De Lijn loopt van Richmond aan de James-rivier westelijk naar Huntington aan de Ohio-rivier.......427.79 mijlen.

Zijtakken. Naar het diepe water beneden Richmond (6.68 mijlen) en kleine zijtakken naar steenkool- en ijzermijnen. 9.27 „

De Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij is ontstaan door consolidatie van do vroeger afzonderlijk bestaande Virginia Central en Covington amp; Ohio Spoorweg-Maatschappijen.

De Virginia Central Spoorweg-Maatschappij verkreeg 18 Februari 183ö concessie en bouwde eene lijn van Hanover Court House naar Louisa 36 mijlen. De verlenging tot Richmond en westelijk naar Covington kwam in 1867 gereed, waardoor het mijlental in exploitatie tot 205-2- vermeerderde, met inbegrip van de Blue-Eidge tunnel 16.81 mijlen behoorende aan den Staat Virginia. De Covington amp; Obio Spoorweg-Maatschappij verkreeg vervolgens concessie, doch was meer eene onderneming van den Staat.

Door deze Maatschappij waren $ 3,200.000 voor aanleg¹ uitgegeven toen het werk ten gevolge van den burgeroorlog in 1861 werd gestaakt. Berst in 1868 werd de bouw hervat door de Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij, in welke bovengenoemde lijnen werden opgenomen. De lijn tot Huntington kwam in Maart 1873 in exploitatie. De verlenging beneden Richmond in December 1873, en vier kleine takken successievelijk in 1871, 1873, 1874 en 1875.

De Chesapeake amp; Ohio is aan do Amsterdamsche beurs niet geheel onbekend. Op eene circulaire van de Heeren Fisk amp; Hatch te New-York werden hare 6 ⁰/₀ l^e Ïïypotheek-Obligatiën in Februari 1872 alhier bij verkoop tot den prijs van ongeveer 82 % aangeboden, doch daar de tijden toen reeds voor het plaatsen van Amerikaansche Spoorweg-Obligatiën ongunstig begonnen te worden, werd daarvan aan onze beurs niet veel geplaatst.

Toen in September 1873 de ürma Fisk amp; Hatch, finantieele agenten der Maatschappij, die voor zeer groote bedragen bij hare Obligatiën was betrokken, hare betalingen moest staken, had dit ten gevolge dat de Maatschappij op 1 November 1873 in gebreke bleef de rente op de le Hypotheek schuld te voldoen.

De voorstanders der onderneming werden verder teleurgesteld in hunne schoone verwachtingen van een groot en winstgevend vervoer zoodra de treinen de Ohio-rivier zouden bereikt hebben. Lager vrachten dan waarop gerekend was, gedruktheid in den handel allerwege juist toen de lijn in 1873 over haar geheele lengte in exploitatie kwam, waren de oorzaken dat hare netto-ontvangsten verre ten achteren bleven bij hetgeen vereiscbt werd om in de rentebetaling op de schuld te kunnen voorzien.

Het hoofddoel der ondernemers was eene vijfde trunklijn te exploiteeren, voor het vervoer tusschen den Atlantischen Oceaan en de westelijke en zuidwestelijke Staten der Unie.

Het Alleghany gebergte scheidt de groote productievelden van het westen, van de hoofdplaatsen van handel en industrie in de Atlantische Staten en over slechts vier trunklijnen nl. over de

New-York Central amp; Hudson River, de Erie, de Pensylvania en do Baltimore amp; Ohio kon het enorm en steeds toenemend spoorwegvervoer tusschen oosten en het westen zijn weg nemen. Deze vier lijnen hebben eene waarde in opbrengst-vermogen verkregen verre boven de kosten van aanleg.

De Chesapeake amp; Ohio zou een vijfde trunklijn vormen die, uitloopende aan de Ohio rivier ter plaatse waar die aanvangt het geheele jaar door bevaarbaar te zijn, een gedeelte van liet transitovervoer zou tot zich trekken, welk vervoer groote voordeelen beloofde op te leveren omdat de weg lage gradeeringen en weinig scherpe bochten heeft. Ook verwachtte men snelle ontwikkeling van de kolen- en ijzer-industrie wegens de uitmuntende hoedanigheid en groote voorraad van beide mineralen in de streken welke de lijn doorsnijdt.

Noch het een noch het ander heeft zich aanvankelijk verwezenlijkt. Het is van algemeene bekendheid dat de spoorwegtarieven na de crisis van September 1873 bleven dalen, en door geschillen tusschen de directiën der trunklijnen onderling, zoodanig werden verlaagd dat liet transito-vervoer geen of zeer weinig winst overliet. Eerst in Augustus 1879 kwam daaraan een einde.

Ook is het bekend dat de steenkool- en ijzer-industrie het meest te lijden had van de gevolgen van de crisis van 1873. De ijzer-industrie gaat nu weer veel beter, doch de Steenkoolmijnen, hoewel onder minder nadeelige omstandigheden bewerkt wordende dan voor eenige jaren, leveren nog geen groote voordeelen op.

Onder deze omstandigheden kon de Maatschappij zich niet spoedig herstellen. Haar vrachtvervoer bleef wel van jaar tot jaar toenemen doch de netto-ontvangsten bleven ongeveer stationair. Verschillende plannen tot reorganisatie mislukten, totdat eindelijk in Maart 1876 een plan van reorganisatie met gerechtelijken verkoop tot stand kwam dat door de overgroote meerderheid van Obligatie-, Aandeel- en vlottende- schuldbouders werd aangenomen. Nadat een Comité van aankoop was benoemd en eenige hangende processen waren geëindigd, werd de spoorweg als één

geheel don 2e April 1878 verkocht en voor do gezamenlijke crediteuren aangekocht voor $ 2.758.000, echter onder erkenning van de Hypotheken der Virginia Central, welke door de nieuwe Cheseapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij werden overgenomen en eene preferente schuld ten haren lasto vormen.

Voor iedere $ 1000 oude l^e Hypotheek-Obligatie Chesapeake amp; Ohio ontving men

$ 900 nieuwe 6% l^e Hypotheek Obligatiën, Serie B, losh. 1908 „ 100 „ 6% 2^e Hypotheek Inkomsten-Obligatiën „ 1918 „ 310 l^e preferente aandeelen voor de achterstallige rente van 1 Mei 1873 tot 1 Juli 1878 zijnde 5 jaar en 2 maanden.

Voor iedere $ 1000 2^e Hypotheek Obligatie ontving men 12f 7o nieuwe l^e Hypotheek Obligation 70; % „ 2^e „ Inkomsten-Obligatiën lö| % 2® preferente aandeelen en voor de achterstallige rente mede 2^e preferente aandeelen. De gewone vlottende schuldhouders ontvingen even als de oude aandeelhouders, nieuwe gewone aandeelen a pari.

De overgenomen schuld van den Virginia Central Spoorweg bestaat volgens verklaring der Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij aan het Beurs-Comité te New-York, dato 20 Januari 1879, uit zes klassen, tot een gezamenlijk bedrag van $ 1.527.578.90 waarbij te voegen:

Tot vereffening dezer achterstallige rente werden schuldbewijzen afgegeven als volgt;

Eenjarige betaalbaar 1 Juli 1879. . $ 115.282.11 Tweejarige „ 1 Juli 1880. . „ 115.282.11 Driejarige „ 1 Juli 1881, . „ 115.282.10

De overige preferente schulden, als belastingen, reorganisatie-onkosten enz., ten bedrage van . . „ 430.000.—

Tot dekking van welke preferente schulden onder goedkeuring van het gerechtshof den le Juli 1878 eene hypotheek wtrd gegeven, waardoor de Maatschappij in staat werd gesteld Purchase Money Funding-Bonds uit te geven tot een bedrag $ 2.350.000 rentende 0%) aflosbaar 1 Juli 1898. Van deze Obligatiën waren in Juni 1.1. $ 1.250.000 uitgegeven.

De 1® Hypotheek was voor de reorganisatie groot $ 15.000.000 „ 2« „ „ „ „ „ „ „ 12.000.000 Volgens plan van reorganisatie mag de nieuwe l^e Hypotheek bedragen $ 17.000.000 waarvan $ 2.000.000 als Serie A gereserveerd werden tot het verkrijgen eener westelijke aansluiting en andere uitbreiding of verbetering, rente dragende van den dag der uitgifte a G ⁰/₀ en $ 15.000.000 Serie 13 uit te geven in verwisseling van 90 % der vroegere l^e Hypotheek en 12^ % der vroegere 2^e Hypotheek.

De rente a 6 % der nieuwe l^e Hypoiheek-Obligatiën Serie B wordt volgens het plan van reorganisatie betaald als volgt:

de coupon Nov. 1878 ($ 20) en de coupons Mei en November 1879, Mei en November 1880, Mei en November 1881 (6 coup. a $ 30) in l^e preferente aandeden a pari.

de coupons Mei en November 1882 voor de helft in goud en de helft in l^e preferente aandeelen,

de coupons Mei 1884 en vervolgens geheel in goud. De 1° Preferente aandeelen mogen tot geen ander doel worden uitgegeven als tot betaling van rente op de l^e Hypotheek. Zij genieten 7 % jaarlijksch dividend alvorens de 2^e preferente of de gewone aandeelen dividend ontvangen.

De rente op do nieuwe 2® Hypotheek is betaalbaar gedurende de eerste zes jaren in 2®preferente aandeelen; het zevende jaar 2% in geld en 4% hi 2^e preferente aandeelen; het achtste jaar 4% in geld en 2% in 2® preferente aandeelen; het negende jaar en vervolgens geheel in geld behoudens genoegzame netto-

ontvangsten en eerst nadat de rente oj) de l^e Hypotheek ten volle in goud zal zijn gekweten.

De Obligatiën Serie B der nieuwe 1® Hypotheek rentende G⁰/o, zijn gedagteekend 1 Juli 1878 aflosbaar 1 Juli 1908 groot $ 10Ü0, $ 500 en $ 100 met coupons van Mei en November.

De Obligatiën Serie A der nieuwe 1° Hypotheek hebben met de Oblig. Serie B gelijke Hypothecaire rechten, doch zijn alleen bevoorrecht met dadelijk bij de uitgifte ingaande volle rentebetaling in g;oud. Zij mogen tot geen ander doel worden uitgegeven dan tot het bouwen van extensions, verbetering oi' uitbreiding van weg en werken of materieel. In Juni 11. waren daarvan nog slechts $ 150.000 uitgegeven. Deze Serie A groot $ 2.000.000 vermindert geenszins de zekerheid en rechten der $ 15.000.000 l^e Hypotheek Serie B, omdat indien verdere uitgifte geschiedt hetgeen thans waarschijnlijk is, de daardoor verkregen nieuwe eigendom, tot verhooging van de inkomsten der Maatschappij moet bijdragen. Eene verlenging tot Ashland, Kentucky, is bijna gereed en tot verlenging langs de Chesapeake baai worden verschillende plannen onderzocht.

Volgens Foor 'x Manuel waren de uitkomsten der exploitatie voor de dienstjaren 1873/1879 eindigende op 30 September als volgt:

fl lt;v

•♦J

co bo Ö

cJ gt;

-4-3

(D a t-

lt;D

(h O Ph

(1) -M c/3

bo a

a gt;

-4-3 ö O

lt;D

O ö O

- -3

ü H -«1 w

lt;^3

cd -♦-gt;

t/3

agt;

O) p

lt;D -M

C/J

ö o

w O

«D

Ö gt;

-4-»

c/3

bX) Ö cd

tgt; -♦-gt;

Ö O

cd gt;

P3 O

cö bX) P-

co C lt;ü ^bp

gt;

O gt;

Uit bovenstaande opgaven blijkt dat het reizigers-vervoer nog niet veel beteekent en hoewel in de laatste 3 jaren niet veel verschillende het aantal toch van 220.601 in 1872/73 tot 1G6.369 in 1878/79 is gedaald. Maar meer dan op het reizigers-vervoer heeft men vooral bij Amerikaansche spoorwegen te letten op het goederenvervoer en in dit opzicht zijn de opgaven betrekkelijk zeer gunstig, want in den meest gedrukten tijd van den handel bleef het vrachtvervoer stijgen. Ziet men de opgaven van het vrachtvervoer per mijl-eenheid, dan blijkt dat de vermeerdering sedert de lijn voor transito-verkeer werd opengesteld is geweest als volgt: in 1874/75 10 % meer dan in 1873/74 „ 1875/7G 50 % „ „ „ 1874/75 „ 1876/77 19 % „ „ „ 1875/76 „ 1877/78 30 % „ „ „ 1876/77 „ 1878/79 10 % „ „ ,, 1877/78

De vermindering in de vrachttarieven bedroeg van 1873/74 tot 1878/79 424 %, waardoor de bruto ontvangsten uit het vrachtvervoer slechts met 50 % vermeerderde, terwijl het vrachtvervoer met 177 % toenam.

De netto ontvangsten der Maatschappij verbeterden (het ongunstige jaar 1873/74 buiten rekening latende) niet belangrijk. Bij het gemiddeld tarief over de laatste zes jaren van l²⁰/ioo cent per ton en per mijl, zouden de bruto ontvangsten in het laatste jaar reeds tot bijna $ 2.500.000 zijn gestegen en de netto ontvangsten reeds ongeveer $ 1.000.000 hebben bedragen.

Zeer stellig zal liet vrachtvervoer blijven toenemen. In dit opzigt blijft de verwachting van het bestuur der Maatschappij steeds groot.

Wanneer de westelijke aansluitingen, thans in aanleg, zijn verkregen en de lijn langs een der rivieren zal zijn verlengd tot aan eene plaats, waar groote zeeschepen kunnen laden en lossen, zal daaruit verdere belangrijke vermeerdering van vervoer voort-vloeijen.

Betreffende de exploitatiekosten valt nog op te merken dat daaronder in de laatste drie jaren begrepen zijn respectievelijk

$ 95.358, $ 82.570 en $ 177.140 voor nieuwe rails, waarvan een groot deel als buitengewone uitgaven is te bescliouwen. De gemiddelde vernieuwingskosten zullen veel lager zijn, wanneer de weg eenmaal gelieel van stalen rails is voorzien. Op het einde van liet laatste boekjaar waren 270 mijlen reeds met stalen rails belegd. Met liet vernieuwen van ijzeren door stalen rails uit de loopende ontvangsten wordt voortgegaan, en men verwacht met dit werk binnen drie jaren gereed te zijn, waarna de gemiddelde jaarlijksclie vernieuwingskosten belangrijk zullen dalen.

De venvisseling der oude Aandeelen en Obligatiën heeft nog niet geheel haar beslag gekregen. Volgens plan van reorganisatie ontvingen de oude aandeelhouders ($ 15.950.401) en de niet verzekerde vlottende schuldhouders (ongeveer $ 2.000.000) gewone aandeelen a pari in de nieuwe Maatschappij. Het geauthoriseerd aandeelenkapitaal bedroeg oorspronkelijk $ 30.000.000. Dat bedrag mag volgens een latere beslissing van de Wetgevende Vergadering van den Staat Virginia worden verhoogd met het bedrag uit te geven als betaling van coupons van de l^e eu 2^e Hypotheken volgens het plan van reorganisatie.

l^e Preferente aandeelen .... $ 4.649.975.— 2« „ „ . . . . „ 6.470.080.—

Het geauthoriseerd bedrag der Obligatieschuld is als volgt: 6 % Purchase Money Funding-Bonds (ter verwisseling der preferente Schulden, zie blz. 4) ... $ 2.350.000 6 o/₀ l^e Hyp. Groud-Obl. Serie A, aflosbaar 1908 . „ 2.000.000 6 % 1® „ „ „ „ B, „ „ . „ 15.000.000 G % 2^e „ Currency-Obl., aflosbaar 1918. . . „ 10.122.500 Hieruit blijkt dus dat de Maatschappij tot op den tijd dat de rentebetaling op de l^e Hypotheek weder aanvangt, zeer weinig rente heeft te betalen, en derhalve haren linantieelen toestand inmiddels aanmerkelijk kan versterken.

Over het loopende boekjaar zal voor rentebetaling vermoedelijk niet veel meer dan het vorig jaar, t. w. $ 141.800 vercischt worden. Over het boekjaar 1880/81 komt daarbij vermoedelijk de rente op de nog bijna geheel uit te geven $ 2.000.000 l^e Hypotheek Serie A ten bedrage van $ 120.000, doch waar tegenover staat, dat de daarvoor verkregen en te verkrijgen extensions en verbindingen de ontvangsten vrij belangrijk zullen doen vermeerderen, In 1881/82 heeft de Maatschappij de coupon 1 Mei 1882 der l^e Hypotheek Serie B, met de helft in geld te betalen of $ 225.000.

In 1882/83 de coupon 1 Nov. 1882 met de helft of $ 225.000, en de coupon 1 Mei 1883 met ²/3 of $ 300.000.

In 1883/84 de coupon 1 Nov. 1883 met 2/3 of $ 300.000 en de coupon 1 Mei 1884 ten voile of $ 450.000.

In 1884/85 en vervolgens de rentebetaling' op de l^e Hypotheek ten voile $ 900.000.

In dat jaar begint de 2^e Hypotheek gedeeltelijk rente te dragen, doch daar die rentebetaling afhankelijk is gesteld van de toereikendheid der netto-ontvangsten, kan men die voor de l^e Hy-potheek-Obligatiën buiten beschouwing laten.

In het boekjaar eindigende 30 September 1880 circa $ 180.000 „ „ „ „ „ „ 1881 „ „ 261.000 » „ „ „ „ „ 1882 „ „ 486.000 „ „ „ „ „ „ 1883 „ „ 780.000 » „ „ „ „ „ 1884 „ „ 1.011.000 en vervolgens jaarlijks voor de preferente schuld en de i^e Hypotheek te zamen.......... 1.161.000

Met het tijdperk van betere vrachten begon ook de Chesapeake amp; Ohio weg zich gunstig te ontwikkelen. De bruto en netto ontvangsten over de laatste drie maanden van 1879 waren in vergelijking met 1878 als volgt:

October. . . $ 183.325 $ 63.295 $ 176.552 $ 44.651 November . „ 148.073 „ 30.929 „ 151.240 „ 31.541 December . „ 179.161 „ 59.228 „ 137.769 „ 22.248

De opgaven van Ontvangsten, Exploitatiekosten en Netto Ontvangsten over 1879 in vergelijking met 1878 zijn ala volgt:

1878. $ 1.908.235 „ 1.586.335

Netto. 58.340 „ 43.940 „ 53.591 „ 40.745 „ 21.099 „ 30.519

$ 248.234 „ 60.514

BnuTO.

$ 202.335

„ 198.681

„ 222.702

„ 221.559

„ 199.443

„ 214.255

$ 1.259.035 „ 238.236

Januari. Februari Maart . April , Mei. . Juni .

Juli.

„ 162.611 „ 178.824 „ 148.457 $ 812.808 „ 173.383 „ 215.695 „ 224.092

Augustus. „ 259.110 September

Uit deze opgaven blijkt derhalve dat de bruto ontvangsten over de laatste drie maanden van 1879 met 10 % en over do eerste zeven maanden van 1880 met 50 % vermeerderden.

De netto ontvangsten vermeerderden in de laatste drie maanden van 1879 met 50 ⁰\₀ en in het eerste halfjaar 1880 met 175 %.

Van het boekjaar 1879/80 zijn de Bruto en Netto ontvangsten bekend van 1 October 1879 tot einde Juli 1880 als volgt:

$ 439.220 $ 321.900 Verbetering in 1879 dus Netto . . . . „ 117.320 De opgaven van ontvangsten in 1880 in vergelijking met 1879 zijn als volgt:

1879.

Bruto. Netto. $ 88.667 verlies $ 15.559 „ 102.077 „ „ 1.404 „ 132.172 winst „ 7.076

Bruto ontvangsten. Exploitatiekosten .

Netto ontYanffsten .

„ 31.591

„ 46.353 oo 1710

)) / X.amp;

$ 90.769 „ 194.999

De voorloopige opgave over Aug. is „ 259.110 De maand Septemb. aannemende op „ 263.060 en de Netto ontvangsten over Aug.

Netto. $ 462.200

137.800

$ 600.000

De netto-ontvangsten over de beide laatste maanden zijn geraamd op ongeveer gelijk bedrag als liet vorig jaar, dus zeker niet overdreven, daar de maand Augustus reeds eene meerdere bruto-ontvangst aanwijst van $ 43.415 of 20 %.

Nu de maatschappij na veel tegenspoed ondervonden te hebben, baar vervoer zoo blijvend ziet vermeerderen, mag men voor de toekomst ook veilig op eenige voortdurende vermeerdering der Netto-ontvangsten blijven rekenen.

Bekend is dat nieuwe hoogovens langs de lijn zijn opgericht, en de steenkool en ijzerertslagen van uitmuntende hoedanigheid en groote uitgestrektheid, nog voor veel grootere ontwikkeling vatbaar blijven. De westelijke verbindingen waarvan, volgens een bericht in de Chronicle van 21 Augustus, èene via Ashland reeds in November en eene andere via Big Sandy en Lexington in bet begin van het volgend jaar gereed zal zijn, moeten het vervoer verder doen toenemen.

Berekent men nu de jaarlijksche vermeerdering in de netto-ontvangsten slechts op 125 % dan verkrijgt men het loopende boekjaar als maatstaf aannemende de volgende uitkomsten.

Men zou hiertegen kunnen aanvoeren dat liet boven de vroegere jaren zooveel gunstiger boekjaar 1879/80 niet als veilige maatstaf van berekening mag worden aangenomen, doch daartegen valt op te merken dat de boekjaren 1873/74—1878/79 eerder als buitengewoon ongunstig zijn aan te merken, en derhalve, bij de groote ontwikkeling welke het vervoer over de lijn nog te wachten staat, bovenstaande berekening niet overdreven gunstig is, en vermoedelijk later zal blijken eerder te laag dan te hoog te zijn geweest.

Cliesapealce amp; Ohio als meer zuidelijk dan de Baltimore amp; Ohio wel nimmer met deze in ontvangsten gelijk zal komen, bestaat er toch geen enkele reden waarom de C. amp; O. op hare hoofdlijn niet een vervoer van minstens $ 10.000 per mijl zal kunnen ontwikkelen.

Als transito ronte is de C. amp; O. voor het stroomgebied van de Ohio Rivier even gunstig zoo niet gunstiger gelegen, en wanneer hare verlenging beneden Richmond, naar het diepe water van de Chesapeakebaai ongeveer GO a 75 mijlen, thans in voorbereiding, gereed zal zijn, is haar eindstation 150 mijlen nader aan zee dan Baltimore.

Berekent men echter dat het vervoer binnen eenige jaren slechts tot $ 10.000 per mijl zal stijgen en de exploitatiekosten onder normale omstandigheden GO ⁰/o bedragen dan verkrijgt men, ongerekend de ontvangsten op de extensions die voor de $ 2.000.000 l^e Hypotheek Serie A gebouwd worden, eene netto ontvangst van $ 4000 per mijl op 427 mijlen of $ 1.708.000 zijnde de helft meer dan voor rentebetaling op de 1® Hypotheek en de preferente schuld vereischt wordt.

Eene 1® Hypotheek van $ 17.000.000 met $ 2.350.000 preferente schuld op eenen 427 mijlen langen weg is voorzeker een zware schuld, die wel eenigermate verminderen zal, wanneer voor de meergenoemde $ 2.000.000 1® Hypotheek Serie A ongeveer 90 mijlen extensions gebouwd worden, doch nog altijd bijna $ 40.000 per mijl zal blijven bedragen.

De spoorwegen door het Alleghany gebergte zijn echter allen kostbare werken, doch zij brengen ook voortdurend meer op naarmate de bevolking en ontwikkeling der westelijke Staten toeneemt. Tot welk eene hoogte het handelsverkeer tusschen de westelijke Staten en de Atlantische kust zal stijgen is niet te berekenen doch dat die voortdurend blijft toenemen wordt aangetoond door de volgende opgaven:

New York Central cn Tludson River Spw. A⁰.1873. 858 mijleu. A⁰.1870. 1018 mijlen.

Pensylvania Spoorweg.............. A⁰.1873. 869 mijlen. A⁰.*1879. 1092 mijlen.

gemiddelde vracht per ton en per mijl l⁴Vioo ^ccu'quot; Ü^8(,/₁₀₍) cent.

New-York, Lake Erie en Western.,.. A⁰.1872. 954 mijlen. A⁰.1879. 9G9 mijlen.

Baltimore en Ohio Spoorweg..................A⁰.1873. 508 mijlen. A®. 1879. 547 mijlen.

JPoo/s Manuel waaraan bovenstaande cijfers zijn ontleend geeft van de Baltimore Ohio het aantal tonnen vervoerd eenè mijl niet op; ook ontbreekt opgave van de ontvangen vracht per ton en per mijl.

Het doel van bovenstaande beschouwingen en berekeningen is uwe aandacht te bepalen bij de l^e Hypotheek-obligatiën Serie B van de Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij.

Nu alle als soliede erkende Amerikaansche Spoorweg-Obligatiën zijn gestegen tot prijzen niet zeer geschikt om nieuwe aankoopen uit te lokken, achten wij de Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Obligatie, Serie B, een zeer geschikt fonds voor onze beurs, zoowel voor duurzame geldbelegging als speculatie met eigen geld.

Naar onze meening mag men met vrij veel zekerheid verwachten dat deze Obligation betrekkelijk spoedig tot de soliede Amerikaansche Spoorweg-Obligatiën zullen behooren, en de prijs vermoedelijk den parikoers zal bereiken, reeds voor dat de rentebetaling ten volle op 1 Mei 1884 wordt hervat, om eventueel nog eenige percenten daarboven te stijgen wanneer slechts de middelmatig gunstige verwachtingen worden verwezentlijkt. Voor vele langloopende 6 ⁰/o Amerikaansche Spoorweg-Obligatiën wordt aan de New-Yorksche markt reeds 110 % en daarboven betaald.

De Chesapeake amp; Ohio Spoorweg is en blijft niettegenstaande de ondervonden teleurstellingen eene groote onderneming, die ongetwijfeld eerlang tot haar recht zal komen. En al gebeurt dit ook tien jaar later dan 1873, toen de lijn geheel in exploitatie kwam, de l^e Hypotheek-Obligatiën zijn voor de tegenwoordige koopers er niet minder door geworden, nu de overschotten op de exploitatie gedurende een aantal jaren tot verbetering van den weg en consolidatie der Maatschappij kunnen worden besteed.

Met vertrouwen bevelen wij derhalve de l^e Hypotheek-Obli-gatiën, Serie B, der Chesapeake amp; Ohio Spoorweg-Maatschappij in uwe aandacht aan.

Eene copy der' Hypotheek-Acte voor de G ⁰/o l^e Hypotheek-Obligatiën, losbaar 11)08; de mededeeling der Maatschappij aan het Comité der Stock Exchange, waarop de Obligatiën en Aan-deelen tot de officieele notering werden toegelaten, en het laatste jaarbericht van de Heeren Fisk amp; Hatch te New York (Januari 1880) liggen bij de ondergeteekenden ter inzage.