-ocr page 1-
Plaat V
„Elarine" Gr. P. S. 5559 tijdens de laatste ronde in de maximum-vermogen-proef
-ocr page 2-
TREKPROEVEN BIJ PAARDEN
EEN ONDERZOEK NAAR DE TREKKRACHT
EN HET ARBEIDSVERMOGEN VAN PAARDEN
IN NEDERLAND, MET BEHULP VAN HET
TOESTEL VAN PROF. VISSER
-ocr page 3-
■r*j
TREKPROEVEN BIJ PAARDEN
EEN ONDERZOEK NAAR DE TREKKRACHT EN HET
ARBEIDSVERMOGEN VAN PAARDEN IN NEDERLAND,
MET BEHULP VAN HET TOESTEL VAN PROF. VISSER
PROEFSCHRIFT
TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR
IN DE VEEARTSENIJKUNDE AAN DE RIJKS-
UNIVERSITEIT TE UTRECHT, OP GEZAG VAN
DEN RECTOR-MAGNIFICUS Dr. H. Th. OBBINK,
HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER GOD-
GELEERDHEID, VOLGENS HET BESLUIT VAN DEN
SENAAT DER UNIVERSITEIT TE VERDEDIGEN
TEGEN DE BEDENKINGEN VAN DE FACULTEIT
DER VEEARTSENIJKUNDE OP DONDERDAG 31
JANUARI 1929, DES NAMIDDAGS TE 4 UUR, DOOR
FREDERIK JAN JACOB VAN RIJN
VEEAPTS, DIRECTEUR ViN HET GEMEENTE-SLACHTHUIS TE
WAGENINGEN, BENOEMD DIRECTEUR VAN DEN VETERI-
NAIREN DIENST TE SEMARANG, GEBOREN TE WAGENINGEN
H. VEENMAN <£ ZONEN - WAGENINGEN - 1929
BIBLIOTHEEK "l
DIERGENEESKUNDE 9
-ocr page 4-
Aan mijne Vrouw
en mijne Moeder
L
-ocr page 5-
Plaat III
JFlftir
>mÊk.. m* * „».
Lij.
il lyn^fc^BMaf^i Mr'ioiiiÉ >v-itÉ
., " £.?*■
De Rem-rosmolen van Prof. Visser in gebruik op de Nationale Tentoonstelling van Rundvee, Paarden en Kleinvee 1928 te 's-Gravenhage
-ocr page 6-
Bij het voltooien van dit proefschrift, is het mij een aangename taak,
U, Hoogleeraren en Docenten van de Veeartsenijkundige Faculteit,
mijn dank te betuigen voor het onderwijs, dat ik van U genoten heb.
In het bijzonder dank ik U, hooggeleerde Kroon, hooggeachte
Promotor, voor de welwillende hulp mij bij de bewerking van dit
proefschrift geboden en voor Uwen steun verleend, om mij de verde-
diging van dit proefschrift nog vóór mijn vertrek naar Insulinde,
mogelijk te maken.
Uwe Excellentie Lambooy en U, Excellentie Insinger, mijn op-
rechten dank, voor Uwe toestemming, ook militaire paarden voor
mijn onderzoekingen te mogen gebruiken.
Voor Uwe zeer op prijs gestelde belangstelling in mijne proeven,
Excellentie Kan, mijn weigemeenden dank.
Hooggeleerde Visser, niet alleen Uwe bereidverklaring het door U
ontworpen toestel voor de onderzoekingen te mogen gebruiken,
doch in het bijzonder, de wijze waarop U steeds met mijn werk hebt
medegeleefd, en de vele opofferingen welke U zich getroost hebt, om
mij behulpzaam te zijn en mijn werkzaamheden te bevorderen, zul-
len door mij nimmer worden vergeten.
Uwe toestemming tot het gebruik maken van Uwe terreinen, Hoog-
geleerde Bakker, en de gewaardeerde medewerking van U, hoogge-
achte Dirigeerend-Paardenarts Folmer, alsook die van U, zeergeacht
Bestuur van de Nationale Tentoonstelling van Rundvee, Paarden en
Kleinvee 1928, worden door mij ten zeerste op prijs gesteld.
Ook U, Zeergeleerde Collegae Brands en Van de Plank dank voor
Uw hulp en gastvrijheid.
Den Eigenaren van paarden, die mij deze dieren belangeloos ter
beschikking hebben gesteld, en verder allen, die mij bij mijn werk-
zaamheden steun hebben verleend, mijn hartelijken dank.
-ocr page 7-
-ocr page 8-
„When animals are viewed from the standpoint of
machines they are wonderful mechanisms. Not only
are they self-feeding, self-controlling, self-main-
taining and self-reproducing, but they are far more
economical in the energy they are able to develop
from a given weight of fuel material, than any other
existing form of motor."
F. H. King.
-ocr page 9-
-ocr page 10-
INLEIDING.
Tot voor enkele jaren werd aan de bepaling van het trekvermogen
van ons landbouw- en trekpaard weinig of geen aandacht geschon-
ken, niettegenstaande sedert eeuwen voor ren- en remontepaarden
een op prestatie doelbewust fokken, in de gewenschte richting, heeft
bestaan.
Men beperkte zich tot het beoordeelen van het exterieur, zoodat
bij aankoop alléén werd onderzocht, of de physieke toestand van het
paard dusdanig was, dat men redelijkerwijze kon verwachten, dat het
aan de gestelde eischen zou kunnen voldoen. Veelal werd de meening
gehuldigd, dat het type, — zijnde dit een bepaalde harmonische ver-
houding tusschen de verschillende afmetingen, gewrichten en hef-
boomen —> voldoende waarborg gaf voor het verrichtingsvermogen.
Wel werden op verschillende concoursen verrichtingsproeven
ingesteld, doch de eischen welke men daarbij aan de paarden stelde
waren in het algemeen niet van dien aard, dat men daardoor een juist
beeld verkreeg van de trekkracht, welke het dier in staat was uit te
oefenen.
De sterke toename van het gebruik van den motor en het meer en
meer op den voorgrond tredende gevoel voor het technische, waren
oorzaak, dat op een vergelijk tusschen machine en dier werd aan-
gestuurd.
Waar de laatste tientallen van jaren aan de controle op het produc-
tievermogen van onze huisdieren steeds meer aandacht werd geschon-
ken, — men denke slechts aan de melkcontröle van onze koeien en de
legcontrêle der kippen —■, zoo werd langzamerhand behoefte gevoeld
aan het bepalen van het trekvermogen van het paard; terecht
voert Steding (23) aan, dat het gebruiksdoel van het trek- en land-
bouwpaard toch in hoofdzaak bestaat uit het voorttrekken van
lasten en landbouwwerktuigen, wat in gewijzigden zin ook geldt
voor het tuigpaard.
Ook voor het beantwoorden der vraag in welke richting zich de
fokkerij moet bewegen, omtrent het verband dat er bestaat tusschen
-ocr page 11-
12
den lichaamsbouw en het grootst mogelijke trekvermogen, is het ge-
lijk Tanzer (24) opmerkt, van zeer veel beteekenis, dat zooveel moge-
lijk die gegevens worden verzameld, waardoor het prestatievermogen
kan worden beïnvloed.
Tevens dienen, en dit is van groot belang voor de fokkerij, binnen
bepaalde rassen die dieren te worden uitgezocht, welke uitmunten
door trekkracht, snelheid en arbeidsvermogen.
Mede te werken aan het verzamelen van deze gegevens, en zoo mo-
gelijk te komen tot het aangeven van een meer juiste beoordeelings-
methode, is het doel van mijn arbeid.
Naast deze werkzaamheden, heb ik mij tot taak gesteld een op zoo-
veel mogelijk proeven gebaseerde meening te uiten, omtrent de deug-
delijkheid en de eventueele praktische toepassing van het door Prof.
Ir. M. F. Visser, Directeur van het Instituut voor Landbouwwerk-
tuigen en -gebouwen te Wageningen, ontworpen toestel, den
Rem-rosmolen. —
-ocr page 12-
HOOFDSTUK I.
LITERATUUR-STUDIE.
A. Exterieuristische beoordeeling en verrichtingsproeven.
Dat men zich ook in vroegere jaren niet bevredigd gevoelde met
het verrichten van metingen, zooals die door Cl. Bourgelat (1), ge-
schiedden, die in samenwerking met den schilder Vincent in 1769
kwam met de schabionen theorie, het modelpaard dat een monstrum
werd, of wel door de vaststelling van de „Goldene Schnitte" door
Roloff (2) (1870), moge blijken uit de geschriften van P. Adam (3),
die de geheele proportie-leer verwierp en in 1882 verkondigdef dat
de beoordeeling van het paard steeds op zuiver mechanische grondsla-
gen gebaseerd moest zijn, en slechts met betrekking tot bepaalde dienst-
verrichtingen mocht geschieden.
Hij wees er op, dat het gewicht der
paarden een groote rol speelde, zoowel door de meerdere wrijving met
den bodem, als wel ten gevolge van den minderen spierarbeid, dien
een zwaarder paard behoeft te verrichten bij het in beweging brengen
van een last, waarbij dit zijn geheele gewicht bij het aantrekken in
het tuig legt.
Alhoewel F. von Chelkowski (4) de theorie verkondigde, dat be-
treffende de bruikbaarheid en het uithoudingsvermogen van een
paard, er een bepaalde verhouding moest bestaan tusschen den borst-
omvang en de schofthoogte, ■—■ de eerste moest 13 tot 20 cm grooter
zijn dan de tweede; bij zeer sterke paarden o.a. gemeten bij de paarden
der Brandweer te Sofia zelfs 20 tot 35 cm, — welke theorie ook werd
gehuldigd door Schimmel (5) in zijn lessen aan de Militaire Acade-
mie te Breda, zoo gevoelde ook v. Chelkowski reeds, dat een paard
niet alleen in rust en draf goed kon worden beoordeeld, „sondern auch
ganz besonders in der verlangten Dienstart des Pferdes entsprechenden
Thdtigkeit, denn einen richtigen Begriff vom Baue, von der Kracht
und Leistungsfahigkeit eines Pferdes bekommt man erst dann, nach-
dem man seine ganze Machine eine Zeit lang in Bewegung gesehen hat."
Nadat F. Laméris (6) in 1911, na meting bij 250 troepenpaarden,
-ocr page 13-
14
tot de conclusie kwam, dat naast de gebruikelijke beoordeeling deze
meetproef in twijfelachtige gevallen den doorslag moest geven, en
H. Magerl (7) in hetzelfde jaar door vergelijking bij 130 cavallerie-
paarden, uit de ligging en verhouding der lengten van de ledematen
en de hoeken der gewrichten trachtte te komen tot een betere beoor-
deeling, ■— zien wij steeds meer en meer op concoursen, keuringen en
tentoonstellingen verrichtings- en later ook trekproeven op het pro-
gramma verschijnen.
De verrichtingsproeven vormen als het ware den overgang tus-
schen de zuiver-exterieuristische wijze van beoordeeling en de trek-
proeven.
Hoewel ik niet te kort wil doen aan deze verrichtingsproeven, welke
in het algemeen bestonden uit het laten trekken van een matigen last
over een bepaalden afstand, toch zijn deze proeven voor mijn doel
niet van dusdanige beteekenis geweest, dat een uitvoerige bespre-
king noodig geacht wordt. Teneinde echter het aandeel, dat ook Ne-
derland in deze richting heeft gehad, nader bekend te maken, ver-
meen ik, dat eene korte vermelding van eenige dezer proeven, hier op
Zijn plaats is.
Als eerste trekproeven vind ik vermeld, die, welke in 1911 te Venlo (8)
werden gehouden, waar hengsten van het Belgische ras werden ge-
spannen voor een ijzeren wals, welke met zand gevuld, een gewicht
van 850 kilogram had. Gedurende een uur lang moest deze wals
worden voortgetrokken. — Voor merries werd de trekkracht beoor-
deeld naar het voortbewegen van een weide-egge.
Te Stadskanaal (9) (1912) werden de paarden gespannen vooreen
Veenkoloniale wipkar, beladen met 600 kg zakken zand, in stap voort
te trekken op den gewonen veenbodem. Voor dravend werk werd deze
last verminderd op 400 kg. Enkele paarden konden in draf den wagen
met 700 kg voorttrekken. Uit de resultaten van deze proeven is geble-
ken, dat de zwaarste paarden lang niet altijd de grootste lasten konden
trekken.
In 1916 werden te Zevenbergen (10) trekproeven genomen overeen
afstand van 2000 meter, met zwaren last. De beste prestatie, beoor-
deeld naar den tijd, was 16^ minuut.
Vanwege de Provinciale Regelingscommissie, werden in 1921 te
Groningen (11) verrichtingsproeven georganiseerd, waarbij de paarden
werden beproefd voor een kar of wagen, beladen met 500 kg vracht,
welke getrokken moest worden over een afstand van 800 tot 900
-ocr page 14-
15
meter, waarbij ook de wijze van aanzetten en de manier van trekken
in aanmerking werden genomen.
Deze proefnemingen stelden aan de paarden matige eischen, daar
een wals van 850 kg op een niet al te slecht terrein, bijvoorbeeld
een weiland slechts een trekkracht van (850 X 0.06 —) 50 kg tot
(850 X 0.10 =) 85 kg vordert.
Ook de wipkar met 600 kg vracht op veengrond eischt maar 50 tot
70 kg trekkracht.
Uit deze en meerdere andere proeven zijn echter geen conclusies
te trekken, daar nadere gegevens ten eenenmale ontbreken. Niet-
temin hadden deze proeven ten gevolge, dat aan dit onderwerp
meer aandacht werd geschonken. Zoo vinden wij reeds in „Het
Paard" van 1912 en 1913 vele ingezonden stukken en een polemiek
van vóór en tegenstanders. Als oorzaken van de geringe belangstel-
ling voor deze proeven wordt in de eerste plaats genoemd de weinige
waarde, welke de fokkers aan deze proeven hechten; verder het niet
verplichtend gesteld zijn van de verrichtingsproeven voor het te pri-
meeren mannelijk en vrouwelijk fokmateriaal, eindelijk het gemis
aan uniformiteit en de weinige zekerheid aangaande de wijze van
beoordeeling. De redactie van Het Paard wijst op het groote belang
der trek- en drafproeven, „want voor de gebruikers zal juist een
Zekerheid omtrent de gebruikswaarde van het paard den doorslag bij
aankoop kunnen geven." ■—
Een polemiek in den 19den jaargang van bovengenoemd tijdschrift,
doet o.a. W. F. Smits Jr. en R. A. Maarsing (12) tot de conclusie ko-
men, „dat naast de keuring op exterieur, de verrichtingsproeven vooral
voor hengsten met hunne groote nakomelingschap, van groote beteekenis
zijn."
In de „Veldbode" (13) vinden we een grooten tegenstander van de
trekproeven aan het woord, welke echter zonder eenig wetenschap-
pelijk begrip tot de conclusie komt, „dat hetzelfde type, hetzelfde
prestatievermogen beduidt"; terwijl in 1923 „Tipperary" (14) een lans
breekt voor de verrichtingsproeven van het koudbloed, waarna in
1924 door Lako (15) deze proeven „praktisch onuitvoerbaar worden
geacht".
Voor het bepalen van de trekkracht van paarden, zijn toestellen
ontworpen, welke men in twee groepen kan verdeden; ten eerste die,
waarbij de trekkracht wordt gemeten met behulp van een speciaal
-ocr page 15-
16
daarvoor ontworpen toestel, en ten tweede die, waarbij men tusschen
trekboom en wagen of landbouwwerktuig een veelal kleineren trek-
krachtmeter aanbrengt.
B. Proeven, waarbij de trekkracht wordt gemeten met speciaal daarvoor
ontworpen toestellen.
Overgaande tot de bespreking van de eerste groep, vindt men in de
literatuur als eerste poging om de trekkracht van een paard te meten
steeds vermeld, een door Watt in samenwerking met Boulton (16)
verrichte proef, dateerende uit het midden der zeventiende eeuw. Een
door Prof. Visser ingesteld onderzoek, geeft echter omtrent de juist-
heid dezer beschrijving, geen zekerheid. — Voor den uitvinder der
stoommachine was het noodzakelijk het arbeidsvermogen dezer ma-
chine te vergelijken met dat van het paard, daar vóór dien tijd de
meeste arbeid werd verricht door paarden.
In de techniek gebruikt men als eenheid van arbeidsvermogen de
paardekracht, waarmede men bedoelt den arbeid, welke noodig is om
een gewicht van 75 kg in 1 seconde, 1 meter hoog te heffen. (75 kgm
per seconde). Ter voorkoming van misverstand bij het gebruik van
het woord „kracht", zij hier uitdrukkelijk vermeld, dat in technischen
zin, de paardekracht is een effect (arbeidslevering in de tijdseenheid),
en geen kracht in engeren zin.
In tegenstelling met de algemeen aangenomen opvatting, was Watt's
berekening van de kracht van een paard niet één Horse-Power, zooals
die eenheid door hem was vastgesteld, maar slechts twee-derde
daarvan. Watt liet, volgens de in de literatuur verspreide meening,
door eenige paarden van de Brouwerij Barclay en Perkins te Lon-
den, een gewicht, opgehangen aan een kabel via twee katrollen uit een
put optrekken
en bevond, dat een paard gemakkelijk een gewicht van
100 Engelsche ponden (d.i. 45.36 kg), kon ophalen met een snelheid
van 2\ mijl per uur, of wel 220 feet (67.056 meter) per minuut. Dat
is dus 220 maal 100 of 22000 foot-pounds per minuut. Watt nam
echter met het oog op de wrijving in zijn stoommachine èn om ruim
aan de maat te zijn, empirisch, 50 procent méér, aldus vaststellende
33000 foot-pounds per minuut, is 550 foot-pounds per seconde
(76.04 kilogrammeters), als eenheid van paardekracht. Deze eenheid
wordt thans algemeen gebruikt, als maatstaf ter beoordeeling van
het vermogen van motoren en machines.
-ocr page 16-
17
Deze wijze van trekkrachtmeting moge origineel zijn, praktisch is
zij niet, daar de afstand waarover wordt getrokken, beperkt is tot de
diepte van den put.
In verband met verschillende voederproeven ontstond behoefte
aan het bepalen van het arbeidsvermogen, dat een paard gedurende
een bepaalden tijd kan leveren. Hoewel het doel dezer proeven dus
niet in de eerste plaats was, het vaststellen van de trekkracht, zoo zijn
de daarbij verkregen resultaten van veel beteekenis geweest voor mijn
studie, zoodat het mij gewenscht voorkomt enkele dezer belangwek-
kende onderzoekingen nader te bespreken.
Voor zijne studie over den invloed van de spierwerking op de af-
braak der voedingsstoffen, construeerde Oscar Kellner (17) in 1897
een „Bremsgöpelwerk," dat door hem genoemd werd Pferden-Dyna-
mometer, welk toestel als volgt wordt omschreven:
Het aangrijpingspunt voor de trekkracht was het uiteinde van een
ijzeren rechthoekigen arm, welke draaibaar in het hoekpunt, hori-
zontaal was bevestigd aan het uiteinde van een houten trekboom
van een „soort rosmolen". De andere arm van den rechthoek was door
middel van een kabel, welke evenwijdig aan den trekboom, naar het
centrum van het toestel verliep, verbonden aan een arm van een twee-
den rechthoek, welke draaibaar in het hoekpunt was bevestigd aan
een vertikale staaf in het middelpunt van de loopbaan (26.39 m).
Deze vertikale stang is vastgeklonken op een deksel, dat door den
trekboom wordt rondgedraaid. De tweede arm van den middelsten
rechthoek draagt een weegschaal, waarop men gewichten kan plaat-
sen. Het paard trekt dus als het ware de bascule omhoog, zoodat uit
het aantal benoodigde gewichten de trekkracht kan worden berekend.
Het deksel loopt op een ringvormige onderlaag, terwijl tusschen
deksel en onderlaag ijzeren ringen van verschillende breedten kun-
nen worden aangebracht. Door breedere ringen te gebruiken en daar-
naast gewichten te plaatsen op het deksel kan men den wrijvings-
weerstand vergrooten en zoodoende meerdere trekkracht van het
paard eischen, welke weer in evenwicht wordt gebracht door het aan-
tal gewichten op de bascule te vermeerderen.
Kellner nam proeven met een elfjarigen ruin, welke bij den aan-
vang der onderzoekingen een lichaamsgewicht had van 534 kg. De
proeven waren verdeeld over vijf perioden van veertien dagen; het
gewicht van het paard werd opgevoerd tot 560 en later tot 570 kg.
2
-ocr page 17-
18
Voor de eerste en vijfde periode nam hij dezelfde trekkracht en gelijken
af te leggen weg; voor de tweede en derde periode werd met dezelfde
trekkracht, de af te leggen weg met drie honderd ronden verhoogd,
terwijl voor de vierde periode de last werd verdubbeld. De bereikte
resultaten zijn samengebracht in onderstaande tabel:
Periode
I
II
III
IV
V
Verrichte arbeid in kgm....
300
60
475.000
600
60
950.000
900
60
1.425.000
300
120
950.000
300
60
475.000
Door het ruksgewijze trekken liet zich de arbeidslevering, bij ge-
brek aan registreerapparaten niet absoluut juist vaststellen, hetgeen
door Kellner in zijn later gepubliceerde werken werd erkend.
Een zelfde toestel, in de literatuur bekend als Hohenheimer Dyna-
mometer
werd gebruikt door Wolff, Sieglin, Kreuzhage en Meh-
lis (18), voor hun „Versuche über die Leistungsfahigkeit des Pfer-
des, bei Stickstoffreicherem und Stickstoffarmeren Futter". Als
voorbeeld hunner wijze van berekening moge paard No. 1 worden
besproken: Per dag werden met een trekkracht van 75 kilogram vier-
honderd ronden afgelegd. Als resultaat wordt aangegeven 1.065.822
kilogrammeter.
In het midden van de loopbaan gemeten legt het paard per ronde
26.39 meter af. Per dag bij 400 ronden 10.556 meter. Deze afstand
vermenigvuldigd met de, direct aan den dynamometer afgelezen
trekkracht van 65 kilogram, geeft per dag 791.700 kilogrammeter.
Waar het paard echter niet loodrecht op den trekkabel trekt, maar in
afwijkende richting, zoo moet eene correctie worden aangebracht,
welke door schrijvers werd berekend op 1.0937, zoodat het aantal
kilogrammeters wordt verhoogd tot 791.700 x 1.0937 = 865.882.
Hieraan moet echter nog worden toegevoegd de arbeid, welke door
het paard wordt verricht door het verplaatsen van zijn lichaam, alsook
die voor het medeverplaatsen van alle tuigdeelen.
Met behulp van de door Kellner aangegeven normen, bereken-
den schrijvers voor 100 ronden gemiddeld 50.448 kilogrammeter,
daarbij uitgaande van een gemiddeld lichaamsgewicht van 475 kg
en een gemiddelde snelheid van 56 minuten.
-ocr page 18-
19
Voor gemakkelijke berekening nemen zij aan 50.000 kilogramme-
ter per 100 ronden, dus voor 400 ronden 200.000 kilogrammeter.
De totale dagarbeid wordt hierdoor verhoogd tot (865.882 +
200.000) = 1.065.882 of afgerond op 1.066.000 kilogrammeter.
Later verhoogden zij het aantal ronden tot 500 en ten slotte tot 600
per dag. Toen eerst ging het lichaamsgewicht, bij toediening van het-
zelfde voedselrantsoen, achteruit. Door langzamerhand het aantal
ronden te verminderen, bereikten zij bij 525 ronden den evenwichts-
toestand, waarbij dus voor den verrichten arbeid het geheele nuttige
effect van het voedselrantsoen benoodigd was. Dit evenwicht werd
bereikt bij een dagprestatie van 1.400.000 kilogrammeter.
Om te komen tot een vergelijking tusschen het verstrekken van
krachtvoer en meer extensief voedsel, volgden Wolff (19) c.s. in
1886/87 een andere berekening van den dagarbeid, welke dus bestaat
uit de arbeidslevering aan het toestel plus die benoodigd voor eigen-
beweging.
Voor de berekening van den eersten arbeid, namen zij weder coëffi-
ciënt 1,0937 aan, en komen dan voor 1000 ronden tot een totaal-
bedrag van 1.154.510 kilogrammeter, bij een trekkracht van 40
kilogram (1000 ronden is 26.390 m; 26.390 X 40 kg = 1,155.600
kgm; dit maal 1,0937 is 1.154.510 kgm).
Voor de berekening van den arbeid verricht voor eigen lichaams-
verplaatsing, volgden zij niet de methode Kellner, doch namen zij
aan, dat bij eiken pas, de geheele vcor de bewegende kracht benoodig-
de energie, moet worden geproduceerd. — De voortbewogen massa
(m) berekent hij met de formule m = —, waarbij P het gemiddelde
lichaamsgewicht is en g de aantrekkingskracht (9.808), aldus is:
m = 9^08 = 48*735 kS
Voor 1000 ronden is de tijdsduur: 515,2 min. = 30.912 sec.
De snelheid per seconde: v = —öt^, efrJ = 0,854 m per sec.
c                              30912 (sec.)           '             ^
Het arbeidsvermogen berekend naar de formule :|mv2 =
i X 48.735 X (0,854)2 = 17.764 kgm
Voor den geheelen tijd wordt dit dus:
30912 x 17.746 = 549.121 kgm
voor voortbewegen van eigen lichaamslast.
-ocr page 19-
20
In totaal is dus een arbeid geleverd van 1.154.510 -+- 549.121 =
1.703.631 kgm per dag.
Bij deze wijze van berekening van den voor de vooruitbrenging van
eigen lichaamslast benoodigden arbeid, nemen zij als het ware aan,
dat bij iedere stap het arbeidsvermogen van beweging, \ m v2, tot
nul wordt gereduceerd, terwijl zij dan nog de, uit m = — en de snel-
heid per seconde, berekende |mvs niet vermenigvuldigen met het
aantal stappen, maar met den tijdsduur in seconden.
Zuntz en Hagemann (20) wezen er reeds op, dat deze berekening
veel te hoog was genomen.
In opdracht der „Compagnie générale des voitures" werden in de
tachtiger jaren te Parijs voederproeven genomen door Grandeau en
Leclerc (21). Met behulp van een „namaak Hohenheimer Dynamo-
meter",
—■ welke alleen zoodanig werd gereconstrueerd, dat ook
paarden in draf konden worden onderzocht, .— bereikten zij resul-
taten, die vrijwel gelijk waren aan die van Wolff es.
Zij namen drie paarden van het gewone koetspaardtype, met veel
temperament en tamelijk snelle gangen. Deze paarden moesten voor
den dynamometer een bepaalden last trekken, of wel werden achter
den trekboom vastgebonden, zoodat zij alleen hadden mede te loopen
zonder te trekken. Op deze eenvoudige wijze konden Grandeau en
Leclerc beoordeelen, hoeveel voedsel noodig was voor het voortbe-
wegen van het eigen lichaamsgewicht. De paarden hadden een ge-
wicht van 400 tot 450 kg, en moesten voor het toestel dagelijks een
afstand van 18 tot 21 km afleggen, waarvoor in stap 4 uur en in draf
2 uur noodig was. De trekkracht werd vastgesteld op 20 tot 21 kg,
zijnde dit de trekkracht noodig om een toenmaals gebruikelijk
rijtuigje op een asfaltweg voort te trekken. De arbeid werd berekend
op 400 a 450.000 kgm vermeerderd met die voor eigenbeweging is
570.000 kgm, en in draf op 1.100.000 kgm.
De paarden, welke een dag niet behoefden te werken, werden af-
gestapt over een afstand van 4 km, gedurende 1 uur, d.i. 99.320 kgm.
De resultaten zijn aangegeven in volgende tabel:
Rustdag .....* afstappen 4 km, 1 uur 99.320 kgm.
Eigenbeweging: achter toestel gespannen: a. in stap 570.000 kgm
b. in draf 1.100.000 „
Voor rijtuig..; voor toestel gespannen: a. in stap 1.100.000 „
b. in draf 1.600.000 „
-ocr page 20-
21
Aansluitende aan de proeven van Watt, namelijk om gewichten
te heffen, zijn in Amerika vele toestellen geconstrueerd.
Collins en Caine (22) gebruikten een aardig toestel ter bepaling
van de trekkracht van een paard—eenslededynamometer. — Zij namen
voor de voortbeweging van een met ballast beladen slede, drie paar-
den, waarvan de twee buitenste rechtstreeks voor de slede gespan-
nen waren, terwijl het middelste zijn kracht, via twee schijven,
moest uitoefenen, en daarbij een gewicht in de hoogte trok.
Afb. 1. Slededyi.amometer.
Terwijl nu de buitenste paarden het voortdurend varieerend ver-
schil in trekkracht van de slede, — veroorzaakt door het verschil in
wrijvingscoëfficient tusschen slee en grond, —■ opnemen, blijft de
trekkracht van het middelste paard, zoolang het gewicht in zwevenden
toestand wordt gehouden, vrijwel constant.
Het nadeel van het toestel is, dat er voor het onderzoek van één
paard, steeds twee andere noodig zijn, en tevens, dat de belasting der
slede daardoor aanmerkelijk grooter moet zijn, dan noodig is.
De Amerikanen, niet tevreden met de resultaten met deze slede
verkregen, ontwierpen voor de trekproeven van het Landbouwproef-
station te Iowa een toestel, waarbij elk paard van het span een af-
zonderlijk opgehangen gewicht moest opheffen. De gewichten waren
-ocr page 21-
22
weer opgehangen aan kabels, die door katrollen beweegbaar be-
vestigd waren aan eene balkenconstructie, welke was geplaatst op een
wagen.
Bij deze door hen genoemde „First Dynamo meter" (22) was de trek-
kracht, — het resultaat van het opbeuren der gewichten —• eigen-
lijk te groot om den dynamometer op normale wijze vooruit te
bewegen; daarom was het noodig meer weerstand te verkrijgen ten-
einde den wagen, als het ware tegen te houden. De gewenschte
weerstand werd opgewekt door op ingenieuze wijze een roteerende
pomp in te schakelen.
Afb. 2. First Dynamometer.
De achterwielen van den wagen werden door middel van twee
drijfriemen verbonden aan de pomp. De afvloei van het water dezer
pomp kon men, door het aanbrengen van een klep, reguleeren, en hier-
door dus meer of minder weerstand (der pomp) verkrijgen; doordat
deze pomp in verbinding staat met de achterwielen regelt de klep dus
ook den weerstand van de achterwielen, respectievelijk van den wagen.
Door de klep zoodanig met de trekkabels te verbinden, dat zij beïn-
vloed wordt door de hoogte waarop de gewichten worden getrokken,
maakte men deze regulatie automatisch.
-ocr page 22-
23
Wanneer de gewichten op den bodem van den wagen zijn (het
laagste punt), — dus wanneer zij niet worden opgebeurd door de trek-
kracht der paarden —■, is de klep gesloten en zijn de achterwielen ge-
blokkeerd. Al naar mate de gewichten opgetrokken worden, gaat de
klep steeds verder open, totdat, wanneer de gewichten geheel zijn op-
gebeurd, de klep wijd open staat en de pomp een slechts zeer geringen
weerstand veroorzaakt.
Wanneer het tweespan trekt, kan deze automatische regeling er-
voor zorgen, dat de dynamometerwagen juist snel genoeg vooruit ge-
trokken wordt, om de gewichten in zwevenden toestand te houden.
De conditie van het oppervlak, noch de helling van den weg, oefe-
nen volgens Collins en Caine eenigen invloed uit op het totale ar-
beidsvermogen, dat door het tweespan wordt geleverd. De toestand
van den weg veroorzaakt alleen, dat meer of minder weerstand moet
worden geleverd door de pomp.
De trekkracht door het tweespan geleverd is constant en gelijk
aan de som der gewichten welke opgeheven gehouden worden. — In
actie is de kracht, noodig om den dynamometerwagen voort te bewegen
(variabel) —■ plus de kracht noodig om den weerstand veroorzaakt
door de pomp te overwinnen
—■ (eveneens variabel) gelijk aan de trek-
kracht geleverd door het tweespan
—• (constant).
Met dit betrekkelijk lichte toestel kunnen trekkrachten van 21.21
tot 158,76 kg per paard worden gemeten.
Beschouwen wij dit toestel kritisch, dan heeft het praktische gren-
zen. Op slibberige wegen is het moeilijk om voldoenden weerstand tus-
schen wielen en wegoppervlak te verkrijgen; in welk geval de wielen
uitglijden en zoodoende het tweespan minder arbeid levert, dan door
de gewichten kan worden aangegeven. — Op steile hellingen en zware
zandwegen is de trekkracht, om den dynamometer voort te bewegen,
grooter dan de gewichten kunnen aangeven, daar de gewichten bij die
zeer groote trekkracht den top hunner geleiders hebben bereikt en
tegen den balk aankomen, welke hun maximum hefhoogte bepaalt.
Teneinde grootere trekkrachten te kunnen meten, werd een zwaar-
dere dynamometerwagen gebouwd, welke beschreven wordt als
„First Large Dynamometer"(22). Deze wagen werd uitsluitend ver-
vaardigd, om de paarden op hunne maximum-trekkracht te kunnen
onderzoeken, dus een proef over korten afstand en in korten tijd.
In principe is deze wagen gelijk aan den vorigen, doch verschilt in
-ocr page 23-
24
capaciteit en constructieve details. Als wagen werd een Nash-chas-
sis gebruikt. Door middel van een hefboom kon men gewichten van
250,500,1000 en 2000 pounds, één voor één aan den kabel toevoegen.
De maximum trekkracht voor dezen dynamometer bedraagt 1859,76
kg, het totaal gewicht van wagen en gewichten 4536 kg.
Afb. 3. First Large Dynamometer.
De „Second Large Dynamometer" (22) was eveneens bestemd voor
het bepalen der maximum-trekkracht. Werd deze dynamometer,
— gebouwd op een Ford-truck, — niet gebruikt, dan kon bij zich op
eigen kracht voortbewegen, hetgeen natuurlijk een groote verbetering
was.
De gewichten waren hier niet aan een hefboom bevestigd, maar be-
stonden uit ijzeren disci van 250 pounds (113,4 kg), welke op het stan-
daardgewicht konden worden aangebracht.
Er wordt getrokken in achterwaartsche richting; kettingen om de
achterwielen en een slede onder de voorwielen van den truck, zorg-
den voor een voldoende wrijving met den bodem.
Aan dezen Second large dynamometer is een overbrenging door
middel van een katrol aangebracht, waardoor het opheffen van een
gewicht van 250 pounds gelijk staat met een trekkracht van 500 pounds.
-ocr page 24-
25
Was de trekkracht voor dit toestel nog te groot, dan werden per-
sonen op den auto geplaatst. Deze wijze van handelen geeft volgens
Tanzer (24) een onjuiste beoordeeling, hetgeen echter door mij niet
wordt ingezien, daar zulks van geen invloed is, zoolang de gewichten
zwevende worden gehouden.
De hoogte, waarop de gewichten worden geheven, hangt volgens
Collins en Caine af van de snelheid van het span, van het totaal van
de opgeheven gewichten en van het wegoppervlak, hetgeen volgens
schrijvers van geen beteekenis is „as long as the weights are not touching
either the top or bottom of the guides".
Voor de gehouden wedstrijden, — waaromtrent in de literatuur
weinig is te vinden, in 1926: 188 proeven met 1550 tweespannen; in
1927:173 proeven in voorbereiding in 16 staten — bestond in Ameri-
ka zeer veel gemotiveerde belangstelling, hetgeen moge blijken uit
een verklaring van den Amerikaanschen Minister van Landbouw,
„dat de Amerikaansche boer ongeveer een derde meer oorspronke-
lijke kracht noodig heeft, dan de industrie; deze energie wordt hoofd-
Zakelijk geleverd door paarden".
Bij de wedstrijden werden de volgende voorschriften in acht ge-
nomen :
a.  Het tweespan moet de gewichten steeds in zwevenden toestand
houden.
b.  De paarden moeten, voor den dynamometerwagen, den geheelen
weg afleggen zonder stil te staan.
c.  Wanneer het span bij de eerste proef weigert, mogen nog twee
pogingen met denzelfden last geschieden.
d.  Aandrijven met zweep, of aanroepen is niet geoorloofd.
e.   De spannen worden in twee, hoogstens drie groepen verdeeld:
Klasse I: onder 3000 pounds gewicht.
„ II: boven 3000
„ III: boven 3500
ƒ. Vooraf wordt een geneeskundig onderzoek ingesteld.
g. Alle dieren beginnen met denzelfden last. Doorstaan zij deze
eerste proef, dan wordt de last telkens met 25 pounds verzwaard.
h. Alleen wanneer de last over den geheelen afstand is voort-
getrokken, komt de trekkracht in aanmerking. Kunnen twee
paarden denzelfden last trekken, dan tellen voor de beoordeeling
ook de gedeelten der laatst afgelegde proef mede. Zijn ook deze
gelijk, dan eerst beslist de tijd.
-ocr page 25-
26
Bij deze proeven kwam reeds tot uiting, dat het paard bij het
trekken van den maximum last, niet den meesten arbeid (hp) ont-
wikkelt,
want hoe zwaarder de last, hoe langzamer het paard zich
voortbeweegt.
Als recordtrekkrachten van de lowa State Fair in 1925, vinden we
vermeld:
Proef
Tijdsduur
Max. trekkracht per span
Horse-
powers
No.
in sec.
in pounds
in kg
per span
per paard
1
27,5
4
2000
907
25,-
12,5
2
Feet
4,2
2500
1134
29,76
14,88
3
is
11
3000
1361
13,6
6,8
4
8,38
8
3200
1451
20,-
10,-
5
Meter
11
3400
1542
15,45
7,72
6
9,8
3425
1553
17,50
8,75
Ter verklaring van den gekozen afstand van 27,5 feet, diene, dat
daardoor een eenvoudige omrekening van pounds en feet in paar-
dekrachten mogelijk was:
1 pound (in kg) X 27 i feet (in meters) _ 1; ,
yg~^                             — /20 Pk
Ter vergelijking der trekkracht van span 6, (1553 kg), zij vermeld
dat dit overeenkomt met het aantrekken van een last van 20.466 kg.
op een keiweg.
Uit deze tabel blijkt ten duidelijkste, dat de proeven alléén geba-
seerd waren op de maximum trekkracht, want paard no.1 krijgt den
Zesden prijs, doch heeft op één na het hoogste arbeidsvermogen gele-
verd.
Het record 1925 is voor geheel Amerika geweest, het span: Cap
en King, Eigenaar: Clarance Bugh, Cheerokee, lowa, beiden ruin, 10
en 11 jaar oud, met een gezamenlijk gewicht van 3700 pounds (1668
kg), en een maximum trekkracht van 3475 lbs (1566 kg) over een af-
stand van 27,5 feet.
Dat is per paard omgerekend: Gewicht 839kg; Trekkracht788kg
over 8,38 m.
Dit span wordt geacht te zijn het sterkste span, dat bekend is en be-
stond volgens Clyde (25) uit een zwaar type koudbloedpaard.
Als interpretatie van de verkregen resultaten, wordt aangegeven,
dat de proeven hebben geleerd:
-ocr page 26-
27
dat training van groote beteekenis is,
dat een goede conditie van het paard noodzakelijk is,
dat het gewicht van heel veel belang is,
dat het haam goed gereinigd moet zijn, niet te nauw en goed
sluitend, op de goede plaats aan den schouder aangelegd,
dat goede voormanschap veelal den doorslag geeft.
* *
*
De Second Large Dynamometer van Collins en Caine is in
Duitschland geïmporteerd geworden. Er zijn in den loop van dit jaar
daarmede vele proeven genomen, waarvan echter tot op heden slechts
weinig is bekend gemaakt. De verkregen resultaten, o.a. bij de Kreuz-
Höchstleistung
(23) 20,94 Zentner (1047 kg) en in Magdeburg (26)
18,50 Zentner (925 kg), blijven nog ver onder de Amerikaansche re-
sultaten, waarbij echter het „niet-getraind-zijn" wel een groote rol
Zal spelen; want ook in Amerika werden eerst in den loop der jaren de
bekende hooge trekkrachten bereikt. Overwinnaar in Weimar in Kreuz,
werd het op één na zwaarste span.
Teneinde dit toestel naar waarde te kunnen beoordeelen werd het
door Tanzer (24) aan een gegronde kritiek onderworpen, welke critiek
mij aanleiding geeft lot nadere bespreking:
Tanzer dan, zegt, dat aan de horse-power berekening van Collins
en Caine de volgende gedachtengang ten grondslag ligt. Volgens de
definitie, dat de paardekracht gelijk is aan 550 footpounds per se-
conde, moet een effect van 17,3 paardekracht beteekenen: 550 X
17,3 footpounds per seconde. Wanneer dit gelijk ware aan den last
van 1800 pounds per span, (dus 900 lbs voor elk paard) terugge-
bracht op 1 seconde, dan moesten die 1800 lbs door het span per
seconde ongeveer 10 feet zijn opgetrokken (voor elk paard dus 900
lbs over 10 feet). Dat wil dus zeggen, dat de paarden, wanneer de
wagen stilgestaan had, per seconde ongeveer 10 feet hadden moe-
ten afleggen. Door een bepaald systeem, dat niet nader bekend ge-
maakt is, wordt schijnbaar de hef hoogte verkleind. Wanneer hiervoor
katrollen waren gebruikt, dan zou de door de trekkracht van het
span veroorzaakte hef hoogte, zich manifesteeren moeten in een verwij-
dering van het span ten opzichte van den Dynamometerwagen;
Zulks is echter niet het geval.
Daar bij het heffen van gewichten mechanische arbeid wordt ver-
-ocr page 27-
28
richt (arbeid = kracht X afgelegden weg), zoo is, bij de beoordeeling
van de door het span geleverden arbeid, de bereikte hef hoogte van de
gewichten niet zonder meer te verwaarloozen. Want hoe sneller en
hooger de gewichten tijdens de proef worden opgetrokken, des te
grooter is de geleverde arbeid geweest. Zulks is vooral van veel be-
lang bij de berekening van het door het span geleverde arbeidsver-
mogen.
Het voortzetten der proeven zal de moeilijkheden voor een nauw-
keurige berekening volgens de methode Collins en Caine, in ver-
band met de voortdurend afwisselende hefhoogte van de gewichten,
meer en meer op den voorgrond doen treden.
Tanzer's slotconclusie is dan ook vernietigend voor dezen Ameri-
kaanschen dynamometerwagen: Das Problem, was offenbar bei der
Konstruktion der Dynamometerwagen vorgeschwebt hadt, den zu der
Bestimmung der Leistungsfahigkeit der Zugpferde beim Heben von
Lasten erforderlichen,
durch Rollen in wagerechte Richtung verlegten
Weg durch Montage auf ein fahrbares Gestell abzukürzen, darf als
nicht gelungen bezeichnet werden.
Naar mijn meening heeft de dynamometerwagen, ook al kan men
de berekeningsfouten elimineeren, alléén beteekenis voor het bepalen
van de maximum trekkracht, dus over korten afstand (tot nu tot over
ruim acht meter). Het ontgaan van de berekeningsfouten zal eenige
moeilijkheden opleveren, daar juist over korten afstand, de opmer-
king van Tanzer over de verticale verplaatsing van het gewicht van
veel belang is.
Dat deze proef alleen den doorslag zou mogen geven voor de beoor-
deeling van een paard als werkpaard, vermeen ik ten zeerste te moe-
ten betwijfelen. Als zoodanig zijn de Amerikaansche proeven dan ook
van zeer weinig belang voor de fokkerij, — Het groote nut van deze
proeven ligt echter in de bijzondere belangstelling, welke zij hebben
gewekt, voor het taxeeren van een paard naar de innerlijke waarde en
niet meer zooals tot heden, uitsluitend naar het exterieur.
Deze maximum proeven kan men volgens Steding (23) evengoed
nemen, door het laten trekken van een wagen op harden weg, door,
uitgaande van een bepaalden last, de vracht zoolang te verhoogen, tot-
dat de paarden den wagen niet meer vooruit kunnen krijgen.
Ook het Colorado State College (22) construeerde een dergelijken
dynamometer, gemonteerd op een Ford-truck. Echter bracht dit
-ocr page 28-
29
College een drieversnellings-hulptransmissie aan, waardoor eene be-
ter bruikbare methode van aandrijven der pomp werd verkregen.
Een laatste toestel, hetwelk alleen theoretisch is vastgelegd,
doch nog niet aan de praktijk is getoetst, werd ontworpen door
Von Horstig (27).
Het paard trekt in een rosmolen
Zugstonge
met langen trekboom. De rosmo-
len (G) brengt een dynamo (E.M.)
in beweging. De stroomkringloop
van dezen wordt gesloten door een
reguleerweerstand (R). Verder zijn
in de leiding aangebracht: een
■<Sh
Volt- (V) en een Ampèremeter (A).
De Voltmeter geeft gedurende het
Afb. 4. Ontwerp Von Horstig.
trekken de spanning aan, de Ampère-
meter de stroomsterkte. Het product van spanning (E) en stroom-
sterkte (i) geeft den geleverden arbeid van het paard aan:
L=Ex i.
Bij den aanvang der proef moet de weerstand geheel ingeschakeld
zijn. Door den hoogen weerstand ondervindt het paard bij het aan-
trekken bijna geen tegenwerking en begint rustig. De weerstand
wordt nu meer en meer verkleind, zoodat het paard tengevolge daarvan
meer moet trekken. Dit verkleinen van den weerstand heeft zoolang
plaats, totdat het paard het toestel niet meer in beweging kan brengen.
Een groot bezwaar van dit toestel is m.i. de geringe weerstand bij
het begin van het onderzoek, daar een niet al te kalm paard, bij
de geringste afwijkende beweging, kans heeft den trekboom tegen de
achterbeenen te krijgen, met alle nadeelige gevolgen daarvan.
Ook wordt door Von Horstig geen rekening gehouden met het nuttig
effect van den rosmolen en den dynamo. Tevens geven de diagram-
berekeningen groote moeilijkheden. Naar mijn meening biedt dit
toestel geen enkel voordeel en is deze methode praktisch onuitvoer-
baar.
-ocr page 29-
30
C. Proeven met kleinere trekkrachtmeters, tusschen trekboom en wagen
of landbouwwerktuig aangebracht.
Naast de totnutoe besproken methoden van onderzoek, zijn nog
een groot aantal proeven genomen met de, in het algemeen klei-
nere toestellen, trekkrachtmeters genaamd, welke in den regel bestaan
uit een sterk gebogen veer, die door vormverandering een wijzer
in beweging brengt. Deze geijkte instrumenten kunnen veelal zonder
gecompliceerde berekeningen tot bepaling van de trekkracht worden
gebruikt, vooral dan, wanneer zij zelfregistreerend zijn. De trekkracht-
meter is als regel vast aan den wagen of landbouwwerktuig verbon-
den, terwijl aan den vrijen haak de trekkabel wordt bevestigd.
Op een schaalverdeeling kan de trekkracht in kilogrammen worden
afgelezen.
In de literatuur vindt men vele trekkrachtmeters beschreven.
Ik zal echter alleen die toestellen nader bespreken, welke gebruikt
zijn om de trekkracht van paarden te bepalen.
De instrumenten, welke uitsluitend gediend hebben, om de trek-
kracht te bepalen, welke wagens en landbouwwerktuigen van het paard
vorderen,
zullen buiten beschouwing worden gelaten.
Morin (24) maakte voor meting over langen afstand gebruik van
een Zahldynamometer, waaraan de som der geleverde trekkrachten
direct kon worden afgelezen. Omtrent de inrichting en de resultaten
heb ik echter in de literatuur geen gegevens kunnen vinden.
De door Reinhardt (28) voor zijn proeven gebruikte trekkracht-
meter is bekend onder den naam Frdnkelsche Dynamometer, aan
welk eenvoudig toestel door Steding (23) evenveel waarde wordt ge-
hecht als aan de latere zeer kostbare Amerikaansche dynamometer-
wagens.
Volgens de beschrijving van Reinhardt, ging Frankel uit van de
overweging, dat de uitzetting, respectievelijk de inkrimping van vee-
ren geen regelmatige is, waarom hij een zooveel mogelijk homogene
stalen staaf nam, waarvan men weet dat zij zich, binnen hare elas-
ticiteitsgrenzen, bij een bepaalde belasting steeds over een bepaald
aantal lengte-eenheden uitzet. Deze voor het oog zeer kleine lengte-
veranderingen, laat Frankel door middel van een uiterst vernuftig
geconstrueerd hefboomensysteem, vergroot op een papierfilm zon-
-ocr page 30-
31
der einde overdragen, door den eindarm te voorzien van een schrijf-
stift. De papier-trommel wordt door een uurwerk in beweging ge-
bracht. Alle phasen van uitzetting der staalstaaf kwamen in vergroo-
ten toestand tot uitdrukking in een diagram.
De gelijkmatige uitzetting van de staalstaaf veroorlooft, uit de hoog-
ten der curve van het diagram, resultaten te boeken betreffende de
grootte der geleverde trekkracht; alsdan moet de gemiddelde hoogte
der diagramcurve in direct verband staan met de gemiddelde hoogte
van de geleverde trekkracht. Het diagram is geijkt; de berekening
daarvan leidt door planimetriseering, tot de bepaling van de gemid-
delde trekkrachtlevering.
Deze berekening van de diagramcurve was echter zeer tijdroovend
en stond dan ook een bepaling over langen afstand niet toe. Het
grootste bezwaar tegen deze methode van trekkrachtmeting is, dat de
maximum afstand, waarover de proef zich kon uitstrekken, was be-
perkt tot 10 meter.
Boudry (29) ontwierp de zelhegistreercnde.Zugdynamometer „In-
ternational",
welke werkt volgens het waag-systeem, met eenbladveer
als medium. Fabrikant is de firma Polikeit te Halle.
Afb. 5. Zugdynamometer „International" van Boudry.
-ocr page 31-
32
Deze wordt gemaakt in drie typen met een trekkrachtmogelijkheid
van 400 tot 1200,2000 tot 6000 en 3500 tot 10.000 kg. Waar de proe-
ven in het algemeen werden genomen binnen een bepaald tijdsbe-
stek, was een bodemloopwiel ter bepaling van den afgelegden weg
niet noodig.
De door de uitgeoefende trekkracht ontstane uiteenwijking van de
twee haken (A) — waarvan de rechter door middel van een kogella-
ger om zijn lengteas draaibaar is gemaakt — wordt door de messen-
lagering (b1, c1 en c2) opgenomen en door middel van den hefboom (c)
en het dubbele mes (d) op een ander mes (e) (met het steunmes e1)
overgedragen en eindigt met de bladveer (fg) op het driedubbele
steunsel, respectievelijk het mes (h).
Aan den linkertop der bladveer (fg) is ook de overbrengingshef-
boom (i) voor de schrijfinrichting bevestigd. Deze staat met het schar-
nierstuk van den hefboom (1) in verbinding en heeft zijn steunpunt
(k) aan de rechterzijde. Door de bevestiging van den hefboom (i) aan
het vaste deel der veer (fg) is deze gedwongen de doorbuiging der
driephaseninstelling binnen de grenzen der trekkrachtmogelijkheid
te volgen en het resultaat aan te teekenen.
De registratie geschiedt op een, door een uurwerk aangedreven,
schrijfband.
De zelfregistreeren.de trekkrachtmeter met loopwiel van R.Sack (30)
geeft de momenteele trekkracht door middel van een wijzer en schaal
aan, waardoor dit toestel zoowel de weglengte als de trekkracht af-
zonderlijk noteert, op een zich vanzelf afwikkelende papierstrook.
De inrichting is dusdanig, dat de trekkracht tot een maximum van
1000 kg over langen afstand kan worden bepaald.
Beschrijving van het toestel: Een paar veeren (A en A1) is door
middelvan schroeven bevestigd aan de trekhaken B en C. Door de
trekkracht worden deze veeren in de richting hunner korte as samen-
gedrukt, en wordt door middel van de veeren a en a1, de wijzer b be-
invloed. Deze beweegt zich langs een schaal D en teekent met een
schrijfstift S de trekkracht op een strook papier e, welke zich voort-
durend afwikkelt. Een andere vaststaande stift, onder de wals O ver-
loopende, registreert de nullijn. — Het papier wikkelt zich van de
wals P af op de wals Q, terwijl de walsen Q en Q1 geleidingswalsen
zijn. De wals Q wordt door het meetwiel, door tusschenkomst van
-ocr page 32-
33
het kamrad K, het tandwiel L en de vierkante stang M, in roteeren-
de beweging gebracht.
Deze stang M gaat los door het tandwiel L en eindigt bovenin^de
Afb. 6. Trekkrachtmeter met loopwiel van R. Sack.
kruiskoppeling N, opdat hij de beweging van den meetwieldrager G,
— zoowel als de verschuiving van het rad in de gleuf (dd), al naar ge-
lang de hoogte van het aankoppelingspunt boven den bodem, — kan
volgen.
Wordt het meetwiel H (met een omtrek van 1 meter) voortbewo-
gen, dan moet in verband met de verhouding der afmetingen van H,
K, L en O, zooals deze op de teekening zijn aangegeven, de papier-
strook e zich met een snelheid afwikkelen, welke zich verhoudt tot
den afgelegden weg als 1 : 200.
Na elke proefneming wordt de afgewikkelde papierstrook e1 afge-
sneden en kan men de trekkracht berekenen.
De Stoszfdnger van R. Sack (30), ingericht als zelfregistreerende
trekkrachtmeter, toont eveneens de afzonderlijke trekkracht en no-
3
-ocr page 33-
34
teert ook de weglengte. Met dit toestel zijn de proeven van Reimanist
(31) en Teschner (32) genomen, welke later worden beschreven.
Afb. 7. Stoszfanger van R. Sack.
Beschrijving: Draaibaar bevestigd aan de ophangpunten voor de
trekhaken, bevinden zich de zuilen a en a1 waaraan, de —• van de ge-
leiders c en c1 voorziene ■— balken b en b1, zóó zijn aangebracht, dat
zij zoowel de schrijfstift doen bewegen als de trekkracht in kg
aanwijzen.
Bovenop zuil a bevindt zich de van een schroefgang voorziene cy-
linder (f), welke een omtrek heeft van 250 millimeter.
Verder bezit de trommel een 100 tandig kamwiel. Aan de holle
as van het schroefdrijfwerk, met een moet van 2\ mm, is een touw-
wiel gemonteerd, dat een omtrek heeft van 500 mm.
Zoodoende laat de schroefgang e bij twee omwentelingen van het
touwwiel (is gelijk aan 1 m afgelegden weg), den cylinder 5 mm
draaien. De cylinder wordt voor het gebruik met papier omwikkeld
en dit met klemmetjes vastgezet, of de papierstrook wordt op den
trommel geplakt. Door de schrijfstift wordt het diagram op de pa-
pierstrook geteekend.
-ocr page 34-
35
De omtrek van den cylinder (f) staat zoodoende een ononderbro-
ken krachtmeting toe over een afstand van 50 m. Op het touw-
wiel (g) moet dan ook een draad van 50 m afgewikkeld zijn. Het losse
einde wordt bij het begin van de proef aan een vast punt bevestigd
of wel door een stilstaand persoon vastgehouden, zoodat bij het voort-
trekken van wagen of landbouwwerktuig, de cylinder door middel
van den schroefgang voor eiken m afgelegden weg, 5 mm wordt
rondgedraaid, terwijl de stift (d) de geleverde trekkracht registreert.
Een onderbreking respectievelijk stilstand gedurende de proefne-
ming hindert niet; bij voortzetting der onderzoekingen wordt de,
bij het weder aantrekken geleverde, veelal vermeerderde, trekkracht
geregistreerd.
De tijdsduur wordt opgenomen met behulp van een chronometer.
Men bepaalt de trekkracht bij een normalen gang en normale ter-
reinsomstandigheden veelal plaatsgewijze, bijvoorbeeld op afstanden
van telkens vijf m en laat daartegenover op plaatsen van afwijkende
bodemstructuur of heuvelterrein het toestel functioneeren. Op deze
wijze kan men over nog grootere afstanden de trekkracht meten.
Ook voor rosmolens en andere, van de rechte lijn afwijkende bewe-
gingsinrichtingen kan het apparaat gebruikt worden, het touwwiel
moet dan echter met de hand in beweging gebracht worden, waar-
voor een handvat is aangebracht.
Met dit toestel zijn vele onderzoekingen verricht door Wüst (33),
die tot de uitspraak kwam, dat men met dezen trekkrachtmeter „die
Zugkraft einigermasze beurteilen kann". Naar zijn berekeningen
kunnen als benaderende uitkomsten, voor een achturigen werkdag
en een snelheid van 4 km per uur, de volgende cijfers worden aan-
genomen :
Gewicht van het
Paard in kg
pk
Trekkracht in kg
Dagprestatie in kgm
300
0,66
45
1.440.000
400
0,83
56
1.800.000
500
1,-
67
2.160.000
600
1,17
78
2.520.000
700
1,33
89
2.880.000
Wüst maakt erop attent dat op weeken bodem de trekkracht veelal
tot op de helft wordt teruggebracht.
-ocr page 35-
36
Bij vermindering van snelheid constateerde hij soms verdubbeling
der trekkracht.
Voor zeer korte arbeidsprestaties, bijvoorbeeld bij het aanzetten
van een zware vracht op slechten grond, kan volgens Wüst de trek-
kracht stijgen tot de helft van het lichaamsgewicht. Deze uitspraak
dateerende van 1889, is wel opvallend ten opzichte van de nieuwere
onderzoekingen van Amerikaansche zijde, welke nader zullen wor-
den besproken.
Dat bij toename der belasting de snelheid afneemt, blijkt allerdui-
delijkst uit de proeven van Zürn (34), volgens wien een middelzwaar
paard aan trekkracht kan ontwikkelen:
bij een snelheid van 0,6 m per seconde 80 kg
tt
tt
vfy
tt
f W
tt
tt
1,0 „
tt
50
tt
tt
1,2 „
tt
, 45
tt
tt
1,5 „
tt
, 31
tt
tt
1,8 „
tt
, 20
tt
tt
2,1 „
tt
„ 13
Volgens deze opgave is een groote trekkracht naast een groote snel-
heid uitgesloten.
De verhouding der drie hoofdfactoren voor de dagprestatie, name-
lijk de trekkracht, de snelheid en de tijdsduur, is zoo, dat elk dezer
drie factoren in dezelfde mate kunnen worden verhoogd of verlaagd,
als de beide anderen samen af- of toenemen. Deze Formule van
Mascheck (33) geeft dus aan, dat, wanneer de arbeidstijd met 25 %
wordt verkort, de trekkracht of de snelheid met 25 % moeten toene-
men, of wel beide met 121%.
Berekend naar deze formule, geeft Wüst nog het onderstaande
overzicht omtrent de snelheid en de dienstverrichting van een middel-
matig zwaar paard:
Trekkracht in kg
Snelheid in meters per minuut bij
8-uren werkdag
10-uren werkdag
30
104
78
40
94
71
50
84
63
60
73
55
70
63
47
80
53
40
90
43
32
100
33
25
110
24
18
-ocr page 36-
37
De proeven door hem genomen, gaven Wüst volkomen het recht,
het paard aan te bevelen als krachtbron voor het landbouwwerktui-
genbedrijf, „das Pferd eignet sich am vorzüglichsten zum Maschinen-
betriebe, weil es nicht nur einen groszen Zug ausübt, sondern auch mit
sehr verschiedenen Geschwindigkeiten arbeiten kann".
Lichtere paarden leveren, in verhouding tot hun lichaamsgewicht,
iets meer arbeid dan zwaardere, daar, per 1000 kg berekend levend
gewicht (300 kg per paard) een dagprestatie van gemiddeld 4.800.000
kgm is te bereiken, terwijl voor zwaardere paarden met een gemiddeld
wo
*S
300
a 200
100
j
-
Atr\/*kwv
i^W*
KtiJlIJ
wwJUv
*f**$bt
u/V*W^
Jk^
Weylange
12
2V
18 30m
ZO
WO
ftj
ii
s
it 1
1 i
MM
JM
HnL k
nwk
w
M%La
i%r
fa*
JW/
flr1'
F ff^
y i i f
'•Hjfll' l|
'Wl^f
Weglarqe
300
h 200
100
ZS 30m.
S                 12                K               ZO
Afb. 8. Curven van Reimann.
gewicht van 700 kg deze prestatie is te berekenen op 4.110.000 kgm
per 1000 kg lichaamsgewicht.
Met het voedselrantsoen is het omgekeerde het geval, daar de lich-
tere paarden, berekend naar een zelfde aantal kilogrammen levend-
gewicht, meer voedsel noodig hebben, aangezien hun verdampings- en
warmteuitstralend oppervlak in verhouding grooter is. Berekend in
kg zetmeelwaarde [Kellner (17)] is dit voor de lichte paarden als
boven genoemd, 3,51 kg per millioen kgm geleverden arbeid en voor
de zwaardere paarden 3,31 kg voor dezelfde arbeidslevering.
Een proef genomen met den Sackschen trekkrachtmeter, toont in de
onderstaande diagrammen (afb. 8) duidelijk het verschil tusschen
het ploegen op lossen zanderigen kleigrond (a) en op een zwaren met
-ocr page 37-
38
kiezelsteenen gemengde grondsoort (b). Als uitdrukking van de trek-
kracht toonen de curven de wisselingen hiervan aan, sub a uitwij-
kingen van 100 tot 150, sub b van 150 tot 200 kg, waarbij moge worden
opgemerkt, dat de voor het aantrekken vereischte krachtsontwikke-
ling die, benoodigd voor het in beweging houden van dit landbouw-
werktuig niet te boven gaat; zulks in lijnrechte tegenstelling met
het aantrekken en voortbewegen van een wagen e.a. op harde wegen
of zandwegen.
Den door Krynitz (35) gebruikten dynamometer vinden we niet
beschreven; evenmin zijn de spaarzame trekproeven in hare rang-
schikking duidelijk verklaard.
Voor de vergelijkende proeven genomen met twee tweespannen
maakte Asam (36) in 1923 gebruik van het Schritt-uhr, een pas-tel-
klokje, dat in loodrechten stand aan het haam wordt bevestigd. Bij
eiken pas gaat het klokje één tel vooruit, waardoor schrijver het aantal
afgelegde passen kon aflezen en daaruit den afgelegden weg met inbe-
grip van alle zijwaartsche bewegingen, kon berekenen. Door verder
het gewicht van de paarden te bepalen, meende Asam voldoende ge-
gevens te hebben om den verrichten arbeid te kunnen bepalen.
De vele bezwaren, welke deze methode van berekening aankleven,
doen veel van het verder zoo belangrijke onderzoek — in hoeverre een
rantsoen voederbieten de haver kan vervangen —■ teloor gaan. Het
klokje weigerde nogal eens, zoodat na elke honderd meter moest
worden nagegaan of het niet stilstond. Ook worden passen teveel
genoteerd, daar het klokje toch bij eiken pas ook een zijdeling-
schen stoot krijgt door de beweging van het schouderblad. Ook
zijn de passen, welke een paard maakt niet altijd evengroot, men
denke slechts aan het uitglijden op modderige wegen en aan de kleine
passen, welke een paard maakt bij het beklimmen van heuvels en het
gaan om een hoek.
Deze methode lijkt mij dan ook in geen enkel opzicht bevredigend.
Bartsch (37) ging iets verder, door naast de berekening van den afge-
legden weg, een afzonderlijke berekening te maken van den verrichten
arbeid. Zijn proeven, —om te komen tot een vergelijking tusschen het
voederen van suikerbietenkoppen, gezamenlijk met ruwvoer, ter ver-
vanging van haver, —• werden genomen voor een veldspoorwagentje,
-ocr page 38-
39
waarbij hij dus rekening moest houden met de wrijvingscoëfficienten
en een bepaald nuttig effect. Daarnaast was het noodzakelijk mede
een bepaalde ondervindingswaarde in aanmerking te nemen. Dit alles
maakte zijne berekeningen omslachtig en dikwijls onnauwkeurig.
De geleverde arbeid per seconde in paardekrachten = N, wordt be-
rekend naar de formule:
N= Pxv = PK
Zulks zoude juist zijn, indien de heuvelbeklimming en de wrijving
in de bochten niet in aanmerking behoefden te worden genomen.
1 P.K. = 75 kgm.
v
          = de gemiddelde snelheid van het veldspoorwagentje,
= 1,4 m per sec.
V
          = het nuttig effect = 0,7.
De kracht P berekent hij naar de formule:
P = q«*£R+i+50;%
waarbij q = de last in kg
8600 kg voor beladen wagen.
2400 „ „ ledigen „
r = de straal van de wielas = 2,5 cm.
u = de wrijvingscoëfficient der glijdende beweging van de wiel-
as = 0,1.
R — de straal van het lorriewiel = 15,0 cm.
d = wrijvingscoëfficient van de rollende wrijving van het lorrie-
wiel = 0,05.
De 50 % toeslag is de ondervindingswaarde, welke empirisch werd
vastgesteld en bij controle door metingen juist werd bevonden.
Eene rij van factoren als oneffenheden van den weg, welken het dier
aflegde, bochten in de rails, stooten der railverbindingen, modder op
de rails, onvoldoende smering, e.a. zijn echter niet in aanmerking
genomen, tenzij deze in de 50% zijn begrepen.
Daar de wagen ledig naar het bietenland moest worden getrokken,
en geladen weer terug, zoo werd als totale arbeidslevering berekend:
p = qiLx^d+50O/o
P = 8600 X °-lx2-5+0.05 + 5Q%
P = 172+ 86 = 258 kg
-ocr page 39-
40
N = ?5 = ?5 * = 6.88 pk of 516 kgm per seconde.
Het tweespan leverde dus 516 kgm per seconde; elk dier dus 258
kgm per seconde d.i. per uur 928.800 kgm. — Gemiddeld werden per
dag afgelegd 28 km, waarvan de helft met vollen en de helft met ledigen
wagen. De snelheid was 1,4 m per seconde. Elk paard werkte 2\ uur
per dag met volle lorrie, is 2.322.000 kgm; eveneens 2 \ uur met ledigen
wagen, is 652.000 kgm. De totale dagarbeid is geweest: 2.974.500
kgm. Bartsch gaat hier dus niet in op een poging tot berekening van
den arbeid voor het verplaatsen van het eigen gewicht.
Een studie, ter vergelijking van de resultaten verkregen door
voedering van versch bietenblad tegenover gedroogde bladen, werd
verricht aan het Agrikulturchemische und Bacteriologische Institut
van de Schlesische Friederich Wilhelm Universitat te Breslau, onder
leiding van Temper (38). Deze ging in 1927 omgekeerd te werk als
Asam en Bartsch, door eerst de gemiddelde trekkracht vast te stellen
en deze daarna te vermenigvuldigen met den afgelegden weg, zoo-
doende komende tot de bepaling van het geleverde arbeidsvermogen.
Het groote voordeel van deze wijze van berekening is, dat men bij
eiken willekeurigen arbeid, het arbeidsvermogen kan berekenen.
Temper gebruikte den trekkrachtmeter vanKraft, welke in Weenen
werd ontworpen en bestaat uit eene ellipsvormige stalen veer, welke
door een aan beide einden der lengteas te bevestigen kabel of ketting
was te monteeren tusschen wagen en trekknuppel.
Bij het voorttrekken van den wagen wordt de veer in de richting
harer lengteas uitgerekt, waardoor de korte as wordt verkleind. Aan
de veer is zoodanig een wijzer verbonden, dat deze zich, bij het leve-
ren van trekkracht door de paarden, beweegt over een vast gemon-
teerde half cirkelvormige schaal, welke in kilogrammen is verdeeld.
Aan den wijzer is een schrijfstift bevestigd, welke den uitslag
registreert op een slede, die op haar beurt in langzame op-
waartsche beweging wordt gebracht door een uurwerk.
Den weg, welken de punt van den wijzer langs den cirkelboog af-
legt, geeft de abscis aan, zoodat de afzonderlijke trekkrachten worden
vastgelegd.
Den afgelegden weg van de slede geeft de ordinaat weer, welke ons
twee waarden leert kennen, namelijk den tijd, waarin de afzonderlijke
trekkrachten worden geleverd en den afstand door het paard afgelegd.
-ocr page 40-
41
De tijd noodig om de slede van beneden naar boven te doen glijden,
geeft den juisten tijd van arbeidslevering door het paard aan.
Uit het op deze wijze verkregen diagram is de gemiddelde trek-
kracht te berekenen.
Een groot voordeel van dit toestel is de eenvoudige wijze van mon-
teering tusschen wagen en trekknuppel, alsook de door het geringe ge-
wicht gemakkelijke transportmogelijkheid.
Afb. 9. Trekkrachtmeter van Kraft.
Een bezwaar is echter weder dat het apparaat slechts een beproe-
ving gedurende korten tij d (5 tot 10 minuten), dus over korte afstanden
toelaat, zoodat men de verschillen in weerstand van het wegopper-
vlak, heuvels enz. niet in aanmerking kan nemen. —• Ook is een groot
bezwaar, dat de kilogramindeeling en het diagram beide in een
halven cirkel worden geregistreerd, zoodat de berekening verre van
eenvoudig is.
De ordinaat is te kort en de afzonderlijke componenten der curve zijn
zeer dicht op elkander gedrongen. Voor zijne berekeningen moest
Temper de uitkomsten dan ook vijfmaal vergroot op millimeterpapier
aanbrengen, waarna hij de ordinaten in tien gelijke deelen splitste.
-ocr page 41-
42
Voor het meten van den afgelegden weg gebruikte ook Temper het
Schritt-uhr, teneinde daarna den geleverden arbeid te kunnen vast-
stellen.
Als voorbeeld van berekening nemen wij span II, dat op 27 Maart
1926 twee wagens voederbieten, twee km ver van het land had ge-
haald, en des namiddags een stuk bouwland had moeten eggen:
De ledige wagen weegt 20,6 Zentner, de bieten 63,0 Zentner; de
afstand voor den ledigen wagen was 1,8 km met de op een landweg zeer
hooge trekkracht van 50,25 kg, doordat het land zeer drassig was. De
verrichte arbeid was 18 X 50,25 = 90.450 kgm, voor den ledigen
wagen. Voor den vollen wagen werden geleverd:
352 m met een trekkracht van 184,8 kg = 65.050 kgm
1200 „ „ „
                  „ 92,4 „ = 110.880 „
276 „ „ „                  „ 167,0 „ = 46.092 „
Dus in het geheel voor eenmaal bietenhalen: 312.472 kgm; doordat
deze arbeid tweemaal werd verricht was het aantal kgm 624.944. Er
werd geëgd over een afstand van 10,4 km met een trekkracht van 55,4
kg geeft 576.160 kgm. De totale arbeidslevering was dus 1.201.103
kgm.
Er werd geen rekening gehouden met het arbeidsvermogen gele-
verd voor het voortbewegen van het eigen lichaamsgewicht en het
verplaatsen der tuigdeelen. —
Teneinde te kunnen onderzoeken in hoeverre bij voedering van
paarden, de haver kan worden vervangen door rogge, maakte Tesch-
ner (32) gebruik van de Stoszfdnger van Sack, welke reeds is be-
schreven.
Voor de kilometerberekening bezigde ook TESCHNERhet Schrittuhr,
echter niet bevestigd aan het haam, doch aan het hoofdstel, waardoor
dus elke nikbeweging van het hoofd werd geregistreerd. Deze wijze
van aanbrenging van het telklokje is even goed als aan het haam, daar
de spieren van den nekbrand synchroon werken aan die van het schou-
derblad. Elke schok, verloopende in een richting van beneden naar
boven, wordt door het klokje opgeteld. Voor elk dier werd het inge-
steld naar de sterkte van de nik-beweging.
Wordt het dier in draf gebruikt, dan ontstaat echter het bezwaar,
dat voor eiken pas een stoot en een tegenstoot optreedt en het Schritt-
uhr dan het dubbele aantal passen aangeeft. In den zomer lijkt mij
-ocr page 42-
43
dit klokje, op deze wijze aangebracht niet zonder fouten, daar ook de
af weerbewegingen om vliegen te verjagen worden opgeteld.
Als voorbeeld wordt genoemd het mestvervoer vanaf den mestput
naar den akker. Voor de berekening van de trekkracht doet Tesch-
ner de volgende curve-opnamen:
volle wagen bij het optrekken uit den put...............  250 kg trekkracht
        „ op den landweg.........................   65 „ „
„H „      op net bouwland.........................  350 „ „
ledige wagen op het bouwland.........................   90 „ „
        „ op den landweg.........................   30 „ „
Afb. 10. Stoszfanger van Sack
Dit is dus in totaal 785 kg trekkracht in vijf perioden, dus gemid-
deld 157 kg. —■ Dit is slechts een algemeen gemiddelde, doch ook
de tijd, alsmede de afgelegde weg dienen in aanmerking te komen.
Als fout bij de berekening moet ook nog de praktische toepassing
worden aangemerkt, daar op het land de wagen steeds lichter wordt,
door het bij gedeelten lossen der vracht. Het groote bezwaar,
dat het paard telkens stil moet staan en de vracht weer op-
-ocr page 43-
44
nieuw moet worden aangetrokken, wettigt den indruk, dat de
Sacksche Stoszfdnger voor dit werk geen ideaal instrument is, en de
verkregen resultaten wel met eenige reserve mogen worden beoordeeld.
Op den dag van bovengenoemd voorbeeld stond het telklokje op
29.000 passen of 25,2 km. Daaruit berekent Teschner een arbeid van
3.960.000 kgm, voor de twee paarden van het span.
Dus voor één paard 1.980.000 kgm, vermeerderd met 640.000 kgm
voor de verplaatsing van het eigen gewicht is in totaal 2,620.000
kgm.
De uitwerking van de curve geschiedt met behulp van een plani-
meter en de ijk-curve.
Als groote nadeelen van deze wijze van trekkrachtbepaling, res-
pectievelijk arbeidlevering, zij opgemerkt dat het snoer omslachtig
en bij slechte weersomstandigheden onbruikbaar is. Ook moet voor
eiken wagen weer opnieuw de nullijn worden vastgesteld in verband
met het gewicht en de wrijvingscoëfficienten van as en wielbandop-
pervlak; terwijl dan nog slechts een meting van de trekkracht over
een korten afstand (50 tot 60 m) plaats vindt.
Een tweede voorbeeld van een span paarden, dat 's morgens moet
ploegen, met een arbeidslevering van 2.340.000 kgm; 's middags met
een beladen wagen naar de stad gaat over een afstand van 40,7 km met
een trekkracht van 61 kg berekend op 2.480.000 kgm plus 2.060.000
kgm voor eigenverplaatsing, geeft een totaal van 6.880.000 kgm per
dag. Dat is dus voor één paard 3.440.000 kgm per dag.
Om betere uitkomsten te verkrijgen, ontwierp Ehrenberg (39) een
nieuw, doch kostbaar toestel, dat een langeren onderzoekingstijd toe-
liet. Het instrument vervaardigd door de firma Schaffer en Buden-
berg te Magdeburg-Buckau, bestaat uit een „Fischbauchfeder", welke
aan hare uiteinden de trekhaken n en n1 bezit, deze kunnen worden
bevestigd aan wagen en trekboom. Bij aantrekken wordt de korte
as van het toestel verkleind.
Aan de eene trekstang f is een registreertoestel en een wijzer ver-
bonden. —' Op een asje e van den arm f is het getande segment d draai-
baar bevestigd. Het andere einde van dit segment bezit een arm g met
schrijfstift (h). Door middel van een draaibare verbinding c is dit
segment tevens in verband gebracht met de trekstang b, respectie-
velijk den tweeden haak n1. Daardoor wordt de uitslag van de schrijf-
stift h op den trommel i geregistreerd, welken uitslag evenredig is aan
-ocr page 44-
Afb. 11. Zelfregistreerende trekkrachtmeter van Prof. Ehrenberg,
Fabrikant ScHaFFER en Budenberg.
Afb. 12. Schema van Trekkrachtmeter Prof. Ehrenberg.
-ocr page 45-
46
de trekkracht. De registreering staat dus niet in verband met den af-
gelegden weg, doch met den tijdsduur van de trekkrachtlevering.
Wanneer echter bij deze proeven met den afgelegden weg gerekend
moet worden en de snelheid gedurende een bepaalde arbeidslevering
binnen behoorlijk enge grenzen wordt gehouden, kan men de tijds-
abscis van het diagram ook als wegabscis opvatten. De daarbij begane
fout is dan van geen beteekenis. Oorspronkelijk was een meter papier-
lengte gelijk aan een tijdsverloop van twee en een half uur, de curve
werd echter te kort in elkaar geschreven, reden waarom de draai-
snelheid van den trommel zoodanig moest worden vergroot, dat
twee meter papierlengte gelijk was een één uur trekkrachtlevering.
Hier werd gemakshalve gesproken over een papiertrommel, die in
werkelijkheid uit een walsensysteem met ingebouwde schrijfplaat
bestond. Een op bijzondere wijze geprepareerde papierstrook wordt
door een uurwerk van de eene wals op de andere gewikkeld en glijdt
op dezen weg over een schrijfplaat, onder den zilveren stift van den
schrijfarm door; zoodoende werd een doorloopende curve verkregen.
Om ook tijdens den arbeid op bepaalde oogenblikken de trekkracht
te kunnen aflezen, is het getande segment aangebracht, dat door mid-
del van een tandwiel, den wijzer 1 doet bewegen over een in kilogram-
men verdeelde schaal.
Als voordeel van dezen dynamometer moge in de eerste plaats ge-
noemd worden, de mogelijkheid om ook over groote afstanden de
trekkracht te meten en te registreeren, zoodat niet steeds met gemid-
delde trekkrachten met alle fouten daarvan, behoeft te worden gere-
kend. Wil men een gemiddelde trekkracht hebben, dan kan deze met
dit toestel nauwkeurig worden bepaald. Daarnaast komt elke toe-
of afname van de trekkracht (aanzetten, heuvelterrein, slechte ter-
reinsomstandigheden, enz.) in het diagram tot uiting.
Als nadeel zij de kostbaarheid aangemerkt.
Deze trekkrachtmeter vond toepassing bij de maximum-trek-
krachtproeven van Trakehner-warmbloedpaarden, uitgevoerd door
Hilbrig (39).
De paarden werden gespannen voor een gewone slede, zooals op de
boerderij voor het vervoer van ploegen wordt gebruikt. Tusschen
trekboom en slede wordt de dynamometer aangebracht. Als terrein
werd door Hilbrig een vlakken, zooveel mogelijk horizontalen, rech-
ten weg gekozen. Het aantrekken der slede geschiedt met een belas-
ting van één persoon. Eerst wanneer eenige snelheid is verkregen,
-ocr page 46-
47
springen twee of drie andere menschen op de slede om zoodoende
meerdere wrijving te verkrijgen. Wordt de last voor de dieren te
zwaar, dan springen de personen er weer af. Een fout in den opzet
der proeven is naar mijn meening, dat de trekkracht gedurende de
proefneming steeds aanmerkelijk aan schommelingen is onderworpen,
doch Hilbrig wenscht alleen een gemiddelde trekkracht: „Das Vari-
ieren in der Belastung der Schleife spielt deshalb keine Rolle, weil
ja nur der Durchschnitt der für den Versuch benötigten Zugkraft-
kilogrammzahl für das Ergebnis von Wichtigkeit ist."
Het berekenen van de diagrammen vordert veel tijd en een regel-
matig beeld van de trekkracht wordt op deze wijze van trekkracht-
meting niet verkregen. Zijn cijfers met betrekking tot de grootte van
den last, wrijvingsweerstand en lastverdeeling kunnen mij dan ook niet
bevredigen; ook ten opzichte van de gegevens omtrent pols, tempe-
ratuur en ademhaling moet men een kritisch standpunt innemen, daar
Hilbrig alléén vermeldt, dat deze vóór den aanvang der proeven nor-
maal waren, zonder de cijfers te noemen.
Toch dienen deze in onderstaande tabel genoemd te worden, daar
deze proeven de eerste op dit gebied zijn, met als basis een weten-
schappelijk opgezet plan met vermelding van de genoemde gegevens
omtrent den physiologischen toestand.
Teineinde betere vergelijking te kunnen maken met andere onder-
Zoekingen, is de trekkracht door Tanzer omgerekend naar de formule:
*•*• - "^^~ °f ««> ******* = Ja£|Ft
Het is te betreuren, dat de wijze waarop pols en ademhaling zijn
opgenomen, niet is vermeld. In verhouding tot het leveren van de
maximum-trekkracht, loopen de cijfers van beide opgaven zoo weinig
uiteen (tabel I: pols 90 tot 136, ademhaling 49 tot 90), dat het mij
voorkomt, dat deze opnamen pas eenigen tijd na afloop der proeven
zijn verricht. Hieromtrent wordt niets medegedeeld.
Hilbrig noemt de verkregen resultaten „erstaunenlich" en geeft
dan ter vergelijking een overzicht van een tweetal proefnemingen, op
geheel dezelfde basis geschoeid, genomen met de zwaardere Brauns-
berger Landsbeschaler der Stoeterij Braunsberg (tabel II).
Een merkwaardig verschijnsel is dat het op een na zwaarste span
(span 1) de minste trekkracht levert, terwijl het lichtste span (span 5)
daarentegen de hoogste arbeidsprestatie bleek te kunnen leveren.
Om de trekkracht te kunnen meten, welke paarden moeten
-ocr page 47-
Gewicht in kg
Na de proef
Snelheid in
meters
per sec.
Trek-
kracht
in kg
Naam
Leeftijd
No.
Vader
Moeder
pk
Pols
paard span
TRAKEHNER HAUPTSGESTÜT:
Tabel I.
1,85
2,1
304
246
7,5
6,9
120
90
1,98
379
10, ~
115
126
1,96
414
10,82
132
136
2,28
391
11,9
132
138
3,22
382
16,4
132
125
1,7
379
8,6
95
101
589 mfi
547 H36
575 11<5fi
581 1156
585 in«
470 1055
£>«»
% ~
530
530 1060
Jagdheld
Polarstrom
Pomp
Chateao
Schilfa
Blagueur
Lichtenstein
Blagueur
Adjutant
Polarfischer
Blagueur
Red Prince II
Hexenjager
Haffsturm
Ica
Szernelika
Aijesha
Hallo
Anzeige
Offensive
Uhland
Alpenröschen
Jugendmut
Pakt
7
18
14
14
Hexe
Haffmücke
Ivo
Kabine
Aloë
Haschemica
Anzeigerin
Otter
Ultima
Aloë
Jugend
Packtich
12
7
14
11
15
LANDESGESTÜT BRAUNSCHBERG
Tabel II
3,28
406
14,74
68
80
3,49
352
16,38
78
75
Erhabener
Prachtkerl
6
10
7
9
Neander
Ata
Eschenblüte
v. Pracht-
sohn
v. Sonnen-
könig
Hedda
630
1240
1
610
624
620
Alaaf
Hederich
Auto
Polarmorgen
1244
-ocr page 48-
49
leveren om landbouwwerktuigen voort te bewegen, werd door de
Agricultural Engineering Section van het Iowa State College of Agri-
culture and Mechanic Arts een toestel vervaardigd, dat evenals de
vele andere dynamometers was te plaatsen tusschen den trekboom en
den wagen respectievelijk het landbouwwerktuig. Dit toestel ont-
worpen door den Directeur van het College Curtiss (22), is bekend
als Iowa Integrating traction Dynamometer (zie. plaat 16).
Het instrument bestaat uit twee, door een sterke stalen veer op el-
kander gedrukte helften. Door de bij het trekken van wagens of land-
bouwwerktuigen tot uitdrukking komende trekkracht wordt een, in
bepaalde verhouding daarmede staande, uitelkanderwijking der beide
segmenten veroorzaakt, en wel zoodanig, dat bij een grootere trek-
kracht een grootere uitwijking der beide deelen plaats vindt. Door
een eenvoudig hefboomenstelsel wordt zorg gedragen, dat deze
verwijdering der segmenten parallel aan elkander plaats heeft. — Het
bovenste deel van het toestel bezit een registreertrommel met papier-
rol, het onderste segment draagt een staaf, waarop scharnierend
een arm met schrijfstift is bevestigd.
Is het toestel in gebruik, dan wordt door middel van een touwwiel
de trommel rondgedraaid met een snelheid, welke in een verhouding
van 1 : 50 staat tot de snelheid van het paard. Zulks wordt verkre-
gen door overbrenging met behulp van een tandradstelsel.
Daar de trommel zich beweegt, krijgt men zoodoende een rechte
lijn, welke de trekkracht doet kennen.
Heeft de trommel een geheele omwenteling gemaakt, dan wordt
deze automatisch uitgeschakeld. — Het einde van het koord, dat over
het touwwiel loopt, moet weder worden vastgehouden, of aan een pen
in den bodem worden bevestigd.
Het toestel is geijkt op een maximum trekkracht van 2500 pounds
(1133 kg); door het aanbrengen van een toeslagbeugel is echter een
maximum trekkracht van 10.000 pounds (4,536 kg) mogelijk gemaakt.
Ook dit toestel heeft het groote praktische bezwaar, dat de proeven
slechts over een afstand van 50 feet, dus ruim 15 m kan plaatsvinden.
Collins en Caine hebben met dit toestel vele onderzoekingen ver-
richt en daarbij goede resultaten verkregen. Zoo werd vastgesteld,
dat ploegen veel meer arbeid vereischte dan het trekken van eenig an-
der landbouwwerktuig. Inzonderheid de bodemgesteldheid bleek, wat
betreft de benoodigde trekkracht bij het ploegen, een zeer belangrijke
4
-ocr page 49-
50
factor. Het aangehaalde voorbeeld, dat de 14-inch ploeg een trek-
kracht van 150 lbs vordert, terwijl in enkele gevallen, diezelfde ploeg
1800 pounds eischte, illustreert dit afdoende. Er toonen zich duide-
lijke verschillen naar gelang de structuur van den grond, de soort van
het gewas, den vochtigheidstoestand en de ploegdiepte, zoowel als van
den bouw en zwaarte van den ploeg.
In maisstoppel was de trekkracht 345 kg (proef 6, zie hieronder),
in lucerne daarentegen 626 kg. Vier goede paarden konden dan
ook in het eerste geval de 14-inch ploeg voorttrekken, terwijl voor
lucerne zeven of acht paarden noodig waren.
Tabel I. TREKPROEVEN VOOR LANDBOUWWERKTUIGEN
OP ZWARE KLEI.
— AMES.
Trek-
kracht
in kg
Opmerkingen
Landbouwwerktuig
6" diep, Soedan gras ......
5" „ Blauwgraszaad....
7" „ Stoppel..........
6" „ Mais-stoppel......
4" „ Weide...........
5" „ Maisstoppel i zelfde
5" „ Lucerne-----ƒ grond
6i" „ Zand............
6J" „ Zwarte grond.....
Maisstoppel.............
Blauwgras zode..........
Geploegde zode..........
Stortploeg...............
Maisstoppel.............
ii...............
3J" diep................
2f „ ..............
Lichte lucerne i .........
Zware lucerne /.........
227
227
190
236
218
345
626
293
386
181
210
249
268
295
256
336
136
245
136
83
91
272
145
73
95
181
83
14" Sulky ploeg.........
14" „ „ .........
14"
x* ,,           ,, .........
14"
14 „ ii •........
14" Gang ploeg .........
14"
X1*          il           il         .........
14"
X'*                II                 II              • '.......
14"
8'16" Schijven eg .........
8'16" „ „ .........
8'16" „ „ .........
10" Schijven eg.........
10"
XV          ii               ,i .........
9" Schijven eg.........
24' Weide eg ...........
7' Cultipacker...........
2 Row cultivator........
D ii            ii         ..........
5' Maaimachine.........
5'                    ..........
Wagen met kleine wielen en
hooiwagen.............
Maisbinder..............
Enkele rij maaimachine ..
Schijveneg (10 x 8 dubbele
schijven)......
           (18x7 enkele
schijven) ......
„ (12 X 7 enkele
schijven)......
-ocr page 50-
51
De experimenten hebben bewezen, dat de benoodigde trekkracht
evenredig was aan de diepte waarop werd geploegd; praktisch leveren
de onderzoekingen van Collins en Caine het resultaat, dat voor
elke inch dieper ploegen, één paard meer noodig is. Wanneer een be-
spanning van vier paarden juist genoeg trekkracht kan leveren om
vier inch diep te ploegen, dan moet voor vijf inch diep ploegen een
vijfspan worden genomen.
De voorgaande tabel I heeft betrekking op de trekkrachtlevering
van paarden voor verschillende landbouwwerktuigen en is het resul-
taat van de onderzoekingen van Collins en Caine.
Ter vergelijking moge een overzicht, door Russell (40) verkregen,
worden overgenomen.
Trek-
kracht
in
pounds
Snelheid
per uur
in mijlen
Arbeids-
tijd in
uren
Aantal
paarden
Opmerkingen
Werktuig
pk
Eénschaar 10x7:
a. zeer licht............
b. gewoon..............
c. zwaar.............
Tweeschaar, 18,5J, 8 pnd
9 tanden, 6' 9" breed ....
a. licht................
b. zwaar...............
7 tanden, 5'3" breed
Gewone arbeid........
Sleep-, 7', 30 tanden ....
Zaad-, 8i', 60 tanden ...
Vlak-, 7' 20" ..........
Cambridge-, 7' 20".....
Steerage, 600 kg, 13 rijen
rijenafstand 9".........
Pole, 400 kg, force, 12
disc 6" apart...........
Snijbreedte 4' 6".....
Snijbreedte 6'..........
Rotatietype Freilanddrills
27" apart-----..........
Ploeg
Cultivator
Eg
Wals
Zaaimachine
lf
280
560
840
792
729
1215
756
840
410
190
410
550
350
336
560
550
1,1
1,1
1,1
2,1
10,1
8,1
7,6
9,1
15,1
13,4
12,4
(12)
(74)
9
(10)
3,3
6,1
6,1
6,1
6,5
7,1
6,6
6,8
6,1
7,9
7,9
7,3
(7)
(7)
7
(64)
1
2
3
3
3
4
3
3
2
1
2
2-3
2
2
3
lf
lf
2
2
14
1*
24
(24)
lf
Maaimachine
Binder
Aardappel-
rooimachine
Met behulp van den Sackschen dynamometer werden door Reimann
(31) ook op dit gebied met sterke Oost-Pruisische paarden onderzoe-
kingen verricht, waarvan de uitkomsten zijn vermeld in de volgende
tabel:
-ocr page 51-
52
Gemiddelde
trekkracht
in kg
Aantal
paarden
Afstand en tijd
Werktuig
Beitel cultivator..................
Veertand cultivator................
Kunstm. strooimach. „Pommerania"
Hakmachine......................
Wagen met 3250 kg op dorpstraat ....
Zaad-eg.........................
Driedeelige eg....................
Ploegen met eenscharige ploeg op ge-
midd. grond, 7 inch diep, 37 cm br.
Ploegen op zanderigen kleibodem met
eenscharige ploeg................
550
300
210
190
75
100
200-300
375-450
450-500
22 m in 21 sec.
22 m in 21 sec.
21 m in 16 sec.
20 m in 25 sec.
4
4
4
2
4
2
3
3,4 km per uur
22 m in 34 sec.
Door op deze wijze voort te gaan met het nemen van trekkrachtproe-
ven voor landbouwwerktuigen, zal binnen niet al te langen tijd voor
deze werktuigen de benoodigde trekkracht nauwkeurig zijn vast te stel-
len. Zooveel staat echter thans reeds vast, dat de groote weerstand,,
welke ploegen en andere landbouwwerktuigen in den bodem onder-
vinden, aan de paarden hooge eischen stelt, in ieder geval veel hooger
dan van paarden in het stadsbedrijf wordt geëischt.
Uitvoerige proeven tot het meten van trekkracht, benoodigd voor
het verplaatsen van vrachten in het stadsbedrijf, zijn genomen door
Collins en Caine (22). Deze onderzoekingen, verricht in Chicago,
toonen dadelijk het groote verschil tusschen het stads-en landbouw-
bedrijf aan.
Het aantrekken op goede wegen vordert een groote trekkracht, is
echter eenige snelheid verkregen, dan is deze veel geringer dan in het
landbouwbedrijf, waar voor het aantrekken niet veel kracht méér
wordt vereischt, dan voor het voortbewegen (vergelijk de curven van
Reimann (31) bladzijde 37).
Voor het trekken van vrachten in het stadsbedrijf heeft het paard
dus eene groote reserve noodig voor het aantrekken, het voorttrekken
over enkele slechte gedeelten van den weg, alsmede voor het beklim-
men van hellingen; van het landbouwpaard wordt in het algemeen
een groote kracht geëischt bij het voortbewegen van landbouwwerk-
tuigen, zonder veel schommelingen in de trekkracht.
In tabel II (bladz. 53) zijn de door Collins en Caine met medewer-
king van het Comittee on Animal Motive Power, American Society
of Agricultural Engineers en Horse Association of America, uitgevoer-
-ocr page 52-
Tabel II.
TREKPROEVEN VOOR BELADEN WAGENS. Genomen door E. V. Collins, 17—22 Sept. 1923. Illinois (Chicago).
d
7
Eigenaar en Soort van lading
Gewicht
paarden
en tuig
in kg
Aan-
tal
Gewicht
wagen
en
lading
in kg
Keien
Beton
Asfalt
Klinker
Rails
Houten blokken
A B
c
A
B
c
A
B
c
A
B
c
A
B
c
A
B
c
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Consumers Co., Ijs ....
Western N. Co., Courant
Willet Co., Koopwaar ..
C. Coal Co., Kolen____
Carp. C. Co., Kolen ....
Olson C. Co., Balen meel.
Am. Railw. Zw. pakkist..
O. Mayer Co., Vleesch ..
Western N. Co., Courant
Consumers Co., Koeken.
A. Dixon Co., Diversen..
A. Dixon Co., Papier....
Wiss. Cement Co., Cem..
Willet & Co., Bier.....
Bunge Bros., Kolen.....
A. Dixon Co., IJzer.....
728
726
1451
1270
1542
1588
1501
1411
1723
1451
1588
1270
1588
3392
3573
2131
1
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3039
2177
6142
6486
7394
6759
4665
3139
5897
4990
4445
5611
4581
9140
9412
10378
431
363
544
445
735
1089
444
97
408
362
454
431
794
726
1111
14
27
65
38
90
77
45
27
68'
23
66
95
136
109
145
4
11
9
5i
11
10
9
8
10
4
13
15
14
10
13
440
445
526
658
9
42
45
73
4
6
6i
7
544
544
589
680
816
454
222
680
517
408
590
476
1111
884
1497
54
36
153
181
172
143
107
73
132
138
102
163
127
245
218
215
17
15
23
25
21
19
19
21
20
24
21
27
25
24J
21
19
454
748
635
48
73
104
45
7
10
19
9
186
386
372
91
14
14
17
11
18
23
4
5,5
M
3,3
3,3
2
372
567
649
590
444
748
20
81
102
68
41
12
6
12
12
13
7
Ui
10
6
214
Si
3i
10
Onder de letter A vindt men de trekkrachten (in kg) benoodigd voor het aantrekken van lasten (starten); sub. B die welke noodig zijn
om den wagen in beweging te houden en sub. C dezelfde trekkracht als onder B, doch berekend per ton.
-ocr page 53-
54
de proeven, weergegeven, door mij omgerekend naar de in Europa
geldende maten en gewichten.
Bij proef 7 dient opgemerkt te worden, dat deze abnormaal hooge
trekkrachten op klinkerwegen (C : 19) worden veroorzaakt door
het zeer gladde en modderige oppervlak van den weg.
Het is jammer, dat door Collins en Caine niet wordt aangegeven,
of de vergelijkende proeven alle op dezelfde wegen werden gehou-
den ; is zulks wel het geval geweest dan hebben de proeven meer waar-
de, dan men ze thans kan toekennen.
Het aantal proeven is niet groot en daardoor is niet uit te maken, of
de opvallende verschillen welke erin voorkomen, als normen mogen
worden beschouwd. Neemt men bijvoorbeeld de (over alle proeven
genomen) vergelijking van het aantrekken van den last op asfalt,
dan is deze steeds grooter dan op keiwegen, alleen bij proef 11 is
de trekkracht op asfalt kleiner. Eveneens bij proefneming no. 7,
waar de trekkracht bij aanzetten op houten bestrating grooter
is dan bij eenige andere. Neemt men algemeen aan, dat de be-
noodigde trekkracht op rails het geringst is, zoo zien wij bij experi-
ment 10, dat deze op rails 372 kg en op granieten weg 362 kg heeft be-
dragen. Ook valt mij op, dat voor een last van 6486 kg op rails
(proef 4) een start-trekkracht van 386 kg vereischt wordt, terwijl
voor den anderhalf maal zoo grooten last van 9412 kg bij proef 15
slechts een begin-trekkracht van 91 kg noodig is.
Verhouden zich in het eene geval, de voor het aantrekken van den
wagen benoodigde trekkrachten op asfalt en granietkeien als 222 :
% 97 (pr. 8), in een ander geval is deze verhouding 454 :444 (pr.7). De-
V Zelfde afwijkingen vinden wij bij vergelijking van andere wegsoorten.
Gemiddeld is de voor het in beweging houden van den wagen per
tton berekende trekkracht het grootst op asfaltwegen, terwijl eerst veel
later de andere wegen volgen (graniet, hout, klinker, beton en rails).
In het algemeen was te verwachten, dat de trekkracht op asfalt het
geringst zou zijn, — door de in verhouding geringe wrijving tusschen
wiel en weg, — zooals ook Gmelin (41) vermeldt.
Ook Born en Möller (42) geven voor asfalt een hoog aantal kg
vracht aan in verhouding tot andere wegen:
Op rails................25.000 kg      Op zandweg....... 500-1.650kg
Op asfalt............... 7.500 „       Op houten weg......... 4.100 „
Op goeden betonweg..... 5.700 „       Op goeden klinkerweg .. 3.200 „
Op slechten betonweg.... 2.300 „       Op slechten klinkerweg . 2.100 „
Op besneeuwden weg .... 2.100 „
-ocr page 54-
55
Hütte (43) geeft op voor de voertuigwrijving:
Op goeden asfaltweg ............ 0,01 %.
Op goeden macadamweg ......... 0,015 %.
Op klinkerweg ............0,016-0,035 %.
De hooge trekkrachten, welke door Collins en Caine gevonden
worden voor het voortbewegen van een vracht op asfalt, moeten, naar
Tanzer (24) vermeldt, worden toegeschreven aan de moeilijkheden,
welke de paarden ondervinden, om voor hun voeten voldoende steun-
punten te vinden, ten einde zich af te zetten. Daarnaast zal ook de toe-
stand van den asfaltweg een groote rol spelen, daar ook mij herhaaldelijk
klachten bereikten over de asfaltwegen in mijn woonplaats; gedurende
de warme zomermaanden schijnt de morphologische toestand zich
dusdanig te wijzigen, dat het asfalt als het ware dik-vloeibaar wordt,
waardoor de wielen een grooten wrijvingsweerstand hebben te over-
winnen ; bij regenval schijnen deze wegen een zuiging te veroorzaken,
welke de benoodigde trekkracht verhoogt.
Om te kunnen onderzoeken in hoeverre dit moeilijk „vasten-voet-
krijgen", de benoodigde trekkracht verhoogt, moet men de wielen
op asfaltbanen laten loopen en de paarden op een loopbaan laten
trekken, welke ruw gemaakt is.
Sterke inspanning bij het aantrekken zoowel als bij het voorttrek-
ken van een vracht, ontstaat op modderige wegen. Hieromtrent is door
Collins en Caine slechts één proef genomen en wel met span 6. De
gemiddelde trekkrachten waren in dit geval: A 1178,B 290,C39kg.
Is deze trekkracht in verhouding slechts weinig hooger dan op kei-
wegen (1089 kg), zoo is de voor het voortbewegen noodzakelijke
trekkracht per ton (C) op modderige wegen aanmerkelijk hooger (bij-
na vier maal zoo groot) dan op keibestrating, en zelfs meer dan het
dubbele van die op asfalt.
Het spreekt wel van zelf, dat de hooge trekkracht voor het in bewe-
ging brengen van een wagen slechts voor een deel moet worden toe-
geschreven aan het feit, dat de wrijvingscoëfficienten uit rusttoestand
grooter zijn dan in beweging Hoofdzaak zal wél zijn de zoogenaamde
massawerking d w.z, de kracht, die noodig is, om de massa van snelheid
nul op de gewenschte snelheid te brengen. Deze hangt dus in zeer sterke
mate af van de wijze van aantrekken.
Ten slotte nog eene opgave van Russell (40), die op gelijken klin-
kerweg den trekweerstand voor elke 100 pounds last aangeeft als volgt:
-ocr page 55-
56
Gebezigde voertuigen
Soort wegen
wagens
Middelmatige macadamweg
Goede grintwegen .........
Droge, harde zandwegen ...
Gemaaide hooivelden ......
Korenstoppelvelden........
Geploegde zachte gronden .
lbs
lbs
3
4
5
6
7
15
4
5
6i
7i
9
Deze proeven bevestigen de reeds genoemde uitkomsten, dat het
landbouwbedrijf grooter trekkrachten eischt dan het stadsbedrijf.
Voor het beklimmen van heuvels wordt een groote trekkracht ver-
eischt. Als voorbeeld zij het span van Olson Cartage genomen, dat op
keiwegen een last van 6759 kg voortbeweegt met een trekkracht van
77 kg.
Op hetzelfde plaveisel, echter met een stijging van 3,6 procent, zal
de trekkracht reeds oploopen tot 317 kg, dus meer dan het viervoudige.
Door de vele genomen proeven is als regel vastgesteld, dat men de
stijgingsprocenten moet vermenigvuldigen met de op gelijken weg
vastgestelde trekkracht en deze uitkomst aan de laatste moet toevoe-
gen, om de benoodigde trekkracht voor het beklimmen van heuvels te
berekenen.
Het spreekt vanzelf, dat de trekkracht op hellingen zal vermin-
deren met G sin a. Waar het paard ook zijn eigen gewicht omhoog
moet brengen, zal op zeer steile hellingen geen trekkracht meer
disponibel blijven. Vandaar dat, zooals ook de Amerikaansche proeven
hebben bewezen, de weerstand met elk procent stijging sterk toe-
neemt. Volgende tabel geeft de cijfers hieromtrent weer:
Soort wegen
Trekkracht in
% van den
last
Last voor 1 span paarden met
134 kg trekkracht, in tonnen
Op vlakken
weg
Met 5% stijging
Spoorrails.....................
Zandweg......................
Op het land..................
0,4- 0,6
1,5- 2,0
2,0- 4,0
4,0-10,0
5,0-20,0
22,3-33,5
6,7- 8,9
3,4- 6,7
1,3- 3,4
0,7- 2,7
2,4-2,5
1,9-2,1
1,5-1,9
0,9-1,5
0,5-1,3
-ocr page 56-
57
Wanneer men de trekkrachten, welke gevorderd worden om een
zelfden last voort te trekken vergelijkt, dan kan men, naar Tanzer
schrijft, „keine absolut sichere Beziehung zu der Schwere der Pferde
erkennen". Hij haalt als voorbeeld aan: span 4 genoemd in tabel II
van Collins en Caine, welk span een gewicht heeft van 1270 kg, en
met een trekkracht van 445 kg, een last van 6486 kg voortbeweegt op
een keiweg. Span 6 met een gewicht van 1588 kg trekt op denzelfden
soort weg een last van 6759 kg met een trekkracht van 1059 kg. Voor
klinkerwegen was deze verhouding 454 : 748 kg.
Ook worden groote verschillen gevonden bij de gegevens omtrent
het voortbewegen van een in beweging zijnden last, vooral dan, wan-
neer men de benoodigde trekkracht omrekent in procenten van het
gewicht van den wagen.
Voor de beproevingen in Amerika zijn alleen zeer zware paarden ge-
bruikt. In Magdeburg (26) werd ook een lichter span onderzocht; de
resultaten waren echter van dien aard, dat men de cijfers niet wenschte
te publiceeren, hetgeen zou kunnen wijzen in de richting van de veelal
gehuldigde opvatting, dat het gewicht van het dier den doorslag geeft
voor het trekken van zware lasten.
Ook volgens Buhle (25) heeft een paard voor het trekken van zware
lasten in de eerste plaats een groot lichaamsgewicht noodig. Deze be-
wering —■ welke van mechanisch standpunt bezien, binnen bepaalde
grenzen en onder bepaalde omstandigheden, zeer zeker verklaarbaar
is, — is tot nu toe door geen enkelen onderzoeker bewezen.
De stelling van Steding (23), dat de trekkracht van het paard alleen
afhankelijk is van zijn gewicht, acht ik ten eenenmale onjuist, hetgeen
men ook kan aantoonen in de volgende tabel, welke de Amerikaansche
recordcijfers over 1926 aangeeft:
No.
Ras
Staat
Gewicht van
het span,
in pounds
Trekkracht,
in pounds
Trekkracht in
% van het
gewicht van
het span
1
Percheron
Colorado
2885
2500
86,7
2
Percheron
Wisconsin
2924
2500
85,5
3
Belg
Colorado
3475
2500
72,0
4
Shire
Pensylvania
2920
2700
92,4
5
Belg
Michigan
2905
2725
93,8
6
Percheron
Pensylvania
3705
2850
76,9
7
Percheron
Michigan
3315
2875
86,7
8
Belg x Percheron
Wisconsin
4050
3000
74,1
9
Percheron
lowa
2915
3100
106,3
10
Percheron x koudbl.
lowa
3700
3475
93,9
-ocr page 57-
58
In dezen staat ziet men, dat span 4 met een gewicht van 2920 Ibs
een trekkracht uitoefent van 2700 Ibs, terwijl span 9 met nagenoeg
hetzelfde gewicht, 3100 Ibs trekt. Span 6 met een eigengewicht van
3705 Ibs trekt 2850 Ibs, terwijl span 10 met bijna hetzelfde gewicht
3475 Ibs trekkracht levert. —• Deze voorbeelden alleen waren reeds
voldoende om Steding's opvattingen te weerleggen. Ook de conclu-
sies, welke te nemen zijn uit de onderstaande trekproeven van 1923 te
Iowa, wijzen niet in deze richting.
Eigenaar
Geslacht
Leeftijd
GeNvicht
in kg
Ras
Maxim, ge-
leverde
trekkracht
in kg
Afstand
waarover
2
o-S
o.
Nvordt
getrokken
in nieters
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
J. Donaghy, Iowa ....
J. S. Peters, Iowa ....
A. Richardson, Iowa ..
P. L. Stewart, Iowa ..
Keefer Harrisonville..
C. C. Taft & Co., Iowa
Merch. Transfer Co.,
Iowa .............
White Line Transf.Co.,
Iowa.............
Des Moines Ice, Iowa
Merch. Transfer Co.
M
M
R
R
R
R
M
M
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
8
8
5
5
11
11
6
6
8
9
10
10
6
10
7
9
9
10
12
8
637
662
644
687
635
721
635
617
528
517
782
864
762
762
730
760
703
671
825
791
1299
1331
1356
1252
1045
1646
1524
1490
1374
1616
Shire
Shire
Belg
Belg
Onbekend
Onbekend
Percheron
Percheron
Broncho
Broncho
Percheron
Percheron
Clydesdaler
Shire
Onbekend
Onbekend
Shire
Shire
Percheron
Percheron
930
953
930
953
907
930
907
907
1043
1043
953
953
953
15,20
4,80
15,20
1,20
15,20
10,87
15,20
12,19
7,62
7,62
15,20
13,71
11,15
Wel heeft hier het zwaarste span de grootste trekkracht geleverd,
(span 6 met een gewicht van 1646 kg en een trekkracht van 1043 kg),
-ocr page 58-
59
doch ook span 7 met een gewicht van 1524 kg bereikte deze trekkracht,
over denzelfden afstand.
Daartegenover haalde span 10 met een gewicht, dat maar weinig
lager was dan dat van span 6, „slechts" een trekkracht van 953 kg.
De nieuwere onderzoekingen hebben de bevindingen van Wüst
(33) dat de trekkracht van een paard in stap ongeveer 50 tot 100 kg
bedraagt, bevestigd.
De gemiddelde trekkracht voor warmbloedpaarden, door Hilbrig
(39) aangegeven als 203 kg is zeer zeker veel te hoog, in ieder geval
niet geldend voor trekkrachtlevering over langen afstand.
Weiss (24) geeft aan voor paarden met een gemiddeld gewicht van
350 tot 570 kg: 65 tot 75 kg op harden bodem bij achturigen werkdag;
deze gegevens zullen vrij nabij de werkelijkheid zijn.
Fischer (28) berekent de arbeidslevering van een middelzwaar
Oost-Pruisisch paard op den rechten weg, op 1,1 pk is 82,5 kgm per
seconde. (Ter vergelijking hiermede moge de arbeidslevering van een
krachtigen man, bekend als x/12 tot x/7 pk, worden genoemd).
-ocr page 59-
HOOFDSTUK IL
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL VAN PROF. VISSER.
Terwijl, gelijk reeds in het vorige hoofdstuk is beschreven, om-
streeks 1880 eenige onderzoekingen door Wolff, Kellner e.a.
zijn gedaan met een „soort rosmolen", die volgens de beschrijving
meer bestond uit een met gewichten te bezwaren deksel, dat rondge-
draaid werd op een eveneens ronde onderbaan, (te vergelijken met
den looper van een meelmolen, draaiend op den ligger), heeft men
daarna in hoofdzaak gebruik gemaakt van veertrekkrachtmeters, en
in den allerlaatsten tijd van den Amerikaanschen Meetwagen.
In 1927 echter is aan het Instituut voor Landbouwwerktuigen en
-Gebouwen van de Landbouwhoogeschool te Wageningen, naar
aanleiding van een vraag van den Dierenarts Colsen te Hontenisse,
om behulpzaam te willen zijn, bij het nemen van trekkrachtproeven
op de Tentoonstelling te Hulst, wederom een rosmolen voor dit doel
ingericht en wel volgens de denkbeelden van den Directeur Prof. Ir.
M. F. Visser, Hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool, die overi-
gens onkundig was van het bestaan van het KELLNER'sche Brems-
göpelwerk. Vandaar waarschijnlijk, dat in die richting zelfs niet
gezocht is; in zooverre gelukkig omdat de maximum-krachten, die
men tegenwoordig wil registreeren bezwaarlijk op die wijze, en vooral
niet met een langen trekboom, en dus zeer langzamen gang van het
deksel zelf, te bereiken zouden zijn geweest.
Prof. Visser gaat uit van een gewonen rosmolen, waarbij de klok
draait om een holle gietijzeren as. Hij laat met behulp van dezen ros-
molen een gewone smeedijzeren riemschijf in beweging brengen,
die voor de helft omspannen wordt door een riem, welke vroeger met
behulp van twee schroefbouten, maar in den laatsten tijd door middel
van een hefboom met schuifgewicht, meer of minder zwaar, tegen de
schijf wordt gedrukt.
Aldus kan men met behulp van deze „remschijf" het paard arbeid
laten verrichten; zou men het verschil in spanning in de beide riem-
parten met behulp van twee unsters bepalen en de omtreksnelheid
-ocr page 60-
61
van de schijf zuiver opnemen, dan ware daaruit de netto-arbeid van
het paard gemakkelijk te berekenen. Voor den werkelijken arbeid, ver-
richt door het paard aan den trekknuppel, zou men dan nog het nuttig
effect van den rosmolen moeten kennen. Of, men zou tusschen trek-
knuppel en boom een veerunster kunnen aanbrengen, of op de
manier van Kellner (17), (vroeger ook reeds door Mc. Gregory
aangegeven), een hefboomunster, waarbij men dan, hetzij voort-
durend de kracht zou kunnen aflezen, of wel met behulp van de
rem de kracht constant zou kunnen houden.
De ontwerper heeft een iets gecompliceerder methode bedacht,
waardoor echter het resultaat verkregen wordt, dat de krachtsbepaling
buiten de loopbaan (1) van het paard en naast de rem (f), tot uiting
komt. Hij verkrijgt dit, door gebruik te maken van een hydraulischen
trekkrachtmeter (a) gelegen op den rosmolen. Het paard trekt door
middel van een kabel (c) gaande over een éénschijfsblok (e) aan
het einde van den trekboom (b), aan de zuigerstang van dezen trek-
krachtmeter, waardoor de vloeistof tusschen deksel en zuiger onder
druk wordt gebracht.
Inplaats van nu den druk in de vloeistof daar af te lezen, bijvoorbeeld
met een manometer, verbindt hij deze ruimte door middel van een
buisleiding, gaande, met behulp van een glan door de holle as van den
rosmolen en onder den grond door, naar de plaats van de rem, en
leest den druk dan af in een staande buis. Om de hoogte van deze
peilschaal niet te groot te moeten maken en toch ook den diameter van
den zuiger niet te overdrijven, zijn in den tegenwoordig gebruikten
trekkrachtmeter twee zuigers achter elKander op dezelfde zuigerstang
aangebracht. Het gezamenlijk oppervlak dezer beide zuigers in dm2
vermenigvuldigd met de hoogte van de vloeistof in het peilglas (p),
gemeten boven het midden van den zuiger in dm geeft de trekkracht
in kg aan.
Door het nulpunt van de schaal te plaatsen op gelijke hoogte als
het hart van den zuiger, en de verdeeling zoo te maken, dat één deel-
streep gelijk is aan 1 : het oppervlak, kan men de trekkracht direct
in kg aflezen.
Aangezien hier nu eenmaal twee zuigers achter elkander zijn aange-
bracht, heeft Prof. Visser achter het peilglas een draaibare kolom
met drie schaalverdeelingen geplaatst, zoodat behalve de beide zui-
gers tegelijk, ook de kleine en groote zuiger afzonderlijk gebruikt kun-
nen worden.
-ocr page 61-
62
Waar een paard, dat voor het eerst in een rosmolen moet werken,
bijvoorbeeld tot het aandrijven van een dorschmachine, bijna steeds
moeilijkheden zal geven bij het aanzetten, is het noodig erop te wijzen
dat dit verschijnsel zich hier niet voordoet, en wel omdat een kleine
lichte remschijf gebruikt wordt. Reeds werd vermeld, dat de groote
trekkracht bij het in beweging brengen van een zwaar belasten wagen
(zie bldz: 55) grootendeels moet worden toegeschreven aan de mas-
sawerking. De beteekenis daarvan valt hier bijna geheel weg, omdat
de wel zware klok met bijna geen snelheid loopt, en de wel snelloopen-
de remschijf bijna geen massa bezit.
Teneinde het bezwaar te ontvangen, dat het paard door het rond-
loopen in een kleinen cirkel gehinderd zou worden in de uitoefening
van zijn trekkracht, is in plaats van de in de praktijk gebruikelijke
lengte van den trekboom ad 3,50 m, de lengte eerst op ongeveer
5 m en later zelfs op plus minus 8 m gebracht, dat wil zeggen op
een dusdanige lengte, dat één ronde van het paard, respectievelijk
30 en 50 m lang was.
-ocr page 62-
HOOFDSTUK III.
EIGEN ONDERZOEKINGEN.
In de inleiding werd er bij de bespreking van de verschillende
trekproeven reeds op gewezen, dat aan het verzamelen van zooveel
mogelijk gegevens groote waarde moest worden gehecht.
Aan de tot heden verrichte onderzoekingen op het gebied van de
trekkracht van paarden, ontbreken zulke waarnemingen geheel, of
wel zijn deze zoo spaarzaam, dat men in de literatuur hieromtrent geen
enkel richtsnoer kan vinden.
Deeerste poging om hieraan mede te werken, dateert van den laat-
sten tijd, namelijk de proefnemingen van Hilbrig (39), die mededeel-
de, dat de pols en ademhaling der door hem onderzochte paarden, vöör
den aanvang normaal waren. Helaas werd niet aangegeven, wanneer
deze werden opgenomen, noch op welke wijze zij werden vastgesteld.
Wel vermeldt hij de cij Ters daaromtrent, bepaald na afloop zijner ex-
perimenten.
Het komt mij echter voor, dat het bepalen van pols, tempera-
tuur, ademhaling, gewicht e.a. onmiddellijk vöör de proefnemingen
moeten plaats hebben; want het is toch van groot belang, of deze
punten, waarvan men moet uitgaan, juist zijn. Wanneer toch een
dier een grooten afstand moet afleggen om naar het terrein van
onderzoek te komen, zullen de verkregen gegevens daardoor worden
beïnvloed, ook wanneer het paard van te voren reeds arbeid heeft
verricht.
Ook kan de methode van onderzoek van invloed zijn op de verkre-
gen resultaten. Zoo valt het mij op, dat de cijfers van Hilbrig zoo
weinig uiteenloopen, hetgeen kan veroorzaakt zijn doordat de wijze,
waarop het dier werd onderzocht, minder juist was.
Om deze redenen vermeen ik, dat alle gegevens, welke door mij ver-
zameld worden en zijn weergegeven in de verslagen van het verloop
der onderzoekingen, eerst moeten worden besproken, alsmede de ma-
nier, waarop zij werden verkregen.
-ocr page 63-
64
De „vragen aan den eigenaar" worden gesteld, teneinde later te kun-
nen beoordeelen of het paard tijdens de proefnemingen dezelfde
eigenschappen vertoont, als bij het dagelijksche gebruik werden op-
gemerkt.
Meer uitvoerig toegelicht wordt de eerste vraag „Hoe is het tempe-
rament?"
aan den geleider gesteld, omdat thans nog geen praktisch
uitvoerbare methode ter bepaling van deze eigenschap van het dier,
bekend is.
Teneinde te kunnen beoordeelen, of het paard ook tijdens het onder-
zoek even gewillig is als bij het gebruik onder normale omstandighe-
den, is de derde vraag „Is het dier gewillig?" gemotiveerd.
Alhoewel aan de volgende vraag niet zooveel waarde gehecht mag
worden, toch is de informatie naar het eventueel „bekend zijn met de
maximum vracht"
noodig, om de uitkomsten van de proefnemingen
te kunnen vergelijken met de normale prestaties van het paard.
Onder „bijzonderheden" worden verstaan bijzondere eigenschap-
pen, welke het paard tijdens zijn dagelijksche werkzaamheden vertoont,
teneinde te kunnen nagaan, of deze ook tijdens het onderzoek te-
voorschijn komen. Door deze vraag te stellen, gewerden mij veelal
gegevens omtrent eenige merkwaardige verschijnselen, welke ook ge-
durende het onderzoek op den voorgrond traden.
Als voorbeelden hiervan mogen de volgende, herhaaldelijk geconsta-
teerde eigenschappen, worden aangehaald: „Het paard staat dadelijk
stil, wanneer het bemerkt, dat het den last niet meer kan trekken", of wel
het tegenovergestelde daarvan, dat het dier buitengewone moeite doet,
den voor hem zwaren last voort te trekken. Naast deze eigenschappen
werden nog vele andere opgemerkt als: luiheid, vlugheid, meer of
minder snel reageeren op aanmoedigingen, schrikachtig zijn, enz.
Deze vraag bracht ook naar voren, of het paard getraind was, of het
gewend was te werken tusschen strengen dan wel alleen tusschen de
karboomen; tevens of het dier in de kracht van zijn leven was, dan wel
reeds een vermindering van trekkracht was waargenomen.
De omschrijving van het paard doet ons verschillende gegevens
omtrent afstamming, lichaamsbouw, voedingstoestand, enz. kennen.
Omtrent het ras was bij vele dieren niets bekend, zoodat naar het
exterieur, het dier in een bepaalde groep werd ingedeeld. Was het
paard in een der stamboeken opgenomen, dan werden deze gege-
vens geraadpleegd.
-ocr page 64-
65
Naar het geslacht worden de paarden verdeeld in drie groepen:
hengsten, merries en ruinen.
Voorzoover de leeftijd niet uit dek- en geboortebewijzen kan wor-
den vastgesteld, wordt deze beoordeeld naar het gebit.
De schofthoogte wordt gemeten met de galgmaat, waarbij zorg
wordt gedragen, dat de stok een vertikalen stand heeft en op het hoog-
ste punt van de schoft wordt aangelegd.
Onder borstomvang wordt verstaan de maat, welke men verkrijgt
door met een meetlint den omvang van de borstkas, achter den elle-
boog en over de schoft gaande, te bepalen. Bij de onderlinge verge-
lijking dezer afmeting, dient men rekening te houden met den voe-
dingstoestand van het paard.
Het stamboeknummer wordt ontleend aan de officieele, bij het paard
behoorende, afstammingsbewijzen.
Voor de bepaling van de kleur worden, voorzoover mogelijk, de
stamboekopgaven gebruikt.
Het gewicht werd onmiddellijk voor het begin van de proeven be-
paald op de geijkte weegbrug der Gemeente Wageningen; in den
Haag op een gecontroleerde transportabele bascule van het Instituut
voor Landbouwwerktuigen te Wageningen en te Ede met behulp van
een gecontroleerde weeginrichting op het kazerneterrein aanwezig
zijnde.
De pijpomvang wordt vastgesteld met behulp van een bandmaat,
welke strak op de grens van het bovenste en middenste een derde
gedeelte van de pijp wordt aangelegd, waarbij de uiteinden van den
band elkander passeerden.
Als tuig wordt aangegeven haam of zeel, de twee in ons land, naar-
gelang de streek en de gewoonte, gebruikelijke tuigdeelen. Door de
vele benamingen welke deze beide tuigdeelen in ons land bezitten,
komt het mij wenschelijk voor het haam (zie plaat IV) te omschrijven
als een houten gordel met leder bekleed, passend om het achterste
gedeelte van den hals; en het zeel (zie plaat V) als een breeden lederen
trekriem, aangebracht om de borst, boven de schoudergewrichten.
Voor de aanduiding van den voedingstoestand, worden drie normen
aangehouden, en wel mager, wanneer men uitwendig de ribben en an-
dere deelen van het skelet duidelijk kan waarnemen; normaal, wan-
neer alleen nog maar de afscheidingen tusschen de ribben zichtbaar
zijn, en vet, wanneer de uitstekende deelen van het beenderstelsel ter-
nauwernood zichtbaar zijn.
5
-ocr page 65-
66
Het al of niet drachtig zijn, kan alleen beoordeeld worden naar de
mededeelingen van den eigenaar.
Als „gewoon" wordt het beslag gekwalificeerd, wanneer de ijzers.
geen afwijkenden vorm hebben; zijn de ijzers aan het einde der takken
voorzien van omgebogen gedeelten, dan worden „kalkoenen" vermeld p
zijn
stiften of puntnagels aanwezig, dan wordt zulks aangeduid als
„scherp".
Onder „bijzonderheden" worden begrepen: afwijkingen van het
normale type en bepaalde interne gebreken als dampigheid en cornage ;
ook afwijkingen in lichaamsbouw, alsmede bijzondere gangen en
standen worden onder deze kwalificatie vermeld. Daarnaast nog uit-
wendig zichtbare gebreken als spat, overhoeven, schiefels.
De temperatuur wordt rectaal opgenomen met geijkte thermome-
ters, gedurende minstens drie minuten, onmiddellijk voor den aan-
vang en na afloop der proefnemingen, alsmede na 15 minuten rust.
De pols wordt zoo mogelijk opgenomen aan de Arteria Maxillaris;
is zulks door de vele bewegingen van het hoofd niet uitvoerbaar,
dan wordt deze bepaald door auscultatie van het hart.
Aan de beweging van den ribwand, respectievelijk die van de buik-
spieren, wordt de ademhaling vastgesteld. Deze methode van opname
moest echter spoedig worden verlaten, daar de, — vooral na de ma-
ximum trekkracht-proef optredende —•, zeer hooge ademhalingsfre-
quen tie, zich vaak manifesteerende in dispnoe, een juiste opname op
deze wijze uitsloot.
Daarom werd overgegaan tot het beluisteren van de trachea, welke
methode van onderzoek verreweg de voorkeur verdient.
Het aantal roode bloedlichaampjes, wordt op de in Marek (44) aan-
gegeven wijze vastgesteld: de plaats van bloedafname —•, het bovenste
één derde gedeelte van den halsadergroeve —■, wordt, daarde eigenaren
veelal bezwaar maakten tegen scheren of kaalknippen, gesteriliseerd-
met een wattetampon gedrenkt in alkohol. Voor de aderlating wordt
eene ongeveer 6 cm lange en 1^ mm dikke injectiecanule, verbonden
aan een gummieslang van 20 cm lengte en een middellijn van 5 mm,
gebruikt. —■ Voordat de punctie verricht wordt en ook tijdens den
bloedafvloei wordt manueel een matigen druk op de Vena Jugularis
uitgeoefend, waardoor een regelmatige bloedafname kan plaats vinden.
De eerste straaltjes bloed worden niet opgevangen, doch daarna wordt
de bij de telkamer behoorende pipet, welke vooraf met alkohol en
aether is gereinigd, aangezogen tot deelstreep 0,5. Onmiddellijk daar-
-ocr page 66-
67
op wordt de pipet, eerst vlug, daarna langzaam zuigende, tot deel-
streep 101 gevuld met Solutio Haijem. (Hydrarg. bichlor 0,5, Natrium
sulfuricum 5, Natrium chloratum 1, Aqua dest. 200). Gedurende
eenige minuten wordt door flink schudden een goede verdeeling van de
bloedlichaampjes over de vloeistof verkregen, en de pipet weggelegd,
om onmiddellijk na afloop der proef verder te worden onderzocht.
Eene bewaring gedurende 1 \ tot 2 uur heeft in slechts één geval,
bezwaar opgeleverd. —• De bepaling van het aantal roode bloed-
lichaampjes heeft plaats met behulp van de telkamer van Bürker (45),
waartoe in de bovenste en in de onderste telkamer telkens tweemaal 20
hokjes worden geteld, en daaruit het aantal per kubieke mm
berekend.
Het percentage Haemoglobine wordt vastgesteld met behulp van de
Heilige Normal Hamometer met twee standaardkleurstaafjes. —■ Direct
na afloop der proefneming wordt de bij het instrument behoorende
pipet gevuld tot aan de deelstreep en deze hoeveelheid bloed van 20
kubieke mm gebracht in het gegradueerde maatbuisje, waarin zich
tot aan deelstreep 10, een hoeveelheid x/io normaal Acidum Hydro-
chloricum bevindt. Door herhaald opzuigen en uitblazen worden ook
de laatste resten bloed uit de pipet verwijderd en aldus eene goed ver-
menging van bloed en zoutzuur verkregen. Na ongeveer 1 \ minuut
is de kleur donkerbruin geworden, waarop men druppelsgewijze het
maatbuisje zóóver bijvult, totdat de kleur daarvan gelijk is aan die
van de beide standaard-staafjes, welke naast het maatbuisje zijn aan-
gebracht. De beoordeeling dient te geschieden bij doorvallend dag-
licht. Het procent-Heamoglobine kan dan onmiddellijk worden afge-
lezen.
Met behulp van contacten, of wel door middel van een rondeteller
wordt het „aantal ronden" nauwkeurig aangeteekend en laat zich de
snelheid door een juiste tijdsopname met een stophorloge, berekenen.
De toestand van het paard wordt nader omschreven, waarbij ook
rekening wordt gehouden met de graad van transpireeren.
Door vriendelijke tusschenkomst van Prof. Dr. D. van Gulik,
Directeur van het Natuurkundig Laboratorium der Landbouwhooge-
school te Wageningen, gewerden mij de gegevens omtrent den atmos-
ferischen toestand.
De rubriek weersomstandigheden geeft aan, in welke mate
regen, zon of wind mogelijk invloed uitoefenen, terwijl bij elke
proef ook wordt opgegeven de toestand van den bodem.
-ocr page 67-
68
I. Proevenreeks met landbouw-, stalhouders- en trekpaarden.
Voor deze eerste proefnemingen was het toestel opgesteld in een
weide van de Landbouwhoogeschool te Wageningen. Het terrein
was vlak en de omgeving rustig, terwijl door het aanbrengen van een
dunne laag grintzand een goede loopbaan werd verkregen.
De trekboom was nog niet verlengd, zoodat het midden van de loop-
baan een omtrek van dertig meter had. •—
Het paardenmateriaal werd door de eigenaren gratis beschikbaar
gesteld.
Ten aanzien van deze eerste proevenreeks werd uitgegaan van de
gedachte, dat de werkzaamheden, welke het paard moest verrichten,
zooveel mogelijk overeen moesten komen met die, welke dagelijks
van het dier werden geëischt.
Eerst werd gedurende een half uur getrokken met een trekkracht
van 50 kg, overeenkomende met een vracht van ongeveer 1500 kg
op goede grindwegen.
Na afloop dezer arbeidsperiode, werd een kwartier gepauzeerd.
Daarna moesten de dieren gedurende dertig minuten met een kracht
trekken van 75 kg, voldoende voor een transport van 2250 kg op
goede grindwegen.
Wederom werd een rustperiode van 15 minuten toegestaan, waarna
de trekkracht langzamerhand werd opgevoerd tot het maximum
(maximum-vermogen-proef). Om zulks te bereiken werd, beginnende
met een ronde van 50 kg trekkracht, na elke geheel afgelegde ronde
van 30 m, de trekkracht telkens met 10 kg verhoogd.
Een kwartier na beëindiging der proefnemingen, werd nogmaals
de toestand van het paard beoordeeld.
Voor een regelmatig verloop van de proefnemingen, werden de
volgende bij reglement vastgelegde voorwaarden in aanmerking ge-
nomen :
1. Het paard moest worden begeleid door denzelfden voerman, welke
dagelijks met het dier omging.
2. Het paard mocht aan de teugels geleid worden, waartoe de voer-
man achter den trekboom medeliep; of wel het dier mocht alleen
rondloopen, van welke gelegenheid veelal, na één of twee ronden,
werd gebruik gemaakt.
3. Alleen stappend werken was toegestaan, draven was verboden.
-ocr page 68-
69
4. Als tuig mocht, alnaargelang het paard gewend was, een haam of
trekzeel gebruikt worden.
5. Aanmoedigen door roepen of dreigen met de zweep was geoor-
loofd, slaan daarentegen ten strengste verboden.
6. Wanneer bij de maximum-vermogen proef, het paard teekenen van
oververmoeidheid vertoonde, mocht niet meer worden aangemoe-
digd en werd de eigenaar gedwongen, het paard stil te doen staan.
7. Teneinde een rustige omgeving te houden, werden zoo min moge-
lijk personen toegelaten.
i
-ocr page 69-
70
PROEF NO. 1.
Datum: 23 Maart 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Afd.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament .....: lui, flauw.
Gewilligheid ......: gewillig, mak.
Maximum vracht ..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen: als het paard
,,Duivendaal" te Wageningen.
merkt, dat het niet meer kan, staat
het dadelijk stil.
Omschrijving paard
Ras ....___
Geslacht ...
Kleur......
Leeftijd ....
Schofthoogte
Borstomvang
Pijpomvang.
Gewicht....
Tuig •...-.
Drachtigheid
Beslag......
Voedingstoestand
Bijzonderheden .
Belg.
ruin.
vos.
14 jaar.
161 cm.
211 „
22 „
720 kg.
haam.
gewoon.
vet.
geen.
Atmosferische toestand : 14 uur.
Temperatuur.....: 9,0° C.
Luchtdruk ......: 74,83 cm.
Vochtigheidstoest .: 93 %.
Weersomstandigheden :
Regen...: geen.
Zon.....: weinig.
Wind ...: Z.W., matig.
Bodemgesteldheid:
Iets vochtig, doch hard.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming, van 13J tot 16J uur:
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 4 min.
Na 15 min.
Omschrijving:
aankomst
50 kg
75 kg
max. 200 kg
rust
Ademhaling ....
13
20
19
30
14
42
74
72
111
44
Temperatuur....
37,6
37,8
38,2
38,3
38
Proc. Haemoglob.
85
88
82
83
Aantal roode bldl.
7,49
6,25
5,97
6,78
Aantal omgangen
77
73,25
13
Snelh.: m p. uur
4620
4385
„ m p. sec.
L3
1,2
Afgel. weg in m..
2310
2192,5
390
Verr. arb. in kgm
115.500
164.437
Toest. v. h. paard
normaal
iets zw.
matig zw.
matig zw.
normaal
-ocr page 70-
71
Aanteekeningen:
Het paard heeft reeds arbeid verricht, voordat het werd onderzocht en had
reeds eerder in een rosmolen geloopen.
Aanvang eerste proef: 14,13 uur.         Aanvang tweede proef: 15 uur.
14,15 uur: 60 m in 45 sec.                15,01 uur: 60 m in 50 sec.
14,22 „ 60 „ „ 45 „                  15,09 „ 60 „ „ 52 „
14,30 „ 60 „ „ 43 „                  15,16 „ 60 „ „ 47 „
14,37 „ 60 „ „ 45 „                  15,19 „ De haak welke aan het
Einde: 14,43 uur; het paard zweet een                        hoofdstel is bevestigd,
weinig.                                                              breekt, daarom rust tot
15,21,30 uur.
15,25 uur: 60 m in 46 sec.
Einde: 15,32,30 uur.
Na beide proeven heeft het paard een rustperiode gehad van respectievelijk:
17 en 16,30 minuten.
Aanvang derde proef: 15,49 uur.
Tijdens de trekkracht-levering van 130 kg: 30min23 sec.
ft         ff                          ft                        ft 1-3V7 „ ÓVJ „ „ Z't ff
Om 15,53 uur wordt met veel aanmoediging door roepen, 200 kg trekkracht
gedurende een geheele ronde bereikt. Daarna deed het paard niet de minste
moeite meer, en ging stil staan, welke eigenschap ook in het dagelijksche werk
door het dier werd vertoond.
Rust: 15 minuten.
Opname pols, temperatuur en ademhaling: 16,8 uur.
-ocr page 71-
72
PROEF NO. 2.
Datum: 25 April 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Boerderij „Duivendaal" te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.......: gewoon, matig.
Gewilligheid .......: gewillig.
Maximum vracht....: niet bekend.
Bijz. eigenschappen . : geen.
Omschrijving van het paard:
Ras...............: tuigpaard (gekr. Inl.) Atmosferische toestand: 9 uur.
GesIacht ..........: mems-                           Temperatuur ...: 16,9° C.
Kleur.............: zwart-                             Luchtdruk......: 76,41 cm.
Leeftijd...........; 13 >aar-                         Vochtigheidstoest: 55 %.
Schofthoogte.......: 162 cm.
Borstomvang.......: 198 „                         Weersomstandigheden:
Pijpomvang........: 21 „                            Regen _ <. geen>
Gewicht...........: 600 kg.                           Zon.....: weinig.
TuiS..............: zeeL                               Wind ...: matig, Oost.
Drachtig ...........; neen.
BeslaS ............: gewoon.                      Bodemgestelheid:
Voedingstoest. .....: normaal.                         Droog hard.
Bijzonderheden ....: geen.
STAAT vermeldende het verloop der proefnemingen van 9 tot 12 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 5 min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 195 kg
rust
Ademhaling ....
20
31
32
36
24
48
74
64
72
48
Temperatuur....
38,5
38,6
38,8
39,3
39
Proc. Haemoglob.
56
68
87
87
Aantal roode bldl.
6,08
7,39
8,21
Aantal ronden ..
83
71
13,25
Snelh.: m p. uur.
4980
4260
„ m p. sec.
1,4
1,2
Af gel. weg in m..
2490
2130
397,5
Verr. arb. in kgm
124.500
159.750
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
iets zw.
tam zw.
-ocr page 72-
73
Aanteekeningen:
Het dier heeft nog niet gearbeid; heeft reeds eerder voor het toestel geloopen.
Het paard behoeft geen aanmoediging, loopt zeer regelmatig en wordt niet
aan de leidsels vastgehouden, doch loopt alleen rond. Voor de maximumproef
wordt het wel geleid.
Aanvang tweede proef: 10,15,30 uur.
10,17 uur: 60 m in 48 sec.
Aanvang eerste proef: 9,29,30 uur:
9,31 uur: 60 min 37 sec.
9,37 „ 60 „ „ 40
n
10,32 „ 60 „ „ 53
9,43 „ 60 „ „ 40
tt
10,33 „ 60 „ „52
9,49,30 „ 60 „ „ 46
tt
10,39 „ 60 „ „54
9,54,30 „ 60 „ „ 49
tt
10,43 „ 60 „ „ 49
inde: 9,59,30 uur.
Einde: 10,45,30 uur.
ust: 16 minuten.
Rust: 17,30 min.
Aanvang maximum-trekkracht-proef: 11,3 uur.
Deze wordt begonnen met 75 kg en na elke volbrachte ronde 10 kg zwaarder
gemaakt.
75 kg 30 m in 21 sec.                          145 kg 30 m in 23 sec.
155,,
30
ft tt *•$
tt
165 „
30
tt tt **^
tt
175,,
30
tt tt £5
tt
185,,
30
tt tt ^
n
195 „
het
paard houdt stil op
1
ronde
en
wil ook na aanroepen
niet verder.
85
f*
30
tt
)t
21
95
tt
30
tt
tt
21
105
tt
30
tt
tt
25
115
tt
30
tt
tt
25
125
tt
30
tt
tt
24
135
tt
30
tt
tt
24
Einde:
10,8
uur.
Rust: 15 min.
Opname pols, ademhaling, temperatuur: 10,23 uur.
-ocr page 73-
74
PROEF NO. 3.
Datum: 4 Mei 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Boerderij
Vragen aan Eigenaar:
Temperament......: zenuwachtig, vlug.
Gewilligheid .......: gewillig.
Maximum vracht ..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen: werkt altijd vlug.
Omschrijving van het paard:
Ras...............: tuigpaard (Zwl. Zw.)
Geslacht..........: merrie.
Kleur.............: zwart.
Leeftijd...........: 9 jaar.
Schofthoogte.......: 164 cm.
Borstomvang.......: 205 „
Pijpomvang........: 22,5 „
Gewicht..____.____: 680 kg
Tuig..............: zeel.
Drachtig ..........: neen.
Beslag............: gewoon.
Voedingstoest......: normaal
Bijzonderheden.....: geen.
Duivendaal" te Wageningen.
Atmosferische toestand: 8 uur.
Temperatuur....: 13,1° C.
Luchtdruk .....: 75,40 cm.
Vochtigheidstoest: 44 %.
Weersgesteldheid;
Regen ..: geen.
Zon.....: weinig.
Wind ...: tamelijk veel, N.O.
Bodemgesteldheid:
hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop der proefnemingen van 8 tot 11 uur.
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 5,34 m.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 230 kg
rust
Ademhaling ....
20
49
50
48
36
Pols .......-----
50
62
80
120
60
Temperatuur....
38,1
38,4
38,8
39
38,4
Proc. Haemoglob.
66
70
84
91
Aantal roode bldl.
6,71
7,17
7,76
8,02
Aantal ronden ..
87J
90
m
Snelh.: m p. uur
5250
5400
„ m p. sec.
1,5
1,5
Afgel. weg in m .
2625
2700
577,5
Verr. arb. in kgm
131.250
202.500
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
iets zw.
tam. zw.
-ocr page 74-
75
Aanteekeningen:
Het paard heeft nog niet gewerkt, en heeft reeds eerder voor het toestel ge-
arbeid. — Het loopt alleen rond; tijdens de laatste ronden der maximum proef,
wordt het door roepen aangemoedigd, en wordt dan aan leidsels geleid. Het
paard is zeer moedig en wil steeds draven.
Aanvang eerste proef: 8,30 uur.
Aanvang tweede proef:
9,15,30 uur
8,33 uur: 60 m in 40 sec.
9,21 uur: 60 min
41 sec.
8,39 „ 60 „ „44 „
9,28 „ 60 „ „
35 „
8,46 „ 60 „ „ 43 „
9,34 „ 60 „ „
40 „
8,51 „ 60 „ „ 40 „
9,38 „ 60 „ „
40 „
8,56 „ 60 „ „ 40 „
9,43 „ 60 „ „
41 „
Einde .-9,00 uur.
Einde .-9,45,30 uur.
Rust: 15,30 min.
Rust: 15,30 min.
Aanvang maximum-trekkracht-proef: 10,01 uur.
Deze proef wordt begonnen met 50 kg, terwijl na elke ronde de trekkracht
met 10 kg wordt verhoogd.
30 m in 19 sec.
30
ft tt              tt
Op £ ronde breekt het
hoofdstel en wordt 1,26
min. gerust.
30 m in sec.
30 „ „ 15 „
30 „ „
30 „ „ 15 „
30 „ „
Op i ronde staat het
paard stil en is ook na
aanroepen niet meer in
beweging te krijgen.
50 kg 30 m in sec.                           160 kg
60 „
30 „
„20
70 „
30 „
tt
80 „
30 „
» 19
90 „
30 „
tt
100,,
30 „
19
110 „
30 „
tt
120 „
30 „
19
130 „
30 „
tt
140,,
30 „
19
150 „
30 „
tt
Einde: 9,08
uur.
Rust: 15 minuten.
170
180
190,,
200 „
210 „
220 „
230 „
240 „
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 9,23 uur.
-ocr page 75-
76
PROEF NO. 4.
Datum: 11 Mei 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Afd. „Groenewoud" te Wageningen.
Vragen aan eigenaar:
Temperament ....: laks, lui.
Gewilligheid .....: gewillig.
Maximum vracht .: niet bekend.
Bijz. eigenschappen: bij landarbeid geeft het paard het gauw op.
Omschrijving paard:
Ras.............: Belg.                 Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht........: merrie.                  Temperatuur.......: 10,6° C.
Kleur.......... .: vos.                       Luchtdruk ........: 76,11 cm.
Leeftijd.........: 14 jaar.                Vochtigheidstoestand: 40 %.
Schofthoogte ....: 159 cm.
Borstomvang.....: 215 „               Weersomstandigheden :
Pijpomvang......: 22,5 „                  Regen ....: geen.
Gewicht.........: 755 kg.                  Zon.......: geen.
Tuig............: haam.                    Wind .....: tamelijk, N.
Drachtigheid.....: neen.
Beslag..........: gewoon.             Bodemgesteldheid:
Voedingstoestand .: vet.                       droog, hard.
Bijzonderheden ..: toontreder.
STAAT vermeldende het verloop der proefnemingen van 14 tot 16,15 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 9 min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 220 kg
rust
Ademhaling ....
16
24
28
32
21
Pols ...........
46
64
60
92
54
Temperatuur....
37,95
38,3
38,3
38,4
38,3
Proc. Haemoglob.
60
65
66
77
Aantal roode bldl.
5,23
5,33
7,31
9,15
Aantal ronden ♦.
55
44
18J
Snelh.: m p. uur
3300
2840
„ m p. sec.
0,9
0,8
Afgel. weg in m .
1650
1420
543|
Verr. arb. in kgm
82.500
106.500
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
ïetszw.
-ocr page 76-
77
Aanteekeningen:
De algemeene indruk wordt gevestigd, dat het dier lui is, en langzaam loopt.
Het wil tijdens de maximum-proef steeds stil gaan staan.
Loopt steeds alleen rond, zonder geleid te worden. — Het heeft dien dag nog
niet gearbeid, en nog nooit in een rosmolen geloopen.
Aanvang eerste proef: 14,20 uur.
Aanvang tweede proef: 15,05 uur.
14,21 uur: 60 m in 52 sec.
15,07uur: 60 min 80 sec.
14,29 „ 60 „ „ 62 „
15,12 „ 60 „ „ 91 „
14,34 „ 60 „ „ 65 „
15,20 „ 60 „ „ 82 „
14,41 „ 60 „ „ 65 „
15,26 „ 60 „ „ 82 „
14,47 „ 60 „ „70 „
15,32 „ 60 „ „ 86 „
Einde: 14,50 uur.
Einde: 15,35 uur.
Rust: 15 min.
Rust: 15 min.
Aanvang maximum-trekkracht-proef:
15,50 uur.
50 kg 30 m in 30 sec.
150kg 30 min31 sec.
60 „ 30 „ „
160 „ 30 „ „
70 „ 30 „ „ 40 „
170 „ 30 „ „ 31 „
80 „ 30 „ „
180 „ 30 „ „
90 „ 30 „ „ 37 „
190 „ 30 „ „ 32 „
100 „ 30 „ „
Staat stil op i ronde.
110 „ 30 „ „ 35 „
200 „ 30 min sec.
120 „ 30 „ „
210 „ 30 „ „ 27 „
130 „ 30 „ „ 33| „
220 „ Staat op | ronde stil
140 „ 30 „ „
en begint te zweeten.
Einde: 15,59 uur.
Rust: 15 minuten.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 16,14 uur.
-ocr page 77-
78
PROEF NO. 5.
Datum: 15 Mei 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Boerderij „Groenewoud" te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: „nogal zenuwachtig".
Gewilligheid......: gewillig.
Maximum vracht..: niet bekend, maar wel veel, is sterk.
Bijz. eigenschappen: geen.
Omschrijving paard:
Ras..............: Belg, „Warda" Atmosferische toestand: 8 uur.
v. „Groenew." Temperatuur.......: 9,8° C.
(B. 7362).           Luchtdruk ........: 75,81 cm.
Geslacht .........: merrie.               Vochtigheidstoestand: 55 %
Kleur............: vos.
Leeftijd..........: 8 jaar.          Weersomstandigheden:
Schofthoogte......: 163 cm.              Regen .: geen.
Borstomvang......: 216 „               Zon....: gedurende de helft der tijd.
Pijpomvang.......: 24J „               Wind ..: tamelijk, N.
Gewicht..........: 800kg.
Tuig.............: haam.             Bodemgesteldheid:
Drachtigheid......: neen.                  hard, droog.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: vet.
Bijzonderheden ...: geen.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 8 tot 10,45 uur:
Omschrijving
Bij
aankomst
Na 30 min.
50 kg
Na 30 min.
75 kg
Na 10,46
min.
max. 280 kg
Na 15 min.
rust
Ademhaling ....
22
27
33
60
23
49
60
63
141
68
Temperatuur....
37,8
38,2
38,3
38,65
38,3
Proc. Haemoglob.
56
68
65
84
Aantal roode bldl.
5,67
5,33
7,57
8,94
Aantal ronden ..
77
65
23J
Snelh.: m p. uur
4620
3900
„ m p. sec.
1,3
1,1
Afgel. weg in m..
2310
1950
712i
Verr. arb. in kgm
115.500
146.250
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
zweeten
-ocr page 78-
79
Aanteekeningen:
Het paard heeft nog niet gewerkt en nimmer in een rosmolen geloopen.
Tijdens het onderzoek neemt het paard overal notitie van.
Aanvang tweede proef: 9,28 uur.
9,29uur: 60 min 55 sec.
Aanvang eerste proef: 8,45 uur.
8,45 uur: 60 m in 40 sec.
8,49 „ 60 „
„44
9,35 „ 60 „
tt
61
tt
8,55 „ 60 „
„44
9,41 „ 60 „
tt
61
tt
9,01 „ 60 „
„48
tt
9,48 „ 60 „
tr
55
tt
9,05 „ 60 „
„51
9,54 „ 60 „
tl
57
tt
Einde: 9,13 uur.
Einde
.• 9,58 uur.
Rust: 15 min.
Rust:
15 min.
Aanvang maximum proef: 10,13 uur.
50 kg 30 m in 21 sec.
170 kg 30 m
in
25,5
sec.
60 „ 30 „ ,
180 „ 30 „
tr
70 „ 30 „ ,
24
190 „ 30 „
tt
26
tt
80 „ 30 „ ,
200 „ 30 „
rr
90 „ 30 „ ,
27
tt
210 „ 30 „
rr
26
t*
100 „ 30 „ ,
220 „ 30 „
tr
110 „ 30 „ ,
29
tt
230 „ 30 „
rr
27
tt
120 „ 30 „ ,
240 „ 30 „
rr
130 „ 30 „ ,
27
»
250 „ 30 „
rr
30
tt
140 „ 30 „ ,
260 „ 30 „
rt
150 „ 30 „ ,
' 29
270 „ 30 „
rr
36
tt
160 „ 30 „ ,
280 „ Na J ronde gleed het
paard
uit op
het loop-
pad, door aanwezigheid
van faeces.
Einde: 10,23,46 uur.
Rust; 15 min.
De indruk werd verkregen, dat wanneer het paard kalkoenen had gehad, het
niet zoude zijn uitgegleden en tot hoogere trekkrachtlevering in staat geweest
zou zijn.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,39 uur.
-ocr page 79-
80
PROEF NO. 6.
Datum: 18 Mei 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Boerderij „Groenewoud" te Wageningen.
Vragen aan eigenaar :
Temperament....: „temperament genoeg".
Gewilligheid.....: gewillig.
Maximum vracht .: niet bekend, maar wel veel.
Bijz. eigenschappen: geen.
Omschrijving van het paard:
Ras.............: Belg, „Marius".   Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht........: ruin.                         Temperatuur......: 8,8 C.
Kleur...........: vos.                          Luchtdruk.......: 74,85 cm.
Leeftijd.........: 5 jaar.                   Vochtigheidstoest. .: 91 %
Schofthoogte.....: 162 cm.
Borstomvang.....: 206 „                    Weersomstandigheden:
Pijpomvang......: 25 „                       Regen ....: buien.
Gewicht.........: 721 kg.                      Zon.......: geen.
Tuig............: haam.                       Wind.....: weinig, W.
Drachtigheid.....: —
Voedingstoestand.: normaal.               Bodemgesteldheid:
Bijzonderheden ..: zeer veel tempe-         glibberig, plm. 5 cm modder, on-
rament, waardoor het paard zich         dergrond echter hard.
gauw aftobt, na eenigen tijd pas
rustig.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 14 tot 16,15 uur:
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 9 min.
Na 15 min.
Omschrijving
aankomst
50 kg
75 kg
max. 270 kg
rust
Ademhaling ....
16
24
32
76
29
Pols...........
44
76
64
160
56
Temperatuur....
38,6
38,5
38,4
38,9
38,85
Proc. Haemoglob.
61
61
66
84
Aantal roode bldl.
7,84
6,37
7,10
7,54
Aantal ronden ..
84
71
24
Snelh.: m p. uur
5040
4260
„ m p. sec.
1,4
1,2
Afgel. weg in m .
2520
2130
720
Verr. arb. in kgm
126.000
159.700
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
iets zw.
-ocr page 80-
81
Aanteekeningen:
Voor het toestel is het paard eerst zeer temperamentvol, doch kalmeert lang-
zamerhand, vandaar ook een temperatuursdahng na afloop der eerste en tweede
proefneming.
Ook dit paard heeft nog geen arbeid verricht, en nooit in een rosmolen
gewerkt.
Aanvang tweede proef: 15,00 uur.
15,01 uur: 60m in 45 sec.
Aanvang eerste proef: 14,15 uur.
14,17 uur: 60 m in 36 sec.
15.07 „
60 „
„52
tt
15,16 „
60 „
„51
tt
15,24 „
60,
„50
tt
15,28 „
60,
„48
tt
Einde: 15,30 uur.
Rust: 15 min.
140 kg 30 m
in 23 sec.
150,,
30 „
160,,
30 „
„22
*t
170 „
30 „
tt
180,,
30 „
„20
tt
190,,
30 „
tt
200 „
30 „
„20
tt
210,,
30 „
tt
220 „
30 „
„22
tt
230 „
30 „
//
240,,
30 „
„22
tt
250 „
30 „
tt
260 „
30 „
„23
tt
*270 „
30 „
*) Deze ronde wordt precies gehaald,
dan is het dier aan
het einde zijner
kracht en staat te „pompen".
14,24 „
60 „ „41
14,30 „
60 „ „ 42
14,35 „
60 „ „44
14,40 „
60 „ „47
Einde: 14,45 uur.
Rust: 15 min.
Aanvang maximum-proef: 15,45 uur.
50 kg 30 m in sec.
60 „
30 „
„20
*70 „
30 „
tt
*70 „
30 „
tt
80 „
30 „
„21
90 „
30 „
tt
100 „
30 „
„23
110 „
30,.
tt
120 „
30 „
„22
130 „
30 „
tt
*) Bij abuis tweemaal rond.
Einde: 15,45 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhalingf pols en temperatuur: 16,09 uur.
Gedurende de ronde met 140 kg trekkrachtlevering begint het paard uit te
glijden en tracht telkens met de hoeven op het gras te komen, teneinde beter
vasten voet te kunnen krijgen.
-ocr page 81-
82
PROEF NO. 7.
Datum: 22 Mei 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Boerderij „Groenewoud" te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament....: nogal opgewekt.
Gewilligheid.....: gewillig.
Maximum vracht .: niet bekend, doch wel veel.
Bijz.eigenschappen: sedert drie maanden niet gewerkt.
Omschrijving van het paard :
Ras.............: Belg, „Alida van Atmosferische toestand: 8 uur.
Groenewoud"           Temperatuur......: 8,1° C.
(B. 6341)                  Luchtdruk.......: 75,78 cm.
Kleur...........: lichte vos.                Vochtigheidstoest. .: 94 %.
Leeftijd.........: 9 jaar.
Schofthoogte.....: 170 cm.                 Weersomstandigheden:
Borstomvang.....: 207 „                       Regen ...: steeds.
Pijpomvang ......: 25 „                       Zon......: geen.
Gewicht.........: 793 kg.                      Wind ....: tamelijk, W.
Tuig............: haam.
Drachtigheid.....: neen.                     Bodemgesteldheid:
Beslag..........: gewoon.                    Glad en modderig.
Voedingstoestand .: norm. tot mager.
Bijzonderheden ..: voor het eerst van
veulen af, heeft last van vollen
uier.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 8 tot 11 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 6 min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 180 kg
rust
Ademhaling ....
15
19
25
42
17
Pols ...........
58
81
96
124
60
Temperatuur....
38,2
38,3
38,1
38,4
38,3
Proc. Haemoglob.
84
74
78
Aantal roode bldl.
7,37
7,69
8,65
Aantal omgangen
61
59
13i
Snelh.: m p. uur
3660
3540
„ m p. sec.
1,0
9,5
Afgel. weg in m .
1830
1770
403
Verr. arb. in kgm
91.500
132.750
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
Zweet
-ocr page 82-
83
Aanteekeningen:
Door den gladden bodem loopt het paard zeer voorzichtig, en maakt vooral
tijdens de maximum-trekkracht-proef kleine passen, niet grooter dan 30 cm,
en heeft dan toch nog moeite om niet te vallen.
Deze proef werd doorgezet, om later te kunnen uitmaken, in hoeverre het
paard ten zijnen nadeele wordt beïnvloed door de gladde loopbaan. Het loopen
alleen, was voor het dier reeds een inspanning.
Aanvang tweede proef: 9,25 uur.
9,26 uur: 60 m in 54 sec.
9,30 „ 60 „ „ 63 „
9,38 „ 60 „ „ 64 „
9,43 „ 60 „ „ 64 „
9,48 „ 60 „ „ 58 „
Einde: 9,55 uur.
Aanvang eerste proef: 8,40 uur.
8,42 uur: 60 m in 53,5 sec.
8,48 „ 60 „ „ 63     
8,55 „ 60 „ „ 63     
9,— „ 60 „ „ 58     
9,05 „ 60 „ „ 61     
Einde: 9,10 uur.
Rust: 15 min.
Rust: 15 min.
Aanvang maximum-trekkracht-proef:
10,10 uur.
50 kg 30 m in sec.
120 kg 30 m in 29,5 sec.
60 „ 30 „ „ 24,5 „
130 „ 30 „ „
70 „ 30 „ „
140 „ 30 „ „ 31 „
80 „ 30 „ „ 27 „
150 „ 30 „ „
90 „ 30 „ „
160 „ 30 „ „ 31 „
100 „ 30 „ „ 28 „
170 „ 30 „ „
110 „ 30 „ „
180 „ Op i ronde staat het
paard stil en is geheel
uitgeput.
Einde: 10,16,30 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,32 uur.
-ocr page 83-
84
PROEF NO. 8.
Datum: 25 Mei 1928.
Eigenaar t N. W. Daniels, Landbouwer te Wageningen.
Vragen aan den Eigenaar :
Temperament....: veel temperament.
Gewilligheid .....: gewillig.
Maximum vracht ..: 3000 pond op straatweg op 4-wielige wagen.
Bijz. eigenschappen: geen.
Omschrijving van het
Geslacht ...
Kleur......
Leeftijd ....
Schofthoogte
Borstomvang
Pijpomvang
Gewicht ..
Tuig......
Drachtig ..
Beslag ....
Voedingstoestand
Bijzonderheden .
paard:
! Hackney.
: merrie.
! donkervos.
: 8 jaar.
: 156 cm.
! 176 „
i 18 „
: 461 kg.
: zeel.
: neen.
: gewoon.
i half-vet,
: geen.
Atmosferische toestand.* 8 uur.
Temperatuur.......: 8,9° C.
Luchtdruk........: 76,33 cm.
Vochtigheidstoest. ..: 85 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk, N.O.
Bodemgesteldheid:
vast, iets vochtig, doch niet glad.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 8,15 tot 11 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 41 min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 180 kg
rust
Ademhaling ....
13
24
21
32
14
Pols......-----.
51
72
64
78
59
Temperatuur....
38,0
38,2
38,8
38,7
38,4
Proc. Haemoglob.
74
75
74
88
Aantal roode bldl.
6,71
7,68
7,15
8,15
Aantal ronden ..
71
55
Bt
Snelh.: m p. uur
4260
3300
„ m p. sec.
1,2
0,9
Af gel. weg in m..
2130
1650
412J
Verr. arb. in kgm
106.500
123.750
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
iets zw.
-ocr page 84-
85
Aanteekeningen:
Wanneer het paard bemerkt, dat er geen zweep is, doet het kalm aan; zulks
blijkt ook tijdens de proefneming.
Het paard heeft nog niet gearbeid, en nimmer in een rosmolen geloopen.
Slechts een enkele maal leidt de eigenaar het dier. De geleider had den in-
druk gekregen, dat het paard voor het toestel dezelfde eigenschappen vertoonde
als bij het dagelijksche werk.
Aanvang der eerste proef: 8,56 uur.
8,58 uur: 60 m in 39  sec.
9,05 „ 60 „ „49   
9,10 „ 60 „ „ 51   
9,15 „ 60 „ „ 52   
9,24 „ 60 „ „ 55   
Einde: 9,26 uur.
Rust: 15 min.
Aanvang der tweede proef: 9,41 uur.
9,43 uur: 60 m in 51 sec.
9,48 „ 60 „ „ 55 „
9,53 „ 60 „ „ 56 „
9,58 „ 60 „ „ 56 „
10,03 „ 60 „ „ 56 „
Einde: 10,06 uur.
Rust: 15 min.
Aanvang maximum-proef: 10,21 uur.
50 kg 30 m in sec.
60 „ 30 „ „ 18 „
70 „ 30 „ „
80 „ 30 „ „ 19 „
90 „ 30 „ „
100 „ 30 „ „ 21 „
110 „ 30 „ „
120 kg 30 m in 20 sec.
130 „
30 „ „
140,,
30 „ „
150,,
30 „ „
160 „
30 „ „
*170 „
30 „ „
**180 „
30 „ „
21
34
*) Staat stil op J ronde, doch
gaat dadelijk weer verder.
* *) Haalt deze ronde nog bijna.
Einde: 10,25,30 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,40,30 uur.
-ocr page 85-
86
PROEF NO. 9.
Datum: 1 Juni 1928.
Eigenaar: G. H. Albers, Stalhouder te Wageningen.
Vragen aan den Eigenaar:
Temperament....: vurig.
Gewilligheid .....: gewillig.
Maximum vracht.: niet bekend.
Bijz.eigenschappen: „houdt lang vol"
Omschrijving van het paard:
Ras-----.........: Tuigp., „Corry".
Geslacht........: merrie.
Kleur...........: zwart.
Leeftijd.........: 8 jaar.
Schofthoogte.....: 163 cm.
Borstomvang.....: 187 „
Pijpomvang......: 20\
Gewicht.........: 538 kg.
Tuig............: zeel.
Drachtig........: neen.
Beslag..........: gewoon.
Voedingstoestand .; norm.—mager.
Atmosferische toestand: 8 uur.
Temperatuur.......: 13,2 C.
Luchtdruk........: 76,22 cm.
Vochtigheidstoest. ..: 55 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: steeds.
Wind.....: veel, O.
Bodemgesteldheid :
hard en droog.
Bijzonderheden ..: geen.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 7,45 tot 10,30 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 6 \ min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 250 kg
rust
Ademhaling-----
16
28
31
48
24
Pols ...........
51
72
80
132
68
Temperatuur....
37,7
38,2
38,6
38,8
38,4
Proc. Haemoglob.
74
76
76
95
Aantal roode bldl.
6,96
7,93
8,91
11,06
Aantal ronden ..
69
60
21
Snelh.: m p. uur
4140
3600
„ m p. sec.
1,2
1,0
Afgel. weg in m..
2070
1800
630
Verr. arb. in kgm
103.500
135.000
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
norma?l
zweet iets
-ocr page 86-
87
Aanteekeningen:
Het dier heeft nog geen arbeid verricht, en nimmer in een rosmolen gewerkt.
Eigenaar deelt mede dat het paard bij het dagelijksch gebruik, bij zwaarder
worden van den last, harder gaat loopen. Dit verschijnsel zien wij ook tijdens
de maximum-proeven.
Aanvang tweede proef: 9,11 uur.
9,12 uur: 60 m in 50 sec.
Aanvang eerste proef: 8,26 uur.
8,28 uur: 60 m in 34 sec.
8,34 „ 60 „ „ 49 „
8,41 „ 60 „ „ 54 „
8,48 „ 60 „ „ 58 „
8,54 „ 60 „ „ 64 „
Einde : 8,56 uur.
Rust: 15 min.
67
66
54
58
9,17 „
9,23 „
9,32 „
9,37 „
Einde: 9,41 uur.
Rust: 15 min.
60
60
60
60
Aanvang maximum-trekkracht-proef: 9,56 uur.
50 kg 30 m  in 20 sec.
60 „ 30 „   „
70 „ 30 „   „ 21 „
80 „ 30 „   
90 „ 30 „   „ 20 „
100 „ 30 „   
110 „ 30 „   „20 „
120 „ 30 „   
130 „ 30 „   „ 17 „
140 „ 30 „   
150 „ 30 „   „ 18 „
160 „ 30 „   
Einde: 10,12,30 uur.
Rust: 15 min.
170 kg 30 m in 16 sec.
180,,
30
190 „
30
200 „
30
210 „
30
220 „
30
230 „
30
240,,
30
250 „
30
260 „
kar
16
15
18
26
kan het paard niet meer
trekken, zoodra het toestel op
260 kg werd ingesteld, stond
het onmiddellijk stil.
Opname van ademhaling, pols en temperatuur: 10,18 uur.
-ocr page 87-
88
PROEF NO. 10.
Datum: 5 Juni 1928.
Eigenaar: Landbouwhoogeschool, Afd. „Groenewoud" te Wageningen.
Vragen aan den Eigenaar:
Temperament....: nogal opgewekt.
Gewilligheid .....: gewillig.
Maximum vracht .: trekt tamelijk veel.
Bijz. eigenschappen: heeft in maanden niet gewerkt; heeft een veulen.
Omschrijving van het paard:
Ras.............: Belg, „Alida van   Atmosferische toestand: 8 uur.
Groenewoud"           Temperatuur.......: 11.8 C.
(B 6341).                  Luchtdruk........: 75,99cm.
Geslacht........: merrie.                     Vochtigheidstoest. ..: 45 %.
Kleur...........: lichte vos.
Leeftijd.......,.: 9 jaar.                Weersomstandigheden:
Schofthoogte.....: 170 cm.                     Regen .,..: geen.
Borstomvang.-----: 207 „                       Zon.......: steeds.
Pijpomvang......: 25 „                       Wind.....: tamelijk, N.O.
Gewicht.........: 793 kg
Tuig............: haam.                    Bodemgesteldheid :
Drachtig........: neen.                        hard en droog.
Beslag..........: gewoon.
Voedingstoestand .: norm. tot mager.
Bijzonderheden ..: geen.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 7,45 tot 10,30 uur:
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 8 i min.
Na 15 min.
Omschrijving
aankomst
50 kg
75 kg
max. 240 kg
rust
Ademhaling ....
17
24
23
52
21
57
69
74
117
73
Temperatuur....
37,9
38,05
38,0
38,2
38,0
Proc. Haemoglob.
70
71
75
89
Aantal roode bldl.
7,21
6,87
8,52
8,95
Aantal ronden ..
66è
67
19|
Snelh.: m p. uur
3990
4020
„ m p. sec.
1,1
LI
Af gel. weg in m..
1995
2010
592 J
Verr. arb. in kgm
99.750
150.750
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
iets zw.
-ocr page 88-
89
Aanteekeningen:
Deze proef is genomen, om het verschil tusschen modderigen en drogen bodem
na te gaan. Dit paard is ook onderzocht tijdens regenweer en is beschreven
onder no. 7.
Het paard heeft sedert maanden niet gewerkt en alleen twee weken geleden
voor het toestel arbeid verricht.
Aanvang eerste proef: 8,19 uur.
8,20 uur: 60 m in 49 sec.
Aanvang tweede proef: 9,04 uur.
9,05 uur: 60 m in 48 sec.
9,11 „ 60 „ „ 52 „
9,18 „ 60 „ „ 54 „
9,25 „ 60 „ „ 54 „
9,30 „ 60 „ „ 54 „
Einde: 9,34 uur.
Rust: 15 min.
8,25 „
60 „ „ 60
8,33 „
60 „ „54
8,40 „
60 „ „51
8,46 „
60 „ „54
Einde: 8,49 uur.
Rust: 15 min.
Aanvang maximum-proef: 9,49 uur.
50 kg 30 m in sec.
160 kg 30 m in 25,5 sec.
170 „ 30 „ „
180 „ 30 „ „ 27 „
190 „ 30 „ „
200 „ 30 „ „ 26 „
210 „ 30 „ „
220 „ 30 „ „ 24 „
230 „ 30 „ „
240 „ Het paard eindigt op §
ronde, afgelegd in 24 sec.
60 „
30 „
„24
70 „
30 „
»
80 „
30 „
„24
90 „
30 „
it
100 „
30 „
25,5
110 „
30 „
tt
120 „
30 „
„26
130 „
30 „
»
140 „
30 „
25,5
150 „
30 „
tf
Einde: 9,57,30 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,12,30 uur.
-ocr page 89-
90
PROEF NO. 11.
Datum: 12 Juni 1928.
Eigenaar: J. Scheffel, Steenkolenhandelaar te Wageningen.
Vragen aan den Eigenaar :
Temperament ....: gewoon.
Gewilligheid .....: gewillig.
Maximum vracht .: op tweewielige wagen: 3375 kg.
Bijz. eigenschappen: trekt goed tusschen karboomen, anders niet zoo goed.
Omschrijving van het paard:
Ras.............: Pony, Russ. hit. Atmosferische toestand: 8 uur.
Geslacht........: merrie.                     Temperatuur......: 15,8° C.
Kleur...........: witte schimmel. Luchtdruk .......: 76,58 cm.
Leeftijd.........: 8 jaar.                   Vochtigheidstoest. .: 85 %.
Schofthoogte.....: 140 cm.
Borstomvang .....: 165 „                  Weersomstandigheden:
Pijpomvang......: 17 J „                     Regen ...: geen.
Gewicht.........: 362 kg.                      Zon......: steeds.
Tuig............: zeel.                          Wind-----: weinig, Z.W.
Drachtig ........: neen.
Beslag..........: gewoon.                Bodemgesteldheid :
Vcedingstoestand .: normaal.                   iets vochtig, niet glad.
Bijzonderheden ..: toontreder.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 7,45 tot 11,15 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 2,26 m.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 110 kg
rust
Ademhaling ....
10
75
111
98
30
42
65
86
92
48
Temperatuur....
38,9
39,4
39,8
39,3
39,1
Proc. Haemoglob.
55
79
78
84
Aantal roode bldl.
4,20
5,61
6,51
7,98
Aantal ronden ..
59*
70
6
Snelh.: m p. uur
3570
4200
„ m p. sec.
1,0
1,2
Afgel. weg in m..
1785
2100
180
Verr. arb. in kgm
89.250
157.500
Toest. v. h. paard
normaal
warm
erg zweet.
Zweeten
-ocr page 90-
91
Aanteekeningen:
De indruk werd verkregen, dat de vracht van 50 kg reeds tamelijk zwaar was
voor deze hit; eigenaar wilde het dier echter ook de 75-kg-proef laten afleggen.
Dit is ook gelukt, maar de vracht was voor deze pony te zwaar, getuige het zweet,
dat met straaltjes van het lichaam droop.
Merkwaardig is, dat het dier niet alleen voor het toestel minder presteerde dan
tusschen de karboomen, doch ook voor ploeg of egge werkte het paard moeilijker.
Aanvang eerste proef: 8,05 uur.
8,07 uur: 60 m in 61 sec.
Aanvang tweede proef: 8,50 uur.
8,51 uur: 60 m in 56 sec*
8,14 „
60 „ „67
8,56 „ 60 „
„52
*
tt
8,21 „
60 „ „ 62
8,59 „ 60 „
„56
*
tt
8,29 „
60 „ „57
**
9,03 „ 60 „
„56
*
tt
8,33 „
60 „ „44
rr
9,07 „ 60 „
9,10 „ 60 „
9,16 „ 60 „
„41
„45
„50
tt
tt
tt
Einde: 8,36 uur.
Eind'
; 9,20 uur.
Rust: 15 min.
Rust:
15 min.
*) 1 maal stilgestaan.
**) 2 maal stilgestaan.
Aanvang maximum-proef: 9,35 uur.
50 kg 30 m in 24 sec.
60 „ 30 „ „ 24 „
70 „ 30 „ „ 22 „
80 „ 30 „ „ 25 „
Einde: 9,38 uur.
Rust: 15 min.
90 kg 30 m in 25 sec.
100 „ 30 „ „ 26 „
110,, het hitje eindigt zoodra
het den last van 110 kg
bemerkt.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 9,53 uur.
-ocr page 91-
92
PROEF NO. 12.
Datum: 15 Juni 1928,
Eigenaar : A. W. RuTGERS, Stalhouder te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: matig, lui.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht...; niet bekend,
tamelijk veel.
Bijz. eigenschappen,: „begint te verslijten".
Omschrijving van het paard:
Atmosferische toestand: 7,30 uur.
(gekr. Inl.)
Geslacht ......... j ruin.
Kleur............: zwart.
Vochtigheidstoest. ..: 91 %.
Leeftijd..........; 19 jaar.
Schofthoogte......: 161 cm.
Weersomstandigheden:
Borstomvang......: 187 „
Regen ....: geen.
Pijpomvang.....,.: 22J „
Gewicht,.........; 555 kg.
Wind.....: veel, W.
Tuig....,........; zeel.
Drachtig .........: —
Bodemgesteldheid:
Beslag:..........♦: gewoon.
hard, droog.
Voedingstoestand .. i normaal.
Bijzonderheden ...: dikke kogels.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 7,30 tot 10,30 uur:
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 5 min.
Na 15 min.
Omschrijving
aankomst
50 kg
75 kg
max. 150 kg
rust
Ademhaling ....
14
36
48
54
28
Pols ...........
40
61
• 83
101
58
Temperatuur....
37,6
38,05
38,5
38,6
38,1
Proc. Haemoglob.
64
72
74
76
Aantal roode bldl.
6,00
6,68
7,01
9,48
Aantal ronden ..
63
56
10è
Snelh.: m p. uur
3780
3360
„ m p. sec.
1,1
0,9
Afgel. weg in m..
1890
1680
315
Verr. arb. in kgm
94.500
126.000
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
normaal
-ocr page 92-
93
Aanteekeningen:
Het paard is erg lui, en toont zulks ook duidelijk tijdens de proefnemingen;
het dier moet door herhaald aanroepen aangespoord worden, anders gaat het
stil staan.
Aanvang tweede proef: 9,03 uur.
9,06 uur: 60 m in 54 sec.
Aanvang eerste proef: 8,18 uur.
8,20 uur: 60 m in 52 sec.
8,27 „
60 „ „53
ti
9,14 „
60 „ „59
8,35 „
60 „ „ 62
t>
9,20 „
60 „ „ 61
8,43 „
60 „ „60
t>
9,24 „
60 „ „ 61
8,47 „
60 „ „ 61
9,30 „
60 „ „ 61
Einde: 8,49 uur.
Einde
; 9,31 uur.
Rust: 15 min.
Rust:
15 min.
Aanvang maximum trekkracht-proef: 9,46 uur.
50 kg 30 m in 22 sec.
100 kg 30 m in 27 sec.
110 „ 30 „ „
120 „ 30 „ „ 28 „
130 „ 30 „ „
140 „ 30 „ „ 41 „
150 „ Op £ ronde staat het
dier stil en wenscht niet meer
te trekken.
60
tt
30
tt
tt
23
70
tt
30
tt
tl
80
tt
30
11
tt
27
90
tt
30
11
11
Einde: 9,15 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,06 uur.
-ocr page 93-
94
PROEF NO. 13.
Datum: 21 Juni 1928.
Eigenaar: G. H. Albers, Stalhouder te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar:
matig,
gewillig,
niet bekend,
wat schrikachtig.
Temperament.....:
Gewilligheid ......:
Maximum vracht..:
Bijz. eigenschappen.:
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Tuigpaard
(gekr. Inl.)
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: zwart.
Leeftijd..........: 6 jaar.
Schofthoogte......: 157 J cm.
Borstomvang......: 187 „
Pijpomvang.......: 20 J „
Gewicht..........: 575 kg.
Tuig.............: zeel.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 16 uur.
18,5° C.
76,40 cm.
65 %.
Temperatuur......
Luchtdruk .......
Vochtigheidstoest.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: steeds.
Wind .....: geen.
Bodemgesteldheid:
hard, droog.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 16 tot 18,30 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 5 J min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 180 kg
rust
Ademhaling ....
16
48
66
78
31
37
60
69
81
39
Temperatuur....
38,0
38,4
38,6
38,7
38,4
Proc. Haemoglob.
71
78
81
87
Aantal roode bldl.
6,22
7,16
7,26
12,84
Aantal ronden ..
71
68f
13|
Snelh.: m p. uur
4260
4125
„ m p. sec.
1,2
1,15
Afgel. weg in m..
2130
2062J
412J
Verr. arb. in kgm
106.500
154.637
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
zweeten
Zweeten
-ocr page 94-
95
Aanteekeningen:
Het paard heeft den geheelen dag zwaren arbeid verricht, voor een wagen met
zand beladen. Ook voor het toestel is het dier schrikachtig en neemt notitie van
alle geluiden. Voor het toestel zelf is het echter niet bang, loopt alleen rond.
Heeft nooit in een rosmolen geloopen.
Aanvang eerste proef: 16,27 uur.           Aanvang tweede proef: 17,12 uur.
16,28 uur: 60 m in 40 sec.                    17,12 uur: 60 m in 51 sec.
16,34 „ 60 „ „ 50 „                      17,13 „ 60 „ „ 46 „
16,41 „ 60 „ „51 „                      17,25 „ 60 „ „59 „
16,48 „ 60 „ „ 51 „                      17,32 „ 60 „ „ 51 „
16,55 „ 60 „ „ 52 „                      17,49 „ 60 „ „ 54 „
Het paard staat tijdens de op-
name 16,41 en 16,48 even stil,
angstig voor opnemer.
Einde: 16,57 uur.
                                  Einde: 17,42 uur.
Rust: 15 min.                                        Rust: 15 min.
Aanvang maximum-proef: 17,57 uur.
50 kg 30 m in 23 sec.                           120 kg 30 m in 24 sec.
60 „
30 „
„21
70 „
30 „
„26
80 „
30 „
„23
90 .,
30 „
„ 19
100 „
30 „
tt
110 „
30 „
tt
130 „ 30 „ „
140 „ 30 „ „ 23 „
150 „ 30 „ „
160 „ 30 „ „ 24 „
170 „ 30 „ „ 23 „
180 „ Het paard staat op 3/4
ronde stil en doet geen moeite
meer te trekken.
Einde: 18,02,30 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling,pols en temperatuur: 18,17,30 uur.
-ocr page 95-
96
PROEF NO. 14.
Datum i 29 Juni 1928.
Eigenaar: G. H. Albers, Stalhouder te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament.....: „nogal opgewekt".
Gewilligheid ......: zeer gewillig.
Maximum vracht...: niet bekend, doch wel veel.
Bijz. eigenschappen.: vlug.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Tuigpaard       Atmosferische toestand: 15,45 uur.
(gekr. Inl.)           Temperatuur.......: 25,8° C.
Geslacht .........: merrie.                Luchtdruk ........: 76,13 cm.
Kleur ............: zwart.                  Vochtigheidstoest. ..: 85 %.
Leeftijd..........: 7 jaar.
Schofthoogte......: 157 cm.            Weersomstandigheden :
Borstomvang......: 189 „                Regen....: geen.
Pijpomvang.......: 21 „                Zon......: steeds.
Gewicht..........: 565 kg.                Wind .....: weinig, Z.W.
Tuig.............: zeel.
Drachtig .........: neen.               Bodemgesteldheid:
Beslag...........: gewoon.              hard, droog.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 15,45 tot 18 uur:
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 6 min.
Na 15 min.
Omschrijving
aankomst
50 kg
75 kg
max. 230 kg
rust
Ademhaling ....
32
57
64
84
44
Pols...........
37
60
68
89
48
Temperatuur....
37,7
38,5
39,1
38,8
38,5
Proc. Haemoglob.
72
77
79
84
Aantal roode bldl.
5,94
9,54
9,65
12,58
Aantal ronden ..
85
78J
18*
Snelh.: m p. uur
5100
4710
„ m p. sec.
1,4
1,3
Afgel. weg in m..
2550
2355
555
Verr. arb. in kgm
127.500
176.625
Toest. v. h. paard
normaal
iets zw.
sterk zw.
zweeten
-ocr page 96-
97
Aanteekeningen:
Het paard heeft den geheelen dag flink gewerkt. Het zeer warme weer heeft
veel invloed op het in sterke mate transpireeren van het paard. Tijdens de eerste
proefneming begint het dier reeds op het kruis en tusschen de achterbeenen te
zweeten; droogt gedurende de rust geheel op, doch bij de tweede proef herhaalt
zich onmiddellijk het verschijnsel; tijdens de opnamen 17,11 druppelt het van het
lichaam, terwijl te 17,16 straaltjes zweet van het lichaam loopen.
Tijdens de maximum trekkracht meting is het transpireeren minder.
Aanvang tweede proef: 16,48 uur.
16,49 uur: 60 m in 44 sec.
Aanvang eerste proef: 16,03 uur.
16,04 uur: 60 m in 32 sec.
16,55 „
17,00 „
17,06 „
17,11 „
17,16 „
Einde .-17,18 uur.
Rust: 15 min.
60
60
60
60
60
40
44
42
42
42
60,
60
60
60
60
46
45
43
47
53
16,08
16,14 „
16,20 „
16,27 „
16,32 „
Einde: 16,33 uur,
Rust: 15 min.
Aanvang der maximum-proef: 17,33 uur.
50 kg 30 m in 21 sec.
60 „ 30 „ „
150 kg 30 m in 19 sec.
160 „  30 „ „
170 „  30 „ „ 20 „
180 „  30 „ „
190 „   30 „ „ 17 „
200 „   30 „ „
210 „  30 „ „ 20i „
220 „   30 „ „
230 „  Het paard staat stil op \
ronde  en kan niet meer.
70 „
30 „
„21
80 „
30 „
tt
90 „
30 „
„20
100 „
30 „
tt
no „
30 „
„21
120 „
30 „
tt
130 „
30 „
„20
140 „
30 „
tt
Einde: 17,39 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 17,54 uur.
-ocr page 97-
98
PROEF NO. 15.
Datum: 4 Juli 1928.
Eigenaar: H. de Jong, Vrachtrijder te Wageningen.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament..
Gewilligheid ......
Maximum vracht ..:
Bijz. eigenschappen.
lui, laks.
„goed gewillig".
niet bekend.
Werkt alleen als het tikken met de zweep krijgt.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg.
Geslacht.........: ruin.
Kleur............: zwart.
Leeftijd..........: 17 jaar.
Schofthoogte......: 158£ cm.
Borstomvang......: 199 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht..........: 691 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: —
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: toontreder.
Atmosferische toestand: 7,30 uur.
10,5° C.
75,91 cm.
95 °L
Temperatuur.
Luchtdruk.......
Vochtigheidstoest.
Weersomstandigheden :
Regen ....: gedurende | van den
onderzoekingstijd.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk, Z.W.
Bodemgesteldheid :
glad, bestrooid met grindzand.
STAAT vermeldende het verloop der proefneming van 7,30 tot 10,30 uur:
Omschrijving
Bij
Na 30 min.
Na 30 min.
Na 5 J min.
Na 15 min.
aankomst
50 kg
75 kg
max. 180 kg
rust
Ademhaling ....
11
21
20
36
12
Pols...........
40
58
48
55
40
Temperatuur....
37,65
38,05
38,0
38,0
37,75
Proc. Haemoglob.
56
64
62
66
Aantal roode bldl.
6,55
7,27
7,53
7,46
Aantal ronden ..
54
40
10i
Snelh.: m p. uur
3240
2400
„ m p. sec.
0,9
0,7
Af gel. weg in m..
1620
1200
315
Verr. arb. in kgm
81.000
90.000
Toest. v. h. paard
normaal
normaal
normaal
normaal
-ocr page 98-
99
Aanteekeningen:
Het paard is buitengewoon lui, hetgeen ook duidelijk voor het toestel uitkomt.
Dreigen met de zweep is ternauwernood voldoende om het dier in beweging
te doen blijven. De tamelijk gladde weg, bestrooid met grindzand, hindert het
paard niet, doordat het erg langzaam loopt.
Aanvang eerste proef: 8,26 uur.
8,28 uur: 60 m in 71 sec.
Aanvang tweede proef: 9,11 uur.
9,12 uur: 60 m in 76 sec.
8,34 „
60 „ „ 68
9,17 „
60 „ „ 76
8,40 „
60 „ „75
»»
9,23 „
60 „ „90
8,45 „
60 „ „75
f>
9,29 „
60 „ „99
8,51 „
60 „ „75
ff
9,38 „
60 „ „ 98
Einde: 8,56 uur.
Einde
: 9,41 uur.
Rust: 15 min.
Rust:
15 min.
Aanvang maximum-trekkracht-meting: 9,56 uur.
110 kg 30 m in 37 sec.
120 „ 30 „ „
130 „ 30 „ „ 49 „
140 „ 30 „ „
150 „ Op £ ronde staat het
dier stil, doet in het geheel
geen moeite meer te trekken,
hoewel deze trekkracht het dier
niet de minste inspanning kost.
50 kg 30 m in 42 sec.
60
tt
30
70
t*
30
80
ff
30
90
00
Jf
30
30
45
49
Einde: 10,04 uur.
Rust: 15 min.
Opname ademhaling, pols en temperatuur: 10,19 uur.
-ocr page 99-
100
Conclusies uit de eerste proevenreeks.
De resultaten verkregen bij het onderzoek van de vijftien paarden,
welke in de vorige bladzijden zijn aangegeven, mogen achtereenvol-
gens worden beschreven, waarbij groepsgewijze de verschillende ge-
gevens zullen worden nagegaan.
A. Maximum-trekkrachtproef.
De derde proef, vermeld als „Maximum-trekkracht-proef" is, fei-
telijk geen onderzoek naar de maximum trekkracht, want de afstand
waarover wordt getrokken is veel te groot (Paard no 5, 720 m), om het
paard te laten toonen, welke kracht het kan uitoefenen.
De Amerikaansche proeven benaderden dit maximum meer, door
den af gelegden weg te beperken tot 15 m; de daarbij verkregen resul-
taten zijn dan ook veel hooger, dan die in deze eerste proevenreeks.
Een werkelijke maximum-proef dient echter verkregen te worden,
door het paard te laten trekken aan een vaststaand toestel, en daaraan
de trekkracht te meten. — Deze proeven, tot heden nog niet genomen,
Zullen bij de bespreking der derde proevenreeks nader onder oogen
worden gezien. Zoodanige onderzoekingen zijn te vergelijken met de
prestatie geleverd door een paard, dat een wagen, welke in den bodem
is verzakt, tracht los te trekken, echter zonder hierin te slagen.
De door mij onderzochte maximum-trekkracht-levering is analoog
aan een trekkrachtlevering voor een zware vracht op een weg, welke
hoe langer hoe slechter wordt, en ten slotte in zoodanigen toestand
verkeert, dat het dier den last niet meer kan trekken en stil gaat staan.
Voor een goede vergelijking moeten de onderzochte paarden in
drie groepen worden verdeeld:
1.  Trekpaarden (no. 1, 4, 5, 6, 10, 15).
2.  Tuigpaarden (no. 2, 3, 9, 12, 13, 14).
3.  Kleinere paarden (no. 8, 11).
Voor de eerste groep zijn de verkregen resultaten samengevat in de
volgende tabel:
Paard no. 5 meteen gewicht van 800 kg en een trekkracht van 280 kg.
             O     n       tt           tt         tl     '~* il   il     tl              tt            tt    ~ '^ tl
tt      1"                      lyj                       ^4U „
         ^   tt     tt        tt       tt    'jj „                            Z2M
              -l     tt       tt           tt         tt     '£v tt    tt      tt              tt            tt    4vv
       t5                       oyi „                          lj\) tf
-ocr page 100-
II
«o
•s
V —
o o o o o o
O vó
in o o o o o
in vo
o o
'S
o o) oo r^ tj< in
vO CM
o co m in oo co
co o
00 i-i
rt
CM CM CM CM CM -h
CO CM
r-H CM CM i-h --H CM
CM CM
i-H i-H
il
£ G
r-H
i—i
Max. trekk
H-
■D DOC
o co cm o cm m
i> t-- o in cm m
CM O
ov ■* -h cm ov --h
cv c— co •—< ■—< in
i-i oo
<
co in r~ r~ m co
co in vo co ■* m
Tj< ^C
<u
r~ o o o o o
r- ~h
o o o o r~ m
CM t}<
O O
— "O
co o in m m o
oo oo
in o o o oo cm
vo Ov
in o
12 2> Ë
■^IflNNr-q
VO CM
NinqqiqvD
in o
c-j in
C > bp
ca 4)^
■* Ó vo ON O O
t-i vó
Ov CM iri vó rjï vó
■* Ov
có i>
aj
loofuiinai
«—i co
in o co cm in t-
in in
cm in
kkrach
&o
i-H i-H i-H i-H i-H
00 —<
rH CV] iH H rH tH
OV i-H
t-H i-H
c
i—i
in
in ov
<u
<U
<D
<N 00 -H (N r-H t>
—1 O
cviirirtOi-H m
.-H i—t
OV CM
♦» *.
•*-»
0)
--H O i-H *-H i-H O
\o •—*
I-H T—1 I-H O -"H »~H
t^- T—H
O -H
bC
d
£
c
o
t-
."5
+j
'S
lx
3
in o o o o o
o o o o in o
O O
S
JCj
3
OOtPOiOlNO
VO O O vo CM i-H
o o
'S
fflOOOMNO*
CM -5P vo CO —i r-
CO CM
e
1
o
e
d
-* CM CO ■* ■* CM
■* m co co -tf ■*
CO ■*
CU
T3
co
»8"E
CM O © O O O
o o o o cm in
O O
CMMUIflrtO
co o o oo vo in
in o
<
h^UhOIN
rfr-coioom
VO rt
CM —i —f CM CM >h
CM CM <-h —i CM CM
^h CM
rj
O O O O O O
o m
O O O O O O
o m
O O
«'S.
o o o o in o
in t-
o m o o o o
in cm
o m
+;ec
KI Ir; ifl O r-O
CM CO
in cm in in in in
r-. vq
in cm
g > M
ici cm in vó ov .-<
o có
Tj< r-I CO •* VÓ l>
t-I •*
vó Ov
-*->
<S
—i 00 —i CM Ov 00
CM O
CM CO O Ov O CM
00 —t
O 00
kkrach
M
i-H *-H r-H
VO i-H
f-H i—4 r-i i—t ï—1
vo •-<
i-H
tn
o
in
S
aj
V
moim^HO\
Ov i—i
tJ< in CM —i CM ■*
00 CO
CM O
»-
+j
cU
i—1 O f—1 »-H r-( O
vo ■-<
» i-H
i-H i-H
l?
e
c
d
o
10
2
'S
'S
h
3
o o o o o o
o o o o o o
O O
1
SS
3
NON^O\^
oo in ■* oo vo o
vo r^
33
iCKHOOCAPt
Ov CM —< t~ CM —<
cm m
30 min.
B
r/3
d
■* co ■* in co co
-# in n< co tj< in
■* co
a>
ImB
o o o o m o
o in o o o o
o m
fh IfiiHtNOMN
o. cm t- ov co in
CO 00
<
co vo co m cv vo
^ vo o oo —i in
—i t~-
CM i-i CM O) -h ■-<
CM CM CM —" CM CM
CM i-h
-M
VO
m
"£ CuD
o m o ■—< co
O vó*
o o oo in in in
co in
—i CM
üï
NmONOMJ
00 TJ<
o oo co in r- vo
-H VO
VO vo
1 =
r- c- oo r- r- vo
vo vo in in m in
in in
co
■* CO
o-
. .
•o
• •
(O
* •
C3
rt^ *. *, k *« *.
w - - - - -
'3
H
c
&
m
* "3
.. T3
• 2
•  'S
• -o
Hack
Pony
c^
«'S
ö
Hfin*oin
S S
CM CO OV CM CO "*
is «
00 *-<
z
| -H rt
c/iÜ
i-H »—1 r-(
«o
»-H
<
<
H
in
J
w
S
<
«
>
-ocr page 101-
102
Van deze zes trekpaarden heeft het zwaarste dier de grootste trek-
kracht geleverd. — De gemiddelde trekkracht van deze paarden is
226,6 kg, waarbij echter dient te worden opgemerkt, dat paard no 15,
welk dier buitengewoon lui was en zich in het geheel niet inspande
om meerdere trekkracht te leveren, dit gemiddelde wel heel, heel sterk
naar beneden drukt. •— Wordt dit paard buiten beschouwing gelaten,
dan is het gemiddelde 242 kg. Voor mijn onderzoek heeft zulks echter
geen beteekenis, daar het mij te doen is om paarden uit het dagelijksch
gebruik te onderzoeken, en niet om de maximum trekkracht van de
beste paarden te bepalen.
Binnen hetzelfde ras treft men dus dieren aan, met een trekkracht-
verschil van 150 tot 280 kg, hetgeen een verschil van 87% geeft.
Stellen wij hiernaast de tuigpaarden, dan zijn de resultaten voor
Paard no. 9 meteen gewicht van 538 kg en een trekkracht van 250 kg
tt        tt    $     tt       tt           tt         tt    OöU                         tt            tt    ^ tt
tt      tt  14                             505                                 ZÓ\J
tt         tt    ^     tt       tt           tt         tt     OUU                                         1V5 „
tt       tt  *-J    tt      tt         tt       tt    575         ,,                        lol) „
tt       tt  *-£    tt     tt         tt       tt    5->D                    tt          tt   IjU „
In deze rubriek wordt de grootste trekkracht geleverd door het
dier met het geringste lichaamsgewicht.
De gemiddelde trekkracht dezer zes paarden is 206 kg, terwijl de
resultaten een verschil toonen van 150 tot 250 kg, dit is een verschil
van 67%.
In de derde groep, kleinere dieren, is het opmerkelijk, dat de Hack-
ney (no. 8) met een lichaamsgewicht van 461 kg een trekkracht levert
van 180 kg, dus nog meer dan de Belg no. 15 en het tuigpaard no.12.
De gemiddelde trekkracht van de trekpaarden, verhoudt zich
tot die der tuigpaarden als 226,6 : 206 = 1,1 :1.
B. Arbeidsvermogen.
Het arbeidsvermogen wordt beïnvloed door drie componenten, de
geleverde trekkracht, den tijd gedurende welken wordt getrokken, en
de snelheid, waarmede het dier den last voortbeweegt.
Waar gedurende de eerste en de tweede proefneming, de beide
eerstgenoemde componenten gelijk zijn (50, respectievelijk 75 kg,
en 30 minuten), zoo zal de snelheid den doorslag geven voor het leve-
ren van meerderen arbeid.
-ocr page 102-
103
Volgen wij weder dezelfde indeeling als bij de vorige bespreking,
dan zien wij, dat de arbeidslevering voor de eerste groep dieren (trek-
paarden, zich gedurende de eerste proefneming (50 kg trekkracht ge-
durende een halfuur), beweegt tusschen 81.000 en 126.000 kgm.
Paard no. 1...........  115.500 kgm.
„ „ 4...........   82.500 „
„ „ 5 ...........  115.500 „
„ „ 6 ...........  126.000 „
„ „10 ...........   99.750 „
„ 15 ...........   81.000 „
Het gemiddelde arbeidsvermogen is 103.000 kgm; het verschil tus-
schen paard no. 15 en paard no. 6 (50 %) is dan ook onmiddellijk terug
te brengen op de gemiddelde snelheid, welke voor deze beide dieren
0,9 en 1,4 m per seconde was.
Tijdens het tweede onderzoek, met 75 kg trekkracht, leverden:
Paard no. 1........... 164.437 kgm.
„ „ 4 ........... 106.500 „
„ „ 5 ........... 146.250
6 ........... 159.750 „
„10 ........... 150.750 „
» 15 ........... 90.000 „
Een gemiddelde arbeidslevering van 136.281 kgm wordt dus be-
reikt, terwijl de grenzen zijn beperkt tusschen 90.000 en 164.437 kgm
waarbij de bereikte snelheden, van 0,7 en 1,2 m per seconde, weder-
om deze gegevens vaststelden.
De tweede groep dieren, namelijk de tuigpaarden, leverden onder
dezelfde omstandigheden, wat betreft trekkracht en tijd, de onder-
staande resultaten:
Bij 50 kg trekken:  Bij 75 kg trekken:
Paard no. 2  ........................    124.500 kgm.       159.750 kgm.
„ „ 3  ........................     131.250 „         202.500 „
„ „ 9  ........................     103.500 „          135.000 „
„ „12  ........................ 94.500 „          126.000 „
„ „13  ........................     106.500 „          154.687 „
„ „14........................     127.500 „          176.625 „
Voor de eerste proef bedraagt het gemiddelde 114.625 kgm, en voor
de tweede periode (75 kg trekkracht) 159.094 kgm. Deze hooge be-
dragen worden verkregen door de groote snelheid van het tuigpaard.
-ocr page 103-
104
De Hackney van de derde groep bereikte met haar arbeidslevering
van 106.500 kgm door de groote snelheid een hooger bedrag, dan
het gemiddelde der trekpaarden (103.000 kgm); bij de voor dit lichte
paardje zware vracht van 75 kg trekkracht, kon het echter het gemid-
delde der trekpaarden niet bereiken. —
De pony, een gewone Russische hit, leverde echter in deze tweede
periode een arbeid van 157.500 kgm, doch de cijfers van pols, tempe-
ratuur en ademhaling, alsmede het buitengewoon sterk transpireeren
van dit dier, geven wel heel duidelijk aan, dat het zeer zeker een te
Zware last was. De trekpaarden leverden gedurende dezelfde proef
een vermogen van 136.281 kgm gemiddeld, doch het kostte dezen die-
ren weinig inspanning.
De verhouding van de totale arbeidslevering over beide proeven,
geeft duidelijke verschillen tusschen trek- en tuigpaard.
De eerste leverden gemiddeld 103.375 + 136.281 = 239.656 kgm,
terwijl de tuigpaarden een gemiddeld arbeidsvermogen van 114.625
+ 159.094 = 273.719 kgm hadden.
Eene merkwaardige uitkomst is, dat de verhouding dezer getallen
(239.656 : 273.719 = 1 : 1,1) juist omgekeerd evenredig is aan die
der geleverde maximumtrekkracht (1,1 : 1). —
Wat dus deze zes trekpaarden winnen aan trekkracht, verspelen zij
aan arbeidsvermogen.
C. Snelheid.
Voor de vergelijking der snelheden, komt men voor de trekpaarden
tijdens de eerste proef tot een gemiddelde van 1,15 m p. sec. (Paard
no. : 1, 4, 5, 6, 10, 15 respectievelijk 1,3, 0,9, 1,3, 1,4, 1,1, 0,9
m. per seconde).
Tijdens het tweede onderzoek is een gemiddelde snelheid van
1,1 m per seconde (1,2, 0,8, 1,1, 1,2, 1,1, 0,7) bereikt.
Voor de tuigpaarden zijn deze getallen 1,3 (1,4,1,5,1,2,1,1, 1,2 en
1,4) en 1,19 (1,2, 1,5, 1,1, 0,9, 1,15, 1,3).
De verhouding tusschen de snelheden van beide typen paarden,
genomen over beide proeven, is:
(1,15 + 1,01) : (1,3 + 1,19) = 2,16 : 2,49 = 1 : 1,15.
Ook binnen de bepaalde groepen van paarden vindt men groote
verschillen, waartoe slechts behoeft te worden gewezen op de snel-
heid van paard no, 15 (0,9 m) tegenover die van paard no. 6 (1,4 m)
-ocr page 104-
VERZAMELSTAAT II.
No.
Eigenaar
Ras
Ge-
slacht
Leeftijd
Schoft-
hoogte
in cm.
Borst-
omvang
in cm
Pijp-
omvang
in cm
Gewicht
in kg
Maxim,
trek-
kracht
in kg
Snelheid
Eigenschappen
Ie
2e
proef
proef
1
„Duivendaal"
Belg
R
14
161
211
22,0
720
200
1,3
1,2
lui
4
„Groenewoud"
tt
M
14
159
215
22,5
755
220
0,9
0,8
laks
5
tt
M
8
163
216
24,5
800
280
1,3
1,1
veel temper.
6
tt
tt
R
5
162
206
25,0
721
270
1,4
1,2
geestig
10
t*
tt
M
9
170
207
25,0
793
240
1,1
1,1
opgewekt
15
H. de Jong
tt
R
17
1^84
199
25,0
691
150
0,9
0,7
erg lui
2
„Duivendaal"
Tuigpaard
M
13
162
198
21,0
600
195
1,4
1,2
gewoon
3
tt
M
9
164
205
22,5
680
230
1,5
1,5
zenuwachtig
9
G. H. Albers
tt
M
8
163
187
20,5
538
250
1,2
1,1
vurig
12
A. W. Rutgers
tt
R
19
161
187
22,5
555
150
1,1
0,9
tam. lui
13
G. H. Albers
tt
M
6
157*
187
20,5
575
180
1,2
1,15
matig
14
G. H. Albers
tt
M
7
157
189
21,0
565
230
1,4
1,3
tam. geestig
8
N. W. Daniels
Hackney
M
8
156
176
18,0
461
180
1,2
0,9
geestig
11
J. Scheffel
Pony
M
8
140
165
17,5
362
110
1,0
1,2
tamelijk
-ocr page 105-
OH
re O
I-. 00
Totaal......
Gemiddeld ..
*. Ui tO NO Ui tO
Totaal......
Gemiddeld ..
UlO(HUI*Nl-'
z
p
aal......
niddeld ..
Hackney
Pony
Tuigpaard
a
* - * - *• »T
3
•-" tO
•— Ui
O Ui
to i—
O 00
UhhmUM
tO On iê». On O O
i—i vo
On Ui
i— ~J ON tO ON Ui
-
Ademhaling
•"» NO
NO NO
-> to
Ui ds.
to
H- NO
Ui *. Ui tO *. Ui
-J 00 ON 00 NO <-■
to *-
Ui O
to to to to to to
m il» iH v) it. O
-
1—»
ON Ui
ON tO
^- to
*-* 1—»
to
►tX NO
00 i—
On On ►[*. Ui UI Ui
*. On 00 t— O tO
to ui
On UI
to to Ui Ui to i—
O Ui tO Ui 00 NO
III
H-i
ON Ui
Ui O
NO Ui
00 tO
Ui
Ui £>
00 00
00 -J UI *. it». Ui
to
*"- 00
00 On
Ui UI ^J ON Ui Ui
On tO ON O tO O
<
to *.
to .&.
Ui >-■
o >&.
Ui 00
"— -4
►f» Ui tO tO Ui tO
rfs. >— oo ^ ty-, £±
tO tP-
^ ON
►- to to to to •*».
IOhnoUmo
<
<
*> NO
ON Ui
*. UI
tO f
to
•b. On
*. Ui
Ui Ui >&■ Ui Ui **
~J -J O >— O 00
to
if» O
On 00
►£>■ Ui ^ ^ ^ ►£.
O -J *- NO On tO
-
Pols
RZAM
On Ui
00 -q
On ~J
Ui tO
Ui
On 00
Ui NO
On On On "^J ON -^4
On O
Ui On -J On On -O
00 NO ON O >&. #>
H
ELSTA
O Ui
UI O
00 ON
On *.
On On 00 00 00 On
09>OU)00<n
Ui
ON 00
Ui i->
i{s. "*J On On On <ï
oo *. iii. Ui o to
IIÏ
AT III.
00 -0
ON O
NO -J
to oo
Ui
NO NO
~J Ui
00 00 O Ui tO -4
NO <-■ i—■ tO O tO
i— ON
i— -J
Ui On
Ui *- On ►£». NO »-»
Ui ~J O -1 N> >—
<
UI O
Ui -q
►Is. Ui
00 NO
Ui
Ui tO
Ui H-'
ilNUUlONON*.
00 NO 00 00 O 00
Ui
UI Ui
ON UI
fr»JUO\Ul*.
O Ui On 00 *>. it».
<
76,9
38,4
38,0
38,9
227,6
37,9
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
-J P° C"-1 C~" -?0
\i "o ON •<! H* UI
227,5
37,9
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
•T"1 .T"1 $*> C1 C4 C3
ON "vo ON ~Ó0 Xo ^On
UI Ui
-
Temperatuur
77,8
38,9
38,2
39,4
230,15
38,4
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
po po po po oo co
Ui
228,9
38,1
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
ca ca co ca co -j
"o © In lo Li "óo
Ul Ul
1=
78,6
39,3
38,8
39,8
232,4
38,7
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
^no po po po po ,po
"f- On Ui On bo 00
229,2
38,2
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
00 00 00 00 00 00
bbVwuJM
III
78,0
39,0
38,7
39,3
233,2
38,8
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
po po po ca ^o ^o
^» Vj "on'óo "o "ui
230,45
38,4
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
po ca po po po po
oÏondonVw
Ul
<
77,5
38,7
38,4
39,1
230,8
38,4
Ui Ui Ui Ui Ui Ui
ca ca ca co ca ^>
Ui >Ê* i— ^ >*>■ O
229,2
38,2
Ui Ul Ui Ui Ui Ui
,^j po po po po po
Xi "o "bo l>i tn ©
Ul Ul
<
-ocr page 106-
107
in de eerste periode, en van paard no. 15 tegenover no. 6 en no. 1
tijdens het tweede onderzoek, 0,7 tegenover 1,2.
Bij de tuigpaarden zijn deze verschillen niet zoo groot, voor de eer-
ste proef 1,1 : 1,5 (paard 12 tegenover paard 3); doch tijdens het twee-
de onderzoek blijkt, dat het paard no. 12 den last niet meer met vol-
doende snelheid kon trekken (0,9), naast paard 3, dat in deze periode
de 25 kg hoogere trekkracht, met dezelfde snelheid als in de eerste
periode kon voorttrekken (1,5).
D.  Leeftijd.
Wat den leeftijd betreft, zijn de grootste trekkrachten geleverd door
paarden van 8 en 5 jaar (no. 5 en 6), terwijl die dieren, welke den
meesten arbeid leverden (no. 3 en 14) respectievelijk 9 en 7 jaar oud
waren.
E.  Schofthoogte en Borstomvang.
De schofthoogte der meest presteerende paarden kwam ongeveer
het gemiddelde nabij, terwijl de borstomvang der beide beste paarden
de grootste was, binnen hun eigen groep, namelijk van de trek-
paarden no. 5 met een omvang van 216 cm, en voor de arbeids-
levering paard no. 3, met 205 cm.
F.  Pijpomvang.
Deze is het grootst bij de drie paarden, die gerangschikt naar de
maximum-trekkracht-levering, de tweede, derde en zesde plaats in-
nemen. Voor de tuigpaarden, beoordeeld naar de arbeidslevering,
nemen de dieren met den grootsten pijpomvang, de eerste, zesde,
derde en tweede plaats in. Uit deze proefnemingen is dus geen enkel
verband tusschen prestatiemogelijkheid en pijpomvang af te leiden.
G.  Physiologische toestand.
Onder dezen naam is door mij een groep gegevens samengevat,
welke, naar ik gehoopt had, een richtsnoer zouden kunnen geven
voor de beoordeeling van het uithoudingsvermogen van het paard.
Onder dezen verzamelnaam worden door mij begrepen: ademhaling,
pols, temperatuur, procent haemoglobine, en aantal roode bloed-
lichaampjes.
1. Ademhaling. Gaat men de gemiddelden, verkregen uit de
-ocr page 107-
108
verschillende groepen van paarden na, dan ziet men, dat voor de trek-
paarden de ademhaling van 16 per minuut, opgenomen onmiddellijk
voor den aanvang der proeven, langzaam stijgt tot 23 onmiddellijk na
de eerste en tot 26 na de tweede arbeidslevering, welke cijfers als nor-
maal beschouwd kunnen worden.
Opgenomen na afloop der maximum-trekkracht-proef, wordt een
aantal respiratiebewegingen van 48 bereikt, zijnde dit 200% boven
die van den normalen toestand, bij den aanvang der onderzoekingen.
Terwijl na 15 minuten rust, de ademhaling weder is gedaald tot 24,
dat is 50% boven die, waarmede de proeven zijn begonnen.
Voor de tuigpaarden zijn deze gemiddelden 20, 41, 48, 58 en 31,
welke cijfers vrijwel met die van het trekpaard overeenkomen.
Alleen, wanneer men de ademhalingsbewegingen van de afzon-
derlijke paarden in oogenschouw neemt, ziet men belangrijke, veelal
wel verklaarbare, afwijkingen van de gemiddelden. — Het is toch
zeker niet te verwonderen, dat trekpaard no. 15, welk dier niet de
minste moeite doet om eene grootere snelheid of maximum-trek-
kracht te ontwikkelen, slechts eene matige verhooging van 11 — 21
— 20 — 26 — 12 vertoont, tegenover pony no. 11, die met dezelfde
trekkracht in denzelfden tijd een verhooging tot 1000% in zijn adem-
haling vertoont (10 — 75 — 111 — 98 — 30). Deze arbeidslevering
is voor dit paardje buitengewoon, en voor het trekpaard in verhou-
ding een tamelijk lichte vracht.
Paard no. 5 met de maximum trekkracht van 280 kg, toont ook in
de reeks ademhalingscijfers hare goede eigenschappen, door slechts
een verhooging tot 300% te bereiken, om na een kwartier rust, weder
tot den normalen toestand terug te keeren (22 —27 — 33 —60 —23).
Ook paard no. 3, met een arbeidslevering van 131.250 en 202.500
kgm, heeft slechts een verhooging tot 205% (20 — 49 — 50 — 48
—' 36), doch komt niet zoo snel weder tot rust.
Over alle dieren genomen, blijkt uit de ademhaling, dat dezelfde
trekkracht gedurende gelijken tijd, van de tuigpaarden in verhouding
meer inspanning eischt dan van de trekpaarden, hoewel daar weder
tegenover staat, dat de tuigpaarden door hun grootere snelheid
meer arbeidsvermogen leveren:
Gemiddelde ademhaling trekpaard: 16 — 23 — 26 — 48 — 24,
,t
                          tuigpaard:20 —41 — 48 — 58 —31.
Berekend naar de ademhaling bij den aanvang der proeven, geven
deze cijfers de onderstaande verhouding weer:
-ocr page 108-
109
trekpaard: 1 — 1,43 — 1,62 — 3,0 — 1,5,
tuigpaard: 1 — 2,05 — 2,4 — 2,9 — 1,55,
zoodat beide na een kwartier rust, nagenoeg weder tot de normale
ademhaling van voor de proefnemingen zijn teruggekeerd.
2.  Pols. Ook wat den pols betreft, zijn geen bijzondere verschillen
tusschen beide diersoorten opgemerkt:
Trekpaard:
46 — 67 — 63 — 113 — 56; 1 — 1,45 — 1,37 — 2,46 — 1,22
Tuigpaard:
44 — 65 — 74 — 97 — 53; 1 — 1,48 — 1,7 — 2,2 — 1,20
Oogenschijnlijk merkt men groote verschillen binnen de groepen,
trekpaarden en tuigpaarden op, doch bij omrekening in procenten
van den pols, bij den aanvang der proeven, verdwijnen deze veelal.
Als voorbeeld moge paard no. 3 vergeleken worden met paard no. 14,
beide van het type tuigpaard met een gelijke maximum-trekkracht:
Voor de proef:                                                   Na de proef:
Paard no. 3: Pols 50. Max. Proef 230 kg trekkracht. Pols 120.
Paard no. 14: Pols 37. Max. Proef 230 kg trekkracht. Pols 89.
De verhoudingen worden nu echter:
50 : 120 - 1 : 2,4
37 : 89 = 1 : 2,4
De, sterk van het gemiddelde afwijkende, hooge pols van paard
no. 6, na afloop der eerste proefneming:
Gemiddelde pols: 46 — 67 63 — 113 — 56,
Pols paard no. 6: 44 — 76 — 64 — 160 — 56,
heeft een oorzaak, welke zoo duidelijk demonstreert, dat het paard in
den rosmolen dezelfde eigenschappen vertoont als tijdens het dage-
lijksch werk. Het paard is zeer temperamentvol, zoodat het wanneer
het wordt ingespannen en moet werken, eerst danig te keer gaat, en
de koetsier alle moeite heeft, het paard in bedwang te houden;
eerst wanneer het een eindje heeft getrokken, wordt het dier kalmer.
Zoo ook hier. Gedurende de eerste trekperiode is het onrustig en
neemt het overal notitie van; eerst later, tijdens het tweede onder-
zoek kalmeert het, zoodat het na afloop dezer proef, eene pols van 64
heeft, welke overeenstemt met het gemiddelde.
3.  Temperatuur. Ook de temperatuur geeft geen aanleiding tot
opmerkenswaardige verschillen, tusschen trek- en tuigpaard. Bij
-ocr page 109-
110
oppervlakkige beschouwing geven de gemiddelde cijfers voor de
tuigpaarden een sterkere verhooging aan, dan die der trekpaarden:
Trekpaarden: 37,9 — 38,1 — 38,2 — 38,4 — 38,2° C,
Tuigpaarden: 37,9 — 38,4 — 38,7 — 38,8 — 38,4° C,
doch berekent men deze temperatuurcijfers naar de verhouding van
het lichaamsgewicht, dan ziet men deze verschillen niet meer, zoodat
de verbranding per 1000 kg lichaamsgewicht, voor beide nagenoeg
gelijk is.
Trekpaard: 4480 kg.
227,5—228,9 —229,2—230,45—229,2,
227,6—230,15—232,4—233,2 —230,8.
Per 1000 kg is de verhouding:
5,0 —5,1 —5,12—5,12—5,12,
6,47—6,55—6,6 —6,63—6,55.
Of wel in procenten van de begintemperatuur:
1 — 1,02 — 1,02 — 1,02 — 1,02,
1 _. 1,01 — 1,02 — 1,02 — 1,01.
4. Haemoglobinegehalte van het bloed. De verrichte onder-
zoekingen op het gebied van het haemoglobinegehalte, uitgedrukt in
procenten, leverde weinig resultaat op. Althans schijnen de factoren,
welke aanleiding kunnen geven tot het veranderen van dit percentage,
in zoo grooten getale aanwezig te zijn, dat het mij niet mogelijk is ge-
bleken, voor de enorme afwijkingen een verklaarbare oplossing te
geven.
Alleen is het opmerkelijk, hoe het paard, dat zich zoo weinig heeft
ingespannen (no. 15), slechts een geringe verhooging van het
percentage heeft, 56 tot 66%; terwijl de paarden met de grootste
krachts- en arbeidslevering, paarden nos. 3 en 5, de grootste af-
wijkingen (66—93% en 56—84%) vertoonen. Ook de pony, welke
zich buitengewoon heeft moeten inspannen, toont een sterke ver-
hooging (55 tot 84%).
Daarentegen echter heeft paard no. 2 een verhooging van 56 tot
87 %, en paard no. 9 van 74—97 %, dus ook een flinke stijging, zonder
dat hiervoor eenige redelijke oorzaak is te vinden.
Dit is dan ook de reden waarom dit, zoo eenvoudig en praktisch
uitvoerbaar, onderzoek bij de volgende proefnemingen achterwege is
gelaten.
-ocr page 110-
111
VERZAMELSTAAT IV.
6
Ras
Ge-
slacht
Aantal roode bloedlichaampjes
per mm*
Procent Haemoglobine
£.
I
il
ui
IV
I
ii
ia
IV
1
Belg
R
7,49
6,25
5,97
6,78
85
88
82
83
4
M
5,23
5,33
7,31
9,15
60
65
66
77
5
M
5,67
5,33
7,57
8,94
56
68
65
84
6
R
7,84
6,37
7,10
7,54
61
61
66
84
10
M
7,21
6,87
8,52
8,95
70
71
75
89
15
R
6,55
7,27
7,53
7,46
56
64
62
66
Ge
middeld.
-----
6,66
6,24
7,33
8,14
2
Tuigp.
M
6,08
7,39
8,21
56
68
87
87
3
M
6,71
7,17
7,76
8,02
66
70
84
91
9
M
6,96
7,93
8,91
11,06
74
76
76
95
12
R
6,00
6,68
7,01
9,48
64
72
74
76
13
M
6,22
7,16
7,26
12,84
71
78
81
87
14
M
5,94
9,54
9,65
12,58
72
77
79
84
Ge
iiiddeld.
6,32
7,64
8,13
10,79
8
Hackn.
M
6,71
7,68
7,15
8,15
74
75
74
88
11
Pony
M
4,20
5,61
6,51
7,98
55
79
78
84
Gei
niddeld.
5,45
6,64
6,83
8,06
Verklaring:
R = ruin.
M = merrie.
I = onmiddellijk voor de proefnemingen.
II =
                   na afloop der 50 kg trekkracht-proef.
III  =                  na afloop der 75 kg trekkracht-proef.
IV  =                   na afloop der maximum-trekkracht-proef.
5. Aantal roode bloedlichaampjes. Ook het onderzoek van
het aantal roode bloedlichaampjes heeft niet geleid tot een goed resul-
taat, in zooverre, dat men bij de beoordeeling van het paard, aan deze
gegevens eenige waarde kan hechten.
Het bloed werd afgenomen onmiddellijk voor het begin van de
proefnemingen en direct na afloop van elk afzonderlijk onderzoek.
Wel heeft er in nagenoeg alle gevallen een beduidende toename
plaats, wanneer men een vergelijking maakt tusschen het aantal voor
en na de proeven, maar de daartusschen gelegen perioden geven een
Zeer verward beeld.
-ocr page 111-
112
Wanneer men bijvoorbeeld ziet, hoe paarden 13 en 14, welke toch
geen bijzondere prestatie hebben geleverd, een stijging vertoonen van
respectievelijk 6,22 tot 12,84 millioen en van 5,9 tot 12,58 millioen, dan
kan men aan het onderzoek van het aantal bloedlichaampjes weinig
waarde hechten, temeer waar die paarden, welke zich bijzonder
onderscheiden (no. 6 en 3) zeer weinig toename te zien geven.
Een vergelijking tusschen trek- en tuigpaard is moeilijk te maken,
want onder de eerste bevinden zich 3 merries en drie ruinen en onder
de tweede groep slechts één ruin; het vrouwelijke materiaal toch bezit
in verhouding minder roode bloedlichaampjes dan het mannelijke.
De geringere toename van het aantal bloedlichaampjes bij de trek-
paarden zou er op kunnen wijzen, dat de krachtsinspanning deze
dieren minder moeite kost dan de tuigpaarden:
Trekpaarden gemiddeld: 6,66 — 6,24 — 7,33 —- 8,14,
Tuigpaarden „
         6,32 — 7,64 — 8,13 — 8,99.
Als gemiddelde stijging over alle 15 onderzoekingen genomen, ko-
men wij tot: 6,14 — 6,84 — 7,43 — 8,39.
Eén proef is door mij genomen, om te onderzoeken, in hoeverre de
toestand van den bodem, invloed uitoefent op het trekvermogen van
het paard.
Hetzelfde paard van proef no. 7 werd ook gebruikt voor onderzoek
no. 10. Tijdens de eerste proef regende het steeds en verkeerde het
bodemoppervlak in een ongunstigen toestand (bedekt met een laag
modder), tijdens de tweede proefneming, was deze hard en droog.
Op gladden weg werd een trekkracht van 180 kg ternauwernood
bereikt, terwijl op drogen bodem ruim 230 kg werd gehaald.
Daarnaast zien wij dat de inspanning in het tweede geval, met
meerdere trekkracht, veel geringer was:
Ademh.
Pols
Temp.
Trekkr.
Totaal
afgel. weg
Drogen bodem......:
15—42
17—52
58—124
57—117
38,2—38,4
37,9—38,2
180 kg
240 „
4003 m.
4597£ m.
Reeds uit deze ééne proef blijkt, dat de toestand van het bodem-
oppervlak van groote beteekenis is voor de arbeidslevering van
een paard.
-ocr page 112-
113
II. Proevenreeks met landbouwpaarden.
Teneinde de belangstelling van fokkers en landbouwers voor de
trekproeven op te wekken, werden op de Nationale Tentoonstelling
van Rundvee, Paarden en Kleinvee te 's-Gravenhage (1928), een
twintigtal demonstraties gegeven.
Om de toeschouwers in de gelegenheid te stellen, de verrichtingen
van de paarden te volgen, waren vier peilschalen met het toestel ver-
bonden.
De trekboom was verlengd tot 8 m, om tegemoet te komen aan de
bezwaren, door enkele personen geopperd tegen de, huns inziens te
kleine cirkelvormige loopbaan, waardoor het paard niet in staat zou
zijn, zijn maximum vermogen te kunnen ontwikkelen. De loopbaan
werd nu, in het midden gemeten, precies 50 m lang.
Deze trekproeven hadden voor ons vooral veel beteekenis, omdat de
beste vertegenwoordigers onzer fokpaarden konden worden beproefd.
Een nadeel echter was, dat de dieren in eene „mooie" conditie
verkeerden, welke toestand nu niet juist de beste is om de meeste
trekkracht te leveren. Ook waren de meeste paarden niet getraind,
doordat zij veelal den laatsten tijd geen arbeid hadden verricht, waar-
door de verkregen resultaten, naar mijn meening, beneden het
bereikbare bleven.
Ook zij er nogmaals op gewezen, dat de door ons ingestelde
maximum-trekkracht-proef, niet te vergelijken is met die der Ame-
rikaansche onderzoekers.
Hoewel de omgeving niet zoo rustig was als in Wageningen, werd
hierdoor toch geen merkbare invloed bij de paarden geconstateerd.
Voor deze proefnemingen werden dezelfde bepalingen gehand-
haafd, als bij de vorige proevenreeks zijn vermeld.
Teneinde de tijd, gedurende welken de dieren werden onderzocht,
zooveel mogelijk gelijk te doen zijn, — daarbij uitgaande van de
gedachte, dat de zware paarden méér zouden presteeren dan de
lichtere, — werd de aanvangs-trekkracht, naar gelang de indeeling
der paarden, voor de verschillende klassen bepaald op 50, 75, 100
en 125 kg, en wel zoodanig, dat de zwaarste typen van dieren, met
de grootste trekkracht moesten beginnen.
Voor de indeeling der paarden werden de gegevens van den offi-
cieelen catalogus gevolgd, en kwamen zoodoende onderstaande vier
klassen tot stand:
8
-ocr page 113-
114
Klasse I: Tuigpaarden, middenzwaar slag, aanvangstrekkracht
50 kg (genummerd 16, 30 en 35).
„ II: Tuigpaarden, zwaar slag, aanvangstrekkracht 75 kg
(genummerd 17, 19, 26, 31 en 34).
„ III: Trekpaarden, kleine maat (tot 1,64 m), aanvangstrek-
kracht 100 kg (genummerd 18, 20, 21, 23, 24, 25 en 28).
„ IV: Trekpaarden, groote maat (boven 1,64 m), aanvangs-
trekkracht 125 kg (genummerd 22 en 27).
Daar verreweg het grootste gedeelte der paarden merries waren,
Zullen alleen deze nader worden besproken, terwijl de drie onder-
zochte hengsten alleen even vermeld worden.
De onderzoekingen bepaalden zich tot het opnemen van het vol-
ledige signalement met, voor zoover mogelijk, de afstamming, de
verschillende gegevens omtrent den atmosferischen toestand, alsmede
dien van den bodem. Ook de vragenlijst werd ingevuld. De physiolo-
gische toestand
kon om praktische redenen, alleen beoordeeld worden
naar de verhouding van ademhaling, pols en temperatuur, opgenomen
onmiddellijk voor, direkt na en 15 minuten na afloop der proef-
nemingen.
Naast de maximum trekkracht, werd ook het aantal kgm arbeid
pet
seconde, voor de verschillende ronden berekend, alsmede de
snelheid en het aantal paar denkrachten (P.K.) genoteerd.
Bij deze berekeningen werd, evenmin als bij die der vorige proeven-
reeks, rekening gehouden met het verplaatsen van het eigen lichaams-
gewicht, zoomin als met den arbeid verricht voor het transporteeren
van alle tuigdeelen. —■ Dit werd nagelaten, omdat voor mij alleen van
beteekenis is, eene onderlinge vergelijking van de geleverde trek-
krachten en niet de totale arbeid, zooals zulks wel van belang is voor
voederproeven. —■ Stelt men prijs op deze cijfers, dan zijn alle ge-
gevens daartoe in mijne tabellen te vinden, als gewicht van het
paard, de snelheid en de afgelegde weg.
Om den tijd van onderzoek te bekorten, werd na elke ronde de trek-
kracht verhoogd met 25 kg, in tegenstelling met de verkregen resul-
taten van de eerste proevenreeks, waar de last na elke ronde met
10 kg werd vermeerderd. — Voor een vergelijking met de gegevens
uit de eerste reeks, zij nog opgemerkt, dat de totaal geleverde arbeid in
de tweede reeks niet zoo heel veel minder is dan in de vorige, daar
thans met een hoogere trekkracht werd begonnen en de meerdere last
mèt de meerdere verhooging na elke ronde, over een grooteren af-
stand moest worden voortbewogen (thans over 50, eerst over 30 m).
-ocr page 114-
115
PROEF NO. 16.
Eigenaar: J. D. Oosterbaan te Klooster Lidlum.
Fokker: R. J. Swieringa te Zuidwolde (Gr.).
Klasse: I. Datum: 25 Juli 1928.
Vragen aan den Eigenaar:
Temperament ....: veel temperament.
Gewilligheid......: erg gewillig, soms moet het dier ingehouden worden.
Maximum vracht..: 2100 pond op kar.
Bijz. eigenschappen: niet getraind.
Omschrijving van het paard:
Ras ....-----.-----: Oldenburger, Doniane, F. P. S. 3744 B.
Vader: Richard, Gr. P. S. 219.
Moeder: Idonia, Gr. P. S. 1735.
Geslacht........: merrie.                .. , . , . , , , „ ,rt
Kleur...........: roodbruin.         Atmosferische toestand.-13,30 uur.
Leeftijd.........: 8 jaar.                Temperatuur.....: 23,9 C.
Schofthoogte.....: 162 on.               Psychrometer ....: 19,55 C.
Borstomvang.....: 205 „                  Luchtdruk......: 76,10 cm.
Pijpomvang......: 22J „              Weersomstandigheden:
Gewicht.........: 690 kg.                  Regen.....: geen.
Tuig............: haam.                    Zon.......: steeds.
Drachtig........: ja.                         Wind .....: weinig.
?7es'a?........:': gewoon'             Bodemgesteldheid :
Voedmgstoestand.: vet.                        ^^ hard d
Bijzonderheden ..: geen.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Bij aankomst
Na max. proef Na 15 min. rust
Omschrijving
Tijd van opname.
Temperatuur
Pols ............
Ademhaling.
Toestand .......
Bijzonderheden..,
13,30
38,2
42
20
normaal
geen
13,50
38,7
144
40
zweet wat
geen
14,05
39,0
50
44
opgedroogd
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingestel-
de trek-
kracht
in kg
Aantal
seconden
per ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
pk
I
in meters
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
6e „
7e „
50
75
100
125
150
175
200
29
28
27
28
28
34
33
1,72
1,79
1,85
1,79
1,79
1,47
1,52
6,2
6,45
6,7
6,45
6,45
5,3
5,45
86,5
134
185
224
269
256
305
1,15
1,79
2,46
2,98
3,58
3,44
4,05
staat even stil
staat even stil
-ocr page 115-
116
PROEF NO. 17.
Eigenaar: A. M. Nelemans te Moerdijk (N.-Br.).
Fokker : dezelfde.
Klasse II. Datum.' 25 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament.....: tamelijk veel.
Gewilligheid......: zeer gewillig.
Maximum vracht ..: niet bekend, wel veel.
Bijz. eigenschappen.: geen.
Omschrijving van het paard:
Ras ..............: Belg, Egima,  N. S. Tg. 40 (hulpboek). Vader: Sigis-
mund, N. S. Tg. 98. Moeder: Ras, N. S. Tg. 40 (hulp-
boek).
Geslacht .........: merrie.            Atmosferische toestand: 14,05 uur.
Kleur ............: zwartbruin.         Temperatuur.......: 24° C.
Leeftijd..........: 10 jaar.              Psychrometer......: 19,55° C.
Schofthoogte......: 163 cm.               Luchtdruk........: 76,12 cm.
Borstomvang......: 200 „
Pijpomvang.......: 23 „               Weersomstandigheden:
Gewicht..........: 640 kg.                Regen ....: geen.
Tuig.............: haam.                  Zon.......: steeds.
Drachtig-----.....: ja.                        Wind .....: weinig.
Beslag ...........: gewoon.
Voedingstoestand..: vet.                  Bodemgesteldheid:
Bijzonderheden ...: geen.                   tamelijk hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
14,45
14,53
15,08
38,1
38,5
38,8
Pols ..............
88
192
128
Ademhaling........
48
76
66
Toestand .........
eenigszins geïrrit.
weinig nat
droog
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Incest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
II
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per
sec.
pk
Ie ronde
75
22
2,27
7,9
170
2,27
2e „
100
24
2,09
7,3
209
2,8
3e „
125
28
1,79
6,45
224
3
4e „
150
26
1,92
6,9
288
3,9
5e „
175
27
1,85
6,65
324
4,3
6e „
200
27
1,85
6,65
370
4,95
7e „
225
30
1,67
6,00
375
5
8e „
250
±50
1,00
3,60
200
3,3
J ronde gem.
-ocr page 116-
117
PROEF NO. 18.
Eigenaar: G. Buysse te Biervliet (Z.).
Fokker: Th. Sanders te IJzendijke (Z.).
Klasse III. Datum: 25 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: kalm.
Gewilligheid ......: zeer gewillig.
Maximum vracht..: heel veel.
Bijz. eigenschappen.: heeft na April niet gewerkt.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Jacoba, B 4269. Vader: Fantan, B 417. Moeder
Nora, B 1618.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 9 jaar.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 220 „
Pijpomvang.......: 27 „
Gewicht..........: 840 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 15 uur.
Temperatuur.......: 22,7° C.
Psychrometer......: 19,0° C.
Luchtdruk ........: 76,12 cm.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: steeds.
Wind .....: weinig.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling,pols,temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
Temperatuur ......
15,33
38,2
48
15,47
38,5
106
16,02
38,5
56
Ademhaling........
Toestand .........
24
kalm
54
iets nat
48
nog nat
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
in
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Opmerkingen
Ie ronde
100
44
1,13
4,1
113
1,5
2e „
125
46
1,08
3,9
135
1,8
3e „
150
50
1,00
3,6
150
2,—
4e „
175
50
1,00
3,6
175
2,34
5e „
200
52
0,96
3,46
192
2,56
6e „
225
58
0,86
3,1
194
2,60
7e „
250
58
0,86
3,1
215
2,87
8e „
275
60
0,83i
3,-
230
3,06
9e „
300
58
0,86
3,1
258
3,45
-ocr page 117-
118
PROEF NO. 19.
Eigenaar: R. E. Siemens te Uithuizermeeden (Gr.).
Fokker: D. K. Welt te Usquert (Gr.).
Klasse II. Datum: 25 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: zeer gewillig.
Maximum vracht..: 2500 kg gemakkelijk.
Bijz. eigenschappen.: loom.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger, Geana, Gr. P. S. 5663. Vader: Trio, Gr.
P. S. 272. Moeder: Doornroos, Gr. P. S. 3189.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: zwartbruin.
Leeftijd..........: 6 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 209 „
Pijpomvang.......: 22J „
Gewicht..........: 790 kg.
Tuig.............: zeel.
Drachtig.........: ja.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 16 uur.
Temperatuur..: 23° C.
Psychrometer .: 19° C.
Luchtdruk ...: 76,13 cm.
Weersomstandigheden:
Regen .......: geen.
Zon..........: steeds.
Wind ........: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STA AT vermeldende het verloop van ademhaling, pols,temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min rust
Tijd van opname ...
Pols..............
Ademhaling........
Bijzonderheden.....
16,19
38,3
56
40
rustig
geen
16,33
38,6
144
60
droog
geen
16,48
39
48
56
droog
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef.
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p.ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
pk
Opmerkingen
II
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
6e „
7e „
8e „
9e „
75
100
125
150
175
200
225
250
275
38 (34)
32
32
32
32
31
32
32,5
32
1,47
1,56
1,56
1,56
1,56
1,61
1,56
1,54
1,56
5,3
5,62
5,62
5,62
5,62
5,80
5,62
5,55
5,62
110
156
195
235
274
322
352
385
430
1,47
2,09
2,60
3,14
3,65
4,30
4,70
5,12
5,72
kan niet aan
den gang ko-
men, daarom
3 ronden met
75 kg trekkr.
-ocr page 118-
119
PROEF NO. 20.
Eigenaar t Jac. Fe. Brooijhans te St. Annaland (Z.).
Fokker: dezelfde.
Klasse III. Datum: 25 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht..: neen.
Bijz. eigenschappen.: weinig gewerkt, heeft in weide geloopen.
Omschrijving van het paard :
Ras..............: Belg, Celina,
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: vos.
Leeftijd .......... 12 jaar.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 210 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht..........: 784 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: een weinig
A 12526.
Atmosferische toestand: 16 uur.
Temperatuur..: 19,8° C.
Psychrometer.: 17,4° C.
Luchtdruk ...: 76,13cm.
Weersomstandigheden:
Regen.......: geen.
Zon..........: steeds.
Wind........: tamelijk.
Bodemgesteldheid :
tamelijk hard en droog.
cornard.
S TAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst Na max. trekproef Na 15 min. rust
Tijd van opname..
Temperatuur.....
Pols.............
Ademhaling.......
Toestand......
Bijzonderheden....
16,41
38,-
38
36
rustig
geen
16,55
38,2
102
56
blijft rustig
geen
17,10
38,4
48
32
droog
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
I
kracht
in kg
second.
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Opmerkingen
Ie ronde
100
43
1,16
4,18
116
1,54
2e „
125
43
1,16
4,18
145
1,94
3e „
150
42
1,19
4,30
178
2,36
4e „
175
47
1,06
3,80
186
2,48
5e „
200
50
1-
3,60
200
2,67
wil niet meer
6e „
225
55
0,91
3,27
205
2,74
m. leidsel gesl.
7e „
250
45
1,11
4,-
278
3,70
blijft halver-
wegen stilstaan
-ocr page 119-
120
PROEF NO. 21.
Eigenaar: Jac. Fr. Brooijmans te St. Annaland.
Fokker: J. C. A. Geluk te Dinteloord (N.-Br.).
Klasse III. Datum : 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....
Gewilligheid......
Maximum vracht..
Bijz. eigenschappen.
kalm.
gewillig,
behoorlijk,
geen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Bertha van Dinteloord, B 10754. Vader: Cousin de
Laboureur, B 833. Moeder: Frieda van Dinteloord,
B 4319.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: zwart.
Leeftijd..........: 5 jaar.
Schofthoogte......: 158 cm.
Borstomvang......: 217 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht..........: 830 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 8 uur.
Temperatuur..: 19,8° C.
Psychrometer .: 17,4° C.
Luchtdruk ...: 76,28cm.
Weersomstandigheden:
Regen.......: geen.
Zon..........: weinig.
Wind........: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
8,30
8,50
9,05
Temperatuur ......
38,4
39,1
39,5
64
140
64
Ademhaling........
36
68
78
Toestand .........
normaal
nat
nog nat,zelfs iets meer
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende
het verloop der
Tiaximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
III
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
100
40
1,25
4,5
125
2,12
2e „
125
36
1,39
5-
174
2,32
3e
t
150
38
1,32
4,75
198
2,65
4e
>t
175
41
1,22
4,4
214
2,85
5e
t
200
40
1,25
4,5
250
3,35
6e
r
225
44
1,14
4,1
256
3,42
7e
>
250
44
1,14
4,1
285
3,8
8e
/
275
44
1,14
4,1
314
4,17
9e
*
300
54
0,92i
3,35
278
3,7
10e
t
325
66
0,76
2,74
246
3,28
-ocr page 120-
121
PROEF NO. 22.
Eigenaar: C. A. G. Sneep te Dinteloord.
Fokker: Jac. Hack te Dinteloord.
Klasse IV. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht ..: tamelijk veel.
Bijz. eigenschappen.: lui.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Clairone, B 5575. Vader: Clairon de MuUem, B
95. Moeder: Celline, A 7420.
Geslacht ........,: merrie.
Kleur ............: vos.
Leeftijd..........: 9 jaar.
Schofthoogte......: 165 cm.
Borstomvang......: 227 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht..........: 910kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag ...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: vet.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 8 uur.
Temperatuur.
Psychrometer
Luchtdruk ...
19,8° C.
17,4° C.
76,28 cm.
Weersgesteldheid:
Regen.......:  geen.
Zon..........:  weinig.
Wind ........:  tamelijk.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard, droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Na 15 min. rust
Omschrijving
Na max. trekproef
Bij aankomst
Tijd van opname ...
Temperatuur......
Pols..............
Ademhaling........
Toestand .........
Bijzonderheden.
9,33
38,4
52
32
nog droog
geen
9,03
38,2
48
38
kalm
geen
9,18
38,3
124
56
nog droog
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
Opmerkingen
IV
kracht
in kg
p.ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
125
39
1,28
4,6
160
2,14
2e „
150
45
1,11
4,-
167
2,22
3e „
175
46
1,09
3,95
191
2,55
4e „
200
50
1,-
3,60
200
2,67
5e „
225
46
1,09
3,95
245
3,26
6e „
250
52
0,96
3,46
240
3,20
7e „
275
62
0,81
2,9
223
2,98
-ocr page 121-
122
PROEF NO. 23.
Eigenaar: C. W. Hage te Kruisland (N.-Br.).
Fokker: dezelfde.
Klasse III. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: loom.
Gewilligheid ......: zeer gewillig.
Maximum vracht..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen.: staat reeds lang op stal.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Blanche, B 10049. Vader: Guerrier de Fooz,
B 777. Moeder: Cora Steen, B 4414.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: vos.
Leeftijd..........: 6 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 223 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht..........: 910 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: vet.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur..: 19,8° C.
Psychrometer.: 17,4° C.
Luchtdruk ...: 76,29 cm.
Weersgesteldheid:
Regen .......:  geen.
Zon..........:  weinig.
Wind........:  tamelijk.
Bodemgesteldheid:
vrij hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Bij aankomst
Na max. trekproef
Omschrijving
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
Temperatuur......
Pols..............
Ademhaling........
Toestand.........
Bijzonderheden.....
9,26
38,1
64
52
droog
geen
9,43
39
160
84
iets nat
geen
9,58
39,2
104
72
nog nat
geen
STAAT aangevende
het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
Opmerkingen
in
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
100
43
1,16
4,18
116
1,55
2e „
125
48
1,04
3,75
130
1,74
3e „
150
49
1,02
3,7
153
2,05
4e „
175
50
1-
3,6
175
2,34
5e „
200
53
0,94
3,3
188
2,50
6e „
225
61
0,82
2,9
185
2,46
7e „
250
50
1,-
3,6
250
3,34
8e „
275
49
1,02
3,7
280
3,74
9e „
300
51
0,98
3,5
294
3,91
10e „
325
56
0,89
3,2
290
3,87
He „
350
2 X (20
+ 22)
0,595
2,3
208
2,78
-ocr page 122-
123
PROEF NO. 24.
Eigenaar: C. Crezee te Klundert.
Fokker: Wed. C. Crezee te Klundert.
Klasse III. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament.....: matig.
Gewilligheid......: gewillig.
Maximum vracht..: niet bekend, tamelijk.
Bijz. eigenschappen.: heeft veulen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Cor,
Suzanne I,
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: schimmel.
Leeftijd..........: 13 jaar.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 215 „
Pijpomvang.......: 25 „
Gewicht......-----: 758 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: mager.
Bijzonderheden ...: geen.
B 2661. Vader: Mouton, B 240. Moeder:
B 1039.
Atmosferische toestand: 10 uur.
Temperatuur .: 20,7° C.
Psychrometer.: 16,5° C.
Luchtdruk ...: 76,29 cm.
Weersgesteldheid:
Regen.......: geen.
Zon..........: een beetje.
Wind........: weinig.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols,temperatuur en toestand:
Bij aankomst Na max. trekproef Na 15 min. rust
Omschrijving
Tijd van opname.
Temperatuur
Pols............
Ademhaling.
Toestand.......
Bijzonderheden...
10,18
38
45
32
geexciteerd
geen
10,45
39,2
72
43
nog vroolijk
geen
10,30
38,7
160
75
nog geexciteerd
geen
STAAT aar
gevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Insjest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
Opmerkingen
III
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
100
30
1,67
6-
167
2,22
Het paard
2e „
125
30
1,67
6,—
208
2,78
maakt een vlug-
3e „
150
30
1,67
6,-
250
3,32
gen indruk en
4e „
175
31
1,61
5,8
281
3,75
toont een
5e „
200
33
1,51
5,4
302
4,—
mooie wijze
6e „
225
35
1,43
5,1
322
4,3
van trekken.
7e „
250
36
1,39
5,-
348
4,64
8e „
275
36
1,39
5,-
381
5,08
9e „
300
38
1,31
4,7
393
5,23
-ocr page 123-
124
PROEF NO. 25.
Eigenaar: M. Korteweg Maris te Klundert.
Fokker: dezelfde.
Klasse III. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....:  tamelijk temperamentvol.
Gewilligheid ......:  gewillig.
Maximum vracht ..:  1500 kg in de klei.
Bijz. eigenschappen.:  geen.
Omschrijving van het paard:
Ras-----..........: Belg, Mirza, B 7688. Vader: Guerrier de Fooz, B 777.
Moeder: Cula, B 619.
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: bruin.              Atmosferische toestand: 10 uur.
Leeftijd..........: 7 jaar.              Temperatuur..: 20,7 °C.
Schofthoogte......: 158 cm.             Psychrometer.: 16,5° C.
Borstomvang......: 213 „                Luchtdruk ...: 76,29 cm.
Pijpomvang.......: 24* „             Weersgesteldheid
Gewicht..........: 790 kg.              W eersgestel a net a.
,- ■                              , b                  Regen .......: geen.
Tuig.............: haam.                  „. 6                     * ,
n "...                        .                          Zon..........: steeds.
?T S.........= Ja*                       Wind........: tamelijk.
Beslag ...........: gewoon.
Voedingstoestand..: normaal.          Bodemgesteldheid:
Bijzonderheden ...: trekt wat snel tamelijk hard en droog.
aan.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols.temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
10,38
11,04
11,19
Temperatuur ......
38,2
38,6
38,8
Pols..............
60
132
64
Ademhaling........
32
44
48
Toestand .........
droog
droog
droog
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p. ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
pk
Opmerkingen
III
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
100
125
150
175
200
27
28
29
30
28
1,85
1,79
1,72
1,67
1,79
6,65
6,45
6,2
6,-
6,45
185
224
258
292
358
2,47
3,—
3,45
3,88
4,78
Loopt vlug met
goede houding.
Kan 225 kg
niet meer trek-
ken.
-ocr page 124-
125
PROEF NO. 26.
Eigenaar: J. E. Meijer te Ruigezand.
Fokker: R. Poll te De Waarden.
Klasse II. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament.....:
Gewilligheid ......:
Maximum vracht...:
Bijz. eigenschappen.;
heftig.
gewillig.
niet bekend, wel veel.
heeft veulen en heeft in een half jaar niet gewerkt.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger,
Gr.P. S. 112.
Geslacht .........: merrie.
Elarine, Gr. P. S. 5559. Vader: Reclame,
Moeder: Peria, Gr. P. S. 4498.
Atmosferische toestand: 12 uur.
Temperatuur..: 20,7° C.
Psychrometer.: 16,5° C.
Luchtdruk ...: 76,29 cm.
Weersgesteldheid:
Regen .......: geen.
Zon..........: steeds.
Wind ........: tamelijk, Oost.
Bo demgesteldheid :
hard en droog.
Kleur ........
Leeftijd ......
Schofthoogte.,
Borstomvang..
Pijpomvang.
donker bruin.
7 jaar.
163 cm.
214,,
23 „
Gewicht..........: 730 kg.
Tuig..,
Drachtig ........
Beslag ..........
Voedingstoestand .
Bijzonderheden ..
zeel.
ja.
gewoon,
normaal.
geen.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
12,18
13,31
13,46
Temperatuur ......
38,0
39,0
39,3
Pols..............
65
164
100
Ademhaling........
52
80
80
geexiteerd
al iets nat
meer nat
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
II
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
75
35
1,43
5,15
107
1,43
Trekt vlug met
2e „
100
33
1,51
5,4
151
2,-
mooie houding.
3e „
125
27
1,85
6,65
232
3,1
Alleen in de
4e „
150
27
1,85
6,65
278
3,7
laatste ronden
5e „
175
25
2,-
7,2
350
4,65
is het afzetten
6e „
200
25
2,—
7,2
400
5,32
met mooi.
7e „
225
24
2,08
7,47
470
6,25
8e „
250
24
2,08
7,47
520
6,95
9e „
275
30
1,67
6,-
460
6,15
10e „
300
(" +
13,5) X 22
1,02
3,7
306
4,18
-ocr page 125-
126
PROEF NO. 27.
Eigenaar: L. Verbeek de Wit te Steenbergen.
Fokker : dezelfde.
Klasse IV. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....:  kalm.
Gewilligheid ......:  zeer gewillig.
Maximum vracht ..:  4000 kg.
Bijz. eigenschappen.:  geen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Comtesse van Blauwe Sluis, B 7573. Vader:
Marquis de Zuyen, B 410. Moeder: Miradine, A 7428.
Geslacht ...
Kleur......
Leeftijd ....
Schofthoogte
Borstomvang
Pijpomvang.
Gewicht....
Tuig.......
Drachtig ...
Beslag.....
Voedingstoestand
Bijzonderheden .
merrie.
Atmosferische toestand: 12 uur.
vos.
7 jaar.
165 cm.
215,,
25 „
860 kg.
haam.
ja.
gewoon,
vet.
niet getraind.
Temperatuur..
Psychrometer .
Luchtdruk ...
22° C.
15,7° C.
76,29 cm.
Weersgesteldheid:
Regen .......: geen.
Zon..........: veel.
Wind ........: vrij veel, Oost.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
Toestand.........
Bijzonderheden.....
12,40
38,5
52
57
rustig
geen
12,49
38,7
160
60
droog
geen
13,04
39,2
80
48
droog
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p. ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
Pk
Opmerkingen
IV
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
6e „
7e „
8e „
9e „
125
150
175
200
225
250
275
300
325
35
35
35
34
35
36
38
37
61
1,43
1,43
1,43
1,47
1,43
1,39
1,32
1,35
0,82
5,1
5,1
5,1
5,3
5,1
5-
4,75
4,8
2,9
178
215
250
294
322
348
362
405
266
2,37
2,87
3,33
3,9
4,3
4,63
4,82
5,4
3,55
Trekt zeer goed.
In laatste twee
ronden over-
koot het paard
in sterke mate.
-ocr page 126-
127
PROEF NO. 28.
Eigenaar: L. Verbeek de Wit te Steenbergen.
Fokker: dezelfde.
Klasse III. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: tamelijk veel temperament.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht..: 3000 kg.
Bijz. eigenschappen.: geen.
Omschrijving van het paard:
Ras...........,..: Belg, Indiga van Blauwe Sluis, B 7575. Vader: Marquis
de Zuyen, B 114. Moeder: Adèle, B 3820.
Geslacht.........: merrie.
Atmosferische toestand: 12 uur.
Temperatuur..: 23° C.
Psychrometer .: 16,5° C.
Luchtdruk ...: 76,29 cm.
Weersgesteldheid :
Kleur............: vos.
Leeftijd ..........: 7 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 216,,
Pijpomvang.......: 25 J „
Gewicht..........: 870 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig.........: ja.
Beslag ...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: vet.
Bijzonderheden ...: geen.
Regen ....
Zon.......
geen.
steeds.
Wind........: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Nr max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
12,45
13,04
13,19
38,8
39,0
39,5
Pols..............
44
172
99
44
66
72
rustig
niet zweeten
nog niet tot rust
Bijzonderheden.....
geen
geen
geen
STAAT aangevende
het verloop der maximum-trekkra
chtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
Opmerkingen
III
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec^j
in km
__2_er uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
100
27
1,85
6,7
185
2,46
Trekt flink en
2e „
125
25
2,—
7,2
250
3,33
vlot.
3e „
150
25
2,—
7,2
300
4,—
Laatste ronde
4e „
175
26
1,92
6,9
336
4,46
overkoten.
5e „
200
33
1,52
5,5
304
4,05
6e „
225
35
1,43
5,2
322
4,3
7e „
250
31
1,61
5,8
402
5,37
8e „
275
30
1,67
6,-
458
6,1
9e „
300
30
1,67
6,-
501
6,69
10e „
325
47
1,06
3,8
344
4,58
-ocr page 127-
128
PROEF NO. 29.
Eigenaar: L. Verbeek de Wit te Steenbergen.
Fokker: P. de Dreu te Colijnsplaat (Z.).
KlasseIV. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: gewoon.
Gewilligheid......: gewillig.
Maximum vracht ..: 3000 kg.
Bijz. eigenschappen.: niet getraind.
Omschrijving van het paard:
Ras ..............: Belg, Baron, B 859. Vader: Baron B 62. Moeder: Jans,
A 1408.
Geslacht .........: hengst.             Atmosferische toestand: 14 uur.
Kleur............: vos.                     Temperatuur..: 21,9° C.
Leeftijd..........: 10 jaar.                Psychrometer .: 18,4° C.
Schofthoogte......: 167cm.               Luchtdruk...: 76,24cm.
Borstomvang......: 215 „
Pijpomvang.......: 29 „               Weersgesteldheid:
Gewicht..........: 925 kg.                Regen.......: geen.
Tuig.............: haam.                  Zon..........: steeds.
Drachtig .........: —                       Wind .___...: tam. Oostenwind.
Beslag...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: tamelijk vet. Bodemgesteldheid:
Bijzonderheden ...: geene.                 vrij hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min rust
Tijd van opname...
Ademhaling........
14,19
39,7
54
20
normaal
14,27
38,2
148
45
normaal
14,43
38,4
98
47
normaal
Bijzonderheden..... geannuleerd wegens 3 maal weigeren.
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p.ronde
Snelheid
Aantal
kg.n
per sec.
pk
IV
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
125
150
175
200
225
25
26
29
30
28
2,—
1,92
1,72
1,67
1,79
7,2
6,9
6,2
6,-
6,45
250
288
300
334
403
3,33
3,84
4,-
4,45
5,35
Het paard wei-
gert zeven maal
achtereen,
daarom proef-
neming niet
voortgezet.
-ocr page 128-
129
PROEF NO. 30.
Eigenaar: C. Dekker te Barendrecht.
Fokker: dezelfde.
Klasse I. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen.: geen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger, Dorkas,
Geslacht .........: merrie.
Atmosferische toestand: 14,30 uur.
Temperatuur..: 21,9° C.
Kleur............: zwart.
Leeftijd ..........: 13 jaar.
Psychrometer
Luchtdruk ...
18,4° C.
76,24 cm.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 192 „
Pijpomvang.......: 21J „
Gewicht..........: 600 kg.
Tuig.............: zeel.
Drachtig.........: ja.
Beslag ...........: normaal.
Voedingstoestand ..: matig.
Bijzonderheden ...: geen.
Weersgesteldheid:
Regen .......:  geen.
Zon.. ♦.......:  weinig.
Wind........:  veel.
Bodemgesteldheid :
tamelijk hard, droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Na max. trekproef Na 15 min. rust
Omschrijving
Bij aankomst
Tijd van opname.
Temperatuur
Pols............
Ademhaling......
Toestand.......
Bijzonderheden...
14,42
38,1
56
44
droog
geen
14,54
38,3
132
68
droog
geen
15,09
38,5
44
40
droog
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p. ronde
Snelheid
Aantal
kgm
pk
Opmerkingen
IV
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
6e „
7e ,,
8e „
9e „
50
75
100
125
150
175
200
225
250
32
31
30
30
36
34
30
30
1,56
1,61
1,67
1,67
1,39
1,47
1,67
1,67
5,62
5,8
6,-
6,-
5,-
5,3
6,-
6,-
78
120
167
208
242
294
375
417
1,04
1,6
2,23
2,78
3,22
3,90
5,-
5,55
Eigenaar meen-
de, dat Dorkas
meer trekken
kon danErasa.
Dorkas heeft
echter den laat-
sten tijd geen
werk verricht,
dus was niet
getraind.
-ocr page 129-
130
PROEF NO. 31.
Eigenaar: C. Dekker te Barendrecht.
Fokker: dezelfde.
Klasse II. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan eigenaar:
Temperament.....: kalm.
Gewilligheid......: gewillig.
Maximum vracht ..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen.: heeft veulen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger, Erasa, N. S. Tg. 1052. Vader
IV, N. S. Tg. 21. Moeder: Berrane, N. S. Tg.
Geslacht.........: merrie.
Ruthard
661.
Atmosferische toestand: 15 uur.
Kleur............: donker-roodbr
Temperatuur.,
Psychrometer
Luchtdruk ..,
21,8° C.
17,8° C.
76,23 cm.
Leeftijd..........: 11 jaar.
Schofthoogte......:   163 cm.
Borstomvang......:  204 „
Pijpomvang .......: 22 J „
Gewicht..........:  690 kg.
Tuig.............:  zeel.
Drachtig.........:  ja.
Beslag...........:  gewoon.
Voedingstoestand ..:  normaal.
Bijzonderheden ...:  geen.
Weersgesteldheid:
Regen.......:  geen.
Zon..........:  tamelijk.
Wind........:  vrij veel, Oost.
Bodemgesteldheid:
hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname ...
Ademhaling........
Toestand .........
15,-
38,7
72
64
droog
geen
15,10
38,4
148
68
droog
geen
15,25
38,5
60
48
iets nat
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p. ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
pk
II
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e „
6e „
7e „
8e „
9e „
10e „
75
100
125
150
175
200
225
250
275
300
32
33
33
34
34
33
37
36
38
37
1,56
1,51
1,51
1,47
1,47
1,51
1,35
1,39
1,31
1,35
5,62
5,4
5,4
5,3
5,3
5,4
4,85
5,-
4,7
4,85
117
151
188
220
257
302
304
348
360
405
1,56
2,-
2,5
2,94
3,43
4,04
4,05
4,65
4,8
5,4
Trekt rustig en
houdt goed vol.
-ocr page 130-
131
PROEF NO. 32.
Eigenaar: Jac. Ff. Brooijmans te St. Annaland.
Fokker: dezelfde.
Klasse IV. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: veel temperament.
Gewilligheid......: gewillig.
Maximum vracht ..: niet bekend.
Bijz. eigenschappen.: heeft sedert een jaar niet gewerkt.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Belg, Successeur, A 230.
Geslacht.........: hengst.
Atmosferische toestand .'16 uur.
Temperatuur..: 21,8° C.
Psychrometer.: 17,8° C.
Luchtdruk ...: 76,22 cm.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 8 jaar.
Schofthoogte......: 166 cm.
Borstomvang......: 222 „
Pijpomvang.......: 33 „
Gewicht..........: 950 kg.
Tuig.............: haam.
Drachtig .........: —
Beslag ...........: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: zenuwachtig
Weersgesteldheid:
Regen.......: geen.
Zon..........: geen.
Wind........: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname...
16,10
16,24
16,39
38,8
39,2
39,5
64
168
80
60
64
84
normaal
Zweeten
droog
Bijzonderheden.
geen
geen
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Ingest.
trek-
kracht
in kg
Aantal
second.
p.ronde
Snelheid
Aantal
kgm
per sec.
pk
IV
in m
per sec.
in km
per uur
Ie ronde
2e „
3e „
4e „
5e
6e „
7e „
125
150
175
200
225
250
275
40
46
42
42
42
42
1,25
1,09
1,19
M9
1,19
1,19
4,5
3,95
4,3
4,3
4,3
4,3
156
190
238
268
298
326
2,08
2,54
3,18
3,58
3,98
4,35
Trekt regelma-
tig, doch reeds
ronde met 225
kg valt hem
zwaar. Snuift
reeds bij 275
kg. Gareel was
te nauw!
-ocr page 131-
132
PROEF NO. 33.
Eigenaar: H. Welt te Uithuizermeeden.
Fokker: dezelfde.
Klasse IL Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.....: zenuwachtig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Maximum vracht..: neen.
Bijz. eigenschappen.: heeft heden veel in den ring geloopen.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger; Grootmeester, Gr. P. S. 304. Vader:
Regulus, Gr. P. S. 241. Moeder: Hille, Gr. P. S. 3804
Geslacht..........: hengst.
Atmosferische toestand: 17 uur.
Kleur............: kastanjebruin.
Leeftijd..........: 6 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 202 „
Pijpomvang.......: 24J „
Gewicht..........: 740 kg.
Tuig.............: zeel.
Drachtig .........: —
Beslag ......,....: gewoon.
Voedingstoestand ..: normaal.
Bijzonderheden ...: geen.
Temperatuur..
Psychrometer
Luchtdruk ...
21,75° C.
17,6° C.
76,21 cm.
Weersgesteldheid:
Regen .......: geen.
Zon..........: geen.
Wind........: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Na 15 min. rust
Bij aankomst
Na max. trekproef
Tijd van opname.
Temperatuur
Pols............
Ademhaling.
Toestand.......
Bijzonderheden...
17,54
40,1
88
100
zweeten
geen
17,30
40,1
96
90
al goed nat
geen
17,39
40,2
156
60
zeer nat
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
kracht
Aantal
second.
Snelheid
Aantal
kgm
pk
Opmerkingen
II
in m
in km
in kg
per sec.
per uur
per sec.
Ie ronde
75
34
1,47
5,3
110
1,47
2e „
100
29
1,72
6,2
172
2,3
De laatste twee
3e ,
125
30
1,67
6,-
210
2,8
ronden denzelf-
4e ,
150
29
1,72
6,2
258
3,45
den arbeid, dus
5e ,
175
30
1,67
6,-
292
3,9
buitengewoon
6e ,
200
32
1,56
5,62
312
4,16
lang volgehou-
7e ,
225
32
1,56
5,62
352
4,7
den.
8e ,
250
30
1,67
6,—
418
5,6
9e ,
275
33
1,52
5,48
418
5,6
-ocr page 132-
133
PROEF NO. 34.
Eigenaar: G. L. Warnaer G.Lzn. te Dirksland.
Fokker: dezelfde.
Klasse II. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar:
Temperament.
Gewillig.........
Maximum vracht
Bijzonderheden ..
tamelijk veel.
gewillig.
niet bekend, wel veel.
niet getraind.
Omschrijving van het paard:
Ras..............: Oldenburger, Hekka, N. S. Tg. 1520. Vader: Delfried,
N. S. Tg. 187 (preferent). Moeder: Cato II, N. S. Tg.
148.
Geslacht.........:  merrie.
Kleur............:  kastanjebruin.
Leeftijd..........: 8 jaar.
Schofthoogte......:  158 cm.
Borstomvang......:  203 „
Pijpomvang.......:    22 „
Gewicht..........:    652 kg.
Tuig.............:  zeel.
Drachtig.........:  ja.
Beslag ...........:  gewoon.
Voedingstoestand ..:  normaal.
Bijzonderheden ...:  geen.
Atmosferische toestand: 18 uur:
Temperatuur..: 21,75° C.
Psychrometer.: 17,6° C.
Luchtdruk ...: 76,21 cm.
Weersomstandigheden:
Regen .......: geen.
Zon..........: weinig.
Wind........: veel, Oost.
Bodemgesteldheid :
tamelijk hard en droog.
STAATvermeldende het verloop van ademhaling, pols,temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef
Na 15 min. rust
Tijd van opname. ..
Temperatuur......
Toestand .........
Bijzonderheden.....
18,05
38,1
56
64
droog
geen
18,14
38,5
156
64
bijna droog
geen
18,29
39,4
100
76
nat
geen
STAAT aangevende het verloop der maximum-trekkrachtproef:
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
II
kracht
in kg
p.ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
75
26
1,92
6,9
144
1,92
Loopt eerst erg
2e „
100
26
1,92
6,9
192
2,65
gemakkelijk,
3e „
125
27
1,85
6,65
231
3,1
doch ronde 225
4e „
150
27
1,85
6,65
278
3,7
kg kost reeds
5e „
175
28
1,78
6,4
311
4,15
meer moeite.
6e „
200
28
1,78
6,4
356
4,75
7e „
225
27
1,85
6,65
417
5,55
8e „
250
27
1,85
6,65
464
6,2
9e „
275
27
1,85
6,65
510
6,8
10e „
300
41
1,82
6,5
366
4,87
-ocr page 133-
134
PROEF NO. 35.
Eigenaar: Gebr. Vis van Heemst te Sommelsdijk.
Fokker: J. Mulder ten Cate te Vaassen.
Klasse I. Datum: 26 Juli 1928.
Vragen aan Eigenaar :
Temperament.....:
Gewillig..........:
Maximum vracht..:
Bijzonderheden ...:
geestig.
gewillig.
niet bekend, wel heel veel.
niet getraind.
Omschrijving van het paard:
....: Oldenburger, Filtra, N.S. Tg. 1312. Vader: Wodan,
N. S. Tg. 38. Moeder: Ega, I, N. S. Tg. 614 (hulp-
Ras.
boek).
merrie.
donkerbruin.
10 jaar.
161 cm.
205,,
21 „
688 kg.
zeel.
ja.
gewoon,
normaal,
geen.
Geslacht ...
Kleur......
Leeftijd....
Schofthoogte
Borstomvang
Pijpomvang.
Gewicht....
Tuig.......
Drachtig ...
Beslag .....
Voedingstoestand
Bijzonderheden .
Atmosferische toestand: 18 uur.
Temperatuur..: 21,8° C.
Psychrometer.: 17,7° C.
Luchtdruk ...: 76,21 cm.
Weersomstandigheden:
Regen .......: geen.
Zon..........: weinig.
Wind........: veel, Oost.
Bodemgesteldheid:
tamelijk hard en droog.
STAAT vermeldende het verloop van ademhaling, pols, temperatuur en toestand:
Omschrijving
Bij aankomst
Na max. trekproef Na 15 min. rust
Tijd van opname.
Temperatuur
Pols............
Ademhaling.
Toestand .......
Bijzonderheden...
18,17
38,4
48
68
droog
geen
18,29
38,5
148
60
iets nat
geen
18,44
39,3
76
60
geheel nat
geen
STAAT aangevende het verloop der
maximum-trekkrachtproef:
Klasse
Ingest.
trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
I
kracht
in kg
p. ronde
in m
per sec.
in km
per uur
kgm
per sec.
pk
Ie ronde
50
31
1,61
5,8
80
13
Trekt regelm.
2e „
75
30
1,67
6,-
125
1,7
en gemakkelijk.
3e „
100
32
1,56
5,62
156
2,1
Bijl75kg-ronde
4e „
125
33
1,52
5,5
190
2,5
worden „neus-
5e „
150
33
1,52
5,5
227
3
gaten wat groo-
6e „
175
35
1,42
5,1
250
3,3
ter".
7e „
200
33
1,52
5,5
304
4,1
Gaat bij 250 kg-
8e „
225
34
1,47
5,3
330
4,4
ronde reeds op
9e „
250
32
1,56
5,62
390
5,2
„toonen der
10e „
275
32
1,56
5,62
430
5,7
achterhoeven
He „
300
36
1,39
5,-
417
5,6
loopen".
-ocr page 134-
135
Conclusies uit de tweede proevenreeks.
A. Maximum-trekkracht-proef.
Deze proef is te vergelijken met die van de eerste reeks. Alleen is
de aanvangstrekkracht, naar gelang de indeeling der paarden, ver-
schillend genomen. Ook wordt de trekkracht, na elke geheel afgelegde
ronde, niet verhoogd met 10 kg, doch met 25 kg.
Ten einde de verrichtingen der paarden te kunnen vergelijken,
worden deze verdeeld in drie groepen:
I. Merries Belgisch Ras:
Klasse III :no. 18, 20, 21, 23, 24, 25, 28. Aanvangstrekkracht
100 kg.
Klasse IV: no. 22 en 27. Aanvangstrekkracht 125 kg.
II. Merries Oldenburgers:
Klasse I: no. 16, 30 en 35. Aanvangstrekkracht 50 kg.
Klasse II: no. 17, 19, 26, 31 en 34. Aanvangstrekkracht 75 kg.
III. Hengsten:
Klasse II: no. 33. Aanvangstrekkracht 75 kg.
Klasse IV: no. 29 en 32. Aanvangstrekkracht 125 kg.
Wordt eerst de groep Belgische merries nader beschouwd, dan
blijkt, dat het zwaarste paard, no. 23, ook hier de hoogste trekkracht
heeft geleverd; hier tegenover sta?t echter, dat paard no. 22, met
hetzelfde gewicht van 910 kg, slechts 275 kg kon bereiken.
Paard no. 23 gewicht 910 kg; maximum-trekkracht 350 kg.
28 ,
, 870
27 ,
, 860
21
, 830
18 ,
, 840
24 ,
, 758
22 ,
, 910
20 ,
, 785
325   
325   
325   
300 
300   
275   
250   
Het paard met het geringste lichaamsgewicht (no. 24) trekt nog meer
(300 kg), dan één van de twee zwaarste paarden (no. 22 met 275 kg).
Het gemiddelde gewicht is 839 kg, de gemiddelde trekkracht
294 kg.
-ocr page 135-
VERZAMELSTAAT V.
Ras en Geslacht
Klasse
Proef
No.
Leeftijd
Schoft-
hoogte
Borst-
omvang
PUp-
omvang
Oewicht
Maxim,
trek-
kracht
Snelheid in
meters p. sec.
Aanta! kgm
per sec.
Ronden
Aantal
pk
laatste
ronde
beste
ronde
laatste
ronde
beste
ronde
aantal beste
Belgen Merries
II
tt tt
11 tt
tt tt
tt tt
tt tt
tt tt
it tl
III
IV
18
20
21
23
24
25
28
22
27
9
12
5
6
13
7
7
9
7
161
161
158
162
161
158
162
165
165
220
210
217
223
215
213
216
227
215
27
25
25
25
25
24J
25i
25
25
840
784
830
910
758
790
870
910
860
300
250
325
350
300
200
325
275
325
0,86
1,11
0,76
0,59
1,31
1,79
1,06
0,81
0,82
0,86
1,11
1,14
0,89
1,31
1,79
1,67
1,09
1,35
258
278
246
208
393
358
344
223
266
258
278
314
290
393
358
501
245
405
9
7
10
11
9
5
10
7
9
9
7
8
10
9
5
9
5
8
3,45
3,70
4,17
3,87
5,23
4,78
6,69
3,26
5,4
Samen.......
Gemiddeld ...
Oldenb. Merries
tt tt
ti it
ti 11
11 ii
tt tt
ii 11
ii ii
I
II
16
30
35
17
19
26
31
34
8
13
10
10
6
7
11
8
162
159
161
163
162
163
163
158
205
192
205
200
209
214
204
203
22J
21è
21
23
22i
23
22J
22
7552
839
690
600
688
640
790
730
690
652
2650
294
200
250
300
250
275
300
300
300
9,11
1,01
1,52
1,67
1,39
1,-
1,56
1,02
1,35
1,22
11,21
1,25
1,52
1,67
1,56
1,67
1,56
2,08
1,35
1,85
2574
286
305
417
417
250
430
306
405
366
3042
338
305
417
430
375
430
520
405
510
7
9
11
8
7
10
10
10
7
9
10
7
7
8
10
9
40,55
4,51
4,05
5,55
5,7
5,-
5,72
6,95
5,4
6,8
Samen .......
Gemiddeld ...
Hengsten Old.
Hengsten Belg.
» tt
II
IV
33
29
32
6
10
8
162
167
166
202
215
222
24J
29
33
5480
685
740
925
950
2175
272
275
225
275
10,73
1,34
1,52
1,79
1,19
13,26
1,66
1,52
1,79
1,19
2896
362
418
403
326
3392
424
418
403
326
9
5
7
9
5
7
45,17
5,65
5,6
5,35
4,35
-ocr page 136-
137
Stellen wij hier tegenover de groep der tuigpaarden, dan blijkt, dat
deze eene trekkrachtlevering van 300 kg hebben kunnen bereiken:
Paard no. 26; gewicht 730 kg; maximum-trekkracht 300 kg.
„ 31
tt
690,,
tt
300
„ 35
tt
688 „
tt
300
„ 34
tt
652,,
tt
300
» 19
tt
790,,
tt
275
n 17
tt
640 „
tt
250
30
tt
600 „
tt
200
Van deze paarden levert dus het op een na zwaarste dier (no. 26)
de hoogste kracht. Het zwaarste exemplaar, no. 19, neemt de vijfde
plaats van de ranglijst in.
De vier paarden, welke alle 300 kg trekkracht hebben bereikt,
toonen een gewichtsverschil aan van 78 kg, zoodat een direct verband
tusschen lichaamsgewicht en trekkrachtmogelijkheid, voor deze vier
dieren, niet bestaat.
De Oldenburgers hebben een gemiddeld gewicht van 685 kg, en
leverden eene gemiddelde trekkracht van 272 kg.
Komt men tot eene vergelijking, tusschen de gewichten en de trek-
krachten van de trekpaarden, tegenover die der tuigpaarden, dan
wordt deze:
Trekpaarden:
gewicht gemidd. 839 kg; trekkracht gemidd. 294 kg,
gewicht gemidd. 685 kg; treKkracht gemidd. 272 kg.
Berekent men de trekkrachten naar een lichaamsgewicht van 1000
kg, dan worden deze cijfers:
Trekpaard: per 1000 kg lich. gew. 350 kg trekkracht,
Tuigpaard: per 1000 kg lich. gew. 397 kg trekkracht.
De verhouding van de trekkrachten van trekpaarden ten opzichte
van die der tuigpaarden is:
294 kg : 272 kg is 1,08 : 1.
Wat den hengsten betreft, zoo hebben deze, in verhouding tot hun
groot lichaamsgewicht, zeer weinig gepresteerd; de zwaarste hengst
no. 32, lich. gew. 950 kg, bereikte slechts 275 kg trekkracht.
B. Arbeidsvermogen.
Het hoogste arbeidsvermogen wordt veelal geleverd in de op één
-ocr page 137-
138
na laatste ronde, aangezien de snelheid tijdens de laatste, maximum-
ronde in verreweg de meeste gevallen aanmerkelijk daalt, doordat het
uiterste van het paard wordt gevergd.
Teneinde hieromtrent een indruk te krijgen, zijn door mij in de
bovenstaande verzameltabel V, de arbeidsprestaties geleverd in de
laatste en de beste ronde, vastgelegd. De gemiddelde arbeidsleverin-
gen zijn:
Ras
Laatste ronde
Beste ronde
Gemiddeld arb. verm.
Trekpaarden
Tuigpaarden
286 kgm p. sec,
362 „ „ „
338 kgm p. sec.
4Zft tt ** tt
Van de trekpaarden heeft paard no. 28 het hoogste arbeidsver-
mogen per seconde geleverd, nl. 501 kgm. Dit vermogen, overeen-
komende met 6,69 pk, geleverd over een geheele ronde van vijftig
m, is als heel goed aan te rekenen voor de Belgen, met hun veelal
langzame gangen.
Binnen deze groep vindt men verschillen van 3,26 tot 6,69 paarde -
krachten, dus ruim 105%.
Uit de groep tuigpaarden, is een bijzondere prestatie geleverd door
paard no. 26, welk dier niettegenstaande het niet getraind was (het
had gedurende een halfjaar, onmiddellijk aan de proefneming vooraf-
gaande, geen werk verricht) over de 6e, 7e, 8e en 9e ronde, dus over
een afstand van 200 m een gemiddelden arbeid van 6,17 pk
( —-------'■~-^-L—JL__j—== 6,17) geleverd; bovendien toonde het
paard een bijzonder mooie manier van trekken.
Het maximum arbeidsvermogen van de Oldenburgers is geweest
520 kgm (6,95 pk); het minste 305 kgm (4,05 pk). Zulks geeft een
verschil van 71 %, hetwelk kleiner is dan bij de trekpaarden (105%).
Het gemiddelde arbeidsvermogen van de trekpaarden staat tot dat
van het tuigpaard, als:
338 ï 424 == 1 J 1,25.
Wil men een vergelijking in cijfers tusschen de maximum-trekkracht
-ocr page 138-
139
en het maximum-arbeidsvermogen, tusschen de gemiddelden van
deze 9 trek- en 8 tuigpaarden, dan wordt zulks:
Verhouding trekkracht......: Trekpaard : Tuigpaard = 1,08:1.
Verhouding arbeidsvermogen: Trekpaard : Tuigpaard = 1 :1,25.
C. Snelheid.
Wil men eene goede vergelijking maken tusschen de verschillende
snelheden, dan moet men deze nemen over eene ronde, met voor alle
dieren gelijke trekkracht.
Voor de 200 kg-ronde, zijn deze:
Trekpaarden
Tuigpaarden
No.
Snelheid in
No.
Snelheid in
meters per sec.
meters p. sec.
18
0,96
16
1,52
20
1,00
30
1,47
21
1,25
35
1,52
23
0,94
17
1,85
24
1,51
19
1,61
25
1,79
26
2,00
28
1,52
31
1,51
22
1,00
34
1,78
27
1,47
Samen.....
11,44
Samen ....
13,26
Gemiddeld..
1,27
Gemiddeld
1,66
Voor de trekpaarden schommelt dus de snelheid tusschen 0,94 en
1,79 m per seconde, hetgeen een verschil geeft van 90 %; voor de
tuigpaarden bewegen de snelheden zich tusschen 1,47 en 2,— m per
seconde, dus een verschil van 36 %. De verschillen zijn alzoo, binnen
de bepaalde rassen blijvende, voor de trekpaarden het grootst.
Juist deze verschillen binnen bepaalde groepen, kunnen, wanneer
Zij bekend zijn, den fokker ten goede komen bij de keuze zijner dieren,
bestemd voor de voortteling. Een duidelijk voorbeeld hieromtrent is
te vinden in de eerste groep, die der trekpaarden:
Van de negen onderzochte Belgische paarden zijn de beste dieren,
paarden nos. 28 en 27, met een arbeidsvermogen, over de beste ronde,
van 501 tot 405 kgm. Deze beide merries bereikten een behoorlijke
trekkracht van slechts 25 kg minder dan de beste, namelijk 325 kg (de
beste, no. 23 bereikte 350 kg). De snelheid van deze twee dieren gaf
-ocr page 139-
140
wederom den doorslag voor het bereiken van het hooge arbeidsver-
mogen; slechts één paard had een grootere snelheid, — merrie no.
25, loopende met een snelheid van 1,79 m per seconde — doch be-
reikte deze, bij een maximum-trekkracht van slechts 200 kg.
In de op één na laatste ronde werd door beide paarden hun
maximumvermogen bereikt, met een snelheid van respectievelijk 1,67
en 1,35 m per seconde.
De gewichten dezer merries, 870 en 860 kg, liggen een weinig boven
het gemiddelde van 839 kg.
Klasse
Paard
Oud
Gewicht
Max. Trekkr.
Snelheid
Arb. vertn.
pk
III
IV
No: 28
No: 27
7j.
7j.
870 kg
860 „
325 kg
325 kg
1.67 p. sec.
1.35 „ „
501 kgm
405 „
6.69
54.
Zij blinken dus uit in snelheid en arbeidsvermogen. Het bij-
Zondere is in dit geval, dat beide afstammen van denzelfden hengst,
Marquis de Zuyen B 114. De omstandigheden waren voor beide
gelijk, want beide behoorden aan denzelfden eigenaar.
Naar mijn meening heeft deze hengst op beide paarden de, voor
de Belgen zoo zeldzame, hooge snelheid, overgedragen.
D.  Leeftijd.
De beste resultaten, wat betreft trekkracht en arbeidsvermogen
van de Belgen, werden bereikt door paarden van 6 (no. 23) en 7 (no.
28 en 27) jaar.
Van de acht tuigpaarden, leverden er vier een maximum-trek-
kracht van 300 kg; de leeftijden dezer dieren waren 10,7,11 en 8 jaar,
(nos. 35, 26, 31 en 34). — Een paard van 7 jaar en één, met een leef-
tijd van 8 jaar, leverden het grootste arbeidsvermogen.
E.  Schofthoogte en Borstomvang.
Voor de beste paarden waren deze:
No.
Schofthoogte
Borstomvang
Verschil
26
163
214
51
34
158
203
45
23
162
223
61
28
162
216
54
-ocr page 140-
141
Binnen de bepaalde rassen zijn deze verschillen mede van de
grootste, welke kunnen worden opgemerkt. Zoodat het oogenschijn-
lijk wel van beteekenis is, dat de borstomvang zoo ver mogelijk boven
de schofthoogte uitkomt.
In klasse III, die der trekpaarden is de maximum-borstomvang
214 cm (paard no. 23), klasse IV 227 cm (paard no. 22) en van de
tuigpaarden no. 26 met een omvang van 214 cm.
F.  Pijpomvang.
Dat er verband bestaat tusschen maximum-trekkracht, respectie-
velijk maximum-vermogen en den pijpomvang, is bij geen der onder-
zochte paarden geconstateerd. Dit blijkt reeds daaruit, dat de grootste
pijpomvang bij de trekpaarden, no. 18 met een maat van 27 cm, is
opgenomen bij het paard, dat op één na de laagste trekkracht
leverde, terwijl bij de Oldenburgers, paard no. 35, met een pijpomvang
van slechts 21 cm, één der vier dieren is, welke de hoogste trekkracht-
prestatie leverde.
De verschillen tusschen den pijpomvang van de paarden, voor deze
proefnemingen gebruikt, zijn over het geheel genomen, zoo gering,
dat hieruit ook nauwelijks een conclusie ware te trekken.
G.  Physiologische toestand.
1. Ademhaling. Het Belgische paard, dat de maximum-trek-
kracht van 350 kg heeft bereikt, no. 23, heeft vóór den aanvang der
proefneming een aantal ademhalingen van 52 per minuut. Dit aantal
neemt toe tot 84, opgenomen onmiddellijk na afloop van het onder-
Zoek, terwijl na een kwartier rust een daling tot 72 heeft plaats ge-
had.
De verhouding dezer drie opnamen is dus:
52 : 84 : 72 = 1 : 1,7 : 1,4
De vergelijking met het bereikte gemiddelde, van:
37 : 63 : 53 = 1 : 1,7 : 1,4
doet zien, dat dit paard nog beneden deze cijfers blijft; niettegen-
staande de hooge trekkracht van 350 kg, komt de merrie weder spoe-
dig tot het normale terug. Deze buitengewoon goede conditie is
verklaarbaar uit het feit, dat de borstomvang van 223 cm, een flinke
ruimte voor goed ontwikkelde respiratieorganen toestaat.
-ocr page 141-
142
VERZAMELSTAAT VI.
Ras-
en
Klasse
No.
Ademhaling
Pols
Temperatuur
Ge-
slacht
I
ii
ui
i
II
ui
1
ii
in
III
18
24
54
48
48
106
56
38,2
38,5
38,5
20
36
56
32
38
102
48
38,0
38,2
38,4
M
21
36
68
78
64
140
64
38,4
39,1
39,5
.5
23
52
84
72
64
160
104
38,1
39,0
39,2
-Me
24
32
75
43
45
160
72
38,0
38,7
39,2
25
32
44
48
60
132
64
38,2
38,6
3,8
4)
00
28
44
66
72
44
172
99
38,8
39,0
39,5
&>
IV
22
38
56
32
48
124
52
38,2
38,3
38,4
27
37
60
48
52
160
80
38,5
38,7
39,2
Samen
.....
331
563
473
463
1256
639
344,4
348,1
350,7
Gemid
d.
37
63
53
51
140
71
38,27
38,91
38,97
03
5
I
16
20
40
44
42
144
50
38,2
38,7
39,0
en
30
44
68
40
56
132
44
38,1
38,3
38,5
i
35
68
60
60
48
148
76
38,4
38,5
39,3
gen
II
17
48
76
66
88
192
128
38,1
38,5
38,8
n
19
40
60
56
56
114
48
38,3
38,6
39,0
■i
26
52
80
80
65
164
100
38,0
39,0
39,3
T3
31
64
68
48
72
148
60
38,7
38,4
38,5
o
34
64
64
76
56
156
100
38,1
38,5
39,4
Samen
.....
400
516
470
483
1198
606
305,9
308,5
311,8
Gemid
deld .
50
64J
58
60
150
76
38,24
38,56
38,97
ten
Old.
II
33
90
60
100
96
158
88
40,1
40,2
40,1
ngs
IV
29
20
45
44
54
148
98
37,9
38,2
38,4
Wpq
32
60
64
84
64
168
80
38,8
39,2
39,5
Voor het beste tuigpaard, no. 26, zijn deze verhoudingen:
52 : 80 : «80 = 1 : 1,7 : 1,7,
tegen een gemiddelde van:
50 : 64,5 : 58 = 1 : 1,3 : 1,1.
In dit geval laat zich de buitengewone arbeidslevering wel degelijk
gelden, hetgeen zich vooral uit in het niet tot rust komen; zelfs is
het aantal ademtochten na een kwartier rust nog niet verminderd.
-ocr page 142-
143
2.  Pols. Van de trekpaarden is het paard met de beste trekkracht
(no. 23) ook het dier, dat den hoogsten pols bereikte, 160 per minuut,
onmiddellijk na afloop van de proef opgenomen. Neemt men echter
de werkelijke stijging in aanmerking, dan blijkt, dat de merrie, ten
opzichte van de gemiddelden, nog hieronder blijft:
64 : 160 : 104 = 1 : 2,5 : 1,5
gemiddelde:
51 : 140 : 71 = 1 : 2,7 : 1,4
Na een kwartier rust, is het dier echter nog niet tot het gemiddelde
teruggekeerd.
Uit de groep, merries van het type tuigpaard, is voor paard no. 26
deze verhouding:
No. 26: 65 : 164 : 100 = 1 : 2,5 : 1,5,
Gemidd. 60 : 150 : 76 = 1 : 2,5 : 1,2.
Zoodat ook in dit geval, het paard na 15 minuten rust nog niet tot
het gemiddelde is terug gekomen. Voor deze prestatie van 6,17 pk
over een afstand van 200 m, is deze afwijking, van 1,5 tegenover 1,2
wel verklaarbaar.
3.  Temperatuur. De bij alle onderzochte paarden opgemerkte
temperatuurstoename, na een kwartier rust, staat lijnrecht tegenover
de resultaten, verb egen uit de eerste proevenreeks. Daar toch werd
bijna altijd een daling waargenomen.
Een verklaring van deze waarnemingen, moge zijn te vinden in het
feit, dat bij de eerste serie onderzoekingen, de paarden alvorens zij op
hun maximum trekkracht werden onderzocht, reeds een half uur
met 50, en daarna een half uur met 75 kg trekkracht hadden gearbeid,
aldus hun organisme hadden ingesteld op het leveren van trekkracht.
De derde korte proefneming eischte van deze dieren geen buiten-
gewone verbranding.
De proeven in de tweede reeks werden echter genomen, zonder
voorafgaande arbeidsverrichting, zelfs hadden de meeste paarden in
maanden niet gewerkt. In enkele minuten werden de dieren genood-
zaakt een maximum-prestatie te leveren.
Zoodoende was een rustperiode van 15 minuten niet voldoende,
om de verbruikte reservestoffen weder aan te vullen, en was de ver-
branding na deze periode> nog steeds in volle mate aan den gang.
Voor de trekpaarden is de temperatuurstoename: gemiddeld van
38,27 tot 38,71, resp. 38,97; de verhooging dus 0,64 en 0,70°. Bij de
-ocr page 143-
144
tuigpaarden is deze vermeerdering: van 38,24 tot 38,56 en 38,97,
de toename 0,32 en 0,73° C.
Ook de maximum-trekkracht van 350 kg, geleverd door paard no.
23, teekent zich duidelijk af: 38,1 —39,0—39,2, d.i. een toename
met 0,9 en 1,1° C; terwijl ook de prestatie van merrie no. 26 zich
duidelijk laat gevoelen in de toename van de temperatuur, van 38,0 —■
39,0 —■ 39,3 (1,0 respectievelijk 1,3° C. verhooging).
De abnormaal hooge temperatuur-noteeringen van paard no. 33
moeten worden toegeschreven aan de groote arbeidsverrichtingen,
door dezen hengst geleverd, bij het herhaaldelijk draven en monsteren
in den ring. Want het draven op zichzelf is voor deze dieren reeds
een vermoeiende arbeid.
-ocr page 144-
145
C, Proevenreeks met militaire paarden.
Voor het onderzoek naar de trekkracht en het arbeidsvermogen
waren van het 4e en 8e Regiment Veldartillerie te Ede 54 paarden
beschikbaar gesteld.
Dat ik tot dit onderzoek ben overgegaan, vindt zijn oorzaak in de
verwachting, dat dit materiaal in vele opzichten uniform zou zijn. Het
groote bezwaar tegen het onderzoek van paarden uit het landbouw- en
stadsbedrijf ligt daarin, dat elk dier onder geheel andere omstandig-
heden verkeert, wat betreft voeding, geoefendheid en wijze van ge-
bruik. Al deze factoren kunnen invloed op de trekkracht en het ar-
beidsvermogen uitoefenen. De militaire paarden echter verkeeren
alle in dezelfde omstandigheden, ontvangen bijna hetzelfde voedsel-
rantsoen, hebben nagenoeg gelijke training gehad en zijn bij den
aanvang van het onderzoek niet vermoeid door reeds verrichte werk-
zaamheden.
Daarnaast was ook herhaaldelijk van militaire zijde belangstelling
voor het toestel getoond.
De paarden werden uit de vele te Ede aanwezige dieren uitgezocht
en naar hun lichaamsgewicht ingedeeld in drie groepen:
Groep A: Zwaargewicht (boven 580 kg).
„ B: Middengewicht (van 500—580 kg).
„ C: Lichtgewicht (onder 500 kg).
Elke groep werd onderverdeeld in drie klassen, naar den leeftijd
vastgesteld,
Klasse I: ongeveer 15 jaar.
» II: » 10 „
» ui: „
         / „
Voor de beoordeeling van deze paarden werd het volgende program-
ma vastgesteld:
1°. Oriënteerend onderzoek.
Allereerst worden de paarden onderworpen aan een oriënteerend
onderzoek, dat bestaat uit het beoordeelen van het paard gedurende
enkele ronden. Daarmede kan worden bereikt, dat men weet, welke
trekkracht het paard in staat is te leveren.
10
-ocr page 145-
146
2°. Uithoudings- of duurproef.
Na voldoende rust, wordt het paard onderzocht op uithoudings-
vermogen, teneinde na te gaan hoe het dier zich tijdens, en na afloop
van de proef gedraagt. Om den tijd van onderzoek eenigszins te
bekorten, wordt de af te leggen weg bepaald op 25 ronden of wel
1250 m. De trekkracht is vastgesteld op 100 kg, overeenkomende met
een zware vracht op goeden weg. Elk paard levert dus 125.000 kgm
arbeid. Het arbeidsvermogen per seconde, respectievelijk pk, is
dus geheel afhankelijk van de snelheid.
3°. Maximum-vermogen-proef.
Deze proef wordt van de paarden gevorderd om te onderzoeken,
hoeveel arbeid het paard in betrekkelijk korten tijd in staat is te leve-
ren. Daartoe wordt de eerste ronde afgelegd met 75 kg trekkracht,
de tweede ronde met 100 kg, verder met 25 kg opklimmende, totdat
het dier blijk geeft niet meer te kunnen.
4°. Maximum-trekkracht-proef.
Wederom na een voldoende pauze, om geheel tot rust te komen,
moet het paard den trekboom van het toestel uit rusttoestand in be-
weging trachten te brengen. De belasting van het toestel wordt zoo-
danig ingesteld, dat het paard eerst 25 kg minder dan de trekkracht
bereikt bij de eerste proef —■ oriënteerend onderzoek —■ moet voort-
trekken. Gelukt dat, dan wordt telkens opnieuw de proef genomen met
een 10 kg zwaardere belasting. Op deze wijze kan men de werkelijke
maximum-trekkracht bepalen.
Deze proef is analoog aan die gevallen in het dagelijksche werk,
waarbij een zware wagen in den bodem is verzakt, en het paard tracht
dezen last weder in beweging te brengen.
Tijdsduur en afstand waarover wordt getrokken, zijn voor deze
proef van geen beteekenis.
Dezelfde gegevens als bij de onderzoekingen van de vorige proeven-
reeks, worden ook nu verzameld. Alléén geschiedt het opnemen van
ademhaling, pols en temperatuur niet alleen vóór, onmiddellijk na
het beëindigen, en 15 minuten na afloop der uithoudingsproef, doch
óók gedurende langen tijd na afloop, telkens na een tijdsverloop van
15 minuten, en wel zoolang totdat de normale (aanvangs-) cijfers we-
der geheel (of bijna) zijn bereikt.
-ocr page 146-
147
Dit onderzoek is door mij uitgebreid, omdat de proeven van de
tweede reeks hebben doen zien, dat na een kwartier rust de paarden
veelal nog niet weder normaal zijn.
In plaats van het onderzoek op het haemoglobine-gehalte en naar
het aantal roode bloedlichaampjes —• hetwelk geen positieve resul-
taten heeft opgeleverd —• zal bij een gedeelte van deze paarden, een
onderzoek worden ingesteld naar de koolzuurspanning (alcali-re-
serve). Dit onderzoek zal nader, afzonderlijk worden besproken.
Door de optredende vorst is de noodzakelijkheid gebleken, voor
een gedeelte der proeven het water te vervangen door eene glycerine -
oplossing. Hiertoe werd een oplossing van 20 % gebruikt. De inge-
stelde trekkracht werd overeenkomstig het soortelijk gewicht, daar-
naar ingesteld.
Het toestel was opgesteld op een afgesloten horizontaal terrein.
De loopbaan bestond uit vasten, zwarten zandgrond.
Het onderzoek op ademhaling, pols en temperatuur, alsmede de
bloedafname, werden verricht in de daartoe welwillend afgestane
operatie-zaal van het Veterinaire Hospitaal, welk gebouw in de on-
middellijke nabijheid van het terrein van onderzoek is gelegen.
-ocr page 147-
148
PROEF NO. 36.
Datum: 12 December 1928.                            8e R. V. A., 3e Batterij te Ede
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 126.
Ras.............,: Ardenner.       Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........: Ruin.                 Temperatuur......: —1,0° C.
Kleur ...,........: Bruin.                Luchtdruk .......: 74,83 cm.
Leeftijd ..........: 13 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 72 %.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang......: 205,,             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 25 „                Regen ..: sneeuwt wat.
Gewicht.,........: 635 kg.               Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind ...: matig, Oost.
Drachtig .........: —
Beslag ...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  vrij hard, vast.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Oriënteeringsproef: Het paardlooptvlug,de 150kg-rondein32sec;begint
bij 175 kg te snuiven, doch weet nog i ronde 225 kg te bereiken.
II. Uithoudingsproef: aanvang 10,30 uur.
Ie ronde in 34 sec.
15e ronde in 27 sec.
3e
tt
„33
tt
YJz
tt
„27
tt
Gemiddeld:
5e
tt
„30
tt
19e
tt
„29
tt
Aantal sec* p, ronde: 28
7e
tt
„26
tt
21e
tt
„27
tt
Snelh* in m per sec.: 1,79
9e
tt
„27
tt
23e
tt
„26
tt
Aantal kgm per sec: 179
11e
tt
„27
tt
25e
tt
„26
tt
„ pk ........: 2,38
13e
tt
„27
Aanteekeningen: De ruin loopt vrij regelmatig en rustig.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Pols ...........
Temperatuur ...
18
34
37,5
56
78
38,4
42
60
38,3
40
42
38,2
28
34
38,2
23
35
37,9
21
36
37,7
-ocr page 148-
149
III. Maximam-vermogen-proef: 15 uur.
Ronde
No.
Trek-
kracht
in kg
Aantal
sec. per
ronde
Snelheid
in m per
seconde
Aantal
kgm
per sec.
pk
Aanteekeningen
1
75
23
2,18
164
2,18
2
100
22
2,28
228
3,04
3
125
22*
2,22
278
3,71
4
150
20
2,50
375
5,00
5
175
20
2,50
437
5,82
snuift in erge mate,
is „dood-op".
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 7/8 ronde, is 43 m, te hebben afgelegd, in 12 seconden
een trekkracht bereikt van 310 kg.
PROEF NO. 37.
Datum: 11 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig, lui.
Gewilligheid ....... gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
paard: No. 15.
,: gekr. Belg.
,: merrie.
.: donkere vos.
,: 12 jaar.
.: 157 cm.
.: 192,,
.: 632 kg.
.: norm. t. mager
Omschrijving van het
Ras.............
Geslacht ........
Kleur...........
Leeftijd.......
Schofthoogte.....
Borstomvang.....
Pijpomvang......
Gewicht.........
Voedingstoestand .
Drachtig........
Beslag ..........
Tuig............
Bijzonderheden ..
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,6° C.
Luchtdruk-----...: 74,52 cm.
Vochtigheidstoest. .: 79%.
Weersomstandigheden:
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: tamelijk, N.
Bodemgesteldheid:
drogen, vasten zandbodem.
gewoon.
zeel.
geen.
I. Oriënteeringsproef ;De merrie loopt vlug, doch rustig. Ze loopt J ronde 100
kg in 17 seconden, dito 150 kg in 19 seconden, dito 200 kg in 19 sec. en
dito 250 kg in 18 seconden.
-ocr page 149-
150
II. Uithoudingsproef: Aanvang 14,35 uur.
Ie ronde in 28 sec.
15e ronde in 31 sec.
3e
**
„31
f*
17e
tl
„33
it
Gemiddeld:
5e
tt
„30
tt
19e
II
„31
tt
Aantal sec. p. ronde:
31
7e
II
„31
ft
21e
tt
„30
tt
Snelh. in m per sec.:
1,61
9e
tl
„30
tt
23e
tl
„32
tt
Aantal kgm per sec.:
161
11e
II
„31
tl
25e
tl
„33
tt
„ pk........:
2,15
13e
ff
„30
tt
Aanteekeningen: het paard loopt vlug, met goede houding.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Pols.................
20
36
37,9
64
79
38,4
52
61
38,4
32
39
38,2
30
40
38,0
III. Maximum-vermogen-proef: 10 uur. 12 December 1928.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
2
100
24
2,08
208
2,77
3
125
26
1,92
240
3,20
trekt zeer regelmatig
4
150
25
2,00
300
4,00
idem
5
175
30
1,67
292
3,88
idem
6
200
idem
7
225
staat op i ronde stil
IV. Maximum-trekkracht-proef':
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m, te hebben afgelegd in 13 seconden, een
trekkracht bereikt van 280 kg.
-ocr page 150-
151
PROEF NO. 38.
Datum: 11 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard : No. 89.
Ras..............: gekr. Belg.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd......,...: 13 jaar.
Schofthoogte .....: 156 cm.
Borstomvang......: 188 „
Pijpomvang.......: 22 „
Gewicht..........: 604 kg.
Voedingstoestand ..: mager.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
8e R. V. A. 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur....: 6° C.
Luchtdruk......: 74,52 cm.
Vochtigheidstoest: 79 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: tamelijk, N.
Bodemgesteldheid:
vasten, harden zandgrond.
I. Oriënteeringsproef: Het paard gaat rustig aan den gang, trekt 100 kg over
25 m in 17 sec, 150 kg 25 m in 20 sec, 175 kg, 25 m in 21 sec. en 200
kg over een halve ronde in 17 sec
II. Uithoudingsproef: Aanvang 13,45 uur.
15e '•onde in 33 sec
17e „ „ 32 „     Gemiddeld:
19e „ „ 32 £ „     Aantal sec. p. ronde:     32
21e „ „ 32 J „     Snelh. in m per sec.:   1,56
23e „ „ 33 „     Aantal kgm per sec.:    156
25e „ „ 33 „ „ pk........:  2,08
Ie ronde in 30 sec.
3e
5e
7e
9e
11e
13e
31*
32
33
32
32
32
Aanteekeningen: Het dier trekt zeer regelmatig, met vlotten gang.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols.......
Temperatuur
25
45
37,7
80
94
38,6
42
64
38,4
36
50
38,4
32
48
38,0
30
47
37,9
-ocr page 151-
152
III. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 9,45 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
26
1,93
145
1,93
2
100
24
2,08
208
2,77
draaft nu en dan.
3
125
24
2,08
260
3,47
4
150
26
1,93
290
3,87
5
175
27
1,86
325
4,34
6
200
26
1,93
386
5,15
7
225
staat op i ronde stil.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na J ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 25 sec, een
trekkracht bereikt van 205 kg.
PROEF NO. 39.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Datum: 13 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 125.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht .........: ruin.
Kleur ..,.........: bruin.
Leeftijd..........: 19 jaar.
Schofthoogte......: 170 cm.
Borstomvang......: 189 „
Pijpomvang.......: 21 £ „
Gewicht......___: 597 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig .........: —
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —0,11° C.
Luchtdruk.......: 75,55 cm.
Vochtigheidstoest. .: 87 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk, N.
Bodemgesteldheid:
vochtig, hard.
-ocr page 152-
153
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,55 uur.
15e ronde
in36|
sec.
17e „
„36|
Gemiddeld:
19e „
„36
tt
Aantal sec. p. ronde:
35
21e „
„38
tt
Snelh. in m per sec.:
1,43
23e „
„37
tt
Aantal kgm per sec.:
143
25e „
„34
t*
tt pK ♦♦♦*♦♦♦
1,90
Ie ronde in 32J sec.
36
37
37
39
34
. 34
3e
5e
7e
9e
11e
13e
Aanteekeningen: Het paard is lui, doch trekt goed en regelmatig.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Ademhaling.........
Pols.................
15
44
37,8
40
68
38,7
12
42
38,3
10
40
38,2
16
46
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,30 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
?9
1,73
130
1,73
2
100
35
1,43
143
1,90
3
125
32
1,56
195
2,60
4
150
25
2,00
300
4,00
5
175
28
1,79
313
4,17
6
200
30
1,67
334
4,44
7
225
haalt na heel veel
moeite l/s ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 11 ronde, is 28 m, te hebben afgelegd, in 39 sec, een
trekkracht bereikt van 200 kg.
-ocr page 153-
154
PROEF NO. 40.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Datum: 13 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 43.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht .........: ruin.
Kleur............: zwart.
Leeftijd..........: 19 jaar.
Schofthoogte......: 164 cm.
Borstomvang......: 190
Pijpomvang.___..: 22 „
Gewicht..........: 589 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: —
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: 0,1° C.
Luchtdruk.......: 75,55 cm.
Vochtigheidstoest. .: 87 %.
Weerso mstan dighe den :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
vast en vochtig.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,20 uur.
2e ronde
in 22 sec.
14e ronde
in 28*
sec.
Gemiddeld:
4e „
„ J4£ „
16e
tt
„28
ii
Aantal sec. p. ronde: 25
6e „
£* 11
18e
tt
„28
ti
Snelh. in m per sec.: 2,—
8e „
11
ii £tl it
20e
tt
„27
ii
Aantal kgm per sec.: 200
10e „
26J „
22e
tt
„29
tt
12e „
„ -^' ii
24e
tt
„29
ti
Aanteekeningen : Het paard loopt gemakkelijk. Eerst wat onregelmatig, later
heel vlot.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Temperatuur ...
25
40
37,3
61
68
38,3
33
44
38,2
34
38
38,0
36
38
37,9
26
36
37,9
15
39
37,1
-ocr page 154-
155
II. Maximum-ver mogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
13
3,85
289
3,85
galoppeert.
2
100
14
3,58
358
4,77
galoppeert.
3
125
13
3,85
480
6,40
galoppeert.
4
150
18
2,78
417
5,56
5
175
21
2,39
417
5,56
6
200
42
4,78
240
3,21
heel langzaam deze
ronde volbracht.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 14 ronde, is 75 m, te hebben afgelegd, in 33 sec, een
trekkracht bereikt van 260 kg.
PROEF NO. 41.
Datum: 13 December 1928.                              4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: fjeen.
Omschrijving van het paard : No. 269.
Ras..............:  gekruist Inl.     Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht .........:  ruin.                    Temperatuur......: —0,2° C.
Kleur............:  vos.                     Luchtdruk.......: 75,65 cm.
Leeftijd..........:    16 jaar.              Vochtigheidstoest..: 68 %.
Schofthoogte......:  158 cm.
Borstomvang......:  185 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......:    21J „                Regen ....: geen.
Gewicht..........:  580 kg.                Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..:  normaal.              Wind .....: weinig, N. O.
Drachtig.........: 
Beslag...........:  gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............:  zeel.                    hard, wat vochtig.
Bijzonderheden ...:  sterk doorgezakte rug.
-ocr page 155-
156
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,20 uur.
Ie ronde in 21 sec.
15e ronde in 21 sec.
17e „ „ 20 „
19e „ „ 20 „
21e „ „ 20 „
23e „ „ 20£ „
^-52 ft       ft "^ tt
3e
tt
„21
tt
5e
tt
„21
tt
7e
tt
„28
Jt
9e
tt
„23
tt
11e
tt
„23
tr
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 22
Snelh. in m per sec.: 2,28
Aantal kgm per sec.: 228
Pk ........: 3,04
13e „ „28 „
Aanteekeningen: Het dier loopt eerste ronden al te hard, doch weet later zonder
aanmoediging den goeden gang te krijgen.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Temperatuur
22
46
38,0
99
100
38,6
36
64
39,0
20
42
38,5
17
43
38,4
15
37
38,2
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
27
1,86
140
1,86
2
100
29
1,73
173
2,31
kalm.
3
125
30
1,67
208
2,77
trekt vlot.
4
150
30
1,67
250
3,34
5
175
32
1,57
274
3,66
6
200
kan deze trekkracht
niet halen.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1| ronde, is 75 m, te hebben afgelegd, in 321 sec, een
trekkracht bereikt van 240 kg.
-ocr page 156-
157
PROEF NO. 42.
Datum: 13 December 1928.                             8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: ongedurig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: als rijpaard niet gemakkelijk; achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 78.
Ras..............: gekruist Inl.    Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht.........: ruin.                  Temperatuur......: —0,2° C.
Kleur............: donkerbruin.      Luchtdruk .......: 75,65 cm.
Leeftijd ......___: 9 jaar.             Vochtigheidstoest..: 68 %.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 191 „           Weersomstandigheden:
Pijpomvang......: 21J „               Regen ....: geen.
Gewicht..........: 607 kg.               Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind .....: weinig, N. O.
Drachtig.........: —
Beslag ...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                tamelijkhard,vast.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14 uur.
Ie ronde in 22 sec.        15e ronde in 21 sec.
tt
20
tt
tt
19*
tt
tt
18
ff
tt
18*
ft
tt
20
ff
3e
tt
„20
tt
17e
5e
tt
19
tt
19e
7e
tt
„18
tt
21e
9e
tt
„ 18
tt
23e
11e
tt
„ 18
tt
25e
13e
.. 20
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 19
Snelh. inm per sec: 2,63
Aantal kgm per sec.: 263
„ pk ........: 3,51
Aanteekeningen: Het paard trekt zeer vlug en regelmatig.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
21
53
38,35
76
84
39,6
58
61
39,5
48
60
39,1
33
46
38,9
24
43
38,6
22
46
38,2
-ocr page 157-
158
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
25
2,00
150
2,00
zenuwachtig.
2
100
24
2,08
208
2,77
3
125
22
2,27
284
3,77
eenm. stilgestaan.
4
150
18
2,77
415
5,53
5
175
20
2,50
437
5,82
trekt goed.
6
200
21
2,38
476
6,35
aanjagen.
7
225
staat op l ronde stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 2 ronden, is 110 m, te hebben afgelegd, in 49 sec, een
trekkracht bereikt van 230 kg.
PROEF NO. 43.
Datum: 12 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 90.
Ras..............:  gekr. Belgisch.
Geslacht.........:  merrie.
Kleur............:  vos.
Leeftijd..........: 11 jaar.
Schofthoogte......:  160 cm.
Borstomvang......:  195 „
Pijpdikte..........: 22 „
Gewicht..........:  605 kg.
Voedingstoestand ..:  norm. t. mager
Drachtig.........:  neen.
Beslag...........:  gewoon.
Tuig.............:  zeel.
Bijzonderheden ...:  geen.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —1,0° C.
Luchtdruk .......: 74,83 cm.
Vochtigheidstoest. .: 72 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: sneeuwt wat.
Zon.......: geen.
. Wind.....: tamelijk, Oost.
Bodemgesteldheid:
vochtig, doch hard.
I. Oriënteeringsproef: Het paard werkt goed, o.a. £ ronde 150 kg in 15 sec,
\ ronde 200 kg in 13 sec. en weet een trekkracht van 265 kg te bereiken.
-ocr page 158-
159
II. Uithoudingsproef: Aanvang 11,15 uur.
Ie ronde in 25 sec.
15e ronde in 25 sec.
26
Gemiddeld:
29
Aantal sec. p. ronde:
26
29
rr
Snelh. in m per sec.:
1,93
25
Aantal kgm per sec.:
193
24
rr
rr pk........:
2,57
27
26
27
30
27
26
17e „
19e „
21e „
23e „
25e „
3e
5e
7e
9e
11e
13e
Aanteekeningen: Het paard loopt vlot.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
17
37
38,4
60
90
38,1
33
56
38,4
23
42
38,0
20
Pols.................
Temperatuur ........
42
38,2
III. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
26
1,93
145
1,93
2
100
25
2,00
200
2,67
trekt goed.
3
125
25,5
1,96
245
3,27
4
150
25
2,00
300
4,00
5
175
27
1,86
326
4,34
6
200
32
1,56
312
4,16
7
225
kan niet meer, doet
er veel moeite voor.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 £ ronde, is 75 m, te hebben afgelegd, in 48 sec, een
trekkracht bereikt van 225 kg.
-ocr page 159-
160
PROEF NO. 44.
Datum: 12 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 92.
Ras..............: gekr. Belgisch.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: donkere vos.
Leeftijd ..........: 12 jaar.
Schofthoogte......: 158 cm.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —1,0° C.
Luchtdruk.......: 74,83 cm.
Vochtigheidstoest. .: 72 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: sneeuwt wat.
Zon.......: geen.
Wind .....: matig, Oost.
Borstomvang
Pij pomvang.....
Gewicht........
Voedingstoestand
Drachtig .......
Beslag...........: gewoon
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
. mager
Bodemgesteldheid:
vochtig, hard.
I.  Oriënteeringsproef: Het dier maakt eenen vluggen indruk, loopt \ ronde van
100 kg in 11 sec, van 150 kg in 13 sec. en kan met heel veel moeite 1/8
ronde met 250 kg trekkracht bereiken.
II.  Uithoudingsproef: Aanvang 10,45 uur.
Ie ronde in 28 sec.
15e ronde in 29 sec.
3e
tt
„26
tt
17e
tt
„29
Gemiddeld:
5e
tt
„29
tt
19e
tt
„30
Aantal sec. p. ronde: 28
7e
tt
„26
tt
21e
tt
„28
tt
Snelh. in m per sec.: 1,79
9e
tt
„27
tt
23e
tt
„27
tt
Aantal kgm per sec: 179
11e
tt
„27
tt
25e
tt
„28
tt
„ pk.........: 2,38
13e
tt
„28
tt
Aanteekeningen: Het paard trekt goed en vlot.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols .......
Temperatuur
20
36
37,8
74
64
38,7
22
40
38,5
21
40
38,4
22
38
38,2
23
40
38,0
-ocr page 160-
161
III. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
20
2,50
187
2,50
rustig.
2
100
24
2,08
208
2,77
gelijkmatig.
3
125
24
2,08
260
3,64
4
150
21
2,38
357
4,75
trekt heel mooi.
5
175
27
1,86
325
4,34
6
200
28
1,78
356
4,74
7
225
haalt nog J ronde na
veel inspanning.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na J ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 12 sec, een trek-
kracht bereikt van 260 kg.
PROEF NO. 45.
Datum: 11 December 1928.                             8e R. V. A., 8e Batterij te Ede.
Temperament.....: druk in het tuig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 26.
Ras..............: gekr. Belgisch. Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........: merrie.               Temperatuur......: —0,5° C.
Kleur............: donkere vos.      Luchtdruk.......: 74,60 cm.
Leeftijd..........: 11 jaar.             Vochtigheidstoest..: 80 %.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang......: 195 „             Weersomstandigheden :
Pijpdikte..........: 23 „                Regen ....: geen.
Gewicht..........: 665kg.               Zon.......: geen.
Voedingstoestand..: norm.t.mager. Wind.....: tamelijk, N.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  vaste, droge zandbodem.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Oriënteeringsproef: Het paard is zenuwachtig, trekt vlug. Eén ronde van
150 kg in 35 sec, een van 200 kg in 30 sec
-ocr page 161-
162
II. Uithoudingsproef: Aanvang 9,45 uur.
Ie ronde
in 25 sec.
13e ronde
in 29 sec.
Gemiddeld:
3e „
t* *-'* tt
15e „
„31 „
Aantal sec. p. ronde:
29
5e „
„ 28 £ „
17e „
„ 30 i
Snelh. in m per sec.:
1,73
7e „
30 „
20e „
Pt *' PP
Aantal kgm per sec.:
173
9e „
„ 30 „
22e „
30 „
2,31
11e „
tt --"-■ rt
24e „
„ J-v *>
Aanteekeningen: Het paard trekt rustig en vlot, maakt in de eerste ronden korte
passen.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Temperatuur
14
40
38,0
33
78
37,8
32
72
38,4
24
44
38,8
19
33
38,3
18
36
38,1
III. Maximum-vermogen-proef: 14,13 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
32
1,56
117
1,56
2
100
15
3,34
334
4,44
3
125
31
1,61
201
2,67
4
150
28
1,79
268
3,58
tamelijk aanjagen.
5
175
31
1,61
282
3,76
6
200
eindigt op J ronde.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m, te hebben afgelegd, in 32 sec, een
trekkracht bereikt van 290 kg.
-ocr page 162-
163
PROEF NO. 46.
Datum: 11 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 23.
Ras..............: Shire.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 9 jaar.
Schofthoogte .....: 159 cm.
Borstomvang......: 186 „
Pijpdikte.....-----.: 25 „
Gewicht..........: 595 kg.
Voedingstoestand ,.: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,6° C.
Luchtdruk .......: 74,52 cm.
Vochtigheidstoest. .: 79 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: vrij veel, N.-O.
Bodemgesteldheid:
iets vochtig, doch tamelijk hard en
vast.
I. Oriënteeringsproef: Het paard is eerst wat angstig, gaat later beter; trekt
100 kg in 20 sec, 150 in 20 sec, 200 in 19 en 250 kg in 21 sec Heeft goede
houding.
II. Uithoudingsproef: Aanvang 13,25 uur.
15e ronde in 30 sec.
Ie ronde in 30 sec.
3e
„29
17e
ff
„31
tt
Gemiddeld:
5e
ft
„28
19e
ft
„31
tt
Aantal sec. p. ronde: 30
7e
Jf
„29
f*
21e
tt
„30
ff
Snelh* in m per sec: 1,67
9e
ft
„27
ff
23e
tt
„34
ff
Aantal kgm per sec: 167
11e
ft
„33
ft
25e
ft
„ 32
tt
ff P*** ♦#♦♦♦♦»♦♦ ZifZiZ,
13e
ff
„30
ff
Aanteekeningen: Het paard trekt mooi en regelmatig.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols........
Temperatuur
24
60
37,9
62
92
38,9
48
64
38,85
27
52
38,85
28
42
38,7
28
44
38,6
-ocr page 163-
164
III. Maximum-vermogen-proef: 15, uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
2
100
24
2,08
208
2,77
draaft nu en dan.
3
125
21
2,38
298
3,98
4
150
23
2,16
324
4,30
5
175
28
1,78
312
4,14
begint te overkoten.
6
200
34
1,47
294
3,92
groote neusgaten.
7
225
staat op | ronde stil.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 7/s ronde, is 44 m, te hebben afgelegd, in 27 seconden,
een trekkracht bereikt van 295 kg.
PROEF NO. 47.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Datum: 13 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 147.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht.........: ruin.
Kleur............: bruin.
Leeftijd ..........: 9 jaar.
Schofthoogte......: 164 cm.
Borstomvang......: 191 „
Pijpomvang ......: 22 \
Gewicht..........: 587 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: —
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —0,1 ° C.
Luchtdruk .......: 75,55 cm.
Vochtigheidstoest. .: 87 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: tamelijk.
Bodemgesteldheid :
vochtig en vast.
-ocr page 164-
165
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,35 uur.
15e ronde in 34 sec.
Ie ronde in 26 sec.
3e
tt
„31
tt
17e
tt
„ 40 „
Gemiddeld:
5e
tt
„35
tt
19e
tt
„30 „
Aantal sec. p. ronde: 33
7e
tt
„38
tt
21e
tt
„ 30i „
Snelh. in m per sec.: 1,51
9e
tt
„37
tt
32e
tt
tt ^" tt
Aantal kgm per sec.: 151
11e
tt
„34
tt
25e
tt
„31 „
„ pk. ......: 2,01
13e
tt
„37
tt
Aanteekeningen: Het dier loopt langzaam, na 18e ronde veel aanjagen, gaat
anders stilstaan.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Temperatuur ...
20
34
37,4
48
76
38,6
48
60
38,7
18
40
38,6
13
42
38,1
16
36
37,9
16
38
37,6
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
22
2,27
170
2,27
gedeelt. in galop.
2
100
21
2,38
238
3,17
3
125
22
2,27
284
3,78
4
150
23
2,16
324
4,30
loopt regelmatig.
5
175
23
2,16
378
5,03
6
200
24
2,08
416
5,54
7
225
na heel veel aanjagen
i ronde getrokken.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na lx/s ronde, is 67 m, te hebben afgelegd, in 32 seconden,
een trekkracht bereikt van 220 kg.
-ocr page 165-
166
PROEF NO. 48.
Datum: 11 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 66.
Ras..............: gekr. Shire.
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 8 jaar.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang......: 199 „
Pijpomvang ......: 24,2 „
Gewicht..........: 695 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,6° C.
Luchtdruk .......: 74,52 cm.
Vochtigheidstoest. : 79 %.
Weersomstandigheden:
Regen.....: geen.
Zon......: geen.
Wind .....: tamelijk, N.
Bodemgesteldheid:
droog en vast.
I. Oriënteeringsproef: Het paard maakt eenen slappen indruk, toont geen goede
trekkracht, weet echter nog 200 kg over J ronde in 12 seconden te bereiken.
II. Uithoudingsproef: Aanvang 15,03 uur.
Ie ronde in 30 sec.
15e ronde in 31 sec.
3e
tt
„31 „
17e
tt
„31
tt
Gemiddeld:
5e
tt
„ *--* tt
19e
tt
„30
tt
Aantal sec. p. ronde:
29
7e
tt
tt *•* tt
21e
tt
„31
tt
Snelh. in m per sec.:
1,73
9e
tt
tt 26£ „
23e
tt
„28
tt
Aantal kgm per sec.:
173
11e
tt
„ 28 „
25e
tt
„29
tt
2,31
13e
tt
„ 28 „
Aanteekeningen: Het dier draaft telkens, doch moet na de 22e ronde veel
aangemoedigd worden.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 mir..
Ademhaling .........
Temperatuur ........
15
36
37,9
47
83
38,1
21
48
38,6
20
45
38,1
18
42
38,1
-ocr page 166-
167
III. Maximum-vermogen-proef: 10,10 uur. 12 December 1928.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
32
1,57
117
1,56
2
100
32
1,56
156
2,08
3
125
24
2,08
260
3,46
4
150
weigert eenmaal, op-
nieuw begonnen.
5
175
kan deze trekkracht
niet halen.
IV. Maximum-trekkracht-proef :
Het paard heeft, na f ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 20 sec, een
trekkracht bereikt van 110 kg.
PROEF NO. 49.
Datum: 12 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 104.
Ras ..........-----: gekr. Belgisch.
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: vos.
Leeftijd ..........: 5 jaar.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang......: 208 „
Pijpomvang.......: 22 „
Gewicht..........: 660 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand : 14 uur.
Temperatuur......: —1,1 ° C.
Luchtdruk : .....: 74,95 cm.
Vochtigheidstoest. .: 86 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: weinig, N. O.
Bodemgesteldheid:
vochtig, tamelijk vast.
-ocr page 167-
168
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,45 uur.
Ie ronde in 26 sec.
15e ronde in 30 sec.
3e
„ 28 „
17e
tt
tt 28 J
Gemiddeld:
5e
„30 „
19e
tt
tt 28 J
Aantal sec. p. ronde: 29
7e
„ 30 „
21e
tt
tt 28 $ „
Snelh. in m per sec.: 1,73
9e
„30 „
23e
tt
tt *H tt
Aantalkgm per sec: 173
11e
„31 „
25e
tt
„30 „
„ pk.........: 2,31
13e
„ 30i „
Aanteekeningen : Het dier loopt vlug, en geeft hier een beter trekken te zien,
dan in het zesspan.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 60 min.
na 45 min.
Ademhaling
Pols........
Temperatuur
15
48
37,8
63
66
38,8
29
56
38,6
24
48
38,5
24
44
38,5
22
40
38,0
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
28
1,78
134
1,78
2
100
27 i
1,82
182
2,43
3
125
26
1,93
241
3,22
4
150
26
1,93
290
3,86
5
175
26
1,93
337
4,50
loopt later langzamer.
6
200
staat op J ronde stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1J ronde, is 56 m, te hebben afgelegd, in 30 sec, een
trekkracht bereikt van 265 kg.
-ocr page 168-
169
PROEF NO. 50.
Datum: 11 December 1928.                               8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: lui, rustig.
Gewilligheid ,.....: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 117.
Ras..............: gekr. Belgisch. Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht.........: ruin.                    Temperatuur......: 0,6° C.
Kleur............: vos.                     Luchtdruk .......: 74,52 cm.
Leeftijd ..........: 8 jaar.              Vochtigheidstoest. .: 79 %.
Schofthoogte......: 165 cm.
Borstomvang......: 188 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang .......: 221 „                Regen ....: geen.
Gewicht..........: 609 kg.                Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.              Wind .....: tamelijk, N.
Drachtig.........: —
Beslag.......___: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                    tamelijk harde en droge, vaste zand-
Bijzonderheden ...: geen.                   grond.
I. Oriënteeringsproef: Het paard maakt eenen luien indruk, trekt een ronde van
50 kg in 52 sec, en een van 150 kg in 51 sec.
II. Uithoudingsproef: Aanvang 10,30 uur.
2e ronde in 35  sec.         15e  ronde in 30  sec.
4e          „ 37               17e          „ 34          Gemiddeld:
6e          „ 40               19e     ,,      „ 31         Aantal sec. p. ronde: 34
8e          „41               21e     ,,     „34         Snelh. in m per sec.: 1,47
9e          „34               23e          „34         Aantal kgm per sec.: 147
11e          „32               25e          „35    „ „ pk.........: 1,96
13e          „ 31   
Aanteekeningen : Het paard loopt vooral in het begin onregelmatig en moet
steeds aangejaagd worden en aan leidsels worden getrokken.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols.......
Temperatuur
11
48
38,1
60
80
38,6
28
38
38,7
11
40
38,7
12
40
38,6
12
42
38,4
-ocr page 169-
170
III. Maximum-vermogen-proef: 15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
29
1,73
130
1,73
lui.
2
100
28
1,78
178
2,37
veel aanjagen.
3
125
29
1,73
216
2,88
4
150
32
1,56
235
3,14
5
175
staat op 1/10 ronde
stil.
IV. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m., te hebben afgelegd, in 27 sec, een
trekkracht bereikt van 210 kg.
PROEF NO. 51.
8e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Datum: 12 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 206.
Ras..............: gekr. Belgisch.
Geslacht .........: ruin.
Kleur............: vos.
Leeftijd..........: 5 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 190 „
Pijpomvang.......: 22 „
Gewicht..........: 605 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig .........: —
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —1,1° C.
Luchtdruk .......: 74,95 cm.
Vochtigheidstoest. .: 86 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: weinig, N.O.
Bodemgesteldheid:
vochtig, tamelijk hard.
-ocr page 170-
171
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14 uur.
Ie ronde in 29 sec.
15e ronde in 31 sec.
3e
tt
33
ff -/-/ ff
17e
5e
tt
32
ff ~}£* ff
19e
7e
tt
tt 31 ff
21e
9e
tt $£ tt
23e
11e
tf
ff DD?> ff
25e
13e
T)
34* „
31 „
Gemiddeld:
33 „
Aantal sec. p. ronde: 31
30 „
Snelh. in m per sec. t 1,61
27 „
Aantal kgm per sec: 161
30 „
Pk.........: 2,15
Aanteekeningen: loopt regelmatig, alleen na 23e ronde aangedreven.
Omschrijving
voor proef
na 30 min.
na proef
na 15 min.
12
51
38.0
26
86
38.4
16
52
38.1
14
44
38.2
Ademhaling ......
Pols..............
Temperatuur
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15,25 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
28
1,78
134
1,78
2
100
30
1,67
167
2,22
3
125
30
1,67
208
2,77
4
150
30
1,67
250
3,34
5
175
29
1,73
302
4,02
6
200
7
225
£ ronde in 17 sec.
en staat stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m, te hebben afgelegd, in 17 seconden, een
trekkracht bereikt van 370 kg.
-ocr page 171-
172
PROEF NO. 52.
Datum: 13 December 1928.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: doet dienst als rijpaard, weinig in bespanning geloopen.
Omschrijving van het paard: No. 203.
Ras..,...........: gekr. Inl.
Geslacht.........: ruin.
Kleur............J vos.
Leeftijd..........: 6 jaar.
Schofthoogte......: 165 cm.
Borstomvang......: 189 „
Pijpomvang.......: 22J „
Gewicht..........: 586 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: —
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —0,1° C.
Luchtdruk.......: 75,55 cm.
Vochtigheidstoest. .: 87 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: tamelijk.
Bodemgesteldheid :
vast en vochtig.
Bijzonderheden ♦..: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 11 uur.
15e ronde in 22 sec.
Ie ronde in 28 sec.
3e
II £*■ tl
17e
tt
„27
Gemiddeld:
5e
ft
II *•$ tt
19e
tt
„29
II
Aantal sec. p. ronde: 25
7e
tt
II *•*• II
21e
II
„25
tt
Snelh. in m per sec.: 2,
9e
tl
„ 23è „
23e
II
„26
tt
Aantal kgm per sec.: 200
11e
tl
„ 28 „
25e
tl
„25
tt
f, pk. ..*......: 2,67
13e
tt
„20 „
Aanteekeningen: Dit paard heeft steeds als rijpaard dienst gedaan, en heeft
Zelden getrokken. Neemt groote passen.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
18
45
37,4
92
95
39,1
51
62
39,3
48
46
38,9
20
49
38,8
21
48
38,3
20
46
38,0
-ocr page 172-
173
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
Pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
15
3,33
250
3,33
draaft.
2
100
16
3,12
312
4,17
tt
3
125
16
3,12
390
5,20
tt
4
150
14
3,57
534
7,11
tt
5
175
16
3,12
545
7,26
tt
6
200
19
2,63
526
7,00
7
225
eindigt op J ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 $ ronde, is 52 m, te hebben afgelegd, in 26 sec, een
trekkracht bereikt van 230 kg.
PROEF NO. 53.
Datum: 14 December 1928.                           4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 631.
Ras..............: gekr. Inl.        Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht.........: ruin.                  Temperatuur......: —0,2° C.
Kleur............: zwart.                Luchtdruk.......: 75,60 cm.
Leeftijd..........: 16 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 96 %.
Schofthoogte......: 162Ï cm.
Borstomvang......: 187 „            Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 22 „              Regen....: geen.
Gewicht..........: 555 kg.               Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: norm. t. mager. Wind.....: weinig, N. O.
Drachtig.........: —
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  vochtig, tamelijk hard.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 173-
174
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,26 uur.
Ie ronde in 29 sec.
15e ronde in 30 sec.
3e
ff
„22
tt
17e
tt
tt -34 ■tf
Gemiddeld :
5e
ft
„22
tt
19e
tt
33 i
Aantal sec. p. ronde:
30
7e
ft
„26
tt
21e
tt
„ 36 „
Snelh. in m per sec.:
1,67
9e
ft
„26
tt
23e
tt
„ 33 2 tt
Aantal kgm per sec.:
167
11e
ft
„27
tt
25e
tt
34
„ pk ......:
2,22
13e
ft
„28
tt
Aanteekeningen: Het paard trekt rustig, draaft van 3e tot 6e ronde.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Ademhaling .........
23
42
38,1
96
76
39,0
25
54
38,8
30
48
38,5
12
40
38,2
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
30
1,67
125
1,67
loopt eerst wat te
2
100
26
1,93
193
2,57
wild, daarna kalmer.
3
125
19
2,64
328
4,36
draaft.
4
150
28
1,78
267
3,56
5
175
28
1,78
311
4,15
6
200
31
1,61
322
4,29
7
225
kan 225 niet halen,
staat op i r. stil.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet genomen.
-ocr page 174-
175
PROEF NO. 54.
Datum: 14 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 558.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: zwart.
Leeftijd ..........: 16 jaar.
Schofthoogte......: 160 cm.
Borstomvang......: 185 „
Pijpomvang.......: 20 „
Gewicht..........: 546 kg.
Voedingstoestand ..: vet.
Drachtig......,..: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —0,2° C.
Luchtdruk........: 75,60 cm.
Vochtigheidstoest. .: 96 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk.
Bodemgesteldheid:
vochtig, doch tamelijk vast.
I. Uithoudingsvermogen : Aanvang 14,15 uur.
14e ronde in 31 sec.
Ie ronde in 27 sec.
3e
„26
tt
16e ,
„30
5e
„25
tt
18e ,
, „30
7e
„24
tt
20
„30
9e
„27
tt
22e ,
„29
11e
„28
tt
24e ,
„31
13e
„29
tt
25e ,
„34
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 29
Snelh. in m per sec.: 1,73
Aantal kgm per sec: 173
pk......: 2,31
Aanteekeningen: Het paard trekt kalm. met vlotten gang.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Pols.................
Temperatuur ........
13
43
38,2
62
98
38,7
21
52
38,6
18
43
38,6
13
39
38,3
-ocr page 175-
176
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11,15 uur.
Ronde
Trek
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
29
1,73
130
1,74
2
100
20
2,50
250
3,34
galoppeert.
3
125
20
2,50
312
4,15
draaft.
4
150
29
1,73
260
3,47
stapt.
5
175
32
1,56
272
3,62
trekt goed.
6
200
haalt een \ ronde
kalm.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na P/3 ronde, is 68 m, te hebben afgelegd, in 30 sec, een
trekkracht bereikt van 300 kg.
PROEF NO. 55.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Datum: 14 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: phlegmatiek.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 499.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 16 jaar.
Schofthoogte......: 106J cm.
Borstomvang......: 184 „
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........: 531 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: kippenborst,
bokbeenig.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —4,9° C.
Luchtdruk .......: 75,62cm.
Vochtigheidstoest. .: 98 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: weinig.
Bodemgesteldheid:
tamelijk vast en vochtig.
-ocr page 176-
177
I. Uithoadingsproef: Aanvang 10,15 uur.
2e ronde
in 29 sec.
14e ronde
in 34 sec.
4e „
3z
16e
tt
„34 „
Gemiddeld :
6e „
„34 „
18e
tt
ft -34 tt
Aantal sec. p. ronde: 33
8e „
„35 „
20e
tt
„33 „
Snelh, in m per sec.: 1,51
10e „
34
22e
tt
„ 35 „
Aantal kgm per sec.: 151
12e „
tt ** tt
24e
25e
tt
tt
tt $£ tt
tt 33 „
„ Pk........: 2,01
Aanteekeningen : Het paard begint kalm, doch moet op het laatst aangejaagd
worden (23e ronde).
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Temperatuur ...
16
42
37,2
64
162
38,5
22
68
38,6
14
64
38,6
16
60
38,3
15
54
38,1
20
50
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
30
1,67
i25
1,67
weigert eenmaal.
2
100
31
1,61
161
2,15
trekt rustig.
3
125
32£
1,54
192
2,55
4
150
34
1,47
220
2,93
5
175
36
1,39
244
3,25
6
200
staat op J ronde stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Niet verricht wegens sterfgeval paard 506.
12
-ocr page 177-
178
PROEF NO. 56.
Datum: 14 December 1928.                               8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: vrij rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: meestal gebruikt als rijpaard; achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 704.
Ras..............: gekr. Inl.         Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........: merrie.                Temperatuur......: —4,9° C.
Kleur............: kastanjebruin.     Luchtdruk.......: 75,62 cm.
Leeftijd..........: 17 jaar.               Vochtigheidstoest..: 98 %.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang......: 182J „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang .......: 21 £ „                Regen ....: sneeuwt weinig.
Gewicht..........: 528 kg.                Zon.......: geen.
Voedingstoestand..: normaal.              Wind.....: tamelijk.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam,                  vast en iets vochtig.
2e proefzeel.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,30 uur. Proef met haam.
2e ronde in 27 sec.           8e ronde in 35 sec. Gemiddeld:
4e „ „26 „ 10e „ „37 „ Aantal sec. p. ronde:     34
6e „ „29 „ 13e „ „38 „ Snelh. in m per sec.:  1,47
Aantal kgm per sec.:   147
„ pk........:   1,96
Aanteekeningen: Het dier weigert eerst drie maal, wordt bij de 7e ronde
kalmer. Begint bij de 9e ronde te snuiven en vertoont dyspnoe op de 13e ronde,
door te nauw haam, dat op de luchtpijp drukt.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols ...........
Temperatuur ...
15
40
37,5
84
98
37,8
14
50
38,3
14
42
38,4
12
45
38,2
13
41
38,2 j
12
38
38,2
-ocr page 178-
179
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,50 uur. Herhaalde proef met zeel.
15e ronde in 28 sec.
Ie ronde in 34 sec.
17e
tt
„29
Gemiddeld:
19e
tt
„29
Aantal sec. p. ronde:
28
21e
tt
„29
tt
Snelh. in m per sec.:
1,79
23e
tt
„29
tt
Aantal kgm per sec.:
179
25e
tt
„28
tt
2,38
je ,
5e ,
> „ *i
, „29
7e ,
, „28
9e ,
, „26
11e ,
, „27
13e ,
, „27
Aanteekeningen.* Het paard trekt nu met kalme vlotte gang, rustig en regel
matig. Geen dyspnoe.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30 na 45
min. min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
13
36
37,8
36
64
38,4
18
58
38,4
12
44
38,4
18
48
38,4
14
42
38,3
16
50
38,0
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15,15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
2
100
24
2,08
208
2,78
trekt regelmatig.
3
125
24
2,08
260
3,46
4
150
26
1,93
290
3,86
5
175
32
1,56
273
3,65
6
200
40
1,25
250
3,34
7
225
op -} ronde kan het
dier niet meer.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Niet verricht wegens sterfgeval paard. 506.
-ocr page 179-
180
PROEF NO. 57.
Datum: 14 December 1928.                            8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: phlegmatiek.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: krijgt extra voer; achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 606.
Ras..............: gekr. Inl.
(Groninger).
Geslacht:.........: ruin.
Kleur............: donkerbruin.
Leeftijd..........: 16 jaar.
Schofthoogte......: 163 cm.
Borstomvang.....,: 182 „
Pijpomvang.......: 22 „
Gewicht..........: 511 kg.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —4,9° C.
Luchtdruk .......: 75,62 cm.
Vochtigheidstoest. .: 98 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk.
Voedingstoestand
Drachtig ........
Beslag ..........
Tuig............
Bijzonderheden ..
norm. t. mager.
Bodemgesteldheid :
vast en wat vochtig.
gewoon.
zeel.
geen.
I. Uithoüdingsproef: Aanvang 10,45 uur.
14e ronde in 30 sec.
Ie ronde in30 sec.
Gemiddeld :
Aantal sec. p. ronde: 30
Snelh. in m per sec.: 1,67
Aantal kgm per sec.: 167
„ pk........: 2,22
30
29
28£
28
28
30 „
tt **• tt
«30 „
„30 „
tt ^2 tt
30 „
16e
18e
20e
22e
24e
2e
4e
6e
8e
10e
12e
Aanteekeningen: Het paard loopt regelmatig en reageert dadelijk op aanroepen
na de 17e ronde.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
9
40
37,2
39
71
38,6
19
44
38,2
20
41
37,8
18
35
38,0
20
37
37,7
21
36
37,6
-ocr page 180-
181
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15,10 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
27
1,86
140
1,87
2
100
28
1,78
178
2,37
3
125
32
1,56
195
2,60
4
150
32
1,56
234
3,11
5
175
33
1,52
265
3,54
6
200
staat op f ronde stil.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet genomen.
PROEF NO. 58.
Datum: 14 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: vrij rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 506.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 17 jaar.
Schofthoogte......: 162 J cm.
Borstomvang......: 183 „
Pijpomvang.......: 21J ,,
Gewicht..........: 502 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen. '
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: zenuwsnede
links vóór.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —4,9° C.
Luchtdruk .......: 75,62cm.
Vochtigheidstoest. .: 98 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon..,....: geen.
Wind.....: weinig.
Bodemgesteldheid :
vast en hard.
-ocr page 181-
182
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10 uur.
15e ronde in 28 sec.
Ie ronde in 27 sec.
3e
tt
„25
tt
17e
//
„30
tt
Gemiddeld:
5e
tt
„29
tt
19e
tt
„33
tt
Aantal sec. p. ronde: 28
7e
tt
„31
tt
21e
tt
„25
tt
Snelh. in m per sec.: 1,79
9e
tt
„27
tt
23e
tt
„23
tt
Aantal kgm per sec: 179
11e
tt
„28
tt
25e
tt
„26
tt
pk ........: 2,38
13e
„ 27
tt
Aanteekeningen: Dit paard trekt met zeer goede houding, alleen kon het hoofd
nog iets lager worden gehouden. Trekt rustig en wordt na 21e ronde wat aan-
gejaagd.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Temperatuur ....
15
40
37,5
42
86
38,5
30
58
38,4
14
46
38,7
13
46
38,6
13
45
38,2
19
49
38,1
14
48
37,7
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14,50 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
25
2,00
150
2,00
2
100
25
2,00
200
2,67
3
125
27
1,86
232
3,10
4
150
28
1,78
267
3,56
trekt goed.
5
175
30 J
1,64
286
3,82
6
200
32
1,56
312
4,15
7
225
J ronde getrokken.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 11 ronde, is 75 m, te hebben afgelegd, in 35 sec, een
trekkracht bereikt van 250 kg.
Na kalm een 70 m te hebben geloopen, valt het dier vóór den stal neer, staat
nog eenmaal bijna op, doch sterft binnen enkele minuten onder anaemische
verschijnselen. Sectie-verslag: ruptura aortae.
-ocr page 182-
183
PROEF NO. 59.
Datum: 18 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: niet erg rustig.
Gewilligheid ,.....: niet zoo gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 156.
4e R. V. A... Ie Batterij te Ede.
Ras..............:  gekr. Inl.
Geslacht.........:  ruin.
Kleur............:  bruin.
Leeftijd ..........: 10 jaar.
Schofthoogte......:  162 cm.
Borstomvang......:  189 „
Pijpomvang.......: 23 „
Gewicht..........:  548 kg.
Voedingstoestand ..:  normaal.
Drachtig.........: 
Beslag ...........:  gewoon.
Tuig.............:  haam.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —1,1° C.
Luchtdruk.......: 76,75 cm.
Vochtigheidstoest. .: 92 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk, Noord.
Bodemgesteldheid :
vast, iets vochtig.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoüdingsproef: Aanvang 10,45 uur.
15e ronde in 31 sec.
Ie ronde in 32 sec.
17e
tt
tt *** tt
Gemiddeld:
19e
tt
„ 50 „
Aantal sec. p. ronde: 33
21e
tt
„45 „
Snelh. in m per sec.: 1,51
23e
tl
32i „
Aantal kgm per sec: 151
25e
tt
„31
„ pk.........: 2,01
3e
5e
7e
9e
11e
13e
27i
25
27
31
32
,31
Aanteekeningen: Het paard trekt goed, doch loopt niet regelmatig. Staat in
19e en 21e ronde even stil.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Pols.................
Temperatuur ........
12
36
37,1
33
90
38,2
16
58
38,0
15
43
37,3
14
44
37,2
-ocr page 183-
184
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
28
1,78
134
1,79
weigert herhaaldelijk
2
100
28
1,78
178
2,38
3
125
stopt op een \ ronde.
Aanvang 15 uui
. Onder den man.
1
75
22
227
171
2,28
2
100
20
2,50
250
3,34
3
125
22
2,27
283
3,77
4
150
23
2,16
325
4,34
5
175
28
1,78
311
4,15
6
200
stopt op £ ronde.
Dit paard trekt dus beter als het onder den man bereden wordt, zooals het ook
gewend is.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na J ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 10 sec, een
trekkracht bereikt van 170 kg.
PROEF NO. 60.
Datum: 18 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 127.
Ras..............: gekr. Inl.
Geslacht .........: merrie.
Kleur,...........: bruin.
Leeftijd..........: 12 jaar.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 188 „
Pijpomvang.......: 20£ „
Gewicht..........: 544 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig ........,: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —1,1°C.
Luchtdruk.......: 76,75 cm.
Vochtigheidstoest. .: 92 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: tamelijk, Noord.
Bodemgesteldheid :
wat vochtig, doch vast.
-ocr page 184-
185
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,55 uur.
Ie ronde in 31J sec. 15e ronde in 26 sec.
3e
ft
„22 ,
17e ,
, „ 25|
5e
tt
„23 ,
, 19e ,
, „25
7e
tt
„26i ,
, 21e ,
, „25
9e
tt
„26 ,
23e ,
, „24
11e
tt
„25i ,
, 25e ,
, „23
13e
tt
„25 ,
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 25
Snelh. in m per sec.: 2,00
Aantalkgm per sec: 200
„ pk ........: 2,67
Aanteekeningen: Begint wat angstig, daarna vlotter, en ten slotte regelmatig
en goed.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
9
37
37,5
45
85
38,9
14
54
38,2
11
52
38,5
11
38
38,4
9
42
37,9
8
36
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11,40 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
30
1,67
125
1,66
2
100
28
1,78
178
2,38
trekt goed.
3
125
30
1,67
209
2,79
4
150
31
1,61
241
3,22
5
175
33
1,52
266
3,55
6
200
staat op J ronde stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na f ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 20 seconden,
een trekkracht bereikt van 175 kg.
Bij herhaalde proef gaf het paard het reeds na 1/3 ronde, is 16 J m, op met
een max. trekkracht van 70 kg.
-ocr page 185-
186
PROEF NO. 61.
Datum: 18 December 1928.                                 8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: wat zenuwachtig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: heeft meestal als rijpaard dienst gedaan; voorpaard.
Omschrijving van het paard No. 25.
Ras..............: gekruist Inl.    Atmosferische toestand: 14 uur.
(Groninger).        Temperatuur......: —1,5° C.
Geslacht.........: merrie.                Luchtdruk.......: 76,90 cm.
Kleur............: bruin.                  Vochtigheidstoest. .: 83 %.
Leeftijd ..........: 12 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.            Weersomstandigheden :
Borstomvang......: 179 „                  Regen ....: geen.
Pijpomvang.......: 21 „                  Zon.......: geen.
Gewicht..........: 537 kg.                Wind .....: weinig, Noord.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.               Bodemgesteldheid:
Beslag...........: gewoon.              tamelijk losse bovenlaag, van ± 3 cm,
Tuig.............: haam.                  harde ondergrond.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 11 uur.
2e ronde in 28 sec.
Aanteekeningen: Het paard is weigerachtig, gaat dan in galop 3 maal rond
met ongeveer 75 kg trekkracht, voelt het dier iets meer trekkracht dan staat het
dadelijk stil.
Omschrijving voor proef:
Ademhaling.........   12
Pols................  52
Temperatuur........  37,2
IL Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14,05 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
Pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
58
0,86
65
0,86
staat telkens stil.
2
100
54
0,92
92
L2
3
125
paard kan niet trek-
ken, huppelt maar
wat.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet ingesteld, wil toch niet.
-ocr page 186-
187
PROEF NO. 62.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Datum: 18 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: wat zenuwachtig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: weinig in bespanning geloopen, doet dienst als rijpaard;
middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 152.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —1,1° C.
Luchtdruk .......: 76,75 cm.
Vochtigheidstoest. .: 92 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: tamelijk Noord.
Bodemgesteldheid:
vast, iets vochtig.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht.........: ruin.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 9 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang......: 180 „
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........: 527 kg.
Voedingstoestand ..: mager.
Drachtig.........: —
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 11 uur.
15e ronde in 31 sec.
Ie ronde in 29 sec.
31 „
Gemiddeld:
31 „
Aantal sec. p. ronde:
30
32 „
Snelh. in m per sec.:
1,67
324 „
Aantal kgm per sec.:
167
30 „
2,22
25 „
17e
26 „
19e
27J „
21e
27J „
23e
304,,
25e
304,,
3e     
5e     
7e     
9e     
He     
13e     
Aanteekeningen: Het paard trekt goed en met regelmatige snelheid (271—
32 sec).
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
14
47
37,4
44
68
38,5
15
48
38,5
9
42
38,3
9
44
37,2
-ocr page 187-
188
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
2
100
23
2,16
216
2,88
3
125
22
2,27
284
3,78
trekt mooi.
4
150
24
2,08
313
4,16
5
175
28
1,78
311
4,15
6
200
26
1,93
386
5,15
trekt goed.
7
225
haalt J ronde.
III. Maximum-trekkrecht-proef :
Het paard heeft, na J ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 20 sec, een
trekkracht bereikt van 170 kg.
PROEF NO. 63.
Datum: 18 December 1928.                            8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: zenuwachtig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: laatste jaar als rijpaard gebruikt; middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 155.
Ras ..............: gekruist Inl.    Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht .........: merrie.               Temperatuur......: —1,1° C.
Kleur ............: donkerbruin.      Luchtdruk.......: 76,75 cm.
Leeftijd..........: 9 jaar.             Vochtigheidstoest..: 92 %.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 181 „             Weersomstandigheden :
Pijpomvang.......: 20 „                Regen ....: geen.
Gewicht..........: 527kg.              Zon.......: geen.
Voedingstoestand..: normaal.            Wind.....: tamelijk, Noord.
Drachtig .........: neen.
Beslag ...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  vast, iets nat.
Bijzonderheden....: geen.
-ocr page 188-
189
I. Uithoudingsproef: Aanvang 11,23 uur.
Ie ronde in 31J sec. 15e ronde in 30 £ sec.
3e
tt
„30
tt
17e ,
, „33
Gemiddeld:
5e
tt
„28
tt
19e ,
f „32
„ Aantal sec. p. ronde: 33
7e
tt
„30J
tt
21e ,
, „31
„ Snelh. in m per sec: 1,51
9e
tt
„32i
tt
23e ,
, „33
„ Aantalkgm per sec: 151
11e
tt
„30i
tt
25e ,
, „ 32i
„ pk.........: 2,01
13e
tt
„30
tt
Aanteekeningen: Het paard trekt regelmatig en vlot.
Omschrijving
voor proef
na proel
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Pols.................
16
46
37,7
38
72
38,5
16
52
38,3
12
42
37,8
12
44
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15,15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
2
100
22
2,27
227
3,02
loopt regelmatig.
3
125
24
2,08
260
3,46
4
150
23
2,16
324
4,31
5
175
24
2,08
364
4,85
6
200
40
1,25
250
3,34
trekt heel goed.
7
225
kan 225 niet halen.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 11 ronde, is 63 m, te hebben afgelegd, in 32 sec, een
trekkracht bereikt van 235 kg.
-ocr page 189-
190
PROEF NO. 64.
Datum: 18 December 1928.                                 4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: lui.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: doet altijd dienst als rijpaard.
Omschrijving van het paard: No. 28.
Ras..............:  Ier.                  Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht .»,......:  ruin.                    Temperatuur......: —1,1° C.
Kleur............:  bruin.                  Luchtdruk .......: 76,75 cm.
Leeftijd ..........: 11 jaar.              Vochtigheidstoest. .: 92 %.
Schofthoogte......:  163 cm.
Borstomvang......:  187,,               Weersomstandigheden:
Pijpomvang .......: 22 „                  Regen ....: geen.
Gewicht..........:  510kg.                Zon.......: geen.
Voedingstoestand..:  norm. t. mager. Wind.....: tamelijk, Noord.
Drachtig .........: 
Beslag ...........:  gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............:  zeel.                    vast en iets vochtig.
Bijzonderheden ...:  geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,15 uur.
2e ronde in 37 sec.         12e ronde in 32 sec.    Gemiddeld:
4e „ „34 „           14e „ „34 „     Aantal sec. p. ronde:     34
6e „ „36 „           16e „ „31 „     Snelh. in m per sec.:   1,47
8e „ „31 „           18e „ „36 „     Aantal kgm per sec.:    147
10e „ „ 32 „           20e „ „ 34 „ „ pk........:   1,96
Aanteekeningen : Het paard weigert eerst herhaaldelijk, staat ook in 7e ronde
stil; het dier eindigt in de 21e ronde, en wil niet meer regelmatig trekken, daarom
afgespannen.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
Ademhaling.........
Pols ...............
Temperatuur .......
19
42
37,8
56
78
38,2
32
58
38,3
15
56
38,2
14
42
38,1
18
39
38,0
-ocr page 190-
191
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,30 uur.
Ronde
No.
Trek-
kracht
in kg
Aantal
sec. per
ronde
Snelheid
in m per
seconde
Aantal
kgm
per sec.
pk
Aanteekeningen
1
2
3
75
100
125
24
26
2,08
1,93
156
193
2,08
2,57
wil 125 kg niet trekk.
Herhaald onder den man: 14,20 uur.
75
17
2,94
220
2,93
100
24
2,08
208
2,78
125
23
2,16
270
3,60
150
draaft.
trekt iets beter, maar
kan 150 kg niet halen.
III. Maximum-trekkracht-proef':
Het paard heeft, na \ ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 14 sec, een
trekkracht bereikt van 110 kg.
Herhaalde maximum-trekkracht-proef leverde hetzelfde resultaat op, wilde
niet meer dan 110 kg trekken, ging dan dadelijk stilstaan, waaruit de luiheid
van het dier duidelijk blijkt.
PROEF NO. 65.
8e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Datum: 19 December 1928.
Vragen berteffende eigenschappen:
Temperament ....♦: matig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 503.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht.........: ruin.
Kleur ............: bruin.
Leeftijd ..........: 7 jaar.
Schofthoogte......: 159\ cm.
Borstomvang......: 185 „
Pijpomvang.......: 23 „
Gewicht..........: 562 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig .........: —
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: zeel.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —4° C.
Luchtdruk .......: 77,12 cm.
Vochtigheidstoest. .: 79 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: weinig.
Bodemsnelheid:
vast en hard.
-ocr page 191-
192
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,30 uur.
Ie ronde
in28J
sec.
15e
3e „
„22
17e
5e „
„23i
tt
19e
7e „
„30
tt
21e
9e „
„30
tt
23e
11e „
„31
tt
25e
13e „
„32
tt
15e ronde in 30 sec.
tt
29 £
tt
tt 28 J
tt
29J
tt
29
tt *** tt
27
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 28
Snelh. inm per sec: 1,79
Aantal kgm per sec: 179
„ pk........: 2,38
Aanteekeningen: Het dier is in het begin wat zenuwachtig, doch loopt reeds
in de 7e ronde rustig; trekt goed.
na 30
min.
na 75
min.
na 15
min.
na 45
min.
na 60
min.
voor
proef
na
proef
Omschrijving
98
72
39,0
25
36
38,1
Ademhaling..
Pols ........
Temperatuur
18
37
37,6
37
42
38,5
34
40
38,5
23
32
38,0
24
34
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
30
1,67
125
1,67
begint kalm.
2
100
29
1,73
173
2,31
3
125
30
1,67
208
2,77
4
150
32
1,56
235
3,14
loopt vlot.
5
175
31
1,61
282
3,76
6
200
32
1,56
312
4,16
houdt goed vast.
7
225
bereikt heel lang-
zaam f ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1V8 ronde, is 56 m, te hebben afgelegd, in 34 sec, een
trekkracht bereikt van 270 kg.
-ocr page 192-
193
PROEF NO. 66.
Datum: 19 December 1928.
8e R. V. A„ 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: fel.
Gewilligheid......: matig.
Bijzonderheden ...: slaat (gevaarlijk)naar andere paarden; achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 516.
Ras..............:  gekruist Inl.
Geslacht.........:  merrie.
Kleur............:  donkerbruin.
Leeftijd..........: 7 jaar.
Schofthoogte......:  163 cm.
Borstomvang......:  185 „
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........:  560 kg.
Voedingstoestand ..:  normaal.
Drachtig.........:  neen.
Beslag...........:  gewoon.
Tuig.............:  haam.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —4,0° C.
Luchtdruk.......: 77,12 cm.
Vochtigheidstoest. .: 79%.
Weersomstandigheden :
Regen ......: geen.
Zon.........: geen.
Wind.......: geen.
Bodemgesteldheid:
vast en droog.
Bijzonderheden ...:  geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,48 uur.
Ie ronde in 48 sec.
15e ronde
in 314
sec
3e ,
, „ 31J „
17e
tt
„ 314
Gemiddeld:
5e ,
, „34 „
19e
tt
„33
tt
Aantal sec. p. ronde: 33
7e ,
t tt **• tt
21e
tt
„32
tt
Snelh. in m per sec.: 1,51
9e ,
t tt -34 ff
23e
tt
„324
tt
Aantal kgm per sec: 151
11e ,
t tt 294 tt
25e
tt
„34
tt
„ pk.........: 2,01
13e ,
, „ 30J „
Aanteekeningen: De merrie staat in de eerste ronde even stil, trekt daarna zeer
goed.
Omschrijving
voor proef
n» proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
17
46
37,7
44
56
38,7
17
46
38,3
8
45
38,0
9
45
37,8
13
-ocr page 193-
194
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
27
1,86
140
1,86
begint kalm.
2
100
28
1,78
178
2,37
3
125
29
1,73
216
2,88
trekt goed.
4
150
30
1,67
250
3,34
5
175
31
1,61
282
3,76
overkoot in sterke
mate.
6
200
32
1,56
312
4,16
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na ruim 1 ronde, is 54 m, te hebben afgelegd, in 25 sec,
een trekkracht bereikt van 275 kg.
PROEF NO. 67.
4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Datum: 18 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: afgericht als rijpaard.
Omschrijving van het paard: No. 222.
Ras............
.: gekruist Inl.
Geslacht .......
.: merrie.
Kleur..........
.: kastanjebruin
Leeftijd ........
..: 6 jaar.
Schofthoogte....
.: 164 cm.
Borstomvang....
.: 181 „
Pijpomvang.....
.: 21 „
Gewicht........
.: 551 kg.
Voedingstoestand
..: vet.
Beslag......
.: gewoon.
Tuig........
.: haam.
Bijzonderheden ..
.: geen.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —1,5° C.
Luchtdruk.......: 76,90 cm.
Vochtigheidstoest. .: 83 %.
Weersomstandigheden:
Regen-----: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: weinig, Noord.
Bodemgesteldheid:
bovenlaag losser, op vasten onder-
grond.
-ocr page 194-
195
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,35 uur.
Ie ronde in 36 sec.
14e ronde
in 26 sec
3e „
„30 „
16e „
„ 26 „
5e ,
„ 28 „
18e „
„ 26 „
7e ,
„ 26 „
20e „
„27 „
9e ,
„ 26 i
23e „
„ 26 „
11e ,
„ 26£ „
25e „
„ 25J „
13e ,
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde:   27£
Snelh. in m per sec.:  1,82
Aantal kgm per sec.:   182
„ Pk ......:  2,43
Aanteekeningen.* Het paard loopt eerst wat vreemd, daarna (3e ronde) rustig,
draaft in de 7e ronde. Het paard trekt goed en vlot.
Omschrijving
voor na
proef proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Temperatuur ...
13
48
37,8
72 *)
103
38,5
28
54
38,7
17
50
38,8
10
45
38.2
10
50
38,2
10
58
38,2
*) Het dier zweet buitengewoon.
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11,45 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
33
1,52
114
1,52
2
100
32
1,56
156
2,08
kalm.
3
125
31
1,61
201
2,68
gewillig.
4
150
30
1,67
250
3,34
5
175
30
1,67
292
3,90
6
200
33
1,52
304
4,04
trekt goed.
7
225
trekt dit gewicht nog
V8 ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m, te hebben afgelegd, in 35 seconden,
een trekkracht bereikt van 230 kg.
-ocr page 195-
196
PROEF NO. 68.
Datum : 13 December 1928.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: zenuwachtig.
Gewilligheid ......: soms zeer onwillig.
Bijzonderheden ...: slecht in de bespanning te gebruiken; ook als rijpaard
lastig.
Omschrijving van het paard: No. 580.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht .........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 8 jaar.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 186 „
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........: 538 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig ..,......: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —0,2° C.
Luchtdruk .......: 75,65 cm.
Vochtigheidstoest. .: 68 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: weinig, N. O.
Bodemgesteldheid :
vasten, vochtigen grond.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14 uur.
Ie ronde in 21 sec.
15e ronde in 18 sec. Gemiddeld:
3e
tt
tt 15* „
17e
tt
„20 „
Aantal sec. p. ronde: 20
5e
ft
tt 16£ tt
19e
tt
„ 20 „
Snelh. in m per sec.: 2,50
7e
tt
ff Zï ff
21e
tt
tt 254 tt
Aantal kgm per sec.: 250
9e
tt
tt ZZ ff
23e
tt
tt
244
tt
„ pk........: 3,34
11e
tt
ff ZZ 9f
25e
tt
„17 „
13e
tt
„20 „
Aanteekeningen: Het dier is onwillig, moet telkens aangemoedigd worden;
daardoor onregelmatigen gang.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Pols.................
13
44
38,1
76
76
38,6
22
58
38,8
18
50
38,5
7
38
38,2
-ocr page 196-
197
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
21
2,38
179
2,38
trekt nu behoorlijk.
2
100
22
2,27
227
3,02
3
125
22
2,27
284
3,78
4
150
26
1,93
290
3,86
5
175
25
2,00
350
4,67
6
200
haalt 1/8 ronde van
200 kg.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na £ ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 13 sec, een
trekkracht bereikt van 130 kg.
PROEF NO. 69.
Datum: 19 December 1928.                            8e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: vrij lastig.
Gewilligheid ......: tamelijk gewillig.
Bijzonderheden ...: onrustig in het voorspan; middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 216.
Ras..............: gekruist Inl.    Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht ....♦....: merrie.               Temperatuur......: —4,0° C.
Kleur............: zwart.                Luchtdruk.......: 77,12 cm.
Leeftijd..........: 6 jaar.             Vochtigheidstoest..: 79 %.
Schofthoogte......: 160 cm.
Borstomvang......: 189,,             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 20 „                Regen-----: geen.
Gewicht..........: 535kg.              Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind .....: geen.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                hard en vast.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 197-
198
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,15 uur.
Ie ronde in 31 sec. 15e ronde
in 34 £ sec
3e ,
, „39 ,
17e
tt
tt 35£ „
Gemiddeld:
5e ,
, „34
19e
tt
29* tt
Aantal sec. p. ronde:
35
7e ,
, „37
21e
tt
tt
32£
tt
Snelh. in m per sec.:
1,43
9e ,
, „ 35i „
23e
tt
„34i „
Aantal kgm per sec.:
143
11e ,
, „ 36 „
25e
tt
t, 38 „
1,90
13e ,
, „ 35i ,
Aanteekeningen: Het dier begint onrustig en zenuwachtig, later trekt het
rustiger.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
19
53
37,6
75
78
38,6
18
65
38,5
11
60
38,2
10
52
38,3
9
44
37,9
10
45
37,6
II. Maximum-vermogen-proef': Aanvang 14,55 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
12
4,16
312
4,16
trekt goed.
2
100
14
3,58
358
4,77
3
125
19
2,64
328
4,36
4
150
28
1,78
267
3,56
5
175
28
1,78
311
4,15
6
200
haalt nog £ ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na f ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 20 sec, een
trekkracht bereikt van 255 kg.
-ocr page 198-
199
PROEF NO. 70.
Datum: 19 December 1928.                              8e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: matig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 215.
Ras..............: gekruist Inl.    Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht .........: merrie.                Temperatuur......: —4,0° C.
Kleur ............: donkerbruin.       Luchtdruk .......: 77,12 cm.
Leeftijd..........: 6 jaar.              Vochtigheidstoest..: 79 %.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 186 „               Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 21 „                  Regen ....: geen.
Gewicht..........: 530 kg.                Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: zeer goed.           Wind .....: geen.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                  vast en droog.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10 uur.
Ie ronde
in 14
sec.
15e ronde
in 19 sec
3e „
„17
17e „
„ 20 „
5e „
„21
19e „
tt £* tt
7e „
„22
21e „
ff £}■% ft
9e „
„28
23e „
tt *>$ tt
11e „
„24
it
25e „
n £*• tt
13e „
„17
i>
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde:     21
Snelh. in m per sec.:  2,38
Aantal kgm per sec.:   238
„ Pk ........:  3,17
Aanteekeningen: Het paard loopt eerst te hard en wordt wat ingehouden bij
de vierde ronde. Telkens weer draven (13, 15, 25).
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Ademhaling......
Temperatuur ....
13
32
37,4
68
97
38,5
29
66
38,6
13
48
38,7
12
44
38,3
10
33
38,4
9
34
38,1
7
34
37,3
-ocr page 199-
200
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 14,45 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
15
3,33
250
3,33
trekt rustig aan.
2
100
16
3,12
312
4,17
3
125
19
2,64
328
4,36
4
150
23
2,16
324
4,31
5
175
36
1,39
244
3,25
6
200
kan 200 kg niet be-
reiken.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na \ ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 20 sec, een
trekkracht bereikt van 230 kg.
PROEF NO. 71.
Datum: 18 December 1928.                             4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: wat onrustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: nog niet geheel afgericht; middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 223.
Ras..............: gekruist Inl. Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht .........: merrie.               Temperatuur......: —1,5° C.
Kleur ............: bruin.                Luchtdruk .......: 76,90 cm.
Leeftijd..........: 6 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 83 %.
Schofthoogte.....: 158 cm.
Borstomvang......: 177 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 20 „                Regen ....: geen.
Gewicht..........: 510kg.              Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind .....: weinig, Noord.
Drachtig .........: neen.
Beslag ...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                bovenlaag wat losser, ondergrond vast.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 200-
201
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,05 uur.
Ie ronde in 23J sec.       13e ronde in 27 sec.   Gemiddeld:
3e „ „24 „        15e „ „30 „   Aantal sec. p. ronde: 27
5e „ „23 „        17e „ „31 „   Snelh. in m per sec.: 1.85
7e „ „24 „        19e „ „36 „   Aantal kgm per sec.: 185
9e „ „24 „        21e „ „45 „ „ pk.........: 2,46
^■ic „ „ zo
Aanteekeningen: Het paard trekt goed in een vlot tempo, doch wordt na 21
ronden te hebben afgelegd te moe en geeft het op.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur....
47 x)
60
38,0
98
93
38,9
38
45
39,2
18
42
38,6
12
36
38,3
13
40
38,2
*) Geagiteerd.
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11,55 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
m m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
28
1,78
134
1,79
begint vrij kalm.
2
100
28
1,78
178
2,37
rukt wat.
3
125
28
1,78
222
2,96
4
150
27
1,86
279
3,71
draaft.
5
175
28
1,78
311
4,15
trekt best.
6
200
43
1,16
232
3,10
loopt langzaam.
7
225
kan 225kg niet halen.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1 ronde, is 50 m, te hebben afgelegd, in 28 J sec, een
trekkracht bereikt van 230 kg.
-ocr page 201-
202
PROEF NO. 72.
D
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: lui.
Gewilligheid ......; gewillig.
Bijzonderheden ...: wordt als rijpaard gebruikt.
Omschrijving van het paard: No. 646.
Ras..............: gekruist Inl.
(Groninger).
Geslacht.........: merrie.
Leeftijd ..........: 16 jaar.
Schofthoogte......: 165 cm.
Borstomvang......: 177 „
Pijpomvang.......: 20 \
Gewicht..........: 500 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig .........: neen.
Beslag ...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14 uur.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —2,1° C.
Luchtdruk.......: 77,08 cm.
Vochtigheidstoest. .: 84 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind ....,: geen.
Bodemgesteldheid:
vast, iets vochtig.
Ie ronde in 32 sec.        15e ronde in 34 sec.
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 33
Snelh. in m per sec.: 1,51
Aantal kgm per sec: 151
„ pk ........: 2,01
3e
5e
7e
9e
11e
13e
17e
19e
21e
23e
25e
36£
36
32
34i
37
20
31
32|
32
34
35
Aanteekeningen: Het paard trekt vrij regelmatig, doch langzaam.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na6C
min.
na 75
min.
na 90
min.
Ademhaling......
Pols............
Temperatuur ....
9
36
37,5
96
73
39,1
28
52
38,9
22
46
38,6
20
42
38,4
18
42
38,2
14
36
38,2
12
38
37,8
-ocr page 202-
203
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
28
1,78
134
1,78
2
100
22
2,28
228
3,04
trekt goed.
3
125
22
2,27
283
3,77
4
150
25
2,00
300
4,00
5
175
44
1,13
198
2,64
6
200
zoodra de rem op 200
gebracht wordt, staat
het dier stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na ruim 1 ronde, is 53 m, te hebben afgelegd, in 31 sec,
een trekkracht bereikt van 225 kg.
PROEF NO. 73.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Datum: 19 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: normaal.
Gewilligheid ......: niet bekend.
Bijzonderheden ...: rijpaard, nymphomanie.
Omschrijving van het paard: No. 229.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —2,1° C.
Luchtdruk .....,.: 77,08 cm.
Vochtigheidstoest. .: 84 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: weinig, Noord.
Bodemgesteldheid:
vast en wat vochtig.
Ras..............: Ier.
Kleur...........
.: donkerbruin.
Leeftijd .........
.: 14 jaar.
Schofthoogte
.: 162 cm.
Borstomvang.
.: 185 „
Pijpomvang......
.: 20K,
Gewicht.........
.: 500 kg.
Voedingstoestand
.: normaal.
Beslag ..........
.: gewoon.
Tuig............
. t haam.
Bijzonderheden ..
.: geen.
-ocr page 203-
204
I. Uithoudingsproef: Aanvang 13,40 uur.
Ie ronde in 60 sec.
Aanteekeningen: Het paard verzet zich herhaaldelijk tijdens de eerste ronde,
galoppeert daarna tot en met de derde ronde, gaat weer stilstaan en weigert te
trekken. Daarom proefneming gestaakt.
Omschrijving                     voor proef
Ademhaling..........               10
Pols.................              40
Temperatuur.........              37.7
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 11,15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
33
1,52
114
1,52
wil slecht op gang
komen.
2
100
20
2,50
250
3,34
als het paard 125 kg
trekkracht bemerkt,
gaat het stil staan.
Is geen trekpaard.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet genomen.
-ocr page 204-
205
PROEF NO. 74.
Datum: 20 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperatuur .....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 363.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht.........: ruin.
Kleur............: donkerbruin.
Leeftijd..........: 17 jaar.
Schofthoogte......: 162 cm.
Borstomvang..,...: 184,,
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........: 497 kg.
Voedingstoestand ..: norm. t. mager
Drachtig.........: —
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,2° C.
Luchtdruk .......: 76,40 cm.
Vochtigheidstoest..: 92 %.
Weersomstandigheden:
Regen ....: weinig.
Zon.......: geen.
Wind.....: tamelijk.
Bo demgesteldheid :
wat vochtig, tamelijk hard.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,40 uur.
Ie ronde in 32 sec.        14e ronde in 22J sec.
3e
tf
tf 29£ tt
16e ,
, „27
Gemiddeld:
5e
tf
tf £' tt
18e ,
, „ 25|
Aantal sec. p. ronde: 26
7e
tf
tt £$ tt
20e ,
, „26
„ Snelh. in m per sec.: 1,93
9e
ft
tt ^Q 2 ft
22e ,
, „25
„ Aantal kgm per sec.: 193
11e
tf
tt 25£
24e ,
, „26
ff ff pK **••*•••* £fjt
13e
tf
tt
25 i tt
Aanteekeningen: Het paard begint rustig, draaft in de 14e ronde door wat
aanjagen, doch trekt regelmatig, en geeft den indruk een goed paard te zijn.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Temperatuur ...
13
34
37,3
26
78
38,3
12
41
38,5
9
32
38,3
9
31
38,6
9
31
38,0
10
31
37,9
-ocr page 205-
206
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 9,20 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
24
2,08
156
2,08
begint kalm.
2
100
22
2,28
228
3,04
trekt goed.
3
125
23
2,16
270
3,60
4
150
24
2,08
313
4,16
5
175
30
1,67
292
3,88
6
200
32
1,56
312
4,16
7
225
bereikt nog 1/8ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1/3 ronde, is 17 m, te hebben afgelegd, in 8 sec, een
trekkracht bereikt van 285 kg.
PROEF NO. 75.
Datum: 19 December 1928.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: heftig, angstig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: doet dienst als rijpaard.
Omschrijving van het
X\.aS *************
Geslacht ........
Kleur.........
Leeftijd .........
Schofthoogte.....
Borstomvang.....
Pijpomvang......
Gewicht.........
Voedingstoestand .
Drachtig ........
Beslag ..........
Tuig............
Bijzonderheden ..
paard: No. 4.
.: gekruist Inl
(Groninger)
,: ruin.
,: bruin.
.: 15 jaar.
.: 160 cm.
.: 180 „
.: 21* „
.: 488 kg.
.: norm. t. mager
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —2,1° C.
Luchtdruk.......: 77,08 cm.
Weersomstandigheden:
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind .....: weinig, N.
Bodemgesteldheid :
vast, iets vochtig.
gewoon.
haam.
geen.
-ocr page 206-
207
I. Uithoudingsproef .* Aanvang 14,30 uur.
2e ronde in 16 sec.
4e „ „ 16 „
6e „ „ 19 „
8e „ „ 18 „
10e „ „ 26 „
14Q „ „ Zj
14e ronde in 24£ sec.
16e
«
„24
tt
Gemiddeld:
18e
*t
„26
tt
Aantal sec. p. ronde: 22
20e
tt
„25
tt
Snelh. in m per sec.: 2,28
22e
tt
„24
tt
Aantal kgm per sec.: 228
24e
tt
„24
tt
Aanteekeningen: Het dier is zeer lastig bij het inspannen; kalmeert echter bij
de 9e ronde.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Temperatuur ...
18
58
37,4
106
108
39,6
82
73
39,5
30
57
39,0
20
47
38,5
15
45
38,2
16
48
37,8
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10 uur.
Ronde
Trek
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
23
2,18
164
2,18
weigert 2 maal.
2
100
11
4,54
454
6,05
galoppeert.
3
125
13
3,85
480
6,40
4
150
14
3,57
534
7,11
5
175
16
3,12
545
7,26
6
200
kan 200 kg niet trek-
ken.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet gedaan, wil toch niet.
-ocr page 207-
208
PROEF NO. 76.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Datum: 19 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: zeer laks.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 431
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: —2,1° C.
Luchtdruk.......: 77,08 cm.
Vochtigheidstoest..: 84 %.
Weersomstandigheden :
Regen ....: geen.
Zon.......: geen.
Wind.....: weinig, O.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 16 jaar.
Schofthoogte.....: 158 cm.
Borstomvang......: 176 „
Pijpomvang.......: 20J „
Gewicht..........: 487 kg.
Voedingstoestand ..: norm. t. mager
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bodemgesteldheid:
vrij vast, iets vochtig.
linker oog blind.
Bijzonderheden
I. Uithoudingsvermogen: Aanvang 13,50 uur.
13e ronde in 32 sec.
Gemiddeld:
15e „ „ 30 „
Aantal sec. p. ronde: 30
17e „ „ 33i „
Snelh. inmper sec: 1,67
19e „ „ 32 „
Aantal kgm per sec: 167
^le „ „ dj
„ pk.........: 2,22
Ie ronde in 45 sec.
3e
5e
7e
9e
He
20
21
26
26
27
Aanteekeningen: Het paard staat in eerste ronde eenmaal stil, draaft daarna
een paar ronden, en wordt hoe langer hoe luier, totdat het in de 22e ronde
twee maal en in de 23e ronde eenmaal stil staat. Wil of kan niet meer.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Temperatuur....
13
41
37,4
60
86
39,0
24
72
38,9
21
50
38,6
11
48
38,4
10
40
38,5
9
36
38,3
9
36
38,1
-ocr page 208-
209
II. Maximam-vermogen-proef: Aanvang 11,15 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
45
1,11
83
1,11
weigert eenmaal.
2
100
23
2,16
216
2,88
trekt rustig.
3
125
30
1,67
208
2,77
4
150
34
1,47
220
2,93
5
175
£ ronde bereikt.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na 1/3 ronde, is 17 m, te hebben afgelegd, in 20 sec. een
trekkracht bereikt van 80 kg.
Een tweede proef levert na 12 sec. ook slechts 80 kg als maximum, over
Vu ronde.
Een derde herhaling: 80 kg in 21 sec. over 2/a ronde.
PROEF NO. 77.
Datum: 20 December 1928.                         4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: wil slecht in stap.
Omschrijving van het paard: No. 105.
Ras..............: Ier.                Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht.........: merrie.               Temperatuur......: 0,2° C.
Kleur ............: bruin.                Luchtdruk.......: 76,40 cm.
Leeftijd..........: 17 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 92 %.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 180 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 21 „                Regen ....: weinig.
Gewicht..........: 486 kg.               Zon.......: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind .....: tamelijke wind.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                wat vochtig, doch vast.
Bijzonderheden ...: geen.
14
-ocr page 209-
210
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,20 uur.
Ie ronde in 17 sec.         15e ronde in 29 sec.
3e
ff
tt 18 tt
17e
5e
ft
„20 „
19e
7e
ft
ff *•$ tt
21e
9e
ff
tt ^^ tt
23e
11e
ft
tt ^^ 2 tt
25e
13e
ft
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde:     24
Snelh. in m per sec.:  2,08
Aantal kgm per sec.:   208
„ pk........:  2,77
Aanteekeningen: Het paard loopt vlug van stapel, kalmeert pas bij de vierde
ronde, gaat in de 16e ronde in stap over, doch draaft weer bij de 22e ronde.
Trekt best.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Pols ............
Temperatuur ....
20
54
37,2
68
104
39,0
52
65
38,6
34
50
38,5
34
50
38,6
19
46
38,4
15
44
38,2
9
42
38,2
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 9,16 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
14
3,57
268
3,57
begint kalm, gaat
over in galop.
2
100
24
2,08
208
2,77
loopt onregelmatig.
3
125
20
2,50
312
4,17
4
150
22
2,28
342
4,57
5
175
33
1,52
266
3,55
6
200
f ronde in 40 sec,
„kan niet meer".
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na i ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 10 sec, een
trekkracht bereikt van 260 kg.
-ocr page 210-
211
PROEF NO. 78.
Datum: 20 December 1928.                               4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: normaal.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: doet dienst als rijpaard. — Wever.
Omschrijving van het paard: No. 139.
Ras..............: gekruist Inl.     Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.......,.: merrie.                Temperatuur......: 0,0° C.
Kleur............: vos.                     Luchtdruk .......: 76,51 cm.
Leeftijd ..........: 9 jaar.              Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Schofthoogte......: 156 J cm.
Borstomvang......: 175 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 19 „                Regen ..: geen.
Gewicht..........: 500 kg.                Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: norm. t. vet.        Wind ...: weinig.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig ............: haam.                  Tamelijk vast en vochtig.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef:: Aanvang 11 uur.
Ie ronde in 23 sec.         11e ronde in 21 sec.    Gemiddeld:
3e „ „14 „           13e „ „ 21J „     Aantal sec. p. ronde: 21
5e „ „14 „           15e „ „23 „     Snelh. in m per sec.: 2,38
7e „ „18 „           17e „ „35 „     Aantal kgm per sec.: 238
9e „ „20| „                                                  „pk.........: 3,17
Aanteekeningen: De merrie is eerst wat weigerachtig, gaat vanaf de tweede
rondereedsingalop, later in draf; trekt mooi. Begint in 18e ronde te steigeren
en wordt afgespannen, daar ze tamelijk moe is. Mooi model trekpaard, helaas
gebruikt als rijpaard.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols .......
Temperatuur
19
43
38,0
108
87
38,9
38
62
39,0
15
42
38,6
15
38
38,3
16
41
38,1
-ocr page 211-
212
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,50 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
11
4,54
341
4,54
wat schrikachtig.
„Bokt" telkens,
galop.
2
100
12
4,16
416
5,55
galop.
3
125
14
3,58
447
5,96
galop.
4
150
16
3,12
468
6,24
galop.
5
175
i ronde in 6J sec.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na f ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 15 sec, een
trekkracht bereikt van 240 kg.
PROEF NO. 79.
Datum: 20 December 1928.                             8e R. V. A. 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: „fel".
Gewilligheid ♦.....: gewillig.
Bijzonderheden ...: vrij lastig. Doet dienst als rijpaard, gooit berijder er
vaak af.
Omschrijving van het paard : No. 465.
Ras..............: Ier.                Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht .........: merrie.               Temperatuur......: 0,0° C.
Kleur............: donkerbruin. Luchtdruk .......: 76,51 cm.
Leeftijd ..........: 10 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Schofthoogte......: 161 cm.
Borstomvang......: 183 „           Weersomstandigheden:
Pijpomvang .......: 19J „               Regen ..: geen.
Gewicht..........: 490 kg.               Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.            Wind ...: weinig.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  hard en droog.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 212-
213
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,45 uur.
Ie ronde in 38 sec.        15e ronde in 30£ sec.
17e          „ 29        Gemiddeld:
19e          „29        Aantal sec. p. ronde:     25
21e          „35        Snelh. in m per sec.:  2,00
23e          „ 33        Aantal kgm per sec.:   200
25e          „25     „ „pk........:  2,67
3e
5e
7e
9e
11e
13e
20
17
17
17
17
20
Aanteekeningen: Het paard is eerst wat weigerachtig, staat in eerste ronde
éénmaal stil, gaat in 4e ronde over in draf, na 14e ronde stapt het dier. Staat in
21—24e ronde even stil (steigert). Loopt vlot.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols .......
Temperatuur
16
54
37,7
64
72
38,75
35
48
38,6
23
44
38,3
17
36
38,0
18
35
37,7
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,30 uur.
Aanteekeningen: Steigert herhaaldelijk. Trekt teugel stuk. Driemaal op-
nieuw begonnen. Daarna van verder onderzoek afgezien. „Is altijd eigenwijs"
bij het dagelijksch gebruik.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Wil niet, gaat steeds op achterbeenen staan. Na vier maal weigeren, wordt
dit onderzoek gestaakt.
-ocr page 213-
214
PROEF NO. 80.
Datum: 20 December 1928.                               8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: erg zenuwachtig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: achterpaard.
Omschrijving van het paard: No. 567.
Ras..............: Ier.                  Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht .........: merrie.                Temperatuur......: 0,0° C.
Kleur............: donkerbruin. Luchtdruk.......: 76,51 cm.
Leeftijd ..........: 10 jaar.              Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Schofthoogte.....: 160 cm.
Borstomvang......: 180 „              Weersomstandigheden:
Pijpomvang .......: 20 „                 Regen ..: geen.
Gewicht..........: 484 kg.                Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.              Wind ...: weinig.
Drachtig .........: neen.
Beslag ...........: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............: haam.                  hard en droog.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,25 uur.
Aanteekeningen: Het paard weigert 5 a 6 maal, steigert steeds, slaat en valt,
wordt lichtelijk kreupel. Van verdere deelname uitgeschakeld.
Omschrijving
voor proef
18
40
37.5
-ocr page 214-
215
PROEF NO. 81.
Datum: 20 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: erg zenuwachtig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: middenpaard.
Omschrijving van het paard: No. 612.
8e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: 0,0° C.
Luchtdruk.......: 76,51 cm.
Vochtigheidstoest..: 82 %.
Weersomstandigheden :
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: weinig.
Bodemgesteldheid:
vast en droog.
Ras..............:  Ier.
Geslacht .........:  merrie.
Kleur............:  vos.
Leeftijd..........:    10 jaar.
Schofthoogte......:  163£cm.
Borstomvang......:  184 „
Pijpomvang.......:    20 „
Gewicht..........:  477 kg.
Voedingstoestand ..:  normaal.
Drachtig .........:  neen.
Beslag...........:  gewoon.
Tuig.............:  haam.
Bijzonderheden ...:  geen.
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,05 uur.
Ie ronde in 29| sec. 15e ronde in 19 sec.
3e
tt
t,25i
tt
17e
tt
19 „
Gemiddeld:
5e
tt
„24i
tt
19e
tt
„ 18 J „
Aantal sec. p. ronde: 23
7e
tt
„23
tt
21e
^5 tt
Snelh. in m per sec.: 2,16
9e
tt
„26
tt
23e
tt
tt ^Q tt
Aantal kgm per sec.: 216
11e
tl
„25
tt
25e
tt
tt *A tt
13e
tt
„ 19
tt
Aanteekeningen: Het paard begint kalm, weigert éénmaal in de tweede ronde,
loopt moedig, draaft van de 13e tot de 21e ronde.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols.......
Temperatuur
23
39
37,4
75
84
38,4
62
60
38,4
44
46
38,5
29
39
38,4
28
42
37,0
-ocr page 215-
216
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 9,10 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
weigert 4 maal, daar-
1
75
16
3,12
234
3,12
na in galop.
als het dier 100 kg
2
100
bemerkt, staat het
stil.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na f ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 15 sec, een
trekkracht bereikt van 100 kg.
Deze proef nogmaals genomen, geeft geen beter resultaat, daar het paard,
wanneer het voelt dat de rem vaster wordt gesteld (op 110 kg) stil gaat staan.
PROEF NO. 82.
Datum: 20 December 1928.                               8e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: lui.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: het paard is niet erg sterk, zweet spoedig, voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 884.
Ras..............: Ier.                  Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........: ruin.                    Temperatuur......: 0,0° C.
Kleur............: bruin.                  Luchtdruk .......: 76,51 cm.
Leeftijd ..........: 10 jaar.              Vochtigheidstoest..: 82 %.
Schofthoogte......: 160 cm.
Borstomvang......: 180 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 19 J „                Regen ..: geen.
Gewicht..........: 475 kg.                Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: normaal.              Wind...: weinig.
Drachtig .........: —
Beslag...........: gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                     hard en droog.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 216-
217
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,25 uur.
15e ronde in 25 sec.
Ie ronde in 14 sec.
17e ,
, „ z/2 „
Gemiddeld:
19e ,
t tt 21
Aantal sec. p. ronde: 24
21e ,
t tt 20
Snelh. in m per sec.: 2,08
23
t tt 2j
Aantal kgm per sec.: 208
25e ,
25
t tt £>J tt
ff p& *♦♦♦ + ♦♦♦♦ £} i /
3e
5e
7e
9e
11e
13e
21 .
24
25
26
26
25*
Aanteekeningen : De ruin laat zich rustig voorspannen, draaft eerst, daarna
in vlotten stappenden gang. Zonder aanjagen heeft het paard best getrokken.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 mini
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Temperatuur
28
38
37,5
102
72
38,4
42
58
38,3
36
44
38,3
28
46
37,8
16
42
37,4
II. Maximum-vermogen-proef : Aanvang 13,40 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
15
3,33
250
3,33
begint rustig, trekt
goed.
2
100
18
2,77
277
3,69
3
125
20
2,50
312
4,17
trekt best.
4
150
20
2,50
375
5,-
5
175
21
2,38
416
5,55
6
200
17
2,94
588
7,84
7
225
kan 225 niet halen.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na lJ/6 ronde, is 58 m, te hebben afgelegd, in 13 sec, een
terkkracht bereikt van 340 kg.
-ocr page 217-
218
PROEF NO. 83.
Datum: 20 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: zenuwachtig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: geen.
Omschrijving van het paard: No. 346.
Ras..............: Ier.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 10 jaar.
Schofthoogte.....: 162 cm.
Borstomvang......: 180 „
Pijpomvang.......: 21 „
Gewicht..........: 460 kg.
Voedingstoestand ..: mager.
Drachtig .........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoüdingsproef: Aanvang 14 uur.
4e R. V. A., Ie Batterij te Ede.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,2° C.
Luchtdruk.......: 76,40 cm.
Vochtigheidstoest..: 92 %.
Weersomstandigheden:
Regen ..: regent wat.
Zon.....: geen.
Wind ...: weinig.
Bodemgesteldheid:
wat vochtig, doch vast.
Ie ronde in 23 sec.
13e ronde
in 23 sec.
-3£ tt tt -*-D tt
15e
tt
244
Gemiddeld:
5e f, tt 18
18e
tt
„ 36 „
Aantal sec. p. ronde: 26
'C ft tt tA^i tt
20e
tt
„35 „
Snelh. in m per sec.: 1,93
ye „ tt z*x tt
22e
tt
„ 36 „
Aantal kgm per sec.: 193
lle „ „ 28J „
24e
tt
„ ^' tt
„ pk........: 2,57
Aanteekeningen: De merrie begint kalm, draaft in 2e tot 7e ronde, gaat over in
stap, wordt langzamer, doch na aanjagen in de 23e ronde weer in draf. Loopt met
goede houding, doch onregelmatig.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Temperatuur ...
16
48
37,8
72
72
38,7
58
48
39,0
36
49
38,6
21
39
38,1
12
41
38,3
18
60
38,0
-ocr page 218-
219
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 15,20 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
16
3,12
234
3,12
2
100
16
3,12
312
4,17
trekt vlug.
3
125
18
2,78
347
4,63
4
150
24
2,08
313
4,16
trekt goed.
5
175
30
1,67
292
3,88
6
200
bereikt nog £ ronde
van 200 kg.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na £ ronde, is 25 m, te hebben afgelegd, in 9£ sec, een
trekkracht bereikt van 260 kg.
PROEF NO. 84.
Datum: 20 December 1928.                                4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament,....: vrij heftig.
Gewilligheid ......: koppig.
Bijzonderheden ...: wordt als rijpaard gebruikt.
Omschrijving van het paard: No. 495.
Ras..............:  Ier.                  Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........:  merrie.                Temperatuur......: 0,0° C.
Kleur............:  vos.                     Luchtdruk.......: 76,51 cm.
Leeftijd..........:    11 jaar.              Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Schofthoogte......:   162 cm.
Borstomvang......:   179 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......:    19£ „                Regen ..: geen.
Gewicht..........:  430 kg.                Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..:  mager.                 Wind ...: weinig.
Drachtig.........:  neen.
Beslag...........:  gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............:  haam.                  tamelijk vast en vochtig.
Bijzonderheden ...: geen.
-ocr page 219-
220
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,45 uur.
Ie ronde in 27 sec.        15e ronde in 20  sec.
3e „ „ 24 „          17e „ „ 22   Gemiddeld:
5e „ „ 21 „          19e „ „ 25   „ Aantal sec. p. ronde: 21
7e „ „ 14 „         20e „ „ 26   „ Snelh. in m per sec: 2,38
9e „ „16 „         22e „ „ 26   „ Aantal kgm per sec: 238
11e „ „16 „         24e „ „30 „ „ pk.........: 3,17
^e „ „ *>*- tt
Aanteekeningen: De Ier begint rustig, stapt de eerste ronden, gaat bij 5e ronde
draven, kalmeert in 12e ronde en gaat daarna langzamer loopen.Trekt behoorlijk.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Pols........
Temperatuur
11
31
37,7
76
68
38,1
40
44
38,4
25
36
38,4
19
31
38,3
17
33
37,7
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 9 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
26
1,93
145
1,93
trekt kalm aan.
2
100
28
1,78
178
2,37
3
125
30
1,67
208
2,77
loopt rustig.
4
150
45
1,11
166
2,22
trekt goed.
5
175
48
1,04
182
2,42
6
200
kan 200 kg niet trek-
ken.
IIL Maximnm-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na | ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 17 sec, een
trekkracht bereikt van 255 kg.
Het paard toont dat het ivz7 trekken.
-ocr page 220-
221
PROEF NO. 85.
Datum: 21 December 1928.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: vrij heftig.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: doet dienst als rijpaard.
Omschrijving van het paard: No. 226.
Ras..............: gekruist Inl.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: lichtbruin.
Leeftijd .........: 8 jaar.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 182 „
Pijpomvang.......: 20 „
Gewicht..........: 500 kg.
Voedingstoestand ..: vet.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur .....: —0,9° C.
Luchtdruk .......: 77,1 cm.
Vochtigheidstoest..: 87 %.
Weersomstandigheden:
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: weinig.
Bodemgesteldheid:
heeft iets gesneeuwd, doch hoefslag
niet glad, maar een zandlaag van
ongeveer 3 cm.
I. Uithoudingsproef': Aanvang 9,55 uur.
15e ronde in 24 sec.
Ie  ronde in 15 sec.
22
tt
Gemiddeld:
14
tt
Aantal sec. p* ronde: 18J
18
tt
Snelh. in m per sec.: 2,69
15
tt
Aantal kgm per sec.: 269
17
tt
tt pk.........: 3,60
16 „
17e
20* „
19e
21è„
21e
21 „
23e
19 „
25e
17i„
3e     
5e     
7e     
9e     
He     
13e     
Aanteekeningen: De eerste ronde in galop, later in draf. Loopt zeer mooi, met
vlotten gang.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Ademhaling......
Pols............
Temperatuur....
13
49
37,9
84
88
38,9
80
70
39,1
38
56
38,9
26
45
38,7
16
44
38,4
17
40
38,4
12
40
38,3
-ocr page 221-
222
II. Maximam-vermogen-proef: Aanvang 13,32 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
15
3,33
250
3,33
2et kalm en rustig
aan.
2
100
11
4,54
454
6,05
galop.
3
125
11
4,54
567
7,56
trekt flink.
4
150
10
5,00
750
10,00
galop.
5
175
9
5,55
971
12,95
galop.
6
200
18
2,78
556
7,41
7
225
halve ronde bereikt.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na P/3 ronde, is 67 m, te hebben afgelegd, in 25 sec, een
trekkracht bereikt van 240 kg.
PROEF NO. 86.
4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Datum: 21 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: eenigszins heftig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 64.
Atmosferische toestand: 14 uur.
Temperatuur......: 0,1° C.
Luchtdruk.......: 77,2 cm.
Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Weersomstandigheden :
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: geen.
Bodemgesteldheid :
tamelijk vast en vochtig.
gekruist Inl.
ruin.
Zwart.
8 jaar.
162 cm.
177,,
21 „
497 kg.
normaal.
gewoon.
zeel.
geen.
ivas .»«......**•.
Geslacht.....
Kleur...........
Leeftijd.........
Schofthoogte
Borstomvang.....
Pijpomvang......
Gewicht.........
Voedingstoestand
Drachtig ........
Beslag ..........
Tuig............
Bijzonderheden .,
-ocr page 222-
223
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,25 uur.
Ie ronde in 23 sec.         15e ronde in 16| sec.
3e ,
, „ 15
tt
17e ,
, „ 19
5e ,
, „ 15
tt
19e ,
, „ 18
7e ,
, „ 16
tt
21e ,
, „ 17
9e ,
, „ 15
tt
23e ,
, „ 17
11e ,
, „20
tt
25e ,
, „ 20
13e ,
, „20
tt
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde:     18
Snelh. in m per sec.:  2,77
Aantal kgm per sec.:   277
„ pk........:  3,69
Aanteekeningen: Het paard werd de eerste ronde ingehouden, doch legde de
overige ronden in draf af.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Ademhaling.....
Pols...........
Temperatuur ...
27
54
38,2
96
104
38,9
92
72
39,6
66
72
39,2
22
48
38,6
20
43
38,5
21
42
38,4
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10,32 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
15
3,33
250
3,33
begint erg wild en
onstuimig.
2
100
24
2,08
208
2,78
3
125
27
1,86
232
3,10
trekt goed.
4
150
27
1,86
279
3,71
regelmatig.
5
175
35
1,43
250
3,33
6
200
heeft f r. bereikt.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet ingesteld.
-ocr page 223-
224
PROEF NO. 87.
Datum: 21 December 1928.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betref jende eigenschappen:
Temperament.....: normaal.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: rijpaard, in de bespanning voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 196.
Ras..............: Ier.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: vos.
Leeftijd..........: 7 jaar.
Schofthoogte......: 158 cm.
Borstomvang......: 173 „
Pijpomvang.......: 19J „
Gewicht..........: 483 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —0,9° C.
Luchtdruk.......: 77,1 cm.
Vochtigheidstoest..: 87 %.
Weersomstandigheden:
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: weinig.
Bodemgesteldheid:
hard met losse bovenlaag.
Bijzonderheden ...: geen.
I. Uithoüdingsproef: Aanvang 9,35 uur.
Ie ronde in 13 sec.
15e ronde in 25 sec.
3e
tt
tt -31 tt
17e
5e
tt
tt *•* tt
19e
7e
tt
tt £*■ tt
21e
9e
tt
tt *>* tt
23e
11e
tt
tt « ff
25e
13e
tt
tt
24J
tt
27| „
tt
25J
** ^ tt
tt 26 „
tt 26 „
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde:
Snelh. in m per sec.:
Aantal kgm per sec.:
tt pk........:
25
2,00
200
2,67
Aanteekeningen: Het paard loopt de eerste ronde in galop, wordt dadelijk
kalmer en gaat vrij regelmatig, alleen later wat langzamer.
voor
na
na 15
na 30
na 45
na 60
na 75
na 90
na 105
proef
proef
min.
min.
min.
min.
min.
min.
min.
16
57
21
18
21
18
18
12
12
38
90
53
37
40
38
37
37
37
37,8
38,9
38,6
38,6
38,4
38,8
38.5
38,4
38,3
na 120
min.
Omschrijving
Ademhaling .
Pols .........
Temperatuur.
12
34
38,1
-ocr page 224-
225
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,40 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
13
3,85
289
3,85
begint kalm en rus-
tig.
2
100
18
2,78
278
3,69
3
125
18
2,78
347
4,63
loopt goed.
4
150
19
2,63
394
5,26
5
175
34
1,47
257
3,43
6
200
bereikt heel lang-
zaam J ronde.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet ingesteld.
PROEF NO. 88.
Datum: 21 December 1928.                           4e R. V. A., 3e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen :
Temperament.....: rustig.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaar J.
Omschrijving van het paard: No. 199.
Ras..............: Ier.                Atmosferische toestand: 14 uur.
Geslacht.........: merrie.               Temperatuur......: 0,1° C.
Kleur............: zwart.                Luchtdruk.......: 77,2 cm.
Leeftijd..........: 7 jaar.             Vochtigheidstoest. .: 82 %.
Schofthoogte......: 159 cm.
Borstomvang......: 174,,             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......: 20 „                Regen ..: geen.
Gewicht..........: 465 kg.               Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..: norm. tot vet. Wind ...: geen.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.          Bodemgesteldheid:
Tuig.............: zeel.                  vast, iets vochtig.
Bijzonderheden ...: geen.
15
-ocr page 225-
226
I. Uithoudingsproef: Aanvang 14,12 uur.
Ie ronde in 124 s*c- 15e ronde in 20 sec.
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 19
Snelh. in m per sec.: 2,63
Aantal kgm per sec.: 263
„ pk........: 3,51
17e
19e
21e
23e
25e
20
23
23
24
24i,:
3e
5e
7e
9e
11e
13e
14
14
15
18
20
16
Aanteekeningen: Het paard is erg gewillig, loopt eerste ronde in galop, ver-
mindert echter langzaam in snelheid.
Omschrijving
voor proef
na proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
na 60 min.
Ademhaling
Temperatuur
32
52
38,2
83
132
39,2
69
76
39,4
63
71
38,7
38
66
38,5
19
42
38,1
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 10,40 uur.
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
Ronde
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
No.
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
23
2,18
164
2,18
wat onrustig bij het
aantrekken.
2
100
20
2,50
250
3,34
3
125
21
2,38
297
3,96
onregelmatig.
4
150
18
2,78
417
5,56
trekt goed door.
5
175
21
2,38
416
5,55
6
200
26
1,93
386
5,15
III. Maximum-trekkracht-proef: niet ingesteld.
-ocr page 226-
227
PROEF NO. 89.
Datum: 21 December 1928.                               4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: normaal.
Gewilligheid......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 545.
Ras..............:  gekruist Inl. Atmosferische toestand: 9 uur.
Geslacht.........:  ruin.                    Temperatuur......: —0,9° C.
Kleur............:  bruin.                  Luchtdruk .,.....: 77,1 cm.
Leeftijd..........: 7 jaar.              Vochtigheidstoest..: 87 %.
Schofthoogte......:  153 cm.
Borstomvang......:  172 „             Weersomstandigheden:
Pijpomvang.......:    20£ „                Regen ..: geen.
Gewicht..........:  450 kg.                Zon.....: geen.
Voedingstoestand ..:  norm. t. mager. Wind ...: weinig.
Drachtig.........: 
Beslag...........:  gewoon.           Bodemgesteldheid:
Tuig.............:  haam.                  hard, heeft iets gesneeuwd (door bo-
Bijzonderheden ...:  geen.                   venlaag grond wat los te maken, van
geen invloed op het trekken).
I. Uithoudingsproef: Aanvang 9,15 uur.
Ie ronde in 16 sec.         14e ronde in 31 sec.
3e
„30
tt
16e
ft
ft 31J „
5e
„32
tt
18e
tl
„ 30 „
7e
„31
ff
20e
tl
„31 „
9e
„26
11
22e
11
„29 „
lle
„27
tt
24e
tl
„ 38 „
13e
„32
ft
25e
11
„43 „
Gemiddeld :
Aantal sec. p. ronde:     30
Snelh. in m per sec.:   1,67
Aantal kgm per sec.:   167
Aanteekeningen: Het paard begint rustig, draaft nu en dan, trekt kalm en goed.
De laatste ronden echter vallen het dier zwaar, gaat hoe langer hoe zachter loopen.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
na 105
min.
Ademhaling ......
Pols.............
18
54
37,1
62
90
38,4
39
68
38,4
21
53
38,4
13
43
38,2
13
41
38,1
13
44
37,9
11
40
37,7
11
39
37,7
-ocr page 227-
228
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,50 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
17
2,94
220
2,94
begint kalm, draf.
6
100
18
2,77
277
3,69
3
125
21
2,38
297
3,96
langzamer.
4
150
eindigt op f ronde
in 34 sec.
III. Maximum-trekkracht-proef:
Het paard heeft, na | ronde, is 38 m, te hebben afgelegd, in 15 seconden, een
trekkracht bereikt van 215 kg.
PROEF NO. 90.
4e R. V. A., 2e Batterij te Ede.
Datum: 21 December 1928.
Vragen betreffende eigenschappen:
Temperament.....: flegmatiek.
Gewilligheid ......: gewillig.
Bijzonderheden ...: voorpaard.
Omschrijving van het paard: No. 2.
Ras..............: Ier.
Geslacht.........: merrie.
Kleur............: bruin.
Leeftijd..........: 8 jaar.
Schofthoogte......: 154 cm.
Borstomvang......: 174 „
Pijpomvang.......: 19 £ „
Gewicht..........: 449 kg.
Voedingstoestand ..: normaal.
Drachtig.........: neen.
Beslag...........: gewoon.
Tuig.............: haam.
Bijzonderheden ...: geen.
Atmosferische toestand: 9 uur.
Temperatuur......: —0,9° C.
Luchtdruk.......: 77,2 cm.
Vochtigheidstoest..: 87%.
Weersomstandigheden:
Regen ..: geen.
Zon.....: geen.
Wind ...: geen.
Bodemgesteldheid:
vast, iets vochtig.
-ocr page 228-
229
I. Uithoudingsproef: Aanvang 10,15 uur.
Ie ronde in 26 sec.        15e ronde in 23 sec.
3e
tt
„27*.
tt
17e
tt
tt *•* tt
5e
tt
„23
tt
19e
tt
20 „
7e
tt
„18
tt
21e
tt
„ 20* „
9e
tt
„21
tt
23e
tt
" tt
Ue
tt
„22
tt
25e
tt
tt ^4 „
13e
tt
„22
tt
Gemiddeld:
Aantal sec. p. ronde: 23
Snelh. in m per sec.: 2,16
Aantal kgm per sec.: 216
„ pk........: 2,88
Aanteekeningen: Het paard begint kalm, bij 6e ronde in draf en vertoont goede
manieren. Loopt vrij regelmatig.
Omschrijving
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
na 90
min.
Ademhaling......
Temperatuur ....
12
43
38,2
66
81
39,2
42
60
39,2
18
40
39,1
18
38
38,9
12
39
38,8
14
34
38,6
14
34
38,4
II. Maximum-vermogen-proef: Aanvang 13,20 uur.
Ronde
Trek-
Aantal
Snelheid
Aantal
No.
kracht
sec. per
in m per
kgm
pk
Aanteekeningen
in kg
ronde
seconde
per sec.
1
75
12
4,*6
312
4,16
begint rustig.
2
100
16
3,12
312
4,17
loopt soepel.
3
125
15
3,33
436
5,81
4
150
21
2,38
357
4,76
5
175
26
1,93
337
4,50
6
200
slechts V6 ronde van
200 kg.
III. Maximum-trekkracht-proef: niet ingesteld.
-ocr page 229-
230
Conclusies uit de derde proevenreeks.
De indruk van de militaire paarden, dienst doende als trekpaard,
is niet onverdeeld gunstig.
De onderzochte paarden worden gebruikt voor het voorttrekken
van kanonnen en houwitzers. Een bespanning bestaat uit zes paarden:
twee vóór-, twee midden- en twee achterpaarden. Drie dezer dieren
worden onder den man gereden.
Het is mij opgevallen, dat de wijze, waarop met de dieren wordt om-
gegaan, wel geheel verschillend is van die, waarop het landbouw- en
stadspaard worden behandeld. Veelal wordt zonder takt en kalmte
tot voorspannen overgegaan, en met roepen, trekken aan de teugels en
slaan getracht het dier aan de bevelen te doen gehoorzamen.
Daardoor lieten slechts weinig paarden zich rustig aanspannen, en
kwam herhaaldelijk verzetten en weigeren voor.
Daar de dieren altijd gewend zijn aan het contact met den geleider,
Zoo kon niet worden overgegaan tot het alleen-laten-loopen, zooals
bij de vorige proefnemingen herhaaldelijk plaats vond. — Daarom
werden alle paarden aan den teugel geleid.
Stappend werken wilden de meeste paarden niet. De eerste ronden
werden dan ook veelal in draf of galop afgelegd, waardoor de dieren
zich eerst teveel inspanden, hetgeen later, vooral bij de maximum-
vermogen-proef, oorzaak werd van het feit, dat hooge trekkracht-
levering niet werd bereikt. Geen der dieren heeft dan ook de 225-kg-
ronde geheel kunnen volbrengen.
Opvallend is ook dat de oudere paarden —■ waarschijnlijk door het
herhaaldelijk wisselen van ruiter, en ook doordat deze dikwijls on-
geoefend is —■ over het geheel genomen een slechteren indruk maak-
ten (wijze van trekken) dan de jongere dieren. Tegenover het
landbouw- en stadspaard, dat na de jeugdjaren rustiger wordt,
blijken de militaire paarden op ouderen leeftijd koppiger te worden;
zij schijnen het trekken als het ware te hebben verleerd. — De
jongere dieren, welke betrekkelijk korten tijd na het verlaten van
het remonte-depöt werden onderzocht, toonden, dat zij het trekken
nog wel kenden.
Het bleek dan ook al spoedig, dat met de maximum-trekkracht-
proef niets te bereiken was. De paarden verzetten zich, sprongen of
gingen op achterbeenen staan, doch waren — door hunne slechte
oefening als trekpaard —> niet in staat den trekboom vanuit den rusttoe-
-ocr page 230-
231
stand in beweging te brengen. Zelfs een trekkracht van 50 tot 100 kg
(vanuit den rusttoestand) kon niet worden geleverd.
Het is voor mij dan ook een open vraag, of de zes paarden van een
bespanning, in staat zullen zijn een kanon, dat in den weeken bodem
is verzakt, daaruit los te werken.
Doordat deze vierde proef niet kon worden genomen, kon ook de
oriënteeringsproef achterwege blijven, daar deze laatste de basis moest
vormen, waarop de maximum-trekkracht-proef moest worden inge-
steld.
Teneinde de maximum trekkracht toch nog eenigermate te kunnen
vaststellen, werd deze op de volgende wijze genomen:
Over ongeveer één ronde, werd de trekkracht van nul af, zoo hoog
opgevoerd, — door de rem langzaam aan vaster aan te drukken —- dat
het paard niet meer kon. De op deze wijze verkregen maximum trek-
kracht, was in den regel wel hooger dan die, resulteerende uit de
maximum-vermogen-proef, doch bleef naar mijn meening nog verre
beneden het bereikbare.
Maximum-trekkracht-proef.
De hoogste trekkracht (370 kg), op boven besproken wijze ver-
kregen, is geleverd door paard no. 51 (5-jarige Gekruiste Belg,
met een lichaamsgewicht van 605 kg).
De daarop volgende hooge trekkracht van 310 kg is bereikt door de
Ardenner no. 36 (13 jaar, 635 kg gewicht).
Deze beide paarden komen voor in de groep paarden zwaargewicht.
In de middengewicht-klasse, bereikte paard no. 54 (Gekruiste In-
landsche merrie, 16 jaar, 546 kg) een maximum trekkracht van 300
kg; terwijl in de licht-gewicht-groep Ier no. 82 (ruin 10 jaar) 300 kg
wist te bereiken. Het gewicht van dit paard in aanmerking genomen
(475 kg), werd een trekkracht van 71 % van het lichaamsgewicht ge-
leverd.
De gemiddelde maximale trekkrachten der drie groepen zijn:
Zwaargewicht................ 246 kg
Middengewicht............... 209 „
Lichtgewicht ................. 226 „
Deze verschillen in trekkracht zijn niet groot, en naar het gemid-
delde lichaamsgewicht berekend, komen zij ten voordeele van het
lichte paard.
-ocr page 231-
232
Gemiddeld
Groep
lichaamsgewicht
in kg
Maximum-Trekkracht
in kg
in % v/h Lich.gew.
613
534
481
246
209
226
40
39
47
Bij de beoordeeling van deze gegevens, dient echter nogmaals uit-
drukkelijk te worden vermeld, dat deze maximum-trekkracht slechts
over enkele meters afstand is geleverd.
Naar den leeftijd beoordeeld (zie Verzameltabel blz. 240) bereikten:
Klasse I: oude paarden.......± 15 jaar gemiddeld 229 kg
„ II: middelbare leeftijd.. ± 10 „                  221 „
„ III: jongere paarden .... ± 7 „                   232 „
waaruit blijkt, dat geen noemenswaardige verschillen zijn op te merken.
De totaal-gemiddelde maximum-trekkracht van 227 kg is zeker niet
hoog.
Maximum-vermogen-proef.
Bij deze proef werden belangrijke resultaten verkregen, zoodat deze
wijze van onderzoek van veel meer beteekenis is dan de vorige.
Was aanvankelijk als voorwaarde gesteld, dat de paarden moesten
stappen, al spoedig moest van dezen eisch worden afgeweken, daar
de meeste paarden niet wilden stappen. Daarom werden de dieren
niet meer ingehouden en mochten zij den gang nemen, welken zij
wenschten.
Bij deze onderzoekingsmethode bleek duidelijk, dat de paarden
geen trekken gewend waren: een hoogere trekkracht dan 200 kg werd
niet bereikt.
Een gemiddelde van 180 kg, tegenover 213 kg in de eerste en 281
kg in de tweede proevenreeks, toont zulks duidelijk.
In betrekking tot het lichaamsgewicht werden de onderstaande
resultaten verkregen:
Groep
Gemiddeld
gewicht in kg
Gemidd. max.
trekkracht in kg
Max. trekkracht
in kg
Aantal paarden
die deze trekkr.
bereikten
Zwaargewicht.....
Middengewicht ...
Lichtgewicht .....
613
534
481
183
182i
175
200
200
200
9
8
4
-ocr page 232-
233
Onder de zware paarden worden dus meer dieren gevonden (9), die
de 200 kg ronde geheel hebben afgelegd, dan onder de midden- en
lichtgewicht-klasse (resp. 8 en 4). Zoodat hier het grootere lichaams-
gewicht wel degelijk een rol speelt.
Dat het gewicht echter niet alleen den doorslag geeft tot het be-
palen van de maximum-trekkracht, moge blijken uit de resultaten
verkregen met de paarden no. 48 en no. 49.
Paard no. 48: Shire,         gewicht 695 kg; max.trekkr. 125 kg.
„ „ 49: gekr. Belg, „ 600 „ „ „ 175 „
Het zwaarste paard van de eerste groep (zwaargewicht) —■ boven-
genoemde Shire no. 48 met 125 kg trekkracht, als beste ronde, —
gesteld tegenover het lichtste paard van dezelfde groep (no. 46,
Shire, 595 kg) met een maximum ronde van 200 kg, toont zulks ook
duidelijk.
Voor een vergelijking met de verkregen resultaten van de vorige
reeks is het van belang, de paarden van het type trekpaard te stellen
tegenover die van het tuigpaardtype:
GROEP ZWAARGEWICHT.
Typ
e Trekpaard
Typ<
Tuigpaard
No.
Max. trekkr. in kg
No.
Max. trekkr. in kg
36
175
39
200
37
175
40
200
38
200
41
175
43
200
42
200
44
200
47
200
45
175
52
200
46
200
48
125
49
175
50
150
51
175
Samen:
1950
Samen:
1175
Gemidd.:
177
Gemidd.:
196
Merkwaardigerwijze valt hier de trekkracht ook ten voordeele van
het type-tuigpaard uit.
Beschouwt men echter het hoogste geleverde arbeids-vermogen
-ocr page 233-
234
van de 3 beste paarden, over de beste ronde, dan ziet men belangrijke
verschillen:
Groep: Zwaargewicht....... 7,26, 6,40 en 6,35 pk.
„ Middengewicht ..... 5,15, 4,85 en 4,67 pk.
Lichtgewicht ....... 12,95, 7,84 en 7,26 pk.
Terwijl het gemiddelde arbeidsvermogen van alle dieren is:
Zwaargewicht............4,72.
Middengewicht........... 4,12.
Lichtgewicht ............. 5,39.
Dadelijk valt op, dat de lichtste paarden een hooger arbeidsvermo-
gen hebben geleverd dan de zware dieren. Dit wordt weer veroor-
zaakt door de snelheid, welke respectievelijk: 2,10, 1,87 en 2,60 m
per seconde was.
Hoewel het niet doenlijk is vele paarden afzonderlijk te bespreken,
zoo moeten toch enkele dieren hiervan worden uitgezonderd, en
komt daarvoor in de eerste plaats paard no. 85 in aanmerking.
Dit dier, no. 85, van Gekruist Inlandsen ras met een lichaams-
gewicht van 500 kg, leverde over 5 ronden (dus 250 m) een gemiddeld
arbeidsvermogen van 660 kgm per seconde (8,8 pk). Deze prestatie
is buitengewoon, te meer omdat het dier geen werken gewend is,
daar het als rijpaard dienst doet. Dit hooge aantal paardekrachten
wordt geleverd, doordat het paard alle ronden in galop aflegde, met
een snelheid van respectievelijk 4,54,4,54,5,— en 5,55 m per seconde.
In de op een na laatste ronde, met 175 kg trekkracht werd een snel-
heid van 5,55 m per seconde (19,8 km per uur) bereikt, waardoor als
maximum arbeidsvermogen 971 kgm per seconde (12,95 pk) werd
bereikt.
Daarmede was het paard dan ook op het hoogste punt, want in de
laatste ronde daalde de snelheid tot 2,78 m per seconde en viel de
arbeidslevering terug op 7,41 pk.
Uit de zwaargewicht-groep, leverde paard no. 52, — van Gekruist
Inlandsch ras, met een lichaamsgewicht van 586 kg — als maximum
7,26 pk in de voorlaatste ronde, met 175 kg trekkracht. Gemiddeld
werd over de laatste 5 ronden echter nog 6,15 pk bereikt.
In dezelfde groep konden paarden no. 42 en no. 40 een aantal
paardekrachten van 6,35 en 6,40 bereiken.
Van de middenzware dieren, leverde paard no. 62 5,15 pk; ter-
-ocr page 234-
235
wijl in de groep lichtgewicht-paarden, — naast het eerst besproken
paard no. 85 — de paarden no. 82, 75 en 78 een hoogste arbeids-
prestatie van 7,84, 7,26 en 6,24 pk hadden.
Naar leeftijd beoordeeld, is het aantal paardekrachten, in de beste
ronde geleverd, voor:
Klasse I: paarden van ongeveer 15 jaar: 4,45 pk.
„ II t „ ,,         „ 10 „ 4,80 pk.
III: „ „                  7 „ 4,98 pk.
De geleverde paardekrachten verhouden zich als 1 : 1,08 : 1,12,
waaruit blijkt, dat de arbeidslevering van de oudste dieren met
ongeveer 12 % is afgenomen.
Van alle rassen werd door de Inlandsche paarden altijd het
hoogste aantal kilogrammeters geleverd, hetgeen pleit voor ons Neder-
landsche paard.
Stelt men hiertegenover de 10 onderzochte Ieren, dan waren er
hiervan 4 (no. 73, 79, 80 en 81), die door herhaaldelijk weigeren en
verzet plegen, van verder onderzoek moesten worden uitgesloten, ter-
wijl de overblijvende zes dieren een gemiddeld arbeidsvermogen
van 5,31 pk bereikten, waaronder er slechts één was, die uitmuntte
door een hoog aantal paardekrachten (no. 82 met 7,84 pk).
Het hoogste aantal paardekrachten werd in de meeste gevallen
niet in de laatste, doch voorlaatste ronde bereikt, doordat de snelheid
in de laatste ronde aanmerkelijk verminderde.
De snelheid van de paarden kan het best beoordeeld worden
naar die, welke kenbaar werd in een ronde met voor alle dieren gelijke
trekkracht, nl. de 125 kg ronde; het resultaat is, dat de verhouding
zwaar- tot midden- en lichtgewichtgroep is: 2,14 : 2,06 : 2,60 =
1 : 0,90 : 1,21.
Beoordeeld naar leeftijd is de snelheid in dezelfde ronde voor oude
paarden (15 jaar) 3,73; middelleeftijd (10 jaar) 3,51 en voor de jongere
dieren (± 7 jaar) 3,92 of in verhouding: 1 : 0,94 : 1,05.
Uithoudingsproef.
De uithoudings- of duur-proef stelde aan de paarden wel hooge
eischen (100 kg trekkracht over 1250 m). Behoudens drie weiger-
achtige dieren, hebben echter alle dieren deze proef af gelegd, doch
met zeer verschillend resultaat.
-ocr page 235-
236
De arbeidslevering werd begrensd tusschen 1,90 en 3,69 pk,
hetgeen ongeveer 100 % verschil uitmaakt.
Waar bij dit onderzoek het paard moest worden beoordeeld naar
het uithoudingsvermogen, zoo is het van veel belang nader te be-
spreken, hoe het dier zich tijdens en na afloop van het onderzoek heeft
gedragen. Daarom werd ook nagegaan, na welken tijdsduur het paard
weer tot den normalen toestand was teruggekeerd.
Voor een goed overzicht komt het mij gewenscht voor, de ver-
schillende waarnemingen afzonderlijk te bespreken:
a. Arbeidsvermogen. De totaal geleverde arbeid is voor alle
dieren gelijk, namelijk 25 X 50 X 100 = 125.000 kgm. Door de
groote verschillen in snelheid (van 1,43 tot 2,63 m per seconde) va-
rieert het arbeidsvermogen per seconde van 143 tot 263 kgm of wel
van 1,90 tot 3,51 pk.
Deze grensgevallen werden opgemerkt bij paarden nos. 39 en 42,
beide van Gekruist Inlandsen ras, behoorende tot de zwaargewicht-
groep :
Paard
No.
Gewicht in
kg
Aantal seconden
per ronde
Snelheid in
meters per sec.
Aantal kgm
per sec.
pk
39
42
597
609
35
19
1.43
2.63
143
263
1.90
3.51
Door het groote verschil in temperament, zich manifesteerende in
de snelheid, leverde dus van deze nagenoeg even zware paarden,
no. 42 85 % meer arbeid per seconde dan no. 39.
Bij het onderzoek met dit toestel komt het verschil in temperament
ook hier zeer demonstratief uit.
Wil men het aantal geleverde paardekrachten van het Trekpaard-
type (Shire, Ardenner en Gekruist Belgisch ras) vergelijken met het
type Tuigpaard, dan ziet men binnen de groep paarden-zwaar-
gewicht, de in volgende tabel opgenomen verschillen:
-ocr page 236-
237
GROEP ZWAARGEWICHT.
Trekpaard
Tuigpaard
No.
in pk
No.
in pk
36
37
38
43
44
45
46
48
49
50
51
2,38
2,15
2,08
2,57
2,38
2,31
2,22
2,31
2,31
1,96
2,15
39
40
41
42
47
52
1,90
2,67
3,04
3,51
2,01
2,67
Samen:
Gemidd.:
24,82
2,26
Samen:
Gemidd.:
15,80
2,63
De verhouding van het gemiddeld aantal paardekrachten valt ten
voordeele van het tuigpaard uit (hetgeen ook in de vorige proeven-
reeksen is gebleken) en wel in een verhouding van 2,26 : 2,63 =
1 : 1,16.
Ook binnen de tweede groep (middengewicht) worden groote
verschillen opgemerkt:
Paard no. 69: 535 kg gewicht; 1,90 pk 175 kg max. trekkracht,
Paard no. 68: 538 kg gewicht; 3,34 pk 175 kg max. trekkracht,
doch wanneer men de resultaten van alle dieren onderling vergelijkt,
dan komen er minder verschillen voor dan in de groep der zwaar-
gewicht-paarden.
In de groep licht-gewicht-paarden, hebben de Gekruiste Inland-
sche paarden een iets lager arbeidsvermogen geleverd dan de Ieren
(zie tabel volgende bladzijde).
Op de ranglijst van de geleverde paardekrachten boven 3 pk
staan echter meer Inlandsche paarden:
No. 86. Gekruist Inlandsch ........ 3,69 pk
85.         „            „ ........3,60
88. Ier......................3,51
84. „ ...................... 3,17
78. Gekruist Inlandsch.........3,17
75.                     „ ........3,04
-ocr page 237-
238
Gekruist Inlandsch
Ras
Ieren
Paard
Lichaamsge-
pk
Paard
Lichaamsge-
kg
no.
wicht in kg
no.
wicht in kg
72
500
2,01
77
486
2,77
74
497
2,57
79
490
2,67
75
488
3,04
81
477
2,88
76
487
2,22
82
475
2,77
78
500
3,17
83
460
2,57
85
500
3,60
84
430
3,17
86
497
3,69
87
483
2,67
89
450
2,22
88
465
3,51
90
449
2,88
Samen....
3911
22,52
Samen...
4215
25,89
Gemiddeld
489
2,81*
Gemiddeld
468
2,88
b. Gewicht. De lichtste paarden hebben het grootste arbeids-
vermogen geleverd, hetgeen moge blijken uit onderstaand overzicht:
Gemidd. gewicht
Aantal pk
Zwaargewicht-groep.....
Middengewicht-groep ...
Lichtgewicht-groep .....
613
534
481
2,38
2,32
2,83
c. Leeftijd. Ook hier hebben de oudste paarden minder arbeids-
vermogen geleverd dan de jongere:
Klasse I: paarden ongeveer 15 jaar: 2,38 pk
» «« »             >t 1" » 2,51 „
lil: „                       / „ 2,63 „
Of wel in verhouding: 1 : 1,05 : 1,15.
-ocr page 238-
Totaal gemidd.:
Gemiddeld ....
Licht gewicht
Gemiddeld ....
Midden gewicht
Gemiddeld ....
Zwaar gewicht
Groep
i— i4L
On -4
O VO
Kt-
UI On On
484
161J
t—»t—* i—»
On On On
h- i— tO
>— rfL
On 00
to ui
On On ON
W ►—» t—»
Schofthoogte in
cm
i—' UI
-O. W
oo ui
»—» *—» »—»
-J 00 00
UI O O
*-> UI
00 UI
*. to
oo oo oo
ifL *- 0L.
*- Ul
VO -J
W 00
VO vo vO
Ul tO i—
Borstomvang in
cm
56,4
18,8
i—» vo •—*
00^ VO
tO ON
W 00
to to to
v*) v» tO
«0(-
W VO
o o
tO W W
VO ►— O
Verschil tusschen
Schofth. en Borstomv
tO On
O *-
to to to
O O h-
tO On
to to to
i-- >— tO
tO On
to -4
to to to
MUM
K*-
Pijpomvang in et
n
546,6
1443
481
^ 4L v*L
-4 ^J vo
On .(*. W
1602
534
u\ ui m
4l W tO
>— tO vo
1835
613
On On On
t—• i—» o
NO O ON
Gewicht in kg
27,3
to -o
^ to
to to to
to oo
no oo
•~] >— O
to oo
VO On
to to to
vo -J vo
KHK*-
Gemidd. aant.
sec. per ronde
/ Uithoud.p
1,88
6,37
2,12
1,89
2,16
2,32
5,21
1,74
"co o* on
VO W vo
5,36
1,79
1—. ►—• H-*
^-4 00-q
>— <i oo
Gemidd. snelheid
in m p. sec.
i—•
oo
00
tO ON
*- W
to -j
tO tO f—
w >— oo
tO ON vo
>— Ul
-4 tO
*. 1—
»—» »—* ►—«
00 ON ON
VO W VO
i— Ul
-J W
VO ON
-O 00 ~4
Aantal kgm per
sec.
r. 125
2,51
8,48
2,83
y>^o_to
"o^»"üi
vo ~4 tO
6,95
2,32
K3 NJ^O
UlI-'To
W -J Ul
7,15
2,38
"tolnt»
00 O -4
pk
o
3
23,4
60,9
20,3
*- to to
OOOM
00 Ul^ON
75,5
25,2
to to to
yi^t-yi
IjnTo'-j
74,5
24,8
to to to
yi^._4^
O^VO ON
Aantal sec.
per ronde
125 kg ronde
2,26
7,80
2,60
On On rfL
00 DJ VO
6,17
2,06
o o o
Ul VO W
6,41
2,14
2,21
2,09
2,11
Snelheid in m
per sec.
286
1002
334
WWW
On tO ►-
ucom
to -j
Ul On
On VO
tO tsO tO
Ul On Ul
Ul >— W
to oo
On O
-o to
to to to
On On -4
W tO -J
Aantal kgm
per sec.
ai
X
3
3
<
3,81
13,36
4,45
►fc. rfL £».
►£■ O0 rfL
10,25
3,42
Iil"^!*»
O00-J
10,69
3,56
WWW
"ui 11 "Ón
t—' VO VO
pk
tO
UI
tO On
i— tO tO
00 O On
83,8
27,9
to
ON tO Ui
00^°
to -j
Ul Ul
to to to
Ul On >|l
Aantal sec.
per ronde
Max. vermogen-ronde
3
o
K
2,19
7,81
2,60
w^o to
"o On O
VO W vo
5,60
1,87
'vol» Vi
On NO Ul
6,29
2,10
ototo
00 On Ul
Snelheid in m
per sec.
i-proe
356
1213
404
*. rf>. v»
OiOitN
ON W *.
W vo
►-» W
O >—
V» W tO
tO ►— VO
MVO M
1063
354
WWW
W Ul ON
On vo 00
Aantal kgm
per sec.
4,74
16,16
5,39
ONyi^ti.
ïo w ui
12,37
4,12
"toïoï»
*■ ON -q
14,17
4,72
^ ^ ^
V-J vo
00 00 t—
pk
»—»
00
o
>— UI
-j to
Ui UI
-4 ~4 ~4
UI UI UI
1— Ul
00 >|L
to -o:
M*- K*-
vo ^J 00
O O -J
«-■ Ul
00 *.
W 00
K*-
*—» ►-. 1—.
On vo 00
Ul On -4
Maximum trekkracht
in kg
227
tO On
to -j
On NO
to to to
tO W ^-
-4 VO O»
628
209
to >— to
W -J tO
i— tO Ul
to -j
*. W
On vo
to to to
W Ul *.
<I W VO
Max. trekk.
in kg
S
119
39,6
UUM
to vo oo
1—»
O0 W
** tO -J
UNOH
Ul -4
-O O
**-
^n. On On
VO O i-1
>*•
Afgelegde \veg
in m
im. tr
proef
i— UI
-o; i—
tO f- 1—
O >t* -O
to -j
Ul On
to >— w
Ul VO tO
to oo
00 W
to w to
>tL W ON
Tijdsduur in
sec.
:kkr.
-ocr page 239-
240
VERZAMELTABEL
Groep
Ge-
wicht
in kg
Uithou-
dings-
proef
pk
Maximum-vermogen
proef
Max.
trekk.
proef
125 kg
ronde
pk
Max.
vermog.
ronde
pk
Trekk.
in kg
Trekk.
in kg
Gewicht
Leeftijd: ± 15 jaar
606
529
493
2,37
2,25
2,52
3,69
3,37
4,14
4,91
3,87
4,58
187J
187*
175
249
225
213
Zwaar
middel
licht
Leeftijd: ± 10 jaar
1628
543
610
532
474
7,14
2,38
2,50
2,17
2,87
11,20
3,73
3,49
3,48
4,38
13,36
4,45
4,78
4,26
5,37
550
183
196
170
175
687
229
253
172
239
Zwaar
middel
licht
1616
539
619
541
476
7,54
2,51
2,28
2,53
3,09
11,35
3,78
3,51
3,40
4,84
14,41
4,80
4,48
4,24
6,21
541
180
165
190
175
664
221
237
231
227
Leeftijd: ± 7 jaar
Zwaar
middel
licht
1636
545
7,90
2,63
11,75
3,92
14,93
4,98
530
177
695
232
d. Snelheid. De lichtste paarden hebben een grootere snelheid:
Zware paarden: gemiddelde snelheid .... 1,79 m p. sec.
Middenzware paarden: gemidd. snelheid . 1,74 m p. sec.
Lichte paarden: gemiddelde snelheid .... 2,12 m p. sec.
Naar leeftijd beoordeeld, blijken de oudere paarden ongeveer 10%
aan snelheid te hebben ingeboet:
paarden ongeveer 15 jaar: gem.snelheid___1,79 m p. sec.
10 „ „ „ .... 1,89 m p. sec.
                    7 „ „ „ .... 1,97 m p. sec.
De grootste snelheid werd veelal waargenomen in de eerste ronden,
later verminderde deze aanmerkelijk.
e. Physiologische toestand.
1. Temperatuur. De gemiddelde temperatuur bij den aanvang
van de uithoudingsproef is binnen de normale grenzen gebleven
(hoogste geconstateerde temperatuur is 38,35° C. geweest): 37,66 C
-ocr page 240-
241
Onmiddellijk na afloop van het onderzoek was deze gedaald tot
37,64° C.j na een kwartier rust trad een zeer geringe stijging tot
gemiddeld 38,643° C. op. Een daling kon eerst na een half uur
worden opgemerkt (38,49° C), terwijl na drie kwartier 38,06° C.
werd bereikt, zijnde dit nog 0,4° C. boven de aanvangstemperatuur.
Of er verschil bestaat tusschen de temperatuursverhooging van
de paarden, onderverdeeld in de verschillende gewichtsgroepen:
onderstaande tabel leert, dat de zware paarden na 45 minuten geheel
tot de aanvangstemperatuur zijn weergekeerd; de middenzware
paarden nog een verhooging van 0,47° C. toonden, terwijl de dieren
met het geringste lichaamsgewicht nog 0,64° C. temperatuursver-
hooging hadden:
Temperatuur in °C.
Groepen
voor de
proef
onmiddelijk
na de proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Zwaargewicht...
Middengewicht .
Lichtgewicht ...
37,71
37,62
37,65
38,57
38,56
38,79
38,60
38,49
38,84
38,45
38,34
38,68
37,70
38,09
38,39
Totaal gemidd.
37,66
37,64
38,643
38,49
38,06
Waaruit dus wederom blijkt, dat de paarden met hoogste lichaams-
gewicht het eerst weder tot de normale temperatuur zijn teruggekeerd.
Wil men voor de verschillende groepen afzonderlijk de tempera-
tuursschommelingen nagaar., dan blijkt,
Temperatuurs-toe- en afname in °C.
Groepen
vóór proef
onmiddellijk
na de proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Zwaargewicht...
Middengewicht .
Lichtgewicht ...
+0,86
+0,94
+ 1,14
+0,89
+0,87
+ 1,19
+0,74
+0,72
+ 1,03
—0,01
+0,47
+0,74
dat ook de zwaargewichtpaarden de geringste temperatuursverhoo-
ging hebben, de middengewichtpaarden slechts een weinig meer,
terwijl de paarden met het geringste gewicht de grootste stijging ver-
toonen.
16
-ocr page 241-
242
Een enkel paard dient nader te worden besproken:
Paard no. 39, rustig van temperament, toont ook tijdens de proef-
neming zijn kalmen gang en spant zich weinig in, waardoor de tempe-
ratuur slechts weinig toeneemt en dit dier na 45 minuten weder ge-
heel tot rust gekomen is. Het aantal geleverde paardekrachten is dan
ook slechts 1,90.
Paard no. 42 echter is zeer temperamentvol, loopt vlug en bereikt
een gemiddeld aantal van 3,51 pk, doch toont dan ook een grootere
temperatuursverhooging en is eerst na 75 minuten tot de aanvangs-
temperatuur teruggekeerd:
Ras
Geslacht
Gewicht
kgm
p.sec.
kg
Temperatuur in "C.
No.
vóór
na
na 15
min
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
39
42
G. Inl.
G. Inl.
R
R
597
607
143
263
1.90
3.51
37.8
38.35
38.7
+ 0.0
39.6
+ 1.25
38.2
+ 0.15
39.5
+ 1.15
38.2
+ 0.4
39.1
+ 0.75
37.8
38.9
+ 0.55
38.9
+ 0.25
38.2
—0.15
Paard no. 52 toont een sterke temperatuursverhooging (na 15 min.
zelfs 1,9° C), vermoedelijk door den voor dit dier, dat steeds als rij-
paard is gebruikt, zeer zwaren last.
Van de paarden uit de tweede groep dienen no. 68 en 69 vermeld te
worden. Het blijkt namelijk, dat het eerste paard reeds na 45 min. tot
de normale temperatuur is teruggekeerd, niettegenstaande het het
hoogste aantal paardekrachten heeft geleverd (3,34 pk); terwijl no. 69
daarentegen met een arbeidslevering van slechts 143 kgm per
seconde (1,90 pk) eerst na 75 minuten weer normaal is.
Van de lichtere paarden mogen nos.85 en 86 nader worden bespro-
ken. Beide zijn van Gekruist Inlandsen ras, met een vrijwel gelijk
lichaamsgewicht en een arbeidslevering van 269 en 277 kgm per se-
conde (3,60 en 3,69 pk). Het eerste paard heeft na 90 minuten nog
niet de normale temperatuur bereikt (nog 0,4° erboven), terwijl no.
86 na 75 minuten een vrijwel normale temperatuur heeft.
Paard no. 89 met slechts 2,22 pk arbeidslevering, heeft na 105
minuten nog 0,6°C. hooger temperatuur dan bij den aanvang der
proefneming, zoodat deze eigenschap het dier stempelt als ongeschikt
-ocr page 242-
243
voor dit werk. Uit het verloop van het onderzoek is reeds gebleken,
dat het paard de taak bijna niet kon volbrengen.
Ook no. 87 geeft door den langen tijd (na 120 minuten nog 0,3° C.
boven de aanvangstemperatuur), welken het noodig heeft om tot de
normale temperatuur terug te keeren blijk, dat het zich buitenge-
woon heeft moeten inspannen.
TEMPERATUUR.
No.
Vóór
proef
onmidd.
na
afloop
Na 15
min.
Na 30
min.
Na 45
min.
Na 60
min.
Na 75
min.
Na 90
min.
Na 105
min.
Groep zwaargewicht
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
37,5
37,9
37,7
37,8
37,3
38,0
38,35
38,4
37,8
38,0
37,9
37,4
37,9
37,8
38,1
38,0
37,4
38,4
38,4
38,6
38,7
38,3
38,6
39,6
38,1
38,7
37,8
38,9
38,6
38,1
38,8
38,6
38,4
39,1
38,3
38,4
38,4
38,3
38,2
39,0
39,5
38,4
38,5
38,4
38,85
38,7
38,6
38,6
38,7
38,1
39,3
38,2
38,2
38,4
38,2
38,0
38,5
39,1
(38,0)
38,4
38,8
38,85
38,6
38,1
38,5
38,7
38,2
38,9
38,2
38,0
38,0
37,8
37,9
38,4
38,9
(38,2)
38,2
38,3
38,7
38,1
(38,1)
38,5
38,6
(38.1)
38,8
37,9
37,9
37,9
38,2
38,6
*)
38,0
38,1
38,6
37,9
38,0
38,4
38,3
37,7
37,1
38,2
37,6
38,0
Samen:
Gemid.
634,25
37,71
655,7
38,57
656,25
38,60
653,65
38,45
640,8
37,7
*) De temperaturen, welke tusschen haakjes zijn geplaatst, geven aan, dat
de dieren reeds (of bijna) tot de temperatuur van vóór de proefnemingen
zijn teruggekeerd.
-ocr page 243-
244
VERVOLG TEMPERATUUR.
Wrt
voor
onmidd.
na 15
na 30
na 45
na 60
na 75
na 90
na 105
NO.
proef
na
afloop
min.
min.
min.
min.
min.
min.
min.
53
38,1
39,0
38,8
38,5
38,2
54
38,2
38,7
38,6
38,6
38,3
55
37,2
38,5
38,6
38,6
38,3
38,1
37,8
56a
37,5
37,8
38,3
38,4
38,2
38,2
38,2
6
37,8
38,4
38,4
38,4
38,4
38,3
38,0
•4-1
J3
57
37,2
38,6
38,2
37,8
38,0
37,7
37,6
'S
58
37,5
38,5
38,4
38,7
38,6
38,2
38,1
37,7
59
37,1
38,2
38,0
37,3
(37,2)
60
37,5
38,9
38,2
38,5
38,4
37,9
37,8
•o
61
37,2
■g
62
37,4
38,5
38,5
38,3
37,2
ft
63
37,7
38,5
38,3
37,8
(37,8)
o
64
37,8
38,2
38,3
38,2
38,1
38,0
ü
65
37,6
39,0
38,5
38,5
38,1
38,0
37,8
66
37,7
38,7
38,3
38,0
37,8
67
37,8
38,5
38,7
38,8
38,2
38,2
38,2
68
38,1
38,6
38,8
38,5
38,2
69
37,6
38,6
38,5
38,2
38,3
37,9
37,6
70
37,4
38,5
38,6
38,7
38,3
38,4
38,1
37,3
71
38,0
38,9
39,2
38,6
38,3
38,2
Samen:
752,4
732,6
731,2
728,4
723,9
Gem.:
37,62
38,56
38,49
38,34
38,09
72
73
37,5
37,7
39,1
38,9
38,6
38,4
38,2
38,2
37,8
74
37,3
38,3
38,5
38,3
38,6
38,0
37,9
75
37,4
39,6
39,5
39,0
38,5
38,2
37,8
76
37,4
39,0
38,9
38,6
38,4
38,5
38,3
38,1
*->
4d
77
37,2
39,0
38,6
38,5
38,6
38,4
38,2
38,2
O
78
38,0
38,9
39,0
38,6
38,3
38,1
79
80
81
37,7
38,75
38,6
38,3
38,0
37,7
J5
37,4
38,4
38,4
38,5
38,4
37,0
oep i
82
37,5
38,4
38,3
38,3
37,8
37,4
83
37,8
38,7
39,0
38,6
38,1
38,3
38,0
ü
84
37,7
38,1
38,4
38,4
38,3
37,7
85
37,9
38,9
39,1
38,9
38,7
38,4
38,4
38,3
86
38,2
38,9
39,6
39,2
38,6
38,5
38,4
87
37,8
38,9
38,6
38,6
38,4
38,8
38,5
38,4
38,3*)
88
38,2
39,2
39,4
38,7
38,5
38,1
89
37,1
38,4
38,4
38,4
38,2
38,1
37.9
37,7
37,7
90
38,2
39,2
39,2
39,1
38,9
38,8
38,6
38,4
Samen:
715,5
659,55
660,4
656,6
652,7
648,2
Gem.
37,65
38,79
38,84
38,68
38,39
38,13
*) Na 120 min. 38,1.
-ocr page 244-
245
2. Ademhaling. De ademhaling van de paarden, opgenomen
vóór den aanvang van de uithoudingsproef, was in bijna alle ge-
vallen normaal. Alleen bij paard no. 71 was de frequentie 47 per
minuut, veroorzaakt doordat het dier erg onrustig was.
De ademhalingsfrequentie neemt bij alle dieren gedurende het on-
derzoek sterk toe, —■ van 17 tot 62 per minuut, —■ doch is na een
kwartier rust al weder gedaald tot 35, na 30 minuten tot 24 en na drie
kwartier tot 19 per minuut.
Beoordeeld naar de drie groepen, wordt het gemiddelde:
Aantal ademhalingen per minuut
Groep
vóór de proef
onmidd. nè
de proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Zwaargewicht...
Middengewicht .
Lichtgewicht ...
18
15
17
61
63
61
35
23
48
26
16
31
23
13
21
Totaal gemidd.
17
62
35
24
19
Oogenschijnlijk zijn de verschillen, vooral 15 minuten na afloop
van het onderzoek aanzienlijk, doch berekend naar verhouding van het
aantal respiraties van vóór den aanvang, vervallen deze grootendeels:
Verhouding van het aantal ademhalingen per minuut
Groep
voor proef
onmidd. na
de proef
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Zwaargewicht...
Middengewicht .
Lichtgewicht ...
1
1
1
3,44
4,20
3,59
1,94
1,53
2,82
1,44
1,07
1,82
1,28
L-
1,23
Totaal gemidd.
1
3,65
2,06
1,41
1,17
De paarden van de eerste groep toonen de geringste toename direkt
na afloop van het onderzoek, doch zijn na drie kwartier nog niet tot
rust gekomen.
Die der middengewicht-groep hebben eerst belangrijk hooger
ademhalingsfrequentie, doch zijn na 45 minuten weder geheel tot
rust gekomen.
-ocr page 245-
246
De lichtste paarden vertoonen in verhouding tot de eerste groepen
een middelmatige toename direkt na afloop van de uithoudingsproef,
doch komen niet zoo snel tot rust als die der tweede groep.
Voor paard no. 78 was de trekkracht te hoog; de merrie kon na de
17de ronde niet meer, had een ademhalingsfrequentie van 108 per
minuut, doch was na 30 minuten weder normaal.
Vergelijkt men de paarden nos. 85 en 86, beide merries van Inlandsch
ras, met een gelijk gewicht van ongeveer 500 kg, en een arbeids-
vermogen-levering van 269 en 277 kgm (3,60 en 3,69 pk), dan komt
het eerste na drie kwartier tot rust.
Dit is juist het omgekeerde als bij de beoordeeling van de tempera-
tuur is besproken.
Paard no. 67, dat in sterke mate transpireerde, blijkt na een toename
van 13 tot 72 ademhalingen per minuut, reeds na 45 minuten geheel
tot rust gekomen te zijn.
Wat betreft de ademhalingsfrequentie, in verband met den leeftijd,
hieromtrent zijn geen bijzondere verschillen opgemerkt.
ADEMHALING.
No.
voor
proef
onmidd
na
proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Groep zwaargewicht.
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
18
20
25
15
25
22
21
17
20
14
24
20
15
15
11
12
18
56
64
80
40
61
99
76
60
74
33
62
48
47
63
60
26
92
42
52
42
12
33
36
58
33
22
32
48
48
21
29
28
16
51
40
32
36
(10)
34
20
48
23
(21)
24
27
18
20
24
11
14
48
28
30
32
(16)
36
(17)
33
(20)
(22)
19
(28)
(13)
18
24
(12)
(14)
20
23
30
*)
26
24
22
21
Sam.:
Gem.:
312
18
1041
61
603
35
450
26
382
23
*) Voor: (10), zie noot bldz. 243.
-ocr page 246-
VERVOLG ADEMHALING.
No.
voor
proef
na
proef
na 15
min.
na 30 na 45
min. min.
na 60
min.
na 75
min.
Groep middengewicht
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
23
13
16
15
9
15
12
9
12
14
16
19
18
17
13
13
19
13
(47)*)
96
62
64
84
39
42
33
45
44
38
56
98
44
72
76
75
68
98
25
21
22
14
19
30
16
14
15
16
32
37
17
28
22
18
29
38
(30)
18
14
(14)
(20)
14
15
11
(9)
(12)
15
34
( 8)
17
18
(11)
13
(18)
(12)
13
(16)
(12)
(18)
(13)
14
11
(9)
(12)
(14)
25
(9)
10
7
(10)
(12)
(12)
(20)
9
23
(21)
(24)
Groep lichtgewicht
Sam.:
Gem.:
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
265
15
9
10
13
18
13
20
19
16
18
23
28
16
11
13
27
15
32
18
12
1134
63
96
26
106
60
68
108
64
75
102
72
76
84
96
57
83
62
66
413
23
28
12
82
24
52
38
35
62
42
58
40
80
92
21
69
39
42
291
16
22
(9)
30
21
34
15
23
44
36
36
25
38
66
18
63
21
18
229
13
20
(9)
20
11
34
(15)
17
29
28
21
19
26
22
(21)
38
13
18
18
15
19
28
22
17
16
19
12
14
17**)
Sam.:
Gem.:
Totaal
gem.:
331
17
17
1031
61
62
816
48
35
519
31
24
361
21
19
*) Geagiteerd, niet mede gerekend.
**) Na 90 min. 12.
-ocr page 247-
248
3. Pols. Het aantal polsslagen per minuut heeft voor de verschil-
lende groepen van paarden weinig afwijkingen vertoond:
Groep
voorproef \™™™efnk
na 15 min.
na 30 min.
na 45 min.
Zwaargewicht...
Middengewicht .
Lichtgewicht ...
43
43
45
81
86
88
55
54
60
45
47
49
42
43
43
Totaal gemidd.
44
85
56
47
43
De pols is na afloop van de proef ongeveer met 100% toegenomen,
daalt na 15 minuten reeds sterk tot 30% boven dien bij den aanvang
van het uithoudingsonderzoek en is na 30 minuten bijna tot den nor-
malen toestand teruggekeerd. Na drie kwartier is de rusttoestand
weder geheel bereikt.
Paard no. 55 vertoont een belangrijke afwijking van het gemiddelde,
namelijk een toename van 42—162, dus vier maal zoo hoog als bij het
begin. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit, dat het bij de 23ste
ronde teekenen van moeheid vertoonde, zoodat het herhaaldelijk
moest worden aangezet. Dit schijnt het dier dusdanig overspannen te
hebben, dat het aantal polsslagen na 75 minuten nog niet binnen de
grenzen van het normale was teruggekeerd.
De paarden no. 85 en 86 met hun mooie prestaties (3,60 en 3,69 pk)
waren beide na 45 minuten weder tot rust gekomen.
-ocr page 248-
POLS.
No.
voor
proef
onmidd.
na proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Groep zwaargewicht
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
34
36
45
44
40
46
53
37
36
40
60
34
36
48
48
51
45
78
79
94
68
68
100
84
90
64
78
92
76
83
66
80
86
95
60
61
64
42
44
64
61
56
40
72
64
60
48
56
38
52
62
42
39
50
(40)
(38)
42
60
42
(40)
44
(52)
40
45
48
(40)
(52)
46
34
(40)
48
(46)
(38)
(43)
46
(42)
(38)
(33)
(42)
42
42
(44)
(40)
(52)
(49)
(35)
47
36
Groep middengewicht
Sam.:
Gem.:
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
733
43
42
43
42
40
40
40
36
37
52
47
46
42
37
46
48
44
53
32
(60) *)
1381
81
76
98
162
9S
71
86
90
85
68
72
78
72
56
103
76
78
97
93
934
55
54
52
68
50
44
58
58
54
48
52
58
42
46
54
58
65
66
45
760
45
48
43
64
42
41
46
43
52
(42)
42
56
40
(45)
50
50
60
48
(42)
719
42
40
(39)
60
(45)
(35)
(46)
(44)
38
(44)
(44)
42
36
(45)
(45)
38
52
44
(36)
54
(45 )
33
50
(49)
Sam.:
Gem.:
767
43
1539
86
972
54
854
47
773
43
*) Geagiteerd, niet mede berekend.
-ocr page 249-
VERVOLG POLS.
No.
voor
proef
onm.
na proef
na 15
min.
na 30
min.
na 45
min.
na 60
min.
na 75
min.
Groep lichtgewicht
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
36
40
34
58
41
54
43
54
40
39
38
48
31
49
54
38
52
54
43
73
78
108
86
104
87
72
84
72
72
68
88
104
90
132
90
81
52
41
73
72
65
62
48
60
58
48
44
70
72
53
76
68
60
46
32
57
50
50
42
(44)
46
44
(49)
36
56
72
37
71
53
40
42
(31)
(47)
48
(50)
(38)
(36)
39
46
(39)
31
45
48
(40)
66
(43)
(38)
42
40
42
42
36
Sam.:
Gem.:
Totaal
Gem.:
846
45
44
1489
88
85
1022
60
56
825
49
47
727
43
43
-ocr page 250-
Zwaargewicht, tot 580 Kilogram
Groep
Samen......
Gemiddeld ..
O
-     - - - 0Q
n
<
«J -~J -J -0 -1
-    - » » £
Gemiddeld ..
O

<
1—• t—. t—* ►—» h^ H-*
O O O O O O
.....3
Samen......
Gemiddeld..
O

<
MMMMMH
UI Ui UI UI Ui UI
» •» H <• * »)'
v. v v > v £
t-l
Gemiddelde
Leeftijd
#. 00 00 00 00
*. oo oo co oo oo
*». ^ >t». CO 00 00
Regiment
WWUWU)
WWWWWM
HWUUWW
Batterij
tO tO *- i—
O O >-• O On
i*» tO tO VO VO O
-o w on to o oo
fO !-• i—
On *. tO 00 i-1 tO
VO W UI VO UI
ON
Nummer milit. stamb.
ui ui ui £» >*>■
MmOVOOO
^ >pk *>■ ►£. &* tfr.
«JOnv71iM*)M
>— O VO 00 -O ON
Proef no.:
G. Shir.
G.Belg.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
OgOOQO
*     ET * * * *
►H 2 CÖ CÖ tÖ HH
g^ » TO TO TO g^
*            STQ 0Q CfQ *
Arden.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
G.Inl.
G.Inl.
Ras
wwwgg
wgSSS»
/Ö 50 W g g
Geslacht
o\ to
ON UI 00 UI 00
h- ON
o >-
VO VO >- tO h- vo
>-* vo
UI tO
On VO VO U> tO (Ji
Leeftijd in jaren
y- 00
ON >—
U> 00
J_i ►_. (—. f—' h—'
On On On ON ON
j—i vo
On ON
>-• UI
HPMHMH
ON UI ON Ui On On
>>NvOU1000h
*—» VO
ON ON
>— 00
Ui On -J Ui UI ON
OO^OOiMW
Schofthoogte in cm
►-. vo
vo -J
UI *.
MH h»IOH
00 vo 00 O VO
VO O 00 00 vo
1153
192
i—* i—i »—■►—* h-• iw
VO 00 VO VO vo VO
f— ON UI Ui UI ►—
1149
19H
».- t—* »—' t—» »—* tO
00 vo 00 00 VO O
Ui O VO 00 tO UI
Borstomvang in cm
»—»
to *.
VO On
to to to *>■ to
*. 00 U> UI On
W 00
H-. 00
i—1
W 00
(v) IO m W O) *
~J On VO tO Ui tO
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm
to «-■
to u>
to to to to to
to to to to *.
137
22,8
to to to to to to
to ui w w to >—
Ut- Nf
1—»
to oj
to *.
to to to to to to
►- to f to to ui
toH toH tot-
Pljpomvang in cm
3095
619
Ui ON On On On
00 O O O vo
On UI vO O Ui
3660
610
Ui UI On On On On
00 vo On O O O
■^ Ui UI ►- Ui ~4
3637
606
Ui UI UI ON On ON
00 00 vo O U> U>
O vo -O >£■ tO UI
Gewicht in kg
\KHHNN
lXNNNNX
iNNXNlsm
Tuig
1
-ocr page 251-
fc
waargewi
cht, tot 580 Kilogram
Groep
Samen ......
Gemiddeld ..
O
v .» > v D
- - - - OQ
<
-J -~] -4 -J -J
«» •» ■» *. &>'
»-l
Samen......
Gemiddeld ..
O
n
<
O O O O O O
.....si
Gemiddeld..
O
<v>
<
H-' H-» ►—' t—< f—' y—i
Ui ui ui Ui ui ui
» H H * * fil'
«. > 3 •» * jJJ
Gemiddelde
Leeftijd
** 00 00 00 00
■t^ 00 00 00 00 00
*. ^ *. co oo oo
Regiment
V» O) Ul Ul Ul
W W U W U) h
>— U> Ul Ul Ui Ul
Batterij
MMHH
o © ►- o ©v
WOi-JCOv
*. to to vo vo o
■JWOltOO»
tO ►"■ ►—
Ov >t> tO 00 ►-■ tO
VO Ui UI vo Ui Ov
Nummer milit. stamb.
tO H* O VO 00
►£■ >£• >£»■ >£* *£■> >£"
-O Ov UI *». Ul tO
Jv*vUUUU
>— O VO 00 -O Ov
Proef no.:
G. Shir.
G. Belg.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
ogoooo
. g- . . . .
jr1 2 tfl Gd Gd >-i
g. <* CO « ffi g,
* OQ OQ OQ *
Arden.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
G. Inl.
G.Inl.
Ras
SJWWgg
»g333»
WtöïdggW
Geslacht
Ul
Cv tO
Ov UI 00 UI 00
f Ov
O l-
1—* H-» H*
VO vO h K) m vO
t—' VO
ui to
►-* »-* *-*»—» t—»t—•
OnOvOWWU
Leeftijd in jaren
>-• 00
OV >—
Ui 00
1—» H-» H* »—» H*
Ov Ov Ov Ov Ov
Ul tO Ul Ui Ul
►- VO
Ov OV
>-> Ui
H* H* H* H* H- H*
Ov Ui Ov UI Ov Ov
^vOWOOOH
h- vo
OV Ov
H* 00
i—■ i—i h-1 >—' >—• h^
Ui Ov -O UI Ui Ov
00 *■ O Ov -O Ul
Schofthoogte in cm
H* VO
vo -O
UI it*
MHHMH
00 VO 00 O VO
VO O 00 00 VO
1153
192
vO 00 VO VO VO VO
H Ov UI Ui Ui m
1149
1914
h— 1^ H* t—* H* tO
00 VO 00 00 VO O
Ui O vo 00 tO UI
Borstomvang in cm
>—'
to *.
VO Ov
to to to *. to
«.00UU1OV
>—*
Ul 00
i— 00
-J -0 tO -O UI O
Ul 00
o h*
-J Ov VO tO UI tO
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm
tO i—
to ui
rcH
to to to to to
tO tO tO tO rf».
WH WH
137
22,8
to to to to to to
to ui w w to i—
<*- wH
1—»
to ui
to *.
to to to to to to
t- tO •— tO tO UI
Kf- (iH WH
Pijpomvang in cm
Ul
o\ o
i-. vo
VO U\
Ui Ov Ov Ov Ov
00 O O O vo
1 Ov U\ vo O UI
3660
610
UI UI Ov Ov Ov Ov
00 vo Ov O O O
-J UI UI i— Ui -4
3637
606
UI UI UI Ov Ov Ov
00 00 VO O Ul v»
O vo -4 >t> tO UI
\
Gewicht in kg
"
\
\
\
Tu\g
'antAtsvMX
tri«VAtAtA
tAUXtA^tA
to rf»
vo oo
/ fO OO Ul tO JU
/ UI »— !*>• VO VO
to ov
~J Ul
/ Ui Ul fO tO tO h-
ƒ U) O VO 00 Ov VO
to -~j
VO U>
/ to to u> u> u> to
ƒ tO Ul Ul tO *- 00
Oemidd. aant.
II sec. p. ronde
S
••o ui
j to H»' *—' t—' *-*
1 O Ov 1*. -VlX]
O »- ~J W U>
11,26
1,87
' M h- H M H" tv)
UI OV <I Vl VO Ov
i— -J Ul VO Ui Ui
10,67
1,78
IOMh h hh
tO O^fi. Ul OvXl
00 O Ul Ov i— VO
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
houdingsproef over
1250 Meter
i— 00
O UI
to *—i >—* h. *—*
O Ov ^ -J ~J
OH^IWU
1126
187
M M M M M [O
UlOvO vl vOOv
h -J Ul VO Ui Ui
1067
178
to to *- ►-.*-. I-»
tO O ^ Ul Ov ^4
00 O Ul Ov i— vo
Aantal kgm
per sec.
11,40
2,28
to^to^ to^o
*Ov »—' vo Xa "ui
MWOvmm
15,00
2,50
|o |o to ,to to ui
O tO Ul Ui UI Ul
>-> tO i— 00 ^1 "-"
14,22
2,37
Ui tO H- tO _tO NJ
"o "Ó, "vo "o "<-* Ui
>t> ^J O 00 Ul 00
pk
to to
UI UI
"-■ OO tO tO tO
Ov O VO OV >t^
to ^
to to uj to to to
tO l-1 K- it». Ul tO
Kt-
to i—
>t> *.
-Ov^
Ul '-' Ui tO tO tO
O Ui tO >(>■ Ov tO
NH
Aantal sec.
per ronde
125 kg ronde
Maximum-vermogen-proef
10,53
2,11
Ui H-« t—• h-» tO
"J-. ~Ov Xj 'vo b>
tO -4 Ui Ul 00
12,57
2,09
tO hJ^-^O i-' tO
fo X^ ov "o "vo to
~) 00 i— 00 Ov -O
13,30
221
1-* Ul H-* tO H. tO
"o\"co ui"o^o to
~J Ul Ov 00 tO tO
Snelheid in m
per sec.
1315
263
Ui tO tO tO tO
VO O i-1 >f> Ov
OOOOimO
1572
262
to to to to to to
00 VO O Ov *. 00
it». 00 i— O UI if».
1661
277
to ^ >-■ to to to
O 00 VO Ov >t> -O
00 O UI O O 00
Aantal kgm
per sec.
17,53
3,51
Ul tO tO^Ui Ui
"toVi oolo"!».
O <I 00 tO Ov
20,93
3,49
Ui Ui tO Ui Ui Ui
Xl ^O Ov ^C>. lo Xl
00 00 -1 Ov ~J ~]
22,15
3,69
tO OV Ni Ui Ui Ul
X)V Ov ^ToVl
O O O -J O i-1
Pk
to to
Ul -O
>— tO Ui tO tO
Ov VO tO Ov (t»
t—»
to ui
Ov ~J
tO tO Ui tO Ul tO
*^ 00 ►— i— to i—
1—»
to ,r>
*- Ov
Ul i-> Ui tO tO tO
tO Ui O Ov Ul O
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
10,42
2,08
Ui »—» h- H- tO
1—Xj ui'vo^n
tO Ui Ov Ul 00
11,79
1,96
tO H- >-• tO i— tO
O V] Ov Xil "ui tji
00 00 t-' 00 Ov 00
13,52
2,25
>— Ui '-'>-' tO |0
"ui "co f?v "vo "vb ui
—1 UI -O Ul O O
Snelheid in m
per sec.
1679
336
Ul UI tO Ul tO
rf». O Ul Ul Ov
UltOUl vlO
2155
359
>&. Ui tO Ui Ui it>
wh-CDUii-O
Ov tO tO <] tO Ov
2211
368
to *. u> ui ui *.
~J 00 Ul 00 O U)
«t> O »t> Ov O ^
Aantal kgm
per sec.
22,38
4,48
^J *>■ Uirf^. Ui
fo "o "►-• ui ^>-
ov to >r> o ov
28,70
4,78
yi ƒ>. yi ƒ» ,£». ov
tn ^-'Xj Vi't-! ui
>t> >t>. Ov UI Ov Ul
29,47
4,91
ui ov ^ yi *>■ yi
^Jv'iv ^"hOOO
Ov O *• Ul O tO
pk
>— 00
Ov tO
UI UI
tO ►—» 1—' *—* 1—*
O -J Ul <l tO
O UI O Ul Ul
1175
196
tO tO l-' tO tO tO
O O <I O O O
O O UI O O O
oo to
<I Ul
«OH
>— to to to >-.)-.
~J O O O -4 ~J
Ul O O O Ul UI
Maxim, trekk
in kg
r.
1185
237
to ui to to >—
W^ H ffl H
O O O Ul O
1520
253
to to to to to to
tO VO VO Ov tO Ui
O Ul O O Ul O
1495
249
to to to to to ui
^OiOOOOH
O O O Ul O O
Max. trekkr.
in kg
Max. Trekkracht-
proef
to
VO Ov
Ul Ul Ul Ul Ui
to o o ov oo
u>
Ov Ov
O >-
Ov >&■ Ul tO <J O
<I >t> O Ul Ul O
Ui
Ov Ov
>-* VO
~JO O) WU1 fr
Ul Ul 00 00 O Ui
Afgelegde weg
in m
to to
,&. o
to >-• to ui to
OV --> ~J O O
to
Ui O
Ui O
Ui tO Ui i— >f* Ji.
to ~i to to oo vo
to >-
Ul Ul
Ui Ui Ui tO i—i ►"■
tO Ui VO UI Ui tO
WH
Tijdsduur in
sec.
-ocr page 252-
fc
waargewi
cht, tot 580 Kilogram
Groep
Samen ......
Gemiddeld ..
O
v .» > v D
- - - - OQ
<
-J -~] -4 -J -J
«» •» ■» *. &>'
»-l
Samen......
Gemiddeld ..
O
n
<
O O O O O O
.....si
Gemiddeld..
O
<v>
<
H-' H-» ►—' t—< f—' y—i
Ui ui ui Ui ui ui
» H H * * fil'
«. > 3 •» * jJJ
Gemiddelde
Leeftijd
** 00 00 00 00
■t^ 00 00 00 00 00
*. ^ *. co oo oo
Regiment
V» O) Ul Ul Ul
W W U W U) h
>— U> Ul Ul Ui Ul
Batterij
MMHH
o © ►- o ©v
WOi-JCOv
*. to to vo vo o
■JWOltOO»
tO ►"■ ►—
Ov >t> tO 00 ►-■ tO
VO Ui UI vo Ui Ov
Nummer milit. stamb.
tO H* O VO 00
►£■ >£• >£»■ >£* *£■> >£"
-O Ov UI *». Ul tO
Jv*vUUUU
>— O VO 00 -O Ov
Proef no.:
G. Shir.
G. Belg.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
ogoooo
. g- . . . .
jr1 2 tfl Gd Gd >-i
g. <* CO « ffi g,
* OQ OQ OQ *
Arden.
G. Belg.
G. Belg.
G.Inl.
G. Inl.
G.Inl.
Ras
SJWWgg
»g333»
WtöïdggW
Geslacht
Ul
Cv tO
Ov UI 00 UI 00
f Ov
O l-
1—* H-» H*
VO vO h K) m vO
t—' VO
ui to
►-* »-* *-*»—» t—»t—•
OnOvOWWU
Leeftijd in jaren
>-• 00
OV >—
Ui 00
1—» H-» H* »—» H*
Ov Ov Ov Ov Ov
Ul tO Ul Ui Ul
►- VO
Ov OV
>-> Ui
H* H* H* H* H- H*
Ov Ui Ov UI Ov Ov
^vOWOOOH
h- vo
OV Ov
H* 00
i—■ i—i h-1 >—' >—• h^
Ui Ov -O UI Ui Ov
00 *■ O Ov -O Ul
Schofthoogte in cm
H* VO
vo -O
UI it*
MHHMH
00 VO 00 O VO
VO O 00 00 VO
1153
192
vO 00 VO VO VO VO
H Ov UI Ui Ui m
1149
1914
h— 1^ H* t—* H* tO
00 VO 00 00 VO O
Ui O vo 00 tO UI
Borstomvang in cm
>—'
to *.
VO Ov
to to to *. to
«.00UU1OV
>—*
Ul 00
i— 00
-J -0 tO -O UI O
Ul 00
o h*
-J Ov VO tO UI tO
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm
tO i—
to ui
rcH
to to to to to
tO tO tO tO rf».
WH WH
137
22,8
to to to to to to
to ui w w to i—
<*- wH
1—»
to ui
to *.
to to to to to to
t- tO •— tO tO UI
Kf- (iH WH
Pijpomvang in cm
Ul
o\ o
i-. vo
VO U\
Ui Ov Ov Ov Ov
00 O O O vo
1 Ov U\ vo O UI
3660
610
UI UI Ov Ov Ov Ov
00 vo Ov O O O
-J UI UI i— Ui -4
3637
606
UI UI UI Ov Ov Ov
00 00 VO O Ul v»
O vo -4 >t> tO UI
\
Gewicht in kg
"
\
\
\
Tu\g
'antAtsvMX
tri«VAtAtA
tAUXtA^tA
to rf»
vo oo
/ fO OO Ul tO JU
/ UI »— !*>• VO VO
to ov
~J Ul
/ Ui Ul fO tO tO h-
ƒ U) O VO 00 Ov VO
to -~j
VO U>
/ to to u> u> u> to
ƒ tO Ul Ul tO *- 00
Oemidd. aant.
II sec. p. ronde
S
••o ui
j to H»' *—' t—' *-*
1 O Ov 1*. -VlX]
O »- ~J W U>
11,26
1,87
' M h- H M H" tv)
UI OV <I Vl VO Ov
i— -J Ul VO Ui Ui
10,67
1,78
IOMh h hh
tO O^fi. Ul OvXl
00 O Ul Ov i— VO
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
houdingsproef over
1250 Meter
i— 00
O UI
to *—i >—* h. *—*
O Ov ^ -J ~J
OH^IWU
1126
187
M M M M M [O
UlOvO vl vOOv
h -J Ul VO Ui Ui
1067
178
to to *- ►-.*-. I-»
tO O ^ Ul Ov ^4
00 O Ul Ov i— vo
Aantal kgm
per sec.
11,40
2,28
to^to^ to^o
*Ov »—' vo Xa "ui
MWOvmm
15,00
2,50
|o |o to ,to to ui
O tO Ul Ui UI Ul
>-> tO i— 00 ^1 "-"
14,22
2,37
Ui tO H- tO _tO NJ
"o "Ó, "vo "o "<-* Ui
>t> ^J O 00 Ul 00
pk
to to
UI UI
"-■ OO tO tO tO
Ov O VO OV >t^
to ^
to to uj to to to
tO l-1 K- it». Ul tO
Kt-
to i—
>t> *.
-Ov^
Ul '-' Ui tO tO tO
O Ui tO >(>■ Ov tO
NH
Aantal sec.
per ronde
125 kg ronde
Maximum-vermogen-proef
10,53
2,11
Ui H-« t—• h-» tO
"J-. ~Ov Xj 'vo b>
tO -4 Ui Ul 00
12,57
2,09
tO hJ^-^O i-' tO
fo X^ ov "o "vo to
~) 00 i— 00 Ov -O
13,30
221
1-* Ul H-* tO H. tO
"o\"co ui"o^o to
~J Ul Ov 00 tO tO
Snelheid in m
per sec.
1315
263
Ui tO tO tO tO
VO O i-1 >f> Ov
OOOOimO
1572
262
to to to to to to
00 VO O Ov *. 00
it». 00 i— O UI if».
1661
277
to ^ >-■ to to to
O 00 VO Ov >t> -O
00 O UI O O 00
Aantal kgm
per sec.
17,53
3,51
Ul tO tO^Ui Ui
"toVi oolo"!».
O <I 00 tO Ov
20,93
3,49
Ui Ui tO Ui Ui Ui
Xl ^O Ov ^C>. lo Xl
00 00 -1 Ov ~J ~]
22,15
3,69
tO OV Ni Ui Ui Ul
X)V Ov ^ToVl
O O O -J O i-1
Pk
to to
Ul -O
>— tO Ui tO tO
Ov VO tO Ov (t»
t—»
to ui
Ov ~J
tO tO Ui tO Ul tO
*^ 00 ►— i— to i—
1—»
to ,r>
*- Ov
Ul i-> Ui tO tO tO
tO Ui O Ov Ul O
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
10,42
2,08
Ui »—» h- H- tO
1—Xj ui'vo^n
tO Ui Ov Ul 00
11,79
1,96
tO H- >-• tO i— tO
O V] Ov Xil "ui tji
00 00 t-' 00 Ov 00
13,52
2,25
>— Ui '-'>-' tO |0
"ui "co f?v "vo "vb ui
—1 UI -O Ul O O
Snelheid in m
per sec.
1679
336
Ul UI tO Ul tO
rf». O Ul Ul Ov
UltOUl vlO
2155
359
>&. Ui tO Ui Ui it>
wh-CDUii-O
Ov tO tO <] tO Ov
2211
368
to *. u> ui ui *.
~J 00 Ul 00 O U)
«t> O »t> Ov O ^
Aantal kgm
per sec.
22,38
4,48
^J *>■ Uirf^. Ui
fo "o "►-• ui ^>-
ov to >r> o ov
28,70
4,78
yi ƒ>. yi ƒ» ,£». ov
tn ^-'Xj Vi't-! ui
>t> >t>. Ov UI Ov Ul
29,47
4,91
ui ov ^ yi *>■ yi
^Jv'iv ^"hOOO
Ov O *• Ul O tO
pk
>— 00
Ov tO
UI UI
tO ►—» 1—' *—* 1—*
O -J Ul <l tO
O UI O Ul Ul
1175
196
tO tO l-' tO tO tO
O O <I O O O
O O UI O O O
oo to
<I Ul
«OH
>— to to to >-.)-.
~J O O O -4 ~J
Ul O O O Ul UI
Maxim, trekk
in kg
r.
1185
237
to ui to to >—
W^ H ffl H
O O O Ul O
1520
253
to to to to to to
tO VO VO Ov tO Ui
O Ul O O Ul O
1495
249
to to to to to ui
^OiOOOOH
O O O Ul O O
Max. trekkr.
in kg
Max. Trekkracht-
proef
to
VO Ov
Ul Ul Ul Ul Ui
to o o ov oo
u>
Ov Ov
O >-
Ov >&■ Ul tO <J O
<I >t> O Ul Ul O
Ui
Ov Ov
>-* VO
~JO O) WU1 fr
Ul Ul 00 00 O Ui
Afgelegde weg
in m
to to
,&. o
to >-• to ui to
OV --> ~J O O
to
Ui O
Ui O
Ui tO Ui i— >f* Ji.
to ~i to to oo vo
to >-
Ul Ul
Ui Ui Ui tO i—i ►"■
tO Ui VO UI Ui tO
WH
Tijdsduur in
sec.
-ocr page 253-
Middengewicht, 500 tot 580 kilogram
Groep
O
>• -. >. .. >* v (jq
re
<
-O ~J ~1 ~J ~J -O -O
o
3
(TO
re
<
O
3
TO
re
<
Si
p. re
O. 3
s-
re
re w
3 3
Ü. re
O. 3
o..
re .
o o o o o o
Ul UI UI Ui Ui Ui
0> OO 00 00 J> 00 00
Regiment
ooooccoo*.^
*. oo oo oo oo *.
i— to to i— !-» to to
Batterij
to to
to ■—
ui ui
to ui
i-* oo
Cv O
to ui ui
IOMO
tO Cv v»
Ul Ov <l d> Ul Ov
O O © vo Ul Ul
Cv Cv >t^ vo 00 *-■
Nummer milit. stamb.
to ui ui to to ui
00 Ul tO Ul -0. Ov
-j -o
►- o
Cv Cv
VO 00
Cv Cv Cv
<1 Cv Ul
Cv Cv Cv Cv Cv Ul
^WtO^OvO
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
00 O Cv Ul J> Ui
Proef no.:
9?
EL £
ppp
frooooo
I-J * * * • *
HH MM H
EL EL E. EL EL
p O pppp
MHHHH H
E. EL E. E-E. E.
Ras
BJ B4
tO
ggggggw
•gw-SSS»
wgwggw
Geslacht
Leeftijd in jaren
^ Cv
O Ul
H-* VO
Cv 00
Ov Ov Cv 00 Ov -^J -O
l— VO VO tO tO O
-O Cv ^] Cv Cv Cv
t—» vO
Cv Cv
>-• 00
H- VO
Cv -4
tO >—
Schofthoogte in cm
ui ui Ov Cv cv cv ui
oo \o o m itv w «
Cv Cv Cv Cv Cv Cv
tO Ul Ul © © tO
Cv Ul Cv Cv Ul Cv
Ul VO Ul tO vO tO
Borstomvang in cm
-j oo oo oo oo oo oo
-J Cv vO Cv i— Ul Ul
00 00 00 00 00 00
Ui tO tO .*>. Ul -O
___K*-___________
00 O
00 00 00 ■<! 00 00
•JmOvOOOW
00 O
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm.
>— to to to !-■ to to
VO -J VO Ul -~J tO Ul
K) i— i— tO tO tO
O vo vo Ui Ul Ul
tO Ui
Ui Cv
to to ►- >-• to to
0> tO -0. -O. vO -J
tO Ui
tO Ui
to
to to to to o to
Pijpomvang in cm.
to to to to to to
>— tO >— J> © tO
to ivo to to to to to
O H- O >—• H-* *-* Ui
to to
tO Ui
to >—
Ui
Ul l->
Ui vo
«O Ui
Ui
Ul >->
to -o
VO Ui
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
O >— tO Ui *- Ul
tO
>-• 00 *- Cv Ul
Ul Ul Ul Ul Ul Ul Ul
I-" Ul Ui Ul Ul Ov Ov
O O Ul 00 v-1 O tO
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
i— tO tO Ui J> J>
O ~1 <I ~] *• 00
Gewicht in kg
\
\
Tuia
W^WSi^^tA
NNXS'SvI,
tSVMNMiSVtA
f
*—*
tO VO
/ tO (O Ul tO (O Ul M
Ui ui
►- Ul
/ Ui Ui Ul
ifvWO
; to ui
/ UI Ul
to ~j
VO 00
rqs-
/ tO Ui to Ul M Ui
1 00 O 00 Ui VO O
II
/; Oemidd. aant.
'
sec. p. ronde
Uithoudingsproef over
1250 Meter
ƒ
13,28
1,89
*-* tO M (O M h- M
oo ui Ui. ui X» ui Xj
Ul 00 Ui O tO i— VO
8,16
1,63
1—' H- H-»
^ ui bv
-O P-- -4
1,51
2,00
10,16
1,69
«» i* *• V V >
■O Cv ~J Ul ~J Ov
vO <1 vo ►-> Ul -~J
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
1328
189
H tO MM M H M
00 Ui d> Ul 00 Ul -O
Ul 00 Ui O tO <-■ VO
i— 00
Cv *—*
Ui Cv
J> Ul Ov
<I «-• ■<!
to ^
1 O Ul
1016
169
t—' l—» 1—* h-• t—• t—*
«JOv-JUl^OV
vO -*4 VO »~* Ui <1
Aantal kgm
per sec.
17,69
2,53
£0 Ui *-• Ui £0 tO tO
Vt-'iow'i.bu
Ov -J O *>. Ui k- 00
10,87
2,17
XoXoTo
Ov >— tO
2,01
2,67
13,52
2,25
to to to to^o to
In To ui Xo In "to
00 tO 00 l-- i— tO
pk
178
25,6
tO t-' >— tO Ui tO Ui
00 vo VO tO >-■ VO O
121
24,2
to to to
Ul J> tO
I Ui tO
1 o to
to ►-
Ul Ul
v* i£t
Ui
tO Ui tO tO tO 1—
~JtO*»0>0
Aantal sec.
per ronde
125 kg ronde
Maximum-vermogen-proef
14,34
2,05
M tOtO tOH» MM
Vl Tj\ Xïv To 0> Vl Tjv
00 *> J> ~J h-> Ui -J
10,45
2,09
ojO to to
"»-• o to
Cv 00 <1
1 CvlNJ
1 VI -J
12,18
2,03
_>— ^ |o >-■ to ,to
X» Xji "o Xn Xn Xrv
Ov Ov 00 *. O J>
Snelheid in m
per sec.
1787
255
tO Ui Ui tO tO tO tO
to to to oo o i— o
to oo oo j> ►- cv oo
1306
261
to to to
^] Ov 00
o o >^
to to
1 O 00
1 vo Ul
1519
253
tO *- tO ►— Ul Ui
Ui VO Ov VO >-• tO
tO Ul O tO tO 00
Aantal kgm
per sec.
23,79
3,40
^O J> J> Ui tO tO tO
Xo Xü I>i Xj ~bv "bo Xj
Cv Cv Ov 00 00 00 -J
17,40
3,48
www
O Cv 00
3,77
2,79
20,22
3,37
,U110 ,Ui tO J> J>
X-- Xjv Xt* Xji X—• Xri
O O Ov Ul Ul Ov
pk
188
26,8
tO i-' >— tO Ui Ui Ui
00 vo vo Ul Ui tO tO
tO Ui
-o *>.
to to to
Ui J> Cv
1 Ul tO
1 Ui 00
i—*
to <i
VO 00
iet-
Ui Ul tO Ul tO Ul
tO Ul Cv Ov O i—
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
13,70
1,96
MtOtOtO H M M
Xo cv cv o Xji Xji tn
00 >S». *> © tO Ov Cv
9,47
1,89
X--oXo
Cv 00 Ui
1,78
1,52
10,51
1,75
H M M M tO I-1
Xji Xji Xo Xn Xa Xt\
Ov tO Ui VO O i-1
Snelheid in m
per sec.
2245
321
Ui Ui Ui Ui Ui Ui Ui
HtOtOUlOHH
HOOOOO^MtO
1597
319
tO Ui Ui
-O Ov 00
O *. Cv
tO Ul
I Cv i—
1 Cv k-
1745
291
ui to to to ui ui
i— Cv vo *. *~ tO
to ui o o> to to
Aantal kgm
per sec.
29,90
4,24
,J> ^ J> 0> J>. d> ti^
1—* Ui Ui CV O *—' »—'
Ul Cv Cv -o J>. Cv Cv
21,30
4,26
Ul^ Ul
'cv'boX—
O Ul Ul
4,15
3,55
23,24
3,87
J>. Ui Ul Ui 0> if>-
X— XoiT»ToX— to
Ul rfi Ov Ul Ul VO
pk
1325
190
tO »— i— i-" tO tO tO
O -J -O O O O O
O Ul Ul Ul O O O
I-- 00
-q Ul
o o
H- 1— tO
to^io
Ul Ul O
I -O -1
1 Ul Ul
►—*
oo to
~J Ul
to i- to m i-m
O -J O ~4 <I O
O Ul O Ul Ul O
Maxim, trekk
in kg
r.
1620
231
tO tO tO i-" tO tO tO
Ui Ui Ul Ui Ui ~J ~J
O O Ul O O Ul O
i— 00
-O Ov
to o
MtOM
!-■ Ul <l
O Ul O
I ~4 <1
1 Ul O
to ui
-O Ul
Ul O
to ui
SI 1 1 §1
Max. trekkr.
in kg
Max. Trekkracht-
proef
to
*. VO
Ui 00
Ul tO Ui tO Ul Ul Ul
O Ul 00 Ul © d> Ov
tO ifc.
VO Ul
to ui to
Ul tO Ul
1 Ul tO
1 oo ui
-o >—
wil 1 1 SI
Afgelegde weg
in m
t—»
to -j
Ul Ul
to to to >— ui to ui
00 O O Ui Ul Ul >^
h-* VO
VO Cv
i— Ui tO
o> to o
I tO K-
1 o o
Ui Ov
to ui
Ml"
uil 1 1 £1
Tijdsduur In
sec.
to
Ul
-ocr page 254-
Middengewicht, 500 tot 580 kilogram
Groep
O
>• -. >. .. >* v (jq
re
<
-O ~J ~1 ~J ~J -O -O
o
3
(TO
re
<
O
3
TO
re
<
Si
p. re
O. 3
s-
re
re w
3 3
Ü. re
O. 3
o..
re .
o o o o o o
Ul UI UI Ui Ui Ui
0> OO 00 00 J> 00 00
Regiment
ooooccoo*.^
*. oo oo oo oo *.
i— to to i— !-» to to
Batterij
to to
to ■—
ui ui
to ui
i-* oo
Cv O
to ui ui
IOMO
tO Cv v»
Ul Ov <l d> Ul Ov
O O © vo Ul Ul
Cv Cv >t^ vo 00 *-■
Nummer milit. stamb.
to ui ui to to ui
00 Ul tO Ul -0. Ov
-j -o
►- o
Cv Cv
VO 00
Cv Cv Cv
<1 Cv Ul
Cv Cv Cv Cv Cv Ul
^WtO^OvO
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
00 O Cv Ul J> Ui
Proef no.:
9?
EL £
ppp
frooooo
I-J * * * • *
HH MM H
EL EL E. EL EL
p O pppp
MHHHH H
E. EL E. E-E. E.
Ras
BJ B4
tO
ggggggw
•gw-SSS»
wgwggw
Geslacht
Leeftijd in jaren
^ Cv
O Ul
H-* VO
Cv 00
Ov Ov Cv 00 Ov -^J -O
l— VO VO tO tO O
-O Cv ^] Cv Cv Cv
t—» vO
Cv Cv
>-• 00
H- VO
Cv -4
tO >—
Schofthoogte in cm
ui ui Ov Cv cv cv ui
oo \o o m itv w «
Cv Cv Cv Cv Cv Cv
tO Ul Ul © © tO
Cv Ul Cv Cv Ul Cv
Ul VO Ul tO vO tO
Borstomvang in cm
-j oo oo oo oo oo oo
-J Cv vO Cv i— Ul Ul
00 00 00 00 00 00
Ui tO tO .*>. Ul -O
___K*-___________
00 O
00 00 00 ■<! 00 00
•JmOvOOOW
00 O
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm.
>— to to to !-■ to to
VO -J VO Ul -~J tO Ul
K) i— i— tO tO tO
O vo vo Ui Ul Ul
tO Ui
Ui Cv
to to ►- >-• to to
0> tO -0. -O. vO -J
tO Ui
tO Ui
to
to to to to o to
Pijpomvang in cm.
to to to to to to
>— tO >— J> © tO
to ivo to to to to to
O H- O >—• H-* *-* Ui
to to
tO Ui
to >—
Ui
Ul l->
Ui vo
«O Ui
Ui
Ul >->
to -o
VO Ui
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
O >— tO Ui *- Ul
tO
>-• 00 *- Cv Ul
Ul Ul Ul Ul Ul Ul Ul
I-" Ul Ui Ul Ul Ov Ov
O O Ul 00 v-1 O tO
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
i— tO tO Ui J> J>
O ~1 <I ~] *• 00
Gewicht in kg
\
\
Tuia
W^WSi^^tA
NNXS'SvI,
tSVMNMiSVtA
f
*—*
tO VO
/ tO (O Ul tO (O Ul M
Ui ui
►- Ul
/ Ui Ui Ul
ifvWO
; to ui
/ UI Ul
to ~j
VO 00
rqs-
/ tO Ui to Ul M Ui
1 00 O 00 Ui VO O
II
/; Oemidd. aant.
'
sec. p. ronde
Uithoudingsproef over
1250 Meter
ƒ
13,28
1,89
*-* tO M (O M h- M
oo ui Ui. ui X» ui Xj
Ul 00 Ui O tO i— VO
8,16
1,63
1—' H- H-»
^ ui bv
-O P-- -4
1,51
2,00
10,16
1,69
«» i* *• V V >
■O Cv ~J Ul ~J Ov
vO <1 vo ►-> Ul -~J
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
1328
189
H tO MM M H M
00 Ui d> Ul 00 Ul -O
Ul 00 Ui O tO <-■ VO
i— 00
Cv *—*
Ui Cv
J> Ul Ov
<I «-• ■<!
to ^
1 O Ul
1016
169
t—' l—» 1—* h-• t—• t—*
«JOv-JUl^OV
vO -*4 VO »~* Ui <1
Aantal kgm
per sec.
17,69
2,53
£0 Ui *-• Ui £0 tO tO
Vt-'iow'i.bu
Ov -J O *>. Ui k- 00
10,87
2,17
XoXoTo
Ov >— tO
2,01
2,67
13,52
2,25
to to to to^o to
In To ui Xo In "to
00 tO 00 l-- i— tO
pk
178
25,6
tO t-' >— tO Ui tO Ui
00 vo VO tO >-■ VO O
121
24,2
to to to
Ul J> tO
I Ui tO
1 o to
to ►-
Ul Ul
v* i£t
Ui
tO Ui tO tO tO 1—
~JtO*»0>0
Aantal sec.
per ronde
125 kg ronde
Maximum-vermogen-proef
14,34
2,05
M tOtO tOH» MM
Vl Tj\ Xïv To 0> Vl Tjv
00 *> J> ~J h-> Ui -J
10,45
2,09
ojO to to
"»-• o to
Cv 00 <1
1 CvlNJ
1 VI -J
12,18
2,03
_>— ^ |o >-■ to ,to
X» Xji "o Xn Xn Xrv
Ov Ov 00 *. O J>
Snelheid in m
per sec.
1787
255
tO Ui Ui tO tO tO tO
to to to oo o i— o
to oo oo j> ►- cv oo
1306
261
to to to
^] Ov 00
o o >^
to to
1 O 00
1 vo Ul
1519
253
tO *- tO ►— Ul Ui
Ui VO Ov VO >-• tO
tO Ul O tO tO 00
Aantal kgm
per sec.
23,79
3,40
^O J> J> Ui tO tO tO
Xo Xü I>i Xj ~bv "bo Xj
Cv Cv Ov 00 00 00 -J
17,40
3,48
www
O Cv 00
3,77
2,79
20,22
3,37
,U110 ,Ui tO J> J>
X-- Xjv Xt* Xji X—• Xri
O O Ov Ul Ul Ov
pk
188
26,8
tO i-' >— tO Ui Ui Ui
00 vo vo Ul Ui tO tO
tO Ui
-o *>.
to to to
Ui J> Cv
1 Ul tO
1 Ui 00
i—*
to <i
VO 00
iet-
Ui Ul tO Ul tO Ul
tO Ul Cv Ov O i—
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
13,70
1,96
MtOtOtO H M M
Xo cv cv o Xji Xji tn
00 >S». *> © tO Ov Cv
9,47
1,89
X--oXo
Cv 00 Ui
1,78
1,52
10,51
1,75
H M M M tO I-1
Xji Xji Xo Xn Xa Xt\
Ov tO Ui VO O i-1
Snelheid in m
per sec.
2245
321
Ui Ui Ui Ui Ui Ui Ui
HtOtOUlOHH
HOOOOO^MtO
1597
319
tO Ui Ui
-O Ov 00
O *. Cv
tO Ul
I Cv i—
1 Cv k-
1745
291
ui to to to ui ui
i— Cv vo *. *~ tO
to ui o o> to to
Aantal kgm
per sec.
29,90
4,24
,J> ^ J> 0> J>. d> ti^
1—* Ui Ui CV O *—' »—'
Ul Cv Cv -o J>. Cv Cv
21,30
4,26
Ul^ Ul
'cv'boX—
O Ul Ul
4,15
3,55
23,24
3,87
J>. Ui Ul Ui 0> if>-
X— XoiT»ToX— to
Ul rfi Ov Ul Ul VO
pk
1325
190
tO »— i— i-" tO tO tO
O -J -O O O O O
O Ul Ul Ul O O O
I-- 00
-q Ul
o o
H- 1— tO
to^io
Ul Ul O
I -O -1
1 Ul Ul
►—*
oo to
~J Ul
to i- to m i-m
O -J O ~4 <I O
O Ul O Ul Ul O
Maxim, trekk
in kg
r.
1620
231
tO tO tO i-" tO tO tO
Ui Ui Ul Ui Ui ~J ~J
O O Ul O O Ul O
i— 00
-O Ov
to o
MtOM
!-■ Ul <l
O Ul O
I ~4 <1
1 Ul O
to ui
-O Ul
Ul O
to ui
SI 1 1 §1
Max. trekkr.
in kg
Max. Trekkracht-
proef
to
*. VO
Ui 00
Ul tO Ui tO Ul Ul Ul
O Ul 00 Ul © d> Ov
tO ifc.
VO Ul
to ui to
Ul tO Ul
1 Ul tO
1 oo ui
-o >—
wil 1 1 SI
Afgelegde weg
in m
t—»
to -j
Ul Ul
to to to >— ui to ui
00 O O Ui Ul Ul >^
h-* VO
VO Cv
i— Ui tO
o> to o
I tO K-
1 o o
Ui Ov
to ui
Ml"
uil 1 1 £1
Tijdsduur In
sec.
to
Ul
-ocr page 255-
Lichtgewicht, tot 500 Kilogram
Oroep
Samen.......
Gemiddeld ...
O
n
<
O -3 --J -1 -J -J
a a s a a 'S'
Gemiddeld ...
O
w
<
1—* *—» )—-^ 1—' t—. !—» 1—-
O O O O O O O
<• H H »• V N J5
Gemiddeld...
O
o
<
»—» 1—» t—«>—■►-■ >-.
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
- -. .. ■. V gj
tl
Gemiddelde
Leeftijd
4*. 4a. 4a, 4a. 4a, 4a.
4a. 4a 00 00 00 00 4a.
4a- 4i- 4^ 4a. 4a. 4>-
Regiment
to to ui to ui to
tO i— tO i— >-> tO tO
w to to ui to to
Batterij
Ull-M tO
4a. vo vo On CO
tO Ul VO ON 4a. ON
* w oo ov ui j» ►-
VO 4». 00 i— On On Ul
Ul On 4». NI <] Ul vo
l— rfa- U) tO On
O Ul ON tO 4*
Ul >— 4a. Ul v© Ov
Nummer milit. stamb.
VO 00 00 00 00 00
O vo 00 -J On Ul
00 00 00 00 00 -J -J
4a. Ui tO »— O vo 00
-J -J -J -1 -4 -J
-q On Ul 4* Ul tO
Proef no.:
G. Inl.
G.Inl.
Ier
Ier
G. Inl.
Ier
co to to to to to *J
►n i-j h »-» h. »-i «
E.
G.Inl.
Ier
G.Inl.
G. Inl.
G. Inl.
Ier
Ras
s»ss»s
sgwssss
S2»»SS
Geslacht
-J UI
00 -J -O -^] 00 00
i-1 -j
o o
1— 1—» H-1 >—•)—•►—» VO
■— © O © O ©
H- VO
On Ui
t-* »-. »— H-• >-* 1—»
-J ON Ul -4 4* On
Leeftijd in jaren
H- VO
UI 4a.
—I UI
t—i t_i i—i »—. f—. 1—»
m ui ui ui on ui
A W VO CO M VO
1125
161
On On On On On On Ul
tO tO O Ui O i— On
ioh ie»--
H- VO
On On
i— ON
Ul Ul ON On On ON
VO 00 O tO tO Ul
Schofthoogte in cm
1052
175
O -J <I -J -J 00
*.W4ivü-J tv)
1261
180
MHPHMMH
<I 00 00 00 00 00 -J
VO O © 4a. O U> Ul
1082
180
•—'t—* 1—» ■—*»—» r—*
oo ^j oo oo oo <i
O ON O 4* Ul -~J
Borstomvang in cm
'-' O
00 -J
to l—' i— I-- t— tO
O VO Ul Ul Ul Ul
136
19,4
l— »— to tO tO tO l—
-1 00 © © O CO 00
I—»
)—» F—»
vo On
to i— to to to i--
>— 00 © NI Ul NJ
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm.
to to
o o
tot-
l— tO tO i-> tO tO
VO O O VO i—■ O
i—»
to ui
O 00
I-» tO f-^NJ Mhm
vO »—' VO O O VO VO
to to
>— Ul
to to to to to to
»-* Ö ^ h- © ©
Kt- Kf- MHK*-
Pijpomvang in cm.
2844
476
I 4a. Ul Ov 00 VO O
1 VOOU1UMO
3316
474
4a> 4a- 4a- 4*. 4a- 4a. Ul
WON vHOOvOO
O O Ul -J 4a. O O
2958
493
*. 4*. 4a. 4». Ul Ul
00 00 00 vo O O
ONMOO^OO
Gewicht in kg
ON
\
Tuig
triX^X-svX
tttÜNOiX.si'X
ÏÏU vM. >3^ yJ-i *^ *M
to w
to uj
ƒ MOIhMhh
ƒ W O VO Ul 00 00
(O 4*
Ui O
/ to to to to
j >— On 4* Ui
1 to to
ƒ Ul >—
to w
-J Ul
ƒ NJ Ui tO tO
*. o NJ ON
/ Ui
/Gem/dd. aant.
sec. p. ronde
Uit
13,92
2,32
,to *-> ts |o |o to
»—' Ov On O ^J On
On <I U) O -O vo
12,93
2,16
^o^^to^o
X>i Xo^o"»—
oo uj co on
2,38
2,00
9,47
1,89
■T°-!""-i0-l-*
o^onIoXo
00 -J 00 Ul
1,51
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
ïoudingsproef over
1250 meter
1392
232
tO I-' tO tO tO tO
1— ON ON O ^J ON
ON -~J UJ O -~J VO
1293
216
to >— to to
Ui vo O i—
00 Ui 00 Ov
Ni NJ
O Ui
O 00
H-' VO
00 4*.
vo -J
NJ i— NJ i—
O On NJ VO
00 ~4 00 Ul
l—»
1 2
Aantal kgm
per sec.
18,57
3,09
NMWMWW
"cx lo Xn "on "on "on
00 tO i— <I VO O
17,23
2,87
Ui Ni Ni Ni
^—XnXj oo
~4 ^J •<! 00
3,17
2,67
12,61
2,52
Vi'to oXn
2,01
pk
113
18,8
•— to to •-' to i—
Ul >-• >-• 00 ~J l—
to
O 00
U1M
O 00 O 1
1 K
108
21,6
NJ Ul ■-• NI
O O Ui Ui
1 t°
1 NJ
Aantal sec.
per ronde
125 kgm ronde
Maximum-vermogen-proef
17,27
2,68
IvJ UJ UJ Vj 00 Ul
U> 00 00 00 On 4».
10,53
2,63
h-|0 Ni
onViXti I
~J 00 O '
3,58
12,45
2,49
Ni >-'^H|0
Xn"ov ooi"1
O -J Ul On
2,27
Snelheid in m
per sec.
2176
363
4». tO tO Ui tO Ul
Ui vo VO *. Ui On
On <! »J -J tO ~J
1314
328
Ni Ui Ui
OJVH I
oo-oto 1
447
1553
311
Ui NJ 4». NJ
>-> O 00 ~J
NJ 00 O O
283
Aantal kgm
per sec.
29,02
4,84
Ul Ui Ui _4* Ui <I
'ÓO "vo 'vo "Ón "ï-1 Ui
h- On On Ui O On
17,53
4,38
nj *• i^-
"-JOvm 1
<1 Ui ~J '
5,96
20,71
4,14
*>. NJ Ov Ui
t-■ -J 4v On
~J -J O O
3,77
pk
i—*
>— o
00 vo
l— tO >— l— tO
Ul •"-• 00 VO -J VO
to oo
o >—
Ui i— l—' |
O 00 -] 1
1 5
NJ NJ
ON VO
Ni Ui l— Ul
NJ 4a. ON NJ
1 M
Ul
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
18,53
3,09
Ui n> to tj y-* ui
Li Xü Xj ov "bo ui
Ui 00 00 Ui On Ul
10,51
2,63
i"1 NJ Ni
OvVlXo 1
■~J 00 4>- '
3,12
10,43
2,09
NJ 1-'^)^-'
"tO la. 't-' X)l
00 ^J NJ On
2,00
Snelheid in m
per sec.
27,94
466
4». tO 4». Ui tO VO
Ui VO t—* vo "0. ^J
On ~J ~J 4». vo >—'
1611
403
Ni Ui Ul
O 4^. 00 1
00 <I 00 1
468
1719
344
Ui NJ Ul Ul
4=. NJ 4a. t-"
NJ O Ul NJ
300
Aantal kgm
per sec.
37,25
6,21
Ul UiUlUl Ui tO
^» Xo Xn "to Xj Xo
*—' Ov On On »-■ Ul
21,48
5,37
N>4i.^J
Vj'on^SO
-4 Ui 4». '
6,24
22,92
4,58
4a. NJ^J^
XnXoïoX-»
-4 Ul ON ON
4,00
kg
1050
175
>—■ i-1 tO v-" 1-" tO
■<! tO O <I <1 O
Ul Ul O Ul Ul O
Ul O
h^ i— M
~J ^J O
Ul Ul O 1
»—»
1 8
i— 00
Ul Ul
1—* H- »—' NJ
«JU1-JO
Ul O Ul O
I—'
1 3
Maxim, trekk
in kg
r.
455
227J
. to to
1 si 1 1 ê
1195
239
tO NJ Ui "-■
Ul On 4». O
Ul O O O
240
NJ 00
i— Ui
Ui O
NJ NJ
ON 00 | 00
O O 1 Ul
225
Maxim, trekkr.
in kg
Max. trekkracht-
proef
t—*
ui o
--) Ul
Kt-
1£1 1 1 3
*-*
Ui vo
vo ~J
Ui N) Ul Ul
00 Ul 00 00
1 &
NJ >—
00 NJ
Ul -J 1 ~J
1 S
Afgelegde weg
in m
tO 4».
O O
1 SI 1 1 öi
>— ON
4* «O
>**
•~a vo ui ui
1 5
>— On
~J vo
ooi »
1 »
Tijdsduur in
sec.
f
co
Ul
-ocr page 256-
Lichtgewicht, tot 500 Kilogram
Oroep
Samen.......
Gemiddeld ...
O
n
<
O -3 --J -1 -J -J
a a s a a 'S'
Gemiddeld ...
O
w
<
1—* *—» )—-^ 1—' t—. !—» 1—-
O O O O O O O
<• H H »• V N J5
Gemiddeld...
O
o
<
»—» 1—» t—«>—■►-■ >-.
Ul Ul Ul Ul Ul Ul
- -. .. ■. V gj
tl
Gemiddelde
Leeftijd
4*. 4a. 4a, 4a. 4a, 4a.
4a. 4a 00 00 00 00 4a.
4a- 4i- 4^ 4a. 4a. 4>-
Regiment
to to ui to ui to
tO i— tO i— >-> tO tO
w to to ui to to
Batterij
Ull-M tO
4a. vo vo On CO
tO Ul VO ON 4a. ON
* w oo ov ui j» ►-
VO 4». 00 i— On On Ul
Ul On 4». NI <] Ul vo
l— rfa- U) tO On
O Ul ON tO 4*
Ul >— 4a. Ul v© Ov
Nummer milit. stamb.
VO 00 00 00 00 00
O vo 00 -J On Ul
00 00 00 00 00 -J -J
4a. Ui tO »— O vo 00
-J -J -J -1 -4 -J
-q On Ul 4* Ul tO
Proef no.:
G. Inl.
G.Inl.
Ier
Ier
G. Inl.
Ier
co to to to to to *J
►n i-j h »-» h. »-i «
E.
G.Inl.
Ier
G.Inl.
G. Inl.
G. Inl.
Ier
Ras
s»ss»s
sgwssss
S2»»SS
Geslacht
-J UI
00 -J -O -^] 00 00
i-1 -j
o o
1— 1—» H-1 >—•)—•►—» VO
■— © O © O ©
H- VO
On Ui
t-* »-. »— H-• >-* 1—»
-J ON Ul -4 4* On
Leeftijd in jaren
H- VO
UI 4a.
—I UI
t—i t_i i—i »—. f—. 1—»
m ui ui ui on ui
A W VO CO M VO
1125
161
On On On On On On Ul
tO tO O Ui O i— On
ioh ie»--
H- VO
On On
i— ON
Ul Ul ON On On ON
VO 00 O tO tO Ul
Schofthoogte in cm
1052
175
O -J <I -J -J 00
*.W4ivü-J tv)
1261
180
MHPHMMH
<I 00 00 00 00 00 -J
VO O © 4a. O U> Ul
1082
180
•—'t—* 1—» ■—*»—» r—*
oo ^j oo oo oo <i
O ON O 4* Ul -~J
Borstomvang in cm
'-' O
00 -J
to l—' i— I-- t— tO
O VO Ul Ul Ul Ul
136
19,4
l— »— to tO tO tO l—
-1 00 © © O CO 00
I—»
)—» F—»
vo On
to i— to to to i--
>— 00 © NI Ul NJ
Verschil tuss. schofth.
en borstomv. in cm.
to to
o o
tot-
l— tO tO i-> tO tO
VO O O VO i—■ O
i—»
to ui
O 00
I-» tO f-^NJ Mhm
vO »—' VO O O VO VO
to to
>— Ul
to to to to to to
»-* Ö ^ h- © ©
Kt- Kf- MHK*-
Pijpomvang in cm.
2844
476
I 4a. Ul Ov 00 VO O
1 VOOU1UMO
3316
474
4a> 4a- 4a- 4*. 4a- 4a. Ul
WON vHOOvOO
O O Ul -J 4a. O O
2958
493
*. 4*. 4a. 4». Ul Ul
00 00 00 vo O O
ONMOO^OO
Gewicht in kg
ON
\
Tuig
triX^X-svX
tttÜNOiX.si'X
ÏÏU vM. >3^ yJ-i *^ *M
to w
to uj
ƒ MOIhMhh
ƒ W O VO Ul 00 00
(O 4*
Ui O
/ to to to to
j >— On 4* Ui
1 to to
ƒ Ul >—
to w
-J Ul
ƒ NJ Ui tO tO
*. o NJ ON
/ Ui
/Gem/dd. aant.
sec. p. ronde
Uit
13,92
2,32
,to *-> ts |o |o to
»—' Ov On O ^J On
On <I U) O -O vo
12,93
2,16
^o^^to^o
X>i Xo^o"»—
oo uj co on
2,38
2,00
9,47
1,89
■T°-!""-i0-l-*
o^onIoXo
00 -J 00 Ul
1,51
Gemidd. snelh.
in m p. sec.
ïoudingsproef over
1250 meter
1392
232
tO I-' tO tO tO tO
1— ON ON O ^J ON
ON -~J UJ O -~J VO
1293
216
to >— to to
Ui vo O i—
00 Ui 00 Ov
Ni NJ
O Ui
O 00
H-' VO
00 4*.
vo -J
NJ i— NJ i—
O On NJ VO
00 ~4 00 Ul
l—»
1 2
Aantal kgm
per sec.
18,57
3,09
NMWMWW
"cx lo Xn "on "on "on
00 tO i— <I VO O
17,23
2,87
Ui Ni Ni Ni
^—XnXj oo
~4 ^J •<! 00
3,17
2,67
12,61
2,52
Vi'to oXn
2,01
pk
113
18,8
•— to to •-' to i—
Ul >-• >-• 00 ~J l—
to
O 00
U1M
O 00 O 1
1 K
108
21,6
NJ Ul ■-• NI
O O Ui Ui
1 t°
1 NJ
Aantal sec.
per ronde
125 kgm ronde
Maximum-vermogen-proef
17,27
2,68
IvJ UJ UJ Vj 00 Ul
U> 00 00 00 On 4».
10,53
2,63
h-|0 Ni
onViXti I
~J 00 O '
3,58
12,45
2,49
Ni >-'^H|0
Xn"ov ooi"1
O -J Ul On
2,27
Snelheid in m
per sec.
2176
363
4». tO tO Ui tO Ul
Ui vo VO *. Ui On
On <! »J -J tO ~J
1314
328
Ni Ui Ui
OJVH I
oo-oto 1
447
1553
311
Ui NJ 4». NJ
>-> O 00 ~J
NJ 00 O O
283
Aantal kgm
per sec.
29,02
4,84
Ul Ui Ui _4* Ui <I
'ÓO "vo 'vo "Ón "ï-1 Ui
h- On On Ui O On
17,53
4,38
nj *• i^-
"-JOvm 1
<1 Ui ~J '
5,96
20,71
4,14
*>. NJ Ov Ui
t-■ -J 4v On
~J -J O O
3,77
pk
i—*
>— o
00 vo
l— tO >— l— tO
Ul •"-• 00 VO -J VO
to oo
o >—
Ui i— l—' |
O 00 -] 1
1 5
NJ NJ
ON VO
Ni Ui l— Ul
NJ 4a. ON NJ
1 M
Ul
Aantal sec.
per ronde
Maximum-vermogen ronde
18,53
3,09
Ui n> to tj y-* ui
Li Xü Xj ov "bo ui
Ui 00 00 Ui On Ul
10,51
2,63
i"1 NJ Ni
OvVlXo 1
■~J 00 4>- '
3,12
10,43
2,09
NJ 1-'^)^-'
"tO la. 't-' X)l
00 ^J NJ On
2,00
Snelheid in m
per sec.
27,94
466
4». tO 4». Ui tO VO
Ui VO t—* vo "0. ^J
On ~J ~J 4». vo >—'
1611
403
Ni Ui Ul
O 4^. 00 1
00 <I 00 1
468
1719
344
Ui NJ Ul Ul
4=. NJ 4a. t-"
NJ O Ul NJ
300
Aantal kgm
per sec.
37,25
6,21
Ul UiUlUl Ui tO
^» Xo Xn "to Xj Xo
*—' Ov On On »-■ Ul
21,48
5,37
N>4i.^J
Vj'on^SO
-4 Ui 4». '
6,24
22,92
4,58
4a. NJ^J^
XnXoïoX-»
-4 Ul ON ON
4,00
kg
1050
175
>—■ i-1 tO v-" 1-" tO
■<! tO O <I <1 O
Ul Ul O Ul Ul O
Ul O
h^ i— M
~J ^J O
Ul Ul O 1
»—»
1 8
i— 00
Ul Ul
1—* H- »—' NJ
«JU1-JO
Ul O Ul O
I—'
1 3
Maxim, trekk
in kg
r.
455
227J
. to to
1 si 1 1 ê
1195
239
tO NJ Ui "-■
Ul On 4». O
Ul O O O
240
NJ 00
i— Ui
Ui O
NJ NJ
ON 00 | 00
O O 1 Ul
225
Maxim, trekkr.
in kg
Max. trekkracht-
proef
t—*
ui o
--) Ul
Kt-
1£1 1 1 3
*-*
Ui vo
vo ~J
Ui N) Ul Ul
00 Ul 00 00
1 &
NJ >—
00 NJ
Ul -J 1 ~J
1 S
Afgelegde weg
in m
tO 4».
O O
1 SI 1 1 öi
>— ON
4* «O
>**
•~a vo ui ui
1 5
>— On
~J vo
ooi »
1 »
Tijdsduur in
sec.
f
co
Ul
-ocr page 257-
259
Paard
no.
Vóór proef
Na proef
Verschil
Groep
Aantal
Aantal
cc
Vol.
Aantal
Aantal
cc
Vol.
cc
plasma
0,005
n. H.C1.
proc.
Co,
cc
plasma
0,005
n. H.C1.
proc.
Co2
+
Zw, gew*
36
4
8,93
50,0
2
4,34
48,6
1,4
37
4
11,9
66,6
3,5
9,85
63,0
3,6
38
3,5
5,34
34,2
2,5
4,10
36,7
2,5
39
5
8,91
39,9
4,5
7,79
38,8
1,1
40
4,5
7,77
38,7
4
6,75
37,8
0,9
41
5
8,59
38,5
5
8,02
35,9
2,6
42
4
6,78
38,0
3,4
5,45
35,9
2,1
43
3,5
8,67
55,5
2,5
5,94
53,2
2,3
44
3,8
9,79
57,7
3
7,05
52,6
5,1
45
4,5
9,55
47,5
3,5
8,28
53,0
6,5
46
3
7,49
55,9
4,5
6,23
31,0
24,9
47
5
11,48
51,4
4
8,05
45,1
6,3
48
3
6,25
46,7
3
5,71
42,6
4,1
49
2,5
7,1
63,6
1,2
2,74
51,1
12,5
50
5
9,22
41,3
3
6,67
49,8
8,5
51
3
6,12
45,7
4
7,75
43,4
2,3
52
5
11,25
50,4
4
8,48
47,5
2,9
MidcL gew*
53
4
8,73
48,9
5
9,71
43,5
5,4
tt tt
54
5
9,19
41,2
4
7,10
39,8
1,4
tt tt
55
5
9,80
43,9
5
8,97
39,8
4,1
tt tt
56a
5
?,88
39,8
4,5
6,74
33,5
6,3
tt tt
b
3,8
6,89
40,6
3,3
5,85
39,7
0,9
tt tt
tt tt
57
58
4,5
3
9,98
6,31
49,7
47,1
3,5
7,37
47,2
2,5
tt tt
59
2,7
6,99
58,0
4
9,60
53,8
4,2
tt tt
tt tt
60
61
5
5
13,15
9,80
58,9
43,9
4
9,30
52,1
6,8
tt tt
62
4
9,37
52,5
4
9,25
51,8
0,7
tt tt
63
4
11,88
66,5
4,5
12,70
63,3
3,2
tt tt
64
5
14,03
62,9
5
13,90
62,3
0,6
tt tt
65
5
10,74
48,1
4
8,51
47,7
0,4
tt tt
66
4
9,45
52,9
3,5
7,70
49,3
3,6
tt tt
67
5
12,93
57,9
4,5
11,0
54,7
3,2
tt tt
68
4
9,35
52,4
4
8,54
47,8
4,6
tt tt
69
4
8,19
45,9
4
7,59
42,5
3,4
tt tt
70
2,5
5,24
47,0
5
10,05
45,0
2,0
tt
71
3,5
7,08
45,3
3
4,70
35,1
10,2
koolzuur (volumen procent C02, 's morgens 39,8, 's middags 40,6),
kon het dier in een zeel werkende de proef goed ten einde brengen,
zonder dyspnoe, abnormale temperatuursverhooging, buitengewone
pols of ademhaling. Thans is de afname slechts 0,9 %. Waaruit
-ocr page 258-
260
blijkt, dat deze mindere vermoeidheid zich ook uit in het grootere
koolzuurbindend vermogen.
Paard no. 71, dat de proef na de 21e ronde moet beëindigen door
oververmoeidheid, toont ook in de sterke afname van het koolzuur-
bindend vermogen (10,2) deze vermoeidheid.
Gaat men over tot een vergelijking tusschen paarden nos. 68 en 69,
— het eerste met het hoogste arbeidsvermogen (3,34 pk), het tweede
met het geringste aantal geleverde paardekrachten (1,90 pk)—, dan
blijkt uit het verschil in koolzuurbindend vermogen, dat paard 68
zich meer heeft ingespannen dan no. 69, door een sterkere daling in
reserve alcali (no. 68: 4,6 %, no. 69: 3,4 %).
Ook in de tweede groep (paarden van de middengewicht-groep)
toonen de dieren nos. 42 en 39 met een arbeidslevering van 3,51 en
1,90 pk, respectievelijk een daling van 2,1 en 1,1 %.
De buitengewone daling van 24,9 % (paard no. 46) moet wel aan
een fout worden toegeschreven.
De reserve alcali-bepalingen heb ik uitgevoerd in de hoop ook
hieruit bruikbare gegevens te verkrijgen; de resultaten zijn echter niet
zoodanig, dat in de toekomst bij trekproeven hiervan veel te ver-
wachten is.
Van een nadeeligen invloed op de verkregen resultaten, door
het vervoer van het bloed, is niets gebleken.
-ocr page 259-
HOOFDSTUK IV.
BEHANDELING VAN DE VERKREGEN RESULTATEN,
ALSMEDE EEN BEOORDEELING VAN DE PRAKTISCHE
TOEPASSING VAN HET TOESTEL.
A. Verkregen resultaten.
Het groote aantal factoren, dat invloed kan hebben op den te leveren
arbeid en de te bereiken trekkracht, maken een uitvoerige bespreking
noodzakelijk.
Van de vele gegevens, welke door mij zijn verzameld, zijn er een
achttal (geslacht, kleur> voedingstoestand, drachtigheid, beslag,
atmosferische toestand, weersomstandigheden en geringe afwijkingen
in den bodemtoestand), welke bij de conclusies van de proeven-
reeksen niet zijn besproken, en ook in de slotconclusies niet nader
onder de oogen zullen worden gezien.
De invloed van deze factoren zal echter eerst dan kunnen worden
vastgesteld, wanneer eenige honderden paarden zijn onderzocht.
Dat zij echter toch steeds worden vermeld, vindt zijn oorzaak
in de veronderstelling, dat bij toekomstige onderzoekingen op dit
gebied, eenige dezer punten naar voren zullen komen. Wanneer dan
mocht blijken, dat eenige dezer factoren een bijzonderen invloed op
de trekkracht of wel het arbeidsvermogen kunnen uitoefenen, dan
lijkt het mij van groot belang, dat men deze gegevens ook omtrent
mijn onderzoekingen kan nagaan, om daaruit conclusies te kunnen
trekken.
De resultaten door mijn onderzoek verkregen, mogen niet worden
beschouwd als een definitieve vaststelling van trekkracht, noch
arbeidsvermogen. Daartoe zullen zeer veel dieren onder geheel ver-
schillende omstandigheden moeten worden onderzocht.
Wel vermeen ik mede de grondslagen te hebben gelegd, waar-
-ocr page 260-
262
op verdere onderzoekingen in ons land kunnen worden gebouwd.
Ook hebben mijn werkzaamheden medegewerkt aan het op-
wekken van belangstelling voor het onderzoek naar trekkracht en
vermogen van het paard; thans wordt reeds van vele zijden naar
de verkregen resultaten gevraagd, welk heugelijk verschijnsel erop
wijst, hoe men begint in te zien, dat het paard, meer dan tot nu toe,
moet worden beoordeeld naar zijn prestaties, welke toch feitelijk de
waarde van het paard als trekdier moeten bepalen.
De verschillende bereikte resultaten, en eenige factoren, welke
invloed op de trekkracht en het arbeidsvermogen kunnen uitoefenen,
Zullen afzonderlijk worden vermeld.
a. Trekkracht,
1. Maximum trekkracht.
Aan de bepaling van de maximum-trekkracht van paarden wordt
door de Amerikaansche onderzoekers veel waarde toegekend.
De groote beteekenis van dit onderzoek wordt door mij niet inge-
zien, daar de bepaling van de maximum-trekkracht geschiedt over
een afstand van slechts enkele meters (25 f eet — ruim 8 m).
Is een paard tot groote trekkrachtlevering in staat, dan heeft zulks
in het dagelijksch gebruik alleen beteekenis voor het aantrekken van
lasten (massawerking van den last), alsmede wanneer een wagen in
den bodem is verzakt.
Hooge maximum-trekkrachten zijn door mij niet opgemerkt, daar
in de eerste plaats alleen de militaire paarden hierop zijn onder-
zocht en in de tweede plaats, omdat voor de andere paarden de wijze,
waarop ik tot de bepaling van de maximum-trekkracht ben gekomen,
niet een zuivere maximumproef is, aangezien de dieren deze prestatie
moesten leveren, nadat zij reeds gedurende eenige ronden een vrij
hooge trekkrachtlevering achter den rug hadden (maximum-vermo-
gen-proef).
De uitspraak van Caine en Collins: „It is possible for a horse
well trained, to exert a tractive pul equal to his weight"
komt mij wel
wat al te optimistisch voor, hoewel door mij éénmaal een trekkracht
van 71 % van het eigengewicht is geconstateerd.
Dat men, om hoogere trekkrachtlevering te verkrijgen, met training
veel kan bereiken, hebben de resultaten van de trekproeven in Ame-
rika bewezen, waar men in den loop der laatste jaren tot een aan-
merkelijk hoogere maximum-trekkracht is gekomen.
-ocr page 261-
263
Een maximum-trekkracht tot de helft van het eigengewicht, lijkt
mij een eisch, waaraan een goed trekpaard moet kunnen voldoen.
Het type-trekpaard komt door zijn gewicht ten opzichte van de
maximum-trekkracht in gunstiger conditie dan het tuigpaard.
Dat de trekpaarden aanmerkelijk hoogere maximum-trekkracht
kunnen leveren dan de tuigpaarden, is uit mijn proeven niet gebleken.
De trekpaarden hebben maximaal 350 kg bereikt, de tuigpaarden
300 kg. Dat men dan ook huiverig moet zijn met het publiceeren van
de verkregen resultaten van de maximum-trekkracht-proeven van
tuigpaarden (zooals in het eerste hoofdstuk is vermeld, blz. 58), is
naar mijn meening niet gemotiveerd.
2. Normale-trekkracht.
De starttrekkracht is veel grooter dan de trekkracht benoodigd
om een eenmaal in beweging zijnden last voort te bewegen. Deze
hooge starttrekkracht wordt slechts over enkele meters afstand uit-
geoefend. Het paard biedt juist op dit punt groote voordeden boven
den motor, daar het in staat is een zeer hooge trekkracht, gaande verre
boven de normale (tot 1000 % meer, King [51]) te leveren, waartegen-
over de motor slechts een overbelasting van enkele procenten kan
verdragen.
De resultaten van de eerste proevenreeks, waarbij is gebleken, dat
paarden zonder bezwaar een last, met een trekkracht van 50 en 75 kg,
gedurende een half uur kunnen leveren — waaronder zelfs een pony
van 362 kg lichaamsgewicht —, alsmede uit de derde reeks, waar alle
als trekpaard weinig geoefende, dieren een last van 100 kg over een
afstand van 1250 m hebben getrokken, geven mij den stelligen indruk,
dat een paard gedurende langen tijd een trekkracht van 75 tot 85 kg
kan leveren.
Voor het normale landbouwbedrijf, waarbij trekkrachtlevering over
grooten afstand, gedurende langen tijd niet voorkomt, zal een trek-
kracht van 100 kg voor dagelijksch werk niet te hoog zijn; althans wan-
neer aan de dieren tijdens hun werkzaamheden telkens een rust-
periode wordt toegestaan.
-ocr page 262-
264
b. Arbeidsvermogen *).
Het arbeidsvermogen van onze paarden loopt aanzienlijk uiteen.
Het trekpaard staat door zijn kalmeren gang en snelheid belangrijk
achter bij het tuigpaard. Maar toch worden er onder de trekpaarden,
dieren gevonden, welke door groote snelheid uitmunten.
Het tuigpaard heeft echter juist door zijn snelleren gang, weer dit
bezwaar, dat het dikwijls moeite heeft een last in beweging te brengen
(gaat niet rustig in het tuig hangen); heeft het eenmaal den last in be-
weging gekregen, dan loopt het veelal eerst te snel, waardoor het zich
bij den aanvang van den arbeid te veel inspant. Eerst later trekt het
tuigpaard rustiger.
Het hoogste aantal paardekrachten werd steeds geleverd door dieren
van het tuigpaard-type.
Een maximum aantal paardekrachten van 13, zooals eenmaal werd
bereikt is niet noodig. Echter kan men uit de verkregen gemiddelden
uit de proevenreeksen (maximum-vermogenproef 2e reeks: 5 pk;
uithoudingsproef 3e reeks: 2,18 pk), de conclusie trekken, dat een
goed paard met een trekkrachtlevering van 100 kg, binnen een tijds-
verloop van een half uur, een afstand van 2500 m moet kunnen
afleggen.
100 (kg) x 2500 (m) „0011, _                   , QQ ,
-----vw7—r-1- = 138,88 kgm per sec. = 1,88 pk.
1800 (sec.)                 ' o t-                      t-
c. Snelheid,
De snelheid, waarmede een paard zijn werk verricht, is van veel
invloed op de hoeveelheid arbeid, welke een paard kan verrichten.
*) Opgave van verkregen resultaten.
Desauguliers ....(8 uur) 200 lbs, 2\ mile p. uur...............
M. Sauver............. 189,, 3 ft. per sec................
Desauguliers........... 550 „ 50 „ „ min................
Smeaton.............. 550 „ 40 „ „ „...............
1,33 hp
1,5 „
0,84 „
0,67 „
Society of the Encourage-
ment of Arts........ 80 „ 3 miles per uur ............
Tredgold ....... (6 uur) 125 „ 3 „ „ „ -----........
King.................. 1600,, horse................. 1,06-
Watt................. 100 „ 2\ miles per uur............
Simms 8 uur.................................................
Reunie......................................................
Beardmore...................................................
Max. trekkr. proef van Iowa State College: 1922 .................
1923 .................
1924 .................
Max. vermogen ontwikkeld door paard bij trekproeven over 27£ )'eet...
0,64 „
1,- „
-1,33 „
0,67 „
0,8 „
0,67 „
1,19 „
1,39 „
1,27 „
1,42 „
14,88 ,,
-ocr page 263-
265
Te groote snelheid zal moeten leiden tot spoedige vermoeidheid,
maar een paard, dat lui is (bijv. paard no. 15), zal oeconomisch on-
bruikbaar zijn. Traint men de paarden op het verkrijgen van een
middelmatige snelheid tijdens het werken, dan kan hiermede zeer
veel worden bereikt.
Uit mijn onderzoekingen is duidelijk gebleken, dat men, met het
oog op een goede arbeidslevering, het tuigpaard moet opvoeden in de
richting van wat langzamer gangen en het trekpaard daarentegen
in de richting van veel snellere voortbeweging.
Alle onderzoekingen zullen — voorloopig althans — in stap moe-
ten worden gedaan, daar dit toch de gang is, welken een paard moet
hebben om een behoorlijken last gedurende langen tijd te kunnen
voortbewegen.
Te groote snelheid leidt tot sterke inspanning; uit de verrichte
maximum-vermogen-proeven is gebleken, dat meestal het hoogste
aantal paardekrachten werd geleverd in de voorlaatste (of wel de
op 2 a 3 na laatste) ronde. Door het steeds zwaarder worden van den
last neemt de snelheid gedurende de laatste ronde belangrijk af.
d. Lichaamsgewicht.
De meening van Steding, Callagher e.a., dat het gewicht alleen
de trekkracht bepaalt, is ook door mijn proeven wel duidelijk weer-
legd.
Dat het gewicht echter een factor van veel beteekenis is voor de
bepaling van de trekkrachtx), wordt door mijn onderzoekingen be-
wezen. Vooral is het gewicht van veel belang voor het bereiken van
een hooge maximum-trekkracht (dus over zeer korten afstand).
Het lichaamsgewicht van het trekpaard-type is over het algemeen
hooger dan dat van het tuigpaard. Toch hebben de onderzoekingen
in Den Haag (2e proevenreeks) geleerd, dat er tuigpaarden zijn, welke
*) Volgens Buhle wordt de krachtontwikkeling daardoor begunstigd, dat het
paard naast de arbeidsenergie van gewrichten, peezen, spieren x), hart en longen,
het zuivere licht gewicht van het paard in het tuig legt. „Das Pferd vermehrt
beim Anziehen einer schweren Last gleichsam durch sein eigenes Körpergewicht
die Kraft der gewinkelten Hinterbeine, von welchen beim Anziehen fast aus-
schlieszlich die Kraft ausgeht, um so die Last vornüberzuhebeln."
») De hefhoogte is o.a. van de lengte der spiervezelen afhankelijk, terwijl de kracht der
spieren van de doorsnede van alle vezelen samen afhankelijk is, en wel proportioneel aan
deze (Abderhalben).
-ocr page 264-
266
het gemiddelde gewicht van de trekpaarden bereiken, ja zelfs over-
schrijden.
Een fokken in de richting van een zwaar-type-tuigpaard zal dan ook
noodzakelijk zijn voor het bereiken van hooge trekkrachten.
Uit de berekende correlatiecoëfficient van arbeidsvermogen en
lichaamsgewicht (r =* + 0,057 ± 0,1200) blijkt het verband tusschen
beide slechts in zeer gering positief verband te bestaan.
e.  Leeftijd.
Dat een paard op hoogeren leeftijd, behoudens bijzondere omstan-
digheden (militaire paarden), veel aan arbeidsvermogen verliest, is
uit mijn onderzoek niet gebleken.
Ook de maximum-trekkracht-proeven in Amerika hebben doen
zien, dat oudere paarden, zeer zeker tot hooge trekkrachtlevering in
staat zijn, en de ouderdomsbetrekkingen niet op den voorgrond
treden, want de geprimeerde dieren, in de verschillende staten, had-
den een leeftijd van 5 tot 28 jaar.
De kwestie van „versleten zijn" dient echter steeds in aanmerking
genomen te worden.
f.  Pijpomvang.
De groote waarde, welke vroeger is toegeschreven aan een grooten
pijpomvang, in verband met de geschiktheid groote trekkracht te
leveren, is ook door mijn onderzoekingen gebleken niet juist te zijn.
Van eenig verband tusschen pijpomvang en maximum trekkracht is
niets gebleken.
Ook ten opzichte van het arbeidsvermogen is een groote pijp-
omvang van geen belang. Om te trachten meer dan bij een opper-
vlakkige beschouwing der tabellen mogelijk is, een conclusie te
trekken, is de correlatiecoëfficient van den pijpomvang ten opzichte
van het maximum-vermogen berekend en voor alle dieren (trek- en
tuigpaard-type) vastgesteld op: r = — 0,057 ± 0,1200. Waaruit dus
ook blijkt, dat er geen enkel verband tusschen beide bestaat.
Dat men echter weder niet tot het uiterste moet vervallen, en den
pijpomvang bij de exterieuristische beoordeeling geheel buiten be-
schouwing moet laten, is niet mijn bedoeling; want zeer zeker geeft
een goed ontwikkelde pijp recht tot de conclusie van een goed ont-
-ocr page 265-
267
wikkeld beenderstelsel. Echter mag een niet aan de eischen voldoende
pijpomvang niet leiden tot afkeuring van een paard.
g. Schofthoogte.
Zooals te verwachten was, bleek de schofthoogte van geen be-
teekenis, voor de bepaling van trekkracht, noch voor die van het
arbeidsvermogen.
Uit de berekende correlatiecoëfficient r = —■ 0,016 ± 0,1203
blijkt zulks ook; ik moet hierbij echter opmerken, dat niet uit het
oog mag worden verloren, dat het aantal dieren voor deze berekening
wel wat klein is.
Ook hier moet weder de middenweg worden gekozen, en zal de
schofthoogte wel degelijk in aanmerking moeten worden genomen
om na te gaan of een paard evenredig is gebouwd. Een verband te
Zoeken tusschen arbeidsvermogen of wel trekkrachtmogelijkheid is
echter ten eenenmale onjuist.
h. Borstomvang.
Voor den borstomvang geldt vrijwel hetzelfde als hierboven om-
trent de schofthoogte is gezegd.
De berekende correlatiecoëfficient is r = 0,047 ±0,1201.
Doch ook hier zal niet uit het oog moeten worden verloren, dat
een groote borstomvang, ruimte biedt voor goed ontwikkelde respi-
ratieorganen.
i. Physiologische toestand.
Voor de beoordeeliug van het uithoudingsvermogen van een paard
is het complex factoren, onder dezen naam samengevat, van veel
belang.
Bij mijn onderzoek is wel duidelijk gebleken, dat een paard, dat
een flinken arbeid moet verrichten (zonder op denzelfden dag den
arbeid te hebben geleverd) 15 minuten na afloop van het onderzoek
nog lang niet tot den normalen toestand is teruggekeerd.
Hiervoor zal zeker 45 minuten rust noodig zijn.
1. Ademhaling.
Een toename met 200 % van het aantal respiratiebewegingen, ge-
constateerd onmiddellijk na afloop van een flinke arbeidslevering,
-ocr page 266-
268
kan als normaal beschouwd worden. Na 45 minuten echter moet het
aantal ademhalingen van vóór de proef, weder bereikt zijn.
2.  Pols.
De toename van het aantal polsslagen houdt veelal gelijken tred
met die van de ademhaling, doch mag niet hooger stijgen dan 100 °/0
boven dat bij den aanvang van het onderzoek.
De pols moet na een half uur weder normaal zijn.
3.  Lichaamstemperatuur1).
Een stijging van la 1,5° C. na een behoorlijke prestatie is binnen
de grenzen van het normale.
Na 45 minuten moet de lichaamstemperatuur echter weder tot
maximaal 0,2° C. boven de aanvangstemperatuur zijn gedaald.
4.  Bloedonderzoek.
Het onderzoek naar het aantal roode bloedlichaampjes, het per-
centage Haemoglobine en de koolzuurspanning zal voorloopig alléén
voor wetenschappelijke doeleinden beteekenis hebben, want het
aantal factoren, dat de verkregen resultaten kan beïnvloeden, is veel
te groot om daaruit conclusies te trekken op grond waarvan de graad
van vermoeidheid of het uithoudingsvermogen van een paard kan
worden beoordeeld.
5.  Hoek, waaronder moet worden getrokken.
Voor goede trekkrachtlevering is de hoek, waaronder wordt ge-
trokken,
van veel belang. In het algemeen wordt aangenomen, dat deze
hoek (trek-strengen met horizontaallijn) 15—20° moet zijn 2), welke
richting ook voor mijn proeven is aangenomen.
*) Hugo Münzer onderzocht de temperatuursverhooging na arbeid bij paar-
den en concludeerde, dat:
Ie na stappend werk met telkens terugkeerende pauzen de temperatuur niet
verhoogd was.
2e na langen tijd stappend werk 0,7—1,7° C. verhooging,
3e na 15 min. draf 0,5—1° C.
4e na 1 uur draf 1,2° C.
5e bij gezonde paarden daalt de temperatuur spoedig weer of blijft hoogstens
15 min. onveranderd.
2) Volgens Buhle kan een paard zijn trekkracht het beste ontwikkelen en ten
nutte brengen, wanneer de trekstrengen van het haam bijv. vanaf het zeel, scheef
naar achteren naar het oosthout verloopen, zoodat ze met de horizontaallijn een
hek van ongeveer 10—20° maken. Dan zou 98% der trekkracht in de richting
van den weg werken en slechts 2 % in de richting van den last. — In de literatuur
-ocr page 267-
269
j. Temperament,
Uit alle verrichte onderzoekingen is wel gebleken, dat naast de tot
hiertoe besproken factoren, welke invloed op de trekkracht kunnen
uitoefenen, het temperament een zeer voorname rol speelt.
Helaas is te dezen opzichte nog geen enkele praktisch uitvoerbare
methode van onderzoek bekend, zoodat het de vraag zal zijn, of zulks
ooit zal worden bereikt.
Om de beteekenis van het temperament na te gaan, moge de vol-
gende vergelijking tusschen den indolenten olifant en de veelal
temperamentvolle paarden worden aangehaald:
Na verschillende proefnemingen was Callagher (47) tot de con-
clusie gekomen, dat het gewicht van een paard van meer beteekenis
is dan het temperament.
Om na te gaan, of aan het gewicht die groote waarde mocht worden
toegekend ten opzichte van het temperament, werden zes paarden
van het type-trekpaard (kruisingsproducten van Percherons en
Belgische paarden), met een gezamenlijk gewicht van 4450 kg, voor
een dynamometerwagen gespannen. Gezamenlijk leverden deze paar-
den, op een keiweg, een trekkracht van 32.500 kg, met een dusdanige
snelheid, dat 40,3 pk werden geleverd.
Daarna werd een circus-olifant, met een gewicht van 4450 kg voor
den dynamometer gespannen, welke slechts een trekkracht van 26.000
kg kon bereiken (met een arbeidslevering van 31 pk). Het dier trok ge-
willig aan, doch kon den wagen slechts over enkele meters verplaat-
sen, om daarna stil te gaan staan. Herhaalde pogingen om den
dynamometer over langeren afstand voort te bewegen, mislukten.
De paarden konden bovengenoemde trekkracht, welke 25 % hooger
was, over langen afstand leveren.
Hieruit is de conclusie te trekken, dat de olifant, —• evenals trou-
wens de trek-os —, te methodisch zijn werk verricht, terwijl daar-
entegen het paard door zijn temperament in staat is zich beter aan
te passen aan den te verrichten arbeid.
(volgens Ruhlmann), schommelen de opgaven over den voordeeligsten trekhoek:
deze bedraagt volgens Deparcieux 14—15°, volgens Edgeworth 15°, volgens
Migout en Bergery 10—12°, volgens Brunel 11—18°, volgens Cavalli 18° en
meer, volgens Moll 6—7° (wanneer het paard een zadelpaard is). — Volgens
Morin en Weisbach moet men de hoogte van de voorwielen en de hoogte
(grootte) der trekdieren in eikaars verband beschouwen. Volgens Reinhart is in
alle gevallen een opwaartsche lijn der trektouwen aanbevelenswaardig. Expe-
rimenteel is dit moeilijk uit te maken.
-ocr page 268-
270
Caine en Collins (22) begrepen de groote moeilijkheid in het vast-
leggen van het temperament in vergelijkbare gegevens: „It is prac-
tically impossible at present to determine the state of fatigue of an
animal".
Terwijl Peters (48) de groote bezwaren in deze kenbaar maakte
door de mededeeling: „I would say also, that the disposition and
spirit of the horse is a big factor, since gameness was of particular
importance in determing whether a team would complete a heavy
pull or not".
Het voortdurend observeeren van de paarden, gedurende hun
werkverrichting, heeft bij mij den indruk gevestigd, dat voor een
goede arbeidslevering, het temperament van veel meer beteekenis is dan
het lichaamsgewicht.
Als bewijs voor deze opvatting moge worden gewezen op paar-
den nos. 8 en 11, welke dieren niettegenstaande hun geringe ge-
wicht, door hun wil-tot-werken tot groote arbeidslevering in staat
waren.
k. Tuig.
Dat het tuig van veel beteekenis is voor het bereiken van hooge
trekkrachten en veel meer nog, voor het begrenzen van het uithou-
dingsvermogen, is wel duidelijk gebleken uit die proeven, waarbij een
niet goed passend tuig zelfs de dieren noodzaakte hun werkzaam-
heden te staken.
Ook veroorzaken deze niet-passende tuigen veelal verwondingen en
drukkingen, zoodat men in Amerika thans zoekt in de richting van
pneumatische hamen.
De uitdrukking van Caine en Collins : Sore shoulders, more than
fatigue or loss of weight, limited the tractive pull of the taems in these
experiments" wordt door mij dan ook geheel onderschreven.
Een eerste eisch voor een paard, om tot goede trekkrachtlevering
in staat te zijn, is dan ook een goed passend tuig, aangelegd op de goede
plaats.
1. Voermanschap.
Ook aan goede voermanschap moet veel waarde worden gehecht.
De proeven in 's-Gravenhage hebben ons doen zien, dat een goed
-ocr page 269-
271
voerman veel meer de goede eigenschappen van het paard naar voren
weet te brengen dan een slecht.
Dit staat wel heel sterk tegenover de ondervindingen bij de proeven
uit de derde reeks opgedaan, waarbij men steeds trachtte met geweld
de dieren op gang te brengen en te houden.
De meening van Hall (46) „dasz nicht der Gebrauch der Peitsche,
sondern die innere Verbinding zwischen Fuhrmann und Pferden
entscheidend ist für die Zugleistung der Pferde. — Je ruhiger der
Fuhrmann, um so ruhiger die Pferde und um so besser ihre Leistung
im an- und durchziehen" geeft zulks zoo duidelijk weer.
m. Wijze van aanzetten en manier van trekken.
In de wijze van aanzetten toonen de trekpaarden zich wel heel
duidelijk als trek-dieren. Hun rustig „gaan-hangen-in-het -tuig"
geeft bij het aantrekken van zware lasten groote voordeden: men
Zal dit den tuigpaarden veel meer dan tot nu toe moeten leeren.
Ook de manier van trekken, het in één lijn komen te liggen van
lendenen, rug en hals, alsmede het op juiste wijze opheffen van het
hoofd, geeft bij vele dieren een goed overzicht van het overbrengen
van de trekkracht van de achterhand naar de voorbeenen.
Een der militaire paarden, uit de zwaargewicht-groep (no. 41)
demonstreerde dit zeer duidelijk: de rug, welke eerst in zeer sterke
mate was doorgezakt, was in de maximale ronde volkomen recht ge-
worden.
n. Paard tegenover motor.
De motor, voor het transport over grooten afstand verreweg het
voordeeligste in het gebruik, ondervindt echter in het stadbedrijf
"weder langzamerhand concurrentie van het paard. Dit wordt ver-
oorzaakt, doordat het paard, — door Ford smalend, doch onjuist
1 pk-motor genoemd —, de bewijzen heeft geleverd voor dit bedrijf
het meest oeconomisch te zijn. Juist door de Amerikaansche trek-
proeven, eigenlijk wedstrijden —, waarbij men zelfs paarden tegen-
over motoren heeft gesteld —, hebben bewezen, dat het paard in
tegenstelling met den motor, door zijn kracht op den te verrichten
arbeid in te stellen een sterke overbelasting kan verdragen.
Een verdere voortzetting van de thans in vele landen plaats vin-
dende trekproeven, maar dan niet uitsluitend een beoordeeling naar
-ocr page 270-
272
maximum-trekkracht, zullen — zooals door Petersen (49) is weer-
gegeven ■— „mit ihren Resultaten dem Angeblich vom Motor so sehr
„bedrangten" Pferd zu Hilfe kommen, eine Ansicht, die in ihren
erlebten Ausmaszen nur zur Verbreitung gelangen konnte, weil die
zum Gegenbeweis über die Wirtschaftlichkeit der Arbeitsmethode
von Tier und Maschine notwendigen Zahlen, bisher gefehlt haben".
Ook daaraan te hebben kunnen medewerken, is voor mij een groot
voorrecht geweest.
B. Beoordeeling van het toestel.
Het toestel heeft in alle opzichten aan de verwachtingen beant-
woord.
Van de drie componenten, welke de arbeidslevering van een paard
bepalen:
den afgelegden weg,
de trekkracht en
den tijdsduur,
kunnen er twee naar wensch worden vastgelegd. —• Neemt men
voor een vergelijkend onderzoek van een aantal paarden, den last
en den af te leggen weg gelijk, dan zal de snelheid het arbeidsver-
mogen bepalen (bijv. 50 ronden met 100 kg trekkracht).
Stelt men last en tijdsduur van onderzoek vast, dan zal de afgelegde
weg de arbeidslevering vastleggen (bijv. 1 uur lang arbeiden met 100 kg
trekkracht).
Op de snelheid kan men geen invloed uitoefenen, zonder het
paard in zijn arbeidslevering te belemmeren.
Een afgelegde ronde is 50 meter, dat wil zeggen het midden van
den hoefslag. Het midden van het paard (gemeten aan de vier hoef-
afdrukken in den bodem) zijnde het geografische middenpunt, legt
dus de baan van 50 meter af. Doordat het dier aan den trekknuppel
en met behulp van een bamboestok aan den trekboom is bevestigd,
kunnen slechts zeer geringe afwijkingen van de loopbaan voorkomen.
Doordat de bevestigingen van het paard verstelbaar zijn, kan men de
baan steeds op 50 meter houden.
De trekkracht (in kg) wordt zuiver vastgesteld naar de hoogte van
de waterkolom aan de peilschaal.
Dit toestel veroorlooft ons —■ wat tot nu toe geen enkele trekkracht-
-ocr page 271-
273
meter heeft kunnen doen — te kunnen zeggen: „wij willen, dat het
paard over 5000 meter een last, vereischende 100 kg trekkracht, voort-
beweegt.
Alle gangen kunnen worden toegestaan: stap, draf en galop, terwijl
de onderzoekingen hebben bewezen, dat het paard in het toestel
werkende, dezelfde eigenschappen vertoont, als tijdens de dagelijk-
sche arbeidslevering.
Ook zijn de paarden dadelijk aan het toestel gewend, hetgeen wel
blijkt uit het feit, dat de dieren veelal alleen in het toestel hun werk •
zaamheden verrichten, zonder aan den teugel geleid te worden. Dat
de dieren niet vreesachtig zijn voor het toestel, hebben de in 's-Gra-
venhage onderzochte hengsten bewezen.
Een groot voordeel van het toestel is, dat het geheele onderzoek van
het dier binnen een beperkte ruimte kan plaats hebben. Een horizon-
taal gelegen vlak terrein, met een afmeting van 25 X 25 meter is
voldoende voor alle mogelijke onderzoekingen. Desgewenscht kan
men de rem en de peilschaal in een gebouwtje plaatsen en het paard
buiten laten arbeiden, zoodat alle onderzoekingen binnenshuis kun-
nen plaats hebben.
Als nadeel moge worden aangemerkt dat het plaatsen van het toe-
stel twee dagen arbeid kost.
Naast de door mij verrichte onderzoekingen op het gebied van de
trekkracht en het arbeidsvermogen, laat het toestel nog vele mogelijk-
heden toe:
1.  Het kan dienen om paarden trekken te leer en, vooral ook het
aantrekken van zware lasten.
2.  Ook is het zeer geschikt voor het verrichten van voederproeven,
daar de trekkracht en het arbeidsvermogen veel exacter dan tot nu toe
kunnen worden vastgelegd. Men behoeft dan niet met gemiddelde
trekkrachten te rekenen, daar deze op elk moment absoluut zijn af
te lezen.
Voor het bepalen van de verteerbaarheid van een verstrekt rant-
soen, kan men voor het opvangen van de faeces een apparaat tusschen
paard en trekboom aanbrengen.
18
-ocr page 272-
274
3. Ook de arbeid, welken een paard verricht voor het voortbewegen
van het lichaamsgewicht,
— hetgeen tot nu toe steeds aanleiding
tot groote moeilijkheid heeft gegeven en tot zeer verschillende re-
sultaten heeft geleid, —- kan met den Rem-rosmolen juist worden
vastgesteld.
Een eenigszins uitvoerige bespreking van dit onderzoek moge hier-
aan worden toegevoegd, daar in de mij bekende literatuur de opgaven
daaromtrent wel zeer verschillend luiden en ook verschillende stand-
punten worden ingenomen.
Wanneer een paard zich over een horizontale baan voortbeweegt,
verricht het geen arbeid in de ware beteekenis van het woord. Want
ook het zwaartepunt van het paard beweegt zich in een horizontaal
vlak.
Omtrent de juiste beweging van het zwaartepunt van een paard
tijdens het loopen is mij niets bekend. Zeker zal het zwaartepunt zich
evenals zulks bij den mensch het geval is, over een gebogen lijn
(~~~*~~-~->) voortbewegen. Bij het opheffen van het lichaam wordt
arbeid verricht, bij het neerkomen van den lichaamslast wordt echter
weer arbeid gewonnen.
Het lijkt mij dan ook uitsluitend mogelijk den, voor de voortbe-
weging van eigen-lichaams-last te leveren arbeid, te kwalificeeren als
zuiveren innerlijken (spier-)arbeid.
De bepaling van de hiervoor benoodigde hoeveelheid voedsel lijkt
mij dan ook de eenige weg, om inzicht in deze „arbeidslevering" te
verkrijgen.
Men kan zulks bijvoorbeeld doen door het dier, bij toediening van
een bekend rantsoen, gedurende een tiental dagen, 8 uur per dag te
laten werken met een trekkracht van 75 kg. Daarbij moet worden
zorg gedragen, dat de hoeveelheid toegediend voedsel zoodanig wordt
gekozen, dat het paard na afloop van de werkverrichting hetzelfde
lichaamsgewicht heeft als daarvoor. Daarna late men het dier op ge-
heel dezelfde wijze „werken" zonder trekkrachtlevering, en trachte
men wederom het gewicht op peil te houden.
Het verschil tusschen beide toegediende voedselrantsoenen geeft
dan aan, de hoeveelheid voedseleenheden noodig om den verrichten
arbeid in het eerste geval te leveren.
Deze arbeid bestaat uit innerlijken arbeid plus geleverden arbeid.
De geleverde arbeid is met dit toestel nauwkeurig te bepalen, zoodat
ook de innerlijke arbeid bekend is.
-ocr page 273-
275
4.  Voor het onderzoek naar de samenstelling van de uitgeademde
lucht,
bij het verrichten van een bepaalde hoeveelheid arbeid, kan de
Remrosmolen worden gebezigd.
Wanneer het paard een masker wordt opgezet, kan men den afvoer
vanaf het masker eerst naar het centrum van het toestel leiden en
vandaar met behulp van een buisleiding, —• over de loopbaan van
het paard heen — naar het lokaal van onderzoek aanzuigen om te
worden onderzocht.
5.  De invloed van de bodemgesteldheid op de arbeidslevering van
een paard,
kan op eenvoudige wijze plaats hebben. Men kan de loop-
baan naar wensch veranderen, door bijv. eerst een klinkerweg, daar-
na een asfaltweg (houten blokken, keien, zand, klei) aan te leggen.
Daarop late men eenige paarden arbeiden en stelle men zoo den
invloed van de wegconstructie op de trekkracht-mogelijkheid vast.
Ook kan men een met modder bedekten weg vergelijken met een
drogen weg.
Het aanbrengen van verschillende loopbanen (ringvormig) naast
elkander is ook mogelijk. Dan behoeft men alleen de schijf, waar-
over de kabel loopt, op den trekboom te verplaatsen.
6.  Naast deze onderzoekingsmogelijkheden kan ook de invloed
van het beslag
op den te leveren arbeid, juist worden bepaald, door
een dier met verschillende soorten ijzers, al of niet voorzien van kal-
koenen, puntnagels e.a, voor het toestel te laten arbeiden.
7.  Evenzoo kan met dit toestel definitief een eventueel verschil in
trekkracht-levering bij gebruik van haam of zeel worden vastgesteld.
Men zal dan eenigen paarden moeten leeren in beide tuigen te
werken. Zijn zij voldoende getraind, dan kan men eventueele ver-
schillen onderzoeken.
8.  Het Cornageonderzoek kan vereenvoudigd worden door ge-
bruikmaking van het toestel van Prof. Visser. Bij sterk remmen, ko-
men de geruischen spoedig te voorschijn.
9.  Voor militaire doeleinden zal het toestel bruikbaar zijn, om uit te
maken in hoeverre een bereden paard meer of minder arbeid kan ver-
richten dan een onbereden dier.
18*
-ocr page 274-
276
10. Door den trekboom hooger of lager te stellen, kan men nagaan,
onder welken hoek van trekstrengen en horizontaallijn de paarden
den meesten arbeid kunnen leveren.
Het doel, waartoe het toestel is ontworpen, is echter uitsluitend een
meten van de trekkracht, ten einde paarden te kunnen onderzoeken
naar die eigenschappen, welke het dier als trek-paard moet bezitten.
Wil men tot dit onderzoek overgaan, dan zal het doel, dat Prof.
Visser zich voor oogen heeft gesteld, zijn bereikt.
-ocr page 275-
SLOTCONCLUSIES.
Het resultaat van mijn onderzoekingen, getoetst aan de gegevens
uit de literatuur bekend en aan de vele besprekingen, welke ik met
verschillende personen over dit onderwerp mocht hebben, voert mij
tot de volgende slotconclusies:
Trekkracht.
Een goed paard moet over grooten afstand een trekkracht van
75—85 kg kunnen leveren.
Voor het normale landbouwbedrijf, met zijn vele rustperiodes tij-
dens de arbeidslevering, mag de gevorderde trekkracht 100 kg zijn.
Als maximum-trekkracht mag een aantal kilogrammen, gelijk aan
de helft van het lichaamsgewicht, worden geëischt.
Arbeidsvermogen en snelheid.
Per 8- tot 10-urigen arbeidsdag, mag van een landbouwpaard een
trekkracht van 100 kg, met een snelheid van 1,25 m per seconde
worden gevraagd. Voor andere werkzaamheden gedurende den-
Zelfden tijd en gelijke snelheid, een trekkracht van 75—85 kg.
Het tuig moet goed passen en op de juiste plaats zijn aangelegd.
Goede voermanschap, gepaard gaande met een nauw contact
tusschen geleider en paard, is veelal beslissend voor het leveren
van hooge trekkracht en arbeidsvermogen.
Het temperament van het paard is van zeer veel belang voor het
bereiken van goede resultaten.
Aan een hoog lichaamsgewicht mag alleen groote waarde wor-
den toegekend voor het leveren van hooge maximum-trekkracht.
-ocr page 276-
278
Schofthoogte, borstomvang noch pijpomvang zijn van
eenige direkte beteekenis voor het bereiken van hooge trekkracht of
het leveren van veel arbeid.
De leeftijd is, — behoudens gevallen van „versleten zijn", — van
geen invloed op de trekkrachtlevering noch op de arbeidsprestatie.
Algemeen werd verwacht, dat er groote verschillen zouden bestaan
in trekkracht en arbeidslevering van de beide in ons land gefokte
typen paarden. De verschillen zijn echter niet van zóó overwegend
belang gebleken, dat men zou moeten besluiten tot het fokken in één
bepaalde richting over te gaan. De vertegenwoordigers van de trek-
en tuigpaarden hebben ons geleerd, dat zij beide goede eigenschappen
bezitten, welke voordeelen absoluut aan het type zijn gebonden.
Het tuigpaard heeft bewezen tot groote arbeidslevering in staat te
zijn, waartegenover het trekpaard, door zijn kalmere gangen, veelal
hooger gewicht en betere manier van trekken, in staat is hoogere trek-
kracht te leveren.
Een fokken in de richting van grootere snelheid, — met behoud van
gewicht, trekkracht en wijze van trekken — zal voor het trekpaard
gewenscht zijn.
De tuigpaarden zullen moeten worden gefokt in de richting van
wat langzamer gang en zwaarder lichaamsgewicht, terwijl door betere
training de wijze van aantrekken van groote lasten zal moeten worden
verbeterd.
Om de bovengenoemde richtingen in de fokkerij door te kunnen
voeren, zal het noodzakelijk zijn, eerst te onderzoeken tot welke pres-
taties de huidige fokdieren in staat zijn.
Met behulp van den Remrosmolen van Prof. Visser, zal men de
hengsten en merries op hun prestatievermogen kunnen onderzoeken.
Daartoe zal een toestel in de verschillende fokcentra moeten worden
geplaatst.
Een langdurig onderzoek, onder deskundige leiding en toezicht,
Zal noodzakelijk zijn.
Proefnemingen op tentoonstellingen hebben, door den korten tijd
van onderzoek, uit den aard der zaak, alléén beteekenis om de belang-
stelling van fokkers op te wekken.
-ocr page 277-
279
Een schema van onderzoek, resulteerende uit mijn studie, moge
als slot worden aangegeven:
1.  Geneeskundig onderzoek, voornamelijk gebaseerd op volledig
onderzoek van het hart.
2.  Oriënteerend onderzoek. Over enkele ronden wordt de maxi-
mum-trekkracht, alsook de snelheid, bepaald.
3.  Uithoudingsproef. Een afstand van 2500 m (50 ronden) zal
moeten worden afgelegd met een trekkracht van 100 ki ogram.
Deze arbeid moet binnen het tijdsverloop van een half uur kunnen
worden geleverd.                                                                 ,
Ademhaling en Pols mogen onmiddellijk na afloop van het
onderzoek maximaal 200 % en 100 % boven die van voor de
proefneming komen, doch behooren na 45 respectievelijk 30 mi-
nuten weder tot den normalen toestand te zijn teruggekeerd.
De lichaamstemperatuur mag hoogstens 1,5° C. stijgen, en
moet na 45 minuten tot hoogstens 0,2° C. boven de aanvangstem-
peratuur zijn gedaald.                                                      ,
4.  Maximum-vermogen-proef. Beginnende met een ronde van
75 kg trekkracht, moet het paard, elke volgende ronde met 25 kg
hoogere belasting trekkende, de 250 kg ronde geheel afleggen.
5.  Maximum-trekkracht-proef. Uit den rusttoestand moet het
paard den trekboom, met een belasting van de helft van het
lichiamsgewicht, over minstens 5 meter voort kunnen trekken.
Alvorens in een stamboek te worden opgenomen, zullen de paarden
bovengenoemde proeven met gunstig resultaat moeten hebben arge-
legd.
-ocr page 278-
LITERATUUR.
1. Bourgelat, Cl., Traite de la conformation exterieure du cheval. 1769.
2. Roloff, Die Beurtheilungslehre des Pferdes und des Zugochsens. 1870.
3. Adam, P., Vortrage über Pferdekunde unter besondere Berücksichtigung der
Lehre von der Beurtheilung der Pferde auf Körperbau und Leistung. Stutt-
gart. 1882.
4.  Chelkowski, F. von, Ueber die Grundzüge für die Beurtheilung der Pferde
auf Leistungsfahigkeit. Leipzig. 1893.
5. Schimmel, W. C, D. F. van Esveld, J. H. Knel en M. H. J. P. Thomassen,
Handleiding tot de Paardenkennis voor Cadetten der Cavalerie en Artillerie,
2e druk. 1895.
6. Laméris, F., Iets over de beoordeeling van het paard op uithoudingsver-
mogen. Tijdschrift voor Veeartsenij kunde, 1907.
7. Magerl, M., Beitrage zur Kenntnis des Körperbaues beim Pferde auf Grund
von Leistungsprüfungen unter bes. Berücksichtigung der Gliedmaszen
Winkelung. Inaug. Diss., Bern. Hannover, 1911.
8.  Verrichtingsproeven te Venlo, Het Paard, 17e jrg., no. 29.
9. De trekproeven te Stadskanaal, Het Paard, 18e jrg., no. 27 en 32.
10.  Concours hippique te Zevenbergen, Het Paard, 22e jrg., no. 38.
11.  Verrichtingsproeven te Groningen, Het Paard, 27e jrg., no. 30.
12.  Maarsing, R. A., W. F. Smits Jr., Het Paard, 19e jrg., no. 44—46.
13.  Trekproeven, Veldbode, 2e jrg., 1911.
14.„Tipperary", Verrichtingsproeven, Veldbode, 22e jrg., 1923.
15. Lako, Trekproeven van Koudbloedpaarden, Veldbode, 22 jrg. 1924.
16. Dept. of Commerce, The Relation of the Horse Power to the Kilowatt, Cir.
of Bureau of Standards 34,1913.
17. Kellner, O., Die Ernahrung der Landwirtschaftlichen Nutztiere, Lehrbuch
auf der Grundlage physiologischer Forschung und praktischer Erfahrung.
Berlin, P. Parey, 1924.
18. Wolff, E. Sieglin, Kreuzhage en Mehlis, Versuche über die Leistungs-
fahigkeit des Pferdes bei Stickstoffreicherem und Stickstoffarmerem Futter.
1886.
19.  Wolff, E., c. s., Grundlagen für die rationelle Fütterung des Pferdes. Land-
wirtschaftliche Jahrbücher 27, 3-ter Erganzungsband, 1887.
20. Züntz, N. und Hagemann, Untersuchungen über den Stoffwechsel des
Pferdes bei Ruhe und Arbeit. P. Parey, Berlin, 1898.
21. Grandeau, L. et A. Leclerc, Etudes expérimentales sur 1'alimentation du
cheval de trait. Rapport adressé au conseil d'administration. Deuxième
memoire. Paris, Berger-Levrault et Co. 1883.
22.  Collins, A. B. and E. V. Collins. Testing Draft Horses Bulletin 240, Agric.
Experiment Station, lowa State College of Agriculture and mechanic Arts.
1926.
23. Steding, Weshalb brauchen wir Zugleistungsprüfungen für Kaltblutpferde.
Deutsche landwirtschaftliche Tierzucht. 1926.
------Arbeitsleistung bei landwirtschaftlichen Hand- und Gespannarbeiten
-ocr page 279-
281
in Ostpreussen. Die Technik in der Landwirtschaft, 7. Jahrgang. 1926.
------Die Arbeitsdauer des Kaltblutpferdes. Deutsche landw. Tierzucht.
1926.
------ Die Zugleistung des Pferdes hangt nur ab von seinem Gewicht. Deut-
sche landwirtschaftliche Presse. 1926.
------ Nochmals: Hangt die Zugleistung des Pferdes nur ab von seinem Ge-
wicht ? Deutsche landwirtschaftliche Presse. 1927.
------Die Zugleistung des Kaltblüters in der Prüfung. Deutsche landwirt-
schaftliche Tierzucht. 1927.
------ Zugleistungsprüfung in Friedrichstadt in Schleswig. Deutsche land-
wirtschaftliche Tierzucht. 1927.
------ Die Hengstschau des Landgestütes Kreuz verbunden mit der ersten
öffentlichen Zugleistungsprüfung unter Verwendung eines amerikanischen
Zukraftmassmessers. Deutsches Kaltblut, I. Jahrgang. 1927.
24. Tanzer, E., Zugleistungsprüfungen an Zugpferden. Landwirtschaftliche
Jahrbücher, LXVIL Band (1928), Heft 1.
25. Buhle, P., Das Zugpferd und seine Leistungen. Bibliothek für Pferdelieb-
haber 11, 1923.
------ Urteile führender amerikanischer Fachleute über Zugleistungswett-
bewerbe für Pferde. Deutsche landwirtschaftliche Tierzucht. 1926.
------Wie können Zucht und Verkauf kaltblütiger Arbeitspferde durch
Zugleistungsprüfungen gefördert werden? Deutsche landwirtschaftliche
Tierzucht. 1926.
------Beladung der Lastfuhren und Zugkraft. Deutsche landwirtschaftliche
Tierzucht. 1926.
------Die Zugleistungswettbewerbe der Berliner Pferdeschutzwoche des
Vereins Pferdewohl. Deutsche landwirtschaftliche Tierzucht. 1927.
------ Die Zugleistungsprüfungen des Verbandes Pommerscher Kaltblut-
Züchter in Stralsund am 14. und 15. Mai 1927 gelegentlich der land-
wirtschaf tlichen Auss.ellung und Hochzuchtenschau für Pommern. Deutsche
landwirtschaftliche Tierzucht. 1927.
------Uber das Problem der Zugleistungsprüfungen. Deutsches Kaltblut,
Ie Jahrgang, 1927.
26.  Vorführung der Amerik. Zugkraftmeszwagens in Magdeburg, Deutsches
Kaltblut, Ie Jahrg. 1927.
27. Horstig, Von, Ein Vorschlag zur Schaffung einer leicht Transportablen
Einrichtung zur Prüfung der Zugfahigkeit von Tieren, namentlich Pferden.
St. Georg, Deutsche Sportzeitung XXVIII, Jahrg. no. 30. Berlin. 1928.
28. Reinhardt, C. H., Untersuchungen über den Einflusz der Lastenverteilung
auf vierraderigen Wagen. Inaugural-Dissertation. Leipzig. 1895.
29. Boudry, Die Zugkraft dynamometer International von Polikeit Halle.
30.  Sack, Rud., Katalog, 1922. Leipzig-Plagwitz.
31.  Reimann, Der Zugkraftmesser als wertvolles Hilfsmittel in der Landwirt-
schaft. Die Technik in der Landwirtschaft, 7. Jahrg. 1926.
32.  Teschner, Max., Die Brauchbarkeit des Roggens gegenüber dem Hafer in
der Fütterung landwirtschaftlicher schwerer Arbeitspferde. Landw. Jahr-
bücher. 1927.
33. Wüst, A., Landwirtschaftliche Maschinenkunde 2. Aufl. P. Parey. Berlin.
1889.
34.  Zürn. Landwirtschaftliche Jahrbücher, Zeitschrift für wissenschaftliche
Landwirtschaft. 1928. Heft 2.
35. W. Krynitz, Kritsche Betrachtungen über den Wert der Hippometrie bei
-ocr page 280-
282
der Beurteilung der Leistungsfahigkeit der Gebrauchspferde. Inaug.-Diss.
Bern. 1911.
36. Asam, M., Eiweissarme, aber Zuckerreiche Fütterung schwerer Arbeits-
pferde (1922). Journal für Landwirtschaft. 1923.
37. Bartsch, E., Zuckerrübenköpfe als Haferersatz bei der Fütterung schwerer
Arbeitspferde. Zeitschrift für Wissenschaftliche Landwirtschaft. 1926.
38. Temper, K., Versuche über Verfütterung von frischen und getrockneten
Rübenblattern an Arbeitspferde. Landwirtschaftliche Jahrbücher. 1927.
39. Hilbrig. Zugkraftmessungen beim Trakehner Warmblutpferd. St. Georg.
1927.
40. Russell, J., Farm Implements and Machinery. London, 1925.
41.  Gmelin, W., Das Auszere des Pferdes. Stuttgart. 1925.
42. Born, L. und H. Möller, Handbuch der Pferdekunde, 8. Aufl., Berlin»
1921.
43. Hütte, Des Ingenieurs Taschenbuch. Berlin. 1919.
44.  Marek, Dr. J., Lehrbuch der Klinischen Diagnostik der inneren Krank-
heiten der Haustiere. Jena. G. Fischer. 1912.
45. Bürker, K., Blutplattchen und Blutgerinnung (Archiv. 102. 36). 1904.
46. Hall, Leistungsprüfungen. Landwirtschaftliche Ausstellung in Breslau.
Zucht und Sport. 1926.
47. Callagher, Michigan State College. Veldbode, no. 1246, 1926.
48. Peters, Testing draft horses. Horse assosiation of America. Leaflet 185.
49. Petersen, Leistungsprüfungen beim Verbande Schleswiger Pferdezucht-
vereine. Deutsche landwirtschaftliche Tierzucht. 1927.
50. Abderhalden, E., Handbuch der biologischen Arbeitsmethoden. Urban
und Schwarzenberg, Berlin. 1924.
51.  King, F. H., Physics of Agriculture. 1907.
-ocr page 281-
INHOUD.
Blz.
Inleiding..............................................    11
Hoofdstuk I. Literatuurstudie..........................    13
A. Exterieuristische beoordeeling en verrichtingsproeven    13
B. Proeven, waarbij de trekkracht wordt gemeten met spe-
ciaal daarvoor ontworpen toestellen .................
    16
C. Proeven met kleinere trekkrachtmeters, tusschen trek-
boom en wagen of landbouwwerktuig aangebracht ....
    30
Hoofdstuk II. Beschrijving van het toestel van Prof. Visser   60
Hoofdstuk III. Eigen onderzoekingen....................    63
A. Proevenreeks met landbouw-, stalhouders- en trek-
paarden.........................................
    68
B. Proevenreeks met landbouwpaarden ........-----....   113
C. Proevenreeks met militaire paarden .................   145
Hoofdstuk IV. Behandeling van de verkregen resultaten, als-
mede een beoordeeling van de praktische toepassing van
het toestel............. •............................  261
Slotconclusies .....-----...........•.....•...............  277
Literatuur
280