VOOR
GODVRUCHTIGE ZIELEN.
^o. 374.
Het werkje getiteld: Communiehoekje voor god-ruchlige zielen, bevattende gebeden op den Foor-vond van, en op den Commimiedag, mag gedrukt n verspreid -worden.
Zwolle, den fl. van KESSEL.
0 October •1851. Aartspriester van
Sail. Dr. en Gron.
De uitgever stelt dit werkje onder de be-herming der wet, en zal eiken nadrukker of | rspreider van nagedrukte exemplaren naar de. 1 it vervolgen.
• n •£) ^9'-' U ' l**
vVet'Oci voci /._/, /? ' v \
GEBEDEN OP DEN VOORAVOND VAN. EN OP DEN COMMUNIEDAG.
als :
COMMUNIEBOEKJE
Morgen-, Avond- en Misgebeden, verscheidene Godvruchtige oefeningen bij de H. Communie, benevens overwegingen en gebeden onder de Wamiddag-Godsdienst.
Nquot; A A 1} TI E T H O O G D U l T R C H.
IRONINOKN, J. SELDERS. (Voorli. quot;XA cd. J. Doesburh).
Hoe eene godvruchtige ziel zich op den voorafgaanden avond tot de H. Communie voorbereiden kan.
Dit geschiedt op zeer nuttige wijzen: i. Door zich te onthouden van dagelijksche zonden, als ook van anders geoorloofde uitspanningen en vermaken. '2. Door iets minder to eten én te drinken dan gewoonlijk, door eene aalmoes of een ander werk van boetvaardigheid, en door onbevlekte zuiverheid der ziel en des ligchaams. I?. Door het staken van alle zorgen en onnoo-ilige huiselijke bezigheden, voor zoo veel tijd on omstandigheden het slechts gedoogen. 4. Door oefeningen van liefde en verlangen naar Jesus in de heilige Communie. 5. Door een opregt verlangen, om in de liefde Gods voortgang te maken. 0. Door eene godvruchtige lerinnering aan het lijden van Jesus Christus en het geheim der liefde, welke hij ons in liet allerheiligste Sacrament des Altaars betoont. 7. Een goed middel, om de heilige Biecht en Communie met behoorlijken ijver en naarstigheid, en met de meest mogelijke waardigheid
6
te ontvangen is, dat meu zich altijd vóór en na liet ontvangen voorstelle, als moest men terstond van daar naar liet oordeel Gods gaan. 8. Men kan l)ij iedere heilige Communie een bijzonder oogmerk hebben, b. v. ter verkrijging van deze ot' gene deugd, om deze of gene slechte neiging of gewoonte af te leggen, om deze of gene bekooring te overwinnen, enz. Dit zoude door de heilige Communie voor den toestand der ziel zeer heilzaam worden.
Christelijke ziel! indien gij u goed tot de heilige Communie voorbereidt, zoo wees verzekerd, dat u al die uitstekende genaden ten deel zullen worden, welke Jesus diegenen beloofd heeft, die zijn vleesch en bloed waardig ontvangen.
Mogt ik toch, ö goddelijke Vriend der zielen, mijne zonden opregt verfoeijen, en U zoo van harte beminnen, dat ik tot uwe heilige tafel komen en U in mijn hart opnemen durfde! Doch ik vrees, dat ik daartoe nog niet genoeg voorbereid ben. Daarom bid ik U, ó Jesus! kom ten minste door uwen genade iu mijn hart; reinig mij steeds meer en meer van de zondige begeer teu, enz. Ontvlam mijn hart steeds meer van, liefde jegens U, opdat ik morgen waardig tot uwe heilige tafel moge naderen. Amen.
tot voorbereiding van het ontvangen dei-Heilige Sacramenten der Biecht eu des Altaars.
fL ben een minnaar der zuiverheid en een
zoek Ik 1 l IlC.ll)shei^ — Eei1 Oliver harte zoek lie, en daarin is de plaats mijner rust —
-beieid mij eene ruime, versierde eetzaal, en Ik
zal pasehen -bij u houden met mijne leerlingen
Indien gy Wllt dat Ik tot u komo ^ ^
Wijt quot;ij u neme, ruim dan het oude zuurdeeg der zonde weg, en reinig de woning uws harten. Ban de geheele wereld er uit en allen opstand der zouden; zit als de musch eenzaam op het dak, en overdenk uwe misdaden in de Lit terheid uwer ziel; want ieder die waarlijk bemint bcieidt zijnen geliefden vriend de beste eu schoonste plaats, wijl daardoor het minnend gevoel van dengene erkend wordt, die den geliefde opneemt. 0
Weet echter, dat gij niet in staat zijt, om deze voorbereiding uit de eigene verdienste uwer weikeu te volbrengen, indien gij u ook een geheel jaar voorbereidet, en gij „iets anders van ; mauf alleen door mijne goedertie-
afe l611 f611 1T0ldt U verêund. tot mijne afe te naderen. Doe dan, wat gij vermoogt
te doen; doe het echter zorgvuldig, niet uit ge-
oonte, met uit dwang, maar ontvang met
8
heilige vreeze, eerbied en liefde het ligcliaam van uwen geliefden Heer en God, die zicli ge-waardigt, tot u te komen. — Ik ben het, die u geroepen heeft; Ik heb bevolen, dat het geschieden moest; Ik zal in uwe behoeften voorzien ; kom slechts, en neem Mij in uw hart op!
Indien Ik u de genade der godvrucht geef', zoo dank uwen God, niet wijl gij dezelve waardig zijt, maar omdat Ik mij over u ontferm. Indien gij deze godsvrucht niet hebt, maar u veeleer koel en droog gevoelt, zoo volhard in het gebed, zucht en klop aan, en houd niet op tot gij gewaardigt wordt, een broodkruimeltje of een droppeltje heilzame genade te ontvangen. — Gij hebt Mij noodig, niet Ik u; gij komt niet, om Mij te heiligen en te verbeteren;' gij komt, opdat gij door Mij geheiligd en met Mij veree-nigd wordet, opdat gij nieuwe genade ontvangen en op nieuw tot verbetering des levens aangespoord worden moogt. — Verzuim deze genade toch niet, maar bereid met alle zorgvuldigheid uw hart, en leid uwen beminde bij u binnen.
Gij moet vi echter niet alleen vóór de heilige Communie tot godsvrucht voorbereiden, maar u ook na het genieten van het heilige Sacrament zorgvuldig in dezelve bewaren. Ook wordt er geene geringere waakzaamheid na, dan eene godvruchtige voorbereiding vóór het ontvangen ver-eischt. Want eene strenge waakzaamheid na het ontvangen is de beste voorbereiding, cm steeds meerdere genade te verkrijgen. Terwijl daardoor namelijk iemand zeer onvoorbereid wordt,
t
9
indien hij zicli aanstonds te zeer in uitwendige vertroostingen gaat verstrooijen. quot;Wacht u voor veel praten, en houd u in de eenzaamheid en geniet quot;uwen God; want gij bezit Dengene, dien do geheele wereld u niet ontrooven kan. Aan Mij moet gij u geheel overgeven, zoo dat gij in het vervolg niet meer in u zeiven, maar slechts in Mij in rust en vrede leeft.
Een Onze Vader eu eeu IFees gegroet. Na den naam Jeins voeg er by; „Die ons steeds den geest van boetvaardigheid gelieve te verleenen, eer wij Hem ontvangen.*
GEBEDEN OP DEN VOORAVOND VAN DEN H. COMMUNIEDAG.
1'LEGïlGE EERKROKTE AAN JESUS CHRISTUS.
{Door den II- Alphonamp;us van Liguorï).
Mijn Heer en mijn Heiland, Jesus Christus! ik, die U morgen aan uwen disch bezoeken zal, om U zeiven te nuttigen, ik wil voortaan van ganscher harte niets meer beminnen dan U. Ik wil, dat Gij het eenige voorwerp mijner liefde zijt, en wenschte wel van droefheid te sterven, wanneer ik er aan donk, dat ik vroeger de schepselen bemind en verre van U mijne vreugde go-zocht heb, en dat ik van U, die de oneindige goedheid zijt, weggevlucht ben. Dewijl Gij echter niet wildet, dat ik verloren ging, daarom hobt Gij mij met zoo veel geduld verdragen, en
10
am mij te stiutiun, hebt Gij mijn hart met zoo veel liefdeschichten doorwond, dat ik U niet langer wederstaan konde, en mij eindelijk geheel aan U, en wel heden nog', als een geschenk over-geve. Ik erken, dat Gij verlangt, dat ik ü ge-lleel zal toebehooren; nu dan, wijl Gij het verlangt, Gij mijn liefderijkste Josiis! zoo bewerk het derhalve ook. Geef, dat ik alle verkleefdheid aan het aardsche eu alle eigenliefde verzake, en dat ik aan niets anders denke, dan aan U, van niets anders spreke, dan van U, en niets anders wensohe, dan L' le bezitten, en dat ik naar niets anders hake, dan van liefde tot Ü ontstoken te zijn, dan voor TJ alleen te foven en voor LJ te sterven. O zoete liefde tot mijne Jesnsl kom ontvang geheel mijn hart, au verdrijf er alle andere liefde uit, waarvan fiod hot voorwerp niet is. Ik bemin U, o mijn Jesus, mijn leven, mijn kleinood, mijne zaligheid en mijn al. Vergeet daarom het verledene 1 Ook in het vervolg wil ik, mot uwe hul]), er beter zorg voor dragen, dat ik alle aardsche neigingen uit mijn binnenste verbanne, welke mij hinderlijk zijn om die genaden deelachtig te worden, welke Gij mij mogt willen mededeelen. Doch ook na de heilige Communie wil ik, zoo ■ioed als ik kan, er op bedacht zijii, om van Ü den heilzamen bijstand te verkrijgen, ten einde Ün de liefde tot U meerdere en snellere vorderingen te maken. Verleen mij slechts de genade, om mijne goede voornemens ook ten uitvoer ïe brengen. Ach, mijn Jesus! hoe weinig heb
« il
ik er vroeger aaa gedacht om U te beminnen. i)ocli de tijd, welken uwe barmhartigheid mij nog overig laat, is voor mij een tijd, om mij tot den dood voor te bereiden, eu door mijne Oiefde de beloedigingen weder goed te maken, (die ik U heb aangedaan. Zie, ik wil dezen tijd doorbrengen, met mijne zonden te beweenen en Ü te beminnen. Ik bemin U, ó Jesus, mijne liefde! Ik bemin U, Gij mij mijn eenigste goed! Ontferm U mijner en verstoot mij niet! O Maria, gij Moeder van mijnen goddelijken Heiland, bid voor mij, opdat ik Jesns toch getrouw blijve in mijne beloften. Amen.
Een 0?ize Vader en een Wees yeyroet. Na den naam lesus voeg er bij: „Die ons aan zijne heilige tafel voor-■ ille zondige gedachten gelieve te bewaren.quot;
Deze gebeden zullen vele genaden te weeg brengen, ooral indien zij op den comnmnledag vóór het ontvangen an het heilige Sacrament, of op den vooravond, als voor-lereiding daartoe, gebeden worden.
1. Heilige Michaël! ik beveel u het uur van mijnen dood aan; houd den helschen vijand dan gebonden, opdat hij mij niet verzoeke en mijne ziel geene schade toebrenge. Een Ome Vader.
12
2. Heilige Gabviöl! verwerf mij van God ien levendig geloof, eene onwrikbare hoop, i :ene vurige liefde en grcote godsvrucht tot het ' ( icilige Sacrament des Altaars. Een Onze Vader, j i
3. Heilige Eaphaël! geleid mij altijd op den ■echten weg der deugd en der volmaaktheid. Een i Onze Vader.
4. Heilige Engel-Eewaarder! verwerf mij god-lelijke ingevingen en de bijzondere genade Gods, i om dezelve te knnnen opvolgen. Een Ome Vader, i
•1. O Gij van liefde brandende Serafijnen! verwerft mij eene vurige liefde tot God. Een Onze Vader en drie Wees (jegroeten, ter eere van de heilige kooren der Engelen.
2. O gij verlichte Cherubijnen! verwerft mij eene uitstekende kennis van God. Een Oni-e Fader en drie Wees gegroelen.
3. O gij voortreflelijke Troonen! verwerft mij do inwendige rust des harten. Een Onze Vader en drie Wees gegroelen.
4. O gij heilige Heerschappijen ! verwerft mij de overwinning over al mijne slechte neigingen. Een Onze Vader en drie Wees gegroelen.
5. O gij wonderdadige krachten! verwerft mij de volheid aller deugden en volmaaktheden. Een Onze Vader en drie Wees gegroelen.
6. O gij onoverwinnelijke Machten! verwerft mij sterke tegen alle helsche magt. Een Onze Vader en drie Wees gegroelen.
13
7. O gij doorluclitigsle Vorstendommen! verwerft mij volmaakte gelioorzaamheid en regtvaar-digheid. Een Onze Vader en drie Wees gegroe-ten.
8. O gij heilige Aartsengelen! verwerft mij gelijkvormigheid aan den goddelijken wil. Eeu Onze Vader en drie Wees gegroelen.
0. O gij heilige Engel-bewaarders! behoedt mij voor alle kleinmoedigheid, en verwerft mij den waren ootmoed en een groot vertrouwen op Gods barmhartigheid. Een Onze Vader en drie TV ces gegroelen.
O God mijns harten! wanneer zal ik volmaakt met TJ vereenigd worden ? Wanneer zal ik dooide genade wi bovennatuurlijke liefde geheel in U veranderd worden ?
O Jesus! Gij zult de liefde mijner ziel zijn. Ach, liefste Jesus! neem spoedig bij mij uwen •intrek.
Jesus, mijn God en mijn al, wat wil ik meer cn wat kon ik zaligers verlangen! Gij schept oen gerust hart. Gij geeft vrede en feestelijke vreugde. Zonder U kan niets lang behagen; maar indien iets aangenaam zal zijn, dan moet liet gekruid worden, met het kruid uwer wijsheid.
O Jesus, eeuwig licht, zend mij oenen straal van uw licht, opdat het mijn hart doordringe. Tieiuig, verblijd, verheerlijk en verlevendig mijnen
14
geest, opdat hij aan U gehecht zij in jubelende blijdschap.
O, wanneer zal die zalige en gewenschte stond komen, dat Gij mij verzadigt met uwe tegenwoordigheid, en in alles mijn al zijt? Zoo lang mij dat niet verleend wordt, kan mijne vreugde niet volmaakt zijn.
Een Onze Tader en een Wees gegroet. Na den naam •Tesns voeg er bij: „Die een innig verlangen naar dit Brood des hemels in ons gelieve op te wekken.quot;
Bid ten slotte godvruchtig nw avondgebed, en de Litanie tot de heilige Moeder Gods, niet de meening, dat zij n door hare voorbede eene waardige Commnnie venverven moge ; ontvang vervolgens de geestelijke Communie en leg u te slapen met de gedachte :
Verheug u, mijne ziel! morgen zal Jesus, uw geloof, uwe hoop en liefde, uwe vreugde en uw al, zich met u vereenigen.
Tracht met deze en dergelijke gedachten, nadat gij u met wijwater besproeid hebt, des avonds in te slapen; -i'oct Jesus nogmaals in het allerheiligste Sacrament des Altaars, zeggende;
Geloof en aangebeden zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sacrament des Altaars !
15
als voorbereiding tot de H. Communie,
1. .Tesns: die in liet allerheiligste Sacrament als hemelsche geneesheer onze zieke ziel gelieve te genezen.
Jesus : die als goede herder onze ziel op zijne hemelsche weide fier genade gelieve te leiden.
3. Jesus : die als leeruar ons in de waardige voorbereiding gelieve tc onderwijzen.
I. Jesus ; die als onbevlekt Lam de onreine woning onzes harten niet gelieve te versmaden.
5. Jesus: die ons met het bruiloftskleed der zuiverheid en der liefde tot zijnen heiligen maaltijd gelieve te versieren.
TWEEDE ROZENKRANS.
1. Jesus: die oen brandend verlangen naar zijnen heiligen maaltijd in ons gelieve op te wekken.
Jesus: die ons de vercisehte ootmoedigheid gelieve te verleenen.
3. Jesus: die met zijn heilig bloed al onze, onreinheid gelieve af te wasschen.
Jesus: die ons eene ware verheffing de?
harten tot God gelieve te verleenen.
16
5. Jesus: die als het levende brood des Hemels, ons het ware leven in Hem gelieve te veiieenen.
Aanmerk'mg. Deze beide Rozenkransen voor de heilige Communie, kun men op de beide dagen die de heilige Communie vooraf gaan bidden op lederen dag een, of ook wel op eenen anderen tijd naar goedvinden ; als op den vooravond, of op den morgen van den heiligen Communiedag. Die verre van de kerk wonen, kunnen dezelve als voorbereiding onder weg bidden. Hebt gij echter geheel geenen tijd, zoo bid een Onze Vader eu tien Wees g pgr oei en, en voeg er na den naam Jesus een dezer tien punten bij en wel naar de rij af.
Aanmerking. Deze litanicu kunnen op iederen tijd, voornamelijk op den vooravond, des morgens, onder de heilige Mis, en bij den namiddag- en avondgodsdienst op communiedagen gebeden worden.
LITANIE VAN HET GELOOF.
God hemelsche Yader, ontferm U mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U mijner!
God Heilige Geest, ontferm U mijner!
17
Heilige. Drievuldigheid, één God, g
Gij die als de eeuwige Waarheid niet be- § driegen kunt, g
Die als de Alwetende niet bedrogen kunt worden.
Die uwe Kerk op eene onoverwinnelijke JL
Die aan uwe Kerk uwen gedurigen bijstand 1 i
beloofd hebt,
Dat Gij één in wezen en drievuldig in personen zijt.
Dat uwe goddelijke Zoon mensch geworden is.
Dat Hij voor het heil der wereld aan het
kruis gestorven is.
Alles, wat Gij ons in de heilige Schrift aq ! ■
geopenbaard hebt, ,
Alles, wat .Tesus Christus ons in de hei- 2,
lige Evangelien geleerd heeft, ^
Alles, wat de heilige Apostelen gepredikt ^ hebben,
Alles, wat de algemeene, wettige vergade- jl
ringen der Kerkvaders als geloofswaar- j-r heden verklaard hebben, 0gt;
Alles, wat de katholieke Kerk gebiedt te q
gelooven,
Alle, zoo wel geschrevene als ongeschreven geloofsartikelen.
Onvoorwaardelijk en zonder allen twijfel,
Met geheele onderwerping mijns verstands.
li'S
j
18
Met volkomene toestemmino' des wils, Met innerlijke er uiterlijke belijdenis, rj_
Om uwe waarachtigheid ev onfeilbaarheid. Al zoude ik daarom ook vervolgd worden,
Al zoude ik daarom ook have en goed
verliezen, nogthans Al moest ik daarom ook mijn ligchaam en
leven ten beste geven, nogthans In vereeniging met het levendige geloof al- S;'
Ier regtvaardigen, ^
In vereeniging met liet standvastige geloof
aller heilige Martelaren,
In vereeniging met hot volmaakte geloof
der maagdelijke Moeder Maria,
Lam Gods, dat wegneemt, enz. {driemaal, gelijk
in andere Lilanien),
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner!
Onze Vader, enz.
Gebed.
O God, die in de overmaat uwer goedheid mij tot het ware, katholieke geloof geroepen hebt, schenk mij ook de genade, dat ik tot aan het einde mijns levens daarin bestendig volharde ; zie ook genadig neder op zoo vele ketters en ongeloovigen, waarvoor uw goddelijke Zoon
19
zijn dierbaar bloed vergoten lieeft. Verlicht en versterk hen met uwe bovennatuurlijke genade, opdat zij de ware, alleen zaligmakende Kerk erkennen, zieh zonder menschen vrees, zonder geveinsde tegenwerpingen, grootmoedig met dezelve vereenigen, en alzoo door eene opregte en werkdadige belijdenis des geloofs hunne eeuwige zaligheid verwerven mogen. Door .1 es us Christus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VAN Dl'; HOOP.
Heer ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner 1 lieer, ontferm ü mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld,
Heilige Drievuldigheid, één God, ^
Die mij in alles kunt helpen,
Die mij in alles weet te helpen, JL
Die mij in alles wilt helpen, g
Die zoo dikwijls beloofd hebt mij te zullen 1. helpen.
Alle noodzakelijke, zoo wel natuurlijke als bovennatuurlijke genade, hoop ik, 6 God!
20
De gezondheid des ligcliaams,
Het dagelijksche voedsel,
Uwen biistand in al mijn doen en laten, De bewaring voor ongelukkan en gevaren, Uwe vermogende hulp in bekooring en aanvechting tot zonde,
Sterkte en geduld in alle kwellingen en wederwaardigheden,
De vergifl'enis mijner zonden.
De ernstige verbetering miins levens, Den voortgang in alle deugden.
Den wasdom in uwe genade.
De volharding in het goede,
Eenen verdienstelijken en deugdzamen dood. De eeuwige vreugde en zaligheid bij U in
den hemel.
Dit alles zonder angstvallige vreeze,
Zonder kleinmoedigheid wegens vertraagde hulp,
Al mogt alle onheil mij ook trefl'en, nogthans Al mogt ook alles tegen mij zamenspan-
nen, nogthans Al mogt het ook schijnen, dat Gij zelf mij
verlaten hadt, nogthans Niet op mij zeiven en op mijne krachten,
Niet op de gunst en hulp der menschen,
Niet op het vernuft, op de schranderheid
en magt der wereld.
Slechts op U alleen.
Op uwe almagt, voorzienigheid en goedheid. Op uwe onfeilbare trouw in het vervullen van datgene, wat Gij beloofd hebt,
21
Op uwe genade, welke Gij niemand laat
ontbreken, die U aanroept,
Op de oneindige verdiensten van uwen Zoon, die -onze Verlosser, onze Middelaar en Voorspreker is.
Op de voorbede van alle Heiligen, In vereeniging met die onwrikbare hoop, welke alle regtvaardigen des ouden Ver-bonds op U gesteld hebben, In vereeniging met die kinderlijke hoop, welke alle regtvaardigen des Nieuwen Verbonds op U gesteld hebben, In vereeniging met die volmaakte hoop, welke uwe maagdelijke Moeder -Maria op ü gesteld heeft.
Lam Gods, dat wegneemt, enz. {driemaal,
in andere Lilanien)
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm TJ mijner!
Onze Vader, enz.
rÜ
1 ^ 31 - ik
il
i jl i I
O
O o
gelijk
11
11
-
llm ., Si
O God, die niemand verlaat of te schande maakt, die op U hoopt; ik bid U door uwe vaderlijke goedheid en door Jesus, uwen geliefden Zoon, geef mij een kinderlijk vertrouwen op ü en een bestendig mistrouwen op mij zelven, opdat ik in allen kommer, nood en gevaren mijnen eenigen toevlucht tot U neme; want Gij kunt mij het beste helpen. Gij weet wat mij
22
nuttig is. Aan U en uwe liefderijke Yoorzienig-lieid laat ik alles over. Geef slechts, ö God, dat ik U nooit misliage, maar U altijd getrouw blij ve, tot ik daar moge komen, waar Gij de hoop der iiitverkorenen volkomen vervult. Door Jesus Cliris-tus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VAN DK LIEFDE GODS,
{Door den eerwaardigen Fans Pius VI).
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm TJ mijnor!
Heer, ontferm U mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld, g;
Heilige Drievuldigheid, een God,
Die de oneindige liefde zelve zijt.
Die mij met uwe liefde zijt voorgekomen.
Die mij gebiedt U te beminnen, g'
Die uit liefde tot mij uwen eenig gebore-
nen Zoon hebt overgegeven.
Met geheel mijn hart, bemin ik U, ó God, Met geheel mijne ziel, bemin ik U, o God! Met geheel mijn verstand, bemin ik U, o God I Uit al mijne krachten, bemin ik U, o God!
23
Meer dan alle vreugden en vermakelijkheden, Meer dan alle eer en goederen,
Meer dan mij zeiven en al liet mijne.
Meer dan allo vrienden en bekenden,
Meer dan allo Engelen en menselien.
Meer dan al liet geschapene in den hemel
en op aarde,
Sleehts alleen om U zeiven,
Wijl Gij het allerhoogste goed zijt,
Al dreigdet Gij mij ook niet met de hel, ^ nogthans
Al mogt Gij mij ook met rampen en ■wederwaardigheden beproeven, nogthans Tn overvloed en armoede, o
Tn aanzien en verachting,
In vreugde en lijden,
In gezondheid en ziekte,
In leven en dood,
Tn tijd en eeuwigheid,
In vereeniging met die liefde, waarmede alle Engelen en Heiligen U beminnen, In vereeniging met die liefde, waarmede uwe
maagdelijke Moeder Maria ü bemint, Tn vereeniging met die oneindige liefde, waarmede Gij TJ zelven bemint en eeuwig beminnen zult.
Lam Gods, dat wegneemt, enz. (diiemanl, gelijk in andere Lilanien).
c'
24
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner!
Onze Vader, enz.
*
O God, die in eene onbegrijpelijke overmaat alles bezit, wat ooit volmaakt en beminnenswaardig zijn kan; bluseli alle zondige, zinnelijke en onredelijke liefde tot de schepselen in mij uit, en ontsteek in mijn hart het reine vuur eener op-regte, vurige en bestendige liefde tot U, opdat ik, niets anders beminne, dan U alleen of om Uwentwil; tot dat ik eindelijk, door uwe heilige liefde verteerd, daar beginne te leven, waar ik U met alle uitverkorenen op het volmaakste genieten, bezitten en eindeloos beminnen zal. Hoor Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Heilzame lessen en vermaningen tot boetvaardigheid.
O menseh, schepsel Gods, waarom zorgt gij in het sterfelijke vleesdi zoo weinig voor de eeuwige heerlijkheid! Indien gij wist hoe groot
25
zij is, zoo zoudet gij buiten haar naar niets dorsten, en niet zoo naar het ijdele en vergankelijke aardsche trachten. En indien gij de straffen der hel erkendet, hoe veelvuldig en groot zij zijn, zoo zoudet gij zekerlijk uwe vleesche-lijke Legeerten vaarwel zeggen, en met regt uwe tallooze zonden in woorden, werken en gedachten diep bewogen beweenen. Zoo groot zijn de vreugden der Heiligen, zoo groot de kwellingen der verworpelingen, dat geen verstand beider grenzeloosheid kan bevatten, tot dat na deu dood, de ziel het lot der goeden te beurt valt, of onvoorbereid bij de schaar der boozen gevoerd wordt. Als het vleesch begraven wordt, ö dan weet men van den geest niets, of hem thans vreugde of straf ten deel viel, daar wordt ook nu weinig naar gevraagd. Men huichelt wel is waar treurigheid, doch de naaste bloedverwanten denken met vreugde aan de te dee-leu nalatenschap, en bij het deelen ontstaat er dikwerf onder hen twist, haat en strijd. Bij de begravenis gaan de overige nabestaanden en bekenden eten en drinken, en zondigen zelfs in liet aangezigt van den dood door onmatigheid en buitensporigheid; ja zelfs do dood, in plaats van ernstige gedachten van boetvaardigheid in hen te doen ontstaan, is hen eene aanleiding tot zonde. Men ziet immers dikwijls den dronkaard beschonken van de begravenis zijns medezondaars komen ! Ach, zoude men geloo-ven, dat zulk eene verstoktheid mogelijk ware? De overledene door gebeden en goede werken
•2ü
te helpen, daav denkt men niet moer aan. — Goeden sterven, kwaden sterven, doch een hoogst ongelijk lot valt hun ten deel; het eeuwige leven of het eeuwige verderf. Dan is er geen tijd tot boetvaardigheid meer; gceue mogelijkheid meer voor die rampzaligen, om hier terug te keeren, geene plaats, waarheen zij vluchten kunnen; slechts om voor den Eegter gebragt en voor de oogen van de gcheele wereld geoordeeld en met schande overladen te worden, zullen zij weder uit den afgrond te voorschijn worden gehaald; dan zal U niets quot;baten indien gij Jesus niet bemind, Maria niet geëerd en u geenen patroon verworven hebt.
Daarom laat ons thans, daar het nog tijd is, een heilig leven verkiezen, en in deze wereld hot kwaad beweenen, dat wij bedreven hebben.
B1ECHTGEBEDEN.
Wie goed biecht zal ook goed leven en •— zalig sterven. Goed biechten wil echter niet zeggen, slechts in rouwmoedige stemming zijne zonden aan den priester belijden eu de voorgeschreveue gebeden te spreken; maar met de genade Gods ook tevens er naar streven, om den vroegeien zondigen zin en wandel in eeiien deugd-zamen en godbehagelijken te veranderen — en al liet gepleegde kwaad en onregt, aan zich zeiven en anderen, naar vermogen weder goed te maken. Alzoo slechts, wanneer de biecht n gebeterd heeft, ot gij u ten minste de opregte getnigenis geven kunt, van ernstig en met der daad naar verbetering gestreeft te hebben, dan hebt
27
gij goed gebiecht. Kies u tot dit hoogst gewigtige werk cenen biechtvader, aau wien gij met bet volste vertrouwen uwe geheele zielsgesteldlioid opregt openbaart; houdt u steeds bij den zelfden, opdat hij u immer beter leert' keimeu, om u des te zekerder te kunnen besturen eu leiden; kies ook het liefste uwen bieehtvader uit de geestelijken uwer gemeente, die aangesteld zijn om u den weg ten hemel aau te wijzen eu eens uwe laatste biecht op het sterfbed te hooren. Zonder de genade Gods kuut gij volgens de woorden des Apostels geene goede gedachte opvatten, alzoo ook niet goed biechten. In deze meening doe God uwe
Dankzegging voor de ontvangene genade.
O allerheiligste Drievuldiglieid, een God, A ader. Zoon en Heilige Geest, ik arm zondaar werp mij voor den troon uwer oneindige barm-liartiglieid neder, en zeg U den innigsten dank voor alle genaden en weldaden, welke Gij mij gedurende mijn leven tot op dit uur bewezen licbt; ik dank U, dat Gij mij geschapen, verlost, geheiligd, en in uwe ware, alleenzaligmakende katholieke Kerk geroepen hebt; ik dank U, dat Gij mij om mijne zonden niet eeuwig gestraft en van U verstoeten hebt. — Uit oneindige goedheid hebt Gij mij boven zoo vele duizenden nog tijd tot boetvaardigheid gegeven, om mij door de heilige bieeht weder met U te kunnen verzoenen. Hoe zal ik V vergelden, o lieer, wat Gij aau mij gedaan hebt! Zie, van mij zeiven lieb ik niets. — Uit dankbaarheid echter voor deze onwaardeerbare genade, otier ik U het liefste
28
op, wat ik U brengen kan; het dierbare bloed van mijnen Heiland, Jesus Christus, hetwelk Hij ter uitdelging der zonden uit oneindige liefde vergoten heeft.
Bid ua de dankzegging van nieuws ootmoedig om de genade, om uwe zonden regt te erkennen door het volgende
Goedertiereudste Jesus, Gij hebt het heilige Sacrament vau Boetvaardigheid in uwe ware Kerk ingesteld, opdat wij zondaren een krachtig, onfeilbaar middel zouden hebben, om door hetzelve vergilfenis onzer zouden te verkrijgen. Door die onbegrijpelijke liefde en goedheid, welke U bewogen om dit heilig Sacrament in te stellen, bid ik U, schenk mij de krachtige genade, dat ik dit kostbare middel ook goed gebruike. Jesus, Gij die het ware licht der wereld zijt, verlicht mijn geheugen, opdat ik goed moge inzien, waarin ik mij tegen Ü bezondigd heb; Jesus, Gij God mijns harten, roer en tref hetzelve, opdat ik een waar berouw hebbe over al mijne zonden ; Jesus, Gij eeuwig Woord des hemelschen Vaders, bestuur mijne tong, opdat ik mijne zonden oprecht biechte, en door het heilige Sacrament van boetvaardigheid, uit kracht vau uwe oneindige verdiensten, volko-mene vergiffenis derzelve verkrijge. O Heer, mogt ik mij zeiven toch goed kennen; mogt ik toch tot eene heldere kennis van al mijne zonden
29
en gebreken komen, waarmede ik tot dus verre oen gruwel in de oogen uwer goddelijke Majesteit was.
Aanroeping van den Heiligen Geest.
O goddelijke, Heilige freest! die gelijk God zijt met den Vader en den Zoon, verlicht mijn verstand, opdat ik mijne zonden, derzelver getal, grootte, boosheid en ook alle omstandigheden die daarbij plaats hadden, moge kennen ; tref mijn hart, opdat ik dezelve hate en ver-foeije, betreure en beweene; dat ik ze allen onbevreesd en onbeschroomd voor den priester he-lijde. Versterk mijnen wil, opdat ik mij ernstig betere, en geene, ook niet de geringste zonde meer bedrijve. Amen.
Gebed tot de Heilige moeder Gods.
O heilige Maria, toevlugt der zondaren, bid thans voor mij, en verwerf mij door uwe voorbede die goddelijke genade, welke mij noodig is om mijne zonden goed te kennen, goed te betreuren en opregt te biechten. Alle Heiligen Gods, voornamelijk gij, die door ijverige boet-plegingen zalig geworden zijt, bidt voor mij, opdat ik in uwe voetstappen treden en ware boetvaardigheid doen moge.
Onderzoek uw geweten. — Denk nu zoo over alle zonden sedert uwe laatste geldige biecht na, alsof het de laatste maal in uw leven ware, en gij terstond voor
30
den eeuwigen alwetende» Regter verschijnen moest : wees niet ligtzinnig en verontsehuldig u niet wegens uwe feiten; wees ook niet te angstvallig, — God wil den dood. des zondaars niet, — maar wees op-eyt. Onderzoek U over alle pligten van uwen staat; onderzoek u ook over de zonden nws harten, uw gedaehten en begeerten; biecht ook deze en maak den biechtvader voornamelijk op uwe hoofdzonden en uwe hoofdneiging opmerkzaam. Klaag u tevens ook aan, hoe het gekomen is, dat gij in de vorige zonden hervallen zijt, misschien, wijl gij de gelegenheid niet vermeden of de vermaningen uws biechtvaders niet opgevolgd hebt.
Verwek na het onderzoek des gewetens een waar berouw. Zonder dit is de biecht niet geldig; het waar berouw echter is zulk eenen afschuw van de zonde hebben, dat gij liever alles in de wereld, zelfs gezondheid eu leven, bereid zijt (e verliezen, dan ook maar in eeue zonde te willigen. Zie, of gij zoo gezind zijt en dus een waar berouw hebt, dit te hebben is ook eene genade, doe daarom een
Almagtige, eeuwige God, ik zondig mensch waag het wederom voor uw goddelijk aanschijn tc verschijnen, van wiens aanschouwing ik door mijne zonden verdiend heb, voor eeuwig verstoeten te worden. Ja Vader, ik hen niet waardig mijne oogen tot U in den hemel op te heffen, wijl ik gelijk een verloren zoon voor U gezondigd heb. O mijn Yader, dien ik beleedigd heb, ^ doch die nogtlians barmhartig zijt, ik ben bevreesd; ik sidder voor U, 6 mijn regtvaardige God, dien ik zoo herhaaldelijk door mijn zondig leven vertoornd heb. Doch waarheen zoude ik vlugten? waarheen anders dan tot uwe
31
liefde en ontferming, Ik weet, Gij wilt den dood des zondaars niet, maar dat liii zicli bekeere en leve; ik weet, dat Gij mij mijne zonden kunt cn wilt vergeven; want Gij verstoot niemand, die met een berouwhebbend liart tot U komt. Zie, ik verlang, ik verzucht naar een bootvaardig, vermorzeld hart. Ik kom, ik keer tot U terug,-Vader, ik, de verlorene zoon; verstoot mij niet, maar neem mij weder in uwe genade aan; dan zal mijne ziel U, mijnen goedertierensten God, beminnen en loven in eeuwigheid.
GELOOF, HOOP, LIEFDE EN BEROUW, VOOR DE BIECHT.
O alwetende en waarachtige God, ik geloof en lioiul voor zeker en onfeilbaar alles, wat Gij geopenbaard hebt; ik geloof het vastelijk, dat. Gij de regtvaardigste, barmhartigs te, almagtige en getrouwe God zijt, een belooner van het goede en een strafl'er van het kwade; ik geloof dat Gij liet hoogste goed, het laatste doel en einde van den mensch zijt; ik geloof dat U niets mishage-üjker is dan de zonde, welke Gij den boetvaar-'ligen zondaar nogthans door het heilige Sacrament 'Ier Biecht wil kwijtschelden. Dit en al het overige, wat Gij mij door uwe ware Kerk voor-
32
gesteld hebt tc gelooven, geloof eu hond ik voor zeker, wijl Gij, die de eeuwige quot;Wijsheid en onfeilbare Waarheid zijt, zulks gezegd hebt.
O regtvaardige God, ik belijd voor U en voor alle hemelsche Heerscharen, dat ik door mijne vele en zware zonden uwen regtvaardigen toorn dikwerf en menigmaal verdiend heb; ja ik heli verdiend, om mijne zonden door U gestraft en eeuwig verstoeten te worden; echter hoop ik dooide kraeht van het heilige Sacrament van lioetvaar-diglieid de vergiffenis mijner zonden te verkrijgen, en door de verdiensten van Jesus Christus en mijns eigene medewerking die eeuwige zaligheid, waartoe Gij mij geschapen hebt; ook hoop ik al datgene, wat mij tot het verkrijgen er van noodig en nuttig is, want Gij almagtige en getrouwe God, hebt genadiglijk geloofd mij het te zullen geven. Op ü hoop ik, en ik zal niet te schande worden.
O goedertierenste God, die aller liefde waardig zijt, ik bemin ü boven alles uit den grond mijns harten, omdat Gij het oneindig volmaakstc Goed zijt, en wensch van harte, dat alle men-schen U mogten kennen, ee.ren en beminnen. Indien er ook geene hel, geen hemel, geene belooning en geene straf ware, uit liefde tot U ben ik nogthans bereid om uwe Veilige geboden eu
33
wetten te onderhouden tot aan het einde van mijn leven toe, en in alles slechts alleen volgens uwen allerheiligsten wil te leven. Ach, dat ik ü altijd bemind hadde! —
LITANIE VAN HET BEROUW.
(Door dm Eerwaard'yen Paus Pius VI.)
lieer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
lieer, ontferm U mijner 1 God, hemelsche Vader,
(iod Zoon, Verlosser der wereld.
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God, g
Die uwe almagt en goedheid door sparen en
Die de bekeering der zondaren zoo geduldig
Die de zondaren zoo liefderijk tot boetvaar- B digheid uitnoodigt, quot;a1
Die U over de bekeering der zondaren zoo S.
zeer verblijdt.
Dat ik gezondigd heb! is mij van harte leed, ö God!
Dat ik zoo dikwijls en zoo zwaar gezondigd heb,
is mij van harte leed, ó God!
Dat ik met gedachten, woorden en werken gezondigd heb, is mij van harte leed, ó God!
34
Dat ik zoo voorbedachtelijk en moedwillig S'
gezondigd heb, S Dat ik met ontelbare nalatigheden en ver-
Dat ik uwe heilige wetten zoo vermetel ^
Dat ik uwe almagt niet gevreesd heb, 2. Dat ik uwe liefde veracht heb,
Dat ik uwe goedheid en langmoedigheid ■rquot;
misbruikt heb,
Dat ik de wonden en smarten van uwen 5-'
Goddelijken Zoon vernieuwd heb, E: Dat ik mij aan uwe regtvaardige straf in deze
en in de andere wereld schuldig gemaakt heb, Om dit alles! Is het mij van harte leed, ó God!
Doch nog veel meer en vooral om U zelven, S' Omdat ik U vertoornd heb,
Omdat ik U mishaagd heb, quot;
Omdat ik U niet boven alles beminde, 3 In vereeniging met dat eeuwige berouw der
liefde, hetwelk ooit alle heilige boetelin- g
In vereeniging met dien uitersten afsclnuv 5
van de allerminste zonde, welken de o
maagdelijke Moeder Maria altijd gekoes- r
In vereeniging met die onbegrijpelijke smar- c.
ten, welke uw goddelijke Zoon op den „
Olijfberg om mijne zonden en die der g geheele wereld heeft dooi gestaan,
Lam Gods, dat wegneemt, enz. {driemaal; (lelijk in andere Lilanien.)
35
Heer, ontferm U mijner!
Gliristus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner !
Onze Vader, enz.
O God! wien het eigen is, altijd te sparen en genadig te zijn, zie niet op de menigte en boosheid mijner zonden, maar op de grootte uwer barmhartigheid. Ach! versmaad mijn vermorzeld i en verootmoedigd hart niet; met uwe hulp wil ik mijn leven beteren, alle gevaren en slechte gelegenheden vlugten, ja, liever wil ik sterven,
ilau nog eenmaal eene zonde bedrijven. Tuchtig mij, o mijn Heer en mijn God, die zoo dikwijls en zoo zwaar door mij beleedigd zijt, gelijk het U behaagt, ik heb alles verdiend. Slechts hierom bid ik U door uwen geliefden Zoon, die voor ons zondaren gestorven is, verstoot mij niet voor eeuwig van uw aanschijn, ontrek mij de genade niet, om nog ia dit leven waardige vruchten van boetvaardigheid voort te brengen, opdat ik eens iu don hemel met alle heilige boetelingen uwe emdclooze ontferming eeuwig loven en prijzen moge, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
Goj wil Jen Jood der zuudaren niet, maar dat hij zich bekeere en leve. — Wilt gij vergifl'euis, zoo maak een ernstig voornemen van verbetering. Dat het emstiy is kunt i:ij sleehta door uwe veranderde gezindheid en uwen verbeterden levenswandel bewijzen. [g
'quot;1 -
1
ff
36
Ik neem mij nu ernstig voor, 6 mijn God, U nooit weder vrijwillig te willen beleedigen, wat ik tot dus verre zondigs bedreven heb, boetvaardig te biechten, en uwer regtvaardiglieid zoo veel mij mogelijk is te voldoen. Slechts U alleen wil ik in liet toekomende van ganscher harte beminnen, en niets zoo zeer vermijden en haten dan de zonde; ik wil ook de gelegenheden en gevaren van te zondigen vlugten, mij zeiven alle geweld aandoen, om mijne slechte neigingen en hartstogten uit de roeijen en elke zondige opwelling te bedwingen. Verleen Gij, ó barmhartige God, mij daartoe uwe genade; want uit mij zeiven kan en mag ik niets, in U en met U echter vermag ik alles. O God, kom mij te hulp ; Heer, haast U om mij te helpen. Amen.
O God, uwe ontferming is eindeloos. Gij hebt mij tot dus verre met geduld en langmoer digheid verdragen, Gij hebt mij tijd en gelegenheid tot boetvaardigheid gegeven. Gij noodigt mij zelfs liefderijk uit, om door eene opregte bekeering tot IJ terug te keeren, en wilt mij door het bloed van Christus zuiveren van alle schuld. In het vertrouwen op Jesus, onzen Verlosser, sta ik op en kom tot U. — Bij den dood van mijnen Heiland aan het kruis, bij zijne heilige won-
37
den beloof en zweer ik, voortaan elke zonde te zullen haten; — ja, liever wil ik sterven, dan U ooit weder verachten en beleedigen.
Schenk mij echter ook uwen goddelijken bijstand, opdat ik voor den priester, uwen plaatsbeklee-der, eene .boetvaardige belijdenis van al mijne zonden, die ik sedert mijne laatste geldige biecht beging, aflegge; dat ik mij aan zijne vaderlijke leiding bereidwillig overgeve, zijne vermaningen getrouw opvolge, en vervolgeus uit zijnen mond uw woord van begenadiging verneme: „Wees getroost, uwe zouden zijn u vergeven.''
Als gij in den biechtstoel zijt, zoo maak het teekeu des heiligen kmises en spreek:
Eerwaardige Vader, geef mij uwen zegen, opdat ik al mijne zonden goed volmaakt moge belijden. — Ik arm zondig mensch belijde voor den almagtigeu God, zijne heilige moeder Maria, alle lieve Heiligen, en voor U, Vader, stedehouder Gods, dat ik dikwijls en veel gezondigd heb met gedachten, 'Woorden, werken, en het verzuimen van vele mijner pligten; het is mijne schuld, ja mijne schuld, en mijne allergrootste schuld. Inzonderheid beschuldig ik mij, dat ik sedert mijne laatste biecht die ik voor. .. .gesproken heb, mij bezondigd heb als volgt:
;c;
i
||
l.'
Als gij al uwe zonden gebieeht heb, zoo spreek:
Deze • en al mijne andere zonden, die ik mij
38
nu niet, lierinneren kan, zijn mij leed uit den grond mijns harten, omdat ik God, liet hoogste en beminnenswaardigste Goed, daardoor vertoornd lieb. Ik hel) mij vastelijk voorgenomen, om met de genade Gods mijn leven te boteren, en bid derhalve U eerwaarde om eene heilzame boete en de vrijspreking mijner zonden, indien gij mij waardig oordeelt.
Ouder de absolutie bul stil bij u zclven :
Jesus Christus, ik betreur nog eenmaal uit den grond mijns harten alle zonden van mijn geheele leven, omdat ik U, mijn hoogste goed, daardoor belcedigd heb. Ik bid U, o Heer, vergeef mij dezelve, door uw bitter lijden en sterven.
Gij hebt de bezaligende uitspraak veniomeii: ,.Ga hecu, uwe zouden ziju n vergeven;quot; vergeet echter devermauing niet: „docb zondig voortaan niet meer, opdat u niet wat ergers overkome.'' God beeft u door den mond des priesters uwe zonden vergeven, zeg
God uwen dank.
Hoe onbegrijpelijk, ó barmhartige God, is uwe goedheid jegens mij zondig menseh. Zoo dikwijls heb ik om mijne zonden de eeuwige
39
straffen verdiend, en Gij hebt mij nogtlians zoo vaderlijk, zoo liefderijk ■weder in uwe liefde aangenomen. Dank, eeuwige dank zeg ik U, voor de onschatbare genade, welke Gij mij in het heilige Sacrament van Boetvaardigheid dooide vergiffenis mijner zonden bewezen hebt; geloofd en geprezen zij uwe barmhartigheid jegens mij. Ach, hadde ik zoo vele tongen als er zandkorrels aan den oever der zee, als er sterren aan den hemel zijn, om U zonder ophouden te kunnen loven en prijzen; gij Kooren der zaligen. Gij Heiligen Gods, voleindigt den dank, dien ik niet naar waarde vermag uit te spreken ; met u wil ik instemmen in den lof van den Algoede, met u wil ik nu en in eeuwigheid den Albarmhartige prijzen, zeggende; Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der Heerscharen ; hemel en aarde zijn vervuld met uwen roem en uwe heerlijkheid; gezegend zij Hij, die komt in den naam des Hoeren! Eer zij Hem in den hoogen !
Neem nu nog eenmaal de vermaningen van den biechtvader goed ter harte, vernieuw liet besluit, om dezelve getrouw tc willen opvolgen, en bid vervolgens ootmoedig:
Hemelsche quot;Vader, Gij hebt mij door de verdiensten van mijnen Heiland Jesus Christus weder als uw kind genadig aangenomen. Zie, in vereeniging met alles, wat mijn Heiland, uwe welbeminde Zoon, voor de zonden der ge-heelc wereld gedaan, en uwer strenge regtvaar-
40
diglieid ten offer gcbragt heelt, -wil ik nu die boete verrigten, welke de priester mij ter voldoening voor mijne zonden heeft opgelegd. Daarbij offer ik ü alle goede werken op, welke ik onder den bijstand uwer goddelijke genade ooit verrigt heb; alle aflaten die ik verdiend heb; ik offer U op, alle wederwaardigheden, alle kruis en lijden, welke ik nog te dulden en te dragen zal hebben. Gewaardig U, ó mijn God, dit alles genadig van mij aan te nemen, en laat het mij tot heil mijner onsterfelijke ziel strekken.
Verrigt ilc boetgeLeilen, of zijn dezelve voor ecnen aiule-reu tijd bestemd, zoo vernieuw het voornemen, van alles iu het werk te zullen stellen, om de heden gedane belofte van verbetering ook zeker te houden. Die u het willen gegeven heelt, zal.u ook het volbrengen geven; bid Hem, bid Hem er dagelijks om, vooral indien ten tijde vau bekoring uw besluit begint te wankelen.
Ja, mijn God, het besluit is genomen, nooit wil ik weder zondigen, nooit IJ weder vrijwillig beleedigen. — Uwe goedheid jegens mij is ook groot: hoe heb ik Ü toch kunnen beleedigen? Ach, hadde ik U vroeger zoo goed gekend en U ijveriger gediend! ■—• Niets berouwt mij zoo zeer, dan die tijd, welken ik in den dienst der zonde heb doorgebragt. O, konde ik al die oogenblik-ken herroepen, konde ik al die daden ongeschied maken! —■ Doch te vergeefs 1 — In het toekomende echter zal mijn geheele leven, al mijn doen en laten slechts aan uwe eer en uwen dienst zijn toegewijd; ik wil mij er ernstig en ijverig op toe-
41
leggen, om te herstelion, wat ik tot dus verre na-gekten of verzuimd heb. Niets wil ik zoo hoog schatten, niets zoo vurig Leminnen, dan U, mijnen God ; niets wil ik zoo zeer haten en vlugten, dan de zonde, wijl zij eene zoo groote beleediging uwer goddelijke Majesteit is.
Dit is mijn ernstige wil en mijn vast voornemen: door uwe genade, ó mijn God, heL ik dit voornemen gemaakt, en ik vernieuw het nu voor uw iiauschijn en wil het met uwe genade houden tot iiau het einde mijns levens. Doeh Heer, Gij weet hoe dikwerf ik mij zulks reeds heb voorgenomen eu helaas! mijn voornemen niet ten uitvoer bragt; Gij kent mijne zwakheid en onbestendigheid, sleehts Gij alleen kunt mij versterken, opdat ik uitvoere, wat ik in dezen heiligen stond besloten heb. —• Met U, o sterke God, kan en vermug ik alles, zonder ü bon ik zwak. Toon dan, ó sterke, ó almagtige God, aan mij de kracht uwer ontferming, en geef mij de genade der volharding in het goede, waarom ik U door de verdiensten van Jesus Christus ootmoedig bid. Gij zijt mijn God, mijn Verlosser, mijne sterkte, mijn toevlugt; versterk mij in alle gevaren, bescherm mij tegen allo listen eu lagen van den boozen vijand, laat mij nooit weder, zelfs niet in eene zonde hervallen ; geef mij eenon levendigen, onverzoenlijken haat tegen de zonde, en eoneu waren, duurzamen ijver in uwen dienst; want voor U alleen wil ik voortaan leven, voor U wil ik sterven, U wil ik toebehooren in het leven en in den dood.
42
O heilige Maria, gij locvlugt van die zondaren, irelkc zicli ernstig tot God 'willen bekeeren ; zie, nu met God verzoend zijnde, is het mijn vaste wil. Hem niet weder te bel eed i gen, maar met ;:,lie krachten mijner ziel te beminnen en te eeren. Wees gij mijne voorsprekeres bij God, opdat ik door zijne genade versterkc mijn voornemen niet weder verandere. Heilige Maria, bid voor mij. •— Gij Heiligen Gods, bidt ook gij voor mij, opdat ik sterk moge zijn, om dc genade, die ik heden ontvangen heb, nooit , weder uit ligtzinnigheid of kwaadwilligheid te verbeuzelen; bidt voor mij, opdat ik standvastig tegen alle bekoringen kunne kampen, en naar uw voorbeeld, liever mijn leven dan de goddelijke genade verlieze; bidt voor mij, opdat dit uur voor mij een waarachtig begin zij van een ceht christelijk, Gode behagelijk leven, van eenen vurigen ijver in zijnen dienst, en van cene onverbreekbare liefde tot het hoogste Goed. Gij Heiligen Gods, bidt voor mij.
God, hemelsche Vader, ontferm U mijner en versterk mij in mijn voornemen; God Zoon,Verlosser der wereld, ontferm ü mijner en bewaar mij in uwe genade; God Heilige Geest, ontferm U mijner en ontsteek mijn hart met het vuur uwer goddelijke liefde. Heilige, driee.enige God, ik beveel mij ü aan, laat mij nooit weder door de zonde van U gescheiden worden. Amen.
43
MOEGENquot;OEFENINGEN OP DEN HEILF-GEN COMMUNIEDAG.
[l.aat u de communiedag een bijzonder heilige dag zijn; | zoodra gij des morgens ontwaakt, godvruchtige ziel, zoo | vestig uwe eerste gedaehten op God en uwen Jesus, wieu gij heden het groote geluk hebt te ontvangen; groet uwen Verlosser en Zaligmaker met de lofspraak:l.aat u de communiedag een bijzonder heilige dag zijn; | zoodra gij des morgens ontwaakt, godvruchtige ziel, zoo | vestig uwe eerste gedaehten op God en uwen Jesus, wieu gij heden het groote geluk hebt te ontvangen; groet uwen Verlosser en Zaligmaker met de lofspraak: Gelooft zij Jesus Christus! Besproei u met wijwater, en teekeu u met het heilig kruis, eu spreek, u in den geest tot het Hoos-waardige uwer parochiekerk wendende:
f.EI.OOFD KN r.EZEGEND ZIJ HET AM.ERHEIi.IGSTE SACRAMENT DES ALTAARS ! NU EN ALTIJD EN IN ALLE EEUWEN DER EEUWEN! AMEN.
Morgengobed op den H. Communiedag.
Tot eenen bij uitstek feestclijken dag heLt Gij mij op dezen morgen doen ontwaken, liefderijke liemelsche Vader; want op liet plegtigste, vrel-lindigste en treffendste zal ik lieden van uwe liefde rerzekerd worden, die ü bewogen heeft, uwen ienig geborenen Zoon voor ons allen in den dood jver te geven. — O, hoe verheugd is mijne ziel, 'at de dag weder aangebroken is, dat de ure neder nadert, waarin ik het ligchaam mijns Ver-
44
lossers in zijnen maaltijd ontvangen zal; hoe pleg-tig is mij dezo dag! Dag mijner hoogste -vreugde en zaligheid ! Dag der eere, waarop mijn Verlosser, de stichter mijner rust en gelukzaligheid, zijn intrek hij mij nemen wil! Verleen mij toch, ö hemelsche Vader, de genade, dat ik allegedaehten en gewaarwordingen mijner ziel op het heilige oiler vestige, hetwelk ik nuttigen zal, om met Diengene op het innigste vereenigd te worden, aan Wien Gij uw grootste welbehagen hebt. Bewaar mij voor alle verstrooijingen, opdat ik het goed ter harte neme, welk een geluk het is, tot de dischgenooten van uwen Zoon te behooren.
Goddelijke Heer en Heiland, Jesus Christus, vervul aan mij het woord der belofte: //Zoo iemand mijne stem hooren en mij zijn hart ontsluiten zal, bij dien zal Ik ingaan en het avondmaal met hem houden. ' — Het nuttigen van uw heilig Tleesch en bloed zij mij gezegend ter versterking van mijn geloof, ter bevordering der godsvrucht, tot geduld in lijden, en tot eene zalige hoop des eeuwigen levens. Ja ik wil geheel in U berusten: alles wil ik aan uwen wil overlaten, aanhoor slechts nog deze eenige bede: Laat mij liever sterven, dan U beleedigen; vermeerder in mij het geloof, do hoop cn de liefde: In het beoefenen dezer deugden wil ik volharden, tot dat ik tot U kome, ö Jesus! Amen.
Morgengebed tot de H. Maagd Maria.
Heilige Maagd, gij koningin des vredes, ver-
45
werf mij van uwen Zoon do genade, dat ik dien vrede erlangs, dien Hij zijne leerlingen als erfdeel heeft nagelaten. Bid voor mij, o gezegende Maagd en moeder des heils, die God zoo welbehagelijk waart! Mogt ik toch door u toegang bij uwen Zoon en in uwe oogen genade vinden, opdat gij mij, gelijk zoo velen uwer kinderen, tot de tafel uws Zoons vergezeldet! Gij vermoogt immers alles bij uwen goddelijken Zoon. Sta mij bij, ó goe-dertierenste Moeder, opdat, als uw Zoon tot mij komen zal, Hij eene aangename woning in mij vinden moge. Amen.
G-ebed tot de Heilige Engelen.
Alle mijne geliefde Heiligen en Engelen, en vooral gij, mijn Beseberm-engel, die tot dus verre getuigen mijner misstappen geweest zijt, bidt voor mij en vergezelt mij tot de Tafel des Heeren, en houdt alles van mij verwijderd, wat mijne godsvrucht zoude kunnen verstoren. Bidt voor mij, dat deze heilige communiedag, die misschien de laatste mijns levens is, mij tot volkomene genezing mijner ziel strekke; staat mij ter zijde met uwe voorbede, heden en altijd, opdat niets ter wereld mij van Jesus, mijnen Heiland, scheide, en ik eens daar kome, waar ik Hem, mijnen Heer en God, dien ik heden bedekt onder de gedaante van brood, ontvangen zal, met u van aanschijn tot aanschijn aanschouwen en prijzen zal in eeuwigheid. Amen.
46
Een Onze Vader en eeu Wees yeyroei, beuevens drie Wees gegroeten tot de allerheiligste Maagd, om de deugd dei* volharding in het goede, en om U door hare voorspraak in de liefde Gods te bewaren.
De stem van den H. Engel-Bewaarder op den weg naar de Kerk.
Mijn pleegkind, dat mij door God zijt toevertrouwd, gij gaat naar de Kerk, om aldaar uwen Heiland te ontvangen. quot;Verheugd vergezel ik u in de woning, die God zich onder de menschen lieeft uitverkoren; bereid u voor, door godvrueli-tige gedachten en korte gebeden, gelijk het tot het ontvangen van het heilige Sacrament zijn moet; stel alle huiselijke bezigheden en tijdelijke zorgen ter zijde; tracht nu dit alles te vergeten en ontsla u niet slechts van liet nuttelooze, maar ook zelfs van het noodzakelijke. Alles heeit namelijk zijnen tijd; na verrigte godvruchtige oefeningen hebt gij weder tijd om aan de pligten van uw beroep te denken. Bereid Jesus, dien gij voornemens zijt te ontvangen, eene zuivere woning in uw hart en denk na over de volgende
Drie Vragen,
DIE MEN VOOIl HET ONTVANGEN DEK H. COMMUNIE ERNSTIG TER HARTE NEMEN EN WEI.KER WAARACHTIGE BEANTWOORDING MEN GRONDIG OVERWEGEN MOET.
1. Wien zal ik cnlvangen? Gij zult Jesus
47
Christus ontvangen, den Zoon Gods, den Heer dei-Heerlijkheid, diongene, die mensch geworden is, geleden lieoft, gestorven en uit het graf verrezen is, en nu aan de regterhand des Vaders zit, wien alle magt gegeven is in den hemel en op aarde. Ilem zult quot;gij ontvangen, van wien David zegt: '/[ndien ik U slechts heb, ü Heer, wat vraag ik dan naar hemel en aarde!quot;
'2. Waarom zal ik Chrislus ontvangen? Omdat de mensch .«Icchts dan, wanneer hij weder met God vercenigd wordt, waarachtig gelukkig en zalig worden kan.
Daarom zcide Jesus zelf: //Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Indien gij het vleesch van den Zoon des menschen niet eet en zijn bloed niet drinkt, zoo zult gij het leven in u niet hebben. Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die heeft liet eeuwige leven.quot; — Joann. VI; 54, 55.
Word dus door Christus met God vercenigd, en gij verkrijgt het eeuwige leven ; blijf in dezo vt-reeniging, en gij hebt hut eeuwige leven in u.
3. Hoe moet ik Christus ontvangen? Hoe ge-wigtig is deze vraag! Zelfs do Apostel Paulus vermaant de Christenen van Corinthe: //Wie onwaardig dit Brood eet of den Kelk des Hecreu drinkt, die zal schuldig zijn aau het ligchaam en aan het bloed des Hoeren. Dat dc mensch dan zich zeiven beproeve, en aldus van dit Brood ctc eu uit dezen Kelk drinkc. Want wie er onwaardig van eet eu drinkt, die eet en drinkt zich
48
zeiven het oordeel en den dood, niet onderscheidende het ligchaam des Heeren. Daarom zijn er onder u zoo velen zwak en ziek, en velen die sterven.quot; i Cor. XI. 27 •— 30.
Alzoo beproef u te voren wel; overweeg goed, met welk eene godsvrucht, met welk een verlan- ; gen, met welk levendig geloof, mot welke hoop, met welke heilige liefde, met welk innig berouw, met welken diepen ootmoed gij uwen Heer en God, uwen Verlosser en Zaligmaker ontvangen moet. Stel u regt voor, met welke godsvrucht, ootmoed en aanbidding de Apostelen de eerste, maal het ligchaam cn bloed des Heeren uit zijne hand ontvangen hebben, ö, indien gij regt erkennen kondet, wat het zeggen wil, Christus zeiven te mogen ontvangen, hoe grootelijks zoudet gij ii verheugen, hoe diep zoudet gij u voor Hem buigen!
EERSTE GROET AAN JESUS CHRISTUS IN HET H. SACRAMENT DES ALTAARS.
OEFENINGEN DER GODDELIJKE DEUGDEN EN GODVRUCHTIGE VERZUCHTINGEN, WEI.KE ZOO WEI. AI.S MEN IN DE KERK KOMT, AI.S OOK OP El.KEN ANDEREN TUI) NUTTIG TE GEBRUIKEN ZIJN.
Mijn God in het heilige Sacrament! Ik geloof aan U, ik geloof alles, wat een christen ver-
pi; cn opi
tWi
hei n-ei
hoi
u
mij
liol
dig
U
mc
zoc me
zijt
V0(
ste
49
pligt is te gelooven, omdat Gij, die de eeuwige, onbedriegelijke Waarheid zijt, dit gezegd en geopenbaard hebt. Bijzonder echter en zonder allen twijfel geloof ik aan uwe wezenlijke tegenwoordigheid hij ons menschen onder deze geconsacreerde gedaanten des broods.
Op U, ó mijn God, hoop ik! Zeer zeker hoop ik van U, voor zoo veel het namelijk van U afhangt, de eeuwige gelukzaligheid, wijl Gij mij daartoe, geschapen en met uw bloed verlost liobt, en omdat Gij in uwe beloften een oneindige getrouwe en almagtige God zijt. En daar gij U reeds op aarde geheel aan mij overgeeft, wat moet ik dus in het toekomende niet van U hopen?
Mijn God in liet heilige Sacrament! Ik bemin U boven alles als het hoogste goed.
En hoe zoude ik God niet beminnen, die mij zoo , grenzeloos- bemint, dat Hij mij zelfs voedt met zijn eigen vleesch en bloed?
Ik aanbid U, ó mijn God, die hier verscholen zijt onder de gedaante des broods! Ik erken U voor mijnen Heer, aan wien ik mij in den diep-sten ootmoed onderwerpe.
4
50
Lof.
Ik loof, eer en verheerlijk U, 6 mijn God iu het heilige Sacrament, uit geheel mijn hart, met idle Heiligen in den hemel en met alle menschen op aarde.
Dankzegging.
Ik zeg ü dank, ó mijn God in het heilige Sacrament, voor de overvloedige genaden, welke Gij in dit allerheiligste geheim zonder ophouden over ons uitstort.
Ootmoed.
Op het diepste verootmoedig ik mij voor U, o mijn God in het heilige Sacrament! Wat is echter mijn ootmoed bij den uwen in dit groote geheim ?
Berouw.
Mijn God in het allerheiligste Sacrament des Altaars, van ganscher harte betreur ik al mijne zonden, voornamelijk echter die, waarmede ik U zoo dikwijls in hetzelve ontoerd en belecdigd heb.
Vreugde.
Mijn God, ik verheug mij van harte over de eer en heerlijkheid, die Gij zoo wel uit U zeiven bezit, als ook die U van al uwe schepselen wordt aangedaan, vooral in dit hoogheilige Sacrament.
51
Droefheid.
Mijn Heer en mijn God, hoe zeer smarten mij alle beleedigingen en oneerbiedigheden welke Ü in dit hoogwaardige Sacrament door ondankbare men-schen worden aangedaan!
IJ ver.
O mijn God in het heilige Sacrament, dat toch alle menschen U kennen en U den schuldigen eerbied en liefde betoonen mogten!
Verlangen.
Mijn God in het heilige Sacrament, wat is mijn verlangen op aarde? Gij alleen zijt het! slechts naar II verzucht ik. Ik verlang U door de genade in don tijd, en door de heerlijkheid in de eeuwigheid te bezitten.
Opoffering.
Mijn God in het heilige Sacrament! Gelijk Gij U steeds voor mij aan uwen hemelschen Vader opoffert, even zoo offer ook ik mij geheel aan U op.
Overgeving in den Goddelijken wil.
Mijn God in het heilige Sacrament! Ik zie U geheel van den wil van anderen afhangen, daar Gij
52
U op het woord des priesters onder de gedaanten van brood en wijn bedekt, en T door hunne handen naar hun goedvinden, nu hier en dan daar kat dragen. En ik zoude mijnen wil doen willen ? Neen, ik verzaak denzelven ten eenen maal en geef mij geheel en al in den uwen over. J^iet mijn, maar uw wil geschiede, liier in den tijd en in eeuwigheid. Amen.
Lof van hst Allerheiligste Sacrament.
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde liet allerheiligste en goddelijke Sacrament!
53
Gebeden onder, de Heilige Mts, op den dag waarop men de heilige CoM-munie ontvangt.
Gelijk eens de leerlingen bij het laatste Avondmaal met den Heer aan tafel zaten, zoo wilt ook gij nn tot zijne heilige tafel naderen en eten zijn vleesch en drinken zijn bloed ten eeuwigen leven; zie wel toe, of ook gij tot diegenen behoort, van welke de Heiland toenmaals /.eggen konde: „Gij zijt rein.quot; Hebt gij door eene opregtu biecht uwe ziel gezuiverd en door een levendig geloof, mie vaste hoop, eene innige liefde, door verlangen en eerbied, uw hart tot eene waardige woning van uwen Heilanden uwen eenigen Kegter bereid? — Wel zult gij reeds te voren er dikwijls aan gedacht hebben, dat het besluit onveranderlijk bij u vast staat, om van nu af niet meer de wereld, maar slechts Hem alleen te willen toebehoor en met uwe gedachten, woorden en werken. — Zie, deze belofte hebt gij, of althans in uwen naam uw peet, bij den heiligen doop afgelegd. Hebt gij dezelve gehouden? Aeli, uw geweten zal u helaas! het tegendeel zeggen. Vernieuw daarom na het morgengebed als
Voorbereiding tot de Heilige Mis, de Doopbeloften.
Barmhartige en eeuwige God, Gij hebt mij
54
door het heilige Sacrament der Biecht wederom als uw kind in genade aangenomen; zie, daarom kom ilc heden in uwen heiligen tempel, in uwe woning, om te eten van het brood dat Gij uwen kinderen van den hemel gegeven heht, het vleesch en bloed van uwen eenig geborenen Zoon, onzen Heer en Heiland Jesus Christus. O Heer, slechts uwe liefde en ontferming alleen kan mij daartoe waardig maken, want ik heb immers het verbond verbroken, dat ik in den heiligen doop met U gesloten heb, eu U door de zonde zoo zeer beleedigd. Gij hebt mij vergeven, en wilt mij tot het genot van het hemelsche brood waardig achten. Daarom vernieuw ik, heilige Drievuldigheid, nu voor uw aanschijn dat heilige verbond, hetwelk ik op dien dag met U gesloten heb, waarop ik door den heiligen Doop een kind Gods geworden ben. Ik dank U, God hemelsche Vader, dat Gij mij uit onverdiende genade tot uw kind hebt aangenomen; ik dank U, God heilige Geest, dat Gij in den heiligen Doop mijne ziel geheiligd en tot uwe woning bestemd hebt. O, ware ik dit verbond steeds getrouw nagekomen ; doch ach, ik ben U door zoo vele zonden en misstappen maar al te dikwijls ontrouw geworden Ontferm U, o Vader, over uw zwak kind en vergeef mij mijne zonden; want ik heb ondervonden, dat de zonde des menschen verderf is; slechts bij U mijn God, in uwen dienst, is- ware vreugde en ware vrede. Daarom verzaak ik heden nogmaals plegtig den duivel, de
55
wereld en al hunne pracht en al hunne werken; ik verzaak alle hoovaardij, alle ijdelheid en alle onzuiverheid der ziel; ik beloof daarentegen hier voor uw altaar, in tegenwoordigheid van alle Engelen en Heiligen, en voor alle hier vergaderde geloovigen, dat ik U slechts dienen en uwe heilige geboden in alles gehoorzamen wil; ik wil ook gehecht blijven aan Jesus Christus, zijn heilig evangelie en de heilige onfeilbare Kerk; Hem wil ik getrouw blijven in alle aanvechtingen, in mijn leven en in mijn sterven.
Allerzaligste Maagd, Moeder Gods Maria, aan U draag ik deze vernieuwing mijner doopbeloften op; verwerf mij van uwen goddelijken Zoon de genade, om dezelve altijd te houden.
Heilige Engel-Bewaarder, aan \\ ien inijne ziele-lieil is toevertrouwd, neem mij in uwe bescherming en bewaar mij voor degenen, die mij het geloof of de onschuld mogten willen ontrooven.
Heilige Patronen, wier namen mij bij den doop gegeven zijn, opdat ik steeds aan het voorbeeld uwer deugden zoude gedenken, verwerft mij van God de genade, om uwe voetstappen na te volgen, opdat ik Hem eens eeuwig met u moge loven en verheerlijken.
Deze tegenwoordige vernieuwing mijner doopbeloften bekrachtig en bevestig ik door het heilige teeken des kruises, waarmede ik bij den doop geteekend ben. f In den naam des Vaders, f en des Zoons, f en des Heiligen Geestes. Amen.
■i iMl
I i
m
in
Ir
M
II ' '
M
Pflii i
56
Bij het begin der Heilige Mis.
Jesus, mijn goddelijke Heiland, in gevolge uwer liefderijke uitnoodiging verseliijn ik lieden in uwen tempel, om U, liet brood des levens en het voedsel mijner ziel te ontvangen. O, ware toch mijn hart getooid met de reinheid uwer uitverkorenen, met die reinheid, welke de Seraffijnen in de heiligste liefde doet ontvlammen! Ach, mijn geliefde Heiland, ik ben niet waardig U in mijn hart op te nemen, Want Gij, de Heiligste, kiest slechts zuivere en vrome harten tot uwe woonplaats; Gij, Heer des Hemels en der aarde, kunt slechts eene plaats vinden, waar de heiligste liefde, de zoetste godsvrucht, de reinste deugd U eenen tempel bereid hebben. En ik -— ó mijn Heer en mijn God, ik zondaar, ik onwaardig, zwak mensch, wil tot uwe tafel naderen? Ach, ontferm U mijner!
Doch, waarom zoude ik treurig zijn, waarom mij bedroeven ? Ik wil op den Heer vertrouwen, op Hem, wiens oneindige liefde mij roept en uitnoodigt! Hem wil ik smeeken, dat Hij eenen straal van zijn licht afzende, die mijn hart verlichten en reinigen, en het tot eene waardige woning van zijnen Zoon bereiden moge.
Liefste Jesus, uw goddelijk licht geleide mij tot uwen heiligen berg, tot den troon uwer genade, opdat ik zie en smake, hoe liefderijk Gij zijt, Gij het licht en leven mijner ziel.
57
Docli wanneer ik de tallooze zonden mijns levens gedenke, ach! hoe bedrukt wordt dan mijn hart, en tranen vloeijen over mijn wangen. Dikwijls en zwaar beleedigde ik CJ, die mij uit het niet te voorschijn riept, mij verlostet toen ik verloren was, mij met weldaden naar ziel en ligchaam overladet, voortgingt mij te beminnen toen ik zondigde, en mij uwe genade niet onttrekt, toen ik mij in het verderf stortte. O, hoe groot en zwaar is niet mijne schuld'. Doch zie, 6 goede God, ik betreur dezelve voor U in de bitterheid mijner ziel, en smeek TJ om vergiffenis. Ik gevoel mijne verkeerdheid; doch ik waag het nu, voor uw aanschijn en bij het gastmaal uwer uitverkorenen te verschijnen, om liet brood der Engelen te ontvangen.
Heiligste Moeder Maria, gij reine tempel des Woords, hetwelk- uit liefde lot ons het vleesch heeft aangenomen; heilige Voorlooper Joannes, gij engel en stem der woestijn ; heilige Apostelen en Leerlingen des Heeren, die met liefderijke harten den Koning der Heerlijkheid ontvingt, en Hem nu in gelukzalige aanschouwing geniet, ö smeekt voor mij bij God om barmhartigheid, dat Hij mij mijne zonden kwijtsehelde en mijne ziel volkomen zuivere, opdat ik in heilige vreugde en met vertrouwen naderen kunne, om het Sacrament des levens tot mijne eeuwige zaligheid te ont-vansen.
58
Bij het Kyrie Eleison.
Ontferm U mijner, ü liefderijkste Heiland! Zie ik ben arm en behoeftig; varrijk mij daarom met do hemelsche spijs, die uwe barmhartigheid den armen bereid heeft. Ontferm U mijner, ó Jesus.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid: Oefening van Outmoed en Oefenivy ran Berouic, in de tweede Comnm-iiieoefening, bludz. 95, 96.
Bij het Gloria in Exeelsis.
Eer zij God in den hoogen, en vrede den menscheu op aarde, die van goeden wil zijn. Wanneer, ö Heere, komt dan die vrede dien de Engelen verkondigd hebben en Gij in de wereld gebragt hebt, eindelijk ook in mijn hart! In mijn hart is nog veel onrust en strijd der zorgen en hartstogten, nog zoo veel' liefde en verkleefdheid aan het aardsehe; nog zoo vele bekoringen bestormen mijne ziel, en laten mij naauwelijks een oogenblik rust vinden. Goddelijke Vredevorst, Gij wilt heden uwen intrek in mijn hart nemen; ó breng mij den vrede, uwen vrede, dien de wereld mij niet geven, doch ook niet ontnemen kan; dien vrede, welken Gij ons door strijd en lijden, door uwen dood en overwinning verworven hebt, en waaraan allen deel zullen nemen, welke Gij uit hun geloof en hunne goede werken als de uwen
59
erkent; allen, welke met een zuiver hart en eenen kinderlijken vromen zin naderen tot uw heilig Sacrament.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid ; Oefening van Verlangen, in de tweede Communieoefeniiig, bladz. 97.
O God die ons in dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten; wij hidden U, geef, dat wij de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing gedurig in ons gewaar worden. Die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en hecrscht, God in alle eeuwigheid. Amen.
il II jl
Epistel van don Heiligen Paulus aan de Corinthiërs. 1. XI: 23—29.
|P
Mï.
Hiil
Broeders, wat ik van den Heer ontvangen lieb, dat heb ik u overgeleverd. In den nacht, toen de Heer Jesus verraden werd, nam Hij het brood; en gedankt hebbende, brak Hij hetzelve, en zeide: //Neemt 'en eet, dit is mijn ligchaam, dat voor u zal geleverd worden; doet dit tot mijne gedachtenis!quot; Desgelijks nam Hij ook na liet avondmaal den kelk en zeide: //Deze kelk is het nieuw verbond in mijn bloed! Doet dit, zoo dikwijls gij hem drinken zult, tot mijne ge-
60
dachten is!quot; — zoo dikwijls gij alzoo dit brood zult eten en dezen kelk zult drinken, zult gij den dood des Heeren verkondigen, tot dat Hij komen zal. Derhalve wie onwaardig dit brood eten of den kelk des Heeren onwaardig drinken zal, die zal schuldig zijn xan het ligchaam en bloed des Heeren. De rnensch beproeve dus zich zeiven, en ete dan van dit brood en drinke van dezen kelk. Want, wie er onwaardig van eet en drinkt, die eet en drinkt zijn eigen oordeel, wijl hij niet onderscheidt het ligchaam de» Heeren.
Bij den Epistel en het Evangelie.
Minnelijkste Heiland', met eon getroffen hart dank ik ü, dat Gij mij voor zoo vele duizenden tot het licht van uw heilig Evangelie geroepen hebt, en mij door nw goddelijk Sacrament kracht verleent, om den weg te kunnen bewandelen, die naar het rijk der hemelen voert. O mogt tot heden uwe liefde in mij zoo krachtig worden, dat ik uwe geboden, die Gij mij tot mijn heil gegeven hebt, tot aan het einde mijns levens met allo trouw vervulle en onophoudelijk naar ü, mijne eenige gelukzaligheid streve. Amen.
Evangelie van den Heiligen Joannes.
VI: 56—59.
In dien tijd zeide de Heer Jesus tot zijpe
61
leerlingen: '/Mijn vleescli is waarlijk spijs en mijn bloetl is waarlijk drank. Die mijn vleescli eet en mijn bloed drinkt, die blijft in mij en ik in liem. Gelijk de levende Vader mij gezonden heeft, en ik door den Vader leef, zoo zal ook degene die mij eet, door mij leven. Dit is het brood, dat van don hemel gedaald is ; niet gelijk het manna, dat nwe vaderen gegeten hebben en gestorven zijn. Die dit brood eet, zal leven in eeuwigheid.quot;
Bij hot Credo.
(Geloof.)
O Heer, Jesus Christus, die uw vleesch en bloed tot spijs en drank gegeven hebt, en om ons aan de vruchten uwer verlossing ten volle deelachtig te maken, ons dat geheim in uwe almagt hebt nagelaten, terwijl Gij zeidet' Doet dit tot mijne gedachtenis; hoe wonderbaar openbaart zich hier uwe almagt, wijsheid en goedheid; wij bidden U door deze liefde en genade, dat wij dit groote geheim met een levendig geloof, en met behoorlijke eerbiedigheid en godsvrucht ontvangen mogen. Door het heilige geloof ben ik verzekerd, dat Gij in dit heilige Sacrament waarachtig en wezenlijk tegenwoordig zijt; geen aardsch brood, maar Gij zelf, mijn goddelijke Verlosser, zijt hier tegenwoordig. Dit geloof ik met zekerheid, schoon mijne ligchamelijke oogen het niet zien; in cot-
jl:
62
moed onderwerp ik mijn verstand en mijne zintuigen, en houd mij aan het woord, dat Gij gesproken hebt: //Zalig zijn degenen, die niet gezien en toch geloofd hebben,quot; en roep aanbiddend uit: //Mijn Heer en mijn God, Gij alleen hebt woorden des eeuwigen levens.quot; Alles, wat uw mond gesproken heeft, geloof ik met een blijmoedig hart en belijd dit geloof met de geheele heilige Kerk, zeggende: Ik geloof in God, den almagtigen Vader, enz.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid: Oefening des Geloofs, iu de tweede Communieoefemng, blad/. 93.
{Liefde.)
Uit oneindige liefde hebt Gij, mijn beste Heiland, U geheel voor mij opgeofferd, alles, spijs en drank, alle aardsche vermaken wildet Gij ontberen; Gij leedt zoo vele smarten on sterft met uitgestrekte armen op het altaar des kruises. Zie, brood en wijn wordt op het altaar bereid, opdat Gij ook heden het offer voor mij worden kunt; ook heden onttrekt Gij U uit liefde tot mijne arme ziel aan den luister uwer Godheid, opdat gij mij alles worden kunnet. Hoe kan ik U echter ontvangen, 6 mijn Jesus, indien ik niet uit de reinste wederliefde U ook alles geve, wat ik ben en bezit? Zoo offer ik U dan heden al mijne ge-
63
dachten, woovden en werken op; Gij, ó Jesus, zult van nu af mijne eerste gedachte zijn bij het opstaan, en mijne laatste bij het slapen gaan; nergens wil ik liever van spreken, dan van U en uwe liefde, die Gij mij heden wederom betoont; iil mijn doen en laten zal slechts U gewijd zijn, zoo dat van nu af slechts Gij alleen in mij leeft. Amen.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid de Litanie ran de liefde Gods, bladz. 22.
B'j de Praefatie en bij den Canon.
{Hoop.)
Hijs op, .mijn harf! verlaat de aarde en verhef u ten hemel. Zie, daar aanbidden de Engelen met den diepsten eerbied, daar zinken de | heraelsche Magten voor de oneindige Majesteit Gods op hunne aangezigten neder; daar zijn de reine zielen der heilige menschen in
I diepe aanschouwing der eeuwige liefde verzonken, en onuitsprekelijk zalig in het genieten dei-onthulde Godheid, zingen zij onophoudelijk lofzangen van dankbaarheid. O, dat ook ik met hen instemmen en uit den vollen gloed mijns harten uitroepen konde: //Heilig, heilig, heilig zijt Gij, God der Heerscharen: he-nel en aarde zijn vol van uwe eeuwige heerlijkheid. Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Hoeren, Hosanna in den hooge!quot; Doch Heerc, zwak en uwer onwaardig is deze lof nog in diepe aanschouwing der eeuwige liefde verzonken, en onuitsprekelijk zalig in het genieten dei-onthulde Godheid, zingen zij onophoudelijk lofzangen van dankbaarheid. O, dat ook ik met hen instemmen en uit den vollen gloed mijns harten uitroepen konde: //Heilig, heilig, heilig zijt Gij, God der Heerscharen: he-nel en aarde zijn vol van uwe eeuwige heerlijkheid. Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Hoeren, Hosanna in den hooge!quot; Doch Heerc, zwak en uwer onwaardig is deze lof nog in
64
mijnen mond; want ik wandel nog op aarde, en do weg tot don liemel, tot mijne zalige voleinding is nog zoo verre; zoo vele onvolmaakt-lieden drukken mij nog ter neder, zoo vele gevaren omringen mij; de wereld is zoo boos en ik lien zoo zwak; en indien ik ook lieden uwen lof zinge, Gij weet, lioe nabij de bekoring is, die zich weder vijandig tusselien mij en mijne biddende ziole dringt. —- üocb Heere, Gij hebt immers versterkend brood voor de zwakke pelgrims op aarde, ja Gij zelf zijt dit brood der ziele; wie daarvan eet, beeft op aarde reeds liet eeuwige leven in zieli. Zulk een brood hebt Gij belooid mij te zullen geven; Heer, geef mij altijd van dit brood opdat ik niet wankele en van uw pad niet afwijke, opdat ik op dezen pelgrimstogt niet be-zwijkc en neêrzinke, maar daar zeker komen moge, waar ik U met uwe uitverkorenen in eeuwigheid loven en prijzen kan. [k hoop vastelijk, 6 mijn Heiland, dat Gij. mij dit zult toestaan. O mijn .Tesus, verlevendig en vermeerder mijne hoop.
15iil hier, zoo gij tijd over hebt, de Litanie van de IIuop, bladz. dO.
Bij de Consecratie.
BIJ DE OPHEFFING DER HEILIGE HOSTIE.
Mijn Heiland, mijn God en mijn Koning, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt. Diep in het stof gebogen, aanbid ik U, o verborgene .Tesus Christus. Heer, Gij Schepper aller dingen,
65
hoe vornedert Gij I' in de geringe gedaante des broods!
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde Het allerheiligste en goddelijke Sacrament'. 3
BIJ DE OPHEFFING VAN HET HEILIGE BI.OE».
O dierbare Heiland, drie uren hingt Gij smartelijk aan het kruis; overvloedig vloeide het hier verborgene bloed uit uwe heilige wonden. O dierbaar bloed, waseh mij rein van al mijne zonden, en laat ons allen in U het losgeld onzer zielen vinden.
Eeuwige Vader, ik offer u het dierbare bloed van Jesus Christus op, tot vergoeding voor mijne zonden en voor de behoeften der heilige Kerk.
i
Na de Consecratie.
(Verlangen.)
Weldra zal de zalige stond nu daar zijn waarin mij de genade zal te beurt vallen, dat ik L', ó liefste Jesus, eindelijk vinde; dat ik ü bezitten en mijn geheelc hart voor Ü uitstorten kan ;
dat ik met U spreken mag, gelijk een vriend met zijnen vriend. O mijn Heer en mijn God, konde mij zeiven toch zoo geheel vergeten en één ®et U zijn! Gij zijt de uitverkorene mijns har-
66
ten ; bij U te zijn allo dagen mijns levens, i hemelsclie wellust; Gij zijt mijn vredevorst, want in TJ vind ik alleen waren vrede, ware rust, en buiten U slechts smart en kwelling. Koe liefelijk, ó Heer, is uw geest; Gij zijt onze God, en allen die in IT gcloovcn, zoo onuitsprekelijk nabij. Om ons liart dagelijks te verwikken en te verblijden, geef Gij U aan ons tot een dagelijkse! genot, tot eenen dagelijksclien maaltijd der liefde O grenzenlooze liefde, die zich gclieel ten beste der mensclien heeft opgeofferd. Wat zal ik den Heer voor deze genade, voor deze liefde kunnen wedergeven? Er is geen geschenk dat ik Hem geven, geen, dat Hem welgevalliger zijn kan, dan een berouwhebbend en ootmoedig hart; dit wil ik Hem geven, geheel en voor altijd, opda! het volmaakt één met Hem worde. Dan zal Hij tot mij zeggen; Ik ben gaarne bij n, moogt gi, ook gaarne bij Mij zijn? En ik zal antwoorden Lieve Heer, blijf bij mij, ik wil zoo gaarne bij TI zijn; want het is mijn eenigst verlangen, da mijn hart één met U worde en één met U blijvi in eeuwigheid. Amen.
AU er nog tijd is, /00 verrigt hot gebed: Liefde ca verlangen naar den Heiland, in de tweede Conmunie oefening, bladz, 92.
(Ootmoed.)
O mijn Jesus, ik weet, dat Gij een ootinoedi!
67
en vermorzeld hart niet verwerpt; ik erken mijne zonden en misdaden, waarmede ik U zoo dikwijls en zoo zeer beleedigd heb. Weemoedigheid daarover vervult geheel mijn hart; niet omdat ik ckardoor uwe belooningen die Gij mij beloofdet verloren, en uwe straften waarmede Gij mij dreig-det verdiend heb, maar omdat ik U, mijnen bes-lijksclil ten Vader, mijnen beminnenswaardigsten Weldoener beleedigd heb. — Konde ik toeh met mijn bloed mijne gepleegde zonden afwasschen, ik zoude het gaarne geven! Doeh reinig Gij mij, u mijn Verlosser, die uw bloed voor mij vergoten, eu den dood voor mij geleden hebt; genees de wonden mijner ziel, opdat ik rein en U welgevallig, ü in mijne ziel ontvangen kan. O Gij Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt; ontferm Ü mijner!
Bij de Communio der Priesters.
Goddelijk hart van Jesus, gij woonstede dei-reinste liefde, trek mijn hart met eenc gelijke liefde tot U, o mijn hoogste goed; laat het, zoo als gij geweest zijt, een altaar zijn, dat onverteerbaar brandt door den vurigsten gloed der liefde.
Zie, ó .Tesus, mijn smachtend verlangen; zie mijn oog vol heete tranen, die mij slechts door uwe liefde ontvloeijen. Laat mij U, ö Jesus, beminnen, laat ik mij steeds meer en meer in de liefde oefenen, die voortkomt uit uw goddelijk liart.
68
Weg, o wereld, ik heb liet beloofd; de banden die mij zoo lang aan u boeiden zijn verbroken ; weg, ó wereld, ik zeg liet vrijmoedig, uwe liefde is slechts leugen en uwe vreugde slechts bedrog; Jesus, Jesus alleen is getrouw
O, hoe brand ik van verlangen, om Ü, o mijn Jesus te ontvangen! Neem mij op in uw hart; met dit goddelijke hart wensch ik mij te vereenigen: en in IJ, ö mijn Jesus verzonken te blijven zal mijn troost en mijn leven zijn.
Bij het einde der Heilige Mis.
Zegen, o mensch geworden Woords ctes eeuwigen Vaders, dit hart dat U ontvangen zal; verlicht mij, o Licht der wereld, opdat ik de grootte uwer majesteit en mijne diepe nietigheid erkenne. O God der heerlijkheid, sidderend, doch ook met een levendig geloof aan uwe oneindige goedheid, nader ik tot uwe heilige tafel; niettegenstaande mijne gebreken en overtredingen komt Gij tot mij, want Gij, liefderijke Heiland, verstoot don zondaar niet, indien hij met een opregt berouw tot U terug keert. O Heer, ik hoop wel dat ik door het heilige Sacrament der Biecht voor U van zonden gezuiverd ben; echter, wat is de zwakke zondige mensch voor U, de Allerheiligste! Aan den voet uws altaars vernieuw ik nogmaals het berouw over mijne zonden, en den diepen afschuw van mijne ondankbaarheid en ongehoorzaamheid. Eeinig mij meer en meer; schep in mij een zuiver hart.
69
Zegen mijne goede vooniomens, dat zij tocli dozen keer; van dit uur af, volbragt mogen worden; laat eindelijk uwe genade al het kwade in mij, en de neiging tot hetzelve overwinnen, opdat ik van nu af de zonde afgestorven zijnde, slechts in geregtigheid leve.
Nu dan, o goddelijke Verlosser, met het verlangen om: Een te zijn met ü; om zoo heiligen schuldeloos, zoo ootmoedig en zachtmoedig, zoo onvermoeid in het weldoen te zijn gelijk Gij; met dil vurige verlangen nader ik tot uwen heiligen disch, dien Gij mij bereid hebt. Laat mijne gezindheid de uwe steeds gelijkvormiger, en mijne vereeniging met U steeds volmaakter worden. Amen.
Drie Liefdezuchten tot Jesus,
voor de H. Communie.
1. O Jesus! ontsteek mijn hart, hetwelk ik | U ten offer breng, met liet vuur uwer liefde, en | blusch allo vlammen van aardsche liefde in hetzelve uit, opdat buiten U, niets in de wereld mij bcliage. In uwe liefde wil ik leven en sterven.
'2. Uw roep, ö Jesus is: „Komt allen tot mij die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken.quot; Met uitgestrekte armen verwacht Gij mij aan het kruis. Zie, o Jesus! ik kom. Neem mij op, bid ik U, en eeuwig wil ik door uwe liefde omarmd met U vereenigd blijven.
3. Het is mij geboden, niet ledig voor U te verschijnen. Doch wat zal ik u geven, ö mijn' Jesus? Neem de geschonken uwer goedheid eu
70
de kracliten mijner ziel aan, die ik LI ten uwen dienste toewijdc; neem mijn verstand, mijn geheugen en mijnen wil aan. Aan U alleen wil ik denken; niets wil ik weten, buiten U, niets wil ik beminnen, buiten U, en in niets gescliiede mijn wil, maar alleen de uwe. Ik kom, wijl Gij mij gebiedt te komen, wijl ik zonder U niet gelukkig zijn kan. Zoo neem mij dan op, o Jesus, en vervul aan mij, hetgeen Gij belooft hebt. Jesus, ik geloof in ü; Jesus, ik hoop op U; Jesus ik bemin nu en tot in alle eeuwigheid. Amen.
Gobed bij het heengaan tot de H. Communie.
Staat mij bij, o allerheiligste Maagd met deu heiligen Josef. Mijn heilige Engel-bewaarder, en gij mijne geliefde beschermheiligen N. N. staat mij ter zijde, en bereid mij den weg tot de tafel des Heeren.
O Heer, ik ben niet waardig dat Gij ouder mijn dak, in mijne ziel komt; doch spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden.
Na deze gebeilcn nader tot de heilige tafel met al den eerbied, zedigheid en ootmoedigheid, welke deze eerwaardige handeling en hooge genade vereiseht. Nader met vertrouwen, want het is uw Heiland zelf, die « uitnoodigt om Hem te ontvangen; hoop alles van Hem. — Terwijl gij den Heiland ontvangt, zoo denk er levendig aan, dat de Heiligste en Hoogste, uw Schepper en Ter-losser zijn intrek bij u ueemt, en spreek in uw hart met den priester:
Het ligchaam onzes Heeren Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwige leven. Amen.
71
GEBEDEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Het is nietj noodig, dit onderrigt iedereu keer te lezen. Het komt er meer op aan, dat men overwege, wat er in ligt opgesloten. ^
Nadat gij, christelijke ziel, Jesus (.mengen hebt, en Hij met zijne godheid en menschheid gewaar-
'digd heeft plaats te nemen in de arme herberg uws harten, zoo vereer uwen hoogen gast ook naar uw beste vermogen; want naar waarde zijt gij het niet in staat. Hoe echter? Het onderwerp uwer godsvrucht moge het volgende zijn: 1) Geloof dat Jesus in u zelveu tegenwoordig is; val neder en bid Hem aan. 2) Danh Hem voor zijne liefde, die Hem heden tot u gevoerd heeft. 3) Betreur nogmaals uwe zonden. 4) Beloof Hem nu standvastige trouw in zijnen dienst, dat is, standvastige verbetering des levens. 5) Bid Hem om genade, en draag Hem uwen kommer en uwe ellende, uwe rampen en tegenspoeden voor; vergeet niet, om eene bijzondere genade te bidden, en voornamelijk om die, welke n het noodzakelijkste is; vergeet niet voor uwe naasten, als ook voor de zielen in het vagevuur te bidden. Bidt gij met vertrouwen — zoo zult gij alles verkrijgen. Bedenk welk onuitsprekelijk geluk het is, diengene te bezitten, welken hemel en aarde niet kunnen bevatten, den oorsprong aller genaden, Jesus Christus, uwen Verlosser en hoogsten Heer aller dingen, Begeef u naar eene plaats, waar gij stil in u zelve gekeerd, en vrij van alle verstrooijing, u met dezen hemelschen bruidegom onderhouden kunt, en zeg: »Nu heb ik gevonden dien mijne ziel bemint: ik zal Hem
72
vasthouden en Hem niet laten ^aau. Miju geliefde is de mijne eu ik ben de zijne,quot; of gelijk de aartsvader Jacob: quot;ik zal U niet laten gaan, tenzij Gij mij gezegend hebt,quot; of gelijk Panlus: oik leef, doch niet meer ik. maar Jesus leeft in mij. Wie of wat zal inij vau de liefde vau Christus kun.ueu scbeidcn?quot;' Overweeg wel, dat deze oogoublikkeu kostbaar zijn, en dat men God dezelve alleu sclienken cm wijden moet. Stort uw -hart uit in heilige gevoelens eu bcgeertens, oefen n in liefde en vertrouwen; zweer der zoude eeuwigen haat, en offer n geheel aan God op. Hebt gij eenigen tijd om U in stilte met Jesus te onderhouden, zoo kunt gij ter aauwakkevjjy uwer godsvrucht de volgende gebeden verrigten.
Ligchaam van Christus maak mij zalig.
Water uit de zijde van Christus waseli mij. Lijden van Christus versterk mij.
Verberg mij in uwe heilige wonden.
Laat niet toe dat ik van U gescheiden worde, Bescherm mij tegen den boozen vijand.
Hoep my in het uur van mijnen dood.
Opdat ik U met al Uwe .Heiligen love in alle eeuwigheid. Amen.
Jesus, voor U leef ik; Jesus, voor U sterf ik; Jesus, ik ben de uwe in het leven en inden dood. O mijn Jesus, ik geloof in U, ik hoop op (J, ik bemin U van ganscher harte.
1:
73
O mijn Jesus, van waar komt liet, dat Gij, mijn groote God, U gewaardigt tot mij te komen ! Met den diepsten eerbied aanbid ik tT als mijnen Heer en mijnen God; eeuwigen dank zeg ik U, en otter U mijne ziel en mijn ligehaam, ja alles wat ik heb tot uwen heiligen dienst op. Blijf nu bij mij met uwe genade, en versterk mij door de kracht van dit heilige Sacrament nu en in het uur van mijnen dood. O mogten toch alle volkeren der aarde U erkennen, en mogten alle ketters, die U in dit aanbiddenswaardig geheim lasteren, en alle slechte christenen, die dit heilig liefdemaal zoo dikwijls onteeren, door het onwaardig te ontvangen, zieh tot U bekeeren, eu ü de schuldige eere geven. Ja, aanbidding, lot en roem zij U, koning der eeuwige heerlijk-licid! Daarom roep ik in het stof vernederd, vol eerbied met de hemelsche geesten uit: Heilig, heilig, heilig is de Heer, God Sabaoth! Hemel eu aarde zijn vol van zijne heerlijkheid! Hosanna in den hooge! Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Heeren! Hosanna in den hooge! Geloofd en gezegend zij het allerheiligste Sacrament des Altaars, nu en altijd en in alle eeuwigheid! Amen.
Dankzegging.
Zou hebt gij nu gevonden, dien uwe ziel bemint. Houd wat gij hebt, dat niemand u de kroon ontroove,
j
74
opdat van nu af niet meer gij, maar Jesus Christus in \i leve. — Groote diugen heeft de Heer aan u gedaan, dat Hij uw hart tot zijne woning verkoos; zeg Hem dank door het volgende
Gebed.
Ik lieb ü in mijn liart, ó Jesus, mijn Heiland en Verlosser, U mijnen God, mijnen troost, mijne rust en mijn al. Wees duizendmaal gegroet, eeuwig, hoogste goed mijner ziel; wees gegroet Gij heil der wereld. Gij oorsprong aller liefde en ontferming, Gij mijn toevlugt, mijn Heer en mijn God. Ik bemin U als mijn lioogste goed, ik omhels [ als mijn Heiland en Zaligmaker. Welk eene groote genade is het voor mij, dat Gij, mijn Heer en mijn God, do Koning des hemels en der aarde, U gewaardigt, tot mij, uw zondig schepsel, te komen. ^ au waar komt mij deze genade, ö mijn .lesus'.' Slechts alleen van nwe oneindige goedheid en barmhartigheid! — Welken dank ben ik T daarvoor schuldig! Geene grootere weldaad had Gij mij ooit op de wereld kunnen bewijzen. Kindeloozen dank zeg ik l , ó mijn Jesus ; en wat ik niet kan, namelijk L daarvoor waardig prijzen, dat zullen in plaats van mij uwe Heiligen doen, benevens alle schepselen do? hemels en der aarde.
Heilige Maria, Moeder van dengene, dien ik thans in mijn hart heb opgenomen; zeg mijnon Jesus dank voor eLe groote genade die Hij mij bewezen heeft, dank Hem met mij van nu af tot
75
in eeuiviglicid. Gij Heiligen Gods, zegt mijnen God eeuwigen dank voor de grenzclooze liefde, die Hij mij, zijn ellendig schepsel, thans bewezen heeft. Alles, wat geschapen is, love mijnen Josus in eeuwigheid; Hij, de Almagtige en Barmhartige heeft groote dingen aan mij gedaan.
Blijdschap ovor het bezit van Jesus, en verlangen om hem te behouden.
Waarlijk, groote dingen heeft God aan ü gedaan! Engelen mogen zijn aanschijn slechts aanschouwen, cu hij n -—• heeft Hij zijnen intrek genomen! — Welk otïer der liefde wilt gij Hem daarvoor brengen ? O, vrees Hem te verliezen ! Spreek daarom tot Hem met gevoelens van liefde en blijdschai) het volgende
G-ebed, om Jesus steeds te beminnen.
•Tesus, van nu af loef ik voor U alleen. Gij zijfc de Koning mijns harten, en Gij zult liet zijn en blijven. Heersch over mij volgens uw goddelijk welbehagen; ik wensch niets te zoeken, dan U; — niets te willen, dan U; - niets te beminnen. dan U; — niets wenschelijks heb ik op aarde, geene zaligheid heb ik in den hemel, buiten U, ö mijn Jesus, mijn heil en mijn erfdeel in eeuwigheid.
76
Besluit, om Jesus na te volgen.
Overweeg, hoe groot de liefde van Jesus tot zijnen hemelschen Vader en tot de menscheu is; overweeg zijne minachting der aardschc vermaken, zijne zachtmoedigheid, zijnen ootmoed, zijn geduld en alle overige eigenschappen, die Hij getoond heeft, om u tot voorbeeld te dienen. Opdat echter Christus uw erfdeel worde, zoo moet gij zijn eigendom blijven. Doch gij weet, hoe vele vijanden u om het bezit van dit erfdeel belagen. Bid God om kracht, om zijn eigendom te kunnen blijven en spreek in deze meening tot Hem de volgende
Opoffering en overgeving.
O Jesus, ofl'er der liefde, Gij hebt U in dit aanbiddenswaardig Sacrament geheel aan mij overgegeven. Zie, ook ik wil mij thans geheel aan U toewijden. Ik offer U mijn ligchaam op, dat Gij thans door uwe tegenwoordigheid heiligt; ik offer U mijn hart op, om U te beminnen en de zonde te haten; mijn verstand, om uwe vol-. maaktheden steeds beter te leeren kennen; mijn geheugen, om mij aan uwe liefde te herinneren; mijne oogen, om de wonderen uwer werken te beschouwen; mijne ooren, om slechts van L en uwe ontferming te hooren; mijnen mond, om slechts uwen lof te verkondigen ; mijne handen, om U welbehagelijke werken te verrigten ; mijne voeten, om de wegen uwer geboden te bewandelen. Ik geef mij geheel aan I over, doe met mij, wat U behaagt. Ik wil voortaan slechts
77
leven, om U te beminnen, te aanbidden en te verheerlijken. Ik beken het, mijn Verlosser, dat deze offergift uwer zeer onwaardig is; want ik ben slechts een onnutte knecht. Doch zoo ik U weinig geve, zoo geef ik U nogthans alles, wat ik in staat ben te geven. Gij zult dus mijn offer niet versmaden, en ook eene onvolmaakte gift, om de zuiverheid der bedoeling en des goeden wils, welgevallig aannemen. Je? us Christus, laat den duren prijs van uw heilig bloed aan mij niet verloren zijn. O Jesus, verstoot die ziel niet, welke Gij Ü gewaardigd hebt binnen te gaan. Gekruiste Jesus, verhoor mij!
Verzoek om den zegen bij al onze werken.
Wij allen hebb-m in dit moeijelijk aardsnhe leven, waarin wij met zoo vele moeijelijkhedcn beladen, aan 200 veel gevaarlijken strijd, aan zoo vele drukkende rampen onderworpen zijn: in onze bekommeringen, kwellingen en tegenspoeden troost en bijstand noodig. Tot wien zonden wij ons anders wenden als tot Jesus Christus, om vertroost, versterkt en bewaard te blijven. Uw Heiland, nw vriend, uw grootste weldoener is bij U; doe Hem alle bekommeringen uws harten kennen, en bid om zijnen zegen door bet volgende
Gebed.
Zegen mij, 6 Jesus, in mijn leven met de genade van alles te erkennen, te zoeken en te volbrengen, wat U welbehagelijk is; versterk mij in welvaart en tegenspoed., opdat ik mij in
78
gene niet verheffe, en in deze niet bezwijke, laat niets mij verblijden, dan hetgeen mij nader tot TJ brengt, en niets mij bedroeven, dan hetgeen mij van TJ verwijdert; geef ook, dat ik niemand traclite te behagen en niemand vreeze te mishagen, dan slechts U alleen. Schenk mij o mijn God, een hart, dat U opregt en ernstig bemint; een hart, dat de gepleegde zonden smartelijk betreurt; een hart, dat door niets ter wereld zieh meer van U laat scheiden, noch in het leven, noch in den dood
. Zegen mij, ó mijn Josus, ook in het sterven. Bewaar mij voor oenen haastigen, ongelukzaligen dood; bescherm mij tegen alle aanvechtingen van den duivel, cn laat mij niet sterven, zonder het waardig ontvangen van dat heilige Sacrament, hetwelk Gij voor mij en alle zondaren tot hulp en troost in uwe ware Kerk hebt ingesteld. Versterk mij door deszelfs kracht in de smarten des ligchaams Verlaat mij niet in mijn laatste uur, en bewaar mij voor alle vermetelheid cn voor alle kleinmoedigheid. Geleid mij, o Heer, en bestuur mij, opdat ik in uwe genade leve, in uwe genade sterve, en ü eens met uwe Heiligen in den hemel eeuwig loven en prijzen moge.
Uw goddelijke zegen kome ook over allen die mij dierbaar zijn, over mijne ouders, bloedverwanten, huisgenooten, weldoeners, vrienden en bekenden, ook over mijne vijanden, bijzonder N. N. — Gij kent hunnen kommer, hunnen nood en hunne behoeften. Ook bid ik U voor diegenen, welke ik niet
79
kenne, doch die uwe hulp bijzonder noodig hebben, zoo wel levenden als oveïledenen; kom allen te hulp en wees hen genadig. Uw goddelijke, weldadige zegen kome over ons allen, cn blijve bij fins van nu af tot in eeuwigheid. Amen.
G-etaed tot Maria, om zieh. aan den dienst dezer Allerheiligste Maagd toe te wijden.
O Maria, reinste Maagd, magtige Koningin des Hemels en der aarde, en zeer beminde Moeder van mijnen God en Heiland; zie hier voor uwe voeten een arm kind, dat onder uwe moederlijke bescherming verlangt opgenomen te worden. Heden heb ik het geluk gehad, Jesus Christus, uwen aanbiddenswaardigen Zoon in het heilige Sacrament des Altaars te ontvangen; heden heb ik mij geheel met Hem vereenigd, en mij op nieuw aan zijnen heiligen dienst toegewijd en opgeofferd. Hij wil mij nu weder als zijn kind aanzien en mij zijne liefde gevoelen laten. Mijn geluk ware volmaakt, indien ook gij, o zeer geliefde Moeder mijns Verlossers, mij onder het getal uwer pleegkinderen opnemen en van uwe quot;vermogende bescherming verzekeren wildet. Gij vermoogt alles bij uwen goddelijken Zoon, Hij wil en kan u niets weigeren, en wat wij uit hoofde van onze onwaardigheid niet verdienen te verkrijgen, dat kunt gij ons verwerven, indien gij u gewaardigt, onze voorspraak bij Hem te zijn.
80
, Vergun mij dus, ö minnelijke Moeder van ' mijnen Jesus, dal ik u ook mijne moeder noeme, mij aan uwen dienst toewijde, en naast God al mijn vertrouwen op u stelle. Het is immers nog nooit gehoord, dat er een uwer pleegkindereu verloren is gegaan. Ik neem dan mijnen toevlugt tot u, ó magtige beschermster en voorsprekeres, en in al mijne geestelijke en ligchamelijke rampen en gevaren wil ik mij tot u wenden, in de vertroostende hoop, verhoord en gered te zullen worden.
Ik geef derhalve heden en alle dagen mijns levens, en voornamelijk in het uur van mijnen dood, mijn ligchaam en mijne ziel, alles wat ik ben en wat ik bezit, aan u over. Op u stel ik mijne hoop en mijnen troost, u beveel ik mijn leven en mijnen dood aan, opdat al mijne gedachten, woorden en werken, tot meerdere eer en verheerlijking van mijnen God mogen strekken.
Ik neem mij ook vastelijk voor, om de vereering van u naar mijn vermogen te verbreiden, uwe eer steeds moedig te verdedigen, en niets toe te laten, wat dezelve zoude kunnen bena-deelen. Inzonderheid wil ik mij echter beijveren, om u door het beoefenen van die deugden te vereeren, welke zoo helder in u uitblinken: uwe diepe ootmoedigheid, uwe onvergelijkelijke zuiverheid, uwe zachtmoedigheid en lijdzaamheid, uwe onderwerping aan den goddelijkcn wil. En indien ik mijn leven zoo naar het uwe inrigte, dan ben ik zoo wel van uwe moederlijke bescherming als van mijne eeuwige zaligheid
verzekerd.
81
O Maria, minnelijke Moeder, versmaad mijne dringende Lede niet, wees mijne middelares en voorsprekeres liij uwen goddelijken Zoon, mijnen strengen Eegtfr, opdat ik voor Hem bestaan moge,, een genadig oordeel verwerve, en waardig bevonden worde, om Hem in allo eeuwigheid met u en alle zalige geesten te loven en te verheerlijken. Amen.
GODVRUCHTIGE GEVOELENS KA DE H. COMMUNIE.
Nu ben ik rijk aan schatten!
De vrede is nu mijn deel,
Geluk en zaal ge vreugde Vervullen mij geheel.
De hemel schonk dc reinste lust! Welzalig 't hart dat daarin rust!
Meer dan ik durfde hopen Heeft Jesns toegestaan;
Hij gaf zich mij tot spijze:
Wat eer deed Hij mij aan ! Ontvang, ó Heer, voor zulk een schat Mijn harte dat l thans bevat.
6
82
'k Wil nooit den Heer verlaten,
Die liefdrijk tot mij kwam;
Maar trouw wil ik hem zweer en,
Mijn Bruidgom, 't goddelijk Lam ! Ik wijd1 Hem eeawge liefde toe.
Niet anders ben ik wel te moè.
Wil Jesus bij mij blijven !
Versterk mij in den strijd, In droefheid en in vreugde
Van mijnen levenstijd.
'k Bid dat Gij, Heer, mij niet verlaat, Wanneer mijn laatste ure slaat.
83
GODVRUCHTIGE VERZOEKEN NA DE H. COMMUNIE.
L
Verzoek om vergiffenis der feilen, dio men bij de H. Communie begaan heeft.
Op uwe uitnoodiging, ó goederticrenste Josus, ben ik tot het groote gastmaal gekomen, niet alsof ik deze eer geloofde te verdienen, maar, wijl ik mij op uwe oneindige goedheid en barmhartigheid verliet. Ik onwaardige heb uw ligchaam en uw bloed genoten, want Gij hebt gezegd; „Indien gij het vleesch van den Zoon des menschen niet zult eten, zoo zult gij het leven in u niet hebben.quot; Minnelijkste Jesus! ik bid U, gedenk mijne zonden niet, waarmede ik bijna geheel mijn leven bevlekt heb; zie ook niet op de achteloosheden, die ik bij deze heilige communie begaan heb. Ach! hoe weinig moeite hèb ik mij gegeven, om mijn geweten te zuiveren! Hoe koel was het berouw over zoo vele en zulke afschuwelijke zonden, die ik bedreven heb! Hoe ongevoelig was mijn hart, toen ik tot dit Sacrament der liefde naderde 1 Hoe weinig tijd heb ik tot de voorbereiding en schuldige dankzegging besteed ! Indien Gij de zonden en achteloosheden gedenkt, Heer ! Heer, wie zal bestaan ? Ik beken dat ik verkeerd ge-
1
84
gedaan hel); Gij editor, lioop ik, zult mij mijne zonden vergeven. Groot is het vertrouwen eens zondaars, wieu de lielde des Heilands Lekend is. Yergeef, 6 Jesus, vergeef mij allo feilen, ! die ik bij liet naderen tot uwen heiligen disch begaan heb, en maak dezelve weder goed door uwe barmhartigheid en uwe oneindige verdiensten. Daarom bid ik U van harte. Amen.
Verzoek, om nooit weder door eene doodzonde van Jesus geseheiden te worden.
O mogt ik toch in het toekomende door zulk een' vasten band met TJ, ó Jesus! vereenigd blijven, dat ik in eeuwigheid niet weder van l gescheiden werd! Maar ach! er woont in mij, namelijk in mijn vleesch, niets goeds; wel maak ik besluiten, om liet goede te doen; doch ik vind de kracht niet in mij, om het te volbrengen; want ik doo niet het goede, dat ik wil: maar ik doe het kwade, hetwelk ik niet wil. Daarom wend ik mij tot U, o Jesus, die mijn onvermogen ziet, en uit wien al mijne kracht is. Geleid Gij, o leidsman mijner ziel, mij voor uwe oogen op uw pad, geleid mij volgens uwe regtvaardige geboden. Zonder U vermag ik niets; doch alles kan ik door U, die mij versterkt. Help mij dus. opdat ik meer dan alle overige zonden, waartoe de boosheid en zwakheid
85
mijner bedorvene natuur maar al te zeer geneigd is, voornamelijk deze . . , vermijde; dat ik ecliter onder de overige deugden, naar welke te streven ik helaas zoo traag ben, bijzonder naar die .... trachte. Reik mij, o Jesus, uwe behulpzame hand, en ik zal uwe magt prijzen. Maak mijne vereeniging met U zoo naauw en duurzaam, dat ik uitroepen kan : „Wie zal mij scheiden van de liefde van Christus?quot;
III.
Verzoek, dat onze vrienden aan de vruchten
van dit Sarament deel mogen hebben.
0 Jesus! aan U hebben wij den kraehtigsten voorspreker bij God den Vader; Gij zijt liet Zoenoffer voor onze zonden; ja, niet alleen voor de onzen, maar ook voor de zonden der gc-heele wereld; Gij hebt ook uw vleesch voor het leven der wereld gegeven, en Gij wilt, dat alle mensehen zalig worden. Geef, bid ik IJ, dat allen nu en bijzonder in het uur van hunnen dood aan de vruchten van dit allerheiligst Sacrament deelachtig worden, voornamelijk mijne ouders en weldoeners, N . . mijne vrienden en vijanden, N . . . Breng hen met mij tot het eeuwige leven, boezem onze harten de genade in, (im onze zonden opregt te betreuren en te verzoenen, de deugden te beminnen en ons dezelve te verwerven, opdat wij eens in het huis uws Vaders, in de eeuwige heerlijkheid verdienen te
86
komen. Zalig zijn degenen, die in uw huis wonen, ö Heer! zij zullen U loven van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Gebed om voor een kruisbeeld te bidden.
Zie, ó mijn goede en zoete Jesus! in uwe allerheiligste tegenwoordigheid werp ik mij op mijne knieën neder, en bid en bezweer U met al de vurigheid mijner ziel, dat Gij mijn hart wilt doordringen met levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, en met een waar berouw over mijne zonden; en schenk mij eenen onwrik-baren vasten wil, om mijn leven te verbeteren, terwijl ik zeer getroffen en in de droefheid mijner ziel uwe heilige vijf wonden beschouwe en daarbij behartige, wat de heilige profeet David van U, ó mijn Jesus, voorzegd heeft; „Zij hebben mijne handen en voeten doorboord ; zij hebben al mijne beenderen geteld. Ps. XXI: 17, IS.
Als de tijd het toelaat ware het goed, te bidden het volgende of dergelijk
Algemeen gebed om eenen vollen aflaat te verdienen.
Om eenen door de Kerk verleenden aflaat te verdienen moet men in staat van genade zijn, en na gebiecht en
87
gecommuniceerd te liebten, moet men volgens het voorschrift der heilige Kerk voor het welzijn der Christenheid bidden, namelijk om verheffing der katholieke Kerk, om nitroeijing der ketterijen, om vrede en eensgezindheid onder de christelijke vorsten, jop de volgende of derge-lijke wijze.
O Jesus, die in deze wereld gekomen zijt, opdat wij het leven bezitten en het overvloedig bezitten zonden; ik geloof, dat gij met dit inzigt aan uwe heilige Kerk de sleutelen van het rijk ! der hemelen hebt toevertrouwd, met de belofte, ' dat alles, wat zij op aarde binden of ontbinden zoude, ook in den hemel gebonden of ontbonden zoude worden. Daarom geloof ik, dat Gij, ó Jesus, aan uwe heilige Kerk de magt gegeven hebt, om aflaat te verkenen, en dat gebruik van den aflaat heilzaam is. Mogt ik tot het geval vm die boetvaardige en verzoende zondaren behooren, waarop Gij met welgevallen nederziet, en die Gij met de volheid uwer genade beloont! Ik hoop het, 6 mijn Verlosser, en met dit vertrouwen verschijn ik voor U, om de laatste voorwaarde te vervullen die de Kerk ons voorgeschreven heeft, namelijk, om U zoo wel hare groote belangen, als die der geheele christenheid voor te stellen.
Om verheffing der H. Katholieke Kerk.
O God, opperste Herder en Vader dergeloovi-gen, die door uwen Heiligen Geest het geheele
88
iigchaam der Kerk bestuurt en heiligt, en door .Tesus Christus de heerlijkheid van uwen Naam aan alle volkeren helrt bekend gemaakt: Bewaar het werk uwer ontferming, opdat uwe heilige Kerk in al het goede toeneme, zich uitbreide over de geheele aarde, en in de belijdenis van uwen heiligen Naam standvastig volharde.
Dat Gij uwe heilige Kerk wilt beschermen en bewaren. — Wij bidden U, verhoor ons !
Tweemaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer zij den Vader, enz.
II.
lil 1 Pi i iii' 'l?1
I
Om eendracht der Christelijke vorsten.
O God! die den vrede geeft en de eensgezindheid bemint; geeft alle christelijke vorsten, uwe dienaren, volmaakte eendragt; verwijder alle oorlogen en twisten, opdat uwe geloovigen U in volmaakte vrijheid des geloofs mogen dienen.
Dat Gij de christelijke koningen en vorsten vrede en ware eendragt wilt verleen en. — Wij bidden Ü, verhoor ons!
I '»
Tweemaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer
z'J
i|
li
den Vader, enz.
III.
Om uitroeijing der ketterijen. Almagtige, eeuwige God! die allen zalig ma-
89
ken, en niet wilt, dat er een verloren ga; zie genadig neder op de zielen, die de arglistigheid van den Uoozeu vijand bedrogen heeft! — Geef dat uwe christenen alle verdeeldheid eindigen, alle dwalingen afleggen en tot de eenheid uwer waarheid terug keeren, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen
Dat Gij de vijanden der heilige Kerk wilt vernederen. — Wij bidden U, verhoor ons !
Tweemaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer zij den Vader, enz.
IV.
Voor zijne heiligheid den Paus.
Opperste en eeuwige Herder, Jesus, Christus, ik beveel U onzen heiligen Vader aan, den Paus N . . . uwen plaatsbekleeder op aarde! Verhoor zijne gebeden en wenschen, die uwe eer en het welzijn der Kerk beoogen. Geleid en verlicht, versterk, verdedig en ondersteun hem, opdat hij de heilige Kerk altijd waardig moge besturen. Amen.
Dat Gij den Paus en al de geestelijkheid in uwen heiligen godsdienst wilt bewaren. — Wij bidden U, verhoor ons!
Eenmaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer 1 aj den Vader; Ik geloof in God, enz.
Q-ebed.
0 God der ontferming! Gij hebt aan uwe
90
heilige Kerk de magt verleend, om te Linden en te ontbinden. Dankbaar maak ik gebruik van de genaden, die zij mij aanbiedt. Laat mij nooit vergeten, dat slechts ware boetvaardige zondaren welke hun hart door boetvaardigheid gereinigd hebben, de kracht van den aflaat en de kwijtschelding der tijdelijke straffen, die wij hier of hiernamaals moeten voldoen, deelachtig worden. Vergoed, wat wij bij de strenge boetplegingen der eerste christenen te kort komen, door uwe liefde en door de oneindige verdiensten van Jesus Christus, in welke alle christenen genade en verlossing hebben, en waardoor wij van uwe ontferming de zaligheid des hemels verwachten. Amen.
Gebed, om den aflaat voor eenen overledene op te offeren.
Jesus, mijn God en Heiland! ik smeek uwr oneindige barmhartigheid, dat hij den aflaat dien ik door mijne heilige communie verdiend heh, de ziel van N ... ter harer verlossing wilt laten strekken. Mogt deze ziel echter de voorbede niet meer noodig hebben, zoo schenk dezelve aan die ziel, welke het naast aan de verlossing is, opdat zij U, ö goede God, in den hemel ook in mijnen naam beminne, love en aanbidde, en inzonderheid voor mij bidde, opdat ik door eenen gelukzaligen dood in haar gezelschap in den hemel
91
moge opgenomen ■worden, om U te beminnen, te loven en te aanbidden in alle eeuwigheid. Amen.
Bid zevenmaal het Onze Vader, en Wees gegroet, en even zoo dikwijls: Heer, geef hun de eeuivige rust, benevens -. Ik geloof in God, enz.
DE STEM VAN DEN H. ENGELBEWAARDER BIJ TIET VERLATEN DER KERK.
Uwe godsvrucht en stille overdenking, mijn mij door God toevertrouwd pleegkind, moet geen einde nemen, zoodra gij de Kerk verlaat. De pligten van uwen staat roepen u naar huis. daarom moet gij echter den tempel uws harten niet verlaten ; want hoe ondankbaar zoudt gij jegéns uwen God zijn, die in hetzelve woont, indien gij Hem alleen liet, en u zoo geheel in de uitwendige dingen verlustigdet, dat gij niet meer aan Hem dacht! Indien gij ver te gaan hebt, zoo bid den heiligen rozenkrans of andere korte schietgebeden; zoek n geen aangenaam gezelschap; maar tracht, zoo veel mogelijk is, alleen te gaan. Kunt gij dit niet, zoo zoek uw gesprek op godsdienstige onderwerpen te brengen ; want verschrikkelijk ware het voor u, indien jdj uwen zoo wel als mijnen God, die zich zoo vol ont-lerming met u vereenigd heeft, door liefdelooze of onzuivere gesprekken terstond uit uw hart verdreeft, wat bij zoo velen geschiedt, eer nog de communiedag ten einde is. Breng, na de godsdienstoefening in de kerk, dezen eeheiligden dag door met het lezen van godsdienstige boeken, houd den kruisweg, of bid dien te huis. Bezoek en verkwik, zoo gij kunt, eenen zieke. Bespaar, onthoud u zeiven iets, opdat gij op den communiedag den armen iets meer dan anders geven kunt: daardoor zult gij u voor den hemel kostbare schatten verwerven.
92
ALS MEN DE HEILIGE MIS TE VOREN NIET BIJWONEN SAN.
Liefde en verlangen naar den Heiland.
(Door den' zaligen Thomas van Kempen).
Met dc grootste godsvrucht en vurigste liefde, met al liet verlangen en den gloeijendsten ijver mijns liarten wenscli ik 0,6 Heer, te ontvangen, gelijk vele Heiligen en godvruclitige zielen in de Heilige Communie naar U verlangden, die door de groote lieiliglieid huns levens en dc vurigheid hunner godsvrucht U het meest behaagd hebben. — O mijn God, eeuwige Liefde, mijn hoogste Goed, eindelooze gelukzaligheid, ik wensch LT met het allervurigste verlangen en met den diepsten eerbied te outvangen, die ooit eenige Heilige gehad heeft, of heeft kunnen gevoelen. — En ofschoon ik ook onwaardig ben, al die gevoelens van godsvrucht te bezitten, zoo oiler ik U nogthans al de begeerten mijns harten op, alsof ik al die brandende begeerten der Heiligen alleen hadde. — Ja, wat ooit eene godvruchtige ziel bedenken of verlangen kan om U in dit heilig Sacrament te eeren en te verheffen, dit alles ofl'er ik U op met de hoogste vereering en
amp;3
met lt;le innigste liefde. Niets wenscli ik voor mij te behouden, maar mij zelven en alles wat ik bezit, ofier ik U gewillig cn zeer gaarne 0P- — O lieer, mijn God, mijn Schepper en miju Verlosser! ik verlang U heden met zulk oene godsvrueht, eerbiedigheid en hoogachting, met zulk eene erkentenis, waardigheid en liefde, met zulk een geloof, hoop en zuiverheid te ontvangen, gelijk uwe allerheiligste Moeder, de luisterrijke Maagd Maria, U ontving cn naar U verlangde, toen zij den engel, die haar het geheim uwer mcnschwording verkondigde, ootmoedig en godvruchtig antwoordde: „Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiedde naar uw woord.quot;
BEBEDEN VOOK EN NA DE H. COMMUNIE.
(Door den II. Alphomus van Liyuorï).
I. Oefening van geloof.
Welaan dan, mijne ziel, haast u om Jesus te ontvangen; bereid uw hart ernstig voor door het geloot. Zeg Hem: Ach, mijn Heiland en mijn Verlosser, zoo zult Gij dan-binnen weinige eogenblikken tot mij komen. O Gij verborgene en door het meerendeel der mcnschen miskende God, ik geloof in U, ik belijd T, ik aanbid 1 in het allerheiligste Sacrament als mijnen Heer cu Heiland. Gaarne zoude ik mijn leven willen verliezen om deze waarheid te bevestigen. Gij
94
komt tot mij, om mij met uwe genaden te verrijken en om U geheel met mij te vereenigeu. O hoe groot moet mijn vertrouwen op uwe zoo liefderijke komst zijn!
II. Oefening van hoop.
Vergroot uw hart, mijne ziel; uw Jesus kan u met alle goederen vervullen; en wijl Hij u zoo onbegrijpelijk vurig bemint, zoo hoop dan groote genaden van dezen uwen Heer, die door liefde aangedreven, ja geheel in liefde veranderd, tot U komt. Ja, mijn liefste Jesus, mijne Hoop, ik stel al mijn vertrouwen op uwe goedheid ; ik hoop, dat daar Gij Ü heden aan mij schenkt, Gij de liefelijke vlam uwer heilige liefde in mijn arm hart ontsteken, en mij een opregt verlangen, om slechts enkel uw welbehagen te zoeken, geven zult, opdat ik van nu af in het vervolg niets anders moge willen en begeeren, dan slechts datgene, wat U behaagt.
III. Oefening van liefde.
Ach, Gij eenige en ware liefhebber mijner ziel, mijn God en mijn heil, wat kondet Gij nog meer doen om van mij bemind te worden ? — Het was U niet genoeg, ó Gebieder mijner ziel, om voor mij te sterven: Gij lieüt dit Sacrament willen instellen, om U geheel aan mij te geven, om uw hart met het hart van een zoo ellendig, ondankbaar mensch, als ik ben, te kunnen ver-
95
eenigeu en naauw te verbinden. O eindelooze liefde, ó onbegrijpelijke liefde, 6 onmetelijke liefde! Mijn God wil zich geheel aan mij schenken, wil zich geheel aan mij tot spijze geven!
Mijne ziel, gelooft gij dit? En zoo gij het gelooft, wat doet gij dan, wat zegt gij er van ? | Ach, mijn God, mijn minnelijkste God! ó oneindig beminnenswaardig, zelfstandig Wezen! Gij eenig voorwerp, dat waardig is, om door den hemel en de aarde met liefde gehuldigd te worden I Ik bemin U, uit geheel mijn hart, ik ï bemin U boven alles; ó konde ik toch bewerken, dat de harten aller menschen U zoo beminden, , gelijk Gij verdient bemind te worden. Ik bemin U, ó beminnenswaardigste God; ik vereenig mijn ellendig hart met dat der heilige Serafijnen, met het van liefde blakende hart der allerzaligste Maagd Maria, en met alle harten der uitverkorenen in den hemel en op aarde. Nu bemin ik U dus, ó oneindige Goedheid, met al de liefde, waarmede alle Heiligen en Maria, de Koning : van alle Heiligen, U beminnen. Ik bemin U 1, alleen daarom, wijl Gij waardig zijt, boven alles bemind te worden.
Mijne ziel, gij gaat nu heen, om u met het allerheiligste vleeseh van Jesus te spijzen; zijt gij zulks echter ook waardig? O mijn God, wie ben ik, en wie zijt Gij ? Mijn God, ik
96
erken uwe allerlioogste majesteit en tevens mijne groote nietigheid.
Gaarne zoude ik mij uit eerbied van U verwijderd houden; docli waarheen zal ik gaan, indien ik mij van U verwijder ? Tot wien zal ik mijne toevlugt nemen ? Wat zal er van mij worden ? Neen, mijn Heer en mijn God, nooit wil ik van U wijken. Zeer verootmoedigd en rood van schaamte wegens mijne zonden, kom ik dezen morgen tot U. Bij dit alles ben ik echter vervuld met een vast beti ouwen op uwe goedheid en onbegrensde liefde, die Gij U verwaardigt mij toe te dragen.
V. Oefening van berouw.
O God mijner ziel, hoe doet het mij leed, dat ik U tot dus verre niet bemind heb, ja veeleer, in plaats van U te beminnen, mijne lusten en verkeerde neigingen bevredigd en nwc oneindige goedheid zoo dikwijls bedroefd en be-leedigd heb. Ik haat en verfoei meer dan alles aller belcedigingen, zoo wel de grooten als dc geringen, die ik Ü heb aangedaan, omdat Gij er door zijt beleedigd geworden, die de oneindige Goedheid zelve zijt. Ik hoop wel is waar, o mijn God, dat Gij mij mijne misdaden reeds vergeven hebt; mogt dit eehti-r nog niet geschied zijn, dan bid ik U met ecu 1 vermorzeld en verootmoedigd hart, dat Gij mij de genade uwer vaderlijke vergiffenis wilt doen I geworden, eer ik U nog ontvange; wasch eerst|
97
met uw bloed mijne ziel af, waarin Gij weldra wilt binnengaan om er in te wonen.
- ffi El
fi
wm
iwm É
i f
ft
, i
Zoo verbef dan uwe begeerten, mijne ziel: die gelukkigste stond uws levens is genaderd, waarin uw Jesus wil komen, om in uw hart te worden opgenomen. Zie, de Koning des hemels, zie, uw God en Verlosser komt werkelijk reeds tot u! Sta bereid, om Hem met liefde op te nemen; roep Hem en verzucht naar Hem met een lievig verlangen; zeg Hem: kom, ö mijn Jesus, kom in mijne ziel; want zij verlangt naar UI Eer gij U echter aan mij schenkt, wil ik U mijn ellendig hart als een geschenk en een oft'er geven ; zie, ik geef het U inderdaad over. Neem deze wel is waar geringe, doch nogthans mijne allerbeste gave, van mij aan ; kóm en toef niet, om er bezit van te nemen.
VII. Gebed tot de allerheiligste Maagd Maria.
O allerheiligste Maagd en mijne Moeder Maria, zie, ik nader reeds tot het altaar, om uwen allerliefsten Zoon te ontvangen. Ach, konde ik uwe zuiverheid en liefde bezitten, waarmede gij Hom in dit Sacrament ontvangen hebt. O Moe-
98
der der barmhartigheid, je ik mij dezen morgen uwen Zoon Josus zoo toe, gelijk gij Hem eens den herders en den Wijzen uit het oosten toegereikt hebt. Uit uwe allerreinste handen begeer en verlang ik Hem heden te ontvangen. Zeg Hem, dat ik een uwer dienaren ben; dan ben ik verzekerd, dat Hij mij met veel liefderijker oogen aanzien, en mij veel inniger bij zijne komst met zich vereenigen zal.
Als de priester de heilige Hostie toont, zeg dan met hem de volgende woorden driemaal:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden.
DANKZEGGING NA DE HEILIGE COMMUNIE.
I. Oefening van geloof.
O grenzelooze goedheid, o onbeperkte barmhartigheid, ö oneindige lietde! Een God komt, om zich met mij te vereenigen, om mij geheel tot de zijne te maken. Mijne ziel, gij die thans zoo naauw met Jesus verbonden en een met Hem geworden zijt, wat zult gij doen ? zult gij Hem niets zeggen? zult gij u niet met uwen God onderhouden? Bedenk, dat ontelbare engelen u omringen, en hunnen God, die nu in uw hart woont, aanbidden. Bid gij dus ook dezen uwen Heer in uw binnenste aan, keer in u zelve, verzamel alle
99
kracliten van uwen geest, verdrijf alle vreemde gedachten uit uw hart.
II. Oofe.iiag van begroating.
Mijn Jesu?, mijn Beminde, mijn oneindig goed, mijn alles! geloofd en gezegend zij van mij en van al uwe schepselen uwe komst in het armzalige lintje mijner ziel!
111; Oefening van dankbaarheid.
Mijn Heer en mijn God! ik dank U voor de genade, die Gij mij dezen morgen bewezen hebt, dat Gij U verwaardigdet tot mij te komen en in mijn hart te gaan •wonen.
Ik wensch U eene dankbaarheid te betuigen, die de grootheid uwer genade, die Gij mij bewezen hebt, waardig is en er mede overeenkomt. Doch hoe kan ik ellendig mensch Ü ooit naar waarde danken?
TV. Oefening van opoffering.
Mijn goddelijke Heiland, ik ofter heden aan U op en geef U alles over wat ik ben en alles wat ik bezit; mijne verlangens, mijne inwendige cn uitwendige zinnen, mijne gedachten, mijne begeerten, mijne vermaken, mijne neigingen, mijne geheele vrijheid, de ledematen mijns ligchaamsen eiken druppel van mijn bloed. Kortom, alles,
100
ziel en ligcliaam leg ik als een ollei- voor uwe allerheiligste voeten neder.
Kom, ó verteerend vuur, o goddelijk liefde! en verteer alles in mij, wat het mijne is en uwe allerreinste oogen mishaagt, opdat ik van nu af aan U geheellijk toebehoore, en enkel daarom leve, om niet slechts alleen uwe geboden en uwe raadgevingen, maar ook alle begeerten van uw goddelijk hart en uw heilig verlangen op te volgen en te vervullen. Amen.
V. Oefening van verzoek.
Mijne ziel! de tegenwoordige oogenblikken zijn de kostbaarsten uws levens. Laat er geon van voorbijgaan, zonder het nuttig besteed te hebben. GeeneJTgenade is er in de onoverzienbare schatten der rijkdommen Gods te vinden, of gij kunt dezelve verkrijgen. Zie, hoe minzaam de eeuwige Yader op u nederblikt, terwijl Hij zijnen geliefden Zoon in U ziet, het allerbehagelijkste voorwerp zijner almagtige vaderliefde.
Jesus zelf spreekt tot u: wat verlangt gij, dat Ik u bewijzen zal? Tk ben gekomen, om u van mijne rijkdommen mede te deelen, en uwe behoeften te bevredigen. Begeer van Mij met vertrouwen; gij zult alles zeker verkrijgen, wat gij ^verlangt.
Houd een weinig stil en verzoek van Jesus eene bijzondere genade, voornamelijk echter die, dat gij uwe hoofdneiging jnoogt overwinnen. Vergeet niet, om voor de bekeering
•101
der zondaren en voor de verlossing der geloovige zielen in het vagevuur te bidden.
Eeuwige Vader! Jesus Christus, uw eenig geboren Zoon, heeft ons zelf met deze woorden 1 verzekerd: //Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, zoo gij den Vader in mijnen naam om iets zult bidden, zoo zal Hij het u geven.quot; (Joan. XVI.) ji Verhoor mijn gebed uit liefde jegens dezen uwen Zoon, dien ik thans in mijn hart draag, en verleen mij en allen, voor welke ik heden tot u bid, datgene, wat ik van ü begeer
Jesus en Maria gij, liefelijkste voorwerpen mijner liefde ; uit liefde tot U wil ik leven, uit liefde tot U wil ik lijden, en uit liefde tot U wil ik sterven. O dat ik U toch geheel toebehooren en geen deel meer aan mij zelven hebben mogt !
Geloofd en gezegend zij ten allen tijde het allerheiligste Sacrament des Altaars, en gezegend zij I de heilige en onbevlekte ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria! *
LIEFDEZUCHTEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Zoo zijt gij, Jesus, nu bij mij
Gun dat ik U omarme,
Blijf, ó geliefde, blijf nu hier.
Wijk nooit meer van mij arme.
102
Voor U, ó zoete bruidegc m !
Wil ik van nu af leven;
U Jesus, 't ware Lam van God! Wil ik mij overgeven.
O Jesus, ach, wat wierd van mij
Zoo Gij mij gingt verlaten?
Geen vreugde heb ik zonder U, Wat zou mij alles baten?
O maak mijn hart tot uwen troon,
O Jesus, mijn beminde;
En dat ik met U, Zoon van God! Voor eeuwig mij verbinde.
Zie nu zijt Gij mijn eigendom,
Ach, wees en blijf' het immer; Versa aad uw trouwe bruid toch niet. Verlaat Ijaar nooit en nimmer.
Mijn hart zij gansch uw eigendom,
Slechts U zal het behagen;
Doch ook uw harte zij het mijn. En niets wil ik meer vragen.
Met U, 6 Jesus, welk geluk!
Reeds hier in ramp en smarte; Uw' liefde en uw' genade stilt 't Verlangen van mijn harte.
103
Docli zonder IJ, wat smart zou 't zijn!
Moest ik mij van U scheiden,
quot;k Won dan zelfs in den hemel niet, Hij bragt mij niets dan lijden.
Ja. sleclits de hoop die beurt mij op.
Dat ik eens zal aanschouwen U, die thans in mijn hart verhuld Aanziet mijn vast vertrouwen.
En tot dien tijd wil ik mijn hart
1 rein en vroom bewaren.
En mijne liefde zal in leed Of vreugde niet bedaren.
En door uw vleesch en bloed gesterkt
Wil ik met vreugde sterven;
Laat dan, ó Jesus, hoogste Goed!
Laat mij den hemel erven.
Om don Alloat to verdienen verrigt het,gebed, bladz.
104
OLgt; DE FEESTDAGEN VAN DE ATJ,EKHEII,IGSTE MAAGD MARIA.
Voor de heilige Communie.
Liefde en verlangen naar den Heiland. blaJz. 92.]
Tot ü verzucht ik op uwen huidigen luisterrijken feestdag, ó heilige Moeder Gods, Moeder van mijnen Heer Jesus Christus, dien mijne ziel nu godvruchtig verlangt te ontvangen, ■— en Moeder aller christenen, die in dit tranendal tot L zuchten! Sta mij bij, ö goedertierene voorspre-keres dier zielen, die Jesus beminnen en van een vurig verlangen naar de heilige vereeniging met Hem blaken! O goedertierene en middadige Maagd, open uwe bloemrijke handen, versier met uwe zeldzame deugden mijn ledig hart en bereid hetzelve tot een bed van leliën, waarin de geliefde en eenig geborene Zoon uws harten, eene liefelijke en aangename rust vinde!
O uitverkorene dochter des eeuwigen Vaders, die Dengenc, dien de hemelen der hemelen niet
105
bevatten, in uwen zuiveren schoot gedragen hebt; welk een hoogst verheven voorbeeld zijt gij voor alle zielen die dezen Zoon des Allerhoogsten in de heilige Communie ontvangen! Voor Hem, uwen God en Heer alleen, hebt gij alle minuten uws levens gesleten; eene bestendige en zulk eene bovennatuurlijke voorbereiding was uwe in alle deugden uitmuntende en maagdelijke levenswandel geweest, dat gij reeds vol van de genade des Heiligen Geestes waart, toen gij Hom ontvangen hebt. En even zoo is geheel uw verder leven, toen gij Hem ontvangen hadt, in hoogst loi'elijke dankzegging en,steeds toenemende heiligheid voorbij gegaan. — En zie, ö goddelijke Moedor van mijnen Heer, naauwelijks ben ik in staat, pm mij eenen zoo korten tijd tot zijne heilige onvangst voor te bereiden ; en zoodra ik Hem, den allerhoogsten Heer des hemels en der aarde ontvangen heb, verval ik reeds weder in ijdele verstrooijingen dezer wereld. Ach, in zuchten en klagen moet ik zoo vele verloopene jaren mijns levens betreuren; en wegens de teugelooze ligtzinnigheid mijns harten — voor den nog overigen tijd mijns levens sidderen.
Ach voorwaar, ik ben ellendig, en arm en naakt aan alle deugden! In het bewustzijn mijner geheele onwaardigheid val ik aan uwe heilige voe-te neder, ó wonderbare Maagd, om u in ootmoed aan te roepen, dat gij in ij heden als eene liefderijke moeder bijstaan, mijne onvolmaaktheden uit de volheid uwer genaden vergoeden, en mij leeren wilt, hoe ik Jesus ontvangen moet. Dien
106
gij, liet eerst van allen, van den Heiligen Geest ontvangen en tot onze onuitsprekelijke blijdschap, voor onze zaligheid en voor onze verlossing gebaard bobt; hut zelfde ligchaam mijns Heerenzal ik heden ontvangen ; Hem zal ik dragen en in mijn ziele baren.
O Moeder der barmhartigheid, toon u heden als eene moeder; versier mijn hart met mve zuiverheid, met mv onwankelbaar geloof, met uwen stillen ootmoed, met uwe standvastigheid in het werken en lijden, met uwe serafijnsehe godvruchtigheid en liefde, opdat ik uwen god-delijken Zoon waardig in mijne ziel moge opnemen, voor wiens eer uw moederlijk hart zoo zeer ontgloeid is, en tot wien wij door u toegang hebben, o deur des Hemels, toevlugt der zondaren, en Koningin aller uitverkorenen!
En Gij, o mijn goddelijke Heiland! neig uw oor naar de woorden uwer zeer beminde Moedor, en verleen mij door hare genadige voorspraak, wat ik wegens mijne onwaardigheid niet verkrijgen kan, opdat ik U met een vurig verlangen en met alle godsvrucht en liefde ontvangen, en lot aan het einde mijns levens steeds in een getrouw hart dragen moge. Amen.
Oefening van Geloof, Hoop, Liefde en Berouw. bladz. 93^—96.
Drie liefdezuchten tot Jesus. bladz. 09.
107
Na de Heilige Communie.
1 Oefening van geluof. bladz. OS.
IF. Oefening van begroeiing, bladz. 90. HF. Oefening van Dankbaarheid, bladz. 00. [V. Oefening van Opoffering en Verzoek, bladz.
90—100.
■ Gebed tót Jesus en Maria.
O Jcsus, Zoon der zeer gezegende Maagd, ik aanbid U in allen ootmoed en met alle vurighfid mijns harten. Ontferm U mijner, ó mijn Verlosser, ter liefde uwer roemwaardige maagdclyke Moeder, door welke Gij U verwaardigd hebt, onze broeder te worden! Ik offer alle godsvrucht, alle getrouwheid en aanbidding van haar van liefde vlammend hart, al hare getrouwe voorbeden voor ons zondaren, alle martelingen harer ziel, welke het zwaard der droefheid doordrongen heeft, en alle blijdschap der hemelsche heerlijkheid, waarin zij U nu eeuwig bemint, aanbidt en verheerlijkt, aan U op.
O Maria, onze middelares, zie, mij ontbreekt öij dit heilige bruiloftsmaal ten eenen maal de wijn 'Ier godsvrucht, die de heilige zielen zoo zalig verrukt en bedwelmt! O, spreek een wooid, en Jesus zal u verhoeren; want nog nooit en nimmer heeft Hij u, zijne zeer beminde Moeder, een verzoek geweigerd! Gezegende Maagd, die net beste deel verkozen hebt, dat u nooit zal ontnomen worden; zie, ook ik verkies hetzelve-
108
«toch al, al te zeer moet ik vreezen, dat het mij wegens mijne groote laauwheid ontnomen en aan diegenen gegeven worde, die overvloeijen van goede werken! Daarom smeek ik tot uw hart dat zoo rijk is aan ontferming; Verwerf mij de genade der godsvrucht en standvastige volharding tot aan het einde mijns levens!
O Jesus, met Maria wil ik aan uwe voeten zitten en de zoete woorden des heils uit uwen mond vernemen; want Gij alleen, 6 levend Woord des Vaders, hebt woorden des eeuwigen levens, O, doordring mijn hart met uwe vurige woorden, opdat zij daar herleven en in heilige werken der liefde veranderen! Vervul mijn hart met eene stille liefde, die elk uwer heilige inboeze mingen in alle opregtheid verneemt, en met eeneii heiligen ijver voor uwe goddelijke eer opvolgt, opdat ik met de vurige godsvrucht van Maria de werkzame zorgvuldigheid van Martha veree-nige; en, om hoe vele dingen mij ook bekommerende, het eene noodzakelijke altoos voor ooge hebbe, hetwelk uwe wonderbare Moeder bij dat bruiloftsmaal tot uwe dienaren gesproken heeft en ook mij heden toeroept; „Doel alles, wal Hij n zeggen zal.'quot; Want zalig is de schoot die U gedragen heeft; zalig zijn de borsten, die Gij gezogen hebt; doch niet minder gelukkig lijn zij, die het woord Gods hooren en hetzelve volbrengen.
O mijn Heiland, schenk mij door uwe allerheiligste vereeniging met mij, uw onwaardigst schepsel, en door de krachtdadige voorbede mij-
109
ner hemelsche Koningin, uwer maagdelijke Moedor, deze dubbele zaligheid, dat ik volgens de woorden des Apostels, U, mijnen God, bestendig in mijn ligchaam drage, en uw heilig woord vervulle, opdat ik na dit leven de vreugdevolle woorden verneme: „Welaan, gij getrouwe knecht, gaat binnen in de vreugde uws Heeren!quot; en daar mot Maria en het geheele hemelsch hof U eeuwig beminne en zegene! Amen.
Gebed lol de H. Moeder Gods. blailz. 70.
Gebed van den II. lynaiius. bladz. 72.
Vcrrigt, om den aflaat te verdienen, de gebeden lt;ik bladz. 86-91.
De vrome vevccrders der allerheiligste Maagd Maria zullen zeker gaarne haar ter cere den H. Kozen krans bidden (bladz. quot;15) om door hare voorbede waardig de heilige Communie te ontvangen : en als godvrnehlige oefening op den namiddag, een van de Rozenkransen, bladz. 133—134, tot dankzegging, en om Jesns altijd getrouw te blijven.
ï aller-ardigst le mij-
110
or DEN rEESTUAG VAN EENEN IIEIMGE.
Deze coir.manic-oefening kau vooral Jan dieuen, wanneer liet feest van den Beschermheilige eener Kerk gevierd wordt, of wanneer men Ier eere van den Heilige wiens naam men draagt, de heilige Communie ontvangt, zoo als inzonderheid op diens naamdag vele godvruchtige christenen gewoon zijn te doen.
Voor de H, Communie.
I. Doopbeloften, bladz. 53.
IL Liefde en verlangen van den Heiland, bladz. 02. ÏH. Geloof, Hoop, Liefde en Berouw, bladz. 93^—90.
Heilige N . . . , hoe onuitsprekelijk groot is de vreugde der godvraclitige ziel, die plaats neemt aan dien heiligen maaltijd, waar Jesus zelf. uw en haar eenige geliefde, haar opgedischt wordt! Hoe zoet zoude mij elke traan zijn, die ik in. Jesus tegenwoordigheid uit de vurigheid mijns harten konde weenen, zoo als Magdalena zijne voeten met tranen bevochtigd heeft! Waar wordt echter deze vurigheid, dit heilig weenen aangetroffen? Ach, gloeijen moet mijn hart in tegenwoordigheid van Hem en zijner heilige Engelen, en vreugdetranen moest ik vergieten; want ik heb Hem in het heilige Sacrament'waarachtig tegenwoordig, alhoewel bedekt onder de gedaante des broods. Onze oogen zouden het niet verdragen kunnen, indien Hij zich in zijne goddelijke heerlijkheid vertoonde; daarom houdt
Hij zicli om onze zwakheid in het heilige Sa-tiament verborgen. Hier heb ik waarachtig en hier aanbid ik Diengene, Dien de Engelen met U in den hemel aanbidden; gij wel is waar terwijl gij Hem werkelijk aanschouwt, doch ik lochts in het geloof. Nog thans wil ik tevreden zijn met het licht des geloofs, en in hetzelve wandelen, tot dat ook voor mij de dag dei-volmaakte helderheid aanbreekt, en de duisternis verdwijnt. O, wanneer zal dit geschieden'? Wanneer, zalige bewoner des hemels. Heilige N . . . , zal ik met u Diengene van aanschijn tot aanschijn genieten, Dien ik thans bedekt nder de gedaante van brood aanbidde? Heilige X . . . , gij kunt mij door uwe vermogende voorlede deze genade, waarnaar ik zoo vurig ver-litig, verkrijgen. Wees mijne voorspraak, gij ïi'oote vriend (vriendin) van God! Bid, dat Ie tegenwoordigheid van Jesus mij geheel en il ontvlamme, en mij volkomen in Hem veran-lere, opdat ik door middel van de genade der mierlijke vereeniging, door het vuur zijner icfde versmolten, slechts één geest met Hem zij 1 Hoer, wat uwe Heiligen, die zich bij U in Jen hemel verheugen, geloofden, dat geloof ook ï; wat zij hoopten, dat hoop ook ik; en waar ij gekomen zijn, daar wensch ik door middel an uwe genade ook te komen. Ik geloof, dat. * in het allerheiligste Sacrament des Altaars w vleesch waarlijk ete, en uw bloed waarlijk nnke. Ik hoop, dat ik niet onverzadigd van zal weggaan, maar dat Gij barmhartig jegens
112
mij zijn zult, zoo als Gij het eertijds jegens uwe Heiligen waart En wat is mijn verlangen buiten U, mijn Jesus, Gij God mijns liarten ?
Gelijk de Heilige, wiens (wier) feestdag lieden gevierd wordt, in de blijdschap des Heiligen Geestes bij uwe tegenwoordigheid opsprong, als hij (zij) in de heilige communie hart aan hart met U was, door even znlk een verheven en heilig verlangen wenschte ook ik ontvlamd te zijn, en op het innigste met U vereenigd te worden. O, dat ik zoo diep geroerd ware, als die vrome zielen, die van een brandend verlangen naar dit heilig Sacrament en van gloeijende liefde des harten, dikwerf hunne tranen niet konden weerhouden! Ach! hoe schaam ik mij en hoe verslagen ben ik, indien ik bedenke, met welk rene vurige godsvrucht en begeerte sommige vrome harten tot uw heilig Sacrament naderen, terwijl ik koel en droog, zonder ware godsvrucht on vurigheid des harten blijve! O Jesus, oneindige Goedheid, ontferm U mijner!
En gij Koningin aller Heiligen, zoetste Moeder Maria, verwerf mij, dat ik Jesus Christus, uwen Zoon, met die godsvrucht en liefde out-vange, waarmede Hem de Heilige N . . . , in het heilige Sacrament ontvangen heeft, gedurende zijnen (haren) wandel op aarde 1 Maak, dat mijn hart door zijne liefde ontvlamd worde, door welke ook het hart van dezen Heilige jegens Jesus ontgloeid was!
Drie liefdezuchten lol Jesus. bladz. 69.
113
NA UE H. COMMUNIE.
I. Aanbidding, bladz. 73.
11. Dankzegging, bladz. 73.
III. Opoffering, bladz. 7ü.
Grebëd tot Jesua en de Heiligen.
lleev, wie ben ik, stof en asch, dat Gij mij zoodanig voor U verheerlijkt, en mij onder diegenen plaatst, over welke Gij uwe ontfermingen laat komen, daar Gij mij met uwe kinderen van uwen koninklijken disch liet voedsel des levens aanbiedt, mij, die niet waardig ben, gelijk de hondjes van de broodkruimelen te eten, die van uwen tafel vallen.
Heere Jesus, welken lof, of welken dank, of welke aanbidding zal mijne ziel, nw verachtelijk schepsel, dat Gij met zoo vele genaden bekroont, Ü voor deze overmaat uwer goedheid toebrengen ? — Oneindige dank zij U, Heer Jesus! eeuwige dank. Schepper en Verlosser dei menschen! dat Gij, om aan (Ie geheele wereld uwe liefde te openbaren, een heerlijk gastmaal bereid hebt, waarbij Gij ons uw allerheiligst, vleeseh en bloed tot spijs en drank geeft, ons daardoor vermaakt, en met alle geneugten des hemels vervult!
Koning der Engelen en Koning aller Heiligen, die Gij in U verheugt en door ü zalig mankt! wees geroemd en geprezen in alle uwe Heiligen 1
114
Alle koren uwer engelen en geliefde uitverkorenen moeten voor U nedervallen, en U, den levenden God, ten eeuwigen tijde aanbidden! Inzender- n heid moet ü met den geheelen hemel zoo aan- li bidden uwe heilige N . . . , die voor uw aanschijn u staat, U bemint, prijst, bezit, en dien Gij alles in alles zijt! Ik echter 0 Heer! lig hier voor 1 U in het stof, en huldig U, loof en verheerlijk £ TJ, in hartelijke blijdschap, dat Gij voor U en 1 alle Heiligen de eeuwige glorie, vreugde en ver- 11 heerlijking uit U zelveu zijt. Ik dank U voor 1 alles, wat Gij voor het heil van mij en alle men-schen, bijzonder echter voor de zaligheid en glorie 1 van dezen Heilige gedaan hebt.
O .Tesns, kroon en luister uwer uitverkorenen! aan U geloof ik, op U hoop ik, op ü stel ik al mijn vertrouwen ; naar U verlang ik, IJ omhels en bemin ik, aan U geef ik mij over en schenk ik mij — met die zelfde teedere liefde, waarmede uwe Heilige 1S« . . . zich met ziel en ligchaam en alles, wat hij (zij) bezat, tot het grootste welbehagen van uw allerheiligst hart, als een eeuwig offer aan U opgeofferd heeft.
Heer! het ontbreekt mij aan kracht en verstand, om U, zoo als ik het schuldig ben, te aanbidden, U te begroeten, op ü te hopen, U te beminnen, te prijzen en mij aan U te schenken ; doch zie, ik heb in den persoon van dezen Heilige eenen borg, den man uwer genade ide maagd uwer glorie), dien (die) Gij u Heer! I in uw heilig rijk en in uw groot rijk verheerlijkt hebt! Dezen (deze) zend ik dus tot U af, als
115
deu (de) beminde uws harten, als den (de) aangename voor uwö oogen, opdat Lij (zij) ia den naam van mijn zeer geringen persoon de betamelijke lof en dankzegging bij uwe hoogste Majesteit moge voldoen.
Welaan, Heilige N . . . ! bekleed mijne plaats I üegeef U voor het aanschijn van het mensch gewordene Woord, van Jesus Christus, en loof Hem en dank Hem voor mij, zoo als ook ik voor mij van ganseher harte en uit al mijne krachten Hem danke!
O sieraad des hemels eu deelgenoot zijner heerlijkheid, van harte wensch ik u geluk, dat gij gewaardigd zijt geworden in zulk eene mate uit de bron der hemelsehe gaven en genaden te mogen putten. Ten innigste verheug ik mij, dat gij het rampzalige lot der kinderen van Adam ontkomen, en voor eeuwig van uwe zaligheid verzekerd zijt. Dankbaar kus ik de zeer weldadige hand Gods, die zich uit den hemel aangeboden, en u aan den algemeenen ondergang ontrukt heeft. Daarvoor bid ik echter, dat gij u mijner ook bijzonder aantrekken, en zoo wel voor de Majesteit van uwen God als voor zijne heiligste Moeder, mij bij mijn leven en bij mijnen dood als uw geliefd pleegkind voorstellen wilt. God heeft u voor zoo vele duizenden bemind, met liet gewaad der heerlijkheid bekleed, en u de kroon der vreugde op hel hoofd geplaatst. Maak, dat ook ik op uwe voorbede door God in genade aangezien, en aan uwe heerlijkheid deelachtig worde! Maak dat ik naar
HG
mv voorbeeld lielclliaftig strijde, in den strijd vol-harde tot aan liet einde, en zoo mot geweld den hemel verovere; -— dat ik in de Ijeproevingei) dezes levens getrouw blijve, en nimmer ophoude, God, mijnen Heer, uit geheel mijn hart te beminnen ; — dat ik om zijnentwil, die u en mij meer dan zich zei ven bemind heeft, vermits Hij voor ons gestorven is, alle moeijelijkheden overwinne, en die kroon des levens behale, wier eeuwige glans en eeuwige zaligheid alles en alles waard is ! Maak dat ik uw voorbeeld en dat van zoo vele Heiligen steeds voor oogen hebbe, om mijnen geest tot het navolgen van diegenen, die ik vereer, op te wekken, en eens den dood der regt-vaardigen te sterven!
Heer! Gij zijt mijn helper en Verlosser; van ü verwaeht ik deze genaden door de verdiensten en voorspraak uwer Heiligen.
Indien gij, chnstelijlse ziel, langer tijd liolrt, /00 bi.1 nog liet volgende :
T. Oefening van Geloof, bladz. 98.
II. Oefening van Begroelinfi. bladz. 99.
III. Oefening van Verzoek, bladz. 100.
IV. Liefdezuchten, bladz. 101.
V. Godvruchtige Fevzoeken. bladz 83 — 85. VI. Gebed lol Maria, om zich aan den dienst dezei heiligste Maagd toe te wijden, bladz. 79.
Om den aflaat te verdienen, verrigt het Gebed, bladz.
86—ri.
117
Indien de tij«l het toelaat, zoo lees bij liet avondgebed mei oplettendheid:
f. Middelen Ier bevordering van hel geestelijke
leven, bladz. 135.
11. Over de vruchten der H. Communie, badz. 150.
III. Over de veelmalige Communie, bladz 151.
IV. Vermaning tol het veelmalig ontvangen der H. Communie, bladz. 154.
GODVRUCHTIGE OEFENINGEN OP DEN NAMIDDAG VAN COMMÜNIEDAGEN.
Onderrigt over het bezoeken van het allerheiligste Sacrament des Altaars.
Op de dagen, nis men de lieilige, communie ontvangen lieeft, behoort men ook de^ namiddags de kerk te be/.oeken, en .Tesus aldaar in liet heilige Sacrament des Altaars nogmaals zijne dankbaarheid en zijnen eerbied te betuigen. Bid Jesn» aan, offer Hem nogmaals uw hart op; vernieuw nive gemaakte goede voornemens en de beloften, die gij bij de Biecht en do heilige Com-mnnie gedaan liebt, en bid Hem om hulp. In 't algemeen is het dikwerf bezoeken van het allerheiligste Sacrament des Altaars niet genoeg aan te bevelen. ï)e heilige Liguori zegt hierover: „Houd voor zeker, dat de tijd, welken gij tot het bezoeken van liet allerheiligste Sacrament des Altaars besteden zult, die tijd is, welke n in het leven en in den dood het grootste voordeel, en in alle eeuwigheid onuitspro-kelijken troost aanbrengen zal.quot; O christelijke ziel, volbreng dikwijls vol vertrouwen uw verschuldigd en ootmoedig bezoek bij uwen Heer en Heiland, .Tesus Christus, in de kerk. O
119
welk eene zaligheid, een enkel oogenblik bij Jestis te hebben doorgebragt. Kunt gij dés namiddags do godsdienstoefening wegens dringende hniselijke bezigheden niet bezoeken, en den geliefden Heiland in het heilige Sacrament des Altaars in de kerk niet aanbidden, zno neem u voor, om te huis eene godvruchtige oefening tot Jesus in het allerheiligste Facrament te verrigten, en wend u in den geest naar uwe parochiekerk, en de dierbare Heiland zal van verre uwe liefde on godsvrucht tot Hem rijkelijk belooncn; communiceer zeer dikwijls geestelijker wijze te huis bij uwe bezigheden, en overal waar gij zijn moogt; bid Jesus zeer dikwijls in het heilige Sacramenr, des Altaars aan, offer u zeiven en uwen arbeid aan Hem op, en groet Hem zeer dikwijls met de lofspraak :
Geloofd en aangebeden zij fen alle tijde het allerheigste en goddelijke Sacrament.
OVERWEGINGEN EN GEBEDEN OP COMMUNIEDAGEN.
Voorbereidend gebed.
O goddelijke Geest, verlicht mijn verstand, zuiver mijn hart, open mijnen mond en doe mijnen ijver ontvlammen, opdat ik mijn gebed godvruchtig en oplettend verrigte. Verhoor mijn
120
smeeken, liemelsclie Vader! Ik bid U in den naam van uwen Zoon, in den naam van Jesusl Amen.
Heer, doe mijne lippen open.
En mijn mond zal uwen lof verkondigen.
O God! kom mij te hulp.
Heer, haast U om mij te lielpen.
Eer zij den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest, gelijk liet was in den beginne, nu en altijd en in eeuwigheid. Amen. Alleluja.
Dg wereld verachten en G-od dienen is zoet.
{Door den zaliyen Thomas van Kempen )
Nu zal ik spreken, Heer, en niet zwijgen. Tn de ooren van mijnen God, van mijnen Koning, die in den lioogen woont, zal ik zeggen: O, Heer! hoe groot is de menigvuldigheid uwer zoetigheid, die Gij weggelegd hebt voor degenen, die t' vreezen! — Maar wat zijt Gij voor hen, die U beminnen? wat voor hen, die u van gan-scher harte dienen ? Waarlijk, onuitsprekelijk is het genoegen uwer aanschouwing, hetwelk gij verleent aan hun, die U beminnen! Daarin vooral hebt gij mij het zoete uwer liefde getoond, dat Gij mij het aanzijn gegeven hebt. toen ik nog niet was, en mij, toon ik verre
121
van U afdwaalde, tot uwen dienst terug gebragt liebt, en mij bevolen hebt, U te beminnen. 0 bron der eeuwige liefde! wat zal ik van U zeggen ! — Hoo zoude ik U kunnen vergeten, die U verwaardigd liebt mijner te gedenken, zelfs toen ik bedorven en verloren was ? — Gij liebt, boven alle hoop uwen dienstknecht barmhartigheid bewezen, en hem, boven alle verdienste, genade en -Vriendschap betoond. — Wat zal ik U voor die genade wedergeven ? Want het is aan alle menschen niet gegeven, om met verzaking van alles, der wereld vaarwel te zeggen, en het kloosterleven te omhelzen. Ts het dan iets groots, dat ik U dione, wien alle schepselen dienen moeten ? — Dat ik U diene, mag mij niet groot toeschijnen; maar dit schijnt mij veeleer groot en bewonderenswaardig, dat Gij U verwaardigt, zulk eenen arme en onwaardige tot uwen dienstknecht op te nemen, en onder uwe geliefde dienstknechten te plaatsen. Zie, al wat ik heb en waarmede ik U dien, is het uwe. In waarheid, hoe volmaakt en getrouw ik U ook dienen moge, Gij dient mij omgekeerd meer dan ik U. Want hemel en aarde, welke Gij tot des menschen dienst geschapen hebt, zijn altijd gereed en doen dagelijks, wat Gij hun hebt opgelegd. En dit is nog weinig: zelfs de Engelen hebt Gij tot den dienst der menschen bestemd. Maar, wat dit alles nog te boven gaat, Gij hebt U zelfs verwaardigd, den mensch te dienen, eu beloofd, U zeiven aan hem te zullen geven. Wat zal ik U wedergeven voor al die ontelbare gunsten en weldaden? Ach! dat
122
ik U dienen mogt. al de dagen mijns levens' Acli! dat ik slechts één en dag U -svaardig dienen konde! Want Gij zijt waarlijk allerlei dienst, allerlei eer en eeuwigen lof waardig. Want Gij zijt waarlijk mijn Heer, en ik uw arme dienstknecht; ik ben schuldig, U uit al mijne krachten te dienen en mag nimmer in uwen lof verflaau-wen; dit wil ik ook, dit verlang ik, én wat mij mogt ontbreken; verwaardig Gij dat aan te vullen; want het is eene groote eer en een groote roem U te dienen, en alles om U te versmaden' Groote genade zullen zij bekomen, die zich gewillig aan uwen heiligen dienst onderwerpen. Zij, die uit liefde tot ü alle vleeschelijke genoegens hebben verzaakt, zullen den aangenamen troost des Heiligen Geestes vinden. Zij zullen eene grooi/-vrijheid des harten genieten, die om uwen naam den engen weg bewandelen, en alle wereldsclif zorgen ter zijde stellen.
Ö aangename en genoegelijke dienst van God, waardoor de mensch waarlijk vrij en heilig wordt O zalige staat der geestelijke dienstbaarheid, die den mensch gelijk maakt aan de Engelen, beha-gelijk aan God, geducht voor de duivelen, en bi) alle geloovigen achtenswaardig! — O beminnens-en altoos wensehenswaardige dienst, waardoor het hoogste goed verdiend en eene vreugde verkregen wordt, welke zonder einde zal duren!
O mijn Heer en mijn God! geef, dat ik voor TJ alleen leve en al het overige verachte.
123
OM VOOR ALTIJD EEN GODVRUPHTtR LEVEN TE LEIDEN.
{Door den heiligen Alphonsus ran Liguori.)
G-ebed eener godvruchtige ziel, om met Jesus veree igd te bliivon,
O mijn Jesus, dit alleen zoek ik bij U en dit alleen wil ik steeds in de heilige communie aoekp-n ; dat wij waarlijk met elkander vereen igd lilijven en nooit weder scheiden mogen. Ik weet, ö mijn Jesus, dat Gij U nooit van mij scheidt, indien ik mij niet eerst van U seheide Doch juist dit vrees ik, dat ik mij door de zonde weder van U zal scheiden, 7,00 als ik het vroeger, helaas! gedaan heb. O mijn gpliefde Verlosser, laat zulks niet toe; laat niet, toe dat ik mij van U seheide. Ach, tot aan het uur van mijnen dood toe ben ik in gevaar, om dit te doen, en daarom bid ik U, dat Gij mij, nm de verdiensten van uwen dood, liever wilt liiten sterven, dan dat ik U op nieuw zulk eene groote beleediging toe-voege. Ik herhaal het en bid U om de genade, het altijd te kunnen herhalen: Laat niet toe, dat ik mij van CJ seheide. 0 God mijner ziele, quot;quot;zie, ik bemin U, ik wil | U altijd beminnen, ik wil slechts U alleen be- | minnen. Voor het aanschijn des hemels en der
124
aarde betuig ik het, dat ik slechts U beminnen wil, en anders niets. O moeder der barmhartig--lieid, allfcrzaligsto Maagd Maria, bid derhalve voor mij en verwerf mij de genade, dat ik mij nooit weder van Jesus scheide, dat ik nooit iets anders beminne, dan Jesus alleen.
Bid drie Onze Vaders en drie Wees Gegroeten cn voeg er na den naam van Jesus liij :
Die ons door de heilige Communie voor eeuwig met zich gelieve te vereenigen.
Gebed om Jesus steeds meer te beminnen.
O mijn aaubiddcnswaardigste Jesus, nadat Gij zoo veel voor ons gedaan hebt, kunt Gij ons titans geen grooter bewijs uwer liefde meer gevenj, -—• Want zie. Gij hebt uw leven voor ons aan het kruis willen geven. Ja, Gij hebt zelfs in het allerheiligste Sacrament des Altaars bij ons willen blijven, opdat wij ons 'met uw heilig vleesch mogten voeden, en Gij wensclit zoo vurig, dat wij ü ontvangen. O gij verkleefdheid aan het aardsche, wijk uit mijn hart; want gij alleen belet mij, om mijnen Jesus te beminnen, zoo als Hij mij bemint. Waar zoude ik wel zulk een groote liefdeblijk vinden, ó mijn Heiland, gelijk dat, hetwelk Gij mij ■gegeven hebt? Uit liefde tot mij hebt Gij uw leven ten oiler willen brengen; uit liefde tot
•125
mij liebt Gij zulk eenen bitteren en sohandelij-ken dood ondergaan; uit liefde tot mij liebt Gij U als het ivare vernietigd, daar Gij in liet allerheiligste Sacrament des Altaars eeno ppijs hebt willen worden, om U geheel en al aan mij te kunnen schenken. Ach, mijn God, laat niet toe, dat ik, nadat Gij mij zoo vele bewijzen uwer goedheid gegeven hebt, nogthans ondankbaar j-egens U blijve. Ik dank U, dat Gij mij nog tijd geelt, om de beleedigingen, die ik TJ aangedaan heb, te beweenen en om U de nog overige dagen mijns levens te beminnen, liet is mij leed, ö hoogste Goed, dat ik vroeger uwe liefde zoo zeer veracht heb: ik bemin U, ó oneindige Liefde, die eene oneindige wederliefde waardig zijt. Help mij, ó mijn Jesus, opdat ik alle genegenheden, waarvan Gij het voorwerp niet zijt, uit mijn hart verdrijve, opdat ik van heden af naar niets verhmge, niets zoeke en niets beminne, dan U alleen. O mijn geliefde Heiland, geef, dat ik U altijd vindo, geef, dat ik U altijd beminne. Ontneem mij geheel mijnen wil, opdat ik nooit weder iets anders wil, dan hetgeen ü behaagt. O mijn God, mijn God, wien zoude ik wel beminnen willen, indien ik U niet beminde, die immers alle goederen in U bevat. Ja, slechts U wil ik beminen en anders niets. O Maria, mijne Moeder, ontvang mijn hart en vervul liet met eene zuivere liefde tot Jesus Christus.
Bid drie Onze Vaders en drie If'ces Gcffroeten en vüi:-er na den quot;aam van Jesus bij:
120
Die ons door de heilige Commuiüe steeds euiio grootere liefde gelieve te scheuken.
Gebed om standvastig in de genade Gods te leven.
/ie, ó mijn God, hoe ellendig ik beu; doch waarom beklaag ik mij over mijne zwakheid, dat ik zoo dikwijls in de zonde hervalleu ben. Ach, zoude ik wel de aanvechtingen der hel hebben kimueu weerstaan, naardien ik mij van l verwijderde, die al mijne kracht zijt. Al hadde ik mij meermalen tot de heilige Comuuie begeven, dau zouden mijne vijanden mij zeker niet zoo dikwijls overwonnen hebben ; iu 't vervolg wil ik uiet meer zoo handelen: Op U, u Heer, hek ik (jehoopt, ik zal in eeuwigheid niet te schande worden. Neen, neen, ik wil geen vertrouwen meec stellen iu mijne goede voornemens! Gij alleen, ö mijn Jesus, zult mijne hoop zijn. Gij moot mij de kracht verleenen, om niet weder iu de zoude te bewilligen. Ik ben wel is waar zwak, doch Gij moet mij in de heilige Communie de noodige kracht mededeelen, om de bekoringen te kunnen wederstaan. Alles is mij mogelijk door dengene, die mij verslerkl. Vergeef mij, o mijn Jesus, alle beleedigingen, die ik Ü heb aangedaan, eu tlie mij van ganschsr harte berouwen; ik neem mij voor, liever te sterven, dau U ooit weder te beleedigeu, en ik hoop, dat Gij mij om
127
uw Litter lijden zult bijstaan, om tot aan het uur van mijnen dood in uwe genade te volharden. Op U, li Heer, heb ik gehoupl, ik zal niet te schande worden. Hetzelfde roep ik ook ü, mijne lieve Moeder Maria, met den heilige Bonaventura toe: Op U, ó mijne Koningin, heb ik gehoopt, ik zal niet te schande worden.
Bid drie Onze Vaders eu driu llrees Geyroeten eu vueg er na deu naam van Jesus Lij ;
üie ons door de heilige Communie de volharding in het goede tot aan ons einde gelieve te verleenen.
IV,
Gebed oin vergiffenis voor alle verstrooi-
jingen bij het bidden, en om de genade eener goede voorbereiding tot de eerstvolgende heilige Communie.
O God dei- liefde, Gij wenscht zoo vurig, ons uwe genaden mede te deelen, en wij zijn er zoo weinig op bedacht, 13 om dezelve te bidden! 0 welk een berouw zal het ons in het uur van onzen dood veroorzaken, indien wij aan deze onze nalatigheid denken, die ons zoo schadelijk geweest is, O mijn God, vergeet het veiiedene; zie, ik wil mij in 't vervolg met uwe hulp beter tot de lieilige Communie voorbereiden en er zorg voor dragen, om mijne aardsche neigingen uit mijn hart
i'2S
te verbannen, wijl zij mij beletten om al die genaden te ontvangen, welke Gij mij wenscht mede te deelen. Doch ook na de lieilige Communie wil ik, zoo goed als ik kan, er op bedacht zijn, om den noodigen bijstand van U tc erlangen, ten einde in de liefde tot U vorderingen te maken. Schenk mij de genade, om mijne goede voornemens ten uitvoer te brengen. Ach, mijn Jesus, hoe weinig heb ik er vroeger aan gedacht, om ü te beminnen ! Doch, de tijd, dien uwe barmhartigheid mij nog overig Inat, zal voor mij een tijd zijn, om mij voor te bereiden tot den dood, en om door mijne liefde de beleedigingen weder goed tc maken, die ik U heb aangedaan. Zie, ik wil dezen tijd er mede doorbrengen, om mijne zonden te beweenen en U te beminnen. Ik bemin I],o Jesus, mijne liefde: ik bemin U, mijn eenigste Goed; ontferm 1 mijner en verlaat mij niet! Verzuim ook gij niet, Maria, mijne hoop! om mij door uwe voorspraak bij te staan
Bfd drie Onzn Vaders en drie IFees Geyroeieu eu voru' er na den naam van Jesus bij:
Die steeds een hartgrondig verlangen naar dit brood des hemels in ons gelieve op te wekken, en ons de genade gelieve te schenken, om altijd regt waardig te communiceren.
129
V.
Gebed tot Jesus Christus, voor alle men-schen, op Communiedagen.
Heere Jesus Christus ! Zoon van den levenden God! die U gewaardigd lielit, mijn onwaardig liart in te gaan, en mijne zieke ziel met de goederen uwer genade gezond te maken; u beveel ik heden en altijd mijne ziel, mijn ligchaam en mijne zintuigen, en al mijne zwakke beginselen in de deugd aan, opdat Grij ze dag en nacht, alle uren en oogenblikken moogt bewaren. Verhoor mij, ó mijn goddelijke Yerlosser en Heiland! Bewaar mij voor elke zonde, vooral voor de doodzonde, voor alle heimelijke lagen en bekoringen des satans, der zigtbare en onzigtbare vijanden, door het gebed der patriarchen, door de verdiensten der profeten, door de voorbede der apostelen, door de standvastigheid der martelaren, door het geloof der belijders, door de zuiverheid dei-maagden, waaraan Gij van het begin der wereld af uw welbehagen hadt.
Verdrijf uit mij den trotschen zin, en Termeerder in mij de vermorzeling des harten. Verdelg mijnen hoogmoed en maak mij waarlijk ootmoedig. Beweeg mij tot weenen en vermurw mijn hard, versteend gemoed.
Verhoor mij, mijn Heer en mijn God! verhoor mij, Gij licht mijner oogen! Indien Gij uwen blik van mij keert, dan sterf ik ; ziet Gij mij weder aan, dan leef ik van nieuw opl Wilt gij bij mij
9
•130
oj) geregtigheid zien, ach, dan verschijn ik voor U als een levenloos lijk; ziet Gij echter met uwe barmhartigheid op mij, dan wekt Gij mij, die reeds de lucht der verrotting van mij geef, uit het graf op.
Verwijder verre van mij, wat U aan mij mishaagt, en boezem mij den geest der wijsheid en liefde, der ootmoedigheid en kuischheid in, opdat geene mijner beden, wat ik U ook verzoeken moge. U mishagelijk zij. Ontneem mij, wat mij schadelijk is, en geef mij, wat tot mijn best strekt, Verleen mij, ó Heer! eene artsenij, waardoor de wonden, die de zonde mij geslagen heeft, gene zen kunnen worden. Geef mij, 6 Heer! uwe vreeze, vermorzeling des harten, ootmoedigheid van geest en een zuiver geweten. Verleen mij, o Heer, dat ik altijd in de broederlijke liefde tot den naatste volharden moge, mijne zondigheid nooit vergete, en naar het doen en laten van mijnen medemensch niet onderzoeke, en niet oor-deele noch veroordeele, opdat ik — arme zondaar •— ook niet door U onbarmhartig geoordeeld en veroordeeld worde.
O Gij liefderijke Heiland aller heilbegeerige gc-loovigen ! Spaar mijne ziel, wees toegevend ten aanzien van mijne zonden. Zie mij aan, want ik ben zwak; verpleeg mij, want ik ben ziek; genees mij, want ik ben krachteloos; en verkwik mij. want ik ben dood. Heer geef mij een hart dat U vreest; een gemoed, dat U bemint; een verstand, dat U erkent; ooren, die U hooren, en oogen die U zien. Ontferm U mijner, o mijn
131
God, ontferm U mijner! Zie op mij neder van den heiligen troon uwer majesteit, en verlicht de duisternis mijns harten met eenen straal van uw licht. Geef mij, o Heer, de ware wijsheid, opdat ik altijd datgene moge erkennen en kiezen, wat voor uw heilig oog regtvaar-dig is; dat ik uw leer in het hart, uw voorbeeld voor oogen hebbe, en mijnen zin en wandel daarnaar inrigte.
Heilige en onbevlekte Maagd Maria, Moeder Gods en Moeder van onzen Heer Jesus Christus! bid voor mij bij diegene, wiens tempel gij zijt geworden; heilige Michael! heilige Gabriël! heilige Rafaël! alle heilige koren der engelen en aartsengelen, der patriarchen en profeten, der apostelen en evangelisten, der martelaren en belijders, der maagden en aller Heiligen, — ik geloof dat ik U door Dien gene mag bidden, die U uitverkoren heeft, en in wiens aanschouwing gij u thans verheugt: Bidt, ó bidt voor mij, arme zondaar, opdat ik uit alle bekoringen en van den eeuwigen dood moge gered worden. Schenk mij, ó mijn goddelijke Zaligmaker! volgens uwe goedheid en genadige barmhartigheid het eeuwige leven.
Schenk — 6 eeuwige Hoogepriester en onzigt-baar Hoofd uwer heilige gemeente ! eensgezindheid onder de priesters! rust en vrede aan de koningen en vorsten, die de geregtigheid handhaven. — Ik bid U, ó Heer, voor de geheele heilige katholieke Kerk, en voor alle leden derzelve : voor geestelijken en leeken, voor alle bestuurders dor
-132
clmstenheid, voor allen, die aan U gelooven, en — toegerust met uwen Heiligen Geest, — voor de uitbreiding van uw rijk arbeiden, opdat zij standvastig in hunne goede werken volharden.
Heer, eeuwige Koning! verleen aan de maagden de kuischheid, hun die zich aan U verloofd hebben de onthouding, den gehuwden eenen heiligen wandel, der weduwen en weezen onderhoud, den armen verzorging, den boetvaar-digen vergiffenis, den bedroefden vertroosting, den reizenden eene gelukkige terugkomst, den zeevarenden de bereiking der haven des behouds, don overledene geloovigen de eeuwige rust. Verleen, o Gij minnaar der onschuld en geregtigheid, aan de godvruchtigen, dat zij bestendig in de godsvrucht volharden, den wankelmoedigen, dat zij in IJ versterking zoeken, den boosdoeners en zondaren, zoo als ik armzalige ben, dat zij zich zonder uitstel beteren willen.
O allerzoetste, barmhartige Heer Jesus Christus! Zoon van den levenden God, Verlosser der wereld ; ik belijde voor U en voor alle Heiligen, dat ik een armzalige zondaar ben; doch Gij Al-goede, die U over oen ieder ontfermt, laat mij van uwe barmhartigheid niet uitgesloten zijn. Indien uwe oneindige genade mijn leven nog verlengt, ó versterk dan in mij het godvruchtige besluit, dat ik voort wil gaan om mijn leven te verbeteren. Wek mijn gemoed op, dat het U zoeke, slechts naar XJ verlange, ü steeds boven alles berainne, U vreeze en uwen wil vol-brenge.
133
Inzondcrlieid bid ik U echter, ö Heer, lieilige God, die in allo eeuwigheid geloofd en verheerlijkt zult zijn, voor diegenen, die mij in hun gebed gedachtig zijn, ol' zich in mijn onwaardig gebed he.bben aanbevolen ; die mij de eene ofan-dere liefdedienst, of zorgvuldigheid voor mijne ziel bewezen hebben; insgelijks voor diegenen, die mij door de banden des bloeds of der vriendschap dierbaar zijn, zij mogen nog leven, of reeds onder de overledenen zijn, dat Gij hen volgens uwe barmhartigheid van het verderf bewaren en zalig maken wilt. Schenk alle nog levende christenen uwen bijstand, en alle overledenen vergiffenis hunner zonden, en de eeuwige rust. Amen.
Bid drie Onze Vaders en drie Wees yegroeten en voeg er na den naam van Jesus bij;
Die alle mensehen gelieve te geven, wat voor hunne tijdelijke en eeuwige welvaart dienstig is.
Als gij nog tijd over lieb(, dan bid de Litanie van liet Geloof, de Koop en de Liefde. Bladz. 46—24.
VI.
Geheimen van den rozenkrans, na de heilige Communie.
'i
■■l j .
r
1
m
y-.
t ;
EERSTE ROZENKRANS.
1. Jesus: Die ons door dit heilig Sacrament kracht tot eiken strijd gelieve te geven.
134
2. Jesus: Die als bruidegom der zielen, onze
zielen in eene volmaakte liefde met zieli gelieve te vereenigen.
3. Jesus: Die ons door dit Sacrament de heilige
standvastigheid gelieve te schenken.
4. Jesus: Die ons op ons sterfbed als heilige
teerspijs gelieve te bezoeken.
5. Jesus: Die ons door dit heilige Sacrament,
eens in de heerlijkheid zijner uitverkorenen gelieve te brengen.
TWEEDE ROZENKRANS.
1. Jesus: Dien gij, 6 heilige Maagd, en alle
schepselen in den hemel en op aarde voor zijne liefde en vernedering wen-schen te loven en te danken.
2. Jesus: Die nu de mijne is, en ik de zijne.
3. Jesus : Die ons, die belast en beladen zijn, ge
lieve te verkwikken en te versterken.
4. Jesus: Die elke ongevegeldeliefde totdeschep-
selen in ons gelieve uit te roeijen.
5. Jesus: Die onze vrienden en weldoeners en
■ alle menschen zijn genade gelieve te schenken.
AaniKerldnr;. Deze lieide Tïozenkr-tuseu na cle heilige Communie kan men 0]i de leide dagen, die op de heilige Communie volgen, bidden, of ook wel des namiddags iu de kerk of Ie huis, bij het bezoeken van het heilige Sacrament, enz. Die ver van de kerk wonen, kunnen dezelve onderweg bidden, als ook des avonds hij het avondgebed. Een ieder neme daartoe eenen tijd
135
19
::J
ï'
i :s
I
«I
BH
I
naar goedvinden, waarop hij die godvruchtige oefening het vredigste verrigten kan. En wie zoo .veel tijd niet heeft, om eenen geheelen Rozenkrans te hidden, die bidde op eenen gelegenen tijd een Onze Vader en lieu Wees Gegroeten en na den naam Jesus ieder maal eene der tien spreuken van deze Rozenkransen na elkander.
MIDDELEN TER BEVORDERING VAN HET GEESTELIJKE LEVEN.
Geliefde eliristcn, lees deze middelen op Comniuuiedagen, of ook anders op zondagen langzaam en met aandacht oi'ef. Hond bij ieder pnut een weinig stil, en denk er over na, — en wat het gewigtigste is— pas het op n toe en rigt uw leven er naar in. Gij znlt ondervinden, dat het u voor nw zielelieil nuttig is ; gij zult dan hier in het leven gelukkig en tevreden zijn, en u hiernamaals bij uwen Heiland eeuwig verheugen.
1. Zich in eene bestendige afhankelijklieid van den Geest Gods bewaren, en Hem nooit bedroeven. Oplettend zijn, om te erkennen wat Hij van ons verlangt; Hem dikwijls om raad vragen, en indien wij niet weten, welke partij wij kiezen moeten, Hem met vernieuwden ijver bidden, om liet licht onzes harten te zijn. — 2. Den eigenen wil verzaken, zelfs wanneer men hem volgt; dat wil zeggen: niets uit eigenen smaak, uit eigene neiging, maar uit het grondbeginsel des geloofs doen, alles voor God alleen! God alleen ! — 3. Met vreugde, dankbaarheid en liefde de kleine onaangenaamheden verdragen.
-
Il
I»
üi
sf n 4 tl
i
•136
die ons ieder oogenblik overkomen. Dit is eene bestendige oefening der versterving, waaruit wij veel nut kunnen trekken. — 4. Wanneer de ziel droog is, en treurigheid haar ter neder buigt, in den geest tot Jesus bij den Olijfberg gaan, daar nevens Hem nederknielen, met Hem bidden en den kelk aannemen, die ons wordt aangeboden: „Vader, niet mijn, maar uw uw wil geschiede.quot; — 5. Ons verootmoedigen wegens onze gebreken, doeh ons er niet over verwonderen of ontstellen. De onrust verzwakt do ziel, en heeft deze arme niet al hare kracht noodig, om tegen de vijanden te strijden, die zij in zich draagt, en die onophoudelijk haar innerlijk wezen aanvechten ? De ziel leeft van liefde en vertrouwen, en de blijmoedigheid is voor haar eene onuitputtelijke bron der heiliging. — G. Goed op onze hoede zijn, dat wij de vrijheid des geestes niet verliezen, die liefelijke vrijheid, die hemelsche en onuitsprekelijke vrede der /anderen Gods, zonder welke men niets volbrengt, wat waarlijk goed is. Om die te bewaren moet men zich vast aan God sluiten, en in zijne tegenwoordigheid wandelen met een hart, waarin de vrede heerscht — 7. Getrouw zijn, zelfs in de geringste zaken, doeh zonder dwang en zonder angstvalligheid. Vreezen wij niet in onze bezigheden, zelfs niet in onze gebeden gestoord te worden; opgeruimd en tevreden van geest moeten wij ze altijd verlaten, en weder tot dezelve terug keeren. Zijn wij in de dienst der Voorzienigheid, wat behoeven wij dan meer! — 8. Ons in onze bezigheden niet
overhaasten; niet willen, dat zij zoo schielijk voortgaan als onze gedachten; de tegenheden gelaten bestrijden; zonder moedeloos of driftig te worden. Gelukt ons iets, dan prijzen wij fiod; gelukt het ons niet, dan prijzen wij Hem ook. „God wil liet zoolquot; dit woord zegt alles. — 9. In de betrekkingen met den naaste, zich zoo veel mogelijk wachten, om anderen door een al te streng uiterlijk voorkomen af te schrikken; vriendelijk en zachtzinnig met hen spreken, hunne zwakheid versclioonen. — 10. Dikwijls aan God denken, ïerwijl wij ons met de menschen onderhouden, ons ingetogen houden, om in stilte te bidden, doch zonder dwang, zonder vermoeijende inspanning, met eene groote eenvoudigheid der liefde. — 11. Naar God luisteren in het inwendige gebed ; het oor des harten voor Hem openen, oin zijn heilig woord te ontvangen ; zich voeden met dit liefelijke manna, er niets van verliezen, en hetzelve met dankbaarheid genieten. — 12. Onze behoeften en onzen nood aan onzen Vader, die in de hemel is, met een ootmoedig vertrouwen klagen. In het gebed ons niet met geweld inspannnen, om ons tot verhevene beschouwing te verhellen; als God ons roept, ons trekt, den trek der genade volgen, met de eenvoudigheid eens kinds, dat zich bij de hand laat leiden, — 13. Tevreden zijn bij den wandel in het geloof. Niet alles vooruit zien, niet alles voorkomen willen; doen wat men kan en wat men moet, wanneer men geene menschelijke ondersteuning
Sii
||l
lil
■■ •(' 4 #
fltü
iÜ
' $ v. ■
i'l tó -
t ]
■{i -f
■' 'f ifT ■
■vindt, zicli bedaard in de avmen des Verlosser nederleggen. — quot;14. Nooit iets uit ijdellieid beginnen of opgeven, want de iidelheid komt slechts, om de verdienste van het weinige goede, dat wij mogten doen, te rooven; God is altijd dengene nabij, die voor zijn eer arbeiden. Hij strijdt met ons, indien wij voor Hem strijden; zoo lang als ons oogmerk opregt is, hebben wij niets te vreezen. — ib. Op onze hoede zijn tegen den geest des ongeloofs, en tegen de valsche grondbeginselen, welke in deze booze dagen vele christenen medeslepen; tegen de eigenliefde en onverschilligheid, welke tot verachting of verwaarloozing der gewone oefeningen en gebruiken verleiden, die door de goedkeuring der Kerk en door het voorbeeld van Gods dienaren geheiligd zijn. Wie zich daaraan schuldig maakt, bedroeft den Heiligen Geest, die zijne genade slechts aan de kleinen en ootmoedigen schenkt, en het kan voor zijne zaligheid treurige gevolgen hebben. — IC. Ons dikwijls herinneren, dat wij christenen zijn, dat wil zeggen: kinderen Gods en erfgenamen van zijn rijk. — Ja, bewonderen moeten wij hei verhevene van onzen staat, ons er dagelijks mede bezig houden en ons met de Engelen er over verwonderen, dat ellendigen zoo als wij •— ledematen van Jesus Christus geworden zijn, vrijgekocht met zijn heilig bloed, gevoed met zijn heilig vleesch; dat wij in al onze werken deel nemen aan zijne oneindige verdiensten, dat wij door Hem aan de bescherming van Maria;
rijne heilige Moeder en der Engelen overgegeven en aan de leiding zijner onfeilbare Kerk toever-troiwd zijn geworden ; dat wij dienstvolgens met eene orergroote liefde op aarde geroepen zijn, om eens eenwig met Hem in den Hemel telieer-schen in onuitsprekelijke vereeniging met zijnen Vader, en als het ware aan zijne goddelijke na-imir deel te nemen. — 17. Eindelijk dikwijls, ja zonder ophouden met vertrouwen en liefderijken ootmoed onze toevlugt nemen tot het heilige hart van Jesus, den oorsprong aller genaden, het toonbeeld aller deugden, als ook tot het onbevlekte hart van Maria, het levendige afbeeldsel van het hart van Jesus, dewijl door haar ons de hemelsche zegeningen in de eerste plaats Ijostroomen.
Goddelijk hart van Jesus, ontferm U onzer! Onbevlekt hart van Maria, bid voor ons!
AVONDGEBED OP HEILIGE COM-MUNIEDAGEN.
Blijf (Iqs avonds niet in gebreke, om den Heiland in uw gebeden op nieuw voor de heilige Communie en de ilaarmede verkregene genaden te danken. Bid Mem tevens, dat Hij u de kracht moge vcrleenen, om den volgendfcn dag zoo wel als alle dagen uws levens goed te besteden, en de godvruchtige voornemens ten uitvoer Ie brengen, welke gij op dezen dag gemaakt hebt. Om
i
i iL\ it •
11
I
' -! r '
140
daar iu grooteren voortgang te maken, zoo vernieiw alle dagen tot aan mve volgende Communie de gemaakte voornemens en geef des avonds bij liet onderzoek des gewetens wel acht, of gij in dit cf dat pnnt uw woord niet gehouden liebt, opdat gij n verbeteren en den vul-geuden dag zorgvuldiger over uw binnenste waken kunt.
Alle lof on dank, die ik L', ö Jesus! mijnen Heer en mijnen God! heden aan de lieilige ïafel lieb toegebragt, -vvenschte ik in dit avondnur met een geroerd hart te vernieuwen. Doek enkel woorden zijn de ware dankbaarheid niet. Uwen wil vervullen, U gehoorzamen, alle wederspannigheid der eigenliefde uit te roeijen, dat is U in waarheid danken. En mij daarop toe te leggen, dat beloof ik TJ op nieuw. Laat mij in uwe liefde volharden; steeds zweve mij uwe heilige gehoorzaamheid voor oogen! De diepe indruk, dien uw geheimzinnige offerdood op mij gemaakt heeft, blijve onuitwischbaar in mijn gemoed aanwezig. Bewaar uwe woning in mijne ziel, waarin de zonde geene plaats meer vinden zal. Openbaar uw heilig leven in mijne gezindheid en handelingen; laat mij de vreugde genieten, van te kunnen zeggen: „Ik leef niet meer — maat Jesus leeft in mij!quot; Leer mij werken en lijden naar uw voorbeeld; Gij hebt U immers heden op het innigste met mij vereenigd Deze vereeniging is voor mij het onderpand der eeuwige zaligheid. Wel mij! ik zal eens eeuwig bij U in den hemel zijn, waar licht en duisternis niet meer af-
141
worden, dan uw dood voor liet heil der men
%
P
t \ | ■
■s.
I
IIWiVLUÜ, VA.CIH. lt,.f , WW1 a.v/u ..W** V^V^X AUVll
sclicn — dan uwe liefde tot aan den dood des kruises. ^ i|'
Zoo wil ik dan nu in U, ó mijn Jesns, rusten. Laat uw geest in mij waken, als mijn lig-chnam slaapt. Weg, 6 wereld, wijkt van mij gij mhh
ijdele gedachten, wijkt van mij gij aardsche zorgen ! Ik wil in God rusten. Liefderijkste Heiland, zoo geef dan, dat ik U alleen beminne,
slechts voor U leve en voor U sterve; dat ik voor mij zeiven niets, voor U echter alles zij. Geloofd en gezegend zij ten allen tijde het allerheiligste Sacrament des Altaars! Geloofd en geprezen zij ten alle tijde Gods barmhartigheid jegens mij!
Amen.
m
Geloof, Hoop en Liefde.
irisselen, waar Gij zelf eeuwig de zon zijt, die niet meer ondergaat. Doch ook dan nog zal niets zoo zeer aan U bewonderd en aangebeden
GELOOF.
f i'
li
Ik heb U, mijn Goddelijke Verlosser, heden uit de hand van uwen priester ontvangen. Mijn vurigst verlangen is nu vervuld, en de band der liefde tusschen U en mij naauwer toegehaald; het nu mijn pligt om steeds vast te blijven staan in het geloof. Doch Heer, ik ben zwak; verlaat mij dus niet, ö mijn Jesus, en aanhoor genadig-mijn smeeken. Laat het licht des geloofs steeds
142
in mij branden, laat liet nimmer uitgaan, maar vermeeder mijn geloof. Dat men mij alles out-roove, slechts dit mijn goddelijk geloof niet. Door het geloof zal ik alle listen en lagen des duivels en elke zonde overwinnen, dewijl Gij, ó Jesus, zelf in mij zijt.
Ik hoop, 6 mijn Jesus, dat Gij mij versterken en uwen bijstand scheuken zult, wanneer bekoringen mij bedreigen, gedurende mijn leven en in het uur van mijnen dood. Op U kan ik zeer zeker en vastelijk vertrouwen, en op U wil ik mijnen hoop vestigen, wijl gij mij niet verlaten zult. Al mijne hoop en mijn vertrouwen, berusten dus in U, in U het brood des hemels, dat ik voortaan dikwijls ontvangen wil, tot vertroosting in mijnen nood en ellende. Ik verlaat mij nu geheel en al op uwe goedheid en trouw. Neem mijn harte aan, ó Jesus, dat ik u thans voor eeuwig toe wijde.
O mijn Heiland, welk eene liefde hebt Gij mij heden betoond! Ik gevoel mij vervoerd van dankbaarheid en mijn hart is geheel en al ver-teederd. Op eene wonderbare wijze gaaft Gij mij heden uw heilig vleesch tot spijze en uw dierbaar bloed tot drank! Gij zijt tot mij gekomen en hebt U met mij vereenigd als de vriend mijner
•143
iiele, en liet is uw wil en verlangen om mij voor eeuwig gelukkig te maken. Voor deze uwe liefde wil ik nu door de vurigste wederliefde aan Ü gclieclit blijven tot aan het einde van mijn leven, en U in dit heilig Sacrament dikwijls met eene leedere liefde ontvangen.
G-abed tot de Heilige Bloeder Gods.
[k loof en vereer u, o allerheiligste Maagd, en zeg ii den innigsten dank voor al het goede, dat ik dezen dag op uwe voorbede ontvangen heb. Even als dezen morgen, zoo beveel ik mij ook nu in den avond u aan. Bewaar mij, als uw kind, in uwe moederlijke bescherming, vooral bij mijn laatste einde. Amen.
m
ii
Gebed tot den H. Josef.
Heilige Josef, voedstervader van Jesus en bruidegom der zuiverste Maagd Maria; ik verkies u heden en altijd tot mijnen bijzonderen patroon in het uur van mijnen dood, en bid u, dat gij mij door uwe veelvermogende voorbede een gelukzalig sterfuur wilt laten verkrijgen. Amen.
Gebod tot den H. Engelbewaarder.
Ik dank u, mijn heilige Engel-bewaarder, voor uw leiding en alle goede ingevingen, waaraan gij
L
m
■ iii
- ip
tl ü;'
144.
het mij ook lieden niet hebt laten ontbreken. Arergeef mij, dat ik dezelve niet altijd opgevolgd en mij dikwijls als doof jegens u getoond lieb. Waak ook dezen keer over mij! Bescherm mij tegen de lagen van den boozen vijand! Loof God voor mij, terwijl ik slaap. Zoodra ik echter morgen weder ontwaak, vermaan en help mij dan, om mijn hart tot God te verheflen, en dat ik mijn bed op den bestemden tijd zonder dralen verlate. Amen.
Gebed tot alle heiligen in den Hemel.
Gij Heiligen, die in den hemel wonen, bidt voor mij, opdat mij eens liet geluk ten deel valle, van met u in het rijk der eeuwige heerlijkheid te zijn. Amen.
Verleen, o Heer, den regtvaardigen volharding, den zondaren eene ware bekeering, en der lijdende zielen in het vagevuur de eeuwige rust. Ons ze-gene de allerheiligste Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Litanie tot het Allerheiligste Sacrament.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm ü onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
145
I
God hemelsclie Vader,
God Zoon, Verlosser der wereld.
God Heilige Geest,
Heilige Dricvuldiglieid, één God,
Levend brood, dat uit den hemel gedaald zijt,
Eeuwig Woord Gods, mensch geworden en
onder ons wonende,
Verborgen -God en Zaligmaker, bedekt onder
zienlijke gedaanten.
Tarwe der uitverkorenen,
ijn, die maagden voortbrengt.
Voedzaam brood en vermaak der koningen, Sterk scliild tegen alle bekoringen, :
Geestelijk hulpmiddel voor alle zonden en '' krankheden, :
Ouuitputbare schat van genade, ,
Altijddurende ofleraude.
Allerzuiverste maaltijd,
Verborgen hemelseh brood.
Gedachtenis van Gods wonderheden.
Bovennatuurlijk brood.
Heilig slagtoffer,
Kelk des Heils,
(ielieim des geloofs.
Hoogwaardig en Uitmuntend Sacrament, Allerheiligste offerande.
Zoenoffer voor levenden en dooden,
Houder van Gods wonderen,
Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,
iff'
81 III
10
146
Geschenk, dat alle volheid te boven gaat, Voortreffelijk gedenkteeken der goddelijke liefde,
Overvloeijende bron van Gods middadigheid, Overheilig en wonderlijk geheim,
Krachtige spijs der onsterfelijkheid, Aanbiddelijk en levendmakend Sacrament, Brood, dat door de almogendhed des
Woords zijt vleeseh geworden.
Onbloedige offerande,
Allerzoetste maaltijd, daar de Engelen bij
tegenwoordig zijn en dienen,
Teeken van genade,
Band van liefde.
Opperpriester, die zelf de offerande zijt. Geestelijke zoetheid, die in haren eigen
oorsprong gesmaakt wordt.
Verkwikking der heilige zielen.
Teerspijs dergenen, die in den Heere sterven. Pand der toekomende zaligheid,
Wees genadig; spaar ons, Heere!
Wees genadig; verhoor ons, Heere!
Van het onwaardig nuttigen uws ligchaams
en bloeds, verlos o: s Heere!
Van de begeerlijkheid des vleesches.
Van de begeerlijkheid der oogen.
Van de hoovaardij des levens,
Van alle ketterij, ongeloovigheid en verblindheid des harten.
Van alle oneerbiedigheid en misbruik ten
opzigte van dit heilig Sacrament,
Van alle zwakheden en zonden, die de
147
vruchten van dit heilig Sacrament verminderen en beletten,
Van alle gelegenheden dor zonde,
Door de groote begeerte, die Gij gehad hebt, om dit Paaschlam met uwe leerlingen te eten.
Door de diepe ootmoedigheid, waarmede Gij de voeten tier leerlingen gewasschen hebt om hen tot dezen maaltijd te bereiden, Door de onmeetbare liefde, waarmede Gij
dit heilig Sacrament hebt ingesteld,
Door de uitsprekelijke goedheid, waarmede Gij ons tot het nuttigen van uw heilig ligchaam en bloed opwekt,
Door uw dierbaar bloed, dat Gij ons op het
altaar hebt nagelaten.
Door de vijf wonden, die Gij in uw allerheiligst ligchaam voor ons ontvangen hebt. Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons! Dat het ü believe, liet geloof, de eerbiedigheid en de begeerte tot dit wonderlijk Sacrament in ons te vermeerderen en te bewaren.
Dat het U believe, ons door eene ware belijdenis onzer zonden, tot het dikwijls nuttigen dezer geestelijke spijze te bereiden. Dat het U believe, de hemelsche vruchten van dit Sacrament, in ons mildclijk uit te storten,
Dat wij, door het nuttige van uw heilig ligchaam en bloed, mogen blijven in U en Gij in ons.
148
Dat wij, alle boosheid en wereldsche geneigdheden verlatende, altijd in matigheid, regtvaar-digheid en godvruchtigheid mogen leven, wij hidden U, verhoor ons!
Dat het U believe, ons in het uur des doods met deze hemelsehe teerspijze te versterken en te beschermen, wij bidden U, verhoor ons! Zoon van God! wij bidden U, verhoor ons! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld!
spaar ons, Heere !
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld!
verhoor ons, Heere!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld!
ontferm U onzer, Heere!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
Heer, ontferm L1 onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Onze Vader, enz.
V. Heer, verhoor mijn gebed,
A. Kn mijn roepen kome tot U.
Laten wij hidden.
O God, die ons, onder dit wonderlijk Sacrament, de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten; wij bidden U, geef, dat wij de heilige geheimenissen! van uw ligchaam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing gedurig in ons gewaar worden: Die met
149
den Vader en den Heiligen Geest leeft ea heerscht in alle eeuwigheid. Amen.
Bid feu slotte drie Onze Vaders en drie Wees gegroeten en voeg er na den naam van Jesns bij:
1. Die ons de zaligheid van dezen dag nooit
gelieve te laten vergeten.
'2. Die ons op ons sterfbed met dit brood der
Engelen gelieve te verkwikken. 3. Die ons tot liet eeuwige gastmaal in den hemel gelieve te brengen.
150
EEN HOOPBZAKE1.IJK MIDDEI, TOT DE CHRISTELIJKE VOLMAAKTHEID.
Over de vruchten der H. Communie.
De vruchten, welke de heilige Communie in diengene voortbrengt, -welke met behoorlijke voorbereiding en godsvrucht, dus zoo veel mogelijk waardig, het allerheiligste ligchaam des Heeren ontvangt, zijn zoo heerlijk en heilzaam, dat men dezelve niet genoeg prijzen kan. Zes van dezelve zijn bijzonder vermeldenswaardig :
De eerste: De heilige Communie vcreenigt ons met Christus, wat Hij zelf duidelijk te verstaan gaf, toen Hij sprak: //Wie mijn vleesch eet, en mijn bloed drinkt, die blijft iu mij en Ik in Hem.'' (Joan. YI. 57).
De tweede: Zij bewaart en vermeerdert in ons de heiligmakende genade, dat is, zij bewaart ons in de vriendschap en als kind van God, en maakt, dat wij God steeds welbehagelijker worden, en gedurig meer toenemen in alle deugden en goede werken. Want de Heiland zegt: „Wie mij eet, die zal leven om mijnentwil.quot; (Joan. VI. 58); en: „Wie in mij blijlt
151
en ik in hem, die brengt vele vruchten voort.quot; (Joan. XT. 5.)
De derde: Zij vermindert in ons de booze lust en begeerlijkheid.
De vierde: Zij schenkt ons meer licht, moed en kracht, om het goede te doen en het kwade te laten.
De vijfde; Zij wischt de dagelijksche zonden uit, en bewaart voor de doodzonden.
De zesde: Zij brengt ons tot de heerlijke verrijzenis en tot de eeuwige zaligheid, naardien de Heiland zegt: „Wie mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, dio heeft het eeuwige leven, en ik zal hem opwekken ten jongsten dage.'' (Joan. VI. 55.)
II.
Over de veelmalige Communie.
Wie christelijk en vroom wil leven, die moet ook dikwijls 7,eer dikwijls tot de tafel van zijnen goddelijken Heer komen, en deszelfs goddelijke spijze genieten, om zijne ziel door dit hemelsch brood te voeden en te versterken. Waar wil en zal uwe ziel, mijn geliefde christen, haar voedsel en hare versterking anders 'gaan halen en ontvangen, dan ik dezen oorsprong van alle leven? — Wie godvruchtig, deugdzaam en volmaakt wil worden, die moet de bron des levens, der heilige geestdrift en der sterkte, in en door de heilige Communie zoeken, en dit des te vaker, hoe meer hij de zwakheid zijner ziel kent, en
-152
hoe grooter de gevaren zijn. waardoor bij met den ondergang bedreigd wordt. — Komt tot mij, allen die belast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken.
Zoudt gij, mijn waarde christen, deze uitnoo-diging van uwen Verlosser en Heiligmaker niet gaarne en blijmoedig volgen? — Welk eene ondankbaarheid zoude het zijn, deze minzame uit-noodiging af te wijzen! — Zal de christen mogen hopen eens van zijnen goddelijken Eegter de uit-noodiging tot den hemel te hooien, die op aarde zijne uitnoodiging versmaad heeft?
Aan dezen wensch en het bevel van Jesus Christus voldeden zijne heilige Apostelen en leerlingen getrouw en stiplelijk, zoo als de heilige geschiedenis der Apostelen het bewijst. — Dezen wensch en dit bevel van Jesus Christus werd ook door alle tijden heen steeds door zijne goddelijke bruid, onze heilige Moeder de Katholijke Kerk opgevolgd; het was, is en blijft, van de eerste tijden af, ook haar wensch en wil, haar vermanen en smeeken, dat hare kinderen, de geloovige christenen, dikwijls, zeer dikwijls de heilige Communie mogten ontvangen.
In de eerste tijden der Kerk was de dagelijk-sche Communie gebruikelijk. „Alle geloovigen volhardden eensgezind in het breken des broods en in het gebed.quot; — De menigte der geloovigen waren een hart en eene ziel. (Hand. II. 42.)
Dewijl liet getal der christenen echter dagelijks vermeerderde en dezelve te zeer in tijdelijke bezigheden gewikkeld werden, om zich dagelijks
153
behoorlijk te kunnen voorbereiden, en ook laau-wer werden, zoo werd de dagelij ksche Communie steeds zeldzamer, en de zon- en feestdaagsche meer gebruikelijk. —
Eindelijk na de vervolgingen verkoelde de ij ver der christenen, en de laauwheid nam steeds meer de overhand. En zoo zag de Kerk zich genoodzaakt, om -de geloovigen ten minste drie maal 'sjaars, tot de heilige Communie te verpligten, namelijk op Paschen, Pinksteren en het feest van de Geboorte des Heeren. In latere tijden werd eindelijk ook dit gebod tot eenmaal 'sjaars, tot Paschen beperkt.
Maar dit bewijst geensains, dat het meermalen communiceren niet zeer prijzenswaardig is; het dient slechts ten bewijze, dat de ijver, welke in den beginne in de Kerk bloeide, met den tijd afgenomen en verkoeld is.
Eenmaal in het jaar is dus een gebod der Kerk en de Kerk ziet het gaarne, noodigt ons dringend uit en spoort er ons toe aan, om dikwijls aan dezen disch der genade te komen. Wie slechts eenmaal in het jaar volgens het strengste gebod der Kerk aan de tafel des Heeren verschijnt, die behoort zeker tot de laauwe christenen, en zoo ook niet veel minder diegene, die slechts twee of drie keeren in het jaar heengaat. De heilige Franciskus van Sales wenscht, dat de christen alle veertien dagen de heilige Communie mogt ontvangen; diegenen echter, die zeer ernstig naar de christelijke volmaaktheid streven (en zulks moesten wij toch allen) en een groot verlangen
154
naar de heilige Communie gevoelen, raad de/c Heilige, om alle acht dagen tot de heilige Communie te gaan. De heilige Alphonsus van Liguori heeft verscheidene verhandelingen geschreven, waarin hij met het getuigenis der heilige Vaders en Kerkvergaderingen bewijst, dat de achtdaagsche Communie nog niet tot de veelmahge Communie gerekend worden kan. Het ware te wenschen dat alle christenen ten minste ulle acht dagen tot de heilige Communie gingen. Indien gij het gaarne zoo dikwerf doen wilt, als het voor uw zieleheil het beste is, dan ontvang de heilige Communie zoo dikwijls, als uw biechtvader het u veroorlooft. Zoo heeft het ook onze Kerk bepaald. Ieder, die het spoor niet, bijster wil worden, moet de gehoorzaamheid beoefenen, moet zich ten eenen maal aan den biechtvader onderwerpen.
Vermainng tot het veelmalige ontvangen der Heilige Communie.
Laten wij ons niet van den weg brengen, niet storen, niet weerhouden door het gepraat en de bespotting, door de verachting en vervolging der wereld — wij weten immers, dat de wereld en Christus niet met elkander overeenstemmen, dat de wereld Christus en zijn goddelijk licht haat en vliedt.
Met de wereld — met de groote menigte mogen wij het immers in geenerlei opzicht houden,
i 55
maar bij de weinigen, bij liet kleine getal dei-ware christenen moeten wij ons aansluiten en lien volgen; op deai broeden weg, die ten ver-derve leidt, mogen wij nimmer gaan, maar op den smallen, engen ^eg moeten wij wandelen — naar den'hemel!
— Wij zien toch dagelijks, helaas! maar al te duidelijk met onze eigene oogen, hoe het ei-met den levenswandel van zulke wereldsgezinde mensehen uitziet, die zoo zelden tot de tafel des Heeren komen, en zijn goddelijk brood versmaden, zijne artsenij ontvlugten!
Zeer zeker bestaat eene ge wig ti ge, diepe en opmerkenswaardige oorzaak van de steeds meer toenemende zedeloosheid, bedorvenheid en boosheid van onzen tegenwoordigen tijd ■— in het steeds zeldzamer, laauwer en onwaardiger ontvangen van de heilige Sacramenten der Biecht en des Altaars.
0 mogt toch slechts het dikwijls ontvangen dezer heilige Sacramenten weder meer algemeen en meer gebruikelijk worden, zeker, het zou er weldra beter in do christenheid uitzien. God geve het! 't kan weder zoo worden. — Dan zoude weldra geloof, naastenliefde, regtvaardig-lieid, eerlijkheid, onderlinge hulp en vertrouwen — ware deugd, waar christendom in 't algemeen, weder voor den dag komen; en daarmede ook ware inwendige en uitwendige vrede, vergenoegdheid en welvaart toenemen, en Gods zegen zigtbaarder en tastbaarder worden! — Juist in de tijden, als het met de godsdienst
156
eu de zeden der christenen het slechtste gesteld was, heeft de christelijke Kerk altoos het ijverigste en nadrukkelijkste op het vlijtig ontvangen dei-heilige Communie aangedrongen.
Vermits wij ook het vurige verlangen van onzen lieven Jesus cn den innigen wenseh en wil van onze geliefde moeder, de heilige Kerk, zoo duidelijk kennen, wat zou ons dan terughouden, om aan dit verlangen en dezen wensch te beantwoorden en zeer dikwijls tot de heilige Communie te gaan? Niets — indien onze eigene traagheid het niet doet. —- Voor lasteringen zijn wij gedekt door den bijval der geheele onfeilbare Kerk.
Wacht u echter, christelijke ziel, voor n zelve, opdat gij in dezen u zelve niet bedriegt; opdat gij door uwe veelmalige Communie den Heer niet meer oneer, dan eer aandoet. Menige bedroevende ondervinding bewijst helaas! dat veelmalige Communie en zonde (b. v. eigenzinnigheid, ongehoorzaamheid, zelfbehagen, enz.) gepaard kunnen gaan. — Beproef u dus, volgens de ernstige waarschuwing van den Apostel (i Cor. XT. 28—29) eerst zelve, opdat gij de veelmalige Communie onder hare vijanden niet nog meer aan afkeuring blootstelt, en u aan den dood van Jesus — cn aan het oordeel schuldig maakt. Herinner u toch, ik bezweer het u, dat bij het woord Communie altoos liet woord waardig, dat is, christelijk, godvruchtig, is gevoegd geworden. De Communie zonder christelijke godsvrucht kan noch eens, noch
457
meermalen Gode aangenaam en den mensch heilzaam zijn! — Het dikwijls ontvangen der heilige Communie, en daarbij een laauwe, onverseliillige en ligtzinnige levenswandel, zoude eene groote, zwaar te verantwoord ene ergernis voor de wereld zijn. — De levenswandel moet met liet veelmalig gebruik dezer' heiligste spijze overeenstemmen. — Welk een aanstoot en welk eene ergernis zoude dit ook voor de wereld zijn, indien de levenswandel met de veelmalige heilige Communie niet zoude overeenstemmen! Welk een nadeel voor de goede zaak in het algemeen, welk esn beletsel vooral voor de bevordering en verbreiding van het vlijtig ontvangen van het allerheiligste Sacrament! -— Welk eene verantwoording daarvoor! — De wereld oordeelt altoos en terstond streng, liefdeloos en algemeen, oppervlakkig- en zonder onderscheid.
Laten wij ons niet van het naarstig ontvangen der heilige Communie afschrikken door de tegenwerpingen en uitvlugten, die velen maken, en waarmede velen hunne nalatigheid en traagheid willen verontschuldigen, namelijk:
1. Ik hen hel niel waardig, onzen Heer zoo dik-wijls te ontvangen ; ik durf niet, hel kon eene onl-eering van Jesus, mijnen God, en eene ontheiliging van het allerheiligste Sacrament zijn !
Geloof mij, mijne ziel, indien gij niet waardig cn voorbereid zijt, om uwen Heer dikwijls te ont-vangen, dan zult gij liet nog minder zijn, indien gij Hem zelden ontvangt. —Hoe veel moeijelijker cn slechter zal dan de voorbereiding zijn! Hoe
158
zal diegene voorbereid zijn tot het ontvangen, die eens of eenige malen in het jaar tot do tafel des Heeren gaat, wien dus zeer weinig aan deze heilige spijs gelegen is, zoo als hij door zijn nalatig en zeldzaam ontvangen duidelijk genoeg te kennen geeft.
2. Ik heb geenen lijd, om mij behoorlijk lot de heilige Communie voor le bereiden !
Deze verontschuldiging en uitvlugt geldt voor God niet! — Men moet den tijd nemen — het zieleheil is en blijft de hoofdzaak, is de eerste en noodzakelijkste bezigheid. — Om te sterven en om voor het oordeel Gods te verschijnen moet men ook den tijd nemen! — Met eenen ernstigen, vasten wil, met eenen waren ijver voor zijne zaligheid, met rle genade Gods, laat zich veel mogelijk. ja zelfs gemakkelijk maken, wat den -wereld-ling onmogelijk schijnt. — De eerste christenen hadden ook hunne beroepsbezigheden, en zij vonden daarom toch tijd, om zelfs dagelijks tot de heilige Communie te gaan. — God zegent dezen kor!en tijd, dien wij aan Hem en aan onze arme ziel schenken, rijkelijk, en vergoed denzelven duizendvoudig. — De heilige Geest verschaft raad, middelen en uitwegen.
Gij hebt geenen tijd? —Indien gijiederen keer, als gij communiceerdet, eenen gulden kreegt, zoudt gij dan niet vaker komen? Misschien kwaamt gij dan alle zondagen, ja zelfs nog vaker; de gulden is u dus liever, dan uw Heiland!
3. Die zoo dikwijls gaan biechten en commnni-ceren, zijn niet altijd de besten, zeggen vooral die-
159
genen, tuelke zeiven laauw en nalatig zijn in hel onlvangaji der heilige Sacramenlen, om hunne eigene laauw hei d le regtvaardigen.
Dat niet allen, die dikwerf communiceren, ook de beste eu godvruchtigste christenen zijn, dat kan soms wel wezen; ook onder de leerlingen van Jesus bevond zich een Judas; doch zijn diegenen beter, die men zelden aan de tafel des Heeren ziet? Zouden althans niet allen naar de opgenoemde uitwerkingen van het veelmalige waardige gebruik des heiligen Avondmaals de besten kunnen zijn ? hebben zij daartoe niet alle middelen aan de hand? — Zijn zij het niet, dan ligt de sclmld enkel aan hen zeiven, doch niet aan de veelmalige Biecht en Communie.
4. Ik wil geen zonderlinge zijn!
Dat wil zoo veel zeggen als —■ ik wil geen waar christen zijn! — Want ik heb vroeger reeds gezegd, dat slechts verreweg liet kleinere getal, het getal der ware christenen is; dat wij het diensvolgens met het grootere getal niet mogen hou-''en- ~ Geheel alleen zult gij toch de zonderlinge niet zijn, althans eenige zulke zonderlingen zult gij toch overal en altijd aan de tafel des Heeren vinden en aantreffen. — De Heer Jesus, die voor (ie wereld de eerste zonderlinge Was, heeft toch altoos en overal eenigen, die het met Hem houden en zijn woord en voorbeeld volgen. De Heiligen waren louter zulke zonderlingen.
O mogt slechts het getal van zulke christelijke zonderlingen in dezen ongeloovigen en bedorvenen, dreigenden en gevaarlijken tijd spoedig zeer ver-
160
meerderd worden! 't Is hoogst noodzakelijk, om de nakende strafi'e Gods af te wenden, en nog te redden, wat te redden is.
Mei reyt klaagt een eerwaardig Kerkleeraar op de volgende wijze:
Ach, hoe veel te meer kan men in onze treurige dagen die klagt uitbrengen !
Sedert het roemwaardige Sacrament des Altaars verlaten werd, dat alleen de oorsprong van een godzalig leven is, en de dwalenden uit de duisternissen naar het licht voert, namen alle zonden en misdaden de overhand. Met rcgt worden wij van God verlaten, bedrukt en met allerlei soort van rampen bezocht, vermits wij Hem den rug toekeeren, die in ons midden woont. Waar is nu die ijver, waar die goede en heilige werken, waaraan die tijden zoo vruchtbaar waren, toen alle christenen de heilige Communie dagelijks ontvingen? — O onverschilligheid van onzen tijd! De godsvrucht gaat thans door voor huichelarij, en de goddeloosheid neemt steeds meer de overhand; en worden er hier en daar nog enkele godvruchtige zielen gevonden, die het brood des levens dikwerf ontvangen, dan zijn zij het mikpunt van den spot en den laster der slechte menschen.
Ook de booze vijand wil ons van het ontvangen van het heilige Sacrament des Altaars afhouden, wijl hij zeer wel weet, hoe heilzaam deze goddelijke spijze is, en dat de christen, is hij van dit hemelsch voedsel beroofd, steeds zwakker wordt in het goede, zich aan zijne driften en de zonde
161
overgeeft, eu zoo opgemerkt zijnen dood en ondergangquot; nadert. —
O mijne christelijke ziel, begin slechts, of indien gij begonnen zijt, zoo ga voort, om naarstig en dikwijls te communiceren; gij zult zelve in korten tijd hel groote, onbeschrijfelijke nut er van ondervinden; smaak en geniet sleclits zeer dikwijls dat goddelijke hemelsbrood, en gij zult zien, hoe :-oel en heihaam het is; ja, zelve moet gij het ondervinden; beschrijven en verklaren laat zich de noodzakelijkheid en het nut, de kracht en de werking van dit allerheiligste Sacrament zoo niet. —
HOOGGEPEEZEN ZIJ JESUS CH1USÏUS
IN DE INSTELLING VAN HET
Alles tot meerdere eere Gods, en tot hot heil der zielen!
lilatlz.
Liefderijke woorden van Jesus, tot voorbereiding van het ontvangen der H. Sacramenten der Biecht en
Gebeden op den vooravond van den.IT. Commu
Plegtige eereboete aan Jesus Christus......0
Gebeden tot de M. Engelen.........11
Geheimen van den Rozenkrans, als voorbereiding tot
de lï. Communie.............15
Litanie van het geloof...........10
Litanie van de Hoop............10
Litanie van de Liefde...........22
Biecht oefeningen...........24'
Heilzame lessen en vermaningen tot boetvaardigheid. 24
Gebeden voor den Biecht..........20
Aanroeping van den li. Geest.........20
Gebed tot de IF. Moeder Gods........20
Gebed om waar berouw...........30
Geloof, Hoop, Liefde en Berouw, voor de Biecht . . 31
Slotgebed voor de Biecht ..........30
Gebeden na de Biecht...........38
Morgen-oefeningen op den H. Communiedag . 43
Morgengebed op den Heiligen Communiedag .... 43
Morgengebed tot de H. Maagd Maria......44
Gebed tot de H. Engelen..........45
De stem van den li. Engel-Bewaarder op den weg
Drie vragen, die men voor het ontvangen der li. Communie ernstig ter harte nemen en welker waarachtige beantwoording men grondig overwegen
Eerste groet aan Jesus Christus in het H. Sacrament des Altaars, als men in de kerk komt.....4S
inhoud.
Bladz.
communie-oefeningen..........5,1
Gebeden onder de heilige Mis, op den dag waarop
men de li. Conununie ontvangt.......5S
Drie liefdezuchten tot Jesus, voor de H. Communie. . Cfl Gebed bii het heengaan tot de H. Communie ... 70
Gebeden na de H. Communie........
Onderrigt...............
Gebed van den H. Ignatius.........j-
Blijdschai) over bet bezit van Jesus, en verlangen
om Hem te behouden...........
Besluit om Jesus na te volgen. Opoffering en overgev. 76 Verzoek om den zegen bij al onze werken .... • * Gebed tot Maria, om zich aan deu dienst dezer allerheiligste Maagd toe te wijden........'f
Godvruchtige gevoelens na de H. Communie . ... 81 Godvruchtige verzoeken na. de H. Communie . 83 Verzoek om vergiffenis der feilen die men bij de
H. Communie begaan heeft.........83
Verzoek, om uooit weder door eene doodzonde van
Jesus gescheiden te worden.........84
Verzoek, dat onze vrienden aan de vruchten van dit
Sacrament deel mogen hebben........85
Gebed om voor een kruisbeeld te bidden.....815
Algemeen gebed om eenen vollen aflaat te verdienen . 81) Gebed om den aflaat voor eenen Overledene op te offeren .................
De stem van den H. Engel-Bewaarder bij het verlaten
der Kerk...............
Tweede Communie-oefening. Ai.s men de H. Mis
te voren niet bijwonen kan......
Ijiefde en verlangen naar den Heiland......
Gebeden voor de H. Communie........®
Dankzegging na de H. Communie.......■
Liefdezuchten na de H. Communie.......''' ■
Derde Communie-Oefening. Op de Feestdagen
van de allerheiligste Maagd Maria . . ■ W' Gebeden voor de H. Communie........^
Ij
te
INHOU n.
Bladz.
Gebed na de H. Communie......' . . 407
Vierde Communie-Oefening, op den feestdag
va.n eenen heilige........... 110
Gebeden voor de II. Communie........110
Gebeden na de H. Communie.........113
Godvruchtige Oefeningen op den namiddag van
Onderrigt over het bezoeken van het allerheiligste
Sacrament des Altaars...........118
Pe wereld verachten en God dienen is zoet . . . .120 Verbond der ziel met Jesus Christus, om voor altijd
een godvruchtig leven te leiden.......123
Gebed eener godvruchtige ziel om met Jesus ver-
eenigd te blijven............123
Gebed om Jesus steeds meer te beminnen.....124
Gebed om standvastig in de genade Gods te leven . . 12G Gebed om vergiffenis voor alle verstrooijingen bij het bidden en om de genade eener goede voorbereiding tot de eerstvolgende H. Communie . . . 127 Gebed tot Jesus Christus voor alle menschen op
Geheimen van den llozenkrans na de H. Communie . 133 Middelen ter bevordering van het geestelijke leven . 135 Avondgebed op Heilige Communiedagen . . . 130
Geloof, Hoop en Liefde...........141
Gebed tot de H. Moeder Gods........143
Gebed tot den 11. Josef...........143
Gebed tot den H. Engel-Bewaarder.......143
Gebed tot alle heiligen...........144
Litanie tot het allerheiligste Sacrament......144
De veelmalige Communie een hoofdzakelijk middel tot de christelijke volmaaktheid . 150
Over de vruchten der H. Communie.......150
Over de veelmalige Communie........151
Vermaning tot het veelmalig ontvangen der H. Communie ...............154