|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Ü
|
||
|
||
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
llllllllllllllllllllllllllllllll
|
||
|
||
2912 646 7
|
||
|
||
31.86
|
|
^? t yJcP,
|
|||||
|
|||||||
llDOlINALAHTHRiXTUPHOS
isiUPEUS iSIBiCOSQS IBDOMISAUSi)
|
|||||||
|
|||||||
m
|
DBR
|
||||||
|
|||||||
amp; amp; amp; s amp; s
|
|||||||
|
|||||||
DOOR
#9632; #9632; #9632; ' /
W. BOSEMBAUM,
rmcAnTa rm ztitasr.
|
|||||||
|
|||||||
#9632;
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|
||||||
|
|||||||
|
|
||||||
%Vt HBT HOOGBVITSC^^RI^iMS^quot;^ ^X
|
|
||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
A, F. H. vai. Ta. 01 BRUIJN,
Mir.
|
|||||||
|
|||||||
mm
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
^3
|
||||
|
||||
- •#9632; -
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
.......t. t. j-vV-
|
||||
|
||||
jig i
|
||||
|
||||
•:;:•!
|
||||
|
||||
.;-quot;
|
||||
|
||||
Met it het lot der tecfenschcp,
Mot meer men iceet, hoe meet meraquo; weten moiK
|
-^
|
|||
|
||||
|
||||
\
|
'S
|
|||
|
||||
|
||||
|
||||
I 1
|
||||
|
||||
-M;
|
||||
|
||||
li
|
||||
—
|
|||
|
|||
#9632;
|
|||
|
|||
#9632; ]
|
|||
|
|||
IHLEIDING.
|
|||
|
|||
#9632;'#9632;#9632;#9632;
|
|||
|
|||
(
Daar de tot biertoe onder do gcnieenscliappelijko rubrick der Paardon- ziokfen, Paardon- influenza of
|
|||
|
|||
i
|
**nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;tgpbeuse koorlsen der paardeu begrepene ziekten, met
|
||
|
|||
hunne zoogenaatnde formen, complication, modifllaquo; cation, en anomalien, (ran Professor Dr. Vix wel te regt een chameleon der vee-ziekten genaamd *), uit bet tegennoordige wetonscbappelijke slandpuat beschauwd , eene strengere catbegorie en meer spe-ciale verdeeling behoeven, (waarom Dr. Spinola. reeds doelmatig vond den staltijpbus van do Influenza uittesluiten *), en zoo als bet aan elken veearts, die de bierover uitgegoveno monograpbien en compi-latien opraerkzaam onderzocbt en met zijne eigene
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
') Z. Tljdschrift voor de gemeenschappclijkr Ves-heelkuade,' 12de Band lite Afd.
') I, deiielfraquo; Influenza der paardeij.
|
|||
|
|||
|
|||
4
|
|||
|
|||
ondermding (waarloe in hot noordelijk Duittch-land sedert eene reeks van jaren, indien niet, zoo als nog zeer dikwijls, hel kwaad geheel raiskend vrerd, vooizeker de gelegenheid niet onlbrokenheefl) Tergeleken heeft, niet alleen evident, maar \oor de Therapie noodzakelijk en als spoedig gerealiseerd wensohelijk Toorkomen moot, zoo zijn het wel voor-namelijk de gecompliceerde anlhrax-vormen, welke, zooveel mij bekend, in de beschrijvingen van gi-äard *) braüeli, s) en vooral spibola. 3) aange-ge'ven zijn, van dietrichs 4) en juhk 6) echter als twyfelachlig on niet plaats hebbende aangezien werden en ook volgens mijne zienswijze, als gedeel-telijk bepaalde vormen, eene zelfslandige overwelaquo; ging en eigene behandeling behoeven.
TerwijI ik nu van den 13 September 1845 tot in het begin van February 1846 in deze streken eeno peslachlig opkomende ziekte der paarden, waarge-nomen heb, welke, doordien zoo wel meerdere sijmptomcn alraquo; lijkopening-verschijningen reeds in eenige over paarden- influenza uilgegevene Schriften, hoezeer niet in de door mij waargenoraene overeen-
|
'Ü
|
||
|
|||
') Z. Recueil de medicine veterinaire pratique, torn II p. 137.
1) Z. aldaar over de onder de paurden heerscliende Epignotie.
raquo;) Z. aldaar Influenza der paarden, 5.36.64. 102.105en 165. , raquo;) Z. al aar handboek der raquo;pec. Pathologie en Iherapie.
5) Z. aldaar handboek der raquo;pec. Pathologie en Therapie, le band der le uitgave.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; ;.
|
|||
|
|||
i.
|
|||
|
|||
5
stemming, aangegeren zjjn i ,) daarom ook hior-onder te rekenen zoude zijn, durf ik het echter te wagen, dezelre, deels wegens bovengenoemde gromlen, en verdor uithoofde ran hare eigenaar-digheid, als speciale Torrn onder de volgendo pa-thognomische benaming bier op le goven en te be-schrgTeo.
BEPALING DER ZIESTE.
$. 2.
|
|||
|
|||
|
De miltbrandachttge uMomlnalt'vphm, tijphu* an-tracotug ahdominalit, Is, volgeris mijne ondervin-
|
||
|
|||
^4nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;ding en mijn geyoelen, eene epigaolischo ziekto,
tusschen typhus en anthrax, in eene meer specialo beteekonis, naar beide kwalcn OTerhellende, lot nog toe slechts bij meestai jonge, vierjarige, op de zomerweide geweest zijnde merrie paarden aan-getrofFene welker wezenlijke verhouding, van onge-wonen invloed dos kliraaats afhankelijk, op siechte bloedgesteldheid on gestoorde zenuw- Terrigtingen berust, derhalvo haren zetel Toornaraeiijk in het bloelvaten- en zenuwcn- sijslem in verbinding met hot darmkanaal en eenige bloedrijke buikingewauden heeft; bjj een spoedig äön tot driodaagsch vorloop
gt;) Z. Funlcraquo; handbook em. pag. 287 en 290 en Spinola5. 17. 27 36 an G3,
|
|||
|
|||
|
||
6
noch sijmplomen van eene reine ontstoking, noch wezenlijke koortsbewegingen toont, zieh door spoe* dige verandering der Tochten en derzeher verderfelaquo; lijkf) afzonderingen doet kennen en zonderdoelmatigq en energisch doortastende geneeskundigebehandeling lot hiertoe telkens den dood ten gevolgc had.
BESGHRIJVING DER ZIERTE.
üiosographie.
sect;; 3.
|
||
|
||
Hei opkomen dezer kwaal rond plaats, —• terwijl touraf in den zomer van 1845 in het naburigenbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Um
pruissische dorp Kaemeritz het miltvuur onder rundvee, paarden en varkens, en bij de beide laat-ste voe-soorlen gelijktijdig als anthraxkeelontsteking, met eene zeldzarae hevigheid had geheerscht, —• in den nazomer onder de vrouvvclijke woidepaardon, berhaalde zieh ook na de uitslalling, vertoonde zieh zelfs hier in de stad bij op het land gekochte op de weide gevoeddo merrien, en hield zieh tot in den beginne van Februarij 1846 staando, als wan-neer eene zuive-e, milde luchtgesteldhcid dozelve deed verdwynen: waurhij het verschonen en het Terloop der enkele gevallen zieh, over het algelaquo; meen , onder de volgende otnslandighcdeu, tamelyk
|
||
|
||
|
||
geregeld verloonde. Terwijl TOoraf nooit de roinsto ziekte- toevallen als prodromen to bespeuren waren, weigerdon de dieren, gowoonlijk 's morgens, bij verminderden dorst, het voeder, krabden met de Toorpooton, legdea zieh neder en garen blijken van kolijkpijnon, waarmede, bij onderdrukte ürinlo-aing, of doorloop (op rheumatisch kolijk gelykende) 6t met slijm vermengde, in kleine hooveelboden laquo;fgozello weeke mest zieh Toegde; hierbij was -de pols lainelijk normaal, alleen eonigzins klein en meek, de eveneens niet vermeerderde hartslag echter Toller, de ademhaling werkzamer, hoest zelfs na mechanieko prikkel niet te weeg brengoa, do huid onVeranderd, adem en neuspunt iets koeler, do -\nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;conjuncliva hoogrood en geel gekleurd de albugiueä
laquo;net sterk gezwollene vaten doortrdkken, de gang laquo;lijf, somlijds dadelijk in den beginne aan het ach-terlijf reeds waqkelende en een zekere, de gevoe-ligheid aandoende torpor, bijzonderlijk bij het inlaquo; goven dec medicijnen door zeer moüijelijk slikken opvallend bemerkbaar. -
In enkele gcvallen, ahijd bij zwakke en eenigzins oudere indivuen trad gelijktydig biermede of kort daarop Tolkomene verlaraming van het kruis in: waardoor den dieren bet opstaan van zelve onmogelgk werd en de poging, om dezelve na eene geweldige oprigting staande te willen houden, zonder goTolg bleeL
|
||
|
||
|
|||
|
#9632;8
Bij de tncoslo jongero palienten, zooals Sn sect;. 2 reed.i aangemerkt is, voor hot groolsle godoello TrorjarJgo merricn , Tolgde dil toeval eerel. later: doordien na meenlere uren sedert do oerslc verschij-jiiogen der ziekte, de zeor kleine en zelfs krampach-tige pots en bonzend geworden hartslag snellcr, de ademhaling benaauwdor, de adem, do neüs en zelfs do extremileilen koeler, de gang wankelendor, do ongevouligheid opvallender, en hot leggon aanhou-donder zieh verloondc, waarna, indion goon bolero schap Tolgde, bij hot klimmen dezer sijmptomen binnen 12 tot 24 uren dezelldo Paraplegio en na Terloop van I tot 9 dagon de dood volgde.
Het door aderlating onflasle, gewoonlijk donkor gekleurde bloed zetlede zieh spoedig, zonderde reelnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;-m
bleedwei af en stolde zeer langzaam tot een: bloedlaquo; kook: welke met heldero streepeu doorlrokkon, eonder eene eigenlijke crutta inflammatoria te fprmeeren, slechts een dun geclachtig overtreksel kreeg, uit hetwolk later eene hoog geele anthrax-achtigo Tochligheid zweette. ,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; #9632; ,
UJKOPEMNG VERSCHIJNING.
; laquo;inbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 'nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'..,'#9632;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'::•.#9632;:
#9632;ynbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; sect;. 4.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;.:•,. v
De lijliopening rerloonde altoos geel geronnen met Tuurplaalnon en calravasatcn vermongdo afzonderin-
|
||
|
|||
|
|||
|
|||
mim
|
|||
|
|||
*
|
|||
|
|||
A
|
gem aau rerschtiideno doelon tusschan hoi bulkvlieraquo; laquo;n de hol/.üIraquo;o omgoreado spioren; andere zuiroF raquo;warte ephaceleuso plaatsen tusschen hel middelrif en de lever, aan do bogt van do maag, aaa da Torschillcndo afdeelingea ran bet darmkauaal on aan bet darmscheil; zelfs tot meerdere emmers in de buikholle voorhandea vuilrood, reukloos water, (eene soort bloodbuik, atcitet cruentus t. haemqto-eoelia, sender aantoonbaar voorafgegauo pertVoni/raquo;* daarsteilende); do milt somtijds dubbeld vergroot, haar Parenehijma altoos zwart en vuil; bet slijm-tlies van de maag en darmen verwijd en met roode strepen en vlekkon bezel; lever, nieren on longen Qormaal *}, alleonlijk de laatsle, zoo als na oenea
|
||
|
|||
'J Alleenlijk in ein ßoval, — vraar bij eeae eveneent vierjarig^' morrie de 2iekte met detelide sijmptumen opkwara , na Terloop tan acht uren echter da temiotiek ceedi een oprallend lijden dee longen aandaidde ; tarwijl, bij nog eenigen tgd lang #9632;voortdurenraquo; de laquo;marten ran het alt; htcilyf, de mocijolijkheden dar ademha-ling overwegcnd werden, het dier tot op weiniga uren Toot deszelfs dood , welke op den dcrden dag volgde, licb niei meet, iegds en op hel laatst in een slaapiuchtig (comatuche) toeval vemel, — waren na de lijkopening laquo;lechts geringe geronnene nfionderingen aan het büikvlicraquo; (PerUenaeam) en weinig toode vlekken in da maag, anderraquo; geana exsudaten of andern abnormiteiten in da buikholto te bespeuren , in de borstholta (Thorax) echter, toonden zieh behalven de, bij den tijphus oofc teedraquo; dikwijls aangatroffene , raquo;lechts eigenaardig meer bloedachlaquo; tige waterverzameling {hijdrothorax cruentus) , de beide langes nuj; aan de voorstn rand , die van de rejjtsrzijde in een hoogareiraquo;
|
|||
|
|||
^
|
|||
|
|||
10
|
|||
|
|||
voorafgegancn passiven congestic-toostand, rood on uitgezet, echter op het water drgrende; het hart rood en , zoo als de aorlenstammen met zwart, nicest geronnen blood govuld; de hartzak slechts in 6en geval verdikt en toI water (hydropericandiuni), — waarschynlijk de voor deze ziekte reeds plaats gohad hebbende uilgang van eene vroeger aanwezig geweest zijnde pericarditit; ~- in de hersenholte en het ruggemergskanaal waren sooitijds geringe sereuse ex-sudaten, ook wel roodachtige plaatsen van de arach-noidea en pia mater aanletreffen, in vole gevallcn echter hier niets te ontdekken.
|
|||
|
|||
Sraad, geheel op ecne rundslong op eene longziekte gelijkenda J marmorachtig gehepati^eerd ; waaidpor , Tolgens mijn gcToelen j dit sporadisch geval ala de pectorale Form dezer kwanl (tijphua anttacosus pectoralis) te bescbouwen was.
Opmerkenswaardig dient laquo;rel bierbij tot dubbeld bewijs, ronr-eerst voot de snelle vetandering der longen bij paarden: dat het individu, in dezc streken opgekweekt, nooit een lijden der Ion-gen had doen bespeuren en de ziekte ongetwijfeld door eeno laquo;terke verkoudheid uitgebroken was, deze ongewone deiorga-i nitatie alzoo waarschijnlijk gedutende het kort vcrloop der ticktet plaats gevonden bad ; en ten tweede : dat volgens de meening van Professor Dietrichs (Z. deszelfs bandboek enz. de longen #9632;van Runderen tot deze eigenaardige veranderingen wel is waat voorheerschend kunnen georganiseerd lijn, maar, toch ook hoe-wel zeldzamer, in de longen van andere #9632;vee-soorten , volgenraquo; mijne vergelijking, zonder te vindeuc a^vgking evenzeer plaatt Tinden kunnen.
|
m
|
||
|
|||
|
||
ONTSTAAN DER ZIEKTE. Paitaogonie.
sect;. 6;
. Met betrekking tot het ontstaan der ziekte zoude r ua faetgeen mij hiorover te onderzoekeo mogelijk was, de lento- inundalie in het jaar 1845, dehierop in Junij aangevangene en gedurende die maand Yoortdurende groote bitte, welk eenen hier zeldzaam Toorgekomen boogen stand des thermometers ver-oorzaakte, en de bierop gerolgde natkoude, met talrijke verwisselingen der temperaluar en wa.ir-K^i\ schijnlijk even zoo dikwijls afwijkende atraosphaori-scho electricileitslaquo;stroomingen verbondeiie zomer tot de voorbereidendo oorzaken to rekenen zijn:doordion de na de inundatie ororgeblerene natte plaalsen en moerassen bij de hierop gerolgde temperaluar cone Sterke moerassige kool-waterstofgas berattende uitlaquo;; wasoming en oono weelderige, sapryke, meer kool-stof bevaltende vegetalie 1) over bet algemeen en een groot getal scherpe en koolstof bevattoudo giftr -----------
*) Volgenraquo; de moening van Proftsaor Or. Steinbargtd Balle; loudo in het jaar 1845 aan de plantgewatsen eeae overvloedigo hoeveelheid van aalpeteriunr ammoniak dezelver hoofiivocdingraquo;. stof, medegedeeld lijn. ij- Z. Alg. Am. Piquot;. 337. pag. 4412 yan betzelfdlaquo; jaut.
|
||
|
||
quot;
|
||
|
||
12
planlcR: als do vorschillende ranunkelen , Polijgo* num hijdropiper, cicuta virosa en het op akkors door mij nog nooit in zulke menigte aangetrofiene lotium temulentum in het bijzondere ten gevolgo hadden, welke planten anders door de dieren ver* srnnad, bij den destijds geringen Tocdings-inhoud van het gras door dezelren in mijno togcuwoordig-, heid oogcnschijulijk. verteerd werden. Terwgl nu dcze gezamenlijke inrloed uitoefende omstandighedea het uaast op het blood werkende en hier eene an-thracoti* bedingende, reeds destijds bij de conigen tijd aanhoudende heete weergesteldheid en begunlaquo; stigde localiteit by Tele dieren het miltvaur veroor-zaakien, bij anderen echter, naar het ecliijnt, slechts meestal jonge mcrrion, wegens derielver grootere receptiviteit Tan het darmkanaal, door in-werking der scherpe en OTer het algemeen de spijs-terleering minder beTorderende plantenstofien eene üekelgke aandoening in hetzehe en zoo mede gclijk-tljdig eene dijtenterieosi* er bipoegende, waar* 6p nog gedurende ^en natkoiidcn nazomer, bij do ook des nachts buiten blijvende Vreidnpaarden,: de talrijke Terkoudhcden Tolgden,- ^fke gemcenlaquo; schappelijke oorzaken, nu een wel is waar, stcrker in htt bloed geconditioneerd echter gelijküjdig gastrisch- nervcus lijdcn voorbereidden, helwelk if door nieuw bijgekomene hevige Tcrkoudbcid eens-. klaps le Toorschijn gebragt öf, bij ontstonlcnis der-
|
||
|
||
|
|||
13
|
|||
|
|||
|
zclvo, wel is wäar teruggehomJen word, echter door de Toorlduring dor verwtjderde oorzaken: te welen •van den natkouden en niet te min met talrijke tern-peratuur-Temisselingen en zelfs onweders verbondene herfst en gedeclteiyk van den winter en do by hot drooge wintorToeder wel is waar Terminderde, echter niet geheel verwijderde schadelgkfaeden der plan-ten eene wegneming van den aanleg niet loelatenderaquo; slechts zoo lang onderdrukt bleef, tot dat do later gevolgdo, nog hevigere occasionaal polemen (?er-koudheids-oorzaken) hetzelve des te bepaalder deden uitbreken; en alleon de reeds in February 1846 plaats gekregene hebbende mildere en zuivere ge-sleldhcid van het weder de gelegenheids-oorzaken deels vormindorde, deels geheel wegnam, zoo medo do extinctio praedispotitionis en daarmede gelijk-lijdig het verdwgnen der ziektö bewerkte.
Besmettelijkheid was in het koude jaargetijde en bij het haaslig verloop der ziekte tot hiertoe niet te bcspeuren: doordien mij nooit twee patienlen op leaen stal toorgekomen zijn ; alhoewel het lljpheuso karakter ondor begünstigende oinstandighcdon de-zelvc aitijd deed Treezenlaquo;
#9632;
|
||
|
|||
.
|
|||
|
|||
I
|
|||
|
|||
|
||
t4 ONTOLOGISCHE BESCHOOWING. ,
sect;. 6.
Wat nu do naaslo oorzaken en het wczen dozer ziekte belreft, zoo houde ik doze voor tweolodig, zoo als reeds gedeellelijk is aangemerkt, (e weten in het tloodvaten- en zenuwslelsel gelegen en wel.'doordien het door gestoorde spijsrertceriog en verzwaarde asraquo; cimilatie bij eene damprijke negatiefelectrische atruos-phaere, door gebrekkige uitademing niol Tolkomen gesanguificeerde bloed, hetwelk do hierbij terugge-houdene tweedeelige, gehijdrocarboniseerde Stoffen eene neiging tot sepsis en plaatselijke afzonderingen verkreeg; waarhij de -verkoudheidspotenzen en elec-tricileiteuvloed benevens onderdrukking der buid-Terrigtingen nog gelijktijdig op de peripherie van het zenuwstelsel werkende, eene polarische storing op de centraalorganen der Borst- of Buikholte, (door de anatoruisch-pliijsiologischo eigenaardigheden der Trouwelijke dioren, by dezelre voorheerschcnd de abdominaalregion betreffend) den nervus pneumolaquo; gastricus en de van denzelven uitgaande plexen uit-oefenden; waarna dan door een nieuwe hevige vor-koudheid — de algemeensle op de dierlijke organi-ealie inwerkende causa occasionalis dijnamica— doze beide gewigligste, de irritabilileit en sensibilUcil, of de cigenlijke animalische sphere verrangende slel-
|
||
|
||
|
||
15
|
||
|
||
sels, welko, reeds in den normaaUoestand in de innigste werkingsverhoudingen beslaande , nu in der-zelver werkzaambeid in hoogeren graad gestoord en in beweging gebragt, zieh ziekelijk vereenigende; deze bevige, gelyktijdige bleedlaquo; en zenuwziekte met bijroeging der öf in consensu staande 61 reeds vroelaquo; ger aangedane organen en weefsels (zoo als de door de scberpe yegetabilien en polarischo zenuwstoringen in zickelijke irritatie gebragle Intcstinaaltraclus) de-den uitbrekon; welke dan bij de ontoereikende po-gingen tot reactie met alle hare eigenaardige slorin-gen , spoedige veranderingen, Tochtsontbindiogen en derzelrer schadelijko afzondering (Jtranttudatio: ascitet aeutut) Terliep. —
DIAGNOSE.
sect;. 7.
Betreffende de kennis der ziekto is reeds bij den aanvang sect;. 1 vermeid, dat meerdero sijmptomen en lijksopeningsverscbijningen reeds vroeger in eenige gescbriften over paarden influenza aangegeven zijn, en bet spoedig verloop en Irjkopcningsbevinding zieh wederom vooral voor anthrax uitspreekt: eene complicaiie der beide kwalen dus ligl aantenemen zijn zoude; echter zijn behalvc de eigenaardige af-wijkingen van beide zickten nog de palhognomische
|
||
|
||
|
|||
16
|
|||
|
|||
|
gömplomen: waaronder ik reedU aanvaukolijk de voorhantlene, alhoewel hier nog miuder bemerk* baar , gezonkcne ligchaamslemporaluur, den torpor, de zwakbeid of Terlamming van hot kruis, do tochltge slijoiTliozen, de in doorloopachligon toe-stand echter zonder tenosmus, gebragte traclus inlaquo; lesiinalis, de niet beangstigde en echter verhoogdo acliviteit der longen, den aanstonds bij den aanvang #9660;ollen, weldra kloppend wordenden hartslag, da gesteldheid des bloeds, het velo leggen der palien-ten, het haaslig vcrloop, het eigen, mecr als spu-radisch en echter niet uitgebreid peslächtig opkomen bg meest jongo, slechls Tiouvvolijko, niet dragende weidedieren van eene familio [Solidungula) en einlaquo; delijk de, hare eigene afvvrjkingen, bgzonderlijk den blocdbuik bevestigendo lijkopeningsbevinding leken; en nog de ontbrekende speciale ontstekings-en eigenlijke koorlstoevallen '), het mankerende longengedruisch en de zelfs door prikkel niet to woeg te brengen hoest als negatieve Symptomen er
quot;) De rermeerderde tespiratie met het rood geworden bindlaquo; laquo;lielaquo; en de later gevolgde bespoedigdo hartkloppbg behooren klaarbhjkelijlt aan de venositeit, de raquo;toringen yan den kleinen cirkelloop en da seeundaire yerplaatsingen en Terandcringen; en hoewel bij deze laatste pathologische processen, de koortsbeweraquo; gingen niet te ontkennen zijn, Zoo verschijnen dezelve toch menr passiei en missen derzelrer wezenlijk doel: de storingen raquo;an het animalische leven wederom te vereffenen; waardoor deceive zieh van de eigenlijke koorts of koortsachtlgs Tee- ziekten wel genoegzaam ondarscheiden.
|
||
|
|||
|
||
17
|
||
|
||
bij tel; welke gemeeiiscbappeiyk wel eenen eigen ziekte- tijpbus en eene bepaalde vorm te beteekenen in Staat zijn.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;.. gt;
Om echter dwaJingeu en Terwisselingen met hier-op gelijkende zieklcn der dieren des te zekerder te #9632;vormijden, laat ik nog de volgende als onbedrieg-lijk bevondene kenleekenen hier volgen.
1) Van het miltvuur,' dat hierop wel het meest gelijkt, onderscheidt zieh de kwaal: dal zij, van goene gelijktijdige locale oorzaken afhankelyk, zieh niet bij zekere plaatsen en kudden bepaalt, slechls eene diersoort aangrijpende, de eigenlijke parzooti-scho verbreiding miste en tot hiertoe in een onge-woon jaargelijde opkwam 1); dan aanstonds bij het begin een voile-, later kloppende -hartslag (bg het miltvuur slechts in zeldzame gevallen en nooit met deze aanhoudendheid bemerkbaar) , de slijmvliezen, bet doorloopachtig aangedane darmkanaal methevige pijnnn van het achterlijf en den hijdrops acutu* zieh vertoonde; waarbij nog negalief de ontbrekendo uitgesperde oogen en karbunkels, de niet opge-merkle uitgang in beroerte, (apoplexia sanguinea), en niet opgezelte cadaver zonder bleeding uit bek neus of endeldarm te teilen zijn.
|
||
|
||
. #9632;) Het Terschijnen Tan het miltTuur in den winter, mag in andsre climaten plaats hebben, is echter bij ons , in het ylakko, noordelijke Duitschland waaraehijnlijk aan eene bijzondcre xiekte, xy hat ook anthraxvotm toe te sohrijven.
2
|
||
|
||
|
||
18
|
||
|
||
2)nbsp; nbsp;De afwijking Tan do Influenza blijkt uit hei laquo;poedig Terloop en de lijkopeningyerschgningen; ne-galief uit de ontbrekende prodromen, eigenlijke koörtsverschijningen en pntsteekbare afiectien; uit den niet voorhandenen hoest, hei ontbrekende^ boe* wel aan de influenza niet altijd, meer toch gewoon-lijk door excultalie waarneembare longengedruisch en de tot hiertoe niet ontdekte bestnettelijkbeid.
3)nbsp; Eone onderscheiding Tan den idiopalhischen doorloop, {enteritit dijsenteriaa), waarmede deze ziekte eveneens te verwisselen zijn zoude, Tindt te gemakkelijker plaats daar hier de zonuwtoeTallen, het haastig verloop en eindelyk de lijkopening beslissen; Terder nog de aanvaqkelijke obstructien, de aan-drang tot sloelgang en de later dikwijls met bloed xermengde, meest ontbrekende zoer foelideerende faeces.
4)nbsp; Van het kolijk , waarop dit lijden brj het op-komon eenigzins gelijkt, onderteheidt hetzelve zieh door den rochtige bek, de nog eenigzins voorhan-dene lust tot zuipen, ook wel tot Treten, den sltjven of reeds Trankelenden gang met de andere zenuw-toevallen , de overwegende zucht tot leggen, het ontbrekende meteorismus of de Termengde Flatulenz en brj de abdominaalexcultatie de met zijne godceltelijk spatmatische toevallen niet te ontdekkende borborijg' mus : te weten de ontbrokend tikkende, klinkende en rommelende darmbevreging.
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
i9
|
||
|
||
6) Eene verwisseling kan nog, vooral als de poll klein en met de hardklopping sneller wordt, met de ontstekingen van meerdere acbterlijfsorganen: als gastritt*, enteritis, of beide als gastrO'ente* ritit verbondon, rerder peritonitis (waarvoor nog bet buikwater getuigde), nephritis en cystitis plaats Tinden; van welke ecbter de weldra opgolaquo; komene palpitalie, de abnorme gang, de vocbtige slijmvliezün, de weeke mestafgang met de niet te bespeurende koorts en speciale onslekingstoeralleu dezer kwaal, dozelve genoegzaam onderscheiden.
6) Eindelijk zoude doze kwaal nog te verwisselen zijn met inwendige lapien, zoo als dezelve somtijds in de nabijheid der lendenwervels, alwaar ze vooral bij veulons, waarschijnlijk na eene onvolkomen ver-deelde nierenontsteking uit bet cellenweefsel ontlaquo; sproten en met don beupdarra verwassen, zieh belaquo; vinden, doordien dezelre eon lijdlang unbemerkt blijrende en slechts eerst tot eene zekere ontwikke-ling gekomen, störend op de nabrjzijnde weefsels — meestendcels op bet Illeum — werken en bier waarschijnlijk in den beginne congestion en secundair eene particle darmonsleking te weeg brengen; waar-aan , doordien de proximaaloorzaak, de lupio , niet te verwijderen is, de palienten telkens omkomen,
Daar echter bij deze kwaal wegens do bewerkle thlipsit, de raesl, reeds Toor bet eigenltjke nil-breken , slechts kleiDgebald en in geringe hoeveel-
|
||
|
||
|
|||
20
|
|||
|
|||
hedon afgezet wordt, de uitwerping bij het voor-handeh zijn gohecJ, behalre van de weinige den dikkon dann reeds bercikl hebbende conleata, on-derdrukt is, en zieh ook nog eene sijnochouse koorts en de eigene pijn aanduiding, daarin bestaande, dat de patienteo veel op den rug leggen en het kruis trachten intetrekken, bespearen doet, zoo is, behalre de, volkomene oplossing gevende , lijkopening, de diagnose reeds bij het leven volkomen te her-kennen.
HEELKUNDIGE BEHANDELING EN PROPAEDEÜTISCHE MAXIME.
|
|||
|
|||
I
|
sect;. 8.
De Therapie kan bij de herigheid en het haastig verlaquo; loop dor ziekte, slechts door eene spoedige, krachlig werkende en echter tevens roorzigtige heelkundige behandeling een goed geyolg oplereren, waarbij do #9632;volgende verschijningen optemerken zijn : de sepsis en hut stilstaan des bleeds dat tegen te gaan is door de opwekking der zenuwen on de werkzaamheid der gt;aten, en de versterking van het verzwakte reaclie-•vermogen, hiermede tevens eene derivatorische behandeling te verbinden, het in het bleed overmatig opgchoopte kool-waterstofgas door vermeerderde werkzaamheid der longon en der huid tot afscheiding
|
||
|
|||
|
||
21
te brengon, en daar dit Mj het haastig vorloop der ziokle slechts onvolkomen kan bereikt worden, hetzelve door pogingen tot neutralisalie in deszelfraquo; nadeelige working te beperken en het tevens hevig aangegrepene darmkanaal btj vermijding ran Ter-dere Irritatien doojr deprimerende middelen te Ter-zachlen,
Om nu aan deze doeleinden over het geheel to geraken, heb ik onverwijld eene -voorziglige aderlaling van twee, hoogstens drie pond bloed, aangewend tot dal de hartklopping verminderde, en dit noodig zijnde; wanneer de storiugen van den kleinen cirkelloop op-vallender werden — na meerdere uren herhaald *). Ik liet dan, om gelgktijdig transpirerend en deriva-toir to werken, — omdat bij het koude weder do stortbaden zieh niet lielen aanwenden en fonliculr, selaceen en scherpe aetherischo infrictien gedurenda de ziekte zonder gevolg bleven en eerst bij de her-slelling begonnen te werken, — de huid met drooge slroowisschön dikwijls herhaald wrgven en hierna met dekens omhullen, in den stal zoulzuuro dampen ontwikkelen, cp den eerslen dag eene unco gcconceulreerd zoulzuur in dranken van zemelen, mecl of lijnzaad, (waarbij ik mij na den smaak dor palienten en de oeconomie- verhoudingen der ho-
raquo;) Zonder angiotomie heb ik , doordien bij de eerlaquo;te gevallen de toIIb hardklopping mij hierTan terughield , gaene geneiing kunnen bewerken.
|
||
|
||
|
||||
#9632;
ll
1
|
n
siliert regelde hg toereikenden dorsl, drinken of, als deze te gering was, met zoodanige slijmiga vJoeislof ingieton; verder ammonii muriatici fer-rüginei, rad. consolidae majorls, ana unciam unam, baccae juniperi, unciag duat, campkorae tubactae, unciam semis, rad. helleborialbit drach-mam unam, tot poeder gestampt en met honig en water lot een likdrankjeloebereid, binnen twaalfuren yerbruiken of, indien de zieken wegens torpor en gastralgie deze dikkere massa niet goed slikken kon-den, bet poeder zonder honig alle 2 ureri twee eetlepels vol, bet gemakkelijkste bij bet leggen Tan bet dier met water ingieten en, ombij do Urin-onder-drukking op de üropoeso te werken, laauwwarme, slijmiga, met bilsenkruid-olie of colatuur vermengdo laTementen aanwenden, of, waar de patienten slechts laquo;elden, ook wel geheel niet meer tot staan gebragt konden worden, met ol. hijosciami bestrekene sup-positorien aanwenden. Op den tweeden dag, wanneer bg de zieken, wier genezing te verwachten was, de torpor en de bespoedigde, harlklopping lets verminderd waren, liet ik in plaats Tan zoutzuur bet zuivere Phosphor-zuur en in plaals der kostbare salmiakbloemen, bet ferrum tulpkuratum in dezelfde verhoudingen met bijvoeging van eene unce genliaan-wortel en een halve unce salmiak of slechli twee uncen keukenzout op gelijke wijze toedienen; waarna dan, door niels vemuimd, zonder verdero
|
|
||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||
23
|
||
|
||
geneeskundige bohandeling in de raeeste gefallea do herstelling i volgdo;. welke in den beginne nog met hartklopping en somalische zwakte verbonden, na eene achtdaagsche Terschoonihg van den arbeid ; voortgezelte met zontzuur vermengde slijmdrankea en gelijklijdig versterkend en liglverteerbaar voeder ook afgenend en de patient gewoonlijk radicaal ge-nezen was.
In een geval bleef palpitatie en venositcit bierna terug, welke echter door etterdragtaanwending, en ingeven van hot vingerboedkruid, twee drachmas, en slaalzwavd, eene unce, vervvijdord en bet dier vol-komen tot gebruik bokwaam weder hersteld werd.— Dat daze geneeskundige behandeling den rationelen arts, zoo als mij zelren, niet tegenstaande mijno moeite tot vereenvoudiging, altoos nog te gocom-pliceerd voorkomen zal, valt niet te ontkennen; echter heeft elke eenvoudigere behandeling mij bij deze ziekte tot hiertoe teleurgesteld ; alhoewel ik bij menigruldige overweging in da praktijk, nog niet alle door mij gewenschle proeven heb kunnen ten uitvoer brengen, en de oakele hijpotheten \erwor-pende, hier slechls reine facta opgcteld heb.
Doordien bij de genezenden r er der geene hydroraquo; pische loevallen te bespeuren waren, mögt dit tot de zekerheid mede bijdragen, dat niet, zoo als dit bij de jonge weidepaarden zeer dikwijls plaatsbeeft, voor het uitbreken der ziekte, water in de buikholta
|
||
|
||
*-
|
|
||
|
|||
I
|
|||
|
|||
m
|
|||
|
|||
afgezonderd was , inaar oerst', gedurende hol kort #9660;erloop met naauwelijks verklaurbaren spoed uitge-echeiden werd.
Ten laquo;lotto heb ik in prophijlaclischo bo trekking nog aante merken, dat, waar do verwijderde oor-zaken bleven voortduren, en zoodoonde oone zelf-elandige wegnoming van den aanleg niet plaats kon vinden, eene matige aderlating en eenige malen te horhalondo slijmige dranken met eene unce zoutzuur allengskens aangewend, bij op de veide geweest zijnde, later opgestalde jongo merrien, bij mij tot voorbehoeding volkomon zeker bevouden is, :**
|
|||
|
|||
26iZ..
|
|||
|
|||
#9632;#9632;----------------------
|
|||
|
|||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||