BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT 2855 760 5
X
c
OP DE
BEPRÖEFBE GEIESMIDDEIES ES VOOBSCHRiFTE^f
EM AJTDER ^ A
/Sty 1 ^ -#9632;#9632;
(1) Wij meenen met deze uitbreidii^g T^n ^ns oorsprciikelijk plan dea Vee-houders geene andienst te äoe^.v v; gt; ;
TE DETENTEK , BIX—-J. de LANGE,
ZIEKTEN BER PIARBE^ (Jj.
J^neuztngen of hivetsingen der Jagen of ge-bil-randen. De lagen noemt men de tande-looze ruimten, aan de achterkaak, in den mond van het paard, die bij den hengst en den ruin gelegen zijn tusschen de liaaktanden en de eerste kiezen, en bij de merrie tusschen de hoekfanden en de eerste kiezen, en waarop het mondstuk van het gebit rust. Door sterk rakken van de teugels worden deze , vooral A'-bij driftige paarden, dikwerfgeknensd , zoodat ] het kaakbeen wordt aangedaan en er eene ; verzwering rcet beenbederf ontstaat. Men f bemerkt het vooral daaraan dat bet paard j gevoeliger is voor de stang en niet zoo goed dan vroeger aan de bewegingen daarvan ge-hoorzaamt, of ongedresseerder dan vroeger zieh voordoet. Men moet dagelijks de ge-
(1) Wij spreken allijd van mediciuaal gewigt.
kneusde plaats naauwkeurig met de vinger onderzoeken, of er op den bodem der ver-zwering ook een los slukjc been aanwezig is, — lets dat in verre d? meeste gevailen , pa verloop van eenigedagen, plaats heeft, — en dit dadeiijk met de vinger of een klein langet je verwijderen. — Be wond wordt daarna dagelijksch 2 of 3 malen, met een sponsjt met tinctuur van aloe of myrrhe bevochtigd, bestreken, en vooral zorg gedragen, dat erzieh geene pnzuiverheden , als haverkorrels, haksel, zand , enz. in plaatsen. — Hot is zaak, wanneer meneene S[;oedige herstelling verlangt, het paard geen gebit in den mond te leggen gcdurende de behandeling , en is men daarloe genood-zaakt, het mundstuk alsdan met fijn , ond linnen dik te omwinden , welk linnen vooraf met tinctuur van myrrhe of aloe is door-trokken. Zorgt men niet voor eenc goede genezing , dan ontstaan daar ter plaatse dik-wijls beenige knobbels aan de kaak, die het dier zeer hinderen, de lagen wansfallig maken en het paard in waarde verminderen. Yer-zuimt men eene doelmalige behandeling, vooral het verwijderjn van het losse been-stukje , dan gaat het beenbederf dikwijls dieptr in, en doet het sponsachtigc ged-celfc van
het kaatLeen aan, vvaardoor dan aan de bui-tenzijde eene ronde zwelling, soms met eene listel-opening in hct midden ontstaat; het {jebrek vordert dan heelkundige hulp , die alleen een Yee-arls kau verleenen.
Tand- of Aicsfistel. Wanneer men aan den rand v^n het achlerkaakbeen, een' hard, onrcgelmatig gezwel aantreft, dat niet verschuifbaar is; is aan deze zwelling eene kleine ronde opening te bemerken, waaruit cen stinkende etter vloeit, en kan men met een naald, een of meerdere duimen diep in deze kleine opening dringen, dan heeft men cone land-fistel voor zieh. — Zij ontstaat bijna altijd door eene bedorvene kics , waarvan lt;• de vrortel is aangedaan, enmoetmen, om het i gcbrek grondig te genezen, deze in verre de raeeste gevallen wegnenien; waartoe eene I operatic gevcrderd wordt, die alleen een des-kundige kan verrigten. In de meeste gevallen ontstaan deze fistels aan de achterkaak; die aan de Toorkaak zijn moeijelijker in de be-handeling. Is het gebrek nog niet cud, de zwelling nog niet zeer uitgebreid , en dus het f bederf aan den wortel der kies niet groot, dan gelnkt het nog wel eens ora ze zonder knnslbewerking te gcnczen. Daartpe verwijdt
men met een mesje de opening eenigzins, daarna voele rnen of er in de diepte ook losse beenstukjes aanwezig zijn en verwijdere doze. Er wordt geen verband om de wond gedaan, maar daze met een klein spuilje 3 malen daags ingespoten met tinctuur van. myrrhe oi aloe; — het eerste vooral neemt dadelijk veel van de stank weg. Helpt dit,— na er 5—8 dagen mede volgehoaden , en de wond daarenboven zoo zuiver mogelijk te heb-ben gebouden , — niet, dan beproeve men in-spuitingen met terpentijnolie, of ook wel eene oplossing van helsteen , bij voorbeeld; 5 grein op 1 once gedeslilleerd water. Daar alles wat *' met dit laatste middel in aanraking komt,
I vooral in het zonnelicbt, zwart wordt, nenie men zieh daar voor in acht. vooral in het zonnelicbt, zwart wordt, nenie men zieh daar voor in acht.
Rheumatische kruis- of lenden-Iamheid. Zwahheld in het knits of de lendenen. Wij spreken hier alleen over de rheumatische vorm dezer ziekte, en dus niet over die welke bij JVieren-ontsteking voorkomt (Vergelijkt het eerste vervolg. 1847.^ of van die welke jl ontstaat na kneuzingen, breuken der rug- of lendenwervelen enz. , of bij ontsteking van het niggemerg, — welke alle eene andere behandeiing vorderen. — Men erkent deze
zickte aan eene in het oog -vallende zwakheid van bet paard in de lendenen o{ het kruis eu l)ij de beweging der achterbeenen. Dik-wijls gaat hol paard wankelende, waggelende, «azeker mel het achterstel, of het kan zieh slechts met moeite in beweging stellen, en xvanneet* het ligt of omgevallen is, dan kan het slechts met veel inspanning, of alleen met hehuip van menschen, of zeIt's in het gebeel uiet opstaan. Bij drukking op de lendenen , loont het dier soms pijn. — Daarbij vertoont het paard geene andere ziekteteekenen ; het eet en drinkt goed; de afgang en pisontlasting gaat geregeld, enz. alleen is soms in het hegin eenige koorls en luisteloosheid aanwe-zig. — Is het cen goed gevoed paard dat. steeds gezond was, dan doe men eene ilinke aderlating. Men houde het dier warm en hehoede het vooral vnoxquot; togtwind; op de lendenen wende men het volgcnde smeersel aan, en wel 3 malen daags 2 eetlepels vol in te wrijven.
Tfeem. Terpentijnolie, 6 drachmen. Tinctuur van kamfer, 2 oncen. ,
Geest van sal-aramoniak, 2 drachmen, goed onder elkander te schudden;
Is de afgang eenigzins yerstopt, dan
wende men van tijd tot tijd een klistee.r aan. — Wil het gebrek niet spocdig genezen , dan is het zaak aan iedere zijde van hrt kruis eene dragt te zetten. Somtijds is het at-Iiakken van een stukje van de staart en het • daaruit entlasten van eenc gocdo hcreveel-heid bloed, vooral in het begin der ziektc, aan te bevelen.
EEN PAAR RECEPTEE.
1) Beste wondbalscm.
Pfeem. Tinctuur van myrrhe.
» » aloe, van ieder gelijke deelen.
2) Best droes—paeder.
PTcem. Poeder van jencverbezien.
» » gentiaanwortel.
Bloem van zwavel, van elk 3 oncen. Poedeiquot; van venkelzaad, 4 oncen. Lijnzaadmeel, 4 oncen.
Dagelijks hienan 3 of 4 eetlepels vol, ondcr het kort voeder te geven.
3) Beste hoefialf. n
IVeem. Paardenvet, 1 pond. tlt;
Zwartsel, zoo veel als genoeg is v om alles zwart te inaken. \ s'
Hiermede niet alleen de hoef, maar oot 2 41
vinger breed in de kroon in te wrijven , 8'
k,
JBevangenheid, Rheumatismus , Stijfheid. Z(
De zieke runderen gaan slijf, gespannen en j]
pijnlijk, waarbij de gewrichten kraten; zij j t ol
liggen veel, staan traag op en beven dan , gc
somtijds zelfs zeer hevig, van pijn. Sorns * p(
eten zij nog vrij goed, dikwijls evenwel slecbts | n;
weinig of in het geheel niet. Het ade nhalen o{
is sneller dan gewoonlijk. De huid ia.it zieh er
niet in plooijen van het ligchaam aftrekken, Ih
maar ligt vast op de ribben. — Is de ziekte ee
heviger en met koorts verbonden, dan blij- da ven de dieren bijna altijd liggen en zijn van 1 da
voren en achteren zoo stijf, dat zij niet kun- oli
nen opstaan, waarbij zij soms gedurende eene ga
raaand en langer, slechts op de knieen rus» ten kunnen , doch daarbij vrij goed eten. —
Zeer dikwijls gaat met deze ziekte eene long-ontsteking gepaard, of ook wel van liet buik- ^ vlies, waardoor zij zeer gevaarlijk wordt , en \ slechts door een' Yee-arts goed kan behan-deld worden , waarniede niet mag worden gedraald, daar de ziekte als dan dikwijls spoe-dig in den dood eindigt.
De oorzaken zijn meestal gevatte koude , door regen en wind, koud drinken enz., voor-al in het voorjaar en den herfst. JVa bet kalveren ontstaat deze ziekte zeer gemakkelijk 5 zoo ook na overvoedering. lt;*' de behandeling moet men vooral letten
of er ook koorts voorhanden is. Is dit het i^V 6eval j dan doet men eene aderlating van 6—8 ponden bloed , en behandeld de ziekte daar-na , het zij er al of geene koorts aanwezig is , op de volgende wijze: 2 oncen arnica-bloernen en 6 oncen vlier-bloemen, worden met zes llesschen bier uur gekookt, daarna door een linnen lap doorgezijgd, en alle 4—6 urea y daaryan ^ fli-sch, laauwwarm ingegeven, na dat men or bevorens 1 drachmen terpentijn-olie heeft bijgevoegd. — Met dit ingeven gaat men 3 of 4 dagen voort, en wanneer
de ziekte zeer hardnektig is , voegt men bij elk ingeefsel nog drachinen kamfer en 2 drachmen duivelsdrek, welke met 2 eijer-dooijers gewreven zijn. l)e koeijen moeten daarhij in een' warmen slal gehouden worden , dikwerf met strooi-wisschen worden gewreven , cn met wolle dekens worden be-legd. — Langs den rug maakt men dagelijks inwrijwingen , bestaande uit; Terpentijnolie 4 oncen , en poeder van spaansclie vliegen 1 one., waarbij men in erge gevailen voor af met de vlijm eenige gaatjes door de huid al-daar kan slaan. Is het voorstel verlamd, zoodat het dicr slechts op de knieen kan staan, dan zelte men aan beide zijden der schouders dragten. — Door een zacht, dik en droog stroo-bed, voorkomt men zoo veel mogelijk het doorliggen.
Ii et weg gaan der mc.Uc, melk vermindering. Wanneer een koe de melk weggaat of wanneer zij minder geeft dan gewoonlijk, zonder dat zij zieh ziek voo^doet, dan is dit dikwerf het gevolg daarvan dat zij begint vet te worden , of wel dat de spijsvertering niet behoorlijk verrigt wordt. — In zulke gevailen geeit men eerst eene zachte purgatie, bestaande uit 10—15 oncen Glauberzout, welke
in eene llcscli laatnv water Vrordt opgelost; eenige dagen daarna geelt men dagelijks een poeder, bestaande uit: Venkelzaad, karwei-zaad, anijszaad en jeheverhezien, van elk J one., zoolang tot dat de vorige hoeveelheid melk weder is terug gekcerd.
Dal in andere gevallen, •vvaarin de ver-minderde melkgeving het gcvolg is van hoo-gen onderdom, zwangerschap , ziekten enz., de hillp der kunst cmloereikende is , zal wel niet behoeven gezegd 1e worden.
Onlsteking der baarmoecler. Ontslaat niet zelden kort na het kalven of na nitzakking of omstulping van dit deel.
Beltalve de algenieenc verschijnselen van koorts, vertoonea de dieren pijn Inj het, drukken op de Hanken of de schaarodeelen ; de kling en de scliceda zijn rood , warm cn drooger dan gewoonlijk; de dieren zijn zeer onrustig; zij bewegen de slaart zeer dikwjjls; zij trippelen met de achterbeenen , waggelen bij het gaan , en ivanneer zij nedervallen staan zij gewoonlijk niet meer op. — ])ik-wijls steUnen zij ; bet liijer (^de gier) is te zamengevallen, slap en klein; de zijvlakten der hals en borst, zijn met zweet bedekt , welk zweet kleverig is. Sommige willen
daaraan ecne reuk van melt hebben waarge-nomen- Het lijf is dikwerf opgezet , en de melk is taai en onbruikbaar. In den hoogen graad dezer ziekte komt een sterk zweeten en doorloop te voorschijn, en dan voigt de docd.
Daar deze ziekte eene der gevaarlijkste is, roepe men tijdig de hulp cens Tee-arts in. Tot dat deze komt, doe men eene aderlating en gcve inwendig slijmige middelen met zou-ten , bij voorbeeld:
IVeem. Glauberzoat, 1 pond.
Poeder van valeriaan wortel, 2 oncen , fluivelsdrek , 1 one.
Alles tot poeder gcbragt en goed ver-mengd, en alle 2 urun een vierde ge-declte in -j- kan afkooksel van lijnzaad integeven.
Onlsteking van hct uij'er of de gier. Komt bij moederscbapcn zeer dikwijls voor, en gaat, wanneer niet spoedig hulp wordt aangewend , dikwerf in het vuur over, waar-aan het dier dan sterft.
Te vette melk en te veel melkafschei-
ding moeten als de voornaamstc oorzaten dezer ziekte beschouwd worden; ook ont-staat zij dikwijls, wanneer de lammeren plotseling, en niet langzamerliand, van de zuig-moeder worden afgenomen , «f wcl dat. ^ de lammeren spoedig na de gebeerte sler-ven. Gevatle koude is ook wel oorzaak dezer. ziekte.
Bchandeling. In het eerste tijdperk , dat is: dadelijk na het entstaan van de ziekte, is het vlijtig aanwenden van koud water op het uijer soms voldocnde om het te gene-zen. JJaarna wende men eene wassching aan, hestaande uit 2 drachmen loodextract ;i op 2 ponden zuiver water; ook is het op het uijer leggen van eene pap, hestaande uit melk en fijne gehakte groote uijens, zeer nuttig.
Is de ontsteking heviger, hetwelk men aan de sterkere spanning en hardheid van de zwelling en de donker roode kleur van het uijer erkent, — dan bade men dit deel een vollen dag lang met het vol-1 gende:
!Neem. Saliebladeren , 3 öncen, waarop 1 llesch kokende roode wijn wordt ge-goten. Het vat of de pan wordt goed
toegedekt, en moet zoo een half uur blijven trekken.
Inwendig geve men de volgende drank: 2 oncen bast van kaltnusworfel (zeer fijn gesneden) worden met kokend water en wijn, van elk flesch , overgoten , eenigen tijd toegedekt laten trekken , en dit op e'e'n dag, in 3 malen inge-geven.
Wordt de kleur van lict uijer violet- _ ])laauw, of paarsch , dan is er reeds liet vuur aan, cn geene herstelling meer mo-gelijk.
Jjuizen. by het Schaap. Schapen die de-ze hebbcn, verkrijgen een treurig aanzien ; er zijn eene mcnigte losse vlokken wol, die buiten de nog vastzittende nitsteken, waar-door een groot gedeelte der wol verloren gaat.
Otn de luizen tc verdrijven raadt Stephan het volgende aan: aan eenen kleinen blaasbalk wordt eene met tabak gevulde blaaspijp gestoken , de tabak aangestoken , cn nadat de wol door een ander persoon is van elkander gescheiden , zoodat de hnid zigtbaar is, wordt de tabaksrook tegen de huid ge-blazpn, ea zoo op vele plaatsen des lig-
chaams gehandeld. — De luizen sterven daardoor.
f erkoudheid i het snuloen of niezen en hoeslen. l)eze ziehte ontstaat gewoonlijk na het vatten van koude; het meeste na het wasschen der wol, — eene handelvvijze, die ten hoogste is af te keuren, daar hierdoor de wol ligter wordt, hare vetheid meer of min verliest, en na afgeschoren te zijn te moei-jelijker wordt schoon gewasschen, — en in den herfst, ook wel in den zomer, wanneer er koude nachten zijn geweest , en de Schapen ge?iort zijn , of wel de stal siecht geslo-ten is geweest. Nict zelden komt het hoesten te gelijk met hot snuiven en niezen voor. De kenmerken zijn bekend. Men meet de Schapen vooral voor togtwind, siecht weder, en alle oorzaken waardoor verkondheid onlstaat beschütten. Men geve ze daarom slijmige dranken, als afkooksels van lijnzaad , van kaasjeskruid (malva) en soorlgelijke. — Is de hoest veranderd ofvvil hij niet verdwijnen, dan maakt men met honig en eenig water eene likking van de volgende geneesmiddelen:
JNeem. Bloem van zwavel , 1 one.
Glauherzont (fijn) ,2 —
Poeder van jcncverbezien, 3 one.
Men geve hiervan 2 malen daags, des morgens en des avonds, een lepel vol van in.
Doorloop, te dünne afgang. Dit kernt dikwerf bij Jammeren voor, en wordt meest-al door eene zure of scherpe geaardheid van de moedermelk verooraaakt. Men quot;wende daarbij het volgende aan :
Ncem. Witte magnesia , 1 one.
Poeder van rhabarber, y one.
Men menge dit goed onder elkander, eo geve er elk lam dagelijks 3 malen 1 theelepel vol, in een kopje thee van katnillen, van in.
EENE WAARSCHUW1NG.
De dagbladen hebben dezer dagen mede-gedeeld dat het. geregtsbof in NoordhoUand den 17 Sept. 1849 een landman hebben ver-oordeeld in f 8: —.• hneten en 6 dagen gevangenissiraf, omdat bij het ro ihr cupel onder zijne Schapen had, en daarvan geene hennis gegeoen te hehhen. aan den JBurge-meester der plaats waar de Schapen zieh be-vonden, d6wijl deze ziekte voor andeie Schapen besmettelijk is.
}frordt jaarlijhs vervolgd.
/*
I : '