■ :■
v-A
/
■I
i
\ gt;-gt; ^
\ ' v
.. *■
L |
PLAATSELIJK: REGLEMENT op de benoeming van Ouderlingen en Diakenen, en op de beroeping van Predikanten voor de Nederlandsche Hervormde Gemeente te Steenwijk, |
§ i-
Van de Stemgerechtigde leden der Gemeente.
Art. 1.
Stemgerechtigde leden der Gemeente zijn allen, die voldoen aan de vereischten, omschreven in Art. 1 van het Synodaal Reglement op de benoeming van Ouderlingen en Diakenen en de beroeping van Predikanten.
Art. 2.
Van de stemgerechtigde leden der Gemeente wordt eene nauwkeurige en volledige lijst gehouden, die ieder jaaf herzien en aangevuld moet worden onder toezicht van hem, die belast is met de zorg voor het Archief van den kerkeraad.
Art. 3-
Jaarlijks, vóór den len Augustus wordt de herziene lijst voorloopig door den kerkeraad vastgesteld en van tien eersten tot den tweeden Maandag dier maand ter inzage gelegd voor de stemgerechtigden.
2
Art. 4.
J)e tegen de lijst gemaakte bezwaren moeten uiterlijk drie dagen na den laatsten dag van inzage bij den Kerkeraad schriftelijk ingediend en zoo spoedig mogelijk in eene wettige vergadering worden behandeld, waarna de lijst voor het loopende jaar voor goed wordt vastgesteld.
Art. 5.
Ieder, die op den len Augustus naar Art. 3 van het Algem. liegl. tot de uitoefening van het Stemrecht bevoegd is, wordt op de lijst als stemgerechtigde ingeschreven.
Art. 6.
Jaarlijks in de eerste helft der maand September worden de Stemgerechtigden opgeroepen, om in de jaarlijksche aftreding van de leden van het Kiescollege te voorzien. Indien er in den loop van het jaar eene buitengewone vacature, door bedanken of overlijden van een der leden van het Kiescollege ontstaat, beslist de kerkeraad of het volgens art. 3 lid 2 van het Syn. Eegl. op de benoeming van Ouderlingen enz. noodig is, al dan niet terstond daarin te voorzien.
Art. 7.
De oproeping, in Art. G bedoeld, zal van den kansel op de twee Zondagen aan den dag der stemming voorafgaande bekend gemaakt worden.
Gedurende ééne week voor den dag der stemming zullen de stembriefjes door de stemgerechtigden kunnen worden afgehaald.
Art. 8.
De inrichting van het stembriefje is aan den kerkeraad overgelaten.
De stemgerechtigden moeten in persoon de stembriefjes schriftelijk ingevuld en niet onderteekend, iu de stembus steken.
Alleen de van wege den kerkeraad af te geven en gewaarmerkte stembriefjes zijn van waarde.
Wanneer een stembriefje meer namen bevat dan er personen moeten gekozen worden, komen de, na het voor de keuze vereischte getal vermelde namen niet in aanmerking.
Namen, die onduidelijk geschreven zijn, of niet duidelijk een persoon aanwijzen zijn van onwaarde.
Art. 10.
Hij, die zijn stembriefje verloren heeft, kan een ander verkrijgen op den dag der stemming aan het Stembureau.
Het Stembureau wordt uit en door den kerkeraad benoemd en zal uit een Voorzitter en twee Leden bestaan, aan welke ieder een secundus zal worden toegevoegd.
Behalve het Plaatselijk Eeglement en het Synodaal E eg lemon t op de benoeming van Ouderlingen enz. zal de voor het loopende jaar vastgestelde lijst ter tafel moeten zijn en door den Voorzitter telkens geraadpleegd moeten worden. De beide andere leden van het Stembureau houden ieder eene lijst van de namen dergenen, die gestemd hebben.
De Stembus heeft twee ongelijke sloten, waarvan de sleutesl bewaard worden, een door den Voorzitter en de andere door een der Leden van het Stembureau.
Nadat du stemming is afgcloopen worden de lijsten, in Art.
12 bedoeld, i4_.de bus geborgen, welke dan terstond verzegeld en in eene welgesloten kast bewaard wordt.
De opening van de Stembus geschiedt in het openbaar , uiterlijk binnen tweemaal vierentwintig uren. De Voorzitter van het Stembureau opent de bus, schudt de briefjes uit en telt ze, om ze te vergelijken met het getal der op de lijsten voorkomende namen van personen, die gestemd hebben; daarna leest hij den inhoud voor, terwijl de beide stemopnemers in Art. 12 vermeld, ieder afzonderlijk nauwkeurig aanteekening houden van het getal stemmen op elke persoon uitgebracht.
Omtrent de waarde of onwaarde van een naam wordt door de meerderheid beslist.
Art. 16.
De eerste benoeming geschiedt bij volstrekte meerderheid. De benoeming door herstemming bij meerderheid uit degenen, die bij de eerste stemming hot grootste getal stemmen na dat der benoemden op zich vereenigd hjidien , en wel uit een getal het dubbel bedragende van dat der nog ontbrekende leden.
Art. 17.
Zijn er meer personen, die een gelijk getal stemmen op zich vereenigd hebben, dan beslist het lot.
Art. 18.
Van de uitkomst der stemming wordt proces-verbaal opgemaakt en onderteekend door Voorzitter en Secretaris van het Stembureau. Voorts geeft de Secretaris van den Kerkeraad binnen 24 uren schriftelijk aan de benoemden kennis van hunne benoeming, met verzoek om schriftelijk antwoord binnen den tijd van driemaal 24 uren. Wordt aan dit verzoek niet voldaan, dan wordt hij, die niet geantwoord heeft gerekend, de benoeming niet te hebben aangenomen.
Art. 19.
De stembriefjes zullen in behoorlijk verzegelde paketten in het Archief van den Kerkeraad bewaard en na één jaar vernietigd worden.
Art. 20.
Zoo er eene herstemming blijkt noodig te zijn, dan zal deze uiterlijk drie weken na de stemming geschieden.
Art. 21.
De namen der personen, die in herstemming komen zullen gedurende acht dagen ter inzage liggen in het Armhuis alhier, na van den kansel te zijn bekend gemaakt.
Art. 22.
Het Kiescollege bestaat uit het getal leden, aangegeven in Art. 3 van het Syn. Regl. op de benoeming enz.
Het lidmaatschap van het Kiescollege wordt gerekend te beginnen den len November van het jaar waarin de benoeming is geschied en te eindigen, wanneer de volle tijd van vier jaren is vervuld (Art. 3, Syn. Regl. op de benoeming enz.)
Art. 23.
Het Kiescollege vergadert ieder jaar in de eerste helft der maand November, om te voorzien in de vacaturen veroorzaakt door de jaarlijksche vaste aftreding in den kerkeraad; verder, zoo dikwijls als eene buitengewone vacature in den kerkeraad ontstaat door het bedanken of overlijden van één of meer leden; en eindelijk, wanneer een of beide predikantsplaatsen komen open te vallen.
In de beide laatste gevallen, zorgt het bestuur van het Kies-
(5
college, dat de stemming uiterlijk zes wekeu na het ontstaan der vacature plaats hebbe naar de voorschriften van dit Eeglement.
Art. 24.
Ontstaan er buitengewone vacaturen in het Kiescollege door bedanken of overlijden, of door dat één of meer der leden wordt benoemd tot Ouderling of Diaken, en die benoeming aangenomen hebben, dan zorgt de kerkeraad, dat zoo noodig terstond en anders bij de gewone jaarlijksche stemmingen, de stemgerechtigde manslidmaten worden opgeroepen tot het kiezen van andere leden. Zij, die tot vervulling van zulke buitengewone vacaturen worden benoemd hebben zoo lang zitting, als de diensttijd zou duren van hen, in wier plaats zij gekozen zijn, volgens den bestaanden rooster.
Van het Bestuur van het Kiescollege.
Art. 25.
liet bestuur van het Kiescollege bestaat uit eeu Voorzitter en Secretaris, welke betrekkingen zullen waargenomen worden door den Voorzitter en den Secretaris van den kerkeraad.
Art. 2G.
De Voorzitter leidt de vergadering en zorgt voor eene geregelde afdoening der werkzaamheden.
Art. 27.
De Secretaris houdt van het in de vergaderingen behandelde behoorlijke aanteekening in het notulenboek van den kerkeraad; leest telkens in de vergadering van het Kiescollege het genotuleerde voor van de vorige vergadering van dat collegie, waarna bet beoordeeld, goedgekeurd en onderteekend wordt.
Art. 28.
De oproeping der leden van het Kiescollege ter vergadering
7
geschiedt bij gedrukt convocatie-billet ondergeteekend door deu Voorzitter, minstens tweemaal 24 uren voor het tijdstip der vergadering.
Art. 29.
De kennisgeving aan belanghebbenden van de benoeming tot Oudei'lingen en Diakenen, eu de uitvaardiging der beroeping tot Predikant geschiedt door den Kerkeraad, in overeenstemming met de kerkelijke reglementen.
Van de werkzaamheden van het Kiescollege.
Art. 30.
De werkzaamheden van het Kiescollege bestaan uitsluitend in het verkiezen van Ouderlingen en Diakenen en het beroepen van Predikanten. De stemmingen geschieden overeenkomstig Art. 8 en 9 van het Algem. Eegl. van de Ned. llerv. Kerk.
§ «•
Art. 31.
De onkosten, die ten gevolge der bepalingen van dit Ee-glement gemaakt moeten worden, zullen zoo mogelijk, door de hulp van het kerkelijk beheer gedekt worden.
Art. 32.
quot;Wanneer het niet mogelijk blijkt te zijn, om op deze wijze de onvermijdelijke onkosten te dekken, zal de kerkeraad van ieder stemgerechtigd lidmaat eene contributie heften ter voorziening in het benoodigde , welke contributie de som van een gulden per hoofd en per jaar niet zal te boven gaan. (Art. 4, Syn. Regl. op de benoeming enz.)
ii
Art. 33.
Wanneer een stemgerechtigde de door den kerkeraad vastgestelde contributie voor de stemming niet voldaan heeft,
wordt hij tot de stemming niet toegelaten, (Art. 4, Syn. Eegl.
op de benoemingen enz.)
Art. 34.
Terstond na de vereischte goedkeuring der hoogere kerkbesturen (Art. 4, Syn. Eegl. op de benoeming enz.) treedt dit Reglement in. werking.
Vastgesteld in onze vergadering van den IGen April 1883.
JAC. VAN BELKTJM, h. t. praeses.
K. VAN ENGEN, h. t. oudste ouderl.
Het Classicaal Bestuur van Kampen, oordeelende, dat vorenstaand Eegl. niet in strijd is met het Synod. Eegl. op do benoeming van Ouderlingen etc., noch met de Alg. of Bijzondere Eeglementen, onderwerpt het aan de goedkeuring van het Prov. Kerkbestuur.
W. J. Gr. AALDEES, Fun ff. Assessor.
M. MONTIJN, Scriba.
Kampen, den 13en Aug. 1883.
Goedgekeurd door het Provinciaal Kerkbestuur van Overjs-sel, den 15den Augustus 1883.
J. M. VOESTMAN, President. G. BEUXA, Secretaris.
11. SPANJAJRT). — Steenwijh.