GEREFORMEERD EN MODERN, GEREFORMEERDEN EN MODERNEN.
Aan Dr. J. H. Gunning Jr.
Hooggeschatte Vriend!
Het is mij zeer aangenaam, dat gij mij uw schrijven over «Ethischquot; en »de Ethischenquot; ter lezing hebt gezonden, vóórdat het in de »Stemmenquot; geplaatst werd. Zoo is mij de gelegenheid gegeven, om er een enkel woord tot toelichting bij te voegen.
Zeer zou mij smarten, indien ik ook maar een enkel woord had gezegd of geschreven, dat u te recht onaangenaam was. Dat ik u in mijn opstel over »de vier fractiënquot; ethisch genoemd heb, en in het algemeen van de Ethischen heb gesproken, worde mij door u niet ten kwade geduid. Ik volgde slechts een spraakgebruik, dat zich, naar het mij voorkomt, zeer goed laat rechtvaardigen, althans niet verwerpelijk behoeft geacht te worden. Het zij zoo, ethisch, het bijvoeglijk naamwoord, kan alleen eene
DE NEDERLANDSCHE HER VORMDE PREDIK ANTEN-VEREENIG1NG
EN
DE CONFESSION EELE VEREEN [GING.
Waarde Vriend!
Gij hebt volkomen gelijk. In het vorige Nr. van deze aStemmenquot;, bl. 057, in de noot, komt eene kleine onjuistheid voor. Zij is ontstaan, doordat ik eene mij gegeven inlichting niet heb opgevat naar de bedoeling van hem, die haar gaf. De Nederl. Herv. Pred.-Vereeniging en de Confessioneele Vereenigiug zijn door mij als dochters voorgesteld van de »Vereeniging tot hulp eu leidingquot;, en dit is niet juist. Maar nu is u niet helder, schrijft gij, wat er van die »Vereeniging tot hulp en leidingquot;, is geworden, daar zij toch heeft bestaan, maar niets van zich heeft laten hooren. Laat mij u dit even mogen mededeelen. Ik heb hierbij de beste bronnen geraadpleegd.
Den April 1862 kwamen te Utrecht een vijftigtal
Predikanten der Nederl. Herv. Kerk bijeen, die verklaarden zich te vereenigen op evangelisch-confessioneel standpunt. De nood der kerk bracht hen bijeen. Tot hetgeen dooiquot; hen
86 de nedekl. hery. predikanten-vereeniging en
verricht werd behoorde het benoemen van eene commissie, tea einde een verslag op te stellen, bevattende eene uiteenzetting van de beginselen der evangelisch-confessioneelen, eu eene samenvatting van de wenschen, die daaruit voortvloeien ten aanzien van den hedendaagschen toestand der Kerk.
Eene tweede bijeenkomst van Predikanten op evangelisch-confessioneel standpunt werd den 28316quot; en 293teu April des volgenden jaars (18G3) gehouden, waar gedelibereerd is over de stichting van eeue Vereeniging tot hulp, raad en leiding voor degenen, die door den tegenwoordigen toestand der Kerk in nood verkeeren.
Een jaar later (26 en 27 April 1864) had de derde Vergadering van de evangeliscb-confessioneele Predikanten-Vereeniging plaats. Hier heeft men zich vooral bezig gehouden met bet concept der statuten voor de Vereeniging tot verschaffing van hulp en leiding, straks reeds genoemd. Op eene vergadering, ongeveer een half jaar later gehouden (12 October 1864), is tot de stichting van zulk eene Vereeniging besloten.
O O
Wij spraken laatst over besluiten, die niet zonder eenige overhaasting genomen worden, en van andere, waarbij men half ongeduldig uitroept: Deliberante Roma perit Saguntum ; dat is: terwijl men beraadslaagt over het redden van een drenkeling, verdrinkt de ongelukkige— Maar wil mij nu verder niet in de rede vallen.
Geen wonder, dat men nu ook verwacht, in het volgende jaar 1865 en later te zullen hooren van eeue Evangeiisch-•Confessioneele Predikanten-Vereeniging en van eene Vereeniging tot verschaffing van hulp en leiding. Tets anders, dan hetgeen men verwachten mag, is gezien. Wel vergaderde de Evangelisch-Confessioneele Predikanten-Vereeni-ging in 1865 (den 26?ten April), evenals de voorgaande
DE CONFESSIONEELE VEREEMGING.
drie jaren, maar zij besloot tot hare reorganisatie, eu bepaalde, dat 7,ij in het vervolg »Nederlandsche Hervormde Predikauten-Vereeniging'' zou heeten. Den volgenden dag (den 27sten April 1865) bad de eerste Vergadering der Vereeniging tot verschaffing van hulp en leiding plaats, «n toen werd besloten, deze Vereeniging (kortheidshalve) »Coutessioneele Vereenigingquot; te noemen. Zoo is dan ook in 1865 het verslag der eerste Vergadering van de Vereeniging tot hulp en leiding uitgegeven als »Verslag van de Vergadering der Confessioneele Vereenigingquot;', en heeft de vroeger zich noemende Evangelisch-Confessioneele Pre-dikanten-Vereeniging in 1866 en vervolgens steeds hare vergaderingen gehouden als «Nederlandsche Hervormde P. edikauten-Vereeaigingquot;. Wat nog de eerste vergadering der Confessioneele Vereeniging betreft, zij is geleid geworden door onzen vriend J. J. van Toorenenbergen als President. Was deze Vereeniging blijven werken in den geest van haren eersten voorzitter, zij zou zich waarschijnlijk een anderen naam gemaakt hebben, dan dien zij thans heeft. Gij kunt echter met ongeveer evenveel recht zeggen: was onze vriend J. J. van Toorenenbergen in de lijn der Confessioneele Vereeniging meegegaan eu voortgegaan____
misschien was hij dau nu wel lid der Godgeleerde Faculteit aan de »Vrijequot; Universiteit op gereformeerden grondslag. Maar dit alleen in 't voorbijgaan.
Hel) ik nu in de hierboven bedoelde noot de Nederl. Herv. Predikauten-Vereeniging en de Confessioneele Vereeniging tweelingen genoemd, dochters van de Vereeniging tut hulp eu leiding, dit is niet juist. Laatstgenoemde, die het eigenlijk nooit veel verder gebracht heeft, dan tot een bestaan op het papier, dat is in de Notulen der Evangelisch-Confessioneele Predikauten-Vereeniging, is toch door de Evangelisch-Confessioneele, na hare reorganisatie als Neder-
87
88 de nederl. herv. predikanten-vereeniging ênz.
landsch Hervormd opgetreden, Predikanten-Vereeniging, gesticht. Maar eenige waarheid is toch wel in hetgeen ik schreef, in zooverre namelijk zeer vele leden der Evan-gelisch-Confessioneele Predikanten-Vereeniging, gelijk ook der Nederlandsche Hervormde Predikanten-Vereeniging, lid der Confessioneele Vereeniging waren, ja de stichters of oplichters van de Evangelifch-Confessioneele Predikanten-Vereeniging grootendeels voor de stichters of oprichters van de Confessioneele Vereeniging te houden zijn... Gaarne liet ik mijne pen ,en gedachten nu nog verder een weinig den vrijen loop; maar voor ditmaal genoeg. Wat ik eenige verbetering noodig achtte is thans door mij gewijzigd en opgehelderd.
Juni 1882.
J. I. Doedes.
UEREFORMEERD EN MODERN, 83
zaak, niet een persoon kenmerken. Maar kortheidshalve noemt men nu hen, die een als ethisch gekenmerkte zaak veel meer dan anderen op den voorgrond plaatsen, of die op de als ethisch gekenmerkte zaak veel meer dan anderen den nadruk leggen, de Ethischen, zonder iets anders daarmede te bedoelen, dan wat zij zeiven toch volstrekt niet zullen ontkennen. Gaat het werkelijk zoo geheel anders met het gebruik van de woorden »Gereformeerdquot; en «Modernquot;, »Gei-eformeerdenquot; en »Modernenquot;, om nu van andere woorden niet te spreken? De Modernen heeten zoo naar de moderne wereldbeschouwing, de moderne theologie, de moderne richting, welke zij voorstaan. Maar dat de Modernen, wat hun persoon betreft, of als personen gedacht, »modernquot; zijn, gelijk hunne wereldbeschouwing, theologie of richting modern is (altijd op hun standpunt gesproken), dit wordt niet bedoeld. Niet anders is het met «Gereformeerdquot; en »Gereformeerden.quot; Wij spreken van Gereformeerde kerken, Gereformeerde belijdenis, Gereformeerd beginsel. Spreken wij nu echter ook van »Ge-reformeerden,quot; de bedoeling moet zijn en blijven: leden van de Gereformeerde Kerken, voorstanders van de Gereformeerde belijdenis of beginselen. Door iemand Gereformeerd te noemen, wordt niet bedoeld, iets tot kenmerking van hem als persoon te zeggen, bijv. dat hij veranderd, hervormd, herschapen, wedergeboren is. Al houden wij, iemand niet voor wedergeboren, gaarne zullen wij hem toch Gereformeerd noemen, indien zijne mondelijke belijdenis, of de door hem beleden beginselen, hem daarop aanspraak geven. Zoo kunnen wij, meen ik, van Ethischen spreken, zonder iets met betrekking tot de zedelijke gehalte van de bedoelde personen als personen te willen verklaren.
Thans zal u duidelijk zijn wat ik heb bedoeld met de
gereformeerden en modernen.
woorden: »ethisch, in dien ziu, waarin bijv. Dr J. H. Gunning Jr daarvoor wenscht gehouden te worden.quot; Moeilijk valt mij te beloven, dat ik later niet weder van Ethischen of de Ethischen spreken zal. Maar houd u hiervan verzekerd, dat als ik mij van die uitdrukking bedien, ik nimmer zal vergeten wat gij mij in uw jongste schrijven met zooveel welwillendheid te lezen gegeven hebt. Met hartelijke heilbede steeds
Uw Vriend
84