^jy
¥
VOLLEDIG HANDBOEKJE
VAN
TOT DEN
J^Laar het V^ransck.
Met goedkeuring - 1881.
Hebbende doen onderzoeken het Handboekje van Godvrucht tot den Heiligen Antonius van Padua, naar het Fransch, laten wij toe, dat het gedrukt worde.
Mechëlen, 24 Februarij 4852.
Nquot;. SA
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
1605 5844
1 het Go cl is wonderbaar in al zijne Hei-
t tot ''nen! in eenigen echter doet Hij zijne dua a06^'10''! gt; niagt en heerlijkheid op gt; eene meer bijzondere wijze uitschij-'■gt; nen. Onder dit getal, bekleedt de
H. Antonins van Padua eene eervolle plaats.
jen. Trooster der bedrukten, beschermer der zwakken in alle geestelijke en ligchamelijke noodwendigheden, is de H. Antonius van Padua een der algemeen bekendste en door het volk meest vereerde Heilige.
Ter overtuiging hiervan leze men slechts, wat de Eerw Heer Stevaert, Boekkeurder van Zijne Eminentie den Kardinaal-Aartsbisschop van Mede-len, van dien Heilige zegt in de voorrede van een hoekje getiteld:
voorrede.
litante en Gebeden tot den H. Anionius van Padita.
Men leest daar:
„De H. Antonius van Padua is „de waarachtige vertrooster van alle „bedrukte zielen, en een krachtig „voorspreker bij God in alle zwarig-„heden, zoo ligchamelijke als geeste-„lijke. En ofschoon God wonderbaar „is in al zijne Heiligen (Ps. LXVII, „36), is Hij nogtans in den H. Anionius op eene bijzondere wijze wonderbaar, zoo als de tallooze mirakelen en wonderdaden getuigen, „die in alle gewesten der wereld op „zijne voorbede dagelijks geschieden; „zoo dat het niet te verwonderen is, j,dat er, na de allerheiligste Maagd „Maria en haren Bruidegom, den j,heiligen Joseph, geen Heilige in „Nederland, Belgie, Italië, Spanje „en andere rijken, door de geloovigen „met meer godvrucht en ijver aangeroepen en vereerd wordt.quot;
iv
VOOKKEDE.
Het mag als overbodig geacht wor-nen, hier nog iets ter aanbeveling bij te voegen. Alleen de wensoh, om in eene behoefte te voorzien, welke zich dagelijks meer en meer doet gevoelen, door een beknopt en zakelijk handboekje van den H. Autonins van Padua bijeen te zamelen, waardoor de godvrucht der vereerders van dien Heiligen gevoed en verlevendigd kan worden, doet dit Handboekje het licht zien. Men zal daarin, benevens een Levensverhaal, uit de beste bronnen geput, waarachter eeni-ge wonderen, op de voorbede des Heiligen geschied, eene volledige verzameling vinden van litaniën, gebeden en lofzangen ter eere van den H. Antonius van Padua, welke uit de beste schrijvers bijeen verzameld en naar de zuiverste bronnen bewerkt zijn.
De Vader der barmhartigheid storte zijnen zegen over dezen nederigen arbeid uit.
V
VOO-RREDE.
Maria, de onbevlekte Maagd en onze teedere Moeder, neme dit werk aan als de hulde van een teedermin-nend hart!
En de heilige Antonius, die mag-tige fieschermer zijner vereerders, sla een genadigen blik op dit handboekje Kern ter eere vervaardigd en opgedragen !
De vervaardiger zal zich, ten slotte, gelukkig achten, wanneer hij, door de uitgave van dit boekje, iets inogt hebben bijgedragen, tot de verheerlijking van God, de vereering van den H. Antonius van Padua en tot heil en zaligheid zijner ware vereerders.
VI
KORTE LEVENSSCHETS
VAN DEN
van de ordo Tan den H. FraacUeai
VOLGENS A. BUTLER. (1)
-O-
De H. Antonius ontving, ofschoon hij in Portugal geboren was, den bijnaam van Padua, naar eene stad, waar zijne overblijfselen bewaard worden. Hij zag in 1195 te Lissabon het eerste levenslicht; en ontving bij den H. Doop den naam van Ferdinand. Zijne oudeis, Martinus Bullion en Maria Te vera, beiden uit een doorluchtig geslacht gesproten, maar die nog meer door hunne deugd uitblonken,
(1) Levens der Heiligen, den 13Junij. De Nederlandsche bewerker heeft mede op enkele plaatsen het leven van dien Heilige, door den E. P. Dirks, Minderbroeder, geraadpleegd, en dien schrijver soms gevolgd.
8 KORTE LEVENSSCHETS
deden hunnen zoon, zoodra hij de moederzorgen was ontwassen, hij de Kanunniken der hoofdkerk in de wetenschappen en godvrucht opleiden.
Daar zij aldra benierkten, dat God dien zoon voor zich eischte, wilden zij zich, als regtschapen christenen, tegen Gods beschikkingen niet verzetten. Met hunne toestemming begaf hij zich, in zijn vijftiende jaar, naar de reguliere Kanunniken van den H. Augustinus, buiten de stad Lissabon en ontving daar het heilig kloosterkleed. Doch weldra zag hij, dat hij in de nabijheid der hoofdstad, de gewenschte rust niet ongestoord kon genieten: de herhaalde bezoeken zijner ouders en bloedverwanten verstrooiden hem, die de eenzaamheid zoo zeer beminde, dermate, dat hij zijnen overste verlof vroeg, om zich naar Coïmbre, in het klooster van het H. Kruis te mogen begeven.
Paar was hg even als te Lissabon
VAN DEN H. ANTONIUS. 9
een spiegel voor allen, die naar de volmaaktheid streefden. Iedereen bewonderde zijne liefde voor de afzondering en zijne strengheden. Hij wijdde die eenzaamheid toe aan de beoefening van het inwendige gebed, gepaard met een nederigen arbeid en eene geregelde studie, waarbij hij zich met het lezen der H. Schriften en de uitleggingen der Kerkvaders bezig hield.
Eene aanhoudende naarstigheid, geleid door eene wijze regelmatigheid , een helder verstand en rijp oordeel, deden hem groote vorderingen maken. Hij bekwam eene diepe godgeleerde kennis en vormde zich tot die soort van kernachtige en overtuigende welsprekendheid, die later aan de Kerk zulke groote voordeden verschafte en hem als een wonder van geleerdheid deed beschouwen.
Door het verkeer met de Minderbroeders , die bij de Kanunniken van
10 KORTE LEVENSSCHETS
het H. Kruis aalmoezen kwamen inzamelen, had hij de orde van den H. Franciscus, die te dien tijde was ingesteld en der Kerk tot stichting verstrekte, leeren kennen. Hij bewonderde de verregaande verachting der wereld, welke die eerwaardige mannen in kleeding en levenswijze aan den dag legden en voelde zich allengs tot die orde aangetrokken. Een merkwaardig voorval, dat geheel Portugal verblijdde, en ook ter kennis van Ferdinand kwam, deed hem eindelijk het vast en onveranderlijk besluit nemen, om het Kanumüks-kleed tegen de ruwe pij van Franciscus te verwisselen. Men verhaalde namelijk, dat vijf Minderbroeders te Marokko voor het geloof gestorven en de martelkroon verworven hadden en dat hunne overblijfselen naar Portugal zouden overgevoerd worden.
Na het licht van den H. Geest
VAN DEN H. ANTONIUS. 11
afgesmeekt te hebben, wendde hij zich tot zijnen overste, ten einde de toestemming te erlangen om tot de orde van Èranciscns van Assisië te mogen overgaan. Hoe onwelkom hun dit besluit ook wave, konden zij hem daarvan niet terughouden, dewijl zijn roep al de kenteekenen eener goddelijke inspraak droeg en zoo doende ontving hij, na een tienjarig verblijf in die heilige vergadering , verlof om dezelve te verlaten.
Welgemoed ijlde hij naar do eenzaamheid van S. Antonio di Oliva-rio, in de nabijheid van Coïmbre, waar de Minderbroeders hem met innige blijdschap ontvingen. Daar nam hij, in 1221, het nieuwe ordekleed aan, en verwisselde zijnen naam tegen dien van Antonius, om zich zoo doende aan de nasporin-gon zijner bloedverwanten en vrienden te onttrekken.
Sinds lang was hij met een groot
12 KORTE LEVENSSCHETS
verlangen bezield, om zijn bloed voor ^
Jesus Christus te storten; bij vroeg ^
derhalve zijnen overste verlof, om v
ken was en hij zijne plegtige ge- ]
loften had afgelegd, werd toegestaan. In Mauritanië echter werd hij door eene hevige koorts aangetast, die hem den geheelen winter noodzaakte het bed te houden en hem eindelijk dwong naar Spanje terug te keeren. Het schip, dat hem vervoerde, word door tegenwind op de kusten van Sicilië geworpen, en liep in de haven van Messina binnen. V
In een klooster zijner orde, in de omstreken dier stad, aangekomen , vernam hij van één der broeders , dat de H. Franciscus een algemeen Kapittel of vergadering zij- ,X ner orde te Assisië hield. Antonius
VAN DEN H. ANT0N1US. 13
maakte van deze schoone gelegenheid, niettegenstaande hij ten gevolge zijner ziekte zeer zwak was, gebruik, om ook dien grooten man te gaan zien en bewonderen, van wien hij zoo veel had hooren spreken en vertrok met Philippus, een jongen leekebroeder, naar gemelde plaats.
Na het eindigen der vergadering, namen de broeders afscheid van hunnen heiligen vader en van den nieuwen generaal der orde, broeder Helias. Ieder kloosterling voegde zich bij den provinciaal zijner landstreek, om daarmede te vertrekken. Antonius alleen, die met de toestemming van den H. Francis-cns ook in die streken wenschte to verblijven, vond niemand, bij wien hij zich kon aanmelden; bij zag er zoo eenvoudig en ziekelijk uit, dat niemand zich met hem wilde belasten, omdat hg, naar 't scheen,
14 KOME LEVENSSCHETS
het huis eer tot last dan tot hulp zou verstrekken. Eindelijk had de provinciaal van Eomagna, met name Gratiani, medelijden met hem; deze bemerkte in hem zoo veel ootmoedigheid en godvrucht, dat hij hem met zich medenam naar Bologna, waar hij hem naar den St. Paulus-berg, eene kluis in de nabijheid der stad, zond, om de keukendienst waar te nemen. Daar trok hij de bewondering op zich door zijne liefde voor de afzondering, voor het gebed en de ingetogenheid, zoowel als door zijne gestrengheid, gehoorzaamheid en nederigheid. Nimmer ontviel hem één woord, dat zijne geleerdheid eenigszins kon doen vermoeden.
Gods inzigt was echter niet, An-tonins altijd verborgen te houden. Hij ontving in zijn zes en twintigste jaar van zijne oversten bevel, om zich met eenige andere broeders naar
TAN DEN H. ANTONITIS. 15
Porli te begeven, waar ook'eenige jonge Predikheeren uit de nabuurschap vergaderd waren. Na het avondmaal noodigde de Gardiaan deze laatsten uit, dat een van hen eene stichtende aanspraak voor de vergadering zou houden. Allen verontschuldigden zich, voorgevende, dat zij er niet op voorbereid waren; evenzoo deden de Minderbroeders. Toen hij zag, dat alle broeders bleven weigeren, liet hij de oogen op Antonius vallen en zeide; «Indien er dan niemand is, die ons het woord des Heeren wil voorhouden , zal broeder Antonius zulks wel doen.» Antonius verschrok op dat bevel, beleed zijne onbekwaamheid en zeide, dat hij zich uitsluitend aan de keukendienst had toegewijd. Doch de Gardiaan bleef bij zijn verzoek en hernam; «Spreek, mijn zoon, en deel ons mede, wat de Heilige Geest u zal ingeven » Hg gehoor-
16 KORTE LEVENSSCHETS
zaamde eindelijk en sprak met zoo veel welsprekendheid, kracht en zalving, dat al de aanhoorders van verwondering waren opgetogen.
De overste der Bolognesche provincie haastte zich, aan den H. Pranciscus van het voorgevallene kennis te geven en deze heilige man, die Antonius reeds had lee-ren kennen en in hem zulk een diepen grond van ootmoedigheid ontdekt had, zond Antonius naar Ver-celli, om zich daar in de godgeleerdheid te oefenen.
Toen de Minderbroeders zijne buitengewone vorderingen zagen, verzochten zij hem, dat hij hun de heilige Schriftuur en de godgeleerdheid zou uitleggen. De nederige man wees dit verzoek van de hand; doch dewijl de broeders steeds aanhielden , schreef hij aan den H. Francis-cus, om diens gevoelen daarover te vernemen. Franciscus stemde in het
VAN DEN H. ANIONICS 17
verlangen der broederen toe, en zond aan Antonius een brief van den volgenden inhoud,
«Broeder Franciscus wenscht aan szijn' beminden broeder Antonius slieil en zaligheid.»
«Hot is mij lief, dat gij aan de «broeders de godgeleerde schriften suitlegt: zoo nogtans, dat noch io »u, noch in anderen en dit is mijn »vurige wensch, de geest des ge-»beds worde uitgedoofd, gelijk zulks ))in den regel staat, dien wij belij-))den. Vaarwel!»
Antonius aanvaardde met ijver het leeraarsambt en bekleedde dat verscheidene jaren met den grootsten lof te Bologne, Toulouse, Montpel-lier en to Padua. Inmiddels verzuimde hij het prediken niet, maar wijdde zich in die hoedanigheid, waarin hij waarlijk groot was, aan het heil der zielen, de bestrijding der ketterijen en de verbetering der zeden.
54 , 2
18 KORTE LEVENSSCHETS
De natuur en genade schenen hem voor zulk een gewigtig werk gevormd te hebben: hij had een beleefd uiterlijk, voorkomende manieren en een innemend gelaat. Zijne stem was krachtig, helder, aangenaam, en zijn geheugen gelukkig; maar zgne welsprekendheid ontving hare voornaamst kracht uit de zalving, waarmede hjj zijne leerredenen voordroeg; zijne woorden waren als zoo vele pijlen, die in de harten zijner toehoorders drongen. De kennis van de heilige Schriftuur en van den gewaden tekst waren in zijne handen eene overvloedige bron van licht en hg verklaarde er den zin en den gpest van met een wonderbaar gemak en een diepen indruk. Hij deelde aan anderen van zijne volheid mede, en 'twas niet te verwonderen , dat hij, na het vuur der goddelijke liefde in zijne eigene ziel ontstoken te hebben, dit ook deed
VAN DEN H. ANIONIUS. 19
branden in allen, die hem hoorde.
Vol verachting voor de wereld, verhief hij zich boven alle mensche-lijk opzigt. Hij verkondigde de waarbeden van het Evangelie aan grooten en kleinen, rijken en armen met dezelfde kracht en ijver. Hij dwong de bewondering der geleerden af door zijne verhevene gedachten, zijne edele verbeelding en de waardigheid, waarmede hij de eenvoudigste waarheden der zedeleer voorstelde; van den anderen kant, maakte hij zich verstaanbaar voor de minst geoefenden door zijne eenvoudige voordragt, die de afgetrok-kenste zaken als tastbaar deed worden. Men vergaderde in menigte, om hem 023 alle plaatsen, waar hij predikte, te hooren. Wanneer de kerk het tal zijner hoorders niet kon bevatten, predikte hij op de openbare plaatsen en zelfs in het veld. Hij strekte zijnen ijver niet alleen
20 KOKTE LEVENSSCHETS
uit in Italië, maar ook tot Frankrijk en Spanje; ook bezat hij de gave om zielen te geleiden. De vijanden verzoenden zich, de woekeraars gaven de onregtmatige winsten terug en de zondaren van allerlei soort bekeerden zich rechtzinnig.
Terwijl hij te Montpellier leer-aar was, had er een voorval plaats, dat den naam van Antonius geheel Frankrijk door verbreidde. Het zedenbederf was destijds groot, ton gevolge waarvan de ketterij in die schoone gewesten snelle vorderingen maakte. Antonius verhief luide zijne stem tegen de dwaalleer, en deed die in verschillende steden weergalmen. Zoo gebeurde het eens, dat terwijl hij te Bourges predikte, een ketter, die van Joden-afkomst was, en daar ter stede oen grooten aanhang verworven had, met Antonius wilde twisten over het bestaan van het H. Sacrament des Altaars. Al
VAN BEN H. ANTONIÜS. 31
spoedig bragt de heilige man den ketter, Guiald gelieeten, zoo zeer in het naauw, dat deze verplet was door de onweerstaanbare redenen van onzen heiligen Minderbroeder. Beschaamd over zijne nederlaag in het bijzijn eenor talrijke menigte, zocht hij nog eene laatste uitvlugt en zeide tot Antonius: «Laat ons de woorden daar laten, en ter zake komen. Indien gij de waarachtige tegenwoordigheid van Christus in het Altaar-Sacrament door een wonder kunt bevestigen, ben ik bereid het katholiek geloof te omhelzen.»
De Heilige antwoordde daarop: «Ik vertrouw op mijnen Verlosser Jesus Christus, die mij, tot uw aller bekeering, genadig zal verlee-nen, wat gij mij vraagt.»
«Welaan, hernam de ketter, ik zal een lastdier in drie dagen geen voedsel geven en het zoo doende uithongeren; na verloop van dien
22 KOETE LEVENSSCHETS
tijd, zal ik hetzelve in de tegenwoordigheid van al het volk brengen en het overvloedig voeder voorzetten ; Gij, daarentegen, zult u met het ligchaam des Heeren, zoo als gij dat noemt, ook hier bevinden: en indien dan het lastdier het aangeboden voedsel laat staan, om het Sacrament te aanbidden, neem ik de katholieke godsdienst aan.»
Antonius nam, vol vertrouwen op den bijstand des Hemels, de proef aan. Op den bepaalden dag, was er eene verbazende menigte volks te zamengevloeid, om getuige te zijn van het wonder. Guiald bevond zich ter besproken plaatse, met een aanzienlijk gevolg zijner aanhangers en den ezel in hun midden. Antonius naderde hen, begeleid door eene schaar godvruchtige katholieken, met het allerheiligste Ligchaam des Heeren in zijne hand. Men zette het uitgehongerd muildier een
VAN DEN H. ANT0NIU3. 33
schepel voeder voor, doch Antocius hief het hoogwaardig Sacrament op en sprak het dier aldus aan: — «Door de almagt en in den naam van uWen Schepper, dien ik hier, hoewel onwaardig, waarachtig in mijne hand houd, beveel ik u, aanstonds te naderen en aan Hem, die u geschapen heeft, dien eerbied te betuigen, welke Hem toekomt, opdat deze dwalende menschen overtuigend zien, dat al het geschapene onderworpen is aan den Schepper, dien de priesters op het altaar doen nederdalen.»
Naauwelijks had do Heilige deze woorden gesproken, of het lastdier liet het hem aangeboden voeder staan en boog hoofd en knieën voor het allerheiligste Sacrament, hetwelk Antonius steeds opgeheven hield. Luide juichten de katholieken; de ketters daarentegen bogen beschaamd het hoofd en spoedden zich
24 KOETE LEVENSSCHETS
van daar henen. Guiald echter hield woord en liet zich doopen on hvagt geheel zijn huisgezin in den schoot der Kerk terug.
Eens, toen hij in het Limosijn-sche gewest gepredikt had, bleef hij bij een deugdzaam heer vernachten , die hem eene afgelegene kamer tot verblijf aanwees, dewijl de goede man zijne liefde voor de eenzaamheid kende. Te middernacht wilde de gastheer van Antonius zien, of de vermaarde Minderbroeder den nacht met slapen doorbragt. Derhalve sloop hij, zonder gerucht to maken tot bij de kamer des Heiligen, en zag met verbazing, door de spleten der deur, de kamer zeer verlicht en een schoon klein kindje, dat den H. Antonius teeder liefkoosde. Hij zag, hoe de groote man op het eerste gezicht van het goddelijk kind ontstelde; maar hoe hij daarna, zijn geliefden Jesus herkend
VAN DEN H. ANTONIUS. 25
hebbende, zijnen God ootmoedig aanbad , Hem vervolgens op zijne beurt liefkoosde, en met zoete, doch vurige woorden, die uit zijn brandend ^ hart voortkwamen, toesprak. De godvruchtige nieuwsgierige aanbad insgelijks zijn God en ging naar zijne kamer terug, ten hoogste verblijd, dat hij dien heiligen man in zijn huis had mogen ontvangen. Doch 's anderendaags liet Antonius hem bij zich komen: het goddelijk kind had den Heilige geopenbaard, dat hij bespied was geworden, waarom hij dan ook zijnen gastheer bad, van het voorgevallene, gedurende zijn leven, aan niemand te verhalen, hetwelk de goede man hem beloofde, en ook getrouw nakwam. 4)
1) Dit wonder gaf aanleiding, dat men den heiligen Antonius ook nog heden voorstelt met een boek, waarop het kind Jesus zit, dat hem minzaam liefkoost. Men vindt ook soms eenen ezel aan de voeten des Heiligen, ter herinnering aan het hiervoor vermelde wonder, waar een ezel zich voor het Aller--heiligste nederboog.
26 KOETE LEVENSSCHETS
In Lombardije stelde hij zich in gevaar van zijn leven te verliezen, door het verdedigen van de onge-lukkigen. Hij vernam op zijne reis van Italië naar Frankrijk, in 1-227, de ongehoorde geweldenarijen en vreeselijke verwoestingen van Ez-zedino III, hoer van On ara en Romano , die zich aan het hoofd der Weibelingen of keizerlijke soldaten in Italië geplaatst had. Vooral Verona moest zijne wreedheid ondervinden. Aanstonds besloot daarom Antonius naar die stad te vertrekken , waartoe hij van zijne oversten dan ook verlof bekwam. Naarmate de heilige man Verona naderde, ontwaarde hij overal tooneelen van moord en verwoesting, aangerigt door Ezzelino's trawanten, die in hunnen overmoed noch ouderdom, noch kunne, nog rang ontzagen. Diep getroffen over al de gruwelen, ging Antonius regt naar het
TAN DEN H. ANTONIUS. 37
paleis, en vroeg om bij den Vorst te worden toegelaten. Hij werd daar binnengeleid tusschen gewapende lijfknechten. Ezzelino zat in koninklijken dosch op eenen prachtigen troon, en zijne fonkelende oogen bliksemden in het rond, als van eenen tijger, die eene prooi zoekt om te verslinden.
Anton ius liet zich echter door dat gezigt niet ontmoedigen. Met eene ongedwongene vrijmoedigheid naderde hij den Vorst, stak de hand naar hem uit, en sprak hem met eene krachtige stem in dezer voege aan:
«Wreede dwingeland! bloeddorstige tijger! hoe lang zult gij Gods langmoedigheid nog tergen? Wanneer zult gij een einde stellen aan uw schreeuwende misdaden?
«Moordenaar van zoo vele on-schuldigen, hoort gij niet,, hoe het onschuldig bloed, dat gij hebt doen stroomen, de wraak des homels te-
28 KOETE LKVEKSSCHETS
gen u inroept? Hoort gij niet het gekerm van weduwen en weezen, dat het hart van den barmhartigen doch rechtvaardigen God het gevoeligste treft, en uw misdadig hoofd met den schrikkelijksten vloek belaadt?... En gij siddert niot? En gij meent nog eenige rust te kunnen genieten, terwijl de Almagtige gereed staat u rekening te vragen van al dat onschuldig vergoten bloed!
»Ongelukkige! zie de hand des Heeren is opgeheven; het zwaard der geregtigheid zwaait boven uw hoofd; Gods toorn is op het punt, om over u uit te barsten... En gij siddert niet?...»
Ja, Ezzelino sidderde. Nimmer had hij zulk eene onverschrokkene taal gehoord, In de grootste verslagenheid wachtten de lijfknechten een teeken van hunnen meester af, om den stoutmoedigen spreker neder te vellen. Doch de dwingeland daalde
VAN DEN H. AN TONlUS. 29
ontsteld van zijnen troon af, wierp zich voor de voeten des Heiligen, en sprak met bevende stem: «Vader, ik ben oen ellendige booswicht en heb de straffen des hemels duizendmaal verdiend. Bid voor mij, opdat de Almagtige zijnen toorn van mij afwende. Ik beloof u stellig, boete over mijne zonden te doen, en do schade te herstellen, die ik heb veroorzaakt.»
Ezzelino hield zich werkelijk in, zoo lang Antonius te Verona vertoefde, en herstelde, ten minste gedeeltelijk, hot kwaad, dat hij ver-rigt had. Later echter hernam hij zijne vorige wreedheden en stierf als een wanhopige in het jaar 1259.
Zoo was Antonius alom de schrik der ongeloovigen en zondaars. Al-lerwege predikte hij met den besten uitslag. Hij werd daarbij tot do eerste plaatsen zijner orde verheven, welke hij met evenveel ijver als be-
30 KORTE LEVEKSSCHEIS
kwaamheid vervulde en 't was bijzonder aan hem, dat men de instandhouding te danken heeft van de orde der Franciscanen, die zichom zoo te zeggen, nog in hare kindsch-heid bedreigd zag, den geest van haren heiligen stichter te verliezen.
Na den dood van den H. Erancis-cus, had men tot diens opvolger gekozen den broeder Helias; maar deze nieuwe generaal had niets van den geest zijns voorgangers. Zijn ergerlijk gedrag zou de orde in korten ti.jd te niet hebben doen gaan, indien er geen spoedig middel tegen ware aangewend. Antonius en een Engelschman, met name Adam, verhieven vruchteloos hunne stem tegen de misbruiken; zij werden als warhoofden en onruststokers behandeld en haalden zich, door hunnen ijver, vele versmadingen en mishandelingen op den hals. De zaak werd eindelijk voor den Paus, Gre-
VAN DEN H. ANTONIUS. 31
gorius IX, gebragt, en Helias ontving bevel om te Eome voor hem to verschijnen. Daar werd hij schuldig bevonden aan alle hoofdbezwaren, tegen hem ingebragt, en dien ten gevolge gestraft met de ontzetting uit zijne waardigheid van algemeen overste der orde.
lutusschen was de Paus ten uiterste over den ijver van Antonius voor de belangen zgner orde tevreden. Hij ontsloeg hem, op zijn dringend verzoek, van het ambt van Minister-Provinciaal en alle andere lasten, doch op voorwaarde, dat hij te Ron.e zou blijven en daar in en buiten de stad zou prediken. Antonius echter, die het gewoel eener hofstad geenszins beminde, bad den Paus, om eenigen tijd op den berg Delia Verna te mogen gaan doorbrengen, ten einde wat uit te rusten en in het gebed nieuwe krachten te putten, om daarna met vernieuwden
33 KOKTE LEVENSSCHETS
moed Gods woord alom te kunnen verkondigen. Gregorius gaf hem, hoewol ongaarne, zijne toestemming, waarna de Heilige vergenoegd vertrok. Daar verbleef hij tot den eersten Zondag van de vaste van 't jaar quot;1241 en begaf zicli toen naar Padua , in 't klooster van Santa Maria.
Hoewel het zijn voornemen niet geweest was do vaste te prediken, liet hij zich echter door de goede Paduanen overhalen, om, — helaas voor 't laatste — do hongerigen met het woord Gods te spijzen en de zondaren tot boete op te wekken. Ondanks het verval zijner krachten, predikte hij alle dagen in het open veld voor eeue onafzienbare menigte, die soms tot dertig duizend zielen beliep. Ka zijne leerredenen gaf hij nog bijzondere onderrigtin-gen aan verschillende menschen, die hem kwamen raadplegen en bragt het overige van den dag te
VAN DEN H. ANTONIUS. 33
den biechtstoel door, waar hij soms tot den avond bleef, zonder eenig voedsel te nuttigen.
Antonius hield zijn apostolischen arbeid vol tot aan de pinksterdagen. Toen door de vermoeijenissen en zijne gestrengheden uitgeput, gevoelde hij, dat hij het prediken moest staken. Hij begaf zich naar het klooster te Campo san Pietro, op drie uren afstands van Padua, om zich daar in stille afzondering, met zijnen God te onderhouden en zich tot de groote reis naar de eeuwigheid voor te bereiden. Toen hij zijn einde voelde naderen, verlangde hij, dat men hem naar Padua terug zou voeren; doch zijne krachten waren dermate uitgeput, dat men genoodzaakt was, hem in de voorstad te laten. Daar nam hij zijnen intrek in het Klarissenklooster van Arcelli, waar hij als een kostbaar en door den hemel vertrouwd pand werd
54 3
34 KORTE LEVENSSCHETS
ontvangen. Na de Sacramenten der stervenden ontvang-en te hebben, las hij de zeven boetpsalmen en eenen lofzang ter eere der fï. Maagd Maria, en ontsliep daarna zacht en genist in den Heer, op Vrijdag den 13 Junij des jaars 1231. Hij was toen 36 jaren oud, waarvan hij er tien bij de Augustijnen , en elf in de orde van den H. Pranciscus had doorgebragt.
De Minderbroeders trachtten deu dood van Antonius, uit vrees voor den toeloop des volks, nog verborgen te houden; doch deze voorzorg-was vruchteloos, want geheels troepen kinderen doorliepen de straten van Padua, en riepen luide: «De heilige vader is dood! De heilige Antonius is gestorven!» Dit gerucht verspreidde zich dra door de ge-heele stad, en terstond zag men de inwoners in menigte de stad verlaten, om het ligchaam des Heiligen te gaan vereeren.
VAN DEN H. ANTONIUS. 35
Zijne heiligheid werd door tal-looze wonderen bevestigd, ten gevolge waarvan Paus Gregorius IX, die hem bijzonder goed gekend had, en de hoogste achting toedroeg, hem in 1232, een jaar na zijnen dood, heilig verklaarde.
EENIGE WONDERDADEN
VAN DEN
Meerendeels getrokken uit de «fatrboekeii der Minderbroeders, door den Eerwaarden Pater Lucaa Wading, gestoryen In 1657.
Opwekking van dooden.
4. Den 21 September des jaars 1649 kregen twee menscheD, in de stad Lorette, twist en werden handgemeen. Een hunner, die in zeven jaren niet te biechten geweest was, werd in dezen twist gedood. Gelukkig had het slagtoffer eene zuster, die eene groote godvrucht tot den H. Antonius had. Zij wierp zich voor een altaar, dat aan dien Heilige toegewijd was, neder, en smeek-
BENIGE WONDERDADEN ENZ. 87
te hem de ziel van haren broeder niet te laten verloren gaan. Van dien oogenblik af begon de doode zich te bewegen, nadat hij, volgens aller oordeel, twee uren zonder beweging gebleven was, en geen tee-ken van leven gegeven had. Hij vroeg met eene stervende stem om eenen biechtvader, biechtte, ontving de andere Sacramenten dei-stervenden, en gaf daarna zacht zijnen geest aan God.
2. In het jaar 1650, den 8 Julij, kwam een eerbiedwaardig Pastoor met andere gezworen getuigen bij zijnen Bisschop met eede verklaren, dat een werkman, met name Joan-nes-Baptista Berthold, door eene instorting in eenen put, dien hij hielp graven, bedolven werd. Bij het vernemen dier mare begaf de Pastoor zich naar de plaats, waar dit voorgevallen was. Daar hij wist dat de ongelukkige werkman, dien
38 EENIGE Vi'ONDEKDADEN
men zonder eenig teelccn van leven onder de puinlioopen uitgehaald had, een beeldje van den H. Antonius van Padua bij zich droeg, haalde hij hetzelve uit zijnen zak, vertoonde het aan de aanwezigen, en verzocht hun voor het slagtoffer te bidden; hij zelf bad ook over het lijk het responsum; Wilt gij mirakelen zien, enz. — Weldra kwam de doode tot het leven terug, stond zelf op, en verkondigde den lof van God.
3. Antonius Tortomana, eon man, die eene zeer groote godvrucht tot den H. Antonius van Padua had, stond den 15 April 1657 op het punt, van naar Fernando te gaan, ton einde daar vlas te koopen. Daags te voren, had hij met eenige vrienden het avondmaal genomen. Deze vielen Antonius op den weg aan. Tortomana nam zijne toevlugt tot zijn Patroon en riep tot tweemaal
VAN DEN H. ANTONIUS. 39
toe: «Heilige Antonius! heilige An-tonius!» doch een zijner aanvallers spotte met zijn gehed en vermoordde hem. Men wierp zijn lijk in eene gracht en bedekte het met bladeren. Yijf dagen daarna, riep de H. An-tonius den overledene tweemaal toe: «Antonius! Antonius!» En, o won-dor! als op het geroep van eene welbekende stem, staat het slagtoffer op; de Heilige neemt hem bij de hand, geleidt hem op den weg naar zijn huis, en verdwijnt met de woorden: «Ik heb u tweemaal bij uwen naam geroepen, gelijk gij mij tweemaal aanriept op den dag des gevaars; ga, en denk niet op wraak.» Tortomana kwam te huis en droeg nog de teekens van een mensch, die eenigen tijd een lijk geweest was.
Bij deze tijding, onderzocht de Bisschop van Saint-Ange den van den dood verrezene, en maakte er, toen hij de zaak waarachtig be-
40 BENIGE WONDERDADEN
vonden had, eene akte van op, die in het klooster der Minderbroeders te Napels berust.
II.
Bekeering.
1. In het jaar 1647, hadden twee heelmeesters, die kettersch waren, eene wond, welke de Markgraaf de Migroli aan het been bekomen had, ongeneeslijk verklaard. Toen hij zag, dat de afzetting van hetzelve noodzakelijk was om zijn leven te behouden, deed hij eene gelofte, om het graf van den H. Antonius te Padua te gaan bezoeken, en er een zilveren been te offeren. Den volgenden nacht verscheen hem de Heilige , bood hem zijne afbeelding aan en zeide: «Indien gij wilt genezen worden, leg dan dit beeldje als een geneeskundig verband op de wond.» De edelman staat op en gaat met
VAN DEN H. ANTONIUS. 41
gemak, tot groote verwondering van iedereen, en vooral van de twee on-geloovige heelmeesters, die het katholiek geloof omhelsden.
2. Omstreeks dienzelfden tijd, had de volgende hekeering plaats. De vrouw van een Turkschen Pacha had eene ongeneeselijke kwaal aan de borst, die steeds meer en meer verergerde. Eene harer slavinnen, die katholiek was, sprak haar over de magt van den H. Antonius. De zieke beloofde aan dien Heilige Christen te worden, indien hij haar van deze kwaal verloste. Zij viel oogenblikke-lijk in een zachten slaap en ontwaakte geheel en al genezen. Vol dankbaarheid scheepte zij zich, buiten weten van haren echtgenoot, naar Spanje in, zwoer daar de leer van Maho-meth af en werd Christen.
3. «Aloardine van Salvaterra was seen soldaat, die uit nieuwsgierigsheid, of veeleer uit eene spotzieke
42 EENIGE AVON DERI) ADEN
songeloovigheid, uaar Padna geko-»men was. Eens, terwijl hij aan ta-stel zat, hoorde hij van de won-))derdaden van den H. Antonius «spreken. Hij begon er mede te spot-xten en zeide, in de meeniug daar-smede eene lofwaardige aardigheid ))te verrigten: -— Indien uw Anto-siiius, dien gij heilig en wooderda-»dig noemt, verhindert dat dit glas »lietwelk ik in de hand heb, breekt, »wanneer ik het ter aarde werp, zal sik gelooven, wat gij mij vertelt. —■ ))Hij staat daarna van de tafel op, «opent het raam, en werpt uit al «zijne magt het glas op de plaats stegen een steen; maar.... het glas »breekt niet. Verstomd en verbaasd »valt Aloardine op zijne knieën en «stond katholiek op. Hij haalt zelf »zijn glas terug, en brengt hetzelve, »m tegenwoordigheid van al de oog-»getuigen van dit voorval, naar de «schatkamer van den heiligen An-
VAN DEN H. AMONIUS, 43
»tonius, waar wij het geluk liad-sden lietzelve te zien.» (i)
III.
Bijïtand in den nood.
1. De H. Antonius deed eene wonderdadige reis (van 800 mijlen — te weten, van Padua naar Lissabon — op eénen nacht) ten gunste van den heer Martinus, zijneu vader. Deze edelman had langen tijd het opzigt over de schatten van den Prins, doch verzuimde dikwijls kwitantiën of he -wijzen te nemen voor hetgeen hij uitgaf, waarbij hij te veel op de goede trouw der menschen afging. Toen hij daarna in het koningrijk Napels vervolgd werd, on al zijne uitgaven niet kende verantwoorden, liep hij gevaar tot de betaling van groote sommen, of tot eene altijddurende ge-
(1) Vita di S. Ant., lib. II. p. 198, — Gaume, t. III. p. 275.
44 EENIGE WONDEBDADEN
vangenis veroordeeld te worden. Dit voorval werd den Heilige door eene openbaring bekend gemaakt; bij begeeft zich dadelijk op reis, wandelt langs dien onzigtbaren weg, welke de weg der Engelen is, en komt zoo denzelfden nacht te Lissabon aan, waar hij den regters zulk een naanw-kenrig verslag gaf van de geldeiv, welke zijn vader had nitgegeven, en voegde er alle omstandigheden van tijd, plaatsen en personen zoo duidelijk bij, dat zij verpligt waren alle vervolging te staken. De heilige bevond zich weder in het klooster, zonder dat men zijne afwezigheid had kunnen opmerken.
2. Zeker Schrijver te Turijn verdacht zijne vrouw van overspel, overlaadde haar met verwijtingen en mishandelingen , en maakte eens het besluit haartedooden. Om tot zijn schuldig doel te geraken, geleid hij haar op het hoogste des huizes, bindt haar
VAN BEN H. ANT0N1US. 45
onmeêdoogend aan een balk, biedt haar met de eene hand eenen dolk en met de andere hand vergif aan, en zegt haar; sKies, trouwelooze echtgenoote, door welke dezer twee soorten van dood gij uw leven wilt eindigen.» De ongelukkige vrouw roept den H. Amtonius, wiens wonderdaden zij heeft hooren verkondigen, om hulp aan, en belooft eene novene te zijner eere te doen, zwelgt daarna in eenen teug het doodelijke vergif in, hetwelk haar —• door een bovennatuurlijk wonder — smaakt als een zoete honig.
Toen de rampzalige man haar den volgenden dag welvarender vond dan ooit, werd hij woedend van toorn, en bood, met moorddadige hand, zyne vrouw ten tweede male den gifbeker aan. Zij ledigde dien met hetzelfde vertrouwen als den vorigen dag, en vond den drank, even als daags te voren, vol zoetheid.
46 EENIGE WONDERDADEN
Deze wreedheid bleef niet lang ongestraft. Een kind der ongelukkige vrouw maakte den droevigen toestand zijner moeder bekend. De regters, er kennis van gekregen hebbende, begaven zich ter plaatse van het gebeurde. Zij erkenden de onmensche-lijke handelwijze van dien moord-dadigen man en de wondervolle bescherming van den H. Antonius. Zij veroordeelden den moordenaar om verbrand te worden en verbreidden luide de eer van den Heilige.
3. Zekere Bonellus, muziekantte Napels, dio in genoemde stad voor zich zeiven en zijn gezin den kost niet kon winnen, begaf zich naar Eome om daar een bestaan te zoeken. Op den feestdag van den H. Antonius, begaf hij zich naar de kerk der Minderbroeders, om daarin de kapel van den Heilige mede te zingen en tegelijk dien getrouwen helper zijnen nood aan te bevelen.
VAN DEN H. ANTONIUS. 47
En zie, uit de kerk komende, trof hij eenen edelman, die hem eene goede som gelds overhandigde en hem voor di$n dag spijs zond. En schier ten zelfden tijde ontving hij berigt, dat hij verkozen was tot zangmeester van de bisschoppelijke kerk te Spoleto, welke betrekking hem genoeg opleverde, om zijn gezin op eene eerlijke wijze te onderhouden. (Rusioni. fol. 72. van der Borgt, enz.)
Overwinningen over den duivel,
1. üe H. Antonius had eene zeer groote gevoeligheid des harten voor al degenen, die bekoord werden, en hij liet niets onbeproefd, om hen ver-ligting te verschaften. Eens trof hij eenen geestelijke van de abdij van Solignac, in het bisdom van Limoges, aan, die door eene hevige bekoring des vleesches gekvveld werd.
48 EENiaE WONDEEDAUEN
welke hij moeite had, om door het gebed, door tranen en de strengste boetplegingen des ligchaams, te onderdrukken. De Heilige, getroffen over zijne droefheid, troostte hem, ontdeed zich van zijn bovenkleed, en overreedde hem om hetzelve aan te doen; de geestelijke gehoorzaamde en dit middel werkte zoo krachtig, dat hij in het vervolg van dergelijke lastige bekoringen bevrijd bleef.
2. Een novice van het klooster der Minderbroeders te Limoges werd hevig bekoord, om het ordekleed te verlaten en in de wereld terug te keeren. De Heilige had medelijden met hem, smeekte den Heer om hem de volharding te willen verleenen, zeide daarna tot den novice, terwijl hij hem in den mond blies: «Ontvang den Heiligen Geest,» genas hem van zijne ongerustheden en deed hem het besluit maken, om te leven en te sterven in de heilige orde, welke hij omhelsd had
VAH DEN H. ANTON 1US. 49
Genezing van zieken.
1. Een kettersch soldaat, die met een melaatsche gespot had, welke aan het graf van den H. Antonius zijn gebed kwam verrigten, werd zelf met deze ziekte geslagen, en verkreeg aan dit verheerlijkte graf zijne gezondheid weder.
2. Een andere ketter, aangezet door vrienden, die even goddeloos waren als hij, begaf zich eens naar het graf van den Heilige, de oogen met een btbloeden doek verbonden hebbende, en veinzende blind te zijn. Hij werd inderdaad met blindheid geslagen en verkreeg zijne genezing niet, dan door zich tot den H. Antonius te wenden, dien hij bespot had.
3. In de stad Viterbo, deed de dochter van een edelman, die gevaarlijk ziek was, de gelofte tot don
50 BENIGE WONDERDADEN
H. Antonius, om geheel haar leven een aschgraauw Meed te dragen, indien hij haar de gezondheid wedergaf. Zij genas werkelijk. Maar ontrouw aan hare gelofte zijnde, overviel haar op nieuw eene doodelijke koorts, die haar aan den rand des grafs bragt. Zij nam nogmaals hare toevlugt tot haren beschermer, hernieuwde hare belofte, en werd ten tweeden male gezond.
4. Een jongeling van Padua beleed aan den H. Antonius in de biecht, dat hij zijne moeder eenen schop met den voet gegeven had. De Heilige, die hem het gewigt zijner misdaad wilde doen gevoelen en hem tot meerder berouw opwekken, zeide hem, dat een voet, die het werktuig van zulk eene misdaad geweest was, verdiende afgesneden te worden. De boeteling, het inzigt niet doorgrondende van den ijverigen biechtvader, die niets anders beoog-
TAN BEN H. ANTONIUS. 51
de dan hem een grooten afkeer van deze zonde in te boezemen, begaf zich uit den biechtstoel naar huis, waar hij uit eene onbetamelijke boetvaardigheid , zich den voet afsneed. Deze daad werd spoedig ruchtbaar; maar de Heilige, die er inmiddels van onderrigt werd, zocht dien on-voorzigtigen jongeling op, hield deu afgesneden voet tegen het been en voegde dezelve, door de kracht van liet teeken des heiligen Kruises, zoo volkomen aan elkander, dat men niet kon zien, dat de voet ooit afgesneden was geweest.
VI.
Hulp in gevaren door de elementen veroorzaakt.
1. In het jaar 1645, op den 1 Augustus, viel het eenig zoontje van den heer Zacharias Pontin, Li-vius genaamd, te Venetië in de zee
S2 BENIGE TÏOKDEBDiDEN
en bleef langer dan twee nren onder de golven. De vader van het ongelukkige kind nam zijne toevlugt tot onzen Heilige, gaf last om het ligchaam op te zoeken, en had weldra zijn zoontje ongedeerd in zijne armen.
2. Eens predikte deze vurige Heilige op eene open plaats, ter oorzake van den grooten toevloed van men-schen, die waren toegesneld om zijne prediking te hooren. Een duistere wolk kwam opdagen, vergezeld van donder en bliksem, en dreigde de geheele vergadering met een zwaar on weder. Iedereen wilde een goed heenkomen zoeken, en was bedacht om eene schuilplaats te vinden; maar Antonius we-derhield hen allen met de verzekering, dat zij niet nat zouden worden. En inderdaad, een hevige stortregen overstroomde, rondom de menigte ge-loovigen, het geheele land; doch in den omtrek der toehoorders viel geen enkele droppel water.
VAN DEN H. ANT0N1US. 53
3. Petrus Bonzole scheepte zich, in 1680, daags voor het feest van den heiligen Bartholomeus, in de nabijheid van Venetië. In de volle zee werd het schip door een hevigen storm overvallen; de stuurman verloor den moed en iedereen bereidde zich tot een gewissen dood voor. Bonzole knielde neder, bad het re-sponsum; Si puceris miracula; ivilt gij wonderen zien, ter eere van den H. Antonius, en dadelijk stilde het onweder en men kwam gelukkig in behouden haven aan.
VIL
Troost der gevangenen.
In het jaar 1628, werd een Na-politaan, dien men ten onregte beschuldigde, valsche munt te maken, ter dood veroordeeld. De onderkoning had gezworen hem geene genade te willen schenken, en zijn
50 EENIGE WONDERDADEN
H- Antonius, om geheel haar leven een aschgraauw Meed te dragen, indien hg haar de gezondheid wedergaf. Zij genas werkelijk. Maar ontrouw aan hare gelofte zijnde, overviel haar op nieuw eene doodelijke koorts, die haar aan den rand des grafs bragt. Zij nam nogmaals hare toevlugt tot haren beschermer, hernieuwde hare belofte, en werd ten tweeden male gezond.
4. Een jongeling van Padua beleed aan den H- Antonius in de biecht, dat hij zijne moeder eenen schop met den voet gegeven had. De Heilige, die hem het gewigt zijner misdaad wilde doen gevoelen en hem tot meerder berouw opwekken, zeide hem, dat een voet, die het werktuig van zulk eene misdaad geweest was, verdiende afgesneden te worden. De boeteling, het inzigt niet doorgrondende van den ijverigen biechtvader, die niets anders beoog-
VAN DEN H. ANTONIUS. 51
de dau hem een grooten afkeer van deze zonde in te boezemen, begaf zich uit den biechtstoel naar huis, waar hij uit eene onbetamelijke boetvaardigheid , zich den voet afsneed. Deze daad werd spoedig ruchtbaar; maar de Heilige, die er inmiddels van onderrigt werd, zocht dien on-voorzigtigen jongeling op, hield den afgesneden voet tegen het been en voegde dezelve, door de kracht van liet teeken des heiligen Kruises, zoo volkomen aan elkander, dat men uiet kon zien, dat de voet ooit afgesneden was geweest.
VI.
Hulp in gevaren door de elementen veroorzaakt.
1. In het jaar 1645, op den 1 Augustus, viel het eenig zoontje van den heer Zacharias Pontin, Li-vius genaamd, te Venetië in de zee
53 ÏENIGE TV'ONDEEDADEN
en bleef langer dan twee uren onder de golven. De vader van het ongelukkige kind nam zijne toevlugt tot onzen Heilige, gaf last om het ligchaam op te zoeken, en had weldra zijn zoontje ongedeerd in zijne armen.
2, Eens predikte deze vurige Heilige op eene open plaats, ter oorzake van den grooten toevloed van men-schen, die waren toegesneld om zijce prediking te hooren. Een duistere wolk kwam opdagen, vergezeld van donder en quot;bliksem, en dreigde de geheele vergadering met een zwaar onweder. Iedereen wilde een goed heenkomen zoeken, en was bedacht om eene schuilplaats te vinden; maar Antonius we-derhield hen allen met de verzekering, dat zij niet nat zouden worden. En inderdaad, een hevige stortregen overstroomde, rondom de menigte ge-loovigen, het geheele land; doch in den omtrek der toehoorders viel geen enkele droppel water.
VAN DEN H. ANÏONTUS. 53
3. Petrus Bonzole scheepte zich, in 1680, daags voor het feest van den heiligen Bartholomeus, in de nabijheid van Venetië. In de volle zee werd het schip door een hevigen storm overvallen; de stuurman verloor den moed en iedereen bereidde zich tot een gewissen dood voor. Bonzole knielde neder, bad het re-sponsum: Si puoeris miracula ; loïlt gij wonderen zien, ter eere van den H. Antonius, en dadelijk stilde het onweder en men kwam gelukkig in behouden haven aan.
VIL
Troost der gevangenen.
In het jaar 1628, werd een Na-politaan, dien men ten onregte beschuldigde , valsche munt te maken, ter dood veroordeeld. De onderkoning had gezworen hem geene genade te willen schenken, en zijn
54 EENIGE WONDEEDADEN
vonnis onberoepelijk te zullen doen uitvoeren. De vrouw van dezen ongelukkige , aan wion de gelegenheid ontzegd was, om haar smeekschrift aan de overheid in te dienen, nam hare toevlugt tot den heiligen An-tonius. Zij legde haar smeekschrift onder de dwaal van het altaar des Heiligen, en bad hem, om de genade van haren man te doen teekenon. Den volgenden dag, vond zij er inderdaad de handteekening van den onderkoning op. De regters, die verwonderd waren over die genadeschenking , vroegen den Hertog, waarom hij aan zijn woord te kort gebleven was. Hij antwoordde, dat een pater er hem toe overgehaald had. Men wenschte hem te zien; de overheidspersonen begaven zich derhalve met den onderkoning naar het klooster der Minderbroeders; maar tot hunne groote verwondering kon de onderkoning onder al de pa-
VAN DEN H. ANTONIUS. 55
ters dengene niet ontdekken, die hem was komen smeeken. Eindelijk viel zijn oog op een afbeeldsel van den H. Antonius, en hij erkende daarin den Pater, dien hij zocht. Dit wonder wekte bij de Napolitanen een groot vertrouwen jegens dien Heilige op, en van toen af rigtte men voor hem een zilveren standbeeld op.
2. Een rijk koopman uit de stad Saint-Germain , in de Marck van An-cona, werd door dieven overvallen, aan een boom gebonden, en zoo aan een langzamen en wreeden dood prijs gegeven. Hij nam zijne tce-vlugt tot den H. Antonius van Padua. Zijne banden braken en hij legde ze als zegeteekenen op het graf des Heiligen neder.
3. In het jaar 1665 had, op den feestdag van denH. Antonius, in de stad Kavarin een tweegevecht plaats tusschen een officier en een ridder. De knecht van dezen laatste , Ste-
56 EENIGE WONDERDADEN
planus Baroncini, diende zijnen heer tot getuige. De officier werd gedood en Stephanus tot de galg verwezen. Terwijl hij naar de strafplaats geleid werd, deed hij gelofte aan den H. Antonius, om gedurende geheel zijn leven, daags voor zijnen feestdag en alle dingsdagen te vasten , indien hij in deze netelige omstandigheid gered werd. Toen men hem den strop om den hals deed, hield hij niet op met vertrouwen te roepen : «Heilige Antonius, sta mijMj!» Kn zie, eensklaps hrak de koord van zelve, en de gehangene viel zonder letsel ter aarde. Alle omstanders riepen: «Genade!» en verkondigden den lof des Heiligen. Eenigen tijd daarna werd Stephanus aangenomen als leekehroeder in de orde der Minderbroeders, welke hij tot zijnen dood tot stichting diende.
VAN DSN H. ANTONIUS. 57
Men vindt de verlorene dingen terug.
i. In het jaar 1646, had Juan Gomez Cana, Intendant der krijgsbehoeften te Brussel, in dienst van zijne katholieke Majesteit Philip-pus IV, koning van Spanje, een proces, van welke uitslag zijne toekomst afhing. Ongelukkig verliest hij de stukken, die voor zijne zaak van het meeste belang zijn. Hij nam zijne toevlugt tot den H. Antonius; en eens, terwijl hij, in gedachten verzonken, in de hof van het klooster der Minderbroeders wandelde, naderde hem een Pater, die hem in het spaansch de reden zijner droefgeestigheid vroeg. Comez verhaalde hem zijn ongeluk en verkreeg van hem de belofte, dat hij den volgenden dag zijne papieren zoude hebben. Zulks geschiedde, en daardoor won
58 EENISE WONDEEDADEN
hij zijn proces. Er waren nu in het klooster slechts twee broeders, die spaansch spraken, welke Comez zeer wel kende; en het was geen van deze beiden. Ook twijfelde niemand of dit was eene waarachtige verschijning van den H. Antoniusvan Padua. Men bewaart er eene oorspronkelijke akte van in de handschriften des kloosters.
5. De Koning van Engeland bevond zich, in het jaar 1655, te Keulen. Toen zekere dieven hem al zgn goud- en zilverwerk ontstolen hadden, zond hij naar de Minderbroeders om hunne gebeden te verzoeken. Des anderen daags, den 4 Januarij, ontmoette een der Paters, die dooide kloosterkerk ging, eenen onbekende, die hem met den vinger eenen biechtstoel aanwees en verdween. De Pater begaf er zich heen en vond al het verloren zilverwerk terug. De koning gaf, op deze tijding, een
VAN DEN H. ANTONIUS. 59
eigenhandig geschrift met zijn koninklijk zegel voorzien, om de waarheid van dit wonder te bevestigen.
3. Ten jare 1666 , begaf de Eerwaarde Pater Celestinus van den heiligen Simon, Provinciaal der hervormde karmelieten van de gallo-Belgische provincie, zich naar Eorae, met zijn voorganger en een anderen priester, om het algemeen Kapittel bij te wonen. Hij, die de reisbehoeften droeg, verloor bij ongeluk negen pistolen. Zij lazen den volgenden dag alle drie de Mis ter eere van den heiligen Antonius, zonder elkander dit voornemen te hebben bekend gemaakt. Voor de afreize onderzochten zij al de hoeken van hunnen reiszak, maar vonden niets en vervolgden hunnen weg. Na acht dagen reizens, betrokken ziy eene herberg; maar , owonder ! op het oogenblik, dat men het vuur aanstak , vielen de negen pistolen
60 BENIGE -WONDEE^ADEN
uit een stroowisch, waarvan men zich bediende, om het vuur te doen ontvlammen.
4. Wij willen hier ten slotte een voorval uit het leven des Heiligen bijvoegen, dat ons vertrouwen op zijne voorbede zal versterken. — Omstreeks bet jaar 422S, was er te Montpellier , in het klooster , waar de H. Antonins destijds verbleef, een jongeling aangenomen , die veel scheen te beloven. Doch weldra begon hem het kloosterleven te verdrieten , en hij besloot hetzelve te verlaten. En gelijk men zich gewoonlijk van lieverlede tot het kwaad laat medeslepen, wanneer men eens den booze gehoor geeft, zoo gebeurde het ook met den onstand-vastigen novice. Want niet tevreden met heimelijk eene vergadering te verlaten, welke hem zoo liefderijk in haren schoot had opgenomen , beloonde hij de zorg, die zij
VAN DEN H. ANTONIUS. 61
voor hem had gedragen , met de snoodste ondankbaarheid. Hij verliet des nachts het klooster , na alvorens zijnen voormaligen leeraar Antonius een psalmboek ontstolen te hebben.
Iedereen weet, van hoe groote waarde in de middeleeuwen de boeken waren ; met welken buitengewonen arbeid en zorg dezelve werden geschreven, en hoe somtijds de grootste rijkdom eens kloosters in zijne boeken bestond. Daarenboven was dit psalmboek verrijkt met eigenhandige aanteekeningen van Antonius , die hetzelve gebruikte, wanneer hij aan de broeders de psalmen verklaarde. Men kan dus zeer gemakkelijk bevroeden , welk een verlies dit voor den heiligen man moest wezen ; doch zijn vertrouwen op God kwam hem ook hier weer te hulp.
Zoodra hij zijn verlies gewaar werd, wierp hij zich op de kniën
63 BENIGE WONDERDADEN
en bad God, hem dit boek, hetwelk hem zoo noodzakelijk was, te willen teruggeven. De Heer verhoorde spoedig zijn gebod: want toen de jonge dief met zijn bnit eene brug wilde overgaan , stond daar een af-zigtelijk gedrogt, dat hem met opgeheven bijl dreigde te dooden, indien hij niet aanstonds naar het klooster terugkeerde, om het geroofde boek weder te geven. De jongeling liep, half dood van schrik en inwendig door Gods genade getroffen , in allerijl naar het klooster terug , wierp zich weenende voor de voeten des Heiligen, en smeekte allerdringendst om weer in de orde te worden opgenomen , hetwelk hij door de voorspraak van Antonius ook dadelijk verkreeg.
Het eenvoudig kinderlijk vertrouwen, dat Antonius in dat geval in den Heer stelde, heeft te weeg gebragt, dat hem nooit iemand
VAN DEN H. ANTONIUS. 03
heeft aangeroepen, om verloren zaken terug te vinden, zonder daarin de magtige tussclienkomst des Heiligen te ondervinden. Men heeft zelf opgemerkt , dat menschen , die aan andere wonderen juist niet veel geloof slaan , evenwel, wat het hier aangehaalde betreft, eenstemmig denken,
IX.
Algemeens toevlugt.
1. In het jaar 1649 , werd Frau-ciscus Zimala, uit de hoofdkerk komende , door een geweerschot getroffen en viel ter aarde. Hij riep do hulp in van den H. Antonius, hem slechts zeggende : iHeilige wonderdoener, help mij.» Oogenblikke-lijk stond hij op ; twee kogels vielen uit zijne borst, en lieten er geene andere lidteekens van hun geweldigen doortogt achter, dan twee bijna onmerkbare kneuzingen.
64 BENIGE ■WONDERDADEN
2. Hoewel de H. Antonius zijne jeugd in Portugal doorbragt, en er zich niet op de beoefening der talen had toegelegd, predikte hij echter in het Italiaansch en Pransch met zooveel welsprekendheid, als hadde hij er zich van kindsbeen af in geoefend. Er geschiedden gedurig wonderwerken, ten gunste dergenen , die in zijne leerredenen tegenwoordig waren, of ze verlangden bij te wonen.
Zoo kon eene vrouw geen verlof krijgen van haren man, die een zedeloos mensch was, om naar de preken des Heiligen te gaan luisteren. Zij klom toen naar eene hooge kamer harer woning, plaatste zich aan het venster, en hoorde het zoo duidelijk, alsof zij tegenwoordig was op de plaats, waar Antonius predikte, hoewel de afstand vrij groot was. Zij zeide zulks aan haren man, die zelf de waarheid van dit wonder
VAN DEN H. ANTONIUS. 65
ondervond, hetwelk zijne bekeering ten gevolge had. Na dien tijd, hoorde hij met graagte het woord Gods door den mond des Heiligen verkondigen.
»Eene andere vrouw vond , toen zp van de leerrede terugkwam, haar kindje dood in de wieg. Zij snelde dadelijk naar den prediker, om zijnen bijstand in te roepen. Hij zeide haar, hetgeen de Heer in het Evangelie tot den overste zeide, die om de genezing van zijnen zoon bad: «Gra heen, uw zoon is gezond.» En ten zelfden stonde ondervond zij de waarheid van zijn gezegde; want toen zij te huis kwam, was het kind reeds opgestaan en speelde met de andere kleine kinderen.
4. God had hem bovendien met den geest der voorzegging begaafd. Toen hij Gardiaan was in het klooster van Puy en Velay, ontmoette hg nooit zekeren Notaris, die als los-64 5
66 eesige wondebdaden
bandig en vrijgeest bekend stond, zonder zich het hoofd te ontdekken en hem zeer eerbiedig te groeten. De Notaris meende dat hij den spot met hem dreef. Eens zeide hij hem ; «Als ik Gods oordeel niet vreesde »zou ik uleeren dengene, dieunim-»mer eenig leed gedaan heeft, te be-»leedigen, en ik zou u mijnen degen ))door het lijf jagen.» De Heilige antwoordde , dat, wel verre van hem te beleedigen of te bespotten, hij hem met een diep gevoel van lielde en eerbied groette, dewijl hij verzekerd was, dat hij eens een zeer roemrijk martelaar van Jesus Christus zou worden; dat hij hem overigens smeekte zijner indachtig te wezen, wanneer hij zich in de pijnen zou bevinden. De Notaris begon te lag-chen; maar de voorzegging van den Heilige werd al spoedig vervuld. De man volgde eenen Bisschop, die naar Palestina reisde, om er de
VAN DEN H. ANT0NIU9. C7
bekeering der Saracenen te bewerken ; en ontbrandde daar in zulk een grooten ijver voor de zaligheid der ongeloovigen, dat hij zelf hun de waarheden van onze godsdienst verkondigde en hun de buitensporigheden van de leer van Mahomet voor oogen stelde. Deze versteende sectarissen keerden al hunne woede tegen hem, folterden hem gedurende drie dagen op eene wreede wijze, en benamen hem eindelijk het leven. De Notaris verklaarde stervende, dat de heilige Antonius hem deze gelukkige gebeurtenis voorzegd had, en dat men dien Heilige als een groot profeet moest aanzien.
Ziedaar eenige der geboekstaafde wonderen , die op de voorbede van den heiligen Antonius van Padua geschied zijn. Ze allen aan te halen zou geheele boekdoelen vereischen ,
68 ÏENIGE WOKDERDADEK ENZ,
en dan nog zonden er velen onbekend blijven. Want eens zullen wij , in de jaarboeken des hemels, eene menigte gebeurtenissen zien, waarvan wij hier beneden geene kennis dragen.
Deze enkele verhalen zijn echter voldoende, om ons een groot vertrouwen op de voorbede van den heiligen Antonins in te boezemen en ons tot dankbaarheid op te wekken, dat God ons zulk een magtigen voorspreker verleend heeft.
KLEINE GETIJDEN
VAN DEN
HEILIGEN ANTONIUS VAN PADUA.
-Oi-
DE METTEN.
De zegen van den H. Antonius.
Ziet het kruis des Heeren; vlugt, gij wederspannige partijen, de leeuw uit het geslacht van Juda, de wortel van David heeft overwonnen. Alleluja , Alleluja!
v. Heer, open mijne lippen , r. En mijn mond zal uwen lof verkondigen.
v. God, geef acht op mijne hulp, r. Heer, spoed u om mij te helpen, Eere 'zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest, gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen Amen. Alleluja.
70 KLEINE GETIJDEN
Van Septuagesima tot Paschen zogt men, in plaats van Alleluja: Lof zij u, Heer , Koning der eeuwige heerlijkheid.
LOFZANG-.
Bij 't vernemen van de mare , Dat een Minderbroederschare,
Vijf in tal, als martelaar sneeft. En voor Jesus 't leven geeft;
Wordt hij daadlijk Minderbroeder, Draagt zich op aan d' Albehoeder, En met 't woord Gods in de hand , Snelt hij naar der wilden strand. Geef, o Jesus, vol genaden.
Groot in magt en groot in daden , Dat Antonius altijd.
Ons door zijn gebed bevrijd'.
Antiphoon. O wonderbare held van Spanje , schrik der ongeloovi-gen, nieuw licht van Italië, kostbaar pand van Padua: verkrijg voor ons , Antonius , de bescherming der
VAN DEN H. ANTONIUS. 71
genaden van Christus, opdat wij don korten tijd, die ons vergund wordt, niet vruchteloos laten voorbijgaan.
Dat zich alle kinderen des Heeren verblijden.
Dat zij den lof van den H. An-tonius alom verbreiden!
GEBED.
O God, die door de H. Kerk wonderbaar genoemd wordt iu uwe Heiligen, door wier voorspraak zij bijstand gevoelt in alle kwellingen ; verleen ons, dat wij, die in den naam van uwen zaligen Belijder Antonius vergaderd zijn, mogen verkrijgen wat wij verzoeken, opdat wij, in alle voorvallen beschermd wordende, nimmer ophouden u te loven en te danken, door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.
DE PKIMEN,
God , geef acht op mijne hulp .
KLEINE GETIJDEN
Heer, spoed u om mij te helpen, Eere zij den Vader, enz.
LOÏZANG.
Hij verdrijft de ketterijen Met het woord Gods te verbreien, Breekt der helle kerkerslot En bevrijdt de Bruid van God.
Geef, o Jesus vol genaden,
Groot in magt en groot in daden, Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd'.
Ant. Boor wonderteekenen,
die van Gods magt getuigen , Doet hg het ongeloovig volk
zich geloovig nederbuigen. Voor God, zijn Heer, wiens
dierbre Bruid hun lastermond, Door hun vermeten taal,
zoo dikwerf had gewond. Ontwaak, H. Antonins, tot onze hulp.
72
VAN DEN H. ANTONIUS, 73
Verlos ons van alle zigtbare vijanden.
GEBED.
O God, die uwen heiligen Belijder Antonius zulk een uitmuntenden verkondiger van uw woord gemaakt, en de H. Kerk door zijne zalige leering zoo wonderbaar verblijd hebt: verleen ons genadig ! dat wij, hetgeen hij .ons met woorden en werken geleerd heeft, door zijne voorspraak getrouw mogen navolgen, door Jesus Christus, uwen Zoon onzen Heer. Amen.
DE TERTIEN.
God, geef acht op mijne hulp, Heer spoed u om mij te helpen. Eere zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Waters vloeijen uit de steenen. Hard versteende harten weenen ,
74 KLEINE GETIJDEN
Als zijn tong, die honig vloeit, Hen met 's Hemels dauw besproeit.
Geef, o Jesus, vol genaden i Groot in magt en groot in daden, Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd'. Ant. Hij dorstte steeds naar u, o God, en plagt te waken, Van 't eerste morgenlicht,
in uwe dienst en zaken; Gij wildet, dorstend aan het kruis dan voor hem zijn Een helderschijnend licht
een levende fontein. Doe door uwe verdiensten, aller-minnelijkste Antonius,
Onze harten in de liefde van Christus smelten.
GEBED.
Stort, allerliefste Jesus, den vruchtbaren regen uwer liefde overvloedig over onze dorre harten uit,
VAN DEN H. ANTONIUS. 75
en zuiver ze, door de voorspraak van den heiligen Antonius , van alle vlekken der zonden, gij, die leeft en heerscht, met den Vader en den Heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
DE SEXTEN.
God, geef acht op mijne hulp;
Heer, spoed u om mij te helpen.
Eere zij den Vader, enz.
Hij had altijd in zijn leven, 't Heilig kruis in 't hart geschreven; Droeg dit teeken in zijn ziel, Dat hem nimmer lastig viel.
Geef, o Jesus vol genaden, Groot in magt en groot in daden, Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd',
Ant. looft, schepselen, den Heer, die, uit de hemelzalen,
76 KLEINE GETIJDEN
Zijn milden zegen op
u allen af doet dalen, En uwe hoop beloont
door 't onwaardeerbaar goed, Pat, door Antonius,
Hij voor u allen doet.
Dat allen zich verheugen en verblijden,
Die door Antonius tot den schoot der heilige Kerk gebragt zijn.
GEBED.
O God! voor wiens aanschijn de hemelen zelfs niet zuiver zijn , (Job XV, 14) sla een oog van genade op ons, wier vlekken gij, door het dierbaar bloed van uwen eenigen Zoon gewaardigd hebt af te was-schen ; en vergun ons, dat wij, door de voorbede van den heiligen Antonius, zoo door de tijdelijke goederen mogen wandelen, dat onze geest altijd naar n en naar de eeuwige goederen wenschen en verlan-
TAN DEN H. ANTONIUS. 77
gen mogen, door denzelfden Jesus Christus, die met u en den heiligen Geest leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
DE NONEN.
God, geef acht op mijne hulp ; Heer, spoed u om mij te helpen. Eere zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Zijne ziele wordt ontbonden En in die fontein verslonden,
Waar zij nu, in volle rust , Eeuwig hare dorst aan bluscht.
Geef, o Jesus, vol genaden , Groot in magt en groot in daden, Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd'.
Ant. Verheug u, Padua!
in wier verblijde staten, De Heer zulk eenen schat
heeft in bezit gelaten ,
KLEINE GETIJDEN
En dat de goede God
u heeft geopenbaard, In welk een schoon altaar
hij dient te zijn bewaard.
De Heilige verheugt zich in zijne heerlijkheid,
Hij verblijdt zich in zijne rustplaats.
GEBED.
Laat o genadige God I uwe H. Kerk zich verheugen in de voorspraak van uwen H. Belijder An-tonius; opdat zij door geestelijke hulp ten allen tijde gesterkt en waardig gemaakt worde, om eenmaal de eeuwige vreugde te genieten. Door onzen Heer Jesus Christus, die met u leeft en heerscht in de eenheid des Heiligen Geestes, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
DE VESPEES. God, geef acht op mijne hulp ;
78
VAN DEN H. ANTONIUS. 79
Heer, spoed u om mij te helpen. Eere zij den Vader , enz.
LOFZANG-.
Toen hij zalig was gestorven, Is zijn stoflijk deel bedorven,
Maar zijn tong, Gods lof gewoon, Bleef onbedorven en zeer schoon.
Geef, o Jesus vol genaden,
Groot in magt en groot in daden , Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd'.
Antip. O zegenrijke tong,
die zong den lof des Heeren, En ook denzelfden lof
den menschen plagt te leeren: Wij zien nu zonneklaar,
door zulk een wonderdaad, Op welk een hoogen trap
gij in Gods achting staat. Gezegend zij de Heilige Antonius, Wien de Allerhoogste, in den hemel, met zijne heerlijkheid gekroond heeft.
KLEINE GETIJDEN
gebed.
Verhoor ons, o God, onze Zaligmaker , opdat wij, door de voorbede van den H. Antonius , uwen Belijder , den Heiligen Geest, dien gij beloofd hebt aan allen, die den-zelven vragen, heden door zijne verdiensten waardig mogen worden te ontvangen, dien zaligmakenden Geest, die met u en den Vader leeft en heerscht in eeuwigheid. A.
DE COMPLETEN.
Bekeer ons, God, onze Zaligmaker.
En wend uwen toorn van ons af.
God , Geef acht op mijne hulp ;
Heer, spoed u, om mij te helpen. Eere zij den Vader , enz.
LOFZANG.
Wil aan uwe dienaars geven, Zoo gestorven, als die leven.
80
VAN DEN H. ANTONIUS. 81
Door uw voorspraak, van kracht, 't Goed waar iedereen naar tracht. Geef, o Jesus, vol genaden,
Groot in magt en groot in daden, Dat Antonius altijd Ons door zijn gebed bevrijd'. Antiph. Nu is hij deelgenoot
der hemelvreugd geworden, Van 't zalige getal
der vaders van zijn orden, Wier leven hij hier had
beoefend met de daad. Zie, welk een kroon de deugd
haar minnaars achterlaat.
GEBED.
Goedertieren Jesus , die uwen Belijder , den H. Antonius, met ge-durigen luister van wonderteekenen versiert, verleen ons genadig, dat wij, hetgeen wij met vertrouwen door zijne verdiensten verzoeken, door zijne voorbede mogen bekomen. 56 6
82 KLEINE GETIJDEN ENZ.
Die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OPDEAGT.
Antonius neem de getijden,
Die 'k u ter eere bied, toch aan ; Ik wil uw dienaar zijn voortaan. Wil door uwe magt mijn ziel bevrijden. Haar steeds beschermem in den nood,
Vooral in 't uur van mijnen dood, Wanneer zij zal van 't ligchaam scheiden:
Geef, dat zij op dien laatsten dag, U tot haar leidsman vinden mag, Die haar met liefde zult geleiden , Door uw hulpe en aan uw hand, Tot in het hemelsch Vaderland! Ach, toon ook, bid ik, uw vermogen Aan hen, die nog in kwelling zijn, Toon aan de zielen Gods aanschijn. Opdat zo in vrede rusten mogen; Verkrijg van Gods barmhartigheid Voor hen de volle zaligheid!
OP DEN FEESTDAG
VAN DEN
(13 Juruj.)
-lt;x-
LOFZANG.
Heden steeg hij, die Belijder,
wien de volken de eerekroon Juichend brengen , van deze aarde, zalig in de hemelwoon. Vroom, ootmoedig-, kuischenijv'rig, strijdend voor des Heeren zaak, Bleef hij tiouw den pligt vervullen van zijn opgenomen taak. Door zijn deugd en voorbeeld tevens, keert in 't uitgeput gemoed Van den strijder Gods weer veerkracht en verhoogde zielegloed. Daarom ook stijgt, uit ons midden, dank en loflied hemelwaart;
81 LOFZANG EN GEBED.
Strek' zijn bede ookons tot voorspraak bij den pelgrimstogt op aard; Dan toch wordt de lof behaaglijk in der hemellirigen oor, Dien wij der Drieëenheid brengen, heden en alle eeuwen door. Amen.
Antiphone. O beste Leeraar , licht dor H. Kerk, Antonius van Padua, beminnaar der goddelijke Wet, bid voor ons den Zoon Gods.
De Heer geleidde den regtvaardige op effene paden.
En hij toonde hem het rijks Gods.
GEBED.
Laat uwe Kerk, o God zich verheugen in de plegtige feestviering van den H. Antonius, uwen Belijder: opdat zij door geestelijke hulp te allen tijde gesterkt en waardig gemaakt worde, om eenmaal de eeuwige vreugde te genieten. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
VAN DEN
H. ANTONIUS VAN PADUA.
Heer , ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Hemelsche Vader, waarachtig God, ontferm u onzer.
Zoon Gods , Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
Heilige Geest, waarachtig God, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
H. Maria, Moeder en Beschermster van den H. Antonius, bid voor ons.
H. Franciscus, Vader en onderrigter van den H. Antonius, bid voor ons.
86 LITANIE ,
H. Antonius,
Zalige vrucht van Spanje,
quot;Nieuw licht van Italië, Beschermer en roem van Padua, Apostel van Frankrijk,
Navolger van den H. Vader
Pranciscus,
Lelie van zuiverheid,
Kostbare parel der armoede, Klaarschijnend licht van gehoorzaamheid,
Spiegel van boetvaardigheid. Koos van verduldigheid.
Vlam van liefde,
Vat van heiligheid,
Pilaar der H. Kerk, Verkondiger der genade, Uitroeijer der zonden,
Versmader der wereld, Verkondiger van Gods eer, Ootmoedige verberger der wijsheid, Leeraar der waarheid.
Blinkende ster van de Serafijn-sche orde,
VAN DEN H. ANTONIUS.
Ark des Verbonds,
Bazuin des allerhoogsten, Voorvechter van het geloof in
het hoogwaardigst Sacrament, Brandende naar den marteldood, Geesel der ketters,
Schrik der ongeloovigen,
Eoede der dwingelanden,
Vurige minnaar van Gods Huis, IJveraar voor de zaligheid der zielen,
Wonderbare mirakeldoener, Patroon in verlorene zaken, Toevlugt der armen.
Gezondheid der zieken, Vertrooster der bedrukten. Hof van vreugden.
Kenner der harten,
Voorzegger der toekomende dingen,
Verwekker der dooden,
Schroom der duivelen.
Navolger der Oud vaders en Profeten ,
LITANIE
Afbeeldsel der Apostelen, bid voor ons.
Uitstekend onder de Leeraren, bid
voor ons.
Eoem der Heilig-en , bid voor ons. Onze allerzoetste Vader en beschermer, bid voor ons.
Wees genadig, spaar ons. Heer. Wees genadig, verboor ons. Heer. Van alle kwaad, verlos ons, Heer. Van alle zonden.
Van de listen des duivels, ® Van pest, honger en oorlog, o Van den eeuwigen dood,
Door de verdiensten van den §
H. Antonius,
Door zijne brandende liefde, W Door zijnen ijver voor de bekee- fS
ring der zondaren.
Door zijne vurige begeerte naar
den marteldood,
Door zijne gedurige volharding in zijne beloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid,
88
VAN DEN H, ANT0N1ÜS. 89
Door zijn onvermoeiden arbeid, verlos ons, Heer.
Door de wonderbare verscheidenheid zijner wonderwerken, verlos ons, Heer.
Op den dag des oordeels, verlos ons, Heer,
Wij zondaars, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons tot een waarachtig beroaw en leedwezen over onze zonden wilt brengen ,
Dat gij het vuur der goddelijke
liefde in ons wilt ontsteken, % Dat gij ons der verdiensten en amp; voorspraak van den H. Anto- quot; nius deelachtig wilt maken, J3 Dat gij ons vaderland in de dienst ^ van den H. Antonius wilt a doen volharden, i
Dat gij allen, die tot den H. ^ Antonius hunne toevlugt ne- g men, gezondheid naar de ziel en ligchaam wilt verleeuen.
LITANIE
Dat wij, door de verdiensten van den H. Antonius, in alle soorten van deugden voort- J. gang mogen maken, cy
Dat gij alle minnaars en die- g naars van den H. Antonius g met uwe zegeningen wilt voor- ts komen, g
Dat gij u gewaardigt ons te «
verhooren,
Jesus Christus, Zoon van den
levenden God,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer. Lams Gods dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Heer. Lams Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader,enz. Wees gegroet,enz.
90
VAN DEN H. ANTONIU9. 91
Bid voor ons, heilige Antonius;
Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
GEBED.
O allerbarmhartigste Jesus, die uwen Belijder, den H. Antonius, door voortdurende wonderen, op eene wonderbare wijze hebt doen uitschijnen, geef, dat wij, door zijne voorspraak en verdiensten, met zekerheid bekomen, hetgeen wij met vertrouwen verzoeken. Dit smeeken wij u, die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht, in de eeuwen der eeuwen.
ANDEEE LITANIE
VAN DEN
* Aquot;*
Heer, wees ons genadig. Christus, wees ons genadig.
Heer, wees ons genadig.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
God de Vader, Schepper des heelals,
ontferm u onzer.
God de Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God de Heilige Geest, Heiligmaker
der zielen, ontferm u onzer. Heilige Maria, Beschermster van den H. Antonius, bid voor ons. H. Pranciscus, Vader en onderrigter van den H. Antonins, bid voor ons. Heilige Antonius van Padua,
ANDERE LITANIE ENZ.
Eoem van Portugal, uw vaderland,
Licht van Frankrijk,
Fakkel van Italië,
Liefde der volkeren,
Navolger van den heiligen Fran-ciscus,
Getrouwe beoefenaar van zijnen regel,
Wonder van boetvaardigheid, Zegepraler over de wereld, Beminnaar van het kruis. Overwinnaar van de begeerlijkheid des vleesches.
Voorbeeld van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid. Verkondiger van het H. Evangelie,
Godspraak van den Heiligen Geest,
IJveraar der waarheid en der
liefde,
Schrik der hel.
Voorbeeld der volmaakten.
ANDERE LITANIE
Afbeelding van het leven der
Apostelen,
Onderzoeker der gewetens, Bestierder der onwetenden,
Trooster der bedrukten,
Verdediger der onschuld,
Vat van heiligheid.
Machtig in woorden en in werken, St Die door de tegenwoordigheid van het kind Jesus zijt ver- 8 eerd geworden.
Die ontvlamd waart voor de za- g
ligheid der zielen,
Die de toekomende dingen voorzegd hebt.
Die de dooden verwekt hebt.
Hoop van die in gevaar zijn. Wiens bescherming zich krachtdadig doet gevoelen aan degenen, die u aanroepen,
Wien men met vrucht aanroept in het zoeken van verloren zaken, bid voor ons.
Lam Gods, dat de zonden der we-
94
VAN DEN H. ANTONIUS. 95
reld wegneemt, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld , wegneemt,verhoor ons Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer, v. Bid voor ons, H. Antonius, vermaarde verkondiger des geloofe.
r. Opdat wij, onder uwe bescherming, waardig mogen worden tot het eeuwige leven te geraken.
GEBED.
Wij smeeken u, Heer, ons, als voorspeker bij u te schenken uwen Belijder, dec H. Antonius, wiens deugden en wonderen aan u hunne verdiensten, glans en verhevenheid schuldig zijn. Door Jesus Christus, onzen Heer.
OF
TER EERE VAN DEN
Eene Novene is eene oefening, bestaande in gebeden, die gedurende negen achtereenvolgende dagen worden voortgezet ter eere van eenen Heilige, om door zijne voorspraak eene weldaad van God te verkrijgen.
Gelijk de Aartsvaders het getal zeven voor een geheiligd getal hielden, omdat dezelve betrekking had op de zes dagen der schepping en op den daaraanvolgenden zevenden dag, die de rustdag was, hetwelk alzoo eene voortdurende belijdenis van het leerpunt der schepping en,
NOVENEN.
bijgevolg, van zeer veel gewigt was ; en even als in de christen Kerk het getal drie als geheiligd beschouwd wordt, omdat hetzelve betrekking heeft tot de personen der Allerheiligste Drievuldigheid, welk goddelijk geheim door de ketters werd aangerand en waarom de Kerk zich beijverd heeft om er de uitdrukking in hare uitwendige eeredienst van te vermenigvuldigen; — van waar de driemaal herhaalde besproeijing in het doopsel, het driemaal heilig in de openbare getijden, het driemaal herhaald teeken des heiligen Kruises door den priester in de Mis, enz. — zoo ook is de novene ot negendaagsche oefening, als een geheiligd en uiterst nuttig gebruik aan te zien. Zie hier den oorsprong, die men aan deze geestelijke oefening toeschrijft.
Na de Hemelvaart van Jesus Christus, waren de Apostelen naar Jerusa-54 7
97
NOVENEN.
lem teruggekeerd, om daar do voltrekking der beloften van onzen god-delijken Verlosser af te wachten. Zij bleven er in eene kamer afgezonderd , waar zij, met Maria, de Moeder fan Jesus, gedurende negen dagen, in het gebed volhardden. Den tienden dag, zijnde het Pinksterfeest, ontvingen zij den Heiligen Geest.
Om deze negendaagscho gods-vrucht-oefening wel te verrigten, moet men dezelve beginnen met eene groote ootmoedigheid, met een' diepen eerbied en vooral met een zuiver doel, en daarbij geen ander inzigt hebben, dan de meerdere eer van God en van den Heilige, tot wiens eer men de novene houdt. En dewijl de zuiverheid van een goed geweten het krachtdadigste middel is, om Gods barmhartigheid te bewegen, dient men deze novene door de biecht en de heilige Communie-te beginnen.
98
NOVENEN.
Is men niet in staat om wezenlijk te communiceeren, dan trachte men het geestelijker wijze te doen, hetzij in eene gewone, of wel in eene, ter eere van den Heilige, gelezene Mis.
Vóór, onder of na de H. Mis, kan men het onderwerp overwegen, hetwelk voor iederen dag voorgesteld is en het daarop volgende gebed lezen, waarbij men de litaniën, of de kleine getijden van den Heilige kan voegen ; — zij, die niet kunnen lezen, kunnen vflf- of negenmaal, of zoo dikwijls zij het goedvinden, het Onze Vader en Wees gegroet bidden.
Het is ook eene godvruchtige gewoonte, iemand te laten communiceeren tot het einde, dat men zich in de novene heeft voorgesteld, aalmoezen te geven, en op den vooravond, of op eenen dag der novene, te vasten.
Bovenal moet men een vast vertrouwen hebben, dat men zal bekomen hetgeen men verzoekt: ten tee-
99
NOVENEN.
ken van dat vertrouwen, kan men eene waskaars doen ontsteken voor het beeld des Heiligen, als om door de vlam derzelve de vurigheid van ons vertrouwen en verlangen af te beelden.
Wanneer men geen genoegzaam geloof of vertrouwen in zijn hart gevoelt, kan men zich in den geest vereenigen met al degenen, die ter zelfder ure in de verschillende landen der wereld eenig gebed tot dezen Heilige storten, en zich verbeelden, dat men bij die personen is, hunne woorden en gebeden hoort en in al hunne goede werken deelt; want er staat geschreven; Waar er eenigen in het gebed vereenigd zijn, ben ik in hun midden.
Eindelijk moet men volkomen overgegeven zijn in den goddelijken wil, ten opzigte van hetgeen men van God, door de voorspraak en verdiensten van den Heilige, verzoekt. Want niettegenstaande zijne magtige
100
NOVENEN. 101
bescherming, mogen wij ons niet verzekerd houden, dat de novene met den uitslag van ons verlangen zal bekroond worden. Immers, hoevele Christenen verzoeken van God dingen, die strijdig zijn met zijnen heiligen wil, nadeelig voor hunne zaligheid en zijner verhevenheid onwaardig? De God, die in eene schamele kribbe tranen stortte, kan niet altijd dengene verhooren, die aardsche genoegens vraagt, noch rijkdommen schenken, daar hij de armoede aanprees. Een christen, door de genade en den geest Gods bezield, verkiest een gerust geweten boven de eer, de deugd boven het geld, ja zelfs de droefheid boven de vermaken. Bidt hij somtijds om vergankelijke goederen, dan geschiedt zulks uit nood en ter zijner zaligheid; maar hij voegt bij zijne vraag dan altijd de woorden van den Zaligmaker: Niet mijn wil geschiede, maar de uwe!
NOVENEN.
102
Houdt men in die gesteltenis de novene en verkrijgt men evenwel niet wat men verzocht heeft, dan verlieze men daarom niet het vertrouwen op den Heilige, dewijl God dikwijls de gunsten, die wij verzoeken , verandert in een oneindig getal andere, welke met onze behoeften, die Hij veel heter kent dan wg, meer overeonkomen.
OF
GODVRUCHTIGHEID DEll NEGEN DINGS-DAGEN TER EERE VAN DEN HEILIGEN ANÏONIUS VAN PADUA.
Oorsprong dezer negendaagsche gods-vrucht-oefeningen.
Ten jare 1617 leefde er te Bo-nonië eene adelijke dame. Twee en twintig jaren was zijgelmwd, zonder dat God deze echt met een kind zegende. Zij hoorde van do talrijke wonderenf spreken, welke God op de voorbede van den H. Antonius wrochtte en besloot tot dien mag-tigen voorspreker hare toevlugt te nemen. Eens wierp zij zich voor een altaar van den Heilige neder en bad hem langen tijd, onder een vloed van tranen, om van den Hemel den zegen voor haar huwelijk te be-
EERSTE NOVENE.
komen. Den volgenden naeht meencb zij, in den slaap, den H. Antonius te zien, met een glansrijk licht, als schitterende stralen zijner he-melsche heerlijkheid, omgeven. Hij gebood haar, negen achtereenvolgende dingsdagen zijne kapel te bedoeken en voor zijn beeld te bidden
Die onverwachte verschijning deed haar deze godvruchtige oefening met een kinderlijk vertrouwen ondernemen, waardoor zij verdiende verhoord te worden.
Maar de gunst, welke zij van God verworven had, strekte slechts om haren kwaaddenkenden man achterdocht in te boezemen. Hij behandelde haar met eene ongewone wreedheid, als ware zij hem ontrouw geweest; en bij deze droefheid der edele vrouw voegde zich nog eene tweede smart.
In plaats van een kind ter wereld te brengen, dat de roem van
104
EERSTE NOVENE.
105
den Heilige deed blijken, aan wiens voorspraak het zijne geboorte te danken had, scheen hare vrucht niets menschelijks te hebben. Op dit gezicht drong de arme moeder een zwaard van droefheid door het harte; en onder een stroom van tranen, beschuldigde zij zich zelve den Hemel met hare verzuchtingen en verlangens last aangedaan te hebben. Maar in den wil van God berustende, neemt zij andermaal hare toevlucht tot den H. Antonius en op de bescherming van haren heiligen Patroon vertrouwende, gebood zij, het mismaakte wezen in doeken te winden en naar zijn altaar te brengen; zij beval hetzelve den Heilige vurig aan; en zie, eensklaps hoorde men het geschrei van een kindje, en het beziende, zagen zij, dat het een kindje was, hetwelk zeer schoon en als een sieraad onder de kinderen der menschen was.
106 EERSTE NOVENE.
De geheele stad was van verwou-dering opgetogen, loofde God en zijn' magtigen dienaar, den H. An-tonius van Padua en iedereen erkende het nut en de voordeelen der negen dingsdaagsche godvruchtigheid. (1)
-45-
EEESTE DINGSDAG.
Magt van den H. Antonius van Padua over den dood.
(Zie Bladz. 36.)
De H. Antonius van Padua heeft een groot aantal dooden, in verschillende lauden, ten leven opgewekt. Te Lissabon, gaf hij het loven aan zijnen neef terug, wiens ligchaam reeds begon te verteren. In het koningrijk Leon, in Spanje
(I) Acta SS. Pap., T. 2 Jun. 771, n. 139.
EERSTE NOVENE.
wekte hij de docliter des konings op, die reeds sedert drie dagen overleden was. Hij heeft verscheidene kinderen, die, of in de wieg versmacht, of in 't vuur of water gevallen waren, weder tot het leven geroepen.
Bemerk hier de groote magt van den H. Antonius over den ligchame-lijken dood; maar bewonder nog meer den ijver, waarmede hij in den hemel ontstoken is, om de zielen uit den dood der zonden op te wekken; wilt gij derhalve den geheimen afschrik, dien gij van den dood hebt, overwinnen en steeds door het leven der goddelijke genade leven, neem dan uwe toevlugt tot onzen grooten Heilige.
Dat Israël op den Heer hope, van den dageraad af tot den nacht toe.
Want de Heer is barmhartig, en bij Hem is overvloedige verlossing. (Ps. 129.)
107
EtKSTE NOVEUE.
GEBED.
Roemrijke heilige Antonins, die door onzen Zaligmaker, Jesus Christus, aan zoovele dooden het leven hebt wedergegeven, red, bid ik u, van den dood der zonde alle zielen, die er aan gestorven zijn ; maar bescherm vooral de ziel van mij, uwen dienaar. Druk mij, groote Heilige, die gevoelens in, die het tot een goed einde leiden : maak, dat de doodstrijd mij niet onverwachts overvalle en dat ik tot aan het graf, al de plig-ten van een waar christen vervulle. Sta mij bij in mijn laatste uur en maak, door uwe bescherming, dat ik en uwe getrouwe dienaren, van den eeuwigen dood bevrijd blijven. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
108
EEESTE NOVENE.
TWEEDE DINGSDAG.
Magt van den H. Antonius van Padua over de dwalingen der ketterijen.
(Zie Bladz, 40.)
De H. Antonius toonde vooral zijne magt, door de zielen op den weg der zaligheid terug te doen keeren. Hij werkte talrijke wonderen om de ketters te beschamen en het geloof in hune ziel te doen herleven. Eens maakte hij, dat twee dorre en half verbrande wijngaardranken weder geheel groen werden; en op zijn bevel overdekten zij zich met druiven en bladeren, in tegenwoordigheid van twee kettersche leeraars, die zich bekeerden.
Zoo verlicht onze groote Heilige degenen, die in de duisternis der ketterij dwalen. Wij moeten hem deze genade verzoeken voor zoo vele
109
110 EEKSTE NOVENE.
ongelukkigen, die van den weg der zaligheid verwijderd zijn.
Heer, verhoor mijn gebed, open uwe ooren voor mijne smeekingen, volgens uwe waarheid: in uwe regt-vaardigheid, verhoor mij. (Ps. 142.)
GEBED.
Eoemrijke H. Antonius, glansrijk licht der heilige Kerk, gij, die zoo vele zielen op den weg ten hemel hebt terug gebragt, die denzelven verlaten hadden; verkrijg, bid ik u, voor alle getrouwe christenen de genade, om in dit geloof te volharden en voor de ongeloovigen, om tot den eenigen schaapstal terug te keeren. Ontvlam de katholieke herders met ijver, om de verlorene schapen op te zoeken; en maak, door uwe voorbede, dat er spoedig niet meer dan ééne kudde en één
EERSTE NOVENE.
herder, dan één eenige schaapstal zij. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet,-...
DEEDE DINGSDAG.
Magt van den H. Antonius van Padua over het lijden en de kwellingen.
(Zie Bladz. 43.)
Onze Heilige onderscheidde zich altijd door een groot medelpen voor degenen, die door tegenspoed of kwellingen werden overvallen. De verdrukten vonden in hem altijd een kloekmoedigen verdediger.
Stelt dan. Christenen, stelt dan voortaan uw vertrouwen op dezen magtigen beschermer der zwakken en verdrukten. Wordt gij onregt-vaardig beschuldigd, voert men lastige processen tegen u, neemt dan uwe toevlugt tot hem: hij zal uw
Ill
112 EEESTE NOVENE,
voorspreker en verdediger wezen; zijt gij mistroostig, opent hem dan uw hart en hij zal u troosten.
GEBED.
Liefderijke vertrooster van alle bedrukten, die tot u hunne toevlugt nemen, ik kom uwe goedertierenheid inroepen. Zie den angst, die mij benaauwt en stil door uwe gebeden de goddelijke gramschap, welke mijne misdaden ontstoken hebben. Help mij uit den nood, opdat ik God met meer vrijheid des geestes diene. Is het echter te mijner zaligheid voordeelig, dat ik nog lijde, dan ben ik tevreden, als gij mij slechts geduld en gelatenheid in mijn lijden gelieft te verwerven, in ver-eeniging met Hem, die zooveel voor ons geleden heeft. Ontferm u over de noodlijdenden, die in groote behoefte verkeeren; over de weezen, die verdrukt worden en over de verlatene
EERSTE NOVENE.
weduwen. Droog hunne tranen af en doe hen beschermers vinden; en dat zij, na den tegenspoed ter voldoening hunner zonden geleden te hebben, waardig mogen worden met u dien vrede te genieten, welken men hier beneden niet vinden kan. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
VIERDE DINGSDAG.
Magt van den H. Antonius van Padua over den duivel.
(Zie bladz. 47.)
Deze magt was zoo groot en zoo wonderbaar, dat de aanroeping van zijnen naam alleen hen dikwijls op de vlugt gejaagd heeft en hen met een vreesselijk geschreeuw de bezetenen heeft doen verlaten: dit getuigt 54 8
113
114 EERSTE NOVENE. |
een groot aantal dier ongelukkigen, die door de verdiensten van den Heilige van de dwingelandij der hel-sclie geesten bevrijd zijn geworden. ^
Christenen! erkent met vreugde de groote magt van den H. Antonius over de helsche geesten en vlugt onder zijne besclierming, om over hunne aanvallen te zegevieren. Eigt tot hem thans het volgende gebed:
GEBED.
Groote H. Antonius, magtige beschermer dergenen, die zich onder uwe hoede stellen , behoed ons van de doodzonde, die de ware duivel en dwingeland onzer zielen is. Maak , dien wederspannigen en gevaarlijken geest beschaamd, die slechts den val onzer zielen beoogt en doe ons over die trotsche en hoovaar-dige magten zegepralen; opdat wij, „ na op aarde vrij van hunne ban-
EEKSTE NOVENE.
den geleefd te hebben, in den hemel de vrijheid en de eeuwige vreugde genieten mogen. Amen.
Onze Vadar..... Wees gegroet.....
VIJFDE DINGSDAGr.
Magt van den H. Antonius van Padua over de ziekten.
(Zie bladz. 49.)
Leer, door de voorbeelden, in uwe ligchamelijke en geestelijke kwalen uwe toevlugt te nemen tot den H. Antonius en vooral niet ontrouw zijn aan uwe beloften Stel niet uit om u aan hem aan te bevelen, tot dat alle menschelijke geneesmiddelen vruchteloos beproefd zijn; maar wend u, van het begin uwer ziekte, tot dien magtigen dienaar Gods, zonder daarom de natuurlijke hulpmiddelen der kunst achter te
115
116 EERSTE NOVENE.
laten. God zal dezelve met vrucht doen werken. Meermalen schrijft men aan de bekwaamheid des ge-neesheers toe, hetgeen niets anders dan de uitwerking des geheds is.
GEBED.
Vermogende en liefdevolle geneesheer, genees, bid ik u, mijne ziel van al hare geestelijke kwalen. Ik hen helaas! met de melaatschheid der zonde geheel en al besmet en neem tot u mijne toevlugt. Ik ben met wonden overdekt, wees voor mij de barmhartige Samaritaan des Evangelies. Genees al degenen, die in hunne ziekten en ellenden uwe hulp inroepen, opdat zij zich met mij in eene volkomene gezondheid naar ziel en ligchaam verheugen en wij elkander tot de deugd van God opwekken. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
EERSTE NOVENE. 117
ZESDE DINGSDAGr.
Magt van den H. Antonius van Padua over de zee en de wateren.
(Zie bladz. 51.)
Op de aanroeping van dezen grooten Heilige, heeft men des nachts somtijds een schitterend licht den koers van een schip, dat in gevaar was, zien voorlichten; hij wandelde dikwijls zelf op de baren, om schipbreukelingen ter hulp te komen en hij heeft ongelukkigen uit het water geholpen, die op het punt waren van te verdrinken. Laten wij hem derhalve in onze gevaren aanroepen en hem met geloof en hoop bidden.
GEBED.
Getrouwe gids der reizigers, geleid, bidden wij u, de schepen.
118 EEESTE NOVENE.
(Le door den storm bestookt worden, iu behouden haven; maar bestuur vooral, groote Heilige, onzen loop door deze wereldzee, waar wij zoo vele klippen ontmoeten, opdat wij gelukkig in de haven van het he-melsch Jerusalem mogen aanlanden.
Onze Vader..... Wees. gegroet.....
ZEVENDE DINGSDAa.
Magt van den H. Antonius van Padua over de boeijen der kerkers.
(Zie bladz. 53.)
t
Deze magt des Heiligen wordt door groote wonderen op eene onloochenbare wijze bevestigd. Zij zijn voor ons zoo vele beweegredenen, om in ongelukkige omstandigheden t tot hem onze toevlugt te nemen en zijne voorbede in te roepen voor
EERSTE NOVENE. 119
zoo vele ongelnkkigen, die in de boeijen verkwijnen en dikwerf het slagtoffer zijn van eene oogenblik-kelijke drift op eene voorbijgaande zelfvergeting. Er bevinden zich in den kerker zielen, die dierbaar aan God zijn; harten, die hem willen beminnen en dienen.
GEBED.
O roemrijke Heilige, waarachtige vertrooster der bedrukten, die zoo dikwijls de boeijen geslaakt hebt van hen, die onder het dwangjuk der Turken of van andere overweldigers zuchten; verbreek, bid ik u, de boeijen, die mijne ziel kluisteren. Verkrijg voor mij, groote Heilige, eene ware kennis van God, eene opregte versterving en eene volkomene overwinning mijner harts-togten, opdat ik leve als slaaf van God en eenmaal met u, de heilige
120 EERSTE NOVENE.
Drieëenheid in alle eeuwigheid kunne loven. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
ACHTSTE DINGSDAGr.
Magt van den H. Antonius'van Padua in het doen wedervinden van hetgeen verloren is.
(Zie bladz. 57.)
Onder de wonderbare gaven, die onzen Heilige kenmerken, is er eene, welke hem van alle andere Heligen onderscheidt, namelijk: de magt, die hij heeft, om verlorene zaken te doen wedervinden.
Bij het zien van zoo vele bewezen, moeten wij met vertrouwen tot dien grooten Heilige onze toe-vlugt nemen, om terugpe vinden, hetgeen wij verloren hebben, en te
EEKSTE NOVENE. 121
behouden, wat wij bezitten. Maar dewijl het grootste wonder bestaat in het terug bekomen der verlorene genade, bidden wij daarom voor degenen, die dat verlies ondergaan hebben, en ook voor ons zei ven, indien wij dat ongeluk gehad hebben.
GEBED.
Bid voor mij, groote Heilige, opdat ik de genade van mijnen God terug moge vinden, wanneer ik het ongeluk gehad heb dezelve te verliezen ; en dezelve te behouden, indien ik het geluk heb gehad, ze ontvangen te hebben. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
122 EERSTE NOVENE.
NEGENDE DINGSDAG.
Magt van den H. Antonius van Padua in alle omstandigheden des levens.
(Zie bladz. 63.)
Wij kunnen, zonder overdrijving van den gelukkigen Antonius zeggen , hetgeen weleer de aartsvaders Izaak van zijnen zoon Jacob getuigde : »Zie de geur van mijnen zoon, die den geur gelijkt van een vruchtbaren akker, welken God gezegend heeft.» De wonderen bevestigen ten volle de waarheid van die woorden, welke op onzen Heilige toegepast zijn.
GEBED.
O Jesus! die alleen de wonderen en bovennatuurlijke wonderen wrocht, ik werp mij voor u ter aarde; ik loof, verheerlijk en dank u voor de
EERSTF. NOVENE. 123
roemrijke gaven, welke gij aan uwen dienaar den H Antonius, in zoo ruime mate hebt medegedeeld. Door deze groote voorregten, smeek ik u, mijn God, de gebeden dergenen te verhooren, die uwe gunsten door de voorbede van dezen Heilige af-smeeken; schenk hun het leven der genade, indien zij den dood der zouden gestorven zijn: het licht der waarheid in hunne dwalingen, den troost in hunne ongerustheden; eene veilige haven in hunne schipbreuk en een' goeden uitslag in al hunne ondernemingen. Ik aanbid u. Heilige Drieëonheid; ik aanbid u, magt des Vaders, wijsheid des Zoons, genade des Heiligen Geestes en smeek u, mij de gunst te verleenen, welke het doel mijner novene is. Ik vraag u dezelve door de verdiensten van den H. Antonius van Padua» mijnen beschermer. Amen.
Onze Vader.....Wees gegroet.....
OF
NEGENDAAGSCHE GODVRUCHTIGHEID TOT DEN H. ANTONIüS YAN PADUA.
Gebeden, te lezen voor het beeld van den Heilige.
EERSTE DAG.
Ik groet u, H. Antonins, witte lelie van zuiverheid, u, die het sieraad en de roem des Christendoms zijt! ik groet u, groote H. Antonius! u, Cherubijn der wijsheid en Serafijn, die door de goddelijke liefde geheel ontvlamd zijt! Ik eer en groet u uit den grond mijns harten; ik wensch u geluk met al de gunsten en weldaden, welke de Heer u zoo overvloedig heeft toegedeeld. O, H. Antonius! ik kniel in al de nederigheid mijns harten voor u neder, ik betuig mijnen eerbied aan uw
TWEEDE NOVENE. 125
heilig afbeeldsel en smeek u met het grootste vertrouwen, mij in al mijne noodwendigheden bij te staan. Met nat geweende oogen en onder het slaken van zuchten zie ik tot uw beeld op, maar met de gevoelens der teederste toegenegenheid verhef ik de oogen mijner ziel ten hemel. Gewaardig u op mij eenen blik te vestigen met dezelfde genegenheid en liefde, waarmede ik mijne oogen tot uw heilig beeld ophef en smeek u mijner te ontfermen. Ik bid u door de teederheid, die gij gevoeldet, toen gij het beminnelijk kind Jesus op uwen arm droegt, hetzelve den nood, waarin ik mij bevind, te doen kennen en mij zijne gunsten te verwerven. Het is u zoo gemakkelijk, H. Antonius, mij te helpen; slechts eene enkele verzuchting is er noodig, om mijn gebed te doen verhooren, dewijl hiet kind Jesus, dat gij met zoo veel liefde
126 TWEEDE NOVENE.
draagt, u niet zal kunnen weigeren, wat gij het voor mijn welzijn vraagt. Indien Jesus, toen gij nog op deze aarde leefdet, u zoo zeer bemind heeft, dat hij u niet alleen meermalen verschenen is, maar u zelfs toestond hem, als kind, op uwe armen te dragen, hem te omhelzen en met duizen-de liefkozingen te overladen, zalhg u, nu gij in den hemel methemheerscht, nog meer beminnen, eeren en verhoeren. En opdat de wereld wete, dat het beminnelijke kind Jesus zich gewaardigd heeft tot heden toe op uwe armen te big ven rusten, gelijk het zulks op de aarde deed, hoeft hg gewild, dat schilder en kunstenaar u voorstellen met het minnelijke kind Jesus, omdat Jesus en Antonius, als teerminnende harten, altijd vereenigd waren en gedurende alle eeuwigheid vereenigd willen blijven. Ik groet u derhalve, onscheidbare vrienden, Jesus en Antonius!
TWEEDE NOVENE. 127
ik vereer u, zoo nauw vereenigde zielen, Jesus en Antonius! Ik smeek n, minnende harten, Jesus en Antonius, toont u welwillend jegens mij en ontvlamt mijn hart in uwe liefde en godvrucht voor u. Ik Md u daarom, o Jezus! door den H. Antonius; ik bid er u om, Antonius, door uwen dierbaren Jesus. O Jesus en Antonius, ik smeek u door de overgroote teederheid en de heilige gemeenzaamheid , welke op de aarde altijd tusschen u heerschten en die gij thans in den hemel elkander voortdurend bewijst; neemt mij onder het getal uwer dierbaarste vrienden op. O Jesus en Antonius, ik schenk u mijn hart. O Jesus en Antonius, ik stel al mijne zorgen en ongerustheden in uwe handen; schenkt mij slechts het geluk, om even als ik op de aarde met allen eerbied en alle godvruchtigheid mijne blikken op n vestig, u eeuwig in den he-
TWEEDE NOVENE.
mei te mogen aanschouwen. Amen. Onze Vader.....Wees gegroet.....
TWEEDE DAG.
O H. Antonius, getrouwe en standvastige vriend in den nood, die gewoon zijt de bedroefden van harte te vertroosten en bij te staan, werp van den troon uwer heerlijkheid een' ontfermenden blik op deze aarde en zie mij, armen zondaar, aan. Ik ben hier gekomen om u te bezoeken, uw heilig beeld te eeren, om u den nood, waarin ik mij bevind, kenbaar te maken. H. Antonius, met alle gunsten verrijkt en schitterend van deugden en heiligheid, ik groet en vereer uw beeld. Ik kom u al mijne noodwendigheden bloot leggen en roep hier de goedwilligheid van uw medelijdend hart in. Indien ik u hier
128
TWEEDE NCVENE. 129
9
persoonlijk zag, o, hoe veel eer zou ik u dan bewijzen, met welke nederigheid zou ik uwe voeten kussen, hoe hartelijk zou ik u omhelzen , en met alle vertrouwen zou ik u uit geheel mijn hart aanroepen ! Maar, dewijl mij die gunst niet toegestaan is, wil ik aan uw heeld al de eer bewijzen, welke ik u toonen zou, indien gij hier in persoon tegenwoordig waart. Ik groet u dan, H. Antonius, en buig mijn schuldig hoofd met al den eerbied, die u toekomt; ik vestig mijne pligtige oogen op u, en hef mijn bedroefd hart tot u op. O H. Antonius, gij zijt in waarheid de vertrooster der zielen; ik ben, wel is waar, door mijn zondig leven uwer voorspraak onwaardig; maar dewijl het der goddelijke Majesteit behaagt, dat de regtvaardigen niet alleen, maar ook de zondaars, die met eene ware godvrucht en een
54
130 TWEEDE NOVENE.
vast vertrouwen tot u hunne toe-vlugt nemen, vertroosting ontvangen door uwe voorbede bij den Heer, kom ik tot u in den nood,, waarin ik mij bevind, en roep ik uw overgroot medelijden uit den grond mijns harten in. Duld, beminnelijke vader, dat mijn gebed tot u opstijge, en dat mijne zuchten uw ontfermend hart bewegen. De droefheid, waarin ik mij bevind, is u niet onbekend; mijne angsten zijn u niet verborgen, en gij kunt gemakkelijk van God verkrijgen, wat ik u vraagquot;: hoe toch zal uw dierbare Jesus, die zich in uwe handen gesteld heeft, u iets kunnen weigeren? Duld dan, dat ik uwe goedertierenheid, welker roem bgna de geheele wereld door herhaald wordt, moge prijzen; want bijna allen, die u met opregtheid hebben aangeroepen, erkennen met blijdschap, dat gij vol van goed-
1WEEDE NOVENE. 131
heid zijt jegens den armen zondaar, en dat gij niemand, die uwe hulp met een vast vertrouwen heeft ingeroepen, wegzendt zonder hem te vertroosten. Ik stel daarom mijne huidige smeeking in uwe handen, en beveel ze u vertrouwelijk aan: gewaardig u dezelve te mijnen gunste aan uwen dierbaren Jesus aan te bieden, en er over te beschikken volgens zijn' goddelijken wil. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
-
DERDE DAG.
O groote H. Antonius, liefdevolle vertrooster van alle verlatene men-schen, en voortdurende wonderdoener in alle soorten van angsten, de geheele wereld herhaalt uwen lof; van alle kanten hoort men uwe wonderen verkondigen. Gelijk God u, toen gij op aarde leefdet, bij-
132 TWEEDE NOVÏNE.
zonder had uitverkoren om zooveel duizenden zielen te bekeeren, evenzoo is liet zijn welbehagen u thans, nu gij voor alle eeuwigheid met hem in den hemel heerscht, door voortdurende wonderwerken te verheerlijken, en door uwe voorbede zijne genaden en gaven op de aarde te verspreiden. Ik nader u daarom met het grootste vertrouwen, troost der bedroefden, en bid u, door de bijzondere gunst, die God u verleend heeft, met u tot een' getrouwen en hechten vriend in alle noodwendigheden te maken, dat gij u gewaar-digt mijn gebed te verhoeren, en inij in mijnen nood te vertroosten. Ik smeek u daarom door de onuitsprekelijke vreugde, die uw maagdelijk hart smaakte, toen het beminnelijk kind Jesus u in zijnen luistervollen glans verscheen, en u zoo veie bewijzen van gehechtheid er. vertrouwen gaf, dat gij voor mij.
TWEEDE NOVENE.
armen zondaar, spreken wilt bij dat goddelijk kind, dat ik tusschen uwe armen aanbid, en dat gij hem mijne behoeften blootlegt. Ik smeek er u om door al de gunsten en weldaden , waarmede Jesus Christus u hier beneden overladen heeft, dat gij mij uwer verdiensten deelachtig maakt, en mij do weldaad, waarom ik u vraag, niet weigert. Doe mij ondervinden, groote H. Antonius, dat ik u niet te vergeefs heb aangeroepen, opdat mijno liefde en godvrucht voor u meer en meer outvlamme, en ik, ten aanhoore der geheele wereld, uwen H. Naam kunne loven, zegenen en verheerlijken. Amen.
Onze Vader.. . Wees gegroet.....
VIERDE DAG.
O roemrijke H. Antonius, die met de gaven van wonderen begunstigd
133
134i TWEEDE NOVENE.
zijt, en een groot vermogen bij den Heer bezit om zijne weldaden over ons te doen afdalen, draag al mijne noodwendigheden voor zijnen troon, en verwerf mij , door uwe gebeden, zijnen goddelijken zegen. En indien ik niet bij magte ben al de behoeften , die mij omgeven, op te sommen , zie ze dan allen in het wezen van mijnen en uwen Schepper. Zie, ik smeek, voor uw heilig beeld nederge-knield, uwe hulp met de diepste nederigheid af. O beschermer dergenen, die tot u hunne toevlugt nemen, ik werp mij met een kinderlijk vertrouwen in den schoot uwer goedertierenheid. Werp, bid ik u, een' ontfermenden blik op de smarten, die mij drukken. en bedaar, door uwe voorspraak, de gramschap van mijnen God, dien ik door mijne zonden vertoornd heb. Verlos mij van de droefheid, waarin ik mij bevind, opdat ik u met eene galige gerustheid des geestes dienen
TWEEDE NOVENE.
moge. Indien het echter tot mijne zaligheid voordeelig is nog te lijden, zal ik er in berusten; maar verkrijg dan voor mij een standvastig geduld en eene volmaakte onderwerping om te lijden ter liefde van hem, die hoewel onschuldig, zich gewaardigd heeft voor de schuldigen te lijden. Verlaat mij, bid ik u, nooit, en verwerf mij in- en uitwendige vertroostingen in mijn lijden, opdat de goddelijke Majesteit, uit kracht uwer verdiensten, zich gewaardige ons in zijne heilige dienst te bevestigen, ons in onze kwellingen te ondersteunen , en ons eindelijk de genade schenke zulk een christelijk leven te leiden, dat wij tot het eeuwig leven mogen geraken, om daar met u gedurende alle eeuwigheid, God te loven, te zegenen en te beminnen. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
135
136 TWEEDE NOVENE.
VIJFDE DAG.
0 groote H. Antonius, magtige Beschermer van al degenen, die n met vertrouwen aanroepen, met godvrucht eer ik uw heilig afbeeldsel, en smeek u ootmoedig, door uw vurig verlangen om voor Jesus Christus te sterven, dat het u behagen moge mij krachtigen troost te verwerven in de ellenden, die mij overstelpen. Wees mijn beschermer al de dagen mijns levens, en reik mij voortdurend eene behulpzame hand toe. Nooit heeft iemand zich met vertrouwen tot a gewend, zonder door uwe voorbede getroost en verligt te worden. Gij ziet de ellenden, die mij omringen, en de smarten, die het gevolg mijner herhaalde zonden en trouweloosheden zijn. Ik bid u, door al uwe te -genspoeden gedurende uw sterfelijk leven, en door het wonderbare geduld,
TWEEDE NOVENE.
137
dat gij altijd aan den dag legdet, voor mij, door uwe gebeden, eenige vertroosting in mijnen nood te verwerven, ot ten minste aan God te vragen, dat hij zichgewaardigemij de noodige hulp te verleenen, om den tegenspoed met geduld te dragen , opdat ik door de menschelijke zwakheid niet overmeesterd worde, en het ongeluk hebbe tegen God te morren, of ongeduldig te zijn in de rampspoeden van dit tijdelijk leven. Bewijs mij die dienst, groote Heilige, opdat ik, door de uitwerksels van uwe vermogende hulp, uwen lof alom verkondigen moge, en aan de geheele wereld de groote verdiensten bekend maken, die gij bij den Alraagtige hebt, en dat ik alzoo de menschen moge brengen tot de dienst van God, die even barmhartig als wonderbaar in zijne werken en Heiligen is, en die den menschen, door uwe vermogende voorspraak, tal-
TWEEDE NOVENE.
looze gunsten en weldaden verleend heeft. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
ZESDE DAG.
O wonderbare H. Antonius, die door de heiligheid uwer werken en uws levens van Gods goedheid de aanschouwing van zijn goddelijk wezen in den hemel verdiend hebt; en door uwe niagtige voorspraak de ellenden en den nood dergenen afwendt, die door de banden des vleesches nog aan het aardsche gehecht zijn; neem ook deel in de rampspoeden , die mij thans drukken, en dat uwe teederheid u bewege om uwe gebeden voor mij aan God op te dragen. Tot mijne schande beken ik, dat al de ongelukken, die mij ieder oogenblik bestormen en verontrusten, de vruchten mijner ongereg-
138
TWEEDE NOVENE.
139
tigheid en het gevolg mijner zonden zijn; doch, indien gij mijnen Schepper opmerkt, dat veeleer de zwakheid mijner bedorvene natuur dan mijne boosheid oorzaak zijn, dat ik gedurig her?al, en mijne driften dikwijls mijne rede overheerschen, dan zult gij ongetwijfeld den toorn des Heeren stillen, en voor mij de vergeving bekomen. Ik stel mijn vertrouwen dan op u, magtige Voorspreker, wiens wondervolle werken door geheel de wereld bekend zijn, en ik twijfel er in geenen deele aan, of ik zal door uwe gebeden verligt worden. Neen, hoe onwaardig ik mij uwer bescherming ook gemaakt hebbe, zult gij mij niet verstoeten; maar gij zult mij vertroosten, of voor mij de noodige hulp verkrijgen, om nog langer te lijden, en mij geheel aan den goddelijken wil te onderwerpen, opdat ik, door mijne gelatenheid, gedurig verdiensten
140 TWEEDE NOVENE.
kunne inzamelen, en mij op die wijze eene overvloedige belooning in den hemel voorbereiden. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
ZEVENDE DAG.
O -wondervolle en beminnelijke vertrooster, die zoo vol van goedheid en zoo goedertieren zijt, waarachtige vader van alle bedrukte harten, die tot u hunne toevlugt nemen! Zie, H. Antonius, ik werp mij met een kinderlijk vertrouwen in den schoot uwer barmhartigheid; sla, bid ik u, een' medelijdenden blik op al de rampen, die mij bestormen, en van alle kanten overstelpen. Ach, keer, door uwe vermogende voorbede , de regtvaardige gramschap van mijnen God, die ik tegen mij ontstoken heb door mijne talk.oze zonden, en bevrijd mij van de kwel-
TWEEDE NOVENK. 141
lingen, die mij bedroeven; opdat ik voortaan mijnen Schepper en mijn Al met eene heilige gerustheid des geestes en eene volkomene vrijheid des harten kunne dienen en beminnen. Ik smeek u, weldadige en liefderijke Voorspreker, door al de gaven en weldaden, waarmede God u zoo overvloedig begunstigd heeft, dat gij u gewaardigt eene vaderlijke zorg te hebben voor mijne ziel, mijn ligchaam, al mijne handelingen, woorden en gedachten, en met geheel den staat en loop mijns levens, dewijl ik ten volle verzekerd ben, dat niets ter wereld mij zal kunnen schaden, zoo lang ik onder de hoede ben van zulk een grooten en magtigen Beschermer. Beveel mijnen nood, en leg mijne ellenden dan bloot aan dien zoo goeden God, dien Vader van barmhartigheid en alle vertroosting, die u op zulk eene buitengewone
143 TWEEDE NOVENÈi
wijze bemind heeft; opdat hij mij versterke in zijne heilige dienst, mij in mijne kwellingen verligting schen-ke, en hi] zich gewaardige mij van al mijne kwalen en rampen te verlossen , of ten minste mij zijne hulp verleene, om ze tot mijn heil en meerdere verdienste te verdragen. Ik verzoek u die genade; doch ik vraag die niet alleen voor mij, maamp;r ook voor allen, die zich in dezelfde smarten en droefheden bevinden als ik. O volmaakte navolger van Jesus Christus, die zoo volkomen al de aardsche goederen veracht en verlaten hebt, om des te beter in staat te zijn den hemel te vinden en te verdienen, en daarom van God het bijzonder voorregt verkregen hebt om de verlorene of vermiste voorwerpen terug te doen vinden; maak er, bid ik u te mijnen gunste gebruik van, opdat ik al de geestelijke goederen, vooral de goddelijke genade,
TWEEDE NOVENE. 143
de rust mijner ziel en den vrede mijns harten, die ik door de zonden verloren heb, terug moge bekomen; want ik verklaar voor hemel en aarde, dat dit verlies mij meer bedroeft en verontrust, dan het verlies van al de goederen dezer wereld. Ziedaar het voorwerp van al mijne wenschen en verlangens! Ziedaar het voorwerp mijner bede en de nederige smeeking, die ik u doe! Ziedaar, wat ik door uwe voorspraak verwacht van den hemelschen Vader , door de verdiensten van mijnen eenigen Zoon Jesus Christus, onzen Verlosser en Zaligmaker, die met hem leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
144 TWEEDE NOVENE.
ACHTSTE DAG.
Ik groet u, H. Antonius, uit den groud mijns harten, en wensch u geluk om de bijzondere genade, welke die zoo liefderijke God u geschonken heeft, toen hij u verhief tot de ware toevlugt van allen, die in ellenden en droefheid zijn. Gelukkig, duizendwerf gelukkig zijt gij, H. Antonius, dewijl God, die de barmhartigheid zelve is, u zoo zeer begunstigd heeft, dat hij zich gewaardigde zijne goddelijke weldaden door u op de wereld uit te deelen. Mijn hart juicht van blijdschap, als ik slechts uwen naam | hoor uitspreken, en mijne ziel wordt van vertroostingen overstroomd, waaneer zij zich uwer goedheid herinnert. Ach! hoevele bedrukte harten heeft God door u van hunne droefheid bevrijd? Daarom heb ik zulk
TWEEDE NOVENE.
een groot vertrouwen in u, dat ik vast geloof, dat God om u, mij niet verstooten zal; dewijl ik, even als anderen. u met getrouwheid aanroep en u mijne hulde breng. Verlaat mij derhalve niet, groote H. Antonius, en ik zal u ook niet verlaten. Bescherm mij, getrouwe vriend, door uwe vermogende gebeden. Wees mijner gedachtig in mijne droefheid, en ik zal uwer gedenken in uwe heerlijkheid. Vergeet niet, u mijner te ontfermen , en ik zal nimmer vergeten u te eeren, tot dat ik u eens, in alle eeuwigheid, mag volgen in uwe heerlijkheid. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
NEGENDE DAG.
O H, Antonius, getrouwe en standvastige vriend in den nood; gij, die 51 10
145
146 TWEEDE NOVENE.
de ware vertrooster der bedrukten van harte zijt, zie mij heden tot den laatsten dag mijner novene genaderd. Ik heh mij aan uwe dienst toegewijd, en mij beijverd om u te oeren met al de getrouwheid en godvrucht, die mijne zwakheid mij toeliet. Gij weet, hoe menigmaal ik u kwam vereeren , en hoevele verzuchtingen en gebeden ik ten hemel heb opgezonden. Ik heb dit alles gedaan uit een opregte en teedere genegenheid, en met het doel om u, door hetgeen ik deed, te verblijden en te behagen. Ik nader u dan op dezen negenden en laatsten dag der novene met een groot vertrouwen, en, gedachtig de woorden van Jesus Christus (Luc. X. 9.), zoowel als van den Apostel (I ïimoth. V, 18.), daL de werkman zijn loon waardig is, vraag- ik u met allen behoorlijken eerbied het loon, dat ik hoop verdiend te hebben. Herinner u dan,
TWEEDE NOVENE.
147
H. Antonias, al de hulp en bijstand, die gij ooit verleend hebt aan hen, die met godvruchtigheid en vertrouwen , uw heilig beeld negen achtereenvolgende dagen bezocht en vereerd hebben. Ik heb zulks ook gedaan, zoo goed ik kon; en mogt ik het misschien niet gedaan hebben gelijk het behoort, ben ik soms wat traag en verstrooid geweest in uwe dienst, dan is mij zulks uit de grond mijns harten leed, en vraag ik er u nederig vergiffenis over. Om die nalatigheid te herstellen , offer ik u het allerzoetste hart van Jesus Christus op, met al de hemelschatten, die er in besloten zijn. Ik smeek u dan nogmaals, groote H. Antonius, dat gij u go-waardigt mijn gebed te verhóoren en mij in mijne ellenden en droefheden te vertroosten. O toevlugt der armen, ik smeek u uit ganscher harte, met alle mogelijke godvrucht
148 TWEEDE NOVENE.
en vertrouwen, door het innig medelijden, die gij op aarde voor uwen geliruisten zaligmaker en alle bedrukte harten gevoeldet, duld niet dat ik ongetroost deze plaats verlate , maar verhoor mijn gebed. Ik hoop met een vast vertrouwen, dat gij mijne vraag zult toestaan, voor zoo veel zulks mogelijk is, of, indien dit met den goddelijker wil niet strookt, dat gij mij, voor mijne godvruchtoefeningen gedurende deze novene, op eene andere wijze zult beloonen. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
SEESÏE DAG.
Eoem-!; aardige H. Antonius, beste Vader en toevlugt der bedrukten, ik smeek u mijne nederige gebeden aan te nemen, en voor mij van God de kracht en genade te verkrijgen om de rampen van dit ellendig leven en de angsten, die mij kwellen, met-moed en gelatenheid te verdragen. Ik smeek er u om, door de barmhartigheid , die God u van uwe vroege jeugd af betoond heeft, door u met de zoetheden zijner genade te voorkomen, en u tot zich te trekken, om Hem boven al het geschapene te beminnen. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
BERDE NOVENE.
TWEEDE DAG.
Allerzoetste en beminnelijkste Patroon , H. Antonius, wees mij, uwen j armen dienaar, gedachtig; verkrijg 1 voor mij, te midden der wereldsche woelingen, de ware zielernst, en bevrijd mij van de angsten, waarin ik mij bévind, opdat ik de vrijheid der kinderen Gods geniete. Ik smeek u daarom door die aangename zoetigheden, welke uwe ziel smaakte in de afzonderingen van een geestelijk leven, die u hier beneden een waar burger des hemels deed zijn, en er u den voorsmaak van het hemelsche paradijs deed genieten. Amen.
Onze Vader..... Weezgegroet..... t
DEEDE DAG.
O liefdevolle en allerminnelijkste ' Heilige, ontsteek mij met de vlam- f men van uwe liefde, en doe in mijn
150
DERDE NOVENE.
hart het vaur der goddelijke liefde ontbranden; die lielde, die mij den moed zal schenken, om de angsten die mij kwellen, te boven te komen, en mij aan de wereld, vleesclien zonde zal doen sterven, om slechts in God alleen te leven. Ik smeek u daarom door de allervurigste liefde, die uw hart deed vlammen, op het gezigt van het bloed der martelaren van de H. Franciscus-orde, en u een anderen staat deed omhelzen, ten einde het middel te vinden om, even als zij, voor den naam van Jesus te sterven. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
VIERDE DAG.
Vriend van God, H. Antonius, ik stel mijn leven onder uwe leiding, en smeek u, hetzelve volgens het uwe te regelen, en mij bij de hand
151
152 DEKDEN OVKNE.
te houden, opdat ik in geene doodzonde valle. Maak, dat ik al de pligten van een' goed Christen waardig vervulle, zonder mij ooit van Gods wegen te verwijderen, door welke dringende ontróering of bekoring het ook wezen moge; behoed mij voor ergernis jegens anderen, maar doe mij veeleer door woorden en goede voorbeelden het heil van allen bevorderen. Ik smeek u daarom door den brandenden ijver voor de zaligheid der zielen, die u zulke groote werken deed ondernemen, om de zondaars tot boetvaardigheid te brengen, en de goeden op den weg der zaligheid te geleiden. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
VIJFDE DAG.
Magtige en liefdevolle geneesheer, die alle ziekten, zoowel van de ziel
DEEDE NOOEKB.
als van het ligchaam, geneest, heb medelijden met mij; want ik ben ziek en magteloos, en verkwijn als een zieke, die, door de koorts aangetast, nu eens koud dan weder heet is; de hoogmoed en ijdelheid, de onzuiverheid en begeerlijkheid, de gramschap en het ongeduld, en andere soorten van zonden zijn mijne koortsen. Uwe magt strekt zich over al die kwalen uit; genees mij, opdat ik mij in eene volkomene gezondheid naar ligchaam en ziel verheuge, en een en ander aanwende, om God te dienen en uit al mijne krachten datgene te volbrengen, wat Gode welgevallig is. Ik smeek u daarom door de kracht, die gij uitoefendet, en welke zoo vele wonderbare genezingen bewerkte. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
153
154 DERDE NOVENE.
ZESDE DAG.
H. Antonius, Patroon en beschermer dergenen, die op u vertrouwen, ik vraag u nocli overvloed, noch armoede, uit vreeze dat de een de ijdelheid in mij doe ontstaan, de andere mij ongeduldig, neêrslagtig of wanhopig doe worden: maar ik vraag u slechts het noodzakelijke voor mijn levensonderhoud {en dat mijner hiiisge-nolen.) Ik besta uit ziel en l;g-chaam; het ligchaam heeft behoefte aan voedsel en kleederen; de ziel heeft de goddelijke genade noodig, om volgens den geest te leven, en God, die een geest is, te dienen; deze beiden zijn aan vele gevaren en ongelukken blootgesteld. Sta mij bij, vader en verzorger der armen, en verlos mij van alles, wat mij kan schaden. Ik smeek er u om door de liefderijke zorg, die gij
DEEDE NOVENE.
altijd gehad hebt, om uwen dienaren eene behulpzame hand te bieden. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
ZEVENDE DAG.
H. A,ntonius, schitterende fakkel van de Christenwereld, verlicht, bid ik u, de oogen mijns geestes, om de waarheden te kennen, die noodig zijn om mijne ziel en de zielen dergenen, die mij zijn toevertrouwd, op het regte spoor te geleiden , en om de listen van Satan, en de strikken, die hij spant om mij te verrassen, te ontdekken. Duld niet, dat ik in eenige dwaling ver-valle, noch voor de kracht van eenige hevige beleediging, tegenspoed of bekoring bezwijke: opdat ik j altijd in waarheid wandelende, aan mijnen God moge behagen, en mijne
155
DERDE KOVENE.
ziel zalig maken. Ik smeek u daarom door de gave dier uitstekende •wetenschap, die de Vader des lichts zoo overvloedig in uwe ziel gestort heeft, om het heelal te verlichten. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
ACHTSTE DAG.
Liefderijke Vertrooster der bedrukten, zie de angsten, die mij kwellen, en trek mij uit mijnen nood, of hid God, dat Hij mij eene standvastige gelatenheid schenke, om ze te verdragen ter liefde van Hem, die hoewel onschuldig, zich ge-waardigd heeft voor de schuldigen te lijden. Verlaat mij, hid ik u, nooit in mijne rampspoeden, en verwerf den noodigen troost voor allen, die, even als ik, in ellende zijn. Heb medelijden met de armen, die
156
DERDE NOVENE.
van honger omkomen; met de weezen, die men, helaas! doet zuchten ; met de weduwen, die men wreed verdrukt. Droog hunne tranen af; wek beschermers op, die hunne zaak verdedigen: medelijdende harten, die in hunne behoeften voorzien; vertroosters, die hen tot geduld aanmoedigen; opdat zij God getrouw mogen blijven, en verdienen in te gaan in de eeuwige woon-tenten. Ik smeek u daarom door de groote liefde, die gij allen on gelukkigen toedraagt. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
NEGENDE DAG.
Groote en getrouwe dienaar van Maria, de hoogwaardige Moeder van Jesus, wees by haar een goede voorspreker voor mij en al uwe dienaren, opdat zij haren Zoon gunstig voor
157
DEBDE NOVENE.
ons stemme, de vergeving onzer zonden , de noodige genade, om aan beiden welgevallig te zijn en den krachtigen Bijstand in onze ellenden en gevaren, vooral in onzen laatsten doodstrijd, verwerve; opdat wij in de genade van God onze dagen gelukkig mogen eindigen, en ons mot n in de hemelsche heerlijkheid verheugen. Ik smeek u daarom door de onuitsprekelijke vreugde, die uwe ziel overstelpte, toen het kindJesus op uwe armen rustte, en zijne minnelijke Moeder u in persoon op uw sterfbed bezocht, en bereid was om uwe ziel te ontvangen, ten einde haar hemelwaarts te voeren en ze in de vreugde des Heerén binnen te leiden. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
158
EEESTE DAG.
O roemrijke en heilige Vader An-tonias, licht der heilige Schriftuur, en hulp der bedrukten, wij bidden u, verhoor onze nederige smeekingen, en verkrijg voor ons van God zijne goddelijke barmhartigheid en bijstand. Wij smeeken u daarom door uwe onschuldige kindschheid. Amen.
Onze Vader..... Wees gegroet.....
TWEEDE DAG.
O, H. Antonius, roem der Godsgezanten , ijverige beoefenaar der deugd en verlichte zielbestuurder, verkrijg, door uw teeder en bemin-
160 VIERDE NOVENE.
nelijk hart, voor ons den goddelij-keu bijstand in al onze angsten. Wij smeeken u daarom door de drie jaren, die gij zoo loffelijk in de H. Augustinus-orde hebt door-gebragt. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
DEEDE DAG.
O, H. Antonius, zuiver zout der aarde, schitterend licht op den kandelaar der H. Kerk, en stad op den berg van beschouwing, verhoor, bidden wij u, de gebeden, die uit onze bedrukte harten voortkomen; verkrijg voor ons van God heilige begeerten en de genade, om er in te volharden. Wij smeeken u daarom door uw heilig leven in de orde van den H. Franciscus. Amen.
Onze Vader..... Weesgegroet.....
VIERDE NOVENE. 161
VIEEDB DAG.
O H. Antonius, getrouwe dienaar der H. Maagd Maria, wees bij haar onze voorspreker, opdat zij haren Zoon gunstig voor ons stemme, en ons de vergeving van onze zonden en den bijstand in onzen noodver-werve. Wij smeeken u daarom door de onverklaarbare vreugde, die uwe ziel overstroomde, toen het kind Jesus op uwe armen rustte. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
VIJFDE DAG.
O H. Antonius, vader der weezen en verlatene menschen, vruchtbare hemeldauw, maak onze harten vruchtbaar in deugden en ijverig in het geloof; neem ons onder uwe hoede, bescherm ons in alle ziels- en 54 11
162 VIERDE NOVENE.
ligchaamsgevaren, en verkrijg voor ons eene volmaakte liefde tot God en onzen evennaaste. Wij smeeken u daarom door de tallooze wonderen, die gij op aarde gedaan hebt. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
ZESDE DAG.
O H. Antonius, toonbeeld van boetvaardigheid, schild tegen de bekoringen , zekere weg voor de onwetenden , doe ons uwe heilige deugden navolgen, opdat het kostbaar bloed van Jesus Christus in ons niet verloren ga, maar wij, in zijne heilige wonden, de vreedzame haven onzer zaligheid mogen vinden. Wij smeeken u daarom door uwen heiligen dood. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
VIERDE NOVENE.
ZEVENDE DAG.
O. H. Anlonius, licht van Italië, roem van Padua, troost der onge-loovigen, verwerf ons een levendig geloof, eene vaste hoop en den gewenschten prijs der hemelsche vreugde. Wij smeeken n daarom door de heerlijke intrede uwer ziel in het verblijf der zaligen. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
ACHTSTE DAG.
O H. Antonius, levend voorbeeld der Evangelie-leeraars, troost dei-zieken, vreugde der bedroefden, vergeet de zuchten en gebeden niet, die wij tot u opzenden, maar bid God, dat Hij ons trooste en barmhartig zij. Wij smeeken u daarom door de vreugde en onbegrijpelijke liefde, die tusschen u en uwen hei-
163
VIERDE NOVENE.
ligen vader Franciscus in den hemel heerschen. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet.,..
NEGENDE DAG.
O H. Antonius, die de zuiverheid bewaard en het heilig kruis bemind hebt, bescherm ons in het uur ies doods tegen alle bekoringen, opdat wij God met hart en mond belijden en zijne goddelijke barmhartigheid mogen ondervinden. Wij smeeken u daarom door de allergrootste vreugde, die gij in eeuwigheid in de aanschouwing van het Goddelijk Wezen geniet. Amen.
Onze Vader..,, Wees gegroet.,..
164
EERSTE DAG.
Groote Heilige, wien de Hemel met de overvloedigste zegeningen voorkomen heeft, en die door God tot schild zijner Kerk verkozen zijt, ik geloof en zegen de goddelijke Majesteit voor de groote en onvergelijkelijke gunst. Ik dank er u voor, en verblijd er mij met geluk over; maar ik smeek u mijne ootmoedige gebeden te verhooren en van de goddelijke goedheid te verkrijgen, dat hij mij met zijne genade voorkome, vergezelle en altijd volge in mijne gedachten, woorden en werken, opdat alles, wat ik denke, zegge of doe, te zyner meerdere eer en tot zaligheid mijner ziel strekke. Ik vraag u die gunst,
lie-
VIJFDE NOVENE.
door de genade, die gij in uwe sclmldelooxe kuischheid van Gods vaderhand ontvangen hebt. Amen. Onze Vader... Wees gegroet. ..
TWEEDE DAG.
Alleredelmoedigste H. Antonius, die alle goederen en vermaken der wereld vaarwel hebt gezegd, wanneer zal ik, naar uw voorbeeld, mijn vleesch aan de zonden en wellusten kruisigen? Wanneer zal ik, te midden dezer vergankelijke wereld, met u een geheel hemelsch verkeer hebben? Verkrijg voor mij, groote Heilige, dat ik, volgens uw voorbeeld, mijne ziel door de gehoorzaamheid, mijne vergankelijke goederen door de armoede des gees-tes, en mijn ligchaam door de zuiverheid heilige; dat ik aan mij zeiven verzake, en mijnen wil aflegge
166
VIJFDE NOVENE.
als een' troon, waarop mijne driften reeds al te lang geheerscht hebben. Maak, dat ik van heden af aan dien gevaarlijken wil afsterve, om slechts voor den wil van God te leven. Ik smeek u daarom door den grooten ijver, die u de wereld deed verlaten, om u in de eenzaamheid des kloosters af te zonderen. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
DEEDB DAG.
O roemrijke heilige Antonius, toonbeeld van heiligheid, met het verlangen bezield, om met uw god-delijken Meester den Kelk te drinken , en door het vergieten van uw bloed, de grondslagen zijner Kerk te bevestigen; gij zijt van de orde van den grooten H. Augustinus tot de nederige Franciscus-orde, die
167
VIJFDE NOVENE.
reeds martelaren telde, overgegaan. Verwerf, bid ik u, dat het geloof in mijne ziel bloeije, en vruchten van deugd en goede werken voortbrenge. Dat de genade van mijnen God in mijn hart eene bloem gelijke, die door de bekoring nimmer verwelkt, en dat ik, al de hinderpalen mijner zaligheid te boven komende, met Jesus Christus geheel geslachtofferd worde. Dat vraag ik u, groote Heilige, door het vurig verlangen, dat gij hadt, om bloedgetuige van onzen Heer Jesus te worden. Amen.
Onze Vader..., Weesgegroet....
VIERDE DAG.
Onvergelijkelijke H. Antonius, steun der deugden en vijand der zonden, getrouwe navolger, van den Zaligmaker Jesus Christus, ik aanbid en vereer Jesus in u, ik eer u
168
VIJFDE NOVENE. 169
in Jesus. Ik dank u voor de menigvuldige diensten, die gij aan de Kerk van mijnen Jesus bewezen hebt. Ik offer mij aan u op; offert gij mij voor altijd aan Jesus op. Vernietig in mij alles, wat tegenstrijdig is aan zijne eer, en scheuk mij alles, wat daartoe kan bijdragen. Gij zijt gezonden, om de ondeugden uit te roeijen, en het zaad der deugden uit te strooijen, uwe tong gezuiverd door het vuur van den Geest Gods, heeft in het hart der zondaren woorden doen binnendringen , waardoor zij bekeerd werden ; die wonderbare tong heeft zich op het Pinksterfeest doen hooren. als die der Apostelen, en het bederf des doods heeft haar niet kunnen schaden. Neem de gebeden van mijn bedrukt hart aan, roemrijke Heilige; vraag aan God de vervulling mijner wenschen: en dat ik altoos uwe grootheid en verhevenheid
VIJFDE NOVENE.
bewondere, en vooral uwe deugden navolge. Ik vraag u die genade door den ijver, dien gij voor het heil der zielen aan den dag legdet. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet....
VIJFDE DAG.
Wonderbare Heilige, die zooals de H. Bernardus zegt, de wetenschap der engelen, der aartsvaders, profeten, apostelen, martelaren en der belijders in ruime mate bezat; verwijder van mij smeek ik u, de verderfelijke wetenschap der wereld, en verwerf mij die der Heiligen, met welker hulp ik God kan leeren kennen en dienen. Maak mij uwer zuivere liefde tot Hem deelachtig; bemin en verheerlijk Hem voor mij. Vul al het gebrekkige van mijne pogin gen aan, en vergoed honderdvoudig
170
VIJFDE NOVENE. 171
de liefde, die ik Hem moet bewijzen, doch waaraan ik te kort blijf. Ontvlam mij in die liefde, waarvan gij gedurende geheel uw sterfelijk leven brandet, en doe mij deel hebben in al den lof en de eerbe-wijzingen, die gij hem geschonken hebt. Bid Hem, dat ik voortaan slechts moge leven om hem te beminnen, en dat ik bereid mogo zijn liever duizendmaal te sterven dan Hem nog ooit te vergrammen. Dat alles, wat in mij is, geweest is en zijn zal, in lofzang-en en liefde veranderd worde. Ik smeek u daarom, door die verheven wetenschap, waarmede de hemel u verrijkte, en door die heilige liefdevlammen , die onophoudelijk in uw hart brandden. Amen.
Onze Vader... Wees gegroet....
173 VIJFDE NOVENE.
ZESDE DAG.
O wonderdoende H. Antonius, die zoovele schitterende wonderen hebt uitgewerkt, dat gij de nieuwe Moses van den staat der genade, de gevolmagtigde des hemels bij de schepselen, die leven en dood in handen had, scheent te wezen, verlos mij van alle geestelijke kwalen. Verwerf mij een levendig geloof en eene volmaakte liefde, opdat ik streng jegens mij zei ven, liefdadig jegens mijnen evennaaste en godvruchtig voor God moge leven. Verwerp, bid ik u , deze vraag niet, die ik u doe in naam der genaden, die gij zoo dikwerf van de goddelijke Goedheid ontvangen hebt. Verwerf voor mij ook, groote Heilige, de drie genaden, die uwe heilige loopbaan i:oo verheerlijkt hebben, te weten: het innige verkeer met God, de zegepraal over de bekoringen en de liefde
VIJFDE NOVENE. 173
voor de hemelsche zaken. Amen. Onze Vader.... Wees gegroet...;
ZEVENDE DAG.
O onverg-elijkelijke H. Antonius, schrik der duivelen en der hel, geesel der ketters en dwingelanden, roede der zondaren, geheimzinnige bonds-arke, kostbaar manna, dat de aangenaamheid van alle deugden bezit; duld, dat ik, voor uwe voeten ne-dergeknield, den moed en de kracht verwerve , om vreedzaam alles te lijden , wat de aanbiddelijke Voorzienigheid Gods mij overzendt. Dat mijn hart, van alle aardsche voorwerpen volkomen onthecht, vereenigd worde met het allerbeminnelijkst hart van Jesus, en zich geheel aan zijnen heiligen wil overgeve. Dat het voor Hem alleen ademe en naar niets dan naar Hem verlange, om eeuwig aan Hem
174 VIJFDE NOVENE.
te mogen toebehooren. Ik vraag u die genade door de vreugde, die uwe ziel gevoelde, toen het kind Je.sus zich op uwe armen nederzette.
Onze \ader.... Weesgegroet...
ACHTSTE DAG.
Allerbeminnelijkste H. Antonius, geheimzinnige regenboog, die in de duistere wolken dezer wereld schittert: licht van geheel Italië, roem van Padua, eer van Frankrijk, troost en verlichting der zieken en noodlijdenden van den ganschen aardbodem: zie mij hier aan uwe voeten , mij, ellendige afstammeling van Eva, broos schepsel, vervuld met onvolmaaktheden en ellenden! Ik wend mij tot u, magtige voorspreker, roep de hulp des hemels voor mij in; verkrijg voor mij het inwendig licht des Heiligen Geestes,
VÏJPDE NOVKKE. 175
om mijne ziel te verlichten , en zijne genade om haar te zuiveren, en zijne gaven, om haar te verrijken en te heiligen, opdat zij voor hem een voorwerp moge worden, dat zijner liefde, en niet zijner gramschap waardig is. Ik vraag u die gunst door den bijstand, dien de gelukzalige Maagd Maria u op uw sterfbed verleend heeft.
Onze Vader.... Wees gegroet....
NEGENDE DAGr.
Allerroemrijkste H. Antonius, toe-vlugt der bedrukten, vader der wezen, weldadige regen des hemels, die in de harten de vruchtbaarheid stort, algemeene vertrooster en weldoener van alle geloovigen; luister naar de geheime stem mijner ziel, gelijk gij weleer acht sloegt op de tranen uws vaders, die, niettegen-
176 VIJFDE NOVENE.
staande zijne onschuld, ter dood veroordeeld werd.
Neem mij aan onder het getal uwer dienaren; bid God, dat Hij door zijne genade, de driften van mijn zondig hart beteugele; dat Hij mij een hart schenke volgens het zijne; dat Hij mij altijd geleide op den weg der deugd, des vredes, des voorspoeds en der eeuwige zaligheid, opdat ik mij nimmer meer van het pad verwijdere, dat tot Hem geleidt. Wees mijn beschermer in mijne geestelijke en tijdelijke gevaren; maak mij aan uwe deugden deelachtig, bid voor mij in den hemel, en bescherm mij van de hoogte uwer heerlijkheid , kom mij te hulp in allen nood, maar bijzonder in het laatste uur mijns levens. Ik vraag u die genade door de eeuwige heerlijkheid, die gij thans geniet. Amen.
Onze Vader.... Wees gegroet..,.
VAN
DRIE GEBEDEN
Voor het beeld van den H. Antonius.
EERSTE GEBED.
Wees gegroet, H. Antonius! gij witte lelie van zuiverheid! en overschoen sieraad en luister van het christendom. Wees gegroet, mijn H. Antonius! gij hoogverlichte Cherubijn en brandende Seraphijn in do liefde Gods! Ik eer en groet u uit den grond mijns harten, en wensch u veel geluk over al de gunsten en weldaden, die dé milde God aan u heeft betoond. O mijn lieve H. Antonius! in de vernedering mijns 54 13
178 VERSCHILLENDE
harten, en met gebogens knien, kom ik om u in uw beeld mijn eerbied te bewijzen.
Wees indachtig, o wslbeminde vriend van God! met wat verzekering gij hebt beloofd aan alle bedrukte harten, dat degenen, die uw beeld negen dingsdagen zouden bezoeken en vereeren in de kerk der Minderbroeders, den bijstand uwer goedheid zouden ondervinden {zie de historie in het eerste deel, tweede hoofdstuk); dat gij ook .tot nog toe zeor getrouwelijk hebt volbragt zoo dat gij niemand (zon-d#£ wettige reden) ongetroost van u'ijebt laten weggaan; ik kom dan hiBiViom aan u met groot en uiterst betromvpa al mijnen nood te kla-
gtn.üov.' na , .
■ Ik-iaanzwi mw beeld met mijne uitwendigei lWgep vol tranen en mijn harti.^oi-,zuchten; maar de mwandige, WWi van: mijne ziel keer
OEFENINGEN.
ik met alle genegenheid tot u in den Hemel. Bezie mij toch met zulke minzaamheid en liefde, als ik uw beeld aanschouwe, en uw hart tot medelijden wenschte te bewegen.
Ik bid u door de liefde tot het minnelijke kind Jesus, dat gij op uwen arm draagt, dat gij het mijnen nood voorstellet, en bij God voor mij genade wilt verwerven. Gij kunt mij 200 ligtelijk helpen, mijn H Antonius! het zal u niet meer dan ééne verzuchting kosten, ora mijn gebed te doen verhooren, aangezien het lieve kind Jesus, daar gij zoo zoetelijk mede beladen zijt, uw redelijk verzoek niet zal van de hand wijzen, want is het dat Jesus u, als gij hier nog op aarde leefdet zoo hartelijk heeft bemind, dat hij niet alleen menigmaal aan u verschenen is, maar zich ook van u heeft laten behandelen , kussen en omhelzen, zoo zal hij nu, als gij met
179
180 tekschillende
hem in dou hemel heerscht, u veel meer beminnen, eeren en verhooren. En opdat de wereld zoude weten, dat het zoete kind Jesus, gelijk het zich. hier op aarde in uwe handen en magt gesteld heeft, alzoo nog in uwe handen en magt wil blijven, daarom heeft God begeerd dat men uw beeld met een lief kind Jesus zoude schilderen en uitsnijden , als of Jesus en Antonius gelijk twee verliefde harten altijd te zamen zijn, en in eeuwigheid te zamen willen blijven.
Ik groet u dan, o twee onafscheidelijke vrienden, Jesus en Antonius! ik vereer u, o twee zoo zeer ver-eenigde zielen, Jesus en Antonius! ik bid u dan, o twee verliefde harten , Jesus en Antonius, toont mi] uwe goedgunstigheid en ontsteekt mijn hart in uwe liefde en godvrucht.
O Jesus! ik bid u door uwen
OEFENINGEN. 181
lieven Antonius; o Antonius! ik bid u door uwen allerliefsten Jesus; o Jesus en Antonius! ik bid u dooide grootste liefde en gemeenschap die gij op de aarde tot elkander hebt gedragen, en nu zonder einde onderhoudt in den hemel, dat gij mij wilt rekenen onder het getal uwer liefste vrienden. O Jesus en Antonius! ik beveel u mijn hart. O Jesus en Antonius in uwe handen stel ik al mijne zorg en bekommernis ; maak mij maar zoo gelukkig, dat, gelijk ik u hier met allen eerbied en godvrucht aanschouw op de aarde, ik u zoo voor altijd mag aanschouwen in den hemel. Amen.
TWEEDE GEBED.
O H. Antonius opregte en allerzekerste noodvriend, die gewoon zijt alle ellendige en bedrukte harten
182 VERSCHILLENDE
te troosten en behulpzaam te zijn! sla uwe genadige oogen van den verhevenen troon uwer glorie naar beneden, en bezie mij, armen zondaar, die hier in deze kerk gekomen ben om u te bezoeken en le vereeren.
Wees indachtig de troostelijlce woorden, die gij eertijds gesproken hebt tot die edele vrouw van 3ono-niën, zeggende: ))ga, bezoek negen achtervolgende dingsdagen mijn beeld in de kerk der Minderbroeders, en gij zult bevinden dat uw gebed verhoord is.quot; Zie, ik ellendige zondaar, om dit uw bevel uit te voeren, ben gekomen in deze kerk om uw beeld te bezoeken, en voor hetzelve aan u mijnen nood te klagen,
O H. Antonius, edel vat van alle goedertierenheid, helderschijnende karbonkelsteen van alle deugden en heiligheid! ik groet en eer uw beeld; daarvoor buig ik de knieën van
OEFENINGEN.
mijne ziel: alhier klaag ik aan u ingnon nood, en roop tot de goedertierenheid van uw mededoogend hart. Ik weet n niet beter te vinden , dan in uw beeld, noch nader voor u te komen dan voor uw H. altaar. Ware het dat ik u hierin persoon konde vinden, o wat eer zou ik u bewijzen! met wat oot-raoedighoid zou ik uwe H. voeten kussen, hoe vriendelijk zon ik u omhelzen, en hoe hartelijk tot u roepen! Maar mits mij die gunst niet mag gebeuren, zoo wil ik aan uw beeld alle eer toonen als of ik u hier in persoon tegenwoordig zag. Daarom groet ik u dan, o H. Antonius ! en met verschuldigde eerbiedigheid buig ik mijn zondig hoofd; tot u verhef ik mijne zondige oogen; tot u keer ik mijn geprangd gemoed.
O H. Antonius, waarachtige trooster der zielen! het is wel waar, dat ik ter oorzake van mijn boos leven,
183
VERSCHILLENDE
184
uwe voorspraak niet verdien; aangezien nogtans dat het aan de goddelijke majesteit zoo behaagt, dat niet alleen de regtvaardigen, maar ook de zondaren, die met opregte godvrucht en vast betrouwen tot u hunnen toevlugt nemen, door uwe voorspraak bij God zullen getroost worden, zoo neem ik mijne toevlugt tot u in dezen nood, en uit den grond mijns harten beroep ik mij op uwe groote barmhartigheid. Laat toch mijn gebed opklimmen tot u, laat uw mededoogend hart door mijne zuchten bewogen worden. O minnelijke Vader! gij weet mijnen nood, gij kent mijne bekommernis, en gij kunt ook ligtelijk van God verkrijgen de genade waarom ik bid: want hoe zou uw lieve Jesus aan u iets afslaan, daar hij zich zei ven in uwe handen heeft gesteld? Zoo laat mij dan over uwe barmhartigheid roemen, die schier door geheel
OEFENINGEN.
de wereld geprezen wordt; want bijna allen, die u met ernst hebben aangeroepen , bekennen met vreugd , dat gij tot den armen zondaar zeer goedhartig zgt, en dat ge niet eenen, die met een vast geloof uwen bijstand verzoekt, ongetroost laat weggaan. Daarom stel ik in uwe handen en beveel u mijn tegenwoordig verzoek, opdat gij dit aan uwen lieven Jesus ten besten wilt voorstellen, en beschikken volgens zijnen god-delijken wil. Amen.
DERDE GEBED.
O H. Antonius, o vriendelijke vertrooster van alle verlatene men-schen, en onophoudelijke wonderdoener in allerhande bekommernissen! geheel de wereld is vol van uwen lof; van alle kanten hoort men uwe wonderdaden verkondigen : en geen wonder! want gelijk God,
185
VERSCHILLENDE
186
toen gij nog hier op de aarde leefdet, u bijzonderlijk heeft uitverkoren om zoo menige duizende zielen te be-keeren, alzoo heeft het hem ook bijzonderlijk behaagd, nu gij met hem voor alle eeuwen heerscht in oen hemel, u met gedurige mirakelen te vereeren, en door uwe voorspraak, gaven en genaden aan de wereld mede te deelen; zoo kom ik dr.n tot u met een groot betrouwen, o troost der bedrukten! en bid u door de bijzondere gunst, die u God gedaan heeft, van u aan te stellen als eenen zekeren noodvriend in alle zwarigheden, dat gij mij in dit mijn verzoek wilt verhooren en vertroosten. Ik bid u door de overvloedige blijdschap, die gij in uw maagdelijk hart gevoeld hebt als het allerliefste kind Jesus in volle klaarheid aan u verschenen is, en zoo menige teekenen van liefde en vertrouwdheid heeft bewezen, dat gij dit
OEFENINGEN.
zelfde allerzoetste Kind, dat ik in uwe H. armen aanbid, voor mij armen zondaar wilt to voet vallen, en mijnen nood aan dezelve voordragen. Ik Md u door al de gunsten en weldaden , die Christus u hier op de wereld betoond heeft, dat grj mij deelachtig wilt maken aan uwe verdiensten, en de verzochte weldaad mij niet wilt ontzeggen. Doe mij ondervinden, o H. Antonius! dat ik u niet te vergeefs heb aangeroepen ; opdat mijne liefde en godvrucht tot u meer en meer mag ontstoken worden, en ik uwen H. naam voor iedereen mag loven, verheffen en verheerlijken.
Deze drie gebeden, die ik voor uw beeld heb opgedragen, wil ik sluiten met dat groot betrouwen en die overgeving aan Gods wil, waarmede onze Heer Jesus Christus zijn drievoudig gebed, op den Olijfberg gesproken heeft; ik wil met zijne
187
188 VERSCHILLENDE
woorden met mond en hart tot den eeuwigen Vader roepen: Abba, Vader! alle dingen zijn u mogelijk, neem dezen kelk van zwarigheid van mij weg, en verleen mij genadiglijk hetgeen ik verzoek; nog-thans niet mijn, maar uw wil moet geschieden in alle eeuwigheid. Amen.
«5cBeb
tot zijnen Engelbewaarder, voor dat men de godvruchtige oefeningen, ter eere van den H. Antonius van Padua, aanvangt.
Mijn Beschermengel, steun in mijne zwakheid, die de schitterende deugden en verhevene begaafdheden kent, welke de H. Antonius het voorwerp der liefde van God, van de engelen en menschen doen zijn; dewijl deze Heilige, in dit he-nedenrond, tot algemeene patroon van alle geloovigen, tot voorbeeld in
OEFENINGEN.
de beoefening van de deugden, en tot hulp van geheel de wereld in geestelijken en tijdelijken nood is aangesteld, bid ik u, mij in zijne welwillendheid aan te bevelen, opdat hij, in zijne goedheid, zich gewaar-dige mg zijnen bestand in mijnen nood te doen gevoelen. Maak hem, bid ik u, bekend, dat ik hem tot mijn voorspreker, vertrooster en mijn dierbaren verdediger verkozen heb.
Dat hij mij onder zijne hoede en getrouwe bescherming neme; dat hij mij in mijn lijden verligte; dat hij voor mij de onderwerping aan den goddelijken wil en eene heilzame vrees voor de zonde verwerve; dat hij de banden mijner kwade gewoonten verbreke; en wanneer ik eenig geestelijk of tijdelijk verlies ondergaan heb, dat ik het dan, door zijne hulp, dadelijk terug bekome. Dat ik verwijderd blijve van alles, wat der goddelijke Majesteit
189
190 VERSCHILLENDE
zou kunneu mishagen. En om dit, en alles, wat mij noodig is, des te gemakkelijker te bekomen, verzoek ik u hem de gebeden aan te bieden, die ik ter zijner eer on ter verheerlijking van God ga doen. Vraag diezelfde gunsten voor mijne ouders, bloedverwanten en vrienden; dat de zielen in het vagevuur weldra de eeuwige rust mogen genieten. En dat ik uit dezen nood.... moge verlost worden, en bij deze zaak.... voor mij verkrijgo, indien het overeenkomstig den goddelijken wil is, Amen.
a5eBcb.
Om zich onder de bescherming van den roemrijken H. Antonius van Padua te stellen.
Eoemrijke H. Antonius, groote gunsteling van God, getrouwe beschermer der zielen, die naar het inwendig leven haken en op u hun vertrouwen stellen; ik smeek u, in
OEFENINGEN.
191
vereeniging der onuitsprekelijke liefde, die de goddelijke Majesteit u toedraagt, door u het vermogen te schenken om allen bij te staan, die uwe hulp godvruchtig inroepen, en met den meest mogelijken eerbied voor u nedergeknield, de beschermer mijner ziel te willen wezen. Ik vertrouw aan uwe welwillende zorg mijn ligchaam; al mijne voornemens, ondernemingen, mijnen arbeid en geheel mijn leven. Neem mij, bid ik n, groote Heilige, als een uwer dienaars aan, en oefen, in die hoedanigheid, over mij het gezag uit, dat God u schenkt om diegenen bii te staan, die zich aan uwe dienst toewijden. Wees mijne sterkte in mijne zwakheden en ziekten, mijne hoop in mijne ellenden en armoede , mijne toevlugt in al mijne noodwendigheden en 't verlies van goederen, mijn steun in al de rampen, die mij mogen treffen. Verleen
VEBSCHIILENDE
mij eindelijk uwe liefdevolle hulp in het uar van mijnen dood. Amen.
(öcBE!)
om God te bedanken voor de genaden, die Hij aan den H. Antonius van Padua heeft medegedeeld.
O Heer Jesns Christus, Kening des heelals, luister der Heiligen, ik bedank u, dat gij den H. Antcnins van Padua verkoren hebt, om hem tot zulk een' uitstekenden graad van heerlijkheid in den hemel te verheffen, en zijnen roem in de wereld doet schitteren door zoo vele wonderen , die hij uitwerkt ten gunste van hen, die hem met vurigheid aanroepen. Ik vraag u, mijn Heer en mijn God, do genade, om zijne hulp in mijnen geestelijken en tijdslijken nood te mogen ondervinden, opdat ik, de zonde verlatende, den weg der volmaaktheid, dien hij mij aan gewezen heeft, bewandelen en zijne
192
OEFENINGEN.
goede werken navolgen moge, om met hem de eeuwige belooning te ontvangen, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
«öcficbcn
en verzuchtingen tot den H. Antonius van Padua.
Eoemrijke Heilige, die de gave bezit van wonderen te doen , bewerk , bid ik u, mijne bekeering. En dewijl God u toegerust heeft met het vermogen om de verlorene zaken terug te doen vinden, smeek ik u, mij door uwen bijstand de goddelijke genade en de deugden, die het licht mijns verstands uitmaken, te doen terug bekomen, zoo dikwijls ik het ongeluk zou hebben ze te verliezen. Verwerf ook voor mij, dat ik bevrijd blijve van alle kwalen, die mijne gezondheid kunnen schaden, en nadeelig aan mijne zaken zijn, en dat ik verwijderd blijve van de 54 13
193
194 VERSCHILLENDE
ongevallen, die tot openbare ergernis strekken of mij van de dienst van God kunnen attrekken.
Vertoon al mijno noodwendigheden voor zijnen troon, en doe, door de kracht uwer voorbede, de zegeningen over mij afdalen, die tot zaligheid mijner ziel strekken. En hen ik niet bij magte u al mijne behoeften op te sommen, zie ze dan in het aanbiddelijke Wezen van mijnen en uwen Schepper. Be-wgs mij die liefdedienst, groote Heilige! opdat ik, de uitwerkselen uwer hulp ondervindende, der wereld uwen lof en de groote verdiensten , die gij bij den Almagtige hebt, verkondigen, en de menschen tot de dienst van zulk een barm-hartigen God, die zoo wonderbaar in zijne werken en Heiligen is, brensren raos-e. Amen.
OEFENINGEN.
(ÖEfieö
tot den H. Antonius van Padua, als men
zich in bedruktheid of lijden bevindt.
Liefderijke beschermer dergenen, die tot u hunne toevlugt nemen, ik werp mij met een kinderlijk vertrouwen in den schoot uwer goedertierenheid. Zie, bid ik u, den angst, die mijn hart drukt, en bedaar , door uwe voorbede, den toorn van mijnen God, dien ik door mijne zonden vergramd heb. Verlos mij uit den nood, waarin ik mij bevind, opdat ik Hem met eene heilige gerustheid des geestes dienen moge. Is het nogtans te mijner zaligheid dienstig, dat ik lijde, dan zal ik er in berusten; maar verwerf gij dan voor mij een standvastig geduld, en eene volmaakte onderwerping aan den goddelijken wil. Ik wil alles lijden ter liefde van Hem, die, hoewel onschuldig, zich voor
195
196 VERSCHILLENDE
de zondaren heeft laten slagtofferen. Verlaat mij, smeek ik u, nooit in mijnen nood, en verkrijg voor al degenen, die even als ik in lijden zijn, .in- en uitwendige vertroostingen, opdat de goddelijke Majesteit ons, door uwe verdiensten, gelieve te versterken in zijne heilige dienst, te vertroosten in onze droefheid, en eindelijk ons de genade scheake om zoo te leven, dat wij het eeuwig leven verdienen mogen, om Hem, in uw gezelschap, te loven, zegenen en beminnen door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
(öcDeiJ
tot den H. Antonius, om eenen zaligen dood.
Groote H. Antonius van Pidua, magtige verdediger dergenen, die zich onder uwe bescherming stellen , ik smeek u zeer ootmoedig, door het vurig verlangen dat gr hadt.
OEPENINGEN.
197
om voor Jesus Christus uw bloed te storten, dat het u behage mij de genade te verwerven, dat ik door geen haastigen dood overvallen worde , waaraan allen, die zich in dit ellendig ballingsoord bevinden, blootgesteld zijn. Leid mij altoos aan uwe hand door dit leven, opdat ik in geene zonde valle, en maak, dat het goddelijke licht mijne schreden verlichte, en mij al de pligten van een waren Christen waardig doe vervullen. Sta mij bij, groote Heilige, en help mij en al mijne bloedverwanten eu vrienden in onzen nood, maar vooral in ons sterfuur, opdat wij, door uwe hulp, ons leven in Gods genade mogen eindigen, en bevrijd blijven van het onherstelbaar ongeluk van eeuwig verloren te gaan. Amen.
VERSCHILLENDE
Stanficticlfng
van zich zeiven aan den H. Antonins van Padua.
O H. Antonius, die ik tot mijn beschermer gekozen heb, ik beveel n, met al het vertrouwen mijns harten, mijn ligchaam en mijne ziel, mijn leven en mijnen dood aan. Ik beveel u dat alles in vereeniging met Jesus Christus, die stervende zijne geliefde Moeder aan den H. Joannes, zijn welbeminden leerling, en daarna zijne ziel aan zijnen hemelschen Vader aanbeval. Uit kracht dier aanbeveling, stel ik mij in uwe handen, en zelfs in den grond uws harten. En even als de H. Joannes, kracht-tens die aanbeveling, de Heilige Maagd Maria van dat oogenhlik af onder zijne bescherming nam (Joan. XIX 21), bid ik u, mij, armen zondaar, ook onder uwe hoede te nemen en mij in allen
198
OEFENINGEN.
199
nood bij te staan, maar vooral in het uur van mijnen dood. Gij zijt derhalve de beschermer en verdediger mijner arme ziel; ik stel haar dan, krachtens deze aanbeveling, in uwe heilige plaats, opdat gij haar bewaart, dewijl ik mij volkomen overtuigd houd, dat gij dit kostbaar pand, dat Jesus Christus voor den prijs van zijn heilig bloed heeft vrijgekocht, zoo getrouw en zorgvuldig bewaren zult, als een opregt vriend een' hem toevertrouwden schat bewaart. Laat mij u derhalve aanbevolen zijn, H. Antonius, en bescherm mij, hetzij ik slape of wake, hetzij ik arbeide of ruste. Laat mij u aanbevolen zijn in ziekte en gezondheid, op reis of te huis, in bekoringen, droefheid en in allen nood, maar vooral in het bange uur des doods, als ik mijnen geest zal geven. O, herinner u dan, met welke godvrucht ik u op dit oogenblik
196 VERSCHILLENDE
de zondaren heeft laten slagtofferen. Verlaat mij, smeek ik u, nooit in mijnen nood, en verkrijg voor al degenen, die even als ik in lijden zijn, .in- en uitwendige vertroostingen, opdat de goddelijke Majesteit ons, door uwe verdiensten, gelieve te versterken in zijne lieilige dienst, te vertroosten in onze droefheid, en eindelijk ons de genade schenke om zoo te leven, dat wij het eeuwig leven verdienen mogen, om Hem, in uw gezelschap, te loven, zegenen en beminnen door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
aJeDcij
tot den H. Antonius, om eenen zaligen dood.
Groote H. Antonius van Padua, magtige verdediger dergenen, die zich onder uwe bescherming stellen , ik smeek u zeer ootmoedig, door het vurig verlangen dat gij hadt.
OEFENINGEN.
197
om voor Jesus Christus uw bloed te storten, dat het u behage mij de genade te verwerven, dat ik door geen haastigen dood overvallen worde , waaraan allen, die zich in dit ellendig ballingsoord bevinden, blootgesteld zijn. Leid mij altoos aan uwe band door dit leven, opdat ik in geene zonde valle, en maak, dat het goddelijke licht mijne schreden verlichte, en mij al de pligten van een waren Christen waardig doe vervullen. Sta mij bij, groote Heilige, en help mij en al mijne bloedverwanten en vrienden in onzen nood, maar vooral in ons sterfuur, opdat wij, door uwe hulp, ons leven in Gods genade mogen eindigen, en bevrijd blijven van het onherstelbaar ongeluk van eeuwig verloren te gaan. Amen.
198 VERSCHILLENDE
^CanfieUcUng
van zich zeiven aan den H. Antonins van Padua.
0 H. Antonius, die ik tot mijn beschermer gekozen heb, ik beveel u, met al het vertrouwen mijns harten, mijn ligchaam en mijne ziel, mijn leven en mijnen dood aan. Ik beveel u dat alles in vereeniging met Jesus Christus, die stervende zijne geliefde Moeder aan den H. Joannes, zijn welbeminden leerling, en daarna zijne ziel aan zijnen hemelschen Vader aanbeval. Uit kracht dier aanbeveling, stel ik mij in uwe handen, en zelfs in den grond uws harten. En even als de H. Joannes, kracht-tens die aanbeveling, de Heiige Maagd Maria van dat oogenhlik af onder zijne bescherming nam (Joan. XIX 27), bid ik u, mij, armen zondaar, ook onder uwe hoede te nemen en mij in allen
OEFENINGEN.
199
nood bij te staan, maar vooral in het uur van mijnen dood. Gij zijt derhalve de beschermer en verdediger mijner arme ziel; ik stel haar dan, krachtens deze aanbeveling, in uwe heilige plaats, opdat gij haar bewaart, dewijl ik mij volkomen overtuigd houd, dat gij dit kostbaar pand, dat Jcsus Christus voor den prijs van zijn heilig bloed heeft vrijgekocht, zoo getrouw en zorgvuldig bewaren zult, als een opregt vriend een' hem toevertrouwden schat bewaart. Laat mij u derhalve aanbevolen zijn, H. Antonius, en bescherm mij, hetzij ik slape of wake, hetzij ik arbeide of ruste. Laat mij u aanbevolen zijn in ziekte en gezondheid, op reis of te huis, in bekoringen, droefheid en in allen nood, maar vooral in het bange uur des doods, als ik mijnen geest zal geven. O, herinner u dan, met welke godvrucht ik u op dit oogenblik
VERSCHILLENDE
aang'oroepen, en met welk vertrouwen ik mij u aanbevolen heb. Amen.
tot den H. Antonius van Padua.
Groote Heilige, die, door de heiligheid uwer werken en uws levens, van Gods goedheid do aanschouwing van het Goddelijke Wezen verdiend hebt, en in die verhevene beschouwing van verlangen branddet, om de zielen aan do bewondering dor aardscho zaken te onttrekken, heb medelijden met de ellenden, die mij bestormen. Ik beken, tot mijne schande, dat al de rampen, die mijne rust aanhoudend storen, do vruchten mijner zonden zijn; maar indien gij tot God zegt, dat de zwakheid mijner bedorven natuur, veel meer dan mijne opzettelijke boosheid, de oorzaak van mijn' gedurig vallen is, en dat mijne drif-
200
OEFENINGEN.
201
ten dikwijls mijne rede vordooven, zoadt gij van Hem voor mij dan niet de genaden verwerven, die mijne ziel hare vorige schoonheid terug kunnen schenken? Eoemrijke Heilige, die zoo vele wonderen hebt uitgewerkt, bewerk ook, bid ik u, mijne bekeering; en dewijl God u de gave heeft geschonken om do verlorene zaken terug te doen vinden, smeek ik u, mij de genade to doen terug vinden, zoo dikwerf ik het ongeluk zou hebben ze te verliezen; dat ik, door u ondersteund, bevrijd moge blijven van alles, wat mijne gezondheid hinderen , mijne zaken benadeelen, mijne broeders ergeren, of mij van do dienst van God verwijderen kan. Draag al mijne noodwendigheden voor den troon van God, en noodzaak Hem, door de kracht uwer gebeden, die genaden over mij uit te storten, die tot zaligheid mijner
202 VBKSCHILLENDE
ziel strekken; en indien ik u al mijne ellenden en behoeften niet kan opsommen, zie ze dan in het Goddelijk Wezen, van waar alles afstraalt, en kom mij, op het zien derzelve, te hulp. Ik vraag u dit, opdat ik, de uitwerksels mijner godvrucht tot u ondervindende, in eeuwigheid de harmhartigheden des Heeren love, omdat Hij u tot zulk een grooten Heilige in den hemel verheven heeft. Amen.
a3röcb
om voor het (heilig Sacrament te lezen ter eere der vijf wonden van Jesus, en ter eere van den H. Antonius van Padua (hetwelk men, ten tijde der novene, met vrucht kan hidden.)
Gij, o Jesus, zijt regtvaardig en al uwe uitspraken, besluiten en wegen zijn barmhartigheid en waarheid. Dewijl gij, minnelijke Jesus, met uw heilig Ligchaam en uwe dierbare vijf wonden hier in het allerheiligste Sa-
OEKENTNGEN.
krament tegenwoordig zijt, bid ik u door die bloedige wonden, en door de verdiensten en voorspraak van uwen dienaar den H. Antonius, dat gij u gewaardigt mijner te gedenken en mij bij te staan in dezen nood, deze zaak, deze omstandigheid (noem hier dezelve), waarin ik, door de liefde, dien gij dienzelfden Heilige toedraagt, hulp en troost afsmeek.
Ik heb, wel is waar, uw heiligen wil in alles niet zoo volmaakt gevolgd, als het behoorde; maar ik bid u, o minnelijke Jesus, door de gezegende wond uwer regter-hand en door de voorspraak van den tl. Antonius, in mijne behoeften te voorzien en mij, volgens uwen heiligen wil, te helpen.
U, o Jesus, is alle magt gegeven in den hemel en op aarde, en de harten aller menschen zijn in uwe handen. Beweeg dan, bid ik u, door de wond uwer linkerhand en
203
204 VEBSCHIILENDI!
door de verdiensten van den H. An-tonius, het hart dier menschen, die mij in deze zaak moeten helpen, vertroosten, of teruggeven wat zij mij onregtvaardig ontnomen of ten onregte onthouden hebben.
O allerzachtmoedigste Jesus, die uwe dienaren en dienaressen op dui zenderlei wijzen kunt helpen, vertroosten en verlossen, ik bid u door de heilige wond van uwen regter voet, en door de menigvuldige wonderen, waarmede gij uwen dienaar Anto-nius hebt vereerd, help, troost en verlost mij van alle zwarigheid in deze zaak, die ik u door don H. An-tonius ten hartelijkste aanbeveel.
O allergenadigste Jesus, ik geloof in u, ik hoop en vertrouw op u, ik bemin u, ik verfoei en verzaak al mijne zonden en al wat u in mij mishaagt, omdat gij de onfeilbare waarheid, de oneindige barmhartigheid, de goedheid zelve, en alle
liefde zijt. ] van heerli H. A ik u en bi derst mijne tronv Heer mens ten, troui vade on 1 A tig lich1 ik 1 uwe vooi diei H.
OEFENINGEN. 205
liefde, eer en vertrouwen waardig zijt. Ik bid u, door de heilige wond van uwen linker voet en door de heerlijkheid van uwen dienaar, den H. Antonius, doe ik deze zaak, die ik u door hem aanbeveel, wat goed en behagelijk in uwe oogenis. Ondersteun mijn zwak geloof, versterk mijne hoop, vermeerder mijn vertrouwen, ontvlam mijne liefde. Ja, Heer, al waren alle deuren der menschelijke hulp en troost gesloten, zoo zal ik evenwel op u vertrouwen ; want gij zijt de beste der vaders, de God van barmhartigheid en van alle vertroosting.
Allerminnelijkste Jesus, waarachtig licht, dat alle menschen verlicht, die in deze wereld komen, ik bid u, door de smartelijke wond uwer zijde, die uw medelijdend hart voor ons opende, en door de verdiensten van uwen dienaar, den H. Antonius, dat gij, in deze zaak
VERSCHILLENDE
en omstandigheid, mijn verstand gewaardigt te verlichten, opdat ik uwen heiligen wil moge kennen, beminnen en volbrengen, nn en in alle voorvallen mijns levens.
Dit is liet, allerheiligste Heer Jesus, wat ik, door uwe vijf heilige wonden en door de voorspraak van den grooten H. Antonius, van U en den hemelschen Vader hoop te verkrijgen. Die leeft en heerscht met uwen Vader, in de eenheid des H. Geestes, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
acteficb
tot den H. Antonius om een' zaligen dood.
O Heilige vader Antonius, die met zulk een groote en vurige begeerte bezield waart, om als martelaar te mogen sterven en uw bloed voor Christus te vergieten; ik bid u met de meeste ootmoedigheid,
306
OEFENINGEN.
voor mij van God te verwerven, dat ik van een haastigen en onvoor-zienen dood moge bevrijd blijven, verkrijg, bid ik u, voor mij tevens de genade, om het leven mijner ziel door geene doodzonden te verliezen, en sta mij en al uwe vereerders bij in onzen doodstrijd, opdat wij dit leven gelukkig mogen eindigen, om het loon te gaan genieten, dat God bereid heeft voor die Hem beminnen en getrouw dienen. Amen.
söcOtb
om de gezondheid te bewaren.
Almagtige, eeuwige God, waarachtige geneesheer der ziel en des ligchaams, ontferm u mijner om de verdiensten en voorspraak van den H. Antonius, genees mij, Heer, want ik ben ziek; al mijne heenderen zijn ontsteld, en mijne krachten hebben mij verlaten.
207
VERSCHILLENDE
208
(Psalm VI). Gij hebt door cle gebeden van denzelfden Heilige zoo vele zieken genezen, zoo vele verminkte en verloren ledematen teruggeschonken, zoo vele melaatschen gezuiverd; verleen mij, te zijner liefde, dat ik met Nadman van Syrië zevenmaal in den J or daan gewasschen moge worden (4 Seg. V. 13.); met andere woorden: dat-ik door uw dierbaar bloed, welks kracht in de zeven heilige Sakra-menten besloten is, van alle ziekten der ziel en des ligchaams moge genezen worden. En u, mijn H. Patroon, Antonius, trooster en geneesheer der zondige zielen, waarvoor gij altijd zoo zorgvuldig gearbeid hebt, u bid ik, mij door uwe bescherming van alle ziekten der ziel te bevrijden, opdat ik nooit met de melaatschheid der zonden besmet worde; en dewijl het my niet dan voordeelig kan wezen, de
OEFENINGEN.
gezondheid des ligchaams te genieten , om God des te beter en mot een vrijen geest te kunnen dienen, smeek ik u, mij de verlossing van mijne ziekte en krankheden te verwerven , opdat ik gezond den tempel des Heeren moge binnengaan, om God in u en door u te loven en te danken. Amen.
öcöeb
voor degenen, die op zee of in de gevangenis zijn.
O getrouwe Leidsman op den weg der zaligheid, H. Antonius, die van God de magt ontvangen hebt, om over de winden en de onstuimige zee te gebieden, en dezelve meermalen hebt doen gehoorzamen; behoed, bid ik U, door uwe magtige voorspraak, allen die op zee varen, maar bijzonder mijne vrienden, in die schromelijke gevaren, die hen alle oogenblikken dreigen; opdat zij 54 14
209
210 VEESGHIILEKDE
met hunne goederen te gelijk hun leven niet verliezen, maar een en ander in behouden haven mogen brengen. Doch, doorluchtige verwinnaar der duivelen, verbreek vooral de banden der zonden, der driften en begeerlijkheden, waarmede de vijand van het menschelijk geslacht zoo vele zielen gevangen houdt. Ik beveel u ook allen, die zich schuldig of onschuldig in de gevangenis bevinden, verkrijg voor de eersten berouw over hunne misdaden en de kracht om hunne straf met geduld te ondergaan, en voor de anderen verlossing, troost en overgeving in den wil Gods, opdat zij, naar het voorbeeld van Jesus, met liefde en geduld lijden en hunne verlossing met vertrouwen afwachten.
O almagtige God, die wonderbaar in al uwe werken zijt, en uw volk, de kinderen Israels, door uwen dienaar Moses geleid, droogvoets
OEFENINGEN.
door de Eoode Zee hebt doen gaan; verleen genadig, dat allen, die op zee in gevaar zijn, gelukkig met hunne goederen mogen aanlanden; maar vooral, dat zij de zorgvolle zee dezer wereld zoo mogen bevaren, dat zij behouden in de haven der zaligheid aankomen.
O allerbarmhartigste Jesus, die, om ons van de banden der zonden te verlossen, hebt willen gevangen en met boeijen en koorden gebonden worden, en die, door de voorspraak van den H. Antonius, zoo menigwerf gevangenen verlost en ongehinderd hebt laten heen gaan; ontsla door uwe barmhartigheid de ongelukkigen, die in de boeijen en kerkers zuchten, maar verlos hen vooral van de boeijen der zonden, opdat zij, de volle vrijheid der kinderen Gods genietende, U hier zoo mogen eeren, dienen, loven en danken , dat zij hierna uwen lof eeuwig
211
VERSCHILLENDE
met de gelukzaligen zingen mogen Amen.
(öcBriJ
om eenen afwezigen vriend aan den H. Anto-nius aan te bevelen.
Aan wien kan ik beter mijnen vriend bevelen, dan aan U, Antonius die de beste, de magtigsto en welwillendste aller vrienden zijt! Ik bid U dan, zorg te willen dragen voor hem, die door mijne aanbeveling ook uw vriend wordt; behoed hem voor water en vuur, voor roovers en moordenaars, voor ziekten en schade, voor schimp en schande, voor zonden en bekoringen, voor verleiding door kwade gezelschappen ofvalscne vrienden, en eindelijk voor alle kwaad en ongemak naar ziel en ligchaam. Laat niet toe, almagtige bestrijder van alle zigtbare en onzigtbare vijanden, dat hij, hetzij door list, hetzij in het openbaar, door boos-
212
OEFENINGEN.
doeners overvallen worde: maar maak dat allen van hem verwijderd blijven. Doe mij hem, door uwe voorbede, frisch en gezond wederzien, opdat ik ü voor zijne gelukkige overkomst mijn' verschuldigden lof en dankbaarheid moge opdragen; dit bid ik U door die groote liefde, welke gij altijd tot God en uwen evennaasten in uw hart gevoeld hebt, en door die zorg, welke gij altijd gehad hebt voor het geestelijk en tijdelijk welzijn uwer dienaren. Ik zou eindelijk , een slecht vriend zijn, indien ik U niet de eeuwige zaligheid van mijnen vriend aanbeval, met wien ik, door uwe liefdevolle bescherming, de hemelsche vreugde hoop te genieten in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
dSefieb
tot den Zaligmaker.
O Heer Jesus, die de fontein des
213
214 VERSCHILLENDE
levens zijt, en ons zoo minzaam uitnoodigt tot U te komen, met de woorden: Wie daarvan drinkt zal in eeuwigheid geen dorst hebben, stort in ons de kennis, en ontsteek in ons de genegenheid, die uwen getrouwen dienaar Anto-nius bezielden, opdat onze mond altijd en van ganscher harte uwen lof verkondige, even als zijne tong deed, die daarom lang na zijnen dood, door den H. Bonaventura, ongeschonden werd gevonden. Vergun ook, zoete Jesus, dat wij in al onze daden en handelingen, volgens zijn stichtend voorbeeld, zoo mogen leven, dat wij eens waardig bevonden worden binnen te gaan in de eeuwige vreugde, welker poorten door uwen heiligen dood er, lijden voor ons geopend worden, o heilige Verlosser! die met den Vader en den H. Geest leeft en heerscht in alle eeuwigheid. Amen,
OEFENINGEN.
voor degenen, die in nood en armoede zijn.
O H Antonius, die zoo dikwijls uwe krachtige hulp aan de uood-lijdenden hebt doen gevoelen, bid den ontfermenden Jesus, van wien de Evangelist zegt: Hij had medelijden mei de scharen, en wilde ze niet zonder eten wegzenden, bid Hem, dat Hij allen, die zich in armoede bevinden, gelieve bij te staan, en mij , ongelukkige, in 't bijzonder gelieve te hulp te komen; dat Hij, door zijne almagt en uwe veelvermogende voorspraak, mijn brood vernenigvuldige, en door zijne heilige Voorzienigheid, mij de gelegenheid verschaffe, om het op eene eerlijk) wijze te verdienen, en daar de meisch niet alleen leeft bij brood, mcar hij alle woord, dat uit Gods mmd voortkomt, bid ik ü voor mij te verkrijgen, dat het woord Gods,
215
216 VEESCmLLENDE
dat voedsel mijner ziel, mg ook niet ontbreke, dat mijne noodwendigheid mij niet belette, de goddelijke diensten christelijk bij te wonen, en mijn tijdelijke nood aldus riet na-deelig zij aan mijne zaligheid. Ik vertrouw dan vast, H. An-onius, door uwe verdiensten den goddelij-ken bijstand te verwerven; ik weet dat onze Vader, die in den hemel is, wil en gebiedt, dat ik Iwt da-gelijksch brood, dat is: kost en Ideederen, vrage, en dat, al beproeft ons zijne hand , Hij ons nimmer in de ellende zal verlaten, vermits de straf, beproeving en genezing, alen gelijke uitwerkselen zijner oneindige goedheid zijn. Bid dan, groote Heilige, dat zijn heilige wil over mij geschiede, en alles zal gered wezen! Hij zal mij uit den nood verlossen, omdat ik op Hem vertrouwd heb; Hij zelf heeft ons door den moid van zijnen Profeet gezegd: Indün
OEFENINGEN.
de regtvaardige op mij vertrouwt, zal ik hem bijstaan, ik zal hem aan den nood onttrekken; en indien hij met volharding op mij blijft hopen, zal ik hem verheffen en zijne gelukkige dagen verlengen. Ik mag dus te geruster zijn, H. Antonius, opdat ik, mijn vertrouwen met uw vast vertrouwen vereenigende, zeker ben, dat gij mijn onvermogen zult aanvullen, en mij den verwachten bijstand verwerven. Amen.
aScfich
als men van zigtbare of onziglbare vijanden overvallen wordt.
Neem uwe wapenen en uw schild ter hand, H. Antonius, en kom mij te hulp. Wend de schichten uwer kracht tegen hen, die mij vervolgen, en verkrijg van den almogenden God de zaligheid mijner ziel.
217
218 VERSCHILLENDE
Dat zij die mijne ziel Invellen, beschaamd en met schrik vervuld worden; dat zij, die mij kwaad zoeken te doen , terugdeinzen, dat hunne wegen duister en glibberig worden, terwijl gij, vrome strijder van Christus, hen achtervolgt; opdat ik verlost worde van de lastertongen der boozen, en de geboden van mijnen Heer en God onderhoude. Want zij, die God niet voor oogen hebben, zijn vreeselijk en zonder genade tegen mij opgestaan; ik zou derhalve onder hun geweld wel-ligt bezwijken, indien de Heer mij, op uwe voorbede niet to hulp kvvame. Dat hunne booze plannen en aanslagen door uwen sterken arm verijdeld worden, en de vreeze Gods hen bevange. Dat zij, die tegen mij opstaan, voor hunne oogen zien, dat gij, Antonius, mijn verdediger zijt, en dat zij beschaamd de hand Gods erkennen. Mijne vij-
OEFENINGEN.
anden hebben menigmaal gezegd; Laat ons hen vervolgen en vangen. Maar in al mijne benaauwd-heden, werp ik mij vol vertrouwen voor den troon der goddelijke barm-hartigheid, ik beleed tegen mij zeiven mijne boosheden en ongerog-tigheden, bekende openlijk schuld, en zeide: Ik heb gezondigd, Heer , ik heb gezondigd; mijne boosheden zijn talrijker geworden dan de zandkorrels op den oever der zee. Ik heb gedwaald als een verloren schaap. Ik beken mijne schuld. Ik bid U, vergeef het mij, laat mij niet in mijne boosheden verloren gaan.
En gij, H. Antonius, mijn Beschermer , draag dit mijn berouw en leedwezen aan God op. Maak, dat hij mijn gebed verhoore, opdat ik, door uwe voorspraak, hier den staat der heiligmakende genade bekome, daarin volharde, en hierna den oor-
219
220 VERSCHILLENDE
sprong en de fontein aller genaden eeuwig moge aanschouwen. Amen.
lt;6cBcbEn
in grooten nood en droefheid.
Men bidde vooraf driemaal Onze Vader en Wees gegroet, en gedenke daarbij, hoe Jesus driemaal in den hof der Olijven gebeden en water en bloed gezweet heeft; daarna zegge men met Hem: Vader, indien hei mogelijk is, laat dezen kelk van mij gaan; doch niet mijn, maar uw wil geschiede!
O Jesus, die onschuldig voor vier Eegters gesleurd werdt, ontferm U myner.
O Jesus, zoo schandelijk gebonden en wreed mishandeld aan eene kolom, ter verzoening van het men-schelijk geslacht, ontferm ü mijner.
O Jesus , om onzent wille zoo bespot en gelasterd, ontferm U mijner.
O Jesus, met het kruis beladen
OEïENIKGEN.
waarop men U gaat uitrekken, om ons te verlossen, ontferm U mijner.
O Jesus, door uw heilig lijden en dierbare wonden, ontferm ü mijner.
O Maria, die uw' beminden Zoon voor ons zaagt lijden, bid voor mij.
O Maria, die Hem met gal en azijn zaagt laven, bid voor mij.
O Maria, die zijne heilige oogen zaagt breken, bid voor mij.
O Maria, die Hem zonder eeni-gen troost en in de grootste verlatenheid zaagt sterven, bid voor mij.
O Maria, die door Hem aan zijn lieveling Joannes aanbevolen werdt, bid voor mij.
Heilige Antonius, ik stel mij onder uwe bescherming, en, arme zondaar als ik ben, zoek ik bij U, Trooster der arme en verlaten men-schen, hulp en raad. Ach, sla op mij uwe teedere en medelijdende oogen, want de hand des Heeren heeft mij geraakt, en God heeft mij
221
222 VERSCHILLENDE
bezocht. Zie toch, geliefde Patroon, in welke ellende ik mij bavind, en hoe mijn hart met angst en be-naauwdheid bevangen is, toon mij die groote christeliike liefde, die u hier op aarde altijd bezield heeft, en verlos, door uwe magtige voorspraak, mijne ziel van dit droevig lijden. Ik hef mijne handen ten hemel, en roep met groot vertrouwen: H. Antonius, reik mij uwe hulpzame hand, verlaat mij niet iu den nood, opdat ik niet kleinmoedig worde. Steun der zwakken, versterk mij. Verlosser van allen, die in gevaar zijn, verlos mij. Groote wonderdoener, schenk mij uitkomst in den toestand, waarin ik geene redding meer zie. Gij, die altijd zoo liefdadig en behulpzaam op aarde voor de ongelukkigen waart, zult dit nu in den hemel nog duizendmaal meer zijn, ik houd mij daarom verzekerd, dat gij voor mij hulp,
OEFENINGEN.
troost en redding van den hemel-schen Vader zult afsmeeken, van dien God, die uwe gebeden nimmer beeft verstooten. Verwerf voor mij dan, dat zijn heilige wil, volgens de grootte zijner barmhartigheid, liefde en goedheid, over mij geschiede. Amen.
O H. Antonius, getrouwe dienaar des ïïeeren, die thans met oneindige blijdschap het goddelijk Wezen gedurig aanschouwt, en daarin, als in den oorsprong en 't einde aller gelukzaligheid, verslonden zijt, gij ziet in datzelfde aanbiddelijk Wezen al onze ellenden en behoeften, en gij werkt in dit tranendal zulke wonderbare dingen uit, dat gij met der daad toont een minnelijke Vader en Beschermer der bedrukten, een ijverige Vertrooster der noodlijdenden, een zekere Helper en Eedder in alle kwellingen en tegen-
223
234. VERSCHILLENDE
spoed te zijn. Ik bid a door den God, dien gij aanschouwt, en in wien gij alle goed in het hemelsch vaderland geniet, mij gedachtig te wezen in mijnen grooten nood, en mij van deze en alle andere ellenden der ziel en des 'iigchaams te verlossen, in zoo verre dit overeenkomt met den altijd goeden en aanbiddelrjken wil des Heeren, die beter dan ik zelf weet wat goed voor mij is, en die mij bemint als de beste der vaders. Offer hem op mijne geduldige overgeving aan zijnen goddelijken wil en mijn vast vertrouwen op zijne onbeperkte liefde en barmhartigheid, opdat ik zijner hulpe en zegening waardig worde. Amen.
lt;0EfiEij
om zijne zaken aan den H. Antonius aan te bevelen.
O roemrijke, wonderbare en uit-
ii
OEFENINGEN. 325
verkoren vriend des Heeren, H. An-tonius, ik wensch u veel geluk met al de gunsten, gaven en voorregten , waarmede de goddelijke goedheid u , onder alle Heiligen, heeft verrijkt en verheerlijkt. O Voorspreker, die niet minder barmhartig dan mag-tig zijt, ik bid u ootmoedig door al de weldaden, die God u bewezen heeft, neem onder uwe vaderlijke zorg en bescherming mijne ziel en mijn ligchaam, mijne nering en mijn bedrijf, al mijne bezigheden en handelingen, die ik u hartelijk aanbeveel, dewijl ik zeker ben, dat geheel de loop en de staat mijns levens gezegend en geheiligd zullen zijn onder de bestiering van een zoodanigen Patroon. Gij zult ze den Vader der barmhartigheid, den God aller vertroosting aanbevelen , opdat Hij, die u zoo zeer bemint, door uwe verdiensten mij versterke in zijne heilige dienst, mij vertrooste in alle
64 15
226 VEBSCHIMEHDE
droefheden en ontsteltenissen, mij verlosse van liet kwaad, en mij geleide tot het goede naar ziel en ligchaam. Amen.
aan God, en aan den H. Antonius, nadat men verkregen heeft, waarom men heeft gebeden.
U, God, loven wij, U, Heer, zegenen wij, met den H. Antonius, om wien Gij u gewaardigd hebt mij te zegenen en te verhooren, te helpen en te vertroosten in mijnen nood.
U, eeuwige Vader, eert de geheele aarde; ü loven alle Engelen, Hemelen , Magten, Cherubs en Serafs; en zingen U zonder ophouden toe, Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heirkrachten, voor de menigvuldige weldaden, die Gij dagelijks , door de voorspraak van den H. Antonius, over de wereld uitstort. Lof, verheerlijking, eer en dank zij
oevenikgen. 227
den Vader , den Zoon en den Heiligen Geest, één God, die mij, door de verdiensten en voorspraak van den H. Antonius, genadig heeft willen vertroosten, verhooren en verlossen.
Dat alle schepselen uwe goddelijke Majesteit verheerlijken en bedanken voor al de wonderen, die Gij, om en door den H. Antonius, ten gunste der stervelingen gedaan hebt en nog doet.
Voornamelijk wensch ik, dat hemel en aarde ü zegenen voor de hulp en bijstand, die Gij mij, uw onwaardigen dienaar, bewezen hebt.
Wij bidden ü, Jesus, Zoon Gods en Zaligmaker der wereld, die ons, door de verdiensten en voorbede van uwen grooten dienaar, den H. Antonius, verhoord en geholpen hebt; wij bidden U, minnelijke Jesus, kom uwe dienaren en dienaressen, die gij met uw dierbaar bloed verlost hebt, ter liefde van
228 VERSCHILLENDE
uwen beminden Heilige, te hulp.
Maak, dat wij eens onder het getal uwer Heiligen gesteld worden in de heerlijkheid.
Heer, maak uw volk zalig en zegen uw erfdeel, heersch over hetzelve en verhef het tot in eeuwigheid, opdat wij in de eeuwigheid der eeuwigheden, met uwen dienaar Antonius, uwen naam mogen loven en prijzen voor de tallooze weldaden , die Gij ons, door zijne voorbede, hebt bewezen.
Wil ons, o Jesus, voortaan, door de verdiensten van den H. Antonius, van alle zonden of schade bewaren. Ontferm U onzer, ontferm ü onzer te zijner liefde.
En laat ons uwe barmhartigheid ontwaren, gelijk wij op U vertrouwd hebben. Op ü, Heer, heb ik vertrouwd, onder de bescherming van den H. Antonius; en in eeuwigheid zal ik, o Heer, niet be-
OEFUNINGJSN. 229
schaamd wordeu, vertrouwende op uwe oneindige goedheid en op zijne voorspraak.
Wat zal ik den Heere wedergeven voor al het goed, dat Hij mij bewezen heeft? Ik zal al de dagen mijns levens zijnen naam aanroepen, en Hem door deugden en liefdadigheid trachten te behagen. Amen.
©ersiicfjtintrcn
tot Jesus, ter eere van den H. Antonius,
O Jesus, laat mij voor uwe oogen licht en genade vinden, om uwen heerlijken dienaar Antonius.
O allergenadigste Jesus, ik bid u, door het minnelijke hart van den H. Antonius, verleen mij troost, hulp en bijstand in deze zaken, waar ik u om bid.
O allerzoetste Jesus, gedoog, dat ik tot uwe verheerlijking en tot lof van uwen Heilige, dit tijdelijke goed terug
230 VERSCHILLENDE
bekome, en uwe genade en goddelijke goederen nimmer meer verlieze.
O goedertieren Jesus, schenk mij genadig hetgeen ik u door de voorspraak van den H. Antonius verzoek.
O Jesus, fontein en oorsprong van al de wonderen, die gij door de verdiensten van uwen dienaar Antonius uitwerkt, doe in deze zaak, waarom ik u bid, zoo als het u behaagt en mij zalig is.
Ik aanbid u, o kracht van God den Vader, ontferm u mijner, om den H. Antonius.
Ik aanbid u, o wijsheid van God den Zoon, wees mij genadig, om de verdiensten van den H. Antonius.
Ik aanbid u. o goedheid van God den Heiligen Geest, maak mij een kind naar uw hart, om de voorspraak van den H. Antonius.
O allerheiligste Drievuldigheid, die wonderbaar zijt in uwen dienaar den H. Antonins, en om zij-
01SÏENINGKN.
ne verdiensten veel barmhartigheid bewijst, wees mij genadig.
O heilige Antonius, ik groet u in het hart van mijnen Jesus, verkrijg mij bij hem genade en barmhartigheid.
O heilige Antonius, door de onuitsprekelijke vreugde, die uwe ziel gevoelde, toen het kind Jesus tus-schen uwe armen rustte, bid Hem voor mij, en verwerf voor mij rust en blijdschap des harten.
O heilige Antonius, heerlijke belijder en dienaar van Jesus Christus, bid voor mij, nu en in het uur mijns doods,
O heilige Antonius, allergetrouw-ste dienaar, bid voor mij, dat mijn hart vruchtbaar worde in deugden en goede werken, door den zelfden Heer Jesus in het heilig Sakrament.
Heilige vader Antonius, bid voor mg, dat ik bij Jesus de genade moge vinden, die ik verloren heb, en door uwe voorbede een dienaar
231
233 VERSCHILLENDE OEFENINGEN.
(of dienares) naar uw hart worde.
0 heilige Vader Anton ius, op wiens gebed de duivelen door God uit de bezetenen verdreven zijn, verdrijf, door uwe voorspraak, uit mij alle kwade driften en neigingen.
Verdrijf uit mij, door de magt, welke God aan uw gebed toonde met de woeste baren der zee te gebieden, alles wat in mij aan God mishaagt, en verkrijg voor mij, o heilige belijder, alles wat God in mij wenscht en Hem behaagt.
LOFZAPiGEIN
TEU EERE VAN DEN
LOFZANa,
GEMAAKT DOOR DKN H. BONAVBMÜKA.
Si qaeeris miracula,
Mors, error, calamitas,
Dsemon, lepra fngiunt:
Aegri surgunt sani.
Cedunt mare, vincula, Membra, resque perditas Petunt, et accipiunt Juvenes et seni.
v Pereunt pericula.
Cessat et necessitas;
Narrent hi, qui sentiunt,
Dicant Paduani;
r Cedunt mare, vincula. Membra, resque perditas Petunt, et accipiunt Juvenes et seni.
LOFZANGEN.
v. Gloria Patri, et Filio ;
et Spiritui Sancto, h. Cedunt mare, vincula, Membra, rcsque perditas Petunt, et accipiunt Juvenes et seni.
vertaling.
v. Wilt gij mirakelen zien? het weenen, kermen, zuchten, De duivel, dood en pest,
en ketterij moet vlugten; Wat ziekte het ook zij ,
melaatschheid zelfs verdwijnt, Geen inensch, hoe ziek ook, die
niet weêr gezond verschijnt. r. De zee verwijdert zich,
de boeijen der gevangenen Ontvallen aan hun hand,
en jong en oud ontvangen, In hunnen hangen nood,
vaak hulp en onderstand. En wat verloren is,
komt wederom ter hand.
234
LOFZANGEN.
v. Wier stemmen zich tot hem verheffen door gebeden: Ontkomen aan gevaar ,
aan ramp en zwarigheden; Getuigen zij, wie hij
reeds hulp en bijstand bood, Verkonde 'tPadua,
en prijz' hem klein en groot. r. De zee verwijdert zich, enz. (ais voor, de 4 verzen voluit). v. Eer zij den Vader, op
zijn glorieiroon verheven. Den Zoon, die met Hem heerscht, zij mede roem gegeven. En ook den Heil'geu Geest,
zij eeuwig hulde en lof, Op aarde, nu en immer
in het hemelhof. R, De zee verwijdert zich, enz. (als voor, de 4 verzen voluit.)
Anliphona. Wonderbare held van Spanje, schrik der ongeloovigen, helderschijnend licht van Italië, kostbaar pand der Stad Padua, groote
235
LOFZANGEN.
H. Antonius, verkrijg voor ons de genade, om ons den zoo korten tijd des levens, dien de goddelijke goedheid ons heeft toegestaan, te benuttigen, opdat wij die gelukkige oogenblikken, welke zij ons gegeven heeft om boete over onze zonden te plegen, niet verliezen.
O wil, Antonius, ons toch ter hulpe snellen.
Die ons betrouwen op uwe magt en voorspraak stellen.
GEBED.
Allerzoetste en zachtmoedigste -Jesus, die uwen Belijder, den H. Antonius, roemrijk hebt gemaakt door de wonderen, welke hij herhaaldelijk heeft verrigt: maak, dat wij door zijne voorbede inderdaad mogen verkrijgen, wat wij vertrouwelijk door zijne verdiensten vragen. Die leeft en heerscht door alle eeu-. wen der eeuwen. Amen,
236
LOPZANQKV.
HET DINGSDAGSCHE LOP,
TER EERE VAN DEN HEILIGEN AN-TONIUS VAN PADUA.
Lieve Jesus, u zg hulde, U, Antonius zij lof;
Naam, die heel deze aard vervulde, Roem en eer van 't hemelhof.
Was Francisciis hier beneden, Hem in deugden voorgegaan ,
Hij, hij drukte zijne schreden In zijns vaders levensbaan.
Afgedwaalden bragt hij weder Tot Gods kudde, en zie, weldra
Bogen zondaars zich ter neder Voor de bronwel der genaa.
Doodsgevaar, noch hellewoede Stremde ooit d' ijver van zijn werk,
Krachtig stond hij in Gods hoede En tot pijler van zijn Kerk.
Heil'ge Gods, uw naam ter eere, Stort ons hart deez' beden uit;
237
LOFZANGEN.
Dat de roem er door vermeêre, Die uw levensloop ontsluit.
Neig uw oor naar onze stemmen, Naar ons smeeken hier beneên; Zie, lioe zorgen ons beklemmen, Hoe ons hart is afgestreên.
O zie toe, dat wij niet zwichten Op het glibberig deugdenpad; Wil in lijden ons verligten!
Voer ons op in de eeuw'ge stad.
Dit, dit geve ons God de Vader,
Die met d' eengeboren Zoon. En den Heil'gen Geest te gader; Zetelt op den hemeltroon,
v. Wil, Antonius, uw' bijstand ons bereiden,
r. En door dit tranendal ons naar den hemel leiden.
GEBED.
O allerzoetste en goedertierenste Jesus, die uwen belijder, den H.
238
lOPZAJJGBJJ.
Antonius, door uitstekende en voortdurende wonderen, geheel de wereld door vermaard hebt gemaakt; verleen ons genadig, dat wij door zijne voorbede mogen bekomen, wat wij door zijne verdiensten verzoeken. Die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerscht in alle eeuwigheid. Amen.
DE LAATSTE ZEGEN.
y
Waardige ziel van Jesus, heilig mij. Heilig ligchaam van Jesus, spijs mij. Kostbaar bloed van Jesus, drenk mij. Zuivere fontein der zijde van Jesus,
wasch mij.
Verdienstelijk lijden van Jesus, versterk mij.
Liefderijke Jesus, verhoor mij, In uwe gezegende wonden, verberg mij.
Van alle kwaad, bevrijd mij. In mijn sterfuur, bescherm mij.
239
LOFZANGEN.
Na dit leven, roep mij,
In uwe heerlijkheid, ontvang mij, Opdat ik u, met den H. Antonins en al uwe lieve Heiligen, moge loven en danken in eeuwigheid. Amen.
LOFZANG
TER EERE VAN DEN H, ANTONIUS VAN PADUA.
Verheug u, Padua,
verheugt u alle menschen, Die tot Antonius
gerigt hebt uwe wenschen; Want zijne wondermagt
bij Christus is zoo groot, Dat hij, door zijne bede,
ons helpt in eiken nood. Wat tegenspoed het zij,
de smarten, droetheid, pijnen, Zien wij tot onze vreugd,
door zijne hulp verdwijnen.
240
LOPZANGEN
De vrouw in barensnood,
de mensch in doodsgevaar, Zij worden, tot hun' troost,
zijn' bijstand steeds gewaar. Wie op het ziekbed zucht,
wordt door zijn hulp genezen; Wie iets verloren beeft,
wat dit ook moge wezen, Verkrijgt het weêr terug.
Is 's menschen hart in pijn, Het zal, op zijne beê,
dra weêr in vrede zijn, v. Men ziet de wereld, 't vleesch, den duivel voor hem zwichten; Hij doet in 'tnevlig brein
den glans der waarheid lichten: De dwaling des gemoeds,
moet wijken voor zijn licht. En 't kwaad, hoe groot hot zij,
bezweert hij en het zwicht, u. Laat ons hem dan met vlijt,
met diepe godsvrucht eeren ; Laat ons, in eiken nood,
ons harte tot hem keeren, 45 16
241
LOFZANGEN.
Dan blikt hij op ons neer,
en hij verkrijgt gewis Wat wij vertrouwvol vragen,
als het ons zalig is. v, Lof zij den Vader, die
de magt hem heeft gegeven; Lof zij den Zoon, die hem
verhief tot het eeuwig leven , Lof zij den Heil'gon Geest,
die hem geheiligd heeft, Waardoor hij nu bij God,
in de eeuw der eeuwen leeft! r. Laat ons hem dan met vlijt,
met diepe godsvrucht eeren; Laat ons in eiken nood,
ons harten tot hem keeren, Dan blikt hij op ons neer,
en hij verkrijgt gewis Wat wij vertrouwvol vragen,
als het ons zalig is. v. Help ons, Antonius,
wil ons van kwaad bevrijden; r. Om, na deez' ballingschap,
ons eeuwig te verblijden.
243
LOFZANGEN. 343
GEBED.
O goedertieren en barmhartige God, die den H. Antonius znlke buitengewone genade verleend hebt, dat hij daardoor, in deugden en heiligheid uitmuntende, bij ü zulk een vermogen heeft verkregen, dat, door zijne tusschenkomst, de verblinde en versteende gemoederen verlicht en vermurwd worden, zoodat zij, die in de schadawe des doods sluimeren , hierdoor uit hunnen slaap ontwaken en tot den weg des levens terug-keereu; wij bidden U, dat Gij, door zijne verdiensten , onze harten door uwe genade zoo gelieft te verlichten, te verwarmen en te versterken, dat wij over den duivel, de wereld en het vleesch mogen zegevieren, en met genoegen onze zaligheid bewerken. Amen.
LOFZANGEN.
AANROEPING
VAN DEN H. ANTONIUS VAN PADUA.
Wil, Antonius, ons helpen,
Die vertrouwen op uw gunst; Wil steeds onze kwalen stelpen,
Leid ons in de zedekunst.
Doe de droefheid van ons vlugten ,
Sta ons bij in eiken nood; Ban het kermen, ban hot zuchten, Keer van ons een' kwaden dood. Maak dat wij zijn uitverkoren
Door 'tbeoefenen van de deugd; Hebben wij soms iets verloren,
Breng het weer tot onze vreugd; Opdat wij, van ramp ontslagen.
Die de wereld ons bereidt, God hier minnen en behagen. Tot ons aller zaligheid, v. Antonius, maak dat God ons gebed verhoort,
u. En 'tkwaad van ons verdrijft, dat onze rust verstoort.
244
JuOEZANQEN.
GEBED.
Heer Jesus Christus, wiens genoegen het is met de kinderen der inensclien te wezen, waarom gij ook u zei ven aan den H. Antonius, om zijne kinderlijke zuiverheid en min-nelijkheid, in de gedaante van een kind hebt geopenbaard, en hem alle liefde en toegenegenheid be-weest, zoodat gij hom, nu hij verheerlijkt met u in den hemel heerscht niet weigert, hetgeen hg voor zijne dienaars op de aarde verzoekt; wij bidden u, door zijne uitmuntende zuiverheid en andere deugden, waardoor hij die uitstekende gunst van u heeft verkregen, dat gij ons gemoed van alle gebreken gelieft te zuiveren, en daarin een opregten ijver voor de deugd te drukken: opdat wij waardig mogen worden te bekomen, wat wij door de voorspraak van uwen H. Belijder verzoeken Am.
245
- «f-
VOORBEREIDING.
Kom H, Geest, vervul de harten uwer geloovigen en ontsteek in hen het vuur uwer liefde; gij, die door de verscheidenheid aller talen de volken in de eenheid des geloofs verzameld hebt.
Zend uwen Geest uit, en zij zullen herschapen worden.
En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
GEBED.
God, die de harten uwer geloovigen door de verlichting des H. Geestes hebt onderwezen, schenk ons in dien zelfden Geest het regte
ÜNDF.K DE H. MIS 241/
te verstaan, en ons steeds in zijnen troost te mogen verblijden. Door Christus onzen Heer. Amen.
GOED VOORNEMEN.
Heer, mijn God, naar wiens evenbeeld ik geschapen ben, schenk mij uwe genade, opdat ik bij de heilige offerande met gepasten eerbied en godvrucht tegenwoordig zij , en dezelve met den priester aan uwe goddelijke Majesteit opdrage;
1. Tot eer en verheerlijking van uwen H. Naam van wien alleen dit offer toekomt
2. Ter gedachtenis van uw Lijden en uwen Dood, tot welk einde gij dit heilig offer hebt ingesteld.
3. Tot dankzegging voor alle mij bewezene weldaden.
4. Ter voldoening voor al mijne zonden en misdaden, welke ik bij dit heilig offer in uw heilig Bloed afwasch.
okjikden
5. Tot verwerving van uwe genade en uwen bijstand in eiken nood.
6. Voor mijne dierbare ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, bijzonder voor....
7. Voor de zielen der overledenen, bijzonder voor....
Moge dit mijn voornemen u W3l-gevallig zijn, en gij mijne bede verliooren. Dit smeek ik u door Christus, onzen Heer. Amen.
gebed aan den voet des altaars.
In den naam des Vaders, en des Zoons en des 11. Geestes. Amen.
priester. Ik zal optreden tot Gods altaar.
dienaar. Tot God, die mijne jeugd verblijdt.
p. Doe mij regt, o God, en handhaaf mijne zaak tegen een onheilig volk, red mij van den onregtvaar-dige en trouwelooze.
248
ONDEB DE H. MIS. 249
d. Gij immers, o God, zijt mijne sterkte; waarom zoudt gij mij ver-stooten! en waarom zwerf ik treurig om, terwijl mijn vijand mij verdrukt?
p. Zend mij uw licht en uwe waarheid, opdat deze mij geleiden en mij tot uwen heiligen berg en in uwe woontenten voeren.
d. Ik zal tot Gods Altaar optreden, tot God, die mijne jeugd verblijdt.
p. Ik zal ü op de cither loven, God, mijn God! waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel, en waarom verontrust gij mij?
d. Hoop op God; want ik zal Hem nog loven, die mijn heil en mijn God is.
p. Eere zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.
d. Gelijk het was in den beginne nu en altoos, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBEDEN
p. Ik zal dan optreden tot Gods Altaar.
d. Tot God, die mijne jeugd verblijdt.
p. Ouze hulp is in den naam ó'es Heeren,
d. Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Ik belijd voor den almagtigen God en voor de heilige Maria altijd Maagd, den heiligen Aartsengel Michaël, den heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, en voor alle Heiligen, dat ik zeer gezondigd heb met gedachten , woorden en werken, door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne overgroote schuld. Daarom bid ik de heilige Maria ahijd Maagd, den heiligen Aartsengel Michaël, don heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, en alle Heiligen, den Heer onzen God voor mij te willen bidden.
250
ONDBH DE H- MIS. 251
p. De almagtige God zij U genadig, Hij vergeve U uwe zonden, en geleide ü tot het eeuwig leven. d. Amen.
p. De almagtige en barmhartige Heer verleene ons kwijtschelding, ontbinding en vergiffenis van onze zonden, d. Amen.
p. God, keer U tot ons, en gij zult ons doen herleven.
D. En uw volk zal zich in ü verblijden.
p. Toon ons, o Heer, uwe barmhartigheid.
d. En schenk ons uwe hulp. p. Heer, verhoor mijn gebed. d. En mijn geroep kome tot U. p. De Heer zij met U. d. En met uwen geest.
introïtus {of de ingang.)
Gezegend zij de heilige Drievuldigheid en onverdeelde Eenheid; wij
GEBEDEN
zullen haar loven, omdat zij ons hare barmhartigheid bewezen heeft.
Eere zij den Vader, die ons geschapen heeft.
Eere zij den Zoon, die ons verlost heeft.
Eere zij den H. Geest, die ons heilig gemaakt heeft.
Eere zij de Allerhoogste en onverdeelde Drieëenheid, onzen God, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer, ontferm U onzer. (Driemaal) Christus, ontferm U onzer. {Driemaal) Heer, ontferm U onzer. {Driemaal).
gloria {De Lofzang der Engelen.)
Eere zij God in de hoogste hemelen , en vrede op aarde den men-schen van goeden wil. Wij loven ü, wij zegenen U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U, wij danken ü om uwe groote heerlijkheid. Heer God, Koning des Hemels, God al-
253
ONUEK DE H. MIS. 353
magtige Vader, Heer Jesus Christus, eeniggeboren Zoon; Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer; die wegneemt de zonden der wereld, neem ons gebed aan ; die zit aan de regterhand des Vaders, wees ons genadig. Want gij alleen zijt de Heilige, gij alleen do Heer, gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus , in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.
BIJ DE COLLECTEN, DEN EPISTEL EN HET GRADUALE.
Verhoor, o God, de gebeden van uwe heilige Kerk, die u in den naam van uwen welbeminden Zoon, onzen Heer Jesus Christus ootmoedig smeekt, ons uwe hulp en bijstand te verleenon, opdat wij daardoor van alle ramp bevrijd en in uwe genade versterkt mogen worden. Amen.
GEBEDEN
OEFENING VAN GELOOF.
Mijn Heer en mijn God, ik geloof , al wat gij door de H. Schrift, door uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus, en door de H. Apostelen geopenbaard hebt, en mij door de H. Kerk, die de zuil en grondslag der waarheid is, te gelooven voorhoudt. In dit katholiek geloof wil ik, door uwe genade, leven en sterven.
OEFENING VAN HOOP.
Op U, allerliefderijkste Vader, Vader der barmhartigheid en God van alle vertroosting, vestig ik go-heel mijne hoop en mijn vertrouwen. Groot en menigvuldig zijn wel mijne zonden, maar oneindig veel grooter is toch uwe goedheid, die den docd des zondaars niet wil, maar dat hij zich bekeere en leve. Op deze uwe grenzelooze goedheid vertrouwende, hoop ik vastelijk de vergeving van
254
ONDÜK DE H. MIS. 255
al mijne zonden en het eeuwig leven te zullen verwerven.
OEFENING VAN LIEFDE.
Wie zal u niet beminnen, liefde-rij leste God! die ons met een eeuwige liefde bemind hebt, en uwen eeniggeboren Zoon voor ons ten beste gaaft? Niets wensch ik in den hemel, niets zoek ik op de aarde buiten U, mijn Heer en mijn God! in U verlang ik te leven en testerven. Wanneer zal ik komen en staan voor uw aanschijn om U in eeuwigheid te bezitten?
BIJ HET EVANGELIE.
Heer Jesus, die, volgens den wil van uwen hemelschen Vader, aan de wereld de blijde boodschap van het Evangelie hebt aangekondigd ; schenk mij de genade om er de waarheid van te bevatten, mijnen wil er naar te regelen, het in mijn geheugen te bewaren, en er de voorschrif-
GEBEDEN
ten van te vervullen; opdat ik met de schaar uwer uitverkoren schapen, die hier naar uwe stem geluisterd hebben, in dit loven zóó vereenigd worde, dat ik eenmaal, op den jocg-sten dag, met hen aan uwe regterhand moge staan; en de troostvolle woorden hooren: Komt, gezegende mijns Vaders, bezit het rijk, dat voor uvan het begin der wereld bereid is. Amen.
BIJ DE GELOOFSBELIJDENIS.
Ik geloof in één God, almagtigen Vader, Schepper van hemel en van aarde, van allezigtbare enonzigtbare dingen.
En in één' Heer Jesus Christus, Gods eeniggeboren Zoon, uit den Vader vóór alle eeuwen geboren: God van God, licht van licht waarachtig God van den Waarachtigen God, geboren en niet gemaakt, medezelfstandig met den V ader , door wien alles gemaakt is. Die voor ons
256
ONDEK DE H. MIS. 257
menschen, en om onzer zaligheid wille is nedergedaald van den hemel, en het vleesch heeft aangenomen van den Heiligen Geest, uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus; Hij heeft geleden en is begraven, en Hij is, volgens de Schriftuur , ten derden dage verrezen, en Hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de regterhand des Vaders en zal wederkomen, met heerlijkheid, om te oordeelen de levenden en dooden; en zijn rijk zal geen einde hebben.
En in den Heiligen Geest, den Heer en levendir.aker ; die uit den Vader en den Zoon voortkomt, die mot den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft.
En in ééne heilige, Katholieke en Apostolische Kerk. Ik belijd een Doopsel ter vergeving der zonden. En ik verwacht de opstanding der 54. 17
GEBEDEN
dooden, en liet eeuwig toekomend leven. Amen.
bij de offerande (Offertorium.)
O eeuwige Vader, die deze allerheiligste offerande der Nieuwe Wet, waardoor uw eeniggeboren Zoon aan u wordt opgedragen, hebt ingesteld : ik draag, in vereeniging met dit offer, mij zei ven aan uwe goddelijke Majesteit op met alles, wat ik van uwe goedheid ontvangen heb. Zie genadig op mij neder, en ontferm U mijner. Amen.
bij het orate fratres.
priester. Bidt, Broeders, dat mijn en uw offer aangenaam zij bij God onzen Heer.
dienaaars. De heer neme het offer uit uwe handen aan, tot lof en verheerlijking van zijnen naam ; tot heil van ons en van zijne heilige Kerk. Amen.
258
ONDER DE H. MIS.
HIJ DE PREFATIE.
Tot ü , o God, verheffen wij onze harten en zeggen nwe goddelijke Majesteit dank. Want het is in waarheid betamelijk en billijk, pligt-matig en heilzaam, dat wij U, heilige Heer, almagtige Vader, eeuwige God, altijd en overal dankzeggen, door Christus onzen Heer, door wien de Engelen uwe Majesteit loven, de Heerschappijen U aanbidden, de Magten voorU sidderen, de Hemelen en de krachten der hemelen , met de gelukzalige Seraphijnen, U met eenparige blijdschap vereeren. Vergun, bidden wij ü, dat wij ook onze lofzangen bij de hunnen voegen, en met hen in ootmoed uitroepen: Heilig ! Heilig! Heilig! is God, de Heer der heerkrachten. Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Hosanna in het allerhoogste! Gezegend
259
GEBEDEN
hij, die komt in den Kaam des Heeren: Hosanna in het allerhoogste ï
BIJ DE GEDACHTENIS DER LEVENDEN.
(Memento.)
Wij smeeken U, Heer, door het lijden en den dood van uwen aller-liefsten Zoon, onzen Heer Jesus Christus, dat gij bijzonder uwe heilige Kerk gedachtig zijt. en haar, als de Bruid van uwen Zoon, beschermt , heiligt en verheft, tegelijk met uwen dienaar, onzen Paus, de Bisschoppen en alle herders en zielzorgers ; vervul hen met uwen Heiligen Geest, opdat zij allen door hunne leeringen en voorbeeldenden luister van uwen naam verkondigen en de zielen, hun toevertrouwd, ter zaligheid geleiden.
Wees ook gedachtig, o Heer, mijne ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, bijzonder.... en allen
260
ONDER DE H. MIS. 261
voor wie ik schuldig ben te bidden, en waarvoor gij wilt, dat ik mijne beden storten zal. Stort uwe genade overvloedig over hen allen uit in dit leven, en schenk ze na dit leven de eeuwige heerlijkheid.
BIJ DE OPHEFFING DER H. HOSTIE.
Wees gegroet, Jesus Christus, mijn Verlosser en Zaligmaker, mijne hoop en toevlugt! O Jesus, eeuwig Woord des Vaders, ware Zoon van Maria, mijn God en mijn al, die aan het kruishout ü zeiven aan uwen hemelschen Vader hebt opgedragen , maak mij deelachtig aan de verdiensten van uw H. Lijden, en aan uw waarachtig Ligchaam en Bloed, hier op het altaar tegenwoordig, nu en in het uur van mijnen dood. Amen.
GEBEDEN
BIJ DE OPHEFFING VAN DEN KELK.
Wees gegroet, waarachtig en levend Bloed, dat uit de H. Wonden mijns Heeren Jesus Christus gevloeid, en met zijn H. Ligchaam in dit H. Sakrament vereenigd zijt, O dierbare schat, o edel bad van het kostbaarste en zuiverste Bloed, wasch en reinig mij van al mijne zonden, en versterk mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.
NA DE OPHEFFING.
Heer Jesus Christus, die hier waarlik onder de gedaante van brood en wijn tegenwoordig zijt, ik aanbid ü met een levendig geloof. Laat niet toe, smeek ik ü, dat dit uw kostbaar Bloed te vergeefs voor mij op het altaar des kruises gevloeid hebbe, maar geef, door uw lijden
262
ONDER DE H. MIS. 263
en uwen dood, dat ik onder het getal uwer uitverkorenen worde opgenomen, en U in eeuwigheid in uwen onbevlekten luister aanschouwen en bezitten moge. Amen.
DE GEDACHTENIS DEK OVER LEDENEN.
Wees ook, o Heer, uwe dienaren en dienaressen gedachtig, die ons met het teeken des geloofs voorgegaan zijn, en in den slaap des vredes rusten.
Neem hen, bidden wij ü. Heer, en allen die in Christus rusten, in de plaats van verkwikking, van licht en vrede op. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
Doe ook ons, zondaars, uwe dienaren, die op de menigvuldigheid uwer ontfermingen vertrouwen, eenig deel in de gemeenschap hebben met uwe Heiligen.... In wier gemeenschap wij U bidden, niet
GEBEDEN
om onze verdiensten, maar na ons vergeving geschonken te hebben, ons op te nemen. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Onze Vader, die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw reik ons toekome, uw wil geschiede op de aarde, als in den hemel, geef ons heden ons dagelijksch brood, en vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen.
Verlos ons, bidden wij U, Heer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomend kwaad, en verleen ons, door de voorbede der zalige en roemrijke Maagd en Moeder Gods Maria, van de heilige Apostelen Petrus en Paulus en Andreas, en van alle Heiligen, genadig vrede in onze dagen; opdat wij, door den bijstand uwer barmhartigheid geholpen, altoos bevrijd mogen blij-
264
ONDEB DE H. MIS, 265
ven van zonden, en van alle kwellingen beveiligd zijn. Door denzelfden Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met ü, in de eenheid des Heiligen Geestes, leeft en heerscht door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
De vrede des Heeren zij altijd met ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm ü onzer.
Lam Gods, enz. ontferm ü onzer.
Lam Gods, enz. geef ons den vrede.
VOORBEREIDING TOT DE GEESTELIJKE COMMUNIE.
Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die volgens den wil uws Vaders, en door de medewerking des Heiligen Geestes, de wereld door uwen dood hebt levend gemaakt; verlos mij, door dit uw allerheiligst Ligchaam en Bloed, van al mijne ongeregtigheden en van alle
GEBEDEN
kwaad; doe mij altoos uwe geboden opvolgen, en laat niet toe, dat ik ooit van U gescheiden worde. Gij, die leeft en heerscht met denzelfden God den Vader, en den Heiligen Geest, God in eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Laat het nuttigen van uwLig-chaam. Heer Jesus Christus, hetwelk ik, onwaardige, op eene geestelijke wijze, wensch te ontvangen, niet strekken tot mijn oordeel en mijne verdoemenis: maar dat het, door uwe goedertierenheid, mij een behoed- en geneesmiddel voor ziel en ligchaam zij. Die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid des Heiligen Geestes , God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Zeg driemaal:
Heer, ik ben niet waardig, dat gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden.
366
ONDER DE H. MIS. 267
ONDER DE NUTTIGING.
Het Ligchaam van onzen Heer Jesns Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven.
Ik heb Hem gevonden, wien mijne ziel bemint, ik zal hem bij mij houden en niet laten gaan.
O heilige Maaltijd , waarin Christus ontvangen, de gedachtenis van zijn lijden gevierd, de ziel met genade vervuld, en ons het onderpand der toekomstige heerlijkheid gegeven wordt.
Ziel van Christus, heilig mij.
Ligchaam van Christus, maak mij zalig.
Bloed van Christus, drenk mij.
Water uit de zijde van Christus, wasch mij.
Lijden van Christus, versterk mij.
O liefderijke Jesus, verhoor mij.
In uwe heilige Wonden, verberg mij.
GEBEDEN
Gedoog1 niet dat ik van U gescheiden worde.
Tegen den boozen vijand, bescherm mij.
In mijn sterfuur, roep mij.
En gebied mij te komen tot U,
Opdat ik U met uwe Heiligen love,
In alle eeuwigheid. Amen.
BIJ DE LAATSTE COLLECTEN.
Ik bedank U, Heer Jesus, dat gij mij deelachtig hebt gemaakt aan dit uw allerheiligst offer, waarbij ik de gedachtenis van uw bitter lijden en sterven vernieuwd heb. Maak, bid ik U, dat ik, door de kracht en werking van dit allerheiligst Geheim, in het geloof, de hoop en de Heide volharde, en het eeuwig leven verwerven moge. Amen.
Laat, bid ik U, Heilige Drieëen-heid, de hulde mijner onderwerping U aangenaam zijn; en geef, dat dit
368
ONDEE DE H. MIS. 369
offer, hetwelk ik, onwaardige , met den priester, voor de oogen uwer Majesteit heb opgedragen, U beha-gelijk zij, en mij en allen, door uwe genade tot verzoening strekke. Door Christus onzen Heer. Amen.
BIJ DEN ZEGEN.
Ons zegene de almagtige God, de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.
BEGIN VAN HET H. EVANGELIE, VOLGENS JOANNES.
In het begin was hot Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door hetzelve gemaakt, en zonder hetzelve is er niets gemaakt van hetgeen er gemaakt is. In hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen, en het licht schijnt
GEEEDEN
270
in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. Er was een mensch van God gezonden, wiens naam Joannes was. Deze kwam als getuige, om van het licht getuigenis te geven, opdat allen dx)r hem gelooven zouden. Deze was het licht niet, iraar (hij was gekomen) om van het licht getuigenis te geven. Dit was het waarachtig licht, dat allen menschen verlicht, die in de wereld komen. Hij was in de wereld, en de wereld is door hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam hij zijne eigenen, en de zijnen hebben Hem niet ontvangen. Maar al wie Hem ontvangen hebben, heeft Hg magt gegeven om kinderen Gods te worden: dengenen, die in zirnen naam gelooven, die nietuit het bloed, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar nit God geboren zijn. En het Woord
ONDER DE H. MIS. 271
is Vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond; en wij hebben zijne heerlijkheid gezien, eeneheerlijkheid , als van den eeniggeboren» des Vaders, vol van genade en waarheid.
Gode zij dank.
DANKZEGGING NA DE H. MIS.
{uit Psalm 116.)
Looft den Heer, alle volkeren r looft Hem, alle geslachten.
Want Hij heeft zijne barmhartigheid aan ons getoond, en de waarheid des Heeren blijft in eeuwigheid.
Eer zij den Vader, en den Zoon , en den Heiligen Geest.
Gelijk het was in den beginne, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Dat de almagtige Heer onze daden en handelingen in zijnen vrede schikke. Amen.
Korte Levensschets van den
H. Antonius van Padua. . 7 Eenige wonderdaden van den
Kleine getijden van den H. Antonius .......69
Litanie van den H. Antonius, 85 Novenen of Negendaagsche oefeningen ter eere van den
Verschillende oefeningen van godvrucht ....... 177
Lofzangen ter eere van den
H. Antonius.....
Het Dingsdagsche Lof ter eere
van den H. Antonius. . . 237 Gebeden onder de H. Mis. . 247
EINDE VAN DEN INIiOUD.