-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

: -ii

' j.* •

I

h Ir'

:

-ocr page 4-

■rwt y

r'

■ ï .

Äi^i^feV

-ocr page 5-

DE HOEFSMID.

/ - -
^ 1 \

Geïllustreerd Maandblad voor hoefsmeden en anderen
die in het hoefbeslag belang stellen.

ONDER MEDEWERKING

VAN

A. FRKDEHIKSE te Utreclit, w. A. H. VAN HOBSKN te Utreclit, r. LA3IÉHIS te
Amersfoort, j.
lamkkis te 's Hage, j. b. h. jioubis en w. c.
sfHiiDiEL, beiden te Utrecht, en anderen,

GEREDIG-EERD EN UITGEGEVEN

DOOR

A. W. HEIDEMA,

veearts en jiedkbestuuhder ebner inrichting voor hoefbeslag.

\

/nbsp;Jaargang.

's-CTEAVEXHAGE. - A. W. HEIDEMA. - 1911.

JKSUNIVERSITEIT UTRECHT

0851 7728

-ocr page 6-

-T .....

nT^t

JilV ■nbsp;-'quot;»»fi

t

-ocr page 7-

INHOUD.

De titels, voorzien van een f, geven artikelen aan waarbij een of meer afbeeldino-en
ot faguren behooren, — die met 1 zijn bijdragen onder een afzonderlijk hoofd°de
overigen zijn „korte medeelingenquot;.

De Romeinsche cijfers duiden liet nummer der aflevering aan, degewone debladzijden.

Aantal paarden. VIII 123.
'Aanteekeningen over het beslag conc.
tipp. te 'sHage. VII 105.

Balk-klapijzer. Over het —. VI 89.
■^fBeslag bij bijzondere gangen. V 69.

„ keuringen. VIII123; XI171.
„ stelthoef. I 7.
Over koud —. IV 59.
„ van Curot. III 38.
„ van ezels en muildieren. IV 51.
„ Vernieuwing van hetIV 56.
^ugelijzer. II 80.
■'■Brokkelhoeven. V 67.

*Concours hippique te 's Hage. VII105.

Correspondentie. II 27.

Cursus in hoefbeslag in Friesland. X 152;

XI 171.

Smederij van — te

„ Limburg. II 29.
„ Zeeland. VII107.

te Gorinchem. X 153.
quot; quot; „ „ Hoorn. II 29; III
43; VI 88; IX 136.
„ tot opleiding van onderwijzer in
hoefbeslag aan 's Rijks Veeartseniischool
II 28; XII 183.

Harddravers en renpaarden. VI 89.

Hoefsmeden b/h. Indische leger XII184.

Hoefsmidschol en. Over —. V 74.

Hoefsmidschool te Amersfoort. IV 58;
X 152; -^tX! 168; XII 184.

fHoefsmidschool te Salatiga. Diploma —.
IX 138.

Hoefsmidschool te Tiel. I 9; II 18; VI
88; VII 107; XII 184.

*Hoefsmidsvak in verband met Eijks-
hengstenkeuring. XI 166.

*nbsp;Hoefsmidsvak. Opleiding in het. —. V 72.

*nbsp;„ in Drenthe en Twente. II19.

„ „ Groningen. III 35.

*nbsp;„ „ X. en Z. Holland. I 5.

Hoefijzer-fabriek „Hipposquot;. IV 60.

„ met toonvrijheid. II 23.

„ Over het —. V 75.

^^^t „ Over machinale —. VI. 85; *VII
99; *VIII 117; t*IX 131; *X 149.

^'^t Hoefijzers i/h. kasteel Oakham XII181.

H-kalkoenen. VIII 122.

*Hoorngroei. Onderzoekingen over den —.
III 42.

Ingekomen boekwerken. IV 61.

Ingezonden stukken.II26: Dankbetuiging
v/d. Onderw. hoefsmeden. XII 182:
Opleiding van hoefsmeden.

Inleiding. I 3.

Inrichting voor hoefbeslag te Groningen
I 9; II 28; III 44; IV 57; V 73; VI881
VII 107; VIII 122; IX 136; X 152
XI 171; XII 183.

*•[quot; J ubileum Militaire Hoefsmidschool
Amersfoort. XI 163.

*ILlauwen.
VII 101.

^fKlemhoef. De zool--. VI 83.

Koud beslag. IV 59.

Kozakkenijzer. Een —. XI 172.

*i-Machinale hoefijzers. VI 85; *VIII
107; *tIX 181; *X 149.

Over verpleging der —.

1nbsp;tDerks. A. H

Utrecht. X 147.
';^Desespereert niet. IX 132.
TDijloma Hoefsmidschool te Salatiga.
IX 138.

*tEgelhoef. IV 54.

Examen in hoefbeslag te Arnhem. II 28.

„ Brielle. IV 58.
1! 5) „ ,, Enschedé.IV 57.
quot; „ „nbsp;'s Hage. IV 59;

XI 171.

1, voor onderwijzers in practisch

hoefbeslag te Utrecht. II 21.
„ voor hoefsmeden in Zeeland.

IX 187.

bedachten over opleiding XII 179.

-ocr page 8-

Mededeelingen over liet smidsvak val-
lende buiten het hoefbeslag: Sniids-
vorm met watercirculatie I 13; Ge-
bruik v. Spiraalboren III 45; Aan wen-
ding van afkoelmiddelen voor staal V 77;
Hardmethodes VI 93; Poetsen van mes-
sing enz.; de waarde v. h. uitgloeien
bij ijzer en staal VII109; Eoestwering
van ijzerwerk; voorraad ijzererts der
aarde VIII 124; Methodes voor het
zwartkleiiren van messing IX 141;
Vertinnen van een aantal artikelen,
Gietmodellen en het gieten van mes-
sing X 156; quot;Wenken bij het lakken
van plaatwerk XI 174; Het smeden
van aambeelden XII 188.

^Militaire hoefsmeden in Frankrijk II25.

*f „ Hoefsmidschool te Amersfoort.

^ XI 163; XII 184.

fModel-smidsvuren. X 153.

*Onderscheidingsteeken. Het dragen
van
—. I 8.

^Onderzoekingen over den hoorngroei.
III 42.

'''fOntstaan van rotstraal. VIII 119.

^Opleiding in het hoefsmidsvak. V 72.

* ^ „ Gedachten over - XII 179.

■TOpmerkingen omtrent beslag bij bijzon-
dere, gangen. V 69.

Paardenmarkt te Utrecht. III 44.

*Paard en hoef in lang vervlogen dagen.
,XI 169.

Persoverzicht. I 9: Hoefverpleging, win-
terbeslag, Smederij der Kon. Vet.Landb.
Hoogeschool te Kopenhagen, Herha-
lingscursussen te Hannover en Mün-
chen, ongeval in een smederij, ijzer-
industrie in Japan; II 30: Beslag van
zware paarden; III 44: Verwonding
van een paard. Onderzoekingen over
de hoeveelheid hoorn die aan de hoeven
wordt afgescheiden; IV 61: Hoefijzers
voor Britsch-Indië en Birma; V 76:
Examen te Haarlem, Insteekstooten,
Vleesch- en hoornplaatjes v. d. paar-
denhoef; VI 91: Hoefbeslag voor as-
phalt-plaveisel; VII 107: IJzerproduc-
tie in Duitschland, IJzer en Staal in
de Ver. Staten; VIII 124: Wereld-
voorraad van ijzererts. Ontwerp smids-
school te Hamburg; 1X138: Ervaringen
betreffende het gebruik van kurkkit,
nieuw soort hoeflederkit, hoornplaatjes
en de groei ervan; X 154: fToilet
v. poneys, congres v. vakonderwijs,
school ter opleiding v. inl. veeartsen
in Indië; XI 173: Onderzoekingen
j over den groei der paardenhoeven; XII
! 184: Subsidie aan ambachtsscholen,
enz., in Zuid-Holland; 185: Hoef smids-
cursussen in Zeeland, Beslag bij verzen-
I klemhoeven; 186: Nieuwe vindingen
op hoefbeslaggebied; 187: Hoefsmid-
school te Dresden.

^Positieverbetering der Fransche Militaire
Hoefsmeden. II 25.

^Programma wedstrijd in hoefbeslag te
Amersfoort. II 24.

^Programma wedstrijd in hoefbeslag te
'sHage 1913. VII 104.

*iquot;Renbeslag van Curot. III 38.

■■■Eijkshengstenkeuring in verband met
het hoefsmidsvak XI 166.

*Rijksveeartsenijschool. Uitslag van het
examen voor a.s. onderwijzers. II 21.

*i'Smidsbedrijf v. A. H. Derks te
Utrecht. X 147.

-fSmidsvuren. X 153.

*tStelthoef. Beslag v. d. —. I 7.

Tariefwet. De nieuwe —. IV 60.

Tentoonstelling van ambachtswerktuijren
te Arnhem. IV 60.

Tentoonstelling te Amersfoort. II 29;
VII 107.

^Tentoonstelling te 'sHage 1913. VoorL
programma —. VII 104.

Tentoonstelling te Leiden. VI 90; VIII
123; IX 137; (uitslag) X 153.

*Urbainepaarden. X 150.

Uitslag wedstrijd hoefbeslag te Leiden.
X 153.

quot;Vaktentoonstelling te Utrecht. IX 137.

*Vereen. t. veredeling v. h. ambacht. II25.

^Vernieuwing v. h. beslag. IV 56.

^Verpleging der klauwen. VII 101.

^Verzorging v. paard en hoef in lang
vervlogen dagen. XI 169.

edstrijd in hoefbeslag te Amersfoort
II 24; V 74; VI 90; VII 107.

Wedstrijd in hoefbeslag in Engeland.
VII107.nbsp;^

Wedstrijd in hoefbeslag te Leiden. VI
90; VIII 123; IX 137 (uitslag) X 153.

Wedstrijd in hoefbeslag te Venlo. VI88.

*Werk. Het —. prijst den meester niet
altijd. VIII 115.

*tZoolklemhoef. VI 83.

-ocr page 9-

16e Jaargang. - IQIO. - Aflevering 1.

GRONINGEN.

-ocr page 10-

Lambert amp;
Company.

Hallanan Hoefzolen

de Beste en
de
Goedkoopste

Rotterdam,

Wijnhaven 127.

INHOUD.

1910-1911 - Het hoefemidsvak in Noord- en Zuid-Holland. - Beslag
Mi stelthoef. - Het dragen van een onderscheidingsteeken. - Korte mede-
deelingen. - Persoverzicht. - Mededeelingen over het smidsvak vallende
buiten het hoefbeslag. — Advertentiën.

-ocr page 11-

1910-1911. L ms^

tlZlnbsp;een jaartje groo^ ZoJteHóJt^ïo

tha^ ook tot het verleden. De geschiedenis bevat feden^f^-^^

gang en ook van achteruitgang. De ontwikkeling TanSiiet.ho M^t

jel eens onderbroken, doch in de laatste jaren valt geSkiSS.

00 .nbsp;constateeren. Toch gaat het lan^J^gT

ntwTriL!quot;quot;'!nbsp;aangeweze? n dl

lu^S'!nbsp;ȟe Hoefsmidquot; zijn nu al 15 jaar heengegaan

!4egd quot; ' quot; quot; '' Januari-aflevering van 1896 o.L. het volgende

JaafLT' 7 rnbsp;'^quot;fen stellen

^^aat zich m het kort samenvatten als volgt-

Med van hel hoefsimdsvaJc voorvalt of rvordt voorbereid-

''9oed geregelde opleiding van hoefsmeden.

^opliuin l d \ nnbsp;-nbsp;den Lm dier

Z aZ , Tnbsp;^oor gediplomeerd hoefsmid

tuigschriSnbsp;diploma of ge-

t; ke loT'Tquot;nbsp;-rdt gegeven, in Nederland

bestreden Lwm wi-'dnbsp;van een dergelijke eenvormigheid

geheel en aT . „ 7nbsp;verkondigde opvatting nog

faet doe nader Tornt ' hnbsp;^-^'^delijk

gegaan De !, 'nbsp;ontzettend langzaam

-einig leeÏ voor tquot;'--T.t? fnbsp;-knechts

jaar of Tchtien ook ? rnbsp;aan jongens van een

lieid ontbreekt ^^nbsp;voorkomen,

tnaar toch — eenvormig'-

-ocr page 12-

Het voorgaande jaar is dankbaar aangestipt, dat eindelijk is besloten tot
een meer deugdelijke opleiding van aanstaande onderwijzers in pract.sch
hoefbeslag. De eerste cursus is thans ten einde en het examen van het
8-tal toegelatenen zal op 27 en 28 Januari a.s. te Utrecht plaats vinden,
waarvan in de l^ebruari-afl. het verslag zal worden opgenomen. De inrich-
ting der hoefsmederij, waarop in den afgeloopen jaargang door een inge-
zonden stuk in „De Hoefsmidquot; ook de aandacht is gevestigd, voldoet nog
niet aan de eischen van den tegenwoordigen tijd, maar hierin zal binnen
korte jaren ook wel een belangrijke verbetering tot stand komen. Zij is
echter 'ook dringend noodig, ten einde aan de eischen der practijk te kunnen

voldoen.

* *

De Militaire Hoefsmidsschool te Amersfoort leverde in 1910 17 gediplo-
meerde militaire- en 12 burgerhoefsmeden; aan de Inrichting voor Hoef-
beslag te Groningen verwierven 11 een diploma en aan de Hoefsmidsschool
te Tiel 5

Van de cursussen in N.-Brabant was die te 's-Bosch het drukst bezocht;
bii het eindexamen slaagden alle 15 leerlingen, evenals te B.-op-Zoom alle
8 en te Breda alle 5 deelnemers. De cursus te 's-Gravenhage werd bijge-
woond door 11 leerlingen, waarvan 10 een diploma ontvingen. Te Utrecht
slaagden 7, te Arnhem 12, in Friesland aan den 2-jarigen cursus te Dokkum
8 en aan den l-jarigen cursus te Sneek 9. Van N.-Holland is ons het
aantal nieuwe gediplomeerden niet bekend. In Limburg worden 2,]ar.
cursussen gehouden te Venray en Sittard; in Maart 1910 had het over-
gangsexamen plaats, waarbij te Venray alle 25 deelnemers aan den cursus
slaagden; 11 Jan. j.1. had het eindexamen plaats.

Verschillende cursussen zijn intusschen weer geopend en valt er over
belangstelling niet te klagen. Zoo zijn o. a. aan de Inrichting voor hoef-
beslag te Groningen de leerlingplaatsen over 1911 en 1912 ongeveer alle

reeds besproken.nbsp;^ ^

*

Zoo ligt 1911 ook voor hen, die in meerdere of mindere mate belang
hebben bij het hoefsmidsvak, nog grootendeels in de toekomst. Met alle
vertrouwen in de verdere ontwikkeling van het werkelijk belangrijke vak
en voor vele beoefenaren aangename ambacht is het van veel beteeken,s,

dat de voormannen op dit gebied het wetenswaardige, wat studie of ervaring

hen leert, aan anderen mededeelen. In dit opzicht bevelen wij „De Hoefsmid
in hun aller welwillendheid aan. Er zal onzerzijds naar worden gestreefd
voor duidelijke plaatsing dier bijdragen, voor zoover noodig met teek^ingen
of platen toegelicht.

-ocr page 13-

het HOEFSMIDSFAK in noord- en ZdlD-HOLLAND.

Toen de verbetering van het beslag der paarden hier te lande algemeen

aan de orde was gesteld, werd door de Hollandsche Maatschappij van

Landbouw reeds spoedig de hand aan de ploeg geslagen om de vakmannen

met de eischen van een goed hoefbeslag in kennis te doen stellen. Zij

richtte zich daartoe tot het Departement van Oorlog met het gevolg dat

in 1887 een militair paardenarts en een hoefsmid van het leger naar Hoorn

werden gezonden, om daar gedurende 3 maanden een cursus in hoefbeslag
te geven.

Te Haarlem werd door de afdeeling H. en O., in datzelfde jaar, gedu-
rende de wintermaanden een dergelijke cursus gehouden, onder de leiding
^an den destijds aldaar in garnizoen zijnden militairen paardenarts E. A.

• Quadekker, in de smederij van het Eegiment Huzaren. Deze
cursus, die sedert zijn ontstaan tot op heden onafgebroken is voortgezet,
eeft in hgt gebied der M. v. L. door het vormen van een groot getal
goed onderlegde hoefsmeden, veel nut gesticht. Deze cursus had reeds
spoedig een goeden naam, waartoe de gunstig bekende practische leider,
e latere onderwijzer in het practische hoefbeslag aan de militaire hoef-
smidschool te Amersfoort, de heer J. B. Larmené, in niet geringe mate
heeft bijgedragen.

Een andere cursus, en van niet mindere beteekenis, werd in 1900 opge-
quot;c t te 's-Gravenhage door de afdeeling 's-Gr. en O. en gesteld onder de
ing van den Majoor J. La mé ris, destijds paardenarts Ie klasse. Ook
^oor dezen cursus vrerd door het D. v. O. de beschikking gegeven over de
^me erij van het 3e Eegt. Huzaren, terwijl een der militaire hoefsmeden
® practisch onderwijzer werd aangesteld. Deze cursus, die tot heden on-
ge roken gedurende de wintermaanden is gehouden, heeft eveneens voort-
rend een groot succes, en wordt goed bezocht, wat niet te verwonderen
tl' Vnbsp;als paardenarts bij de Rij- en Hoefsmidschool

stnbsp;belast met de opleiding der militaire hoefsmeden,

^^eeds nog met hart en ziel dit vak toegedaan, en bijzonder begaafd den
eer ingen op hoogst practische wijze de noodige kundigheden in te prenten,
^aarbij door allen zeer geacht, is specialiteit in het vak. En voegen we
^lerbij dat het bestuur der afdeeling, met den heer mr. A. Eerf als voor-
al ter, bestaat uit mannen, allen bezield met groote belangstelling voor het
^oe smidsvak en voor het welslagen van dezen cursus. Wijd in de omge-
ving der residentie verspreid, vindt men dan ook goede vakmannen, meestal
voor^en^van ^en diploma, behaald aan dezen zoogen. provincialen cursus

Intusschen heeft in het groote gebied dezer maatschappij, dat zich uit-
^ rekt van de eilanden in de Noordzee tot de Zeeuwsche, en van de zeekust
naar het oosten tot Gorinchem, de zorg tot verbetering van het hoefbeslag
zic niet bepaald tot genoemde 2 centra; daarvan getuigen de cursussen,
gehouden over het geheele gebied der Maatschappij, als van: Texel, Am-
iveen. Hoorn, Schagen, Ouderkerk a/d. Amstel, Goudriaan, Leerdam,

-ocr page 14-

Leiden, Viaardingen, Lekkerkerk, Gouda, Gorinchem en Brielle, waarvan
sommige voor eenmaal, andere herhaaldelijk hebben plaats gehad. Al deze
cursussen werden gegeven door de resp. afdeelingen der M. v. L., die allen
hebben bijgedragen in de betreffende omgeving de uitoefening van het
hoefsmidsvak te verbeteren, evenals die welke werden georganiseerd door
de Provinciale Vereeniging van Smeden „N. H. Noorderkwartierquot;, een bond
in 1899 opgericht, en sedert dien, behalve cursussen op ander gebied, ook
dergelijke voor hoefbeslag deed houden, oorspronkelijk te Schagen, later
ook te Hoorn. De bekende heer H. Kruyt, gediplomeerd hoefsmid te
Beemster, is de practische onderwijzer bij deze cursussen.
■ Van eene vereeniging van gediplomeerde hoefsmeden, in Zuid-Holland
opgericht, werd door opsteller hiervan verder niets vernomen.

Ook bij gelegenheid van tentoonstellingen van landbouw in het gebied
dezer maatschappij gehouden, werd aan het hoefbeslag meer of minder de
aandacht geschonken; op die te 's-Gravenhage in 1897, op Overflakkee en
Goedereede in 1899, te Alkmaar en Naaldwijk in 1903 en te Enkhuizea
in 1904 bepaalde die aandacht zich tot de inzending van verzamelingen
van hoefijzers. Bij gelegenheid der groote nationale en internationale ten-
toonstelling van landbouw, in 1907 te 's-Gravenhage gehouden, vormde het
hoefbeslag echter een hoofdrubriek; behalve inzendingen van hoefbeslag-
artikelen, en belangrijke verzamelingen van hoefijzers, had een wedstrijd
in het beslaan van paarden plaats, zoowel voor burger- als militaire hoef-
smeden, op 19, 20 en 21 September, waarvoor zich het respectabele aantal
van 103 gediplomeerde burger- en 26 militaire hoefsmeden hadden aange-
meld. Ook voor de best beslagen hengsten waren prijzen uitgeloofd.

Nog werd in 1910 te Hoorn op de tentoonstelling van landbouw een
dergelijke wedstrijd in het beslaan van paarden gehouden; ook waren daar
meerdere collecties van hoefijzers te zien.

Door de voorgenoemde maatregelen heeft men getracht het hoefsmidsvak
algemeen te verbeteren; ik meen te mogen melden met succes, daar de
vakmannen alhier op een vrij voldoend peil van ontwikkeling staan, zeer
noodig in landouwen als hier, die voor een groot gedeelte door hare lage
ligging onder „ Amsterdamsch Peilquot; niet bijzonder gunstig zijn voor de
ontwikkeling van goede paardenhoeven. Het verblijf van jeugdige dieren
in die uitgestrekte weiden, hoe gunstig ook voor de rundvee-teelt, werkt
niet bepaald goed op die van paarden, want in dat uitgestrekte gebied
worden enkel in.de Haarlemmermeer kruisingsproducten met luxe gevonden,
en die om deze reden in den handel als tuigpaarden gewild zijn.

Wanneer nu in dit gebied hier of elders ook paarden worden aange-
troifen, die beslagen zijn op eene wijze, die in strijd is met billijke eischen
van het hoefbeslag, dan mag als reden daarvan wellicht kunnen gelden,
dat er vakmannen bestaan die er geen eer in stellen, en tegen beter weten
in, om hun vak te beoefenen zooals hun dit op de cursussen is onderwezen;
doch ook hier als elders, mag men met grond aannemen dat de paarden-
houder niet steeds zonder schuld is, omdat hij niet medewerkt om het be-
slag naar de eischen te doen zijn. We lazen immers dienaangaande over

-ocr page 15-

lachten thans van de zijde van hoefsmeden. Mocht daarom ook, wiil
temmen zijn gehoord om het werk der hoefsmeden te controleeren, zulk
oorstel in de Maatschappij van Landbouw weerklank vinden, dan zij men
indachtig dat in vele omstandigheden het geleverde werk slechts goed kan

zyn door samenwerking van den uitvoerder (den hoefsmid) met den eigenaar
of houder van het paard.

Bij deze beschrijving van het hoefsmidsvak in de 2 provinciën Holland
jn de groote steden Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage buiten be-
^^ ouwing gelaten, omdat de verschillende maatregelen door de M. v. L.
pLr Tnbsp;speciaal betrekking hebben op den toestand ten

zoonbsp;genoemde groote centra daarin niet

zond rn'quot;' betrokken zijn, waarom de toestanden aldaar wel eens een af-
iitterlijke bespreking zullen deelachtig worden.nbsp;M

BESLAG BIJ STELTHOEF.

te^l''^-^'^ Of man, gediplomeerd hoefsmid, leeraar aan de ambachtsschool
PPingedam, schreef naar aanleiding zijner ervaring, in de uitoefening

Holfhr. ^^^ J^'^'^^Sen, dat het stelthoefyzer, voorgesteld in fig. 144; „Het
Hoe beslagquot; 5e druk blz. 113, niet aan te bevelen is. Het ontbreken van

een te ''nbsp;^e nagels krijgen

naast bov T ? 'nbsp;quot; .beugelijzer van Neuschildquot;,

leTJZ quot;nbsp;geheel opgeheven door de aan-

niet ^nbsp;ook bij dit ijzer

den w^Tr weggelaten,nbsp;om reden alsdan de druk van den beugel tegen

en het 7nbsp;morden, het toongedeelte aan den draagrand ««dast

net verzengedeelte te sterk belast wordt.

aar aan dit ijzer is het groote bezwaar verbonden, dat het uiterst

-ocr page 16-

moeiliik is te vervaardigen; het aanbrengen van de lip, wil deze sterk zijn
en niet met pennetjes of anderszins er ingezet, is een groot bezwaar, wat
ieder hoefsmid, die dergelijk ijzer heeft gemaakt, zal toestemmen Br la
nog een tweede bezwaar aan dit ijzer verbonden, namelijk: bij het over
den toon rollen van den lichaamslast zwikt de voet veelal naar buiten,
naar zijn meening veroorzaakt door het smalle draagvlak van den beugel
Om zulks te voorkomen, tevens de vervaardiging te vereenvoudigen, heelt
O een wijziging van den beugel bedacht, in toegevoegde teekening voor-

gesteld, welke bestaat in een dubbelen beugel of 2 beugeltakken, die boven
L elkaar zijn gelascht. Door deze inrichting wordt het steunvlak veel
breeder, zoodat zijdelings zwikken wordt tegengegaan en kan de lip
JP de
gewone wijze aan het ijzer worden gesmeed, daar voldoende ruimte bestaat
om tusschen de 2 beugeltakken met een hamer te slaan.

Hij maakt dit ijzer vlugger en gemakkelijker dan het ijzer naar Neuschild.
Bij sterk buitenwaarts zwikken kan de beugeltak meer buitenwaarts worden

^'ne^'komt opsteller van dit artikel voor, dat gemelde wijziging in het
beslag voor stelthoeven eene vereenvoudiging en ook een verbetering kan
zijn, die door de vakmannen ter beproeving in toepassing kan worde^ge-

bracht.

HET DRAGEN VAN EEN ONDERSCHEIDINGSTEEKEN.

Door de militairen van de bereden wapens, die met goed gevolg de op-
leiding tot hoefsmid hebben ontvangen, wordt op de linkerbovenmouw van
korteias, dolman, attila, tuniek en stalbuis een onderscheidingsteeken ge-
dragen, bestaande uit een hoefijzer van scharlakenrood aitmonstenngslaken.

Voorts is de Directeur der Rij- en Hoefsmidschool bevoegd om aan de

-ocr page 17-

bij die Inrichting gedetacheerde hoefsmidaleeriingen, die zich onderscheiden
door aanleg, ijver en gedrag, en minstens drie maanden in opleiding zijn,
de vergunning tot het dragen van het bovenbedoelde onderscheidingsteeken
te verleenen.nbsp;Laméris.

(u. Becueil Uilitair.)

1nbsp;KORTE MEDEDEELINGEN.

Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. Sedert de opgave in de
vorige aflevering zijn er geen leerlingen vertrokken of nieuwe geplaatst.

Aan de Inrichting wordt thans een cursus gevolgd door: J. Beuker van
Drouwenermond, P. v. Dam van Gieterveen, J. Driessens van Zuidlaren,
van der ïuik te Kommerzijl,
ïf. Nijborg van Vries en K. Smit van

Slaperstil.

— Hoefsmidsschool te Tiel. Aan den cursus Juli—December 1910
^erd deelgenomen door 4 leerlingen, van welke 1 reeds den vorigen cursus
äd medegemaakt, doch zonder gunstig gevolg het examen aflegde. Aan
•iet examen op 27 Dec. 1910 gehouden, onderwierpen zich 3 candidaten;
1 der leerlingen verscheen niet wegens ziekte, en zal na herstel den eerst-
Tolgenden cursus weer medemaken.

Van de 3 candidaten slaagden H. C. van W ij k te Delft en A. van
Ommeren te Lienden, beiden door de hoefbeslagcommissie der G. O. M.

L. voldoende onderlegd bevonden om voor een diploma van hoefsmid in
aanmerking te worden gebracht. Het examen bestond voor elk in het be-
^erken en het beslaan van 2 normale hoeven, het vervaardigen van een
voor een bepaalden hoef, en de theorie van het hoefbeslag. M.

Een buitengewoon sterk paard. Weinig personen hebben een idee
jan de kracht, die zware werkpaarden kunnen ontwikkelen, noch van de
ast, die sommige paarden in staat zijn te verplaatsen.

Een der lezers van het Fransche tijdschrift „L'Illustrationquot;, zich voor
it onderwerp interesseerende, bezocht een aantal transportondernemingen,
de beste paarden van Parijs bezaten. Bij een ervan, de „Compagnie
nouvelle du gros camionnagequot;, vond hij een Percheron van 8 jaar oud,
16 zonder onderbreking gedurende drie jaren den dienst van disselpaard
beeft verricht bij het vervoer van gehouwen steen.

Dit paard was in staat alleen een blok steen te vervoeren van zes kubieke
meter, wegende 12000 kilo, geplaatst op een 4000 kilo wegende kar, dat
IS dus een totaal gewicht van 16000 kilogram. Dit is onder gewone om-
standigheden het werk van een zestal paarden.nbsp;L.

___PERSOVERZICHT._

Nederland.

~ Roefverpleging. Er kan niet genoeg worden gewezen op de nood-
zakelijkheid om ook bij veulens en jonge paarden goed acht te slaan op
den toestand van de hoeven. Wij bedoelen nu niet den stand, maar den
mm of meer steilen of vlakken hoef en de hoedanigheid van den hoorn.

-ocr page 18-

Paarden met vlakke hoeven en lage verzenen moeten zich zooveel mogelijk
op hooge, droge weiden en op vasten bodem bewegen; voor hen, die steile
en harde hoeven hebben, zijn daarentegen, wat den hoef betreft, zware weiden
met lageren bodem te verkiezen.

Hebben de paarden nog nooit arbeid verricht en zijn zij nimmer beslagen
geweest, terwijl de hoeven toch brokkelig zijn, dan duidt dit op een slechte
afscheiding van de hoornmassa, wat een gevolg kan zijn van stoornis in de
verteringsorganen of wel van het verstrekte voer. Lijnzaad kan voor zulke
paarden zeer nuttig zijn, doch bij dergelijke gevallen is het aangeraden den
raad van den vee-arts in te winnen, daar de oorzaak dient geconstateerd te
worden. Bovendien is het niet voldoende om voedsel te geven dat de ver-
eischte bestanddeelen tot verbetering bezit, want om resultaat te verkrijgen,
moeten die bestanddeelen ook worden verteerd en in het lichaam opgenomen,
daar zij anders een tegenovergestelde uitwerking zullen hebben.

J. H. K.

— Winterbeslag. Gebruik voor rijtuigpaarden, zoodra scherp beslag nood-
zakelijk is, niet te hooge schroeven; de zoogenaamde „hittenschroevenquot; zijn
voor luxe-paarden zeer aanbevelenswaardig.

Voor het stalhoudersbedrijf, vooral in steden waar hellende straten zijn,
is het wenschelijk 2 a 3 scherpe schroeven onder iederen voet aan te brengen
en aan den binnentak, bij voorkeur, een stompe, om bij korte wendingen
wonden, ten gevolge van betrapping, te voorkomen.

Voor het slee})ersbedrijf breede stooten (losse of vaste) in den toon en
tamelijk hooge scherpe schroeven in de zijtakken.

Zoodra de dagtaak is geëindigd, dienen de schroeven te worden verwijderd.

(u. „Het Paardquot;.)

Duitschland,

De Jan.-afl. van „Der Bufsehmiedquot; 1911 bevat het volgende:

De smederij, behoorende bij de Koninklijke Veterinaire- en Landbouw-
Hoogeschool te Kopenhagen, door P. Grunth, onderwijzer in hoefbeslag
te Kopenhagen. De werkplaats heeft een oppervlakte van I8IV2nbsp;Er

zijn 8 vuren en evenveel aambeelden. Twee van deze vuren worden door
electrisch gedreven centrifugaal-blaasbalgen onderhouden, de overige door
gewone. De hoogleeraar, die belast is met het onderwijs in de hoefkunde
aan de studenten der Veterinaire Hoogeschool, is tevens directeur van de
smederij, waar een aparte kamer voor hem is ingericht en die uitzicht geeft
op de werkplaats. Een dergelijke kamer is beschikbaar voor de smidsge-
zellen, terwijl boven deze twee localen een woning is voor den vast aan-
gestelden smid. Overigens zijn er onderscheidene bergplaatsen voor kolen
en ijzer.

De vloer der werkplaats is met hout geplaveid, behalve twee strooken,
n.1. daar waar de aambeelden zijn geplaatst en waar een steenen vloer is
aangebracht.

De werkplaats krijgt van drie zijden licht, terwijl boven den hoofdingang
een flink breed dakvenster is aangebracht. Tegen den wand van een der
lange zijden, natuurlijk aan den binnenkant, is een lange werkbank aan-

-ocr page 19-

gebracht, die eventueel dient voor het besnijden en beslaan van doode
hoernbsp;•^eele ook voor het tijdelijk neerleggen van de vervaardigde

Behalve de directeur zijn 1 meester-smid en 3 gezellen vast aangesteld.

e inrichting dient niet alleen voor het verleenen van hoefkundige hulp

aan patienten, verpleegd aan de Veterinaire Hoogeschool, maar ook voor

innnbsp;paarden van particulieren. Br worden jaarlijks ongeveer

■lOOOO nieuwe hoefijzers ondergelegd.

Behalve voor het onderwijs aan de a.s. vee-artsen wordt de inrichting
ook benut tot het houden van een cursus voor burgerhoefsmeden, telkens
gedurende October en November.

Aan dezen cursus kunnen jaarlijks 18 personen deelnemen, die vooraf goed
n erlegd dienen te zijn in het smidsvak en gewoonlijk den leeftijd hebben
ereikt van 20 tot 25 jaar. Deze leerlingen ontvangen dagelijks 8 uur
onderricht in de practijk en 1 uur in de theorie der hoef kunde. Aan het
einde van den cursus vindt een examen plaats en ieder, die dit met goed
ge^lg aflegt, krijgt het recht zich geëxamineerd hoefsmid te noemen,
zal ^^ ^^ bedoeling dat de Inrichting meer dan tot nu toe gebezigd
worden voor de opleiding van burgerhoefsmeden. In plaats van den
es aanden 2-maandelijkschen cursus zullen jaarlijks 3 van 3 maand worden
e ouden. In verband hiermede bestaat tevens het voornemen om de In-
quot;chting iets te vergrooten.

herhalingscursus voor hoefsmeden in Rannover. Aan dezen cursus, die
Nov. j.1. vanwege de Landbouwkamer in Hannover werd ge-
en, namen talrijke gediplomeerde hoefsmeden uit alle deelen van die
incie deel. Behalve de practische oefeningen, van 's morgens tot's mid-

P ® ^»iiquot;) werden dagelijks voordrachten over de theorie van het hoefbeslag
doorquot;*^^quot; E^'eneens werden besprekingen gehouden over de ijzers, die
de eursianen waren gemaakt, of over de door hen beslagen paarden,
^e volgende cursus zal in Februari a.s. worden gehouden.

herhalingscursus voor hoefsmeden te München. Bij voldoende aangifte
hoefnbsp;München een herhalings-cursus, gedurende 6 dagen, voor oudere

^^e smeden worden gehouden aan de Kon. Hoefsmidschool te München, en

patnbsp;zullen worden Beiersche hoefsmids-

^^ roons, die minstens 6 jaar het vak hebben uitgeoefend en in dien tijd
geen cursus aan een leersmederij hebben medegemaakt. Hoogstens 12 en
^ instens 6 moeten aan dezen cursus deelnemen. Zoo noodig kan per dag
an buiten München wonende deelnemers 2,50 Mrk. worden vergoed en
^ vens de reiskosten. Het materiaal is kosteloos ter beschikking, doch
^^ ootsvel en kleine werktuigen moeten worden medegebracht. Indien de
e nemers dit wenschen, kunnen ze een verklaring ontvangen, dat zij aan
Qien herhalingscursus hebben deelgenomen.

ee^ ^f^ ow^eyaZ door nalatigheid van een smid. Benige stamgasten van

reedsquot;! !nbsp;diepen in het donker, terwijl de lantaarns

uit waren, langs,een smederij. Bén van hen, die haastig liep, struikelde

-ocr page 20-

over een ploeg, die vergeten was binnen te zetten, bekwam belangrijk
letsel en overleed aan de gevolgen. Tegen den smidsbaas werd nu een
klacht bij het Gerecht ingediend en hij werd veroordeeld. De rechtbank
was van oordeel dat in geen geval een ploeg zonder licht op den openbaren
weg mocht blijven staan. De smid zeide dat hij reeds 17 jaren ploegen
enz. vóór zijn smederij had staan, doch de rechtbank wees hem er op dat
hij er daarom geen recht op had zulks te doen. Hij had met de mogelijk-
heid van een ongeval rekening moeten houden, daar de lantaarns te B.
om 9 uur worden uitgedaan, ook al schijnt de maan niet. Hooger beroep
door den smid ingesteld, werd door de nieuwe rechtbank verworpen en hij
dus eveneens veroordeeld.

Japan.

— De ijzerindustrie in Japan. De „IJzer- en Staalkroniekquot; van 31 Dec.
'10 heeft het volgende overgenomen uit „Zeitschrift fiir practische Maschi-
nenbauquot;: De Japansche ijzerindustrie is nog voor enorme verbeteringen
vatbaar. Degene, die wel eens de grootste ijzerfabrieken in Europa of
Amerika met hare groote capaciteiten en geoefende arbeiders heeft bezocht,
en daarmede dan de fabrieken in Japan vergelijkt, welk land zijn ijzererts
van ver aangevoerd moet krijgen, zou denken, dat het voor Japan veel
voordeeliger zou zijn, wanneer het de afgewerkte producten direct uit Europa
of Amerika betrok.

Onder de in de laatste 43 jaren in Japan opgerichte ijzergieterijen zijn
de Kamaische-ijzergieterij en de Tawota-gieterij de grootste. De eerste is
een particuliere onderneming, terwijl de laatste door de regeering werd op-
gericht. Het eerstgenoemde bedrijf heeft geruimen tijd stilgestaan; het is
echter sedert eenige jaren weer in werking. De Tawota-gieterij werd aan-
vankelijk met een kapitaal van 4.000.000 Yen (1 Ten = f 2.60) opgericht.
Dit kapitaal werd in den loop der tijden tot 30.000.000 Ten verhoogd,
zoodat de Tawota-gieterij thans de grootste uit het land ia.

Behalve deze beide gieterijen heeft men er nog de Naval-staalgieterij in
Koera, de Nippon-gieterij, de Hokaido-kolenmijnen en de S.S. Gompany-
ijzergieterij in Muroran. De in het jaar 1906 in de nabijheid van hunne
smeltovens in Aomori en Eoehoeshima opgerichte Nippon-ijzergieterijen ge-
bruiken houtskool als brandstof, maar tengevolge der hooge brandstofprijzen
werken deze bedrijven niet economisch.

De grootste hoeveelheid ruw-ijzer, bijna 100.000 ton per jaar, vervaardigt
de Tawota-gieterij. Behalve door deze wordt nog door de Moerocan-staal-
gieterij, de Soemitonoe-gieterij en de Osaka-werf ruw-ijzer vervaardigd. De
totaal in Japan gefabriceerde hoeveelheid ruw-ijzer bedraagt niet meer dan
150.000 ton per jaar.

Wals-ijzer wordt in het algemeen niet in Japan gemaakt, maar uit het
buitenland geïmporteerd. Staal wordt slechts gemaakt door de Tawota-
ijzergieterij en de gieterijen in Koera en Moeroran, ongeveer 100.000 ton
per jaar; de totaalproductie bedraagt ongeveer 180.000 ton per jaar.

Per jaar bedraagt de hoeveelheid ingevoerd ijzer: 100.000 ton ruwijzer,
350.000 ton plaatijzer en staven en meer dan 200.000 ton draad.

-ocr page 21-

Voor den scheepsbouw worden bovendien nog ongeveer 600.000 ton be-
werkt ijzer per jaar ingevoerd, zoodat de totale invoer ongeveer vijf maal
zoo groot is als de productie van het land.

Japan krijgt de ruwe materialen uit de mijnen van Kamaiski, Hokaido,
Korea en Mandsjoerije.

Bovendien bezit ook China een aantal ijzermijnen, waarvan het erts van
het Taiya-district 60 % ijzer bevat; deze ertsen worden in de Tawota-gie-
terij verwerkt.

Japan is zeer arm aan brandstoffen ten behoeve van de gieterijen. De
i'egeering beschouwt ruw-ijzer als grondstof en tegenwoordig bedraagt de
belasting daarop 4 %. De ijzerfabrikanten hebben hoop, dat de regeering
zoo spoedig mogelijk er toe zal overgaan ruw-ijzer als een afgewerkte stof
te beschouwen door hooger invoerrechten te heffen.

jijgtledeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

SMIDSVORM MET WATERCIRCULATIE.

Niet altijd is het te wijten aan de capaciteit van den smid, dat zijn
Ijzer niet deugdelijk gelascht is, of dat er veel tijd verloren gaat met het
beet maken er van; ook hier geldt het spreekwoord „goed gereedschap i»
bet halve werk.quot;

Vooral de smidsvorm speelt in deze zaken een zeer gewichtige rol en
ofschoon men voor het krachtbedrijf reeds lang hierin meer gemoderniseerd

is ingericht, behelpt de gewone smid
zich nog steeds met de lang verou-
derde blaasvorm.

Heden kwam ons een inrichting
onder de oogen, welke wij interessant
genoeg vonden onze lezers voor te
stellen, daar zij vele voordeden biedt
boven de bestaande inrichtingen, en
wel een smidsvorm met waterafkoe-
ling, welke op elke smidse kan worden
aangebracht.

Het waterreservoir kan hierbij op
elke gewenschte plaats en afstand van,
Doorsnede, metnbsp;Doorsnede gemetseld

gietijzer haardplaat.nbsp;smidsvuur.

-ocr page 22-

liet vuur geplaatst worden; echter moet hierbij opgemerkt worden, dat de
bodem voor dat reservoir steeds hooger komt te staan dan de oppervlakte
der smidse. Bij beperkte ruimte kan men deze desnoods eene verdieping
hooger plaatsen; regel is echter, de buisleiding zoo kort mogelijk te houden.
Als plaatsvervanger van dit hierboven afgebeelde reservoir kan ook een
bus of vat benut worden. De inlaatbuis zal hierbij eenige centimeters van
den bodem geplaatst zijn, terwijl de afvoerbuis circa 20 cM. van den boven-
rand verwijderd moet wezen. Ook is het raadzaam aan de inlaatbuis een
X stuk te plaatsen, om bij sterke vorst het reservoir des avonds te kunnen
ledigen; deze laatstgenoemde afsluiting kan door inschakelen eener kraan
tegelijkertijd benut worden, om zoo noodig warm water af te tappen. Het
inzetten en aanbrengen van dezen vorm is zeer eenvoudig. Men laat
namelijk het geheel rusten op twee draagijzers van U-, hoek- of D-ijzer,
terwijl de afstand op de smidse naar willekeur genomen kan worden.
Nadat de vorm is ingebouwd en de buizen voor wind en water zijn aan-
gesloten, kan men op eenige ijzeren staven de smidse opmetselen, of uit
ijzeren platen dezelve samenstellen. Na beëindiging dezer geringe werk-
zaamheden kan het vuur in bedrijf worden genomen.

De onderste afsluitdeksel zal men b.v.b. wekelijks openen, tot verwij-
dering van asch enz., eveneens bij een groot vuur wanneer dat langen tijd
ongebruikt ligt, om de gassen gelegenheid te geven te kunnen wegtrekken.

Voor het uitgloeien van staal blaast men het vuur goed aan, legt in de
gloeiende kolen het te bewerken stuk, dekt het vuur zoo goed mogelijk
dicht, opent na even doorgeblazen te hebben de onderste klep, dan zal het
bedoelde stuk zoolang doorgloeien als die klep geopend blijft.nbsp;M.

Boekwerken.

Verkrijgbaar bij de Administratie van „Het Paardquot; en „De Hoefsmidquot;:

Terzamelde Opstellen uit Het Paard, in boekvorm, 254 blz., ruim
100 fig., prijs ƒ1.75, fr. p. p. ƒ1.95.

Idem tweede bundel, prijs ƒ1.75, fr. p. p. ƒ1.95.

Idem derde bundel, „ ƒ1.75, „ „ „ ƒ1.95.

Heidema Paardenfokkerij I, Beoordeelingsleer en Easkennis, 84 fig.,
in linn. band, pi-, ƒ0.90, fr. p. p. ƒ1.—.

Rechtvaardiging van het bestaan der rennen en draverijen in Neder-
land.
Verschenen vanwege de Nederl. Harddr. en Eenvereeniging. Prijs
ƒ0.75, fr. p. p. ƒ0.80.

Het toilet van een Paard (overdruk uit Verzamelde Opstellen „Het Paardquot;).
Prijs fr. p. p. /■0.40.

Het onderzoek van het paard vóór het beslag, door F. Laméris,
Kap.-Paardenarts. Pr. fr. p. p. ƒ0.35.

De bouw van den hoef {uitslaande -platen) met verklarende beschrijving,
voor cursussen in hoefbeslag en voor zelfonderricht. Prijs fr. p. p. ƒ0.50.

-ocr page 23-

Advertentiën.

Kiansttioorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de chemicaliëu-
en drogerijea-haudel yan

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Pryscouranten
voor HH. veeartsen
en hoefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in „De Hoef-
smidquot; opgenomen.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.

F. J. MOIiSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die
theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- -:- Vlugge levering.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

Billijke condities.

-ocr page 24-

S. C. lïl. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat ROTTERDAM.

— Specialiteit in Artilcelen voor HOEFBESLAG.

Meest uitgebreide sorteering prima blanlce
Ster-Hoefnageis, meer dan 60 verschiliende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Intercommunaal
Telephoon
No. 1355.

Telegram-Adres
BAX Jufferstraat
Rotterdam,

MSSEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN,

voordeellg, gemaUfcelijk In gebruiK. — Kunnen niet loslfiten.

Open Zolen uit één stuk kunnen
dus onmogeliik loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
Toorradig in 11 maten van 4yij- tot
Eng. dm., uiterste breedte buiten-
kant ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witie en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig van 4i
tot 'Eng. dm.

Merk „Chicago',

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig van
tot 7 Eng. dm.

Uiterste breedte buitenkant ijzers gem.

Gewone
Engelsche Hoefzoien

Hoef.
randen.

Strijkringen
met riempje.

Kuiiitthoorn.

Hoeftangen.
Renetten (rechts en
links).

Hoefraspen.

Houwklingen.

Hoefhamers.

Las- of Wel bladen en

Poeder
om ijzer en staal te
wellen.

Toiiwi.izer8 in
verschillende maten,

op Leder,
„Safety pad en
Frogpadquot;.

Engelsche Hoefzoien

A. en D. k H.

Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 25-

16e Jaargang. — 1910. — Aflevering 2.

REDACTEUR-UITGEVER: A. W. HEIDEMA te GRONINQEN.

-ocr page 26-

Lambert amp;
Company.

Hallanan Hoefzolen

de Beste en
de
Goedkoopste

Rotterdam,

Wijnhaven 127.

INHOUD.

Het hoefsmidsvak in Drente en Twente. - Uitslag van het examen voor
aanstaande onderwijzers in practisch hoefbeslag te Utrecht. - Hoefijzer met
toonvrijheid. - Wedstrijd in hoefbeslag te Amersfoort. - Positieverbetering
der Fransche militaire hoefsmeden. - Vergadering der vereeniging tot verede-
ling van het ambacht. - Ingezonden stukken. - Vragen en antwoorden. -
Korte mededeelingen. — Persoverzicht. — Advertentiën.

-ocr page 27-

I

HET HOEP8MID8VAK IN DR^^E

Het is slechts een beknopte schetsnbsp;van het

hoefbeslag in de provincie Drente wordt gegeven; het ligt in deze streken
van veen-, zand- en grintgronden, waar betrekkelijk weinig gemakkelijke
verkeerswegen zijn, niet zoo maar voor de band om met de daar bestaande
toestanden overal op voldoende wijze bekend te zijn. De paardenfokkerij
staat er niet hoog; het zijn voor het grootste gedeelte kleine landbouwers,
die bij hun eenige merrie een veulen zien te fokken; daarentegen wordt de
schapenfokkerij op groote schaal bedreven — hoewel minder dan vroeger —
en levert een troep van eenige honderde stuks dezer dieren eene aangename
afwisseling op in deze rustige landouwen; de industrie levert hoofdzakelijk
turf en aardappelmeel. Is het fokken van een veulen veelal bijzaak, het
aantal daarvan is evenwel niet gering; zelfs levert de provincie nog jonge
paarden voor den handel, ook naar het buitenland. Men leze hierover en
over de markten in Drente den derden bundel van Verzamelde Opstellen
Uit „Het Paardquot; het artikel „Nederlandsche paardenmarktenquot;.

Over het algemeen zijn die paarden niet van eerste qualiteit, hoewel in
e latere jaren daarin verbetering is gekomen door de kruising met Olden-
burgsche en Oostfriesche hengsten. Hierdoor is het oude steppende zwarte
rentsche paard, eensdeels overeenkomende met het Friesche, anderszijds
op die van de aangrenzende provincie Overijsel gelijkende, hier en daar van
oetere qualiteit geworden.

Het is duidelijk dat met die verbetering samenvalt de zorg door lichamen
a s het
Genootschap ter bevordering van den Landbouw, het Brentsch Faarden-
^^amboeJc, en ook de Provinciale Regelingscommissie voor de paardenfohherij,
aan het beslag der paarden gewijd, en bijgevolg maatregelen werden beraamd
O® de hoefsmeden, betreffende de uitoefening van hun vak, op beter peil te
rengen. Het is ook duidelijk dat zulks in deze streken, waar de verkeers-
wegen niet overvloedig zijn, waar tram- en spoorwegen slechts voor bepaalde
gedeelten bestaan, niet gemakkelijk is te bereiken, want de oprichting van
cursussen voor hoefbeslag, waar de vakmannen die bekwaamheid zouden
boeten halen, had hier hare eigenaardige bezwaren. ïoch kwam reeds in
een dergelijke cursus tot stand te Assen, de kleine, nette hoofdstad
1quot; provincie. Wel werden in verloop van tijd meermalen pogingen aan-
gewend om dergelijke gelegenheden te vormen, maar mislukten deze, voor
zoover mij bekend, door de groote moeilijkheden, niettegenstaande ge-
noemde besturen voor de opleiding van hoefsmeden, evenals elders, daarvoor
e beschikking kregen over subsidie van het rijk. Het werd daarom noodig
geoordeeld om andere wegen te vinden, en zoo zag men en ziet men nog

-ocr page 28-

steeds de Drentsche vakmannen optrekken naar inrichtingen buiten de
provincie, om daar hun kunde voor eene behoorlijke uitoefening van hun
vak te gaan

halen, daartoe flnantieel gesteund door genoemde vereenigingen,
die bovendien die hoefsmeden, welke met het diploma van hun vak naar
hunne haardsteden terugkeeren, in hare organen aanbevelen als bekwame
hoefsmeden. Wel beschikt men in deze gewesten op deze wijze over een
tamelijk beperkt getal geschoolde hoefsmeden, maar over 't algemeen hebben
deze een zeer goede opleiding genoten, zoodat op de voornaamste plaatsen
in Drenthe, waar deze gevestigd zijn, het vak in goede handen is.

De genoemde opleiding nu is zeer geschikt voor de patroons, ons dunkt
dat het voor de smidsknechten eenigszins bezwaarlijk is, vooral flnantieel 1),
en dat het geen groot bezwaar kan zijn voor deze om bij eerstgenoemde
categorie van gediplomeerden, althans bij meerdere van hen, cursussen te
vormen, elk met een zeer beperkt getal leerlingen; een getal van 4 deel-
nemers is toch stellig overal bij elkander te krijgen, en daarvoor ook de
noodige ruimte en lokalen te vinden.

Op deze wijze zouden in betrekkelijk korten tijd voldoende hoefsmeden
voor de provincie worden gevormd, aan wier opleiding wellicht wel een en
ander moge ontbreken, maar voorloopig zijn vele cursussen, overal elders,
ook heelemaal geen volmaakte instellingen, vooral niet als het aantal leer-
lingen zoo bovenmatig groot is.

Behalve aan bovengemelden cursus te Assen gehouden, zochten tot heden
hun wetenschap over hoefkunde enkele hoefsmeden uit Drente aan een
cursus te Leeuwarden, aan een dergelijken te Steenwijk vanwege de G.
O. M.
V. L., verschillende aan de Inrichting voor hoefbeslag van de heeren
Wiersum en Heidema te Groningen, aan de smederij van het Ie Eegt.
Veld-Artillerie en aan de Eij- en Hoefsmidschool te Amersfoort. Aan deze
laatste inrichting was reeds in 1887 de heer E. Kuik te Beilen als Ie

Drentsche hoefsmidsleerling werkzaam.

* *

*

Yoor zoover de provincie Overijsel zich heeft aangesloten bij de Geldersche
M.
V. L. wordt verwezen naar de maatregelen, die in het gebied der Geld.
Overijs. M. v. L. zijn genomen om het hoefsmidsvak te verbeteren. Het
centrum der provincie, zoogenaamd Salland, en Twente ten Oosten, vormen
een afzonderlijke maatschappij, vroeger bekend onder den naam van Twentsche
M.
v. L., heden Overijselsche M. v. L. geheeten, hoofdzakelijk bestaande
uit zandgronden, evenals het Oostelijk gedeelte van Drente, waar de paar-
denfokkerij niet bepaald het hoofdbedrijf is. De voornaamste plaats is
Enschedé, tevens het centrum van een uitgebreide industrie.

De paarden in deze streken zijn over het algemeen van een licht type,
waaraan men voor een gedeelte in het zuiden, in de omgeving van Goor,

1nbsp; De gesubsidieerde personen, voor het volgen van een cursus van 5 amp; 6 maanden
te Groningen of 6 maand te Amersfoort, bestaan bijna uitsluitend uit gezellen, die
geld hebb'en oververdiend, of zoons van smeden-patroons, terwijl de subsidiëering,
voornamelijk door bemoeiing van den Eijkslandbouwleeraar voor Drenthe tot stand
gekomen, pas sedert 2 amp; 3 jaar in werking is.nbsp;Red.

-ocr page 29-

nog den invloed der mislukte en daarom opgeheven stoeterij van Borculo
meent te bespeuren. Ook hier wordt getracht het paardenmateriaal te ver-
beteren door Oldenburgsche en Oostfriesche hengsten, en in den laatsten
tijd voor een ander gedeelte door dea invoer der zware Belgen.

Over hetgeen in dit niet groote gebied der Maatschappii van Landbouw
tot verbetering van het beslag der paarden werd tot stand gebracht, kan
worden melding gemaakt van het oprichten van cursussen voor hoefbeslag,
voor zoover mij bekend in 1897—98 en 99, te Enschedé en Almelo, waar
het bezoek van leerlingen vrij groot was, en waarvan de leiding in handen
was, resp. van de heeren F. S. J. Veeze en J. H. Cramer, terwijl voor de
practische oefeningen optraden de hoefsmeden A. Sanders en J. ten Cate.

Of in de volgende jaren hier of in andere plaatsen nog meer cursussen
^ijn gehouden, is mij niet bekend, wel dat daartoe meermalen pogingen
aangewend; intusschen wordt thans een cursus gehouden te Enschedé,
Waarvan het 2e gedeelte over een paar maanden zal eindigen. De leiding
daarvan heeft de heer Dr. D. L. Bakker, het practische gedeelte wordt
gegeven door den heer Gr. J. Eolink, beiden te Enschedé.

Op de tentoonstellingen van landbouw, welke op bepaalde tijden in deze
maatschappij zijn gehouden, bepaalde de rubriek hoefbeslag zich hoofdzakelijk
tot inzendingen van verzamelingen van hoefijzers en hoefbeslagartikelen,
die uit den aard der zaak de uitoefening van het vak niet demonstreeren,
en ook niet belangrijk waren.

Ook moet in 1901 te Almelo een wedstrijd in hoefbeslag hebben plaats
gehad, 'waarvan de resultaten niet erg gunstig werden beoordeeld, hetgeen
schijnt geweten te zijn aan den korten duur der destijds gehouden cursussen.

M.

UITSLAG VAN HET EXAMEN VOOE AANSTAANDE ONDEE-
WIJZEES IN PEACTISCH HOEFBESLAG TE UTEEOHT.

De eerste cursus voor opleiding van onderwijzers in practisch hoefbeslag,
verbonden aan 's Eijks Veeartsenijschool te Utrecht, is de voorgaande maand
geëindigd, waarna een examen in theoretische en practische hoefkunde werd
afgenomen. Dit vond plaats op 27 en 28 Januari, door het onderwijzend
personeel, de heeren H. M. Kroon, leeraar aan 's Eijks Veeartsenijschool,
®n W. A. H. van Horsen, onderwijzer in practisch hoefbeslag aan de-
zelfde inrichting, terwijl leden der Commissie van Toezicht waren de heeren
C. Schimmel, Directeur van 's Eijks Veeartsenijschool, J. B. H. Moubis,
Luit. Kolonel-paardenarts, en A. W. Heidema, Eedacteur van „De

Hoefsmidquot;.

De cursus is gevolgd door 8 leerlingen, of feitelijk door 6, benevens 2
meer ervaren personen, die alleen het tweede gedeelte van den cursus
bebben medegemaakt. Alle 8 hebben zich aan het examen onderworpen.

Het practisch gedeelte heeft bestaan uit de volgende onderdeelen:

1®. het beoordeelen van een paard met het oog op het besnijden van een
vóór- en van een achterhoef, en het besnijden dezer beide;

-ocr page 30-

2®. het vervaardigen van een vóór- en een achterijzer voor deze hoeven;

30. het beslaan dezer beide hoeven;

4®. het maken van een modelijzer, bestemd voor een abnormalen hoef;

5®. het besnijden van een abnormalen hoef;

6®. het maken van een ijzer voor dezen hoef;

7®. het beslaan van dezen hoef.

Zoowel bij het beoordeelen van een paard voor het beslag als bij het
maken van ijzers werd de toewijzing telkens bij loting uitgemaakt.

Het examen is aangevangen Vrijdag 27 Januari 9 uur voormiddags. De
3 eerste onderdeelen van het practisch gedeelte waren voor alle candidaten
tegen des middags halftwee afgeloopen. Volgens het vooraf opgemaakte
plan zou het reeds om halfeen beëindigd zijn geweest, doch voor een enkelen
candidaat, die zich aanvankelijk in een te maken ijzer vergiste, bleek die
tijdruimte niet geheel voldoende. Bovendien waren enkele aambeelden wat
veel versleten om er mooi werk op te kunnen maken, zoodat de candidaten
bij het gebruik maken van de goede aambeelden wel eens enkele oogen-
blikken op elkaar moesten wachten. Deze aambeelden worden binnenkort
vernieuwd, zoodat een volgend jaar deze belemmering bereids zal zijn op-
geheven.

Het maken der modelijzers, onder 4 genoemd, geschiedde op dienzelfden
dag van 2 tot 4 uur 's namiddags en de onder 5, 6 en 7 genoemde onder-
deelen werden in dienzelfden tijd op den volgenden dag afgewerkt.

Zoowel het aanwijzen van een paard ten opzichte van het besnijden der
hoeven en de hiervoor te maken ijzers, als het maken der afwijkende ijzer-
vormen of het werken aan abnormale hoeven, geschiedde nadat om de
paardenhoeven en ijzers door de candidaten was geloot. Er werden voor
de 8 candidaten vier paarden beschikbaar gesteld, terwijl de buiten-model-
ijzers bestonden uit een balkijzer en een strijk-klapijzer.

Het examen in theoretische hoefkunde duurde voor ieder candidaat een
half uur en ving Zaterdagvoormiddag om 8Y2 uur aan.

De commissie van toezicht en de examinatoren hadden vooraf vastgesteld
dat in elk geval in het practisch gedeelte voldoende werk geleverd diende
te worden om in aanmerking te komen voor het verwerven van een diploma,
quot;quot; terwijl bij het opmaken der cijfers als basis werd aangenomen, dat het totaal-
cijfer voor de practische gedeelten dubbel zooveel zou tellen als dat voor
het theoretische.

Beide examendagen gingen gepaard met mooi weer, hetgeen bevorderlijk
werkte op het verloop van het examen. Toch waren beide dagen zeer bezet,
waarmede een volgend jaar rekening kan worden gehouden. De beslagplaats
is alleen overkapt, terwijl er geen overdekte monsterbaan is. Dit zal in de
toekomst beter worden; het plan ter afdoende verbetering is reeds opgemaakt,
doch zal in 1911 nog zeker niet tot uitvoering komen. Dit wordt op zijn
vroegst in 1912. Het is in de eerste plaats ook noodig dat de inrichting
aan de eischen van degelijkheid en doelmatigheid zou beantwoorden en pas

daarna of het nu dan wel over een jaar tot uitvoering zal geraken.

* *

*

-ocr page 31-

Het examen is gunstig afgeloopen; bijna zoo gunstig als men kon wen-
schen. Van de 8 candidaten zijn 7 geslaagd, hetgeen niet alleen voor de
candidaten, de leden der Commissie van Toezicht en de examinatoren een
verblijdend feit is, maar voor deze laatsten bovendien een aangenaam bewijs,
dat het onderricht met vrucht is gevolgd.

De geslaagden zijn, in alphabetische volgorde: S. van Angeren te
Arnhem, geboren te Baambrugge, J. Blokker te Amersfoort, geb. te
Hoorn, P, Bongaarts te Maasniel, C. J. D. Huchshorn te Lienden,
geb. te Amsterdam, M.
G. van der Velde te Lippenhuizen, W. G. J. H.
Vogels te Buggenum en P. Zeg waard te Amersfoort, geb. te Amstelveen.

Bovendien werd aan twee der geslaagden, n.1. P. Bongaarts te Maasniel
P. Zegwaard te Amersfoort, bij de uitreiking der diploma's de mede-

deeling gedaan, dat het door hen afgelegd examen loifelijk viel te noemen.

* *

Met den uitslag van dit examen zijn in Nederland de eerste geöxami
Deerde onderwijzers in practiseh hoefbeslag verkregen. Er rust op deze
geslaagden, welke wij gelukwenschen met hun succes, een ernstige plicht
om steeds zooveel mogelijk zorg te dragen, dat het hoefsmidsvak hun lief
Wijft en zij alle moeite hebben te doen om zoowel door hun werk als door
hun onderwijs de beteekenis van den hoefsmid voor den gebruiker en den
fokker van het paard, alsmede voor het paard zelf, duidelijk in het oog te
doen vallen.

HOBFIJZEE, MET TOONVRIJHEID.

Bijgevoegde photo stelt voor een ijzer, dat mij dezer dagen werd vertoond
door den heer W. A. H. van Horsen, onderwijzer in practische hoef-
kunde aan 's Rijks Veeartsenijschool, en aan deze inrichting sedert eenigen
tijd he^^aldelijk in gebruik is gekomen bij aan kreupelheid lijdende paarden,
wanneer die in de toonstreek zetelde.

Het is een gewoon hoefijzer, waarbij het toongedeelte, naarmate van de
Uitbreiding der gevoelige plaats, naar onder is afgebogen, zoodat volkomen
toonvrijheid bestaat, terwijl de uiteinden der takken van kalkoenen zijn
voorzien, om den goeden stand te behouden. De gang op dit ijzer was
steeds onmiddellijk goed en gemakkelijk.

-ocr page 32-

Ik meende de lezers van dit blad met dit ijzer bekend te moeten maken
en wel ten gebruike bii beleedigingen, ontstekingen, verzweringen, hoorn-
zuilen, en dergelijke pijnlijke toestanden in de toonstreek.nbsp;M.

WEDSTRIJD IN HOEFBESLAG TE AMERSFOORT.

Gedurende de tentoonstelling, vanwege het Genootschap voor Landbouw
en Kruidkunde te Utrecht in Juli 1911, wordt bij voldoende deelneming
een wedstrijd in hoefbeslag gehouden, waaraan kunnen deelnemen alle hoef-
smeden, wonende en het hoefsmidsvak uitoefenend in de provincie Utrecht,
in het bezit van een diploma of bewijs van afgelegd examen als hoefsmid
aan een erkende inrichting of cursus voor hoefbeslag.

De aangifte, vergezeld van het inleggeld ten bedrage van ƒ1.—, moet
uiterlijk 1 Juli 1911 schriftelijk geschieden aan den WelEdelgestrengen heer
F. Laméris, Bergstraat 31
Amersfoort, onder opgave van leeftijd, woon-
plaats en vermelding van plaats en tijd waar en wanneer het diploma werd
behaald.

Art. 1. De wedstrijd heeft plaats op 28 en 29 Juli, telkens vanaf des
voormiddags 9 ure.

Art. 2. De deelnemers moeten de dagen van den wedstrijd te 8Y2 uur
bij de smederijen op het terrein aanwezig zijn, voorzien van eigen beslag-
gereedschap en hoefnagels.

Voor den wedstrijd zal om paard en hoef geloot worden.

Ie dag:

het maken van een hoefijzer volgens opgegeven model; tijd 25 minuten.

Toor deze afdeeling worden geen prijzen uitgeloofd.

2e dag:

Het beslaan van een hoef door de 12 beste deelnemers uit de vorige
klasse. Voor afnemen van het ijzer, besnijden van den hoef, maken en
en onderleggen van het ijzer, tijd 50 minuten.

Ie pr. V. Z. M. ƒ5, 2e pr. Z. M. ƒ 5, 3e pr. k. Z, M. ƒ 5,4e pr. k. Z. M.

Voorts voor elk naar den eisch voldoend beslag ƒ2.50.

Op het terrein zullen aanwezig zijn: een overdekte houten loods, 4 vuren,
4 aambeelden, werkbank met 4 bankschroeven, 4 voorslaghamers, staafljzer
en vuurbaken.

Het programma vermeld verder:

RUBRIEK HOEFBESLAG.

Gevraagd worden:

Inzendingen hoefijzers (hamerslagwerk).

„nbsp;leermiddelen enz. |, ^ , , . , .. j , , , „ .,

werktuigen J betrekking hebbend op het hoefsmidsvak.

Voor de meest verdienstelijke inzending is een zilveren medaille beschikbaar,
bovendien
één of meer diploma's.

-ocr page 33-

POSITIEVERBETERING DER ERANSOHE MILITAIRE
HOEFSMEDEN.

De positie en de dienst der Fransctie militaire hoefsmeden heeft (voorloopig
^ij de Artillerie) een groote verbetering ondergaan. Om dit te verklaren
moeten wij eerst een kort overzicht geven van de rangen bij het leger. De
soldaat staat onder den korporaal; dan volgen achtereenvolgens: korporaal-
fourier, waelitmeester, wachtmeester-fourier, opperwachtmeester, adjudant,
onderluitenant, de tweede luitenant, eerste luitenant, ritmeester 2e klasse,
ritmeester Ie klasse (eskadronscommandant), majoor (chef van twee eska-
drons), luitenant-kolonel en kolonel.

De adjudanten, staftrompetters, gerechtsbeambte, de wachtmeesters van
de ziekenstallen, de wachtmeester belast met het toezicht op de zieke
manschappen, kleermaker, zadelmaker en de noodige manschappen zijn in
een peleton vereenigd en staan direct onder den regimentscommandant, en
ook ouder den ritmeester die „de weekquot;(-dienst) heeft. De hoefsmeden,
die met goed gevolg examen hadden gedaan als meester-hoefsmid, waren
wachtmeester, de andere korporaal of hulp-smid.

Door de nieuwe wet van 25 Juli 1909 is een belangrijke verandering
gekomen en, voor zoover de artillerie betreft, heeft ieder regiment van af
1 Maart 1910 een adjudant-hoefsmid, die als zoodanig behoort tot het boven-
bedoelde peleton. Bij 40 oude regimenten veld-artillerie en twee nieuwe
regimenten berg-artillerie zijn zij reeds aangesteld; bij de 10 nieuwe veld-
artillerie regimenten, die nog niet geheel opgericht zijn, is een wachtmeester-
hoefsmid voorloopig met den dienst van adjudant belast.

De nieuwe adjudant-hoefsmid staat direct onder den eerstaanwezend
paardenarts van het regiment. Hij is belast met de leiding der hoefsme-
derijen en tevens met het toezicht in den ziekenstal. Daardoor komt de
Wachtmeester van den ziekenstal te vervallen, die nu niet meer aan den
dienst wordt onttrokken. Of aan den adjudant een korporaal, als hulp
voor den ziekenstal, is toegevoegd, is uit de voorschriften niet te lezen.

De adjudant-hoefsmid ontvangt 50 francs in de maand meer dan de
Wachtmeester-hoefsmid en moet, om geoefend te blijven, de paarden beslaan
van den regimentstaf, de bij het regiment gedetacheerde paarden en zoo
noodig een deel van de remontepaarden.

De hoefsmeden krijgen per maand en per paard 1.47 francs en bij
marschen en manoeuvres 3.7 francs.

Het ontwerp, om dit ook bij de cavalerie in te voeren, is in bewerking.

# #

#

VERGADERING DER VEREENIGING TOT VEREDELING
VAN HET AMBACHT.

Op Zaterdag 11 Febr. had de algemeene vergadering plaats der Ver. t.
Veredeling van het ambacht te Amsterdam in het gebouw der Maatij. v/d.
Werkenden Stand.

-ocr page 34-

De voorzitter opende ten 2 ure de vergadering en heette de aanwezigen
hartelijk welkom, waarop hij den secretaris verzocht de notulen der vorige
jaarvergadering voor te lezen. De secretaris, hieraan gehoor gevende, wees
er op, dat de vereeniging sinds hare oprichting reeds tien maal aan de
beoefenaren der verschillende ambachten gelegenheid had gegeven proeven
van bekwaamheid af te leggen, en, zoo ging geachte spreker voort, dat zij
daarmede een goed werk doet getuigt de aanvrage van meer dan 500 be-
langstellenden om tot een examen te worden toegelaten, niet alleen van
werklieden, doch ook door velen die zich met het ambachtsonderwijs
belasten. Trots dit alles moest er geconstateerd worden dat het ledental
achteruit gaat en wel door een verlies van 17 leden, waaronder 3 Vereeni-
gingen, zoodat de Vereeniging heden 219 persoonlijke leden en 31 Ver-
eenigingen telt, verdeeld over de verschillende provinciën.

De penningmeester, die hierna verslag uitbracht, kon ook geen roos-
kleurige cijfers voordragen; de verschillende inkomsten bedroegen gedurende
1910 ƒ 5190.88, terwijl de gezamentlijke uitgaven /quot; 9027,37 bedroegen,
zoodat er een nadeelig saldo was van ƒ3836,49.

De voorzitter, die beide H.H. voor hun verslag zijnen dank betuigde,
wees er op, dat er door het bestuur de volgende maatregelen waren ge-
nomen, om de financieele zaak in een goed spoor te leiden. Men wilde
dit jaar n.1. tot de examens voor den meestertitel alleen die gezellen tot
het theoretische gedeelte toelaten, welke bij het practische deel van het
examen voldoende hebben behaald.

Op de vraag van den voorzitter of er leden hieromtrent het woord wenschten,
sprak in de eerste plaats Dr. P. J. H. Cuypers, dat het Z.Ed. gebleken
was, er in Limburg, meer bijzonder in Maastricht, Roermond enz., geëxa-
mineerde meesters onderricht gaven aan jonge lieden, welke het examen
voor de Vereeniging wenschten te doen, hetgeen Z.Ed. toescheen als een
feit in den geest der Vereeniging.

De heer Mammen van Leeuwarden was het met dit besluit niet eens,
en zeide dat er in het Noorden veel sympathie was voor het verkrijgen
van den graad van meester en gezel en dat velen zich de financieele last
zelf zouden willen getroosten indien de Vereeniging daartoe gelegenheid bood.

De voorzitter antwoordde hierop, dat hij hoopte dat die geest spoedig
over het geheele land zou heerschen, dan was ook het doel der vereeniging
verwezenlijkt, n.1. de veredeling van het ambacht.

Na eenige gemoedelijke discussies, en het benoemen van den heer H. D.
V. Buren tot lid der Hoofdcommissie voor Z.- en N.-Holland, sloot de
voorzitter te 8^/2 uur de vergadering.nbsp;M.

INGEZONDEN STUKKEN.

In verband met de uitreiking onzer Diploma's als Onderwijzer-Hoefsmid
kunnen wij een woord van dank niet onthouden aan de Eegeering voor de
lessen in hoefbeslag, aan den W.E.Gr. Heer H. M. Kroon, leeraar aan
's Eijks Veeartsenijschool, voor het theoretisch onderwijs, en aan den Heer

-ocr page 35-

A. H. V. Horsen, Onderwijzer-Hoefsmid aan genoemde scbool, voor zijn
practiseh onderwijs.

Aan hun voortreffelijke leiding danken wij hoofdzakelijk den gunstigen
uitslag van ons examen op 27 en 28 Januari 1.1. te Utrecht aan boven-
genoemde school.

8. v. Angeren te Arnhem (Gr.)

J. Blokker te Amersfoort (Utr.)

P. Zegwaard te Amersfoort (Utr.)

P. Bongaarts te Maasniel (L.)

W. G. J. H. Vogels te Buggenum (L.)

M. G. v. d. Velde te Lippenhuizen (Fr.)

C. J. D. Huchshorn te Lienden (G.)

____VRAGEN EN ANTWOORDEN._

Vraag. Een mijner buren heeft een lYg-jarige merrie, die zich vóór
strijkt, 't Is een breed gebouwd paard, doch heeft een eenigszins Franschen
stand. De oorzaak hiervan ligt in het handwortelgewricht. De stand in
de kogels is goed. Stilstaande staat het paard voldoende ruim, doch wanneer
bet eene been verplaatst wordt, maakt de hoef een beweging binnenwaarts,
raakt het staande been aan den bovenkant van den hoef of kroon en zet de
'^'oet daarna weer buitenwaarts neer.

Mijn vraag nu is: hoe moet ik dit paard beslaan, opdat dit strijken
ophoude.nbsp;G.

Antwoord. Zoek eerst nauwkeurig de plek van den strijkenden hoef,
die tegen het staande been schuurt. Op deze plek dient de ijzertak ver-
smald te worden en van geen nagelgaten te worden voorzien. De geheele
buitentak van het ijzer dient te worden verbreed. Helpt dit niet voldoende
dan is nog te probeeren den buitentak niet alleen te verbroeden, maar
tevens ook dikker te maken en zoodoende in dubbel opzicht te verzwaren.

Vraag. Voor ongeveer een jaar kocht ik een fokmerrie, die alleronge-
lukkigst op haar voeten stond, hetgeen wel niet veel afdeed astn haar
waarde als fokdier, omdat het naar mijne meening zijn oorzaak vond in
een schandelijke verwaarloozing der hoeven. Toen de merrie langzamer-
hand (er was geduld bij noodig) recht op hare voeten kwam te staan, ont-
popte zij zich als een extra tuigpaard; ze is trouwens van best bloed.

Het zou alles volmaakt in orde zijn, als de merrie achter liep, zooals
bet behoort. Zij gaat achter te veel op de toongedeelten en gebruikt haar
bielen bijna niet; daarbij is de voorwand van den hoef tamelijk steil en
beeft ze weinig straal. Ik laat haar beslaan met kalkoenijzers, het toon-
gedeelte iets opgezet om haar gemakkelijk over den toon te laten rollen,
Uitgaande van het denkbeeld, dat de merrie in de trekpezen heeft geleden.

Ze loopt op deze ijzers zeer goed en had ik daarom hoop, dat haar stand
zou verbeteren, doch die blijft gelijk.

-ocr page 36-

Nu is mijn beleefd verzoek of TJ mij wellicht een andere wijze van beslaan
aan de hand kunt doen, waardoor de merrie mettertijd beter vlak zal gaan.

Ik zeg TJ bij voorbaat dank voor uwe welwillendheid en zal het mij aan-
genaam zijn, TJ in ruil daarvoor een volgende keer een geval mede te deelen
in verband met hoefbeslag, dat mij dezer dagen overkwam; misschien kan
een uwer lezers er zijn voordeel mede doen.
nbsp;S.

Antwoord: Daar het paard op het tegenwoordige beslag „zeer goedquot;
loopt, komt het ons niet aangewezen voor om daaraan veel te veranderen.
Dat de oorzaak in de „trekpezenquot; — TJ bedoelt hiermede vermoedelijk de
buigpezen op de achtervlakte van pijp-koot-kroon-hoef — is gelegen, komt ons
aannemelijk voor.

Alleen ware te trachten den straal tot betere ontwikkeling te brengen
door de kalkoenijzers te vervangen door ijzers met verdikte takken en
hoefkurkkit óf door halvemaanijzers met zware Engelsche zolen.

KORTE MEDEDEELINGEN._

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. Op 4 Pebr. j.1. is ver-
trokken de leerling J. Beuker te Drouwenerraond, die blijken heeft ge-
geven met de practijk van zijn vak goed op de hoogte te zijn. In de
theorie van het hoefbeslag heeft Beuker voornoemd over eenige weken een
gunstig her-examen te doen voor het verwerven van een „goedquot; getuig-
schrift. — Op 6 Eebr. is als leerling toegelaten E. van Hoving van
Sauwerd.

Mede volgen thans een cursus aan de Inrichting: P. van Dam van
Gieterveen, J. Driessens van Zuidlaren, J. van der Tuik van Kommerzijl,
H. Nijborg van Vries en K. Smit van Slaperstil.

—nbsp;Hoefsmidsschool te Tiel. De nieuwe cursus aan de Hoefsmidsschool
te Tiel is den 3den Januari j.1. begonnen met 3 leerlingen. Drie anderen,
die zich mede voor dezen cursus hadden aangegeven, verzochten over-
geschreven te worden op den volgenden cursus, die begin Juli a.s. zal aan-
vangen.nbsp;H.
v. L.

—nbsp;Eindexamen 2-jarige cursus in hoefbeslag te Arnhem, vanwege
de Afd. Arnhem e. O. der G. O. M. v. Landbouw. Dit examen werd ge-
houden Zaterdag 11 Eebr. in de Ambachtschool te Arnhem. 13 leerlingen
namen er aan deel, die allen slaagden. Het zijn de H.H.: D. van Mer-
kestein te Amerongen, W. Appeldoorn te Bemmel, J. van Merkestein te
Eist bij Amerongen, W. A. Hieltjes te Didam, A Dijks te Arnhem, H. J.
Kamps te Welterdem, H. W. Haverkamp te Doetinchem, H. J. Breukink
te Lochem, L. B. van Schaik te Eist, J. Eenes te Arnhem, J. Th. Smid
te Lobith, G. Eekhoff te Arnhem en E. Stomps te Borculo.nbsp;K.

—nbsp;Tweede cursus in hoefbeslag van Rijkswege te Utrecht. Voor
het toelatingsexamen tot den cursus voor opleiding van onderwijzers in

-ocr page 37-

practisch hoefbeslag aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, gehouden
op Vrijdag 3 Februari, hadden zich 20 hoefsmeden aangemeld, waarvan 19
aan het examen hebben deelgenomen.

Tot den cursus werden toegelaten: H. J. Buesink te Aalten, M. H.
van Griensven te Deurne, G. Julicher te Swalmen, J. Kommers
te 's Grevelduin-Capelle, M. Ritsema te Appingedam, H. van Waas-
bergen te Oud-Beierland. — Verder wordt aan G. J. Eolink te En-
schedé en A. A. Blonk te Woerden toegestaan om het laatste gedeelte
^an den cursus te volgen.

—nbsp;Tentoonstelling te Amersfoort. Ter gelegenheid van bet 70-jarig
bestaan van het Utrechtsche Genootschap van Landbouw en Kruidkunde
zal van 25 tot 31 Juli een Groote Landbouwtentoonstelling gehouden worden
te Amersfoort op Birkhoven. Bij die gelegenheid zal op 28 en 29 Juli
een wedstrijd voor hoefsmeden uit de provincie Utrecht plaatsvinden.

In de commissie hebben zitting de heeren J. B. H. Moubis, W. A. H.
\'an Horsen en F. Laméris. Voor nadere bijzonderheden verwijzen
Wij naar het in deze aflevering opgenomen programma.

—nbsp;Cursus in hoefbeslag te Hoorn. Het overgangsexamen van dezen
cursus heeft, wat het practische gedeelte betreft, 8 Febr. plaats gevonden.
Waarbij 3 van de 15 candidaten zijn afgewezen. Bij het maken van een
linker- of rechtervoorijzer, dat geëischt werd, hadden deze drie te grove
iouten gemaakt, als te ondiepe rits, model niet voldoende en daarbij te
langen tijd werk. Wegens ongesteldheid van den leeraar in de theoreti-
sche hoefkunde zal dat gedeelte van het examen 19 Febr. plaats vinden,
waarna in de Maart-afl. den geheelen uitslag kan worden medegedeeld.

—nbsp;Cursus hoefbeslag Limburg. Na afloop van de 2-jarige cursussen
11 hoefbeslag, vanwege den Limburgschen Landbouwbond gehouden, werden
resp. op 10 en 11 Januari 1911 te
Venrai en te Sittard de eindexamens
afgenomen, met het resultaat dat een diploma kon worden uitgereikt aan:

J- Turlings te Lottum (met lof), L. Gommans te Blerick, J. Tielen te
Sevenum, A. Arts te Afterden, M. Vennekens te Geisteren, H. v. d. Munck-
hoff te Horst, J. Cuppen te Horst, G. v. d. Munckhoif te Horst, M. Chris-
tiaans te Broekhuizen vorst, A. Gommans te Oirloo-Venraj, H. Tielen te
Sevenum, G. Gommans te Sevenum, Th. Gommans te Oirloo-Venray, Chr.
Kerkhofl' te Heijen, Chr. Jansen te Horst, A. Eongen te Oirloo-Venray,
Lucassen te Leunen-Venray, H. Küsters te Arcen, J. Bovend'eerdt te
Echt (met lof), P. Kerkhofs te Beek (met lof), Fr. Schulpen te Dieteren,
Sanders te Holtum, L. van Weijberg te Echt, H. Custers te Hoensbroek,
W. Dreissen te Schinnen, W. Stols te Strampray, H. Beulen te Echt,
lï- Dircka te Sittard, J. Worms te Stein, J. Diris te Grevenbricht, J. Al-
berts te Einighausen, H. Geurts te Geleen, H. Hermans te Limbricht.

Vier candidaten konden niet voldoen aan de matige eischen, die door de
examinatoren (W. A. H. van Horsen te Utrecht en H. J. C. van Lent
te Tiel) werden gesteld.

-ocr page 38-

De leiders der cursussen, de heeren H. J. Sala te Venray en L. van
Kempen te Sittard, alsmede de onderwijzers voor het practisch gedeelte,
de heeren Harmsen en Dreijer, militaire hoefsmeden, resp. te Tenlo en
Eoermond, verdienen alle lof voor de moeite door hen gegeven.

Het examen werd afgenomen in tegenwoordigheid der leiders en van de
commissie voor deze cursussen van den Limburgschen Landbouwbond.

H. V. L.

—nbsp;Beugelijzer. De heer G. J. Eolink, gediplomeerd hoefsmid te
Enschedé, meldt over het beugelijzer door hem herhaaldelijk toegepast:
„In plaats van de toonlip maakt hij 2 zware zijlippen tusschen de toon- en
Ie zij-nagelgaten, waardoor dit ijzer veel eenvoudiger is te maken dan dat
van Neuschild en ook van Ofman, in de Jan.-afl. beschreven. Hij merkte op,
dat in de gevallen, welke hij in behandeling kreeg, het toongedeelte van
den hoef vrij sterk was afgesleten, zoodat bij het onderleggen van een ijzer
met toonlip, dit ijzer te ver naar achter komt te liggen, wat door de
zijlippen wordt verholpen, zoodat het ijzer in den toon vóór den hoef uit-
steekt en een grootere draagvlakte wordt verkregen.quot;nbsp;M.

PERSOVERZICHT.

—nbsp;Het heslag van zware werkpaarden. De militaire paardenarts Dr.
Lutz te Flm schrijft hieromtrent het volgende:

Het is bekend dat bodemnauw gaande zware werkpaarden, vooral achter,
zoodanig worden beslagen dat de buitentak ruim wordt gelegd, ten einde
het naar buiten overhangende gewicht zooveel mogelijk te ondersteunen.
Op denzelfden grondslag wordt de stoot meer buitenwaarts aangebracht,
opdat het mogelijk worde het paard vlak te doen optreden. (Zoowel de
stoot als de tak is goed van plaats of richting als er gelijkmatige afslijting
plaats vindt.)

Evenzoo als de stoot behoort ook de kalkoen van den buitenijzertak
zooveel mogelijk naar
dien kant te worden verplaatst waar onvoldoende onder-
steuning bestaat. Op zijn eenvoudigst is zulks te verkrijgen door in den
buitentak overlangs een smal stalen plaatje in te wellen. De ervaring aan
de te Ulm aanwezige hoefsmidschool heeft geleerd dat door het langer zijn
van dit staalstuk het naar buiten verplaatsen van den stoot onnoodig wordt.

(u. „Der Hufschmied,quot; Eebr. 1911.)

Advertentie tl.

Verschenen: PAARDENMARKTEN 1911.

Een zakboekje, waarin vermeld de belangrijkste paardenmarkten in
Nederland in 1911, met opgave van den gemiddelden aanvoer, enz. :-:
Samengesteld door de Redactie van „Het Paardquot;, uitgave van A. W.
HEIDEMA, Groningen. :-: :-:nbsp;:-: :-: :-:nbsp;:-: :-: :-: :-:

Prijs 10 cent. Franco per post tegen toezending van 12 cent. :-: :-:

-ocr page 39-

Kij^nsthiooro,
voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de chemicaliën-
en droger ij en-handel yan

K. 6. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijscouranten
voor HH. veeartsen
en hoefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in „De Hoef-
smidquot; opgenomen.

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.
F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die
theoretisch
en

practisch
goed zijn.

- -:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

Billijke condities.

-ocr page 40-

S. C. Bil. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM.

— Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnageis, meer dan 60 verschiilende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Intercommunaal
Telephoon
No. 1355.

Telegram-Adres
BAX Jufferstraat
Rotterdam.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN,

voorileelig, gemakkelijk in gebruik. — Kunnen niet loslaten.

Open Zolen uit één stuk kunneii
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten vannbsp;tot

G| Eng. dm., uiterste breedte buiten-
kant ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in xvitte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig van 4^
tot 61 gt;.ng. dm.

Uiterste breedte bu

Merk „(Jhicago',

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den , voorradig van
tot 7
jV Eng. dm.
itenkant ijzers gem.

Gewone
Engelsche Hoefzolen

Hoef.
randen.

Stni kringen
niet riempje.

Kiinstlioorn.

Hoeftaiigen.
Renetten (i-echts en
links).

Hoefraspen.

Hoiiwklingen.

Hoefhamers.

Las- of Weibladen en

Poeder
om ijzer en staal te
ivellen.

Ton wijzers in
verschillende maten,

op Leder,
„Safety pad en
Frogpadquot;.

Engelsclie Hoefzolen

A. en D. k H.

Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 41-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 3.

REDACTEUR-UITGEVER: A. W. HEIDEMA te GRONINGEN.

-ocr page 42-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

liem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemai^lcelijlcen
en verschillende pijnen en hoefgebreilt;en zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zijn verkrijgbaar in vier verschillende façons:

Lambert Open Pad In lO maten.

Bar Pad.....In 13 maten.

Frog Pad .... in 4 maten.
O. K. Star Pad . . in 8 maten.

Vraag prijzen bij:

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Het hoefsmidsvak in Groningen. — Renbeslag van Curot. — Onder-
zoekingen over den hoorngroei. — Korte mededeelingen. — Pers-
overzicht. — Mededeelingen over het smidsvak vallende buiten het
hoefbeslag. — Advertentiën.

ALS HET PAARD KON PRATEN

-ocr page 43-

HET HOEFSMIDSVAK IN GRONINGEN.

Op het gebied der paardenfokkerij staat Groningen in de eerste rij der
fokstreken van ons land; men heeft daar uit het oude inlandsche, nog voor
een kwart eeuw vrij algemeen voorkomende, zwarte type, dat bij uitzonde-
ring in de minder goede streken nog wel wordt gevonden, een paard gefokt
van een solieden lichaamsbouw, uitstekend geschikt voor het landbouwbedrijf
op den zwaren bodem, en dat beste gangen heeft, waardoor het als tuig-
paard gezocht en geprezen wordt. In andere deelen van Nederland mogen
paarden worden aangetroffen met meerdere luxe, in Groningen beschouwde
men deze zaak van de practische zijde en schiep een paard met voldoende
luxe, groote soliditeit en bijzonder geschikt voor het landbouwwerk, thans
tamelijk wel verspreid over de geheele provincie. In de goede fokstreken,
da. in het geheele Noordelijk gedeelte en in het Oosten der provincie,
vindt men het thans bekende constante Groningsche type; in het Westerkwar-
tier en zuidelijk in de veenstreken ook wel hetzelfde type, doch van iets
minder en lichtere qualiteit.

In geen gedeelte van ons land wordt het paardenveld zoo bezocht als
hier; 't is dus geen wonder dat de handel in paarden daar voor de fokkers
Tan overwegend belang is. Deze handel bestaat op groote schaal naar
Duitschland, waarheen sommige handelaren geregeld groote transporten
mede over de grenzen nemen; maar ook de bekende handelaars uit de stad .
Groningen sluiten hun aankoopen en bevolken hun stallen, om te kunnen
voldoen aan den handel naar het buitenland, ook naar Frankrijk, Italië,
Spanje en Engeland, want ook deze vinden hun gading in het Groninger
type, zij het dan ook dat deze handelaren eveneens veel in andere provin-
ciën, vooral in de Betuwe, koopen en hun omzet minder omvangrijk is dan
de verkoop naar üuitschland.

We willen de lezers van dit blad nog mededeelen, dat dit paard is ver-
l^regen door voortdurenden invoer, hoofdzakelijk van Oldenburgsche fok-
hengsten; enkel in de omstreken van Winschoten wordt voor een gedeelte
met hackneybloed gefokt. Of een enkele verdwaalde Belg, dien men
lotusschen op den zwaren kleigrond van het Oldambt zou kunnen verwach-
ten, voor de fokkerij wordt gebruikt, is opsteller niet zeker bekend, hoewel
hij wel eens een exemplaar van dat zware type te Groningen op de keuring
quot;^g- Doch eindigen we met deze geschiedenis van het paard om over te
gaan tot het eigelijke doel van dit artikel, den toestand van den hoef en
fan het hoefbeslag in deze gewesten, en na te gaan welke maatregelen ge-
nomen zijn om vakmannen te vormen, bekwaam om dit belangrijke onder-

-ocr page 44-

deel der fokkerij uit te voeren naar den eisch dien men mag en moet
stellen aan een paard van vrij hooge waarde; immers een paard zonder
goeden hoef is een uiinder geschikt dier, en is de verzorging van den hoef
niet behoorlijk, dan wordt deze voor het gebruik minder geschikt en voor
den handel minderwaardig.

Voor zoover ona bekend is was in Groningen nimmer sprake van het
houden van cursussen voor hoefbeslag, zooals zulks in de andere provinciën
steeds het geval is geweest. Wel zijn sedert het jaar 1887, toen verschil-
lende militaire inrichtingen ter beschikking werden gesteld voor de opleiding
van burgerhoefsmeden, smeden uit deze provincie, we meenen door bemid-
deling van bet Genootschap van Landbouw en Nijverheid, aan de Hoef-
smidschool te Amersfoort geplaatst om aldaar te worden onderwezen in hun
vak. Daar verbleven in genoemd jaar E. Dijkstra van Grijpskerk en P. R.
Kuiper van Bellingwolde, als eerste Groninger smidsleerlingen. Hoewel tot
op den huidigen dag voor hetzelfde doel aldaar nu en dan leerlingen werk-
zaam waren, kan voor de behoefte der vele paarden in dit gebied onmogelijk
een voldoend aantal vakmannen zijn gevormd. Het is daarom een geluk-
kige omstandigheid te noemen, dat in de stad Groningen eene werkplaats
voor hoefmeden is ontstaan, n.1. de Inrichting voor Hoefbeslag van de
H.H. vee-artsen Wiersum en Heidema, waarin sedert het jaar der
stichting in 1888, als goed beklante smederij, op zekere voorwaarden leer-
lingen worden aangenomen, om tot hoefsmeden te worden opgeleid. Deze
inrichting, men kan haar noemen de leersmederij voor het Noorden, heeft
zeer veel nut gesticht voor het hoefbeslag. Oorspronkelijk waren daaraan
steeds 2 leerlingen verbonden, die gedurende 5 ä 6 maanden daar voor
hunne vorming tot hoefsmid werkzaam waren. Thans is dat getal gestegen
tot 5 a 6; meer te gelijk kunnen in verband met de ruimte onmogelijk
geplaatst worden; maanden van te voren moeten de leerlingplaatsen worden
besproken; wel een bewijs van den goeden naam die deze inrichting zich heeft
weten te verwerven, en ook dat hier een plaats voor opleiding van een
grooter getal leerlingen zou moeten zijn, namelijk een school, waaraan
trouwens reeds in het jaar 1900 in Groningen gedacht is, want destijds
werd in een vergadering der Maatschappij van Landbouw en Nijverheid
tot de oprichting eener burgerhoefsmidsschool besloten, en door het bestuur
daarvoor rijkssubsidie aangevraagd, terwijl daarbij een plan werd overgelegd.
Hieruit meenen we te moeten besluiten, dat het met dit voorstel wel dege-
lijk ernst was, maar schijnt de zaak bij dezen stap te zijn gebleven.

Aan de voorgenoemde Inrichting, waar sedert 1890 de heer D. E.
Stuivenberg als meesterknecht de practische leiding in handen heeft,
bepaalde men zich niet enkel tot vorming yan vakmannen dezer provincie,
maar strekte deze zorg zich uit tot enkele smeden uit Friesland, Overijssel,
van Texel, en vooral uit Drenthe.

We wenschen hier de opmerking te maken dat de Inrichting een zuiver
particuliere zaak is, die door geen enkel lichaam finantieel gesteund wordt.

Maatregelen, in verband met het hoefsmidsvak staande, in deze provincie
genomen, we meenen door de Maatschappij van Landbouw en Nijverheid,

-ocr page 45-

wellicht nog door andere vereenigingen tot bevordering der paardenfokkerij,
hebben bestaan in de eerste plaats in de aanbeveling in het publiek van
die smeden, die met goed gevolg een cursus voor hoefbeslag medemaakten
aan een der militaire inrichtingen voor hoefbeslag en aan die der beeren
Wiersum amp; Heidema te Groningen. Voorts wedstrijden in hoefbeslag, die
overal zoo gunstig werken op den goeden geest der vakmannen en de
kameraadschap bevorderen, daarbij in hooge mate aantrekkelijk zijn voor
den landbouwer, fokker, of welken paardenhouder ook, hunne belangstel-
ling in het hoefsmidsvak verhoogt, hadden naar ons weten, voor zoover
die van eenig aanbelang waren, slechts ééns plaats, en wel in de stad
Groningen in het jaar 1897, uitgeschreven door de Provinciale Vereeniging
ter bevordering der paardenfokkerij voor de in de provincie wonende hoef-
smeden.

Bij gelegenheid der verschillende tentoonstellingen van landbouw, van
nijverheid, sport, of die tijdens landhuishoudkundige congressen, o. a. ge-
houden te Groningen, te Appingedam en te Veendam, bepaalde de rubriek
hoefbeslag zich tot verzamelingen van hoefijzers, hoetbeslagartikelen en
leermiddelen, welke overigens toms zeer belangrijk waren, en zelfs een
gouden medaille werden waardig gekeurd, zooals zulks met de étalage van
de Inrichting voor hoefbeslag te Groningen het geval is geweest.

Ook willen we hier memoreeren de keurige lezing van den heer H. A.
Kroes, in 1910 gehouden te Groningen bij gelegenheid der vaktentoonstel-
ling voor het smidsbedrijf, vanwege de afdeeling Groningen, Priesland en
Drenthe van den Bond van Smedenpatroons in Nederland, die stellig heeft
bijgedragen tot belangstelling in het hoefsmidsvak.

Aangaande den toestand van het beslag der paarden op de keuringen
te Groningen melden de betreffende verslagen, voor zoover daarover werd
bericht, dat die over 't algemeen goed is, en hoewel we geen aanspraak
maken geheel op de hoogte daarvan te zijn, kunnen we aannemen, dat
men over het beslag tevreden mag zijn, want de hoeven der handelspaar-
den worden over 't algemeen goed verzorgd; het beslag van deze paarden
op de stallen der paardenhandelaars, en van die welke we zoo dikwijls ge-
legenheid hebben op de groote paardenmarkten te Utrecht te onderzoeken,
mag gezien worden. Ook aan de
Bresseenschool te Groningen, de keurige
en nuttige inrichting, waar de fokkers hun paarden in verzorging kunnen
geven om tot tuigpaarden te worden ingereden, laat de verpleging, ook
Van de hoeven, niets te wenschen over. Ditzelfde mag worden gezegd van
den
stal M. van der Drift, die voor hetzelfde doel werkzaam is.

Niet steeds is het evenwel gunstig gesteld met de verpleging van de
boeven op de stallen van sommige landbouwers-fokkers; daar kan men menig
schoon gebouwd dier zien, waarvan de hoeven in verwaarloosden staat ver-
heeren. Met moeite overtuigt men zich, dat zulk een paard ook wel eens
beslagen is geweest, lang, erg lang geleden; de overblijfselen van wat in
der tijd hoefijzers zijn geweest, vindt men na onderzoek binnen den buiten-
waarts gegroeiden draagrand goed verscholen. Zoo iets moest men immers
niet vinden in een goede fokstreek; het ware immers geen moeite naast de

-ocr page 46-

tandtang, die men best weet te gebruiken, ook een goed hoefmes m den
stal te hebben. En anders is er nog de hoefsmid gaarne bereid om wat te
verdienen in dat groote bedrijf met stallen vol paarden, zooals vooral m
het Oldambt en in het noorden der provincie zijn te vinden.

Zoo hebben we er gezien, gelukkig niet veel. We willen hopen dat ze
van daag tot de legende behooren; immers den modernen Groninger zit de
liefhebberij voor het paard in merg en been.nbsp;M.

RENBESLAG VAN CUROT.

Door den heer Curot, vee-arts te Parijs, specialiteit voor renpaarden en
schrijver van het in 1908 verschenen boekwerk „La ferrure de course du
galopeur et du trotteurquot; is een nieuw beslag uitgedacht en in den handel
gebracht, van papier gemaakt en sedert 1909 in gebruik bij de Fransche
renstallen. De naam papieren hoefijzers wekt bij ons onwillekeurig her-
innering op aan papieren schoenzolen etc. en de daaraan verbonden on-
soliditeit. Dit is nu echter met deze ijzers niet het geval; door de eige-
naars en entraîneurs van renstallen als Vanderbilt, Duke, Ashman etc.
wordt er met veel succes gebruik van gemaakt.

Deze ijzers zijn zeer licht, wegen slechts 20 gram en kunnen door den
hoefsmid in dien vorm worden gezet, zooals de hoef dit vereischt. Het
hoefijzer wordt daarvoor gedurende eenige minuten in kokend water ge-
dompeld en dan op het aanbeeld bewerkt als een gewoon hoefijzer, en,
éénmaal pas gemaakt, door middel van speciale hoefnagels aan den hoef
bevestigd. De grondstof laat zich gemakkelijk raspen en snijden en ziet

er ongeveer als hout uit.

Curot heeft 28 tailles in voorraad, zoodat de hoefijzers meestal wel

direct passend ondergelegd kunnen worden.

De hoefna-els moeten, evenals bij ander renbeslag, een specialen kopvorm
bezitten, zoogenaamde „ Amerikaansche hoefnagelsquot;; het model
a y^n
Moeller en Schreiber voor renbeslag is evengoed; gewone ritsnagels zijn

echter niet voldoende.

Door de lichtheid van het papier kan aan het hoefijzer grootere afmetin-
gen worden gegeven dat aan het metalen renijzer, waardoor dit den hoef
beter beschut en den schok breekt. Ondanks het lichte gewicht (20 gram)
is de stevigheid van het hoefijzer voldoende. Om den invloed van dit
lichtere gewicht op de snelheid aan te toonen diene de volgende bereke-
ning- Een stalen renijzer weegt minstens 60 gram, een papieren 20 gram;
dit maakt dus voor ' het geheele paard een verschil van 4 X 40 gram.
Volgens de ervaringen van bekende entraîneurs (Leigh e. a.) staat een kilo
aan den voet gelijk met 8 kilo op den rug. Volgens deze empirisch ge-
vonden formule staat dus 160 gram meer aan den voet gelijk met 160 X
8 = 1 280 K.G. op den rug. Een kilo meer op den rug over een course
van 2000 Meter maakt een lengte-verschil van 3 Meter, volgens algemeen
bekende ervaring.

-ocr page 47-

Volgens verklaringen van Duke, Ashinan etc., die het papieren beslag
gebruikt hebben, kan het voordeel daarvan op twee lengten geschat worden.

Curot geeft in zijn brochure eene andere berekening, die ik evenwel als
onjuist moet beschouwen.

Fig. 1.nbsp;Zooals uit de nevenstaande

aibeeldingen blijkt, bezitten
deze renijzers, evenals de
stalen, de nagelgaten tot in
de takken. Hierdoor zou
het hoefmechanisme schade
lijden, indien de papieren
hoefijzers niet zoo elastisch
waren, dat zij deze bewe-
gingen gemakkelijk toelaten.
Het zoover naar achteren
nagelen is bij renijzers in
't algemeen noodzakelijk om
het uiteenwijken der takken
te voorkomen.

De voordeelen van de
papieren renijzers zijn ver-
der dat zij niet glad polijs-
ten zooals de metalen; zij worden zelfs eenigszins ruw aan de ondervlakte;
het uitglijden in snelle gangen wordt daardoor beperkt.

Om dit zoo schadelijke uitglijden tegen te gaan heeft men bijvoorbeeld
in sommige aliiminium-ijzers een stalen rand1) aangebracht, zooals dit in
fig. 2 is aangegeven.nbsp;Fig. 2.

In Frankrijk zijn
echter alle onder de
ij zervlakte uitstekende
deelen op de renbanen
streng verboden, om
het gevaar voor ver-
wondingen, bij vallen
van den ruiter, tegen
te gaan. Ook zijn
deze uitstekende dee-
len zeer gevaarlijk

voor het paard zelf; verwondingen van pezen en hoef ballen kunnen
daarvan het gevolg zijn. Ook kriigt men verlies van snelheid door het
dieper indringen in den bodem van deze uitsteeksels. Het paard
Kennelec
(Stal Vanderbilt), die te Maisons-Lafitte won, was voorzien van papieren
ijzers die 18 gram wogen; deze extra lichte ijzers waren echter gemaakt
voor slechts één course.

1nbsp; Verkrijgbaar bij Wald te Groningen.

-ocr page 48-

Op aandringen van de entraineurs heeft Curot nu ijzers gemaakt, die
lichter dan alle andere renijzers, toch voldoende zijn voor twee courses en
15 dagen training.

De duur van het ijzer hangt veel af van de wijze van besnijden; wanneer
de voet niet vlak besneden wordt, dan slijt de ijzertak op het te hoog
gelaten wandgedeelte spoediger af.

rig. 3.

Verder zijn door
Curot papieren ijzers
vervaardigd (fig. 3),
waarbij het toonge-
deelte is versterkt door
een aluminium-inleg-
sel; deze zijn de Ver-
eeniging voor steeple-
chases in Frankrijk
aangeboden en wor-
den door deze Veree-
niging aanbevolen.
Ook heeft hij nog bijzondere modellen aangegeven voor dravers en
springpaarden.nbsp;^ig-

Voor dit laatste doel heeft
Curot fabriekmatig alumi-
niumijzers gemaakt in den
vorm zooals door fig. 4 wordt
weergegeven, een jachtijzer
voorzien van twee nokken in
het toongedeelte, die niet
onder de ondervlakten van
het ijzer uitsteken.

Zooals boven reeds werd
opgemerkt zijn alle uitste-
kende deelen onder de ijzer-
vlakte in Frankrij k verboden.
Het voordeel van deze alu-
minium-ijzers is dat zij, naast
grootere lichtheid, het uit-
glijden tegengaan.
nbsp;Per antidérapant „Curotquot;.

Elastische zolen. De elastische zolen van Curot bestaan uit kurk, alu-
minium, leer en caoutchouc. De kurkstof is zoodanig gepraepareerd dat
het geen water opneemt. Het doel is ze te doen dienen als schokbrekers,
ter bescherming van hoeven, gewrichten, pezen en beenderen en om de
ondervlakte van den hoef te verhinderen in aanraking te komen met steenen,
keien, zand, spijkers enz. Zij zijn zeer elastisch en licht, lichter dan de
leeren zolen, die zoo dikwijls gedurende de training worden aangewend. De
feurkzolen zijn tevens dikker aan de verzenen en elastischer dan die van
eder^ die spoedig uitdrogen, zich vervormen en uiteenwijken.

-ocr page 49-

Er bestaan verschillende modellen en gevormd door innige verbinding
van lagen kurk met caoutchouc, leder en aluminium; zie fig. 5.

De verbinding van aluminium met kurk heeft ten doel bij grootere stevig-
heid het gewicht te verminderen, een voorname factor bij de rennen.

Door een laag caoutchoac te brengen tusschen de kurk en het aluminium,
wordt een maximum van elasticiteit verkregen, waardoor dit model met

fi^mmmmrnrnmrz. ^ZLüumnbsp;c7o^tchouc

Aluminium

Kurk

Caoutchouc
Kurlc

wm

■mrnmmMM^ IZl

Kurk
I- Caoutchouc
- Leder

Fig. 5.

voordeel kan worden gebruikt bij geclaqueerde paarden en die met chronisch
hoefliiden.

Sommige modellen zija
voorzien van luchtgaten om
verstikking van de hoorn-
zool tegen te gaan, ofschoon
ook opvulling met bruine
teer en jute aangewend kan
worden.

Curot raadt aan deze zolen
te gebruiken als aanvulling
bij het gewone renbeslag;
hij zegt dat de breedte en
dikte van de renijzers steeds
verminderd zijn om het ge-
wicht te verminderen en
thans zoo klein zijn gewor-
den dat zij den hoef niet
meer voldoende beschermen.

Door de geringe dikte der
ijzers kan men ze geen
afhelling geven en zouden
volgens hem op de zool
gaan drukken, hetgeen zich
uit door bewegingsstoornis-
sen (klamme, verkorte gang,

,.,nbsp;, ,nbsp;stijve schouders).

Hoefzolen van Curot, comlmalies van kurk,nbsp;Jnbsp;„„ jnn

leer, caoutchouc en aluminium.nbsp;Hij beveelt ze daarom aan

-ocr page 50-

bij plat- en klemhoeven, omdat zij het contact van de zool met het ijzer
verhinderen; bij kreupelheden verminderen zij door hun schokbrekende
werking de pijn (steengallen enz.)

Door hunne schokbrekende werking zouden zij gedurende de training
een preventieve werking uitoefenen, omdat de herhaalde schokken de oorzaak
zijn voor het ontstaan van pees- en beenlijden en gewrichtsaandoeningen.

Bij harddravers kunnen de kurkzolen een weinig over den binnentak van
het ijzer uitsteken; wanneer het paard zich raakt of strijkt, zouden daardoor
beleedigingen worden voorkomen.nbsp;Laméris.

ONDBRZOEKINGEX OYER DEN HOORNGROEI.

Door den Duitschen luitenant-paardenarts Schulze te Halberstadt zijn
onderzoekingen gedaan over den hoorngroei bij de hoeven van het paard.
Bij 300 paarden van het 7e Kurassierregiment werden metingen uitgevoerd.
Deze paarden hadden een ouderdom van 4—19 jaar, allen halfbloed en
wel voor 't grootste gedeelte Oost-Pruisen, de overigen Hannoveranen,
Mecklenburgers en Holsteiners. Slechts 14 deden dienst als trekpaarden,
de anderen uitsluitend als rijpaarden. Het voedsel bestaat, jaar uit jaar
in, uit 51/2 KG. haver, 2^2 KG. hooi en S^/g KG. stroo per dag. In de haar-
wisselingsperiode worden ook wortelen en lijnkoek gegeven.

De resultaten van de uitvoerig beschreven proefnemingen zijn, kort
samengevat:

1.nbsp;De groei van den hoornwand bedraagt gemiddeld in de vier weken
7.66 mM. Onbeslagen hoeven groeien sneller (gemiddeld 8.6 mM.) dan
beslagen hoeven (gemiddeld 6.73 mM.).

2.nbsp;De snelheid van de maandelijksche afschuiving van den hoornwand
wisselt bij onbeslagen hoeven af van 6.7 tot 10.4 mM, bij beslagen- van
4.4 tot 9.3 mM. Als kleinste maandelijksche groei kon éénmaal bij een
beslagen hoef 1.5 mM, als grootste 16.5 mM. bij een onbeslagen hoef
worden vastgesteld.

3.nbsp;Het gebeurt zelden dat een hoef een bepaald maandelijksch gemid-
delde groeit.

4.nbsp;De hoorngroei geschiedt bij vóór- en achterhoeven bijna met dezelfde
snelheid; toch groeien twee vóór- of achterhoeven, of wel alle vier hoeven
onderling zelden gelijkmatig.

5.nbsp;Bij 90.62 quot;/q is de hoorngroei aan de kroon van denzelfden hoef
rondom gelijkmatig, bij 9.38 ongelijkmatig. De onregelmatige groei
treedt meest bij onregelmatige hoefvormen op, zeer zelden bij regelmatige.
Het naar beneden groeien van den hoornwand is in het laatste geval op
een bepaalde plaats in de eene maand gering en in de volgende maand
abnormaal sterk, om het verschil op te heffen.

6.nbsp;Van groote beteekenis voor den hoorngroei zijn goede hoefverpleging
en goed beslag, vooral dat hetwelk den hoef onder omstandigheden brengt
die naderen tot het barrevoets gaan (hoefinlegsels, halvemaanijzers). Worden
onbeslagen hoeven beslagen, dan treedt vermindering van den hoorngroei op.

7.nbsp;De hoeven van paarden in den ouderdom van 5—10 jaar toonden

-ocr page 51-

een 0.29 mM. snelleren groei per maand dan de hoeven der paarden van

11—19 jaar,nbsp;. .

8.nbsp;De kleur van den hoefhoorn is zonder invloed op de groeisnelheid

van den hoorn wand.

9.nbsp;De wijze en de duur van het dienstgebruik staan in geen bepaalde ver-
houding tot de groeisnelheid van den hoornwand.

10nbsp;Bij knolvoeten treedt een belangrijk meerdere groei van den verzen-
wand, ten opzichte van den toon- en zijwand, op. Bij achterhoeven, die
met klapijzers beslagen zijn, groeit de toon 2-5 mM. per maand meer dan
de overige wandgedeelten. Beleedigingen aan de kroon van den
hoei ver-
oorzaken aan de betrokken wandafdeeling een meerderen groei, tot / mM.

per maand.nbsp;,quot;

11nbsp;Eenmaal inwrijven met scherpe zalven of punten branden aan de

kroon hebben een meerderen groei van 3 mM. tengevolge. Door voortgezette
inwrijvingen met prikkelende middelen aan de kroon krijgt men een nog
zekerder resultaat. Er bestaan evenwel geen specifieke, de hoornproductie

bevorderende, middelen.

12. De hoeven van paarden, waarbij zenuwsuede gedaan is, groeien ge-
middeld 2—5 mM. per maand meer dan die van gezonde ledematen.

13 Algemeene ziekten roepen in den regel geen vermindering in den
hoorngroei te voorschijn; er treedt integendeel niet zelden na afloop der
ziekte een verdikking, een „ringquot;, op en ook dikwijls zelfs een in ge-
ringen graad versnelde hoorngroei; de hoorn
zelf wordt echter dof en glans-
loos en vertoont gebrek aan vochtigheid en elasticiteit.

Lameris.

A.

(Lungwitz verkreeg bij zijn indertijd genomen proeven waarvan de
reiultaLimede in 't kort'zijn gepubliceerd in De Hoefsmidquot;, jaargang
1906 blz 41 dat de groei van den hoornwand per maand gem ddeld 8
mM bedroeg hetgeen dus weinig verschilt met het door Schulze aan-
?ege;en gemiddelde cijfer, wanneer voor een maand kan worden gelezen
rieken en 2 of 3 dageV ' Verder vond Lungwitz dat de sne h.d ..armere
de hoornwand van de kroon afgroeit, afwisselt van 3.98 tot 13;(gt; ^-M.,
verklaarde hetzelfde, wat Schulze thans doet, dat
onbeslagen hoeven snel-
ler groeien dan beslagene en dat de kleur van den hoef geen invloed heeft
op fe snelheid van dln groei, doch verschilt blijkbaar iets
Schulze omtrent het gelijkmatige in den groei van voor- en achterhoe^en,
aangezien Lungwitz aangeeft, dat achterhoeven sneller groeien dan voor-
hoeven. Red.)

korte mededeelingen.

- Cursus in hoefbeslag te Hoorn. Het overgangsexamen waaraan

15 leerUngequot; dednamen, heeft plaats gehad op » ^^^^^rL^ur Ss t
gedeelte en wegens ongesteldheid van den heer E. M. de Leur l^yks- en
plv. ; V DistHcts-vefarts te Hoorn, voor het theoretisch gedeelte eerst
OD 19 -Febr il Bii dit overgangsexamen waren eenvoudige e schen ge-

Zld'l^S'hä-2eledeelte va'n dln cursus, waarin de beslagmethoden van

abnormale hoeven aan de beurt komen, te worden toegelaten - Aüe lo
leerlingen slaagden, doch 3 ontvingen een ernstige vermaning om in t ver
volg vooral hun best te doen.

-ocr page 52-

Het 2e gedeelte van den cursua zal vermoedelijk 1 Mei aanvangen en
worden geleid door den heer de Leur voornoemd, voor het practische
gedeelte ter zijde gestaan door den gedipl. hoefsmid H. Kruyt te Beemster.

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. Op 4 Maart j.1. zijn
vertrokken de leerlingen J. Driesen s van Zuidlaren en P. van Dam
van Gieterveen, de eerste met een „goedquot; en de laatste met een „voldoendquot;
getuigschrift. Van Dam is toegezegd na verloop van een paar weken een
na-examen te kunnen doen, om eventueel een „goedquot; getuigschrift te kunnen
verkrijgen. — Maandag 6 Maart daaropvolgende zijn de opengevallen plaatsen
weder ingenomen door de leerlingen J. Pal the van Peize en P. Glazen-
burg van Winschoten.

—nbsp;Bezoek ütrechtsche paardenmarkt, 6 Maart. Op deze markt,
waar een 1200 paarden waren aangevoerd, heb ik op mijn wandeling door
de lange, dichte rijen met eenige teleurstelling den stand van het hoefbeslag
gadegeslagen.

De lezer begrijpt best hoe 't met de verpleging van de hoeven gesteld
is, wanneer ik hier vertel, dat ik paarden heb gezien met hoeven zoo lang
en schuinsch en ter zijden zoo breed uitgegroeid, dat ze eiken gang letterlijk
hinderen, en acht ik me ontslagen om in meerdere bijzonderheden te treden.
Het werd me evenwel spoedig duidelijk, dat 't grootste getal van die hoeven
nog in den winterstaat verkeerde, en zoo uit den winterslaap ter markt
was gekomen.nbsp;M.

PERSOVERZICHT.

De Maart-afl. van Der Hufschmied bevat het volgende:

1quot;. Rapport omtrent een knieverwonding van een weerspannig paard
bij het beslaan, door Prof. Dr. M. Lungwitz. Doordat in Duitschland
ieder hoefsmid de verantwoordelijkheid draagt van door zijn schuld of
nalatigheid aan paarden iu zijn smederij overkomen ongevallen, worden nu
en dan te dieu opzichte processen gevoerd. In het onderhavige geval was
het paard in een noodstal beslagen en zich ten gevolge van verzet aan een
handwortel (voorknie of knie) verwond. — De rapporteur komt na een uit-
voerige beschouwing tot de slotsom, dat uit de stukken niet met zekerheid
is op te maken, dat de smid verantwoordelijk voor de genoemde verwon-
ding moet worden gesteld, doch L. voegt er in een noot aan toe, dat hoef-
smeden in zoodanige gevallen voorzichtig zullen handelen bi] het beslaan
van lastige paarden zich een schriftelijke verklaring door den eigenaar te
laten geven, dat eventueele ongelukken voor rekening van den eigenaar
van het paard zijn of anders liever het beslaan van dergelijke paarden te
weigeren.

2®. De hoeveelheid hoorn die aan de hoeven wordt, afgescheiden. Dr. Sustman
te Königsbrück in Saksen heeft onderzoekingen gedaan ten einde deze vraag
te beantwoorden. Het vrij uitvoerige artikel, dat deels in Februari en
deels in de Maart-aflevering van „Der Hufschmiedquot; is opgenomen, bevat
in het kort het volgende:

Het is een bekend feit dat de hoorngroei van verschillende omstandig-
heden afhankelijk is. De onderzoekingen, die hierover zijn gedaan, hebben
betrekking op de hoornzelfstandigheid, de wijze van vorming en de groei-
snelheid, aan de onderscheidene deelen der hoeflederhuid. Daarbij is vast-
gesteld dat de hoefhoorn tamelijk langzaam, en van boven naar beneden,
atgroeit. De groei van den hoornwand — die van straal en zool is minder
goed bekend — bedraagt per maand gemiddeld 8 mM. en is aan alle deelen
vrij wel gelij-kmatig; onder bijzondere omstandigheden, n.1. bij zieke en door
het aanwenden van een scherp smeersel aan koot of kroon bij enkele ge-

-ocr page 53-

zonde hoeven, is de hoorngroei in de onderscheidene hoefdeelen dikwijls van
uiteenloopenden aard. In deze gevallen neemt de groeikracht van den toon

naar de verzenen af.nbsp;, i, ...j ji.

Onderzoekingen over de hoeveelheid hoorn, die in een bepaalden tijd wordt
afgescheiden, zijn volgens Schrijver niet gepubliceerd. De thans door S.
gedane proeven'zi^jn genomen bij 40 paarden van verschillenden leeftijd en

geslacht, gedurende een jaar.

Voor ieder is in een tabel een overzicht gegeven over het soort paard,
zijn ouderdom, den aard der hoeven, de data waarop de hoeven zijn besneden
en de vermelding van de afgenomen hoornhoeveelheden in verschen toestand
en deeis ook in gedroogden toestand.

Aan het eind komt de Schrijver tot de volgende conclusies:
a De hoornmassa, die in een bepaalden tijd wordt gevormd, is bii de
verschillende paarden uiteenloopend. Zij bedraagt gemiddeld per jaar 194b
gram en loopt uiteen van 1 tot 3 KG.

h. De hoeveelheid hoorn is in de eerste plaats afhankelijk van de hoet-
grootte en van het jaargetijde. De afscheiding is het geringst in de win-
termaanden, het stérkst i.i Mei, Juni en Juli. Het verschil beloopt 27
tot 43 procent. In enkele gevallen leveren paarden met betrekkelijk kleine
hoeven evenveel hoornzelfstandigheid als die met groote hoeven.

c Paarden, die werken en dagelijks beweging hebben, vormen meer
hoorn dan andere die op stal staan. Het verschil bedroeg 20 «/o, in een

enkel geval zeifa 59 o/o-nbsp;, ,nbsp;j i,-- j-

d.nbsp;De hoornvorming is bij onbeslagen paarden krachtiger dan bij die

welke beslagen zijn.nbsp;.....

e.nbsp;Zieke of loome paarden leveren gemiddeld een kleinere hoeveelheid

hoorn dan gezonde en opgewekte.

f.nbsp;Door scherpe prikkels aan de kroon kan de afgescheiden hoornzelt-
standigheid tijdelijk toenemen, doch na dien ti^jd treedt een geringere af-
scheiding te voorschijn. Deze afneming kan zelfs 50 o/o bedragen.

q Het hooo-er of geringer vochtgehalte der hoorn/:elfstandigheid staat
in verband met het weer. Het vochtgehalte vermindert bij een lang-

'^T^^Leftij^en geslacht schi^jnen geen invloed op de hoornafscheiding te
hebben. De grootste hoeveelheid hoorn werd gevonden bij de hoeven van

een volbloed.nbsp;, .. , . , i i j

De Redactie van „Der Hufschmiedquot; plaatst bij conclusie h de volgende

noot:nbsp;. 1 1.

Vol'^ens waarnemingen van A. Lungwitz is de hoorngroei bij hengsten,

die onder de genoemde nog niet voorkwamen, langzamer dan bij merries
en ruins.

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

HET GEBRUIK VAN SPIRAALBOKEN.

Schreven wij in een onzer vorige artikelen iets over de fabricatie van
spiraal boren, van veel meer gewicht is de kennis, op welke wijze dit ge-
reedschap met het meeste succes is te gebruiken.nbsp;• j

Bii de meeste werkzaamheden wordt heden de spiraalboor tot zelfs in de
kleinste werkplaatsen met voorliefde aangewend,
boven de van ouds bekende

gewone spitsboor.nbsp;,nbsp;, j u

Tengevolge van den hoogeren prijs tegenover de verouderde boor, z^n
de meeste smeden nog al zuinig op dit gereedschap, ja zelfs zoo zuinig,
dat men beangst is op tijd zijn boor te slijpen, en dientengevolge nog
minder diensten levert dan de oude boor. In de eerste plaats wachte men

-ocr page 54-

met slijpen niet zoolang, tot het werkelijk niet meer gaat, en slijpe men
■de boor zoo aan, dat de snijvlakken een jnisten en gelijkmatigen hoek
vormen met de lengteas der boor. De hoek der snijvlakken bedraagt 116°
tot 118°. De snijvlakken moeten nauwkeurig evenlang zijn en goed snijdend
geslepen worden. Het slijpen zal steeds nat geschieden, opdat de snede der
boor niet heet wordt. In den beginne is dit slijpen echter niet zoo'n een-
voudige zaak en bedient men zich hierbij bij voorkeur van een in den
handel zijnde slijpkaliber (ook vroeger reeds door ons beschreven).

Bij het boren zelf is voor de verschillende metalen het juiste aantal om-
draaiingen te kiezen, en ook de kracht waarmede de boor wordt aangezet,
wil men goede resultaten verkrijgen en de boor langen tijd in staat zijn
goed werk te leveren.

Voornamelijk is te vermijden het langzame loopen om daardoor sterker
te kunnen aanzetten; de hierdoor ontstane spanning kan door de boor niet
worden verdragen, waardoor deze beslist breekt.

Onderstaande tabel kan dienen als basis bij het gebruik van spiraalboren.

Omdraai ïngs-snelheden.

ä

a
p

Uit best
werktuigstaai.


ö

S

Uit best
werktuigstaai.

1

lt;ü
TS

a

Smee-
ijzer.

Giet-
ijzer.

Mes-
sing.

03

P s

agt;

QJ

a

Smee-
ijzer.

Giet-
ijzer.

Mes-
sing.

P s

£
O
O
C3

Omdraaiingen per
minuut.

O

a

S

O
O

Q

Omdraaiingen per
minuut.

'S
a

tn

1

3000

3500

4000

12

265

317

475

725

2

1600

1900

2500

13

245

290

445

675

3

1000

1200

1900

14

235

272

410

625

4

800

950

1400

15

212

255

380

580

5

640

700

1100

16

198

238

355

545

6

520

630

950

1450

17

187

225

335

515

7

450

550

820

1250

18

177

212

318

490

8

400

480

720

1095

19

168

200

300

465

9

360

430

640

970

20

160

191

285

450

10

320

380

570

875

22

142

175

260

11

290

345

520

795

Langscheuren ontstaan meestal door verkeerde of minstens onvoorzichtige
behandeling; derhalve wordt bij het voorkomen hiervan de boor niet door
den fabrikant verwisseld.

Ruimte in de boorspindel' moet ten allen tijde vermeden worden, daar
anders, bij het uithalen der boor uit het gat, deze door den last van den
boorspindel zoo zwaar wordt neergedrukt, zoodat de lippen der boor aan den
rand van het nog niet geheel doorgeboorde gat blijven hangen en hierdoor
de boor in de lengterichting breekt.

Voordeelig is het voor het slijpen een kleine, speciale slijpmachine aan te
schaffen; de hiervoor uit té geven som rendeert spoedig door besparing aan
arbeidsloon en materiaal.

Opgemerkt zij nog, dat bij aanmerkelijke inkorting der boren, ook in de
groeven bijgeslepen moet worden, daar de kern zich naar achteren verdikt.

M.

-ocr page 55-

Advertentiën.

Ktj.nsthL00rn.,
voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de chemiealiëu-
«n drogerijen-handel yan

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

ie Dordrecht.
Prijscoioranten
voor HH. veeartsen
«n hoefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in „De Hoef-
smidquot; opgenomen.

©taal

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.
F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die
theoretisch
en

practisch
goed zijn.

.nbsp;Vlugge leveing.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

Billijke condities.

-ocr page 56-

S. C. lïl. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM

Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG. —

Meest uitgebreide sorteering prima blanice
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Telegram-Adres
BAX Jutferstraat
Rotterdam.

Intercommunaal
Telephoon
No, 1355.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN,

voordeellg, gemakkelijk in gebruik. ~ Kunnen niet loslaten.

Merk „Dexterquot;, Merk „Pacific'
met Jlink Meh/tok. met zwaar hielstuk.

Open Zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswalt;ardig, prijzen zeer billijk,
Toorradig in
11 maten vannbsp;tot

6| Eng. dm., uiterste breedte buiten-
kant ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witie en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig van 41
tot 6J Eng. dm.

Merk „Chicagoquot;,

geheel Caoutchouc
uit ééa stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig van
T^totT^iLEng.dm.

TJiterste breedte buitenkant ijzers gem.

Gewone
Engelsche Hoefzoien

Strijkringen
met riempje.

Hoef.
randen

Kiinsthoorn.

Hoeftangen.
Renetten (rechts en
links).

Hoefraspen.

Houwklingen.

Hoefhainers.

Las- of Weibladen en

Poeder
om Ijzer en staal te
wellen.

Toiiwijzers in
verschillende uiaten.

op Leder,
„Safety pad en
Frogpadquot;.

Engelsche Hoefzoien

Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 57-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 4.

REDACTEUR-UITGEVER: A. W. HEIDEMA te GRONINGEN.

-ocr page 58-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemakkelijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zijn verkrijgbaar in vier verschillende façons:

Lambert Open Pad In lO maten-

Bar Pad.....In 13 maten.

Frog Pad ... in 4 maten.
O. K. 8tar Pad . ■ in 8 maten.

Vraag prijzen bij:

ALS HET PAARD KON PRATEN

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Ezel, muildier, muilezel. — De egelhoef. — Vernieuwing van het
beslag. — Korte mededeelingen. — Persoverzicht. — Ingekomen boek-
werken. — Boekwerken. — Advertentiën.

-ocr page 59-

EZEL, MUILDIER, MUILEZEL.

Onder de huisdieren, tot het paardengeslacht behoorende, vragen boven-
staande soorten onze bijzondere aandacht, omdat zij, evenals het paard, tot
verschillende diensten in het belang van den mensch worden gehouden.
Voor ons land mogen zij van minder belang zijn, omdat ze behalve eerst-
genoemde diersoort weinig, eigenlijk slechts sporadisch, worden aangetroffen,
toch is eenige bekendheid met hun eigenaardigheden en afwijkingen in
bouw, waaronder die der hoeven, in de diensten die ze verrichten en die
andere eischen aan het beslag stellen, belangrijk genoeg om aan hen hier
een artikel te wijden, dat eiken hoefsmid zal interesseeren. Men mag
gerust zeggen dat hunne verspreiding,over de verschillende werelddeelen
ongeveer even groot is als die van het paard en dat er streken zijn waar
hunne teelt die van het paard ver overtreft.

De egel, zooals die ten onzent bekend en niet zeer in aanzien is, is een
zeer nuttig dier en waardig om goed verzorgd te worden. Men moet zich
niet voorstellen, dat 't grauwtje, dat hier door zijn onaanzienlijken lichaams-
bouw bekend is en uitmunt door sufheid en stugheid, overal zoo leelijk is.
In de Oostersche landen, in Egypte b.v., in Arabië en Perzië, is dat over
't algemeen anders; maar ook in Europa, en wel in het Zuiden van Frankrijk,
in Spanje, in Italië en Griekenland, worden werkelijk schoone ezels aan-
getroffen. Men zegt dat de schoonste ezels in Spanje zijn en ik kan zulks
aannemen, wijl ik in Ierland, voor de verbetering van het ras aldaar,
exemplaren ingevoerd uit Spanje heb gezien, zoo kloek van lichaamsbouw,
zoo schoon van vormen en van kleur, en zoo levendig van aard, dat ik
verbaasd stond te kijken, dat dit ezels waren, en sedert kan ik me ook
zeer goed voorstellen dat deze dieren worden gebruikt als rijdier. In berg-
streken vooral bewijzen ze gewichtige diensten wegens hun zeker gaan op
gevaarlijke wegen; daar worden ze ook veel gebruikt als lastdier.

Het muildier is een bastaard van het paardengeslacht, ontstaan door de
paring van een ezelhengst met een paardemerrie. Ook dit dier wordt
gebruikt als rij-, trek- en lastdier. Het komt ook zoo ongeveer overal voor,
zoowel in Azië, het noorden van Afrika, in Noord- en Zuid-Amerika, als
in Europa, vooral in Spanje, Portugal, Italië en de Zuidelijke Staten van
Oostenrijk. De schoonste zouden worden gevonden in de streken langs den
ï^ijl, in Egypte en Abessinië; in zuidelijk Spanje dient het vooral voor
trekdiensten, in Frankrijk en de Afrikaansche bezittingen worden ze bij
het leger, de Artillerie en Treinen veel gebruikt. Zij hebben daar de maat
van de paarden, tot 1.58 M. hoogte.

-ocr page 60-

De muilezel ia een bastaard, ontstaan door de paring van een paarde-
hengst met een ezelin. Dit dier is veel kleiner dan het vorige, en bezit
dezelfde eigenschappen als bet muildier, is evenwel minder algemeen bekend.
We zullen hem hier zelden of niet ontmoeten, wordt intusschen veel met
z'n anderen neef verward. Men zegt dat dit dier in Azië en Afrika, en
in Europa vooral in Spanje en Italië, wordt aangetroffen.

De hoeven van den ezel, het muildier en den muilezel komen in vorm
met elkander vrij wel overeen, doch leveren ten opzichte van die van het
paard de
volgende afwijkingen op: ze zijn kleiner, zelfs met betrekking
tot hun taille, steiler, holler, dikker van hoornwand en van een zekerheid
om te steunen, waardoor zij gemakkelijk op de smalste en steilste bergpaden
gaan. Op zijde gezien is het verloop van toon- en verzenlijn minder schuin;
deze lijnen verloopen niet evenwijdig; de achterrand is schuiner dan het
verloop van den toon; de breedte aan de kroon bedraagt meer dan aan
den onderrand. Is de voet opgenomen en beziet men de grondvlakte, dan
valt de smalheid sterk in 'toog; de steunsels staan ongeveer loodrecht, de
zool is sterk uitgehold, en bij goede hoeven is de straal sterk ontwikkeld,
die ver naar achter voorbij de verzenen reikt. Daar bij deze dieren geen
witte afteekeningen aan het onderbeen voorkomen, is de hoornwand in zijn
geheele dikte gepigmenteerd. De hoornschoen, inwendig gezien, kenmerkt
zich: lo. door de breedte der kroongroeve, die de helft der hoogte van de
plaatjes inneemt; 2o. door de breedte der hoornplaatjes; 3o. door het aantal
dezer plaatjes, dat ongeveer 350 bij den ezel, 450 bij het muildier, 550 bij
het paard bedraagt; 4o. door de geringe ontwikkeling van den hanekam

aan den hoornstraal.

Evenals de hoornstraal is ook het straalkussen ver naar achter gelegen,

voorbij de lijn der verzenen.

Niettegenstaande de dikte van den hoornwand zijn de hoeven van den
ezel en het muildier zeer onderhevig aan inkrimping der verzenen, atrophie
van straalkussen en straal. Het is evenwel zeldzaam dat die inkrimping
een pijnlijken druk der inwendige deelen veroorzaakt, dat wil zeggen, dat
een werkelijke klemhoevigheid ontstaat. De reden hiervan is zonder twijfel
gelegen in de geringe ontwikkeling van de takken of armen van het hoef-
been, en het ver naar achter gelegen straalkussen en der hoefkraakbeen-
deren, en omdat deze bijna nooit hard zijn geworden door beenvorming.

Aangaande het beslag van het muildier lezen we in „Manuel de la
Ferrure du Chevalquot; par A. Tljary, dat de ijzers bij dit dier gebruikt over
't algemeen breeder zijn dan bij het paard; breedte en dikte regelen zich,
behalve naar den hoef, naar den dienst en naar de slijting; zij nemen van
toon naar takeinde geleidelijk af; deze laatste eindigen afgerond of recht,
met of zonder kalkoenen; met een korten opzet aan den toon, de takken
verloopen zuiver vlak; het garnituur, beginnende aan het midden der zij-
gedeelten, is matig. De nagelgaten moeten over het voorste 2/3 gedeelte
van het ijzer verdeeld zijn, ten getale van 6 voor de kleine en 8 voor de
groote hoeven. Aan bet achterijzer werden tot heden de nagelgaten slechts
aan de takken aangebracht, en nog is de toonstreek daar vrij algemeen

-ocr page 61-

niet van voorzien; zonder bezwaar kan ook dit ijzer in de toonstreek nagel-
gaten hebben, het beslag wordt er beter om, daar door vele nagels, die
dicht bij elkander staan, de zijwanden minder solied worden. De opzet
aan het ijzer is groot, bedraagt 7 a 8 mM., en is kort, enkel tot de toon-
streek beperkt; ook wordt die aan het achterijzer gegeven; beter ware het
dien daaraan wat minder sterk te maken. De takeinden zijn afgerond,
ook wel schuin bijgewerkt of recht gevormd; aan het achterijzer rond en
schuin bij het trekdier, hoewel men gewoonlijk kalkoenen vindt. Kalkoenen
voor het lastdier zijn zeer nuttig, vooral aan de achterijzers; zij verhinderen
het glijden en vallen bij het dalen van de bergen, wanneer het dier zwaar
belast zijn achterbeenen sterk naar voren onder het lichaam moet brengen.
Aan de ijzers van het muildier kon tot heden geen lip worden aangebracht,
wegens de oude gewoonte om den toon van een ruim garnituur te voorzien;
tegenwoordig wordt dit minder gedaan, en dan een lip gegeven.

Volgens het voorschrift voor het leger van 1905 bestaat het muildierbeslag
uit zomer- en winterijzers; er bestaan daarvan 11 modellen of grootten, waar-
van de dikte en de breedte aan toon- en takeinden en het aantal nagelgaten
zuiver zijn aangegeven. Uit dit voorschrift teekenen we hier aan dat de dikte
der voorijzers van toon tot het einde der takken dezelfde blijft, de breedte
naar achter, naar gelang van de grootte, 5 a 10 mM. afneemt. De achter-
ijzers zijn aan den toon 1 a 2 mM. dikker dan aan de takeinden; de breedte
aan den toon is 6 a 12 mM. grooter dan aan de uiteinden. De nagelgaten,
ten getale van 6 a 8, zijn vetter gestampt dan bij het paard; het voorijzer
heeft deze nagelgaten in het voorste ^/g gedeelte; de lip als bij het paard.
Het achterijzer heeft enkel nagelgaten aan de takken; de toon van het
ijzer steekt hierbij vóór den hoef uit; er is geen lip. In bergstreken is
het voorzien van vaste kalkoenen; een sterke korte opzet aan den toon,
en een garnituur, veel meer dan bij het paard, dat aan den toon begint
en naar de takeinden geleidelijk minder wordt; het is aan den toon van
de achterijzers zeer sterk.

Het winter beslag komt met dat van het paard overeen, d. w. z. aan de
voorijzers bevinden zich achter de toonnagelgaten en vóór de takeinden
schroefgaten tot opname der schroefkalkoenen, terwijl aan de achterijzers,
waar geen nagelgaten in den toon zijn, de schroefgaten 15 a 20 mM. vóór
de eerste nagelgaten zijn aangebracht.

De ijzers voor het muildier worden, evenals die voor het paard, tegen-
woordig veel machinaal gemaakt.

Het beslaan van het muildier geschiedt op dezelfde wijze als bij het
paard. Betreffende de lengte van het ijzer merken de resp. schrijvers op,
dat zulks in verband moet staan met den dienst van het muildier. De
lastdieren moeten een lang beslag hebben; daarin stemmen allen overeen,
die in berglanden de troepen of transporten hebben gevolgd; zij hebben
kunnen waarnemen, hoezeer de hoefballen en de kroon aan de verzenen bij
afdalingen hebben te lijden wanneer de dieren zuiver passend zijn beslagen,
van de wrijving tegen den bodem en van de afrollende steenen der berg-
paden. Die gedeelten van den hoef slijten sterk af, splijten, worden zeer

-ocr page 62-

gevoelig en doen de dieren dikwijls kreupel gaan. De ijzertakken van het
lastdier moeten minstens 1 cM. achter den draagrand uitsteken om be-
schermend te kunnen werken. Evenzeer als deze methode zou schaden bij
dieren die in snelle gangen moeten gaan, evenzeer levert zij geen bezwaar
op voor hen, die bestemd zijn om vooral op bergachtig terrein, zelfs in stap
te gaan. Dezelfde reden bestaat voor het trekdier niet, waarom dit een
zuiver passend beslag aan de verzenen eischt.

Het hoefijzer van den ezel komt met dat van het muildier overeen; de
hoef is in z'n vorm daarmede gelijk, hoewel hij over 't algemeen kleiner
is dan die van het muildier; het is gewoonlijk van 4 a 6 nagelgaten voor-
zien, die minder vet gestampt zijn. Het nagelen is tamelijk lastig, want
vele ezels trekken bij eiken hamerslag den hoef weg.

De nagels moeten van een dunneren kling en van een schuinere zwik
zijn voorzien dan bij het paard.nbsp;M.

door verweeking en afschuring is verloren gegaan. De hoornzoom moet
dus als een laag van den hoornwand worden beschouwdj die onder normale

DE EGELHOEF.

Bij sommige paarden zien we dat de hoornzoom zich verder dan normaal
over den hoornwand naar beneden uitbreidt en in plaats van zacht en
elastisch te zijn, uit een met scheuren en kloven voorziene hoornmassa
bestaat, die het uiterlijk heeft van boombast.

De oorzaak daarvan moet worden gezocht in een chronische ontsteking
van den vleeschzoom, waardoor een ziekelijke hoornstof wordt afgescheiden.

Wanneer het lijden in geringe graad bestaat, dan kan de hoornwand
aan den draagrand een normaal aanzien hebben, daar de ziekelijke hoornstof

-ocr page 63-

omstandigheden door inwerking van water enz. spoedig verloren gaat. Be-
staat de hoornzoom uit ziekelijk verouderde hoornstof, dan kan zij tot onder
aan den draagrand mede naar beneden groeien.

De opvatting dat de hoornzoom dient als ophangband van den straal, en
daarom ook wel als straalband, zoomband betiteld werd, moet als verouderd
en onjuist worden beschouwd.

Deze chronische ontsteking van den vleeschzoom komt het meest voor aan
de voorhoeven, zelden aan de achterhoeven; het toongedeelte is meestal het
ergst aangedaan.

Volgens den Eumeenschen paardenarts von Chelchowski komt deze
ziekte veel voor in Rusland en wel bij de bekende harddravers. Ook bij
ezels wordt het zeer veel aangetroffen, zoo zelfs dat men in Frankrijk dit
lijden den naam van ezelsziekte (mal d'ane) heeft gegeven. Omdat bij den
egelvoet deze hoef wordt aangetroffen, spreekt men ook wel van
egelhoeven.

xVls oorzaken van dit lijden van den vleeschzoom komen in aanmerking
slechte hoefverpleging, bestaande in het inwrijven van de kroon met
slechte, prikkelende hoefzalven, ruwe vaseline die nog petroleum bevat,
wagensmeer of ranzig vet.

Ook kan het ontstaan na beleediging van de kroon, zooals kroonbetrap-
ping of stuikingen van de papillen aan den vleeschzoom bij herhaald gebruik
van harddravers op harde wegen.

Plant de ziekte zich voort op de haarlederhuid en raakt deze ontstoken,
dan wordt de huid aan de kroon verdikt, de haren gaan rechtop staan
en vormen zich kloven en korsten, — een egelvoet is het gevolg.

In lichte gevallen van egelhoef is het voldoende de oorzaken op te heffen,
de kroonrand te verwecken en inwrijven met zuivere vaseline, lanoline (wolvet)
of reuzel. In erge of hardnekkige gevallen dient veterinaire hulp te
worden ingeroepen en kan een gewijzigd beslag toepassing vinden.

Bij chronische rotstralen kunnen we soms een dergelijk lijden van den
vleeschzoom waarnemen. De vleeschstraal is hier ziek geworden en daar
de vleeschzoom zich als vleezige ballen naar achteren voortzet en overgaat
in den vleeschstraal, kan de ziekte van den vleeschstraal den omgekeerden weg
inslaan, d.w.z. zich voortplanten over de vleezige ballen naar den vleeschzoom.

We nemen dan aan de verzen-
wanden, ten opzichte van den
kroonrand, onregelmatig verloo-
pende ringen waar, die in erge ge-
vallen zich tot in het toongedeelte
kunnen uitstrekken.

Ook dit is het gevolg van een
chronische aandoening van den
vleeschzoom, waarbij ziekelijke hoornstof wordt afgescheiden, waardoor
deze ringen ontstaan.nbsp;Laméris.

-ocr page 64-

VERNIEUWING VAN HET BESLAG.

De vernieuwing wordt over 't algemeen noodig door de bovenmatige
lengte van den hoef en door de slijting van het ijzer. Evenwel zijn er
hoeven, die van het eene beslag tot het andere bijna niet groeien; andere
groeien buitengewoon sterk, hetzij in toon-, in verzen- of in zijgedeelten.
Ook zijn er paarden die weinig slijten, andere daarentegen veel, bij het-
zelfde werk en in dezelfde conditie. Ook zijn er die geen slijting ver-
toonen door gebrek aan oefening, waarvan de hoef op de gewone wijze
groeit. De groote lengte van den hoef aan toon-, verzen- of zij gedeelten
eischt eene vernieuwing van het beslag op zich zelf niet, maar omdat
daardoor de zuiverheid van den stand wordt veranderd.

De duur van het beslag is dus verschillend naar den groei van den hoef
en de slijting van het ijzer. De paarden met lange hoeven in den toon
met lage verzenen, vooral als deze ondergeschoven, zijn, dienen noodig ge-
middeld om de 20 dagen opnieuw te worden beslagen, hoewel de ijzers niet
versleten zijn, omdat hun goede stand spoedig gewijzigd wordt, de koot
naar voren gaat staan, de beenas gebroken is, en de pezen zich zeer ver-
moeien. De paarden, wier verzenen zeer sterk groeien, hebben ook noodig
dat hun beslag bijtijds, vóór den gewonen tijd, wordt vernieuwd, zooals bij
bevangen hoeven voorkomt. De paarden, die sterk slijten, moeten eerder
opnieuw worden beslagen, niettegenstaande het breedere en dikkere beslag
dat zij eischen. De dikwijls herhaalde vernieuwing van het beslag heeft
het bezwaar om den hoornwand te beschadigen, den hoef brokkelig te
maken, vooral als deze droog is en geneigd om te scheuren. Eindelijk
moet, zelfs bij de paarden die, om welke reden ook, weinig slijten, het beslag
worden vernieuwd, om den hoef naar den staat waarin hij is, aan eene zekere
bewerking te onderwerpen, waarbij hetzelfde ijzer weer kan worden gebruikt
zoogenaamd verlegd.nbsp;'

Men ziet dat een paard om een nieuw beslag vraagt, aan de volgende
kenteekenen:

lo. Staande :

a.nbsp;de hoef is zeer lang, in z'n geheelen omvang of enkel aan toon-

aan verzen- of zijgedeelten; bij uitzondering bestaan er hoeven, die tusschen

twee beslagen in weinig groeien; in de meeste gevallen heeft de toon
een abnormale lengte;

b.nbsp;de beenas is ter hoogte van de kroon gebroken;

c.nbsp;de wand reikt over het ijzer heen, vooral in de'zijgedeelten, en zulks
des te meer naarmate de hoef schuiner van vorm is; bij de hoeven
met steile zijgedeelten, met hooge verzehen, gaat de wand niet over het
ijzer heen;

d.nbsp;het ijzer is korter en nauwer geworden dan de hoef; het schijnt
naar voren te zijn verschoven;

e.nbsp;de nieten staan recht, en als gevolg daarvan is het ijzer minder solied
bevestigd en minder goed in contact met den hoef; het beweegt zich soms
onder den hoef;

-ocr page 65-

ƒ. de lip is rechter gaan staan.

2o. Opgenomen:

a. het ijzer staat van de zool af;

h. de takeinden dekken niet meer de verzenen; ze liggen op de zool en
bedekken deze;

c.nbsp;het ijzer is versleten;

d.nbsp;de kop der nagels zit diep in de nagelgaten;

e.nbsp;aan de zool vindt men gewoonlijk droge schubben;
• ƒ. de steunsels steken meer of minder sterk uit;

g. de straalgroeven zijn gesloten; de straal is aan de punt los, het lichaam
is grooter geworden; aan de schenkels worden loslatende hoorndeelen
gevonden, of hoorn dat zich over de straalgroeven uitstrekt.

{Manuel de la Ferrure du Cheval.)nbsp;M.

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Mededeeling van den Uitgever! Met 1 Mei a.s. wordt „üe Hoef-
smidquot; niet meer te Groningen doch te 's-Gravenhage uitgegeven.

Correspondentie, bestemd voor de Eedactie en Administratie, wordt men
verzocht na 28 April naar 's-Gravenhage, Huygensplein no. 5, te adresseeren.

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. De leerling P. v. Dam
van Gieterveen, die 4 Maart j.1. is vertrokken, heeft zich op 4 April te
Groningen aan een herexamen in theoretische hoefkunde onderworpen en
is hem na afloop daarvan een „goedquot; getuigschrift uitgereikt.

Aan de Inrichting houden thans verblijf de leerlingen J. v. d. Tuuk van
Kommerzijl, H. Nijborg van Vries, K. Smit van Slaperstil, J. Palthe van
Peize en P. Glazenburg van Winschoten. Eerstgenoemde zal 15 dezer
kunnen vertrekken.

—nbsp;Eindexamen Hoefbeslagoursns te Enschedé. Op 28 Maart werd
faet eindexamen van den door de Overijsselsche Landbouwmaatschappij ge-
organiseerden tweejarigen cursus gehouden. Leider van den cursus was de
heer Dr. D. L. Bakker, rijks-veearts te Enschede, terwijl het practisch
onderwijs gegeven werd door den heer G. J. Rolink te Enschede. Het
examen werd afgenomen door deze heeren en den heer H. M. Kroon, leeraar
aan 's Eijks Veeartsenijschool te Utrecht.

Elf leerlingen namen aan het examen deel en aan negen hunner zal het
diploma als hoefsmid uitgereikt worden, nl. aan de H.H.: G. J. Eutenfrans
te Enter, G. Brinker te Enschede, G. J. Lemmink te Losser, J. Eondhuis
te Enschede, J. Smoes te Enschede, G. Gruiters te Gronau, A. H. Tusveld
te Enschede, K. J. Lemmink te Losser en H. Goossens te Enschede.

Dit was de tweede cursus welke in Twenthe gehouden werd; de vorige
reeds tien jaren geleden. Het voornemen bestaat om dit najaar weer met
een nieuwen cursus aan te vangen. Zulks zou zeker in het belang zijn van
het hoefbeslag in Twenthe.nbsp;Kr.

-ocr page 66-

— Examen te Brielle. De afdeeling Voorne van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw deed een 2-jarigen hoefbeslagcursus houden aan
de Ambachtsschool te Brielle, die door 9 leerlingen werd medegemaakt.
De leiding was opgedragen aan den heer M. C. van der Poel, Rijks-
veearts te Nieuwenhoorn, die zich tevens belastte met het theoretisch
onderricht. De practische werkzaamheden waren voor het gedeelte 1909/'10
in handen van den heer D. de Vries; — voor het 2e gedeelte, wegens
vertrek naar elders van voorgenoemde, aan den nieuwen leeraar der Am-
bachtsschool, den heer W. de Jong, beiden gediplomeerde hoefsmedeni

Het examen had plaats op 18 Maart j.1. en werd afgenomen door het
onderwijzend personeel, onder toezicht van de H.H. P. Laméris, Kapitein-
Paardenarts bij de Rij- en Hoefsmidschool te Amersfoort en J. B. H.
Moubis, gep, Dirigeerend Paardenarts te Utrecht. De candidaten gaven
zonder onderscheid blijken van goed onderlegd te zijn en degelijk onderwijs
te hebben genoten, zoowel in theoretische als practische hoefkunde. Zij
werden daarom allen door de jury aan het bestuur der afdeeling, vertegen-
woordigd door de heeren K. van der Ban en Mr. L, Trouw, resp. Voor-
zitter en Secretaris-Penningmeester, voorgedragen voor het diploma als
hoefsmid.

Hunne namen zijn: G. M. Sjoukes te Oostvoorne, G. H. W. Warhout
te Oostvoorne, L. van der Poel te Heenvliet, L. A. de Gruijter te Nieuwe-
sluis gem. Heenvliet, J. Jansen te Vierpolders, H. Goris te Geervliet,
A. Qualm te Heenvliet, A. van den Hoek te Zwartewaal en J. Faber te
Brielle.nbsp;jyj-

— Militaire Hoefsmidschool te Amersfoort. Na afloop van den half-
jaarlij kschen cursus aan de Militaire Hoefsmidschool van 1 October 1910—
1 April 1911 en na gehouden examen, werd van Rykswege het diploma als
hoefsmid verstrekt aan de burgerhoefsmeden: P. B. Boerema te Roodeschool
(provincie Groningen); H. A. Huitink te Ruurloo (Gelderland); J. Thalens
te Drouwenermond (Drenthe); J. C. Verlinde te Zaamslag (Zeeland); A. G.
Vlaander te Axel (Zeeland) en E. Klooster te Hoogeveen (Drenthe).

Mede werd een diploma toegekend aan den burgerhoefsmid M. A. Breman
te Dalfsen, die, geplaatst bij de 2e Afdeeling van het Ie Regiment Veld-
Artillerie, de lessen aan de school had gevolgd.

Het rijksdiploma werd verder toegekend aan de volgende miliciens-hoef-
smeden der Veld-Artillerie: W. G. Bekkenkamp te Goor; P. Beukema te
Garsthuizen (prov. Gron.); B. Kleis te Koekange (Dr.); H. Wildenborg te
Haaksbergen en H. Mulder te Amsterdam, allen afkomstig van het Ie Reg. Veld-
Artillerie; A. Matthijsse te Oosterland (Schouwen en Duiveland); P. J. de
Ruijsscher te Groede en J. F. M. Heilker te Schiedam van het 3e Reg.
Veld-Artillerie; A. P. Saris te Tongelre (N.-Br.); J. M. Stevens te Druten;
R. Telgenhof te Daarlerveen (gem. Hellendoorn) en H. W. Oostendorp te
Silvolde (Geld.) van het 4e Regiment Veld-Artillerie.

-ocr page 67-

—nbsp;Hoefbeslagexameii te 's-Gravenhage. Aan den cursus voor hoef-
beslag door de afd. 's-Gravenhage v/d. Holl. M. v. Landbouw, gehouden
in 1910—'11 onder de leiding van den heer J. Laméris, gep. Majoor
Paardenarts, werd deelgenomen door 13 smeden der Prov- Z.-Holland, die
zich op 7 en 8 April j.1. onderwierpen aan het examen, met het resultaat
dat aan allen het diploma der Maatschappij kon worden toegekend.

Hunne namen zijn: P. Franken te Hazerswoude, A. J. Slangen te
Gouda, M. van Ommeren te IJsselmonde, O. Vis te Moercapelle, W. H.
Post te Aalsmeer, P. Tanis te Berkel, A. van den Doel te Eozenburg, A.
de Wit (met lof) te Benthuizen, A. Hooge veen te Zoetermeer, O. W. van
Beurden (met lof) te Maasland, L. Both te Ouderkerk a/d. IJsel, L. El-
derhorst te Nootdorp en R. van Mulligen te Voorschoten.

De uitslag bewees opnieuw dat de bekwame leider van den cursus het
uitstekend verstaat om zijne leerlingen de vereischte kundigheden bij te
brengen, terwijl de practische onderwijzer, de heer K. vanVuure, Wachtm.
Hoefsmid b/h. 3e Eeg. Huzaren, hulde verdient voor zijn degelijk onderricht.

Met de onderwijzers traden als examinatoren op de heeren J. B. H. Moubis
te Utrecht en J. L. G. Gay au x te 's-Gravenhage, de laatste wegens ont-
stentenis van den heer C. Fauel te Rotterdam. De diploma's werden na
afloop van het examen door den Voorzitter der afdeeling, den heer Mr. A.
Ferf, uitgèreikt.

Op beide dagen werd het examen door meerdere leden van het bestuur
en andere belangstellenden, onder wie de heer P. van Hoek, Directeur
Generaal van den Landbouw, bijgewoond,nbsp;M.

—nbsp;Over koud beslag. De methode om paarden langs kouden weg te
beslaan was van 1845 tot 1854 in het Fransche leger voorgeschreven.
Tegenwoordig wordt zij nog bij uitzondering toegepast. Toch luidt sedert
dien het voorschrift om de hoefsmeden van het leger in deze wijze van
beslaan te blijven oefenen. De militaire hoefsmid moet inderdaad in staat
zijn om het beslag langs kouden weg behoorlijk uit te voeren. Op marsch
en te velde kan 't immers onmogelijk zijn om langs warmen weg te beslaan.
In het garnizoen is 't zeer aan te bevelen die hoeven koud te beslaan,
waarbij de zool erg dun is geworden, hetzij ze eenigen tijd zonder beslag
hebben geloopen, over 't algemeen bij afgeloopen hoeven, en ook na onder-
gane operaties, — ook bij die paarden, welke aan de smederij zeer lastig
zijn, daarentegen mak op stal, alsmede de jonge paarden, die in de loop-
plaats verblijven en van een beslag zijn voorzien.

Het bezwaar voor de toepassing van het koud beslag is, dat het meer
handigheid en meer zorg vereischt dan het warme beslag. De ondervinding
heeft geleerd dat het minder solied-Ja, wat dan ook aanleiding was tot zijne
opheffing in het Fransche leger als gewoon beslag.

Wat hier van het leger gezegd is, is tevens geheel van toepassing op
deze methode in de burgermaatscbappij; ook ten onzent geschiedt het be-
slaan langs kouden weg veel, vooral bij de paarden op heerenstallen.

M.

-ocr page 68-

- Internationale tentoonstelling van Ambachtswerktuiffen te Ant
werpen van
13 Mei-13 Jnli. Van het secretariaat LangeTenwsfrla

ooLnbsp;inbsp;^.ededeenngen cLn^dele L !

toonste hng, nl. welk doel er mede wordt beoogd en hoe de verdeeline der
werktuigen machinerieën enz. in 5 groepen plaats vindt. Wie hXvan
meer mocht wenschen te weten, kan zich tot voornoemd secretarL w
nden
dat bereid is alle inlichtingen te verstrekken.nbsp;'

Kamer'^'rUfd'r*-nbsp;--nd is bij de Tweede

wotdTo.TItleend:^^^quot;^'^'^nbsp;^ ^^«'^^^^^en daarvan,

ali:!!'rr;nbsp;natuurlijke steen wordt

alleen belast en wel met 6 pet. der waarde, in platen of blokken geslepen

gepolijst, afgedraaid of op eenige andere wijze bewerkt.nbsp;' ^ ^ '

Steen, bewerkt tot gootsteenen, waschbakjes e. a. 10 pet. der waarde'

grafzerken, grafmonumenten enz. 12 pet. der waarde.nbsp;'

Slijp, en wetsteenen zijn vrij.

Evenals paarlen zijn ook edel- en halfedelgesteenten, ook al zijn zii
gezet in sieraden of werktuigen, vrij van rechtennbsp;''

'nbsp;bewerking moet ondergaan,

Ï nen a ' .nbsp;^^ ^^^^nbsp;dat het kan

dienen als onderdeel m eenige metaalconstructie, bedraagt het 3 pet der

vafÏ'lfquot;quot;r 'f'' 'nbsp;quot;quot; -- -- uniformrecht

van d pet. der waarde onderworpen.

Spoorstaven (zwaar materieel) blijven vrij; maar licht materieel (draag-
baar spoor) wordt belast met 6 pet.nbsp;^ ®

Alle buizen, pijpen en fittings zijn voortaan vrij
Kranen enz. 6 pet., spijkers, draadnagels, enz. evenzeer
Kuw bewerkte voorwerpen van ijzer, staal en blik
worden getroffen met
een recht van 10 pet.; beter afgewerkte met 12 pet

infotdTl^tl:quot;^^nbsp;- —de

Hetzelfde geldt in hoofdzaak voor aluminium.quot;
- Nienwe hoefijzerfabriek „Hi^squot;. Te Dordrecht is eene hoefijzer-

Ier fht quot; rnbsp;quot;nbsp;^^^nbsp;^«briek is'op.

gericht met een aandeelen-kapitaal van ƒ 250000 en zal het productie-vel
mogen derhalve wel van dien aard worden, dat vele smederijen, die machinale
Ijzers gebruiken, voorzien kunnen worden. Men vertelde ons verder nog

-ocr page 69-

van bevoegde zijde, dat er ijzers zullen worden vervaardigd, zoo volledig
afgewerkt als tot dusverre nog niet in den handel zijn gebracht.

_PERSOVERZICHT._

— Het overzicht uit de Maart-aflevering van „Der Rufschmiedquot; kon,
wegens gebrek aan plaatsruimte, de vorige keer slechts ten deele worden
opgenomen. Het resteerende volgt thans hieronder:

3quot;. Hoefijzers voor Britsch-Indië en Birma. In dit artikel wordt de
aandacht er op gevestigd, dat in genoemde landen zoo goed als uitsluitend
hoefijzers uit Engeland worden ingevoerd, en dat algemeen er over wordt
geklaagd, dat die hoefijzers te zwaar zijn, nl. gemiddeld 1400 gram of
meer, terwijl de gewenschte zwaarte niet meer dan 1100 gram bedraagt.

40. Onder de korte mededeelingen komt nog weer een geval inzake de
verantwoordelijkheid van den hoefsmid ter sprake. Het paard werd in de
beslagplaats aan een ring gebonden; eenigeu tijd later werd het beslagen
en tijdens het beslaan weerspannig. Hierdoor werd het in den noodstal
geplaatst en bleek een nagel in den straal te hebben ingetrapt. De nagel
werd verwijderd, waarna het dier zich rustig liet beslaan. Ongelukkiger-
vs^ijze schijnt die nagelsteek aanleiding gegeven te hebben tot klem, waar-
door het dier op voorschrift van den vee-arts is afgemaakt. De bodem
der beslagplaats was los en met asch bedekt, hetgeen volgens den rechter
beslist afkeuring verdient en aanleiding zal hebben gegeven, dat nagels
in den bodem gemakkelijk aan het oog worden onttrokken, reden waarom
de smid schuldig is verklaard en de geleden schade moet vergoeden.

De April-aflevering bevat:

1®. Onderzoekingen over de zoogenaamde vleesch- en hoornplaatjes der
hoeflederhuid van het paard, door Dr. HeinkeenDr. Zierold (Het
artikel wordt vervolgd, zoodat er pas een overzicht van zal worden gegeven
zoodra het geheel is verschenen.)

2quot;. Klauwverpleging in verband met mond- en klauwzeer, door prof.
Dr. M. Lungwitz.

3». Korte mededeelingen, w.i. het artikel „Hoornbuil aan de zoolquot; van
den Kapitein-paardenarts E. Laméris is gerefereerd, onder opmerking dat
de oorzaak van het lijden niet door den Schrijver is aangegeven.

INGEKOMEN BOEKWERKEN.

Ontvangen is het twaalfde jaarverslag der Vereeniging ter
veredeling van het ambacht, uitgebracht in de alg. ledenvergadering,
gehouden te Amsterdam op 11 Eebr. 1911.

Van voormelde vergadering is in de Eebr.-aflevering van „De Hoefsmidquot;
een verslag geplaatst, waardoor wij thans kort kunnen zijn.

Aan dit jaarverslag zij nog ontleend, dat in 1910 aan de meester-proef
'a het smeden door 7 candidaten is deelgenomen, waarvan 4 slaagden, terwijl
aan 10 van de -19 deelnemers voor gezel den graad van gezel werd toegekend.

-ocr page 70-

Verder wordt bij het algemeene overzicht ten opzichte der smeden o.m.
gezegd dat met genoegen kan worden geconstateerd, dat de practische be-
kwaamheid van verreweg het grootste aantal der candidaten zéér bevredi-
gend was.

Boekwerken.

Uitgaven van A. W. Heidema te Groningen:

ff''p'pnbsp;boekvorm, 254 blz., ruim 100 fig.,

Idem tweede bundel, prijs fl.75, fr. p. p. /-i.OÓ.
„ derde ,, , „ ƒ1.75, „ „ „ ƒ1.95.

quot;mT S Tp.^'rA^^^^^^nbsp;Verzamelde Opstellen „Het

Landbouw-voordrachten over tuberculose, gehouden aan de Universiteit
p ' p-

Opstellen over africhting van paard en ruiter, door W. L. v. Warmelo,
Ofl. der \eld. Art., prijs ƒ1.50, fr. p. p. ƒ1.55.

De voormalige Rijksstoeterij Borculo (met plaat), door H. C M E H
va^n^Soetermeer Vos, OfF. der Veld-Art. Vroeger ƒ1.35, thans f^.
p. p.'

Het onderzoek van het paard voor het beslag, door F. Laméris,
Kap.-Paardenarts. Pr. fr.
p. p. ƒ0.35.

Rechtvaardigiiig van het bestaan der rennenen draverijen in Neder-

plsVo^glr;quot; p:7oTo!

Advertentiën.

TE KOOP:

een nieuw aambeeld met stuikblok,

wegende 2441/2 K.G.nbsp;'

Te bevragen bij: C. J. D. HUCHSHORN, Onderwijzer-Hoefsmid te
Lienden bij Tiel.

Klunst hoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de chemicaliëu-
en drogerijen-handel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijscouranten
voor HH. veeartsen
en hoefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in „De Hoef-
smidquot; opgenomen.

-ocr page 71-

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die
theoretisch
en

practisch
goed zijn.

Billijke condities. -:- -:- -:- Vlugge levering.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.
F. J. MONSMA, 8! Haarl.weg, Amsterdam.

Heeren leiders en leerlinyen van cursussen in hoefbeslag.

Bestelt bij de Administratie van „De Hoefsmidquot; te Groningen Afl. I
Van den VÏ jaargang van dat Blad, waarin voorkomen de uitslaande
platen van den bouw van den lioef met verklaring. Prys 50 cent.

MEDE VERKRIJGBAAR:

het hoefbeslag, handleiding tot eene rationeele uitoefening van
het hoefsmidsvak, door J. B. H. Moubis, Majoor Dirigeerend Paarden-
arts bij het Ie Reg. Veld-Art. (met 162 houtsneeflguren), 4e herziene en
vermeerderde druk. Prijs f2.25.

-ocr page 72-

S. C. lïl. BAX. 2, 4 en 6 lufferstraat. - ROTTERDAM.

— Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG. —

Meest uitgebreide sorteering prima biani^e
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Intercommunaal
Telephoon
No. 1355.

Telegram-Adres
BAX Jufferstraat
Rotterdam.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN,

voordeellg, gemakkelijk In gebruik. — Kunnen niet loslaten.

Merk „Dexterquot;, Merk „Pacificquot;,
met Jlink Jiielsiuk. met zwaar hielstuk.

Open Zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten van é^L tot
6| Eng. dm., uiterste breedte buiten-
kant ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig van
tot 6|- ^Eng. dm.

Merk „Chicagoquot;,

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den , voorradig van
tot 7 Eng. dm.

TJiterste breedte buitenkant ijzers gem.

Gewone
Engelsche Hoefzoien

Strijkringen
met riempje.

Hoef-
randen.

Kiinsthoorn.

Hoeftangen.
Renetten (rechts en
links).

Hoefraspen.

Houwklingen.

Hoefhamers.

Opruimers voor

Scliroefgateii

Las- of Welbladen en

Poeder
om ijzer en staal te
wellen.

Toiiwijzers in
verscliillende maten,

op Leder,
„Safety pad en
Frogpadquot;.

Engelsche Hoefzoien

A. en D. amp; H.

Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 73-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 5.

-ocr page 74-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemallt;llt;elijken
en verschillende pijnen en hoefgebrellt;en zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zyn Terkrijgbaar in vier verscliillende façons :
Igt;lt;nnihert Open Pad in 10 maten.
Bar Pad .... in 13 maten.
Fi'os Pad .... in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in 8 maten.
Vraag prijzen bij :

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Over brokkelhoeven. — Enkele opmerkingen omtrent het beslag bij
bijzondere gangen. — De opleiding in het hoefsmidsvak. — Korte mede-
deelingen. — Persoverzicht. — Mededeeliiigeii over het smidsvak, vallende
buiten het hoefbeslag. — Advertentiën.

ALS HET PAARD KON PRATEN

-ocr page 75-

OVER BROKKELHOEVElj.;^ 'i' ' : gt;

v^nbsp;O/

Nadruk verboden.

Het beslaan van brokkelhoeven belioort, wanneeX(amp;ze iYanjeënrgl^msV/
ernstigen aard zijn, niet tot de aangenaamste beziglieden^n^a}w)efeè^,''
en toch is het een feit dat in een drukke smederij weinfg'-Tiageïr^ullen
voorbijgaan zonder dat een paard, met dit gebrek behept, aan zijne zorgen
wordt aanbevolen; immers hoeven met verbrokkelden, ingescheurden draag-
rand, dikwijls met geheele stukken uit den hoornwand, komen, zooals elk
deskundige weet, veel voor. Hier worden minder bedoeld die hoeven, waarbij
door toevallige oorzaken een stuk van den hoornwand is verloren gegaan,
overigens goed zijn, en ook geen bezwaar voor het beslag opleveren; dit
zijn geen brokkelhoeven. Wel ziet men deze ontstaan door een dikwijls
herhaald beslag bij paarden met zware drukke diensten, door verliezen van
hoefijzers, vooral op harde en bestrate wegen, vooral ook door een ver-
waarloosd beslag, wanneer de hoornwand over het ijzer is gegroeid. Menig-
maal is ook de hoefsmid niet vrij te pleiten van het ontstaan van het gebrek,
o.a. door het te mager stampen der uagelgaten in de ijzers, het aanbrengen van
te veel nagelgaten, door eeue slechte keuze van hoefnagels, waardoor de
soliditeit van het beslag lijdt, door slecht verzorgde nieten; hetzelfde kan
gebeuren door te laag nagelen, het gebruik van te zware nagels, en door
een reeks van werkzaamheden aan den hoef bij het beslaan, waardoor de
soliditeit van den hoornwand ernstig wordt verminderd.

We kunnen de hier genoemde redenen, waarom meu nog steeds zooveel
paarden ontmoet met slechte hoeven, tot die oorzaken rekeneu, welke voor
het meerendeel hadden kunnen voorkomen worden, als de eigenaars van
zulke paarden meer zorg voor het beslag hadden, misschien ook meer bekend
waren met de eischen daarvan, en ten anderen wanneer de hoefsmid
degelijk vakman was geworden. Voor dezen een goede opleiding, voor den
anderen een les in paardenkennis, waarbij de zorg voor de hoeven een
voorname plaats inneemt, zijn de middelen om hierin verbetering te krijgen.
Ook deze toestanden kunnen gerekend worden te behooren tot de brokkel-
hoeven van toevalligen of tijdelijken aard.

De echte brokkelhoeven staan in verband met eene abnormale hoorn-
qualiteit; deze wordt aaugetroffen bij ziekten van hoeven als klemhoef,
hoefbevangenheid, losseu en hollen wand; ook ontstaat die ontaarding
van het hoorn, wanneer de hoeven veel en langdurig aan afwisselende,
vochtige eu droge conditie zijn onderworpen geweest, maar vooral bij paarden
die behept zijn met weeke of met harde hoeven.

-ocr page 76-

Deze beide laatstgenoemde toestanden verdienen onze bijzondere aandaclit,
en zullen hier nader worden besproken. Het hoorn der eerstgenoemde hoeven
is week, murw, dat der andere is hard, droog, broos; de eerste zijn ge-
makkelijk te bewerken, de andere zijn hard en moeilijk in de bewerking.
Beide soorten hebben de eigenschap, onder geringe aajileiding, b.v. bij het
nagelen, aan den draagrand te splijten, of wel dat de wand scheurt en
stukken er van afbreken. ^

De wecke hoeven komen meer voor bij grove, laaglandsche paardent^-pen,
hoewel velen dezer ook dikwijls aan harde, droge hoeven lijden. Deze laatste
worden bij voorkeur gevonden bij paarden met vëel bloed, maar zijn dan
schraal met hoorn bedeeld, in tegenstelling met den gewonen toestand dat
deze paarden sterke, dikke wanden hebben , het hoorn wel fijner van structuur
is, en aan uitwendige oorzaken grooten weerstand bieden. Beide vormen
vereischen bij het beslag een groote zorg van den vakman, en een voort-
durend toezicht van de zijde van deu gebruiker A'an het paard, om bij de
minste afwijking vooral hoefnagels en nieten te onderzoeken, om de soliede
bevestiging van het ijzer te verzekeren, want vooral bij den weeken hoef
zitten de nagels niet steeds vast genoeg.

Het zal bij dezen laatsten blijken nuttig te zijn het ijzer met meer nagels
te bevestigen; voor den harden hoef vooral nagels te kiezen met dunne
kling ; en bij beide vormen Ijij de bewerking zuinig te zijn op het hoorn,
d.i. zoo weinig mogelijk hoorn weg te snijden.

Zooals voor reeds is gemeld, hebben vele hoeven hunne slechte qualiteit
te wijten aan sommige ziekelijke hoefaaudoeuingen, andere aan zware
diensten op harde steenen wegen, of staat hun ^'oorkomen in verband met
lang aanhoudende vochtige weersgesteldheid. In deze omstandigheden mag
\'oor een groot gedeelte de oorzaak \-an het breken van het hoorn worden
gezocht in de hooruvoortbrengeude boeflederhuid, die een wijziging heeft
ondergaan, waardoor minder en minder goed hoorn wordt ontwikkeld; evenwel
is daarmede niet alles opgehelderd, en stellig niet met betrekking tot de
beschreven \\'eeke en harde hoeven, waarbij omtrent ziekelijke aandoeningen
van de boeflederhuid gewoonlijk niet veel bijzonders is waar te nemen. Deze'
deelen in de eigenschap, die over het algemeen eigen is aan de hoorn-
weefsels op het lichaam van mensch en dier. Een bijzonder trage groei, dof,
stekelig, \)roos haar, dat gaarne splijt, aflireekt, zelfs totaal verlies van
haren, wordt immers veel aangetroffen bij den mensch, evenals verschil in
hardheid der nagels aan A'ingers en teenen, zonder dat men steeds abnormale
toestanden aan de huid, van den haarwortel of bet nagelbed ziet. Kaal-
hoofdigheid wordt door patiënt gewoonlijk toegeschreven aan overerving;
vader en grootvader hadden ook reeds vroeg hetzelfde „voorrechtquot;. Aan zulke
toestanden helpen geen balsems; de algemeeue voeding is aangetast. Evenals
met de haren zijn die weeke en harde, breukige hoeven erfstukken, eigen
aan bepaalde families van paarden, ^^quot;il meu l)ij deze herstel zoeken door in
het ééne ge\-al den harden hoef vocht toe te voeren, en in 't andere vocht
te onttrekken of tegen vocht te beschutten, dan komt men bedrogen uit;
ze breken toch l)ij de geringste aanleiding. Gedurende z'n diensttijd zag
opsteller hiervan menig ])aard, dat in weerwil van de grootste zorg voor

-ocr page 77-

het beslag, stukken hoorn van den wand afl:)raken, ongeschikt werden om
op harde wegen dienst te doen en moeilijk op beslag waren te houden.
Zulke paarden werden in het goede seizoen gedurende eenige weken in de
weide gestuurd, totdat de hoeven zoover waren aangegroeid dat ze weer
van ijzers konden worden voorzien en dienst deden, totdat na langer of
korter tijd de vroegere ellende weer een aanvang nam.

Dat de beweging op een geschikt terrein een gunstigen invloed kan
uitoefenen, ingeval de groeikracht van de hoornvoortbrengende deelen gering
is, of wel deze wordt beïnvloed door algemeene stoornis in de voeding,
zooals die in verband kan staan met ziekten, b.v. der borstorganen, ligt
voor de hand. In elk geval biedt een goed gelegen weide de beste kans
om een mogelijke verbetering in de qualiteit van het hoorn te kunnen ver-
wachten.

Een geval bij een edel gefokt paard met kleine, harde, broze hoeven,
steeds geneigd tot scheuren van den wand aan den draagrand, had op een
gegeven oogenblik, zonder dat eenig verschijnsel eener ontsteking van het
leven was gezien of gevoeligheid was ontstaan, een hollen wand gekregen,
die tamelijk hoog opliep; bij terugkeer uit de weide was de holle wand
verdwenen.

Wanneer bij het soort van hoeven, waarover dit artikel handelt, streng
wordt gelet op de eischen van een goed beslag, zuiver naar den beenstand
gericht, de nagels ingeslagen waar de waud deze het beste kan hebben,
met een lip aan den buitentak, in bijzondere gevallen ook aan den binnentak
vooral bij werkpaarden, bij sterke slijting -ijzers van staal, een beslag met
gummi-, kurk-, of lederen inlegsels, ten einde schokken te vermijden en
gevoeligen gang tegen te gaan, of ook wel door gebruik te maken van
goed passende noodijzers of noodschoenen, dan zijn ook zulke paarden nog
tot velerlei diensten bruikbaar.nbsp;M.

ENKELE OPJIERKINGEN OMTBEXT HET BESLAG BIJ
BIJZONDERE GANGEN.

Het komt den laatsten tijd, nu de concoursen-hippique talrijk beginnen
te worden, veel voor, dat vragen omtrent de wijze van beslag worden geopperd.
Be een sukkelt met klappen, terwijl de ander gaarne den stepgang van
zijn viervoeter wat meer verheven zag.

Omtrent het beslag van concourspaarden willen wij den lezers het een en
ander mededeelen. Pas sedert 1904 zijn de bezitters van concourspaarden
er toe overgegaan, om de ijzers dezer paarden zóó bijzonder te verzwaren.
De Engelsche mededingers hadden hun hiertoe het voorbeeld gegeven. De
ijzers met verdikte takken waren toen wel reeds lang bekend bij de

-ocr page 78-

Groninger- en Geldersche paardenhandelaren, maar voor het rijtuigwerk
werden deze nooit behouden.

Het onderbrengen van verzwaard beslag heeft bewezen de gangen van
een paard geheel te wijzigen, maar om de juiste zwaarte en de plaats aan
te geven, waar de verzwaring moet worden aangebracht, is zeer moeilijk.

Bij het concoursrijden vóór 1904 zou de verzwaring niet zooveel moeilijk-
heden hebben opgeleverd. De stepgang, welke toen als ideaal werd aange-
nomen, is nu op een groot concours-hippique niet meer voldoende. Toen-
tertijd was een hoogen stepgang vóór, zonder grijpen uit den schouder,
voldoende om de jury tot primeering te doen besluiten. Het onderbrengen
van zware voorijzers zou zeker een probaat middel geweest zijn om de
kansen te verhoogen.

Hoe geheel anders zijn echter nu de eischen, die men aan een concours-
gang stelt. Het is niet alleen actie, maar de snelheid waarmede deze actie
gepaard moet gaan, is dikwijls even moeilijk te bereiken als de actie zelve.

Om nu tot dit doel te geraken is in bijna alle gevallen een bizonder
beslag noodig, en slechts enkele personen hebben de gave om te kunnen
uitmaken, wanneer ze het paard hebben zien loopen, waar gewicht moet
worden bij- of afgedaan om het paard goed in evenwicht te brengen en
den gang het mooist en het gemakkelijkst te doen worden.

De voorijzers zijn dan bijna altijd voorzien van veel gewicht in den toon
en hebben daar ter plaatse meermalen een breedte van 4 tot 5 cM., terwijl
het geheele ijzer een dikte heeft van 2 cM., somtijds 3 cM.

Het gewicht van deze ijzers varieert van 1 tot 2 K.G. per stuk. Begrij-
pelijk is het, dat alleen paarden met uitstekende voeten in staat zijn
dergelijke ijzers te kunnen onderhouden en omdat, zooals ik reeds mede-
deelde, slechts enkele personen het juiste gezicht op een noodig beslag
hebben, komt het vaak voor, dat paarden per dag eenige malen van beslag
moeten veranderen, voor dat het gewenschte resultaat is bereikt. Paarden,
die hoog tillen, maar de beenen te veel onder het lijf houden, worden
ijzers ondergelegd met veel gewicht in den toon. Is daarentegen de draf te
veel stekend, of laat het paard, wanneer het recht op u komt aankopen,
de ondervlakte der voeten zien, een soortgelijke gang als die welke een
vroegere hoefbevaugenheid verraadt, dan is uit dit laatste verschijnsel vast
te stellen, dat het paard op
dit beslag zijn uiterste snelheid heeft bereikt,
en moet het, om tot nog grootere snelheid te komen en tevens den stepgang
behoorlijk over te brengen, geleerd worden kortere passen te maken.
Zoowel in dit geval, alsook wanneer de draf te stekend is, worden ijzers
ondergelegd, waarbij het grootste gewicht zich in de uiteinden der takken
bevindt. Is de draf in de voorbeenen van dien aard, dat het paard aanleg
heeft zich tegen de knieën te zullen raken, m. a. w. binnenwaarts opneemt,
dan dient het grootste gewicht in den buiten-zijtak van het ijzer te worden
aangebracht. lu het omgekeerde geval, waarbij het onderbeen buitenwaarts
wordt opgenomen, is het aan te raden het meerdere gewicht aan den bin-
nentak van het ijzer aan te brengen.

We bespreken heden slechts de meest voorkomende afwijkingen in draf
en de ijzers, die onder deze omstandigheden aan te raden zijn, echter onder

-ocr page 79-

voorbehoud dat de voet geen bizondere afwijkingen vertoont en de hoorn-
wand gezond en krachtig is. Het beslag der achterijzers moet worden
aangebraclit in verband met de kracht die de achterbeenen in draf ver-
toonen. Hij de Xederlandsche tuigpaarden laat deze kracht dikwijls te
A\'enschen over, terwijl juist de Hackneys hierdoor uitmunten. In de meeste
gevallen is het bij jonge concourspaarden gewenscht strijk-klapijzers
aan te brengen. Strijken komt ook al vaak voor en het is niet altijd gemakke-
lijk bij strijken te zeggen, zóó moet men handelen, zóó moet men beslaan.

Paarden met goeden stand en gang, die zich toch strijken, doen dit door
slapte en ook, omdat zij het draven niet gewend zijn. In dit geval is sterk
voeden aan te raden en vooral na te zien, dat nieten geen strijkwonden
kunnen veroorzaken. In den eersten tijd is het rijden met wollen strijk-
lappen zeer aan te bevelen.

Heeft het paard in draf te veel binnenwaarts gerichte kogels, dan is een
verdikte binnentak aan te raden en bij het paard, dat zich te veel raakt,
doordat het de beenen in draf te veel kruist, is eèn verdikte buitentak
gewenscht.

Het strijken moge dikwijls voorkomen, en ook zeer veel is daar reeds
over geschreven, maar het klappen in de ijzers komt niet minder .voor en
in sommige gevallen is het zelfs onmogelijk, om dit klappen te doen ver-
hinderen, zonder bet paard een bizonderen gang te doen aanleeren. Bij
jonge paarden komt het klappen in de ijzers zeer veel voor en vindt zijn
oorzaak hoofdzakelijk in slapte; dit klappen is niet zoo gevaarlijk; goed
voeden, matig werk en het paard leeren draven op kleine afstanden, zal
gauw het klappen niet meer doen plaats vinden. Klappen vindt zijn oorzaak:

1°. In overbouwd zijn;

2°. In het te veel onderbrengen der achterbeenen;

3». Doordat de afstand tusschen voor- en achterbeenen te kort is (korte
onderlijn).

Bij overbouwd zijn: acli-
terijzers licht, voorijzers
niet te zwaar met toon-
gewicht. (In Amerika loo-

J^nbsp;\ 'inbsp;pen de tweejarigen met

• li jnbsp;toongewicht in de weide,

h __ Inbsp;s|| inbsp;om vanaf de jeugd den

gang in de voorbeenen te
verlengen). De zwaarte van
het aan te brengen Ameri-
kaansch toongewicht be-
draagt 1 tot 5 ons. Ook is
het noodzakelijk bij het
voorijzer de afhelling aan
de ondervlakte aan te brengen en eenigszins een opzet te geven.

4. Bij het te veel onderbrengen' der achterbeenen, is precies hetzelfde in
toepassing te brengen.

-ocr page 80-

5 -Pij een te korten afstand tusschen voor- en achterbeenen, is slechts één
middel aan te raden, n.m.1. het paard leeren den harddraversgang aan te

nemen. Het aanbrengen
van een verzwaarden bui-
tentak aan de achterijzers,
is dan den aangewezen
^veg en zal zulks het
paard aanleiding geven
de achterbeenen iets meer
buitenwaarts te plaatsen.

V.UX echter de dressuur van paarden te kunnen doorzetten zonder gevaar
van hoornverlies der achterhoeven, ten gevolge van het klappen, zijn
guttapercha achterhoef-beschermers aan te raden. De voorkant van dL
achterhoef wordt juist op de plaats, waar het hoorn wordt weggetrapt, met
een schijf guttapercha bedekt, welke schijf wordt vastgelegd tusschen voet-
zool en
Ijzer. — Deze beschermers zijn verkrijgbaar bij den heer J. P. Wald
te tTronmgen a ƒ per paar.

Aangezien in dit opzicht de onder^-inding ook de beste getuigenis kan
aifeggen, zal
het steeds aanbeveling verdienen in „De Hoefsmidquot; alle gevallen
mede te deelen, die een gunstig resultaat hebben opgeleverd.

W. F. S.

DE OPLEIDIXG IK HET H0ErSJHD8VAK.

In verband met mogelijk aan te brengen wijzigingen in de opleiding der
a. s. hoefsmeden willen wij belangstellenden er aan herinneren waar en
wanneer in „De Hoefsmidquot; over dit onderwerp is geschreven.

Het IS in de volgende jaargangen en afleveringen:
1896, voorbericht aflevering en afl. 6.. blz. 97: Een
tweetal wenschen ten
opzichte van het hoefbeslag, n.l.: l».
Van Regeeringsivege worde een
commime benoemd, die tot taak hebbe, eens of meermalen per jaar aan-
staande hoefsmeden te examineeren en deze na het afleggen van een vol-
doend examen een diploma als hoefsmid uit te reiken;
2». Op twee of
drie plaatsen in Nederland worden door de Begeering vakseholen voor
a. s. burgerhoefsmeden opgerieht.

1905,nbsp;afl. 12, blz. 175: De tegenwoordige toestand van het hoefsmidsvak

in Xederland;

1906,nbsp;afl. 2, blz. 15: Is de tegenwoordige regeling voor de opleiding der
hoefsmeden in Nederland voldoende te achten ten opzichte van den
stand der verkregen ontwikkeling?;

1908, afl. 5, bl. 67: De begrooting voor 1909, inzake de opleiding voor
hoefsmeden;

1910,nbsp;1quot; aflevering: Overzicht 1909/1910.

1911,nbsp;1quot; aflevering: „ 1910/1911.

-ocr page 81-

Het is eenvoudig, dat voor een behoorlijke opleiding strikt nood-
zakelijk zijn:

1». leeraren of onderwijzers, die bekwaam zijn in het vak, dat zij aan
anderen hebben te leeren, en de gave bezitten om de leerstof op bevatte-
lijke wijze mede te deelen;

20. de leerlingen moeten voldoende ontwikkeld zijn, zoowel in theoretischen
als in practischen zin om de voorgedragen leerstof voldoende te kunnen
begrijpen en verwerken;

de plaatsen, waar onderwijs wordt gegeven, dienen goed te zijn
ingericht met het oog op het onderwijs en er dient ruimschoots gelegenheid
te bestaan voor de leerlingen om zich ook in de practijk van het vak te
kunnen oefenen;

4quot;. de leeraren of onderwijzers dienen, om het sub 1 genoemde van hen
te kunnen eischen, goed te worden bezoldigd en de leerlingen, die e^'entueel
bewijzen hebben afgelegd het onderwijs met vracht te hebben gevolgd,
moeten het vooraitzicht hebben zich een voldoend bestaan te kunnen ver-
schaffen.

Langzamerhand is in ons land eenigszins in de richting van bovenstaande
eischen gestuurd. Er dient echter nog veel te gebeuren. Wij wenschen er
op dit oogenblik niet verder op in te gaan, doch komen er dit jaar nog
wel nader op terug.

De opleidingskosten zullen natuurlijk moeten worden verhoogd, wanneer
aan de eischen in billijke mate, doch ruimer dan tot nu toe, wordt voldaan.
Die kosten zullen o. i. wel grootendeels, doch niet geheel door het Eijk
behoeven te worden gedragen. Ook de landbouw-maatschappijen en de leer-
lingen zelf behooren billijkerwijze hun bijdrage daartoe te leveren. Wij
stellen ons voor dat bij de samenstelling van een behoorlijke organisatie,
behalve deskundigen op het gebied der hoefkunde, door de Regeering ook
overleg zal worden gepleegd met de landbouw-maatschappijen en met de
smeden.

KORTE MEDEDEELINGEN.

— Mededeeling Viin den Uitgever! Sedert 1 Hei j.l. wordt „De
Hoefsmidquot; niet meer te Groningen, doch te 's-Gravenhage uitgegeven.

Correspondentie, bestemd \'oor de Eedactie en Administratie, «ordt men
i-erzocht naar 's-Gravenhage, Huijgensi^lein n». 5 te adresseeren.

\

— Inrichting voor lioefbeslag te Groningen. Op 15 April is ver-
trokken de leerling J. v. d. T u u k ^-an Kommerzijl, op 29 April H. N ij borg
van Vries en op 6 ilei K. Smit van Slaperstil. Allen ontvingen een „goedquot;
getuigschrift. Op 2 Jlei is als leerling toegelaten H. Eeinders van^Meeden
en op 8 5Iei P. Nijdam van Zuidlaren, terwijl 15 ]Vlei wordt verwacht
H. Hofstede van Ifiddelbert.

Aan de Inrichting houden thans mede verblijf de leerlingen J. Palthe
van Peize en P. Glazenburg van Winschoten.

-ocr page 82-

— Utreclit. Tot het 2e gedeelte van den cursus voor hoefbeslag
1910—'12, dat in November e. k. zal wordeu gehouden voor de smeden
dezer Provincie, vanwege het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde,
werden op Zaterdag 15 April de volgende leerlingen van het Ie gedeelte
toegelaten: J. F3arneveld te Linsclioten, A. D. H. Stevens te Werkhoven,
J. van den Hengel te Leusden, J. N. van Sijl te Maarssen, J. Oskam te
Woerden, A. J. van Peer te Breukeleu en H. P. Okkermau te Kockengen.

M.

— Zeist. Bij de op 3 ^Mei jl. alhier plaats gehad hebbende keuring van
paarden der gemeenten Zeist, Driebergen, Bunnik, Odijk en de Bilt, kon
worden geconstateerd, dat deze i)aarden over 't algemeen waren voorzien
van goed gevormde hoeven, terwijl het beslag dezer eveneens in goeden
toestand verkeerde. Afwijkende hoefvormen werden slechts sporadisch aan-
getroffen.nbsp;M.

— Wedstryd in hoefsmid te Amersfoort, 28 en 29 Juli. Er is nog

wel tijd voor de hoefsmeden uit de provincie Utrecht om zich voor dezen
wedstrijd aan te geven, daar de aangiften uiterlijk 1 Juli sluiten, bij den
heer P. L a m e r i s, Bergstraat 31 Amersfoort, doch wij meeneu goed te
doen met hieraan nogmaals te herinneren, vooral ook met het oog op het
vervaardigen van de hoefijzers, leermiddelen en werktuigen, betrekking
hebbend op het hoefsmidsvak, die ter inzending gevraagd worden.

Voor het meer volledig programma verwijzen wij naar de Februari-
afleveriug van „De Hoefsmidquot;.

- Hoefsmidscholen. De opleiding der aanstaande hoefsmeden voor het
Xederlandsche Leger vindt plaats aan de Hoefsmidschool te Amersfoort,
verbonden met de Rijschool. Een militaire hoefsmidschool is er reeds sedert
1841, in 1842 verbonden aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda;
in 1862 werd de Mil. Rijschool met de hoefsmidschool overgeplaatst van
Breda naar Yenlo en sedert 30 October 1886 naar Amersfoort. De militairen,
die als leerling wordeu toegelaten, moeten eeuige bedrevenheid bezitten in
het smeden van ijzers; de opleidiugstijd duurt l'l^ ä 2 jareu.

Sedert 1885 is men begonnen aanstaande burgersmedeu gelegenheid te
geven eenige opleiding iu het hoefsmidsvak te verkrijgen, vooral te Amers-
foort; in 1888 is iu Groningen door de vee-artsen Wiersum en Heidema
een jjarticuliere leersmederij opgericht; in 1891 zijn aan de hoefsmederij van
's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht een paar plaatsen opengesteld, aan
welke ojjleidingsplaatsen voor toelating een behoorlijke voorbereiding wordt
geëischt en eeu verblijf vau ongeveer 6 maand.

Verder zijn er tal van gesubsidiëerde cursussen in hoefbeslag, waarvan
de eerste in 1885 te Haarlem werd opgericht. In de meeste andere pro-
vincies voud het voorbeeld navolging en tot 1905 zijn totaal 175 zoodanige
gehouden. Aanvankelijk werden er slechts 5 theoretische lessen van 2 uur
en 10 practische lessen ieder vau 4 uur gegeven, thans uit twee halfjaar-

-ocr page 83-

lijksche cursussen bestaande, elk van minstens 16 theoretische lessen van
1 a 2 uren en uit 16 practische lessen van 3 a 4 uren.

De Regeeringssubsidie bedraagt totaal f .36«) per jaar, terwijl gedurende
1908 vanwege de Geldersch-Over. Maatschappij v. landbouw een school voor
aanstaande burgerhoefsmeden wordt gebouwd te Tiel. — De meest bekende
hoefsmidscholen in het buitenland zijn die te Dresden en Saumur, terwijl
die in Brussel voor burgerhoefsmeden meer en meer van beteekenis wordt.
Te Groningen wordt een geïllustreerd maandblad „De Hoefsmidquot; uitge-
geven, sedert 1906.

Het bovenstaande is bijna ongewijzigd overgenomen uit „AVinkler Prins'
Encj'clopediequot;. De hoefsmidschool te Tiel is nu al een paar jaar in werking ,
terwijl te Utrecht, aan de hoefsmederij van 's Rijks Veeartsenijschool, voor
het eerst een cursus is gehouden voor aanstaande onderwijzers in hoefkvmde,
waarvan de uitslag in „De Hoefsmidquot;, die thans in den Haag verschijnt,
is vermeld.

Hoefijzer. In overeenstemming met den hoefvorm is een voorijzer
meer rond in den toon, een achterijzer meer spits. De nagelgaten zitten
slechts weinig verder naar de verzeneinden dan de helft van het ijzer. Hun
aantal bedraagt, al naar de grootte en de zwaarte van het ijzer, 5 tot 9,
terwijl de nagels precies in de gaten moeten passen om een vaste ligging
van het ijzer te bevorderen.

Aan het ijzer heeft men een buiten- en een binnentak (de eerste iets
meer gebogen dan de laatste), een boven- of hoef- en een onder- of grond-
vlakte. In deze laatste wordt soms een overlangsche sleuf, een zoogenaamde
rits, tot op het -jg der ijzerdikte ingeslagen, soms niet. De eerste zijn
aangegeven door Engelsche hoefbeslagkundigen en heeten hiernaar Engelsch
beslag of ritsijzers, de andere Fransche- of ijzers met stampnagelgaten.
Beide vormen kunnen zeer goed zijn. De ritsijzers vinden meer en meer
toepassing. Hierbij staan de paarden iets vaster en worden minder gemakkelijk
ernstige fouten bij het inslaan der nagelgaten gemaakt., Lfzers met stamp-
nagelgaten kunnen vaster zitten dan ritsijzers. Soms worden aan de ver-
zeneinden de ijzertakken iets omgeslagen en hier tot de dubbele dikte ge-
bracht. Dit heet dan een „ijzer met kalkoenen.quot; Soms wordt behalve 2 kal-
koenen ook in het midden van het toongedeelte een even sterke verdikking,
dikwerf van staal, aangebracht, welke dan „stootquot; heet en het ijzer een
„stootijzerquot;, dat bij sleeperspaarden wordt gebezigd, vooral in Nederland
en Duitschland. Het gebruik van „slichtequot; ijzers is evenwel toenemende,
dat van kalkoen- en stootijzers afnemende.

Voor afwijkende hoefvormen bestaan veel Ijijzondere soorten hoefijzers.
Met het oog op gebrek aan arbeidskrachten in het hoefsmidsvak -^v-orden
meer en meer hoefijzers machinaal vervaardigd, hetgeen jammer is voor de
ontwikkeling van de aanstaande hoefsmeden inzake het verkrijgen van de
gewenschte handigheid in het maken van hoefijzers. Bij winterdag wordt
tegen uitglijden gebruik gemaakt van scherp beslag: ijsnagels, „vastquot;
scherp of „losquot; scherp, in tal van uiteenloopende soorten.

. {u. „ Win/der Prim' Encyclopediequot;.)

-ocr page 84-

PERSOVERZICHT.

— Examen te Haarlem. Op 13 en 15 April j.1. werd in de Cavalerie-
kazerne te Haarlem een examen afgenomen van 8 leerlingen, die in den
winter van 1910/1911 deel hebben genomen aan den aldaar, vanwege de
Afdeeling Haarlem en Omstreken van de Hollandsche ^Maatschappij van
Landbouw gehouden cursus in practisch en theoretisch hoefbeslag voor
bnrgerhoefsmeden. De examen-commissie bestond uit den leider van den
cursus, den heer H. Vixseboxse, Kapitein-Paardenarts te Haarlem, en uit de
heeren J. Ijaméris, Gep. Majoor-Paardenarts te 's Gravenhage en D. C.
Krviymel, plaatsvervangend districtsveearts, te Haarlem.

Aan alle 8 candidaten kon het diploma worden uitgereikt, omdat zij aan
de door de examen-commissie gestelde eischen hadden voldaan, en wel aan
een hunner met lof.

De gediplomeerden zijn: K. Belt te Beemster, met lof; C. J. Bakker te
Lisse; J. van der Breggen te Rijnsaterwoude; H. Vissers te Zaandam; J.
C. Keizer te Haarlem; P. Oudejans, J. Schouten en C. B. Schouten, allen
te Haarlemmermeer.nbsp;(u.
Nederl. Landb. Weehbl)

Duitschland.

De jMei-aflevering van Der Hufschmied bevat:

1». Een artikel over insteekstooten, door Tj o r e n z .Al e i e r h ö f e r,
meester-smid te Xeundorf T)ij Emskirchen. Schrijver, die eerst in een stad
heeft gewerkt, had zich verbaasd over de klacht, die op het platte land
uitgesproken werd dat insteekstooten dikwijls verloren gingen. Zelf naar
een dorp verhuisd zijnde, zegt Sehr., bleek mij die klacht gegrond te zijn.

Na onderzoek werd mij duidelijk dat als oorzaak daarvan is aan te geven,
dat paarden in steden meer op vasten grond loopen dan op het platteland,
waar bij sneeuwval b.v. de wegen soms lang met een ongelijk dikke laag
bedekt blijven, en de kalkoenen te weinig tegendruk krijgen om af en toe
als het ware weer vastgezet te worden.

Schrijver heeft in verband met zijne ervaring thans machinaal vervaar-
digde insteekstooten, met gedeeltelijk vastzetten door een schroefdraad, in
den handel gebracht. De beschrijving is echter niet opvallend duidelijk.

(In het noorden van Nederland worden nog steeds veel insteekstooten en
insteekkalkoenen met succes gebruikt. Het toongat wordt vrij gemakkelijk
iets ruim en dan worden de kalkoenen gauw verloren. Het bezigen van
twee gaten in den toon geeft een belangrijke verbetering, niet alleen bij
insteekkalkoenen doch ook bij schroef kalkoenen. Red.)

2». Onderzoekingen over de vleeseh- en hoornplaatjes van den paardehoef,
door de vee-artsen Dr. Heinke en Dr. Z i e r o 1 d. Kleine plaatjes,
telkens tusschen twee grootere in, komen het meest aan den toon voor. Dit
is eveneens het geval met andere afwijkingen aan de plaatjes, welke boven-
dien het meest bij beslagen hoeven worden aangetroffen.

-ocr page 85-

3quot;. BevestUjing van den hamer aan den steel.

40. Persoverzicht.

5». Onderwijsinriclitmgen en exainens. Sommige cursussen iu Pruisen
duurden sleclits eeu maand. Sedert 1 April 1911 dient eeu ciirsus miustens
drie maanden te dureu.

Gquot;. Korte mededeelingen. In Frankrijk zal een nieuw maandblad ver-
schijnen: „De moderne hoefsmidquot;.

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

DE AAXWEXDIXCI VAX VERSCHILLENDE AFKOELMIDDELEX
VOOR HET HARDEX VAX STAAL.

In de meeste gevallen dient bij het harden van gloeiend staal zuiver
water voor het afkoelen. De temperatuur van het water, bij groote staleu
werktuigen, moet ougeveer 20° C. bedragen. Het l)este is regenwater met
1 procent zwavelzuur en eenig keukenzout vermengd. Door deze toevoeging
wordt de zich vormende hamerslag bij het verhitten direct verwijderd. Die
hamerslag tracht men ook iiog te verminderen, doordat men het staal voor
het gloeien, met talk, zeep en dergelijlce insmeert. A'oor kleinere- en dunnere
werktui^-en kan de temperatiuir van het hardwater tot 35° O. o])gevoerd
wordeu, waarbij de werktuigen steeds nog een voldoende hardheid ver-
krijgen. De bij het hardeu ^•all groote werktuigen ontstane stoomontwikke-
liiio- verhiudert een directe aanraking tusscheu staal en «-ater, zoodat de
resultaten niet altijd bevredigend ziju. Deze zaak zoekt men op te lossen
door langzaam indompeleu en heen en weer bewegen \'au het staal iu het
water, hetgeen echter een eenzijdige afkoeUng bewerkt, welke door gestadig
omdraaieu van het te harden N'oorwerp vermeden kau wordeu.

Zuiver brou- eii welwater hardt scherper dan grachtwater, daar de daarin
opgeloste zouten eu zuren goede warmtegeleiders ziju; door een toevoeging
\ au soda of })otasch, «-ordt te scherp hardend water zachter gemaakt. Lang
staan verhoogt de \\erkzaaiiiheid vau het water, waardoor de hierin afge-
koelde voorwerpen steeds gelijkmatige resiiltaten geven. Om scheuren en
spaimiugeu te voorkomen, worden voorwerpen met sterke doorsnêeveraude-
riiigeu, met het dunste einde het eerst iu de vloeistof gestoken.

'I'ot vermijding vau hard-s(dieureu wordt het staal met eeue oplossing vau
krijt en veniis bestreken, tot kersrood-hitte verwarmd, eu dau eenige
seconden in lauw-warm water gedoopt, daarua eeuigen tijd in olie, en ten
slotte in een matig koel bad, b.v. vau lijnolie of water. Doordat meu het
staal slechts korten tijd in het water laat en dan in olie dompelt, wordt
de inwendige afkoeling verhoogd, en verliest hierdoor ook de buitenste
laag iets van zijne hardheid; deze wordt echter weer door het laatste af-
koelen iu water_hersteld, eu verkrijgt men op diè wijze eeue voortreffelijke
hardheid. Ter verkrijging eeuer goede hardheid mengt meu soms ook eeuig
leem iu het water, hetgeen ook meest nog voor kromtrekken beschut.

Bij kleine voorwerpeu vau geriuge doorsnede kau ook de lucht als af-

-ocr page 86-

koelingsmiddel benut worden, doordat men een sterke luchtstroom over het
te harden voorwerp voert. Deze soort van harding is echter niet aan te
bevelen en vindt ook weinig aanwending. Bij het harden van werktuigen
van gecompliceerdeu vorm verzadigt men het hardwater met keukenzout;
dit verhoogt de werking der harding in hooge mate. Staal wordt het hardst,
wanneer men het koelwater met 2 tot 4 procent zwavelzuur vermengt; door
deze toevoeging wordt het warmte-geleidiugs-vei-mogeu van het water verhoogd.

Om werktuigen een hoogere hardheid te geven dan door olie alleeu
mogelijk is, bedekt men de oppervlakte van het water met een olielaag,
waardoor het te harden voorwerp heengestoken wordt. De op het water
drijvende olielaag moet echter niet te zuinig genomen worden, opdat men
het te harden voorwerp krachtig kan bewegen.

Bij de aanvankelijk minder scherpe afkoeling wordt het werktuig met eeu
olielaag overtrokken, hetgeen een taai worden Vnj het verdere afkoelen in
water be^^'erkt. In plaats van olie kan men ook de veel goedkoopere petro-
leum gebruiken, om dezelfde resultaten te bereiken. Bij het harden in
petroleum worden de voorwerpen in een houtskoolvuur verwarmd, daarna
met zeep ingewreven en tot rood verhit, waarua men ze uit het vuur
neemt en in petroleum afkoelt. Bij het indompelen van het gloeiend staal
in petroleum, ontstaan gemakkelijk licht outbraudbare petroleumdampen,
zoodat voorzichtigheid hierl)ij geboden is. Deze hardmethode biedt het
voordeel dat de voorwerpen goed blauk blijven eu niet krom trekken. Ge-
smolten talk eu vischtraan \^'orden eveneens dikwijls aangewend, waarbij de
hardheid, verkregen in gesmolten talk, eenigszius hooger is dan die welke
in olie bereikt wordt.

^'oor het harden vau kleine voorwerpen gebruikt men kwikzilver; dit
bezit het voordeel, dat het de beste warmtegeleidiiigskraeht heeft, en dus
een zeer energieke harding vordert. Daar zich hierbij veel giftige dampen
ontwikkelen, is op gezondheidsgevaar te letten; overigens geeft de zeer
hooge prijs van kwikzilver genoegzaam aanleiding tot weinig gebruik. Ter
N-erkrijging vau groote hardheid is kwikzilver bijzonder aau te bevelen, daar
het ook bij temperaturen l)eneden Oquot; gebruikt kan wordeu.

De tot op huu smeltpuiit verhitte metalen, als tiu, lood, zink en hunne
legeeriiigeu, dienen eveneens als afkoelmiddeleii.

Iu het algemeen zulleu verschillende vetten minder intensief hardeu
dan water. Water l)euedeu 20» C., met een zuur vermengd kwikzilver,
(het laatste bijzonder bij lage temperaturen), werken sterker dau gewoon
water. Niettegenstaande in de meeste gevallen de hardiug in gewoou water
toereikend zal zijn, komeu nog dikwijls bijzondere gevallen voor waarin
boveustaaude opgaven voor den smid van belang kuuneu zijn.

M.

ADVERTENTIËN.

Terstond een bekwame SMIDSKNECHT gevraagd

iu de pro\'incie Zeeland. Br. fr. onder lett. W aan „De Hoefsmidquot; te ',s Gravenhage.

-ocr page 87-

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

Billijke condities. -:- -:- -:- -:- Vlugge levering.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

^nbsp;..iijzer

Smeedbaarnbsp;gt^^l

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen

F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cli emicaliën-
en dro gerij en-liandel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te DordrecM.
Prijscoiiranfen
voor HH. veeartsen
en lioefsmeden op aan\Tag'e gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonnè's gratis in De Hoef-
smidquot; opgenomen

-ocr page 88-

8. C. M. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM

Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

Meest uitgebreide sorteering prima bianke
Ster-IHoefnagels, meer dan 60 versctiillende voorradig.
Speciale fgne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Teleffraiii-idi'fs
BAX JiiOere(raat
PiOlterdaiii.

Inlertöinuniiiaiï
TeleplKioii

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

vooideeliS, «tMuakkelijk in gebruik. - Kunnen niet loslaten-

Merk „Pacificquot;,

met zwaar liicïshik.

breedte buitenkant

Open zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, hijzonder aan-
heveleiiswaardig-, prijzen zeer l)illijk,
voorradig in 11 maten van 4|\. tot (ij

Eng. dm., uiterste
ijzers gemeten.

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig van
7 ' tot 7 jquot;|. Eng. dm-

Uiterste hreedte buitenkant ijzers gein-

Merk „Raitiblcrquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder oj)genaaid
met flink hielstuk,
voorradig van 4'
tot

tjJ Eng. dm.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Liichtdrukzool

in 8 verschillende maten voorradig.

Strykringen
uiet riempje.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Las- of Welbladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Kunsthoorn.

KiFquot; Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 89-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 6.

REDACTEUR-UITQEVER: A. W. HEIDEMA te 'S GRAVENHAQE.

-ocr page 90-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hiem het gaan zoozeer vergemallt;llt;elijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zUn verkrijgbaar in vier verschillende façons :
Lambert Open Pad in 10 maten.
Bar Pad ... in 13 maten.
Fros Pad .... in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in 8 maten.

Vraag prijzen bij:

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

De zool-klemlioef. — Macliinale lioefijzera I. — Korte mededeelingen. —
:Perso\'erzicht. ~ Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het
hoefbeslag. — Ad^-ertentiën.

ALS HET PAARD KON PRATEN

-ocr page 91-

DE ZOOL-KLEMHOEF.

In de meeste werken over hoefbeslag wordt tegenwoordig melding ge-
maakt van dezen vorm van klemhoef, zij 't ook dikwijls slechts met enkele
regelen. Steller van dit artikel herinnert zich evenwel niet dat in tijd-
schriften aan dit hoefgebrek in 't bijzonder de aandacht is gewijd of een
zuiver geval, voorgekomen in de practijk, is beschreven geworden, althans
hier te lande. De reden hiervan mag misschien wel gelegen zijn in den
minder ernstigen aard van het gebrek, want volgens voorgemelde korte
aanhalingen eindigden de voorgekomen gevallen gewoonlijk en vrij spoedig
met een gunstig verloop voor de bruikbaarheid van het daaraan lijdende
paard. Het kan intusscheu ook waar zijn, wat ons werd verzekerd, en
zulks van zeer bevoegde zijde, dat zool-klemhoef in ons land zoo goed als
niet voorkomt, hoogst zeldzaam is; onze paarden met hun groote, wijde
hoeven onder\dnden op den zachteu bodem geen uadeeligeu invloed, die
een sterken druk van de hoornzooi tegen de vleeschzool zou veroorzaken,
met het gevolg dat deze pijnlijk zou worden, de gang gevoelig, stram zou
zijn, of werkelijk kreupelheid zou ontstaan. En inderdaad, onze veeljarige
practijk bij de legerpaardeu gaf ons omtrent het al of niet voorkomen van
deze afwijking in den hoefvorm weinig opheldering, hoewel daar om-
standigheden genoeg ziju, om ook dit gebrek te doen ontstaan. Het ook
daar niet of wellicht sporadisch voorkomen zou men dan naar mijne meening
dienen te zoeken in de reden van ontstaan van dit gebrek, en die in het
leger niet aanwezig is; we bedoelen het op voorgeschreven tijd vernieuwde
beslag. Hierdoor toch wordt voorkomen dat door inkrimping van den hoorn-
wand aan den draagrand een uadeeligeu druk op de hoornzooi kan worden
uitgeoefend, en tevens geen ophooping van zoolhoorn kan geschieden, die
bij de bewerking geregeld wordt weggenomen.

Intusschen in de groote steden, waar zoo vele soorten van paarden tot
de meest verschillende doeleinden worden gehouden, met hoefvormen aan
hun type eigen, en allen blootgesteld aan de invloeden waardoor indroging,
inkrimping en vormveranderingen veel ontstaan, betwijfelen we dat daar-
onder ook soms een abnormaal sterke druk op de vleeschzool niet geheel
uitgesloten zal ziju. We uieeneu dat meu omtrent het voorkomen en den
aard van dit gebrek uit de werkplaats vau deu hoefsmid menig belangrijk
episteltje zal mogen verwachten, hetzij uit het verleden of in de toekomst,
ook van het platte land, wijl ingevolge de berichten het gebrek ook bij
onbeslagen hoeven niet onbekend schijnt te zijn.

We meenen dat het nuttig kan zijn, om hier in 't kort te melden het
voornaamste wat van buitenlandsche zijde over dit onderwerp is te lezen,
eu nemen we daartoe een eu ander uit het werk over hoefziekteu van
Dr. Möller over.

-ocr page 92-

Terwijl van oudsher als klemhoef werd beschouwd de gebrekkige hoef-
vorm, waarbij de verzenwanden nauwer waren geworden, daarbij vanboven
naar onder een naar elkaar toeloopende richting hadden aangenomen, waar-
door het leven daar ter plaatse onder den druk van den lichaamslast in-
geklemd is, werd later van Engelsche zijde een klemhoef van de zool en
xan den straal daarbij gevoegd, en volgde nog later van Duitsche zijde
vveêr meerdere uitbreiding aan het begrip „klemboefquot;, en als zoodanig
beschouwd alle vernauwingen vau afzonderlijke hoefgedeelten, welke de
vrye beweging van het hoefl)een beperken, en daardoor kwetsing der het
hoefbeen bekleedende hooruvoortbrengeude hoeflederheid bewerken. Sedert
is het natuurlijk om alle misvormingen, waarbij door inklemming der zachte
deelen pijn ontstaat en kreupelheid wordt veroorzaakt, klemhoef te noemen.
Zoo ontstonden de namen „klemhoef van wijde hoevenquot;, inklemming aan
de kroon, en ook de „zoolklemhoefquot;. Deze laatste kenmerkt zich door een
zeer sterk naar boven gewelfde hoornzooi, waardoor een pijnlijke druk
^vordt uitgeoefend tegen de vleeschzooL Deze vorm komt niet veel voor;
gewoonlijk zijn de daaraan lijdende hoeven van goeden bouw, rond en steil
met dik, vast hoorn; vóór- en achterhoeven worden daaraan lijdende be-
\ondeu; het ontstaan wordt door het vele gebruik op bestrate wegen be-
. g\instigd; wordt ook aangetroffen bij onbeslagen hoeven.

De buitengewoon sterke welving (holheidj der zool wordt in den regel
%-eroorzaakt door eene vemamviug van den hoef aan den draagrand; de
holheid vau de zool moet noodzakelijk toenemen door eene verminderino-
^■an de o^-erlangsche of d^varsche doorsnede van de grondvlakte van den
hoef. De druk werkt het sterkst op het midden van de zool, dus voor
de punt van deu straal, eu hoe sneller die ontstaat, hoe grooter is die
druk, en tegelijk de pijn. Gewoonlijk wordt men op dit lijden opmerkzaam
door de kreupelheid, die eenigen tijd na een nieuw beslag of na een sterke
inspanning ontstaat; O]) een zachten bodem is die soms heviger dan op een
harden. Onderzoekt meu dan deu hoef, dan valt de sterke holheid van de
zool dadeli]k op; de draagrand van den hoornwand is aan een gedeelte er
^■an naar binnen, naar de zool gebogen; de «-and aldaar verloopt niet
zuiver gestrekt, hij vormt een boog naar buiten; vooral komt dit voor aan
den toon- en ook aau den drachtwand; de draagrand aan den toon is dan
naar achter (binnen) gebogen; ook worden dikwijls ringen op den wand gezien
die met evenwijdig A-erloopen, en in de witte lijn komen, waar de druk
bestaat, roode bloedpunten voor. De zool is steeds, soms buitengewoon dik;
zulks is het gevolg vau de ojihooping
vim hot zoollioorn, dat wegens den
binnenwaarts gerichteu draagrand niet op de gewone wijze kan worden
afgestooten in schubben. Een druk met een onderzoekingstang voor de
punt van den straal veroorzaakt hevige pijn; ook het trappen op steenen of
gaan op grof grint is zeer gevoelig; zelfs de druk door zand op zachten
bodem kan ge\'oelig worden.

De zoolklemhoef komt voor bij nauwe hoeven door het dringen van
den draagrand van den hooruwmid naar het midden van den hoef- sterke
droogte van het hoorn geeft daartoe de aanleiding, maar ook gebreken bi
het beslag, b.v. een sterk naar binnen afhelleiule draagvlakte vau het

-ocr page 93-

ijzer (we meenen daar ook het gebruik ^•au hol gerichte ijzers te mogen
bijvoegen).

Wat de behandeling betreft, kuuneu we mededeelen dat deze zeer een-
voudig is, want door eeu goed uitgevoerd beslag wordt eeue verbetering in
den gang in den regel reeds spoedig verkregen. Het doel is om de grond-
vlakte van den hoef ruimer te makeu, het zakken van de zool volgt dan
van zelf. Het is daarom aan te bevelen den hoef behoorlijk te besnijden,
namelijk de zool vooral voor de punt van den straal zoo sterk mogelijk te
verdunnen, de ingeklemde waudgedeelten in te korten, vooral de naar
binnen gebogen gedeelten daarvan dun te raspen, en een ijzer onder te
leggen met zuiver horizontale draagvlakte; in de vernauwde wand-
gedeelten worden geen nagels ingeslagen.

Bijgevoegde photo is een verticale doorsuede vau eeu zoolklemhoef, uit
de verzameling van 's Rijks Veeartsenijschool, mij voor dit artikel wel-
willend ter beschikking gesteld.

Aauvaug der
hoornzooi.

Meu ziet duide-
lijk het verloop
vau den hoorn-
wand iu den
toon, onder aan
den draagrand
sterk naar bin-
nen (achter) ge-
bogen, de ruim-
te onder den
aanvang der
zool tot draag-
rand met zool-
/ hoorn gevuld.

— Draagrand.

MACHINALE HOEFIJZERS.

Uit berichten en annonces in de vakbladen lezen wij dat er den laatsteu
tijd ook in ons land fabrieken voor machinale hoefijzers zijn opgericht en
die, mag men do geruchten gelooveu, spoedig door meerdere zullen worden
gevolgd.

Of deze voldoende bestaansvoorwaarden zullen vinden is nog een open

-ocr page 94-

vraag; in ieder geval zullen de faT)rikanten niet nalaten de noodige reclame
te maken voor hunne producten.

Ons interesseert alleen de vraag in hoeverre de oprichting van deze fa-
brieken en het gebruik van machinale hoefijzers een gunstigen of ongunstigen
invloed zullen uitoefenen op het hoefbeslag en het paardenniateriaal hier
te lande.

Het komt ons daarom niet ondienstig voor in dit vakblad eens te be-
spreken het vóór en tegen van deze hoefijzers in het licht der ervaring en
van de geschiedenis.

Bij groote drukte in de smederij of door gebrek aan geschikte arbeids-
krachten worden de smeden dikwijls gedwongen deze machinale ijzers te
gebruiken.

In 1860 kwam uit Ainerika een uitvinding van G o o d e n o u g h, een
machinaal vervaardigd hoefijzer met horizontale draagvlakte en uitgeholde
bodemvlakte. De scherpe buitenrand was bij gedeelten weggenomen, zoodat
er vijf scherpe kammen ontstonden, één in den toon en twee aan eiken tak.

In 1862 nam Mavor te Londen patent op een beslagmethode, waarbij
de ijzers door machines werden vervaardigd. Deze machmale hoefijzers
hadden eveneens een eenigszins uitgeholde ondervlakte; de nagel gaten waren
in de middellijn van het ijzer gestempeld.

Ook in Frankrijk werden door P e s c h e 11 e machinale ijzers gemaakt met
een dubbele rij van ronde verhevenheden aan de randen der ondervlakte.
Later maakte hij geplette staven met een diepe gleuf in het midden, de
faconstaven. Deze faconstaven moesten door de hoefsmeden, op de goede
lengte afgehakt, tot ijzers worden verwerkt; de diepe groeve diende tot
rits en tevens om het uitglijden tegen te gaan.

In 1868 maakte de Engelschman Gray faconstaven met drie over-
langsche groeven of met vele dwarsgroeven, waardoor het ijzer een gekar-
telde ondervlakte verkreeg. Ook maakte hij een combinatie van beide soorten.

Vooral na het jaar 1880 beproeven Duitsche fabrikanten machinale hoef-
ijzers in den handel te brengen. De hoekstaal hoefijzerfabriek van Eöhr in
Culm, West-Pruisen, leverde nog aUeen voorijzers, echter geen rechter- of
linker-, wel zomer- en winterijzers. Deze waren echter te week en versleten
te spoedig. Dompelde men ze in 't water om ze te harden, dan trok de
horizontale draagvlakte dikwijls scheef.

In 1881 trachtte de bekende uitvinder van het naar hem genoemde ge-

i

i

-ocr page 95-

weer, Martini, het in 1880 uitgevonden hoefijzer van Baron Lu ch ai re
fabriekmatig te maken in zijne fabriek te Winterthur in Zwitserland.

Hoewel het model door Baron Luchaire aangegeven zich tot heden met

succes heeft staande gehouden en thans door
onze hoefsmeden als jachtijzer nog veelvuldig
wordt toegepast, leed de machinale vervaar-
diging ervan schipbreuk.

De bekende hoefbeslagieeraar A. Lung-
witz schreef daaromtrent het volgende:
Het is een
dwaling om te denken dat ook
minder geoefende hoefsmeden geschikt zijn om
machinale hoefijzers te gebruiken, want iedere
beslagshandeling, vooral het passen der ijzers,
eischt groote handigheid. Het zwaartepunt
van het hoefbeslag ligt behalve in den vorm
eu de gedaante van het hoefijzer, in de wijze
van uitvoering van het hoefbeslag. Ieder, die met de praktijk van het
hoefbeslag volkomen vertrouwd is, weet dat een paard dikwijls beter gaat
op een minder goed gesmeed hoefijzer, dat met zaakkennis is ondergelegd,
dan op een zeer goed gesiueed. maar slechter ondergelegd hoefijzer. De
couserveering der paardehoeven
berust hoofdzakelijk op het voorhanden zijn
van
goed geschoolde en geoefende hoefsmeden.

Van het ongeveer ter zelfder tijd verschijnende Hamburger Patent-Hoef-
beslag zegt de hoefsmid-onderwijzer H. Behrens te Rostock in Mecklen-
burg, dat de plaatsing der nagel gaten medebrengt dat bij hoeven met
schuine wanden de hoefnagels nooit hoog genoeg geslagen kunnen worden,
maar direct boven het ijzer te voorschijn komen eu aldus geen voldoende
houvast geven.

In 1884 kwamen de hoefijzers van de Kopeiihaagsche Hoefijzerfabriek.
A. Lung-witz zegt daarvan dat het kalkoenijzers zijn met solieden toonlip,
goede rits met 10 nagelgaten en in den buitentak van het ijzer iets schuiner

dan in den binnentak.

Dit is voor de praktijk van veel belang, maar de afwijkingen in het ver-
loop van den wand zijn legio.

In 1885 schrijft de hoefsmid T i 11 m a n n over de Patent-hoefijzers, systeem
Baron Luchaire, thans gemaakt door de tinna
F u n c k e en H u e c k te
Hagen in Westfalen, een op dit gebied zeer bekende tirma. Zij maakten
vóór- en achterijzers van den normalen hoefvorm, de draagvlakte vlak en
met mooie afhelling tot aau de verzenen doorloopend, het toongedeelte iets

dikker en van een goeden lip voorzien.

De ijzers zijn goed, maar iedere flinke hoefsmid kan ze voor dat geld

evengoed zelf maken.nbsp;-nbsp;f -j

Is'aar mijne ervaring met fabrieksijzers, zegt hij, zou ik iederen hoefsmid,
die in staat is een goed Engelsch ritsijzer te smeden, niet genoeg kunnen
aanraden dit boven ieder fabrieksijzer voor te trekken, daar hij hiermede
het best uitkomt. Ook verbiedt hem de strijd om het bestaan, dat hij zich
van fabrikanten afhankelijk maakt en hunne fabrikaten in zijne werkplaats

-ocr page 96-

toegang verschaft. Ieder flink hoefsmid moet daarom steeds vijandig staan
tegenover machinale hoefijzers en zorgen dat hi,quot; zijn benoodigde hoe-
veelheid zelf aanmaakt. Anders zou het ten slotte nog zoover komeu, dat
de hoefsmid vau deu eigenaar der paarden de noodige hoefijzers eu hoef-
nagels ter verwerking kreeg eu deze evenals eeu barbier met ziju beslag-
werktuigeu zu de plaats rondliep om iu de stallen de ijzers ouder te slaau.

(Wordt vervólgd.)

KORTE MEDEDEELINGEN.

- Innchting voor hoefbeslag te Groningen. Sedert de verschijninlt;.
der vorige aflevering ziju er geen leerlingen vertrokken, doch zijn als nieuwe
leerliugeu toegelaten: H. Hofstede vau Middelbert en E. Hoving
van Sauwerd.nbsp;°

Mede_ houdeu thans aan de inrichting verbHjf de leerlingen: J. Palthe
vau Peize, P. Gkzeuburg vau Winschoten, H. Beinders vau Meedeu en P
JNijdam van Zuidlaren.

-nbsp;Aan de Hoefsmidsschool te Tiel zal biuneukort de tweede cursus
lu 1911 aanvangen. Leerlingen wordeu per advertentie in deze aflevering
opgeroepen. De aangifte daarvoor moet vóór 20 Juni geschieden.

^ -- Cursus in Hoefbeslag te Hoorn. Het 2quot; gedeelte vau den cursus
m hoefl,eslag, uitgaande van deu Smedeuboud iu Noord-Holland, Afdeeliult;.
Hoorn, is aangevangen op 21 eu 24 Mei met 14 leerlingen. Eeu leerliuo-
kou wegens ongesteldheid de lesseu niet komeu bijwoueu. De theoretische
lesseu wordeu, evenals voor het 1-e gedeelte, gehouden op of iu het waag-
gebouw te Hooru, eu de praktische iu de stoomsmederij van deu
heer J . Schellmger a/d Veen,arkt te Hooru. Leider vau deu cursus is de
heer i. JL de Leur, dem. eu pl. v. v. Districts Vee-arts te Hooru. voor
het prak ische gedeelte bijgestaan door deu gedipl. hoefsmid H. Kruyt
te Beemster.

-nbsp;Wedstrijd in Hoefbeslag te Venlo, 12 Juui, ter gelegenheid vau
het Landhmshoudkundig Congres en daaraan verbonden tentooustelliuo-

Jury: W. A. H. vau Horsen, H. J. C. van Leut en Scheepers

Aantal deelnemers 10, aautal prijzen 6: 1« f25 zilveren medaille, 2« prijs
1 20 brouzeu medaille, 3« prijs f 15, 4«' prijs f 10, 5« f 5 6« f 2 50
voorts eervolle vermeldingen.nbsp;quot; '

Opgave: het vervaardigen van ijzers, het besnijden eu beslaan van 2 hoeven
(1 voor, 1 achter).

Uitslag: P prijs Everardus Gommans te Blerick, 2» H. Küsters te Yenlo
3e A. Jansen te Merum (gem. Herten), 4« M. Mjsteu te Xuth (Myu Oranje
Nassau) oe J. Ihieleu te Sevenum, 6« Jac. Teurliugs te Lottem. Het kleiu
aautal deelnemers aan dezen wedstryd'deed de verwachting koestereu dat

-ocr page 97-

de beste smeden uit Limburg in het veld zouden kamjien om het meester-
schap, doch dit bleek alles behalve.

Wanneer dit concours een beeld moest geven van de ontwikkeling der
hoefsmeden in Limburg, dan zou het er erg mede gesteld zijn; gelukkig weten
wij beter. De groote fouten werden begaan bij het besnijden van den voet;
dit was veelal onvoldoende; de gemaakte ijzers waren bruikbaar, maar
dikwijls te kort en te nauw voor den betrokken hoef.

Afdeeling II. Tentoonstelling van handgesmede ijzers, ingezonden door
7 smeden: 1® prijs G. Julicher te Swalmen, 2lt;' prijs E. Gonnnans te Blerick;
eervolle vermelding H. Küsters te Venlo.

In Afdeeling III werden geen prijzen toegekend, wegens de onvolledigheid
van de eenige inzending.

De w^edstrijd werd begunstigd door prachtig weêr, terwijl de regeling in
alle opzichten voorbeeldig was, waarvoor de Commissie van voorbereiding
een eeresaluut!

L.

- Balk-klapyzer. De gedipl. hoefsmid _H. Kruy t te Beemster zond
ons een teekening van een balkijzer voor achterhoeven met weggelaten
toongedeelte en voorzien van twee zijlippen (Wij achten deze opgave duidelijk
genoeg, zoodat wij geen afbeelding van de teekening geven). De inzender
meldt dat hij vorenbedoeld ijzer met zeer goed gevolg als klapijzer heeft
gebruikt en beveelt quot;den lezers aan er ook eens een proef mede te nemen.
Voor 't geval men bevreesd is dat de zool en draagvlakte te veel zullen
afslijten, kan men aan de einden der toontakken en balk gaatjes boren en
daarin stompe, of zoo noodig scherpe schroefjes draaien. De voet blijft dan
evengoed nog een voldoend steunvlak behouden.

Harddravers en renpaarden. Het aantal harddravers en renpaarden
is in de laatste jaren in ons land belangrijk toegenomen. Het uitschrijven
van meerdere courses deed zoowel den aankoo]) in het buitenland als den
aanfok in eigen land van snelgaande paarden sterk bevorderen. De vooruit-
gang in het aantal, zoomede in het gehalte dezer paarden, kan in meer dan
een opzicht een landsbelang worden geacht en nu di-eigt deze vooruitgang
in ons land gestiiit te zullen worden. Gelijk reeds ^Tij algemeen bekend is
treedt binnenkort eene Wet in werking, waai'bij het wedden, ook liij den
totalisator, op de course-terreinen is verboden. In dit verbod ligt zooveel
opgesloten dat geen draverijen en rennen meer
kunnen worden uitgeschreven
en de dravers en renpaarden, althans voor een groot gedeelte, naar het
buitenland zullen worden verkocht, waarmede reeds een begin is gemaakt.
Dit laatste valt te betreuren.

Onder de categorieën van personen, die hierbij een direct belang hebben,
behooren natuurlijk ook de hoefsmeden, zij het dan ook slechts plaatselijk,
omdat coursepaarden nog niet algemeen verspreid voorkwamen. De hoef-
smeden , die coursepaarden te beslaan kregen, zullen wel willen erkennen,
dat hét vertrek ervan voor hen een verlies beteekent, daar het niet alleen

-ocr page 98-

een billijke verdienste leverde, maar dikwijls ook te leeren gaf. Bij geen
paard toch komt het op een nauwkeuriger beslag aan. De ijzers dienen in
den regel voor elk paard afzonderlijk op eeu juist bepaald gewiclit te worden
gemaakt om met te licht maar ook uiet te zwaar te zijn, terwijl veelal nog
bijzondere af^vijkingen moeten worden aangebracht, gewoonlijk op advies
van den trainer van het paard, die dagelijks zijne gangen bestudeert eu
alle fouten tracht te verhelpen.

^Mj zijn geen voorstanders van weddenschappeu, maar wauneer dit tot
op zekere hoogte binnen beperkte grenzen had kunnen blijven toegelaten,
dan zou menige teleurstelling gespaard ziju gebleven. Er is thaus uog eeue
actie op touw gezet om ten opzichte van den totalisator bij de wedrennen
ophefhug of uitstel van het verbod te verkrijgen, welke beweging door
velen met Ijelaugstelling zal worden gevolgd.

- Tentoonstelling te Leiden, vanwege de floll. Mij. v. Landbouw,
12—17 Sept.

Afdeeling Hoefbeslag. De beste inzending van haudgesmede hoefijzers (uiet
blank gevijld op de vlakten;, zomer-en winterbeslag. Ie Prijs verguld zilveren
.Medaille. 2e Prijs zilveren medaille. 3e Prijs bronzen medaille.

Wedstrijd in het vervaardigen van Hoefijzers.
1. Aan dezen wedstrijd kmiueu deelnemen alleen gediplomeerde hoefsmeden
Uit Zuid-Hollaud tegeu een inleggeld van f 1.50, te voldoen bij de aangifte
2 De aanmelding tot deelneming moet schriftelijk geschieden vóór den
15 Jub a.s. bij den Heer D. van Grut ing Rijksveearts te Leiden, Oude
biugel ^0. 9b, met nauwkeurige vermelding vau naam, voornaam, ouderdom
en waar de opleiding heeft plaats gehad.

3.nbsp;De wedstrijd zal op 2 dagen gedurende de tentoonstellingsweek
plaats hebben, welke door de Commissie nader zullen worden vastgesteld.

4.nbsp;Ieder deelnemer zal op den eersten dag van den wedstrijd een ijzer
moeten makeu naar het oordeel der Commissie; na afloop daarvan wordt
bekend gemaakt welke deelnemers den volgenden dag iu aanmerking komen
om een hoef te beslaan.

5.nbsp;Ieder deelnemer is verplicht tot het meebrengen en gebruiken van
eigen gereedschappen, n.1. handhamer, smeetaug, ritsbeitel, doorslag, rasi)
reuet, houwkling, hoefnagels enz.nbsp;'

Hoefijzer zal op het terrein aanwezig zijn, beuevens aanbeelden, smidse, eu
steenkolen.

6.nbsp;De Jury heeft het recht: A. Indien het aimtal aangiften tot deelneming

te groot IS, door loting de deelnemers aan te wijzen. B. Om voor het maken

yan een hoefijzer van bijzonderen vorm een längeren werktijd toe te staan

Ie Injs ƒ 25, 2e Prijs f 15, 3e Prijs f 10, 4e Prijs f 5, beuevens 2 eervolle
vermeldiugen ä
f 2.50.

- Wedstryd in Hoefbeslag te Amersfoort, 28 en 29 Juli. Belanlt;r-
hebbende smeden uit de prov. Utrecht maken wij er nogmaals op attent,
dat de aangiften voor den wedstrijd uiterlijk 1 Juli moeten zijn ingekomen
bij den heer E. Lameris, Bergstraat 31 Amersfoort.

-ocr page 99-

PERSOVERZICHT.

De Juni-afleverimj van „Der Hiifsclimiedquot; bevat:

1». Hoefbeslag voor asphaü-plaveisel, door H. M. Kroon, leeraar aan
's Rijks Veeartsenijscliool te Utrecht. Sclirijver geeft een overziclit van onder-
scheidene beslagvormen, gebruikelijk om het uitglijden der paarden op glad
plaveisel te voorkomen. Er zijn een aantal afbeeldingen aan toegevoegd.

Sehr, verdeelt deze vormen in:

a.nbsp;hoefijzers zoo ondergelegd dat de hoef den bodem raakt (b.v. het
halvemaanvormig ijzer);

b.nbsp;hoefijzers met verschillende inlegsels (b.v. touw);

c.nbsp;zolen welke met het ijzer worden ondergenageld;

d.nbsp;verwisselbare zolen;

e.nbsp;vaste en verwisselbare balken met „borstelsquot;.

Het artikel bevat de aanwijzing dat de vee-arts F o 1 m e r te Haarlem-
mermeer de eerste proefneming zou hebben gedaan met gunimizolen, die
uit oude automobielljandeu zijn vervaardigd. Sehr, zegt: „Van een oude
band, voor f 3.90 gekocht, konden 8 paar zolen worden vervaardigd, zoodat
ieder paarnbsp;cent kostte.quot; — Het is zeker dat zulke uit oude auto-

banden vervaardigde zolen zeer bruikbaar zijn.

Verder worden kurkzolen doelmatig, billijk en genuikkelijk in de aan-
wending genoemd.

2». Referaten en besprekingen.

— De Zweedscke ijzermarld. Onlangs werden, naar consiil-generaal
Immink te Stokholm In Handelsberichten meedeelt, op een vergadering vau
Zweedsche ijzerfabrikanten de volgende gegevens openbaar gemaakt, aan-
gaande den toestand der Zweedsche ijzermarkt, gedurende het eerste
kwartaal van 1911. De uitvoer beliep in de eerste drie maanden van 1911
67.0(X) ton, tegen 68.000 ton in het overeenkomstige tijdvak van 1910.
Gedurende het kwartaal Januari-Maart 1911 waren in werking: 106 hoog-
ovens, 205 Lancashire-ovens, 18 Bessemer-ovens en 51 Martin-ovens, tegen
resp. 94, 208, 16 eu 50 in de overeenkomstige periode van 1910. De
productie liedroeg 170,700 (v. j. 149,700) ton gietijzer, 37,200 (35.300) ton
weiijzer, 22,8LX) (28.200) ton Bessemer-gietstaal en 88.300 (78.300) ton Martin-
gietstaal.

De stand van de Zweedsche ijzer- en staalmarkt was gedurende het
eerste kwartaal van 1911 tamelijk bestendig. In Januari en Februari was
de uitvoer niet onbelangrijk minder dan in de overeenkomstige maanden
^'an het daaraan voorafgaande jaar; daarentegen was de uitvoer in Maart
belangrijk grooter dan in dezelfde maand van 1910, zonder echter in staat
te zijn het gedurende de beide eerste maanden geleden verlies te kunnen
inhalen. Vooral ruw ijzer voor export, waarnaar gedurende dit kwartaal
goede vraag bestond, maar ook gewalst staal van superieure qualiteit, was
en is nog steeds zeer gevraagd. De ingekomen orders voor deze soorten

-ocr page 100-

D'nk Inbsp;'estelhngen voor gewnbt ijzer kon.en geregeld in.

fe^ dt' i erfT rnbsp;machine-indnstrie, ifebben even-

eens de Ijzerfabrieken, die het rnwe ijzer leveren, meer werk gekregen

pr„zen. De Lancashire-markt, die zeer geleden heeft onder de ongmistice
toestanden in Amerika en den verminderden binneniandschen omzeWaf

IJrew-rfquot;nbsp;levend ghïd.'

Apiil, hebben toch de ijzerfabrieken voldoende werk. Gedurende den af

fotlfinTTnbsp;- ^

Coorlinbsp;kan wordei^

__.nbsp;(u. „N. B. C.quot;)

- Vereenigde Staten. Onder leiding van den heer Gary van de Staal-

t™ b:;rkirnbsp;vertegenwoordigers van staalfabiSk ,

ter be prekmg van de te- volgen prijspolitiek. Besloten werd de prijzen
^oor alle fabrikaten behalve voor rails, draadartikelen en fyn bl^ t
ver agen. De verlaging bedraagt over het algemeen ten minste
i I en ;o
^ e artikelen zelfs meer. De prijzen zijn thans lager dan sedert twee jl
kunn n ook wanneer het optreden der Eepublic Iron amp; Steel Cv dit

'leen ?' Ïnbsp;'quot;«»eenparig van oordeel was, dat het

g enschappeh,k optreden van de onderhoorige maatschapj.ijen voortgezet
dient te worden en dat eenige prijsverlagingen noodzakelijk waren De
onderhoorige maatschappyeu hebben daarom besloten van Juni af 1
vojgende pnjsverlagingen in te voeren. De prijzen voor stalen staven 1:1!

den met lo cents en voor stalen platen en bonw-staal met 5 ct per ztr

»quot; - «-

De prijsverlagingen van de Eepublic Iron and Steel Co. dwingen dus de
Staa trust eveneens tot prijsverlaging, al gaan de hij de trust arngeïoten
maatschappijen dan ook niet zoo ver als de „Republicquot;nbsp;^-»«gesloten

lt;remerÏ;nbsp;„W Agequot; wordt o.a. op-

.emeikt dat er niet op te rekenen valt, dat de jongste verlagin. in de

prijzen tot veel verlevendiging van de zaken in ijzL zal leiden Se^ LT

beweging is nagenoeg geli^'k aan die van 1909. Op de verlaagde pr^en

er, althans tot nog toe, nog niet van eenige verlevendiginrfde'v aaquot;

e^^risT irnbsp;Prilzen werd Vonlgd:

beliepen de bestellingen van staven staal niet meer dan 100,000 De ver-
bruikers schynen er zich nu eerst nog van te willen overtuigen, of er Tel
licht nog verdere verlagingen in de prijzen zullen worden aangebraquot;
Aoorloopig bhjven de nieuwe aanvragen, alsook de werkelijk binnenkomende
l.estellingen, al even gering als tevoren het geval wasnbsp;^^«'^«quot;^ende

(u. IJzer- en Staalkroniek.)

]

-ocr page 101-

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

HARD-METHODES.

Yoor liet harden Viezit gewoonlijk ieder vakman zijn beproefde recepten,
en Avij hebben daarvan in dit blad reeds vele aanwijzingen gedaan. Heden
willen wij een hardmethode volgens Amerikaansch sj-steem vermelden, welke
zich voornamelijk voor messen, stempels, nippels enz. eigent.

Het werktuig moet, voor zooverre het uiet vau uitgegloeid staal gemaakt
wordt, van te voren zorgvuldig worden uitgegloeid en in asch wordeu afge-
koeld. Het uitsmedeii der werktuigen geschiedt bij kersroode warmte; echter
is uitsmeden eu stuiken zooveel mogelijk te vermijdeu daar het staal iu ieder
afmeting eu doorsuêe-vorm is te bekomen.

Heeft meu het werktuig tamelijk wel voorbewerkt, dan verdient het aan-
1 leveling, datzelve nogmaals uit te gloeien, eu eerst dan voor het hardeu
geheel af te werken. Het nogmaals uitgloeien is voornamelijk voor gecom-
pliceerde werktuigen van groot belang, wijl daardoor de bij de bewerking
ontstane spanningen geneutraliseerd wordeu, en eeu trekken of scheuren bij
het hardeu buitengesloten wordt. Werktuigen, waarvan veel geëischt wordt,
zullen eerst dau gehard wordeu, nadat zij vau de buitenste korst (smeedhuid)
ontdaan zijn.

Het afkoelen der goed en gelijkmatig verhitte werktuigen geschiedt het beste,
doordat meu deze langzaam van het vuur iu overlangsche richting iu den koel-
bak brengt, en deze zoolang in beweging houdt dat de stukken geen sisseud
geluid meer voortbrengen. Hierua legt meu het \'oorwerp langen tijd in zeej)-
water of olie.

Meu heeft in den laatsteu tijd goede resultaten verkregen met speciaal hard-
water. Meu moet u.I. dit water met zout rijkelijk verzadigen eu wel iji die
verhouding, dat men in eeu petroleumvat, gevuld met water, ongeveer 25
K.G. zout mengt. Men kau de goede zoutmengiug het beste constateereu,
door in dit water een rauw ei te werpen, wauueer de dooier vau het ei op
liet water blijft drijven, is het voor de harding goed. Boven op het water
werpt meu eeu laag fijne houtskool, circa 2—3 c.M. dik. Terwijl uu het zout
liet werktuig sterk hardt, bewerkt de houtskool de afsluitüig der lucht, en
verhindert het scheuren daardoor, geeft daarbij buitendien de geharde deeleu
een fraaie zwart-blanke kleur, waardoor ieder ontstaan gebrek direct gecon-
stateerd kau worden.

Het hardwater moet eeu mogelijk gelijkmatige temiieratuur A-aii
bezitten. Het water kau deze wnrmtegi-aad behogt;iden, door vau ouderen
steeds koud water aan te voeren.

M.

INETSEN YAX NAMEN, TEEKENINGEN ENZ. OP STAAL.
Het komt dikwijls voor, dat iu fijne werktuigen, stalen voorwerpen enz.
namen moeten wordeu geëtst, en het is hierbij noodzakelijk, de desbetreffende
plaats met eeu zoogeuaamdeu dekgroud te overtrekken. Het meest geschikt
hier voor is een mengsel vau asphalt, was
eu colophouium ; deze stoffen dienen

-ocr page 102-

in de juiste verhouding vermengd te zijn. Men smelt twee deelen gepoederde
aspha , eu roert hierin 1 deel colophouium en deel was. In pLts van
asphalt kan ook mastiek gebruikt worden. Een
minder gehalte aan talk
verhoogt de weekheid en kneedbaarheid van het mengsel. Het eeuigszius
afgekoeld mengsel wordt iu lauw water gegoten, en daarin
goed door elkander
gekueed, waarna men het in stukken bewaard. Men is hiermede zeker een
N^lkomen gelijllt;matigen dekgrond te bezitten, hetgeen een hoofdvereischte

op gelet wordt.

Bij het smelten dezer stof moet er goed geroerd worden; het liefst met
een glazen staaf, terwijl de verwarming zeer langzaam zal geschieden.
Voor het etsen moet de dekgrond duu en gelijkmatig worden opgebracht.
Bij dikkere lagen treedt zonder twyfel een scheuren der opgebraSite laag
op, hetgeen het werk doelloos maakt.
Bij groote teekeuiugen drukt meu op
die.i dekgrond de i^igureu door, d. w. z. het papier wordt op
den dekgrond

gelegd en door middel eener ronde stift de teekening doorgedrukt. Xatiuirlijk
mag dit werk niet iu eeu verwarmde ruimte geschieden, daar dL
deze stof doorloopt en aan het papier vastkleeft. De teekeunaald mag het
staal met iiikrasseu, doch slechts den oj,gebrachten dekgrond zooveel
verwijderen, dat de zuivere metaalvlakte te voorschijn komt

\ oor het etsen van staal gebruikt meu salpeterzuur, dat uog dikwijls met
eemg houtaziju, wijngeest enz. vermengd wordt. Ieder
ets werkt scherp

wanneer de fig.ireu scherp iu den dekgrond zijn iugeteekend eu de rest
goed op het metaal hecht.

Om platen t« bewerken brengt meu eeu 1--2 cM. hoogeu rand aau, om
het over oopeu der zureii te voorkomen. Meu zal eerst een kleinere hoeveel-
heid dekmateriaal smelten, eu eenige proeven op kleine stukjes staal doen,
om te kuiineu constateereii of de dekstof goed is, en hoelaug het zuur moe
luwerken.

M.

i

ADVERTENTIËN.

GEVRAAGD, zoo spoedig mogelijk:

een SMIDSKNECHT

V.G., bekend met hoefbeslag eu vuurwerk, door G. J. ROLINK, te Enselmle.

Hoefsmidschool te TIEL.

Oproeping van Leerlingen voor den cursus 2e halfjaar 1911
AANGIFTE te doen vóór 20 JUNI a.s.

Nadere inhchtingen te verkrijgen bij den Directeur

H. J. C. VAN LENT, vee-arts te Tiel,
St. Agnietenstraat.

-ocr page 103-

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

Billijke condities.

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- -:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

^nbsp;,,nbsp;. . l Ijzer

Smeedbaar giet

staal

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen

F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cliemicaliën-
en
d r O g e r ij e n - li a n d e 1 van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijscouranten
voor HH. veeartsen
en lioefsmeden op aam-rage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonnè's gratis in .,De Hoef-
smidquot; opgenomen.

-ocr page 104-

S. C. lïl. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM'

- Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

felepm-ldrps
BAX Jiifferslraat
BiiKerdaiii.

Meest uitgebreide sopteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fgne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voordeclis, semakkelijk in seluiiik. - Kunnen niet loslaten-

^Merk „Dexterquot;, .Alerk „Pacific',

met ftinl; Itkhtuk. met zwaar ItieMnk.

Open zolen uit één stuk knimeu
dus onmogelijk loshiten, hijzonder aaii-
l)e\-eleiis\vaardig, prijzen zeer billijk,
\-oorradig iu 11 maten van i-,),. tot'fJJ
Eng. dm., uiterste breedte buiteukant
ijzers gémeteu.

Merk „Cliicagoquot;,

geheel Caoutchouc
uit één stuk mct

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig va»
7,;- tot TyL (lm-

Uiterste breedte buiteukant ijzers gem-

Jlerk „Ramblerquot;,

in lüitte eu grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met fliuk hielstuk,

voorradig vau
61 En

tot

dm.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

Ijs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Liiclitdrukzool

in 8 verschillende maten voorradit

Strykringeu
met riempje.

II oef-
randen

H^ Men lette op het echte merk S T met kroon

Las- of Weibladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open CaoutclioKquot;
zool,
merk B. V-»
in 7 mateu, voo'quot;
eu aehterijzers
\'00rradig.

Kunsthoorn.

i

-ocr page 105-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 7.

-ocr page 106-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij tiem het gaan zoozeer vergemakkelijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

z\jii verkrijgbaar in vier verscliillende façons :
liiunhert Open Pad in 10 uintcn.
liar Pad . . . . in 13 niaten.
Frog Pad . . . . in 4 matcn.
(gt;. K. Star Pad. . in 8 niatcn.

Vraag prijzen bij:nbsp;-

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Machinale hoefijzers 11. — Verpleging der klauwen. — Groote landhouw-
teiitooiistelling te 's-(^ravenhage. - Ivorte niededoeliugeji. — Tersoverzicht.—
Mededeeliugen over het sniidsvak, vallende buiteu hot lioell)p.lalt;.- —
Advertentiën.

ALS HET PAARD KON PRATEN

-ocr page 107-

MACHIN'ALE HOEFIJZERS.

(Vervolg).

De lioefsmid Tittmann zegt verder dat door liet invoeren van fabrieks-
lioelijzers liet hoefbeslag er niet op vooruit zal gaan, daar de hoefsmid, die
slechts niet fabrieksijzers werkt, deze ook bij voorkomende talrijke af-
wijkingen zal gebruiken, in plaats daarvoor zelf passende ijzers te smeden.
Ook wordt aan de gezellen en leerlingen geen gelegenheid meer gegeven,
zelf een goed hoefijzer te leeren smeden.

Daarom is het thans nog tijd, in 't belang van het ambacht, alsook voor
de zelfstandigheid en in stand blijven der meesters-hoefsmedeu, om zooveel
mogelijk de invoering van ieder fabrieksijzer te weerstaan, opdat de ver-
diensten niet gedeeltelijk aan het vak worden onttrokken. Het hoefsmidsvak,
\oor welks verheffing thans zoo veel wordt verlangd en gedaan, mag niet
van fabrikanten afhankelijk gemaakt worden maar aan zich zelf worden
weergegeven, opdat het ambacht zijn gouden bodem weer verkrijgt.

O raaf von Einsiedel is het volkomen eens met den vorigen schrijver.
Wel zijn de hoefijzers van Funcke amp; Hueck de beste eu de mooist afge-
werkte onder de fabrieksijzers. Juist omdat ze zoo mooi en goed afgewerkt
zijn is dit een gevaar, waaruit voor de paarden en hunne eigenaren velerlei
schade kan ontstaan, hetgeen evenwel
niet iedereen inziet.

Het zou een groot geluk zijn, wanneer de hoeven der paarden in het
algemeen met den vorm overeenkomen, die de hoefijzers ^'au Funcke amp;
Hueck bezitten, want dan waren wij niet verre verwijderd van de normale
instandhouding der hoeven en hadden wij vele zorgen, die het hoefbeslag
ons maakt, overwonnen.

13ij de bijna uitsluitend vervormde, door gebrekkig beslag (en ook door
het brengen onder onnatuurlijke omstandigheden van de hoeven, zooals dit
bij ieder beslag plaats vindt. Referent) deform geworden hoeven der
Duitsche paarden, past de goede vorm van het fabrikaat niet, en eischt
dit een verandering door het richten, hetgeen het gebruik van de machinale
ijzers in hooge mate bemoeilijkt.

De waarde en het doel van liH beste hoefijzer gaat verloren, wanneer het niet-
past, en door een
klaar ijzer passend te maken, lijdt één vanbeide,of het ijzer,
of hef paard
en het blijft, wanneer het soms al mogelijk is, zelfs voor den hau-
digsteu smid geen gemakkelijke opdracht. i\Ieu moest
in de fabrieken nooit
verder gaan dan het maken van faeonstaf,
bodemnauw gesmeed met aflielliug,
zooals dit in Engeland veel gebeurt.

Die fabrieksijzers, welke men nog in Engeland vindt, zijn nooit geheel
afgewerkt; men laat het aanbrengen van nagelgaten, het richten en het pas-
maken aan den hoefsmid over, opdat hem de onberispelijke uitvoeruig van
het beslag niet moeilijk worde gemaakt. Zeer waar is het, zooals Tittmann

-ocr page 108-

zegt, dat hij uitsluitend gebruik vau fabrieksijzers, de lincfnmkhhiimt verloren
moet gaan,
en moeten wij als vertegenwoordigers van deze kunst, do
fabrikateu, welke verder gaau als fafonstaf, sterk afraden, want niet alleen
voor de hoefsmeden, maar
vooral voor de paarden ligt iu de aauweudiug
daarvan een
mibestrijdbaar gevaar.

Funcke en Hu eek bleven daarop het antwoord natuurlijk niet schuldig.
Zij hebben eeu ])roef genomen bij 26 paardeii aau huune fabriek en gediu-endo
twee jaar. Zij zeggen dat de schuld van de talrijke difformiteiten ligt bij
de gebrekkige ijzers, door de hoefsmeden aaugeweud. Door deu goeden
vorm \'an huuue ijzers leeren de hoefsmeden juist deze afwijkingen vau den
goeden vorui der hoeveu keuueu eu door oen passeude ))oliaudeling naar don
uonualeu vorm terugvoeren. .Tuist lgt;ij jonge paardeu kan veel bedorven, maar
ook veel vermeden worden.

Wanneer Graaf von Einsiedel meent dat het moeilijk voor den hoefsmid
is, om zulk eeu normaal gevormd ijzer ])asseud te maken op een afwijkeudon
hoefvorm, dau moeteu Funcke eu Hueck hem dit, wat huuue ijzers betreft,
beslist tegenspreken, op grond vau hunne ervaring bij lum eigeu jianrdon.
Door de uitstekende ([ualiteit vau ous materiaal, zeggen zij verder, geschiedt
het pas maken vau onze hoefijzers gemakkelijk iu koudeu toestaud, eu do
hoefsmid kan — mits hij ziju vak goed verstaat ook bij difformiteit
der hoeven iu korten tijd, langs koudeunbsp;hot ijzer zoo richten, dat het

zoo zuiver eu luchtdicht aansluit, als met smeden eu branden niet beter te
vorkrijgen is.

Wij gaan zelfs verder en zeggeu, dat de hoefsmid, die het uiet gelukt,
het passende nummer op een willekeurigeu hoef pasklaar te makeu. ook
niet in staat is een zelf gesmeed ijzer passend \'oor dat paard te makeji.

De schade aau de kunst van hot hoefbeslag wordt rijkelijk vergoed,
wauueer de hoefsmid er maar uit leerde dat do hoofdzaak de behaudeling
\au deu hoef zelf is. Wauneer thaus de leerlingeu eu de gezellen er op
gewezeu wordeu, dat het niet voldoende is eeu goed ijzer te smeden eu hot
besnijdeu eu passen de hoofdzaak is, dan zullen ze dit veel beter begrijj)oii
bij het gebruik van onze ijzers, dan bij het gemakkelijk hoot pas.seu. Want
dit is juist het groote nadeel waaraan wij veel hoefziekteu te wijten hebben.

Auf woord van Graaf o u E i u s i e d e 1.

Funcke amp; Hueck zullen toch wel juoeteu toegeven dat geheel afgewerkte
ijzers als de huuue,
het gevaar mede brengen dat de hoefijzers onder geslagen
worden, zooals zij zijn
eu zullen niet kunnen bestrijden dat, stroug genomen.
ieder hoefijzer naar den hoef gevormd en gerieJd moet worden en goeu eukel
machinaal ijzer zuiver ])ast zouder verzetteu. Zijn de heeren zoker dat dozo
N'orbeteriug nooit achterwege zal worden gelaten?

Daar de paarden, waarvoor F. amp; H. huimo ijzers gebruiken, hoofdzakelijk
z\\-are treki^aardeu zijn, die bij voorkeur slechts stappend werk verrichten,
zoo zal hierbij de eisch van strenge uauwkeurigheid iu hot richten uiet
ondervonden worden.

De graad van nauwkeurigheid, welke bij zware trekpaarden en ook andoro
wagenpaardeu ontbeerd kan Mordeu, is echter bij rij-, ,jacht- eu reujjaarden
uiet te missen.

-ocr page 109-

Tussclieii ricliten ea ricliten is een groot ondersclieid,; wanneer het er bij
eeu groot trekpaard dikwijls op 1 M. uiet aankomt, kan een fout vau 1/4 c^M.
bij een rijpaard verderf l)rengeu.

Mijne bewering berust op eeu 30-jarige ervaring aan eigen en vreemde
paarden en op een voortdurende persoonlijke waarneming eu leiding van
het beslag iu smederijen, bovendien op de iu Engeland daarover gemaakte
studiën. Dagelijks nog ga ik de gaugeu van de paarden na, zoowel van uit
het zadel of vau af den bok en de gangen der paarden hangeu wezenlijk
vau de ligging en het passen der ijzers af. Zelfs het
meed geoefende oog is
met altijd in staat te beoordeelen of ijzers goed passen. Zij kunueu wel schijn-
baar goed liggeu, maar of zij goed werken volgt daaruit nog niet.

Grondig overtuigend werU daar slechts het gevoel in de hand en in den zit.
Dat de heeren F. amp; H. hun bekend uitstekend fabrikaat in bescherming
nemen, zal uiemand hun kwalijk nemen, eu ook ik beu er ver van dit te
willen afbreken. Maar alle dingen in de wereld hebben twee zijden en zoo
zijn het niet altijd vooroordeel of particuliere Ijelangeu, welke de smeden
tegen de fabrieksijzers innemen,
maar een dieper iugaau iu de wetenschap
\-au het hoefbeslag dwingt ze de
zelfgesmede ijzers tot beschutting vau den
paardenhoef
nog den voorrang te geveu.

De Bulgaarsche paardenarts F. vou Chelchovsky zegt omtrent fabrieks-
ijzers het volgende:

Door slechte wegeu en afstandsritteu had ik veel te iloen met het beslag
\ an miju eigeu paardeu, die door nood gedwongen met Turksche hoefijzers
beslagen waren. Daarom beschouwde ik de jiatent-fabriek hoefijzers als eeu
uitkomst, in de hoop dat deze mij toch beter zouden bevallen dan de Turk-
sche hoefijzers. Doch biunen eenige dagen werd ik van het tegendeel over-
tuigd, ouidat de fabrieksijzers uiet zuiver wildeu passen en de Bulgaarsche
hoefsmeden geen idee hadden vau het richten der Europeesche ijzers. Het
'l'urksche beslag is op deu duur nog niet zoo schadelijk als de
dure, elegante,
maar slecht gerichte
en slecht gepaste fabriekijzers.

Want iu de eerste plaats laten vele fabrieksijzers zich moeilijk richten en
ten tweede
verliezen zij meest hunne goede eigenschappen, wanneer zij eenmaal
gericht wordeu eu ziju eveu slecht eu oubruikljaar als de gewoue, gebrekkige
uit de hand gesmede hoefijzers.

(Wordl vervolgd).

VERPLEGING DER KLAUWEN.

lazen oulaugs in „Der Hiifschmiedquot; een artikel onder het opschrift:
Klauw verpleging en Slond- eu Klauwzeer. Ous kwam
het vreemd voor in oen
tijdschrift, gewijd aan het hoefsmidsvak, dat over deze ziekte werd geschreven;
immers ziekten en nog wel eeu besmettelijke ziekte, behooreu uu juist niet
tot den werkkring van den hoefsmid. Zoo ongeveer alles wat geuoemd schrift
ons in dat artikel ten beste gaf, mag gerust worden gerekend te behooren
tot de heelkunde der diereu, en behoort daarom thuis op veeartseuijkuudig
gebied. Eij uadere beschouwing dezer zaak moesten we evenwel tot de erken-
ning- komeu, dat het werk van deu hoefsmid zich ouder omstandigheden ook

Onbsp;'

-ocr page 110-

over dit terrein kan uitstrekkeii, en dat Jiet onbillijk zou zijn den vakmau
het hem reeds toegedachte gezegde „smid blijf bij je aanbeeldquot; toe te roepen.
We weten immers maar al te goed dat de grens, die de hoefziekten in de
hoefkunde en in de veeartsenijkunde innemen, niet zuiver is af te bakenen;
die grens wordt door den eigenaar van het dier tamelijk willekeurig bepaald!
Zooals door ons reeds elders werd gezegd, is het werkelijk beter, ja nood-
zakelijk om den vakman bekend te maken met alles wat aan hoef of klauw
tot den gezonden of tot den afwijkenden toestand kan worden gerekend te
behooren. Hij dient daarin wel zooveel belangstelling te toonen, wijl in de
eerste plaats zijn vak daarin van nabij betrokken is, maar nog meer omdat
hij alsdan, den toestand kunnende beoordeelen, van raad kan dienen, zoodat
de veehouder zijne hulp zal dienen te zoeken däär waar deze hem in een
gegeven geval beter kan worden gegeven.

-Redenen waarom we meenen dat er niets tegen te zeggen is, wanneer
we in een blad voor den hoefsmid een artikel als voorgenoemd vinden, en
meenen zelfs in het belang der zaak goed te handelen voor de lezers 'van
„De Hoefsmidquot; het voornaamste aan te teekenen, wat voor hen van belang
is te weten van aandoeningen van de klauwen bij of na het mond- en klauw-
zeer van het rund, een ziekte die ook ons land bij herhaling een bezoek
bracht, en ook thans weer over een groot gedeelte er van heerschende is.
Evenals elders kan zijne hulp voor de verzorging der klauwen worden in-
geroepen.

Intusschen meenen we dat een groot verschil bestaat in de runderhouding
in Duitschland of in ons land; hier immers wordt het vee over 't algemeen
van voor- tot najaar niet op stal gehouden; de weidegang Aoorkontt eene
nusvorming der klauwen, eene ver^vaarloozing hier zal daarom slechts bij
uitzondering worden aangetroffon. Evenwel herinneren wij ons zeer wel den
toestand der klauwen, zooals die in het Duitsche maandblad wordt be-
schreven, in die streken van ons land, waar de weiden schaarsch zijn, waar
slechts stalverpleging bestaat, en waar als gevolg van sterke groei zonder
afslijting van hoorn, klauwen ontstaan, waarop de dieren zich op zeer ge-
brekkige wijze kunnen bewegen, of hunne excursies b. v. naar de markt
Nolbrengen.

Op de Zaterdagsche veemarkten op het Vreêburg te Utrecht, zagen we nim-
mer ziük een abnormalen groei der klau^ven; althans niet aan die der voor-
beenen; de achterklauwen lieten wel eens te wenschen over. — Waarom eene
bespreking dezer aangelegenheid nog meer op haar plaats is, vindt haar
reden in de onkimde der eigenaars \-an het vee, om hen er op te wijzen
dat bij ziekte-toestanden een tijdig ingestelde doelmatige verzorging zij hun
vee (runderen, schapen en geiten) \'oor veel ellende en zich zelf voor erge
schade en verdriet kunnen hoeden, omdat schadelijke toestanden niet tot
ontwikkeling komen, lu genoemd artikel kan de veehouder leeren dat do
schade, die hem wordt berokkend, slechts voor een gedeelte door de ziekte
zelf wordt teweeggebracht, maar voor een ander gedeelte tot oorzaak
heeft de met de eigenlijke ziekte verbonden naziekten, en onder deze in
de eerste jilaats de klauwzweren die in den regel längeren tijd tot ge-
nezing behoeven dan de ziekte zelf. In vele ge^'allen is de schade door

-ocr page 111-

deze zweren ^'oor den eigenaar grooter dan die door de oorspronkelijke
ziekte veroorzaakt; ook is de veehouder meestal niet bekend met de omstandig-
heid dat in stallen, waar een behoorlijke ^'erzorging der voeten bestaat, een
sneller doorzieken van den \'eestapel plaats vindt; daar wordt de ellende,
die aan deze ziekte steeds is verbonden, minder gevoeld. Zonder twijfel stuit
men op grooter bezwaren wanneer men eerst dan aan de klauwen zijn
aandacht schenkt, als het mond en klamvzeer reeds z'n intrek in den stal
heeft genomen, in plaats van reeds vroeger een goede verpleging bij gezonde
diereu in te stellen, want pijnlijke klauwen kunnen moeilijker gereinigd en
besneden worden dan die Avelke niet pijnlijk zijn. Daarom is het in menig
opzicht van groot belang voor den veehouder in den tijd dat geen ziekte
bestaat, op een goeden staat der klauwen van zijn rundvee bedacht te zijn.
Bij ^-oortdurende stalhouding worden de klauwen lang, ze worden vóór op-
waarts gebogen, de lichaamslast rust dan bijna alleen op de ballen; er
ontstaan kneuzingen, zoodat de klauwen gevoelig worden, de dieren veel
liggen, het opstaan moeilijk is, waarbij ze gemakkelijk uitglijden en kreupel
worden, zelfs beenbreuk kan ontstaan en verwerpen, de eetlust gering wordt,
zich slecht \'oeden en weinig melk geven. Het gevolg is dat de klauwen
afwijkende N'ormen krijgen, en pijnlijke toestanden in de gewrichten en
banden ontstaan, waardoor het gaan gebrekkig wordt.

Genoemde schadelijkheden worden met verwaarlooziug der klauwen in
verband gebracht en daarom wordt in gemeld artikel opgewekt tot een ge-
regelde verpleging daarvan, ook in gewone omstandigheden, maar vooral
inrijden van heerschen van mond- en klauwzeer wordt zoodanige zorg nood-
zakelijk. Immers bij deze ziekte komen o.a. ook \'00r blaren aan de kroon
cn in de klauwspleet, die na een of twee dagen bersten; het is duidelijk
dat deze gewonde huidplaatsen gemakkelijker genezen bij zuiver gehouden
eu goed gevormde klauwen dan bij kromme, scheef gegroeide en vuile

voeteinden; de zweren, die zich danr ontwikkelen, kuniien boosaardig worden,

en in dit geval duurt het langen tijd voor de runderen weêr geschikt zijn
om ais trek-, melk- of mestvee te dienen , en kan soms het verlies van het dier
intreden. De geheele zorg bepaalt zich tot eene verkorting van te lange
klauwen; de regeling ^•an een goeden A'orm , zuiver maken en zuiver houden
der voeteinden, en de dieren te plaatsen op een drogen stand, A-oorzien van
zuiver, zacht, droog stroo. Het is voldoende de klaiwen eens of tweemaal
in quot;t jaar aan een flinke bewerking te onderwerpen om misvormingen met
haar kwade gevolgen te voorkomen; deze bewerking kan geschieden door
middel eener .scherpe nijptang, of met renet en rasp.

Hier kan de hoefsmid den \'eehouder van goeden raad dienen, en tevens
werkzaaui zijn voor z'n eigen lielang, want niemand boter dan hij kan do
noodige werkzaamheden verrichten.nbsp;^^

-ocr page 112-

GROOTE LANDBOUWTENTOONSTELLING TE 's-GEAVENHAGE

IN 1913.
Rubriek Hoefbeslag.
Het doel van de afdeeling Hoefbeslag is:

1.nbsp;Door het liouden van wedstrijden van verschillende categorieën van
lioefsmeden propaganda te maken voor het groot belang van eeu goed hoef-
beslag en voorts aanmoediging te geven voor verdere bekwaming iu het vak.

2.nbsp;Het publiek de groote beteekenis van het hoefsmidsvak te toouen eji
aan de vakmenschen te laten zien alles wat tot hun vak behoort.

3.nbsp;Een beeld te geven van de wetenschappelijke grondslagen, waarop
het hoefbeslag berust.

A. Wedstrijden..

^Klasse I. Een wedstrijd in het Hoefbeslag voor Burgerhoefsmeden.
Prijzen: diploma's voor gouden medailles en f 60, f 50 eu f 40, voor ver-
guld ^zilveren medailles en f 30 en f 20, voor zilveren medailles en f 10
en f 5 en eervolle vermeldingen.

In iedere provincie (zoo noodig) zal op nader te bepalen wijze een voor-
keuring plaats vinden. De beste hoefsmeden dier %-oorkeuringen zullen een
zekere vergoeding voor reis- en verblijfkosten naar Den Haag krijgen.
Daarnaast kan ieder op eigen kosten uitkomen.nbsp;quot;quot;

Klasse 2. Een wedstrijd iu het hoefbeslag voor militaire hoefsmeden
Prijzen: diploma's voor gouden, verguld zilveren eu zilveren medailles res-
pectievelijk met f 50, f 20, f 10 en eervolle vermeldingen.

Klasse 3. Een wedstrijd voor onderwijzers aan cursussen in practisch
hoefbeslag en smeden in het bezit van een diploma ais ouderwijzer in
practisch hoefbeslag. Prijzen: diploma's voor gouden, verguld zilveren en
zilveren medailles, resp. met f 60, f 40 en f 20.

B. Tentoonstelliny.

Klasse 4. Voor fabrikanten en handelaren. De commissie bej.aalt xvat
hierbij wel en wat niet toegelaten zal worden. De inzenders ziju xorplicht
gedurende den geheelen duur der tentoonstelling iemand te zonden voor
het geven van uitlegging.

a.nbsp;Materialen. IJzer, staal, hoefstaf, facoiistaf, smeedkolen, enz.

b.nbsp;Eabriekmatig vervaardigde hoefijzers.

c.nbsp;Hoefnagels.

d.nbsp;Winterijzers, kalkoenen en stooten.

e.nbsp;Gereedschappen voor het vervaardigen van hoefijzers.
/'. Gereedschappen voor hèt besnijden en besltuin.

i). Kuusthoorn, hoefkit, kurkkit, enz. en materialou voor de bereiding.

h.nbsp;Beslag voor asphaltstraten.nbsp;^

i.nbsp;Gummibeslag (lioefzolen).

j. Hoefïnlegsels van vilt, touw, leer, hout enz.
k. Hoefijzers, niet van ijzer vervaardigd.

?. Werktuigen iu de hoefsmederij iu gebruik; blaasbalgen, veldsmidsen,
boor-, knip-, pons-, vijlmachines, matricen enz.

-ocr page 113-

m. Koodstalleii, hulp- eu bedwangmiddeleii.

Klasse 5. Voor Hoefsmeden (alle zelf vervaardigde hoefijzers moet zijn
handgesmeed eu niet gevijld op de vlaktenl.
a. 10 Handgesméde hoefijzers voor normale hoeven; 4 ijzers zonder, 4 met
kalkoenen en 2 met stoot en kalkoenen. Prijs diploma quot;voor een zilveren
medaille en f 10.—.
Ii. Beslag en hulpmiddelen bij strijken. Prijs diploma \-oor een zilveren

nvedaille en f 10.—.
r. Beslag en hulpmiddelen bij klappen. Prijs diploma voor een zilveren

medaille en f 10.—.
d. Handgesmede hoefijzers voor abnormale hoeven. Prijs diploma voor een
zilveren medaille en f 10.—.

c.nbsp;Hoefschoenen, noodbeslag en beslag zonder nagels. Prijs diploma voor
een zilveren medaille en f 10.—.

/'. \Mnterbeslag, scherp beslag. Beslag tegen inballen van de sneeuw.

Prijs diploma voor een zilveren medaille en f 10.
(j. Hoefijzers voor renpaarden en harddravers en jachtpaarden. Prijs diploma

voor een zilveren medaille en f 10.
h. Beslag van muildieren, ezels en ossen. Prijs diploma \-oor een zilveren
medaille en f 10.—.
Klasse 6. De opleiding van hoefsmeden (geldprijzen of diploma's voor
medailles).

n. (ieschiedkundig overzicht van het hoefbeslag (aanschouwelijk voorgesteld).
h. Boeken, tijdschriften, platen, modellen en preparaten,
r. Plannen voor hoefsmederijen en hoefsmidscholen.

d.nbsp;Leermiddelen van scholen, leersmederijen en cursussen.

e.nbsp;Hoefbeslag, zooals het niet moet zijn (gebruikte, slecht vervaardigde ijzers).
Klasse 7. Nieuwe en doelmatige uitvindingen op het gebied A-an hoef-
beslag (geldprijzen).

Klasse 8. Ter opluistering. De (kommissie behoudt- zich bet recht voor
inzendingen hiervoor te weigeren.

EENIGE AANTEEKENIKGEX OVER HET OONCOURS-HIPPKJUE

TE DEN HAAG (HOUTRUST).
Onder de bezoekers van het concours-hippique op Houtrust te den Haag
zullen ook stellig hoefsmeden van ons land zijn geweest; voor velen zal
echter de reis bezwaren hebben opgeleverd in verband met hun zaak en
\'oor anderen weer omdat hun de afstand te ver toescheen.

Voor hen die, om welke redenen dan ook, het internationale concours niet
hel)ben bijgewoond, willen we het een en ander mededeelen wat er o. a. te
zien is geweest en wat er voor de hoefsmeden in het bijzonder viel
o]) te nierken.

De soorten paarden, die door de buitenlandsche handelaren en particulieren
in den ring werden gebracht, waren bepaald vau ongekend hooge kwaliteit. We
krijgen o]) Houtrust het neusje van den zalm te zien. De particulieren uit
Nederland, die in een nummer op dit concours wenschen uit te komen,
koopen nmandon te voren de eerste prijswinners
daarvoor op van de Hackney-
tentoonstelling te Ijonden, als ook van andere buitenlandsche concoursen,

-ocr page 114-

die vóór Houtrust plaats vinden. De bniteiilanders, zoowel partieuliereu als
handelaren, komen naar iS^ederland met paarden die ook in liuu land boven-
aan stonden. De gevolgtrekking is dus gemakkelijk te makeu, dat ons cou-
cours-liippique voor elk ander nationaal concours uiet onder doet, wat betreft
het gehalte der paarden. Er is dan ook stellig hooge waarde te hechten aan
prijzen die aldaar werden behaald. De middagprogramma's waren allen zeer
afwisselend ingedeeld en eindigden lederen dag met een nummer voor
springpaarden.

jMeer dan ooit te voreu droeg dit concours eeu iuteruatiouaal karakter;
onder de deelnemers kuuueu we thans uoemeu, Eugelschen, Canadeezen,
Duitschers en Belgeu. De Cauadeesche officieren kwameu alleen uit op spring-
paarden. De paarden waren van zeer goede kwaliteit eu tooudeu vooral hoog-
sprmgers te zijn; dit jaar werd door een Cauadeesch officier de hoogtesproug
gebracht op 2.15 M., terwijl hij met drie van ziju paarden 2.00 M. hoog
s]irong. Zelden krijgt ruen in de wereld hoogere sprongen te zien. Deze
paardeu wareu wat te heftig in het gewoue springconcours, zoodat de hinder-
uisseu niet genoeg berekend gesprougeu werden eu zij in deze uunuuers
geen prijzen behaalden. Onze Nederlandsche officieren hebben eeu schittereud
succes gehad eu wonuen veel eerste prijzen.

Onder de Nederlandsche handelaren schitterden Bolt te Oroningen,
Heuff Celleudouk te Avezaath, Amsterd. Rijt. Jlaatij., M. Hegereu
te Rotterdam en Gebr. v. d. Haar te Zeist. Zij brachten de beste in
Nederland gefokte paarden als ook Hackney's iu den ring, die zelfs tegenover
de buiteulaudsche paarden een besten iudruk maakten. Ouder de Ijiiiteu-
laudsche haudelaren waren het Philippot eu l^fathieu uit Brussel en
D. 8. Carr uit Wembley (Engeland), die veel tot het welslagen vau het
concours hebbeu medegewerkt. De uameu A-an de particidiere deeluenicrs
zullen we uiet opsommen, uit vrees er eeu te vergeten, want allcu hebbeu
de eer vau Houtrust dapper verdedigd.

^^'as er ^'oor de hoefsmeden veel te zieu en te leereu?
lu de eerste plaats een kijkje te uemeu in de stallen is de moeite waard;
eukele boxen ziju aldaar ingericht voor tuigeu-, poets- eu te\'ens slaapkanuy
voor het personeel. Waagt ge er even binueu te gaan, dan valt al gauw-
een lederen zak, iulioudeude hoefijzers eu de uoodige gereedschappen iu
het oog. De ijzers, die meu daar aantreft, zijn vau verschilleudeu vorm en
vau enorm gewicht, tot pl.u). 2 K.G. toe. Deze ijzers «-orden slechts tijdeus
het coucoursrijden ondergelegd en ua afloop wordeu de zware schoenen
uitgedaan, om door gemakkelijke, lichte nuültjes te worden vervajigen.

Ook vin.dt men er ijzers, die door middel ^-an schroeven op de onder-
liggende ijzers worden bevestigd; hierdoor is het telkens beslaau uiet uoodig,
maar de toepassing vau deze methode schijnt niet te voldoeu. Wij zageu
het slechts bij één paard. — Het beslag is bij de concourspaarden A-au het
grootste gewicht, eveuals bij de harddravers. Er valt dan ook voor hoef-
smedeu veel te leeren, wanneer zij de oogeu goed den kost geveu.

fbjewel het weer jirachtig is geweest en zelfs op twee dagen vorstelijk
bezoek heeft plaats gehad, was helaas de belangstelling ox'cr het algemeen

uiet schittereud te noenieu.nbsp;* *

*

-ocr page 115-

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Inricliting- voor hoefbeslag te Groningen. Op 8 Juli is vertrokken
de leerling E. Hoving van Sauwerd. Hoving ontving een „goedquot; getuig-
schrift. Voor de vertrokken leerling komt niet direct een nie\iwe leerling in
de plaats wegens groote drukte in de smidsbedrijven, waardoor slecht
krachten gemist kunnen worden, terwijl aan de
Inrichting ook feitelijk reeds
een voltallig aantal leerlingen overblijft, n.l. J Palthe van Peize, P. Glazen-
burg van Winschoten, H. Reinders van ]\[eeden, P. Nijdam van Zuidlaren
en H. Hofstede van Middelbert.

—nbsp;Hoefsmidschool te Tiel. Op het examen, dat 12 Juli werd gehouden

over de deelnemers aan den cursus Januari—Juli 1911, slaagden E. J. Verbeek
te Blesse (Friesland), H. J. Harmsen te Doetinchem en H. \V. J. IJseldijk
te Zutphen, allen leerlingen dezer school.

—nbsp;Zeeland. Het Bestuur der afd. Tholen van de Zeeuwsche Landljouw-
.Alaatschappij roejjt per advertentie in deze aflevering leerlingen op voor een
op te richten cursus in hoefbeslag te Scherpenisse of Oud-Vossemeer.

—nbsp;Amersfoort. Wegens het heerschende mond- en klauwzeer in do
])rovincie Utrecht zal de aangekondigde Landbouwtentoonstelling niet plaats
vinden. Daarmede
vervalt ook de wedstrijd voor hoefsmeden te Amersfoort.

L.

—nbsp;Wedstrijden in Engeland. Te Birminyham in Engeland werd in 't
laatst der vorige maand de eerste jaarlijksche wedstrijd gehouden voor
hoefsmeden. Als juryleden traden op de veeartsen William llunting, F. R.
C. V. S. te Londen en AV. Hill, A. F. C. 1.. te Devon. Beide juryleden
worden hooggeschat in dit vak; het zijn de leidende deskundigen in Engeland
op het gebied van lioefbeslag.

In 't geheel waren er 110 deelnemers, 19 in de klasse voor jachtpaarden,
47 in de rijtuigpaarden- en 44 in de trekpaardenklasse.

Volgens de uitspraak der juryleden was het werk over't algemeen buiten-
gewoon goed en zeker boven het gewoon middelmatige.

Het komt mij zeer aanbevelenswaardig voor bij volgende wedstrijden in
ons land, ook een scheiding te maken tusschen beslag \-an onze zware
trekpaarden, rijtuigpaarden en ren- en rijpaarden.

Laméris.

PERSOVERZICHT.

De Juli-afl. van Der Hufschmied bevat:
1». Over de afslijting van het hoefijzer;
2». Electro-magneten;

3». Een hoefsmid-iustallatie in het district van den Bagdad-spoorweg,

gelegen in de buurt van de Perzische goll';
4». Exp(M-t van hoefijzers, enz., naar Hiani;
5quot;. Persoverzicht en korte mededeelingen;

-ocr page 116-

6». Vragen en antwoorden.

De inhoud heeft voor de lezer« van „De Hoefsmid'' geen bijzondere be-
teekenis. Alleen zij vermeld, dat een vernageling is ontstaan bij het onder-
slaan van een ijzer, waarbij de smid de nagel zoogenaamd met één slag
heeft doorgeslagen. De eigenaar van het paard heeft een eisch tot schade-
vergoeding ingesteld. De smid, wiens knecht het euvel veroorzaakte, werd
werkelijk tot schadevergoeding veroordeeld.

In de Juni-afl. werd medegedeeld, dat bij de Amsterdamsche brandweer
de gewoonte bestaat om de paarden te beslaan met ijzers, waarvan de binnen-
tak is weggelaten, teneinde hierdoor zoowel het glijden op gladde straten
als het vernauwen van de binuen-hoefhelft te voorkomen. Een lezer vraagt
nu of een zoodanig beslag wel aanbeveling verdient, waarop de Redactie
van „Der Hufschmiedquot; antwoord, dat het slechts als uitzonderingsbeslag,
voornamelijk bij scheeve hoeven, halve klemhoeven, toepassing verdient,
doch dat overigens de voorkeur aan een gewoon ijzer is te schenken, iudien
de straal slechts den bodem raakt.

Voor het eerste halfjaar 1911 heeft de ruwijzer-productie van Duitscliland
\\-eder een recordcijfer aan te wijzen. Zij was n.1. 6.25 pet. grooter dan iu
de overeenkomstige zes maanden van het vorige jaar, eu bedroeg 7,682,639
ton, tegen 7,202,032 in de eerste helft van 1910, 6,252,489 in de eerste
helft van 1909 en 6,049,721 in de eerste helft van 1908. In de laatste
maanden is de dagelijksche productie eenigszins dalende. Deze bedroeg n.1.,
na in April met 42,847 ton haar hoogtepunt te hebben bereikt, in Mei
42,331 ton en in Juni 42,099. lu het eerste halfjaar was de geuuddelde
productie per dag 42,445 ton, tegen 39,790 ton verleden jaar en slechts
28,169 ton in 1905.nbsp;(u.
N. B. C.)

— IJzer en staal in de Vereenigde Staten. Het departemént voor handel te
^^'ashington raamt, dat Amerika iu het met 30 .funi geëindigde dienstjaar
voor § 235 millioeu aau ijzer en staal heeft uitgevoerd, d. i. ruim § 50
inillioen meer dan in het vorige jaar en bijna tienmaal zoo\'eel als in 1890.
De uitvoer bestond voor de helft uit grondstoffen, voor de andere helft uit
halffabrikaten en geheel afgewerkte artikelen. De uitvoer was niet alleen
naar de op industrieel gebied weinig ontwikkelde staten \'an Noord-en Zuid-
Amerika eu naar Oost-Azië, doch ook naar de groote cultuurstaten als
Duitschland en Engeland gericht. De New-Yorksche correspondent van de
B. B. C. maakt naar aanleiding hiervan eenige opmerkingen over de betee-
kenis der Ver. Staten in den wereldhandel, waaraan wij het volgende
ojitleenen:

De gezameulijke uitvoer van ijzer en staal der verschillende lauden bedraagt
ca. 13 millioeu ton jjer jaar, waarvan 10 inillioen van Engeland eu
Duitschland komen, terwijl de Ver. Staten zich met 1'/,^ millioeu ton tevre-
den moeteu stellen. Er zijn echter aanwijzingen, dat de Ver. Staten zich
meer en meer op den uitvoer gaau t()eleggen. Het productievermogen der
Amorikaansche fabrieken liomt meer cn meer dat van Engeland eu Duitsch-

-ocr page 117-

land nabij, doch het binnenlaudsche v-er-bruik heeft met de vermeerdering
der productie geen gelijken tred gehouden. De correspondent wijst er dan
op, dat de Ver. Staten, zoo zij hun uitvoer op aggressieve wijze willen gaan
lgt;evorderen, in een gunstige conditie verkeeren, daar zij billijker kunnen
produceeren dan Engeland en Duitschland. Dat de Amerikaansche concur-
rentie zich tot nu toe op de wereldmarkt niet meer heeft doen gevoelen,
schrijft de corrspondent toe aau de tot nu toe gebrekkige organisatie \ an
den uitvoer eu aan de eigenaardige opvattingen van de Amerikaansche
fabrikanten en handelaars, waardoor de uitvoer belemmerd wordt. Echter
moet met de mogelijkheid rekening worden gehouden, dat hieriu spoedig een
verandering kan optreden.nbsp;_
u. N. R. C._

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

HET T'OETSEN VAN :MESSIXG ENZ.

Goede resultaten verkrijgt men met zelf vervaardigde ]5oetspomade,
welke bestaat uit water, klei, salmiak en spiritus. Behandelt men met dit
mengsel, hetwelk niet te dun mag zijn, geheel vervuilde bronzen-of messing
x oorwerpen, onder aanwending van een borstel, dan verkrijgt men na de af-
wrij\-ing met een wollen doek, een volkomen gereinigd voorwerp met hoogen,
fraaien glans. In i)laats van klei kan meu ter vervanging hiervan ook krijt
aanwenden, welk preparaat, onverschillig welk poetsmiddel men ook henut,
slechts eene mechanische werking kan worden toegeschreven. De door de
andere bijmengsels opgeloste vuil- eu oxyde-deelen worden daardoor mecha-
nisch weggevoerd, onder gelijktijdig polijsten der oppervlakte. Een hoog
glanzende oppervlakte verkrijgt men overigens bij ieder poetsmiddel slechts
dan, wanneer met een wollen doek wordt nagewreven. Overigens poetst een
eu hetzelfde middel niet alle metalen even goed, hetgeen meu door i)roeveu
kan constateereu. E^'entueel kan men aan bovengenoemd preparaat nog een
spoor van soda toevoegen. Andere hijmengsels zijn geheel overbodig, en het
dient hier te worden vermeld, dat goede welbekende in den handel voor-
komende Doetsmiddeleu, slechts uit een gering aantal substanties bestaan.

M.

DE WAARDE VAN HET UITGLOEIEK BIJ IJZER EN STAAl.

De waarde van het uitgloeien bij ijzer en staal wordt in verreweg de
meeste gex-allen niet naar waarde geschat. Gewoonlijk ^■ergenoegt men er
zich mede, het materiaal x-an te voren aan uitgloeien te onderwerpen, om
het zadrter te maken, opdat het gemakkelijker te bewerken zal zlju. Dit
is wel de meest gebruikelijke en ook de meest bekende werkwijze, waaro|)
men staal en ijzer uitgloeit. Naast dit proces, waarbij het alleen gaat mn
het ijzer of staal zacht te maken, bestaat er nog een
andere zeer gewichtige
reden, namelijk het neutraliseeren van de ongelijkmatige materialen-massa
eu de innerlijke structuur. Dit laatste wordt meestal veel te weiuig in
practijk gebracht eu menige groote fout of gebrek, welke
men later ontdekt,
luidden door een doelmatig uitgloeien ^'erholpen kunnen worden.

De waarde \'an het goed uitgloeien, met de bedoeling een gemakkelijke
bewerking te verkrijgen, is genoegzaam bekend, zoodat wij daaro]) met

-ocr page 118-

verder l)elioevon iii to giiaii. Jliiuler in gchrnik is liet iiitgloeien van
liet materiaal, met het dool alle voorhanden zijnde onregelmatigheden te
N'erwijdereii.

Nemen wij hierbij in de eerste plaats de structuur A-an het metaal. Deze
bezit door uitwalsen, trekken enz. meer of minder verstoringen en spanningen.
Die gebreken worden later bij het uitsmeden van het werkstuk nog ver-
groot, bijzonder dan wanneer dat voorwerp tot zijne voltooiing dikwijls in
het vuur is geweest. Wordt ^-oor een neutraliseeriug dezer gebreken niet
gezorgd, dan vormen zich later l)ij het geliruik, of reeds bij het harden,
scheuren of breuken.

Smeedt men b.v. uit een staaf of stuk staal een gecompliceerd werktuig,
daii worden de spanningen welke zich reeds in dit materiaal bevonden,
nog aanmerkelijk vergroot. Deze zal men vóór het harden
eerst verwijderen,
doordat men dat stuk van te voren uitgloeit; men loopt dan minder gevaar,
dat het zich later vertrekt of scheurt. Er moet hierbij het materiaal gelegen-
heid worden gegeven zich in zijn structuur te kunnen herstellen, opdat
zich de moleculen gelijkmatig neerzetten.

Echter niet alleen het be^-rijden \-an sj)anningen begunstigt een practisch
uitgloeien, het regelt ook de kwaliteit, d. w. z. het verdeelt ook de aanwezige
onregelmatigheden, de samenstelling van het materiaal. voor het grootste
gedeelte.

Goed gegloeid ijzer is taaier en gelijkmatiger van kwaliteit dan ongegioeid.
Dit is b.v. ook voor de inzetsharding van groote lieteekenis. Vooral de in
het ijzer aanwezige ^-reemde lichamen zijn schadelijk voor de inzetsharding.
Zoo is de inwerking hiervan b.v. op plaatsen met eenig zwavel of koolstof
minder toegankelijk. Deze ongelijkmatige samenstelling veroorzaakt dan harde
en weeke plaatsen. Door uitgloeien zullen deze gebreken eenigszins verholpen
worden, en verkrijgt men in ieder geval een beter product. Wanneer de
vorm bij het uitgloeien zich eenigszins mocht veranderen, dan zal dit niet
door slaan, doch wel door bewerking met de vijl of amorilsteeu verholpen
worden, waarop dan steeds met de afmeting te rekenen valt.

Bij uitgloeien moet langzaam en gelijkmatig verhit worden. In ieder geval
zullen de gioeikisteii niet geopend worden, voor en aleer het voorwerp
geheel is afgekoeld. De afkoeling moet zeer langzaam geschieden, en elke
toetreding van lucht dient daarbij te worden vermeden.nbsp;:\r.

ADVERTENTIËN.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de chemicaliën-
en drogerijen-handel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Frijsconranten
voor HH. veeartsen
en hoefsmeden op aan\Tage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in De Hoef-
smidquot; opgenomen.

-ocr page 119-

Cursus in Hoefbeslag.

Do alVl. Tholca Z. L. M. roept Smeden op, dio dool willen nemen
aan een ilit najaar oj) te richten
CurSUS in Hoefbeslag te Scherpeiiisse
of te Oiu^-Vossem eer; leeftijd minstens 16 jaar. Cursusgeld hij vooruitbeta-
ling. Aanmelding met uaam en adres vóór
25 Juli a.S., bij deu Heer
J. A. DE GRAAFF, Veearts te Scherpenisse.

Het Dagelijksch Bestiuir der afd. vooruoenul,
Jhr. J.
V. VREDEKI3ÜI1CH, Voorz.
.J. A. SNIJDER, Secr.

■ 4. \ Ijzer
Smeedbaar giet j. ^^

staal

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen

F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

Billijke condities

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

H0EFIJZER8,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

-ocr page 120-

S. C. Hl. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM-

Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

. Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Hill

Tekffriiiii-idrps
m .IiiïleRlraat
üoKeriliiiii.

Tépliiiiiii
ïö. |:|.gt;).

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voordeelig, gciiinkkelijk in gchi-uik. — Kunnen niet loslaten.

Jierk „Pacificquot;,

:\rerk „Dexterquot;,
met flink liieldvk.

met zwaar Jiielsfiik.

Open zolen uit één stuk kuuneu
das onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, ))rijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten van 4Jy tot
Eng. dm., uiterste breedte buitenkant
ijzers gemeten.

^ierk „Ramblerquot;,

in witfp eu grijze

Caoutchouc,
oy leder ojigenaaid
met flink hielstuk,
^•oorradig ^'au

Jlerk „Chicagoquot;,

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware jjaar-
den, \-oorradig \

tot Eng. dm.
Uiterste breedte buitenkant ijzers geni

7-1- tot Eng. dm.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Luclitdrukzool

in 8 verschillende maten voorradis.

Strykringen
niet riempje.

Hoef-
randen.

Las- of Welbladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open Caoutchout'
zool,
merk B. V')
in 7 maten, vooiquot;
en achterijzers
\-oorradiff.

Kunsthoorn.

IW^ Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 121-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 8.

-ocr page 122-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMIPANY's HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemakl^elijllt;en
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zijn verkrijgbaar iii vier verscliillende façons :
liaiubert Open Pad in 10 maten.
IJar I*ad ... in 13 maten.
Fros l'ad .... in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in H maten.
Vraag prijzen bij:

ALS HET PAARD KON PRATEN

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Het werk prijst den meester niet altijd ! — Machinale hoefijzers (vervolg). —
Over het ontstaan van rotstraal. — Korte mededeelingen. — Persoverzicht. —
Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag. —
Advertentiën.

-ocr page 123-

HET WERK PRIJST DEN MEESTER NIET ALTIJD!

Wanneer men een weinig belang stelt in het hoefsmidsvak, en bijgevolg
ook in dat der beoefenaren er van, zal men niet licht een werkplaats voorbij-
gaan zonder een kort bezoek te brengen, en zulks stellig wanneer daar een
zekere bedrijvigheid heerscht. In het dorp kan men de „hoop des vaderlandsquot; ,
als '.t geen schooltijd is, gewoonlijk vinden in de onmiddellijke omgeving
van de smederij, liefst aan den ingang der werkplaats of bij den noodstal,
als deze aanwezig is.

Het bedrijf van den smid heeft steeds iets aantrekkelijks gehad voor een
ieder, ook als hij vreemd is aan het vak; voor den deskundige, hetzij hij
zelf het vak uitoefent, of op dit terrein liefhebbert met eenige kennis daar-
van, heeft die belangstelling een anderen grond, want hij is er zeker van
dat een dergelijk bezoek slechts zeer zelden afloopt, zonder dat hij iets
opmerkt wat zijn belangstelling waard is, of
wel voor hem nieuw is, leerzaam,
in elk geval gewichtig genoeg om in goeden of wel slechten zin door hem
met den steeds vriendelijken smidsbaas te bespreken. Mij althans gaat 't zoo,
en is er niets nieuws te behandelen, zoo blijf ik er toch gaarne eenigen
tijd vertoeven om over het bedrijf een boom op te zetten. De stof, die ge-
woonlijk aanleiding hiertoe geeft, wordt gevonden in den voorraad oude,
gebruikte hoefijzers, die bij de vernieuwing van het beslag niet onverschillig
bij het oud roest werden geworpen, doch zorgvuldig waren opgeborgen als
een curiosum van het werk van een bekenden of onbekenden collega.

Hoewel men over zulke afwijkende ijzervormen niet steeds een juist oor-
deel kan vellen, eigenen sommige zich daartoe bijzonder goed. Ik kreeg op
deze wijze bij m'n jongste bezoek aan een flinke, druk bezochte smederij'
een hoefijzer te zien „a la Bourgelat;quot; 't was een ijzer voor grooten hoef
met sterken opzet aan den toon, en een weinig minder sterken opzet aan de
einden der ijzertakken, zooals zulks door genoemden heer B. ongeveer in het
midden der 18® eeuw werd geleerd.

Onze goede landgenoot-smid heeft wellicht gedacht, dat de stand en de
gang van het paard bijzonder gediend zouden zijn met die wiegvormige
ijzervlakte en de daarmede gepaard gaande onnatuurlijke bekapping van den
hoef. We willen aannemen dat deze werkman alsnog spoedig in de gelegen-
heid zal komen om die oud-Fransche slechte liefhebberij af te leeren, want
we willen toch niet aannemen dat hij behoort tot die werklieden, die, na
zich een briefje van bekwaamheid te hebben verworven, het niet noodig
achten om het geleerde in practijk te brengen, wellicht de practijk van een
zijner voorvaderen, die den ongelukkigen tocht naar Moskou heeft mede-
gemaakt.

Een tweede werkstuk, in dezelfde smederij opgelegd, heb ik hier vóór
me liggen; ook dit verdient om nader te worden behandeld, hoewel jammer
genoeg, ook niet om zijn goede gewaardeerde eigenschappen. Het steltvoor

-ocr page 124-

een linker acliterijzer, voorzien van zeven stampgaten, vier in den buiten-
en drie in den binnentak, met nagelgaten zoo ruim, dat geen nagels be-
schikbaar zijn sedert deze machinaal worden vervaardigd; men zou zoo
denken dat de maker van het ijzer had willen voorkomen om het gewichtige
hoefmechanisme hinderlijk te zijn. Daarbij schijnt hij een bewonderaar
te zijn vau de oude Duitsche ijzervlakte, want eenig verschil in draagvlakte
en afhellende vlakte was over de geheele lioefvlakte van het ijzer niet te
bekennen. Hoe hij over dien vorm moet oordeelen, zouden de oud-collega's
Osmer, Clark en Moorcroft voor ruim 100 jaren geleden hem reeds hebben
kuimen onderrichten. Bij het bestudeeren van dit ijzer kwam ik onwille-
keurig op de gedachte, dat het voor dezen werkman een weldaad zou zijn,
als hem een toestelletje werd thuis gezonden dat ik indertijd, in 1881, in
gebruik zag aan de inrichting voor hoefkunde te Weenen, destijds onder
de leiding van den Oberveteriniir Parzer. Dit toestel werd geplaatst in het
schrootgat van het aanbeeld; de gloeiende ijzerstaven werden in die matrijs
geleid door de handtang en met enkele flinke hamerslagen tot een hoefijzer
ge\'ormd, voorzien van een keurige draagvlakte en afhelling. Hier zag men
dus een gedeeltelijke nmchinale bewerking van het hoefijzer, waarschijnlijk
iu navolging van den boven reeds genoemden heer Moorcroft, die immers
omstreeks het jaar 1800 de ijzers reeds met behulp eener machine
vervaardigde. Het was ^•oor mij iets geheel nieuws, en maakte het werken
van een paar „Kurschmiedenquot; , die daar op order vau hun chef voor mij achter
het aanbeeld stonden en in een paar minuten een keurig afgewerkt hoefijzer
aanboden, een zekeren indruk op mij.

De vervaardiger van het iu quaestie zijnde ijzer heeft stellig geen cursus
voor hoefbeslag bezocht; dan immers had hij wel een ritsijzer geleverd. Ik
zal 'm nu maar deu raad geven om naar een dergelijke gelegenheid om zijn
vakkennis te vermeerderen uit te zien. Aan gezegd ijzer was intusschen nog
meer te zien; het was l)lijkbaar gemaakt om als strijkijzer te dienen; de
smalle binnentak wijst daar op, en ik deuk ook de zettiug van dien sumllen
tak, die intusschen ongelukkig de verkeerde richting is uitgegaan, zoodat,
in plaats van bodemuauw, de ijzertak bodemwijd is geworden; het ijzer zal
dus wel uiet bijster goed hebben beantwoord aan z'n doel, waarvoor het
bestemd is geweest.

Zooals de lezer heeft opgemerkt wijst alles aan dit ijzer, ook de oni'egel-
matige plaatsing der nagelgaten, op een slordige afwerking; hier was stellig
geen goed werkman aan deu arbeid geweest, een die niet weet en er ook
niet op gewezen is dat z'n vak eeu schoon vak is, maar slechts dan, wan-
neer het met de vereischte kunde wordt beoefend. Is dit laatste niet het
geval, dan blijft vau den hoefsmid alleen over de werkman in de zwarte
smederij, weinig van beteekenis en niet gerespecteerd. Zulks is tegen de
belangen van het vak, maar vooral ook verwerpelijk om de eenvoudige
reden dat hij op deze wijze zijn werkgever benadeelt, aan wiens eigendom
hij schade toebrengt. Het is onder dergelijke omstandigheden dan ook niet te
verwonderen, dat klachten worden vernomen over het beslag en dat de
eigenaar wegens zorgelooze behandeling, waaraau zijn paard is blootgesteld,
het beslag aau een ander vakmau toevertrouwt.

-ocr page 125-

Bovengemelde voorheelden van afkenringswaardig handwerk komen her-
haaldelijk voor; zij dragen er sterk toe bij
o. a. dat het machinaal beslag
meer en meer ingang zal vinden, en zulks met recht, wanneer het handwerk
geen goed werk levert of niet kan concurreeren met hetgeen door de fabrieken
wordt in den handel gebracht, onberispelijk van qualiteit en bewerking.
De machinaal vervaardigde hoefnagel heeft het handwerk geheel verdrongen;
het machinaal vervaardigde hoefijzer kan ook ten onzent z'n weg wel vinden,
en zal in sommige gevallen, in verband met het bovenstaande, zeer waar-
schijnlijk als een weldaad voor het paard moeten worden beschouwd.

MACHINA r.E HOEPIJZERS.

(Vervolg.)

De hoefsmid Behrens, bekend eigenaar van een leersmederij te Rostock,
zegt omtrent de woorden van Graaf von Einsiedel:

„Het zijn niet altijd vooroordeel en particulier belang, die de smeden,
en zelfs ervarene, tegen de fabrieksijzers innemen, maar een dieper inzicht
in de wetenschap van het hoefbeslag, dwingt hen de zelfgesmede hoefijzers
nog den voorrang te geven.quot;

Het volgende:

Hiermee ben ik het geheel eens, en moet hier nog bijvoegen dat ik om
de navolgende redenen
zeer tegen fabrieksijzers ben, omdat zij de kunst van
het hoefbeslag
geen schrede voorwaarts maar achterwaarts zullen voeren.

Het ligt toch voor de hand, dat vele smeden en in 't bijzonder dezulke,
die gemakzuchtig zijn en moeilijk uit hun oude sleur zijn los te scheuren,
met blijdschap toegrijpen als hun de gelegenheid wordt geboden ijzers te
gebruiken die fabriekmatig gemaakt zijn, in plaats van zelf de aanmaak
van hoefijzers volgens de regelen der kunst te leeren.

Afgezien van de bizondere schade, welke aan de paarden en paarden-
eigenaars door de aanwending van fabrieksijzers wordt toegebracht, hebben
de hoefsmeden nu het nadeel dat zij ook nog dat weinige verloeren wat zij
door den aanmaak van hoefijzers hebben geprofiteerd.

Om de goede zaak werkelijk te dienen, moeten wij streven om de hoef-
smeden steeds meer en Ijeter in het hoefbeslag op te leiden en daartoe
behoort dat zij zich ook de noodige techniek in het maken van rationeele
hoefijzers eigen maken. Hoewel ik gaarne erken dat de door Funcke en
Hueck gefabriceerde hoefijzers beter zijn dan vete andere fabrieksijzers, zoo
bezitten zij nog lang niet die eigenschappen, welke ik van een rationeel
hoefijzer verlang.

De fabrikanten Funcke amp; Hueck blijven een weder-antwoord aan
Graaf von Einsiedel niet schuldig.

Zij zeggen: Is het niet in de meeste gevallen beter onze ijzers onder te
leggen dan die gebrekkige, welke de hoefsmid 's winters, meestal 's avonds,
in voorraad heeft gemaakt of door zijne leerlingen heeft laten maken? Dit
is regel bij het maken van hoefijzers en daarom kan een goed gevormd en
uitstekend gemaakt fabrieksijzer een wending ten beste geven.

-ocr page 126-

Dat het hoefijzer door ons gemaakt een uitstekend product is, erkent
graaf von Einsiedei zelf.

Het in kouden toestand pasklaar maken, gaat best, beter dan warm,
daar het koude ijzer met de hand aangevat en opgepast kan worden. In
warmen toestand geven de hamerslagen te diepe indrukken in de smeedbare
massa. Voor het luchtdicht passen kan men het warm maken, als men niet
van koud passen wil weten.

Grraaf von Einsiedel's wederantwoord.

Als antwoord op de vraag der heeren Puncke amp; Hueck zeg ik: dat
wanneer het fabrieksijzer werkelijk past (en van hetzelfde materiaal is
vervaardigd ! Referent), het zonder twijfel boven een in winteravonden door
leerlingen aangemaakt hoefijzer is te prefereeren.

Daar echter bijna zonder uitzondering een klaar fabrieksijzer evenmin past
als een halfklaar door leerlingen in voorraad gesmeed hoefijzer, zoo zal in
kundige hand een
halfklaar leerlingsijzer gemakkelijker naar rfe« wei pasklaar
te maken zijn dan bovengenoemd fabrieksijzer, vooropgezet dat het leerlings-
ijzer naar een zinhebbend systeem is voorbewerkt.

De hoefsmid Kliemchen zegt omtrent fabrieksijzers nog het volgende:
Uit het statistisch jaarboek blijkt dat in Duitschland 3.500.000 paarden zijn;
worden deze gemiddeld 8 maal beslagen, dus 32 hoefijzers, dan komt men
tot een hoeveelheid van 112.000.000 hoefijzers.

Drie man per dag 10 uur werkende zijn in staat per uur 8 hoefijzers te
wellen of 12 stuks van den staf te maken, dus gemiddeld 10 stuks per
uur, waaruit volgt dat 3 man per dag 100 hoefijzers kunnen maken.
Berekend tegen 300 arbeidsdagen, zijn er 11200 hoefsmeden noodig om 112
millioeu hoefijzers te maken. Wordt nu het 4® deel door machinale ijzers
vervangen, dan komen daardoor 2800 hoefsmeden zonder werk.

lange ervaring zal men wel tot het inzicht komen dat zelfs door het
zuiverst koud passen van een normaal gevormd machinaal hoefijzer op een
slechts weinig gedeformeerden hoef wel veel schade aanricht, veel meer
dan met een uit de hand gesmeed slechter, maar met den hoefvorm over-
eenkomend hoefijzer, ooit ontstaan kan.

De Zwitsersche remonte-paardenarts Lab hart vindt dat de verdedigers
van de tegenwoordige beslagmethode zich te veel op het standpunt van het
handwerk geplaatst hebben en zegt dat alle schrifturen en streven ten
gunste der handwerkers als nutteloos zullen vervallen, zoodra gebleken is
dat het machinaal product evengoed of nog voordeeliger is dan de handen-
arbeid.

In het Zwitsersche leger werden vele proeven genomen met fabrieksijzers
bij de cavalerie en artillerie.

Dquot;'. Anton Sticker, eigenaar van een Engelsche hoefsmederij, zegt
in een artikel over „Het rijkshoefijzerquot;: Met recht staan onze hoefsmeden
wantrouwig tegenover zulk een fabriekmatig vervaardigd hoefijzer.

Het is immers veel moeilijker en tijdroovender een reeds foutief gevormd
hoefijzer met foutieve draagvlakte en plaatsing der nagelgaten in een passend
ijzer om te vormen, dan uit een rechte hoefstaf dadelijk een gemakkelijk
en passend hoefijzer te smeden.
nbsp;(Wordt vervolgd.)

-ocr page 127-

OVER HET ONTSTAAN VAN ROTSTRAAL.

Dr. S t e i n b a c h , practizeerend dierenarts te Dresden, iieeft in 1909
onderzoekingen verricht over rotstraal in het Instituut voor hoefkunde, ver-
bonden aan de Veeartsenijkundige Hoogeschool te Dresden en de resultaten
van dat onderzoek medegedeeld in een verhandeling, getiteld:
„Bijdrage tot
de kennis van den rotstraal en de door rotstraal veroorzaakte
hoef ringen.quot; De
Schrijver heeft daarbij ook de omstandigheden besproken in verband met
het ontstaan van dit hoeflijden en komt thans in de
Augustus-aflevering van
„Der Hufschmiedquot; daarop nader terug. Het onderwerp is van practische
beteekenis en wij ontleenen hierom aan het laatste artikel het volgende:

De Sehr, zegt woordelijk:

Een aantal vee-artsen en andere deskundigen hebben zich over dit onder-
werp uitgesproken. Ik heb nagegaan wat er in de onderscheidene veeartsenij-
kundige werken en in tijdschriften dienaangaande is medegedeeld en heb
gezocht, terugloopende tot het werk van S e u t e r (1599) en dat van von
R u i n i (1603). De inzichten van de onderscheidene Schrijvers loopen vrij be-
langrijk uiteen, al zijn er dan ook velen, die in hun inzichten overeenstemmen.

In den ouden tijd was men de meening toegedaan, dat bij het voorkomen
van rotstraal het geen aanbeveling verdiende naar herstel van dit lijden te
streven, daar juist door het bestaan van het lijden tal van kwade sappen
het lichaam zouden verlaten. In elk geval waarschuwde men voor een te
snelle genezing van het lijden. Later kwam men tot andere inzichten, en
werd onreinheid, ontstaan door verwaarloosde hoefverzorging, als oorzaak
aangewezen.

In het groote tijdsverloop tusschen de oudheid en thans zijn de volgende
oorzaken door onderscheidene Schrijvers vermeld: Geneesmiddelen (vooral
scherpe zalven), veel behang, grove beharing van de beenen, klemhoef,
smalle hoef, verwondingen en kneuzingen van den hoef, moerassige bodem,
het vele wasschen van de hoeven, vooral bij militaire paarden, z.g. permanente
paillasse, turfstrooisel, houtbevloering, gummizolen, stroomatjes en andere
hoefinlegsels, gebrekkig besnijden van de hoeven en onvoldoende hoef-
verpleging (te hooge verzenen), te sterke besnijding van de hoornzooi en den
hoornstraal), druk van het hoefijzer door te breede of te dikke takken,
verbranding van den hoef door te warm passen van het ijzer, ijzers met
kalkoenen, die den straal verhinderen met
den bodem in aanraking te komen,
slecht beslag, verder bovenmatige vochtigheid, of overvloedige sappen in
het dierlijke lichaam, inwendige ziekten zooals droes, rheumatisme enz.,
onreinheid van de hoeven, vuile stallen, hoefomslagen, slechte weers-
omstandigheden, veel in
den stal staan, harde stalvloer en hard-droog strooisel,

die den straal doen scheuren, te groote droogheid, vochtig strooisel, stal-
mest, mok, aandoeningen van
den vleeschstraal, kneuzing van den hoornstraal.

De eene Schrijver legt meer den nadruk op deze, een andere daaren-
tegen meer op gene oorzaak. In den tegenwoordigen tijd beschuldigt men,
trouwens reeds sedert geruimen tijd, in hoofdzaak twee factoren, zijnde
onreinheid van hoeven en strooisel en onvoldoende beweging van het dier.
In afwijking met deze vrij algemeene opvatting publiceerde in 1897 Geisz,

-ocr page 128-

vroeger leeraar in hoefbeslag te Hannover, dat z.i. niet onreinheid als eerste
oorzaak moest worden genoemd, maar wel gebrek aan beweging.

Men vindt — zegt hij ^ rotstraal dikwijls bij paarden, die ook ten
opzichte van hun hoeven een beste verpleging genieten; verder komt het
lijden bij militaire paarden in den winter veelvuldiger voor dan in den
zomer. Ten slotte is de hoefverpleging bij werkpaarden uiet de beste en
toch komen bij deze weinig gevallen van rotstraal voor.
Gr. wijst er op dat
tal van paarden een zekeren aanleg voor dit lijden bezitten, eveuals sommige
uieuscheu voor zweetvoeten. Zijus inziens vormt de hoeflederhuid nieuwe
hoorucellen, welke jonge cellen echter vervallen, voordat zij voldoende
stevigheid hebben verkregen.

(t. zegt ook: het lijden bestaat niet in het rotten van den hoornstraal,
maar het is eeu ziekelijk, miu of meer sleepend verloopend proces aan de
jongste cel-lageu van den hoornstraal, waarbij deze niet, zooals onder gewoue
omstandigheden, verhoornen maar tot een witte kaasachtige massa vervallen.

Bij miju eigen onderzoekingen zegt Dr. Steiubach heb ik deze opmer-
kingen van Geisz steeds onder de oogeu gehouden. Ik onderzocht den straal
bij vele levende pfiarden en van doode hoeven en vond daarbij, met be-
trekking tot het \'oorkomen van het hoeflijden, gedurende twee voorjaars-
maanden, 490/j der paardeu daarmede behelpt. Ik geef toe dat meu een
gering percentage vau de gevallen bij een oppervlakkig onderzoek vau den
hoornstraal kan vaststellen. De stelling van M. Luugwitz (die gedurende een
geheel jaar alle paarden, aangevoerd in de leersmederij te Dresdeu, op
rotstraal onderzocht) dat rotstraal ongeveer dul)bel zoo vaak aau de achter-
hoeven als aan de voorhoeven wordt aangetroffen, onderschrijf ik ten volle. In
het meerendeel der door mij waargenomeu gevallen zetelde het lijden in de
middelste straalgroeve en bij alle ernstige gevallen was het lijden in de
middelste straalgroeve het ergste.

In vele gevallen viel het op, dat het achterste gedeelte van den hoorn-
straal miu of meer trapsgewijze was gekloofd. Met zelden lagen niet minder
dan 5 a 8 kloveu trapsgewijze over elkaar. De richting der kloven was van
achteren naar voren en vau beneden uaar boveu. Ook liepen zij evenwijdig met
de opper- of wel de binnenvlakte vau den hoornstraal, alzoo evenwijdig met
de richting vau den vleeschstraal. Zoover ik weet is deze mcdedeeling door
niemand eerder gedaan.

De bovenste, alzoo de jongste kloof, bevindt zich dikwerf nabij den
vleeschstraal, dus in de jongere hoornlagen van den straal. Deze eigen-
aardige laagsgewijze splijting van den hoornstraal kan o. a. Geisz in zijn
boveu nader toegelichte opvatting over het ontstaan van het lijden hebbeu
versterkt.

Ook Karnbach, die kort geleden onderzoekingen over dit onderwerp
heeft verricht, zegt dat rotstraal met eeu verandering vau de jongste cel-
lagen van deu hoornstraal begint. Volgens hem vervallen deze tot eeu vuile
kaasachtige massa, zoodat midden in deu hoornstraal spleten optreden, die
geen verbinding met de buitenlucht hebben. In verscheiden gevallen zag hij
die hoorucellen in hun uiterlijk voorkomen en iu hun ontleedkuudigen bouw
veranderd.

-ocr page 129-

In verband met liet voorgaande gelooft K. dat onvoldoende beweging,
ondoelmatig beslag en klemlioef elk voor zich bloedarmoede van den vleesch-
straal tengevolge hebben en dat hierdoor de
hoornvorniing wordt belemmerd.
Het schijnt dus dat ook deze Schrijver onreinheid niet in de eerste plaats
genoemd wenscht te zien, wat het ontstaan van den rotstraal betreft.

Op grond van mijn onderzoekingen, zoowel gedaan met het bloote oog
als met behulp van het microscoop, ingesteld bij loodrecht door de jonge
cellagen van den hoornstraal en van den vleeschstraal gemaakte doorsneden,
meen ik het volgende hierover te mogen opmerken:

Gewoonlijk verstaat men onder hoornstraal datgene wat onmiddellijk aan
den vleeschstraal aansluit. De jongste cel-lagen van den hoornstraal zijn
echter nooit vervallen, zelfs niet in die erge gevallen, waarbij de vleesch-
straal schijnbaar geheel bloot ligt. Wanneer men echter het onderzoek beperkt
tot ontschoende hoeven, zoo vindt men dikwijls gevallen waarbij de hanekam
voor een kleiner of grooter deel geschonden is of ontbreekt. Hierdoor is
licht op een dwaalspoor te geraken. Men kan echter gerust aannemen dat
deze defecten ontstaan zijn op het moment der ontschoening.

Schr. heeft zijne uitspraak op een aantal nauwkeurige onderzoekingen
gegrond en verklaart nooit de hoeflederhuid op een enkele plaats geheel
van hoorn ontbloot gevonden te hebben. Jonge hoorncellen worden evenwel
veel gemakkelijker door rottingsinvloeden aangetast dan oudere, die door
den invloed der lucht meer ingedroogd zijn. Op grond van de gedane
onderzoekingen is Schr. innig overtuigd, dat rotstraal in de eerste plaats
wordt beïnvloed door vuil, dat van buiten af met den straal in aanraking
komt, en waarbij de middelste straal groeve, vooral wanneer deze smal is,
den gunstigsten bodem oplevert. Vuil wordt er vrij gemakkelijk ingetrapt
en blijft er eveneens gemakkelijk, in terug, terwijl de in de diepte aan-
wezige hoornzelfstandigheid gemakkelijker door het vuil wordt aangetast.

Schr. wijdt er verder over uit, dat bij luxepaarden met smallere straal-
groeve eerder inwerking van het vuil op den voorgrond kan.treden dan bij
zware paarden met wijde hoeven, dikken straal en wijde straalgroeven, enz.

*

Zoowel Dr. Steinbach als Geisz en Karnbach zijn het er over eens, dat
voor het ontstaan van rotstraal, het intrappen van vuil, liet niet verstrekken
van voldoende beweging, het niet of onvoldoende in aanraking komen van
den straal met den bodem, te veel en te weinig vocht, het besnijden van
den straal en hierdoor het blootleggen van de zachtere straalcellen, alle het
optreden van rotstraal in de hand zullen werken. Het verschil tusschen de
onderscheidene inzichten ligt alleen daarin, dat de een de inwerking van
het vuil en de andere onvoldoende l.eweging in de eerste plaats als oorzaak
wenscht genoemd te zien. Dr. Steinbach betoogt nog dat voor zijne meening
pleit het veel meer aan rotstraal lijden van de achterhoeven dan van de
voorhoeven, hetgeen o.i. ook geen overtuigend bewijs is, daar belemmering
van den bloedsomloop bij de achterbeenen, ook in andere omstandigheden,
eerder valt waar te nemen.

-ocr page 130-

(Hoe het ook zij, uit een practisch oogpunt doet het weinig af welke
der oorzaken in de eerste plaats wordt gesteld. Het is min of meer van
zelf sprekend, dat de eigenlijke oorzaak zal zetelen in het ingetrapte vuil,
man,r ook dat onvoldoende beweging een minder krachtige bloedsomloop in
den hoef tengevolge zal hebben, waardoor eenerzijds een minder krachtige
nieuwvorming vau hoorn zal optreden en anderzijds een geringer weerstands-
vermogen tegen de rottingsbacteriën, die voor hunne ontwikkeling onder meer
een rustige woonplaats behoeven en door luchtverversching in hunne ontwikke-
ling worden belemmerd. In het laatste schuilt tevens de reden, waarom het
rationeel is te achten, dat doode stukken van den straal worden afgesneden en
dat zijdelings uitwijkende straalgedeelten dienen te worden weggenomen. Dit
laatste heeft zijn voor en zijn tegen. Het voordeel is gelegen in het gemakkelijker
uitvallen van ingetrapt vuil en het nadeel dat zachtere hoorn komt bloot
te liggen. Het voordeel is echter grooter dan het nadeel en het gevaar
hiervan is bovendien te ondervangen door de eerste paar dagen na het
besnijden, na droge reiniging, de besneden gedeelten met bruine teer in te
smeren.

Red).

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Inrichting voor Iiocfbcslag te Groningen. Zaterdag 4 Augustus
zijn vertrokken met een goed getuigschrift de leerlingen P. Glazenburg
van Winschoten en J. Palthe van Peize. Op 6 Augustus zijn als leer-
lingen toegelaten K. Snakenborg van Kolham en K. Mar ing te Zeerijp.

(quot;In plaats van Maring zou gekomen zijn H. Halt van Norg, doch deze
hebben onderling geruild en komt Halt nu in October).

Mede houden thans aan de Inrichting verblijf de leerlingen H. Reinders
van Meeden, P. Nijdam yan Zuidlaren en H. Hofstede van Middelbert.

—nbsp;Cursus in hoefbeslag aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht.

De hoefsmidsleerlingen W. Schoonhoven van Utrecht en Jf. V i e t s
van Barneveld hebben met goed gevolg den cursus bijgewoond van 1.Februari
tot 31 Juli 1911.

Voor den wintercursus, die 1 September aanvangt, kunnen weer drie
hoefsmidsleerlingen in aanmerking komen.

— H-kalkoenen, systeem N e u s s. In den afgeloopen winter zijn bij het
wapen der cavalerie uitgebreide proeven genomen met den H-schroefkalkoen,
patent Neuss, van Leonhardt amp; Co. Hierbij is gebleken dat bij groote gladheid
het uitglijden niet werd voorkomen, door onvoldoende scherpte.

Deze ervaring klopt met die, reeds gemaakt in den winter van 1892/93.
Lungwitz schreef daaromtrent het volgende: Den 4 en 5 December 1893
bracht ons in Dresden veel ij zei, zoodat de paarden zeer moeilijk vooruit
konden komen. De zoo dikwerf geroemde H-kalkoenen van Neuss hebben
gedurende dezen tijd niet voldaan. De paarden vonden onvoldoenden steun
en de ijzers, die met twee H-kalkoenen in den toon voorzien waren, moesten

-ocr page 131-

door insteekstooten worden vervangen. Lungwitz Sr. heeft dezelfde ervaring
aan zijn eigen rijpaard opgedaan op ijs. De H-kalkoenen bezitten wel is waar
een groote duurzaamheid en zijn ook voor gewoon winterweêr voldoende,
bij ijzel of op het ijs laten zij ons echter in den steek en de oude kalkoenen
met beitel- of pyramidalen kop blijken toch goed en voordeeliger te zijn.

Ook Schubert te Augsburg publiceerde in 1900 dezelfde ervaringen.

L.

— Waargenomen beslag op keuringen. Van de talrijke in den laatsten
tijd gehouden keuringen bevat „Het Paardquot; geregeld min of meer uitge-
breide verslagen, waarbij meermalen ook het hoefbeslag ter sprake wordt
gebracht.

Zoo werd o.a. gezegd omtrent het gehalte der te Valkenburg op 18 Juli
vertoonde merries: De meest voorkomende fouten bestonden in te licht
beenwerk, vooral te fijne voorpijpen, Hauwen rug, minder goeden stap, terwijl
sommige beste hoeven hadden en andere in hoefvorm te wenschen lieten.

De verslaggever van de keuringen van 2—7-jarige merriën te Eist schreef:
Het is ons in de verslagen van Gelrus, .... meermalen opgevallen dat dik-
werf de aandacht op den aard der hoeven wordt gevestigd. Het is ons ge-
bleken, dat ook thans op de keuring te Eist verscheiden paarden werden
voorgebracht, die geen voldoend sterke verzenen hadden, terwijl de andere
de hoeven in de wei wat te veel hadden afgeloopen.

Te Utrecht is op 9 Aug. een merriekeuring gehouden, waaromtrent het
volgende wordt medegedeeld: Verscheiden merriën gaven aanleiding om op-
merkingen over de hoeven te maken, doch het sterk drogende zomerweer is
voor de hoeven ook niet gunstig.

_ Aantal paarden. Het paardenrijkste land der wereld, het aantal paarden

beschouwd in verhouding tot de bevolking, is Argentinië. Men vindt hier
niet minder dan ruim 1161 paarden per 1000 inwoners. In Europa staan
bovenaan Denemarken (198 per 1000 inwoners), Rusland (177 per 1000 in-
woners), Roemenië (145 per 1000 inwoners). In Nederland vindt men per
1000 inwoners 56 paarden. Beneden Nederland staan o.a. België (42) en
Engeland (46). De aandacht verdient het kleine aantal paarden in de Zuid-
Europeesche landen. De verklaring daarvan ligt echter grootendeels voor de
hand, n.1. het aanwezig zijn van een groot aantal ezels en muUezels, 1 dik-
wijls grooter dan de paardenstapel.

In verhouding tot de oppervlakte vertoont de paardenstapel een heel ander
beeld. Van alle landen staat dan bovenaan Denemarken met 125 paarden
per 1000 H.A. Daarop volgt Nederland met 99. In Rusland vindt men per
1000 H.A. slechts 45 paarden en in Argentinië 25.

(u. Verslag vjd Landbouw over 1910).

- Wedstrijd in hoefbeslag te Leiden. In de Juni-afl. van „De Hoef-
smidquot; is het programma van dezen wedstrijd opgenomen, die tusschen 12
en 17 Sept. a.s. zal worden gehouden tijdens de vanwege de Holl. Mij. v.

-ocr page 132-

Ijaiidbouw te houden tentoonstelling. Vermeld is daarbij dat de aangifte
vóór 15 .Juli zou moeten geschieden, welke tijd evenwel met eeu nmand is
verlengd. Bij verschijning van de Juli-afl. was ous dit oubekeud om hierop
nog attent te kuuneu maken. Intusscheu hopen wij dat er veel ambitie is
getoond inzake de inschrijving en dat er voor den wedstrijd, ook van de
zijde van het publiek, veel belangstelling zal worden getooud.

— Correspondentie. B. H. J. H. te E. Wendt U tot den heer Directeur
der Ambachtsschool te Arnhem; toevallig kunnen wij op dit oogeublik het
adres van deu betreffenden Secretaris uiet verstrekken.

PERSOVERZICHT.

De Aug.-afl. vau „Der Hufschmiedquot; bevat:

1quot;. Het ontstaan van rotstraal (zie betreffend artikel in deze afl.);

2». De benoodigde eu de uog beschikbare voorraad ijzererts in de wereld;

3®. Persoverzicht.

4°. Onderwijsinrichtingen en uitslag vau gehouden examens. Hierbij wordt
opgemerkt dat gedurende 1910 aan de Veeartsenijkundige Hoogeschool te
Budapest het ouderwijs iu de leer van den hoef en het hoefbeslag door 242
personen is gevolgd, w. o. 100 studenten dier Hoogeschool, 48 hoefsmeden
eerste jaargang eu 30 hoefsmeden tweede jaargang, en 64 leerlingen, die
bloot een cursus in hoefbeslag hebben gevolgd. Het onderwijs is gesplitst
over het eerste en over het tweede halfjaar, terwijl van het totale aantal
242 79 behooreu tot burgers en 168 tot militairen.

5». PersoualiëE.

6quot;. Verschillende mededeelingeu, waarvan zij aangestipt, dat het Bestuur
van het ambachtsonderwijs in Hamburg zich bereid heeft verklaard een
Duitsche smidsschool te stichten. Het voornemen bestoud deze school reeds
in het najaar van 1910 te opeueu, doch er hebbeu zich geen voldoend
aantal leerliugeu aangemeld om tot de opening te kunnen overgaan. Thans
ligt het in de bedoeling 13 Oct. a.s. met de school een aanvang te makeu.
Het voornemen bestaat de school tweeërlei karakter te doen dragen, eeuerzijds
om begaafde smidsgezellen eeu grondige theoretische opleiding te geveu en
anderzijds om in de werkplaatsen cursussen in het smidsvak te houdeu.
Het staat er wel uiet rouduit bij, doch het vermoeden ligt voor de haud
dat de eerste groep leerlingen in hoofdzaak zal worden.bestemd tot a.s.
ouderwijzers in het smidsvak eu de tweede groeji om hooger staande werk-
lieden te verkrijgen dan waarover thans in het siuidsvak valt te beschikken.

De duur van het onderwijs is op een jaar gesteld. Wekelijks zijn er 44
lesuren, waarvan 18 iu de werkplaats worden gegeven.

Mededeelingen over het smidsvak, vallende bulten het hoefbeslag.

-ocr page 133-

een dunne laag menie of ijzermenie, aangemengd met goede lijnolie. Een
dergelijke A-erf met de noodige zorgvuldigheid en zaakkennis uitgevoerd,
dekt en houdt voortreffelijk. Voorwaarde is, dat alle te schildereji ijzer-
deelen volkomen roestvrij zijn, goede zuivere lijnolie gebruikt wordt, eji
dat als verfstof een neutraal metaal-oxyde wordt gebezigd. De reiniging
van het ijzer geschiedt het beste met stalen borstels en daaropvolgend beitzen
met zoutzuur (vijf procent). Hierna wascht men met heet water, waaraan
eenig geel bloedloogzout is toegevoegd, af, en bestrijke het af en toe met
zeer weinig lijnolie. Deze methode wordt door sommige directies voorge-
schreven. Als dekverf komt voor buitenwerk in aanmerking: loodwit of loodwit

gemengd met aard- en chemische verf. Dikwijls gebruikt men ook zinkgrijs
als dekverf, hetgeen zeer veel eigenschappen van verzinkt ijzer in zich op-
neemt. A'olgens een andere methode wordt aan de oppervlakte om het
metaal een deklaag verkregen , welke uit een vasthoudende oxydelaag bestaat.
Tot dit doel worden de desbetreffende metalen voorwerpen in een groote
moffel gel)racht, en tot op roodgloeihitte gebracht, waarna uit een ketel, welke
onder een druk van vier atmosferen staat, waterdamp in den moffel wordt
geblazen, waarbij opgelet dient te worden, dat de voorwerpen niet beneden
de temperat uur(ongeveer .B5 graden C.) van den instroomeuden damp mogen
dalen. Er vormt zich dau op de voorwerpen een donker-roodbruine laag
van ijzeroxyd. Wanneer het ontstaan dezer dekkende laag zaakkundig
wordt bew-erkstelligd, dan is deze in de meeste gevallen bestand tegen elke
atmosferische inwerking eu laat zich door geen hameren of verhitten ver-
wijderen. Het roestvrij houden van ijzer wordt door deze methode op vol-
komen wijze bereikt, èn de duurzaamheid van zulk eene bedekking is vrij
wel onbegrensd.

VOORRAAD IJZERERTS ONZER AARDE.
Bij de enorme productie van ijzererts is het interessant de vraag voor
te leggen, hoe lang nog wel de ijzervoorraad toereikend zal zijn, en wat in
geA'al van nood als plaatsvervanger kan optreden. De ijzerwinning bedroeg
naar opgaven van vertrouwbare zijden in het jaar
1800nbsp;0,8 millioen ton

1850nbsp;4,8

1871nbsp;12,9 „

1891nbsp;26,2 „

1909nbsp;60,0 „

Deze heeft zich echter in de laatste jaren meer dan verdubbeld. Volgens
de in de laatste jaren ingestelde onderzoekingen, schat men de ijzervoorraad
van alle in bewerking zijnde
ijzererts-opgravingen op rond 22408 millioen
ton, welke een
ijzer-hoeveelheid A-ertegenwoordigen van 10192 millioen ton.
Deze enorme voorraad is ongeveer A-erdeeld over de 5 werelddeelen:
Europa 12032 millioen ton erts = 4733 millioen ton metallisch ijzer
Amerika 9855 „ „ „ = 5454
Aziënbsp;260 ,, „ „ 156

Austi'alië 1.36 „ „ „ =nbsp;n n vnbsp;quot;

Afrika 125 „ „ „ = 75

-ocr page 134-

Deze ijzervoorraden zullen echter bij een steeds gelijkblijvende jaarproductie
van circa 60 millioeu ton, in minder dan 200 jaar uitgeput zijn. Nu is echter
in het oog te houden, dat nog rijke ijzer-voorraden voorhanden zijn, waarvan
slechts een benaderde schatting mogelijk is, en nog zulke die hoegenaamd
geen schatting veroorloven.

Deze plaatsen bergen nog geweldige voorraden; zoo is b.v.b. Brazilië, dat,
om zoo te zeggen, in de ijzerproductie nog in 't geheel geen rol gespeeld
heeft, aangewezen als het ijzerland der toekomst. Volgens een onderzoek,
ingesteld door de Braziliaansche regeering, zal in den Staat Minas Geraes op
niet minder dan 52 plaatsen ijzererts van voortreffelijke kwaliteit met 60—75 %
ijzer voorhanden zijn, en de Stabirit lagers in Oaraca zouden een voorraad
bezitten, welke de gezamentlijke hedendaagsche wereldproductie meer dau
160 jaar ruimschoots moet kunnen dekken.

Ook China zou nog enorme hoeveelheden ijzer kunnen leveren. M.

BOEKWERKEN.

Uitgaven van A. W. HEIDEMA te 's-Gravenhage:

Verzamelde Opstellen uit Het Paard, in boekvorm, 254 blz., ruim 100

prijsnbsp;f 1.75, fr. p. p. f 1.95.

Idem tweede bundel, prijs /' 1.75, fr. p. p. f 1.95.

„ derde „ „ f 1.75, fr. p. p. f 1.95.
Rechtvaardiging van het bestaan der rennen en draverijen in
Nederland.
Verschenen vanwege de Nederl. Harddr.- en Renvereeniging.
Prijs
f 0.75, fr. p. p. ƒ O.SO.

Het Toilet van een Paard (overdruk uit Verzamelde Opstellen „Het
Paardquot;). Prijs fr.
p. p. f 0.40.

De voormalige Rijksstoeterij Borculo (met plaat), door H. C. M. E. H.

van Soetermeer Vos, Off. der Veld-Art. Vroeger /quot; 1.35, thans fr. p. p. ƒ 0.70.

De bouw van den hoef (uitslaande platen) met verklarende beschrijving,
voor cursussen in hoefbeslag en zelfonderricht. Prijs fr.
p. p. f 0.50.

Het onderzoek van het paard vóór het beslag, door F. Laméris, Kap.-
Paardenarts. Pr. fr. p.
p. f 0.35.

Opstellen over africhting van paard en ruiter, door W. L. v. Warmelo,
Off. der Veld-Art., prijs
f 1.50, fr. p. p. f 1.55.

Landbouw-voordrachten over tuberculose, gehouden aan de Universiteit
te Groningen, door Dr. D. A. de Jong te Leiden. Prijs/■0.75 fr. p. p
.fO.SO.

ADVERTENTIËN.

Er biedt zich aan:

een Smidsknecht. R. K.,

24 jaar, diploma Hoefsmidschool Tiel, liefst in een Hoefsmederij of Maat-
schappij in één der groote steden.

Brieven letter A Bureau „De Hoefsmidquot; 's-Gravenhage.

-ocr page 135-

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cliemicaliën-
en d r O g e r ij e n - li a n d e 1 van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijscouranten
voor H]3. veeartsen
en iioefsnieden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonnè's gratis in .,De Hoef-
smidquot; opgenomen

.1. \ Ijzer

Smeedbaar giet j. ^^

staal

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.

F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

Billijke condities.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- -:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

-ocr page 136-

8. C. M. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM'

Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

Meest uitgebreide sorteering prima blanl^e
Ster-Hoefnagels, nneer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Biliyke prijzen. —

lütertöiniiiiinili''

felepiii-Mres
BiX JiiÜerHtraat
Botteriaiii.

ïo. m.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voordeelig, gemakkelijk in gebruik. — Kunnen, niet loslsLten-

Merk „Pacificquot;,

met zwaar kielsttik.

Open zolen uit één stuk kuuneu
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten van tot üj
Eng. dm., uiterste breedte buitenkant
ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig vau 4J-
tot Eng. dm.

Uiterste breedte buitenkant ijzers gem

Merk „Chicagoquot;?

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paai''
den, voorradig va»

tot 7 Eng. dm-

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Luchtdrukzooi

in 8 verschillende maten voorradig.

Sti'flkringen
met riempje.

Hoef-
randen

Las- of Welbladen e»

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Kunsthoorn.

U^ IVlen lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 137-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 9.

-ocr page 138-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemakkelijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zyn verkrijgbaar in vier verschillende façons :
Lambert Open Pad in 10 maten.
Bar Pad . . . . in I.Î maten.
Fros Pad .... in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in 8 maten.

Vraag prijzen bij :

ALS HET PAARD KON PRATEN

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Machinale hoefijzers (slot). — „Desespereert nietquot;. — Korte mededeelin-
gen. — Persoverzicht. — Mededeelingen over het smidsvak, vallende
buiten het hoefbeslag. — Advertentiën.

-ocr page 139-

MACHINALE HOEFIJZERS.

( Vervolg.) ^

H. Groszbauer, leeraar aan de hoefsmidschool te Weenen, zegt, dat
slechts door fabriekmatige vervaardiging het mogelijk zal zijn, in tijden van
oorlog, die groote massa's hoefijzers tijdig en in voldoende hoeveelheid te
leveren. Hij vindt dat tot heden het materiaal niet deugt en de vorm en
afwerking het oog van den vakman niet bevredigen.

Door de firma M. Hann amp; Zn. liet hij daarom volgens door hem aange-
geven modellen hoefijzers van gegoten ijzer (zoogen. temperguss) vervaardigen.
Er werden ijzers gemaakt voor zomer- en wintergebruik, voor rij- en trek-
paarden, vóór en achter en van iedere soort 8 grootten (nummers). Voor
rijpaarden had hij voor vóórhoeven de nummers 31—41.5, voor achterhoeven
van 28.5 tot 39; voor trekpaarden voorhoeven 35.5—46, achterhoeven 33—43.5.
De nummers geven den omvang van den hoef in centimeters aan, het
onderscheid tusschen een nummer en het daarop volgende bedraagt telkens
1.5 cM. De ijzers zijn gemerkt met de letters VR, VL, HR, HL en door
een R en Z gemerkt voor rij- en trekpaarden. Voor het zomerbeslag be-
stonden nog wederom drie soorten: zoogenaamde slichte ijzers, ijzers met
kalkoenen en ijzers met stoot en kalkoenen. De winterijzers waren voorzien
van schroefkalkoengaten. De stooten aan de winterijzers sleten spoedig af
en deze waren dan onbruikbaar of de paarden moesten zich bij het trekken
overmatig inspannen en waren zeer blootgesteld aan het gevaar voor
uitglijden.

Als de uitvinder van dit beslag, prijst Grosbauer de machinale hoefijzers
zeer aan en stelt deze boven de handgesmede ijzers. Hij zegt dat zijne
leerlingen, die slechts zes maanden worden opgeleid, te veel tijd moeten
besteden om een goed ijzer te leeren maken en dat deze tijd beter besteed
wordt door hen fabrieksijzers te geven en hen meer in de fijnere details
van het hoefbeslag op te leiden, zooals het onderkennen van stand en gang,
het besnijden en het opnagelen.

A. L u n g w i t z beschrijft de fabriekshoefijzers van de Kopenhaagsche fabriek,
gemaakt naar modellen van de groote hoefsmederijen van Hansen amp; Petersen
te Kopenhagen en zegt dat de Duitsche producten bij deze fabriek verre
achterstaan. Deze ijzers zijn meest voorzien van kalkoenen en toonlip en
groot en sterk van vorm. De fabriek levert vóór en achter, linker en rechter.

-ocr page 140-

De buitentak is in het toongedeelte breeder dan gewoonlijk (zie hieromtrent
„De Hoefsmidquot; 1909 bl. 183).

Deensche handgesmede hoefijzers met verl)reed biiiten-toongedeelte.

Dezelfde zoo uitstekend bekende autoriteit op hoefbeslaggebied, Directeur
van de Hoefsmidschool te Dresden, lange jaren redacteur van het Duitsche
tijdschrift „Der Hufschmiedquot;, drukt met cursieve letters iu genoemd tijdschrift
1899, Afl. 4, het volgende af:

Ter waarschuwing.

Het streven der hoefsmidscholen, denkende hoefsmeden te vormen, die instaat
zijn iederen hoef naar zijne eigenaardigheden correct te heslaan, lijdt in Duitsch-
land schipbreuk op de hier te lande gebruikelijke halfklare fabrielshoefijzers.

Het veelvuldig, hier en daar zelfs bijna uitsluitend gebruik van deze ijzers
voert, tot werken naar voorbeeld (SchaUonviieren) in plaats van tot individuali-
seeren; ook in de techniek van het hoefijzersmeden is dientengevolge een be-
treurensumardige achteruitgang reeds sedert jaren te bemerken. Velerlei klachten
en uitspraken over gebrekkig beslag zijn in de. meerderheid der gevallen terug
te brengen tot het gebruik van dergelijke fabrieks hoefijzers.

-ocr page 141-

De grootliertogelijke onderwijzer-hoefsmid Behrens in jMecklenburg zegt

naar aanleiding hiervan:

Volle instemming verdient het artikel „Ter waarsclrawingquot; daar het
in beknopten vorm en toch zoo overtuigend zich uitspreekt tegen de helaas
steeds meer in gebruik komende fabrieksijzers.

Van een verheffing van het hoefbeslag kan bij gebruik van zulke
fabrieks-hoefijzers geen sprake zijn en het beetje techniek, dat menig smid
voor de aanmaak van hoefijzers nog bezit, gaat hierdoor ook verloren.

Ik heb mij er van overtuigd, dat er zelfs smeden zijn die niet in steat
waren een hoefijzer te smeden en toch paarden beslaan. Mag zoo iets
voorkomen? Het ware te wenschen dat hieraan eens een eind werd gemaakt
en dat ook van andere zijde met alle energie stelling genomen werd tegen
het gebruik van fabrieks-hoefijzers.

Een oud-leerling der hoefsmidschool te Dresden schrijft dat hij door hooge
werkloonen en grootere concurrentie niet meer met handgesmede ijzers kan
volstaan. Per jaar heeft hij noodig 11 ä 1200 hoefijzers, daarvan maakt hij
zelf 4 ä 500, de rest moet bij aankoopen. Hij vindt sommige machinale
hoefijzers nog zoo slecht niet en zegt dat in zaakkundige hand daarmede
dikwijls nog een zeer goed beslag te maken valt.

De Paardenarts Schlag bespreekt de wordings-geschiedenis der fabrieks-
hoefijzers en toetst deze aan den strijd die er geweest is omtrent den
vorm en de aanwending van reform-, zekerheidshoefnagels enz. Talrijke
uitvindingen heeft men gedaan om
de hoefnagels te veranderen in de meening
daardoor het verliezen der ijzers tegen te gaan. De hoofdoorzaak lag niet
in de hoefnagels, maar in de gebreken in den rits en de nagelgaten van
het hoefijzer. Waarom gaan wij met de fabrieksijzers niet denzelfden weg
en zoeken wij den wortel van het kwaad? Dit is niet zoo gemakkelijk;
er moeten vakkundige handen ingrijpen om de nog zoo talrijke gebreken
te verhelpen.

Wij kunnen ons door de duurdere arbeidskrachten niet meer onttrekken
aan het gebruik van fabrieks-hoefijzers, die voortdurend goedkooper worden.

Vooral voor den boerensmid, die minder geoefend is in het maken van
hoefijzers, omdat hij zich voornamelijk met herstellingen
van landbouwwerk-
tuigen moet bezig houden, is het moeilijk zich zonder goed gemaakte
fabrieksijzers te behelpen. Ook het leger is in oorlogstijden gedwongen door
de steeds toenemende behoefte, zich er van te bedienen.

Voor het hoefbeslag als kunstambacht zal het gebruik van machinale hoefijzers
steeds van groot nadeel zijn,
want de menschen leeren slechts zelden een ijzer
smeden en tengevolge daarvan niet beoordeelen welke eischen men aan een
hoefijzer moet stellen en ook niet of een fabrieksijzer voor een bepaalden
hoef bruikbaar is en hoe het moet worden pas gemaakt. Zij leeren met
individualiseeren naar stand, vorm en andere eigenaardigheden van den hoet
en dat is immers de voornaamste schrede voorwaarts in bet hoefbeslag, die
ons de laatste jaren eerst gebracht heeft en die het hoefbeslag
eerst tot een

kunstambacht gemaakt hebben.

Indien dit weer verloren ging, zou dit een groot nadeel zijn vom-d^paarden
en de
paar deneigenaars. De eenige dam tegen dit gevaar is: hooge eischen

-ocr page 142-

te stellen Inj de examens voor hoefsmeden., betere opleiding, meerdere en
grondige theoretische kennis is noodig, want het
gebruik van machinale
ijzers is des te nadeeliger, naarmate de hoefsmid minder van den hoef weet.

De stelling, uitgesproken door Groszbauer, dat bij het gebruik van fabrieks-
ijzers aan de hoefsmidscholen meer tijd vrij komt voor andere bezigheden,
is foutief. Juist hier moet de smid grondig worden opgeleid in het maken
van hoefijzers en juist daardoor zal de smid, die een hoefsmidschool bezocht
heeft, nog meer uitblinken boven hen die het examen na zelfstandige voor-
bereiding heeft afgelegd. (Zooals bekend mag worden verondersteld, mag in
Duitschland niemand het hoefsmidsvak uitoefenen zonder daarin examen te
hebben afgelegd. De eischen van de smidsgilden zijn in tegenstelling met
die van sommige hoefsmidscholen zeer laag).

Na bespreking van de fabrikaten der verschillende hoefijzerfabrieken komt
Schleg tot de volgende slotsom:

Fabrieks-hoefijzers kunnen niet meer van de hand gewezen worden, zij moeten
echter uit goed materiaal zijn vervaardigd,
goedkooper zijn dan handgesmede
en
minstens de eigenschappen hebben die men voor ijzers voor een gezonden
normalen hoef eischen moet en daarbij moeten zij naar de modellen van erkende
ervaren vaklieden gemaakt en als rechter, linker, vóór- en achterhoefijzers, voor
rij- en trekpaarden, voor zomer- en wintergebruik worden geleverd en zijn dan
ook slechts voor zulk een hoef en zulke doeleinden bruikbaar.

Abnormale hoeven, abnormale standen en zieke hoeven eischen
bijzondere handgesmede hoelijzers.
nbsp;(Wordt vervolgd.)

„ DESESPEREERT NIET.quot;

Onder de rubriek voornaamste paardenmarkten in de maand Augustus
komt voor 16 Augustus Hoorn met een gemiddelden aanvoer van 1100 stuks.
Nu, wanneer men reeds sedert lang den wensch koesterde om aan de over-
zijde van het IJ een flinke paardenmarkt te zien, dan meende opsteller
hiervan een buitenkansje te hebben aangetroffen, want zulk een groote
markt, en dat in het hartje van de provincie Noord-Holland, moest wel de
moeite loonen van een bezoek. Dus op naar Hoorn, liefst met de eerste
spoorgelegenheid, met het vooruitzicht van een interessant dagje; daar moest
men immers eerst recht kunnen waarnemen de gesteldheid der hoeven en
die van het beslag der vele paarden; dat zal wel goed zijn, immers vroeger
dan elders was men in deze streken er op bedacht geweest, om verbetering
aan te brengen. Het was toch te Hoorn dat op verzoek van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw de eerste cursus in hoefbeslag werd gehouden,
waartoe door het Dep. van Oorlog in 1887 een paardenarts en een hoefsmid
van het leger aldaar werden gedetacheerd, en sedert dien tijd tot op den
huidigen dag herhaaldelijk dergelijke cursussen werden gegeven.

Er heerschte in het stadje niet veel drukte, gewoonlijk eigen aan een
paardenmarkt, en die er was had nog hoofdzakelijk betrekking op de kermis
die daar tevens werd gevierd. Ter plaatse waar de paardenmarkt werd ge-
houden, zag ik een aantal paarden aan de lijn staan, geen honderd stuks,
waarom ik informeerde naar de eigentlijke markt; mij werd gewezeu opdat

-ocr page 143-

klompie paarden, en tot bescheid kreeg ik dat er nog meer zullen komen,
't was nog zoo vroeg. Meu was te Hooru iu tegenstelling met andere be-
kende markten niet zeer vroeg bij de hand; wat deu aanvoer bedroeg deze
was gewoonlijk 200 ä 250 stuks. En zoo was 't ook thaus; opvolgend
kwameu ze aau, eu zoo was te ongeveer 11 uur v.m.
het zooeveu genoemde
getal aanwezig; ik heb ze wel niet geteld, maar meer wareu er zeker met,

de hitten er bijgenomen.nbsp;_

Natuurlijk heb ik alle aanwezige paarden vrij nauwkeurig bezien, eu had
deu tijd zulks uog eens over te doeu; de opstelling iu het lommerrijke
plantsoen leende zich best daartoe. Deze inspectie, als ik 't zoo uoemeu
mag, viel me zeer tegen, ik zou wel willeu zeggen met permissie, daar
door' mij zoo ongeveer geen behoorlijk paard werd aangetroffen, dat is wel
sterk, maar niettemin waar. Dit oordeel heeft betrekking zoowel op den
bouw' vau deu romp als op deu beeustaud, eu wat zeer opvallend was, en
me den indruk gaf te doen te hebben met patieuten die een
luchtje hapten,
waren de vele gebreken vau allerlei aard, waarmede de ledematen versierd
waren. Een niet gering aantal bleek dan ook bij de monstering zelfs in
hevigeu graad kreupel te gaau; een mooien gang te zien was me dieu dag
uiet gegund. Ik spreek hier niet vau het clubje hitten, die waren als overal;
doch hebbeu deze immers niets te maken met het
paardeumateriaal vau
over 't IJ. Men moest dus wel tot de gevolgtrekking komeu, dat deze
markt eene was van minderwaardig paardeumateriaal; ook materiaal voorde

snijkamer geschikt ontbrak hier uiet.

Betreffende de bezichtiging vau de hoeven eu hun beslag, zaken die
natuurlijk mijn bijzondere belangstelling wekteu, heb ik het volgende te
berichten: het zou eeu te zacht oordeel ziju te zeggen dat hoeveu en beslag
te wenschen overlieten, de werkelijkheid was anders, eu ik wil m 'tbelang
der zaak zeggen zooals ik ze gezieu heb. De toestand had deu schiju alsof
in deze streek nimmer sprake was geweest vau eenige opleidmg der hoef-
smeden- de voeteu zagen er uit zooals ongeveer eeu kwart
eeuw geleden de
algemeene toestand was, en op de markteu vooral werd gezien. Zoo kon
meu hoeven, meestal plat van vorm, met lage verzenen en lange schume
toougedeelten in rijeu naast elkauder zien staan, brokkelhoeven m groote
hoeveelheid, hoornwaudeu die zoowel binnen als buiteu over de ijzertakken
wareu gelegen, nieten die recht overeind stonden, en daarbij nog al veel
losliggende ijzers, waarvau verschileude ontbraken, misschien op weg naar
de markt verloren; de onderliggende ijzers wareu over het algemeen zeer

duu gesleten.nbsp;.. ..

Indien meu genoemde afwijkingen goed overdenkt, dau wijzen zij , uaar

miju inzien, op een verregaande verwaarlooziug vau deu paardenvoet, en

kom ik tot de conclusie, dat de schuld minder in de smederij, mmder aan
deu vakma.1 laat ik maar zeggeu, toch zoowat geheel moet
gezocht wordeu
iu de houders van het paard, waut een nieuw beslag op z'u tijd had alle
voorgenoemde afwijkingen tegengegaan. Ik beu er dau ook
vau overtuigd,
dat elke goede en geschoolde hoefsmid het hiermede eens is; ook daarmede
dat om betere toestanden te verkrijgen het zeer noodig is dat de onver-
schilligheid, wellicht door gebrek aan keuuis, waarvan de paardenhouders

-ocr page 144-

van over 't IJ blijk geven, wordt afgelegd. Het afgeven op het werk van
den hoefsmid, dat zoo vaak in toepassing wordt gebracht, haalt hier niets
uit; evenmin komt men er met het oprichten van nog meer cursussen in
hoefbedag, hoewel op zichzelf zeer goed; immers de zorg voor het paard
moet in dit opzicht van twee zijden komen; zoolang de paardenhouder dit
in z'n eigen belang niet begrijpt, kan er geen sprake wezen van een goed
beslag van zijn paard.

De maatregelen die hier genomen dienen te worden liggen voor de hand,
en zijn in de toepassing niet moeilijk. Zooals reeds herhaalde malen is ver-
kondigd, zullen in dergelijke omstandigheden eenige goede lessen in paarden-
kennis gunstige gevolgen hebben, terwijl het houden van wedstrijden in
hoefbeslag door de hoefsmeden, bij alle gelegenheden waar het paarden-
houdend publiek samenkomt, de belangstelling voor deze zaak kan opwekken.
Daarom niet versaagd, maar met Jan Pieterszoon Koen, Hoorn's
vermaarden zoon, wiens standbeeld tot opschrift draagt de woorden „ deses-
pereert nietquot;, tot lijfspreuk gemaakt van allen die in waarheid belangstellen
in eene goede uitoefening van het beslag der paarden.nbsp;M.

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. Sedert de opgave in de
Augustus-aflevering zijn geen leerlingen vertrokken of toegelaten. Aanwezig
zijn derhalve thans de leerlingen : H. Eeinders van Meeden, P. Mjdam van
Zuidlaren, H. Hofstede van Middelbert, K. Snakenborg van Kolham en K.
Maring van Zeerijp.

—nbsp;Cursus in hoefbeslag te Hoorn. Na beëindiging van den cursus,
gehouden vanwege den Smedenbond, afd. Hoorn, werd de 14 leerlingen een
examen afgenomen, op 30 Aug. en 3 Sept. Op den eersten dag werden
practische werkzaamheden verricht, bestaande in het maken van een af-
wijkend ijzer en het beslaan van een hoef. De paarden, die voor het beslaan
gekozen waren hadden allen verschillende afwijkingen en gebreken aan de
voeten. Om paard en volgorde werd geloot. Om 8 uur 's morgens begonnen
was men om 5 uur in den namiddag gereed. Omtrent het geleverde werk
wordt getuigd, dat dit heel goed was, en de examen-commissie hierover
tevreden. Het theoretische gedeelte op 3 Sept. gaf eveneens aanleiding tot
tevredenheid, hoewel één der leerlingen, die blijkbaar te weinig had gestu-
deerd, hierop een ongunstige uitzondering maakte.

Aan 13 leerlingen werd het diploma uitgereikt, t. w.: C. Bakker (baas)
te Sijbecaspel, M. Enseling (baas) te Andijk, C. Zanders (gezel) en D. Gorter
(gezel) te Wognum, alle vier „zeer goedquot;; A. Schaap (baas) te Bovencarspel,
P. Tenssen (gezel) te Andijk, J. Gunder (baas) te Rustenburg,
alle 3 „goedquot; ;
D. Kooiman (baas) te Oostwoud, J. Bruin (gezel), P. de Jong (gezel) te
Bovencarspel, A. Vroling (gezel) te Hem, W. Lup (gezel) te Enkhuizen, en
S. Brinkering (baas) te Avenhorn, aUe 6 „voldoendequot;.

De examen-commissie bestond uit de heeren P. Schellinger te Hoorn, J.

-ocr page 145-

van Loon te Schardam, J. F. Stam te Zwaag en de leiders van den cursus
F. M. de Leur, Rijks-veearts te Hoorn en H. Kruyt, onderwijzer-hoefsmid
te Beemster.

— Utrecht. De feestelijke opening der tentoonstelling van gereedschappen,
leermiddelen, modellen, platen enz., ten dienste van het Vakonderwijs, had
plaats op Zaterdag 9 September te 2'(2 uur n.m. in de Concertzaal van het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.

Zij geschiedde door den heer Inspecteur van het M. O., als vertegen-
woordiger van den Minister van Binnenlaudsche Zaken, met een feestrede
betreffende het Onderwijs; ook werden door den Voorzitter van het tentoon-
stellingsbestuur en den waarnemenden Burgemeester keurige redevoeringen
gehouden. Zij werd opgeluisterd door enkele prachtig uitgevoerde zang-
nummers der Utrechtsche Mannenzangvereeniging „Orpheusquot;; daarna had
de bezichtiging der tentoonstelling plaats.

Het is hier de plaats niet om uit te wijden over de uitgebreide collecties
van leermiddelen, in de hoogste mate van belang voor een ieder om in deze
dagen haar een bezoek te brengen.

Op het gebied van den smid is veel te zien; op dat van den hoefsmid
is slechts eene collectie hoefbeslagartikelen aanwezig, ingezonden door de
Ambachtsschool te Utrecht. Keurig geëtaleerd, bevat deze collectie de meest
bekende modellen voor normaal en abnormaal beslag, verzameld en ver-
vaardigd door den ons bekenden leeraar, den heer C. Roodvoets alhier.
Deze leermiddelen, reeds eerder door mij in algemeene trekken in een
artikeltje betreffende genoemde inrichting beschreven, zijn sedert vermeerderd
met vele nieuwe modellen.

Het hoefsmidsvak op deze tentoonstelling wordt daardoor waardig ver-
tegenwoordigd.

— Wedstrijd in lioefbeslag te Leiden, ter gelegenheid van de ten-
toonstelling, die van 12^17 Sept. duurt. — Voor den wedstrijd in hoef-
beslag hebben zich 16 gediplomeerde hoefsmeden uit Zuid-Holland opgegeven.
Er waren nog vele aangiften te laat ingekomen, doch de commissie hield
zich stipt aan den sluitingstijd, zoodat deze laatsten niet ter mededinging
werden toegelaten. Wij hebben met het afdrukken van deze aflevering den
uitslag van den wedstrijd, die op 14 en 15 Sept. wordt gehouden niet kunnen
afwachten en zal daarvan in de volgende afl. alsnog melding worden gemaakt.

Examen voor lioefsmeden in Zeeland. Aan de volgende leerlingen van
den tweejarigen cursus in Hoefbeslag, zoo meldt
„De Paardenvriendquot;, ge-
houden te Hulst, Middelburg en Oostburg, is het diploma als hoefsmid
uitgereikt:

Van den cursus te Hulst (14 leerlingen) slaagden T. T. Kindt te Lams-
waarde, D. C. Weemaes en J. A. M. Weemaes te Hulst, P. Neve en J. B.
Kint te Boschkappelle, L. E. Weemaes te Kloosterzande en J. J. van de

Velde te Hontenisse.

Van den cursus te Middelburg (13 leerlingen): S. Hillebrand te St.-Laurens,

-ocr page 146-

L. Steketee te Oost- eu West-Souburg, P. van Siglieiu te Westkappelle en
J. A. de Ligny te Oostcappelle.

Van den cursus te Oostburg (15 leerlingen): I. J. Provoost te Oostburg,
A. Risseeuw te Schoondijke, J. J. van de Sande, V. J. du T'uy, J. de Bliek,
allen te Biervliet en C. Rookus te Sasput gem. Schoondijke.

— Hoefsmidschool te Salatiga. Op de ontwerp-begrooting voor Neder-
landsch-Indië voor het jaar 1912 zijn gelden uitgetrokken om vanaf 1 Januari
1909 aan den eerstaanwezend paardenarts te Salatiga, den directeur van de
Hoefsmidschool aldaar, een maandelijksche toelage te doen uitkeeren van f 40.

V. d. B.

JOEFSMIDSCHOOL TE SALATIGA

jetêekende...............

paardenarts klasse tevens DïPêcleur dsr Koefsmicfsstoöf viriüaar^ dat ét

met goed gevolg eer? Cursus aan de ftoefsmidschool lieefLgevolgd , \zn
bewyze waarvan hem siit diploma is uitgereikt.

^tótïga.den .........

» OsftÜfBf niS^CÏfi^l;

Gejiên:

Bat8ïia.defïnbsp;IJ •

SsChsfyaRhetWaeeniki^vsieHi
IWHB btot mui hc{ (üKich! sp ts feift^ii.^!^

Bovenstaande afbeelding is een reproductie naar ons toegezonden diploma,
zooals die aan de Hoefsmidschool te Salatiga wordt uitgereikt. De grootte
der diploma's is 32 bij 42 cM., terwijl de kleuren voor den achtergrond,
randen en letters zoodanig zijn gekozen, dat het een aardig geheel vormt.

PERSOVERZICHT.

— Ervaringen betreffende het gebruik van kurkkit. In het Tijdschrift voor
Veeartsenijkunde van 1 Sept. j.l. schreef de heer H. il. Kroon een artikeltje
over vorenstaand onderwerp. De 4® en 6® alinea hiervan luiden als volgt:

„ Omdat aangegeven wordt, dat men de kurkkit kan aanbrengen als zool-,
straal- en straalgroeven enkel gereinigd zijn, en wij bij toepassing van andere
zolen behalve reiniging der genoemde deelen een flink insmeren met bruine
teer van de geheele ondervlakte van den hoef laten voorafgaan, heb ik
kurkkitzolen laten gebruiken zonder en met vooraf interen van de bodem-
vlakte van den hoornschoen. Het verschil was opvallend, de met teer be-
handelde zolen , waren nadat de kurkkit vijf weken ondergelegen had, nog

-ocr page 147-

mooi gaaf en geheel reiikeloos, terwijl bij het afnemen van de zolen bij de
niet ingeteerde hoeven dadelijk een onaangename lucht eu rotting vau de
hoorn was waar te uemeu. Vooraf interen vau de ondervlakte vau deu hoef
is daarom zeer aan te radeu ; een goede verbinding tusscheu hoorn eu hoef kit

wordt er niet door belemmerd.quot;

„Wanneer men in de zomermaanden de kurkkitzoleu na het gebruik eens
goed bekijkt, vindt men er steeds steentjes iu, doch als deze niet zoo groot
ziju, dat zij gelijktijdig deu groud raken en op de hoornzooi drukken, doen
zij geen nadeel. Af en toe echter zulleu grootere steeueu ingetrapt worden,
welke eerst oppervlakkig in de kitzool zitten, doch bij het loopeu steeds
dieper indringen en ten slotte zoo op hoornzooi of hoornstraal drukken, dat
zij dieper gelegen deeleu kneuzen. Zolen van leer, gummi, of kurk lateu
het in- en doordringen van scherpe voorwerpen niet gemakkelijk toe, kurk-
kitzoleu maken dat zeer gemakkelijk.quot;

De Augustus-afl. vau „Der HufscJimied'' bevat het volgende:
1». Een artikel over
een nieuw soort hoeflederkit, dat grooteudeels eeu
loftuiting is over Eotteu's hoefkit, in 1887 door de firma Hauptuer te Berliju
iu den handel gebracht en waarvan thaus een verbeterd preparaat op de
markt is gekomen. Het artikel is geschreven door den oud-paardeuarts
K. Schade. Schrijver betoogt, dat hij in den voorgaanden wiuter deze nieuwe
soort kit heeft beproefd bij paardeu die wekelijks meermalen groote af-
standen over straatwegen of over wegen, door het woud loopeude, met sneeuw
eu ijs bedekt, moesten afleggeu- Verder heeft Schr. gedurende de zomer-
maanden hoefkit bij een paard aangewend om te zien hoe deze hoefkit zich
ouder grootere warmte zou verhouden. Deze proeven hebben alle een gimstig
resultaat opgeleverd. Het uieuwe fabrikaat is uiet zoo zwaar, heeft eeu
iets lager soortelijk gewicht dau de oorspronkelijke hoefkit, waardoor een-
zelfde hoeveelheid iets billijker in prijs wordt. Bovendien laat de nieuwe
kit zich niet zoo gemakkelijk zacht makeu; de taaiheid is iets grooter, waar-
door iulegsels aan de zoolvlakte minder gemakkelijk verloren gaan.

2». Een artikel over de voortbrenging van de lioornplaatjes en den groei
hiervan,
door D^ W. Kiem eij er, veearts te Muden. Dit is eeu interessant
artikel, dat iu de volgende aflevering wordt voortgezet. Het onderzoek over
deu oorsprong der hoornplaatjes is ingesteld omdat de deskundigen het nog
steeds niet eens ziju over het antwoord op de vraag waardoor de hoorn-
plaatjes van den wand worden gevormd. Iu Duitschlaud (ook iu N^ederlaud
A. W. H.) wordt vrij algemeen onderwezen, dat de dek- of glazuurlaag vau
deu wand als een voortzetting vau de hoornzoom is te beschouwen, die
gevormd wordt door de vleeschzoom; -- dat de eigenlijke hoornwand of
dikke pijpjeslaag wordt gevormd door de vleeschkroon eu dat de plaatjes
van deu hoornwand worden voortgebracht door den vleeschwaud.

D''. ïsiemeijer heeft de literatuur over dit onderwerp, dat in 1861 reeds

door Leiseriug als een der moeilijkste vraagpunten vau de levensverrichtingen

vau deu hoef is geuoemd, nagegaan tot aan 1777. Die studie heeft Schr.
geleerd, dat de opvattingen van de ouderscheiden deskundigen iu vier
groepen zijn te verdeden, ui.
a. de meerderheid, die het standpunt heeft.

-ocr page 148-

dat de vleeschwand de lioornplaatjes vormt en niets of slechts weinig van
de dikke pijpjeslaag; h. onderzoekers, die beweren dat de vleeschplaatjes
niet alleen de hoornplaatjes vormen, maar ook de binnenlaag van den
hoornwand; c. verscheiden Schrijvers nemen aan dat de vleeschwand niets
tot de vorming van de dikke pijpjeslaag bijdraagt en ook niet de hoorn-
plaatjes voortbrengt, doch dat beide lagen door de vleeschkroon worden
gevormd, terwijl de vleeschplaatjes slechts een dun, week, kleverig laagje
zouden afscheiden, waardoor het afgroeien van den hoornwand zou worden
vergemakkelijkt; d. de laatste groep verkondigt de opvatting dat de hoorn-
plaatjes hoofdzakelijk zouden ontstaan door een vervorming van de hoornpijpjes.

Dquot;^. Niemeijer zegt: wie van deze Schrijvers heeft het nu bij het rechte
emd? — en merkt, min of meer uitvoerig toegelicht, op, dat de plaatjeslaag
beneden aan den wand niets dikker is dan vlak aan de kroon, hetgeen er
waarschijnlijk voor pleit, dat de vleeschplaatjes niet bijdragen tot de vorming
van den eigenlijken hoornwand, terwijl het een feit is, dat de hoornplaatjes
naar de verzengedeelten dikker worden, hoewel zij hier korter zijn dan in
het voorgedeelte van den hoef. Werden de hooriiplaatjes door de vleesch-
plaatjes gevormd, dan zou het derhalve voor de hand liggen, dat aan de
verzenen en aan de steunsels veel meer hoorn werd gevormd dan in den
toon en aan de zij gedeelten.

D''. Niemeijer heeft een onderzoek ingesteld bij een verschen runderklauw,
waar het onderzoek minder moeilijk is dan bij een hoef, aangezien bij het
rund de vleeschplaatjes enkelvoudig zijn en niet aan de oppervlakte van
fijnere plaatjes voorzien, hetgeen bij het paard wel het geval is. N. heeft
bij dat onderzoek geen verschil in dikte kunnen vaststellen tusschen de
plaatjs vlak aan de kroon gelegen, en tusschen die meer naar beneden
voorkomende.

Er is in geen enkel opzicht iets van een scheidingslijn te merken tusschen
de hoornzelfstandigheid die direct van de kroon zou afgroeien en die welke door
de vleeschplaatjes zou worden gevormd, hetgeen er tegen pleit, dat de vleesch-
plaatjes tot de vorming van den eigenlijken hoornwand zouden bijdragen.

Er schijnt eensgezindheid te bestaan over de uitspraak, dat de hoornwand
direct onder de vleeschkroon even dik is als nabij den draagrand, zoodat er
feitelijk onderweg ook geen hoorn aan toegevoegd zou kunnen zijn.

3°. Persoverzicht, waaronder melding wordt gemaakt van een nieuw beslag
zonder nagels, aangegeven door den veearts Hubert te Brussel en dat
alleen in bijzondere gevallen dienst zou doen. Verder wordt met het oog
op het bestaande oorlogsgevaar, inzake ruzie over Marokko, opgemerkt,
dat met uitzondering van die voor de cavalerie alle legerpaarden in
Oostenrijk-Hongarije zullen worden beslagen met ijzers met schroefkalkoenen.

4quot;. Vragen en antwoorden.

Vraag: Zou een aangeboren steltvoet van een 6 maand oud zijnd
veulen nog voor genezing vatbaar wezen? Het lijden verergert steeds,
niettegenstaande de veearts herhaaldelijk een verband heeft aangelegd. Het
is een goed veulen van Hannoversch ras. Zou er nog kans zijn om het
gebrek door middel van een licht snavelijzer gedeeltelijk te verhelpen of
zou het veulen moeten worden geslacht?

-ocr page 149-

Antwoord: Het is bij jonge paarden herhaaldelijk gelukt om steltvoet
deels of geheel te verhelpen door het aanbrengen van een beslag met een
verlengd toongedeelte. Het is de vraag of in dit geval het jonge veulen een
beslag reeds kan verdragen. Mocht dit wel het geval zijn zoo verdient het
aanbeveling een halvemaanvormig ijzer met een verbreed toongedeelte
onder te leggen. Dit dient ongeveer een vingerbreedte voor den draagrand
uit te steken, welk vooruitstekend gedeelte in den vorm van een opzet
eenigszins opgericht moet worden. De ijzertakken loopen dun uit. Dit
beslag lijkt eenvoudiger dan het beugelijzer van Neuschild, hoewel dit
eveneens bruikbaar kan worden geacht. Het verdient beslist aanbeveling
zoodanig beslag te probeeren, alvorens tot afmaking van het dier te besluiten.
Het veulen moet gelegenheid houden tot het nemen van beweging.

Vraag 2. Ik heb een paard aan de smederij, dat aan beide voorhoeven
bevangen is geweest. Een collega heeft het met balkijzers beslagen. De
verzen zijn ingekort, enz., welke uitvoerige vraag de Redactie van „Der
Hufschmiedquot; aanleiding geeft tot het antwoord , dat het beslag voor knol-
hoeven in alle degelijke handboeken over hoefbeslag is te vinden en dat
bij pijnlijke zooigedeelten geen te sterken druk door middel van jute en
viltzolen mag worden uitgeoefend en dat in een zoodanig geval de voorkeur
is te schenken aan stevige leeren zolen.

Mededeelingen over het sniidsvallt;, vallende buiten het hoefbeslag

VERSCHILLENDE METHODES VOOR HET ZWARTKLEUREN

VAN MESSING.

Er bestaan verschillende methodes voor het zwartkleuren van messing
zonder aanwending van eeu galvanischen stroom. Een bepaalde keuze
is derhalve voordeelig, daar alle messingsoorten bij het kleuren niet
dezelfde eigenschappen toonen, en ook de voorbereidende werkzaamheden
bij plaat- en gietwerk b. v. b. zeer verschillend zijn. Een goed, hoewel
duur middel voor dit doel bestaat uit een dunne oplossing van een mengsel
van 1 deel salpeterzure zinkoxyden en 2 deelen goudchlorid. De naar behoefte
verdunde oplossing laat men ongeveer 10 tot 12 minuten op het messing
inwerken; wascht het dan met een vochtigen doek af en laat het drogen.

Salpeterzure zinkoxyde verkrijgt men, wanneer men tinchlorid met am-
moniak vermengd, het daarbij ontstaande witte neerslag uitwascht, en dan
in salpeterzuur oplost. Een geringe bijvoeging van zoutzuur maakt de klem-
diep matzwart.

Bovengenoemde oplossing wordt koud gebruikt. Langs warmen weg kan men
kleuren, wanneer men een oplosing van 600 gram kopernitraat in 200 deelen
water, en 25 gram zilvernitraat in 10 gram
water oplost, en beide producten
goed tezamen mengt. De deelen worden in dit mengsel gedoopt, en verhit,
tot de kleur bereikt is. Koud wordt verder een oplossing van 2 deelen koper
carbonaat in 15 deelen salmiakgeest, waarover nog 3 deelen gedistilleerd
water, en op een liter der oplossing 2 tot 8 gram fijngepoederde grafiet
aan toegevoegd zijn, aangewend. Koper carbonaat wordt verkregen doordat
meu kopersulfaat en natrium carlionaat in gelijke deelen oplost, en het neer-

-ocr page 150-

slag filtreert en uitwascht. Deze oplossing moet goed gesloten en koel
bewaard worden.

De te kleuren messingdeelen worden eenige minuten in de oplossing heen
en weer bewogen, dan in water afgespoeld, en in zaagsel gedroogd.

Eindelijk brengt een oplossing van 1 deel azijnzuur, 1 deel ijzervitriool
en 10 deelen zoutzuur een goede zwarte kleur op messing. Opgemerkt zij
nog, dat voor het uitvoeren der kleuring, een geheel zuivere, vetvrije
metaalvlakte vereischt wordt, en dat ook zelfs een zeer geringe oxydatie
die kleuring verhindert. Die ontvetting geschiedt door koken in een dunne
sodaloog, het reinigen van oxyde in sterk verdund zwavelzuur, waarin die
deelen 20 tot 30 minuten liggen. Bij messingplaten is de oxyde dikwijls vast
in gewalst, dat het reinigen met verdund zuur niet voldoende is, doch met
zoogenaamd geelbranden gereinigd moet worden. Dit bestaat uit ongeveer
9 deelen salpeterzuur en 6 deelen zwavelzuur; de voorwerpen worden vluchtig
ingedoopt, in ieder geval niet langer dan tot er bruine dampen opstijgen;
daarna wordt in schoon water grondig gespoeld, en in zaagsel gedroogd.

Men kan in sommige gevallen een methode aanwenden, waarbij geen
chemicaliën noodig zijn, doch de dampen van vergassende steenkolen voor
de kleuring gebruikt worden. Tot dit doel wordt een cylinder (een talk-
ijzeren pijp) voorzien van een bodem, en halverwege met kolengruis gevuld;
hierboven legt men een rooster, waarop de te bewerken voorwerpen liggen.
Het geheel wordt goed gesloten, waarna de buis tot zeer zwakken rood-
gloed verhit wordt, en wel zoolang, totdat het kolengruis verkoold is. Na
15 of 20 minuten wordt het vuur verwijderd, het deksel afgenomen, en na
het koud worden de inhoud er uit verwijderd. De deelen bezitten dan een
glanzenden diep-zwarte bedekking, welke zeer vasthoudend is.nbsp;M.

BOEKWERKEN.

Uitgaven van A. W. HEIDEMA te 's-Graveuhage:

Yerzamclde Opstellen uit Het Paard, in boekvorm, 254 blz., ruim 100

tig., prijsnbsp;f 1.75, fr. p. p. f 1.J)5.

Idem tweede bundel, prijs f 1.75, fr. p. p. f 1.95.

„ derde „ „ f 1.75, fr. p. p. f 1.lt;)5.
Rechtvaardiging van het bestaan der rennen en draverijen in
Nederland.
Verschenen vanwege de Nederl. Harddr.- en Renvereeniging.
Prijs
f 0.75, fr. p. p. f 0.80.
Het Toilet van een Paard
(overdruk uit Verzamelde Opstellen „Het
Paardquot;). Prijs fr. p. p.
f 0.4t).

De voormalige Rijksstoeterij Borculo (met plaat), door H. C. M. E. H.

van Soetermeer Vos, Off. der Veld-Art. Vroeger f 1.35, thans fr. p. p. /'0.70.
De bouw van den hoef
(uitslaande platen) met verklarende beschrijving,
voor cursussen in hoefbeslag en zelfonderricht. Prijs fr. p. p. /'
0.50.

Het onderzoek van het paard vóór het beslag, door E. Laméris, Kap.-
Paardenarts. Pr. fr. p.
p. f 0.35.

Opstellen over africhting van paard en ruiter, door W. L. v. Warmelo,

Off. der Veld-Art., prijs f 1.50, fr. p. p. f 1.55.
Landbouw-voordrachten over tuberculose,
gehouden aan de Universiteit
te Groningen, door Dr. D. A. de Jong te Leiden. Prijs
/■0.75 fr. p. p. ƒ O.SO.

-ocr page 151-

ADVERTENTIËN.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cheniicaliën-
en drogerijen-handel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dor Ar echt.
Prijscouranten
voor HH. veeartsen
en hoefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in .,De Hoef-
smidquot; opgenomen

• 4. \ Ijzer
Smeedbaar giet

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.

F. J. MONSMA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

Billijke condities.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

-ocr page 152-

NIEUWE AMERIKAAiaSCHE HOEFZOLEN

voordeells, semakkelijk in gcbniik. ~ Kunnen niet loslaten.

S. C. M. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat. ROTTERDAM^

Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.

Telegram-Adres
BiX Jiifferstraat

So. m.

Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fjne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. ~

arerk „Dexterquot;, .Alerk „Piicilicquot;,

met flink hielstuk, met zwaar hielstuk.

Open zolen nit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, hijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig iu 11 mateu vau 4^',.; tot 6}
Eng. dm., uiterste breedte buitenkant
ijzers gemeten.

geheel CaoutcTiouc
uit ééu stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig vau
ï ^tot TJyEug. dm.

Uiterste breedte buiteukaut ijzers gem-

Merk „Ramblerquot;,

iu witte eu grijze

Caoutchouc,
op leder ojjgeuaaid
met flink hielstuk,
voorradig vau 4}
tot 6'- Eng. dm.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Lnchtdrukzool

iu 8 verschillende mateu voorradis

Strijk ringen
met riempje.

Hoef-
randen.

Las- of Welhladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open Caoutchoiiquot;
zool,
merk B. V-»
in 7 maten, vooiquot;
eu achterijzers
voorradig.

Kunsthoorn.

IH^ Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 153-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 10.

-ocr page 154-

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LANIBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zijn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemakkelijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zyn verkrijgbaar in vier verschillende façons :
liamhert Open Pad in 10 maten.
Bar Pad .... in 13 maten.
Fr«»g
i'ad . . . . in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in 8 maten.
Vraag prijzen bij:

ALS HET PAARD KON PRATEN

LAMBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Een smidsbedrijf in Utrecht. — Machinale hoefijzers (slot). — Urbaine
paarden in een groote stad. - Korte mededeelingen. — Persoverzicht. —
Mededeelingen over het smids-\'ak, vallende buiten het hoefije.slag. —
Adverteutiëu.

-ocr page 155-

EEN SMIDSBEDRIJE IN UTRECHT.

Gaven we indertijd, daartoe in staat gesteld door de welwillendheid der
resp. eigenaars, eene beschrijving van smidsinrichtingen, en wel de een als
groot stadsbedrijf, een ander als een antiquiteit, heden willen we de aan-
dacht vestigen op een werkplaats waar, hoewel niet tot de grootste bedrijven
behoorende, de uitoefening van het hoefsmidsvak belangrijk genoeg is, en
op zoodanige wijze wordt toegepast aan de eischen vau een goed beslag der
paarden , dat ook haar een plaatsje in ons tijdschrift met eere toekomt.

We bedoelen de smederij van' den
heer A. H. Derks aan de Varkens-
markt 26 alhier, die reeds voorheen
onder beheer van J. H. Ohl gunstig
bekend stond, en waarin ruim 80 jaar
het smidsbedrijf met gunstig gevolg
werd bedreven, waarvan ougeveer 30
jaar speciaal het hoefbeslag werd uitge-
oefend. Derks nam deze zaak over in
1901; door hem werd zij geheel op de
uitoefening van het hoefsmidsvak iuge-
richt en voor de tegenwoordige eischen
vernieuwd tot een moderne smederij.

De bijgevoegde- teekening geeft een
duidelijk beeld van het woonhuis en van
den toegang tot de werkplaats. Deze
vormt een langwerpig vierkant van 20
bij 6,60 M., waarvan de vloer is belegd
met harde Ütrechtsche klinkers, zoogen.
blauwkoppen, op hun kaut in cement gemetseld, met de
noodige zinkputten
en riool daaronder voor urine-afvoer. De verlichting dezer werkplaats ge-
schiedt bij dag door 18 lichtramen; bij avond en donker weer door groote
gaslampen met hangend gloeilicht. Voor afvoer van rook en voor de lucht-
verversching wordt gezorgd door een luchtkoker en door tuimelramen.

Links vau den ingang is een vertrek dienende als kantoor, daarachter
een ruime gesloten kast tot berging van leder- en gummiartikelen; verder
naar achteren zijn daar aanwezig: 3 vuren met onderblazende smidsvormen,
met 3 Werner (ieuhs cyliuder blaasbalgen en 3 aamheelden. De achterwand

aagderue iriRicnimG voor

ons riQEFÖESLAG 0^»

-ocr page 156-

der smederij Avordt geheel ingenomen door de werkbank, voorzien van 3
bankschroeven; in 't midden der liank bevindt zich 1 boormachine. Voor de
berging van steenkolen dient de kelder; voor ijzerstaaf en hoefijzers is een
flink lokaal buiten de werkplaats aanwezig. De geheele rechter ruimte der
werkplaats wordt gebruikt als beslagplaats der paarden. Alle paarden worden
uit de hand beslagen, een travalje is niet aanwezig. In deze smederij werkt
de baas met 4 knechten, van wie een z'n vak aan de smederij van 's Rijks
Veeartsenijschool leerde, verder een leerling en 1 smidsjongen.

Alle hoefijzers worden van den staaf vervaardigd; fabrieksijzers worden
tot heden niet gebruikt; wel deelde de baas mij mede, dat hij eens een
paar honderd kilogram van de fabriek te Helpman kocht en verwerkte. De
werktijden in deze zaak zijn: van 6—S'/, uur v. m. en van 9—12; van
l'/2—6 n. m. en van G'j^— 8 uur 's avonds.

Het aantal paarden dat hier wordt beslagen bedraagt volgens opgave 5
a 6 duizend. Hieronder vindt men de meest verschillende typen vertegen-
woordigd; zoo b.
V. voor landbouw gebruik, stalhouderspaarden, ook zware
sleeperspaarden, Belgen, enkele Engelsche; verder vele luxe-paarden als
rijpaarden, tuigpaarden, jachtpaarden, renpaarden, in der tijd steeds hard-
dravers (door de nieuwe Wet zeer beperkt) ook pony's en ezels. Een res-
pectabel aantal paarden wordt steeds buiten beslagen, zoogen. in stalbeslag,
waaronder meerdere dekhengsten. Van gummi-zolen wordt veel gebruik
gemaakt bij nauwe hoeven, gevoelige verzenen, en ook om uitglijden te
voorkomen. Hiervoor komen vooral in aanmerking de Engelsche hoefzolen,
ook zolen voor doorloopende ijzertakken eu Fransche luchtdrukzolen.

Uit een en ander blijkt dat deze inrichting een goed beklante zaak is,—
dat de baas het vertrouwen geniet van de meest verschillende gebruikers
van paarden, — dat hij weet rekening te houden met de eigenaardigheden
van het beslag bij de verschillende diensten, waardoor deze werkplaats een
goede en practische leerschool is voor het daarin werkende personeel.

We willen deze beschrijving eindigen met de mededeeling dat de heer
Derks zijne eerste opleiding genoot in de smederij van zijn vader, later bij
een broeder, die aan de militaire hoefsmidschool te Amersfoort was werkzaam
geweest.

Van 1 Febr. tot 30 Augustus 1898 maakte hij een cursus mede aan de
smederij van de Veeartsenijschool onder de leiding van den heer W. A. H.
van Horsen, en behaalde hij daar het diploma als hoefsmid. Door zijn goeden
aanleg en groote handigheid ontwikkelde hij zich daar tot een kundig
vakman, waarvan hij ook de bewijzen gaf door de bekroningen, die hij zich
verwierf bij verschillende gelegenheden van tentoonstellingen van landbouw,
hoefbeslag-wedstrijden eu op keuringen van paarden. Zeer jammer voor hem
was, dat hij niet tot het beperkt getal uitverkorenen behoorde, om den
eersten cursus tot opleiding van onderwijzers in practisch hoefbeslag mede
te maken ; naar onze meening zou hij daarvoor zeer geschikt zijn geweest.

M.

-ocr page 157-

MACHINALE HOEFIJZERS.
(Slot.)

De Luitenant-Kolonel J. B. H. Moubis, Oud-Dirigeerend Paardenarts,
schrijft in ziju algemeen bekend leerboek, het volgende: Het is intusscheu
beter, dat elke hoefsmid de vereischte kundigheid bezit, zoowel in het ver-
vaardigen van ijzers, als iu het bewerken vau deu hoef eu het oppassen en
bevestigen der ijzers. Het is duidelijk dat de machinale ijzers, al ziju zij in
verschillende vormen en grootten gemaakt, toch steeds eenige 'wijziging
zullen moeten oudergaan, alvorens zij behoorlijk passen, wil men niet dat
de hoeveu uaar die ijzers worden gevormd.

In de meeste rijkeu bestaan thans zulke fabrieken van hoefijzers, niet eukel
voor het dagelijksch gebruik, maar vooral ook met het oog op de behoeften
van het leger in geval van oorlog. Het gebruik van goed afgewerkte fabrieks-
ijzers bij normale hoeven heeft dau ook geen bezwaar voor den hoefsmid,
die
veel handigheid en de noodige kennis bezit, om die ijzers pasklaar te
makeu; want de hoeven bij hetzelfde paard zijn dikwijls verschillend in
grootte en vorm; maar om deze reden
blijven zij voor den minder geoefehden
hoefsmid een gevaarlijk materiaal.
(Wij cursiveereu. Referent).

De Kapitein-Paardenarts Erederikse zegt in „De Hoefsmidquot; Vilquot;
Jaargang „Machinale (fabrieks) hoefijzers wordeu hier te lande gelukkig
nog niet zooveel gebruikt als in het buitenland,
gelukkig omdat op nagenoeg
alle fabriekshoefijzers nog al wat af te dingen valt, voornamelijk wat de
plaatsing en den vorm der nagelgaten betreft.quot;

Schrijvende over de geuomeu proef met machinale hoefijzers van de firma
Fuuke en Hueck, gemaakt naar door ons leger geleverde modellen, zegt
hij verder :

Deze ijzers behooreu tot de geheel afgewerkte fabriekshoefijzers, bestemd
om zoo mogelijk koud ondergeslagen te worden in oorlogstijd. Dikwijls
echter zal een beter passend maken dezer ijzers op den hoef zeer weu-
schelijk zijn.

Nu is het echter de vraag, kan men met 3 tailles volstaan of moet men
er meer hebben; natuurlijk zullen er altijd hoeveu overblijven, die in grootte
of vorm zoozeer van den normalen hoef afwijken, dat er steeds een ijzer

voor gemaakt moet wordeu.

De Redactie van „De Hoefsmidquot; zegt in de XI® Jaargang blz. 72: Het ge-
bruik der machinale ijzers neemt de paar laatste jaren in Nederland zeer
toe. Zij ziju vrij goed gevormd, slijten dikwerf wat sneUer dan uit de hand
gesmede, terwijl ook in betrekkelijk kleine ijzers nog 8 nagelgaten voorkomen.
Evenals zoogenaamde koopschoenen teu achteren staan bij uaar den vorm
der voeten goed gemaakte schoenen, kunueu ook machinale ijzers niet zoo
goed zijn als deugdelijk uit de haud gesmede, doch men kan het iu uood
er wel mee doen.

Iu dezelfde jaargang bl. 166 schrijft de Redactie omtrent het meer ge-
bruiken van machinale hoefijzers hier te lande: Dit is jammer, want ieder

-ocr page 158-

hoefsmid dient een goed ijzer te kunnen maken en het blijft altijd waar dat
„ oefening kunst baartquot;. Zoodra een hoefsmid veelvuldig gebruik maakt van
machinale ijzers, zoo zal zijn handigheid in het vervaardigen van ijzers uit
de hand langzamerhand geringer worden, terwijl de jongmaatjes eveneens
veel minder oefening krijgen, hetgeen met het oog op de toekomst nog het
ergste is.

Nood breekt evenwel wet, en indien er geen voldoende werkkrachten
zijn, is het zaak te streven naar zoo goed mogelijk gemaakte machinale
ijzers, die niet te hoog in prys zijn.
. Aan het slot van dit artikel lezen wij:

Wanneer het werkelijk noodig blijft faliicksijzers te gebruiken, dan zullen
aan de
eischen van opleiding wederom hoógere eischen gesteld dienen te worden,
daar de
oefening der leerlingen in de werkplaats dan zoo afneemt, dat ar geen
voldoende
gelegenheid overblijft om vlot en goed ijzers te leeren zetten en
richten.

De Hoefsmid, Jaargang XIl bl. 192, zegt het volgende: Meermalen is er
in „ De Hoefsmidquot; op gewezen dat die toenemende aanwending een gevaar
oplevert voor het hoefsmidsvak als zoodanig, aangezien de leerlingen te
weinig handigheid in het vervaardigen van ijzers verkrijgen. En de toekomst
ligt in handen der jeugd! In Duitschland is het gebruik van machinale
ijzers veel algemeener dan in Nederland. In een groot landbouwblad wees
I)''. Goldbeck er een paar weken geleden scherp op dat de machinale ijzers
voor het paardenhoudend deel van Duitschland bepaald veel bezwaren mee-
brachten, daar de komende hoefsmeden allengs onhandiger zouden worden
in het goed passend maken der ijzers.

Hoe dat gevaar te keeren? Naar onze meening door voortdurend in wijden
kring er de aandacht op te vestigen dat het smidsvak in zijn geheelen
omvang niet door één man kan worden beheerscht, en meer dan tot nu
toe afzonderlijke-, hoefsmeden dienen te komen, terwijl het gebrek aan werk-
krachten voornamelijk wordt veroorzaakt doordat de loonen in verhouding
tot de vereischte kennis niet hoog genoeg zijn.

Nadruk verboden.

URBAINE PAARDEN IN EEN GROOTE STAD.

Iemand die werkelijk een „paardenhartquot; bezit, zal aan eiken viervoeter,
dien hij op zijn levenspad tegenkomt, een oogenblik zijn aandacht schenken.
Vooral in een groote stad is veel gelegenheid om de theoretische kennis van
het gebruikspaard aan de practijk te kunnen toetsen.

Hoewel in de groote steden het vervoer per automobiel zeer is toegeno-
men, is het aantal stationneerende rijtuigen nog niet veel verminderd. Schenkt
men nauwlettend aandacht aan deze karakteristieke bespanning dan valt
het op, dat men er bijna alle mogelijke paardenrassen onder aantreft.

Grootendeels zijn het Eussische hitten, waaronder enkelen van beste
kwaliteit, benevens enkele volbloeds en vooral halfbloeds. Maar juist in

-ocr page 159-

tegenstelling met hun hooge waarde als ren- of rijpaard, als afgedankt
rijpaard, zijn ze zeer billijk te koop. Deze edele dieren zijn als „snorders-
paardquot; zeer te beklagen, want zij komen het meest in handen van den

ärmsten rijtuigverhuurder.

Eussissche hitten behoeven meerendeels geen besten koetsier. Zij zijn
mak en hebben doorgaans weinig temperament. Wanneer deze dieren niet
geplaagd wordeu met zware stangen, zijn ze voor de meeste diensten uit-
muntend geschikt. Zij ziju bovendien het best bestand tegeu langdurigen
draf-arbeid en stellen daarbij geen hooge eischen aau hun voedsel, ligging,
onderhoud, enz. (Hoewel natuurlijk voor ieder individu de beste verpleging
eu verzorging haar voordeel zal opleveren!).

Vraagt den „snorderquot; eens „hoelang staat uw paard dagelijks in het tuig ?quot; ;
dau zal hij U beslist antwoorden „'s morgens circa 8 uur vangt zijn werk
aau eu eindigt .... „hij haalt de schouders op en de vele nachten, dat
ziju broodwinner, het trouwe ongelukkige paard, de harde straatsteeuen voor
het strooleger moest verwisselen, schijueu hem te talrijk, om vlot te zeggen
„'s uachts om 1 uur staat mijn paard weer op stalquot;. Overdag worden slechts
enkele uren rust gegund, in een dikwijls zeer gebrekkigen stal.

De haver wordt hem echter niet onthouden; daarvan draagt het geheele
exterieur doorgaans het bewijs. De Russische hit weet wat werken is, zijn
Spartaausche opvoeding heeft hem zijn groote bruikbaarheid verzekerd.

Ook valt het den waarnemer op, dat hitten met matige voeteu, geheel
door de knieëu staande, dagelijks arbeiden eu dat de knieën toch niet ge-
couronneerd zijn. Dit is stellig weer eeu bewijs van kracht en uithoudings-
vermogen.

De volbloed en halfbloed zijn meestal iu minder goede conditie, wat meu
uit het vorenstaande zal kuuneu afleiden. Bovendien is de dressuur van een
bejaard rijpaard tot rijtuigpaard niet eenvoudig eu tracht men deze dikwijls
te
vcrgemakMijken door het paard weinig voedsel te geven eu dorst te
lateu lijden.

De conditie van het paard houdt doorgaans gelijken tred met de kwaliteit
van rijtuig en tuig. Men treft er onder de stationneerende rijtuigen dikwijls
als het ware équipages aan. De concurrentie noodzaakt hen zoo netjes moge-
lijk voor den dag te komen.

Er ziju ook rijtuigverhuurders die alleen op het nachtwerk belust zijn.
Deze bespanningen zijn nog meer van ouderwetschen stempel. De inzittenden
stellen dan ook doorgaans geen hooge eischen. Het exterieur vau sommige
paardeu verraadt den hackney, of eerste klasse luxepaard van andere
herkomst. Wauueer zij daarbij opvallend mooi zijn, kunt ge er verzekerd van
wezen, dat de langdurige arbeid zoo'n dier tot
eeu bruikbaar tuigpaard heeft
gemaakt. Aanvankelijk heeft het dikwijls
alle mogelijke kwade eigenschappen
gehad. Riempjes aan den staart en deze vastgegespt aan het lemoen, duiden
meermalen aan, waarom zoo'n mooi exemplaar zjju roeping heeft gemist.

Ook dubbele slagriemeu, enz. bevestigen het feit, dat eeu kwaadaardige
slaander nooit te vertrouwen is, zelfs uiet iu deu druksteu dienst.

Een prettig verschijnsel is het, dat stokoude diereu, verwond door het
tuig en mager als een geraamte, slechts sporadisch worden gezien.

-ocr page 160-

Dit vindt zijn oorzaalv in iiet toenemend gebruik van paardevleescii als
consumptie-artikel, alsook door de concurrentie der rijtuigverhuurders onder-
ling en het verscherpt politietoezicht.

Voor hen, die de deugden en de trouwe eigenschappen van het paard
op prijs weten te stellen, zal deze verbetering zeker een verblijdend teeken
worden genoemd.

Gij, equipagehouders, stalhouders, sleepers, huurkoetsiers, enz., werkt
allen mede het edelste dier ter wereld een welverdienden rust of zoo mogelijk
een draag'lijken ouden dag te bezorgen!nbsp;* * *

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. Vertrokken zijn de vol-
gende leerlingen: op 30 Sept. j.1. H. Eeinders van Meeden en op 7
October j.1. T. X ij d a m van Zuidlaren. Aan beide leerlingen kon een
een getuigschrift van met „goedquot; gevolg aan den cursus te hebben deel-
genomen, worden uitgereikt. — De plaats van eerstgenoemde is 2 Oct. in-
genomen door K. Hilbrants van Eelde, en van Nijdam op 14 Oct. door
G. Holt van Norg.

Mede houden thans aan de Inrichting verblijf de leerlingen J. Hofstede
van Middelbert, die vermoedelijk heden Zaterdag (14 Oct.) vertrekt, R. v. d.
Laan van .Loppersum, K. Snakenborg van Kolham en K. Mariug van Zeerijp.

—nbsp;Cursussen in hoefbeslag in Friesland. Dezen zomer zijn in Eriesland
twee cursussen in hoefbeslag aaugevangen en wel een tweejarige in Franeker
en een éénjarige in Heerenveen.

Tot de eerste zijn 10 leerlingen toegelaten, tot de tweede 15, ^vaarvan
echter 5 na afloop der theoretische lessen afvielen, zc/odat de Practische
lessen ook met 10 leerlingen zijn aangevangen.

Beide cursussen staan onder leiding van den veearts Joh. .Plet te
Heerenveen, die hierbij geassisteerd wordt, voor zoover de theorie betreft,
door den veearts M. J. Veens tra te Leeuwarden, en over het practisch
gedeelte door den gediplomeerden hoefsmid J. de Jong te Heerenveen.

De cursussen gaan uit van de Ver. „Het Eriesch Paardenstamboekquot;, dat
hiervoor Rijkssubsidie geniet.

H.nbsp;.nbsp;P.

—nbsp;Militaire hoefsmidschool te Amersfoort. Na afloop van den half-
jaarlijkschen cursus werd op 1 October j.1. na gehouden examen het rijks-
diploma als hoefsmid toegekend aan de volgende milicien-hoefsmeden der
infanterie: K. Gunter te Rottum (Gron.) van het 1«; J. H. Boon te Nijs-
willer (Limburg) van het 2®; S. Tiekstra te Drachten van het 5®; L. Sm it
te Hasselt bij Zwolle van het 5«; C. J. A. van Oosterhout te Tilburg
van het 6®, en D. Pielmich te Harderwijk van het 9quot; Regiment Inf'«-

Deze hoefsmeden zijn thans ter verdere bekwaming in het winterbeslag,
gezonden naar de Regimenten A'eld-Artillerie te Utrecht en Breda.

Tevens werd het rijksdiploma toegekend aan den burgerhoefsmid D. van
Setten te Scherpenzeel.

-ocr page 161-

— Hocl'beslagcursus te Uorinehein. Te dezer plaatse wordt een cur-
sus gehouden voor hoefbeslag, vanwege het bestuur dezer afdeeling van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Het 1« gedeelte, aangevangen 7
October 1.1., wordt bijgewoond door 8 smeden. De gep. Dirigquot; Paardenarts
J B. H. Moubis te Utrecht geeft het theoretisch, de Wachtm. Hoefsmid-
onderwijzer in practisch hoefbeslag,
S. van Angeren te Arnhem, het practisch
onderricht.

-nbsp;Uitslag tentoonstelling en wedstrijd Leiden, 15 Sept. Inzendingen
hoefijzers:
1® pr. P. Zegwaard te Amersfoort, pr. H. van Waasbergen te
Oud-Beierland, 3«. pr. Van Duin te Gouda, 4-=. pr. J. Waasdorp te Rijp-Wetering.

Wedsirijd in hoefbeslag: P. pr. C. B. Schouten te Hoofddorp, 2quot;. pr. Elden-
hout te Nootdorp, 3®. pr. H. van Waasbergen te Oud-Beierland, 4®. pr. W.
Gesink te Katwijk aid Rijn. Eervolle vermeldingen: Bruntink te de Rijp,
Vermin te Noordwijkerhout, Mooijekind te Noordwijk a|Z. en Grimbergen
te Rijnsburg.

—nbsp;Utrecht. Bijgevoegde teekening stelt voor een der modellen van smids-
vuren, die door de Buffalo Forge Company vervaardigd worden. Dit smids-
vuur Us op de tentoonstelling van gereedschappen, modellen en leermiddelen

enz. ten dienste van het vak-onderwijs, gehouden van 9—18 September 1.1.,
ingezonden door de firma Ls. N. Alta en Co. te Amsterdam.

In den catalogus wordt het voorgesteld als een Compleet Buffalo smidsvuur,
voorzien van ondergrondschen luchtaanvoer met regelschuif, ondergrondschen
rookafvoer met verstelbare rookafvoerkap, tuimelklep voor het verwijderen
der slakken en scharnierende kleppen aan de vuurpan voor zwaarder of
lichter vuur. Dit vuur is speciaal bestemd en geëigend voor vakscholen,
omdat de geheele smederijruimte te overzien blijft en deze tevens uitmun-
tend geventileerd wordt. Bij toepassing van deze vuren \vordt ruimte gespaard
en licht benemende rookkappen overbodig, alsmede de vele schoorsteenen,
die ook op boven gelegen lokalen zeer hinderlijk zijn. Een schoorsteen, waarin
alle ondergrondsche rookkanalen uitmonden, zorgt voor den afvoer van alle
vuren.

-ocr page 162-

Aan den catalogus waren toegevoegd eenige teekeningen van typische
modellen der ruim 130 verschillende smidsvuren. De hiernaast voorgestelde
is het vuur voor vakscholen en gewoon werkplaatsbedrijf. Andere modellen
worden aangegeven als vuur voor zwaar werk, eene speciale smidse met 12
vuren voor massafabricage, en verder als opvouwbaar vuur voor Marine-Oorlog-
en Prospector's bedrijf.nbsp;M.

PERSOVERZICHT.

TOILET.

Sterk verschil tusschen een paar in den natuurstaat voorgebrachte poneys
en dezelfde nadat hun toilet is gemaakt.

De afbeeldingen zijn overgenomen uit „The Horsequot;, door Prof. Worley Axe.

(u. „Het Paardquot;).

-ocr page 163-

- Congres voor Vakonderwijs. De vorige maand is dit congres te Utreclit

geiiouden onder leiding van Mr. H. 8 m e e n g e.

De „N. B. C.quot; van 16 Sept. bevat een verslag van het op dienzelfden
dag voortgezet congres, waarvan wij het volgende overnemen:

„De Heer H. P. Priester, directeur van de burgeravondscliool te
Leeuwarden, heeft de volgende stellingen verdedigd:

I. Met het onderwijs der gewone lagere school, zonder meer, is de toe-
komstige ambachtsman niet voldoende toegerust voor het maatschappelijk

Het voortgezet onderwijs, zooals dat aan de meeste ambachtsscholen
in Nederland gegeven wordt, vult dit tekort niet voldoende aan.

111. Verlenging van den leerplichtigen leeftijd, meer waarborgen, dat
ook voor de leerlingen van de ambachtsscholen het voortgezet onderwijs
goed tot zijn recht komt, daarnaar dient in het belang van onze toekomstige
ambachtslieden te woorden gestreefd.

Ter toelichting van de eerste stelling ging de heer Priester de uitkom-
sten na van het onderwijs in de vakken van art. 2 der wet op het 1. o. Hij
noemde die niet schitterend, maar wijt de oorzaak van dit kwaad niet
geheel aan de school, welke doet wat ze kan en met tal van moeilijkheden
heeft te kampen (overlading van vakken, te groote en te veel klassen voor

één leerkracht, enz.).

Bovendien, zoo ging spr. voort, wat wil men vorderen van een kind van
12 jaar, dat nog zoo weinig voorstellingen en begrippen, dat nog zoo'n on-
volmaakte denkkracht bezit? De school voor voortgezet onderwijs moet
voortbouwen op de gelegde fundamenten; ze moet voltooien en afwerken.
Dit is bizonder noodig in de jaren van 12—15.

Een ruim arbeidsveld is er over voor het voortgezet onderwijs. Ook de
toekomstige ambachtsman heeft er veel behoefte aan, voor zijn vak,, maar
ook, en vooral, als lid van de samenleving.

De ambachtsscholen in Nederland, zeide spr., doen te weinig aan het
voortgezet onderwijs; gemiddeld slechts 5 uur per week, d. i. in drie jaar
maar^hetnbsp;van het aantal uren, dat de jongen les zou krijgen als hij

één jaar langer naar school ging.

Behalve te weinig uren geeft men vaak te weinig vakken. Soms wordt
door wettelijk onbevoegden les gegeven.

Het streven om voor alles de praktijk in het oog te houden, maakt het
onderwijs wel eens onpractisch. De positie van den leeraar voor het voort-
gezet onderwijs is aan de meeste scholen niet van dien aard, dat men waar-
borgen heeft, dat de meest geschikte krachten zich op den duur zullen

losmaken van het lager onderwijs.

Daarom, verlenging van den leerplichtigen leeftijd, b. v. met één jaar.
Daarna voortgezet onderwijs aan de ambachtsschool, gedurende acht uur
per week, in de vakken: taal, wiskunde, natuurkunde, aardrijkskunde,
geschiedenis (vooral staatsinrichting), kennis van werktuigen en boekhouden.

Het voortgezet onderwijs is voor de jongens der ambachtsschool: eindon-
derwijs. Na afloop van den cursus krijgen ze nog meer teekenles; de prak-
tijk moeten ze in winkel of op karwei voornamelijk leeren, maar het

-ocr page 164-

voortgezet onderwijs, dat ze ontvangen, vormt liun gansche geestelijlse
bagage voor de levensreis.

De tijden zijn gunstig. De geheele maatschappij vraagt om meer en dege-
lijker voortgezet onderwijs. Laten wij, vakschoolmannen, zeide spr. ten
slotte, dit streven krachtig steunen.quot;

Nederlaiidsch Oost-Iiidië.

—nbsp;Sedert een paar jaren bestaat er te Buitenzorg een school ter opleiding
van inlandsche veeartsen.
Hieraan zal in 1912 wederom eenige uitbreiding
worden gegeven. In verband met de toeneming der patiënten aan genoemde
school in verpleging, is de behoefte gebleken aan een bekwaam inlandsch
hoefsmid. De begrooting 1912 heeft ook een post uitgetrokken om in deze
leemte te kunnen voorzien.

—nbsp;De begrooting van Oorlog bevat (in aansluiting met het in de vorige
afl. reeds vermeldde. Kef.) o. m. het volgende:

De verantwoordelijkheid en de werkzaamheden van den eerstaanwezend
paardenarts te
Salatiga zijn sedert diens aanwijzing tot Directeur der te
genoemder plaatse opgerichte
hoefsmidschool, niet onbelangrijk toegenomen.

Het wordt daarom billijk geacht om een toelage tot een bedrag van f 40
'smaands toe te kennen, in te gaan op het tijdstip waarop de hoefsmid-
school is opgericht, d. i. 1 Januari 1909.

In verband hiermede is, wat het jaar 1912 betreft, aan den voorgestelden
maatregel eene uitgave van f 1920, en over volgende jaren een verhooging
van het budget van f 480 verbonden.

(1i. Veeartsenijkundige Bladen v. N. I.)

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

HET VERTINNEN VAN EEN AANTAL ARTIKELEN TEGELIJK.

Groote hoeveelheden kleine voorwerpen, zooals schroeven enz., kunnen het
beste vertind worden door ze in een vloeibaar bad te dompelen en
daarna door een doelmatige schud-inrichting van het overtollige tin te ontdoen.
Bij het vertinnen zelf, dat als bekend vooropgezet moet worden, is er
bijzonder op te letten dat het metaal gedurende het gansche proces gelijk-
matig verhit blijft; is dit niet het geval, dan komt het voor dat er zich
klonten vormen. De juiste temperatuur van het bad ligt even boven het
smeltpunt van het betreffende metaal; bij een oververhitting verkrijgt men
een ruwe, grauwkleurige vertinning of verzinking; te geringe verwarming
veroorzaakt een aanhechting van grove stukken aan de voorwerpen. Ter
voorkoming van oxydatie moet steeds een dekking door salmiak worden
aangebracht.

De gang van dit werk is het voordeeligst als volgt: de kleine deelen
worden in een gevlochten korf gedaan, welke uit hetzelfde metaal bestaat
als de te bewerken voorwerpen en hierin zoover voor-gewarmd tot ze de

-ocr page 165-

smelttemperatuur van het bad bezitten, of bijna. Dit is een vereischte, opdat
de deelen niet te lang in het bad behoeven te vertoeven, daar anders het
bad verontreinigd en afgekoeld zou worden, waardoor dau weder die boven-
genoemde klonten ontstaan. In den korten tijd, dat het metaal in het bad
aanwezig is, wordt alles goed door elkaar geschud. Gedurende het uitnemen
wordt dat schudden voortgezet eu daarbij het overtollige
metaal verwijderd.
Dit schudden kan uog boveu een zacht vuurtje wordeu voortgezet, waarbij
dan het dekmetaal gelijkmatig verloopt. Onmiddellijk naast de plaats, waar
dit werk geschiedt, is een schuinliggeude zeef aangebracht, eu wel in
dien stand, dat de voorwerpen bij gering schudden er van zelf afrollen.

Onder deze schuinliggeude zeef is eeu zacht vuurtje, of eventueel eeu
reeks vlammen aangebracht, door welke de afrollende, vertinde deeleu nog
eenmaal verwarmd wordeu, waarbij dan het aan die voorwerpen te veel
zittende dekmetaal aan de mazen der zeef blijft hangen. De zeef kan ook
iu haar schuine ligging veranderd wordeu, zoodat deze eerst naar den eeneu
kant en daarna uaar den audereu kant afhelt; dit is in vele gevallen aan te
bevelen, daar bij een eukele schudding meestal het overtollige metaal niet
geheel 'verwijderd wordt. Bij voorwerpen met diepe insnijdingen, zooals
schroeven, is het aau te bevelen deze bij het afrollen met een stalen schuier
te bewerken; ook is schureu met een geschikte zandsoort wel doelmatig,
daar dit gunstig werkt op de gladheid der voorwerpen. Na deze bewerking
laat meu de voorwerpen in heet, het beste in kokend water vallen, waarin
ze gelijkmatig afkoelen. Hierop volgt trommelen in een hoekige trommel,
welke gedeeltelijk met hard zaagsel gevuld is. Op deze wijze bewerkt,
vallen vertinde en verzinkte voorwerpen steeds goed uit.

Opgemerkt dient uog te worden dat de voorbewerking steeds van grooteu
iuvloed is op het goede resultaat en dat het beslist vrij ziju vau oxydatie voor
die voorwerpen eeu hoofdvereischte is. Geringe gebreken iu deze richting
leveren slechte afwerking eu eeu onaangenaam uiterlijk.nbsp;M.

GIETMODELLEN, EN HET GIETEN VAN MESSING.

Ter vervaardiging vau gietmodellen kau ieder materiaal gebruikt wordeu,
dat iu staat is eeu matigen druk of stoot weerstand te bieden. Het beste
worden gietmodellen uit messing vervaardigd. Messing gebruikt meu gaarne
voor fijn gietwerk, omdat men hierbij scherpe lijnen verkrijgt; het laat zich
zoowel door afdraaien alsook met beitel en vijl scherp en zuiver bewerken.

Eeu goed bewerkbare legeering bestaat uit: 72 deeleu koper, 27 deeleu
zink en 1 deel lood. Een verhoogd kopergehalte vermeerdert de elasticiteit,
minder loodperceutage maakt het harder en beter te bewerken.

Bij het makeu der legeeringeu geldt als grondregel, dat men eerst dat
metaal smelt, 't welk het hoogst gelegen smeltpunt bezit, om daarua de
^'au te voren aaugewarmde metalen bij te voegen iu dezelfde verhouding,
d. w. z. naar gelaug huu smeltpunt lager is gelegen, het laatste. Voor de
messinggieterij bedient meu zich meestal vau zand als vormmateriaal. Het
zaud moet zoo samengesteld zijn, dat het fijne indrukken aanneemt, eeu
behoorlijke biudkracht bezit, en ook de uoodige vastheid eu magerheid
aanwijst. Het is de zaak vau deu gieter, hieriu de juiste verhouding te

-ocr page 166-

treffen. Op de samenstelling van het zand zal in hoofdzaak gelet moeten
worden, want slechts met goed vormzand kunnen goede vormen gemaakt
worden, en dus zuiver gietwerk verkregen worden. De vorm wordt vóór
het gieten eerst verwarmd, en wel in zooverre, dat hij met de vlakke hand
nog maar juist aangeraakt kan worden. Bij het gieten zal men er opletten,
dat de temperatuur van het gesmolten metaal uiet te laag is, daar het anders
niet dun vloeibaar genoeg is, en de vormen zoodoende niet behoorlijk vult;
tegenovergesteld bevat een te heet ingegoten metaal, een poreus werkstuk.

Met betrekking tot het ingieten van het vloeibare metaal, valt nog te
vermelden dat dit noch te snel, noch te langzaam mag geschieden. In het
eerste geval kan de lucht niet voldoende ontwijken en het gietstuk wordt
daardoor poreus, terwijl omgekeerd bij te langzaam ingieten het metaal te
vroeg stolt. Zoodra het metaal afgekoeld is worden de vormen geopend,
en de gietstukken uitgenomen; doet men dit niet dan is het breken der
werkstukken te vreezen, daar messing zich bij de afkoeling tezamen trekt,
hetgeen men in de practijk krimpen noemt. Dit krimpen speelt echter geen
groote rol, wanneer kleine stukken gegoten worden, daar deze spoediger
afkoelen, en dus minder krimpen dan groote. Het krimpen der gietstukken
is in hoofdzaak afhankelijk van de kwaliteit van het metaal, van de hitte-
graad, waarmede het in den vorm komt, van de samenstelling van den
gietvorm, en van den vorm der gietstukken zelf. Wordt het metaal boven
zijn smeltpunt verhit, dan krimpt het sterk, en ontstaat er gevaar voor
zuigen. Ook worden de gietstukken kleiner, wanneer zij in vormen van nat,
week zand gevormd worden , daar deze reeds bij het drogen krimpt. Derhalve
is het aan te bevelen mager vormzand te gebruiken. De krimpmaat zal in
ieder geval van te voren bepaald moeten worden, vooral daar waar de voor-
werpen na het gieten aan een bepaalde maat moeten voldoen.nbsp;M.

BOEKWERKEN.

Uitgaven van A. W. HEIDEMA te 's-Gravenhage:
Vprzamehle Opstellen iiit Het Paard,

tweede bundel, prijs / 1.75, fr. p. p. f 1.1)5.
Idem derde „ „ f 1.75, fr. p. p. f 1.95.

Rechtvaardiging' van het bestaan der rennen en draverijen in
Nederland.
Verschenen vanwege de Nederl. Harddr.- en Renvereeniging.
Prijs
f 0.75, fr. p. p. f 0.80.
Het Toilet van een Paard
foverdruk uit Verzamelde Opstellen „Het

Paardquot;). Prijs fr. p. p. f 0.40.
De voormalige Rijksstoeterij Borculo
(met plaat), door H. C. M. E. H.

van Soetermeer Vos, Off. der Veld-Art. Vroeger ƒ 1.35, thans fr. p. p./'0.70.
De bouw van den hoef
(uitslaande platen) met verklarende beschrijving,

voor cursussen in hoefbeslag en zelfonderricht. Prijs fr. p. p. f 0.50.
Het onderzoek van het paard vóór het beslag,
door F. Laméris, Kap.-

Paardenarts. Pr. fr. p. p. f 0.35.
Opstellen over africhting van paard cn ruiter,
door W. L. v. Warmelo,

Off. der Veld-Art., prijs f 1.50, fr. p. p. f 1.55.
Landbouw-voordrachteu over tuberculose,
gehouden aan de Universiteit
te Groningen, door Dr. D. A. de Jong te Leiden. Prijs /
0.75 l'r. p. p. ƒ O.HO.

-ocr page 167-

ADVERTENTliÈN.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cheni icaliën-
en drogerijen-bandel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijscouranten
voor HH. veeartsen
en boefsmeden op aanvrage gratis.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonnè's gratis in .,De Hoef-
smidquot; opgenomen

■ 4. \ ijzer
Smeedbaarnbsp;gtaal

naar model en teekening.

Zaagbeugels. — Schroefsleutels.
Rijtuigartikelen en Ploegonderdeelen.

F. J. WIONSWIA, 81 Haarl.weg, Amsterdam.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

Billijke condities.

die

theoretisch
en

I

practisch
goed zijn.

-:- -:- Vlugge levering.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

-ocr page 168-

S. C. IVI. BAX. 2, 4 en 6 Jutferstraat. ROTTERDAM-

- Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG.----

liilertöiüiiiiiiiü'i'

MS Jnfferstrait
üotlerdaiii.

Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

ï0. m.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voordeelig, semakkelijk innbsp;— Kunnen niet loslaten-

lAterk „Dexterquot;, Merk ^^
met
flink kielituk. met zwmr hielstuk.

Open zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten van tot (ij
Ene. dm., uiterste breedte buitenkant
ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
\'oorradig vau 4^-
tot (il- Eng. dm.

:Merk „Cliieago'S

geheel Caoutchouc
uit één stiik met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
deu, voorradig van
7tot Eng. dm.

Uiterste breedte buitenkant ijzers gem

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Luchtdrukzooi

in 8 verschillende niaten voorradig.

Hoef-
randen.

Strykringen
met riempje.

Las- of Welbladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open Caoutchoiiquot;
zool,
merk I?. ^ •'
in 7 maten, vooiquot;
eu achterijzers
voorradig.

Kunsthoorn.

Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 169-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 11.

-ocr page 170-

ALS HET PAARD KON PRATEN

èt-- lii

dan zou hij U spoedig zeggen dat

LAMBERT amp; COMPANY'S HOEFZOLEN

hem het aangenaamst zyn omdat zij hem het gaan zoozeer vergemakkelijken
en verschillende pijnen en hoefgebreken zoowel genezen als voorkomen.

LAMBERT PADS

zgn verkrijglbaiir in vier ver.scliillende façons :
liiiiiibert Open Palt;l in 10 maten.
Itar Pad .... in 13 maten.
Fi'oS .... in 4 maten.
O. K. Star Pad. . in 8 maten.
Vraag prijzen bij:

LANIBERT amp; COMPANY, ROTTERDAM, 66 Leuvehaven.

INHOUD.

1886 — Militaire Hoefsmidschool — 1911. — De verplichte Rijkshengsten-
keuriug in Nederland, in verband met het hoefsmidsvak. — Verzorging van
paard en hoef in langvervlogen tijden. — Korte mededeelingen. — Persover-
zicht. — Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag. —
Advertentiën.

-ocr page 171-

f\:.....

/ ■ 4

MILITAIRE HOEPSJriDSCHOof'ïïiiijèïïl--^^ '

Den 30 October was voor de Hoefsmidscbool een bijzondere dag, die niet
onopgemerkt voorbij mocht gaan. Dien dag was liet namelijk vijf en twintig
jaar geleden dat de nieuwe inrichting te Amersfoort geopend werd en de
Eij- en Hoefsmidschool van Venlo naar Amersfoort werd overgeplaatst.

De Kapitein-Paardenarts Moubis stond toen aan het hoofd der Hoef-
smidschool, en onder bevel van den Kolonel H u g u e n i n trokken het personeel
der Rijschool, de hoefsmidsleerlingen met hunne instructeurs, de oude

Wachtmeester-hoefsmid Kamerbeek met deu Korporaal-onderbaas Goes
aan het hoofd, te paard de vlaggende stad Amersfoort binnen.

Kamerbeek is ter ruste gegaan, de Heer Goes is gepensioneerd en wijdt
zich nog altijd aan het hoefsmidsvak, thans nog als onderwijzer aau dc
cursussen in hoefbeslag, gegeven door de Smedenvereeniging in Noord-Holland.

Evenals voor 25 jaar heeft hij op dezen dag de vuren iii de Hoefsmidschool
aangelegd. Overste .Moubis en Goes waren present bij de wedstrijden die

1886 —

-ocr page 172-

op 30 en 31 October onder de leerlingen werden gehouden; de Kapitein-
Paardenarts Prederikse was door dienstaangelegenheden verhinderd het
feest met zijne tegenwoordigheid te vereeren.

De School en de beslagioods waren door de zorgen van de leerlingen
met groen, bloemen, vlaggen en hoefijzertropheeën versierd, zoodat het geheel
een feestelijken indruk maakte; de bodem prijkte met tal van toepasselijke
zandversieriugen.

Naarmate van hunne bekwaamheid en opleidingsduur waren de leerlingen
in groepen verdeeld voor het houden van onderlinge wedstrijden.
De uitslag daarvan was als volgt:

groep vrijwilligers; het maken van vier hoefijzers op maat en het lgt;e-
slaan van een paard. Cavalerie: 1° prijs Huijsman, 2«' ])rijs Jleeuwscu.
Artillerie: 1® prijs de Groot, 2quot; prijs Immel.

2quot; groep vrijwilligers; het maken van een balkijzer; 1® prijs Eenes, 2''
prijs Hagevoort.

groep vrijwilligers; het maken van een koppel hoefijzers in den kortsten
tijd; 1® prijs van Zetteu, 2® prijs Jonker, 3quot; prijs Pieters.

P groep miliciens-hoefsmeden der Artillerie, idem, 1° prijs Suurland, 2lt;quot;
prijs Krijger, 3® prijs Heegstra.

groep miliciens-hoefsmeden der Artillerie, idem, 1° prijs van Driel, 2®
prijs
V. d. Schuur.

Groep burgerhoefsmeden, idem, 1« prijs de Noord, 2quot; prijs Hagen.

Na het bekend maken van den uitslag wees de tegenwoordige leider, de
Kapitein-Paardenarts L a m é r i s, op de groote rol die de Hoefsmidschool
heeft gehad in de ontwikkeling van het hoefsmidsvak als kunstambacht in
Nederland.

Behalve de voorziening van het leger met kundige en ontwikkelde vak-
lieden, levert de school jaarlijks ongeveer 30 gediplomeerde hoefsmeden.

-ocr page 173-

wier kunnen en kennen aan de hurgermaatschappij, het paardenfokkend en
paardenhoudend publiek ten . goede komt.

Wat er in de laatste vijf en twintig jaar op dit gebied gepresteerd is,
hebben we voornamelijk te danken aan hen, die aan het hoofd van deze
inrichting hebben gestaan en daarvan komt een groot deel toe aan den
overste ]\loubis, den schrijver van het algemeen bekende handboek, aanzijn
opvolger kapitein Prederikse en aan de hoefsmeden-instructeurs die onder
hen zijn werkzaam geweest, op dit feest vertegenwoordigd door den oud-
onderbaas Groes.

Het onderwijzend personeel van heden stelt hunne aanwezigheid alhier op
dezen dag op hoogen prijs.

Overste Moubis beantwoordde deze toespraak en dankte mede namens den

Van links naar rechts: Wachtmeester-hoefsmid Mark, Opperwachtm. hoefsmid
Scholten, Kapt. Paardenarts Laméris, Overste Moubis, Oud-onderbaas
Goes, Wachtm.-hoefsmid Blokker, Wachtm.-hoefsmid Tetenburg.

heer Goes voor de uitnoodiging, dit feest bij te wonen en eindigde met een
driewerf hoera uit te brengen op het tegenwoordig onderwijzend personeel
en den voortdurenden bloei der inrichting, waaraan hij zeventien jaren is

werkzaam geweest.

Des avonds werd het feest voortgezet in de versierde beslagloods, waar
op een geïmproviseerd tooneel door enkele hoefsmidsleerlingen met onmis-
kenbaar talent voordrachten en samenspraken ten gehoore werden gebracht,
afgewisseld door muziek en zang.

Wij hopen van harte, dat de Volksvertegenwoordiging de gelden op de
begrooting aangevraagd voor verbetering en vergrooting van de Hoefsmid-
school zal toestaan, opdat ook in de toekomst deze inrichting ruimte en
gelegenheid moge aanbieden voor de verdere opleiding en ontwikkeling van
het zoo nuttige hoefsmidsvak.nbsp;*

-ocr page 174-

DE VERPLICHTE RIJK.SHEXGSTENKEÜRINO IN NEDERLAND,
IN VERBAND JfET HET HOEESmDSVAK.

Sedert 1901 is een Wet op de paardenfolilierij ingesteld , waarbij eenerzijds
de dekhengsten, alvorens openlijk ter beschikking gesteld te mogen worden,
goedkeuring van Rijkswege dient plaats te vinden, en anderzijds minstens
f 75.000 per jaar uit 's Rijks kas worden verleend om hengsten, merriën,
veulens, 1-jarigen en 2-jarigen te primeeren ten einde het aanhouden en
het voor de fokkerij bezigen quot;van de beste exemplaren krachtdadig te
bevorderen.

De aandrang tot verbetering van het hoefsmidsvak is voornamelijk
voortgekomen uit den kring dor paardenhouders zelf, zoodat het voor de
hand ligt de bevordering en de ontwikkeling der paardenfokkerij met die
van het hoefsmidsvak in belangrijk verband staat. De aandrang van de
zijde der landbouwers heeft aanleiding gegeven tot veelzijdige bevordering,
tot het verkrijgen van een aantal cursussen en hierdoor van een aantal
gediplomeerde hoefsmeden, of liever hoefsmeden, die met goed gevolg oen
cursus in hoefbeslag hebben medegemaakt, maar — zooals onze lezers
voldoende weten — tot een behoorlijk goed sj'steem, tot een behoorlijk
goed afgerond geheel, is de Regeering nog steeds niet gekomen. Do in
Utrecht aan 's Rijks Veeartsenijschool opgerichte cursus voor aanstaande
onderwijzers in hoefbeslag , kan mogelijk een goede kern worden, doch de
overheid wordt nog te veel geleid in plaats van dat zij zelf de leiding
neemt. De opleiding van de burgerhoefsmeden staat nog te weinig op den
voorgrond ten opzichte van die der militaire hoefsmeden. Beide zijn van groote
beteekenis, doch de verhouding van het aantal burgerhoefsmeden tot die
der benoodigde militaire is zoo overwegend ten gunste van de eerste, dat
de laatste niet anders in de eerste plaats mogen worden genoemd dan bij het
Jlinisterie van Oorlog.

De aanraking, die de hoefsmeden telkens en telkens met paardenhouders
hebben, en de belangen, die de hoefsmeden in verband met de paarden-
fokkerij hebben, schijnen ons van ruim voldoende beteekenis om te dezer
plaatse eens een kort overzicht te geven van de wijze waarop de verplichte
Rijkshengsteukeuriug is geregeld. Deze vindt voornamelijk in het najaar
plaats, terwijl in het voorjaar de keuring meer een aanvullend karakter
draagt. Ieder hengst, die ter publieke dekking zal worden gebezigd, dient
door de Rijksjury hiervoor te worden goedgekeurd en van het goedkeurings-
merk voorzien. Dit wordt gebrand op den linker voorhoef, vlak aan de
kroon. Ieder hoefsmid weet, dat er ongeveer een jaar mee heengaat, dat
de kroonrand tot draagrand wordt, reden waarom het voldoende is steeds
hetzelfde goedkeuringsmerk te bezigen. Tevens is het begrijpelijk dat
hengsten, die luj de voorjaarskeuringen van het goedkeuringsmerk worden
voorzien, dikwerf bij de najaarskeuring dit merk nog bezitten, hetgeen dan
dicht bij den draagrand is gekomen.

Bij het branden is ons meermalen opgevallen, dat het ter voorkoming
van gevaar voor den persoon, die het braudmerk aanbrengt, aanbeveling

-ocr page 175-

zou verdienen om bij een eventueele Wetswijziging te bepalen, dat het
goedkeuringsmerk op den rechter voorhoef dient te worden aangebracht.
Om het brandijzer tegen den hoef te drukken, moet men immers betrekkelijk
vóór den hengst zijn, althans wanneer de betrokken persoon met de rechter-
hand op den linkerhoef zal drukken. Daar verreweg de meeste personen
rechts zijn, zou het derhalve aanbeveling verdienen den rechterhoef te
kiezen, zoodat bij het branden grootendeels ter zijde van het paard kan
worden gestaan.

De regeling der keuring geschiedt voor elke provincie door een afzonderlijke

commissie. Deze heeft zorg te dragen voor eeu tijdige oproeping vau de
hengsten ter keuring, voor het drukken vau deu catalogus, voor het in-
richten van het monster- en vau het longeer-terrein, voor het publiceeren
der goedgekeurde, uitgestelde en afgekeurde heugsteu.

De beoordeeling der hengsten geschiedt door de Alg. Keuringscommissie
voor de paardenfokkerij. Deze bestaat uit twee subcommissies, elk van drie
leden. De subcommissie B wordt gevormd door ééu vast of Rijkslid, dat
zitting heeft voor alle elf provincies, en twee
wisselendeof provinciale leden,
die voor elke provincie uit eeu viertal, voorgedragen door de betrokken
regeliugscommissie, worden benoemd door de Credeputeerde Stateu. De
subcommissie B beoordeelt de hengsten naar hun bouw, stand en gangen,
terwijl de subcommissie A voor het geheele land uit dezelfde personen be-
staat, en oordeelt of de hengsten vrij ziju vau gebreken aau adeiuhaliugs-
organen, oogeu, geslachtsdeeleu, alsmede omtrent het al of niet bestaan van
stillen kolder. De hengsten worden eerst gekeurd door de subcommissie
B eu de hier goedgekeurden daarna door subcommissie A, eu zoo ze ook
hier worden goedgekeurd, dan vau het gewenschte brandmerk voorzien.

Bij wijze vau overgangsbepaling is in de Wet vau 1901 bepaald, dat
hengsten,
die op 71/2 jaar of ouder lijdende worden bevonden aan cornage
eu het direct voorafgaande jaar nog gewoon werden goedgekeurd, ter
dekking te blijven toelaten onder vermelding van „goedgekeurd niettegen-
staande cornage.quot;

Het is waarschijnlijk dat binnenkort een wijziging vau de et op de
paardenfokkerij in de Tweede Kamer in behandeling zal komeu, waarbij
dan zoo goed als zeker de subcommissie B het recht zal verkrijgen bij haar
oordeel rekening te houden met de afstamming, het overervingsvermogen,
karaktereigenschappen en verrichtingen van deu hengst. Het zou verder
zeer wenschelijk zijn, indien ook de leden vau de subcommissie B, eveuals
thaus met de subcommissie A het geval is, voor het geheele land uit
dezelfde personen bestond. Verder dient de leeftijdsgrens iu zake cornage
te verdwijnen en de jury vrijheid te verkrijgen hengsten op jongeren
leeftijd dau Tj^ jaar „niettegenstaande coruagequot; ter dekking toe te lateu
en 7»/a-jarige of oudere coruards, die bewijzen hebbeu geleverd dit gebrek
veel over te erven, alsnog af te keureu. Een en ander zou de Wet uit
een practisch oogpunt van hoogere beteekeuis doen worden eu alzoo eeu
grooter algemeen belang en derhalve ook een grootere
mate vau populariteit
doeu verkrijgen.

De najaarskeuriugen vorderen iu den regel 6 a 7 wekeu, waarbij dan

-ocr page 176-

iedere weel? op 4 a 5 dagen wordt gekeurd, terwijl de voorjaarskeuringen
in Februari of Maart plaats vinden en veelal in drie weken zijn af te doen.

*

De najaarskeuringen zijn thans juist weer achter den rug. Hierbij is
wederonr gebleken, dat ijzers met kalkoenen zoo goed als nergens meer
voor het beslaan van hengsten worden gebezigd, doch dat in sommige
streken de eigenaars der oudere hengsten hun dieren veel te lang op het-
zelfde beslag laten, waardoor natuurlijk de toon te lang wordt, het ijzer
min of meer binnen den draagrand komt te liggen en de stand in de kooten
min of meer steil wordt, ten einde de rekking der buigpezen te voor-
komen of op te heffen. Deze verandering in kootrichting en hoefvorni veroor-
zaakt natuurlijk een gebroken hoefas en een sterkere belasting van de verzenen.

De landbouwers-paardenfokkers hebben nuttig werk verricht, door aan te
dringen op verbetering in de opleiding der aanstaande hoefsmeden en de
Rijksregeering eveneens door het beschikbaar stellen van een jaarlijksch
bedrag, waaruit de onkosten voor het houden van cursussen konden wor-
den bestreden. De smeden en de gezellen hebben zich vrij algemeen bereid
getoond die cursussen te volgen, doch hierdoor hebben zij zelf in de eerste
plaats leeren inzien, dat het bestaande wel verbetering, doch geen recht-
matige voldoening heeft gel.)racht. Het gehalte van het onderwijs en de onderwijs-
localen, respectievelijk werkplaatsen, enkele goede niet te na gesproken,
moeten aan hoogere eischen kunnen beantwoorden dau thans het geval is.
Bovendien heeft de ervaring hun echter geleerd, dat ook op dit terrein
klagen gemakkelijker is dan verhelpen en dat velen wel verbetering
wenschen als het hun maar geen cent kost. Een verbeterde opleiding der
a. s. hoefsmeden werd door de paardenhouders dankbaar aanvaard, doch
velen van hen — ook weer de goeden niet te na gesproken — blijken niet
geneigd om het betere werk ook beter te betalen, of door een grootere
aandacht voor een goede lioefverpleging en een tijdige verlegging zorg te
dragen.

In den vroegeren tijd, toen de genees-, heel- en verloskunde van de huis-
dieren nog op lagen trap stond, waren de hoefsmeden dikwerf tevens paar-
dedokters, evenals in nog vroegeren tijd de barbiers veelal tevens de genees-
en heelkunde der zieke menschheid verzorgden. Er is altijd een zekere ver-
wantschap en terecht een zekere band blijven bestaan tusschen de heelkunde
van het paard en het hoefbeslag. Aanvankelijk is bij het onderwijs aan de
Veeartsenijscholen vrij wat tijd besteed aan de kennis van den hoef en het
hoefbeslag en zelfs tegenwoordig leeren de studenten aan 's Rijks Veeart-
senijschool te Utrecht nog de vervaardiging van het hoefijzer. Dit is met
het oog op den tegenwoordigen toestand niet meer gewenscht, aangezien de
hiervoor benoodigde tijd nuttiger in andere richting, b. v. voor het besnijden
van den hoef, kon worden gebezigd, maar het wijst op het taaie verband,
dat de heelkunde, de. kreupelheid in de eerste plaats, met de hoefverpleging
en het hoefbeslag heeft.

Het spreekt van zelf, dat de beter opgeleide hoefsmeden het onaangenaam
vinden als de paardenhouders door onachtzaamheid of door verkeerd begrepen
zuinigheid hun paarden niet op tijd of niet doelmatig laten beslaan en boven-

-ocr page 177-

dien bij paardenkeuringen, als de jurr opmerkingen maakt over de hoeven
of het beslag, klaar staan met het antwoord: „ja, het zal wel zoo zijn, maar
het is bij ons zoo goed als onmogelijk om een behoorlijk kundigen hoefsmid
te vindenquot;.

De smeden hebben de plicht zoo goed mogelijk voor de aan hunne zorg
toevertrouwde paarden op te komen en
dienen er uaar te streven de eigenaars
en de koetsiers de groote beteekenis van een goede hoefverzorging en van
oen doelmatig hoefbeslag duidelijk te maken. Gemeenschappelijk overleg
op een eerlijke, deugdelijke basis leidt immers in den regel tot bevordering
der belangen van beide partijen. Deskundige hoefsmeden, die op een zoodanige
wijze hun clientèle verzorgen, zullen gewoonlijk op den duur ook niet te
klagen hebben, terwijl tevens nimmer uit het oog moet worden verloren
dat de practiseerende veeartsen een doeltreffende hoefverzorging ernstig
kunnen bevorderen, aangezien zij veelvuldig met de eigenaars in aanraldng
komen.nbsp;R e d.

VERZORGING VAX PAARD EK HOEb^ IN LANG VERVLOGEN

TIJDEN.

We lezen in het „Rosz-Artzney-Buchquot; betreffende de wijze om te paard
vlug te reizen, dat de Sarmatiër om een verren tocht te umken, zijn paard
daags te voren niets te eten geeft en zoo nuchter eenige honderd duizende
passen in denzelfden gang voortrijdt. Ook wanneer de Turken zich op reis
bevinden, geven zij onderwijl hun paard in 't geheel niets te eten, maar
drenken ze slechts zoo dikwijls zij aan een stroom komen. Saxo Grammaticus
meldt dat Waldemar in den nacht waarop den volgenden dag een veldslag
volgde, waarin hij Sveonem 111, Koning van Denemarken, overwon, zijn lieden
had bevolen om de paarden opgetuigd en zonder voedsel te laten staan,
opdat deze beter en geschikter in het loopen zouden zijn. Den paarden werd
aldus een behendigheid gegeven, terwijl de onze bij gebrek aan voedsel
trager zouden gaan; ten ouzent wordt meer voor de paarden dan voor de
ruiters gezorgd.

Wanneer de Tartaren, volgens bericht van Pauli Veneti, zich op rooftochten
begeven in die Noordelijke landen, waar de zon in den winter eenige maanden
niet schijnt, dan bedienen zij zich van de merriën, en nemen tevens hare
veulens mede. Zoodra zij evenwel het vijandelijke land hebben ïfercikt, dan
laten zij de veulens onder het toezicht van hun metgezellen, zij zelf rijden
intusschen verder, en zoodra zij een goede buit hebben gemaakt, en daar-
mede de merriën vrij sterk hebben belast, dan laten ze de teugels los,
omdat zij dan door een groot verlangen naar haar veulens, over de donkere
wegen rechtlijnig terugkeeren en in snellen gang haar loop volbrengen,
want de merriën of moederpaarden hebben haar jongen buitengewoon lief.
Zulks wist de Perzische Koning Darius zeer goed, waarom hij gewoonlijk
voor den gevaarlijksten strijd zulke moederpaarden liet uitzoeken, welke
kort te voren veulens hadden gekregen, die hij thuis achterliet met het
.doel, wanneer ze zouden moeten vluchten, die moederpaarden, uit liefde tot
hun veulens, des te sneller naar huis zouden ijlen.

-ocr page 178-

Cardaiius schrijft f^ib. 13 Variet. c. 63, over de wijze waarop men snel
op een paard kan ontvluchten, of een vluchtende kan najagen: 1°. kiest men
een licht en aan arbeid gewend, daarbij evenwel ook een vertrouwd paard,
want de woestheid en wispelturigheid van een paard heeft menigeeji zijn
ondergang bezorgd. Dan late men elk hoefijzer, in plaats van met acht, met
14 nagels vastleggen, opdat die niet verloren gaan, wanneer men zich over
de bergen, waar de nagels gemakkelijk afwrijven, of wel wanneer de reis
op een zeer taaien of leemachtigen bodem gaat. Verder moet een ruiter
matig gezouten, droog en fijn gesneden pauwen- en ravenvleesch bij zich
hebben, om reden van zijn bijzonder nut. Ook moet hij droog brood mede-
nemen, dat niet alleen voor hem doch ook voor het paard nuttig zal zijn.
Hij zal een lederen riem, gesneden uit buffel- of ossenhuid, bij zich hebben,
gemaakt op de wijze beschreven door Schottus P. 3. Mag. Libr. 5 Syntagm.
2. Pragm. Libr. 3.; deze kan zeer practisch worden gebruikt, wanneer men
over een rivier, die zonder gevaar niet doorwaad kan worden, wenscht te
gaan. En eindelijk, de reiziger moet goed bekend zijn met den weg.

Om den moed er in te houden, wanneer men op reis is, geeft Schrijver
aan zijn tijdgenoten een buitengejvoon voorschrift uit een 10-tal verschillende
middelen uit het planten- en dierenrijk; tot het laatste behoort ook een tot
poeder gestampte vleermuis. Alles onder elkander tot poeder gestampt, en
daarvan dagelijks een weinig bij het voeder gegeven, maakt dat het ros
geregeld zijn weg maakt, en is tevens geschikt dat niemand het dier kan
betooveren. Zulk betooverd ros doet zich kennen aan de volgende verschijn-
selen: het hoofd hangt onder de krib, de haren aan manen en staart vallen
uit, het zweet en kan van zwakte geen been optillen. Schrijver heeft hier-
tegen intusschen nog andere middelen, die probaat zijn, om het paard onverwijld
beter te maken.

Voorts lezen we: als het paard kreupel is, en niemand weet waarin deze
is te zoeken, dan worden de ijzers afgenomen, men kort den hoef in tot op
het leven, legt dan het ijzer weer onder, kookt dan gierst (Hirsz) in wijn
eu azijn tot een brei, voegt oud vet daarbij, en bindt die massa zoo heet
als mogelijk .is om den voet, en doet dit gedurende 8 ä 14 dagen achtereen.
Indien het paard vernageld is, wordt de nagel verwijderd en het gat wordt
gezuiverd, gevuld met kandijsuiker, en hiertegen een warm ijzer gehouden
tot de suiker vergaan is; dan hars, vernis en oude reuzel ingieten, waarna
het afgenomen ijzer weer wordt ondergelegd. Om het kwaad evenwel vol-
komen uit te roeien,quot; moet de wond met warmen azijn worden uitgewasscheu,
varkensgal ingegoten, en het gat sluiten met hars en was, zoodat er niets
kan uitloopen, en nagelkruid met den wortel er bij te eten geven. Indien
geen etter wordt gezien, geneest 't ook als men weegbree-wortel te eten
geeft. Om stijf worden of bevangen geraken van een paard te voorkomen,
schrijft Plinius, moet men het een grooten wolfstand om den hals hangen.

Onder de kenteekenen van een goed paard worden genoemd: de hoeven
moeten glad en niet met lange haren ziju behangen, want de langharige
drogen na het zwemmen niet gemakkelijk; zulke paarden schuwen het water.
Ook moeten de hoeven hoog zijn en niet hol, ook niet smal als bij den ezel, .
maar mooi breed en rond, want in de holle en smalle hoeven vergaat de

-ocr page 179-

kern f) en het leven, en deze hebben aanleg tot hoornkloof; zij mogen geen
groeven noch ringen naar de l.reedte heblien! De witte hoeven zijn zelden
goed zij zijn zachter en mimver dan de
zwarte en aschgramve, en zoo worden
ook tweekleurige niet voor goed gehouden, dan alleen wanneer zij aan een
witten voet voorkomen; in elk geval ziju ze beter dan de geheel witte
Volvoetig is ook eeu groot gebrek, deze paarden wordeu spoedig kreupel
op de steeueu.

Een goede hengst moet de volgende eigenschappen bezitten: de oogeu
van het rund, kracht en beenen van het muildier, hoeveu vau deu ezel, keel
eu hals van den wolf, staart en ooren vau deu vos, droog hoofd van het
hert, liorst en haar der vrouw, moed en vermetelheid
van deu leeuw, gezicht
bewegelijk als vau de slang, gang van de kat eu vlugheid van deu haas.

Teu slotte maken we keuuis met een groot aantal beproefde hoefzalven,
allen probaat, en met de meest ongerijmde middelen tegen allerlei kwalen,
natuurlijk ook van den hoef, die we den lezer willen besparen ton einde
ons te vrijwaren voor zijn „hou toch op of ik lach me doodquot;.

KORTE MEDEDEELINGEN.

—nbsp;Tm-icl.tiiig voor liocfbeslag te (iroiiiiigen. Vertrokken is op 14
October met eeu „goedquot; getuigschrift de leerling J. H o f s t e d e van
Middelbert. Overigens heeft er sedert de opgave in de vorige aflevenng
geen wisseling van leerlingen plaats gevonden, zoodat thans aau de Inrich-
ting verblijf houden: B. v. d. Laan vau Loppersum, K. Snakenborg van
Kolham, K. Maring van Zeerijp, H.
Hilbrauts van Eelde en G. Holt van Norg.

—nbsp;Friesland. Bij het eindigen van den hoefsmidscursus, vanwege het
Friesch P. St. te Heereuveeu gehouden, werd aan de volgende smeden een
diploma uitgereikt: Jisk Zuiderhof te Sloteu, L. Smedes te Surhuisterveeu,
Audr. van der Meer te Wirdum, E. teu Wolde te Noordwolde, H. Sautiug
te Oldeberkoop eu K. Wilma te Oosterwolde.

-nbsp;- Zuid-Holland. Bij het te 's-Hage gehouden vergelijkend toelatingsexamen
voor deu gedurende den aanstaanden winter vanwege de afd. 's-Graveiihage
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw te houdeu provincialen cursus
in hoefbeslag, hadden zich aangemeld 16 candidaten, waarvau 12 werden
toegelaten, u.1. A. A. N. van Duin, Gouda; A. 0. vau Etten, Delft; C.
J.
Frederiks, Overschie; J. van 't Hart, Bleiswijk; D. P. A. Köhler, Deu Haag;
J. H. ßozestrateu, Oudshoorn; H. C. Ton, Hilligersberg; H. Verbakol,
Pijuacker; G. H. M. Vink, Overschie; B. A. Verstegen, Ridderkerk; B.
Verhoeff,'spijkenisse; J. J. van Wijk, Berkel en Rodenrijs. (u. „N. G.quot;)

-nbsp;Zeeland. Iu het verslag der Juui-keuringen in Zeeland, wordt, bij
bespreking vau de qualiteit der paarden, teu opzichte van het beslag op de
onderscheidene keuriugsplaatseu door de betreffende keuringscommissie het

volgende opgemerkt:

St.-Maariemdijk.... Het beslag liet over 't algemeen te wenscheu over

eu de voet was slechts matig.

-ocr page 180-

Zierikzee.... Het l)eenwerk is nog niet in evenredigheid met den romp
en de voeten zijn maar matig.

Axel---- Nogmaals meent de Commissie hier te moeten waarschuwen

tegen te zware ijzers met verdikte takken 1), die gebruikt schijnen te worden
om paarden met te weinig verzenen, die nog al voorkwamen, een beter
aanzien te geven.

Oostburg .... 't Beslag is voor veel verbetering vatbaar; de toon wordt
te veel ingekort, waardoor de voet te rond, de draagvlakte te klein wordt.
Vele ijzers waren te zwaar, waarschijnlijk wel in verband met de lage
verzenen. Het komt der Commissie gewenscht voor, dat de gediplomeerde
hoefsmeden hierop opmerkzaam worden gemaakt. In den aanvang konden
eenige zeer goede merries wegens kreupelheid — waarschijnlijk wel het
gevolg van een nieuw beslag — niet op de bekroningslijst worden gebracht.

Kruiningcn .... Het beslag was over 't algemeen goed, maar de fokkers
dienden een keer meer naar den smid te gaan ....

Goes .... Ook hier was het beslag goed, maar over 't algemeen laat men
de paarden te lang op hunne ijzers loopen. Daardoor worden dc overigens
vrij goede voeten verwaarloosd.

Gortgene---- Jlen vond hier veel beengebreken, en ook, dat de fokkers

de ijzers te lang laten liggen. Het beslag was goed en do paarden werden
zeer goed voorgebracht.

Bij de keuringsplaatsen St.-PhiHpsUnd en IMst vindon we geen Injzonders
omtrent het beslag opgeteekend.

- Een Koziikkcnijzer. Dit hoefijzer, door den eigenaar aan mij ver-
toond, was in het jaar 1815 door zijn overgrootvader, den heer Wille ni
van JI a z ij k, afgenomen van het paard van een kozak, en werd sedert
dien bewaard in deze smederij te Lexmond onder den naam van „het Ko-
zakkenijzerquot;. Het ijzer is overdwars 11 c.M (breedte), overlangs 10 c.51.
(lengte); de slijting aan den toon is oorzaak van die mindere lengte; oor-
spronkelijk zal deze ook wel gelijk zijn geweest aan de breedte. Breedte
aan den toon zal hebben bedragen
3 c.M., aan de zijden 21/2 c.M., aan de
takeinden 1 c.M. De bovenvlakte is zuiver horizontaal ; aan de ondervlakte
kan men nog de rits onderscheiden. Aan een der smalle takeinden meen ik
het overblijfsel van een kalkoen te kunnen onderscheiden. Het ijzer is
voorzien van 7 vrij groote nagelgaten; misschien zijn er oorspronkelijk 8
geweest, maar is zulks niet te zien wegens de wegslijting van het toonge-
deelte aan die zijde vooral.

Of dit ijzer het type is van het Kozakkenbeslag, zal ik niet beweren;
immers die heeren maakten zulke groote strooptochten, dat het best een
Duitsch beslag kan zijn. Ik meende er ook slechts van gewag te maken om
de wijze waarop het werd verkregen en het te Lexmond is bewaard als
reliquie.

1nbsp; Het waarschuwen tegen te zware ijzers is verklaarbaar, doch dat ijzers
met verdikte takken worden gebezigd bij paarden met wat weinig verzenen
zou
0. i. eerder toejuiching dan afkeuring verdienen.nbsp;R e d.

-ocr page 181-

PERSOVERZICHT.

— Onderzoekingen over den groei der paardenhoeven. De veearts S chu 11z e
te Halberstadt heeft over dit onderwerp een uitvoerig artikel geschreven,
waarvan in „Der Hufschmiedquot; van Oct. j.1. een kort uittreksel is opgenomen.
Hij onderzocht 300 paarden, waarvan 400 vóór- en 400 achterhoeven zijn
gecontroleerd. Bij 100 paarden zijn alle 4 hoeven geregeld op snelheidsgroei
nagegaan; bij de overige 200 zijn 1 vóór- eu 1 achterhoef geregeld gemeten.
Ook de kleur der hoeven is mee in aanmerking genomen, in verband met
de bewering van sommige schrijvers, dat witte hoeven langzamer groeien
dan donker gekleurde. Onder de 800 waargenomen hoeven waren 103 wit-
gekleurde. Bovendien werd bij het onderzoek gelet op het beslag en op
deu door het paard verrichten dienst. Ten slotte werden proeven genomen of
het insmeren aan de kroon met kwikzalf, terpentijn-spiritus, Spaansch vlieg-
zalf en laurierzalf invloed op den hoorngroei uitoefenen en ook of het l)randen
aan de kroon hierin wijziging bracht.

Het resultaat der onderzoekingen wordt samengevat als volgt:

1quot;. De hoornwand groeit in 4 weken gemiddeld 7.6(5 mM. By onbeslagen
hoeven bedraagt de hoorngroei gemiddeld 8.6 (6.7-10.4 mJl.), bij beslagen

hoeven 6.73 mM. (4.4—9.3).

2°. Jongere paarden (hoogstens 10 jaar) toonen per maand gemiddeld een

snelleren groei van slechts 0.29 mM.

3». Voor- en achterhoef groeien bijna even snel, terwijl bij hetzelfde paard
zelden alle 4 hoeven denzelfden snelheidsgroei vertoonden.

4quot;. De hoornwand groeit in verreweg de meeste gevallen {90.62'gt;lo) aan
den geheelen kroonrand gelijkmatig af. Uitzonderingen hierop komen het
meest voor bij onregelmatig gevormde hoeven.

5». Een goede hoefverpleging en vooral het beslag, dat de werking vau
het hoefmechanisme zoo weinig mogelijk belemmert, bevordert den hoorn-
groei. Zoodra onbeslagen hoeven van ijzers worden voorzien, neemt de hoorn-
groei in snelheid af.

6». Duur en aard van het werk hebben geen invloed op den snelheidsgroei.

7». Het insmeren der kroon met scherpe zalven en het branden vau
punten met het gloeiend ijzer aan de kroon, verboogen in de eerstvolgende
maand den snelheidsgroei. Voortdurende prikkelende inwrijvingen werkra
in dat opzicht zeker gunstig. Van de gebezigde middelen muntte het één
niet bepaald boven het andere uit.

8°. De z.g.n. zenuwsnede, waarbij de gevoels-zenuwvezelen van den hoef
worden weggenomen, veroorzaakt een snelleren hoorngroei van 2 tot 5m.M.
per maand.

9». Na ziekte treedt bij het paard in den regel geen verminderde hoorn-
groei in, integendeel vertoont zich na een doorgestane ziekte somtijds een
ringvormige hoornverdikking en een kleine versnelling van den hoorngroei;
in deze gevallen is het hoorn zonder glans, minder vochtig en minder elastisch.

(Zooals de lezer zal hebben opgemerkt wordt onder de resultaten geen
melding gemaakt van afzonderlijke waarnemingen omtrent de licht en donker
gekleurde hoeven.nbsp;®

-ocr page 182-

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag

Dr. W. G ü n t li e r te Cassel heeft patent genomen op liet vervaardigen
van vaten, die van zuivere ijzeroxyden gegoten worden. Deze vaten kunnen
gebruikt worden voor zuren zoowel als voor alkaliën, daar zij niet aangetast
worden. De gegoten vaten kunnen gemakkelijk machinaal bewerkt worden
en zijn in vergelijking met platina- en kwartsvaten zeer goedkoop.

------(n. „N. B. G.quot;)

WENKEN BIJ HET LAKKEN VAN PLAATWERK.

In zooverre men geen ervaring bezit, is het onberispelijk uitvoeren van
lakwerk, niet zoo'n eenvoudige zaak. Het gebrek berust meestal bij een te
dikke laag, welke opgebracht is. Door middel van lak kunnen voorwerpen
uit tin, blik en ijzer een messingkleur gegeven worden wanneer van het
volgend recept gebruik wordt gemaakt.

Is het niet de bedoeling de kleur nog te verfraaien, dan liereikt men op
messing goede resultaten met 1 deel schellak eu 5 deelen wijngeest. Geheel
kleurloos is het volgende vernis: 12 deelen zandarak, 6 deelen mastik, 2
deelen elemi, 1 deel Veuetiaansche terpentijn en 64 deelen wijngeest. Goutl-
veruis verkrijgt men door de volgende samenstelling: 2 deelen korrellak,
2 deelen mastik, 1 deel gummigut en 14 deelen wijngeest. In het algemeen
bereid men de wijugeestvernissen op die wijze, door de stoffen fijn te maken
en voor een derde deel met grof glaspoeder vermengd, om het samenbakkeu
tot klonten te voorkomen. In een glazen flesch wordt dit mengsel met de
wijngeest overgoten, de flesch met papier afgedicht, op een lauwwarme plaats
gebracht, en vau tijd tot tijd dooreen geschud. De gereede vernis wordt
voorzichtig afgegoten, en dooi' fiju linnen gefiltreerd. Van deze soort kan
meu goedkoop groote hoeveelheden goede lak fabriceeren. Het opdrogen
dezer lak geschiedt, doordat men de zuiver gepolijste deelen zoodanig verhit,
dat men deze niet meer met de hand kaji aanraken, waarua de lak door
middel van een breede, zachte kwast wordt ojigebracht.

Het is aan te bevelen de te bewerken \lakken niet met de vingers aan
te raken, en niet te hoog te verhitten. Iu het eerste geval ontstaan vlekken,
in het tweede geval droogt de lak te snel onder deu kwast, verbrand
eveutueel, waarbij in ieder geval de minder gewenschte l.)lazen ontstaan.

Het lakken, en het daaropvolgende drogeu moet op eeu stofvrije plaats
geschieden. Wil men eeu goede lakbedekking verkrijgen, dau is het ook
noodzakelijk een zuivere lijnolievernis aan te wenden. Deze moet helder zijn eu
een licht- tot donkergele kleur bezitten; donker- of zwartbruine kleur is te
verwerpen. De eigenschap van drogen is een hoofdvereischte voor een goede
lijnolievernis.
Zij moet in dunne lagen opgebracht, zonder menging met
kleuren, op glas of metaal, minstens binnen 24 uur in zooverre gedroogd
zijn, dat er geen stof enz. meer op blijft hechten. In de volgende 24 uur
moet de lak hard droog zijn, zonder een zekere elasticiteit in weekheid ver-
loren te hebben. Droogt zij sneller, dan is dit als voordeel te beschomven,
droogt zij echter langzamer, dan is dat een teeken, dat zij niet voldoende
met opdrogende middelen is vermengd. Ook kan de oorzaak daarin zijn te
zoeken, dat vreemde bestanddeeleu, vervalschingen, aanwezig ziju. Jf.

-ocr page 183-

ADVERTENTIËN.

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cliemicaliën-
en drogerij en-liandel van

K. G. W. DE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijsopgave op aamTage.
Voor HH. Veeartsen uitgebreide
prijscourant gaarne gratis beschikbaar.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonné's gratis in „DeHoef-
smidquot; opgenomen

ZELDZAME GELEGENHEID.

De overname van den alleen-verkoop stelt mij in staat voor
slechts
f 2.90 een elegant, extra plat AmerikaanSCh Doublé
Zwitsersch Zakhorloge aan te bieden. Dezelve bezit een
accuraat 36 uur loopeud Ankerwerk, merk „Speciosa en is
langs electrischeu weg met
echt goud overtrokken, ^araut^ voor
accuraat loopen 4 jaar; eeu stuk
f 2.90, 2 stuks f 5.50. By
ieder horloge wordt eeu fijn vergulde kettiug gratis bijgevoegd.
Geen risico, daar ruilen geoorloofd is; eventueel geld retour;
verzending ouder rembours.

H. SPINGARN, Krakau, ÖsterNo.356.

Billijke condities.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

-:- -:- Vlugge levering.

Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKWIEIJER amp; Co.

-ocr page 184-

S. C. M. BAX. 2, 4 en 6 iufferstraat. ROTTERDAM.

- Specialiteit in Artilcelen voor HOEFBESLAG.--

Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

ïelegraiii-idits
m Jiillerslraat
Eolterilaiii.

Inteitöiiiiiiiiiiaal
felepliooii
Jïö.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voorilcclig, $;emakkcli.jk in gebruik. - Kunnen niet loslaten.

Merk „Dexterquot;, Merk „Paciflcquot;,

met Hink hielstuk, met zwaar hielstuk.

Open zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, hijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
\'00rradig in 11 juateu van tot OJ
Eng. dm., uiterste breedte Imitenkant
ijzers gemeten.

geheel Caoutchouc
uit één stuk met

zwaar hielstuk
voor zware paar-
den, voorradig van
TJtot 7J^Eng.dm.

Uiterste In-eedte buitenkant ijzers gem.

Jierk „Ramblerquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig van
tot 6ï- Ene. dm.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Luchtdriikzool

in 8 verHchillende maten voor

Strykringen
met riempje.

Hoel-
randen.

radi£

Las- of Weibladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open Caoutclioiic
zool,
merk B. V-,
in 7 mateu, voor-
en achterijzei's
voorradia'.

Kunsthoorn.

ai^ Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 185-

16e Jaargang. — 1911. — Aflevering 12.

-ocr page 186-

w Goede Naam

als Hoefsmid

u

hangt voor een groot
deel af van Uwe
bekwaamheid
in het genezen
of voorkonnen
van zieke voeten.

LAMBERT

HOEFZOLEN
houden Uwen goeden naam hoog.

Lambert Open, Frog, O. K. Star Pads
Walpole zolen met stalen plaat.

Volledige prijscourant

van zolen, nagels,
raspen, enz. franco en
gratis.

Probeert onze Heller Hoefrasp
en Gij zult er geen spijt van hebben.

LAMBERT amp; COMPANY, Rotterdam 66 Leuvehaven.

INHOUD.

Gedachten over opleiding. — De hoefijzers in het Kasteel Oakham. —
Ingezonden Stukken. — Korte mededeelingen. — Persoverzicht. — Mede-
deelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag. — Advertentiën.

-ocr page 187-

GEDACHTEN OVER OPLEIDING.

Het wil ons voorkomen, naar aanleiding van een belangrijk artikel der
Redactie, zie „De Hoefsmidquot; 11® afl., betreffende de verplichte Rijkshengsten-
keiiring in Nederland in verband met het hoefsmidsvak, dat het eenig nut
kan hebben omtrent onze zienswijze over opleiding eu daarmede verband
houdende verbetering van het hoefsmidsvak eeu plaats te verzoeken. Deze
overwegingen lagen reeds geruimeu tijd iu portefeuille. We meeneu hier-
door de aandacht der H.H. fokkers en landbouwers weèr eens te vestigen
op deze belangrijke zaak om hen op te wekken tot eeu ernstig streven om
de opleiding vau den hoefsmid tot hoogere ontwikkeling te brengen. Het
moge volkomen waar zijn dat de aandrang tot verbetering van het hoefsmids-
vak voornamelijk uit hun kring is voortgekomen, aan hen dau ook het ver-
zoek om uiet te blijven staau op deu half afgelegdeu weg, en, trotsch op
hetgeen tot heden werd bereikt, mede te werken dat eene verbetering van
het hoefbeslag iu huu belang ook eene verbetering der positie van den hoef-
smid dieut mede te brengen. Deze zakeu behooreu nu eeumaal bijeeu, zijn
van elkauder afhankelijk; door samenwerking zal men het doel: de vak-
mannen tot hooger peil te ontwikkelen, bereiken.

Zeer zeker is sedert jaren in de uitoefening vau het vak veel verbeterd;
maar we moeteu toch uiet uit het oog verliezen deu werkelijken toestand,
waariu nu eeumaal de vakman verkeert, vooral op het platte land, in dorpen
eu kleinere steden, waar het hoefbeslag is eu zal blijven eeu aanhangsel,
eeu bijkomend noodzakelijk werk in het bedrijf van deu man, die z'u klanten
vau al het smidswerk voor huis en bedrijf voorziet, en tevens huu paarden
beslaat. Voor dit laatste gedeelte van zijn bedrijf heeft hij zich kundigheden
verschaft, waardoor hij , na afgelegd voldoend examen, een diploma of brevet
vau bekwaamheid heeft bemachtigd, aau eeue inrichting of aau een cursus,
omdat noch vader uoch patroon hem die konden bezorgen; daarentegen
wordt de keunis voor z'u eigenlijk hoofdbedrijf wel verkregen in de werk-
plaats zonder exameu, zonder getuigschrift, eu behoeft hij hoogstens een
bewijs van handig werkmau om voor dat gedeelte overal gaarne in 't werk
te worden genomen. Ons duukt daarom dat het standpunt, dat de hoefsmid
over 't algemeen inueemt, niet zuiver is, vooral ook omdat hij juist iu deze
qualiteit 't meest onderworpen is aan de publieke opinie, en aau de be-
oordeeliug vau deu mau, die hem uoodig heeft aau z'n paardeu, en aan die
vau meer officieele lichamen of commissiëu van paardeukeuringen.

Het volgende is de inhoud vau bovenbedoeld artikel: Het zal thans
ongeveer 25 jareu geleden ziju dat de eerste cursussen voor hoefbeslag in

-ocr page 188-

Nederland werden gehouden; sedert is het aantal daarvan geweldig groot
geweest; alle maatschappijen van Landbouw en ook andere Vereenigingen
schenen wel met elkander te wedijveren. Niemand kan beweren dat deze
wijze van opleiding tot hoefsmid een mislukte poging is geweest; het tegen-
deel is waar, zij zijn tot den huidigen dag eene aantrekkelijkheid, zoowel
van de smeden als van de zijde der Vereenigingen. Wel waren aanvankelijk
vele dezer cursussen van een zeer eenvoudigen opzet; 't kon ook moeilijk
anders, doch gaandeweg is daarin verandering gekomen ten goede, vooral
sedert zij tot zoogenaamde 2-jarige cursussen werden gewijzigd. Had men
zich oorspronkelijk voorgesteld dat deze wijze van opleiding te eeniger tijd
zoude leiden tot het ontstaan van centra's van opleiding, tot leersmederijen,
zelfs tot enkele hoefsmidscholen, dan meenen we op heden te mogen aan-
nemen, dat de tijd heeft aangetoond dat dergelijke inrichtingen ten onzent
niet schijnen geliefd te zijn; men is er althans vrij onverschillig voor, zoodat
van de eenige school van dien aard, zelfs op bescheiden voet ingericht,
men niet kan spreken van een
bloeiende of in volle werking zijnde inrichting;
zij behoort alsnog tot de lijdende bedrijven, niettegenstaande door het Eijk,
de Maatschappij van Landbouw, het gewest enz., behoorlijk voorzien van
subsidies, en het onderwijs goed en degelijk is. Het bezoek door leerlingen
is tot op heden zoo beperkt geweest, dat zij naar evenredigheid van de
middelen te weinig vruchten voor de Maatschappij oplevert. Nu, deze laatste
zijn van de cursussen voorgenoemd groot genoeg, vooral wat betreft de
quantiteit, zoodat in Nederland nu reeds een groot gedeelte der hoefsmeden
gediploiueerd is. Is deze opleiding evenwel voldoende, en wordt de hoefsmid
daardoor gebracht op het peil dat hij moet hebben bereikt om een degelijk
vakman te zijn?

Wij zijn overtuigd dat zulks niet 't geval is; de opleiding moet beter
worden; de cursussen, zooals die tot nog toe zijn ingericht kunnen niet
alles geven wat men wenscht; er ontbreekt in werkelijkheid nog veel aau
een zorgvuldige opleiding. Moeten daarom nu maar dadelijk scholen wordeu
opgericht om die opleiding te volmaken ? We gelooven niet dat zulks alsnog
zou helpen in ons land waar vrije uitoefening van het bedrijf bestaat, en
waar ook vele mannen van het vak zich tevreden stellen en andere zich tevreden
moeten stellen met een eenvoudige opleiding, die hen juist brengt tot de
hoogte om een diploma machtig te worden. Wanneer de opleiding op een
hooger peil wil staan moet immers de man, die geldelijke uitgaven heeft
moeten doen om die hoogere ontwikkeling te bereiken, later in z'n practijk
de vruchten van zijn streven kunnen zien. Maar wat is 't geval? Voor een
groot gedeelte van het paardenhoudend publiek schijnt een behoorlijke op-
leiding vrij onverschillig te zijn; men schijnt daar niet te beseffen het groote
belang van een goed beslag. Herhaaldelijk is van vele zijden daar reeds op
gewezen en zelf hebben we verschillende streken van het land bezocht, om
aldaar het standpunt van het beslag der paarden te leeren kennen, en
moesten tot de overtuiging komen, zelfs daar waar menige cursus was gehouden,
dat vele paarden werden gezien , waarvan hoeven en beslag in deerniswaardig
verwaarloosden staat verkeerden. Bij onderzoek verneemt men daar gewoonlijk
de klacht over 't gehalte vau z'n smid, de gewone oude legende dus, die

-ocr page 189-

vroeger recht van bestaan had, doch tegenwoordig niet altijd juist blijkt te
zijn, en in elk geval lang niet altijd opgaat, omdat vele vakmannen wel
zooveel hebben geleerd, dat ze de eischen van een goed beslag kunnen
kennen. Men moet vooral ook niet vergeten dat de hoefsmid voor een groot
gedeelte afhankelijk is van den goeden wil van den houder van paarden;
waar deze niet wil begrijpen dat de beste vakman niet te goed is bij z'n
paarden, of wel meent dat de concurrentie onder vakmannen voor hem een
buitenkansje is om van te profiteeren, om zoo-min mogelijk te betalen, en
daarbij zoo weinig mogelijk nieuw beslag te vragen, daar lijdt de practische
uitoefening van het vak zeer onder. Aan zulke omstandigheden is het zeker
voor een gedeelte te wijten dat de opleiding niet op peil komt, het ontstaan
van behoorlijke inrichtingen wordt er door tegengegaan, althans niet bevorderd.

Ten platten lande bestaat de zooeven beschreven toestand vrij veel, en
niet alleen in Nederland is zulks het geval, maar ook in het buitenland,
met name over onze Oostergrens worden dikwijls klachten gehoord dat het
beslag van de landbouwerspaarden uit verkeerd begrepen zuinigheid veel te
wenschen overlaat. In de groote steden en overal waar in industrieele
ondernemingen de paarden zijn aangewezen om voor hun veeltijds zware
diensten steeds klaar te staan, en het geldelijk belang daarvan op den voor-
grond treedt, is die toestand geheel anders. Laat hen, die aldus handelen,
een voorbeeld nemen aan de buitengewone zorgen welke aan het beslag
der legerpaarden worden besteed, dan zullen ook zij eenmaal tot het besef
moeten komen dat ook hun belang medebrengt dat hun eigen paarden ten
allen tijde behoorlijk op beslag moeten staan, dat de eischen daarvan hoog
moeten worden gesteld, en de vakmannen zich die zullen moeten verwerven
aan cursussen of aan inrichtingen, die in navolging der militaire hoefsmids-
school aan die hoogere eischen kunnen beantwoorden.

M.

DE HOEEIJZERS IN HET KASTEEL OAKHAM.

Reeds vroeger schreef ik in dit tijdschrift omtrent deze hoefijzers het
volgende:

„Willem de Veroveraar, Hertog van Normandië, droeg aan een
zijner edelen, Wakelin van Ferrariis, het toezicht over de hoefsmeden op
en benoemde hem tot Graaf van Ferrers. De familie Ferrers voert als wapen
zes zwarte hoefijzers op een zilveren veld, omdat de stamvader, naar men
zegt, zes hoefijzers voor zijn wapen gaf.

De naam staat in verband met hoefsmid, in't Engelsch „farrierquot; genoemd;
het woord is afgeleid van faber-ferrarius of werkman in ijzer.

Het door hem gebouwde slot Oakham (Ned. Eikheem) had het privilegie,
van iederen door Oakham rijdenden edelman een hoefijzer als belasting
te mogen vorderen; dit werd dan met zijn naam aan de poort van het slot
genageld.quot;

Thans ben ik in staat hiervan een afbeelding te geven, voorkomende in
een Engelsch geïllustreerd tijdschrift. Aan het bijschrift ontleenen wij nog

-ocr page 190-

zijnquot; met hoefijzers van verschillende grootte, overeenkomende met de edel-
moedigheid van den schenker der fooi. Het meerendeel is thans van hout
gemaakt, verguld en versierd met de namen der edele gevers.

Onder de verzameling, op onze photo weergegeven, treft men aan hoefijzers
gegeven door Koningin Elisabeth, Koning George IV, Koningin Victoria en
Koning Eduard VII.nbsp;Laméris.

INGEZONDEN STUKKEN

OPLEIDING VAN HOEESMEDEN.

Het is een voldongen feit, dat het landbouwbedrijf, en alles wat daarmede
samenhangt, in de laatste jaren met reuzenschreden is vooruitgegaan. Wetten,
verordeningen, scholen en cursussen zijn iu het leven geroepen om verbetering
te brengen.

Ook voor het hoefbeslag wordt door de Regeeriug, de Laudbouw-Maat-
schappijeu en Boudeu, al het mogelijke gedaan, om de opleiding te verbetereu
en daaronder niet het minst door de Geldersch-Overijselsche Maatschappij
vau Landbouw, die door het stichten vau een hoefsmidschool te Tiel toonde
dat zij, uiet tevreden met stukwerk, het onderwijs in het hoefbeslag steeds
hooger wilde opvoeren.

Wordt dit voldoende gewaardeerd? Is de aardigheid er af nu de meeste
smidsbazen iu het bezit zijn van een diploma? Vroeger was er een wedloop
om eeu cursus in hoefbeslag te mogeu bijwonen, thans kost het moeite om
een cursus sameu te stellen en de hoefsmidschool wordt schaarsch bezocht.

Laten de smeden toch beseffen, dat ook voor hen stilstand achteruitgang

liet volgende':quot;Deze gewoonte is tot lieden bewaard gebleven, hoewel om-
gezet in geld, als een fooi voor den slotvoogd. Deze draagt zorg voorzien te

-ocr page 191-

is. Wanneer zij liefde voor liun vak hebben, moeten zij zorgen, dat de
jongeren weer beter onderlegd worden, door meer uitgebreid onderwijs.
Waren vele ouderen tevreden met een
diploma, thans is het hun plicht te
zorgen, dat de jonge smeden hun vak leeren verstaan en goed geschoold
in de praktijk komen. Laten de smidsbazen daarom hun zonen naar een
hoefsmidschool sturen, zij brengen bij terugkomst al dadelijk voordeel aan
bij het bedrijf en zijn later beter bestand om de concurrentie het hoofd te
bieden, door hun hoogere ontwikkeling. Voor de minder bedeelden blijven
de cursussen nog altijd hulpmiddel om door eigen kracht meer van hun vak
te leeren; maar ook deze, die dikwijls gaarne de hoefsmidschool zouden
bezoeken, doch de kosten niet kunnen dragen,
kunnen en moeten geholpen
worden. De toonaangevende landbouwers hooren en zien reeds spoedig,
wanneer er in hun omgeving een smidszoon of knecht is met aanleg. Laten
die zich dan eenige moeite getroosten door bij de afdeeling der Landbouw-
Maatschappij of Bond subsidie aan te vragen, om zoo een jongen in de
gelegenheid te stellen, een hoefsmidschool te bezoeken, doch laten zij zelf
voorgaan met een bedrag samen te brengen, dan zal zonder twijfel ook wel
steun van de een of andere corporatie te verkrijgen zijn.

Wanneer bij de smeden de energie verzwakt, moeten de landbouwers
drang uitoefenen; zij toch zijn het, die in de eerste plaats belang hebben
bij degelijk werk. De waarde van een paard hangt toch grootendeels af van
de gesteldheid van zijn hoeven.

Bij slecht of minderwaardig beslag kunnen hoefgebreken ontstaan, waar-
door de paarden zoo goed als waardeloos worden. Wanneer door slecht be-
snijden de stand onvoldoende wordt of wanneer bij onvoldoenden stand, ten-
gevolge van afwijkenden lichaamsbouw, door onkunde van den smid, dit
gebrek verergert, gaat het paard slechter loopen en daarmede vermindert
de waarde. Menig beengebrek ontstaat door ongelijken druk in de gewrichten,
tengevolge van „onoordeelkundigquot; beslag.

Wie zijn eigenbelang beseft, steune de hoefsmidscholen en cursussen,
daar zij tot vorming dienen van degelijke smeden.

V. L.

(Op verzoek overgenomen uit „De Betuwequot;).

KORTE MEDEDEELINGEN. _

—nbsp;Inrichting voor hoefbeslag te Groningen. In de vorige aflevering
is onvermeld gebleven dat op 23 October als leerling is toegelaten D.
Schothorst van Noordbroek. Bovendien houden thans aan de inrichting
verblijf de leerlingen X. Maring van Zeerijp, R. v. d. Laan van Loppersum,
K. Snakenborg van Kolham, H. Hilbrandts van Eelde en C. Holt van Norg.

—nbsp;Cursus ter opleiding van onderwijzers in practisch hoefbeslag
van Rijkswege te Utrecht.
Begin volgende maand vindt het examen
plaats voor de leerlingen, die aan den 2«quot; cursus hebben deelgenomen,
terwijl 1 Eebruari 1912 de derde cursus aanvangt. Het volledig reglement
voor den 2™ cursus is in de December-afl. 1910 opgenomen, welk reglement

-ocr page 192-

voor den 3®quot; cursus ongewijzigd is gebleven, zoodat wij thans volstaan met
alleen art. 4 hiervan aan te halen, luidende als volgt:

„Om toegelaten te worden moet men den leeftijd van 23 jaar hebben bereikt
en zich vóór 20 Januari met
eigenhandig geschreven brief hebben gericht tot
den Directeur van 'sllijks Veeartsenijschool te Utrecht, onder overlegging
van
geboorte-acte, diploma's (als van: ambachtschool, hoefsmidschool of hoef-
beslagcursus),
het bewijs van met vrucht afloopen der lagere school en aan-
bevelingen uit vroegere werkkringen.

—nbsp;Hoefsmidschool te Tiel. Blijkens achterstaande advertentie bestaat
er gelegenheid zich vóór 25 Dec. a. s. als leerling voor het volgen van een
cursus aan deze school op te geven.

—nbsp;Militaire hoefsmidschool te Amersfoort. De militaire hoefsmids-
leerlingen L. Immel en H. de Groot, respectievelijk aan de Hoefsmid-
school geplaatst op 23 Juli '10 en 3 December 1910, hebben het examen voor
militair hoefsmid met gunstig gevolg afgelegd en zijn naar hunne voorloopige
standplaatsen, resp. Assen en Ede, vertrokken.

In den laatsten tijd is er veel aanvraag van zoons van boerensmeden, die
niet in staat zijn zelf een smederij te koopen, om tot militair hoefsmid te
worden opgeleid. Er is gelegenheid om proeven van hunne bekwaamheid af
te leggen, alvorens zij in dienst treden. Valt dit goed uit, dan kunnen zij
teekenen voor vier jaar met een proefjaar; zij worden dan eerst een half
jaar bij het regiment afgericht en verder wanneer er plaats is, aan
de Hoefsmidschool als leerling aangenomen. Zij, die hun dienstplicht
vervuld hebben, behoeven niet meer naar de regimenten te gaan om te
worden afgericht; zij hebben echter geen proefjaar. Op deze wijze is het
mogelijk dat flinke hoefsmeden, die in de burgermaatschappij het vak met
succes hebben uitgeoefend, in één a twee jaar tijd zich een goede zelfstan-
dige positie kunnen verwerven, terwijl zij anders als smidsknecht moesten
blijven voortwerken.nbsp;L.

—nbsp;Hoefsmeden bij het Nederlandscli-Indische leger. Naar wij ver-
nemen bestaan er ernstige plannen de positie van de hoefsmeden bij het
Indische leger te verbeteren door op ruime schaal den rang van wacht-
meester en sergeant, en dus ook het daaraan verbonden gagement, beschikbaar
te stellen.nbsp;v. d. B.

—nbsp;Voorschrift nopens hoefbeslag voor het Ked.-Indische leger.

Het voorschrift nopens hoefbeslag voor het leger in Nederlandsch-Indië,
dateerende van het jaar 1902, eenigszins verouderd in verband met de
tegenwoordige remonteering met Australische paarden, zal weldra door een
nieuw worden vervangen.nbsp;v. d. B.

PERSOVERZICHT.

Nederland.

—nbsp;Zuid-Holland. Ged. Staten stellen voor: 1°. aan de Vereeniging

-ocr page 193-

Ambachtsschool voor de Hoeksche Waard ten behoeve van hare ambachts-
school met avondteekenschool te Oud-Beierland, met ingang van 1912 een
subsidie te verleenen van f 1870 'sjaars, mits het rijk voor 1913 en volgende
jaar f 6180 's jaars geeft, totdat de bestaande geldleeningen van de vereeni-
ging zullen zijn afgelost;

2». te verleenen f 100 'sjaars aan de afdeeling Gorinchem en omstreken
van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw ten behoeve van haar cursus
in hoefbeslag te Gorinchem, mits de andere jaarlijksche inkomsten f 390
bedragen.nbsp;(u.
„N. B. Ct.quot;)

— Maatschappij tot Bev. vjd. Landbouw en Veeteelt in Zeeland. Deze Mij.
vergaderde 9 Nov. j.1. te Middelburg. Het Zeeuwsch Landbouwblad van
22 Nov. bevat van deze vergadering een uitvoerig verslag, waaraan wij het
volgende ontleenen:

Hoefsmidscursussen. Voor de cursussen, die op de vorige ver-
gadering bij loting zijn aangewezen, nl. te Goes, Kruiningen en Tholen,
hebben zich een vijftigtal leerlingen aangegeven. Aangezien door de examen-
commissie de opmerking is gemaakt, dat vele examinandi moesten afge-
wezen worden wegens te geringe bedrevenheid in het smidsvak, wordt
besloten, dat de leerlingen, die tot die cursussen wenschen toegelaten te
worden, eerst onderzocht zullen worden aangaande hunne bedrevenheid in
het smeden. Laat die te wenschen over, dan zullen zij aan die cursussen
niet mogen deelnemen.

* *
*

Op het verzoek van eenige smidsgezellen, die bij. het laatste examen zijn
afgewezen, om bij het eerstvolgend examen daartoe te worden toegelaten
ter verkrijging van een diploma als hoefsmid, wordt gunstig beschikt onder
voorwaarde, dat zij voor het examen alsdan eene som moeten storten van f 5.—.

* *
*

Verder stippen wij uit de begrooting voor het jaar 1912 onder
ontvangsten en uitgaven de volgende posten aan:

Prov. subsidie v. d. paardenfokkerij f 3550; — subsidie van het Eijk voor
cursussen in paardenkennis f 624.07 en voor subsidie voor cursussen in
hoefbeslag:
a van het Rijk f 750 en b van de provincie f 150 = samen
f 900. Onder uitgaven komt, voor drie cursussen in hoefbeslag, een post op
de begrooting voor van f 1100, welke gelden verkregen worden door de
onder de ontvangsten genoemde post van f 900 benevens een daaronder voor-
komende van f 200 als bijdragen van de leerlingen.

Duitschland.

De December-afl. van „Der Hufschmiedquot; bevat het volgende:
1°.
Het beslag bij verzen-Memhoeven, of ingetrokken verzenen, door K.
Marschner, onderwijzer in hoefkunde a/d. hoefsmidschool te Dresden.

De Schrijver vestigt in dit artikel er de aandacht op, dat ieder hoef, en
vooral een klemhoef, zoodanig dient te worden beslagen, dat deze zich ook
werkelijk kan uitzetten, wanneer het paard op den hoef rust. Wanneer aan

-ocr page 194-

dezen eisch niet wordt voldaan, dan spreekt liet vanzelf dat zulks aanleiding
moet geveu tot drukking of kneuzing, die helaas in veel gevallen op zichzelf
wordt behandeld, zonder behoorlijk op het bestrijden der oorzaak te letten,
welk laatste natuurlijk vau de 'meeste beteekenis is te achten, m. a. w. uiet
de steengal, maar de oorzaak, die aauleidiug gaf tot het optreden vau deze
verbloeding, dient te wordeu opgeheven. Iu verband hiermede moet bij elkeu
klemhoef het hoefijzer geheel vlak verloopen tot aan het laatste nagelgat
en vau hier af tot aau het eiude toe van den binnen- naar deu buitenrand
hellen en des te meer al naarmate de verzeueu sterker ziju ingetrokken.

Al moge bij klemhoeven dikwijls geen bepaald kreupel loopen worden
waargenomen, zoo is zulks meestal een gevolg van het feit, dat beide hoeven
vrijwel even pijnlijk zijn. Iiidieu éen paard niet vrij loopt, wordt zulks door
de meeste eigenaren uiet voldoende onderkend. Het gebruik maken vau
gummi, touw, leer euz, is in deu regel eeu voldoend middel om verergering
te voorkomen. Het terecht gunstig beoordeelde balkijzer geeft alleen ver-
betering wanneer de balk behoorlijk met deu straal in aanraking kan komen.
Is zulks niet mogelijk, dan blijft alleen het verwijdingsijzer als bruikbaar
hulpmiddel over.

Het aanbrengen vau de steuusellippeu baart nog al dikwijls moeilijkheden.
De Schr. zegt dat de ervaring hem heeft geleerd, dat deze moeilijk te
vervaardigen lippen betrekkelijk overbodig zijn, daar zij toch niet meer
aansluiten zoodra eeuige verwijding van deu hoef is verkregen. De Schr.
wijst er verder op, dat ieder gebrek niet altijd over dezelfde kam kan
worden geschoren eu elk geval als regel op zichzelf moet wordeu beoordeeld.
Wel is altijd aanbevelenswaardig, dat de betreffende hoeveu vóór het be-
slaan zooveel mogelijk zacht dienen te worden gemaakt.

Teu slotte merkt de Schr. op, dat het bovenbedoelde pautoffelijzer somtijds
ook goede resultaten kau geven bij het bestaan vau verbeende hoefkraak-
beendereu, doch dat het bij dit gebrek, nog meer dan bij klemhoef, raadzaam
is om voorlichting te vragen vau een op hoefkundig gebied ervaren vee-arts.

(De mededeeliug vau den Schrijver, dat een pautoffelijzer gunstig kan
werkeu bij het bestaan vau hoefkraakbeeuderen, komt ons niet aannemelijk
voor. Redactie „De Hoefsmidquot;.)

2°. Nieuwe vindingen op het gebied van het hoefbeslag, besproken door
Prof. Dquot;^. M. Luugwitz:
a. een schroefsleutel, waarbij aau het verdikte vier-
kante einde een uitholling is aangebracht en alle 4 zijden vau een vierkaut
gat van uiteeuloopeude doorsuede ziju voorzien, zoodat deze sleutel bij 4
verschillend dikke schroeven dieust kau doeu;
b. eeu iusteekstoot; c. nieuwe
soort nagels voor touwijzers;
d. een standaard om het beeu vau het paard
op te laten rusteu, teu einde hierdoor den knecht-ophouder te kuuuen
missen;
e. machinale ijzers met stoot, plaat eu lip; f. staalband-hoefijzer,
welke staalband telkens zou kuuueu worden vernieuwd ;
g. hoefijzers om het
uitglijden op asphalt te voorkomen; h. hoefijzers met een veereude zool vau
staal-lood;
i. staaldraad-borstel; j. eeu zoolplaat vau gummi iuplaats van ijzer.

Geeu dezer nieuwe vindingen wordt door deu beoordeelaar krachtig aan-
bevolen, terwijl de staudaard-beeuophouder beslist gevaarlijk in de practijk
wordt genoemd.

-ocr page 195-

3®. Overzicht van de hoefsmidschool, behoorende bij de Veeartsenijliundige
Hoogeschool, te
Dresden, over 1910.

Afgezien van de voordrachten ten behoeve van de studenten der Hooge-
scliool hebben in 1910 160 leerlingen onderwijs in hoefbeslag aan deze
inrichting ontvangen, waarvan 58 burger- en 102 militaire leerlingen en met
inbegrip van de 34 leerlingen, die bij het einde van 1909 aan de inrichting
waren. Van genoemde 160 hebben in 1910 127 een volledigen cursus gevolgd,
n.1. 46 burger- en 81 militaire leerlingen, terwijl aan het einde van 1910 nog
33 leerlingen aan de Inrichting aanwezig waren. Aan 23 burger-leerlingen
is een gedeeltelijke vergoeding van onkosten toegekend, n.1. elk ruim f 70.

Er werden 6394 paarden beslagen, met inbegrip van 38 ezels en 5 runderen,
14978 nieuwe en 4543 oude ijzers ondergelegd, waaronder 3733 balkijzers
en 4140 met inlegsels, n.1. 1832 leeren zolen, 90 luchtzolen, 2196 kurkzolen,
4 viltzolen, 22 reform-viltplaten en 96 hoeflederkit-inlegsels.

Aan 127 leerlingen, 46 burgers en 81 militairen werd examen afgenomen.
Van deze verwierf 1 het diploma als meester-hoefsmid (een burger), 51 het
diploma als geëxamineerd hoefsmid met lof (17 burgers en 34 militairen) en
75 het diploma als geëxamineerd hoefsmid (28 burgers en 47 militairen^.
Verder werden nog geëxamineerd 79 smeden die het onderwijs aan de
inrichting niet hadden gevolgd, waarvan 1 den meestertitel, 3 het diploma
als geëxamineerd hoefsmid met lof en 56 het diploma als geëxamineerd
hoefsmid ontvingen, terwijl 19 niet zijn geslaagd.

4quot;. Persoverzicht.

5quot;. In het Koninkrijk Beieren werden gedurende 1910 236 hoefsmids-
leerlingen geëxamineerd, waarvan 77 zijn geslaagd en 159 niet geslaagd.
Behalve deze hoefsmidsexamens werden in genoemd Koninkrijk aan de
bestaande 7 hoefsmidscholen aan 220 leerlingen het diploma uitgereikt.

In Wurtemberg weerden in 1910 83 hoefsmidsleerlingen geëxamineerd,
waarvan 75 een cursus volgden, 81 slaagden en 2 niet.

Engeland.

— De Hackney-tentoonäelling zal a. s. voorjaar worden gehouden op 5, 6,
7 en 8 Maart, waarvoor f 21120 aan prijzen zijn uitgeloofd. Er zijn klassen
voor hengsten, merries en ruins van eiken leeftijd.

De show zal weder worden gehouden in de voorstad Islington op de
oude plaats, terwijl de n»®. voor de oudere ingespannen tuigpaarden niet meer
in het programma zullen voorkomen, daar deze feitelijk meer thuisbehooren
op een Concours-hippique, zooals b. v. de Olympia-show. Zoo is het n°. voor
tandems ook uitgevallen, doch dat voor spannen is behouden. De algemeene
bepalingen, ook ten opzichte van het maximum gewicht der hoefijzers, zijn
ongewijzigd gebleven. Er is op het terrein vanwege de Vereeniging een
hoefsmid aangewezen met de bepaling, dat tentoongestelde paarden bij even-
tueele vernieuwing of verlegging van het beslag door niemand anders dan
door hem mogen worden beslagen. Het vastgestelde gewicht omvat zoowel
de ijzers als de nagels, die voor de bevestiging noodig zijn. Hackneys, hooger
dan 14 hands (jaarlingen viitgezonderd), mogen voorzien zijn van ijzers van
- hoogstens 2 Eng. ponden, terwijl het maximum gewicht voor poney's, minder

-ocr page 196-

dan 14 hands, en voor jaarling-ruins en -merries op hoogstens l'/j pond
is gesteld.

De kosten van inschrijving zijn niet laag te noemen. Zij bedragen voor
hengsten ruim f 25, voor ruins en merries bijna f 19 per stuk, voor spannen
ruim f 25, terwijl voor inschrijving in het register der publieke verkooping
voor ieder f 6.30 moet worden betaald. Deze prijzen zijn geldig voor leden
van de Hackney-vereeniging. Niet-leden betalen het dubbele, (u.
L. S. J.)

Mededeelingen over het smidsvak, vallende buiten het hoefbeslag.

HET SMEDEN VAN AAMBEELDEN.

De oudste aambeelden zijn uit gietijzer vervaardigd, welke echter zeer
weinig aan hun doel beantwoordden, daar zij niet genoeg weerstand boden.
Het is namelijk een eerste vereischte, dat de hoeken der oppervlakte, de
eigenlijke werkbaan, nauwkeurig vlak, haaksch en glad zijn , een voorwaarde,
waaraan een gegoten aambeeld niet kan voldoen. Daar nu de nagelindustrie
voor haar werk die scherpe hoeken noodig had, zooals al de lezers bekend
is die aan een stuk draad een punt moeten smeden, werden in de landen,
waar de kleine smederij bloeide, d.w.z. waar men nagels, scharen, schoffels,
messen enz. fabriceerde, ongeveer dus in 1790, de eerste aambeelden uit
ijzer en staal gecombineerd gesmeed.

In de onderstaande regelen, toegelicht door enkele teekeningen, willen

wij den lezers trachten duidelijk te
maken de wijze waarop onze aambeelden
worden, niet om ze later na
te maken, doch alleen om de fabricatie

^^nbsp;__I Iquot;^nbsp;leeren kennen van een zoo'n algemeen

I_ 'nbsp;'Inbsp;onmisbaar stuk gereedschap (fig. 1, 2,3).

In fig. 1, 2, 3 zien wij een aambeeld,
zooals het meestal gebruikt wordt,
Wij zien den middelsten, eigenlijken

in drie verschillende doorsneden.

standaard 8 met de zijdelings aangesmede hoorns, bij JJ
den ronden, en bij
K den platten hoorn. Aan de achterzijde is
een stuikblok
a aangezet, hetgeen bij zwaar stuikwerk als
zeer gemakkelijk genoemd kan worden.

Het ronde gat 6, bij den ronden hoorn, dient voor het
doorslaan van ronde gaten, terwijl het vierkante gat c voor
het plaatsen der bekende gereedschappen dient. De zijde-nbsp;^

lingsche gaten e , evenals het onderste gat f, dienen slechts
voor het insteken van ijzeren bouten om het transporteeren te vergemakkelijken.

Deze gaten leveren echter den ver-
] [ OC ] I—THnbsp;vaardiger vrij wat meer moeilijkheden

----dan in het algemeen gedacht wordt, en

zijn in de meeste gevallen vrij doelloos.
Deze gaten zijn gewoonlijk 30 m.M.
in het vierkant en loopen taps naar be-
neden. Wordt nu het aambeeld ver-

6

S

-ocr page 197-

plaatst, dan is er zelden nauwkeurig passend ijzer voor beide einden aan-
wezig, hetgeen dan ook nog moet zijn uitgesmeed, om ver genoeg inge-
stoken te kunnen worden; anders glijdt het af. Zelden zijn die ijzers echter
sterk genoeg en buigen zij. Daar het nu gemakkelijk is het aambeeld door
elke willekeurige staaf, welke onder den hoorn gestoken wordt en door
een ijzer gestoken door de gaten amp; en c verzekerd wordt, weg te dragen,
zouden de gaten e en jfgemakkelijk kunnen vervallen, waardoor menige onaan-
genaamheid bespaard bleef. — Nu echter over de fabricatie:

In liguur 4 zien wij een van te voren op maat gesmeed vierkant

^ blok; hieraan worden op de
^ bekende wijze de onderste

önbsp;_____voeten f gelascht, doordat beide

=nbsp;deelen blok Ji en een voet f op

- -nbsp;laschhitte gebracht worden en

rUtnbsp;daarna tezamen gesmeed. Bij de

^ jnbsp;eerste verhitting wordt er in hoofd-

—Inbsp;zaak op gewerkt dat de stukken

in him hart vastzitten, terwijl bij
een tweede verhitting de voor-
uitstekende kanten en hoeken worden weggewerkt. Hierna gaat het op de
rij af met de andere voeten, daarna de hoorns K en B. Nadat deze nu goed
aangelascht zijn , begint men met het uitrekken van den hoorn, en wel zoo, dat
de vlakke baan boven den hoorn blijft staan. Nu wordt een stuk laschstaal,
een uit meerdere staallagen tezamen gelaschte lappen, hetgeen meestal
viermaal opgelasclit en uitgesmeed is, waarvan de vakuitdrukking, vier-
maal geraffineerd staal, d.w.z. gereinigd staal gemaakt dat nauwkeurig op
de baan past. Dit wordt aan een einde voorzien van een lang handvat, zie
K fig. 4 en dan witheet gemaakt, nadat het aambeeld op de werkbaan
de laschhitte bereikt heeft. Hierop wordt nu die staalplaat, welke gewoonlijk
2 c.M. dik is, met laschpoeder opgebracht. Voor men het laschpoeder
kende, moest men ook die stalen platen op laschhitte brengen , waarbij het
voorkwam, dat het een of ander dikwijls verbrandde, hetgeen zich in
het gebruik door de vele scheuren openbaarde. Het laschpoeder wordt in een
ijzeren pot tot donkerroodgloeihitte gesmolten, dan op een plaat uitgegoten, waar
het een donkergroene glazige massa is. Deze wordt in een mortier fijn gestampt
en daarna 5 gewichtsdeelen gemengd met 7 gewichtsdeelen fijne roest- olie-
vrij staalvijlsel. Nadat men de te lasschen stukken (alzoo staalijzer) voor-
gewerkt en voorgevormd heeft, reinigt men de lascliplaatsen snel met een
stalen borstel, strooit het poeder goed op en hecht de stukken met een paar
krachtige slagen, waarna men de verbinding weer direct in het vnur brengt,
het staal door zandbedekking eenigszins afkoelt, en verder op de ons bekende
wijze afwerken.

Bij het aambeeld nu wordt in vele kleine hitten, door middel van lichte,
lange voorhamers, de stalen plaat opgelascht, en de hoorn uitgerekt, hetgeen
zeer snel met veel slagen geschieden moet. Hierbij werken meestal tegelijker-
tijd zes voorslagers mede, waarbij ieder nauwkeurig in den slag moet blijven,
om niet in elkander te slaan en het stuk voorgoed te bederven.

-ocr page 198-

Nu wordeu de gaten ö en c door een stempel met zeer veel moeite in-
geslagen op de aau ons smeden bekeude wijze n.1. met gebruik van een stukje
versehe steenkool, om door de ontwikkelde gassen den doorslag terug te
drijven.' Daar het aambeeldblok echter zeer massief is, duurt dat doorslaan
zeer lang, afgezien nog daarvan dat de aangelaschte deelen gemakkelijk
losraken.

Doch ook bij het aambeeldsmedeu wordt de moderne vooruitgang benut,
doordat meu deze gaten boort eu door passende stempels verder opdrijft.
Daarop worden de draaggaten e eu ƒ eveneens met veel moeite ingedreven,
waarna het aambeeld gereed is. Nadat de werkbaan geslepen eu gevijld is,
wordt het aambeeld voorzichtig verwarmd eu gehard volgens eeu laug be-
proefde methode iu „afgebondenquot; zouthoudend water. De vuren, waariu
de aambeelden gelascht worden, bevinden zich diep in de vloer en vereischen
een grooteu omvang en intensieve hitte.nbsp;M.

ADVERTENTIËN.

De Directeur-Generaal vau den Landbouw brengt ter keuuis van belang-
hebbenden, dat iu de maand Januari a.s. op nader te bepalen dagen, aan
's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, gelegenheid zal worden ge-
geven tot het afleggen vau het toelatingsexamen tot den
Cursus ter
opleiding van onderwijzers in practisch hoefbeslag.

Zij, die tot dit exameu wenschen te worden toegelaten, moeten den
leeftijd vau 23 jaar hebbeu bereikt eu zich
vóór 20 Januari a.S. met
eigenhandig geschreven brief hebbeu gericht tot den directeur vau 's Rijks
Veeartsenijschool te Utrecht, ouder overlegging van geboorteacte, diploma's
(als van ambachtsschool, hoefsmidschool of hoefbeslagcursus), het bewijs van
met vrucht de lagere school te hebben afgeloopen en aanbevelingen uit
vroegere werkkringen.

's-Gravenhage, 7 December 1911.

De Directeur-Generaal voornoemd:
P. VAN HOEK.

Hoefsmidschool te TIEL

Oproeping van Leerlingen voor den cursus ie halfjaar 1912.

Aangifte te doen vóór 25 December a.s.

Nadere inlichtingen te verkrijgen bij den Directeur

H. J. C. VAN LENT, vee-arts te Tiel,
St. Agnietenstraat.

-ocr page 199-

Kunsthoorn,

voor Hoefbeslag,

verkrijgbaar in de cliemicaliën-
en drogerijen-liandel van

K. G. W. OE BOSSON, Apotheker,

te Dordrecht.
Prijsopgave op aanvrage.
Voor HH. Veeartsen uitgebreide
prijscourant gaarne gratis beschikbaar.

Kleine Advertenties,

in zake vraag of aanbod van
dienstpersoneel, het smidsvak
betreffende, worden van onze
abonnè's gratis in „De Hoef-
smidquot; opgenomen.

ZELDZAME GELEGENHEID.

De overname van den alleen-verkoop stelt mij in staat voor
slechts
f 2.90 een elegant, extra plat Amerikaansch Doublé
Zwitsersch Zakhorloge
aan te bieden. Dezelve bezit een
accuraat 36 uur loopend Ankerwerk, merk „Speciosaquot;, en is
langs electrischen weg met echt goud overtrokken. Garantie voor
accuraat loopen 4 jaar; een stuk
f 2.90, 2 stuks f5.50. Bij
ieder horloge wordt een fijn vergulde ketting gratis bijgevoegd.
Geen risico, daar ruilen geoorloofd is; eventueel geld retour;
verzending onder rembours.

H. SPINGARN, Krakau, ÖsterNo.356.

De Nederlandsche Hoefijzerfabriek
Helpman—Groningen

levert

HOEFIJZERS,

die

theoretisch
en

practisch
goed zijn.

Billijke condities.

:- -:- -:- -:- -:- Vlugge levering.
Aanbevelend:

Firma WERKMAN, BARKMEIJER amp; Co.

-ocr page 200-

s. c. M. BAX. 2, 4 en 6 Jufferstraat ROTTERDAM.

- Specialiteit in Artikelen voor HOEFBESLAG. -

Meest uitgebreide sorteering prima blanke
Ster-Hoefnagels, meer dan 60 verschillende voorradig.
Speciale fijne Nagels voor Renpaarden enz.
— Billijke prijzen. —

Intercoiiiiiiiinaal

Telegram-Adres
BAX Jiiîîerstraat
Roderdaiii.

NIEUWE AMERIKAANSCHE HOEFZOLEN

voordeelig, gemakkelijk in gebruik. — Kunnen niet loslaten.

Merk „Dexterquot;, Merk „Pacificquot;,

met flink Meistuk. met zwaar Mei,stuk.

Open zolen uit één stuk kunnen
dus onmogelijk loslaten, bijzonder aan-
bevelenswaardig, prijzen zeer billijk,
voorradig in 11 maten van tot 6J
Eng. dm., uiterste breedte buitenkant
ijzers gemeten.

Merk „Ramblerquot;,

in witte en grijze

Caoutchouc,
op leder opgenaaid
met flink hielstuk,
voorradig vau 41
tot Eng. dm.

Merk „Chicagoquot;,

geheel Caoutchouc
\üt één stuk met

zwaar hielstuk-
voor zware paar-
den, voorradig van
7-1 tot 7y\ Eng. dm.

Uiterste breedte buitenkant ijzers gem.

Gemaakte Hoefijzers,
Rits- en Stampmodel,
uitsluitend beste
kwaliteit ijzer;
in 9 maten voorradig.

IJs- of Scherpnagels
in 12 soorten.

Opruimers voor

Schroefgaten.

Schroeven en Stiften
in alle modellen ;
tijdige bestelling
gewenscht.

Touwijzers in
verschillende maten.

Open Luchtdrukzooi

in 8 verschillende maten voorradig.

Strykringen
met riempje.

Hoef-
randen

Las- of Welbladen en

Poeder,
om ijzer en staal te
wellen.

Open Caoutchouc
zool,
merk B. T.,
in 7 maten, voor-
en achterijzers
voorradig.

Kunsthoorn.

an^ Men lette op het echte merk S T met kroon.

-ocr page 201- -ocr page 202-

m'

tr.?- ■

, . iiÄrviT ■ - - -

t.:

y'.

4

-ocr page 203-
-ocr page 204-

r

\ ^-(sW

1 .

glfSSa

H