|
|||||||
oj%ahqi
|
|
|
|||||
DRAAIZIERTE
|
|||||||
Wo '
m gt; 18 gt;
Jl
p
il ll
|
|
||||||
DER
|
|||||||
t
|
sect;
|
||||||
OF
|
|||||||
HABLElDiG lot he! VOOMÖMEill en GEIZES dczer MM.
NAAR DE BESTE BRONNEN BEWEBKT
|
|||||||
|
|||||||
|
t r
|
||||||
|
|||||||
|
||
|
||
-
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
BIBUOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
|
||
|
||
3088 058 1
|
||
|
||
|
|||||
'
|
DRÄA1Z1ERTE.
(/ W i?6i ^
|
||||
|
raquo;ER
|
|
|||
|
|||||
%.
|
OF
HANDLEIDING tot he( YOORKOMEN en GENEZEN dezer Z1EKTE.
NAAU DE BESTE BRONNEN BEWERKX
DOOR
II, raquo; C H U R I K K,
Yee'arU te Zwolle.
|
||||
gt;
|
|||||
|
|||||
äf^^r
|
|||||
|
|||||
TE ZWOLLE, Ity
W. F. ZWEE
1859.
|
|||||
|
|||||
|
||
|
||
V 0 0 R P, E D E.
Op cme vergaclcring der afdeding Over-Vcluwc der Geldenche Maal-schappij van Landhouw, gehouden te Hulshorst Lij Ilarderwijlc, uerd door eenigen de aandacht gevesligd op de zoogenaamde draaizieklc der schapen,iii die streiten veclvuldig hcerschende, en icaaraan verscheidene Uawijken, Men mcende het er algemeen voor U moelon houden dal genoemd gelrck zijncn zeteL in de hersenm had, en daar de aangetaste düren er dikwerf door stierven, wilde men hiervon gaarne meer weten. II. BOONESTROO te Hulshorst Meld het daar hecrschend gebrek niet voor de bedoelde ziekte, maar voor een gebrek dot zijn ontstaan is verschuldigd aan bederf in het bleed, en merkte op dat indim men zljne hulp vroegtijdig inriep, hij de aangetaste dieren kange-nezen door cene aderlating aan de borst en het toedienen van cen medicament, hetwelk hij voor lien cents lean gereed maken.
Ter dier zahe is er dan erne Commissie benoemd, bestaande uit de Uli. L. J. SMITS te Nijkcrk, W. de JAGER fe Nieuw-Soerel, E. STOPPE-LAAU te Ilccnle, H. BOOxNESTROO te Hulshorst, en den ondergetcekende: cm op eene votgende vergadering daarover verslag uit te brengen. Het zijn deze omstandigheden die mij op aanzoek van onderscheidene landbomvers aan-leiding hebben gegeven, om het meest icclcnswaardige ter genezing en verhoe-ding van dil gebrek door de drukpers, bekend te maken. Hierioc besloot ik des te eerder, uUhoofde men over het algemeen zoo onbekend is met de oonaken en on-teetend de dieren aan dezelce Mootslell, tcngevolge waarvan erjaariijks eene massa. lammeren en eenjarige schapen in ons vaderland omkomen. Als oorzaak der ziehte mt Im aangemerkt worden, dal du honten vm {?laquo; foppen der geitor-
|
||
|
||
|
||
vcn of gcslaglle dicren geniclcnde, äaardoor de lintwonn ivonlt onlwilikcld, dc door de honden afgezcllc linlwormlcdcn met talloox eijeren lezet zijn en deze op het vocder gerakende, zoodoende veelal weder door de dieren worden opgenomen, Deze opgenomene en vrij gewordende eijeren zoeken zieh door dc weefsels der dieren mar de hersenen door te loren en zieh daar als blaas-tvonn to onticikkelen.
Be op die icijze verhuisde larven verwekken na verloop van 12—20 dagen verschijnselen van hersenprikkeling, congeslien enplaatselijke ontsteking der hersenen; dit haft waärschynlijk ilk. ßOONESTROO , als onbekend zijnde met de ware oorzaak, dorn denken ao n een ander gebrek dan het onderhavige , ofschoon het allecn verschilt in duur, daar het later in de ware draauiekte overgaat, maar hierloc een tijdverloop van 2—3 maanden noodig is, en er als dan eene schijnlare genezing volgt, zoo heeft hij vermoedebjk daardoor eene gunstige uitwerking mögen ondercinden in zijne behandeling.
Ik heb het onderhavige iverkje bearbeid mar de beste bronncn en volgens eigen ervaring. De werken toelke ik hierhij lieb geraadjilccgd zijn: llDRTRliL D'ARBOVAL, JOI1. ELIAS VEITII, Handb. der Vetennärkunde, Dr. EDUARD HERING, Speeiclle Pathologie amp; Therapie, Dr. W. en Th. JOS. Spenolie. Dr. E. F. GÜRLT und N. Q. II. HERTWIG , magazin fnr die gesamte Thiethcilkunde , cnz.
ii. scBünmK.
|
||
|
||
-laquo;ssÄtgs^ät-riw-
|
||
|
||
|
||
DRAAIZ1EKTE, [UUDROCEPHALVS HUDATIDEUS)
Ilccft ten opzigtc der vcrschijuselen de inoestc ovcroeakomst mcl dcu stillen kolder dor paarden; /-ij karakteriseert zieh door storingeu van hot Lewustzijn on der bewegiug; en bestaal in ccue stoiTelijUo vorandcring der hcrscucn , v.'elUc echter wordt veroorzaakt door dc outwikkeliug vaa den Cocuurus Corebralis (blaaswurm). —
Zij komt bij de licrkaauwcndo diereu, vooral bij schapen dikwijls voor, of-schoon hot rund or nict van vorschoond blijtt. Hot is cone laugzaam vcr-loopende zickte, eu heeft baren naam onlleend naar dc verschijnselen welke hiorbij wordca waargcnoinen. Ook heeft bij dcze zickte dc zclel der verandering in de hcrseneu lot voi-schilleudo benamiug aanlcidiug gegeveUi
Dcze ziekte hoeft sedcrt langde aandachtdcrschapcuhouders, als ook der veearlsec ea natuurondcrzoekers tot zieh gclrokkcn; eudaar mcu wclhctstof-felijke bestaan en hären zetel inzonderhcid kaa kennen, alsmedc hare regelma-tigheid der tijdperkcn waarnemen, laat zij zieh loch slechts in de tninste gevalten grondig genezoQ; en dit is des te meer le belreurcu, daar zij hier en daar dikwijls grooiJ -verwoesting ouder de schaapskuddeu aanrigt. De ziekten, aaa welke het schaap Is ouderworpen , ziju in vorigen lijdcii zelfe op veeartsenijscholen langen tijd verzuirnd geworden, omdat men zieh vooral op de Studie des paards bijua uitsluitcnd loelegde. In Frank-hhr heeft dit vcrzuim eerst met het invoeren der nicrinos-scliapcn eenig-zius opgehouden, eu toen jneu later de langwollige schapen nil Eu-
|
||
|
||
|
||
geland heeft overgebragt, begon men zieh al mecr cu mecr om dc ziekteu van het schaap le bokornmeren. Iloe mcer men hier over nadenkl en hoe meer men in de werken over schapenleelt bandelcndo leest, des te meer moet men bekennen, dat er ten opzigte der verschillende pathologische toeslanden , aan welke deze dieren zoo menigvuldig en in mlk een groot getal bezwijken, nog veel te wonscheu overig is. De draaiziekle behoort tot een der treurigsle ziekten der schapeu, en wordt dlt tc meer, omdat men zo dikwijls met a.idere affectien der hersenen verwisselt.
De draaiziekle is dus niet, gelijk is aaagemerkt, slechts aaa het schaap eigen, maar doet zieh bij dit dier meer dan bij eenig ander voor, hoewcl het rund er cok niet geheel van versohooud blijft.
YERSCHIJNSELEN der DRAAIZIEKTE.
|
||
|
||
Het eigenlijke begin der zickte wordt wegens de geringheid der toe-vallen meestal over het hoofd gezien, In andere gevallen is helzelvo door toevallen van hersenontsteking gekenmerkt. In dat geval ziju de dieren mat, laten den kop tusschen de voorpoten hangen, zijn onzeker op de beeneu, tuimelen van de eene uaar de andere zijde en vallen zelfs wel bewusteloos op den grond neder; de ziglbare slijinvliezen zijn hoog rood, de pels is versneld, en houdt men do hand op den kop zoo vindt men denzelven tegennatuurlijk heot. Deze verschijnselen, welke zieh naar den graad der ziekto verschillend voordoen , zijn echter niet blijvend, maar houden slechts weinige dagen aan , om met 6—8 weken later on'ler den vorm der eigenlijke draaiziekle weder te voorschijn te treden.
De bewegingen zijn nu eigendommelijk ongeregcld en geschieden bij steeds meer of minder schuins houden van den kop, of neergebogeu in eenen kring (draaijers) , of tuimelen met in de hoogte gehoudcn kop , vaarbij de dieren zijdclings nedervallen en naar achteren overvallen (Zeidclaars). In nog andere gevallen loopen dc zieken met ncergebo-
|
||
|
||
|
||
gen kop, snel voorwaarls cn störten daa op den grondnoder (dravers) ofzij #9632;wankeleii, Icrwijl zij met hoog opgerigten kop do eeno voorpoot ver \an de borst verwijderd houden, zetten dczelvo alsdau langzaam neder, zoader dat de aehlerpoot Lohooiiijk volgt en lict ligehaam helpt steunen, steeds uaar deze zijde en vallca gewoonlijk -weldra, na weinige schredea gcloopen te hebbea, op die zijde neder. {Zijdelings loopers). De beweging is onder alle omslandighoden zecr onrcgelmatig en zal de diSfaiziekte aau dezo in vcrbiudiug met de steeds voorkomendo storingen van hetbewust-zijn gcmakkelijk ziju te erkennen.
Indien de ziokte reeds cenigen tjjd heeft bestaan, en de blaas opper-vlakkig onder den schedel ligt, zoo wordt op deze plaats, door de voort-durende drukkiug, de beenmassa dun, en kan men door don druk des vingers zieh gemakkelijk van de ligging der wormblaas verzekeren: JJij bet drukken met den vinger op de -weeke plaats van den schedel uiten. de dieren piju, verdraaijen de oogen, spartelon mot de pooten, en de be— wegiug is bij het loslateu nog meer in het oog loopend enregelmalig. —
Do afwijkingtm in de bewegiugeu van draaizicke schapea zijn afhanke-fijk van de liggiug , grootto en hot getal der worrablazcn in de hersenen, en dienen dorhalvo tot het nadere ontdekken van den zelel der blaas in do versohillendo hcrseudeelcn. Uit dezolfde omstandigheid kan men verklaren, yraarom iu het eene geval meer het bewustzijn ondcrdrukt, in bet andere daarenlogen meer de bewegiug is gestoord. — Bij bet ronddraaijeu ligt de blaas in dat halfroud dor grooto hersenen , naar welke zijde hot schaap draait; bij bet zoogenaamdo zijdelcn naar achteren naar do kleine hersenen toe, meer tusschen do grooto en kleine hersenen in ; bij de dravers op het voorste oinde van bot halfrond, bij de zijdelingsloopers aan dezolfde zijde der kleine hersenen en het verlengdo merg vaarnaar zij been loopcu. Niet zelden is eene verecniging der geuoemdo afwijkendo bewegiugeu voorhaiuloraquo;, en duidt dit eenen grootcu omvang, of hot voor-handeu ziju van nicer dan eene blalt;js aan.
|
||
|
||
|
||
BELOOP der DRAAIZIEKTE.
Het beloop der zickte Staat in een juist verband met het iadringen der larven in de hersenen en de verdere ontwikkeling van don -worm.
Zooals is aangemerkt, is het eersle begin der ziekte niet steeds met in Jict oogloopende verschijuselen vergezeld, maar onlstaat gewoonlijk, zonder dat men het bijkans bemerkt. Uitwendige omstandigheden kunnen invloed op do ontwikkeling der larven uitoefenen. Waar de verschijnselen van iersenontsteking ontstaan en niet het sterven der Vieren in deze periode ten gevolge liebben, daar zien wj de toevallou na hot bestaan van een of meerdere dagen in den regel verdwijnen, (slechts bij uitzondering zija de algeraeenc verschijnselen der draaiziekle blijvend) en dieren schijn-iaar genezen, ofschoon den ^pmcrkzamen #9632;waarnemer het niet terugkeeren der vroegere vlugheid dor d-eren en meer of minder achter blijven in do ligchamelijke ontwikkeling, niet ontgaat. Eerst na eenige weken (in hetnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;V
JaaUt van den herfst of in het begin van den winter) nemen de bovenge-melde in quot;t oogvallcnde verschijnselen der nu volledig ontwikkelde draai-ziekte blijvend hun begin. Iletgecn dan tot aan dit tijdperk toe word opgemerkt is, dat de dieren op onweersdagen,inzonderheid echter bij win-derige, eu stormachliEe dagea, in het algomecn bij het omslaan van het Weder , echter meestal slechts voorbijgaande verschijnselen van bedwel-nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; I
ming en stompzinnigheid, een gek gedrag en onzekerheid in do bewegingnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;|
te kennen geven, ingevolgc waarvan dozelvc nu on dan zieh wonderlijk yoordoen , luchtsprongen maken, daarbij tor uedersloMen , blazon enz. en ligt van de kudde verdwalen, en daaroin door de schepers ,.dwaaldersquot; en uilhoofdc de genoemde toevallen dikwijls reeds _nog voor het veranderen der weesgesteldhcid [worden waargenomen, ook „PROPHETENquot; genaamd. In hot vcrdcrc beloop der volledig ontwikkelde draaiziekle zijn het nu
|
||
|
||
|
|||
i
|
iazonderheid do tcekeuen der algemeeüö termägörlüg en het krächteloos •worden, welke zieh met de reeds voorhaudeulaquo; vergezellen; de dierea •verkrijgea steeds raeer en mecr een bleekzuchlig cachectisch aauzien, zija pas in Staat om zieh nog op do been tc houden, en nog veel minder om. zieh te bewegen, störten daarbij wel eens magteloos op den grond neder, zonder zieh weder op te rigten; zoodat ztj ten laatste blijven lig-gen, en in dezen hagchelijkeu toestand echter nog eenige dagen zelfs nog weken doorbrcngeu, tot dat oiadelijk door eene volkomeae uitputtiug ecu zachte dood volgt.
De duur der ziekte is zeer verschillend en hangt af van de ligging ea het getal der wormblazen, alsmede van den oudcrdom en van de con-slitutie der dieren en verschillende andere uitwendigo invloeden. De ge-middelde duur: dat is vande henenprikkeling totaan den daarop gevolgdea. dood bedraagt van 3—4 maanden. De hersenprikkeling plagt, gelük opzet-telijke proeven hebben bewezen 2—3.wekennahet opnemen vanhet worm-broed te beginnen en loont betrekkelijk haar duur de groolste afwyking; waar zij nietwegens haar nietsbeduidendheid worden voorbij gezien, beper— ken zieh de toevallen derzelve dikwijis op een dag, in andere gevallen op verscheidene dagen, en nu en dan strekken zij zieh tot op weken uit zoo dat de gemiddaldo duur in dit stadium op 4—3 weken is to stellen.
UITGANG.
In den regel eindigt, de draaiziektc met den dood; slechts in enkele gevallen kan door doelmatige behandeling cen dier van volslagen ontwik-kelde draaiziekte gered worden, met volkomene genezing. Uit het stadium der hersenprikkeling schijnen meordere gevallen van genezing voort ta komen, vooral daa wanneer onder begünstigende omstaudigheien, geei\ der binnen geraakte larven tot ontwikkeling komt.
|
||
|
|||
|
||
•50
|
||
|
||
OPENING DER GEVALLENE DIEREN.
igt;e opening der aan de draaiziekte geslorvene of gedoodde schapen tooa^ Haar mate van den duur der ziekte.den Coenurus Cerebralis in evenredige trappen van ontwikkelingen in verschillcnd getal, prootte en ligging in de hersenen aan. In het begin van het gebrek, -waar zieh de verschijnselefl dor hersenprikkeling als hersenontsteking duidelijk hebben doen kennen, vindt men vele kleine wormen onderhet spinnewebvlies (membranadrach-noidea) of in de zelfstandigheid der hersenen zelve , in den vorm van Maasjos ter grootte van speldeknoppen lot de grootte van erwten, welke door een taai, week exudaat omgeven zijn en cene blanke wei bevatten, en behalve deze op andere plaatsen gewoonlijk afzonderlijke gele knob-leltjes van cene meer vasle hoedauigheid, na wier verwijdering in de hersenzelfstandigheid een hiermode overeeustemmend groefje wordt waar-genomen; deze knobbeltjes ziju niets anders dan geslorvene larveu. Gewoonlijk zijn op de plaatsen waar deze met het harde hersenvlies iu verbindiug slaan, de keuteekens te ontdekken, waar de larven hctzelve hebben doorboord.
Aan het harde Iiersonvlics hebben zieh mede zulke gele knobbeltjes bevestigd, welke insgelijks geslorvene larven zijn. Het passeren der larven door het harde hersenvlies schijnl velen het leveu te kosten, dergelijke knobbeltjes treft men ook op een der ligchaatnsdeeleu , op de weivliezeu aan. Volgens opmerkiagen van W. Spinöla nemen de larven bij voorkeur hun weg door het gescheurde gat naar de hersenen en be-vinden zieh derhalve gewoonlijk ook het meest iu do nabijheid van hel-zelve. Indien ze later bijkans alle op de oppervlakte der hersenen worden gevonden, zoo is hiervoor geene voldoende verklaring te geven , echter is Let juist niet onwaarschijalijk , dal het met de versc'nillende drukking der hersenen, inzonderheid met de herser.kronkeliageu, lu:scheij welke zij
|
||
|
||
|
||
11
fei'di inlaten en zoodoende aan de drukkiog onltrekken, in verband slaat; ilaarna worden gewoonlijk echter nog maar #9632;weinige , en dikwijls slechts een of twee blazon aangelroflen, zooals daa in het algemeen na längeren dlaquo;ur der volledig ontwikkelde draaizickte, in den regel slechts een of twee wormblazen in de hersanen en gewoonlijk in de bovensle helft minder dikwijls aan de basis, scheiding der groote en kleine hersenen worden aangelroffeu.
Zij Levatlen dan -steeds de groepsgewijze te zamen gelegen kopjes van lt;len worm en bereiken somlljds de groolte van eeu hoenderei. Professor Hering vend bij eene hersenmassa van 3 onceu en I drachme bij een-jarige schapen een blaasworm van 2-raquo;21/2 oncen zwaarte. De hellt der hersenen, in welke eene worrablaas ligt ter groolte van esn duivenei, was (zonder deze) even zoo zwaar als de andere. Bij een ander geval was de zieke helft nog i.% drachma zwaarder dan de gezonde; bij eene blaas van 3 oncen, waren de herseaen 5 drachmen in gewigtverminderd. Reijnäl vend bij 40 gezonde schapen het gewigt der hersenen gemiddeid 108 ürammen, bij 40 draaizickeu daarentegen slechts 83 gr, dus eeno gewigtsverminderiug van bijna C drachmen; de gezonde schapen waren echter 13—2i maanden cud, terwijl de draaiziekle zrldendozenouderdom bereiken. (Uec. 1834)
De hersenen van een volwassen schaap wegen Z^/i—4 oncen.
Ilet gelai der blazen rigt zieh gewooulijk naar den oinvaug, zoo-dat, hoe meer er zieh beviuden (men vond er van 7 tot 8 stuks in do hersenen), hoe kleiner ze zijn. Do hersenmassa is in hären digst bij gelegenen omtrek verdrongen en, iudien ze in de bovenste der hersenen haren zetel haddeu , zoo deed zieh ook het beengcdeelte, waarop de blaas eene drukking heeft uitgeoefeud, als meer of minder uilgeteerd en ver-dund voor.
In dieren, welke aan de ziekte zijn bozweken, worden daarenboven de algemeeue yerschijaselen van cacheclischen toesland gevoadeu eo zeer
|
||
|
||
|
||
1-2
dikwijls ook liier en daar onder de wcivliezeu der verschillende organen: lever, middelrif enz., nog talrijke kleine , met eeu oinhulsel omgeveue kiiübbclijes (overblijfsels vaa verdwaalde en afgestorvene larven) gevonden. Niet alle larven bcreikeu haar doel, do hersenen; maar sterven op de reis in de verscliilleude deelen des ligchaams. Van de zeldzaamste ge-vallen echter worden niet de Coenurus , maar de eukele öphooping vaa uitstorling in de hersenkamers of andere, eene drukking op do herseu-laquo; zelfstandiglieid vcroorzakende abuormileilen gevonden.
OORZAKEN.
Zoo lang de belrekkingen der blaasworm tot de lintwormen onbekend #9632;narcu, hecft men de oorzaken der draaiziekte -willen vinden in diaetelischo gebreken en ziekelijke toestanden der moederschapen; in plotselinge ontwen-)iiiigderlammeren.iukoude #9632;weersgesteldheid,in regen, dauw enmeerandere.
Zoo hebbcn de schrijvers, -welke heteerst over de draaiziekte handelden, dezelve als eene door uitstorling veioorzaakte apoplexie, of als een wa-terzucht van de kamers der groote hersenen beschouwd. Deze beschou-wing is later, onder anderen door LÜLLiN, -weder opgevat geworden, en welke deze zoogenaamde walerzuchl.beschouwt als bet gevolg vanuitwendig geweld op den kop aangebragt, door bet vechten der schapen veroorzaakl, wanneer dit op denjeugdigen leeflijdgeschiedde. GIERKE was van dezelfde meeniug. VALOIS was van gevoelen dat dc blaas groeiiie door eene ver-zameling van li.imphe, wclke door bet zuigen der blaaswonnen naar do hersenen werd getrokken; en dat eene zoodanige blaas zieh slechls bij jonge dieren konde vormen, en nimmer na het eindigeu des tweedea jaars, omdat op dien leeflijd, de waterige sappeu de overhand over de anderen hadden. Volgens zijue meeniug, werden de lammeren, voorna-mclijk bij vochlig herfstwcder of na sterke zonnehitte, vooral wanneer op deze lange aanhoudende nalheid \olgde, of in den winter door heete en
|
||
|
||
|
||
13
•vochtige stallen, door de ziekle aangetast. BAßßAMCOiS welke do mce-ning Tan BOISIN en VALOIS was loegedaan, gcloofdc dat de oorzaalt der draaiziekte moot gezecht worden in eene le waterachlige geslcldhcid der joogo dieren, weshalve hij in bet algemeen tocgeeft, en Iracht te doen uitkomen, waarom de hydotiden in dit geval nicl, gelijk bij hot ongans, in de lever, maar in de hersenen zieh vormen. Hij moent den grond daarin te moetcn vinden, dat bij jonge dieren de hersenzelfstaadigheid nog zeer week is, en daarom ligtonder deninvloedvanbijzondere omstandigheden dezetel yan eene verzameling van water kan worden. Tot deze omstandigheden bc-booren vooreerst alle die oorzaken, welke cenen aandrang van sappen, zelfs van bleed, naar dc hersenen kunnen verwekken, waaruit dan eene uitzettiug der vaten, en gevelgelijk een toestand van zwakheid ontstaat, welke de vor-ming dor blaaswormen altijd vooraf gaal. BARBAINCOIS was van mec-ning, dat de kiem niet van buiten komt, maar dat zieh dezegeorganiseerde ligchamen openlijk ingevolge eigendorainelijke omstandigheden, gelijk zoo, vele andere parasieten, in het ligchaam des diers zieh zelve ontwikkelden. Bij omstandigheden, welke de working van gene boofdomstandighedea zeer krachtig konden ondcrsteuuen, waren, volgens den zelfden schrijver in bot jaargelijde en in de gewone verblijfplaatsen des diers gelegen, als waardoor de aauleg tot zwakheid dor herseaen zoude worden begunstigd. NAVIERS heeft trachten le bewijzen dat de kiem lot den blaasworm van buiten werd aangebragt, door een vliegend insekt, hetwelk met zijne legneb quot;den dunueu herseuschcdel zoude doorboren en op deze de eijeren in de hersenen loggen, men beeft het insekt zelve niet nader aangetoood. MORGAGNI beeft do soort van beuis, inwclke de lijmph is ingcsloten, als eene plooi van het hersenviies beschouwd. Vrocger hield men de oorzaak dor draaiziekte voor dezelfde als bet ongans, echter met dat ondcrscheid, dat do eene ziekte baren zetol in de ingewanden van het onderlijf en do audere in dc hersenen had, en men besloot daaruit, dat het wezen der beide zieklcu ccn en hctzclfdc was. Vorder nieende
|
||
|
||
|
||
14
men do oomak dor draaiziekte in hot laadcu, vooruamelijk in hctdoor-Lrokcn dor kiezon le moclcn zoeken, door de daarbij plaals hebbeadoont-sleking verzwakkend op de dieren werkt.
lieu Scholsch schapenhouder met name James Haag vcrzekerde, dat do tlraaizieklo ontslond door hot valteu van koudo op dcu rug door koudeu regen cu wind, waaruit ceue soort van bedwelming zoude ontstaan welke met nitslorting van water iu den kop eindigde. liij was niel gclijk #9632;eeuigc zijner coofralcrs, van meening, dat dit water hot regenwaler is, •dal door do huid het vleescii en dc beenderen in de wervelzuil was gedrongen, maar dat het eene soort van lijinptie was, welke zieh in den rug vcrzameld had en ziekelijk was veranderd.
James de Feuge wil opgemerkt licbben dat de verwüderdo oorzaken der draaiziekte daarin waren gelegen , dat men, om de lammeren zeer groot op to trekken, to sterk voedert. Volgeus dozen schrijver, soude de vastheid cen loestand van zwakle zijn, welke bij jpnge voorwerpen dc ontwikkeling van wormen begunsligd, dewijl bet velste en sehoocste jonge vee, op den Iceflijd van 1—I'/j jaar door do draaiziekte wordlaau-gcdaan. Ilecte en vochtigc stallen, siechte voodcriug der moedersc'aapcu, en al to gelle voedering tier lammeren zoudeu dezc ziekte begünstigen. Echter de op vochlige gronden groeijende planten, begünstigen volgeus denzclfdeu schrijver, de ontwikkeling van net gebrek , en wel daarom , omdat zij de ontwikkeling der hijdotiden in de galbuizen der schapen of het zoogenaamde ongans veroorzaken. Huzard dc zoou geeft toe, dat men dc oorzaak niel bepaald kan aantoonen, en mecut ze evenwcl to moeten toeschrijven aan omslandigheden welke bij do geboorle der lammeren plaals hebben, „horinnert men zieh,quot; zogt hi.j,„doze omstaudigheden, zoo zal men zien, dat de dieren reeds van dezen tijd af, of aan gebrek Van goed voedcr, of aan natheid en koude geleden hebben; zoo zal men #9632;vinden, dat de moederschapen, omdat zij op de eene of andere wijzege-durcudo dc dragtiyd geleden haddeu, mocijelijk, verlostenquot;.
|
||
|
||
|
||
15
Uil al het bovenslaando iaat zicli verklären dat de godanc waanicmiiigcn onbepaatde uitkomsten, botrekkeljjk c!o oorzaken hcblicu opgeloverd, en waarom dan ook de middeloa ler voorbolioediug aaugewend, zoiider uit-#9632;werlung blevclaquo;.
Ecrst iu dea laatstea lijd heeft het mögen golukkeo ora den aard cudo wijze vau het onlstaau der ziekte nador te leeren kennen on is isulks door vele proeven bevestigd; dozen ziju geuomeu door KüCREMMElSTER, VON SIBÜLD en HOUBNER.
Het is dus door cene menigte van proeven gebieken, dat de hersenblaas-worm een lagere trap van onlwikkeling vac den lintwonu des bonds (Taenia Cajnurus K.) is; geeft men bijv. een hond de blaas ofde daarin zieh bevindeade kopjes van de Coenurus van het sehaap of van het rund to etea, zoo onlwikkelen zieh hicruit iu ongeveer tvree maaudeu rijpe lint-wormeu in het dannkanaal, eu door het onllaslen der eindleden met tal-looze eijeren körnen deze op b.et voeder der scliapcn en ruuderen, inet lietwelk zij door deze -worden opgouomen. Voodert men dergelijkc rijpe liutwormleden aau scliapcn, hetzij larameron of ecujarigen, zoo worden de eijeren vrij en zocken zieh door hot wccfseldcs diers naar dcrzelver herseuen door le boren ; alle niel daarheen gekomenc cijerea (larvcu) gaan te niet en kunnen ja de ingewaaden, splercn en dcrgelijke een tijdlang als -witte of geclachtige knobbelljes gevonden worden , Avelkc laagzainerhand verdwijuen.
. Deze knobbelljes zijn niel anders dan bet verdwaalde broedsel der lint-#9632;norraeu en hebbea hun doel {de hersenen cn hei ruggemerg) niet bereikt. De in de hersenen gekomenc eijeren veroorzaken reeds na 12—20 dagen sijmplomen van hersonprikkeling, congestie en plaalselijke ontsleking der hersenen, als ook krampachtige loevallcn, verlamraing cn dcrgelijke, -waaraan het lam niet zelden iu weinige dagen sterft, inaar ook welschijn-baar ca dan later nog in de cigculijke langzaana vcrloopendo draaiziekte ovorgaat, iudien nainclijk zieh een ol meerdere lintwormlarvcu iu do her-
|
||
|
||
|
||
16
scncu tot #9632;wormbla^cu oulwikkelen, of ook wcl volkomen genezeu, iudien hot niet tot ontwikkcfing der larvcn komt, gclijk dikwijls gebeurt. Do wormblazcu boreiken onder begünstigende omstandighcdonna2t dageu den diameter van ceno liju, na 30 dagen do groolto eenor erwt, na2—3maaa-den tot die van ecne hazclnool; bet komt er echter bicrbij op aan. of er meerdere dan of er zieh slechls maar 1—2 blazon verder outwikkelen-Niet alle in dc herseuea gekomene ontwikkelen zieh tot wormblazen, maar ecu groot getal koraeu zelfs in de herscaeu om. Uit het boven gezegde is hcl duidclijk dat de uaaste oorzaak der draaizickte bestaat in de ont-wikkeling van den blaasworm in dc berscnon, welke door zijne drukking op de zolfstandigbeid der berseneu tocvallcn van stompzinuigheid ea ge-stoordo bewegingen veroorzaakt.
VOOllZEGGING.
Dc voorzegging] is bij volkomen ontwikkelde draaiziekte altijd zeer on— günstig en moeten do handelwijzen tor gencziug van het gebrek slechls als proeven worden beschouwd, omdat men dca zetel der kwaal moeijclijk en dan nog met levensgevaar kan bereikeu. Op eeue operatic is de gc-nezing echter dan mogelijk, wannoer er zieh slechts eene wormbiaas in do hersenen heeft gevormd , cu deze zieh dan oppervlakkig, in de uitwen-dige Jaag der hersenzelfslandigheid, levend bevindl, hetgeen men echter niel altijd vooraf kan weten.
In het eerste tijdperk of dat der hersenontsteking, is de voorzegging niel günstiger. Wei is waar gclukt het in dit tijdperk door eene rationele vcearlsenijkundige behandeling eene schijnbare genezing te bowerken.maar geeaszins om de ontwikkeling van dcu blaasvorm te verhinderen. Of in hot vervolg nog een middel zal gevonden worden om de wormen in de berseuen te doodcu, moot de tijd leeren. Gclijk reeds gemeld is, onlwikkeleu alle in de hersenen gekomeuo larvcu zieh niel tot blaaswormeu, maargaaa.
|
||
|
||
'
|
||
|
||
|
||
17
grootendecls tc nict, ook gcbcurt het dat zc alle aankomen en hot dicr later nict draaiziek wordt, ofsclioon dit moor cone uitzondcring op den regcl is, daar dit van de ticn keer censhct geval is. Volgens ccnenaauw-keurige aanteckening van Dr. Spinola vervielon van dc 7 in het tydperk van hersenonlsteking schijnbaar genezene lamraeren, later S sinks in de ware draaiziekte.
BEUANDELING DER DRAAIZIEKTE.
|
||
|
||
Oaar, gelijk reeds is aaugemerkt, de verschijnsclcn bij het eerste ont-slaan derziekto, dikwijls worden over helhoofd gezicn, zoo kunnen de dieren zelden in dit lijdperk aan eene behandelingonderworpen worden. Doen zieh echter do verschijuselcn voor van hersenprikkcling, congestion enplaatsoat-stekiug der herscuen , welke door de larven worden veroorzaakt, zoo doe men onmiddclijk ccuo aderlating uit de halsader van 3—4 oncen en gove inwendig: Salpeter ('/j—1 dr.) en Wonderzout (2—4 dr.). Op den nek wordt Je volgende zalf drie maal daags dik iugesmcerd.
Neein: pocder van ßraakwüusteea 2 draehmen. pocder van Spaansche vlicgen 1 drachme, poeder van het gedroogde sap der Wolfsmelk '/jdrach. Koningszalf IVi once. Terpentynolie 2 draehmen. Mengt het tot eene zalf, en gehruikt ze naar voorschrift. Worden do loevallen op deze wijze van bchandeling minder, doch kecren na eenige dagen de gewone vlugheid en levendigheid niet terug, zoo is dit een teeken dat de in dc hersenen gekomeue larf zieh tot volkomeu draaiziekte zal outwikkelen; in dit geval heeft de volgende zalf mij goedo dienslen bewezen , en heeft waarschijnlijk het vermögen om de verdcre ontwikkeling der larf te belcllen, of zelfs te doodeu.
|
||
|
||
|
|||
IS
|
|
||
|
|||
Necm: Blaauwo (Cwikzalf 2 oncen. Jodium. Potass. 3 drachmcn. Stinlioiule Olio van Uerlshoora '/a onco. Mengt het naauwkeurig tot eeue zalf cu smecrt er eeumaal daags het voorlioofil iiieclc iu.
Is hot schaap reeds in do volkoiiioucdraaizieUte vervallen, of liovcr heeft zieh de larf lot volkomenc draaizieUto ontwikkeld, hetgeen na verloop van 2—3 maandeu het geval kan zijn, dan blijft er niets anders over dan bet verwijdercu van den blaasworm uit do hersculiolte en dit is, gelijk reeds gezegd is, slechts dan mogelijk, vvanneer dozelvo onuiiddelijk ondor de beenplaat en in de uitwendige laag der berseuen gelegen is. Dit werd in Frankrijk het eerst door middel der treponatie beproefd, maar had door het groote verlies der boenzelfstandigheid en het daardoor bloolliggea der hersenen , dikwijls den dood ten gevolgc. Later(179l) raaaUten 1UEM en RUiTRR het gebruik van con zuigtroikar bekend, waardoor de blaas-Avorm niet allecu doorstokeu , maar ook het watcrachtige vocht door eene soort van zuigspruit wordt uitgepompt. In Frankrijk word deze methode doorTESSIEK, 11ÜZARD, VALOIS en door ineer anderen ia toopaäsiugge-bragt. GEHIKE bediende zieh enkel van ceuc ecnvoudigealroikar, 1VART van ecu penneschacht of van een dikken, icts over cen duim langen, rondo staleu priem met stoinpe punt, aan eon 3 duim binge hcchl; de herders dikwijls slechts van ecu mes, waarmede zij do weeke plaats op dcu lier-senschedel opensteken, eene naald met cene krommo punt, waarmedo zij de vN-ormblaas naar buiten trckkeu. Volgens do #9632;wijzo van GER1K.E zocht men die plaats van den schodcl op , welke eeno bijzondere week-heid verried , of waar men in het algeraccn , naar het gedrag des diers ; deu zetel der wormblaas vermoedde; bier doorkiiefde men mot een scherp incs do buid en stak aldaar de als eene pcniieschaclildikkc troikar eenige lijncn diep in, liet de pijp van dczelvc in do opening zittcn, cu hield den kop dos dicis cm laag, om hot water uit dedoorboorde blaas le latea
|
v
|
||
,'
|
|||
|
|||
|
||||||
|
19
|
|||||
|
||||||
|
loopen; waarop raon door de buis ie(s Finilura Myrrhae Hot loopen, en do •woude vcrvolgens met cen pikpleistcr bcdeklc. Door doze operalie zijn 'wel Telo draaizickc schapen volkomen genezcu, maar in hot algcmeen hceft zij zieh niel zeer heilzaam bctoond , en ofschoon zij ook al ccuige quot;verligliDg der toevallca bewsikle, zoo is dal tocli meestai vaukorloa duur, en waar ook al zoo niel dadclijk op do operatic de dood volgdc, zooont-Tvikkelde de ziekle zicli na eenige weken op nieuw weder, iudieu de woraiblaas niet mede werd vernietigd of uitgetrokken.of er meerdere voor-handen -waren , #9632;welk laatsto dikwijls 'net geval is. De vooruaamste voor-waarden voor hot gelukkcn der genezlug bestaau dus daarin: dat niet enke! het -water, maar ook de blaas des worms met derzelver ligchaatuljes of kopjes worden vcrwijderd, betgeen echter bij de raethode van IVART het geval is; verdcr datgene, dat zooals is aangemerkt, digt onder den hcr-senschedcl doszclfs ligging heeft, zoodat de vcrweekiug van den laatstea in hot begin den zelel kenbaar maakt, eer de omgevene hcrsenen zelf-standigheid to zeer is ontaard geworden ; en eindelijk dat slechts ee0 blaasworm in de hersenen aanwezig is'
Van meer belang is eindelijk de prophijlaclische geneeswijze. Zij heeft het doel ora do uit-wendige of gelegcnheid gevcnde oorzaken te vermijden^ welke of bepaald zieh hebbeu doen kennen om ziekle to kuuaeu ver-oorzaken , öf loch volgcns de ondervinding de ontwikkeling der ziekle schijueu te begünstigen.
Men zorge dus in do eerste plaats daarvoor, dat de koppen van do aan draaiziokte geslorveno of gcslagte schapen ,niet aan de honden worden gegevcu, om zoovcel mogclijk op deze wijze het ontstaan van lintwormen to veihoeden. Professor UliRING raadt aan , om, alvorens de hondeutot de kudde worden toegelaten , dezelve van den lintworm te bevrijden,
|
|||||
|
||||||
|
'
|
|
||||
|
door ze aan eene wormafdrijvende geneeswijze te onderwerpen. De ondervinding hceft het gcvolg van deze allezins ralioneel schijnende han-delwijzc uog niet kimucu bovesligea, da^r ool\ door andere lionden eo
tl
|
|||||
k.
|
||||||
|
||
20
|
||
|
||
zelfs door vossen [hot liatwormbroed op de weideu kaa wordamp;n atgezet, Ook mocten zoodanige iavloeden „verraodea worden , •welke, alhoewe! direct gecn iuvloed op het ontstaaa der draaiziekte hebben, toch in sommigc gevallen met grond als oor/.aak der ziekte kunuen worden aau-genomen, waartoe onder anderen het verwaarloozea van het reinigen der drenklroggcn behoort.
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||