-ocr page 1-
ï)
TOON EEL
DER
UITMUNTENDE SCHILDERS
V A N.
EUR ê P A
EN BYZONDERLYK VAN
NEDERLA ND,
ZEDERT DE VINDING' DER OLIEVERW'TOT A°.MDCCL.
BEVATTENDE DE
Merkwaardigfte Byzonderheeden hunnes Leevensloops,
en de Aanwyzinge hunner beste Werken;
I-Junne onderfcheide Eigenfchappen in de Kunst,
en de Maniere hun's Penfeels;
En het Middel om de Tekeningen der Groote
Meesters te kennen.
Verrykt met hunne
AFBEELDZELS IN FRAAIJE KÜNSTPLAATEN.
Uit let Franscb vertaald, verbeterd en grootelyks vermeerderd.
I. D E E L,
IN 'sG R AF EN H AG M9
By MATTHEUS GAILLARD3
M. D C C. LU.
-ocr page 2-
PROVISIONEEL BERIGT,
VAN DEN
ÜITGEEVER.
•^••S-:^-#It Werk aantepryZen is onnoodig, na de Gree-
8 F) X ^ëheid waarmede het Oirfpronglyke in Vrank-
$& ^ ryk en elders ontfangen is. De IVaardy dee-
%fc*$t-$&$t zer Vertaalïnge, doet zig met den eerfien Op'
Jlag kennen. Wat de daarby gevoegde Aanmerkingen
Vermeerdering, en Verbetering', alsmede de Kimstplaa-
ten betreft, waardoor dit
Nederduitsse het Fransfe
oneindiglyk te boven gaat, verklaard zig genoegfaam in
de
Noten der volgende Voorreden en in de Inleiding*
van dit Werk. Volflagener Berigt van den Schryver, hebbs
menby de Uitgaave van 't Laatfte-Deel te verlaagt en -
Gelykwyter goeder Trouwe alles meenen toetebrengen ,wat
tot Beknoptheid zo wel als tot Uitmuntendheid kan dienen ,
zo moeten
wy hier maar eenvoudiglyk zeggen dat ons
Plan geformeerd is circa op
150 Bladen, te fchaaren in
vyf Deelen, van Beloop als dit, alle kort op malkanderen
te volgen : zulks wy jïaat maaken het Twéde-Deel nog
voor Nieuwejaar uhtegeeven
, als waarin geene andere Ver-
hindering te voorzien is, dan de Tyd noodig tot het gra-
veeren der Kimstplaaten. Vyf Deeltjes in QEtüvo konnen
dan niet te ruim geoirdeeld worden
, om alles te vervatten
wat weetenswaardig is, belangende den Reeks der uitmun-
tende Kuvflenaaren van gants
Europa zonder Onder-
fckeid
: te méér, daar men zedert een' groote dertig Jaa-
* 2                              ren,
-ocr page 3-
PROVISIONEEL BERICT van den UITGEEVER.
ren, tot onzent, twé onderfcbeide Befchryvingen, elk van
drie Deelen, de een in
Oftavo de ander in Quarto, be-
treffende alleen de jonger e "Nederhndfc
Schilders, ennog
laatst een
Vervolg daarvan in twé Deelen, te voorfchyn
heeft zien koomen. Indien wy deezen Voet gevolgd had-
den
, tot hoe veele Dpzynen zoude dit Werk niet uitge-
jaagd hebben konnen worden ! De zonderlinge Methode
van den
Fransfen Schryver, om by zyne Nafpeuringen niet
anders dan het eêlfie uit allen Schryveren te voegen
, ge*
paard met het Oogwit van den
Nederduitssen Schry-
ver
, om niets optegeeven dan 't geene van volkoomen Nut
en ten uhterfie Merkwaardig is, field ons infiaat om den
tveetgierigen Leezer dus beknopt en by gevolg onkostelyk te
gerieven : te voorzien met een7 keurlyke en voljlage Stóf-
feering , gaande over alle Schooien en allcrhanden Land-
aart, zo wel Uitheemsfen ah Nederlandfen, welke
men te vergeefs by anderen zal zoeken. Mïdlerwyl ver-
kondigen de Nieuwspapieren
, dat te Par-ys van de Pers is
gekoomen het I. Deel van de Leevensbefchryving der
Eers-
te Schilders des Konings van Vrankryk ( die echter in
ons Werk zyn befchreeven) beginnende met
Ie Brun en
gaande tot op den jegenwoordigen Tyd. Vermoedelyk
vervalt dezelfde tot een groot e wydloopigheid
, wyl alleen
vyf Perfoonen het Onderwerp van dat Stuk uitmaaken.
Desonaangezien zal de
Nederduitsfe Schryver zorge
èraagen
, om 't geene daarin wèzenlyk interesfant mogt
gevonden worden
, in ons Werk te lasfen. Te beter is hy
hier toe in fiaat, wyl ons volgende Deel het overige der
Italiaanfe Schooien verhandeld, en dus tot de Fransfe
Schoof nog niet gekoomen is.
VOOR-
-ocr page 4-
® S®S®©JU©£13©{S5S£US®S5SSSil}SflBr
f AH©S® -« }®A®?«Hfr »»©?IIA*
«- V IS ®®^ M ®v® ##■ ©S® Sia. V #
ISUS£DS®S£S3©®®.g}S3BS®S®SS$S$lSI
VOORREDEN
VANDEN
FRANSSEN SCHRYVER.
fp-SfE Schilderkunst en de Beeldhouwe-
ï>5 D $ff rY zyn Doghters der Tékenkünde;
ftfes5^ de Schaduüw een's Mensfe , eeni-
ge gevallige Streepen op 't Zand
getrokken , maaken haaren Oirfprong zeer
bevatlyk, zonder dat men Toevlugt behoe-
ve te neemen tot de Fabel der Corinthia
van Skyone en wat des meer zy. Die twé
Zusters hebben altyd op een zelfde Voetlpoor
gewandeld : haar Doel is altooz geweest,
door een1 volmaakte Nabootsfing' der Natuu-
re onze Oogen te verlokken, ons bevallig-
lyk te verfchalken.
De Achting welke de Ouden daarvan
gemaakt hebben , bewyzd haare Voortref-
felykheid. De Eere, de Gunstbewyzen, de
Loftuitingen, dien de allergrootfte Vorsten
daaraan toebragten, en zelve de Oeffening
welke eenige van hen zig niet verontwaar-
digd hebben daarvan te maaken, moeten
geene Verwonderinge baaren'aan zulken
* 2                                        G1.C
-ocr page 5-
VOORREDEN
VI
die op de Edelheid en de Voortreffelykheid
die'r Kunsten acht geeft. Wat is 'er groots-
ièr, dan door eene Stomme Taal1 (i) de
* Wer-
("i) Eenige Kanttekeningen, vervattende de let-
teriyke uitdrukking van 't geen de Schryver, volgens
Horatius, Plinius, Junius, Sandrart, enz., in deeze
Voorreden opgeeft, hebben wy als overtollig en onnut
verworpen , om niet twémaal hetzelfde te zeggen:
zynde 't ons hier onverfchillig of eene dergelyke Ge-
dachte, of pragtige Spreekwyz, verzonnen zy van Ho-
ratius
, enz., dan van den Schryver, als daarom van
geen meer Gezach zynde indienze ongegrond of hier
onbeftaanbaar is. By Voorbeeld, wat legt'er ons aan-
gelegen , of 't Horatius en du Fresnoy of wel onze
Schryver behaagd, ja of zy alle drie en meer daarin
overeenftemmen, de Schilderkunst eene Poeèjy, Stomme
Taal', enz.
, te noemen : 't welk van anderen betwist,
en op goeden,Grond beter verklaard word? ,, Die aan*
,, lokkelyke Nabootgfing der Natuure (zegt Vader
Leon te regt) is geen Stomme Spraak, gelyk ge-
3, meenlyk verteld word , maar een Spreekende Taal:
„ dewyl het Penfeel de Dingen, die fomtyds van zig
„ zelfs niet konnen fpreeken, belet ftom te zyn. Ré-
,, den daarvan is, datdeeerfte, de alleroudfte, en de
%i natuurlykfte Manier van Schryven is geweest, de
„ Zaaken zelfs aftefchil deren:'waarvan men het Woord
,, pingere behouden heeft, en waarvan 't Beeldfpraak-
lyke voortfpruit. Ons Schrift is eigenlyk ftom, en
3, door de Mensfen verzonnen, zonder eenige natuur*
„ lyke Overeenkoomst met de Dingen welken het be-
„ tëkend : zodanig, dat men, met zo veel Moeite en
3, Zwaarigheid Cmyn's bedunkens eene der grootften
„ van de Studie der Weetenfchappen) in deBeginzelen
3, der Letterkunst moet leeren Leezen en Schryven.
,, In tegendeel, de Schilderkunst, gegrond zynde op
5, de Waarheid en op de Nabootsüng' der Natuure,
3, fpreekt van zig zelfs. Is 'er wel imant zo dom, die
,, ziende eeneKopye ea haar Origineel, of een Schil-
» dery
-ocr page 6-
VOORREDEN. yij
Werken des Scheppers uittedrukken, de Ge*
heugenisfe der voorleede Zaaken te bewaa-
?en, eenen Held onfterffelyk, eenen gant*
Ten Land-aart doorluchtig te maaken !
Inderdaad, de Schilder is de Man van
alle Begaafdheeden. Hy is een Dichter , een
Historikundige , een regte Nabootsfer, of
veeleer een Medevryer van de Natuur1 (i).
Weet
dery en het Leeven, niet ftraks het eené door 't an-
« dere leerd kennen ? spelles ftrekt hier ten Getui-.
j> ge : die aan Ptolomeus den Perfoon niet konnen-
" tZ noemen waarvan hy fprak, hem ftraks deed ken-
" 5f n' »checffende hem af mee een rtuk Houtskool.
„ Daaruit volgd, door een'ryke Aanmerkinge, dat de
Tekenkunst ontwyffelbaar "de Grondilag der Schil-
„ derkunst is : dat men eerst een' enkelden Omtrek
„ tekende, vervolgens 't Zwart en 't Wit daarby voeg-
de, voorts ftudeerde op de Lichten te plaatsfen die.
de Verheffing baarden : waarna de Ervaarendheid ,
de Studie, en de Nabootsfing, andere Kleuren en
3» Sieraaden daaraan hebben toegebragt.
(i) Was 't niet genoeg voor den Schryver, hem
ten regten Nabootsfer der fchoone Natuure voorteftel-
len : is 't de Natuure en de Waarheid niet verkragt, is
't in het Roman-achtige niet vervallen , als men verder
wil ? Wy gunnen hem, en anderen, 't Vermaak zyner
Verrukkinge,en 't Namaagfchap 't welk zy tusfen de Schil-
ders en de Dichters ftellen : ons is 't genoeg dat wy den
uitmuntenden Schilder houden, voor een'Man van al-
le Begaafdheeden , gefchikt om alle de Vereischtens
van zulke gewigtige Kunst te voldoen, welke van Feli-
bïen
in weinige Woorden zeer klaar begreepen word.
„ De Geest des Mensfe (zegt hy) zoude in diepe
„ Duisternisfen begraaven blyven ,en nimmer deZwaa-
„ righeeden te boven koomen welke zig tegens zyne
• 4 ':'                   » Na-
-ocr page 7-
vi?j V O O R'RED E N.'
weet men niet, dat zy 't alleen is welke de
Schilders zo wel als de Poeëten formeerd ?
Evengelykelyk ftygen deeze op Parnas, ge-
lyk de Abt Dubos zegt: hunne Kunften han-
gen af van den Geest, zy hebben ten ge-
meen Voorwerp de Gemoedsneigingen te
beweegen, en te behaagen. Beiden zyn zy-
lieden in de Verpligtinge, van ryker, behaag-
jyker, enfchooner Beeltenisfen te verbeelden,
dan zulken dien men gemeenlyk ziet. Door
dit Middel prikkeld men de Hartstogten lee-
vendiger, en deeld de Belchouwer, door 't
Vermaak 't welk zy verfchafFen , aan de Ver-
mkkinge die hen heeft doen ontftaan (i) ,
Daar
„ Nafpeuringen kanten, indien de Kragt die'r Kunst
3, de voorleede Zaaken niet uit den Grave rukte, den
.,, nieuwen geen Gczach gaf, niet herftelde wat in on-
3, gebruik geraakt is, gcene Bevalligheid aan onaange-
3, naame Dingen byzette, niet in 't Licht bragt wat in
,, de Donkerheid is : in een Woord, men kan zeggen
„ dat het Meestedeel der Kunften verlooren zoude
gaan, indien de Schilderkunst tot haarlieder Behoud
,. niet toebragt ". Dit kan dan dienen, om de Vet-
eischtens eens groot Schilders zo wel als het Nut dei-
Kunst aftemeefen, en in hoe verre zy boven den Dich*
teren dePoeëfy verheven en daarvan afgezonderd zyn.
( i) Veel zoude van die Verrykinge en Verrukkin-
ge te zeggen zyn, die nooit beter bekoomen worden
dan als de Schilder eenen oirdeelkundigen en geoeffen-
den Geest heeft, en de fchoone Natuure maar van ver-
re kan navolgen. Is 't hem wel mogelyk, zonder in
Tooneekooizel en Verzinningen te vervallen welke
alleen uit een' buitenfpoorige Inbeelding' fpruiten, haar
te verryken, haar te boven te gaan ? Kan hy, op zyn
-ocr page 8-
VOORREDEN.
Paar de Schilder geene Bezigheid vind die
hem waardig is, daar zal de Dichter zyne
Gaven met geene Eere oeftenen. Zyne
Kunst is een Paeëfye, een Stomme Uitdruk-
king , die van de Verwen onderfteund onze
Oogen, den Geest, en het Hart aanfpreekti
Wie kan twyffelen, dat een Tafereel geen
waar Gedicht is (i ) ?
De Schilder heeft zelfs Voordeden boven
den.
best, zig aan haar overgeevende, niet maar een Ge-
deelte ten ruuwfte vertoonen, van die Verfcheidenheid
van Aandoeningen welke de Hartstogten op 't Gelaat
doen zien ? kan hy dat eêle, die Vloeïjendhekï van den
Omtrek wel achterhaalen, laat ftaan verbeteren, wel-
ke hem een aanlokkelyke Tronie, een enkelde welge-
vormde Hand of Erm, laat befchouwen ? Blyftniet al-
tooz een verbaazd Onderfcheid, tusfen zyn Werk en
het Leeven ? Kan hy met zyne Verwen, hoe hoog zyn
Kunst mag gaan, den waare'n Luister van 't Vleez tref-
fen, dat Robynrood of die SarTraankleur achterhaalen,
waarmede de Morgeftond of de Ondergaande Zon veel-
vuldig de Kimmen vervvd ? Gaat zyn vermogen dan
verder dan de enkelde Nabootsfing' : die zo veels te
voortreffelyker en kragtdaadiger is na maate zy 't naast
aan te fraarje der Natuur', aan 't Leeven koomt ?
(l) Wy twyffelen niet alleen daaraan , maar wy
ontkennen-'t, Zou een Tafereel daarvan zyn Verdiens-
ten bekoomen ! Alles wat onder de Mensïclyke-Wee-
tenfchappen uitmunt,zou dus insgelyks onder'de Poeë-
fy' gerekend konnen worden. De Spiegelmaaker zal
dan een verheven Dichter, en de Dichter een voortref-
felyk Spiegelmaaker zo wel als een voortreffelyk Schil-
der zyn ! Laaten wy liever een goed Tafereel, indien
't ons verlokken kan, voor' een waare Kopy' van de
Natuur blyven houden.
-ocr page 9-
VOORREDEN.
den Poeët: hy doet zig verftaan van alle
Volkeren der Aarde, van Onkundigen zo
wel als van Geleerden. Daar is nimant die
de Uitwerkinge niet gevoeld van eene ge-
lukkige t1 Samenftellinge, van de Overeen-
fteraminge der Kleuren , en in wien de
Tovery van 't Licht- en Bruin geen Soort
van Begoochelinge baard. Men kan niet
ontkennen, dat een Schilder, die Vernuft
en verhéve Gedachten heeft, geen waar
Poeët zy : die niets anders is als Kolorist,
is maar een koel en zenuuwlooz Rymer (i).
In de Schilderkunst, gelyk in de Dicht-
kunst,
(i) Schoon wy onze Gedachten deswegens genoeg
verklaard hebben, zonder dat hetnoodig zy op elke der
Aanhaalingen des Schryvers onze Meening'te herhaalen,
zo konnen wy echter hier niet voorby, zonder aante-
merken dat deezeVergelyking mede niet juist is. Laaten
wy den Dichteren zig op Parnas en aan den Hengften-
bron tot tuimelens toe doen verzaaden, en bly ven wy by
de Schilders. De Schryver moet geen gemeen Koloreer-
der tegens een uitmuntend Tekenaar en Ordineerder,
maar Partyen egaal ftellen: wanneer hy dus niet zal
konnen fpreeken , fchoon hy zyne Verkiezinge dan'
mach volgen en den Kolorist aan den Tekenaar onder-
werpen. Anderzints: zal hy ooiteen grootKohwéer-
der, die juist niet van den hoogften Graad in Téke--
ninge en Ordinanfië is, voor een koel en zenuwlooz
Rymer te Boek konnen ftellen ? Is 'er wel immer een
groot Kolorist geweest , die niet meer of min ver-
dienstig in de Tékenkunde was ,• die niet, door dat
Gedeelte waarin hy uitmuntte, verre van koel en ze-
nuuwlooz te zyn, veel deelde in de Kunst om de Zin-
nen te beweegen en 't Oog te verlokken ?
-ocr page 10-
V O O R R E DE N.          xj
kunst, zyn gemeenlyk de Gaven verdeeld :
zelden ziet men een enkeld Man, dezelfden
allen te gelyk bezitten. De een munt uit in
Historie, de ander in 't Portret. Deez flaagd
in Landfchap,in de Dieren; en die, in Bloe-
men of in Vrugten. De eenc Poeët is ge-
booren voor Treurfpul, of Heldendicht; een
ander, voor Lierdichten; de Lofzangen, de
Verdichtzels, en de Hekeldichten, zyn we-
derom Hoedanigheeden van anderen. In al-
le die onderfcheide Soorten, moet elk poo-
gen het verhévendfte zyner Kunst te bereiken.
D oor eene verburge Goochelaarye, wel-
ke
wy beter gevoelen dan dat wy ze zouden
konnen omfchryven, maakt de Schilderkunst
zig Meester onzer Zinnen; zy doet voor
waar doorgaan wat valsch is, voor leeven-
dig wat dood is; en wy koomen niet uit
deeze Verblindinge, dan om ons te verwon-
deren over de Kunst die dezelfde veroir-
zaakt. Deeze Kunst vereischt, by Gevolg,
een vrugtbaar en verheeve Vernuft; eene
leevendige en fcherpzinnige Inbeeldinge;
Verrukkinge, Hoogdraavendheid, een keu-
rig Oirdeel, eenen Geest bequaam om alle
Soorten van Geftaltens te vatten en dezelfde
uittedrukken, Om zig tot datlloogdraaven-
de te verheffen, is \ met aan een' Schilder ge*
noeg,te behaagen : hy moet verraschen. Hy
moet nog meer doen : hy moet zig een
-ocr page 11-
xij VOORREDEN.
Denkbeeld vormen, overtreffende alles wat
de Natuur en de Kunst tot heden het fchoonst
hebben konnen voortbrengen; en dat Denk-
beeld volgen , tot zelve de Natuure opte-
tooijen en te verbeteren (i).
- Dat Denkbeeldig-Portret van den Vol-
maakten Schilder, gelykt niet na eenig Schil-
der welke tot hiertoe beftaan heeft: de en-
kelde Rafaël koomt 'er alleen naby. Daar
£yn gelukkige Tyden noodig , om groote
Mannen te vormen. De Natuur fchetst hen;
de Na-iver, en de Vergeldingen, volmaa-
ken hen.
De Schilderkunst heeft drie voornaame
Deelen : de t' Samen/telling, de Tekening,
en 't Koloriet.
De t'Samenstelling, vervattende de Uit-
mndinge
en de Scbikkinge, is het Poeëtife der
Schilderkunst. Veel edeler zynde dan de
twé anderen ( 2), hangt zy af van 't Ver-
nuft
Ci) Onder Verbeteringerneenenwy, laatendeRa-
facl met de Krans praalen welke hem zo voort gevlogten
word, dat de Schryver zyne Poeëtife-Verrukkinge hier
zodanig toegeeft, dat hy zelve niet weet wat hy zegt:
zou een Mens vermogens zyn zig een Denkbeeld te vor-
men, fchooner dan de Natuur tot heden heeft konnen
voortbrengen!
(2) Hoe de Schryver dit Gedeelte behaagd te noe-
men, 't geen eigenlyk van 't welgeoeffend en oirdcel-
kundig Vernuft afhangt, en dus eigen is aan elk die
zigdaarvan voorzien vind zonder juist Schilder te zyn,
zo is 't echter ten aanzien des Schilders onderhoórig
1 aan
-ocr page 12-
VOORREDEN. xnj
nuft en van de Inbeeldinge des Schilders,
't Is de Uitdeeling en de Schaaring van alle
de Deelen , welke malkanderen te Hulp koo-
mende een fchoon Geheel moeten formee-
ren. In een Woord ,, 't is de Beftuuring en
de Stelling van alle de Deelen een's Tafereels.
De Tekening behoord tot de Oeffenin-
ge. 7jj
beftaat in de Evenredigheid der Fi-
guuren, in de Ontleedkunde, in de Juist-
heid der Omtrekken, en in de Verkiezinge
van 't Schoone. Zy zit voor, in de Uit-
drukkingen der Beweegingen van Ziel en
van Lichaam, en verfpreid Edelheid, Groots-
heid, en Bevalligheid, aan alle Zyden.
Het Koloriet, of de Verfmenging, gaat
insgelyks de Oeffeninge aan. 't Is het Ver-
band en de Overeenftemminge der Verwen
onder zig : 't is derzelver volmaakte Een-
dracht. Zy alleen, brengt die fchoone Uit-
werkingen van 't Licht- en Bruin voort, 't
geen de Deelen een's Tafereels doet naderen
of
aan de twé anderen, aan de Tékenkunde en 't Kolo-
riet, die den Schilder formecren en uit vaste Rege-
len, Opmerking', en Arbeid van de Hand fpruiten.
Men kan dan niet zeggen dat het edeler , maar wel
moeijelyker en zeldfaamer voor hem is. In allen Ge-
valle , is 't het Gedeelte niet 't welk hy nooit moet
ontbceren,dogh 't meest kan ontbeeren : vooral, wanr
neer hy zyne Kunst toelegt om de Natuure te volgen »
om met goede verkiezinge 'tLeeven te kopieeren, zon-
der zig overtegeeven aan Veuinainge ?
-ocr page 13-
fciv VOORREDEN.
of wyken, en Verheffinge geeft aan de
Beelden.
't Zoude moeijelyk zyn den Voorrang
te beilisfen, van eenigen die'r drie Deelen.
Perfoonen, verleid door het Koloriet, zien
de twé andere Deelen aan, als daaraan on-
iderhoorig. Maar, wat zoude van het Ko-
loriet worden, zonder deTékeninge en zon-
der de f Samenftellinge ? 't Zoude van zig
Zelfs vervallen : in fteê dat de twé laatstge-
noemde Deelen, onafhangelyk van 't Kolo-
riet konnen beftaan en behaagen.
Volgens Flinius is Gvges, de Lydiër 3
de alleroudfte Schilder van Egypte; en Eu-
chir
3 van Griekenland; gelyk ook. Bularcbus 3
de geene welke onder Romulus die fchoone
Kunst in Italië bragt. De Ouden hebben
weinig gefchreeven van de eerste Schilders :
als men eenigen der befaamdften uitzonderd,
gelyk Zeuxis, Parrhafius, Pamfilus , Ti-
mantheS) Apelles
en Protogenes, die in de
Eeuwe van Alexander den Grooten bloeiden.
Daar is ons echter geen Werk van hen
overgebleeven, waaruit wy zouden konnen
oirdeelen hoe verre hunne Bequaamheid
ftrekte. De Scliilderyen van Apelles en
van Protogenes, welken Plinius (L. xxxm.
C. x.) verzekerd gezien te hebben, en waar-
van hy zulke fchoone Befchryvinge doet,
wierden vernield in den eersten Brand van
't Pa-
i
-ocr page 14-
VOORREDEN. Xv
't Paleis der Cczars te Rome. Die welken
Jan da Udine vond, in de Grotten ten Ty-
de van Rafaël; verfcheide Mufaïfe Antieke-
Werken, van Palestrina; de Schilderwerken
zedert dien Tyd ontdekt, in 't Graf der Na-
fo's
te Ponte-mole; die welken men jegen-
woordig ziet in de Piramiede van Cestius^ in
de Paleizen Barberini en Farnèfe; die van
den Lusthof Jlldohrandini > genoemd de Brui-
loft, van den Tyd van Nero: alle die Brok-?
ken geeven te kennen, dat de aloude Schil-
ders wel tekenden, dat zy grootsfe Gedach-
ten hadden, dat zy de Hartstogten uitdruk-
ten , en aan hunne Beelden z.eer keurlyke
Evenredigheid gaven. Evenwel, oirdeelen-
de uit deeze hunne laatfte Werken, fchynt
hun Koloriet maar middebaar geweest te
zyn (i). Zelve was het Meestedeel der
Maa-
CO Uit deeze Overblyfzelen der Romynen, die
zeer laat tot de Kunst quamen, dezelfde niet lang be-
houden hebben, enyzeer verre beneeden de Grieken
gebleeven zyn, is van de Kunstwerken der Zeuxisfen,
-dpellesfen
, enz., niet te oirdeelen; ook is niets ten
Nadeele van die Overblyfzelen zelfs te befluiten, die
eene Woede van zestien zeventien Eeuwen, grooten-
oeels onder de Puinhoopen van 't meer dan eens ver-
nielde Rome, hebben doorgeftaan, en waarvan andere
Schryvers zig verwonderen dat zy zig nog tot op onzen
Tyd zo fris hebben konnen houden. Kan ook imant uic
dit Soort van hunFresko-en Stucco-fchildery oirdeelen,
over 't Koloriet en de Eigenfchappen van "hunne Pen-
feelkunst met gefmolte VVasch, enz. ? Aanmerkende
-ocr page 15-
Xvj VOORREDEN..
Maakeren daarvan, geene Grieken ; zy ar-
beidden onder de eerste Cezars; en wy ken-
nen 'er naauwlyks meer dan vier van hen,
naamlyk Fabius, Timomachus, Pirrichus, en
Ludius die onder Augustus leefde (i).
De Olieverw was aan de Griek/e Schilders
onbekend. Wat van hen (liever van deüo-
viynen) aan ons overblyft, is gefcliilderd in
Waterverw' of in Fresko, welks Geduurzaam-
heid 3 van meer dan twéduizend Jaaren 3 alleen
ver-
hunne uitmuntende Tekening' en de Kunstgronden
waarop zy te Werk gingen , blykende in de overge-
bleeve Antieken en wat in Opzigt van hunne Schilder-
werken even verwonderlyks getuigd word, zo kan daar-
uit niet anders dan een verheven Denkbeeld overblyven.
Welke Vooroirdeelen wy ook voor de Moderne Kunst
konnen bezitten, dus wy ons mogen verzekeren dat de
Ouden't in verre na niet konden haaien by de Aanlok-
kelvkheiden Zagtheid der Olieverw': zo kan dit even-
wel niet onfeilbaar gedaan worden, en nimant bewy-
zen dat zy daarin geene byzondere Eigenfchappen be-
zaten welke ons ontbreeken; dat wy daarover, byzon-
dcrlyk over hun Koloriet, niet verbaazd zouden ftaan,
indien wy 't konden zien.
(i) Wat de Schryver hiermede zeggen wil, weeten
wy niet. Indien hy door deeze vier meend, dat het de
Maakers die'r overgebieeve Brokken van Romynfc Schil-
derye zyn en deeze niet van een laager Soort van Kun-
ftenaaren waren, dan zoude hy zékerlyk moeite heb-
ben het te bewyzen; en ingevalle hy daarmede beteke-
nen wil, hoe weinige Romynfe Schilders tot onze Ken-
nisfe zyn gekoomeh, zo voldoed hy mede niet, wyl
'er meer bekend zyn, gelyk K. van Mander ook ver-
handeld, en de helft deezer vier voor geene Romyr.en
no<* tot dit Soort van Schildcrv gerekend kan worden.
-ocr page 16-
VOORREDEN. Xyij
verfchuld is aan de Voortreffelykheid hunner
Verwen. Zy hadden ook Vernisfen , om
naar meer Kragt te geeven. Maar, de Wa-
terverw maakt altooz de Helderen te licht,'
■en de Donkeren niet bruin genoeg : daar de
Olie de Helderen temperd, haar teder en ge-
lykende naar 't Vlees maakt, Kragt aan de
Donkeren , en Verheffinge aan de Figuu-
ren geeft.
Men kan dan niet oirdeelen over de al-*
oude Schilderyen der Grieken, als door de
overheerlyke Beeldhouwerye der zelfde Ëeu-
we, waarvan de Overblyfzels tot ons gekoo-
men zyn. Zy doen ons gisfen, dat de Schil-
derkunst daaraan niets toegaf: wyl deeze, vol-
gens het Getuigenisfe van alle aloude Schryve-
ren, evengelykelyk de Mensfen en de Die-
ren bedroog. Die aloude Kenners, dien
men ons aflchilderd als zo kiesch op deHarts-
togten, en op de Juistheid der Standbeel-
den : zouden zy 't minder geweest zyn, op
't Koloriet, op de Tékeninge, en op de
Poeëtife t'Samenftellinge der Tafereelen (i) ?
Wx
.0) Dit onbetwistelyk zynde,is het tot hun Voordeel
uitgemaakt. Mevr. Dacier, en alle haare Aanhangers a
onbepaalde Voorftanders der Aloudheid, zullen 't zelve
zo veele Eeuwen hooger met Homerus Herken ; en wat
kan 'er kragtiger luiden, by dien die 't Zusterfchap der
Dichtkunde met de Schilderkunst zo fterk verknogten !
Evenwel, kan men ons verzekeren dat de aloude Kenners
/. Deel.                  **                       20
-ocr page 17-
fcvuj VOORREDEN.
Wy hebben geen Oogwit gehad, in dit
Werk van de Griek/e Schilders te fpreeken,
nog van de Ouden die voor Rafael ge-
weest Zyn. Verfcheide Schryvers hebben
die Baan1 reeds afgeloopen. Dus hebben wy
ons niet verbonden, dan aan de befaamdfte
Schilders zedert dien doorluchten Man (i).
In de enge Paaien, welken wy ons voor elke
Leevensbefchryvinge hebben gefield , heb-
ben wy getragt niets te vergeeten van 't
geene wézenlyk geweeten diend te worden.
Men zal deri regten Naam vinden van elk
Kimftenaar; zyne Geboorteplaats, van wien
hy Leerling is,de Schilders dien hy gevolgd
heeft,
zo veel op gehad hebben met die Poeëtife t'Samenftel-
linge der Tafereelen, dat zy daarin zo viesch, of met
de Zinlykheid der Fransfen eenftemmig zyn geweest ?
Mogelyk zouden zy de Schouderen opgehaald, zo niet
gelachen hebben, over veele Poeëtife t'Samenftellin-
gen, zonder die van Ie Brun, dat meer is van Pousfyn,
ja van Rajaïl zelfs, niet uittezonderen : onder Voor-
wendzel, dat die zig niet zelden daarin al te gemaakt
gedraagen hadden, van de Waarfchynlykheid en van
de Natuure al te verre afgeweeken waren.
(i) Dus zegt de Fransje Scbryver : maar, in ons
Berigt
('t welk by het LaatfteDeel zal uitkoomen, en voor
deeze Voorreden geplaatst zal moeten worden), gelyk
ook in onze Inleidinge die ftraks volgd, hebben wy
Reden gegeeven van de Veranderinge welke wy maa-
ken, met by de Vindhige de Olieverw' en Janyan
Eyck aantevangen : fchoon dit geene Verfchikkinge
maakt in't Plan des.Schryvers, en hoofdzaakelyk den
Nederland/en Kmstj'cbildêren zal aangaan.
-ocr page 18-
VOORREDEN. xix
heeft, zyne byzondere Eigenfchappen , de
Leerlingen dien hy gequeekt heeft , korte
Aanmerkingen over zyn Merkteken, zyne
voornaamfle Werken, de Kunstgebreken die
hem verweeten worden, eindelyk den Tyd
Zyn's Overlydens. Is nog iets meer noodig,
in een Kort-Begryp ? Sommige Gevallen,
in klyn Getal, zullen in dit Werk het Nutte
met het Vermaaklyke konnen verfpreiden.
Eenige Perfoonen hadden gewenst, dat
men, in fleê van den Historiëfèn-Lof van
elk Schilder te befchryven, zig bepaald had
tot eenvoudige Aanmerkingen over hunne
Werken : maar , wy hebben gemeend dat
het Publicq liegt bediend zoude zyn geweest,
indien men wézenlyke en aanmerkeiyke Zaa-
ken daar gelaaten had om eigenzinnige
Denkbeelden in de Plaats te Hellen, dien elfc
zig over deeze Stoffe kan formeeren.
Indien men 't Leeven der Schilders wil-
de befchryven , met zo veel Langdraadig-
heid en Partydie;heid als het Meestedeel der
ochryveren tot hiertoe heeft gedaan : zulks,
zoude op nieuw den Leezer vermóeijen, met
een1 hoop Letteren die weinig om 't Lyf
hebben.
De Italiaanen-i al te vooringenomen ter
Gunste hunnes Lands, zyn de Maate te bui-
ten gegaan in de Loftuitingen welken zy
aan hunne Schilders geg^Y<in hebben: de
#* 2                      Op-
-ocr page 19-
XX VOORREDEN.
Opfnyery van Fafari, en de Uitweidingen
van Mahazia, zyn de gantfe Wereld be-
kend. Bellori zelfs, hoe goed Italiaan hy
ook is, klaagd over de Langdraadigheid van
den eerstgenoemden, en over de weinige
Oirdeelkunde van Baglioni en Ridolfi en
der andere Schryveren zynes Lands, die
zonder Onderfcheid van alle de Italiaan-
fe
Schilders gehandeld hebben ( i). Fafari
heeft byna niet anders gefproken, dan van
de Toskaanfe Schilders; Ridolfi, van de Fe-
netiaanfe; Soprani,
van de Genueesfe; Fi-
driani,
van de Modenafe; Malvazia van de
Bologneesfe; Baglioni en Baldinuzzi, heb-
ben in \ algemeen van onderfcheide Schil-
ders gehandeld.
De Hoogduitsfers , de Flaamsfen, en de
Hollanders, hebben mede gefchreeven over de
Schilderkunst- Karel van Mander, Schil-
der en Poeët, heeft het Leeven der Oude
Jtaliaanfe
en Nederlandfe Schilders befchree-
ven. Korneüs de Bie, die na hem quam ,
heeft in Flaamfe Vaarzen uitgegeeven, het
Leeven van de Schilders zynes Lands. San-
dr art
,
Ci) Zou Bellori, indien hy een Nederlander was
geweest, niet de eige Klagt hebben konnen doen over
den Leevensbefcbryveren der Nederlandfche KunstJ'chil-
ders,
welke in fteê van te verbeteren, naMaate hun
Tyd befchaafder was geworden, trapsgewyze zo veel
langer gevallen zyn dan K. van Mander, die het Yz
brak ?
-ocr page 20-
VOORREDEN. xxj
drart, die in 't Hoogduits en vervolgens in
't Latyn fchreef, heeft in zyne Teutjche A-
cademie
van de Schilders aller Volkeren ge-
fchreeven (i). Houbraken, Hollands Schil-
der , heeft in zyne Taal1 het Leeven der Ne-
derlandfe Schilders
befchreeven; en Weijer-
man,
ander Hollands - Schryver, heeft ons
laatiïelyk verfcheide Deelen gegeeven, over
de eige Stóffe.
Eenige onzer Frans/en (zegt de Schry-
ver) hebben naar 't Voorbeeld der Italiaa-
nen
gemeend, dat zy met dikke Boek-
deelen te maaken, vol t1 Samenfpraaken en
Uitweidingen, meer Roem zouden verwer-
ven (2), Somtyds hebben zy zig vernoegd,
met
Ci) Naamelyk, wat bygevoegd voor zo verre
zyn Leeftyd jonger was , maar anderzints K. van Man-
der
van Woord tot Woord uitgefchreeven, zonder hem
daarvan eenige Eere te geeven.
(2) De Schryver tékend op de Kant aan, dat hec
Felibien is dien hy hier bedoeld. Ingevalle hy zig hier
alleen bepaalde, tot het geene deezes Leevensbefchry-
vingen , en 't ondereen vermengen van allerhande
Schilders, Gemeenen en Uitmuntenden, aanbelangt,
dan zouden wy het konnen voorby gaan : fchoon Feli-
bien
zelfs beter Onderfcheid gemaakt heeft dan onze
laatere Leevensbefchryvers van Nederlanderen doen, en
betuigd veelen voorby te gaan waarvan niet waard is
iFr?ren te VPOr<^en- Maar, wyl de Schryver dcs-
zelrs Uitipeidingen aanvalt, zo konnen wy ons van deeze
Aanmerkinge niet ontflaan. Wy vinden niet rédelyk
dat hy dus fpreekt: hy welke veel verfchuld is aan die
Uitweidingen van Felibien, waarvan hy den Keest ge-
trokken , en dus zyn Werk tot deeze Vo'lkoomenheid ge-
bragt heeft, zelve belangende zyne volgende Redenee-
#* 5                          ringe
-ocr page 21-
xxij VOORREDEN.
met de Kunftenaaren te noemen , ronder
derzelver Geboorteplaats 3 byzondere Eigen-
fchappen , de Gebreken welke in hunne
Werken aangemerkt worden, en de Steden
die hunne beste Tafereelen bezitten, te be-
tekenen. Zomin aandachtig, om eene goe-
de Verkiezinge te doen onder alle de Schil-
ders die tot hiertoe geweest zyn, hebben zy
de befaamden vermengd onder de gemee-
nen. Wat is 'erwalgelykervoor eenen Lee-
fcer, die zig niet behoord over te geeven dan
aan de Kennisfe der Schilders die zyne Na-
fpeuringen het waardfle zyn ! Is 't niet on-
nut , en zelfs onrédelyk, van eenen gemee-
nen Schilder te fpreeken, waarvan men nog
Schilderyen nog Tekeningen ziet ?
De Partydigheid van 't meestedeel der
Schry-
ringe over 't Kennen vanTékeningen en van Schilderyen.
Heeft hy dan daarin beter konnen flaagen dan den ge-
melden Felibien, dien wy evenwel gebruiken om hem
nog hier en daar te verbeteren : waarom geeft hy hem
dan te gelyk niet de Eere welke hem toekoomt, en zo
wel als hy in deezen aan de Piles kóomt te doen, die
(welk vernuftig Schryver hy ook was) evenwel zo zedig
is van te zeggen dat hy zig niet verbeeld iets nieuws
voorttebrengen, en onder anderen Felibien partikulier-
Jyk bekend voor eenen waarvan hy zig bediende ? 't
geen zo zéker is, dat die eige de Piles zynEerfte Boek,
van zyne Korte Leevensbefchryving der vermaardfte
Schilders, handelende over het Denkbeeld een's vol-
maakt Schilders, mede genoegfaam Woordelyk uit
Felibien getrokken heeft. Zou dan de Piles 't zonder
Felibien, en onze Schryver (hoe verre zyne eige Na-
fpeuringen gaan) 't zonder deeze twé, wel zo verre
gebragt hebben ?
-ocr page 22-
VOORREDEN, xxiij
Schryveren, is niet minder te veroirdeelen.
rdfari heeft niets geroemd, dan de Toskaan-
fi
Schilders; Malvazia, dan de Bolognees-
fe ; Bagiïoni,
nydig over de Verdiensten van.
Guido, van Albanië en van Lanfranc, heeft
'zig niet vervaardigd die drie groote Mannen
enkeld te noemen. Wat zullen wy zeggen,
over den Drift van eenen onzer Tydgenoo-
ten (i) voor de Werken van Rubbens (z)\
Dezelfde heeft hem bequaame Fransje Schil-
ders
doen vergeeten, die zékerlyk Lof ver-
dienen,
't Zal moeijelyk te doorgronden zyn,
Welke de Schilder en de Landftreek is die
van den Schryver 't meest bemind word.
Vriend van de Waarheid,en van het Sclioo-
ne, tragt hy hem overal aantekleeven waar
hy hem ook vind : zonder Aanmerkinge te
neemen, nog op den Naam nog op 't Va-
derland van den Kunftenaar. Alle Volken,
Sedert hy zig aan de Kunsten heeft overge-
geeven, hebben hem altooz evengelyk toe-
ge-
CO De Pi les, die een onzer beste Schryveren
is (dus tékend onze Autheur aan) , fpreekt zeer
flaauw van Pousfyn, en van Ie Sueur : zelve heeft hy
den laatstgenoemden gants vergeeten, in den Eersten-,
Druk zyn's Boeks, A°. 1699.
vond de Waarheid en de Natuur in Rub-
bens,
dien hy in Pousfyn niet vinden kon. De Gron-
den, waarop hy redeneerd, zyn door onzen Schryver
nog niet ontzénuuwd.
#* 4,
-ocr page 23-
xxiv VOORREDEN.
gefcheenen : een Nederlander, een Frans-
man
, zal 't dikwyls, in zékere Gedeeltens
der Schilderkunst, boven een' Italiaan .by
hem overhaalen. Die, welke uitmunten in
de Weetenfchappen en in de Kunsten, zyn
om dus te fpreeken van eenen zelfden Land-
aart, van een zelfde Geflacht : naamelyk,
van dat der Doorluchte Mannen. Dat wy
dan leeren, aan de uitmuntende Werken van
alle Landen het Recht te doen 't welk hen toe-
koomt; dat wy aan onze Landsgenooten ,
als zy het verdienen, de Loftuitingen gee-
ven welken wy zo gemaklyk aan Vreemde-
lingen verfpillen (i) !
Wy zyn zeer verre van 't Gevoelen van
eenige Sc liryvers : die geene andere Achtin-
ge hebben dan voor Historiëfdiilders, den
geenen zeer gering aanzien die Portretten ,
andfchappen , Batailjes , Zeen , Dieren ,
yrugten. Bloemen, Boerekermisfen, Her-
bergen,
C i) Niets rédelyker als dat. Ten aanzien van de
Kunsten, moet allen Land-aartevengelyk aan ons wee-
zen," en dit beoogen wy hier'in onze Vertaalinge en
daarby gevoegde Aanmerkingen, op dat wy daaruit lee-
ren en Voordeel doen zouden. Maar, onder die fraai-
je Voorwendzelen moeten wy ons niet laaten vervoe-
ren , om aan Vreemden meer te geeven dan hen toe-
koomt en dan zy ons konnen toonen. Moeten wy hen
toejuichen, wanneer zy van die Grondftellingen afwy-
ken, om zig ter onzer Verklyninge en Éenadeelinge te
verheffen ?
-ocr page 24-
VOORREDEN. xxy
bergen, en Keukenftukken fdiilderen. In te-
gendeel : een Schilder die de Natuure vol-
ffiaaktelyk heeft nagebootst, al hadhy maar
een'1 Koe gefchilderd, of een' Druivetros ge-
lykZeuxü, is alzo volmaakt in zyn Soort
als Rafaël in 't zyne is. Elk heeft getracht
uittemunten, in het Deel waarna zyn Geest 9
eene Inblaazing, eene natuurlyke Neiging,
hem leidde, 't Is waar, de Histori is het
edelfte Voorwerp der Schilderkunst, het leer-
Zaamfte, en dat geene 't welk de meeste
\Veetenfchappen vereischt. Het Landfchap,
de Dieren, de Vrugten en de Bloemen, zyn
daarvan maar een Aankleefzel ; zy dienen
meestendeels niet anders, dan om de Histo-
riëfe-Onderwerpen optetooijen : maar, alles
beftaat eindelyk in de Nabootsfing' der
fchoone Natuure. Dk's 't enkelde Oogwit,
waar naar men moet poogen (i).
In
( i ) De Schryver bevestigd dan volkoomen, hierme-
de, onze onderfcheide Aanmerkingen, in dit Opzigt te-
gens hem gedaan. Deeze zyne betere overwooge Uit-
drukkingen, moeten dan zékerlyk ten Lof der Neder-
land/e School'
{trekken, welke daarin zo grootelyks uit-
dunt, 'c Beftaat dan niet in een' Vergrooting' van de
Dingen, jq dat Flikkerende van den Geest, 't geen ei-
genlyk het Poeëtife, het Fabelachtige, en 't Roman-
achtige aangaat , waarin de Italiaanen uicfleeken en
de Frans/en \ nog daar boven zoeken te blanketten : 't
welk wel aangenaam voor de Befchouwinge kan zyn,
dogh de waare Overbrenging der Zaaken, nog de ge-
trouwe Verbeelding van de fchoone Natuure niet is.
** r
                              An-
-ocr page 25-
xxvj VOORREDEN.
In deeze onze korte Leevensbefchryvin-
gen, zullen wy niets anders onderfcheiden
dan drie Hoofdfchoolen : die van Italië, van
Nederland, en van Vrankryk. Alles held
over naar deeze drie, zo ten Aanzien van
Smaak als van Manieren (i).
De
Anderzints, algemeenlyk gefproken, als men byzon-
derlyk op die Wyze de Waarheid, 't leerzaame der
Historie ( waarvan de Schry ver zo nadruklyk fpreekt)
uit de Schilderyen, uit de Keeldhouwerye, uit de Me-
dailjes, en uit de Poeëten zoude willen haaien, dan
zouden de Feiten zeer gebrekkig zyn, byzonder die
van de Italiaanen en Fransfen opgegeeven worden: daar
•wy doorgaans moeite hebben om zelve in de ftaatig-
fte Schriften, van Dingen die onder onze Oogen ge-
beurd zyn , de Waarheid te vinden. Rafaè'l zelfs, en
Ie Brun, hebben zy deeze ten Oogmerk gehad, meer dan
de Zinnen te betoveren, en de Dingen voortedoen zo-
danig als zy geerne hadden dat die gebeurd waren ? In
de Nabootsfing' van 't Moderne Leeven, in een Stukje
van Mieris, Jan Steen, of Ostade, enz., zelve in de
Bloemen van van Huijüm, is dan de Waarheid der His-
torie meer te vinden, 't Is wat anders, de Volmaakt-
heid van 't Antiek voor het Mensfelyke-Beeld, en de
Oudheidskunde,in haarlieder eigenlykeBepaalinge aan-
tepryzen.
(i) Geeft dit niet te kennen, dat de Fransje School,
die jonge Bloesfem , jegenwoordig tot een Hoofd-
fchool' verheven zoude zyn, in gelyken Graad met de
Italiaanfe en de Nederland/e, en waardig om den Smaak
der Volkeren naar zig te doen overhellen ? Welke on-
derneeming van onzen Schryver ! dogh geenerwyze
oneigen aan de Vrypostigheid en Inbeeldingc zyhes
Land-aarts, wien zékerlyk geen Vernuft nog Bequaam-
heid ontbreekt, en zelve in den hoogden Graad de
Kunst bezit om zulke Volken door Beuzelingen en.Fleu-
retjes
-ocr page 26-
VOORREDEN. xxVif
De Schoole van Italië zullen wy fchifc
ten in zes Deelen , of Landfchappen; en
dus niet zeggen Romynfe School', enz., maar
enkeld de Romynfe, de Florentynfe, de Ve-
netiaanfe,
de Lombar-dyfe, de Napolitaari-
Je
, en de Genueesje Schilders. Een zelfde
Smaak doet zig gevoelen in alle de Werken
der Italiaanen : zy zyn maar alleen onder-
fcheiden, in hunne verfchillende Maniere van
Schilderen. Rafaël zal 't Hoofd zyn der
Romynfe Schilders; Leonard da Vinci en
M. Angelo, zullen 't wezen van de Fïoren-
tynfe :
met Domenico Ghirlandajo en Pietro
Terugino
daar te laaten, die geene andere
Ver-
retjes inteneemen, die zig zeer gelukkig in deezeWe-
reld^fchatten wanneerze zig volgens deszelfs Modems
en Fantafyen konnen kleeden en reeden, fpyzen en
regelen, ongeacht zulks van den fchaadelykften'Invloed
9P hun Vaderland is, gelyk de wyzteEngels/en en Duits-
ftr's
getuigen. Wat laager vinden wy dringender Re-
den, om de ftouteVoorgeevingen des Sehryvers te kee-
ren : of zou 't ons onverfchillig moeten zyn de Ver-
waandheid een's Volks ten onzen Nadeele te zien en
te hooren, 't geen door de Bank te vlug en te wispel-
tuurig is om zig te bepaalen, gelyk wy aan deszelfs ge-
Quarige varieerendeBfoderies ènÓpfchik in Gebouwen,
en alles wat de Kunsten betreft onophoudelyk zien ,
die byveelen nooit aangenaam zyn dan wanneerze door
eenen Pransfen-Griï beftuurd worden ? Zouden wy 'c
Oros hunner Kunftenaars en hunner Sehryvers, om een'
dozyn verdienftigen welken wy in eenige Klasfen mo-
gen ontmoeten, en waarvan wy ons met Vrugt bedie-.
nen konnen, ten hoogften Toppunt gevest moeten
achten?
-ocr page 27-
xxviij VOORREDEN.
Verdiensten hebben dan de Meesters van
''M. Angelo en van Rafaè'l geweest te zyn.
De Lombardyers zullen aan hun Hoofd heb-
ben , Corregio ; de Venetiaanen zullen aan
't Hoofd hunner Bende praalen, met Gior-
gione
en Titiaan: zonder dat Cimabue, Giot-
to, Lippi, Bel/M, Memmi, Mantegna,
en
anderen, bygebragt zullen worden. De Span-
jaarden,
in klyn Getal, zullen fchuilen on-
der de Napolitaanen; en de Genueezen zullen
ten Opperhoofd erkennen, Lucas Cangiage,
De Nederlandse School zal vier Deelen,
of Landftreeken bevatten : de Hoogduits]ers,
waarvan Albert Durer en Holbeen de Op-
perhoofden zullen zyn ; de Hollanders zul-
len Lucas van Leiden hebben; de Vlaamfe
bullen bezitten, Jan Stradanus; en de En-
gels/e
zullen aanvangen, met Wiïïiam Dob-
fon (
i ). Alle deeze Schilders hebben in 't
algemeen eene zelfde Maniere gehad, welke
gewoonlyk den Flaamsfen-Smaak word ge-
noemd.
In de Fransse Schoole zullen wy niets mel-
den, van Quenel, Caron, Nocroi, Dubois,
"janet
, Bunel, Dubreuil, Bobrun, Dorigny,
du Moutier , en Vignon: om te beginnen
met
Ct) Dit's de Schikking van denSchryver : in dee-
ze Vertaalinge zullen wy, aangaande die Artykel der
Nederl. School', zodanige Verfchikkinge maaken als op
zyn Plaats zal aangeweezen worden.
-ocr page 28-
VOORREDEN, xxi*
met Jan Coufin, Freminet, en Fouët, die
zékerlyk het eerst', in Vrankryk, den goeden
Smaak der Schilderkunst hebben geplant.
De Tyd-ordening zal in idere Schoole
ïiaauwkeurig waargenomen worden, volgens
den Geboortentyd der Schilders : zonder
Aanfchouwinge op hunnen Meester te nee-
men , hebben wy elk aan zyn Vaderland over-
gebragt. Alleen zyn wy daarvan afgeweeken,
ten aanzien van Piet er Lély en van den Rid-
der Kneller : om dat zy gemeenlyk, in onze
Schilderkundige-Wereld, voor Engelfchen
, doorgaan , fchoon zy beiden in Duitsland
gebooren zyn.
In die Tyd-ordeninge fcal de Leerling dik-
wyls voor zyn Meester geplaatst zyn : Ro~
manelli
en Ciro-Ferri bevinden zig voor
Pietro da Cortona. De Tyd-ordening zal
omgekeerd fchynen by Karel Marat , ge-
booren A°. i^S '• "^ zig geplaatst vind
voor Leonard da Vinci^ welke A°. 14,5^ ge-
booren is. Dat alles ontftaat, om dat die
Perfoonen geen eenerly Vaderland hebben :
als uit verichillende Landfchappen van Italië
efprooten zynde. Evenwel zal de Tyd-or-
ening in elke Afdeelinge geregeld aanvan-
gen : by Voorbeeld, zy zal naauwkeurig
zyn onder de Romynfe Schilders ten aanzien
van malkanderen,'en ter zelver Tyd zal zy
ongeregeld fchynen, indien men die dgo
-ocr page 29-
xxx VOORREDEN.
Romynfe vergelyken wil met den Florenfyne-
ren, Venetiaanen
, en de andere Italiaan-
se
Schilders. Dus zal 't insgelyks wezen,
ten aanzien der Hoogduitsfers , Nederlande-
ren,
enz.
Deeze Verzameling vervat meer dan hon-^
derdtagtig Leevensbefchryvingen van Schil-
ders (i); en daar zyn 'er byna veertig on-
der, waarvan de Portretten en de Historie
in geen een Boek gevonden worden. Die
Portretten zyn trouw afgetekend, na 't gee-
ïie wy alhier 't beste gelykend hebben. De
geenen welke van Buitenlands koomen, zyn
met Voorzorge gekopieerd, na de Portret-
ten die in de Familiën der Schilders , in Ita-
lië
', Spanje, Engeland, Holland, en Vlaan-
dere-,
gevonden worden. Andere zyn ge-
nomen uit de Akadémie van St. Lukas te
Rome, na de Origineelen die aldaar worden
bewaard. De Plaaten zyn heftuurd, door
den beroemden Hr. Ca zes, Direkteur van de
Koning!. Akadémie' der Schilderkunst ( 2 ).
Wy
(1)  Volgens 't Plan des Schry vers, enden Frans-
fen-Druk: wyl de Vermeerdering onzer Vertaalinge dat
Getal, ten opzigt der Neclertanderen , veel hooger
doet klimmen.
(2)  Men kan verzekeren, dat geen mindere Zorge
is bygebragt, ten aanzien van de Portretten deezer Ver -
taalinge welke daarna gemaakt zyn, byzonderlyk om
naaukeurig de Gelykenisie te bewaaren : zulks zy, on-
aangezien ze meer dan een derde verklynd zyn, dezelf-
den, verre te boven gaan, zo van Tekening' als Behan-
deling'
-ocr page 30-
VOORREDEN, xxxj
Wy hebben de Kieschheid gehad, van geen
twyffelachtig Portret optegeeven. Daar zyn
eenige aan onze Nafpeuringe ontlhapt, door
de Onmogelykheid van ze te vinden; en der-
Zelver Plaats hebben wy opengelaaten.
Op 't Voorbeeld van verfcheide Schryve*
ren, hebben wy ons een' Wet gemaakt, van
geene in 't Leeven zynde Schilders te Ipree-
ken : 't ftaat aan denTyd om hunnen Roem
ryp te doen worden, en denzelfden zo verre
te verbreiden, als de fchoone Werken verdie-
nen waarmede zy daaghlyks onze Tempelen
en onze Paleizen oppronken. H Is de Tjd en
de Bood (zegt Felibien) die de Verdiensten
of de Gebreken der Mens/en in vollen Dagb
ftl ellen
, welkende Nyt of de Gunst ge duur en-
de hun Leeven verborgen hebben.
Als die groote Kunflenaars eenige Leer-
lingen van den Eerften-Rang hebben gehad,
dan zal men deezer Leevensbefchryvingen
vinden, in de Landftreeke en de Schikkinge
v/aartoe zy behooren. Wanneer die Leer-
lingen maar van den Twéden-Rang waren,
en
deling' en Bevalligheid, en daarbcnevens nog verrykc
zyn met de .Byfleraaden welke in den Frans] en-Druk
niet gevonden worden, die de Portretten eenvoudiglyk
m een Krollyst en op een> donkeren Grond geeft. Zel-
ve heeft men de Voorzorge gebruikt, om die Portret-
ten welke van den Schryver uit bekende Werken ge-
trokken zyn, by Voorbe'eld uit Vajari, met de Origi*
ncelen te vergelyken en daarna te verbeteren;.
-ocr page 31-
xxxij VOORREDEN.
en zy echtereenigen Roem verwierven, zon-
der verdiend te hebben dat men hier van hen
eene afzonderlyke Loffpraake maakte : dan
geeven wy hen een byzonder Artykel in de
Leevensbefchryvinge hunnes Meesters, waar-
in wy kortelyk bybrengen, hun Merkteken,
hunne Verdiensten, en zo veel 't mogelyk
is hunnen Geboortenftond en dien hunnes
Overlydens.
I n de Lyst van de voornaamfte Werken
der Uitmuntende Mannen , die gevonden
word op 't Einde hunner Leevensbefchryvin-
ge, wyzen wy de Tafereelen niet aan die
2,ig in de Kunstkabinetten van Partikulieren
bevinden. Al te onderhevig aan Verplaats-
(Inge zynde, fpreeken wy niet anders dan
van de geenen die in Kerken, Kloosters ,
-Paleizen , en Galleryen der Vorsten, wor-
den gevonden.
't Zoude buiten het Ontwerp deezes
"Werks hebben gegaan, alle de Plaaten opte-
tellen welke na die Uitmuntende Schilders zyn \
gefneeden. Wy hebben alleen aangetekend,
die van hunne eige Hand gefneeden zyn, en
de voornaamfte Graveerders welke na hunne
tTafereelen gearbeid hebben.
Een vry lang Verblyf in Italië, verfchei-
de Reizen naar de andere Deelen van Euro-
pa
, hebben aan den Schryver deeze Nafpeu-
.riflgen gemaklyk gemaakt, Hy fpreekt van
wei-
-ocr page 32-
VOORREDE N. xxxiij*
weinige Schilderyen, welken hy op hunne
•Plaatsfen niet gezien heeft. Veel Neiging
voor de Schilderkunst; eenige Oeffening in
deeze Kunst; een Smaak, dien hy zig ge-
vormd heeft uit de Tafereelen , de Prin-
ten, en de Tekeningen der beste Meesters y
Sedert meer dan dertig Jaaren verzameld s
hebben hem de Middelen konnen verfchaf-
fen om met eenige Juistheid over de Schil»
derkunst te fpreeken.
Als hy de befaamdfte Schilders ichynt te
berispen, en na hunne groote Eigenfchap-
pen gebazuind te hebben de Gebreken hun-
ner Kunst voorfteld, dan is hy 't niet die
ipreekt: hy is maar de Weergalm der goe-
de Scliryveren, en der oirdeelkundige Be-
risperen. Een getrouw Historiefchryver
moet niet alleen bybrengen, wat de geene
c aanmerklykst gemaakt hebben welker Lee-
ven hy befchryft: hy moet daarenboven der-
^elver Feilen niet verheelen. Daar zyn maar
aUeen eenige Schilders, waarvan de Bioed-
ftiaagen nog leevend zyn en geraakt zouden
jonnen worden over al te groote Openhartig -
eid, die ontfnapt zyn aan de juiste Bens-
Pmge vdke
men over hunne Werken zou-
de konnen maaken (i). De Tyd zal dit
Geheim eens ontdekken.                       .
Aan
(I) Wyl dit een Geheim is, konnen wy 't nioc
aooi-gronden,nog de Redenen vinden die den Schrvver
«us doen fpreeken, en bequaam zouden zvn om zvne
L Deel                  *#*                 Pen-
-ocr page 33-
rsxxiv VOO RIEDEN.
Aan den Hr. Lépicié, uitmuntend Gra-
-veerder en Historifchryver van de Koningl.
Akadémie der Schilderkunst te Parys^ is de
■Schryver eene openbaare Erkentenisfe fchul-
xlig, wegens de goede Aantekeningen wel-
<ke dezelfde aan hem geleverd heeft, belan-
gende de Ffamj'e Schoole. Insgelyks zou-
-ae hy , indien hunne Zedigheid zig daar
niet tegens kantte, twé Vrienden konnen
noemen, die voor hem, uit de Nederlandfe
Moeken
, wel hebben willen vertaaien wat
iiem van nooden was.
Voor 't overige wil men nimant onder-
werpen, aan 't Oirdeel welk men bygebragt
heeft over de Uitmuntendfte Schilders : elk
is in volle Vryheid om daar over te oirdee-
len, volgens zynen Smaak en zyne Kunde.
Bedreeve Perfoonen .hebben geene Onderrig-
tinge noodig. Die, welker Gezigt zo verre
niet reikt en die niet aanftonds bevatten
wat in die fchoone Kunst te vattei^ie, zullen
f een Verdriet hebben van eenen Wegh ge-
aand te vinden, welke hen leid om hun
Oirdeel te oeffenen en hunne Kennisfe te
volmaaken. Het Publiq is de Opperrichter,
over de Verdiensten en de Begaaf'dheeden.
Penne te doen verdenken, als de Werken van. eenige
Qverleede Schilders vierende uit Ontzach voor hunne
Bloedvrienden. Echter raakt dit ontwyfFelbaar alleen
de Fransje School', die ons 't minste aangaat, en dus
zo hoog' opgevyzeld zal zyn als zy immer gedaan kan
worden.
VER-'
j
-ocr page 34-
VERHANDELING
OVER 'T KENNEN
V A N
TEKENINGEN
E N V AN
SCHILDERYEN.
P^stEjR men de Hlstonë der Uitmunten>
Si E m de Scnilders befcJiryft en over hun,
itell ne Werken fpreekt, fchynen eeni-
ge Grondregels vooraf te moeten
gaan-, om tot de Kennisfe die'r fraaije Stof*,
ten te koomen. Geen Schryver, voor z.o
£eil?en weet' heeft dit °nderwerp be*
i K^Te Indien wy eenige Onderrigtingea
Rebben over de Tekeningen, over cïe Prin-
v2> 5* °Ver de ScJlilder7en > z0 *ynze niet
Mar6,i n de Byzonderheeden,noodig om
naar volmaakt te leeren kennen.
UE Hr. <fe _p//w ^!) 3 Auteur van die On~
der-
*
,l O Onze Autheur tékend op de Kant het vo-Igen-
#$ # o                             ^ff.
-ocr page 35-
xxxvj VERHANDELING.
derrigtingen, zag 't voor eene onmogelyke
Zaake aan, vaste Regelen over die Stóffe te
feeven; hy wenste,dat liet weinige, 7t welk
y daarvan gezegt heeft, imant mogt aan-
moedigen om het in 't vervolg te vermeer-
deren. Wy hebben ons voorgefteld, zyn
Ontwerp te volgen.
D e Tekeningen , oneindiglyk verheven
boven de Printen, houden het juiste Midde
tusfen deezen en de Schilderyen. Ze zyn
de eerste Denkbeelden een's Schilders , het
eerste Vuur zyner Inbeeldinge, zyn Styl,
2yn Geest, zyne Maniere van Denken. Ze
zyn de eerste Origineelen, die dikwyls aan
de Leerlingen des Kunstfchilders dienen om
Schilderyen te fchilderen, welke daarvan
maar de Kopyen zyn. De Tekeningen be-
wyzen nog de Vrugtbaarheid, de Leeven-
digheid van den Geest des Kunstenaars, de
Verhévendheid zyner Aandoeningen, en de
Gemaklykheid waarmede hy ze heeft uit-
gedrukt.
Een Schilder, fchilderende een Tafereel,
verbeterd zig, en beteugeld de Oploopend-
heid van zynen Geest. Maakende eene Té-
keninge,fmyt hy 't eerste Vuur zynesDenk-
beelds
de aan. 5> Ik hebbe dien uitmuntenden Schryver by-
„ zonderlyk gekend,- en ik ben hem de eerste GvoncU
„ regelen van 't Kennen van Tekeningen verfchuld ".
-ocr page 36-
VERHANDELING, xxxvij
beeldsuit: hy geeft zig aan zyne Drift over 5
en toond zig zodanig als hy is.
D e onderfcheide Manieren van Tekenen ,
ioopen uit op drie : naamelyk , met de Pen-
ne, met Tékenkryt, en Gewaschen.
De Pen laat zig lugtig behandelen , en
word onderfteund door Artfèeringen aan de
Zyde der Schaduuwen. Dikwyls maakt men
alleen de Omtrekken, met de Penne; en men
wascht, aan de Zyde der Schaduuwen.
Het Tékenkryt is meer in Gebruik, en
kan artfeeren aan de Zyde der Schaduuwen.
Men bediend zig van Roodkryt, van Zwart-
kryt, en van Witkryt, en van Krytwit om
de leevendigfte Lichten te ontfteeken. Dit
laatfte, onderhevig aan't uitwisfèn, nood-
zaakt dikwyls om het met Gomwater tewry-
ven,en 't met het Penfeel te gebruiken : dan
noemd men 't Krytwit, of Wit van 't Penfeel.
Het Waschen word gedaan met een
Penfeel,gedoopt in Roet,in gèvreeve Rood-
st, Indigo, of O. I. Ink,cgelegt aan de
^yde der Schaduuwen, verzagtende naar de
Verlichte-Deelen.
ÖAAR zyn Tekeningen, beftaande uit ak
e dle drie Manieren te gelyk ; en andere,
gemaakt door de drie onderfcheide Soorten
van 1 ekenkryt tefFens, waarom ze genoemd
worden met de drie Krayons.
Men noemd eene Gedoezelde-Tekening^
* * * 2
                    die
-ocr page 37-
xxxvnj VERHANDELING.
die gedaan is met een Kryt tot Poeijer ge-
bragt (i), 't geen gevreeven word aan
de Zyde der Schaduuwen, met het Spitze
van klyne Rolletjes van Papier of van Zeem :
alles, zonder Artfeeringen.
Alle Tekeningen verdeelen zig in vyf
Soorten.: men heeft Schets/en, Opgemaakte-
Tekeningen, Studiën, Akadémiebeelden,
en
Kartons.
De ScHETSSENjZyn de eerste Denkbeelden
dien de Schilder op het Papier ontwerpt, ter
formeeringe van't Werk 't welk hyzig voor-
fteld : men noemdze dus Scbetsfen 9-oE Ont-
werpen
, wyl de Hand niets anders gedaan
heeft dan overhoop, en om dus te fpreets.en
de Figuuren, de Groepen, de Schikkingen,
en de andere Deelen die dezelfden uitmaa-
ken, zo maar heen1 te flansfen. Die aange-
douwde Tekeningen, met veel Snelheid ge-
daan , zyn dikwyls niet zeer juist, en konnen
gebrekkig zyn ten Aanzien van de Doorzigt-
kunde, en van de andere Deelen der Kunst :
maar, dit zyn geene Gebreken in een1 Schets',
waarvan het Oogwit is eene Gedachte te ver-
beelden die met veel Geest uitgevoerd is,
of
(i) Het doezelen, van vry laager Graad dan 't
Artfeeren, word ook gedaan met het ongevreeve Té-
kenkryt in de Tékenpenne: fleepende en vryvende het
over 't Papier, xonder of rnet Artfeeringen daarover tè
brengen. Met Potloot word insgelyks getekend.
-ocr page 38-
VERHANDELING xxxïs
of wel afzonderlyke en onvolmaakte Beek
den die 'm eenige t'Samenftellinge moeten
koomen, waarvan zy een Gedeelte uit-
toaaken.
Opgemaakte Tekeningen, zyn de eige
Gedachten, beter overwoogen en doorwrog-
ter, by Uitftek genoemd Overgebragte, Uit-
voerige, Vaste, Voltooide, Kapitaale-Té-
keningen: wyl zy een juist Denkbeeld van
het Werk geeven. Gemeenlyk is 't volgens
deeze Stukken, die 't laatfte gemaakt zyn,
•dat men het Schildery onderneemd.
Studiën zyn Gedeeltens van Figuuren,
na 't Leeven getekend : gelyk, Koppen,
Handen, Voeten, Ermen, fomtyds gantfe
Beelden, welke in de volkoome t'Samenftel-
linge een's Tafereels koomen. De Klee-
dyen, de Dieren, Boomen, Planten, Bloe-
den , Vrugten , Landfchappen , zyn ook
Studiën die oneindiglyk daartoe dienen.
Men geeft den Naam van Akade'miebeel-
DEns aan Beelden die na 't Leeven getekend
^Y11} in Standen behoorende tot de t'Samen-
ttelünge van een Schildery, om daarvan het
^aakt en de Omtrekken naauwkeuriglyk te
nebben. Vervolgens kleed men die Beel-
den, op een' Wyze dat dit Naakt altooz
gejtreeld zy en nagegaan kan worden. Niets
doet de Juistheid een's Meesters beter ken-
ïien,dan datSoort van Tekeningen : zybe-
# # * a,                   wy-
-ocr page 39-
VERHANDELING.
XL
wyzen te gelyk, zyne Bequaamlieid in ds
Ontleedkunde.
De Kartons zyn groote Tekeningen,ge-
daan op Graauw-Papier, van de eige Groot-
te als 't Werk waarvoor zy gefchikt zyn .
Men kalkeerdze met een Priem, op de versfe
Bepleisteringe van een Vak, om dit vervol-
gens in Fresko te fchilderen. Voor Tapy-
tQn, worden ook Kartons gemaakt.
D e Tekeningen der groote Meesterg,
gants Geest zynde, maaken eene der ftree-
lendfte Raariteiten uit. Zy geeven de besto
Onderrigtinge, aan eenen Kunstminnaar, 't
Is een vrugtbaare Bron, waaruit hy alle de
Verlichtingen kan fcheppen die hem nood-
fcaakelyk zyn. Door dezelfden, om dus te
fpreeken, verkeerd hy met die groote Mannen;
hy bekoomt Lesfen van hen. Onderzoeken-
de eene Verzamelinge van hunne Tekenin-
gen , maakt hy zig met hen gemeen : hunne
onderfcheide Manieren ontdekken zig, voor
zyne Befchouwinge. Indien die Tekenin-
gen volgens Tyd-ordeninge gefchaard zyn
by Schooien, dan erinneren zy, aaneenvol-
gende, de Hiftorié* en het Leeven die'r be-
taamde Kunftenaaren (i _).
Al-
(i ) De Schryver tékend op de Kant aan, dat hy
eene Verzamelinge van Tekeningen der groote Mees-
teren, van allerhanden Land-aart, gemaakt heeft, die
voor
-ocr page 40-
VERHANDELING, xlj
A L g e m e e n l T k zyn de Tekeningen min
moeijelyker te kennen, dan de Schilderyen :
"et Koloriet, de Doorzigtkunde, het Lient-
5^ Bruin, word 'er zelden in gevonden. Een
v erftand van de Regelen der Tekenkunst*,
cen Oeffening om den Toets van elk Mees-
ter te onderfcheiden, voldoet aan imant die
"e Schilderkunst bemind : de Natuurlyke
Smaak, de Neiging, gevoegd by eenige Er-
vaarendheid, zullen het overige goedmaaken.
M en zegge niet , dat de Kennis der-
Schilderyen "en der Tekeningen zeer onzeker
*s. De Abt Dubos bedriegd zig wanneer hy
voorgeeft, dat de Kunst, van den Maaker
eeris Tafereeh uittevinden door
V befpeuren
van de Hand des Meesters, de gebreklykfte
*s van alle Weetenfchappen.
Op dit Onder-
werp brengt hy een oud Historietje by, van
Julio Romano , welke eene Kopie van An-
dries delSarto
gemaakt (naar het Portret van
£f° X.3 waarvan dezelfde Julio Romano de
J" eederen had gefchilderd) voor een Orieri-
ne^ van Rafaimm. '
                        ö
andien die Schryver eenige Oeffeninge
an 't Schilderen, of wat meer Kennisfe van
dee-
T^ülnn'rr c?er besten van Europa kan doorgaan : datze
is5Syk gefchikt, by Schooien, ffamengefteld
Tèk nt negen Duizend origineele en uitgezogte
cf„^?mg^n,' Vermengd met uitvoerige Stukken, met
^udien, Schetsfenj e&n Akadémiebeelden.
-ocr page 41-
*lij VERHANDELING.
deeze Kunst gehad had, dan zoude hy ge-
weeten hebben, dat een enkelde Boomilag
in een Schildery zyn' Maaker ontdekt; en dat
de Kopieerder doorgaans maar al te veel van
't zyne daarin brengt, om zig te verklikken.
't Is insgelyks met de Tekeningen. De Hand
vermoeid zig in 't kopieeren ; zy kan niet
lange het Bedwang veelen; zy veroirlofd zig
Trekken die haar eigen zyn; en 't zyn dee-
1Q laatstgenoemde Trekken, die den Namaa-
ker verraaden en het Bedrog doen ont-
dekken.
. Eindelyk, de Manier van Tekenen
een's Schilders onderfclieid zig gelyk den
Letter een's Schrifts, en beter dan den Styl
een's Schryvers. Men weet dat Geletter-
den, die 't Gevoel fyn en den Smaak eêl
hebben, zig hierin zelden vergisfen.
Indien de Schilders geene byzondere Ma-
nieren hadden, dan zoude 't onmogelyk zyn
hen van malkanderen te onderfcheiden. De
Manieren worden gevormd, uit de onder-
fcheide Wyze waarop de mensfèlyke Geest
bequaam is eene zelfde Zaak' te bevatten ,
die de Nabootsfing der Natuure is. De al-
lerbequaamfte Schilders hebben hunne Ma-
niere,
zonder evenwel Gemanierd te zyn*
De Manier verflaat zig, uit de Wyze van
arbeiden: dit's het Doen een's Schilders, dit's
StynStyl. Daarentegens wil Gemanierd zeg-,
gen,
-ocr page 42-
VERHANDELING, xuij
gen 5 alles wat buiten de Natuure en het
aare gaat, al wat zig van de Praktyk bnt-
'ccna, en al wat een Gebrek is (i). Dus
yn eene Maniere te hebben en Gemanierd
ZQZQni
twé 2eer verfchlllende Zaaien.
Men behoorde niets natebootsfen dan dé
iNatuure en hét Antiek , zonder zig over-
Jegeeven aan de Maniere van imant. Groo-
£e vernuften maaken zig eene Maniere, wel-
*e *y van rond-omme ontleenen, en na gee-
ne andere gelykt. Die, welker Geest min
verheven is, verkiezen onder de Meesters»
aen geenen die 't meest naar hunnen Smaak
is . zy kopieeren hem, zy volgen hem Voet
voor Voet, zonder ooit uit zyne Maniere te
Koomen nog dezelfde te verbeteren. Voor
t overige, de Natuur heeft geene Maniere,
V heeft geenen Toets : alles vertoond zig
aaarm verfmeltend',en van volmaakte OveS
cenitemminge.
n PEEN' byzonder Schilder moet men dan
naoootsfen : hoe bequaam hy ook is , zo
ieett hy evenwel altooz zyne Gebreken,
eenIAa^HAN,lERI,,tf zvn? is,volgens ons Begryp,
ze, 't zv fn h^ï1 Zéke/e Z1? a,Cooz gekkende Wy-
der arhi t* Schoone c
ZY m h« Gebreklvke: zoni
va" de PerSr11 °P,de Verfcheidenheid, L maati
tuur uitmunt ™ei] deor,werPen, waarin de Na-
«agebówsT
          6 d0°r de volmaaktfteSchilders worct
-ocr page 43-
Xliv VERHANDELING.
waarby de Leerling, of de Nabootsfer, nog
altyd de zynen voegd. V Zyn de Werken
der Mensfen niet, maar dien der Natuure
,
dien gy te verbeelden hebt, zeide Leonard
da Vinci,
C. xxiv. Boots de groote Man-
nen niet na, dan in hunne Wyze van Den-
ken ; volg hunne Maniere van fchilderen
niet: dit1s het Middel om niet gemanierd te
wezen. Zyt het Origineel van uwe Manie-
ie : de Natuur en het Antiek zyn goede
Leidslieden genoeg, om u niet te doen ver-
dwaalen.
Verscheide Schilders (ge&yk Jofepyn9
Cangiage,
de twé Zucchertfs) hebben zig
laaten vervoeren door hunnen eigen Geest :
%y hebben niet anders gevolgd dan hunne
Grilligheid, zonder het Leeven en de Even-
redigheid der Antieken te raadpleegen. An-
dere hebben zig vernoegd met bequaame
Lieden natebootsfen, welke voor hen die
Proefltukken der Kunst hadden onderzogt.
Het groot getal Schilders, 't welk wy
tot hiertoe gehad hebben, ontflaat ons van
alle hunne byzondere Manieren te kennen.
't Is genoeg, zig te verbinden aan de Wer-
ken der grootfte Meesters, zonder zig op-
tehouden met die menigte van min beroem-
der Kunftenaaren, die onder hen gearbeid
hebben.
Eenige Gemanierde Meesters (gelyk Jo-
fipyn,
-ocr page 44-
VERHANDELING. XLy
fepyn, Cangiage, en de Zuccheró's boven
gemeld) zyn zo gemaklyk te kennen, dat
men daarin niet kan mistasten, zo men maar
iets van de Behandelinge heeft. Wigtiger
Meesters, moeten met meer Aandacht on-
derzogt worden: dogh 't is zeldfaam in-
dien zig daarin niet eenige Toets opdoet,
die u Voet voor Voet in de Ontdekkinge
der Waarheid geleid.
De Schilderkunst is eene die'r Zaaken,
die onder het Begrip vallen : elk oirdeeld
volgens zynen Smaak , en wil vonnisièn
voor de gantfe Wereld. Die Smaak, om
foed te weezen, moet gevoed zyn met noo-
ige Weetênfchappen : opdat men niet gely-
ke na zulken waarvan Quintilianus Ipreekt,
die geene andere Reden van de Deugd een7s
Werks geeven dan dat het hen behaagd.
botli rationem componendi intelliguntlindotti
voluptatem.
, .Öe Kennis der Tekeningen beftaat in
drie voornaame Artykelen. Het eerste is ,
?m te weeten of een Tekening goed ofcjuaad
ls- Vervolgens, zoekt men naar den Naam
en de Schoole des Meesters. Eindeïyk vorscht
men na, of de Tekening een Origineel dan
wel ectf Kopy is.
't ls byna onmogelyk het Goede en het
Quaade van een Werk te onderfcheiden, en
het Vonnis 't geen men daarover veld te ftaa-
yerïj
-ocr page 45-
3clVJ VERHANDELING.
ven,indien men de Kennisfe van de Grond-
beginzelen der Schilderkunst niet bekoomen
heeft. Door gelukkige Vergelykingen, door
fcene Doordringendheid van Geest, door
eene fterke Neiginge, vormd men zig eenen
grootsfen Smaak en een juist Denkbeeld van
't wézenlyke Schoon. Een bequaam Schil*
der zal beter oirdeelen dan een1 gemeen Lief-
hebber , over 't geene goed in een Werk is :
vervuld van de Regelen zyner Kunst, welken
hy geduuriglyk oeffend, moet hy dezelfden
Ibeter gevoelen in een"1 Tekening1. Indi en die
Liefhebber echter, by de Liefde welke hy voor
de Schilderkunst voed, eenige Praktyk in
deeze Kunst daarby voegd ; indien hy de
noodige Studie en Overweegingen, om dat
wézenlyke Schoon te onderscheiden, gedaan
heeft: dan kan hy zo goed daarin oirdeelen
als de Kunstenaar ( i). 't Gantfe Onder-
fcheid,
CO Zelve zal hy 't algemeenlyk veel beter doen
'dan den Kunstenaar. Zyn Gezigt zo" goed zynde als dat
van deezen ; zyne Kunde, over alle de noodige Deelen
een's Tafereels, doorgaans veel verder gaande,en hem
zelve voor Gemanierdheid hoedende; zyne Kunstlief-
de (wantwy onderfcheiden'hem wel dégelyk van den
Kunstkooper) vry van Vooruitzigt van •Winst zynde,
waardoor de Schilder aangezet moet worden ; zy-
ne Ervaarendhcid, waartoe een geduurige Nafpeuring,
'van al wat uitmuntend is, hem gebragt heeft ; zyne
Onpartydighcid, die alleen het Schoone zoekt en uit-
Jdpt : dat alles, by malkaar gevoegd ('t welk onder
de Schilders zeer zelden word gevonden") m,aakt hem
on- .
i
-ocr page 46-
VERHANDELING. Xlvïj
fcheid,'t geen tusfen hen is, beftaat dan hier-
in3 dat de eerstgemelde hetSchoonekend en
c weet te maak en, in fteê dat de laatstge-
noemde het maar alleen kan kennen.
De Uitvinding, de Juistheid, de goede
Smaak, een groot Oirdeel, de Uitdrukking
der Hartstogten, het verhéve Denkbeeld,
«en geestigeToets, en de Vryheid der Hand,
niaaken 't waare Schoon eener Tékeninge
uit. Zelden vind men alle die Deelen in
een Werk vereenigd. Inderdaad, een Te-
kening kan op een' vrye Wyze gemaakt zyn,
zonder een' geestigen Toets te hebben : die
Vryheid fprmt uit niets anders voort, dan
uit de Stoutheid der Hand.
Zo-
ontwyffelbaar veel bequaamer om te oirdeelen dan den
schilder. Wil men een Voorbeeld : alle de Schii-
ers van Italiëbragten zo veel niet toe, om de Ver-
'ensten van Titiaan te doen kennen, dan een enkeld
£j."j]stm'nnaar deed ! Zou men niet moeten vooronder-
iaat i?' datvzo veeie Schilders zo veele Kunstminnaars,
ter i ?n Kenners, zouden moeten zyn,- en is dit ech-
•Js 't d° ^en niet meest:endeels een Witte-Raaven ?
ryl-, an n°g veeltyds niet meer om Winst met Schilde-
WoorH te doen' dan uic waare Kunstliefde ! In een
naarzi /ZOnder dat een wézenlyk Verdienftig Kunfte-
den ScliM ee.n of 'tander kan aantI'ekken), zal men
merken • hS 'n deezen wel aIs onpartydig konnen aan-
ppn„ hun u ar men zo dikwyls onder hen, zo wel we-
■Weiiini' yzonder Voordeel als uit Eigenliefde, de
vooni Hipf doordraaien om malkanders Werken,
'02PI rnner Tydgenooten te verachten, ja de
t! v 1          esten van de verdienftigOe Schilderjeugd
te veidooven en te verdrukken?                       J °
-ocr page 47-
XLViij VERHANDELING.
Zodanige Tekening welke dan het meeste
van dieDeelen verzameld heeft,zal het vol-
maaktst zyn. Somtyds kan zelve een Werk,
't geen niet juist nog van een' fraaije t'Sa-
menftellinge is.gelyk een Studietékening kan
zyn, voor deugdelyk doorgaan, indien het
Kleure heeft, indien het van eenen fchoo-
nen Toets is. Men zegt, dat een' Teke-
ning kleur heeft, dat zy gloeijend is, wan-
neer de Toets vol Vuur is. Zodanig zyn de
Tekeningen yanBarozio,\zn Wi/Iem Baur ,
van Benedetto, vm.Guercyn , van Rub-
henS)
van van By'k, van Rembrant, van la
Fosfe
, en anderen.
Belangende het twéde Artykel, om
den Naam en de Schoole van eiken Meester
te onderfcheiden : daarin heeft de Liefheb-
ber weer vooruit, boven den Kunstfchilder.
Die twé Zaaken hangen meer af van de His-
torie der Schilderkunst, dan van de Oeffe-
ninge der Hand. Zy zyn de Vrugt van een'
groote Vlyt, om de onderfcheide Schooien
en de Verfcheidenheid der Manieren te ken-
nen. Door Kragt van menigte Tekenin-
gen, eener zelfde Hand, te onderzoeken
en te vergelyken, word men ze gewend,
geeft men zig een net en duidelyk Denk-
beeld van 't Merkteken en deHandelingevan
elk Schilder , maakt men zig daarmee ge-
meen. Indien de Tekening in eenig Deel
naar
-ocr page 48-
VERHANDELING. Xli&
naar die van eenen anderen Meester gelykt 3'
ls Ze altooz verfchillend in eenige Zaak'; em
"«lts genoeg. De Printen, gegraveerd naar
Schilderyen, doen mede daarvan den Smaak,
jennen. Een gelukkig Geheugen, een hel-
dere Geest, om alle de onderfcheide Behande-
lingen te onthouden zonder dezelfden te
verwarren, zyn daarin volflrekt noodig.
Het Geheugen werkt meer dan het Oir-
deel 5 als men niets beflist dan door Gebruik;
fliaar als men op Grondregelen te werk
gaa,t, dan is 't gants anders. In een1 Téke-
ninge word men twé Merktekenen ontwaar:
dat van den Geest, en dat van de Hand.
Door 't Merkteken des Geests in een'
Tekening', verilaat men de Verhévendheii
Jan Gedachten,de Verrukkinge,en 't groot
^irdeel, dien een Schilder in de Verorde-
runge zyn's Werks doet zien.
Het Merkteken des Hands, is de Behari*
oellng welke elk Meester zig eigen maakt
m te werken. Die Hand moet gehoorzaa-
en aan de Gedachten: zy is daarvan de
^aavm. Het Hoofd maakt de Tékeninge
e, ^ de Hand, die niets anders doet dam.
deszelfs^lliiitt^.oem^
1 Vaste Grondregelen van deeze Kunst
te geeven, moet me'n ? diende eene Téke-
ninge , een dubbeld Onderzoek doen : 't
eerste beltaat5 ^ daarvan den Smaak te ken-
- I. Deel.
             ###%                   nen;
-ocr page 49-
VERHANDELING.
1
nen; en het twéde, om den Naam en het
Merkteken van den Maaker te ontdekken.
D e Smaak van 't Land, waarin een Te-
kening gemaakt is, doet daarvan de Schoo-
le blyken. Een Landfmaak is niet anders ,
dan de naturelle Geest des Land-aarts. Men
onderfcheid drie Soorten van Smaak : de
Italiaan/e, de Nederland/e, en de Fransfe.
De Italiaanse Smaak heeft zie: ge-
formeerd, op de Antieken dien Italië bezit.
Dezelfde beftaat, algemeenlyk , in de Juist-
heid van Tékeninge, in een' fchoone Ver-
ordening' , in veranderlyke en tegenwerken-
de Omtrekken, in een' keurlyke Verkiezin-
ge van Standen,in een1 eêle Gemoeds-uitin-
ge , onderfteund van een groot Koloriet.
Te Rome, te Florence, heerst de Tekening :
men word 'er vervoerd door dit groote
Deel der Schilderkunst, zonder welk de an-
dere niet konnen beftaan. In Lonibardye en
te Venetië, trekt het Koloriet de Kunstfchil-
ders : zy zien het aan als de Eigenfchap
des Schilders; en zy verwaarloozen de Te-
kening1 , om zig alleen overtegeeven aan
de volmaakte Nabootsfinge der Natuure,
die niet zigtbaar is dan om datze gekolo-
reerd is (ï).
                                          De
C i ) D e Schooien van Lonibardye en Venetië bezit-
ten dan den Italiaan/en Smaak niet, volgens de Defini-
tie welke de Schryver zo aanftonds van deezen geeft.
De
j
-ocr page 50-
VERHANDELING. ij
DE Nederlandse Smaak is de Na-
J.lllr zelfs, zodanig alsze is, zonder veel
yerkiezinge, en zonder zig met het Antiek
« bekreunen. Het Koloriet, onderfteund
öoor een' Malschen-Toets, is aldaar het
voornaame Doel (i). Men kend altooz
^hen Smaak, aan eene zwaare Wyze van
lékenen (2). De Hoogduits/er $ hebben
meer van 't Gottife : zy neemen de Natuu-.
re zonder Verkiezinge, zy kopieeren daar-
in zelfs tot de Gebreken toe.
De Frans se Sm aAk, indien men min-
der bevangen was van Italië, zoude het aan
ae twe anderen konnen betwisten (3 ;. De
r» u ie                                              Juist-
nfr hi . Van dcnJtall^nfen Smaak is dan vervalscht.
hv '♦t- hy woordeiyk moeten onderfcheiden , gelyk
nY t hier onbedacht fchynt te doen.
jj O Waarin is dan de Nederlandfe School eisen-
vol«Sn4der, dai] df/f/^frf3!/> en de Fenetiaanfe,dien-
voigende dan de Helft der vergoode Italiaanen t
moete ° U R D E' zegt de Schryver'en dus zoude ™ea
konde ,vertaa,en5Lompe: indien men zig verbeelden
aanged^ hy 'f dus fterk mecnde i die zig elders vry
Vefklaai-H uVan nnc Kunst toond- Evenwel > waarom
wel der? niec weik beter zy' zwafflr te t&enen dan
üe Lomhi i"1^ te wrwaarloozen, gelyk hy zegt daC
(3 jih"^ en de fenetiaanen doen?
wat Tyd hTK,'s den hoo3ften Snaï>r geflagen. Zedert:
koomen-in n de Framfen zuIke Kunstvermogens be-
linge hunner°jn,ge weinige Jaaren, zedert de Vastftel-
of zedert deV^mie Royale de Pemtiire tfde Sculpture,
bien
van dp^Jgaave onzes Schryvers te Parys! Feli-
Üeniet minder as w°ordelyk gevolgd, die echter bei-
Dlet minder d*R den SchryverdeEere hunnerLands-
# f # # j
                 genoote»
-ocr page 51-
VERHANDELING.
"LIJ
Juistheid, de Verhévendheid van Gedach-
ten , het Zinnebeeldige, het Poeé'tife , de
Uitdrukkinge der Hartstogten, en zelve 't
Koloriet, bevinden zig dkwyls daarin ver-
zameld. In't algemeen, hebbende Frans-
jen
minder Toets dan de Nederlanders; de
i Verkiezing der Standen en der Beelden, is
min fierlyker dan die der Italiaanen. Even-
.wel moet men hiervan onze groote Schil-
ders
genooten verheffen, en de Nakoomelingfchap inwik-
kelen om zig over hunne Kunstwerken te verwonderen,
Is echter wel verre van zulken hoogenToon te voeren.
„ De Fransje-Smaak (zegthy) is altooz zodanig ver-
3, deeld geweeft, dat het moeijelyk is een regt Denk-
„ beeld daarvan te geeven: want, het blykt dat de
„ Schilders deezes Land-aarts in hunne Werken ver-
3, fchillend genoeg van malkanderen geweest zyn.
„ De eene hebben zig vernoegd met in Rome te ftudee-
3) ren ; andere, hebben zig langer te Venetië opgehou-
,, den en zyn te rug gekoornen met eene zonderlinge
„ Neiginge voor de Werken van dat Land; eenige ,
„ hebben al hunne Schranderheid ingefpannen, om de
3, Natuure natebootsfen zodanig alszy de zelfde meen-
j, den te zien. Onder de allerbequaamste Schilders,
„ die zedert eenige Jaaren overleeden, zyn 'er die den
„ Smaak van't Antiek, andere welke dien van Anni-
3, bal Caratz, ten opzigt der Tekening', gevolgd heb-
y> ben. De eene en de andere hebben flëgt Koloriet
„ genoeg gehad ". Moet men dan (^uitzonderende dee-
zen allerbequaamften,en maar algemeenlyk gefproken,
gelyk onze Schryver ontwyfFelbaar ten aanzien van
alle andere Schooien doet) niet veel eéï herhaalen, dat
de Frans/e Smaak als een Weerhaan draaid, op Klater-
goud gezet is : ten minste, dat dezelfde niets geré-
gelds heeft, maar vol Verfcheidenheid en Veranderlyk-
heid is ?
                                              /
-ocr page 52-
VERHANDELING, mij.
^rs uitzonderen (zegt de Schryver), gelyk
rouè't 3 Pousfyn , Ie Sueur, Bourdon , Ie
r^s Jouvenet, enleMoine (i).
Alle die Volken, als zy op 't Antiek
en de Werken der groote Meesteren ftudee-
ren, hervormen dikwyls hunnen Land/maak,
en verbeteren dien oneindiglyk.
Uit die Aanmerkingen, zal eene natuu-
relyke Kennisfe van den Smaak der Volke-
ren gebooren worden. Ziende eene Téke-
ning', zal men ze aanftonds overbrengen
aan de Schoole waarop zy het naaste trekt -y
en men zal zeggen 3 z.e is in zodanigen
Smaak. Dus zal men het Land weeten
waarin de Tekening gemaakt is, en byge-
volg de Schoole des Meesters.
In het twéde Onderzoek, kend men den
Naam en 't byzonder Merkteken van elk
Schilder : naamelyk, zyn' Styl en zyne Ma-
ï^ere van zig op 't Papier uittedrukken.
^eeze Manier is als een Soort van Schrift,
geen den Mensfen onderling onderfcheid,
zulks
de v ^M van Jm'uenet en ^e Moine, maar zelve van
te fp°°r"aamften, gelyk Pousfyn en Ie Brun hier niet
een en^t' °P wel^er Leevensbefchryvingen wy 't
wel niet An^sv zullen aanmerken, zo meenen wy even-
frhvnfrp»^,de Schryver, gelyk hy dus van ter Zyde
ti?2" "J?Ilen doen, openbaarelyk deezezeven Hoog-
vlieger zyner Schoole met de M. Angelo's, Rafaëlf,
evenn"V ésio's> c^ratzen> enz-> vermogens is te
-ocr page 53-
jciy VERHANDELING.
zulks ider een byzondere Letter heeft die na
geenen van anderen gelykt. Dat Soort van
Schilder-Letter, doet zig altooz kennen aan
eenige byzondere Trekken. De een maakt
gezwolle Oogenaan zyneBeelden, geeft hen
zékeren Draai van Hoofden, huid hen op eene
byzondere Maniere , gelyk de Zuccheró's.
De ander maakt de Hairen, en de Baarden,
op eene vreemde Wyze : zyne Kleedyen
zyn ontworpen volgens zékere Zinlykheid;
Zyn Omtrek is hard of vloeijend ; de Uit-
ftrekkende-deelen zyner Beelden zyn zeer
juist, fomtyds verwaarloozd. Eenige maa-
ken de Vingeren lang, gelyk Spillen. Daar
zyn'er, welker Kleedyen gebroken zyn met
klyne Plooijen, en vznjïegten Smaak zyn. De
Penfeeltoets hunner Boomen, hunner Ge-
bouwen , hunner Gronden, is eigenaartig.
In een Woord, een enkelde Trek kan hen
onderfcheiden.
T i t i a a n , Corregio , Paulo Feroneez,
hadden geenen Toets , wyl de Natuur 'er
geenen heeft. Tem er s, die de Natuure met
andere Oqgen befchouwde, heeft eenen zeer
iugtigen en zeer geestigen Toets. Zékere
'Merktekens, gelyk Mutsfèn, Wapentuig,
zelve de Naam een's Schilders, zyn maar
Halve - preuven. Indien men eene Feil vind,
4ie niet gemeen is aan den Schilder v/aaraan
meii de Tékeninge toe-eigend , dan moet
men.
-ocr page 54-
VERHANDELING. lt
mer* dee^e aan eenen ander toefchryven.
^E Smaak van Leonard da Vïnci, van
-p- Angeh^ van Julio Romano, van Parme-
Man,
van Cangiage, van Pietro Te sta, van
j* ■#«£<?, van Salvator Rofa , van #m-
*»zw3 van QUiot y van Watteau, is zeer
gemaklyk te ontdekken.
Daar zyn Schilders, die tekenende zig
bedienen van Rood^ryt, of van Potloot.
Andere, gebruiken Zvvartkryt en Witkryt.
■Uaar zyn 'er die alles met de Penne teke-
nen, of die met O. I. Ink waschen. Ande-
re waschen met Roet, met Rootkryt, met
indigo, gehoogd met gegomd Wit, en met
het Penfeel gelegt. Men vind 'er, die met
de drie Krayonnen tekenen (i). De Art-
feeringen,die'r Tekeningen, zyn fomtyds
gedaan met de Penne, met het Penfeel, of
gehoogd met Krytwit,of met gegomd Wit.
^Y zyn in de lengte; andere, fclimns; de eene
*egts, de andere links. Eindelyk, elk maakt
j S eene Behandelinge, eene Gewoonte, van
b^ ^ne'van,{: Penfeel, of van 't Krayon te
indelen , volgens zynen Aart en zyne
de ïr^le^' ^lls wYzen a^e ^e onderfchei-
itwerkingen, gezamenlyk beftudeerd
&ePa.ard, de Hand waaruit zy koomen.
Om
't vl2 NaamlVk met Zwartkryt, met Roodkryt iÖ
ieez> en met Wit om 't Geheel te hoogen.
$f % ifc $& i
-ocr page 55-
irj VERHANDELING.
Om aan den Liefhebberen de Begeerte
nog zo veels te gemaklyker te maaken, welke
zy hebben tot het kennen van de onderfcbei-
de Merktekenen der groote Meesters, heb-
ben wy de Toepasfinge, van alle die Grond-
regelen , in 't Lee ven van eiken Schilder ge-
daan. De Nieuwigheid der Stofte, de Moei-
jelykheid van dezelfde te behandelen, eischt
voorzéker eenige Toegeevendheid, voor de
Proeve welke wy daarvan alhier geeven.
Men moet niet meenen, dat het een on-
feilbaare Regel is zig aan die onderfchei-
de Krayons, en aan die zonderlinge Art-
feeringen der Penne, te vergaapen. 't Zyn
Behandelingen van de Hand , welke fom-
tyds nagemaakt konnen worden : gelyk wy
daaghlyks ondervinden, in de Tekeningen
van Guercyn en van Rembrant. Het Papier
en het Doek , die eertyds een' onzer.
Liefhebberen (den Abt de Chambron) ten
Leidslieden dienden, zyn dikwyls niet zeer
veilige Waarborgen, aangaande 't Land en
den Meester die de Tékeninge gemaakt
heeft: 't zyn twyffelachtige en bediïeglyke
Merktekenen.
Die Merktekens van den Styleen's Schil-
ders , die Blyken van zyn Schrift, willen
nog verzeld zyn van zyne Maniere van Den-
den, en van eenen zékeren geestigen Toets,
welke hem affchetst» Het Hoogdraavende-
eener
1
-ocr page 56-
VERHANDELING, lvi/
!!npr Jékeninge is dat Zout 't geen de ei-
Inh uachte des ScJliIders is> 'c Ven onze
oeeiduige aandoet, en ons zyn waar
merkteken vertoond : alsdan kan men zé-
jf ^.3 van de Schoole en van den Naam
ues Schilders. Men bootst de Hand na van
een ander,
zegt den Abt Dubos : maar zy-
nen Geest zal men zo gemakijk niet naboots-
Jen; men herd niet denken als een ander.
De Origineelheid is het derde wézenlyke
* unt,_ ter Kennisfe der Tekeningen. Dee*
ze üngmeelheid is niet dikwyls te betoo-
IhWi ?rVe olr4eelen of een Tekening ori-
gineel of Kopye is, moet'er Oirdeel, Öoor-
dringendheio^Fynheid van Geest, een groo-
te Behandeling, en een Kunde van de Grond-
regelen der Kunst wezen, dogh'evenwel in
^nder Maate dan voor Schilderyen (ij.
nP7iIK1WïLS kennen de Schilders de Origi-
«eeiheidvan eene Tékeninge niet, en be-
M^Qn 't zig ook weinig. Een verftandig
den i Tfrvoerd door de ichoone Denkbeel-
welken eene Kopye aanbied, houd ze
voor
en getneenf7Er' cen opgemaakt Schildery alles zegt,
dat, in tege^ niets ovei'laat om daarby te voegen; en
daarin na verf tel' een gefchetste kening noodzaakt
toeftemmen r,?eide Zaaken te i'aaden: zo moet men
Schilderv hefl-s tékend de SchrYver aan), dat eerr
derkunst ooHt?lde in zi£ meêr Deelen der Schil-
3 00k °»eê? Weetenfchappen vereifcht.
-ocr page 57-
tvnj VERHANDELING.
voor Origineel, offchatsze even hoog, als
%y na aan V Schoone koomt.
't Geval van eenen Kunstminnaar,
welke twéhonderd Tekeningen van groo-
te Meesters uit Engeland had ontfangen ,
dien men hem voor eene aanzienlyke Som-
me verkoopen wilde, zal hier te pasfe koo-
men. Die Liefhebber, zig niet enkeld wil-*
lende betrouwen op zyne Verlishtinge aan-
gaande de Origineelheid die'r Tekeningen,
©irdeelde 7t geraaden ze aan eenen, der voor-
naamfte Schilders van Parys te laaten zien,
die ze zeer fchoon vond. De Liefhebber
vroeg hem verfcheidemaal, of hy ze Origi-
neel meende te zyn ? Eindelyk antwoordde
de Schilder, gémelyk over die aanhoudende
Vraag, Wat fcheeld het my of ze Origineel
Aan of ze Kopyen zyn
, alsze my maar het
Schoone aanbieden!
en dit was alles, wat de
Liefhebber uit hem konde haaien, Deeze
"Wyze van oirdeelen, gelyk 't Meestendeel
der Schilders doet, is zékerlyk onrégelmaa-
tig. Een Kopy, hoe fchoon zy ook mag
wezen, blyft altooz een Kopy ! 't Is een
befchroomd. en flaafs Werkftuk,'t geen nim-
mer den Geest nog den Toets van een Ori-
gineel heeft, fchoon 't daarvan naauwkeu-
riglyk de Gedachten opléverd. De Spreuk
van Horatius, ( O imitator es fervum pecus!)
kan men aan den Kopieerder toepasfen, op
'tpn-
i
-ocr page 58-
VERHANDELING. lik-
wS!derwerP van zulken die anderen flaafs
v 5nnabootsfen, of na-maaken.
ben S0XAANGEZIEX m0£t mCn Achringeheb-
srJri -ij°or KoPycn van befaamde Stukken,
ë^icjuiderd op de Muuren van Kerken of
■paleizen, die anders niet te bekoomen zyn.
.eeze Kopyen,indien zy gemaakt zyn door
^muntende Handen, gelyk die van Julia
Xomano,
van Andries del Sart o, waarvan
Wrokems in de Historie der Schilderkunst';
LQ Jan Rubbens, van Dyk, leBrun, Mig-
\Z
' enanderegroote Meesters, met al-
len mogelyjcen Vlyt gedaan voor hunne Stu-
die , moeten met aangezien worden voor
gemeens Kopyen : zy zyn, om dus tefpree-
Ken, 1 wede-Origineelen.
re VS, blÜten genfpraak\ dat 'er waa-
vact , kenen zyn om de Origineelheid
lomnte fjflleiL Een gePYnde Tekening,
der T §ebrekkeIyk5 zonder Geest en zon-
py ■ ?ets gedaan, is ontwyffelbaar eenKo-
bV-t^T I1 e Gebreken loopen niet te famen ,
keninfre Meesters. By voorbeeldden Té!
Baur Vaiï Rembrant, van Baccici^ van JV.
fcal mltT ?enedett0> *al gebreklyk wezen,
Penne ^T *Waare Hand en met een' grove
Toets, S^r ' ■ maar^men *al 'er Geest >
ftand van t • . en m vmden> met een Ver-
^ittufi"^ ifeden Kenner
treden en jiem dezelfden voor Ori-
gineel
-ocr page 59-
tx VERHANDELING.
gineel doen oirdeelen. Andere Tekeningen'
zullen zeer juist zyn terwyl haar Toets en
Geest ontbreeken, gelyk die van Luca Can-
giage,
Schilder van Genua; en evenwel zul-
len zy origineel wezen, wyl het Merkteken
des Meesters zodanig was.
D e Eerfte-Gedachten , de Schetsfen, met
eenen Trek der Penne, of van 't Krayon,
door de Losheid der Hand gedaan , kon-
nen voor Origineelen aangezien worden.
Z,e worden van de Italiaanen genoemd Mac-
chia. Die eenvoudige en losfe Trekken, zyn
moeijelyk na te bootsfen. Ze zyn zo Geest-
ryk,dat altooz iets aan de Kopyen ontbreekt
■welke daarna gemaakt zyn : waarin een zé-
kere Vermenging van Manieren gevonden
word, welke de Valschheid derzeliden doet
kennen. Dit befpeurd men, in Tekeningen
die op den Naam van Guercyn en van Rem-
hrant
zyn gemaakt.
De Losheid der Hand, en de Juistheid
eener Tekening', zyn de enkelde Merkteke-
nen niet van derzelver Origineelheid. Men
moet 'er in vinden, eenen fchoonen Toets,
veel Geest, Vuur, en zékere meesterlyke
Zetten, ontworpen op 't Geval aan : die
izeldfaam in Kopyen gevonden worden, waar-
van de Koelheid den aandachtigen Befchou-
wer doet huiveren.
Wanneer men in eene Tekening' vind>
Kop-
\
-ocr page 60-
VERHANDELING. lxj
5??p^ gekeerd op verfdieide Manieren,
vaot}elde Ermen, Beenen zo maar heen' ne-
j- ^ Malkaar gefmakt, om daaruit te verkiezen
aie het bequaamst zyn, 't geen de Italiaa-
^f» noemen ilpentimento : dan koomen die
^ubbelde-trekken, van geenen Kopieerder,
^y neemen hunne Geboorte, in 't Hoofd
van den Meester die het Werk gemaakt heeft.
De Hiflori van een' Tekening' en der-
*elver Afkoomst, die ons leeren den Naam
aer Liefhebberen waaraah zy behoord
ieeft, de groote Verzamelingen waaruit zy
gekoomeri is, pasfen aan geenen anderen dan
aan Jlunitkooperen, welke Belang hebben om
zig op 't Voordeeligste daarvan te ontdaan.
Die dorre Weetenfchap kan maar alleen den
Untumdigen verblinden. Door die voorge-
peeve Aut hentij at ie , word de Origineel-
*eid eenej- Tékeninge zeer flaauw beweezen.
^3n de Zaak' zelfs, aan de Innerlyke
WfRDY' ^n 't Werk, moet men zig al-
lce£ houden.
                                         ö
n^T^^ELACHTiGE Tekeningen kan men ee-
°f va kken vmRafaê'h van Julio Romano ,
waren* anderen noemen: die niet opgemaakt
nen Sm^ voorts door Rubens, volgens zy-
wordend 1Y?lt00ld of/vei?0,°Pen ^n ge"
gineel ' dai1 zYn die * ekenmgen ori-
5epn« VVai1 twé Meesters, en konnen voor
geene Kopyeri doorgaan.
-ocr page 61-
txij VERHANDELING.
Daar is nog eene Aanmerkinge te doen,
over den Tyd waarin de Tekening gemaakt
is. Men weet, dat een Schilder drie Tyden
heeft: zyn Eerften-Tyd, naameïyk zyne
eerfte Maniere, welke hy van zynen Mees-
ter had; zyn' Beften-Tyd, welke in de Kragt
zyner Jaarenis; en zyn' Laatften-Tyd,
waarin'hy afvalt. Dus laat een Tekening
niet na Origineel te zyn, fchoon zy ge-
daan is in zynen Zwakken-Tyd, of van zy-
ne Eerfte- en Laatste-Maniere is.
Groote Meesters zullen doorgaans zel-
den hunne Tekeningen voltooijen. Zy ver-
noegen zig met Sdietsfen te maaken, of
met Krabbelingen uit niets beftaande, die
aan de Halve-Kenners niet behaagen, wel-
ke iets uitvoerigs willen hebben 't geen aan- j
fenaam aan de Oogen is. Een waar Kenner
enkt anders. Hy ziet in een' Krabbeling
de Maniere van Denken een's groot Mees-
ters , om elk Voorwerp met weinige Trek-
ken te betekenen. Zyne Inbeelding , be-
hield door het fchoone Vuur 't geen in de
Tékeninge heerst 3 dringt heenen door \
geene daarin ontbreekt: zy belpeurd dikwyls
iets, 't geen 'er niet in is en 't welk 'er in
■moet zyn. Een fchoon Vernuft, onder-
fteund door 't geene hy ziet, vervuld dus al-
les en fdiikt zig daar na.
Mistrouw al te uitvoerige Tekenin-
gen :
-ocr page 62-
VERHANDELING, lxiij
gen: Zelden zynze Origineel- Zelve zyn-
Je, Veel gemaklyker natemaaken, dan de
anderen. Haar gepynd en gelikt Gelaat,
^dekt daarvan gemeenlyk de Valfcliiieid.
Andere , begonnen door Leerlingen, zyn
d°or den Meester op verfcheide Plaatsfen
verholpen, waarin men kragtige Zetten ziet,
of Hoogzels van "Wit door 't Penfeel. Die
jtoute Trekken,die Omtrekken, door een'
°equaame Hand aangedouwd en opgehaald,
aoen het daaronder zynde "Werk kennen, 't
geen daardoor verarmd is en daardoor nog
kouder fchynt. Aan de Oogen van Doorzig-
tigen,koomen die Kentekens alleen te voor-
fcliyn. De Tekeningen van Rubbens en
van wn Lyk, welke gemeenlyk op die Ma-
gere zyn gedaan, en begonnen zyn door Por s-
terman, Faulus Fontius,Pieter de Jode,
en
nderen, hebben veelen Kenneren misleid.
IV an een Man van Oirdeel zig inbeelden
Fau0tQ ScJlilders3 gelvk Rafaè^Titiaan,
^TvZerAmeA%> Rubfms\™ van Lyk,
Vruetl üe Geest zo hoogdraavend en zo
nerf v nr Was3^g tot zo yerre hebben kon-
voeri^t ven' om een' Tékening 20 uit-
GraveeS maaken ofte voltooiJen > als een
van hunnerde d°en? P^ behendigheid
een AvuJa Geest veroirlolde hen zodani-
U dXlt; de T?d' ^ he? *«**
3 w? ^wctz^. waarm zy zig bevonden,
-ocr page 63-
xxiv VERHANDELING.
om Tekeningen aan hunne Leerlingen te
bezorgen, ter Voortzettinge hunner Wer-
ken begonnen in, Galleryen, Zolderftukken,
Paleizen, Verwulfzels van Kerken; de on-
derfcheide Vorsten, die groote Werken van
hen eischten ; de Reizen, welken zy ge-
noodzaakt waren voor onderfcheide Onder-
neemingen te doen: dat alles, by malkaar
gevoegd, benam hen het Middel om zoda-
nige Tekeningen uittepeuteren en optemaa-
ken, als ons van Rafaël, van Rubbens, en
van van Dyk, voorgedaan worden.
't Is veel natuurlyker te gelooven, dat
zulke Tekeningen, gemeenlyk gedaan naar de
origineele Schilderyen, door goede Leerlin-
gen getekend zyn, of door de Graveerders
zelfs die ze voor hunne Plaaten benoodigd
hadden. Rafaë'1, naderhan d Rubbens, en van
Dyk,
jaloers van hunne Glorie, hebbcnze
op veele Plaatsfen overgeloopen, om dus der-
zelver Tafereelen te beter te doen gelden.
Uit alle die Aanmerkingen kan men be-
fluiten, dat 'er eenige Kennisfe der Kunst
en wat Oeffening noodig is, om over de
Origineelheid een's Tafereels te beüisfen.
Het zoude te wensfen zyn dat een Liefheb-
ber wat kon fchilderen, ten minste tekenen.
Deeze Oeffening der Kunst, hoe klyn zy
ook ware, zoude hem in flaat ftellen van
beter te oirdeelen dan een1 ander. Men.zou
niet
-ocr page 64-
VER HAND EL ING. lx?
kin^0nnen gelooven, hoe zeer de Wer.
■^6 der Hand den Smaak fbrmeerd , en
ton ienfShap aan den Geest léverd- zy
k1nd u den Koers, dien zo veele bequaame
^nnen gehouden hebben. Mogelyk zuid
öy ook, indien gy u daaraan gantfelyk zuid
vergeeven gelyk zy gedaan hebben, hen
an naby konnen volgen. Die Oeffening
j ntbrak aan eenen onzer grootlte Liefheb-
. ren, kortelings overleeden. Indien zy de
^atuurelyke Neiginge had onderfteund weU
*e hy voor de lchoone Kunsten had , dan
zoude hy verhevener Verlichtingen bekoO-
men hebben, onafhangelyk van 5e LeicÈhe-
den die hem overal volgden.
^Ss
OVER T KENNEN
VAN
ScHlLDER YEN.
VV » wy daar koomen te zeggen, op
der gr0oJ onderwerp van de Tekeningen
gepast w0^ teren ' kan gemak]yk toe-
ryen. Alt 0p de Kenmsfe van Schilde.
deelen ovqTa koomt ,iet 'er op aan' te oir~
ƒ. 2W y n S^aak der Schooien 3 over
-ocr page 65-
txv j VERHANDELING.
clen Naam des Meesters, en over de Origi-
neelheid. Men hebbe maar, voor 't Woord
van Tékeninge, dat van Schildery in de
Plaatsfe te fteïlen; en in fleê van de onder-
fcheide Krayonnen, en van de Artfeeringen
<3er Penne, het Penfeel en den Smaak van
Koloriet te verflaan.
By eenigen is het Penfeel vloeijend en murw;
by anderen, fnydend en droog. Nu is het
Koloriet kragtig, en fomtyds flaauw. De
een fchilderd groen , gelyk Paulo Bril en
Fouquieres; de ander blaauw, gelyü Br en-
gel
, van der Meer , en Savery. Andere
trekken op het Violet, gelyk la Fosfe en Mi*
cbel Corneille;
op het Graauw, gelyk Vouet
en Teniers; eindelyk, op het Zwart, gelyk
de Caratzen , Caravagio , Manfredi^ Va-
lentyn
, de Basfans , Mola , en anderen .
Door onderfcheide Wegen , koomt elk tot
een zelfde Oogwit: elk zoekt de Kleuren
der Natuure natebootsfen. Men maakt zig
een'byzondere Stelling1. Gelukkig, indien
men eene vind naderende aan die van Cor-
regio, Titiaan, Paulo Feroneez, Barozio,
RubbenSy
en van Dyk, welke in de Schil-
derkunst aangezien konnen worden voor
Vorften van 't Koloriet.
De Toets van't Penfeel, is nog verfchil-
lende van dien van 't Krayon. Schoon de-
Zelfde veel netter is, tog moet die gedtig
en
-ocr page 66-
VERHANDELING, lxvij
en luftig zyn.
Wie kan aan den Gcsst be_
wisten , de voornaamfte Stigter van alle
•Wioone Werken te wezen?
Het Koloriet, is 't Genacht-onderfchei-
tod Woord: 't is het Gedeelte der Schil-
< ^'kunst 't geen de Kleuren der natuurly-
p Voorwerpen doet nabootsfen, en aan de
^mstwerkelyken de Kleure geeft welke
Qaataaa betaamen. Om dus te fpreeken, is
de Weetenfchap van alle de Kleuren.
De Kleur, is dat geene 't welk de Voor-
werpen vatbaar voor 't Gezigt maakt. Daar
SSfelyiS5-' de Natllur]yke en <*e Kunst-
De Natimrlyke Kleur, is de geene welke
JE Voorwerpen der Natuure aan ons zigt-
b.aar doet zyn.
„De Kunstwerkelyke Kleur, is een Stof-
|* waarvan de Schilder zig bediend , om
tuu e^ge VoorwerPen natebootsfen en deNa-
teilee tQ verbeelden, waarvan men de Lich-
,n de Schaduuwen wat verlterken moet:
0lu de t "v-UrtWUUWC11 wat venteneen moer
wen Luister te verhelpen, dien de Ver-
heeft Ve ezen wanneer men ze gebezigd
gefchia611 /an den Afftand van ,(: Schildery,
te koomen °^een' °PRervlakte5te geraoet
van Schild"
          noemd men, in Gevalle
Het Tc^llnst 5 Vergrooting.
twé r7noi °loriet en ,(: Lidlt" en Bruin, zyn
^aakeji. >t ^o/or/^ is tTamengefteld
^ # # ^ ^ 2                          iij*■
-ocr page 67-
txvnj VERHANDELING.
uit twé Deelen: de Eigenlyke - Kleur en 't
Licht-en-Bruin.
Door de Eigenlyke-Kleur (Kunstwoor-
delyk genoemd Lokaale-Kleur) verftaat men
die welke natuurlyk is aan ider Voorwerp
der Natuure; het van alle de anderen onder-
fcheid, en deszelfs waare Hoedanigheid be-
tekend.
' Het Licht -en-Bruin, is de vernuftige
"Weetenfchap van de Lichten en de Scha-
duuwen te verfpreiden, zo wel op de af'zon-
derlyke Voorwerpen als op 't Geheel eenes
Tafereels. Wat grooter Tovery, dan het
Geheim van daarvan de Tinten te verminde-
ren, zodanig dat het Gezigt door 't Lichaam
van een Berd niet geftuit word, maar een'
groote Diepte vind om zig daarin te verlus-
tigen, en fomtyds te ruften! Door haar nee-
men de'Lichaamen daarop aan,Rondte,Ver-
heffing, en Beweeging. De Groepen, met
derzelver Tégenftellinge en Tégenwerkinge,
gelyk ook de Iialve-Tinten, de Weerfchynen
en Weêrkaatsfingen, de Schaduuwen, en de
Dry vers (i)5 maaken de wonderbaarelyke
Uitwerkingen der Verpoozingen en der Üp-
wekke-
(i) Volgens den Schryver, een Groep of een
Hoop van Schaduuwen op den Voorgrond een's Schil-
dery, dienende om de Verlichte-Deelen achter-uit te
dryven.
M
-ocr page 68-
v E R H A N D E L I N G. lxix
deeski rejn w De Lichten dryven dikwyls
dUu ldumven ac,lter-uit' SelYk net de Scha-
n en wederom de Lichten doen: zy lee-
fcvdf^lf' ^°°r Tégenwerkinge, een1 weder-.
yciie Hulp. De Lichten, te famen vereenigd
°or Overgangen, maaken maar een enig;
n de Overeenstemming van alle de Kleu-
ns moet de eige Uitwerkinge doen gelyk
^n goed Mufiek. Zegt men ook niet, de
**armonivan een Scbildcry?
De Kostuim is mede een Zaak, welke
nimmer van den vernuftigen Schilder in zyn
i atereel verwaarloozd word. 't Is de naauw-
Keunge Waarneeming der Zeden, Merkte-
kenen, Modens, Gewoontens, Kleedyen,
gebouwen, Planten, en Dieren, van 't Land
vaarin 't Bedryf voorgevallen is 't welk hy
Verbeelden wil.
                                           *
t JiIKWYLS oirdeeld men over een Werk,
't w v?ke van dat Gedeelte der Schilderkunft
het be °ns het meeste vleid5 en ?t welk wy
riet- 1 kennen> vooronderfteld het Kolo-
lyjj. ' p ar j dus doende oirdeeld men qua-
■Len goed Kenner moet een1 wyd uit-
(i)DlT, „                                    Se"
ontftoken. d.0 een Deel (dus tekend de Schryver aan)
wer tot zi<* te°[ een levendig Licht, om den'Befcliou-
Pen van Schart ken> en de doffe Graaden> de Hoo-
Tinten te doenUwen' de 0verganSen> en de flalve-
Wufiekeene On §?lden: zvnde net eiSe » wac in de
"gelykiujdendbeid genoemd word..
% ^ $f ^ ^ ^
-ocr page 69-
txx VERHANDELING.
geftrekten Geest hebben, om alle de Deelen
der Schilderkunst te bevatten en ze allen ge-
lykelyk te beminnen. Geesten die in dee-
ze Stóffe bepaald zyn, konnen geene regt-
maatige Richters wezen. Die vooringeno-
men zyn, bevinden zig niet bequaamer
daartoe.
In dergelyk Oirdeel, moet men byna zo
veel Verlichtinge bezitten om het Schoone
te gevoelen, dan om het voorttebrengen: men
moet aanmerken , de t'Samenftellinge, de
Schikkinge 5 en de Uitvindinge, vervat on-
der den algemeenen Naam van Ordinanfie.
De Tekening is insgelyks een der voornaame
Deelen. Dezelfde heeft ten Grondflag, de
Evenredigheid , de Ontleedkunde , en de
Naauwkeurigheid.
Wanneer die beide Deelen gevoegd zyn
niet het Koloriet , 't geen het Licht en de Scha-
duuwe ten Voorwerp heeft, dan kan men
niets meer wensfen dan de Uitdrukkinge.
Deeze doet zig niet alleen kennen door dé
Beweeginge der Deelen van 't Aangezigt,
maar insgelyks door die van 't Lichaam, vol-
gens den Aart der Onderwerpen dien men
behandeld.
't Oog moet het eeriïe voldaan zyn, door
de Kleure v/elke 'tLeeven aan hem verbeeld.
De Geeft, getroffen van de andere Schoon-
heden onderfteimd door het Koloriet,
koomt
-ocr page 70-
y ER.HANDELIN' G. lxx j
k|omt achter aan. Een Schildery is een
g rouvtre Bewaarder van de Waarheeden
0"I tQure: net moet ruet alleen de Oogen
verrceden5 .maar gelyk een1 Redenaar het
lartbeweegen, vervoeren, en treifen. Kan
^elfpreekendheid wel iets meer doen?
Men kan niet oirdeelen over de onder-
lcheide Manieren der Schilders, dan na me-
wgte Werken hunner Handen, en in hun-
nen besten Tyd gedaan, onderzogt te hebben.
^preekende van de Tekeningen, hebben
"\vy gezegt dat de Schilder drie onderfchei-
de Manieren heeft. De laatfte is de flegtfte
Van allen. Wanneer hy zig, in eenen gevor-
derden Ouderdom, eene Maniere van Schil-
deren vormd, zonder langer naar de Natuu-
r~ te willen itudeeren : dan vind men eenen
Heester , zeer verfchillende van zig zelfs.
lt s echter geen Regel zonder uitzonderin-
|e- Daar zyn Meesters, gelyk Andries del
var7d eU Mkbel-.dmelQ de la Bat ai/je, waar-
by ^laatfte Sclulaeryen de beste zyn; en
A/b n en3 gelyk Funtormo, Cavedone, en
genf;20ï zYn 1(: de cerst? Schilderyen. Al-
der ren^ic xyn de geene die in de Kragt
den X? Seciaan zYn> &Q 'c Midde hou-
*a \Jl de Eerste- en de Laatste Manie-
re , net :mp„„.
          u>.\
3 meeste geacht (i>
Wat
( O Dit 's ma;ir e£n Schoos * wejicer Onzeker-
# # * # # ±                   ' beid
-ocr page 71-
LXxij VERHANDELING.
Wat eenen Liefhebber in het Onderzoek
van Tafereelen 't meest kan tegenhouden,
ïyn. de gcenen welken men Twyffelaars
noemd, gedaan door Leerlingen der groo-
te Meesteren, Leerlingen die gantfelyk hun-
ne Maniere gevolgd hebben; of door de gee-
nen die in hunnen Smaak hebben gefchil-j
derd , en van ons alhier Nabootssers ge-
noemd worden. By Voorbeeld, Bagna Ca-
wallo
heeft Rafael gevolgd; P.eregrino Ti-
baldi
, M. Angelo ; Paulo. Lomazzo, Leq-
nard da Vinci; BronzinO) Püntormo; Se-
hastiaan del piombo
, Giorgione ; Barozio
heeft Vannius ten Leerling gehad, en men
verward dikwyls hunne Werken; Valentyn
word genomen, voor Caravagio en Man-
fredi ; Veerendaal en Pieter Gyzen voor
Breugel; Varrege, Hambergen en Moyfe,
voor K. Poeleneurg ; Leander en Frantisco
Basfan,
voor Jakob Bassan, hun Vader-
Carletto, voor Paulo Veroneez ; Gofredj*,
yoor Bartholomeus Breenberg ; Bramer ,
voor
heïd, by de cige (Jkzonderinge welke van den Schry-
ver hier gedaan word, te gelyk blykt. Als men be-
wust is van de Hoedsnigheeden een's Kunstenaars, en
wat meer is van de Eigenfchappen behoorende aan een
goed Schildery, dan is die Aanmerking onnoodi» , en
alleen goed vóór Naamliefhebberen. In het Stuk zelfs
moet de Deugd beflisfen, en niet het Jaartal waarin 'K '
gemaakt is.
Ü
-ocr page 72-
VERHANDELING. lxxiij
Co/I3Eaibrant ; Slingeland, voor Mieris;
Zn"9», voor Mola; Jean Dominiaue en
voor r°W' V00r CLoRRAIN; JanAsfelyrty
p.
Jan Miel; van Helmant en Domenique
r art,
voor David Teniers; Gesfi, voor
Van e' Cacüedone> voor Caratz; JPynantSy
H om> en Lingelbacb, voor Wouwer-
\*N; de Jonge-Mieris, voor zynen Vader;
Reuland en j*fej%j Bril, voor Paulo
sc"IL' '**&'■ R*car't en Terburg, voor Net-
'JER; Netscber en Schalken, voor Gerard
°uw; Salomon, Moyfe, Jakob Ernst Tbo-
an van Landau, voor Adam Elzheimer:
Xartbolomeo, voor Salvator Rosa ; jfo,™'
lyor Ostaden; 3rö«, voor Fouquieres'
^boucle, Fanblomen, Boel, en de Fos,
"ont NYDERS? Francois Fanblomen, Oriz-
niff n Aï)0r Gasper Poüssyn CO- Een wei-
Tafe eitemnS zal uin ftaat Hellen, om de
v
'ran dj f          ww«ju,h lu uxiuciiuieiuer
ÏXdie K
UR _________________________
— --nu^ ecu iouuil vau ocnn
tsferen
deryen
n
le Origineele nog Kopyen 2:
De
n.
M                                        Italiaa
Co fj
f oude koSjg^Bi. op'dit alles 't een en 't ander geze^t
Jyk ten Aanporden, en men zig alhier, byzonder-
dnegenzal dan - r Nederland/e Schilders, minder be-
ding van dienn.n Vrmkryk> zo kan ecI"er die Aan-
welke Kunstenaa, Zyn om imant te fterken> en te zien
V00* Oïallanderen gemeenIYk » inzonderheid aldaar,
q genomen worden.
-ocr page 73-
lxxiy VERHANDELING.
Italiaanen noemenze Pastki. 't Zyn Tafe-
reelen gemaakt in den Smaak van eenen
anderen. In de Historie der Schilderkunst,
die hier achter volgd, zal men op de Arty-
kelen van Lukas Jordaans en David Te-
niers
zien , dat zy voortreffelyk waren in
dit Soort van Schilderen en de bequaamfte
Kenners bedrogen hebben. Mïgnart en Bon
Boulongm
, in de Fransje Schoole^ hebben
insgelyks'de verüchtfte Perfoonen misleid.
In hunne Leevensbefchryvinge , zal men
daarvan breeder fpreeken. De Nabootsfing,
wel gedaan zynde, bedriegd inderdaad vee-
Ie Liefhebberen. Het Middel,om zig daar-
voor te hoeden, is zig te houden aan den
Toets, aan de Kleure, aan 't Penfeel, en
vooral aan de Fynheid van Denkinge des ei-
genlyken Meesters. De Onderwerpen van
zodanige Tafereelen zyn gemeenlyk een-
voudig : ruimer t'Samenftelling zoude eens-
klaps de Bedriegerye verklikken*
Zie hier het wézenlykfte Artykel, van
de Kennisfe der Schilderyen : beftaande, iö
Kopyen te onderfcheiden van Origineèlen.
Zes Soorten van Kopyen kan men aanmer*
ken : naamelyk, llaaffè Kopyen; gemaklykö
Kopyen, die niet naaukeurig zyn; trouwe Ko<
pyen ; Kopyen , waaraan de Meester wat
geraakt heeft; Kopyen, welken de MeeS'
ter gants over geloopen heeft; en Kopyen*
J
-ocr page 74-
RHAN DELING. Lxxr:
;1j^ants van des Meesters hand zyn.
enzivPYEN' die flaats en met eene ^ompo
lyt
        e ^and zyn gedaan, fchoon getrouw-
Onr?eV^d' vertoc-nen zig zodanig aan de
ogen der gantië Wereld, 't Is niet moeije-
ufi?S te hoeden tegens derzelver Gebrek-
SM' flegten Smaak, en de Koelheid
c^e daarin verfpreid is.
de v M A K L Y K E KoPyen>maar welke (door
ten UurfPranken aan "en Schilder ontfchoo-
s die dikwyls in de Uitvoeringe zy*
gewoone Maniere heeft bewaard.) niet
ouw gevolgd zyn, brengen de openbaa-
^ ülyken hunner Valschheid met zig. Do
y$ Manieren konnen zig niet vermommen:
lieerriaaken een vermeng(i Werk uit. Dit
faiï ?en De*Peurci5 in de Kopyen van Ra-
J door Rubbens gedaan.
faame°ÜWE KoPy^n' die uit eene gebuig-
moeijef1! iugdge Hand koomen, zyn veel
nisfe. ?Jer en vereischen eene waare Ken-
Meester . SierlykkeM van den Toets een's
in 't I-JoS'fjZ^ne waare Maniere, welke men
welke d moet heDDen > een zékere Geest
den om ?*?? kan ontDreeken
> moet u gelei-
te beeft 'G efüsfen- Die de Kopye maak-
en, dit's S *ékerlyk van 't zyne bygedaan;
i.         ö^iioeg.
Meesters °^^eri gec*aan in de Schoole een's
j en onder zyn Beiluur3 zyn ^vaiz
de
-ocr page 75-
Ï.XXVI VERHANDELING.
de flegtflen niet. Gemeenlyk, loopt hy ze
in eenige wézenlyke Plaatsfen over. Als-
dan doen die eige Plaatsfen het Schildery
kennen, voor k geene het is. 't Zyn de
Kopyen die 't gemaklykst zyn te onderfchei-
den. Zy ontdekken zig door fierlyke
Toetsfen, die uit het gantfè Schildery flik-
keren, "'t geen door de Vergelykinge daar-
van te kouder word.
Kopyen die gants overgeloopen zyn door
(den Meester , moeten aangezien worden
voor Twéde-Origineelen : min fchooner ,
in der daad, dan of zy gantfelyk van zyne
Hand waren. Dus gingen Titiaan , Bas*
fan, Paulo Veroneez
, Rubbens, vanDyk,
Vouet
, en 't Meestedeel der groote Schil-
ders, te werk. Als verfcheide Perfoonen hen
Kopyen vraagen, van een Werk 't welk aan
dezelfden bevallig is, dan laaten zyze door
hunne beste Leerlingen maaken, zy beftuu'
ren deezen in de Üitvoeringe ; en dewyl
deeze Kopyen gemaakt zyn in hun Schil'
dervertrek, zo loopen zy ze overal over efl
fchilderenze fomtyds gants op. Op deeze
Wyze, word het Werk des Leerlings gantS
overdekt; en dewyl men van dit geen' Voet'
fpeuren ontwaar word, zo is 't niet gemakt
lyk het Verfchil te beüisfen. Alsdan bebbetf
aie Kopyen maar aan den Meester gediend?
voor aangelegde Tafereelen dien hy op'
maii'
-ocr page 76-
VERHANDELING. lxxyij
pyenTn^1" Indien men dee*e fchoone Ko-*
le«:danT? vergelyken, met de Originee-
^elde het f gee5 Vwfd> of de laaW-
taaien                 de anderen 2°uden over-
«te^t* *yn nPg volmaakter KoPyen,dan
zult
          nwy men te *Preeken : 't zvn
Dan ? W,£lke &ants van 's Meesters hand zyn
den ^ t ïïet moSelyk hen te onderfchei-
Lee\'
        feester alleen , indien hy in 't
te&kan 'c beflisfen- 'c z^n ****■
p-pKi        , 5 waar°ver men alleen by Ver-
ontwy#elb n^untenfdoo^rmS
GeeSt#eid' e? Teêrheid; doo
in
den A Tr T°etS ln de Omtrekken, en
%t ov, n rg5-Waarvan akooz
een^ Ge-
iets 't ?Tft;
m ^n Woord, door zéker
fPeurd ^elk,geönen Naam heeft dogli be-
ter in de0rd 3 en nimmer van den Mees-
Voorbeeld tW^e Keer te bereiken is. By
- *e Dagen ' Jacinth Rigwd heeft in on-
Louis Xli?* Zyne groote Portretten van
KoPyen Z^n Jan Filippus V, fchoone
welke düs61 door eigen Hand gedaan :
gineelen zVnUlten genlpraak Twéde-Oii.
teIyker blvvo ge7orden' maar min kos-
neelen
                dau nunne waare Origi-
De
-ocr page 77-
txxviij VERHANDELING.
De Kopyen die na andere Kopyen gedaafl
«yn, en genoemd worden Kopyen van Ko'
"pyen
, moeten hier geen' Plaatsie vinden. 't
Is ligt te gevoelen, van welke Waarde eefl
Werk kan zyn 't geen na een gemeen Werk
gemaakt is , waarvan de gantfe Verdiens-
te beflaat dat het de Gebreken van een an-
der getrouwlyk nagebootst heeft , en we-
derom voortbrengt.
Wy moeten hier de Herhaalde-Onder-
werpen niet vergeeten , welke geene Ko-
pyen zyn en niet nalaaten Origineelcn te
wezen. Dikwyls word van eenen Meeste*
ge-eischt, om een zelfde Onderwerp weder-
om te onderneemen, zonder daarin ietweS
te veranderen.. Alsdan is dit twéde Tafe-
reel een Origineel, en kan den besten Ken-
ner zeer verlegen maaken. Daar zyn drie
Kruisfmxen van M. Angelo: 't een te Flo-
rence,
by den Groot - hertog; 't ander, te
Rome, by den Prins Borghéfe; en het der-
de, te Napels, by den Prioor der Karthuy
feren.
Hóe zal men oirdeelen, over dce'
ze drie Tafereelen, elk vyftig Mylen veri^
van malkanderen : hoe zal men ze met mal'
kaar vergelyken ? Insgelyks zyn'er twé St'
Jam
in de Woestenye , door Rafael ere'
ichilderd : het eerste, te Florence, by del*
Groothertog; het ander, te Farys, in &
Verzamelinge van 't Paleiz Royaal. By de*1
lio'
M
-ocr page 78-
VERHANDELING, txxis
do^VZliSPanJe ziet men deFabel van>,
ke Co[^ogeichilderd,gelyk aan diewel-
m 5¥? bY den Hertog van Orleans bevind :
zio-1, ?nderfclieid,dat de eene een Hert by
w p en de ander geen' De KuPido die
yn tfoog fchrapt, van den eigen Meester,
m gezien word in 't Paleiz Royaal, viiid
J?£a ook in de Galleryé des Keizers. Ver-
sheide H. Maagden, en andere Onderwer-
^n' van Rafaè'l, van Leonard da Vind,
an Titiaan, van Corregio, van Paulo Ve-
oneez,
van Basfan, van Andries del Sar-
vnn l^ B"r°zi0> va* G^o, van Rubbens,
van vanDyk, bevinden zig in 't eige Gel
val; en derzelver Origineelheid, of Üitftee-
*endheid, is met beter vastgeileld. Even-
YW?n ^en zeSSen5 dat DYna alt002 eei*
vonH denheid in die Tafereelen word ge-
het: oV *elden Jierllaald een bequaam Man
tevoe werP' ronder 'er iets nieuws by-
fchiet^en" ,(: Zal een Verandering van Ver-
Kleedv een F%uur meêr of minder 3 een
iets ^y ^ eeni£e andere Kleure, eindelyk
Stuk ?i C &een Blyk geeft dat zodanig
liet eerst
         herhaald > zo origineel is ais
eenen zetfn en ^at ** beide' eYenSelyk, uit
koomen \ ^eest en van de ei&e Hand
op niefV-ini1 deeze Gelegenlieid toomt het
* metS ande^s aan, dan om door Vergely-
kinge
-ocr page 79-
t%%% VERHANDELING.
kinge te konnen beflisfen, welk die'r Origi-
neelen het volmaaktst is.
Het Verftand, 't welk wy in den Lee-
2,er vooronderftellen, moet vervullen wat
men nog over deeze Stoffe 2011de konnen
zeggen , en aan het Kennen van Schilde-
ryen de eige Grondregelen toepasfen, dien
wy op het Onderwerp der Tekeningen heb-
ben vastgefteld : wyl zig daarin niets meer
bevind, dan de Kleur.
TAFEL
-ocr page 80-
TAFEL
VAN DE
N A A M E N
DER
SCHILDERS,
Welker Leevensbefchryving en Afbeeldzels zig
in dit I. Deel bevinden.
itai..iaanse School.
InIddinS'                           v . Bladz. i
R O M Y N S E S C H I L D E R S.
&aMl d'Urbino.         .                                            „1
&ho Romano.          .                                              J*
^et°ikThT-               •'•'•' ■&
*J*6*rik Barozio.          .                        '         ' °Jt
■™idries Sacd-                                           .             .                77
tó** • • . ' . • . ' g
S3r-«&-«l ' .' . • . ■ s»
SSftü«i •• : / .- ;g
Lodovico Garzi '          '              '          '           12S
Kar el Mam. '          ....              ^o
134
FlorENTynse schilders.
Leonard da Vinci.
              ^^^^^^^^
MlfW4ngelo Buonarot'a.
147
158
Bar'
*****%
-ocr page 81-
Tafel van de Naamen der Schilders.
Bladz.
Bartbolomeo di San-Mar co. ;            .          .       186
Andries del Sarto. .                . .          .          194
Jan-Frangois Penni, gezegt il Fattore. . .      204
Ros/o, of Maitre Roux.             .          .          .          209
?akob Puntormo.           .                    .          .              215
eryn del Vaga. • .              .           .          .          221
Daniel da Volterra.             ,             .                         229
Franfois Salviati.             .             .             .                236
ÏMiis Cardi, of Civoli.          .          .           .             242
Francesco Vannius.             ....         250
Pietro da Cortona. .....       255
Benedetto Lutti.             ....          267
Venetiaanse Schilders.
Giorgione.           .           .           .           .           . 272
1'itiaan.          ....            .           283
Sebastiaan del Piombo. .          .          . ■. 30b*
Regillo, gezegt Pordenon.         .         .          .           313
Jan da XJdine.            .           .          .                 .321
'Jakob Basfan. .                 .          .          .             329
Tintoret. ...          .          .          . 338
Maria Tintoret.           .                        .          .          349
Andries Scbiavone.            .              .             .             354
Jeronimo Muziano. .           .             .          . 359
Paulo Veroneez. ...» 365
Jozef Porta Salviati. .             ... 383
jDe Oude Palma.          .             ...         388
De Jonge Palma.             .               .          ..              394
Alexander Veronee-z.                            .             - 401I
Sebastiaan Ricci, ...             .             40^
TOONEEL
-ocr page 82-
TOONEEL
DER
UITMUNTENDE
KUNSTSCHILDERS
VA N
EUROPA,
EN VAN HUNNE
VOORTREFFELYKE WERKER
INLEIDING,
VAN DEN
NEDÉRDUITSSEN SCHRYVER.
iElI'K de Schilderhinfi, zo aanlokkelyfc
als edel zynde, zig boven alle de an-
dere Kunftefi verheft, na maate deeze
van haar ontfprooten zyn of van haar
afhangen, zo verheft zig ook de Olie-
veriu
boven alle de byzondere Manieren waarop
het Penfeel geoefFend word. De groote M. Angeh
«logt zeggen, en men ztfude 't aan zynea Tyd en
Eerjie DteL
                  A                              de
-ocr page 83-
2.             Italiaanse School
de uitgeftrekte Ontwerpen van zyn' kragtigen Geefl
konnen toegeeven , indien hy 't wézenlyker ge-
meend xlan ten Verwyt tegens Sehajiiaan del Piombo
gerigt had, dat het arbeiden in Olieverw Vrouwe-
werk maar 't Fresko Mannen werk was. In allen
Gevallen, gaf hy daarmede meer zyn' Neiging' ,
en den zo zorglyken als vaften en forsfen Arbeid
van 't Fresko te kennen, dan dat hy de Olieverw
veroirdeeld, en haar niet alleen geduurzaamer maar
ook bequaamer gekend zoude hebben om alle Soort
van Onderwerpen uittedrukken , en in de voort
naamfte Gelegenheeden te dienen. Behalven dat
hy de Olieverw ook oeffende, en in Rafaël, Cor-
reg'w
, en andere uitmuntende Mannen gezien heeft,
welke zonderlinge Kragt, Majefleit, en Bevallig-
heid, haar eigen zyn, zo heeft hy haar de Ach-
ting' niet onhouden welke zy verdiende. Hy ver-
wonderde zig ten hoogfte, over de fchoone Danaë
van Titiaan ; bekende dat de Kunffc het niet verder
konde brengen, ten aanzien van de Uitmuntendheid
van 't Koloriet; en verklaarde dat de Volmaakt-
heid bereikt zoude zyn geweeft , indien de Vene-
tiaan
zig de Tékenkunfl zodanig eigen had ge-
maakt als de Natuur' en't Leeyen. 't Welk dan een
wézenlyke ftilzwygende Bekentenis was (want de
Danaë was van Olieverw, gelyk de meefte Wer-
ken van Titiaan zyn) dat het Fresko , zo min als
dé bevoorens in Gebruik zynde Ei- en Lym-Verw,
niet vermogens is om de Zagtheid , de Frisheid ,
;en de Zuiverheid der Olieverw natebootsfen, laat
ftaan om aan de Schilderyen een' Beftendigheid en
Verlokking bytezetten welken zy daaraan geeft. In-
derdaad , niet alleen het Fresko , maar alle Soort
van Waterverwen , Amailjeerzels, Krionneeren ,
Tap.yt-ifif Borduurwerken, en welke Manier van
Kunfl |
-ocr page 84-
Italiaanse School,             3
£ £. irekend is' moeten verre voor haar wy-
haar heef, Voordeel, 'c welk de Schilderkunft .van
ei?enlvt ge.?00ten» 1S z0 groot> dat deeze zedert
üfite rmfJ, bennen heeftte Woeijeri, in me-
ren en
v          de verwonderenswaardige Manie-
te VerkrS ^ê^1, ^"^T11' en zig rond-om
en p ,PIeiden- Weldra blonk zy uit in de Kerken
*vndï eiZen' welke de.Woede des Tyds 01"vlugt
/e» n°g ter deezer Uure daarmede pronken, en
verwonderinge der .Aahfchouweren verwekken
overaTAVUlue verm:°gende Huizen, en queekte
Vera j • ngeren: om v^volgens met derzelver
andpÏÏn^ff ^ verwandelen , en wederom van
ftadSeèlf deseWe" ^V°lgeKn °f ^ in de °U^
rr^v
?j aen des Werelds opbeuren, bezeeten rn
1 mkteTr60- ZVV°°r"' byhaare^GSo""
geraakte de Eiverw achter de Bank; en 't Freskö
«* de 7! JT? gen°f §faam verbannen, 't Gemak
dendnf j eid' Welken men in haar vond, fpoor-
grond
             aan °m haar te oeffenen> en te door-
andereenf eiln dlt had geen' kIynen Invloed, op ds
fproot . irn en Weetenfchappen. Daar uit
Vensl00Denu vaïl Groote Mannen, welker Lee-
dienften s befaamde Werken, en zonderlinge Ver-
zaakelyk'e,?? voorgenornen hebben kortelyk, dogh
z°uderi de erzaam'tebefehryven. Waaffchynlyk
""geblonken6,0ok' zonderhaar' grootendeels niet
uitmuntend £ebben- Zonder haar zouden hunne
ToP gevoerd n niet OIlclooken > de Kunfr. ten
'Zulk Tal van en-ZO Veele onderrcneide Schooien ,
koomen zyn Verdienftige Leerlingen, niet voortge-
°ntelbaare me?elkf de Wereld verrykt hebben mee
buiten zulken d' ™in wonderbaare Tafereelen ,
fleren: WelkPr if de openbaare Gebouwen ver-
* w^er Menigte, hoe gemaklyk zy. ook te
A %
                       vinden
-ocr page 85-
/
$             Italiaanse S c e o o l
vinden zyn, hunne Waardye nog Achting niet ver-
klynd: wyl zy doorgaans, na maate van derzelver
Deugd, eenen .vaften en hoogen Pryz behouden,
die verre van door den Ouderdom te verminde-
ren algemeenlyk vermeerderd , en inderdaad vry
zékerder is dan buitenlandfe Obligatien.
De Eere der Vindinge behoord aan Neder-
land , in den Perfoon van Jan van Eyck.
Door de Kracht zyn's Vernufts, zyne Bedreevend-
heid in de Cbymie, zyne Kunde en Oeffening' van
't Penfeel , en zyne onvermoeide Nafpeuringe ,
vond hy, A°. 1410, 't Gebruik en de Waarde der
Olie, om de herwen te temperen en in de Schilder-
kuflft te bezigen. Zyn kunflryke Hand zette een'
dubbelde Luifler by, 'aan deeze nieuwe en onwaar-
deerlyke Uitvindinge. Dus wierd gebooren een
Nieuw Geflacht, en Gedaante van Werken, waar-
van hy de Vader is. „ Onze Kunft had nog deeze
„ edele Uitvinding' noodig, zegt van Mander, om
„ de Natuure in haare Gedaante nader te koomen,
„ of gelyker te worden ". Wat aan 't kunflryke
Griekenland, en de overdaadige Rmnynen , aan de
voorige Eeuwen ontbroken had , wierd hierdoor
gemeen en uit Nederland over gantfeh Europa
verfpreid, 't welk daarvan opgetoogen Hond. Ita-
lië
, nog niet bekroopen met den Waan van den
hoogften Vlugt der Kunft boven allen anderen
Land-aart te bereiken, flond als voor 't Hoofd ge-
flagen, op 't Gezigt zyner verwonderlyke Uitvin-
ding' en fchoone Werken: ook wachtte 't niet l?ng,
om Voordeel daarmee te doen. Antonello, Schilder
van Mesjina, (dus getuigen 't de Italiaanen zelfs)
toog naar Nederland. Hy wifl zig zodanig
by van Eyck intedringen , dat hy tot deszelfs
Leerling aangenomen wierdt en tot deszelfsDood
by •
\
-ocr page 86-
Italiaanse School              5
by hem bleef: ontwyffelyk, zo" zeer om Voordeel
« raapen- uit het Kundpenfeel, als uit de roemryke
^"vindinge van zynen Meefter. Vervolgens nam
*I' met zynen Buit, den te Rugtogt aan naar zyn
Vaderland. Te Venetië ging hy, onder de hoogde
.* 0ejuichinge, de nieuwe Kunft oerfenen, en deel-
ae ze zynen Landsgenooten mede. Ter zyner Ver-
seuwiginge , wierden hem op zyne Grafftée veele
loftuitingen toegeiegt: voornaamelyk , gelyk 't
Graffchrift zegt „ om dat hy 't eerde aan de Ita-
'5 liaan/e Schilderkunji, door de Verwen met Olie
?• te vermengen , een' Luifier en A'tydsduiirzaam-
3> beid had toegebragt ".
t Blykt allerwegen , dat de Italiaanen , tot
•fuen Tyd toe, geene Byzonderheid in de Kunft bo-
ven andere Volkeren bezaten, dan deeze: dat zy,
in 't Midde van den Rykdom der Antieken , zo
vanStatuen, Gebouwen, en 'zelve van Antieke
öcmidery', welken zy uit het Verval der Roomsfe
Monarchye over gehouden en daaglyks voor Oogen
hadden, daarvan geen Voordeel nog Gebruik wiften
r£ maaken om de Edelheid der Kunft in Top te voe-
^n. > gelyk zy eene Eeuwe na de Uitvindinge der
^neverwe begonden te doen: datzy, onbewoogen
van die Schoonheeden waarvan Nederland ontblooc
was, en ongeacht de Eere en de Mildaadigheid
waarmede de Vorden tot hunnent,inzonderheid de
. egenten van Pi/a en Florence, hen overftelpten,
m t mmft daaraan niet beantwoordden , ja blinde*
Jing hottiehfer werkten, dan de Nederlanders , uit
mgelchapen Vernuft , alleen door 't Behulp der
eenvoudige NatUur' deeden. Is 't hen zelve wel
Eere, te betuigen } gelyk zy volmondig doen (mo-
gelyk volgens Sprookjes van den Ouden-Tyd) dat
£y de verloore Schilderkund wedergèvqnden en
A 3                        geleerd
-ocr page 87-
0            Italiaanse School.
geleerd hebben , in de XIII Eeuw', van Griek/e
Schilders
, te Florence onthooden om een' Kerk te
verfieren: die zo lomp waren dat zy geen' Tronie
na 't Lee ven konden maaken , en ftraks voorby
gezeild wierden door hunnen Leerling Cimabue, den
Florentyner, welke van zyne Landslieden ten Schil-
derfenix verheven word, en zig verwonderlyk
maakte ingevolge zyne ruuwe en blinde Eeuwe.
Dus willen zy, even gul, dat zy de Bouwkunde,
naamelyk de Gottiekfe , ontleend hebben van de
Grieken : van een Grieks-Bouwmeefter , genoemd
Bufcheto da Dulicbio, die de Hoofdkerk te lHfa ffcigt-
te , A°. ioió, en veele Leerlingen naliet! Is 't
rüet waarfchynlyker, dat zo wel de Bouwkunde en
ie Schilderkunft als de Letteren, zedert haar Ver-
val , in de Duillerheid die'r Eeuwen hier en daar in
Europa hebben blyven fchuilen: dat#ze vooral ove-
rig gebleeven en geoeffend zyn, door de Klooster-
lingen? By Voorbeeld, wie maakte de groote Wer-
ken voor den Tyd van Bufcheto, gelyk die van Char-
lemagm
, byzonderlyk te Aaken en te Nimmegen in
de IX Eeuw': wierden die insgelyks door de Grie'
ken
gewrogt'? 't Zy hoe't wil, de Kunflenaars die
vervolgens uit de School' van Cimabue ontftonden ,
en trapsgewyze eenige Verbeteringen in de Kunfl;
maakten : hoe verre zyn zy gekoomen, en welken
regtvaardigen Roem hebben zy tog daarin boven an-
dere Volkeren verworven , dan zul ken waarmede zy
naderhand door de Penne en de Gedichten hunner
Landsgenooten opgevyzeld wierden ? Men heeft al-
daar Gelegenheid gehad of Zorge gedraagen ( welke
elders niet was, of genomen, of tot ons over ge-
bleeven is) om de Gedachtenifle van eenige wei-
nigen , zo wel als van hunne Werken en Bedry-
yen, in fpnimige Brokken van Leevensbefchryvin-
gen,-
-ocr page 88-
1 T A l IA A N S E Sc HO O l.              J
fyn die 7?™* °f ver?erd>te ^reeuwigen: maar,
wel dnr 7Vef ln itaaC §eweeil, of hebben zy
te'tooZT\ 0nderll:aan 'ri mei derzelver Werken
de S^S' ,datnhet dezelfde al]ee" waren die toen
en ;'ailderkunft *n £«^« by «icdgk oeffendén,
kierde" f JT dfl* andRer,e V0,1^ ge-evenaard
t ,- * Indien l de Beknoptheid deezes Werks
heS Z° ?0^der^n mo§e!yk zo veel Moeite niet
/ebben, uu deHiftonen, eenige doorflaande Be-
xJfQn Vf-n het teSendeel optegeeven: maar, is 't
■JP n°odig deeze Moeite te neemen? leveren de
Wniatuuren, in oude Manufcripten, daarvan niet
u i 9 rU j ^ overtuigende en voldoende Preuven
ander jjfrNederlandf^ok, zullen wy 't een en 't
ander wat ruimer verhandelen.
Wy hebben geen Oogwit om den waaren Roem
AMcigmg om hen iets toetegeeven ten Afbreuk'
£ oïïr-' t W$4r ten h "nen 1>Ï,
1 èbbrn d™}nEurfa,™ verdienftig als zy gebloeid
& fy ontkennen enkeld, dat zy'? alleen,
fan ilde'Uldmchcigfte waren' voor den Tyd van
'^IsfZ EYCfren Zdve "°S ]an§e daarna. De
«en of P? , , e vernoeêd mct ^- £«rer begin-
lur* ,ei§eniyk met MV/««/ WoJgemut van IVraraz-
ven •' HPiep zy aan deezen ten Leermeeiler gee-
laatt'Sch r-^"' welke eindelyk, fchoon zy zo
Ai" en tl g^oomen zyn , zig meefterachtige
vens den 7?°/rtantie in de Kunft' ten min^e bene-
leggen *tallaanen boven den Nederlanderen toe-
der XVII paanSezien zy zig nog ^ den Aanvang
wel uit Nederi*^van UItheemsfeKunftenaaren, zo
en die nu alle?!! als Ult Itali'é' moeften bedienen,
fchvnt om 1 ?ten raaPen wat hen aan de Hand
ynt' °m ee« Rei van Kunfthelden uit hunnen
A 4
                         Land*
-ocr page 89-
Italiaanse School.
I
Land-aart optempnfteren ; allen anderen Volkei.
van Europa, iaaten wy dat Stuk voor zig aanmer-
Tcen, zo 't hen behaagd : wy vatten 't alleen op ,
vqfor den Nederlanderen. De Neder-
landse School, die tot den Dagh van heden
haare byzondere Eigenfchappen in de Kunft voor
zig gehandhaafd heeft, met zo veel Roem als de
Italiaan/e voor haar zelfs kan doen , is niet alleen
de geene welke zo hoog als die Italiefe boven de
andere Volkeren ukfteekt, en nimant der zelfden,
zo in Tal van Kunftenaaren als Menigte van Kunft-
werken , nevens zig vind, maar die zig ook by den
Aanvang der XV Eeuw' in de hoogde Faam be-
tond, gelyk'wy op zyne Plaatsfe zullen zien; en die
vervolgens, van het Tydftip van de Uüvindinge der
Olie ver we af, waarvan de waare Schilderkunlt
figenlyk begonnen en ter Volkoomendheid geftee-
• gen is, zig daarin gehandhaafd heeft, en dus den
Eerpalm boven alle andere Volkeren behoud : zo 't
waar is, dat men van 't Begin der Dingen, en niet
van derzelver Vervolg, moet aanvangen te oirdeelen?
Alle Kunftenaars waarvan de Italiaanen, met
betere Zékerheid en erkender Gaven dan die hun-
ner School' van Chnabne, gewag maaken, zyn na
den Tyd van Jan van Eyck ontftaan. Na deez
groote Man hen zyn Geheim en Penfeel meege-
deeld , en hen door zyne Kunftwerken de Oogen
verlicht had, begonden zy tot Na-iver en uit hun-
nen Siaapzugt te koomen. Zédert dien Tyd gin-
gen zy op zynen Grondflag arbeiden, op zyn Spoor
zig verheffen, en vervolgens eenen Voortgang maa-
ken, welke van hunne loftuitende Schryvers eerft
eigenlyk pryswaardig en verdienftig word geacht.
Jiafaël zelfs, by wien zylieden eerft het vafte Tyd-
punt fel merkwaardigste en wonderbaarfte Schii-
#erkunft/
-ocr page 90-
Italiaanse School.              9
Ta?!!1*1/311 ^beginne^ , is drie - enzéventig
eon A ÜQfmdJng der Oliever-w gebooren; en be-
100L ?rc^eken' vyfcig"of zesIi§ Jaar na de °nt-
Srp Jiunlt m Italië was gevoerd, en rond-om ftand
b eep -Hoe veele byzondere Eigenfchappen, ter
^imaakinge der Schilderkunde, naden Tyd diens
eraamden Italiaans, nog ontdekt en in Nederland
ter Verluifleringe der Kunft opgequeekt en byzon-
denyk behouden zyn, waarvan die hoog verhee-
Ve Kunftenaar weinig wilt, zulks men geenerwy-
2e, door Vooroirdeel ingenomen , te achten hebbe
aat hy alle de noodige Deelen der Schilderkunft ,
«aat liaan de Volmaaktheid , ten ruimste bezeeten
ot ten Top gevoerd heeft: zulks zullen wy in den
J-oop deezes Werks ontdekken. Men zal daarin
by Voorbeeld zien, dat de Nederlanders, algemeen-
lyk , de Schikkinge zo" wel als de Uitvoeringe, de
■hksheidder Tekenpen zo wel als de Kloekheid en
de Bevalligheid van 't Penfeel , hebben gehand-
bald ; dat die de Eigenfchap en Kragt der Na-
^ur , boven hen gevoerd en behouden hebben :
oat zy hen en allen anderen den Loef affleeken,
zo niet in misleidende Verzinning' , in 't Opge-
pronkte-Naakt, ten minste in getrouwe Naboots-
fchabZT '• Zi§tbaare: in 'c Portretteeren, in Land-
meneïïv-
ln Vee en al]erhande Gediertens, in Bloe-
in 't Ju8ten * *n Gebouwen, in Zeen, in een Woord
pen derÏÏe!"jUi? Verbeelden van alle de Voorwer-
ierhkP r '
' en van alle de Bedrywn van 't Bur-
de ItaltlT'- Mcn zal zien' daC z?> zo wel als
hebben ko^n U1 '" ^°0t V°°r ?£rken en Pal
hebben konnen werken; maar dat zy daarenboven
ook mKahnetjiukke 0p allerhande Onderwerpen ,
en van allerhande Verkiezinge (waardoor eenftj'
tjculier ter zyner Verluftiginge, ofPragt, ofVoJ-
A 5                          doe.
-ocr page 91-
io          Italiaanse School.
doeninge zyner Kunftliefde , in een' enkelde Ka-
mer den Kunftfchat eenes Tempels, een Vorfte-
lyk-Kunftkabinet, de Verzameling eener befaamde
Gallery, na zyn Vermogen kan bezitten) uitmun-
tend en algemeen zyn geworden : zulks zy het den
Italiaanen, ten naauwfte genomen, in 't Ideale kon-
nen toegeeven, dogh in 't Nabootfen der N a t u u-
r e en der t' Samenleevinge , in de Waarheid der
Hiflorie, nimant aan zig gelyk vinden.
't Was dan niet anders als rédelyk , volgens
Pligt en de waare Eigenfehap der Zaak' , dat hy
die de gantfe Wereld verlichtte, die de Nevelen
en de Hinderpaalen der Schilderkunil verdreef,
en die den Weg baande welken alle de groote Man-
nen vervolgens gehouden hebben , gelyk onze van
E y c k gedaan heeft, te Voorfchyn quam voor een
Werk 't geen op zynen Grondflag verdienftig is ge-
worden; en aan 't Hoofd der Kunftenaaren wierd
geplaatfl die zyne Ontdekkingen en zynen Koers
gevolgd , door zyne Behulpmiddelen zig vereeu-
wigd hebben , en met hunne befaamde Werken
hier befchreeven zyn. Indien hy een Italiaan was
geweeft, dan zoude hem die Eere nooit onthou-
den, en hy aldaar met vry anderen Lof uitgeba-
zuind zyn geworden dan hy onder ons gedaan is :
hy, wien de Aiouden met Eerebeelden en Tempe-
len vereeuwigd zouden hebben. Geen Oogenbiik
zouden wy ook in Bedenken ftaan , om hem de
PJaatsfe te geeven welke hy wézenlyk verdiend ,
met van hem den Sehakel der volgende Uitmun-
tende Kunftenaaren en wonderbaare Werken afte-
leiden: maar, om de aan ons bepaalde en behaag-
lyke Schikkinge deezer Leevensbefchryvingen
niet te breeken, en geene Veranderinge te maa-
ken in 't Bewerp eenes Werks, 't geen voornaa-
melyk
-ocr page 92-
Italiaanse School.           n
Kunm-16 byZDn.dere Land-aarten, of onderfcheide
en ill r°lea'ln hunne a[zonderlyke Kunflenaaren
afrm
          uPpen bedofid' zo zulJen *7 daarvaa
ÜncSA'*°m hem vervolSens te befchouwen aan 't
«oofd der Neckrkndfche Kunjlfchoole: als waarin wy
rinf °^iren voor«aame Opheldering' en Verbete-
inS, tot Eereen Dienfl onzer Landsgenooten zul-
"■ö maaken, 't welk van den Frans/en Schryver niet
bedoeld wierd, of waarvan hy onbewuft. is geweest.
Wy zullen ons dan hier vernoegen mee
net geene wy daarvan by Voorraad bygebragt,
indeeze MeUinge Jan van Eyck voorgedfan
nebben, als de Vader van alle de Moderne Kunft-
aar OD%TiftT: T hem ' en Zvnen Land"
aarc, op de Afdeehnge hunner Kunftfchoole vol
koomener te befchouwen. In gelyken Oplt't 7u{
len wy hier ook niet aanhouden, om de n!S
landsche Rünstschool zo wel voor die der
Itahaanfe als. van allen anderen Land-aart te plaats"
en"J? ' Pteg?ndeel' dezelfde't allerlaa&l laa-
jj-n volgen, inzonderheid om dat die ons het waard-
moet ' naaS^C is^ en 'C JanSft in 'c Geheugen
S? VeïVfn- Ter ^ves^nge van dat alles, en
re sJr htlnse van het Tooneel 'c seen de **W
voor 2/T
over /if* gaat ópenen' zul,en wy,
te Aanm, i-C Zelfde gaan befchouwen, eenige kor-
te zien f "gen maaken' om in 'c voorby gaan
£ens h'
        -C met de Kunft der ItaI'aanen, vol-
van EY!?e eig^ Bekenteniffe, ten Tyde van Jan
kroop en ** -g d Was: hoe Zy vervo]gens voort-
cbeUneelo ZïS'.verhief> toenLeonardda Vinci, Mi-
men ■ \ ltman> en Rafael, te voorfchyn qua-
„ ?onde're rfn,de Iaari1:gen°emde zig zo veele by-
SS ?Ie? der Kunft d^n ^aa^e, (zegt
UMm), eQ dezelfden tot zulken hoogen Graad
bragt,
-ocr page 93-
Is            Italiaanse School.
„ bragt, dat de groote Loftuitingen, welke hein
' s gegeeven wierden , hebben doen gelooven dat
„ hem niets ontbrak , en in zynen Perfoon de
3, gantlë Volmaaktheid der Schilderkunft geplaatst
n was, zulks 't grootfte Deel der Jonge Schilders
„ naar Rome overvloog om na hem en na 't An-
„ tiek te gaan ftudeeren , en van daar te rug te
„ brengen de algemeene Achting' der Werken
■ waarover men zig aldaar verwonderd, ten Einde
„ deeze wederom voortteplanten onder zodanigen
„ hunner Landslieden die na hen luifr.eren ; waar-
door een groot Getal van Liefhebberen der
" Schilderkunft , op 't goed Geloof van anderen
l, aan, of op 't Gezach der Schryveren, het Denk*
'- beeld aangenomen hebben, dat de gantfe Vol-
maaktheid der Schilderkunft in Rofaël beftond :
, een Gevoele, 't welk de Romynfe Schilders mees-
tendeels in de Vreemdelingen voortplanten , 't
zy uit Liefde voor hun Land, of door Verwaar-
" ioozinge van 't Koloriet, 't geen zy nooit regt ge-
5, kend hebben, enz ".
De Italiaanen gewagen, en E. van Mander heeft het
zonder Onderfcheidinge uit Vafarï aangenomen, van
Lippo, den Florentyner, wiens Werken zy omtrent
<len Jaare 141 o , en dus juill op het Tydftip van de
Vinding' der Olieverw ftellen. Zy bekennen, dat
hy de eerjie was die de oude Maniere begon te verlaaten
,
met zyne Beelden te fpeelen , en de Jlaaperige zwaare
Zinnen der Schilders te wakkeren.
Wy neemen dit
aan , als een onwraakbaar Bewys van de groote
Gebreklykheid zyner Landslieden tot dien Tyd toe,
en dus dat zy toen zeer verre beneeden onzen groo-
ten Nederland/en Kunftheld waren. Felibien , die
zeer wel over de Kunft kon oirdeelen, insgelyks
Vajari volgd, en zig langer in Italië opgehouden
heeft
-ocr page 94-
Italiaanse School.,         ig
^facl?11 Van Mmder> ze§c duidelyk dat hy 't on-
gant^ft-iVan hem te fPreeken- Dus zwygd hy
dien
         Van eenen £W/o' mede een Florentyner,
Van eZy vervolgens noemen als van den Koning
™ f me om zyne Kunfl tot Ridder gemaakt zyn-
en' r j /J:y * *^ Afc^ey niet was Têkeninge;
a die de-eerfle geweeft zoude zyn, welke met goed
wdeel de Muskeien der naakte Lichaamen begon
je onderfcheiden. Evenwel fpreeken zy van Paula
Vcceiu
, die zig toeieIde om de Doorzigtkunde in zy-
T 7ch!!derven waarteneemen , dogh wegens den
Va, dien hy tot het beftudeeren daarvan befteed-
w^rin ^ an^re Deelen der Schilderkunft ver-
waaroozde, zulks hy van Donatello, een vermaard
Beelahouwer dlenS Tyds, deswegens befpot wierd
die hem zeide dat hy veel beter zoude doen 23*
over ïlrf VerbTn' dM ^ 0irdeel daar-
over te vraagen en het te vertoonen: 't welk hem
zodanig fmerce dat hy 't Penfeel niet meer Z
^guuren gebruikte, waarna hy in den Jaare 1432
eten ^r? Zdfie ?chryvers noemen, op deezen
deer? • y ' rMaslini) » di^ veel Onderfcheid
^ zien tusfen zyne Schilderyen en dien zyner
Fi£uugin§£ren : die meêr -dchtbaarbeid gaf aan zyne
meer
G° ' *'" im beter êsfchikt Ge™ad bekleedde ;
h'eid'inTndsmIginge '" Troniè'"> en meêr Leevendig-
't Lkh gen braSr> en alle de andere Gedeehens van
had cenT' met mêr Volmaaktheid Schilderde. Deez
tntwinti:aerilnSM^c"'0' dif A°-H43 in't zes-
acht del' lJaar z?n's Ouderdoms ftierf, en onge-
boven et en Leeftyd zynen Meefter verre te
Mander nn ,Vo]gens de u!td™kkinge van van
hv wel vm hJ t0t Zülke Volko°mcnheid „ dat
k,U 'u de eerften was die ^ de Schilder-
« Kunlt we^hgenome» heeft W Mismaaktheid,
-ocr page 95-
14          Italiaanse School.
Hardheid, en verwarde Mocilykheid, en voortbragt
9) een' ongemeene fchoone PVerking', Beweeginge,
3, Kloekheid,
en zékere aartige Verheffinge, zeer ei*
,, genlyk met het Leeven of 't Natuurlyke overeen
,', koomende, 't welk voor zynen Tyd geen ander
„ Schilder zodanig had gedaan. Geen een had
„ met zulk goed Oirdeel gelet, op de Verkortinge
der Leden. Zyne Dingen fchilderde hy zeer
,, vloeijende, met goede Harmonie, en Paaringe van
,., de Verwen der Kleedyen met de Troniën en Naakten.
„ De Kleedyen maakte hy met weinige Plooijen, en
vlak; gelyk in 't Leeven veeltyds gezien word.
„ Dat alles is zeer nut geweeft, voor de Kunfte-
„ naaren en de Kunft. De Dingen voor zynen
„ Tyd gedaan mogten gefchilderd, maar de zyne
5, leevendig genoemd worden. Door -gefladig on-
„ derzoeken quam hy tot zodanige Vaardigheid ,
„ zo wel in het Tekenen als in het Schilderen , dat
„ zyne Werken, by Vergelykinge, Plaatsfe mogen
j, houden nevens alle Tékeninge en Koloreeringe
„ deezes Tyds (naamlyk van Vafari). Hy was ook
„ zeer kunftig, in de Doorzigtkunde. Meer dan an-
dere Meesteren, zogt hy Naakten en derzelver Ver-
„ kortingen
te maaken. In alles had hy een' natuur-
■„ lyke Vaardigheid. Den om hoog ftaanden Beel-
„ den, deed hy dat van onderen op gezien wier-
„ den. Wyl men voor zynen Tyd gewoon was,
„ den Staanden-Beelden op beide de Voeten gely-
„ kelyk te planten, zo was hy de eerde die een
Been óf Voet fpeelende ïiet verfchieten, zulks het
,, Beeld uitzwenkte. Zyne dingen zyn vervolgens
„ in groote Waarde gehouden geworden. Alle de
., edelfte Vernuften , zo Schilders als Beeldhou-
'n wers , hebben daar na geftudeerd : daaronder
5, Leonard da Vind, ja de wonderbaare Michel Angelo,
Ra.
-ocr page 96-
Italiaanse School.           ij
daf^f ÜVrM enz' "' Scho°n die Kunftenaar
kend',3 aarlchYnlyk, groote Begaafdheeden (gere-
kt Lf vynen,Tyd) bezeeten heeft, zo zal eJhter
hen, vervolg blyken, dat de Italiaanen, en na
zvn „ Ma"*er, niet te bekrompen in zynen Lof
™ geweeft; en dat het er verre van daan was,
Zo h ' volgens den Smaak van verlichter Tyden
j öoog tekonnen opvyzelen: 't geen wel aanlokke!
J* voor de Kunit, maar niet 20 zeer voor de Hif
°Jjie kan weezen. Hoe 't zy, Felibien die heirf insl
seiyks in t korte roemd, erinnerd dat hy en de
voorgemelde Schilders geen' Olieverwe gebruikt
infc' gC^krde volSende deeden: dat zv alleen
Wn t'°£in LiT en Eive™e, fchilderdên. Dds
aaten wy ze aan hunne Plaacsfe , om van die tP
ipreeken die hen opvolgden , en zich in de Kunft
der Oheverwe opbeurden.
^?en0CpHIp' °VerleedeTn A°- I488' die L- **
laL         FemPno ten Leerlingen had , welke
«benoemde de Leermeefter vin Rafak is ge?
kunl;' VSiT al§emeen Kunftenaar in de Meet-
de en, ^eeld{]ouwery> Beeldgietery, Schilderkun-
' enz.; onder zyne Tydgenooten : do^h
;; cdde Waarheid te ze^en>in 'c **&
» zyne W ZJm ®mgen Waf te wreed ' van a"e
» in on7, Dk? ware veel te zeSSen' dan '* koomt
% was l en met tePasfe> zegc van Mander".
Geeft tékP1f/0ud Tékenaar: met veel Verfland en
aartievanw^ y ook eenige Vrouwe-troniën, zeer
L. da JÏÏ5*5 »«luftiSe Htllfelen» *hoon, dat
de natebooS1^ * k°°Z 'V^^ïf n ?00^
gieten • m\ï H? be§on eerft ln
Pletöer te
Wende fc Ten
Tyde Veele Doode- en
lange daarn. tl £n ^S^en wierden , die nog
*£ KoSe? ^W in d^ Huizen' boven Deu.
' *onu»«> e* Schoortenen, als nacuurely-
-ocr page 97-
i6           Italiaanse School.
ke Afbeeldzels praalden. Péérden tekende hy in
Evenredigheid en op de Maat, wyzende de Ma-
niere aan om dezelfden te vergrooten.
L i p p i, de Zoon, mede een Florentyner , over-
leed in den Jaare 1505, ten Ouderdom van 45
Jaar. Hy was de eerffce, zegt van Manier, die den
Modernen in 't Hoofd bragt de Kleedyen te veran-
deren, en op een' nieuwe Manier zyne Figuuren
op de Antiekfe-wyze te kleeden; die den Grottes*
ken 't
Licht hergaf op de Gedaante der Antiek-
fen , maakende dezelfden van Graauw , ook van
Verwen; die met groote Studie de Sieraaden der
Roomsfe-Antieken, van Vaten, Broosjes, Schoe-
nen , Schilden, Helmen, Vrouwe-Huifden 3 Pries-
terlyk-gewaad, enz., in zyne Werken te pas bragt.
Mantegna, A°. 1451 te Padua gebooren en
aldaar overleeden Ac'. 1517, oefFende zig naar 't
Pleister, op de Antieken afgegooten. „ Men wil
„ (zegt van Mander) dat zyn Meefter , Squarüvne ,
hem ter Zaake zyn's Huuwelyks vyandig wierd.
„ Hoe 't zy, Squartione zeide nu, dat de Beelden
„ van Mantegna niet deugden , om dat hy dien
„ naar de Antieke Steene-Beelden had gemaakt,
„ waarna men niet ter dege kon leeren fchilderen,
', wyl die Steene-Dingen altyds zékere Hardigheid
Il behouden, nooit hebbende een' teêre Zagtheid
„ gelyk 't Vleez of 't Leeven heeft, 't geen zig in
„ verfcheide Werkingen roerd en buigd: dat Man-
tegna beter gedaan zoude hebben, zyne Figuu*
„ ren, in Plaatsfe van dezelfden uit onderfcheide
„ Verwen te koloreeren, alleen van Wit en Zwart
„ te maaken ? gelyk 't Marmer, wylze dan im-
„ mers ten minft' naar Steene Antiekfe-Beelden ge-
„ leeken zouden hebben. Schoon dit Mantegna
„ quelde , was 't hem echter vorderlyk : hy be-
„ kende, dat zyn Meester gedeeltelyk de' Waar-
„ heid
-ocr page 98-
Italiaanse School.            i?
!' 'uJÏÏ^ begaf zi§ toen aan '£ Schilderen nSar
ï, wat JÏÏ ' ,en -to?nde' dat, hy daa™" zo wel
gen g p S als Ult het Anüek konde voorcbren-
tieken ,Tel bIeef hy oirdeelen, dat de An~
ven '?fVeel fchooner Deelen hebben d™ 't Lee-
» tuur! uyZt! daC ^ al de Volmaaktheid der Na-
» in Dy~een hebben verzameld, die zeer zelden
' e een enkeld Lichaam vereenigd zyn te vinden 8'
JJ M, l\ de A"tieke-Beelden beter gefchikt, de
_juske]s5 Aderen, en Zenuuwen , beter geroerd
• » dat.h?%eWeeZeii Zyn' Maar ' fehoon hy dit
«tnt (dus vervolgd van Manier) en hy meende
» og het Vleez, met zyne Malsheid en Gladheid,
» ae Antieken fomtyds méér Hardheid- ook 7ipt
» men Zyne Dingen eénigants gefneed^n , tS
» kende meer naar Steen dan naa? 't Leeven "
rewSl^ï°-Wy Ge|eg^heid hebben om over dit
ST&ti ***"«**> ds Misbruiken aanteroe-
n die daarvan aan beide Zyden gedaan worden,
^JanZLZT °f ^ BefCc,ng- '£ Welk den d
*»£»!« J°?rglansJZ0 7eI van de F™"/™ als
trek terl-T ingedaan (niet alleen dat zy 't An-
zy daarto" chacten' 'c gecn V17 waar is, maar dat
weérftuiten 0ok te ërof zyn) °P deezen te doen
e" ineebepl t ^f,, e dlkwyls al te meefterachtige
•Wegens al Voikeren aantetoonen* dat zy daar-
achten of Vfy door8aans net Leeven al te gering
manesq ^J>[Waarloozen » en wac veel in een #0*
ren , tot w* Vervallen: dogh wy zullen die Ipaa-
zyn. AIle»n aa" de Nederlandfe Schoole gekoomen
en 't boven al a°et? J?7 daamit ,alhier aanmerken,
le", hoe raar
         C GeheuSen des Leezers bevee-
'* wézenkk BèJn met 5°V> °PfPraak'' zel^
daarop de It.lf Van de Stud]e naar
'c ^nfc>* ,
&Sc- Deel          n Vooral roernen > om£rent de
B                             G&.
-ocr page 99-
iS            Italiaanse School.
Geboorte van Michel-Angeto en van Rafa'ël, zolan-
ge na den Tyd van onzen van Eyck, nog tot
hunnent was. Verder, aangaande Mantegna, hy
was in zyne Lakenen hard, wat klyn van Plooijen ,
en van een' droogachtige Maniere : dogh des-on-
aangezien een groot Kunftenaar, uitfteekende ten
dien Tyde , wiens Werken met groote Kunft en
Vlyt gedaan zyn. Van Manier meld, als iets raars,
dat hy in zyne Werken zeer veele Troniën, naar
't Leeven gefchüderd, te pasfe bragt. Hy roemd
ook billyk, de Ordinantie, 't Vernuft, de grootsfe
Sieraaden, Kunde, en wat des meer zy, uitblin-
kende in zyn' befaamden Triumf van Cezar, die
door hem zelfs ook gefneeden is; alsmede zyne Uit-
voerigheid , in klyne Tafereeltjes, met verwonder-
lyk Geduld en Netheid uitgewerkt; gelyk ook, zy-
ne Netheid van Tékeninge, zo wel als zyn Beleefd-
heid , Deugd , en Edelmoedigheid : Zaaken die
meer of min raar waren, en hem, Zoon een's ar-
men Boers, boven anderen by Vorften en hooge
Perfoonafiën, geliefd maakten en tot den Ridder-
ftand deeden verheffen. By dat alles zegt hy, dat
deez Mantua/e- Fenix de eerilemaal van allen de al-
lerbefte Maniere toonde, om de Beelden te doen
verkorten. Fclibiën , ftemd met dat alles kortelyk
overeen; en voegd 'er nog by „ dat hy verftandï-
„ ger was in de Doorzigtkunde , dan de andere
„ Schilders van dien Tyd, en vooral om zyne Beel-
„ den naauwkeurig in de Wyking' te ftellen:
„ dat al wat hy fchilderde getekend , en tot het
„ Oogpunt gebragt was, op eene Wyze die toen
„ niet gemeen was; dat hy een' klyne Kapelle, in
„ 't Belvedère, zo zindelyk en aanvallig befehilder-
„ de, dat dit Werk van Miniatuur' fchynt; dat 'er
„ een H. Maagd, van hem, in 't Kabinet des Ko-
„ nings van Prankryk is, en dat men daarin kan
„ zien.»
-ocr page 100-
xtaliaanse School.             19
" aam,h°e uitvoerig hy alle de Deelen des Lich-
* in v lutvverkce, zo wel in de Schaduuwen als
" rlC £rootfte Licht. Hy erkend, dat die Kunf-
" enaar verdiend heeft onder 't Getal der geenen
" §eplaatir, te worden , die hunne FiguUren wel
3' ëe'Ghikt, juift getekend, en hunne Onderwer-
" £5n m.et groot Verftand uitgedrukt hebben.
" ~°k wil hy zodanige Uitvoerige Schilders niet
" °erooven, van den Roem dien zy door hun blók-
» «en hebben verworven: maar, hy zegt echter,
» dat hunne Werken grootelyks verduifterd wort
» oen, door de Tafereelen der Groote Meefters
» die zedert voortgekomen zyn.
Worg ion e wierd gebooren A<\ 14.4.8 in 'ê
Gebied van Venetië , en overleed A». xtti maar
KÏlSS °Ud' Hy had zulke leevenJige 'gS
Koioreermge, zo wel in Fresko als in Olievénv
«? gebruikte Zulke vloèijende Diepfelen dat de
brent n8 ^-eLZyn °m Geeft in & Beelden «
ke & en ïnS.heid van < V]eez> '£ <™!y~
den en p' UltCebedden- Zyne Lieve-Vrouwbei
zufks , .Po"r1etCeö . maakte hy zeer leevendig t
len nl!y ln Schoonheid van Koloriet, en Diepfe-
ken' t;uand,eren OVertroffen- In zyne andere Wer,
ken' u y niets anders dan '£ Leeven gebrui-
., goede TU mïfZe zig Z0 '^ïis^nderlyiE, in da
itheyB£a"dfnged^ Verwen (zegt fcKtoj;
Schilder? yne Taferee!en dien *c andere
SchïdS ZynCS Tyds verduifterde. 'Na hy de
„ öcöJderyen Van da Viyici gezien ^ ^.^ ,
" Zo y00" de. drooge Maniere des voorisen Tvds
" en ,eerde ^ dien voortreffelyken Man hoeda-
* kLmen ?nten moet ^rdryven en in mal-
" r?deren Tuiten, om 't Koloriet te verzag*
v ten en meer Rondte aan de Figuuren te geeven.
B 2                      „ Hy
-ocr page 101-
2o           Italiaanse School.
„ Hy begreep zodanig de Kunft , om Dagh en.
t, Schaduuwe wel te voorfchyn te doen koomen ,
„ dat hy nog daarby voegde die van alle de krag-
„ tige Kleuren met malkanderen te vereenigen, en
„ daaraan die Leevendigheid en die P'risheid te
„ behouden welke zo behaaglyk aan 't Gezigt zyn.
„ In 't Kabinet des Konings is een zyner Stukken,
„ van meer dan 4 Voet breed en 3 en { Voet
„ hoog , beftaande uit veele Figuuren , wonder-
„ baarlyk gefchilderd, zulks het dikwyls voor Cor-
regio gehouden word : zodanig heeft Giorgione
daarin zig zelfs overtroffen. Echter muntte hy
Il niet uit, nog in Inventie nog in Ordinantie.
„ Door de Eêlheid en de Behandeling' zyn's Pen-
3, feels, overtrof hy allen die hem voorgegaan wa-
„ ren. Hy wift zodanig de Kleuren met malkan-
,, deren te vermengen, en derzelver Kragt waar-
_ teneemen, dat zyne Schilderyen zig veel fchoo-
ner vertoonden dan dien welken men bevoorens
had gezien. Hy fchikte en kleedde zyne Por-
3, tretten voordeeliglyk; en , vindende de Kunffc van
^, 't Hair te behandelen, gaf hy aan dezelfden een'
„ Malsheid en eenen zékeren Zwier, die moeijelyk
„ genoeg zyn om wel te verbeelden". Dit'sechter
vry breed, en dus hier genoeg van Giorgione, die door
zynen Nabootsfer, Titiaan, verre te boven gegaan
wierd : welke beide , ook hun Plaats in deeze
Hiftorie zullen'vinden.
Perugino, een Toskaaner, gebooren A°. 1446"
en overleeden in den Jaare 1524, is hier aanmerke-
]yk: niet zo zeer om dat hy den befaamden Rafaël
ten Leerling had , die hem oneindig te boven
flreefde , maar om dat hy in een zyner Stukken
een Landfchap maakte, dat toen ter Tyd won-
derlyk fchoon geacht wierd: want men had al-
daar, bevoorens , daarvan geen' goede Maniere
-ocr page 102-
ItUiaan5£ School.          21
^dTt' JClyk Td Mderhand' ^gt Vafaru
nen W 1 "A Senoeë' om ten P'euf te die-
de «,
          g de Kunfl der ltaliaanen was ten Tv-
uaerlyk Penfeel zig zo luifterryk toonde ge-
y« wy 0p zyne PJaatsfe zullen zien; hoe gebrek-
J* zy nog menigte Jaaren daarna bleeven: met
°e veel Onvolmaaktheid zy Trapsgewyze op ftee-
bAA en 'C ërootfte Gedeelte eener Eeuw noodig;
den £ '1 ZedCrt de Find'mêe der O L I E V E R W E , Offl
rdLn ylVau Micbeï-J»gelo en van &*ƒ„# te be-
den r' 1 mnen Roem eensklaPs ^n Top voer-
had' omk
        Land-aart nog geen Gaven genoeg
VoV^icboTVXe a"tderelker,en ^munten?
Man van venTnderlvke £"**• * ***• een
de , en iuliek offf ^ ' Anat°mie> ^^on-
tóforeekeï \        > ' ^ r°ndm van ziS
ge SeSr' T f wel verf^eide verdienftf-
k nTlS°vfr £ Italieett°*> die ora %d
de§n te b0ven te gaan ™"' «* malkanderen P°°g-
afvanzi» hmi ?• maar' Zy waren noS verre
doen P,f a £n
ïe van ^«tó te konnen voor-
dooven nf £ 3am in de Schi,derk™ft te ver-
zo konfKo-k f<VCT> de Goude-en Zilvere-Vaten .
hunnent tol Uasfchllderen. enz., waren zelve toe
Toeftand 1 g, °"bekend of in een' kreupelen
bloeiden. ,FeSWyatfJbyfonde,rlyk in Mafer/a*/
als een T,Zw^d duidelyk hetj/*? van 1460,
Soedoo zvn r' -Taann de Bouwkimde, nog zo
deder^S £°U£ks aandeeze alsaa" gindfe Zy-
word n ^ooT df VdVin, W ^^ beSon *
Van den SdintlY^m^n Aanmoediging'
iwcunaal Mesfanon, die zyn Bibliotheek
B 3                         aan
-ocr page 103-
22           Italiaanse Schooi.
aan de Kerke van St. Markus vereerde: waardoor
Vitruvius gemeener, en de Voorfchriften en Grond-
regels der Bouwkunde wederom voor den Dagh
gehaald en in Vervolg van Tyd verheven wier-
den, die zedert den Val des Rooms/en Ryks uit het
Geheugen waren geraakt. Da V'mcl zelfs, fchoon
hy aldaar eerft de Schilderkunft tot vafte Regelen
bragt, en algemeenlyk, zo wel als van den ge-
fnelden Felibien, geacht word een' volmaakte Ken-,
nisfe derzelfde bezeeten te hebben , zulks deez
twyffeld of zedert wel imant zo verftandig in de
Theorie der Kunft is geweeft, kan echter onfeil-
baar, met alle die groote Eigenfchappen, zo niet
voor een' Buiten fpoorigen en Wildzang in de Oef-
feninge, ten minfte voor geen Model in de Kunft,
en navolgendbaar Kunftfchilder gehouden worden,
Hy Het zyne meefte Stukken onvolmaakt, veracht-
te het Antiek, en overweldigde de Natuur'. In
een Woord, hy was een Man van de allerzeldfaam-
fleGaven, en van wonderbaare Vermogens en Poo-
gingen van Geeft: maar, hy was 't niet die den Roem
zynes Vaderlands in de Schilderkunde opvyzelde.
De Italiaanen waren tot zynen Tyde , en door
hem, nog niet bequaam nog verdienftig genoeg om
een Uitheemsfen, inzonderheid den Nederlanderen,
tot hunnent te lokken : gelyk zy vervolgens dee-
den, toen Michel - Angelo, Rafa'ël %Tniaan ,Corregio,
en andere uitfteekende Mannen , de Zwaarighee-
den der Bouwkunde, Schilderkunft, en Beeldhou-
werve, volkoomen doorbraken, en de Faam van
St. Pieters Kerk, en van andere voornaame Werken
te Rome, te Florence, en elders, verwekt en aan-
gemoedigd door Kunftlievende en grootsfe Pausfen.
en Vorsten, inzonderheid die van 't opfteigerend
roemruchtig' Huis de Mcdicis, gevolgd van andere
doorlachte Perfoonaüè'n „ allerwegen rond vloog.
T1___
-ocr page 104-
ïtalïaanse School.            a%
TTa h2?Sft,e aanmerkelyk is, dat deeze Verheffin-
fnon
           Vnu aldaar gebeurde, door een t'Samen-
' p van verfcheide Voorvallen en eenpaarige Nei-
ggen van grootmoedige en machtige Perfoona-
"en toenmaals, dien de Tyd aldaar uitleverde,
"rekkende om Italië, of de voornaamfte Staa-
ten van 't zelfde, in Vermogen en Bloei te bren-
ëen : terwyl in tegendeel het Vermogen met den
. -L-uifter van Nederland viel, door de Onrflentenis
van deszelfs Landsvorften, en de daar op volgende
Afhangelykheid van een' vreemd J-fuiz en afzon-
aerlyke Kroon. Hertog Filips. de Goede, onder
wien 'c Vermogen der Nederlanden uitftak en Jan
"Mn Eyck in Bloei was , overleed A°. 1467. Zyn
Zoon en Opvolger , Kavel de Stoute, was te hard-
VonClE'e^re, krySfZugdg> om zig aan 't Bevorderen
van den Welyaard zynes Staats en 't Queeken der
Kantten toeteleggen. Opmerkelyk is, wat verfchei-
de Scnryvers, en daaronder Heuterus, van hem by-
brengen dat hy zynen Land-aart verfmaadde, Sa-
& voyaards
en Itahaanen tot zyne voornaamfte Raa-
» den gebruikte in Zaaken van Oorlog en Vrede,
» t welk eindelyk Oirzaak van zynen ongelukki-
j> gen Ondergang, verraaden van de Uitheemsfen ,
«en van de daarop volgende Beroertens was ".
I ,UW Maria> z7n Doghter en Erfgenaame, volg-
een £? °P' A,°- I477*
Zy overieed> Ao. 1482,
H'iu 1 i>0°r
GeboorCe van RafaH. Door haar
Apn r -y
en Dood" geraakten de Nederlanden aan
?* r1Z*
Van Oostenryk » en af hangelyk van de
opaansje-UonzTchye: naamelyk, voortaan ontbloot
van de mwooninge hunner Landsheeren , en ten
lrooi van deezer Stedehouderen , om byna een"
aeuwe lang alleen ter Uitmergelinge en Slavernye
ïennn' t0t de Wanhoop eindelyk dat Geweld
en die Rampen uitzweepte , met de Grondvesting'
B 4                       van
-ocr page 105-
24           Italiaanse School.
van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, A°.
1572,door 'tonvergelyklykBeleid en de Poogingen
van het doorluchtig Huis van Oranje en Nassau.
M E N vergelyke dan eens die verfchillende Om-
flandigheeden, 't Verval der Nederlanden en de Ver-
heffinge van Italië, om de Toevallen en het regte
Tydflip te vinden , van de Uitmuntendheid der
Kunft onder de Italiaanen: zynde omtrent den Jaa-r
re 1500, genoegfaam een' Eeuw na zy in Neder-
land by Uitftek praalde, alwaar zy den Oirfprong
haarer Schoonheid bekoomen had. In een Woord,
„ 't was ten Tyde van Rafaël (zegt Felibien) dat
„ de Romynfe-School' van Maniere veranderde, en
„ zig vertoonde als de volmaaktfte en de uitmun-
„ tendfte van allede Schooien". De Frans/e Schry-
ver, dien wy nu ftaan te volgen, in de Leevensbe-
fchryvingen der Uitmuntende Italiaan/e Schilders en
hunne Werken, is van die Waarheid ook zo zeer
overtuigd, dat hy genoegfaam zo wel de daareven
v-an ons bygebragte als alle de andere Oudere Ita-
liaan/e Schilders,
als nuttelooz overflaat, en zyn
Werk , met Rafaël, aldus eenvoudiglyk aan^
vangt. ,, De Schilderkunft (zegt hy) begon uit
,, de DuisternhTe der Onweetenheid te voorfchyn
s, te koornen A°, 1240, toen Cimabue, onderrigt
„ van Griek/e Schilders te Florence ontboden , zig
Aanzien verwierf door 't Schilderen in Fresko, en
„ in Waterverw (of Lym- en Eiverw'). Giotto
,,
was zyn Leerling, die wederom anderen formeer-
„ de. Eindelyk, Antonelb van Mesfma was de eer-
„ fte Italiaan, AQ. 1430, die in Olieverw fchilder-
,s, de. Andries Verochio maakte zig befaamd, A*.
Höo, door beter Tékeninge en door de Beval-
„ ligheid zyner Hoofden. Deez was de Leermees-
„ ter van Leonard da Vinci, alsmede van Pieter Pe-
rugino, die 't op zyn' Beurt wierd van Rafaël,
-ocr page 106-
R
omynse Schilders.
25
•n«R,,./n.-.V
R A F A Ë L.
JE groote Raf aël, Hoofd der Romynfe ScbiU
Vr^dJh"' wierd gebooren te Urbino> op Goeden
der 't Ó'J gemeen Schilder, bedelde hem on-
»1p 7vne 7,erfyz van Pieter Perug™°, wiens Faam
ftee/ de T ^ boven SinS' In reinig Tyds ,
te/g Dikw^?erhng V£rre b°V^n Zynen Mees!
ter Dikwy]s maakc zig een Difcipel bequaam
enkeld met een gemee£ Meester te zien wr-
Kcn. Kafael ver]iet hem, om te Siena en
B5                          Pc-
-ocr page 107-
$6           B-omynse Schilders.
Perugia zyne Kunfl-oeffeninge voorttezetten. Hy
fchilderde aldaar verfcheide Stukken,, welke voor
die van magf^j^örgingenT*---
O p 't jjer^nl der Kartons van L. ap. Vinci en
van M. <4$geIo, gefchikc voor 't paleis van
Florence, ierliet Rafaël «SSibliotheefelvan Siena,
alwaar Pihturicchio hem geblaakt had, eh begaf zig
naar Florence. De Werkefljnitti Broer Bartholomeo
dï San Mar co,
van da Finci JÊgpanM. Angelo, ver-
lokten hem zodanig ,dathy dé Maniere van Schilde-
ren verliet welke hy by Peru'gino had aangenomen.
De Dood zyner Ouders vernomen hebbende,
keerde hy naar Urh'mo , om Qrdre op zyne Zaa-
ken te ftellen. Hy fchiidérde aldaar verfcheide
Tafereelen voor den Hertog, en voor de Kerken
die'r Stad. Vervolgens quam hy wederom te Pe-
rugia ,
en-vvan daar te Florence , • om .de Kunfl te
oeffenen. De VViendfchapWê'lkehy met Broer Bar-
tholomeo di San Marco
maakte, was ydbrdeelig voor den
eenen en den anderen: R a f a ë l vond daarin de waa-
re Regelen van 't Koloriet, en Br<aej'Bartholomeo dien
der Doorzigtkunde. Wyl hy de Kartons der Ka-
pelle Baglioni in St. Franfiskus te Perugia begonnen
had, ging hy dit Werk'voltooijen, en verbeeldde
'er een' dooden Kristits,, welke ten Grave word ge-
clraagen. De Werken van L. da Finci, trokken hem
op nieuw naar Florence. Hy maakte 'er een Altaar-
iluk voor de Kerke van San Spirito, en. een ander
yoor Siena, 't welk hy onvolmaakt liet.
Eindelyk bepaalde de Stad Rome zyn Ver-
blyf. Hy wierd hier naar toe getrokken door Bra-r
mant,
befaamd Bouwmeester en zyn Bloedyriend.
Deez leidde hem in by Paus Julius de II., die hem
vriendelyk ontfing, en vervolgens in 't Vatikaan
deed arbeiden.
-ocr page 108-
Romtnse Schilders.           $f
Zyn eerste Werk te Rome was de Schoor van
dtheene, welker ryke Schikking zo zeer verbaazen
doet als Verrukkinge baard. De Filozoofen réden-
twisten daar, over alle de Weetenfchappen. Dit
•Tafereel deed hem zo veei Eer', dat de Paus ai net
Schilderwerk ter neer liet werpen , 't welk 'er
reeds door bequaame Meesters gemaakt of begon-
nen was , om een nieuw Veld aan Rafaël te
geeven. De Berg Parnasfus , de Twist over de
Hostie, 't Af beeldzel van Paus Julius 11., eenige
Kabinetftukjes, vermeerderden grootelyks het hoo-
ge Denkbeeld 't welk men van dien grooten Man
ontfangen had.
Rafaël, fchoon een bevallig en uitmuntend
lekenaar, had echter die Grootsheid en Eelheid
nog met bekoomen, welke hy zedert aan zyne Fj-
guuren gaf. De Kapelle, welke van M. Jngeloge-
fchilderd, en ongeacht de genome Voorzorge deezes
Kunftenaars hemdoor Br amant geopend wierd, baar-
de in_ hem een' groote Veranderinge. Hy haalde
daaruit die Fierheid, en die Verhévendheid, welke
t groote Merkteken van Michel-Jngelo zyn. Aan-
ftonds deed hy zyne Vordering zien, aan zynen Profeet
«pA»«»gefchiIderd op een' van de Pilaaren derKer-
e van St. Augufiyn (i). Die Verandering wierd
aan-
échtw S,IT Tafereei5 geen' goeden Dagh hebbende, fchynt
van OmtrSUntend en wel uitgevoerd>> h?<- Koloriet ftout, en
Verdienste* groots en eel te z?n: in een Woord, deszelfs
rrprfr 'k;1 wfc,erfpreekt de Achtinge niet welke elk daaraaq
andere OmfSnf",' die dit meld < Traüé de la Peint--> hren&
ÏSï'61^81 b?' dan hier en gemeenlyk word ge-
imant 5n A d-at heC' uit Hoofde van een'Gelofte, van
beStekrvVn ^ befteed wiefd'• die toen eerst Naam
ei£"f» l a1f o' ,fn wanneei- '£ voltooid was meer daar voor
«fchte dan de ander geïneend had te zullen geeven, welke
na
-ocr page 109-
i;8           Romynsi Schilders.
aanftonds van M. Angclo op deszelfs te Rugkoomst
te Rome befpeurd, die daaruit de Ontrouw van Bra-
tnant
vermoedde. Zulk een fnelle Voortgang van
Rafaël, fproot echter uit de Voortreffelykheid
zyn's Vernufts: want, dat Schilderwerk der Ka-
pelle van M. Angelo, zedert bloot gefield voor 't
Gezigt van alle de Schilders van Europa , heeft
geenen twéden Rafaël konnen voortbrengen (i).
Vervolgens fchilderde hy in 't Paleis Chigi de His-
torie van Pfycbe, in twé afzonderlyke Stukken, die
't gant--
nu voorfloeg om 't Verfchil aan M. Angelo te verblyven,
gelyk Rafaël toeftond; en dat M. Angelo, na 't aandach-
tig onderzogt te hebben , verre van het te verachten, "c
Vonnis ten Voordeele van Rafaël flreek, zeggende dat
de enkelde Knie het Geld waard was. Wat moet men dan
gevoelen, van de gewaande Achterhoudendheid van M. An-
ge/o, vanden Na-iver en zelve deStrydigheid, welke fom-
roige tuffen deeze twé vermaarde Mannen voorgeeven : als
of die zelfs tot onderlinge Befchimpinge en Verfmaadinge,
op de Wyzevan 't Achterftraats-volk, zoude hebben gegaan !
(i) Dat Rafaël een' voortreffelyken Geest en goed
Oirdeel had, en daarbenevens zeer vlytig moet zyn geweest,
:zal nimant konnen ontkennen: hebbende hy zulks, in meer
of minderen Graad,gemeen met alle groote Mannen. Maar,
of dat alles boven de Kragten van alle anderen ging, en
of geen taamelyke Tyd verliep eer die fnelle Voortgang
zig openbaarde, laaten wy aan iders Overweeginge , en toe-
paslyk op alle andere Onderwerpen van deeze en andere His-
toriën, wanneer met te grooten Ophef gefpropken word. Heeft
dat Schilderwerk ook (gezweegen van 't Opdeiven der Antie-
ken 't geen' toen gedaan wierd, en waarmee Rafaël zya
Voordeel deed) wel t' zedert, zodanigen onvergelykelyken t' Sa-
menloop van kunstlievende Pausfen, van Geleerden, en van
uitmuntende Medehulperen , enz., konnen voortbrengen, wel-
ke gelykelyk bezield met een' Iver om Rome ook in Moder-
ne Kunst te doen uitmunten, allestoebragten wat gunstig en
gelukkig aan Rafaël konde zyn? In allen Gevalle, als
men ider Recht zal doen, is 't Befluit des Schry vers dan nog
in geen' hooger Graad voor M. Angelo optemaaken ?
-ocr page 110-
Romynse Schilders.          zp
TVflnf? ?olderfluk beHaan ; eene Galatbea op de
ienpè^l de drie BevalUgheeden in een Vak;
nf \P Van 'C Huiz C^"'in de Kerk della Pa-
ny)i
eemge Portretten, en verfcheide andere
ynderw-erpen. Na de Dood van Julius II., deed
^eo a , uit den Huize Medicis 't geen altoos de Kun-
den begunftigde, de Schilderyen van 't Vatikaan.
door Rafaël voortzetten; en vergoedde het Ver-
Jiez,'t geen deez Kunftenaar door den Dood zynes
voorzaats leed. Niets is verwonderlyker, dan 't
Afbeeldzel van deezen Paus Leo (3), 't welk hy
Mulderde. Gloriezugtig zynde, maakte hy zynë
Werken ongemeen uitvoerig, en liet niets na om haar
de Onfterffelykheid te doen bekoomen. Zyn Roem
vloog door gants Europa. Verfcheide Vorsten fiel-
den zyn Penfeel te Werk'.
                                   -
D e befaamde Alben Durer zond zyn Af beeldzel:
en zyne Kunstprinten aan hem ; en Rafaël be-
antwoordde dit, met Tekeningen van zyne Hand.
-uie üunstpnnten verwekten in hem den Luft, om
door
WeVrc£ICHAKDS0N zest' dathet Aangezigt der Gahthêa
onbevall?0" "0g volmaakte'yk' getekend is; dat de Kleedy
aar,genaamVan Fonne' enz'' en
'C Koloriet algemeenlyk on-
achtig R0„ ,sfen aanzien van de Tint, die van een vuil zvVart-
de Piaats d is; eindeiyk, dat de Galathéa veels te klyn voor
AnSelo ■ Jl' 'c we!k hy bewyzd met net Gezach van M.
tcn,oPee , nende, zonder anderzints zyn Gevoelen te ui-
jongen jraunn°& °nbefchilderden Muur, bet Hoofd van eenen
(2) Rlctt,r» eens zo groot als 't Leeven.
Werk der /v"/Rr>SON nlQend , dat het wonderbaarelyke
faias is genjaakT*71 en Sib,Üllm deezer Kapeüe, voor den Je.
van 't Werk Va ' *n de eerste VruSc was van 't Befcboiiwea
een goed Gedeeh ' ^eh' a,s boven: wy' in dezelfden,
fpeurd word. ir„? van den Sty' deezes grooten Mans be-
^(3)IndiEmC bevestigd dit.
D3ck en Rembram 8^ene twe quaade Nabuuren had, van
*"' gelykwy elders .zullen bybrengen..
-ocr page 111-
go           R'omynse Schilders,
door eenen zyner Leerlingen, Mare Antoon, de bes-
te Graveerder zyner Werken, eenigen zyner'Stuk-
ken te doen graveeren: waarvan hy zelfs den Om-
trek maakte (zo men voorgeeft) om dien zo veels
te zuiverder te doen zyn. Hy ving aan, met het
Nagtmaal,de Kindermoord, den Neptunus, en deS'.
Cecilia,
dien hy vervolgens aan A. Durer zond.
Na de Dood van Bramant , wierd Rafaël be-
last met alle de Werken van 't Varikaan , die daar-
van de Tekeningen maakte. Hy beftuurdeze, en
leidde 'er de laatïle Hand aan. Na de twé Kamers
der Signatura voltooid waren , arbeidde hy laatfte-
lyk aan die welke genoemd word di Torre Borgia
daar de Brand der Burgt van St. Pieter, onder St.
Leo,
verbeeld is. Hy eerbiedde 'er 't Zolderftuk
zynes Meesters Perugino: niet willende dat dit ver-
nield wierd.
D E Trap , de Kamers van 't Vatikaan, wierden
verfierd met Grottesken, en verfcheide Gedier-
tens, gefchilderd door Jan da Udine. De Loges (a),
begonnen door Bramant, wierden voltooid op de
nieuwe Tekeningen van Rafaël. Zyne Leerlin-
gen fchilderden 'er de Historiën, Sieraaden, en de
Grottesken.
Zyn verheve Geest bepaalde zig niet enkeld,tot
de Schilderkunst. Hy boetsfeerde de twé Figuu-
ren van Elias en Jonas , alsmede 't Basrelief, 't
geen men in Marmer uitgewerkt ziet, in de Kerk
der Madonna del Popoio. Vervolgens, begaf hy zig
aan de Bouwkunde. Op zyne eige Tekeningen
bragt hy verfcheide Gebouwen voort, onder ande-
ren
< (») De Loges zyn (5pene Galleryen van drie Verdiepin-
gen, rondom den Voorhof van 't Vatikaan.
-ocr page 112-
Romynse Schilders.'          3j
ren 't Lusthuiz des Paus, het Paleis Pandolfini te
Florence , de Tuin des Paus , de Vertrekken van
den Lusthof Ckigi. Ryk geworden zynde, bouw».
d£ hy zig ook een Paleis, in Borgo nuovo. Vervol»,
gens* hadhy 't Beftuur over de nieuwe Kerke van
St. Pieter.
Leo deX. verhief hem, tot eenen zyner Kamer-
heeren; en beval hem, aan de Zaale van Konjian*
tyn
te arbeiden. Hy maakte dan daarvan de Teke-
ningen. Vervolgens,vervaardigde hy de Kartons,
voor de Tapyten die in Flaanderen gewerkt Honden
te worden.
Met eenen uitmuntenden Geefl ftudeerde Ra*
faël zonder ophouden, en arbeidde om zig te
volmaaken. Zyne Denkbeelden, onderfteund door
Ar'tosto , die zyn byzondere Vriend was, en door
veele andere Edele Vernuften (1), wierden in 't
ver-
. (1) Gelyk den Kardinaal Bembo, den Grave B, Castï-
glione, Politianus,
Paus Leo X zelfs, enz.: want Ra fa EL
(zegt Ricbardjon,IV.337) had Hulp noodig , van Lieden die
Ventandiger waren dan hy. Onze Fransje Schryver werpt 'er
tusfen in, dat men aan deeze Geleerden de Feilen der Tydré-
kening'
en je Gebreken van Gelykvormigbeid moet toefchry-
Gern > die in zyne Werken befpeurd worden: maar, op wat
j^ kan hy'dit verzekeren? Zou de Schilder, al is 't Ra-
Schiin' nunne Gedachten ook niet qualyk uitgevoerd-, zyn©
en v pachi:ige-Verkiezinge niette vryen Toom gegeeven,
fflébed't ^e OntwerPen van nen onder malkanderen ver»
alhebb- nnen neoben: ge'yk men meêl' ziet' dac Schilders,
beelden"11 fy al Vernuft, dikwyls eigenzinnig zyn,en zig'ver-
fchoon 'i- h' zy de Beflisfers' d'er WeKtandigbeeden' zyn ,'
vp T„ h»fn de Sfére van hun Penfeel gaat. Als deSchry-
]Jt ntn r„ e ^breken toefchryft, kan hy hen dan te ge.
dus „ v f"1 van
'c Goede onthouden? Kan RafaëU
himn.A )T Vo°rgedaan worden,dan als Uitvoerder van
den th m ^ en Ontwerpen ? Blyft, in dit Geval, voor
JtaJÏÏSS-^ 'ets «nders over, ais de Eere van de Téke-
•A,e ea *ci«kkinge dei Figuureo, en.de Verdiensten zyn'%
few
-ocr page 113-
32           Romynse Schilders^
vervolg zeer verheven. By voorbeeld, wat is 'er
grootsfer dan aan de Oogen van Atthla te vertoo-
nen, de twé Figuuren van St. Pieter en St. Paulus,
itrydende in de Lucnt; of wat Denkbeeld kan haa-
ien , by de Verrukkinge van Homerus, die den Go-
den inwikkeld voor de Historie zyner Helden ?
Michel- Angeh niet konnende achterhaal*.n, in des-
zelfs grootsfen Smaak van Tékenmge, nam hy eene
nieuwere en bevalliger Maniere aan, die behaagly-»
ker was, en verzeldeze met alle de Sieraaden en de
Eigenfchappen der Schilderkunst. Hy formeerde
dezelfde , op de fchoone Griek/e Beelden , en de
Antieke-Basrelieven, welken hy zeer vlytig naté-
kende. De fchoone Natuur wierd geraadpleegd en
hervormd , volgens de Evenredigheid der Aloude
Kunstbeeldhouweren. Zyne Studie-tekeningen ,
fraai behandeld met Tékenkryt, doen klaar zien
dat hy de Natuure verbeterde op 't Antiek; dat hy
zyne Figuuren naakt te'kende, eêr hy die met Klee-
deren dekte; en dat hy dezelfden veranderde, tot zy
gevoeglyk waren voor zyn Onderwerp.
Een byzondere Studie van de Ontleedkunde i
zelve tot het aftekenen van gevilde Lichaam en toe,
gaf aan Rafaêl die Juistheid, waarover men zig
zo grootelyks verwonderd. Indien hy Voordeel
deed met zyne Studiën na 't Antiek, en met al 't
geenehy liet uittekenen in Vreemde Landen (i),
zo
Penfeels: maar,kan hem alsdan die der Uitvinding/, zo wet
als de Eigenfchappen der Figuuren behooren, 't geen echter
een zeer gr-wigtig Punt, de Grondflag van 't Werk . en 't
groote Bewys van den Geest en de Geleerdheid des Kun-
ftenanrs is?
(i) Volgens Vafari,had hy Tékenaaren op zyne Kos-
ten door gants Italië, tor Pczzuolo, en toe m Griekenland:
niet het eigenlyke befaamde Grieks, maai Calabriê gelyk
wy
-ocr page 114-
Romynse Schilders.          33
zó wist hy 't behendiglyk in zyne Werken te pasfe
te brengen. De Schilders, die op Rafael ge-
volgd 2vn } hebben geen gebruik gemaakt, gelyk
ny> van alle die Behulpmiddelen.
J N d 1 e n men maar een weinig op dien grooteri
Man wil peinzen, dan zal men zien dat hy edele
Gedachten had, ryk en vmgtbaar van Geeft wasi
Zyne Omtrekken zyn vloeijend, en zyne Ordinan-
fiën pragtig. Hy behandelde evengelyk de H. Ge-
fchiedeniflen, de Wereldlyke Hiftorie, de Zinne-
beelden , en de Fabelen: zyn grootsfe Styl leende
zig , aan die onderfcheide Maniereti. Een zeer.
juifte Tekening, een volmaakte Verkiezing, een
Leevendigheid in zyne Figuuren, een Eigenlykheid
m de Uitdrukkingen , een Natuurlykheid in da
Standen, een grootsfe Manier zonder Gemaaktheid,
Bevalligheeden in zynen Zwier der Hoofden, eea
Verftand om de Schoonheeden der Natuure van
Paffe aantegrypen, en de Eenvoudigheid waarme-
de hy zig tot het Hoogdraavendë heeft verhe-
>
                                              vent
wy vooronderftellen. Felibien ftemd daar mede overeen, en
^egt, dat toenmaals niet alleen in Rome, maar ook in de Puin-
rvk°Pftrn l'eS Lufthols -ddriani byTivoli, te Pozzuolo in 'tKoning-
ke ff"!"11*' en in veele andere Oorden, Menigte van Antie-
welk n^£n' Z0 vaD Schilderwerk als Beeldbouwerye waren,
van Go niKt meer gevonden worden , en uitmuntende waren
,ek
        onheid- H7 voegd 'er bv • dat men Rafaël
dat zV e" iindere Schilders van dien TJ'd' befchuldigd heeft
J I* Basrelieven vernield hebben, die in de Loges
IJ], ^<>"Jeo en in de a|oucje Paleizen waren : na zy die
naaaen aoen kopieeren, om alleen Bezitters van die Kunst-
ïcnatten te zyn. Een uitmUntend en vlytig Oeffenaar, wel-
&e
m zodanige duistere Eeuwe zulke Zeldfaame Voordeden
bekoomt en tot Zyn Gebruik j^n aanleggen , kan die nieE
icnieiyk van zig <j0en fpreeken en fnelle Voortgangea
Eerfte Deel,                  £
-ocr page 115-
34          Rohtnse Schilders,
ven ( r): dat alles, by malkander gevoegd ( zegt de
Schryver) , maakt hem buiten Tégenfpraak den
grootften Schilder dien wy tot hiertoe gehad heb-
ben.
Uit zyne laatfte Werken is te vermoeden, dat
hy,min iveriger Aanhanger van de Antieke Stand-
beelden , zig meer overgegeeven zoude hebben om
het Waan der Natuure te volgen (%) , en zyn
Smaak
(i) Onze onderfcheide Aanmerkingen geeven te ken-
nen, in hoe verre men dit gantfe Arrykel aan den Schryver
kan toeftaan; en deeze in 't byzonder , om te fterken dat
Rafaël in dat Hoogdraavenck, dat Posëtife, ging weiden,
't welk' doorgaans van 't Waart verwyderd. Richardfon
brengt, uit Bellori enz., deez'Brok van een' Brief by, dien
Rafaël aan zynen Boezemvriend, den geleerden Grave
Castiglione fchreef. „ Ik verzékere u ( zegt hy ) dat ik, om
„ eene fchoone Maagd te fchilderen, noodig hebbe ver-
„ fcheide Schoonheeden te zien : onder Voorwaarde echter,
„ dat uwe Edelheid zig wel by my wil laaten vinden , om
„ my te helpen ter Verkiezinge van 't geene daarin het
„ fchoonste zoude wezen. Maar,dewyi Perfoonen van Goe-
den- Smaak zeer raar zyn, zo wel als Ichoone Doghters,
„ 29 hediene ik my van zéker Denkbeeld t welk my in
„ den Geest koomt ".
Is dit geen Bewyz, dat Rafaël zig
fla zyne Zinlykheid zéker Ideaal vormde , zonder 't
fchoone Antiek ten Toetsfteen te houden; of veeleer dit ver-
kneedde, om te beter te bedekken waaruit hy 't voornaamlyk
haalde , en zig een Origineelheid te geeven, waarvan ei-
genlyk de groote Oirfprong in de bovengemelde Oudhee-
den van Pozzuolo, enz., was geweest ?
(a) CondIvi, Leerling van M. Angelo, verzekerd dat
Êy deezen zynen Meester heeft hooren zeggen (gelyk Ri-
chardfon
bybrengt), dat Rafaël niet minder zyne Uitmun-
tendheid verfchuld was aan zyn onvermoeide Studie , ali
aan de Natuure. Maar , zou dit dan niet wederom weer een
Bewyz zyn , van de Goedhartigheid van M. Angelo voor
Rafaël, en om onzen Schryver hier te wedcrfpreekei::
of zou die groote Man, die zo veel met het Antiek op had,
daar by hebben willen beduiden, dat Rafaël zo verre be-
needen 't Antiek was gebleeven als hy op de Natuure bast
gerafineerd?
                                                  , .
-ocr page 116-
RöMYNSE SCHUDHSJ,           3 J-
Smaak van Koloriet te veranderen (t). Gants ver»
icmilende van zig zelfs in zékere Tafereelen, heeft
p zig oneindig opgebeurd in zynen laatflen Tyd.
^an daarvan fterker Preuf weezen, dan het Tafe-
reel der Bergverheerlyking 't welk te Rome is , en
voor zyn Meefterfluk gehouden word? Voorzien
jpet de Bevalligheeden en de Evenredigheid der
fchoone Antiekfe-Beelden, had hy niets anders dan
nog maar een' Stap te doen, om zulk volmaakt
Koloriet als dat van Titiaan, en zulk vlyend Pen-
feel als dat van Corregio te bekoomen (2),
Om
^f,1')'TRl^HARr,S0N ze&> dat Rafaïl zig bediende
I ™ne r,"kkrszffart' ,|: Seen in 't Vervolg verouder-
ïfet v^"af„,^;anSc1fn?wart-achtiShei«'w«'keinzy„Kolo.
nci, voorai in de S ch a dim wen , gevonden word' dar rl«
Leevendighe.d van dat Zwart he.n behaagde fc'hoon S
zvnl , eV?'g!nrVanJdien gewaar^°uwd wierd. Dit dus
SI;20" ft befaamde Man dan wel vrygefproken konnen
worden van Eigenzinnigheid, die veeltyds de Gezellin "aï
dan deTenr^erf,aa§fre Klasfe!1 is> en dus -eêr InvVed™
doÜ? \rl ,dit evenwel een k!yneStap,2o gemaklyk te
Gronffn, 1 ka?',ons verzekeren (fchoon algemeenlyk by
mo3/ kge°irdeeidword' dat aan RAPHAËt niets on*
hnfer r ' endat hy alles bereikt zoude hebben indien h*
léefd en n^nSl°°P had gehad) dat hy daarin ziS niet ov«-
of zvn'er o- z^er-laaggeftruike!d zoude konnen hebben?
op zekeren-r" ,Voorbeelden genoeg , van Kimitfchilders die
welken zv" 1 ln hunnen Ouderdom, den Roem verloorert
minder /JDi ï"Re Jongheid verworven ? Felibien, die niec
verklaard dat sL^ mA,V" »? h°?T T°P Verheft'
van Schilderen k .du'delyker. Hy zegt, dat zyne Maniere
d deZt'v?n^ h^' fdl00n ZCer Wd Verftaan hebb^"
evenwe Jen' \I Licht en de Schoonh«d der Kleuren,
evenwel geen Tégenwerkinge van Licht- en Bruin , no^
geeneVeitezingevan 2uike ffereen zulke zuivere Tinten 1
littam,
gehad heeft, inderdaad | als men ( geen ander Uit-
C 3                               terft«
-ocr page 117-
36          Romy n se Schilders.
Om van de Schranderheid zynes Geeftste oirdee-*
len, behoefd men maar alleen te onderzoeken hoe
t                                     kun-
terfte van Klynachtinge duchtende, tegens overgefteld aan
dat der Italiaanen, inzonderheid der Romynje, die hunnen
R af aël, zonder Vlek of Rimpel, ten uitterf te geweid ach-
ten ) zig gants overgeeven wilde aan het ftrengfte Onder-
zoek, en de naauwfte Berifpinge van alle zyne Werken ,
(maar welk Kunftenaar kan dan ook vry gaan?): zouden dan
daarin niet zo veele Feilen , van een zelfde of van onderfchei-
de Soort,gevonden konnen werden, dan ooit uit onzegrootc
Nederland/e-Runftenaartn door de Italiaanen te haaien is? By
Voorbeeld, zonder zyne byzondere Figuuren ten naauwft*
te onderzoeken (waarin hy evenwel, vooral in zynen Zwier
en 't Ideaal zyner Hoofden-, grootelyks uitmunt) en hunne
Leeft en Werking' met uien dei Antieken te vergelyken; zou-
de men na^r Rome moeten reizen , als 't in de Printen zyner
Stukken te ontdekken is, om tebefliffen of ook in veelen ( aan-
gaande het Geheel, de Schikkinge van Achtergronden, Iaa-
gen Indruk van Gebouwen, Oneigenlykheid en Onévenré-
digheid van Sieraaden en Bywerken , Feilen van de Door-
zigtkunde, en wat meer zy buiten 't geene onze Aantekenin-
gen opleveren) wézenlyk iets berifpelyks is ; en zig hier niet
mogen verzekeren, dat hy verre was, niet alleen van die
hooge Volmaaktheid en Algemeenheid waartoe geen enkeld
Mens kan koomen , fchoon een hoogbezield Kunftenaar
daarnaar moet tragten, maar zelve van uie welke onvermy-
delyk noodig , en mogelyk zyn? Zoude dit zelfs niet konnen
dienen, om 'twézenlyke Voordeel uit zyne Werken te raapen,
gelyk hy van de Antieken gedaan heeft; alsmede, om zo
veels te omftandiger aantetoonen dan in dit Werk zal voor-
lcoomen, hoe gebrekkig veele Deelen der Kunft nog in zy-
nen Leeftyd waren, welke in 't Vervolg door onderfcheide
groote Mannen, zo in Nederland als in Italië, tot vry hoo-
ger Toppunt dan door hen gebragt is? Om maar by de
befaamde Kartons van Hamptoncourt te blyven, welke (traks
bygebragt zullen worden : kan men zo veel Grootsheid
en Juiflheid vinden in 't Stuk der Bekeeringe van Ser-
gius
, en zelve in dat van Paulus predikende in den Areopa-
gus;
is de groote Eigenlykheid, in dat waarin Paulus zyne
Kleederen te Lyjiren verfcheurd , daar 't Oogenblik is waar-
in de Os den Slag ftaat te ontfangen, die met zynen Val den
Omftanderen dreigd te verpletteren; zyn de Schuitjes, in
-ocr page 118-
Romynse Schilders.
3?
jfunftiglyk hy de Verkortinge der Figuuren ver-
myd heeft, welke hy wuft dat hy niet volmaakte-
lyk
dat des wonderbaarlyken Vifchvangfts, evenredig na de Per«'
foonen , en deezer Werkingë mogelyk daarin ? De Piles
Ze'fs , hoe vervoerd door Schilder-poeè'tife Verrukkinge inzy-
nen Lof, bekend niet alleen dat zyn Beelden niet gegroept zyn
door Lichten of Schaduuwen, maar ook dat zyn Penfeel droog
en zyn Landfchap weinig byzonders is; dat hy zyn' Beelden
altooz met een' zelfde Stoffen of Lakenen bekleedde ,• dat
hy 't regte Verftand van de Ontleedkunde niet had; dat hy
zyne Omtrekken wat te iterk aanweez, enz. Wy begeeren
ons in zulk een oneindig Veld niet uittelaaten, en wel om
bygebragte Redenen , terwyl wy zyne uitmuntende Hoeda-
nigheeden in hem erkennen, 't zy by Uitftek ,'t zy benevens
andere groote Mannen welke in de Sehilderhiftorië voor-
koornen : maar, die daarvan byzonderlyker Voetfpeuren wil
ontdekken , leeze Richardfon , Traite de la Peinture ( waarin
veel goeds , onder een' Hoop verwarde en hoogdraavende
zo wel als tegenftrydige Verrukkingen, gevonden kan wor-
den ) om Rafaël, met alle zyne verhéve Hoedanighee-
den, rafineerende op de wézenlyke Schoonheid der Natuure
or dezelfde nog blankettencie , dikwyls zeer laag en ge-
brekkig te zien, tot zo verre van zelve niet veel goede Ver-
kiezinge te maaken, ten Voordeele zyner Schilderwerken ter
Plaatsfe waarvoor zy gefchikt waren : als waarin veeltyds een
groote Verwarringe heerft onder de byzondere Stukken van een
zelfde Vertrek, zo ten aanzien van malkanderen , als ten
Afbreuk der Grootsheid, welke daarin, door mindere Veel-
vuldigheid van Vakken en weiniger Weeligheid van Bytooi-
zeien, zoude hebben konnen uitblinken ? Mag men ech-
r niet in "t voorbygaan aan onzen Frans/en Schryver vraa-
gt n, ter Beveftiginge onzer voorgaande Note (i) op Bladzy-
^r' i0^ ^ri°ftus en andere Geleerden mede Oirzaak dee-
\ h'ii ken zyn geweeft : die immers eigenlyk van den
acniider waren, fchoon hy de volmaaktfte was van alle zy-
ne Landsgenoten, en wil men, van alle de Schilders in 't
gemeen * Kindelyk, om dien befaamden Man wel te kennen
en te waardeeren, js 't niet ruim genoeg met Felibien aan-
ternerken „dat hy Verkiezinge wilt te maaken, van 't gee-
'„ ne het volmaaktfte van 't Mensfelyke- Lichaam is , om
» daaruit zyne Figuuren te formeerenj dat by , fchoon hy
C 3                                    ,> iliec
-ocr page 119-
$8           Romynse Schilders.
lyk verftond ( i). Hy verbeelde 't, als of hy zyne
-Onderwerpen op Tapyten, gehegt aan den Wand,
gefchildert had. Dus zyn de twé Stukken van Pfycbe
uitgevoerd, die zig in 't Klyn -Farnèfe bevinden;
de Battailje van Konjiantyn, met de drie andere
Stukken van deezes Hiftorie; en de vier Onderwer-
pen des Zolderftuks, van de eerfle Kamer der Signa-
tura, in 't Vatikaan.
Het Oirdeel 't geen Annibal Carratz, koomende
uit Rome, van Rafaël veldde, beveftigd al wat
wy hebben bygebragt. Na alle de Meefters van
Italië onderzogt te hebben , heeft Rafaël my
toegefcheenen (zeide hy aan zyne Leerlingen) de
geene te zyn die 't minft gefeild heeft in zyne
Werken, en die de klynfte Gebreken heeft.
Rafaël wasfchoon, welgemaakt, en van ee-
nen zagten, befchaafden, en zedigen Imborft,
Hy was uitter Aart geneigd, om Raad aan jonge
Schilders te geeven, en hen met zyne Tekenin-
gen te Hulp te koomen. Zyn aaniokkelyke en
zin-
„ niet zo zeer zogt, Fierh-eid en Sterkte dan Bevalligheid
8, en Zagtmoedigheid daarin te vertoonen, evenwel zékere
„ Zaaken waarnam die hen groots en edel maakten ; dat
;, nimant, zodanig als hy , die Zedigheid en die Ingetoo-
,, genheid gefchilderd heeft, welke zo welftandig aan Vrouws-
„ perfoonen is: hebbende deezen altooz verbeeld in Stan-
„ den , en met Zwier van Hoofden en Werkinge, die niet
„ anders dan Ontzach en Eerbied in den Aanfchouwer
„ verwekken "? Is dit niet genoeg , of moet men daarbene-
vens bekennen, ,, dat hy zo veel Vlyt aanwendde, betiefFen-
„ de de Verkiezinge der Onderwerpen , de t'Samenvoegin-
,, ge der Ordinanfiën, de Steüinge der Standen, den Zwier
,, der Hoofden, de Overeenkoomft der Kleedyen, en der
„ Sieraaden welke een Werk konnen verryken , en daarin met
,, zo veel Kunft en Oirdeel arbeidde, dat hy daardoor alle
de andere Schilders heeft te boven gegaan"?
(i) Is dit mede niet een gtoot Artykel, 't geen veel van
't hoq-
*
-ocr page 120-
Romynse Schilders.          35
xinryke Omgang, deed hem van de gantfe We-
reld lieven en zoeken. Men verzekerd, dat hy de
Vermaagfchappinge weigerde van den Kardinaal St.
Blbiano
, die hem zyne Nigte ten Huuwelyk deed
bieden : hy vleidde zig, zelfs Kardinaal te zullen,
worden.
Zyn te geweldige Drift voor de Vrouwen,
verkortte grootelyks zyne Dagen. Auguftyn Chigi
begunftigde nog deezen Drift, met zyne Minnaa-
res benevens hem m zyn Paleiz toetelaaten , ten
Einde hem te noopen om 'er de Kartons te vol-
ïooijen. De Geneezheeren, waaraan Rafaël zy-
ne laatftgepleegde Buitenfpoorigheid niet verklaa-
ren wilde, tapten voorts zyne Kragte.n af, door tg
veel Bloedlaatingen. Hy ftierf A°. 1520 , in den
Ouderdom van 37 Jaaren , op zyn' Geboorten-
dagh- Langer leevensloop was te wensfen geweeit,
voor zyne groote Eigenfchappen. Het Lyk wierd
ten Toon' gefteld , in de eige Zaale waarin hy be-
zig was te fchilderen, met zyn laatfte Tafereel der
Bergverheerlyking' benevens hem. Zyn Grafflêe
word te Rome gezien, in de Kerke der Rotonde, waar.-
nevens die der Caratzen is. De Kardinaal Bembo
maakte zyn Graffehrift.
J n li o Romano , Jan Franfifco Penni, gezegt
il Fattore , Polidoor, Perryn del Faga, Pellegrino da
Modena, Jan da Udine
, Rafaël da Reggio, Een-
venuto di Garofalo , Timotheo delle Vite , Bartbolo-
fneo da Bagnacavallo, Vincent da fan Giminiano,
en
andere, Zyn zyne Leerlingen geweeft (1). Ju-
Ik
't hooge Denkbeeld,'t welk men van Rafa.bl heeft, moet
«loen rabatteeren?
(i)'TWoofii, Leerling, moet hier niet verftaan wor-
C 4
                                  den,
-ocr page 121-
'40          Romynse Schilders.
lio Romano en Jan Francifco Penni, waren zyne Erf»
genaamen (x).
; De Tekeningen van Rafaêl zyn zo raar niet
als zyne Schilderyen. Men weet, dat hy byna al-
^ooz tekende, om Bezigheid aan zyne Leerlingen te
verfchaffen. Schoon verfcheide Perfoonen hunne
Kragten hebben ingefpannen, om dezelfden nate-
maaken, zo zullen altooz zyne Behandeling van het
Tékenkryt, de Stoutheid zyner Hand, en zyne
Bevalligheeden, derzelver Origineelheid ontdekken.
Hy bediende zig gemeenlyk van Rootkryt. Zyne
An-
den, als of 't flegte Jongelingen waren die eenigen Voort-
gang in de Beginzelen der, Kunft maakten, toen zy aan de
Werken van Rafaël arbeidden, 't Waren, ten minde in
de Kunft, uitmuntende Mannen en groote Meeflers, meer-
endeels meer voor vrye Kunftenaars te achten die onder hem
arbeidden, dan voor Leerlingen die by hem ter SchoolVqua-
jnen. Felibien wekt zynen Leezer uitdrufclyk op, om aan-
Xemerken, „ dat Rafaël zulke vernuftige Mannen had die
3, onder hem arbeidden, dat zy, wel verre van zyne Ont-
„ werpen te bederven , dikwyls daaraan nieuwe Schoonhee-
>, den byhragten: dat Julio Romano, veel meer Vuur dan
3, Rafaël hebbende, aan alle de Schilderyen zéker Lee.-
„ ven en zékere Werkinge byzette , welke aan de Schilderyen
,, zynes Meeflers ontbraken : dat Rafaël zelfs, zyn-
V, dè dit zeer waarachtig , veel geleerd heeft van Julio Ro-
„ mano;
en dat zyne Figuuren minder bezield waren , dan
J( zy niet geweeft zyn zedert deez Disfipel onder hem ar-
„ beidde ". Dit 's zo zéker, dat Pellegrino da Modena,
"fchoon zyn Geboortetyd niet gevonden word , ouder dan
R a f a ë l word gefield. // fottore was maar 4 Jaar, Julio Ro-
mano
9 Jaar , Jan da Udine 11 Jaar, en Polidoor maar 12 Jaar
jonger, dan hunnen Meefter Rafaël.
(1) 't Zal niet onaangenaam zyn bytebrengen, volgens
Rkhardjon IV. 463 , uit een' eigen Brief van R a f a ë l , ge-
daghtékend 1 Juli 1514, welk Fortuin deez toen al had.
Hyzeide, dat zyn Kapitaal (overgebragt in Engelfche Munt)
óp 862 Pond 10 Schell. Sterlings beliep • dat hy 14- Pond 7
.Schell. 5 Den. 'sjaais trok, als Bouwmeefter van St. Pieter:
be-
-ocr page 122-
Romynse Schilders.          41
Artfeeringen kruifte hy zeer zindelyk. De vloeijen-
de en vafte Omtrekken zyner Figuuren, zyn ge-
noegiaam om dezelfden te doen kennen. R a faë l
heeft ook getekend met Roet, met Ooft-ind. Inkt
gehoogd met Wit: maar, gemeenlyic gebruikte hy
«e Penne met een' groote Losheid, beftuurende
zyne Artfeeringen van de Regte naar de Linke-zy-
de. Wyl deeze Meefter niet gemanieerd was is
't moeijelyker zyne Tekeningen te kennen dan 'die
eenes anders; en men zal moeten toeftemmen
dat men veel Oirdeel moet hebben om zig daarin
niet te vergisfen. De fchoone Gedachten, welke
zelfs in de Kopyen heersfen, zyn alleen bequaam om
veelen Liefhebberen te verichalken.
De voornamfte Werken van Rafaël te Rome,
zyn de Zeihen Stukken in Fresko gefchilderd in
de vier Kamers van 't Vatikaan. Zeven derzelfden
zyn van zyne eige Hand: naam'elyk, St. Leo fpree-
jcende met Attila, de Verlosfing van St. Pieter Cl )
t Mirakel der MilTe te Bolfena , de befaamde Twift
over de Hoftie, de School van Atheene, de Berg
Pamasfus , en Paus Gregorius IX geevende het
fcreeftelyk Rechtboek. De vyf overige zyn onder
zyn Beftuur gefchilderd , door verfcheide zyner
meerlingen, en door zyne Hand verbeurd. Zie
hier
fpSn3 v,°g /en JaarSe,d van 86 Pond S Sch., zonder te
hy maakte-h C fene ?y elders Ton' door de Werken dien
nen had, waarL y f? Ja.ndere Kamf V£°r ^en Paus beS™-
bevind, waarvan Z°y v T*"". n £nad der BwSl ziS
van St! Pf«J we :y3« P^d zoude hebben; en dat de Kerk
Paus iaarlvks rl 87,s°0 Pond,zou,, koften> waarvoor de
raus, jaarljks i7aso Pond Ster,_ gefchik(. hai
6ierkiL?n om de r'd °nZE? ^erks, vooral daar onze Aan-
ëen' °m de Gewigogheid van 't Onderwerp deezes
C S                                bc-
-ocr page 123-
4$          Rokynse Schilders.
hier de Onderwerpen: de Hifbori van Heliodorus,
de Brand der Burgt van St. Pieter, de Sarraceenen
uit de. Haven van OJiia gejaagd, de Verdediging
van Leo UI voor Kar el ie Groote , en de Krooning
deezes Keizers. De vier Stukken der Zaal van Kor.-
Jlantyn
zyn na zyne Dood gefchilderd , op zyne
Tekeningen, door Julio Romano, il Fattore, en Ra-
faël dal Colle.
Zy verbeelden de Batailje van
Konftanivn, 't Nagtgezigt deezes Vorfts, deszelfs
Doop , 'en 't Gefchenk der Stad Rome 't welk hy
aan den Paus doet. De Loges zyn gefchilderd door
zyn Leerlingen, op zyne Tekeningen. Op de eer-
fte - Verdiepinge vind men Loofwerk en Vogelen.
De Hiftori van 't Oude- en 't Nieuwe Teftament,
verfierd de Twéde- Verdiepinge. Onderwerpen
van Hiftorie, Sieraaden, Landfchappen, en Geo-
grafiefe- Kaarten , zyn in de Derde- Verdiepinge
verbeeld. In 't Paleis Ckigi, of 't Iüyn - Farnéfe,
heeft Rafaül in 't Zolderftuk twé groote Onder-
werpen gefchilderd: 't een, het Feeft der Goden
op de Bruiloft van Pfyche; 't ander, hunne Verga-
deringe om haar te vergoden. Daar zyn nog tien
Vakken , elk van twé- of drie Figuuren; en in de
Hoeken, verfcheide Kindertjes torsfende onder -
fcheide Hoedanigheeden der Goden. Jn de Kerke
della Pace te Rome, ziet men Profeeten en Sibyllen
van hem. 't Befaamd Tafereel der Bergverheerly-
kin'r
befaamden Kunftenhars, verder uitgedeid zyn dan wy beoog-
den laaten niet toe ons over deeze zyne voornaame Wer-
ken uittelaaten: als waarop Ricbardfon, en anderszints Vajari
of van Manier , nagezien kan worden, die alle inzonderheid
üit Stuk der Verlosfinge van St. Pieter, vooral wegens des-
zelfs fchoone Harmonie van vier onderlcheide aan njaü;a*r.
ojtferhoorige'Lichten, ten hoogfte pryzen.
-ocr page 124-
Romynse Schilde «.s.
43
kinge, een Meeflerfluk, is in die van St. Pieter in
Montorio
(i). De Profeet Jefaia , mee twé Kin-
dertjes , is gefchüderd op een' Pjlaar der Kerke
van St. Jugujiyn (2).
Voorts
(1)  Richüedsok zegt, dat dit Tïfereei, wyi a!1e de
Schaduuwen evengelyk zwart geworden zyn, in den eeriteu
Opflag niet behaagd; maar, wanneer men deszelfs' beden
van naby befchouwd , dat men als dan befpetird wat de
Verwonderinge der Wereld tot zig heeft konnen trekken.;
dat ook daarin, volgens alle waarfchynlykbeid, aanvanglyk
en eêr de Schaduuwen veranderden , een groote Verfcheiden-
heid en Vermindering van Tinten was, die 't Gezigt ver-
maakten, en zig met malkanderen lieftallig'yk vereenigden;
dat de Omtrekken daarin ook vloeijender en zuiverder , de
Smaak van Tékeninge verhevener, en de Zwier der Hoof-
den hoogdraayender en nadmklyker zyn, dan iia eenige aa-
dere Werken deezes Meefters te Rome; dat het, Lee vens-
grootte van Figuuren, in Olieverw gefchüderd, en door-
wrogt is, volgens de Maniere van dien Tyd; dat de Hal-
ren , gelyk ook alle de andere Byzonderheeden , met.de
Punt van 't Penfeel gedaan zyn, fchoon min anglivalJig dan
in eenige veel klynder Stukken deezes ICunftenaars; en dat
het gewisfelyk 't voornaamite eenvoudig Tafereel is, 't geen
zig jegenwoordig op de Wereld bevind, of mogelyk ooit is
geweeft.
(2)  Onder andere Stukken van Rafaël, of die daar-
voor gehouden worden in de Paleizen van Rome, waarvan
onze Schryver niets meld , word een in 't Paleiz Barherini
gevonden , 't geen te aanmerkelyk is om hier voorby te
gaan : Wy| daaruit zonneklaar te zien is, met welken Ophef
e ttaliaanen gewoon zyn de Werken huuner Landslieden
opteveizelen. 't Is het OrigineeIe Portret zyner Minnaareffe,
T j n™arfchynlyk mec tie uitterfle Lieöe en vlvt gefchil-
H- . Schryver der 2&des Barbarini drukt zig des aan-
gaa-n JLUu ' s°P volgende Wyze. „Rafaëi., toond ons hier
» C ZeSc ny) een uitmuntend Tafereel, waarin hy eeue zeer
„ fenoone JufFer halverlyf geportretteerd heeft: hy heeft
„ haar °e^1^ > met een Koloriet en Wezenstrekken zo kun-
„. ftiglyk belteed, dat men niet alleen zegeen zoude dat z?
„ leevendig is en zig bevveegd, maar ooklieftaliig de Ziel*
„ be-
\
-ocr page 125-
Romynse Schilders.
u
Voorts ziet men van hem, te Napels, eene
H. Maagd, met St. Jeronimus in Kardinaals-gewaad.
I n Palermo, te Monte OlivetQ, vind men de fchoo-
ne Kruizdraaging'.
By de Nonnen van St. Pauhs, is 't Hoofd-au-
taar verfierd met een Tafereel , waarin men St.
paulus
ftaande en ó>. Katharina op de kniën leggende
ziet;en om hoog, Krijhts, de L. V., en 5*. Jan.
De befaamde S'. Cecilia (i) is te Bologne, in
de Kerke van St. Jan in Monte.
Te Foligno, in 't Konvent della ConteJJa , vind
men
beroerd, van den geenen die de Vermeetelheid heeft
" haar te aanfchouwen: zulks Campafpe zelfs, enz. ". Ri-
cbardfon,
die dit bybrengt, zegt daarentegens, dat het eige
Portret zo hard niet, en beter gekoloreerd is, dan de Ko-
nve welke Julia Romano daarna gemaakt heeft, en in dit ei-
ge Paleiz is ■ „ maar, dat hy desonaangezien duifd zeggen,
dat het evenwel niet nalaat vry onaangenaam te wezen,
*' wyl Rafaël daaraan een* bruine en donkere Kleur',
" en zeer droevig Gelaat heeft gegeeven: dat de Oogen,
" en deHairen, van 't Zwart een's Moors, en de Wezenstrek*
" ken «rof zyn ". Hoe 't zy, wy konnen hieruit deeze
Vraaee formeeren, vooronderfteld dat Rafaël daarin het
Leeven volmaaktelyk gevolgd, naamelyk de Natuur verbe-
terd heeft, zo verre 't in zyn Vermogen was zonder de
fclaare Gelykenisfe te verliezen: of Rafaël dan (vraagen
wvl min uitmuntend ten aanzien van dit Portret is geweeft,
dan wanneer hy 't mogelykfte van-zyn Maal daaraan ge-
geeven , wanneer hy het ten uitterfte geblanket bad? ;
m Van zyn' beiten Tyd niet (zegt Rtcbardfon); ook 15
de Manier wat hard en droog, en de Graad yan Koloriet
trekt wat óp het Bruinej de Standen, gelyk ook de Zwier,
zvn zeer fchoon, hoewel die van fc Qkitia het minft ; ze
zyn niet getekend met alle mogelyke Zuiverheid : evenwel
verzag zig alles op den Afftand , wanneer de Kleuren z.g
vry fris en aangenaam voordoen, zulks dit Tafereel een zé-
ker iets bezit, 't welk het met alle andere Stukken deezes
i^Ieefters evengelyk fteld, zonder zelve dat der Bergverbeer-
lykinge
uittezonderen.
-ocr page 126-
\
Romïnse Schilder Só          45
men, aan 't Hoog-Autaar, eene H. Maagd houden-
de 't Kind Jezus, met St. Franfois, St. Jan, en St.
Jeronimus
die den Geever van 't Stuk verbeeld.
In deGallerye des Groothertogs te Florence, ziet
men de Af beeldzels van Leo X; verfcheide H.
Maagden (i ) ,• een' St. Jan in de Woefteny;
de H. Maagd ( 2 ) met Jezus, vier Figuuren van
Heiligen, twé Engelen om hoog, en op den Voor-
grond twé naakte Kindertjes. In de Kapelle, Se.
Anne
biedende 't Kind Jezus aan de Maagd.
Te Plaifance word gevonden, in'tKonvent van
St. Sixtus der Benediktyneren, de H. Maagd ftaande,
houdende 't Kind Jezus , met St. Sixtus op de
Kniè'n, en Se. Barber.
T e Milaan , in de Kerke van Se. Maria tegens!
San-celfo, ziet men, in de Sakriftye, de H. Maagd
met het Kind Jezus, St. Jozef en St. Jan den Dooper
in't Verfchiet een's Landfchaps.
In
(1) Daaronder eene Halverlyf, in een Rond , met
den Krijius en St. Jan. Richardfon zegt van dit, dat het hier
en daar flegt getekend, en niet verheven is, behalven 't
Gelaat der Maagd 't geen zeer fchoon is; dat 'er een goed
Licht- en Bruin, en fchoon Koloriet in heerft; dat de Ena
Jan den Krijius in 't volle Licht, met groote Verfcheiden-
eid van Tinten, en zeer teder gefchilderd is; dat het zeer
fee*je.r'S en in verfcheide Deelen der Schaduuwen geart-
gedr^ls) gelyk Rafaël in de Kartons van Hamptoncourt heeft
welker r 1 Madonna del la Pefcia, waarvan Richardfon fpreekt,
de alffemp °riet uitlteekend fchoon en luifierlyk is, zynde
tie Bruin uïlrlT'nt van dit Tafereel een So°rt van Geel-ach-
van'Fdel'heir» kend bevallig;overal vertoond zig een Zwier
AanKzSn ' ?elke uit die deftige Tint ontftaat: als "ede
eê! fis SchhS-nden ' Kleedyen.en Sieraaden, welke zo
ktb,?nerten deï? ***' De &.ƒ «^W, Opzigter der Kunlt-
xabinetten des Groothertogs, heeft my verhaald (zegt Ri-
chardfon
) dat men zjg vansdic koftbaar P , bed>nd| om
een
-ocr page 127-
$6          R o m v n s e Schilders*
• I n 't Kabinet des Hertogs van Parma, is de
befaamde Madonna della gatta (i), en 't Afbeeldzel
van Paulus HL
Een fchoon Afbeeldzel eener Vrouwe, vind
men in dat des Hertogs van Modena.
In Spanje, in 'tPaleizte Madrit, de Maagd met de
Vis, zynde een koftbaar Schilderytje; in dat van 't
Buen-retiro ,een Kruizdraaging met de Maagd en ver-
fcheide Figuuren,en eene H. Familie,-in de Sakris-
tye van 't Efcuriaal, ziet men een' fchoone H. Maagd
met het Kind Jezus en St: Jan; de Bezoeking; een
H. Maagd houdende 't Kind Jezus,met St. Jeroni-
tnus
, een Engel, en Tobias ; in de Kapelle, een H.
Maagd, met Jezus en St. Jan.
T E Dusfeldorp, in de Gallerye des Keurvorfts van
de Pahz, is een H. Familie; en St. Jan, ruftende
op een Kruiz , 't welk hy met de eene Hand houd
en in de andere een Houte-bakje.
D e Kartons dien men in Engeland ziet, in eene
Gallerye van 't Koningl. Luftflot te Hamptoncourt,
Zyn met Kleuren gefchilderd in Lym- Waterverw,
en van Paus Leo X. naar Brusfel gezonden, als Te-
keningen voor Tapyten welke aldaar geweeven
moeften worden, onder 't Opzigt van Fan Orky
en
een Stellafie voor G. Vafari te maaken welke in dit Paleiz
veel gefchilderd heeft, die by geluk zulks bcfpeuide en 't
den Groothertog aandiende. Dit zo zynde ('t geen weinig
Eere aan de Italiaanen doet) kan men ook afmeeten , op
welke wyze duurbaare Schilderyen uit dien Oord naar elders
konnen geraakt zyn: zulks zy den Neuz' niet zo viez be-
hoeven optetrekken, even of zylieden alleen de Kun ft ten
hoogften Pryze betaalden en waardeerden, wanneer men ia
andere Landen voorgeeft van hunne befte Tafereelen te be-
zitten.
(i) Geen van de befte Stukken van Rafaël, zegt Pd-
tbardfc'ü,
-ocr page 128-
Romvnse Schilders.          47
en van M. Coxie, Nederland/e Schilders, en Leer-
lingen van R a f aË l (1). Daar zyn'er maar ze-
ven : de vyf andere zyn verwaarloozd , en door
vogtigheid bedurven. Zy verbeelden de Bedry-
ven der Apoftelen : als, St Paulus predikende in den
dréopagus; St. Pieter en St. Jan, geneezendeden
Kreupelen aan de Deure des Tempels; Sergius zig
bekeerende, op de Prédikinge van St. Paulus; Ana-
nas
op de Beftraffinge van St. Pieter ïlervende; St.
Pieter
, ontfangende de Sleutelen ; deszeifs Beroepin-
8e tot het Apoftelfchap, geduurende de mirakuleu-
*e Visfery' ; St. Paulus zyne Kleederen verlcheu-
rende, toen 't Volk te Lyfiren aan hem en St. Bar-
nabas
wilden offeren (2). De vyf andere Kar-
tons
(1) Kan de Schryver dit wel bewyzen?
Jl\W\h ÊiST0 üJl zwygc' v™ ^ Waardye dee-
zer befaamde Schilderyen, die eigenlyk met het Penfeel ge-
kleurde Tekeningen zyn , welke hy echter in deeze Omfchfy-
vmge volkoomenwettigd.en waarvan de daarna gemaakte Ta-
pyten , die70,000 Kroonen gekort hebben, in de Kapelle van
tonus te Rome zorgvuldig bewaard, en niet dan op Hoog-
tyuen vertoond worden : zo moeten wy bybrengen, dat Ricbard-
jon,
m Zyn Traite de la Peinture, dezelfden verre verheft
Doven de Werken van Rafaël te Rome; en dat hy daar-
m7r u^W.k'-agtige Pieuven geeft,onder anderen gefterkt
WlietGetaigcnis van Vafari f datze enkeld en alleen door
zpiff??- Vai? Rafaël, en niet met Medewerking van des-
zvnenKISAPelen,e|ykzyneWe,ken van '< Vatikaan, maar in
op 1:f™ Tyd §edaan - en dat de TaPyten zelfs welke daar-
W^t?','» deboogfte Achtingezyn) dat zulks
Voorreeden Wekeling op den Haize heeft gehaald, in de
om gedaan f.KCns Nieuwen Druks, welke byzonderlyk daar-
sfhifSrkunft ym' van de Samenfpraaken van L. Dokt'over de
mantwzTLTu" dat deltaliaan' of ^ vermomde Frans-
bSim? alsnierChy-nC hy) ^ £°°rdeel °P den ^ngelsmm
SrS «genlykS,op 't Onderwerp der Schilderyen
ïc?ÏÏS'nierbeeh8oende>ai ^^ b6Wyzende- Dus zoude
fien miie mee behoeven te bezoeken, om Rafaïl in zy-
ncn
-ocr page 129-
0          Romynse Schilders;
tons, die vergaan maar mede in Tapytwerk gebragtj
zyn, verbeeldende Kindermoord, de Aanbiddmge
der drie Koningen, de Bekeeringe van St. Paulus, 't
Martelaarfchap van St. Stephanus,en St. Paulus pre-
dikende voor Felix en Agrippa.
Het Kabinet des Konings van Frankryk bezit, de
H Familie, den St.Michiel, de H. Maagd genoemd
de fchoone Hovenierfier, #. Margriet, het Af-
beeldzel van Jobanna van Arragon,St. Jan den Doo-
■per
't Af beeldzel des Grave Cajiiglione , dat des
Kardinaals Julius de Medicis , eene H. Familie in 't
klyn 't Af beeldzel van Rafaël en dat van Pun-
tormo\ een'St.JanEvangeliJl, St. Michiel
flrydende
tegens Gedrogten , St. Joris tegens den Draak,
een' H. Maagd houdende het Kind Jezus , 't Af-
beeld-
nen Luifter te zien: daar men hem hier in 't Noorde van
Europa zo digt by ons heeft, alwaar men volgens den Schry-
ver een veel verhevener , juilter, en volmaakter Denkbeeld
van' hem bekoomen kan, dan in 't Fatikaan of elders. Ri-
.bardfon
zegt nog,dat die kottbaare Schilderyen, ten Aanzien
van 't Koloriet vrolyk en aanlokkelyk ,' op eemge Plaatsfen
«ants verdreeven aangelegt, op de Maniere van Grond , en
vervolgens met de Punt van *t Penfeel geartfeerd zyn in de
Lichten en de Schaduuwen, en datze e ders vooral in 't
Vleez doorwerkt zyn ; dat de Behandeling ftout, en ten
volle vaft en verheven is; dat zy onder de Nalaatenfchap
waren van Koning Karel I. i gelyk uit den Catalogus zynes
weêrsaêlooz Kunftkabinets blykt; dat Kromwei ze, zo ver-
zekerd word, zoude hebben doen inkoopen, zulks ze dus aan
de Natie behouden zyn ; en dat Louis de XIV , door zynen
Ambaffadeur Barillon, Koning Karel den II. liet aanzoeken
omze hem te verkoopen, dogh. dat de Graaf van Danby,
Groot-Trefoorierjvan Engeland, het zynen Koning ontried.
Voorts meld hy, dat ze tot na de Revolutie in verfcheide
Stukken (als gediend hebbende tot Patroonen voor de la-
pvtmaakers, waarvan men nog hier en daar de Doorprikzels
inden Omtrek ziet) en in een flegte Kift waren, waaruitze
t'elkens genomen en by malkaar gefchikt wierden wanneer
men
-ocr page 130-
&OMYNSE Schilder»,          49
beeldze] een's Mans met den Erm leunende op een'
Tafel, een' H. Familie gekoomen van den Prins
van Carignan.
; t Kabinet van den Hertog van Orkans doet
pen, het Af beeldzel van Paus Juüus U, zittende
in een' Ermftoel; alsmede , dat van een' Oude
Vrouw, een' H. Maagd in 't Rood gekleed met
een' Blaamven Sluijer , St. Jan in de Woefteny',
een' H. Familie in een Rond, t\vé Maagden met het
Kind Jezus, een' H. Familie gekoomen van Konin-
gmtie Krijiina van Sweecle, zynde een koffcelyk Ta-
fereel ; een' Jongman halverlyf, 't Gezigt van Eze-
chiel St, Antoni
houdende een Boek, St. Ftanfiskus
?ennZTa" "k' een' KriM die ten Grave gedraa-
fd l°rd* hec Gebed in den Hof des OlyfWs
een Kru,zdraaging, een' H. Maagd hebbende v
Kind Jezus op haar Schoot, en zitteïde in een* Ka-
VerToreiH3^11^11 ^ RaFAËL ^'overal
venpreid Hunne geduunge Verandering van
ivieeiter, kat niet toe hen aantewyzen (1).
Marc
Doek^enm^^"5' dat men ze Iaatftelyk geftévigd heeft mee
ren herfelH V /0n eeni§e klj,ne plekken>die befchaadigd wa-
hebbendopn -^ dat KonZmmam el] Koningin Maria ze
*e Hamptonlur^Tn >'? f nt:Ga"elTe? «n dien einde expres
js; dat men I gfTbouwd; dat het Vertrek zeer-wel befchoten
'er en zelvP , Vo°rzorge gebruikt, geduurende den Win-
lyk te bewLit0°Z in VogdS' w,'' om hen zo v«' doen-
met Gardynen k J"" Vuur '? dltyertrek te ^ooken; datze
dan wanneer menkt zy" ' die "'" °PSefcho°v™ worden
(i~) Fei T e laaC zlen-
Ivk hv7ept LIEN doet iets gewiStJSs aanmerken, ge-
field worden vanng^nde de Schilderven ™^ vooronder-
tVnL
                n rafaël te zyn, en waarin men wé-
2£n',va" ?ynef Schikkinge en Maniere befpeurd ,° Ste
" Et% A' S,efchild«d, maar min juïlter van ïékëninge
-ocr page 131-
50 • R o m y N s e Schilders.
Marc Antoon, Au^uftyn de Venetiaan, Syh
mfier
van Ravenna , Bcatricius , Buonafone , JEneas
F kus
, Georgs Mantuano, Cornelh'Cort, Martyn Ro-
ta, C. Bloeruvt,
en menigte andere, hebben na
de Werken van Rafaël gegraveerd. De Abt
Marolles rékend 740 Plaaten, en daar zyn'er meer.
,, zv- 'zegthy), koiinen van Timotheus van Urbino of van
,, Pellegrino an Modena weezen, v/elke zyn Koloriet zeer wel
„ nagebootft hebben. Die , waarvan de Tekening vafter
,, en 't Koloriet mm aangensamer is , konnen zyn van il
„ Fattore.
Belangende de Tafereelen , waaraan Julio-Roma-
110 geraakt heeft . men ziet daarin meer Vuur in de Wer-
„ krage, en meer Zwart in 't gantfe Naakt. Peryn del Va-
„ ga
is een der geenen , die Rafaël zéér wel hagebootft
„ hebben: maar, in 't geene hy gemaakt heeft , is meer
„ Zagtheid en Tederheid dan Kragt en Grootsheid ".
JU-
-ocr page 132-
& O m
Y N S E SCHIIDERS.
J U L I O ROMANO.
Jnmfiï. R ° M A N° was genoemd Giulio PippL tii
SchrnYi7\e Geboortebte^, A«. ijf Ge2
nogofhvzLon'f Van Zyf£ ^Udnrs gefProken>
eer hv bv ?? " een ander Kunflenaar oeffende
een' verwond", f ,°°ten ^^ ^uam' H? maakte
een verwonderlyken Voortgang. Befte Leerling
SS» fff ^^ ^ ' °P Z^e Té?
W rfe; ' T ^ de, Uitvoennge zyner fchoonfte
TVw .'           !,0 bragc veel meer Vuur in zyne
treden dani^-,.6 Hy gaf> aan allezyne}Fi.
Jö 2.                         guu«
-ocr page 133-
52          Romykse Schilder s.
Euuren, een zéker Leeven,               Werking', die
wyls aajn de Tafereelen zyffS^eeftart ontbra-
'Vn zynfe Ordinanfiën groots, vari%nen zeer
vrugtbaardn Geeft, bragt hy zig te bmfen de Ge-
dachten der Oude Poeëcen. Zyne Denkbeelden
waren edel en verheven. H\ 'tekende zeer valt.
Gelukkig j indien hy.zig gemeen bad konnen maa-
lteri met cjen Aarfcftle Iüeedyen, en de Bevallig-
heeden, trouwe. Speelgenooten van 't Rfefeel zy-
nes Meefters. «In tegendeel, zyn Smaak^as woelt.
Meer hetlAntiefc-dan 't Leeven navolgende, wierd
hy hard eft 'droog,
                           ::
Tulio'Romano had al de Geleerdnèki,waar-
toe een Eunftenaar bequaam kan zyn. Be Hifto-
xi de Faf>«l
            Zinnebeeldkunde,,de.Bouwkun-
de', en de Döofólitkünde , altöoz je^nWoordig in
zyn Geheugeny. waven in hem oirdeelfcundiglyk ge-
plaatft. lh' ;braSc den Geefl in z^'!:c : iguuren-
Zyn vrugfbaar Vernuft was vatbaar, voor alle Soort
van Grilde-Onderwerpen, en Verfchjikkelyke-
Gebeurtenisfen. Reuz-aehtige Figuuren , waren
bequaamer voor hem dan voor eenen anderen. By
dat alles voegde hy, eene volmaakte Kunde van de
Oudheid, en van'de Medailjes.
Geduurende het Leeven van Rafaël waren
de Verdienden des Leerlings altooz begraven, on-
der de groote Werken des Meefters. Uitvoerer
van deezes Denkbeelden, ftrekte zyn Vlyt alleen
eantfelyk' om dezelfden ten kearlykft' te voltooi-
fen. Vry verfcheiden daarvan toen hy Rafaël had
ver'looren, vertoonde hy zig zodanig als hy was ;
naamelyk, een Man overgegeeven aan zig zelfs ,
niet anders volgende dan de Onftuimigheid van zy-
nen Geeft, alles feuilderende volgens zyn aange-
-ocr page 134-
R ° M y n s e Schilders.          53
re 7PeDr GJeb.mik ' zonder de Wa^heid der Natuu-
Rood van rS£n (I h Zyn Naakt £r°k miv 'C
in zvn ~.öakfteen- Hy vermengde te veel Zwart
ven en nten' 'l welk zyne befte Werken bedur-
Téken 0nt,uifterd heefc ( 2)' Zyne Maniere van
feh " 1 °' wreed en ^ra^' vercoonde zig niet ver-
'leiüenlyk in den Zwier zyner Hoofden, nog in
2^e Kleedyen.
                                                &
-Ivafaël , die hem boven alle zyne andere Leerlingen
Demmde, fhelde hem , benevens il Fattore, ten Erf-
^en^!rn- Hy bel .ftte hem, om zyne reeds begon-
ne Werken , onder anderen de Zaal' van Konjtan-
*yn
, te voltooijen. Julia voldeed daaraan, na behoo-
ren : doende zig helpen , van il Fattore en van Ra-
j-aeldal Colle.
Na de Dood van Leo X., ziende dat
de Kunlten niet geacht waren onder Adriaan VI.,
deszelfs Opvolger, was hy van Gedachten, gelyk
ook alle andere. Leerlingen van Rafaël, om 'Rome
te verlaaten. Die Paus leefde maar weinig Tyds.
iJe Kardinaal Julms de Medkis , welke hem onder
den Naam van Khmens VIL opvolgde, deed hun-
De Hoope herleeven. Juli o volvoerde dan de
£-aal van Konjlantyn, op de Tekeningen zyn's Mees-
ters :
het ovedi-          e fchynt niet betwifl te worden - getyk wel
&en zei Ce- doen is U,t zvne naderna"d gemaakte Wer-
der 2' r? Z°l%cris den Schryver wegens die van 't Paleiz
heeft 'die U ,"?"? ho"d ook, dat hy zelfs Denkbeelden bevat
Moeders ■ d d'ePzinniger en verhevener zyn dan dien zyn's
Navolger' deV a V n Smaak zuiver en SeréSdd » een Sroot
fo^rjjr . Ant'eken was.
»»L ™f Crh„ al§emeenlyk waar, maar Rkbardfon meld vr.n
de llInnVrv™ Sroote Gekleurde-Kartons . verbeeldende
S™3 T %^ter> beruftend? ^ 't Paleiz van Brac-
«i"h>TnnJ de/rbeid uitneemend fchoon, de Eenftem-
mgheid goed, en de^ Tint aangenaam is.
D 3
-ocr page 135-
£$          Romïnse Schilders,
ters : dogh den Opfchik , en de Sieraaden van
Metaalkleur gefchilderd, voegde hy van zyn eigen
daarby. In het Stuk, waarin Konftamyn de Stad
Rome aan den Paus fehenkt, maakte hy zyn eigen
Afbeeldsel, alsmede dat des Grave CafiigUone, dat
vmPontano, en van andere Geleerden zyne goede
de Vrienden.
Toen de Werken van 't Vatikaan voltooid wa»
ren, begaf Julio Romano zig ineen Huiz, 't
wdk hy voor zig had doen bouwen. Hy hield
zig bezig, met Tafereelen te fchüderen voor onder-
fcheide Steden, en beftuurde den Bouw van ver^
fcheicie Paleizen. De Graaf CafiigUone moedigde
hem, om naar Mantua te gaan. Getrokken door
de Beloften des Hertogs, begaf hy zig naar deeze
Stad. Met groote Achtinge wierd hy ontfangen :
men gaf hem een' heerlyke HuizvefKng, Jaargeld,
en de Tafel voor hem en zyne Bedienden. De
Vorft zond hem zelve zyn fchoonfte Péérd, waarr
mee hy zig begaf naar het Paleis der T 't geen
aan de Poorten van Mantua legt.
Deeze Reize behoedde hem voor de Straffe,
-welke de twintig onkuisfe PJaaten, van hem gete-
kend en gegraveerd door Mare Antoon, op hem
zouden hebben konnen laaden : nu viel de Toorn
des Paus alleen op den Graveerder,die te Rome was.
*T Gebouw der T had toenmaals niets aanmer-
kelyks. Julio maakte het aanzienlyk , door de
Bouwkunde en door de Schilderyen waarmede hy.
't verfierde. Schoon ter deezer Plaatsfe niets an-
ders dan Bakfteenen waren, om te bouwen, echter
formeerde hy daaruit Kolommen, Kapiteelen, Kor-
nisfen, en andere Sieraaden, die den Hertog van
Mantua verlokten,
Rïnaebo Mantuano en Bmedetto Pagni,
zyne
-ocr page 136-
R o M y n s e Schilders.           53
llale^T11' knorden in Fresko , in eene
TüLio l?rden Hünden des Vorfts> welke van
In vier V iïAN° na?r ^HrVf'^tékend waren>
men v 7Yakken v*n I Welfzel eener Zaale , ziet
Oliewi illUwe,vk des Mmnegods mee Pfyche , in
dat Ft o:Wervmet zodanige Kunftgreep gefchilderd,
van j B'* maar eenen Erm lenête hebben,
onderen op befchouwd driemaal zo groot fchv-
fr u'Zyn' In de eige Z**le' z?n deF»Wea van
• /Kof in Fresko verbeeld, met vliegende Kindert-
7tSr0nir0m- De Zonnegod vertoond zig daar, in
gnen Wagen, met den liefFelyk blaazenden Wes-
en-wmd. Silenus is voor den Schoorfteen gefehil-
Qerd , onderfteund door twé Satvrs , en getorft
Qoor eene Geit welke van twé Kindertjes Jezoo-
gen word.
                                                J ö
Na 't Voorbeeld van Rafasl deed Jttlto Ro-
man o, op zyne Tekeningen, die Schilderyen aan-
fcggen en fchulderen door zyne Leerlingen , waar-
^a hy 't met eigen Hand gants over fep. In 't
^olderfluk van 't Voorhof, vind men de Hifi <rië
van Ikarus, met de twaalf Maanden van 't laar
betekend door derzelver eigenlyke Bezigheid. '
w^fn Yoornaamile Werk deezes Paieiz is een Zaal,
van 'r\r6 Reazen êeblixerad worden, 't Midde
van de Xer*'u]ft ver^eld een' doorbroken Koepel,
aflaat r "rM' waann de Throon van Jupi-
zvne Blilr Iaage* z;t
°^ de Wo!ketl» Schietende
word. ^ "it, waarin hy door >w geholpen
weeginae n ^?den ^n °P dS Vlugt, en in Be-
Hoeken b.5? Wmden ' gefdulderd in d« vier
rto.k,n , bulderen van alle Zvden ; de Bevalli?-
XZZd7Sfhrlkt> de R"— worden t?-
plctterd onder de RotZen ; en Briareuz bedolven
D 4                              on-
-ocr page 137-
B-omynse Schilders.
5<S
onder een' Berg. Elders ziet men, 't inftorten van
Tempelen en Paleizen, op den Kop der Reuzen.
Ter deezer Plaatsfe, tusfen Brokken van tuimelen-
de Friezen en Kolommen, heeft Julio den Schoor-
fteen geplaatft. Als men'er Vuur ftookt , dan
fchynen niet alleen de Reuzen in de Vlammen te
branden, maar men ziet 'er ook Phto op zyn' Wa-
gen, getrokken door dorre hollende Péérden, vlug-
tende in de Helsfe-Duifternisfe, ^op 't Geloei der
Raazernyen en des Helhonds. De Venflers en 't Ver*
wuift, de Deure en de Schoorlteen, zyn van ruu-
we St'eenen , zodanig ongeregeld gefchikt dat al-
les fchynt inteflorten. Dit pragtig Werk doet zig
voor, als een enkeld Schildery. Op den Voorgrond
fchynen de Dingen vervaarelyk groot, en in 't
Verfchiet verminderd alles, zodanig dat deeze Zaal
een ruime Landftreek gelykt. De Vloer zelfs is
beftraat met gladde klyne Keijen, welke een' Weer-
fchyn geeven op het Schilderwerk, en de Plaats te
grooter doen voorkoomen. 't Is niet te gelooven,
dat de Schilderkunst iets verbaazenders, en waarin
de Waarfchynlykheid beter waargenoomen zy, te
wege kan brengen. Als men in die Kamer koomt,
en men ziet 'er de Venfters, de Deuren, de Muu-
ren, de Bergen, en de Kolommen, fchynende alle
inteflorten, dan ftaat men verfchrikt, en men heeft
moeite om niets van hunnen Val te duchten. In
een Woord, Julio Romano heeft Schrik en
Vreez, in zo veele onderfcheide Manieren,ter die'r
Plaatsfe uitgedrukt, dat men niets fchooner zien
en zelve zig niets volmaakters verbeelden kan.
Julio fchilderde te Mantua, in 't Paleiz des
Hertogs , den Trojaan/en Oorlog. Hy gaf ook
Proeven van zyne Bequaamheid, in de Lufthuizen
des
-ocr page 138-
Romynse Schilders.           57
desVorfts, en in't Verbeteren van Mantua, daat
naaten door zyne Bezorginge gjhoogd , en
een Dyk gelegt wierden tegens de Overftroomin-
gen der P0. De Hertog benoemde hem, tot Op-
perbewindhebber zyner Gebouwen.
De Mildaadigheeden des Hertogs, vermeerder-
oen grootelyks het Fortuin van J u l i o. Deeze deed
een Huiz bouwen voor zyn Huizgezin; en verzamelde
daarin , een Kabinet van Antieken en Zeldfaamhee-
den. Men zag aldaar het Afbeeldzel van Albert
Durer,
't welk hy van Rafaël had ge-erft; alle de
Rekeningen der Antieke-Gebouwen, en der geenen
dien hy t'famengefleld had. Hy wierdeen groot
Bouwmeeffcer. Even buiten Rome , ziet men van
hem de Vignq, Madama, en een klyn Paleiz op den
Berg Janiculus. In deezen Tyd noodigde Franfois I.,
Koning van Frankryk, hem voor zyn Luiltiuiz van
Fontainebleau: maar j u l 1 o, die de begonne Werken
te Mantua niet konde laaten fteeken , deed Prima-
ticcio
in zyne Plaatsfe aanneemen. Keizer Karel V,
over Mantua koomende , maakte hy alle de Zégen-
boogen, en wonderbaarlyke Tooneelfieraaden.
Na de Dood des Hertogs , wilde Juli o die
Stad yerlaaten, om naar Rome te keeren: dogh de
Kardinaal Gonzaga, Regent des Lands, hield hem
M Z1Ji'i ^em benoodigd zynde ter Herftellinge der
"ootdkerke, en zyn bevallige en vrolyke Geeft,
Jar?n, de voornaamfte Oirzaaken daarvan. Hy
. p1? 'de Kartons maaken , voor de Kapelle
VaV d 1 J ü L l ° verbeeldde daarin, St. Pieter
en bt.Andreas, van Visfers tot Apoftelen worden-
pf'.r Peeze Stukken zyn gefchilderd , van Fermo
(*uifom
, een zyn'er Leerlingen. Men verzogt hem
te Bologne , voor den Voorgevel der Kerke van
D 5                          &.Pe*
-ocr page 139-
58           Romy-nse Schilders.
S'. Petronella. Zyne Tekening wierd goedgekeurd,
boven menigte anderen, en zeer wel beloond.
San-Gallo,Bouwmeefter van St. Pieters Kerk',
overleeden zynde , wierd Juli o in desz.lfs Plaats
verkooren, onder zeer aanzienlyke Voorwaarden.
Zyn Vrouw en zyne Kinderen niet alleen , maar
zelfs de Kardinaal Gonzaga, verhiqderden hem lan-
gen ïyd om die Bedieninge te aanvaarden. Ein-
delykbefloothy, dat voordeelig Amt te gaan be-
dienen : toen zyn Gezondheid, die daaghlyks ver-
zwakte, de grootfte der Hinderpaalen daaraan toe-
bragt. ' De Dood verrafte hem te Maniua , A*.
1546, in den Ouderdom van 5 \. Jaaren. Men be-
groef hem in de Kerke van St. Bamabas, en ver-
eerde hem met een fraai Grafichrift.
Hy liet eene Dogter na, en eenen Zoon dien
hy B-af.ël had genoemd , ter Gedachtenisfe zynes
Meeilers, en die in de Schilderkunfl uitgeblonken^
zoude hebben , indien dezelfde niet in den Bloei"
zyner Jeugd overleeden was.
Zyne voornaamfte Leerlingen zyn geweeft, To-
mafo Parerello
van Cortona, Rafaél dal Colle, Prima-
ticcio, Benedetto Pagni
, Jan da Lione, Jan-Bapifi
& Rinaldo van Mantua , Bartholomeo di Cafiiglioni,
Figurino da Faënza
, en Fermo Giiïfom.
De Tekeningen van Jul 1 o Romano zyn zeer
geeftryk, en zeer juift. Gemeenlyk zyn zy met
Roet gewasfen , fomtyds gehoogd met Wit. De
Omtrek, zeer trots en zeer los, is akooz met de
Schryfpenne gedaan , welke hy op 't befte behan-
delde. Zyne Artfeeringen zyn van de Regte naai-
de Linke- Zyde, en onrégelmaatig gekruid inde
Schaduuwen. De Fierheid zyner Hoofden , de
Schraalheid zyner Omtrekken , de Middemaatig-
-ocr page 140-
Romy ns e Schilders.           59
SlnK? Kleedyen> zYne ge™ge Bevalligheid,
doen hem genoegfaam kennen.
                     6
Ronder te fprèekea van de Werken van Rafaël,
aeezes Dood door Juli o voltooid, in Genoot-
JUiap met andere Leerlingen diens Meefters; zon-
aer te herhaalen die fchoone Schilderyen van 't Pa-
Jeiz der 7", waarvan wy daareven gefproken hebben,
heeft hy te Rome gefchilderd, in de Drievuldigheid
des Bergs, een' verreezen Krijius verfchynende aan
Magdalena; te S'. Pm/ede , eenen Krijius aan de
r.ilaar gebonden ; in de Kerke van St. Andriez della
f alle,
de Verlooving van S1. Katharina in de Ka-
pelle van St. Sebafiiaan. In de Kerke dell'Anima, ziet
men't Afbeeldzel der H. Maagd , S'. Anne , en St.
Jozef St. Jakob, St. Jan
op de Kniën , en St.
Markus
met deszelfs gevleugelde^ Leeuw aan zvne
Voeten; in de Vigna Madama te Rome,eenen groo-
ten Polifémus, omringd met Satyrs en Kindertjes
dansfende rond-om hem ; en op den Berg Janicu-
«w, m 't Paleiz Turrini, de Hiftorië van Numa
* ompdius ,
eenige Stukken der Fabel van Fenus,
van Apoilo , en van Kupido.
T e Genua, in Monte Oliveto, is 't Martelaarfchap
van St. Stefanus , van wonderbaarlyke Uitdruk-
en Ven ^QlzScotti> ^ P^ifance , ziet men Mars
T e P
'r H^fj'^1 by de Nonnen van Monte Luce, aan
l!dn aar' de Hemelvaart Maria.
Aa vt %
,°?lkerke te Mantua, ons Heer beroepen,
de ot. Jakob. en &.. p/^r treedende uit de Bar-
ke tot het: Apoftejfchap.
1 e bt.Andrxs, m de eige stad, eene H. Maasd
houdende 'c Kind Jezus> met * Katharina, S?X
ne,
-ocr page 141-
go          Romynse Schilders.'
ne, St. Auguftyn, en St. Ambrofius, Figuuren ter
Halver-lyf; en de Roepinge van St. Jan en van
St. Jakob, beide Leevensgroot.
In 't Paleiz des Hertogs van Mantua, 't Beleg
van Troye.
In de Galerye des Hertogs van Modena , een H.
Maagd, midbaar Figuur, met het Kind Jezus*
een andere 'Maagd, zeer fchoon , waarby hy een'
Kat gefchilderd heeft, genoemd de Madonna della
Gatta
; en verfch'eide Krygslieden, die over eea'
JBrug trekken.
Te Sasfuolo , zyn verfcheide Stukken op den
Muur, en vyf Tafereelen gemaakt voor Gebede-
huizjes.
In de Galerye van 't Aartsbisfchoplyk-paleiz te
Milaan, de Onthoofding van St. Jan den Dooper.
I n de Galerye Ambrofiana, de Oorlog van Kon-
fiantyn
tegens Maxentius.
D e Koning van Frankryk bezit, de Aanbiddin-
ge der Herders, de Triumf van Titus en Fefpafia-
nus,
de Befnydenisfe des Zaligmaakers, 'tAfbeeld-
zel van Julio Romano, Fuikaan en Fenus, drie
Mannen te Péerd op zyn Romyns gekleed, een Fi-
guur in 't Graauw, en twé Schilden waarvan 't ee-
ne de Schaaking' van Hekna , 't ander een'Scheep-
ftryd verbeeld.
D e Hertog van Orleans is zeer ryk, in Taferee-
len deezes Meefters: de Opvoeding van Herkules,
de Kindsheid van Jupiter, de Geboorte van Bac-
ehus,
het Bad van Fenus; zes Friezen op Hout ge-
fchilderd , naamelvk , de Maagdenroof der Saby-
nen,
de Vrede tusfen de Romynen en Sabynen, Co-
nolanus,
de Belegering van Karthago, de Kuizheid
van Scipio, en Krygsbelooningen uitgedeeld van
Sci-
-ocr page 142-
Romynse Schilders'.
0i
S?' in^' e£n' Keizer Péérd' eQ Vyf Kar"
Tapv'fP     Waterverw' op Papier gefehilderd voor
melvi     cv, lguuren Srooter dan 'c Leeven: naa-
piter p'  -ypUer en Danaë, Jupiter en $Mf, Ju-
Juno      Wkmm > ?uPher en » en' ^«piïw en
T Werk deezes Meefters beffaat, uit omtrent
Stukken, gegraveerd door J. Bonafonus, Dia-
"a Mantuana , Berteili, Baptifi-Franc, George Pentz,
eorge Mantuanus, Beatricius, Hollar, en verfchei-
de anderen. Men vind 16 Stukken, van Juli»
Komano, in de Verzamelinge van Cro&at.
TAD«
-ocr page 143-
(t RobySsë Schilders.
TADDEO ZUCCHERO.
D
E natuur verflaafd zig aan geen' byzondere Ma-
nier': akyds veranderlyk in haare Uitwerkin-
gen , verfchaft zy een' groote Lesfe aan de Kunfte-
naaren, die zig voorfteflen haar natebootsfen. T a d-
Deo Zucchero, en zyn Broeder Frederik , heb-
ben geen Voordeel daarmee weeten te doen.
T.addeo wierdgebooren,A°. iszg,teSan-Jg-
nolo in Vado
, in 't Hertogdom Urbyn. Hy was
Leerling van zyn' Vader, OttavianoZucchero, en over-
trof hem in korten Tyd. Een goede Geeft geleid-
de
-ocr page 144-
R°mynse Schilders.           63
IndSe SteH ^^ O^dom van 14 Jaaren.
geöoodLaS #e° Beftaan vindende, vond hy zig
fchüderen Verwen te vryven i in Daghloon te
flaapen f" °^der de ^^ van 'c Paieiz c%' »
tot het rp) " Gedeelte zv.n'f Tyds» gebruikte hy
ken V3 » enen naar de Anaeken' en naar de Wer-
an Rafaël.
een' 7'Tf1^' waarin hy ziS bevond, haalde hem
Hui
          e °P den Halz'' die nem noodzaakte naar
Wede te keeren' Na zyne Geneezinge, quam hy
baa? °jm te Rme' ZodaniSen geduurigen en ver-
WeinV ^ JVoortgang maakte hy , dat hy binnen
Dv' g Vdsvan Z1S deed Tpreeken. In Maatfchap-
hl ™et*!~a.ncescoM Agnolo, zyn Bloedvriend, hield
tin ?ékSV-C; FrïZen en Gaileryen in Fresko>
toen zekere £«»»*/, geboortig van Partna en een ge-
meen Schilder, dogh welke"lange met ComZ%
Pannens
-omgegaan had, hem nafr ^mo trok om
£L Wrï ^5^ te fchilderen- Door *aad
'e Raiders, deed Taddeo grooten Voorgang:
JiuPeD/efl wierd begaafder, en murwer. Hv
de sSS er' P ï Verwulft> de vier Evangeliflen,
WW16"', d^ PK>feetenf en verfcheide Onder!
Ten n1 l üde en 'C Nieuwe Teftament.
Rome zvnd^61"^0111 Van, aStien Jaaren wederom te
vel van't p'i°" am hy in Fresk° den V°°rgee-
fchooneUir^u.Mattel- waarvan de Kragt, en de
Zyn Br0ed"r°TT-l de ^ Were£ kribben-
*i» vinden In'rTf 'T*
A J W°' te
gelen zynerKnnÏÏ.
                                      Grondré-
de KLel'e'def nan ¥rMn0 deed hem kooraen, om
Hy m£kteooW0mrkerksZynerStad te fchild^n.
ciL? 1 verfeheide Werken, te P*/inr en
§U3g Ve*vo,$eïïs ^erom naar Rome DeSsfen"
-ocr page 145-
64           Romïnse Schildere
fallus III en Paulus IV., gebruikten hem in ver-
fcheide Gedeeltens van 't Vatikaan , byzonderlyk
in dat genoemd Tornone , alwaar men eenige Ka-
mers vind, door hem met veel Oirdeel gefchilderd.
Hy maakte ook verfcheide Af beeldzeis, onder an-
deren dat van Paulus IV.
            .
Zyn Broeder Frederik , beginnende te fehilde*
ren wierd naar Urbino gezonden. Op zyn' te Rug-
kootnft ondernam hy, met 7Mfa>, eene Kapelle in
de Kerke der Confolatione. Taddeo werkte maar
daaraan als hy gelukkige Invallen had, waarin de
Hand gemakkelyk alles uitvoerd wat de Inbeelding
opgeeft: ook is dit Werk, 't geen hem geduuren-
de vier Jaaren bezig hield , een def fchoonften
dien hy gemaakt heeft. Zyn grootfte Vermaak was,
Zynen Broeder Frederik te verpligten , en hem te
bezorgen Kapellen om te befchilderen , waarvan die
zig zeer wel queet. Hy bood hem zelfs den Her-
tog van (hifi aan, welke toen te Rome was, om
hem mede naar Vrankryk te neemen: daar hy zelfs
gegaan zoude hebben, indien de opkoomende Oor-
log en de Dood des Hertogs, het niet belet
Taddeo wierd gebruikt, voor de Lykpraal van
KarelV: waarvan hy, met zynen, Broeder, allede
Schilderyen maakte, in vyfcntwintig Dagen. De
Kerk der H. Maagd hem naar Orvieto getrokken
hebbende, vielen zy'er beide ziek, zulks zy 't Werk
onvolmaakt lieten en naat Rome keerden.
Op hunne te Rugkoomlt, gaf de Kardinaal bar-
néfe.azn Taddeo,'t
gantfe Beftuur zyn's Kafteelsvan
Caprarola over, met een groot Jaargeld. Niet al-
leen maakte hy de Tekeningen, voor alle de Schil-
deryen; maar, hy fchilderde ook veele Dingen met
zvn eigen Hand, onder-aaderea de Kamer des
■V
                                                                 Slaaps,
-ocr page 146-
R O M y n S £ ScHILÜElCs;              6$
fïZll alW3ar hy den NaSc met deszelfs Eigen-
mers
~V,erbeeld heeft CO'r* twé andere Ka-
zeis dV g?rchikt ter Eenzaamheid, met de Afbeeld-
uer Vorsten welke dezelfde bemind hebben.
medpTINl)ENDE dat Taddeo, in een Stuk waaf-
Snh-ij y e Zaal' ^^" verfierde, alle de andere
^niiders overtroffen had , gaf de Paüsdiétn eer*
b^oot Werk, ter Zyde der Kapelle Paulina, en ver*
°Jgens de groote Zaale van 't Paleiz Faméfe.
-•-addeoj begeerig zynde Florence te zien} bé-*
gaf
den iDE.UitvindinR van dit fraaiie Schilderwerk, is vari
n geleerden Anmbal Caro aan TaddeoZuccbero ingeboezemd,
"ydeszelfs langen en omfiandigen Brief van den z November
1563, op Bevel des Kardinaals, gelyk Richardfon bybrengt.
l'ehbien wyzd daarbenevens op de Brieven van Caro: eii
zegt dat de voortreffelyke Redeneering, welke deez daarin
rt?r h^-ÏT" ?PgeefC dan in die Schilderyen te vinden is:
ïnHn , r •" mcn "iet hebben konnen verbeelden, dui-
zel de vernuftige en fraaije Dingen welke in die Brieven ge-
vonden worden, wyl de Plaats niet bcquaam was om zulken
biooten Overvloed van Gedachten te bevatten. Inderdaad,
jol voordeelig ook aan een' Schilder, vooral indien hy geen"
loogen Vlugt van Letteroefening' en Oirdeel heeft, de Ge-
Cele j Va" een ver(landig Man moeten weezen i geeven dd
vosferv' eChKf "iet' fomtyds> vooral wanneer zy in de School-
van ZinnebVai^en Zy"' Zulk eenen V,oed van Gedachte» e"
meen Vernuft " °P' ke maar dienen *an om een ge-
zach ond-rnp yerbvfteren> vooraI 'ndieli dit op eigen Ge-
nen, en dus Hr Z'Ch daarva" bv Vermindering' te bedie-
h'ooid de O ^n len voor zvn' Rekening' te houden? Be-
gen of't mi niet vooraf te we£ten, en te overwee-
Letteren voo°flKr!s«>met het IJ™(eel uittevoeren wat hy mee
overweegen , of hyI ?
1? m0eC de Sch,l1d?r Zy"I K"Sten nie£
Dit zy echter nie7 '" "aat ls daarult hft goede te vatten?
Zuccbero* die „ geze§t ten °Pz,St van Car0 ' of van ds
SKnGee t^°0,1,d hebben ' de ecn dn h? van een<
n lw !S welke wist met wien h-v te d°en had i
te maakeï ? ** daaruit een'Soede Verkicziuge wiste»
Eerjie Deel.                       E
-ocr page 147-
C6           Romynse Schilders.
gaf zig daar naar toe, met voorneemen om 'er lan-
ge te blyven. Zyne Verbintenisfen te Rome en te
Caprarola , lieten hem niet toe dat Denkbeeld te
volgen. Wederkeerende te Rome befchüderde hy
eene Kapelle, in Trinha. Tot Huuwelyk aange-
maand zynde , wilde hy daartoe niet verftaan .
Zyn Broejder Frederik, meenende hem van Dienft
te konnen zyn , quam te rugge uit Venetië. Een
gevaarlyke Ziekte , fpruitende uit te zwaaren Ar-
beid en" te ongerégelden Vermaak, fleepte Taddeo
ïn 't Graf, A°. 1566, in den Ouderdom van 37
Jaaren. Zyn Broeder deed hem begraaven, in de
Rotonde , ter Zyde van Rafaël, waarmede hy hem
durfd vergelyken , met dit Graffchrift: Fredericus
mcerens pofuit Anno 1568, moribns, piclura , Raphaëli
Urbinati Jimillimo. 't Eerifce gedeelte kan waar zyn,
ten Aanzien van de Oirzaake hunnes Doods , en
van eene zelfde Daghtékeninge: maar, het twéde
is een Verblinding, een Vlyery, welke niet te ver-
fchoonen is dan aan de Broederlyke-Liefde.
U1 t al het bygebragte zal men gemaklyk kon-
nen oirdeelen, dat Taddeo groot was in zyne Ont-
werpen, verheven van Denkbeeld. Hy had een
fris en mals Penfee!, verftond de Ontleedkunde
zeer wel, en wist zyn Onderwerp fraai te fchikken.
Uitmuntend was hy, om Hoofden, Hairen, Han-
den en Voeten , te fchildercn. Zyn Koloriet was
vrolyk. Hy was rédelyk juist , fchoon verflaafd
aan eene Maniere, hebbende de fchoone Natuure
uit het Gezigt verlooren.
Verscheide zyner Werken , gelyk die der
Zaale van Farnéfe, 't Kasteel van Caprarola, en de
Kapelle der Trinita, bleeven onvolmaakt. Frederik,
die m den eigen Smaak was, voltooideze alle.
Taddeo was geestig in zyne Tekeningen ,
wat
-ocr page 148-
RómynSê Schilders.             6~>
wat lomp in den 0mtrek zyner Figuureni z
OnurU Z)'U kaDtiS en hard Hy maakte zYn'
«™h ,met dePenne5 gewaschen met Roet, en
behoogd met Wit. Alle zyne Hoofden gelyken
^S > en hebben dikwyls weinig Edelheid , met gé-
«neuzde Oogen. De Uit-eindens der Voeten en
der Handen , zyn vreemd getekend.
Zyne Werken zyn door gantsItaliëverftrooid.
Door zynen geduurigen Arbeid zynze tot menigte
mtgedeid, dogh veele zyn onvoltooid gebleeven.
*n 't Vatikaan heeft hy gefchilderd , de Friezen
"er Kamers die boven 't Corridoor van 't Belvedère
£yn, en verfeheide Kamers ter Plaatsfe genoemd
Tornone. In de Zaale Regi, twé groote Stukken;
en in 't Vertrek achter de Loges , naar de Plaats
van St. Pieter, zyn de Zolderftukken en de Friezen
van zyne Hand. Te Rome, in de Kerke de Confo-
lattone,
heeft hy gefchilderd, een Nagtmaal, eene
Voetwasfinge, den Tuin des Olyfbergs, de Van-
ginge van Kristus, de Geesfeling, een Ecce Homo,
Pilatus
zig de Handen waschende, Kristus voor An-
nas ,
een' Kruisfing , verfeheide Figuuren voor 't
Autaar,de vier Evangelisten; twé Profeeten, en twé
Sibvllen, zyn 'er Halverlyf verbeeld. In 't Paleis
Mah ziet men de Zanggodinnen. In de Kapelle
, Lrmita heeft hy in Fresko gefchilderd, de Hé-
melvaard Maria, met de Af beeldzeis van verfchei-
Serifoonen- '£ Hoofd-autaar, te & Sabma, en
P,w rlte daar boven- De ëroote Zaal van 't
raieiz tarnéfe, verbeeldende de Veroveringen van
Alexanderbarnèfe in Vlaandere; en in de Frieze der
Yoorzaale, de Historie van Paultis III. Te & Ma-
ria del hom
i een' fchoone Mzra-Boodfchap op den
Muur gefchilderd ; en een' Geboorte , van een'
hoogen Toon van Koloriet. Te St. Marcellus der
E a                             Set*
-ocr page 149-
68            Romynse Schilders»
Serwten, verfcheide Onderwerpen der. Historie van
St. Paulus, gefchilderd in Fresko op 't Verwulf en
de Muuren ; en zyne Bekeeringe, in Olieverw',
voor het Tafereel des Autaars. In de Stad Urbino,
heeft hy verfcheide Stukken voor den Hertog ge-
maakt. Te Caprarola, in een' groote Zaal', zyn de
doorlugtigfte Bedryven van 't Huiz Farnéfe in ver-
fcheide Vakken verbeeld, met de Figuuren der
Glorie' en van Bellona. De Kapelle is verfierd met
verfcheide Afbeeldzels van 't Geflacht Farnéfe; en
drie Kamers zyn befchilderd, met verfcheide On-
derwerpen betreklyk op de Eenzaamheid , waartoe
zy gefchikt zyn.
" In den Lusthof de Papa Ghdio,emJ Berg vznPar-
nasfus,
en andere Onderwerpen in de Kamers; en
in den Hof, onder de Loges, twé Historiën der Sa-
'bynen
, in 't Graauw.
Men zag wel-eêr, in 't Paleiz Royaal, te Parys,
een Tafereel van Taddeo, verbeeldende een' Kris-
tus
in 't Graf, onderfteund van verfcheide Enge-
len, Toortsfen draagende, zynde de Figuuren lee-
vensgroot. Jegenwoordig is het te Reims.
C. C o R T, P. Thomasfin, J. Mantuanus, C. Galle,
Pietro Stephanoni, Cherubin Alben, en andere, heb-
ben omtrent 20 Stukken gegraveerd na Taddeo Zuc-
cbero.
FR,E-
J
-ocr page 150-
Romynsje Schilders.
69
vjtu- fcuJp-: 'Ji, 1 ■
FREDERIK ZUCCHERO.
^■Ederik Zucchero, Broeder en Leerling
van Taddeo, wierd gebooren ter eige Plaats-
F
*543- De ligte Beginzelen, welken zyn
F>m (*                . 1 _1 ^ -„ _______           i_ _ t 1 "           r-y n 1
tt 1 ,
vaaer hem gaf, ontdekten zyne gelukkige Geftel-
tenme voor de Schilderkunst. Zyne Gaven zig ver-
toornende, Zond men hem na-r j^om ^ om - te
oehenen. Welke Studie hy ook gedaan heeft, in
de bchoole_ Zyn>s Broeders Taddeo , echter heeft
y Z1§ n001t Zo bequaam konnen maaken als dee-
zen , waarvan hy naauwlyks de Onderrigtingen
E 3                         wil-
-ocr page 151-
           Romynse Schilders.
wilde dulden. Hy werkte gemaklyker, maar was
verflaafdervan Maniere, -dan den zelfden.
Zyn Broeder zette hem zo verre voort;, van met
hem in Gemeenfchap te arbeiden, aan Iverfcheide
Werken. I Zelve liet die aan hem over1, Voorge-
vels van jrluizen of Kapellen, om van hem alleen
gefchildeiü te worden. Den Voorgevel: een's Ge-
bouws te -Rome maaiende, waarin hy de; Bekeerin-
ge van St. Éujiatius, deszelfs Doop en Martelaar-
ichap, verbeeld had, quam Taddeo , bezorgd voor
den Roem zyn's Broeders , het Werk bezigtigen.
Ziende eénigeFiguuren die hem niet veel Eere kon-
den geeven, nam hy 't Penfeel en verbeterde de-
zelfden. Frederik , door Verwaandheid ingeno-
men, nam dit zo qualyk, dat hy zo voort alles met
den Hamer ging afbikken waaraan Taddeo ge-
raakt'had. Deeze Buitenfpoorigheid, deed hen ge-
duurende' eenigen Tyd overhoop leggen: tot ver-
volgens de Verzoening tusfen beide quam, met dit
Verdrag, dat Taddeo de Kartons verbeteren zoude,
maar niet het Schilderwerk.
Frederik arbeidde by den Paus, met den jon-
gen Ba:ozio en andere goede Schilders. Hy fchil-
derde in Belvedère , een' fchoone Frieze , verbeel-
dende de Historie van Mozes en Farao ; alsmede
die van den Hoofdman over Honderd, de Bruiloft
van Kam. en de Verheerlykinge op den Berg.
Deeze Stukken, vernuftig en zeer we! uitgevoerd,
deeden hem de Overwinninge op de andere Schil-
ders behaalen.
Zyn Roem verhief zig toen eensklaps. Taddeo,
verre van deswegens na-iverig te zyn , verfchafte
hem geduurige Bezigheid, aan zyne Werken in 't
Vatikaan, in 't Paleiz Farnéfe , en in 't Kasteel van
Caprarola, Hy voerde hem zelve met zig, in zyne
-ocr page 152-
Romynse Schilders.           71
r e*A £ 50n^"om- ^y tekenden, gezamenlyk, alle de
Gedachten uit, van de fchoone Tafereelen die zig
daann aan hen voordeeden. Deeze Tekeningen,
behandeld op een' grootsfe Maniere , zyn jegen-
woordig van de Liefhebbers zeer gezogt.
FRederik, ziek geworden zynde, quam we-
derom te Rome , met zynen Broeder. Na zyne
•Herftellinge, voltooide hy verfcheide reeds begon-
ne Werken. Toen deed de Groothertog hem te
Fhyence koomen, om den Koepel van Se. Marie Dei
fhti
te voltooijen, van Vafari onvolmaakt gelaa-
ten, en die zedert verbrand was. Frederik volvoer-
de het op eene grootsfe Wyze , en in weinig
Tyds (x).
Vervolgens begaf hy zig wederom , over
Verona en verfcheide Steden van Loinbardye , naar
Rome. Weinig Tyds daarna verloor hy zynen Broe-
der Taddeof aan wiens Gedachtenisfe hy alle de Ee-
re toebragt welke in zyn Vermogen was.
Zig wederom naar Florence begeeven hebbende,
fchilderde hy verfcheide Stukken, voor de Inhaa-
hnge van Koninginne Johanna van Oostenryk. Hy
zoude 'er langer gebleeven hebben, indien Grego-
rïus
XIII hem niet naar Rome ge-eifcht had, om
t Verwulf der Zaale Paulina te fchilderen. Ter-,
wyl hy in 't Vatikaan arbeidde, boezemden eenige
Ve."chil]en, welken hy met de voornaamfle Ho-
velingen des Paus kreeg , hem het Denkbeeld in,
om het Tafereel des Lasters te fchilderen, waarin
hy die eige Hovelingen, die hem beleedigd had-
den,
(i)Ri
chardson zegt, dat de Uitvinding zeer fchoon,
«r aan F. Zucchero medegedeeld is door den Prioor D. Vin-
cent Borgbini,
groot Beminnaar der Kunst, een der geleerd-
üe Mannen zyn's Tyds
                                                    • -
E4
-ocr page 153-
1%            Romynse Schilders.
den , met Ezels - ooren verbeeldde ( i ). De ftout*
lieid, welke hy had, om dit Tafereel ten Toon te
Hellen boven de Poort der Kerke van St. Lucas ,
vertoornde den Paus zodanig, dat Frederik zig ge-
noodzaakt, vond Rome te verlaaten, alwaar hy niet
te rug quam dan langen Tyd naderhand.
D e Kardinaal van Lotteringe deed hem in Vrank,
ryk
koomen, om eenige Werken te maakem Van
daar ging hy naar Antwerpen , daar hy Kartons
voor Tapyten tekende ; en verder , naar Hol-
land ,
en naar Engeland, alwaar hy Koninginne
Elizabet , en verfcheide andere Tafereelen fchil-
derde. Fenetie trok hem vervolgens. De Patriarch
Grimani wilde zyne Kapelle doen voltooijen , die
door den Dood van Battista Franco onvolmaakt was
gebleeven. Frederik verbeeldde 'er Lazarus, en de
Bekeennge van Magdaleena. Men. ziet van hem,
ep den Trap van dat Paleiz, uitmuntende Figuu-
ren; en zyn Tafereel , in Olieverw', van de Aan-
biddinge der Drie Koningen, 't geen den Na-iver
der Venetiaanfe Schilders verwekte. De Zaal van
den Grooten Raad, waarin hy om Stryd fchilderde,
met Paulo Feronéfe , Tintom, Bas Jan, en Pal/na]
verfchafte hem Tekenen van 't Genoegen des Se-
paats, die hem tot Ridder verhief.
Eincelyk begaf hy zig te rug naar Roine, al-
waar
(i) Eenige meenden , zegt K. van Manier , dat het re-
daan was, ter Oirzaake van een Verfchil tlisfen den Kardi-
naal l'ainéje en hem voorgevallen, aangaande de Beloonin-
ge van den Arbeid in 't Paleiz Caprarola: dat de Kardinaal
ggzegt zoude hebben, daar waren nu geen Rafaëls en andere
goede Schilders meer,- en dat Frederik daarop zoude hebben
geantwoord , dat 'er ook geene goede Kunstminnaars, Paus-
jen, en Vorsten, meer waren.
-ocr page 154-
Romynse Schilders.            73
beS dwelUS ÏT Zyne Achtin^e' en Goedgunftig-
fci plf;der fchonk' HY Vülto°ide 't Verwulf dfr
op del ÏM' en y,ede an,dere Hiftor*n in Fresko,
zl on rMllUr- De Kerken en Paldzen > ^arin
5Ld2 5Cmaakte Werken 7an ra^° bevonden,
wierden door zyne Hand volvoerd.
                        '
fcha,1 LIPPUS de II- noodigde hem, onder 't Paus-
te a k -jn SiXtUS V* miV Spmje ' om in 'c F-skimaal
yoeiden. Hy wierd 'er met groote Achtin^e
^tangen; en de Vergeldingen diens Monarchs,
uoesten zyne Poogingen doen infpannen om de-
inden te verdienen. Evenwel was hy niet geluk-
KJg, in deeze Onderneeminge. Na de Koning hem
zyn Affcheid gegeeven, en met Gefchenken over-
laden had, deed die alles afbikken wat door hem
in t Klooster gefchilderd was , om 't Werk aan
1'eregrmo te geeven. Nieuwe Werken hielden Fre-
<tenk
evenwel bezig, op zyn' te Rugkoomst te Bo-
?Vu Srootste Zor§ was.daar nu, om 'er een'
■^nilder-Akadémie te ftigten , waarvan hy 't Op-
perhoofd was, onder den Tytel van Prins. Deeze
f tigtuig verflond het grootfte Gedeelte van't Goed
de au !hy verzameid had- Na zyn' Dood moest
7en™laem het °VeriSe hebben' indien zy^ Erf,
teruamen Zo"dcr Kinderen overleeden.
van alkDKRlK waS welgemaakt> bemind en geliefd
zon all" s ^ Lieden' Hy had veel Geesc> ver-
wonderlyke°rl? m Omwerpen met een' ver-
gemanierd? |!nakJykheid' tek,ende.zeer wel dogh
brak niets, SeTvk Kf net^a? krag"g' - Hem ont,
meer p-raadSln ,°pk aan Tadd^°' dan de Natuure
n?Hoo den te gd te hebben' en bevaJliSer in ZY~
veeArl eids *£*? Eindeiyk ' vennoe* ™1
veel Arbeids, ver]let h Rme en door]i j r
Ie Venene deed hy twé Boekdeelen drukSn over'
*                                    E 5                              de
-ocr page 155-
74           Romynse Schilders.
de Schilderkunst, en een ander raakende zyne Ge-
dichten. Van daar door Savoye trekkende, gaf de
Hertog hem eene Gallerye te befchilderen. De
Noodzaak, om Geld te bekoomen, deed hem dit
Werk overhaasten. Loretto en Ancona bepaalden
zyn' Reize. Overftelpt van vermoeidheid, en uit-
geput door zyne groote Werken , ftierf hy in de
laatstgenoemde Stad, A°. 1609, oud 66 Jaaren.
De Ridder Pomerancie , die den Koepel te Lo-
retto
fchilderde en hem nog korteling in die Stad
ontfangen had, zynen Dood verneemende, begaf
zig naar Ancona, en befchikte hem eene aanzienly-
ke Begraaffenisfe.
Hy had ten Leerling, Dominkus Pasfignano, een
Florentyner, die zig grootelyks heeft doen uitmun-
ten door verfcheide Werken te Rome, byzonderlyk
in de Kapelle van Paulus V. te &. Maria maggwre ,
te St. Jan der Florentyneren, te St. Jakob der Onge-
neezbaaren, in Pace , en te Florence , alwaar hy ,
overftelpt van Eere en Schatten, overleeden is.
Niets is gemaklyker, dan de Tekeningen van
Frederik te kennen. De Oogen zyner Figuuren zyn
gekneuzd , de Kleedyen lomp en fcherp , de Fi-
guuren ftyf, de Omtrek der Penne wat grof, met
Roet of O. I. Ink gewaschen. Hy is zo geestryk
niet als Taddeo, en verflaafder van Maniere in de
Uk-eindens zyner Figuuren , byzonderlyk * in de
Hoofden, die" op een' vreemde Wyze gehuld zyn.
Zyne Tekeningen zyn zelden met Wit Kryt, of
met het Penfeel gehoogd. _ De groote Menigte ,
welke hy daarvan vervaardigd heeft, maakt haar
zeer gemeen.
Te Rome, in de Kerke van S'. Katharina Deifu-
nari
, kan men aanmerken, de Historie deezer Hei-
lige in de Gevangenisfe., en onthalzd met veele an-
dere
-ocr page 156-
Romy ns e Schilders,           75
dere Martelaaren. De Drie Koningen , voor de
Kapelle der Goudfméden. Eene Geesfeling des Za-
hgmaakers, en de Deugden in Fresko gefchilderd,
m t Gebédehuiz van St. Pieter en St. Paulus der
Cwfotatione. Een Kruizdraaging, in Olieverw ge-
ichilderd, te Se Praxeia. Te St. Laurens in da-
mafo
het Tafereel van 't Hoofd-autaar, Verbeelden-
de deezen Heilig op den Rooster. Te St. Marcel-
lus ,
de Bekeering van Paulus , in Olieverw : wat
n*er in Fresko gezien word, is van Taddeo. In de
Kerke der Hervormde Vaders van Jezus, een Pinx-
tcrfeest, een Boodfchap, 6 Profeeten, en een? Rei
van Engelen , in eene Kapelle gefchilderd. Een
Boodfchap in 't Rooms/e Collégie, met eene Geboor-
te en eene Befnydenis, in Fresko.
Te Se. Maria del horto, heeft hy in Fresko ge-
fchilderd , het Huuwelyk der Maagd, en een Be-
zoek. De Kapelle Dei Fittorü is gants in Fresko,
en het Tafereel van 't Autaar verbeeld biddende
Engelen. In de Sakristye van Santïi Apofioli, zyn
de Kruiswonden van St. Franjiskus, in Olieverw ge-
fchilderd. De Krooning der H. Maagd, is in eene
Kapelle der Trinlta.
Te Cefeno,. in de Kerke van jSjf. Tobias, eenKris-
tus
trekkende veele Heiligen uit het Voorburg der
Helle.
*n t Collégie Boromêo, te Pavia, in eene Zaal'
ter Zyde den Tuin, heeft hy de Historie van St.
Karet
gefchilderd.
In de Gallerye van 't AartsbiiTchoplyk Paleiz te
Milaan, eene_Geboorte in 't Graauw.
In 't Escuriaal, in de Kapelle dienende voor de
Amtenaaren der Fabryke, en in de daaraan volgen-
de Zaaien, eene Groetenis, eenen St. Jeronimus,
eene
-ocr page 157-
m$          Romynse Schilders.
eene Geboorte, eene Aanbiddinge der Drie Konin-
gen, en de Marteling van St. Laurens.
In de Groote-Kerke te Cordua , eene H. Mar-
griet.
. Te Florence, den Koepel der Kerke van Se Ma-
ria dei fiori.
Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der Paltz, ziet
men eene Venus en Kupido in 't Ovaal, en twë Kin-
dertjes in een Rond.
R. Sadelaar, Matham, A. Zucchi, en de eige
Graveerders van Taddeo, hebben na Frederik veele
Plaaten gefneeden.
F RE-
-ocr page 158-
Romynse Schilders.
77
'T*'-1 __________________
FREDERIK BAROZIO.
INdien men de Bevalligheeden en 't Koloriet,
JL verzeld van eenen goeden Smaak en Juistheid
7vi -,dan zal men ze vinden in de Werken van
cmienkBarozio. Te Urbino , een Stad die zulke
groote Mannen heeft uitgeleverd, wierd hy geboo-
ren, in den Jaare 1528. Zyn Vader, Ambrofio Baro-
zio,
was een Beeldhouwer. Frederik wierd Leerling
van Batttsta Venetiano. Zyn Oom, B. Genga, die
gouwmeefter was, leerde hem de Meetkunde, dé
bouwkunde, en de Doorzigtkun.de.
-ocr page 159-
7g>          Romïnse Schilders.
I n den Ouderdom van twintig Jaaren , quam
Barozio te 'Rome. ,.Hy -begaf zig onder de Befcher-
minge des Kardinaals Della Roye're, die hem in zyn
Paleiz ontfing, en hem de Middelen bezorgde om
zig te oeftfnen. Dit Paleiz wierd verfjerd, met
verfcheide^Tafereelen zynes Hands, en m'et het Af-
beeldzel des Kardinaals. 'Barozio een's bezig zynde,
met zyne Makkers, naar den Gevel een's Gebouws
te tekenen, van Polidoor gefchilderd, quam M. An-
geïo,
zitteide op zyn' Muil-ezel,, daar voorby ry-
den. Strafcs liep elk toe, om zyne Tekening' aan
hem te vertoonen ,,'terwyl de befchroomde Barozio
alleen zitten bleef.: Daarop haalde Fredenk Zucchero
hem zyne Tékemngë af, en bragtze aanj M. Ange-
ïo,
dieze zo fchoon vond dat hy den Maaker be-
geerde te zien. Men bragt Barozio-.hj hem, die
door hem •aangemoedigd wi.rd, om in jde Kunst-
oeffeninge te volharden.
I n zyne Landftreeke te rug gekjoomen zynde,
fchilderde hy 'er een' S'. Margriet^eM hem zo-
danigen grooten Roem toebragt, dft Pius IV hem
te Rome deed koomen, om vërfcheïdè Stukken in 't
Belvedère te fchilderen, benevens F. Zucchero. Men
wil, dat eene Maaltyd, waarop eenige Schilders,
nydig over zyne Verdienften , hem genoodigd had-
den ,°de Oirzaak was van eenen quynenden Toe-
ftand, die hem geduurende vier Jaaren belette te-
arbeiden. Hy nam vervolgens de Lucht zyner
Landftreeke , te Urbino. Zig herfteld vindende,
ging hy te Perugia nieuwe Blyken geeven van zyne
Bequaamheid, in de Hoofdkerke van St. Laurens ,
waarin hy eene verwonde'rlyke Afneeminge van 't
Kraiz fchilderde.
Toen hy te Florence qusm, geleidde de Groot-
hertog , Franfiskus ■ L, zig gelaatende de Opzig-
ter
-ocr page 160-
Romynse Schilders.
79
ter te zyn, hem door zyn gants Paleiz, om zyn
Gevoelen aangaande de daar zynde Schilderyen in-
teneemen. 't Duurde niet lang of Barozio befpeurde
dat het de Vorst zelfs was, aan den Eerbied dien
een der Hovelingen hem beweez, eenen Brief koo-
mende overhandigen. De Groothertog, dus ont-
üeJct » gebood onzen Schilder, in de eige Gemeen-
zaamheid met hem voorttevaaren: zelve deed hy al
wat mogelyk was, om hem in zynen Dienft te hou-
j[en- Barozio verfchoonde zig, op den flegten Toe-
ttand zyner Gezondheid , en keerde naar Urbino.
■De eige Reden had hem belet, de zelfde Eere aan-
^neemen van Keizer Rudolph IL, en van Filippus,
■Koning van Spanje.
~ Barozio tekende niets, dan na hy een Model
van Wafch vervaardigd had; of anderzints dan na
% eenen zyner Leerlingen, in den Stand bequaam
tot zyn Onderwerp, had doen flellen; hem vraagen-
de, of die zig in deeze Gefleltenisfe niet ongemak-
Jyk bevond. Hy bediende zig van 't Hoofd zynes
Zusters, voor Lieve-Vrouwen. Zyn Zoontje, dien
2y verfcheidenlyk in haare Ermen hield, verftrekte
hem ten Model voor 't Kind Jezus. Dikwyls ge-
bruikte hy 't Krayon; en verdreef, even gelyk Ti-
tiaan,
met den Vinger de Verwen ondereen. Cor-
regio
was zyn geliefde Meester: hy volgde hem, in
de Lieftelykheid en de Bevalligheeden van den
Zwier der Hoofden, in de Kindertjes, in de Over-
eenlternminge der Kleuren ,' en in de Schikkinge
derPlooijen zyner Kleedyen.
Nimant verftond beter zyne Tafereelen opte-
tooijen , met aangenaame en leerzaame Dingen,
voor dien die 't Denken verilaan. Hy deed hen
befpeuren, de Jaargetyden waarin 't voornaamfte
Bedryf voorgevallen was. Deeze Vernuftigheid
kan
-ocr page 161-
go'          K o m y n s e Schilders:.
kan genoemd worden, een Schilderachtige-Geleerd--
heid. Men heeft hem in een Tafereel zien ver-
beelden , een' Meisje 't geen een' Vogel wil vangen,
die alleen ia den Lente te voorfchyn koomt. Een
ander, in een Tafereel te Ravenna, bied een' Kers
aan een' Exter, om dat eige Jaarty te verbeelden.
In 't Bezoek der H. Maagd, heeft hy een' Boerin-
He gefchilderd, hebbende een' Strooijen - Hoed op
den Rug hangen, om de Maand Joii te betekenen,
waarin haar Feest {Mana-Vifitatie) gevierd word.
Zvn Penfeel had zig geweid, aan Gadsdienfti»e
Onderwerpen. Nooit heeft hy 't gebruikt, om on-
gebonde of onkuisfe Denkbeelden uittedmkken
welke de Eerbaarheid konnen doen bloozen. Een
Schilder, zo wel als een Dichter, daarop niet den-
kende, verbeeld zig zélfs in den Aart zyner Wer-'
ken , die hem verklikken en hem vertoonen zo-
danig als hy is.
Zyne Quaalen deeden hem de Stad Rome ver-
Iaaten, en naar Urbino keeren. Daar leefde hy
zegr ge-eerd van zynen Prins. Hy wierd niet be-
roofd van de Vergeldinge, die veekyds de Begaafd*
heeden volgd welke van de Deugd verzeld zvn.
Klemens VUL zond hem eenen Gouden-Ketting ,
van Waardye, toen hy het Tafereel van 't Nagt-
rnaal voltooid had, '-t geen te Rome in de Kerke
van Minerva geplaatst is.
BAKOzlo'kende volmaaktelyk de Uitwerkingen
des Lichts. Hy fchilderde met verwonderlyke
Frisheid, tekende juist, bragt altooz het behaagly-
ke in zynen Zwier der Hoofden. Zyne Manier is
verfcheidenlyk, en fchoon. Zyne Omtrekken zyn
vloeijend , en zagt verzonken in den Grond. Zyn
uitmuntend Oirdeel laat zig zien, in zyne t'Samen-
stellingen, 't Was. te wensfen, dat dé Omtrekken
zyner
-ocr page 162-
Romy ns è Schilders.            8f
Sner^1SjUren me6r van de Natuure hadden, en
hv A n min §eweldiS waren. Zelve drukte
te fterk ^ de SpiereÜ Va" '* Mensfelyk-lichaarn.
dipn Y-N,E Geestelyke-Schilderyen boezemden Godts-
" nstlgheid in, aan de gantfe Wereld; Zy waren
2° zielfoerend, dat St.Filippo Neri, (gelyk men ver-
leJclJ zodanig getroffen wierd door een Bezoek
^an Maria, van hem gefchilderd te Chiefa Naova ,
jat hy zig geduuriglyk met Gebeden bezig hield ia
deeze Kapelle.
Vèrbaazéndis, dat Barozio , • met zodanige
Waggelende Gezondheid , welke hem naauwlyké
toehec twé of drie Uuren op een' Dagh te arbeid
den, evenwel menigte Werken heeft nagelaaten ,
\vaarvoor hy oneindige Studiën heeft gemaakt!
Een hgte Hefflelling van Gezondheid , wierd be-
tekend met een Tafereel 't Welk hy de H. Maagd
aanbood,en aan deil Kapufynerèn van Urbino fchonk.
•In weerwil van die lange Aaneerifchakelirige van
Lyden, verliet hy't Schilderen nooit. , Altoöz bo-
den zyne Tafereelen iets lieffelyks aan ( r). Hy
eindigde zyne Dagen te Urbino t fchilderende eert
Eccè
lieheid ,*N,TMander, die hem ook wegens zyne Beval-
neS SnTJ-Ver(land en Lieflykheid van Tékeninge , en zy;
Zegt dat hy vIpV? !riend#e H«WÓW?B. hoog verheft,
tuurlyke lachS/* ,n .9™ ,Stukken %?** bragt zeer na-
of eerzaame Sn ~' £ ** van K.nderen, Vrouwen,
deren z^er vlo->■ ge ys aarts; daC hy alt00z fn zYn fchil"
tiff dat hv de R ,Was' verd,'yvende zyne Dingen zo aar-
ïeVde m/de ni!?0rden ?ynd' *****&> °P den Gl0"d 'eg-
gende, meaeniet onverdreeven liet tor een fluit Weshs in
?eeZ?n?feefneTde„^.ind1 'ydc'] d" ietS z0 ka"^^
Eer/ie Deel.                      p
-ocr page 163-
82           Römynse Schilders.
Ecce Homo, A°. 1612, oud 84 Jaaren. Zyn Lyk
wierd met Praal gevoerd naar de Kerke van St.
Franfisbis
, daar het begraven legt. Men deed een'
Lykréden over hem. Zyn Graffchrift is aanmer-
kelyk.
Barozio had ten Leerlingen, Vannius van Siert-
na,_ Sordo, Franfois Barozio
zyn' Neef, en Antoniano
Urbinate.
Hy heeft met eigen Hand, op een gees-
tige Wyze , verfcheide zyner Tafereelen gegra-
veerd. Wel 32 Plaaten zyn gegraveerd, na hem,
door P. Thomasfin , de beide Gallen, de Sadelaars,
C.Cort, A. Collaert, F. VMamene, Augujlyn Caratz,
C. Bloemart, een van J. Smith in Zwarte-Kunst,
enz.
E e ni ge Te'keningen van Barozio hebben den
Omtrek der Penne, en zyn gewaschen met Roet,
gehoogd door 't Penfeel met Wit. Andere zyn ver-
mengd , met de Penne en met Roodkryt. Daar zyn
'er gantsfelyk van Krayon , of met de Penne, of met
Roodkryt, of met Zwartkryt, waarvan de Artzee-
ringen grof zyn zonder te kruisfen. Barozio zal zig
altooz laaten kennen, aan zynen Zwier van beval»
Uge Hoofden, aan zyne wat te geweldige Standen,
aan zyne juifte en vloeijende Omtrekken, aan zyne
welgefchikte Plooijen : in een Woord, men kan
zig niet vergisfen, als men acht geeft op zyne Ma-
niere van Denken (1).
• Zyne voornaamfte Werken, te Rome, zyn in 't
Bel-
{ 1) Volgens de Piles, tekende hy vaster dan Corregio:
dtngh zyne Omtrekken waren evenwel van zulken grootsfen
Aart, nog zo natuuilyk niet, dan die van deezen. Hy te-
kende-5e •-farryen van 't Lichaam al te kennelyk: de Voe-
ten een's klyn Kinds, van den eigen Aart als of zy van eea
volwasfe Mens waren.
-ocr page 164-
R o m t n s e Schilders.            gj
Sf';Lal^ar hy in een' Kamer de Deugden ge-
lauwere! heeft, houdende de Wapens des Paus; Kiri-
Mr;JeVn de Frieze, en in 't ZoIderfl.uk een H.
liTr-'J1 Kind ?ezus> en V£ele Heiligen; en een'
a"« - Boodfchap, in 't Zolderftuk van een ander
v ei'crek. Te Si Maria delict Vmoria, een' Maria-
oodfchap op Taf. Te Chiefa nuova , een zeer
lcnoon Bezoek der H. Maagd aan Elizabeth ; en
een' Voorfleiling in den Tempel, vervuld mee een
groot Getal van zeer leevendige Figuuren. In Mi-
nerva
, het Tafereel van 't Nagtmaal , een zeer
JCnoon Stuk. In 't Paleiz Borghefe, zyn veele zy-
ner Werken: onder anderen, de Zaligmaaker in 't
^raf, met Nikodémus, Jozef van Arimathea; een Ma*
ter dolorofa
, zynde een zeer fchoon Stuk door G. Sa-'
delaar
gegraveerd ; een Maagd, zittende op 't Veld
met het Kind Jezus , St. Jan , St. Jozef, gegra-
veerd door C. Cort ( i ).
Te Urbino, een Ontfangenis der H. Maagd, met
verfcheide Figuuren ; een Nagtmaal, in de Kapelle
*an 't Aartsbisfchoplyk Paleiz te Urbino. Het be-
taamd Tafereel der Kruiswonden van St. Franfiskus,
hy den Kapufyneren die'r Stad , gegraveerd door
yillamena. Se, Margriet, voor de Konfreerye van
t H. Sakrament. Voor de Kerke van St. Franfis-
kus, é&
Krooninge der H. Maagd. Het Tafereel
Van c «°og-Autaar alhier, verbeeld ds. Zahgmaa-,
ker
in 't' Pale" "a? V ° N noeuid fnma draaSende 4&S» >
bvna sints
          Uracciano , dogh zo Xlegc bewaard dat her.
Plekken unn >Tar,l,Seworden is : uitgezonderd eenige klyne
her f» nï a Vleez» die nog Luister hebben ; alsmede,
met rtf%? frWCrp in
'c Paleiz ^^' overeenkoomftig
pii„r»„ rvin,"*"S«/?w Carotz, zynde Leevensgrootte Fi-
iöS' SSS-h01^?1 te zyn> wyl 'c A^ewe
«"•S vermeid is dat men 'er niets van weet te maaken.
F 2
-ocr page 165-
§4           Rohynse Schilders.
kef, geevendc Vergiffenisfe aan SP. Franfiskus van
JsM, door Barozia zelfs geëtst;
Te Cortona, in de Kerke der Zoccolanti, Se Ka-
tlmrinaop
de Kniën, den Palm uit Handen der Enge-
len ontfangende.
Te /frezzo, het befaamd Tafereel der Barmhar-
tigheid, waarin men eenen Blinden ziet, fpeelende
°VTiLSinigaglia,een doode Kristus met de H.Maagd
op den Voorgrond. Nog St. Hyncinthus op de
Kniën, die 't Scapulier omhngt int Handen der H.
Maagd , houdende 't Kind Jezus.
't Martelaarschap van St. vituhus, voor
Ravenna.
Te Pefaro, voor een Broederfchap, een Tafe-
reel der Befnydenisfe. In 't Konvent van St. Fran-
fiskus,
de Beroeping van St. Andries en St. Pieter,
celyk die van 't Eskuriaal; en, de Gelukzalige Mi-
chelina,
op de Kniën, in de Kerke des Bergs van
laïvarië.                    _                        " . *
T e GtfWfe*, in de Domkerke, een Kruisimx met
verfcheide Figuuren.
T e Loretto een Mana-Boodfchap, gelyk die van
't Eskuriaal.
Te Luca, het Noli me tangere.
Te Perugia, in de Domkerke, een Afdoening
van 'tKruiz, de Doop van St. Augustinus door St.
Jmbrofius,
en St. Maarten.
In de Gallerye van t Aartsbisichoplyk Paleiz te
Mi/aa», een H. Maagd met het Kind Jezus in de
Ermen en 't Hoofd eens Kristus met de Doorne-
kroon'.' In de Bibliotbeca Ambrofiana, een Geboor-
te en een Afdoening van 't Kruiz (i).
De
(i) Richardson noemd hier Eene Maagd die J. K*
aaünd,
zeer uitmuntend van Barozio.
-ocr page 166-
Romynse Schilders.'-         &s
PE Brand van Troye, voor Keizer Rudolf'us II
gefchilderd.
. T- Andries en St. Pieter, geroepen tot het
pPpstelfchap, voor den Koningvan Spanje. Dit's
*n t Eskuriaal, zo wel als de befaamde Mzn'a-Bood-
lcnap van -Barozio.
De Groothertog bezit, te Florence, een' Zalig-
maker houdende de Wereld in de Hand; het Af-
t>eeldzel des Hertogs van Urbino, gewapend; dat
des Prinsfe Frederik van Urbino; de Maagd della gat-
ia,
met Se. Anne, St. Jan, St. Jozef,die 't Kind
Jezus verzeilen, zittende in de Wieg; een Noli me
tangere,
waarin de Zaligmaaker is onder de Gedaan-
te een's Hoveniers: beide van Vülamena , en van
C. Cort, gegraveerd.
Te Dusfeldorp ziet men, by den Keurvorst van
de Paltz, eene ichoone Magdakena.
D e Hertog van Órleans heeft, in zyne rylce Ver-
zamelinge, Eneas die op de Schouderen zynen Va-
der uit den Brand van Troye draagd , gegraveerd
door Jugustyn Caratz; twé onderfcheidë M. Fami-
liën, een Hoofd van St. Pieter, en e£ne Vlugt
naar Egypte.
AN-
-ocr page 167-
B-OMYNSE $CHILDERS.
ANDREA SACCHI.
ZIe hier een'Schilder, ongemeen uitfteekende,
zo door zyne Natuur lyke-Gaven als door de
Leerlingen welken hy gevormd heeft. Mogelyk is
't zo moeijelyk een beqaaam Man te formeeren, als
zelfs te worden. De ItaUaanfe Schryvers, hebben
hem 't Recht niet gedaan 't welk zy hem verfchul-
digd zyn : zy moesten hem roemen, als een der
becjuaamfbn dien zy gehad hebben. Andries Sac-
cht,
anderzints Andries Oühe, wierd te Rome geboo-
xen , A». 1599. Hy pntfing de eerste Lesfen, van
-ocr page 168-
Romyns 2. Schilders.           'S?
sp® Vader Benediciiis Sacchi; en volmaakte zig, on-
der den befaamden Albani, waarvan hy den besten
Leerling wierd. Zyn Meester , die hem in alle
Langen geestig en handig vond , gaf hem zyne
•Achtinge en eene byzondere Aanmerldnge. Sacchi
deed meer Voordeel, niet zyne Lesfen, in een Uur,
dan zyne Makkers op een' Dagh. Albani , wee-
lende tot hoe verre hy 't in de Kunst zoude bren-
gen , gebruikte alle Toegeevendheid in zynen Ar-
beid , en haalde hem ongemeen aan. Klyne Tafe-
relen , onder zyn Oog opgemaakt, wierden vaa
•de Kenners gezogt, en gaven hem zulken Roem dat
hy naauwelvks hunnen Aandrang voldoen konde.
't Scheen dat de Geest, het fris Penfeel, 't Kolo-
riet, en de andere Begaafdheeden des Meesters,,
gantfelyk in dien des Leerlings waren overgegaan.
D e Paleizen der Grooten wierden voor hem ge-
opend ; en hy vond'er de Achtinge, met de noöd-
zaakelyke Hulpmiddelen voor zyne Kunst. ' Hy
wierd gebruikt van den Kardinaal del Monte, om in
zyn Paleiz te fchilderen. De Kardinaal Barberini
nam hem tot zynent in Dienst, en Helde hem te
Werk, om in ''t Zolderftuk eener Zaale de Historie
der Godtlyke-Voorzienigheid te verbeelden. Vol-
gens 't Gevoelen der Romynfe-Schilders zelfs, even-
aarde Sacchi in dat Werk de grootfte Meesters :
waarin twé, Correno en Caratz, hem ten Kompas
verrekten C i>
                                                  »
Gaèo-
Vfi ICtlA,IDSON meM een zynér Stukken ,. benevens
eetr tcnoone Lucretia van Guido , uit het 'v&omaame Kuiist-
kabinet van Palavicini te Rome in dat van den Heer Furnsfi
te London gekoomen. 't Is het hiilorieele Portret des Zan-
gers Pasqualw.i , (joor Apnllo met Laurerr Gekroond.. EvHy
zegt, dat de JivHo zulk .fchoon Figuur is ali hst Standbeeld
-ocr page 169-
$S           Romynse Schilders.
Grooter Tekenaar dan Albanï, waren zyne
Denkbeelden ook verhevener. Hy gaf veel meer
Leevendigheid aan zyne Figuuren. Een grootsfe
verkiezinge van Kleedye heerst 'er in, met eene
Eenvoudigheid welke zelden in andere Tafereelen
gevonden word. Sacchi had zynen Smaak ge-
vormd, na alle de groote Meesters, zonder naar
eenen eenigen te gelyken, en zonder zyne Maniere
ooit te veranderen. Hy beminde zyne Kunst on-
gemeen , en voerde zyne Tafereelen uit, met eenen
öneindigen Vlyt.
't I s naauwelyks te gelooven, dat een welge-
maakt, bevallig, en geestig Man, beminnende 't
Gezelfchap zo verre, van gantfe Dagen zig daar-
aan over te geeven, zig zo weinige goede Vrienden
gemaakt heeft. De Wyze, waarop hy de Werken
der bequaamfte Mannen berispte ; de weinige Om-
gang dien hy met zyne Eunstgenooten hield, heb-
ben hunnen Haat konnen verwekken. Hy was
Tydgenoot van P. de Cortona en van Bemin, en
wat na-iverig over hunne Glorie. Bemin, willende
hem zynen Zetel van St. Pieter laaten zien, eer hy
dit Werk aan 't Gemeen bloot ftelde, quam hem in
zyne Koets afnaaien. Wat hy ook bybragt, hy
kon hem niet beweegen zig daarom aantekleeden.
Sacchi ging mee in 't Wambes, met zyn' Mutz op
en zyne Muilen aan. Dit Soort van Klynachtin-
ge, bepaalde zig niet daarby. Sacchi hield ftil, zo
dra hy in de Kerke quam, zeggende tegens Bemin,
Hier is 't voornaame Oogpunt waarvan ik over
uw Werk wil oirdeelen. Welken Aandrang deeze
ook
van 't Belvedère: zynde dit van Andries Sacchi, die dat Tchoo-
ne Schildery fchilderde , vlak nagebootst , alleen met Ver-
jmderinge van Stand, voor zo vene 't Onderwerp veieifcht.
-ocr page 170-
Romykse Schilders,            89
ook gebruikte, hy kon hem nooit beweegen om te
naderen. Na Sacchi dus 't Werk aandachtiglyk be-
fchouwd had, fchreeuwde hy, Die Beelden moesten
byna een' Voet langer zyn!
en ging uit de Kerke,
zonder iets anders te zeggen. Bemin gevoelde de
Juistheid deezer Berispinge ( 1), maar oirdeelde 'c
fliet raadzaam het Werk van nieuw aantevangen.
Sac-
(1) Dit's geen klyne Lof voor Saccbi , als de Hoog-
dravendheid zyner Weetenfchap niet hooger konnende be-
ekenen , dan door de Achtinge welke de Ridder Bemin
Voor zyn Gevoelen had. Lorenzo Bemin , een Napolitaaner
Van Afkoomst, heeft zulken grooten Naam in de Beeldhou-
werye en in de Bouwkunst gemaakt, en zulke fchoone Wer-
ken te Rome nagelaaten , dat wy ons ter Voldoeninge der
Kunstminnaaren verpligt vinden , wyl hy dikwyls genoemd
word , hier iets van hem uit Sandrart te melden, die dien
Zetel bybrengt, waaraan veel meer dan Leevensgrootte Beel-
den van Engelen, met allerly Sieraaden van Metaal, op 't al-
lerkostbaarste gegooten zyn. Deez zegt, dat hy nog jong al
PP den Trap van Welvaard geraakte ; dat Paus Urbanus VUL,
Jn zyne twé-entwintig Jaarige Regeeringe (geëindigd A°.
I(548) hem het volle Bewind gaf over alle de groote en
voornaaine Werken van Beeldhouwerye , zo in Marmer als
Metaal, en van Gebouwen, in zynen Tyd te Rome onderno-
men : dat hy dit Geluk, met Vernuft, Weetenfchap, en
^•ere, zodanig vermeerderde, dat alle de navqlgende Pausfen
hem daarin bevestigden en in bellendige Eere hielden, zulks
alle zyne voornaame Werken optetellen veels te jang zoude
iJh °ndw anderen deed Karü i- - Koning van' Enge-
land,
hem zyn Borstbeeld van Marmer maaken , waarvoor
V,y 3000. Gulden bequam. Hy deed dit op het Portret diens
Jtonings, in driederhande Manieren, van vooren en van bei-
°f %-.'I ' °P eenen zelfden Doek door van Dyck ten
dien Linde gefchilderd. Aicbardfon zegt, dat hy deezen fchoo-
nen Doek, waaraan men niet twyffelen moet of van Dyck alle
Zyne Kunst heeft aangewend, nog gezien heeft in 't Paleiz
gernim te Rome en dat her gemelde Borstbeeld met het
paleiz van Wbttball , kort na de Revolutie, verbrandde.
"e eige Richardjon fpreekt van eenigen zyner befaarnafte
Werken, m Beeldhouwerye. Hy zegt ( fchoon 't waarfchyn-
f 's                   w
-ocr page 171-
jjo          Romynse Schilders.
Sa cc hi, reeds bejaard zynde, ondernam de
Reize naar Venetië en Lombardye. Hy bragt ver-
fcheide
iyk wat te hoog gaat, gelyk men ftraks zal konnen befpeu-
len) dat deszelfs Dafnè, inden Lusthof Borghéje, niets toe-
geeft aan eenig ander Standbeeld van Italië, 't zy Antiek 't
zy Modern; dat zy, buiten 't Gelaat en den Leest van eene
der beminnelykfte jonge Jufferen , nog dit Voordeel heeft
van de Tegenwerkinge van evengelyke Schoonheeden een's
Jongelings , des Jpollo , die haar achterhaald ; dat Bemin
niet raadfaam geoirdeeld heeft de Evenrédigheeden der Ve-
nus
in zyne Dafné te volgen, die veel langer en dunner is,
en die Volheid van Heupen niet heeft welke de Venus zo
aanmerklyk maakt : hoewel dit Onderfcheid ook daarvan
fcoomt dat de Dafnè loopt , bygevoig uitgerekter is , en
dus dunner aan die Deelen moet wezen. Evenwel bekend
hy vervolgens, dat de eige Dafné, onaangezien zy in loo-
penden Stand verbeeld is, onbeweeglyk blyft: terwyl de Ve-
rnis
zo beweeglyk op de Zinnen werkt , dat zy van haar
Voetftuk fcbynt te koomen. Elders zegt hy, uit Baldimicci,
dat Bemin nog geen' agtien Jaaren bereikte toen die deeze
Groep maakte , welke voor een zyner beste Stukken geacht
word; dat hy ook in dien eigen Tyd het Borstbeeld deed,
van den Kardinaal Scipio Borghéje , Neef van Paulus V., en
-uitriep , toen hy dit veertig Jaaren daarna wederom bezag ,
Wat moet ik my beklaagen, over den llynen Voortgang dien ik
sedert zo veele Jaaren in de Beeldhoinverye gedaan hebbe, zien-
7e op welke Wize ik het Marmer in myne Kindsheid behandel-
de
! Maar, of dergelyke Dingen zodanig na den Letter ge-
fchied, en'niet veeleer, by- achteruitrékeninge van eenige
Jaaren , of by Vcrzinninge van vlyende Leevensbefchryve-
ten, in de Wereld gebrngt zyn, laaten wy aan elks Oirdeel.
Hoe 't zy , of Bemin Sedert agteruit gegaan is of zig verbe-
terd heeft: dezelfde Richardfon lpreekt nog van zyne Grafftêe
van Paus Urbanus VIU, als van een zyner uitmuntendftc
Gevaar eens van Beeldhouwery', of van Metaale-Beelden ge-
lyk Sandrant zegt, welke bybrengt dat die Grafliêe viermaal-
honderdduizend Kroonen gekost heeft. Hy zegt, dat de
Liefdaadigheid. anderzints een zeer fchoon Beeld, hem te
gevleezd voorkoomt, en in 't eige Gebrek van Rubens ver-
valt, vooral ten Aanzien der Handen ; en dat aan de Graf-
fteê van Alexsmder Vil-, mede uitmuntend door Bemin ge-
maakt, eene andere.Liefdaadigheid van hem gevonden word.
-ocr page 172-
V
R o m y n s e Schilders.           pi
fcheide Jaaren daarin door , om zig te oeffenen
naar Corregio en andere groote Mannen. Op zyne
te Rugkoomst, wilde hy zyne Maniere naar die
van Corregio doen naderen ; dog-h 't was nu geen'
Tyd meer. Hy vreezde., 't Koloriet van Rafaël
niet goed meer te zullen vinden: maar, de Zaaien
van 't Vatikaan, en 't Mirakel der Misfe van Bolfena
weder befchouwende, zeide hy, ik vinde Titiam,
Corregio,
en wat méér is Rafaël, hier wederom»
Ni mant heeft over de Schilderkunst zulke oir-
deelkundige Aanmerkingen gemaakt, dan Sacchi.
Hy peinsde op zyne Werken, en wilde niets by 'c
Geval doen. Altooz het Waare beminnende, heefc
hy zig nimmer daarvan verwyderd. Dit maakte
hem befchroomd , en wederhoudende in 't Wer-
ken. Zelve kan men zeggen, dat hy zo wel niet
geflaagd heeft in groote Stukken, dan in eenvoudi-
ge Onderwerpen.
Sacchi is nooit gehuuwd geweest, fchoon hy
Kinderen naliet. Nimmer heeft hy eene enkelde
Reize getekend , zonder de Natuure te raadplee-
gen;
die hangende en gants onaangenaame Borsten beeft. Of nu dat
alles hem aanterékenen zy ('t geen mede op andere Kunftenaa-
ren toetepasfen is, die gelyk Serninveels anderen hadden welke
onder hen werkten) fchoon 't niet onbillyk is dat den Beftuurder
ook de Berispinge bekoomt van 't gecne waarvan hy den Roetn
draagd : zulks konnen wy niet beflisfen , maar wel, dat Ricbard-
fon
zig bediiegd , met aan hem den Groep vanEneas roetefchry-
ven dien hy echter veel geringer acht, wy! Stmdrart zegt, dat
die van zyn Vader Prawescc Bemin , meê een zeer geacht Beeld-
houwer , in den Lusthof Borgbéfe gemaakt is. Bemin had
ook een' Broeder, een goed Beeldhouwer, die onder hem
arbeidde. Hy zelfs , achtte voor 't beste der Werken va-ft
hem gemaakt, volgens Baldinucci, de S: Tberefia in Verruk-
&Mjge,die in de Kerke della Vittoria, by den 'OngeJ'cboeiden Kar-
ineijteren
, gevonden word. Zyn Zoon, de Bisfchop Rernin
(want hy maakte een groot Fortuin.) gedenkt êït bjüzonde*-
lyk in Italiaanfe Vaarzen.
-ocr page 173-
92          Romynse Schilders.
gen; en deezenGrondregel heeft hy altooz gevolgd,
Zyne Tafereelen hebben ook deswegens een Gelaat
van Waarheid, en van Juistheid, 't welk den Aan-
fchouwer inneemt. St. Romualdus, in de Kerke des
eigen Naams, is een Meescerftuk zynes Hands: de
Overeenkoomst en de Paaringe der Kleuren , de
Smaak van Tékeninge , en de Moeijelykheid om
zes Figuuren van RomuaUer-Monniken, alle in 't Wit
gekleed, trapsgewyze te verzwakken, zyn Onder-
werpen van Verwonderinge (i ).
D e Jigt, welke hem geduurende veele Jaaren
aanviel, belette hem de Tekeningen en de Kartons
optemaaken, welken hy vervaardigd had voor 't
Ver-
(i) Richardson laat zig breed uit, over dit fchoone
Huk Werks, waarin St. Romualdus zyne Lesten geeft, en de
Geesten van overleede Heiligen, zig ten Reije verwonende,
al wykende in de Wolken verdwynen; waarin de vreedfaa-
me Gefteltenisfe van alle de Figuuren in 't algemeen, en van
alle de andere Byzonderheeden des Tafereels , alles toebren-
gen om Luister te geeven aan de Rust', welke daarvan het
heersfende Merkteken is. Het Tooneel is in eene aangenaa-
me Valleije van 't Appemyns-Gebergte , daar St. Romuald, zy-
ne
Orde van Kluizenaars inftellende, vyf Cellen voor zyne
Leerlingen bouwde en dezelfden onderrigt : Byzonderhee-
den , die zo wel waargenomen zyn van den Schilder, dat
deez hier alle Verfcheidenheid zorgvuldig vermyd heeft, zel-
ve tot zo verre van zig met geene Tégenwerkinge in de
Standen zyner Figuuren te bemoeijen. Hy zegt, dat het een
lieftallige Verbeelding is van een Afgezonderd - Leeven: dat
men 'er niets affchuuwlyks, niets verfchriklyks, geene ysfe-
]yke Rotzen , nog dorre Woesteny ziet; dat alles daarin bly-
geestig en vernoegd, inderdaad deftig maar te gelyk vrolyk
is; dat, in een Woord, dit bekoorlyk Stuk een aafilokkelyk
Denkbeeld geeft van den Godtsdienst, wiens Wegen de We-
gen der Liefiykbeid, en van <wien alle de Paden de Frede zyn.
De Schryver zegt niet dat dit de onveranderlyke Regel ,
het Oogwit, en de Bemoeijinge die'r Geestelyken is, gelyk
wy hen wel willen toewensfen : maar , kan 'er kragtiger
Overreeding zyn, dan daar zodanige zeldfaame Byzonderhee-
den befiendiglyk by de Geestelyken in Fiaktyk gevonden
worden ?
-ocr page 174-
Romynse Schilders.          93
Verwulf der Kerke van St. Louis. Arbeidende
aan het Tafereel van 't Hoofd-autaar te St. Jozef
Capo k Caze,
daar deez Heilig opgewekt word door
een' Engel, wierd hy door Ziekte overvallen, die
hem belette het te voltooijen. Hy had reeds, in
de eige Kerke, een' 55 fherefia, boven de Deur,
*n Fresko gefchilderd. Die Ziekte was langduurig.
Hy overleed te Rome, A°. 1661, oud 62 Jaaren.
Zyn Lyk wierd met Pragt gevoerd , naar St. Jan
te Lateraan
, daar men een fraai Graffchrift van
hem vind.
Zyne befaamdfte Leerlingen zyn, Carlo Marat-
** en Luigi Garzi, waarvan op hunne Plaatslè zal
gefproken worden.
Sacchï heeft zeer juist geweeft in zyne Teke-
ningen , waarvan de Omtrek gemaakt is met de
Penne, zonder Artfeeringen , en alleen lugtig ge*
gewaschen. Daar zyn 'er van Zwartkryt, geartfeerd
en gekruist; andere, van Roodkryt, gedeeltelyk
gewaschen en met fynebyna regtftandige Artfeerin-
gen. Zyne Akadémiebeelden zyn gedeeltelyk gedoe-
zeld , uytmuntend verfmeltend, gehoogd met Kryt-
wit. De eenvoudige niet fterk uitgedrukte Manie-
re van Sacchi; zyne gemaklyke Behandeling; zyne
zagte en vloeijende Omtrekken ; zyne Schaduuwen
en Lichten, op een' wonderbaare Maniere waarge-
nomen ; zyn Zwier van Hoofden; eene vernuftige
tSamenftelling 5 Zyn losfe Smaak van Tekening';
een groote Uitdrukking: dat alles doet hem gemak-
lyk kennen.
Zyne fchoonste Tafereelen te Rome zyn , St.
Romnaldus
met de Stigters van deszelfs Kloosterlin-
gen, in de Kerke deezes eigen Naams; St. Grego-
nus,
doende een Mirakel, in de Kerke van St. Pie-
*«•; vier andere in 't Belvedère , verbeeldende de
Hiftorië der Sinten en Sintinnen, waarvan men de
-ocr page 175-
94           Romy n se Schuders,
Figuuren ziet in de Nisfen der vier Hoeken van St.
Picter.
Op 't Hoog-autaar van St. Jfidorus , da
Heilig in Verrukkinge; in St Antoni van Padua, de
Heilig opwekkende eenen Dooden, een Bisfchop
met de Maagd en 't Kind Jezus, een Doornekroo-
ning; en in een Kapelletje van 't Paleiz Monte-Ca-
•aallo,
een Bergverheerlyking, benevens vier groo-
te Tafereelen in een' Kamer , verbeeldende een'
Krviizdraaging, St. Andries, St Helena, en.de Mar*
telinge een's Heiligs. Te St. Kar el Dei Catenarï,
de Dood van Se. Anna, een uitmuntend Stuk. De
gantfe Sakristy van Minervai is gefchilderd van zyne
Hand, met een Kruisfifix op 't Autaar. In 't Doop-
vertrek van St. Jan Lat eraan, verfcheide Stukken
van 't Leeven der H. Maagd, in den Koepel.
IK 't Paleiz Barberini heeft hy in Fresko gefchil-
derd, de Goddelyke-Voorzienigheid met haare Ei-
genfchappen ( i ), en verfcheide andere Zinnebeel-
dige-Schilderyen.
Te Periigia, voor de Kerke der Paters PMHppy-
nen
, een Maria-Lichtmis.
In de Vertrekken van 't Paleiz Royaal (te Pa-
rys)
ziet men eene fchoone Kruizdraaginge, en het
Tafereel van Adam, befchouwende Abel den laat-
ften Snik geevende.
C. Fantetti, Joa. Baronius, G. Chat eau, heb-
ben gegraveerd na Sacchi. Men vind drie Stukken
in de Verzamelinge van Crozat , een in de LJesperi-
des
door C. Bloemart.
(i) Rtchardson zegt, dat het volgens de Bewoordin-
ge van 't Mdes Barberince ,deGodtlyke-Wyzbeid van Paus Urba-
vus VIII
verbeeld; en dat het een der aanloklykfte Werken
is dien ooit hy gezien heeft: dat het Koloriet daarvan , gelyfc
van alle de andere Stukken van Sacchi, veel quynender is
dan dat van Corttma in 't eige Paleiz, maar echter niet na-
laat uitfteekend teer en aangenaam te zyn.
DO-
-ocr page 176-
R o m y n s e Schilders.
9$
9>C.u 'iijiL.jf.u->.
DOMENICO FETI.
DOmenico Feti, gebooren te Rome A°.
was Leerling van Civoli, befaamd Flo~
rentyns-Schilder,
die op zyn Plaats zal gemeld wor-
den. Men vind geen' Byzonderheid van 't Leeven
van teti, m de Schryvers die over de Schilderkunst
gefchreeven hebben, 't Zy dit uit Vergeetelheid,
ot voorbedachtelyk, of wel uit Nyt is gefchied :
zy melden mets van zyne Begaafdheeden, fchoon
£y een voornaame Plaats in hunne Schriften had
bonnen beflaan.
Koo*
-ocr page 177-
p6          RoMtNSE Schilder Si
Koomende uit de Schoole van Civoli ging hy
naar Mantua, daar de Schilderyen Van Julio Rotna-
vo
hem den Wegh openden, om een groot Schil-
der te worden. ' Hy ontleende daaruit het Kolo-
riet , de Fierheid, en de fchoone Maniere van Den-
kern 't Was te wensfen , dat hy de groote Juist-
heid diens Kunstenaars gevolgd had.
D e Kardinaal Ferdinand Gonzaga, die zedert Her-
tog van Mantua wierd , erkende de Verdiensten
van Feti. Hy hield hem aan zyn Hof, bezorgde
hem de Middelen om de Kuhst-oëffeninge voortte-
zetten, en gebruikte hem vervolgens om zyn Pa-
leiz te verfieren.
Feti fchilderde zeer kragtig, hoepel fomtyds
wat zwart. Hy had groote Scherpzinnigheid van
Gedachten , een' lcevcndige Uitdrukking , iets
malschs in zyn Schildereny.^^fe'ri rdemSrnaak der
Kenneren ongemeen ftreeld. Zyne Schildefyen zyn
raar , en zeer gezogt. 't Zyn meestendeels Kabi-
netftukken, allerwegen verfpreid. Hy: heeft wei-
nig voor Kerken gefchilderd.
Te Rome, in St. Laurens in Damafo, ziet men
twé Halvefiguuren van Engelen , die een Afbeeld-
zel der H- Maagd ontfangen, 't Welk van andere
Engelen in de Lucht aangebragt word.
Te Florence heeft hy gefchilderd , in 't Paleiz
Corfini, vier Tafereelen: naamelyk, de Zaligmaaker
biddende in den Hof des Olyfbergs^ de Zaligmaa-
Icer, van P'üatus aan 'c Volk voorgefteld, de Door-
nekrooning, eindelyk een' KristuS in 't Graf.
H"? ging naar Venetië, gaf zig over aan Ontucht,-
die hem in weinig Tyds tenGrave bragt, A°. 1624,
in den Ouderdom van 35 Jaaren.
D e Hertog van Mantua beklaagde hem zeer *
deed zynen Vader en zyne Zuster overkoomen,
efl
-ocr page 178-
Romynsb Schilders*          9?
efl bezorgde hen voor altoos. Deeze Zuster fchiï-
derde fraai. Zy nam het Geestelyk-gewaad aan,
en oeffende haare Gaven in 't Klooster, 't welk zy
niet veelen .haarer Werken verfierde. De andere
Geestelyke-geftigten te Mantua, wierden mede met
haare Tafereelen opgepronkt.
De Tekeningen van Feti zyn uitfteekend raar.
£e zyn aangeduuwd met een' grootsfen Smaak *
Eenige zyn met Zv^artkryt gedaan , gehoogd met
Krytwit; en andere,- met Rootkryt, gezet van de
Regte naar..de,;Linke-zyde, overal, evengelykelyk»
Men ziet'er',; .met Iioet gewaschen, hebbende den
Omtrek vjan devSchryfpennèi: Hy heeft verwon-
deriyke Studiën gemaakt,- in Olieverw op 't Papief
gefchilderd. In een Woord, op welke jWyze zy-
ne Tekeningen gedaan zyn, vind.men 'er 't Kolo-
riet, de Uitdrukking,,-, en -een^ichoohe Toets»
Niets ontbreekt'er aan,' dan wat rheêr Juistheid.
Te Difsfeldorp , by den Keurvorst, is een A*
postel.
De Koningvan Frankryk heeft-den_ Engel, ge-
leidende Tobïas; Lot met zyn' twé Doghters, op
ten Huk Steen gefchilderd; een' St. Franfiskus, de
Droefgeestigheid, Adam en Eva tot den Arbeid ge-
doemd , den Kop een's Zoldaats , een Portret op
zyn 'Pools, twé Zoldaaten.
In "'t Paleiz Royaal ziet men een' Spinfter, zit-
tende in een Landfchap, met twé Kinderen.
Men vind tien Stukken na hem, in de Galle-
rye des Groothertogs, gegraveerd door F. van Kes*
fel, Q- Boel, x>an Hou, Osfenbeck,
en negen Stuk*
ken in de Verzamdinge van Crozau
<#>
Eerfte Deel,                 ■ G                        MI-
-ocr page 179-
98 Romy n se Schilders,
MICIIEL ANGELO DE LA BATAILJE.
DE Naam van Michel Angelo de la Batailje wierd
gegeeven aan Cerquozzi, wyl hy uitmuntte
in 't verbeelden van Veldflagen. Zyne Gewoon-
te, om Légertogten, Kermisfen, Landleevens met
menigte Dieren , te fchilderen , deed hem ook
noemen M. Angelo delle Bambocciate. Hy wierd
gebooren te Rome , A°- 1602. Zyn Vader , een
Juwelier, befpeurde aan eenige Tekeningen ,
welken zyn Zoon maakte, deszelfs Gaven voor
de Schilderkunst. Hy deed hem dan by Jakob
dAfé,
-ocr page 180-
R o m y■ n s e Schilders.          00
iAfè (i ) , een Nederlands-Schilder , toenmaals irï
Roem te Rome zynde. Cerquozzi bleef 'er drie
Jaar. Vervolgens ging hy in de Schoole van Pietrei
Paolo Cortonefe
, gemeenlyk genoemd il Gobbo Dei
fiutti,
welke hy verliet om zig overtegeeven aari
de Maniere van Pieter van Laar, gezegt Bamlmts:
éen Manier, welke toenmaals alle de jonge Schil-
ders te Rome vervoerde.
Cerq.uossi ging alle zyrie Makkers te boven,-
in goeden Smaak. Zyne Wyze van Schilderen was
hem eigeri: hy drukte zyn' vrolyken Aart uit, in alle
zyne Tafereelen. Het klugtige wist hy zodanig iri
zyne Figuuren te brengen, hy gaf hen zodanige
Kragt en Waarheid, dat men zig van lachen niee
konde onthouden.
Spanjaarden waren zodariig' van zyn' Sm'aak^
dat hy iverde om zig op hunne Wyze te kleederi ;
Van Perfoon was hy welgemaakt, en zeer vriende-
lyk in Gezelfchap. Door zyne plaifante Wyze vatï
fchilderen, en dien vrolyken Aart, was zyn Schil-'
derkamer altyd vervuld, met Inboorlingen en met
Vreemdelingen. Zyne Leevendigheid , eh de Gë-
maklykheid van zyn Penfeef1, waren zo groot ;
dat hy, op 't Verhaal van eenen Veldilag, van een'
Schipbreuk, of ongemeen Voorval, zo voort eëri
Tafereel fchilderde. Zyn Koloriet was kragtig ,-
erf
C1) VVa ARsciiY nl yk is de Naam deez'es Nsderlar.'
ders
door Fransje--Kromte verdraaid. Samirart, welke Mi-
chei Angelo de ia Batailje
naauwelyks aanroerd' , zegt en-
keld dat hy de Maniere aannam van een' zyner Nabuuren ;
een Antwerpenaar, genoemd Vincentiüs Leckerbeetje, die masr
alleen de Linkehand had, daarmede voortrerlyke Landfchap-
pen en Batailjes fchilderde .en deswegens genoemd wierd d?
Manciol.
G a
-ocr page 181-
ico Romynse Schilders.
en zyne Toets ligt. Nooit maakte hy Tekenin-
gen , of Schetsfen; hy liep alleen zyn' Tafereelen
zo lang over, tot zy allede Volmaaktheid bekoo-
men hadden welke hy bequaam was daaraan te
geeven.
Zyne Werken verfpreidden zig door gants Ita-
lië,
zo wel als daar buiten. Naauwlyks konde hy
voldoen , aan den Eifch die hem daarom gedaan
wierd. Dit's de beste Gelegenheid , om binnen
korten ryk te worden. Hy verzamelde ook zo veel
Geld, dat hy 'er meê verlegen was. De Gewoonte
te Rome, om Geld op den zogenoemden Berg van
Barmhartigheid
(of Lomberd) te zetten, was van
zyn' Smaak niet. De zelfde Geest, die hem de
buitengemeene Gedachten opleverde welken hy in
zyn Tafereelen uitdrukte , boezemde hem geene
min zonderlinge Middelen in, om zyn Geld in Zé-
kerheid te ftellen : hy meende wel te doen, met
zyn' Schat te begraaven.
Daarop ging hy 'sNagts te Voet uit Rome,
om een' groote Somme te verbergen in een' afge-
zonderde Plaatsfe, door hem opgemerkt in de Na-
buurfchap van Tivoli. 't Gewigt van 't Geld, en
de Lengte des Weghs , beletten hem zig aldaar
voor 't Aanbreeken van den Dagh te bevinden.
Dit deed hem befluiten, zynen Buidel in een Heu-
veltje te verbergen. Te rug gaande naar Rome ,
deed de Vreez, dat het ontdekt mogt worden, hem
wederom naar dat Heuveltje keeren , alwaar hy
veele Herders en Kudden aantrof. Hy bleef 'er op
Schildwagt ftaan, den gantfen Dagh. De Herders
vertrokken zynde, haalde hy zyn Geld wederom ,
't welk hy veel Moeite had t'Huiz te brengen :
daar hy Halfdood zynde eindelyk aanquam , heb-
bende eenen Dagh en twé Nagten geweest zonder
Slaa-
-ocr page 182-
R o it y n s e Schilders. ioï
Slaapen, en zonder eenig Voedzel te gebruiken.
D i t Geval opende hem de Oogen. Toen be-
leidde hy zyn Geld op gebruiklyke Wyze; en be-
diende zig daarvan vervolgens , tot Godtvrugtige-
Stigtingen. Zyne Gezondheid kon zig echter, van
dien Tyd af, niet herflellen , welke Zorge zyne
Vrienden ook aanwendden. Wanneer hy zig 't meest
daarmee vleidde, overviel hem een zwaare Koorts,
die zyne Dagen deed eindigen, te Rome, A°. 1660,
in den Ouderdom van 58 Jaaren. Zyn Graffchrift
word gevonden, in de Kerke der Orfanelli, welke
hy in zyn Testament niet vergeeten had.
Deez Schilder is nooit gehuuwd geweest. Men
kend geene Leerlingen van hem. Hy was onge-
meen geregeld van Zeden, trouw van Woord , ge-
neegen om Schilders' onderftand te doen, en fprak
van de gantfe Wereld goed , inzonderheid van de
geenen die quaad fpraken van zyne Werken. Die
goede Hoedanigheeden verfchaften hem de Vriend-
fchap van veele Perfoonen, byzonderlyk van Gia-
cintho Brandi,
befaamd Schilder.
Men moet aanmerken, dat zyne laatfte Wer-
ken de beste zyn. Hy heeft weinig gearbeid voor
Kerken; ook zyn zyne Historicfe-Tafereelën, van
vry minderen Graad dan zyne andere Schilderyen.
Z o weinig Tekeningen ziet . men van deezen
Meester, dat men niets kan verzekeren van zyne
Maniere van tekenen. Eenige Zeegezigten, ruuw
met de Penne gedaan , en met Roet gewaschen ,
gaan vcor ,-de zynen door. 't Landfchap is daarin
zeer achtelooz behandeld, en de Artfeeringen by-
na evenwydig. Een Bark, vol Söldaaten, gete-
kend met Zwart-Kryt, en gehoogd met Krytwit ?
is 't allerbeste wat wy van hem gezien hebben :
^ynde de Toets vry verfchillende van zvne andere
■ G 3                         Te-
-ocr page 183-
102          Rqmynse Schilders,
.f
Tekeningen, alsmede vry geestiger;, en koomende
na aan dien van Jan Miei, of van Bamboots.
Zyne voornaamfte Werken te Rome zyn de Jaar-
getyden, van hem gefchilderd voor 't Paleiz Salvla-
ti;
gelyk mede een St.Jan, predikende in deWoes-
tenye voor een' menigte Volks. Voorts, een Zee-
Feest, yerfierd met yeele Scheepen en Figuuren.
Verfcheide Onderwerpen van 't Leeven van St.
Jan.
Légertogten , Gevegten met Plunderingen
Van Dooden, Strooperyen, Jagten, een Maskeraa-
de, Boerebruiloften. 't Gezigt der Fonteine Ac-
'gua Jcetofa,
ftaande aan de Poorten van Rome, met
iéen groot getal Figuuren.
Dikwyls heeft hy Figuuren gefchilderd, in
de Tafereclen der Landgezigten van Vmanl. Te
St. Andries delle Grolte, boven de Poort der Sakris-
tye, heeft hy in den Bril St. Franfiskus de Paulo ver-
beeld , uitdeelende Gewyde-Kaarsfen aan een' groo-
te menigte Volks en Soldaaten. De Geestelyken
hebben in 't Vervolg dit Tafereel verkogt, aan den
Kardinaal Carpegne.
Voorts vind men, in die Stad, de Groote-Plaats
der Markt te Napels^ en een Gezelfchap van Schil-
ders , zyne goede Vrienden, met hunne Portretten
pn het zyne.
Re Koning van Vranhyk heeft van hem, een'
Maskeraade. In 't Paleiz Royaal vind men eene
andere Maskeraade, van zyne Hand,
Men kend maareen' Bloempot van hem, in't
^ahinet van Aix, door Coslemans gegraveerd.
GA§-
-ocr page 184-
Romynse Schildere. 103
GASPER POUèSY N.
GAsper Düghet, gebynaamd Poussyn,
is te Rome gebooren, A°. 1613. Zyn Va-
der, een Paryfenaar, had zig in die Stad ter Woon'
begeeven , en eene zyner Doghteren uitgehuuwd
aan den befaamden Pousfyn , onder wiens Onder-
wyz ny vervolgens zynen Zoon deed: in welken
groote Begaafdheid, voor de Schilderkunst, zig van
de téderfte Jeugd af ontdekte. Gasper nam den
Naam aan van Pousfyn, ter Oirzaake van de onder-
linge Verwantfchap. Pousfyn ontdekte in hem ,
G 4                          een
-ocr page 185-
104 R o m y n s e Schilders.
een' byzonderen Smaak voor 't Landfchap. Even-
wel wilde~*h~y hem niet afwenden van de Studie
der Figuuren, die daarvan 't voornaamfte Sieraad
zyn. Zyne Beginfels waren zo gelukkig, dat Pous-
fyn,
gelyk hy aan zyne goede Vrienden verklaar-
de , niet geloofd zoude hebben dat Gaspcr zvne Ta-
fereelen gemaakt had, indien hy ze hem niet had
zien fchilderen f i).
Gasper beminde zo driftiglyk de Jacht, als 't
Landleeven. Geduurende die'OefFening', ontfnap-
te hem geenerwyze de Gelegenheid , van de fchoo-
ne Uitwerkingen der Natuure aftetékenen. Toen
zyne Tafereelen gezogt begonden te worden, was
hem een MUaneez Edelman aan, om in zyne Land-
ilreek' te koomen,, als beroemd zyndé voor de Jacht.
Dit zwervend Leeven voegde .hem niet: hy
was tot ernftiger Zaaken gebooren. De Stad Rome
had Aanlokkelykheeden genoeg , om hem weinig
Tyds daarna te rug te roepen. Hebbende eenige
Tafereelen gemaakt tot Genoegen des Hertogs van
Cornla, deed deez hem naar Pen/giaen naar Castig-
lione
vertrekken , alwaar hy byna een Jaar lang
bleef. De Jacht en de Visfery, die herri beurte-
lings
(t) Geen wonder: hy was zyn Schoonbroeder, en had
plmant nader om hem optevyzclen. Daar moet evenwel wat
Fyd tusren beiden verloopen zyn, eer hy zo verre nuam •
ten zy het door 't Penfeel van den ander, gelyk onder Blöed.1
Vrienden meer gdebied om 't wat Oog te geeven, overge-
lopen wierd Sandmrt., die Gemeenfchap met N. Pousjyn
gehouden heeft , zegt dat Gaspcr van Pousfyn ingenomen
«na en deezes Verwen. Penfeelen , en Palet; altooz vaar-
dig hield f aan; en dat hy , byzonder wel , Landfchappen
leerde maaken: aan welke Studie zig Pousfyn ook hoe Jan-
eer hoe meer overgaf , die deswffgens 't Gezelfchap yan.
-ocr page 186-
Romynse Schilders. 105
lings bezig hielden, deeden hem 't Penfeel verwaar-
loozen. Eindelyk nam hy Oirlof van den Hertog,
met hem eenige Schilderyen ten Gefchenk te gee-
vén. X)e Hertog hield hem kostvry, en deed hem
geleiden naar Rome, overlaaden met zyne Mildaa-
digheeden.
Om te digter by de Hand te zyn, ter Tékenin-
ge na de Natuure, huurde Gasper vier Huizen te
gelyk: twé in de hoogstleggende Wyken van Ro-
me,
een te Tivoli, en een te Frescati. De Studiën,
welke hy 'er deed, verleenden hem een' groote Ge-
maklykheid van Behandelinge, een' verwonderly-
ke Toets , en een zeer fris Koloriet. Dikwyls
nam Pousfyn vermaak, als hy hem quam zien wer-
ken , zyne Landfchappen met wonderbaare Figuu-
ren te floffeeren (1).
Een geduurige Arbeid , de Jacht die hem op
Feestdagen bezig hield, deeden hem in gevaarlyke
Ziekte vervallen. Na eene langwylige Herltellin-
ge, ging hy de frisfe Lucht fcheppen te Perugia,
by den Hertog van Cornia. Deeze Heer voerde
hem naar Castiglior.e, en naar Florence, daar hy by
den Adeldom een gunstig Onthaal vond , en hem
verfcheide Tafereelen aanbefleed wierden. In 'c
Vervolg ging hy wederom naar Florence; en van
daar te rug naar Rome, met Voorneemen om naar
Napels te gaan , alwaar een gants Jaar hem naauw-
lyks genoegfaam was om den Kunstkenneren te ver-
noegen.
. ZlG
(1) Of dit uit Vermaak of uit Belang gefchiedde, zyn de
I-andfchappen van Gasper, door N. Pousjyn geüoffserd, niet
de beste : van zyne twéde Manier', waarvan de Schryver
foaks fpreekt?
G 5
-ocr page 187-
io6 Romïsse Schilders.
Z i g wederom te Rome bevindende , fchilderde
Gasper groote Landfchappen in Fresko, met rédely-
ke groote Figuuren, in de Kerke van Sint Marlyn
Bei Monti.
In deezen Tyd was 't , dat hy zig
overgaf om de Maniere van Clande Lonain te vol-
gen (i). De Romynfe Prinsfen,_ en de Heeren van
Italië, waren de enkelde niet die hem bezig hiel-
den : zyne Werken wierden van de Buitenlanders
gezogt. Zyne eerste Manier was droog, en zyne
laatste los en vermaakelyk: maar, zyne twéde was
de beste. Veel eenvoudiger , waarer, en verftan-
-diger, verrukte deeze den Aanfchonweren.
Voor Gasper, had nimant den Wind, nog 't On-
weer, in de Tafereelen doen woeden, waarvan hy
de Verbeeldinge maakte (2). In zyne Stukken,
fchynen de Bladeren bewoogen te worden. De
Boomen , onbezielde Voorwerpen, blyven 't niet
meer onder zyne Ha-nd. Zyne Gezigten zyn
fchoon, wel verfchietende , met een' fraaije Be-
handelinge van Penfeel: dogh zyne Boomen zyn
wat
(1) Volgens Ricbardfon, (indien hy zig niet vergist in
de Stóffafie) zyn de Figuuren van Gasper mede Antiek, ge-
Ivk. die van N. Pousfyn ; en zyne Landfchappen, een Ver-
laenginge van den Smaak deezes laacsten en van dien van
Claude Lonain. Felibien, die hen te Rome gekend had, zegt
eenvoudig, dat Gasper vr.y fchoone Landfchappen maakte in
den Smaak van N. Pousfyn , byzonder op 't laatste zyn's
Leevens: dat men zelve van eenigen zoude konnen zeggen,
dat zy 't Overfchot waren van 't Feest van Pousfyn , gelyk
eertyds gezegt is van de Treurfpeelen van Euripides, dat zy
't Overfchot waren van de Gasteryen van Homerus.
( 2 ) O m hier nog geene oudere Nederlandfe Kunstenaaren
aantehaalen , wat had Rubens dan gedaan, die zesendertig
Jaar oud was toen Gasper gebooren wierd: heeft die zodanige
Verbeeldingen niet in zyne Landfchappen gemaakt , met
eene Waarheid welke die van Gasper en der andere Itulim- *
ten opweegd?
-ocr page 188-
Homynse Schilders.           iq^
wat te groen, en zyne Gronden insgelyks. Hy
fchilderde zo vaardig, dat hy op eenen Dagh een
groot Tafereel met de Figuuren fchilderde.
D i e Schilder, ingetoogen van Redeneeringe ,
beminde zyne Kunstgenooten en verachtte nimant.
Alles had hy gemeen met zyne Vrienden. Zyn
vrolyk Gelaat, zyn lastige Aart, bezorgden hem
veel Gezelfchap. Nooit wilde hy tot Huuwelyk
beflüiten. Hoewel hy meer dan veertigduizend Ro-
mynfe-Scudi
gewonnen had, lieten het Vermaak van
dikwyls zyne Vrienden te onthaalen, en vervolgens
een Ziekte van twé Jaaren , naauwelyks zo veel
over waarvan hy eerlyk begraven kónde worden.
Dit gefehiedde AQ. 1675, te Si Sufanne, in.den
Ouderdom van, 62 Jaaren.
Crescentius de Onofrüs, Jacques de Rooster
van Mechekn , en Vincentio gebooren in den Paus-
felyken-Staat, zyn zyne Leerlingen geweest.
De Tekeningen van Gas per, getoetst metgroots-
fen Smaak, zyn gelyk zyne Tafereelen, van uit-
fteekende Volmaaktheid. Daar zyn 'er met de
Penne , gewaseben met Roet of met O. L Ink;
en andere , gants met het Penfeel gedaan , ge-
hoogd met Wit ,\en dikwyls zelfs met Toets-
fen van Zwart-kryt: De heerlyke Gezigten van
Gasper , zyne fchoone Manier van de Boomen te
bladeren, de buitengemeene Figuuren waarmee hy
ftófTeerde , zyn de wézenlyke Merktekenen zyn's
Hands.
Te Rome ziet men van hem,, in de Kerke der
Karmelieten van St. Maarten dei monti, de voorgemel-
de groote Landfchappen in Fresko.. In 't Paleiz
Colonna, mede in Fresko , Friezen en 't bovenfte
der Deuren. By den Prins Borgbéfe, Tafereelen in
Olieverw', en Mmiren gants met Olieverw gefchil-
-ocr page 189-
iog Romynse Schilders.
derd , welker fchoone Toets de Verwonderinge
baard. De Prins PamfiUo heeft in zynen Lusthof
Bel-respro, by St. Pankras , veele Blyken van de
Bequaamheid onzes Kunstfchilders.
Gasper fchilderde, voor den Kardinaal van
Lotthermge, een Onweer met een' Blixemflraal.
Dit's een zyner fchoonfte Tafereelen. Zedert is
het naar Duitsland gegaan (i).
Ten Tyde toen ik te Rome was (zegt de Schry-
ver), had de Kardinaal Ottoboni een Vertrek, vol
Tafereelen van Gasper, meer dan 50 fluks, dien hy
gekogthad uit den Boedel van Antonio Moretti ,
voor wien Gasper ze gefchilderd had.
T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz, is
een Landfchap.
De Koning \znVranbyk heeft twé fchoone Land-
fchappen, van zyne Hand.
Gasper zelfs graveerde 8 zyner Landfchap.
pen, waarvan 4 in Rond zyn. De Ligny heeft 'er
2 gefneeden, verkeerd. Een ander is in 't Kabinet
■van Aix. Zedert korten is te London, door Chate-
hin, Vivares
, Granville, en Wood, een Reeks van
24 Landfchappen na deezen Meester gefneeden.
(2) Zo wy 't wel hebben, in 't Kabinet des jeeenwoordi-
gen Keizers.
V
FRAN-
-ocr page 190-
Romynsë Schilders. 109
59 C. fa. !r.<-^atU fc. r>S*. -
FRANCESCO ROMANELLI.
w
Y kennen byna geen bevalliger Schilder dan
Jan Franfois Romanelli, gebooren te Viter-
bo, A°. 1617. Hy was Leerling van Pietro de Cor-
tone,
en veel zuiverder, fchoon hy, ten aanzien van
verfcheide Deelen der Schilderkunst, beneeden hem
bleef. Zyn Vader zond hem zeer jong naar Rome,
en beval hem aan Gasper de Angelis, zyn Bloed-
vriend. Romanelli tekende gediuiriglyk , na de
grootfte Meesters. Hy droeg zyn Eeten by zig ,
om tot aan den Avond in de Paleizen te blyven té-
kenen-
-ocr page 191-
f io R'Omïnse Schilde r s„
kenen. Deez Arbeid wasjjem zo onvrugtbaar, dat
hy genoodzaakt ^a&'zyne Tekeningen te verkoo-
pen, om te kannen beftaan.
Roman e$l i vond zig echter gelukkig genoeg,
om den Kaidinaal Barberini te behaagen, ;die hem
in zyn Palêiz nam en by Cortone plaatste! Zyne
groote Arbeidfaamheid deed. hem in Ziqkte ver-
vallen , en; uitteeren. De Kardinaal gaf hem zyn'
Geneezheer, en bezorgde hem alle Hulpmiddelen
ter .Herfle%ige. Vervolgens Zond hy.nem naar
Napels, om'er de-Uieht te fcheppen , béveelende
hem aan den fêardif^aal Pi!omarino\ Om zig uit dien
ongelukkige\ Toclliöd te redden , was |em niets
noodiger dan 'zödanigëïï vermogend Jèfchermheer.
De Kardinaal deed nog„ meer , "op zynej te Rug-
koomst te &m<?;,.hy gaf hem een :Schiidervertrek,
in't Paleiz der Kaüfenerye:, alwaar-i|y een' Oeffen-
fchoole van jonge Schilders oprigtt«f|
Aangemoedigd door alle delWeldaadigh.ee-
den des Kardinaals, vorderde óöie^Schilder, met
groote Schreéden , naar de. Volmaaktheid der
Kunst'. Hy maakte verfcheide Tafereelen, dien
de Kardinaal naar Engeland zond, waar van de Ko-
ning zö vernoegd was dat die den Maaker wilde
zien. T>e Kardinaal keurde evenwel deeze Reize
niet goed , als voorneemens zynde hem den Paus
aantebieden.
Na hy voor zyne Heiligheid het Tafereel der
Godtvrugtigheid gefchilderd had, kreeg hy Bevé! in
een klyn Vertrek van 't Vatikaan te verbeelden ,
de Historie der Gravinne Machteld, en eene Ge-
boorte in de Geheime Kapelle van 't Nieuwe Pa-
leiz. "Vervolgens fchilderde hy drie Tafereelen ,
die in St. Pieter gevonden worden • naamelyk , Si.
Qregorïus
, een' Voorftelünge in den Tempel.
en
-ocr page 192-
Romynse Schilders. ut
en St. Tieter geneezende eenen Bezeetenen.
Zyn Roem groeide Dagh aan Dagh. Hy in-
venteerde gemaklyk, tekende zeer wel, bragt Be*
valligheid in zyne Hoofden. Zyn Fresko was zeer
fris. Zyne Schikking, zyne Denkbeelden, waren
niet min verheven dan dien zyn's Meesters: maar,
hy was koelder dan den zelfden.
Hy huuwde te Rome, en wierd verkooren tot
Prins der Akadémie van St. Lukas. Dé Kardinaal
Barberini, die hem Kartons voor Tapyten deed
vervaardigen, vond zig genoodzaakt naar Vrankryk
te wyken, op 't Overlyden van Paus Urbanus, aan
wien Innocentius opgevolgd was. Hy flelde Romct*
neïïi
voor, aan den Kardinaal Mazaryn, tot de
Werken die in deszelfs Paleiz te maaken waren.
Men nam hem aan, en zond hem drieduizend Ryks-
daalders voor de Reize. Door tusfenkoomst' van
zynen Befchermheer , wierd Romanelü , te Parys
koomende, gunstig ontfangen van den Kardinaal
Mazaryn , die hem by Louis XIII en by de Ko-
ninginne inleidde. Aanftonds wierden hem ver-
fcheide Werken aanbevolen. Hunne Majesteiten
deeden hem dikwyls de Eere , hem te koomen zien
arbeiden, in't Paleiz Mazaryn. Alle de'Hofjuf-
fers, en de Hovelingen, volgden dat Voorbeeld.
Van een' vrolyken Aart zynde, was de Koning
begeerig hem te hooren herhaalen, de Vertellingjes
welken hy doorgaans aan de Hovelingen deed .
Schilderende, omringd van dien Stoet van Hofjuf-
feren , nam Romanelli de Gelegenheid waar, om
eene derzelfden , die hem 't fchoonste fcheen, in
het Zolderftuk te maaien. Dit des anderen daaghs
befpeurd wordende, deeden zylieden hem een fcherp
Verwyt: zy waren niet te {tillen, dan met haarlieden
te belooven, dat hy haar alle in dat Zolderftuk zou-
-ocr page 193-
Romynse Schilders,
112
de fchilderen. Hoe kan ik Mejuffers, met eene en»
kelde Hand (zeide hy ) u allen te gelyk fchilderen!
Dus met haarlieden boertende , had hy 't On ge-
luk van de Steigeringe te vallen, 't Gantfe Hof
nam veel deel in dit Ongeluk, 't welk echter van
geen verdrietig Gevolg was. Eer hy wederom naar
Italië vertrok, fchilderde hy den Koning en de Ko- ,
ninginne. . Hy had Verlof tot de Reize verwor-
ven, op Voorwaarde van fpoedig weef te zullen
koomen. Veele Frans/e Edellieden , welke naar
die Landftreek gingen , hielden hem vry op den
Koers. Te Bologne gekoomen, verlokten de Tafe-
reelen der Caratzen hem zodanig, dat hy 'er eenige
Dagen wilde blyven. Vervolgens quam hy te Flo*
rence
, daar de Groothertog hem gunstiglyk ontfing.
Uit deeze Stad reizende wierd hy van Roovers
aangetast, die hem 't weinige Geld ontnamen 'c
welk hy by zig had. Viterbo bevond zig op zyn'
Koers. De Bisfchop deezer Stad deed hem het Ta-
fereel van 't Hoog-Autaar fchilderen, waarin «Sr.
Lanrens verbeeld is. Vervolgens ontbood de Groot-
hertog hem, in welks Paleiz hy verfcheide Werken
maakte. Eindelyk wierd hy, te Rome, 't Voor-
werp des Na-ivers van alle de Schilders. Zyn
eerste Werk was de Hemelvaard der Maagd, in
't Zolderftuk van de Sakristye der l'Anima. Hy
fchilderde ook, in de Kapelle van St. Eky, een
Tafereel van de Aanbiddinge der Koningen , als-
mede eenige Sibyllen welke daarvan de Zyden ver-
fieren.
Aangedrongen om na&r Vrankryk te kee-
ren, ging Romanelli naar Viterbo, om zyn' Familie
te zien; en voorts naar Parys, alwaar hy nieuwe
Weldaaden van 't gantfe Hof ontfing. De Koning
beval hem, de Baden der Koninginne in de Oude-
JLou-
-ocr page 194-
Romy ns e Schhoees;          ix§
Lmvre te fchilderen. Hy nam voor, de Onderwer-'
pen der Eneïs daarin te verbeelden, 't Werk was
nog niet ten halve, toen hy wederom 't Ongeluk
had van de Steigeringe te vallen, en zig vry zwaar-
der dan de eerstemaal te bezeeren* De Koning
deed hem allen noodig Onderhand bybrengen;
Geneezen zynde, voltooide hy dat Werk, meC
een' Verhévendheid van Styl, welke de Neigingé
deed ontftaan om hem in Frankryk te houden. Na
twe Jaaren verblyfs, was zyn talryk Huizgezin het
Beweegmiddel, van zyn' te Rugreize naar Italië'ï
De Koning beloonde hem rykelyk, en verhief herrt
tot Ridder van St. Micbiel. .
Romanelli maakte verfeheide Werken, op
zyn' te Rugkoomst te Rome. Weinige Kabinet-
Hukken heeft: hy gefchilderd. Een Ziekte verrasch-
te hem, in den Tyd toen hy zig bereidde, om zig
met Zyne. Huizvrouw' in Vrankryk te gaan neder-
zetten. Hy ftierf te Viterbo^ A°. 1662, oud 45
Jaaren, nalaatende zes Kinderen, waarvan Urbanö
Romanelli
de oudfle en zyn Leerling was , die onder
Ciro-Ferri heeft gearbeid.
Men ziet Gewasche-Tékeningen van Romanelli,
ongemeen uitvoerig: derzelver Toets is ligt, deKlee»
dyen zyn fchoon, en de Hoofden eêl, als ofze vari
Guido waren. Die van Zwart-kryt, zyn lugtig vari
Behandeling' en van Artfeeringe , gehoogd met
Kryt-wit. Men moet Geest, Juistheid, Eelheid *
en Bevalligheid , daarin vinden. Somtyds is hy
wat koel in de Hoofden , waaraan hy gemaklyk
kennen is.
In 't klyne Vertrek van''t Vatikaan, ter Zydg
de Logies, heeft hy de Historie der Gravinne Mach-
teld
gefchilderd; en , in de Geheime - Kapelle des
Paus, eene Geboorte* Te St. Bieter, drie Tafe»
Eerfie Deel.                   H                         reelefij
-ocr page 195-
Romynse Schilders.
Ü4
reelen : een Voorftelling in den Tempel, een St»
Qr egoruis,
en een St. Piet er geneezende eenen Be-
zeetenen. In 't Zolderituk der Chiefa nuova heeft
fey verbeeld, de Krooning' der Maagd. De Be-
dryven der Oude Romynen , zyn in 't Verwulfzel
der groote Zaale Lanti. In een Fresko , in 't Pa-
leiz Altenis, zyn verbeeld, Ju-pit er, Venus, Polyfé-
inus,
en Aurora. St. Jakob is in de Kerke des ei-
gen Naams, alle fcaktte alla longara. 't Verwulf, in
Fresko, van 't Paleiz Costaguti, heeft eene Galathéa.
In de Kapelle Cerro , der Kerke van Jezus, is de
H- Kar el Borromeo op de Kniën voor de Maagd ,
gezeeten op de Wolken, houdende't Kind Jezus:
de Geboorte, en de Aanbiddinge der Koningen,
zyn 'er de Onderwerpen dér twé andere Taferee-
3en. In 't Klooster della Regina Cosli, heeft hy ge:
fchilderd een' Voorftellinge in den Tempel; en op
de Zyden , St. Jan Evangelist, met de H. Maagd
en Se Thercfia , die haaren Regel geeft. Te San
Domenico e Sisto
, is een Tafereel , waarin de H.
Maagd, 't Kind Jezus, St. Dominicus, en <S? Ka-
tharina
van Siena. By de Geestelyke-Doghters van
St. Ambrofius word een'Zmw*/gevonden , dien
men van 't Kruiz neemd.
Voor den Koning van Engeland heeft hy ge-
maakt, het Feest der Goden, en een Bacchanaal,
zeer groote Schilderyen..
In Frankryk ziet men , in 't Vertrek der Oude
Louvre
, genoemd de Baden der Koninginne, ver-
fcheide Zolderfhikken van zyne Hand. In een Por-
taal, verfierd met negen Landfchappen van Borzo-
ni,
Genueez-Schilder, heeft hy in 't Zolderftuk in
Fresko gefchilderd, Palias, Mars, en Venus, heb-
bende elk eene Lelie, met Kindertjes die eene
Kroon' houden: de Vrede, en de Overvloed, zyn
ge-
-ocr page 196-
Romynse Schildere fff
geplaatst beneden de Kornis. Het Voorvertfek 'c
geen volgd, toond verfcheide Onderwerpen, aan-
gaande de Kunsten en de Weetenfchappen, in de
Vakken geplaatst. Men ziet 'er, den Roof def
Sabynen , Mutius Scevola , Coriolams bewoogen door
zyn' Moeder, en QuinElius Cincinnatus, ploegende
het Veld toen men hem 't Bevel over 't Heir quara
aanbieden. De Kamer der Koninginne doet zien f
den Godtsdienst in 't Wit gefluijerd, ^verzeld doof
't Geloof, de Hoop, en de Liefdaadigheid; aan de
beide Uitgangen zyn gefchilderd, de Historie van
'Hester en die van 'Holofernes; en aan de Zyden } de
Voorzigtigheid en de Maatigheid» Van daar gaac
men in 't Vertrek boven 't Water, genoemd hei
Kabinet der Koninginne. RomanelH heeft 'er ge*
fchilderd Minerva, in 't Ovaal van 't 2olderir.uk j
en zeven Tafereelen in de Lambfisfeefingen : naa*
melyk, Mozes uit het Water getoogen , de Israëli-
ten
het Manna raapende, 't Slaan der Rotze, Mo-
zes
en Aaron in de Woestenye, den Togt door 'd
Roode-Meir,. de Aanbiddinge van 't Goude-Kalf, en
Mozes de Doghteren van Jethro te hulp' kooffiende*
In een groot Vertrek, aan de andere Zyde van 't
Portaal, ziet men aan de Zolderinge zeven Stukken;
naamelyk, d&éon, Endlmion flaapend', Apollo deelen-
de Kroonen uit aan de Zanggodinnen, drie Onder-
Werpen der Historie van Marfyas, Apllo en Diana
die 't Midde-gedeelte beflaan.
't Paleiz Mazaryn, jegenwoordig 't Hotel
van de Maatfchappye der Indien, bezat verfcheide;
Werken van deezen Meester. Daarvan is maar al*
leen een Kabinet overgebleeven, in welks Zolder-
ftuk men eene Overwinninge ziet; en in twé Ovaa-
len, de Overvloed, en Flora verzeld van Vernuften *
De Gallerye van dat Paleiz, uitmaakende een G&«
H 2                       deeltQ
-ocr page 197-
n6" Romynse Schilders,
deelte der Koninglyke Bibliotheek, vertoond dertien
verfcheide Stukken, Historiè'fe-Onderwerpen. Ju-
pher,
den Reuzen blixemende, koomt in 't Midde te
voorfchyn. Apollo en Diana , ziet men boven de
Deur. Remus en Romulus, zyn daartegens over.
Voorts ziet men 'erFenus in haar' Wagen, den Berg
Parnas, 't Oirdeel van Paris , Venus door Rupido
opgewekt, Narcisfus , den Brand van Troye , de
Schaaking van Heleena, die van Ganimedes, en twé
andere klyne'Onderwerpen.
N a deezen Meester heeft men gegraveerd, drie
Stukken in de Verzamelinge van Crozat, een in 't
Kabinet van Aix, den Tytel een's Boeks, een Zin-
nebeeldig Onderwerp, en een' Plaat der Hesperides,
door C. Bloemaart gegraveerd. G. Judran, Nata-
lis, Cosfius, Picart, Valet,
hebben verfcheide Thé-
fes en andere Onderwerpen uitgevoerd.
CIRO.
-ocr page 198-
Romynse Schilders.
ii?
J» ~ &. Tty^. ■ /<•. >(l .
CIRO-FERRI.
ROme kan zig beroemen, geboorte gegeeven
te hebben, A9. 1634, aan den besten Leer-
ling van P. de Cortona, in den Perfoon van Ciro-Fer-
ro.
Zyn Vader, Stefano, uit een goed Geflacht
gefprooten, liet hem meer dan 30,000 Ryksdaa-
lers aan Goederen na. Dit Voordeel was geen
Hinderpaal, aan'zyn' Zucht voor de Schilderkunst.
Hy bewaarde dat Vaderlyk Erfdeel, voorzynen
Zoon Vieier: de bequaamheid zyn's Penfeels voor-
zag hem genoegfaam, ten Onderhoud zynes Huiz .
H 3                       Zyn
-ocr page 199-
ïfS Romy ns e Schilders.'
Zyn Geest was verheven , zyne Ordinantien zyn
fchoon , en'2Jiw^0^miSstin§ groots. Men kon
niets overe^nko^irftiger met Pieter de Cortone zien ,
dan zyne Zf)](Jpftukken: dikwyls vergistte -men zig
daarin. (Mfangezien hy zyne Werken lop een'
hoogen Pry»(lelde, wierd hem veel Werk aanbe-
fteed (i). f De Prins Borgbéfe, en Akxanër Vil,
inaakten veel Werk van hemj en de drie volgende
Pausfen, w|ren hem niet minder gunftig. ,
De Groothertog éeef^eml& Florence kpomen ,
en leidde ih%n .een z,\|aar Jaargeld toe ,j om de
Werken tejvoïtoorjèS dien Pieter de Cortona onvol-
maakt had gelaaiën/ Hy trofjtfeezès Denkbeeld zo-
danig , hy f queet zig zo waafdig daarvan , dat-die
.'
                        ,                  j Wer-
-
■■ .                                                                                                                                                                                                                               
(i) Ciso'frssi wierd «3K'< verweetcn , dit hy een'
buitenfpoorige Somme ' geéifcht had, voor écn Tafereel, 'C
welk gezegt yierd in drie Dagen van hem gtj&hildeVd te zyn.
Hy antwoordde, doelende op den-Tyd ch'ejtfhy had moeten
bèfteeden omj zo verre te koomen , Je becfèèjgje, 'kïbeb vyfiig
Vaaren daarowrjrearbeid.
Hierop tüicvA Rïfl£ardjori zeer'wel
san, dat njerï'fïïêt'zo zeer den "Tyd" moetTetlen die aan 't
maaken van iets hefteed word, maar wel dien die noodig is
om daarvan het Ontwerp te vervaardigen , welke zelve niet
evengelyk is voor alle Soorten van Vernuften. Eigenlyk
Jcan men zeggen, dat het de Deugd is die in 't Werk zelfs
zit, of 't Gebruik't geen daarvan gedaan kan worden, en
geenzmts de Grootte van den Arbeid , welke de Waardy'
kan uitmaaken : fchoon 't anders begreepen word, van zul-
Jke Liefhebbers die de Schilderyen met de Elle meeten , of
de Boeken naar 't Getal der Bladen fchatten. Dus merkt
die Schryver het zeggen der Zédekundigen zeer wel aan ,
dat taant zeer jong ter Ouderdom van Tagtig Jaaren, en
:;eer oud op Veertig Jaaren Ouderdoms kan derven , na 't
Gebruik 't welk hy van den Tyd gemaakt heeft : dat een
Kunstminnaar, of Schilder, dus zeer lang in Italië kan ge-
weest zyn, fchoon hy zig aldaar maar eenige Maanden heeft
opgehouden, terwyl een ander Schilder het te vroeg verlaa-
|gfl kan Jiebben, al had hy 'er een' Halve-Eeuwe gewoond.
-ocr page 200-
Romynse Schilders. up
Werken van een' zelfde Hand fchynen. De Groot-
hertog benoemde hem tot Opperhoofd der Floren-
tynfe-SchooT
, en hy was het langen Tyd.
Ciro-Ferri quam wederom te Rome. Hy
vertoonde zig zulk groot Bouwmeester, als voor-
treflyk Schilder. Verfcheide Paleizen, en groote
Autaaren, gelyk dat van St. Jan der Florentyneren, en
dat der Chiefa nuova, wierden gebouwd op zyne
Tekeningen. Hy nam meer Vermaak in de Be-
handelinge van 't Krayon, dan in dat van 't Pen-
fee]. Men vroeg van hem, Thefes, Figuuren voor
Brevieren, Tytels van Boeken, waarvan verfchei-
de gegraveerd zyn door Spierre en door Bloemaart.
De Paus gebruikte hem, om Kartons voor 't Vari-
kaan te maaken. Nimant heeft meer gearbeid, in
alle Soort van Kunst. 't Zy hy belaaden wierd
met Werken van zyne Uitvindinge, 't zy met dien
zynes Meesters te voltpoijen, zyn Vernuft blonk
niet te minder uit.
De Koepel van Se. Agnes, op de Plaatsfe Navona,
was zyn laatfte Werk. 't Hartzeer 't welk hy had,
van de Vakken van Bqccici te zien, die regelregc
daaronder waren, en welker Kragt van Koloriet het
zyne nog zwakker maakte (i) , veroirzaakte hem
de Dood. Hy zeide eens aan Lazaro Baldi, zyn
Kunst-
(i) Volgens Richardftm , vertoond die Koepel veele
fchoone Werkingen van Engelen en Heiligen; en is gekolo-
reerd , op een' uitfteékende vrolyke en heldere Maniere :
maar, 't Werk is overlaaden met Figuuren, zonder de minste
Eenfteinmigheid van Licht- en Bruin te hebben : zulks het Ge-
heel een' onaangenaame Uitwerkinge doet , gelyk gebeurd
aan alle Tafereelen, vooral aan groote Werken, waarin, de
voornaame Partyen van Dagh en van Schaduuwe niet zorg'
vuldig bewaard zyn. >
H 4
-ocr page 201-
iso Romynse Schilders.
Kunstgenoot , dat zyn Koepel hem vry verfchei?
denlyk toefcheen van de Stellaafie , dan wanneer
hy dien van beneên befchouwde; en dat, in een
Woord, de Vakken van Baccici hem veel Moeite
baarden.
Ciro-Ferri, ziek geworden, liet dien Koe-
pel onvolmaakt. ' Stervende bad hy Kar el Marat,
denzelfden te voltoöijen. Deeze Schilder ver-
ïchoonde zig vervolgens daarvan. Indien Ciro daar-
van gefproken had aan Baccici, dan zoude deez dat
Werk voltooid hebben , volgens 't geene hy na-
derhand aan verfcheide Perfoonen verklaarde. In-
derdaad , geen Schilder zoude zig beter daarvan heb-
ben gequeeten. Wat Na-iver in de Kunst, was
de Oirzaak daarvan. Zyn Leerling Corhinelli heeft
het voltooid, op een' Wyze welke de Verdiensten
zyn's Meesters niet doet gelden.
Rome verloor Ciro-Ferri, A°. 1689, in den Ou-
derdom van 55 Jaaren. Men deed hem een' prag-
tïgen Uitvaard, te Se. Maria in tramt evere, daar hy
begraven is.
V e R s c h e 1 d e Leerlingen , maar zyn er weinig
waardig, heeft hy nagelaaten. Men kend 'er gee-
nen, dan Corhinelli.
De Tekeningen van Ciro-Ferri, verwarren zig ge-
maklyk, onder die van Cortona: echter zynze zo
]omp niet, en iets juister. Hy maakte zyn' Om-
trek met de Penne, gewaschen met O. I. Ink, of
met Roet , fomtyds met Wit door 't Penfeel ge-
hoogd. Men ziet 'er getekend met Roodkryt, en
met Zwartkryt, met Artfeeringen die dikwyls ge-
bruist zyn. De Uit-eindens der Figuuren zyn wac
achtelpoz; en de Merktekenen zyner Hoofden, zyn
genoegfaam om hem te doen kennen.
Te Rome ziet menv in, de Kerk' van St. Markus,
een
-ocr page 202-
Romynse Schilders. izï
een Tafereel verheddende.deJH. Maagd;, houden-
de 't Kind Jezus: Sk Martha isv beneeden. Op 't
Hoofd-autaar der Kerke van St. Amhrofiiis, geneezd
deez Heilig eenen Zieken. In eene>phderaardfe
Kapelle dèr Kerke van Si Martha, heefd hy eenen
Lazarus gefchilderd. In 't Proeffchool der Jezuï*
ten,
is een H. Maagd en 't Kind Jezus jmet veele
Figuuren i gaande naar Egipte. Nog vind men den
Koepel vanSt. Njkolaas Tolentino, dien Coriona onvol-
maakt liet; dien van SiOigneh:, op de Pïaatsfe Na-
vona
, dopr hgm zdfs onvolmaakt gelaaten; den
Koepel der Kapellcr.'.van 't Kruisflfix', in St. Pie-
ter
, in 't Mufaïs mtgevöeri|::*:::varf Cortóna begon-
nen. In :de Kapelle del Christo Morto, te Se. Praxe-
de,
heeft hy twé Halfronden gefchilderd.
In de Gzlteïye van Monte CavaUo, de-Historie van
Cyrus, en'een'rBoddfchap in een'Ovaal. : Hy heeft
eenen St. Antont gefchilderd , voor . eerje Kapelle
der Hoofdkerk! de Monte Porzio.
Te Florence keeït hy verfcheide Werken en Zol-
derffukken voltooid,.,.. ..van Pieter de Cortona onvol-
maakt gelaaten; en men kan zeggen , dat het te
Florence is alwaar hy 't meeste heeft gearbeid.
B y den Keurvorst der Paltz , te Dusfeldorp , is
St. Jozef met het Kind Jezus.
D e Koning van Vrankryk bezit eene Zinnefpee-
linge, gedaan ter Glorie van Louis XIV.
D e Graveurs die Ciro-Ferri gekopieerd hebben ,
zyn Pietro Aquila, C. Bloemaart, Roullet, de la Haye,
Spierre,
en anderen. Meer dan zestig Stukken, zyn
na dien Meester gegraveerd.
Hj
GIA-
-ocr page 203-
12%         Romtnse Schilders.
? C & KfjZ. Jr ^sï
GIACINTO BRANDI.
IN den Perfoon van Giacinto Brandi zal men zeer
ongelyke Verdienden aantreffen: zeer groot in
zékere Deelen, en uitfteekend klyn in anderen.
Deez Schilder wierd gebooren, A°. 1623, te
Poli: een Landftreek omtrent 20 Mylen van Ro-
me
gelegen. Zyn Vader, Jan Brandi, voerde hem
zeer jong naar deeze Stad , en ging zig aldaar
neerzetten. Hy was oirfpronglyk van Florence ,x en
maakte^ Tekeningen voor de Borduurders.
De jonge Brandi, die welgemaakt en geestig
was,
J
-ocr page 204-
Romynse Schilders. 123
was, diende dikwyls ten Model aan den befaamden
Jlgardo, welke aanvanglyk eenen Beeldhouwer van
hem wilde maaken. Dewyl hy begonnen had met
hem de Grondregelen der Schilderkunst te geeven,
fcheen de Jongeling meer Eehaagen daarin te
fcheppen. Men deed hem by Jakob Sementa, een
Bologneezer, die op den Trant van Guido fchilderde.
Deeze School wierd verwisfeld, voor die van Lan-
franc,
waarvan geen Leerling zo veel Geest nog zo
veel Vuur had dan Brandi.
. Hy wagtte niet lang met Preuven zyner Be-
quaamheid te geeven, in veele Kerken en in de Pa-
leizen van Rome. Zyn Roem vermeerderde in wei-
nig Tyds. Hy wierd het Hoofd eener Schoole, en
men verkoor hem tot Prins der Akadémie van St. Lu-
kas.
Schoon hy aangehaald wierd van de grootfle
Heeren, en zelve van den Paus, die hem Ridder des
Ordens van Kristus maakte, echter was hun Gezel-
fchap hem minder aangenaam, dan dat eenes Waards,
waarvoor hy dikwyls fchilderde, en van wien hy al
't Geld trok 't welk hy benoodigd had.
Nimant heeft arbeidfaamer, nog vaardiger
geweest, dan Brandi. De Glorie geleidde hem niet
altooz. Greetig op Geld zynde, fproot dit niet
uit Beweegmiddel van Gierigheid: hy zogt maar
alleen te voldoen aan de Onkosten zyner Leevens-
wyze, die inderdaad veels te ruim was voor eenen
Kunstenaar. Brandi wierd naar Gaëta geroepen ,
om veele Tafereelen te fchilderen. Zyn vry Pen-
feel, zyn vrugtbaare Geest, zyne ryke t'Samenftel-
Kngen, onderfteund door een groot Vuur, behaag-
den nog meer aan den Buitenlanderen dan aan de
Romynen. Dikwyls niet zeer juist, en zeer zwak van
Kleure zynde , deed hy den Kenneren wensfen ,
dat hy weiniger Tafereelen gemaakt had: ten mins-
te dat hy meer Tyd befteed had, om dezelfden te
voltooijen.
                                                  Men
-ocr page 205-
124 Romynse Schilders.
Men merkt aan, dat Brandi, die welgemaakt
was, geen gelukkige Uitfpraak had. Schoon hy de
Vermaaken beminde, liet hy zig fomtyds zo verre
vervoeren, van dezelfden te ftooren. De Omme-
gang met Schilders , was gants niet van zyn'
Smaak: hy fprak qualyk genoeg van hen, waarvan
hy nimant uitzonderde dan M. Angelo de Ia Batailje,
die zyn byzondere Vriend was. Rome verloor hem,
A°. 1691, ten Ouderdom van 68 Jaaren, nalaaten-
de weinige Goederen en veele Kinderen.
Een zyner Leerlingen , genoemd Jacobo Ro-
fa
(1), verliefde op eene zyner Doghteren , en
huuwdeze in Weerwille van hem. Het Verdriet
't welk hem dit gaf, deed hem befluiten om alle
zyne Leerlingen aftedanken. Men kend 'er maar
twé, naamelyk die Jacobo Rofa, en Felice Ottini ge-
zegt Felketto.
Daar is niets zo gemaklyk, om te onderfchei-
den , dan de Tekeningen van Brandi , met een'
grove Penne gedaan. Men vind 'er flootende Trek-
ken, een' Omtrek die niet zeer uitgedrukt is een'
lompe Toets, en Artfeeringen van den eigen Zin
zonder gekruist te wezen. Daar regeerd eenen zelf-
den Geest in, 't zy ze gewaschen zyn met Roet ,
getekend met Roodkryt, of met Zwartkryt. Dik-
wyls gebruikte hy in de Handen, en in de Hoof-
den , wat Roodkryt.
't Aanmerkelykste deezes Meesters te
Rome, is de Krooninge der H. Maagd, gefchüderd
op 't Hoog-Autaar der Kerke van Jezus en Maria
al
(i)JakobRoos, van anderen genoemd Filip , door
zyn Penfee! zeer befaamd. Zyne Landsgenooten zyn wel
verre, van hem voor Leerling van Brandi te Boek te [tel-
len; gelyk ook zyn Verkiezing van Schilderen, Gediertens,
Zulks bevestigd. Op zyne Plaats, zullen wy dit Geval bree-
der aaahaalen.
-ocr page 206-
Romtnse Schilders»
ïajf
al Corfo; alwaar hy nog in 't Verwulft gefchilderd
heeft, de!Maagd.,jioudj£nde/t MüAJeMs, met St.
Jozef.
Te St.' Karet al Corfo "ziët'n|en, veeie zyner
Werken. ? 't Verwulft van 't Middè^erbeeld den
Val van Lucifer, en St. Karel ten Hëfeel gedraa-
gen. G|dt den Vader heeft hy gefcËÜderd, in
den Lantaarn des Koepels, Vier Profeèten in de
Hoeken ,\ en 't Mirakel der Pest in 't iGeftoelte.
Te Se. wLaria Magdalena, is een Kruisfing'. In
Se. Maria fa via lata, heeft hy in 't Zolderftuk ge-
fchilderd,! verfcheide/Dèelen vaiïv't Leejen der H.
Maagd; efn een Tafereel van 't Autaar^.zynde St.
Andries.
Te St.^Augustyn is de gelukzalige Rita,
op de Kniln. Men-ïiet teSt.Siivesier deïk monacbe>
in 't gro^t Verwulft , Se Hemelvaar*! der H.
Maagd ; St. Jan\ en St. Silvester in eëne Glorie
van Heiligenden-, Engelen, in 't. Ver*t*l£t der twé
Zyden vaè'tKfüiz; en de; Apostelen, in den Bril
boven 't ()rgel.~ Te St. Rochus, heeft Érandi op 't
Hoog - Ai taar den Zaligmaaker gefchikferd , ge-
torst op qe Wolken met den Abt St. Rpchus , en
verfcheidë Pestzieken liggende op de Aarde. Eenen
St. Jozef ziet men, in een' andere Kapelle.
Te Verona , op 't Hoog-Autaar der H. Maagd
in organo, ziet men eene Hémelvaard van Maria.
I n Milaan, te la Vittoria delle Monache, St. Karel
geneezende de Pestzieken
B y den Keurvorst der Paltz, vind men 't Af-
beeldzel een's Dooden Kristus, en dat van St. Antoni
en van St. Franjïskus.
Daar is een Stuk na Brandi gegraveerd, in de
Verzamelinge van Crozat.
<&>
FILIPPO
-ocr page 207-
Ï2(5 Romynss Schilders»
FILIPPO LAURL
kE Stad Rome gaf geboorte , A<>. 1623, aan
ji^J Filip Lauri. Zyn Vader, Balthajar, was van
Antwerpen, en quam zig in Italië neerzetten, daar hy
twé Zoonen won: Francesco die onder 't Beftuur van
Saccbi een bequaam Schilder wierd, dogh in den Ou-
derdom van 25 Jaaren itierf. Filippo was de twéde.
Balthajar, die een goed Schilder en Leerling van
Paulo Bril was , befpeurde met Vreugd, dat zyn
Zoon Filip, ter Schoole gaande, zonder ooit Teke-
ning
-ocr page 208-
Romynse Schilders.         xzf
ning gezien te hebben (i), het Afbeeldzel van
alle zyne Schoolmakkeren maakte. Een Neiging
die zig zo fterk uitdrukte , betekende dat hy eens
een groot Schilder zoude worden. Zyn Vader be-
itelde hem by zynen anderen Zoon Francesco, die
hem de eerste Beginzelen der Kunst leerde. De
ontydige Dood van Francesco, deed hem overgaan
in de Schoole van Angeh Carofelli, zyn Schoon-
broeder, die zig eenigen Roem in de Schilderkunst
verworven had. Filippo maakte zulken grooten
Opgang , dat hy zynen Meester in allen Deele
overtrof. In deezen Tyd verloor hy zynen Va-
der , en weinig daarna zynen Meester, die hem zo
zeer beminde, dat hy , om hem bekend te maa-
ken, alle de vreemde Liefhebberen by hem bragt
die zyne' Kunst te Rome quamen zien.
Filippo, die fterk geftudeerd had, verliet zo
voort zyne eerste Maniere, en leidde zig toe om
Historiëfe-Onderwerpen in 't klyn te fchilderen ,
met Gronden van Landfchap, van verwonderlyke
Frisheid en Lugtigheid. Hy maakte ook verfchei-
de groote Tafereelen , voor Kerken : waarin hy
niet minder flaagde dan in 't klyn. Voor 't overi-
ge, heeft hy veele Werken onvoltooid gelaaten.
D e Natuur, die hem een' fchoone Geftalte wei-
gerde, had hem verfcheide fraaije Eigenfchappen
gefchonken. Behalven dat hy de Doorzigtkunde
bezat, was hy Poeët, en bedreeven in de Historie
en de Fabelen. Zyn vrolyke Geest, en zyne aarti-
ge Quinkflagen, vermaakten dikwyls zyne goede
Vrienden. Zyn Barbier hoorde eens zeggen, dat hy
<
                                                                    een
(i) Is onze Schryver hier bedacht: kan men dit geloo*
ven , van imant die een' goed Schilder ten Vader had ?
-ocr page 209-
i2g R o m y n- se Schilders.
een Schildery had gefchonken aan zynen Apotheè-
ker , ter Vergeldinge van de Zorge welke dezelfde
voor hem gedraagen had in zyne Ziekte. Zig vïei-
jende de eige Gunst te zullen verwerven, bad hy
Lauri een Tafereel voor hem te maaien. Filippo ,
diezyn baatzugtig Oogwit befpeurde, maalde hem af
meteen'Gryns-tronië", bootste daarin debelachelyke
Gebaarden na welken hy in 't Spreeken maakte,
en fchreef daaronder, Deez zoekt imant te foppen
êogb heeft zyn Oogmerk niet bereikt.
Dit Tafereel
zond hy aan den Barbier, op een' Tyd waarin hy
wist, dat eenige zyner goeder Vrienden in deszelfs
Winkel quamen kouten. Elk vond het Portret op
't koddigfte, en dreef den Spot met den Baard-
fchrapper, zulks men hem beletten moest van 't
aan flarden te ryten. Dus vermaakte zig Filippo,
ten koste zyn's Barbiers: maar, vermydde ook in 't
Vervolg zig van hem te bedienen, als zyne Hand
voortaan te gevaarlyk oirdeelende.
Men kan niet ontkennen, dat Lauri een der
eerste Schilders van Rome is geweest. Hy tekende
fraai, hy was.bevallig, zyn Landfchap was fris en
van goeden Smaak : maar zyn Koloriet was ver-
fcheidenlyk, fomtyds al te fterk, en meestendeels
wat zwak. Gemeenlyk fchilderde hy Onderwerpen
uit de Hervormingen van Ovidius, Bacchanaalen,
en dikwyls Historiën, welken hy zeer uitvoerig be-
handelde. Zyne Stukken zyn verfpreid in Enge-
land, Spanje, Duitsland,
en door gants Europa.
Hy wilde nooit huuwen, nog zig met Leerlin-
gen quellen. Zyne Neiging ftrekte om zig met
goede Vrienden te vermaaken , hen klugtige en
ineedige Poetsfen te fpeelen. By openbaare V reug-
debedryven muntte hy uit, in Vuurwerken. Hy
beminde Verfpillinge. Eindelyk, meenende altooz,
jong
-ocr page 210-
Romïnse Schilders» *2$
jong te zyn, bleef hy de eige Leevenswyze aanhou-
den, tot hy in een' gevaarlyke Ziekte viel , die
hem A°. 1694 te Rome weghrükte , ten Ouderdom
van 71 Jaaren. Hy wierd begraven te St. Laurens
in Lucina ,
zyn Parochiekerk. De Akadèmi van St.
Lukas
, die hem A°. 1652 in haar Genootfchari
ontfangen had , liet zig by zyn' Uitvaard vinden i
Aan zyne Achterneeven het hy eene vry aanmerk-
lyke Erffehis, en maakte verfcheide Legaaten.
Deez Meester is zeer bevallig in zyne Téke.6
hingen. Daar zyn'er met Roodkryt, welker Art-s
feeringen vin alle■Zyden gaan,met niet fterk uitge-
drukte Omtrekken. . Andere zyn gewaschen ^ heb£
bende een' Omtrek van de Penne. Zyne lugte
Toets, een aangenaam Landfchap, Kleur, en eeri
byzonder-e Smaak welken hy zig gevormd had^ zul-
len hem altoos by den Liefhebber bekend maaken.
Men ziet van zyne Werken, te Rome , in deé
Kapelle Mignanelll a laPace: hy heeft 'er gefchilderd
een' Adam en Eva , Figuuren grooter dan 't Lee-
Ven. Het Tafereel des Autaars der Doopkapellen
in de Kerke de Monte porzio. In 't Paleiz Palaviclni
de Reize van Jakub , de Intree des Pools/en Anl-
basfadeurs, waarvan hy 't Gezigt gefchilderd heeft «-
Verfcheide Figuuren, van den Trap in de Kerke det
Madonna del Popoio
, zyn mede van zyne Hand.
H Y heeft gefchilderd , in de Paleizen Colohna $
Pamphili, BorghJfe, Chigi, Ginetti, Cenci.
De vier Jaargetyden, voor Engeland; Mars efl
Apollo, met verfcheide Satyrs.
Zedert korten zyn na hem gegraveerd t des
vier Getyden.
V
Eerjle Deel,
LÖ-
i
-ocr page 211-
330 Rohïnse Schilders,
LODOVICO GARZL
DIkwyls brengen de Leerlingen 't hunne
toe, met zig eenen Naam te maaken, om
dien hunnes Meesters te vermeerderen. Lodewyk Gar-
zi,
gebooren A°. 1638 te Pistoia , ffrekt daarvan
ten Bewyz. Salomon Boccali was zyn eerste Mees-
ter. Ten Ouderdom van 15 Jaar en ging hy zig te
Rome neerzetten, en begaf zig in de Schoole van
Andries Sacchi, hebbende Karel Marot ten Tydge-
nooten ten Medeftreever. Sacchi, die Lodewyk bo-
ven zyne andere Leerlingen beminde, befchaafde
zyne
-ocr page 212-
Romynse Schilders.          131
zyne Werken. Dit deed hem, in weinig Tyds,
bekend worden. DePryz, dien hy van dezelfden
maakte , ftelde hem in ftaat tot zyne Studie, en
om in de Kerken de beste Tafereelen te ko-
pieeren.
Zyn Roem verfpreidde zig van Dagh tot Dagh,
niet alleen in Rome maar zelve door gants Italië.
Arbeidfaam zynde, tekende Garzi zeer juist. Zyne
Gemaklykheid om zig uittedrukken , volgde een
van de gelukkigfte Vernuften. In Uitvindinge, en
Koloriet, gaf hy aan nimant toe. Zyne Figuuren
zyn bevallig, en fraai gekleed. Verwonderlyk zyn
zyne Groepen van Kindertjes , en zyne Gloriën
van Engelen, 't Landfchap, de Bouwkunde , de
Doorzigtkunde : alles was hem eigen. Onaange-
zien deez Schilder gedaagd heeft, byna in alle de
Deelen der Schilderkunst, nooit heeft hy zo veel
Geluk ontmoet als Kavel Mar at.
Na hy te Rome verfcheide openbaare Werken
gemaakt had, wierd hy naar Napels ge-eischt, om
't Verwulft, met de Vakken en twé Kapellen, in
de Kerke van Se. Katharlna de Formello te fchilde-
ren. Hy maakte ook twé Werken in 't Paleiz
die'r Stad, waarvan de Onderkoning zo vernoegd
was, dat hy hem gebruikte om de Zolderinge te
befchilderen, van de Voorzaal' en van 't Belve-
dère
zyn's Paleiz. Daaghlyks ging de Onderkoning
hem zien arbeiden. Hy liet hem de voordeeligfte
Aanbiedinge doen, om te Napels te blyven : dogh
Garzi wilde te rug naar Rome, alwaar hy aanquam,
overlaaden met Eere en Gefchenken.
Hy was zo arbeidfaam, dat hy, door eene lang-
duurige Ziekte overvallen , byna nimmer ophield
van arbeiden. De Dood moest hem verraschen
in groote Onderneemingen. Hy verbond zig , in
I 2                             den
-ocr page 213-
132 Romynse Schilders.
den Ouderdom van tagtig Jasten , op Bevel van
Klemens XI, om 't Verwulf te fchilderen van de
Kerke der Kruizivonden. Dit voltooide hy geluk-
kig : dogh, 't was zyn laatfle Werk. Elk fchoot
toe, in Vooronderftellinge van de zwakke Voort-
brengfelen een's Gryzaarts aantetreffen, om het te
berispen. Hy overtrof zig echter daarin : men ziet
dat Stuk aan als zyn beste Werk, 't geen alle zy-
ne andere Werken kroond. De Arbeid van 't
Fresko , de Reuk der Kalk , deed hem zo veel
Nadeel dat hy zig Daaghlyks voelde verzwakken.
Eindelyk voleinde hy zynen Loop A°. 1721 , te
Home, in den Ouderdom van 81 Jaaren. Hy wierd
begraaven, te St: Laurens in Lucina.
G a R z 1 had ten Huizvrouw de Zuster van Giu-
feppe Pasferi
, waarby hy verfcheide Kinderen won.
Zyn Zoon Mario was zyn Leerling, en ftierf voor
den Vader. Men kend geene andere Leerlingen ,
van hem.
De Tekeningen van Garzi zyn gemakkelyk te'
verwarren, met die van Karel Marat : zy quamen
beide uit eene zelfde Schoole. Hy tekende ge-
meenlyk met Zwartkryt, lugtig opgewaschen met
O. Link, en gehoogd met Krytwit. Andere zyn
gefield met den' Trek der Penne, gewaschen met
ïloet , en door 't Penfeel met Wit gehoogd .
.Daar zyn'er met Roodkryt, waarvan de'Schaduu-
wen gekruist zyn. Altooz vind men 'er in, Ge-
moedsneiginge, Juistheid, fchoone Kleedyen, met
een' Smaak die op zyn' Meester Andries Sacchi
trekt. Bevallige Hoofden zyn raarder by hem ,
dan by Karel Marat.
Te Rome merkt men aan , het Tafereel der
Godtvrugt, boven 't Hoofd-autaar van St. Jan della
Pigna i
de Kapelle van St. dntóni, in de Kerke van
St,
-ocr page 214-
Romy n se Schilders.          133
St. Bonaventwa op den Berg Palatims; in de Kerke
van 'zH. Kruiz te Jeruzalem, St.Sylvester, toonen-
de de Af beeldzeis van St. Pieter-m St. Paulus aan
Keizer Konjlantyn. Te Carnpo Marzo,•, St. Gregorius
Nazianfénus.
Een Tafereel der Ontfangepis, in de
Gebédeplaats van Campo Santo. Te Se. Imrtha heeft
hy gefchilderd, den Engel die de drie Mckiaas bood-
fchapt; den Koepel der Kapelle Cibo , irl de Kerke
der Madonna del Popoio. "■ Voorts, den Koepel en de
Vakken der Kapelle Sag&pantL te St. Imatius; de
drie Tafereelen der Spreekplaatsfe, te St.[Paulo della
regola;
het Choor dex~'KartBtiifèrs•''te Termini, wel-
ker
Kerk 'genoemd.word,. Santa -Maria dégïanglloli;
het Verwulf van de 'Nonnen der Magialeena, te
Monte Cavalh ; 'een der twaalf. .Apostelen , te St.
Jan Lnteraany Aurora,
in de Zolderingen der Ver-
trekken des Mzxquïs de Carelis ,-te San Marcello.
Te Napels heeft hy gefchilderd, in: de Kerke
van Se. Katharina del Formelïo, de Vakken en twc
Kapellen. | Het Zolderfluk der Apotheekerye, is
mede van zyne Hand-.
D e Gallerye des Prinsfe van Cellamare.
Twé groote Zolderftukken, in 't Paleis des On-
derkonings.
Men kend niet anders dan St. Filippo Neri, ge-
graveerd na Garzi, in de Verzamelinge van Crozat.
I 3                       CAR*
-ocr page 215-
134- Romykse Schilders,
p C. h Vi^ix je 9i>. ■
CARLO MAR AT TL
DE enkelde Naam van Kar el Marat maakt
zyn' Lofreden. Deez Schilder wierd geboo-
ren te Camerano, in 't Mark van Ancona, A°. 1625.
Zyn Grootvader, Mattbeo Maratti, hebbende Sc!a-
voniën
verlaaten daar hy gebooren was, ging zig te
Camerano neerzetten, met zyn' Huizvrouw' en tvvé
Zoonen: alwaar de eene, genoemd Thomas, zig in
Huuwelyk begaf, en Vader wierd van Carlo Maratti.
Nog niet kamende fpreeken, weez Carlo met den
Vinger naar de Schilderyen in de Kerken. Maar
een
/
-ocr page 216-
Romynse Schilders.           135
een Kind zynde bekrabbelde hy, met Figuuren van
H. Maagden, de Muuren van 't Huiz zynes Vaders.
By Gebrek van Verwe., bediende hy zig van 't
Sap van Kruiden en Bloemen. Hy kopieerde alle
Printen na, die hy bekoomen kon. In Plaats van
ter Schoole te leeren, tekende hy alles wat hem in
Gedachten quam. Een Boek', van de eerste Be-
ginzelen der Tekenkunst, t'Huiz gelaaten door Bar-
nahas
, zyn' Halve-Broeder van Moeders-zyde die
een Schilder was, wierd door Karel gevonden.
Hy kopieerde het volkoomen uit, en zond het
aan zyn' Broeder, die zig te Rome bevond.
D e verwonderlyke vordering van dit Kind
deed Domenica Corraducci, zyn Peet, het Befluit
neemen, om hem, ten Ouderdom van elf Jaaren,
naar iRome te zenden by zyn' Broeder Barnabas.
Na deez hem een Jaar lang onderrigt had, bedelde
hy hem in de Schoole van Andries Sacchi.
Karel Marat bleef negentien Jaaren lang, in
deeze Schoole: kopieerende naar Rafaël en andere
groote Meesters. Zyn Broeder Barnabas verkogc
de Tekeningen van Karel, aan Vreemdelingen, die
Werk daarvan maakten. Men von'd'er in , de
Toets eenes groot Meesters. Hy kopieerde zo vol-
maaktelyk eene Tekening van Andries Sacchi, die
ze hem gegeeven had ter Studie, dat zyn Meester,
het Origineel uit de Kopye niet konnende onder-
fcheiden, de laatstgenoemde aanvaarde. Zyn Leer-
ling wachtte zig wel, hem daarvan te waarfchou-
wen. Hy bleef zo lang onder zyn Onderwyz, tot
hy befpeurde dat hy anderen formeeren konde.
Zyn Meester, welke Bernyn niet beminde, haalde
hem den Haat deezes grooten Man op den Halz':
die in de Werken, waarvan hy 't Beftuur had, zeer
gemeene Schilders boven hem Helde. Eindelyk,
I 4                         door
-ocr page 217-
136* Romynse Schilders.
door 't Aanzien zyn's Meesters en door zyne eige
Kunstwerken, maakte hy zig eenen Roem, van Lie-
ve-Vrouwen fraai te fchilderen. Men noemde
hem te Rome, Carluccio delle Madonne; en men zei- ■•
de zelfs, dat hy niets anders konde fchilderen.
Andries, hem.willende doen kennen voor 't
geene hy was, beval hem in de Doopkapelle van
St. Jan Lat eraan te verbeelden , Konjlantyn die de
Afgoden vernield. Kavel Mar at queet zig daarvan,
CpeeneWyze die bequaam was het gemeenePraatje
te doen ophouden, dat hy niet anders als L. Vrou-
wen kon fchilderen. De drie Kapellen van St. Tfi-
dorus,
welke hy vervolgens befchilderde, vermeer-
derden zodanig zynen Roem, dat Paus Alexander
de Vil
hem zien wilde; en hem beval, een groot
Tafereel voor de Kerke der Vrede te maaken. KIe-
pens IX,
die vervolgens den Stoel betrad , deed
het eige Onthaal aan Marat; en liet hem , na de
Afbeeldzels zyner Neeven gemaakt te hebben, zyn
eigen fchilderen, waarvan hy zeer voldaan was.
Tegens 't Gebruik, deed de Paus hem in zyne Je^
genwoordigheid zitten, zeggende dat men zyn ge-
mak moest hebben als men • arbeidde. Deszelfs
Opvolger, Klemens X., gebruikte Ratel Marat tot
de Kapelle Jltieri 'm de Kerke der Mtherva,en voor
't Zolderfluk der groote Zaale van 't Paleiz Jltieri.
fïy
nam daarin, tot Onderwerp, de Goedertierend-
Jïeid : zinfpeelende op den Naam des Paus (i).
P-hder 't Pausfehap vmlnnocenthis de XI, fchil-
derde
( i) Volgens de Fiks, die den Tyd nog Omftandighee-
jfen met uitdrukt, begon hy ook de Schilderwerken van 't
«;!iei3 Jltieri; mant heeftze niet volvoerd, 't welk hem vee?
ongeneugte veroirzaakte , wyl hy zig had voorgefteld al 't
f ériWgefi zyner Wcetenfchappen in dit Paleiz te befteeden.
-ocr page 218-
Romynse Schilders.            137
derde hy 't groot Tafereel des Autaars van St. Fran-
fiskus Xaverius
, in de Kerke van Jezus; en veele
andere ïafereelen , voor den Marquis PaLvicini.
De Paus beval hem den Boezem der H. Maagd te
bedekken 5 welke van Guido in de Geheime-Kapelle
van 't Vatikaan gefchilderd was. Hy deed dit
zig bedienende van Krayon : zulks men dit, met
een' Spons, wederom konde afwaschen. Indien die
groote Werken van Mar at de nadeelige Geruch-
ten deeden ophouden , welke tegens de Vermo-
gens zyner Kunst verfpreid waren, zo veroorzaak-
ten zy hem ook een' zwaare Ziekte.
Kar el Mar at was zeer geacht van Alexan-
der VIII.
, die niet lang leefde. In deezen Tyd ,
eindigde hy 't groot Tafereel van St. Karel al Corfo'.
Hy Schilderde dit op 't Autaar , ten einde Voor-
deel te doen met de Pjoportiè'n, overeenkoomftig
aan de Plaatste. De Figuuren op den Voorgrond
zyn twé-entwintig Spannen hoog. Meer Koloriet
was in dat Werk te wensten. Innocentius de XII
deed hem by zig koomen, om hem te bevestigen
in 't Opzigt over de Schilderyen van 't Vatikaan,
waarmede Innocentius XI hem belast had, met de
Voordeden en Vergoeding' van noodige Onkos-
ten, ter Herftellinge en Onderhoud dieVr Schilde-
ryen. Karel Marat had altooz eenen Voorftander
aan den Kardinaal Albani, die na de Dood van In'
nocentius
Paus wierd , onder den Naam van Kle--
mens XI.
Dikwyls wierd hy ten Gehoore geleid
by den Paus, die hem beval een' Hémelvaard der
H. Maagd te tehilderen , voor een' Kapelle der
Ploofdkerke vanUrbino, zyn Vaderland, daar Cig-
mni
reeds de Geboorte der H. Maagd gefchilderd
had. Vervolgens wilde de Paus , dat hy de Schil-
deryen der Kamers van 't Vatikaan herftelde: even-
I 5                          eens
-ocr page 219-
^38 Romynse Schilders.
eens gelyk hy eenige Jaaren geleeden de Galerye
van Famèje , en de Logie van Chigi, gefchilderd
door Rafaël, had gedaan.
Mar at liet het Zolderftuk deezer Logie verze-
keren , met 850 Kopere Spykers. Hy deed'er,
met Spuiten , Water op fpatten ; en vervolgens
Pleister, door Gaten, tot dit Bedryf in die Spuiten
gemaakt, om de Brokken van 't Pleisterwerk te flé-
vigen die in Verval waren : zelve Jbragt men 'er
Yzere-Roeden door, omze te beter in hunne Plaats
te houden. Geholpen van vier zyner Leerlingen,
heeft Marat den Achtergrond gefchilderd met Ul-
tramaryn in Water, en met Krayon; alsmede de
Hoofden , en de Figuuren die 't noodig hadden.
Dit kan met een' Sponfie afgewaschen worden : op
dat een bequaamer Hand (zeide hy) dat geene
wat hy verholpen had eens zoude konnen verbete-
ren, om den grooten Rafaël te herftellen. Dat
Ultramaryn geeft een' Droogheid aan de Figuuren ,
die opgeflikt zyn als Tooneelfieiaaden, terwyl het
Naakt der Figuuren na Bakfteen gelykt: 't geen ten
eenemaal de Houdinge der Figuuren met den Ach-
tergrond wegneemt (1). Van een ander Middel
be-
(1) Welk voortrefFelyk Meester Karel Marat ook was,
zegt Rkbardfon, heeft hy, wel verre van 't Werk van Rafaël
te herttellen 't geen door den Ouderdom geleeden had ,
dit meer bedurven dan de Tyd had gedaan of zoude heb-
ben konnen doen. Het dik en zwaar Oud-Koloriet van
Bakfteen, Beelden die zig geplaatst vinden op een leeven-
üg en luisterryk Blaauw, 't geen nieuwlyks oyerfchilderd
is en den Grond van alle de Figuuren maakt, gevoegd by
den fchitterenden Luister van 't gcene op de Figuuren zelfs
is verholpen of verfchilderd, maakt een' Uitwerkinge wel-
ke 't Gezigt vervaare'yk fchokt. Daarenboven, fchoon men
in die Gallerye, elk Deel op zig zelf onderzoekende, menigte
byzonderC Schoonheeden , fyue Gedachten, fchoone Stan.
-ocr page 220-
Romynse Schilders.          139
bediende hy zig, om de vier Kamers van 't Vati-
kaan te zuiveren. Hy waschte ze, met Griekfen-
Wyn; droogdeze af met groote Linne-iakens , 't
geen hen deed herleeven; -en vervolgens, deed hy
ze eenen Glans geeven (of vernisfen). De Frie-
zen , en de Sieraaden in 't Graauw, zyn byna alle
overfchilderd. Dit Werk flaagde gelukkig. Kk-
mens
was daarvan zo voldaan, dat hy aan Karel Ma-
rat
een Jaargeld , en den Ridderorde van Kristus
fchonk. De Plegtigheid hiervan wierd verrigt,
volgens Bevel des Paus, op 't Kapitool: ten Dage,
waarin men aan de Leerlingen der Akadémie vaa
St. Lukas, waarvan Mar at het Hoofd was, de Pry-
zen der Schilderkunst, der Beeldhouwerye, en der
Bouwkunde uitdeeld. De Paus liet zyne Goedheid
nog verder over hem gaan: hy voorzag in de On-
gerégeldheid der Leevenswyze van Karel Mar at,
door hem in een Jubilé eene Vrouwe te doen trou-
wen , waarmede Marot, zedert veertig Jaar, by-
wooning' hield.
Karel Marat wierd gebruikt, om de Kar-
tons te maaken voor 't Mufaïs der Tvvéde Kapelle,
ter Slinkehand, in den Ingang der Kerke van St.
Pieter.
Hy verbeeldde daarin de Ontfangenisfe
der H. Maagd, met menigte Figuuren. Den Ou-
derdom van vierentagtig Jaaren bereikt hebbende,
fchilderde hy twé groote Altaarftukken. 't Een ver-
beeld den Gelukzaligen Amadeus, '1 geen naar Turin
ging; en 't ander, den Doop onzes Heers, voor de
Karthuifers te Napels.
                                       F
den en Omtrekken, en grootsfen Styl van Schilderkunit ont-
moet, die behaaglyk zyn,' zo vind men 'er ook, ten deezen
Opzigte, veele anderen die mishaagen, zulks dit befaamde
Werk niet voldoet aan den Naam van Rafaël, en zelve aan
het Denkbeeld 't welk de Printen daarvan geeven.
-ocr page 221-
Romynse Schilders.
140
Eindelyk noodzaakte hem een bevende Hand,
die de Gedachten zyn s Geests weigerde uittevoeren'
gevoegd met de zwakheid zyn's Gezigts, de Kunst-
oeffeninge te laaten vaaren. Dus leidde hy zig vorder
niet meer toe, dan om zyne Leerlingen te beftuuren:
tot dat hy, zeer zwak en blind geworden zynde ,
genoodzaakt wierd zyn' Kamer en 't Bedde te hou-
den. Hy ftierf, in groote Gevoelens van Godts-
dienfligheid, A°. 1713, byna 89 Jaaren oud zyn-
de. Men voerde 't Lyk naar de Kerke der Kar-
thuyferen,
daar hy zelfs zyn Graf had doen vervaar-
digen , verfierd met zyn Afbeeldzel van Marmer •
en ik hebbe zelfs (zegt de Schryver) zyne Lykftaat-
fiè' bygewoond. Hy liet maar eene eenige Dogh-
ter na, die meer dan 40,000 Romynfe Ryksdaalders
van hem erfde (1).
Weinige der hedendaagfe Schilders hebben zo-
danig uitgemunt, als Carlo Maratti: ook is hy ge-
ëerd en gelieft geweest, van alle Vorsten. Louis
de XIF,
Koning van Vrankryk, benoemde hem zel-
ve , by een' Gunstbrief, tot zynen gewoonen Schil-
der. "Hy was een groot Tekenaar. Zyne Gedach-
ten waren verheven, zyne Ordinanfiën fchoon
zyne Uitdrukkingen verrukkend. Zyn Toets was
zeer geestig, zyn Penfeel fris en "murw (2).
Hy
(1)  De Files zegt, dat men zyne Werken in zodanige
Waarde hield, dat men hem tot 600 Ryksdaalders heeft be-
taald voor een Half-Figuur, en 3000 Ryksdaalders voor een
Altaarftuk.
(2)  D e Schryver fchynt dus van zyn Koloriet gunstig te ge-
voelen ,. of verder Beduidenis daarvan toegeevend te ontwy-
ken. Evenwel moet onderfcheid gemaakt worden , ten aan-
zien van zynen Goeden- en van zynen SJegten-'Tyd , wyl
Marat zynen Schoonften-Styl overleefde. RUbardfon lëverd
eene zeer wézenlyké Aanmerkinge. Hy zegt, dat Marat de
voornaame Oirzaak is, van de Laffe- en Quynende-Maniere
waarin
-ocr page 222-
Romynse Schilders.         j4i
Hy was geleerd , in de Historie , Zinnebeelden ,
Bouwkunde, en Doorzigtkunde. Daarmede heeft
hy Voordeel weeten te doen , in zyne Werken.
De Eenvoudigheid en de Edelheid van zynen Zwier
der Hoofden, de Bevalligheid welke hy daarin ver-
fpreidde, zyn de Eigenfchappen welke aan hem zo
veel Achting hebben doen verdienen. De Italiaa-
nen
zeggen van hem, dat het groot Getal van En-
gelen , en van H. Maagden, welken hy zo uitmun-
tend gefchilderd heeft, van een' hémelfche Hand
fchynt te koomen ( i).
Hy was ongemeen zedig en weldaadig. Spree-
kende goed van de gantfe Wereld, deed hy dien
zwy-
waarin de Italiaanen hedendaaghs verval/en zyn- dat de groo
te Roem welken hy zig verwierf, door 't Heldere en 't Lee-
vendige van Guido natebootsfen , de gantfe Wereld verblind-
de en vooral zynen Leerlingen: welke, na zig geduurende
een' langen Reeks van Jaaren aan dat Schoons gehegt te heb-
ben , 't geen in hem wézenlyk voortreffelyk en waardig was
zig een' Wet hebben gemaakt om hem zelve in 't Quaade te
volgen, waarin hy vervolgens verviel en lang aanhield en
waarin hy hen eindelyk gelaaten heeft.
(i ) De Abt Dubos zegt „ daar zyn fommme H. Maagden
,, van Karel Mam, waarvan zyne Voorstanders itaande hou-
„ den, datze zeer na aan 't fraaije van die van Rafaël koo-
,, men: maar, wat Verfchil is 'er tusfen de voornaamfte Or-
„ dinanflën van deeze twé Schilders! wie zou hen daarin ook
„ tegens elkander durven vergelyken? Schoon Verwaandheid
„ en Laatdunkendheid zo geineen is aan de Schilders als aan
„ de Poeeten, echter heeft K. Marot zig nooit zo hoog se-
„ fchat om zyn Penfeel met dat van Rafaël gelyk te ftellen **
En dit bewyzd hy met het zeggen van Marot, ter Zaake van*
't Verhelpen der Schuderyen des Paleiz Farnéfe, hiervoor op
Bladzyde 138 bygebragt. Hoewel deezSchryver niet zeer ge-
grond is in Redeneeringe over de Schilderkunde, zo kan 't
echter mogelyk met al het anderen dienen ( als 't Gevoelen
van veelen Liefhebberen in Frankryk vervattende) om een*
Schaal' optemaaken voor de Romynjc Schol', welke in deezen
met Karet Mam beflooten word.
-ocr page 223-
j^2           Romynse Schilders.
zwygen welke quaad fpraken van de Werken van
anderen. Hy beantwoordde zédiglyk den geenen
die hem Raad vroegen , en was wel verre van een
Meesterachtig - gelaat aanteneemen. Vriendelyk
voor zyne Leerlingen en voor de Kunstjeugd (i ),
gaf hy hen dikwyls van zyne Tekeningen, en liet
Trapjes voor hen maaken, orh de fchoone Antie-
ke-?iguuren van naby te kopieeren en aftemeeten.
Nimant heeft zo veel Vlyt aangewend, om den
erooten Rafaël en Annibal Caratz te doen herlee-
ven ( 2 ): welker Borstbeelden hy van Marmer deed
maaken , en plaatsfen in de Kerke der Rotonde.
Hy was geestig in Ommegang, fchiep zyn Behaa-
gen in Redeneeringe over de Kunst, en kon naauw-
lyks daaruit fcheiden. Zyne Kunstliefde vervoerde
hem ter Verzamelinge van Schilderyen der groote
Meesters , van Kartons, en vooral van Tekenin-
gen. De Drift, voor de laatstgenoemden, was zo
groot, dat hy dikwyls, om eenigen derzelfden te be-
koomen, een Schildery van zyne Hand heeft ge-
geeven.
D e Tekeningen van Kar el Marat zyn van Rood-
kryt,
(1)  Of dit dus na den Letter, en niet alleen maar te ver-
ftaan'zy van zulken die door hunne Verdiensten hem geen
Nadenken konden verwekken, zullen wy onder zien, op Ni-
colo Berettoni.
(2)  Richardson zegt, dat een Vriend, die met Ma-
rat
naauw bekend was geweest, hem verzekerd had , by
denzelfden gezien te hebben een gants Boek , van 2- of 300
Koppen naar dien des Jntinous, en van hem uitgefchoóten
uit meer dan tienmaal zo veel , alle. getekend van Marat :
die te gclyk aan hem verklaarde , dat hy echter nooit het
fchoone had konnen bereiken 't welk hy in zyn Model be-
fpeurde. Zo groot was de Uitmuntendheid van den aiou-
den Beeldhouwer; en zo ongemeen was de Vlyt, de Aan-
houding, en de Zedigheid van. Marat.
-ocr page 224-
Romynse Schilders.           143
kryt, of ander Kryt: met een' dunne Tint van
O. I. Ink , overdekt met Tékenkryt zonder Art-
feeringe. Gemeenlyk is de Omtrek met de Penne.
Een ligte en geestige Toets, veel Juistheid, Vrou-
wehoofden op zyne Wyze bevallig gehuld, en de
Gemoedsneiging der Figuuren , zullen altooz de
Hand ontdekken die hen voortgebragt heeft.
Hy heeft verfcheide Plaaten ge-etst, naamelyk
een t'Samenhangfel van 't Leeven der H. Maagd,
in tien Stukken; de Samaritaane, na Annibal Caratz;
de Historie van Heïïodorus , na Rafaël; de Marteling*
van St. Andries, na Dominiquyn. Verfcheide Gra*
veerders, als Pietro Aquila, Ccefare Fantetti, N. Do-
rigny
, Audenaerd , Chat eau, Pk art de Romyn, Frez-
za, Fariat, Coelemam,
hebben na hem gearbeid-
en daar zyn vier Stukken, in de Verzamelinge van
Crozat. Zyn Werk beloopt, op meer dan twéhon-
derd Stukken.
D e voornaamfte Werken van Kar el Mar at , te
Rome, zyn te St., Ifidorus, daar hy in de Vakken
verbeeld heeft, de Geboorte des Saligmaakers en
den Droom van St. Jozef; in den Koepel der Ka-
pelle is de Vergodinge des Heiligs, en zyn Huu-
welyk op 't Hoog-Autaar. Aan de Zyden ziet
men een' Vlugt naar Egipte , en 't Sterfbed van'
St. Jozef (1). De Kapelle van 't Kruisfifix, wel-
ke daar tegens over ftaat, is zeer fchoon. Die
welke Silva genoemd word, in de eige Kerke, ver-
beeld de Ontfangenis der H. Maagd. Men ziet
het Bezoek van Se. Elizabet, en een ander Schilde-
ry, in de Sakristye der Kerke della Pacc; en een'
Krib-
(1) Dit laatfte is, volgens Rkbardfon , een zyner be-
faamdfte Tafereelen te Rome, fchoon hy nog jong was toen
hy 't maakte.
-ocr page 225-
144          Romy n se Schilders.
Kribbe, in Fresko, in de Galerye van 't Paleiz van
Monte Cavallo. Na de Dood zyn's Meesters, vol-
tooide hy de Apostelen van 't Paleiz Barberini. Hy
fchilderde Se. Rofalië , met een' Engel die het
Zwaardt in de Schee ffceekt, toen het Volk , op
haare Voorbede, van de Befmetlyke-Ziekte verlost
wierd. Men ziet, in de Kerke van 't H. Kruiz
van Jeruzalem, een fchoon Tafereel van St. Ber-
nard.'
In de Gallerye Colonna heeft hy verbeeld ,
üttavio Colonna die den Tempel van Janus fluit, en
Kindertjes boven vier Spiegels. Hy fchilderde, in
de Kapelle Spada ter Kerke der Chiefa nuova , St*
Kavel,
en St. Ignatius aan de Voeten der H.Maagd;
en in die van Jezus, St. Franfiskus Xaverius, die 't
Hoofd - autaar verfierd. In de Minerva , Kapelle
van Ahieri, vyf Heiligen , gekanonifeerd door Kle-
mens X.
Men vind in de Kapelle Cibo, van de Ma-
donna del Popoio
, de Ontfangenis en de vier Leeraa-
ren der Kerke. By de Jezititen , den Dood van
St. Franjes Xaverius; en St. Kar el en St. Jmbrofius,
aan de Voeten der H. Maagd, te San Carlo al cor-
fo CO-
In de Gallerye des Groothertogs, St. FilippoNeri.
Te
(i) Richardson meld van de Aanbidding» der Konin-
gen, een befaamd Tafereeltje in Olieverw, 't geen den Zwier
van Guido heeft en in de Kerk' van St. Marco der Venetiaa-
nen
word gevonden ; alsmede , van een groot Bacchanaal in
't Paleiz Bracciano, zynde ten aanzien van Tekening', van
Koloriet, en van Houding' , een der fchoonste Stukken dien
hy van Marot gezien heeft. Daarenboven meld hy van vee-
ten
zyner fchoonlte Kabinetflukken, in 't Paleiz Palavicini,
waarvan zedert het beste Gedeelte naêr Engeland gegaan is:
onder anderen 't heerlyke Oirdeel van Paris, van K. Marat,
gekoomen aan den Ridder Walpole, met eenige andere uit-
muntende Stukken, welke de fchoone Verzamelinge van dee-
zen edelen Heer vergroot hebbes.
-ocr page 226-
Romynse Schilders. . 145
Te Genua, in O. L. V. van Carignan, het Tafe=
reel van St. Blafius.
De Gallery des Keurvorsts der Paltz, te Dus*
feldorp ,
is verfierd met eene flaapende ferms ne±
vens veele Figuuren ; en met een ander Tafereel*
verbeeldende Jezus, de H. Maagd, en St. Jan.
T e Stem, in de Kapelle Chigi, een Bezoek en
een' Vlugt naar Egipte.
De Koning van Franhyk heeft, de Aanbiddin-
ge der Herders; een' Prediking' van St. Jan; ApoU
lo
en Dafné; eene H. Familie in 't klyn , niet Sfa
Jozef,
In 't Païeiz Royaal is een fchoone Galathéa, en
een' H. Maagd met het Kind Jezus.
In de Gallerye van 't Hotel van Toulouze, vind
men 'Augustus, die den Tempel van Janus fluit en
aan de Vrede offerd.
De voornaamfte Leerlingen van Karel Marat*
zyn Nicolo Berettoni, Giufeppe Chiari, Ghifeppe Pas/e-*
ri, Pietro de Pietri, Antonïo Balestra, Andrea Proca-
cini, Giatinto Calandrucci, Agostino Mafucci,
enz*
Wy moeten iets zeggen van de drie eerstgenoem-
den, die 't beroemdst zyn geworden.
Nicolo Berettoni wierd gebooren te Ma-N.Èeïèfa
cerata,
A°. 1637. Zyne eerste Tafereelen , gin-*<"»'•
gen door voor die van Guido. Hy quam in deSchoo-
le van Karel Marat, alwaar hy Wonderen deed mee
zyn Penfeel. Zyn Meester wierd daarover zeer na-
iverig : zulks die hem altooz bleef gebruiken j tot
het Vryven zyner Verwen. Eindeiyk , deed hy
hem het Verwulft van St. Silvester ontneemen, om
het aan Brandi te geeven. Deeze Mishandeling"
deed Berettoni van Droefheid fterven, A°. 1682 *
ia den Ouderdom van 45 Jaar.
Eerjie Deel                      K                         Öitr-
k_
-ocr page 227-
i4o         Romynse Schilders.
G.aiari Giuseppe Chiari (i), gebooren in Rome,
A°.
1654, heeft veele openbaare Werken ge-
maakt. Daarin toonde hy_ zig, een waardig Leer-
ling van Carlo Maratti: die aan hem overliet de
Zorge om de Kartons optemaaken , voor de Mu-
faife Werken van een' der klyne Koepels van St.
Pieter.
Hy maakte eenen der twaalf Profeeten
van St. Jan Lateraan, befleed aan de bequaamfte
Schilders van dien Tyd ; en ftierf te Rome, van
een' Beroerte, A°. 1727, in den Ouderdom van 73
Jaaren.
G. Pas- Giuseppe Passeri wierd te Rome gebooren
fik A°. 1654. Men beitelde hem by Mar at, die, hem
grootelyks beminde, en hem alle de Werken van
Lanfranc , en van Michel Angelo deed kopieeren.
Hy deed hem ook aanmerken de Kunstgreepen van
Guido en Dominiquyn, met het Koloriet van Titiaan
en van Corregio. Pasferi heeft fraaije Tafereelen ge-
maakt, en veel gearbeid voor Kerken. Hy ftierf
A°. 1714, ten Ouderdom van 60 Jaaren.
(1) Veele zyner Tekeningen, gelyk ook van anderen
2yner Medeleerlingen, gaan voor die van Maraï door, zegt
Richardfon.
LEO?
-ocr page 228-
Florentynsje Schilders. i4
LEONARD DA VINCL
LEonarddaVinci kan aangemerkt Wof.«
den, als de eerste Florentynfe Schilder die de'
Schilderkunst tot vaste Regelen bragt: welke A**
1240, door Cimabue, in deeze Stad herfteld wierd.
Gebooren in 't Kasteel Finci, by Florence, had hy
Pieter da Vmci ten Vader, die Van edelen Af-
koomst was. Zyn natuurlyke Drift voor alle Kuns-
ten , zig van zyne Kindsheid af ontdekkende 4 be-
ftelde men hem te Florence , by Andries Ferocchio ,
waarby Perugino leerde. Nauwlyks was Leonard in die
K 2                         Schoo»
-ocr page 229-
H8 Florentynse Schilders.
Schoole, of hy fchilderde eenen Engel, in een Ta-
fereel van den Doop des Saligmaakers, 't welk Ve-
rocchio
vervaardigde. Deez Engel was zo fraai ge-
daan, en ging alle de andere Figuuren van dat Stuk
zodanig t£< boven, dat zyn Meester, gebelgd van
zig dusdanig door eenen. Jongeling overtroffen te
zien , het j'enfeel niet trïeér behandelen wilde.
Na zyne eerste LeeroefFeningen , meende da
Vinci geen.' Meester meer benoodigd te zyn. Dus
verliet hy'>Verocéïo~:&n begaf zig naar Milaan, al-
waar hy bedi^fVen wierd in alle deJDeelen der
Schilderkunst: 'de j&unsten en Weeterffchappen wa-
ren hem bekend. "Met eenen goeden Smaak , en
veel Vernuft, had hy een 'bondig üirdeel en een'
diepe Opmerking.' Hertog Sfofcè , van Milaan ,
die hem naar de.eze Stad getrokken had , ftelde
hem aan 't Hoofd vatï de Akadëmie der Schilder-
kunst, doér hefet öpgerigt. Hy deed hem op eene
Lier fpeelen, cfoor hem uitgevonden, en die vol-
rnaaktelyklvanjjïém behandeld wierd. Die Prins
belastte hém-zJê^-met het fchilderen een's Nacht-
maals, in de Eetzaal' der Dominikaanen te Milaan.
De Aangezigten der Apostelen waren zo fchoon ,
dat de Schilder zig niets volmaakt genoeg verbeel-
den kon om dat van Jezus Kristus te fchilderen, 't
geen dus maar gedoodverfd bleef (i). In gelyker-
voegen
(O Dit's volgens het oude Vertel!ingje, bevestigd door
alle de Schildevhistoiïè'n. Maar Ricbardfon, die dit befaamde
Stuk aandachtig onderzogt heeft, zegt dat het gants onwaar
is : dat in tegendeel, het Gedeelte van dit Aangezigt 't welk
nog gezien word (want het Stuk is zeer vervallen en alle
de Apostelen ter Regte-zyde des Kristus zyn gants vergaan ,
zulks 'er Plaatsfen zyn alwaar niet anders dan de Muur is
overgebleeven ) zeer uitvoerig is, volgens de Gewoonte van
da Vinci.
-ocr page 230-
Florentynse Schilders. 149
voegen, niets Zo afgrysfelyk konnende uitdenken
om Judas te verbeelden, fchilderde hy dat van den
Prioor des Konvents in de plaats, die hem daagh-'
jyks lastig viel om 't Werk te voltooijen (1).
Na een rédelyk lang Verblyf te Milaan, daar hy
ingeleid wierd by Franfois L, Koning van Frank-
ryk,
toen deez Vorst door die Stad trok, quam hy
A°. 1500 te Florence. De Senaat (lelde hem te
werk, om met Michel Angelo de Groote-Raadzaal'
te fchilderen. Door een' edelen Na-iver , maak-
ten zy om Stryd, tot dat Werk, de befaamde Kar-
tons ( 2 ), waarvan de Histori der Schilderkunst zo
ge-
(1 ) Volgens Vafari, vertoonde da Vinci aan den Her-
tog , dat hy reeds alle de Apostelen gedaan had ; dat hy
zeer vernoegd was over derzelver Gelaat, eir de Hartstog-
ten weiken hy hen had gegeeven: maar, dat hy geene lee-
vendige Verbeeldinge genoeg konde vinden, om dien uitte-
drukken, die m zo veel-e Weldaaden van zynen Meester ge-
nooten te hebben, de Ziel zo vuil had om hem te verraa-
den. Dathy daarentegens zulk een ysfelyk Denkbeeld had van
't Aangezigt diens onbezuisden Prioors, die hem zo vreezlyk
plaagde , dat het alle andere afgryzelykfte Wezens-trekken
uit zyne Gedachten wischte , zulks 't hem onmogelyk ivas
het Schildery te voltooijen, indien zyne Hoogheid hem niet
veroirloofde het Aangezigt van dien Monnik daarin te ver-
beelden. Waarop de Hertog lachend antwoordde, Ja, zé-
ker: je hebt 'er duizend Redenen toe!
Die Kop geeft ook zulk
een volkoomen Denkbeeld (zegt Richardjon) van eenen'Ju-
das
, dat ik niet verwonderd ben dat de Schilder zul'ken
grooten Trek had om hem te fchilderen.
(2) Vasari befchryfc dezelfden , gelyk in van Manden
kan gezien worden. In die van da Vinct, verbeeldende een
Battaiije van 'M. Piccinino , Veld-overfie des Hertogs van
Milaan, zag men het toornig Woeden van Ruiters en/Péér-
den , oribefchryffelyke aartige Wapeningen, Helmen , Klee-
dyen , en Standen van Péérden, waarin hy uitmuntte, zo
aangaande 't Verftand der Muskeien als in Schoonheid en
vVerkinge; om deez' Karton te fchilderen had hy een'won-
derbaare fraaije Steigeringe gemaakt , die men verhoogen ,
K 3                            va-
-ocr page 231-
X50 Florentykse Schilders.
gewaagd, en waaruit alle de Schilders , die hen
volgden, Voordeel geraapt hebben. De Krakeelen
welken daVinci had, aangaandezyne Kunst, met
den grooten Michel Angelo, ter Zaake elk zyn Ge-
deelte deeze Zaale wilde doen uitmunten, dienden
oneindiglyk ter Onderrigtinge van Rafaëh die toen
twintig Jaaren bereikte, terwyl Michel Angelo né-
gen-entwintig Jaaren had.
. Leonard verzelde Hertog Juliaan de Medicis
naar Rome , A°. 1513 > by de Verkiezinge van
Leo X. Deez Pauz beflelde hem een Tafereel .
Verneemende vervolgens, dat hy zig bezig hield
met Oliën te distilleeren en Kruiden te bereiden
( om Vernis daartoe te maaken ), zeide hy die Man
zal niets goeds te wege brengen, wyl hy op 't Ein-
de zyn's Werks denkt eêr hy 't eens begonnen
heeft. Inderdaad, da Vinci heeft zelden Schilde-
ryen ten Einde gebragt: altooz, liet hy 'er iets on-
volmaakts in. Deeze Onzekerheid fproot alleen
uit de hoogdraavendheid van zynen Smaak, die zig
nooit
verlaagen , en inkrimpen kon : maar, toen hy aan 't Schil-
deren zoude gaan, had hy den Muur met zulk een' dikke
Mixtuur bezet om in Olieverw' te werken, dat hy eindelyk
zag dat alles bederven zoude , en dus liet hy 't begonnen
ftaan. De Karton van M. Angelo, verbeeldde den Oorlog
van Pifa: de Rivier & Arno vol Naakten van baadende Sol-
daaten, terwyl 't Leger overvallen word, en ider zig daarop
gaat haasten om zig te wapenen. Onder anderen was 'er
een oud Kryger , hebbende 't Hoofd met een' Krans van
Veilbladeren tegens de Hitte bedekt, die alle Poogingen deed
om zyn' Kousfen over zyn' natte Beenen te trekken , zulks
hem de Mond krom trok , alle Muskeien werkten , en de
Aderen en Peezen rekten. Andere Dingen waren daar gete-
kend , in Groepen: d'een' met Kryt of Koole, fommige ge-
vraschen en gehoogd met Loodwit, d'andere ge-artfeerd. De
Verkiezing van Paus Julius II-, A°. 1503, welke M. An-
6£LQ zq voort naar Rome riep, deed dit zyn Werk ftaaken.
-ocr page 232-
Florentynse Schilders, isï
nooit vernoegde met het geene zyn Geest had
voortgebragt.
Ni mant heeft, zékerlyk , meer gearbeid dan
hy , om het Punt der Volmaaktheid te bereiken
en de Driften der Ziele uktedrukken. Overtuigd
dat hy de Achtinge van vernuftige Lieden tot zig
trok, deed hy ongemeene Studiën om de Verbeel-
dinge der Aanfchouweren optewekken. Niets ont-
fnapte hem ( i). Hy droeg een Memorieboekje
aan
(i) De Pii.es zegt, dat de Schilderyen, die van hem
in de Kunstkabinetten der Vorsten en byzondere Liefhebbe-
ren overgebleeven zyn, en welke alleen in weinige Figuuren
beftaan , niet genoegfaam zyn om van de Voortreffelykheid
zyn's Vermifts te doen oirdeelen; dogh, dat het geene de
Schryvers daarvan gezegt hebban, en zyne overgebleeve Te-
keningen , in ftaat is om ons te verzekeren dat hy een groot
Schilder was. Zelve geeft hy een getrouw Uittrekzel, zege
hy, uit een Latytis Handjcbrift van Rubbens, waarvan hy be-
zitter was, 't welk zig uitlaat over de naauwkeurige Befpie-
gelinge en Aandacht van L. da Vinci op de Natuure, en 'C
Voorbeeld 't welk dezelfde daarvan nagelaaten heeft in zyn
Nagtmaal te Milaan : „ daar de Apostelen (zegt hy) in hun-
,, ne behoorlyke Piaatsfen zyn, en de Kristus in de voornaam-
„ fte, in 't Midde van hen is, deftig van Geftalte, enz.,
„ waar in geen' Geringheid nog Werking tegens de Wel-
„ voeglykheid voorkoomt". 't Befluit is ,, dat hy, door een'
„ Uitwerkinge van zyne diepe Peinzinge, tot zulk een' Trap
„ van Volmaaktheid quam , dat hem (Rubbens) onmogelyk
,, fcheen genoegfaam naar Waarde van hem te fpreeken, en
„ nog meer om hem natevoigen ". Dat's geen klyne Preuf
voor da Vinci: dogh enkeld, zo wy meenen, aangaande de. Harts-
togten, die
algemeenlyk in hem erkend worden. Evenwel, als
Rubbens zig dus fterk heeft uitgedrukt, wat moet men daarvan
houden: was 't niet meer by Vergrootinge, dan by rype Over-
weeginge? Kon deez', welke Kunstenaar hy ook was, verder
fpreeken dan van de Uitmuntendheeden welke zig daarin ver-
toonden, dan hy Rubbens voor zig zelfs vermogend inogt vinden :
maar, kon dit gefchieden ten Aanzien van anderen, of van 't
, geene de volgende ïyden mogten uitleveren? Kon Rubbens dus
K 4                           frrce-
-ocr page 233-
152 Florentynse Schilders.
aan zyn' Gordel, om de vreemdfte Gedaantens uï£-
tefchetsfen welken 't Geval hem opdeed ; en hy
volgde den Veroirdeelden tot op de Strafplaats-
fe, om naauwkeurig op Hun Aangezigt den In-
druk natefpeuren, dien de Gedachten van een' naby
zynde Dood konden voortbrengen. Zo kiesch was
hy , dat hy , om Verwarringe te vermyden , in
zyne Tafereelen geene Figuuren méér bragt, dan
zulken die volftrekt noodzaakelyk daarin waren.
Aan elke Zaak, gaf hy het Merkteken 't welk daar-
aan behoorde. Het Vuur zynerlnbeeldinge, verhief
Zyne Onderwerpen tot op den verhévendften Trap.
Deez Schilder drukte alle de Kfynigheeden der
Natuure uit : niet alleen den Baardt en de Hai-
ren, maar de Hairtjes van den Huid, der Kruiden,
der Bloemen, enz. Deeze llaaffe Naauwkeurigheid
kon niet verbeterd worden , dan door de Studie
der Antieken : maar, hy raadpleegde ze nimmer,
Zyn Koloriet is niet uitmuntend : zyn Vleezkleur
trekt naar Gist, en in alle zyne Tafereelen heerst
een Paarsfe - Toon , die daarvan de Houdinge be-
Tieemd. Door zyne Werken alteuitvoerig te maa-
ken , wierd hy droog , en zyne Omtrekken kan-
tig (i). Men verhaald, dat hy te veel Tyd be-
fteedde tot zyne Schilderyen : dat hy vier Taa-
ren
fpreeken, kon ds Files dat zo aanneemen, indien zy 't wel
overwoogen hadden : daar da Vinci , in dat eige Stuk (zo
wel als Rafaël, gelyk Felibien aanmerkt) zodanig tekens de
Behoorlykheid zondigde, met Kristus en zyne Ap'ostefen zit-
tende (en niet leggende) aan Tafel te verbeelden?
(l) Vasari zegt, dat hy alles aanwendde om zyne
Dingen te doen vooikoomen , rond en verheven te doen
ftaan ; gaande zelve zo verre, om zyn Werk te doen verheffen
gat hy eens aan eenen Engel 't allerbruinste Zwart in dé
piepfelen , en 't allerlichtfte Wit in de Hoogfels gebruikte • 't
Welk meer ftachc- dan Daghlicht, o.m de Hardigheid geleek
-ocr page 234-
Florentynse Schilders. 153
ren bezig was over 't Afbeeldzel eener Juffer, ge-
noemd Mona-Lifa, laatende het eindelyk nog on-
volmaakt (1). Hy deed Poetsfemakers, Zangers,
en Mullkanten koomen , als hy haar fchilderde ,
om haar in vrolyken Luim te houden.
De Ontleedkunde , waarin hy Merk geftudeerd
heeft, vooral die der Péérden, was hem zeer ge-
meenzaam. Men heeft,van zyne Hand, een groot
getal Tekeningen, over de Gelaatkunde (2). Zy-
ne
(1)  Desonaangezien zegt Felibien, dat het een der vol-
maaktfte Werken is welke uit zyne Handen zyn gekoomen:
dat zo veel Bevalligheid en Zoetheid in de Oogen , en in de
Wezenstrekken gevonden worden , datze leevendig, en als
een' Vrouw fchynt welke Vermaak fchept dat men haar be-
fchouwdj en dat Franfois I., voor dit Portret, vierduizend
Ryksdaalders betaald heeft. Volgens Vafari, zyn daarin ten uit-
terfte waargenomen, tot de minfte Klynigheeden welke te fchil-
deren mogen weezen: in de Oogen dat waterachtig Blinken;
op de Blaauwigheid die klyne roode Takjes; de klyne Hairt-
jes der Oogfcheelen; de Wenkbraauwen met de Hairtjes, zo-
danig als deeze gekeerd uit het Vleez waschen , hier dikker
daar dunner; Neuz , Mond, Wangen , en Kin, zyn met
alle deszelfs Deelen zodanig gedaan, dat het Vleez fchynt;
in 'r Putje der Keele, als men 'er fterk op lette, zag men na-
tuurlykde Polz.fpeelen. Onze Schryver, dieze voor zyne Oo-
gen heeft, fchynt echter daarin, buiten de zonderlinge Uit-
voerigheid ( te vreemder wegens de Veranderlykheid van dien
wonderbaarelyken Geest, die een Werktuigkunftenaar, een
Filozoof , en Doorfnuffelaar van de Verborgendheeden en
Kragten der Natuure , meer dan een eêl en kloek Schilder
was) zo veele Byzonderheeden niet te vinden.
(2)  In de Ribliotbeca Ambrofiana, te Milaan, is zyn be-
faamd Werk over de JVerktuigkunde. De Tekeningen van dit
Boek, zyn gepla'-t op groot Imperiaal-papier. Het vervat
399 Bladen en 1750 Tekeningen, alle ontwyffelbaar Origi-
neel , gedaan met de Linkehand: gelyk ook zyne daarby ge-
icbreeve Aanmerkingen en Verklaaringen gedaan zyn , die
gernaklyk geleezen worden, door 't Middel van een' Spiegel
Welke enkeld daartoe gefchikt is. Mylord Arundel, befaamd
°m zyne uitmuntende Verzameling' van alles wat de Kunsten
K 5                             en
-ocr page 235-
154 Florentynse Schilders.
ne Verhandeling over de Schilderkunst, nader-
hand door Pousfyn met Figuuren van eigene Uit-
vindinge verrykt, is een voortreffelyk Werk, en
moet aangezien worden als een Bron waaruit veel
te putten is (i).
Leonard was een groot Bouwmeester. Hy
gaf Preuven daarvan , te Pifa: daar hy 't Bedde
der Arno afleidde , om derzelver Water naar Flo-
rence
te voeren. Ervaaren in de Waterwerktuig-
kunst, maakte hy het Kanaal, 't geen de Wateren
der Adda tot aan Milaan brengt : een Ondernee-
ming, welke tot dien Tyd toe onmogelyk geacht
wierd. Hy baande Wegen door de Gebergtens,
dien hy wist te effenen. Ook maakte hy zulk ver-
vaarlyk groot Aarde-Model een's Péérds, tot een
Standbeeld voor den Hertog, dat het onmogelyk
bevonden wierd 't zelfde in een' enkelde Geut te
gieten.
De Na-iver, welke altooz tusfen M. Angelo en
ia Vinci geheerst had, zig te Rome wederom opge-
wakkerd hebbende, vond de laatstgenoemde zig ge-
noodzaakt Italië te verlaaten, en naar Vrankryk te
gaan. Franfois I. trok hem daar naar toe, door zy-
ne Gunstbewyzen , en ontfing hem, met alle de
Tekenen van Achting'dien hy verdiende. Leonard
leefde'er, maar vyf Jaar: reeds oud, en byna al-
tooz onpasfelyk zynde , bragt hy 'er niets voort.
De Koning , hem in zyne Ziekte te Fontainebleau
koo-
en Geleerdheid betrof, heeft veel Moeite gedaan, zo Ri-
cbardjon
verzekerd, om dat Boek der Werktuigkunde voor Ko-
ning Jakob den 1. te koopen, toen het nog in partikuliere
Handen was. Hy bood drie-duizend Pistoolen , te vergeefs.
( i ) Feltbien Itemd dit wel toe: maar hy zegt daarby, dat
het geene goedeSchikkinge heeft, nog genoeg doorwrogt is.
-ocr page 236-
Florentynse Schilders. 155
koomende bezoeken, zag hem den Geest geeven in
zyne Ermen, A°. 1520, ten Ouderdom van 75 Jaa-
ren, en betreurde hem ongemeen.
Die zeldzaame Man had een zeer bevallig We-
zen : hy was welgemaakt, zeer welfpreekend, en
deed zig algemeenlyk hoog achten. Men verhaald
verwonderlyke Zaaken, van zyne Sterkte: onder
anderen , dat hy een Hoéf-yzer kon buigen , en
den Klepel eener Klok wrong als een' Schroef.
Zyne Leerlingen zyn geweest, Andrea Salaino
of Salai, Antonio Boltroffio , Marco Uggioni, Cezar
Sesto, Paulo Lomazzo,
enz. (1).
De Te'keningen van da Vinci, zyn gedaan met
Potloot, met Roodkryt, met Zwartkryt, en mees-
tendeels met de Penne, zeer vry en Jugtig behan-
deld , flaauw opgewaschen.* Men merkt daarin
aan, een groote Juistheid, veel Geest, en een' vol-
koome Navolginge van de Natuure. Hy heeft
verwonderlyke Gryns - troniën getekend. Indien
hy fomtyds de Omtrekken der allêrgrilligfte We-
zens nog geweldiger aangezet heeft , zo was dit
om daarvan te beter het Merkteken te bewaaren.
Een eenvoudige Waarheid, een wat drooge Smaak
van Tekening', en een vreemde Wyze van Klee-
dyen ,zyn genoegfaam om Leonard da Vinci teon-
derfcheiden: indien gy daarenboven zyne Manie-
re van Denken, en eene leevendige Üitdrukkinge
van de Hartstogten daarin vind , welke hy beter
dan imant anders bezeeten heeft.
T e Florence heeft hy de Kartons vervaardigd, als
voorgemeld , voor eene Zyde van de Groote-Zaale
des
(1) Die zodanig zyne Maniere hadden aangenomen,
zegt Felibien, dat dikwyls hunne Werken voor de zynen zyn
doorgegaan.
-ocr page 237-
156 Florentynse Schilders.
des Raadkamers, verbeeldende de Historie van Ni-
colo Pictinino,
Veldheer des Hertogs van Milaan.
Voor 't Hoofd-autaar der Kerke de l'Annunciata ,
eene H. Familie, met S'. Anne en St. Jan, waar-
van hy alleen den Karton vervaardigde. In de Gal-
lerye des Groothertogs , vind men eene Maagd
van midbaare grootte, en den Val van Faëton.
T e Rome ziet men, in 't Vatikaan, eene Maagd,
welke hy voor Klemens FIL fchilderde.
Hy fchilderde, voor den Keizer, eene Geboor-
te, en twé Hoofden van Medufa welker t'famen-
ile'lling Afgryzen baard.
T e Milaan, in de Eetzaale der Dominikaanen ,
een fchoon Nagtmaal, 't welk door den Tyd be-
fchaadigd is. Een heerlyke Kopye daarvan , ziet
men in de Kerke van St. Germain ÏAuxerrois, te Pa-
rys;
en eene , die nog fchooner is, in de Kapelle
van 't Kasteel d'Ecouen. In deSakristye van «S« Ma-
ria
tegens San-cel/o, heeft hy eene Maagd gefchil-
derd , die op de Kniè'n van Si Anne leund , om
haar Zoontje te weerhouden 't welk met een Lam
fpeeld.
I n de Gallerye Ambrofiana , te Milaan, het Af-
beeldzel eener Hertoginne; en dat eenes Leeraars,
ter Kerke delle Gratie , in de Kapelle des Rooze-
krans.
In de Gallerye des Hertogs van Parma, is een
St. Jan.
D e Koning van Vrankryk heeft eene ,H. Fami-
lie, met eenen St. Michiel op den Achtergrond , en
een' Man op de Kniè'n; nog eene H. Familie, met
eenen &. Michiel, de H. Maagd, het Kind Jezus,
St. Jan.
, en eenen Engel; eenen Bacchus 5 de
fchoone Yzerkraamfter; een Vrouws-Portret; eenen
Kristus, houdende een' Wereldklootj St. Jan in de
-ocr page 238-
Florentynse Schilders. 15?
Woestenye; eene H. Maagd, met Se. Jnne; eene
Maagd op de Kniëiy.jem..,de ..Roemde, of de Mona>
Lifa, Huiz^rouwyvan Francisco del Gioconde.
In 't Palftz/Rbyaal, te Parys , is 't Hoofd eener
Vrouwe, met gevlogte Hairen; 't Af beeldzel eener
Doghter, Melker Hulfel grillig is, met een Neêr-
ftik; de Coftynbine , Halflyf eener Vrouw', houden-
de
een' Ruiker van Jasmyn.
SoutmIn heeft.J|et Nagtmaal gegraveerd, in
twé Stukke|i; Troièwkens Herodias, in 't Kunstka-
binet des imtsb;ertogs:_~ï.ês|o/i, en eene Verzame-
linge van (^rjsastroaiën, in da Bladen. Daar zyn
nog eenige i-antfee ClHyeeïz^^ dogh in klyn Ge-
tal.
Mfc
-ocr page 239-
158 Florentynse Schilders.
MICHEL ANGEL O.
MEn behoefd maar alleen Michel Angelo
Buonarota te noemen, om het Denk-
beeld van een' groot Man te geeven. Hy wierd
gebooren, A°. 1474, in't Kasteel van Cfó</£, leg-
gende op 't Grondgebied van Arezzo, in Toskaane .
Zyn Vader, Lodewyk Buonarota, een Man van aan-
zienlyke Geboorte , uit het Huiz der Graven van
Canosfa , fchikte hem tot de Studie , en berispte
hem dikwyls om dat hy tekende, ziende de Schilder-
m
st aan als een Beroep 't geen hem ont-eerde.
Die
-ocr page 240-
Florentynse Schilders. 159
Die Vermaaningen waren evenwel te vergeefs: de
natuurlyke Neiging behield de Overhand. Hy
wierd dan befleld, by Domemco Ghirlandaio dien hy
wel dra te boven ging, zo wel als allen zynen Me-
deleerlingen. Deez Schilder, is van 't Getal die'r
gemeene Meesters die nooit anderen Roem bekoo-
men, dan dien van groote Mannen tot Leerlingen
gehad te hebben.
Laurens de Medicis (1) Beftuurder van Floren-
ce,
nam M. Angelo in zyn Paleiz, alwaar een aan-
zien-
(1) ONVERGELTKELYicBeminnaar,Voorftander, enBelooner
der Kunsten en Weetenfchappen: een Heer, welke byzonderlyk
den Grond gelegt heeft tot deezer Verheffinge in Italië, ver-
volgens al meer en meer opgebeurd door de Vorsten die uit
zyn Geflacht ontfprooten. Hy verzamelde niet alleen, met
zwaare Kosten, 't meestedeel der uitmuntende Antieken be«
hoorende aan dit hoogberoemde Huiz, maar ook eene ver-
baazende Menigte aloude Manufcripten, door 't gantfe Gebi.ed
des Turk/en Keizers nagefpoord, met deezes eigene Toelaa-
tinge, uit zonderlinge Achtinge voor hem. Laurens plaaiifie
alle die fchoone Antieken, en een deel uitmuntende Schilde-
ryen (waaronder zig bevond, volgens K. van Manier , een
St. Jeronimus en andere fchoone Stukken van jf. van Eyck)
in een Gsbouw van zynen Hof, en ftigtte aldaar eene Qef-
fenfchoole voor de Kunstjeugd , zo wel in Schilderkunst,
als Beeldhouwerye. Hy klaagde, zegt van Manier na Vajari,
dat de Eêlbeid der Beeldbouwerye zo vervallen was, 't welk ook
buiten tégenfpraak zyn Opzigt had op de Schilderkunst: want
hy beval aan Gbirlaniaio , dat die van zyne beste Leerlingen
aldaar ftuuren zoude, om te konterfeiten en te leeren tekenen.
Door dit Middel , quam M. Angelo aan 't Hof, en in de
Gunst des doorlugten Befchermhe'ers, dien hy zig door zyn'
Viyt en zyn uitfteekond Vernuft zo waardig maakte. De.
voortvaarendjie zynde in 't leeren , en de vlytigjie in al zyn
doen
, wierden de Sleutels die'r allergeneuglykjie Plaatsje ter
Studie aan bem vertrouwd:
zulks hy de weêrgalooste Gelegen-
heid had, om zyne natuurlyke Gaven te oefFenen, en zig; de
Grootsheid der Antieken eigen maakende, oneindiglyk bo'fea
allen uittemunten.
-ocr page 241-
ÏÖO FtORENTYNSE ScHIlDERl
zienlyk Jaargeld ( gelyk hy aan Menigte, na Maaté
van Verdiensten gaf) deszelfs Kunst-oeffeningen
grootelyks bevorderde. M. Angelo beantwoordde,
aan de Goedheeden zynes Befchermheers. De Bytel
was zyn eerste Werktuig. Hy had deezen leeren be-
handelen by zyne Voedfter, Huizvrouw een's Beeld-
houwers , woonende in het Dorp Settignano: waar-
van 't Meestedeel der Bewoonders , of Beeldhou-
wers of Steenhouwers waren. Ten dien Opzigt
plagt hy vervolgens dikwyls te zeggen, dat hy de
Beeldhouwkunst met de Melk ingezoogen had. De
Beelden, dien hy aanvanglyk maakte, 't Gevegt van
Herkules tegens de Centauren , deeden de gantfe We-
reld verbaazen : men kon zig niet verbeelden, dat
zy uit de Hand een's Jongelings voortquamen (i).
D e Dood zynes Voorftanders, vier Jaaren daar-
na, deed hem Florence verlaaten: om de befaamd*
fle Tafereelen te zien, die toen te Venetië en te
Bologne waren. In de laatstgenoemde Stad, maak-
te hy de Beelden van St. Petronius en van eenen
Engel, welke aan den Boog van St. Dominikus ont-
braken. Rome trok hem vervolgens; en de Kardi-
naal van St. George hield hem in zyn Paleiz, gedüu-
rende een Jaar. Eindelyk quam hy wederom te
Florence , daar hy eenige Beelden maakte , gelyk
eenen St. Jan en eenen Kupido (2). Dit laatfte
wierd zo fchoon gevonden , dat men hem raadde
het naar Rome te zenden, en het te delven in eenen
Lust-
(1)  Zyn eerfle Werk in 't Marmer, op zyn' Ouderdom
van 18 Jaar (indien het Opfchrift van achteren geloofbaar
is) was de Kop van Pan : wonderbaarlyk gekopieerd, na een
Antiek van den hoogften Griekfen Styl, beide nog in wezen.
(2)  M. Anü£Lo was toen 24 Jaar oud, en Rafaël nog
een Kind.
-ocr page 242-
Florentynse Schilders, iö*
Lusthof, die wel dra omgegraaven ffcond te wor-
den, 't Geval wilde, zo als men 't zig verbeeld
had : het Beeld wierd opgegraaven, en de Kenners
pirdeelden 't Antiek te zyn. Zy wierden niet uit
den Dut geholpen, dan door eenen Erm, dien M.
Angelo
bevoorens daarvan gebroken en met zig
naar Rome gebragt had.
In deezen Tyd , quam de fchoone Groep der
Piëta, die in de Kapelle der H. Maagd te St. Pieter
Haat, door zynen Bytèl voort. Hy keerde vervol-
gens wederom naar Florence. Van een' Blok Mar-
mers , door Slmone da Fiefole verbrod , welke daar-
uit eenen Reuz had willen maaken, formeerde hy
eenen jongen David met zynen Slinger. Dit onna-
volgelyk Beeld , Haat op de Groote-Plaatsfe te Flo-
rence.
M. Angelo wierd gebruikt, in de Groo-
te Raadzaal' , ten Tégenftreever van Leonard da
V'mc'i.
Het Ontwerp daar van, was de Oor-
log van Pi/a: waarvan hy de Kartons maakte, die
zodanig geacht wierden, zelve van de Schilders ,
dat zy zig beïverden om dezelfden te kopieeren.
Men rékend den grooten Rafaël, onder 't Getal vaa
die zyner Toejuicheren.
Alexander de VI overleeden , en van Ju-
lius IL
opgevolgd zynde, deed deez Paus M. An-
gelo naar Rome koomen, om aan zyn Praalgraf te
arbeiden, 't geen alles van dien Aart overtreffen
zoude. Hy maakte daarvan een' pragtige Teke-
ning' , t'famengefteld uit veertig groote marme-
re Beelden , behalven de Kindertjes en het ander
Bywerk.
Eenig Ongenoegen ,'t welk hy van Julius ont-
fing, deed hem fchielyk naar Florence wyken (i).
Da
(i) Volokns Vajari, ging M. Angelo zelfs nair Cara-
Eerjïe Deel,                       L                             «»
-ocr page 243-
iö2 Florentynse Schilders.
De Paus, dit verneemende, zond hem vyf Renbo-
den achter na, en dwong hem, door herhaalde Be-
veelen aan den Raad, naar Bohgne te koomen , al-
waar hy zig bevond, om Vergisfenisfe te bidden (i).
Dee-
ra, om 't noodige Marmer uittezoeken; een Gedeelte fchikte
hy naar Rome, en een ander Deel naar Florence om hier des
Somers te gaan arbeiden , wanneer te Rome een Quaade-
Lucht heerst. Het Marmer te flom«_gekoomen zynde, moest
betaald worden. M. Angelo begaf zig deswcgens naar den
Paus, dogh kon geen Gehoor bekoomen, onder Voorwend-
zel dat zyne H. gewigtige Zaaken onder Handen had. Hy
betaalde 't dar., van zyn eigen Geld. Eenigen Tyd nader-
hand, weer ten Hove koomende , wierd hy insgelyks afge-
weezen: de Portier gaf zelfs voor, dat hy Bevel had hem niet
intelaaten. Een Bisfchop, daar by (taande, zeide toen te-
gens denzeifden, Hoe! kenje deezen Man niet? De ander ant-
woordde , ik ken hem zeer wel: maar ik fta hier, om 't Be-
vél van mynen Opperden en van den Paus waarteneemen.
Daarop zeide M. Angelo, Als de Paus my laat roepen, zeg
dat ik elders te vinden zal zyn. Met een begaf hy zig naar
Huiz, en vorder te Post uit Rome; laatende Bevel aan zyn
Volk, orn alles aan de Jooden te verkoopen en hein te vol-
gen. Op 't Grondgebied van Florence, troffen de Brieven en
Afgezondenen des Paus hem aan, met Bevel van weerom te
koomen, op Straffe'van Ongenade; Aanvanglyk wilde hy
nergens naar hooren; en fchreef alleen dit Briefje aan den
Paus : ,, zyne H. zoude 't hem tog vergeeven, wanneer hy
„ niet meer in derzelver jegenwoordigheid quam, wyl die
„ hem a's een Booswigt had doen wegjaagen , 't welk hy niet
„ verdiende: zyne H. zoude wel anderen tot derzelver Dienst
„ konnen vinden ".
( i ) Je hebt dan ge-wacht ( riep de Paus, zo dra hy hem voor
zyne Voeten zag) dat wy u koomen vinden, in fteê dal je ons
zoud koomen zoeken !
De Bisfehop, die hem (vanwegens den
Kardinaal Soderini, aan welken^M. Angelo van den Raad van
Florence aanbevolen was, en die zig door Ziekte belet vond)
by zyne H. had ingeleid, wilde toen zyn Beentje uithaalen ;
en vertoonde eerbiediglyk aan zyne H., dat Mensjen van dit
Beroep gemeenlek onbedreeven zyn, en buiten hunne Kunst ner-
gens toe deugen : zulks ze alle Verjcbooninge verdienen.
Maar
Julius, die beter Denkbeeld daarvan had, dorfchte den Bis-
..
                                                                                fchop
-ocr page 244-
Florentynse Schilders. $63
Deeze klyne Ongenade, fcheen aan verfcheide eene
groote Gunst ( i ). Bramant, Bloedvriend van Ra*
faël,
wierd na-iverig daarover; en boezemde den
Paus in, om aan M. Angelo het Schilderwerk der
Kapelle van Sixtus optedraagen , meenende dat hy
zig met Eere daaruit niet redden zoude. Daardoor
wendde Bramant hem af, van zig in de Beeldhouw-
kunst te oeffenen, waarin hy meer dan imant uit-
muntte ; en brak te gelyk het Ontwerp, van 't
Praalgraf des H. Vaders. M. Angelo , die den Af-
gunst zyn's Tégenftreevers gevoelde, wilde zig dac
Werk van den Halze en op Rqfaël fchuiven: maar
de Paus verftond geen' Verfehooning', en hy moest
gehoorzaamen.
Hy vervaardigde dan de Kartons voor de Kapel-
Ie;
fchop met zyn' Rotting op den Rug (zo Vafari getuigd), en
liet hem voorts buiten het Vertrek jaagen, zeggende je bent
zelfs een Lomperd: zuldge dus eenen Man boonen, dien wy niet
beleedigen willen !
Daarentegens ontfing M. Angelo de Be-
nediiïie
, benevens onderfcheide Gefchenken , en Beloften
voor het toekoomende.
(i) Dit zou onverftaanbaar konnen voorkoomen , aan
dien die den driftigen Aart van Julius niet kennen, of geen
Geloof wilden flaah aan 't geene de Italiaanen zelfs van hem
fchryven. Vafari getuigd het volgende. M. Angelo, aan
hem Verlof vraagende om eens naar Florence te gaan, voerde
cie Paus hem te gemoct', En die Kapelle (van Sixtus): <wan-/
neer zal die gedaan zyn?
De ander antwoordde, Als ik kan,
H. Vader. Als ik kan! als ik kan: ik zalze u wel dom gedaan
hebben!
zeide zyn Heiligheid, en leidde hem met een' zyn'
Rotting zo gevoelig over de Schouderen , dat M. Angelo ter-
ftond naar Huiz weck. Hy vond 'er zig echter zo dra niet, of
's Pausfe Kamerdienaar quam hem 500 Ryksdaalders brengen ,
om het te verzoeten: geevende hem te kennen, dat de Schie-
lykheid zyner Heiligheid enkeld Betuigingen van Vriendfchap
waren, en veeleer voor Gunftbewyzen, daa voor Beleedigtn-
gen, moöÉten opgenomen worden.
T 5
-ocr page 245-
j64 Flqrentynse Schilders.
Ie; en ontbood verfcheide Schilders van Florence ,
om daaraan te arbeiden. Deeze voldeeden hem zo
weinig, dat hy hen te rug zond, en 't Befluit nam
van dat groote Werk alleen te fchilderen. 't Was
nog niet half voltooid, of de Paus, onverduldig om
liet te zien, deed de Stellafiè'n weghneemen ( i),
en was 'er ten hoogft' over voldaan. Bramant, die-
de andere Helft voor Rafaël verzogt, wierd afge-
ilagen ; en M. Angelo liep die groote Baan' af , in
twintig Maanden tyds ( 2). Négeri Onderwerpen
van
(1)  M. Angelo had aan den Paus gezegt (die hem in
hevigheid vroeg , hoeneer hy gedaan zoude hebben ), dat dit
zoude weezen, wanneer hy zig zelfs in de Kunst zoude heb-
ben voldaan. Zyne H. voerde hem daarop te gemoet', En
wy willen datje ons ook voldoet, in ons Verlangen van let fpo'edig
dooruvoltooid te zien:
geevende hem daarbenevensgulhartig te
kennen , dat hy hem van 't Stellafie zou laaten fmyten, in-
dien hy niet fpuedig gedaan maakte. • M. Angelo, weetende
dat zyn H. een Man van zyn Woord was, vond zig dus in ds
Noodzaake van zig te overylcn.
(2)   Omtrewt den Jaare 1512, zonder van imant ge-
holpen te zyn, zo gezegt word, zelve niet tot het vryvcn en
bereiden zyner Verwen. Hy ontfing drieduizend Dukaaten voor
zyn' Moeite; die zékerlyk zeer groot was geweest., wyl hy
gcdaurende een' gerutmen Tyd naderhand niet om laag konde
liyken, als zo lang met het Hoofd achter-over hebbende moe-
ten arbeiden, zulks hy een' Brief zullende leezcn dien om
hoog moest houden , om 't van onderen op te zien. Dit
Werk gedaan zynde, bedroog de Verwachtinge der Schilders ,
en van Rafaël boven al : die in Oogmerk om hem in zyn ach-
ting Schipbreuk te doen lyden.bem dit Werk door Bramant be-
zorgd had, zegt de Vlies. Evenwel is dit laatfte (de byzonde-
re Oogmerken van Bramant uitgezonderd) ten boogde on-
waarfchynlyk: zo dra men maar overweegd dat M. Angelo,
zig byzonderlyk op de Beeldhouwerye en Bouwkunde toe-
leggende , zelfs dit Schilderwerk geerne aan Rafaël had willen
overlaaten ; endit.Rafaël dus geen Reden had om de Achtinge
te duchten , van imant aan wiens Oirdeel hy zig wel wilde
onderwerpen, zynde zelfs eerst onlangs in Rome gekooinen
en by hem maar een Jongeling te rekenen.
-ocr page 246-
Florentynse Schilders. 165
van 't Oude Testament, verwonen zig in 't Opper-
fte van 't Verwulft; en veel laager, de Profeeten en
de Sibyllen, in Standen die weinig Overeenkoomst
hebben met de Heiligheid der Plaatsfe. Daniël de
Volterra
heeft, in 't Vervolg, de aanftootelykffce
Naakten bekleed.
Na den Dood van Julius II (1), deed Leo X,
van 't Huiz de Medici's, die hem opvolgde, de On-
derneeminge van 't Praalgraf zyn's Voorzaats ftaa-
ken; en beval aan M. Angelo , om den Voorgevel
der Kerke van St. Laurens te Florence , de Biblio-
theek, en de Graffteê der Prinsfen zynes Huiz, op-
tefieren. M. Angelo heeft de laatstgenoemde opge-
tooid, met zeven uitmuntende Beelden. Die van
Laurens en van Juliaan de Medicis, welke elk hun-
ne Graffteê hebben, zyn verzeld met Figuuren van
den Dagh, den Nagt, den Morgenftond, en den
Avond. Het zevende Beeld, is eene H. Maagd ,
zittende in 't diepft' der Kapelle. De Juistheid
die'r
(1) Onder anderen flaat de Schryver over, het fchoo-
ne Standbeeld van Julius II. te Bologne , na deeze Paus
die opgeftaane Stad wederom onder 't Erfdeel van St. Pieter
bad gebragt. 'c Was van Metaal, 5 Ellen hoog, en wicrd.
geplaatst op 't Frontespies der Kerke San Petronio. By volgen-
de Verandering wierd dat Standbeeld vernield: de Hertog van
Ferrare deed 'er een ftuk Gefchut van gieten 't welk hy 'Ju-
lius
noemde, en bewaarde 't Hoofd. Toen M. Akgelo het
Model vertoonde, eêr hy dat Standbeeld goot, ( 't geen van
groote Kunst, fchoonen Stand, ryk geplooide Kleedyë was,
en den Erm met een' fiere Werking verhief) vroeg hem de
Paus, Of het de Benedictie dm wel de MalediBie gaf? M.
Angelo antwoordde, Dat bet zelfde 't Volk van Bologne waar-
fcbouwde
, om in het Toekoomende wyzer te zyn. Vervolgens aan
den Paus vraagende, zegt Vafari, of hy 't geen Boek in de
andere Hand zoude geeven ? zo riep zyne Heiligheid, Geef
bet liever een Zwaardt in de Hand: want, ik ben geen Gelet-
terd Man!
L3
-ocr page 247-
■166 Florentynse Schilders.
die'r Standbeelden, hun groots Merkteken, de Ltigt-
heid waarmee ze uitgewerkt zyn, field hen gelyk
roet het Antiek, 't Bouwkunstig-Geftél, is van zy-
ne Uitvindinge. Hy vond een nieuw Kapiteel uit,
't geen zedert zynen'Naam gevoerd heeft.
Geduurende de Onrusten , die midlerwyl in
den Staat van Florence volgden , verliet hy deeze
Stad, met twé Vertrouwelingen, voerende by zig
12000 Ryksdaalders in gereed Geld. Hy quam te
Ferrara, en bood deez Schat den Hertog aan. Van
daar ging hy naar Fenetiè', daar hy de Tékeninge
maakte , der befaamde Brugge Rialto: gants uit
Marmer en van eenen enkelden Boog gebouwd
•welker Openinge van 43 Venetiaanfe-Voeten is.
D e Rust te Florence herfteld zynde , ging hy
'er weer arbeiden , aan de Grafftêê der Medicis ,
welke hy gants voltooide (1), Hy fchilderde ook,
voor den Hertog van Ferrare, de befaamde Léda:
welke naderhand naar Frankryk gevoerd, van Fran-
fois I
duur gekogt , en te Fontainebïeau geplaatst
wierd. De al te onzedige Geftalte van dit Schilde»
ry} deed het naderhand ten Vuure doemen ( 2).
Ver-
(1)  Volg f. ns Fafari, floop hy geduurende de Belege-
rde m de Stad, A°. 1526, ter Verdédiginge derzetfde, en
bezuurde'er de Vestiftgwerker), gelyk hy ook elders onder-
fcneiae Vestingwerken verbeterd heeft.
(2)  Dit voortrefFelyk Ank Werks (een uitmuntend Vrou.
we-Naakt, zegt Fafari) gaat in Print uit. Mogt M. Angelo ,
indien hy die Executie had konnen voorzien den Bewerker
daarvan niet mede in de Helle, by Mes/er Biagio, hebben
peplaatst ? t Was de Hr. des Noyers, Sekretaris van Staat en
Opperbewmdsrmu der Gebouwen van Frankryk , ten Tyde
x^n Louis XIII, onder 't Ministerie des Kardinaals de Ri-
chelieu:
die men weet dat een groot Heilig in Gevalle van
Staatkunde was en dus zyne Afhangeling mee , om alles aan
CM Wiikeunge Macht en zyne eige Heerszugt opte-offeren .
Zy
-ocr page 248-
Flore'ntynse Schilders. 167
Vervolgens eifchte de Paus hem naar Rome, om
het Laatfie - Oirdeel te fchilderen, boven 't Autaar
der Kapelle van Sixtus, welker Ver wuift hy reeds
verrykt had. Deez Arbeid hield hem agt Jaaren
bezig, en kon niet ge-eindigd worden dan onder
't Pausfchap van Pauhis III ( 1). In dat befaamd
Werk,
Zy was in zulken leevendigen en geilen Drift van Liefde
verbeeld, zegt de Piles, dat de Hr. des AToyers haar uit een'
Tederheid des Gemoeds deed verbranden. Die Heer was dan
een groot Voorftander der Goede-Zéden ! Evenwel, 't Voor-
wendfel van 't Bevorderen der Zeden, hoe dikwyls fpruit die
niet voort uit vry andere Grondbeginzelen, dan uit wézenlyk
Gevoel en ftetragtinge van de Deugd: naamelyk , die vry
van Eigenbelang is , en in de byzondere Handelingen der
Dryvers altooz onberispelyk moet uitblinken ? Wat den Hr.
des Noyers vorder aangaat; dat^enkeld Bedryfzou genoeg-
zaam zyn, om te toonen dat hy op zyn best niet veel Oir-
deel bezat, en dus weinigbequaam was uit waare Grondbegin-
zelen te Werk te gaan, indien wy 't vorder niet bevestigen
zonden in 't Leeven van den befaamden N. Pousfyn, die door
deszelfs flegte Behandelinge 't Befluit nam om zyn Vaderland
wederom te verlaaten, en zyne Dagen in Rome te gaan ein-
digen. Of het ten Verwyt tegens hem diende, wat de Laatst-
gemelde in zynen Klaagbrief aan hem te gemoet voerde, laa-
ten wy aan iders Oirdeel. Pousjyn zegt daarin „ dat hy, ge-
„ lyk Oudstyds de Filozoof, een Venflertje in den Boezem
„ van elk wenschte, om te zien wat in 't Hart omgaat; wyl
„ men dus niet alleen de Boozheid of de Deugd, maar ook
„ de.Weetenfchappen en de fraaije Oeffeningen, daarin zou-
„ de konnen opfpeuren : maar dat het , wyl de Natuur 't
„ anders geregeld heeft, zo moeijelyk is om wel te oirdee-
„ len over "de Bequaamheid der Perfoonen in de Kunsten
,, en Weetenfchappen, als over hunne Goede- of Quaade-
„ Neigingen in -Ie Zeden ".
(1) 't Wierd begonnen A°. 1534,en voltooidA°. 1541:
dogh, hy was daaraan niet geduurzaam bezig, en arbeidde
midlerwyl in Beeldhouwerye, zyn' geliefdfte Kunst. Richard-
fon
zegt voorts, dat Aretyn , zin hebbende om zyne Denk-
beelden in dat Werk te brengen, hem eenen grooten Brief
fchreef, gedaghtékend Venetië den 15 September 1537: vol
L 4                           uit-
-ocr page 249-
ï68 FlorentynseSshilders.
Werk, deed hy den grootsfen Smaak van Tékenin-
ge, en de Verhévendheid zyner Gedachten , be-
fpeuren ( i ). Een oneindig Getal van Figuuren,
en zeer ongemeene Standen, vormen eene t'Samen-
ftellinge die zo groots als yerfchrikkelyk is. Het
Denkbeeld is getrokken uit Dame , die zyn ge-
liefde Autheur was (2). In de Helle heeft hy ver-
beeld ,
uitfleekende Pügtpieegingen, waarin hy behendiglyk zyne Ge-
dachten uitte , voorwendende zig te verbeelden dat het
Schilderwerk in die'r voegen zoude konnen zyn ; dat die Schetz
zeer Poeëtis is, en eenige Dingen opléverd waaruit M. An-
celo voordeel zoude hebben konnen trekken: maar dat deez
hem op 't beleefdfte antwoordde , den 20 November , met
geen' minder' Keur van Pügtpieegingen, en aankondigde, dat
het Werk reeds te verre gevorderd was om daarin iets te kon-
nen veranderen.
( 1) Een omiitputtelykeBron, voor de geenen die de Wee-
tënfcharj en den grootsfen Smaak der Tëkeninge in den Grond
zoeken leercn te kennen, zegt de Piles. Volgens Ricbard-
Jon,
is 'er geene de minste Houding in, en 't,Koloriet, gelyk
'van al 't andere watM. Angelo in deezeKapelle verrigt heeft
zwart en droevig: zulks het Geheel zeer onaangenaam is- dat
daarin ook niet gevonden word, datedele en ftoute Penfeel
't geen men 'er zoude meenen te ontmoeten , als men zig niet
ennnerde dat bet niet in de Schilderkunst was waarin dee-
ze Meester uitmuntte. Evenwel fchynt hy eenigerwyze, ten
Aanzien van 't Koloriet, hier tegens te fpreeken wat hy el-
ders zegt, gelyk wy in onze volgende Note aanhaalen. Hoe
"t zy, en jegenwoordig is , van Mander verzekerd , in zy-
nen Tyd „ dat het zig, zo wel van digte by als van verre,
,, zeer wel wi! laaten zien; dat het geretocqueerd, en met
,, Artfeeringen in de Diepfelen, zeer net voldaan is: niet al-
„ leen van onderen daar men by kan, maar om hoog in 't
„ Oppcrfte, alwaar hy eens met een' lange Ladder bygeklom-
„ men is ".
( 2 ) 11 r c h a r d s o n , als t' Orvieto niet geweest hebbende,
brengt Vajari by: om aanteduiden, dat M. Angelo het On-
derwerp ontleende uit het Orfdeel van Luca Signorelli, in den
Dom té Orvieto. Daarentegens zegt de Schryver van de Voor-
raden des Nieuwcndruks van Dolce, dat hy dit Schildery niet
allecrj
-ocr page 250-
Florentynse Schilders. i6p
beeld, de zeven Doodzonden met menigte van Dui-
velen : onder welken hy den Ceremonie-meester des
Paus geplaatst heeft, die zyn Werk veracht had (i).
De Vreugd der Gelukzaligen, is zo gevoelig als
de
alleen gezien maar aandachtig onderzogt heeft; en dat, bui-
ten eenige Zinlykheeden, niet van Beelden maar van Gedach-
ten , niets in het Oirdeel van M. Angelo is 't geen daarna ge-
lykt. Vafari-fyreekt echter anders, maar zodanig niet als Ri-
cbardfon
, en op een' Wyze welke zo veel Eere doet aan M.
Angelo, die 't niet Steelzwyze deed, als aan Luca Signorelli.
Hy zegt, dat M. Angelo dit Werk van Luca altyd ten hoog-
fte preez en achtte, en zig daarvan in zyn Laatfte-Oirdsel
bediende. Gemelde Ricbardfon, welke eghter niet ter zyde
field van de Hartstogten, de diepzinnige Betekent [Je AcrFiguuren,
enz. te gewaagen, laat zig vorder breed uit over de Irregulari-
teiten, en de Feilen, van die befaamde Werk. Hy verze-
kerd , uit Armenini, dat M. Angelo zelfs hiervan zodanig
overtuigd was, dat hy 't naderhand eens met een voornaam
Perfoonafië beziende, gulhartig uitriep, Hoe veele Zotten zal
dit niyti Werk niet voortbrengen',
meenende, door régelregte
Nabootsfinge, gelyk Breekebeenen gewoon, en ook niet an-
ders vermogend zyn, na voornaame Werken te doen. Die
Schryver zegt, dat het, voordeelig boven 't Autaar tegens
over den Ingang ftaande, zo voort het Oog tot zig trekt, en
nog in vry goeden Staat is. In een Woord ',, dat onbetwist-
,, baar in de gantfe Wereld geen Stuk gevonden word, waar-
„ in zulk een menigte Naakten by malkaar zyn, in zulke
„ groote Verfcheidenbeid van Standen, nog zo fchoon geté-
,, kend; dat het een onvergelykelyk Stuk is van Mensfelyke
„ Figuuren, voor eene Teken-akadèmie, maar geenerwyze om
,, een Laatfte-Oirdeel te verbeelden, ten welken Opzigte het
„ zelfs wanfchaapen, onbetaamelyk, en onlydelyk is ". Even-
wel bekend hy „ dat fchoone Gedachten in dit Schilderwerk
„ gevonden worden: dat M. Angelo, zékerlyk, minder be-
„ doeld heeft om een Laatfte-Oirdeel te verbeelden, dan om
,., te praalen met zyne Kunde van 't Mensfelyke-Lichaam, en
,, met zyne Kunst om hetzelfde te konnen verbeelden: dat
„ hy de Lvther van de Hervormïnge der Schilderkunst is; en
,, dat men 't zelve aan hem is verfchuld, dat men den groo-
,„ ten Rafaê'l ziet zodanig als deez gevonden word ".
(i) 't Was Biagio van Qefano (een waan wyze Quast,
L J                         zegt
-ocr page 251-
ITO F L O R È S T "ï N S E SCHILDERS.
^e Wanhoop der Verdoemden. Hy ging zig in
dit grootsfc Stuk verre te boven, 't geen vry uit-
Biuntender is dan de Schoonheid van't Verwulft (i).
Die
zegt Vafari) die aan den Paus vertoond had, dat het.oneerbaar
was, in zulke eerwaarde Plaats, zo veele Naakten met ont-
bloote Schamelheeden te verbeelden. Uit Weenvraak fchil-
derde M. Angfxo dien Priester, met een' Slang om 't Lyf
die hem in de Schamelheid byt. WuBtagioook aanhield,by
den Paus en byM. Angelo, 't hielp niet: hy moest'er b! wen
wenken. Zyn H. beklaagde zyn Ongeluk : verzekerde dat hy
hem helpen zoude, indien men hem in 't Fagevuur geplaatst
fetd: maar dat zyn Vermogen zo verre niet ging om hem uit
de Helle te verlosfen.
(i) De Schryver is dan wel verre van dit befaamde Werk
te veroirdeelen, of daarvan zo ftraf te fpreeken als Rkbard-
'fm
en andere doen. 't Is hier de Vraag niet, of een Kuns-
tenaar zulke Voorwerpen vlak moet navolgen, die hem alleen
dienen om hem te fteiken of daaruit eene goede Verkiezinge
te maaken; dewyl 't onbetwistelyk is , dat de verdienstige
Schilder jeugd altoos naar het Zedige moet tragten, en angst-
•salliglyk alles vermyden wat Stóffe tot eenige Berispinge kan
p-eeven, om zig niet bloot te Hellen voor den Blaam welke
op den grootften Mannen gelegt is, wegens genome Vryhee-
den die in hen vcrfchoonlyker zyn dan in hunne Nabootsle-
ren : maar, moet men ter Liefde der Kunst niet wat toegee-
ven aan die zelfde groote Mannen, en aan hunne Werken ,
welke wegens derzelver Voortreffelykheid , Zeldfaamheid ,
en Ouderdom , een zéker Voorrecht hebben bekoomen 't
welk andere zig niet konnen aanmaan'gen? Evenwel, wyl
dikwyls zulke Schynheiligen aangetroffen worden , die om
ten ltrengften Kuisch te febynen zo vaardig zyn zelve voor
oneerbaar te veroirdeelen, wat in zig zelfs eigenlyk zeer een-
voudig , en van den Kunstenaar zonder eenig blaamabel Oog-
wit voortgebragt is, zo moeten wy eens hooren, wat Feli-
Mm, grootendeels uit Fafari, op dit Onderwerp bybrengt.
w Móet gy daarom M. Angelo uitkryten (zegt hy), voor
_ eenen Libcrtyn : hy , wiens Leevensgedrach altooz zeer
„ kristelyk, en wiens Zeden zeer geregeld geweest zyn? die
„ nooit befcbuldigd is geworden, van eenige Ongebondend-
., heeden ? die alleen de Schoonheid in de Werkfhikken der
., Kunst beminde, maar die geene oneerbaareBegeertcns had?
\ die zelve op zulke lirenge Wyze, en zo afgezonderd leef-
-ocr page 252-
F LOR EN TT NS E S C H H D E R 5. ïji
Die groote Werken verachterden de Uitvoerin-
ge des Praalgrafs van Jalius 11., waarop deezes
Bloedvriend, de Hertog van Urbino, hem zeer fterk
aandrong. M. Angelo had aanzienlyke Sommen,
op Rékeninge ontfengen. Eindelyk verdroeg hy zig
met den Hertog; en dat groot Ontwerp wierd ver-
minderd op drie marmere Beelden, waarvan de Mo-
fes, S
Ellen hoog, de Verwonderinge der gantfe
Wereld naar zig trekt. Deez is verzeld van Lea,
Doghter van Laban, houdende een' Spiegel in de
Hand, en in de andere een'Bloemkrans, om 't
Werkzaame-Leeven te verbeelden. Het derde Fi-
guur is Rachel, die op de Kniè'n legt en den Hemel
aanziet, als 't Befchouwend-Leeven. Dat Graf is
geplaatst, in de Kerke van St. Pieter in Vïncula. Die
drie Beelden, zyn alleen van de Hand van M. An-
gelo : zynde dat van Julius II., en de drie overi-
gen, verbeeldende eene H. Maagd met het Kind
„ de, dathy, jong zynde, zig met een weinïgje Brood en
„ Wyn vernoegde: gebruikende zynen gantfen Tyd tot den
„ Arbeid, en 't Leezen van goede Boeken, byzonderlyk der
„ H. Schrift? en die, in alle zyne Werken, zyne Gedachten
„ niet anders ingespannen heeft, dan om zyne Kunst tot Vol-
;)' maaktbeid te brengen ? Ook antwoordde hy eens (aan den
geenen die hem van wegens Paus Paulus IFzeiAe, dat de
H. Vader zyne Figuuren van 't Laatfte-Oirdeel al te aan-
?i ftootelyk vond, en wenfehte dat hy de Naaktheeden daar-
van overfchilderde ) dat dit van weinig Belang was, en dat
by zulks gemaklyk verhelpen konde: dat zyne Heiligheid der-
zelver Vlyt maar bytebrengen bad, om de Ongeregeldheeden
j, wegb te neemen die in de Wereld beersfen, en dat hy alsdan
,', zyne Schilderyen dra verbeteren zoude......Hy meende, dat
,, Kristenen niet bequaam waren, om uit het befchouwen van
„ den vreesfelyken Dagh des Laatften-Oirdeels quaade Denk-
„ beelden te haaien : 't welk hy alleen gefchilderd had, om
s, zyne Weetenfchap te vertoonen in de Verbeeldinge van 't
„ Mensfelyke-Lichaam , 't geen men aldaar in allerhande
,s Soort van Standen ziet ".
-ocr page 253-
172 FiORENTYNSE SCHILDERS.
Jezus , eenen Profeet, en eene Sibylle , op zyne
Modellen gemaakt, door Rafaël da monte Lupo, en
andere bequaame Beeldhouwers.
M. Angelo oeffende zyn Penfeel wederom, in
de Kapelle Paulina, en fchilderde op den Muur de
Uekeeringe van St. Paulus, en de Kruisfiging' van
St. Pieter. Na deeze Stukken voltooid waren ,
fchilderde M. Angelo niet meer (1), die nu 75 Jaa-
ren oud was. Het Fresko hem te veel afmattende,
hervatte hy den Bytel. Hy ondernam eenen doo-
den Kristus, Groep van vier Beelden, dien hy niet
afgemaakt heeft. Na de Dood van Antomo de San
Gallo,
benoemde Paus Pius IV hem tot Bouwmees-
ter van St. Pieter (2), waarvan hy 't Ontwerp her-
vormde : zulks het veel heerlyker ftond, veele Jaaren
en 300,000 Dukaaten uitgewonnen wierden. Hy
deed den Koepel bouwen ,die van Middelyn zo groot
is als die der Rotonde (<$). De Voorgevel van 't
Ka-
i (i)Richabdsok zegt, dat die twé Stutten byna ia
den Smaak zyn van 't Laa'tfte-Oïrdeel.
(2)  Met een Jaargeld van 600 Dukaaten, voorts van an-
dere Voordeden : dogh, fchoon de Paus hem die Inkoomsten
zond, zegt Vafari, hy wildeze niet ontfangen, hy wüde al-
leen om Gods wille tot deeze Fabryk' dienen : de Fabryk' van
St. Pieter, de Kerke van St. Jan der Florentyneren en dergely-
ken, nam hy alleen uit Godtsdienftigheid waar, zonder eenig
Gewin te begeeren.
(3)  „ Hy was 't (zegt Felibien) die alle de Tekeningen
„ verbeterde, van Bramant, en de andere Bouwmeesters welke
„ deezenopvolgden (waaronder Rafaël dan duidelyk betekend
„ word); en die, door een'Kragt van Geest, een' Grootsheid
„van Ontwerp zelve aan den Aiouden onbekend, onver-
„ fchrokt zeide, aan dien die 't Gebouw der Rotonde zoroem-
,, den, dat hy een dergelyk wilde maaken 't geen nog ver-
„ wonderlyker zoude zyn, wyl dat op den vasten Grond ge-
„ bouwd was, maar dat hy 't zyne in de Lucht wilde (tellen :
„ 't welk hy ook metter Daad uitvoerde, bouwende den Koe-
„ pel van St. Pieter, die alleen op vier Pilaaren rust, en tot
,, een vervaarelyke Hoogte opgevoerd is ".
-ocr page 254-
Florentynse Schilders. 173
Kapkool, de fchoone Kfoon-Lyst van 't Paleiz
faméfe , de Lusthof van Paus Julius III., en de
Poort van Pius, zyn onder anderen alle van zyne
Tékemnge. Is'er wel iets meer noodig, om de
Algemeenheid zyner groote Begaafdheeden te be-
wyzen ? Zeer oud zynde, en met geen' vaste Hand
meer konnende tekenen, bediende hy zig van de
Hand van Tiberio Calcagni, Beeldhouwer van Floren-
ce,
die verfcheide Stukken der Beeldhouwerye van
M. Angelo voltooid heeft.
Hoewel deez verhéve Kunstheid uitgemunt
heeft in de drie Kunsten, van Schilderkunst, Beeld-
houwerye, en Bouwkunde, zo fchynt echter, dat
de Beeldhouwery het by hem overgehaald heeft op
de twé anderen. Men vind daarin , de ligtheid
van Hand, de fchoone Behandelinge, de Juistheid
de Sierlykheid, en de Verhévendheid van Gedach-
ten (1). Van hem ziet men Kupido , Leevens-
groot, onderfcheiden van dien waarvan wy reeds
gefproken hebben ; en eenen Bacchus , houden-
de een' Drinkfchaal', en in de andere Hand 't Vel
eenes
_ (O aHEr^ d°°rP™ toegefchreeven , de befaamde
Grafitee van Enge bert II. Grave van Nosfau ,Baron van Breda,
j„ deParochiekerke deezer Stad, gcftigt door deszelfs Opvol,
ger, Grave Hennk van Nasjau: waarvan betere Verklaarde te
wensfen was geweest dan de laatst-uitgekoome Tegenwoordige
Staat der Vereemgde Nederlanden
, en de Befcbryvinge van Bre
da,
daarvan leveren. De laatstgenoemde weet zelfs geen Be-
duidenis te geeven, van twé der vier torsfende Pronkbedden
volgens zyne Meeninge twé Griek/e Helden, welke f CezJ
enRegulus verzeilen : ook zal men wel willen toefcn, zo
t Werk van M. Angelo is, dat het de Beelden aangaat I.
Mammen
zegt. dat zy verbeelden, Numa Pmpilius, Scipio,
J. Cezar
en Cato (waarvoor echter beter Regulus diendV
verbeeldende Liefde tot den Godtsdienst, Krygs-voorzigtii-
he.d, Dapperheid, en Uitterfte Deugd. Elders zullen ot '6
verder onderzoeken.
                                                     * ' *"
-ocr page 255-
174 Florbntynse Schilders.
eenes Tigers met een' -Druivetros, waarvan een.
jonge Satyr eet. Deeze Beelden zyn zo volmaakt,
dat een Italiaans Schryver van hem getuigd , dat
}iy, in 't Geval van Beeldhouwerye, door nimant
anders dan door hem zelfs overtroffen kan wor-
den fi).
Zyn e Schilderkunst is fier en verfchriklyk. De-
wyl hy altooz het Moeijelyke en 't Verwonderens-
waardige zogt , zo verbaazd zy meer dan zy be-
haagd (2). Zyne Kleuren zyn al te fnydend, en
trek-
(1) 't Is L. Dolce, die niet lange na zynen Tyd gefchree-
ven heeft, en hem, ter Liefde van Rafaël, gants niet gunftig
is nog ontziet. Hy zegt elders duidelyker, in 't Geval van
Schilderkunst „ ik belyde dat M. Angelo, ten Aanzien van
't Naakt, een Wonder, een Mirakel, en meer dan Mens-
", felyk is. Nimant heeft hem ooit te boven gegaan: 'k verfta
in eene enkelde Manier, beftaande in eenvolkoomeNaakt,
vol Muskeien en wel onderzogt te maaken, met Verkortin-
gen en zeer (toute Beweegingen , die in 't klyn de Moeije-
',' lykheid der Kunst doen zien. Elk Deel van 't Lichaam ,
" en alle by malkanderen, zyn zo uitmuntend, dat ik zeggen
durf, dat men niets voortreffelykers nog volmaakter kan
doen, nog zelve kan uitdenken". Schoon dit een Italiaan-
Je
Lofcuiting is , zo bevestigd het evenwel grootelyks wat
Vajari zegt: dat Rafaël, ziende de groote Studie van M.
A n o e l o in de Naakten en dat hy daarin niet te achterhaaleu
was , zig aan de Bevalligheid, de Tooizels, Kleedyen, Inven-
tie , en By-eenvoeginge der Historiën overgaf , weetende
(NB., als 't welk onderfcheideniyk, en niet ten Voordeele
van Knoeijers moet verftaan worden, die gewoon zyn dit tot
hun Voordeel te neemen om hunne Onkunde te bedekken) dat
de Voortreffelykheid der Schilderkunst niet alleen bejiaat in Naak-
ten te maaken.
(2)Richardson meld evenwel van 't Portret eener Me-
vrouw, door hem gefchilderd, 't geen zig in 't Kabinet des
Groothertogs bevind: waarvan 't Koloriet vry helder is, 't
geen niet hard is, en de minste Ongerymdheid niet heeft:
fchoon dit zelden gevonden word (zegt hy) in de Portretten
deezes Meesters, en te byzonderer is, wyl de Mevrouw zelfs
niet fchoon is.
-ocr page 256-
Florenttnse Schilders. 175-
trekken op TicheKfceen. Een groot Ontleeder zyHh-
de, overlaadde hy'al te veel de Muskeien zyner Fï-
guuren, en overweldigde deezer Standen (1). In-
dien hy de grootfte Schilder des Aardbodems niet
was, zo is hy ten minste de eerste Kunstenaar ge-
weest, die te voorfchyn bragt alles wat het aller-
grootste in die Kunst is: hy is 't, die daarvan den
Wegh geopend heeft (2). Rafaël heeft daaruit
zyn
(1)  Volgens du Fresnoy „ was de Verkiezing van deis
„ Stand zyner Beelden niet altooz uitmuntend nog aange-
„ naam; zyn Plooijen en Kleedyen niet van het fchoonste; hy
„ was eigenzinnig en buitenfpoorig in zyne Ordinanfiën, ver-
„ meetel en ftout in Vryheeden te neemen tegens de Regelen
„ der Doorzigtkunde; hy had geen' Kennis van 't Licht en 't
„ Bruin ". Dit konnen wy verftaan zo wel als 't geen hy
vooits meld , dat zyn Aart van Tekenen niet gezegt kan
worden dat zy van het Téderfte was : maar geenzints (ia-
dien men 't na hunne Eigenfchap moet fchatten ) wat hy daar-
by voegd , dat zyne Omtrekken niet van 't Allerfraaiste zyn
geweest. Met dat alles, maakt hy hem evenwel „ tot den
„ Allergeleerdften in de Tekenkunst , die beter geweetea
„ heeft alle de Verbindinge der Beenderen, de Werkinge en
„ Gelegenheid der Spieren, dan eenig Schilder dien wy 011-
„ der de Laateren gehad hebben ".
(2)  1'elibien wil zelve wel toeftaan als men 't begeerd
dat deezgroote Man in vcele Dingen der Schilderkunst, aan-
gaande de Schikkinge en Eigenfchap der Figuuren en Histo-
rie, grillig was; dat hy Vryheeden genomen heeft, tegens de
Regelen der Doorzigtkunde; dat hy fomtyds al te ftout was
in de Uitdrukkmge zyner Figuuren ; dat men, in 't Schik-
ken zyner Kleedyen, al de Bevalligheid niet ziet welke daarin
te wensfen was; dat zyn Koloriet niet altooz \vaar, nog aan-
genaam is; dat hy de Kunstgreep van 't Licht- en. 't Bruin
nog niet geweeten heeft: maar, daarbenevens doet hy aan-
merken , dat de Tekenkunst, welke M. Angel o in den
hoogden Graad bezeeten heeft, de Grondflag der Schilder-
kunde, en deeze zonder dezelfde wézenlooz is. Hy roerd de
Moeijelykheid, alle de Deelen.en de Zeldfaamheid, van een*
goede Tékenkunde aan; en hy vraagd, of Rafaël, om fom-
tyds gebrekkig geweest te zyn in de Doorzigtkunde, Titiaan
om Aclueloozheid in de Eigenfchap van ecnig Onderwerp.
-ocr page 257-
176 FlORENTYNSE SCHILDERS.
zyri Voordeel weeten te raapen : zonder ooit het
Gemaklyke, het Natuurlyke, en 'c Bevallige te ver-
geeten (1).
M.
en Paulo Feroneez om Onvermogen in eenige Gedeeltens der
Kunst', hunnen Roem moeten verliezen ? Eindelyk, hy ver-
vald in eene Rcdeneeringe, welke ftrekt, zo niet om M. An-
gel o in de Schilderkunst boven Rafaël te waardeeren, ten
minste om deezen ook niet daarin boven M. Angel o te
ïtelten, die ontwyffelbaar in de drie Kunsten uitblonk, waar-
van Rafaël ten hoogde maar twé bereikte.
( 1) Zo de Schryver zegt. 't Staat aan den verheven Kunst-
kenner, om te oirdeelen in hoe verre dit (zo wel als alle die
onderfcheide Gevoelens van eenigen der beste Schryveren,
door ons op 't Onderwerp deezer twé befaamdfte Italiaanen
ter verlichtinge bygebragt) eigenlyk of oneigenlyk, rigtigof
verwerpclyk , gehouden moet worden. Du Fresnoy (die zo
hoogdraavend over de Schilderkunst gefchreeven hebbende,
Rafaël beneeden M. Angelo fteld in Tekening' van 't
Naakt, beneeden Corregio in Malschheid en Bevalligheid, be-
Jieeden Tüiaan in Kragt en Reddering, om hem wederom te
verheffen boven hen en andere Schilders zedert dien Tyd,
niet alleen in Verkiezinge van Standen, van Hoofden, van
Veranderingen, van Tegenwerkingen , en van Gemoeds-uit-
tingen , maar ook volgens de gewoone Taal*, in Schikking' en
Ordinanfie) zegt daarbenevens, dat hy allen Modernen heeft
te boven gegaan, om dat hy meer uitmuntende Gaven te ge-
lyk bezeeten heeft, en dat hy (NB.) met het Antiek gelyk
gefchat kan worden : tog bekend hy mede, dat Rafaël hec
Naakt zo verftandig niet getekend heeft als M. Angelo,
en evenwei voegd hy 'er by dat Rafaëls aart van Tekenen zui-
verder en beter is. Moet dit niet voor een' handtastely'ke'fé-
genftrydigheid gehouden worden,, die eigenlyk weiffelen te
noemen zou zyn: wyl 't hier niet te doen is oyer een' be-
haaglyker Manier', die een minder boven een'meerder Kuns-
tenaar kan bezitten , maar over de Juistheid en 't waare
Verftand van 't Naakt, 't welk hy, benevens anderen alge-
meenlyk, aan M. Angelo toekend , en dus, fchoon
fchoorvoetend*, Rafaël in dit Stuk duidelyk aan hem onder-
werpt? Zo verre gaat by veelen de Drift, om Rafaël boven
alle Mensfelyke-Vermogens te verheffen en alles van zig zelfs
te laaten ontleenen, dat Bellori alle zyne Poogingen infpand
om al wat daartegen gevonden word ce ontkennen : maar ds
Fiks,
-ocr page 258-
FlORENTYNSE SCHILDERS. Ij?
M. Angelo, overlaaden met de Jaaren en meC
een'fleepende Koortsfe, ffcierf te Rome, A°. 1564,
in
Piles ( fehoon die daartegens met al zyn goed Oirdéel zelve
in deeze belachelyke Üitdru'kkinge vervalt, dat Rafaël Voor-
deel zogt te doen met de Werken zyner Vyanden-, min-
der om
zyne eige.Eere dan om die van zyne Kunst) houd
het Tegendeel (taande. Hy getuigd zelfs, dat hy een' Teke-
ninge- van de Hand van Rafaël bezat, op weiker Rug zig een
Studie bevond, van den eigen Rafaël getekend, naar een Beeld
van M. Angelo in de Pausfelyke Kdpelle gefchilderd*
't Een en 't ander zal nog beter afteméeten zyn, uit het Ver-'
haal van den Abt Dubos: fehoon deez zo vervuid is van Poeë-
tife Denkbeelden en Verrukkingen, dat men Moeite heeft om
dikv/yls 't gezonde Oirdeel in hem te erkennen. Volgens-
zyn Gevoelen ,, zal Mj Angelo mogelyk lang gearbeid
„ hebben, eêr byde Majesteit van den Vader der Eeuwigheid
„ met dien Godtlyken zweem fchilderde dien hy daaraan wist
,, te geeven,- mogelyk zou Rafaël , welke zulken hóogdraS-,
„ venden Geest niet had dan den Ftorentyner, nooit tot dö
„ Hoogte van dat Denkbeeld gefteegen zyn, op eigen Wieken
,, dryvende : maar Rafaël, na hy een Oogenblik dat godtiyk
,, Wezen in een's Mensfe gedaante van dien M. Angelo
„ gefchilderd zag, voelde zig geraakt door de Deftigheid vail
„ de Gedachten dien's ongemeenen Geests , trok 'er 't zyne
„ uit , en word in eenen enkel den Dagh bequaam om dat
„ Merkteken van Grootsheid, Ontzachelykheid, en geduchte
M Godtlykheid, 't welk hy met Verwónderinge in 't Werk
tt zyn's Voorgangers gepreezen had , in zyne Beelden te breri-
i> gen '• 'c Geva' droeg zig dus töe, volgens dien Schry*
ven Toen Rafaël 't Verwulf der Gallery' fchilderde, gemeen-
,, lyk genoemd de Loges, uitleverende de twéde Verdieping'
van 't Patikaan, en bezig was aan 't eerste Verwulf, had hy
„ reeds drie Dagen van de Scheppinge op drie Zyden van 't
„ zelfde gefchilderd. Het Beeld, 't welk Godt den Vader
,, wil verbeelden, is 'er waarlyk edel, en boczemd-Eerbied
„ in : maar al te zagtzinnig en van weinig majesteusheid »
„ 't Hoofd fchynt het Hoofd een's Mensfe: hy behandelde
„ het, in dien Smaak gelyk de Schilders gemeenlyk de TroniS
„ van Kristus afmaaien, en men vind 'er geen ander Ondef-
„ fcheidiiiidan'tgeen' de'Kunst vereischt te brengen, tusfen
„ twé Perlbonaiiën waarvan 't een den Vader en 't ander den
j, Zoon moet verbeelden, M. Angelo fchilderde ter die'f
Eerjte Deel                    ,M                     » TW
-ocr page 259-
173 Florentynse Schilders.
in den Ouderdom van 90 Jaaren. Kosmus de Medi-
ci s
deed hem aldaar pragtig begraaven , en we-
derom in 't heimelyk opgraaven , om hem naar
naar Florence te vervoeren, alwaar hy ter Aarde be-
ileld wierd in de Kerke van 't H. Kruiz. Men ziet
'er zyn Borstbeeld van Marmer : verzeld van de
drie Standbeelden, der Schilderkunst, Beeldhouwe-
rye , en Bouwkunst. Niets ontbrak 'er aan zyne
Lykftaatfiè', waarby een' Lykréden gedaan, en een
Lykpraalgebouw gezien wierd: opgetooid met Ta*
fereelen, betrekkelyk tot zynen Leevenslpop , en
gefchilderd door de Leden der Schilder-akadémie
van Florence. Deeze Akadémie veranderde de drie
'Bloemkransfen
,' welken hy ten Zinnebeeld genomen
had, in drie Kroonen : met deeze Woorden, Ter ge-
rnïnis tollit houoribus.
On-
Tyd de Gewelven van de Kapelle van Sixtus; en fchoon
" hy, jaloers over zyn' Vinding', de Deur' voor ider deed
'' fluiten, had Rafaël de Behendigheid om Toegang daartoe
'„ te bckoomen. Opgetoogen door de Godtlyke Majesteit,
welke M. Axcuo in den Zweem van Godt den Vader,
de Wereld fcheppende, had weeten te brengen, dien men
op verfcheii
              'en van de Kapelle van Sixtus ziet, ver-
*' oirdeclde by fluks ïfn' eige Vinding' in dit Opzigt, en ver-
',', koor dien zyn's Mededingers. Dus heeft Rafaël, in 't Iaatftc
" Stuk der eerfte Logs, het Aanfchyn van den Vader vertoond
', in een' Heerlykhéfd die 't Mensfelyke te boven gaat. Men
„ befchouwd het niet alleen met den uitteïflenEerbied, maar
„ 't boezen:;', /eifi een' heilige Vreez en Duchten in
.Schoon dit dan ter vordere Verklaaring1 van Jt Onderwerp
diend, laaten wy 't Verhaal daarvan voor den Schryver :
zynde de Plaats hier te eng, on 't ook onnoodig om het te on-
derzoeken , daar de Figuuren van dat Werk door J. Romano
en anderen gemaakt zyn. Richardfon tékend ook aan ,, dat de
,, Eva alleen gehouden word van Rafaël gefchilderd te wee-
„ zen, en doorgaat voor eender fchoonste Figuuren van 7?»-
me, van Omtrek die aan 't Antiek niets toegeeft: maar, dat
,, evenwel de grootfte Kenners bevinden, dat' haar Omtrek
niet gants en al Vrouwelyk is ".
-ocr page 260-
Floréntynse Schilders. 179
Onvermoeid in zynen Arbeid (1), was zyri
Gewoonte, het Marmer, 't welk hy tot zyne Stand-
beelden noodig had, in de Groeven van Carara te
gaan uitzoeken. De Studiën, welken hy in de Ana-
tomie gedaan heeft, zyn oneindig. Hy was te
Godtvrugtig dan dat hy een' Man gedood zoude
hebben > die hem ten Model diende, om te beter
eenen Kristus aan 't Kruiz dervende te verbeelden,
gelyk hem valfchelyk nagegeeven word (2 ). Ten
Spreek-
(1)  RiChardson brengt de zonderlinge Aahtékeninge
by, van Vigenere, op Callistratüs: waarvan \vy. ons hier be-
dienen , niet om gelyk hy daaruit te befluiten , dat hei
Merkteken, van dien grooteri Man, fier, ft out, gs-iveldig, erï
opgeblaazen is, die het Gfaotsfe heeft te buiten gegaan en zel-
ve iets' van het Woeste beefig; maar, om het wonderbaar! vk
Vuur, en de vaste geoeffende Hand, van dien Kunstenaar'te
doen zien, gelyk de geleerde VigtniU öóK heeft willen te
kennen geeven. „ Ik kan zeggen (dus zyn de Woorden vari
,, deczen) da; ik M. Angelo gezien hebbe, over de zes-
„ tig Jaaren oud en niet van de iterkften zynde, in eenQuar-
,, tier-uurs mcêr Schilfers afflaande van een zeer hard Mar-
„ vner, dan drie jonge Steenhouwers in 3- of 4 Uuren zouderi
i, hebben konnen doen: een Zaak welk byna ongelooflyk is s
,, aan dien die 't niet gezien heeft. Zo driftig en vuurig ging
,, hy te werk', dat ik meende dat liet gantfe Werk in Stukken
„ zoude raaken. Met eenen enkelden Slag, vloogen 'er
,, groote Brokken af, van 3 of 4 Duim dikte, zo gelyks met
„ zyn' Ritsfinge, dut ingevalle hy maar iets hoe min daar
„ voorby had geraakt, 'er Gevaar was om alles te bederven,
„, wyl 't naderhand niet verholpen nog överpleïsterd kan wor-
„ den gelyk in Klei- of Pleisterbeelden ".
(2)  't Is zo onwaarfcbynlyk (zegt Richardfon, die 't eed
befpotlyk Verdichtzel noemd) dat hy daarom een' Man ge-
dood zoude hebben , ten Einde de Ziekooginge te juister en c£
kragtiger in dit Tafercel te verbeelden , dat byna geen Harts-
togt nog op 't Aangezigt nog op 't gantfe Lichaam te vin-
den , en 't niet anders dan een zenuuwlooz gemeen Figuur is,'
de H. Maagd en de St. Jm, zyn niet beter dan 't overige
Van 't Stuk : Je Stand en de Gemoedsuitting zyn oneigerf
in 't eene, en laag in 't andere. Dit Tafereel is zeer uit-
]\| 2                                 roerig
-ocr page 261-
180 Florentynse Schilders.
Spreekwoord had hy, dat de Schilderkunst zyne
Vrouw , en zyne Werken zyne Kinderen waren.
Van alle Vorsten wierd hy ge-eerd. Hy heeft ze-
ven P'ausfen, en twé Keizers bediend. Kosmus de
Medlc'u
(bygenoemd de Groote , Groothertog van
Florence) fprak nooit met hem, dan met ontbloo-
ten Hoofde. Verfcheide Pausfen', deeden hem in
hunne Jegenwoordigheid zitten.
Hy was ongemeen geestryk in zyne 'Antwoor-
den ( i), en maakte fraaije Vaarzen ( 2 ). Om aan
Ra-
voer'ig gefchilderd: volgens zyne Gewoonte, en algemeenlyk
die van allen zynes Tyds ia Kabinetftukken, vooral in klync,
gelyk dit is.
(1)  Somtyds fcherp , fomtyds zagt, waarvan dit ten
Haaltje uit Fafari diend. Verftaande, dat Sebastiaan del Piom-
io
in een' Eapelle van St. Pieter Mantorio eenen Monnik
inoest fchildcrcn, zeide hy aan denzelfden dat deez dat Werk
bederven zoude. Sebastiaan vroeg, waarom; en M. Ange-
llo antwoordde, ixybse de gantj's IVereld bederven die zo groot
is
, zouden zy dan zulk eene klyne Kdpelie niet bederven konnen ?
Vajari
getuigd ook, ten Aanzien van 't Verwulft der Kapelle
van Sixtus, beftaande uit Onderwerpen van 't Oude Teftamènt,
dat Paus Julius II aan M. Angelo gezegt had, dat hy
geen Goud en Ultramaryn in dat Werk moest fpaaren r dat
zyn Werk zo armelyk fcheen, by 't Goud en de fchoone
Kleuren die in de Tafereelen en Tooizels der andere Mees-
ters uitblonken ; en dat onze Kunstenaar daarop nadruklyk
antwoordde , dat die Mens/en , welken hy daarin verbeeldde,
geen Goud op hunne Kleêren droegen : dat het heilige Mannen
'waren
, die de Schatten en den Praal veracht hadden.
(2)  Van zyne Wyzheid, Letter-oeffeningen, Goedhartig-
heid, ongemeene Liefdaadigheid aan noodlydende en arme
Huizgezinnen , Mildaadigheid aan zyne Bedienden , Gema-
nierdheid, Zedigheid, Maatigheid, en alle andere Deugden,
zonder de Godtsdienftigheid uittezondercn, met de H. Schrift
zeer te beminnen en de Schriften van den befaarnden Monnik
Savonarola te waardeeren, gewaagen déSchiyvers meer of min,
inzonderheid Vafari die zo veel Ommegang met hem had en
maar 14 Jaaren na hem overleed, zulks duizenden denzelfden
van het tegendeel zouden hebben konnen overtuigen , en
waar-
-ocr page 262-
Florentynse S c h h d e r s. i Sx
Rafaël te kennen te geeven , dat hy de Historie
van P'fyche had weezen zien welke dezelfde in 't
IGjn-k'arnéfe fchilderde , tekende hy met Zwart-
kryt, in een der Hoeken van 't Zolderfbk, een uit-
muntend Hoofd van den Faunus, eens zo groot als
't Leeven: 't geen zo fchoon is, dat men 't zorg-
vuldig ge-eerbied, en tot op deezen Tyd befpaard
heeft ( i). Rafaël zag het zo dra niet, of riep uit,
dat
waarover K. van Manier nagezien kan worden : zulks hy voor
zulk Wonder, van Perfoon, Neiginge, en Gedrach, als van
Kunst, voor een groot Filozoof te houden zy, en 't niet te
begrypen is , hoe fominige, inzonderheid die der Romynfe
School',
zulk haatelyk Denkbeeld van hem hebben konnen in-
planten, als ofhy een'Mensfenhaater, van een'griiligen en
geweldigen Geest was geweest, waarin zelve de Files vervalt
met het Sprookje te vernieuwen, dat M. Angelo eens vol-
gens zyn Gewoonte alleen fpansfeerende en Rafaël gevolgd met
deszdfs gewoonlyken Stoet ontmoetende, hem toeduuwde dat
hy gelyk den Schout met zyne Rakkers ging, en Rafaël de ant-
woordde dat hy gelyk den Beul alleen wandelde : een Vertel-
lingje 't geen echter weinig ter Eere van Rafaé'l kan gedei-
jen, met geen méér Ingetoogendheid en Eerbied voor een'
Man van zo veel hooger Jaaren te bezitten : dogh, 't welk
van geen' van beide zulke aanzienlyke Mannen te vooronder-
ftellen is. Richardfon zelfs iaat zig echter daardoor vervoeren ,
die zynen geweldigen Geest uit zynen Smaak van Tékeninge, en
zyne Verkiezinge van Onderwerpen in de Kunst, veelvuldig-
lyk tragt optemaaken. Is 't wel te denken, dat een Man van
zulken ongezelligen en barsfen Aart, hoe groot zyne Kunst
ook mogt geweest zyn, zo algcmeenlyk by zo veele Vors-
ten, voornaame Perfoonafiën, Geleerden, enz., in zodanige
hooge Achtinge en Eerbied zoude zyn gehouden geworden ?
In een Woord, zyn Uitterfïe-Wü is zo fraai als billyk, van
zulk groot Bf-wys voor hem als zonderling in Soort, zynde in
deezer voegen : Ik beveele myne Ziele aan Godt, myn Lichaam
aan de Aarde
, en myn Goedt aan myne naaste Vrienden!
(i ) 't Was, om hem te kennen te geeven dat hy de Ga-
lathea
te klyn had genomen. Rafaël begreep die Taal ook zo
wel, zegt Richardfon, dat hy geen hand meer aan dit Ver-
-ocr page 263-
ï8s Florentynse Schilders.
dat nimant anders dan M. Angelo dat konftig
Hoofd getekend kon hebben.
Hy had tot Leerlingen, Sebastiaan van Venetië,
genoemd Fra Sebastiaan del Piafnhó, Anurnio Mïnia,
Pietro JJrbav.o Pistolefe
, Ascanio della ripa Tranfone ,
Condivi, en anderen.
D e Pen der Tekeningen van M. Angelo is grof,
maar ver Handig, 't Zyn ftoute Trekken, van alle
Zyden gekruiste Artfeeringen gelyk een Vyl, dun
gevvaschen met Roet, fterke PJooijen , fiere en
ftraiïe Hoofden van een' grootsfen Aart, ongemee-
ne Standen, zeer gemuskclde Omtrekken ( i ). Bac-
cio
( i ) De Piles, die door Overvloed van Redeneering' (ge-
lyk elders,.vooral by zyne Landsgenooten gemeen is) zyn goed
Üirdeel onzes .Gevoelens 't minst in zyne Aanmerkingen over
M. Angelo laat blyken, wyl hy hier zegt dat deez wyz
en zuiver was in zyne Teken ing e en verbaazend van Smaak,
daar hy vervolgens voorgeeft, dat dezelfde by zynen verheven
Smaak nimmer de Zuiverheid nog de Vloeijendheid desOmtreks
heeft konnen voegen, 't welk wy meenen dat onder anderen
zeer tégenfirydig is; gelyk hy ook voorgeeft, dat dezelfde wel
niet het Antiek veronachtfaamde maar de Natuure als zyn
eenigfte Voorwerp aanmerkte , 't welk dan geenzintS over-
e'enilemd met zig zelfs nog met het geene daarvan bekend-
is en hier volgd. De Piles, herbaaien wy, zegt nog, dat
Ivl. Angelo de Lédemaaten zyner Figuuren al te geweldig
gemaakt, 'en daardoor zyne Tékeninge als overlaaden heeft :
dat hy, volkoomenlyk de Verbindinge der Gebeentens, Lé-
demaaten, Oirfpj'ong en Werking der Muskeien verftaande,
en vreezende dat men zyne Kunde daarin niet zoude begry-
pen, Je Deelen van 't Lichaam zo fterk uitdrukte, als of hy
pnkundig was geweest dat diezelfde Muskels van 't Vel be-
zyn 't geen hen verzagt; dat zyne Standen voor't Meè-
:el onaangenaam, zyne Aaogezigten trots, zyne Klee-
dyen te zeer aankleevend, en zyne Gemoeds-uittingen weinig
t Natuurlyke hebben : hoewei men, onder al dat Wilde
■yne Voortbrengzelen, dikwyls veel verhévendheid in de
pidacnTeri, en Edelheid in de Figuuren vind; efridefyk, dat
de Grootsheid "Jan Zyn' Smaak een bequaam Hulpmiddel is tegens
-ocr page 264-
F L O R E N T Y N S E S C II I L D E R 5. I 83
cio BandimlU, zyn Nabootsfer , heeft in zynen
Smaak getekend op een' vaste Wyze, maar aitooz
gelykvormig, en met minder Stomheid en Scherp-
zinnigheid dan hy. Men geeft voor, dat M. Ange-
lo,
voor zynen Dood, alle zyne Tekeningen ver-
brandde , op dat men de Moeite niet zoude ken-
nen dien hy zig ia den Arbeid gegeeven had (4).
Be-
de klyne Maniere der Nederlanderen. Wy willen dit wel aan-
neemen, voor zo verre 't Wézenlyk Voordeel uit dien groe-
ten Kunstenaar te haaien is, gegrond op de Antieken : maar,
zoude die Grootsheid ook geen bequaam Hulpmiddel konnen
zyn, tegens de Gemaaktheid en den Oppronk, de verander»
lyke en buitenfpoorige Maniere der Frar.sfen ?
(4) Evenwel meld Vafari, dat hy zeer mild was met
zyne Tekeningen wegh te febenken, die veel waard waren.
By zyn Leeven, warenze al rn de hoogde Achtinge. Om dit
te doen zien , brengt Richardfon een Stuk van eenen Brief by,
gefchreeven van den befaamden Jretyn, in April 1544-, uit
Venetië: te aanmerklyker, zo wegens de Uitdrukkingen van
den Schryver, als over de Loftuitingen van 't Laatfie OirdeeL
„ Maar, indien de Toejuichingen welken 't Publiq u geeft
„ (zegt hy) zelve de Achtinge tot u trekt, van dien welke
,, alle de Wonderen van uwen hémelsfen Geest niet kennen,
„ waarom doet gy geen Recht aan de Gevoelens van Eer-
„ bied welken ik voor u hebbe : aan my, die de Uitgefirekt-
„ heid van uw uitmuntend Vernuft genoegfaam ken ? Indien
,, ik, met die Geliel ten is fe, zo aangedaan ben geweest, in
,, 't zien fderKopye) van uwen ontzachelyken en fchrikly-
„ ken Dagh des Laatsttn- Oirdeels, dat ik een' Vloed van
„ Traanen Hortte : denk dan, ik bidde u, in welken Toe-
n itand ikmy bevonden zoude hebben, indien ik't Werk zelfs
„ had konnen befchouwen, 't welk van uwe onvcrgelykely-
„ ke Hand is voortgebragt? Indien ik dit Geluk had gehad
,, ( behalven 't Vermaak 't welk ik genieten zoude, van de
„ Geesten des Natuurelyken Leevens te ontdekken in de
„ oirdeelkundige en bezielde Kleuren der Kunst) zo zoude
,, ik Gode danken, dat hy my ia uwen Tyd heeft doen ge- ,
,, boe-ren worden : een Geluk waarop ik my zo zeer gloriee-
„ re , dan te leeven onder de Regeeringe van Keizer K a-
„ rel. Waarom vergeld gy dan niet, ïnyn Heer, de eerbie-
M 4                       » diS=
-ocr page 265-
jS+ Florentynse Schilders.
Behalven zyne gemelde groote Schilderwer-
ken te Rome, ziet men nog van zvne Schilderyen,
te Napels in 't Konvent van St. Maarten der "Kar-
thuiferen, eenen gegeesfelden /tmtaj, een klyn dogh
kostelyk Schildery.
In de Stad Mahha, te &. ^«h in de Kdpelle der
Communie, de Onthoofding des Heiligs,
D e Gallery des Hertogs van Parma, bezit het be-
faamd Tafereel van 't Laatste-Oirdeel ; zynde de
Schets van 't groot Onderwerp, in de Kapelle des
Paus gefchilderd.
In 't groote Rond der Gallerye van Florence is
een H. Maagd , v/aarvan 't Koloriet fnydend is
volgens zyne Gewoonte (i). Daar word ook ge-
zien,
S) dige Hulde die ik aan uwe hémelsfe Hoedanigheeden af-
,, legge, met eenig Uitfchot van die Tekeningen waarvan
„ gy 't minste Werk maakt ? Een enkeid Blad Papier, met
„ eenige Trekken van Tékenkryt, zoude voor my een Ge-
„ fchenk zyn, 't welk van my oneindiglyk hooger gewaar-
„ deerd zoude worden, dan alle de Gaven en Goude-Kétenen
,, die my , door welken Vorst het ook mag weezen , gefchon-
v ken zyn ".
(i) Richardson zegt „ dat derzelver Koloriet onge-
„ meen luisterryk is, de Weerfchynen kragtig , en van eene
„ Maniere zyn gants ltrydende met die zyner andere Taferee-
,, len; dat de Partyen der Kleuren zonder Vereeniginge, en
,, als by 't Geval gelegt zyn, gelyk het Meestedeel' van'die
,, van Andries del Sarto, maar met minder Eendragt ; dat de
,, Vleezkleur vry helder, maar niet doorfchynend no" malsch
,, genoeg is, gelyk die van del Sarto : welken hy (zyn's Ge-
v voelens) in dit Stuk heeft tragten natebootsfen ". Dit zou
waar konnen zyn : \yyl 't het Tafereel, is gelyk Rhhardfon er-
kend, waarvoor M. Angel o 70 Dukaaten deed vraagen
pn riem maar 40 gezonden wierden , waarop hy 100 Du-
kaaten of 't Schildery weerom deed elschen en hem de 70
wierden toegedaan , en waarvoor hy toen 140 Dukaaten
deed vorderen, welke hem zonder vordere Knibbelaarye ge-
geeyen wierden, Volgens Vajari , is dit Tafereel omtrent
den,
A
-ocr page 266-
FtORENTTNH SCHILDERS. 185
zien, zo als men voorgeeft,, het Origineel' van zyn
befaamd Kruisfifix. Lemdergelyk word ook gevon-
den te Rom.fi, by cien Prins Borghéfe; en nog een te
Napels, by islén Karthuiferen : welke beiden , voor
OrigineelenFworden voorgedaan.
De I<[evJrvorst derPaltz bezit, te Dusfeldorp, eene
H. Maagd; met het Kind Jezus en St. Jozef ach-
ter haar.
De Koiring van Yranhyk heeft maar een enkeld
Tafereel van M.Angelo, verbeeldende David die
Goliat neêMingerd ,;• van beide Zyden op Lei ge-
fchilderd.
I n 't Paleiz "Royaal'is een Afneeming van 'tKruiz,
gefchilderd op Hout; he-t Bidden van Jezus Kristus
in den Hof des Olyfbergs; Ganimedes in de Lucht,
door eenen Arend weghgevoerd ; eene H. Fami-
lie , daar de H.; Maagdot Kind Jezus flaapende heeft.
Alle deeze Stukken zyn klyn.
A u g u s;t y n de Venetiaan, J. Buomjone, de Man-
tuaanen, Greuter, C. Albert, C. Cort ,Bea'tricius, Ma-
tham, Mneas Vicus, M. Rota, Jan-Baptist Cavalle-
riis, Leo'n S Men
, L- Bertelli, Boel, van Steen, en
andere Graveerders, hebben na deezen Meester ge-
fneeden. Zyn Werk is van 320 Stukken.
den Jaare 1504 gefchilderd , bygevolg van zynen vroegen
Ty4■> toen hy omtrent 30 en Andries 26 Jaar oud was : zulks
hy, 't geen hem ter Eere ftrekt en 't Bewys van zyn' Vlyt
geeft, zo wel Voordeel met deezes Koloriet heeft konnen
willen doen, als dee? met de Kartons van M. Angelo en
£. da Vinci.
M 5                      FRA
-ocr page 267-
FRA BARTHOLOMEO di SAN-MARCO.
BRoêr Bartholomeus di San-Marco, ontfingA0.
1469 het Daghlicht, in de Landftreek van
Savignano, 10 Mylen van Florence. Wyl hy in zy-
ne Jeugd veel Neiginge voor de Schilderkunst toon-
de, deed men hem te Florence, by Corfmo Rofelli,
alwaar hy zig gednurende verfcheide Jaaren oeffen-
de. De Nabuurfchap der Poort van St. Pieter Gato-
Kni
, deed hem noemen Baccio della Porta. Voorts
volmaakte hy zig, door de Werken van Leonard da
fancii
en verwierf zodanigen Roem, dat men hem
ver-
-ocr page 268-
Florentynse Schilders. 187
verfcheide Lieve-Vrouwen, en een Kapelie in de
Begraafplaatsfe van 't Hospitaal van Santé Maria
nuo'ca,
te fchilderen gaf. Hy verbeelde daar, in
Ffesko, het Laatfte-Öirdeel: met eene Hémelfche
Glorie, en veele van de allerkragtigfle Figuuren.
Hy wierd gehouden, voor een zeer welgefchikt
Man en van Goede-Zéden, Zyn grootfte Vermaak
was, een'fraaije Preek'te hooren., Dikwyls quam
hy onder 't Gehoor van Savonaroia, befaamd Do-
minikaaner-Monnik.
Hy lchüderde hem, en maakte
een' naauwe Vriendfchap, met hem en de andere
Monniken van Su Markus. Geraakt door de Ser-
moenen deezes Predikers, tegens ligtvaardige Schil-
deryen en Boeken die van Minneryen handelen ,
bragt hy, in den volgenden Karnaval, de Schilde-:
ryen en de Naakten der groote Meesteren, welken
hy bezat, met zyne Boeken en alle zyne Tekenin-
gen by-een, en wierpze in deVuuren welke men ge-
woon is ter die'r Tyd in 't openbaar te ftooken (1).
Bar-
( 1 ) Welke Grondbeginzelen de rampzalige Broer Savo-
naroia
ook mach gehad hebben, die van fommigen mede on-
der de_Reformateurs word geteld, zo achten veeie niet on-
v/aarfchynlyk, dat daaronder (gelyk gemeenlyk in alle Be-
weegingen der Geestelyken, wanneer imant by Uitftek zyne,
Medemensfen heiliger wil maaken dan hy zelfs toond te zyn)
een Staatkundigdoel fehuilde : dat net zelve Betrekkinge had
tot de Partyfchap in den Staat, aldaar in volle Beweeginge
tusfen de Aanhangeren en de Vyanden van 't Huiz de Medi-
cis.
Die zotte Daad van Bartholomeo, indien hy zelve
al vry te fpreeken is van Gemaaktheid en Schynheiligheid,
bewyzd ook ten minst', en na maate hy groot in dê Schik
derkunst was, dat hy 't in zyn Oirdeel voor 't wézenlyke niet
vast had, zo min als zyn Prediker Savonaroia. Als zodanige
Barbaaren overal de Overhand bequamen, zouden de Kuns-
ten en de Weetenfchappen ook niet erger lyden, dan zy on-
der de Gotten, Wandaalen, en Noormannen - dèeden : zonder
dat de Wereld in wézenlyke Zeden, in fliptelyk aan andererj
toe-
-ocr page 269-
igg Florentynse ScniiDEu.
Bartholomeo bevond zig in 'tKonvent, toen
men Savonarola, befchuldigd van Ketterye,, gevan-
gen quam neemen: 't welk een Gevegt veroirzaak-
te tusfen de Gerechtsdienaaren en de Monniken,
die Savonarola zo vuuriglyk befchermden, dat ver-
fcheide over-en weder dood bleeven.
De Schrik, welke Bartholomeo in die gevaarly-
ke Omftandigheid beving, deed hem eene Gelofte
doen dat hy Dominikaaner zoude worden, ingeval-
Ie hy dit Gevaar ontfnappen mogt. Hy nam 00^
metter Daad, A°. 1500, het Geestelykgewaad aan.
De Geestelyke-oeffeningen van 't Klooster, hielden
hem toen gantsfelyk bezig: geduurende vier Jaa-
ren, maakte hy niet anders dan eenige Af beeldze-
len van Geestelyken.
Rafaël, te Florence koomende ffcudeeren,maak-
te kennisfe met Bartholomeo, en onderrigtte hem in
de Regelen der Doorzigtkunde: daarentegens leer-
de de Schildermonnik aan Rafaël, de Gronden van
een goed Koloriet. Bartholomeo, eenige Jaaren na-
derhand te Rome koomende, Hond verbaazd over
de Werken van M. Angelo en van Rafaël, zulks hy
aldaar niet meer dan twé Tafereelen wilde fchilde-
ren (1): 't een verbeeldende St. Pauhts, en 't an-
der
toeteftaan wat men voor zig zelfs verlangt, zig een Hair ver-
béterd zoude vinden ? Is 't eigenlyk wel in 't Gebruik, dan
in 't Misbruik der Dingen gelegen V
(1) Dit fchynt van te hoogen ophef voor Rafaël, ten
Nadeele van Broer Bartholomeo, die immers zyn Mees-
ter zo in Jaaren als in Koloriet was. Richardfon fpreekt er-
gens van de Profeeten en Sibyllsn van Timotheus van Urbino,
of delle Vite, di'e mede voor Leerling van Rafaël te Boek ge-
field word, welke zig vlak over die van Rafaël inde Madon-
na della Pace
bevinden, en uitmuntend zyn , voor zo verre
daarvan nog overgebleeven is. Ter deezer Gelegenheid zegt
iy „ Heeft Rafaël zo vcele Verdiensten bezecten dan ooit
» eenig
-ocr page 270-
Florentynse Schilders. 189
der St. Pieter, 't welk hy nog onvolmaakt liet, en
van Rafaël in 't Vervolg voltooid wierd. Te Flo-
rence
wederom te rug gekoomen zynde , deed hy
den Voortgang zien dien hy te Rome gemaakt had ,
mee eenen St. Sebastiaan te fchilderen: waarvan 't
Lyf zo fchoon was, dat de Monniken het uit hunne
Kerke namen, ter Oirzaake van den Indruk dien het
op den Geest van veele Vrouwen maakte (1).
Bar-
,, eenig Man had, zo waren 'er ook, ten zynen Tyde, an-
„ dere Meesters die mede uitmuntend waren, fchoon hy al-
leen al de Glorie bekoomen heeft: zodanige waren, Garo-
., f aio
, Fja Bartholomeo, en vooral die Timotbeus,
„ Waarvan men ter naauwernood heeft hooren fpreeken '*.
( ï ) Van dergelyke Historietjes, welker Geloofwaardig-
heid op zeer zwakke Gronden fteund, gewaagd ook d'Aloud-
heid. Maar, zouden die vroome Monniken niet beter ge-
daan hebben, als zy tog Beelden behielden, dien St. Sebastiaan
ter Kerke te laaten, die zulke Wonderen verrigtte en de Vrouw-
tjes aldaar lokken kon : hadden de Paters dus geen bequaa-
mere Gelegenheid, om haarlieden ter Zedigheid,en Verdoovin-
ge van geile Driften , aantezetten ? Volgens dergelyke Vernaa-
ien , vind men ook Afbeeldzels van Lieve-Vrouwen of van
eenige Heilige, fchoon met bedekten Boezem, die geen' min-
dere Uitwerkinge op Mansperfoonen deeden, zonder dat zy
daarom ter Kerke uitgedreeven zyn. Zo derzelver Schoonheid
niet diend om den Aandacht en den Eerbied der Aanfchou-
weren , om de Godtsdienftigheid optewekken, gelyk P. Vero-
?ieez
volgens de Piles zeide (die geene andere Schilderyen in
de Kerken wilde hebben dan van verwonderlyke Kunst), zo
ilrekt zy ten minste om meer Inkoomen aan de Offerkist op-
tebrengen. Vajari meld van het Tafereel des Kruizdraagen-
öen-Kristus in St. Rochus , door Titiaan, dat hetzelfde de
meeste Devotie van Venetië tot zig trok, en meer Goude
Kroonen aan Almoesfen daar aan gegeeven zyn, dan Giorgio-
ne
en Titiaan in hun Leeven met Schilderen hebben gewon-
nen. Hoe 't zy : Fèlibien tékend aan „ dat Karel, Hertog
„ van Guife, nsit Italië vertrekkende, een Gebedeboek me-
„ denam, waarin hy door den uitmuntenden Miniatuurfchil-
„ der du Guernier alle de fchoonste Dames van 't Hof, on-
,, der de Vcrbeeldinge 'Van Heilige-Maagden, naar 't Lee-
„ vea
-ocr page 271-
ipo Florentynse Schilders.
! Bartholomeo, iverig op zyn Werk, fehit»
derde niets dan na 't Leeven. Voor hy een Tafe-
reel begon, maakte hy Tekeningen daarvan in 't
Graauvv, op de Forme van Kartons. Hy had eenen
beweegbaaren Leeman verzonnen, om zyne Figuu-
ren gemaklyk te kleeden. Om zyne Kleuren zag-
ter te maaken , wist hyze te berooken; en hy ver-
dreef de Schaduwen, om meer Rondte te geeven,
Men kan hem niet betwisten, van 't Naakt wel ge-
tekend , Bevalligheid aan zyne Figuuren gegeeven,
en alles verzeld te hebben met eenen Toon van
verwonderlyk Koloriet.
D e Gewoonte, welke hy zig aangewend had,
om onder een open Venster te ichilderen, baarde
hem eene Lammigheid door alle de Leden. Men
voerde hem naar de Wateren van St. Filippo, daar
hy eenigen Tyd bleef zonder Baat te genieten .
Hebbende veel Vygen gegeeten , welke hy zeer
geerne at, overviel hem de Koorts, en nam hem
tinnen vier Dagen wegh, A'°. 1517, in de Stad
Florence, ten Ouderdom van 48 Jaaren. Men be-
groef hem, in de Kerke van St. Markus.
Z"ïne Leerlingen zyn Cecchino del Frate, Bcncdet-
ïo Ciamfanini,Gdbriel Rustici
, en Fra Paolo Pistolefe.
Zyne Tekeningen zyn gemeenlyk gedaan met >
Zwart-kryt, gehoogd met Krytwit. Daar zyn 'er
van Roodkryt, die uitvoeriger zyn dan de anderen :
de Artfeeringen zyn altoozgekruist. 't Scliynt dat
hy moeijelyk van Uitvindinge, en niet altooz op-
lettend is geweest. Zyne Verkiezing van Kleedye
is ongefchikt, en niet fraai verkooren. Zyne Beel-
den
:„ ven had doen fchilderen ". Welk Oogwit en Uitwerkinge
dit kon en moest hebben , laaten wy aan 't Gevoelen van
den Leezer.
-ocr page 272-
Florentynse Schilders, ipi
den zyn kort. Dit's genoeg, om de Voortbrengze-
len zyner Hand te doen kennen.
Men ziet te Rome, onder de Werken door Bar-
tholomeo di San-Mar co
gefchilderd, een Tafereel van
St. Paulus en een ander van St. Piet er.
Te Florence heek hy in Fresko gefchilderd, in een'
Kapelle van 't Hospitaal van Santa Maria nuova, een
groot Laatfte-Oirdeel. Aldaar ziet men,in St. Mar-
kus , eene
H. Maagd, omringd door veele Engelen ,
van een volmaakt Koloriet, die een groot Paviljoen
draagen; men ziet 'er Jezus, die S<- Katharina trouwd,
en verfcheide Heiligen in 't Verfchiet, onder ande-
ren eenen gewapenden St. Joris, en eenen St.
Bartholomeus
te Voet met twé Kindertjes, waarvan
't een op de Luit en 't ander op de Lier fpeeld. In
de Kerke de TAnnuncihta is een Heiland, met de
vier Evangelisten die hem omringen, en twé Kin-
deren die den Aardkloot draagen. Men ziet 'er nog
twé Profeeten. Te St. Martyn in Lucca, is eene
H. Maagd, aan welker Voeten een Engeltje zit 't
geen op de Luit fpeeld , met St. Stefanus en St.
Jan.
Te St. Romyn, is eene H. Maagd der Barm-
hartigheid , op een Pedeital: met verfcheide Per-
foonen, ftaande , zittende, en op de Knien , die
eenen Kristus in de Lucht befchouwen. In de eige
Kerke ziet men eenen Kristus, eene Se. Katharina.
Martelaares, en S«. Katharina van Sienna, ten He-
mel opgenomen. In 't Noviciaat van St. Markus
heeft hy gefchilderd, eene Zuiveringe. Men vind,
in 't Konvent van Si. Markus, eenen St. Gregorius
en andere Heiligen met Engelen; eene H. Maagd,
't Kind Jezus, en twé Heiligen. St. Markus Evan-
gelist , en St. Sebastiaan, zyn in 't Kapittel van St.
Markus.
In de Abdye van Florence is een ander zeer
fchoori
-ocr page 273-
ïtji Florentynsè Schilders.
fchoon Tafereel, van St. Bernard: die fchryvende
de H. Maagd en 't Kind Jezus befchouwd, 't geen
van verfc heide Engelen gedraagen word. Een St.
Vincent
predikende, boven de Sakristye van 't Kon-
vent van St. Markus , is een zeer fchoon Beeld.
I n ' de Kerke van St. Romyn der BenediStyneren
te Lucca, is een e S« Katharina van Sienna, en eene
Moeder der Barmhartigheid ( i )•
In de Gallerye des Groothertogs (te Florence) is
een Hémelvaard ( 2 ).
De
(1) Volgens Richardfon is dit een zeer Uitmuntend
Stuk Hy merkt aan, dat weinige goede Schilderyen in deeze
Stad gevonden worden : dat het Meestedeel, van dien die 'er
zig bevinden, vergaan is, door de Verwaarloozinge en de
Grove Onkunde der Geestelyken waaraan zy behooren.
" (2) Richardson zegt, dat het van grootsfen Styl en wel
gekoloreerd is: dog zoniet als den St. Markus, die aanftonds
zal volgen; dat deezïJémelvaard den eigen Graad van Beval-
ligheid en van Grootsheid ten Aanzien van Tékeninge, de
eige Zoetheid, en den zelfden Toon van Koloriet heeft, als
de Madonna della Pescia van Rafaëi, die 'er regc regens over
hangd : zulks deeze twê Stukken malkaar zo fterk gelyken,
zo wel in Maniere als van Leest, dat het fchynt als ofze ter
Weêrgaê voor malkaar waren gemaakt.
In het volgende Vertrek, bevind zig de St. Markus, varl
B a r t h o l o m e o di S a n - M a b c o. 't Is een enkeld Fi-
guur , meer dan Leevensgroot : van zulken grootsfen Styl ,
ais dien van Kafaè'l. Zyn Koloriet is ook juist in den eigen
Smaak als dat der Madonna della Pescia : maar veel kragti-
ger, veel malsfer, en veel téderer. „ 't Schynt ook Czegt
„ dieSchryvcr) dat Bartholomeo in dien Tyd Rafaëi
„ te boven ging, gelyk hy ook zyn Meester was in 't Ko!o-
„ riet: hy geleek hem volmaaktelyk in Smaak, gelyk meiï
i, uit zyne Tafereelen en uit zyne Tekeningen kan zien .
„ Men weet niet, hoe hoog die groote Geest gefteegen zou-
„ de hebben, indien de Fortuin zig niet uitgelaaten had voor
den laatstgenoemden, met denzelfden te gebruiken tot vef-
„ hévener en luisterryker Werken. Hoe 't zy, zyne Werken
» zyn
-ocr page 274-
FroRENTYNsE Schilders; i93
var?die^°Aing V3n Fmnkryk heeft twé Tafereelea
\an cuen Meester : eem Hemelvaard r en & %.
Serd?* St'Jm ^ ^fc' °P >^ §-
oSet^nX vcrfbhei# Pa«en gegradeerd ,' na
onzen Barthohmeo, m |e %Zafnelinge |er Schil,
h!5? df'^oothertog5; en énkeld een Stuk, in
net Twede; Deel der Verzamelinge van Crozat.
" ^aiZvan0S1gea^tIa^aai' ^ Schoon dit Tafereel
GroÓtSfnlt^n1 Ife *,V heefc het aa^ylen den
Eer/Ie Deel
N
AN«
-ocr page 275-
194 F L O R E N T Y N S E S C H I L D E R S.
STC i TOpCÜ /""S"* ' «ï
ANDREA DEL SART O.
ANdries dfl S a r t o was Zoon een's Kleêr-
maakers, waarvan hy den Naam Sarto aan-
nam , en is een der voornaamfte Schilders zynes
Tyds geworden. Zyne geboorte word gefteld, A'\
1488, in de Stad Florence. Jan Baril, Schilder
die'r Stad , die hem by eenen Goudfmit zag arbei-
den, nam hem in zyn Huiz, en leerde hem, ge-
duurende drie Jaaren, de eerfte Beginzelen der
Schilderkunft. De groote Verwachting welke hy
van zig gaf, noopten Baril om hem te Hellen on-
-ocr page 276-
FlORENTYSSE SCHILDERS. I95
der 't Beftuur van Pietro di Cq/tmo, die toen de voor-
naamfle Schilder van Florence was. Andrks ging
deezen nieuwen Meester wel dra te boven, en ver-
wierf zodanigen Roem, dat het hem veel Werk
verfchafte.
D e onverdraaglyke Aart zynes Meesters , hem
lïoodzaakende denzelfden te verlaaten, voegde hy
zig by Francia Bigio, zyn Vriend. By malkande-
ren gehuizvest, arbeidden zy in Gemeenfchap aaa
verfcheide groote Werken. Andrks, die uitter Aarc
nederig en befchroomd was, deed zyne Schilderyen
zodanig niet betaalen als zy 't verdienden. De Ar-
moedige-ftaat, waarin hy altooz geleefd heeft, was
daarvan het gevolg.
In Frankryk kend men de Verdiensten van An-
dries del Sarto
niet genoeg: men ziet 'er niets an-
ders, van zyne Hand, dan Lieve-Vrouwen en H.
Familiën, Halverlyf. Te Florence is 't: daar men
zig zal moeten verwonderen, over de groote On-
derwerpen van 't Leeven van Johannes den Dooper ,
door hem gefchilderd op de Muuren van 't Voor-
portaal der Konfreerye del Scalfo; en 't Leeven van
St. Filippo Benizzi, in den eersten Hof van 't Kon-
vent der Annunciata. Ziende deeze Schilderyen ,
zal men al 't Recht doen, verfchuld aan Andries del
S-irto ;
en zig niet konnen ontflaan , hem in den
Reije der grootffe Schilders te ftellen Zyne Denk-
beelden waren min verhevener dan dien van Ra-
faè'l,
en van M. Angelo, waarvan hy de Maniere
beftudeerd had, alsmede die van Leonard da Vinci.
Groot lékenaar,groot Koloreerder,heeft hy Vlees-
kleuren , Handen, en Kinderen gemaald, zo fchoon
als die van Rafaël. Zyne Hoofden konden verfchei-
denlyker, en bevalliger zyn. Dikwyls hebben zel-
ve zyne Maagden, de "Eêlheid niet welke haar
N a                    Merk-
-ocr page 277-
196 F L O R E N T Y N S E S C H I L D E R S.'
Merkteken eischt. Hy beminde de Maniere van
Albert Durer, en ontleende veele Dingen uit hem,
dien hy vervolgens na zynen Smaak fchikte.
O p 't groot Gerucht, 't welk de Werken van
M. Angelo, en van Rafaël, te Rome maakten, wilde
Andries daarvan door zig zelfs oirdeelen. Hy on-
cierzogtze met Vlyt, en trok daaruit een aanmerke-
lyk Voordeel, zonder de Antieken te verwaareloo-
zen. Indien hy langer Verblyf in die Stad gehou-
den had, dan zoude hy de grootfle Schilder des
Aardbodems zyn geworden (1). Zyne laatfte
Werken, volgens deeze Aanmerkinge, zyn de bes-
ten ; en men befpeurde die Veranderinge, op zy-
ne te Rugkoomst te Florence.
Eenigen Tyd naderhand, trouwde hy met eene
jonge Wcduuwe, welke hy zedert lange beminde.
Andries, die eenen geringen Pryz voor zyne
Schilderyen nam, kon taamelyk leeven geduurende
•ynen Öngehuuwden-ilaat : maar, gehuuwd zyn-
!e, vond hy naauwlyks waaruit toetebrengen tot de
Kosten der Huizhoudinge. De Min-iver quamdaar-
bv : hy was zo verzot op zyne Vrouw', dat hy
haar, aitooz in zyne Gedachten hebbende, geduu-
riglyk in zyne Taïereelen fchilderde. Dit's de Oir-
zaak van zékere Gelykvormigheid, welke men in
de Hoofden zyner Maagden befpeurd.
An-
(1) Richardson haald Bochi aan , Bellezze di Fiqrenze.
Deez zegt, dat del Sarto aitooz zeer geacht wierd van
M. Angelo, die niec_ ophield hem te pryzen. Redeneerende
eens mee Rafyël, aangaande de Verdiensten van eenige groo-
te Mannen in de Kunst, durfde hy hem wel te gemoet voe-
ren, „ Daar is te Florence een Knaap (betekenende An-
„ dries del Sarto) die 'e u vry bang zoude hebben
„ gemaakt, indien hy zulke groote Werken had gehad als
„ men aan u heeft gegeeven ".
-ocr page 278-
ftORENTYNSE SCHILDERS. I97
•Andries arbeidde op eene gemaklyke, en zeer
vaardige Wyze. Zyn Smaak van Tékeninge en
zyn. kragtig Koloriet, zo wel in Fresko als in OJie-
"verw', zyn van de gantfe Wereld geacht. Men
vind'er eene fchoone Verzwakkinge van Kleuren,
eene verwonderlyke Smelting', en Kleedyen ge-
schilderd met eené toverachtige Gemaklykheid van
Penfeel. Zyn koele Aart, en zyne niet zeer leeven-
tüge Verbeelding, hebben in zyne Schilderyen dat
Vuur niet doen verfpreiden, 't welk zo noodig is
om daarvan de Figuuren te bezielen: zelve heefc
hy, dikwyls, eene zelfde Zaak herhaald.
Del Sarto wierd naarVrankryk geroepen,door
Koning Franfoh I., en maakte 'er verfcheide Wer-
Jken. De Koning, met zyn gantfe Hof, fchiep
Vermaak, hem te zien arbeiden en hem met g'e-
fchenken te overlaaden. Hy fchilderde den Dau-
fyn
(1), eene Liefdaadigheid , en eenen $t. je-
ronhnus.
Eenige Brieven zyner Huizvrouwe, gevoegd
by wat Min-iver , noopten hem Verlof aan den
Koning te verzoeken, om naar Florence te keeren ;
en hy bood zynen Dienst aan, om Schilderyen en
Antieke - Beelden in Italië optekoopen. Ten dien
Einde, deed1 de Koning hem eene aanmerkelyke
Somme Geld.s tellen , en belooven in weinig Tyds
wederom te zullen koomen. Zo dra hy te Florence
quam, dacht hy op niets anders, dan om zig met
zyne Huizvrouwe en zyne goede Vrienden te ver-
maaken. Hy verfpilde niet alleen al 't Geld 't welk
hy in Vrankryk gewonnen had, maar daarenboven
het
( 1) N o g in de Luuren zynde, zegt Vafari, en dus was 't
A. 1517. Dit Portret voltooid zynde, fchank hem de milde
Koning, zo dra hy 't zag, 300 Goude-liroonen.
N3
-ocr page 279-
\
198 Florenïynse Schilders.
het Geld 't welk de Koning hem medegaf om Kunst
te koopen. Deeze Reden, en de Tyd welken hy
tot zynen te Rugkoomst beftemde verftreeken zyn-
de, verhinderden hem naar Frankryk te keeren. Dit
vertoornde den Koning, die hem op zyn Woord be-
trouwd had. Echter verwierven eenige Schilderyen,
onder anderen een Johannes de Dooper en de Offer-
hande van Abraham, dien hy aan den Grootmeester
van 's Konings Huiz zond , zyne Vergiffenisfe :
maar, de Monarch wilde hem niet meer zien. Dus
viel And kies, die een groot Fortuin had konnen
maaken, wederom in zyne voorige Armoede, waar-
uit hy nooit weder opfbnd.
In deezen Tyd, voltooide hy de Schilderyen van
't Portaal der Konfreerye del Scalfo, dien hy zedert
tóngen Tyd begonnen had.
Hy maakte nog veele andere Werken. Einde-
]yk, hebbende geduurende de Belegeringe van Flo-
rence
veel geleeden, viel hy gevaarlyk ziek. De
Pest, welke daar op volgde, rukte hem A°. 1530
wegh, in het 42 Jaar zynes Ouderdoms: verlaaten van
zyne Vrouwe, en byna zonder eenig Onderftand.
Men begroef hem in de Kerke der Annunciata, en
vereerde hem met een Graffehrift, 't geen nog be-
zien word in den Ingang van 't Portaal, met zyn
Afbeeldzel in Marmer, geplaatst in 't Midde zyner
Werken. Jahb Puntormo, Francesco Sahiati, GÏorgio
fafari
, Andrea Squazzella, Domenico Conti, zyn zyne
Leerlingen geweest.
De Tekeningen van Andries del Sarto
zyn fier, en van grootsfen Smaak: de eene van
Roodkryt fterk aangedouwd; de andere, uitvoeriger,
zyn met Roet gewaschen, hebben eenen Omtrek
der Penne, en zyn met Wit door 't Penfeel ge-
hoogd, met zeer onrégelmaatige Artfeeringen die
v&»
-ocr page 280-
Florentïnse Schilders. 199
van de Rechte naar de Linke-Zyde gaan. Hy te-
kende niet dan om zig te binnen te brengen wat hy
gezien had , zonder iets vastteftellen : vervolgens
voltooide hy zyne Tekeningen, na zyn Denkbeeld.
Zyne Figutiren, fchoon régelmaatig, zyn dikwyls
wat kort. Het Merkteken zyner Hoofden, zyne
Manier van hen te hullen, zyn Smaak van Kleedye,
Zyn de wézenlyke Kentekenen der waare Tekenin-
gen van Andries del Sart o.
Een zyner voornaamfte Werken te Florence, is
het Leeven van Filippo Benizzi (1),Stichter van den
Orde der Servieten, gefchilderd in tien Stukken in
Fresko , in den Voorhof der Annunciata ; alwaar
ook een Aanbidding der Drie-Koningen, en de Ge-
boorte der H. Maagd is (2). Het Portaal der
Konfreerye del Scalfo, gefchilderd in Olieverwe ,
verbeeld de Historie van St. Jan den Dooper, zynde
twaalf Stukken in 't Graauw ; en vier Figuuren te-
gens de Deuren, als de Rechtvaardigheid, de Lief?
daadigheid , en anderen (3). De Sieraaden zyn
van
(1)  O f Benozzo. Rkburdfon kan zig niet erinneren dee-
ze gezien te hebben , ten zy dezelfde gantfelyk moesten
vergaan zyn , gelyk men in 't algemeen van zyne andere
Stukken alhier in Fresko kan zeggen , uitgezonderd van de
Madonna del Sacco , die zeer wel bewaard is.
(2)  Dit's, voor zo verre men uit het Oyerblyfzel kan
oirdeelcn, zegt Ricbardfon, vol Bevalligheid: daar de v.oor-
ftaande Aanbidding het geringde is van alles wat van del Sar-
to
voorkoomt, wyl de Wéz'ens en de Schikking van 't Ge-
heel met weinig Bevalligheid en Oirdeel gemaakt zyn.
(3)  Richjisdson zegt, dat weinige Vreemdelingen dit
Werk zien, onaangezien 't altoos hoog geacht en een van de
voornaamften deezer Stad is : wyl 't zig in den Voorhof van
een Konvent bevind, 't geen weinig bekend is, en zo min be-
zogt word dathy Moeite had om het uittevinden, fchoon hy
daarvan bevoorens onderrigt was; alsmede, dat dit Werk je-
N 4.                            6üïl-
-ocr page 281-
soo Florentynse Schilders.
van Francia Bigio, gelyk ook twé Historiè'fe On-
derwerpen. St. Sebastiaan, Halverlyf, diend voor
de Konfreerye deezes Heiligs; en St. Jakob, voor
eene andere Konfreerye. In de Eetzaale van 't
Klooster San Salvi; buiten de Poort van 't H. Kruiz,
heeft hy een Nachtmaal gefchilderd in Fresko; en
eene H. Maagd, op de Deure van 't groot Kloos-
ter , die in de Kerke der Anmmciata koomt. Dee-
ze L. Vrouw word genoemd, de Madonna del Sac»
tb ('t):
wy 1 Andries haar gefchilderd heeft, voor
imant die hem een' Zak met Meel, in eenen Tyd
van Gebrek had gegeeyen. Nog vind men aldaar
van hem, op het Sakramentshuizje, het Af beeld-
ze! des Zaligmaakers ; en, by de Karmelieten van
Florence, eene H. Maagd, Voor de Kerke van «S^m
Gallo, in de eige Stad, fchilderde hy vier Heiligen,
rwistende over de Drie-eenheid : naamelyk, St. Au-
güstyn
, St. Franfiskus, St. Fieter Marielaar, en St.
JLaurens.
De Magdalecna, waarvan 't Hoofd dat
zyner Vrouwe is,heeft hy beneeden in 't Schildery,
pp de Kniè'n met St. Sebastiaan,verbeeld. Dat Ta-
fereel is een der fchoonften dien hy gemaakt heeft.
Tegenwoordig is 't'in het Paleiz Pitti. Men ziet 'er
óok eene 'fchpone Boodfchap, waar in een Zwier
vgn Hoofden van Engelen zyn, die niet hoog ge-
noeg gefchat konnen worden. Puntorma, zyn Leer-
ling, heeft daarvan het Voetfr.uk gefchilderd. De
Za-
gènwoordig zeer befbhaadigd is, fchoon 'er nog genoeg over-
bluft, om den fynen Smaak en de gelukkige Uitdrukkinge
vin deezen grooten Meester te kennen; hoewel alle de Ge-
deeltens van dit Werk niet evengelyk , en fommige vry
fTegf zyn.
{ i ) Volgens Ricbardfon, is 't het beste Stuk van alle zyne
Werken. Men kal) zig niets verrukkender verbeelden : niets,
leevendiger, bevalliger, en fchoon der is.
-ocr page 282-
V
Flor enty ns e Schilders. t0x
Zaligmaaker, onder de Gedaante een's Hoveniers
zm Magdakena voorkoomende is mede van hem-
t Hootd eenes Kristus voor.de Servieten gefchilderd *
is jegenwoordig in de Annunciatek
B y den Groothertog is de Offerhande van Abra-
fm
eene H. Maagd, een Tobias, de Twist over
ae Drie-eenheid (i) waarin zes fchoone Figuuren
zyn, en M«m-Hémelvaard in 't groot.
In 't Paleiz Poggio, te Cajano, zyn drie Stukken
van de Historie van Julius Cezar: daaronder, alwaar
hy deSchattmge van alle de Landfchappen ontfanet
ónderfcheiden door hunne Kleedye en de Dieren
dien zy aanbieden.
Me n vind van And rie s, in den Dom van Pil
la
vier Heiligen en 't Outaar van Se Aenes
In deGalleryedesHertogs van Modem, zyn twé
fchoone Koppen en de Offerhande van Abraham
mtmli (t)deS HerC°gS Vaü Parm> is een Salmtor
In
• {?l PITnfchynt h« eige Stuk te wezen daareven eemeïd
m t Paleiz.Pmi, 't welk eigenlyk dat des Groothertog is '
Richarafon fpreekt van eenen St. Laurens met «f. Do-.nhiusen
Vier andere Heiligen, alsmede een' Fenw.Vrn xri ■ j
IKmei,, van he/gefcfei«erd voo I 3?v£ £ * den"
ft» Ajï en in 't eige Paleiz berustende waarva ?Kfe
zeer helder, en de Teken mg zeer roed k dP wU,
             C
bevallig en de Kleuren der Kleedye,f zlr wef ve kon "S 2eer
zulks de eene diend om de andeL opte uilttn "do h" XV
gens de gewoone Maniere van dei . S a r to h,.ft," 'j ■
7'1 f -fSST r^de e» ^is^ Sffi&F
geiyk t Rood, het Geel, het Blaauw, en 't Groen en haar'
«evens ma kanderen te leggen zonder eenige Middetint
waarvan ook de Plooijen zeer hard ftaan.
               ^^tdetint ,
(ï) Richardson meid daar alleen, van zyne befaam-
deKopye van ..Portret van Leo X., na &ƒ«?; : waarvan ™n
aldaar groot Werk maakt, en voorgeeft dit die het Origineel
overtreft 't geen by den Groothertog is ; dogh waarfüS
de Schryver een groot Qnderfcfaeid meende te befpeuren I
N 5                              voof
-ocr page 283-
202 Florentynse Schilders.
In die van 't Aartsbisdom van Milaan,eene Mag-
ialeena,
Halrlyf, op Hout gefchilderd.
I n de Gallerye Ambrofiana, een St. Jeronimus mee
een
Kruisfifix (i).
Te
voor zo verre hy zig dat Origineel meende te erinneren in-
dien zyn Geest niet met Vooroirdeel ingenomen was, fchoon
't Koloriet zig veel frisfer in de Kopy' toond, die ook alge-
meenlyk beter bewaard is. Volgens 't geene Vajari zelfs daar-
van eetuigd, had de Hertog van Mantua het Origineel van
Rafaël te Florence gezien, en voorts van Paus Klemens Vil
verzogt die 't hem toeftond. De Florentyners, geen' Zin in
deeze Toegeevendheid hebbende, deeden del Saeto daar-
van een' Kopy' maaken ,• en zonden 't aan den Hertog, be-
houdende het Origineel, 't Bedroog denzelfden en alle Ken-
ners : tot Julio Romano toe , die in 't Origineel aan 't Ge-
waad had gearbeid. 'Vajari, lang daarna te Mantua koomen-
de, verklaarde het voor Kopy, en dat hy 't del Sart o
bad zien maaken. Hoe! kenne ik Rafaël niet en wat ik hem
bebbe zien fcbilderen, zyn dit myne eige Penfeelflagen niet?
liep Julio Romano uit. * Maar , toen Vafari hem een Merk
noemde 't geen 'er achter op gezet was en het toonde, toen
Hond hy ten hoogfte verwonderd, dogh voegde'er verftan-
dfgjyk by, dat hy 't daarom nu zo veels te meer en niet min-
der als het Origineel achtte. Dit Geval fchynt wat van 't
Gezach te verminderen, 't welk Kunstkenners van de Twéde
Kiasfetrots voorwenden aanzig te behooren, dooronfeilbaare
Uitfpraak over Schilderyen te willen doen zonder in ftaat te zyn
B/den daarvan te geeven. Daarenboven fchynt het vermogens
zyn om de Zékerheid der beste Stukken te konnen betwis-
ten , en dus derzelver Wezen en Waardye in de Inbeeldinge
te doen beftaan. Maar, als imant vermogens is om over de
Maniere en de Vereifchtens der Schilderen te oirdeelen, en
d
hy bevind in een' Twyffelaar, wanneer'er geene Gelegenheid
van Vergelyking is, alle de bekende en tastbaare Hoedanig-
heden van 't Origineel : wat Zwaarigheid, of Nadeel, als
by zig dan gelyk J. Romano gedraagt ?
f 11 Ricbardson noemd aldaar eenen Kannonnik van Pifa,
zeer uitmuntend van del Sart o. Hy zegt, dat men de
Schoonheid vind in 't Gantfe-gebeel der Historittukken deezes
Meesters, en een Soort van bevalligheid in zyne Figuuren :
maar dat het echter te wensfen zoude zyn, wyi hy daaraan
u^muutende Uitdrukkinge gcefc en zy in eenen gants Moder-
nen-
-ocr page 284-
Florentynse Schilders. 203
T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Paltz, vind
men Se. Agnes, van zyne eerste Maniere ; eeneH.
Maagd, met het Kind Jezvs; St. Jan, eenen En-
gel , Se. Elizabet geleidende St. Jan den Booper, een
Kind zynde ', eene H. Familie; deli. Maagd, lee-
zende in een Boek met het Kind Jezus, en St. Jan
ilaapende.i
I n Frankryk heeft hy gefchilderd, eenen St. Je-
ronimus
, eenen dooden Kristus omringd van veele
Engelen, veele Lieve-Vrouwen, eene Eiefdaadig-
heid , en eenen St. Jan Halverlyf.
De Koning bezit eene H. Familie, in Ovaal;
den Engel- en Tobias ; en eene Lïefdaacügheid.
In 't Palëiz Royaal ziet men eene Leday en eene
Lucretia, leevensgroot, op Hout gefchilderd : Ta-
fereelen , I gekoomen van Kristina,.: Koningin van
Zweede.
Zyn Werk, van omtrent 50 Stukken, is gegra-
veerd van Cherubin Albert, Cruger, C. Bloemaart, C.
Cort, Brebiette
, Jan ~ Baptist Bonacina, Vosterman ,
Natalis, Philippe Thomasfin, Coelemans, en anderen.
Men rékend verfcheide Stukken na del Sarto, in
de Verzamelinge der Tafereelen des Groothertogs.
nen-Smaak zyn , byzonderlyk in de Kleedyen, dat hy 2ig
meer toegelegt had op 't Portretteeren, waartoe de Natuur,
hem gefchikt fcheen te hebben.
GIO-
-ocr page 285-
204 Fi.orent.ynse-Schilders,
GIO-FRANCESCO PENNI.
JAn-Fransiskus Penni, gebynaamd il Fat-
tore,
wyl hy de Zaaken der Huizhoudinge van
Rafaël beftuurde, was een zyner beste Leerlingen.
Hy wierd gebooren te Florence,A°. 1488. Zeer
jong quam hy te Rome by Rafaël woonen, die hem
altooz als zyn Kind beminde ( 3 ), en hem tot eenen
zyner Erfgenaamen benoemde.
Pen-
(1) Dit's volgens de Taaie der Italiaanje Schiyveren :
-ocr page 286-
Florentynse Schilders.
205-
P e n n 1 tekende zeer wel. Hy verftond evense-
iykelyk de Historie, 't Portretteeren , de Sieraaden
zo wel als het Landfchap, 't welk hy met zeer wel-
ftandige Gebouwen verrykte. Deez algemeene
Smaak, vaor alle de Gedeeltens der Schilderkunst
maakte hem zeer nuttig aan zynen Meester, die
hem voornamelyk gebruikte tot Friezen , en toe
Kartons voor Tapyten. Zyn voornaamfle Werk
was de Loges van 't Fatikaan, en de Zolderflukken
van 't Klyn-Farneeze, waarin hy zyne Bequaamheid
deed zien. 't Schilderen in Olieverwe, in Fresko
in Waterverwe , alles voegde hem : nimant heeft
meer onderfcheide Gaven bezeeten. Men merkt
aan, dat hy grooter Behaagen fchiep in het Teke-
nen dan in het Schilderen.
Hy begaf zig naar Florence, om het Tafereel
enes Autaars te maaken: waarin hy verbeeldde de
L Maagd, houdende 't Kind^zw, omringd van
. ,                                                      vee-
maar wat ftaat is daarop te maaken, en hoe luid klinkt dit
hier, t geen zo aanflonds vervallen zal ! Rafaël was maar
vyf Jaaren ouder: toen hy Penni dan als zyn Kind bemin,
de, was hy immers zelfs niet uit de Kindsheid. Voor zo ver-
re men kan navorschen, gelvk Richardfon gedaan heeft en
daarvan 't Bewys bybrengt (Tomé III. p. 328) was RafaH
25 Jaaren oud toen hy te Rome quam , te weeten A" 1/08
't geen wel quadreerd met de Werken welken hy onder Paus
X t° A?Tï' tS he"\ dCTl eerSte" Atbeid ^daar gaf
en A . 1513; ftierf. Dtenvolgende moest Penni, toen hv
te Rome by Rafaël quam woonen, geen Kind zyn, maar wd
20 jaar ouderdoms hebben ; en, volgens alle WaarfchynlTk
S'diendaddar Leermeester hebbe" S^ad. Deeze AanX
King diend dan, om te overweegen, hoeveel ftaat men in
wezenlyker Dingen op de Italiaanen aangaande de Kunst hun-
ner Landslieden kan maaken, wanneer zy uit Onachtfaam
heid, of 0111 deezen of geenen onbepaald te verheffen 't
een of 't ander bybrengen 't welk uit de Omftandigheedèn
of doov hunne eige Jaartallen, wederfprofeen word
              '
-ocr page 287-
,206 Florenttnse Schilders.
veele Engelen. Nog fchilderde hy den gantfen Ta-
bernakel die'r Kapelle.
Na de Dood van Rafaè'l, voltooide hy, met Julio
Romano
, de Schilderyen van 't Paleiz Belvedère; en
hy fchilderde, in 't Vatikaan , de Zaale van Konjlan-
tjn,
op de Tekeningen van Rafaël. De Manier,
waarop hy die groote Werken volbragt, het Merk-
teken zyn's Meesters, 't welk hy overal daarin had
waargenomen, gaf hem veel Eere.
Penni, Vriend van Peryn del Vaga zynde, gaf
hem zyne Zuster ten Huuwelyk. Zy deeden veele
Werken in Gemeenfchap. De Paus belastte hem,
benevens Julio-Romano, voor Vrankryk eene Kopie
van de Bergverheerlyking' te maaken, welke van
Rafaël voor dit Land gefchikt was. Zy begon-
nen dit Werk: maar een opkoomend Verichil deed
hen fcheiden, zulks zy'toen de Nalaatenfchap hun-
nes Meesters deelden, welke zy tot hiertoe in 't
gemeen bezeeten hadden. Julio begaf zig , met
Peryn del Vaga, naar Mantua, alwaar de Hertog
hem aan groote Werken bezig hield. Penni oir-
deelde toen , dat hy hem van nut konde zyn, en ging
zig eenigen Tyd naderhand by hem voegen. De
Manier, waarop Julio hemontfing, beantwoordde
niet aan zyne Verwachtinge. Dit deed hem be-
fluiten, Mantua te verlaaten en Lombardye te door-
reizen. Eindelyk quam hy wederom te Rome, daar
hy de Kopye der Bergverheerlykinge afmaakte.
Penni wierd naar Napels ontboden, door den
Marquis del Vasto, aan wien hy de Kopye der Berg-
verheerlykinge, en veele andere Schilderyen over-
bragt. Hy tekende 'er zeer veel, en fchilderde 'er
veele Zaaken, waarover de Marquis zig zeer ver-
noegd toonde. De flegte Gefteltenis zyaer Gezond-
heid ,
-ocr page 288-
Florentynse Schilders. 207
heid, was niet óvereenkoomftig met de Lucht van
Napels, en dus viel hy 'er in Ziekte. Na hy in den
Dobbel verfpilde, alles wat hy gewonnen had, ftierf
hy A°. 1528, oud 40 Jaaren.
Welke Beqüaamheid il Fattore ook bezat, was
zyn Smaak reuzachtig en niet zeer bevallig. Zyne
Tekeningen zyn zeer raar in Vrankryk, en houden
meer van 't Antiek dan van de Maniere zyn's Mees-
ters. Ze zyn getekend, met eene verwonderlyke
Lugtheid der Penne, gewaschen met Roet, of met
O. I. Ink, gehoogd met Wit door 't Penfeel. Zy-
ne Beelden zyn wat lang en mager, zyne Omtrek-
ken hard, maar 't Merkteken zyner Hoofden is
van grootsfen Styl.
Zyne voornaamfte Werken zyn in 't Paleiz CM-
gi
, in de Zaaien van 't Vatikaan, in de Loges, daar
hy veele Dingen gefchilderd heeft op de Gedachten
van Rafaël, zo wel by deszelfs Leeven als nades-
zelfs Dood.
H Y heeft eenen St. Krhtoffel gemaakt in Fresko ,
in de Kerke del Anima, met eenen Kluizenaar in
een' Spelonk, die een' Lantaarn houd. De Schil-
deryen tegens over het Tafereel der Kribbe in St.
Rochus
te Ripetta , en de Kapelle tegens over die
van St. Jan Evangelist, zyn van hem. Te San Spiri-
to in Sasfia,
is de Kapelle Van 't Kruisfifix. Hy heeft
eene Hémelvaard der H. Maagd gemaakt, voor de
Stad Pentgia. Verfcheide Gevels van Huizen, in
't Graauw, bewyzen insgelyks"zyne Beqüaamheid.
In de Gallerye des Groothertogs (te Florence)
ziet men eene Opftandinge van zyne Hand.
Darr is een Stuk gegraveerd, na il Fattore,
in de Verzamelinge van Crozat.
Zyn Broeder, Lukas Penni, had minder Be-£.P«nni,
quaam-
-ocr page 289-
2ö8 Florentynse Schilder Si
quaamheid. Hy arbeidde met Peryn del Vaga, zyn
Schoonbroeder, te Genua, Lucca, en in verfeheide
Oorden van Italië. Vervolgens ging hy naar En-
geland
, en van daar naar Vrankryk. Aan deeze bei-
de Monarchen, gaf hy Preuven zyner Kunst'. Wy
hebben Stukken , van zyne Hand gegraveerd".
Mantuanus, en verfeheide andere Graveerders, heb-
ben na hem gearbeid.
ROSSO,
-ocr page 290-
F t O R E N T Y N S E ,S C H I t £> È ïl 'S, 209.
&ÖSSO, of .Mr. ROUX.
"R °uS°a °f Mk' Roux' dus genoemd na zyrf
JL%. Koode-Hairen , is in Frankryk beter bekendt
dan in zyn Vaderland, alwaar hy niet gelukkig was,
Florence zag hem gebooren worden, A°. 1496 Hy
nad geenen Meester, en volgde eenigerwyze de Ma-
niere van M. Angelo en van Parmefaan , met zig
eenen byzonderen Aart te vormen dien hy van ni-
mant ontleende.
Na hy verfcheide Tafereelen gedaan had, in
de Kerken van Florence, maakten eenige uitvoerige
Eerjie Deel.                  O                            Té,
-ocr page 291-
2io FlorentyUse Schilders.
Tekeningen, door hem naar Rome gezonden, dat
hy in deeze Stad gewenscht-wierd. Weinig Tyds
daarna begaf hy zig derwaarts. Hy fchilderde een
Stuk in de .Kerke der Vrede, geplaatst boven de-
Werken vmRafaël. Deeze NabuurfchapV't Gezigt
der fchooqe Zaaken welke zig in die Stad bevin-
den , verre! van hem aantemoedigen, verblindden
hem zodan|g dan hy nimmer zo flegt gefchilderd
heeft. Beter flaa,gdè^hy in eenige Kabinetftukjes,
en in eenelOnth(||pinge van St. Jan den Dooper,
welke hy maa^^oreen Kerkje op de Plaatsfe
Salviati, toen $e Buitsfers hem in de $ünderinge
van Rome gevangen namen. ;Hy ontvlugtte het ech-
ter te Borgo L voorts te' Are \ i k Overal arbeidde hy,
en maakte Menigte van KarionsT Wyl hy 't Fresko-
fchiideren niethemindde, liet hy'geerne de Wer-
Icen, dien ;men hein daarin befchikte, aan andere
Kunstenaaren oV-ei"- Te 'Femétïe zyndë, tekende hy
voor Jretyb de Historie van Mars en Fenus, welke
door Minnegood|es en de Bevalligheeden ontkleed
gorden.
D e Fortuin riïet beantwoordende aan zynen Ar-
beid, befloot hy naar Frankryk te gaan, alwaarFran-
fois I.
hem zedert langen Tyd wenste. In 't Ver-
volg kreeg hy'er primaticcio ten Mededinger, en
Laca Pcnni die onder hem arbeidde (i). Rosso
was welgemaakt, en welfpreekend. Zyne Manie-
ren behaagden den Koning ongemeen. Hy bood
zyne Maj. de Tafereelen aan, dien hy koomende
van Fenetiü gefchilderd had; en wierd benoemd, tot
Op-
(i) Ross o had veele goede Meesters die onder hem
werkten. Felibien erkend verfcheiden, zo wel als Vafari, en
by uitftek Leonard de Neêrlander, een zeer bequaam Schilder,
die zyne Tekeningen in Verwen bragt.
-ocr page 292-
FtOREffTYNSE ScHIlDERS. 211
Opperbewindhebber van alle de Werken van Fon-
tainebleau :
in 't Vervolg, tot Kannonnik der H.
Kapelle van Parys.
Rosso was zodanig goed Bouwmeester als groot
Schilder. Hy deed de Groote-Gallerye van Fon-
tainebleau
bouwen, welke hy oppronkte, niet alleen
m^t Stukken Schilderye, maar ook met fchoone
Friezen en ryke Sieraaden van Pleister. Nimant
heeft meer Vernuft, en meer Vuur gehad, dan hy.
Hy was geleerd, maakte goede Vaarzen, en was
een groot Muüekant. Zyne Manier van Tekenen
\vas wat ftraf, en gemanierd. Zonder de Natuure
te raadpleegen, arbeidde hy alles uit Eigenzinnige
heid. Rosso had geene Maniere van Denken als
een ander: in zyne Werken was iets buitengemeens
en grilligs, 't geen niefr van den Smaak der gantfe
Wereld was. Echter zyn zyne t'Samenftellingen
ryk; hy drukte de Driften der Ziele uit; zyne Beel-
den waren in Beweeginge ; en hy bezat het Licht-
en Bruin. Vo.oral waren de Vrouwen volmaakt ge-
fehilderd; de Hoofden zyner Gryz-aarts verwon-
derlyk ; en zyne Kleedyen zeer lugtig.
Fransois I. was zo voldaan, over zyne Wer-
ken , dat hy hem met Goederen ophoopte. Rosso
leefde als een groot Heer, houdende eene goede
Tafel en groot Getal van Bedienden. Wyl hy zig
bemoeide met alle de Tekeningen te geeven, van
Schilderkunst, Beeldhouwerye , en Goudfmeede-
rye, kreeg hy eenen Mededinger, in den Perfoon
van Benvenuto Cellini, Juwelier en Beeldhouwer van
Florence. Aan deezen had de Koning bevolen, een
befaamd Kolosfusbeeld voor eene Fontyne. De
Beeldhouwer verwaarloozde juist,zyn Model te laa-
ten zien aan de Hertoginne d'Estampes ,M'mna.aresfe
des Konings; en zedert was die Mevrouw hem al-
toos tegen, begunstigende Rosso. Zy verhinder-
O 2                            de.
-ocr page 293-
üi2 Florentynse Schilders.
de den Koning, by Dagh in de Gallerye van Fon-
tainebleau
eenen Jupiter van de Hand van Cellini te
koomen zien, dien zy met Voordacht had doen
plaatsfen , naast de fchoone Antieke - Beelden die
van Rome quamen. Cellini befpeurde de Loozheid.
Hy verlichtte zyn Beeld , by 't Vallen van den
Avond , met een Flambouw, geplaatst boven 't
Hoofd: 't geen den Dagh van om hoog daarop deed
vallen. De groote Uitwerking van dat Licht deed
de Hertoginne en R o s s o verbaazd ftaan, zulks zy
, de Loftuiting van den Koning en 't gantfe Hof niet
weerhouden konden. Die vernuftige Kunstenaar,
■yvien de Donkerheid van den Nagt moest benadee-
Jen, vond dus het Middel om dezelfde gunstig voor
hem te maaken. Echter wist R o s s o, onderfteund
door Mevrouw d'Estampes , in 't Vervolg andere
Gelegenheeden te verwekken, om den Beeldhou-
wer te doen afdanken.
In het brallendfte van zyn Fortuin, nam Rosso
een geweldig Gif in : 't geen hem zo voort, A°.
1541, ten Ouderdom van 45 Jaaren, van 't Lee-
ven beroofde. Tot deeze Wanhoope quam hy,
om dat hy Francesco Pellegrino, zyn Vriend, voorbaa-
riglyk van Diefftal'had befchuldigd, die deswegens
gevangen en gepynigd wierd : dogh zyn' Onfchuld
klaar deed zien, ontflagen wierd, en een feherp
Gefchrift tegens hem uitgaf. Andere fchryven zy-
nen Dood toe, aan 't Verdriet 't welk hem be-
kroop , om dat Primaticcio door den Koning uit Ita-
lië
geroepen was. Hy heeft verfcheide Leerlingen
gehad, waarvan de beste is geweest, Domenicodel
Barbieri.
Rosso tekende met de Penne, met eene onge-
lyke en gekruiste Artieeringe. Hy vermengde
daaronder eene lugte Wasching van Roet, of van
Qkjl-ind. Ink. Schoon hy Farmefaan zogt, in den
Om-
-ocr page 294-
Florkntynse. Schilders. 213
Omtrek zyner Figuuren, was hy echter veel lom-
par dan den zelfden. Zyne woeste Hoofden zyn
gerekend op eene Wyze,die hem van andere Mees-
ters onderfcheid.
Te Rome heeft hy veel gearbeid. Ily heeft eenen
dooden Kristus, den Roof van Proferpina , verfchei-
de Onderwerpen uit de Fabelen, en menigte Au-
taarftukken gemaakt.
Te Florence ziet men, eene Hemelvaard in 't Por-
taal der Vaderen Serjieten; het Huuwelyk der
Maagd, in de Kerke van St. Laurens; en veele Por-
tretten. In de Kerke des H. Geests, heeft hy de
Drie-eenheid gefchilderd : zynde een Tafereel 't
geen voor Rafaël gefchikt was, die het wegens
zyne groote Werken niet konde maaken (1).
Te
(1) Vasari meld hiervan, die insgelyk. eengroots Denk-
beeld van Ross o geeft, en onder anderen bybrengt, dat hen
niet te vertellen is wat hy al inventeerde en tekende, voor
Goude- en Zilvere Sieraaden, dien de Koning van Frankryk
deed maaken ; nog wat hy al te wege bragt, voor Maske-
raaden, Triumfen, enz.: inzonderheid toen Keizer Karel F.,
A°. 1540, in Frankryk quam, wanneer Ross o, alleen mee
Behulp van twaalf andere Kunstenaars (want hy had veele
goede Meesters, en Werkgezellen, die onder hem arbeid-
den ) alle de Zégeboogen , Kolosfen, enz., maakte. Hy zegt
dan van dit Tafereel, dat Ross o het met zulke Bevallig-
heid, Tékeninge, en Leevendigheid van Koloriet uitvoerde,
dat geen Werk, van verre te zien, meer Kragt heeft of be-
ter toond ,• dat men daarin ziet, een Kloekheid van Beelden,
en een VVerkinge van Standen, die by anderen niet gemeen
zyn : dat in de Verdryvioge der Verwen niet mogelyk is be-
ter te doen, dewyl de Hoogzels, daar 't meeste Licht treft,
zig zodanig in de naaste Hoogzelen verliezen, van langfaa-
iuerhand niet zulke Zoetheid verdreevcn zyn , en dus loo-
pen naar de bruinde fchaduuwen welken de Beelden op nial-
kanders Lyf geeven, datze malkaar uittermaaten doen verhef-
fen : ;n een Woord, dat het met zulk groot Vernuft en Oir-
deel is gedaan, als ooit iets anders van eenig groot Meester
is voortgebragt.
03
-ocr page 295-
214 Florkntynse Schilders.
T e Perugia ziet men de Onthoofdinge van St.
Jcw,
in de Kerke van St. Safoiati.
Te ^rczzozyn,in de Friez der Kerke vanS? Ma-
ria,
vier Tafereelen in Fresko : een H. Maagd,
Adam en Eva, de Arke des Verbonds door Mofes
gedraagen, en de Throon van Salomon.
In Volterra , is een fcnoone Afdoening van 'c
Kruiz.
Te Fontainebleau zyn 24 Historiën, in 't Graauw,
verbeeldende de voornaamfte Bedryven van Fran-
fois I.
In de Groote Gallerye, gefchilderd op zyne
Kartons, zyn twé Tafereelen van zyne Hand : 't
een Venus en Bacchus gants naakt, omringd van vcr-
fcheide verfchillende Vaazen ; 't ander Venus en
Kupido, verzeld van fchoone Figuuren. Nog een
H. Maagd met haar Kind, welke door de Sibyl-
le Tiburtina den Keizer Oclavius aangebooden wor-
den. Hy heeft zig daarin bediend , van 't Af-
beeldzel des Konings, der Koninginne, en der voor-
naamfte Amtenaaren van 't Flof.
Voor 't Kasteel iEcouen maakte hy eenen St.
Michiel
den Aarts-engel, en eenen dooden Kristus.
D e Hertog van Orleans heeft van R o s s o, een
fchoon Tafereel van d'Overfpeelige-Vrouwe.
Paulo Gratiani, Renê Boivin, Leon Daven,
Domintque Florentyn, en andere Graveerders (1) heb-
ben hun Yzer geoeffend, om Rosso te kopieeren,
die ook iets van zyne Hand gegraveerd heeft.
( 1) Vasari meld van Jacob Caraglio, die de Bedryven der
Goden (gctyk de Ontfchaaking van Proferpina, de Herschep-
ping van Satumus in een Péérd) door Rosso getekend, in
't Koper gebrast heeft.
V
GIA-
-ocr page 296-
Fiorentynse Schilders, sijr
*■'■•$-et* ?&&. -lom_________________________________
GIACOMO PUNTORMO.
JAkob Puntormo, gebooren in Toskaane,
A°. 1493» verdiend onder de groote Meesters
geplaatst te worden. Zyn waare Naam was, G i a-
c o m o Carucd. Die van Puntormo was zyn Geboor-
teplaats, alwaar zyn Vader, Florence verlaatende,
zig ter neer quam zetten.
N a de Dood zyner Ouders wierd hy naar Floren-
ce
gebragt, ten Ouderdom van 13 Jaaren; en he-
rteld in de Schooien, van Leonard da Vinci, van Ma*
fiotto Albertinelti
, van Pietro di Cofimo, en eindelyk
O 4                          van
-ocr page 297-
£I<5 FpORJJNTYNSE SciULDERS.
van Andnes del Sarto. Door zyne Werken verdien-
de hy, e<3r hy den Ouderdom van twintig Jaaren
vervuld had, dat Rafaël en M. Angek van hem zei-
den , dat hy de Schilderkunst tot den hoögften Graad
zoude voijren. Zyn kragtig Penfeel „ had niets ei-
gens van ie Hand een's Leerlings. Dei Sarto, na-
iverig ov.ar den Lof dien men Punto&mo gaf,
dreef hem uit zyne School'.
Onze Sdhldej^blêef echter niet lang zonder
Werk. JjTy fchjj|rde, in den Eerflenhéf der An-
nuncihta
, een Bipsk der Maagd. Dit Tafereel be-
twistte 't, in fitltfrlet, met de WerkeJTzjn's Mees-
ters del Sp-to. Zyrï Naam wierd,v zo berucht, dat
hem, om fjryd» veele 'Schilderyen'voor Kerken aan-
befteed wierden. Hy Haagde niet minder, in Sier
raaden van Schouwburgen, Zégeboogen, Maskaraa-
des, wanneer 'openbaare Feesten 'de Gelegenheid
daar toe gaven.: Gelyk hy zeer becjuaamj in 't Por-
tretteeren |was,; zö fchilderde hy, met gelukkigen
Uitflag, 't ganïfe Pluiz van Medicis : 't {geen hem
te Werk fteidej aan de groote Zaale Poggio, te Ca?
jano.
Hy waseen 'groot' Koloreerder , en in ven-
'teerde gemaklyk : zyn panier was groots, maar
zeer hard.
Florence door de Pest bezogt zynde, week
h,y naar den Karthuizeren, drie Mylen van die &tad,
met Bronzino, zyn Leerling. De ftille Leevenswyz,
daezer Gcestelyken, en zelfs niets te doen hebben-
de , deedvU hem aanneemen hun Klooster te be-
fchilderen. Uit Begeerte om uittemunten, vorm-
de hy zig liet Denkbeeld van eenen buitengewoo-
i.en Arbeid. Men had hem uit Duitsland gebragt,
het Lyden van Kristus, en veele andere Afdrukken,
door Albti t Purer gegraveerd. Dat Werk bekoor-
de iiem : hy wilde zyne Maniere hervormen, op
die
-ocr page 298-
Florektykse Schildeus, 217
die diens Meesters, en fchilderde in het Klooster
de eige Onderwerpen. Deeze Hoogduits/e Smaak
deed hem den zynen verlaaten, die uitmuntend was :
*t welk hem veel Nadeel deed, in zyn' toeneemende
Faam. Gemeenlyk koomen de Hoogduits/en in Ita-
tië,
om 'er eenen goeden Smaak der Kunst te haa-
ien : Pu NTOKMo deed tot zynent vlak het tegen-
deel. Dus worden zyne eerfte Werken, hooger.
gefchat dan de laatflen.
Het Tafereel, verbeeldende Jezus Kristus ter
Tafel by Kléofas , gefchilderd in 't Hospitaal der
Karthuiferen, is van beteren Toets dan hun Klooster:
verfcheide Broederen des Ordens, heeft hy daarin
afgebeeld. Op zyne te Rugkoomst te Florence, her^
vatte hy den Hoogduits/en Smaak. De Kapelle Cap-
poni,
waaraan hy drie Jaareu befleedde, het Autaar-
iluk der Geestelykeddghteren van S« Anna, gevoe-
len die Maniere. Michel Angelo maakte zo veel
Werk van Puntormo, van te verklaaren ter
Zaake van 't Karton verbeeldende Jezus Kristus on-
der de Gedaante een's Hoveniers, 't welk hy voor
den Marquis del Guasto vervaardigd had, dat Pun-
tormo de eenigfte was die het in Schilderye kon-
de uitvoeren. Deez deed het ook, tot groot Ge-
noegen van M. Angelo, zo wel als eene Venus met
eenen Kupido.
Alle die Werken bragten eenig Geld op aan
Puntormo , die 't befleeden wilde om zig een Huiz
te bouwen. Dit deelde eenigervvyze aan de Gril*
Jigheid zynes Aarts (j): men (teeg naar zyn' Schil-
der-
(1) Die evenwel zo vry niet van Poetsfen, als vanBaat-
zugtigheid, moet geweest zyn. Pa/art zegt, dat hy, den
Hertog gefchilderd hebbende en van hem gevraagd zynde
hoe veel hy voor dat Portret begeerde, niet racer eiscbte
O 5                              dan
-ocr page 299-
/
2l8 FtORENTYNSE SCHILDERS.
derkamer over een' Houtetrap, dien hy met een'
Katrol naar zig trok , wanneer hy opgeklommen
was. Altooz alleen, liegt gekleed, zig zelfs bedie-
nende , niet arbeidende dan voor Perfoonen die hem
behaagden, weigerde hy te werken voor den Groot-
hertog3, zyn Meèfter: terwyl hy aan zynen Metze-
iaar, op Rekening', Schilderyen gaf. Om te beter
zyn' Eigenzinnigheid te volgen , duldde hy zyrte
Leerlingen niet hem te zien arbeiden. Dikwyls ,
van zig zelfs niet vernoegd, zoude hy, indien zyne
goede Vrienden 't hem niet ontraaden hadden, het
beste uitgeveegd hebben van 't geene hy gemaakt
had, om een nieuw Denkbeeld te volgen 't geen
zyne Neiging hem opleverde.
De Gewoonte van Puntormo was, niets te
doen aanleggen van zyne Leerlingen. Hy fchilder-
de alles met zyne Hand: alleen liet hy hen een
Gedeelte over, 't welk zig genoeg van 't overige
deed onderfcheiden. Zyn Smaak was onbeftendig ;
en hy had moeite om wederom tot zyne eerste Ma-
niere te koomen, die de beste was. In *yne twé
laatste Werken , verviel hy gantfelyk. 't Een is
de Logie van 't Paleiz delCastelh, behoorende aan
den^Groothertog, waaraan hy vyf Jaaren befleed-
de. Men vind 'er niets anders in, dan een' qualyk
begreepe Schikkinge , geene Verzwakkinge van
Kleuren, geene Doorzigtkunde, en eene algemeene
Gebreklykheid. Het andere Werk, 't welk hy be-
quam in Weêrwille van 't Aanzien van Franfois Sal-
«flf/,is de befaamde Kapelle van St. Laurem, waar-
in
dan zo veel noedig was om een" Muts' te losfen die in de Lom-
hard Hond
; dat dit den Hertog deed lachen, en hem 50 Gou-
de-Kroonen deed geeven , benevens een" goede Provifie ;
<k>£h., dat men Moeite had om 't hem te doen aanneemen.
-ocr page 300-
FlORENTYNSE SCHILDERS. 219
in hy zig zelfs overtreffen wilde. Elf Jaaren ver-
liepen in dien Arbeid , zonder dat hy daaraan de
laatfte Hand leidde. Gelyk Penehpe, veegde hy
den eenen Dagh uit wat hy den voorigen Dagh ge-
maakt had. Dikwyls bragt hy gantfe Dagen door,
om zyn Werk te begluuren. Eindelyk, zyne Hers-
fenen vermoeid hebbende, kon hy niet flaagen, om
aan deeze Kapelle den Graad van Koloriet, en de
fchoone Partyen te geeven, dien men in zyne eers-
te Werken vind. Het Hartzeer, 't welk hy daaruit
opvatte , deed hem in Ziekte vervallen, en den
Geest geeven, door een' Waterzugt, A°. 1556,oud
63 Jaaren. Men begroef hem tegens over zyn Ta-
fereel, in 't Klooster der Annunciata.
De Tekeningen van Puntormo zyn van een*
grootsfen Aart. Derzelver Kleedyen zyn ftyf, in
den Smaak van M. Angeh; en de Beelden wat lang.
Men vind 'er met den Omtrek der Penne, gewasch-
en met Roet; anderen, van Rootkryt, met wei-
nige Artfeeringen; daar zyn 'er ook van Zwartkryt,
gehoogd met Wit. 't Is gemaklyk Puntormo
te kennen, aan zynen Smaak van Tekening'.
Zyne voornaamfte Werken zyn te Florence.
Men vind, te St. Mkhiel, eene H. Maagd met het
Kind Jezus, 't geen lachende St. Jozef aanziet, en den
kly nen St. Jan, met twé anderen die een Verhémelte
draagen. In de Kerke der Annunciata is een Be-
zoek. By de Geestelyken van St. Klemens vind men
St. Augustyn die den Zégen geeft, met twé Kinde-
ren in de Lucht welke verwonderlyk zyn. In eene
Kapelle der Kerke van St. Rufello, achter 't Aarts-
bisfchoplyk Paleis , is een H. Maagd met haar'
Zoon, in 't midde van veele Heiligen , waarbo-
ven een Eeuwige-Vader omringd van Engelen is.
In de Kapelle Capponi, te Se. Felicita, heeft hy
Godt
-ocr page 301-
220 Florentynse Schilders.
Godt den Vader gefchilderd, omringd van vier Pa-
triarchen ; en in de Hoeken, de vier Evangelisten
in Ronden. De Doode-Kristus, op 't Autaar, is zeer
gering.
In 't Hospitaal der Onnozelen, vind men de His-
torie der Elfduizend Maagden, waarin men eenen
zeer fchoonen Veldflag ziet, met Kindertjes in de
Lucht. By de Nonnen van Se, Anne , vind men
de Maagd met het Kind Jezus, waarachter S* An-
ne „ St. Pieter, St. BenediSlus
, en andere Heiligen
zyn. Te Poggio is de Historie van Vertumnus en Po-
mona,
en die van Diana met veele Godinnen.
St. Michiel Aartsengel, met St. Jan Evan-
gelist , zyn te St. Agnolo, Hoofdkerk van 't Steedje
Puntormo.
By den Koning van Vranhyk, vind men de Op-
ftandinge van Lazarus", en 't Afbeeldzel van eenen
Graveerder.
Onder 't klyn Getal van Leerlingen, door Pun-
tormo nagelaaten, zal men alleen noemen Naldini,
en Bronzino.
A. Bron-
Agnolo Bronzino wierd gebooren in den
z\w>. Staat van Toskaane, en gaf zig over aan de Manie-
re van Puntormo. Men ziet veele Dingen van
hem, te Florence en te Pi/a. Vooral portretteerde
hy verwonderlyk. Dikwyls hielp hy Puntormo,
na wiens Dood hy de Kapelle van St. Laurens vol-
tooide. Hy bloeide in den Jaare 1570, en is om-
trent dien Tyd te Florence overleeden.
per:
-ocr page 302-
Fr. ORENTYNSE SCHILDERSi ti.%
&C b.VHfi>~ £■•>**•
PERINO DEL VAGA.
C^ E e n Leerling heeft langer de Maniere zyn's
X Meesters behouden, dan Peryn del Vaga .
Hy was genoemd Pieter Buonacorfi: de Naam van
Vaga wierd hem in 't Vervolg gegeeven, wyl een
Florentyns-fchilder, deezes Naams, hem met zig naar
Rome bragt. In Toskaane was hy gebooren, A°.
1500, van eenen Vader die zyn Geld in den Oor-'
log verteerd had. Zyne Moeder, van de Pest ge-
fturven zynde, had hem niet lang konnen zoogen.
-ocr page 303-
aaa Florentynse Schilders.
Een Geit diende hem ten Voedster. Vervolgens
quam hy by eenen 4p.otheeker te. Florence-, waarvan
't Handwerk hem niet behaagde. Men deed hem
dan ter Sclioolc, by verfcheide Schilders, onder an-
deren by Wpmenko Ghirlandaio. Een aanmerklyke
Voortgang was 't Gevolg van zyne Vlyt'.
Vaga geleidde eindelyk Pekyn naar Rome, daar
hy hem zonder ander Onderftand ten Leevens-on-
derhoud liet, dan om in Dagftlgpn' by KMdfchilders
te arbeiden. De Hejfte der W-eek^befteèdde onze
Jongeling, om ziggjh het Tekenen te ioeffenen .
Hy wierd % bequaam,, dat ffijio RMianolen il Fat-
tor
e,
befpeur%de iyhe Liefde-\ot de Eajnst, zulks
aan Rafaël bekeTT&;maakten;ï dié hem wilde zien ,.
en aanilonds Werk gaf aan de Logies, oqder 't Be-
Huur van Jan da üdine. Vervolgens arbjeidde hy,
met deezen zèlfóe^S^hilder,_ aan:de-GTOftesken en
de Sieraaden van'Pleister'(i), die,de;Zaale der
Pausfen verryken. In de Ovaalenfdes Verwulfts,
fchilderde hy de zeven Planeeten, onder de Gellal-
te van Goden.
Peryn had eenen leevendigen Geest! Hy was
een groot Tekenaar , en fchilderde zeer fnel,
Voor-
(i) Grottf.sken, of Gr.ottisfen, zynLoofwerken waar-
uit net Bovenfte-gedeelte van Mensfen of Dieren fpruit: ei-
genlyk allerhande Snaakeryen, onrégelmaatige en buitenfpoo-
lige Verzinningen van Randwerken enSieraaden, die alleen
in den Gril des Uitvinders beitaan. Sommige zyn gefchil-
derd, en andere van Pleister, 't zy enkeld of gekleurd. Ze
zyn dus genoemd, als nagebootst na Romy ns-Antiek. Schilder-
en Pleister-Werk, van den Tyd des Keizers Augustus, ge-
vonden zo in onderaardfe Grotten, of Gebouwen, als in 't
doorwroeten der Baden van Titus, enz., gelyk wy by Jan da
Udine
zullen ophelderen.
-ocr page 304-
Florentynse Schilders. 223
Vooral muntte hy uit, in Friezen, in Grotteskefl ,
en in Pleister : daarin heeft hy den aiouden ge-eve-
naard ( r ).
De Pest, A°. 1523, te Rome koomende, week
hy naar Florence: daar hy verfcheide Kartons maak-
te , voor den Voorgevel van 't Huiz der Kamaldu-
kr - Monniken
, verbeeldende hunne Martelaaren .
Hy maakte ook het Karton, hebbende ten Onder-
werp den Apostel St. Jndries, dien hy in Fresko
moest fchilderen in de Kerke del Carmine, ter Zyde
cenes St. Pieters , door Mafolino gedaan. Dit ge-
ichiedde ter Zaake van een Verfchil, 't welk hy in
deeze Kerke had gehad met de Kunstenaaren te Flo-
rence
, waarin hy {taande hield, dat de Hédendaagh-
fe Schilders zulke fchoone Dingen konden voort-
brengen als de Ouden (2). Peryn, dugtende
de Pest welke reeds te fyorence begon te Woeden ,
liet die Ontwerpen onvolmaakt. Hy vertrok, en
maakte in eenen Dagh en eenen Nacht een Tafe-
reel ,
(1)  De Pi les zegt, dat zyne Verzinningen in dit Soort
van Schilderwerk zeer vernuftig waren : overal was Orde en
Bevalligheid; en de Schikkingen, die midbaar zyn in zyne
Schilderyen, zyn verwonderlyk in zyne Sieraaden. Hy ftel-
deze t'famen van Groote, Klyne, en Midbaare Partyen, met
zo veel Kunde geplaatst, dat zy malkanderen doen gelden,
door haare Vergelykinge en Tegenwerkinge. ,
(2)  Vasari verklaard dit in 't breede. Hy zegt, dat
Peryn, met de Florentynfe Schilders de Kerken gaande bezigti-
gen, de Képelle van Majaccio zag, 't Werk roemde, en toc-
ilond dat het te verwonderen was, hoe die Meester zo vroeg,
zonder treffelyke Voorbeelden te hebben , zulke fchoone
Maniere had; maar, dat 'er zo veel Rédentwist viel, dat Pe-
ryn
den St. jndries ging onderneemen : om te toonen hoe
men mi ter Tyd te Rome fchildcrde, fchoon hy zig niet be«
ïoemde van de besten te zyn.
-ocr page 305-
;«24 Flor entynse Sciïilders,
reel, van omtrent vier Ellen, verbeeldende den'
Togt door deRoode-Zee, in Kóperverwe: ter Dank-'
baarheid voor eenen Priester, die hem edelmoedig-
lyk gehuizvest had, geduurende zyn Verblyf in
die Stad.
Peryn, te Rome wedergekeerd zynde, vond Ju-
Tio Romano
en il Fattore, die aldaar, zedert het Over-
Iyden van Rafaël, 't Belluur hadden over alle de
voornaame Werken. Hy voegde zig by hen. Zo
vergenoegd waren zy over zyne Bequaamheeden,
dat zy zig met hem verbonden, geevende hem in
Hutiwelyk de Zuster van il Fattore. Deeze drie
groote Schilders bragten vervolgens, in 't, Vatikaan,
veele fchoone Werken voort.
Toen Rome, A°. 1527, door de Duitsfers ver-
overd wjerd , had Peryn het Ongeluk van ge-
Vangen genomen te worden, en zyn Rahtfoen te
moeten betaalen. Veel leed hy, in de Plunderinge
die'r Stad. Hy liet 'er zyne Vrouwe en zyne Kin-
deren, en ging naar Genua met eenen Offifier van
den Prins Doria, welke hem met veel Achdnge ont-
fïng. De Belooningen, welke hy ontfing, waren
de Werken waardig die men aldaar van zyne Hand
ziet.
Peryn quam wederom te Rome, by zyne Huiz-
vrouwe, om haar naar Pi/a te brengen, alwaar hy
zig ter neer wilde zetten. Hy kogt 'er een Huiz,
en begon de Schilderwerken der Domkerke, dien
hy weinig Tyds daarna verliet , wegens eenige
Minneryen welke hem naar Genua prikkelden.
Prins Doria gaf hem wederom bezigheid, 't geen
hem belette de Aanhoudingen te beantwoorden ,
welke hem gedaan wierden, om in Pi/a te koomen
afmaaken wat hy 'er begonnen had. Eindelyk, in
deeze
-ocr page 306-
FtoRENïYNsÉ Schilders. ii§
deeze Scad te rug zynde , vond hy anderen in' *c
Werk aan de Domkèrke, waartoe hy veele Kartons
gemaakt had. Dit maakte hem zo gram, dat hy
zo voort van daar naar Rome vertrok, Hier vol*
tooide hy, in de Kerke der Trimta , de Kapelle
Masjimi, welke van Julio Romano begonrïen was.
De Paus belastte hem met het Verhelpen der Sie-
raaden van Koperverwe, die in 't Vatikaan de Schil-
deryen van Rafaël verzeilen; en hy verkreeg, voof
dien Arbeid , een' Jaarlykfe Lyfrertte. Eindelyfe
was de Koninglyke Zaal, het Voorwerp van zyne
Bezigheid. Men ziet'er, van zyne Hand, Zinne-
beelden en de Wapens van 't Huiz Farnéfe, ver-»
fierd met verwonderlyk Pleisterwerk (i).
Op 't Einde zyner Dagen, Julio Romano te Man*
tua
en il Fattore dood zynde , wierd Peryn dö
eerfte Schilder van Rome : alle groote Ondernee-
mingen wierden hem aanbetrouwd. Op 't Voor-»
beeld van Rafaël, bragt hy zynen Tyd door met
Tekeningen te maaken, en zyne Denkbeelden daar-
op door anderen te doen uitvoeren (2).
Het
y) Volgens P'afari, gaat dit Verfïerlel van Stucco alles
te boven, wat van Antieken en Modernen gedaan is, zo aar-
«g en net is't bearbeid.
C2) Vasari geeft het beste Denkbeeld niet van herrï,
zeggende dat hem verdroot wanneer hy zag dat eenige Jon-
gehngen opgang m.i2L)nKn ; dat hy hen zogt te onderdruk-
ken, op datze hem niet in den Wegh zouden zyn ; dat h/
alle bequaavne Jongelingen en allerly Werk aanfloeg, doen-
de zelve veele Dingen voor een' fïegten Prys tot Nadeel der"
Kunst, zu.ks hem al 't Werk van Rome in Hande viel. Dia
Schryver zegt nog, dat hem de KoOmst van Titidan te Rome,
A°. 1546, endeMaaredat die in de Koningl. Zaale zoude fchif-
deren, zeer mishaagde : niet om dat hy vreezde van den zelf-
den in Fresko overtroffen te worden, maar Oiii dat hy zfg
Eerfte Deel.                      P                         ver-
-ocr page 307-
226 Florentynse Schilders,
Het alteveelvuldig Vermaak, van Drinken met
zyne Vrienden , en de Vermoeijinge van zynen
Arbeid, putten hem zodanig uit dat hy engborstig
wierd. Eindelyk bleef hy op Straat dood, te Ro-
me,
Ipreekende met eenen zyner Vrienden, A<\
1547, in den Ouderdom van 47 Jaaren. Men be-
groef'hem in de Rotonde, onder alle de Doorluchte
Perfoonen zyner Kunst'.
Men heeft hem verweeten, dat hy aan alle zy-
ne Vrouwebeelden eenen zelfden Zwier van Hoof-
den gaf, wyl hy dat zyner Huizvrouwe geduurig
ten Model nam.
Zyne Leerlingen zyn, Marcellus Venusti, Louis
Vargas
van Sevilië, Girolamo Siciolante da Sermoneta.
De Tekeningen van Peryn zyn zeer lugtig,
en van zeer geestryken Toets. Hy fteldeze ge-
meenlyk met eenen Trek der Penne ; en waschte-
ze met O. I. Ink, of met Roet, en met wat Wie
door 't Penfeel. Zyne Tekeningen van Sieraaden,
en van Friezen, zyn voortreffelyk. Schoon hy Ra-
faël
tragtte natevolgen , heeft hy zig al te veel
overgeleverd aan zyn Vernuft, met de Natuure te
verlaaten; en heeft"eene Maniere aangewend, .wel-
ke zig door de Ervaaringe gemaklyk doet kennen.
Behalven de Logies van Rafaël, alwaar veele
Werken van Peryn, alsmede 'mWatikaan, ge-
vonden worden (1) , ziet men van zyne Hand
eene
verbeeldde aan die Zaale werk genoeg voor zyn gantfe Leeven
%s hebben : dat hy geen' Rust had, voor Titiaan vertrok-
ken was.
(1) Naameltk , volgens Vafari, de Doortogt over
den Jonlaan, de Val der Muuren van Jericbo, de Stryd
daar Jozm de Zonne doet ftilftaan, de Geboorte des Zalig:
inaakér», de Dooping', en het Avondmaal,
-ocr page 308-
FlORENTtftSE SCHHBECS. 227
eene Afdoeninge van 't Kraiz in de.Minerva; eene
H. Maagd, 't Kind Jezus, en & Jozef, tefanSte-
fang rotundo.
In St. Ambrofio 'c Hoofd-Autaar, en
de Schilderyen in Fresko die in 't Gebedehuiz by
de Sakristye zyn. Te St. Marcellus der Geestely-
ken van 't H. Kruiz, ziet men in eene Kapelle de
Seheppinge vm Adam en Eva,Leevensgroot; ea
aan d'andere Zyde eenen grooten St. Markus, en
eenen St. Jan, met twé Kindertjes die een' Kande-
laar houden, opgemaakt door Daniël van Volterra.
In de Kapelle Pucci, der Trinita des Bergs, daar de
Profeeten Daniël en Jefaia van aanmerklyke Groot-
te zyn, heeft hy in de Hoeken der Kornis ge-
fchüderd het Leeven der H. Maagd, in vier Stuk-
ken; een ander, van vooren onder den Boog des
Verwulf'ts ; en van buiten twé Profeeten , mee
twé Kindertjes die Wapens onderfteunen. In de
Kapelle Masfimi der eige Kerke, vzn-Jidio R
begonnen, heeft Peryn de Muurèn gefchilderd,
vol Sieraaden en klyne Onderwerpen der H. His-
torie, met ongemeen e Uitvoerigheid: 't een is de
Piscina, en 't ander de Opwekking van Lazarus.
Hy tekende, de Hervorminge der Goden ter Vol-
doeninge hunner Minnedriften : zynde zeer onze-
dige Onderwerpen , door Jakob Caraglius"gegra-
veerd.
Te Genua heeft hy in 't Paleiz Doria gefchilderd,
eenige doorluchte Bedryven van dit Huiz, Jupiter
die de Reuzen blixemd, de Herfcheppingen van
Qvidius ; en hy heeft 'er verfcheide Stukken doen
maaken, op zyne Kartons.
In de Gallerye Ambrofiana te Milaan, ziet men
van zyne Hand eene Voetv/aschinge.
De Koning van Frankryk heeft een Schilderytje,
P a                           ge-
-ocr page 309-
228 Florentynse Schilders.
genoemd de Parnasfus, daar de Mufen en de Nere'i'
den
t'famen twisten in jegenwoordigheid der Go-
den ; Mars en Venus, met een Kupidootje houden-
de eenen Blixem in de Hand.
In 't Paleiz Royaal, ziet men eenen St. Jeronimus
leggende op de Aarde, met eenen Engel om hoog
geplaatst, blaazende op de Trompet.
• JaKob Caraglius van Verona, Julius Bona'
fonus, Hollar,
hebben na Peryn del Vaga ge-
graveerd. Daar zyn drie Stukken van hem, in de
Verzamelinge van Crozat.
DA.
-ocr page 310-
Florentynse Schilders. 229
DANIËL da VOLTERRA.
DIkwyls, is maar een Werk noodig, om
eenen Schilder te vereeuwigen.
®1T befpeurd men in den Perfoon van Daniël
Ricciarelli, van Volterra: dus genoemd,
wyl hy, A°. 1509, in deeze Stad gebooren was.
Ongemeen zwaarmoedig en langfaam in zynen Ar-
beid , quam D A N1 ë l ter Wereld met weinige Ge-
fleltenisfe voor de Schilderkunst. Men deed hem
by den Sodoma (1) 3 by Balthazar Peruzzi, en ein-
delylc
(O By deezen Schandnaam beter bekend, dan onder dien
P j
                             van
-ocr page 311-
.230 FlOREÏI T YKSE SCHIIDE S 5.
delyk by M. Jngelo, waarvan hy de Maniere en den
Raad volkoomen. volgde-...
Daniël, geenè Bezigheid te Volterrd vindende,
begaf ziginaM^ome. Hy bragt 'er het Tafereel
van eeneo JTmto aan de Pylaar, waaraan hy alle
zyne WefCenfchap had befteed. De Kardinaal Tri-
vulzi
, aain wien hy het deed zien, kogt het en
verleende zynen Voorftand aan D a n i ë i. Hy gaf
hem Bevpl, in zynen Lusthof den Fabel van Faë-
ton
te fchjlderen; en dit Stukswas de Aanvang zy-
nes Roems.
Peryn^el Va ga, ter dien Tyd met allede
voornaame Werken belast v fchiep behaagen met
hem te arbeidéhyin de Kapelle Masfpni der Trini-
ta
des Bergs. De Prinsfes. Urfmi^ hoorende Da-
niël zeer pryzèn, gaf mede eenè Kapelle in de
eige Kerke-aan: hem, om daarm.de.Geheimenis-
fen van 't Kriiiz te verbeelden.' Hit Werk kostte
hem zeven Jaaren zynes Tyds, en 't is het fchoons-
te 't welk hy nagelaaten heeft (|). Hoewel \
Ver-
van Gio-Jnt. da Verzelli, zyn Geflachtnaam. Zyne Neiging
llrekte tut het verbeelden van Bordeelbedryven : z»lve van
zulke Verfoeiiykhceden, welke hem dien fchandelyken Tytei
hebben verworven. Hy heeft met Pieter Perugino in 't Vati-
kaan
gearbeid. Paus Julius //beval heteen en 't ander neer-
tefmyten, om door Rafaël gefchilderd te worden, die dat van
zyn' Meester Perugino verfchoonde ; en zelve iets van den
Sodoma, gelyk de Grotr.esken zyn om de vier Ronden, in 't
Zolderftuk van de Kamer der School' van Atbeene. Wy zou-
den ons zeer geerne ontflagen hebben oin dien Verfoeijeling
te gedenken, die nog van Paus Leo X. tot Ridder wierd ge-
maakt, inden daaruit niet deeze nutte Aanmerking te haaien
was, dat zyn fchandelyk Gedrach hem algemeenlyk zo veel
Achtinge en Schatten verwierf, dat hy A°. 1554, na 75 Jaa-
ren geleefd te hebben, in 't Hospitaa! van Siena ftierf, in zo
vee! Gebrek van Jt noodige als van Roem.
(ï) Fe meien pryzd het insgelyks zeer hoog; hy vraagd
zelve, of men dergelyk. Onderwerp wel beter verbeelden
kan„
<
-ocr page 312-
FiOKENTYNSE SCHILDERS... £31
Verdriet des Schilders op menigte Plaatsfen daarin
uitblinkt, echter moet men zig verwonderen over
zyn Geduld en zyne Bequaamheid. Van de agt Ta-
fereelen,die de Historie der Kruizvindinge verbeel-
den, word de Afdoening van 't Kruiz het meest ge-
acht : de Uitdrukking is vervvonderlyk ( 1). Nog
heeft hy gemaakt, onder den Boog der Kornis, twé
fchoone Figuuren van Sibyllen; en 't Verwulft is
verrykt, met Sieraaden van Pleister.
't Wel gelukken die'r Kapelle, .ftelde Danië.h,
gelyk
kan; of men iets fchoonder en beter gefchikt kan verbeel-
den, dan het Lichaam van den Kristus-, zo als 't van het Kruiz
gelaaten word, en dien die daarmee bezig zyn : dan de Smcrt
waarmede de Maagd bevangen word , de Droefheid der Ma-
rien die haar onderfchraagep, en zo veele andere fchoonc en
natuurelyke Hartstogten ? en hy bekend, dat hem niets zo
zeer getrofFen heeft, zulks hy, te Rome zynde, daarvan eene
Kopye deed maaken om naar Frankryk te brengen. Einde-
lyk , hy verklaard, dat toen onder de eerste Schilderyen van
ft-one geteld wierden, dat van Rafaël in St. Pieter Montorio,
een St. Jeronimus van Dominiquyn by Farnéfe, en deeze Af-
doening van 't Kruiz door Daniël Volterra.
(1) 'k Hebbe niets te voegen, zegt Richardfon, by de
°irdeelkundige Aanmerkingen, van verfcheide Schryveren over
de Schoonheeden van dit befaamde Stuk gedaan. Ik zal al-
leen de Vryheid neemen, om zékere Byzonderheeden byte-
brengen , die my niet van de voortreffelykften toefchynen .
Zondei van 't Koloriet te fpreeken 't geen Zwart en onaan-
genaam is, nog van de t'Samenftellinge waaraan de Eenftem-
migheid gants ontbreekt, zo worden groote Gngerymdheedeti
daarin gevonden, belangende dat 't welk vooral de Deugd
van een Hiftoriliuk, byzonderlyk van een Geestelykfchildery
r}3 m : ik wi' zeSSen > in Vinding' en in Uitdrukking. De
ii. Maagd bezwymd, en bevind zig niet alleen in een' Stand
welke niet zeer gevoegelyk is aan haar Karakter, maar zelve
onbetaamlyk is. Nog aanmerkelyker is, dat een andere Vrouw
haar naderd, houdende een' Neuzdoek, niet aan de Oogen
maar onder de Neuz. Echter ziet men geene Ontroeringe op
^Aangezigt van St. Jan , die zig enkeld bezig houd met het
Lichaam des Zaligmakers gerustelyk aftelaatcn.
P 4
-ocr page 313-
$.$% Florentynse Schilder So
gelyk met de grootfte Schilders. M. Angeh bemin-
de hem zeer, en zig verfchoonende op zynen hoo-
gen Ouderdom wanneer eenig Werk voorquam ,
iloeg hy hem voor in zyne Plaatsfe. Sebastiaan del
Piombo,
wiens Maniere hy volgde , was ook een
zyner goede Vrienden.
Na de Dood van Peryn del Faga, benoemde Pau-
lus III
onzen Daniël tot Opzigter der Schil-
deryen van 't Fatikaan, met het Jaargeld daartoe
beftemd. De Kardinaal Farnéfe deed hem eene
fchoone Frieze fchilderen, in zyn Paleiz ; en hy
queet zig daarvan, als een bequaam Man. Dus ge-
lukkig was hy^niet, in de Kapelle welke tegens
over die der Urfiniis, om welke te voltooijen hy
veertien Jaaren befteedde. 't Is waar, byna alles
is daarin gefcbilderd op zyne Kartons; niets is 'er
van zyne Hand, dan de H. Maagd welke de Trap-
pen des Tempels opgaat, haar Hémelvaard, en om
laag de twaalf Apostelen. Julius III., die op Paus
Paulus volgde , benam Daniël zyn Jaargeld en
't Opzigt over 't Fatikaan. Enkeld deed hy hem
imaken, het Optooizel van de Fontyne eener an-
tieke Kléopatra, welke aan 't Eind der groote Galle-
rye van 't Belvedère is : welke hy met zeer fchoone
Pleisterwerken opfierde. De Langfaamheid waar-
mede hy arbeidde , benadeelde hem veel in den
Geest des Paus,
Daniël verliet de Schilderkunst, om de Beeld-
houwerye te omhelzen. Dewyl men hem verfchei-
de (Standbeelden aanbeval, ging hy zelfs het Mar-
mer te Canara uitzoeken, waarvan daan hy naar
Fol'crra ging om zyne Bloedvrienden te zien. Al-
daar maakte hy een Tafereel der Kinderdooding',
voor de Kerke van St. Pieter. Op zyn' te Rug-
koprnst te Rome wierd hy belast, met het geene
te
i
-ocr page 314-
Florentynse Schilders. 233
te dekken wat al te Naakt was in 't Laatfle-Oir-
deel van M. Angeh. Dit was het eenig Middel
om dat fchoone ffcuk Werks te behouden , welks
Vernieling de Paus beflooten had ( 1). Koningin
Katharina de Medicis deed hem voorflaan, een Me-
taal-Péérd en 't Beeld van Henrik IL te gieten.
Het Péérd wierd gemodelleerd , volgens 't Goed-
vinden van M. Angeh : dogh , de Geut feilde .
Daniël hervatte het Werk , en had het g^eluk te
flaagen, in eene enkelde Gieting'. Door dien Ar-
beid afgemat, en van teêre Gefteltenisfe zynde, viel
hy in Ziekte. De Dood belette hem, het Beeld
van Henrik II. te maaken. Dat Péérd word nog
gezien te Parys, op de Plaats Royaal, en draagd het
Standbeeld van Louis XIII. Rome verloor Daniël ,
A°. 1566, in den Ouderdom van 57 Jaaren. Hy
wierd begraven naby de Karthuizers.
Z y n e Leerlingen zyn, Micbiel Alberti de Floren-
tyner, Jan Paulus Rofetti
van Volterra, Feliciano da
Jan Fito, Biagio da Carigliano Pistolé/e, Markus
van
Sienna, en Jakob Rocca de Romyn.
D e Zéldfaamheid zyner Tekeningen, fteld haar
zelden aan den Kenneren voor Oogen. Ze zyn ge-
tekend met Zwartkryt, lugtig gewaschen met O.
I. Ink. De Standen en Merktekenen zyn van den
Aart van M. Angeh, met wat korte Beelden, een'
lom-
(1) 't Was Paulus III., welke dat barbaars Vonnis ge-
flreeken had. Maar, wyl dit uitmuntend Werk (zegt Féli-
bien)
verfcheide Kardinaalen , en alle de Bemiiinaars der
Schilderkunst, ten Befchermheeren had, zo liet hy zig ver-
genoegen dat Daniël eenige Deelen daarvan dekte : 't
Welk deeze met zeer Jugte Doekjes deed. Onder 't Paus-
fchap van Pius IV, verhielp hy ook het Figuur van S\ Ka-
tbarina,
en dat van&. Blafius, welke niet zedig genoeg ge-
ïchikc fcheenen.
PS
-ocr page 315-
234 Flor ent yn se Schilders,
lompe en moeilyke Toets; ftyve en byna kantige
Kleedyen, doen hem gemaklyk kennen.
Zyne voornaamfte Werken te Rome, zyn by-
zonderlyk de fchoone Kapelle van ürfini, in de Tri-
Ma
des Bergs. Daartegens over, heeft hy de Kar-
tons gemaakt van eene Kapelle, en daarin eenige
Stukken met eigen Hand gefchilderd , zynde 't
Leeven der H. Maagd. Te St. Marcellus al corfo
ziet men, in de Kapelle van 't Kruisfifix, de Schep-
ping' van Adam en Eva, de twé Evangelisten, St.
Markus
en St. Jan, aangelegt van Peryn del Vaga,
met twé Kindertjes, wonderbaarlyk van Koloriet,
die eenen Kandelaar draagen, en de twé Evange-
listen St. Lukas en St. Mattheus. Ter Kerke van
St. Jugüstyn, in de Kapelle van 't H. Kruiz, heeft
hy een Gedeelte van 't Schilderwerk in Fresko ge-
maakt, 't geen de Kruizvinding' van Se. Helena ver-
beeld ( i), en op de Zyden Si Cecilia en Si Lucia.
Eene Friez, met verfcheide Sieraaden van Pleister,
in 't Paleiz Masfimi; een' andere Friez, by den
Kardinaal Farnéfe, en op de Muur de Triumf en de
Jagt-oeffeningen van Bacchus. In 't Studeervertrek
van 't Paleiz de Medicis heeft hy de Historie' van Ka
rel V. gefchilderd, op agt Paneelen. Men ziet, in
de Koningi. Zaale van 't Vatikaan , twé groote Ko-
ningen, Befchermheeren der Kerke, en de Giften
van hen gedaan : zyne Pleisterwerken aldaar, wor-
den oneindiglyk hooger gefchat dan zyn Schil-
derwerk.
Een Afdoening van 't Kruiz, wat befchadigd,
is
(i> Deeze Kapel is zo duister, zegt Richardfon, dat men
ter naauweinood de Figuuren kan-onderfcheiden die maar al
te donker van zig zelfs zyij»: voor 't overige, 't geen men 'et
in ziet is. niet goed.
-ocr page 316-
Florentynse Schilders. 235
js in de Kerke van 't Hospitaal der Barmhartigheid,
te Parys.j.... Het.,-fehoone, J\£eraale-Péérd,, draagende
Louis XfiJ7.,' is op 'tMidde vande Plaats Royaal,
in die Sthd. In 't Paleiz Royaal, ziet men eene
Afdoening' van 't Kmiz, Halfleeven, op Hout ge-
fchilderd.:
V erscheide maaien is de Afdoening van 't
Kruiz gebraveerd, welke in de Trinita des Bergs ge-
fchilderdus. De Ridder Dorigny heeft daarvan hec
beste varl^allen uitgegeeven. /
FRAN-
-ocr page 317-
FRANCESCO SALVIATI.
PAter Orlandi noemd'deezen Schilder, Cecchi-
no
, of Cecco. De Naam van S a l v i a t i , wel-
ke hem gemeenlyk gegeeven word, koomt van de
Vriendfchap welke de Kardinaal deezes Naams hem
toedroeg. Francesco wierd gebooren,A°. 1510,
te Florence. Zyn Vader was genoemd Michel jnge-
lo Rosfi,
die hem wilde opbrengen in zyn Hand-
werk der Fluvveelververye. De Zoon, die van
gants anderen Zin was, gaf zig vuuriglyk over aan
de Tekenkunst. Men befteede hem dan by eenen
-ocr page 318-
Florentvnse Schilders. 237
Goudfmit, alwaar zyne Tekeningen de Goedkeu-
ringe der Kenneren weghdroegen. Fafari,en eenï-
ge jonge Schilders die met hem omgingen, deeden
hem befluiten om de Schilderkunst te omhelzen :
welke hy aanvanglyk leerde by Juliaan Bugiardini,
en voorts by Baccio Bandinelli, die hem met Ver-
haak in zyne Schoole omring.
D e onophoudelyke Oeffening, waarmede hy zig
aan de Schilderkunst overgaf, deed hem in weinig
Tyds boven zyne Makkeren uitblinken. Men droeg
hem als zodanig voor aan den Kardinaal Salviati,
die naar eenen jongen Schilder gevraagd had, om
daaraan al de noodige Hulpe ter Volmaakinge toe-
tebrengen. Hy quam te Rome, en behaagde aan.
den Kardinaal: zyne eerste Werken, 2ynde eene
H. Maagd, en 't At'heeldzel der JVigt des Kardi-
naals met dat haares Gemaals , wierden zeer ge-
preezen. Fafari, die van den Kardinaal de Medicis
te Arezzo was gezien, quam op deezes Bevel te Ro-
me,
ging zynen Vriend Francesco vinden,
waarmede hy aftekende al wat fchoon in deeze
Stad was.
Francesco moest verbeelden , in de Kerke
dellaPace, eenen Kristus die St. Filippus aanfpreekt,
en in onderfcheide Vakken twé Boodfchappen .
Deeze Schilderyen gaven hem veel Eere. Vervol-
gens gaf de Kardinaal Salviati hem den Koepel zyner
Kapelle, waarin hy 't Leeven van St. Jan den Dooper
fchilderde. De Prins P. L. Farnéfe nam hem voorts
in zyn' D;enst, en deed hem maaken de Historie' van
Alexander den Grooten, voor Tapyten die in Vlaan-
deren
gewerkt wierden. Salviati wierd naar Floren-
ce
gezonden, daar de Bruiloft van den Hertog Cos-
mus
hem Gelegenheid gaf, om eenen grooten Zé-
genboog te maaken. Vervolgens ging hy naar
-ocr page 319-
238 FtOEENTYUSE SCHUDÉRS.
Bologne, en van daar naar Venetië. Eene Pfycbe
in den Agthoek eener Zaale des Patriarchs Grimani,
en 't Portret van Aretyn, waren zyne voornaamile
Werken in de laatstgenoemde Stad.
Francesco tekende fraai, zyn Koloriet was
eêl , zyne Denkbeelden bevallig, zyne Kleedyen
breed, en zo lugtig dat liet Naakt daardoor heen'
fcheen : dogh, hy was gemanierd, en zyne Om-
trekken waren wat hard.
't Verblyf te 'Venetië hem verdrietende, ging
hy naar Lombardye en hield zig te Mantua op, om
de Werken van Julio Romano te bezigtigen. Van
daar begaf hy zig naar Rome, 't geen hem niet
lang konde houden, en alwaar hy weinige Werken
maakte.
Men meldde hem , dat de Groothertog eenen
Schilder noodig had voor de Hertoglyke-Zaale
zyn's Paleiz te Florence; en dit was genoeg, om
eenen Man van zynen veranderlyken Aart te ver-
lokken. _ Op zyne Overkoomst, flelde de Vorst
hem in die Zaale te Werk, waarin hy de Historie
van Camillus verbeeldde. Nog fchilderde hy, een'
fchoone Toerustinge een's Schouwtooneek ' Hy
maakte 'er ook veele Portretten ; en het Tafereel
eenes St. Thomas, die de Wonden des Zaligmaakers
betast, 't geen nu te Lyons is.
Zyne Quaadfpreekendheid maakte hem weinige
Vrienden. Hy had voor Gewoonte, de Werken
van anderen te verachten en de zynen hoog te ver-
heffen. Zeer misnoegd op zyn Vaderland wederom
te;.fow7<?koomende, kogt hy 'er een Huiz, en Be-
dieninge by den Paus, om 't Geld te plaatsfen 't
welk hy van Florence had gebragt.
De Kardinaal Faméfe oeffende het Penfeel van
Francescoj in de Kapelle van£ï. Giorgio, en in
de
-ocr page 320-
Florentynse Schilders. 239
de Klyne-Zaaie zyn's Paleiz , waarin hy alle de Af-
beeldzels der Prinsfen van dat Huiz maakte. Ver-
volgens gebruikte de Kardinaal Riccio hem, om zy-
ne Groote-Zaale te fchilderen.
Zyne nacuurlyke Wispekuurigheid bragt hem,
om den Kardinaal van Lottheringe naar Vrankryk te
volgen. Franfois I. had 'er eenen Schilder ge-
eischt; en Francesco Salviati was daartoe
uitgekooren. Hy vond 'er Primaticcio, die in Gunst
was en hem zeer wel ontfing. Zyne Gewoonte, van
op alle Werken te vitten, behaagde aan 't Hof niet.
Hy bleef 'er twintig Maanden, zonder 'er veel
uittevoeren : 't is waar, de Kardinaal van Lotthe-
ringe
deed hem arbeiden, om verfcheide Zaaien van
zyn Kasteel van Dampierre, by Chevreufe, te verfie-
ren; en hy fchilderde ook de Kapelle van 't Kasteel
van Fresne. Toen ter Tydt was 't Oorlog, waarin
Franfois I. niet aan de Kunsten dacht. Francesco
fchiep 'er Verdriet, volgens zyne Gewoonte. Na-
iverig over de Werken van Ros/o, en van Prima-
ticcio,
ging hy naar Milaan, en voorts naar Floren-
ce,
daar hy zynen Vriend Vafari wederom zag.
Na de Dood van Paulus IV., en onder 't Paus-
fchap van Pias IV., verwierven de Kardinaal Far-
néfe
en Vafari, dat hy eene Schoole te Rome zoude
oprigten, en de Helft der Koninglyke-Zaale zoude
maaken : zynde de andere Helft overgelaaten, aan
Daniël Volterra. Met deezen zogt hy twist; alsme-
de met Pirro Ligorio, Bouwmeester des Paus, die
eerst zyn Vriend was, en van hem veracht zyne
IL inboezemde, om aan ider der andere goede
Kunstenaaren eene Historie in die Zaale aantebe-
ftecden.
Francesco verliet daarop wederom, 20 voort;
de
-ocr page 321-
«4-0 Florentynsè Schilders.
de Stad Rome, en begaf zig naar Florence, daar hy
alles aan Vafari klaagde. _ Zonder na Raad van dee-
zen Boezemvriend te luisteren, ging hy wel dra
weder naar Rome te rug. Vindende aldaar Taddéo
Zucchero,
en verfcheide andere Schilders aan de Ko-
ningl. Zaale arbeiden, wilde hy 't Stuk niet vol-
tooijen 't geen hy begonnen had. De Wanhoop,
Waarin alle die Tégenfpoeden hem bragten, dee-
den hem in Ziekte vallen, zulks hy A°. JJ63 in Ro-
me
ftierf, oud 53 Jaaren. Hy heeft weinige Leer-
lingen gehad : men kend 'er maar twé : Jozef Por-
ta, gezegt Salviati,
en Annïbal Nanni.
Fkancesco Salviati tekende gemeenlyk
op Blaauw Papier, met eenen Omtrek der Penne
hebbende veele Artfeeringen in de Schaduuwen, een
weinig met Roet gewaschen, en door 't Penfeel ge-
hoogd met Wit. Zyne Standen zyn gedwongen,
zyne Hoofden gemanierd en ongewoon gehuld.
Overal vind men 'er den Smaak van Raima in.
Te Rome, in de Kerke der Vrede, heeft hy
veele Stukken gemaakt. In die der Barmhartig-
heid, by 't Kapitool, is eén Onthoofding van St.
Jan
, en een Bezoek. De Kipelle van 't Paleiz
St. Giorgio, verbeeld St. Laurens; de Geboorte van
Jezus Kristus in 't groot, waarin het Afbeeldzel des
Kardinaals Salviati gevonden word; de Bruiloft van
Kana, te St. Salvador Lam ; en boven de Poort, St.
■Joris
te Péérd.
In eene Zaale van 't Paleiz Riccio, heeft hy ver-
beeld de Historie van David en Bethfeba, en de Dood
van Urias. In de Madonna del popoio , heeft hy de
■Kapelle Chigi voltooid, begonnen door Sebastiaan
del Piombo.
De Schilderyen der Frieze, boven den
hoepel, waarin Adam en de vier Jaargetyden in
vier
-ocr page 322-
FtORENTYNSE SCHILDERS. Z^t
vier Ronden gezien worden, zyn mede van zyne
Hand ; gelyk~«»efe in ,dfi Hoeken,-t-wé-iQaderwerpen
waarvan 't éene,eefi';Geboorte is.
Te Florence.,heeft hy in de Groote-Zaalé gefchil-
derd, de Historie' van Fimus Kamillus, met eenen
gewapendeiyMw in een'ïw ,■ en in eene andere,
Diana met haare Jagthonden. f^Riviergod d' Arno,
aan een' andere Zyde, met een,r Hoorn van Over-
vloed, heft'een Kleed op, om Florence met!de Paus-
fen en Hertogen van 't Huis de Mediciste doen zien.
In de Kerkè~van 't H. Kniiz, heeft hy eene won-
derbaarelyke AiUoeniuge van 'c Kruiz gefehiiderd.
Men vind te Venetië de Historie van. Pfyche, 'm
de Zaale des Patriarcbs Grimant"; en uitmuntende
Figuuren , in eene Zaale waarvan Jan da Üdine het
Pleisterwerk en de Sieraaden heeft
            kt. By
de Nonnen:"-van"-'t -Corpus .Domin-F, <           Dood'ea
Kristus , met de Maagd , en eenen Engel in de
Lucht, draagende de Werktuigen; van 't Lyden.
Te Parys, by de Cekstynen, in-,de Kapelle van
Orleans, is een Afdoening van .Vïöuiz. De Ko-
ning van 'Franhyl bezit van hera,'eenen Adam en
Eva
uit het Paradys gejaagd.
Te Lyons , in de KapelJe der Florentyneren , is
de Ongeloovigheid van St. Thomas.
Hollar, Matham , Philippe Thomasfin, Diana ,
Mantuana , de Sadelaars , en andeien, hebben na
deezen Meester gegraveerd, en omtrent tien Stuk^
ken gegeeven.
V
Eerjle Deel                   Q                    LODO«
-ocr page 323-
242 Florentynse Schilders.
fc. unirfU. /, ,*±
LODOVICO CARDI, of CIVOLI.
IOdewyk Civoli, oïCigoli, was genoemd
j Cardi, en gebooren A°. 1559, in 't aloud
Kasteel van Cigoli, Landftreek van Toskaane. Schoon
men hem Leerling van Alexander Allorikan noemen,
heeft hy altoos de Werken van M. Angelo, van Cor-
regio
, van Andries del Sarto, van Pontormo, en van
Barozio, gekopieerd. Evenwel nam hy raad van
Santi di Tito, welke te Florence de eerste Plaatsfe
onder de Schilders hield.
Dewyl Allori dikwyls overgegeeven was aan
de'
-ocr page 324-
Flörèntynse Schilders. 24.3
de Ontleedkunde , modelleerde de Leerling , die
hem op deezen Koers volgde, de Geraamtens in
Wasch welken hy ontleed had. De veelvuldige Be-
handeling die'r Lyken , de Befmetting v/elke daar-
van onaiïcheidelyk is, de Schrik van zig in zulk
akelig Gezelfchap te bevinden, deeden den jongen
Cardi 't Geheugen verliezen, en veroirzaakten
hem een Soort van Vallende-ziekte, die hem nood-
zaakte Toevlugt tot zyn' Geboorte-lucht te nee-
men. Drie Jaaren verliepen, om hem te herftel-
len. Zyn eersre Tafereel wiercl de H. Maagd aan-
geboden , welke hy in zyne Ziekte dikwyls aange-
roepen had.
Ci voli doorkruiste gants Lombardye,en maakte-
'er eene verbaazende Studie. In Florence te rug
zynde, wierd hy in de Akadémie der Schilderkunst
ontfangen, op een Tafereel van Kaïn en Abel. Zy-
ne Gaven ftrekten verder: de Dichtkunst, waarin,
hy zig oeffende, bezorgde hem eene Plaatsfe in de
Akadémie der Crusca. De Muhek hield hem mede
dikwyls bezig ; en bragt hem tot ontrouw aan de
Schilderkunst. Dewyl hy de Marteling van St. Lau-
rens
in Gemeenfchap maakte, verbreidde zyn Med-
gezel overal, die zyn Tafereel reeds klaar had, dat
Ci vol 1 liever op de Luit fpeelde dan aan den Ar-
beid was om zyn Werk te voltooijen. Deez Trek
prikkelde hem : zyn Schildery , inderdaad weinig
gevorderd, gaf Blyk van zyne Verwaarlodzing', Hy
nam dan de Luit en floegze aan Stukken , om vari
zyne Kunst niet meer afgewend te worden.
C ivo li ging met Pasfignano naar Perugia, en-
keld om het Tafereel der Afdoeninge van 't Krutó 5
van Barozio te zien. Op 't Gezigt van dat uitmun-
tend Werk, bekenden zy beiden verwonnen te zyrt.
Civoli maakte vervolgens, om llryd met dier!
4 2                     Sehils
'                                                        \
-ocr page 325-
244 Florentynse Schilders,
Schilder en met M. Angelo Caravagio, eenen Ecce
Homo
, die verre boven de anderen gekeurd wierd.
De Groothertog deed by uitftek recht , aan dit
fchoone ituk Werks; en plaatste het in zyn' Slaap-
kamer.
D i e Werken verfchaften hem anderen, in 't Pa-
leiz Pitti: als, eene Venus leggende met een' Sa-
tyr ; en de Offering van Ifaac, welke ten Aanzien
van 't Koloriet, en van de Uitdrukkinge, een zy-
ner fchoonfte Tafereelen is. De Vorst deed ver-
fcheide Schilders koomen, om eene Opftandinge
des Zaligmaakers in eene Kapelle zynes Paleiz 'te
verbeelden : alwaar de klyne Ruimte niet toeliet
zulke groote Figuuren te fchilderen als hy wenste .
Alle zeiden zy, dat het ondoenlyk was. Civoli
wierd het eige gevraagd, en Haagde daarin. Hy
maakte op den Voorgrond groote Krygsknegten ,
waarvan hy maar eenigeDeelen deed zien. De drie
Marien, klyn van Maat', toonden zig in 't Ver-
fchiet. Zyn Kristus, die op den Middegrond was,
bequam daardoor eene behoorlyke Grootte, zoda-
nig als de Groothertog verlangde.
De Vorst zond hem naar Rome, om zyne Stu-
diën voortezetten: gelyk hy zodanig deed, dat zyn
Roem daardoor grootelyks groeide. Eenigen Tyd
naderhand quam hy wederom te Florence, alwaar
hy verfcheide Werken fchilderde : onder anderen,
Triumfboogen, en Sièraaden van Schouwtoonee-
len, voor de openbaare Feesten wegens 't Huwe-
lyk van Maria de Medicis, Doghter van den Groot-
hertog Franjïskus ƒ., met Henrik IV, Koning van
Vrankryk. De Uitgeftrektheid zyn's Vernufts deed
zig kennen in de Bouwkunde, en in de Doorzigc-
kunde.
Het Genoege 't welk de Groothertog in hem
nanv
-ocr page 326-
FlORENTYNSE SCHILDERS. 245*
nam, bleek in alle Gelegenheid. Door Tusfenkoomst'
deezes Vorste wierd Civoti benoemd, om een
van de groote Tafereelen, der Kerke van St. Pieter
te Rome, te fchilderen. Deeze Stukken waren voor
nimantgefchikt, dan voor de befaamdfle Schilders
der Eeuvve. De Groothertog fchonk hem eenen
Gouden Keten, tot zyne Reize naar Rome; en gaf
hem Huizvescing, in zyn Paleiz der Trinita des
Bergs. Ci voli bevond zig naauwelyks te Rome,
of hy ving zyn Tafereel aan, op Steen van Lavag-
na (i) :
't verbeeld.de St. Pieter, geneezende eenen
Kreupelen aan de Deure des Tempels. Hy maak-
te de Tékeninge van 't Paleiz Meditis, op de Plaats-
fe Madama; en die van 't Voetftuk van het Metaale-
Péérd 't geen Henrik indraagt, geplaatst te Paryst
op de Pont-neuf.
Het Huuwelyk van Prins Cosmus , Zoon des
Groothertogs, riep hem wederom naar Florence .
Drie Triumfboogen wierden door zyne Hand uit-
gevoerd. Hy fchilderde nog, in eene der Zaaien
van 't Oude Paleiz, den Groothertog Cosmus I en
den Vloed Arno : zo groots van Maniere, dat hy 't
Werk verdoofde 't welk Pasftgmno in de eige Zaa-
le had verbeeld. De Tafereelen welke hem de
meeste Eere gegeeven hebben, zyn de Tekenen
der Kruizwonden van St. Franfiskus te Foligno, en 't
Martelfchap van St. Stefanus, welk laatstgemelde
hem den Naam gaf van den Florentynfen-Corregio.
De Groothertog wilde hem gantfelyk aan zyn Per-
foon verbinden, om de Tekeningen te maaken van
zyne 'fchoone Kapelle van St. Laurens: hy bood
hein
( 1) Een Soort van Lei, gehaald uit de Nabuurfchap van
Genua, en bequaam om op te fchilderen, in Plaatsfen alwaar
Doek verrotten zoude.
0.3
-ocr page 327-
24-6 FtORENTfNSE SCHILDERS,"
hem een zwaar Jaargeld aan, 't welk de Liefde der
Vryheid hem deed weigeren.
De Feesten over zynde, keerde Civoli naar Ro-
me
, om zyn Schildery en zyne eige Huizvesting in
't Paleiz Medkh te hervatten. Geduurig ging hy
lékenen, op de Akadémie van St. Lukas: waarin
zyne Benydigers hem niet konden beletten, ontfan-
gen te worden. Civoli was akooz ongelukkig,
benyd, vervolgd, en flegt vergolden. Niets beval
hy met meer Nadruk zynen Leerlingen , dan de
Eendragt en de Vrlendfchap onder hen.
Don Vïrgilïo Orfini verzogt Civoli van den
Groothertog ; en nam hem tot zynent: zo wel om
hem te zien fchilderen, als om zynen veritandigen
Omgang te genieten. In dat Paleiz vond hy alle
de Gemaklykheeden van 't Leeven, zonder eenige
Afwendinge van zyne Bézigheeden.
Terwyl hy aan zyn groot Tafereel in de Ker-
ke van St.Pieter arbeidde, Hoop imant behendiglyk
in de Omheininge welke hy daar rond-om had doen
maaken , nam 'er eene Schetze van, deedze heime-
Jyk graveeren, gaf de Plaat uit, en befchuldigde
Civoli, van zyn Schildery na hem gekopieerd
te hebben. Om deeze Lastering te doen ophou-
den, vond Civoli zig genoodzaakt de Stellazie
ïe doen openen, efï voor 't Oog der gantfe Wereld,
te arbeiden. De Gemaklykhejd van zyn Penfeel,
zyn vrugtbaare Geest, waren de Wapenen die
hem dienden om zyne Vyanden te befchaamen.
Dat fchoone Tafereel wierd dan ten toon' gefteld,
floot den Mond aan de Nyt, en deed zynen Maa-
lt er op den hoogden Trap van Roem en Achtin-
ge ftygen.
Pau lus V. deed hem veele Tekeningen maa-
ken, voor den Voorgevel en de Zyden der Kerke
van '
-ocr page 328-
Florentynse Schilders.
H7
van St. Pieter, en deed hem arbeiden aan den Koe-
pel zyner Kapelle te Se. Maria Maggiora. Hy ver-
beeldde 'er den Eeuwigen Vader , omringd van
veele Engelen ; de H. Maagd is in 't Midde , en
de twaalf Apostelen zyn om laag geplaatst. Men
kan van deezen Koepel niet oirdeelen, dan van
een enkeld Oogpunt: van alle andere Afftanden
vallen deFiguuren,zyn ze te kort, en zeer onaange-
naam voor 't Gezigt. Dit Stuk wilde hy ter neer
werpen, om het wederom op nieuw te beginnen :
maar, de Paus verbood het hem ukdruklyk, 'c geen
hem groot Verdriet'baarde en gedeeitelyk Oirzaak
zynes Doods was. Om zyne groote Hoedanighee-
den te vergelden, gaf de Paus hem een' Gunstbrief,
die te Malta ge-eerbied wierd, om hem aldaar als
Dienend-Ridder intelyven. Deeze Eere dmfing
hy op zyn Doodbedde, A°. 1613, in den Ouder-
dom van 54 Jaaren. Zyn Lyk wierd naar Florence
gevoerd, in de Kerke van S« Felkita.
Zyne Leerlingen zyn Domenico Feti, Sigismond
Coccapani, Jeronimo Buratti, Aurello Lomi
van Pi/a ,
Jntonio Lelli de Romyn, en Jan Bdiverti die ver-
fcheide zyner Schilderyen voltooid heeft.
Civoli tekende fraai: zyne Manier is groots
en verheven. Gemeenlyk zyn zyne Tekeningen
gefield meteenen Omtrek der Penne, en gewasch-
en met Roet of met O. I. Ink, met Artfeeringen
in de Plooijen. Andere zyn.getekend met Zwart-
kryt, vermengd met eene Penne van Roodkryt, of
met Roet gewaschen. Die met Roodkryt zyn ge-
daan , zyn byna gedoezeld, met wat Krytwit, Een
zékere Florentynfe-Smazk, de Hairen zyner Hoof-
den , de Menigte der Plooijen in zyne Kleedyen ,
zyn de Aanwyzingen zyner Hand.
Zyne voornaamite Werken te Rome, zyn St.
Q_ 4.                            Pie-
-ocr page 329-
248 Florentynse Schilders.
Pieter geneezende eenen Kreupelen aan de Deure
des Tempels, in de Kerke van St. Pieter; en den
Koepel der Kapelle van Paulus V., te S« Maria
Maggiora.
Te St. Jan der Florentyneren, in de Ka-
pelle van St. Jeronimus, deezen Heilig die fchry-
vend is, en twé Deugden om hoog geplaatst. Te
St. Paulus buiten de Muur en, de Bekeering des Hei-
ligs met menigte Figuuren en Engelen; een Kris-
tus,
en eene Se. Brigitta voor 't eige Kon vent. De
Histori van Pfycbe is in Fresko, in de Logie van
den Tuin des'Lusthofs Borghéfe. In 't Paleiz des
Hertogs Bracciano al monte Gordiano, vind men ver-
fcheide Stukken in Fresko ; en een Daniël, op de
eige Maniere gefchilderd, voor den Kardinaal Ar-
rigoni
te Freskati.
Te Florence de Marteling van St. Stefanus, be-
faamd Tafereel, voor de Nonnen di Monte Domini;
in 't Choor van Santa Maria novella , St. Fincent
Ferrero
aanneemende 't Gewaad van St. Dominicus,
en Jezus Kristus nedergedaald ter Helle.
Voor den Dom te Livorno, de Dooping des Za-
ligmaakers.
Voor deServiten van Pistoya, de Geboorte der
H. Maagd.
Te Forli, de Maaltyd van Jezus by den Fa-
rizeen , met Magdaleena. Een ander Tafereel,
voor de Kapelle van St. Mercuriale, in de gemel-
de Stad.
I n de Kerke van St. Francesco, te Cortona, is een
H. Maagd met vier Heiligen, en een Mirakel van
't H. Sakrament, gedraagen door St. Antoni van
Padua.
Voor de Geestelyke Doghteren van St. Onofriot
te Foligno, de Kruiztékens van St. Franfiskus.
Te Bobgne, in de Kerke van St. Pieter Maggio-
re ,•
-ocr page 330-
Florentynse Schilders, 249.
re, eene fchoone Aanbiddinge der Wyzen, in de
Kapelle Atyinï \'~ -~*«KË£......
In de Ambroiïè'fe Bibliotheek, "^Milaan t een
Si. Piet er.
IN de G;allerye des Groothertogs te Flötence, eene
fchoone zittende Magddeena, leevensgrbot, hpu-
dende een Doodshoofd. Een H. Maagd^, met het
Kind Jczi{s, 't geen Bloemen; heeft; dè OfFering
van Ifaac j een Venm ,;.;legge'nde_by eenen Satyr.
De befaamde Ecce H0b Ris^€êïïrzyne$ fchoone
Werken. |
Z y n e voornaamfj^jj ravéerders %tfh ,, Dorigny,
C. Gdle, Stybftge ^^masJin^^€oelAns.
. ■
Q$                   FRAN-
-ocr page 331-
tgo Florentynse Schilders.
FRANCESCO VANNIUS.
INdien men den Schilder wil kennen die 't
naast aan Barozio koomt, dan zal Francesco
Vannius zig aanftonds voordoen, met Uitflui-
tinge van Serdo en vaü alle anderen. Siena was
zyn Vaderland, A°. 1563; en zyn Vader een ge-
meen Schilder. Aanvanglyk arbeidde hy onder 't
Beftuur van Jrcangelo Salimbeni, en volgde de Ma-
niere van Frederik Zucchero. Op zyne twaalf Jaaren
wierd hy na&r Bologne gezonden, om 't Onderwys
van
-ocr page 332-
\
Flqrentynse Schilders. 251
van Pasferotti te bekoomen, alwaar hy twé Jaaren
bleef.
De Antieken, en de Werken van Rafaël, trok-
ken hem naar Rome, en openden hem den Wegh
ter Glorie. Hy begaf zig by Jan Vecchl, die met
Vermaak deeze jonge Spruit groeijen zag. De Rid-
der Jofepyn befchouwde hem met zulk goed Oog
niet: die wierd na-iverig over hem, Vannius
fchilderde verfcheid e Werken, onder anderen eenen
St. Michiel Aartsengel die den Boozengeest overhoop
werpt, en geplaatst is in de Sakristye van St. Gre-
gorius.
Hy arbeidde in de Minerva, en onder 'e
Portaal van 't Campidoglio.
Verre gevorderd zynde in zyneKunst, keer-
de hy te rag naar Siena : alwaar hy, alle de onder-
fcheide Manieren verlaatende welken hy gevolgd
had, zig gantfelyk overgaf aan die van Barozio. la
deeze Schoole bequam hy de Bêv
            den, en 't
murw Penfeel, welke men in zyne Werken vind:
de Smaak deezes Meesters had zo veele Aanlokze-
len voor hem, dat men hen dikwyls voor malkan-
deren neemt
E1 n d e l y k gaven de Werken van Corregio aan
V a n n 1 u s, in zyne Reize naar Lombardye , die
weelige Maniere, waarmede hy zo veele fchoone
Dingen heeft voortgebragt. Gemaklyk in zyne
t'Samenftellingen, van vrugtbaaren Geest, tekende
hy zeer juist. Zyn Koloriet was kragtig, zyne
Hoofden bevallig, en hy fchilderde zyne Taferee-
len met veel Liefde.
De Onderwerpen van Godtsdienftigheid, voeg-
den hem zeer wel. Door zyne zagtzinnige Zeden 4
en zyn' godtvrugtigen Aart, heeft hy zig daaraan <
veel gewilliger overgegeeven dan aan anderen ,
Vannius deed zig van de gantfe Wereld bemin-
nen.
-ocr page 333-
S52 FtORINTYNSE SCHILDERS.
nen. De Kardinaal Baronius was zyn Voorfbander.
Door 't Middel van deezen , riep Klemens VIII
hem naar Rome, om in St. Pieter het fchoone Tafe-
reel van Simon den Tovenaar te fchilderen. Ter Ver-
geldinge, ontfing hy van den H. Vader, uit Han-
den van den Kardinaal Baronius, den Ridderorde
van Kristus.
Vannius bezogt geerne zyne Kunstgenooten :
hy hielp hen met zynen Raad. Niet nydig over
htm Fortuin , ondernam hy vrywilliglyk eene Rei-
ze om hen te zien, en kogc zelfs van hunne Ta-
fereelen. Guido maakte zelve eene zeer naauwe
Vriendfchap met hem , en vond te Rome, door
zyn Middel, bezigheid by den Kardinaal van <S« Ce-
cilia.
Vannius had de Eere, Gevader te zyn
van Fabio' Chigi, die vervolgens Alexander VIL
wierd.
N a hy eenigen Tyd te Rome gearbeid had, quam
hy weder te Siena, alwaar hy Blyken gaf van zyne
Bequaamheid, in de Bouwkunde en in de Werk-
tuigkunde. Daar wierd geen Gebouw gefbigt,
waaraan hy niet veel Deel had. De Opperheers-
fers, de groote Heeren , beïverden zig om van zy-
ne Schilderyen te hebben. Hy zoude de eerste
Schilder zyn's Tyds geworden zyn, indien de Dood
hem ïn 't Midde zyner Loop niet gefluit had, in
den Jaare 1609 , het zes-enveertigfle Jaar zyn's Ou-
derdoms. Zyn Lyk wierd naar Siena gevoerd, in
de Kerke van St. Joris.
Zyne Leerlingen zyn, Rutilio Manetti, AstoJfo
Petrazzi
, en zyne twé Zoons, Rafaël en Michel-
Angelo Vanni.
De Tekeningen van Vannius zyn geacht.
Zy hebben veel, van den Aart van Barozio. Daar
2y.n 'er van O. I. Ink, welker Omtrek met het Pen-
feet
-ocr page 334-
Florentynse Schilders. 255
feel gemaakt is; andere met de Penne, gewaschen
met Roet, gehoogd met Wit; eenige, met Rood-
kryt, of gewaschen met Roodkryt. Op welke Wy-
ze zy ook gemaakt zyn, kend menJn haar de Om-
trekken van Barozio, deszelfs Zwier van Hoofden,
en Maniere van Denken : maar, men vind 'er min-
dere Kunstgreep, minder Kragt, en minder Vuur in.
Zyne Werken te Rome, zyn 't befaamd Tafe-
reel van Simon den Tovenaar, in de Kerke van St.
Pieter.
In die van Jezus , het Tafereel van Si Ce-
cilia.
In de Kerke van Si Cecilia heeft hy de Dood
deezer Heilige gefchilderd, met eene Vrouwe die
haar 't Bloed afveegd ; en een ander Tafereel, zyn-
de een Kristus aan de Pilaar. Een doode Kristin,
voor de Cbiefa nuova. Voor de Sakristye van St.
Gregorius, St. Michiel
Aartsengel, die den Weer-
fpannigen-Geest neêrklinkt.
Te Siena ziet men, byden Serviten, eenefchoc-
ne Boodfchap. In de Kerke van St. Giorgio, een
Kruisfifix, met de Beelden der H. Maagd, van St~
Jan
, van Magdaleena, en van Longmus, die de Zy-
de van Jezus doorfteekt. In de Kerke der Broe-
derfchap van Se. Lucia heeft hy in Fresko gefchil-
derd , deeze Heilige in een' Glorie' met verfcheide
Heiligen. By den Kapufyneren, onzen Heer met de
H. Maagd, St.Jan, St. Franfiskus, en Si Katbari-
na.
In de Kerke van St. Dominikus, fchilderde hy
St. Hyacintbus, die de Hostie en 't Beeld der H.
Maagd red, uit Handen van de Vyanden des Kris-
telyken Naams. In den Dom van Siena, is een
Vlugt naar Egipte en een Geesfeling ; in "de Ker-
ke van St. Jan, de Doop onzes Heers; in die van
Refugio, het Huuwelyk van Si Katbarina* Voor de
Brocderfchap van St. Ambrofius, maakte hy onzen
Heer
-ocr page 335-
254 Florentynse Schilders.
Heer met de H. Maagd, St. Barthohmeus, en St.
Ambrofius.
Te Pi/a ziet men in den Dom', een Tafereel
vol Figüuren, en de vier Leeraars der Kerke die
over 't H. Sakrament rédentwisten.
T e Genua, in de Kerke van O. L. V. van Carig-
nan
, St. Maximinus die Magdaleena kroond.
T e Lucca, by de Dominikaanen, St. Thomas a"A-
quinas
aan de Voeten des Zaligmaakers.
Te Pistoia, in de Kerke van de Magdaleena der
Madonna del Umilta
, de Aanbiddinge der Koningen.
Vannius heeft eenige Plaaten geëtst, gelyk
den St. Franfiskus op twé byzondere Wyzen, eene
Si Katharina van Siena, en de H. Maagd in 't klyn j
Augustyn Caratz, C. Galle, Sadelaar, Villamcna, Che-
fubin Albert
, P. de Jode, L. Kilianus, Coelemans, en
anderen , hebben veele zyner Tafereelen gegra^
veerd.. Het Leeven van Si Katharina van Siena,
na zyne Tekeningen, in twaalf Bladen, is door P.
de Jode gegraveerd.
PIE-
-ocr page 336-
FtORENTYNSE SCHILDERS. 2$$
PC.tLX^St.-fioJl.-
PIETRO da CORTONA.
TOskaane heeft byna geen grooter Schilder
gehad, dan Pieter de Cortona. In
den Jaare 1596 gebooren , ter Stede van deezen
Naam , wierd hy genoemd Fietro Berettini. Hy
was Leerling van Andrea Comniodi, by wien zyn Va-
der hem geplaatst had. Zeer jong zynde quam hy
te Rome, onder 't Befluur van Baccio Ctarpi. De
lompe Maniere waarop hy tekende, deed hem Ezels-
kop noemen van zyne Medgezellen : maar, deez
Ezelskop deed hen allen, die hem dus gewoon wa-
ren
-ocr page 337-
^50 Florentynse Schilders.
ren tebetytelen, als zodanig voorkoomen. Zyne
eerste Werken" beMagderi '""ÏÏneinciïglyF ' aan den
Marquis SacchcUi, die hem in zyn Paleiz liam. De
Oplettenheïïc^waarmede hy de fchoonste 'Antieken
befchouwde, zyne Studie na Rafaël, M. Angelo,
en Polidoor ^ volmaakten hem in weinig Tjjds.
C o R t o K a had geput uit de eige Bronrien, waar-
uit de gantie Wereld put: maar, met doórzigtiger
Oogen en jmet ongemeener Gaven. Men ftond
verbaazd cjyer denHioof der Sabynen , en over
eene Batailjkyan Alexmder,)Reiken hy gknts jong
in 't Paleiz Ükgchctti > •fehilderde. Hy fchynt daar
c-elyk te fcaan i^.de grootste:Meesta-s,:door zy-
ne fchocne^Ordinanfie,' Verhevenheid van Gedach-
ten , groot Koloriet, en fchoonen Toets. Eene Ge-
boorte, voorde Kerke St. Sahatore.rm: Lduro (i);
de Werkerl'öie^^^K^dmaalr^f^^tr'hëm aanbe-
val , voor $e Bïlnana\ en de bef&mfe Zaal van Bar-
berini (2),
verwierven hem zo;^pEerc£, dat hy
den eersten Schilder zynes Tyds^f ierd. \ Deeze
Zaal is eeft der fchoonste Dingerf'ëun Rpme (3).
Schoon zeTfTTreskö gefchilderd is, doen 'de Kragt
van
(1)  Felibien zegt, dat dit Werk veel van de Manier*
yan Caratz heeft, en hem zyn'Roem gaf'.
(2)  Paus Urbanus VIII., die uit dit, Hniz fproot, deed
hem dezelfde maaken. Sandrart zegt, dat de Paus, terwyl
Cortona daaraan fehilderde, zig byna daaghlyks te Voet
door 't Paleiz van 't Qitirinaal daarna toe begaf om hem te
zien arbeiden, en 't uitterfte Genoegen over zyne Gefchikt-
heid en Vlyt toonde.
(3)  't Is de fchoonfte t'Samenftelling, zegt Richardfon ,
welke ooit van Cortona is gemaakt, en inogelyk de ryk-
Ite en de overvloedigfte welke men immer gezien heeft. Het
Koloriet is uidteekend fchoon, helder, en luisterryk. In
weêrwille van 't groot getal Figuuren, waaruit het Werk t'fa-
tnengefleld is, overkroppeu ze echter geenzints malkanderen.
-ocr page 338-
FiiOKENTïNsi; Schilders. 25?
van 't Koloriet, en een zo malsche als lieftallige
Toets, haar voorkoomen als of zy in Olie gefchil-
derd was ( r).
Cortona heeft daarin verbeeld, de Zegepraal
der Glorie, met de Hoedanigheeden van 't Huiz
Barberini > deszelfs Wapens en Zinfpreuken. De;
Glorie is verzeld , van de vier Deugden en van
Zinnebeelden , met zeer fchoone Paalgoden , en
Sieraaden van keurlyke Verkiezinge. In de twé
groote Stukken, ziet men Bacchus, omringd van
veele Figuuren ; en ter andere Zyde, Fenus leggen-
de tusfen Minnegoodjes. Het tvvéde Stuk verbeeld
de Kerkelyke-Mogendheid, welke den Tempel vart
Janus fluit, de Raazernyen verjaagd, en aan den
Bergreuzen beveeld Wapenen en Gefchut te fmeê-
den» ter Zékerheid der Staaten des Paus. Men
droeg hem op, het Tafereel der Drie-eenheid voor'
de Kerke van St. Pieter te Rome, 't geen geplaatst
is in de Kapelle van 't H. Sakrement. Hy maakte:
ook de Kartons, voor 't Muf dis van den Koepel det
gemelde Kapelle. De Paus was daarvan zo vol-»
daan, dat hy hem nieuwe Werken in 't Fatikaansan-
beval; ert alle de Kloosters van Rome wilden, om
flryd, Preuveri van zyne Kunst bezitten*
Na
(1) Deeze Zaal is door Blóemanrt gefneeden, én befchree-
ven in 't Mdes Rarberince. Felibien bevestigd niet alleen at
■wat daarvan bygebragt is, maar fpfeekt nog van de groote;
Bevalligheid en Edelheid in de Gefteltenisfe der Figuuren,
van de Fraaiheid in derzelver Standen en in derzelver Zwier"
van Hoofden, van de fchoone Eeiiftemmigheid der Kleurenf
en wat de Italiaanen noemen Vdghezza, of LiefcaDigheid.-
Evenwel zegt hy, dat de Tekening van geenen uitgeleezen
Smaak is, en dat de Kleedyen der Figuuren niet volmaakte-
lyk wel verftaan en natuurelyk zyn : fchoon het Geheel iets
zo bevalligs en Zo zagt aan 't Gezigt vertoond, dat men groctf
Vermaak gevoeld in het te befcheuwen»
Eerjie Deel                       R
-ocr page 339-
5jS Florentynse Schilders.
Na die groote Werken kreeg hy lust, om ande-
re Deelen van Italië te zien. De fchoone Zaaken,
die zig te Venetië en in Lombardye aan hem .voor-
deeden, vermeerderden zyne Kunde. Trekkende
door Florence, met Voorneemen om naar Rome te
keeren, gaf de Groothertog Ferdinand II hem zy-
ne Zaale, en vier Vertrekken aan malkanderen vol-
gende, in 't Paleiz Pitti te befchilderen. Dit was
hem een ruim Veld, om zyn Vernuft te oeffenen.
De deugdelykffce Bedryven verfchaftten hem hier
Onderwerpen (i) : als , de Kuizheid van Scipio,
die van Alexander by de Gemaalinne van Darius, die
van Crïspus, van Cyrus, Antiochus die zyne Gemaa-
lin
(i) Indien hy de Uitvinder daarvan was (want, men
moet Onderfcheid inaaken, 't geen eens vooral gezegt is, of
de Schilder de Verzinner, dan wel de enkelde Uitvoerder, van
zodanige voornaame Werken is) zo zoude de Deugd in hem
te vooronderdellen zyn welke hem toegefchreeven word, in-
zonderheid van Sandrart die gemeenzaamen Ommegang mee
hem had. Deez zegt, ftrydende met onzen Schryver , dit
hy die Zaale na Genoegen heeft uitgevoerd. Evenge-
]yk haald hy de gemelde agt Historiën aan : maar, hy be-
fchryft daarenboven het negende, 't grootfte Stuk des Ver-
wulf ts. Hy zegt „ dat Cortona (als in alle die onder-
,, fcheide Stukken den Groothertog, die nog jong was, tot
„ Navolging' der Deugd aanzettende) in dit Stuk eene fehoo-
,, ne naakte Vemts met gevlogtene Hairen te Bedde leg-
„ gende verbeeldde, omringd met veele andere dartele
„ Vrouwsperfoonen en den Minnegod , onder den Over-
„ vloed der Gaven van Ceres en van Bacchus ; en dat een teer
,, lieftallig Jongeling dat gevaarlyk Gezelfchap, door Aanraa-
,, ding' van Minerva ontvlugt, en zig op 't Spoor van Her-
kules begeeft: onaangezien de ter andere Zyde (taande Sa-
„ tyrs, Bacchanten,
en de geile Arkadiëfe Nimfen , benevens
„de Wellusten, hem zoeken te lokken, volgens dit On-
„ derfchrift.
jidolescentiam Pallas a Vénere avellit,
„ Radix amara Firtutis, fruüus fuavis ".
-ocr page 340-
FtORÈNTYNSE ScHUDÈRS. 2$$
lin aan zynen zieken Zoon afftaat, de Standvastig-
heid van Porfenna, de Histori van Masfinisfa, eri
Augustus zig hoedende voor Kléopatra.
Terwyl Cortona arbeidde, aan een die'r Ver-
trekken genoemd de Stuffa, quam de Groothertog
hem zien fchilderen, die niet ophouden konde zig te
verwonderen, over een fchreijend Kind 't welk daarin
verbeeld is. Behaagd het uwe Hoogheid, zeide Cor-
tona , op dit Oogenblik te zien, hoe gemaklyk dö
Kinderen fchreijen en lachen ? Te gelyk gaf hy
eenen enkelden Toets, met het Penfeel; en 't Kind
fcheen te lachen. Vervolgens, bragt hy den Mond
wederom , in den Staat waarin die zig bevonderi
had. Dit quam den Vorst wonderbaarlyk voor.
De Kardinaal de Medicis , Oom des Groother-
togs , verftaande dat C o r t o n a , Tafereelen der
voornaamfte Schilders uit Venetië had medege*
bragt, onder anderen van Titiaan, begeefdeze te
zien : zy behaagden hem, en hy kogtze. Vyan-
den van Cortona, deeden den Kardinaal geloo-
ven , dat het Kopyen waren : die hem deswegens
zo fcherp hekelde, dat onze Schilder , hebbende
eenig Stuk voltooid, de overigen onvolmaakt het,
zyn Affcheid eischte, en nooit weerom wilde kee-
ren, welken.Aandrang men ook by hem in 't Ver*
volg deed.
Cortona leefde maar zeven Jaar, zedert zyne
te Rugkoomst te Rome. Hy fchilderde, in de Ker-
ke van de Vaders der Chiefa nuova, een Mirakel der"
H.Maagd, in'tVerwulft vanhetKruizvan'tMidde,
in den Koepel, en in de Vlakte der Kruizboogen«
Het Geftoelte verbeeld , de Hémelvaafd der H.
Maagd, 't Verwulft der Sakristye, en 't Zolder^
ftuk eener Kamer, waarin Si. Filippo Neri de Mil
R 2                       Vierde9
-ocr page 341-
2öo Florentynse Schilders.
vierde, zyn mede van hem. Deeze Schilderwer-
ken , algemeenlyk geacht, bragten Imocentius X
om hem de Gallerye zyn's Paleiz op de Plaatsfe Na-
vona
te geeven, alwaar hy verfcheide Onderwer-
pen uit den Eneas van Virgilim heeft uitgedrukt,
die door C. Cefius gegraveerd zyn.
Pieter i>e Cortona was een groot Bouw-
meefter. Hy gaf daarvan verfcheide Preuven, aan
verfcheide Kerken , Paleizen, Kapellen, en Graf-
fteden , op zyne Tekeningen gebouwd. De Kerk
van Se. Maria in via lata, die van S* Martina , zyn
ander dat Getal. Aan de laatstgemelde heeft hy
eene Hoodffomme van honderdduizend Ryksdaal-
ders gemaakt, om daarin een Hoofd-autaar van
Metaal , en zyne Graffteê opterigten , die met
pragtige Graffchiften uitgevoerd is. Het Portaal
van de Kerke der Vrede , gaat voor uitmuntend
door. Dit behaagde zodanig aan Alexander VIL,
dat die Cortona verhief tot Ridder der Goude-
Spoore
, en hem daarvan het Kruiz gaf, gehegt aan
een' zeer fchoonen Gouden-Keten. Uit Erkente-
nisfe, fchonk de Schilder wederom aan den Paus,
eenen Befcherm-engel, en eenen $t. Mkhiel, van
zyne Hand gemaakt.
Nimant heeft meer Geeft gehad dan Cor-
tona, en nimant heeft met zo veel Gemaklyk-
heid gefchilderd. Hy was gebooren voor groote
Gevaartens; en men kan zeggen, dat zyne klyne
Tafereelen , waaraan hy zig niet binden konde om
hen optemaaken, een weinig van de Verdiensten
der grooten verliezen. Hy bezat volmaaktelyk de
Gaave van 't Koloriet, vooral in 't Fresko , 't welk
hy met groote Luisterheid behandelde. Zyne Ta-
fereelen vinden zig vervuld , met zulke fchoone
Sieraaden en Landfchappen, dat zy den Aanfchou-
wer
-ocr page 342-
Florentynse Schilders, e6i
wcr verrukken ( i). Evenwel moet men toeftaan,
dat Cortona weinig Naauwkeurigheid , en Ge-
moeds-
(O Richardson fpreekt van de Roepinge van St. An-
uries tot bet Apoftelfchap
, een der Uitmuntendfte Tafereelen
( Prykende onder de besten van Karet Marot, en van fchoo-
ne Landfchappen vznPousJyn,Claude Lorrain, Salvator Rofa,
enz) die zig in de befaamde Verzamelinge van 't PaJeiz
Palavicini te Rome bevonden,- en 't welk naderhand naar
Engeland is gekoomen , in 't befaamde Kunstkabinet van
den Hertog van Devonshire. Hy zegt daarvan „ dit's het en-
», keld Landfchap 't welk men van deezen Meefter kend,
,, en 't heerlykfte, zo ten aanzien van den Styl van Schil-
„ deren als belangende de Vindinge , 't geen gezien kan
,, worden". De Uitgeever van den Nieuwen Druk van
Dolce , tegens hem ontftoken ter Zaake van de Kartons van
Hamptoncourt gelyk wy op 't Leeven van Rafaël aangetekend
hebben, heeft daaruit Gelegenheid genomen hem vervaa-
relyker te hekelen dan hy ter Zaake van zynen Rafaël heeft
konnen doen; en dus, zo 't ons toefchynt , meer uit Drift
dan gegrond, wyl Richardfon, volgens zynen Styl , verftaan
kan worden alleen voor zig en niet voor anderen te fpree-
ken , en te hebben willen zeggen dat dit het fchoonfte Land-
fchap is 't welk hy van Coktone gezien heeft. Evenwel,
wyl het tot Verlichtinge op 't Onderwerp deezes Kunftf'chil-
ders kan dienen , zullen wy de wézenlykfte Uitdrukkingen
dien's Uitgeevers bybrengen. ,, Mogelyk is dat. het eenig-
,, ft e Landfchap (zegt deez) 't welk hy van Cortona kend:
„ maar, dat belet ons niet om anderen te kennen. Ik ben
„ geen groot Liefhebber , en ik kenne 'er meer dan een
,, Dozyn, zonder ooit Moeite daarom gedaan te hebben.
,, In 't Paleiz Saccbetti te Rome, zyn'er ten minfte vier, zel-
,, ve eenige Gezigten van Tivoli, onder anderen de Brug
del Curia; en men zeide my te Rome, toen ik my aldaar
„ bevond, dat de Villa in OJlia (maar, diend dit niet voor
Ricbardfon, wierd dit niet Spotzgewyze aan den Fransman
„ gezegt.want welke Villa, of Lusthof, is 'erin't woeste 0.f-
tia ?) gants met Landfchappen van Cortona gefchilderd
„ was. Ik nebbe een groot van hem, met aartige Figuuren .
„ By den Heer Jabac (te Parys)die ook daarvan de Tékenin-
„' gen had, nebbe ik zeer fchoone gezien: zelve hebbe ik 'er
„ van gekogt, op een' Verkooping' daarvan gedaan omtrent den
„ ]aarei720. Pieter t>e Cortona deed alles wel, wat hy wiï-
;, de: maar, hem mét Pousfyii, Claude Lorrain, Salvator Rofa,
R 3                                ,. even-
-ocr page 343-
ZÓ2 Florentynse Schilders,
moeds-uitinge, in zyne Schilderyen bragt. Zyne
Beelden zyn ook te kort, en te zwaar; zyne Hoof-
den gelyken zig veelvuldig; zyne Kleedyen zyn
liegt ontworpen, en zeer gemanierd : maar, zyne
edele en grootsfe Gedachten, veel Bevalligheid in
zyne Hoofden, vergoeden alle die Gebreken.
Niets is zo fchoon, dan de Geftake en de Schik-
kinge zyner Groepen, en de Uitwerkingen van ?t
Licht- en Bruin , uitgedeeld in zyne Werken (i).
Men
„ evengelyk te (lellen, als de Schryver doet, is hem temishan-
„ delen, en hem te befpotten , met te zeggen dat dat zoge-
,, noemde enkelde Landfchap veel fchoonder is dan diendie'r
„ uitmuntende Landfchapfchilders. 't Landfchap van P. de
„ Cortona is lomp, gemanierd, en doet geen grooteUitwer-
„ king';: maar, 't is altooz wel voor een' Man wien 't zyn
„ Handwerk niet was (NB. wil Richardjbn ook wel iets an-
„ ders zeggen?) die 't alleen uit Vermaak en ter zyner
„ Uitfpanninge* maakte. Wat de Schryver ook mag voor-
„ geeven,men ziet'er menigte van. Desonaangczien, fchoon
,, hy dezelfden meestendeels na 't Leeven deed, is zyn
s, Boomflag altooz dezelfde: lomp , gerond, en wat gema-
„ nierd gelyk ik gezegt hebbe ".
(i) Volgens de Piles, heeft hy de grootfte Zekerheid
in Tekening' niet gehad. Hy drukte de Hartstogten weinig
iiit, was weinig geregeld in de Plooijen zynder Kleedyen, en
doorgaans gemanierd. Evenwel ziet men overal Grootsheid ,
Eelheid, en Bevalligheid : niet de Bevalligheid welke Rafaël
en Corregio als in Eigendom bezaten, die zo leevendig het
Hart der Verftandigen beroerd;maar, een algemeene Beval-
ligheid die aan de gantfe Wereld behaagd, beftaande veel-
eer in de Gewoonte van zyne Wezens en Zwier van Hoofden
aangenaam te vertoonen, dan in een' byzondere Verkiezinge
van de Uitdrukkingen aan ider behoorende , want hy had
Moeite om tot het Onderzoek van idere byzondere Zaak'
te treeden. Hy zogt maar, een fchoon Geheel. Dingen
uittevoeren die van onderen-op gezien moeden worden, in Ker-
ken, Galleryen, en Paleizen, verre van hem te vertzaagen,
waren als zyn eigen Voedzel en 't overeenkoomendft' met
zynen Geeft. Zyn Koloriet is niet van het flegte, vooral in
zyne Naakten, die nog beter zouden wezen zo zy verfchei-
qen'ykcr, crj vjytiger nagefneurd waren, Belangende de an- ,
-ocr page 344-
Florentynse Schilders. 263
Men kend groote Mannen niet, dan in grootsfë
Ordinanfiè'n.
Cortona was welgemaakt. Hy had eenen
leevendigen en bevalligen Geeft. Men zogt zyn
Gezelfchap. Hy kende de Armoede, en den Over-1
vloed. Tegens 't gemeene Beloop des Werelds, ver-
anderde hy nooit van goede Zeden , by Verbete-
ringe van Toeftand. Een juiste Middemaat toe-
fen de Mildaadigheid en de Gierigheid, tusfen de
Trotsheid en de Ingetoogenheid , was zyn waar
Merkteken (1).
Het Flerefyn, 't geen hem uittermaaten plaag-
de , liet hem niet langer toe groote Werken te on-
derneemen. Hy bepaalde zig dan , aan Kabinet-
ftukken te fchilderen. Eindelyk vond hy zig gè-?
noodzaakt het Bedde te houden: zyn Qiiaal be-
nam hem zelve 't Gebruik der Spraak'. Hy ftierf
te Rome, A°. 1669 , oud 73 Jaaren. Zyn Lyk
wierd gevoerd ter Kerke van Se. Martina, welke hy
voor zyne Graffteê uitgekooren had.
D e Tekeningen van Cortona zyn van eenen
tastbaaren Omtrek, wat zwaar en dikwyls niet zeer
juist
dere Lokaale-Kleuren, heeft hy zig niet meer verwyderd van
de üojjjyn/e-Schoole , dan in haar de Houdinge onder mal-
fcanderen en een' lieftallige Overeenftemminge te geeven.
De Sieraaden, vervullende zyne Werken, waren groots en
heerlyk. Het Landfchap maakte hy , van een' zeer goeden
Aart.
(1) Sandrart zegt, dat hy ongehuuwd , voorbeeldig
en vroom leefde ; dat hy elk zogt goed te doen, en byzon-
derlyk met hem groote Vriendfchap onderhield; dat hy van
elk lief en waard gehouden wierd; en dat men, na zyn
Overlyden , onder veele Lofgedichten , deez Letterverzet-
ting maakte.
Pietro da Cortona,
Corona ds Pittori.
R4
-ocr page 345-
264 Fldrentvnse Schilders.
juist. Tly heeft allerhande Soort van Tékenkryt
gebruikt, en van Wafching', dikwyls zonder Art-
feeringen, fomtyds gehoogd met Krytwit. Men
ziet 'er waarvan de Trek met het Penfeel is, ge-
wafchen met Roet, of met O. I. Ink : dus behan-
delde hy zyne wonderbaarelyke Landfchappen.
Zyn Zwier van Hoofden, en zyn Smaak van Te-
kenen, doen hem gemaklyk onderfcheiden van
anderen.
Zyne voornaamfte Werken te Rome zyn, de
befaamde Zaal van Barberini; de Gallery van 't Pa^
leiz Pamphilio, op de Plaatsfe Navona; de Kerke der
Chkfa nuova van de Vaderen van 't Oratcrie; het
fchoon Tafereel der Drieenheid, in de Kerke van
St. Pieter; alle de Kartons van den Koepel der Ka-
pelle van 't H. Sakrement, in Mufais uitgewerkt.
JBy den Kapufyneren, St. Paulus met veele Figuuren.
De Koepel, de Spreekfloel, het Hoofd-autaar, en
de Sieraaden van St. Karel al Corfo. De Kapelle
van St. Xaverius, 'm de Kerke van Jezus; die van
't H. Sacrament, te St. Markus; die van Gavotti,
te St. Nikolaas Tolentini, waarvan hy de Té ken n>
gen gegeeven heeft. Te Se. Bibiane, drie Tafe-
reelen van de Hiftoriè' die'r Heilige , en een van
cene andere Heilige in een e Kapelle ; eene L. V.
yan Barmhartigheid , in de klyne Kapelle van Wa-
tikaan,
en de Engelen die den Draak verjaagen ,
in de Zaale van 't Konfiftorie. Te St. Karel Cate-
yari,
ziet men St. Karel, die in plegtigen Omme-
gang den H. Kruiznagel van Milaan draagt.
Ti- Napels, in de Kerke van St. FiUp Neri, een
zeer fchoone St, Alexis.
In de Chiefa nuova van Perugia , het Tafereel
yan 't Hoofd-autaar.
In de 'Gallerye des PJertogs van Parma , een
groote '
i
-ocr page 346-
Florentynse Schilders. 26$
grooteH. Maagd, met een fchoon Landfchap.
T e Milaan , in de Bibliotheca Ambrofiana, een
Kruisfifix in 't klyn,met drie Figuuren.
In den Dom te Pi/a, de vier Evangeliften te-
gens 't Hoofd-autaar.
Te Florence, in St. Michiel, een «Sï. Lanrens;de
groote Zaal van 't Paleiz Pitti, en verfcheide Zol-
derftukken door hem verlaaten, en opgemaakt door
Ciro-Ferri.
Te Dusfeldorp, by den Keurvorft der Paltz, de
Overfpeelige-Vrouw met een' Soldaat, Jezus en
Maria met een' Engel.
In 't Kabinet des Konings van Vrankryk , ziet
men eene Geboorte, met de H. Maagd en S«. Mar-
tina;
eenen Triumf van Bacchus; een' andere Ge-
boorte ; een' H. Maagd met het Kind Jezus ; en
eene H. Familie.
De Hertog van Qrleansbezit een groot Tafe-
reel, verbeeldende de Vlugt vznjakob, toen La-
han
zyne Afgoden zogt, die van Rachel meegeno-
men waren; een fchoon Landfchap , met Mensfen
die Wagens geleiden.
I n de Gallerye van 't Hotel van Thouloufe, te
Parys, ziet men drie fchoone Stukken van zyne
Hand : de Herder Faustulus , die Romulus, ge-
zoogd van een' Wolvin op den Oever des Tibers,
aan zyne Vrouw brengt ,• de Sibylle Cumea, die aan
Jugitfius een' H. Maagd in de Lucht toond; en Cezar,
die Pompeja verftoot en Calpurnia trouwd.
V E e L e Graveerders hebben gearbeid na Pieter
de Cortona: als C. Bloemaart, Louvemont, Blondeau t
G. Edelink, F. Sperre
, Pietro Jquila , Natalis, Au-
dran
, Farjat, Poilly , Chasteau, Rousfelet, Melan,
en andere. Deeze Stukken beloopen op omtrent
veertig.
R 5                       Grog-
-ocr page 347-
3Ö6 Florentynse Schilders.
Groote Mannen zyn uit de Schoole van Corto-
NA- gefprooten: gelyk Ciro-Fcrri, Romanelli, La-
zaro Baldi, Pietro Testa ,
de Bourguignon, en Gia-
einto Geminiani da Pistoja
, waarvan wy reeds ge-
meld hebben of nog zullen melden.
(..Baldi. LazaRO Baldi gebooren te Pistoja, A°. 1642,
quam te Rome zyne Lesfen neemen, by P1 e t r o
de Cortone. Hy wierd van Akxander Vil ge-
bruikt , om de Gallerye van Monte Cavallo te fchil-
deren ; en te St. Jan Lateraan eene fchoone Ka-
pelle, waarinde Juistheid, de Eenftemmigheid ,
de Helderheid en de Kragt van 't Koloriet, ge-
vonden worden. Ter Eere zynes Meesters rigtte hy
eene Kapelle op, waarvan hy 't Hoofd-autaar fchil-
derde. Bevoorens, had hy deszelfs Leeven be-
fchreeven, en doen drukken. Hy hield tot zy-
nent, een Akadémiê van fraaije Vernuften ; en
ftierf te Rome, A°. 1703, van de gantfe Wereld
bemind.
G.Gemi- Giacinto Geminiani was uit de eige Stad.
rdemi. Aanvanglyk leerde hy onder Pousfyn , en vervol-
gens by C or t o n a , daar hy niet lang wagtte om
een groot Man te worden. Blyken van zyne Wee-
tenfehap heeft hy gegeeven, in verfcheide Kerken
van Rome. Hy huuwde de Doghter van Alexan-
der Veronêfe
, waarby hy verfcheide Kinderen won:
onder anderen Lodovico Geminiani, die vervolgens
een goed Schilder wierd, vernuftiger en grooter
Kolorist was dan zyn Vader, dogh van minder Juist-
heid dan deezen. Geminiani ftierf, A°. 1681, in
den Ouderdom van 70 Jaaren.
BENE-
-ocr page 348-
FLORENTYNSE SfHJLDERS. 26"?
BENEDETTO LUTTI.
BEnedetto Lutti, die A°. 1666 te Floren-
ce
gebooren wierd, zal de Hiftorië der Floren-
tynfe
Schilders befluiten. Ik hebbe deez' bequaa-
men Man ( zegt de Franfche Schryver) geduuren-
de myn Verblyf te Rome gekend. Behalven 't Ver-
maak van zyne Werken te zien , genooten de
Kunftliefhebbers nog dat, van een' aaneengefcha-
kelde Verzamelinge van Tekeningen , der grootfte
Meeflers, welke hy met veel Vlyt vergaderd had.
Lutti maakte Werk .van de Franfche Schil-
-ocr page 349-
S68 Florentynse Schilders.
ders ( i), en vooral van de Printen van Sebastiaan Is
Clerc,
befaamd Graveerder.
Hy was Leerling van Domente^Ga^iani, aan
wien zyn Vader, Jakob Lutti, hem tmrpuwd had.
ïen Ouderdom van Vierentwintig ja^ren, woe-
gen zyne Verdiensten dien zynes Meeftéfs op. De
befaamde Schilderwerken van Rome, trokken hem
in deeze Stad. De ,Groothertog verfcrjaftte hem
't Middel: van zig te- oeffenen , met rjem Huiz-
vestjnge in zyn Paleiz■,:yarm€ayipo Marzo ie geeven.
Zyn Voorneemen was, ondes, Ciro-Fem te arbei-
den. Hec verdriet^'t wètk'Ti^ntf^j verftaan-
de deszelfs Dood .op„.zyne I:
             te Rome, was
ongemeen. ■ Hy veMabEéj^veehter zyne Oeffe-
ningen, en maakte zig:zó bequaam',: éaCj Frankryk,
Duitsland, er^^tigeiana", zig
bei'verden ojn van zy-
ne Werken-ïe^fözitten^. .£%»&eize"P maakte hem
Ridder,- en delveurvorst van Jffr.tz zond hem, met
de GiftbrievenïihetKruiz met Diamantei verrykt.
-r                                Jet "■"' •                              l                      -             ir
Lutti wasjjnooit vernoegd van ztgSzelts: on-
ophoudelyk rJgfchaafde hy „zyne Schilderyen ,
zonder dat zig ""daarin eenige Matheid" toonde:
gelukkig in zyne Veranderingen, was zyne laatfte
Ge-
(i) 't Was te Wensfen, dat de Schryver die Schilders
betekend, en dit dus verklaard had: om te weeten of Lut-
ti zulks deed wegens de byzondere Verdienden hunner
Kunst, of om zig in Gunft van 't Fransfc Hof te dringen ,
alwaar toen voornaamelyk de Gelukzon der Schilders
fcheen. Want, ongeacht eenige Kunftenaars van Naam
hunne Geboorte uit dat Ryk trekken , die in 't Vervolg
bygebragt zullen worden en Achting' verdienen : welke
zonderlinge Eigenfchap in de Scbilderkunfr. heeft die Land-
aart tog door de Bank bezeeten, buiten zekeren Wildzang
die echter veelen kan verlokken ? welke Verbetering beeft
dezelfde aan de Kunst toegebiagt, dat Kunstkenners, en nog
weleen Italiaans Schilder, zo distin&elyk Werk daarvan zou-
den konnen maaken?
-ocr page 350-
Florentynse Schilders. 269
Gedachte altooz de befte. Langfaam om zig ten
Arbeid te zetten , verliet hy dien niet dan ongéér-
ne, als hy zig eens daaraan begeeven had. Zyn
Penfeel was fris, en kloek; zyne Manier, zagt
en eêl, was gevoelig, en zyn Smaak uitneemend.
Een welluidende Eenftemmigheid , heerfte in zyne
Tafcreelen. Meer overgegeeven aan 't Koloriet,
dan aan alle de andere Deelen der Schilderkunft,
was hy niet uitfteekend juift.
Alle de onderfcheide Manieren der' Kunfte-
naaren , waren aan Lütti bekend. Hy bemin-
de oude Schilderyen , en dreef 'er Handel in ( 1 ).
Genoegfaam heeft hy niets anders gedaan, dan Ka-
binetftukken die overal verfpreid zyn. Te Rome
kend men van hem niets anders, dan drie open-
baare Werken: eene Magdaleena, in de Kerke van
Si Katharina van Siena te Monte Magna Napoli; de
Profeet Jefaia in een Ovaal, te St. Jan Lateraan ;
en St. Antoni van Padua, in de Kapelle Odescalchi,
ter Kerke de Santi Apoftoli. Nog ziet men in 't Pa-
lèiz Albani , by de vier Fontynen , een Mirakel
van St. Pio, 't geen zyn Meesterftuk is; het Zol-
derftuk eener Kamer , van den Konneftabel Colonna ;
en een ander ,in't Paleiz van den Marquis Carolis.
Lütti konde een Tafereel van St. Eufebius,
Bisfchop van Vercelli, gefchikt voor Turin, niet
voltooijen. Hy had zwaare Sommen daarvoor op
Rékeninge ontfangen , en beloofd het Schildery
op zékeren Tyd afteléveren. Veele Krakeelen,
welke ter die'r Oirzaake ontftonden, tusfen hem en
de
(1) R1 c h a r d s o n , A". 1720 in Italië zynde, heeft
Ommegang met hem gehad. Hy noemd hem den Ridder
Lutti, zeer befaamd Schilder en groot Kender te Ro'
me
, die vlytig Onderzoek gedaan heeft, over verfcheide
Byzonderheeden aangaande de vermaardfte Schilders, VOW-
al belangende den onfterfelyken Cvrregn.
-ocr page 351-
$fo Florentynse Schilders.
de geenen die hem 't Stuk hefteed hadden, baarden
hem veel verdriet: hy viel in Ziekte, en ftierf
eenigen Tyd daarna te Rome, in den Jaare 1724, ten
Ouderdom van byna 58 Jaaren. Zyne Erfgenaa-
men waren genoodzaakt, het Geld wederom te geeven
't welk hy op de Handontfangen had, en het Schil-
dery wierd door een' zyner Leerlingen opgemaakt.
Men heeft Benedetto Lutti verweeten,
dat hy zyne Figuuren niet voordeeliglyk plaatste:
zodanig, dat een Gedeelte van de Ermen en der
Beenen buiten den Doek is. Dit had hy gemeen
met Paulo Veroneez en met Rubbens (1) , die om
het Onderwerp 't geen zy behandelden te grootsfef
en te Majefteufer te doen voorkoomen , op den
Voorgrond hunner Tafereelen hebben gebragt,
Groepen van Péérdevolk, Kruinen van Hoofden,
en Ermen, waarvan alle de Deelen en Beenen niet
gezien worden.
Lutti was geeftig in Ommegang. Zyne Vrien-
den vonden in hem befehaafde Manieren , die
hem doende bewyzen aan anderen wat hy hen
fchuldig Was, van hen, ten zynen Aanzien, Ont-
zach en zelve Eerbied vergden. Algemeenlyk acht-
te hy alle de Schilders, en iprak goed van hen:
maar, hy hield geenen Ommegang met eenigen
der zelfden, fchoon hy Opperhoofd der Akadémië
van St. Lukas was. Overtuigd, dat de wézenlyke
Voorftand van een' groot Schilder in de Uitmun-
tendheid zyn'sPenfeels beftaat,kende hy geenerwy-
ze dien der Grooten , welken hy niet naliep, en
die hem ook zelden quamen zien.
De Tekeningen van Benedetto Lutti
zyn raar genoeg in Vrankryk. Bykans zynze alle ,
van
(1) Ook niet met Rafaè'l?
-ocr page 352-
Florentynse Schilders. 2yt
van Roodkryt. Men vind'er de Kleure, en de Ge-
moedsneigiage,iu : .inaai^ zg-zgn piet altooz juist.
Deez Schilder heeft het ËöBï%%!,rneêr ten Voor-
werp gehad ,dan het Gedeelte der Tekening. Zy-
ne Akadéjnibeelden zyn zeer geacht,*.en zeer uit-
voerig. JDaar is geen byzonder Merkteken , 't
welk deez?en Schilder ondericheiden kan yan de an-
deren Hö*dendaaghfen : men zoude veelen zyner
Werken Rebben moeten zien, en daar zyn'er gee-
ne in Frahkryk ( i).
Te D'usfeldorp ziet. men,s in de Gallerye des
Keurvorsts der Palm^ S'.Mnne,d\Q -,djP H. Maagd
leezen leerd.
                           - ?■              ' i
E e n e | Communie der Magdakcna, is na Lütti ge-
graveerd; en'eene andere boetvaardige Magdalee-
na, in de Verzarrielinge van Crozat.
ONDE.K^zyne, Leerlingen rékend:-men Gaëtano
Sardi, Domenicö,]Piast'rhuy.eri"'P!actto Conjlanzi.
Pietro Bruncht, is een der Leerlingen vanp.Biatt>
BENEDETTbfLüTTi, die in't Vervolg het Ta-rii.
fereel opgemalkt heeft, waarover 't Krakeel ont-
ftaan is. L Zédert korten is hy overleeden , na hy
veel Roem verworven had , door zynen Smaak
van Tekenen en de Juistheid zyner Beelden.
(i) Dit fchynt evenwel te ftryden , met het geene be-
voorens ftaat, dat Vrankryk enz. iverde om van zyne Wer-
ken te bezitten , en dat zy overal verfpreid zyn: zo dit laatfte
niet maar alleen van Italië te verftaan is.
GIO&
-ocr page 353-
372 Venetiaanse Schilders,
GIORGÏONE.
OP de Maare dat eenige' Griel/e Schildets
naar Venetië geroepen waren , verliet Art-
eries Taffi
de Stad Florence en quam met hen in
't Mufdis arbeiden: onder die Schilders, word
eene Jpollonius' genoemd. ' Hoe 't zy ( i ) de
Ve-
(I) Hieruit blykt volkoomcn , dat de Franfcbe Schry-
ver niet vreemd van
ons Gevoelen is', en weinig Geloof fchynt
te liaan aan de oude VerteHinge der Jtaliaanen, raakende de
Hcileevinge der Schilderkunst tot hunnent. Om met zéker-
hei'd
-ocr page 354-
Venetiaanse Schilders. 273
Venetiaanfe Schilders maakten zig ecu' Eere ,
Giorgione aan hun Hoofd te hebben ( 1 ).
Hy
beid te beginnen, Iaat hy alle de Schilders welke op Taffidê
Florentyner
volgen ( die te Venetië ging arbeiden, gelteld word
A". 1294 Overleeden te zyn, en alleen in 't Mofalq of Mu-
j'ais
arbeidde , zynde Ingeleid Werk, van Steen, Glas, Hout,
enz.) als van geene Aanmerking' aan hunne Plaats : om met
Giorgione te beginnen, die 40 Jaaren na de Dood van
onzen Jan van E'/ck gebooren is.
(1) Evenwel moeten wy zeggen,dat zyn Meefter,ya?s
Eeilihi,de eerste der Venetiaanen was die zig befaamd maak-
te , en hier eenige Aanmerkinge verdiend, te meer wyl hy
dikwyls aangehaald word. Jan en Gentiel Bellini, waren
Zoons van Jacopo,een Venetiaan en insgelyks een Schilder,
bekend voor bunnen Leermeester. De Talles zegt ,, dat Jan
„ Bellini
een Begin maakte, van de Houding' by de Frishuid
,, der Kleuren te voegen, 't geen geftrekc heeft om Gioa-
„ gione optebeuren : dat zyne eerfle Manier zeer droog
„ is, maar dat die van zynen laatften Tyd genoegfaam onder-
,, fteund word van Tekening (hoewel Gottiek) en van Kolo-
,, riet, om plaats in Kunstkabinetten te vinden : dat men ee-
„ nigen zyner Tafereelen by den Keizer vind , die meer
„ Kragt van Kleur'en van't Licht, naarden Aart van Gior-
,, gione trekken,- dat de Werking'zyner Figuuren echter
„ van geene goede Verkiezingeis, nog dat hy geene Uitdruk-
„ kinge van Hartstogten heeft , dat hy meestendeels Lieve-
,, Vrouwen fchilderde ". De Schryver bedriegd zig echter;
iu dit laaste, ten zy het alleen van Kabinetftukken te ver-
ftaan zy: dewyl Vajari , en na hem Felibien, de Omfchry-
vinge doen van de voornaame Werken door die twé Broe-
deren, in de Groote Zaale des Raads te Venetiën gefchil-
derd, verbeeldende, in XI kapitaale Schilderyen, de Histo-
rie van Paus Alexander III. met Keizer Frederik Barbarosfo.
Voorts verleevendigd de Piles, 't geen niet verfchoonbaaris
in een Man van Oirdeel, een oud Vertellingje van Gentiels
Bellini,
welk van geen' goed Schryver gevolgd word en
voor een' Fabel te houden is. Hy zegt, dat Mahomet II.,
Keizer der Ottomannen, een zyner fchoonste Stukken gezien
hebbende, begeerig was zig van hem te laaten fchilderen, en
deswegens aan de Republ. fchreef, die den Schilder over-
zond. Onder anderen fchilderde hy aldaar , de Onthoof-
dinge van Jobannes dun Dooper, voor wien ds Turken cerbie-,
Eerjte Deel                       S                             d,V
-ocr page 355-
«74- Venetiaanse Schilders.
Hy is 't ( i), die 't eerste het goede Koloriet ge-
kend heeft.
D e Burgt van Cajlel-Franco, gelegen in het Tre-
vifaans
, heeft Geboorte gegeeven aan deezcn groo-
ten Schilder, A°. 1478. Hy was genoemd Gior-
gio,
waarvan men Giorgione gemaakt heeft,
om zyn Kunst en Grootmoedigheid: zynde, fchoon
uit klyn Geflacht gebooren , van Manieren altooz
edel en wakker van Geeft (2); of, gelyk Ridolfi
zegt, wegens zyne fraaije Geftalte, en de Uitge-
strektheid van zyn Vernuft.
G I O R-
digheid hebben. De Groote Heer berifpte 't Vel van den
geknotten Halz, als te hoog opgereezen. Om zyn zeggen te
bevestigen, deed hy zoo voort eenen Slaaf koomen, en in
jegenwoordigheid van Bellini 't Hoofd afflaan, om hem te
overtuigen dat het Vel aanftonds wegh kromp. Gentiel was
hiervan zodanig verfchrikt, dat hy zig te Konjiantinopole niet
veilig oirdeelde, en onder eenige Voorwendfeien zyn Ontflag
verzogt. Hy verkreeg dit met groote Gefchenken. De
Groote Heer hing hem zelfs een' Gouden-Keten om den
Halz', en beval hem hooglyk aan de Republ.: die hem Rid-
der van St. Markus maakte, en een aanzienlyk Jaargeld voor
zyn Leeven toeleidde. De Omftandigbeeden van dit Verhaal
geeven de Valschheid genoeg te kennen: ten minste zoude
men onder de Kristenen genoeg Voorbeelden konnen vinden ,
zonder dat men ze den Turken behoefd optcdringen , van zuf-
ken die 't Leeven hunnes Medemensfe niet te gewigtiger heb-
ben gefchat.
"(1) Naamlyk van de Italiaanen.
(2) jye. Franfcbe Schryver (welke't ook op meer andere
Plaatsfen doet, door ons verbeterd) begrypt hier de Uit-
drukking van Sandrart niet, dien hy aanhaald. Hy zegt, dat
die Naam ontftond , om dat Giorgione eenTanfaron,een
Blafkaak was , die op zyn Adeldom pochte fchoon hy uit
laag Geflacht fproot. Sandrart zegt niet anders dan K. van
Mander
(gelyk wyin den Text gelafcht hebben), waarvan hy
de fimpele Uitfchryver is en zig de Verdiensten eigend, zulks
hy ten dien Opzigte, by Vreemden,'t onrecht voor een oir-
ipronglyk Schryver doorgaat; en K.van Mander volgd daarin
ffégelregt Vajari.
-ocr page 356-
V E N E T I A A N S E SCHILDERS. 275
Giorgiojje wierd te Venetië opgevoed. Zyne
Neiging bepaalde zig aanvanglyk, voor de Zang-
kunst en de Luit, welke hy zo meesterlyk befpeel-
de, dat hy in de befte Gezelfchappen toegelaaten
wierd. De Tékenkunde was zyn twéde Drift.
Hy oeffende zig onder Jan Bellini; en was Medge-
zel van den grooten Titiaan. Uit de Schoole van
Bellini koomende, dien hy wel dra te boven ging,
begaf hy zig by Schilderyhandelaaren , fchüderende
Onderwerpen van Godtsdienst en Pprtretten. De
Werken van Leonard da Vinci vorderden Gior-
gione 't meest, in de Oeffeninge der Kunst: hy
leerde denken gelyk denzelfden, en de fraai-
je Behandeling van 't Penfeel diens Meefters,
maakte hem in weinig Tyds tot een groot Schil-
der.
Titiaan, verlokt door de Uitwerkinge van
dat nieuwe Koloriet, bezogt G i o r g i o n e vlytig,
om hem natebootsfen: maar deez, dit befpeuren-
de, fneed alle Gemeenfchap met hem af. Gioit-
gione begaf zig naar Huiz, daar hy, voor de Pa-
rochie van C'aftel-Franco, eenen St. Joris en,eenen
St. Franfiskus, van een' grootsfe Maniere, alsmede
veele Portretten fchilderde.
In Venetië te rug zynde, ondernam Giorgio-
n e den Voorgevel zynes Huiz te befchilderen, om
den Venetiaanen te noopen zyn Voorbeeld te volgen.
Zyne Verwachting was niet ydel : men gaf hem
veele Gevels oyer, waarop hy zig bediende van de
Onderwerpen der Herfcheppingen, en de Minneryen
der Goden. Hy tekende niets dan na 't Leeven*
Zyn Smaak^ naderde dien der Romynfe S c h o o i e .
Hy zogt minder Juistheid dan Rondte, aan zyne
Beelden te geeven. Door zyne Maniere, van. weï-
S a                       nige
-ocr page 357-
27*5 Venetiaanse Schilders.
nige Tinten te gebruiken (i ), en met eene Los-
heid'te fchilderen welke de Frisheid van 't Vleez
nabootst, is 't als of men 't Bloed, in zyne Figuu-
ren, door de Aderen ziet vlieten. Niets fchynt zo
gemaklyk als zyn Arbeid. Onder de Smeltinge der
Kleuren, heeft hy daarvan 't grootfte Deel verbor-
gen.
Twistende met de Beeldhouwers, over den
Voorrang der Kunsten, die ftaande hielden dat de hun-
ne het Voordeel had, om dat een Beeld alle Zyden
deed zien, zeide Giorgione daarop dat hy niet
alleen insgelyks konde doen, maar zelve een Beeld
aan vier Zyden te gelyk konde vertoonen. Ten
dien einde, fchilderde hy een naakt Beeld van ach-
teren , hebbende voor zig een' heldere Vliet, waar-
in de Weerfchyn des Beelds van vooren in fpeelde.
Aan deszelfs Linkezyde ftond een glinfterend gepo-
lyst Harnas; en aan de Regtezyde een Spiegel: in
elk, van welken, hy een der Zyden van 't Beeld
deed fpiegelen. De geeflige Uitvinding van dit Stuk
-beluste het Verfchil, en verwierf hem veel Eere.
Zyn Roem groeide Dagh aan Dagh, in Weer-
wille des Na-ivers van Titiaan, tegens wien hy in
ver-
• (i) Richardson fpreekt gants anders van 't Stuk van
Giorgione, 't welk met N°. 23 in de Gallerye des Aarts-
hertogs Leopold voorkoomt. „ Wyl 't een feboone Jongeling is
„ ( zegt hy ) zo heeft Giorgione zyne Poogingen aangewend,
„ om denzelfden zo Iuifterlyk te maaken als 't mogelyk was:
„ deswegens heeft hy den Soldaat zo zeer verwaarloozd, dat
„ hy deezen maar alleen fchynt gemaakt te hebben , om
„door zyn eenkleurig Bruin, en gloeijend Koloriet, ten
„ Achtergrond aan 't voornaamfte Figuur te dienen, en dis
„ te grooter Luifter te geeven: 't geen blank, door- en door
ü bearbeid, wonderbaarlyk van Kragt, en van eene groots
j> Verjcheidenbeid
van Tinten is .".
-ocr page 358-
Venetiaanse Schilders. 277
verfcheide Werken om flryd dong. Hy fchilder-
de, in Oiieverw , Figuuren ter Halverlyf, die de
gantfe Wereld verbaazden. De Afbeeldsels der
Doges Barbarigo en Loredano, zyn wonderbaare-
lyk. Deeze Schilderyen zyn van zulke groote
Kragt, Zyn Smaak is zo fier en zo ontzachelyk,
dat men hem, tot hiertoe, niet volmaaktelyk heeft
tonnen nabootsfen ( 1). Men verwonderd zig
over de Rondte zyner Figuuren, de Overeenkoomft
zyner Kleuren , het fchoone licht- en Bruin 't
welk daarin roet eene groote Waarheid heerst.
Giorgione fchilderde 't Vleez , gaf het Lee-
ven»
( 1) Evenwel is de Abt Dubos , in zyn Rommelzoo van.
Poeëtife en Schilderkundige Uitweidingen , van dit Gevoelen,
niet. „ Rafaè'l (zegt hy)was nog niet verre gevorderd in 't
,, Uitdeelen zyner Kleuren , toen hy een Stuk van Gior-
„ gione zag: dogh hy begreep aanftonds, dat de Kunst,
„ uit de Kleuren welke hy gebruikte, nog wel andere Schoon-
„ heeden wist te haaien dan hy tot nog toe daarin gevonden
,, had. Hy bemerkte, dat de Waarde van 't Koloriet hem
,, onbekend was geweest; derhalven bezogt hy of hy doen
„ kon wat Giorgione had gedaan , en raadende door de
„ Kragt van zyn' Geest, de Maniere van Handelingë
* des Schilders waarover hy zig verwonderde , volgde hy
„ dat Voorbeeld zeer wel op. Hy deed dan zyn' Proef, om
„ hem natevolgen, in het Stuk van 't Wonder der Mis te
Bolfena......'t Koloriet van dit Stuk is verre boven dad
„ zyner andere Werken. Titiaan heeft nooit Vleez gefchil-
5) derd waaraan men beter de Molligheid ziet, die in een
A, Lichaam kenbaar moet zyn, 't geen uit Vogtigheeden en
„ vaste Stoffen beftaat. De Kleedyen gelyken, naar de
„ fchoonste Wolle en Zyde Stoffen die een Kleermaaker zou-
s, de konnen gebruiken. Indien Rafaël verfcheide Stukken
„ gemaakt had als dit, dan zou hy onder de beste Kolo-
„ reerders aangehaald konnen worden ". Merk ondertus-
fen, dat Ricbardfon, van dit Stuk fpreekende, koeltjes ia-
werpt , dat bet voor 't beft gekoloreerde van alle die Ver-
trekken gehouden word. Dus fchynt geenzints , dar.
Giorgiowe van Rafaël achterhaald, laat ftaan overtrof-
fen is.
S 3
-ocr page 359-
578 Venetiaanse Schilders.
ven , e,n zelve den Geest aan zyne Portretten.
Zyn Landfchap is niet minder geacht ( i) : de
Boomflag evennaard daarin de fchoone Kleure.
Een Schryver (Bofchini) noemd hem in zyne
Veerzen, een der vyf eerfle Fenetiaanfe Schilders
(naamelyk io deezen Rang, eerst Titiaan, ten twé-
de Tintot'et, ten derde Giorgione, ten vierde Bas-
fan
,
(i) De Fransje Schryver geeft hier iets voor, waarvan
hy geen Bewyz bybrengt, gelyk zyn Landsman de Fiks me-
de doet. Zelve maakt hy Titiaan tot Leerling van Gior-
gione, 't welk wy verworpen hebben. Indien Gior-
gione zulk geacht Landfchap maakte, 't welk niet blykt:
«km moet Titiaan, welks daarin zo uitgemunt heeft, dit Ge-
deelte der Kunst mede van hein geleerd hebben , die het,
evenwel van' den Nederlanderen deed gelyk wy elders zullen
toonen. Volgens alle Waarfchynlykheid, was 't eene zover-
re van daar als 't ander: wyl Titiaan maar twé Jaaren Jon-
ger dan Giorgione, en volgens algemeene Toeltem-
ming', zelfs van onzen Frans/en Schryver, zyn Medeleerling
by Bellin was, en dus zynen Meester niet verlaaten zal heb-
ben om Leerling van zynen Medeleerling te worden, zo dra
Ztg deez als Meester voordeed : hoe zeer hy naderhand
Voordeel, 'uit deezes Maniere kan geraapt hebben. Felibisn
zegt ook duidelyk ,» dat Giorgione, gelyk de Ridder
Ridolfi meld', Medeleerling van Titiaan by Bellini, maar
„ niet deszelfs twéde Meester geweest is gelyk Vafari fchryft".'
of liever, gelyk qualyk uït Vafari 'm 't Leeven van Gior-
gione begreepep word, daar Titiaan als Nabootsfer zyn's
Penfeels, meer als zyn werkelyke Leerling, word voorge-
daan. Aangaande de uitmuntende Landfehappen van Gior-
gione: zyn deeze niet mede aan Titiaan toetefchryven,
welke verfebeide zyner Werken, door zyn' Dood onvolmaakt
gelaaten , voltooid heeft ? Felibien meld zelfs, dat te Rome,
in den Lusthof Mdobrandini, een Bacchanaal van Jan Bel-
lini
is (volgens Sandrart gekoomen aan den Koning van Span-
je,
en gemerkt m.cccccxiv), begonnen voor Alfonfus I. Her-
tog van Ferrare, 't geen door 't Overlyden des Schilders on-
voltooid bleef, en vervolgens door Titiaan opgemaakt is, die
't met een wonderbaarlyk Landfchap opfierde. Zal men nu
Hedendaaghs mede, in Frankryk, dit Landfchap voor 't Werk
van Jan Bellini konnen doen doorgaan ?
-ocr page 360-
Venetiaanse Schilders. 279
fan, en ten vyfde Paulo Feroneez), volgens denzelf-
den de eenige Koloreerders. Desonaangezien heeft
hem Juistheid ontbroken : een Gebrek, vry ge-
meen aan de Schilders van dat Land, die geen an-
der Voorwerp dan 't Koloriet hebben ( 1). Zelve
zoude men in de Schilderyen van Giorgione ,
meer
(1) De Piles Iaat zig veel br'eeder en grootsfèr over
hem uit, dan gemeenlyk word gedaan: fchoon hy bekend, dar.
het bezwaarlyk is eenJ vaste Gisfinge over hem te maaken,
wegens 't Bederf van zyn Werk , benevens dat van Titiaan ,
aan 't Duits/s Huiz te Venetië, zulks men zig bepaalen moet
binnen een klyn getal van losfe Schilderyen, en eenige Por-
tretten van hem gedaan. Hy zegt, dat zyn Aart van Teke-
nen teer is, en iets van de Romyiife. Schooi' heeft, dogh niet
met de Naauwkeurigbeid welke noodig ter Volmaaktheid is:
wyl hy méér bezorgd was om Rondinge aan zyne Figuureri',
dan hen een' zuiveren Omtrek te geeven ; dat zyn Smaak
groots en (tredend, en zyn Arbeid ligt is; dat hy de eerste
was die fiere Kleuren gebruikte, en 't Koloriet tot dien hoo-
gen Trap bragt, voegende by de hoogfte Kragt een' uitnee-
mende Smelting'; dat hy 't Licht-en Bruin, en de Harmonie
van 't GeheeJ, zeer wel verftond; dat tïe Natuur hem altyds.'
diende, tot eenc getrouwe Getuige in alle zyne Werken; dat
zyne Üoute en kragtige Maniere van Schilderen, ongemeen
aan Titiaan behaagde , die daaruit zyn Voordeel poogde
te doen , dogh van zynen Ommegang afgefneeden wor-
dende , de Natuure zo veels te vlytiger ging befhideeren, en
hem te boven ging in 't Nafpeuren van de Téderheeden van
't Leeven: maar, dat Giorgione zig gehandhaafd heeft in de
Bezittinge van een' Aart van Schilderen, waarby nog nirnant
gekoomen is. In een Woord, hy zegt dat Titiaan, gezien
hebbende tot welken trap Giorgione zyne Kunst had op-
geveizeld ,_zig inbeeldde dat deez de Paaien der Waarheid
had te buiten gegaan, zulks hy, om dus te fpreeken, die
Trotsheid van Koloriet wilde temmen welke hy te wild acht-
te : dat h>* het dus maatigde door eene Veranderlykheid van
Tinten , om de Voorwerpen natuurlyker en tastbaarer te
doen zyn : dogh dat evenwel, wat Vermogen hy ook in 'tN
Werk gefield beeft om hem te overtreffen, Giorgtone zig al-
tooz heeft ftaande gehouden, in een' Post, waaruit nirnant
hem nog, tot hiertoe, heeft konnen Ilootem.
S 4
-ocr page 361-
£8o Venetiaanse Schilders.
meer Gemoeds-uktinge, meer Vinding en fchoo-
ner Verdeelinge , konnen wensfen ( i).
Ten Tyde, waarin Giorgione 't meest over-
gegeeven was aan zyne Kunst, in den Bloei zyner
Jaaren, rukte de Dood hem wegh, A°. 15 n te Ve-
netië,
34 Jaaren oud zynde, hebbende de Pest be-
koomen by zyne Minaares. Andere fchryven zy-
ne Dood toe, aan 't Hartzeer van hem dezelfde
door eenen zyner Leerlingen ontvreid te zien.
SebastiaaN van Venetië, gezegt Fra SebastlaW
del Piombo ,
is de cenigfte dien men voor zynen
Leerling kend.
Men ziet zeer weinige.Tekeningen van Gior-
gione. De eene zyn van Zwartkryt, met Rood-
kryt; de andere met de Penne, vry ruuw behan-
deld, met Artfeeringen overal evengelykelyk ver-
fpreid. Men kendze, aan de Beelden, aan de Got-
tife
Maniere waarop zy gekleed zyn, met ftyve
Fluuweele Hoedjes en Pluimen. Zyn Smaak is niet
der besten, maar de Kleur blinkt allerwegen uit,
byzon-
(1 ) L. Dolce, in Dialogo della Pktura, zegt van hem,
dat men ©enige Werken in Olieverwe van hem vind, van
uitfteekende Leevendigheid : zo fmdtende, indien' "'t geoir-
lofd is dus te fpreeken, dat men daarin zelve de Scbaduu-
wen niet ontdekt. Evenwel brengt hv elders by, dat Gior-
gione , toen Titiaan zyn Hémelvaard der Maagd gefcbil-
derd had en al boven hem gevloogen was (waarvan onze-
twéde Aantekening op deczes Leeven zal melden), ten hoog-
ïte, in Olieverw', eenig Halfiïgiuir , eenige Portretten had
gemaakt, die zonder Beweeginge en zonder Verhevenheid
waren. Dit moet dan 'omtrent negen Jaaren voor zyn' Dood
zyn geweest,* zulks hy in deezen klynen Tusfentyd, zynde on-
der 't Kruiz van den grooten Opgang van Titiaan, zyne beste
Portretten gemaakt moet hebben, die in onzen en andere
Schryveren zo hoog verheven worden :■ fchoon Dolce weder-
om op een' andere Plaats zegt, dat Titiaan hem wel verre
achter zig gelaaten heeft.
-ocr page 362-
Venetiaanse Schilders. 2$ï
byzonderlyk in zyne Landfchappen en in zyne
Portretten : ze zyn getekend met een fmeltend
Kryt, als ofze gedoezeld waren.
Zyne Werken te Venetië zyn., een Kruizdraa-
ging te St. Rochus ; verfcheide H. Maagden, in de
Kerken. Veele Venusjen, en Portretten, verfpreid
in de Stad. Dat des Doge Loredano, dat van Borgherini
met zynen Leermeester, van de Koninginne van'
Cypms, van Gonfalvus genoemd den Grooten-Kapi-
tein ; en by den Patriarch Qrimani, David houden-
de 't Hoofd van Goliat, dat eenes Veidheers, hen
Hoofd een's Kinds.
Te Castel-Framo, is een H. Maagd met het Kind
fózus.
Te Cremona, in de Kerke der Annunciata, ziet
men eenen St. Sebastiaan, met twé Kinderen hou-
dende een' Kroon.
Te Verona, is een.Kristus die naar Kaharië gaat,
met veele Figuuren. Een Polifemus, met eenen
Hoed, welke een groote Slagfchaduuw op zyn Aan-
gezigt maakt.
Te Rome, een St. Sebastiaan , Halverlyf, by
den Prins Aidobrandini; eri by den Prins Borghêfe%
een David.
I n de Madonm di Campagna te Thifance, in den
Koepel der Kapelle van Se. Katharina, zyn verfcheide
Heiligen, predikende in de Woestenye.
I n de Gallerye van 't Aartsbisfchoplyk Paleiz te
Milaan, is een Mozes uit het Water getrokken, mee
menigte Figuuren van 't Gevolg der Prinsfesfe, en
een' fchoonen Achtergrond van Landfchap. In de
Gallerye Ambrofiana, een Muficeerend Gezelfchap.
I n de Gallerye des Groothertogs, te Florence ,
het Portret van Luther ( i).
.In
( i ) Die op een Klavier fpeeld, hebbende zyn Vrouwe
S 5                             aan
-ocr page 363-
t%2 Venetiaanse Schilders.
I n de Gallerye des Hertogs van Modena, ver-
fcheide zeer fchoone Koppen.
Te San Michaële, in Par ma , St. Geminiano en
St. Micbiel, en daar boven de H. Maagd, 't Kind
Jezus , St. Jozef, en vier Engelen, zeer kragtig
van Koloriet.
D e Koning van Vrankryk bezit, eenen St. Sebas-
tiaan
met de H. Maagd; de Herderin; Herodias
houdende 't Hoofd van St. Jan; het Portret van
Gaston de Foix; een ander Mansportret; twé Fiool-
fpeelders; de Komedie', onder 't Figuur eener Vrouwe.
In 't Palciz Royaal ziet men, van Giorgione,
eenen gewonden Ruiter aan den Voet een's Au-
taars; Kupido van een' Biè' geftoken ; 't Portret van
Gaston de Foix ; St. Piet er Martelaar; 't Portret van
Picus van Mirandola; eene Aanbiddinge der Her-
ders, Halverlyf ; de Vinding' van 't waare Kruiz;
Milo Crotoniatus , die een' zwaaren Boomftam in
twé wil fcheuren, zynde een Beeld van meer dan
Leevensgrootte ; 't Portret van Pordenon, onder de
Geftalte van David, Leevensgroot.
Men vind zeven Plaaten na Giorgione ge-
graveerd, in de Gallerye des Aartshertogs Leopold,
door van Kesfel, Troien , Boel, en L. Vostermans.■
Daar zyn nog eenigen in 't Kabinet des Keizers ,
in de Tafereelen des Groothercogs, en *drie in 't
Kabinet van Crozat.
aan zyne Zyde, en Bucer achter hem. Rkbardjon zegt voorts,
dat vooral het Aangezigt dien's Reformateurs veel Kragc
heeft, en gelykclyk Wel getekend en gekoloreerd is: dogh
dat hy de Wezens niet kend, dat men dezelfden aldaar als
zodanig opgeeft.
V
TI-
J
-ocr page 364-
Venetiaanse Schilders. 283
5»C. fcfet-i.* '»»•
T I T I A A N.
TI t 1 a A n word aangezien, voor den Vorst van
't Koloriet. Hy was genoemd Tiziano Fe-
celli da Cadore,
als uit het oud Geflacht Fecelli, te
Qador in Frioul, A°. 1480 (1) gebooren zynde.
Ift
(1) De Fra\ufe Schryver, zet A". 1477 , niet uit Druk-
feil wyl hy de Lyst der Drukfeilen opgeeft , maar gelyk
Felibien ook doet volgens Ridolfi : dogh beide tegens hun-
ne eige en de algemeene Stellinge , die den Ouderdom der
Jaaren in acht neemd en.Giorgione voor Tixiaan laat
gaan,
-ocr page 365-
$8$. Venetiaanse Schilders.
In zyn' Jeugd wierd hy in de Letteren, ter Geleerd-
heid opgetrokken. Ten Ouderdom van tien Jaa-
ren , zond d&tVader hem naar Venetië,, by zyn'
Oom. Ëer^groote Neiging voor de Tekenkunst
by hem vindende, deed "hy hem by Genti'Ie Bellim ,
en vervolgens by deezés Broeder, Jan Bellim, welke
grooter Naam had: daar hy Giorgione vond , die
voorts, qp zig zelfs koomende, grootén Opgang
maakte. ; Titiaan befpeurde dit zo dra niet of
hy verlief&fe///w\zogt voordeel te doen met de Ma-
niere van Gjorgiom riatebeotsfen, en hield gemeen-
zaamen Ommegang met deezen, • Gelyk denzelfden,
fchilderde hy maar heen' op deö Doek, zonder eeni-
*ge Tekening te makken. ! Op den Ouderdom van
agtien Jaaren, bootste hy zodanig zynen Medgezel
na, in 't,^g^;eldzel van Barbarigf-^^it men 't zou-
de geoirdeeld hebben- van 'Gim^mie te zyn , indien
TitiaaiN de Voorzorge niec,had genomen om
zyn' Naaim daaronder te zettéii.v*jïn gameenfchap
met denxelfden , had hy den "ÖSgëvël een's Ge-
bouws gemaakt.j,...genrjernd Eandaw ~de Tsdefcbi (i).
Zyne
Iaat gaan, daar anderzints de laatstgenoemde voor den eerst-
gemelden geplaatst moest worden. Vafari, die zig zo veel
Vlyt gaf voor zyn Werk, en niet alleen by 't Leeven van
Titiaan fchreef, twé Jaaren na dèezen overleed, maar
ook gemcenzaamen Ommegang met hem had, en dus welge-
ïnformeerd zal zyn geweest, fchryft A°. 1480; gelyk K. van
Mander
(mede zyn Tydgenoot) gedaan heeft, en van ons
fevolgd is. Dit diend dan tot beter verfland onzer Aanmer-
ingen ; hoe zeer anderzints de Daghtékening des Frans/en
Schryvers, haar nog kragtiger zoude fterken.
( 1) 't Magjzïn der Hoogduitsfers. Volgens Dolce, die
een Fenetiaan was en hem gekend heeft ,, was hy tei naau-
,:, wernood twintig Jaar oud, toen hy begon uittemunten in
„ zyn' fchoone Jfz/tó, welke in dat Werk koomt. Weinig
jj Tyds na hy dit »oltooide, maakte hy het groot Tafereel
„ voo'r
-ocr page 366-
Venetiaanse Schilders. 285
Zyne Helft de beste gevonden zynde, wierd Gior~
gione
deswegens nydig, en wilde geen' Ommegang
meer met hem hebben.
T1 t 1 a a n wierd naar Vicenza ge-eischt, om on-
der de Logie de Rechtfpraak van Salomon te fchil-
deren. Vervolgens verbeeldde hy te Padua, in de
Kerke van St. Antoni, eenige Gedeekens van 't
Leeven deezes Heiligs. Deeze Stukken bevorder-
den zyn' Roem : op zyne te Rugkoomst verkoor
hem de Senaat, om in de groote Zaale des Raads
te voltooijen, wat Jan Bellini fhervende onvoltooid
had gelaaten. Dit Werk verbeeld Keizer Barberos-
fa,
die zig op de Kniëa werpt voor Alexander III.
T1 t 1 a a N queet zig daarvan zo w-el, hy fchilder-
de daarin zo volmaaktelyk de Afbeeldzelen vaa
verfcheide Venetiaanfe Edelen, dat de Senaat hem
een' Bedieninge fchonk, van 300 Ryksdaalders
's Jaars ( 1).
Deez opkükende Roem noopte den Hertog
van Ferrare, hem te doen overkoomen, om in zyn
Paleiz het Werk van Jan Bellini optemaaken. Dit
beftond in Onderwerp uit de Fabelen getrokken ,
waarby Titiaan twé Stukken van zyne eige Vin-
dinge voegde, die den Hertog bekoorden. Hy
maakte deezes Afbeeldzel, dat der Hercoginne ,
en verfcheide andere Tafereelen. Jriosto, dien hy
te
„ voor 't Hoog-Autaar der Kerke de Frati, verbeeldende de
„ Hémelvaard der Maagd : 't welk zyn eerste Werk in Oik'.
„ verin)
was ".
(1) Vasari voegd 'er by, en na hem van Manier ,. dat'
de Venetiaanje Senaat dit Amt (genoemd la Senferia} altooz
aan den besten Schilder der Stad geeft : welke ten dien Op*
zigte gehouden blyft het Afbeeldzel des nieuwen Doge te-
fchilderen, als deez verkoorenis, voor de enkelde Somat9
.van 8 Ryksdaalders.
-ocr page 367-
286 V E NE TIAANSE SCHILDERS.
te Ferrare vond, bezorgde hem Onderwerpen zyner
Vindinge; en Titiaan, uit Erkentenisfe, fchil-
derde zyn Portret. Aretyn, die zig naar Venetië be-
geeven had, wierd mede van zyne Vrienden (i).
Alle Opperheersfers wilden gefchilderd zyn ,
van de Hand diens grooten Mans. Hy maakte het
Afbeeldzel van Paulus lil, toen zig deez te Ferra-
re
bevond; en hy begaf zig naar Urbino, om den
Hertog en de Hertoginne te fchilderen. Franfoïs I,
op zyn' te Rugtogt naar Frankryk ; de Doges, er.
de Pausfen, zyn van Titiaan gefchilderd. Een
der beste werken dien hy gemaakt heeft, is het be-
faamd Tafereel van St. Piet er Martelaar, met een
wonderbaarlyk Landfchap, 't geen in de Kerke var:
St. Jan en St. Paulus gezien word.
Hy maakte nog voor imant, het Tafereel der
Maaltyd van Kristus by Kléofas, 't geen geplaatst is
boven de Poort van den Raad der Tienen.
Nimant heeft zig meer overgegeeven , om de
Natuure natebootsfen, dan Titiaan : van hem
zoude men konnen zeggen, dat de Natuur zelfs na-
iverig over zyn Penfeel was (2). Hy fchilderde
nog
(1)  Felibien erinnerd, dat het met Titiaan, fcboori
hy A". 1523 de voorgemelde Groote Zaale des Raads-, en
vervolgens 't befaamde Tafereel van St. Pieter Martelèar, en
verfcheide anderen gefchilderd had die hem Roem gaven,
evenwel niet te voordeeiig ging : dat hy dit fomtyds aan
Aretyn klaagde; en dat deeze trouwe Vriend dikwyls deszelfs
Penne gebruikte, om zyne Kunde te trompetten, en hem
overal- aan de Hoven der grootfte Vorsten bekend te maa-
ien : dat het eindelyk in den Jaare 1530 was, toen Keizer
Karel V. zig te Bologne bevond, wanneer Aretyn zo veel by
deezeu Monarch te wege bragt dat die hem aan zyn Hof
deed koomen, waardoor zyne Gelukzon opreez.
(2)  Deeze en dergelyke Poeëtife Uitdrukkingen, moet
aien den Liefhebberen en vooral den Fransfen Schryveren
in'
-ocr page 368-
Venetiaanse Schilders. 2S7
nog beter Vrouwen dan Mans ( 1). Indien hy juist
van Tékeninge was geweest, dan zoude men hem
voor den eersten Schilder des Aardbodems ach-»
ten (2). Somtyds feilde hy , door Gebrek van
Uit-
in hunne Verrukkingen toegeeven% als welke in de Vervoe-
ringe van hunnen Geest dikwyls niet weeten watze zeggen.
Als een Schilder de hoogde Sierlykheid en Kragt der Natuu-
re onberispelyk kan nabootsfen, zulks hy de Zinnen der Ver-
flandigen inneemd, algemeenlyk Mensfen en Dieren kan ba-
driegen : is 't dan niet al verre genoeg gebragt ? De Piks
zelfs fteld, dat mogelyk geen Titiaan zonder Giorgione, geen
Basfan, Tintoret, Paulo Veroneez, nog een goed getal door-
luchte Schilders zedert voorgekooraen , zonder Titiaan
zouden geweest zyn : maar, waartoe deeze Knibbelaarye ,
die tot niets anders dan tot Vergrootinge diend ? Ontleenen
de Mensfen niet alles van malkanderen; hoe zeer imant uit-
munt, blyft hy niet veel aan zyn' Voorgangeren, en dus ook
Giorgione aan de zynen verfchuld : maar , kan dit bepaalers
dat geene andere, indien hy of eenige van hen ontbroken
had, op die of dergelyke VV'yze zoude hebben konnen ont-
luiken ?
(1)  Du Fresnoy drukt dit beter en voor de vuist uit.
Hy zegt, dat men Vrouwen en Kinderen van Titiaan
ziet, die verwonderlyk van Tekening' en van Koloriet zyn •
dat hy de Figuuren der Mannen niet van 't allerbest gete-
kend heeft, en dat zelfs van hem fomrnige Kleedyen wat
droevig en van geringen Aart zyn. De Piles bevestigd dit,
zeggende dat hy zyne Mans-beelden niet altooz naauwkeurig
nog fierlyk tekende : dat hy in hen de Natuur overlaadde en
't Antiek verwaarloozde.
(2)  Indien men L. Dolce gelooven moet „ dan heeft
,, nimant hem in Findinge en Tékeninge te boven gegaan;
„ en voor 't Koloriet, is nimant hem gelyk : alle de uitmun-
„ tende Hoedanigheeden, die in anderen verdeeld zyn, vin-
„ den zig in zynen Perfoon vereenigd ". Zullen de Floren-
tyners,
en de Romynfe, het meestendeel toeltemmen ? Even-
wel verklaard Dolce , dat hy zig weerhoud in hem na Waar-
de te looven, wyl hy zyn' Vriend en zyn Kampeer is; en hy
beklaagd het voorts, dat de Schilderkunst nu met zynen Dood
fchynt te gronde te gaan : wyl nimand der Scbilderjeugd
«enige Hoope van zig geeft, en elk, buiten den vlytigen-#at-
tirta
-ocr page 369-
288 Venetiaanse Schilders.
Uitdrukkinge der Hartstogtcn. Hy raadpleegde
weinig het Antiek ; en herhaalde dikwyls eene zelf-
de Onderwerpen (i).
Na de Dood van Giorgione belastte men hem ,
met veelen van deszelfs Tafereelen optemaaken.
Titiaan had meer Eêlheid dan dien Schilder ;
en grooter Naauwkeurigheid, in alle de By-tooizelen
zyner Werken. Zyne Portretten zyn onnavolg-
lyk ( 2 ). Zyne Landfchappen verfchalken, en ver-
rukken
tista Franco, zig weinig met den Arbeid bekreund, maar zig
doorde Gierigheid vervoeren laat. Dogh zyn Aantékenaar
berispt hem deswégens, zeggende dat men zig dikwyls door
Vooroirdeel vervoeren laat, in Weef wille van den goeden
Raad dien men aan anderen geeft ,• en dat de Luft om imant
dienst te doen, ons fomwyl quaiyk gepaste Loftuitingen doet
waagen : dat in Venetië, toen Dolce zyn Boek uitgaf, Tin-
toret, Paulo Veroneez, Ba'Jan,
en eenige andere bloeiden, die
vry beter genoemd dienden te worden dan dien Balüsta Fran-
co,
waarvan men naauwlyks de Tafereelen kend.
,(i) Gelyk de Emausgangers, de Magdaleena, de Venus
en Adonis enz., waarin hy alleen Veranderinge van Grond
bragt, om te toonen datze alle even Origineel waren, als
de Piles aanmerkt, die zig niet verwonderd dat hy zo veele
onderfcheide Stukken heeft voortgebragt, wyl hy 't Behulp
had van zyne Leerlingen , vooral van drie Nederlanderen,
die uitneemencje Schilders waren. Felibien zegt, dat men
hem veeltyds het Onrecht doet, fchoon hy zo verftandig niet
in Tékeninge als in Koloriet is geweest, van hem gemeene
Schilderyen toetefchryven, enkeld om dat zig daarin iets wel
gekoloreerd vind : dat evenwel de echte Werken van T i-
tiaan niet quaiyk getekend zyn, vooral dien hy in de
Kragt zyn's Ouderdoms heeft gedaan, waarin men fchoone
Schikkingen , en zeer wel uitgedrukte Onderwerpen vind :
dat Tintoret ook plagt te zeggen, dat Titiaan dikwyls
„ Zaaken voortbragt waarop niets te beriepen was, en dac
„ 'er uit zyne Hand quamen die juister konden zyn ".
(2) Vooral by de Italiaanen.- Wat de Schryver vorder
aangaande zyne Landfchappen zegt, moet mede in dien Zin
verftaan worden, en zal eindelyk tot Eere der Nederlanderen
moeten gedeijen.
-ocr page 370-
VENETlAAfcSE SCHÏEDERS. 28$
rukken de gantfe Wereld, door de Verflandhou-
ding' der Verwen : zy hebben doen zeggen, dat
zy door hunne Toverachtigheid den Aanfchouwer
naar zig trekken. In deezen Zin, kan Titiaan
aangezien worden, als de grootfte Bedrieger die 'er
ooit. geweest is (i ).
ZyNé
(i) La aten \vy deeze Vergrootende- Spreekwyze aari
den Schryver toegeeven, en zien of de Piies ons niet wat
wézenlyker ter Zaake, fchoon met pragtige Redeneeringe ,
opléverd. Alles wat van 't Koloriet afhanglyk is (zegt by)
is verwonderlyk in Titiaan. Indien hy in dit Gedeelte
al zo kragtig niet was als Giorgione, zo was hy naauwkeuri-
ger en heeft meer Teêrheid gehad. Zyne Lokaale-Kleuren
zyn met verftandige Trouwe vlytig onderzogt, en altooz ge-
plaatst om een Voorwerp te doen redden, door Vergelykin-
ge van een ander : zulks hy, zo veel mogelyk was, door de
Kragt zyner Kunst aan de Zwakheid der Kleuren te Hulp
quam , die uit zig zelfs te kort fchietcn in alle Uitwerkin-
gen der Natuure. De Waarheid, welke zig in die zelfde zy-
ne Ldkaaje-Kleuren bevind, is zo groot,dat gants geen Efenfe*
beeld overblyft van de Verwen die op zyn Palet waren, 't
Schynt , dat men niet zoude kannen zeggen , ( by Voor-
beeld ) dat de Vleczkieurcn van Titiaan gemaakt zyn , vari
zulke of zulke Kleur, maar eêr dat het waar Vleez is, en dar.
zyne Kleêren van waare Stoffen zyn : dus behoud idere
Zaak naaren eigen Aart, zonder dat eenige der Kleuren die
het t'Samenmehgfel hebben uitgemaakt zig ergens doen on-
derfcheideri. Men kan niet ontkennen , dat Titiaan dé
Kennisfe van 't Licht en 't Bruin had. Als hy dit niet ge-
toond heeft door 't Middel der Groepen van Lichten - en-
Bruinen, dan deed hy 't genoegiaam kennen door de Natuu-
re der Kleuren welke hy aan zyne Kleedefen wist te gee-
ven, en door de Uitdeelinge der Voorwerpen waarvan da
Natuurlyke Kleur gevoeglyk was aan de Plaatste welke hy haaf
gaf, om hen te doen voorkoomen of achteruit te doen wy-
ken, of om te helpen tot de Ronding', of eindelyk om de
Uirwcrkinge te veroirzaaken welke hy te wege wilde bren-
gen. Zyne Tegenwerkingen zyn fier, en te gelyk overeerr-
ltemmende. Hy heeft de Harmonie zyner Kleuren getrok-
ken, uit de Kennisfe welke hy van haare Natuure had, eêr
dan van de Mcdedeelinge van 't Licht- eh Bruin , gelyl%
Paulo Veroneez mede gedaan heeft.
. Eerfis Deel                      T
-ocr page 371-
2p° Venetiaanse Schilders,
, Zyne Liefde voor de Schilderkunst deed hy
kennen, met te Parma het Vermeien des Koepels
van Corregio te beletten. Gants verfehillende van
deezen Kunstfchilder , verfmolt hy zyne Tinten
niet: zyne Verwen behielden haar Maagdom , en
bleeven onvermengd : ook hebben zy zig fris en
wonderbaarlyk bewaard, tot op deezen Dagh. Die
twé onderfcheide Wegen , geleiden echter evenge-
lyk tot de Volmaaktheid : is 't niet evenveel, door
welken men dezelfde bereikt ?
Ti Ti aan wierd naar Bohgne geroepen, A°.
1530., om Keizer Karsl V. te fchilderen, die zig al-
daar kroonen deed, door Kkmens VIL Hy verbeeld-
de hem gants gewapend. De volmaaktheid van dit
Portret, verbaazde't gantfe Hof. Wederkeerende
te Venetië, vond hy 'er Pordenon, die na-iverig over
zynen Roem een Tafereel van St. Jan Aimoesfe-
nier had gefchilderd, om het te ftellen tegens een
dergelyk Onderwerp van Titiaan, in de Kerke
vanden eigen Naam gemaakt: dogh, de laatstge-
melde behield de Overwinninge. De Groote Zaai
des Raads doet een' Battailje van zyne Iïand zien ,
waarin de Soldaaten woedend ftryden, geduurende
een fchriklyk Qnweer. Dit Tafereel gaat voor 't
uitmuntendfte die'r Zaale door, en deed hem eenen
Gouden-Keten van den Senaat verdienen.
Kar el V, op zynë te Rugkoomst te Bohgne,
riep T1 t 1 a a n voor de twédemaal, om zig we-
derom van hem in grooter Beloop te laaten afbeel-
den. Hy fchilderde toen den Keizer te Péérd.
Ook maalde hy den Kardinaal de Medicis, den Mar-
cmis del Vasto,enJretyn die hem by den Hertog van
Mantua inleidde. Deez Vorst nam hem mede naar
zyne Hoofdftad, alwaar hy deszelfs Afbeeldzel, dat
>.vnes Broeders den Kardinaal, en in eene Zaale de
Bort-
-ocr page 372-
Venetiaanse Schilders, zgt
borstbeelden der twaalf Cezars fchilderde, waaron-
der Julio Romano vervolgens de Schetzen hunner
Historie gefchilderd heeft.
Titiaan wierd naar Rome geè'ischt, door den
Kardinaal Farnéfe; en Vajari kreeg Bevel, hem over-
al rond te geleiden (i). Paus Paulus III. huis-
vestte hem in 't Belvedère, om zig op nieuw in 't
groot van hem te doen fchilderen. Hy fchilderde
ook den Kardinaal Farnéfe, den Prins Ottavio, en
't befaamd Tafereel een's Ecce Homo, 't welk de
Paus in 't beste Gedeelte zyn's Vertreks deed plaats-
fen. Michel Angelo quam, met Vajari, hem zierl
arbeiden , aan zyn' Danaë: hy verwonderde zig
over zyn Koloriet, preez zyn fchoon Penfeel, zyne
gemaklyke Behandeling ; maar beklaagde 't, dat de
Venetiaanje Schilders zo flegt tekenden ( 2 ).
Pau-
(i ) Dit was in den Jaare 1546. Wy hebben gezien, dat
Pery?i del Vagi daarover zeer jaloers was , en zig geen rust gaf
voor hy de te Rugreize aannam, die evenwel Weinig Reden
daartoe had : te meer, wyl Doke meld, dat Tituan door
Paus Leo X., en dus ten minste 25 Jaar te vooren toen Ti-
tiaan zig nog zo wel niet gezeeten vond, naar 't Pausfel. Hof
was geëischt op aanzieniyke Jaargelden, ten einde Rome zig
beroemen mogt, dat het, buiten de Schilderyen van Rafaët
en van M. Angeiti, ook iets Flémelsch van zyne Hand be-
zat : maar , dat de groote Navagero , die geen min Kenner
van Schilderkunst was dan hy in de Dichtkunde uitmuntte,
voorziende dat Venetië dus beroofd zoude worden van eeri
haarer doorluchtfle Sieraaden, het by hem zo verre bragc
dat hy die Aanbiedinge niet aannam. Ook zegt hy, dat Frari-
fois I.
niet naliet hem de alleraanzienlykfte Voorwaarden!
aantebieden, om hem naar Frankryk te trekken : maar dat
Titiaan nimmer Venetië verlaaten wilde, daar hy zeef
klyn gekoomen was, en 't Welk hy tot zyn Vaderland ver*
kooren had.
( 2 ) Dat is, onachtfaam aangaande de Evenredigheid efl
Weiftand van alle de byzondere Deelen met het Geheel (
T 2                                     ïliaS
-ocr page 373-
292 Venetiaanse Schilders.
PaulusIII.j om zyne Vergenoeginge aan T r-
tiaan te betoonen, wilde zyn Zoon Pompcmio tot
Bisfchop verheffen: maar, de Vader oirdeelde hem
niet bequaam tot deeze Waardigheid. Nog wilde
hy, aan hem zelfs, de Bedieninge delpiombo geeven ,
welke Fra Sebastiaan bezat. Titiaan weigerde
alle deeze Gunsten, om naar Venenen by zyne goe-
de Vrienden te keeren, die hem in eene Vrolyk-
heid en Gerustheid onderhielden, welke noodzaa-
kelyk aan zyne Kunst waren.
T e Venetië gekeerd zynde, maakte hy 't Af beeld-
zel op van den Marquis del Vasto , fpreekende tot
zyne Soldaaten ; alsmede, een fchoon Nagtmaal,
in de Eetzaal' van St. Jan en St. Paulus; eenen
Kristin, op den Berg Tabor, voor 't Hoofd-autaar
van St. Salvador ; en een Boodfchap, voor eene an-
dere Kapelle der eige Kerke.
Titiaan kreeg wederom Bevel, Keizer Ka-
rel V
ten derdemaal' te koomen fchilderen; alsme-
de deszelfs Zoon, Filips II, naderhand Koning van
Spanje. De Keizer begunftigde zyne twé Zoonen mee
Bedieningen, plaatste den Vader onder de Offifie-
ren zynes Huiz op zyne Légertogten, en zond hem
voorts naar Infpnig, om zyn' Broeder den Rooms-
koning Ferdinand, en deszelfs Gemaalinne te por-
tretteeren. Na vyf Jaaren Verblyfs in Duitsland,
op zyne te Rugkoomst te Venetië, fchilderde hy
veele Tafereelen, die van zyne eerfte Werken vry
verfchillen ( i ). Zy waren ruuw, en moesten uit
de
niet in alles het fraaije der Natuure waarteneemen , en \
Middel j ter Veibeteringe door 't Antiek, te verwaarloozen.
(i) De Files zegt, dat hy vier Manieren gehad heeft:
I, die van Jan Bellini, zyn Meester, die wat droog was ;
ten 2, die van zynen Meedelireever, Giorgitme, van uitltee-
Jiende Fierheid, gelyk te zien is in zya Schildery van St. Mar-
■ kus
-ocr page 374-
Venetiaanse Schilders» 295
de Hand gezien worden : daar de -laatstgemelde, in
de Kragt zynes Ouderdoms en na de Natuur' ge-
daan, zo Uitvoerig waren, dat men hen zo wel van
naby als van verre befchouwen konde. De groo-
te Arbeid, dien hy in deezen had aangewend ,
fchuilde onder eenige ftoute Penfeelflagen, waar-
door die bedrogen worden welke zyne Schilderyen
willen kopieeren (1).
Titiaan leefde zeer rykelyk : hy onthaalde
zelfs Kardinaalen ter Maaltyd, en deed zig van de
Groo-
kus in de Sakristye der Saluté, en dat der Vyf Heiligen in de
klyne Kerke van St. Nikvlaas te Venetië ; ten 3, zyne eigene
Maniere, beftaande in een' fchoone Navolging' van de Na-
tuure, uitneemend bearbeid, door 't naauwkeurig gadefkan
't welk hy al retokeerende deed , dan hier dan daar, dan
eens met onbefmeurde heldere Tinten in de Lichten en dan
weer niet Lakfeeren in de Schadiiuwen , welke Manier ter
Oirzaake die'r Uitpluizer/e be'fchroomder fchynt, maar ech-
ter kragtiger en Uitvoeriger is; en ten 4, eene losfe Ma-
nier, waarin hy by zynen Ouderdom verviel, beftaande in
eene vry geestige Ha»delinge,als zig zoveel Moeite niet meer
konnende geeven: waarvan in Venetië Voorbeelden te zien
zyn, in de Tafereelen der Groetenisfe en der Bergverheerly-
kinge te St.Salwtor, den St.Jakob der Sanzio, den St. Laurens
der Jezuiten, den St. Jeronimns, Santa Maria nuova, het Pink-
iterfeeft, enz.
(1) Dezelfde de Piles (want, wy zullen min acht gee-
ven op eenige Tégenftrydigheid welke in deeze met de voori-
ge Note legt, dan op 't Nut der Opheldering') zegt alge-
meenlyk van hem, dat hy zyne Werken ten uitterfte uitvoer-
de, en geene kennelyke Maniere in de Behandelinge van zyn
Penfeel had, wyl de Oplettenheid zyner Nafpeuringen, en de
Moeite welke hy nam om de eene Kleur' door de andere te
maatigen, de Klaarbl.ykelykh.eid eener vrymoedige Hand be-
dekte , fchoon zy daarin wézenlyk gevonden wierd : dat men
in zyne Werken zulke geestige Toetsfen, zo overeenkoom-
ftrg met den Aart der Voorwerpen vind, datze den Smaak van
opregte Kunstkenneren veel meer kittelen , dan de harde
Streeken eener ftoute Hand doen.
T3
-ocr page 375-
294 Venetiaanse Schilders.
Crooten beminnen. Nimant heeft van zyne Kunst-
genooten zédiger gefproken, dan hy deed. Hy
plagt te zeggen , dat hy in zyne Werken geen'
beter Gidze had dan de Druivetros: dat zy, voor
't Licht- en Bruin, zyn voornaame Régei was.
Zyn Schilderkamerftond ópen, op dat zyne Leer-
lingen zyne fchoonste Tafereelen zouden konnen
kopieeren, dien hy naderhand overliep en voor Ori-
gineelen deed doorgaan. Vlytig ten Arbeid, heeft
hy nooit opgehouden de Natuure te raadpleegen.
In zynen hoogsten Ouderdom , heeft hy weinige
Dagen döorgebragt zonder tekenen. Hy nam Cor-
fielis Cort
tot zynent, om'verfcheide zyner Schilde-
ryen te graveeren, gelyk den St. Laurens, de Mag-
daleena, St. Jeronimus
, en anderen.
Paolo Lomazzo zegt, in zyne Verhandeling"
der Schilderkunst, dat Titua'n, om zyne Be-
quaamheid te doen zien in 't Nahootsfen der Uit-
werkingen van 't Licht, gewoon was de Lichten
wat fterker met Wit te hoogen dan het Licht was
't welk hy verbeelden wilde; en dat hy insgelyks
in de Weerfchvn 't wat fterker maakte, met wac
peer Bruin dan het Verlichte-Deel weerkaatste : dat
dit Verhefïïnge aan een Figuur geeft, en het Oog
bedriegd,
He nu ik III., Koning van Po len, over Venetië"
koomende, ging Titiaan zien. Hebbende den Pryz
van eenigen zyner Schilderyen gevraagd, deed de
Schilder hen ten Gefchenk aan dien Vorst, die 'c
wel wist te erkennen.
Titiaan wilde , in zynen hoogen Ouderdom ,
Schilderyen befchaaven dien hy in zynen besten
Tyd gemaakt had, en bedierf eenigen. Zyne Huiz-
genooten, dit befpeurende, vermengden Olyf-oliè',
<jje n,ooit droogd, onder zyne Verwen" Als hy dan ge-
daan
-ocr page 376-
Venetiaanse Schilders. 295.
daan had, veegden zy met een' Sponfië dien nieu-
wen Arbeid uit. Dus hebben zy veele fchoone Din-
gen bewaard, die van hem overgebleeven zyn.
Titiaan was met Eerbewyzingen en met Ge-
fchenken overlaaden, dien hy door zyne Verdiens-
ten , onderfleund van zyne Begaafdheeden , ver-
worven had. t'Elkens,als hy den Keizer afbeeldde,
bequam hy duizend Goude-Kroonen. Deez Mo-
narch adelde hem ook, met zyn gants Huiz en Na-
koomlingfchap, fchonk hem den Tytel van Paltz-
grave,
en leidde hem eenjaargeld toe, op de Ka-
mer van Napels, van twé honderd Goude-Kroonen :
gelyk deszeifs Zoon Filippus, Koning van Spanje ,
hem een dergelyk Jaargeld fchonk. Daarenboven
gaf de Keizer aan zynen eenen Zoon Pomponio, een
Kannonnikfchap in de Kerke van Milaan; en aan
den anderen, Horatio, een aanmerklyk Jaargeld.
Tot den Ouderdom van 96 jaaren, genoot hy
een' volmaakte Gezondheid : het Vuur der Jeugd,
en de Aartigheeden van den Geest, bleeven hem
tot op het Einde by. 't Was als of de Dood dien
Gryzaart eerbiedde, dien zy eindelyk A°. 157Ó
verraschte, door de zwaare Pest, te Venetië. Zyn
Lyk wierd gevoerd naar de Kerke Dei frari, en
in een Graffteê geplaatst, van vry fraai Ontwerp.
Niets is zo zeldfaam, als de Uitvoerige-Téke-
ningen van Titiaan: genoegfaam hebben wy
niets anders als Schetsfen , van die bequaame'Hand.
Zy zyn met de Penne wat grof gemaakt, los behan-
deld, met Plekken van Ink welke hen de Kleur'geeft.
Zyne Landfchappen zyn verwonderlyk, gelyk zy-
ne Portretten (1). Veele zyn gemaakt met Zwart-
kryt,
(1) Was Titiaan een opregt Navolger der Natuure:
hy was 't zeer weinig in de Verbeelding der Historiën, heb •
T a                                bende
-ocr page 377-
I
s.r>6 Venetiaanse Schilders.
kryt, vermengd met Roodkryt, en gehoogd met-
Wit , waarvan de Handeling wat onachtfaam is,
Men ontdekt 'er in, een' grootsfe Gedachte, veel
Smaak en Scherpzinnigheid. De Gezigten zyner
Landfchappen zyn gemaklyk te kennen ; en de
Merktekens zyner Hoofden niet minder.
Zyn e voornaamfte Werken (r) zyn te Vene-
tw.
Men ziet, in Si. Rochus, eenen Kruizdraagen-
den Kristus, met een Touw om den Halz gebonden
waarby hem een Jood voorttrekt. Te <S« Maria
Maggiore
, is St. Jan in de Woesteny', een zeer
fchoon Landfchap ( 2 ). Voor 't Hoofd-autaar Dei
frari
, een' Hémelvaard der H. Maagd , en haar
Dood ( 3 )• In de Kerke van St. Markus, de Hei-
lig >
bende byna geeneTafereelen gefchilderd waarin hy zig desaan-
gaande niet berispelyk maakte. Dit zegt de Files : maar, kan
daarmede overeenftemmen , wat hy even bevoorens zeide, na
bekend te hebben dat Titiaan geen verheeve en luister-
fyk Vernuft bezat, dat hy echter overvloedig Vernuft genoeg
had om groote Onderwerpen te behandelen , van welken Aart
die ook waren : dat geen Schilder algemeender is geweest ,
nog die beter het regte Kenteken, van ider Voorwerp't welk
hy verbeelden wilde, wist uittedrtikken ? Paard dit zo wel
niet met malkanderen, als-Water en Vuur?
(1)   Zyne iosfe Schilderyen zyn door gants Europa ver-
fpreid, en zyne allerfchoonfle zyn te Vtnetië, in Vuv.ik.ryk>
yi in Spanje, zegt de Piirs.
(2)   Dit's een klyn Tafereel. Dok» durfd verzekeren,
<tet men nooit iets fchoonder, ca beter, in Tékeninge en Ko-
loriet gezien heeft.
( 3) Dït's her Tafereel, waarvan wy in onze Note 1,
£lad'z. 284, gewaagd hebben. Doke befchryft het dus. „De
,; Maagd vaard ten Hemel, tusfen een' Menigte van Enge-
5J len, waarboven hy Godt den Vader vormd, van twé En-
,, gelen verzeld. Haar Gelaat is wézcnlyk vol Ootmoed,
,, en haareKleederen vliegen lugtig. Beneeden zyn deApos-
,j telen, die door onderfcheide Standen de Blyfchap en de
j; Verbaazdheid verwonen. Voor 't grootfte Deel zynze
„ méér dan Lccvensejrooc. 't Is zéker, dat men in dit Ta-
„ fereel
-ocr page 378-
Venetiaanse Schilders. 297
lig , zittende onder veele anderen, waarvan de
Hoofden geportretteerd zyn. By de Vaderen van
Jan Spirho, de Neêrdaaling des H. Geests, en drie
Taferoelcn voor het Zolderftuk : als Kam dooden-
de zyn' Broeder Abel, David die Goliat verflaat, de
Qfferhahde van Abraham ; en de vier Leeraars der
Kerke in de Hoeken, alwaar hy zig in een' Hoek
verbeeld heeft. Te St. Nikolaas , heeft hy deezen
H. Bisfchop zelfs gefehilderd, met St. Franfiskus,
Se. Kathmna, en St. Sebastiaan ( 1). In de Schoo-
le
„ fereel de Grootsheid, en 'c Verfchrikkelyke van M. An~
„ gek,
de Zagtmoedigheid en de Bevalligheid van Rafaël,
„ en 't waarc Koioiiet der Natuure ziet ". Of de Florentyn-
J'e
en de Romynfe Liefhebbers dit alles zullen toeftemmen,
Jaaten wy hen beflisfen. De Schryvt-r zegt voorts „ dat
,, met dat alles de domme Schilders, en 't zotte Gemeen ,
„' welke tot dien Tyd toe niets anders gezien hadden dan
„ de doode en koude Schilderyen van Jan Bellyn, van Gen-
tik, van Vivarino, en de leevenlooze Portretten van Gior-
gione, al het mogelyke Quaad van dat Tafereel uitbraak-
,, ten ; maar, dat de Nyt vervolgens begon te verflaauwen ,
„ en de Waarheid hen allengs de Oogen opende : zulks men
a, te P'enetiè'met Verwondering de Niéuwe-Maniere van ïi-
., ti aan begon toetejuichen , en alle de Schilders zedert
„ zig toeleidden om ze natebootsfen, dogh zig verdwaald
„ vonden wyl die boven hun Bereik was ". Zyn Aantéke-
naar fchynt dit evenwel te mishaagen : hy zegt ,, dat het
., waar is dat dit Tafereel niet aan de Monniken beviel,
,, maar dat de Ambasfadeur des Keizers, het zelfde willen-
„ de koopen, hen de Oogen opende, en leerde meer Werk
„ daarvan te maaken ". Bekend hy evenwel hiermede niet,
dat de Venetiaanen algemeenlyk nog zo verblind waren, dat
een Vreemdeling daartusfen moest koomen om hen te ver-
lichten ?
(1) Dor-ce zegt, dat Pordenon, zynde deezen St. Sebas-
tiaan
gaan zien, in Verwonderinge uitriep,Ik geloove dat Ti-
Tiaan in dat Lichaam wézenlyk Vleez, in plaats van Ver-
een , gebruikt heeft! Die Schryver verheft voorts dat Tafe-
'eel ongemeen, zeggende dat elk Figuur eene Eerbaarheid ,
pene onfehatbaare Heiligheid toond : dat het Hoofd van St.
T 5                             m
-ocr page 379-
29S Venetiaanse Schilders.
Ie Fantlno, eenen boetvaardigen Jeronimus. In
Se. Maria der Engelen te Murano , een' fchoone
Boodfchap. In de Kerke der Jezuiten, het Mai'te-
laarfchap van St. Laurens; eene Magdaleena, hal-
verlyf, met verfpreidde Hairen; een' Vlugt naar
Egipte ; de drie Ouderdommen des Mensfe, 't welk
de Koningin van Sweede heeft gehad. In 't Paleiz
van St. Markus; een Battailje waarin de Soldaaten
van een Onweer overvallen worden ; J. K. ter Ta-
fel met Kléofas; en 't Afbeeldze] der H. Maagd,
flygende ten Hemel (O-
T e Rome ziet men, in 't Paleiz Borgbéfe , dertig
Schilderyen van Titi aan (2); en twaalf Stuk-
ken
Nikoloas wezenlyk wonderbaarlyk en van oneindige Majes-
teuzheid is. Hierop zegt. zyn. Aantékenaar, dat dit Hoofd
febynt nagebootst na dat des Laokdons, gelyk Peusfyn gedaan
heeft in eene Verrukkinge van St. Paulus: maar dat deeze
tH'é Schilders, de Uitdrukkinge daarvan verzagt hebben.
( 1) De Schryver vergeet bier te herhaalen, 't-befaamd
Tafereel van Sc. Pieter Martelaar, in de Kerke van St. Jan
en St. Paulus,
fchoon hy daarvan bevoorens gefproken heeft;
en wy konnen ons hiervan te minder ontfhan, wyl Dolce 't,
benevens de door ons uit hem aangetekende Tafereelen , ten
hoogde verheft: ten blyk dat deeze Werken inzonderheid,
toenmaals te Venetië, voor: de voornaamften en de besten
van Tin aan geacht wierden. La Martiniere, 'm zyn Grand
Diiï. Geograpbique ,
zegt ook dat het 't Meesterftuk diens
grooten Mans, en een van de vier fchoone Tafereelen der We-
leld is: maar, dat het jegenwoordig zeer bederfd, zo ter
Oirzaake dat het zig flegt geplaatft vind , als wegens de
Schilders die het onophoudeiyk kopieeren , en reeds zo dik-
wyls de Spons over 't Aanzigt des Heiligs hebben doen gaai^
dat het Koloriet daarvan gants vergaan is, welke Voorzorg'
men ook genomen heeft op dat de Kopieerders niet te digtdaar-
by naderen, fchoon zy 'er niet mogen arbeiden zonder
ïiitdruklyk Verlof hier toe te hebben.
(2) Daaronder roemdRicbardfonden Schoolmeefter:een
keurlyk Stuk, ten aanzien van Kragt, en Geeft, en Schoor;.
heid van alle de Deelen in 't algemeen.
-ocr page 380-
Venetiaanse Schilders. 2pfj
ken van zyne Hand , in 't Paleiz Ludovifi (i).
T e St. Martyn, der Karthuizeren te Napels, vind
men eenen St. Michiel Aartsengel, en te St. Domini-
cus Maggiore,
een' Boodfchap.
Te Ferrare, voor den PIertog,een fchoon Land-
fchap met Bacchanten, waarby Ariadne en Baccbus
koomen ; den Triumf van Bacchus , keerende
uit Indië; Kupidootjes op de Haazenjagt, anderen
met Gulde-Appelen in een Landfchap , zynde On-
derwerpen uit Filostratus.
Te Urbino,ziet meneene Magdahena in Verruk-1
kin ge ; en een Schildery verbeeldende Vernis.
I n den Dom te Verona , eene fchoone Hémel-
vaard der H. Maagd, met Apoltelen beneeden in
'r. Schildery geplaatst.
Te Brejhia, in de Kerke van San Nazaro , vyf
Stukken op Hout gefchilderd , naamelyk de Op-
ftanding des Zaligmakers, St. Sebajliaan, den En-
gel Gabriël, St. Nazarus, en een fchoone H. Maagd.
In 't Paleiz, ziet men drie Tafereelen : de Stad ,
verbeeld onder de Gedaante van een' Maagd, om-
ringd met Meiren en Rivieren des Lands; Ceres ,
gefchilderd in het twéde Tafereel; en de Cyclopen
ia het derde, fmeedende Wapenen; ter Zyde, is
de
(i) Richardsox tékend aan, de Naakte - Leggende Venus
vanTiTiAAN, in 't Paleiz Barberini, een der vaornaamlle
Tafereelen deezes Paleiz. Alsmede, in't Paleiz Braccianot
Sixtus IV
met vier andere Figuuren , alle zeer uitvoerig, op
een' zeer gladde Maniere, maar zeer natuurelyk en welge-
daan gefchilderd; 't Vrouwtje in Overfpel, dog op een' fiyve.
en harde Manier', als die van Bellini; en eindelyk, Merku-
rius
die Kupido leezen leerd, met Venus ter Zyde, welke de
beste van alle de Figuuren en 't fchoonste gekoloreerd is,
gelyk ook 't gantfe Tafereel in 't gemeen, van allen dien hy
°oit van Titiaan heeft gezien.
                                        <
-ocr page 381-
3<jO Venetiaanse Schilders.
de Leeuw van St. Markus. Te 6'? djra, dei Ro-
chetini
, de Overfpeelige Vrouw.
Te Trevigi, een Boodfchap met een Achter-
grond van Gebouwen.
Te S« Maria delle Gratie, in Milaan, de Kroo-
ning des Zaligmaakers; en St. Nikolaas, Bifchop,
met eenen Engel, in de Sakristye van St. Sebas-^
tiaan.
In 't Aartsbisfchóplyk Paleiz deezer Stad,
ziet men eene H. Maagd, op Hout gefchilderd,
met het Kind Jezus, 't geen Bloemen van St. Jozef
ontfangt; en in de Gallcrye van dit Paleiz, het
Portret van JuliusIII,en een kaale Kóp met een'
Witten-Baardt. In de Gallcrye /Imbrofwia, 't Por-
tret een 's Veldheers, dat van Ti tiaan zelfs,
een Aanbidding der Koningen , eene Magdaleena,
een Ecce Homo, en verfcheide andere Stukken.
By den Hertog van Varma, 't Portret van Pau-
Jus III,
met een' Staatjonge die hem eenen Brief
aanbied ( i ); verfcheide andere Portretten, onder
anderen, twé Vrouwen, een' Kind, de Minnaares
van Titiaan, en eene Danae'..
IN de Gallerye des Groothertogs te Florence, twé
Bacchanaalen, verfcheide H. Maagden in 't klyn,
eene £«.. Katharina, naakte Vrouwen in 't groot,
zeven onderfcheide Portretten , een' fchoone Ve-
rnis.
In de Gallerye des Hertogs van Modena, de O-
verfpeelige Vrouw ; eene H. Maagd , met het Af-
beeldzel een's Mans en eener Vrouwe in Gebeden ;
de Samaritaan; de Kristus met den Penning; eene
H. Maagd in 't klyn.
In de Verzaamelinge des Keurvorsts der Paltz,
te
(i) Volmaaktelyk gefchilderd, met groote Kragfc,' alles
Jtvengelyk fchoon , en zeer wel bewaard , zegt Ricbanifun.
\
-ocr page 382-
Venetiaanse Schilders. 30Ï
te Dusfeldorp, een Ecce Homo ; een zeer fchoone
Kop, een Portret, eene H. Maagd met het Eind
■Jezus , St. Antonio, St. Franfiskus, en St. Jeronimus;
eene andere H. Maagd, met het Kind Jezus en
■St. Jan , een Beeld op de Kniën , zynde 't Por-
tret van den Patroon; eene H. Familie, daarin 't
zydelings Portret een's Mans met gevouwe Han-
den ; een' Geboorte.
Eene Magdahena, en een groot Nagtmaal voor
den Keizer.
Voor den Koning van Spanje, eenen Prometheus
geklonken op den Berg Kaukafus; een' Tantalus; Ve-
nus
en Adonis; /lndromcda en Perfcus; Diana en
ASteon; de Schaaking van Europa ; de Afbeeldzels
der Vorsten des Huiz van Oostenryk, in een' Zaale
van 't Paleiz te Madrit.
In 't Eskuriaal is het befaamde Nagtmaal, inde
Eetzaal' der Kloolterlingen. 't Gebed in den Hof,
is in de Voor - Sakristye ; alsmede 6\ Margarita^
Kristus
met de Farizeen, Se. Katharina Martelaares,
eene H. Maagd met het Kind Jezus en St. Sebas-
tiaan
, eene Afdoening van 't Kruiz op 't Hoog-Au-
taar , de Kristus met de Munt, de twaalf Cezarst
Karel V.
te Péérd ,• Filips II. biedende zynen Zoon,
Filips III., nog een Kind zynde, Gode aan;
de vier Raazernyën; de Markgravin van Pescara,
het Tafereel der Glorie , waarin men ziet de H.
Drie-eenheid, de H. Maagd ter Regte-zyde, in 't
Mid,de de Glorie onder de Geftalte eener Maagd,
biedende aan Godt de Helden van 't O. en
N. Teftament, en die van 't Huiz van Oosten'
ryk
, gelyk Karel V. , Filips II. , en de Prins-
fes Donna Juana, zyne Zuster; een St. Laurens
in 't groot. In de Sakristye, een Kristus, eene
Mag-
-ocr page 383-
go» Venetiaanse Schilders.
Magdaleena, St. Jan de Dooper in de Woestenye;
een H. Familie; een H. Maagd, houdende 't Kind
Jezus. In 't Gebedehuiz des Konings, op 't Au-
taar , een Kruizdraagende Kristus. In 't Kapittel,
St. Joris met de H. Maagd en Se Katharina ;St. Jero-
jiimus
in Boete, de Aanbidding der Koningen,
de Heiland halverlyf. De Graftlegging is in de Zaa-
]e De profundis; en een Ecce Homo, gevolgd van 't
Hof van Pilatus, in de Kapelle van 't Gasthuiz.
By den Koning van Portugal, is een Aanbidding
der Koningen, een Géesfeling, en een Kruisfiging
welke zig jegenwoordig te Ancona by den Jakobynen
bevind.
De Koning van Vrankryk bezit, de Portretten
van Franfois I., van den Kardinaal de Medicis, van
een' Man in 't Zwart gekleed houdende een' Hand-
fchoen , van een 'ander Man insgelyks gekleed.
Alsmede, Tarquyn en Lucretia, Perfeus en Androme-
da,
de Minnaares van Titiaan, een' H. Maagd,
het Kind Jezus, & Agncs en St. Jan, een e H.
Maagd met het Kind Jezus en tvé Engelen, een'
H. Familie met St. Jan; St. Jeronimus, de Emaus-
gangers,
eene Magdakena, Kristus ten Grave gedraa-
gen door zyne Disfipelen; de H. Maagd, 't Kind
Jezusy en Se. Katharina, genoemd de Maagd met
het Witte-Konyn ; een Ecce Homo, eene H. Maagd
met het Kind Jezus; St. Stefanus, St. Ambrofius,
en St. Markus; het Afbeeldzel des Marquis del
Guasio,
met een' Vrouw en een' Minnegod ; Jupi-
ter,
verliefd zyiide op Antiope, zig hervormende in
een' Satyr.
In 't Paleiz Royaal,ziet men de Afbeeldzels van
Keizer Otho, van den Grave Castiglione, van Ti-
tiaan,
een Mufieceerend Gezelfchap van ver*
fchei-
-ocr page 384-
Venetiaanse Schilders. 303
fcheide Mannen en Vrouwen; 't Afbeeldzel van
Kar el F., gewapend en te Péérd, dat van MlipsIL;
een Vrouw in 't Zwart gekleed ; het Afbeeldzel
van Klemens VU, zittende in een' Ermftoel; Aiïèon
en Diana; 't Baden dezer Godinne met de Nimf
Kalifio; een' H. Familie; 't Mensfelyke-leeven,
verbeeld door drie naakte Kinderen, en door ver-
fcheide andere Figuuren; Venus in de Schulp; de
Minnaares van Titiaan voor haar Tooitafel;
de Verzoekinge onzes Heers; Diana vervolgende
Aiïèon in 't Bofch ; Vitellius, Vefpajiaan; het Kof-
fertje van Titiaan ; de Schaaking van Europa;
de Sclavonïêfe, leunende op een' Moor ; een We-
duuw; Venus v/elke zig fpiegeld ; Perfeus en Andro-
vieda;
de Onderwyzing der Liefde; 't Afbeeldzel
eener Vrouwe in Zwart - Gewaad ; eene Magda-
leena
halverlyf; Nolime tangere; Filips IL, Koning
van Spanje, met zyne Minnaares.
De befte Graveerders naar Titiaan, zyn L.
Daven
, Martyn Rota, Comelis Cort, Augustyn Caratz,
Suiderhof, van Kesfel, Vosterman , Troien,
de Sade-
laars
, Tbeodorus de Bry, Caraglius, Bonafonus, Matbam,
C. Bloemaart
, P. Pontius,K. Audran, Hondius, Zout-
man Rousfelet , Piet er de Jode, Mas/on, Coelemans.
Daar zyn 28 Stukken , in de Gallerye des Aarts-
hertogs Leopold; 23 in 't Vervolg van Falentyn Ie
Fe'ore
, een in dat van Louifa, 5 in de Verzamelin-
ge van Crozat , Menigte in de Schilderyen des
Groothertogs en in 't Kabinet des Keizers. Zyn
Werk beloopt, op meer dan 600 Stukken.
Titiaan had ten Leerlingen, Francisco VecelH,
zyn Broeder ,• Horatio Fecellï, zyn Zoon; Paris Bor-
done Tintoret,Jan
van Calker, Girolamo da Titiano,
Nadalino da Murano
, Damiano Mazza, en Giovanni
Bar
-ocr page 385-
3°4 Venetiaanse Schilders.
Fiamingo. Wy zullen hier van de drie eerstge»
noemden fpreeken ( i ).
Francesco Francesco Vecelli, Broeder des Titiaans^
Vecelli. heeft fraai gefchilderd. Wyl hy zyne Jeugd in 'c
Heir doorbragt , heeft hy zodanigen gelukkigen
Voortgang niet konnen maaken als zyn Broeder,
die over zyne Bequaamheid na-iverig genoeg was
om hem tot den Koophandel aantezetten, en hem
'deswegens Tolvryheeden van Keizer Fadinand
verfchaftte ( 2 ). Hy ftierf in goeden Ouderdom,
voür zynen Broeder.
Horatio ' Horatio Vecelli, Zoon van Titiaan,
Vecelli. muntte uit in 't Portretteeren (3). De Vader
voer-
( i ) Dus zullen wy op hunne Plaats doen, van die Neêr-
ïanders
die voor zyne Leerlingen bekend rtaan, en van on-
zen Frans/en Schryver achtelooz overgcflagen worden, fchoon
de Piles hen met de iikterfte Achtinge meld.
(2)  Sandrart zegt op dit Onderwerp, dat de Mcnslen
algemeenlyk doorgaans alleen op hun eigen en niet op het
algemeene Nut zien , en deswegens de Pligten van Vriend-
fchap en Bloedverwantfehap ter Zyde zetten , om Roem te
'verwerven en te hooger aangezien te worden. In deezer
voegen zou Titiaan zulken grooten Lof, wegens zyne
.Kunstliefdigheid en Vriendfchap voor zyne Kunftgenooten,
niet verdienen.
(3)  Dewyl 't Bedenkelyk is, of de Zoon,.zo wel als de
voorgemelde Broeder van Titiaan, zo uitmuntend zoude
geweeft zyn, gelyk hier en elders aan hen toegefchreeven
word, vooral wyl zy de Kunft niet hebben voorgezet, veeimin na.
deszelfs Overlyden hebben gearbeid ; zou. men 't dan ook
niet ten goede van Titiaan konnen uitleggen (te meer,
daar zy geacht wierden hem zo naby te koomen, en men
hem toefehryft de Werken zyncr Leerlingen veelvuldig te
hebben opgemaakt) dat hy uit Vaderlyke-of Broederlyke-
Liefde , gelyk ook wel plaats vind,om hen in Roem te bren-
gen , eenige Werken voor de hunnen heeft doen door-
gaan, waarin hy 't mesft: de Hand gehad heeft?
-ocr page 386-
Veneïiaanse Schilders. 30-5
voerde hem met zig, naar Rome, en vervolgens
naar Duitsland.- .Zvjtg^rffenis.was te ryk, dan dat
hy zig neerftig-;.aah den Arbeid zoude houden.
Zorgelooz -gemorden zynde, en zig aan de Goud-
maakerye overgegeeven ,iie.bbende, verteerde hy
door den (Rook alle ,de ;vGo.ed*a;,en ,- dien de Va-
der met zp veel Arbeids vé^pffeld hacji Hora-
tio
ftierf in geenen hooseri.:'Ouderdom-k aan de
Peft(i).
                          \J "5\
Paris JBordone, gebdó^ffiÉÈ 7>ej^f, vanp
Jans
Edele Ouc^s,4wierdv-naar^._^»5^^fezpidcn , om Bgtdtint
zyne Oeffêfi$ngeiv>'te doeó'v* t^^^Sl^ voor de
Schilderküóst^dead hem langen^Cyjffejider Ti-
t 1 a a n fbdyereri:'-■'■■ Voorts begaf hy.,:zig jnaar Tre-
vigi
, en verwierf zo., veel Roem .-;»"xiii-t'_''ffianfois L
hem naar Vrankryk deed koornen, .Hy fchilderde
deezen Monarch.«,.. en veele IJ^^sraraii 't Hof.
Venetië' bepaalde zyriërtLoop"'-* ak'|ar"'hy in den
Ouderdom van 75 Jaaren ftierf. | In: 't Pakiz
Royaal
, ziet men eene H. Famili$*«|h zyfre Hand.
- P ^:
(1) A°. 1576, 't eige-Jaar waarin zjm—Vader overleed,
zegt de Piles.
Zerjle Deel                         V                         SÏfc
-ocr page 387-
god Venetiaanse SchïldMks.
P.C.U. TiyU, [cUp ,>s^
SEBASTIAAN DEL PIOMBO.
DE e z Schilder is bekend, onder de Naamen van
Fra Sebastiaaï^del Piombo, en van Se-
bastiaan van Venetië: de Toenaam van Piombo
quam hem van de Bedieninge del Piombo , Zége-
laar der Cancellarye, welke Paus Klemens VIL hem
gegeeven had , met hem 't Geestelyk - gewaad te
doen aanneemen.
Sebastiaan wierd gebooren te Venetië', A°.
1485. Zyne eerfle Bezigheid was de Mufiek: hy
muntte uit, in 't befpeelen van verfcheide Speekui-
■gÈn,
-ocr page 388-
Venetiaanse Schilders. 307
gen. Naderhand gaf hy zig over, aan de Schilder-
kunst. Hy volgde Jan Bellini, die zeer oud was.
De Manier van Schilderen des Giorgiones, behaagde
hem voor es beter: hy wierd zyn Leerling, nam zy-
nen Smaak aan, en maakte Schilderyen welke dik-
wyls voor Werken van dien Schilder doorgingen.
Op 't Gerucht zyner Faam, deed Auguftyn Chigi
hem de Reize naar Rome voordellen; en gaf hem
te fchilderen, op de Boogen zyner Logie, eenen Po-
lifémus,
en onderfcheide Denkbeelden getrokken
uit de Poeëten. Het Mededingerfchap waarin hy
zig bevond met Balthafar van Siena, en den befaam-
den Rafaël, die in de eige Logie eene Gaiathéa ea
den Fabel van Pfyche heeft gefchilderd , waren een
Middel om zynen Arbeid aantemoedigen. Se-
bastiaan omhelsde de Partye van M. Angelo, tegens
Rafaël; en deeze Verkiezing baarde hem de Vriend-
fchap van dien grooten Schilder, die hem in 't Ver-
volg met zynen Raad bediende. Zelve verfchafte
hy hem, in 't klyn, het Denkbeeld zyner Taferee-
len; en tekende zelfs dikwyls, in 't groot, zyne
Beelden op den Doek.
• 't Koloriet van Sebastiaan was verbaa-
zend: hy ontleende het van Giorgione. M. Angelo was
daarvan bekoord, en verbond hem aan zig: in Hoope,
dat Sebastiaan, geholpen door zyne Tekenin-
gen , Rafaël en alle andere Schilders te boven zoude
gaan ( 1 )• Wyl hy te veel Tyd gebruikte , om
zyne
( 1) Is 'c niet verre gezogt, fchoon volgens de oude Mee-
ninge door verfcheiden gekoesterd ? Kon M. Angelo geene
Tekeningen maaken voor de Werken dien Sebastiaan zoude
fchilderen, getyk Rafaël voor de meesten deed die onder
hem arbeidden, zonder dit te beoogen: hy, die met Tégen-
ftreevinge zyne groote Werken gefchilderd heeft, en liefst
2i§ aan zyne beminde Beeldhouwerye overgaf? Ook meenen
V 2                                wy
-ocr page 389-
'308 Venetiaanse Schhdeës.
zyne Schilderyen uivoerig te maaken , wierd zyn
Werk evenwel al te droog, en al te gelikt, om
aan de Oogmerken van M. Angelo te voldoen.
I n Tegenftreevihge van het Tafereel der Berg-
verheerlykinge van Rafaël, fchilderde hy eene Op-
wekkingevan Lazarus, waarvan M. Angelo de Té-
keninge had gemaakt. Dit Tafereel is verwonder-
lyk, voor den grootsfen Smaak van Koloriet. Ra-
faël
wierd echter daardoor niet verwonnen: zyne
groote Eigenfchappen haalden het over. Hy zeide
desaangaande (volgens Dolce) tegcns zynen Vriend,
Jrctyn ,'t Zoude my een' klyne Glorie weezen eenen
Man te overwinnen die niet tekenen kan.
Eenen Dooden Kristus voor de Kerke van St.
Franciscus
te Viterbo , eene Kapelle welke hy in St.
Pieter Montorio
fchilderde, op de Kartons van M.
Angelo
, verwierven hem veel Eere. Na de Dood
.van Rafaël, veizelde men hem boven alle deszelfs
Leerlingen , voor de groote Werken van 't Vati-
kaan. Chigi
gaf hem eene Kapelle te fchilderen ,
in de Madonna del popoio ( i ). Hy ontfing 'er den
Pfyz van , fchilderde 'er aan, en heeftze nimmer
volbragt.
Sebastiaan was zo langdraadig, zo onzéker
in zyne Werken , dat hy veelen te gelyk onder-
nam, zondereenigen derzelver te voltooijen. 't Is
vry waarfchynlyk, dat zyn Venuft hem in groote
Ondernemingen verliet, of dat hy zig niet fterk ge-
noeg voelde om ze uit zig zelfs te onderfleunen.
Zeer
wy in zyn Leeven blyken opgegeeven te hebben, dat hy zig
meer gedroeg ten Onderrigter van Rafaël, dan ten Mededin-
ger deszelfden. Dat Sebastiaan belang had om zig tcgens
RafaSl te verheffen, en dus M. Angelo aantekleeven, fchynt
beter gegrond.
(i) 't Is het Autaarftuk, niet aangenaam, zegt Rkbardfm.
-ocr page 390-
Venetiaanse Schilders. 309
Zeer ligt is te befpeuren , hoe hy zig pynigde in
zyrien Arbeid. De Natuur had hem de Gemak -
lykheid van Behandelinge geweigerd, welke zo noo-
dig in deeze Kunst is. Het Portretteeren fcheen
hem beter te voegen, dan de Onderwerpen van His-
torie : die met de Langduurigheid des Arbeids een*
grooten Sleep van Overweegingen, en veel Aan-
dacht , na zig trekken.
Zyne Portretten zyn in groot Getal , en zyn.
voortreffelyk. Hy fchilderde den Kardinaal de Me-
dicis
, toen die Paus verkooren was , onder den
Naam van Iüemens VIL ; alsmede , Andrea Doria,
Aretyn
, en veele anderen.
Zo dra de Paus, die Kardinaal zynde hem al-
tooz had voorgeftaan, hem 't Amt van f ratel del Fiom-
bo
had gegeeven, en hymet het Geeftelyk - gewaad
bekleed was, verzekerde zig de Luiheid , die eigen
genoeg aan deezen Stand is, van zynen Perfoon.
Hy oeffende de Schilderkunfl niet meer, en hield
zig bezig met Veerzen te maakten. Zyn Huiz was
vervuld met Geletterden, zyn Tafel zeer goed, en
hy verzuimde niets om zig te koesteren. Hy was
een groot Praater: gantfe Dagen bragt hy daarin
door. Dewyl hy warm gezeeten was , meende hy
altooz, welken Pryz men hem voor zyn Werken
bood, dat dezelfde niet genoeg betaald zouden wor-
den. Evenwel fchilderde hy nog, het Portret van
Julia Gonzaga, op Bevel van den Kadinaal Hippoly-
tus de Medicis
; en Paus Paulus III., na deezes
Verheffinge.
SeBastiaan had het Geheim gevonden, van
Olieverw op den Muur altooz luifterryk te doen
blyven, die anders gemeenlyk zwart word , en by-
na gants vergaat ( 1). Op 't Verwyt, 't geen hem
(1) Een fraaije Manier, volgens Fafari,-om de Muurert
V 3                             W
-ocr page 391-
310 Venetiaanse Schilders.
gedaan wierd , dat hy niet meer fchilderde , ant-
woordde hy „ daar zyn Schilders die in twé Maan-
„ den maaken dat geene waaraan ik wel twé Jaaren
„ arbeids heb; ik wil dan rustneemen, wyl ik be-
„ ftaan kan : als ik nog lang leeve , dan zal alles be-
„ fchilderdzyn". Hy raakte in oneenigheid met M.
Angelo,
die de Facciata der Kapelle, daar,'t Laatfte-
Oirdeel gezien word, in Fresko gefchilderd wilde
hebben. Sebastiaan bliez den Paus in, dat de-
zelfde beter van Olieverw zoude zyn , en deed het
noodige daartoe vervaardigen. M. Angelo, verftoord
over deeze Tegenftreeving', deed alles afwerpen:
zeggende, dat het Schilderen in Olieverw maar
Vrouvvewerk was, en alleen eenen Lanterfant ge-
]yk Sebastiaan voegde. Sebastiaan leefde niet
lang na dit Verfchil: een zwaare Koorts nam hem
wegh, A°. 1547, in den Ouderdom van 61 Jaaren.
Hy wierd te Rome begraaven, in de Kerke der Ma-
donna del popoio.
Men kend maar eenen Leerling van hem, ge-
noemd Tomaio Laurati, een Siciüër.
De Tekeningen van Sebastiaan zyn raar. Zy
zy'n gearbeid met Zwartkryt, lugtig gewafchen, en
gehoogd met Wit, door 't Penfeel. Zvn Aart
,van Tekening'trekt op die van M- Angelo. Voor-
na-amèlyk kend men hem, aan zynen Zwier van
Hoofden, wat wreed , en aan eene incorrectheid
die hem maar al te gemeen is. Zyne Omtrekken
zyn
te bereiden, eenen Grond daarop te leggen tegens alle Vog-
tigbeid, en met Olieverw daarop te werken, Hy bereidde de
Steenlcalk met Mastik en Grïeks-pik, (treek het op den Muur',
effende dit dan met een Mengfel van Roodachtige Kalk,
zulks zyne Verwen, byzonder de Kristin aan de Kolomme
in St. Pieter Montorio , onveranderlyk blyven. Ricbardfon
zegt, dat dit Stuk veel geleeden heeft van den Tyd of van
andere Toevallen,
-ocr page 392-
Venetiaanse Schilders. 311
zyn wat kantig, en de Plooijen zyner Kleedyen
wat hard. De Artfeerigen,welken hy gebruikt,
zyn fomtyds Regtftandig.
't Meestedeel zyner Werken is te Rome. Het
voornaamfte is eene Kapelie in de Kerke van St.
Piet er Montorio,
alwaar hy in 't Verwulft verbeeld
heeft, de Bergverheerlykinge , met de Figuuren
van St. Piet er en St. Paulus ter Zyde,. gefctiilderd
in Fresko; en die van twé Profeeten, welke boven
't Figuur zyn van eenen Kristus aan de Pilaar, in
Olieverw' op den Muur gefchüderd, zynde een uit-
muntend Beeld ten Aanzien van den Omtrek, van
de Handen, en van de V oeten, dien men van M.
Angelo
meend te zyn. Aan deezen Kapelie heeft hy
zes Jaaren befteed. Te Santa Maria del Popoio, is
de Kapelie van Augustyn Chigi , en daarin ,een
fchreijende H. Maagd in een' ruime Landftreek.
In de Kerke delta Pace, aan 't Hoog-autaar, is een.
Bezoek der H. Maagd.
Hyfchilderde, deMartelingevan Se. Agatha, voor
den Kardinaal, van Arragon; en eenen Polifémus in
Fresko, in 't Paleïz Chigi, of Klyn-Faméfe.
Te St. Francifcus van Viterbo, is een doode Kris-
tus
, met de H-. Maagd.
Te St. Jeronimas van Venetië is een groot Tafe-
reel. Vier Beelden zyn op de Deuren van 't Orgel
van St. Bartholo?neus, te Venetië.
Hy fchilderde, de Portretten van Mare Antoon
Colonna,
van Adriaan VI, van Klemens VII, van A-
retyn,
van Julia Gonzaga, en van Paulus III.
De Koning van Vrankryk heeft een Bezoek der
H. Maagd, op Hout, en 't Portret van Baccio Bdn-
dinelli.
Een 'ander Bezoek , is in de Kapelie van Fontaing'
hkau.
V 4                            lX
-ocr page 393-
'512 Venetiaanse Schilders.
In 't Paleiz Royaal, ziet men Jupiter in eenen
Arend veranderd , fchaakende Ganimédes , gete-
kend van M' Angelo; alsmede, het Portret van
cleezen grooten Schilder, en eene Afdoeninge van
h Eruiz. De Opftandinge van Lazarus, Leevens-
groot, voor Narbonna gemaakt, word geloofd
van M. Angdo geïnventeerd en op den Doek gete-
kend te zyn.
Men kend eene Judit, na Sebastiaan gegra-
veerd , in de Gailerye des Aartshertogs Leopold.
POR*
-ocr page 394-
Yenetiaanse Schilders. 315
PORDENON.
DE waare Naam van Pordenon, is Jan-An-
toni Lic'mio
, en fomtyds Regillo. Hy wierd
gebooren A°. 1484, te Pordenone, een Ves-
ting leggende in Frioul, 8 Mylen van Udine. De
enkelde Natuur geleidde hem aanvangelyk, in de
fterke Neiginge welke hy voor de Schilderkunde
had. Te Udine, volgde hy de Maniere van Pelegrino
dl fan Daniello.
Vervolgens quam hy te Venetië ,
daar Giorgione hem in zynen Smaak trok. Hy won
deszejfs Vriendfchap, en bleef eenigen Tyd inzyn
V 5                        Huiz.
-ocr page 395-
3*4 Ven.etiaanse Schilders.
Huiz. Gelyk Giorgione, zogt hy de fchoone Uit-
werkingen der Nauiure natebootsjen. Porde-
non, in zyne Latte!(treek' weergekeerd, jwierd ge-
noodzaakt ze„te verlaaten, ter Oirzairké der Bc-
fmettinge toëïke 'er heerste. Hy week naar eenige
.Dorpen, alwaar hy de Uitwerkinge der herwen op
Kalk onderzogt. Zig dus geoeffend hebbende in 't
Fresko fchjilderen, keerde hy naar zyne Stad te rug.
Hy fchilddrde 'er, met Oliever w', in de Kerke van
Sl Pieter Martelaar, het Tafereel van Maria-Bood-
fchap : wterin hy,. onder veeïfeEngelen , eenen
EeuwigenjVgder verbeeld heeft, 'dïe den; H. Geest
zend. InjdehiPpmV bqven de {Deuren van 't Or-
gel, maakte hy de,;Historiè' der JL H. HerniKorus
en Fortunktus r;en den' Voorgevel van 't Gebouw
iel Talentl Die Werken gaven hem een' grooten
Naam.
■ ■■
Venetië .zag hem nieuwe Preuvèn van zyne Be-
quaamheid geeven. Een Voorgévflop't Kanaal
Grande ; en het Tafereel van St. Jêi den Dooper ,
van St. Franfiskus, van St. Jugu'sti§is, .en van St'.
Laurens Jiminianï,
behaagden oneindiglyk aan de'
Venetiaanen. Dikwyls deeden zy hem arbeiden, in
Tegenftreeving' van Titiaan, die na-iverig o'ver
zyne Verdienften hem op zyne Hoede deed zyn
Met den Degen op Zyde , en 't Schild nevens
hem (i), fcmlderde hy 't Klooster van St. Steven
van Venetië , duchtende eenige Veraschinge van
denzelfden. Hy verbeeldde in datKiooster, twaalf
Onderwerpen van 't Oude en van 't ATieuwe Tes-
tament,
(i) Op de Wyze der Snóezhaanen van dien Tyd, zet c'e
Aantékenaar van Delcs: maar, deez was een Vriend"van
TitMan*
-ocr page 396-
Venetiaanse Schilders. 315
tament, in Fresko gefchilderd. De Geestelyke-
Zusters der Engelen van Murano, deeden hem eene
Maria -Boodfchap maaken, in fteê van een Tafe-
reel van Titiaan , die dit weer naar zig had ge-
nomen, wegens den overmaatigen Pryz dien hy
daarvoor eischte. Dat Geval verbitterde dien
grooten Schilder nog meer , en deed Porde-
n o n uit Venetië wyken, die zig aldaar niet zéker
oirdeelde.
H y ging te Mantua, in een Paleiz, een' fchoo-
ne Friez' fchilderen, verrykt met veele Kindertjes
en Antieke Figuuren. Vicenfa kan zig beroemen <,
een fchoon Werk van zyne Hand te hebben, zynde
het Tafereel van St. Augustinus, in de Spreekftoel
van Si Maria di Campagna ; en in twé Kapellen in
Fresko, verbeeldende 't eene de Historie van Se. Ka-
tharina
, en 't ander eene Geboorte en eene Aanbid-
dinge der Koningen. De gantfe Adeldom, ziende
zulke fchoone Uitwerkingen zyner Verbeeldinge,
konde hem geeneAchtinge weigeren : op den Aan-
zoek van veelen zyner goede Vrienden, huuwde hy
'er. Beurtelings, bielden de Steden van Kremona,
van Trevigi, van Parma, en van Plaifance, hem
bezig.
Pordenon quam wederom te Venetië. Aan-
ftonds gaf men hem, den Koepel van 't Hoofd-au-
taar in St. Rochus: daar hy de vier Evangelisten,
de vier Leeraars der Kerke, en vier Engelen, ge-
fchilderd heeft. In den Lantaarn, ziet men ver-
fcheide Historiën van 't Oude Testament, en den
Eeuwigen-Vader omringd van Engelen. De groo-
te Nis boven 't Autaar, verbeeld de Bergverheer-
lykinge onzes Heers, met de Profeeten en Aposte-
len. Nog ziet men van zyne Hand, op de Deuren
van
-ocr page 397-
''3i6 Venetiaanse Schilders.
van een' Kast, waarin 't Zilver bewaard word, St.
Maarten
die zynen Mantel uitdeeld.
Daa-ghlyks vermeerderde de groote Roem
van Pordenon. Veel deed de Na-iver, over de
Werken van Titiaan : zonder deezen , zou hy in 't
Midde van zynen Loop hebben blyven ftceken.
De Senaat, aan wien zyne Manier van Schilderen
zeer behafagde, gebruikte hem in de Zaale Pregadi,
daar hy verfcheide Stukken deed, onder anderen
eene Frieze vol Zee-gedrochten. Hy gaf daarin zo
veel Genoegen, dat die hem een Jaargeld toeleidde.
Pordenon muntte nog uit, in verfcheide fchoo-
ne Werken. Zyn Roem vloog over tot in Duits-
land.
Keizer Karel de Vdeed hem roepen, om de
Frieze der Groote-Zaale te Praag te koomen fchil-
deren. Hy fchilderde nog, in St. Stefanus, fchoo-
ne Figuuren , verbeeldende de Zédelyke - Deug^
den. Om zyne raare Gaven te vergelden, beiluuw-
de de Keizer hem,met Goederenen maakte hem
Ridder.
Prins Doria, op zyne Beurt', wilde hem te Ge-
nua
hebben, om een nieuw Paleiz te vertieren , 't
welk hy op den Oever der Zee had geftigt. Pordenon
voltooide 'er de Werken van Peryn del Vaga, en
fchilderde Kinderen in de Friez', die een' Bark los-
fen , vervuld met Groentens en Voortbrengzelen
der Zee. De Zaale der Argonauten, die 't Gulde-
VHez gaan haaien, is mede van zyne Hand. Por-
denon quam vervolgens weer te Venetië, daar hy
niet lang bleef. Herkules II., Hertog van Yen are,
éen' groot Tekenaar noodig hebbende, om de Kar-
tons te maaken voor de Tapyten welken hy ont-
wierp , eischte Pordenon. De Bedryven van-
Herkules, waarvan de Vorst den Naam droeg, dien-
-ocr page 398-
Venetiaanse Schilders. 317
den hem ten Onderwerp. Niet lange, genoot hy
de Gunsten deezes nieuwen Befchermheers. Een
zwaare Borstquaal deed hem binnen drie Dagen den
Geest geeven, A°. 1540 te Ferrare, oud 56 Jaa-
ren. De geweldige Smerten, welken hy leed, dee-
den vermoeden dat hy vergeeven was. Eene prag-
tige BegraarTenis, wierd hem van den Hertog aan-
gedaan.
Pordenon tekende wel, en hield veel van Ver-
kortingen, welke hy wonderlyk fraai maakte. Hy
had een goed Koloriet," in Fresko zo wel als in
Olieverw' ; alsmede, verwonderlyke Vaardigheid
van Hand, en eenen grootfen Styl (1). Zyne Fi-
guuren hadden veel Rondte. Hy was van vrien- '
delyken Aart, met uitfteekende Manieren, die hem
van elk beminnen deeden, uitgezonderd van Ti-
tiaan.
De Tekeningen van Pordenon zyn verfchei-
denlyk behandeld. Men ziet 'er, die gefield zyn
met eenen Omtrek der Penne, gewaschen met Roet,
en gehoogd met Wit. Die van Roodkryt zyn
niet zeer uitvoerig , en byna gedoezeld. Alge-
meenlyk,
( 1) D o lc e , die wegens de Vriendfchap voor Titiaanhem
niet te gunftig kan zyn, zegt dat de Schilders zyne Wer-
ken zeer geacht hebben : ,, dat hy een ftout en bequaam
„ Meester was, die Vermaak fchiep in Verkortingen en ver-
„ fchriklyke Figimren te rnaaken; dat men te Venetië eenigen
„ zyner Schilderwerken zeer fchoon ziet, gelyk dat van
„ den Voorgevel del Talenti (waarin een Merkurius in Ver-
,, kortinge die verwonderlyk is, een Péérd 't geen de Toe-
„ juichinge heeft, en een' Proferpma in de Ermen van Pluto,
zynde een zeer aanminnig Figuur), en dat van St.Rochus,
't geen hem grooten Roem gaf: . dat hy voorzéker ook
„ groote Bequaamheid moest hebben, wyl hy te ftryden hadi
s, met Titiaan, beneeden wiea hy altooz zeer verre bleef ".
-ocr page 399-
$i8 Venetiaanse Schilders.
meenlyk, zyn zyne Karakters van Hoofden zonder-
ling, en gefyken zig byna alle. Een grootsfe Vene-
■tiaanfeSmaak,
doet Pordenon genoeg kennen :
maar, men moet hem zo hoog niet aanzien als Ti-
tiaan,
of als den Ouden-Palma.
Zyne Werken te Udine zyn, een Boodfchap in
'tKonvent van St. Pieter Martelaar, en verfcheide
Schilderyen in den Dom, der Groote-Kerke van
Pordenone ; ook fchilderde hy een H. Maagd met
het Kind Jezus, St. Jozef, en St* Krist off el.
Te Venetië, ziet men het Klooster van St. Ste-
ven
, de Kapelle van St. Rochiis, In St. Jan de Rlal-
r<?,is St.Jan, Almoesfen uitdeeiende; en Se. Kathari-
na , St. Sebastiaan,
en St. Rochus, in 't eige Ta-
fereel.
In den Dom van Kremona, Kristus opKaharië,
en een Kruisfiging met de twé Moordenaars.
Te Mantua, de Gevel van 't Huiz Dei Cercfani,
daar de Berg Parmsfus gezien word.
In de Gallerye des Groothertogs, Kaïn en Abel.
D e gancfe Kerke der Madonna di Campagna , te
Vicenfa.
In de Madonna di Campagna te Plaifance', een St.
Augustinus
in Fresko, met vyf Kindertjes; en in
de Kapelle der Koningen, ter eige Kerke, op den
Muur, drie fchoone Beelden der Drie-Koningen ,
alsmede de H. Maagd met het Kind Jezus en St.
Jozef;
en ter Zyde, van gelyke Grootte, de Ge-
boorte der H. Maagd. In de Kapelle van Se. Ka-
tharina
, het Huuvvelyk deezer Heilige ; St. Pieter
enSt.Paulus;
enSe. Katharina, predikende voor de
Leeraaren om hen te overtuigen.
Te Genua-, zyn verfcheide Zolderingen, by den
Prins Doria.
Te
-ocr page 400-
Venetiaansè Sc,auDEEs. 319
T e Ceneda ziet men, in de Pleitzaal', drie Von-
nisfen in Fresko gefchilderd : naamelyk, dat van
Salomon ; de Befc-huldiging van Sufartne., door de
Ouden ; de Uitfpraak van Trajaan, die zynen ei-
gen Zoon toewyst aan de Weduuwe, wiens eeni-
ge Zoon, by Ongeluk , door 't Peerd des zynen ge-
dood was.
Te Ferrare, Kartons voor Tapyten.
In de Gallerye des Hertogs van Modem-, ver-
fcheide zeer fchoone Koppen.
In die des Hertogs van Parma, eene Lucretsiu.
Te Praag, de Zaale der Festynen, en de Deug-
den in de Kerke van St. Steeven.
De Koning van Vrankryk heeft eenen St. Pie-
ter
halverlyf, houdende een Boek en Sleutelen ; 't
Portret een's Mans, in 't Bont.
In 't Paleiz Royaal ziet men , eene yudit op
Hout gefchilderd , halverlyf, Leevensgroot' ,• en
Herkules, den Hoorn van Achelous afwringende,
meer dan Leevensgrootte op Doek gefchilderd.
Wy hebben nog een Dozyn van Stukken dee-
zes Meesters, gegraveerd door J. Licinius, Troien,
Odoard Fialetti,
en anderen. Een Stuk, na hem,
is gegraveerd in 't Werk van Louifa, en een ander
in 't Kabinet des Aartshertogs Leopold.
Pordenon had ten Leerlingen, zyn' Neef Ju-
lia Licinio Pordenone
, en zynen Schoonzoon Pomp'
nio Amalteo da fan Vit o.
Julio Licinio Pordenone was een groot Julh £.
Tekenaar, verftond volmaaktelyk het Freskp , enPo,^n^
was Tydgenoot van Basfan. Te Augsburg, heeft hy ne'
de Gevels van twé groote Huizen in Fresko befchil-
derd:, vereeuwigd met een Loffchrift ter zyner Ee-
re. Sandrart roemd daarvan ten hoogde de goede
Vin*
-ocr page 401-
'ij2o VenetiaaKse Schilders.
Vindinge, ryke Uitdeeling', heerlyke Tekening,
treflyk Koloriet, ongemeene Natuurlykheid als of
zy in Olieverw gedaan waren, en verwonderlyke
Beftendigheid van Verwen, in zulk een' koude
Luchtftreek : daar die, welke maar 25 Jaaren gelee-
den gefchilderd waren, het tegens de zynen van 100
Jaaren Ouderdoms niet haaien konden. Hy leidde
'er de laatfte Hand aan, A°. 1561. Te Venetië,
en in andere Plaatsfen, heeft hy mede gefchilderd.
Veele oirdeelen hem hooger, ten Aanzien van 't
Vernuft, dan zynen Oom.
GIÖ-'
-ocr page 402-
VfcKËftAANSË"SCHlEU£RS«, 02t
GIOVANNI da UDINE.
DE School van Rafaël vereischte alle Soorten
van Eigenfchappen : niecs was haar noodi»-
ger, voor de grdote Werken waarmede zy beladeri
wierd.
Giovanni Nanni da Udine, gebooren AQ.
1494, in eene Stad van deezen Naairi in Frioul,
had Francesco Nanni ten Vader, wiefis onmaatige
Drift voor de Jagt de Jeugd zynes Zoons meê-
fleepte. Volgende zynen Vader in deeze OefFe-
ninge, tekende hy, als hy maar Gelegenheid had,
Evjie Deel.                    X                           alle
-ocr page 403-
§22- Venetiaanse -Schilders.
alle Gediertens af dien hy ontmoette. Om deeze
fterke Neiginge te; ondc^fteünen,' deed de Vader
hem te Fentiic','-by Giorgionc. De Loftuitingen ,
welke aan de 'Werken van Michel Afigelo en van
Rafaêl gegeeven wierden, dreeven hem wel dra
naar Rome.
C a s t fg l r o n e , Vriend van Rafaêl % door een
Brief var| Voorfchryving aangezogt, fcood hem
Jan da -Udine aan, die b.nder zyne Leerlingen
aangenomen wierd (i). Jan leidde zig byzonder-
lyk
(O Inriiek de Daghtélening bekend was, dan zoude
men beter konnen oirdeelen of J an da Udine als Leer-
ling, dan Wel als een reeds bedreeve Kunstenaar, by Rafaêl
is gekoomen, gélyk zékerlyk te vooronderflellen is : vooral
indien men niet te gelyk moet toeflemmen , dat zyne befaamdfte
Werken gr potend gels na 't overlyden van-Rafaêl zyn gedaan.
De Mens ten''.wierden toen nietr.meêr "dan jegenwoordig met
de Kunst gebooren, èn moeten behóórlyken Tyd hebben orn
de Beginzelen, en alle die onderfcheida:,(ïedeeltens der Kunst
te leeren, zig te oeffenen, en in ftaat té geraakèn van zulke
voomaame Werken uittevoeren. Zou iïren wel grootelyks
konnen misfèh, als men hem op de Helft van den Tyd waarin
Rafaêl te Rome geweest is, naamelyk'6 Jan ren", uitloopende
op A°. 1514, by deezen doet kooinen : wyl die ook Jaaren
van nooden had, eêr zo veele Werken van hem aldaar ge-
maakt waren dat derzelver Faam rond om verfpreid wierd .
De vroege OefFening van Jan in de Tékenkunde, zyn Ver-
blyf by Giorgione, brieven van Voorfcbryvens voor hem aan
Castiglione (die te betekenen fchynen, dat hy voorgedaan
wierd als een Jongman van groote Gaven, welke Rafaêl van
Dienst kbnde zyn) : dat alles febynt onwederfpreeklyk te
bewyzen, dat hy reeds bedreeven was en een' goede Behan-
deling van Penfeel had, en dus in ftaat was om zyn Voor-
deel te doen, gelyk Vafari fchryft, met den uitmuntenden
Nederlandfen Fruit- en Bloemfchilder die zig by Rafaêl op-
hield , en van den Fransfen Schryver vergeeten , dogh van ons
elders bygebragt zal worden. De groote Werken, en de
zwaare Omflag waaraan Rafaêl gebonden was, gevoegd by
deszelfs korten Leeftyd, zullen deezen ook niet toegelaaters
jiebben om Kinderen ter School', maar Mannen tot zyne
Hulpe
-ocr page 404-
V E N E T I A A N S E ScBUSIJS. 323
ivk toe, om Dieren, Vogelen, 'Vrugten, Bloe-
men, Sieraaden, enLandfchap, op een grootsfe
Maniere te fehilderen: waarvan Ky een Studie-boek
maakte, 't geen dikwyis Tydverdryf-aan Rafaël
verfchafte.
Rafaël gebruikte hem aan Kyrie Schilderwer-
ken, 't Was'Jan da Ubine, welke het Orgel
en de Speeltuigen fchilderde, die 't befaamde Tafe-
reel van Si Cecilia veriieren, 't geen te Bolpgne ge-
zien word.
Toen men de fchoone Sieraaden van Aloud
Stucco, of Pleisterwerk, in de Puiuhoopen van 't
Paleiz van Tit%s vond,tekende Jan da Udine't
met de uitterfte Vlyt af ( i ). Hy beftudeerde het,
met de greetigfte Aandoeninge ; en vond hef Ge-
heim om dergelyk Stucco te maaken , van Pleister, of
gepulverizeerden gezift ailerfchoonst Wit-Ivïarmer,
vermengd met fchoone Travertynfe-Kalk, 't welk
dat der Antieken niets toegeeft. Dit Geheim was
verlooren, en hy is daarvan de Herfteiler. Ply is
de eerste , die den regten Smaak der Grotlesken
vond (2), welke wel vrolyk en pragtig voor de Schil-
derkunst
Hulpe, aanteneemen. De Gallery van 't Vatikaan , waarin
de voornaamfle Werken van da Udine zyn, is niet vol-
tooid voor de Vertrekken van Rafaël gefchilderd, welker laat-
fte gejaarmerkt is Ap. 1517. Of de 'haliaanen ook, otn Ra-
faël
en hunne Landsgenooten te verwonderlyker te maaken,
niet veele Byzonderheeden hebben overgefiagen ; of zy mez
Voordacht, of uit onbewustheid, gelyk wy hier van den
Framfen Schryver zien , niet veele zaaken verheelden die
een gants ander Licht zouden geeven : laatenwyaan Oirdeel-
kundigen ?
(i)'Rafaêi, rnet Jan da Udine die ontdekte Sieraa-
den , vol kleene Figuurtjes en Historietjes, zynde gaan zien»
zegt Fa/im, verwonderde zig niet alleen over de Frisheid,
maar ook over de Deugd en Schoonheid die'r Werken,
(a) VolöeNS Fafctri, was Motto fa Ftltro de eerste en
X 3                                by»OBï
-ocr page 405-
324 Venetiaanse Schilder s<
derkunst konnen wezen, wanneer die verftandig en
fpaarzaam uitgedeeld , en daarvan beter Gebruik
gemaakt word dan de Romynen al by derzelver eer-
fta Vindinge onder Augustus deeden, door gantfe
Kamers met dat Soort van Grillen op te pronken,
waarin een Half-Figuur van Mens of Dier uit Loof-
werk fpruit , 't geen Fittwuius te regc zeer be-
rispt (1).
Naau-
byzonderfte, welke't Schilderen der Grottesken, of Grottisfen,
dus benaamd na de Onderaardfe Gebouwen van de Italiaa-
nen
genoemd Grotti, in gebruik bragt, en''t aan Andries di
Cofimo
leerde , die byzouderen Geest had omze met zyne
Vcrzieringen te verbeteren. Morto was een Florentyner,
quam te Rome onder Paus Alexander VI, die A°. 1492 den
Stoel beklom en in 1503 llierf. Een zwaarmoedig Mens
zynde, geneegen voor' de Eenzaamheid, ging hy geduurig
tekenen in de Ruïnen. . Daarin vond hy Verdeelingen van
Verwulften, en Vakken van Grottesken, waarin hy Lust nam
zig te oeft'enen : zulks hy zig die Maniere gants aanwend-
de , weetende de Bladeren op zyn Antieks een' Slinger
te geeven. Hy doorfnuffelde niet alleen alles wat te Ro~
me
onder de Aarde was, maar onthield zig ook veele Maan-
den te Tivoli, in de Villa Adriana, alwaar hy alle de Grot-
tesken
boven en onder de Aarde kopieerde. Hoorende, dat
in 't Koningryk Napels, 10 Mylen van de Stad Pozzuolo,
gantfe Muuren vol Antieke Grottesken ja fomniige verheven
van Stukko, uitneemende van Schoonheid waren, bragt hy
ook aldaar fommige Maanden door : tekenende alles na wat
jn die Menigte van oude Begraafplaatsfen te zien was, in Cam-
■pana
den aiouden Wegh, ook te Trullo aan de Zee, in alle
de Tempelen en Grotten onder de Aarde, te Baja en Merca-
to,
zulks hy in deeze Kunst zeer toenam. Hoorende 't Ge-
rucht der Kartonnen van da Vinci en van M. Angelo, begaf hy zig
naar Florence, om zig mede in Beelden te volmaaken : maar,
den Moed verliezende om tot zulke Hoogte te koomen ,
leidde hy zig voorts toe op Grottesken.
( 1) Die ook zegt, dat dit zo verre by de Gtooten ging, dat
nimant zyne Gebouwan meer met Historiën, befchilderd wilde
hebben.
Zoude hy zulks dan mede in onze Tydgenooten
niet hebben moeten hekelen, niet alleen ten Opzigt der ge-
fchilderde Grottesken, maar inzonderheid ook belangende 't
Zo hoog in Zwang gaande Pleisterwerk, 't geen immers te-
gens'
-ocr page 406-
Veneïiaanse Schilders. 325
Naaüwelyks zyn'er Bloemen, Vrugten ,
Vischen, Vogelen , en Gediertens, welken hy niet
verbeeld heeft op verwonderlyke Wyze ( 1). 't Is
echter zéker, dat Jan da Udine zo bequaam
niet was voor 't Hiftoriè'fchilderen, als de andere
Leerlingen van Rafaël. Elk heeft zyne natunrlyke
Begaafdheid: de zyne was nut, aan de groote Ont-
werpen zyn's Meesters.
Terwyl hy een der Tap'yten fchilderde, die
in 't Eind der Logies over Baliën fchynen te han-
gen , naderde de Paus die zyn Werk quam befchou-
wen. Een der Kamerdienaaren fchoot toe , wilde
het Tapyt opligten om zyne Heiligheid doortogt
te verfchaffen , meenende dat het een wézenlyk
Tapyt was.
D e Kardinaal Julia de Medicis, gebruikte hein
om zynen Lusthof op Monte Mark te verfieren; en
zond
geils de Schoonheid, nog 't Profyt van goede Schilderwerken
(die zelfs in Prys door den Ouderdom fteigeren, daar 't bes-
te Pleister, aanftonds na de Betaaling', geen' Duit meer voor
den Bouwheer waardig en niet beftendig is) geenerwyze in
Vergelykinge kan koomen ? 't Is dan te verwonderen , dat de
Fransje Schryver, die zo veel Oirdeel en Liefdevoor de Kunst
bezit, hier heeft konnen voorgeeven ('t welk wy evenwel
met byna 't gantfe voorige Art. veranderd hebben) dat de
Grottesken zo noodzaakelyk zyn aan de Schilderkunst.
Waaruit
fpruit dit voort: uit den aangebooren Smaak van 't Meêren-
deel zyner Landsgenooten, overgegeeven aan Grillen en one-
venredige Vevzinningen , waarmede zy zelfs den Smaak van
andere Volkeren bederven, die zig aan hunne Beuzelingen
vergaapen ?
(1) Als niet meer van die Grotteske-Werken aangetrof-
fen worden, zegt Richardjon, dan in de Gallerye van 't Va-
tikaan zyn, dan zyn zy zeer aangenaam, en konnen eenig-
fints dienen om den Geest te verinaaken in emftige Onder--,
werpen, waaraan zy ten Sieraad, dienden.
X3
-ocr page 407-
32ó Venetiaanse Schilders.
zond hem vervolgens m&r Florence, voor de Logie
der Kooplieden. Hy fchilderde 'er Grottesken, eïi
Graauwen , verzeld van Pleisterwerken , met de
Wapens van Medki^ in, 't Zqlderftuk , vermengd
met Figuuren van Kindertjes, Dieren, en Zinne-
beelden der Doorlachte Perfocnafiën deezes Huiz.
. Op zyne te Rugkoomst te Rome, fchilderde [an
da Udïne, in dè Logie van Chigi, die fchoone
ï'rieze en die Festons, vervukl met Vragten en
Bloemen van alle de Getyden ^es Jaars. VtTvol-
gens wierd hy gebruikt:> in 't Kasteel St. Angelo.
NA.de Dood van Rafa'ël, en van Leo $., Jagen,
de Kunsten te Rome in Fiaauwte, zulks Jan geene
Bezigheid meer bekoomén konde. De Pest, welke
daarop volgde, noodzaakte hem naar Udïne te kee-
ren : waar uk de Kardinaal de Medicis, Paus ge-
worden onder den Naam van Kleinern VIL, hem
>vederom te rug riep. De II. Vader ftelde hem te
Werk, met Peryn del Vaga , om in het Vatikaan
■dé Plaats ffc te verlieren die Torre di Borgia word
genoemd. Peryn fchilderde 'er de zeven Planee-
ten ; én. Jan maakte, in de Pleisterwerken, Grot-
tesken en Dieren van verwonderlyke Schoonheid .
Inde Plundering van Rome, A°. 1527^ ieed Jan
vee! , en ontvlugtte naar Udïne. Klemens VIL ,
genoodzaakt naar Bologne te wyken, keerde ver-
volgens weer naar Rome, en riep' Jan da Udïne
te rug, aan wien hy een Jaargeld gaf op 't Amt
van Riombo, 't geen Sebasiiaan bezat. Hy kreeg
Bevel, naar Florence te gaan, om de Sieraaden van
't Geftoelte in dé Kapelle van St. Laurens te fchil-
deren. De Dood dés Paus flaakte dit Werk, en hy
quam wederom te Rome. Alle Werken ïlonden
uil, zonder Hoope van Herleevinge. Dk deed
Jan
-ocr page 408-
Venetiaanse Schilders. 327
Jan nógmaal bèfluiten, naar Udine te keeren, al-
waar hy op verfcheide Piaatsfen fchilderde. De
Patriarch Grimani wikkelde hem in, om eene Reize
mar Venetië te doen. In 't Jubeljaar van 1550,
ging hy ter Bedevaart naar Rome. Vajari trof hem
aan die zig onbekend wilde houden, en verwierf
voor hem zyn Jaargeld by den Paus, 't welk de
jegenwoordige Bezitter van 't Amt van Piombo hem
weigerde te betaalen. Voorts ging hy den Groot-
hertog te Florence vinden, en verzelde denzelfden
naar Rome, na de Verkiezingè van Pius, die hem
alles toeftond wat hy vroeg ; en door herhaalde
Gunsten hem overhaalde, om eene nieuwe Logie
te fchilderen. Da Udine voltooide dit Werk te
Rome, in den Ouderdom van 70 Jaaren, A°. 1564,
het laatste zyr/s Leevens; en wilde in de Rotonde,
by zynen Meester Rafaël, begraaven zyn. Men
kend geenen Leerlingen van hjem.
Zyn e Tekeningen vertoonen Sieraaden vati
grootsfen Smaak. Hy tékendeze, met eene lugti-
ge Penne : ook heeft hy 'er gewaschen. Van zy-
ne Hand ziet men Gedachten van Rafaël, gete-
kend met O. I. Ink, gehoogd met Wit: waarvan
de Figuuren, mager en onzéker, hem zo wel doen
kennen als zyne fchoone Sieraaden doen.
Behalven de Werken van Jan da Udine,
gefchilderd in de Logies, in 't Paleiz Cbigi, in 't Va-
tikaan,
en in 't Kasteel St. Angelo, is de Logie der
Kooplieden te Florence, en alle de Sieraaden der
Nieuwe Sakristye van St. Laurens, mede van hem.
In den Lusthof van Julius de Medicis, vervol-
gens Klemens VII., op Monte Mario, zyn heerlyke
Werken van Pleister, en twé fchoone Fontynen
van zvne Uitvindinee.
X4                          I*
-ocr page 409-
'§2g Venetiaanse Schilöers.
In 't Paleiz Grimani, te Venetië, heeft hy ver-
fcheide Verzinningen gemaakt, welke de Taferee-
len van Salviati omvatten
Te Udine, voor de Broederfchap di Castello, ziet
men op eene Baniere, ëene fchoone H. Maagd met
het Kind Jezus.
Twé Plaaten yan Grottesken, zyn na deezer*
feester, in de Verzamelinge van Crozat,
BASSAN
-ocr page 410-
V^NETJAAHSE S g ü I L D E R §. 5j2|)
B A S S A N.
JAkob da Ponte, gemeenlyk genoemd Bas*
san, word aangezien als een der voornaamfte
Schilders zyn's Lands. Zyne Geboorte was te Bas».
fano,
in den Fenetiaanfen Staat, A°. 1510. Hy was
Leerling van zyrnen Vader, Francesco Basfan, en
peffende zig te Venetië, naar de Werken van 77-
tiaan en van Pamefaan. Op 't Voorbeeld deezer
groote Schilders, vernoegde zig Bassan niet met
hen natebootsfen : hy opende zig eenen nieuwen
Wegh, in zyne Kunst.. Zyne Studiën Helden hem
X s                         in
-ocr page 411-
33© Venètiaanse Schude*s.
in flaat, zig van de Historie' en de Fabelen te be-
dienen, zonder Toevlugt-tot Geletterden te nee-
men. Venetië bezat hem weinig Tyds: najde Dood
zyn's Vader&J^Keerde hy naar Basfano, alwaar hy
zyn gewoon Verblyf. hield. Deeze Stad verfchaf-
te hem verfcheide (Selegeffheeden ten Afbeid,' zo
wel als Vicenfa, Brefcia, Trevigi, en'P#, Ste-
den dien hy dikwyls bezogt. De Onderwerpen zy-
ner Schilderyen, gaande over 't Landleejyen, wa-
ren gewoonlyk getrokken uit de H. Schfifc. Hy
verkoor zalken ,^waarin de Gediertens s en het
Landfchap / zig natuurely|^ Wyze vooïdeeden :
gelyk, de'Refeen van JaWr^ de Ijraëliten in de
Woestenye, de Aanbiddingetétn 't Goude-Jialf, den
Doortogt door de Roode-zee, en dergelyken.
Als Bassan zéker Getal van Schilderyen ge-
daan had, deed -hy ze te /-
            rrkoopeR. Ti-
tiaan
maakte 'er 'zó -veel- ■Werk van'4gdat hy de Die-
ren gaande in de Arke kogt. j Hgt Pehfeel van
Bassan is vasten vet; zyn Styl ïjj|fchobn,- zyne
Lokaale-Kleuren zyn wel geplaatst-^yne jGezigten
gelukkig; en Z7n*"tandfchap-rjir^rcdrA Smaak.
Zyne Penfeelllagen zyn zo vry, en drukken zyn
Doel zo wel uit, dat men 't niet verder kan bren-
gen. Evenwel zyn 't niet anders dan Toetsfen ,
by 'fnalkanderert verzameld . zonder te fmelten :
maar ^ welke eene vërbaazende Uitwerkinge
doen (i). De Dieren heeft hy evengelyk fraai
gcfchil-
(i)DëPiles zegt, fcyne Lokaale-Kleuren behouden
Vblkoötaen hunnen eigen Aart; zyrre Vierkleuren vertoonert
eert' gvooté Frisheid en Waarheid. Zyne Kleuren hebbent
fiene verwonderlyke ■ Verbintenisfe, met die der Natuure .
£yii Landfchap k v.an heel goeden Aart, de Gronden wel
verkobren j 't Licht- en Bruin wel vérihan ; de Toetsferi
Ifêeftig ; en de Kleuren natuurlyk iii de Verfehieten maar
-ocr page 412-
VeNETIAANSÉ SCfiltDERS. g3C
gefchilderd ; en. zyne Portretten zyn volmaakt»
Van zyne Hand ziet men* te Venetië, die van ver-
fcheide Doges, van Ar'wsto, van Tas/o, en van an-
dere doorlachte Perfoonen.
Jakob Bassan heeft het Voordeel boven de
Griek/e Schilders gehad, dat hy groote Mannen in
zyne Kunst heeft können bedriegen. Annibal Ca-
ratz
, liem te Venetië koomende zien , vatte n-afirJ
een Boek, 't welk Bassan op den Muur van 't
Schildervertrek had gefchilderd. Men kan oirdee*
len, hoe volmaakt dit Werk moest zyn ( i ). Zul-
ke welgcvestigde Roem, vloog over tot aan 't Hof
van Keizer Rmlolf II. : maar , zyne geringe Staat-
zagtigheid deed hem de Eere weigeren van zig
daarnaar toe te begeeven. Zyne Afzondering . t©'
Basfano voegde hem beter: hy genoot 'er eene
goede Lucht, en eenen Tuyn welken hy Vermaak
nam te queeken. Onder de Planten deezes Tuins,
plaatste hy fomtyds Serpenten, en andere Gedier-
tens, zo kunstig op Bordetjes gefchilderd, dat zy
den Aanfchouweren verraschten. Zyne Kunst, zy-
ne
dikwyls te Zwart op den Voorgrond, hoewel het fchynt dat
hy, hiermede, de Eigenfchap van de Helderheid der Voorwer-
pen te baat' heeft willen koomen. Hy heeft veele Nagtver-
beeklingen gefchilderd. Zyne aangenome Gewoonte van fter-
]te Schaduuwen te maaken, kan ook veel toegebragt hebben-
om hem dezelfden ontydig te doen gebruiken , in de Onder-
werpen van een helder Daghlicht. Zyn Penfeel is vast en
tyvig, en met zo veel beleid behandeld, dat nimant (van de
Italiaanen) met zo veel Kunst en Naauwkeurigheid de Dieren
heeft gefchilderd.
(i) De Pi les zegt (en mogelyk zou 't ook in Neêrland
toetepaffen weezen) , ik weet niet of veele zyner Stukken in
Vrankryk zyn : maar, die weet ik, dat in de geenen. welke ik
in de Kerken te Basfano gezien hebbe, zulk een Frisheid en
Luister doorftraald, welke my zo ongemeen is voorgekoo-
laen, dat ik nergens dergelyke hebbe gezien.
-ocr page 413-
332 V E N;E T I A A N S E S C H I L D E R S.
ue perfooneefe Verdiensten , verwierven hem 't
Bezoek van veele groote Heeren. Zyn Huiz was
de t'Samenkooms.t der Kunsten, vooral der Mufiek,
welke hy volmaaktelyk verftond. Venetië bezat hem
dikwyls: hy zag 'er twé zyner Zoonen, die zyne
leerlingen waren.
Bas san vermydde 't Naakt in zyne Taferee-
len. Gewoonlyk bedekte hy, door ee'nige Kleedy',
de Uit-eindens zyner Beelden. Dit deed gelooven,
dat hy geene Handen nog Voeten kon tekenen :
echter geeven eenige zyner Schilderyen te kennen,
waarin die uitterlyke JDeelen wonderbaarelyk ge-
vonden worden, dat hy zulks deed om te vaardi-
ger voorttegaan. Aan Bassan ontbrak meer Edel-
heid, mëêr Verhevenheid van Gedachten , meer
Geest en Juistheid (i). 'Zyne Kleedyen waren van
't gemeen Gebruik,en van vry flegte Verkiezinge.
De
(i)De Abt de Boze, die zyn Koloriet zo zeer pryzt dat hy
't betoverende Kleuren noemd , welke zyne Schilderyen doen
roemen en beminnen onaangezien de Feilen waarvan zy ver-
vuld zyn, drukt zig dus gemaatigd niet uit (hoewel hy ook
in 't Schilderkundige, ongeacht den Overvloed zyner Rede-
neeringen, niet zeer aiuh'entyk is) wanneer hy zegt ,, dat
de Schilderyen van Bassan van uitfpoorige Misflagen ,
„ zo tegens de Tékeninge en Schikkinge als tegens de Poeë-
., tife-
en Schilderkundige■Ordimnfiè overvloeijen ". De Pi-
ies
(waarby vry wat meer Pit zit) na gezegt te hebben, dat
hy in 't Verheelden van Herders en Veldgezigten uitmuntte,
voegd 'er by ,, indien in deftige Gefchiedenisfen, welke hy
„ niet dikwyls ondernam, hetSierlykeen 't Edele zodanig niet
„ gezien worden als wel te wens.fen zoude zyn , zo vind men.
„ ten minfte daarin veel Kragt, Frisheid, en Waarheid ....
,', Hy was juist van Omtrek ". Dit laatfte moet echter met
Onderfcheid verftaan worden. Du Fresnoy, die zynen Aart van.
Schilderen geringer en minder oirdeeld dan dien van Tin-,
teret,
zegt eenvoudig dat hy fiegter dan Tintorei: getekend:
heeft: dat zyneO.rdinanfiën, en Tekening, niet zeer fraai zyn
geweest.
-ocr page 414-
\f enetiaanse Schilders. 333
De Dood nam deezen grooten Man wegh, A°i
J592, ten Ouderdom van 82 Jaafen. Hy is begra-
ven , in de Kerke van St. Franfiskus. Zyn Leevens-
wyze was altooz geregeld. Zo liefdaadig was hy j
dat zyne Huizvrouw hem deswegens dikwyls be-^
rispte. Op zyn Doodbedde zeide hy, dat hy, op
nieuw niet konnende leeren, en maar beginnende
het wonderbaare der Schilderkunst te befpeuren ,
nu zag hoe moeijelyk het is de Volmaaktheid dee-
zer Kunst te bereiken.
De Tekeningen van Jakob Bassan zyn zeer
ruuw i en zeer onvolkoomen. Van 't Meerendeel
is de Omtrek, gelyk ook de Schaduuwen , met het
Penfeel gedaan. Andere zyn met Zwartkryt, lug-
tig gewaschen mét O. I. Ink, of met Roet: dik-
wyls vind men 'er Krayon in. Eenigen ziet men
gewaschen , waarvan de Omtrek met de Penne is :
niets is 'er juist in nog wel overgebragt, en derzel-
ver Omtrekken zyn by de Tast. Men kan zig in
Bassan niet vergisfen, aan zyne Boersfe-Beelden,
waarvan de Koppen, de Handen, en de Tooizels
hem eigen zyn. De Kleur, in alle zyne Tekenin-
gen verfpreid, is dat geene 't welk men het meest
moet aanmerken.
T e Basfano ziet men, in 't Klooster van St. Fran-
fiskus,
eene H. Maagd met het Kind Jezus , St.An-
toni
de Abt, en St. Franfiskus. In St. Jeronimo, eene
Vlugt naar Egypte. In de Lambrisfeering' der Ka-
mers van 't Stadhuiz, heeft hy in 't Graauw gefchil-
derd alle de Kunsten; en in de Gerichtszaal', eene
Sufanna, de Overfpeelige-Vrouw, de Macchabeen
koomende uit de Vlammen voor Nabucbodonofor;
alsmede, eene H. Maagd in Fresko, en eene ande-
re met St: Rochus in Olievqrw'. In de klyne Kerk
van 't Kasteel, eene Geboorte; en in de Kerk va»
-ocr page 415-
334 Venêtiaanse Schilders.
St. Franfiskus, eenen St. Jan zittende. Voor de
Vaders de He Gratie, het Tafereel van St.Valentyn.
ÏB de Kerke van S\ Katharina , St. Maarten te Péérd.
: T e Venetw, by de J'ezuïten, vind men S>. P/#m*
tn St.Pauhs ; en te ÓY. Giorgio Maggiore, eene
groote Geboorte, met de Herders, die verlicht wor-
den door de Straal en van 't Kindje. ln S* Mam
Maggiore, de Dieren gaande in de Arke 5 en de vier
3aargetyden,veel klynder,geichaard op de Piiaaren
der Kerke, in form van Gallery, benevens veel an-
dere hédendaaghfe Schilderkunst.
T e Vicenza ziet men, in de Kerke der Bombar-
diers, het Tafereel van St. Eleutherus. Op 't Hoog-
autaar der Vaderen van St'. Rochus, den Heilig ge-
neezende de Pestzieken , en om hoog eene H.
Maagd, ftygende ten Hemel, met Engelen om-
ringd. In de Raadzaal', heeft hy de H.Maagd ge-
fehilderd, onder een Verhémeke ; en aan haare
Voeten twé Stadsbefluurders, hebbende ter eenre
Zyde hunne Lievrybedienden, en ter andere hunne
Hapfchaaren die de Gevangenisfe openen.
T E Brescia, in 't Koor der Jezüiten, ziet men
de Pasfië in negen Tafereelen. Te S\ Afra Dei
Rochetini
, St. Apollonius onder menigte Figuuren.
In de Sakristye der Domimkaaneren, de vier Jaar-
g'etyden in 't klyn. In 't Kollégie der Edelen, een
Tafereel van St. Antontus den Abt.
Te Padua, in 6'<? Maria in Vanzo, eenen Kristus
ten Grave gedraagen.
T e Trevigi, in de Kerke Allerheiligen, St. Fabia-
nus
met St. Rochus en St. Sebastiaan ; en in die van
St. Paulus , een Kruisfifix met de H. Maagd, St.
fón%
en St. Jeronimis.
IN de Gallerye des Hertogs van Modem, deri
Samaritaan 5 ApèMo en Marjyas.
-ocr page 416-
Venetiaanse Schilders. 335
In die des Groothertogs, eenen St.Stefanus.
By den Hertog van Parma, den Lazarus, een
zeer fchoon Stuk; en eene Geboorte, een Nagc-
ftuk, met groote Tegenwerkingen van Licht,
Te S? Maria Maggme van Bergamo, worden in
't Verwulft van 7t Koor vier Ronden gezien : zjft»
de de Boodfchap, de Geboorte, 't Bezoek, en de
Voorilelling in den Tempel. ■ • ■••■.'.:.
Jn de Gallerye van 't Aartbisfchoplyk i aieiz te
Milaan, eene Geboorte.
In die des Prins fe , te Turyn, een Landureek;
met Veeweiders.                                     
Voor Keizer £»?# f/., fchilderde hy de twaalf
Maanden van 't Jaar, de vier Elementen, en de
Taargetyden.
Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der jtyfcz, zyn
de Af beeldzeis van Jezus en Marfa op een Pede»
ftal St. Rochus en St. Jan de Dooper aan de Zy-
den'; alsmede de eige Afbeeldzels , met & Am,
ni
dèn Kluizenaar, en eenen H. Bisfchop, St. Jero-
mms , Jezus Krïstus
zyn Kruiz draagende.
In 't Kabinet van den Koning vanVrankryk, ziee
men Jezus Kristus in 't Graf; Jezus Kristus, zyn
Kruiz draagende ; de Geesfeling ; de Geboorte;
Noach doende de Arke bouwen, en daarin de Ge-
diertens gaan; vier dubbelde Tafereelen; Noach ci-
ferende; de Bruiloft van Kana ; den Zondvloed; de
Reize van Abraham ; de Emausgangers j en 't flaan
der Rotze.
D e Herzog van Orleans bezit, van B a s s a n , t
Portret eens Gryzaarts, halverlyf, en in 't Zwart
gekleed ;Sf. Jeronimus voor een Kruisfifix ; de Befny-
denisfe onzes Heers; 't Portret van BAssan , Leeven?
groot en dat zyner Vrouwe houdende een Boek.
In 't Hotel van Thouhufe, yier Stukken boven
Deu*
-ocr page 417-
33<5 VénétiAansè SchhöEks.
Deuren : naamelyk, een Oogst met Boeren en
Vrouwen ter Tafel; een Landfchap met veele Fi-
guuren; Mensfefl die Slaapen gaan; en 't vierde }
is een Keuken.
De Sadelaars, Wischer, J. Treeft \ L. koster-
man, Scalberge
, van Kesfel* Krispyn vander Pas,
Boel, Kilian, Matham, Coelemans,
en anderen heb-
ben na Jakob Basfan gegraveerd.
Frmcesco FranCesco en Leander Basfan, zyn de be-
Basjan. qimir)ft;e der vier Zoonen van Jakob Bas san.
Francescó, de Oudfte, heeft zynen Vader by na ach-
terhaald. Hy begaf zig naar Venetië, met zyne
Huizvrouwe ; en verkreeg zödanigen Naam , dat
hy in 't Paleiz van St. Markus om ftryd arbeidde,
met Titiaan en Paulo Veroneeze.. Van Tyd tot Tyd
quam zyii Vader zyn Zolderftük zien : die in de
eene Hand een* Spiegel nam, en in de andere een
Rysje , om hem te doen verbeteren wat hy noodig
oirdeelde. Zyne al te groöte Arbeidfaamheid deed
hem zodanig in Droefgeefligheid Vervallen, dat hy
geduurig waande zig van Dieflyders gezogt te zyn:
3VIëenéhde eens dat men hem vatten wilde , wierp
hy zig uit het Venster , en ftierf op den eigen
Stond, A°. 1504, oud 44 Jaaren.
Leander Leander bleef te Basfano by zyn Vader, en
Basfan. qUam £e ygföfó jen Doge Vanieto fchilderen. Ee-
ïiigen Tyd woonde hy by zynen Broeder Francefcoy
huuwdé'er, en maakte verfcheide Tafereelen voor
Kerken. Hy muntte uit, in 't Portretteeren. Na
de Dood Zyries Broeders, quam hy deszelfs begon-
ne Werken opmaaken. Hebbende den Doge Gri-
mani
gefchilderd , wierd hy Ridder van St. Markus
gemaakt (1). Men gaf hem verfcheide Onder-
wer-
(i)Dk Vader moet insgelyks Ridder zyn ge weeft. Wy
heb-
-ocr page 418-
VenetïAanse Schildees. 337^
xverpen van Hifloriè', vervuld met Portretten, ia'
de Zaale van den Raad der Tienen,'.' Keizer Rudolf<>
Vernoegd over verfcheide Portretten>. dien Leander
hem gezonden had, deed hem een' Goode; Medailje
met zyn 4ft>eeldzel ten Gefchenk." De droefgees-
tige Gefteftenis van onzen Schilder , dreef hem toe
het behandelen van Speeltuigen^ Hy beminde Ver-
fpillinge, ën fpyzde met zyne Leerlingen, dien hy
de Spyzen: vooraf deed proeven , dugtende Ver-
gif. Na jeene langciuurige Ziekte , flierf hy te
Venetië, A°. 1Ö23, oud 65 Jaarên»
D e twé andere goonsyan JajjÉqb |$Assjfcfc * die mede Jan-Bat+
zyne Leerlingenw^Egn.twierde»gen6em.^ Jan-Bat-1^* en
tist en Jkonimo. Zrhèbbefi'TSÏg bepaajd tot het CJ^
kopieeren Jder Schilderyen hunnes Vadefjs, en de-
zelfden vefmemgyuldigd.
hebberi een Tafei;e|l van hein bezeetën," goed-nfc zyne Ma-
niere van Hiftoriéfthilderen , zynde een' Btfpotttnge Krijlij, v
gemerkt Giatomo 'm Ponte Basfano, Eines.
£êrjl? DeÏÏ,
TIN,
2
-ocr page 419-
33$ Venetiaanse Schild e ks,
TINTORET.
DE waare Naam deezes Schilders, is Jahb Ra»
busti:
zyn Vader was een Verwer, en dit
gaf hem den Bynaam van Tintoret. In den Jaare
1512, wierd hy te Venetië gebooren. Weinig
Tyds had hy 't Onderwyz van den grooten Titiaan: die
beducht wierd van zynen Leerling overtroifen te
zullen worden, en 't Middel vond om hem uit zy-
ne Schoole te doen vertrekken. Zonder den Smaak
van M: Angelo, en de Werken van Titiaan , uit
het Oog'te verliezen, bleef Tintoret zyn eige
Mees-
-ocr page 420-
Venetiaanse Schilders. 33$
Meester (1): hy kopieerde 't Model, en raad-
pleegde de Antieke Standbeelden.
Tintoret is't vrugtbaarste Venuft, 't welk
wy in de Schilderkunst gehad hebben. Terwyl zy-
ne Kunstgenooten (J. Salviati, Frederik Zucchero,
Paulo Feroneez)
bezig waren elk een' Tekening te
maaken, tot een Tafereel voor de Konfreerie van;
St. Rochus 't welk beileed zoude worden aan den
beften van hun vieren , bood Tintoret, in fr.ee
van de zyne , het Tafereel op zyn' Plaatsfe gefteld.
gants voltooid aan ; en fchonk het de Konfreerie,
toen deeze zig daarover verfbord hield en zeide
dat zy eene Tékeninge en geen Schildery ge-
eischt, nog hem 't Werk aanbefteed had. Even-
wel deeden de andere Schilders, verbaazd ftaande,
Recht aan de Verdiensten zynes Werks: zy noem-
den hem den raazenden Tintoret, een BHxetn van 'e
Penfeel
De Broederfchap nam het dan aan, leidde
hem een Jaargeld toe, en alle de Werken die voor
hunne Schoole ( 2 ) moesten dienen.
Zo
(1)  Getroffen door die onverdiende Behandeling' van
Titiaan, zegt Felibien, nam hy zo veel te fterker en edel-
moediger Befluit* om zig in de Kunst optebeuren : zyn Ge-
voeligheid tegens den zelfden, belette hem nietdeszelfs Ver-
diensten te kennen en te achten. Hy befloot te ftudeeren na
de Tafereelen van Titiaan , voor 't Koloriet; en na de
Standbeelden van M.Angelo, die voor-den Vader der Te-
kenkunst geacht wierd. Men zegt zelve, dat hy zig daar-
van eene Wet maakte, en die ter zyner geduurige Erinne-
ringe op den Muur zyn's Schüdervertreks fchreef, met dee-
ze Woorden, II difègno di Michel-Angdo, el colorito di Ti-
tiano.
Was 't niet een verltandige en de beste Wraak',
Welke hy tegens eenen Benyder en Verdrukker konde nee-
Uien ?
(2)  Of Kamer der Broederfchap. Deeze is de Verzamel-
plaats der Kunftminnaaren , en der Vreemdelingen ; inert
fteld'er de nieuwgemaakte Werken der Fenetiaanfe Schilders
tcn toon',
Y s
-ocr page 421-
340 Venetiaanse Schilders.
Zo zeer beminde Tintoret zyne Kunft, en zyfï
Geeft was zo leevendig, dat hy dikwyis voorfloeg,
groote Werken voor Kloosters te fchilderen , alleen
voor de Onkosten der Verwen (i ). Somwyien heeft
men hem gezien, enkeld om zig Bezigheid te
geeven , zonder eenig Inzigt van Loon , Schia-
•vone
en andere Schilders aan hunne Werken
helpen. Een Tafereel 't welk hy aan de Brug Rial-
to
ten toon ftelde, wierd zo fc'hoon gevonden, dat
Titiaan het aanftonds quam zien, en in Weêrwille
van zyn' Na-iver niet kon nalaaten het te roe-
men.
Zo dra Tintoret preuven zyner Bequaamheid
had gegeevën in de Schoole van S. Markus , ge-
bruikte de Senaat hem in de Groote-ZaaL- van den
llaad, en hy fchilderde het Laatfte - Oirdeel in die
van 't Scrulinïo.
D E School van St. Rochus, welke hy vervol-
gens ondernam en gegraveerd is , bragt hem jn
zodanigen Roem , dat alle de Schilders hem ten
Model namen. De grootsfe t' Samenftellinge zyner
Tafereelen , evenaard daarin de Gemoedsneiginge
der Figuuren; en de wonderbaarlyke Kragt vind zig
daarin verzeld, van de Nadruklykheid.
GEDUURENDE't Verblyf van den Hertog van
Mantua te Venetië, ging deez Prins dikwyis Tin-
toret zien arbeiden. Hy deed hem verbeelden,
in tien Tafereelen, de Heldendaaden van Francesco
Gonzaga.
De Schilder quam dezelfden te Mantua
plaats-
(i) Dit luid wat te veel naar Grootfpraak', fchoon zo ge-
liefd van den Schryver, dat hy 't nog pragtiger by Paulo Veronees
herhaald. Kon Tintoret daarin geene eerelyke Bedoe-
linge hebben, hem mogelyk noodig ter Handhavinge tegens
Titiaan, om alle Middelen ter Hand te vatten van zig be-
roemd te maaken ?
-ocr page 422-
Venetiaanse Schilders. 2+4
plaatsfen: daar de Hertog hem niet beweegen koa
zyn vast Verblyf te neemen, zulks hy weer naat
Venetië keerde. Straks deed de Senaat hem , mee
Uitfluiting' van Titiaan en van Jozef Salviati, in de
Zaale van 't Scrutinio, de befaamde Overwinning©
fchilderen, op de Turken behaald in den Jaare 1571.
Deez nieuwe Blyk, van zyne gelukkige Vaardig-
heid , kostte hem niet méér dan een Jaar tyds.
Toen Henrik HL, Koning van Polen, over Ve-
netië
quam, fchilderde Tintoret het Portret dee-
zes Monarchs. Onder 't Gevolg des Doge had hy
zig in den Bucentaurus begeeven, daar hy den Vorst,
terwyl zig deez in dat Vaartuig op Zee vermaakte,
gekryonneerd had : waarna hy 't Vervolgens in 't
groot bragt. De Koning beloofde toen,het na zig
van hem te zullen laaten opmaaken. Hy muntte
uit, in dit Gedeelte der Schilderkunst. Vafter en
ftouter in zyn Werk zynde dan Paulo Veronéfe,
fchoon hy aan deezen moefh toegeeven ten Aanzien
der Bevalligheeden en der Rykheid van t' Samen-
ftellinge ( 1), fchilderde hy in eens op. Zyn on-
vermengde Verw deelde hy uit, met een' Stoutheid-
zonder Weêrgaê;en bewaarde zig zeer fris, zonder
verder aangeraakt te worden. Een fchoon Vuur
verhief zig in zyne Denkbeelden. Zyne ongemee-
ne Gedachten waren altooz verzeld , met eenen
groots-
te 1) Was dit een Gebrek in hem, die ook reeds zyne Ma-
nier' had toen P. Veroneez gebooren wierd ? Volgens de Ge-
dachten van de Piles, koomen de Naakten , in zyne befte
Werken , heel na aan die van Titiaan; en zyn van een1 be-
ter Aart, naamelyk getrouwer en vleeziger gefchilderd, dan
die van Paulo Veroneez. Volgens Dn Fresnoy, heeft hy Stuk-
ken gefchilderd, niet minder in Schoonheid dan die van Ti'
tiaan:
zyne Kleur, en al wat daarvan afhangt, is verwon-
derlyk.
Y3
-ocr page 423-
|4£ Venetiaanse Schilders.
grootsfen Smaak van Koloriet, en met Standen
verbaazend' wegens de Uitwerkinge. Een Oploo-
pendheid , waarvan hy geen Meester was, heeft
hem zeer gemeene Tafereelen doen fchilderen :
niets is aan zig ongelyker , dan hy. Te FenetïS
geide men, dat hy drie Penfeelen had:" een van Goud,
een van Zilver, en een van Yzer; en dat hy ze
volgens zyne Grilligheid (i ) gebruikte. In zyne
Onderwerpen van Godtsdienfligheid , waren de
Beweegingen zyner Beelden al te geweldig , en
ibmtyds zelfs niet zeer betaamelyk ( 2).
T int ore t was niet baatzugtig ; hy arbeidde
voor deEere, en om zyn wyd-uitgeftrekt Vernuft
te voldoen. Uitfleekend opmerkend zynde, floot
hy zig op in 't afgelégendfte Deel zyn's Huiz : al-
daar onderzogt hy de onderfcheide Uitwerkingen
van 't Licht > en flelde 'er zyne Tafereelen t' fa-
men
(r) Annibal Carats , te Venetië zynde, fchreef aan zyn*
Neef Lodevoyk, dat hy Tintorbt bevonden had, dan even-
gelyk met Titiaan en dan verre beneeden Tintoket zelfs.
(2) De Pir.ES zegt, de Vaardigheid zyner Inbeeldinge
belette dikwyls de Zékerheid zyn's ömtreks. Zyne Beelden
fchikte hy zodanig, datzé eerder dienen tot de Beweegiïtgv
welke, hy aan 't Geheel wilde geeven , dan overeenkoomen
jnet de Natuureen de Waarfchynlykheid : hoewel 't, in fom-
mige Gelegenheedeo , hem daarmede gelukt is. Zyne Hoof-
den zyn naar een' grootsfe Maniere getekend: maar 't is
zeldfaam , doordringende Hartstogten daarin te zien. De
Noodzaake van 't Licht- en Bruin heeft hy verftaan, en dit
doorgaans te Werk' gefield door groote Uitflippingen van
Lichten en Bruintens, die zig redden , en 't eene van het an-
der doen voorkoome.n of wyken door hunne Tegenflellin-
§e, waarvan de Oirzaake voorondeifteld word buiten het
'aiereel te zyn: 't welk een kragtig Behulp is in groote Or-
dinanfiSn, wanneer 't Beleid't welk daarin gehouden word
jnet Verfland is gepaard, en de uitterfte Bepaalingen niet te
yerre zyn afgefneeden. Zyne Lokaale-Kieuren zyn goed,
-ocr page 424-
Venetiaanse Schilders. 34.3
men , op verfcheide Modellen welken hy fomwyl
aan den Zolder ophing. Nimant anders dan zyne
Leerlingen , vvierd by hem ingeleid terwyl hy ar-
beidde. Hy deed zyne Schilderyen nooit zien,
dan na zy voltooid waren. Zyne Kunst maakte
hem niet eigenzinnig: van Geleerden bezogt wor-
dende, wist hy met Verfland het Gezelfchap te on-
derhouden.
Nederlandse-Schilders toonden hem eens
Koppen, met groot Geduld getekend. Tintoret
vroeg hen, hoe veel Tyd die aan hen hadden ge-
kost? Zy bekenden, vyftien Dagen. Toen nam
hy een Penfeel, gedoopt in Zwart, en maakte in
vier Slagen een Figuur , gehoogd met Wit: zeg-
gende met een', zie hier hoe wy Venetiaanen een
Figuur tekenen. De Nederlanders flonden verbaazd,
en.gevoelden de gantfe Kragt der Berispinge (1).
Het
( i ) 't Zullen 'er ook Nederlanders na geweeft zyn, g€-
lyk 'er altooz gevonden worden: Bloedbeulingen, als over-
al, inzonderheid onder de Itdliaaneri, met Menigte zyn, al
arbeiden zy juist geen vyftien Dagen over eenen Kop. Men
kan ligt befpeuren, dat dit een Hiftorietje is , uitgevonden
om den Venetiaanen te verheffen, en de Uitvoerigheid te be-
fchirnpen welke onder den Néderlanderen tot B uiten fpoorig-
heid toe gedreeven word. 't Mag dan tegens zulke Marte-
laaren dienen, welke geen' andere Verdiensten hebben dan
den V!yt dienze aan 't dommelen hunner Tekeningen, en aan
't Likken van laffe Tafereelen toebrengen: maar moest gee-
nerwyze op den gantfen Land - aart fpatten, en te gering ge-
weeft zyn voor den hoogen Smaak des Fransfen-Scbryvers om
hier wederom opteftooven, die liever zyne Landslieden van
dien Tyd ten Voorwerp der Befpottinge had konnen; Hel-
len. De Venetiaanen konnen immers niet pretendeeren,
dat hunne Bequaamheid zo hoog gegaan is oin den Ne-
derlanderen
een Figuur te leeren tekenen; en Tintoret
zelfs, hoe veel Achtinge hy verdiend en hoe zeer hy met
het Penfeel konde fpeelen , was daarin de onnavolgbaare niet.
Fieter jiertjen,. Maarten Heemskerk, Frans Floris, Goltzius,
enz., die zyne Tydgenooten waren, zouden 't hem wel ge-
Y 4                          tooad
-ocr page 425-
t
344 Venetiaanse Schilders.
Het Geval, 't welk hy met Jretyn had, ver-
diend bygebragc te worden. Deez befaamde Schry-
ver was Vriend van Titiaan, en aan Tintoret
jniet gunftig, van wien hy in verfcheide Gelegcn-
lieeden quaad had gefproken. Tintoret verzogt
hem daarop tot zynent, om hem te portretteeren.
dretyn nam het aan,quam,en gïagvoor hem zitten.
ïn fleê van 't Palet aantegrypen, trok Tintoret
■van onder zyn Kleed een Piftool uit, met Scherp
gelaaden. Dit verfchrikte den Hékelfchryver zo-
danig, dat hy riep wat wiljedoen? Ontflelje niet,
zeide onze Schilder: 't is om je de Maat te nee-
men. Daarop begon hy hem te meeten, van 't
Hoofd af tot de Voeten toe. Je hebt net (zeide
hy), twé en eene halve Lengte van myn Pistool.
Aretyn begon daarop te grimlachen, zeggende je
bent een Snaak': dogh gedroeg zig vervolgens om»
zigtiger met hem , en wierd zyn Vriend.
Zédiger dan zyn's gelyken /weigerde Tin-
toret den Ridder-orde van St. Michiel: ziende,
hoe gemakkelyk Henrik III deeze Waardigheid
weghfchonk. Een Tytel houd op met imant te
eeren, als die verfpild word aan Volkje dat geene
."Verdiensten bezit.
Tintoret leefde 8a Jaar, en ftierf te Venetië, •
A°.i594. Men begroef hem te S* Maria del Hor-
lo,
en vereerde hem met een fchoon Graffchrift.
Tintoret heeft veele ruuwe Tekeningen, en
zeer
toond hebben, al was hy daarvan niet al bevoorensovertuigd
geworden van Jan van Calcker , en andere Neêrlanders by Ti-
tiaan:
of zoude deTwéfpalt, die tusfen hem en den laatsge-
noemden en dus met die Neêrlanderen Avas, of de Roeia
welken deeze behaalden en de Na-iver welke deswegens
den Italiaanen bekroop, geen' Gelegenheid tot dat Historiet-
je konnen gegeeven hebben ? 't Vordere zal de rolgends
iVte (2) doen aanmerken,
-ocr page 426-
Venetiaanse Schilders. .34.$
zeer weinige uitvoerige gemaakt. Daar zyn'er met
Zv/artkryt , zonder Artfeeringen nog Wasching,
gehoogd met Wit, aangeduuwd in de Sehaduu-
wen door eenige fiere Toetsfen. Andere hebben
den Omtrek van 't Penféel, gevvaschen met Roet
of met O. I. Ink. Tintoret zal zig altoo? laa-
ten kennen, aan de buitengemeene Standen zyoer
Figuuren, dikwyls onnaauwkeurig ( 1) ; aan zyne
byzondere Hoofden; aan zyne Kleedyen, t' famen*
gefield uit klyne Plooijen. Een verwonderlyke
Kleur heerst'er in. •
Te Venetië, ziet men in de Kerke van S] Maria
delHorto,
de Aanbiddinge van 't Goude-Kalf; hec
Laatfle-Oirdeel ('z ); en, op het Orgel, eene Voor-
ftellinge in den Tempel. Te ft Maria Zebenigo,
heeft
»
(O Zyn Omtrek is van den zuiverden niet, zegt du Fres-
noy.
't Een en 't ander Getuigenis, geef: echter geen on-
voordeelig Merkteken. van zyne Tekening', die zékerlyk
VJV goed voor een' Venetiaan is.
( 2 ) Van Mander zegt , volgens Vafari .,„ van wondere
zeldfaaine Inventie,.vol verfcheidene Figcruïen van aüer-
![-ly Ouderdom enSexej een Inventie en Ordonnanfie, die
'„ een byzonder uitneemend Schildery zoude geweeft hebr
,', ben, indien zy met maatige en vcrltandige Tékeninge be-
leid was geweest, en indien de Schilder zulk acht gegee-
" ven had pp ider D.eel gelyk hy op 't Geheel gedaan heeft.
" Als men het aanvangiyk fchielyk koomc te zien , dan
" ftaat men daarover verwonderd : maar, wanneer men 't
" Stuk^gewyze , en Deel voor Deel, met Opmerking be-
" fchouwd , dan fchynt hel: uit Malligheid gefchïlderd ".
Wil men nader Befcheid van zyne Werken hooren ? De Piles
zegt nog dat zyne Beelden byna alle te overmaatig zyn in
Tégenwerkinge , en dikwyls buitenfpoorig in Verngtinge.
Evenwel zonderd die daarvan zyne Vrouwen uit (fchoon dit
niet zo hard te roepen zy) welke hy bevallig genoeg ge-
fchilderd heeft. Du Fresnoy gaat verder , en zékerlyk te
verre wanneer hy zo maar heen' algemeenlyk zegt, dat zy,-.
ïie Ordinanfiën, Kleedy, en Bywerk, wanyoegelyk zyn,
Y5
-ocr page 427-
34.6 Venetiaanse Schilders.
beeft men de Bekeeringe van St. Paulus , op het
Orgel; en de vier Evangeliften , van Binnen ge-
fchilderd. Te la Carita, eene Afdoeninge van 't
Kruiz ; en eenen Mozes in de Woeftenye, in 't
Heiligdom van St. Jozef. De Kopere SlAng , is
in de Kerke van St. Sikester. In die van St. Filip-
pus ,
de vier Evangelisten in 't Zolderfl.uk; en, op
h Autaar , eene Groetenis, Kristus in den Hof des
Olyfbergs, en een Nagtmaal. In de Schoole van
St. Markus , vind men vier Tafereelen der Hifto-
xiè" deezes Heiligs : onder .anderen, de Geneezing
des Dienaars. In de Schoole van St. Rochus, de
Heilig bezoekende en geneezende de Zieken ; een
ander Onderwerp van St. Roclm; onze Heer aan
't Badwater, geneezende den Geraakten; de Kruisr
figing' een zeer fchoon Stuk; en onze Heer, neêr-
daalende met.veele Engelen, om* St. Rochus bene-
vens de andere Figuuren behe.en te ontfangen ,
■welke de overige Schooien van Venetië verbeelden.
Maria-Hemelvaart , gefchilderd in den Smaak van
PaubFeroneez, is by den Vaderen van 't H. Kruiz yen
dè Bruiloft van Kana, in hunne Eetzaal. In de Kerke
van St. Piet er, vind men't Bezoek van Se. Elizabét.'
Onder de vyf Tafereelen, door hem aldaar
gefchilderd teTrinita, zyn verwonderlyk,:de Adam
en Eva
in Verzoekinge gebragt door de Slang', en
Kaïn doodende zynen Broeder Abel: verbaazende
Studiën heeft hy daarin gedaan, naar de Natuure.
In 't Hertoglyk Paleiz, heeft hy verbeeld, het be-
faamde Paradys; de Overgaave der Stad Sara; Kei-
zer Barbarosfe gekroond door Paus Adriaan 1F,
met verfcheide Kardinaalen en Fcnetiaanfe Edelen,
waaronder men 't Mufiek des Paus ziet; en de ge-
melde Keizer, van. den Paus in den Ban gedaan, met
menigte Naakten en zeer welgedaane Portretten.
-ocr page 428-
Vénetiaanse Schilders. 347
In Se. Af ra Bei Rochettini, te Brescia, ziet men
op't Hoog-aütaar eene Bergverheerlykinge, 'van
zynen goeden Tyd.
.- T e la Croce, in Milaan, heeft hy eene Se. Bar-
bara
met Seè Helena gefchilderd ; en te San Cario Dei
Zalzi,
de Drie Apostelen: St. Jndries, St. Pieter,
en St. Pauhis.
In de Gallerye van 't Aartbisfchoplyk Paleiz te
Milaan, de Overfpeelige Vrouw; en Kristus onder
de Leeraaren.
I n de Kerke van St. Franfishis , te Genua, den
Doop van St. Jan , van verbaazend Kolariet.
T £ Lucca ziet men, in de Kerke van St: Maar-
ten,
een zeer fchoon Nagtmaal.
De Koning van Spanje heeft geplaatst, in deSa-
kristye van 't Klooster van 't Eskuriaal, onzen Heer
waschende de Voeten zyner Apostelen; in de Eet-
zaale van dat Klooster, Esther in Onmacht voor &«•
mng Asfueems. De Beelden deezertwé Tafereelen,
op Doek gefchilderd,zyn Leevensgroot,en houden
verdienftiglyk den Roem hunnes Maakers ftaande.
By den Groothertog van Toskaarte, te Florence, •
ziet men het Portret van Sanfaviha: ,
In de Gallerye des Hertogs van Modenay zyn
twé fchoone Tafereelen.
De Verzameling des Keurvorsts der Baltz', te
Dusfeldorp, vertoond een' Kruis figin'g met menig-
te Figuuren; eene Groetenisfe ; en een Portret,
met een Gouden-Keten om den Halz.
IN 't Kabinet des Konings van Frankryk, ziet
men 't Portret een's Mans, houdende een' Neuz-
doek ; dat van eene Venetiaanfe ; Sufanna met de
Boeven ; 't Portret een' Mans, genoemd Langhaard;
Magdaleena aan de Voeten van J. K., by Simon den
Fanzeen; de Emausgangers j eene Afdoeninge van >
'tKxuiz;
-ocr page 429-
348 Venetiaanse Schilders.
't Kruiz; en 't Martelaarfchap van St. Markus.
Men ziet, in 't Paleiz Royaal, het Portret van
Henrik HL ; dat een's Mans, leunende op een Ge-
bedebankje; eene Voorftellinge in den Tempel ;de •.
Overtuiginge van St. Thomas ; een Konfiftori; eene
Afdoeninge van 't Kruiz; Titiaan en A^etyn, twé
Ovaale-Portretten, malkanderen aanziende; de Her-
togen van Ferrare, Vader en Zoon ; Herkuks van
Juno gezoogd; en eene Leda , in. een Kamer.
De befte Graveerders van Tintoret, zya
Augustyn Caratz, Vosterman , C. Vlscher, Kilicm, de
Sadelaars, Matham, Coelemans, Me Jan, van Kesfel,
Andries Saccbi, Domenico Rosfetti, Desplaces,
en an-
deren. Zeven Stukken zyn in 't Kabinet des
Aartshertogs ; elf in 't Werk van Louifa; verfchei-
de, in 't Kabinet der Tafereelen des Keizers te
Wune, gegraveerd door A. J. Prenner; en eenige,
in de Tafereelen des Groothertogs. Men rékend
.ten minste 60 Stukken, na Tintoret gegraa-
veerd.
Domenico Zyne twé Kinderen waren zyne Leerlingen.
Tintoret.. De Zoon, Domenico, minder dan zynen Vader in
't Behandelen der Hiftorië en groote Onderwerpen,
heeft zeer wel geportretteerd. Hy wierd beroerd,
ten Ouderdom van 62 Jaaren, en ftelde zig om met
de Linkehand te fchilderen. Ten Ouderdom van
75 Jaar, ftierf hy, A°. 1637.
De Doghter verdiend eene afzonderlyke Plaats ?
en volgd.
:              «a#>
V
MA-
-ocr page 430-
Ve'netiaanse Schilders, 34.9
MARIA TINTORET.'
SOmtyds deelen de Kinderen, in de Deugden
hunner Ouders. Men zal zig dan niet verwon-
deren , dat Maria Tintoret bequaam geworden
is in een' Kunst, waarin haar Vader zig zo door-
luchtig maakte (1). Zy quam ter Wereld in den
Jaa-
(1 ■) Is zy dan haaren Roem aan zynen Naam verfchuld ?
Met nog grooter Hoedanigheeden , zou zy dus mogelyk,
zonder den Naam haar's Vaders, en de Gelegenheid welke
zy daardoor bequatn om Achtinge te verwerven , in deezen.
niec
-ocr page 431-
$5<> Venetiaanse Schilders.
Jaare 1560, met eenen leevendigen Geest.; met
een Geheugen, vaardig om Merktekenen te ontfan-
gen,
niet bekend JgaWorden zyn. Had haar Vader, onder welkers
Vleugelen zjpfchuilde, ook niet de Hand in haar Werk , om
liet tot de ^olkoomendheid te brengen waarvan gewaagd
word? Dit' zy evenwel geenerwyzc om Maria Tintoret
te verklyneii, maar tegens onzen gchryver gerigt. Waarom
doet hy niet! liever Eere aan haare éjge Verdiensten, en wel
uit AanmerRinge haarer Sexe ? als: waarin 't ontwyffelbaar
zeldfaam is,! ter Uitmuntendheid in de Kunsten en Weeten-
fchappen te; koomen: niet by Gebrek van Vermogens van
Geest, en vaip kunstige Hand, maar van de Gelegenheid en
van de Middelen om zig daarin te oeffenen. Nimmer kon-
nen deeze ('hoe'gunitig haare Omftandigheeden pok mogen
wezen, en ter Zydè.Hellende Vrouwelyke Bézigheeden, Op-
lettenheid van Huizhoudinge, enz., welke haar altooz meer
of min moeten aairkleeven ) zo voordeelig en vfy aan haar
zyn als aan 'Mansperfoonen: die niet wqexhouden worden
door zékereBetsamelykheid en Omzigjigheié.^igen en wel-
voegelyk aap 't Vroinvelyic-géflacht, en duszonder Opfpraak
alles konneii' ter Hand vatten, zig overil vervoegen en
met elk omgaan konrien, wat en waar zy't voor zig dien-
fiig vinden, 't Verwonderd ons dan dat d|:Schryver, verge-
tende niet alleen de Juffer Rofalba, welke Ï2ig by onzen Tyd
aldaar zo befaamd heeft gemaakt en van kloeke Teke-
ning'was, maar ook onderfchoide Kunftenaaresfen waarvan
Vqjari gewaagd ( die in 't Leeven van Propertia de Rosfi. zig
biflyk ten Lof haarer Sexe uitlegt) de enketde Maria Tin-
toret volgens Sandrart hervoor brengt, even als of geene
andere roemenswaardig was geweest , en alle de overige
onverdienttig waren» Met aldus eene enkelde te verheffen,
e_r) wel zonder dit met kragtige Bewyzen te onderfteunen,
worden alle de anderen verongelykt. De Bepaaling deezes
Werks Iaat niet toe , ons deswegens vorder uittelaaten , te
meer wyl K.vanMander iets daarvan meld. Evenwel konnen
wy Juffer Sofonisba Angusciola niet voorby, uit een edel Gedacht
van Cremona,welke drie jongere Zusters had, die insgeiyks alle
met Roem het Penfcel oeffenden. Sofonisba muntte uit, voor-
al in. 't Porrretteeren. Meer dan eenig ander Vrouwsper-
foon. hares Tyds in Italië, deed zy Studie en Vlyt in de-
Kunft; en verkreeg veel Volmaaktheid, en Welftand. Niet
alleen dat zy fraai tekende, koloreerde, en zeer wel na
't .Lee-
-ocr page 432-
Venetiaanse Schilders. 352
gen, getrouw te bewaaren, en naauwkeurig af-
tebeelden. Tintoret nam een zonderlinge Zor>
ge, om zulke groote Eigenfchappen te onderfleu-
nen. In haaren teêren Ouderdom, kleedde hy zy«
neDoghterals een'Jongen, en leidde haar-met zig.
Hy deed haar leeren, Speeltuigen befpeelen; en
zy muntte , daarin, binnen weinig tyds uit.
Maria gaf zig over , aan het Deel der Schiï-
derkunt 't welk het best aan haare Sexe voegde.
De Hiftori eischt te veel Opmerkinge, en onein-
dige Studiën: daartoe is noodig, Naakte Model*
len, en Antieke Beelden, natetékenen. 't Portret
heeft weinigerDeelen vannooden : het word eer vol-
tooid, en is voordeeliger aan den Kunstenaar.
TlNr
't Leeven portretteerde , uitneemende Stukken van groo-
te Meesters kopieerde: maar, van eige Vindinge , heeft zy
fraaije Dingen gefchilderd. Door den Hertog van Alla vernam
Filips II haare Verdiensten:. die haar deswegens naar Spanje
ontbood, en met Voordeel en Aanzien by de Koninginne
plaatste, daar zy met Verwondering' van elk arbeidde. Cosmus I,
Hertog van Toskane, bequam onder anderen een zeer fraaije Té-
keningvanhaar, zeer natuurlyk en leevendig gedaan : zynde
een Meisje, lachende om een krytend Kind, 't geen zy een
Mandje met Kreeften had voorgezet, waarvan een het by
den Vinger had gevat. Paus Plus IV deed Sofonisba door
zynen Nuntius aanzoeken , om 't Portret der Koninginne,
van haare Hand gefchilderd. Zyzond het den H. Vader , met
eenen Brief, gedachtékend Madrid den 16 Septemb. 1561:
welke by Vafari te vinden is, zo wel als het Antwoord des
Pausfe, den 15 O&ob. des eigen Jaars, uit Rome gefchree-
ven. Richardfon ('t geen veel is) tékend haar eigen Por-
tret aan, door haar zelfs gefchilderd, 't geen zig in de Gafc
lerye des Hertogs van Banna bevind. Evenwel zegt hy 'er
niets van, gelyk hy 't uit Aanmerkinge haarer Sexe wel haJ
behooren te doen. Deeze Kaarigheid kan haar echter gee-
nerwyze benadeelen: wyl hy Veelvuldiglyk in gelykervoegen
te werk gaat met Stukken der voornaamite Meefters, ca '&
20 voort daarna doet aan'een Stuk van J, Q^«is%
-ocr page 433-
£;>£ VENETIAANSE ScflILÖÊRS,
Tintoret, die zulke fchoone Portretten ge*
tnaakt heeft als Titiaan, leerde aan zyne Doghter
"een gemaklyke Behandelinge, onderfteund door ee-
nen uitmuntenden Smaak van Koloriet. Daar was
tiiet meer noodig, om de Bequaamheid van Maria
in den vollen Dagh te ftellen.
Haar eerfte Werk was, het Portret van Mare o
'dei Vefcovi
, waarvan de Baardt elks Verwondering
trok; en van deszelfs Zoon, Pietro. Ider, verlokt
•doof haare Gaven, wilde zig toen laaten fchilde-
ren van Maria: mogelyk , deed de Vreemdig-
heid, van zulks in haare Sexe te vinden, ook iets
"daartoe.
De Blydfchap van Tintoret vermeerderde, met
den Roem zyner Doghter. Haare Voortgangen
verbaazden hem, en 't Gevolg was hem niet on-
•vrugtbaar. Jakob Strada, Oudheidskenner van Kei-
zer Maximiliaan, ftelde zig op den Rei: hy deed
zig fchilderen , en gaf zyn Portret aan den Keizer
zyn' Meester , als iets zeldfaams. Dit Portret gaf
eenen grooten Naam, aan Maria. De Keizer
deed haar vraagen , aan haaren Vader ; Filips II,
Koning van Spanje, en de Aartshertog Ferdinand,
deeden insgelyks. Tintoret, die zyne Dogh-
ter beminde, weigerde alle die Voordeden : hy
wilde haar niet laaten gaan, en huu wde haar aan eenen
Juwelier, op Voorwaarde van by hem te blyven.
Maria had den Smaak hares Vaders ingezoo-
gen: zy fchilderde gemakkelyk. Een lugtig en dar-
telend Penfeel, een voortrefrelyk Koloriet, onder-
fteunden de Verdienften van de Gelykenisfe haarer
Portretten. Zy gaf verfcheide Onderwerpen van
haare Vindinge; andere, wierden getrokken uit de
Werken haares Vaders; en zy portretteerde alle de
Vrienden haares Mans,
-ocr page 434-
V E N E T I A A ft S E - S C H I L D E R ST ££g
D e Dood rukte haar wegh, in den Bloei haares
Leevens, A°. 1590, 'm.Vtüetië^ten-Ouderdom vati
30 Jaaren. Haar Vader, en haar Man, betreur-
den haar hun gantfe Leeven lang. Het 'Lyk wierd
gebragt in de Kerke van 6"? Maria del Hojfto, alwaat
het begraaven wierefc Men kend geeneTekening,
van Majua Tintoret. Haare Werken, be-
ftaande birna alle in Portretten, zyn in fle Huizen
van Venew verfpreid : zelve zyn'er veele overge-s
gaan, in feenige/Eféelèn van Europa,
£^i
Eerjle Deel
Z
-ocr page 435-
354 Venetiaanse Schilders.
SJ..U Ajóc fc -kt
ANDREA SCHIAVONE.
DEn Tytel van een groot Schilder, kan men-
aan AndriesSchiavone nietbetwifteru
Gelyk alle de Kunftenaars, heeft hy zo wel zyne
Verdiensten als zyne Gebreken gehad. Sebenico,
Stad van Dahnatië, afhangelyk van Venetië, zag
hem gebooren worden, A'\ 1522. Zyne Oudersy
van gemeenen Stand, toogen met hem, zeer jong,
naar Venetië. De eerfte Bezigheid, welke hy aldaar
vond, was den Kladfchilderen ten Dienst te ftaan.
Zya Geeft ontlook, en zyne fterke Weiging voor
. de
-ocr page 436-
Vënetiaansë Schilders. 353
de Schilderkunst diende hem ten Leermeester *
Groote Vernuften, worden gebooren wat zy zyn .
De Tyd toond en ontdekt de Gaven, maar geeftze
niet. Schiavone oeffende zig, na de Werken
van Giorgionc, van Titiaan, en van Parmefaan.
Voor zulke Deelen der Kunst, waarin Schia-
vone gebreklyk bleef, was hy Verontfchuldiging
en Medelyden waard. Hy bevond zig in zulke
groote Nooddruftigheid, dat hy, om te beffcaa'n en
aan zyne Ouders leevensonderhoud te verfchaffen,
genoodzaakt was zig te overylen, en allerhande Slag
van Arbeid aanteneemen. Meerendeels wierd hy
te Werk gefteld door Metzelaars , aan Gevels van
Huizen , die hem betaalden gelyk een fimpel Dagh-
looner. Dikwyls, als hy eenig Tafereel fchilder-
de, bragc het hem naauwelyks op om van te lee*
ven. Hy zag zig genoodzaakt> zyne Schilderyen
by de Keelbeulen te gaan veilen.
Lang zoude hy m die Elenden gebleeven zyn*
indien Titiaan hem daaruit niet getrokken had„
Deez (telde hem te Werk , nevens andere Schil-
ders , aan de Bibliotheek van St. Markus. Vervol-
gens , om ftryd met Tintoret fchilderende, verbeeldde
hy 't Bezoek der Maagd,voor deVaderen vanCrociferi*
Dit Werk wierd gepreezen, fchoon wat hard zyn-
de : dogh Tintoret ging hem te bqyen, zo wel in
Kragt van Koloriet, waarin Schiavone 't fterk-
fte was, als in Tékeninge. Evenwel had dezelfde
Tintoret altooz, wanneer hy fchilderde, een Tafe-
reel van Schiavone voor Oogen. Zyne Ma-
nier , en Aart van Koloriet, behaagden hem zelve
zodanig, dat hy dikwyls voor Spreekwoord had ,
dat alle Schilders ten minste een Schildery van
Schiavone moesten hebben, ter Zaake van des-
zelfs fchoone Maniere van Schilderen, welke mee
Z 2                               het
-ocr page 437-
356" Venetiaanse Schhpeks.
•het Koloriet en de Maniere van Barozio te vergely*
ken was : dogh dat zy Geesfelinge verdienden, in-
dien zy niet beter poogden te tekenen dan S c h i a-
vone deed. Inderdaad, men ziet deezen Schilder
aan, als een der groote Koloreerders van Venetië.
Zyne Manier is helder, aanlokkelyk, en zeer gees-
tig , met een' Smaak, in 't kleeden zyner Beelden, dié
van alle de Schilders geacht word. Zyne Figuuren
zyn bevallig en ryzig ; zyne Hoofden van Vrou-
wen verwonderlyk, en die zyner Gryz-aarts fraai
behandeld : derzelver Standen zyn uitgezogt , en
verftandiglyk tegenwerkende. De Gemaklvkheid
waarmede hy arbeidde, doet zig overvloedig ken-
nen. Hy had voor Gewoonte, zyne Tinten te
maaken, en haar eenige Dagen bereid op zyn Palet
te laaten leggen, zonder ze te bezigen : aldus for-
meerde hy zyne VleezkJeuren, zo fris, dat zy mee
het Leeven fcheenen te ftryden. Men kan herri
piets verwyten, dan zyne weinige Juistheid van
Tékeninge.
Mer zulke raare Gaven , had Schuvone
echter Moeite om te beffcaan. Schoon hy, zédert,
groote Menigte van Tafereelen maakte, verbeterde
zyn Fortuin niet. Hy bleef genoodzaakt, om uit
de Vuist te fchilderen en zig te haasten, zonder
ïyd te hebben van daarop te ftudeeren. Veel lan-
ger zoude hy hebben moeten tekenen, om de Juist-
heid te voegen by de andere ichoone Eigenschap-
pen , die in zyne Schilderyen verfpreid zyn. 't Is
waar, het Koloriet is 't, 't geen den Aanfehouwer
lokt: maar, een goed Schilder moet echter zich
niet alleen verbinden aan dat Gedeelte der Schil-
derkunst j hy is in Verpligtinge, van ze allen te
bezitten. Schiavone leed zynen armoediger*
Staat rtiet alle Geduld. Zo liegt ging hy gekleed,
-ocr page 438-
Venetiaanse Schilders. 357
■dat men hem nimmer zoude aangezien hebben vorir
eenen Man die in de Kunst uitftak. Zyn Faam, en
de Pryz zyner Schilderyen reezen, toen hy zig niet
meer onder de Leevenden bevond : gelyk meêr-
maalen aan groote Schilders gebeurd is.
Hx ftierf te Venetië, A°. 1582, in het 60 Jaar
zyn's Ouderdoms : laatende zo veel niet na, waar-
uit hy begraven kon worden. Zyne goede Vrien-
den voorzagen hierin : zy deeden hem voeren naar
de Kerke van St. Lukas, en rigtten een Graffchrifc
voor hem op. Geene Leerlingen, zyn van hem
bekend.
Niets zeldfaamer is 'er, dan de Tekeningen
van Schiavone. Schoon gebrekkelyk, zynze
zeer geestig, en veele gaan door voor die van Par-
mefaan.
De Omtrek is altooz met de Penne , ge-
waschen met Roet, en gehoogd met Wit, door 'c
Penfeel. Daar zyn 'er gantfelyk gedaan met de
Penne, waarvan de Artfeeringen byna regtftandig
zyn, met Kruiztrekken in de Schaduuwen. De
Reuzachtige Figuuren, hunne Hulzels, hunne uit-
ftrekkende Deelen in den Smaak van Parmefaan ,
dogh min verhevener, zyn de waare Merktekens*
van Schiavone.
Te Venetië, in de Kerke del Carmine, ziet men
van zyne Hand, St. Pieter, Si. Paulus, den Profeet
Elias, en de vier Evangelisten in de Hoeken by 't
Koor. Daar zyn nog, in een, groot Rond, eene
H. Maagd onderfteund van veele Engelen, en eene
Voorftelling in den Tempel. Te & Apollinare, een
Tafereel van verfehekieHeiligen, en eene Bood-
fchap tusfen de Pilasters der Kapelle. Te San Se-
bastiano,
onze Heer by Ktêofas en Lukas ; eene
H. Maagd met het Kind Jezus, St. Jan, en St. Jo-
zef ; Pilatus
zig de Handen waschende ; in de Sa-
Z 3                       kristyë,
-ocr page 439-
S5§ Venetïaakse Schilders.
kristyë, de Emausgangers. In de Kerke der Cnwl-
feri,
eene H. Maagd, en Se Elizabet. In 't Paleiz
van St, Markus, ziet men drie Ronden, die de Bi-
bliotheek verfieren. Hy fchilderde , in 't Paleiz.
Zanni, eene Galathéa in Fresko ,• in dat van Boz-
za,
een Zolderfbuk waarin Aurora is, en een ander
waarin een Baccbus is met andere Onderwerpen uit
de Fabelen. In dat van Prioli, verbeeldde hy 't
Leeven van St. Jan.
De Groothertog heeft eenen Samfon, verfkan-
de met het Ezelskinnebakken eenen Filistyn.
In de Gallerye te Dusfeldorp, is eene Kruisfiging
met meenigte Figuuren ; eene Graflegging ,• het
Portret van Giorgione.
De Koningvan Vranhyk bezit, eenen St, Jcro*
nimus
in een Landfchap.
De Hertog van Orleans heeft eenen Fihzoof,
eenen dooden Kristus , Malus de Handen waschen-
de, alle drie Leevensgroot; en eenen Kristus in 't
Graf, klyn Tafereel, op Hout gelchilderd.
In de Gallerye des Aartshffirtogs, vind men 13
Tafereelen, gegraveerd door van< Kesfcl, Boel, Lau~
yers
, Troien, Lïfibetten, en Jupiier ; en 1 o, in de
Verzamelinge van Crozat.
III E-
-ocr page 440-
Venetiaanse Schilders. ss§
HIERONIMO MUZIANO.
HIeronimo Muziano wierd A°. 1528 gc-
booren, te Jqmfredda, onder den Gerichts-
banne van Brescia, uit het Edele Geflacht der Mu-
zlanen.
De Voortdryving van den Geest, vind
niets onverwinbaars. Na hy te Brescia de Zwakke
Grondbeginzelen van Jeronimo Romanini ontfangen
had, quam hy te Venetië zig oefFenen, naar Titiaari
en de andere groote Mannen. Door zyn enkeld
Vernuft geleid, trok hy daaruit eene fchoone Ma-
niere van Schilderen. Een Reize naar Rome, t
Z 4                          Ge*
-ocr page 441-
$6p Venetiaanse Schilders.
Gezelfchap van zynen Vriend Taddêo Zucchero, die
zynen Arbeid aanmoedigds,_y_oJmaak-te hem voorts.
H Y was zeer bemind , van den- Kardinaal d' Es-
te
, die hem groote Landfchappen ïq Fresko , in
zynen Lusthof van Monte Cavallo deed fchilderen.
Eenige Werken deeden hem gaan , naar Or-
vietto
en paar Foligno. Vervolgens quam hy wede-
rom te mme:, daar Paus Gregorhis X1II, nem geT
bruikte, bm de Kartons zyner Gregoriaanfe-Kdpelle
te maaken. Hy beval hem ook, twé Tafereelen
voor de Kerke vagpjf. PI eter: 't een,,6'f. Jeroni-
mus
, en 'b ander S§^: 'Bajilms'. Voorts arbeidde Mu-
ziano,
aan de Gaflf%e van 't F%tikam: Zulke groo-
te Werken, vermeerderden cferAchtinge'welke men
voor Miiziano had. Men merkte zelve in hem aan,
een byzonder Vernuft voor 't Landfchap en voor-
't Portretteeren. Omtrent deezeü^i^sd-huuwde hy
zig te Rome, en ftelde zig daar gant£-:iyk ter neer s
terwyl de. Fortuin hem van alle Kanten tpelachtte.
De Kardinaal Farnéfe gebruikte hem, om deszelfs
fchoonen Lusthof van Tivoli te veeenen j{i). Zyne
■Schilderyen ftaken -oneindiglyk"uit— boven die van
Frederik 'Zucchero en van Tempeest, welke aldaar be-
nevens h;em arbeidden.
Muziano was een groot Tekenaar. Zyne
Hooiden waren leevendig, zyn Koloriet vportreffe-
3yk. | Hy tooide zyne Tafereelen op, met fchoone
Gronden van Landfchap, 't geen hy volmaaktelyk
verlïond. De Slag zyner Boomen, fchoon op zyn
Nederlands en weinig in Gebruik by de Italiacmen ,
was
(i) Met uitmuntende Landfchappen in Fresko, zegt K.
Van Mauder,
die 't ook beklaagd dac deeze fchoone Werken,
■Aoor Veranderlykheid des Kardinaals, in 'c vervolg afgebikj
■ipa'dsri" '
-ocr page 442-
Venetiaanse Schilders. 36c
was niettemin kostelyk (1). Gemeenlyk fchilder-
de hy Kastanjeboomen, waarvan de Takken, vol-
gens hem, veel fchilderachtiger dan dien der ande-
re Boomen vallen. Onvermoeid in Arbeid, fchil-
derde hy alles na 't Leeven, tot de Kleederen toe,
Hy ilelde zyne Modellen, van zodanige Grootte als
aan zyne Onderwerpen voegde ; en deedze klee-r
den, om te zien welke Plooijen de Stof aan de
Klsedyen zoude geeven. Niets is méér onderzogt,
en met meer Aandacht gemaakt, dan zyne Tafe-
reelen. Hy was 't, die het Middel vond van een
nieuw Pleister te maaken, om 't Mufaïs beter te
leggen. Dewyl hy zig zeer toegelegt had om 't
Antiek na te tekenen , wierd hy belast, met de
Af.
(i~) Volgens deeze Uitdrukkinge, zou onze Schryver het
Landfchap der Nederlanderen verkiynen en minder achten dan dat
der Italiaanen, die 't van hen hebben moeten leeren en wel ver-
re zyn van 't hen uit de Vuist gewrongen te hebben, gelyk
elders wel zal voorkoomen. Wy weeten niet of zulks uit
^ynen Landsfmaak' voortfpruit, die meer naar den Opfmuk
'dan naar de fraaije Natuure overheid, dan wel dat hy nog
pragtigér dan Sandrart heeft willen fpreeken van wiens Latyn-
Jen^Druk
hy zig byzonderlyk bediend , die K. van Manier
uitfchryft welke Muziano te Rome gekend heeft en zegt
dat Muziano uitneemend in Landfchap was, hebbende
eene geweldige, vaste, en heerlyke Maniere, ongelyk der
', Nederlanderen, het welk zelden by andere Italiaanen woni
•„ gevonden " : dogh waarin wy ons konnen verzekeren dat
een vry gewoone Drukfeil ingefloopen is, en moet zyn en ge-
M der Nederlanderen. Sa-adrart, die insgelyks de Werken van
Muziano te Rome befchouwd moet hebben , vertaald het ook
als volgd : » Muziano heeft eene heerlyke en fchoone Ma-
j, nier gehad, welke den Nederlanderen niet ongelyk koon.;,
„ en ook anderzints zelden by andere Italiaanen word ge-
,', vonden ''. Dit's dan verre van den Draai des Schryvers,
en toond geenerwyze dat Muziano den Neêrlanderen overtrof,
paar wel dat hy eene heerlyke en fchoone Maniere had»
Welke zelden by den Italiaanen gevonden word.
■z j
-ocr page 443-
562 Venetiaanse Schilders.
Afrekeningen van de Basrelieven der Kolomme van
Trajaan te voltooijen , die Julio Romano onvol-
maakt had gelaaten.
De zagte en vriendelyke Aart van Müziano, won
hem alle de Harten. Hy verzamelde aanzienlyke
Goederen, die hem dienden om de Akadémie van
St. Lukas vastteftellen, waarvan hy 't Opperhoofd
was. Zyn Dood viel voor te Rome, A°. i59o , in
zyn 6% Jaar. Men ziet zyne Graffteê, in de Ker-
ke van #» Maria Maggiore. 't Schynt dat Cczar
Nebuia,
van de Stad Orvieto, een. zyner Leerlingen
js o-ew'eest, die van hem zodanig bemind wierden
dathy hen Jaargelden toeleidde.
De Tekeningen van Müziano zyn waardig we-
gens den Toets, vooral de Landfchappen, dien hy
gants met de Penne tekende. "Zyne Onderwerpen
van Historie* zyn gefteld met eenen Omtrek der
Penne, gewaschen met Roet, of met O. I. Ink,
gehoogd met Wit: de Toets is dezelfde als dien
der Karatzen. De Juistheid, het Spreekende in zy-
ne Beelden ( i) , en het Blad zyner Boomen, bete-
kenen Müziano op het best.
Te Rome, in St. Pieter, zyn zyne Werken, St.
Jntonius
de Abt, en St. Paulus eerste Kluizenaar in
de Woestenye ; St. Jeronimus en St. Bafüius, twé
groote Tafereelen ; de Kartons voor de Gregoriaanfe
(i) K. van Mak der, van Sandrart nagebaauwd, zegt
dat zyne Landfchappen beter dan zyne Beelden waren : fchoon
deeze niet te verwerpen zyn, vooral zyne St. Franftskus lro-
oien die zeer devoot en vlytig na om hoog zagen , en van an-
deren dikwyls gekopieerd wierden. Hy meend zelfs, dat
©ïuziano beter gedaan had met by 't Lapdlchap te biy-
ven. Men moet dan vooronderftellen, dat van Manier zyne
freste Historiëfe Tafereelen niet ontmoette: dat Müziano
jg'g ia 't Vervolg zal verbeterd hebben.
-ocr page 444-
Venetiaanse Schilders. 363
Kapelle, in 't Mufaïs uitgevoerd. In de Zaale van
't Konfistorië, ziet men in 't Zolderftuk, eene Neér-
daalinge des H. Geests. In Sij Paulus, is een Hé-
melvaard van KrisUts-i en de Bedryven va.nSt:Mat-
tbeus.
By de Vaderen van Vaücella, eene Hémel-
vaard van Maria. In de Sakristye te St. Augustyn,
heeft hy gefchilderd, Se. Apollonia, St. Augustyn, en
Se. Monica. Te Se. Katharina dei funari eenen doo-
den Kristus, en eenige Wonderwerken van Kristus.
By den Kapufyrieren, St. Franfiskus die de Kruizwon-
den óntfangt. In de Kerke van Jezus, eene Befny-
denisfe. In de Madonna dei Motitl, eene Geboorte.
Te S'. Maria der Engelen, Kristus verfchynende aan
Magdaleena in de Gedaante een's Hoveniers. In
S". Maria Maggiore, ziet men de Opwekkinge van
Lazarus, een zeer fchoon Tafereel. Te Santi Apos-
toli
heeft hy, in Fresko, ter Zyde van 't Hoog-au-
taar gefchilderd, St, Franfiskus in een fchoon Land-
fchap ; en in eene Kapelle, eene Groetenisfe; twé
Tafereelen voor de Sakristye van St. Pieter, zynde
eenen Kristus biddende in den Hof des Olyfbergs
en eene Geesfeling. In de Madonna de gli Angeli,
J. K.,
geevende de Sleutelen aan St. Pieter. Te
St. Bartolomeo Bergamasco, ziet men St. Jan ont-
hoofd. Te St. Paulus buiten de Muur en, eene Hé-
melvaard. Te S? Maria transpontina het Kind Je-
zus ,
van de H. Maagd "met de* Voeten op een' Hal-
ve-Maan' gehouden. Te San Martino dei monti,
eenen St. Albert, met een' fchoonen Grond van
Landfchap.
In de Stad Foligno, ziet men Ss. Elizabet, die de
Zieken in haar Huiz neemt.
Te Orvieto, een Tafereel, en verfcheide Stuk-
ken in Fresko, van 't Leeven van Jezus Kristus.
Voor
-ocr page 445-
£64 Venetiaanse Schilders.
Voor Loretto, eenige Bedryven van St. Jan den
Dooper,
-in een Zolderftuk.
I n Vrankryk, te Reims, Jezus Kristus de Voeten
zyner Apostelen waschende, Leevensgrootte Beel-
den in Waterverw op Doek : een Stuk, 't welk de
Bequaamheid van Muziano in groote Historiè'fe t'Sa-
menftellingen toond.
D e Koning heeft maar een zyner Tafereelen ,
zynde 't Ongeloof van St. Thomas.
In 't Paleiz Royaal, ziet men eenen St. Jcroni-
mus
, op de Kniè'n voor een Kruisfifix, Leevens-
grootte op Doek ; alsmede, de Opwekkinge van
Lazarus, in een Landfchap , met Leevensgrootte
Figuuren, weinig verfchillende van het Stuk 't geen
zig in Sa. Maria Maggiore bevind.
C. Cort is de voornaamfte Graveerder van Mu-
2IANO, die zig aanmerklyk gemaakt heeft door ze-
ven groote Landfchappen. De Opwekking van
Lazarus, en de Voetwasching, bevinden zig in de
Verzamelinge van Crozat. Eene H. Familie is in
"tklyn gegraveerd, door Vïllamena, en gekopieerd
door Chsrubin Alben. Se. Elizabet, een Kruisfifix ,
en andere Stukken, zyn door Beatricius gemaakt.
PAULO
-ocr page 446-
Venetiaanse Schilders, 363
PAULO VERONEEZ.
w
Einige Schilders hebben zulke grooté
Deelen hunner Kunst bezeeten , als Paola
Caliari, na zyn Geboorteflad Ferona gebynaamd Fe-
ronèfe.
Zyn Vader, Gabriël Caliari, een Beeldhou-
wer, zag hem A°. 1530 aldaar het Licht genie-
ten. Een doordraaiende Neiging voor de Schil-
derkunst, noopte Gabriël zynen Zoon te doen by
zynen Schoonbroeder Badile, die voor den besten
Schilder van Ferona gehouden wierd. De jonge
Paulo vorderde boven zyne J^aren ; niets guam
'm
-ocr page 447-
%66 Venètiaanse Schilders,
'er van hem voort, 't geen niet te gelyk wonder*
baarlyk was.
Op eenige Tafereeien, door Pa tri, o te Verona
gefchilderdO oirdeelde de Kardinaal Gonzaga hoe-
danig zyné Bequaamheid eens zoude z^tn. Hy
voerde heni naar Mantua, daar Paulo t#é onder-
fcheide Verzoekingen van St. Antonï den ^bt fchil-
derde. Zine Verdiensten verhieven hem, bovert
de andere; Vemtiaanfe Schilders die benevens hem
arbeidden.;
                   ?'
Vee le! Stukken,van,zyne Hand te Venetië, on-
der anderen het Zoldeiftuk der -Sakristye van St.
Sebastiaan ,
deeden ókn|£enneren.,y.erbaazen. Dee-
ze GeestelWcêh. gaven^rrek'^ft^-Vervolg , hun-
ne gantfe kerke-te; befchilderen. De Senaat, al-
tooz oplett:
             de Verdiensten aantemoedigen
en haar '                                    Lp, te Wörk, in de
Boeken e van Si. Markus, benevens de beste Schil-
ders van Fenetiê ( j ). Een Goude- Keten was de
Pryz , van de|ÖVerwinninge welke hy ;behaalde,
zelve volao.ns |f Oirdeel zyner Mededing.eren. Ti-
tiaan
en Srtnfovrnê--;--waren de Richters "Welke Uit-
spraak daarover deeden.
Paulo was veel eigcnlyker voor groote Stuk-
ken, dan voor klyne Tafereeien, waarin het Vuur
des Geests zig verllaauwd : daar deezes Voort-
brengzels , in groote Werken, vol Hitte en He-
vigheid zyn. Zyne Denkbeelden zyn edel, en zo
fchoon, dat het deed zeggen dat hy dezelfden de
Poeëfië ontftolen had ( 2 ).
IIY
(1) Naamelyk, Giofeppe Salviati, Battista Fravco , And.
Sciavoie, BZelotti, IlFrafim,
volgens de Aantêkeninge van
felibien.
. (2) Zoopje hen dit dan te waarderen te waarer manken:
.vervaiï
-ocr page 448-
Veketiaanse Schilders. 367
H y keerde naar Verona, en fchilderde, in de
Eetzaale der Vaderen van St. Nazaro, onzen Heer
by
vervalt de Poeëfi niet doorgaans, zo niet tot Misleidinge,
©p zyn best tot Vergrootinge ? De Abt Dubos, die zig de
Moeite gegeeven heeft van drie dikke Deelen in OcL over
de Poeëjië, en over de Schilderkunst (hem 't minste eigen)
te fchryven, beftaande uit een Mengelmoes van grootendeels
nuttelooze Redeneeringen, nog tot onzent vermeerderd door
een' flegte en armhartige Vertaaling', heeft ten Opzigte zyne?
geliefdePoeëjië eenvryander Denkbeeld van Paulo V ero-
sie e z: dien hy toeftaat dat goeden Opgang gemaakt heeft,
in dat Gedeelte der Ordinarjië van hem Schilderkundig ge-
noemd, wyl nimmer een Schilder beter dan hy geweeten
heeft een oneindig Getal van Perfoonafiën ten Tooneel' te
fchikken, of voordeeliger zyne Figuuren te plaatsfen , eea
groot Doek zonder Verwarringe te vullen. „ Nogtans wist
,, diezelfde Paulo Veroneez (zegt hy) in de Poeëtife
„ Ordinanfië
nooit wel te flaagen : de Eenheid van 't Bedryf
„ ontbreekt, in de meesten zyner groote Schilderftukken.
„ Een zyner heerlykfte werken, de Bruiloft van Kam, 't
„ welk in de Eetzaal' des Kloosters van St. Joris te Venetië
is, krield van Feilen tegens de Poeëtife Ordinanfië. Een
„ klyn Getal der ontelbaare Menigie van Perfoonen , die
„ het Stuk vullen, geeft flegts maar alleen acht op 't Won-
„ der van de Veranderinge des Waters in Wyn, fchoon 't
„ het hoofdzaakelyke Onderwerp is : nimant is daarvan zo-
„ danig aangedaan als het behoorde. Paul o Veroneez.
„ plaatst, onder de genoode Bruiloftsgasten , ook eenige Be-
nediByner - Monniken des Kloosters waarvoor hy 't Stuk
maakte. Ook. zyn zyne Perfoonafiën naar zyn eigen Goed-
„ dunken gekleed; en hy maald, gelyk hy in zyne andere
Stukken meer gedaan heeft, vlak het tegendeel van 'tgee-
ne ons zékers bekend is, aangaande de Zeden en Gewoon-
„ tens der Volkeren waaruit hy zyne Beelden verkiest ". Of
dit nu 't Verfchil beflist, zullen wy daar laaten : dogh met
Verlof van den Abt vraagen, of het plaatsfen die'r Monni-
ken,
hoe belachelyk, wel zo zeer aan onzen Schilder te v/y-
ten zy, die mogelyk van hen daartoe genoodzaakt was ,
en in allen Gevalle wist waarvoor het Schildery moest die-
nen , ter Verhecrlyking* en Voordeel hunnes Otdens ; als
-mede, of zy in dat Werk niet konnen verftrekken, inge-
volge zyn XXIV Hoofdftuk, als Hieroglifije Beelden, en
-ocr page 449-
$08 VénètiaaNse ScfttlDÈks.
by Simon den Melaatsfen : een Werk, 't geen dé
Glorie zynes Naams rond-om voerde. In Venetië
ing zynde, vervolgde hy de Schilderwerken van
St. Sebastiaan : die hem met de grootfte Schilders
gelyk Helden, in wien de Na-iver door zodanig ge-
lukkig Gevolg ontftak. . Guido zeide van hem, dat
hy, indien hy Verkiezinge moest maaken onder de
Schilders, Paulo Veroneez zoude willen zyn :
dat men in alle de anderen de Kunst befpeurde ,
maar dat by hem de Natuur in haar' grooiften Luis-
ter was (i).
Paulo Veroneez was Lofwaardig door zy-
ne
volgens hun Smaak al zo gevoeglyk als elders Harpocrates of
Minerva, dien hy wel wil dulden ? Voorts zeggen wy,aan-
gaande 't Bedryf, ten Voordeele van den Schilder, dat het klyn
'Getal der Perfoonen die op het Wonder acht geeven, hier
geen Gebrek en zékerlyk vry fraaijer en geleerder is dan wan-
neer hy alle de Perfoonen aandoening daarvan gegeeven ,
wanneer hy geene Tégenwerkinge van Bezigheid verbeeld
had. Heeft de Abt zelfs hier wel acht gegeeven, op de His-
torie ! Moest de Menigte, daarvan niet onaangedaan zyn ?
De Hofmeester zelfs wist van 't Wonder niet: de Dienaars,
die 't Water gefchept hadden, wisten 't. Is de Eenheid
van 't Bedryf, 't Oogenblik van 't Geval, dan niet wonder-
baarlyk in dat Schildery waargenomen ? Vervuld dat zelfs
niet de weinige Aandoening', 't Gebrek van Hartstogten, die
in Paulo Veroneez raar zyn ? Hoe 't zy, de Files
doet hem vry Poeè'tis voor, wanneer hy zegt, Paulo Ve-
roneez gebruikte weinig Oirdeel, in de Verkiezinge der
Voorwerpen : alwaar hy alles invoerde wat zyne Inbeelding
hem verfchaftte , van 't grootsfe , 't verbaazende , 't nieu-
we, 't ongemeene : hy dacht meer, om het Tooneel zyner
Schilderyen te verderen, dan om op de behoorlyke Eigen-
fchappen van Tyden , Gewoontens, en Plaatsfen , acht te
geeven : de Pragt zyner Gebouwen, en de Rykheid zyner
Kleedyen, gaf Grootsheid aan zyne Werken.
(i) Is 't de fchoone, de eêle, en de waare Natuure die
voor 't Leeven doorgaat, of welke doet zien dat zy gefchil-
derd is ? Is zy geen' overweldigde Natuur, opgefmukt gelyis
die van het Theater ?
-ocr page 450-
V B N E T I A A NS E S C II I L D E R S. $60
he grootsfe Ordinanfiè'n, door de fchoone Verkie»
zinge zyner Onderwerpen, door 't Bevallige in zy-
ne Hoofden, door derzelver Verfcheidenheid, door
de uitfteekende Vrugtbaarheid zyner Verzinninge,
door de Frisheid zynes Koloriets, en door de Be-
weeginge zyner Figuuren. Vol Waarheid zynde
in zyne Gemoeds-uittingen , zogt hy niets anders
dan 't Leeven. Zyne Lokaale-Klearen, en zyne
Achterwerken van Gebouwen, zyn wonderbaarlyk.
Hy vermydde, Zwart te fchilderen ( r). 't Lak-
feeren i. gebruikte, hy niet anders dan in zyne Klee-
dyen. Hy heeft zyne onvermengde Kleuren za
fris, en zo vrypostig gelegt, dat hy de eenigfte in
dit Soort is. Deez groote Kunstfchilder raadpleeg-
de de Natuure in alles.. Als een ervaare Man,
wist hy haar op zyn pas te verbeteren; 2yn ver-
heve
(i) Of alle die Dingen in zodanige Maat'van anderen toege-
ftemd worden,doen onze onderfcheidt. Noten in deezen zien.
Wy zullen dan alleen hier niet de Piles zeggen „ dat hy
., zyne Lokaale-Kleuren wel verftaan heeft, doende dezelf-
„ den gelden door Vergelykinge tegens m alkanderen ; dat
,, hy, fchoon zyne Neiging overheldde tot een' lugte en hel-
„ dere .Maniere, fomtyds donkereen (terke Kleuren heeft ge-
,j bruikt ; dat zyn Naakt, hoewel doorzogt met zuivere
M Tinten, echter zo fris niet van Kleur' als dat van Ti-
tiaan, nog zo kragtig en gloeijend is als dat van Tinto-'
}i ret
: dat hem zelfs toefchynt, dat veele zyner Beelden, in
„ 't Naakt, wat naar 't Loot-achtige trekken : dogh dat dit:
„ echter niet belet , dat in 't algemeen zyner Kleuren een
„ verwonderlyke Overeenkoomst is, inzonderheid in zyne
„ Kleêren, waaraan hy een' uitfteekenden Luister , Veran-
„ dering' en Grootsheid, heeft gegeeven , welke hem alleen
„ eigen is : dat de Harmoni, welke men daarin vind, door-
„ gaans koomt van 't Lakfeeren en de Gebroke- Kleuren ^
„ welke d'een aan d'andere deelachtig ontwyffelbaar de Hou-
„ dinge veroirzaaken. Eindelyk zegt hy, dat zyne Behande*
„ ling vast en zéker, en zyn Penfeel lugtig is ".
Eerjie Deel.                      A a
-ocr page 451-
3?0 VêNÈTÏAANSË ScHltDERS*
heve Geest, zogt ongewoone Standen. Zyne Klee-
dyen hebben wat van den Aart van Alben Durer.
Dikwyls leidde hy, op de Halve-Tinten zyner Klee-
dyen, 't Azuur in Waterverw (i), op dat zy zig
te frisfer zouden houden, 't Was hem genoeg ,
eens iets gezien te hebben, om het altooz te her-
denken, en zelve daaraan Bevalligheid en Edelheid
bytezetten (i). Inderdaad, hy heeft, om dus te
fpreeken, de Vrolykheid vermeerderd ; hy heefc
de Schoonheid luisterryker gemaakt ; hy heeft den
Lach iets fraais bygezet; en hy heeft een Merkte-
ken van Leeven gegeeven, aan alle de Figuuren
dien hy fehilderde.
Paulo verzelde den Prokurator Grimani, Am-
basfadeur der Repubiique by den Paus, naar Rome.
Op zyne te Rugkoomst te Venetië, bleek het, aan de
Werken dien hy in 't Paleiz Si. Marco maakte, dat
hy nog by zyne groote Kunde gevoegd had alles
wat de Werken van Rafae'l, van M. Jngelo, en van
de fchoone Antieken, hém hadden ingeboezemd .
De Senaat, om deeze nieuwe Verdiensten te ver-
gelden , verhief hem tot Ridder van St. Markus.
Hy
(i ) De VAzur b. gouasfe. Indien de Schryver zig niet wel
uitdrukt, dan zal 'c Felibien mogelyk verklaaren, die in zyne
Principes de V'Architeüure zegt „ dat in eenige Schilderyen
,, van Tïtiaan en van Paulo Veroneeze befpeurd word,
„ dat zy dezelfden hadden laaten piumuuren als voor Water-
„ verw, waarop zy vervolgens met Olieverw fchilderden ; en
,, dat dit grootelyks diende, om hunne Verwen leevendiger
„ en frisfer ce doen ftaan, enz.
(2) Dit word ook op zyne grootsfe Kleedyen en Stoffen
toegepast, die van veifchillendeSoorten, en dePlooijen groots
en wel verdaan zyn, en veel van de Schoonheeden uitmaa-
leen die in zyne Werken gevonden worden, zegt de Files :
welke ook aanmerkt, dat hy daarvan zulk een' Voorraad had
opgedaan, dat dezelfde, op zyn' VerkoopingV vierduizend
Guldens opbragten.
-ocr page 452-
VeNÊTÏAANSE ScÜïtDÈRS. 3?!
tï y arbeidde enkeld voor de Glorie ; naauwe»
lyks haalde hy zyne Onkosten, uit de Werken dien.
hy voor de Kloosters maakte ( 1). Dikvvyls ging
hy zig by de Monniken verbergen, ter Afzonde-
ringe. Altooz heeft hy de de Eere der Schilder-
kunst onderfteund 2 hy wachtte Werk af, zonder
het te gaart zoeken gelyk Tlntoret deed. Zyne Té-
genftreeving tegens Heezen, bragt niet weinig toe
om zig bequaarri te maaken ( 2 ). De Kunsten gee-
ven genoeg te kennen, welke Noodzaake zy heb-
bert
(t) Schoon 't waar kanzyn dat hy den uitterften Pen^
hing daarvan niet nam, om zyne Neiginge ter Afzonderinge'
by hen Waarvan de Schryver voorts fpreekt, zo fchynt deez;
wat al te gunscig in die Dingen, en te hoog voor hem te*
gens Tintorette draayerr. De Schatten dien Paulo naliet*
zyn bereidwillige Arbeid voor de Kloosters, de Veelvuldig-
heid zyner Werken , welke mogeiyk aan die van Tintorei
niets toegeeft, toonen wel dat hy mede geene Gelegenheid
verzuimde. Zo wel als deezen , liep hy 'er ook wel dikwylss
vry los overheen ! „ Naar de Plaatsten en de Perfoonen
,, waren, voor w"e!ken hy fchilderde (zegt de Filet) over*
„ woog hy meer of min zyne Werken, 't Paleiz van SU
Markus, de grootfte Autaaren der voornaamfte Kerken, erï
„ eenige Huizen der Edelen , bezitten 't Schoonst. Maar*
,, belangende de Autaaren van genieene Kerken , en byzon^
,., dere Perfoonen, die om zyne Achting' een Stuk van herat
„ begeerden , fchynt het dat hy, in fteê van de noodigö'
„ Moeite te neemen ter Staavinge zyn's Aanziens, alleen uic
„ den Vuist' fchilderde: driftiger om zyn Werk maar afte-
„ maaken dan zorgvuldiger om 't wel te doen, zulks zynet
„ Vindingen fomtyds flegt en fomtyds verftandig zyn ".
(2) Deeze twé arbeidden om üryd ; wanneer huüne
Werken afgemaakt waren, bevond men de Gevoelens delf
Kenneren verdeeld : men befpeurde meer Kragt in de Kunst-
werken van Tintoret, en meer Bevalligheid en Pragf in die
van Paulo Veronebz, zegt de Files. Maar, zou deesï
niet veel eigenlyker gefproken hebben, indien hy 't Onder*
fcheid hunner Jaaren had doen aanmerken, en gezegt had dafi
Paulo Veroneez zig tegens Tintoret verhief om dee?eï
gevestigden Roem aan zig te brengen ?
Aa 2.
-ocr page 453-
37^ VeNETIAANSE ScHItDEKS.
ben van wat Na-iver en van Vergeldinge. Men
kan aan Paulo niet verwyten, gelyk men aan
Tintoret en aan den Jongen-Palma kan doen, dat hy
te veel Tafereelen maakte : derzelver Menigte ver-
minderd daarvan de Volmaaktheid niet; hy heeft
zig nooit vergeeten. In de Verpligtinge waarin hy
zig bevond, van eene zelfde Onderwerpen te her-
haaien, waren 't altooz niéuwe Bevalligheeden en
onderfcheide Vertooningen.
Filips II, Koning van Spanje, eischte hem,
om zyn fchoon Klooster van 't Eskuriaal optetooi-
jen. Paulo,, die zyn Vaderland beminde waarin
hy geacht was, .vertoonde dat hy zyne groote be-
gonne Werken niet verlaaten koude; en zond Fre-
derik Zucchero,
in zyne Plaats. Nimant heeft zig be-
ter de Achtinge der Grooten, en de Vriendfchap
zyner Kunstgenooten , weeten te geeven, dan Pau-
xo : zelve tot Titiaan toe, die hem altooz omhelz-
de als die hem op Straat ontmoette (i ). Schoon
hy pragtig gekleed was, en zyn Huizgezin met Eere.
onderhield, liet hy door zyne Spaarzaamheid niet
na, aanmerklyke Goederen te verzamelen (2).
Zie
(1)  Dit fchynt mede wat verre getrokken : mogelyk is
't eens van zyn Leeven gefchied; Sandrart zegt „ dat Zilienjo,
,, de Schilder, hem verhaalde, dat Titiaan eens Paulo-
„ Veroneez op de Plaatsfe van St, Markus ontmoette, en
„ zyne fchuldige Eerbiedigheid ontfangen hebbende hem om-
armde, zeggende ik ben zeer verblyd dat ik den Man zie,
„ in wien de Voortrcffelykhêid en 't Sieraad der Schilder-
a, kunst vereenigd is ". Was 't niet veel vznTitiaan, voor
den jongen Paulo : of handelde die, reeds zyne Loopbaan*
uit zynde, ltaatkundigiyk niet hem welke eerst in Naam be-
gon te koomen , om hem te handhaaven tegens zyn' ou-
den Leerling, Tintoret, dien hy al lang bevoorens duchtte
en drukte, en die toen, twintig Jaar ouder dan Paulo
Veroneez zynde, in zyn hoogde Kragt was ?
(2)  Sandrart bevestigd dit, zeggende „ dat hy eenen
„ .Ryk-
-ocr page 454-
Venetiaanse Schilders. 373
Zie hier een Staaltje zyner Edelmoedigheid. Ia
een Togtje door de Ommelanden van Venetië, wierd
hy van onftuimig Weer overvallen, en ging in 't
Landhuiz van 't Edele-geflacht Pifani fchuilen. Hy
wierd 'er op 't vriendelykst ontfangen, en eeni-
gen Tyd onthaald. Geduurende 't Verblyf, 't welk
hy daar nam , fchilderde hy in 't heimelyk het
Huizgezin van Darius, t'famengefleld uit twintig
Beelden, Leevensgroot. Vertrekkende , had hy
het Tafereel opgerold , onder zyn Bedde verbor-
gen ; en gaf aan de Heeretl Pifani te kennen , dat
hy voor hen iets achtergelaaten had, om daaruit de
Onkosten te betaalen welken hy had veroirzaakt.
Dit hebbe ik (zegt de Schryver) uit Monde van
den Frokurator Pifani, die my dat fchoone Schilde-
ry getoond heeft. De Figuuren van Alexander, en
van Efestion, zyn uitmuntend; en de Droefheid is
gefchilderd, op 't rampzalig Huizgezin van Darius.
Paulo, altooz aandachtig op zyne Glorie, deed
zyn Tafereel van Se. Justina ven Padua, het befaam-
de Huuwelyk van Se. Katharina, de fchoone Kruis-
figing der Schoole van St. Rochus, de Temtatie
van St. Antoni den Abt, door Augustyn Caratz gra-
veeren. Villamena graveerde de Zuiveringe der H.
Maagd; en verfcheide andere hebben na hem gear-
beid.
„ Rykdom verzamelde welke voor elk Ridder genoegfaam
„ was , zulks zyne Kinderen daarvan onbekrompen als Hee-
„ ren leeven konden ; dat hy, by zyne prachtige Kleedy ,
„ altooz Fluuweele Schoenen droeg, welken zyne Erfgenaa.-
„ men ter Gedachtenisfe bewaarden ,• alsmede, dat hy in zy-
,, ne Handelingen zeer eerbaar was, nimant om afzonderlyk
., zwaar Gewin diende, zyn Woord angstvallig hield,, zyn
„ Huizgezin met groot Vernuft beheerste, zyne Kinderen van
„ vreemd en ydel Gezelfchap afhield , en hen in de Vreeze
w Godts en, de zédelyke Deugden opvoedde".
Aa 3
-ocr page 455-
$74 Venetiaanse Schilders,
beid. Paulo Vekonejz had ten Gewoonte,
fchilderende, zynen Dagh wat hoog te neemen ,
om zo veel te grooter Schaduuwen te veroirzaakcn,
Hy deed behendiglyk Vooic^el, met alles wat hy
5?ag : vooral, met de Tekeningen van Parmefaan ,
die byzonder van zynen Smaak waren. Onaanger
?ien hy menigte Onderwerpen uit de Herfcheppin*
gen fchilderde, zyn 'er echter zeer weinige onze-
dig. Hy zejde, dat men, om over de Schilder-
kunst wel te oirdeelen, onderrigt moest zyn van de
Regelen der Kunst (i) : dat het eveneens was,
indien
(i) Dit was een goede Lesfe.die aan veelen ontbreekt:
maar, is die niet alzo noodig om de Kunst te oeffeoen :
heeft hy die zelfs wel waargenomen ? De Files zegt ,, dat
„ hy zelve geen Beginzel had ten Aanzien van 't Licht- en
a, Bruin ; en, zo het gevonden word in eenige zyner Schil-
„ deryen, dat dit niet anders is dan door de goede Uitwer-
„ kingen van zyn Vernuft, onafhangelyk van den Kunstré-
„ gel : dat het hem daarin gelukte, dan eens wel en dan
,, eens qualyk , naar de verfcbillende Invallen van zynen
M Geest. Dat men ook van zyne Standen zeggen kan, ilat-
,, ze voor 't Meêrendeel zonder Verkiezinge zyn. Dat
, 'er wel Vuur en Gewoel is in zyne groote Werken : maar
,, dat men, als men dezelfden van. naby befchouwd , weini-
., ge Seherpzinnigheid in zyne Uitdrukkingen zal vinden, zo
,, wel aangaande ider Onderwerp in 't algemeen als voor de
,, Hartstogten in *t wzonder : dat het zeldfaam is, van hem
,, iets Zielroerends te zien. Dat zyne Tekening , onaangezien
,, de Geneegenheid welke hy voor die van Parmens had , van,
,, een' flegten Aart is : uitgezonderd de Hoofden, die van
„ 't Grootsfe en Ëêle , en fomtyds van 't Sevallige hebben ;
,,
dat zyne Beelden wel t'fatpengevoegd zyn onder zyne Klee-
,, deren : maar, dat de Onttrekken van 't Naakt weinig van
j, goeden Smaak of Zékerheid hebben, vooral in de Voe-
j, ten, fchoon 't fchynt dat hy bezorgd was om zyne Vrou-
,j wen vloeijender te tekenen, volgens zyn Denkbeeld der
., fchoone Natuur',wyl hy't Antiek niet kende". Zelvefteld
hy Paulo Veroneez ten Voorbeeld ,, van imant die
„ dikwyls niet een fcjjoon Vernuft en fraaije Behandeling j
-ocr page 456-
Venetiaanse Schilders. 375
indien men zig daaraan overgaf zonder eene na-
tuurlyke Begaafdheid, als of men op de Baaren.
zaaide.
Deez groote Schilder , zig te veel verhit heb-
bende in 't volgen van eenen Ommegang, wierd
door de Koortsfe overvallen, en ftierf te Venetië ,
A°- 1588, in zyn 58 Jaar. De Vaders van St. Se-
bastiaan
gaven hem , uit Erkentenisfe , eene Graf-
fteêin hunne Kerke, daar men zyn Afbeeldzel van
Metaal ziet. Dus wierd hy begraaven , in 't Mid-
de van alle zyne Zégentékenen.
Men verwyt aan Paulo Veronése, dat hy
niet juist genoeg was en zyne Figuuren te kakel-
bont heeft gemaakt door alteveel onderfcheide Ver-
wen , 't geen daarvan de Gedaante en de Verpoo-
zinge beneemd. Zyne Gronden van Gebouwen,
zyn fomtyds wat te helder; en zyne Luchten, na-
derende naar Waterverwe, wat te hard. Dikwyls
zoude men wat meer Overeenitemminge in zyne
Tafereelen , meer Edelheid van Uitdrukkinge in
zyne Hoofden , en meer Smaak van Tékeninge
wensfen, in de Omtrekken en in de Uitftrekkende
Deelen zyner Figuuren ( 1),
Niets
", maar gemcene Dingen voor den Dagh brengt en fom-
„ tyds in Ongerymdheeden vervalt, om dat hy zyn' Inbeel-
„ ding niet gaande maakt door 't Leezen van goede Schry-
„ veren, en niet aandachtig zyn Onderwerp overpeinzd ",
naauielyk geen Gebruik van zyn Oirdeel maakt.
(1) Felibien laat zig nog pp een' andere Wyze over hem
uit. Hy zegt, dat P, Veroneez de Schoonheid van 't Kolo-
riet en de Schikkinge der Lichten zo verre gebragt heeft,
als imant tot hiertoe te voorfchyn gekoomen Schoon hy
hem vervolgens voordoet, brallende in groote t' Samenftel-
linge van Historiën waarin men de Kragt zyn's Penfeels ont-
dekt, zo zegt hy echter elders, dat men niet kan zeggen,
dat P. Veroneez de Qvexeenkoomst, welke eea Schilder in
Aa 4                         3c
-ocr page 457-
^■6 Venetiaanse Schilders.
Niets is zo fchoon als de Tekeningen van Pau-
ï.0 Veronése , ten Aanzien der Ordinanfiè' (i).
Dikwyls zynze getekend op getint Papier, gelteld
met de Penne, gewaschen met Roet of met O. I. Ink,
gehoogd met Wit, en zeer uitvoerig. Men ziet
anderen van hem , die Studiën zyn, met Rootkryt,
met Zwartkryt, met de drie Krayons; en eenige
zyn zelfs, welker Omtrekken geflagen zyn met het
Penfeel (2). Het groot Vernuft , en de Gemak-
kei yk-
zyne Tafereelen moet bewaaren, nog de Waarfchynlykheid ,
de Gebruiken, of de Waarheid der Hittorië, in acht neemt ;
als vertoonende een' Pragt, zelve in de eenvoudigfte Onder-
werpen , welke die der grootlte Vorsten opweegd en aan ge-
meene Messiefl niet behoord gelyk Simon en Levi waren,
pog de geene die J. K. en de H. Maagd op hunne Maalty-
den noodigden: dat hy zoude te achten zyn , indien hy die
, Grootsheid en die Pragt had doen zien in 't verbeelden van
een befaamd'Feest, gelyk dat 't freik Klèopatra aan M. An-
ionius
gaf.
Ci) Is dit beter in zyne Tekeningen, dan in zyne Schil-
deryen ? Zyne Ordinanfiën , zegt du Frefnoy, zyn woest, en
zyn Tekening niet te zéker: maar zyn Kleur, en wat daar-
van afhangt, is in zyne Tafereelen zo verwonderlyk, dat het
zo voort verbaazen, en de, andere Deelen vergeeten does
Welke daaraan ontbreeken.
(2) Sa Nd r art zegt, dat veele het daarvoor hielden,
ó:\t hy te Huiz een' grooten Hoop van Modellen en Schets-
ten had, waarvan hy zig in het t'SamenftelIen zyner Tafe-
reelen bediende, gelyk veele Schilders doen : maar dat hy,
een wonderbaar Geheugen bezittende, 't geen al bewaaren
kon'de wat hy eens gezien had, alles uit zig zelfs na zyn ei-
gen Verdand formeerde en daaraan een' zonderlingen Wei-
Aan d gaf. Dit laatfte luid fraai , en fchryft wonderbaarc
Vermogens aan Paulo toe , die echter zo veel Waarde in
zyne Werken niet konden brengen dan goede Modellen of
Schetsfen moesten doen : maar Sandrart vergeet zelfs wat
hy even te vooren zegt ,,dat P. Veroneez aanvanglyk de
,, Werken zyn's Meesters Badile, voorts de Plaaten van A.
, Durer, byzonderlyk deezer Kleedyen dien hy altyd in acht
;as en naderhaad de Tekeningen van Parmefaan, zeer
v
-ocr page 458-
VenetiAanse Schilders. 377
kelykheid deezes Kunstenaars, laat zig overallee-
zen. Zyne Merktekens van Hoofden, zyn Smaak
van Klee'dinge, zyne fc'hoöne Achtergronden (1),
't Verftand waarmede hy zyne Lichten heeft wee-
ten te-bezuinigen , zyn Aandacht om zindelyk te
tekenen, zyn de vaste Leidslieden om Paulo Ve-
rone ez te kennen.
Onder de groote Werken, dien men van hem
in 't Paleiz St. Mar co ziet; Werken , die geweid
zyn door de algemeene Goedkeuringe, heeft hy
vier Maaltyden gefchilderd, die alleen in flaat zyn
hem onllerffelyk te maaken. Dat der Bruiloft van
Kana, te St: Giorgio Maggiore, is een der eerile
Tafereelen des Aardbodems: men teld'er, in een'
Ruimte van meer dan 30 Voeten Lengte, 120 Beel-
den en 150 zeer verfchil lende Koppen. Het twé-
de Feeft, by Simon den Meïaatsfen, is te St. Sebas-
tiano
; het derde, by Levi den Tollenaar, is in St. Jan
en St. Pauhis ,
dogh door 't Vuur befchadigd. Het
vierde Gastmaal, nogmaals dat van Simon den Me-
ïaatsfen , was by de Vaderen Servieten, dogh bevind
zig jegenwoordig te Ferfailjes in het nieuwe Sa-
lon. Deeze Vaders weigerden een' zwaare Som-
ine Gelds, welke Louis XIF hen voor dat Stuk
deed bieden: maar, de Republiq liet het Tafereel
van
„ vlytig en veel gekopieerd heeft". Van den Voorraad zy-
ner Stoffen tot zyne Kleedyen , hebben wy reeds gemeld. De
Piles
zegt ook duidelyk, dat hy zig bediende van de Hoof-
den , zo wel als van de Kleedyen, der Vreemdelingen uit
de Levant, waarvan altooz een groot Getal te Venetië is.
(1) Dit moet te verdaan zyn, van Gebouwen. Ik het>-
be nooit eenig aanmerkelyk Landichap van P. Veroneez
gezien, zegt de Piles: hy heeft Luchten gemaakt, in eeni-
gen zyner grootfte Stukken, die uitneemend zyn : maar zyne
Verfchieten, en Voorgronden, trekken naar den. Aart van
Waterverw.
Aa 5
-ocr page 459-
--g Venetiaanse Schilders.
vanzyn'Plaatsfe ligten,en deed het aan den Koning
ten Gefchenk.
Nog ziet men te Venetië, in de Kerke van St.
Sihester
, eene Aanbiddinge der Koningen; by de
Vaderen van S<? Croce, eene Aanbiddinge der Herde-
ren; te San Nicolo dei frari, vyf Tafereelen in 't
Zolderftuk: naamelyk, den Doop onzes Heers,een
Nagtmaal , een Berg van Kaharië, eene Opftan-
ding en in 't Midde de Aanbiddinge der Konin-
gen In de Kerke van Ogni Santi, heeft hy ge-
fchilderd een Paradys, met eenen St. Stefanus, en
verfeheide andere Heiligen in Gebeden. By de
Znsteren van Se. Katharina, ziet men het befaamd
Tafereel haares Huuwelyks (i); en Kristus met
de Farizeenen, in de Kerke van St. Paulus.
De Kerk van Se. Sebastiaan, is gants van zyne
Hand. Het Zolderftuk is verfierd, met drie Stukken
der Historie van Estber; de H. Maagd is op 't
Hoog-autaar gefchilderd, in eene Glorie van En-
gelen : om laag zyn, St. Sebajliaan, Se. Katharina,
St. Jan den Dooper , St. Franjiskus, en St. Pieter,
In den Koepel, ziet men den Eeuwigen-Vader; en
de Hémelvaard der H. Maagd , in 't Geftoelte.
Op de Muuren, regts, heeft hy verbeeld St. Mar-
kus,
(i) Sandrart tékend onder anderen aan, dat ten zynen
Xyde de Heer Jan Reinst, te Amfterdam, een Stuk van P.
VerOMEEZ bezat, verbeeldende dergelyk Onderwerp van 'C
Huuwelyk van S* Katharina met Kristus, waarin zig deswe-
gens verheugende' Engelen bevonden; en dat het, met nog
fier anderen , om vyfentwintigduizend Gulden verkogt, en
aan Karel II, Koning van Engeland, aangeboden wierd; als-
mede , dat de Grave Fielding, Ambasfadeur van Engeland te
Venetië, onderfcheide fchoone Tafereelen van hem in de»
Iconen Tyd zyn's Gezantfchaps opzamelde, en naar Enge-
iend
voerde.
-ocr page 460-
Venetiaanse Schilders. 379
kus, en St. Marcellinus, ter Straffe gevoerd mee
St. Sebastiaan, aan eenen Boom gebonden. Veele
andere Stukken der Historie deezes Heiligs, de
Doop van Kristus , een Kristus aan 't Kruiz , de
vier Evangelisten, St. Jeronimus in de Woestenye ,
de Befhydenis, de Geneezing des Geraakten , en
veele Figuuren in 't Graauw, veriieren 't overige
der Muuren en de Orgels. Zonder te fpreekea
van het fchoon Tafereel 't geen in de Eetzale is,
en de Schilderyen die den Trap verderen, is een
Hémelvaard der H. Maagd , en de vier Evange-
listen , verdeeld in 't Zolderftuk der Sakristye.
T e Verona, in de Kerke van San Giorgio, is het
Martelaarfchap van den Ridder Ginnochias ( 1), die
den Afgoden niet wil offeren ; en St. Barnabas, op-
wekkende eenen Dooden. Te la Vittoria , in de
Sakriftye, eenen Kristus in't Graf, omringd met
14 Figuuren, een klyn en kostelyk Tafereel,
T e Milaan, in S* Eufemia , de Heilige den Geest
geevende en een Beul door de Leeuwen aangeval-
len. In de Gallerye van 't Aartsbisdom, eene H.
Maagd met het Kind Jezus en Si. Jan.
Te Brefcia, in Se. Af ra dei Rochetini, het Mar-
telaarfchap deezer Heilige, met een' fchoonen Ach-
tergrond van Gebouw. In de Eetzaale der Vade-
ren van St. Nazaro, de Maaltyd by Simon den Me-
laatsfen , met de Magdaleena die de Voeten des Za-
ligmaakers zalvd,
T e Padua, by den Benediktynen , de Marteling
van Se. Justina.
In
(i)Uitsteekend fchoon gekoloreerd, maar zonder
Eenflernmigheid: een wonderbaarlyk Tafereel, wegens des-
zelfs Grootsheid, Rykheid van Vindinge , en 't groot getaï
figuuren van Leevensgrootte, zegt Rifbardpm,
-ocr page 461-
380 Venetiaanse Schilders.
In de Gallerye des Hertogs van Modena, de Aan-
bidding der Koningen; de Bruiloft van Kana; Mars
en Venus , Halverlyf; het Huizgezin onzes Schil-
ders , verzeld zynde van twé Befchermheiligen, 't
welk Dankzegginge aan de H. Maagd doet; een
groote Kruizdraaging.
In den Dom te Mantua, de Temtatie van St.An-
toni
den Abt, met fchoone Hoofden van Vrou-
wen.
In de Gallerye des Groothertogs, eene Bood-
fchap.
In die dés Hertogs van Parma, eene H. Maagd
met twé Engelen, en St. Jan met St. Jeronimus; de
Hoofdman over Honderd; Mozes, Vems en Adonis.
In Spanje ziet men , in 't Kapittel van 't Esku-
riaal,
de Bruiloft van Kana , en eene Voorflelling
in den Tempel, op Doek gefchilderd , met Hal-
ve-leevensgrootte Figuuren.
T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz , de
Vrouw in Overfpel. Een Priester aan 'tAutaar,
jnet eene Heilige op de Kniën, en een' Gefchoo-
renen die een Flambouw houd; de Hoofdman over
Honderd, eene Vlugt naar Egipte met verfcheide
Engelen, eene Aanbidding der Koningen.
De Koning van Vranhyk bezit, het befaamde
Gaftmaal by Simon den Melaatsfen ; de Emausgan-
gers; Judit met Holofernes ; Rebekka; Sufanna koo-
mende uit het Bad; David en Bathfeba ; de Marte-
ling van St. Markus; Kristus in 't Graf; de Bloed-
vloeijende Vrouw ; de Verfchyning.van Kristus aan
St. Pieter en St. Paulus; een Kruizdraaging; de In-
tree van Henrik IJl te Venetië; Venus en Adonis; de
Aanbidding der Koningen ; dé H. Maagd met het
Kind Jezus, St. Jozef, St. Jan, en £« Katharina;de
H. Maagd door de Engelen opgenomen; Mozes uit
-ocr page 462-
Venetiaanse Schilüers. 381
het Water getoogen , twémaal; Esther by Asfuee-
rus
; Perfeus en Androméda ; een' Kruisfiging; eene •
H. Familie, met Si Katharina en St. Joris, en een*
Vrouw op den Voorgrond die een Bennetje aan*
bied; eene H. Maagd, 't Kind Jezus en St. Jan;
eene H. Maagd houdende 't Kind Jezus, en een*
Non. f
In 't Paleiz Royaal ziet men de Emausgangers; de
Schaaking' van Europa; Léda; Mars ontwapend vart
Venus; de Dood van Adonis; Merkurius en Herjs^
Mars
en Venus door de Liefde gebonden; 't Portret
van de Doghter onzes Schilders; Paulo Vero-
NEEZtusfen de Ondeugd en de Deugd; de Wyzheid,-
Medgezellin van Herkules; de Eerbied, Liefde, Af-
keer , en de Ontrouw, vier Stukken boven Deu-
ren ; Mars en Venus; de Brand van Sodoma ; de
Ifraëliten trekkende uit Egipte; het Oirdeel van «Sa-
lomon; Mozes uit het Water getoogen.
Augustyn Caratz, 'Fosterpian , Kilianus,
F. VMamena, Mat ham ,. Saenredam , Lasne , Troien,
vanliesfel, leFevre, Coelemans ,Hollart,
en ander'en,
hebben na Paulo Veronése omtrent 60 Stukken
gegraaveerd. Buiten dien zyn twé Stukken in *c
Werk van Louifa, veele in 't Kabinet des Keizers
en in de Tafereelen des Groothertogs, en 25 Stuk-
ken in de Verzameiinge van Crozat, gegraveerd
door de befte Meesters deezes Tyds.
Paulo Farinati heeft gearbeid onder Paulo Ve-
ronése, gelyk ook de Cavalliére ZJ)latti deed, die
zyn Medgezel was.
Gabriël en Carletto, twé Zoons van Paulo Ve- Carletu
ronése , zyn Leerlingen hunnes Vaders geweest. CaliarL
Carletto
had zulk fchoon Vernuft, dat hy geoir-
deeld wierd zynen Vader te zullen overtreffen:
maar, de Dood rukte hem wegh, A°. i^pfj, in hec
%6 Jaas
-ocr page 463-
382 Venetiaanse Schilders.
Gabrièl 2,6 Jaar zynes Ouderdoms. Gabriêl, die hem over-
Caliari. leefde, had mindere Gaven. Hy verliet ook de
Schilderkunst, om zig aan den Koophandel over-
tegeeven, en ftierf A°. 1631 , in den Ouderdom
van 63 Jaar. Op de Dood hunnes Vaders, vol-
tooiden zy verfcheide Stukken dien hy onvolmaakt
Benedettohad gelaaten: geholpen door hunnen Oom Benedet'
Caliari. t0 Caliari, die deszelfs Tafereelen met Gebouwen
ftóffeerde, en 't laatst van allen ftierf. Zy volg-
den, alledrie, de Maniere van Paulo Veroneez;
zulks 'er veele Schilderyen worden gevonden, wel-
ke van hem gehouden worden en van de Hand
zynes Broeders of zyner twé Zoonen zyn (1) .
Dus heeft de Schilderkunst, eene Eeuwe lang, in
dit Huiz gebloeid.
(1) De Pil es verzekerd dit. Hyzegt, dat men Schil-
deryen van Paulo Veroneez ziet, waarin de Kleuren
fcherp en wanfiemmig zyn : dogh, dat hy geen Borg wil bly-
ven, dat alle de Schilderyen, dien men op den Naam van
Paulo Veroneez fteld, de zynen en niet van de Hand
zyner Zoonen en zyn's Broeders zyn.
JO.ZEF
-ocr page 464-
Venetïaanse Schilders: 383
. U ««•• /*
JOZEF PORTA.
JOzef Porta , gebynaamd Salviati, wyl hy Leer-
ling was van Francesco Salviati den Florentyner ,
wierd gebooren te Cafiello nuovo della grafignana,
A°. 1535. Een zyner Oomen, hem naar Rome ge-
voerd hebbende om in de Schoole van Salviati te
gaan , zo verloor Porta zynen Tyd niet: hy
wierd bequaam in 't Fresko, en zyn Koloriet was
daarin zo fterk als in Olieverw. Zyn Meester Sal-
viati
, die uitter Aart voor de Verandering' van
"
                                                         Plaats
-ocr page 465-
184 Venêt ia a'sse Schilder U
Plaats was , bragt hem wederom te Venetië eli
Het hem daar•,• gaande .zelfs raaxJElotence- ,
Porta" maakte"zig Vrienden te Veneffë , daar
zyne Manier aangenaam gevonden wierd,; die van
den Romynf$n-en van den Venetiaanfen-SmÓak hield.
Men gebruikte hem in Fresko , tot het ■ üefchilde-
ren van versheide Voorgevels van Paleizefl , welke
Achtinge Verwierven en door den Tyd vernield
Zvn De Patriach Grièani deed hem, irj zyn Pa-
leiz de Fifeel van Fjjche verbeelden; en|de Non-
nen'van 't mp"s Éïepiintïbis&eedden hem,eenen doo-
denKtistus* Venefé:qmm hem behaaglyk genoeg
voor, om zig tèr neer te zetten. Hy hübwde 'er,
en won vericheidëgfejnderen, Zyn Naam vloog
over naar jRom£,/. Vans Vius IV eischte hem, om
ïn de Koninjgl. Zaale 'Keizer Fredefik I te fchilderen ,
kusfende dF -Voeteaj^an Paus yllexandmlll voor
de Kerke wan St. MarBs, in jegenwöordigheid van
den Doge.1 Ziano en van verfcheid'è Raadsheercn
en Kardinalen. -W die Zaale voltooide: hy eeri
Stuk 't welk van zynen Meester, Fiance\co Salvia'
ti
onvolmaakt was gelaaten."
'porta quam wederom te Venetië, overlaaden
met Eere en Gefchepken. -De Senaat, kennende
zyne Verdiensten, verleende hem Middel om ze te
oeffenen, in de drie Ronden der Bibliotheek' van
£R Markus, waarin hy verbeeldde Pallas en Herku-
ies, Merkurius
en■ Pluto , en de Deugd belachende
de Fortuifie die geblind is. In de Oude-Zaale des
j)0^; fchilderde hy de Beelden die de Hertoglyke
Wdpeus verzeilen: zynde de Deugd, de Liefdaa-
dio-heid,de Overvloed, en de Vrede; alsmede, een
Kruisfifix,verzeld van deH. Maagd, van St. Jan,
en van' de Magdaleemy gelyk mede, de Sibyllen
bo-
-ocr page 466-
Venetiaanse Schilders. 385
boven 't Balkon van 't Hof, en twé Kinderen bo-
ven een' Deur. Vervolgens arbeidde hy aan den
Nieuwen-Trap, alwaar men Preuven van zyne Be-
quaamheid ziet. Nog bezorgde hy veele Kartons,
voor de Mufaife Werken van St< Markus. Einde-
lyk , de Kerken en de Paleizen van Venetië zyn
vervuld met Werken van zyne Hand.
Porta gaf zig over aan de Weetenfchappen,
vooral aan de Wiskunde. Verfcheide Verhande-
lingen had hy over deeze gefchreeven, welken hy
naderhand in 't Vuur wierp, geduurende eene Ziek-
te waaraan hy meende te flerven. Dus handelde
hy ook met zyne Tekeningen , en met alle zyne
Studiën, niet willende dat imant zig van zynen Ar-
beid bedienen zoude. De Geleerden maakten Werk
van zyne Ophelderingen, en hy woonde hunne
t' Samenkoomften by.
D e Scheikunde was vry wel van zynen Smaak:
hy had daaruit verfcheide Geheimen getrokken,
voor de Verwen in Fresko. Porta tekende zeer
wel; hy inventeerde gemaklyk ; en zyn Koloriet
had den Aart der befte Kunstenaaren. Akezeer
verflaafd aan zyn Model, betekende hy de Muske-
ien van 'tMensfelyke-Lichaamovermaatig: gelyk de
Ouden deeden, om te toonen tot hoe verre zy de
Anatomie bezaten. Hy eindigde zyne Dagen te
Venetië, Au. 1585, in den Ouderdom van vyftig
Jaaren.
Zyne Tekeningen zyn raar, en zeer geacht.
Ze zyn een Mengfel,van den Smaak zynes Meesters
Sahiati en der Romynfe- en Venetiaanfe- Schooleu.
Zyne Pen is ftout zonder Geestryk te zyn , ge-
waschen met Roet en gehoogt met Wit door 't
Penfeel, geartfeerd in de Lichten. De breede
Eerjle Deel                       Bb                        Klee-
-ocr page 467-
*3S6 Venetuansï Schilders.
Kleedyen zyner Beelden, en deezer al te uitgedruk-
te Musketen, maaken zyn waar Merkteken uit.
Te Venetië; rékend men onder zyne Werken,
eene Pfyfebe by den Prokurator Grimani. Eenen
dooden Kristus, 'm de Kerke der Nonnen van 't
Corpus Domïni. Drie Ronden , in de Bibliotheek
van 't, Paleiz van St. Markus. De Sibyllen , de
Profeeten, de Hoofddeugden, en Jezus Kristus met
de Marien, in 't Paleiz van St. Markus. Eene He-
mel vaard der H. Maagd, by de Servieten. Op 't
Hoag-Aataac van Si! Maria Zebeni'go, eene Bocd-
fcfeap ; en eene andere Boodfchap, ki't HofpkaaL
Te San-Zaccaria, St. Kosmus en St-.-Btsnéaan gemeen
■ eenen Zieken ; op de Zyden , St. Jan den
:•;■ , Zacharias
, en den Heiland in de Lucht.
'tvsé Tafereelen, te St. Francesco della Vigna : be-
staande't een, in een H. Maagd zittende met het
Kind Jezus, St. Bernard, en St. Mntmi zynde een
Portret na 't Leeven. Het ander Tafereel ver-
beeld vier Heiligen.
In de Kerke Dei Frari, eene Zuiveringe der H.
Maagd. Beneeden- het Tafereel ziet mfen St. Ni-
klaas
, St. Bernardyn, St. Jugustyn ,Se. He'eene, met
St. Pauliis leunende op zynen Degen ext fpreekende
tegens St. Markus. In Fresko heeft hy gefchil-
tterd , ter Zyde het Autaar , den Profeet Malacbias
en de Sibylie Erythréa. By den Vaderen van San-
Spirito
in Laguna, ziet men op 't Orgel, David zé-
gepraalende over GoJiat; en een Nagtmaal, in hun-
ne Eetzaal! In de Kerke der Engelen van Murano,
beeft hy Kristus verbeeld als een Hovenier, verfchy-
nende aan Magdaleena en aan St. Picter Martelaar;
eene Afdoening' van 't Kruiz , alwaar de Maagd
beneeden ftaat met de drie Marien: St. Longinus en
Magda-
-ocr page 468-
V E N £ T I A A S S E S G tf I I » E R S. 38?
Magdaieena, ontfangen 't Lichaam des Heilands.
In 't Paleiz Royaal, te Parys,ziet men den Roof
der Sabynen, Lèevensgroöt. Menkend geene an-
dere Stukken , na P o r t a gegraveerd , dan drie
in de Verzamelinge der Tafereelen van; Venetië,
door Louifa -uitgegeeven. Zy zyn gefchijderd, in
't Zolderftuk der Kerke della Salute: verbeeldende
het Manna j den Profeet Elias van den 1$ngel ge-»
fpyzd , en 'Habakiik brengende Eeten aan DanieJ
in den Leeowenkuil.
Bb X                        DE
-ocr page 469-
$83 Venetiaanse Schilders.
t/. «f . Ca*- '~Fav*&<i<, fat/in, >">l5
de OUDE-PALMA.
JAkob Palma de Oude is gebooren te Serinal-
ta
,in 't Grondgebied van Bergamo, A°. 1540.
Schoon hy geenen hoogen Ouderdom bereikt heeft,
noemd men hem den Ouden-Palma: om hem
te onderfcheiden van' zyn'Neef, bekend onder den
Naam van den Jongen-Palma.
H y wierd in zyne eerfle Jaaren naar Venetië ge-
zonden , ter Schoole van den grooten Titiaan :
waarin hy niet lang verbeidde, met boven de an-
dere Leerlingen uittemunten. Zonder de Eêlheid
en
-ocr page 470-
Venetiaan'se Schilders. 3&£
en 3t Mollige van ?t Penfeel zynes Meefters te be-
reiken, was zyne Manier zo evengelyk aan't zelfde,
dat men hem na de Dood' van Titiaan verkoor,
om de laatfle Hand te leggen aan eene Afdoenin-
ge van 't Kruiz.
Pal ma word hooger geacht, wegens de Een-
dracht der Verwen, wegens derzelver Verfmeltin-
ge, en wegens het groot Geduld der Uitvoerig-
heid, dan belangende de Fierheid en Juistheid van
Tékeninge. Hy deed alles na 't Leeven , fchil-
derde zelve de Zagtheid der Wolle; en men be-
fpeurd, fchoon zyn Werk zeer uitvoerig is, dat het
op een' gemaklyke Wyze en met den eersten Pen-
feelflag h gedaan.
Paljïa leidde aanvanglyk zyne Verwen fris;.
vervolgens, liep hy zyn Werk wederom over, be-
laadde het met Verwen en met Lakfeeringen, op de
eige Maniere ah Titiaan en Corregio gedaan hadden:
't geen zyne Schilderyen zeer mollig gemaakc
heeft (1). Zyn Vleezkleur waszo fris, dat Bofchini,
Venetiaans Dichter, daarvan zeide, dat zy leeven-
dig en niet gefchilderd was (2). Ridolfi, Zinfpee-
lende
(1)  K. van Mander gedenkt, te Leiden van hem ge-
zien te hebben, ten Huize van eenen vander Meulen , een'
Vrouwe - Tronie met naakten Halz' en Borsten , 't welk
heerlyk en wonder wel uit de Hand ftond: dogh, van na-
by:, met weinig Arbeid en gecne zwaare Handelinge gedaan
fcheen te wezen.
(2)  Evenwel zoü dit zo min beflisfen a!s de daarop
volgende laffe Zinfpeeling van Ridolfi, indien 'er geene an-
dere Preuven waren. Welke gemeene Halz word voor 't
minst' met Apelhs niet gelyk gefleld , indien 't maar een*
Poeët in den Gril vak ? Tot onzent vinden wy overvloedige
Voorbeelden daarvan. Op 't zien van een enkeld Lykge-
dicht, waarinde Hoogduitsfers vooral niet kaarig zyn, befltiic
Saiidrarfzdïs,dU L, Haring van Praag (dien de Dichter wc-
Bb 3                       deroffi
-ocr page 471-
"gpcr Venetiaanse Schilders.
lende op zynen Naam van Palma, brengt by, dat
hy langen Tyd met zyn fterk Koloriet de Natuure
uitgedaagd hebbende , 'eindelyk zegepraalend den
Palmtak had verworven, waarvan hy, ten Teken
zyner Overwinninge, zynen Naam ontleende.
\ Palma verloor zyn Onderwerp nooit uit het
Gezigt; hy behandelde het met een zelfde Vuur ,
tot hy 't voltooid had: tegens de Gewoonte van 't
Meêrendeel der Schilders, die in 't opmaaken hun-
ner Werken den Geest daarvan bederven. Hy
maakte een zeer fraai Portret. Zyne Kleedyen
waren ruim, en van goeden Smaak. Indien Pal-
ma overleeden was, zo voort na twé- of drie be-
faamde Werken welken hy gemaakt heeft , dan
zoude hy voor den besten Schilder zyn doorgegaan
dien wy gehad hebben. Zyne ongelyke Verdienste
is zedert alcooz gedaald, en heeft allen den Kenneren
fcedroogen: maar , zyne eerste Tafereelen dienen
ter Verfchooninge voor de Zwakheid der laatften.
IN de Kamer van de Broederfchap van St. Mar-
kus
, die verfierd is met Werken van Jan Belliint
van1 Jan Manfucchi, en van andere Schilders, heeft
Palma een Schip vertoond 't geen het Lichaam
van St, Markus te Vewtïè brengt. Hy verbeeld'er
een fchrikkelyk Onweer , met de Figuuren der
Winden blaazende van alle Zyden. Verfcheide
omgefmakte Vaartuigen , en Mensfen die zig al
zwemmende poogen te redden, maaken dit Tafe-
reel uitmuntend : zo wel wegens de Vindinge, en
't Koloriet, als ten Aanzien der Waarfchynlykheid,
De Se. Barber, welke hy geplaatst heeft in de Kerke
van Sa. Maria formofa , is niet minder uitmuntend.
Het
derom in't Leeven , en honderd Stokviseben in de Plaats byde
padvaders wenste) dn guur 3lBat)la' nwgfe getoefc fepn.
v
-ocr page 472-
Venetiaahse Schilders. 391
Het Tafereel , w_a u?in ky zig fchüderJe befchon-
wende eerfSfére , is onnavolglyk: men ziet 'er een
Gewaad van Tryy , Hairvlokken, zulk een' won-
derbaarlyke Kragt van Gezigt, dat niets volmaakter
gevonden kan worden ( 1).
Pal ma was welgemaakc, en bezat voortrelTely-
ke Hoedanigheedcn. Hy ftierf' te Venetië in de
Kragt zyn's Leevens , A°. 1588, oud 48 Jaaven.
Men wil dat Lorenzo Lntti, van Eergamo, die veel
in deeze Stad, te Venetië, en te Luretto , gebul-
derd heeft, zyn Leerling was.
Z"ïn E Tekeningen vind men zelden,en vermen-
gen zig dikwyls onder die van Tiiiaan , waarvan hy
de Maniere had aangenoomen. De Pen van den
Ouden Palma is zwaar en grof, gevoelig op
zékere Plaatsfen , en ondersteund door een' Wasch-
ing van Roet of van O. I. Ink. Men moet geen'
Juistheid, nog Verhevenheid, nog Verkiezinge van
Plooijen, daarin zoeken. Een zékere Venetiaanfe
Smaak, koomende naby Titiaan en Giorgione, maar
oneindiglykvan minder Deugd, doet hem kennen.
Weinige Tafereelen van P a l nu , ziet men
in de Kerken van Venetië: wyl hy korten Tyd ge-
leefd heeft, en Kabinetftukken meer van zynen
Smaak waren. In de Kerke der Madonna del hortot
vind men een' Ecce Homo, St. Dominicus, Se. Helee-
na, St. Laurens,
en de Gelukzalige Laurens Juflu
niani,
by malkanderen. Te San-M'ifé, eene H.
Maagd én haar Zoon op een' Wolk', en aan haare
Voeten St. Jan en St. Jeronimus. In de Kerke van
Santa Maria fortnofa, voor de Komp. der Bombar-
diers,
(1) Volgens K. van Manier is te Venetië zyn Portret,
van hem zelfs gedaan , 't welk altyd 'om de uitneemende
Schoonheid , zo wel gefield en gefchïlderd is 't, op Hemel-
vaartsdagh ten Toon gefteld word.
Bb 4
-ocr page 473-
392 Venetiaanse Schilders.
diers, of Artillery-Meefters, het Beeld van S* Bar-
her
in 't Midde; en in de zes andere Deelen, St.
Scbastiaan, St. Antoni
den Abt, de Maagd houden-
de haaren dooden Zoon' , St. Jan den Dooper en
St. Dominkus daar boven. By de Vaderen van St.
Steven
, eene H. Maagd , St. Jozef, Se. Katharina,
en de Magdaleena die Wierook op den Heiland
fpreid. Twé Maaltyden van Kristus met zyne A-
poilelen , 't een in St. Syhester, 't ander te Sq Ma-
ria Moeder Godts:
waarin hy zig zelfs te boven ge-
gaan heeft, in de fchoone Hoofden. Te San Cas~
fiano
is St. Jan ten Voeten uit, met St. Pieter, St.
Paulus, St. Markus
, en St. Jeronimus. In de Sakris-
tye van St. Sebastiaan, zyn St. Jeronimus en St. Karet.
Te St. Antonio di Castello , is 't Huuwlyk der
Maagd met St. Jozef, en andere Figuuren.
T e Se. Heleena van den Berg Oliveto, op 't Hoog-
Autaar, de Aanbidding der Koningen.
By de Theatynen van Plcenza, ziet men de H. Maagd
zittende, aan de eene zyde St. Joris en aan de an-
dere Se. Lucia,met een' Engel aan haare Voeten.
Te Serinalta, zyn Geboorteplaats, op 't Hoog-
autaar der Parochie, de Zuiveringe der H. Maagd
en eene Opftanding'.
In de Kerke van San-Pietro famaïdi, te Lucca,
St. Antoni den Abt met vier andere Heiligen.
By den Keurvorst der Paltz, te Dusfeldorp, is
de H. Maagd met het Kind Jezus, St. Rochus en
Magdaleena, in een Landfchap.
De Koning van Vranhyk heeft, eene H. Fami-
lie met St. Franfiskus; Jezus Kristus in 't Graf; de
H. Maagd, met het Kind Jezus en Se. Elizabet; de
Geboorte van Kristus, in 't Midde der Herders; de
fchoone Juwelierster; eene H. Maagd, het Kind
Jezus, Si, Jozef, met een' Jongeling op de Kniën.
in
-ocr page 474-
Venetiaanse Schilders. 39$
In 't Pakiz Royaal, ziet men eene leggende Ve-
nus
, op Doek, Leevensgrootte; Se. Katharina, Half-
leeven; eene tl. Familie, op Hout, Half-leeven;
Herodias, ..Leevensgrootte; een' Doge van Venetië,
zittende in een' Ermfloel, Leevensgrootte; 't Por-
tret van een' jonge Doghter.
Na Paï,ma hebben gegraveerd, Kiliadn, Troien,
Brebiette
,. Boel, Dankeft , Matham, de-Sadelaars,
Goltius, Lasne, van Kesfel,, Vosterman, en andere.
Daar zyn ia Plaatên, in de Gallerye des Aarts-
hertogs; eene Hv Familie in *t Kabinet des Ko-
nings, door Pjcatt den Romyn gegraveerd; en ver-
fcheide Stukken in 't Kabinet des Keizers, en in
de Tafereelen des Groothertogs.
Pb 5                        »H
-ocr page 475-
gp4 Venstïaanse Schilders.
de JONGE PAL MA.
MEn noemddeezen Schilder Jakob Palma
de Jonge, wyl hy vier Jaaren jonger was
dan zynen Oom: evenwel heeft hy vry langer ge-
leefd. Jakob Palma wierd te Venetië gebooren,
A°. 1544. Hy had ten Vader, Antonio Palina ; en
word gefield tot Leerling van Tintoret, waarvan hy
den Smaak rédelyk gevolgd heeft. Zyn Vader deed
hem tekenen, en fchilderen, na de befaamdfle Ta-
jfereelen.
r Zig bezig houdende in de Kerke der Jezidten om
den
-ocr page 476-
Veketiaanse Schilders. 395
den St. Laurens van Titiaan te kopieeren, nam de Her-
tog van Urbino, Guido Ubaldo, dikwyls het Vermaak van
hem te zien fchlldéren. Terwyl die eens de Misfe
aldaar hoorde , maakte hy het Portret des Hertogs.
Deezes Bedienden, zulks befpeurd hebbende, ver-
haalden het, t'Huïz koomende, aan hunnen Heer.
Daarop wierd de jonge Schilder ontboden, en ont-
fing den Pryzvan 't Portret, en van de Kopye naar
Titiaan gemaakt. De Hertog, verlokt door die ont-
looke Begaafdheeden, voerde Palma naar Urbino;
en bezorgde hem alle noodzaakelyke Behulpmidde-
len, om zyne Kunstftudiè' te vervolgen. Hy zond
hem vervolgens naar Rome, en beval hem aan zy-
nen Broeder den Kardinaal, die hem zedert altooz
voorflond. Dit nieuwe Onderiland , deed hem
nieuwe Voortgangen manken : hy ftudeerde mRa-
faël, M. Angelo,
en Polidoor. Zyn Roem groeide
aan; en de Paus.gaf hem eene Gallerye, en eene
Zaale van 't Vatikaan, te befchilderen.
Agt Jaaren verliepen te Rome, in die Bézig-
heeden. Toen keerde hy naar Urbino , vierentwin-
tig Jaaren oud zynde. Vervolgens, ging hy naar
Venetië. Aldaar geene Bezigheid vindende, door
't groot getal goede Schilders welke daar bloeiden ,
ging hy wederom naar Rome. Dewyl hy niet wilde
■werken onder 't Beftuur van een Opperhoofd, ge-
lyk 't in deezen Oord gebruikelyk is, weigerde hy
verfcheide Werken; en begaf zig op nieuw naar
Venetië, alwaar hy zedert altooz zyn Verblyf hield.
Men achtte zyn' Aart van Schilderen; en hy
wierd gefchat boven zyn' Oom , betreffende de
Schoonheid van 't Vernuft, de Lugtigheid van
Penfeel, en de Plooijen der Kleedyen, gelukkiglyk
gebroken. Hy wierd Vriend van den Beeldhouwer
Vittoria, die de grootfte Werken van Venetië. be-
ftuurde,
-ocr page 477-
35Ö Venetiaanse Schilders.
fhmrde, en hem deed voortrekken aan Tintoret „
aan Paulo Veroneez, en aan verfcheide andere Schil-
ders. Dikwyls gaf Vlttono hem raad, en bragt hem
om zyne Schilderyen te befchaaven. Palma bevond
zig in Tégendinginge met Tintoret, in 't Paleiz van
St. Markus; en met Jofepyn, in 't Hospitaletto. Door
Na-iver geprikkeld, bragt hy aldaar verwonderlyke
Stukken voort.
Na de Dood van Tintoret en van Basfan, 'wierd
hy de befaamdfte Schilder van Venetië. Zyn For-
tuin en zyn Roem , vermeerderden daaghlyks.
De Hertog van Mirandola eischte hem; en hy fchil-
derde,ineen Zolder ftuk van deszelfs Paleiz, de Fa-
bel van Pfyche; in een ander, de Scheppinge der
Wereld; eneindelyk, de Yzere-Eeuw'. Hy zond
Tafereelen naar Rome, naar Padua, naar Vicenza ,
naar Verona, naar Brescia, naar Bergamo, en ande-
re Steden. Toen veranderde hy gantfelyk zyne
Maniere van Schilderen , om eene veel vaardigere
aanteneemen. Hy liep zo fnel, als Tintoret; en de
Liefde voor 't Geld, haalde 't over boven die der
Glorie. Zo weinig Tyds verzuimde hy, dat hy zig
den eigen Dagh, toen zyne Vrouw begraaven ftond
ïe worden,met Schilderen bezig hield. De Vrien-
den, dien hy tot de Lykplegtigheid genoouigd had,
vonden hem, op hunne te Rugkoomst, even iverig
in de eige Bezigheid.
De Jonge Pal ma was welgemaakt; van eene
Gefteltenisfe bequaam tot den Arbeid; zeer gees-
tig, en bemind van de Geletterden; Guarini, en
de Cavalliére Marino, bezogten hem dikwyls. Uit-
ter Aart was hy vrolyk. Hem verhaald wordende,
dat eenige Schilders zyne Werken hekelden, ant-
woordde hy, Goed ! dafs een aangenaam Nieuws voor
tny
•' 't is een Teken, datze jaloers zyn over myne Wer-
ken !
-ocr page 478-
Venetiaanse Schilders. 397
ken ! In een Bezoek, 't welk de Ridder Jofepyn
hem gaf, ziende niets anders by hem dan gefchets-
te Schilderyen, voerde deez hem te gemoet' dat hy
geerne eenigen Tyd by hem wilde woonen, om
zulke fchoone Schetsfen te lee^en maaken. Ik zal
't u met Vermaak leeren, zeide Palma: op Voor-
waarde , dat gy my veroirloven zuid myn Verblyf
by u in Rome te koomen neemen , om my te lee-
ren hoe ik ze moet opfchilderen.
D e Glori van Palma vereischte, dat hy min-
der Schilderyen had gemaakt. Men ziet 'er vee-
]en, waarover hy maar heen geloopen heeft; en
die , zig gants van de Natuure verwyderende, niets
verfchuld zyn dan aan de Losheid zynes Hands.
Venetië verloor deezen grooten Schilder, A°.
1628 , in het 80 Jaar zynes Ouderdoms. Zyn Lyk
wierd gevoerd, naar St. Jan en Paulus: alwaar men
zyn Borstbeeld ziet, ter Zyde van dat van Titiaan,
en van zynen Oom den Ouden Palma. Zyne twé
Zoons ftierven van Ongerégeldheid, voor hem.
Jakob Albarelli is de eenigfte Leerling, dien
men van hem kend.
Men kan niets geestryker zien, dan de Teke-
ningen van den Jongen Palma. Zyne Pen,
zeer verfchillend van die zynes Ooms, is fyn en
lugtig. Dezelfde bied een Vuur aan van Ver-
beeldinge, eene Leevendigheid van Geest, die wei-
nig zyn's gelyks heeft. Men vind 'er in,eene dun-
ne zeer lugtige Wasching' met Roet, geartfeerd van
alle Zyden. Zyne Toets, zyne gevoelige Omtrek-
ken , zyne vliegende Kleedyen , zyne weinige Juist-
heid, hebben meer van eene groote Oeffeninge dan,
van de Natuure, en zyn eigen aan deezen Kunst-
fchilder. 't ZynTékeningen, die 't gemaklykst te
onderfcheiden zyn.
By
-ocr page 479-
3p8 Ve ne ti aa ns e Schilders.
By de Geestelyken van 't H. Kruiz, te Rome,
ziet men een Koor van Engelen, aanbiddende 't
H. Sakrament op 't Hoog-Amaar.
IN de Sakristye van St. Jakob del Orio, te Vene-
tië,
zyn veele Onderwerpen uit de H. Schrift, en
eene il. Maagd; in de Kerke, de Heilig voor
den Tiran, en een ander Tafereel verbeeldende
zyne Martciinge. Te San-Nicolo dei frari, eene Af-
doeningevan't Kruiz, in den Romynfen-fmaak; deZa-
Jigmaaker, trekkende veele Heiligen uit het Voor-
burg der Helle, die geportretteerd zyn na zyne Vrien-
den ; en de Marteïinge van Se. Kathar'ma. In de
Kerke van St. Antoni, heeft hy de Kapelle van San-
Sabba
gefchilderd, daar men deezen Heilig door
verfcheide Engelen ten Hémei gedraagen ziet. De
Werken in Fresko, rondom het Graf van Jeronhno
Canale,
befaamd Venetiaans Admiraal, geplaatst in
de Kerke van St. Jan en Paulus, zyn van zyne Hand.
Mars en Neptunus vertoonen zig daar (Tchoon in
eene Kerke ) met Zégetékens en Gevangenen. In
de Kerke van Se. Elizabet, ziet men een Bezoek der
H. Maagd. By de Nonnen van St. Jozef, eene
ichoone Afdoeninge van 't Kruiz. By de Monni-
ken van S<> Croce, in de Kerke, de Onthoofding van
St. Jan op 't Hoog - Autaar; en in 't Koor, een'
Kruisfigmg, en de Heiland in 't Voorburg der Hel-
le. In de Sakristye, ziet men de Ifraëlhen in de
Woestenye, de Kopere Siang', de Historie van David,
en op 't Autaar , de H. Maagd met veele Engelen.
Hy heeft in zynen laatften Tyd gefchilderd ,
vier Tafereelen van de Inftellinge die'r Vaderen.
In 't Hospitaküo beeft hy in de Zoldering' verbeeld,
de Hémelvaard der H. Maagd; en, in de agt Ruim-
tens rond-om, Engelen die Speeltuigen houden. De
Aanbidding der Koningen verfierd het Autaar; en
ver-
-ocr page 480-
Venetiaanse Schilders. 399
verfcheide grooteTafereelen zyn op de Muuren ge-
fcbilderd. Voor de Broederfchap der Justitie, de His-
torie van St. Jeronimus , ia agt Tafereelen. Alsmede,
voor die van't H. Sakrament, de H-'iland waschende
de Voeten zyner Apostelen, toen hy naar Kdifas
ging. Hy doet het Bedryf in den Nagt gefchie-
dtn , om daaruit te fterker Lichten te trekken.
In de Kerke der Trinita, op 't Hoog-Autaar, is de
Vanging in den Hof des Olyfbergs, en eene Gees-
felifig. Voor de Broederichap van St- Jan der AU
Ier go,
vier Onderwerpen uit den Apokalypfis, en
verfcheide Figuuren in 't Graauw. Te San Dome-
nico
, vier Tafereelen : van fchreijende Engelen
rond-om een Kruisfifix, de Eeuwige Vader om
hoog; de H. Maagd, befchouwd van St. Hyacin-
thus
op de Kniën; het Huuwelyk van Se. Kathart-
na
; en da H. Maagd, omringd van veele Engelen.
Te St. Francesco de Paulo, eene Groetenis, en twé
andere Onderwerpen. Te St. Gervais en Protah,
de Geboorte der H. Maagd, de Boodfchap, de
H. Maagd in haare volle Glorie, eene Afdoening
van 't Kruiz. By den Kapufyneren ziet men, op 't
Hoog-Autaar, de H. Maagd met verfcheide Heili-
gen hunnes Ordens, de Maagd wederkeerende uit
Egipte, en eene Kruisfigiag.
°Veel heeft hy gefchilderd, in 't Hertoglyk Pa-
leiz : onder anderen, de Bedry ven van Paus Alexan-
der III-,
van den Doge Henrik Dandolo; en in de
Zaale van 't Pregadi, genoemd ilfcruüno, het Laat-
fte-Oirdeel, en vier Tafel eelen van Bedry ven der Re«
publ., getyk ^e Batailje genoemd dei Burcht.
Voor Keizer Rudolf II., fchilderde hy een Bad
van Diana.
Voor Sigumuni III., Koning van Polen, de
Fa-
-ocr page 481-
40o Venetiaanse Schilders.
Fabel van Pfyche; en den Doop des Heilands, voor
den Dom van Warfcbouvi.
Voor den Hertog van Savoye, verfcheide On-
derwerpen uit de Herfcheppingen.
By den Hertog van Modena ziet men, eene Voor-
ftellinge in den Tempel.
D e Koning van Vranhyk, heeft maar een Tafe-
reel van hem: zynde een Kristus, met Doornen
gekroond.
De eige Graveerders van den Ouden Pahna, heb-
ben na den JongenPalma gegraveerd. Men
vind 18 Stukken, in de Gallerye des Groothertogs;
3, in de verzamelinge van Louifa. Met eigen
Hand heeft de Jonge Palma gegraveerd, eenen
St. Jan den Dooper en een Tekenboek.
ALEXAN-
-ocr page 482-
Venetiaanse Scausjis. 4ox
ALEXANDER VERONEEZ.
ALexanöer Veroneez was genoemd Tut-
chi,
anderzints YOrbetto : waarvan men voor
Reden geeft, dathy, een Kind zynde, eenen Blin-
den geleidde. Hy wierd gebooren, in den Jaare
1600, te Verona. Een fterke Neiging voor de Té-
kenkunde . noopte zyne Ouders hem te betrou-
wen aan Felice Ricci, gezegt Brufaforci, wiens Ma-
nier droog en gelikt was. Somtyds volgde Alexan-
der dezelfde; en fomtyds, beter ingeboezemd zyn-
de, verwy derde hy zig daarvan. Hy verkoor Cor-
Eerjie Deel
                     Cc                      regi#
-ocr page 483-
'402 Venetiaanse Schilders.
regio ten Model zyn's Koloriets, en Guido voor den
Zwier zyner"Hoofden._'" Zulke uitmuntende Voor-
beelden , Honden niet in Gebreke bjy ven een' be-
quaam Mm te formeeren.
AlexaInder wilde doen gelyk allerjonge Schil-
ders : hy liaastte zig nalr Rome. Zyn Srrjaak wierd
toen zeerigezuiverd, 'door 't Gezigt ddr fchoone
Bingen walken die Stad bezit. Het Venêtiaanfe Ko-
loriet
te vejreenigen met de Romynfe Tékemng, is al-
les wat dq grootlte Kun/fcenaars zig koitien voor-
ftelien ( fh. Hy bouwde zig te:ko?ne^^xx bedien-
de zig ten? Modcl^^ini-zyne Vrouw' en van zyne
Doghteré»
Zyn I^oiorjet is kragtig,            féiening vry
juist, en & Bev^lligheeden, weilfe'.hy in zyne Ta-
fereelen 4jtói§fc^> veiTchaffen hem^eeik' zeer uit-
fteekende Plaats' in zyne l£tinst.:VzVn 'Gewoonte
was, een Werkïte beginnen zonder Schetsfe of Teke-
ning' te ontwerpen : namaate hy opmaakte, plaats-
te hy zyne Beelden de eenen by de anderen, met
zulk
(i) Vóór de Ittiliaanen, en wil de Schryver voor de
Fransfen, die by de Hand en 't naast aan die Luchtftreek
zyn. Jvlaar ( zonder de groote Eigenfchappen deezer tvvé
Schooien te willen verminderen, waarvoor \vy zo veel Ach-
ting hebben als imant kan doen ) zouden zig de andere Vol-
ken zulks moeten voorftellen , indien zynnar het Toppunt der
Kunst wilden ftreeven! zouden de Nederlanders niet in hunnen
Boezem konnen vinden wat hen daartoe nopdig is, zonder
zulke verre Behulpmiddelen te gaan zoeken als voor deezen
de Gewoonte was ? Indien het Antiek de Grondflag der 're-
kenkunde is; indien zy Ac fchoone Natuur, die in deeze Ge-
westen ruim zo luisterryk is als byde bruine Italiaanen, dazibe-
nevens aan zig voorftellen, gelyk veele uitmuntende Mannen
dceden die uit hen gefprooten zyn : zouden zy dan niet eenen
veiligen *Wegh hebben , zonder Rome of Venetië te gaan raad-
pTtegen ? Heeft de Piles niet getoond, dat het Koloriet van
Rubbens, en van van Dyk, den Pryz behaald ?
-ocr page 484-
V E NETIA A N'S.E ScHHDEES. 403,
zulk Gevolg dat zy onderling overeenftemden, zo
wel voor de Evenredigheid als voor't Geheel. Al-
les wat hy tekende was na de Natuure : nooit heeft
hy ze verlaaten. Schoon zyne Tafereelen uitvoe-
rig en zeer onderzogt zyn, zoude 't echter te wens-
fen wezen , dat hy betere Verkiezinge van zyne
Standen en van zyne Kleedyen had gedaan ; en
dat hy dikwyls beter' over zyne t' Samenfteliingea
geredeneerd had.
Na de Dood zyn's Meesters Ricci, wierd Alexan-.
der verkooren om verfcheide Tafereelen optemaa-
ken, dien dezelfde onvoltooid had gelaatcn : ge-
lyk , het Manna in de Groote-Kapelle van -San,
Giorgio
te Venetïs , St. Raymond 'm de Kerke van
Se. Anafiafm, Alexander leefde langen Tyd te Ro-
me,
bezig met Kabïnetftukken te maaken, dieoveiv
-al verfpreid zyn. Het Marmer en 't Agaat dien-
den hem dikwyls in fleê van Doek, om bevallige
Onderwerpen, met veel Liefde bearbeid, daarop te
verbeelden. Eindelyk verloor Rome hem, A(>*
1670, in den Ouderdom van 70 Jaaren.
Zyne Tekeningen zyn gefield met de Penne,
gewaschen met Roet of met O. I. Ink, en gehoogd
met, Wit door 't Penfeel. Daarin heerst een grove
Smaak, zonder veel Evenredigheid. De Uitftrek-
kende Deelen zyner Beelden zyn weinig onderzogt:
't geen men moet toefchryven, aan 't geringe Ge-
bruik 't geen hy van Tekenen had. Men vind Uit-
drukkinge in zyne Hoofden , Merktekenen die ten
Aanzien der Draai, en der Bevalligheeden, naar
Guido trekken. Alle zyne Beelden zyn in Bewee-
ginge. Zyne Godvrugtige Onderwerpen, zyn van
mindere goede Behandelinge dan de anderen. Een
Smaak, eigen aan Alexander Veroneez, is het
zékerfte Merk om zyne Tekeningen te kennen.
Cc 2                     Zt'.
-ocr page 485-
"4.04 Venetiaanse Schilders.
Zyne voornaamfle Werkenzyn , te Rome,'m de
Kerke van St. Romuald, de Maagd trekkende naar
Egypte met het Kind Jezus en St. Jozef. Te San
Lorenzo in Lucina
, de Maagd, het Kind Jezus, en
St. Jozef. Ter Kerke van San Sahator inLauro, is
St. Karel Borromeo verbeeld met veele Heiligen .
In die van St. Antoni van Padua, gezegt la Concet-
tione
der Vaderen Kapufyneren , ziet men den Ge-
lukzaligen Felix, die 't Kind Jezus in de Ermen
heeft.
T E Verona, in de Sakristye van S? Maria in Or-
gano
, heeft hy eenen St. Antonio gefchilderd, die
zeer geacht is.
De Koning van Frankryk bezit tvvé zyner Ta-
fereelen ; 't Huuwelyk van Se. Katharina, en een
Zundvloed.
In 't Pakiz Royaal zyn'er ook twé: 't een , de
Kuizheid van Jozef, op een' Toetsfteen gefchilderd.
't Ander, is de Verfchyning der Engelen aan Abra-
ham
, gefchilderd op Doek , met Leevensgrootte
Figuuren.
In 't Hotel van Thoulouze ziet men Rachel, gee-
vende te drinken aan den Dienaar van Abraham;
en, inde Gallerye, de Dood van M. Antonhis en
van KUopatra, een groot Tafereel.
Wy hebben twé Stukken naAlexander Vero-
ïjeez, in 't Kabinet des Konings: 't een, de Zund-
vloed, door Edeling gegraveerd; 't ander, is het
Huuwelyk van S'. Katharina, door J. Scotin. Daar
is nog een Stuk, in de Verzamelinge van Louifa.
<9Affl>
<<&>
SE-
-ocr page 486-
Venetiaanse Schilders. 4°J
SEBASTIAAN RICCI.
IK hebbe Sebastiaan Ricci te Venetië ge-
kend (zegt de Schryvër); en 't is maar zedert
•weinige Jaaren , dat wy hem verlooren. Belluno,
in den Staat van Venetië, gaf hem A°. 1659. de
geboorte. Op zyne twaalf Jaaren zonden zyne
Ouders hem naar Venetië, by Frederico Corvelli, een
middelbaar Schilder , waarby hy tot zyn' twintig
Jaaren bleef. De Lust om zig te volmaaken, voerde
hem naar Bologne : alwaar 't Gezigt der fchoone
Tafereelen, welke aldaar verfpreid zyn, die Uit-
Cc 3                          wer-
-ocr page 487-
/
4o6 Venetiaanse Schilders.
werkinge te wege bragt. Hertog Ranuccio, van
Parma , fre             hooren fpfeëken van Ricci,
deed h<                   ice arbeiden ; en zond hem ver-
volgens            lome, in 't Paleiz Farnéfe', met alle
de noodigé'Behulpmiddelen tot het voortzetten zy-
ner Sm-
De Dood diens Prins, deédRiccifle Stad Ro-
me
verlaaten : 't Verliez van zulk eed groot Be-
ichermhder was hem uitfteekend gevoelig. Alles
wat Florence, Bologw^en Parma, 't fchóonst bezat,
hield hem vervolgens beurteljng|ibézig Hy ging
te Milaan zyn Verblyf. heetnerr^*alwaar hy niet
]ang was zender zig.ïe doen'kennen. Venetië
fcheen voorts zyh&eAahdadit; te verdienen; en hy
arbeidde 'er •viytiglyk, gediiurende drie Jaaren.
Alle zyne Kunst - oefFeningen , aiie./.axe Werken,
wierden goedgskeürd., en ..verwierven hem deAch-
tinge der; Kenneren.
De Roomskoning eisehte hem naar /Fmw , om
een' groöte Zaale en verfcheide Vertrekken te
fchilderen.' I De Vergeldingen, welke hyi 'er ontfing,
waren na "MOTS'vm"de' Tc%#e1raipfrVan 'tgant-
fe Hof. Naaiuvelyks was hy te Venetië terug, of
de Groothertog van Toskane deed hem te Florence
koomen, om eenige Schilderyen in zyn Vertrek te
Vervaardigen. Hy Haagde 'er in , en die Vorst
toonde 'er veel Genoegen over. R i c c i, gewoon
voor Vorsten te arbeiden, beoogde geen grooter
Geluk dan dat van aan eenigen Monarch verbon-
den te zyn. De Koningin van Engeland gewenst
hebbende dat hy te London quam, ftelde hy Orde
op zyne Zaaken, nam Oirlof van zyne Voorïlandc-
ren, en ging over Parys, alwaar hy in de Akadé-
mië der Schilderkunst ontfangeu wierd. Vervol-
gens begaf hy zig nair London, daar de Koningin
hem
-ocr page 488-
Venetiaanse Schilders. 407
hem veele Werken gaf, gelyk ook het gantfeHof
deed. Onder anderen , ziet men 'er een Tafereel
voor 't Hofpitaal van Chelfca; en een' Halven-Koe-
pel boven 't Autaar, daar hy de Hémelvaard van
Kristus fchilderde. De Trap des Hertogs van Mon-
tagu,
welke ik met Vermaak befchouwd hebbe
(zegt de Schryver), is een openbaar Getuigenis
dat Ricci voor groote Werken gebooreri was.
Na een langduurig Verblyf in Engeland, keerde
hy naar Venetië, alwaar hy belaaden wierd met
menigte Tafereelen, voor Vrankryk , Spanje, Por-
tugal
, en den Koning van Sardinië. liet Verhaal
van de Voorvallen op zyne Reizen, vermaakte zy-
ne goede Vrienden, en zoude Stóffe voor een' Ro-
man
hebben konnen leveren. De veelvuldige Rei-
zen van Ricci, hebben hem niet belet Venetië
met een groot getal Tafereelen te verryken. Men
kan zeggen, dat hy de Eere der Schilderkunst, ge-
duuren de den gantien Loop zynes Leevens, onder-
flsund heeft. Met Vermaak zag men, in zynen Per-
foon, de Deugd zégenpraalend en de Verdiensten
met Vergeldinge beloond.
Ricci was groots van Denkbeelden. Hy had
eenen vrugtbaaren Geeft, eene verheve Uitvoerin-
ge, een' lugtigen Penfeelflag , fchoone Ordinan-
lié'n , Harmonie, veel Losheid, en een groot Ko-
loriet, fchoon wat zwart. Voor den Arbeid ge-
booren , ondernam hy veele Werken te gelyk: 't
geen hem genoodzaakt heeft alles uit de Vuist
te maaken , en zyne Zinlykheid te volgen. Om
zyne Beelden meer te doen uitkoomen , en hen
grootér Verheffinge te geeven , leidde by Bruine-
Toetsfen ter Zyde der Omtrekken; en doorwroette
onmaatiglyk zyne Kleedyen, 't geen zyne Tafereelen
dikwyls wat hard maakte. Indien hy de Natuure
Cc. 4                         had
-ocr page 489-
4o8 Vbnetiaanse Schilders.
had willen raadpleegen, dan zouden zyne Figuuren
naauwkeuriger geweest zyn.
Uit ter Aart was Ricci geneigd tot Vrolyk-
heid, en van een' goeden Inborst. In zyne laatlte
Jaaren bevond hy zig zeer ongemaklyk , aan de *
Steen, waarvan hy zig liet fnyden. Weinig Tyds
daarna ftierf hy w Venetië, AQ. 1734, in zyn vyf-
enzéventigfte Jaar. Hy liet geene Kinderen na,
maar vry aanzienlyke Goederen,, welke aan zyne
Vrouw' bleeven. Zyn Neef, Marco Rica, bequaam
Landfchapfchilder, was vyf Jaaren bevoorens over-
leeden.
De Tekeningen van Ricci zyn geestryk, en
met veel Vuur behandeld. Een zeer aangeduuwde
Trek der Penne betekend daarvan het Denkbeeld,
mee een' lugte Wasching' van Roet en O. I. Ink.
Schoon daarin geene bepaalde Forme is, fchoon alles
lugtig is gefchetst, zulks ter naauwernood de Hoof-
den zyn uitgedrukt, en de Voeten en de Handen niets
anders dan 't Bewyz daarvan hebben, laaten zyne
Tekeningen niet na haare Uitwerkinge te doen.
Dikwyls begon hy, metRoodkryt, zyne Gedach-
ten op 't Papier te werpen, en liep vervolgens met
de Penne over 't Werk: maakende achtelooze Art-
feeringen, die byna Evenwydig gaan, om daarvan
de Uitwerkinge te onderfteunen. Men ziet 'er met
Zwartkryt, op onderfcheide Wyzen zonderling be-
handeld , met wat Wit. De Merktekens zyner
Hoofden; zyne Omtrekken , op verfcheide Plaats-
fen doorwroet en aangezet; een Toets die eigen
aan Ricci is, konnen hem aangaande den Lief-
hebber niet misleiden.
Zyne Werken te Venetië zyn, een He'melvaard
van den Heiland, in 't Zolderit.uk der Kerke deezes
Naams. Te San-Bas Co, de Heilig ter Martelinge
ten
-ocr page 490-
Venetiaanse Schilders. 409
ten Vuure geleid. In de Kerke van 't Corpus Domi'
ni
, St. Dominicus die de Boeken verbrand ,• en een
Nagtmaal, van uitmuntende t' Samenftellinge. De
H. Maagd, met St. Pieter, St. Paulus, en andere
Heiligen, te San Giorgio Maggiore. In de Scöla del-
la Caritay
de Kindermoord. In de Kerke van St.
Vitale
, eene Ontfangenis. By de Jezuiten} St.
firn V, St. Thomas d'Aquinas
, en St. Pieter Mar-
telaar , verzeld van veele Figuuren. Te San-An-
gelo
, Abraham met verfcheide Figuuren. De H.
Maagd, houdende 't Kind Jezus , met de Enge-
len, in de Schoole Dei fanti dpostoli; en een. He-
melvaar d van Kristus , met de Apostelen , in de
eige Kerke. Te St. Kosmus en S{ Damianus, Mo-
zes
de Steenrotz' flaande in de Woestenye , met
een fchoon Landfchap van. zynen Neef Marco
Ricci.
Men ziet, in de eige Kerke, den Triumf
der Arke; enSalomon, fpreekende aan 't Volk by
de Inwydinge des Tempels. Te St. ÉLocbus, St.
Francisco de Paulo
en Se. Heleena. By den Kapufy-
neren di Castello
, den Doop van Kristus, een Nagt-
maal, en eene Boodfchap. In 't Paleiz van St.
Markus,
boven't Kollégie der Twintigen, de Jus-
titie met veele Figuuren.
Te Rome, is een' groot Bezoek; alsmede, Romulus
ten Throon, vierende 't Feest van Neptwius, ge-
duurende welk, het Teken gegeeven wordende, de
Romynen zig 0p de Sabynfe Maagden werpen.
Te We ene, verfcheide Zolderftukken by den
Keizer; en eene Flémelvaard der Maagd, voor de
Kerke van St. Kar el.
Men ziet te Florence eenigen zyner Werken, in
't Paleiz des Groothertogs.
Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz, St.
Jeronimus
Leevensgroot.
Cc 5                             Te
-ocr page 491-
Venetïaanse Schilders.
410 ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
Te Parys, is het Tafereel zyner Inhuldiging' in
de Akadémië der Schilderkunst.
Te London, het Tafereel der Kapeüe van Chcl-
fea
; de Trap des Hertogs van Montagu; en ver-
fcheide andere Werken.
Behalven Faldoni kend men geene Graveer-
ders, die na Ricci gearbeid hebben, dan denHr.
Liotart, welke verfcheide groote Onderwerpen uit
de H. Historie* koomt te voltooijen.
Einde van het I. Deel