme middelen tot geit connen
uytgevonden werden.
Gornicum: staen het gemael-verdubbeling niet toe tensy
goede ordre wort gestelt tegen het sluycken; wervinge en
equipage, daer is finantien toe van doen; versoucken de
zeesteeden eenparichyt, opdat geconcludeert mach werden
bchiedam: verdubbeling vant gemael te excuseeren; de
loopende middelen wel te practiseeren en voornaementlyck
de wynen; de cothisatie heeft veel difficultyten; wynen opt
incoomen te belasten 't oxhooft met 6 gl..
Schoonhoven: gemael niet consenteeren; te negotieeren
tegen 3 per cente en het oude te laeten op 4 per cente • tot
de wervinge consenteeren; equipage staen toe.
Briel: staen alles toe.
Alckmaer: wygeren het gemael; oock niet van wynen en
zeep, alsoo lang middelen connen gevonden werden maer
de reductiegelden aen te tasten; en sullen eer niet in yt
consenteeren; sullen niet verstaen tot ontlastinge ter zee,
voor dat alles sal weesen betaeh; de wervinge en equipage
noch uyt te stellen.
Hoorn: consent vant gemael; doch niet antisipeeren,
maer aenstonts verpachten; cothisatie der wynen en zeep
staen toe; afschaffen der zeemiddelen soo ras de lasten
afgedaen sullen syn; wervinge.
Enckhuysen: wygeren het gemael; cothisatie der wynen
en zeep en wyn van het incoomen te belasten; reductiegel-
den aen te tasten; geen middelen ter zee afschaffen; equi-
page met meede te verhaesten.
Edam: staen 't gemael niet toe; cothisatie van wynen en
zeep, eerst de metode te maecken; reductiegelden aen te
spreecken; connen anders niet consenteeren in de midde-
len ; equipage en wervinge by gevolch van anderen.
Monnickendam: gemael consenteeren, mits dat reductie-
-ocr page 364-gelden worden aengetast; niet af te schaffen ter zee voor
de schulden syn afgedaen.
Medenbliq: gemael schaedelyck en excuseeren; eerst
vast te stellen de reductiegelden; eerst forme, op wat ma-
niere te cothiseeren; niet af te schaffen voor alles betaelt
is.
Purmerent: consenteeren het gemael.
De conclusie leest twee blaeden hier vooren, foly 428.
Besoigne van den maerschalck Wurst, die wil syn af-
schayt neemen, ofte demissie.
C^missaressen der finantie: Eedelen, Dort, Haerlem, Delft, Lyden
Amsterdam, Gouda, Rotterdam, Alckmaer, Hoom ,Enckhuy^r
Heeft sich geaddresseert aen den Raetpensionares, sengen-
de syn employ hier te landen verkreegen te hebben door
hem Raetpensionares en bekent gemaeckt syn intentie der
demissie; dat Brederode had gehad 26 duysent guldens en
hy 12 du3.sent guldens, doch had sich daeraen niet ge-
stoort en Prms Mauritius, die daer oock over claecht. heeft
uyt het hooft gepraet; seyt syn commissie dan die, dan den
ander te moeten obedieeren en oock de commissaressen van
staet; dat m de instructie van Prins Mauritius staet: eerste
yeltmaerschalck,quot; dat wel waer is, dat volgens de natuer de
tweede is, maer niet behoorde in de instructie van Prins
Mauritius te staen; dat in de instructie staet: „te dienen de
eegers, forte en plaetsen,quot; daeruyt geruchte loopen, wel-
licht soude m de Maestricht gesonden werden, welck woort •
,ƒ laetsen en fortenquot; was nieu ingevoecht in de instructie •
dat de Gecommitteerden der Staaten hadden gesonden en
laeten seggen, dat geliefde om woort te senden, daer eenige
offecieren by staende, niet wel en was, hoewel een beleeft-
hyt was, maer is altyt secreet gegaen; dat in de oefeninge
der waepenen by Maestricht, syn regiment is gestelt aen de
Imckerhant van den gouverneur; dat syn compaigny heeft
gesepareert geworden op de wacht treckende; dat men syn
comp, laet marscheeren achter de comp, van den comman-
deur van Maastricht; uyt alle welcke saecken te kennen ge-
geeven wert de provintien een afgunst hebben, uytgenoo-
men Hollant; dat maeckt hem becommert om den Staet te
connen met alle getroywichyt dienen en goet succes; dat
yder comp., ja een troupe van een regiment, moet staen.
(432)
(433)
alsof het heele regiment present was; trommelslach be
FalJlnbsp;ondersehyt te hebbenr
^^^nbsp;13 DECEMBER 1670
Haerlem, Delft, Lyden, Amsterdam, Alckmaer, Hoorn.
Besoigne wegens den predicant van Eersel en Duyssel 2)
wegens represahen, alsoo door de Spaense is gepSert
van ruyteren, m de Myery van den Bos.nbsp;g^P'^^dert,
22 November 1670 commissoriael
Bernard Waeterbeeck, predikant.
De schaede is bestaende in omtrent 6000 gl
10 November 1670 rapport ter Generalityt gedaen om de
ontfangers van de Myery van den Bos te lasteen de gekste
lyeke mcoomen m te houden en daervan te dedommafeeren
Spaense ambassïdem
Cher van kenmsse werd gegeeven, binnen seeckeren corten
De commissaressen van Haere Ed. Gr. Mo. confiermeeren
van haere'ETS'r M 'nbsp;f^^^ vergaederinge
rahtyt'e b?engem- quot; ^--«l-ert 't selfde ter Gene-
SATERDACH DEN 13 DECEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
^dvys vant Hof over versouck van weesmeesteren tot
Haerlem versouck tot reparatie van moutery etc.; afdoe-
nmge fidecomies.
_ Hydelberg, 19 November, Chuervorst, Palsgraef, mes-
sive: professor I. Fredrick Bockelman tot Lyden beroepen
m de rechte, connen om reeden niet laeten gaen. 3)
Notificatie.
Hamel Bruyning uyt Weenen date 27 November 1670
brieven van gisteren.nbsp;'
Examineeren.
DeV Soquot;^nbsp;^^^nbsp;Holland 20
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 13 Dec. 1670.
3)nbsp;Idem.
-ocr page 366-David Sempen 1) consul tot Rochel; clachten, dat niet
leeven can van het incoomen.
In handen der commissaressen van de finantien.
Zeelant versouckt, dat den ambassadeur Boreel in Enge-
lant met die in Vranckryck mach gelyck gestelt weerden in
tractement. 2)
Gecommitteerde Raeden van byde de quartieren.
Pergens, Schuyl en Ryckers, seedert 1661 geprocedeert,
versoucken, alsoo volgens accoort met Zeelant int posses-
soir geen Zeeuwse Raeden moogen sitten, maer wel int pe-
titoir, dat mach by den Hoogen Raet recht gedaen werden
van 5 of ses Hollanse heeren. 3)
Den Hoogen Raet met 5 of ses raeden te moogen recht spreecken,
is tegen het 1 artyckel. Ist noodich, connen eenige uyt het Hof
daerby gevoecht werden. Sal gebracht werden in naerder om-
vraech.
(437) Pensionares van der Dussen doet rapport over de be-
soigne van het gemael, gebracht van den eenen verpachtin-
ge in het ander. 4)
5 artyckel. 5) Bestaende de questie, of de Steeden de platte
landen, selfs in andere destricten, in het gemael en broot
bevryden.
Eenige meenen, dat, voor soo veel de slyters aengaet, be-
hoorde aengegeeven te werden aen de pachters daer 't ge-
mael en broot werd geconsumeert ende die coopen tot ge-
bruyck, vry soude moeten staen te coopen in Steeden en
brengen tot consomptie ten platte landen waer willen en
sullen consumeeren.
Staet te noteeren, dat op deese besoigne vyf Steeden syn geweest
tegen vier, doch heeft Delft evenwel geen conclusie wUlen neemen,
om te rapporteeren.
Naerder advys der Gecommitteerde Raeden byder quartieren: ad-
vys in geschrift aen haer over te geeven; onderwylen elck syn
vryhyt.
De leeden werden door den Raetpensionares versoeht te-
gen aenstaende weeck wegens de middelen aen haere prin-
1)nbsp;David Oentsen, consul te La Rochelle. Vgl. Resol. Holland
13 Dec. 1670.
2)nbsp;Vgl. idem.
3)nbsp;Vgl. idem.
4)nbsp;Vgl. pag. 95, noot 2 en pag. 302, noot 1.
5)nbsp;Bedoeld is het 5e artikel van het plakkaat op het gemaal.
-ocr page 367-cipaelen favorabel te prepareeren en Amsterdam voornae-
mentlyck wegens de extreordenares middelen af te schaffen
Amsterdam persisteert niet te connen yts in besoigneeren
doen, voordat satisfactie diensaengaende voorgaen doch
dat gedaen synde, geen renversie bemercken.
200 duysent guldens verliest de pacht. 170 duysent gul-
dens tot Amsterdam verliest door een banqueroet 3 nfael
75 duysent guldens ten achteren aen den Staet ten achte-
204000 1nbsp;guldens, soo cleyn als andere, te quaet.
204000 gl. op de pacht verlooren. 15600 gl. 's maens op de
forteficatien, dry jaaren ten achteren aen de fortificatie
yder jaar 75000 gl. 243000 gl. aen achterstallinge schiSen
als servitiegelden, groote vissery etc.. 187000 gl wil der^
ontfanger Uytenbogert gedechargeert syn over banqueroe-
ten. 10 milhoenen noodich tot wervinge en equipage De
hooge offecieren syn ses jaaren onbetaelt. Den Yssel moet
verdiept werden 10000 gl. geconsenteert, fort tot Veen te
maecken en anderen.
Opt 7 artyckel met den Kyser wegens de Triple Allian-
tie. 1)
't Ontwerpen een concept van de cothisatie.
Van der Dusaen en Burgersdyck concept te maecken.
Opt grosiergelt van de innecoomende wynen 1 gl opt
oxhooft ter Generalityt voort te setten, die genomen is 1
Apri 1665, ter Generalityt geproponeert en de meeste lee-
den ter Generalityt toegestaen.
Retroacten eerst nae te sien.
kJ;]nbsp;artikel van het concept-traktaat om den
Keizer ook m de Triple-Alliantie op te nemen, bestonden eenige
de 'inhoud als vS
vast gesteld: waneer een vorst hetzij opgestookt door anderen
hetzij uit eigen beweging één der onderteekenaars van de garan-'
tie van den vrede van Aken aanviel, uit hoofde van die g^mtie
zoo waren alle onderteekenaars verplicht den aangevalle^r M
te staan (Vgl Seer. Resol. Holland 13 Dec. 1670.) Tot eertak
^^^ iL^i,nbsp;niet gekomen. Toen Karei II in het vooHal
yan 1671 beslist weigerde den Keizer in de Triple Alliantirop
te nemen en er een oorlog tusschen den keizer en de Turken
dreigde, kwam er een eind aan alle onderhandelingen. Leopold I
ging een overeenkomst aan met Lodewyk XIV, waarbij hii L-
loofde zich met te mengen in een oorlog, die gevoerd werd hut
ten het Duitsche of Spaansche rijk. Vgl. Mgnefrw II p4'quot;quot;se
Gecommitteerde Raeden, secretares ter Genera ityt-ree-
ckencamer en commies der finantien hebben somtyts gehad
5 6 700 gl. extreordenares; 800, 600 extreordenares de
e^mmiezen der finantie extreordenares _ boven haer tracte-
ment. Pleegen die te hebben van alle jaaren slot der ree-
ckeningen. Nu soude de Gecommitteerde Raeden yder toe-
leggen 600 fl. eens. i)
(439) Graef van den Berchs weduwe comp., de waepenen door
de cappetyn te betaelen volgens de oude voet, maer staen
nu op een taxst. 24 September laestleeden daer op geresol-
veert. 2)
Fiat
25, 26 September 1668.
Octrov der stadt Amsterdam, versouck op de wisselbanck
wegens de gelden niet arrestabel daer te syn soo die op
Tygen naem, als voor reeckening van andere in de banck ge-
bracht worden. 3)
TTiot Ippst dit octrov nieuwe hantvesten foly 1002.4)
Iteet te LSerer^t de ordre van de wisselbanck is gestataeert
W wUlekeuren ende alsoo dit versouck van octroy is een ^pli-
Sti^Ïa? de kuer of daerom 't selfde versouck niet most gedaen
ƒ versocht werdek, dan door de heeren van de gerechte is myn
speculatie. Abuys. 5)
Scheepscapetyn vivres te coopen binnens de provintien.
In naerder omvraech te brengen.
Amsterdam neemt over.
(440) Becoomen een brief van Burgemeesteren, date 12 Dece^-
ber 1670 dat soo Rotterdam en andere leeden en ter Gene-
ÏaTityt smaeckelyck gemaeckt werden, dat van stadtswegen
1) Vgl. Resol. Holland 13 Dec. 1670.
Idem en Wagenaar, Amsterdam, dl. II, pag. 621.
3) St^trooi is te vinden in Noordkerks uitgave van de hand-
^^SVnVmlntS^mLnTe, dat dit nieuwe octrooi beschouwd
mTaf ^eTeclÏtnk. Bij nader onderzoek is hij echter tot een-
dere opvatting gekomen, zooals blijkt uit het later bijgevoegae
woord: „Abuysquot;.
consent draegen om het verbot der brandewynen en belas-
tinge voor twee jaaren te doen, anders sullen genoegen
scheppen van een jaar; maer belangende de vercortinge
vant verbot, dat daer gans niet teegen hebben.
Was getyckent: N. Nicolay. i)
Amsterdam heeft capitynen en offitien int lant: Ruyten-
burg mayoir van de marine; Roode; 2) Witsen;3) Wit-
sen tot Amsterdam; 4) Haringcaspel; 5) Boreel; 6) pre-
sident van den Hoogen Raet, Pauw;''') president vant Hof.
Pauw; Hudde, Rudolfhy, Raetsheeren Hoogen Raet;
Cloeck raetsheer int Hof; Heemstede, reeckenmeester;«)
Van Swieten, reeckenmeester; 9) Limburg, fiscael; Ruy-
tenburg, balljeu tot Purmerent; lo) Papen cop, balljeuw
(van) Goylant; Outshoorn, balljeuw Amstellant; n) Hooft,
fiscael ter Admiralityt; 12) Slicher, ontfanger, Admiralityt;
Burch, groote tresorier.
DYNSDACH 16 DECEMBER 1670.
Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
De resumptie wegens het gemael, S artyckel is inge-
trocken cn om naerder te besoigneeren. 13)
Rapport der commissaressen wort gedaen nae de meest stemme
hebben geadviseert, met een corte byvoeging der discrepeeren-
de gevoelens, doch van der Dussen, pensionares heeft gerappor-
teert yders oppinie wegens de besoigne vant gemael en de syn
rechtens vooraen gestelt.
12 December 1670, de Groot uyt Parys 14) ; Jen Coninck is
nae Versailles; comt savons weer; syt nae Duynckercken
1)nbsp;Nicolaes Nicolay, secretares van Amsterdam.
2)nbsp;Roode, kapitein?
3)nbsp;Cornelis Witsen, kolonel van de schutterij?
4)nbsp;Lambert Witsen kapitein bij de stadsmilitie?
5)nbsp;Dirk van Haringcarspel, kapitein bij de mariniers.
6)nbsp;Boreel, kapitein.
7)nbsp;Reinier Pauw, Heer van ter Horst.
8)nbsp;Gerrit Pauw, Heer van Heemstede.
9)nbsp;Gerrit Bicker, Heer van Swieten.
10) Gerard Ruytenburg.
11 ) Dirk de Vlaming van Outshoorn.
12)nbsp;Hendrik Hooft, de jonge, advocaat-fiscaal van de Admira-
liteit.
13)nbsp;Vgl. pag. 302.
14)nbsp;Deze brief komt niet voor in de uitgave van de Brieven
aan De Witt, evenmin bij Van Dijk a.w..
Staten van Holland 1670.nbsp;19
-ocr page 370-sal gaen met 30 duysent man tegen den 20 April om de
forteficatie aldaer te vorderen, die te langsaem voortgaet;
syn brief aen Zeelant heeft de resolutie van de brandewy-
nen gevordert; 22 scheepen tot Toulon laegen gereet, starck
gemonteert, 10 duysent matroosen; Wulfenbuttel door den
Bisschop van Munster, Ceulen door den Cheurvorst of
Bischop; Bisschop van Straesburg tegen Straesburg, alle
met hulp van Vranckryck; Erfort, den Sax te animeeren
tot Erfort te neemen. i)
Notificatie met opmerckinge.
(442) Van Beuningen en Booreel, Londen 19/29 November en
6 December en noch van de selfde in parteculier addres.
Rescriptie met danckbaerhyt gepleecht in het blyven vant schip
't Waepen van Vlissingen, gedestineert nae Oost In., maer 10
en noch 10 en noch 20 per oente toegevoecht aen de Engelse tot
herginge. Te daegen. 2)
Beverning is gisteren avont in zee geraeckt.
Gornicum brief 13 December: Mathias van Houck 3)
gestorven ontfanger; Van der Colck, Brouwer en Schut
stellen op de nominatie om een daer uyt eUgeeren. Van der
Colck 4) wort gesternt tot ontfanger. 5)
Heeft aenstonts den eet van suyveringe gedaen.
1)nbsp;De Groot maakt melding van de oneenigheden tusschen den
Aartsbisschop van Munster en den Hertog van Brunswijk-WoK-
fenbuttel over het stadje Höxter. vgl. pag. 305, noot 1. De Bis-
schop zocht en vond steun bij Frankrijk.nbsp;^ j t, ^
In de geschillen tusschen den Bisschop van Keulen en de stad had
de Republiek steeds de laatste gesteund De Bisschop was hand-
langer van Frankrijk geworden en Lodewijk XIV steunde hem
ofTtad^StrLtsburg was in conflict met haar Bisschop. Lodewijk
XIV had eerst geprobeerd den Dauphin coadjutor te maken om
zoo zekere rechten op de stad te kunnen pretendeeren, maar na-
dat dit mislukt was, hielp hij den Bisschop tegen de stad
De stad Erfurt had lange jaren naar zelfstandigheid gestoeefd,
maar was in 1664 onder het bestuur van den Keurvorst van Mamtz
gekomen. Frankrijk stookte nu den Keurvorst van Saksen op om
zich meester te maken van Erfurt, om zoo den Keurvorst van
Maintz, die zich bij de Triple Alliantie wilde aansluiten mach-
teloos te maken. Vgl. Der Kinderen, a.w., pag. 89 sqq. en Wicque-
fort, a.w. dl. IV, pag. 170-179,
2)nbsp;Vgl. pag. 298, noot 1 en Resol. HoUand 16 Dec. 1670.
3)nbsp;Mathias van Hoey, ontvanger te Gorcum.
4)nbsp;Cornelis van der Colk, burgemeester van Gorcum.
5)nbsp;Vgl. Resol. Holland 16 Dec. 1670.
-ocr page 371-fi™.nbsp;Vlooswyck, Hudde, Bontemantel, Hop, pen-
Request van Amsterdam: versoucken de brieven, voor de
gronden der uitlegginge verleent, moogen, des geleegen co-
mende, af te lossen nae ses jaaren, naer 't jaer 1671 van
Mey.
Fiat, mits dat alle jaaren wort gepubliceert binnen Amsterdam.
Staet te consideeren, dat de wervinge en equipage moet
ter Generalityt tegelyck gebracht werden om een staet van
oorloch te maecken, want anders als de wervinge alleen
een staet op gemaeckt wierde, soude tot de staet van equi-
page niet te crygen weesen.
Lasten ter Zee.
By provisie door de Admiralityten en commissaressen liquidatie, 1)
een lyst te prepareeren.nbsp;' '
Verdubbeling vant gemael.
Of capetynen de vivres sullen moeten coopen voor boots-
volck, sullen moeten alleen syn inlanse vivres.
Naerder te overwegen.
Vloot in zee te brengen.
Men ly af 2 millionen voor den Engelse oorlooch en daernae ist
gecomen op een milioen.
, Wervinge van 10 regimenten te voet en ses te paert.
Vickevoort 2) der vorsten van Lunenburg en Bronckswyck
heeft gerapporteert aen den Raetpensionares, dat bisschop
van Munster is oock heer van Heuckxster.3)
Door de Generalityt de mediatie aen te bieden.
1 April 1655. 9 Mey 1654 is geconcludeert in Hollant. 23
February 1669, Zeelant en Stadt en Landen daertoe aenge-
1 ) De Admiraliteiten en de commissarissen, die aangesteld
waren over de afschaffing van de 1/3 verhooging, moesten een
nieuwe lijst der convooien en hcenten opstellen
2)nbsp;Abraham de Wicquefort, zaakgelastigde van Lünenburg en
de schrijver van: Histoire des Provinces Unies des Pais Bas
3)nbsp;Vgl. pag. 305, noot 3 en Resol. Holland 16 Dec 1670 '
-ocr page 372-maent. 15 Maert 1669 grossiergeit op de wynen. 24 January
1669 ter Generalityt.
Grossiergeit der wynen. 3)
De eerste dry weecken int verbieden der brandewynen
in te trecken.
Den Hoogen Raet syn maer seven starck en in posses-
soire saecken mogen geen Zelanse Raeden weesen.
Wort geresolveert, dat Hollanse Raeden in possessoir sul-
len moogen sitten, ten minste 5 Raeden soo het noot sy om
recht te spreecken int possessoir.
Wegens de saecke van Pargens sal den Hoogen Raet
moogen versoucken uyt het Hof noch een of twee raeden,
sullende moeten weesen 7 starck volgens de instructie, doch
in toecomende als 't voors. point. 2)
Amsterdam neemt dit point over.
Rotterdam neemt het meede over.
Fiat.
Schout-by-nacht, van Nes^) en den consel Ewyck^) over
de salutschooten questie. 5)
Le Maire 2 December uyt Coppenhagen.
Authorisatie op Gué om de questie vant jaer 1666 af te
doen, van den Coninck, doch om in sachtichyt te hande-
len.6)
Notificatie.
(445)nbsp;WOENSDACH 17 DECEMBER 1670.
Engelse te strande scheepen alhier te handelen als sy
doen.
Concept placcaet vant sout uyt Poortegael te haelen, we-
gens de West In. Comp., nimant toegelaeten dan van de
West In. Comp., op poene van ...... gl.. 8)
Is den 18 by Hoorn overgenoomen.
1 )nbsp;Vgl. pag. 287.
2)nbsp;Vgl. pag. 286 en Resol. Holland 13 Dec. 1670.
3)nbsp;Jan van Nes.
4)nbsp;Frederik van Ewyck, consul te Genua.
5)nbsp;Vgl. pag. 300.
6)nbsp;Vgl. pag. 5, noot 3.
7)nbsp;Vgl. pag. 298, noot 1.
8)nbsp;Vgl. pag. 51, noot 1, en Resol. Holland 17 Dec. 1670.
-ocr page 373-Achttienhooven, 1) pensionares van Enckhuysen, wegens
die stadt in de Generalityts-Reeckencamer gecommitteert,
m plaes van Glas, 2) die gestorven is.
Pancras, als voorsittende burgemeester, sat aen tafel voor Valcke-
nier, die gedeputeerde was en Vlooswyck, out-burgemeester, bo-
ven Hudde, die een regeerende scheepen was en Hudde sat bo-
ven Bontemantel, die out-scheepen is.
Rapport van der Dussen en Burgersdyck wegens het con-
cept der cothisatie der wynen en zeep.
De provintien verstaen best te weesen Mortaigne 3) voor
af te senden nae den Bisschop van Munster en Lunen-
burch om te onderstaen of de aenbiedinge der mediatie sal
aengenaem weesen, om geen refus te lyden. 4)
Is verstaen Mortaigne maer taemelyck bequaem te weesen en
CuneusS) daer best toe soude dienen.
17 December 1670. 6) Stellinge gedaen door den heer Gilles
Valckenier, of de leeden hebben haer vrye consent in de
extreordenares lasten ter zee.
De gedeputeerde der stadt Amsterdam poseeren:
1° de discontinuatie der consenten wegens de extreorde-
nares middelen ter zee gedaen te hebben al omtrent twee
jaaren geleden, tot conservatie van de gemeene en oock
parteculiere commercie en substitentie en dien vervolgens
uyt necessiteyt ;
2° dat alle de leeden van haere Ed. Gr. Mog. vergaederinge
die vryhyt van continuatie ofte discontinuatie, of alle jaa-
ren, ofte ten tyden van gepurificeerde conditiën aen de-
welcke de vryhyt hadde geaffecteert, competeert niet can
werden gewygert;
1)nbsp;Isaac Pauw, Heer van Achttienhoven.
2)nbsp;Gerrit Glas.
3)nbsp;Johan Bertram de Mortaigne.
4)nbsp;Vgl. pag. 305, noot 3.
5)nbsp;Petrus Cuneus, ex-secretaris bij het gezantschap in Enge-
land. Vgl. pag. 299.
6)nbsp;De volgende folio-blz. die genummerd zijn: 491, 492, 493 en
494 staan geheel achter in het hs., los van de andere aanteeke-
ningen. Daar zij echter bij die van 17 Dec. behooren, laat ik
ze nu volgen. De inhoud is een samenvatting van de bezwaren,
die Amsterdam had tegen de continuatie van de 1/3 verhooging
der convooien en licenten en een verdediging van de houding
der stad. De Resolutiën van 17 Dec. maken geen melding van
het indienen van deze stellingen.
3° dat soowel de 1/3 verhooging als het last en vailgelt
noch ter eerster instantie is ingewillicht, noch naermaels ge-
continueert, als om daer uyt te vervullen seeckere somme
nominatie begroot, of die begroot soude connen werden,
alle de respectieve admiralityten, nae luyden de resolutien
van den Staet, hadden gehouden separaete reeckening vant
geene uyt gemelde extraordinares lasten is gecollecteert •
4 dat de gecollecteerde penningen uyt de 1/3 verhooging
om te vervullen daerop waerlyck in debité gemaeckt, pro-
bihte veel malen die van het last- en vylgelt geprocedeert
syn, oock meer als bestant soude weesen om te betaelen de
schulden, waertoe de selve by de respectieve resolutien van
btaet syn geaffecteert;
5° dat de diversie der gelden van de gemelde extraordena-
ris middelen geprocedeert, tegens resolutien en dien vol-
gende wille van den Staet, de particuliere leeden van den
Staet in der vryhyt van haere continuatie ofte disconti-
nuatie met en can, ofte vermach te prejudiceeren. Art. 7.
8. 9. 10. 11. 12.
6° artykel is door geschrapt;
7° dat de gelden uyt de extreordenares lasten ter zee ge-
procedeert en tot de respectieve collegie voorgeeven elders
geemployeert, syn besteet tot het gemeene beste, ofte niet ■
8 dat de Staaten van Hollant en West Vrieslant, indien
het eerste waer is, actione de in rem verso de particuliere
leden connen werden aengesproocken en versocht, dat het
geene tot haer voordeel gekoomen is, uyt de gediverteerde
penningen, wederom werden qu. quo modo geemplacteert;
(492) 9° dat by non protestatie van het veryschte remplacement,'
de particuliere leeden door het non factus van den Staat
niet behoorde — met reverentie gesproocken — gewygert
te werden haer naturele en by fondamenteele wet gecon-
firmeerde vryhyt der consenten;
10° dat in dien gevalle de gemelde diversie niet in publices
usus, of te die van Hollant mochte geoordeelt werden ge-
daen te syn, ofte dat den Staet haer oordeel quame te sus-
pendeeren, dat in cas van suspentie het factum van den
Staet alleen den Staet wederom en niet de particuliere lee-
den moet prejudiceeren;
11° dat ingeval de diversie niet in publicon usy waere ge-
schiet den Staet — by aldien in gedeputeerde met behoor-
lyck respect mogen spreecken — gehouden syn, aen de
particuliere leeden te presteeren alle hulpe, om deselve di-
versie te doen repareeren, quocunque domo etc. door den-
geenen, die deselve hebben veroorsaeckt, ofte by negatie
van die hulpe, de particuliere leden van de regeeringe al
wederom haer libertyt int consenteren, ofte niet consentee-
ren mitsgaeders het effect van non concent niet en behooren
te wygeren;
12° dat in dien gevallen diversie wel in publique usus is
gedaen, maer niet in die van Hollant en West-Vrieslant by
exempel, om te supleercn het defect van de subsidie der
provinciën, soo volcht echter niet, dat daeromme de leeden
van Hollant hebben verlooren de vrye discontinuatie van
consent, maer men can alles daeruyt besluyten, dat de pro-
vintie van Hollant aen de respectieve collegien de hant
moet bieden, om deselve te doen hebben het effect van die
subsidien, 't sy dat men de provintien door den eenen, of
den andere wech disponeere tot suyvering der consenten,
ofte dat men sulx niet geraede vindende, ten opsicht van
de geleegenthyt der tyden, dat men in dien gevalle uyt de
gemeene beurse aen den Admiralityt dede toucheeren 't
geene de gelegenthyt des tyts niet toe en laet van de de-
fectueuse provintien te vorderen;
13° dat confusie van reeckeningen door de Admiralityten
der ordenares en extreordenares lasten ende misdien, dat
geen perfecte kennisse kan werden becoomen, wat eygent-
lyck van de extreordenares middelen is geprocedeert, om
wel te weeten, of de schulden op de extreordenares mid-
delen gemaeckt, daeruyt connen werden vervallen, ofte niet,
kan almede de particuliere leden van Hollant in de liber-
tyt van haere consenten niet prejudiceeren, maer alleen aen
de leden, daerby benaedeelt, actie geven, om jure jurando
in liten te verklaren, hoeveel sy oordeelen uyt de extreor-
denares middelen geprocedeert te syn en by gevolch door
gemelte confusie benaedeelt te weesen, om soo op dien
weg van dengenen die het behoort, volgens voorstaende
positie, het benaedeelde door behulp van de Heeren Staten
van Hollant te doen repareeren, en by de negatie van hulpe
te behouden haere vrye discontinuatie van concent;
14° de opgemelte gedeputeerde en sullen wel niet poseeren,
maer echter met behoorelycke respect U.Ed. Grootmogend-
heden in consideratie geven, dat of het geviel — des niet
vermoeien — die gelden niet ad publico usu en waer gedi-
viteert, of niet diegene, dewelcke deselve alsoo soude moo-
gen gediverteert hebben in haer privee, behoorde gehouden
te werden die diversie te repareeren pro portione, ofte
yder msolidum en soo pro portione alleen in cas van insuf-
tiantie van eenige, ofte derselven committenten niet soude
wesen gehouden voor haer gecommitteerde respondeeren ;
O en ofschoon men nu meede poseerde, dat de crediteuren
der respective collegien, aen wien men die middelen spe-
cialiter heeft verobligeert — des echter by exhibitie van
alle de originele obligatien soude moeten werden geveri-
fieert — door diverse der gelden buyten, ofte tegens wille
ofte intentie van den Staet, van haer by hypoteq niet en moo-
gen versteecken werden sonder voldoeninge, ofte priosla-
tiei) van een equivalent der gemelde hypotheeq, dat echter
de particuliere leeden van Hollant daer door niet en werden
gepriveert van haer vrye continuatie, ofte discontinuatie der
extreordenares middelen ter zee, maer alleen, dat de Heeren
Staaten van Hollant en West-Vrieslant soude wesen ge-
houden tot prestatie vant opgemelde equivalent als artyckel
7, 8, 9, 10, 11 en 12 is te sien.
(446)nbsp;DONDERDACH DEN 18 DECEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
De comp, van graef Mauritius in twee te deelen en den
eenen geven aen syn neef.
Is geconcludeert, mits synde een comp, van gratie en soo
veel ruyters minder te hebben, als de oncosten der offecie-
ren coomen te bedraegen. 2)
Placcaet, dat nimant sout uyt Poortegael te haelen dan
door de Staet en West In. Comp., is by Hoorn overgenoo-
men op inschryvinge binnen 14 dagen.
Valckenier vraechde aen Hooft syn advys, doch Hooft syde
dat Gecommitteerde Raet was en geen gecommitteerde ter dach-
vaert, sittende op de banck.
Achtienhooven, pensionares van Enckhuysen, gestelt van
die stadt in de Generalityts Reeckencamer, heeft gedaen den
eet van suyvering.
Maesdam, balljeuw van Rynlant en curateur der accade-
mie tot Lyden, uyt derselver advys: ordre te stellen op de
jonge studenten; burgemeesteren van Lyden staen het con-
1)nbsp;Waarschijnlijk moet hier „prestatiequot; gelezen worden
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 18 Dec. 1670.
-ocr page 377-Advocaten.
Door Gecommitteerde Raeden overgenoomen.
La Muyen en Burgerveen 3000 gl. toeeestaen tot h.r.. r
ge tegen het afspoelen. Is geeoncludeerr
gt; Bnef van H,„s 19/29 November uy, Coppenhagen
9 Augusty 1658 is verstaen en verclaert datnbsp;^
vroetschappen in de steeden deser nS«»nbsp;respective
het recht ofte de dispositi^ tot uyKnsenbsp;competeert
haere meedeleede uyt de selve vr^wtf ®nbsp;suspensie van
dien deselve vroetschanDen bil /nbsp;«^at mits-
stineeren ende t^ SSn RanS™nbsp;te ab-
schappen uytgeset, syn Tor de SteLr
February 1667 en die in de plaeL Iwquot;nbsp;''
j^^riy^ 600 gl. gegeven
door de Gecommitteerde Raeden en alsoo snlv nu
gen doen, als synde gelyck een tractemrnï quot;
ee brilvemnbsp;^er Fran-
tetXn.nbsp;~nbsp;gl- Buyten de notelen
Instructie vant Hof.
Commissaressen in absentie der vergaederinjr ofte acht
«n%n1?/at'
Te vorderen ter naester vergaederinge.
^ Of men wegens het strantrecht tegen de Engelse niet han-
I) Het Curatorium der Leidsche Universiteit stelde „„
GeschieLnis der W^chrWerS^^^^^^nbsp;quot;
kleine serie no. 38, Resol. Holland 19 Dec. wVffn pt 301. '
-ocr page 378-delen als sy doen met de onse. Resolutie 12 December 1663
eenichsins daerop slaende. i)
Opgehouden.
7 Artyckel, concept tractaet met den Kyser wegens Triple
Alliantie. 2)
Opt eerste traject te sluyten en nopende de alliantie defensive
in naerder propositie te brengen.
(448) In de verkiesinge der laeste offecieren eenige abusen syn
begaen, als hebbende quaede getuygen overgeleevert. Eenige
hebben aengegeeven, alsof offecieren waeren geweest, daer
werd aen getwyffelt. Sal dienstich syn door commissaressen
't selfde te laeten examineeren.
Commissaressen: Dort, Amsterdam, Alckmaer.
36 scheepen extreordenares te equipeeren, een staet van te
maecken.
Calculatie te maaecken.
Resident Ea Maire te laeten woonen tot Coppenhaegen,
mits stellende een commies tot Elseneur op syn costen.
Door Hoom en Medenbliq opgehouden.
Ter Generalityt advys der commissaressen: aen Syn Hoo-
chyt te geeven jaerlyx vyftich dusent guldens; te brengen
op den Staet van Oorlooch der provintien.
Advys Gecommitteerde Raeden.
Dry brieven der Admiralityt in Zeelant 10 December aen
de Staeten Generael: wegens 't schip Orangie, 't schip
Viole; 3) 't geen de raeden ter Admiralityt genieten van de
prysen; aen Marienfort^) wort de scheepen in plaes van 6
nu 11 stuyver afgenoomen, tegen het 14 artyckel van trac-
taet.
Commissaressen der zeesaecken.
1 ) Voor het bergen der lading van het schip „het Waepen van
Vlissingenquot;, dat bij Duins vergaan was, hadden de Engelschen
een zeer hoog bergloon geëischt. De Staten van Holland overwo-
gen nu een resolutie aan te nemen, waarbij bepaald werd, dat
voor het bergen der lading van Engelsche schepen evenveel zou
worden gevraagd, als de Hollanders in Engeland moesten beta-
len. Vgl. Brieven van De Witt dl. IV, pag. 116 en pag. 290 en 292.
2)nbsp;Vgl. pag. 287, noot 1.
3)nbsp;Deze twee Fransche schepen waren naar Zeeland opgebracht
en daar verkocht. Vgl. Resol. Holland 18 Dec. en pag. 261.
4)nbsp;De Resolutiën gebruiken hier den naam: „Mariaschansquot;.
-ocr page 379-Brief van Barleus 11 November uvt Lisbon- heeft den
staet ged,ent 7 jaaren ;sal eautie stellen wegens den ontfSg
van het sout; yersouekt een keer nae huys te moogen doen
om eemge saeeken den Staet bekent te maecken; en Jn soon
nlennbsp;^^^ té
In handen der West In. Comp..
Ewyck, consul tot Genua, 22 November, brief wegens de
salu atie van den schout-by-nacht van Nes met canon. Een
briet der Repubhque van Genua 19 November 1670. i)
Commissaressen zeesaecken.
Memorie 17 December van den France ambassadeur ter
Generahtyt mgelevert: dachte over de Lamsons gedaen
omtrent het ylant Dominique door 2 scheepen. 2)
Zeesaecken.
Lunenburg, minister Vickevoort, bericht over de questie
me Munster: Heuschter Staet is evangdichs ende nit ca-
tholyck, daer de onlusten over syn gecoomen. 3)
Notificatie.
Ritmeester Brasser en Cuneus nae Munster en Lunenburg
Ter Generahtyt vastgesteh om te senden als voorloopers
om te yerneemen, of de aanbiedinge der mediatie aen^ge-
naem sal weesen. 4)
Fiat.
Voorslach van Zeelant om ter Generalityt en alle de pro-
vmtien gelyckelyck te heffen eenige lasten tot betaelinge
der extreordenares wervinge en equipage.
Commissaressen der finantien.
De Moscoviters niet te connen assisteeren met 15 tonnen
gouts, wort swarichyt in gemaeckt en corte expeditie te
geeven. 5)nbsp;^
Fiat.
1 ) Vgl. Resol. Holland 18 Dec. 1670
2)nbsp;Vgl. pag. 230.
3)nbsp;Vgl. pag. 305, noot 3.
4)nbsp;Pag. 293 en Resol. Holland 18 Dec 1670
5)nbsp;Vgl. Resol. Holland 18 Dec. 1670
(449)
19 DECEMBER 1670.
(450)nbsp;Besoigne salut en contra salut en strycken van de vlagge i
groeten is een sivilityt en respect en niet als submissie;
Engelant meent het salut te weesen een subjectie in de Brita-
nise zee; Vranckryck oordeelt 't selfde te weesen een noot-
saeckelyckeyt, maer te reeckenen een respect of aen coningen,
of republique te doen ; men soude connen vast stellen schee-
pen van gecroonde hoofde als admiraelen etc. ter zee van
een egale rang; dat deese lants scheepen de eerste salut
behoorde te doen aen gecroonde hoofde in een egale rang
als een admirael tegen een admirael, doch als onse admi-
rael rencontreert een vies-admirael van gecroonde hoofde,
behoorde alleen contentement te neemen met het canon
alleen ; meeste swaerichyt doet sich op met den Coninck
van Engelant ; Republique van Venetie eerst te groeten met
canon ; van alle andere republique eerst het salut met canon
(451)nbsp;af te wachten; contra salut af te wachten, gelyck als de
scheepen van deesen staet hebben gesalueert; onse vlagge
moeten soo lang neer blyven tot soo lang de vlagge van
gecroonde hooft scheepen haer vlag sullen hebben opge-
haelt ; met Engelant comt wederom swaerichyt ; alle 't voors
spreeckt in vrye zee; ontmoetinge in reen, havens en rie-
vieren, 't selfde als byde scheepen vremt syn, alsof in zee
waeren het salut te doen en ontfangen ; voor forten, castee-
len, scheepen van dat lant ,daer onse scheepen comen, moe-
ten wy het eerste salut doen met canon alleen; doch van
coningen, met canon en strycken van de vlagge ; contra
salut van prinsen, republique etc. ; daer men comt, moet men
wette ontfangen cn contentement te neemen met haer ge-
bruyck, doch als het onsen admirael is, behoorde het gelyck
getal de contrasalut te ontfangen, waer nae behoorde ge-
tracht te werden, i)
(454)nbsp;VRYDACH DEN 19 DECEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop pensionares.
Booreel, van Beuningen, uyt Londen den 13 December:
610 duysent pont sterling de costum 3) verpacht tot Londen.
Notificatie.
I ) Vgl. Resol. Holland 19 Dec. 1670.
2) Costum = customs
Redres op de studie, gisteren buyten conclusie gebleven, i)
Gomicum neemt het over.
Dort doet rapport wegens de besoignes van salut en
contra salut, gebesoigneert met de admirael de Ruyter en
de Hollanse collegie der Admiralityt gecommitteerde.
ïlfquot;quot;fn^ f^^^eeren, doch comende op andere havens moe-
ten ons contenteeren met haer conntresalut.
Ontfangers van Zuyderquartier request: versoucken ver-
noogmg van tractement.
In handen der Gecommitteerde Raeden,
Adriaen Groen, pachter tot Amsterdam, 40en penninck
der scheepen: verlooren 9000 gl.; versouckt termyn van be-
taehnge.
Advys der Gecommitteerde Raeden is: toe gestaen op 2
mael 3 maenden te betaelen, mits stellende borg.
Afslaen.
Brief van de Staaten van Utrecht, 23 November, wegens
de boedel van Van der Perre. Versoucke de questie in der
minne mach af gedaen werden. 2)
Amsterdam versouckt copye.
Aen commissaressen onderwylen 14 daegen stilstant der proce-
ciueren.
Admiralityt van Amsterdam, brief aen de Generalityt
wegens het betaelen der hooftoffecieren, of sullen betae-
len — alsoo by Hollant syn aengestelt — uyt haer genera-
htytsmcoomen, te weeten admirael de Ruyter, vies-admirael
van Gent ende schout-by-nacht Sweers. 3)
Te betaelen.
Lunenburgers en Graef van Sei. 4) Eenige heeren te
committeeren om met desselfs ministèren secretelyck te
spreecken, alsoo die leegers, als Munster en vorsten, seer
hcht in haet weder tegen den anderen sullen marcheeren. 5)
Leest de volgende dach.
1 ) Vgl. pag. 297.
2)nbsp;Vgl. Resol. Holland 19 Dec. 1670
3)nbsp;Idem.
4)nbsp;De Hertogen van Lünenburg, Celle en Osnabrück waren
broers van den Hertog van Brunswyk-Wolfenbuttel
5)nbsp;Vgl. pag. 305, noot 3.
-ocr page 382-Secreet minister gebruyckt tot Ceulen: rapport by t^e-
schrift, wegens de fortificatie en wervinge.
Apparentie volck te krygen in Ceulen behoorde niet versuymt te
werden. Deesen Steet behoorde niet aen te sien, dat clulen'^ude
vallen in andere handen.
Van der Dussen doet rapport wegens het vyfde artyckel
vant gemael: dat oordeele het artyckel te laeten als het is •
doch wegens bouckwyte meel, dat yder 't selfde mach hae-
len uyt de besloote steede, sonder ten platte landen gehou-
den te syn yt aen te geeven, of billjetten te thoonen, niet
tegenstaende uyt de steede in ten platte landen in alle ver-
pachtmge sonder onderschyt werdt gebracht en dusver sal
het 5 artyckel vant gemael werden verstaen; doch meel
of broot ymant tot syn behouf ten platte lande brengende
uyt de steeden m cleyne quantityt sal niet gemoveert wer-
den, noch calangibel weesen.
Dit is soo geresolveert om alleen in de resolutie te stellen
en het artyckel te laeten als het is. i)
Op inschryven 14 daegen.
(456)nbsp;19 DECEMBER 1670
Besoigne wegens Geestmer-ambacht, synde thien dorpen. 2)
Haerlem, Delft, Amsterdam, Hoorn, Enckhuysen.
Roecker is gehoort wegens Geestmer-ambacht en verklaert
de questie te verblyven en maeckt sich starck voor Geest-
mer-ambacht onder de Molegaerde resorteerende en voor
de dorpen.
Wie de penningmeester moet kiesen, of de dorpen of de
molen^ester. Waer de penningmeester soude moeten woo-
nen. Hoe te stellen met de penningmeester, die nu al ge-
kooren is. Waersman.
1 ) Walmeer bewoners van het platte land meel kochten in de
stad mochten ZIJ dit vrij vervoeren naar het land, wanneer zij in
de stad de belastmg van het gemaal betaald hadden en het meel
met naar een ander belastingressort vervoerd werd. (Vgl pas 95
noot 2.) De Staten besluiten nu, dat het vervoer van boe^eite-'
S De^ 167?nbsp;^^nbsp;provincie. Vgl. Resol. Holland
2) Ouddoi^, Sint-Pancras, Zuiderwoude, Noorderwoude, Koe-
dijk Haringkarspel, Oudkarspel, Veenhuizen, Warmenhuizen en
Valkoog. Vgl. Tegenw. Staat, dl. VII, pag. 398 en 499 sqq.
Advys der Reeckencamer der domainen, Barckhout en
Heemstede molenmeesters de penningmeester tf kTesen
en by gevolch de verkiesinge qualyck is gecooren • So
tot Alckmaer, 7or-
deelen best te wesen daer te woonen; wegens de waer.
man hoewel het octroy daer toe lyt,' daf AkkmaeT een
mach toe comnaitteeren, evenwel gee; practyck is soSe
laeten m het geheel tot naerder verficatie
Haerlem advys: den gemaeckte penningmeester dit iaer
yn reeckenmg te doen en een ander te maecken door mo-
lemeesters; moet woonen tot Alckmaer; moet gekooSn
werden by molemeesters; waersman is niet in ^practvck
en moet gelaeten werden als nu is ende 't selfde te ^er-
iii3.6ncn.
Is eenparich soo verstaen en gerapporteert ter vergae-
suffisant sal weesen en is geapprobeert.
NAE DE MIDDACH.
Fagel doet rapport wegens het verblyf van Geestmer-
ambacht en stadt Alckmaer.nbsp;^eestmer
Is geapprobeert. Leest foly 456.
ufj^inbsp;^^ 200en penning, die op
twee plaetsen warden geexcecuteert.
Advys der commissaressen geamplacteert.
Memorie van den ambassadeur van Spaigne wegens de
arbitrage der questie der limite met Vranckryck. i)
Hier behoorde ernst in gebruyckt te werden en aen Beverning
toe senden dat de submissie suilen moeten voldoen, of soo Sf
Strasburch geeft te kennen, dat sullen coomen verboren
te werden, soo deesen Staet niet en adsisteert; is een sleu-
tel van den Rhyn ende der Switsers en protestanten. 3)
1)nbsp;De molenmeesters waren belast met het opzicht over de
molens en kaden (vgl. Tegenw. Staat, dl. VII, pag. 432) Dat Si
mlMT^V'®'^'nbsp;penningmeester te kiezen Ier-
meldt de Tegenw. Staat niet.nbsp;'
2)nbsp;Vgl. pag. 2, noot 3.
3)nbsp;Vgl. pag. 290, noot 1.
-ocr page 384-Malepart 1) aen te schryven, dat segt aen de stadt, dat wy haer
niet cwinen helpen.
Besoigne vi^egens de extreordenares middelen ter zee.
Gehoort de collegie van Hollant, maar dat Amsterdam
haer advys hebben laeten opleesen, te M^eeten: dat een ree-
ckening sal werden gemaeckt der lasten van de extreorde-
nares schulden, op de extreordenares middelen en een lyst
der te heffen convoyen, nae de gelegenthyt der tyt; en
soo deselfde niet can uytgevonden warden, dat in Septem-
ber aenstaende het 1/3 der convoyen sap cesseeren ende
het last- en vylgelt sal loopen 2 a jaer, om te betaelen
de lasten op de extreordenares middelen ter zee loopende
syn.
(461) De Gecommitteerde Raeden ter Admiralityt van Hol-
lant hebben de memorie van Amsterdam overgenoomen
en S)m vertrocken om eikanderen daerover te spreecken.
De Gecommitteerde Raeden der collegie in Hollant we-
derom binnen gestaen synde, hebben geadviseert, dat sou-
de moeten met de andere aenwesende Admiralityten over-
leggen en sullen morgen haer advys in brengen.
Cornelis Prins, vroetschap van Weesp, die klaecht, dat
uyt de vroetschap is geset. Deest foly 447.
Aen de Gecommitteerde Raeden, alsoo de vergaederinge schyt.
Volgens syn versouck.
Dit versouck was qualyck gedaen, want soo by syn request had
versocht, herstelt te weesen, soo soude dat toegestaen svn ge-
weest.
SATERDACH DEN 20 DECEMBER 1670.
Valckenier, Vlooswyck, Bontemantel, Hop, pensionares.
2 December uyt Moscouw van de ambassadeur de Wit:
de Coningin is van een quaede craem en soude een prins
geweest syn.
Notificatie.
Verbot der brandewynen, de dry eerst weecken te ver-
co r ten.
Is geresolveert de 3 eerste weecken in te trecken.
Cothisatie zeep.
Syn geleesen 't concept der cothisatie der wynen.
Wort overgenomen.
1) Abraham Malapart, resident te Frankfort.
-ocr page 385-' ZriflJtTquot;quot;' fnbsp;fregutten, 10 bran-
ders, 12 gallioeten sullen costen 3 m. 271 d 285 d IS st
voor acht maenden.nbsp;' ^
Fagel wort bedanckt voor de uytreeckening en wort de
som genomen op dry millioenen. i)nbsp;u l ue
Noch 36 groote scheepen gereet te houden.
Alsoo wegens de recruteeringe in Zeelant noch even-
eens staen syn gecommitteert Delft, Amsterdam en Alck-
maer ter Generalityt te gaen en de saecke ernstich te re-
commandeeren, op hoop, of de gedeputeerde van die pro-
principaelennbsp;consenteeren op behaegen haerder
De recrutes syn voor 4 heere-maenden, begmnende January.
Eerste point van beschryvinge, dat is: consent der orde-
nares middelen. 2)
Geconsenteert.
Nieuwe wervinge.
Equipage van de vloot.
Inschryven op 8 dagen van Maendach af.
De recruteeringe uyt te schryven.
Is al gedaen.
Warckendam doet rapport wegens de wervinge van den
Bischop van Munster tegen de vorsten van Brunswyck
Wolffenbuttel, wegens de stadt Hoxtel questie 3) Vicke-
voort syde, dat syn vorsten gelt noodich hebben, dat sy
1)nbsp;Vgl. Resol. Holland 20 Dec. 1670
2)nbsp;Idem.
3)nbsp;De stad Höxter was ondergeschikt aan den Bisschop van
Munster. In het stadje had de hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel
ga^oen gelegd. De Bisschop van Munster lichtte veel troepen
onder voorwendsel, dat hij deze gebruiken moest tegen den hertos
van Brunswijk-Wolfenbuttel, maar in werkelijkheid waren deze
troepen bestemd om tegen de Republiek op te trekken
De Staten wenschten een conflict tusschen den Bisschop en den
Hertog te voorkomen en boden mediatie aan. Deze werd door
heide partijen aanva^d. De Bisschop voelde zich zeker, daar hii
steUige beloften van Frankrijk ontvangen had, dat hij krachtig e^
steund zou worden, incüen de Staten den Hertog steunden. Lanien
n ^ Tq^^nbsp;onderhandeld Vri
SeS, fw.^blz^roTqr'nbsp;-
Staten van Holland 1670.nbsp;20
-ocr page 386-wynich mihtie hebben om den Bisschop tegen te gaen; dat
de vorst syn broeders wynich, hoewel eenich secours sou-
de connen doen.
De Generalityt te authoriseeren tot de mediatie; eenige nieuwe
offecieren van deesen Staet daer omtrent te laeten werven; de ge-
rechtichyt wel te examineeren en de vorsten recht hebbende dan
by te springen.
Op inschryven in 14 daegen.
(463a) Syn binnen gestaen de Gedeputeerde der Admiralityten
in Hollant wegens de dis- en continuatie der extreordena-
res middelen ter zee.
Syn niet eenparich van advys. Haer parteculier advys is :
1° een staet te maecken van alle lasten, soo op intrest als
anders.
2° een lyst te maeken der convoyen.
3° 1/3 verhooging int lest vant jaer 1671 te laeten ophou-
den. In cas van extreordenares equipage int jaer 1672,
de leeden de vryhyt hebben om te consenteeren de equi-
page als middelen.
Collegie van Amsterdam seggen voor haer parteculier
als vooren.
Noorderquartier: connen als booven niet consenteeren,
maer sullen het refereeren.
Concept Placcaet gestelt door Burgersdyck : doet rap-
port wegens de straffe der suppoosten, die de secreeten
openbaeren en clercken etc. i)
Overgenomen.
Verdubbeling vant gemael.
Is niet geconcludeert.
Cothisatie der wynen en zeep.
Overgenomen.
Veltmaerschalck Wurts, rapport door Raetpensionares
en andere: tractement te verhoogen van 12 op 20 duysent
guldens by Hollant te betaelen, tot soo lang de Generali-
tyt 't selfde doet; eenige saecken wegens het woort, Maes,
trommelslach, sauvegarde etc..
Het tractement te brengen ter Generalitsrt, doch soo het daer niet
door wil, te blyven op syn vryichyt.
1 ) Voor het concept-plakkaat vgl. Resol. Holland 20 Dec. 1670
en pag. 109, noot 1.
Commissoriael 12 November 1670
„aerder elaeh.en va„ den ambassadeur Pom-
stelen'^erofÊï'ltLquot;quot;' »■gt;
recht te vorderen ^nbsp;over den schipper
doot; 3: iléifsse
Den eyssen van de Franw tenbsp;atcn^ / schipper.
deerde vrees syn vertrockennbsp;^Isoo door ongefon-
2t VdSf
corsteTsefr^^^^^^^^^^^nbsp;- neffens
de Yssel en, ist noodieh^erwLrts te Ïa olnf^'quot;/quot;quot;
tement van 10 g] daechs vnlcrlT^ ^ ,nbsp;°P
te Vergaederinge lösTnbsp;^^
^^ -^aederinge de
voecht. 2)nbsp;ottitien te vergeeven, diende wel yt by gt-
houden op de resomptlenbsp;«quot;^len be-
19 December^nbsp;^quot;ytenant; vendrich;
weesen ^passeert 3)-nbsp;^^^^^nbsp;-oeten
Geen dispensatie te verleenen en di^nnbsp;•
te doen, soo jo^Tr Ianquot;
Dejeedei^ehouden haer vryichyt op de reTumptie.
1 ) Pag. 262.
2) Vgl. Resol. Holland 20 Dec. 1670
i) Vgl. idem
Ende is de vergaederinge 's nachs ten twee euren ge-
schyden en hebben den 24 December rapport voor Burge-
meesteren gedaen. i)
De regeeringe van deese Staet is een regeeringe van in-
ductie en niet van force of superiorityt.
Inductie.
Niet te negotieeren sonder fons.
Overstemminge heeft plaets in saecke, die byt meerendeel
sonder hinder van ymant parteculier geëxcecuteert con-
nen werden, doch niet in gelegenthyt, daer elck voor het
syne - of om beter te seggen — voor syn quote de exce-
cutie moet doen. 2)
Overstemminge.
Eet van de comparanten ter vergaederinge van Hollant.
Alle de geenen, die in de vergaederinge van de Staaten
verschynen, sullen voor alle belooven ende sweeren des
lants privilegiën, handvesten ende gerechtigheden ende
oude loffelycke costumen te sullen voorstaen ende deten-
deeren- alle des gemeenelants saecken met raet ende daet
helpen vorderen, daerinne adviseeren ende besluyten,
sulx sylieden naer haer verstand ende rechte concientie
ten gemeenen besten ende welvaeren bevinden sullen te
dienen, sonder affectie, gunste ofte ongunste tot eenige
steeden ofte persoonen int parteculier. Alle ordonnantiën
ende resolutien van de Staaten, de commissien en lasten,
hen staatsgewyse bevolen, nae hun vermoogen ende we-
tenschap getrouwelyck te volcoomen. Ende voorts secreet
te houden alle saecken in de vergaederinge van de Staeten
behandelt, ofte beslooten, die bevoolen sullen werden, se-
creet te houden, sonder die te openbaeren.
Soo waerlyck moet myn Godt almachtich helpen.
1 ) De eigenlijke notulen en aanteekeningen nopens de Sta-
tenvergadering 4n 1670 eindigen hier. Bontei^ntel laat nu nog
vTlgen enkele losse opmerkingen van constitioneelen en for-
quot;quot;fj Volgens Tegenw. Staat dl. IV, pag. 124 vi^t er geen over-
steimninge plaats in: 1: de consenten of inwilhngen van beden
e™delstandsgelden, en het uitvinden van middelen tot het
(465)
der ftaatslasten; 2: belastingen van
of goederen; 3: handelingen van bestand, vred® oorlc^, ver
Ldering in de regeering en diergelijke zwaarwigtige zaaken.
;466) Overstemminge.
Op den 27 Mey 1666 en 1 Juny 1666 deliberatie vallen-
de op het afsenden van 4 regimenten te voet en 24 comp,
te paerd nae Holstyn tot secours nae Denemarcken, is van
de syde van Amsterdam gedificulteert en alleen consent ge-
draegen op inschryvinge, waer jegens de andere leeden heb-
ben geopposeert ende versocht sulx te willen doen op ap-
probatie, alsoo de saecke, ten regarde van de andere leeden,
daermeede voor geconcludeert wert gehouden, daer anders
verstaen werd, dat, als een van de leden het recht van in-
schryvinge behout, alle de anderen leeden van gelycken vry-
hyt hebben om in te schryven. Ende alhoewel Amsterdam
persisteerd en dat geen overstemminge subject was, soo is
echter de saecke met de stemme van de andere leeden vol-
comentlyck geconcludeert.
Secours nae Holstijn.
Overstemminge.
Den 26 Mey 1667 gedelibereert synde op de antisipatie van
16 tonnen gouts op de 100 penning van den jaare 1668,
hebben die van Lyden gedifficulteert en niet willen consen-
teeren, tensy dat de Reeckencamer soude hebben te proce-
deeren tot vercoop van de domainen, waerop verschyde
speculatie syn gemoveert ende generalyck verstaen, dat men
de eene resolutie niet behoorde te binden aen de andere, en-
de dat men niet mach adviseeren op conditie, maer alles
moet laeten aen de vrye deliberatie van de leeden; ende
hoewel het meerendel van de leeden verstonden, dat in
saeke van antisipatie geen overstemminge vah en dat Lyden
tot het laetste toe persisteerde en protesteerende, dat de
resolutie in den haeren geen excecutie soude vinden, soo
heeft den Raetpensionares echter geconcludert.
Antisipatie der gelden, of daer overstemminge in valt.
In aenbouw van scheepen valt overstemminge als 25 en
26 Juny 1666 is verstaen, niettegenstaende Enckhuysen en
Medenblick opposeerde.
In aenbouw van scheepen valt overeenstemminge.
(467) Request van de vrouw van Purmerlant versouckende.
1) Wanneer gedeputeerden consenteeren „op insohrijvingequot;, kan
er geen conclusie genomen worden, voordat de principalen schrif-
telijk him goedkeuring te kennen gegeven hebben.
alsoo door versuym de scheepenen een dach laeter had ge-
cooren.
Monnickendam neemt het over, en niettegenstaende is ge-
concludeert en geappostileert: „fiat nisy causamquot;, seggen-
de dat de saecke was een saecke van justitie. 27 Mey 1667.
Vrouw van Purmerlant request.
De Generalityt doet arrest op eenige scheepen van Dene-
marcken om te gebruyken tegen Engelant. De Staaten van
Hollant verstaen, 't selfde is strydende tegen de souveraini-
tyt en is Knyf i) op de Helder aengeschreeven het arrest te
doen op de naem van de Staaten van Hollant, alsoo het op
Hollants territoir is. 16 Juny 1667.
Arrest op Deensche scheepen.
Verandering van intrest can niet dan met eenparichyt
van stemme gaen. 28 September 1668.
Intrest veranderinge can niet dan door eenparichyt van stemme
geconcludeert werden.
Seedert dat geen stadhouder is, soo doen de leeden, schou-
ten, ontfangers etc. moetende hebben, twee a dry personen
als presenteerende deselve en niet als nomineerende. 23
November 1669 Lyden moetende een schout en ontfanger
hebben.
Amsterdam maeckt syn eygen schout. Ontfangers 472. Lyden schout.
De Eedelen ofte leeden van Hollant yt willende versou-
cken aen de Staaten-Generael moeten 't selve doen door de
gedeputeerde van de provintien van Hollant ter Generalityt
ende derhalve haere brieven addresseeren aen de ordena-
res gedeputeerde, ofte haer eygen gedeputeerde in den Ge-
committeerde Raeden ende niet directelyck aen de Staaten-
Generael; en daerom is een brief van Amsterdam ter Ge-
neralityt overgenoomen ende in de Staaten van Hollant aen
de heeren van Amsterdam weder ter hant gestelt op den 25
November 1669.
Leest foly 468, 469, 470. De brief van Amsterdam was een recom-
mandatie om Jan Kies consul te hebben in Italië en daer over aen
de Staaten-Generael geschreeven.
(468) De leeden schryvende aen de Staaten van Hollant, moo-
1 ) Commissaris van de Admiraliteit te Den Helder.
-ocr page 391-gen niet seggen: „onse stadtquot; en syn deselve wroorden in
een brief van Heusden uytgeschrapt 25 November 1669.
Leest hieronder hoe request moeten presenteeren.
De steeden schryvende aen de Staaten, hoe moeten doen. Vide foly
467, 469, 470.
8 February 1670 Jan de Pia, versouckende venia estates,
alsoo geen 20 jaaren out was, is by Hollant af geslaegen. De
heer van Brederode is het eenige tyt geleeden voor deselve
jaaren toegestaen, doch met dien verstande 't selfde geen
effect soude hebben, soo lang syn E. geen 20 jaaren had ge-
adimpleert.
Venia estates.
Leest foly 368 en foly 8.
Octroy moeten met eenparige stemme gaen. Dirck Janss.,
bouckdrucker versouck octroy om te drucken het leeven en
bedryf van Mr. Jan van Oldenbarnevelt. Alckmaer alleen is
wygerich en is soo afgeslaegen 14 December 1669.
Octroyen, hoe moeten verleent worden. Vide foly 273.
De godtshuysen syn vry van verpondinge, doch de goede-
ren toebeboorende aen de godtshuysen niet.
Godshuysen verpondinge.
Notares Isbrant Weldyck tot Sevenhuysen is toe gestaen,
niettegenstaende het placcaet, de protocollen van syn
schoonvaeder onder hem te moogen houden. 10 November
1670.
Notares protocollen.
Burgemeesteren van een stemmende stadt, request presen-
teerende aen haere Ed. Gr. Moog., gebruycken het woort:
„verthoondersquot; en niet: „supplianten.quot;
Request der steeden aen de Staaten, hoe moet gestelt syn. Leest
hier bove.
De heeren Jan Blaeuw en Huydecooper, heer van Maerse-
veen, en consorten hebben geoptineert voorschryven van
Burgemeesteren aen de Staeten-Generael om den heer Be-
verning, gaende voor ambassadeur nae Spaigne, te recom-
mandeeren een saeck raeckende een schip de Liefde. Bur-
gemeesteren schryven aen de Staeten-Generael en annexee-
ren het request, aen haer overgelcvert, doch de Gedepu-
teerde van Hollant ter Generalityt nemen 't voors. voor-
schryven over, alsoo Burgemeesteren mosten schrgt;'ven aen
de Gecommitteerde Raeden, of aen de Hollanse Gedepu-
teerde ter Generalityt, ofte dat het request moste geaddres-
seert syn aen de Staeten-Generael. De voors. brief van
Burgemeesteren is alsoo gebracht door de Gedeputeerde van
Hollant ter Generalityt in Hollant en gesyt, dat de suppli-
anten haer request moeten adresseeren aen de Staeten-Ge-
nerael.
Burgemeesteren voorschryven aen de Staeten Generael.
Barteculieren requesten aen de Staeten-Generael.
Leest foly 467, 468, 470.
Capetyn Symen Panhuyss., ter oorsaeck van een swaere
sieckte buyten syn garnisoen geweest synde, hebben de Ge-
committeerde Raeden 3 maende gagie gecort, en versocht
hebbende aen Hollant vergoedinge is 't selfde geseponeerti)
en gesecht, dat niet geleesen mocht werden, alsoo de offe-
cieren binnens lans niet langer dan 6 weecken en buytens
lans 3 maenden mogen blyven, niettegenstaende verlof heb-
ben.
Adsenten der capitynen.
(470) 22 February 1659 is geordoneert, dat de ontfangers de
gelden der godtshuysen niet sullen aflossen, soolang andere
gelden af te lossen syn.
Het godtshuys van Grootebrouck versouckt, dat den ont-
fanger tot Enckhuysen haer obligatie sal continueeren. De
Gedeputeerde nemen het over en dat sorg sullen draegen,
19 December 1670.
Placcaet.
Godtshuysen geit niet op te seggen.
In January 1671 de heeren Burgemeesteren van Amster-
dam hebben geschreeven adroiture aen de Staeten-Generael
wegens de brandewynen, welcke brief de Hollanse Gedepu-
teerde ter Generalityt hebben op gebroocken en 't contenu
ingebracht als een Hollanse propositie.
Burgemeesteren der steeden, hoe moeten schryven aen de Staeten-
Generael.
Leest foly 467, 469.
1 ) Ter zijde leggen.
-ocr page 393-Burgemeester van Beuningen eerst gecommitteert synde
van Haere H. M. tot excecutie van de placcaeten op de
brandewynen geemaneert en van de France manifacturen
is den 19 Juni 1671 de novo gecommitteert neffens de hee-
ren van Ommeren i) uyt Gelderlant, Beuningen ende Mer-
tes2) uyt Hollant, Marignault 3) uyt Zeelant, Coeverden
uyt Overyssel, van der Holeck uyt Utrecht, Bootsma uyt
Vrieslant en N ...... van Stadt en Landen.
Voor deesen is verstaen, dat de Staeten-Generael geen
macht hebben van ymant uyt de provintie Hollant, geen lit
synde van de Generalityt, met publique commissie te belas-
ten, dan by goet vinden van Haere Ed. Gr. Moogende.
Commissie ter Generalityt over Hollanse heeren.
10 February 1671 syn op resolutie van Hollant toege-
staen, dat de vroetschappen tot Oudewaeter van 24 tot op
18 sullen gebracht worden.
Oudewaeter vroetschappen te verminderen. Leest foly 155.
De gedeputeerde van de stadt Schiedam, difficulteerende te
consenteeren in het verdubbelen vant gemael, syn wegens de
vergaederinge versocht een keer nae haere principaelen te
doen om deselve te disponeeren en te voegen met de een-
parichyt van alle de andere leeden, ofte by ontsteltenis van
dien, een goet gedeelte van de yverichste contradicenten
uyt de vroetschap ter vergaederinge te brengen. Syn daer-
op nae Schiedam vertrocken ende weder gecomen synde
ende by haer voorgaende difficultyt persisteerende, is nae-
der instantie gedaen ende verstaen, dat de voors. gedepu-
teerde de ordre van Haere Ed. Gr. Mogende schuldich wae-
ren te pareeren ende by gevolge een gedeelte van de vroet-
schap herwaerts te brengen; ende daerop goet gevonden de-
selve weder soude over gaen, het welck geschiet wesende en
de voors. gedeputeerde weder gekeert synde, hebben sylie-
den haer met de andere leeden geconfirmeert 17 February
1671.
Schiedam.
Verdubbelen vant gemael.
Vroetschappen moeten de beveelen van de Staaten obedieeren.
1nbsp;) Rudolf van Ommeren.
2nbsp;) Mey hard Merens?
3) Johan de Mauregnault.
-ocr page 394-Geen dispensatie wegens het octroy van de Oost In. Comp,
ten regarde van de maechschap toe te staen en de Gedepu-
teerde van Hollant ter Generalityt in haer instructie te stel-
len. 20 Maert 1669.
Dispensatie der maechschap in de Oost In. Comp, niet toe te staen.
15 Mey 1669 by occasie van het overlyden van den schout-
by-nacht van Saenen, is verstaen, dat de Admiralityt wel
mach voorslaen en recommandeeren maer geen recht van
nominatie hebben.
De Admiralityt heeft recht van recommandatie en voorslaen, maer
geen recht van nominatie.
(472) 25 November is by Hollant verstaen — ter oosaecke van
de wet in den Haech, die gecooren wierde — dat als de
stemme steecken, nieuwe omvraech moet werden gedaen.
Steeckende stemme.
Ontfangers tot Amsterdam. Den 12 Maert 1581, is opt re-
dres van de onfangers verstaen, dat den ontfanger tot Am-
sterdam sal moeten werden geeligeert uyt de burgeren der
voorschreeven stadt en sal gehouden syn residentie daer te
houden, i)
Ontfanger resolutie van Hollant. Foly 467.
1 ) „Den ontfanger wegens Hollant in deese stadt werd ge-
stelt door de Staten van Hollant op voorstel der Burgemeesteren.
Moeten syn poorters en syn gehouden haer residentie alhier te
houden, volgens het redres by de Staeten van Hollant gemaeckt
op de ontfangers, in date 15 Maert 1581.quot; Vgl. Kernkamp, De
Regeeringe van Amsterdam, dl. I, pag. 124.
\
-ocr page 395-NAAMREGISTER, i)
Aa (Willem van der, lid der
vroedschap van Rotterdam)
p. 141.
Aar (de) p. 44, 111, 119.
Abroias p. 63.
Ackersloot (Andries, lid der
Rekenkamer van Holland)
p. 18.
Ackersloot (Mr. Joh., raad en
oudschepen van Haarlem)
p. 34.
Aken p. 24, 189, 192, 241, 287.
Aersen (weduwe Steenlant) p.
120.
Aerssen (Melschier van, deur-
waarder) p. 13, 14.
Aeth p. 2.
Aire (Mathys de) p. 8.
Aitzema (Lieuwe van) p. 108
109, 129, 131, 133, 169.
Albertina Agnes p. 196.
Alewyn: zie Halewijn.
Alewyn p. 231.
Alfen p. 26.
Alfen (Symen van) p. 190.
Algiers p. 90, 110, 114, 207.
Alicante p. 210, 217, 259.
Allen (Thomas, Engelsch admi-
raal) p. 207, 233.
Almonde (Adriaen van, raads-
heer in het Hof van Holland)
p. 149, 160-162.
Althusius (Jannes, advocaat)
p. 63.
Altieri (Emilio, paus Clemens
X) p. 121, 151.
Alting (Menso, lid van den raad
te Groningen) p. 155.
Amboina p. 151.
Amelant (C.W.) p. 222.
Amstellant p. 44, 59, 68, 111,
130.
Amstelveen p. 118.
Amsterdam (schip) p. 195, 230,
307.nbsp;'
Andriesz. (Gerrit) p. 85.
Angeau (Markies de, Fransch
gezant in Zweden) p. 180
Appelboom (Harald, Zweedsch
gezant in den Haag) p. 8.
Appeldoorn (Anna) p. 16
Archangel p. 181.
Arckel (Hugo van, burgemees-
ter van Schoonhoven) p. 282
Arckel (Rudolf van, kapitein)
p. 133.
Argelo p. 207.
Arlington (Henry Bennet, Graaf
van, Engelsch staatssecreta-
ris) p. 189, 191.
Asperen: zie Boetselaer.
Asperen (Adriana van) p 127
Assendelft p. 263.
Assendelft (penningmeester
van Delftland) p. 260
Astrakan p. 181.
Attias (Jacob, boekdrukker)
p. 190, 217.
Axcenhove (Zwitsersch edel-
man) p. 12.
B.
Backer p. 77.
Backer (Willem, schepen van
Amsterdam, bewindhebber
van de O.I.C.) p. 150.
Baele (predikant) p. 199.
Baen (Mr. Cornelis, raadsheer
in het Hof van Holland) p.
185, 187.
Bally p. 77, 89, 104.
I) In dit register zijn weggelaten de namen Holland, Staten
van Ko?Wnbsp;der stemmend; steÏÏn
Barleus (Caspar, resident te
Lissabon) p. 13, 14, 19, 44,
105, 112, 118, 139, 166, 182,
191, 299.
Bastiaenss. (Dirck) p. 21.
Batavia p. 151.
Baudencourt (Zeeuwsch koop-
man) p. 106.
Beaumont (Herbert van, secre-
taris der Staten van Holland)
p. 155, 183, 273.
Beerenberg (belastingpachter)
p. 6.
Beieren (Albrecht van) p. 42
43, 73.
Bellefonds (Maarschalk de) p.
190.
Bellen (klerk der Staten-Gene-
raal) p. 203.
Bengalen p. 12.
Bennebroek (dorp) p. 8.
Bennebroek: zie Pauw.
Bennemeer p. 43.
Bentheim (Graaf van) p. 195.
Bentheim (Gravin van) p. 159.
Berch (Gravin van den) p. 288.
Berck (regent van Dordrecht)
p. 10. '
Berckel (drost van Heusden) n
14, 15.
Berckhout (Jan) p. 13.
Berckhout (Jan Teding, baljuw
van Waterland) p. 279.
Berckhout (Paulus, rekenmees-
ter van Holland) p. 280, 303.
Berg (Salomon van der, uit
Den Haag) p. 25.
Berge (Gerrit ten, burgemeester
van Groningen) p. 155.
Bergen p. 2.
Bergen op Zoom p. 48.
Berlecum (burgemeester van
Breda) p. 199.
Bessels (Adam, advocaat) p.
237.
Beuckelmannus (hoogleeraar)
p. 235, 285.
Beuningen (Coenraad van, oud-
burgemeester van Amster-
dam) p. 2, 4, 6, 9, 11, 15, 18,
19, 21-23, 33, 60, 81, 86, 90, 91,
102, 105, 110, 114, 115, 118,122,
124, 130,138, 140, 145, 154, 155,
159, 160, 163, 164, 170, 172,174
180, 189, 191, 192, 196, 199,
205, 210, 222, 233, 254, 263,
290, 300, 313.
Beveren (Willem van, rent-
meester der domeinen in
Zuid-Holland) p. 187.
Beverningk (Hieronymus van,
gezant in Spanje) p. 9, 11, 44,
86, 113, 182, 208, 214, 218, 239
241, 254, 259, 274, 275, 290,
303, 311.
Bicker (Gerrit, Heer van Swie-
ten) p. 289.
Bie (Bye, de, gedeputeerde van
Gelderland ter Staten-Gene-
raal) p. 223.
Bielefeld p. 305.
Blaeuw (Jan, koopman te Am-
sterdam) p. 311.
Blenckvliet p. 257.
Blyswyck (Van, ontvanger) p. 24.
Boeckhorst (Joh. Arnold,
Keulsch gezant) p. 171, 254.
Boekhorst (Amelis van. Heer
van Wimmenum, lid der Rid-
derschap van Holland) p. 113,
129.
Boetselaer (Carel van den,
heemraad van Schieland) p.
Boetselaer (Philips Jacob van,
Heer van Asperen, lid der
Ridderschap van Holland, lid
der Gecommitteerde Raden)
p. 32, 59, 79, 112, 147, 148.
Bogert (L., schout) p. 148.
Bonaire p. 217.
Bontemantel (Hans, raad en
schepen van Amsterdam) p. 1,
7,9,11,18,19,27,30, 31, 34, 35,
47, 57, 58, 60, 61, 67, 81, 85,
93, 105, 116, 124, 130, 139, 140,
144, 146, 149, 150, 152, 154,
156, 159, 162, 165, 167, 168,
171, 175, 180, 181, 185, 186,
189, 190, 194, 198, 202, 205,
206, 208, 214, 215, 216, 218, 220,
222-224, 226, 228, 231, 233,
235, 237, 239, 241, 243, 246,
248, 249, 254, 256, 257, 262,
272, 276, 280, 285, 289, 291, 293,
296, 300, 304, 308.
Boos (Cornelis Jansz., oud-bur-
gemeester van Medemblik)
p. 13, 14.
Bootsma (Epo van, gedeputeer-
de van Friesland ter Staten-
Generaal) p. 108, 109, 159,
217, 223, 263, 264, 313.
Boreel (kapitein) p. 275, 289.
Boreel (Joh., gezant in Enge-
land p. 18, 35, 74, 75, 88, 89,
102, 103, 118, 140, 189, 191
199, 210, 222, 233, 254, 286,
290, 300.
Boreel (Willem, gezant in
Frankrijk) p. 44, 275.
Born (François van, raadsheer
in den Hoogen Raad) p. 17.
Bors (Gerrit, oud-schepen van
Amsterdam) p. 13-15.
Bos (Van den, advocaat) p. 61.
Bourgondië p. 9, 189.
Boxel (Mr. Hugo, pensionaris
van Gorinchem) p. 59.
Brabant p. 3, 48, 154, 165, 176,
239, 240.
Brandenburg p. 53, 118, 194, 259.
Brandenburg (Keurvorst van)
p. 64.
Brandt (Gerard, predikant)
p. 82.
Brasemmermeer p. 125.
Brasser (ritmeester) p. 299
Breda p. 49, 52, 154, 199.
Brederode p. 311.
Brederode (Joh. Wolfert, Heer
van, veldmaarschalk) p. 284
Brederode (Lanslot, Heer van)
p. 160. '
Brederode (Wolfert, Heer van)
p. 27.
Bremen p. 169.
Breugel (commies van den Raad
van State?) p. 61.
Brouck (Matheus van der, ge-
wezen ordinaris Raad ' van
Indië) p. 150.
Brouwer (Vincent, pensionaris
van Edam) p. 59, 146.
Brugge p. 39, 87.
Brunswijk-Wolfenbuttel p. 290.
Brunswijk-Wolfenbuttel (Her-
tog van) p. 291, 301, 305.
Brussel p. 3, 9, 11, 12, 14, 20,
60, 106, 112, 113, 128, 132, 139,
163, 180, 187, 191, 203, 207
210, 215, 222, 228, 241, 254,'
257.
Bruyn (Josian, van Den Haas)
p. 25.nbsp;®
Bruyning (George, secretaris
van Sasburg) p. 254, 257
Bruyningx (Hamel, resident bij
den Keizer) p. 105, 112, 206
208, 238, 282, 285.
Buat (Henry du Fleury de
Coulon, sieur de) p. 173.
Buchwalt (Gosche von, Deensch
gezant in Den Haag) p. 191.
Buckmgham (George Villiers,
Hertog van) p. 180, 190.
Budde (Jacob) p. 60.
Eueren (Pieter van) p. 222
Buiksloot p. 100.
Bulkestein (Thuyl van, kolo-
nel) p. 186.
Burgersdyk (Mr. Pieter, pensi-
onaris van Leiden) p. 59,108,
115, 203, 286, 293.
Burgerveen p. 297.
Burgh (Koenraad, thesaurier-
generaal van de Unie) n 4
87, 220, 289.nbsp;'
Burmannus (Franciscus, hooe-
leeraar te Utrecht) p. 1.
Bys (secretaris van?) p. 55.
C. en K.
Cabilljanw (ritmeester) p 72
75, 110, 114, 122.nbsp;'
Cadix p. 63.
Cales p. 63, 89.
Campen p. 278.
Campen (van, belastingpachter)
p. 6.
Camt (Jan de la) p. 129.
Cappele (Groot) p. 26.
Capellen (Hendrik van der,
raad en schepen, bewindheb-
ber van de O.I.C. te Amster-
dam) p. 3.
Caraïben p. 174.
Karpenter (Walter, officier) p.
65.
Karseboom (Dirck, van Baren-
drecht) p. 55.
Cassion (Jacques, kapitein) p.
198.
Castel Rodrigo (Markies de
landvoogd van de Zuidelijke
Nederlanden) p. 203.
Castricum: zie Geelvinc.
Cattaneo (Antwerpsch koop-
man) p. 3.
Catwijk aan Zee p. 23, 120.
Keetel (Jan Pieters., oud-bur-
gemeester van Monnikendam)
p. 181.
Celle (Graaf van) p. 301.
Centsen (David, consul te La
Rochelle) p. 286.
Keppel (Adriaen Warnaer van,
ritmeester) p. 147, 159, 167.
Kerckhoeven (advocaat der
stad Amsterdam) p. 51, 68.
Kerckhoven (Anna van, wedu-
we van Noortwyck) p. 126.
Kervel (deurwaarder) p. 6.
Ketelaer (Pieter, van Haarlem)
p. 139.
Keulen p. 38, 48, 56, 72, 78, 105,
194, 290, 302.
Keulen (Aartsbisschop van)
p. 47, 254, 256, 290.
Keurlant (Clara) p. 126.
Chambord p. 208, 220.
Charante (rivier) p. 127.
Chattam p. 233, 262
China p. 151.
Choet (Jeremias) p. 7.
Chorisius (Petrus, Deensch re-
sident in Den Haag) p. 5.
Christiaan Adolf (Hertog van
Holstein) p. 204.
Kies (Jan) p. 310.
Kievit (Joh. Rotterdamsch re-
gent) p. 173.
Kinschot (Roelant van, lid van
den Raad van Brabant)
p. 20, 61, 221, 223.
Kip (Marten, majoor te Wil-
lemstad) p. 60.
Kirkpatrik (gouverneur van 's-
Hertogenbosch) p. 196.
Clarbarius (ook Clafarius, com-
mies der Gecommitteerde Ra-
den p. 261, 279.
Kleef p. 64.
Clement (predikant te Rotter-
dam) p. 21.
Clerckius (predikant) p. 43.
Cletser (resident te Stockholm)
p. 1, 86, 106, 191, 203, 220.
Cloeck (Hendrik, raadsheer in
het Hof van Holland) p. 42,
72, 100, 141, 223, 231, 289.
Cloosterbroek (ook Broek bij
Oosterhout) p. 166.
Clotterbooke (Mr. Caspar, bur-
gemeester van Den Briel) p.
143.nbsp;^
Cloud (St.) p. 140.
Kluppel (Wessel Alberts.) p. 25.
Knephoek p. 26.
Knyf (commies van de Admi-
raliteit te Den Helder) p 310
Koedijk p. 302.
Koegras (het) p. 280.
Coets (Jonas, zilversmid in Den
Haag) p. 28.
Coevorden (Jacob van. Heer tot
Stoevelaar, gedeputeerde van
Overijsel ter Staten-Gene-
raal) p. 60, 82, 156, 158, 223,
313.
Colbert (Charles, Markies de
Croissy, Fransch gezant te
Londen) p. 89, 172.
Coldermans (gedeputeerde van
Holland ter Staten-Generaal)
p. 102.
Coljer (resident in Constanti-
nopel) p. 121, 210, 226.
Colk (Cornelis van der, bur-
gemeester van Gorcum) p
290.nbsp;^
Collon (Jacob Aerss., boek-
drukker) p. 279.
Colonius (Daniël, hoogleera^r
te Leiden) p. 5.
Commerstyl (belastingpachter
van Den Briel) p. 279.
Compagnie (Deensch-Afrikaan-
sche) p. 66.
Compagnie (Noorsche) p. 127.
Compagnie (Oost-Indische) p.
90-92, 102, 151, 179, 192, 209.
210, 234, 259, 262, 278, 314.
Compagnie (West-Indische) p
7, 20, 50, 51, 66, 76, 105, 106,
115, 166, 196, 197, 206, 210,
259, 292, 296, 299, 307.
Comté (Franche-) p. 188, 200
Condé p. 2.
Coninck (Adriana) p 1
Coninck (Elisabeth) p. 1
Coninck (Ledia) p. 1.
Connétable (Fernandes de Ve-
lasco. Connétable van Casti-
lie en Léon, landvoogd van
de Zuidelijke Nederlanden)
p. 3, 6, 163.
Constantinopel p. 121, 210, 226.
Cool (Aemilius, burgemeester
van Gouda) p. 55, 189.
Kools (Lodewijk, oud-burge-
meester van Gorcum) p. 181
Coolwyck (Dirck van, dijk-
graaf van Delftland) p. 113.
Coops (Willempje, van Amster-
dam) p. 23, 55, 118.
Kopenhagen p. 12, 41, 88, 112
115, 118, 153, 187, 191, 208,'
226, 241, 258, 278, 292, 297,
^98.
Cops (Tieleman, schout te
Ouderkerk) p. 24.
Comelis (Annexie, van Ouder-
kerk) p. 24.
Cortleven (Abram, oud-burge-
meester van Enkhuizen)
p. 34, 206.
Corver (Jan, burgem. van Am-
sterdam) p. 105, 112, 124, 130,
138, 141, 144, 146, 'l49,' 152
154, 159, 162, 165, 168, 171
172, 175, 180, 181 185 186
189, 190, 194, 198 202 205
206, 208, 214, 215 218 220
222-224 226, 228, 231, 233,235
237, 239, 241, 243, 246, 248
Cosson (Abram) p. 63
Cosson (Petrus, Med. Dr)
p. 63.nbsp;''
Court (Pieter de la) p. 134.
Courtin (Honoré, Fransch ge-
zant te Stockholm) p. 1.
Coutenburg (advocaat van de
stad Amsterdam) p. 51.
Couwyn (belastingpachter te
Leiden) p. 58, 282.
Crayerspolder p. 219.
Crevecoeur p. 181.
Krimpenerwaard p. 178.
Crispins (raad van Vlaanderen)
p. 128. '
Crommon (Marinus van, gede-
puteerde van Zeeland ter
btaten-Generaal) p. 189, 223
277, 297.
Cromwell p. 230.
Cronenburg p. 112, 115, 258
pquot;quot;!^?nbsp;kapitein)
Cuneus (Petrus, ex-secretaris
DIJ het gezantschap in Enge-
land) p. 9, 293, 299.
Curagao p. 197, 206, 207, 230
Cuyck p. 52.
Kyser (Abraham, klerk ter
griffie der Staten-Generaal)
P. 109, 116, 182, 203, 263, 264.
D.
Dam (Pieter van, advocaat van
de O.I.C.) p. 150.
D^zig p. 16, 17, 92, 110, 207.
Del (van Weesp, cornet) p. 111,
J-J.^.
Del (Mr., van Weesp) p. 182.
Delfshaven p. 132.
Delftland p. 5, 15, 56, 58, 70, 92
Delmonte (Jan M.) p. 125.
Denemarken p. 12, 13 17 50
oh l®,; 105, 112, 115,'i9i;
216,230,243,309,310.-
Denemarken (Christiaan V, Ko-
nmg van) p. 17, 66, 77, 115,
117, 205, 226, 258, 292.
Denemarken (Frederik III, Ko-
ning van) p. 17, 106.
Denemarken (Frederica, Prin-
ses van) p. 205.
Dirks (Adriaen) p. 85.
Does (van der, Heer van Lan-
gevelt en Obfen, lid van de
Ridderschap van Holland) p
147, 214, 215.
Does (van der, Heer van Noort-
wyck) p. 160.
Does (van der, dezelfde als bo-
ven?, lid der Gecommitteer-
de Raden) p. 266.
Doetinchem p. 77, 241, 278.
Dolfyn (Dauphin, schip) p. 195,
230, 262, 302.
Dominique p. 230, 299.
Dopper (G., belastingpachter)
p. 207.
Dorp: zie Maasdam.
Dorp (officier) p. 65.
Dorp (Arent van, sergeant-ma-
joor) p. 186, 187.
Dorp (Louis, Olfert van, offi-
cier) p. 147.
Dort (Adriana van) p. 1.
Doubleth (Philips, ontvanger-
generaal van de Unie) p. 219.
Doudyns (Jan, advocaat-fiscaal
van Brabant) p. 158.
Douve (Philips, van Leiden) p.
13.
Dover p. 89, 180, 190.
Drecht p. 44, 51, 59, 92, 111,119.
Druyf (Hendrik, raadsheer in
den Hoogen Raad) p. 60, 68,
119, 156, 158.
Duffelen (koopman te Bayon-
ne) p. 128.
Duinkerken p. 86, 89, 275, 276,
289.
Duitschland p. 9, 89, 133, 194.
Duitschland (Keizer van) p.
57, 58, 72, 74, 75, 77, 192, 208,
212, 225, 229, 259, 279, 287,
298.
Durgerdam p. 25, 297.
Dussen (Mr. Arent van der,
pensionaris van Delft) p. 59,
173, 240, 254, 257, 286, 287,
293, 302.
Dussen (Gerrit, kapitein)
p. 186, 187.
Duysel p. 285.
Duysent (Dirk, koopman)
p. 127.
Duyst (Hendrick van, van
Voorhout, raad en vroed-
schap van Delft) p. 180.
Duyts (Jan, Amsterdamsch ban-
kier) p. 3, 39, 179.
Dviringeloo (Amoud, notaris te
Vlaardingen) p. 156.
Dyck (Gerardt Janssen van,
kapitein) p. 195.
E
Eckins (predikant) p. 26.
Edel (d', president van het Hof
van Holland) p. 18, 148, 152,
157.
Edinburg p. 163.
Eenhoorn (Adriaen, van Alk-
maar) p. 139.
Eersel p. 285.
Eeswyk (commandeur van 's-
Hertogenbosch) p. 196.
Elias (Ryer Pietersen, van Am-
sterdam) p. 89.
Elseneur p. 88, 112, 115, 122
298.
Emmeloord p. 119, 201.
Emmerik p. 64.
Engeland p. 1-4, 12, 31, 42, 46,
53, 55, 60, 75, 90, 101, 102,
106, 109, 110, 119, 121, 122
136, 139, 162, 163, 172, 174,
189, 191-193, 196, 210, 214,
229, 234, 260, 262, 278, 281,
282, 286, 300, 310.
Engeland (Koning van) 74, 75,
86, 102, 173, 189, 190, 192, 210
234, 254, 274, 287, 300.
Engelen (fort) p. 196.
Ens p. 119.
Epinal p. 188.
Erfurt p. 290.
Essequebo p. 230.
Essex (Graaf van) p. 106.
Europa p. 189.
Euskercke (Jan van, secretaris
van Langerak) p. 205.
Everwyn (kapitein) p. 60.
Ewyck (consul te Genua)
p. 259, 292, 299.
F.
Fagel (François, raadsheer in
den Hoogen Raad) p. 17, 23.
Fagel (Gaspar, pensionaris van
Haarlem, griffier der Staten-
Generaal) p. 15, 71, 77, 100,
108, 124, 130, 141, 158, 165,
171, 173, 178, 179, 215, 220-
222, 285, 303.
Fannius (Cornelis, raadsheer in
het Hof van Holland) p. 149,
160, 162, 263, 264.
Parent (Parent de, sieur de
Utim, officier) p. 146.
Febre (Fevre, deurwaarder)
p. 7, 13, 14.
Feroni (Francesco, Amster-
damsch koopman) p. 207.
Fladderak (Gerard van, burge-
meester van Alkmaar) p. 491.
Fooreest (Dirk van, secretaris
der Gecommitteerde Raden)
p. 280.
Franken (Noach, predikant) p.
228.
Frankrijk p. 1, 2, 9, 11, 13, 19,
28, 44, 48, 66, 72, 75, 86,88, 89,
102, 104, 107, 110, 114, 127
128, 132, 138, 152, 174, 175,
188, 191, 193, 195, 196, 200,
208, 210, 221, 234, 259, 260,
262, 275, 277-279, 286, 297, 300,
302, 305, 307.
Frankrijk (Koning van, zie Lo-
dewijk XIV).
Frederik (van Nassau) p. 275
281.
Frederik Hendrik (Prins van
Oranje) p. 45, 46, 52, 56, 129
131, 134.
Friesland p. 35, 40, 45, 46 64
71, 77, 107-110, 136, 159, 173'
187, 195, 196, 219, 221, 237,
264, 266, 275, 313.
Fürstenberg (Frans Egon von.
Bisschop van Metz) p. 272
Fürstenberg (Wilem Egon von,
Bisschop van Straatsburg)
G.
Gabel (Deensch resident te Pa-
rijs) p. 106.
Galtrop (van Weesp) p. 182.
Gamarra (Don Estevan de,
Spaansch gezant in Den Haae)
p. 175, 265, 285.
Garst (P., belastingpachter) p.
40.
Gassion (Jacques de, ritmees-
ter) p. 86.
Geelvinc (Cornelis, Heer van
Castricum, burgemeester van
Amsterdam) p. 139-141, 144-
146, 167.
Staten van Holland 1670.
Geestmerambacht p. 152 302
303.
Geertruidenberg p. 92.
Gelderland p. 53, 56, 71, 77,86,89,
105, 164, 173, 182, 195, 225, 237,
238, 260, 313.
Gendt (Joh. van, gouverneur
van den Prins) p. 81, 166
Gennep p. 64.
Gent (Joh. van, gedeputeerde
van Gelderland ter Staten-
Generaal) p. 223.
Gent (Willem Jozef, luitenant-
admiraal) p. 139, 191, 205, 207
Genua p. 259, 299.
Gerards (Steven, van Haarlem,
lid van de Rekenkamer)
p. 122, 131.
Germain (St.) p. 220.
Gioë (Marius, Deensch gezant
in Den Haag) p. 50, è5, 76,
216, 226, 230, 276.
Glas (van Enkhuizen, lid van
den Raad van State) p. 46, 51.
Glas (Gerrit, van Enkhuizen,
lid van de Generaliteits-
Rekenkamer) p. 97, 293.
Glascow p. 163.
Glasius p. 112.
Godin (Hendrik) p. 27.
Goeree p. 234.
Goes (Willem van der, raads-
heer in het Hof van Holland)
p. 42, 100, 263, 264.
Goest (pensionaris van Alk-
maar) p. 59.
Gongel (Jacob van, schepen van
Schiedam) p. 139.
Goole (Mathys, raadsheer in
het Hof van Brabant) p. 223,
224.
Goudsche vaart p. 44, 51, 59.
Graeff (Andries de, burgemees-
ter van Amsterdam) p. 130,
167, 179-186, 206, 208, 214, 215,
218.
Graeff (Jacobus van der) p. 76.
Graswinckel (Maarten, bur^^e-
meester van Delft) p. 81, 126.
Grave p. 52.
's Graveland p. 27.
'sGravenhage p. 121, 153, 155
170, 189, 225, 226, 256, 279, 314.
21
-ocr page 402-Gravesteyn (Mr. Cornelis, lid
der Gecommitteerde Raden)
p. 32, 75, 280.
Grel (belastingpachter) p. 279.
Grémonville (Fransch gezant te
Weenen) p. 208.
Groen (Adriaen, belastingpach-
ter te Amsterdam) p. 301.
Groengraft (Jan Andriesz.,
ijkmeester-generaal van de
Munt) p. 27, 55, 63.
Groenland p. 127.
Groningen (prov.) p. 35, 40, 45,
55, 56, 71, 110, 136, 158, 173,
187, 195, 221, 237, 291, 313.
Groningen (stad) p. 155, 164,
165, 172, 175, 178, 196, 219,
297.
Gronovius (Joh. Fred., hoog-
leeraar te Leiden) p. 5.
Groot (De) p. 175.
Groot (Cornelis de, pensionaris
van Hoorn) p. 59, 82, 142, 170,
180.
Groot (Pieter de, pensionaris
van Rotterdam, gezant te Pa-
rijs) p. 2, 7, 10, 14, 17, 21, 44.
59, 104, 107, 114, 138, 177, 179,
180, 182, 187, 190, 205, 207, 208.
211, 220-222, 226, 238, 257, 260-
262, 272, 273, 278, 289.
Grootebroek p. 312.
Guinea p. 195, 230, 262, 307.
Guldeleeuw (Deensch gezant in
Engeland) p. 226.
H.
Haarlemmermeer p. 125.
Haastrecht p. 26.
Haersolte (Anthony van, com-
missaris-generaal van de ca-
vallerie) p. 90, 224.
Hal (Lourens Aldersz., schipper)
p. 218, 225.
Halewyn (Cornelis Teresteyn
van, raadsheer in het Hof van
Holland) p. 17, 28, 151, 160.
Halling (Mr. Willem, lid van
den oudraad van Dordrecht»
p. 34, 81.
Ham (Joh., burgemeester van
Enkhuizen) p. 91.
Hamburg p. 6, 169, 188.
\
Harderwijk p. 164, 183, 238.
Haringkarspel p. 302.
Haringcarspel (Dirk van, ka-
pitein bij de mariniers) p. 289.
Harsen (S.) p. 241.
Harstal p. 52.
Hartochvelt (Dr. Joh. van, lid
van de vroedschap van Am-
sterdam) p. 167.
Havre de Grace p. 221.
Hazerswoude p. 26.
Heemstede (dorp) p. 8.
Heemstede: zie Pauw.
Heenvliet (Joh. François van
Beijeren, van Schagen, Heer
van Sliedrecht, lid van de
Ridderschap van Holland)
p. 147, 148, 167.
Heer Hugowaard p. 8.
Heidelberg p. 285.
Heinsius (Nicolaas, resident in
Zweden en Rusland) p. 88,
112, 153, 163, 181, 225, 241,
258, 278, 297.
Hellevoetsluis p. 77.
Helm (van de, belastingpachter)
p. 27, 40.
Helm (Joh., Deensch zaakgelas-
tigde) p. 50.
Henriques p. 120.
's-Hertogenbosch p. 152, 195,
196, 255, 285.
Herves (Joh., deurwaarder) p. 5.
Hester (Samuel) p. 140.
Heusden p. 14, 26, 120, 126, 311.
Heust (Deensch gezant in Den
Haag) p. 226.
Heydanus (Abrahamus, hoog-
leeraar te Leiden) p. 5.
Hielen (Hans van der, stok-
vischkooper te Amsterdam'*
p. 23.
Hielen (Jan van der, stokvisch-
kooper te Amsterdam) p. 23.
Hilversum p. 127.
Hippocrates p. 201.
Hoeuft (Diderik, lid van den
oudraad van Dordrecht) p. 34.
Hoeven (van der, belasting-
pachter) p. 40.
Hoey (Mathias, ontvanger te
Gorcimi) p. 290.
Hogeveen p. 257.
-ocr page 403-Hooge (Minnebeecke van den)
p. 25.
Holbeeck (Jacobus) p. 63.
Hoick (Gysbert van der, gede-
puteerde van Utrecht ter
Staten-Generaal) p. 313.
Holstein p. 309.
Honstad (overste in het Fran-
sche leger) p. 272.
Honywood (Robert, ritmeester)
p. 145, 167.
Hooft (Hendrik, burgemeester
van Amsterdam, lid der Ge-
committeerde Raden) D. 14,
111, 119, 138, 167, 175, 266, 279,
280, 296.
Hooft (Hendrik de jonge, advo-
caat-fiscaal der Admiraliteit
van Amsterdam), p. 289.
Hoogendorp (burgemeester van
Rotterdam) p. 146.
Hoogeveen (Frans van) p. 232.
Hoorne (Thomas van der)
p. 24.
Hoorne (Willem Adriaen, Graaf
van, Heer van Batenburg) p.
198, 206, 256.
Hop (Cornelis, pensionaris van
Amsterdam) p. 11, 18, 22, 23,
39, 51, 59, 60, 79, 96, 108, 111,
118, 124, 130, 137, 138, 140, 144-
146, 149, 152, 154, 159, 162, 165,
167, 168, 171, 172, 175, 180, 181,
185, 186, 189, 190, 194, 198, 202,
205, 206, 208, 214, 215, 218, 220,
222, 223, 226, 228, 231, 233, 235-
237, 239, 241, 243, 246, 248, 250,
254, 256, 257, 262, 272, 276, 279,
280, 285, 289, 291, 296, 300, 304.
Hoppevelt (klerk ter griffie der
Staten-Generaal) p. 109, 116.
Hoven (Hendrick ten, kapitein)
p. 86.
Houten (Jacob van, oud-burge-
meester van Alkmaar) p. 4.
Houterive (kolonel) p. 86.
Houterive (weduwe van) p. 63.
Houting (Nicolaas, pensionaris
van Monnikendam) p. 59, 146.
Hovis (predikant) p. 199.
Hovius (Mr. Joh., raad en oud-
schepen van Hoorn) p. 170.
Hoyting (notaris) p. 39.
Höxter p. 290, 291, 299, 305.
Hubes (St.) p. 20, 51, 101, 118,
139, 166, 223.
Hudde (Hendrik, raadsheer in
den Hoogen Raad) p. 23, 27,
28, 33, 60, 94, 131, 141-144, 156,
158,nbsp;289.
Hudde (Jan) p. 307.
Hudde (Joh. Gerritsz., burge-
meester van Amsterdam)
p. 141, 144, 146, 149, 226, 240,
291, 293.
Hülsen (Jan, van Haarlem)
p. 126.
Hüneke (Hendrik, resident der
Hanze-steden) p. 169.
Hutte (Ab van der, consul te
Genua) p. 210.
Huydecoper (Jan, Heer van
Maarseveen, Amsterdamsch re-
gent) p. 141, 144-146, 149, 152,
159,nbsp;162, 165, 168, 311.
Huygens (Christiaan) p. 278,
307.
Hydeckenes (Joh. Hendrik,
hoogleeraar te Zürich) p. 5.
I.
Ilpendam p. 154.
Italië p. 126.
J.
Jacobs (Annetje, van Amster-
dam) p. 278.
Janss. (Dirck, boekdrukker)
p. 311.
Jelmers (Sievert) p. 27.
Jochems (Willem, belasting-
pachter te Leiden) p. 132.
Jong (Pieter de, burgemeester
van Den Briel) p. 142.
L.
Labadie (Jean de, Waalsch pre-
dikant) p. 82-84, 199, 202.
Lampsins (de, handelshuis te
Vlissingen) p. 230, 299.
Lange (Cornelis de, lid van de
vroedschap van Gouda)
p. 257.
Langerak p. 205.
-ocr page 404-Lant (Willem le, van Alkmaar,
deurwaarder) p. 25.
Leeck (Dirck Claesz. van)
p. 39, 87, 176.
Leenderts (Job, koopman te
Amsterdam) p. 25.
Leeuw (Pieter de, koopman in
Spanje) p. 107, 201.
Leeuwarden p. 297.
Leeuwen (Diderik de Leyden
van, burgemeester van Lei-
den) p. 130, 169.
Leeuwen (Hendrik van, com-
mies bij den Raad van State)
p. 61, 181, 208, 215, 229.
Leeuwen (Just van, Bartholo-
meusdochter) p. 8.
Leeuwesteyn (Vrouwe van)
p. 40.
Leicester (Graaf van) p. 46, 51,
52.
Leimuiden p. 92, 108, 125.
Lenquem (Jacob, belasting-
pachter te Spijkenisse) p. 24.
Leoninus (Elbertus, lid van den
Raad van State tijdens Lei-
cester) p. 51.
Lewier (Louis de) p. 24.
Licoen (Joh., oud-belasting-
pachter te Rotterdam) p. 139.
Liefde (De, schip) p. 311.
Lier (De, dorp) p. 25.
Lier (Van, Heer van Oester-
wyck) p. 160.
Lier (Frederik van, raadsheer
in het Hof van Holland)
p. 147, 148, 160, 161, 162, 165.
Lieuwendaal (Cathrine van)
p. 202.
Limburg (Rem van, advocaat)
p. 126, 146, 148, 152, 289.
Lincq p. 2.
Lintburg (Isaac Isaacs van)
p. 279.
Lionne (Hugues de, Fransch
staatssecretaris) p. 208, 209, 257.
Lisola (Frans van, keizerlijk ge-
zant) p. 57, 58, 192, 212.
Lissabon p. 139, 182, 191, 299.
Lobs (Jacob, burgemeester van
Medemblik) p. 142.
Lodewijk XIV (Koning van
Frankrijk) p. 2, 3, 7, 9, 42.
66, 86,89, 90, 93, 95, 103, 139,
140, 151, 163, 169, 177, 179, 187-
189, 195, 208, 219, 220, 240, 257,
272, 273, 275, 276, 287, 289.
Lodewyks (Jan Willem, van
Amsterdam) p. 278.
Lonckhorst (Jacob van, Heer
van de Lier, officier) p. 147.
Londen p. 89, 118, 121, 140, 156,
172, 180, 189, 192, 199, 210, 222,
233, 254, 290, 300.
Lopikerwaard p. 197.
Lotharingen p. 9, 48, 57, 77, 180,
188, 189, 191-193, 200, 205, 206,
208, 210, 215, 222, 228.
Lotharingen (Hertog van) p. 47,
58, 191, 230, 240, 241, 266, 275.
Lübeck p. 169, 258.
Lünenburg p. 48, 259, 293, 299.
Lünenburg (Vorsten van)
p. 274, 275, 291, 301.
M.
Maasdam (Frederik van Dorp,
Heer van, raadsheer in het
Hof van Holland, dijkgraaf en
baljuw van Rijnland) p. 17.
18, 22, 23, 28, 30, 113, 134, 147-
149, 151, 152, 160, 162, 183, 280,
296.
Maasland p. 24.
Maassluis p. 24.
Maastricht p. 19, 48, 49, 55, 64
65, 67, 71, 72, 105, 193, 194^
202, 225, 284.
Mabus (predikant) p. 199.
Makassar p. 151.
Macquard (Robert, predikant te
Glascow) p. 163, 164.
Madame (Henriette van Orleans,
zuster van Koning Karel 11
van Engeland) p. 42, 89, 102,
139, 140.
Maes (juffr.) p. 122.
Maese (Cors Leendert, belas-
tingpachter) p. 63.
Mainz p. 47, 57, 58, 72, 77, 206,
290.
Maire (Jacob le, resident in
Denemarken) p. 5, 12, 14, 50,
60, 76, 77, 88, 106, 112, 115,
118, 187 191, 208, 222, 226, 258,
278, 292, 297, 298.
Malapart (Abraham, resident te
Frankfort) p. 304.
Mariënfort (Mariaschans)
p. 298.
Marken p. 25.
Martens (Martines, koopman te
Middelburg) p. 159, 217, 231.
Martines (Ambrosius, procu-
reur-generaal van Brabant)
p. 158.
Mataram p. 151.
Mathenes (Jan, raadsheer in
het Hof van Holland) p. 160.
Mathenesse (Gysbert van, Heer
van, lid van de Ridderschap
van Holland, heemraad van
Schieland) p. 17, 28, 33, 35,
59, 148, 169.
Mauregnault (Joh. de, gedepu-
teerde van Zeeland ter Sta-
ten-Generaal) p. 313.
Maurits (Prins van Oranje)
p. 45, 46, 100, 129, 131, 134.
Maurits (Joh., veldmaarschalk)
p. 178, 293, 275, 280, 281, 284,
296.
Meau (Laurentius del) p. 126.
Medina (Hertog de) p. 63.
Meer (Herman van der, Heer
van Hoogeveen, lid der Ge-
committeerde Raden) p. 17.
Meerman (Joh. burgemeester
van Leiden) p. 55, 89.
Merens (Meyhard, gedepu-
teerde van Holland ter Sta-
ten-Generaal) p. 313.
Messem (Joh. van, klerk ter
griffie van de Staten-Gene-
raal) p. 203.
Meurs p. 49.
Middelburg p. 159.
Middellandsche Zee p. 36, 203,
242 243
Mine' (Dei) p. 262.
Mine (La) p. 223.
Mirop (raadsheer in het Hof
van Holland) p. 72, 142, 258.
Mirop (Willem) p. 224.
Mogol (Groote) p. 12, 151.
Molegaarde p. 302.
Moleschot (advocaat van de
stad Amsterdam) p. 51.
Molukken p. 151.
Mombas (Jan Barton de, ko-
lonel van de cavallerie, later
commissaris-generaal) p. 20,
224.
Monterey (Don Juan Domingo
de Zuniga, Graaf de, land-
voogd van de Zuidelijke Ne-
derlanden) p. 139.
Montespan (Madame de) p. 190.
Montpouillon (Markies de) p.
198.
Moriac (president van den
krijgsraad) p. 163, 175.
Mortaigne (Joh. Bertram de,
gecommitteerde bij den Bis-
schop van Munster) p. 293.
Moskou p. 153, 163, 181, 258.
Mouw (Hendrik del) p. 125.
Munninx (sergeant-majoor)
p. 8, 165.
Munster p. 1, 272, 299.
Munster (Bisschop van) p. 72,
96, 290, 291, 293, 305, 306.
Munter (Joh., burgemeester van
Amsterdam) p. 11, 18, 21, 60,
96.
Muiden p. 156.
Muiderberg p. 25.
Muyen (La) p. 297.
N.
Naarden p. 43, 120.
Naardermeer p. 152.
Nassau (Hendrik van. Heer van
Ouwerkerk, ritmeester) p. 72,
74, 75, 110, 114.
Nassau (Willem Adriaan van,
Heer van Odijk) p. 110.
Neck (Jonker van, uit Hoorn)
p. 181.
Neck (Willem van, burgemees-
ter van Hoorn) p. 170.
Nederlanden (Spaansche) p. 1
9, 86, 110, 113, 128, 139, 177
188, 191, 239, 259, 266, 281.
Neder-Rijn p. 254, 278.
Nederslingeland p. 29.
Nelle (Michel, vaandrig) p. 228.
Nelson (juffr.) p. 146.
Nes (Jan van, schout-bij-nacht)
p. 292, 299.
Neve (John, Schotsch predi-
kant) p. 163, 164.
Nickercken (Witman van, cor-
net) p. 146.
Nicolay (Nicolaas, secretaris
van Amsterdam) p. 289.
Nierop (raadsheer in het Hof
van Holland) p. 22.
Nieuburg (Jonker Jan Gerrets.
van den, lid van den Raad
van State) p. 81.
Nieupoort (Mr. Willem, pensio-
naris van Schiedam) p. 59, 116.
Nieuwpoort p. 2.
Nispe (Joh. van, generaalmees-
ter van de Munt) p. 255.
Noël (luitenant) p. 86.
Noordeloos (Willem, van Am-
sterdam) p. 2.
Noorder-Cogge p. 168, 171.
Noorderwoude p. 302.
Noorwegen p. 5, 12.
Nijmegen p. 225.
Odijk: zie Nassau.
Oesterwyck (raadsheer in het
Hof van Holland) p. 149.
Oldenbarneveldt (Joh. van,
advocaat van den lande)
p. 46, 115, 311.
Oldenburg p. 96.
Ommelanden p. 155,158, 164,165
172, 173, 182, 197.
Ommeren (Rudolf van, gede-
puteerde van Gelderland ter
Staten-Generaal) p. 223, 313.
Ommerschans p. 133.
Oosterbrouck: zie Clooster-
broek.
Oosterhout p. 154.
Oostlanders (Oostambachten)
p. 227.
Oostzaan p. 164, 183, 238, 260.
Ooterleeck p. 18.
Orangie (schip) p. 298.
Orleans (Hertog van) p. 257.
Orsoy p. 48, 49, 64.
Ostende p. 128.
Ouddorp p. 302.
Oudewater p. 89, 313.
Oudherkinge p. 128, 216.
Oudkarspel p. 302.
Oudshoorn p. 26, 27.
Oudshoorn: zie Vlaming.
Ouwerkerk: zie Nassau.
Overijsel p. 82, 201, 221, 237,
313.
Ovidius p. 176.
P.
Paddenbrug (Bruyning van,
schepen van Weesp) p. 182.
Paep (De) p; 149.
Paes (Everhardus, predikant te
Rijnsaterwoude) p. 199.
Paets (Mr. Adriaen, lid van de
vroedschap van Rotterdam)
p. 19, 21, 22, 110, 273.
Paets (dezelfde als boven?,
heemraad van Schieland)
p. 169.
Pallant (gedeputeerde van Sal-
land ter Staten-Generaal)
p. 82, 109, 167.
Pallus (Matheus) p. 121.
Palts p. 235.
Palts (Keurvorst van de) p. 235,
285.
Pampus p. 193.
Pancras (Nicolaas, burgemees-
ter van Amsterdam) p. 105,
118, 119, 124, 130, 131, 139,
165, 167, 168, 172. 175, 291,193.
Pancras (St.) p. 152, 302.
Panhuys (Mr. Servaes van,
pensionaris van Schoonhoven)
p. 59, 126, 129.
Panhuyss. (Symen, kapitein) p.
312.
Papecop: zie Vlooswyck.
Papenbrouck (Gerrit, bewind-
hebber van de O.I.C. te Am-
sterdam) p. 39, 43, 179.
Pappenroyen (Rudolf van,
schout van Den Haag) p. 148,
150.
Parijs p. 12, 42, 60, 88, 121, 139,
152, 169, 172, 174, 180, 207,
208, 226, 238, 240, 257.
Passant (Adriaen) p. 20.
Pauw (Adriaen, Heer van
Bennebroek, raadsheer, later
president van het Hof van
Holland, hoofdingeland van
Delftland) p. 43, 142-144, 148,
150, 151, 157, 185, 201, 258,
276.
Pauw (Adriaen Reiniersz., Heer
van Heemstede, raadpensio-
naris) p. 34.
Pauw (Gerrit, Heer van Heem-
stede, rekenmeester) p. 72,
100, 143, 144, 289, 303.
Pauw (Isaac, Heer van Achttien-
hoven, pensionaris van
Enkhuizen) p. 59, 293, 296.
Pauw (Maarten, ontvanger-ge-
neraal van Holland) p. 270.
Pauw (Reinier, Heer van ter
Horst, president van den
Hoogen Raad) p. 143, 289.
Peau (raad van Vlaanderen) p.
128.
Pera p. 121.
Perceval (commandeur van het
fort Crevecoeur) p. 181.
Pergens p. 237, 286, 292.
Perre (Van der, van Utrecht)
p. 220, 231, 301.
Perzië p. 181.
Pesser (klerk ter griffie der
Staten-Generaal) p. 109, 116,
264.
Petreius (Petrus) p. 212.
Petter (Andries Flores) p. 127.
Philippeville p. 48.
Philippine p. 24.
Pieters (Marietje) p. 157, 158.
Pieters (Neeltje) p. 93.
Plae (Adriana de) p. 8.
Plae (Jan de) p. 8, 311.
Plaes (De) p. 240.
Polen p. 6, 14, 16, 17, 44, 57, 61,
76, 77, 105, 110, 236, 238.
Pompe (Cornelis, van Meerder-
voort, rentmeester over de
domeinen van Zuid-Holland)
p. 203, 205.
Pomponne (Arnauld de, Fransch
gezant in Den Haag) p. 174,
188, 195, 215, 307.
Porgen (belastingpachter) p. 40.
Porre (AJewyn) p. 2.
Portugal p. 13, 20, 28, 51, 105,
118, 220, 225, 292, 296.
Potter (Sjoerd, gedeputeerde
van Friesland ter Staten-Ge-
neraal) p. 219.
Prins (Cornelis, lid van de vroed-
schap van Weesp) p. 304.
Purmerend p. 154.
Purmerland (Vrouwe van)
p. 309, 310.
Puynder (Mr. Thomas, pensio-
naris van Medemblik) p. 59,
115.
Q.
Quickenburg (Aris, van Am-
sterdam) p. 26.
R.
Raadpensionaris p. 2, 6, 9, 15,
18, 19, 21-23, 28, 30, 34, 39, 45,
50, 57, 59, 60, 66, 70, 72, 73,
77, 81, 82, 91, 96, 98, 104, 110,
111,117,119, 123, 125, 130, 131,
133, 136, 138, 141, 143, 150,151,
156, 158, 164, 167, 171, 172, 175,
176, 179, 180, 186, 188, 192, 195,
199, 200, 209, 215, 216, 219, 221,
226, 227, 233, 240, 244-247, 249,
253, 262, 270, 279, 280, 284, 286,
291, 306, 307, 309.
Rache (La) p. 207.
Ransdorp p. 140, 197.
Rees p. 64.
Reynst (Mr. Lambert, oud-
burgemeester van Amster-
dam) p. 180, 181, 185, 186, 190,
194, 198, 202, 205, 206, 208, 210,
214, 215, 218.
Riccen (ook Ryxce, raadsheer
in den Hoogen Raad) p. 28,
68, 111, 119, 142, 198.
Ripperda (Adolf Hendrik, tot
Buyrse, gedeputeerde van
Gelderland ter Staten-Gene-
raal) p. 223.
Robert (Prins) p. 233.
Rochelle (La) p. 140, 286.
Roeten (Jonker, officier) p. 147.
Roeters p. 114.
Romain (Lendert) p. 13.
Rombeeck (Jan van, deurwaar-
der) p. 13.
Rome p. 121.
Roode (kapitein?) p. 289.
Rosenvelt p. 8.
Roseus (Geertruyt, van Kat-
wijk aan Zee) p. 128.
Roseus (Maria, van Katwijk
aan Zee) p. 128.
Rothee (Catharina) p. 114.
Rotteveen (Cornelis, belasting-
pachter) p. 40, 55.
Rouge (Maison, zaakgelastigde
van Montpouillon) p. 198.
Rudolphy (raadsheer in den
Hoogen Raad) p. 98, 189.
Rumpf (Christiaan, gezant-
schapssecretaris te Parijs)
p. 12, 13, 28, 35, 42, 60, 121,139,
140, 152, 169, 172, 174, 182, 205,
207, 209, 216, 226, 235.
Rusland (Czaar van) p. 153,
166.
Ruyl (Mr. Joh., lid van de
vroedschap van Haarlem)
p. 248.
Ruymbeeck (Jan) p. 2.
Ruys (officier) p. 147.
Ruys (Gysbert, ritmeester)
p. 186, 187.
Ruys (Nicolaas, griffier der
Staten-Generaal) p. 221, 222.
Ruytenburch (Gerard, baljuw
van Purmerend) p. 142, 289.
Ruytenburch (Jan, luitenant)
p. 63.
Ruyter (Jan Jacobs de) p. 157.
158.
Ruyter (Michiel Adriaensz. de,
luitenant-admiraal van Hol-
land en West-Friesland) p. 4,
131, 204, 300.
Ryckers p. 286.
Ryers (moutbrouwer te Alk-
maar) p. 25.
Rygersberch (Jacob van. Heer
van Couwerven en Krabben-
dijke, gedeputeerde van Zee-
land ter Staten-Generaal)
p. 223.
Rijn p. 19, 44, 47, 48, 77, 188,
203.
Rijnberk p. 48, 49, 254, 256.
Rijngraaf: zie Salm.
Rijnland p. 17, 18, 28, 34, 44, 51
59, 68, 92, 93, 97, 98, 111, 119,
130, 169.
Rijnsaterwoude p. 108, 125, 169
199.
Rijp p. 222.
S.
Saenen (van, schout-bij-nacht)
p. 314.
Saksen (Keurvorst van) p. 290.
Salland p. 82.
Salm (Magnus, Rijngraaf van,
gouverneur van Maastricht)
p. 105.
Sasburg (Thomas, resident te
Brussel) p. 9, 14, 20, 43, 60,
86, 106, 114, 132, 139, 163, 171,
180, 186, 191, 203, 207, 210,
215, 222, 228, 241, 254, 257.
Sassenheim p. 126.
Sautyn (koopman) p. 14, 256-
258, 262.
Schaegen (Robert van der)
p. 279.
Schaep (Dirk, secretaris van
Amsterdam) p. 82, 83.
Schatter (Hercules) p. 2.
Schatter (Ysbrand, raad en oud-
schepen van Haarlem) p. 34,
50.
Schellingers (Sytje) p. 27.
Schenkenschans p. 278.
Scheperus (Jacobus, predikant)
p. 16.
Scheveningen p. 260.
Schieland 92, 121, 139, 169.
Schier (Nicolaas, Heer van
Warmenhuysen) p. 85.
Schimmelpenninck (officier)
p. 147.
Schimmelpenninck (Alexander,
van der Oye, Heer van En-
gelenberg, gedeputeerde van
Gelderland ter Staten-Gene-
raal) p. 60, 156, 158, 223.
Schipper en Stam (boekdruk-
kerij van) p. 217.
Schoenmaeckeren (Deensch ge-
heimsecretaris) p. 226.
Schot (Mr. Nicolaas, pensiona-
ris van Purmerend) p. 59, 146.
Schoyer (Mr. Joh., schepen van
Schieland) p. 139.
Schrijver (Schriverius, van Am-
sterdam) p. 39, 43, 179.
Schuil p. 286.
Schut, p. 290.
Seventer (Philips Soete de
-ocr page 409-Laecke van Villers, Heer van,
lid van de Ridderschap van
Holland, lid van den Raad
van State) p. 46, 51, 60, 113.
147, 148, 160, 161.
Sibels (Anna) p. 25.
Six (Alida) p. 13, 14.
Six (Cornelia) p. 13, 14.
Sixma (gedeputeerde van Fries-
land ter Staten-Generaal) p.
223.
Sliedrecht: zie Heenvliet.
Sliedrecht p. 228.
Slicher (Thomes) p. 222.
Slicher (Wybout, ontvanger van
de Admiraliteit van Amster-
dam) p. 119, 189.
Slingelandt (Damas van, ont-
vanger der gemeene midde-
len van Dordrecht en het
daarbij behoorende kwartier)
p. 24.
Slingerlant (secretaris van den
Raad van State) p. 46, 51.
Sloten p. 119.
Sloterdijk p. 119.
Snellius (Dr. Godefridus, raad
en oud-schepen vanAlkmaar)
p. 263.
Socinus p. 201.
Soet (Jan, dichter) p. 234, 262,
263, 274, 282.
Soete (Cornelis Michiels de,
penningmeester van Delfland)
p. 260.
Solms (Amalia van, weduwe
van Frederik Hendrik) p. 170.
Sonck (Mr. Meyndert, burge-
meester van Hoorn) p.170, 209.
Spanje p. 3, 4, 6, 9, 11, 19, 44,
57, 86, 101, 102, 104, 110, 112,
113, 126, 128, 139, 149, 163, 182,
188, 191, 200, 201, 208, 214, 217,
231, 239, 259, 276, 281, 302, 311.
Spanje (Koning van) p. 113,
175, 239.
Spartel (kaap) p. 207.
Speelman (Cornelis) p. 151.
Spiegel (schip) p. 139, 207.
Spiegel (Elbert, ontvanger van
de convooien en licenten te
Amsterdam) p. 5, 64, 84.
Spiers p. 195.
Spiring (Zweedsch gezant in
Den Haag) p. 203.
Sprang (dorp) p. 16, 120.
Spronsen (commies ter griffie
der Staten-Generaal) p. 221.
Spijkenisse p. 24.
Stechman (Frederik) p. 120.
Steelant (Louis van, kapitein,
edelman van den Prins) p. 60.
Steen (Jacob van den, gedepu-
teerde van Gelderland ter
Staten-Generaal) p. 223.
Steenhuysen (commissaris-ge-
neraal van de cavallerie)
p. 90, 224.
Steremans (belastingpachter)
p. 6.
Stipel (advocaat) p. 72.
Stirum (Graaf van) p. 195, 196.
Stockholm p. 1, 86, 106, 181, 191,
203, 220, 225, 241, 258.
Stommeer p. 169.
Straatsburg p. 290, 303.
Stryen (Willem van, advocaat-
fiscaal van het Hof van Hol-
land) p. 17, 21-23, 72, 100,
110, 111, 126.
Strijen (dorp) p. 120.
Sweers (vice-admiraal) p. 207.
Swieten (Heer van) p. 167.
Syms (Adriaen, burgemeester
van Alkmaar) p. 151.
Suratte p. 12, 42.
Suriname p. 7, 8, 90, 106, 156,
158, 196, 197, 230.
T.
Tacheata (Paullo) p. 126.
Taets (Bouwen, boekweitmaal-
der te Philippine) p. 24.
Tarente (Charles Henri de Tré-
mouille. Prins van, luitenant-
generaal van de cavallerie)
p. 86, 90, 152, 186, 195, 224.
Temple (William, Engelsch ge-
zant in Den Haag) p. 2, 57,
75, 91, 102, 106, 110, 163, 164
173, 174, 189, 191, 192, 206.
Tengnagel (Alexander, tot Gel-
licom, gedeputeerde van Zee-
land ter Staten-Generaal)
p. 277, 297.
Terschelling p. 229.
Terion (Fransch gezant in
Zweden) p. 191.
Thoorn (Adam, belastingpach-
ter) p. 1, 24.
Thom p. 207.
Timmers (Joh., ontvanger te
Rotterdam) p. 180, 282.
Tocht (Jacob van der, pensio-
naris van Gouda, gedeputeer-
de te Brussel) p. 6, 9, 12, 20,
39, 60, 112, 128, 131, 149, 155,
162, 176, 200, 203, 285.
Tomé (Henriques, Deensch
zaakgelastigde) p. 50.
Toulon p. 290.
Traille (Robert, predikant te
Edinburg) p. 163, 164.
Trevor (John, Engelsch staats-
secretaris) p. 189, 191.
Trier p. 47, 57, 58, 77, 206.
Trip p. 141.
Tripolis p. 90.
Tromp (Maarten Harpertsz.,
luitenant-admiraal) p. 34.
Tulp p. 114.
Tunis p. 35, 90, 110, 114.
Turenne (Henri de la Tour
d'Auvergne, Vicomte de)
p. 272.
Turkije p. 201.
U.
Ulhoa (Portugeesch gezant in
Den Haag) p. 139, 166.
Urk p. 180.
Utrecht (prov.) p. 71, 197, 221,
222, 237, 313.
Utrecht (stad) p. 61, 181, 206,
214, 229.
Uytdenhagen (Nicolaes) p. 13.
Uytenbogaert (Joh., ontvanger
van Holland) p. 40, 45, 231,
237, 287.
V.
Valckenier (Gillis, burgemees-
ter van Amsterdam) p. 9, 23,
28, 94, 131, 136, 141, 210, 222-
226, 228, 233, 235, 239, 241, 243,
245, 246, 248, 250, 253, 254, 257,
262, 272, 279, 285, 291, 293, 296,
300, 304.
Valkoog p. 302.
Vallière (Madame de) p. 190.
Vecht (juffr. van den) p. 40.
Veele (Hendrick van) p. 26.
Veenhuizen p. 302.
Venetië p. 14, 258, 262, 300.
Venne (Lucas van de, van Am-
sterdam) p. 128.
Verboom (schout van Rotter-
dam) p. 85.
Verbrugge (zaakgelastigde te
Frankfort) p. 72.
Verduyf (Emant) p. 157.
Verhoeven (belastingpachter)
p. 27.
Verre (Van) p. 149.
Versailles p. 289.
Verwer (Dirk, dijkgraaf der
vier Noorder-Coggen) p. 168,
169, 171.
Veurne p. 243.
Veur: zie Wassenaar.
Vige (klerk ter griffie der Sta-
ten-Generaal) p. 264.
Viole (schip) p. 298.
Visser (Symen Adriaensz., be-
lastingpachter te Hoorn)
p. 26.
Vivien (Nicolaas, pensionaris
van Dordrecht) p. 59, 103,115,
132, 134, 157, 166, 174, 204, 238,
262, 277, 297.
Vlaak p. 193.
Vlaanderen p. 43, 48, 49, 85,
128, 176, 239, 240, 262.
Vlaardingen p. 156.
Vlaardingen (Vrouwe van)
p. 27, 60.
Vlaming (Cornelis de, Heer van
Oudshoom, oud-burgemees-
ter van Amsterdam, baljuw
van Waterland) p. 26.
Vlieger (De) p. 81.
Vlielant (West) p. 127.
Vlissingen p. 258.
Vlissingen ('t Waepen van,
schip) p. 290, 298.
Vlooswyck (Cornelis, Heer van,
burgemeester van Amster-
dam) p. 11, 18, 21, 60, 105,139,
140, 144, 145, 149, 151, 152,
154, 159, 162, 167, 171, 172,
175, 180, 181, 185, 186, 189,190,
206, 208, 214, 215, 218, 220,
222-224, 226, 228, 231, 233,235,
237, 239, 241, 243, 246, 248, 254,
256, 257, 262, 272, 280, 285,289,
291, 293, 296, 300, 304.
Vlooswyck (Nicolaes van, Heer
van Papecop, baljuw van
Gooiland) p. 20, 28, 182.
Volbergen (Joh. van, ontvanger-
generaal van de Generaliteit)
p. 87, 88, 271.
Vondel (Joost van den) p. 176.
Voorburg p. 40.
Voorschooten (Heer van) p. 60.
Voorthuysen (Antonius van,
schout te Hilversum) p. 140.
Vries (Cornelis de, secretaris op
de thesaurie van Amsterdam)
p. 280.
Vrybergen (Bonifacius van, ge-
zant te Brussel) p. 12, 14, 20,
60.
Waermandoys (Souvier van.
Heer van Warmenhuizen)
p. 27.
Waeterbeeck (predikant) p. 240,
285.
Warmenhuizen p. 302.
Warschau p. 226.
Wassenaar (Heer van Veur,
raadsheer in het Hof van
Holland) p. 160, 162.
Wassenaar (Heer van, War-
mont) p. 26, 27, 43.
Wassenaar (Arend van, Heer
van Duivenvoorde, lid van de
Ridderschap van Holland)
p. 59, 95, 147, 148, 151.
Wassenaar (Diderik van, Heer
van Wouw, ritmeester) p. 147,
186, 187.
Wassenaar (Jacob van, Heer
van Obdam, lid van de Rid-
derschap van Holland) p. 59,
86, 90, 93, 99, 103, 113, 148.
151, 167, 219.
Waterland p. 16, 25, 42, 72, 100,
104, 107, 157, 179.
Wayer p. 26.
Wayerboen (belastingpachter te
Spijkenisse) p. 24.
Weenen p. 206, 208, 238, 282, 285.
Weepen (Adriaen, officier)
p. 147.
Wees (weduwe van Abram de)
p. 176.
Weesp p. 182.
Weideren (Joh. van, commissa-
ris-generaal van de cavalle-
rie) p. 90, 224.
Weldyck (Isbrant, notaris te
Zevenhuizen) p. 311.
Wenckel (belastingpachter)
p. 40.
Werkendam (dorp) p. 81.
Werckendam (Jan Om van
Wyngaerden,Heer van, raads-
heer in het Hof van Holland)
p. 160, 161.
Werckendam (Daniël van Wyn-
gaerden. Heer van, en Moer-
mont, lid van de Ridderschap
van Holland) p. 4, 41, 45, 147,
148, 189, 266, 305.
Werve (Joh. van den. Heer van
Urk) p. 180.
Westmaas p. 24.
Wezel p. 64.
Wickers (Jacob, officier) p. 146.
Willem I (Prins van Oranje)
p. 129, 131, 134.
Willem II (Prins van Oranje)
p. 129, 131, 134.
Willem III (Prins van Oranje)
p. 36, 40, 41, 43, 45, 51, 52, 58,
77, 79-81, 92, 96, 103, 105, 110,
115, 116, 118, 123, 124, 129-131,
134, 137, 138, 141, 145, 146,
154, 165-167, 170, 198, 201, 210,
214, 215, 219, 254, 298.
Willem Frederik (stadhouder
van Friesland) p. 203.
Willemstad p. 60, 61.
Wimmenum: zie Boekhorst.
Winckelman (Pieter, deurwaar-
der) p. 13.
Winteroy (officier) p. 147.
't Wisk p. 16.
Wisnioniecki (Michaël, Koning
van Polen) p. 16.
Witsen (Cornelis, kolonel van
-ocr page 412-de schutterij te Amsterdam)
p. 189.
Witsen (Lambert, kapitein bij
de stadsmihtie te Amster-
dam?) p. 289.
Witt (Andries de) p. 175.
Witt (Cornelis de, lid van Ge-
committeerde Raden) p. 32,
111, 112, 119, 154, 175, 266.
Witt (Cornelis de, kapitein)
p. 163, 175, 181, 205, 215.
Witt (Jacob de) p. 167.
Witt (Jan de, gezant in Polen)
p. 6, 14, 17, 61, 105, 106, 112,
152, 171, 207, 226, 236, 304.
Witt (Joh. de): zie Raadpensio-
naris.
Witt (Pieter de) p. 128.
Wicquefort (Abraham de)
p. 291, 297, 299, 305.
Woorden (Arend van) p. 139.
Wouters (Louwers, van Am-
sterdam) p. 139.
Würtz (veldmaarschalk) p. 189,
255, 274, 280, 285, 306.
Wyden (Van der?) p. 51.
Y.
Ylerschans p. 95.
Ysbrandt (Joh., gedeputeerde
van Groningen ter Staten-
Generaal) p. 9.
Ysel p. 98, 222, 254, 278, 287.
Ysland p. 198.
Z.
Zaandam p. 166, 183.
Zalé p. 195, 205.
Zee (Jan de, dijkgraaf van de
vier Noorder-Coggen) p. 168.
Zeeland p. 7, 8, 10, 35, 40, 45, 50
52, 53, 56, 64, 72, 74, 75, 78-80,
90, 103, 106, 114, 117, 118, 218,
221, 229, 237, 261, 276, 277,281,
286, 290, 291, 298, 299, 305,
307, 313.
Zevenhuizen p. 311.
Zoutleeuw p. 191.
Zuiderwoude p. 302.
Zuiderzee p. 164, 238.
Zürich p. 5.
Zutphen p. 63.
Zwaluw (Hooge en Lage) p. 24.
Zweden p. 1-4, 8, 13, 19, 57, 106,
110, 112, 203, 208, 214, 218,
259, 278, 281.
Zweden (Koning van) p. 60.
-ocr page 413-REGISTER
DER VOORNAAMSTE ONDERWERPEN
A.
Admiraliteitscolleges in Holland: hun advies over de continuatie
der buitengewone middelen; hun schulden, lasten en inkomen
zie onder: verpachting der middelen; traetementen der ont-
vangers en klerken p. 84, 85.
Ambassade naar Denemarken en Polen: Jan de Witt gezant p. 16;
zijn instructie p. 16, 17; houding van den Deenschen koning
tegenover de ambassade p. 77; brief van Le Maire hierover
p. 106; De Witt gelast te spreken over het strijken van de vlag
voor Cronenburg p. 112 (zie onder marine); Leiden veront-
waardigd, dat de gezant de Roomsch-Katholieke ceremoniën
van de kroningsplechtigheden in Polen had bijgewoond p. 236.
Ambassade naar Engeland: Van Beuningen aangezocht voor bui-
tengewoon gezant p. 102; bezwaren van Amsterdam hiertegen
p. 102, 103; de stad stemt toe; besprekingen over het tracte-
ment van den gezant p. 114, 115.
Ambassade naar Frankrijk: Pieter de Groot bereid naar Frankrijk
te gaan, op voorwaarde, dat hem na zijn terugkeer een raads-
heerplaats in den Hoogen Raad zal gegeven worden; verzet
van A^msterdam p. 10; nieuwe besprekingen over de ambassade
p. 10, 11, 44; Rotterdam verzocht De Groot te laten gaan p.
104; De Groot vertrekt p. 182; zijn instructie ten opzichte van
de plakkaten tot wering van Fransche waren p. 187 (zie on-
der plakkaten): stemming in Amsterdam tegen den gezant p.
211; waarschuwingen voor de Fransche plannen; op Engeland
valt geen staat meer te maken p. 278; herhaalde waarschuwin-
gen voor Frankrijk p. 289, 290.
Ambassade naar Spanje: Ysbrandts, Cuneus en Van Beverningk
weigeren de ambassade op zich te nemen p. 9; nieuwe bespre-
kingen p. 11, 44, 86; Van Beverningk verklaart zich tenslotte
bereid; rapport van zijn gesprek met den Graaf de Monterey
p. 239, 240; instructie van den gezant p. 259, 260; zijn vertrek
p. 275.
B.
Belasting: dubbele belasting geheven van graan, bij vervoer van de
stad naar het platteland; klachten van Rotterdam p. 95; rap-
port hierover p. 286; het vervoer van boekweitmeel vrij door
heel het gewest p. 302.
Brandenburg: de Keurvorst verzoekt de garnizoenen uit de Kleef-
sche steden terug te trekken p. 64.
C.
Compagniëen van gratie: hoe deze te vergeven p. 186.
-ocr page 414-D.
Denemarken: de Koning verzoekt zijn schulden aan de Republiek
te mogen betalen in 10, inplaats van in 20 jaar p. 68; Haarlem
stelt voor rechtstreeks met den Koning te onderhandelen over
de vorderingen, die deze op de Republiek meent te hebben en
vorderingen, die deze op de Republiek meent te hebben en
waarvoor Lodewijk XIV in 1666 tot arbiter was aangesteld p.
66; rapport hierover p. 76; de Koning verzoekt de zaak af te
handelen p. 276;
Deensche tolgaarders weigeren de Hollandsche wissels te ac-
cepteeren p. 5; de Koning zal zorg dragen, dat dit niet meer
gebeurt p. 12.
E.
Eed der comparanten in de Statenvergadering van Holland p. 308.
Eeuwig Edict opgesteld door Fagel en Valckenier p. 141, 142.
F.
Fagel benoemd tot griffier der Staten-Generaal p. 221, 223.
Frankrijk laat de uitspraak over haar gepretendeerde rechten op
gebieden in de Zuidelijke Nederlanden over aan Engeland en
Zweden p.1, 2; Spanje eischt, dat ook de Republiek gekozen
wordt tot scheidsrechter; houding van Engeland hier tegen-
over p. 110, 175; Van Beverningk gelast Spanje te bewegen
zich neer te leggen bij de uitspraak van Engeland en Zweden
p. 303.
Fransche oorlogschepen: wanneer gebouwd p. 29.
G.
Gasthuizen: verplegingskosten der gewonden p. 91, 92.
H.
Hof van Holland: besprekingen over het verkiezen van een nieu-
wen president; voorstel van De Witt om Maasdam, gekozen
dijkgraaf van Rijnland, voorloopig president te laten; ver-
moedelijke reden hiervan; verzet van Amsterdam p. 18, 19, 28;
De Witt stelt Paets voor p. 19; Amsterdam recommandeert Van
Stryen p. 21, 22; Burgemeesteren van Amsterdam besluiten
moeite te doen voor Hudde en, zoo deze geen kans maakt, Van
Stryen aan te bevelen p. 23; deliberatiën, of Maasdam voor-
loopig president zal blijven en of men binnen drie dagen een
nieuwen president zal kiezen p. 29, 30; Amsterdam recom-
mandeert Van Stryen p. 30; gesprek tusschen De Witt en Van
Beuningen hierover p. 110; Van Stryen overleden p. 126; Hudde
door Amsterdam bij de leden der Statenvergadering aanbe-
volen p. 142, 143; Adriaen Pauw gekozen p. 144; introductie
van den president p. 149, 153.
I.
Introductie van den Prins van Oranje in den Raad van State.
Zeeland, en Groningen sluiten zich aan bij de Acte van Har-
monie, zoodat den Prins zitting moet gegeven worden in den
Raad van State p. 35, 36, 40; adviezen der leden p. 41; verzoek
. Staten-Generaal voorloopig geen conclusie te nemen
p. 43, 44; verontwaardiging der Staten-Generaal p. 45; retro-
acten door de Hollandsche leden uit den Raad van State na-
gezien over de wijze van introductie, de sessie en de stem
p. 45, 46, 51, 52; adviezen der leden; verschil van meening over
het verleenen van een stem p. 52-56; Friesland besluit een con-
cludeerende stem toe te staan p. 77; oneenigheid onder de
leden over het al dan niet verleenen van een concludeerende
stem p. 78-82; adviezen der leden van het Noorderkwartier
p. 103,104; resolutie van Gelderland p. 105; gesprek tusschen De
Witt en Van Beuningen p. 111; Amsterdams advies p. 115;
nieuwe besprekingen p. 116,117; voorloopige voorwaarden, waar-
op aan den Prins een concludeerende stem kan verleend worden
p. 118; concept-conciliatoir van De Witt p. 132-137; de Prins ge-
ïntroduceerd met een concludeerende stem p. 138; bezoek van
de Amsterdamsche gedeputeerden aan den Prins p. 145; wordt
kwalijk genomen door Burgemeesteren van Amsterdam en De
Witt p., 145, 146, 167.
Keulen: waarschuwing van den Hertog van Lotharingen voor de
Fransche plannen ten opzichte van Keulen p. 48; voorstel om
een persoon naar de stad te zenden „om een wacker oog te
hebben p. 56, 105; waarschuwingen uit Frankfort voor den
Aartsbisschop p. 72.
L.
Labadie: Amsterdam wijst hem de stad uit p. 82-84.
Lodewijk XIV: zijn bezoek aan de geannexeerde gebieden in de
Zuidelijke Nederlanden p. 42, 86, 89; wordt begroet door den
Heer van Wassenaar; besprekingen over diens tractement p.
95, 96, 99, 103, 151.
Lotharingen: onjuist bericht over den dood van den Hertog p. 93;
de Hertog verzoekt in de Triple Alliantie opgenomen te wor-
den; stelt zijn troepen ter beschikking der Staten-Generaal,
evenals de Keurvorsten van Mainz en Trier p. 47, 48; inval der
Franschen in het hertogdom; De Pomponn? maakt de reden
hiervan bekend p. 188, 189; Brieven van Van Beimingen, De
Groot en Le Maire p. 189, 191; Temple teruggeroepen; zijn ge-
sprek met De Witt p. 191, 192; de Hertog van Lotharingen
verzoekt hier te lande te mogen komen p. 275.
M.
Madame — Henriette van Orleans — reist naar Dover p. 89; vrees,
dat zij „yt tot naedeel sal brouwenquot; p. 102; haar plotselinge
dood p. 139; geruchten over vergiftiging p. 140.
Mandement van Complainte: welke door de Staten kunnen inge-
trokken worden p. 96.
Marine: besprekingen over het sluiten van een traktaat met Enge-
land p. 90; over het strijken van de vlag voor Cronenburg p.
112; rapport hierover p. 115; De Ruyter en van Gent verzoeken
orders p. 204, 205; moeilijkheden met Genua p. 295; nadere be-
sprekingen over het saluut en het strijken van de vlag p. 300.
Mathenesse: zijn dood; opstelling van den begrafenisstoet p. 34.
Militie: voorstel tot aanwerving van 10 regimenten voetvolk, 5 a 6
regimenten ruiterij en versterking der grenssteden p. 47; ad-
viezen der leden p. 48-50; recruteering toegestaan, instructie
voor de officieren p. 55, 64; besprekingen hoe de 1758 soldaten,
die ter repartitie staan van Holland, te verdeelen over 144
compagnieën p. 65, 68, 71, 72; voorstel tot versterking van
leger en vloot p. 193, 194; rapport door De Witt p. 200, 201;
besoigne over uitbreiding der vloot; berekening der kosten p.
212-214; brief van Utrecht over de landsverdediging p. 222;
nieuw rapport over de kosten der vlootuitbreiding p. 288, 233,
305; Holland keurt de versterking van leger en vloot goed o
305.
Munster: verhouding tusschen den Bisschop en de stad p. 1.; toe-
nemende invloed van Frankrijk in Munster p. 72; geschil tus-
schen den Bisschop en de vorsten van Brunswijk-Wolfenbüttel
p. 291; aanbiedingen van de Republiek tot bemiddeling p. 293;
299; voorstel om gedeputeerden tot beslechting van het geschil
te zenden p. 303; de vorsten bewapenen zich p. 305; houding
van de Republiek p. 306.
N.
Naturalisatie: voorwaarden, waarop deze verleend worden p. 198,
228.
Nederlanden (Zuidelijke): klachten over de slechte militie aldaar
p. 43, 112, 113.
Overstemminge: wanneer deze plaats vindt p. 308, 309.
P.
Palland: poging om als gedeputeerde van Salland het voorzitter-
schap in de Staten-Generaal te bekleeden namens Overijsel,
door De Witt verhinderd p. 82.
Pensionarissen: lijst van pensionarissen der Edelen en steden p. 59.
Plakkaten tot verhooging der invoerrechten op Fransche manufac-
turen en invoerverbod van brandewijnen p. 7; besprekingen
hierover p. 10, 11; de Connétable bereid den invoer van bran-
dewijnen te verbieden, zoo ook Engeland dit doet p. 12; advie-
zen der leden p. 101, 102; belasting op den invoer van buiten-
landsche levensmiddelen p. 107; Rotterdam tegen het invoer-
verbod van brandewijnen p. 177; De Groot gelast om bij de
Fransche regeering aan te dringen op verlaging der invoer-
rechten op Hollandsche waren p. 187, 188; nieuwe besprekin-
gen p. 226, 227; Holland besluit de plakkaten voor gearresteerd
te zullen houden, zoo de zending van De Groot mislukt, p. 234,
235; behalve Zeeland, Friesland en Groningen sluiten de Sta-
ten-Generaal zich aan bij de Hollandsche resolutie p. 237; Lo-
dewijk XIV niet genegen de invoerrechten op Hollandsche waren
te verlagen; De Groot adviseert de plakkaten uit te vaardigen
p. 257; bezending naar Friesland p. 276, 277; De Groot dringt
aan op spoedige uitvaardiging, 278; Rotterdam geeft haar ver-
zet op p. 289.
Predikanten van Den Haag verzoeken vermeerdering van trakte-
ment p. 121; besprekingen hierover p. 153, 171.
r:
Rechtspleging: 1°. de stad Groningen verzoekt inzage van het nog
niet gepubliceerde vonnis in zake haar geschil met de Omme-
landen p. 135; de Staten van Holland achten dit niet geoor-
loofd p. 164, 165; de Hooge Raad, die uitspraak hierover moet
doen, vraagt hiervan vrijgesteld te worden p. 172; tegenkan-
ting van Holland p. 172, 175; de Staten-Generaal staan het toe
p. 178;
2°. geschil tusschen den Prins van Oranje en de Rekenkamer
over een stuk grond bij Breda p. 154, 166, 201;
3°. Kyser, klerk ter griffie van de Staten-Generaal, die vroe-
ger in dienst stond van Aitzema, veroordeeld wegens ongeoor-
loofde verstandhouding met het buitenland; hierbij zijn be-
trokken Palland en Bootsma; voorstel om een plakkaat te ma-
ken tegen het divulgeeren van 's lands secreten p. 108—110;
protest van Friesland, dat Bootsma genoemd wordt in het von-
nis van Kyser p. 159; Het Hof geeft hiervan de reden op
p. 263, 264; concept-plakkaat p. 203, 229;
4°. geschil tusschen Rijnland en Amstelland over het afslui-
ten van de Aar en de Drecht; beschuldigingen van Leiden
tegen Amsterdam p. 44; Amsterdam licht een mandement van
complainte bij den Hoogen Raad; Rijnland doet hetzelfde p. '38:
de Hooge Raad stelt commissarissen aan om deze zaak te on-
derzoeken in strijd met de resolutie van 1591; brieven van de
Amsterdamsche gedeputeerden hierover aan Burgemeesteren
p. 68; Amsterdam vraagt, of de Staten deze resolutie beschouwen
als nog van kracht zijnde p. 75; Leiden verzoekt, dat de uit-
spraak over deze zaak aan den Hoogen Raad mag onttrokken
worden, en gebracht worden aan de Staten van Holland p. 93;
adviezen der leden p. 93, 94; Amsterdam verontwaardigd, dat
De Witt zich met deze zaak bemoeid heeft p. 111; reden waar-
om Amsterdam de uitspraak aan den Hoogen Raad wil over-
laten p. 131;
5°. protest der stad Utrecht, dat haar burger. Van Leeuwen,
commies bij den Raad van State, ingedaagd is voor het gerecht
van 's-Hertogenbosch p. 61, 181; rapport hierover p. 215; de
Staten van Holland stellen ter Generaliteit voor, dat Van Leeu-
wen terecht zal staan voor de stedelijke rechtbank van
Utrecht, maar dat in het vervolg de Raad van State de juris-
Staten van Holland 1670.nbsp;22
-ocr page 418-dictie over zijn ambtenaren zal uitoefenen p. 229;
Verwer, dijkgraaf van de vier Noorder-Koggen, door de
Rekenkamer ontslagen wegens plichtsverzuim, verzoekt aan
de Staten van Holland om gehandhaafd te worden p. 168; af-
geslagen p. 171;
7°. kwestie over de verkiezing van magistraten in Waterland;
de Staten van Holland eischen de benoeming voor zich op, op
grond van de resolutie van 1654; volgens het privilege van Al-
brecht van Beieren is de benoeming aan den baljuw p. 42; ma-
gistraten van Waterland ontboden voor gedeputeerden uit de
Staten van Holland, 43; afgevaardigden uit Waterland in de
Statenvergadering; De Witt tracht hen te bewegen afstand te
doen van het privilege; antwoord van de afgevaardigden; advie-
zen van het Hof, de Rekenkafner en der leden p.72-75,100; voor-
stel om aan den baljuw, burgemeesters en schepenen de nomi-
natie der magistraten te laten en de electie aan de Staten te
trekken p. 157.
Ridderschap: leden der Ridderschap van Holland in 1670 p. 59, 60;
stadhouders beschreven in de Ridderschap p. 129; onderzoek of
de Edelen het recht hebben twee raadsheeren voor den Hoo-
gen Raad aan te wijzen en of de Staten van Holland aan deze
voordracht gebonden zijn p. 149, 160-162; of de Edelen het
eerst op de lijst mogen aanteekenen naar welke verpachting zij
wenschen te gaan; burgemeester De Graeff door hen op de
lijst verschoven; protest van Amsterdam; de Edelen geven toe
p. 183—185.
S.
Spanje: zie onder Frankrijk en Triple Alliantie.
Suriname: moeilijkheden over den handel op Suriname p. 7; voor-
stel om de kolonie aan de Generaliteit te brengen p. 8, 11;
Engelsche klachten over het afhalen der Engelschen, die in de
kolonie wonen p. 106; voorstel hierover p. 196.
Synodes: verslag van de synodes van Zuid- en Noord-Holland
resp. p. 199, 201.
T.
Tarente: de Prins van Tarente bedankt voor het luitenant-gene-
raalschap over de cavallerie en wordt Roomsch-Katholiek
p. 152; Kirkpatrik in zijn plaats benoemd p. 195, 196.
Tripie Alliantie: Spanje weigert de subsidiegelden aan Zweden te
betalen, voordat het verdrag van 21 Januari is geratificeerd;
de Staten-Generaal zijn bereid borg te blijven voor de terug-
betaling der gelden, zoo de ratificatie niet volgt: Spanje neemt
hiermede genoegen p. 3, 4, 7; brief van Van der Tocht over de
subsidiegelden p. 12; zij bevinden zich in de bank van Amster-
dam p. 19; Triple Alliantie gesloten, „tot gerustigheyt van het
Christendomquot; p. 19; onderhandelingen om een verbond tot
stand te brengen tusschen de leden van de Triple Alliantie en
den Keizer, den Hertog van Lotharingen en de Keurvorsten
van Mainz en Trier p. 57, 58; 77; bezwaren van den Engelschen
Koning hiertegen uit vrees voor een oorlog met Frankrijk
p. 74; bezwaren van de leden om den Keizer te helpen tegen de
Turken p. 279.
V.
Verpachting der middelen: besprekingen hierover p. 30-36; Am-
sterdam weigert de verpachting van de waag en het opleggeld
der granen goed te keuren, voordat de 1/3 verhooging van de
convooien en licenten is afgeschaft en een nieuwe lijst zal zijn
opgesteld p. 5, 31; besprekingen hierover p. 36-40; hatelijke
woorden van Delft en Rotterdam gericht tegen Amsterdam p. 38;
De Witt slaat voor de opbrengst van de 1/3 verhooging over
de drie volgende jaren te gebruiken tot delging van de schul-
den der Hollandsche admiraliteitscolleges en de verhooging
daarna af te schaffen; van de schulden der colleges zal een
lijst gemaakt worden p. 30, 31, 38; Amsterdam geeft haar verzet
op p. 39, maar laat aanteekenen, dat zij het volgende jaar niet
meer zal consenteeren p. 41; deze aanteekening op verzoek der
leden ingetrokken p. 42, 45; overzicht van de schulden der ad-
.miraliteitscolleges en besprekingen hierover p. 62; nieuwe liist
der schulden p. 69; Amsterdam klaagt over de onfatsoenlijke
bejegening van Rotterdam en Delft p. 70; verontschuldiging der
steden p. 71; nieuwe besprekingen over het afschaffen der 1/3
verhooging der convooi- en licentgelden; concept-conciliatoir
van De Witt; opgave der schulden; disputen hierover p. 227,
231-233, 242, 243, 245-248; overzicht van de inkom.sten en uit-
gaven van Holland p. 249, 250; voorstel van De Witt tot het
leenen van 3 millioen gl.; de voorgeslagen methode beteekent
een verlaging van den rentevoet van 4 op 3]^ % p. 250; andere
voorstellen tot het uitvinden van geldmiddelen; besprekingen
over het al of niet verlagen van den rentevoet en het aantas-
ten van de reductiegelden; Amsterdam weigert advies uit te
brengen p. 250—255, 266—271; besoigne met de admiraliteiten
over het afschaffen der 1/3 verhooging p. 171—173; besloten
om tegen Januari 1671 een nieuwe lijst der schulden van de
Hollandsche admiraliteitscolleges op te stellen en de lijst der
convooien en licenten te herzien p. 274; adviezen der leden p.
281—284, 286, 287; Valckenier verdedigt in 15 stellingen de
houding van Amsterdam p. 293—296; besoigne over het con-
cept-concilliatoir p. 304, 306.
W.
Würtz, veldmaarschalk, verzoekt ontslag p. 274; Amsterdam bereid
zijn traktement te verhoogen p. 280; klachten van Würtz tegen-
over De Witt p. 284, 285; de Staten-Generaal besluiten het
traktement te verhoogen p. 306.
Wisselbank: nieuw oktrooi p. 288.
Witt (De): houding van Amsterdamsche regenten tegenover De
Witt p. 96, 111, 112, 118, 130; de Raadpensionaris betuigt Am-
sterdam zijn vriendschap p. 111, 119.
Z.
Zeeroovers: besprekingen om met Engeland een verdrag te slui-
ten tegen de Turksche zeeroovers p. 90; bezwaren van Leiden
p. 102, 110, 114, 118; nieuwe besprekingen hierover p. 112; over-
winning door Van Gent p. 207.
Zout: uit St. Hubes te halen tot delging van 1 millioen gl, welk
bedrag Portugal schuldig was aan de Republiek p. 20; ter Ge-
neraliteit voorgesteld jaarlijks 85 duizend moyen zout te halen
p. 51; brief van Barleus hierover p. 105, 106, 118, 166; rapport
over het afhalen p. 220; bericht van den Portugeeschen gezant
p. 225; voorstel om aan de West-Indische Compagnie monopolie
te geven tot het afhalen van het zout p. 292.
/
-ocr page 421-geraadpleegde bronnen en litteratuur.
HANDSCHRIFTEN.
Resolutiën der Staten-Generaal.
Secrete Resolutiën der Staten-Generaal.
Resolutiën der Staten van Utrecht.
Vroedschaps-resolutiën van Rotterdam.
Vroedschaps-resolutiën van Amsterdam.
Munimentregister behoorende bij de vroedschapsresolutiën van
Amsterdam.
Liassen Amsterdam 1669—1671.
Correspondentie der Amsterdamsche gedeputeerden ter dagvaart
met burgemeesteren van Amsterdam.
Verslag van de deputatie ter dagvaart, uitgebracht door den pen-
sionaris Hop aan burgemeesteren van Amsterdam.
Correspondentie van Van Beuningen met burgemeesteren van Am-
sterdam.
Correspondentie der Utrechtsche gedeputeerden ter Staten-Gene-
raal met de Staten van Utrecht.
Bontemantel: Civiele en Judicieele Aanteekeningen, dl. I en II.
Bontemantel: Civiele en Militaire Regeeringe van Amsterdam, dl. II.
Bontemantel: Resolutiën van den Raad, dl. II en III.
Bontemantel: Portefeuille met losse stukken. Op de etiquette van
den omslag is met potlood geschreven: Bontemantel.
Buurspraekboelc van Utrecht 1527.
Verbael van de commissie ( dewelcke den Heer van Beverningk
heeft bedeed als extraordenaris gedeputeerde van H.H. Mog.
aen den Graeve van Monterey, gouverneur van de Spaensche
Nederlanden in den jaere 1670. (Alg. Rijksarchief).
GEDRUKTE STUKKEN.
Resolutiën der Staten van Holland.
Secrete Resolutiën der Staten van Holland.
Groot Placaetboeck, bijeenverzameld door C. Cau e.a., 's-Grav. 1746.
Bontemantel: De Regeeringe van Amsterdam, soo int civiel als cri-
mineel (1653—1672) uitgegeven door G. W. Kernkamp, A'dam
1897.
Brieven geschreven ende gewisselt tusschen Joh. de Witt ende de
gevolmachtigden v. d. Staedt der vereenigde Nederlanden,
1652—1669, 's-Grav. 1723—1725.
Brieven van Johan de Witt, bewerkt door R. Fruin, uitgegeven
door G. W. Kernkamp, en N. Japikse, 4 dl., A'dam 1906—1913.
Brieven aan Johan de Witt, bewerkt door R. Fruin, uitgegeven
door N. Japikse, 2 dl., A'dam 1919—1922.
Lettres de Pierre de Groot ä Abraham de Wicquefort, publiées p
F. J. L. Krämer, A'dam 1894.
Baltische Archivalia, uitgegeven door G. W. Kernkamp, R. G. P.,
kleine serie No. 4, 's-Grav. 1919.
SkandmavJche^^Archivalia, uitgegeven door G. W. Kernkamp,
Correspondance inédite de Ia Maison d'Orange-Nas-
Notulen gehouden ter Staten-vergadering van Holland (1671-1675)
Acta der particuliere synoden van Zuid-Holland (1657-1672) R
Sorav quot;912quot;™nbsp;door W. P. C. Kn^tek
Histoire des Povinces Unies des Pais Bas, par Abraham de Wica-e
Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, dl III R
mTnbsp;uitgegeven door P. C. MolhuyseJ
woordenboek der Nederlanden,
Aitzema, L. van. Herstelde Leeuw, A'dam 1655.
Aitzema, L van, Saken van Staet en Oorlogh in ende omtrent de
Vereenigde Nederlanden van 1621-1669, 's-Grav n69-1772
Aren'dquot;1669-1697', A'dam 1885-189^ '
iLnbsp;Geschiedenis des Vaderlands, A'dam 1841-
'''' ^^^--hapsrecht in Nederland vóór
Itterzon, Biographisch woorden-
lnbsp;- Nederland, 4 dquot;,
Court, P. de la Aanwysing der heilsame politike gronden en ma-
lmen der Republike van Holland en West-vfieslanrLeiden
de Geschiedenis der Nederlandsche
SÄ a'ÄTnbsp;- ^^
^'quot;quot;quot;igÓs'.nbsp;Vi'oedschap van Amsterdam 1578-1795, Haarlem
FruiT'y^Anbsp;den oorlog van 1672, Haarlem 1926.
T' v 'nbsp;^^ Rechtsbedeeling onder de Republiek
der Vereenigde Nederlanden, Versl. en Meded- der Ver tot
Uitg. v^h. Oude Vaderlandsche Recht, No MV
Staatsinstellingen in Nederland tot den
Sik 'LSav Ï922.nbsp;H. T. Colenbrander, 2e
quot;'^gegeven door P. J. Blok, P. L.
iVluller en S. Muller, 's-Grav. 1899.
A'dam 1861—1874.
mnen tot de
G. P. kleine
's-Gav. 1918.
BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN.
Geyl, p., Fred. Henry of Orange and King Charles I, Engl. Hist.
Review, July 1923.
Geyl, p., Willem II en de Stuarts, Gids, April 1923.
Geyl, P., De Moeder van Willem III, Gids, November, December
1927, Februari en Maart 1928.
Geyl, P., De Witt en de Hoogestantspersonagiën, Gids, Februari.
Maart 1928.
Geyl, P., Johan de Witt, grand pensionary of Holland, 1653—1672.
History, March 1936.
Japikse, N., Johan de Witt, A'dam 1915.
Kernkamp, G. W., De Sleutels van de Sont, 's-Grav. 1890.
Kinderen, F. der. De Nederlandsche Republiek en Munster gedu-
rende de jaren 1666—1679, Leiden 1874.
Lefèvre-Pontalis, M. Antonin, Jean de Witt I, II, Paris 1884.
Loon, G. van, Beschrijving der Nederlandsche Historie-penningen
4 dl. A'dam 1824.
Meyer, L., Woordenschat, A'dam 1745.
Moihuyzen, Blok, Knappert en Kossmann, Nieuw Nederlandsche
Biographisch Woordenboek, I—IX, Leiden 1911—1933.
Pribram, A. F., Franz von Lisola und der Ausbau der Tripelliga,
Mitt, des Inst, für Oesterr. Geschichtsforschung, Bd. XXX.
Riemsdijk, Th. van. De griffie van Hare Hoog Mogenden, 's-Grav
1885.
Roldanus, C. W., Adriaen Paets, Tijdsch. v. Geschiedenis, 1925.
Schimmel, W. F., Geschiedkundig overzicht van het Muntwezen in
Nederland, A'dam 1882.
Srbik, Heinrich, Ritter von, Oesterreichische Staatsverträge, Nieder-
lande le Bd.
Stapel, F. W., Geschiedenis van Nederlandsch Indië, A'dam 1930.
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, A'dam 1742.
Valckenier, P., 't Verwerd Europa, 2e druk 1675.
Wagenaar, J., Amsterdam in zijn opkomst, aanwas en geschiedenis-
sen, A'dam 1760—1788.
Wagenaar, J., Vaderlandsche Historiën, A'dam 1782.
Wolbers, J., Geschiedenis van Suriname, A'dam 1881.
Zoet, Jan, d'Uitsteekenste Digtkunstige werken, 2e druk, A'dam
1714.
Zurck, E. van. Codex Batavus, Leiden 1764.
-ocr page 424-INHOUD.
Inleiding .........................................
Levensschets van Hans Bontemantel ...
Beschrijving en beteekenis van het hand
schrift ......................................
Wijze der uitgave ........................
De introductie van den Prins van Oran
je in den Raad van State .................
Een geschil tusschen Rijnland en Amstel
land ............................................
De presidentsverkiezing van het Hof van
Holland ....................................
Slot der inleiding ...........................
De Staten van Holland 1670 ...............
Naamregister .................................
Register der voornaamste onderwerpen
Literatuurlijst .................................
I-LXVIII.
I-IV.
IV-X.
X-XI.
XI-LVIII.
LVIII-LXI.
LXI-LXVl.
LXVI-LXVTIL
1-314.
315-332,
333-340.
341-343.
-ocr page 425-STELLINGEN
In de Triple Alliantie spande Karei II een valstrik voor
de Republiek.
In het najaar van 1670 verzuimde De Witt nieuwe wegen
te zoeken voor de bnitenlandsehe politiek.
De tegenkanting van De Witt tegen de introductie van
den Prins van Oranje in den Raad van State met een con-
cludeerende stem komt voort uit de vrees voor Engelschen
invloed door middel van Oranje.
Ten onrechte zegt G. N. Clark (in „The Seventeenth
Centuryquot;, pag. 84) : „The Roman Catholic church was an
independent international power and, at the beginning of
the century, it was still possible that Calvinism might be-
come anotherquot;.
Bontemantels mededeelingen in zijn notulen bevestigen
de voorstelling van Dr. Japikse (Joh. de Witt, pag. 275} hi
tegenstelling met die van Blok (Geschiedenis van het Neder-
landsche volk, dl. III, pag. 163) over de totstandkoming der
resoluties van 5 Aug. 1667.
Wanneer Dr. Colijn. in zijn rede ter herdenking van den
3.S0sten geboortedag van J. P. Coen,, uitgesproken te Hoorn
den Isten Febr. 1937, blz. 21, het optreden van Coen tegen
de Bandanezen vergoelijkt met een beroep op den tijdgeest,
verwaarloost hij de afkeuring, die dit optreden bij tijdgenoo-
ten uitlokte.
Dr. S. v. d. Meeii (in zijn proefschrift: Bijdrage tot het
onderzoek naar klassieke elementen in Coornhert's Welle-
venskunste pag. 164—167) overschat den invloed der klas-
sieken op Coornhert.
Het verschil in stijl in Bontemantels handschrift: „De
Staten van Holland 1670quot; is te danken aan het feit, dat zijn
aanteekeningen gedeeltelijk tijdens de Statenvergadering en
gedeeltelijk in zijn logement zijn geschreven.
Het is te betreuren, dat de vertalers van den Staten-Bijbel
niet meer rekening gehouden hebben met het Nederlandsche
taaleigen.
In de taal van Bontemantel valt een vermenging waar te
nemen van kanselarijstijl en volkstaal.
De enclitische achtervoeging van een persoonlijk voor-
naamwoord achter „Neenquot; in Duc. 13 : 3 en 5 is Dr. Hein-
sius (zie De Statenvertaling 1637—1937, pag. 155) geneigd
toe te schrijven aan het gebruik der kerkelijke formulieren,
maar hij had ook rekening moeten houden met den invloed
der volkstaal.
V I
•quot;'.-Vnbsp;Ar.
..'S
I
-ocr page 431-tÄ ' A.vereest,
-ocr page 432-