ï)
TOON EEL
DER
UITMUNTENDE SCHILDERS
V A N.
EUR ê P A
EN BYZONDERLYK VAN
NEDERLA ND,
ZEDERT DE VINDING' DER OLIEVERW'TOT A°.MDCCL.
BEVATTENDE DE |
||||||||
Merkwaardigfte Byzonderheeden hunnes Leevensloops,
en de Aanwyzinge hunner beste Werken; I-Junne onderfcheide Eigenfchappen in de Kunst,
en de Maniere hun's Penfeels; En het Middel om de Tekeningen der Groote
Meesters te kennen. Verrykt met hunne
AFBEELDZELS IN FRAAIJE KÜNSTPLAATEN. Uit let Franscb vertaald, verbeterd en grootelyks vermeerderd.
I. D E E L,
|
||||||||
IN 'sG R AF EN H AG M9
By MATTHEUS GAILLARD3 M. D C C. LU.
|
||||||||
PROVISIONEEL BERIGT,
VAN DEN
ÜITGEEVER.
•^••S-:^-#It Werk aantepryZen is onnoodig, na de Gree-
8 F) X ^ëheid waarmede het Oirfpronglyke in Vrank- $& ^ ryk en elders ontfangen is. De IVaardy dee- %fc*$t-$&$t zer Vertaalïnge, doet zig met den eerfien Op' Jlag kennen. Wat de daarby gevoegde Aanmerkingen Vermeerdering, en Verbetering', alsmede de Kimstplaa-
ten betreft, waardoor dit Nederduitsse het Fransfe oneindiglyk te boven gaat, verklaard zig genoegfaam in de Noten der volgende Voorreden en in de Inleiding* van dit Werk. Volflagener Berigt van den Schryver, hebbs menby de Uitgaave van 't Laatfte-Deel te verlaagt en - Gelykwyter goeder Trouwe alles meenen toetebrengen ,wat tot Beknoptheid zo wel als tot Uitmuntendheid kan dienen , zo moeten wy hier maar eenvoudiglyk zeggen dat ons Plan geformeerd is circa op 150 Bladen, te fchaaren in vyf Deelen, van Beloop als dit, alle kort op malkanderen te volgen : zulks wy jïaat maaken het Twéde-Deel nog voor Nieuwejaar uhtegeeven, als waarin geene andere Ver- hindering te voorzien is, dan de Tyd noodig tot het gra- veeren der Kimstplaaten. Vyf Deeltjes in QEtüvo konnen dan niet te ruim geoirdeeld worden, om alles te vervatten wat weetenswaardig is, belangende den Reeks der uitmun- tende Kuvflenaaren van gants Europa zonder Onder- fckeid : te méér, daar men zedert een' groote dertig Jaa- * 2 ren,
|
||||
PROVISIONEEL BERICT van den UITGEEVER.
ren, tot onzent, twé onderfcbeide Befchryvingen, elk van
drie Deelen, de een in Oftavo de ander in Quarto, be- treffende alleen de jonger e "Nederhndfc Schilders, ennog laatst een Vervolg daarvan in twé Deelen, te voorfchyn heeft zien koomen. Indien wy deezen Voet gevolgd had- den , tot hoe veele Dpzynen zoude dit Werk niet uitge- jaagd hebben konnen worden ! De zonderlinge Methode van den Fransfen Schryver, om by zyne Nafpeuringen niet anders dan het eêlfie uit allen Schryveren te voegen, ge* paard met het Oogwit van den Nederduitssen Schry- ver , om niets optegeeven dan 't geene van volkoomen Nut en ten uhterfie Merkwaardig is, field ons infiaat om den tveetgierigen Leezer dus beknopt en by gevolg onkostelyk te gerieven : te voorzien met een7 keurlyke en voljlage Stóf- feering , gaande over alle Schooien en allcrhanden Land-
aart, zo wel Uitheemsfen ah Nederlandfen, welke
men te vergeefs by anderen zal zoeken. Mïdlerwyl ver- kondigen de Nieuwspapieren, dat te Par-ys van de Pers is gekoomen het I. Deel van de Leevensbefchryving der Eers- te Schilders des Konings van Vrankryk ( die echter in ons Werk zyn befchreeven) beginnende met Ie Brun en gaande tot op den jegenwoordigen Tyd. Vermoedelyk vervalt dezelfde tot een groot e wydloopigheid, wyl alleen vyf Perfoonen het Onderwerp van dat Stuk uitmaaken. Desonaangezien zal de Nederduitsfe Schryver zorge èraagen, om 't geene daarin wèzenlyk interesfant mogt gevonden worden, in ons Werk te lasfen. Te beter is hy hier toe in fiaat, wyl ons volgende Deel het overige der Italiaanfe Schooien verhandeld, en dus tot de Fransfe Schoof nog niet gekoomen is. |
|||||
VOOR-
|
|||||
® S®S®©JU©£13©{S5S£US®S5SSSil}SflBr
f AH©S® -« }®A®?«Hfr »»©?IIA*
«- V IS ®®^ M ®v® ##■ ©S® Sia. V # ISUS£DS®S£S3©®®.g}S3BS®S®SS$S$lSI VOORREDEN
VANDEN
FRANSSEN SCHRYVER.
fp-SfE Schilderkunst en de Beeldhouwe-
ï>5 D $ff rY zyn Doghters der Tékenkünde; ftfes5^ de Schaduüw een's Mensfe , eeni- |
|||||||
ge gevallige Streepen op 't Zand
getrokken , maaken haaren Oirfprong zeer bevatlyk, zonder dat men Toevlugt behoe-
ve te neemen tot de Fabel der Corinthia van Skyone en wat des meer zy. Die twé Zusters hebben altyd op een zelfde Voetlpoor gewandeld : haar Doel is altooz geweest, door een1 volmaakte Nabootsfing' der Natuu- re onze Oogen te verlokken, ons bevallig- lyk te verfchalken. De Achting welke de Ouden daarvan
gemaakt hebben , bewyzd haare Voortref- felykheid. De Eere, de Gunstbewyzen, de Loftuitingen, dien de allergrootfte Vorsten daaraan toebragten, en zelve de Oeffening welke eenige van hen zig niet verontwaar- digd hebben daarvan te maaken, moeten geene Verwonderinge baaren'aan zulken * 2 G1.C
|
|||||||
VOORREDEN
|
|||||||
VI
|
|||||||
die op de Edelheid en de Voortreffelykheid
die'r Kunsten acht geeft. Wat is 'er groots- ièr, dan door eene Stomme Taal1 (i) de * Wer-
("i) Eenige Kanttekeningen, vervattende de let-
teriyke uitdrukking van 't geen de Schryver, volgens Horatius, Plinius, Junius, Sandrart, enz., in deeze Voorreden opgeeft, hebben wy als overtollig en onnut verworpen , om niet twémaal hetzelfde te zeggen: zynde 't ons hier onverfchillig of eene dergelyke Ge- dachte, of pragtige Spreekwyz, verzonnen zy van Ho- ratius , enz., dan van den Schryver, als daarom van geen meer Gezach zynde indienze ongegrond of hier onbeftaanbaar is. By Voorbeeld, wat legt'er ons aan- gelegen , of 't Horatius en du Fresnoy of wel onze Schryver behaagd, ja of zy alle drie en meer daarin overeenftemmen, de Schilderkunst eene Poeèjy, Stomme Taal', enz., te noemen : 't welk van anderen betwist, en op goeden,Grond beter verklaard word? ,, Die aan* ,, lokkelyke Nabootgfing der Natuure (zegt Vader „ Leon te regt) is geen Stomme Spraak, gelyk ge- 3, meenlyk verteld word , maar een Spreekende Taal: „ dewyl het Penfeel de Dingen, die fomtyds van zig „ zelfs niet konnen fpreeken, belet ftom te zyn. Ré- ,, den daarvan is, datdeeerfte, de alleroudfte, en de %i natuurlykfte Manier van Schryven is geweest, de „ Zaaken zelfs aftefchil deren:'waarvan men het Woord ,, pingere behouden heeft, en waarvan 't Beeldfpraak- „ lyke voortfpruit. Ons Schrift is eigenlyk ftom, en 3, door de Mensfen verzonnen, zonder eenige natuur* „ lyke Overeenkoomst met de Dingen welken het be- „ tëkend : zodanig, dat men, met zo veel Moeite en 3, Zwaarigheid Cmyn's bedunkens eene der grootften „ van de Studie der Weetenfchappen) in deBeginzelen 3, der Letterkunst moet leeren Leezen en Schryven. ,, In tegendeel, de Schilderkunst, gegrond zynde op 5, de Waarheid en op de Nabootsüng' der Natuure, 3, fpreekt van zig zelfs. Is 'er wel imant zo dom, die ,, ziende eeneKopye ea haar Origineel, of een Schil- » dery
|
|||||||
VOORREDEN. yij
Werken des Scheppers uittedrukken, de Ge*
heugenisfe der voorleede Zaaken te bewaa- ?en, eenen Held onfterffelyk, eenen gant* Ten Land-aart doorluchtig te maaken ! Inderdaad, de Schilder is de Man van
alle Begaafdheeden. Hy is een Dichter , een Historikundige , een regte Nabootsfer, of veeleer een Medevryer van de Natuur1 (i). Weet
„ dery en het Leeven, niet ftraks het eené door 't an-
« dere leerd kennen ? spelles ftrekt hier ten Getui-. j> ge : die aan Ptolomeus den Perfoon niet konnen- " tZ noemen waarvan hy fprak, hem ftraks deed ken- " 5f n' »checffende hem af mee een rtuk Houtskool. „ Daaruit volgd, door een'ryke Aanmerkinge, dat de
„ Tekenkunst ontwyffelbaar "de Grondilag der Schil- „ derkunst is : dat men eerst een' enkelden Omtrek „ tekende, vervolgens 't Zwart en 't Wit daarby voeg- „ de, voorts ftudeerde op de Lichten te plaatsfen die. „ de Verheffing baarden : waarna de Ervaarendheid , „ de Studie, en de Nabootsfing, andere Kleuren en 3» Sieraaden daaraan hebben toegebragt. (i) Was 't niet genoeg voor den Schryver, hem
ten regten Nabootsfer der fchoone Natuure voorteftel- len : is 't de Natuure en de Waarheid niet verkragt, is 't in het Roman-achtige niet vervallen , als men verder wil ? Wy gunnen hem, en anderen, 't Vermaak zyner Verrukkinge,en 't Namaagfchap 't welk zy tusfen de Schil- ders en de Dichters ftellen : ons is 't genoeg dat wy den uitmuntenden Schilder houden, voor een'Man van al- le Begaafdheeden , gefchikt om alle de Vereischtens van zulke gewigtige Kunst te voldoen, welke van Feli- bïen in weinige Woorden zeer klaar begreepen word. „ De Geest des Mensfe (zegt hy) zoude in diepe „ Duisternisfen begraaven blyven ,en nimmer deZwaa- „ righeeden te boven koomen welke zig tegens zyne • 4 ':' » Na-
|
||||
vi?j V O O R'RED E N.'
weet men niet, dat zy 't alleen is welke de
Schilders zo wel als de Poeëten formeerd ? Evengelykelyk ftygen deeze op Parnas, ge- lyk de Abt Dubos zegt: hunne Kunften han- gen af van den Geest, zy hebben ten ge- meen Voorwerp de Gemoedsneigingen te beweegen, en te behaagen. Beiden zyn zy- lieden in de Verpligtinge, van ryker, behaag- jyker, enfchooner Beeltenisfen te verbeelden, dan zulken dien men gemeenlyk ziet. Door dit Middel prikkeld men de Hartstogten lee- vendiger, en deeld de Belchouwer, door 't Vermaak 't welk zy verfchafFen , aan de Ver- mkkinge die hen heeft doen ontftaan (i) ,
Daar
„ Nafpeuringen kanten, indien de Kragt die'r Kunst
3, de voorleede Zaaken niet uit den Grave rukte, den .,, nieuwen geen Gczach gaf, niet herftelde wat in on- 3, gebruik geraakt is, gcene Bevalligheid aan onaange- 3, naame Dingen byzette, niet in 't Licht bragt wat in ,, de Donkerheid is : in een Woord, men kan zeggen „ dat het Meestedeel der Kunften verlooren zoude „ gaan, indien de Schilderkunst tot haarlieder Behoud ,. niet toebragt ". Dit kan dan dienen, om de Vet- eischtens eens groot Schilders zo wel als het Nut dei- Kunst aftemeefen, en in hoe verre zy boven den Dich* teren dePoeëfy verheven en daarvan afgezonderd zyn. ( i) Veel zoude van die Verrykinge en Verrukkin- ge te zeggen zyn, die nooit beter bekoomen worden dan als de Schilder eenen oirdeelkundigen en geoeffen- den Geest heeft, en de fchoone Natuure maar van ver- re kan navolgen. Is 't hem wel mogelyk, zonder in Tooneekooizel en Verzinningen te vervallen welke alleen uit een' buitenfpoorige Inbeelding' fpruiten, haar te verryken, haar te boven te gaan ? Kan hy, op zyn |
||||
VOORREDEN.
|
|||||
Paar de Schilder geene Bezigheid vind die
hem waardig is, daar zal de Dichter zyne Gaven met geene Eere oeftenen. Zyne Kunst is een Paeëfye, een Stomme Uitdruk- king , die van de Verwen onderfteund onze Oogen, den Geest, en het Hart aanfpreekti Wie kan twyffelen, dat een Tafereel geen waar Gedicht is (i ) ? De Schilder heeft zelfs Voordeden boven den.
best, zig aan haar overgeevende, niet maar een Ge-
deelte ten ruuwfte vertoonen, van die Verfcheidenheid van Aandoeningen welke de Hartstogten op 't Gelaat doen zien ? kan hy dat eêle, die Vloeïjendhekï van den Omtrek wel achterhaalen, laat ftaan verbeteren, wel- ke hem een aanlokkelyke Tronie, een enkelde welge- vormde Hand of Erm, laat befchouwen ? Blyftniet al- tooz een verbaazd Onderfcheid, tusfen zyn Werk en het Leeven ? Kan hy met zyne Verwen, hoe hoog zyn Kunst mag gaan, den waare'n Luister van 't Vleez tref- fen, dat Robynrood of die SarTraankleur achterhaalen, waarmede de Morgeftond of de Ondergaande Zon veel- vuldig de Kimmen vervvd ? Gaat zyn vermogen dan verder dan de enkelde Nabootsfing' : die zo veels te voortreffelyker en kragtdaadiger is na maate zy 't naast aan te fraarje der Natuur', aan 't Leeven koomt ? (l) Wy twyffelen niet alleen daaraan , maar wy
ontkennen-'t, Zou een Tafereel daarvan zyn Verdiens- ten bekoomen ! Alles wat onder de Mensïclyke-Wee- tenfchappen uitmunt,zou dus insgelyks onder'de Poeë- fy' gerekend konnen worden. De Spiegelmaaker zal dan een verheven Dichter, en de Dichter een voortref- felyk Spiegelmaaker zo wel als een voortreffelyk Schil- der zyn ! Laaten wy liever een goed Tafereel, indien 't ons verlokken kan, voor' een waare Kopy' van de Natuur blyven houden. |
|||||
VOORREDEN.
|
|||||||
3£
|
|||||||
den Poeët: hy doet zig verftaan van alle
Volkeren der Aarde, van Onkundigen zo wel als van Geleerden. Daar is nimant die de Uitwerkinge niet gevoeld van eene ge- lukkige t1 Samenftellinge, van de Overeen- fteraminge der Kleuren , en in wien de Tovery van 't Licht- en Bruin geen Soort van Begoochelinge baard. Men kan niet ontkennen, dat een Schilder, die Vernuft en verhéve Gedachten heeft, geen waar Poeët zy : die niets anders is als Kolorist, is maar een koel en zenuuwlooz Rymer (i). In de Schilderkunst, gelyk in de Dicht- kunst, (i) Schoon wy onze Gedachten deswegens genoeg
verklaard hebben, zonder dat hetnoodig zy op elke der Aanhaalingen des Schryvers onze Meening'te herhaalen, zo konnen wy echter hier niet voorby, zonder aante- merken dat deezeVergelyking mede niet juist is. Laaten wy den Dichteren zig op Parnas en aan den Hengften- bron tot tuimelens toe doen verzaaden, en bly ven wy by de Schilders. De Schryver moet geen gemeen Koloreer- der tegens een uitmuntend Tekenaar en Ordineerder, maar Partyen egaal ftellen: wanneer hy dus niet zal konnen fpreeken , fchoon hy zyne Verkiezinge dan' mach volgen en den Kolorist aan den Tekenaar onder- werpen. Anderzints: zal hy ooiteen grootKohwéer- der, die juist niet van den hoogften Graad in Téke-- ninge en Ordinanfië is, voor een koel en zenuwlooz Rymer te Boek konnen ftellen ? Is 'er wel immer een groot Kolorist geweest , die niet meer of min ver- dienstig in de Tékenkunde was ,• die niet, door dat Gedeelte waarin hy uitmuntte, verre van koel en ze- nuuwlooz te zyn, veel deelde in de Kunst om de Zin- nen te beweegen en 't Oog te verlokken ? |
|||||||
V O O R R E DE N. xj
kunst, zyn gemeenlyk de Gaven verdeeld :
zelden ziet men een enkeld Man, dezelfden allen te gelyk bezitten. De een munt uit in Historie, de ander in 't Portret. Deez flaagd in Landfchap,in de Dieren; en die, in Bloe- men of in Vrugten. De eenc Poeët is ge- booren voor Treurfpul, of Heldendicht; een ander, voor Lierdichten; de Lofzangen, de Verdichtzels, en de Hekeldichten, zyn we- derom Hoedanigheeden van anderen. In al- le die onderfcheide Soorten, moet elk poo- gen het verhévendfte zyner Kunst te bereiken. D oor eene verburge Goochelaarye, wel- ke wy beter gevoelen dan dat wy ze zouden konnen omfchryven, maakt de Schilderkunst
zig Meester onzer Zinnen; zy doet voor waar doorgaan wat valsch is, voor leeven- dig wat dood is; en wy koomen niet uit deeze Verblindinge, dan om ons te verwon- deren over de Kunst die dezelfde veroir- zaakt. Deeze Kunst vereischt, by Gevolg, een vrugtbaar en verheeve Vernuft; eene leevendige en fcherpzinnige Inbeeldinge; Verrukkinge, Hoogdraavendheid, een keu- rig Oirdeel, eenen Geest bequaam om alle Soorten van Geftaltens te vatten en dezelfde uittedrukken, Om zig tot datlloogdraaven- de te verheffen, is \ met aan een' Schilder ge* noeg,te behaagen : hy moet verraschen. Hy moet nog meer doen : hy moet zig een |
||||
xij VOORREDEN.
Denkbeeld vormen, overtreffende alles wat
de Natuur en de Kunst tot heden het fchoonst hebben konnen voortbrengen; en dat Denk- beeld volgen , tot zelve de Natuure opte- tooijen en te verbeteren (i). - Dat Denkbeeldig-Portret van den Vol- maakten Schilder, gelykt niet na eenig Schil- der welke tot hiertoe beftaan heeft: de en- kelde Rafaël koomt 'er alleen naby. Daar £yn gelukkige Tyden noodig , om groote Mannen te vormen. De Natuur fchetst hen; de Na-iver, en de Vergeldingen, volmaa- ken hen. De Schilderkunst heeft drie voornaame
Deelen : de t' Samen/telling, de Tekening, en 't Koloriet. De t'Samenstelling, vervattende de Uit-
mndinge en de Scbikkinge, is het Poeëtife der Schilderkunst. Veel edeler zynde dan de twé anderen ( 2), hangt zy af van 't Ver- nuft Ci) Onder Verbeteringerneenenwy, laatendeRa-
facl met de Krans praalen welke hem zo voort gevlogten word, dat de Schryver zyne Poeëtife-Verrukkinge hier zodanig toegeeft, dat hy zelve niet weet wat hy zegt: zou een Mens vermogens zyn zig een Denkbeeld te vor- men, fchooner dan de Natuur tot heden heeft konnen voortbrengen! (2) Hoe de Schryver dit Gedeelte behaagd te noe-
men, 't geen eigenlyk van 't welgeoeffend en oirdcel- kundig Vernuft afhangt, en dus eigen is aan elk die zigdaarvan voorzien vind zonder juist Schilder te zyn, zo is 't echter ten aanzien des Schilders onderhoórig 1 aan
|
||||
VOORREDEN. xnj
nuft en van de Inbeeldinge des Schilders,
't Is de Uitdeeling en de Schaaring van alle de Deelen , welke malkanderen te Hulp koo- mende een fchoon Geheel moeten formee- ren. In een Woord ,, 't is de Beftuuring en de Stelling van alle de Deelen een's Tafereels. De Tekening behoord tot de Oeffenin- ge. 7jj beftaat in de Evenredigheid der Fi- guuren, in de Ontleedkunde, in de Juist- heid der Omtrekken, en in de Verkiezinge van 't Schoone. Zy zit voor, in de Uit- drukkingen der Beweegingen van Ziel en van Lichaam, en verfpreid Edelheid, Groots- heid, en Bevalligheid, aan alle Zyden. Het Koloriet, of de Verfmenging, gaat
insgelyks de Oeffeninge aan. 't Is het Ver- band en de Overeenftemminge der Verwen onder zig : 't is derzelver volmaakte Een- dracht. Zy alleen, brengt die fchoone Uit- werkingen van 't Licht- en Bruin voort, 't geen de Deelen een's Tafereels doet naderen of
aan de twé anderen, aan de Tékenkunde en 't Kolo-
riet, die den Schilder formecren en uit vaste Rege- len, Opmerking', en Arbeid van de Hand fpruiten. Men kan dan niet zeggen dat het edeler , maar wel moeijelyker en zeldfaamer voor hem is. In allen Ge- valle , is 't het Gedeelte niet 't welk hy nooit moet ontbceren,dogh 't meest kan ontbeeren : vooral, wanr neer hy zyne Kunst toelegt om de Natuure te volgen » om met goede verkiezinge 'tLeeven te kopieeren, zon- der zig overtegeeven aan Veuinainge ? |
||||
fciv VOORREDEN.
of wyken, en Verheffinge geeft aan de
Beelden. 't Zoude moeijelyk zyn den Voorrang
te beilisfen, van eenigen die'r drie Deelen. Perfoonen, verleid door het Koloriet, zien de twé andere Deelen aan, als daaraan on- iderhoorig. Maar, wat zoude van het Ko- loriet worden, zonder deTékeninge en zon- der de f Samenftellinge ? 't Zoude van zig Zelfs vervallen : in fteê dat de twé laatstge- noemde Deelen, onafhangelyk van 't Kolo- riet konnen beftaan en behaagen. Volgens Flinius is Gvges, de Lydiër 3
de alleroudfte Schilder van Egypte; en Eu-
chir 3 van Griekenland; gelyk ook. Bularcbus 3 de geene welke onder Romulus die fchoone Kunst in Italië bragt. De Ouden hebben weinig gefchreeven van de eerste Schilders : als men eenigen der befaamdften uitzonderd, gelyk Zeuxis, Parrhafius, Pamfilus , Ti- mantheS) Apelles en Protogenes, die in de Eeuwe van Alexander den Grooten bloeiden. Daar is ons echter geen Werk van hen overgebleeven, waaruit wy zouden konnen oirdeelen hoe verre hunne Bequaamheid ftrekte. De Scliilderyen van Apelles en van Protogenes, welken Plinius (L. xxxm. C. x.) verzekerd gezien te hebben, en waar- van hy zulke fchoone Befchryvinge doet, wierden vernield in den eersten Brand van 't Pa-
|
|||||
i
|
|||||
VOORREDEN. Xv
't Paleis der Cczars te Rome. Die welken
Jan da Udine vond, in de Grotten ten Ty- de van Rafaël; verfcheide Mufaïfe Antieke- Werken, van Palestrina; de Schilderwerken zedert dien Tyd ontdekt, in 't Graf der Na- fo's te Ponte-mole; die welken men jegen- woordig ziet in de Piramiede van Cestius^ in de Paleizen Barberini en Farnèfe; die van den Lusthof Jlldohrandini > genoemd de Brui- loft, van den Tyd van Nero: alle die Brok-? ken geeven te kennen, dat de aloude Schil- ders wel tekenden, dat zy grootsfe Gedach- ten hadden, dat zy de Hartstogten uitdruk- ten , en aan hunne Beelden z.eer keurlyke Evenredigheid gaven. Evenwel, oirdeelen-
de uit deeze hunne laatfte Werken, fchynt hun Koloriet maar middebaar geweest te zyn (i). Zelve was het Meestedeel der Maa-
CO Uit deeze Overblyfzelen der Romynen, die
zeer laat tot de Kunst quamen, dezelfde niet lang be- houden hebben, enyzeer verre beneeden de Grieken gebleeven zyn, is van de Kunstwerken der Zeuxisfen, -dpellesfen, enz., niet te oirdeelen; ook is niets ten Nadeele van die Overblyfzelen zelfs te befluiten, die eene Woede van zestien zeventien Eeuwen, grooten- oeels onder de Puinhoopen van 't meer dan eens ver- nielde Rome, hebben doorgeftaan, en waarvan andere Schryvers zig verwonderen dat zy zig nog tot op onzen Tyd zo fris hebben konnen houden. Kan ook imant uic dit Soort van hunFresko-en Stucco-fchildery oirdeelen, over 't Koloriet en de Eigenfchappen van "hunne Pen- feelkunst met gefmolte VVasch, enz. ? Aanmerkende |
||||
Xvj VOORREDEN..
Maakeren daarvan, geene Grieken ; zy ar-
beidden onder de eerste Cezars; en wy ken- nen 'er naauwlyks meer dan vier van hen, naamlyk Fabius, Timomachus, Pirrichus, en Ludius die onder Augustus leefde (i). De Olieverw was aan de Griek/e Schilders
onbekend. Wat van hen (liever van deüo- viynen) aan ons overblyft, is gefcliilderd in Waterverw' of in Fresko, welks Geduurzaam- heid 3 van meer dan twéduizend Jaaren 3 alleen ver-
hunne uitmuntende Tekening' en de Kunstgronden waarop zy te Werk gingen , blykende in de overge- bleeve Antieken en wat in Opzigt van hunne Schilder- werken even verwonderlyks getuigd word, zo kan daar- uit niet anders dan een verheven Denkbeeld overblyven. Welke Vooroirdeelen wy ook voor de Moderne Kunst konnen bezitten, dus wy ons mogen verzekeren dat de Ouden't in verre na niet konden haaien by de Aanlok- kelvkheiden Zagtheid der Olieverw': zo kan dit even- wel niet onfeilbaar gedaan worden, en nimant bewy- zen dat zy daarin geene byzondere Eigenfchappen be- zaten welke ons ontbreeken; dat wy daarover, byzon- dcrlyk over hun Koloriet, niet verbaazd zouden ftaan, indien wy 't konden zien. (i) Wat de Schryver hiermede zeggen wil, weeten
wy niet. Indien hy door deeze vier meend, dat het de Maakers die'r overgebieeve Brokken van Romynfc Schil- derye zyn en deeze niet van een laager Soort van Kun- ftenaaren waren, dan zoude hy zékerlyk moeite heb- ben het te bewyzen; en ingevalle hy daarmede beteke- nen wil, hoe weinige Romynfe Schilders tot onze Ken- nisfe zyn gekoomeh, zo voldoed hy mede niet, wyl 'er meer bekend zyn, gelyk K. van Mander ook ver- handeld, en de helft deezer vier voor geene Romyr.en no<* tot dit Soort van Schildcrv gerekend kan worden. |
||||
VOORREDEN. Xyij
verfchuld is aan de Voortreffelykheid hunner
Verwen. Zy hadden ook Vernisfen , om naar meer Kragt te geeven. Maar, de Wa- terverw maakt altooz de Helderen te licht,' ■en de Donkeren niet bruin genoeg : daar de Olie de Helderen temperd, haar teder en ge- lykende naar 't Vlees maakt, Kragt aan de Donkeren , en Verheffinge aan de Figuu- ren geeft. Men kan dan niet oirdeelen over de al-*
oude Schilderyen der Grieken, als door de overheerlyke Beeldhouwerye der zelfde Ëeu- we, waarvan de Overblyfzels tot ons gekoo- men zyn. Zy doen ons gisfen, dat de Schil- derkunst daaraan niets toegaf: wyl deeze, vol- gens het Getuigenisfe van alle aloude Schryve- ren, evengelykelyk de Mensfen en de Die- ren bedroog. Die aloude Kenners, dien men ons aflchilderd als zo kiesch op deHarts- togten, en op de Juistheid der Standbeel- den : zouden zy 't minder geweest zyn, op 't Koloriet, op de Tékeninge, en op de Poeëtife t'Samenftellinge der Tafereelen (i) ? Wx
.0) Dit onbetwistelyk zynde,is het tot hun Voordeel
uitgemaakt. Mevr. Dacier, en alle haare Aanhangers a onbepaalde Voorftanders der Aloudheid, zullen 't zelve zo veele Eeuwen hooger met Homerus Herken ; en wat kan 'er kragtiger luiden, by dien die 't Zusterfchap der Dichtkunde met de Schilderkunst zo fterk verknogten ! Evenwel, kan men ons verzekeren dat de aloude Kenners /. Deel. ** 20
|
||||
fcvuj VOORREDEN.
Wy hebben geen Oogwit gehad, in dit
Werk van de Griek/e Schilders te fpreeken, nog van de Ouden die voor Rafael ge- weest Zyn. Verfcheide Schryvers hebben die Baan1 reeds afgeloopen. Dus hebben wy ons niet verbonden, dan aan de befaamdfte Schilders zedert dien doorluchten Man (i). In de enge Paaien, welken wy ons voor elke Leevensbefchryvinge hebben gefield , heb- ben wy getragt niets te vergeeten van 't geene wézenlyk geweeten diend te worden. Men zal deri regten Naam vinden van elk Kimftenaar; zyne Geboorteplaats, van wien hy Leerling is,de Schilders dien hy gevolgd heeft,
zo veel op gehad hebben met die Poeëtife t'Samenftel-
linge der Tafereelen, dat zy daarin zo viesch, of met de Zinlykheid der Fransfen eenftemmig zyn geweest ? Mogelyk zouden zy de Schouderen opgehaald, zo niet gelachen hebben, over veele Poeëtife t'Samenftellin- gen, zonder die van Ie Brun, dat meer is van Pousfyn, ja van Rajaïl zelfs, niet uittezonderen : onder Voor- wendzel, dat die zig niet zelden daarin al te gemaakt gedraagen hadden, van de Waarfchynlykheid en van de Natuure al te verre afgeweeken waren. (i) Dus zegt de Fransje Scbryver : maar, in ons
Berigt ('t welk by het LaatfteDeel zal uitkoomen, en voor deeze Voorreden geplaatst zal moeten worden), gelyk ook in onze Inleidinge die ftraks volgd, hebben wy Reden gegeeven van de Veranderinge welke wy maa- ken, met by de Vindhige de Olieverw' en Janyan Eyck aantevangen : fchoon dit geene Verfchikkinge maakt in't Plan des.Schryvers, en hoofdzaakelyk den Nederland/en Kmstj'cbildêren zal aangaan. |
||||
VOORREDEN. xix
heeft, zyne byzondere Eigenfchappen , de
Leerlingen dien hy gequeekt heeft , korte Aanmerkingen over zyn Merkteken, zyne voornaamfle Werken, de Kunstgebreken die hem verweeten worden, eindelyk den Tyd Zyn's Overlydens. Is nog iets meer noodig, in een Kort-Begryp ? Sommige Gevallen, in klyn Getal, zullen in dit Werk het Nutte met het Vermaaklyke konnen verfpreiden. Eenige Perfoonen hadden gewenst, dat
men, in fleê van den Historiëfèn-Lof van elk Schilder te befchryven, zig bepaald had tot eenvoudige Aanmerkingen over hunne Werken : maar , wy hebben gemeend dat het Publicq liegt bediend zoude zyn geweest,
indien men wézenlyke en aanmerkeiyke Zaa- ken daar gelaaten had om eigenzinnige Denkbeelden in de Plaats te Hellen, dien elfc zig over deeze Stoffe kan formeeren. Indien men 't Leeven der Schilders wil-
de befchryven , met zo veel Langdraadig- heid en Partydie;heid als het Meestedeel der ochryveren tot hiertoe heeft gedaan : zulks, zoude op nieuw den Leezer vermóeijen, met een1 hoop Letteren die weinig om 't Lyf hebben. De Italiaanen-i al te vooringenomen ter
Gunste hunnes Lands, zyn de Maate te bui- ten gegaan in de Loftuitingen welken zy aan hunne Schilders geg^Y<in hebben: de #* 2 Op-
|
||||
XX VOORREDEN.
Opfnyery van Fafari, en de Uitweidingen
van Mahazia, zyn de gantfe Wereld be- kend. Bellori zelfs, hoe goed Italiaan hy ook is, klaagd over de Langdraadigheid van den eerstgenoemden, en over de weinige Oirdeelkunde van Baglioni en Ridolfi en der andere Schryveren zynes Lands, die zonder Onderfcheid van alle de Italiaan- fe Schilders gehandeld hebben ( i). Fafari heeft byna niet anders gefproken, dan van de Toskaanfe Schilders; Ridolfi, van de Fe- netiaanfe; Soprani, van de Genueesfe; Fi- driani, van de Modenafe; Malvazia van de Bologneesfe; Baglioni en Baldinuzzi, heb- ben in \ algemeen van onderfcheide Schil- ders gehandeld. De Hoogduitsfers , de Flaamsfen, en de
Hollanders, hebben mede gefchreeven over de Schilderkunst- Karel van Mander, Schil- der en Poeët, heeft het Leeven der Oude Jtaliaanfe en Nederlandfe Schilders befchree- ven. Korneüs de Bie, die na hem quam , heeft in Flaamfe Vaarzen uitgegeeven, het Leeven van de Schilders zynes Lands. San- dr art , Ci) Zou Bellori, indien hy een Nederlander was
geweest, niet de eige Klagt hebben konnen doen over den Leevensbefcbryveren der Nederlandfche KunstJ'chil- ders, welke in fteê van te verbeteren, naMaate hun Tyd befchaafder was geworden, trapsgewyze zo veel langer gevallen zyn dan K. van Mander, die het Yz brak ? |
||||
VOORREDEN. xxj
drart, die in 't Hoogduits en vervolgens in
't Latyn fchreef, heeft in zyne Teutjche A- cademie van de Schilders aller Volkeren ge- fchreeven (i). Houbraken, Hollands Schil- der , heeft in zyne Taal1 het Leeven der Ne- derlandfe Schildersbefchreeven; en Weijer- man, ander Hollands - Schryver, heeft ons laatiïelyk verfcheide Deelen gegeeven, over de eige Stóffe. Eenige onzer Frans/en (zegt de Schry-
ver) hebben naar 't Voorbeeld der Italiaa- nen gemeend, dat zy met dikke Boek- deelen te maaken, vol t1 Samenfpraaken en Uitweidingen, meer Roem zouden verwer- ven (2), Somtyds hebben zy zig vernoegd, met
Ci) Naamelyk, wat bygevoegd voor zo verre
zyn Leeftyd jonger was , maar anderzints K. van Man- der van Woord tot Woord uitgefchreeven, zonder hem daarvan eenige Eere te geeven. (2) De Schryver tékend op de Kant aan, dat hec
Felibien is dien hy hier bedoeld. Ingevalle hy zig hier alleen bepaalde, tot het geene deezes Leevensbefchry- vingen , en 't ondereen vermengen van allerhande Schilders, Gemeenen en Uitmuntenden, aanbelangt, dan zouden wy het konnen voorby gaan : fchoon Feli- bien zelfs beter Onderfcheid gemaakt heeft dan onze laatere Leevensbefchryvers van Nederlanderen doen, en betuigd veelen voorby te gaan waarvan niet waard is iFr?ren te VPOr<^en- Maar, wyl de Schryver dcs-
zelrs Uitipeidingen aanvalt, zo konnen wy ons van deeze Aanmerkinge niet ontflaan. Wy vinden niet rédelyk dat hy dus fpreekt: hy welke veel verfchuld is aan die Uitweidingen van Felibien, waarvan hy den Keest ge- trokken , en dus zyn Werk tot deeze Vo'lkoomenheid ge- bragt heeft, zelve belangende zyne volgende Redenee- #* 5 ringe
|
||||
xxij VOORREDEN.
met de Kunftenaaren te noemen , ronder
derzelver Geboorteplaats 3 byzondere Eigen- fchappen , de Gebreken welke in hunne Werken aangemerkt worden, en de Steden die hunne beste Tafereelen bezitten, te be- tekenen. Zomin aandachtig, om eene goe- de Verkiezinge te doen onder alle de Schil- ders die tot hiertoe geweest zyn, hebben zy de befaamden vermengd onder de gemee- nen. Wat is 'erwalgelykervoor eenen Lee- fcer, die zig niet behoord over te geeven dan aan de Kennisfe der Schilders die zyne Na- fpeuringen het waardfle zyn ! Is 't niet on- nut , en zelfs onrédelyk, van eenen gemee- nen Schilder te fpreeken, waarvan men nog Schilderyen nog Tekeningen ziet ? De Partydigheid van 't meestedeel der
Schry-
ringe over 't Kennen vanTékeningen en van Schilderyen. Heeft hy dan daarin beter konnen flaagen dan den ge- melden Felibien, dien wy evenwel gebruiken om hem nog hier en daar te verbeteren : waarom geeft hy hem dan te gelyk niet de Eere welke hem toekoomt, en zo wel als hy in deezen aan de Piles kóomt te doen, die (welk vernuftig Schryver hy ook was) evenwel zo zedig is van te zeggen dat hy zig niet verbeeld iets nieuws voorttebrengen, en onder anderen Felibien partikulier- Jyk bekend voor eenen waarvan hy zig bediende ? 't geen zo zéker is, dat die eige de Piles zynEerfte Boek, van zyne Korte Leevensbefchryving der vermaardfte Schilders, handelende over het Denkbeeld een's vol- maakt Schilders, mede genoegfaam Woordelyk uit Felibien getrokken heeft. Zou dan de Piles 't zonder Felibien, en onze Schryver (hoe verre zyne eige Na- fpeuringen gaan) 't zonder deeze twé, wel zo verre gebragt hebben ? |
||||
VOORREDEN, xxiij
Schryveren, is niet minder te veroirdeelen.
rdfari heeft niets geroemd, dan de Toskaan- fi Schilders; Malvazia, dan de Bolognees- fe ; Bagiïoni, nydig over de Verdiensten van. Guido, van Albanië en van Lanfranc, heeft 'zig niet vervaardigd die drie groote Mannen enkeld te noemen. Wat zullen wy zeggen, over den Drift van eenen onzer Tydgenoo- ten (i) voor de Werken van Rubbens (z)\ Dezelfde heeft hem bequaame Fransje Schil- ders doen vergeeten, die zékerlyk Lof ver- dienen, 't Zal moeijelyk te doorgronden zyn,
Welke de Schilder en de Landftreek is die
van den Schryver 't meest bemind word.
Vriend van de Waarheid,en van het Sclioo- ne, tragt hy hem overal aantekleeven waar hy hem ook vind : zonder Aanmerkinge te neemen, nog op den Naam nog op 't Va- derland van den Kunftenaar. Alle Volken, Sedert hy zig aan de Kunsten heeft overge- geeven, hebben hem altooz evengelyk toe- ge- CO De Pi les, die een onzer beste Schryveren
is (dus tékend onze Autheur aan) , fpreekt zeer flaauw van Pousfyn, en van Ie Sueur : zelve heeft hy den laatstgenoemden gants vergeeten, in den Eersten-, Druk zyn's Boeks, A°. 1699. vond de Waarheid en de Natuur in Rub-
bens, dien hy in Pousfyn niet vinden kon. De Gron- den, waarop hy redeneerd, zyn door onzen Schryver nog niet ontzénuuwd. #* 4,
|
||||
xxiv VOORREDEN.
gefcheenen : een Nederlander, een Frans-
man , zal 't dikwyls, in zékere Gedeeltens der Schilderkunst, boven een' Italiaan .by hem overhaalen. Die, welke uitmunten in de Weetenfchappen en in de Kunsten, zyn om dus te fpreeken van eenen zelfden Land- aart, van een zelfde Geflacht : naamelyk, van dat der Doorluchte Mannen. Dat wy dan leeren, aan de uitmuntende Werken van alle Landen het Recht te doen 't welk hen toe- koomt; dat wy aan onze Landsgenooten , als zy het verdienen, de Loftuitingen gee- ven welken wy zo gemaklyk aan Vreemde- lingen verfpillen (i) ! Wy zyn zeer verre van 't Gevoelen van
eenige Sc liryvers : die geene andere Achtin- ge hebben dan voor Historiëfdiilders, den geenen zeer gering aanzien die Portretten ,
andfchappen , Batailjes , Zeen , Dieren , yrugten. Bloemen, Boerekermisfen, Her- bergen, C i) Niets rédelyker als dat. Ten aanzien van de
Kunsten, moet allen Land-aartevengelyk aan ons wee- zen," en dit beoogen wy hier'in onze Vertaalinge en daarby gevoegde Aanmerkingen, op dat wy daaruit lee- ren en Voordeel doen zouden. Maar, onder die fraai- je Voorwendzelen moeten wy ons niet laaten vervoe- ren , om aan Vreemden meer te geeven dan hen toe- koomt en dan zy ons konnen toonen. Moeten wy hen toejuichen, wanneer zy van die Grondftellingen afwy- ken, om zig ter onzer Verklyninge en Éenadeelinge te verheffen ? |
||||
VOORREDEN. xxy
bergen, en Keukenftukken fdiilderen. In te-
gendeel : een Schilder die de Natuure vol- ffiaaktelyk heeft nagebootst, al hadhy maar een'1 Koe gefchilderd, of een' Druivetros ge- lykZeuxü, is alzo volmaakt in zyn Soort als Rafaël in 't zyne is. Elk heeft getracht uittemunten, in het Deel waarna zyn Geest 9 eene Inblaazing, eene natuurlyke Neiging, hem leidde, 't Is waar, de Histori is het edelfte Voorwerp der Schilderkunst, het leer- Zaamfte, en dat geene 't welk de meeste \Veetenfchappen vereischt. Het Landfchap, de Dieren, de Vrugten en de Bloemen, zyn daarvan maar een Aankleefzel ; zy dienen meestendeels niet anders, dan om de Histo-
riëfe-Onderwerpen optetooijen : maar, alles beftaat eindelyk in de Nabootsfing' der fchoone Natuure. Dk's 't enkelde Oogwit, waar naar men moet poogen (i). In
( i ) De Schryver bevestigd dan volkoomen, hierme-
de, onze onderfcheide Aanmerkingen, in dit Opzigt te- gens hem gedaan. Deeze zyne betere overwooge Uit- drukkingen, moeten dan zékerlyk ten Lof der Neder- land/e School' {trekken, welke daarin zo grootelyks uit- dunt, 'c Beftaat dan niet in een' Vergrooting' van de Dingen, jq dat Flikkerende van den Geest, 't geen ei- genlyk het Poeëtife, het Fabelachtige, en 't Roman- achtige aangaat , waarin de Italiaanen uicfleeken en de Frans/en \ nog daar boven zoeken te blanketten : 't welk wel aangenaam voor de Befchouwinge kan zyn, dogh de waare Overbrenging der Zaaken, nog de ge- trouwe Verbeelding van de fchoone Natuure niet is. ** r An- |
||||
xxvj VOORREDEN.
In deeze onze korte Leevensbefchryvin-
gen, zullen wy niets anders onderfcheiden dan drie Hoofdfchoolen : die van Italië, van Nederland, en van Vrankryk. Alles held over naar deeze drie, zo ten Aanzien van Smaak als van Manieren (i). De
|
||||||
Anderzints, algemeenlyk gefproken, als men byzon-
derlyk op die Wyze de Waarheid, 't leerzaame der Historie ( waarvan de Schry ver zo nadruklyk fpreekt) uit de Schilderyen, uit de Keeldhouwerye, uit de Me- dailjes, en uit de Poeëten zoude willen haaien, dan zouden de Feiten zeer gebrekkig zyn, byzonder die van de Italiaanen en Fransfen opgegeeven worden: daar •wy doorgaans moeite hebben om zelve in de ftaatig- fte Schriften, van Dingen die onder onze Oogen ge- beurd zyn , de Waarheid te vinden. Rafaè'l zelfs, en Ie Brun, hebben zy deeze ten Oogmerk gehad, meer dan de Zinnen te betoveren, en de Dingen voortedoen zo- danig als zy geerne hadden dat die gebeurd waren ? In de Nabootsfing' van 't Moderne Leeven, in een Stukje van Mieris, Jan Steen, of Ostade, enz., zelve in de Bloemen van van Huijüm, is dan de Waarheid der His- torie meer te vinden, 't Is wat anders, de Volmaakt- heid van 't Antiek voor het Mensfelyke-Beeld, en de Oudheidskunde,in haarlieder eigenlykeBepaalinge aan- tepryzen. (i) Geeft dit niet te kennen, dat de Fransje School,
die jonge Bloesfem , jegenwoordig tot een Hoofd- fchool' verheven zoude zyn, in gelyken Graad met de Italiaanfe en de Nederland/e, en waardig om den Smaak der Volkeren naar zig te doen overhellen ? Welke on- derneeming van onzen Schryver ! dogh geenerwyze oneigen aan de Vrypostigheid en Inbeeldingc zyhes Land-aarts, wien zékerlyk geen Vernuft nog Bequaam- heid ontbreekt, en zelve in den hoogden Graad de Kunst bezit om zulke Volken door Beuzelingen en.Fleu- retjes
|
||||||
VOORREDEN. xxVif
De Schoole van Italië zullen wy fchifc
ten in zes Deelen , of Landfchappen; en dus niet zeggen Romynfe School', enz., maar enkeld de Romynfe, de Florentynfe, de Ve- netiaanfe, de Lombar-dyfe, de Napolitaari- Je, en de Genueesje Schilders. Een zelfde Smaak doet zig gevoelen in alle de Werken der Italiaanen : zy zyn maar alleen onder- fcheiden, in hunne verfchillende Maniere van Schilderen. Rafaël zal 't Hoofd zyn der Romynfe Schilders; Leonard da Vinci en M. Angelo, zullen 't wezen van de Fïoren- tynfe : met Domenico Ghirlandajo en Pietro Terugino daar te laaten, die geene andere Ver-
retjes inteneemen, die zig zeer gelukkig in deezeWe-
reld^fchatten wanneerze zig volgens deszelfs Modems en Fantafyen konnen kleeden en reeden, fpyzen en regelen, ongeacht zulks van den fchaadelykften'Invloed 9P hun Vaderland is, gelyk de wyzteEngels/en en Duits- ftr's getuigen. Wat laager vinden wy dringender Re- den, om de ftouteVoorgeevingen des Sehryvers te kee- ren : of zou 't ons onverfchillig moeten zyn de Ver- waandheid een's Volks ten onzen Nadeele te zien en te hooren, 't geen door de Bank te vlug en te wispel- tuurig is om zig te bepaalen, gelyk wy aan deszelfs ge- Quarige varieerendeBfoderies ènÓpfchik in Gebouwen, en alles wat de Kunsten betreft onophoudelyk zien , die byveelen nooit aangenaam zyn dan wanneerze door eenen Pransfen-Griï beftuurd worden ? Zouden wy 'c Oros hunner Kunftenaars en hunner Sehryvers, om een' dozyn verdienftigen welken wy in eenige Klasfen mo- gen ontmoeten, en waarvan wy ons met Vrugt bedie-. nen konnen, ten hoogften Toppunt gevest moeten achten? |
||||
xxviij VOORREDEN.
Verdiensten hebben dan de Meesters van
''M. Angelo en van Rafaè'l geweest te zyn. De Lombardyers zullen aan hun Hoofd heb- ben , Corregio ; de Venetiaanen zullen aan 't Hoofd hunner Bende praalen, met Gior- gione en Titiaan: zonder dat Cimabue, Giot- to, Lippi, Bel/M, Memmi, Mantegna, en anderen, bygebragt zullen worden. De Span- jaarden, in klyn Getal, zullen fchuilen on- der de Napolitaanen; en de Genueezen zullen ten Opperhoofd erkennen, Lucas Cangiage, De Nederlandse School zal vier Deelen,
of Landftreeken bevatten : de Hoogduits]ers, waarvan Albert Durer en Holbeen de Op- perhoofden zullen zyn ; de Hollanders zul- len Lucas van Leiden hebben; de Vlaamfe bullen bezitten, Jan Stradanus; en de En- gels/e zullen aanvangen, met Wiïïiam Dob- fon (i ). Alle deeze Schilders hebben in 't algemeen eene zelfde Maniere gehad, welke gewoonlyk den Flaamsfen-Smaak word ge- noemd. In de Fransse Schoole zullen wy niets mel-
den, van Quenel, Caron, Nocroi, Dubois, "janet, Bunel, Dubreuil, Bobrun, Dorigny, du Moutier , en Vignon: om te beginnen met
Ct) Dit's de Schikking van denSchryver : in dee- ze Vertaalinge zullen wy, aangaande die Artykel der Nederl. School', zodanige Verfchikkinge maaken als op zyn Plaats zal aangeweezen worden. |
||||
VOORREDEN, xxi*
met Jan Coufin, Freminet, en Fouët, die
zékerlyk het eerst', in Vrankryk, den goeden Smaak der Schilderkunst hebben geplant. De Tyd-ordening zal in idere Schoole
ïiaauwkeurig waargenomen worden, volgens den Geboortentyd der Schilders : zonder Aanfchouwinge op hunnen Meester te nee- men , hebben wy elk aan zyn Vaderland over- gebragt. Alleen zyn wy daarvan afgeweeken, ten aanzien van Piet er Lély en van den Rid- der Kneller : om dat zy gemeenlyk, in onze Schilderkundige-Wereld, voor Engelfchen , doorgaan , fchoon zy beiden in Duitsland gebooren zyn. In die Tyd-ordeninge fcal de Leerling dik-
wyls voor zyn Meester geplaatst zyn : Ro~ manelli en Ciro-Ferri bevinden zig voor Pietro da Cortona. De Tyd-ordening zal omgekeerd fchynen by Karel Marat , ge- booren A°. i^S '• "^ zig geplaatst vind voor Leonard da Vinci^ welke A°. 14,5^ ge- booren is. Dat alles ontftaat, om dat die Perfoonen geen eenerly Vaderland hebben : als uit verichillende Landfchappen van Italië efprooten zynde. Evenwel zal de Tyd-or- ening in elke Afdeelinge geregeld aanvan- gen : by Voorbeeld, zy zal naauwkeurig zyn onder de Romynfe Schilders ten aanzien van malkanderen,'en ter zelver Tyd zal zy ongeregeld fchynen, indien men die dgo |
||||
xxx VOORREDEN.
Romynfe vergelyken wil met den Florenfyne-
ren, Venetiaanen , en de andere Italiaan- se Schilders. Dus zal 't insgelyks wezen, ten aanzien der Hoogduitsfers , Nederlande- ren, enz. Deeze Verzameling vervat meer dan hon-^
derdtagtig Leevensbefchryvingen van Schil- ders (i); en daar zyn 'er byna veertig on- der, waarvan de Portretten en de Historie in geen een Boek gevonden worden. Die Portretten zyn trouw afgetekend, na 't gee- ïie wy alhier 't beste gelykend hebben. De geenen welke van Buitenlands koomen, zyn met Voorzorge gekopieerd, na de Portret- ten die in de Familiën der Schilders , in Ita- lië', Spanje, Engeland, Holland, en Vlaan- dere-, gevonden worden. Andere zyn ge- nomen uit de Akadémie van St. Lukas te Rome, na de Origineelen die aldaar worden bewaard. De Plaaten zyn heftuurd, door den beroemden Hr. Ca zes, Direkteur van de Koning!. Akadémie' der Schilderkunst ( 2 ). Wy
(1) Volgens 't Plan des Schry vers, enden Frans-
fen-Druk: wyl de Vermeerdering onzer Vertaalinge dat Getal, ten opzigt der Neclertanderen , veel hooger doet klimmen. (2) Men kan verzekeren, dat geen mindere Zorge
is bygebragt, ten aanzien van de Portretten deezer Ver - taalinge welke daarna gemaakt zyn, byzonderlyk om naaukeurig de Gelykenisie te bewaaren : zulks zy, on- aangezien ze meer dan een derde verklynd zyn, dezelf- den, verre te boven gaan, zo van Tekening' als Behan- deling' |
||||
VOORREDEN, xxxj
Wy hebben de Kieschheid gehad, van geen
twyffelachtig Portret optegeeven. Daar zyn eenige aan onze Nafpeuringe ontlhapt, door de Onmogelykheid van ze te vinden; en der- Zelver Plaats hebben wy opengelaaten. Op 't Voorbeeld van verfcheide Schryve*
ren, hebben wy ons een' Wet gemaakt, van geene in 't Leeven zynde Schilders te Ipree- ken : 't ftaat aan denTyd om hunnen Roem ryp te doen worden, en denzelfden zo verre te verbreiden, als de fchoone Werken verdie- nen waarmede zy daaghlyks onze Tempelen en onze Paleizen oppronken. H Is de Tjd en de Bood (zegt Felibien) die de Verdiensten of de Gebreken der Mens/en in vollen Dagb ftl ellen, welkende Nyt of de Gunst ge duur en- de hun Leeven verborgen hebben. Als die groote Kunflenaars eenige Leer-
lingen van den Eerften-Rang hebben gehad, dan zal men deezer Leevensbefchryvingen vinden, in de Landftreeke en de Schikkinge v/aartoe zy behooren. Wanneer die Leer- lingen maar van den Twéden-Rang waren, en
deling' en Bevalligheid, en daarbcnevens nog verrykc
zyn met de .Byfleraaden welke in den Frans] en-Druk niet gevonden worden, die de Portretten eenvoudiglyk m een Krollyst en op een> donkeren Grond geeft. Zel- ve heeft men de Voorzorge gebruikt, om die Portret- ten welke van den Schryver uit bekende Werken ge- trokken zyn, by Voorbe'eld uit Vajari, met de Origi* ncelen te vergelyken en daarna te verbeteren;. |
||||
xxxij VOORREDEN.
en zy echtereenigen Roem verwierven, zon-
der verdiend te hebben dat men hier van hen eene afzonderlyke Loffpraake maakte : dan geeven wy hen een byzonder Artykel in de Leevensbefchryvinge hunnes Meesters, waar- in wy kortelyk bybrengen, hun Merkteken, hunne Verdiensten, en zo veel 't mogelyk is hunnen Geboortenftond en dien hunnes Overlydens. I n de Lyst van de voornaamfte Werken
der Uitmuntende Mannen , die gevonden word op 't Einde hunner Leevensbefchryvin-
ge, wyzen wy de Tafereelen niet aan die 2,ig in de Kunstkabinetten van Partikulieren bevinden. Al te onderhevig aan Verplaats- (Inge zynde, fpreeken wy niet anders dan van de geenen die in Kerken, Kloosters , -Paleizen , en Galleryen der Vorsten, wor- den gevonden. 't Zoude buiten het Ontwerp deezes
"Werks hebben gegaan, alle de Plaaten opte- tellen welke na die Uitmuntende Schilders zyn \ gefneeden. Wy hebben alleen aangetekend, die van hunne eige Hand gefneeden zyn, en de voornaamfte Graveerders welke na hunne tTafereelen gearbeid hebben. Een vry lang Verblyf in Italië, verfchei-
de Reizen naar de andere Deelen van Euro- pa , hebben aan den Schryver deeze Nafpeu- .riflgen gemaklyk gemaakt, Hy fpreekt van wei-
|
||||
VOORREDE N. xxxiij*
weinige Schilderyen, welken hy op hunne
•Plaatsfen niet gezien heeft. Veel Neiging voor de Schilderkunst; eenige Oeffening in deeze Kunst; een Smaak, dien hy zig ge- vormd heeft uit de Tafereelen , de Prin- ten, en de Tekeningen der beste Meesters y Sedert meer dan dertig Jaaren verzameld s hebben hem de Middelen konnen verfchaf- fen om met eenige Juistheid over de Schil» derkunst te fpreeken. Als hy de befaamdfte Schilders ichynt te
berispen, en na hunne groote Eigenfchap- pen gebazuind te hebben de Gebreken hun- ner Kunst voorfteld, dan is hy 't niet die ipreekt: hy is maar de Weergalm der goe- de Scliryveren, en der oirdeelkundige Be- risperen. Een getrouw Historiefchryver moet niet alleen bybrengen, wat de geene c aanmerklykst gemaakt hebben welker Lee- ven hy befchryft: hy moet daarenboven der- ^elver Feilen niet verheelen. Daar zyn maar aUeen eenige Schilders, waarvan de Bioed- ftiaagen nog leevend zyn en geraakt zouden jonnen worden over al te groote Openhartig - eid, die ontfnapt zyn aan de juiste Bens-
Pmge vdke men over hunne Werken zou-
de konnen maaken (i). De Tyd zal dit
Geheim eens ontdekken. .
Aan
(I) Wyl dit een Geheim is, konnen wy 't nioc
aooi-gronden,nog de Redenen vinden die den Schrvver
«us doen fpreeken, en bequaam zouden zvn om zvne
L Deel *#* Pen-
|
||||
rsxxiv VOO RIEDEN.
Aan den Hr. Lépicié, uitmuntend Gra-
-veerder en Historifchryver van de Koningl. Akadémie der Schilderkunst te Parys^ is de ■Schryver eene openbaare Erkentenisfe fchul- xlig, wegens de goede Aantekeningen wel- <ke dezelfde aan hem geleverd heeft, belan- gende de Ffamj'e Schoole. Insgelyks zou- -ae hy , indien hunne Zedigheid zig daar niet tegens kantte, twé Vrienden konnen noemen, die voor hem, uit de Nederlandfe Moeken , wel hebben willen vertaaien wat iiem van nooden was.
Voor 't overige wil men nimant onder-
werpen, aan 't Oirdeel welk men bygebragt heeft over de Uitmuntendfte Schilders : elk is in volle Vryheid om daar over te oirdee- len, volgens zynen Smaak en zyne Kunde. Bedreeve Perfoonen .hebben geene Onderrig- tinge noodig. Die, welker Gezigt zo verre niet reikt en die niet aanftonds bevatten wat in die fchoone Kunst te vattei^ie, zullen f een Verdriet hebben van eenen Wegh ge-
aand te vinden, welke hen leid om hun Oirdeel te oeffenen en hunne Kennisfe te volmaaken. Het Publiq is de Opperrichter, over de Verdiensten en de Begaaf'dheeden. Penne te doen verdenken, als de Werken van. eenige
Qverleede Schilders vierende uit Ontzach voor hunne Bloedvrienden. Echter raakt dit ontwyfFelbaar alleen de Fransje School', die ons 't minste aangaat, en dus zo hoog' opgevyzeld zal zyn als zy immer gedaan kan worden. VER-'
|
|||||
j
|
|||||
VERHANDELING
OVER 'T KENNEN
V A N
TEKENINGEN
E N V AN
SCHILDERYEN.
|
||||||||
P^stEjR men de Hlstonë der Uitmunten>
Si E m de Scnilders befcJiryft en over hun, itell ne Werken fpreekt, fchynen eeni- ge Grondregels vooraf te moeten gaan-, om tot de Kennisfe die'r fraaije Stof*, ten te koomen. Geen Schryver, voor z.o £eil?en weet' heeft dit °nderwerp be*
i K^Te Indien wy eenige Onderrigtingea Rebben over de Tekeningen, over cïe Prin- v2> 5* °Ver de ScJlilder7en > z0 *ynze niet
Mar6,i n de Byzonderheeden,noodig om
naar volmaakt te leeren kennen. UE Hr. <fe _p//w ^!) 3 Auteur van die On~
der-
*
,l O Onze Autheur tékend op de Kant het vo-Igen-
#$ # o ^ff.
|
||||||||
xxxvj VERHANDELING.
derrigtingen, zag 't voor eene onmogelyke
Zaake aan, vaste Regelen over die Stóffe te feeven; hy wenste,dat liet weinige, 7t welk
y daarvan gezegt heeft, imant mogt aan- moedigen om het in 't vervolg te vermeer- deren. Wy hebben ons voorgefteld, zyn Ontwerp te volgen. D e Tekeningen , oneindiglyk verheven
boven de Printen, houden het juiste Midde tusfen deezen en de Schilderyen. Ze zyn de eerste Denkbeelden een's Schilders , het eerste Vuur zyner Inbeeldinge, zyn Styl,
2yn Geest, zyne Maniere van Denken. Ze zyn de eerste Origineelen, die dikwyls aan de Leerlingen des Kunstfchilders dienen om Schilderyen te fchilderen, welke daarvan maar de Kopyen zyn. De Tekeningen be- wyzen nog de Vrugtbaarheid, de Leeven- digheid van den Geest des Kunstenaars, de Verhévendheid zyner Aandoeningen, en de Gemaklykheid waarmede hy ze heeft uit- gedrukt. Een Schilder, fchilderende een Tafereel,
verbeterd zig, en beteugeld de Oploopend- heid van zynen Geest. Maakende eene Té- keninge,fmyt hy 't eerste Vuur zynesDenk- beelds
de aan. 5> Ik hebbe dien uitmuntenden Schryver by-
„ zonderlyk gekend,- en ik ben hem de eerste GvoncU „ regelen van 't Kennen van Tekeningen verfchuld ". |
||||
VERHANDELING, xxxvij
beeldsuit: hy geeft zig aan zyne Drift over 5
en toond zig zodanig als hy is. D e onderfcheide Manieren van Tekenen ,
ioopen uit op drie : naamelyk , met de Pen- ne, met Tékenkryt, en Gewaschen. De Pen laat zig lugtig behandelen , en
word onderfteund door Artfèeringen aan de Zyde der Schaduuwen. Dikwyls maakt men alleen de Omtrekken, met de Penne; en men wascht, aan de Zyde der Schaduuwen. Het Tékenkryt is meer in Gebruik, en
kan artfeeren aan de Zyde der Schaduuwen. Men bediend zig van Roodkryt, van Zwart- kryt, en van Witkryt, en van Krytwit om de leevendigfte Lichten te ontfteeken. Dit
laatfte, onderhevig aan't uitwisfèn, nood- zaakt dikwyls om het met Gomwater tewry- ven,en 't met het Penfeel te gebruiken : dan noemd men 't Krytwit, of Wit van 't Penfeel. Het Waschen word gedaan met een
Penfeel,gedoopt in Roet,in gèvreeve Rood- st, Indigo, of O. I. Ink,cgelegt aan de ^yde der Schaduuwen, verzagtende naar de Verlichte-Deelen. ÖAAR zyn Tekeningen, beftaande uit ak
e dle drie Manieren te gelyk ; en andere,
gemaakt door de drie onderfcheide Soorten
van 1 ekenkryt tefFens, waarom ze genoemd
worden met de drie Krayons.
Men noemd eene Gedoezelde-Tekening^
* * * 2 die |
||||
xxxvnj VERHANDELING.
die gedaan is met een Kryt tot Poeijer ge-
bragt (i), 't geen gevreeven word aan de Zyde der Schaduuwen, met het Spitze van klyne Rolletjes van Papier of van Zeem : alles, zonder Artfeeringen. Alle Tekeningen verdeelen zig in vyf
Soorten.: men heeft Schets/en, Opgemaakte- Tekeningen, Studiën, Akadémiebeelden, en Kartons. De ScHETSSENjZyn de eerste Denkbeelden
dien de Schilder op het Papier ontwerpt, ter formeeringe van't Werk 't welk hyzig voor- fteld : men noemdze dus Scbetsfen 9-oE Ont- werpen , wyl de Hand niets anders gedaan heeft dan overhoop, en om dus te fpreets.en de Figuuren, de Groepen, de Schikkingen, en de andere Deelen die dezelfden uitmaa- ken, zo maar heen1 te flansfen. Die aange- douwde Tekeningen, met veel Snelheid ge- daan , zyn dikwyls niet zeer juist, en konnen gebrekkig zyn ten Aanzien van de Doorzigt- kunde, en van de andere Deelen der Kunst : maar, dit zyn geene Gebreken in een1 Schets', waarvan het Oogwit is eene Gedachte te ver- beelden die met veel Geest uitgevoerd is, of
(i) Het doezelen, van vry laager Graad dan 't
Artfeeren, word ook gedaan met het ongevreeve Té- kenkryt in de Tékenpenne: fleepende en vryvende het over 't Papier, xonder of rnet Artfeeringen daarover tè brengen. Met Potloot word insgelyks getekend. |
||||
VERHANDELING xxxïs
of wel afzonderlyke en onvolmaakte Beek
den die 'm eenige t'Samenftellinge moeten koomen, waarvan zy een Gedeelte uit- toaaken. Opgemaakte Tekeningen, zyn de eige
Gedachten, beter overwoogen en doorwrog- ter, by Uitftek genoemd Overgebragte, Uit- voerige, Vaste, Voltooide, Kapitaale-Té- keningen: wyl zy een juist Denkbeeld van het Werk geeven. Gemeenlyk is 't volgens deeze Stukken, die 't laatfte gemaakt zyn, •dat men het Schildery onderneemd. Studiën zyn Gedeeltens van Figuuren,
na 't Leeven getekend : gelyk, Koppen, Handen, Voeten, Ermen, fomtyds gantfe
Beelden, welke in de volkoome t'Samenftel- linge een's Tafereels koomen. De Klee- dyen, de Dieren, Boomen, Planten, Bloe- den , Vrugten , Landfchappen , zyn ook Studiën die oneindiglyk daartoe dienen. Men geeft den Naam van Akade'miebeel-
DEns aan Beelden die na 't Leeven getekend ^Y11} in Standen behoorende tot de t'Samen- ttelünge van een Schildery, om daarvan het ^aakt en de Omtrekken naauwkeuriglyk te nebben. Vervolgens kleed men die Beel- den, op een' Wyze dat dit Naakt altooz gejtreeld zy en nagegaan kan worden. Niets doet de Juistheid een's Meesters beter ken- ïien,dan datSoort van Tekeningen : zybe- # # * a, wy-
|
||||
VERHANDELING.
|
|||||||
XL
|
|||||||
wyzen te gelyk, zyne Bequaamlieid in ds
Ontleedkunde. De Kartons zyn groote Tekeningen,ge-
daan op Graauw-Papier, van de eige Groot- te als 't Werk waarvoor zy gefchikt zyn . Men kalkeerdze met een Priem, op de versfe Bepleisteringe van een Vak, om dit vervol- gens in Fresko te fchilderen. Voor Tapy- tQn, worden ook Kartons gemaakt. D e Tekeningen der groote Meesterg,
gants Geest zynde, maaken eene der ftree- lendfte Raariteiten uit. Zy geeven de besto Onderrigtinge, aan eenen Kunstminnaar, 't Is een vrugtbaare Bron, waaruit hy alle de Verlichtingen kan fcheppen die hem nood- fcaakelyk zyn. Door dezelfden, om dus te fpreeken, verkeerd hy met die groote Mannen; hy bekoomt Lesfen van hen. Onderzoeken- de eene Verzamelinge van hunne Tekenin- gen , maakt hy zig met hen gemeen : hunne onderfcheide Manieren ontdekken zig, voor zyne Befchouwinge. Indien die Tekenin- gen volgens Tyd-ordeninge gefchaard zyn by Schooien, dan erinneren zy, aaneenvol- gende, de Hiftorié* en het Leeven die'r be- taamde Kunftenaaren (i _). Al-
(i ) De Schryver tékend op de Kant aan, dat hy
eene Verzamelinge van Tekeningen der groote Mees- teren, van allerhanden Land-aart, gemaakt heeft, die voor
|
|||||||
VERHANDELING, xlj
A L g e m e e n l T k zyn de Tekeningen min
moeijelyker te kennen, dan de Schilderyen : "et Koloriet, de Doorzigtkunde, het Lient- 5^ Bruin, word 'er zelden in gevonden. Een v erftand van de Regelen der Tekenkunst*, cen Oeffening om den Toets van elk Mees- ter te onderfcheiden, voldoet aan imant die "e Schilderkunst bemind : de Natuurlyke Smaak, de Neiging, gevoegd by eenige Er- vaarendheid, zullen het overige goedmaaken. M en zegge niet , dat de Kennis der- Schilderyen "en der Tekeningen zeer onzeker *s. De Abt Dubos bedriegd zig wanneer hy voorgeeft, dat de Kunst, van den Maaker eeris Tafereeh uittevinden door V befpeuren van de Hand des Meesters, de gebreklykfte *s van alle Weetenfchappen. Op dit Onder- werp brengt hy een oud Historietje by, van Julio Romano , welke eene Kopie van An- dries delSarto gemaakt (naar het Portret van £f° X.3 waarvan dezelfde Julio Romano de J" eederen had gefchilderd) voor een Orieri- ne^ van Rafaimm. ' ö andien die Schryver eenige Oeffeninge
an 't Schilderen, of wat meer Kennisfe van dee-
T^ülnn'rr c?er besten van Europa kan doorgaan : datze
is5Syk gefchikt, by Schooien, ffamengefteld Tèk • nt negen Duizend origineele en uitgezogte cf„^?mg^n,' Vermengd met uitvoerige Stukken, met ^udien, Schetsfenj e&n Akadémiebeelden. |
|||
*lij VERHANDELING.
deeze Kunst gehad had, dan zoude hy ge-
weeten hebben, dat een enkelde Boomilag in een Schildery zyn' Maaker ontdekt; en dat de Kopieerder doorgaans maar al te veel van 't zyne daarin brengt, om zig te verklikken. 't Is insgelyks met de Tekeningen. De Hand vermoeid zig in 't kopieeren ; zy kan niet lange het Bedwang veelen; zy veroirlofd zig Trekken die haar eigen zyn; en 't zyn dee- 1Q laatstgenoemde Trekken, die den Namaa- ker verraaden en het Bedrog doen ont- dekken. . Eindelyk, de Manier van Tekenen
een's Schilders onderfclieid zig gelyk den Letter een's Schrifts, en beter dan den Styl een's Schryvers. Men weet dat Geletter- den, die 't Gevoel fyn en den Smaak eêl hebben, zig hierin zelden vergisfen. Indien de Schilders geene byzondere Ma-
nieren hadden, dan zoude 't onmogelyk zyn hen van malkanderen te onderfcheiden. De Manieren worden gevormd, uit de onder- fcheide Wyze waarop de mensfèlyke Geest bequaam is eene zelfde Zaak' te bevatten , die de Nabootsfing der Natuure is. De al- lerbequaamfte Schilders hebben hunne Ma- niere, zonder evenwel Gemanierd te zyn* De Manier verflaat zig, uit de Wyze van arbeiden: dit's het Doen een's Schilders, dit's StynStyl. Daarentegens wil Gemanierd zeg-, gen,
|
||||
VERHANDELING, xuij
gen 5 alles wat buiten de Natuure en het
aare gaat, al wat zig van de Praktyk bnt- 'ccna, en al wat een Gebrek is (i). Dus yn eene Maniere te hebben en Gemanierd ZQZQni twé 2eer verfchlllende Zaaien. Men behoorde niets natebootsfen dan dé iNatuure en hét Antiek , zonder zig over- Jegeeven aan de Maniere van imant. Groo- £e vernuften maaken zig eene Maniere, wel- *e *y van rond-omme ontleenen, en na gee- ne andere gelykt. Die, welker Geest min verheven is, verkiezen onder de Meesters» aen geenen die 't meest naar hunnen Smaak is . zy kopieeren hem, zy volgen hem Voet voor Voet, zonder ooit uit zyne Maniere te Koomen nog dezelfde te verbeteren. Voor t overige, de Natuur heeft geene Maniere, V heeft geenen Toets : alles vertoond zig aaarm verfmeltend',en van volmaakte OveS cenitemminge. n PEEN' byzonder Schilder moet men dan
naoootsfen : hoe bequaam hy ook is , zo ieett hy evenwel altooz zyne Gebreken, eenIAa^HAN,lERI,,tf zvn? is,volgens ons Begryp,
ze, 't zv fn h^ï1 Zéke/e Z1? a,Cooz gekkende Wy- der arhi t* „ Schoone c ZY m h« Gebreklvke: zoni va" de PerSr11 °P,de Verfcheidenheid, L maati tuur uitmunt ™ei] de y°or,werPen, waarin de Na- «agebówsT 6 d0°r de volmaaktfteSchilders worct |
||||
Xliv VERHANDELING.
waarby de Leerling, of de Nabootsfer, nog
altyd de zynen voegd. V Zyn de Werken der Mensfen niet, maar dien der Natuure , dien gy te verbeelden hebt, zeide Leonard da Vinci, C. xxiv. Boots de groote Man- nen niet na, dan in hunne Wyze van Den- ken ; volg hunne Maniere van fchilderen niet: dit1s het Middel om niet gemanierd te wezen. Zyt het Origineel van uwe Manie- ie : de Natuur en het Antiek zyn goede Leidslieden genoeg, om u niet te doen ver- dwaalen. Verscheide Schilders (ge&yk Jofepyn9
Cangiage, de twé Zucchertfs) hebben zig laaten vervoeren door hunnen eigen Geest : %y hebben niet anders gevolgd dan hunne Grilligheid, zonder het Leeven en de Even- redigheid der Antieken te raadpleegen. An- dere hebben zig vernoegd met bequaame Lieden natebootsfen, welke voor hen die Proefltukken der Kunst hadden onderzogt. Het groot getal Schilders, 't welk wy
tot hiertoe gehad hebben, ontflaat ons van alle hunne byzondere Manieren te kennen. 't Is genoeg, zig te verbinden aan de Wer- ken der grootfte Meesters, zonder zig op- tehouden met die menigte van min beroem- der Kunftenaaren, die onder hen gearbeid hebben. Eenige Gemanierde Meesters (gelyk Jo-
fipyn,
|
||||
VERHANDELING. XLy
fepyn, Cangiage, en de Zuccheró's boven
gemeld) zyn zo gemaklyk te kennen, dat men daarin niet kan mistasten, zo men maar iets van de Behandelinge heeft. Wigtiger Meesters, moeten met meer Aandacht on- derzogt worden: dogh 't is zeldfaam in- dien zig daarin niet eenige Toets opdoet, die u Voet voor Voet in de Ontdekkinge der Waarheid geleid. De Schilderkunst is eene die'r Zaaken,
die onder het Begrip vallen : elk oirdeeld volgens zynen Smaak , en wil vonnisièn voor de gantfe Wereld. Die Smaak, om foed te weezen, moet gevoed zyn met noo-
ige Weetênfchappen : opdat men niet gely- ke na zulken waarvan Quintilianus Ipreekt, die geene andere Reden van de Deugd een7s Werks geeven dan dat het hen behaagd. botli rationem componendi intelliguntlindotti voluptatem. , .Öe Kennis der Tekeningen beftaat in
drie voornaame Artykelen. Het eerste is , ?m te weeten of een Tekening goed ofcjuaad ls- Vervolgens, zoekt men naar den Naam en de Schoole des Meesters. Eindeïyk vorscht men na, of de Tekening een Origineel dan wel ectf Kopy is. 't ls byna onmogelyk het Goede en het
Quaade van een Werk te onderfcheiden, en het Vonnis 't geen men daarover veld te ftaa- yerïj
|
||||
3clVJ VERHANDELING.
ven,indien men de Kennisfe van de Grond-
beginzelen der Schilderkunst niet bekoomen heeft. Door gelukkige Vergelykingen, door fcene Doordringendheid van Geest, door eene fterke Neiginge, vormd men zig eenen grootsfen Smaak en een juist Denkbeeld van 't wézenlyke Schoon. Een bequaam Schil* der zal beter oirdeelen dan een1 gemeen Lief- hebber , over 't geene goed in een Werk is : vervuld van de Regelen zyner Kunst, welken hy geduuriglyk oeffend, moet hy dezelfden Ibeter gevoelen in een"1 Tekening1. Indi en die Liefhebber echter, by de Liefde welke hy voor de Schilderkunst voed, eenige Praktyk in deeze Kunst daarby voegd ; indien hy de noodige Studie en Overweegingen, om dat wézenlyke Schoon te onderscheiden, gedaan heeft: dan kan hy zo goed daarin oirdeelen als de Kunstenaar ( i). 't Gantfe Onder- fcheid,
CO Zelve zal hy 't algemeenlyk veel beter doen
'dan den Kunstenaar. Zyn Gezigt zo" goed zynde als dat van deezen ; zyne Kunde, over alle de noodige Deelen een's Tafereels, doorgaans veel verder gaande,en hem zelve voor Gemanierdheid hoedende; zyne Kunstlief- de (wantwy onderfcheiden'hem wel dégelyk van den Kunstkooper) vry van Vooruitzigt van •Winst zynde, waardoor de Schilder aangezet moet worden ; zy- ne Ervaarendhcid, waartoe een geduurige Nafpeuring, 'van al wat uitmuntend is, hem gebragt heeft ; zyne Onpartydighcid, die alleen het Schoone zoekt en uit- Jdpt : dat alles, by malkaar gevoegd ('t welk onder de Schilders zeer zelden word gevonden") m,aakt hem on- .
|
|||||
i
|
|||||
VERHANDELING. Xlvïj
fcheid,'t geen tusfen hen is, beftaat dan hier-
in3 dat de eerstgemelde hetSchoonekend en c weet te maak en, in fteê dat de laatstge- noemde het maar alleen kan kennen. De Uitvinding, de Juistheid, de goede
Smaak, een groot Oirdeel, de Uitdrukking der Hartstogten, het verhéve Denkbeeld, «en geestigeToets, en de Vryheid der Hand, niaaken 't waare Schoon eener Tékeninge uit. Zelden vind men alle die Deelen in een Werk vereenigd. Inderdaad, een Te- kening kan op een' vrye Wyze gemaakt zyn, zonder een' geestigen Toets te hebben : die Vryheid fprmt uit niets anders voort, dan uit de Stoutheid der Hand.
Zo-
ontwyffelbaar veel bequaamer om te oirdeelen dan den
schilder. Wil men een Voorbeeld : alle de Schii-
ers van Italiëbragten zo veel niet toe, om de Ver-
'ensten van Titiaan te doen kennen, dan een enkeld
£j."j]stm'nnaar deed ! Zou men niet moeten vooronder-
iaat i?' datvzo veeie Schilders zo veele Kunstminnaars,
ter i ?n Kenners, zouden moeten zyn,- en is dit ech-
•Js 't d° ^en niet meest:endeels een Witte-Raaven ?
ryl-, an n°g veeltyds niet meer om Winst met Schilde-
WoorH te doen' dan uic waare Kunstliefde ! In een
naarzi /ZOnder dat een wézenlyk Verdienftig Kunfte-
den ScliM ee.n of 'tander kan aantI'ekken), zal men
merken • hS 'n deezen wel aIs onpartydig konnen aan-
ppn„ hun u ar men zo dikwyls onder hen, zo wel we-
■Weiiini' yzonder Voordeel als uit Eigenliefde, de
vooni Hipf doordraaien om malkanders Werken,
'02PI rnner Tydgenooten te verachten, ja de
t! v 1 esten van de verdienftigOe Schilderjeugd
te veidooven en te verdrukken? J °
|
||||
XLViij VERHANDELING.
Zodanige Tekening welke dan het meeste
van dieDeelen verzameld heeft,zal het vol- maaktst zyn. Somtyds kan zelve een Werk, 't geen niet juist nog van een' fraaije t'Sa- menftellinge is.gelyk een Studietékening kan zyn, voor deugdelyk doorgaan, indien het Kleure heeft, indien het van eenen fchoo- nen Toets is. Men zegt, dat een' Teke- ning kleur heeft, dat zy gloeijend is, wan- neer de Toets vol Vuur is. Zodanig zyn de Tekeningen yanBarozio,\zn Wi/Iem Baur , van Benedetto, vm.Guercyn , van Rub-
henS) van van By'k, van Rembrant, van la Fosfe, en anderen. Belangende het twéde Artykel, om
den Naam en de Schoole van eiken Meester te onderfcheiden : daarin heeft de Liefheb- ber weer vooruit, boven den Kunstfchilder. Die twé Zaaken hangen meer af van de His- torie der Schilderkunst, dan van de Oeffe- ninge der Hand. Zy zyn de Vrugt van een' groote Vlyt, om de onderfcheide Schooien en de Verfcheidenheid der Manieren te ken- nen. Door Kragt van menigte Tekenin- gen, eener zelfde Hand, te onderzoeken en te vergelyken, word men ze gewend, geeft men zig een net en duidelyk Denk- beeld van 't Merkteken en deHandelingevan elk Schilder , maakt men zig daarmee ge- meen. Indien de Tekening in eenig Deel naar
|
||||
VERHANDELING. Xli&
naar die van eenen anderen Meester gelykt 3'
ls Ze altooz verfchillend in eenige Zaak'; em "«lts genoeg. De Printen, gegraveerd naar Schilderyen, doen mede daarvan den Smaak, jennen. Een gelukkig Geheugen, een hel- dere Geest, om alle de onderfcheide Behande- lingen te onthouden zonder dezelfden te verwarren, zyn daarin volflrekt noodig. Het Geheugen werkt meer dan het Oir-
deel 5 als men niets beflist dan door Gebruik; fliaar als men op Grondregelen te werk gaa,t, dan is 't gants anders. In een1 Téke- ninge word men twé Merktekenen ontwaar: dat van den Geest, en dat van de Hand. Door 't Merkteken des Geests in een'
Tekening', verilaat men de Verhévendheii Jan Gedachten,de Verrukkinge,en 't groot ^irdeel, dien een Schilder in de Verorde- runge zyn's Werks doet zien. Het Merkteken des Hands, is de Behari*
oellng welke elk Meester zig eigen maakt
m te werken. Die Hand moet gehoorzaa-
en aan de Gedachten: zy is daarvan de
^aavm. Het Hoofd maakt de Tékeninge e, ^ de Hand, die niets anders doet dam.
deszelfs^lliiitt^.oem^ 1 Vaste Grondregelen van deeze Kunst
te geeven, moet me'n ? diende eene Téke- ninge , een dubbeld Onderzoek doen : 't eerste beltaat5 ^ daarvan den Smaak te ken- - I. Deel. ###% nen; |
||||
VERHANDELING.
|
|||||||
1
|
|||||||
nen; en het twéde, om den Naam en het
Merkteken van den Maaker te ontdekken. D e Smaak van 't Land, waarin een Te-
kening gemaakt is, doet daarvan de Schoo- le blyken. Een Landfmaak is niet anders , dan de naturelle Geest des Land-aarts. Men onderfcheid drie Soorten van Smaak : de Italiaan/e, de Nederland/e, en de Fransfe. De Italiaanse Smaak heeft zie: ge-
formeerd, op de Antieken dien Italië bezit. Dezelfde beftaat, algemeenlyk , in de Juist-
heid van Tékeninge, in een' fchoone Ver- ordening' , in veranderlyke en tegenwerken- de Omtrekken, in een' keurlyke Verkiezin- ge van Standen,in een1 eêle Gemoeds-uitin- ge , onderfteund van een groot Koloriet. Te Rome, te Florence, heerst de Tekening : men word 'er vervoerd door dit groote Deel der Schilderkunst, zonder welk de an- dere niet konnen beftaan. In Lonibardye en te Venetië, trekt het Koloriet de Kunstfchil- ders : zy zien het aan als de Eigenfchap des Schilders; en zy verwaarloozen de Te- kening1 , om zig alleen overtegeeven aan de volmaakte Nabootsfinge der Natuure, die niet zigtbaar is dan om datze gekolo- reerd is (ï). De C i ) D e Schooien van Lonibardye en Venetië bezit-
ten dan den Italiaan/en Smaak niet, volgens de Defini- tie welke de Schryver zo aanftonds van deezen geeft. De
|
|||||||
j
|
|||||||
VERHANDELING. ij
DE Nederlandse Smaak is de Na-
J.lllr zelfs, zodanig alsze is, zonder veel
yerkiezinge, en zonder zig met het Antiek « bekreunen. Het Koloriet, onderfteund öoor een' Malschen-Toets, is aldaar het voornaame Doel (i). Men kend altooz ^hen Smaak, aan eene zwaare Wyze van lékenen (2). De Hoogduits/er $ hebben meer van 't Gottife : zy neemen de Natuu-. re zonder Verkiezinge, zy kopieeren daar- in zelfs tot de Gebreken toe. De Frans se Sm aAk, indien men min-
der bevangen was van Italië, zoude het aan ae twe anderen konnen betwisten (3 ;. De r» u ie Juist-
nfr hi . Van dcnJtall^nfen Smaak is dan vervalscht.
hv '♦t- hy woordeiyk moeten onderfcheiden , gelyk nY t hier onbedacht fchynt te doen. jj O Waarin is dan de Nederlandfe School eisen- vol«Sn4der, dai] df/f/^frf3!/> en de Fenetiaanfe,dien- voigende dan de Helft der vergoode Italiaanen t moete ° U R D E' zegt de Schryver'en dus zoude ™ea
konde ,vertaa,en5Lompe: indien men zig verbeelden aanged^ hy 'f dus fterk mecnde i die zig elders vry
Vefklaai-H uVan nnc Kunst toond- Evenwel > waarom wel der? niec weik beter zy' zwafflr te t&enen dan üe Lomhi i"1^ te wrwaarloozen, gelyk hy zegt daC (3 jih"^ en de fenetiaanen doen?
wat Tyd hTK,'s den hoo3ften Snaï>r geflagen. Zedert: koomen-in n de Framfen zuIke Kunstvermogens be- linge hunner°jn,ge weinige Jaaren, zedert de Vastftel- of zedert deV^mie Royale de Pemtiire tfde Sculpture, bien van dp^Jgaave onzes Schryvers te Parys! Feli- Üeniet minder as w°ordelyk gevolgd, die echter bei- Dlet minder d*R den SchryverdeEere hunnerLands-
# f # # j genoote» |
||||
VERHANDELING.
|
|||||||
"LIJ
|
|||||||
Juistheid, de Verhévendheid van Gedach-
ten , het Zinnebeeldige, het Poeé'tife , de Uitdrukkinge der Hartstogten, en zelve 't Koloriet, bevinden zig dkwyls daarin ver- zameld. In't algemeen, hebbende Frans- jen minder Toets dan de Nederlanders; de i Verkiezing der Standen en der Beelden, is min fierlyker dan die der Italiaanen. Even- .wel moet men hiervan onze groote Schil- ders genooten verheffen, en de Nakoomelingfchap inwik-
kelen om zig over hunne Kunstwerken te verwonderen, Is echter wel verre van zulken hoogenToon te voeren. „ De Fransje-Smaak (zegthy) is altooz zodanig ver- 3, deeld geweeft, dat het moeijelyk is een regt Denk- „ beeld daarvan te geeven: want, het blykt dat de „ Schilders deezes Land-aarts in hunne Werken ver- 3, fchillend genoeg van malkanderen geweest zyn. „ De eene hebben zig vernoegd met in Rome te ftudee- 3) ren ; andere, hebben zig langer te Venetië opgehou- ,, den en zyn te rug gekoornen met eene zonderlinge „ Neiginge voor de Werken van dat Land; eenige , „ hebben al hunne Schranderheid ingefpannen, om de 3, Natuure natebootsfen zodanig alszy de zelfde meen- j, den te zien. Onder de allerbequaamste Schilders, „ die zedert eenige Jaaren overleeden, zyn 'er die den „ Smaak van't Antiek, andere welke dien van Anni- 3, bal Caratz, ten opzigt der Tekening', gevolgd heb- y> ben. De eene en de andere hebben flëgt Koloriet „ genoeg gehad ". Moet men dan (^uitzonderende dee- zen allerbequaamften,en maar algemeenlyk gefproken, gelyk onze Schryver ontwyfFelbaar ten aanzien van alle andere Schooien doet) niet veel eéï herhaalen, dat de Frans/e Smaak als een Weerhaan draaid, op Klater- goud gezet is : ten minste, dat dezelfde niets geré- gelds heeft, maar vol Verfcheidenheid en Veranderlyk- heid is ? / |
|||||||
VERHANDELING, mij.
^rs uitzonderen (zegt de Schryver), gelyk
rouè't 3 Pousfyn , Ie Sueur, Bourdon , Ie r^s Jouvenet, enleMoine (i).
Alle die Volken, als zy op 't Antiek
en de Werken der groote Meesteren ftudee- ren, hervormen dikwyls hunnen Land/maak, en verbeteren dien oneindiglyk. Uit die Aanmerkingen, zal eene natuu-
relyke Kennisfe van den Smaak der Volke- ren gebooren worden. Ziende eene Téke- ning', zal men ze aanftonds overbrengen aan de Schoole waarop zy het naaste trekt -y en men zal zeggen 3 z.e is in zodanigen Smaak. Dus zal men het Land weeten waarin de Tekening gemaakt is, en byge- volg de Schoole des Meesters. In het twéde Onderzoek, kend men den
Naam en 't byzonder Merkteken van elk Schilder : naamelyk, zyn' Styl en zyne Ma- ï^ere van zig op 't Papier uittedrukken. ^eeze Manier is als een Soort van Schrift, geen den Mensfen onderling onderfcheid,
zulks
de v ^M van Jm'uenet en ^e Moine, maar zelve van
te fp°°r"aamften, gelyk Pousfyn en Ie Brun hier niet een en^t' °P wel^er Leevensbefchryvingen wy 't wel niet An^sv zullen aanmerken, zo meenen wy even- frhvnfrp»^,de Schryver, gelyk hy dus van ter Zyde ti?2" "J?Ilen doen, openbaarelyk deezezeven Hoog- vlieger zyner Schoole met de M. Angelo's, Rafaëlf, evenn"V ésio's> c^ratzen> enz-> vermogens is te |
||||
jciy VERHANDELING.
zulks ider een byzondere Letter heeft die na
geenen van anderen gelykt. Dat Soort van Schilder-Letter, doet zig altooz kennen aan eenige byzondere Trekken. De een maakt gezwolle Oogenaan zyneBeelden, geeft hen zékeren Draai van Hoofden, huid hen op eene byzondere Maniere , gelyk de Zuccheró's. De ander maakt de Hairen, en de Baarden, op eene vreemde Wyze : zyne Kleedyen zyn ontworpen volgens zékere Zinlykheid; Zyn Omtrek is hard of vloeijend ; de Uit- ftrekkende-deelen zyner Beelden zyn zeer
juist, fomtyds verwaarloozd. Eenige maa- ken de Vingeren lang, gelyk Spillen. Daar zyn'er, welker Kleedyen gebroken zyn met klyne Plooijen, en vznjïegten Smaak zyn. De Penfeeltoets hunner Boomen, hunner Ge- bouwen , hunner Gronden, is eigenaartig. In een Woord, een enkelde Trek kan hen onderfcheiden. T i t i a a n , Corregio , Paulo Feroneez,
hadden geenen Toets , wyl de Natuur 'er geenen heeft. Tem er s, die de Natuure met andere Oqgen befchouwde, heeft eenen zeer iugtigen en zeer geestigen Toets. Zékere 'Merktekens, gelyk Mutsfèn, Wapentuig, zelve de Naam een's Schilders, zyn maar Halve - preuven. Indien men eene Feil vind, 4ie niet gemeen is aan den Schilder v/aaraan meii de Tékeninge toe-eigend , dan moet men.
|
||||
VERHANDELING. lt
mer* dee^e aan eenen ander toefchryven.
^E Smaak van Leonard da Vïnci, van
-p- Angeh^ van Julio Romano, van Parme- Man, van Cangiage, van Pietro Te sta, van j* ■#«£<?, van Salvator Rofa , van #m- *»zw3 van QUiot y van Watteau, is zeer gemaklyk te ontdekken. Daar zyn Schilders, die tekenende zig
bedienen van Rood^ryt, of van Potloot. Andere, gebruiken Zvvartkryt en Witkryt. ■Uaar zyn 'er die alles met de Penne teke- nen, of die met O. I. Ink waschen. Ande- re waschen met Roet, met Rootkryt, met indigo, gehoogd met gegomd Wit, en met het Penfeel gelegt. Men vind 'er, die met
de drie Krayonnen tekenen (i). De Art- feeringen,die'r Tekeningen, zyn fomtyds gedaan met de Penne, met het Penfeel, of gehoogd met Krytwit,of met gegomd Wit. ^Y zyn in de lengte; andere, fclimns; de eene *egts, de andere links. Eindelyk, elk maakt j S eene Behandelinge, eene Gewoonte, van b^ ^ne'van,{: Penfeel, of van 't Krayon te indelen , volgens zynen Aart en zyne de ïr^le^' ^lls wYzen a^e ^e onderfchei-
itwerkingen, gezamenlyk beftudeerd &ePa.ard, de Hand waaruit zy koomen. Om
't vl2 NaamlVk met Zwartkryt, met Roodkryt iÖ
ieez> en met Wit om 't Geheel te hoogen. $f % ifc $& i
|
||||
irj VERHANDELING.
Om aan den Liefhebberen de Begeerte
nog zo veels te gemaklyker te maaken, welke zy hebben tot het kennen van de onderfcbei- de Merktekenen der groote Meesters, heb- ben wy de Toepasfinge, van alle die Grond- regelen , in 't Lee ven van eiken Schilder ge- daan. De Nieuwigheid der Stofte, de Moei- jelykheid van dezelfde te behandelen, eischt voorzéker eenige Toegeevendheid, voor de Proeve welke wy daarvan alhier geeven. Men moet niet meenen, dat het een on-
feilbaare Regel is zig aan die onderfchei- de Krayons, en aan die zonderlinge Art- feeringen der Penne, te vergaapen. 't Zyn Behandelingen van de Hand , welke fom- tyds nagemaakt konnen worden : gelyk wy daaghlyks ondervinden, in de Tekeningen van Guercyn en van Rembrant. Het Papier en het Doek , die eertyds een' onzer. Liefhebberen (den Abt de Chambron) ten Leidslieden dienden, zyn dikwyls niet zeer veilige Waarborgen, aangaande 't Land en den Meester die de Tékeninge gemaakt heeft: 't zyn twyffelachtige en bediïeglyke Merktekenen. Die Merktekens van den Styleen's Schil-
ders , die Blyken van zyn Schrift, willen nog verzeld zyn van zyne Maniere van Den- den, en van eenen zékeren geestigen Toets, welke hem affchetst» Het Hoogdraavende- eener
|
|||||
1
|
|||||
VERHANDELING, lvi/
!!npr Jékeninge is dat Zout 't geen de ei-
Inh uachte des ScJliIders is> 'c Ven onze
oeeiduige aandoet, en ons zyn waar merkteken vertoond : alsdan kan men zé-
jf ^.3 van de Schoole en van den Naam ues Schilders. Men bootst de Hand na van een ander, zegt den Abt Dubos : maar zy- nen Geest zal men zo gemakijk niet naboots- Jen; men herd niet denken als een ander. De Origineelheid is het derde wézenlyke
* unt,_ ter Kennisfe der Tekeningen. Dee* ze üngmeelheid is niet dikwyls te betoo- IhWi ?rVe olr4eelen of een Tekening ori-
gineel of Kopye is, moet'er Oirdeel, Öoor- dringendheio^Fynheid van Geest, een groo-
te Behandeling, en een Kunde van de Grond- regelen der Kunst wezen, dogh'evenwel in ^nder Maate dan voor Schilderyen (ij. nP7iIK1WïLS kennen de Schilders de Origi-
«eeiheidvan eene Tékeninge niet, en be- M^Qn 't zig ook weinig. Een verftandig den i Tfrvoerd door de ichoone Denkbeel- welken eene Kopye aanbied, houd ze voor
en getneenf7Er' cen opgemaakt Schildery alles zegt,
dat, in tege^ niets ovei'laat om daarby te voegen; en daarin na verf tel' een gefchetste Tékening noodzaakt toeftemmen r,?eide Zaaken te i'aaden: zo moet men Schilderv hefl-s tékend de SchrYver aan), dat eerr derkunst ooHt?lde in zi£ meêr Deelen der Schil- 3 00k °»eê? Weetenfchappen vereifcht. |
||||
tvnj VERHANDELING.
voor Origineel, offchatsze even hoog, als
%y na aan V Schoone koomt. 't Geval van eenen Kunstminnaar,
welke twéhonderd Tekeningen van groo- te Meesters uit Engeland had ontfangen , dien men hem voor eene aanzienlyke Som- me verkoopen wilde, zal hier te pasfe koo- men. Die Liefhebber, zig niet enkeld wil-* lende betrouwen op zyne Verlishtinge aan- gaande de Origineelheid die'r Tekeningen, ©irdeelde 7t geraaden ze aan eenen, der voor-
naamfte Schilders van Parys te laaten zien,
die ze zeer fchoon vond. De Liefhebber vroeg hem verfcheidemaal, of hy ze Origi- neel meende te zyn ? Eindelyk antwoordde de Schilder, gémelyk over die aanhoudende Vraag, Wat fcheeld het my of ze Origineel Aan of ze Kopyen zyn, alsze my maar het Schoone aanbieden! en dit was alles, wat de Liefhebber uit hem konde haaien, Deeze "Wyze van oirdeelen, gelyk 't Meestendeel der Schilders doet, is zékerlyk onrégelmaa- tig. Een Kopy, hoe fchoon zy ook mag wezen, blyft altooz een Kopy ! 't Is een befchroomd. en flaafs Werkftuk,'t geen nim- mer den Geest nog den Toets van een Ori- gineel heeft, fchoon 't daarvan naauwkeu- riglyk de Gedachten opléverd. De Spreuk van Horatius, ( O imitator es fervum pecus!) kan men aan den Kopieerder toepasfen, op 'tpn-
|
|||||
i
|
|||||
VERHANDELING. lik-
wS!derwerP van zulken die anderen flaafs
v 5nnabootsfen, of na-maaken. ben S0XAANGEZIEX m0£t mCn Achringeheb-
srJri -ij°or KoPycn van befaamde Stukken, ë^icjuiderd op de Muuren van Kerken of ■paleizen, die anders niet te bekoomen zyn. .eeze Kopyen,indien zy gemaakt zyn door
^muntende Handen, gelyk die van Julia Xomano, van Andries del Sart o, waarvan Wrokems in de Historie der Schilderkunst'; LQ Jan Rubbens, van Dyk, leBrun, Mig-
\Z ' enanderegroote Meesters, met al- len mogelyjcen Vlyt gedaan voor hunne Stu- die , moeten met aangezien worden voor gemeens Kopyen : zy zyn, om dus tefpree- Ken, 1 wede-Origineelen. re VS, blÜten Tégenfpraak\ dat 'er waa- vact , kenen zyn om de Origineelheid lomnte fjflleiL Een gePYnde Tekening, der T §ebrekkeIyk5 zonder Geest en zon- py ■ ?ets gedaan, is ontwyffelbaar eenKo- bV-t^T I1 e Gebreken loopen niet te famen , keninfre Meesters. By voorbeeldden Té! Baur Vaiï Rembrant, van Baccici^ van JV. fcal mltT ?enedett0> *al gebreklyk wezen, Penne ^T *Waare Hand en met een' grove Toets, S^r ' ■ maar^men *al 'er Geest >
ftand van t • . en m vmden> met een Ver- ^ittufi"^ ifeden Kenner
treden en jiem dezelfden voor Ori-
gineel |
||||
tx VERHANDELING.
gineel doen oirdeelen. Andere Tekeningen'
zullen zeer juist zyn terwyl haar Toets en Geest ontbreeken, gelyk die van Luca Can- giage, Schilder van Genua; en evenwel zul- len zy origineel wezen, wyl het Merkteken des Meesters zodanig was. D e Eerfte-Gedachten , de Schetsfen, met
eenen Trek der Penne, of van 't Krayon, door de Losheid der Hand gedaan , kon- nen voor Origineelen aangezien worden. Z,e worden van de Italiaanen genoemd Mac- chia. Die eenvoudige en losfe Trekken, zyn
moeijelyk na te bootsfen. Ze zyn zo Geest- ryk,dat altooz iets aan de Kopyen ontbreekt ■welke daarna gemaakt zyn : waarin een zé- kere Vermenging van Manieren gevonden word, welke de Valschheid derzeliden doet kennen. Dit befpeurd men, in Tekeningen die op den Naam van Guercyn en van Rem- hrant zyn gemaakt. De Losheid der Hand, en de Juistheid
eener Tekening', zyn de enkelde Merkteke- nen niet van derzelver Origineelheid. Men moet 'er in vinden, eenen fchoonen Toets, veel Geest, Vuur, en zékere meesterlyke Zetten, ontworpen op 't Geval aan : die izeldfaam in Kopyen gevonden worden, waar- van de Koelheid den aandachtigen Befchou- wer doet huiveren. Wanneer men in eene Tekening' vind>
Kop-
|
|||||
\
|
|||||
VERHANDELING. lxj
5??p^ gekeerd op verfdieide Manieren,
vaot}elde Ermen, Beenen zo maar heen' ne- j- ^ Malkaar gefmakt, om daaruit te verkiezen aie het bequaamst zyn, 't geen de Italiaa- ^f» noemen ilpentimento : dan koomen die ^ubbelde-trekken, van geenen Kopieerder, ^y neemen hunne Geboorte, in 't Hoofd van den Meester die het Werk gemaakt heeft. De Hiflori van een' Tekening' en der- *elver Afkoomst, die ons leeren den Naam aer Liefhebberen waaraah zy behoord ieeft, de groote Verzamelingen waaruit zy gekoomeri is, pasfen aan geenen anderen dan aan Jlunitkooperen, welke Belang hebben om zig op 't Voordeeligste daarvan te ontdaan. Die dorre Weetenfchap kan maar alleen den Untumdigen verblinden. Door die voorge- peeve Aut hentij at ie , word de Origineel- *eid eenej- Tékeninge zeer flaauw beweezen. ^3n de Zaak' zelfs, aan de Innerlyke WfRDY' ^n 't Werk, moet men zig al- lce£ houden. ö n^T^^ELACHTiGE Tekeningen kan men ee-
°f va kken vmRafaê'h van Julio Romano , waren* anderen noemen: die niet opgemaakt nen Sm^ voorts door Rubens, volgens zy- wordend 1Y?lt00ld of/vei?0,°Pen ^n ge"
gineel ' dai1 zYn die * ekenmgen ori- 5epn« VVai1 twé Meesters, en konnen voor geene Kopyeri doorgaan. |
||||
txij VERHANDELING.
Daar is nog eene Aanmerkinge te doen,
over den Tyd waarin de Tekening gemaakt is. Men weet, dat een Schilder drie Tyden heeft: zyn Eerften-Tyd, naameïyk zyne eerfte Maniere, welke hy van zynen Mees- ter had; zyn' Beften-Tyd, welke in de Kragt zyner Jaarenis; en zyn' Laatften-Tyd, waarin'hy afvalt. Dus laat een Tekening niet na Origineel te zyn, fchoon zy ge- daan is in zynen Zwakken-Tyd, of van zy- ne Eerfte- en Laatste-Maniere is. Groote Meesters zullen doorgaans zel-
den hunne Tekeningen voltooijen. Zy ver- noegen zig met Sdietsfen te maaken, of met Krabbelingen uit niets beftaande, die aan de Halve-Kenners niet behaagen, wel- ke iets uitvoerigs willen hebben 't geen aan- j fenaam aan de Oogen is. Een waar Kenner enkt anders. Hy ziet in een' Krabbeling de Maniere van Denken een's groot Mees- ters , om elk Voorwerp met weinige Trek- ken te betekenen. Zyne Inbeelding , be- hield door het fchoone Vuur 't geen in de Tékeninge heerst 3 dringt heenen door \ geene daarin ontbreekt: zy belpeurd dikwyls iets, 't geen 'er niet in is en 't welk 'er in ■moet zyn. Een fchoon Vernuft, onder- fteund door 't geene hy ziet, vervuld dus al- les en fdiikt zig daar na. Mistrouw al te uitvoerige Tekenin- gen : |
||||
VERHANDELING, lxiij
gen: Zelden zynze Origineel- Zelve zyn-
Je, Veel gemaklyker natemaaken, dan de anderen. Haar gepynd en gelikt Gelaat, ^dekt daarvan gemeenlyk de Valfcliiieid. Andere , begonnen door Leerlingen, zyn d°or den Meester op verfcheide Plaatsfen verholpen, waarin men kragtige Zetten ziet, of Hoogzels van "Wit door 't Penfeel. Die jtoute Trekken,die Omtrekken, door een' °equaame Hand aangedouwd en opgehaald, aoen het daaronder zynde "Werk kennen, 't geen daardoor verarmd is en daardoor nog kouder fchynt. Aan de Oogen van Doorzig- tigen,koomen die Kentekens alleen te voor- fcliyn. De Tekeningen van Rubbens en van wn Lyk, welke gemeenlyk op die Ma- gere zyn gedaan, en begonnen zyn door Por s- terman, Faulus Fontius,Pieter de Jode, en nderen, hebben veelen Kenneren misleid. IV an een Man van Oirdeel zig inbeelden
Fauf°0tQ ScJlilders3 gelvk Rafaè^Titiaan, ^TvZerAmeA%> Rubfms\™ van Lyk, Vruetl üe Geest zo hoogdraavend en zo nerf v nr Was3^g tot zo yerre hebben kon- voeri^t ven' om een' Tékening 20 uit- GraveeS maaken ofte voltooiJen > als een van hunnerde d°en? P^ behendigheid een AvuJa Geest veroirlolde hen zodani- U dXlt; de T?d' ^ he? *«**
3 w? ^wctz^. waarm zy zig bevonden,
|
||||
xxiv VERHANDELING.
om Tekeningen aan hunne Leerlingen te
bezorgen, ter Voortzettinge hunner Wer- ken begonnen in, Galleryen, Zolderftukken, Paleizen, Verwulfzels van Kerken; de on- derfcheide Vorsten, die groote Werken van hen eischten ; de Reizen, welken zy ge- noodzaakt waren voor onderfcheide Onder- neemingen te doen: dat alles, by malkaar gevoegd, benam hen het Middel om zoda- nige Tekeningen uittepeuteren en optemaa- ken, als ons van Rafaël, van Rubbens, en
van van Dyk, voorgedaan worden. 't Is veel natuurlyker te gelooven, dat
zulke Tekeningen, gemeenlyk gedaan naar de origineele Schilderyen, door goede Leerlin- gen getekend zyn, of door de Graveerders zelfs die ze voor hunne Plaaten benoodigd hadden. Rafaë'1, naderhan d Rubbens, en van Dyk, jaloers van hunne Glorie, hebbcnze op veele Plaatsfen overgeloopen, om dus der- zelver Tafereelen te beter te doen gelden. Uit alle die Aanmerkingen kan men be-
fluiten, dat 'er eenige Kennisfe der Kunst en wat Oeffening noodig is, om over de Origineelheid een's Tafereels te beüisfen. Het zoude te wensfen zyn dat een Liefheb- ber wat kon fchilderen, ten minste tekenen. Deeze Oeffening der Kunst, hoe klyn zy ook ware, zoude hem in flaat ftellen van beter te oirdeelen dan een1 ander. Men.zou niet
|
||||
VER HAND EL ING. lx?
kin^0nnen gelooven, hoe zeer de Wer.
■^6 der Hand den Smaak fbrmeerd , en ton ienfShap aan den Geest léverd- zy
k1nd u den Koers, dien zo veele bequaame
^nnen gehouden hebben. Mogelyk zuid
öy ook, indien gy u daaraan gantfelyk zuid
vergeeven gelyk zy gedaan hebben, hen
an naby konnen volgen. Die Oeffening
j ntbrak aan eenen onzer grootlte Liefheb-
. ren, kortelings overleeden. Indien zy de
^atuurelyke Neiginge had onderfteund weU
*e hy voor de lchoone Kunsten had , dan
zoude hy verhevener Verlichtingen bekoO-
men hebben, onafhangelyk van 5e LeicÈhe-
den die hem overal volgden.
|
|||||||
^Ss
|
|||||||
OVER T KENNEN
VAN
ScHlLDER YEN.
VV » wy daar koomen te zeggen, op
der gr0oJ onderwerp van de Tekeningen gepast w0^ teren ' kan gemak]yk toe- ryen. Alt 0p de Kenmsfe van Schilde. deelen ovqTa koomt ,iet 'er op aan' te oir~ ƒ. 2W y n S^aak der Schooien 3 over
|
|||||||
txv j VERHANDELING.
clen Naam des Meesters, en over de Origi-
neelheid. Men hebbe maar, voor 't Woord van Tékeninge, dat van Schildery in de Plaatsfe te fteïlen; en in fleê van de onder- fcheide Krayonnen, en van de Artfeeringen <3er Penne, het Penfeel en den Smaak van Koloriet te verflaan. By eenigen is het Penfeel vloeijend en murw;
by anderen, fnydend en droog. Nu is het Koloriet kragtig, en fomtyds flaauw. De een fchilderd groen , gelyk Paulo Bril en Fouquieres; de ander blaauw, gelyü Br en- gel , van der Meer , en Savery. Andere trekken op het Violet, gelyk la Fosfe en Mi* cbel Corneille; op het Graauw, gelyk Vouet en Teniers; eindelyk, op het Zwart, gelyk de Caratzen , Caravagio , Manfredi^ Va- lentyn , de Basfans , Mola , en anderen . Door onderfcheide Wegen , koomt elk tot een zelfde Oogwit: elk zoekt de Kleuren der Natuure natebootsfen. Men maakt zig een'byzondere Stelling1. Gelukkig, indien men eene vind naderende aan die van Cor- regio, Titiaan, Paulo Feroneez, Barozio, RubbenSy en van Dyk, welke in de Schil- derkunst aangezien konnen worden voor Vorften van 't Koloriet. De Toets van't Penfeel, is nog verfchil-
lende van dien van 't Krayon. Schoon de- Zelfde veel netter is, tog moet die gedtig en
|
||||
VERHANDELING, lxvij
en luftig zyn. Wie kan aan den Gcsst be_ wisten , de voornaamfte Stigter van alle
•Wioone Werken te wezen? Het Koloriet, is 't Genacht-onderfchei-
tod Woord: 't is het Gedeelte der Schil- < ^'kunst 't geen de Kleuren der natuurly- p Voorwerpen doet nabootsfen, en aan de ^mstwerkelyken de Kleure geeft welke Qaataaa betaamen. Om dus te fpreeken, is de Weetenfchap van alle de Kleuren.
De Kleur, is dat geene 't welk de Voor-
werpen vatbaar voor 't Gezigt maakt. Daar SSfelyiS5-' de Natllur]yke en <*e Kunst- De Natimrlyke Kleur, is de geene welke
JE Voorwerpen der Natuure aan ons zigt- b.aar doet zyn. „De Kunstwerkelyke Kleur, is een Stof-
|
|||||||||
|* waarvan de Schilder zig bediend , om
tuu e^ge VoorwerPen natebootsfen en deNa-
teilee tQ verbeelden, waarvan men de Lich- ,n de Schaduuwen wat verlterken moet: |
|||||||||
0lu de t "v-UrtWUUWC11 wat venteneen moer
wen Luister te verhelpen, dien de Ver- heeft Ve ezen wanneer men ze gebezigd gefchia611 /an den Afftand van ,(: Schildery, te koomen °^een' °PRervlakte5te geraoet van Schild" noemd men, in Gevalle Het Tc^llnst 5 Vergrooting.
twé r7noi °loriet en ,(: Lidlt" en Bruin, zyn
^aakeji. >t ^o/or/^ is tTamengefteld ^ # # ^ ^ 2 iij*■
|
|||||||||
txvnj VERHANDELING.
uit twé Deelen: de Eigenlyke - Kleur en 't
Licht-en-Bruin. Door de Eigenlyke-Kleur (Kunstwoor-
delyk genoemd Lokaale-Kleur) verftaat men die welke natuurlyk is aan ider Voorwerp der Natuure; het van alle de anderen onder- fcheid, en deszelfs waare Hoedanigheid be- tekend. ' Het Licht -en-Bruin, is de vernuftige
"Weetenfchap van de Lichten en de Scha- duuwen te verfpreiden, zo wel op de af'zon- derlyke Voorwerpen als op 't Geheel eenes Tafereels. Wat grooter Tovery, dan het Geheim van daarvan de Tinten te verminde- ren, zodanig dat het Gezigt door 't Lichaam van een Berd niet geftuit word, maar een' groote Diepte vind om zig daarin te verlus- tigen, en fomtyds te ruften! Door haar nee- men de'Lichaamen daarop aan,Rondte,Ver- heffing, en Beweeging. De Groepen, met derzelver Tégenftellinge en Tégenwerkinge, gelyk ook de Iialve-Tinten, de Weerfchynen en Weêrkaatsfingen, de Schaduuwen, en de Dry vers (i)5 maaken de wonderbaarelyke Uitwerkingen der Verpoozingen en der Üp- wekke-
(i) Volgens den Schryver, een Groep of een
Hoop van Schaduuwen op den Voorgrond een's Schil- dery, dienende om de Verlichte-Deelen achter-uit te dryven. |
|||||
M
|
|||||
v E R H A N D E L I N G. lxix
deeski rejn w De Lichten dryven dikwyls
dUu ldumven ac,lter-uit' SelYk net de Scha-
n en wederom de Lichten doen: zy lee-
fcvdf^lf' ^°°r Tégenwerkinge, een1 weder-.
yciie Hulp. De Lichten, te famen vereenigd
°or Overgangen, maaken maar een enig;
n de Overeenstemming van alle de Kleu-
|
|||||
ns moet de eige Uitwerkinge doen gelyk
^n goed Mufiek. Zegt men ook niet, de **armonivan een Scbildcry? De Kostuim is mede een Zaak, welke
nimmer van den vernuftigen Schilder in zyn i atereel verwaarloozd word. 't Is de naauw- Keunge Waarneeming der Zeden, Merkte- kenen, Modens, Gewoontens, Kleedyen, gebouwen, Planten, en Dieren, van 't Land vaarin 't Bedryf voorgevallen is 't welk hy Verbeelden wil. * t JiIKWYLS oirdeeld men over een Werk,
't w v?ke van dat Gedeelte der Schilderkunft het be °ns het meeste vleid5 en ?t welk wy riet- 1 kennen> vooronderfteld het Kolo- lyjj. ' p ar j dus doende oirdeeld men qua- ■Len goed Kenner moet een1 wyd uit- (i)DlT, „ Se"
ontftoken. d.0 een Deel (dus tekend de Schryver aan)
wer tot zi<* te°[ een levendig Licht, om den'Befcliou- Pen van Schart ken> en de doffe Graaden> de Hoo- Tinten te doenUwen' de 0verganSen> en de flalve- Wufiekeene On §?lden: zvnde net eiSe » wac in de "gelykiujdendbeid genoemd word.. % ^ $f ^ ^ ^
|
|||||
txx VERHANDELING.
geftrekten Geest hebben, om alle de Deelen
der Schilderkunst te bevatten en ze allen ge- lykelyk te beminnen. Geesten die in dee- ze Stóffe bepaald zyn, konnen geene regt- maatige Richters wezen. Die vooringeno- men zyn, bevinden zig niet bequaamer daartoe. In dergelyk Oirdeel, moet men byna zo
veel Verlichtinge bezitten om het Schoone te gevoelen, dan om het voorttebrengen: men moet aanmerken , de t'Samenftellinge, de Schikkinge 5 en de Uitvindinge, vervat on- der den algemeenen Naam van Ordinanfie. De Tekening is insgelyks een der voornaame Deelen. Dezelfde heeft ten Grondflag, de Evenredigheid , de Ontleedkunde , en de Naauwkeurigheid. Wanneer die beide Deelen gevoegd zyn
niet het Koloriet , 't geen het Licht en de Scha- duuwe ten Voorwerp heeft, dan kan men niets meer wensfen dan de Uitdrukkinge. Deeze doet zig niet alleen kennen door dé Beweeginge der Deelen van 't Aangezigt, maar insgelyks door die van 't Lichaam, vol- gens den Aart der Onderwerpen dien men behandeld. 't Oog moet het eeriïe voldaan zyn, door
de Kleure v/elke 'tLeeven aan hem verbeeld. De Geeft, getroffen van de andere Schoon- heden onderfteimd door het Koloriet, koomt
|
||||
y ER.HANDELIN' G. lxx j
k|omt achter aan. Een Schildery is een
g rouvtre Bewaarder van de Waarheeden 0"I tQure: net moet ruet alleen de Oogen
verrceden5 .maar gelyk een1 Redenaar het
lartbeweegen, vervoeren, en treifen. Kan
^elfpreekendheid wel iets meer doen?
Men kan niet oirdeelen over de onder-
lcheide Manieren der Schilders, dan na me- wgte Werken hunner Handen, en in hun- nen besten Tyd gedaan, onderzogt te hebben. ^preekende van de Tekeningen, hebben
"\vy gezegt dat de Schilder drie onderfchei- de Manieren heeft. De laatfte is de flegtfte Van allen. Wanneer hy zig, in eenen gevor- derden Ouderdom, eene Maniere van Schil- deren vormd, zonder langer naar de Natuu- r~ te willen itudeeren : dan vind men eenen Heester , zeer verfchillende van zig zelfs. lt s echter geen Regel zonder uitzonderin-
|e- Daar zyn Meesters, gelyk Andries del var7d eU Mkbel-.dmelQ de la Bat ai/je, waar- by ^laatfte Sclulaeryen de beste zyn; en A/b n en3 gelyk Funtormo, Cavedone, en genf;20ï zYn 1(: de cerst? Schilderyen. Al- der ren^ic xyn de geene die in de Kragt den X? Seciaan zYn> &Q 'c Midde hou- *a \Jl de Eerste- en de Laatste Manie- re , net :mp„„. u>.\ 3 meeste geacht (i>
Wat
( O Dit 's ma;ir e£n Schoonés * wejicer Onzeker-
# # * # # ± ' beid |
||||
LXxij VERHANDELING.
Wat eenen Liefhebber in het Onderzoek
van Tafereelen 't meest kan tegenhouden, ïyn. de gcenen welken men Twyffelaars noemd, gedaan door Leerlingen der groo- te Meesteren, Leerlingen die gantfelyk hun- ne Maniere gevolgd hebben; of door de gee- nen die in hunnen Smaak hebben gefchil-j derd , en van ons alhier Nabootssers ge- noemd worden. By Voorbeeld, Bagna Ca- wallo heeft Rafael gevolgd; P.eregrino Ti- baldi, M. Angelo ; Paulo. Lomazzo, Leq- nard da Vinci; BronzinO) Püntormo; Se- hastiaan del piombo, Giorgione ; Barozio heeft Vannius ten Leerling gehad, en men verward dikwyls hunne Werken; Valentyn word genomen, voor Caravagio en Man- fredi ; Veerendaal en Pieter Gyzen voor Breugel; Varrege, Hambergen en Moyfe, voor K. Poeleneurg ; Leander en Frantisco Basfan, voor Jakob Bassan, hun Vader- Carletto, voor Paulo Veroneez ; Gofredj*, yoor Bartholomeus Breenberg ; Bramer , voor
heïd, by de cige (Jkzonderinge welke van den Schry-
ver hier gedaan word, te gelyk blykt. Als men be- wust is van de Hoedsnigheeden een's Kunstenaars, en wat meer is van de Eigenfchappen behoorende aan een goed Schildery, dan is die Aanmerking onnoodi» , en alleen goed vóór Naamliefhebberen. In het Stuk zelfs moet de Deugd beflisfen, en niet het Jaartal waarin 'K ' gemaakt is. |
|||||
Ü
|
|||||
VERHANDELING. lxxiij
Co/I3Eaibrant ; Slingeland, voor Mieris;
Zn"9», voor Mola; Jean Dominiaue en |
|||||||||||||||||||||||
voor r°W' V00r CLoRRAIN; JanAsfelyrty
p. Jan Miel; van Helmant en Domenique r art, voor David Teniers; Gesfi, voor |
|||||||||||||||||||||||
Van e' Cacüedone> voor Caratz; JPynantSy
H om> en Lingelbacb, voor Wouwer-
\*N; de Jonge-Mieris, voor zynen Vader;
Reuland en j*fej%j Bril, voor Paulo
sc"IL' '**&'■ R*car't en Terburg, voor Net-
'JER; Netscber en Schalken, voor Gerard
°uw; Salomon, Moyfe, Jakob Ernst Tbo-
an van Landau, voor Adam Elzheimer:
Xartbolomeo, voor Salvator Rosa ; jfo,™'
lyor Ostaden; 3rö«, voor Fouquieres'
^boucle, Fanblomen, Boel, en de Fos,
"ont NYDERS? Francois Fanblomen, Oriz-
niff n Aï)0r Gasper Poüssyn CO- Een wei-
Tafe eitemnS zal uin ftaat Hellen, om de
|
|||||||||||||||||||||||
v
|
'ran dj f ww«ju,h lu uxiuciiuieiuer
|
||||||||||||||||||||||
ÏXdie K
|
UR _________________________
— --nu^ ecu iouuil vau ocnn
|
tsferen
deryen |
|||||||||||||||||||||
n
|
le Origineele nog Kopyen 2:
|
De
|
|||||||||||||||||||||
n.
|
|||||||||||||||||||||||
M Italiaa
Co fj
f oude koSjg^Bi. op'dit alles 't een en 't ander geze^t
Jyk ten Aanporden, en men zig alhier, byzonder- dnegenzal dan - r Nederland/e Schilders, minder be- ding van dienn.n Vrmkryk> zo kan ecI"er die Aan- welke Kunstenaa, Zyn om imant te fterken> en te zien V00* Oïallanderen gemeenIYk » inzonderheid aldaar, q genomen worden. |
|||||||||||||||||||||||
lxxiy VERHANDELING.
Italiaanen noemenze Pastki. 't Zyn Tafe-
reelen gemaakt in den Smaak van eenen anderen. In de Historie der Schilderkunst, die hier achter volgd, zal men op de Arty- kelen van Lukas Jordaans en David Te- niers zien , dat zy voortreffelyk waren in dit Soort van Schilderen en de bequaamfte Kenners bedrogen hebben. Mïgnart en Bon Boulongm, in de Fransje Schoole^ hebben insgelyks'de verüchtfte Perfoonen misleid. In hunne Leevensbefchryvinge , zal men daarvan breeder fpreeken. De Nabootsfing, wel gedaan zynde, bedriegd inderdaad vee- Ie Liefhebberen. Het Middel,om zig daar- voor te hoeden, is zig te houden aan den Toets, aan de Kleure, aan 't Penfeel, en vooral aan de Fynheid van Denkinge des ei- genlyken Meesters. De Onderwerpen van zodanige Tafereelen zyn gemeenlyk een- voudig : ruimer t'Samenftelling zoude eens- klaps de Bedriegerye verklikken* Zie hier het wézenlykfte Artykel, van
de Kennisfe der Schilderyen : beftaande, iö Kopyen te onderfcheiden van Origineèlen. Zes Soorten van Kopyen kan men aanmer* ken : naamelyk, llaaffè Kopyen; gemaklykö Kopyen, die niet naaukeurig zyn; trouwe Ko< pyen ; Kopyen , waaraan de Meester wat geraakt heeft; Kopyen, welken de MeeS' ter gants over geloopen heeft; en Kopyen* |
|||||
J
|
|||||
V£RHAN DELING. Lxxr:
;1j^ants van des Meesters hand zyn.
enzivPYEN' die flaats en met eene ^ompo
lyt e ^and zyn gedaan, fchoon getrouw- Onr?eV^d' vertoc-nen zig zodanig aan de
ogen der gantië Wereld, 't Is niet moeije-
ufi?S te hoeden tegens derzelver Gebrek- SM' flegten Smaak, en de Koelheid c^e daarin verfpreid is.
de v M A K L Y K E KoPyen>maar welke (door
ten UurfPranken aan "en Schilder ontfchoo-
s die dikwyls in de Uitvoeringe zy*
gewoone Maniere heeft bewaard.) niet
ouw gevolgd zyn, brengen de openbaa-
^ ülyken hunner Valschheid met zig. Do y$ Manieren konnen zig niet vermommen: lieerriaaken een vermeng(i Werk uit. Dit faiï ?en De*Peurci5 in de Kopyen van Ra- J door Rubbens gedaan.
faame°ÜWE KoPy^n' die uit eene gebuig-
moeijef1! iugdge Hand koomen, zyn veel nisfe. ?Jer en vereischen eene waare Ken- Meester . SierlykkeM van den Toets een's in 't I-JoS'fjZ^ne waare Maniere, welke men welke d moet heDDen > een zékere Geest den om ?*?? kan ontDreeken> moet u gelei- te beeft 'G efüsfen- Die de Kopye maak- en, dit's S *ékerlyk van 't zyne bygedaan;
i. ö^iioeg. Meesters °^^eri gec*aan in de Schoole een's
j en onder zyn Beiluur3 zyn ^vaiz de
|
|||
Ï.XXVI VERHANDELING.
de flegtflen niet. Gemeenlyk, loopt hy ze
in eenige wézenlyke Plaatsfen over. Als- dan doen die eige Plaatsfen het Schildery kennen, voor k geene het is. 't Zyn de Kopyen die 't gemaklykst zyn te onderfchei- den. Zy ontdekken zig door fierlyke Toetsfen, die uit het gantfè Schildery flik- keren, "'t geen door de Vergelykinge daar- van te kouder word. Kopyen die gants overgeloopen zyn door
(den Meester , moeten aangezien worden voor Twéde-Origineelen : min fchooner , in der daad, dan of zy gantfelyk van zyne Hand waren. Dus gingen Titiaan , Bas* fan, Paulo Veroneez , Rubbens, vanDyk, Vouet, en 't Meestedeel der groote Schil- ders, te werk. Als verfcheide Perfoonen hen Kopyen vraagen, van een Werk 't welk aan dezelfden bevallig is, dan laaten zyze door hunne beste Leerlingen maaken, zy beftuu' ren deezen in de Üitvoeringe ; en dewyl deeze Kopyen gemaakt zyn in hun Schil' dervertrek, zo loopen zy ze overal over efl fchilderenze fomtyds gants op. Op deeze Wyze, word het Werk des Leerlings gantS overdekt; en dewyl men van dit geen' Voet' fpeuren ontwaar word, zo is 't niet gemakt lyk het Verfchil te beüisfen. Alsdan bebbetf aie Kopyen maar aan den Meester gediend? voor aangelegde Tafereelen dien hy op' maii'
|
||||
VERHANDELING. lxxyij
pyenTn^1" Indien men dee*e fchoone Ko-*
le«:danT? vergelyken, met de Originee- ^elde het f gee5 Vwfd> of de laaW-
taaien de anderen 2°uden over- «te^t* *yn nPg volmaakter KoPyen,dan
zult nwy men te *Preeken : 't zvn Dan ? W,£lke &ants van 's Meesters hand zyn
den ^ t ïïet moSelyk hen te onderfchei- Lee\' feester alleen , indien hy in 't te&kan 'c beflisfen- 'c z^n ****■
p-pKi , 5 waar°ver men alleen by Ver-
ontwy#elb n^untenfdoo^rmS
e» GeeSt#eid' e? Teêrheid; doo in den A Tr T°etS ln de Omtrekken, en %t ov, n rg5-Waarvan akooz een^ Ge- iets 't ?Tft; m ^n Woord, door zéker fPeurd ^elk,geönen Naam heeft dogli be- ter in de0rd 3 en nimmer van den Mees- Voorbeeld tW^e Keer te bereiken is. By - *e Dagen ' Jacinth Rigwd heeft in on- Louis Xli?* Zyne groote Portretten van KoPyen Z^n Jan Filippus V, fchoone welke düs61 • door eigen Hand gedaan : gineelen zVnUlten tégenlpraak Twéde-Oii. teIyker blvvo ge7orden' maar min kos- neelen dau nunne waare Origi- |
||||
De
|
||||
txxviij VERHANDELING.
De Kopyen die na andere Kopyen gedaafl
«yn, en genoemd worden Kopyen van Ko' "pyen, moeten hier geen' Plaatsie vinden. 't Is ligt te gevoelen, van welke Waarde eefl Werk kan zyn 't geen na een gemeen Werk gemaakt is , waarvan de gantfe Verdiens- te beflaat dat het de Gebreken van een an- der getrouwlyk nagebootst heeft , en we- derom voortbrengt. Wy moeten hier de Herhaalde-Onder-
werpen niet vergeeten , welke geene Ko- pyen zyn en niet nalaaten Origineelcn te wezen. Dikwyls word van eenen Meeste* ge-eischt, om een zelfde Onderwerp weder- om te onderneemen, zonder daarin ietweS te veranderen.. Alsdan is dit twéde Tafe- reel een Origineel, en kan den besten Ken- ner zeer verlegen maaken. Daar zyn drie Kruisfmxen van M. Angelo: 't een te Flo- rence, by den Groot - hertog; 't ander, te Rome, by den Prins Borghéfe; en het der- de, te Napels, by den Prioor der Karthuy feren. Hóe zal men oirdeelen, over dce' ze drie Tafereelen, elk vyftig Mylen veri^ van malkanderen : hoe zal men ze met mal' kaar vergelyken ? Insgelyks zyn'er twé St' Jam in de Woestenye , door Rafael ere' ichilderd : het eerste, te Florence, by del* Groothertog; het ander, te Farys, in & Verzamelinge van 't Paleiz Royaal. By de*1 lio'
■
M
|
|||
VERHANDELING, txxis
do^VZliSPanJe ziet men deFabel van>,
ke Co[^ogeichilderd,gelyk aan diewel- m 5¥? bY den Hertog van Orleans bevind : zio-1, ?nderfclieid,dat de eene een Hert by w p en de ander geen' De KuPido die
yn tfoog fchrapt, van den eigen Meester,
m gezien word in 't Paleiz Royaal, viiid J?£a ook in de Galleryé des Keizers. Ver- sheide H. Maagden, en andere Onderwer- ^n' van Rafaè'l, van Leonard da Vind, an Titiaan, van Corregio, van Paulo Ve- oneez, van Basfan, van Andries del Sar- vnn l^ B"r°zi0> va* G^o, van Rubbens,
van vanDyk, bevinden zig in 't eige Gel val; en derzelver Origineelheid, of Üitftee-
*endheid, is met beter vastgeileld. Even-
YW?n ^en zeSSen5 dat DYna alt002 eei*
vonH denheid in die Tafereelen word ge- het: oV *elden Jierllaald een bequaam Man tevoe werP' ronder 'er iets nieuws by- fchiet^en" ,(: Zal een Verandering van Ver- Kleedv een F%uur meêr of minder 3 een iets ^y ^ eeni£e andere Kleure, eindelyk Stuk ?i C &een Blyk geeft dat zodanig liet eerst herhaald > zo origineel is ais eenen zetfn en ^at ** beide' eYenSelyk, uit
koomen \ ^eest en van de ei&e Hand op niefV-ini1 deeze Gelegenlieid toomt het * metS ande^s aan, dan om door Vergely- kinge
|
|||
t%%% VERHANDELING.
kinge te konnen beflisfen, welk die'r Origi-
neelen het volmaaktst is. Het Verftand, 't welk wy in den Lee-
2,er vooronderftellen, moet vervullen wat men nog over deeze Stoffe 2011de konnen zeggen , en aan het Kennen van Schilde- ryen de eige Grondregelen toepasfen, dien wy op het Onderwerp der Tekeningen heb- ben vastgefteld : wyl zig daarin niets meer bevind, dan de Kleur. |
|||||
TAFEL
|
|||||
TAFEL
VAN DE
N A A M E N
DER
SCHILDERS,
Welker Leevensbefchryving en Afbeeldzels zig
in dit I. Deel bevinden. |
|||||||||||
itai..iaanse School.
InIddinS' ■ • v . Bladz. i R O M Y N S E S C H I L D E R S.
&aMl d'Urbino. . „1
&ho Romano. . J*
^et°ikThT- • •'•'•' ■&
*J*6*rik Barozio. . ' ' °Jt
■™idries Sacd- ■ ■ . . 77
tó** • • . ' . • . ' g
S3r-«&-«l ' .' . • . ■ s» SSftü«i •• : / .- ;g
Lodovico Garzi ' ' ' ' 12S
Kar el Mam. ' .... ^o
134
|
|||||||||||
FlorENTynse schilders.
Leonard da Vinci. ^^^^^^^^ MlfW4ngelo Buonarot'a.
|
|||||||||||
147
158
Bar'
|
|||||||||||
*****%
|
|||||||||||
Tafel van de Naamen der Schilders.
|
||||||||
Bladz.
Bartbolomeo di San-Mar co. ; . . 186
Andries del Sarto. . . . . 194
Jan-Frangois Penni, gezegt il Fattore. . . 204
Ros/o, of Maitre Roux. . . . 209
?akob Puntormo. . . . 215
eryn del Vaga. • . . . . 221
Daniel da Volterra. , . 229
Franfois Salviati. . . . 236
ÏMiis Cardi, of Civoli. . . . 242
Francesco Vannius. .... 250
Pietro da Cortona. ..... 255
Benedetto Lutti. .... 267
Venetiaanse Schilders.
Giorgione. . . . . . 272
1'itiaan. .... . 283
Sebastiaan del Piombo. . . . ■. 30b*
Regillo, gezegt Pordenon. . . . 313
Jan da XJdine. . . . .321
'Jakob Basfan. . . . . 329
Tintoret. ... . . . 338
Maria Tintoret. . . . 349
Andries Scbiavone. . . . 354
Jeronimo Muziano. . . . . 359
Paulo Veroneez. ...» 365
Jozef Porta Salviati. . ... 383
jDe Oude Palma. . ... 388
De Jonge Palma. . . .. 394
Alexander Veronee-z. ■ . - 401I
Sebastiaan Ricci, ... . 40^
|
||||||||
TOONEEL
|
||||||||
TOONEEL
DER
UITMUNTENDE
KUNSTSCHILDERS
VA N
EUROPA,
EN VAN HUNNE
VOORTREFFELYKE WERKER
INLEIDING, VAN DEN
NEDÉRDUITSSEN SCHRYVER.
iElI'K de Schilderhinfi, zo aanlokkelyfc
als edel zynde, zig boven alle de an- dere Kunftefi verheft, na maate deeze van haar ontfprooten zyn of van haar afhangen, zo verheft zig ook de Olie- veriu boven alle de byzondere Manieren waarop het Penfeel geoefFend word. De groote M. Angeh «logt zeggen, en men ztfude 't aan zynea Tyd en Eerjie DteL A de |
||||
2. Italiaanse School
de uitgeftrekte Ontwerpen van zyn' kragtigen Geefl
konnen toegeeven , indien hy 't wézenlyker ge- meend xlan ten Verwyt tegens Sehajiiaan del Piombo gerigt had, dat het arbeiden in Olieverw Vrouwe- werk maar 't Fresko Mannen werk was. In allen Gevallen, gaf hy daarmede meer zyn' Neiging' , en den zo zorglyken als vaften en forsfen Arbeid van 't Fresko te kennen, dan dat hy de Olieverw veroirdeeld, en haar niet alleen geduurzaamer maar ook bequaamer gekend zoude hebben om alle Soort van Onderwerpen uittedrukken , en in de voort naamfte Gelegenheeden te dienen. Behalven dat hy de Olieverw ook oeffende, en in Rafaël, Cor- reg'w, en andere uitmuntende Mannen gezien heeft, welke zonderlinge Kragt, Majefleit, en Bevallig- heid, haar eigen zyn, zo heeft hy haar de Ach- ting' niet onhouden welke zy verdiende. Hy ver- wonderde zig ten hoogfte, over de fchoone Danaë van Titiaan ; bekende dat de Kunffc het niet verder konde brengen, ten aanzien van de Uitmuntendheid van 't Koloriet; en verklaarde dat de Volmaakt- heid bereikt zoude zyn geweeft , indien de Vene- tiaan zig de Tékenkunfl zodanig eigen had ge- maakt als de Natuur' en't Leeyen. 't Welk dan een wézenlyke ftilzwygende Bekentenis was (want de Danaë was van Olieverw, gelyk de meefte Wer- ken van Titiaan zyn) dat het Fresko , zo min als dé bevoorens in Gebruik zynde Ei- en Lym-Verw, niet vermogens is om de Zagtheid , de Frisheid , ;en de Zuiverheid der Olieverw natebootsfen, laat ftaan om aan de Schilderyen een' Beftendigheid en Verlokking bytezetten welken zy daaraan geeft. In- derdaad , niet alleen het Fresko , maar alle Soort van Waterverwen , Amailjeerzels, Krionneeren , Tap.yt-ifif Borduurwerken, en welke Manier van Kunfl |
|
||||
Italiaanse School, 3
£ £. irekend is' moeten verre voor haar wy-
haar heef, Voordeel, 'c welk de Schilderkunft .van
ei?enlvt ge.?00ten» 1S z0 groot> dat deeze zedert üfite rmfJ, beS°nnen heeftte Woeijeri, in me- ren en v de verwonderenswaardige Manie- te VerkrS ^ê^1, ^"^T11' en zig rond-om
en p ,PIeiden- Weldra blonk zy uit in de Kerken *vndï eiZen' welke de.Woede des Tyds 01"vlugt
/e» n°g ter deezer Uure daarmede pronken, en verwonderinge der .Aahfchouweren verwekken overaTAVUlue verm:°gende Huizen, en queekte Vera j • ngeren: om v^volgens met derzelver andpÏÏn^ff ^ verwandelen , en wederom van ftadSeèlf deseWe" ^V°lgeKn °f ^ in de °U^
rr^v ?j aen des Werelds opbeuren, bezeeten rn 1 mkteTr60- ZVV°°r"' byhaare^GSo""
geraakte de Eiverw achter de Bank; en 't Freskö «* de 7! JT? gen°f §faam verbannen, 't Gemak
dendnf j eid' Welken men in haar vond, fpoor- grond aan °m haar te oeffenen> en te door- andereenf eiln dlt had geen' kIynen Invloed, op ds
fproot . irn en Weetenfchappen. Daar uit Vensl00Denu vaïl Groote Mannen, welker Lee- dienften s befaamde Werken, en zonderlinge Ver- zaakelyk'e,?? voorgenornen hebben kortelyk, dogh z°uderi de erzaam'tebefehryven. Waaffchynlyk ""geblonken6,0ok' zonderhaar' grootendeels niet uitmuntend £ebben- Zonder haar zouden hunne ToP gevoerd n niet OIlclooken > de Kunfr. ten 'Zulk Tal van en-ZO Veele onderrcneide Schooien , koomen zyn Verdienftige Leerlingen, niet voortge- °ntelbaare me?elkf de Wereld verrykt hebben mee buiten zulken d' ™in wonderbaare Tafereelen , fleren: WelkPr if de openbaare Gebouwen ver- * w^er Menigte, hoe gemaklyk zy. ook te A % vinden |
||||
/
|
||||||
$ Italiaanse S c e o o l
vinden zyn, hunne Waardye nog Achting niet ver-
klynd: wyl zy doorgaans, na maate van derzelver Deugd, eenen .vaften en hoogen Pryz behouden, die verre van door den Ouderdom te verminde- ren algemeenlyk vermeerderd , en inderdaad vry zékerder is dan buitenlandfe Obligatien. De Eere der Vindinge behoord aan Neder-
land , in den Perfoon van Jan van Eyck. Door de Kracht zyn's Vernufts, zyne Bedreevend- heid in de Cbymie, zyne Kunde en Oeffening' van 't Penfeel , en zyne onvermoeide Nafpeuringe , vond hy, A°. 1410, 't Gebruik en de Waarde der Olie, om de herwen te temperen en in de Schilder- kuflft te bezigen. Zyn kunflryke Hand zette een' dubbelde Luifler by, 'aan deeze nieuwe en onwaar- deerlyke Uitvindinge. Dus wierd gebooren een Nieuw Geflacht, en Gedaante van Werken, waar- van hy de Vader is. „ Onze Kunft had nog deeze „ edele Uitvinding' noodig, zegt van Mander, om „ de Natuure in haare Gedaante nader te koomen, „ of gelyker te worden ". Wat aan 't kunflryke Griekenland, en de overdaadige Rmnynen , aan de voorige Eeuwen ontbroken had , wierd hierdoor gemeen en uit Nederland over gantfeh Europa verfpreid, 't welk daarvan opgetoogen Hond. Ita- lië , nog niet bekroopen met den Waan van den hoogften Vlugt der Kunft boven allen anderen Land-aart te bereiken, flond als voor 't Hoofd ge- flagen, op 't Gezigt zyner verwonderlyke Uitvin- ding' en fchoone Werken: ook wachtte 't niet l?ng, om Voordeel daarmee te doen. Antonello, Schilder van Mesjina, (dus getuigen 't de Italiaanen zelfs) toog naar Nederland. Hy wifl zig zodanig by van Eyck intedringen , dat hy tot deszelfs Leerling aangenomen wierdt en tot deszelfsDood by •
|
||||||
\
|
||||||
Italiaanse School 5
by hem bleef: ontwyffelyk, zo" zeer om Voordeel
« raapen- uit het Kundpenfeel, als uit de roemryke ^"vindinge van zynen Meefter. Vervolgens nam *I' met zynen Buit, den te Rugtogt aan naar zyn Vaderland. Te Venetië ging hy, onder de hoogde .* 0ejuichinge, de nieuwe Kunft oerfenen, en deel- ae ze zynen Landsgenooten mede. Ter zyner Ver- seuwiginge , wierden hem op zyne Grafftée veele loftuitingen toegeiegt: voornaamelyk , gelyk 't Graffchrift zegt „ om dat hy 't eerde aan de Ita- '5 liaan/e Schilderkunji, door de Verwen met Olie ?• te vermengen , een' Luifier en A'tydsduiirzaam- 3> beid had toegebragt ". t Blykt allerwegen , dat de Italiaanen , tot
•fuen Tyd toe, geene Byzonderheid in de Kunft bo- ven andere Volkeren bezaten, dan deeze: dat zy, in 't Midde van den Rykdom der Antieken , zo vanStatuen, Gebouwen, en 'zelve van Antieke öcmidery', welken zy uit het Verval der Roomsfe Monarchye over gehouden en daaglyks voor Oogen hadden, daarvan geen Voordeel nog Gebruik wiften r£ maaken om de Edelheid der Kunft in Top te voe- ^n. > gelyk zy eene Eeuwe na de Uitvindinge der ^neverwe begonden te doen: datzy, onbewoogen van die Schoonheeden waarvan Nederland ontblooc was, en ongeacht de Eere en de Mildaadigheid waarmede de Vorden tot hunnent,inzonderheid de . egenten van Pi/a en Florence, hen overftelpten, m t mmft daaraan niet beantwoordden , ja blinde* Jing hottiehfer werkten, dan de Nederlanders , uit mgelchapen Vernuft , alleen door 't Behulp der eenvoudige NatUur' deeden. Is 't hen zelve wel Eere, te betuigen } gelyk zy volmondig doen (mo- gelyk volgens Sprookjes van den Ouden-Tyd) dat £y de verloore Schilderkund wedergèvqnden en A 3 geleerd
|
||||
0 Italiaanse School.
geleerd hebben , in de XIII Eeuw', van Griek/e
Schilders , te Florence onthooden om een' Kerk te verfieren: die zo lomp waren dat zy geen' Tronie na 't Lee ven konden maaken , en ftraks voorby gezeild wierden door hunnen Leerling Cimabue, den Florentyner, welke van zyne Landslieden ten Schil- derfenix verheven word, en zig verwonderlyk maakte ingevolge zyne ruuwe en blinde Eeuwe. Dus willen zy, even gul, dat zy de Bouwkunde, naamelyk de Gottiekfe , ontleend hebben van de Grieken : van een Grieks-Bouwmeefter , genoemd Bufcheto da Dulicbio, die de Hoofdkerk te lHfa ffcigt- te , A°. ioió, en veele Leerlingen naliet! Is 't rüet waarfchynlyker, dat zo wel de Bouwkunde en ie Schilderkunft als de Letteren, zedert haar Ver- val , in de Duillerheid die'r Eeuwen hier en daar in Europa hebben blyven fchuilen: dat#ze vooral ove- rig gebleeven en geoeffend zyn, door de Klooster- lingen? By Voorbeeld, wie maakte de groote Wer- ken voor den Tyd van Bufcheto, gelyk die van Char- lemagm , byzonderlyk te Aaken en te Nimmegen in de IX Eeuw': wierden die insgelyks door de Grie' ken gewrogt'? 't Zy hoe't wil, de Kunflenaars die vervolgens uit de School' van Cimabue ontftonden , en trapsgewyze eenige Verbeteringen in de Kunfl; maakten : hoe verre zyn zy gekoomen, en welken regtvaardigen Roem hebben zy tog daarin boven an- dere Volkeren verworven , dan zul ken waarmede zy naderhand door de Penne en de Gedichten hunner Landsgenooten opgevyzeld wierden ? Men heeft al- daar Gelegenheid gehad of Zorge gedraagen ( welke elders niet was, of genomen, of tot ons over ge- bleeven is) om de Gedachtenifle van eenige wei- nigen , zo wel als van hunne Werken en Bedry- yen, in fpnimige Brokken van Leevensbefchryvin- gen,-
|
||||
1 T A l IA A N S E Sc HO O l. J
fyn die 7?™* °f ver?erd>te ^reeuwigen: maar,
wel dnr 7Vef ln itaaC §eweeil, of hebben zy te'tooZT\ 0nderll:aan 'ri mei derzelver Werken de S^S' ,datnhet dezelfde al]ee" waren die toen en ;'ailderkunft *n £«^« by «icdgk oeffendén, kierde" f JT dfl* andRer,e V0,1^ ge-evenaard
t ,- * Indien l de Beknoptheid deezes Werks heS Z° ?0^der^n mo§e!yk zo veel Moeite niet
/ebben, uu deHiftonen, eenige doorflaande Be- xJfQn Vf-n het teSendeel optegeeven: maar, is 't
■JP n°odig deeze Moeite te neemen? leveren de Wniatuuren, in oude Manufcripten, daarvan niet u i 9 rU j ^ overtuigende en voldoende Preuven ander jjfrNederlandf^ok, zullen wy 't een en 't ander wat ruimer verhandelen. Wy hebben geen Oogwit om den waaren Roem
AMcigmg om hen iets toetegeeven ten Afbreuk'
£ oïïr-' t W$4r ten h "nen 1>Ï, 1 èbbrn d™}nEurfa,™ verdienftig als zy gebloeid & fy ontkennen enkeld, dat zy'? alleen, fan ilde'Uldmchcigfte waren' voor den Tyd van
'^IsfZ EYCfren Zdve "°S ]an§e daarna. De «en of P? , , e vernoeêd mct ^- £«rer begin- lur* ,ei§eniyk met MV/««/ WoJgemut van IVraraz- ven •' HPiep zy aan deezen ten Leermeeiler gee- laatt'Sch r-^"' welke eindelyk, fchoon zy zo Ai" en tl g^oomen zyn , zig meefterachtige vens den 7?°/rtantie in de Kunft' ten min^e bene-
leggen *tallaan™ en boven den Nederlanderen toe- der XVII paanSezien zy zig nog ^ den Aanvang wel uit Nederi*^van UItheemsfeKunftenaaren, zo en die nu alle?!! als Ult Itali'é' moeften bedienen, fchvnt om 1 ?ten raaPen wat hen aan de Hand ynt' °m ee« Rei van Kunfthelden uit hunnen A 4 Land* |
||||
Italiaanse School.
|
|||||||
I
|
|||||||
Land-aart optempnfteren ; allen anderen Volkei.
van Europa, iaaten wy dat Stuk voor zig aanmer- Tcen, zo 't hen behaagd : wy vatten 't alleen op , vqfor den Nederlanderen. De Neder- landse School, die tot den Dagh van heden haare byzondere Eigenfchappen in de Kunft voor zig gehandhaafd heeft, met zo veel Roem als de Italiaan/e voor haar zelfs kan doen , is niet alleen de geene welke zo hoog als die Italiefe boven de andere Volkeren ukfteekt, en nimant der zelfden, zo in Tal van Kunftenaaren als Menigte van Kunft- werken , nevens zig vind, maar die zig ook by den Aanvang der XV Eeuw' in de hoogde Faam be- tond, gelyk'wy op zyne Plaatsfe zullen zien; en die vervolgens, van het Tydftip van de Uüvindinge der Olie ver we af, waarvan de waare Schilderkunlt figenlyk begonnen en ter Volkoomendheid geftee- • gen is, zig daarin gehandhaafd heeft, en dus den Eerpalm boven alle andere Volkeren behoud : zo 't waar is, dat men van 't Begin der Dingen, en niet van derzelver Vervolg, moet aanvangen te oirdeelen? Alle Kunftenaars waarvan de Italiaanen, met betere Zékerheid en erkender Gaven dan die hun- ner School' van Chnabne, gewag maaken, zyn na den Tyd van Jan van Eyck ontftaan. Na deez groote Man hen zyn Geheim en Penfeel meege- deeld , en hen door zyne Kunftwerken de Oogen verlicht had, begonden zy tot Na-iver en uit hun- nen Siaapzugt te koomen. Zédert dien Tyd gin- gen zy op zynen Grondflag arbeiden, op zyn Spoor zig verheffen, en vervolgens eenen Voortgang maa- ken, welke van hunne loftuitende Schryvers eerft eigenlyk pryswaardig en verdienftig word geacht. Jiafaël zelfs, by wien zylieden eerft het vafte Tyd- punt fel merkwaardigste en wonderbaarfte Schii- #erkunft/
|
|||||||
Italiaanse School. 9
Ta?!!1*1/311 ^fóbeginne^ , is drie - enzéventig
eon A ÜQfmdJng der Oliever-w gebooren; en be- 100L ?rc^eken' vyfcig"of zesIi§ Jaar na de °nt-
Srp Jiunlt m Italië was gevoerd, en rond-om ftand
b eep -Hoe veele byzondere Eigenfchappen, ter ^imaakinge der Schilderkunde, naden Tyd diens eraamden Italiaans, nog ontdekt en in Nederland ter Verluifleringe der Kunft opgequeekt en byzon- denyk behouden zyn, waarvan die hoog verhee- Ve Kunftenaar weinig wilt, zulks men geenerwy- 2e, door Vooroirdeel ingenomen , te achten hebbe aat hy alle de noodige Deelen der Schilderkunft , «aat liaan de Volmaaktheid , ten ruimste bezeeten ot ten Top gevoerd heeft: zulks zullen wy in den J-oop deezes Werks ontdekken. Men zal daarin by Voorbeeld zien, dat de Nederlanders, algemeen- lyk , de Schikkinge zo" wel als de Uitvoeringe, de ■hksheidder Tekenpen zo wel als de Kloekheid en de Bevalligheid van 't Penfeel , hebben gehand- bald ; dat die de Eigenfchap en Kragt der Na- ^ur , boven hen gevoerd en behouden hebben : oat zy hen en allen anderen den Loef affleeken, zo niet in misleidende Verzinning' , in 't Opge- pronkte-Naakt, ten minste in getrouwe Naboots- fchabZT '• Zi§tbaare: in 'c Portretteeren, in Land- meneïïv- ln Vee en al]erhande Gediertens, in Bloe- in 't Ju8ten * *n Gebouwen, in Zeen, in een Woord pen derÏÏe!"jUi? Verbeelden van alle de Voorwer- ierhkP r ' ' en van alle de Bedrywn van 't Bur- de ItaltlT'- Mcn zal zien' daC z?> zo wel als hebben ko^n U1 '" ^°0t V°°r ?£rken en Pal™
hebben konnen werken; maar dat zy daarenboven ook mKahnetjiukke 0p allerhande Onderwerpen ,
en van allerhande Verkiezinge (waardoor eenftj' tjculier ter zyner Verluftiginge, ofPragt, ofVoJ- A 5 doe.
|
||||
io Italiaanse School.
|
|||||
doeninge zyner Kunftliefde , in een' enkelde Ka-
mer den Kunftfchat eenes Tempels, een Vorfte- lyk-Kunftkabinet, de Verzameling eener befaamde Gallery, na zyn Vermogen kan bezitten) uitmun- tend en algemeen zyn geworden : zulks zy het den Italiaanen, ten naauwfte genomen, in 't Ideale kon- nen toegeeven, dogh in 't Nabootfen der N a t u u- r e en der t' Samenleevinge , in de Waarheid der Hiflorie, nimant aan zig gelyk vinden. 't Was dan niet anders als rédelyk , volgens
Pligt en de waare Eigenfehap der Zaak' , dat hy die de gantfe Wereld verlichtte, die de Nevelen en de Hinderpaalen der Schilderkunil verdreef, en die den Weg baande welken alle de groote Man- nen vervolgens gehouden hebben , gelyk onze van E y c k gedaan heeft, te Voorfchyn quam voor een Werk 't geen op zynen Grondflag verdienftig is ge- worden; en aan 't Hoofd der Kunftenaaren wierd geplaatfl die zyne Ontdekkingen en zynen Koers gevolgd , door zyne Behulpmiddelen zig vereeu- wigd hebben , en met hunne befaamde Werken hier befchreeven zyn. Indien hy een Italiaan was geweeft, dan zoude hem die Eere nooit onthou- den, en hy aldaar met vry anderen Lof uitgeba- zuind zyn geworden dan hy onder ons gedaan is : hy, wien de Aiouden met Eerebeelden en Tempe- len vereeuwigd zouden hebben. Geen Oogenbiik zouden wy ook in Bedenken ftaan , om hem de PJaatsfe te geeven welke hy wézenlyk verdiend , met van hem den Sehakel der volgende Uitmun- tende Kunftenaaren en wonderbaare Werken afte- leiden: maar, om de aan ons bepaalde en behaag- lyke Schikkinge deezer Leevensbefchryvingen niet te breeken, en geene Veranderinge te maa- ken in 't Bewerp eenes Werks, 't geen voornaa- melyk
|
|||||
Italiaanse School. n
Kunm-16 byZDn.dere Land-aarten, of onderfcheide
en ill r°lea'ln hunne a[zonderlyke Kunflenaaren afrm uPpen bedofid' zo zulJen *7 daarvaa ÜncSA'*°m hem vervolSens te befchouwen aan 't
«oofd der Neckrkndfche Kunjlfchoole: als waarin wy rinf °^iren voor«aame Opheldering' en Verbete-
inS, tot Eereen Dienfl onzer Landsgenooten zul- "■ö maaken, 't welk van den Frans/en Schryver niet bedoeld wierd, of waarvan hy onbewuft. is geweest. Wy zullen ons dan hier vernoegen mee net geene wy daarvan by Voorraad bygebragt, indeeze MeUinge Jan van Eyck voorgedfan nebben, als de Vader van alle de Moderne Kunft- aar OD%TiftT: T hem ' en Zvnen Land"
aarc, op de Afdeehnge hunner Kunftfchoole vol koomener te befchouwen. In gelyken Oplt't 7u{ len wy hier ook niet aanhouden, om de n!S landsche Rünstschool zo wel voor die der Itahaanfe als. van allen anderen Land-aart te plaats" en"J? ' Pteg?ndeel' dezelfde't allerlaa&l laa-
jj-n volgen, inzonderheid om dat die ons het waard- moet tï ' naaS^C is^ en 'C JanSft in 'c Geheugen S? VeïVfn- Ter ^ves^nge van dat alles, en re sJr htlnse van het Tooneel 'c seen de **W
voor 2/T over /if*fö gaat ópenen' zul,en wy, te Aanm, i-C Zelfde gaan befchouwen, eenige kor-
te zien f "gen maaken' om in 'c voorby gaan £ens h' -C met de Kunft der ItaI'aanen, vol- van EY!?e eig^ Bekenteniffe, ten Tyde van Jan
kroop en ** -g d Was: hoe Zy vervo]gens voort- cbeUneelo ZïS'.verhief> toenLeonardda Vinci, Mi- men ■ \ ltman> en Rafael, te voorfchyn qua- „ ?onde're rfn,de Iaari1:gen°emde zig zo veele by- SS ?Ie? der Kunft d^n ^aa^e, (zegt
.» UMm), eQ dezelfden tot zulken hoogen Graad „ bragt,
|
||||
Is Italiaanse School.
„ bragt, dat de groote Loftuitingen, welke hein
' s gegeeven wierden , hebben doen gelooven dat „ hem niets ontbrak , en in zynen Perfoon de 3, gantlë Volmaaktheid der Schilderkunft geplaatst n was, zulks 't grootfte Deel der Jonge Schilders „ naar Rome overvloog om na hem en na 't An- „ tiek te gaan ftudeeren , en van daar te rug te „ brengen de algemeene Achting' der Werken ■ waarover men zig aldaar verwonderd, ten Einde „ deeze wederom voortteplanten onder zodanigen „ hunner Landslieden die na hen luifr.eren ; waar- door een groot Getal van Liefhebberen der " Schilderkunft , op 't goed Geloof van anderen l, aan, of op 't Gezach der Schryveren, het Denk* '- beeld aangenomen hebben, dat de gantfe Vol- maaktheid der Schilderkunft in Rofaël beftond : , een Gevoele, 't welk de Romynfe Schilders mees- tendeels in de Vreemdelingen voortplanten , 't zy uit Liefde voor hun Land, of door Verwaar- " ioozinge van 't Koloriet, 't geen zy nooit regt ge- 5, kend hebben, enz ". De Italiaanen gewagen, en E. van Mander heeft het
zonder Onderfcheidinge uit Vafarï aangenomen, van Lippo, den Florentyner, wiens Werken zy omtrent <len Jaare 141 o , en dus juill op het Tydftip van de Vinding' der Olieverw ftellen. Zy bekennen, dat hy de eerjie was die de oude Maniere begon te verlaaten, met zyne Beelden te fpeelen , en de Jlaaperige zwaare Zinnen der Schilders te wakkeren. Wy neemen dit aan , als een onwraakbaar Bewys van de groote Gebreklykheid zyner Landslieden tot dien Tyd toe, en dus dat zy toen zeer verre beneeden onzen groo- ten Nederland/en Kunftheld waren. Felibien , die zeer wel over de Kunft kon oirdeelen, insgelyks Vajari volgd, en zig langer in Italië opgehouden heeft
|
||||
Italiaanse School., ig
^facl?11 Van Mmder> ze§c duidelyk dat hy 't on-
gant^ft-iVan hem te fPreeken- Dus zwygd hy dien Van eenen £W/o' mede een Florentyner, Van eZy vervolgens noemen als van den Koning
™ f me om zyne Kunfl tot Ridder gemaakt zyn- en' r j /J:y * *^ Afc^ey niet was *» Têkeninge;
a die de-eerfle geweeft zoude zyn, welke met goed
wdeel de Muskeien der naakte Lichaamen begon je onderfcheiden. Evenwel fpreeken zy van Paula Vcceiu, die zig toeieIde om de Doorzigtkunde in zy- T 7ch!!derven waarteneemen , dogh wegens den Va, dien hy tot het beftudeeren daarvan befteed-
w^rin ^ an^re Deelen der Schilderkunft ver-
waaroozde, zulks hy van Donatello, een vermaard Beelahouwer dlenS Tyds, deswegens befpot wierd die hem zeide dat hy veel beter zoude doen 23* over ïlrf VerbTn' dM ^ 0irdeel daar-
over te vraagen en het te vertoonen: 't welk hem zodanig fmerce dat hy 't Penfeel niet meer Z ^guuren gebruikte, waarna hy in den Jaare 1432 eten ^r? Zdfie ?chryvers noemen, op deezen deer? • y ' rMasf°lini) » di^ veel Onderfcheid ^ zien tusfen zyne Schilderyen en dien zyner Fi£uugin§£ren : die meêr -dchtbaarbeid gaf aan zyne
meer G° ' *'" im beter êsfchikt Ge™ad bekleedde ; h'eid'inTndsmIginge '" Troniè'"> en meêr Leevendig- 't Lkh gen braSr> en alle de andere Gedeehens van had cenT' met mêr Volmaaktheid Schilderde. Deez tntwinti:aerilnSM^c"'0' dif A°-H43 in't zes- acht del' lJaar z?n's Ouderdoms ftierf, en onge- boven et en Leeftyd zynen Meefter verre te Mander nn ,Vo]gens de u!td™kkinge van van hv wel vm hJ t0t Zülke Volko°mcnheid „ dat k,U 'u de eerften was die ^ de Schilder- « Kunlt we^hgenome» heeft W Mismaaktheid, |
||||
14 Italiaanse School.
„ Hardheid, en verwarde Mocilykheid, en voortbragt
9) een' ongemeene fchoone PVerking', Beweeginge, 3, Kloekheid, en zékere aartige Verheffinge, zeer ei* ,, genlyk met het Leeven of 't Natuurlyke overeen ,', koomende, 't welk voor zynen Tyd geen ander „ Schilder zodanig had gedaan. Geen een had „ met zulk goed Oirdeel gelet, op de Verkortinge „ der Leden. Zyne Dingen fchilderde hy zeer ,, vloeijende, met goede Harmonie, en Paaringe van ,., de Verwen der Kleedyen met de Troniën en Naakten. „ De Kleedyen maakte hy met weinige Plooijen, en „ vlak; gelyk in 't Leeven veeltyds gezien word. „ Dat alles is zeer nut geweeft, voor de Kunfte- „ naaren en de Kunft. De Dingen voor zynen „ Tyd gedaan mogten gefchilderd, maar de zyne 5, leevendig genoemd worden. Door -gefladig on- „ derzoeken quam hy tot zodanige Vaardigheid , „ zo wel in het Tekenen als in het Schilderen , dat „ zyne Werken, by Vergelykinge, Plaatsfe mogen j, houden nevens alle Tékeninge en Koloreeringe „ deezes Tyds (naamlyk van Vafari). Hy was ook „ zeer kunftig, in de Doorzigtkunde. Meer dan an- „ dere Meesteren, zogt hy Naakten en derzelver Ver- „ kortingen te maaken. In alles had hy een' natuur- ■„ lyke Vaardigheid. Den om hoog ftaanden Beel- „ den, deed hy dat van onderen op gezien wier- „ den. Wyl men voor zynen Tyd gewoon was, „ den Staanden-Beelden op beide de Voeten gely- „ kelyk te planten, zo was hy de eerde die een „ Been óf Voet fpeelende ïiet verfchieten, zulks het ,, Beeld uitzwenkte. Zyne dingen zyn vervolgens „ in groote Waarde gehouden geworden. Alle de ., edelfte Vernuften , zo Schilders als Beeldhou- 'n wers , hebben daar na geftudeerd : daaronder 5, Leonard da Vind, ja de wonderbaare Michel Angelo, „ Ra.
|
||||
Italiaanse School. ij
daf^f ÜVrM enz' "' Scho°n die Kunftenaar
kend',3 aarlchYnlyk, groote Begaafdheeden (gere- kt Lf vynen,Tyd) bezeeten heeft, zo zal eJhter hen, vervolg blyken, dat de Italiaanen, en na zvn „ Ma"*er, niet te bekrompen in zynen Lof ™ geweeft; en dat het er verre van daan was, Zo h ' volgens den Smaak van verlichter Tyden j öoog tekonnen opvyzelen: 't geen wel aanlokke! J* voor de Kunit, maar niet 20 zeer voor de Hif °Jjie kan weezen. Hoe 't zy, Felibien die heirf insl seiyks in t korte roemd, erinnerd dat hy en de voorgemelde Schilders geen' Olieverwe gebruikt infc' gC^krde volSende deeden: dat zv alleen
Wn t'°£in LiT en Eive™e, fchilderdên. Dds
aaten wy ze aan hunne Plaacsfe , om van die tP ipreeken die hen opvolgden , en zich in de Kunft
der Oheverwe opbeurden.
^?en0CpHIp' °VerleedeTn A°- I488' die L- **
laL FemPno ten Leerlingen had , welke «benoemde de Leermeefter vin Rafak is ge?
kunl;' VSiT al§emeen Kunftenaar in de Meet-
de en, ^eeld{]ouwery> Beeldgietery, Schilderkun-
' enz.; onder zyne Tydgenooten : do^h
;; cdde Waarheid te ze^en>in 'c **&
» zyne W ZJm ®mgen Waf te wreed ' van a"e
» in on7, Dk? ware veel te zeSSen' dan '* koomt % was l en met tePasfe> zegc van Mander". Geeft tékP1f/0ud Tékenaar: met veel Verfland en aartievanw^ y ook eenige Vrouwe-troniën, zeer L. da JÏÏ5*5 »«luftiSe Htllfelen» ™ *hoon, dat de natebooS1^ * k°°Z 'V^^ïf n ?00^
gieten • m\ï H? be§on eerft ln Pletöer te Wende fc Ten Tyde Veele Doode- en lange daarn. tl £n ^S^en wierden , die nog *£ KoSe? ^W in d^ Huizen' boven Deu.
' *onu»«> e* Schoortenen, als nacuurely- |
|||
i6 Italiaanse School.
|
|||||
ke Afbeeldzels praalden. Péérden tekende hy in
Evenredigheid en op de Maat, wyzende de Ma- niere aan om dezelfden te vergrooten. L i p p i, de Zoon, mede een Florentyner , over-
leed in den Jaare 1505, ten Ouderdom van 45 Jaar. Hy was de eerffce, zegt van Manier, die den Modernen in 't Hoofd bragt de Kleedyen te veran- deren, en op een' nieuwe Manier zyne Figuuren op de Antiekfe-wyze te kleeden; die den Grottes* ken 't Licht hergaf op de Gedaante der Antiek- fen , maakende dezelfden van Graauw , ook van Verwen; die met groote Studie de Sieraaden der Roomsfe-Antieken, van Vaten, Broosjes, Schoe- nen , Schilden, Helmen, Vrouwe-Huifden 3 Pries- terlyk-gewaad, enz., in zyne Werken te pas bragt. Mantegna, A°. 1451 te Padua gebooren en
aldaar overleeden Ac'. 1517, oefFende zig naar 't Pleister, op de Antieken afgegooten. „ Men wil „ (zegt van Mander) dat zyn Meefter , Squarüvne , hem ter Zaake zyn's Huuwelyks vyandig wierd.
„ Hoe 't zy, Squartione zeide nu, dat de Beelden „ van Mantegna niet deugden , om dat hy dien „ naar de Antieke Steene-Beelden had gemaakt, „ waarna men niet ter dege kon leeren fchilderen, ', wyl die Steene-Dingen altyds zékere Hardigheid Il behouden, nooit hebbende een' teêre Zagtheid „ gelyk 't Vleez of 't Leeven heeft, 't geen zig in „ verfcheide Werkingen roerd en buigd: dat Man- „ tegna beter gedaan zoude hebben, zyne Figuu* „ ren, in Plaatsfe van dezelfden uit onderfcheide „ Verwen te koloreeren, alleen van Wit en Zwart „ te maaken ? gelyk 't Marmer, wylze dan im- „ mers ten minft' naar Steene Antiekfe-Beelden ge- „ leeken zouden hebben. Schoon dit Mantegna „ quelde , was 't hem echter vorderlyk : hy be- „ kende, dat zyn Meester gedeeltelyk de' Waar- „ heid
|
|||||
Italiaanse School. i?
!' 'uJÏÏ^ begaf zi§ toen aan '£ Schilderen nSar
ï, wat JÏÏ ' ,en -to?nde' dat, hy daa™" zo wel
gen g p S als Ult het Anüek konde voorcbren-
tieken ,Tel bIeef hy oirdeelen, dat de An~
ven '?fVeel fchooner Deelen hebben d™ 't Lee-
» tuur! uyZt! daC ^ al de Volmaaktheid der Na-
» in Dy~een hebben verzameld, die zeer zelden
' e een enkeld Lichaam vereenigd zyn te vinden 8'
JJ M, l\ de A"tieke-Beelden beter gefchikt, de
_juske]s5 Aderen, en Zenuuwen , beter geroerd
• » dat.h?%eWeeZeii Zyn' Maar ' fehoon hy dit
«tnt (dus vervolgd van Manier) en hy meende » og het Vleez, met zyne Malsheid en Gladheid,
» ae Antieken fomtyds méér Hardheid- ook 7ipt
» men Zyne Dingen eénigants gefneed^n , tS » kende meer naar Steen dan naa? 't Leeven " rewSl^ï°-Wy Ge|eg^heid hebben om over dit ST&ti ***"«**> ds Misbruiken aanteroe- n die daarvan aan beide Zyden gedaan worden, ^JanZLZT °f ^ BefP°Cc,ng- '£ Welk den d
*»£»!« J°?rglansJZ0 7eI van de F™"/™ als
trek terl-T ingedaan (niet alleen dat zy 't An-
zy daarto" chacten' 'c gecn V17 waar is, maar dat weérftuiten 0ok te ërof zyn) °P deezen te doen e" ineebepl t ^f,, e dlkwyls al te meefterachtige •Wegens al Voikeren aantetoonen* dat zy daar- achten of Vfy door8aans net Leeven al te gering manesq ^J>[Waarloozen » en wac veel in een #0* ren , tot w* Vervallen: dogh wy zullen die Ipaa- zyn. AIle»n aa" de Nederlandfe Schoole gekoomen en 't boven al a°et? J?7 daamit ,alhier aanmerken, le", hoe raar C GeheuSen des Leezers bevee- '* wézenkk BèJn met 5°V> °PfPraak'' zel^
daarop de It.lf Van de Stud]e naar 'c ^nfc>* , &Sc- Deel n Vooral roernen > om£rent de
B G&.
|
|||
iS Italiaanse School.
|
|||||
Geboorte van Michel-Angeto en van Rafa'ël, zolan-
ge na den Tyd van onzen van Eyck, nog tot hunnent was. Verder, aangaande Mantegna, hy was in zyne Lakenen hard, wat klyn van Plooijen , en van een' droogachtige Maniere : dogh des-on- aangezien een groot Kunftenaar, uitfteekende ten dien Tyde , wiens Werken met groote Kunft en Vlyt gedaan zyn. Van Manier meld, als iets raars, dat hy in zyne Werken zeer veele Troniën, naar 't Leeven gefchüderd, te pasfe bragt. Hy roemd ook billyk, de Ordinantie, 't Vernuft, de grootsfe Sieraaden, Kunde, en wat des meer zy, uitblin- kende in zyn' befaamden Triumf van Cezar, die door hem zelfs ook gefneeden is; alsmede zyne Uit- voerigheid , in klyne Tafereeltjes, met verwonder- lyk Geduld en Netheid uitgewerkt; gelyk ook, zy- ne Netheid van Tékeninge, zo wel als zyn Beleefd- heid , Deugd , en Edelmoedigheid : Zaaken die meer of min raar waren, en hem, Zoon een's ar- men Boers, boven anderen by Vorften en hooge Perfoonafiën, geliefd maakten en tot den Ridder- ftand deeden verheffen. By dat alles zegt hy, dat deez Mantua/e- Fenix de eerilemaal van allen de al- lerbefte Maniere toonde, om de Beelden te doen verkorten. Fclibiën , ftemd met dat alles kortelyk overeen; en voegd 'er nog by „ dat hy verftandï- „ ger was in de Doorzigtkunde , dan de andere „ Schilders van dien Tyd, en vooral om zyne Beel- „ den naauwkeurig in de Wyking' te ftellen: „ dat al wat hy fchilderde getekend , en tot het „ Oogpunt gebragt was, op eene Wyze die toen „ niet gemeen was; dat hy een' klyne Kapelle, in „ 't Belvedère, zo zindelyk en aanvallig befehilder- „ de, dat dit Werk van Miniatuur' fchynt; dat 'er „ een H. Maagd, van hem, in 't Kabinet des Ko- „ nings van Prankryk is, en dat men daarin kan „ zien.»
|
|||||
xtaliaanse School. 19
" aam,h°e uitvoerig hy alle de Deelen des Lich-
* in v lutvverkce, zo wel in de Schaduuwen als " rlC £rootfte Licht. Hy erkend, dat die Kunf- " enaar verdiend heeft onder 't Getal der geenen " §eplaatir, te worden , die hunne FiguUren wel 3' ëe'Ghikt, juift getekend, en hunne Onderwer- " £5n m.et groot Verftand uitgedrukt hebben. " ~°k wil hy zodanige Uitvoerige Schilders niet " °erooven, van den Roem dien zy door hun blók- » «en hebben verworven: maar, hy zegt echter, » dat hunne Werken grootelyks verduifterd wort » oen, door de Tafereelen der Groote Meefters » die zedert voortgekomen zyn. Worg ion e wierd gebooren A<\ 14.4.8 in 'ê
Gebied van Venetië , en overleed A». xtti maar KÏlSS °Ud' Hy had zulke leevenJige 'gS
Koioreermge, zo wel in Fresko als in Olievénv «? gebruikte Zulke vloèijende Diepfelen dat de
brent n8 ^-eLZyn °m Geeft in & Beelden «
ke & en ïnS.heid van < V]eez> '£ <™!y~
den en p' UltCebedden- Zyne Lieve-Vrouwbei zufks , .Po"r1etCeö . maakte hy zeer leevendig t len nl!y ln Schoonheid van Koloriet, en Diepfe- ken' t;uand,eren OVertroffen- In zyne andere Wer, ken' u y niets anders dan '£ Leeven gebrui- ., goede TU mïfZe zig Z0 '^ïis^nderlyiE, in da itheyB£a"dfnged^ Verwen (zegt fcKtoj; Schilder? yne Taferee!en dien *c andere
SchïdS ZynCS Tyds verduifterde. 'Na hy de
„ öcöJderyen Van da Viyici gezien ^ ^.^ , " Zo y00" de. drooge Maniere des voorisen Tvds
" en ,eerde ^ dien voortreffelyken Man hoeda- * kLmen ?nten moet ^rdryven en in mal-
" r?deren Tuiten, om 't Koloriet te verzag* v ten en meer Rondte aan de Figuuren te geeven. B 2 „ Hy
|
||||
2o Italiaanse School.
|
|||||
„ Hy begreep zodanig de Kunft , om Dagh en.
t, Schaduuwe wel te voorfchyn te doen koomen , „ dat hy nog daarby voegde die van alle de krag- „ tige Kleuren met malkanderen te vereenigen, en „ daaraan die Leevendigheid en die P'risheid te „ behouden welke zo behaaglyk aan 't Gezigt zyn. „ In 't Kabinet des Konings is een zyner Stukken, „ van meer dan 4 Voet breed en 3 en { Voet „ hoog , beftaande uit veele Figuuren , wonder- „ baarlyk gefchilderd, zulks het dikwyls voor Cor- „ regio gehouden word : zodanig heeft Giorgione daarin zig zelfs overtroffen. Echter muntte hy
Il niet uit, nog in Inventie nog in Ordinantie. „ Door de Eêlheid en de Behandeling' zyn's Pen- 3, feels, overtrof hy allen die hem voorgegaan wa- „ ren. Hy wift zodanig de Kleuren met malkan- ,, deren te vermengen, en derzelver Kragt waar- _ teneemen, dat zyne Schilderyen zig veel fchoo- ner vertoonden dan dien welken men bevoorens
had gezien. Hy fchikte en kleedde zyne Por-
3, tretten voordeeliglyk; en , vindende de Kunffc van ^, 't Hair te behandelen, gaf hy aan dezelfden een' „ Malsheid en eenen zékeren Zwier, die moeijelyk „ genoeg zyn om wel te verbeelden". Dit'sechter vry breed, en dus hier genoeg van Giorgione, die door zynen Nabootsfer, Titiaan, verre te boven gegaan wierd : welke beide , ook hun Plaats in deeze Hiftorie zullen'vinden. Perugino, een Toskaaner, gebooren A°. 1446"
en overleeden in den Jaare 1524, is hier aanmerke- ]yk: niet zo zeer om dat hy den befaamden Rafaël ten Leerling had , die hem oneindig te boven flreefde , maar om dat hy in een zyner Stukken een Landfchap maakte, dat toen ter Tyd won- derlyk fchoon geacht wierd: want men had al- daar, bevoorens , daarvan geen' goede Maniere |
|||||
ItUiaan5£ School. 21
^dTt' JClyk Td Mderhand' ^gt Vafaru
nen W 1 "A Senoeë' om ten P'euf te die- de «, g de Kunfl der ltaliaanen was ten Tv- uaerlyk Penfeel zig zo luifterryk toonde ge-
y« wy 0p zyne PJaatsfe zullen zien; hoe gebrek-
J* zy nog menigte Jaaren daarna bleeven: met
°e veel Onvolmaaktheid zy Trapsgewyze op ftee-
bAA en 'C ërootfte Gedeelte eener Eeuw noodig;
den £ '1 ZedCrt de Find'mêe der O L I E V E R W E , Offl
rdLn ylVau Micbeï-J»gelo en van &*ƒ„# te be-
den r' 1 mnen Roem eensklaPs ^n Top voer- had' omk Land-aart nog geen Gaven genoeg VoV^icboTVXe a"tdere Y°lker,en ^munten?
Man van venTnderlvke £"**• * ***• een de , en iuliek offf ^ ' Anat°mie> ^^on-
tóforeekeï \ > ' ^ r°nd-°m van ziS
ge SeSr' T f wel verf^eide verdienftf-
k nTlS°vfr £ Italieett°*> die ora %d
de§n te b0ven te gaan ™"' «* malkanderen P°°g- afvanzi» hmi ?• maar' Zy waren noS verre doen P,f a £n ïe van ^«tó te konnen voor- dooven nf £ 3am in de Schi,derk™ft te ver-
zo konfKo-k f<VCT> de Goude-en Zilvere-Vaten . hunnent tol Uasfchllderen. enz., waren zelve toe
Toeftand 1 g, °"bekend of in een' kreupelen bloeiden. ,FeSWyatfJbyfonde,rlyk in Mafer/a*/ als een T,Zw^d duidelyk hetj/*? van 1460, Soedoo zvn r' -Taann de Bouwkimde, nog zo deder^S £°U£ks aandeeze alsaa" gindfe Zy- word n ^ooT df VdVin, W ^^ beSon *
Van den SdintlY^m^n Aanmoediging'
iwcunaal Mesfanon, die zyn Bibliotheek
|
||||||||
B 3 aan
|
||||||||
22 Italiaanse Schooi.
aan de Kerke van St. Markus vereerde: waardoor
Vitruvius gemeener, en de Voorfchriften en Grond- regels der Bouwkunde wederom voor den Dagh gehaald en in Vervolg van Tyd verheven wier- den, die zedert den Val des Rooms/en Ryks uit het Geheugen waren geraakt. Da V'mcl zelfs, fchoon hy aldaar eerft de Schilderkunft tot vafte Regelen bragt, en algemeenlyk, zo wel als van den ge- fnelden Felibien, geacht word een' volmaakte Ken-, nisfe derzelfde bezeeten te hebben , zulks deez twyffeld of zedert wel imant zo verftandig in de Theorie der Kunft is geweeft, kan echter onfeil- baar, met alle die groote Eigenfchappen, zo niet voor een' Buiten fpoorigen en Wildzang in de Oef- feninge, ten minfte voor geen Model in de Kunft, en navolgendbaar Kunftfchilder gehouden worden, Hy Het zyne meefte Stukken onvolmaakt, veracht- te het Antiek, en overweldigde de Natuur'. In een Woord, hy was een Man van de allerzeldfaam- fleGaven, en van wonderbaare Vermogens en Poo- gingen van Geeft: maar, hy was 't niet die den Roem zynes Vaderlands in de Schilderkunde opvyzelde. De Italiaanen waren tot zynen Tyde , en door
hem, nog niet bequaam nog verdienftig genoeg om een Uitheemsfen, inzonderheid den Nederlanderen, tot hunnent te lokken : gelyk zy vervolgens dee- den, toen Michel - Angelo, Rafa'ël %Tniaan ,Corregio, en andere uitfteekende Mannen , de Zwaarighee- den der Bouwkunde, Schilderkunft, en Beeldhou- werve, volkoomen doorbraken, en de Faam van St. Pieters Kerk, en van andere voornaame Werken te Rome, te Florence, en elders, verwekt en aan- gemoedigd door Kunftlievende en grootsfe Pausfen. en Vorsten, inzonderheid die van 't opfteigerend roemruchtig' Huis de Mcdicis, gevolgd van andere doorlachte Perfoonaüè'n „ allerwegen rond vloog. T1___
|
||||
ïtalïaanse School. a%
TTa h2?Sft,e aanmerkelyk is, dat deeze Verheffin-
fnon Vnu aldaar gebeurde, door een t'Samen- ' p van verfcheide Voorvallen en eenpaarige Nei-
ggen van grootmoedige en machtige Perfoona- "en toenmaals, dien de Tyd aldaar uitleverde, "rekkende om Italië, of de voornaamfte Staa- ten van 't zelfde, in Vermogen en Bloei te bren- ëen : terwyl in tegendeel het Vermogen met den . -L-uifter van Nederland viel, door de Onrflentenis van deszelfs Landsvorften, en de daar op volgende Afhangelykheid van een' vreemd J-fuiz en afzon- aerlyke Kroon. Hertog Filips. de Goede, onder wien 'c Vermogen der Nederlanden uitftak en Jan "Mn Eyck in Bloei was , overleed A°. 1467. Zyn Zoon en Opvolger , Kavel de Stoute, was te hard- VonClE'e^re, krySfZugdg> om zig aan 't Bevorderen van den Welyaard zynes Staats en 't Queeken der Kantten toeteleggen. Opmerkelyk is, wat verfchei- de Scnryvers, en daaronder Heuterus, van hem by- brengen dat hy zynen Land-aart verfmaadde, Sa- & voyaards en Itahaanen tot zyne voornaamfte Raa- » den gebruikte in Zaaken van Oorlog en Vrede, » t welk eindelyk Oirzaak van zynen ongelukki- j> gen Ondergang, verraaden van de Uitheemsfen , «en van de daarop volgende Beroertens was ". I ,UW Maria> z7n Doghter en Erfgenaame, volg- een £? °P' A,°- I477* Zy overieed> Ao. 1482, H'iu 1 i>0°r GeboorCe van RafaH. Door haar Apn r -y en Dood" geraakten de Nederlanden aan ?* r1Z* Van Oostenryk » en af hangelyk van de opaansje-UonzTchye: naamelyk, voortaan ontbloot van de mwooninge hunner Landsheeren , en ten lrooi van deezer Stedehouderen , om byna een" aeuwe lang alleen ter Uitmergelinge en Slavernye t£ ïennn' t0t de Wanhoop eindelyk dat Geweld en die Rampen uitzweepte , met de Grondvesting' B 4 van
|
||||
24 Italiaanse School.
|
|||||
van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, A°.
1572,door 'tonvergelyklykBeleid en de Poogingen van het doorluchtig Huis van Oranje en Nassau. M E N vergelyke dan eens die verfchillende Om-
flandigheeden, 't Verval der Nederlanden en de Ver- heffinge van Italië, om de Toevallen en het regte Tydflip te vinden , van de Uitmuntendheid der Kunft onder de Italiaanen: zynde omtrent den Jaa-r re 1500, genoegfaam een' Eeuw na zy in Neder- land by Uitftek praalde, alwaar zy den Oirfprong haarer Schoonheid bekoomen had. In een Woord, „ 't was ten Tyde van Rafaël (zegt Felibien) dat „ de Romynfe-School' van Maniere veranderde, en „ zig vertoonde als de volmaaktfte en de uitmun- „ tendfte van allede Schooien". De Frans/e Schry- ver, dien wy nu ftaan te volgen, in de Leevensbe- fchryvingen der Uitmuntende Italiaan/e Schilders en hunne Werken, is van die Waarheid ook zo zeer overtuigd, dat hy genoegfaam zo wel de daareven v-an ons bygebragte als alle de andere Oudere Ita- liaan/e Schilders, als nuttelooz overflaat, en zyn Werk , met Rafaël, aldus eenvoudiglyk aan^ vangt. ,, De Schilderkunft (zegt hy) begon uit ,, de DuisternhTe der Onweetenheid te voorfchyn s, te koornen A°, 1240, toen Cimabue, onderrigt „ van Griek/e Schilders te Florence ontboden , zig „ Aanzien verwierf door 't Schilderen in Fresko, en „ in Waterverw (of Lym- en Eiverw'). Giotto ,, was zyn Leerling, die wederom anderen formeer- „ de. Eindelyk, Antonelb van Mesfma was de eer- „ fte Italiaan, AQ. 1430, die in Olieverw fchilder- ,s, de. Andries Verochio maakte zig befaamd, A*. „ Höo, door beter Tékeninge en door de Beval- „ ligheid zyner Hoofden. Deez was de Leermees- „ ter van Leonard da Vinci, alsmede van Pieter Pe- „ rugino, die 't op zyn' Beurt wierd van Rafaël, |
|||||
R
|
||||||||||
omynse Schilders.
|
||||||||||
25
|
||||||||||
•n«R,,./n.-.V
|
||||||||||
R A F A Ë L.
JE groote Raf aël, Hoofd der Romynfe ScbiU
Vr^dJh"' wierd gebooren te Urbino> op Goeden der 't Ó'J gemeen Schilder, bedelde hem on-
»1p 7vne 7,erfyz van Pieter Perug™°, wiens Faam
ftee/ de T ^ boven SinS' In reinig Tyds ,
te/g Dikw^?erhng V£rre b°V^n Zynen Mees!
ter Dikwy]s maakc zig een Difcipel bequaam enkeld met een gemee£ Meester te zien wr-
Kcn. Kafael ver]iet hem, om te Siena en B5 Pc-
|
||||||||||
$6 B-omynse Schilders.
|
|||||
Perugia zyne Kunfl-oeffeninge voorttezetten. Hy
fchilderde aldaar verfcheide Stukken,, welke voor die van magf^j^örgingenT*--- O p 't jjer^nl der Kartons van L. ap. Vinci en
van M. <4$geIo, gefchikc voor 't paleis van Florence, ierliet Rafaël «SSibliotheefelvan Siena, alwaar Pihturicchio hem geblaakt had, eh begaf zig naar Florence. De Werkefljnitti Broer Bartholomeo dï San Mar co, van da Finci JÊgpanM. Angelo, ver- lokten hem zodanig ,dathy dé Maniere van Schilde- ren verliet welke hy by Peru'gino had aangenomen. De Dood zyner Ouders vernomen hebbende,
keerde hy naar Urh'mo , om Qrdre op zyne Zaa- ken te ftellen. Hy fchiidérde aldaar verfcheide Tafereelen voor den Hertog, en voor de Kerken die'r Stad. Vervolgens quam hy wederom te Pe- rugia , en-vvan daar te Florence , • om .de Kunfl te oeffenen. De VViendfchapWê'lkehy met Broer Bar- tholomeo di San Marco maakte, was ydbrdeelig voor den eenen en den anderen: R a f a ë l vond daarin de waa- re Regelen van 't Koloriet, en Br<aej'Bartholomeo dien der Doorzigtkunde. Wyl hy de Kartons der Ka- pelle Baglioni in St. Franfiskus te Perugia begonnen had, ging hy dit Werk'voltooijen, en verbeeldde 'er een' dooden Kristits,, welke ten Grave word ge- clraagen. De Werken van L. da Finci, trokken hem op nieuw naar Florence. Hy maakte 'er een Altaar- iluk voor de Kerke van San Spirito, en. een ander yoor Siena, 't welk hy onvolmaakt liet. Eindelyk bepaalde de Stad Rome zyn Ver-
blyf. Hy wierd hier naar toe getrokken door Bra-r mant, befaamd Bouwmeester en zyn Bloedyriend. Deez leidde hem in by Paus Julius de II., die hem vriendelyk ontfing, en vervolgens in 't Vatikaan deed arbeiden. |
|||||
Romtnse Schilders. $f
Zyn eerste Werk te Rome was de Schoor van
dtheene, welker ryke Schikking zo zeer verbaazen doet als Verrukkinge baard. De Filozoofen réden- twisten daar, over alle de Weetenfchappen. Dit •Tafereel deed hem zo veei Eer', dat de Paus ai net Schilderwerk ter neer liet werpen , 't welk 'er reeds door bequaame Meesters gemaakt of begon- nen was , om een nieuw Veld aan Rafaël te geeven. De Berg Parnasfus , de Twist over de Hostie, 't Af beeldzel van Paus Julius 11., eenige Kabinetftukjes, vermeerderden grootelyks het hoo- ge Denkbeeld 't welk men van dien grooten Man ontfangen had. Rafaël, fchoon een bevallig en uitmuntend
lekenaar, had echter die Grootsheid en Eelheid nog met bekoomen, welke hy zedert aan zyne Fj- guuren gaf. De Kapelle, welke van M. Jngeloge- fchilderd, en ongeacht de genome Voorzorge deezes Kunftenaars hemdoor Br amant geopend wierd, baar- de in_ hem een' groote Veranderinge. Hy haalde daaruit die Fierheid, en die Verhévendheid, welke t groote Merkteken van Michel-Jngelo zyn. Aan- ftonds deed hy zyne Vordering zien, aan zynen Profeet «pA»«»gefchiIderd op een' van de Pilaaren derKer- e van St. Augufiyn (i). Die Verandering wierd aan-
échtw S,IT Tafereei5 geen' goeden Dagh hebbende, fchynt
van OmtrSUntend en wel uitgevoerd>> h?<- Koloriet ftout, en Verdienste* groots en eel te z?n: in een Woord, deszelfs rrprfr 'k;1 wfc,erfpreekt de Achtinge niet welke elk daaraaq andere OmfSnf",' die dit meld < Traüé de la Peint--> hren&
ÏSï'61^81 b?' dan hier en gemeenlyk word ge- imant 5n A d-at heC' uit Hoofde van een'Gelofte, van beStekrvVn ^ befteed wiefd'• die toen eerst Naam ei£"f» l a1f o' ,fn wanneei- '£ voltooid was meer daar voor «fchte dan de ander geïneend had te zullen geeven, welke na
|
||||
i;8 Romynsi Schilders.
|
|||||
aanftonds van M. Angclo op deszelfs te Rugkoomst
te Rome befpeurd, die daaruit de Ontrouw van Bra- tnant vermoedde. Zulk een fnelle Voortgang van Rafaël, fproot echter uit de Voortreffelykheid zyn's Vernufts: want, dat Schilderwerk der Ka- pelle van M. Angelo, zedert bloot gefield voor 't Gezigt van alle de Schilders van Europa , heeft geenen twéden Rafaël konnen voortbrengen (i). Vervolgens fchilderde hy in 't Paleis Chigi de His- torie van Pfycbe, in twé afzonderlyke Stukken, die 't gant--
nu voorfloeg om 't Verfchil aan M. Angelo te verblyven,
gelyk Rafaël toeftond; en dat M. Angelo, na 't aandach- tig onderzogt te hebben , verre van het te verachten, "c Vonnis ten Voordeele van Rafaël flreek, zeggende dat de enkelde Knie het Geld waard was. Wat moet men dan gevoelen, van de gewaande Achterhoudendheid van M. An- ge/o, vanden Na-iver en zelve deStrydigheid, welke fom- roige tuffen deeze twé vermaarde Mannen voorgeeven : als of die zelfs tot onderlinge Befchimpinge en Verfmaadinge, op de Wyzevan 't Achterftraats-volk, zoude hebben gegaan ! (i) Dat Rafaël een' voortreffelyken Geest en goed
Oirdeel had, en daarbenevens zeer vlytig moet zyn geweest, :zal nimant konnen ontkennen: hebbende hy zulks, in meer of minderen Graad,gemeen met alle groote Mannen. Maar, of dat alles boven de Kragten van alle anderen ging, en of geen taamelyke Tyd verliep eer die fnelle Voortgang zig openbaarde, laaten wy aan iders Overweeginge , en toe- paslyk op alle andere Onderwerpen van deeze en andere His- toriën, wanneer met te grooten Ophef gefpropken word. Heeft dat Schilderwerk ook (gezweegen van 't Opdeiven der Antie- ken 't geen' toen gedaan wierd, en waarmee Rafaël zya Voordeel deed) wel t' zedert, zodanigen onvergelykelyken t' Sa- menloop van kunstlievende Pausfen, van Geleerden, en van uitmuntende Medehulperen , enz., konnen voortbrengen, wel- ke gelykelyk bezield met een' Iver om Rome ook in Moder- ne Kunst te doen uitmunten, allestoebragten wat gunstig en gelukkig aan Rafaël konde zyn? In allen Gevalle, als men ider Recht zal doen, is 't Befluit des Schry vers dan nog in geen' hooger Graad voor M. Angelo optemaaken ? |
|||||
Romynse Schilders. zp
TVflnf? ?olderfluk beHaan ; eene Galatbea op de
ienpè^l de drie BevalUgheeden in een Vak; nf \P Van 'C Huiz C^"'in de Kerk della Pa- ny)i eemge Portretten, en verfcheide andere ynderw-erpen. Na de Dood van Julius II., deed ^eo a , uit den Huize Medicis 't geen altoos de Kun- den begunftigde, de Schilderyen van 't Vatikaan. door Rafaël voortzetten; en vergoedde het Ver- Jiez,'t geen deez Kunftenaar door den Dood zynes voorzaats leed. Niets is verwonderlyker, dan 't Afbeeldzel van deezen Paus Leo (3), 't welk hy Mulderde. Gloriezugtig zynde, maakte hy zynë Werken ongemeen uitvoerig, en liet niets na om haar de Onfterffelykheid te doen bekoomen. Zyn Roem vloog door gants Europa. Verfcheide Vorsten fiel- den zyn Penfeel te Werk'. - D e befaamde Alben Durer zond zyn Af beeldzel: en zyne Kunstprinten aan hem ; en Rafaël be- antwoordde dit, met Tekeningen van zyne Hand. -uie üunstpnnten verwekten in hem den Luft, om door
WeVrc£ICHAKDS0N zest' dathet Aangezigt der Gahthêa
onbevall?0" "0g volmaakte'yk' getekend is; dat de Kleedy aar,genaamVan Fonne' enz'' en 'C Koloriet algemeenlyk on- achtig R0„ ,sfen aanzien van de Tint, die van een vuil zvVart- de Piaats d is; eindeiyk, dat de Galathéa veels te klyn voor AnSelo ■ Jl' 'c we!k hy bewyzd met net Gezach van M.
tcn,oPee , nende, zonder anderzints zyn Gevoelen te ui- jongen jraunn°& °nbefchilderden Muur, bet Hoofd van eenen (2) Rlctt,r» eens zo groot als 't Leeven.
Werk der /v"/Rr>SON nlQend , dat het wonderbaarelyke faias is genjaakT*71 en Sib,Üllm deezer Kapeüe, voor den Je. van 't Werk Va ' *n de eerste VruSc was van 't Befcboiiwea een goed Gedeeh ' ^eh' a,s boven: wy' in dezelfden, fpeurd word. ir„? van den Sty' deezes grooten Mans be- ^(3)IndiEmC bevestigd dit. D3ck en Rembram 8^ene twe quaade Nabuuren had, van
*"' gelykwy elders .zullen bybrengen.. |
||||
go R'omynse Schilders,
door eenen zyner Leerlingen, Mare Antoon, de bes-
te Graveerder zyner Werken, eenigen zyner'Stuk- ken te doen graveeren: waarvan hy zelfs den Om- trek maakte (zo men voorgeeft) om dien zo veels te zuiverder te doen zyn. Hy ving aan, met het Nagtmaal,de Kindermoord, den Neptunus, en deS'. Cecilia, dien hy vervolgens aan A. Durer zond. Na de Dood van Bramant , wierd Rafaël be-
last met alle de Werken van 't Varikaan , die daar- van de Tekeningen maakte. Hy beftuurdeze, en leidde 'er de laatïle Hand aan. Na de twé Kamers der Signatura voltooid waren , arbeidde hy laatfte- lyk aan die welke genoemd word di Torre Borgia„ daar de Brand der Burgt van St. Pieter, onder St. Leo, verbeeld is. Hy eerbiedde 'er 't Zolderftuk zynes Meesters Perugino: niet willende dat dit ver- nield wierd. D E Trap , de Kamers van 't Vatikaan, wierden
verfierd met Grottesken, en verfcheide Gedier- tens, gefchilderd door Jan da Udine. De Loges (a), begonnen door Bramant, wierden voltooid op de nieuwe Tekeningen van Rafaël. Zyne Leerlin- gen fchilderden 'er de Historiën, Sieraaden, en de Grottesken. Zyn verheve Geest bepaalde zig niet enkeld,tot
de Schilderkunst. Hy boetsfeerde de twé Figuu- ren van Elias en Jonas , alsmede 't Basrelief, 't geen men in Marmer uitgewerkt ziet, in de Kerk der Madonna del Popoio. Vervolgens, begaf hy zig aan de Bouwkunde. Op zyne eige Tekeningen bragt hy verfcheide Gebouwen voort, onder ande- ren
< (») De Loges zyn (5pene Galleryen van drie Verdiepin-
gen, rondom den Voorhof van 't Vatikaan. |
||||
Romynse Schilders.' 3j
ren 't Lusthuiz des Paus, het Paleis Pandolfini te
Florence , de Tuin des Paus , de Vertrekken van den Lusthof Ckigi. Ryk geworden zynde, bouw». d£ hy zig ook een Paleis, in Borgo nuovo. Vervol», gens* hadhy 't Beftuur over de nieuwe Kerke van St. Pieter. Leo deX. verhief hem, tot eenen zyner Kamer-
heeren; en beval hem, aan de Zaale van Konjian* tyn te arbeiden. Hy maakte dan daarvan de Teke- ningen. Vervolgens,vervaardigde hy de Kartons, voor de Tapyten die in Flaanderen gewerkt Honden te worden. Met eenen uitmuntenden Geefl ftudeerde Ra*
faël zonder ophouden, en arbeidde om zig te volmaaken. Zyne Denkbeelden, onderfteund door Ar'tosto , die zyn byzondere Vriend was, en door veele andere Edele Vernuften (1), wierden in 't ver-
. (1) Gelyk den Kardinaal Bembo, den Grave B, Castï-
glione, Politianus, Paus Leo X zelfs, enz.: want Ra fa EL (zegt Ricbardjon,IV.337) had Hulp noodig , van Lieden die Ventandiger waren dan hy. Onze Fransje Schryver werpt 'er tusfen in, dat men aan deeze Geleerden de Feilen der Tydré- kening' en je Gebreken van Gelykvormigbeid moet toefchry- Gern > die in zyne Werken befpeurd worden: maar, op wat j^ kan hy'dit verzekeren? Zou de Schilder, al is 't Ra- Schiin' nunne Gedachten ook niet qualyk uitgevoerd-, zyn© en v pachi:ige-Verkiezinge niette vryen Toom gegeeven, fflébed't ^e OntwerPen van nen onder malkanderen ver» alhebb- nnen neoben: ge'yk men meêl' ziet' dac Schilders, beelden"11 fy al Vernuft, dikwyls eigenzinnig zyn,en zig'ver- fchoon 'i- h' zy de Beflisfers' d'er WeKtandigbeeden' zyn ,' vp T„ h»fn de Sfére van hun Penfeel gaat. Als deSchry- ]Jt ntn r„ e ^breken toefchryft, kan hy hen dan te ge. dus „ v f"1 van 'c Goede onthouden? Kan RafaëU himn.A )T Vo°rgedaan worden,dan als Uitvoerder van den th m ^ en Ontwerpen ? Blyft, in dit Geval, voor JtaJÏÏSS-^ 'ets «nders over, ais de Eere van de Téke- •A,e ea *ci«kkinge dei Figuureo, en.de Verdiensten zyn'%
few
|
||||
32 Romynse Schilders^
vervolg zeer verheven. By voorbeeld, wat is 'er
grootsfer dan aan de Oogen van Atthla te vertoo- nen, de twé Figuuren van St. Pieter en St. Paulus, itrydende in de Lucnt; of wat Denkbeeld kan haa- ien , by de Verrukkinge van Homerus, die den Go- den inwikkeld voor de Historie zyner Helden ? Michel- Angeh niet konnende achterhaal*.n, in des- zelfs grootsfen Smaak van Tékenmge, nam hy eene nieuwere en bevalliger Maniere aan, die behaagly-» ker was, en verzeldeze met alle de Sieraaden en de Eigenfchappen der Schilderkunst. Hy formeerde dezelfde , op de fchoone Griek/e Beelden , en de Antieke-Basrelieven, welken hy zeer vlytig naté- kende. De fchoone Natuur wierd geraadpleegd en hervormd , volgens de Evenredigheid der Aloude Kunstbeeldhouweren. Zyne Studie-tekeningen , fraai behandeld met Tékenkryt, doen klaar zien dat hy de Natuure verbeterde op 't Antiek; dat hy zyne Figuuren naakt te'kende, eêr hy die met Klee- deren dekte; en dat hy dezelfden veranderde, tot zy gevoeglyk waren voor zyn Onderwerp. Een byzondere Studie van de Ontleedkunde i
zelve tot het aftekenen van gevilde Lichaam en toe, gaf aan Rafaêl die Juistheid, waarover men zig zo grootelyks verwonderd. Indien hy Voordeel deed met zyne Studiën na 't Antiek, en met al 't geenehy liet uittekenen in Vreemde Landen (i), zo
Penfeels: maar,kan hem alsdan die der Uitvinding/, zo wet
als de Eigenfchappen der Figuuren behooren, 't geen echter een zeer gr-wigtig Punt, de Grondflag van 't Werk . en 't groote Bewys van den Geest en de Geleerdheid des Kun- ftenanrs is? (i) Volgens Vafari,had hy Tékenaaren op zyne Kos-
ten door gants Italië, tor Pczzuolo, en toe m Griekenland: niet het eigenlyke befaamde Grieks, maai Calabriê gelyk wy
|
||||
Romynse Schilders. 33
zó wist hy 't behendiglyk in zyne Werken te pasfe
te brengen. De Schilders, die op Rafael ge- volgd 2vn } hebben geen gebruik gemaakt, gelyk ny> van alle die Behulpmiddelen. J N d 1 e n men maar een weinig op dien grooteri
Man wil peinzen, dan zal men zien dat hy edele Gedachten had, ryk en vmgtbaar van Geeft wasi Zyne Omtrekken zyn vloeijend, en zyne Ordinan- fiën pragtig. Hy behandelde evengelyk de H. Ge- fchiedeniflen, de Wereldlyke Hiftorie, de Zinne- beelden , en de Fabelen: zyn grootsfe Styl leende zig , aan die onderfcheide Maniereti. Een zeer. juifte Tekening, een volmaakte Verkiezing, een Leevendigheid in zyne Figuuren, een Eigenlykheid m de Uitdrukkingen , een Natuurlykheid in da Standen, een grootsfe Manier zonder Gemaaktheid, Bevalligheeden in zynen Zwier der Hoofden, eea Verftand om de Schoonheeden der Natuure van Paffe aantegrypen, en de Eenvoudigheid waarme- de hy zig tot het Hoogdraavendë heeft verhe- > vent wy vooronderftellen. Felibien ftemd daar mede overeen, en
^egt, dat toenmaals niet alleen in Rome, maar ook in de Puin- rvk°Pftrn l'eS Lufthols -ddriani byTivoli, te Pozzuolo in 'tKoning- ke ff"!"11*' en in veele andere Oorden, Menigte van Antie- welk n^£n' Z0 vaD Schilderwerk als Beeldbouwerye waren, van Go niKt meer gevonden worden , en uitmuntende waren ,ek onheid- H7 voegd 'er bv • dat men Rafaël dat zV e" iindere Schilders van dien TJ'd' befchuldigd heeft
J I* Basrelieven vernield hebben, die in de Loges IJ], ^<>"Jeo en in de a|oucje Paleizen waren : na zy die naaaen aoen kopieeren, om alleen Bezitters van die Kunst- ïcnatten te zyn. Een uitmUntend en vlytig Oeffenaar, wel- &e m zodanige duistere Eeuwe zulke Zeldfaame Voordeden bekoomt en tot Zyn Gebruik j^n aanleggen , kan die nieE icnieiyk van zig <j0en fpreeken en fnelle Voortgangea Eerfte Deel, £
|
||||
34 Rohtnse Schilders,
|
|||||
ven ( r): dat alles, by malkander gevoegd ( zegt de
Schryver) , maakt hem buiten Tégenfpraak den grootften Schilder dien wy tot hiertoe gehad heb- ben. Uit zyne laatfte Werken is te vermoeden, dat
hy,min iveriger Aanhanger van de Antieke Stand- beelden , zig meer overgegeeven zoude hebben om het Waan der Natuure te volgen (%) , en zyn Smaak
(i) Onze onderfcheide Aanmerkingen geeven te ken-
nen, in hoe verre men dit gantfe Arrykel aan den Schryver kan toeftaan; en deeze in 't byzonder , om te fterken dat Rafaël in dat Hoogdraavenck, dat Posëtife, ging weiden, 't welk' doorgaans van 't Waart verwyderd. Richardfon brengt, uit Bellori enz., deez'Brok van een' Brief by, dien Rafaël aan zynen Boezemvriend, den geleerden Grave Castiglione fchreef. „ Ik verzékere u ( zegt hy ) dat ik, om „ eene fchoone Maagd te fchilderen, noodig hebbe ver- „ fcheide Schoonheeden te zien : onder Voorwaarde echter, „ dat uwe Edelheid zig wel by my wil laaten vinden , om „ my te helpen ter Verkiezinge van 't geene daarin het „ fchoonste zoude wezen. Maar,dewyi Perfoonen van Goe- „ den- Smaak zeer raar zyn, zo wel als Ichoone Doghters, „ 29 hediene ik my van zéker Denkbeeld t welk my in „ den Geest koomt ". Is dit geen Bewyz, dat Rafaël zig fla zyne Zinlykheid zéker Ideaal vormde , zonder 't fchoone Antiek ten Toetsfteen te houden; of veeleer dit ver- kneedde, om te beter te bedekken waaruit hy 't voornaamlyk haalde , en zig een Origineelheid te geeven, waarvan ei- genlyk de groote Oirfprong in de bovengemelde Oudhee- den van Pozzuolo, enz., was geweest ? (a) CondIvi, Leerling van M. Angelo, verzekerd dat
Êy deezen zynen Meester heeft hooren zeggen (gelyk Ri- chardfon bybrengt), dat Rafaël niet minder zyne Uitmun- tendheid verfchuld was aan zyn onvermoeide Studie , ali aan de Natuure. Maar , zou dit dan niet wederom weer een Bewyz zyn , van de Goedhartigheid van M. Angelo voor Rafaël, en om onzen Schryver hier te wedcrfpreekei:: of zou die groote Man, die zo veel met het Antiek op had, daar by hebben willen beduiden, dat Rafaël zo verre be- needen 't Antiek was gebleeven als hy op de Natuure bast gerafineerd? , . |
|||||
RöMYNSE SCHUDHSJ, 3 J-
Smaak van Koloriet te veranderen (t). Gants ver»
icmilende van zig zelfs in zékere Tafereelen, heeft p zig oneindig opgebeurd in zynen laatflen Tyd. ^an daarvan fterker Preuf weezen, dan het Tafe- reel der Bergverheerlyking 't welk te Rome is , en voor zyn Meefterfluk gehouden word? Voorzien jpet de Bevalligheeden en de Evenredigheid der fchoone Antiekfe-Beelden, had hy niets anders dan nog maar een' Stap te doen, om zulk volmaakt Koloriet als dat van Titiaan, en zulk vlyend Pen- feel als dat van Corregio te bekoomen (2), Om
^f,1')'TRl^HARr,S0N ze&> dat Rafaïl zig bediende
I ™ne r,"kkrszffart' ,|: Seen in 't Vervolg verouder- ïfet v^"af„,^;anSc1fn?wart-achtiShei«'w«'keinzy„Kolo.
nci, voorai in de S ch a dim wen , gevonden word' dar rl« Leevendighe.d van dat Zwart he.n behaagde fc'hoon S zvnl , eV?'g!nrVanJdien gewaar^°uwd wierd. Dit dus SI;20" ft befaamde Man dan wel vrygefproken konnen worden van Eigenzinnigheid, die veeltyds de Gezellin "aï dan deTenr^erf,aa§fre Klasfe!1 is> en dus -eêr InvVed™
doÜ? \rl ,dit evenwel een k!yneStap,2o gemaklyk te
Gronffn, 1 ka?',ons verzekeren (fchoon algemeenlyk by mo3/ kge°irdeeidword' dat aan RAPHAËt niets on* hnfer r ' endat hy alles bereikt zoude hebben indien h* léefd en n^nSl°°P had gehad) dat hy daarin ziS niet ov«-
of zvn'er o- z^er-laaggeftruike!d zoude konnen hebben? op zekeren-r" ,Voorbeelden genoeg , van Kimitfchilders die welken zv" 1 ln hunnen Ouderdom, den Roem verloorert minder /JDi ï"Re Jongheid verworven ? Felibien, die niec verklaard dat sL^ mA,V" »? h°?T T°P Verheft'
van Schilderen k .du'delyker. Hy zegt, dat zyne Maniere d deZt'v?n^ h^' fdl00n ZCer Wd Verftaan hebb^"
evenwe Jen' \I Licht en de Schoonh«d der Kleuren, evenwel geen Tégenwerkinge van Licht- en Bruin , no^ geeneVeitezingevan 2uike ffereen zulke zuivere Tinten 1 littam, gehad heeft, inderdaad | als men ( geen ander Uit- C 3 terft«
|
||||
36 Romy n se Schilders.
Om van de Schranderheid zynes Geeftste oirdee-*
len, behoefd men maar alleen te onderzoeken hoe
t kun-
terfte van Klynachtinge duchtende, tegens overgefteld aan
dat der Italiaanen, inzonderheid der Romynje, die hunnen R af aël, zonder Vlek of Rimpel, ten uitterf te geweid ach- ten ) zig gants overgeeven wilde aan het ftrengfte Onder- zoek, en de naauwfte Berifpinge van alle zyne Werken , (maar welk Kunftenaar kan dan ook vry gaan?): zouden dan daarin niet zo veele Feilen , van een zelfde of van onderfchei- de Soort,gevonden konnen werden, dan ooit uit onzegrootc Nederland/e-Runftenaartn door de Italiaanen te haaien is? By Voorbeeld, zonder zyne byzondere Figuuren ten naauwft* te onderzoeken (waarin hy evenwel, vooral in zynen Zwier en 't Ideaal zyner Hoofden-, grootelyks uitmunt) en hunne Leeft en Werking' met uien dei Antieken te vergelyken; zou- de men na^r Rome moeten reizen , als 't in de Printen zyner Stukken te ontdekken is, om tebefliffen of ook in veelen ( aan- gaande het Geheel, de Schikkinge van Achtergronden, Iaa- gen Indruk van Gebouwen, Oneigenlykheid en Onévenré- digheid van Sieraaden en Bywerken , Feilen van de Door- zigtkunde, en wat meer zy buiten 't geene onze Aantekenin- gen opleveren) wézenlyk iets berifpelyks is ; en zig hier niet mogen verzekeren, dat hy verre was, niet alleen van die hooge Volmaaktheid en Algemeenheid waartoe geen enkeld Mens kan koomen , fchoon een hoogbezield Kunftenaar daarnaar moet tragten, maar zelve van uie welke onvermy- delyk noodig , en mogelyk zyn? Zoude dit zelfs niet konnen dienen, om 'twézenlyke Voordeel uit zyne Werken te raapen, gelyk hy van de Antieken gedaan heeft; alsmede, om zo veels te omftandiger aantetoonen dan in dit Werk zal voor- lcoomen, hoe gebrekkig veele Deelen der Kunft nog in zy- nen Leeftyd waren, welke in 't Vervolg door onderfcheide groote Mannen, zo in Nederland als in Italië, tot vry hoo- ger Toppunt dan door hen gebragt is? Om maar by de befaamde Kartons van Hamptoncourt te blyven, welke (traks bygebragt zullen worden : kan men zo veel Grootsheid en Juiflheid vinden in 't Stuk der Bekeeringe van Ser- gius, en zelve in dat van Paulus predikende in den Areopa- gus; is de groote Eigenlykheid, in dat waarin Paulus zyne Kleederen te Lyjiren verfcheurd , daar 't Oogenblik is waar- in de Os den Slag ftaat te ontfangen, die met zynen Val den Omftanderen dreigd te verpletteren; zyn de Schuitjes, in |
||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
3?
|
|||||||
jfunftiglyk hy de Verkortinge der Figuuren ver-
myd heeft, welke hy wuft dat hy niet volmaakte- lyk
dat des wonderbaarlyken Vifchvangfts, evenredig na de Per«'
foonen , en deezer Werkingë mogelyk daarin ? De Piles Ze'fs , hoe vervoerd door Schilder-poeè'tife Verrukkinge inzy- nen Lof, bekend niet alleen dat zyn Beelden niet gegroept zyn door Lichten of Schaduuwen, maar ook dat zyn Penfeel droog en zyn Landfchap weinig byzonders is; dat hy zyn' Beelden altooz met een' zelfde Stoffen of Lakenen bekleedde ,• dat hy 't regte Verftand van de Ontleedkunde niet had; dat hy zyne Omtrekken wat te iterk aanweez, enz. Wy begeeren ons in zulk een oneindig Veld niet uittelaaten, en wel om bygebragte Redenen , terwyl wy zyne uitmuntende Hoeda- nigheeden in hem erkennen, 't zy by Uitftek ,'t zy benevens andere groote Mannen welke in de Sehilderhiftorië voor- koornen : maar, die daarvan byzonderlyker Voetfpeuren wil ontdekken , leeze Richardfon , Traite de la Peinture ( waarin veel goeds , onder een' Hoop verwarde en hoogdraavende zo wel als tegenftrydige Verrukkingen, gevonden kan wor- den ) om Rafaël, met alle zyne verhéve Hoedanighee- den, rafineerende op de wézenlyke Schoonheid der Natuure or dezelfde nog blankettencie , dikwyls zeer laag en ge- brekkig te zien, tot zo verre van zelve niet veel goede Ver- kiezinge te maaken, ten Voordeele zyner Schilderwerken ter Plaatsfe waarvoor zy gefchikt waren : als waarin veeltyds een groote Verwarringe heerft onder de byzondere Stukken van een zelfde Vertrek, zo ten aanzien van malkanderen , als ten Afbreuk der Grootsheid, welke daarin, door mindere Veel- vuldigheid van Vakken en weiniger Weeligheid van Bytooi- zeien, zoude hebben konnen uitblinken ? Mag men ech- r niet in "t voorbygaan aan onzen Frans/en Schryver vraa- gt n, ter Beveftiginge onzer voorgaande Note (i) op Bladzy- ^r' i0^ ^ri°ftus en andere Geleerden mede Oirzaak dee- \ h'ii ken zyn geweeft : die immers eigenlyk van den acniider waren, fchoon hy de volmaaktfte was van alle zy- ne Landsgenoten, en wil men, van alle de Schilders in 't gemeen * Kindelyk, om dien befaamden Man wel te kennen en te waardeeren, js 't niet ruim genoeg met Felibien aan- ternerken „dat hy Verkiezinge wilt te maaken, van 't gee- '„ ne het volmaaktfte van 't Mensfelyke- Lichaam is , om » daaruit zyne Figuuren te formeerenj dat by , fchoon hy C 3 ,> iliec
|
|||||||
$8 Romynse Schilders.
|
||||||
lyk verftond ( i). Hy verbeelde 't, als of hy zyne
-Onderwerpen op Tapyten, gehegt aan den Wand, gefchildert had. Dus zyn de twé Stukken van Pfycbe uitgevoerd, die zig in 't Klyn -Farnèfe bevinden; de Battailje van Konjiantyn, met de drie andere Stukken van deezes Hiftorie; en de vier Onderwer- pen des Zolderftuks, van de eerfle Kamer der Signa- tura, in 't Vatikaan. Het Oirdeel 't geen Annibal Carratz, koomende
uit Rome, van Rafaël veldde, beveftigd al wat wy hebben bygebragt. Na alle de Meefters van Italië onderzogt te hebben , heeft Rafaël my toegefcheenen (zeide hy aan zyne Leerlingen) de geene te zyn die 't minft gefeild heeft in zyne Werken, en die de klynfte Gebreken heeft. Rafaël wasfchoon, welgemaakt, en van ee-
nen zagten, befchaafden, en zedigen Imborft, Hy was uitter Aart geneigd, om Raad aan jonge Schilders te geeven, en hen met zyne Tekenin- gen te Hulp te koomen. Zyn aaniokkelyke en zin-
„ niet zo zeer zogt, Fierh-eid en Sterkte dan Bevalligheid
8, en Zagtmoedigheid daarin te vertoonen, evenwel zékere „ Zaaken waarnam die hen groots en edel maakten ; dat ;, nimant, zodanig als hy , die Zedigheid en die Ingetoo- ,, genheid gefchilderd heeft, welke zo welftandig aan Vrouws- „ perfoonen is: hebbende deezen altooz verbeeld in Stan- „ den , en met Zwier van Hoofden en Werkinge, die niet „ anders dan Ontzach en Eerbied in den Aanfchouwer „ verwekken "? Is dit niet genoeg , of moet men daarbene- vens bekennen, ,, dat hy zo veel Vlyt aanwendde, betiefFen- „ de de Verkiezinge der Onderwerpen , de t'Samenvoegin- ,, ge der Ordinanfiën, de Steüinge der Standen, den Zwier ,, der Hoofden, de Overeenkoomft der Kleedyen, en der „ Sieraaden welke een Werk konnen verryken , en daarin met ,, zo veel Kunft en Oirdeel arbeidde, dat hy daardoor alle de andere Schilders heeft te boven gegaan"?
(i) Is dit mede niet een gtoot Artykel, 't geen veel van
't hoq-
|
||||||
*
|
||||||
Romynse Schilders. 35
xinryke Omgang, deed hem van de gantfe We-
reld lieven en zoeken. Men verzekerd, dat hy de Vermaagfchappinge weigerde van den Kardinaal St. Blbiano , die hem zyne Nigte ten Huuwelyk deed bieden : hy vleidde zig, zelfs Kardinaal te zullen, worden. Zyn te geweldige Drift voor de Vrouwen,
verkortte grootelyks zyne Dagen. Auguftyn Chigi begunftigde nog deezen Drift, met zyne Minnaa- res benevens hem m zyn Paleiz toetelaaten , ten Einde hem te noopen om 'er de Kartons te vol- ïooijen. De Geneezheeren, waaraan Rafaël zy- ne laatftgepleegde Buitenfpoorigheid niet verklaa- ren wilde, tapten voorts zyne Kragte.n af, door tg veel Bloedlaatingen. Hy ftierf A°. 1520 , in den Ouderdom van 37 Jaaren , op zyn' Geboorten- dagh- Langer leevensloop was te wensfen geweeit, voor zyne groote Eigenfchappen. Het Lyk wierd ten Toon' gefteld , in de eige Zaale waarin hy be- zig was te fchilderen, met zyn laatfte Tafereel der Bergverheerlyking' benevens hem. Zyn Grafflêe word te Rome gezien, in de Kerke der Rotonde, waar.- nevens die der Caratzen is. De Kardinaal Bembo maakte zyn Graffehrift. J n li o Romano , Jan Franfifco Penni, gezegt
il Fattore , Polidoor, Perryn del Faga, Pellegrino da Modena, Jan da Udine, Rafaël da Reggio, Een- venuto di Garofalo , Timotheo delle Vite , Bartbolo- fneo da Bagnacavallo, Vincent da fan Giminiano, en andere, Zyn zyne Leerlingen geweeft (1). Ju- Ik
't hooge Denkbeeld,'t welk men van Rafa.bl heeft, moet
«loen rabatteeren? (i)'TWoofii, Leerling, moet hier niet verftaan wor- C 4 den, |
||||
'40 Romynse Schilders.
|
|||||
lio Romano en Jan Francifco Penni, waren zyne Erf»
genaamen (x). ; De Tekeningen van Rafaêl zyn zo raar niet
als zyne Schilderyen. Men weet, dat hy byna al- ^ooz tekende, om Bezigheid aan zyne Leerlingen te verfchaffen. Schoon verfcheide Perfoonen hunne Kragten hebben ingefpannen, om dezelfden nate- maaken, zo zullen altooz zyne Behandeling van het Tékenkryt, de Stoutheid zyner Hand, en zyne Bevalligheeden, derzelver Origineelheid ontdekken. Hy bediende zig gemeenlyk van Rootkryt. Zyne An-
den, als of 't flegte Jongelingen waren die eenigen Voort-
gang in de Beginzelen der, Kunft maakten, toen zy aan de Werken van Rafaël arbeidden, 't Waren, ten minde in de Kunft, uitmuntende Mannen en groote Meeflers, meer- endeels meer voor vrye Kunftenaars te achten die onder hem arbeidden, dan voor Leerlingen die by hem ter SchoolVqua- jnen. Felibien wekt zynen Leezer uitdrufclyk op, om aan- Xemerken, „ dat Rafaël zulke vernuftige Mannen had die 3, onder hem arbeidden, dat zy, wel verre van zyne Ont- „ werpen te bederven , dikwyls daaraan nieuwe Schoonhee- >, den byhragten: dat Julio Romano, veel meer Vuur dan 3, Rafaël hebbende, aan alle de Schilderyen zéker Lee.- „ ven en zékere Werkinge byzette , welke aan de Schilderyen ,, zynes Meeflers ontbraken : dat Rafaël zelfs, zyn- V, dè dit zeer waarachtig , veel geleerd heeft van Julio Ro- „ mano; en dat zyne Figuuren minder bezield waren , dan J( zy niet geweeft zyn zedert deez Disfipel onder hem ar- „ beidde ". Dit 's zo zéker, dat Pellegrino da Modena, "fchoon zyn Geboortetyd niet gevonden word , ouder dan R a f a ë l word gefield. // fottore was maar 4 Jaar, Julio Ro- mano 9 Jaar , Jan da Udine 11 Jaar, en Polidoor maar 12 Jaar jonger, dan hunnen Meefter Rafaël. (1) 't Zal niet onaangenaam zyn bytebrengen, volgens
Rkhardjon IV. 463 , uit een' eigen Brief van R a f a ë l , ge- daghtékend 1 Juli 1514, welk Fortuin deez toen al had. Hyzeide, dat zyn Kapitaal (overgebragt in Engelfche Munt) óp 862 Pond 10 Schell. Sterlings beliep • dat hy 14- Pond 7 .Schell. 5 Den. 'sjaais trok, als Bouwmeefter van St. Pieter: be-
|
|||||
Romynse Schilders. 41
Artfeeringen kruifte hy zeer zindelyk. De vloeijen-
de en vafte Omtrekken zyner Figuuren, zyn ge- noegiaam om dezelfden te doen kennen. R a faë l heeft ook getekend met Roet, met Ooft-ind. Inkt gehoogd met Wit: maar, gemeenlyic gebruikte hy «e Penne met een' groote Losheid, beftuurende zyne Artfeeringen van de Regte naar de Linke-zy- de. Wyl deeze Meefter niet gemanieerd was is 't moeijelyker zyne Tekeningen te kennen dan 'die eenes anders; en men zal moeten toeftemmen dat men veel Oirdeel moet hebben om zig daarin niet te vergisfen. De fchoone Gedachten, welke zelfs in de Kopyen heersfen, zyn alleen bequaam om veelen Liefhebberen te verichalken. De voornamfte Werken van Rafaël te Rome,
zyn de Zeihen Stukken in Fresko gefchilderd in de vier Kamers van 't Vatikaan. Zeven derzelfden zyn van zyne eige Hand: naam'elyk, St. Leo fpree- jcende met Attila, de Verlosfing van St. Pieter Cl ) t Mirakel der MilTe te Bolfena , de befaamde Twift over de Hoftie, de School van Atheene, de Berg Pamasfus , en Paus Gregorius IX geevende het fcreeftelyk Rechtboek. De vyf overige zyn onder zyn Beftuur gefchilderd , door verfcheide zyner meerlingen, en door zyne Hand verbeurd. Zie hier
fpSn3 v,°g /en JaarSe,d van 86 Pond S Sch., zonder te
hy maakte-h C fene ?y elders Ton' door de Werken dien
nen had, waarL y f? Ja.ndere Kamf V£°r ^en Paus beS™-
bevind, waarvan Z°y v T*"". n £nad der BwSl ziS
van St! Pf«J we :y3« P^d zoude hebben; en dat de Kerk Paus iaarlvks rl 87,s°0 Pond,zou,, koften> waarvoor de
raus, jaarljks i7aso Pond Ster,_ gefchik(. hai 6ierkiL?n om de r'd °nZE? ^erks, vooral daar onze Aan-
ëen' °m de Gewigogheid van 't Onderwerp deezes
C S bc-
|
||||
4$ Rokynse Schilders.
hier de Onderwerpen: de Hifbori van Heliodorus,
de Brand der Burgt van St. Pieter, de Sarraceenen uit de. Haven van OJiia gejaagd, de Verdediging van Leo UI voor Kar el ie Groote , en de Krooning deezes Keizers. De vier Stukken der Zaal van Kor.- Jlantyn zyn na zyne Dood gefchilderd , op zyne Tekeningen, door Julio Romano, il Fattore, en Ra- faël dal Colle. Zy verbeelden de Batailje van Konftanivn, 't Nagtgezigt deezes Vorfts, deszelfs Doop , 'en 't Gefchenk der Stad Rome 't welk hy aan den Paus doet. De Loges zyn gefchilderd door zyn Leerlingen, op zyne Tekeningen. Op de eer- fte - Verdiepinge vind men Loofwerk en Vogelen. De Hiftori van 't Oude- en 't Nieuwe Teftament, verfierd de Twéde- Verdiepinge. Onderwerpen van Hiftorie, Sieraaden, Landfchappen, en Geo- grafiefe- Kaarten , zyn in de Derde- Verdiepinge verbeeld. In 't Paleis Ckigi, of 't Iüyn - Farnéfe, heeft Rafaül in 't Zolderftuk twé groote Onder- werpen gefchilderd: 't een, het Feeft der Goden op de Bruiloft van Pfyche; 't ander, hunne Verga- deringe om haar te vergoden. Daar zyn nog tien Vakken , elk van twé- of drie Figuuren; en in de Hoeken, verfcheide Kindertjes torsfende onder - fcheide Hoedanigheeden der Goden. Jn de Kerke della Pace te Rome, ziet men Profeeten en Sibyllen van hem. 't Befaamd Tafereel der Bergverheerly- kin'r
befaamden Kunftenhars, verder uitgedeid zyn dan wy beoog-
den laaten niet toe ons over deeze zyne voornaame Wer- ken uittelaaten: als waarop Ricbardfon, en anderszints Vajari of van Manier , nagezien kan worden, die alle inzonderheid üit Stuk der Verlosfinge van St. Pieter, vooral wegens des- zelfs fchoone Harmonie van vier onderlcheide aan njaü;a*r. ojtferhoorige'Lichten, ten hoogfte pryzen. |
||||||
Romynse Schilde «.s.
|
||||||||
43
|
||||||||
kinge, een Meeflerfluk, is in die van St. Pieter in
Montorio (i). De Profeet Jefaia , mee twé Kin- dertjes , is gefchüderd op een' Pjlaar der Kerke van St. Jugujiyn (2). Voorts
(1) Richüedsok zegt, dat dit Tïfereei, wyi a!1e de
Schaduuwen evengelyk zwart geworden zyn, in den eeriteu Opflag niet behaagd; maar, wanneer men deszelfs' beden van naby befchouwd , dat men als dan befpetird wat de Verwonderinge der Wereld tot zig heeft konnen trekken.; dat ook daarin, volgens alle waarfchynlykbeid, aanvanglyk en eêr de Schaduuwen veranderden , een groote Verfcheiden- heid en Vermindering van Tinten was, die 't Gezigt ver- maakten, en zig met malkanderen lieftallig'yk vereenigden; dat de Omtrekken daarin ook vloeijender en zuiverder , de Smaak van Tékeninge verhevener, en de Zwier der Hoof- den hoogdraayender en nadmklyker zyn, dan iia eenige aa- dere Werken deezes Meefters te Rome; dat het, Lee vens- grootte van Figuuren, in Olieverw gefchüderd, en door- wrogt is, volgens de Maniere van dien Tyd; dat de Hal- ren , gelyk ook alle de andere Byzonderheeden , met.de Punt van 't Penfeel gedaan zyn, fchoon min anglivalJig dan in eenige veel klynder Stukken deezes ICunftenaars; en dat het gewisfelyk 't voornaamite eenvoudig Tafereel is, 't geen zig jegenwoordig op de Wereld bevind, of mogelyk ooit is geweeft. (2) Onder andere Stukken van Rafaël, of die daar-
voor gehouden worden in de Paleizen van Rome, waarvan onze Schryver niets meld , word een in 't Paleiz Barherini gevonden , 't geen te aanmerkelyk is om hier voorby te gaan : Wy| daaruit zonneklaar te zien is, met welken Ophef e ttaliaanen gewoon zyn de Werken huuner Landslieden
opteveizelen. 't Is het OrigineeIe Portret zyner Minnaareffe, T j n™arfchynlyk mec tie uitterfle Lieöe en vlvt gefchil- H- . Schryver der 2&des Barbarini drukt zig des aan- gaa-n JLUu ' s°P volgende Wyze. „Rafaëi., toond ons hier » C ZeSc ny) een uitmuntend Tafereel, waarin hy eeue zeer „ fenoone JufFer halverlyf geportretteerd heeft: hy heeft „ haar °e^1^ > met een Koloriet en Wezenstrekken zo kun- „. ftiglyk belteed, dat men niet alleen zegeen zoude dat z? „ leevendig is en zig bevveegd, maar ooklieftaliig de Ziel* „ be-
|
||||||||
\
|
||||||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
u
|
|||||||
Voorts ziet men van hem, te Napels, eene
H. Maagd, met St. Jeronimus in Kardinaals-gewaad. I n Palermo, te Monte OlivetQ, vind men de fchoo-
ne Kruizdraaging'. By de Nonnen van St. Pauhs, is 't Hoofd-au-
taar verfierd met een Tafereel , waarin men St. paulus ftaande en ó>. Katharina op de kniën leggende ziet;en om hoog, Krijhts, de L. V., en 5*. Jan. De befaamde S'. Cecilia (i) is te Bologne, in
de Kerke van St. Jan in Monte. Te Foligno, in 't Konvent della ConteJJa , vind
men
beroerd, van den geenen die de Vermeetelheid heeft
" haar te aanfchouwen: zulks Campafpe zelfs, enz. ". Ri- cbardfon, die dit bybrengt, zegt daarentegens, dat het eige Portret zo hard niet, en beter gekoloreerd is, dan de Ko- nve welke Julia Romano daarna gemaakt heeft, en in dit ei- ge Paleiz is ■ „ maar, dat hy desonaangezien duifd zeggen, dat het evenwel niet nalaat vry onaangenaam te wezen,
*' wyl Rafaël daaraan een* bruine en donkere Kleur', " en zeer droevig Gelaat heeft gegeeven: dat de Oogen, " en deHairen, van 't Zwart een's Moors, en de Wezenstrek* " ken «rof zyn ". Hoe 't zy, wy konnen hieruit deeze Vraaee formeeren, vooronderfteld dat Rafaël daarin het Leeven volmaaktelyk gevolgd, naamelyk de Natuur verbe- terd heeft, zo verre 't in zyn Vermogen was zonder de fclaare Gelykenisfe te verliezen: of Rafaël dan (vraagen wvl min uitmuntend ten aanzien van dit Portret is geweeft, dan wanneer hy 't mogelykfte van-zyn Maal daaraan ge- geeven , wanneer hy het ten uitterfte geblanket bad? ; m Van zyn' beiten Tyd niet (zegt Rtcbardfon); ook 15 de Manier wat hard en droog, en de Graad yan Koloriet trekt wat óp het Bruinej de Standen, gelyk ook de Zwier, zvn zeer fchoon, hoewel die van fc Qkitia het minft ; ze zyn niet getekend met alle mogelyke Zuiverheid : evenwel verzag zig alles op den Afftand , wanneer de Kleuren z.g vry fris en aangenaam voordoen, zulks dit Tafereel een zé- ker iets bezit, 't welk het met alle andere Stukken deezes i^Ieefters evengelyk fteld, zonder zelve dat der Bergverbeer- lykinge uittezonderen. |
|||||||
\
|
||||||
Romïnse Schilder Só 45
men, aan 't Hoog-Autaar, eene H. Maagd houden-
de 't Kind Jezus, met St. Franfois, St. Jan, en St. Jeronimus die den Geever van 't Stuk verbeeld. In deGallerye des Groothertogs te Florence, ziet
men de Af beeldzels van Leo X; verfcheide H. Maagden (i ) ,• een' St. Jan in de Woefteny; de H. Maagd ( 2 ) met Jezus, vier Figuuren van Heiligen, twé Engelen om hoog, en op den Voor- grond twé naakte Kindertjes. In de Kapelle, Se. Anne biedende 't Kind Jezus aan de Maagd. Te Plaifance word gevonden, in'tKonvent van
St. Sixtus der Benediktyneren, de H. Maagd ftaande, houdende 't Kind Jezus , met St. Sixtus op de Kniè'n, en Se. Barber. T e Milaan , in de Kerke van Se. Maria tegens!
San-celfo, ziet men, in de Sakriftye, de H. Maagd met het Kind Jezus, St. Jozef en St. Jan den Dooper in't Verfchiet een's Landfchaps. In
(1) Daaronder eene Halverlyf, in een Rond , met
den Krijius en St. Jan. Richardfon zegt van dit, dat het hier en daar flegt getekend, en niet verheven is, behalven 't Gelaat der Maagd 't geen zeer fchoon is; dat 'er een goed Licht- en Bruin, en fchoon Koloriet in heerft; dat de Ena Jan den Krijius in 't volle Licht, met groote Verfcheiden- eid van Tinten, en zeer teder gefchilderd is; dat het zeer fee*je.r'S en in verfcheide Deelen der Schaduuwen geart- gedr^ls) gelyk Rafaël in de Kartons van Hamptoncourt heeft welker r 1 Madonna del la Pefcia, waarvan Richardfon fpreekt,
de alffemp °riet uitlteekend fchoon en luifierlyk is, zynde tie Bruin uïlrlT'nt van dit Tafereel een So°rt van Geel-ach- van'Fdel'heir» kend bevallig;overal vertoond zig een Zwier AanKzSn ' ?elke uit die deftige Tint ontftaat: als "ede
eê! fis SchhS-nden ' Kleedyen.en Sieraaden, welke zo ktb,?nerten deï? ***' De &.ƒ «^W, Opzigter der Kunlt- xabinetten des Groothertogs, heeft my verhaald (zegt Ri- chardfon ) dat men zjg vansdic koftbaar P , bed>nd| om |
||||||
een
|
||||||
$6 R o m v n s e Schilders*
• I n 't Kabinet des Hertogs van Parma, is de
befaamde Madonna della gatta (i), en 't Afbeeldzel van Paulus HL Een fchoon Afbeeldzel eener Vrouwe, vind
men in dat des Hertogs van Modena. In Spanje, in 'tPaleizte Madrit, de Maagd met de
Vis, zynde een koftbaar Schilderytje; in dat van 't Buen-retiro ,een Kruizdraaging met de Maagd en ver- fcheide Figuuren,en eene H. Familie,-in de Sakris- tye van 't Efcuriaal, ziet men een' fchoone H. Maagd met het Kind Jezus en St: Jan; de Bezoeking; een H. Maagd houdende 't Kind Jezus,met St. Jeroni- tnus, een Engel, en Tobias ; in de Kapelle, een H. Maagd, met Jezus en St. Jan. T E Dusfeldorp, in de Gallerye des Keurvorfts van
de Pahz, is een H. Familie; en St. Jan, ruftende op een Kruiz , 't welk hy met de eene Hand houd en in de andere een Houte-bakje. D e Kartons dien men in Engeland ziet, in eene
Gallerye van 't Koningl. Luftflot te Hamptoncourt, Zyn met Kleuren gefchilderd in Lym- Waterverw, en van Paus Leo X. naar Brusfel gezonden, als Te- keningen voor Tapyten welke aldaar geweeven moeften worden, onder 't Opzigt van Fan Orky en
een Stellafie voor G. Vafari te maaken welke in dit Paleiz
veel gefchilderd heeft, die by geluk zulks bcfpeuide en 't den Groothertog aandiende. Dit zo zynde ('t geen weinig Eere aan de Italiaanen doet) kan men ook afmeeten , op welke wyze duurbaare Schilderyen uit dien Oord naar elders konnen geraakt zyn: zulks zy den Neuz' niet zo viez be- hoeven optetrekken, even of zylieden alleen de Kun ft ten hoogften Pryze betaalden en waardeerden, wanneer men ia andere Landen voorgeeft van hunne befte Tafereelen te be- zitten. (i) Geen van de befte Stukken van Rafaël, zegt Pd-
tbardfc'ü, |
||||
Romvnse Schilders. 47
en van M. Coxie, Nederland/e Schilders, en Leer-
lingen van R a f aË l (1). Daar zyn'er maar ze- ven : de vyf andere zyn verwaarloozd , en door vogtigheid bedurven. Zy verbeelden de Bedry- ven der Apoftelen : als, St Paulus predikende in den dréopagus; St. Pieter en St. Jan, geneezendeden Kreupelen aan de Deure des Tempels; Sergius zig bekeerende, op de Prédikinge van St. Paulus; Ana- nas op de Beftraffinge van St. Pieter ïlervende; St. Pieter, ontfangende de Sleutelen ; deszeifs Beroepin- 8e tot het Apoftelfchap, geduurende de mirakuleu- *e Visfery' ; St. Paulus zyne Kleederen verlcheu- rende, toen 't Volk te Lyfiren aan hem en St. Bar- nabas wilden offeren (2). De vyf andere Kar- tons (1) Kan de Schryver dit wel bewyzen? Jl\W\h ÊiST0 üJl zwygc' v™ ^ Waardye dee-
zer befaamde Schilderyen, die eigenlyk met het Penfeel ge- kleurde Tekeningen zyn , welke hy echter in deeze Omfchfy- vmge volkoomenwettigd.en waarvan de daarna gemaakte Ta- pyten , die70,000 Kroonen gekort hebben, in de Kapelle van tonus te Rome zorgvuldig bewaard, en niet dan op Hoog- tyuen vertoond worden : zo moeten wy bybrengen, dat Ricbard- jon, m Zyn Traite de la Peinture, dezelfden verre verheft Doven de Werken van Rafaël te Rome; en dat hy daar- m7r u^W.k'-agtige Pieuven geeft,onder anderen gefterkt WlietGetaigcnis van Vafari f datze enkeld en alleen door zpiff??- Vai? Rafaël, en niet met Medewerking van des- zvnenKISAPelen,?§e|ykzyneWe,ken van '< Vatikaan, maar in op 1:f™ Tyd §edaan - en dat de TaPyten zelfs welke daar- W^t?','» deboogfte Achtingezyn) dat zulks Voorreeden Wekeling op den Haize heeft gehaald, in de om gedaan f.KCns Nieuwen Druks, welke byzonderlyk daar- sfhifSrkunft ym' van de Samenfpraaken van L. Dokt'over de mantwzTLTu" dat deltaliaan' of ^ vermomde Frans- bSim? alsnierChy-nC hy) ^ £°°rdeel °P den ^ngelsmm
SrS «genlykS,op 't Onderwerp der Schilderyen ïc?ÏÏS'nierbeeh8oende>ai ^^ b6Wyzende- Dus zoude
fien miie mee behoeven te bezoeken, om Rafaïl in zy- ncn
|
||||
0 Romynse Schilders;
tons, die vergaan maar mede in Tapytwerk gebragtj
zyn, verbeeldende Kindermoord, de Aanbiddmge der drie Koningen, de Bekeeringe van St. Paulus, 't Martelaarfchap van St. Stephanus,en St. Paulus pre- dikende voor Felix en Agrippa. Het Kabinet des Konings van Frankryk bezit, de
H Familie, den St.Michiel, de H. Maagd genoemd de fchoone Hovenierfier, #. Margriet, het Af- beeldzel van Jobanna van Arragon,St. Jan den Doo- ■per 't Af beeldzel des Grave Cajiiglione , dat des Kardinaals Julius de Medicis , eene H. Familie in 't klyn 't Af beeldzel van Rafaël en dat van Pun- tormo\ een'St.JanEvangeliJl, St. Michiel flrydende tegens Gedrogten , St. Joris tegens den Draak, een' H. Maagd houdende het Kind Jezus , 't Af- beeld-
nen Luifter te zien: daar men hem hier in 't Noorde van
Europa zo digt by ons heeft, alwaar men volgens den Schry- ver een veel verhevener , juilter, en volmaakter Denkbeeld van' hem bekoomen kan, dan in 't Fatikaan of elders. Ri- .bardfon zegt nog,dat die kottbaare Schilderyen, ten Aanzien van 't Koloriet vrolyk en aanlokkelyk ,' op eemge Plaatsfen «ants verdreeven aangelegt, op de Maniere van Grond , en vervolgens met de Punt van *t Penfeel geartfeerd zyn in de Lichten en de Schaduuwen, en datze e ders vooral in 't Vleez doorwerkt zyn ; dat de Behandeling ftout, en ten volle vaft en verheven is; dat zy onder de Nalaatenfchap waren van Koning Karel I. i gelyk uit den Catalogus zynes weêrsaêlooz Kunftkabinets blykt; dat Kromwei ze, zo ver- zekerd word, zoude hebben doen inkoopen, zulks ze dus aan de Natie behouden zyn ; en dat Louis de XIV , door zynen Ambaffadeur Barillon, Koning Karel den II. liet aanzoeken omze hem te verkoopen, dogh. dat de Graaf van Danby, Groot-Trefoorierjvan Engeland, het zynen Koning ontried. Voorts meld hy, dat ze tot na de Revolutie in verfcheide Stukken (als gediend hebbende tot Patroonen voor de la- pvtmaakers, waarvan men nog hier en daar de Doorprikzels inden Omtrek ziet) en in een flegte Kift waren, waaruitze t'elkens genomen en by malkaar gefchikt wierden wanneer |
|||||
men
|
|||||
&OMYNSE Schilder», 49
beeldze] een's Mans met den Erm leunende op een'
Tafel, een' H. Familie gekoomen van den Prins van Carignan. ; t Kabinet van den Hertog van Orkans doet
pen, het Af beeldzel van Paus Juüus U, zittende in een' Ermftoel; alsmede , dat van een' Oude Vrouw, een' H. Maagd in 't Rood gekleed met een' Blaamven Sluijer , St. Jan in de Woefteny', een' H. Familie in een Rond, t\vé Maagden met het Kind Jezus, een' H. Familie gekoomen van Konin- gmtie Krijiina van Sweecle, zynde een koffcelyk Ta- fereel ; een' Jongman halverlyf, 't Gezigt van Eze- chiel St, Antoni houdende een Boek, St. Ftanfiskus ?ennZTa" "k' een' KriM die ten Grave gedraa- fd l°rd* hec Gebed in den Hof des OlyfWs een Kru,zdraaging, een' H. Maagd hebbende v Kind Jezus op haar Schoot, en zitteïde in een* Ka- VerToreiH3^11^11 ^ RaFAËL ^'overal
venpreid Hunne geduunge Verandering van ivieeiter, kat niet toe hen aantewyzen (1). Marc
Doek^enm^^"5' dat men ze Iaatftelyk geftévigd heeft mee
ren herfelH V /0n eeni§e klj,ne plekken>die befchaadigd wa- hebbendopn -^ dat Ko™nZmmam el] Koningin Maria ze *e Hamptonlur^Tn >'? f nt:Ga"elTe? «n dien einde expres js; dat men I gfTbouwd; dat het Vertrek zeer-wel befchoten 'er en zelvP , Vo°rzorge gebruikt, geduurende den Win- lyk te bewLit0°Z in VogdS' w,eè'' om hen zo v«' doen- met Gardynen k J"" Vuur '? dltyertrek te ^ooken; datze dan wanneer menkt zy" ' die "'" °PSefcho°v™ worden (i~) Fei T e laaC zlen-
Ivk hv7ept LIEN doet iets gewiStJSs aanmerken, ge- field worden vanng^nde de Schilderven ™^ vooronder- tVnL n rafaël te zyn, en waarin men wé- 2£n',va" ?ynef Schikkinge en Maniere befpeurd ,° Ste
" Et% A' S,efchild«d, maar min juïlter van ïékëninge |
||||
50 • R o m y N s e Schilders.
Marc Antoon, Au^uftyn de Venetiaan, Syh
mfier van Ravenna , Bcatricius , Buonafone , JEneas F kus, Georgs Mantuano, Cornelh'Cort, Martyn Ro- ta, C. Bloeruvt, en menigte andere, hebben na de Werken van Rafaël gegraveerd. De Abt Marolles rékend 740 Plaaten, en daar zyn'er meer. ,, zv- 'zegthy), koiinen van Timotheus van Urbino of van
,, Pellegrino an Modena weezen, v/elke zyn Koloriet zeer wel „ nagebootft hebben. Die , waarvan de Tekening vafter ,, en 't Koloriet mm aangensamer is , konnen zyn van il „ Fattore. Belangende de Tafereelen , waaraan Julio-Roma- „ 110 geraakt heeft . men ziet daarin meer Vuur in de Wer- „ krage, en meer Zwart in 't gantfe Naakt. Peryn del Va- „ ga is een der geenen , die Rafaël zéér wel hagebootft „ hebben: maar, in 't geene hy gemaakt heeft , is meer „ Zagtheid en Tederheid dan Kragt en Grootsheid ". |
|||||
JU-
|
|||||
& O m
|
||||||||||
Y N S E SCHIIDERS.
|
||||||||||
J U L I O ROMANO.
Jnmfiï. R ° M A N° was genoemd Giulio PippL tii
SchrnYi7\e Geboortebte^, A«. ijf Ge2 nogofhvzLon'f Van Zyf£ ^Udnrs gefProken>
eer hv bv ?? " een ander Kunflenaar oeffende een' verwond", f ,°°ten ^^ ^uam' H? maakte
een verwonderlyken Voortgang. Befte Leerling SS» fff ^^ ^ ' °P Z^e Té?
W rfe; ' T ^ de, Uitvoennge zyner fchoonfte TVw .' !,0 bragc veel meer Vuur in zyne
treden dani^-,.6 Hy gaf> aan allezyne}Fi.
Jö 2. guu«
|
||||||||||
52 Romykse Schilder s.
Euuren, een zéker Leeven, Werking', die
wyls aajn de Tafereelen zyffS^eeftart ontbra-
'Vn zynfe Ordinanfiën groots, vari%nen zeer
vrugtbaardn Geeft, bragt hy zig te bmfen de Ge- dachten der Oude Poeëcen. Zyne Denkbeelden waren edel en verheven. H\ 'tekende zeer valt. Gelukkig j indien hy.zig gemeen bad konnen maa- lteri met cjen Aarfcftle Iüeedyen, en de Bevallig- heeden, trouwe. Speelgenooten van 't Rfefeel zy- nes Meefters. «In tegendeel, zyn Smaak^as woelt. Meer hetlAntiefc-dan 't Leeven navolgende, wierd hy hard eft 'droog, :: Tulio'Romano had al de Geleerdnèki,waar-
toe een Eunftenaar bequaam kan zyn. Be Hifto- xi de Faf>«l Zinnebeeldkunde,,de.Bouwkun- de', en de Döofólitkünde , altöoz je^nWoordig in
zyn Geheugeny. waven in hem oirdeelfcundiglyk ge- plaatft. lh' ;braSc den Geefl in z^'!:c : iguuren-
Zyn vrugfbaar Vernuft was vatbaar, voor alle Soort van Grilde-Onderwerpen, en Verfchjikkelyke- Gebeurtenisfen. Reuz-aehtige Figuuren , waren bequaamer voor hem dan voor eenen anderen. By dat alles voegde hy, eene volmaakte Kunde van de Oudheid, en van'de Medailjes. Geduurende het Leeven van Rafaël waren
de Verdienden des Leerlings altooz begraven, on- der de groote Werken des Meefters. Uitvoerer van deezes Denkbeelden, ftrekte zyn Vlyt alleen eantfelyk' om dezelfden ten kearlykft' te voltooi- fen. Vry verfcheiden daarvan toen hy Rafaël had ver'looren, vertoonde hy zig zodanig als hy was ; naamelyk, een Man overgegeeven aan zig zelfs , niet anders volgende dan de Onftuimigheid van zy- nen Geeft, alles feuilderende volgens zyn aange- |
||||
R ° M y n s e Schilders. 53
re 7PeDr GJeb.mik ' zonder de Wa^heid der Natuu-
Rood van rS£n (I h Zyn Naakt £r°k miv 'C
in zvn ~.öakfteen- Hy vermengde te veel Zwart ven en nten' 'l welk zyne befte Werken bedur- Téken 0nt,uifterd heefc ( 2)' Zyne Maniere van feh " 1 °' wreed en ^ra^' vercoonde zig niet ver- 'leiüenlyk in den Zwier zyner Hoofden, nog in
2^e Kleedyen. & -Ivafaël , die hem boven alle zyne andere Leerlingen
Demmde, fhelde hem , benevens il Fattore, ten Erf- ^en^!rn- Hy bel .ftte hem, om zyne reeds begon- ne Werken , onder anderen de Zaal' van Konjtan- *yn, te voltooijen. Julia voldeed daaraan, na behoo- ren : doende zig helpen , van il Fattore en van Ra- j-aeldal Colle. Na de Dood van Leo X., ziende dat de Kunlten niet geacht waren onder Adriaan VI., deszelfs Opvolger, was hy van Gedachten, gelyk ook alle andere. Leerlingen van Rafaël, om 'Rome te verlaaten. Die Paus leefde maar weinig Tyds. iJe Kardinaal Julms de Medkis , welke hem onder den Naam van Khmens VIL opvolgde, deed hun- De Hoope herleeven. Juli o volvoerde dan de £-aal van Konjlantyn, op de Tekeningen zyn's Mees- |
||||||||
ters :
|
||||||||
het ovedi- e fchynt niet betwifl te worden - getyk wel
&en zei Ce- doen is U,t zvne naderna"d gemaakte Wer-
der 2' r? Z°l%cris den Schryver wegens die van 't Paleiz heeft 'die U ,"?"? ho"d ook, dat hy zelfs Denkbeelden bevat Moeders ■ d d'ePzinniger en verhevener zyn dan dien zyn's Navolger' deV a V ™n Smaak zuiver en SeréSdd » een Sroot
■ fo^rjjr . Ant'eken was. »»L ™f Crh„ al§emeenlyk waar, maar Rkbardfon meld vr.n
de llInnVrv™ Sroote Gekleurde-Kartons . verbeeldende S™3 T %^ter> beruftend? ^ 't Paleiz van Brac- «i"h>TnnJ de/rbeid uitneemend fchoon, de Eenftem- mgheid goed, en de^ Tint aangenaam is. |
||||||||
D 3
|
||||||||
£$ Romïnse Schilders,
ters : dogh den Opfchik , en de Sieraaden van
Metaalkleur gefchilderd, voegde hy van zyn eigen daarby. In het Stuk, waarin Konftamyn de Stad Rome aan den Paus fehenkt, maakte hy zyn eigen Afbeeldsel, alsmede dat des Grave CafiigUone, dat vmPontano, en van andere Geleerden zyne goede de Vrienden. Toen de Werken van 't Vatikaan voltooid wa»
ren, begaf Julio Romano zig ineen Huiz, 't wdk hy voor zig had doen bouwen. Hy hield zig bezig, met Tafereelen te fchüderen voor onder- fcheide Steden, en beftuurde den Bouw van ver^ fcheicie Paleizen. De Graaf CafiigUone moedigde hem, om naar Mantua te gaan. Getrokken door de Beloften des Hertogs, begaf hy zig naar deeze Stad. Met groote Achtinge wierd hy ontfangen : men gaf hem een' heerlyke HuizvefKng, Jaargeld, en de Tafel voor hem en zyne Bedienden. De Vorft zond hem zelve zyn fchoonfte Péérd, waarr mee hy zig begaf naar het Paleis der T 't geen aan de Poorten van Mantua legt. Deeze Reize behoedde hem voor de Straffe,
-welke de twintig onkuisfe PJaaten, van hem gete- kend en gegraveerd door Mare Antoon, op hem zouden hebben konnen laaden : nu viel de Toorn des Paus alleen op den Graveerder,die te Rome was. *T Gebouw der T had toenmaals niets aanmer-
kelyks. Julio maakte het aanzienlyk , door de Bouwkunde en door de Schilderyen waarmede hy. 't verfierde. Schoon ter deezer Plaatsfe niets an- ders dan Bakfteenen waren, om te bouwen, echter formeerde hy daaruit Kolommen, Kapiteelen, Kor- nisfen, en andere Sieraaden, die den Hertog van Mantua verlokten, Rïnaebo Mantuano en Bmedetto Pagni, zyne
|
||||
R o M y n s e Schilders. 53
llale^T11' knorden in Fresko , in eene
TüLio l?rden eü Hünden des Vorfts> welke van
In vier V iïAN° na?r ^HrVf'^tékend waren>
men v 7Yakken v*n I Welfzel eener Zaale , ziet Oliewi illUwe,vk des Mmnegods mee Pfyche , in
dat Ft o:Werv'»met zodanige Kunftgreep gefchilderd,
van j B'* maar eenen Erm lenête hebben,
onderen op befchouwd driemaal zo groot fchv- fr u'Zyn' In de eige Z**le' z?n deF»Wea van
• /Kof in Fresko verbeeld, met vliegende Kindert- 7tS„r0nir0m- De Zonnegod vertoond zig daar, in
gnen Wagen, met den liefFelyk blaazenden Wes- en-wmd. Silenus is voor den Schoorfteen gefehil- Qerd , onderfteund door twé Satvrs , en getorft Qoor eene Geit welke van twé Kindertjes Jezoo- gen word. J ö Na 't Voorbeeld van Rafasl deed Jttlto Ro-
man o, op zyne Tekeningen, die Schilderyen aan- fcggen en fchulderen door zyne Leerlingen , waar- ^a hy 't met eigen Hand gants over fep. In 't ^olderfluk van 't Voorhof, vind men de Hifi <rië van Ikarus, met de twaalf Maanden van 't laar betekend door derzelver eigenlyke Bezigheid. ' w^fn Yoornaamile Werk deezes Paieiz is een Zaal, van 'r\r6 Reazen êeblixerad worden, 't Midde van de Xer*'u]ft ver^eld een' doorbroken Koepel, aflaat r "rM' waann de Throon van Jupi- zvne Blilr Iaage* z;t °^ de Wo!ketl» Schietende word. ^ "it, waarin hy door >w geholpen weeginae n ^?den ^n °P dS Vlugt, en in Be- Hoeken b.5? Wmden ' gefdulderd in d« vier rto.k,n , bulderen van alle Zvden ; de Bevalli?- XZZd7Sfhrlkt> de R"— worden t?-
plctterd onder de RotZen ; en Briareuz bedolven D 4 on-
|
||||
B-omynse Schilders.
|
|||||||
5<S
|
|||||||
onder een' Berg. Elders ziet men, 't inftorten van
Tempelen en Paleizen, op den Kop der Reuzen. Ter deezer Plaatsfe, tusfen Brokken van tuimelen- de Friezen en Kolommen, heeft Julio den Schoor- fteen geplaatft. Als men'er Vuur ftookt , dan fchynen niet alleen de Reuzen in de Vlammen te branden, maar men ziet 'er ook Phto op zyn' Wa- gen, getrokken door dorre hollende Péérden, vlug- tende in de Helsfe-Duifternisfe, ^op 't Geloei der Raazernyen en des Helhonds. De Venflers en 't Ver* wuift, de Deure en de Schoorlteen, zyn van ruu- we St'eenen , zodanig ongeregeld gefchikt dat al- les fchynt inteflorten. Dit pragtig Werk doet zig voor, als een enkeld Schildery. Op den Voorgrond fchynen de Dingen vervaarelyk groot, en in 't Verfchiet verminderd alles, zodanig dat deeze Zaal een ruime Landftreek gelykt. De Vloer zelfs is beftraat met gladde klyne Keijen, welke een' Weer- fchyn geeven op het Schilderwerk, en de Plaats te grooter doen voorkoomen. 't Is niet te gelooven, dat de Schilderkunst iets verbaazenders, en waarin de Waarfchynlykheid beter waargenoomen zy, te wege kan brengen. Als men in die Kamer koomt, en men ziet 'er de Venfters, de Deuren, de Muu- ren, de Bergen, en de Kolommen, fchynende alle inteflorten, dan ftaat men verfchrikt, en men heeft moeite om niets van hunnen Val te duchten. In een Woord, Julio Romano heeft Schrik en Vreez, in zo veele onderfcheide Manieren,ter die'r Plaatsfe uitgedrukt, dat men niets fchooner zien en zelve zig niets volmaakters verbeelden kan. Julio fchilderde te Mantua, in 't Paleiz des
Hertogs , den Trojaan/en Oorlog. Hy gaf ook Proeven van zyne Bequaamheid, in de Lufthuizen des
|
|||||||
Romynse Schilders. 57
desVorfts, en in't Verbeteren van Mantua, daat
naaten door zyne Bezorginge gjhoogd , en een Dyk gelegt wierden tegens de Overftroomin- gen der P0. De Hertog benoemde hem, tot Op- perbewindhebber zyner Gebouwen. De Mildaadigheeden des Hertogs, vermeerder-
oen grootelyks het Fortuin van J u l i o. Deeze deed een Huiz bouwen voor zyn Huizgezin; en verzamelde daarin , een Kabinet van Antieken en Zeldfaamhee- den. Men zag aldaar het Afbeeldzel van Albert Durer, 't welk hy van Rafaël had ge-erft; alle de Rekeningen der Antieke-Gebouwen, en der geenen dien hy t'famengefleld had. Hy wierdeen groot Bouwmeeffcer. Even buiten Rome , ziet men van hem de Vignq, Madama, en een klyn Paleiz op den Berg Janiculus. In deezen Tyd noodigde Franfois I., Koning van Frankryk, hem voor zyn Luiltiuiz van Fontainebleau: maar j u l 1 o, die de begonne Werken te Mantua niet konde laaten fteeken , deed Prima- ticcio in zyne Plaatsfe aanneemen. Keizer Karel V, over Mantua koomende , maakte hy alle de Zégen- boogen, en wonderbaarlyke Tooneelfieraaden. Na de Dood des Hertogs , wilde Juli o die
Stad yerlaaten, om naar Rome te keeren: dogh de Kardinaal Gonzaga, Regent des Lands, hield hem M Z1Ji'i ^em benoodigd zynde ter Herftellinge der "ootdkerke, en zyn bevallige en vrolyke Geeft, Jar?n, de voornaamfte Oirzaaken daarvan. Hy . p1? 'de Kartons maaken , voor de Kapelle VaV d 1 J ü L l ° verbeeldde daarin, St. Pieter en bt.Andreas, van Visfers tot Apoftelen worden- pf'.r Peeze Stukken zyn gefchilderd , van Fermo (*uifom, een zyn'er Leerlingen. Men verzogt hem te Bologne , voor den Voorgevel der Kerke van D 5 &.Pe*
|
||||
58 Romy-nse Schilders.
S'. Petronella. Zyne Tekening wierd goedgekeurd,
boven menigte anderen, en zeer wel beloond. San-Gallo,Bouwmeefter van St. Pieters Kerk',
overleeden zynde , wierd Juli o in desz.lfs Plaats verkooren, onder zeer aanzienlyke Voorwaarden. Zyn Vrouw en zyne Kinderen niet alleen , maar zelfs de Kardinaal Gonzaga, verhiqderden hem lan- gen ïyd om die Bedieninge te aanvaarden. Ein- delykbefloothy, dat voordeelig Amt te gaan be- dienen : toen zyn Gezondheid, die daaghlyks ver- zwakte, de grootfte der Hinderpaalen daaraan toe- bragt. ' De Dood verrafte hem te Maniua , A*. 1546, in den Ouderdom van 5 \. Jaaren. Men be- groef hem in de Kerke van St. Bamabas, en ver- eerde hem met een fraai Grafichrift. Hy liet eene Dogter na, en eenen Zoon dien
hy B-af.ël had genoemd , ter Gedachtenisfe zynes Meeilers, en die in de Schilderkunfl uitgeblonken^ zoude hebben , indien dezelfde niet in den Bloei" zyner Jeugd overleeden was. Zyne voornaamfte Leerlingen zyn geweeft, To-
mafo Parerello van Cortona, Rafaél dal Colle, Prima- ticcio, Benedetto Pagni, Jan da Lione, Jan-Bapifi & Rinaldo van Mantua , Bartholomeo di Cafiiglioni, Figurino da Faënza, en Fermo Giiïfom. De Tekeningen van Jul 1 o Romano zyn zeer
geeftryk, en zeer juift. Gemeenlyk zyn zy met Roet gewasfen , fomtyds gehoogd met Wit. De Omtrek, zeer trots en zeer los, is akooz met de Schryfpenne gedaan , welke hy op 't befte behan- delde. Zyne Artfeeringen zyn van de Regte naai- de Linke- Zyde, en onrégelmaatig gekruid inde Schaduuwen. De Fierheid zyner Hoofden , de Schraalheid zyner Omtrekken , de Middemaatig- |
||||
Romy ns e Schilders. 59
SlnK? Kleedyen> zYne ge™ge Bevalligheid,
doen hem genoegfaam kennen. 6 Ronder te fprèekea van de Werken van Rafaël,
■ aeezes Dood door Juli o voltooid, in Genoot- JUiap met andere Leerlingen diens Meefters; zon- aer te herhaalen die fchoone Schilderyen van 't Pa- Jeiz der 7", waarvan wy daareven gefproken hebben, heeft hy te Rome gefchilderd, in de Drievuldigheid des Bergs, een' verreezen Krijius verfchynende aan Magdalena; te S'. Pm/ede , eenen Krijius aan de r.ilaar gebonden ; in de Kerke van St. Andriez della f alle, de Verlooving van S1. Katharina in de Ka- pelle van St. Sebafiiaan. In de Kerke dell'Anima, ziet men't Afbeeldzel der H. Maagd , S'. Anne , en St. Jozef St. Jakob, St. Jan op de Kniën , en St. Markus met deszelfs gevleugelde^ Leeuw aan zvne Voeten; in de Vigna Madama te Rome,eenen groo- ten Polifémus, omringd met Satyrs en Kindertjes dansfende rond-om hem ; en op den Berg Janicu- «w, m 't Paleiz Turrini, de Hiftorië van Numa * ompdius , eenige Stukken der Fabel van Fenus, van Apoilo , en van Kupido. T e Genua, in Monte Oliveto, is 't Martelaarfchap
van St. Stefanus , van wonderbaarlyke Uitdruk- en Ven ^QlzScotti> ^ P^ifance , ziet men Mars
T e P
'r H^fj'^1 by de Nonnen van Monte Luce, aan l!dn aar' de Hemelvaart Maria.
Aa vt %,°?lkerke te Mantua, ons Heer beroepen, de ot. Jakob. en &.. p/^r treedende uit de Bar- ke tot het: Apoftejfchap. 1 e bt.Andrxs, m de eige stad, eene H. Maasd
houdende 'c Kind Jezus> met * Katharina, S?X ne,
|
||||
go Romynse Schilders.'
|
|||||
ne, St. Auguftyn, en St. Ambrofius, Figuuren ter
Halver-lyf; en de Roepinge van St. Jan en van St. Jakob, beide Leevensgroot. In 't Paleiz des Hertogs van Mantua, 't Beleg
van Troye.
In de Galerye des Hertogs van Modena , een H.
Maagd, midbaar Figuur, met het Kind Jezus* een andere 'Maagd, zeer fchoon , waarby hy een' Kat gefchilderd heeft, genoemd de Madonna della Gatta ; en verfch'eide Krygslieden, die over eea' JBrug trekken. Te Sasfuolo , zyn verfcheide Stukken op den
Muur, en vyf Tafereelen gemaakt voor Gebede- huizjes. In de Galerye van 't Aartsbisfchoplyk-paleiz te
Milaan, de Onthoofding van St. Jan den Dooper. I n de Galerye Ambrofiana, de Oorlog van Kon-
fiantyn tegens Maxentius. D e Koning van Frankryk bezit, de Aanbiddin-
ge der Herders, de Triumf van Titus en Fefpafia- nus, de Befnydenisfe des Zaligmaakers, 'tAfbeeld- zel van Julio Romano, Fuikaan en Fenus, drie Mannen te Péerd op zyn Romyns gekleed, een Fi- guur in 't Graauw, en twé Schilden waarvan 't ee- ne de Schaaking' van Hekna , 't ander een'Scheep- ftryd verbeeld. D e Hertog van Orleans is zeer ryk, in Taferee-
len deezes Meefters: de Opvoeding van Herkules, de Kindsheid van Jupiter, de Geboorte van Bac- ehus, het Bad van Fenus; zes Friezen op Hout ge- fchilderd , naamelvk , de Maagdenroof der Saby- nen, de Vrede tusfen de Romynen en Sabynen, Co- nolanus, de Belegering van Karthago, de Kuizheid van Scipio, en Krygsbelooningen uitgedeeld van Sci-
|
|||||
Romynse Schilders'.
|
|||||||
0i
|
|||||||
S?' in^' e£n' Keizer t£ Péérd' eQ Vyf Kar"
Tapv'fP Waterverw' op Papier gefehilderd voor
melvi cv, lguuren Srooter dan 'c Leeven: naa-
piter p' -ypUer en Danaë, Jupiter en $Mf, Ju-
Juno Wkmm > ?uPher en ?° » en' ^«piïw en
T Werk deezes Meefters beffaat, uit omtrent
5° Stukken, gegraveerd door J. Bonafonus, Dia-
"a Mantuana , Berteili, Baptifi-Franc, George Pentz,
eorge Mantuanus, Beatricius, Hollar, en verfchei-
de anderen. Men vind 16 Stukken, van Juli»
Komano, in de Verzamelinge van Cro&at.
|
|||||||
TAD«
|
|||||||
(t RobySsë Schilders.
|
|||||||||||||
TADDEO ZUCCHERO.
|
|||||||||||||
D
|
E natuur verflaafd zig aan geen' byzondere Ma-
nier': akyds veranderlyk in haare Uitwerkin- |
||||||||||||
gen , verfchaft zy een' groote Lesfe aan de Kunfte-
naaren, die zig voorfteflen haar natebootsfen. T a d- Deo Zucchero, en zyn Broeder Frederik , heb- ben geen Voordeel daarmee weeten te doen. T.addeo wierdgebooren,A°. iszg,teSan-Jg-
nolo in Vado , in 't Hertogdom Urbyn. Hy was Leerling van zyn' Vader, OttavianoZucchero, en over- trof hem in korten Tyd. Een goede Geeft geleid- de |
|||||||||||||
R°mynse Schilders. 63
IndSe SteH ^^ O^dom van 14 Jaaren.
geöoodLaS #e° Beftaan vindende, vond hy zig fchüderen Verwen te vryven i in Daghloon te flaapen f" °^der de ^^ van 'c Paieiz c%' »
tot het rp) " Gedeelte zv.n'f Tyds» gebruikte hy ken V3 » enen naar de Anaeken' en naar de Wer-
an Rafaël.
een' 7'Tf1^' waarin hy ziS bevond, haalde hem
Hui e °P den Halz'' die nem noodzaakte naar Wede te keeren' Na zyne Geneezinge, quam hy
baa? °jm te Rme' ZodaniSen geduurigen en ver- WeinV ^ JVoortgang maakte hy , dat hy binnen Dv' g Vdsvan Z1S deed Tpreeken. In Maatfchap- hl ™et*!~a.ncescoM Agnolo, zyn Bloedvriend, hield tin ?ékSV-C; FrïZen en Gaileryen in Fresko>
toen zekere £«»»*/, geboortig van Partna en een ge- meen Schilder, dogh welke"lange met ComZ% Pannens-omgegaan had, hem nafr ^mo trok om £L Wrï ^5^ te fchilderen- Door *aad
'e Raiders, deed Taddeo grooten Voorgang: JiuPeD/efl wierd begaafder, en murwer. Hv
de sSS er' P ï Verwulft> de vier Evangeliflen, WW16"', d^ PK>feetenf en verfcheide Onder! Ten n1 l üde en 'C Nieuwe Teftament.
Rome zvnd^61"^0111 Van, aStien Jaaren wederom te vel van't p'i°" am hy in Fresk° den V°°rgee- fchooneUir^u.Mattel- waarvan de Kragt, en de Zyn Br0ed"r°TT-l de ^ Were£ kribben-
*i» vinden In'rTf 'T* A J W°' te gelen zynerKnnÏÏ. Grondré- de KLel'e'def nan ¥rMn0 deed hem kooraen, om
Hy m£kteooW0mrkerksZynerStad te fchild^n.
ciL? 1 verfeheide Werken, te P*/inr en §U3g Ve*vo,$eïïs ^erom naar Rome DeSsfen"
|
|||
64 Romïnse Schildere
fallus III en Paulus IV., gebruikten hem in ver-
fcheide Gedeeltens van 't Vatikaan , byzonderlyk in dat genoemd Tornone , alwaar men eenige Ka- mers vind, door hem met veel Oirdeel gefchilderd. Hy maakte ook verfcheide Af beeldzeis, onder an- deren dat van Paulus IV. . Zyn Broeder Frederik , beginnende te fehilde*
ren wierd naar Urbino gezonden. Op zyn' te Rug- kootnft ondernam hy, met 7Mfa>, eene Kapelle in de Kerke der Confolatione. Taddeo werkte maar daaraan als hy gelukkige Invallen had, waarin de Hand gemakkelyk alles uitvoerd wat de Inbeelding opgeeft: ook is dit Werk, 't geen hem geduuren- de vier Jaaren bezig hield , een def fchoonften dien hy gemaakt heeft. Zyn grootfte Vermaak was, Zynen Broeder Frederik te verpligten , en hem te bezorgen Kapellen om te befchilderen , waarvan die zig zeer wel queet. Hy bood hem zelfs den Her- tog van (hifi aan, welke toen te Rome was, om hem mede naar Vrankryk te neemen: daar hy zelfs gegaan zoude hebben, indien de opkoomende Oor- log en de Dood des Hertogs, het niet belet Taddeo wierd gebruikt, voor de Lykpraal van
KarelV: waarvan hy, met zynen, Broeder, allede Schilderyen maakte, in vyfcntwintig Dagen. De Kerk der H. Maagd hem naar Orvieto getrokken hebbende, vielen zy'er beide ziek, zulks zy 't Werk onvolmaakt lieten en naat Rome keerden. Op hunne te Rugkoomlt, gaf de Kardinaal bar-
néfe.azn Taddeo,'t gantfe Beftuur zyn's Kafteelsvan Caprarola over, met een groot Jaargeld. Niet al- leen maakte hy de Tekeningen, voor alle de Schil- deryen; maar, hy fchilderde ook veele Dingen met zvn eigen Hand, onder-aaderea de Kamer des ■V Slaaps, |
||||
R O M y n S £ ScHILÜElCs; 6$
fïZll alW3ar hy den NaSc met deszelfs Eigen-
|
|||||||||||
mers
|
~V,erbeeld heeft CO'r* twé andere Ka-
|
||||||||||
zeis dV g?rchikt ter Eenzaamheid, met de Afbeeld-
uer Vorsten welke dezelfde bemind hebben.
medpTINl)ENDE dat Taddeo, in een Stuk waaf- Snh-ij y e Zaal' ^^" verfierde, alle de andere ^niiders overtroffen had , gaf de Paüsdiétn eer* b^oot Werk, ter Zyde der Kapelle Paulina, en ver* °Jgens de groote Zaale van 't Paleiz Faméfe. -•-addeoj begeerig zynde Florence te zien} bé-* gaf
den iDE.UitvindinR van dit fraaiie Schilderwerk, is vari
n geleerden Anmbal Caro aan TaddeoZuccbero ingeboezemd, "ydeszelfs langen en omfiandigen Brief van den z November 1563, op Bevel des Kardinaals, gelyk Richardfon bybrengt. l'ehbien wyzd daarbenevens op de Brieven van Caro: eii zegt dat de voortreffelyke Redeneering, welke deez daarin rt?r h^-ÏT" ?PgeefC dan in die Schilderyen te vinden is: ïnHn , r •" mcn "iet hebben konnen verbeelden, dui- zel de vernuftige en fraaije Dingen welke in die Brieven ge- vonden worden, wyl de Plaats niet bcquaam was om zulken biooten Overvloed van Gedachten te bevatten. Inderdaad, jol voordeelig ook aan een' Schilder, vooral indien hy geen" loogen Vlugt van Letteroefening' en Oirdeel heeft, de Ge- Cele j Va" een ver(landig Man moeten weezen i geeven dd vosferv' eChKf "iet' fomtyds> vooral wanneer zy in de School- van ZinnebVai^en Zy"' Zulk eenen V,oed van Gedachte» e" meen Vernuft " °P' ke maar dienen *an om een ge- zach ond-rnp yerbvfteren> vooraI 'ndieli dit op eigen Ge- nen, en dus Hr Z'Ch daarva" bv Vermindering' te bedie- h'ooid de O ^n len voor zvn' Rekening' te houden? Be- gen of't mi niet vooraf te we£ten, en te overwee- Letteren voo°flKr!s«>met het IJ™(eel uittevoeren wat hy mee overweegen , of hyI ? 1? m0eC de Sch,l1d?r Zy"I K"Sten nie£ Dit zy echter nie7 '" "aat ls daarult hft goede te vatten? Zuccbero* die „ geze§t ten °Pz,St van Car0 ' of van ds SKnGee t^°0,1,d hebben ' de ecn dn h? van een<
n lw !S welke wist met wien h-v te d°en had i te maakeï ? ** daaruit een'Soede Verkicziuge wiste» Eerjie Deel. E |
|||||||||||
C6 Romynse Schilders.
gaf zig daar naar toe, met voorneemen om 'er lan-
ge te blyven. Zyne Verbintenisfen te Rome en te Caprarola , lieten hem niet toe dat Denkbeeld te volgen. Wederkeerende te Rome befchüderde hy eene Kapelle, in Trinha. Tot Huuwelyk aange- maand zynde , wilde hy daartoe niet verftaan . Zyn Broejder Frederik, meenende hem van Dienft te konnen zyn , quam te rugge uit Venetië. Een gevaarlyke Ziekte , fpruitende uit te zwaaren Ar- beid en" te ongerégelden Vermaak, fleepte Taddeo ïn 't Graf, A°. 1566, in den Ouderdom van 37 Jaaren. Zyn Broeder deed hem begraaven, in de Rotonde , ter Zyde van Rafaël, waarmede hy hem durfd vergelyken , met dit Graffchrift: Fredericus mcerens pofuit Anno 1568, moribns, piclura , Raphaëli Urbinati Jimillimo. 't Eerifce gedeelte kan waar zyn, ten Aanzien van de Oirzaake hunnes Doods , en van eene zelfde Daghtékeninge: maar, het twéde is een Verblinding, een Vlyery, welke niet te ver- fchoonen is dan aan de Broederlyke-Liefde. U1 t al het bygebragte zal men gemaklyk kon-
nen oirdeelen, dat Taddeo groot was in zyne Ont- werpen, verheven van Denkbeeld. Hy had een fris en mals Penfee!, verftond de Ontleedkunde zeer wel, en wist zyn Onderwerp fraai te fchikken. Uitmuntend was hy, om Hoofden, Hairen, Han- den en Voeten , te fchildercn. Zyn Koloriet was vrolyk. Hy was rédelyk juist , fchoon verflaafd aan eene Maniere, hebbende de fchoone Natuure uit het Gezigt verlooren. Verscheide zyner Werken , gelyk die der
Zaale van Farnéfe, 't Kasteel van Caprarola, en de Kapelle der Trinita, bleeven onvolmaakt. Frederik, die m den eigen Smaak was, voltooideze alle. Taddeo was geestig in zyne Tekeningen ,
wat
|
||||
RómynSê Schilders. 6~>
wat lomp in den 0mtrek zyner Figuureni z
OnurU Z)'U kaDtiS en hard Hy maakte zYn'
«™h ,met dePenne5 gewaschen met Roet, en behoogd met Wit. Alle zyne Hoofden gelyken ^S > en hebben dikwyls weinig Edelheid , met gé- «neuzde Oogen. De Uit-eindens der Voeten en der Handen , zyn vreemd getekend. Zyne Werken zyn door gantsItaliëverftrooid.
Door zynen geduurigen Arbeid zynze tot menigte mtgedeid, dogh veele zyn onvoltooid gebleeven. *n 't Vatikaan heeft hy gefchilderd , de Friezen "er Kamers die boven 't Corridoor van 't Belvedère £yn, en verfeheide Kamers ter Plaatsfe genoemd Tornone. In de Zaale Regi, twé groote Stukken; en in 't Vertrek achter de Loges , naar de Plaats van St. Pieter, zyn de Zolderftukken en de Friezen van zyne Hand. Te Rome, in de Kerke de Confo- lattone, heeft hy gefchilderd, een Nagtmaal, eene Voetwasfinge, den Tuin des Olyfbergs, de Van- ginge van Kristus, de Geesfeling, een Ecce Homo, Pilatus zig de Handen waschende, Kristus voor An- nas , een' Kruisfing , verfeheide Figuuren voor 't Autaar,de vier Evangelisten; twé Profeeten, en twé Sibvllen, zyn 'er Halverlyf verbeeld. In 't Paleis Mah ziet men de Zanggodinnen. In de Kapelle , Lrmita heeft hy in Fresko gefchilderd, de Hé-
melvaard Maria, met de Af beeldzeis van verfchei- Serifoonen- '£ Hoofd-autaar, te & Sabma, en P,w rlte daar boven- De ëroote Zaal van 't
raieiz tarnéfe, verbeeldende de Veroveringen van Alexanderbarnèfe in Vlaandere; en in de Frieze der Yoorzaale, de Historie van Paultis III. Te & Ma- ria del homi een' fchoone Mzra-Boodfchap op den Muur gefchilderd ; en een' Geboorte , van een' hoogen Toon van Koloriet. Te St. Marcellus der E a Set*
|
||||
68 Romynse Schilders»
Serwten, verfcheide Onderwerpen der. Historie van
St. Paulus, gefchilderd in Fresko op 't Verwulf en de Muuren ; en zyne Bekeeringe, in Olieverw', voor het Tafereel des Autaars. In de Stad Urbino, heeft hy verfcheide Stukken voor den Hertog ge- maakt. Te Caprarola, in een' groote Zaal', zyn de doorlugtigfte Bedryven van 't Huiz Farnéfe in ver- fcheide Vakken verbeeld, met de Figuuren der Glorie' en van Bellona. De Kapelle is verfierd met verfcheide Afbeeldzels van 't Geflacht Farnéfe; en drie Kamers zyn befchilderd, met verfcheide On- derwerpen betreklyk op de Eenzaamheid , waartoe zy gefchikt zyn. " In den Lusthof de Papa Ghdio,emJ Berg vznPar- nasfus, en andere Onderwerpen in de Kamers; en in den Hof, onder de Loges, twé Historiën der Sa- 'bynen, in 't Graauw. Men zag wel-eêr, in 't Paleiz Royaal, te Parys,
een Tafereel van Taddeo, verbeeldende een' Kris- tus in 't Graf, onderfteund van verfcheide Enge- len, Toortsfen draagende, zynde de Figuuren lee- vensgroot. Jegenwoordig is het te Reims. C. C o R T, P. Thomasfin, J. Mantuanus, C. Galle,
Pietro Stephanoni, Cherubin Alben, en andere, heb- ben omtrent 20 Stukken gegraveerd na Taddeo Zuc- cbero. |
||||||
FR,E-
|
||||||
J
|
||||||
Romynsje Schilders.
|
||||||||||||||||
69
|
||||||||||||||||
vjtu- fcuJp-: 'Ji, 1 ■
|
||||||||||||||||
FREDERIK ZUCCHERO.
^■Ederik Zucchero, Broeder en Leerling
van Taddeo, wierd gebooren ter eige Plaats- |
||||||||||||||||
F
|
||||||||||||||||
*543- De ligte Beginzelen, welken zyn
F>m —(* . 1 _1 ^ -„ _______ i_ _ t 1 " r-y n 1
|
||||||||||||||||
tt 1 ,
|
||||||||||||||||
vaaer hem gaf, ontdekten zyne gelukkige Geftel-
tenme voor de Schilderkunst. Zyne Gaven zig ver- toornende, Zond men hem na-r j^om ^ om - te oehenen. Welke Studie hy ook gedaan heeft, in
de bchoole_ Zyn>s Broeders Taddeo , echter heeft
y Z1§ n001t Zo bequaam konnen maaken als dee-
zen , waarvan hy naauwlyks de Onderrigtingen
E 3 wil-
|
||||||||||||||||
fö Romynse Schilders.
wilde dulden. Hy werkte gemaklyker, maar was
verflaafdervan Maniere, -dan den zelfden. Zyn Broeder zette hem zo verre voort;, van met
hem in Gemeenfchap te arbeiden, aan Iverfcheide Werken. I Zelve liet die aan hem over1, Voorge- vels van jrluizen of Kapellen, om van hem alleen gefchildeiü te worden. Den Voorgevel: een's Ge- bouws te -Rome maaiende, waarin hy de; Bekeerin- ge van St. Éujiatius, deszelfs Doop en Martelaar- ichap, verbeeld had, quam Taddeo , bezorgd voor den Roem zyn's Broeders , het Werk bezigtigen. Ziende eénigeFiguuren die hem niet veel Eere kon- den geeven, nam hy 't Penfeel en verbeterde de- zelfden. Frederik , door Verwaandheid ingeno- men, nam dit zo qualyk, dat hy zo voort alles met den Hamer ging afbikken waaraan Taddeo ge- raakt'had. Deeze Buitenfpoorigheid, deed hen ge- duurende' eenigen Tyd overhoop leggen: tot ver- volgens de Verzoening tusfen beide quam, met dit Verdrag, dat Taddeo de Kartons verbeteren zoude, maar niet het Schilderwerk. Frederik arbeidde by den Paus, met den jon-
gen Ba:ozio en andere goede Schilders. Hy fchil- derde in Belvedère , een' fchoone Frieze , verbeel- dende de Historie van Mozes en Farao ; alsmede die van den Hoofdman over Honderd, de Bruiloft van Kam. en de Verheerlykinge op den Berg. Deeze Stukken, vernuftig en zeer we! uitgevoerd, deeden hem de Overwinninge op de andere Schil- ders behaalen. Zyn Roem verhief zig toen eensklaps. Taddeo,
verre van deswegens na-iverig te zyn , verfchafte hem geduurige Bezigheid, aan zyne Werken in 't Vatikaan, in 't Paleiz Farnéfe , en in 't Kasteel van Caprarola, Hy voerde hem zelve met zig, in zyne |
||||
Romynse Schilders. 71
r e*A £ 50n^"om- ^y tekenden, gezamenlyk, alle de
Gedachten uit, van de fchoone Tafereelen die zig daann aan hen voordeeden. Deeze Tekeningen, behandeld op een' grootsfe Maniere , zyn jegen- woordig van de Liefhebbers zeer gezogt. FRederik, ziek geworden zynde, quam we-
derom te Rome , met zynen Broeder. Na zyne •Herftellinge, voltooide hy verfcheide reeds begon- ne Werken. Toen deed de Groothertog hem te Fhyence koomen, om den Koepel van Se. Marie Dei fhti te voltooijen, van Vafari onvolmaakt gelaa- ten, en die zedert verbrand was. Frederik volvoer- de het op eene grootsfe Wyze , en in weinig Tyds (x). Vervolgens begaf hy zig wederom , over
Verona en verfcheide Steden van Loinbardye , naar Rome. Weinig Tyds daarna verloor hy zynen Broe- der Taddeof aan wiens Gedachtenisfe hy alle de Ee- re toebragt welke in zyn Vermogen was. Zig wederom naar Florence begeeven hebbende,
fchilderde hy verfcheide Stukken, voor de Inhaa- hnge van Koninginne Johanna van Oostenryk. Hy zoude 'er langer gebleeven hebben, indien Grego- rïus XIII hem niet naar Rome ge-eifcht had, om t Verwulf der Zaale Paulina te fchilderen. Ter-, wyl hy in 't Vatikaan arbeidde, boezemden eenige Ve."chil]en, welken hy met de voornaamfle Ho- velingen des Paus kreeg , hem het Denkbeeld in, om het Tafereel des Lasters te fchilderen, waarin hy die eige Hovelingen, die hem beleedigd had- den, (i)Ri
chardson zegt, dat de Uitvinding zeer fchoon,
«r aan F. Zucchero medegedeeld is door den Prioor D. Vin-
cent Borgbini, groot Beminnaar der Kunst, een der geleerd- üe Mannen zyn's Tyds ■ • - E4
|
||||
1% Romynse Schilders.
den , met Ezels - ooren verbeeldde ( i ). De ftout*
lieid, welke hy had, om dit Tafereel ten Toon te Hellen boven de Poort der Kerke van St. Lucas , vertoornde den Paus zodanig, dat Frederik zig ge- noodzaakt, vond Rome te verlaaten, alwaar hy niet te rug quam dan langen Tyd naderhand. D e Kardinaal van Lotteringe deed hem in Vrank,
ryk koomen, om eenige Werken te maakem Van daar ging hy naar Antwerpen , daar hy Kartons voor Tapyten tekende ; en verder , naar Hol- land , en naar Engeland, alwaar hy Koninginne Elizabet , en verfcheide andere Tafereelen fchil- derde. Fenetie trok hem vervolgens. De Patriarch Grimani wilde zyne Kapelle doen voltooijen , die door den Dood van Battista Franco onvolmaakt was gebleeven. Frederik verbeeldde 'er Lazarus, en de Bekeennge van Magdaleena. Men. ziet van hem, ep den Trap van dat Paleiz, uitmuntende Figuu- ren; en zyn Tafereel , in Olieverw', van de Aan- biddinge der Drie Koningen, 't geen den Na-iver der Venetiaanfe Schilders verwekte. De Zaal van den Grooten Raad, waarin hy om Stryd fchilderde, met Paulo Feronéfe , Tintom, Bas Jan, en Pal/na] verfchafte hem Tekenen van 't Genoegen des Se- paats, die hem tot Ridder verhief. Eincelyk begaf hy zig te rug naar Roine, al-
waar (i) Eenige meenden , zegt K. van Manier , dat het re-
daan was, ter Oirzaake van een Verfchil tlisfen den Kardi- naal l'ainéje en hem voorgevallen, aangaande de Beloonin- ge van den Arbeid in 't Paleiz Caprarola: dat de Kardinaal ggzegt zoude hebben, daar waren nu geen Rafaëls en andere goede Schilders meer,- en dat Frederik daarop zoude hebben geantwoord , dat 'er ook geene goede Kunstminnaars, Paus- jen, en Vorsten, meer waren. |
||||
Romynse Schilders. 73
beS dwelUS ÏT Zyne Achtin^e' en Goedgunftig-
fci plf;der fchonk' HY Vülto°ide 't Verwulf dfr op del ÏM' en y,ede an,dere Hiftor*n in Fresko, zl on rMllUr- De Kerken en Paldzen > ^arin 5Ld2 5Cmaakte Werken 7an ra^° bevonden,
wierden door zyne Hand volvoerd. ' fcha,1 LIPPUS de II- noodigde hem, onder 't Paus-
te a k -jn SiXtUS V* miV Spmje ' om in 'c F-skimaal yoeiden. Hy wierd 'er met groote Achtin^e ^tangen; en de Vergeldingen diens Monarchs, uoesten zyne Poogingen doen infpannen om de- inden te verdienen. Evenwel was hy niet geluk- KJg, in deeze Onderneeminge. Na de Koning hem zyn Affcheid gegeeven, en met Gefchenken over- laden had, deed die alles afbikken wat door hem in t Klooster gefchilderd was , om 't Werk aan 1'eregrmo te geeven. Nieuwe Werken hielden Fre- <tenk evenwel bezig, op zyn' te Rugkoomst te Bo- ?Vu yö Srootste Zor§ was.daar nu, om 'er een' ■^nilder-Akadémie te ftigten , waarvan hy 't Op- perhoofd was, onder den Tytel van Prins. Deeze f tigtuig verflond het grootfte Gedeelte van't Goed de au !hy verzameid had- Na zyn' Dood moest 7en™laem het °VeriSe hebben' indien zy^ Erf,
teruamen Zo"dcr Kinderen overleeden. van alkDKRlK waS welgemaakt> bemind en geliefd
zon all" s ^ Lieden' Hy had veel Geesc> ver- wonderlyke°rl? m Omwerpen met een' ver- gemanierd? |!nakJykheid' tek,ende.zeer wel dogh brak niets, SeTvk Kf net^a? krag"g' - Hem ont, meer p-raadSln ,°pk aan Tadd^°' dan de Natuure n?Hoo den te gd te hebben' en bevaJliSer in ZY~ veeArl eids *£*? Eindeiyk ' vennoe* ™1 ™
veel Arbeids, ver]let h Rme en door]i j r Ie Venene deed hy twé Boekdeelen drukSn over'
* E 5 de
|
||||
74 Romynse Schilders.
de Schilderkunst, en een ander raakende zyne Ge-
dichten. Van daar door Savoye trekkende, gaf de Hertog hem eene Gallerye te befchilderen. De Noodzaak, om Geld te bekoomen, deed hem dit Werk overhaasten. Loretto en Ancona bepaalden zyn' Reize. Overftelpt van vermoeidheid, en uit- geput door zyne groote Werken , ftierf hy in de laatstgenoemde Stad, A°. 1609, oud 66 Jaaren. De Ridder Pomerancie , die den Koepel te Lo-
retto fchilderde en hem nog korteling in die Stad ontfangen had, zynen Dood verneemende, begaf zig naar Ancona, en befchikte hem eene aanzienly- ke Begraaffenisfe. Hy had ten Leerling, Dominkus Pasfignano, een
Florentyner, die zig grootelyks heeft doen uitmun- ten door verfcheide Werken te Rome, byzonderlyk in de Kapelle van Paulus V. te &. Maria maggwre , te St. Jan der Florentyneren, te St. Jakob der Onge- neezbaaren, in Pace , en te Florence , alwaar hy , overftelpt van Eere en Schatten, overleeden is. Niets is gemaklyker, dan de Tekeningen van
Frederik te kennen. De Oogen zyner Figuuren zyn gekneuzd , de Kleedyen lomp en fcherp , de Fi- guuren ftyf, de Omtrek der Penne wat grof, met Roet of O. I. Ink gewaschen. Hy is zo geestryk niet als Taddeo, en verflaafder van Maniere in de Uk-eindens zyner Figuuren , byzonderlyk * in de Hoofden, die" op een' vreemde Wyze gehuld zyn. Zyne Tekeningen zyn zelden met Wit Kryt, of met het Penfeel gehoogd. _ De groote Menigte , welke hy daarvan vervaardigd heeft, maakt haar zeer gemeen. Te Rome, in de Kerke van S'. Katharina Deifu-
nari, kan men aanmerken, de Historie deezer Hei- lige in de Gevangenisfe., en onthalzd met veele an- dere |
||||
Romy ns e Schilders, 75
dere Martelaaren. De Drie Koningen , voor de
Kapelle der Goudfméden. Eene Geesfeling des Za- hgmaakers, en de Deugden in Fresko gefchilderd, m t Gebédehuiz van St. Pieter en St. Paulus der Cwfotatione. Een Kruizdraaging, in Olieverw ge- ichilderd, te Se Praxeia. Te St. Laurens in da- mafo het Tafereel van 't Hoofd-autaar, Verbeelden- de deezen Heilig op den Rooster. Te St. Marcel- lus , de Bekeering van Paulus , in Olieverw : wat n*er in Fresko gezien word, is van Taddeo. In de Kerke der Hervormde Vaders van Jezus, een Pinx- tcrfeest, een Boodfchap, 6 Profeeten, en een? Rei van Engelen , in eene Kapelle gefchilderd. Een Boodfchap in 't Rooms/e Collégie, met eene Geboor- te en eene Befnydenis, in Fresko. Te Se. Maria del horto, heeft hy in Fresko ge-
fchilderd , het Huuwelyk der Maagd, en een Be- zoek. De Kapelle Dei Fittorü is gants in Fresko, en het Tafereel van 't Autaar verbeeld biddende Engelen. In de Sakristye van Santïi Apofioli, zyn de Kruiswonden van St. Franjiskus, in Olieverw ge- fchilderd. De Krooning der H. Maagd, is in eene Kapelle der Trinlta. Te Cefeno,. in de Kerke van jSjf. Tobias, eenKris-
tus trekkende veele Heiligen uit het Voorburg der Helle. *n t Collégie Boromêo, te Pavia, in eene Zaal'
ter Zyde den Tuin, heeft hy de Historie van St. Karet gefchilderd. In de Gallerye van 't AartsbiiTchoplyk Paleiz te
Milaan, eene_Geboorte in 't Graauw. In 't Escuriaal, in de Kapelle dienende voor de
Amtenaaren der Fabryke, en in de daaraan volgen- de Zaaien, eene Groetenis, eenen St. Jeronimus, eene
|
||||
m$ Romynse Schilders.
eene Geboorte, eene Aanbiddinge der Drie Konin-
gen, en de Marteling van St. Laurens. In de Groote-Kerke te Cordua , eene H. Mar-
griet. . Te Florence, den Koepel der Kerke van Se Ma-
ria dei fiori. Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der Paltz, ziet
men eene Venus en Kupido in 't Ovaal, en twë Kin- dertjes in een Rond. R. Sadelaar, Matham, A. Zucchi, en de eige
Graveerders van Taddeo, hebben na Frederik veele Plaaten gefneeden. |
|||||
F RE-
|
|||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
77
|
|||||||
'T*'-1 __________________
FREDERIK BAROZIO.
INdien men de Bevalligheeden en 't Koloriet,
JL verzeld van eenen goeden Smaak en Juistheid 7vi -,dan zal men ze vinden in de Werken van cmienkBarozio. Te Urbino , een Stad die zulke groote Mannen heeft uitgeleverd, wierd hy geboo- ren, in den Jaare 1528. Zyn Vader, Ambrofio Baro- zio, was een Beeldhouwer. Frederik wierd Leerling van Batttsta Venetiano. Zyn Oom, B. Genga, die gouwmeefter was, leerde hem de Meetkunde, dé bouwkunde, en de Doorzigtkun.de. |
|||||||
7g> Romïnse Schilders.
I n den Ouderdom van twintig Jaaren , quam
Barozio te 'Rome. ,.Hy -begaf zig onder de Befcher- minge des Kardinaals Della Roye're, die hem in zyn Paleiz ontfing, en hem de Middelen bezorgde om zig te oeftfnen. Dit Paleiz wierd verfjerd, met verfcheide^Tafereelen zynes Hands, en m'et het Af- beeldzel des Kardinaals. 'Barozio een's bezig zynde, met zyne Makkers, naar den Gevel een's Gebouws te tekenen, van Polidoor gefchilderd, quam M. An- geïo, zitteide op zyn' Muil-ezel,, daar voorby ry- den. Strafcs liep elk toe, om zyne Tekening' aan hem te vertoonen ,,'terwyl de befchroomde Barozio alleen zitten bleef.: Daarop haalde Fredenk Zucchero hem zyne Tékemngë af, en bragtze aanj M. Ange- ïo, dieze zo fchoon vond dat hy den Maaker be- geerde te zien. Men bragt Barozio-.hj hem, die door hem •aangemoedigd wi.rd, om in jde Kunst- oeffeninge te volharden. I n zyne Landftreeke te rug gekjoomen zynde,
fchilderde hy 'er een' S'. Margriet^eM hem zo- danigen grooten Roem toebragt, dft Pius IV hem te Rome deed koomen, om vërfcheïdè Stukken in 't Belvedère te fchilderen, benevens F. Zucchero. Men wil, dat eene Maaltyd, waarop eenige Schilders, nydig over zyne Verdienften , hem genoodigd had- den ,°de Oirzaak was van eenen quynenden Toe- ftand, die hem geduurende vier Jaaren belette te- arbeiden. Hy nam vervolgens de Lucht zyner Landftreeke , te Urbino. Zig herfteld vindende, ging hy te Perugia nieuwe Blyken geeven van zyne Bequaamheid, in de Hoofdkerke van St. Laurens , waarin hy eene verwonde'rlyke Afneeminge van 't Kraiz fchilderde. Toen hy te Florence qusm, geleidde de Groot-
hertog , Franfiskus ■ L, zig gelaatende de Opzig- ter
|
||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
79
|
|||||||
ter te zyn, hem door zyn gants Paleiz, om zyn
Gevoelen aangaande de daar zynde Schilderyen in- teneemen. 't Duurde niet lang of Barozio befpeurde dat het de Vorst zelfs was, aan den Eerbied dien een der Hovelingen hem beweez, eenen Brief koo- mende overhandigen. De Groothertog, dus ont- üeJct » gebood onzen Schilder, in de eige Gemeen- zaamheid met hem voorttevaaren: zelve deed hy al wat mogelyk was, om hem in zynen Dienft te hou- j[en- Barozio verfchoonde zig, op den flegten Toe- ttand zyner Gezondheid , en keerde naar Urbino. ■De eige Reden had hem belet, de zelfde Eere aan- ^neemen van Keizer Rudolph IL, en van Filippus, ■Koning van Spanje. ~ Barozio tekende niets, dan na hy een Model
van Wafch vervaardigd had; of anderzints dan na % eenen zyner Leerlingen, in den Stand bequaam tot zyn Onderwerp, had doen flellen; hem vraagen- de, of die zig in deeze Gefleltenisfe niet ongemak- Jyk bevond. Hy bediende zig van 't Hoofd zynes Zusters, voor Lieve-Vrouwen. Zyn Zoontje, dien 2y verfcheidenlyk in haare Ermen hield, verftrekte hem ten Model voor 't Kind Jezus. Dikwyls ge- bruikte hy 't Krayon; en verdreef, even gelyk Ti- tiaan, met den Vinger de Verwen ondereen. Cor- regio was zyn geliefde Meester: hy volgde hem, in de Lieftelykheid en de Bevalligheeden van den Zwier der Hoofden, in de Kindertjes, in de Over- eenlternminge der Kleuren ,' en in de Schikkinge derPlooijen zyner Kleedyen. Nimant verftond beter zyne Tafereelen opte-
tooijen , met aangenaame en leerzaame Dingen, voor dien die 't Denken verilaan. Hy deed hen befpeuren, de Jaargetyden waarin 't voornaamfte Bedryf voorgevallen was. Deeze Vernuftigheid kan
|
|||||||
go' K o m y n s e Schilders:.
kan genoemd worden, een Schilderachtige-Geleerd--
heid. Men heeft hem in een Tafereel zien ver- beelden , een' Meisje 't geen een' Vogel wil vangen, die alleen ia den Lente te voorfchyn koomt. Een ander, in een Tafereel te Ravenna, bied een' Kers aan een' Exter, om dat eige Jaarty te verbeelden. In 't Bezoek der H. Maagd, heeft hy een' Boerin- He gefchilderd, hebbende een' Strooijen - Hoed op den Rug hangen, om de Maand Joii te betekenen, waarin haar Feest {Mana-Vifitatie) gevierd word. Zvn Penfeel had zig geweid, aan Gadsdienfti»e
Onderwerpen. Nooit heeft hy 't gebruikt, om on- gebonde of onkuisfe Denkbeelden uittedmkken welke de Eerbaarheid konnen doen bloozen. Een Schilder, zo wel als een Dichter, daarop niet den- kende, verbeeld zig zélfs in den Aart zyner Wer-' ken , die hem verklikken en hem vertoonen zo- danig als hy is. Zyne Quaalen deeden hem de Stad Rome ver-
Iaaten, en naar Urbino keeren. Daar leefde hy zegr ge-eerd van zynen Prins. Hy wierd niet be- roofd van de Vergeldinge, die veekyds de Begaafd* heeden volgd welke van de Deugd verzeld zvn. Klemens VUL zond hem eenen Gouden-Ketting , van Waardye, toen hy het Tafereel van 't Nagt- rnaal voltooid had, '-t geen te Rome in de Kerke van Minerva geplaatst is. BAKOzlo'kende volmaaktelyk de Uitwerkingen
des Lichts. Hy fchilderde met verwonderlyke Frisheid, tekende juist, bragt altooz het behaagly- ke in zynen Zwier der Hoofden. Zyne Manier is verfcheidenlyk, en fchoon. Zyne Omtrekken zyn vloeijend , en zagt verzonken in den Grond. Zyn uitmuntend Oirdeel laat zig zien, in zyne t'Samen- stellingen, 't Was. te wensfen, dat dé Omtrekken zyner
|
||||
Romy ns è Schilders. 8f
Sner^1SjUren me6r van de Natuure hadden, en
hv A n min §eweldiS waren. Zelve drukte te fterk ^ de SpiereÜ Va" '* Mensfelyk-lichaarn. dipn Y-N,E Geestelyke-Schilderyen boezemden Godts-
" nstlgheid in, aan de gantfe Wereld; Zy waren 2° zielfoerend, dat St.Filippo Neri, (gelyk men ver- leJclJ zodanig getroffen wierd door een Bezoek ^an Maria, van hem gefchilderd te Chiefa Naova , jat hy zig geduuriglyk met Gebeden bezig hield ia deeze Kapelle. Vèrbaazéndis, dat Barozio , • met zodanige
Waggelende Gezondheid , welke hem naauwlyké toehec twé of drie Uuren op een' Dagh te arbeid den, evenwel menigte Werken heeft nagelaaten , \vaarvoor hy oneindige Studiën heeft gemaakt! Een hgte Hefflelling van Gezondheid , wierd be- tekend met een Tafereel 't Welk hy de H. Maagd aanbood,en aan deil Kapufynerèn van Urbino fchonk. •In weerwil van die lange Aaneerifchakelirige van Lyden, verliet hy't Schilderen nooit. , Altoöz bo- den zyne Tafereelen iets lieffelyks aan ( r). Hy eindigde zyne Dagen te Urbino t fchilderende eert Eccè
lieheid ,*N,TMander, die hem ook wegens zyne Beval-
neS SnTJ-Ver(land en Lieflykheid van Tékeninge , en zy; Zegt dat hy vIpV? !riend#e H«WÓW?B. hoog verheft, tuurlyke lachS/* ,n .9™ ,Stukken %?** bragt zeer na- of eerzaame Sn ~' £ ** van K.nderen, Vrouwen, deren z^er vlo->■ ge ys aarts; daC hy alt00z fn zYn fchil" tiff dat hv de R ,Was' verd,'yvende zyne Dingen zo aar- ïeVde m/de ni!?0rden ?ynd' *****&> °P den Gl0"d 'eg-
gende, meaeniet onverdreeven liet tor een fluit Weshs in ?eeZ?n?feefneTde„^.ind1 'ydc'] d" ietS z0 ka"^^
Eer/ie Deel. p |
||||
82 Römynse Schilders.
Ecce Homo, A°. 1612, oud 84 Jaaren. Zyn Lyk
wierd met Praal gevoerd naar de Kerke van St. Franfisbis, daar het begraven legt. Men deed een' Lykréden over hem. Zyn Graffchrift is aanmer- kelyk. Barozio had ten Leerlingen, Vannius van Siert-
na,_ Sordo, Franfois Barozio zyn' Neef, en Antoniano Urbinate. Hy heeft met eigen Hand, op een gees- tige Wyze , verfcheide zyner Tafereelen gegra- veerd. Wel 32 Plaaten zyn gegraveerd, na hem, door P. Thomasfin , de beide Gallen, de Sadelaars, C.Cort, A. Collaert, F. VMamene, Augujlyn Caratz, C. Bloemart, een van J. Smith in Zwarte-Kunst, enz. E e ni ge Te'keningen van Barozio hebben den
Omtrek der Penne, en zyn gewaschen met Roet, gehoogd door 't Penfeel met Wit. Andere zyn ver- mengd , met de Penne en met Roodkryt. Daar zyn 'er gantsfelyk van Krayon , of met de Penne, of met Roodkryt, of met Zwartkryt, waarvan de Artzee- ringen grof zyn zonder te kruisfen. Barozio zal zig altooz laaten kennen, aan zynen Zwier van beval» Uge Hoofden, aan zyne wat te geweldige Standen, aan zyne juifte en vloeijende Omtrekken, aan zyne welgefchikte Plooijen : in een Woord, men kan zig niet vergisfen, als men acht geeft op zyne Ma- niere van Denken (1). • Zyne voornaamfte Werken, te Rome, zyn in 't Bel-
{ 1) Volgens de Piles, tekende hy vaster dan Corregio:
dtngh zyne Omtrekken waren evenwel van zulken grootsfen Aart, nog zo natuuilyk niet, dan die van deezen. Hy te- kende-5e •-farryen van 't Lichaam al te kennelyk: de Voe- ten een's klyn Kinds, van den eigen Aart als of zy van eea volwasfe Mens waren. |
||||
R o m t n s e Schilders. gj
Sf';Lal^ar hy in een' Kamer de Deugden ge-
lauwere! heeft, houdende de Wapens des Paus; Kiri- Mr;JeVn de Frieze, en in 't ZoIderfl.uk een H. liTr-'J1 Kind ?ezus> en V£ele Heiligen; en een'
a"« - Boodfchap, in 't Zolderftuk van een ander v ei'crek. Te Si Maria delict Vmoria, een' Maria- oodfchap op Taf. Te Chiefa nuova , een zeer lcnoon Bezoek der H. Maagd aan Elizabeth ; en een' Voorfleiling in den Tempel, vervuld mee een groot Getal van zeer leevendige Figuuren. In Mi- nerva , het Tafereel van 't Nagtmaal , een zeer JCnoon Stuk. In 't Paleiz Borghefe, zyn veele zy- ner Werken: onder anderen, de Zaligmaaker in 't ^raf, met Nikodémus, Jozef van Arimathea; een Ma* ter dolorofa, zynde een zeer fchoon Stuk door G. Sa-' delaar gegraveerd ; een Maagd, zittende op 't Veld met het Kind Jezus , St. Jan , St. Jozef, gegra- veerd door C. Cort ( i ). Te Urbino, een Ontfangenis der H. Maagd, met
verfcheide Figuuren ; een Nagtmaal, in de Kapelle *an 't Aartsbisfchoplyk Paleiz te Urbino. Het be- taamd Tafereel der Kruiswonden van St. Franfiskus, hy den Kapufyneren die'r Stad , gegraveerd door yillamena. Se, Margriet, voor de Konfreerye van t H. Sakrament. Voor de Kerke van St. Franfis- kus, é& Krooninge der H. Maagd. Het Tafereel Van c «°og-Autaar alhier, verbeeld ds. Zahgmaa-, ker
in 't' Pale" "a? V ° N noeuid fnma draaSende 4&S» >
bvna sints Uracciano , dogh zo Xlegc bewaard dat her. Plekken unn >Tar,l,Seworden is : uitgezonderd eenige klyne
her f» nï a Vleez» die nog Luister hebben ; alsmede, met rtf%? frWCrp in 'c Paleiz ^^' overeenkoomftig pii„r»„ rvin,"*"S«/?w Carotz, zynde Leevensgrootte Fi- iöS' SSS-h01^?1 te zyn> wyl 'c A^ewe
«"•S vermeid is dat men 'er niets van weet te maaken.
|
|||||
F 2
|
|||||
§4 Rohynse Schilders.
kef, geevendc Vergiffenisfe aan SP. Franfiskus van
JsM, door Barozia zelfs geëtst; Te Cortona, in de Kerke der Zoccolanti, Se Ka-
tlmrinaop de Kniën, den Palm uit Handen der Enge- len ontfangende. Te /frezzo, het befaamd Tafereel der Barmhar-
tigheid, waarin men eenen Blinden ziet, fpeelende °VTiLSinigaglia,een doode Kristus met de H.Maagd
op den Voorgrond. Nog St. Hyncinthus op de Kniën, die 't Scapulier omhngt int Handen der H. Maagd , houdende 't Kind Jezus. 't Martelaarschap van St. vituhus, voor
Ravenna.
Te Pefaro, voor een Broederfchap, een Tafe-
reel der Befnydenisfe. In 't Konvent van St. Fran- fiskus, de Beroeping van St. Andries en St. Pieter, celyk die van 't Eskuriaal; en, de Gelukzalige Mi- chelina, op de Kniën, in de Kerke des Bergs van laïvarië. _ " . *
T e GtfWfe*, in de Domkerke, een Kruisimx met
verfcheide Figuuren. T e Loretto een Mana-Boodfchap, gelyk die van
't Eskuriaal. Te Luca, het Noli me tangere.
Te Perugia, in de Domkerke, een Afdoening
van 'tKruiz, de Doop van St. Augustinus door St. Jmbrofius, en St. Maarten. In de Gallerye van t Aartsbisichoplyk Paleiz te
Mi/aa», een H. Maagd met het Kind Jezus in de Ermen en 't Hoofd eens Kristus met de Doorne- kroon'.' In de Bibliotbeca Ambrofiana, een Geboor- te en een Afdoening van 't Kruiz (i). De
(i) Richardson noemd hier Eene Maagd die J. K*
aaünd, zeer uitmuntend van Barozio. |
||||
Romynse Schilders.'- &s
PE Brand van Troye, voor Keizer Rudolf'us II
gefchilderd. . T- Andries en St. Pieter, geroepen tot het
pPpstelfchap, voor den Koningvan Spanje. Dit's *n t Eskuriaal, zo wel als de befaamde Mzn'a-Bood- lcnap van -Barozio. De Groothertog bezit, te Florence, een' Zalig-
maker houdende de Wereld in de Hand; het Af- t>eeldzel des Hertogs van Urbino, gewapend; dat des Prinsfe Frederik van Urbino; de Maagd della gat- ia, met Se. Anne, St. Jan, St. Jozef,die 't Kind Jezus verzeilen, zittende in de Wieg; een Noli me tangere, waarin de Zaligmaaker is onder de Gedaan- te een's Hoveniers: beide van Vülamena , en van C. Cort, gegraveerd. Te Dusfeldorp ziet men, by den Keurvorst van
de Paltz, eene ichoone Magdakena. D e Hertog van Órleans heeft, in zyne rylce Ver-
zamelinge, Eneas die op de Schouderen zynen Va- der uit den Brand van Troye draagd , gegraveerd door Jugustyn Caratz; twé onderfcheidë M. Fami- liën, een Hoofd van St. Pieter, en e£ne Vlugt naar Egypte. |
|||||||
AN-
|
|||||||
B-OMYNSE $CHILDERS.
|
|||||
ANDREA SACCHI.
ZIe hier een'Schilder, ongemeen uitfteekende,
zo door zyne Natuur lyke-Gaven als door de Leerlingen welken hy gevormd heeft. Mogelyk is 't zo moeijelyk een beqaaam Man te formeeren, als zelfs te worden. De ItaUaanfe Schryvers, hebben hem 't Recht niet gedaan 't welk zy hem verfchul- digd zyn : zy moesten hem roemen, als een der becjuaamfbn dien zy gehad hebben. Andries Sac- cht, anderzints Andries Oühe, wierd te Rome geboo- xen , A». 1599. Hy pntfing de eerste Lesfen, van |
|||||
Romyns 2. Schilders. 'S?
sp® Vader Benediciiis Sacchi; en volmaakte zig, on-
der den befaamden Albani, waarvan hy den besten Leerling wierd. Zyn Meester , die hem in alle Langen geestig en handig vond , gaf hem zyne •Achtinge en eene byzondere Aanmerldnge. Sacchi deed meer Voordeel, niet zyne Lesfen, in een Uur, dan zyne Makkers op een' Dagh. Albani , wee- lende tot hoe verre hy 't in de Kunst zoude bren- gen , gebruikte alle Toegeevendheid in zynen Ar- beid , en haalde hem ongemeen aan. Klyne Tafe- relen , onder zyn Oog opgemaakt, wierden vaa •de Kenners gezogt, en gaven hem zulken Roem dat hy naauwelvks hunnen Aandrang voldoen konde. 't Scheen dat de Geest, het fris Penfeel, 't Kolo- riet, en de andere Begaafdheeden des Meesters,, gantfelyk in dien des Leerlings waren overgegaan. D e Paleizen der Grooten wierden voor hem ge-
opend ; en hy vond'er de Achtinge, met de noöd- zaakelyke Hulpmiddelen voor zyne Kunst. ' Hy wierd gebruikt van den Kardinaal del Monte, om in zyn Paleiz te fchilderen. De Kardinaal Barberini nam hem tot zynent in Dienst, en Helde hem te Werk, om in ''t Zolderftuk eener Zaale de Historie der Godtlyke-Voorzienigheid te verbeelden. Vol- gens 't Gevoelen der Romynfe-Schilders zelfs, even- aarde Sacchi in dat Werk de grootfte Meesters : waarin twé, Correno en Caratz, hem ten Kompas verrekten C i> » Gaèo-
Vfi ICtlA,IDSON meM een zynér Stukken ,. benevens
eetr tcnoone Lucretia van Guido , uit het 'v&omaame Kuiist- kabinet van Palavicini te Rome in dat van den Heer Furnsfi te London gekoomen. 't Is het hiilorieele Portret des Zan- gers Pasqualw.i , (joor Apnllo met Laurerr Gekroond.. EvHy zegt, dat de JivHo zulk .fchoon Figuur is ali hst Standbeeld |
||||
$S Romynse Schilders.
Grooter Tekenaar dan Albanï, waren zyne
Denkbeelden ook verhevener. Hy gaf veel meer Leevendigheid aan zyne Figuuren. Een grootsfe verkiezinge van Kleedye heerst 'er in, met eene Eenvoudigheid welke zelden in andere Tafereelen gevonden word. Sacchi had zynen Smaak ge- vormd, na alle de groote Meesters, zonder naar eenen eenigen te gelyken, en zonder zyne Maniere ooit te veranderen. Hy beminde zyne Kunst on- gemeen , en voerde zyne Tafereelen uit, met eenen öneindigen Vlyt. 't I s naauwelyks te gelooven, dat een welge-
maakt, bevallig, en geestig Man, beminnende 't Gezelfchap zo verre, van gantfe Dagen zig daar- aan over te geeven, zig zo weinige goede Vrienden gemaakt heeft. De Wyze, waarop hy de Werken der bequaamfte Mannen berispte ; de weinige Om- gang dien hy met zyne Eunstgenooten hield, heb- ben hunnen Haat konnen verwekken. Hy was Tydgenoot van P. de Cortona en van Bemin, en wat na-iverig over hunne Glorie. Bemin, willende hem zynen Zetel van St. Pieter laaten zien, eer hy dit Werk aan 't Gemeen bloot ftelde, quam hem in zyne Koets afnaaien. Wat hy ook bybragt, hy kon hem niet beweegen zig daarom aantekleeden. Sacchi ging mee in 't Wambes, met zyn' Mutz op en zyne Muilen aan. Dit Soort van Klynachtin- ge, bepaalde zig niet daarby. Sacchi hield ftil, zo dra hy in de Kerke quam, zeggende tegens Bemin, Hier is 't voornaame Oogpunt waarvan ik over uw Werk wil oirdeelen. Welken Aandrang deeze ook
van 't Belvedère: zynde dit van Andries Sacchi, die dat Tchoo-
ne Schildery fchilderde , vlak nagebootst , alleen met Ver- jmderinge van Stand, voor zo vene 't Onderwerp veieifcht. |
||||
Romykse Schilders, 89
ook gebruikte, hy kon hem nooit beweegen om te
naderen. Na Sacchi dus 't Werk aandachtiglyk be- fchouwd had, fchreeuwde hy, Die Beelden moesten byna een' Voet langer zyn! en ging uit de Kerke, zonder iets anders te zeggen. Bemin gevoelde de Juistheid deezer Berispinge ( 1), maar oirdeelde 'c fliet raadzaam het Werk van nieuw aantevangen. Sac-
(1) Dit's geen klyne Lof voor Saccbi , als de Hoog-
dravendheid zyner Weetenfchap niet hooger konnende be- ekenen , dan door de Achtinge welke de Ridder Bemin Voor zyn Gevoelen had. Lorenzo Bemin , een Napolitaaner Van Afkoomst, heeft zulken grooten Naam in de Beeldhou- werye en in de Bouwkunst gemaakt, en zulke fchoone Wer- ken te Rome nagelaaten , dat wy ons ter Voldoeninge der Kunstminnaaren verpligt vinden , wyl hy dikwyls genoemd word , hier iets van hem uit Sandrart te melden, die dien Zetel bybrengt, waaraan veel meer dan Leevensgrootte Beel- den van Engelen, met allerly Sieraaden van Metaal, op 't al- lerkostbaarste gegooten zyn. Deez zegt, dat hy nog jong al PP den Trap van Welvaard geraakte ; dat Paus Urbanus VUL, Jn zyne twé-entwintig Jaarige Regeeringe (geëindigd A°. I(548) hem het volle Bewind gaf over alle de groote en voornaaine Werken van Beeldhouwerye , zo in Marmer als Metaal, en van Gebouwen, in zynen Tyd te Rome onderno- men : dat hy dit Geluk, met Vernuft, Weetenfchap, en ^•ere, zodanig vermeerderde, dat alle de navqlgende Pausfen hem daarin bevestigden en in bellendige Eere hielden, zulks alle zyne voornaame Werken optetellen veels te jang zoude iJh °ndw anderen deed Karü i- - Koning van' Enge- land, hem zyn Borstbeeld van Marmer maaken , waarvoor V,y 3000. Gulden bequam. Hy deed dit op het Portret diens Jtonings, in driederhande Manieren, van vooren en van bei- °f %-.'I ' °P eenen zelfden Doek door van Dyck ten dien Linde gefchilderd. Aicbardfon zegt, dat hy deezen fchoo- nen Doek, waaraan men niet twyffelen moet of van Dyck alle Zyne Kunst heeft aangewend, nog gezien heeft in 't Paleiz gernim te Rome • en dat her gemelde Borstbeeld met het paleiz van Wbttball , kort na de Revolutie, verbrandde. "e eige Richardjon fpreekt van eenigen zyner befaarnafte Werken, m Beeldhouwerye. Hy zegt ( fchoon 't waarfchyn- f 's w
|
||||
jjo Romynse Schilders.
Sa cc hi, reeds bejaard zynde, ondernam de
Reize naar Venetië en Lombardye. Hy bragt ver- fcheide
iyk wat te hoog gaat, gelyk men ftraks zal konnen befpeu-
len) dat deszelfs Dafnè, inden Lusthof Borghéje, niets toe- geeft aan eenig ander Standbeeld van Italië, 't zy Antiek 't zy Modern; dat zy, buiten 't Gelaat en den Leest van eene der beminnelykfte jonge Jufferen , nog dit Voordeel heeft van de Tegenwerkinge van evengelyke Schoonheeden een's Jongelings , des Jpollo , die haar achterhaald ; dat Bemin niet raadfaam geoirdeeld heeft de Evenrédigheeden der Ve- nus in zyne Dafné te volgen, die veel langer en dunner is, en die Volheid van Heupen niet heeft welke de Venus zo aanmerklyk maakt : hoewel dit Onderfcheid ook daarvan fcoomt dat de Dafnè loopt , bygevoig uitgerekter is , en dus dunner aan die Deelen moet wezen. Evenwel bekend hy vervolgens, dat de eige Dafné, onaangezien zy in loo- penden Stand verbeeld is, onbeweeglyk blyft: terwyl de Ve- rnis zo beweeglyk op de Zinnen werkt , dat zy van haar Voetftuk fcbynt te koomen. Elders zegt hy, uit Baldimicci, dat Bemin nog geen' agtien Jaaren bereikte toen die deeze Groep maakte , welke voor een zyner beste Stukken geacht word; dat hy ook in dien eigen Tyd het Borstbeeld deed, van den Kardinaal Scipio Borghéje , Neef van Paulus V., en -uitriep , toen hy dit veertig Jaaren daarna wederom bezag , Wat moet ik my beklaagen, over den llynen Voortgang dien ik sedert zo veele Jaaren in de Beeldhoinverye gedaan hebbe, zien- 7e op welke Wize ik het Marmer in myne Kindsheid behandel- de ! Maar, of dergelyke Dingen zodanig na den Letter ge- fchied, en'niet veeleer, by- achteruitrékeninge van eenige Jaaren , of by Vcrzinninge van vlyende Leevensbefchryve- ten, in de Wereld gebrngt zyn, laaten wy aan elks Oirdeel. Hoe 't zy , of Bemin Sedert agteruit gegaan is of zig verbe- terd heeft: dezelfde Richardfon lpreekt nog van zyne Grafftêe van Paus Urbanus VIU, als van een zyner uitmuntendftc Gevaar eens van Beeldhouwery', of van Metaale-Beelden ge- lyk Sandrant zegt, welke bybrengt dat die Grafliêe viermaal- honderdduizend Kroonen gekost heeft. Hy zegt, dat de Liefdaadigheid. anderzints een zeer fchoon Beeld, hem te gevleezd voorkoomt, en in 't eige Gebrek van Rubens ver- valt, vooral ten Aanzien der Handen ; en dat aan de Graf- fteê van Alexsmder Vil-, mede uitmuntend door Bemin ge- maakt, eene andere.Liefdaadigheid van hem gevonden word. |
||||
V
R o m y n s e Schilders. pi
fcheide Jaaren daarin door , om zig te oeffenen
naar Corregio en andere groote Mannen. Op zyne te Rugkoomst, wilde hy zyne Maniere naar die van Corregio doen naderen ; dog-h 't was nu geen' Tyd meer. Hy vreezde., 't Koloriet van Rafaël niet goed meer te zullen vinden: maar, de Zaaien van 't Vatikaan, en 't Mirakel der Misfe van Bolfena weder befchouwende, zeide hy, ik vinde Titiam, Corregio, en wat méér is Rafaël, hier wederom» Ni mant heeft over de Schilderkunst zulke oir-
deelkundige Aanmerkingen gemaakt, dan Sacchi. Hy peinsde op zyne Werken, en wilde niets by 'c Geval doen. Altooz het Waare beminnende, heefc hy zig nimmer daarvan verwyderd. Dit maakte hem befchroomd , en wederhoudende in 't Wer- ken. Zelve kan men zeggen, dat hy zo wel niet geflaagd heeft in groote Stukken, dan in eenvoudi- ge Onderwerpen. Sacchi is nooit gehuuwd geweest, fchoon hy
Kinderen naliet. Nimmer heeft hy eene enkelde Reize getekend , zonder de Natuure te raadplee- gen;
die hangende en gants onaangenaame Borsten beeft. Of nu dat
alles hem aanterékenen zy ('t geen mede op andere Kunftenaa- ren toetepasfen is, die gelyk Serninveels anderen hadden welke onder hen werkten) fchoon 't niet onbillyk is dat den Beftuurder ook de Berispinge bekoomt van 't gecne waarvan hy den Roetn draagd : zulks konnen wy niet beflisfen , maar wel, dat Ricbard- fon zig bediiegd , met aan hem den Groep vanEneas roetefchry- ven dien hy echter veel geringer acht, wy! Stmdrart zegt, dat die van zyn Vader Prawescc Bemin , meê een zeer geacht Beeld- houwer , in den Lusthof Borgbéfe gemaakt is. Bemin had ook een' Broeder, een goed Beeldhouwer, die onder hem arbeidde. Hy zelfs , achtte voor 't beste der Werken va-ft hem gemaakt, volgens Baldinucci, de S: Tberefia in Verruk- &Mjge,die in de Kerke della Vittoria, by den 'OngeJ'cboeiden Kar- ineijteren , gevonden word. Zyn Zoon, de Bisfchop Rernin (want hy maakte een groot Fortuin.) gedenkt êït bjüzonde*- lyk in Italiaanfe Vaarzen. |
||||
92 Romynse Schilders.
gen; en deezenGrondregel heeft hy altooz gevolgd,
Zyne Tafereelen hebben ook deswegens een Gelaat van Waarheid, en van Juistheid, 't welk den Aan- fchouwer inneemt. St. Romualdus, in de Kerke des eigen Naams, is een Meescerftuk zynes Hands: de Overeenkoomst en de Paaringe der Kleuren , de Smaak van Tékeninge , en de Moeijelykheid om zes Figuuren van RomuaUer-Monniken, alle in 't Wit gekleed, trapsgewyze te verzwakken, zyn Onder- werpen van Verwonderinge (i ). D e Jigt, welke hem geduurende veele Jaaren
aanviel, belette hem de Tekeningen en de Kartons optemaaken, welken hy vervaardigd had voor 't Ver-
(i) Richardson laat zig breed uit, over dit fchoone
Huk Werks, waarin St. Romualdus zyne Lesten geeft, en de Geesten van overleede Heiligen, zig ten Reije verwonende, al wykende in de Wolken verdwynen; waarin de vreedfaa- me Gefteltenisfe van alle de Figuuren in 't algemeen, en van alle de andere Byzonderheeden des Tafereels , alles toebren- gen om Luister te geeven aan de Rust', welke daarvan het heersfende Merkteken is. Het Tooneel is in eene aangenaa- me Valleije van 't Appemyns-Gebergte , daar St. Romuald, zy- ne Orde van Kluizenaars inftellende, vyf Cellen voor zyne Leerlingen bouwde en dezelfden onderrigt : Byzonderhee- den , die zo wel waargenomen zyn van den Schilder, dat deez hier alle Verfcheidenheid zorgvuldig vermyd heeft, zel- ve tot zo verre van zig met geene Tégenwerkinge in de Standen zyner Figuuren te bemoeijen. Hy zegt, dat het een lieftallige Verbeelding is van een Afgezonderd - Leeven: dat men 'er niets affchuuwlyks, niets verfchriklyks, geene ysfe- ]yke Rotzen , nog dorre Woesteny ziet; dat alles daarin bly- geestig en vernoegd, inderdaad deftig maar te gelyk vrolyk is; dat, in een Woord, dit bekoorlyk Stuk een aafilokkelyk Denkbeeld geeft van den Godtsdienst, wiens Wegen de We- gen der Liefiykbeid, en van <wien alle de Paden de Frede zyn. De Schryver zegt niet dat dit de onveranderlyke Regel , het Oogwit, en de Bemoeijinge die'r Geestelyken is, gelyk wy hen wel willen toewensfen : maar , kan 'er kragtiger Overreeding zyn, dan daar zodanige zeldfaame Byzonderhee- den befiendiglyk by de Geestelyken in Fiaktyk gevonden worden ? |
||||
Romynse Schilders. 93
Verwulf der Kerke van St. Louis. Arbeidende
aan het Tafereel van 't Hoofd-autaar te St. Jozef Capo k Caze, daar deez Heilig opgewekt word door een' Engel, wierd hy door Ziekte overvallen, die hem belette het te voltooijen. Hy had reeds, in de eige Kerke, een' 55 fherefia, boven de Deur, *n Fresko gefchilderd. Die Ziekte was langduurig. Hy overleed te Rome, A°. 1661, oud 62 Jaaren. Zyn Lyk wierd met Pragt gevoerd , naar St. Jan te Lateraan, daar men een fraai Graffchrift van hem vind. Zyne befaamdfte Leerlingen zyn, Carlo Marat-
** en Luigi Garzi, waarvan op hunne Plaatslè zal gefproken worden. Sacchï heeft zeer juist geweeft in zyne Teke-
ningen , waarvan de Omtrek gemaakt is met de Penne, zonder Artfeeringen , en alleen lugtig ge* gewaschen. Daar zyn 'er van Zwartkryt, geartfeerd en gekruist; andere, van Roodkryt, gedeeltelyk gewaschen en met fynebyna regtftandige Artfeerin- gen. Zyne Akadémiebeelden zyn gedeeltelyk gedoe- zeld , uytmuntend verfmeltend, gehoogd met Kryt- wit. De eenvoudige niet fterk uitgedrukte Manie- re van Sacchi; zyne gemaklyke Behandeling; zyne zagte en vloeijende Omtrekken ; zyne Schaduuwen en Lichten, op een' wonderbaare Maniere waarge- nomen ; zyn Zwier van Hoofden; eene vernuftige tSamenftelling 5 Zyn losfe Smaak van Tekening'; een groote Uitdrukking: dat alles doet hem gemak- lyk kennen. Zyne fchoonste Tafereelen te Rome zyn , St.
Romnaldus met de Stigters van deszelfs Kloosterlin- gen, in de Kerke deezes eigen Naams; St. Grego- nus, doende een Mirakel, in de Kerke van St. Pie- *«•; vier andere in 't Belvedère , verbeeldende de Hiftorië der Sinten en Sintinnen, waarvan men de |
||||
94 Romy n se Schuders,
Figuuren ziet in de Nisfen der vier Hoeken van St.
Picter. Op 't Hoog-autaar van St. Jfidorus , da Heilig in Verrukkinge; in St Antoni van Padua, de Heilig opwekkende eenen Dooden, een Bisfchop met de Maagd en 't Kind Jezus, een Doornekroo- ning; en in een Kapelletje van 't Paleiz Monte-Ca- •aallo, een Bergverheerlyking, benevens vier groo- te Tafereelen in een' Kamer , verbeeldende een' Krviizdraaging, St. Andries, St Helena, en.de Mar* telinge een's Heiligs. Te St. Kar el Dei Catenarï, de Dood van Se. Anna, een uitmuntend Stuk. De gantfe Sakristy van Minervai is gefchilderd van zyne Hand, met een Kruisfifix op 't Autaar. In 't Doop- vertrek van St. Jan Lat eraan, verfcheide Stukken van 't Leeven der H. Maagd, in den Koepel. IK 't Paleiz Barberini heeft hy in Fresko gefchil-
derd, de Goddelyke-Voorzienigheid met haare Ei- genfchappen ( i ), en verfcheide andere Zinnebeel- dige-Schilderyen. Te Periigia, voor de Kerke der Paters PMHppy-
nen, een Maria-Lichtmis. In de Vertrekken van 't Paleiz Royaal (te Pa-
rys) ziet men eene fchoone Kruizdraaginge, en het Tafereel van Adam, befchouwende Abel den laat- ften Snik geevende. C. Fantetti, Joa. Baronius, G. Chat eau, heb-
ben gegraveerd na Sacchi. Men vind drie Stukken in de Verzamelinge van Crozat , een in de LJesperi- des door C. Bloemart. (i) Rtchardson zegt, dat het volgens de Bewoordin-
ge van 't Mdes Barberince ,deGodtlyke-Wyzbeid van Paus Urba- vus VIII verbeeld; en dat het een der aanloklykfte Werken is dien ooit hy gezien heeft: dat het Koloriet daarvan , gelyfc van alle de andere Stukken van Sacchi, veel quynender is dan dat van Corttma in 't eige Paleiz, maar echter niet na- laat uitfteekend teer en aangenaam te zyn. DO-
|
||||
R o m y n s e Schilders.
|
|||||||||
9$
|
|||||||||
9>C.u 'iijiL.jf.u->.
|
|||||||||
DOMENICO FETI.
DOmenico Feti, gebooren te Rome A°.
was Leerling van Civoli, befaamd Flo~ rentyns-Schilder, die op zyn Plaats zal gemeld wor- den. Men vind geen' Byzonderheid van 't Leeven van teti, m de Schryvers die over de Schilderkunst gefchreeven hebben, 't Zy dit uit Vergeetelheid, ot voorbedachtelyk, of wel uit Nyt is gefchied : zy melden mets van zyne Begaafdheeden, fchoon £y een voornaame Plaats in hunne Schriften had bonnen beflaan. |
|||||||||
Koo*
|
|||||||||
p6 RoMtNSE Schilder Si
Koomende uit de Schoole van Civoli ging hy
naar Mantua, daar de Schilderyen Van Julio Rotna- vo hem den Wegh openden, om een groot Schil- der te worden. ' Hy ontleende daaruit het Kolo- riet , de Fierheid, en de fchoone Maniere van Den- kern 't Was te wensfen , dat hy de groote Juist- heid diens Kunstenaars gevolgd had. D e Kardinaal Ferdinand Gonzaga, die zedert Her-
tog van Mantua wierd , erkende de Verdiensten van Feti. Hy hield hem aan zyn Hof, bezorgde hem de Middelen om de Kuhst-oëffeninge voortte- zetten, en gebruikte hem vervolgens om zyn Pa- leiz te verfieren. Feti fchilderde zeer kragtig, hoepel fomtyds
wat zwart. Hy had groote Scherpzinnigheid van Gedachten , een' lcevcndige Uitdrukking , iets malschs in zyn Schildereny.^^fe'ri rdemSrnaak der Kenneren ongemeen ftreeld. Zyne Schildefyen zyn raar , en zeer gezogt. 't Zyn meestendeels Kabi- netftukken, allerwegen verfpreid. Hy: heeft wei- nig voor Kerken gefchilderd. Te Rome, in St. Laurens in Damafo, ziet men
twé Halvefiguuren van Engelen , die een Afbeeld- zel der H- Maagd ontfangen, 't Welk van andere Engelen in de Lucht aangebragt word. Te Florence heeft hy gefchilderd , in 't Paleiz
Corfini, vier Tafereelen: naamelyk, de Zaligmaaker biddende in den Hof des Olyfbergs^ de Zaligmaa- Icer, van P'üatus aan 'c Volk voorgefteld, de Door- nekrooning, eindelyk een' KristuS in 't Graf. H"? ging naar Venetië, gaf zig over aan Ontucht,-
die hem in weinig Tyds tenGrave bragt, A°. 1624, in den Ouderdom van 35 Jaaren. D e Hertog van Mantua beklaagde hem zeer *
deed zynen Vader en zyne Zuster overkoomen, efl
|
||||
Romynsb Schilders* 9?
efl bezorgde hen voor altoos. Deeze Zuster fchiï-
derde fraai. Zy nam het Geestelyk-gewaad aan, en oeffende haare Gaven in 't Klooster, 't welk zy niet veelen .haarer Werken verfierde. De andere Geestelyke-geftigten te Mantua, wierden mede met haare Tafereelen opgepronkt. De Tekeningen van Feti zyn uitfteekend raar.
£e zyn aangeduuwd met een' grootsfen Smaak * Eenige zyn met Zv^artkryt gedaan , gehoogd met Krytwit; en andere,- met Rootkryt, gezet van de Regte naar..de,;Linke-zyde, overal, evengelykelyk» Men ziet'er',; .met Iioet gewaschen, hebbende den Omtrek vjan devSchryfpennèi: Hy heeft verwon- deriyke Studiën gemaakt,- in Olieverw op 't Papief gefchilderd. In een Woord, op welke jWyze zy- ne Tekeningen gedaan zyn, vind.men 'er 't Kolo- riet, de Uitdrukking,,-, en -een^ichoohe Toets» Niets ontbreekt'er aan,' dan wat rheêr Juistheid. Te Difsfeldorp , by den Keurvorst, is een A*
postel. De Koningvan Frankryk heeft-den_ Engel, ge-
leidende Tobïas; Lot met zyn' twé Doghters, op ten Huk Steen gefchilderd; een' St. Franfiskus, de Droefgeestigheid, Adam en Eva tot den Arbeid ge- doemd , den Kop een's Zoldaats , een Portret op zyn 'Pools, twé Zoldaaten. In "'t Paleiz Royaal ziet men een' Spinfter, zit-
tende in een Landfchap, met twé Kinderen. Men vind tien Stukken na hem, in de Galle-
rye des Groothertogs, gegraveerd door F. van Kes* fel, Q- Boel, x>an Hou, Osfenbeck, en negen Stuk* ken in de Verzamdinge van Crozau <#>
Eerfte Deel, ■ G MI- |
||||
98 Romy n se Schilders,
|
|||||
MICIIEL ANGELO DE LA BATAILJE.
DE Naam van Michel Angelo de la Batailje wierd
gegeeven aan Cerquozzi, wyl hy uitmuntte in 't verbeelden van Veldflagen. Zyne Gewoon- te, om Légertogten, Kermisfen, Landleevens met menigte Dieren , te fchilderen , deed hem ook noemen M. Angelo delle Bambocciate. Hy wierd gebooren te Rome , A°- 1602. Zyn Vader , een Juwelier, befpeurde aan eenige Tekeningen , welken zyn Zoon maakte, deszelfs Gaven voor de Schilderkunst. Hy deed hem dan by Jakob dAfé,
|
|||||
R o m y■ n s e Schilders. 00
iAfè (i ) , een Nederlands-Schilder , toenmaals irï
Roem te Rome zynde. Cerquozzi bleef 'er drie Jaar. Vervolgens ging hy in de Schoole van Pietrei Paolo Cortonefe , gemeenlyk genoemd il Gobbo Dei fiutti, welke hy verliet om zig overtegeeven aari de Maniere van Pieter van Laar, gezegt Bamlmts: éen Manier, welke toenmaals alle de jonge Schil- ders te Rome vervoerde. Cerq.uossi ging alle zyrie Makkers te boven,-
in goeden Smaak. Zyne Wyze van Schilderen was hem eigeri: hy drukte zyn' vrolyken Aart uit, in alle zyne Tafereelen. Het klugtige wist hy zodanig iri zyne Figuuren te brengen, hy gaf hen zodanige Kragt en Waarheid, dat men zig van lachen niee konde onthouden. Dè Spanjaarden waren zodariig' van zyn' Sm'aak^
dat hy iverde om zig op hunne Wyze te kleederi ; Van Perfoon was hy welgemaakt, en zeer vriende- lyk in Gezelfchap. Door zyne plaifante Wyze vatï fchilderen, en dien vrolyken Aart, was zyn Schil-' derkamer altyd vervuld, met Inboorlingen en met Vreemdelingen. Zyne Leevendigheid , eh de Gë- maklykheid van zyn Penfeef1, waren zo groot ; dat hy, op 't Verhaal van eenen Veldilag, van een' Schipbreuk, of ongemeen Voorval, zo voort eëri Tafereel fchilderde. Zyn Koloriet was kragtig ,- erf
C1) VVa ARsciiY nl yk is de Naam deez'es Nsderlar.'
ders door Fransje--Kromte verdraaid. Samirart, welke Mi- chei Angelo de ia Batailje naauwelyks aanroerd' , zegt en- keld dat hy de Maniere aannam van een' zyner Nabuuren ; een Antwerpenaar, genoemd Vincentiüs Leckerbeetje, die masr alleen de Linkehand had, daarmede voortrerlyke Landfchap- pen en Batailjes fchilderde .en deswegens genoemd wierd d? Manciol. |
|||||
G a
|
|||||
ico Romynse Schilders.
en zyne Toets ligt. Nooit maakte hy Tekenin-
gen , of Schetsfen; hy liep alleen zyn' Tafereelen zo lang over, tot zy allede Volmaaktheid bekoo- men hadden welke hy bequaam was daaraan te geeven. Zyne Werken verfpreidden zig door gants Ita-
lië, zo wel als daar buiten. Naauwlyks konde hy voldoen , aan den Eifch die hem daarom gedaan wierd. Dit's de beste Gelegenheid , om binnen korten ryk te worden. Hy verzamelde ook zo veel Geld, dat hy 'er meê verlegen was. De Gewoonte te Rome, om Geld op den zogenoemden Berg van Barmhartigheid (of Lomberd) te zetten, was van zyn' Smaak niet. De zelfde Geest, die hem de buitengemeene Gedachten opleverde welken hy in zyn Tafereelen uitdrukte , boezemde hem geene min zonderlinge Middelen in, om zyn Geld in Zé- kerheid te ftellen : hy meende wel te doen, met zyn' Schat te begraaven. Daarop ging hy 'sNagts te Voet uit Rome,
om een' groote Somme te verbergen in een' afge- zonderde Plaatsfe, door hem opgemerkt in de Na- buurfchap van Tivoli. 't Gewigt van 't Geld, en de Lengte des Weghs , beletten hem zig aldaar voor 't Aanbreeken van den Dagh te bevinden. Dit deed hem befluiten, zynen Buidel in een Heu- veltje te verbergen. Te rug gaande naar Rome , deed de Vreez, dat het ontdekt mogt worden, hem wederom naar dat Heuveltje keeren , alwaar hy veele Herders en Kudden aantrof. Hy bleef 'er op Schildwagt ftaan, den gantfen Dagh. De Herders vertrokken zynde, haalde hy zyn Geld wederom , 't welk hy veel Moeite had t'Huiz te brengen : daar hy Halfdood zynde eindelyk aanquam , heb- bende eenen Dagh en twé Nagten geweest zonder Slaa-
|
||||
R o it y n s e Schilders. ioï
|
|||||
Slaapen, en zonder eenig Voedzel te gebruiken.
D i t Geval opende hem de Oogen. Toen be-
leidde hy zyn Geld op gebruiklyke Wyze; en be- diende zig daarvan vervolgens , tot Godtvrugtige- Stigtingen. Zyne Gezondheid kon zig echter, van dien Tyd af, niet herflellen , welke Zorge zyne Vrienden ook aanwendden. Wanneer hy zig 't meest daarmee vleidde, overviel hem een zwaare Koorts, die zyne Dagen deed eindigen, te Rome, A°. 1660, in den Ouderdom van 58 Jaaren. Zyn Graffchrift word gevonden, in de Kerke der Orfanelli, welke hy in zyn Testament niet vergeeten had. Deez Schilder is nooit gehuuwd geweest. Men
kend geene Leerlingen van hem. Hy was onge- meen geregeld van Zeden, trouw van Woord , ge- neegen om Schilders' onderftand te doen, en fprak van de gantfe Wereld goed , inzonderheid van de geenen die quaad fpraken van zyne Werken. Die goede Hoedanigheeden verfchaften hem de Vriend- fchap van veele Perfoonen, byzonderlyk van Gia- cintho Brandi, befaamd Schilder. Men moet aanmerken, dat zyne laatfte Wer-
ken de beste zyn. Hy heeft weinig gearbeid voor Kerken; ook zyn zyne Historicfe-Tafereelën, van vry minderen Graad dan zyne andere Schilderyen. Z o weinig Tekeningen ziet . men van deezen
Meester, dat men niets kan verzekeren van zyne Maniere van tekenen. Eenige Zeegezigten, ruuw met de Penne gedaan , en met Roet gewaschen , gaan vcor ,-de zynen door. 't Landfchap is daarin zeer achtelooz behandeld, en de Artfeeringen by- na evenwydig. Een Bark, vol Söldaaten, gete- kend met Zwart-Kryt, en gehoogd met Krytwit ? is 't allerbeste wat wy van hem gezien hebben : ^ynde de Toets vry verfchillende van zvne andere ■ G 3 Te-
|
|||||
102 Rqmynse Schilders,
.f
Tekeningen, alsmede vry geestiger;, en koomende
na aan dien van Jan Miei, of van Bamboots. Zyne voornaamfte Werken te Rome zyn de Jaar-
getyden, van hem gefchilderd voor 't Paleiz Salvla- ti; gelyk mede een St.Jan, predikende in deWoes- tenye voor een' menigte Volks. Voorts, een Zee- Feest, yerfierd met yeele Scheepen en Figuuren. Verfcheide Onderwerpen van 't Leeven van St. Jan. Légertogten , Gevegten met Plunderingen Van Dooden, Strooperyen, Jagten, een Maskeraa- de, Boerebruiloften. 't Gezigt der Fonteine Ac- 'gua Jcetofa, ftaande aan de Poorten van Rome, met iéen groot getal Figuuren. Dikwyls heeft hy Figuuren gefchilderd, in
de Tafereclen der Landgezigten van Vmanl. Te St. Andries delle Grolte, boven de Poort der Sakris- tye, heeft hy in den Bril St. Franfiskus de Paulo ver- beeld , uitdeelende Gewyde-Kaarsfen aan een' groo- te menigte Volks en Soldaaten. De Geestelyken hebben in 't Vervolg dit Tafereel verkogt, aan den Kardinaal Carpegne. Voorts vind men, in die Stad, de Groote-Plaats
der Markt te Napels^ en een Gezelfchap van Schil- ders , zyne goede Vrienden, met hunne Portretten pn het zyne. Re Koning van Vranhyk heeft van hem, een'
Maskeraade. In 't Paleiz Royaal vind men eene andere Maskeraade, van zyne Hand, Men kend maareen' Bloempot van hem, in't
^ahinet van Aix, door Coslemans gegraveerd. |
|||||
GA§-
|
|||||
Romynse Schildere. 103
|
|||||
GASPER POUèSY N.
GAsper Düghet, gebynaamd Poussyn,
is te Rome gebooren, A°. 1613. Zyn Va- der, een Paryfenaar, had zig in die Stad ter Woon' begeeven , en eene zyner Doghteren uitgehuuwd aan den befaamden Pousfyn , onder wiens Onder- wyz ny vervolgens zynen Zoon deed: in welken groote Begaafdheid, voor de Schilderkunst, zig van de téderfte Jeugd af ontdekte. Gasper nam den Naam aan van Pousfyn, ter Oirzaake van de onder- linge Verwantfchap. Pousfyn ontdekte in hem , G 4 een
|
|||||
104 R o m y n s e Schilders.
|
||||||||
een' byzonderen Smaak voor 't Landfchap. Even-
wel wilde~*h~y hem niet afwenden van de Studie der Figuuren, die daarvan 't voornaamfte Sieraad zyn. Zyne Beginfels waren zo gelukkig, dat Pous- fyn, gelyk hy aan zyne goede Vrienden verklaar- de , niet geloofd zoude hebben dat Gaspcr zvne Ta- fereelen gemaakt had, indien hy ze hem niet had zien fchilderen f i). Gasper beminde zo driftiglyk de Jacht, als 't
Landleeven. Geduurende die'OefFening', ontfnap- te hem geenerwyze de Gelegenheid , van de fchoo- ne Uitwerkingen der Natuure aftetékenen. Toen zyne Tafereelen gezogt begonden te worden, was hem een MUaneez Edelman aan, om in zyne Land- ilreek' te koomen,, als beroemd zyndé voor de Jacht. Dit zwervend Leeven voegde .hem niet: hy
was tot ernftiger Zaaken gebooren. De Stad Rome had Aanlokkelykheeden genoeg , om hem weinig Tyds daarna te rug te roepen. Hebbende eenige Tafereelen gemaakt tot Genoegen des Hertogs van Cornla, deed deez hem naar Pen/giaen naar Castig- lione vertrekken , alwaar hy byna een Jaar lang bleef. De Jacht en de Visfery, die herri beurte- |
||||||||
lings
|
||||||||
(t) Geen wonder: hy was zyn Schoonbroeder, en had
plmant nader om hem optevyzclen. Daar moet evenwel wat Fyd tusren beiden verloopen zyn, eer hy zo verre nuam • ten zy het door 't Penfeel van den ander, gelyk onder Blöed.1 Vrienden meer gdebied om 't wat Oog te geeven, overge- lopen wierd Sandmrt., die Gemeenfchap met N. Pousjyn gehouden heeft , zegt dat Gaspcr van Pousfyn ingenomen «na en deezes Verwen. Penfeelen , en Palet; altooz vaar- dig hield f aan; en dat hy , byzonder wel , Landfchappen leerde maaken: aan welke Studie zig Pousfyn ook hoe Jan- eer hoe meer overgaf , die deswffgens 't Gezelfchap yan. |
||||||||
Romynse Schilders. 105
lings bezig hielden, deeden hem 't Penfeel verwaar-
loozen. Eindelyk nam hy Oirlof van den Hertog, met hem eenige Schilderyen ten Gefchenk te gee- vén. X)e Hertog hield hem kostvry, en deed hem geleiden naar Rome, overlaaden met zyne Mildaa- digheeden. Om te digter by de Hand te zyn, ter Tékenin-
ge na de Natuure, huurde Gasper vier Huizen te gelyk: twé in de hoogstleggende Wyken van Ro- me, een te Tivoli, en een te Frescati. De Studiën, welke hy 'er deed, verleenden hem een' groote Ge- maklykheid van Behandelinge, een' verwonderly- ke Toets , en een zeer fris Koloriet. Dikwyls nam Pousfyn vermaak, als hy hem quam zien wer- ken , zyne Landfchappen met wonderbaare Figuu- ren te floffeeren (1). Een geduurige Arbeid , de Jacht die hem op
Feestdagen bezig hield, deeden hem in gevaarlyke Ziekte vervallen. Na eene langwylige Herltellin- ge, ging hy de frisfe Lucht fcheppen te Perugia, by den Hertog van Cornia. Deeze Heer voerde hem naar Castiglior.e, en naar Florence, daar hy by den Adeldom een gunstig Onthaal vond , en hem verfcheide Tafereelen aanbefleed wierden. In 'c Vervolg ging hy wederom naar Florence; en van daar te rug naar Rome, met Voorneemen om naar Napels te gaan , alwaar een gants Jaar hem naauw- lyks genoegfaam was om den Kunstkenneren te ver- noegen. . ZlG
(1) Of dit uit Vermaak of uit Belang gefchiedde, zyn de
I-andfchappen van Gasper, door N. Pousjyn geüoffserd, niet de beste : van zyne twéde Manier', waarvan de Schryver foaks fpreekt? |
|||||
G 5
|
|||||
io6 Romïsse Schilders.
Z i g wederom te Rome bevindende , fchilderde
Gasper groote Landfchappen in Fresko, met rédely- ke groote Figuuren, in de Kerke van Sint Marlyn Bei Monti. In deezen Tyd was 't , dat hy zig overgaf om de Maniere van Clande Lonain te vol- gen (i). De Romynfe Prinsfen,_ en de Heeren van Italië, waren de enkelde niet die hem bezig hiel- den : zyne Werken wierden van de Buitenlanders gezogt. Zyne eerste Manier was droog, en zyne laatste los en vermaakelyk: maar, zyne twéde was de beste. Veel eenvoudiger , waarer, en verftan- -diger, verrukte deeze den Aanfchonweren. Voor Gasper, had nimant den Wind, nog 't On-
weer, in de Tafereelen doen woeden, waarvan hy de Verbeeldinge maakte (2). In zyne Stukken, fchynen de Bladeren bewoogen te worden. De Boomen , onbezielde Voorwerpen, blyven 't niet meer onder zyne Ha-nd. Zyne Gezigten zyn fchoon, wel verfchietende , met een' fraaije Be- handelinge van Penfeel: dogh zyne Boomen zyn wat
(1) Volgens Ricbardfon, (indien hy zig niet vergist in
de Stóffafie) zyn de Figuuren van Gasper mede Antiek, ge- Ivk. die van N. Pousfyn ; en zyne Landfchappen, een Ver- laenginge van den Smaak deezes laacsten en van dien van Claude Lonain. Felibien, die hen te Rome gekend had, zegt eenvoudig, dat Gasper vr.y fchoone Landfchappen maakte in den Smaak van N. Pousfyn , byzonder op 't laatste zyn's Leevens: dat men zelve van eenigen zoude konnen zeggen, dat zy 't Overfchot waren van 't Feest van Pousfyn , gelyk eertyds gezegt is van de Treurfpeelen van Euripides, dat zy 't Overfchot waren van de Gasteryen van Homerus. ( 2 ) O m hier nog geene oudere Nederlandfe Kunstenaaren
aantehaalen , wat had Rubens dan gedaan, die zesendertig Jaar oud was toen Gasper gebooren wierd: heeft die zodanige Verbeeldingen niet in zyne Landfchappen gemaakt , met eene Waarheid welke die van Gasper en der andere Itulim- * ten opweegd? |
||||
Homynse Schilders. iq^
wat te groen, en zyne Gronden insgelyks. Hy
fchilderde zo vaardig, dat hy op eenen Dagh een groot Tafereel met de Figuuren fchilderde. D i e Schilder, ingetoogen van Redeneeringe ,
beminde zyne Kunstgenooten en verachtte nimant. Alles had hy gemeen met zyne Vrienden. Zyn vrolyk Gelaat, zyn lastige Aart, bezorgden hem veel Gezelfchap. Nooit wilde hy tot Huuwelyk beflüiten. Hoewel hy meer dan veertigduizend Ro- mynfe-Scudi gewonnen had, lieten het Vermaak van dikwyls zyne Vrienden te onthaalen, en vervolgens een Ziekte van twé Jaaren , naauwelyks zo veel over waarvan hy eerlyk begraven kónde worden. Dit gefehiedde AQ. 1675, te Si Sufanne, in.den Ouderdom van, 62 Jaaren. Crescentius de Onofrüs, Jacques de Rooster
van Mechekn , en Vincentio gebooren in den Paus- felyken-Staat, zyn zyne Leerlingen geweest. De Tekeningen van Gas per, getoetst metgroots-
fen Smaak, zyn gelyk zyne Tafereelen, van uit- fteekende Volmaaktheid. Daar zyn 'er met de Penne , gewaseben met Roet of met O. L Ink; en andere , gants met het Penfeel gedaan , ge- hoogd met Wit ,\en dikwyls zelfs met Toets- fen van Zwart-kryt: De heerlyke Gezigten van Gasper , zyne fchoone Manier van de Boomen te bladeren, de buitengemeene Figuuren waarmee hy ftófTeerde , zyn de wézenlyke Merktekenen zyn's Hands. Te Rome ziet men van hem,, in de Kerke der
Karmelieten van St. Maarten dei monti, de voorgemel- de groote Landfchappen in Fresko.. In 't Paleiz Colonna, mede in Fresko , Friezen en 't bovenfte der Deuren. By den Prins Borgbéfe, Tafereelen in Olieverw', en Mmiren gants met Olieverw gefchil- |
||||
iog Romynse Schilders.
|
|||||||
derd , welker fchoone Toets de Verwonderinge
baard. De Prins PamfiUo heeft in zynen Lusthof Bel-respro, by St. Pankras , veele Blyken van de Bequaamheid onzes Kunstfchilders. Gasper fchilderde, voor den Kardinaal van
Lotthermge, een Onweer met een' Blixemflraal. Dit's een zyner fchoonfte Tafereelen. Zedert is het naar Duitsland gegaan (i). Ten Tyde toen ik te Rome was (zegt de Schry-
ver), had de Kardinaal Ottoboni een Vertrek, vol Tafereelen van Gasper, meer dan 50 fluks, dien hy gekogthad uit den Boedel van Antonio Moretti , voor wien Gasper ze gefchilderd had. T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz, is
een Landfchap. De Koning \znVranbyk heeft twé fchoone Land-
fchappen, van zyne Hand. Gasper zelfs graveerde 8 zyner Landfchap.
pen, waarvan 4 in Rond zyn. De Ligny heeft 'er 2 gefneeden, verkeerd. Een ander is in 't Kabinet ■van Aix. Zedert korten is te London, door Chate- hin, Vivares , Granville, en Wood, een Reeks van 24 Landfchappen na deezen Meester gefneeden. (2) Zo wy 't wel hebben, in 't Kabinet des jeeenwoordi-
gen Keizers. |
|||||||
V
|
|||||||
FRAN-
|
|||||||
Romynsë Schilders. 109
|
|||||||||||
59 C. fa. !r.<-^atU fc. r>S*. -
|
|||||||||||
FRANCESCO ROMANELLI.
|
|||||||||||
w
|
|||||||||||
Y kennen byna geen bevalliger Schilder dan
Jan Franfois Romanelli, gebooren te Viter- |
|||||||||||
bo, A°. 1617. Hy was Leerling van Pietro de Cor-
tone, en veel zuiverder, fchoon hy, ten aanzien van verfcheide Deelen der Schilderkunst, beneeden hem bleef. Zyn Vader zond hem zeer jong naar Rome, en beval hem aan Gasper de Angelis, zyn Bloed- vriend. Romanelli tekende gediuiriglyk , na de grootfte Meesters. Hy droeg zyn Eeten by zig , om tot aan den Avond in de Paleizen te blyven té- kenen-
|
|||||||||||
f io R'Omïnse Schilde r s„
kenen. Deez Arbeid wasjjem zo onvrugtbaar, dat
hy genoodzaakt ^a&'zyne Tekeningen te verkoo- pen, om te kannen beftaan. Roman e$l i vond zig echter gelukkig genoeg,
om den Kaidinaal Barberini te behaagen, ;die hem in zyn Palêiz nam en by Cortone plaatste! Zyne groote Arbeidfaamheid deed. hem in Ziqkte ver- vallen , en; uitteeren. De Kardinaal gaf hem zyn' Geneezheer, en bezorgde hem alle Hulpmiddelen ter .Herfle%ige. Vervolgens Zond hy.nem naar Napels, om'er de-Uieht te fcheppen , béveelende hem aan den fêardif^aal Pi!omarino\ Om zig uit dien ongelukkige\ Toclliöd te redden , was |em niets noodiger dan 'zödanigëïï vermogend Jèfchermheer. De Kardinaal deed nog„ meer , "op zynej te Rug- koomst te &m<?;,.hy gaf hem een :Schiidervertrek, in't Paleiz der Kaüfenerye:, alwaar-i|y een' Oeffen- fchoole van jonge Schilders oprigtt«f| Aangemoedigd door alle delWeldaadigh.ee-
den des Kardinaals, vorderde óöie^Schilder, met groote Schreéden , naar de. Volmaaktheid der Kunst'. Hy maakte verfcheide Tafereelen, dien de Kardinaal naar Engeland zond, waar van de Ko- ning zö vernoegd was dat die den Maaker wilde zien. T>e Kardinaal keurde evenwel deeze Reize niet goed , als voorneemens zynde hem den Paus aantebieden. Na hy voor zyne Heiligheid het Tafereel der
Godtvrugtigheid gefchilderd had, kreeg hy Bevé! in een klyn Vertrek van 't Vatikaan te verbeelden , de Historie der Gravinne Machteld, en eene Ge- boorte in de Geheime Kapelle van 't Nieuwe Pa- leiz. "Vervolgens fchilderde hy drie Tafereelen , die in St. Pieter gevonden worden • naamelyk , Si. Qregorïus , een' Voorftelünge in den Tempel. en
|
||||
Romynse Schilders. ut
|
|||||
en St. Tieter geneezende eenen Bezeetenen.
Zyn Roem groeide Dagh aan Dagh. Hy in-
venteerde gemaklyk, tekende zeer wel, bragt Be* valligheid in zyne Hoofden. Zyn Fresko was zeer fris. Zyne Schikking, zyne Denkbeelden, waren niet min verheven dan dien zyn's Meesters: maar, hy was koelder dan den zelfden. Hy huuwde te Rome, en wierd verkooren tot
Prins der Akadémie van St. Lukas. Dé Kardinaal Barberini, die hem Kartons voor Tapyten deed vervaardigen, vond zig genoodzaakt naar Vrankryk te wyken, op 't Overlyden van Paus Urbanus, aan wien Innocentius opgevolgd was. Hy flelde Romct* neïïi voor, aan den Kardinaal Mazaryn, tot de Werken die in deszelfs Paleiz te maaken waren. Men nam hem aan, en zond hem drieduizend Ryks- daalders voor de Reize. Door tusfenkoomst' van zynen Befchermheer , wierd Romanelü , te Parys koomende, gunstig ontfangen van den Kardinaal Mazaryn , die hem by Louis XIII en by de Ko- ninginne inleidde. Aanftonds wierden hem ver- fcheide Werken aanbevolen. Hunne Majesteiten deeden hem dikwyls de Eere , hem te koomen zien arbeiden, in't Paleiz Mazaryn. Alle de'Hofjuf- fers, en de Hovelingen, volgden dat Voorbeeld. Van een' vrolyken Aart zynde, was de Koning
begeerig hem te hooren herhaalen, de Vertellingjes welken hy doorgaans aan de Hovelingen deed . Schilderende, omringd van dien Stoet van Hofjuf- feren , nam Romanelli de Gelegenheid waar, om eene derzelfden , die hem 't fchoonste fcheen, in het Zolderftuk te maaien. Dit des anderen daaghs befpeurd wordende, deeden zylieden hem een fcherp Verwyt: zy waren niet te {tillen, dan met haarlieden te belooven, dat hy haar alle in dat Zolderftuk zou- |
|||||
Romynse Schilders,
|
|||||||
112
|
|||||||
de fchilderen. Hoe kan ik Mejuffers, met eene en»
kelde Hand (zeide hy ) u allen te gelyk fchilderen! Dus met haarlieden boertende , had hy 't On ge- luk van de Steigeringe te vallen, 't Gantfe Hof nam veel deel in dit Ongeluk, 't welk echter van geen verdrietig Gevolg was. Eer hy wederom naar Italië vertrok, fchilderde hy den Koning en de Ko- , ninginne. . Hy had Verlof tot de Reize verwor- ven, op Voorwaarde van fpoedig weef te zullen koomen. Veele Frans/e Edellieden , welke naar die Landftreek gingen , hielden hem vry op den Koers. Te Bologne gekoomen, verlokten de Tafe- reelen der Caratzen hem zodanig, dat hy 'er eenige Dagen wilde blyven. Vervolgens quam hy te Flo* rence, daar de Groothertog hem gunstiglyk ontfing. Uit deeze Stad reizende wierd hy van Roovers aangetast, die hem 't weinige Geld ontnamen 'c welk hy by zig had. Viterbo bevond zig op zyn' Koers. De Bisfchop deezer Stad deed hem het Ta- fereel van 't Hoog-Autaar fchilderen, waarin «Sr. Lanrens verbeeld is. Vervolgens ontbood de Groot- hertog hem, in welks Paleiz hy verfcheide Werken maakte. Eindelyk wierd hy, te Rome, 't Voor- werp des Na-ivers van alle de Schilders. Zyn eerste Werk was de Hemelvaard der Maagd, in 't Zolderftuk van de Sakristye der l'Anima. Hy fchilderde ook, in de Kapelle van St. Eky, een Tafereel van de Aanbiddinge der Koningen , als- mede eenige Sibyllen welke daarvan de Zyden ver- fieren. Aangedrongen om na&r Vrankryk te kee-
ren, ging Romanelli naar Viterbo, om zyn' Familie te zien; en voorts naar Parys, alwaar hy nieuwe Weldaaden van 't gantfe Hof ontfing. De Koning beval hem, de Baden der Koninginne in de Oude- ■ JLou-
|
|||||||
Romy ns e Schhoees; ix§
|
|||||||
Lmvre te fchilderen. Hy nam voor, de Onderwer-'
pen der Eneïs daarin te verbeelden, 't Werk was nog niet ten halve, toen hy wederom 't Ongeluk had van de Steigeringe te vallen, en zig vry zwaar- der dan de eerstemaal te bezeeren* De Koning deed hem allen noodig Onderhand bybrengen; Geneezen zynde, voltooide hy dat Werk, meC
een' Verhévendheid van Styl, welke de Neigingé deed ontftaan om hem in Frankryk te houden. Na twe Jaaren verblyfs, was zyn talryk Huizgezin het Beweegmiddel, van zyn' te Rugreize naar Italië'ï De Koning beloonde hem rykelyk, en verhief herrt tot Ridder van St. Micbiel. . Romanelli maakte verfeheide Werken, op
zyn' te Rugkoomst te Rome. Weinige Kabinet- Hukken heeft: hy gefchilderd. Een Ziekte verrasch- te hem, in den Tyd toen hy zig bereidde, om zig met Zyne. Huizvrouw' in Vrankryk te gaan neder- zetten. Hy ftierf te Viterbo^ A°. 1662, oud 45 Jaaren, nalaatende zes Kinderen, waarvan Urbanö Romanelli de oudfle en zyn Leerling was , die onder Ciro-Ferri heeft gearbeid. Men ziet Gewasche-Tékeningen van Romanelli,
ongemeen uitvoerig: derzelver Toets is ligt, deKlee» dyen zyn fchoon, en de Hoofden eêl, als ofze vari Guido waren. Die van Zwart-kryt, zyn lugtig vari Behandeling' en van Artfeeringe , gehoogd met Kryt-wit. Men moet Geest, Juistheid, Eelheid * en Bevalligheid , daarin vinden. Somtyds is hy wat koel in de Hoofden , waaraan hy gemaklyk té kennen is. In 't klyne Vertrek van''t Vatikaan, ter Zydg
de Logies, heeft hy de Historie der Gravinne Mach- teld gefchilderd; en , in de Geheime - Kapelle des Paus, eene Geboorte* Te St. Bieter, drie Tafe» Eerfie Deel. H reelefij
|
|||||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
Ü4
|
|||||||
reelen : een Voorftelling in den Tempel, een St»
Qr egoruis, en een St. Piet er geneezende eenen Be- zeetenen. In 't Zolderituk der Chiefa nuova heeft fey verbeeld, de Krooning' der Maagd. De Be- dryven der Oude Romynen , zyn in 't Verwulfzel der groote Zaale Lanti. In een Fresko , in 't Pa- leiz Altenis, zyn verbeeld, Ju-pit er, Venus, Polyfé- inus, en Aurora. St. Jakob is in de Kerke des ei- gen Naams, alle fcaktte alla longara. 't Verwulf, in Fresko, van 't Paleiz Costaguti, heeft eene Galathéa. In de Kapelle Cerro , der Kerke van Jezus, is de H- Kar el Borromeo op de Kniën voor de Maagd , gezeeten op de Wolken, houdende't Kind Jezus: de Geboorte, en de Aanbiddinge der Koningen, zyn 'er de Onderwerpen dér twé andere Taferee- 3en. In 't Klooster della Regina Cosli, heeft hy ge: fchilderd een' Voorftellinge in den Tempel; en op de Zyden , St. Jan Evangelist, met de H. Maagd en Se Thercfia , die haaren Regel geeft. Te San Domenico e Sisto , is een Tafereel , waarin de H. Maagd, 't Kind Jezus, St. Dominicus, en <S? Ka- tharina van Siena. By de Geestelyke-Doghters van St. Ambrofius word een'Zmw*/gevonden , dien men van 't Kruiz neemd. Voor den Koning van Engeland heeft hy ge-
maakt, het Feest der Goden, en een Bacchanaal, zeer groote Schilderyen.. In Frankryk ziet men , in 't Vertrek der Oude
Louvre , genoemd de Baden der Koninginne, ver- fcheide Zolderfhikken van zyne Hand. In een Por- taal, verfierd met negen Landfchappen van Borzo- ni, Genueez-Schilder, heeft hy in 't Zolderftuk in Fresko gefchilderd, Palias, Mars, en Venus, heb- bende elk eene Lelie, met Kindertjes die eene Kroon' houden: de Vrede, en de Overvloed, zyn ge-
|
|||||||
Romynse Schildere fff
geplaatst beneden de Kornis. Het Voorvertfek 'c
geen volgd, toond verfcheide Onderwerpen, aan- gaande de Kunsten en de Weetenfchappen, in de Vakken geplaatst. Men ziet 'er, den Roof def Sabynen , Mutius Scevola , Coriolams bewoogen door zyn' Moeder, en QuinElius Cincinnatus, ploegende het Veld toen men hem 't Bevel over 't Heir quara aanbieden. De Kamer der Koninginne doet zien f den Godtsdienst in 't Wit gefluijerd, ^verzeld doof 't Geloof, de Hoop, en de Liefdaadigheid; aan de beide Uitgangen zyn gefchilderd, de Historie van 'Hester en die van 'Holofernes; en aan de Zyden } de Voorzigtigheid en de Maatigheid» Van daar gaac men in 't Vertrek boven 't Water, genoemd hei Kabinet der Koninginne. RomanelH heeft 'er ge* fchilderd Minerva, in 't Ovaal van 't 2olderir.uk j en zeven Tafereelen in de Lambfisfeefingen : naa* melyk, Mozes uit het Water getoogen , de Israëli- ten het Manna raapende, 't Slaan der Rotze, Mo- zes en Aaron in de Woestenye, den Togt door 'd Roode-Meir,. de Aanbiddinge van 't Goude-Kalf, en Mozes de Doghteren van Jethro te hulp' kooffiende* In een groot Vertrek, aan de andere Zyde van 't Portaal, ziet men aan de Zolderinge zeven Stukken; naamelyk, d&éon, Endlmion flaapend', Apollo deelen- de Kroonen uit aan de Zanggodinnen, drie Onder- Werpen der Historie van Marfyas, Apllo en Diana die 't Midde-gedeelte beflaan. 't Paleiz Mazaryn, jegenwoordig 't Hotel
van de Maatfchappye der Indien, bezat verfcheide; Werken van deezen Meester. Daarvan is maar al* leen een Kabinet overgebleeven, in welks Zolder- ftuk men eene Overwinninge ziet; en in twé Ovaa- len, de Overvloed, en Flora verzeld van Vernuften * De Gallerye van dat Paleiz, uitmaakende een G&« H 2 deeltQ
|
||||
n6" Romynse Schilders,
deelte der Koninglyke Bibliotheek, vertoond dertien
verfcheide Stukken, Historiè'fe-Onderwerpen. Ju- pher, den Reuzen blixemende, koomt in 't Midde te voorfchyn. Apollo en Diana , ziet men boven de Deur. Remus en Romulus, zyn daartegens over. Voorts ziet men 'erFenus in haar' Wagen, den Berg Parnas, 't Oirdeel van Paris , Venus door Rupido opgewekt, Narcisfus , den Brand van Troye , de Schaaking van Heleena, die van Ganimedes, en twé andere klyne'Onderwerpen. N a deezen Meester heeft men gegraveerd, drie
Stukken in de Verzamelinge van Crozat, een in 't Kabinet van Aix, den Tytel een's Boeks, een Zin- nebeeldig Onderwerp, en een' Plaat der Hesperides, door C. Bloemaart gegraveerd. G. Judran, Nata- lis, Cosfius, Picart, Valet, hebben verfcheide Thé- fes en andere Onderwerpen uitgevoerd. |
|||||
CIRO.
|
|||||
Romynse Schilders.
|
||||||||
ii?
|
||||||||
J» ~ &. Tty^. ■ /<•. >(l .
|
||||||||
CIRO-FERRI.
ROme kan zig beroemen, geboorte gegeeven
te hebben, A9. 1634, aan den besten Leer- ling van P. de Cortona, in den Perfoon van Ciro-Fer- ro. Zyn Vader, Stefano, uit een goed Geflacht gefprooten, liet hem meer dan 30,000 Ryksdaa- lers aan Goederen na. Dit Voordeel was geen Hinderpaal, aan'zyn' Zucht voor de Schilderkunst. Hy bewaarde dat Vaderlyk Erfdeel, voorzynen Zoon Vieier: de bequaamheid zyn's Penfeels voor- zag hem genoegfaam, ten Onderhoud zynes Huiz . H 3 Zyn
|
||||||||
ïfS Romy ns e Schilders.'
|
|||||
Zyn Geest was verheven , zyne Ordinantien zyn
fchoon , en'2Jiw^0^miSstin§ groots. Men kon niets overe^nko^irftiger met Pieter de Cortone zien , dan zyne Zf)](Jpftukken: dikwyls vergistte -men zig daarin. (Mfangezien hy zyne Werken lop een' hoogen Pry»(lelde, wierd hem veel Werk aanbe- fteed (i). f De Prins Borgbéfe, en Akxanër Vil, inaakten veel Werk van hemj en de drie volgende Pausfen, w|ren hem niet minder gunftig. , De Groothertog éeef^eml& Florence kpomen ,
en leidde ih%n .een z,\|aar Jaargeld toe ,j om de Werken tejvoïtoorjèS dien Pieter de Cortona onvol- maakt had gelaaiën/ Hy trofjtfeezès Denkbeeld zo- danig , hy f queet zig zo waafdig daarvan , dat-die .' , j Wer- -
■■ . ■ ■
(i) Ciso'frssi wierd «3K'< verweetcn , dit hy een'
buitenfpoorige Somme ' geéifcht had, voor écn Tafereel, 'C welk gezegt yierd in drie Dagen van hem gtj&hildeVd te zyn. Hy antwoordde, doelende op den-Tyd ch'ejtfhy had moeten bèfteeden omj zo verre te koomen , Je becfèèjgje, 'kïbeb vyfiig Vaaren daarowrjrearbeid. Hierop tüicvA Rïfl£ardjori zeer'wel san, dat njerï'fïïêt'zo zeer den "Tyd" moetTetlen die aan 't maaken van iets hefteed word, maar wel dien die noodig is om daarvan het Ontwerp te vervaardigen , welke zelve niet evengelyk is voor alle Soorten van Vernuften. Eigenlyk Jcan men zeggen, dat het de Deugd is die in 't Werk zelfs zit, of 't Gebruik't geen daarvan gedaan kan worden, en geenzmts de Grootte van den Arbeid , welke de Waardy' kan uitmaaken : fchoon 't anders begreepen word, van zul- Jke Liefhebbers die de Schilderyen met de Elle meeten , of de Boeken naar 't Getal der Bladen fchatten. Dus merkt die Schryver het zeggen der Zédekundigen zeer wel aan , dat taant zeer jong ter Ouderdom van Tagtig Jaaren, en :;eer oud op Veertig Jaaren Ouderdoms kan derven , na 't Gebruik 't welk hy van den Tyd gemaakt heeft : dat een Kunstminnaar, of Schilder, dus zeer lang in Italië kan ge- weest zyn, fchoon hy zig aldaar maar eenige Maanden heeft opgehouden, terwyl een ander Schilder het te vroeg verlaa- |gfl kan Jiebben, al had hy 'er een' Halve-Eeuwe gewoond. |
|||||
Romynse Schilders. up
|
|||||
Werken van een' zelfde Hand fchynen. De Groot-
hertog benoemde hem tot Opperhoofd der Floren- tynfe-SchooT, en hy was het langen Tyd. Ciro-Ferri quam wederom te Rome. Hy
vertoonde zig zulk groot Bouwmeester, als voor- treflyk Schilder. Verfcheide Paleizen, en groote Autaaren, gelyk dat van St. Jan der Florentyneren, en dat der Chiefa nuova, wierden gebouwd op zyne Tekeningen. Hy nam meer Vermaak in de Be- handelinge van 't Krayon, dan in dat van 't Pen- fee]. Men vroeg van hem, Thefes, Figuuren voor Brevieren, Tytels van Boeken, waarvan verfchei- de gegraveerd zyn door Spierre en door Bloemaart. De Paus gebruikte hem, om Kartons voor 't Vari- kaan te maaken. Nimant heeft meer gearbeid, in alle Soort van Kunst. 't Zy hy belaaden wierd met Werken van zyne Uitvindinge, 't zy met dien zynes Meesters te voltpoijen, zyn Vernuft blonk niet te minder uit. De Koepel van Se. Agnes, op de Plaatsfe Navona,
was zyn laatfte Werk. 't Hartzeer 't welk hy had, van de Vakken van Bqccici te zien, die regelregc daaronder waren, en welker Kragt van Koloriet het zyne nog zwakker maakte (i) , veroirzaakte hem de Dood. Hy zeide eens aan Lazaro Baldi, zyn Kunst-
(i) Volgens Richardftm , vertoond die Koepel veele
fchoone Werkingen van Engelen en Heiligen; en is gekolo- reerd , op een' uitfteékende vrolyke en heldere Maniere : maar, 't Werk is overlaaden met Figuuren, zonder de minste Eenfteinmigheid van Licht- en Bruin te hebben : zulks het Ge- heel een' onaangenaame Uitwerkinge doet , gelyk gebeurd aan alle Tafereelen, vooral aan groote Werken, waarin, de voornaame Partyen van Dagh en van Schaduuwe niet zorg' vuldig bewaard zyn. > H 4
|
|||||
iso Romynse Schilders.
|
|||||
Kunstgenoot , dat zyn Koepel hem vry verfchei?
denlyk toefcheen van de Stellaafie , dan wanneer hy dien van beneên befchouwde; en dat, in een Woord, de Vakken van Baccici hem veel Moeite baarden. Ciro-Ferri, ziek geworden, liet dien Koe-
pel onvolmaakt. ' Stervende bad hy Kar el Marat, denzelfden te voltoöijen. Deeze Schilder ver- ïchoonde zig vervolgens daarvan. Indien Ciro daar- van gefproken had aan Baccici, dan zoude deez dat Werk voltooid hebben , volgens 't geene hy na- derhand aan verfcheide Perfoonen verklaarde. In- derdaad , geen Schilder zoude zig beter daarvan heb- ben gequeeten. Wat Na-iver in de Kunst, was de Oirzaak daarvan. Zyn Leerling Corhinelli heeft het voltooid, op een' Wyze welke de Verdiensten zyn's Meesters niet doet gelden. Rome verloor Ciro-Ferri, A°. 1689, in den Ou-
derdom van 55 Jaaren. Men deed hem een' prag- tïgen Uitvaard, te Se. Maria in tramt evere, daar hy begraven is. V e R s c h e 1 d e Leerlingen , maar zyn er weinig
waardig, heeft hy nagelaaten. Men kend 'er gee- nen, dan Corhinelli. De Tekeningen van Ciro-Ferri, verwarren zig ge-
maklyk, onder die van Cortona: echter zynze zo ]omp niet, en iets juister. Hy maakte zyn' Om- trek met de Penne, gewaschen met O. I. Ink, of met Roet , fomtyds met Wit door 't Penfeel ge- hoogd. Men ziet 'er getekend met Roodkryt, en met Zwartkryt, met Artfeeringen die dikwyls ge- bruist zyn. De Uit-eindens der Figuuren zyn wac achtelpoz; en de Merktekenen zyner Hoofden, zyn genoegfaam om hem te doen kennen. Te Rome ziet menv in, de Kerk' van St. Markus, een
|
|||||
Romynse Schilders. izï
|
||||||||
een Tafereel verheddende.deJH. Maagd;, houden-
de 't Kind Jezus: Sk Martha isv beneeden. Op 't Hoofd-autaar der Kerke van St. Amhrofiiis, geneezd deez Heilig eenen Zieken. In eene>phderaardfe Kapelle dèr Kerke van Si Martha, heefd hy eenen Lazarus gefchilderd. In 't Proeffchool der Jezuï* ten, is een H. Maagd en 't Kind Jezus jmet veele Figuuren i gaande naar Egipte. Nog vind men den Koepel vanSt. Njkolaas Tolentino, dien Coriona onvol- maakt liet; dien van SiOigneh:, op de Pïaatsfe Na- vona, dopr hgm zdfs onvolmaakt gelaaten; den Koepel der Kapellcr.'.van 't Kruisflfix', in St. Pie- ter , in 't Mufaïs mtgevöeri|::*:::varf Cortóna begon- nen. In :de Kapelle del Christo Morto, te Se. Praxe- de, heeft hy twé Halfronden gefchilderd. In de Gzlteïye van Monte CavaUo, de-Historie van
Cyrus, en'een'rBoddfchap in een'Ovaal. : Hy heeft eenen St. Antont gefchilderd , voor . eerje Kapelle der Hoofdkerk! de Monte Porzio. Te Florence keeït hy verfcheide Werken en Zol-
derffukken voltooid,.,.. ..van Pieter de Cortona onvol- maakt gelaaten; en men kan zeggen , dat het te Florence is alwaar hy 't meeste heeft gearbeid. B y den Keurvorst der Paltz , te Dusfeldorp , is
St. Jozef met het Kind Jezus. D e Koning van Vrankryk bezit eene Zinnefpee-
linge, gedaan ter Glorie van Louis XIV. D e Graveurs die Ciro-Ferri gekopieerd hebben ,
zyn Pietro Aquila, C. Bloemaart, Roullet, de la Haye, Spierre, en anderen. Meer dan zestig Stukken, zyn na dien Meester gegraveerd. |
||||||||
Hj
|
||||||||
GIA-
|
||||||||
12% Romtnse Schilders.
|
|||||||
? C & KfjZ. Jr ^sï
|
|||||||
GIACINTO BRANDI.
IN den Perfoon van Giacinto Brandi zal men zeer
ongelyke Verdienden aantreffen: zeer groot in zékere Deelen, en uitfteekend klyn in anderen. Deez Schilder wierd gebooren, A°. 1623, te
Poli: een Landftreek omtrent 20 Mylen van Ro- me gelegen. Zyn Vader, Jan Brandi, voerde hem zeer jong naar deeze Stad , en ging zig aldaar neerzetten. Hy was oirfpronglyk van Florence ,x en maakte^ Tekeningen voor de Borduurders. De jonge Brandi, die welgemaakt en geestig was,
|
|||||||
J
|
|||||||
Romynse Schilders. 123
was, diende dikwyls ten Model aan den befaamden
Jlgardo, welke aanvanglyk eenen Beeldhouwer van hem wilde maaken. Dewyl hy begonnen had met hem de Grondregelen der Schilderkunst te geeven, fcheen de Jongeling meer Eehaagen daarin te fcheppen. Men deed hem by Jakob Sementa, een Bologneezer, die op den Trant van Guido fchilderde. Deeze School wierd verwisfeld, voor die van Lan- franc, waarvan geen Leerling zo veel Geest nog zo veel Vuur had dan Brandi. . Hy wagtte niet lang met Preuven zyner Be-
quaamheid te geeven, in veele Kerken en in de Pa- leizen van Rome. Zyn Roem vermeerderde in wei- nig Tyds. Hy wierd het Hoofd eener Schoole, en men verkoor hem tot Prins der Akadémie van St. Lu- kas. Schoon hy aangehaald wierd van de grootfle Heeren, en zelve van den Paus, die hem Ridder des Ordens van Kristus maakte, echter was hun Gezel- fchap hem minder aangenaam, dan dat eenes Waards, waarvoor hy dikwyls fchilderde, en van wien hy al 't Geld trok 't welk hy benoodigd had. Nimant heeft arbeidfaamer, nog vaardiger
geweest, dan Brandi. De Glorie geleidde hem niet altooz. Greetig op Geld zynde, fproot dit niet uit Beweegmiddel van Gierigheid: hy zogt maar alleen te voldoen aan de Onkosten zyner Leevens- wyze, die inderdaad veels te ruim was voor eenen Kunstenaar. Brandi wierd naar Gaëta geroepen , om veele Tafereelen te fchilderen. Zyn vry Pen- feel, zyn vrugtbaare Geest, zyne ryke t'Samenftel- Kngen, onderfteund door een groot Vuur, behaag- den nog meer aan den Buitenlanderen dan aan de Romynen. Dikwyls niet zeer juist, en zeer zwak van Kleure zynde , deed hy den Kenneren wensfen , dat hy weiniger Tafereelen gemaakt had: ten mins- te dat hy meer Tyd befteed had, om dezelfden te voltooijen. Men |
||||
124 Romynse Schilders.
Men merkt aan, dat Brandi, die welgemaakt
was, geen gelukkige Uitfpraak had. Schoon hy de Vermaaken beminde, liet hy zig fomtyds zo verre vervoeren, van dezelfden te ftooren. De Omme- gang met Schilders , was gants niet van zyn' Smaak: hy fprak qualyk genoeg van hen, waarvan hy nimant uitzonderde dan M. Angelo de Ia Batailje, die zyn byzondere Vriend was. Rome verloor hem, A°. 1691, ten Ouderdom van 68 Jaaren, nalaaten- de weinige Goederen en veele Kinderen. Een zyner Leerlingen , genoemd Jacobo Ro-
fa (1), verliefde op eene zyner Doghteren , en huuwdeze in Weerwille van hem. Het Verdriet 't welk hem dit gaf, deed hem befluiten om alle zyne Leerlingen aftedanken. Men kend 'er maar twé, naamelyk die Jacobo Rofa, en Felice Ottini ge- zegt Felketto. Daar is niets zo gemaklyk, om te onderfchei-
den , dan de Tekeningen van Brandi , met een' grove Penne gedaan. Men vind 'er flootende Trek- ken, een' Omtrek die niet zeer uitgedrukt is een' lompe Toets, en Artfeeringen van den eigen Zin zonder gekruist te wezen. Daar regeerd eenen zelf- den Geest in, 't zy ze gewaschen zyn met Roet , getekend met Roodkryt, of met Zwartkryt. Dik- wyls gebruikte hy in de Handen, en in de Hoof- den , wat Roodkryt. 't Aanmerkelykste deezes Meesters te
Rome, is de Krooninge der H. Maagd, gefchüderd op 't Hoog-Autaar der Kerke van Jezus en Maria al
(i)JakobRoos, van anderen genoemd Filip , door
zyn Penfee! zeer befaamd. Zyne Landsgenooten zyn wel verre, van hem voor Leerling van Brandi te Boek te [tel- len; gelyk ook zyn Verkiezing van Schilderen, Gediertens, Zulks bevestigd. Op zyne Plaats, zullen wy dit Geval bree- der aaahaalen. |
||||
Romtnse Schilders»
|
|||||||
ïajf
|
|||||||
al Corfo; alwaar hy nog in 't Verwulft gefchilderd
heeft, de!Maagd.,jioudj£nde/t MüAJeMs, met St. Jozef. Te St.' Karet al Corfo "ziët'n|en, veeie zyner Werken. ? 't Verwulft van 't Middè^erbeeld den Val van Lucifer, en St. Karel ten Hëfeel gedraa- gen. G|dt den Vader heeft hy gefcËÜderd, in den Lantaarn des Koepels, Vier Profeèten in de Hoeken ,\ en 't Mirakel der Pest in 't iGeftoelte. Te Se. wLaria Magdalena, is een Kruisfing'. In Se. Maria fa via lata, heeft hy in 't Zolderftuk ge- fchilderd,! verfcheide/Dèelen vaiïv't Leejen der H. Maagd; efn een Tafereel van 't Autaar^.zynde St. Andries. Te St.^Augustyn is de gelukzalige Rita, op de Kniln. Men-ïiet teSt.Siivesier deïk monacbe> in 't gro^t Verwulft , Se Hemelvaar*! der H. Maagd ; St. Jan\ en St. Silvester in eëne Glorie van Heiligenden-, Engelen, in 't. Ver*t*l£t der twé Zyden vaè'tKfüiz; en de; Apostelen, in den Bril boven 't ()rgel.~ Te St. Rochus, heeft Érandi op 't Hoog - Ai taar den Zaligmaaker gefchikferd , ge- torst op qe Wolken met den Abt St. Rpchus , en verfcheidë Pestzieken liggende op de Aarde. Eenen St. Jozef ziet men, in een' andere Kapelle. Te Verona , op 't Hoog-Autaar der H. Maagd
in organo, ziet men eene Hémelvaard van Maria. I n Milaan, te la Vittoria delle Monache, St. Karel
geneezende de Pestzieken B y den Keurvorst der Paltz, vind men 't Af-
beeldzel een's Dooden Kristus, en dat van St. Antoni en van St. Franjïskus. Daar is een Stuk na Brandi gegraveerd, in de
Verzamelinge van Crozat. <&>
FILIPPO
|
|||||||
Ï2(5 Romynss Schilders»
|
|||||
FILIPPO LAURL
kE Stad Rome gaf geboorte , A<>. 1623, aan
ji^J Filip Lauri. Zyn Vader, Balthajar, was van Antwerpen, en quam zig in Italië neerzetten, daar hy twé Zoonen won: Francesco die onder 't Beftuur van Saccbi een bequaam Schilder wierd, dogh in den Ou- derdom van 25 Jaaren itierf. Filippo was de twéde. Balthajar, die een goed Schilder en Leerling van Paulo Bril was , befpeurde met Vreugd, dat zyn Zoon Filip, ter Schoole gaande, zonder ooit Teke- ning |
|||||
Romynse Schilders. xzf
ning gezien te hebben (i), het Afbeeldzel van
alle zyne Schoolmakkeren maakte. Een Neiging die zig zo fterk uitdrukte , betekende dat hy eens een groot Schilder zoude worden. Zyn Vader be- itelde hem by zynen anderen Zoon Francesco, die hem de eerste Beginzelen der Kunst leerde. De ontydige Dood van Francesco, deed hem overgaan in de Schoole van Angeh Carofelli, zyn Schoon- broeder, die zig eenigen Roem in de Schilderkunst verworven had. Filippo maakte zulken grooten Opgang , dat hy zynen Meester in allen Deele overtrof. In deezen Tyd verloor hy zynen Va- der , en weinig daarna zynen Meester, die hem zo zeer beminde, dat hy , om hem bekend te maa- ken, alle de vreemde Liefhebberen by hem bragt die zyne' Kunst te Rome quamen zien. Filippo, die fterk geftudeerd had, verliet zo
voort zyne eerste Maniere, en leidde zig toe om Historiëfe-Onderwerpen in 't klyn te fchilderen , met Gronden van Landfchap, van verwonderlyke Frisheid en Lugtigheid. Hy maakte ook verfchei- de groote Tafereelen , voor Kerken : waarin hy niet minder flaagde dan in 't klyn. Voor 't overi- ge, heeft hy veele Werken onvoltooid gelaaten. D e Natuur, die hem een' fchoone Geftalte wei-
gerde, had hem verfcheide fraaije Eigenfchappen gefchonken. Behalven dat hy de Doorzigtkunde bezat, was hy Poeët, en bedreeven in de Historie en de Fabelen. Zyn vrolyke Geest, en zyne aarti- ge Quinkflagen, vermaakten dikwyls zyne goede Vrienden. Zyn Barbier hoorde eens zeggen, dat hy < een (i) Is onze Schryver hier bedacht: kan men dit geloo*
ven , van imant die een' goed Schilder ten Vader had ? |
||||
i2g R o m y n- se Schilders.
een Schildery had gefchonken aan zynen Apotheè-
ker , ter Vergeldinge van de Zorge welke dezelfde voor hem gedraagen had in zyne Ziekte. Zig vïei- jende de eige Gunst te zullen verwerven, bad hy Lauri een Tafereel voor hem te maaien. Filippo , diezyn baatzugtig Oogwit befpeurde, maalde hem af meteen'Gryns-tronië", bootste daarin debelachelyke Gebaarden na welken hy in 't Spreeken maakte, en fchreef daaronder, Deez zoekt imant te foppen êogb heeft zyn Oogmerk niet bereikt. Dit Tafereel zond hy aan den Barbier, op een' Tyd waarin hy wist, dat eenige zyner goeder Vrienden in deszelfs Winkel quamen kouten. Elk vond het Portret op 't koddigfte, en dreef den Spot met den Baard- fchrapper, zulks men hem beletten moest van 't aan flarden te ryten. Dus vermaakte zig Filippo, ten koste zyn's Barbiers: maar, vermydde ook in 't Vervolg zig van hem te bedienen, als zyne Hand voortaan te gevaarlyk oirdeelende. Men kan niet ontkennen, dat Lauri een der
eerste Schilders van Rome is geweest. Hy tekende fraai, hy was.bevallig, zyn Landfchap was fris en van goeden Smaak : maar zyn Koloriet was ver- fcheidenlyk, fomtyds al te fterk, en meestendeels wat zwak. Gemeenlyk fchilderde hy Onderwerpen uit de Hervormingen van Ovidius, Bacchanaalen, en dikwyls Historiën, welken hy zeer uitvoerig be- handelde. Zyne Stukken zyn verfpreid in Enge- land, Spanje, Duitsland, en door gants Europa. Hy wilde nooit huuwen, nog zig met Leerlin-
gen quellen. Zyne Neiging ftrekte om zig met goede Vrienden te vermaaken , hen klugtige en ineedige Poetsfen te fpeelen. By openbaare V reug- debedryven muntte hy uit, in Vuurwerken. Hy beminde Verfpillinge. Eindelyk, meenende altooz, jong
|
||||
Romïnse Schilders» *2$
|
||||||||||
jong te zyn, bleef hy de eige Leevenswyze aanhou-
den, tot hy in een' gevaarlyke Ziekte viel , die hem A°. 1694 te Rome weghrükte , ten Ouderdom van 71 Jaaren. Hy wierd begraven te St. Laurens in Lucina , zyn Parochiekerk. De Akadèmi van St. Lukas , die hem A°. 1652 in haar Genootfchari ontfangen had , liet zig by zyn' Uitvaard vinden i Aan zyne Achterneeven het hy eene vry aanmerk- lyke Erffehis, en maakte verfcheide Legaaten. Deez Meester is zeer bevallig in zyne Téke.6
hingen. Daar zyn'er met Roodkryt, welker Art-s feeringen vin alle■Zyden gaan,met niet fterk uitge- drukte Omtrekken. . Andere zyn gewaschen ^ heb£ bende een' Omtrek van de Penne. Zyne lugte Toets, een aangenaam Landfchap, Kleur, en eeri byzonder-e Smaak welken hy zig gevormd had^ zul- len hem altoos by den Liefhebber bekend maaken. Men ziet van zyne Werken, te Rome , in deé
Kapelle Mignanelll a laPace: hy heeft 'er gefchilderd een' Adam en Eva , Figuuren grooter dan 't Lee- Ven. Het Tafereel des Autaars der Doopkapellen in de Kerke de Monte porzio. In 't Paleiz Palaviclni de Reize van Jakub , de Intree des Pools/en Anl- basfadeurs, waarvan hy 't Gezigt gefchilderd heeft «- Verfcheide Figuuren, van den Trap in de Kerke det Madonna del Popoio, zyn mede van zyne Hand. H Y heeft gefchilderd , in de Paleizen Colohna $
Pamphili, BorghJfe, Chigi, Ginetti, Cenci. De vier Jaargetyden, voor Engeland; Mars efl
Apollo, met verfcheide Satyrs. Zedert korten zyn na hem gegraveerd t des
vier Getyden. V
|
||||||||||
Eerjle Deel,
|
||||||||||
LÖ-
|
||||||||||
i
|
||||||||||
330 Rohïnse Schilders,
|
|||||
LODOVICO GARZL
DIkwyls brengen de Leerlingen 't hunne
toe, met zig eenen Naam te maaken, om dien hunnes Meesters te vermeerderen. Lodewyk Gar- zi, gebooren A°. 1638 te Pistoia , ffrekt daarvan ten Bewyz. Salomon Boccali was zyn eerste Mees- ter. Ten Ouderdom van 15 Jaar en ging hy zig te Rome neerzetten, en begaf zig in de Schoole van Andries Sacchi, hebbende Karel Marot ten Tydge- nooten ten Medeftreever. Sacchi, die Lodewyk bo- ven zyne andere Leerlingen beminde, befchaafde zyne
|
|||||
Romynse Schilders. 131
zyne Werken. Dit deed hem, in weinig Tyds,
bekend worden. DePryz, dien hy van dezelfden maakte , ftelde hem in ftaat tot zyne Studie, en om in de Kerken de beste Tafereelen te ko- pieeren. Zyn Roem verfpreidde zig van Dagh tot Dagh,
niet alleen in Rome maar zelve door gants Italië. Arbeidfaam zynde, tekende Garzi zeer juist. Zyne Gemaklykheid om zig uittedrukken , volgde een van de gelukkigfte Vernuften. In Uitvindinge, en Koloriet, gaf hy aan nimant toe. Zyne Figuuren zyn bevallig, en fraai gekleed. Verwonderlyk zyn zyne Groepen van Kindertjes , en zyne Gloriën van Engelen, 't Landfchap, de Bouwkunde , de Doorzigtkunde : alles was hem eigen. Onaange- zien deez Schilder gedaagd heeft, byna in alle de Deelen der Schilderkunst, nooit heeft hy zo veel Geluk ontmoet als Kavel Mar at. Na hy te Rome verfcheide openbaare Werken
gemaakt had, wierd hy naar Napels ge-eischt, om 't Verwulft, met de Vakken en twé Kapellen, in de Kerke van Se. Katharlna de Formello te fchilde- ren. Hy maakte ook twé Werken in 't Paleiz die'r Stad, waarvan de Onderkoning zo vernoegd was, dat hy hem gebruikte om de Zolderinge te befchilderen, van de Voorzaal' en van 't Belve- dère zyn's Paleiz. Daaghlyks ging de Onderkoning hem zien arbeiden. Hy liet hem de voordeeligfte Aanbiedinge doen, om te Napels te blyven : dogh Garzi wilde te rug naar Rome, alwaar hy aanquam, overlaaden met Eere en Gefchenken. Hy was zo arbeidfaam, dat hy, door eene lang-
duurige Ziekte overvallen , byna nimmer ophield van arbeiden. De Dood moest hem verraschen in groote Onderneemingen. Hy verbond zig , in I 2 den
|
||||
132 Romynse Schilders.
den Ouderdom van tagtig Jasten , op Bevel van
Klemens XI, om 't Verwulf te fchilderen van de Kerke der Kruizivonden. Dit voltooide hy geluk- kig : dogh, 't was zyn laatfle Werk. Elk fchoot toe, in Vooronderftellinge van de zwakke Voort- brengfelen een's Gryzaarts aantetreffen, om het te berispen. Hy overtrof zig echter daarin : men ziet dat Stuk aan als zyn beste Werk, 't geen alle zy- ne andere Werken kroond. De Arbeid van 't Fresko , de Reuk der Kalk , deed hem zo veel Nadeel dat hy zig Daaghlyks voelde verzwakken. Eindelyk voleinde hy zynen Loop A°. 1721 , te Home, in den Ouderdom van 81 Jaaren. Hy wierd begraaven, te St: Laurens in Lucina. G a R z 1 had ten Huizvrouw de Zuster van Giu-
feppe Pasferi, waarby hy verfcheide Kinderen won. Zyn Zoon Mario was zyn Leerling, en ftierf voor den Vader. Men kend geene andere Leerlingen , van hem. De Tekeningen van Garzi zyn gemakkelyk te'
verwarren, met die van Karel Marat : zy quamen beide uit eene zelfde Schoole. Hy tekende ge- meenlyk met Zwartkryt, lugtig opgewaschen met O. Link, en gehoogd met Krytwit. Andere zyn gefield met den' Trek der Penne, gewaschen met ïloet , en door 't Penfeel met Wit gehoogd . .Daar zyn'er met Roodkryt, waarvan de'Schaduu- wen gekruist zyn. Altooz vind men 'er in, Ge- moedsneiginge, Juistheid, fchoone Kleedyen, met een' Smaak die op zyn' Meester Andries Sacchi trekt. Bevallige Hoofden zyn raarder by hem , dan by Karel Marat. Te Rome merkt men aan , het Tafereel der
Godtvrugt, boven 't Hoofd-autaar van St. Jan della Pigna i de Kapelle van St. dntóni, in de Kerke van St,
|
||||
Romy n se Schilders. 133
|
||||||
St. Bonaventwa op den Berg Palatims; in de Kerke
van 'zH. Kruiz te Jeruzalem, St.Sylvester, toonen- de de Af beeldzeis van St. Pieter-m St. Paulus aan Keizer Konjlantyn. Te Carnpo Marzo,•, St. Gregorius Nazianfénus. Een Tafereel der Ontfangepis, in de Gebédeplaats van Campo Santo. Te Se. Imrtha heeft hy gefchilderd, den Engel die de drie Mckiaas bood- fchapt; den Koepel der Kapelle Cibo , irl de Kerke der Madonna del Popoio. "■ Voorts, den Koepel en de Vakken der Kapelle Sag&pantL te St. Imatius; de drie Tafereelen der Spreekplaatsfe, te St.[Paulo della regola; het Choor dex~'KartBtiifèrs•''te Termini, wel- ker Kerk 'genoemd.word,. Santa -Maria dégïanglloli; het Verwulf van de 'Nonnen der Magialeena, te Monte Cavalh ; 'een der twaalf. .Apostelen , te St. Jan Lnteraany Aurora, in de Zolderingen der Ver- trekken des Mzxquïs de Carelis ,-te San Marcello. Te Napels heeft hy gefchilderd, in: de Kerke
van Se. Katharina del Formelïo, de Vakken en twc Kapellen. | Het Zolderfluk der Apotheekerye, is mede van zyne Hand-. D e Gallerye des Prinsfe van Cellamare.
Twé groote Zolderftukken, in 't Paleis des On-
derkonings. Men kend niet anders dan St. Filippo Neri, ge-
graveerd na Garzi, in de Verzamelinge van Crozat. |
||||||
I 3 CAR*
|
||||||
134- Romykse Schilders,
|
||||||
p C. h Vi^ix je 9i>. ■
CARLO MAR AT TL
DE enkelde Naam van Kar el Marat maakt
zyn' Lofreden. Deez Schilder wierd geboo- ren te Camerano, in 't Mark van Ancona, A°. 1625. Zyn Grootvader, Mattbeo Maratti, hebbende Sc!a- voniën verlaaten daar hy gebooren was, ging zig te Camerano neerzetten, met zyn' Huizvrouw' en tvvé Zoonen: alwaar de eene, genoemd Thomas, zig in Huuwelyk begaf, en Vader wierd van Carlo Maratti. Nog niet kamende fpreeken, weez Carlo met den Vinger naar de Schilderyen in de Kerken. Maar een
|
||||||
/
|
||||||
Romynse Schilders. 135
|
|||||
een Kind zynde bekrabbelde hy, met Figuuren van
H. Maagden, de Muuren van 't Huiz zynes Vaders. By Gebrek van Verwe., bediende hy zig van 't Sap van Kruiden en Bloemen. Hy kopieerde alle Printen na, die hy bekoomen kon. In Plaats van ter Schoole te leeren, tekende hy alles wat hem in Gedachten quam. Een Boek', van de eerste Be- ginzelen der Tekenkunst, t'Huiz gelaaten door Bar- nahas, zyn' Halve-Broeder van Moeders-zyde die een Schilder was, wierd door Karel gevonden. Hy kopieerde het volkoomen uit, en zond het aan zyn' Broeder, die zig te Rome bevond. D e verwonderlyke vordering van dit Kind
deed Domenica Corraducci, zyn Peet, het Befluit neemen, om hem, ten Ouderdom van elf Jaaren, naar iRome te zenden by zyn' Broeder Barnabas. Na deez hem een Jaar lang onderrigt had, bedelde hy hem in de Schoole van Andries Sacchi. Karel Marat bleef negentien Jaaren lang, in
deeze Schoole: kopieerende naar Rafaël en andere groote Meesters. Zyn Broeder Barnabas verkogc de Tekeningen van Karel, aan Vreemdelingen, die Werk daarvan maakten. Men von'd'er in , de Toets eenes groot Meesters. Hy kopieerde zo vol- maaktelyk eene Tekening van Andries Sacchi, die ze hem gegeeven had ter Studie, dat zyn Meester, het Origineel uit de Kopye niet konnende onder- fcheiden, de laatstgenoemde aanvaarde. Zyn Leer- ling wachtte zig wel, hem daarvan te waarfchou- wen. Hy bleef zo lang onder zyn Onderwyz, tot hy befpeurde dat hy anderen formeeren konde. Zyn Meester, welke Bernyn niet beminde, haalde hem den Haat deezes grooten Man op den Halz': die in de Werken, waarvan hy 't Beftuur had, zeer gemeene Schilders boven hem Helde. Eindelyk, I 4 door
|
|||||
136* Romynse Schilders.
door 't Aanzien zyn's Meesters en door zyne eige
Kunstwerken, maakte hy zig eenen Roem, van Lie- ve-Vrouwen fraai te fchilderen. Men noemde hem te Rome, Carluccio delle Madonne; en men zei- ■• de zelfs, dat hy niets anders konde fchilderen. Andries, hem.willende doen kennen voor 't
geene hy was, beval hem in de Doopkapelle van St. Jan Lat eraan te verbeelden , Konjlantyn die de Afgoden vernield. Kavel Mar at queet zig daarvan, CpeeneWyze die bequaam was het gemeenePraatje te doen ophouden, dat hy niet anders als L. Vrou- wen kon fchilderen. De drie Kapellen van St. Tfi- dorus, welke hy vervolgens befchilderde, vermeer- derden zodanig zynen Roem, dat Paus Alexander de Vil hem zien wilde; en hem beval, een groot Tafereel voor de Kerke der Vrede te maaken. KIe- pens IX, die vervolgens den Stoel betrad , deed het eige Onthaal aan Marat; en liet hem , na de Afbeeldzels zyner Neeven gemaakt te hebben, zyn eigen fchilderen, waarvan hy zeer voldaan was. Tegens 't Gebruik, deed de Paus hem in zyne Je^ genwoordigheid zitten, zeggende dat men zyn ge- mak moest hebben als men • arbeidde. Deszelfs Opvolger, Klemens X., gebruikte Ratel Marat tot de Kapelle Jltieri 'm de Kerke der Mtherva,en voor 't Zolderfluk der groote Zaale van 't Paleiz Jltieri. fïy nam daarin, tot Onderwerp, de Goedertierend- Jïeid : zinfpeelende op den Naam des Paus (i). P-hder 't Pausfehap vmlnnocenthis de XI, fchil-
derde
( i) Volgens de Fiks, die den Tyd nog Omftandighee-
jfen met uitdrukt, begon hy ook de Schilderwerken van 't «;!iei3 Jltieri; mant heeftze niet volvoerd, 't welk hem vee? ongeneugte veroirzaakte , wyl hy zig had voorgefteld al 't f ériWgefi zyner Wcetenfchappen in dit Paleiz te befteeden. |
||||
Romynse Schilders. 137
derde hy 't groot Tafereel des Autaars van St. Fran-
fiskus Xaverius, in de Kerke van Jezus; en veele andere ïafereelen , voor den Marquis PaLvicini. De Paus beval hem den Boezem der H. Maagd te bedekken 5 welke van Guido in de Geheime-Kapelle van 't Vatikaan gefchilderd was. Hy deed dit zig bedienende van Krayon : zulks men dit, met een' Spons, wederom konde afwaschen. Indien die groote Werken van Mar at de nadeelige Geruch- ten deeden ophouden , welke tegens de Vermo- gens zyner Kunst verfpreid waren, zo veroorzaak- ten zy hem ook een' zwaare Ziekte. Kar el Mar at was zeer geacht van Alexan-
der VIII., die niet lang leefde. In deezen Tyd , eindigde hy 't groot Tafereel van St. Karel al Corfo'. Hy Schilderde dit op 't Autaar , ten einde Voor- deel te doen met de Pjoportiè'n, overeenkoomftig aan de Plaatste. De Figuuren op den Voorgrond zyn twé-entwintig Spannen hoog. Meer Koloriet was in dat Werk te wensten. Innocentius de XII deed hem by zig koomen, om hem te bevestigen in 't Opzigt over de Schilderyen van 't Vatikaan, waarmede Innocentius XI hem belast had, met de Voordeden en Vergoeding' van noodige Onkos- ten, ter Herftellinge en Onderhoud dieVr Schilde- ryen. Karel Marat had altooz eenen Voorftander aan den Kardinaal Albani, die na de Dood van In' nocentius Paus wierd , onder den Naam van Kle-- mens XI. Dikwyls wierd hy ten Gehoore geleid by den Paus, die hem beval een' Hémelvaard der H. Maagd te tehilderen , voor een' Kapelle der Ploofdkerke vanUrbino, zyn Vaderland, daar Cig- mni reeds de Geboorte der H. Maagd gefchilderd had. Vervolgens wilde de Paus , dat hy de Schil- deryen der Kamers van 't Vatikaan herftelde: even- I 5 eens
|
||||
^38 Romynse Schilders.
eens gelyk hy eenige Jaaren geleeden de Galerye
van Famèje , en de Logie van Chigi, gefchilderd door Rafaël, had gedaan. Mar at liet het Zolderftuk deezer Logie verze-
keren , met 850 Kopere Spykers. Hy deed'er, met Spuiten , Water op fpatten ; en vervolgens Pleister, door Gaten, tot dit Bedryf in die Spuiten gemaakt, om de Brokken van 't Pleisterwerk te flé- vigen die in Verval waren : zelve Jbragt men 'er Yzere-Roeden door, omze te beter in hunne Plaats te houden. Geholpen van vier zyner Leerlingen, heeft Marat den Achtergrond gefchilderd met Ul- tramaryn in Water, en met Krayon; alsmede de Hoofden , en de Figuuren die 't noodig hadden. Dit kan met een' Sponfie afgewaschen worden : op dat een bequaamer Hand (zeide hy) dat geene wat hy verholpen had eens zoude konnen verbete- ren, om den grooten Rafaël te herftellen. Dat Ultramaryn geeft een' Droogheid aan de Figuuren , die opgeflikt zyn als Tooneelfieiaaden, terwyl het Naakt der Figuuren na Bakfteen gelykt: 't geen ten eenemaal de Houdinge der Figuuren met den Ach- tergrond wegneemt (1). Van een ander Middel be-
(1) Welk voortrefFelyk Meester Karel Marat ook was,
zegt Rkbardfon, heeft hy, wel verre van 't Werk van Rafaël te herttellen 't geen door den Ouderdom geleeden had , dit meer bedurven dan de Tyd had gedaan of zoude heb- ben konnen doen. Het dik en zwaar Oud-Koloriet van Bakfteen, Beelden die zig geplaatst vinden op een leeven- üg en luisterryk Blaauw, 't geen nieuwlyks oyerfchilderd is en den Grond van alle de Figuuren maakt, gevoegd by den fchitterenden Luister van 't gcene op de Figuuren zelfs is verholpen of verfchilderd, maakt een' Uitwerkinge wel- ke 't Gezigt vervaare'yk fchokt. Daarenboven, fchoon men in die Gallerye, elk Deel op zig zelf onderzoekende, menigte byzonderC Schoonheeden , fyue Gedachten, fchoone Stan. |
||||
Romynse Schilders. 139
|
|||||
bediende hy zig, om de vier Kamers van 't Vati-
kaan te zuiveren. Hy waschte ze, met Griekfen- Wyn; droogdeze af met groote Linne-iakens , 't geen hen deed herleeven; -en vervolgens, deed hy ze eenen Glans geeven (of vernisfen). De Frie- zen , en de Sieraaden in 't Graauw, zyn byna alle overfchilderd. Dit Werk flaagde gelukkig. Kk- mens was daarvan zo voldaan, dat hy aan Karel Ma- rat een Jaargeld , en den Ridderorde van Kristus fchonk. De Plegtigheid hiervan wierd verrigt, volgens Bevel des Paus, op 't Kapitool: ten Dage, waarin men aan de Leerlingen der Akadémie vaa St. Lukas, waarvan Mar at het Hoofd was, de Pry- zen der Schilderkunst, der Beeldhouwerye, en der Bouwkunde uitdeeld. De Paus liet zyne Goedheid nog verder over hem gaan: hy voorzag in de On- gerégeldheid der Leevenswyze van Karel Mar at, door hem in een Jubilé eene Vrouwe te doen trou- wen , waarmede Marot, zedert veertig Jaar, by- wooning' hield. Karel Marat wierd gebruikt, om de Kar-
tons te maaken voor 't Mufaïs der Tvvéde Kapelle, ter Slinkehand, in den Ingang der Kerke van St. Pieter. Hy verbeeldde daarin de Ontfangenisfe der H. Maagd, met menigte Figuuren. Den Ou- derdom van vierentagtig Jaaren bereikt hebbende, fchilderde hy twé groote Altaarftukken. 't Een ver- beeld den Gelukzaligen Amadeus, '1 geen naar Turin ging; en 't ander, den Doop onzes Heers, voor de Karthuifers te Napels. F den en Omtrekken, en grootsfen Styl van Schilderkunit ont-
moet, die behaaglyk zyn,' zo vind men 'er ook, ten deezen Opzigte, veele anderen die mishaagen, zulks dit befaamde Werk niet voldoet aan den Naam van Rafaël, en zelve aan het Denkbeeld 't welk de Printen daarvan geeven. |
|||||
Romynse Schilders.
|
|||||||
140
|
|||||||
Eindelyk noodzaakte hem een bevende Hand,
die de Gedachten zyn s Geests weigerde uittevoeren' gevoegd met de zwakheid zyn's Gezigts, de Kunst- oeffeninge te laaten vaaren. Dus leidde hy zig vorder niet meer toe, dan om zyne Leerlingen te beftuuren: tot dat hy, zeer zwak en blind geworden zynde , genoodzaakt wierd zyn' Kamer en 't Bedde te hou- den. Hy ftierf, in groote Gevoelens van Godts- dienfligheid, A°. 1713, byna 89 Jaaren oud zyn- de. Men voerde 't Lyk naar de Kerke der Kar- thuyferen, daar hy zelfs zyn Graf had doen vervaar- digen , verfierd met zyn Afbeeldzel van Marmer • en ik hebbe zelfs (zegt de Schryver) zyne Lykftaat- fiè' bygewoond. Hy liet maar eene eenige Dogh- ter na, die meer dan 40,000 Romynfe Ryksdaalders van hem erfde (1). Weinige der hedendaagfe Schilders hebben zo-
danig uitgemunt, als Carlo Maratti: ook is hy ge- ëerd en gelieft geweest, van alle Vorsten. Louis de XIF, Koning van Vrankryk, benoemde hem zel- ve , by een' Gunstbrief, tot zynen gewoonen Schil- der. "Hy was een groot Tekenaar. Zyne Gedach- ten waren verheven, zyne Ordinanfiën fchoon zyne Uitdrukkingen verrukkend. Zyn Toets was zeer geestig, zyn Penfeel fris en "murw (2). Hy
(1) De Files zegt, dat men zyne Werken in zodanige
Waarde hield, dat men hem tot 600 Ryksdaalders heeft be- taald voor een Half-Figuur, en 3000 Ryksdaalders voor een Altaarftuk. (2) D e Schryver fchynt dus van zyn Koloriet gunstig te ge-
voelen ,. of verder Beduidenis daarvan toegeevend te ontwy- ken. Evenwel moet onderfcheid gemaakt worden , ten aan- zien van zynen Goeden- en van zynen SJegten-'Tyd , wyl Marat zynen Schoonften-Styl overleefde. RUbardfon lëverd eene zeer wézenlyké Aanmerkinge. Hy zegt, dat Marat de voornaame Oirzaak is, van de Laffe- en Quynende-Maniere waarin
|
|||||||
Romynse Schilders. j4i
Hy was geleerd , in de Historie , Zinnebeelden ,
Bouwkunde, en Doorzigtkunde. Daarmede heeft hy Voordeel weeten te doen , in zyne Werken. De Eenvoudigheid en de Edelheid van zynen Zwier der Hoofden, de Bevalligheid welke hy daarin ver- fpreidde, zyn de Eigenfchappen welke aan hem zo veel Achting hebben doen verdienen. De Italiaa- nen zeggen van hem, dat het groot Getal van En- gelen , en van H. Maagden, welken hy zo uitmun- tend gefchilderd heeft, van een' hémelfche Hand fchynt te koomen ( i). Hy was ongemeen zedig en weldaadig. Spree-
kende goed van de gantfe Wereld, deed hy dien zwy-
waarin de Italiaanen hedendaaghs verval/en zyn- dat de groo
te Roem welken hy zig verwierf, door 't Heldere en 't Lee- vendige van Guido natebootsfen , de gantfe Wereld verblind- de en vooral zynen Leerlingen: welke, na zig geduurende een' langen Reeks van Jaaren aan dat Schoons gehegt te heb- ben , 't geen in hem wézenlyk voortreffelyk en waardig was zig een' Wet hebben gemaakt om hem zelve in 't Quaade te volgen, waarin hy vervolgens verviel en lang aanhield en waarin hy hen eindelyk gelaaten heeft. (i ) De Abt Dubos zegt „ daar zyn fommme H. Maagden
,, van Karel Mam, waarvan zyne Voorstanders itaande hou- „ den, datze zeer na aan 't fraaije van die van Rafaël koo- ,, men: maar, wat Verfchil is 'er tusfen de voornaamfte Or- „ dinanflën van deeze twé Schilders! wie zou hen daarin ook „ tegens elkander durven vergelyken? Schoon Verwaandheid „ en Laatdunkendheid zo geineen is aan de Schilders als aan „ de Poeeten, echter heeft K. Marot zig nooit zo hoog se- „ fchat om zyn Penfeel met dat van Rafaël gelyk te ftellen ** En dit bewyzd hy met het zeggen van Marot, ter Zaake van* 't Verhelpen der Schuderyen des Paleiz Farnéfe, hiervoor op Bladzyde 138 bygebragt. Hoewel deezSchryver niet zeer ge- grond is in Redeneeringe over de Schilderkunde, zo kan 't echter mogelyk met al het anderen dienen ( als 't Gevoelen van veelen Liefhebberen in Frankryk vervattende) om een* Schaal' optemaaken voor de Romynjc Schol', welke in deezen met Karet Mam beflooten word. |
||||
j^2 Romynse Schilders.
zwygen welke quaad fpraken van de Werken van
anderen. Hy beantwoordde zédiglyk den geenen die hem Raad vroegen , en was wel verre van een Meesterachtig - gelaat aanteneemen. Vriendelyk voor zyne Leerlingen en voor de Kunstjeugd (i ), gaf hy hen dikwyls van zyne Tekeningen, en liet Trapjes voor hen maaken, orh de fchoone Antie- ke-?iguuren van naby te kopieeren en aftemeeten. Nimant heeft zo veel Vlyt aangewend, om den erooten Rafaël en Annibal Caratz te doen herlee- ven ( 2 ): welker Borstbeelden hy van Marmer deed maaken , en plaatsfen in de Kerke der Rotonde. Hy was geestig in Ommegang, fchiep zyn Behaa- gen in Redeneeringe over de Kunst, en kon naauw- lyks daaruit fcheiden. Zyne Kunstliefde vervoerde hem ter Verzamelinge van Schilderyen der groote Meesters , van Kartons, en vooral van Tekenin- gen. De Drift, voor de laatstgenoemden, was zo groot, dat hy dikwyls, om eenigen derzelfden te be- koomen, een Schildery van zyne Hand heeft ge- geeven. D e Tekeningen van Kar el Marat zyn van Rood-
kryt,
(1) Of dit dus na den Letter, en niet alleen maar te ver-
ftaan'zy van zulken die door hunne Verdiensten hem geen Nadenken konden verwekken, zullen wy onder zien, op Ni- colo Berettoni. (2) Richardson zegt, dat een Vriend, die met Ma-
rat naauw bekend was geweest, hem verzekerd had , by denzelfden gezien te hebben een gants Boek , van 2- of 300 Koppen naar dien des Jntinous, en van hem uitgefchoóten uit meer dan tienmaal zo veel , alle. getekend van Marat : die te gclyk aan hem verklaarde , dat hy echter nooit het fchoone had konnen bereiken 't welk hy in zyn Model be- fpeurde. Zo groot was de Uitmuntendheid van den aiou- den Beeldhouwer; en zo ongemeen was de Vlyt, de Aan- houding, en de Zedigheid van. Marat. |
||||
Romynse Schilders. 143
kryt, of ander Kryt: met een' dunne Tint van
O. I. Ink , overdekt met Tékenkryt zonder Art- feeringe. Gemeenlyk is de Omtrek met de Penne. Een ligte en geestige Toets, veel Juistheid, Vrou- wehoofden op zyne Wyze bevallig gehuld, en de Gemoedsneiging der Figuuren , zullen altooz de Hand ontdekken die hen voortgebragt heeft. Hy heeft verfcheide Plaaten ge-etst, naamelyk
een t'Samenhangfel van 't Leeven der H. Maagd, in tien Stukken; de Samaritaane, na Annibal Caratz; de Historie van Heïïodorus , na Rafaël; de Marteling* van St. Andries, na Dominiquyn. Verfcheide Gra* veerders, als Pietro Aquila, Ccefare Fantetti, N. Do- rigny, Audenaerd , Chat eau, Pk art de Romyn, Frez- za, Fariat, Coelemam, hebben na hem gearbeid- en daar zyn vier Stukken, in de Verzamelinge van Crozat. Zyn Werk beloopt, op meer dan twéhon- derd Stukken. D e voornaamfte Werken van Kar el Mar at , te
Rome, zyn te St., Ifidorus, daar hy in de Vakken verbeeld heeft, de Geboorte des Saligmaakers en den Droom van St. Jozef; in den Koepel der Ka- pelle is de Vergodinge des Heiligs, en zyn Huu- welyk op 't Hoog-Autaar. Aan de Zyden ziet men een' Vlugt naar Egipte , en 't Sterfbed van' St. Jozef (1). De Kapelle van 't Kruisfifix, wel- ke daar tegens over ftaat, is zeer fchoon. Die welke Silva genoemd word, in de eige Kerke, ver- beeld de Ontfangenis der H. Maagd. Men ziet het Bezoek van Se. Elizabet, en een ander Schilde- ry, in de Sakristye der Kerke della Pacc; en een' Krib-
(1) Dit laatfte is, volgens Rkbardfon , een zyner be-
faamdfte Tafereelen te Rome, fchoon hy nog jong was toen hy 't maakte. |
||||
144 Romy n se Schilders.
Kribbe, in Fresko, in de Galerye van 't Paleiz van
Monte Cavallo. Na de Dood zyn's Meesters, vol- tooide hy de Apostelen van 't Paleiz Barberini. Hy fchilderde Se. Rofalië , met een' Engel die het Zwaardt in de Schee ffceekt, toen het Volk , op haare Voorbede, van de Befmetlyke-Ziekte verlost wierd. Men ziet, in de Kerke van 't H. Kruiz van Jeruzalem, een fchoon Tafereel van St. Ber- nard.' In de Gallerye Colonna heeft hy verbeeld , üttavio Colonna die den Tempel van Janus fluit, en Kindertjes boven vier Spiegels. Hy fchilderde, in de Kapelle Spada ter Kerke der Chiefa nuova , St* Kavel, en St. Ignatius aan de Voeten der H.Maagd; en in die van Jezus, St. Franfiskus Xaverius, die 't Hoofd - autaar verfierd. In de Minerva , Kapelle van Ahieri, vyf Heiligen , gekanonifeerd door Kle- mens X. Men vind in de Kapelle Cibo, van de Ma- donna del Popoio, de Ontfangenis en de vier Leeraa- ren der Kerke. By de Jezititen , den Dood van St. Franjes Xaverius; en St. Kar el en St. Jmbrofius, aan de Voeten der H. Maagd, te San Carlo al cor- fo CO-
In de Gallerye des Groothertogs, St. FilippoNeri. Te
(i) Richardson meld van de Aanbidding» der Konin-
gen, een befaamd Tafereeltje in Olieverw, 't geen den Zwier van Guido heeft en in de Kerk' van St. Marco der Venetiaa- nen word gevonden ; alsmede , van een groot Bacchanaal in 't Paleiz Bracciano, zynde ten aanzien van Tekening', van Koloriet, en van Houding' , een der fchoonste Stukken dien hy van Marot gezien heeft. Daarenboven meld hy van vee- ten zyner fchoonlte Kabinetflukken, in 't Paleiz Palavicini, waarvan zedert het beste Gedeelte naêr Engeland gegaan is: onder anderen 't heerlyke Oirdeel van Paris, van K. Marat, gekoomen aan den Ridder Walpole, met eenige andere uit- muntende Stukken, welke de fchoone Verzamelinge van dee- zen edelen Heer vergroot hebbes. |
||||
Romynse Schilders. . 145
|
||||||
Te Genua, in O. L. V. van Carignan, het Tafe=
reel van St. Blafius. De Gallery des Keurvorsts der Paltz, te Dus*
feldorp , is verfierd met eene flaapende ferms ne± vens veele Figuuren ; en met een ander Tafereel* verbeeldende Jezus, de H. Maagd, en St. Jan. T e Stem, in de Kapelle Chigi, een Bezoek en
een' Vlugt naar Egipte. De Koning van Franhyk heeft, de Aanbiddin-
ge der Herders; een' Prediking' van St. Jan; ApoU lo en Dafné; eene H. Familie in 't klyn , niet Sfa Jozef, In 't Païeiz Royaal is een fchoone Galathéa, en
een' H. Maagd met het Kind Jezus. In de Gallerye van 't Hotel van Toulouze, vind
men 'Augustus, die den Tempel van Janus fluit en aan de Vrede offerd. De voornaamfte Leerlingen van Karel Marat*
zyn Nicolo Berettoni, Giufeppe Chiari, Ghifeppe Pas/e-* ri, Pietro de Pietri, Antonïo Balestra, Andrea Proca- cini, Giatinto Calandrucci, Agostino Mafucci, enz* Wy moeten iets zeggen van de drie eerstgenoem- den, die 't beroemdst zyn geworden. Nicolo Berettoni wierd gebooren te Ma-N.Èeïèfa
cerata, A°. 1637. Zyne eerste Tafereelen , gin-*<"»'• gen door voor die van Guido. Hy quam in deSchoo- le van Karel Marat, alwaar hy Wonderen deed mee zyn Penfeel. Zyn Meester wierd daarover zeer na- iverig : zulks die hem altooz bleef gebruiken j tot het Vryven zyner Verwen. Eindeiyk , deed hy hem het Verwulft van St. Silvester ontneemen, om het aan Brandi te geeven. Deeze Mishandeling" deed Berettoni van Droefheid fterven, A°. 1682 * ia den Ouderdom van 45 Jaar. Eerjie Deel K Öitr-
|
||||||
k_
|
||||||
i4o Romynse Schilders.
|
||||||||
G.aiari Giuseppe Chiari (i), gebooren in Rome,
A°. 1654, heeft veele openbaare Werken ge- maakt. Daarin toonde hy_ zig, een waardig Leer- ling van Carlo Maratti: die aan hem overliet de Zorge om de Kartons optemaaken , voor de Mu- faife Werken van een' der klyne Koepels van St. Pieter. Hy maakte eenen der twaalf Profeeten van St. Jan Lateraan, befleed aan de bequaamfte Schilders van dien Tyd ; en ftierf te Rome, van een' Beroerte, A°. 1727, in den Ouderdom van 73 Jaaren. G. Pas- Giuseppe Passeri wierd te Rome gebooren fik A°. 1654. Men beitelde hem by Mar at, die, hem grootelyks beminde, en hem alle de Werken van Lanfranc , en van Michel Angelo deed kopieeren. Hy deed hem ook aanmerken de Kunstgreepen van Guido en Dominiquyn, met het Koloriet van Titiaan en van Corregio. Pasferi heeft fraaije Tafereelen ge- maakt, en veel gearbeid voor Kerken. Hy ftierf A°. 1714, ten Ouderdom van 60 Jaaren. (1) Veele zyner Tekeningen, gelyk ook van anderen
2yner Medeleerlingen, gaan voor die van Maraï door, zegt Richardfon. |
||||||||
LEO?
|
||||||||
Florentynsje Schilders. i4j»
|
|||||
LEONARD DA VINCL
LEonarddaVinci kan aangemerkt Wof.«
den, als de eerste Florentynfe Schilder die de' Schilderkunst tot vaste Regelen bragt: welke A** 1240, door Cimabue, in deeze Stad herfteld wierd. Gebooren in 't Kasteel Finci, by Florence, had hy Pieter da Vmci ten Vader, die Van edelen Af- koomst was. Zyn natuurlyke Drift voor alle Kuns- ten , zig van zyne Kindsheid af ontdekkende 4 be- ftelde men hem te Florence , by Andries Ferocchio , waarby Perugino leerde. Nauwlyks was Leonard in die K 2 Schoo»
|
|||||
H8 Florentynse Schilders.
Schoole, of hy fchilderde eenen Engel, in een Ta-
fereel van den Doop des Saligmaakers, 't welk Ve- rocchio vervaardigde. Deez Engel was zo fraai ge- daan, en ging alle de andere Figuuren van dat Stuk zodanig t£< boven, dat zyn Meester, gebelgd van zig dusdanig door eenen. Jongeling overtroffen te zien , het j'enfeel niet trïeér behandelen wilde. Na zyne eerste LeeroefFeningen , meende da
Vinci geen.' Meester meer benoodigd te zyn. Dus verliet hy'>Verocéïo~:&n begaf zig naar Milaan, al- waar hy bedi^fVen wierd in alle deJDeelen der Schilderkunst: 'de j&unsten en Weeterffchappen wa- ren hem bekend. "Met eenen goeden Smaak , en veel Vernuft, had hy een 'bondig üirdeel en een' diepe Opmerking.' Hertog Sfofcè , van Milaan , die hem naar de.eze Stad getrokken had , ftelde hem aan 't Hoofd vatï de Akadëmie der Schilder- kunst, doér hefet öpgerigt. Hy deed hem op eene Lier fpeelen, cfoor hem uitgevonden, en die vol- rnaaktelyklvanjjïém behandeld wierd. Die Prins belastte hém-zJê^-met het fchilderen een's Nacht- maals, in de Eetzaal' der Dominikaanen te Milaan. De Aangezigten der Apostelen waren zo fchoon , dat de Schilder zig niets volmaakt genoeg verbeel- den kon om dat van Jezus Kristus te fchilderen, 't geen dus maar gedoodverfd bleef (i). In gelyker- voegen
(O Dit's volgens het oude Vertel!ingje, bevestigd door
alle de Schildevhistoiïè'n. Maar Ricbardfon, die dit befaamde Stuk aandachtig onderzogt heeft, zegt dat het gants onwaar is : dat in tegendeel, het Gedeelte van dit Aangezigt 't welk nog gezien word (want het Stuk is zeer vervallen en alle de Apostelen ter Regte-zyde des Kristus zyn gants vergaan , zulks 'er Plaatsfen zyn alwaar niet anders dan de Muur is overgebleeven ) zeer uitvoerig is, volgens de Gewoonte van da Vinci. |
||||
Florentynse Schilders. 149
voegen, niets Zo afgrysfelyk konnende uitdenken
om Judas te verbeelden, fchilderde hy dat van den Prioor des Konvents in de plaats, die hem daagh-' jyks lastig viel om 't Werk te voltooijen (1). Na een rédelyk lang Verblyf te Milaan, daar hy
ingeleid wierd by Franfois L, Koning van Frank- ryk, toen deez Vorst door die Stad trok, quam hy A°. 1500 te Florence. De Senaat (lelde hem te werk, om met Michel Angelo de Groote-Raadzaal' te fchilderen. Door een' edelen Na-iver , maak- ten zy om Stryd, tot dat Werk, de befaamde Kar- tons ( 2 ), waarvan de Histori der Schilderkunst zo ge-
(1 ) Volgens Vafari, vertoonde da Vinci aan den Her-
tog , dat hy reeds alle de Apostelen gedaan had ; dat hy zeer vernoegd was over derzelver Gelaat, eir de Hartstog- ten weiken hy hen had gegeeven: maar, dat hy geene lee- vendige Verbeeldinge genoeg konde vinden, om dien uitte- drukken, die m zo veel-e Weldaaden van zynen Meester ge- nooten te hebben, de Ziel zo vuil had om hem te verraa- den. Dathy daarentegens zulk een ysfelyk Denkbeeld had van 't Aangezigt diens onbezuisden Prioors, die hem zo vreezlyk plaagde , dat het alle andere afgryzelykfte Wezens-trekken uit zyne Gedachten wischte , zulks 't hem onmogelyk ivas het Schildery te voltooijen, indien zyne Hoogheid hem niet veroirloofde het Aangezigt van dien Monnik daarin te ver- beelden. Waarop de Hertog lachend antwoordde, Ja, zé- ker: je hebt 'er duizend Redenen toe! Die Kop geeft ook zulk een volkoomen Denkbeeld (zegt Richardjon) van eenen'Ju- das , dat ik niet verwonderd ben dat de Schilder zul'ken grooten Trek had om hem te fchilderen. (2) Vasari befchryfc dezelfden , gelyk in van Manden
kan gezien worden. In die van da Vinct, verbeeldende een Battaiije van 'M. Piccinino , Veld-overfie des Hertogs van Milaan, zag men het toornig Woeden van Ruiters en/Péér- den , oribefchryffelyke aartige Wapeningen, Helmen , Klee- dyen , en Standen van Péérden, waarin hy uitmuntte, zo aangaande 't Verftand der Muskeien als in Schoonheid en vVerkinge; om deez' Karton te fchilderen had hy een'won- derbaare fraaije Steigeringe gemaakt , die men verhoogen , K 3 va-
|
||||
X50 Florentykse Schilders.
gewaagd, en waaruit alle de Schilders , die hen
volgden, Voordeel geraapt hebben. De Krakeelen welken daVinci had, aangaandezyne Kunst, met den grooten Michel Angelo, ter Zaake elk zyn Ge- deelte deeze Zaale wilde doen uitmunten, dienden oneindiglyk ter Onderrigtinge van Rafaëh die toen twintig Jaaren bereikte, terwyl Michel Angelo né- gen-entwintig Jaaren had. . Leonard verzelde Hertog Juliaan de Medicis
naar Rome , A°. 1513 > by de Verkiezinge van Leo X. Deez Pauz beflelde hem een Tafereel . Verneemende vervolgens, dat hy zig bezig hield met Oliën te distilleeren en Kruiden te bereiden ( om Vernis daartoe te maaken ), zeide hy die Man zal niets goeds te wege brengen, wyl hy op 't Ein- de zyn's Werks denkt eêr hy 't eens begonnen heeft. Inderdaad, da Vinci heeft zelden Schilde- ryen ten Einde gebragt: altooz, liet hy 'er iets on- volmaakts in. Deeze Onzekerheid fproot alleen uit de hoogdraavendheid van zynen Smaak, die zig nooit
verlaagen , en inkrimpen kon : maar, toen hy aan 't Schil-
deren zoude gaan, had hy den Muur met zulk een' dikke Mixtuur bezet om in Olieverw' te werken, dat hy eindelyk zag dat alles bederven zoude , en dus liet hy 't begonnen ftaan. De Karton van M. Angelo, verbeeldde den Oorlog van Pifa: de Rivier & Arno vol Naakten van baadende Sol- daaten, terwyl 't Leger overvallen word, en ider zig daarop gaat haasten om zig te wapenen. Onder anderen was 'er een oud Kryger , hebbende 't Hoofd met een' Krans van Veilbladeren tegens de Hitte bedekt, die alle Poogingen deed om zyn' Kousfen over zyn' natte Beenen te trekken , zulks hem de Mond krom trok , alle Muskeien werkten , en de Aderen en Peezen rekten. Andere Dingen waren daar gete- kend , in Groepen: d'een' met Kryt of Koole, fommige ge- vraschen en gehoogd met Loodwit, d'andere ge-artfeerd. De Verkiezing van Paus Julius II-, A°. 1503, welke M. An- 6£LQ zq voort naar Rome riep, deed dit zyn Werk ftaaken. |
||||
Florentynse Schilders, isï
nooit vernoegde met het geene zyn Geest had
voortgebragt. Ni mant heeft, zékerlyk , meer gearbeid dan
hy , om het Punt der Volmaaktheid te bereiken en de Driften der Ziele uktedrukken. Overtuigd dat hy de Achtinge van vernuftige Lieden tot zig trok, deed hy ongemeene Studiën om de Verbeel- dinge der Aanfchouweren optewekken. Niets ont- fnapte hem ( i). Hy droeg een Memorieboekje aan
(i) De Pii.es zegt, dat de Schilderyen, die van hem
in de Kunstkabinetten der Vorsten en byzondere Liefhebbe- ren overgebleeven zyn, en welke alleen in weinige Figuuren beftaan , niet genoegfaam zyn om van de Voortreffelykheid zyn's Vermifts te doen oirdeelen; dogh, dat het geene de Schryvers daarvan gezegt hebban, en zyne overgebleeve Te- keningen , in ftaat is om ons te verzekeren dat hy een groot Schilder was. Zelve geeft hy een getrouw Uittrekzel, zege hy, uit een Latytis Handjcbrift van Rubbens, waarvan hy be- zitter was, 't welk zig uitlaat over de naauwkeurige Befpie- gelinge en Aandacht van L. da Vinci op de Natuure, en 'C Voorbeeld 't welk dezelfde daarvan nagelaaten heeft in zyn Nagtmaal te Milaan : „ daar de Apostelen (zegt hy) in hun- ,, ne behoorlyke Piaatsfen zyn, en de Kristus in de voornaam- „ fte, in 't Midde van hen is, deftig van Geftalte, enz., „ waar in geen' Geringheid nog Werking tegens de Wel- „ voeglykheid voorkoomt". 't Befluit is ,, dat hy, door een' „ Uitwerkinge van zyne diepe Peinzinge, tot zulk een' Trap „ van Volmaaktheid quam , dat hem (Rubbens) onmogelyk ,, fcheen genoegfaam naar Waarde van hem te fpreeken, en „ nog meer om hem natevoigen ". Dat's geen klyne Preuf voor da Vinci: dogh enkeld, zo wy meenen, aangaande de. Harts- togten, die algemeenlyk in hem erkend worden. Evenwel, als Rubbens zig dus fterk heeft uitgedrukt, wat moet men daarvan houden: was 't niet meer by Vergrootinge, dan by rype Over- weeginge? Kon deez', welke Kunstenaar hy ook was, verder fpreeken dan van de Uitmuntendheeden welke zig daarin ver- toonden, dan hy Rubbens voor zig zelfs vermogend inogt vinden : maar, kon dit gefchieden ten Aanzien van anderen, of van 't , geene de volgende ïyden mogten uitleveren? Kon Rubbens dus K 4 frrce-
|
||||
152 Florentynse Schilders.
|
|||||
aan zyn' Gordel, om de vreemdfte Gedaantens uï£-
tefchetsfen welken 't Geval hem opdeed ; en hy volgde den Veroirdeelden tot op de Strafplaats- fe, om naauwkeurig op Hun Aangezigt den In- druk natefpeuren, dien de Gedachten van een' naby zynde Dood konden voortbrengen. Zo kiesch was hy , dat hy , om Verwarringe te vermyden , in zyne Tafereelen geene Figuuren méér bragt, dan zulken die volftrekt noodzaakelyk daarin waren. Aan elke Zaak, gaf hy het Merkteken 't welk daar- aan behoorde. Het Vuur zynerlnbeeldinge, verhief Zyne Onderwerpen tot op den verhévendften Trap. Deez Schilder drukte alle de Kfynigheeden der
Natuure uit : niet alleen den Baardt en de Hai- ren, maar de Hairtjes van den Huid, der Kruiden, der Bloemen, enz. Deeze llaaffe Naauwkeurigheid kon niet verbeterd worden , dan door de Studie der Antieken : maar, hy raadpleegde ze nimmer, Zyn Koloriet is niet uitmuntend : zyn Vleezkleur trekt naar Gist, en in alle zyne Tafereelen heerst een Paarsfe - Toon , die daarvan de Houdinge be- Tieemd. Door zyne Werken alteuitvoerig te maa- ken , wierd hy droog , en zyne Omtrekken kan- tig (i). Men verhaald, dat hy te veel Tyd be- fteedde tot zyne Schilderyen : dat hy vier Taa- ren
fpreeken, kon ds Files dat zo aanneemen, indien zy 't wel overwoogen hadden : daar da Vinci , in dat eige Stuk (zo wel als Rafaël, gelyk Felibien aanmerkt) zodanig tekens de Behoorlykheid zondigde, met Kristus en zyne Ap'ostefen zit- tende (en niet leggende) aan Tafel te verbeelden? (l) Vasari zegt, dat hy alles aanwendde om zyne
Dingen te doen vooikoomen , rond en verheven te doen ftaan ; gaande zelve zo verre, om zyn Werk te doen verheffen gat hy eens aan eenen Engel 't allerbruinste Zwart in dé piepfelen , en 't allerlichtfte Wit in de Hoogfels gebruikte • 't Welk meer ftachc- dan Daghlicht, o.m de Hardigheid geleek |
|||||
Florentynse Schilders. 153
ren bezig was over 't Afbeeldzel eener Juffer, ge-
noemd Mona-Lifa, laatende het eindelyk nog on- volmaakt (1). Hy deed Poetsfemakers, Zangers, en Mullkanten koomen , als hy haar fchilderde , om haar in vrolyken Luim te houden. De Ontleedkunde , waarin hy Merk geftudeerd
heeft, vooral die der Péérden, was hem zeer ge- meenzaam. Men heeft,van zyne Hand, een groot getal Tekeningen, over de Gelaatkunde (2). Zy- ne (1) Desonaangezien zegt Felibien, dat het een der vol-
maaktfte Werken is welke uit zyne Handen zyn gekoomen: dat zo veel Bevalligheid en Zoetheid in de Oogen , en in de Wezenstrekken gevonden worden , datze leevendig, en als een' Vrouw fchynt welke Vermaak fchept dat men haar be- fchouwdj en dat Franfois I., voor dit Portret, vierduizend Ryksdaalders betaald heeft. Volgens Vafari, zyn daarin ten uit- terfte waargenomen, tot de minfte Klynigheeden welke te fchil- deren mogen weezen: in de Oogen dat waterachtig Blinken; op de Blaauwigheid die klyne roode Takjes; de klyne Hairt- jes der Oogfcheelen; de Wenkbraauwen met de Hairtjes, zo- danig als deeze gekeerd uit het Vleez waschen , hier dikker daar dunner; Neuz , Mond, Wangen , en Kin, zyn met alle deszelfs Deelen zodanig gedaan, dat het Vleez fchynt; in 'r Putje der Keele, als men 'er fterk op lette, zag men na- tuurlykde Polz.fpeelen. Onze Schryver, dieze voor zyne Oo- gen heeft, fchynt echter daarin, buiten de zonderlinge Uit- voerigheid ( te vreemder wegens de Veranderlykheid van dien wonderbaarelyken Geest, die een Werktuigkunftenaar, een Filozoof , en Doorfnuffelaar van de Verborgendheeden en Kragten der Natuure , meer dan een eêl en kloek Schilder was) zo veele Byzonderheeden niet te vinden. (2) In de Ribliotbeca Ambrofiana, te Milaan, is zyn be-
faamd Werk over de JVerktuigkunde. De Tekeningen van dit Boek, zyn gepla'-t op groot Imperiaal-papier. Het vervat 399 Bladen en 1750 Tekeningen, alle ontwyffelbaar Origi- neel , gedaan met de Linkehand: gelyk ook zyne daarby ge- icbreeve Aanmerkingen en Verklaaringen gedaan zyn , die gernaklyk geleezen worden, door 't Middel van een' Spiegel Welke enkeld daartoe gefchikt is. Mylord Arundel, befaamd °m zyne uitmuntende Verzameling' van alles wat de Kunsten K 5 en
|
||||
154 Florentynse Schilders.
ne Verhandeling over de Schilderkunst, nader-
hand door Pousfyn met Figuuren van eigene Uit- vindinge verrykt, is een voortreffelyk Werk, en moet aangezien worden als een Bron waaruit veel te putten is (i). Leonard was een groot Bouwmeester. Hy
gaf Preuven daarvan , te Pifa: daar hy 't Bedde der Arno afleidde , om derzelver Water naar Flo- rence te voeren. Ervaaren in de Waterwerktuig- kunst, maakte hy het Kanaal, 't geen de Wateren der Adda tot aan Milaan brengt : een Ondernee- ming, welke tot dien Tyd toe onmogelyk geacht wierd. Hy baande Wegen door de Gebergtens, dien hy wist te effenen. Ook maakte hy zulk ver- vaarlyk groot Aarde-Model een's Péérds, tot een Standbeeld voor den Hertog, dat het onmogelyk bevonden wierd 't zelfde in een' enkelde Geut te gieten. De Na-iver, welke altooz tusfen M. Angelo en
ia Vinci geheerst had, zig te Rome wederom opge- wakkerd hebbende, vond de laatstgenoemde zig ge- noodzaakt Italië te verlaaten, en naar Vrankryk te gaan. Franfois I. trok hem daar naar toe, door zy- ne Gunstbewyzen , en ontfing hem, met alle de Tekenen van Achting'dien hy verdiende. Leonard leefde'er, maar vyf Jaar: reeds oud, en byna al- tooz onpasfelyk zynde , bragt hy 'er niets voort. De Koning , hem in zyne Ziekte te Fontainebleau koo-
en Geleerdheid betrof, heeft veel Moeite gedaan, zo Ri-
cbardjon verzekerd, om dat Boek der Werktuigkunde voor Ko- ning Jakob den 1. te koopen, toen het nog in partikuliere Handen was. Hy bood drie-duizend Pistoolen , te vergeefs. ( i ) Feltbien Itemd dit wel toe: maar hy zegt daarby, dat
het geene goedeSchikkinge heeft, nog genoeg doorwrogt is. |
||||
Florentynse Schilders. 155
koomende bezoeken, zag hem den Geest geeven in
zyne Ermen, A°. 1520, ten Ouderdom van 75 Jaa- ren, en betreurde hem ongemeen. Die zeldzaame Man had een zeer bevallig We-
zen : hy was welgemaakt, zeer welfpreekend, en deed zig algemeenlyk hoog achten. Men verhaald verwonderlyke Zaaken, van zyne Sterkte: onder anderen , dat hy een Hoéf-yzer kon buigen , en den Klepel eener Klok wrong als een' Schroef. Zyne Leerlingen zyn geweest, Andrea Salaino
of Salai, Antonio Boltroffio , Marco Uggioni, Cezar Sesto, Paulo Lomazzo, enz. (1). De Te'keningen van da Vinci, zyn gedaan met
Potloot, met Roodkryt, met Zwartkryt, en mees- tendeels met de Penne, zeer vry en Jugtig behan- deld , flaauw opgewaschen.* Men merkt daarin aan, een groote Juistheid, veel Geest, en een' vol- koome Navolginge van de Natuure. Hy heeft verwonderlyke Gryns - troniën getekend. Indien hy fomtyds de Omtrekken der allêrgrilligfte We- zens nog geweldiger aangezet heeft , zo was dit om daarvan te beter het Merkteken te bewaaren. Een eenvoudige Waarheid, een wat drooge Smaak van Tekening', en een vreemde Wyze van Klee- dyen ,zyn genoegfaam om Leonard da Vinci teon- derfcheiden: indien gy daarenboven zyne Manie- re van Denken, en eene leevendige Üitdrukkinge van de Hartstogten daarin vind , welke hy beter dan imant anders bezeeten heeft. T e Florence heeft hy de Kartons vervaardigd, als
voorgemeld , voor eene Zyde van de Groote-Zaale des
(1) Die zodanig zyne Maniere hadden aangenomen,
zegt Felibien, dat dikwyls hunne Werken voor de zynen zyn doorgegaan. |
||||
156 Florentynse Schilders.
des Raadkamers, verbeeldende de Historie van Ni-
colo Pictinino, Veldheer des Hertogs van Milaan. Voor 't Hoofd-autaar der Kerke de l'Annunciata , eene H. Familie, met S'. Anne en St. Jan, waar- van hy alleen den Karton vervaardigde. In de Gal- lerye des Groothertogs , vind men eene Maagd van midbaare grootte, en den Val van Faëton. T e Rome ziet men, in 't Vatikaan, eene Maagd,
welke hy voor Klemens FIL fchilderde. Hy fchilderde, voor den Keizer, eene Geboor-
te, en twé Hoofden van Medufa welker t'famen- ile'lling Afgryzen baard. T e Milaan, in de Eetzaale der Dominikaanen ,
een fchoon Nagtmaal, 't welk door den Tyd be- fchaadigd is. Een heerlyke Kopye daarvan , ziet men in de Kerke van St. Germain ÏAuxerrois, te Pa- rys; en eene , die nog fchooner is, in de Kapelle van 't Kasteel d'Ecouen. In deSakristye van «S« Ma- ria tegens San-cel/o, heeft hy eene Maagd gefchil- derd , die op de Kniè'n van Si Anne leund , om haar Zoontje te weerhouden 't welk met een Lam fpeeld.
I n de Gallerye Ambrofiana , te Milaan, het Af-
beeldzel eener Hertoginne; en dat eenes Leeraars, ter Kerke delle Gratie , in de Kapelle des Rooze- krans. In de Gallerye des Hertogs van Parma, is een
St. Jan.
D e Koning van Vrankryk heeft eene ,H. Fami-
lie, met eenen St. Michiel op den Achtergrond , en een' Man op de Kniè'n; nog eene H. Familie, met eenen &. Michiel, de H. Maagd, het Kind Jezus, St. Jan., en eenen Engel; eenen Bacchus 5 de fchoone Yzerkraamfter; een Vrouws-Portret; eenen Kristus, houdende een' Wereldklootj St. Jan in de |
||||
Florentynse Schilders. 15?
|
||||||
Woestenye; eene H. Maagd, met Se. Jnne; eene
Maagd op de Kniëiy.jem..,de ..Roemde, of de Mona> Lifa, Huiz^rouwyvan Francisco del Gioconde. In 't Palftz/Rbyaal, te Parys , is 't Hoofd eener
Vrouwe, met gevlogte Hairen; 't Af beeldzel eener Doghter, Melker Hulfel grillig is, met een Neêr- ftik; de Coftynbine , Halflyf eener Vrouw', houden- de een' Ruiker van Jasmyn. SoutmIn heeft.J|et Nagtmaal gegraveerd, in
twé Stukke|i; Troièwkens Herodias, in 't Kunstka- binet des imtsb;ertogs:_~ï.ês|o/i, en eene Verzame- linge van (^rjsastroaiën, in da Bladen. Daar zyn nog eenige i-antfee ClHyeeïz^^ dogh in klyn Ge- tal. |
||||||
Mfc
|
||||||
158 Florentynse Schilders.
|
||||||||||
MICHEL ANGEL O.
MEn behoefd maar alleen Michel Angelo
Buonarota te noemen, om het Denk- beeld van een' groot Man te geeven. Hy wierd gebooren, A°. 1474, in't Kasteel van Cfó</£, leg- gende op 't Grondgebied van Arezzo, in Toskaane . Zyn Vader, Lodewyk Buonarota, een Man van aan- zienlyke Geboorte , uit het Huiz der Graven van Canosfa , fchikte hem tot de Studie , en berispte hem dikwyls om dat hy tekende, ziende de Schilder- |
||||||||||
m
|
st aan als een Beroep 't geen hem ont-eerde.
|
|||||||||
Die
|
||||||||||
Florentynse Schilders. 159
Die Vermaaningen waren evenwel te vergeefs: de
natuurlyke Neiging behield de Overhand. Hy wierd dan befleld, by Domemco Ghirlandaio dien hy wel dra te boven ging, zo wel als allen zynen Me- deleerlingen. Deez Schilder, is van 't Getal die'r gemeene Meesters die nooit anderen Roem bekoo- men, dan dien van groote Mannen tot Leerlingen gehad te hebben. Laurens de Medicis (1) Beftuurder van Floren-
ce, nam M. Angelo in zyn Paleiz, alwaar een aan- zien-
(1) ONVERGELTKELYicBeminnaar,Voorftander, enBelooner
der Kunsten en Weetenfchappen: een Heer, welke byzonderlyk den Grond gelegt heeft tot deezer Verheffinge in Italië, ver- volgens al meer en meer opgebeurd door de Vorsten die uit zyn Geflacht ontfprooten. Hy verzamelde niet alleen, met zwaare Kosten, 't meestedeel der uitmuntende Antieken be« hoorende aan dit hoogberoemde Huiz, maar ook eene ver- baazende Menigte aloude Manufcripten, door 't gantfe Gebi.ed des Turk/en Keizers nagefpoord, met deezes eigene Toelaa- tinge, uit zonderlinge Achtinge voor hem. Laurens plaaiifie alle die fchoone Antieken, en een deel uitmuntende Schilde- ryen (waaronder zig bevond, volgens K. van Manier , een St. Jeronimus en andere fchoone Stukken van jf. van Eyck) in een Gsbouw van zynen Hof, en ftigtte aldaar eene Qef- fenfchoole voor de Kunstjeugd , zo wel in Schilderkunst, als Beeldhouwerye. Hy klaagde, zegt van Manier na Vajari, dat de Eêlbeid der Beeldbouwerye zo vervallen was, 't welk ook buiten tégenfpraak zyn Opzigt had op de Schilderkunst: want hy beval aan Gbirlaniaio , dat die van zyne beste Leerlingen aldaar ftuuren zoude, om te konterfeiten en te leeren tekenen. Door dit Middel , quam M. Angelo aan 't Hof, en in de Gunst des doorlugten Befchermhe'ers, dien hy zig door zyn' Viyt en zyn uitfteekond Vernuft zo waardig maakte. De. voortvaarendjie zynde in 't leeren , en de vlytigjie in al zyn doen , wierden de Sleutels die'r allergeneuglykjie Plaatsje ter Studie aan bem vertrouwd: zulks hy de weêrgalooste Gelegen- heid had, om zyne natuurlyke Gaven te oefFenen, en zig; de Grootsheid der Antieken eigen maakende, oneindiglyk bo'fea allen uittemunten. |
||||
ÏÖO FtORENTYNSE ScHIlDERl
zienlyk Jaargeld ( gelyk hy aan Menigte, na Maaté
van Verdiensten gaf) deszelfs Kunst-oeffeningen grootelyks bevorderde. M. Angelo beantwoordde, aan de Goedheeden zynes Befchermheers. De Bytel was zyn eerste Werktuig. Hy had deezen leeren be- handelen by zyne Voedfter, Huizvrouw een's Beeld- houwers , woonende in het Dorp Settignano: waar- van 't Meestedeel der Bewoonders , of Beeldhou- wers of Steenhouwers waren. Ten dien Opzigt plagt hy vervolgens dikwyls te zeggen, dat hy de Beeldhouwkunst met de Melk ingezoogen had. De Beelden, dien hy aanvanglyk maakte, 't Gevegt van Herkules tegens de Centauren , deeden de gantfe We- reld verbaazen : men kon zig niet verbeelden, dat zy uit de Hand een's Jongelings voortquamen (i). D e Dood zynes Voorftanders, vier Jaaren daar-
na, deed hem Florence verlaaten: om de befaamd* fle Tafereelen te zien, die toen te Venetië en te Bologne waren. In de laatstgenoemde Stad, maak- te hy de Beelden van St. Petronius en van eenen Engel, welke aan den Boog van St. Dominikus ont- braken. Rome trok hem vervolgens; en de Kardi- naal van St. George hield hem in zyn Paleiz, gedüu- rende een Jaar. Eindelyk quam hy wederom te Florence , daar hy eenige Beelden maakte , gelyk eenen St. Jan en eenen Kupido (2). Dit laatfte wierd zo fchoon gevonden , dat men hem raadde het naar Rome te zenden, en het te delven in eenen Lust-
(1) Zyn eerfle Werk in 't Marmer, op zyn' Ouderdom
van 18 Jaar (indien het Opfchrift van achteren geloofbaar is) was de Kop van Pan : wonderbaarlyk gekopieerd, na een Antiek van den hoogften Griekfen Styl, beide nog in wezen. (2) M. Anü£Lo was toen 24 Jaar oud, en Rafaël nog
een Kind. |
||||
Florentynse Schilders, iö*
Lusthof, die wel dra omgegraaven ffcond te wor-
den, 't Geval wilde, zo als men 't zig verbeeld had : het Beeld wierd opgegraaven, en de Kenners pirdeelden 't Antiek te zyn. Zy wierden niet uit den Dut geholpen, dan door eenen Erm, dien M. Angelo bevoorens daarvan gebroken en met zig naar Rome gebragt had. In deezen Tyd , quam de fchoone Groep der
Piëta, die in de Kapelle der H. Maagd te St. Pieter Haat, door zynen Bytèl voort. Hy keerde vervol- gens wederom naar Florence. Van een' Blok Mar- mers , door Slmone da Fiefole verbrod , welke daar- uit eenen Reuz had willen maaken, formeerde hy eenen jongen David met zynen Slinger. Dit onna- volgelyk Beeld , Haat op de Groote-Plaatsfe te Flo- rence. M. Angelo wierd gebruikt, in de Groo- te Raadzaal' , ten Tégenftreever van Leonard da V'mc'i. Het Ontwerp daar van, was de Oor- log van Pi/a: waarvan hy de Kartons maakte, die zodanig geacht wierden, zelve van de Schilders , dat zy zig beïverden om dezelfden te kopieeren. Men rékend den grooten Rafaël, onder 't Getal vaa die zyner Toejuicheren. Alexander de VI overleeden , en van Ju-
lius IL opgevolgd zynde, deed deez Paus M. An- gelo naar Rome koomen, om aan zyn Praalgraf te arbeiden, 't geen alles van dien Aart overtreffen zoude. Hy maakte daarvan een' pragtige Teke- ning' , t'famengefteld uit veertig groote marme- re Beelden , behalven de Kindertjes en het ander Bywerk. Eenig Ongenoegen ,'t welk hy van Julius ont-
fing, deed hem fchielyk naar Florence wyken (i). Da
(i) Volokns Vajari, ging M. Angelo zelfs nair Cara-
Eerjïe Deel, L «»
|
||||
iö2 Florentynse Schilders.
De Paus, dit verneemende, zond hem vyf Renbo-
den achter na, en dwong hem, door herhaalde Be- veelen aan den Raad, naar Bohgne te koomen , al- waar hy zig bevond, om Vergisfenisfe te bidden (i). Dee-
ra, om 't noodige Marmer uittezoeken; een Gedeelte fchikte
hy naar Rome, en een ander Deel naar Florence om hier des Somers te gaan arbeiden , wanneer te Rome een Quaade- Lucht heerst. Het Marmer te flom«_gekoomen zynde, moest betaald worden. M. Angelo begaf zig deswcgens naar den Paus, dogh kon geen Gehoor bekoomen, onder Voorwend- zel dat zyne H. gewigtige Zaaken onder Handen had. Hy betaalde 't dar., van zyn eigen Geld. Eenigen Tyd nader- hand, weer ten Hove koomende , wierd hy insgelyks afge- weezen: de Portier gaf zelfs voor, dat hy Bevel had hem niet intelaaten. Een Bisfchop, daar by (taande, zeide toen te- gens denzeifden, Hoe! kenje deezen Man niet? De ander ant- woordde , ik ken hem zeer wel: maar ik fta hier, om 't Be- vél van mynen Opperden en van den Paus waarteneemen. Daarop zeide M. Angelo, Als de Paus my laat roepen, zeg dat ik elders te vinden zal zyn. Met een begaf hy zig naar Huiz, en vorder te Post uit Rome; laatende Bevel aan zyn Volk, orn alles aan de Jooden te verkoopen en hein te vol- gen. Op 't Grondgebied van Florence, troffen de Brieven en Afgezondenen des Paus hem aan, met Bevel van weerom te koomen, op Straffe'van Ongenade; Aanvanglyk wilde hy nergens naar hooren; en fchreef alleen dit Briefje aan den Paus : ,, zyne H. zoude 't hem tog vergeeven, wanneer hy „ niet meer in derzelver jegenwoordigheid quam, wyl die „ hem a's een Booswigt had doen wegjaagen , 't welk hy niet „ verdiende: zyne H. zoude wel anderen tot derzelver Dienst „ konnen vinden ". ( i ) Je hebt dan ge-wacht ( riep de Paus, zo dra hy hem voor
zyne Voeten zag) dat wy u koomen vinden, in fteê dal je ons zoud koomen zoeken ! De Bisfehop, die hem (vanwegens den Kardinaal Soderini, aan welken^M. Angelo van den Raad van Florence aanbevolen was, en die zig door Ziekte belet vond) by zyne H. had ingeleid, wilde toen zyn Beentje uithaalen ; en vertoonde eerbiediglyk aan zyne H., dat Mensjen van dit Beroep gemeenlek onbedreeven zyn, en buiten hunne Kunst ner- gens toe deugen : zulks ze alle Verjcbooninge verdienen. Maar Julius, die beter Denkbeeld daarvan had, dorfchte den Bis- .. fchop |
||||
Florentynse Schilders. $63
Deeze klyne Ongenade, fcheen aan verfcheide eene
groote Gunst ( i ). Bramant, Bloedvriend van Ra* faël, wierd na-iverig daarover; en boezemde den Paus in, om aan M. Angelo het Schilderwerk der Kapelle van Sixtus optedraagen , meenende dat hy zig met Eere daaruit niet redden zoude. Daardoor wendde Bramant hem af, van zig in de Beeldhouw- kunst te oeffenen, waarin hy meer dan imant uit- muntte ; en brak te gelyk het Ontwerp, van 't Praalgraf des H. Vaders. M. Angelo , die den Af- gunst zyn's Tégenftreevers gevoelde, wilde zig dac Werk van den Halze en op Rqfaël fchuiven: maar de Paus verftond geen' Verfehooning', en hy moest gehoorzaamen. Hy vervaardigde dan de Kartons voor de Kapel-
Ie; fchop met zyn' Rotting op den Rug (zo Vafari getuigd), en
liet hem voorts buiten het Vertrek jaagen, zeggende je bent zelfs een Lomperd: zuldge dus eenen Man boonen, dien wy niet beleedigen willen ! Daarentegens ontfing M. Angelo de Be- nediiïie , benevens onderfcheide Gefchenken , en Beloften voor het toekoomende. (i) Dit zou onverftaanbaar konnen voorkoomen , aan
dien die den driftigen Aart van Julius niet kennen, of geen Geloof wilden flaah aan 't geene de Italiaanen zelfs van hem fchryven. Vafari getuigd het volgende. M. Angelo, aan hem Verlof vraagende om eens naar Florence te gaan, voerde cie Paus hem te gemoct', En die Kapelle (van Sixtus): <wan-/ neer zal die gedaan zyn? De ander antwoordde, Als ik kan, H. Vader. Als ik kan! als ik kan: ik zalze u wel dom gedaan hebben! zeide zyn Heiligheid, en leidde hem met een' zyn' Rotting zo gevoelig over de Schouderen , dat M. Angelo ter- ftond naar Huiz weck. Hy vond 'er zig echter zo dra niet, of 's Pausfe Kamerdienaar quam hem 500 Ryksdaalders brengen , om het te verzoeten: geevende hem te kennen, dat de Schie- lykheid zyner Heiligheid enkeld Betuigingen van Vriendfchap waren, en veeleer voor Gunftbewyzen, daa voor Beleedigtn- gen, moöÉten opgenomen worden. T 5
|
||||
j64 Flqrentynse Schilders.
Ie; en ontbood verfcheide Schilders van Florence ,
om daaraan te arbeiden. Deeze voldeeden hem zo weinig, dat hy hen te rug zond, en 't Befluit nam van dat groote Werk alleen te fchilderen. 't Was nog niet half voltooid, of de Paus, onverduldig om liet te zien, deed de Stellafiè'n weghneemen ( i), en was 'er ten hoogft' over voldaan. Bramant, die- de andere Helft voor Rafaël verzogt, wierd afge- ilagen ; en M. Angelo liep die groote Baan' af , in twintig Maanden tyds ( 2). Négeri Onderwerpen van
(1) M. Angelo had aan den Paus gezegt (die hem in
hevigheid vroeg , hoeneer hy gedaan zoude hebben ), dat dit zoude weezen, wanneer hy zig zelfs in de Kunst zoude heb- ben voldaan. Zyne H. voerde hem daarop te gemoet', En wy willen datje ons ook voldoet, in ons Verlangen van let fpo'edig dooruvoltooid te zien: geevende hem daarbenevensgulhartig te kennen , dat hy hem van 't Stellafie zou laaten fmyten, in- dien hy niet fpuedig gedaan maakte. • M. Angelo, weetende dat zyn H. een Man van zyn Woord was, vond zig dus in ds Noodzaake van zig te overylcn. (2) Omtrewt den Jaare 1512, zonder van imant ge-
holpen te zyn, zo gezegt word, zelve niet tot het vryvcn en bereiden zyner Verwen. Hy ontfing drieduizend Dukaaten voor zyn' Moeite; die zékerlyk zeer groot was geweest., wyl hy gcdaurende een' gerutmen Tyd naderhand niet om laag konde liyken, als zo lang met het Hoofd achter-over hebbende moe- ten arbeiden, zulks hy een' Brief zullende leezcn dien om hoog moest houden , om 't van onderen op te zien. Dit Werk gedaan zynde, bedroog de Verwachtinge der Schilders , en van Rafaël boven al : die in Oogmerk om hem in zyn ach- ting Schipbreuk te doen lyden.bem dit Werk door Bramant be- zorgd had, zegt de Vlies. Evenwel is dit laatfte (de byzonde- re Oogmerken van Bramant uitgezonderd) ten boogde on- waarfchynlyk: zo dra men maar overweegd dat M. Angelo, zig byzonderlyk op de Beeldhouwerye en Bouwkunde toe- leggende , zelfs dit Schilderwerk geerne aan Rafaël had willen overlaaten ; endit.Rafaël dus geen Reden had om de Achtinge te duchten , van imant aan wiens Oirdeel hy zig wel wilde onderwerpen, zynde zelfs eerst onlangs in Rome gekooinen en by hem maar een Jongeling te rekenen. |
||||
Florentynse Schilders. 165
van 't Oude Testament, verwonen zig in 't Opper-
fte van 't Verwulft; en veel laager, de Profeeten en de Sibyllen, in Standen die weinig Overeenkoomst hebben met de Heiligheid der Plaatsfe. Daniël de Volterra heeft, in 't Vervolg, de aanftootelykffce Naakten bekleed. Na den Dood van Julius II (1), deed Leo X,
van 't Huiz de Medici's, die hem opvolgde, de On- derneeminge van 't Praalgraf zyn's Voorzaats ftaa- ken; en beval aan M. Angelo , om den Voorgevel der Kerke van St. Laurens te Florence , de Biblio- theek, en de Graffteê der Prinsfen zynes Huiz, op- tefieren. M. Angelo heeft de laatstgenoemde opge- tooid, met zeven uitmuntende Beelden. Die van Laurens en van Juliaan de Medicis, welke elk hun- ne Graffteê hebben, zyn verzeld met Figuuren van den Dagh, den Nagt, den Morgenftond, en den Avond. Het zevende Beeld, is eene H. Maagd , zittende in 't diepft' der Kapelle. De Juistheid die'r
(1) Onder anderen flaat de Schryver over, het fchoo-
ne Standbeeld van Julius II. te Bologne , na deeze Paus die opgeftaane Stad wederom onder 't Erfdeel van St. Pieter bad gebragt. 'c Was van Metaal, 5 Ellen hoog, en wicrd. geplaatst op 't Frontespies der Kerke San Petronio. By volgen- de Verandering wierd dat Standbeeld vernield: de Hertog van Ferrare deed 'er een ftuk Gefchut van gieten 't welk hy 'Ju- lius noemde, en bewaarde 't Hoofd. Toen M. Akgelo het Model vertoonde, eêr hy dat Standbeeld goot, ( 't geen van groote Kunst, fchoonen Stand, ryk geplooide Kleedyë was, en den Erm met een' fiere Werking verhief) vroeg hem de Paus, Of het de Benedictie dm wel de MalediBie gaf? M. Angelo antwoordde, Dat bet zelfde 't Volk van Bologne waar- fcbouwde , om in het Toekoomende wyzer te zyn. Vervolgens aan den Paus vraagende, zegt Vafari, of hy 't geen Boek in de andere Hand zoude geeven ? zo riep zyne Heiligheid, Geef bet liever een Zwaardt in de Hand: want, ik ben geen Gelet- terd Man! L3
|
||||
■166 Florentynse Schilders.
die'r Standbeelden, hun groots Merkteken, de Ltigt-
heid waarmee ze uitgewerkt zyn, field hen gelyk roet het Antiek, 't Bouwkunstig-Geftél, is van zy- ne Uitvindinge. Hy vond een nieuw Kapiteel uit, 't geen zedert zynen'Naam gevoerd heeft. Geduurende de Onrusten , die midlerwyl in
den Staat van Florence volgden , verliet hy deeze Stad, met twé Vertrouwelingen, voerende by zig 12000 Ryksdaalders in gereed Geld. Hy quam te Ferrara, en bood deez Schat den Hertog aan. Van daar ging hy naar Fenetiè', daar hy de Tékeninge maakte , der befaamde Brugge Rialto: gants uit Marmer en van eenen enkelden Boog gebouwd •welker Openinge van 43 Venetiaanfe-Voeten is. D e Rust te Florence herfteld zynde , ging hy
'er weer arbeiden , aan de Grafftêê der Medicis , welke hy gants voltooide (1), Hy fchilderde ook, voor den Hertog van Ferrare, de befaamde Léda: welke naderhand naar Frankryk gevoerd, van Fran- fois I duur gekogt , en te Fontainebïeau geplaatst wierd. De al te onzedige Geftalte van dit Schilde» ry} deed het naderhand ten Vuure doemen ( 2). Ver-
(1) Volg f. ns Fafari, floop hy geduurende de Belege-
rde m de Stad, A°. 1526, ter Verdédiginge derzetfde, en bezuurde'er de Vestiftgwerker), gelyk hy ook elders onder- fcneiae Vestingwerken verbeterd heeft. (2) Dit voortrefFelyk Ank Werks (een uitmuntend Vrou.
we-Naakt, zegt Fafari) gaat in Print uit. Mogt M. Angelo , indien hy die Executie had konnen voorzien den Bewerker daarvan niet mede in de Helle, by Mes/er Biagio, hebben peplaatst ? t Was de Hr. des Noyers, Sekretaris van Staat en Opperbewmdsrmu der Gebouwen van Frankryk , ten Tyde x^n Louis XIII, onder 't Ministerie des Kardinaals de Ri- chelieu: die men weet dat een groot Heilig in Gevalle van Staatkunde was en dus zyne Afhangeling mee , om alles aan CM Wiikeunge Macht en zyne eige Heerszugt opte-offeren . Zy
|
||||
Flore'ntynse Schilders. 167
Vervolgens eifchte de Paus hem naar Rome, om
het Laatfie - Oirdeel te fchilderen, boven 't Autaar der Kapelle van Sixtus, welker Ver wuift hy reeds verrykt had. Deez Arbeid hield hem agt Jaaren bezig, en kon niet ge-eindigd worden dan onder 't Pausfchap van Pauhis III ( 1). In dat befaamd Werk,
Zy was in zulken leevendigen en geilen Drift van Liefde
verbeeld, zegt de Piles, dat de Hr. des AToyers haar uit een' Tederheid des Gemoeds deed verbranden. Die Heer was dan een groot Voorftander der Goede-Zéden ! Evenwel, 't Voor- wendfel van 't Bevorderen der Zeden, hoe dikwyls fpruit die niet voort uit vry andere Grondbeginzelen, dan uit wézenlyk Gevoel en ftetragtinge van de Deugd: naamelyk , die vry van Eigenbelang is , en in de byzondere Handelingen der Dryvers altooz onberispelyk moet uitblinken ? Wat den Hr. des Noyers vorder aangaat; dat^enkeld Bedryfzou genoeg- zaam zyn, om te toonen dat hy op zyn best niet veel Oir- deel bezat, en dus weinigbequaam was uit waare Grondbegin- zelen te Werk te gaan, indien wy 't vorder niet bevestigen zonden in 't Leeven van den befaamden N. Pousfyn, die door deszelfs flegte Behandelinge 't Befluit nam om zyn Vaderland wederom te verlaaten, en zyne Dagen in Rome te gaan ein- digen. Of het ten Verwyt tegens hem diende, wat de Laatst- gemelde in zynen Klaagbrief aan hem te gemoet voerde, laa- ten wy aan iders Oirdeel. Pousjyn zegt daarin „ dat hy, ge- „ lyk Oudstyds de Filozoof, een Venflertje in den Boezem „ van elk wenschte, om te zien wat in 't Hart omgaat; wyl „ men dus niet alleen de Boozheid of de Deugd, maar ook „ de.Weetenfchappen en de fraaije Oeffeningen, daarin zou- „ de konnen opfpeuren : maar dat het , wyl de Natuur 't „ anders geregeld heeft, zo moeijelyk is om wel te oirdee- „ len over "de Bequaamheid der Perfoonen in de Kunsten ,, en Weetenfchappen, als over hunne Goede- of Quaade- „ Neigingen in -Ie Zeden ". (1) 't Wierd begonnen A°. 1534,en voltooidA°. 1541:
dogh, hy was daaraan niet geduurzaam bezig, en arbeidde midlerwyl in Beeldhouwerye, zyn' geliefdfte Kunst. Richard- fon zegt voorts, dat Aretyn , zin hebbende om zyne Denk- beelden in dat Werk te brengen, hem eenen grooten Brief fchreef, gedaghtékend Venetië den 15 September 1537: vol L 4 uit-
|
||||
ï68 FlorentynseSshilders.
|
|||||
Werk, deed hy den grootsfen Smaak van Tékenin-
ge, en de Verhévendheid zyner Gedachten , be- fpeuren ( i ). Een oneindig Getal van Figuuren, en zeer ongemeene Standen, vormen eene t'Samen- ftellinge die zo groots als yerfchrikkelyk is. Het Denkbeeld is getrokken uit Dame , die zyn ge- liefde Autheur was (2). In de Helle heeft hy ver- beeld , uitfleekende Pügtpieegingen, waarin hy behendiglyk zyne Ge-
dachten uitte , voorwendende zig te verbeelden dat het Schilderwerk in die'r voegen zoude konnen zyn ; dat die Schetz zeer Poeëtis is, en eenige Dingen opléverd waaruit M. An- celo voordeel zoude hebben konnen trekken: maar dat deez hem op 't beleefdfte antwoordde , den 20 November , met geen' minder' Keur van Pügtpieegingen, en aankondigde, dat het Werk reeds te verre gevorderd was om daarin iets te kon- nen veranderen. ( 1) Een omiitputtelykeBron, voor de geenen die de Wee-
tënfcharj en den grootsfen Smaak der Tëkeninge in den Grond zoeken leercn te kennen, zegt de Piles. Volgens Ricbard- Jon, is 'er geene de minste Houding in, en 't,Koloriet, gelyk 'van al 't andere watM. Angelo in deezeKapelle verrigt heeft zwart en droevig: zulks het Geheel zeer onaangenaam is- dat daarin ook niet gevonden word, datedele en ftoute Penfeel 't geen men 'er zoude meenen te ontmoeten , als men zig niet ennnerde dat bet niet in de Schilderkunst was waarin dee- ze Meester uitmuntte. Evenwel fchynt hy eenigerwyze, ten Aanzien van 't Koloriet, hier tegens te fpreeken wat hy el- ders zegt, gelyk wy in onze volgende Note aanhaalen. Hoe "t zy, en jegenwoordig is , van Mander verzekerd , in zy- nen Tyd „ dat het zig, zo wel van digte by als van verre, ,, zeer wel wi! laaten zien; dat het geretocqueerd, en met ,, Artfeeringen in de Diepfelen, zeer net voldaan is: niet al- „ leen van onderen daar men by kan, maar om hoog in 't „ Oppcrfte, alwaar hy eens met een' lange Ladder bygeklom- „ men is ". ( 2 ) 11 r c h a r d s o n , als t' Orvieto niet geweest hebbende,
brengt Vajari by: om aanteduiden, dat M. Angelo het On- derwerp ontleende uit het Orfdeel van Luca Signorelli, in den Dom té Orvieto. Daarentegens zegt de Schryver van de Voor- raden des Nieuwcndruks van Dolce, dat hy dit Schildery niet allecrj
|
|||||
Florentynse Schilders. i6p
beeld, de zeven Doodzonden met menigte van Dui-
velen : onder welken hy den Ceremonie-meester des Paus geplaatst heeft, die zyn Werk veracht had (i). De Vreugd der Gelukzaligen, is zo gevoelig als de
alleen gezien maar aandachtig onderzogt heeft; en dat, bui-
ten eenige Zinlykheeden, niet van Beelden maar van Gedach- ten , niets in het Oirdeel van M. Angelo is 't geen daarna ge- lykt. Vafari-fyreekt echter anders, maar zodanig niet als Ri- cbardfon, en op een' Wyze welke zo veel Eere doet aan M. Angelo, die 't niet Steelzwyze deed, als aan Luca Signorelli. Hy zegt, dat M. Angelo dit Werk van Luca altyd ten hoog- fte preez en achtte, en zig daarvan in zyn Laatfte-Oirdsel bediende. Gemelde Ricbardfon, welke eghter niet ter zyde field van de Hartstogten, de diepzinnige Betekent [Je AcrFiguuren, enz. te gewaagen, laat zig vorder breed uit over de Irregulari- teiten, en de Feilen, van die befaamde Werk. Hy verze- kerd , uit Armenini, dat M. Angelo zelfs hiervan zodanig overtuigd was, dat hy 't naderhand eens met een voornaam Perfoonafië beziende, gulhartig uitriep, Hoe veele Zotten zal dit niyti Werk niet voortbrengen', meenende, door régelregte Nabootsfinge, gelyk Breekebeenen gewoon, en ook niet an- ders vermogend zyn, na voornaame Werken te doen. Die Schryver zegt, dat het, voordeelig boven 't Autaar tegens over den Ingang ftaande, zo voort het Oog tot zig trekt, en nog in vry goeden Staat is. In een Woord ',, dat onbetwist- ,, baar in de gantfe Wereld geen Stuk gevonden word, waar- „ in zulk een menigte Naakten by malkaar zyn, in zulke „ groote Verfcheidenbeid van Standen, nog zo fchoon geté- ,, kend; dat het een onvergelykelyk Stuk is van Mensfelyke „ Figuuren, voor eene Teken-akadèmie, maar geenerwyze om ,, een Laatfte-Oirdeel te verbeelden, ten welken Opzigte het „ zelfs wanfchaapen, onbetaamelyk, en onlydelyk is ". Even- wel bekend hy „ dat fchoone Gedachten in dit Schilderwerk „ gevonden worden: dat M. Angelo, zékerlyk, minder be- „ doeld heeft om een Laatfte-Oirdeel te verbeelden, dan om ,., te praalen met zyne Kunde van 't Mensfelyke-Lichaam, en ,, met zyne Kunst om hetzelfde te konnen verbeelden: dat „ hy de Lvther van de Hervormïnge der Schilderkunst is; en ,, dat men 't zelve aan hem is verfchuld, dat men den groo- ,„ ten Rafaê'l ziet zodanig als deez gevonden word ". (i) 't Was Biagio van Qefano (een waan wyze Quast,
L J zegt
|
||||
ITO F L O R È S T "ï N S E SCHILDERS.
^e Wanhoop der Verdoemden. Hy ging zig in
dit grootsfc Stuk verre te boven, 't geen vry uit- Biuntender is dan de Schoonheid van't Verwulft (i). Die
zegt Vafari) die aan den Paus vertoond had, dat het.oneerbaar
was, in zulke eerwaarde Plaats, zo veele Naakten met ont- bloote Schamelheeden te verbeelden. Uit Weenvraak fchil- derde M. Angfxo dien Priester, met een' Slang om 't Lyf die hem in de Schamelheid byt. WuBtagioook aanhield,by den Paus en byM. Angelo, 't hielp niet: hy moest'er b! wen wenken. Zyn H. beklaagde zyn Ongeluk : verzekerde dat hy hem helpen zoude, indien men hem in 't Fagevuur geplaatst fetd: maar dat zyn Vermogen zo verre niet ging om hem uit de Helle te verlosfen. (i) De Schryver is dan wel verre van dit befaamde Werk
te veroirdeelen, of daarvan zo ftraf te fpreeken als Rkbard- 'fm en andere doen. 't Is hier de Vraag niet, of een Kuns- tenaar zulke Voorwerpen vlak moet navolgen, die hem alleen dienen om hem te fteiken of daaruit eene goede Verkiezinge te maaken; dewyl 't onbetwistelyk is , dat de verdienstige Schilder jeugd altoos naar het Zedige moet tragten, en angst- •salliglyk alles vermyden wat Stóffe tot eenige Berispinge kan p-eeven, om zig niet bloot te Hellen voor den Blaam welke op den grootften Mannen gelegt is, wegens genome Vryhee- den die in hen vcrfchoonlyker zyn dan in hunne Nabootsle- ren : maar, moet men ter Liefde der Kunst niet wat toegee- ven aan die zelfde groote Mannen, en aan hunne Werken , welke wegens derzelver Voortreffelykheid , Zeldfaamheid , en Ouderdom , een zéker Voorrecht hebben bekoomen 't welk andere zig niet konnen aanmaan'gen? Evenwel, wyl dikwyls zulke Schynheiligen aangetroffen worden , die om ten ltrengften Kuisch te febynen zo vaardig zyn zelve voor oneerbaar te veroirdeelen, wat in zig zelfs eigenlyk zeer een- voudig , en van den Kunstenaar zonder eenig blaamabel Oog- wit voortgebragt is, zo moeten wy eens hooren, wat Feli- Mm, grootendeels uit Fafari, op dit Onderwerp bybrengt. w Móet gy daarom M. Angelo uitkryten (zegt hy), voor _ eenen Libcrtyn : hy , wiens Leevensgedrach altooz zeer „ kristelyk, en wiens Zeden zeer geregeld geweest zyn? die „ nooit befcbuldigd is geworden, van eenige Ongebondend- ., heeden ? die alleen de Schoonheid in de Werkfhikken der ., Kunst beminde, maar die geene oneerbaareBegeertcns had? \ die zelve op zulke lirenge Wyze, en zo afgezonderd leef- |
||||
F LOR EN TT NS E S C H H D E R 5. ïji
Die groote Werken verachterden de Uitvoerin-
ge des Praalgrafs van Jalius 11., waarop deezes Bloedvriend, de Hertog van Urbino, hem zeer fterk aandrong. M. Angelo had aanzienlyke Sommen, op Rékeninge ontfengen. Eindelyk verdroeg hy zig met den Hertog; en dat groot Ontwerp wierd ver- minderd op drie marmere Beelden, waarvan de Mo- fes, S Ellen hoog, de Verwonderinge der gantfe Wereld naar zig trekt. Deez is verzeld van Lea, Doghter van Laban, houdende een' Spiegel in de Hand, en in de andere een'Bloemkrans, om 't Werkzaame-Leeven te verbeelden. Het derde Fi- guur is Rachel, die op de Kniè'n legt en den Hemel aanziet, als 't Befchouwend-Leeven. Dat Graf is geplaatst, in de Kerke van St. Pieter in Vïncula. Die drie Beelden, zyn alleen van de Hand van M. An- gelo : zynde dat van Julius II., en de drie overi- gen, verbeeldende eene H. Maagd met het Kind „ de, dathy, jong zynde, zig met een weinïgje Brood en
„ Wyn vernoegde: gebruikende zynen gantfen Tyd tot den „ Arbeid, en 't Leezen van goede Boeken, byzonderlyk der „ H. Schrift? en die, in alle zyne Werken, zyne Gedachten „ niet anders ingespannen heeft, dan om zyne Kunst tot Vol- ;)' maaktbeid te brengen ? Ook antwoordde hy eens (aan den geenen die hem van wegens Paus Paulus IFzeiAe, dat de H. Vader zyne Figuuren van 't Laatfte-Oirdeel al te aan- ?i ftootelyk vond, en wenfehte dat hy de Naaktheeden daar- van overfchilderde ) dat dit van weinig Belang was, en dat by zulks gemaklyk verhelpen konde: dat zyne Heiligheid der- zelver Vlyt maar bytebrengen bad, om de Ongeregeldheeden j, wegb te neemen die in de Wereld beersfen, en dat hy alsdan ,', zyne Schilderyen dra verbeteren zoude......Hy meende, dat
,, Kristenen niet bequaam waren, om uit het befchouwen van
„ den vreesfelyken Dagh des Laatften-Oirdeels quaade Denk- „ beelden te haaien : 't welk hy alleen gefchilderd had, om s, zyne Weetenfchap te vertoonen in de Verbeeldinge van 't „ Mensfelyke-Lichaam , 't geen men aldaar in allerhande ,s Soort van Standen ziet ". |
||||
172 FiORENTYNSE SCHILDERS.
Jezus , eenen Profeet, en eene Sibylle , op zyne
Modellen gemaakt, door Rafaël da monte Lupo, en andere bequaame Beeldhouwers. M. Angelo oeffende zyn Penfeel wederom, in
de Kapelle Paulina, en fchilderde op den Muur de Uekeeringe van St. Paulus, en de Kruisfiging' van St. Pieter. Na deeze Stukken voltooid waren , fchilderde M. Angelo niet meer (1), die nu 75 Jaa- ren oud was. Het Fresko hem te veel afmattende, hervatte hy den Bytel. Hy ondernam eenen doo- den Kristus, Groep van vier Beelden, dien hy niet afgemaakt heeft. Na de Dood van Antomo de San Gallo, benoemde Paus Pius IV hem tot Bouwmees- ter van St. Pieter (2), waarvan hy 't Ontwerp her- vormde : zulks het veel heerlyker ftond, veele Jaaren en 300,000 Dukaaten uitgewonnen wierden. Hy deed den Koepel bouwen ,die van Middelyn zo groot is als die der Rotonde (<$). De Voorgevel van 't Ka-
i (i)Richabdsok zegt, dat die twé Stutten byna ia
den Smaak zyn van 't Laa'tfte-Oïrdeel. (2) Met een Jaargeld van 600 Dukaaten, voorts van an-
dere Voordeden : dogh, fchoon de Paus hem die Inkoomsten zond, zegt Vafari, hy wildeze niet ontfangen, hy wüde al- leen om Gods wille tot deeze Fabryk' dienen : de Fabryk' van St. Pieter, de Kerke van St. Jan der Florentyneren en dergely- ken, nam hy alleen uit Godtsdienftigheid waar, zonder eenig Gewin te begeeren. (3) „ Hy was 't (zegt Felibien) die alle de Tekeningen
„ verbeterde, van Bramant, en de andere Bouwmeesters welke „ deezenopvolgden (waaronder Rafaël dan duidelyk betekend „ word); en die, door een'Kragt van Geest, een' Grootsheid „van Ontwerp zelve aan den Aiouden onbekend, onver- „ fchrokt zeide, aan dien die 't Gebouw der Rotonde zoroem- ,, den, dat hy een dergelyk wilde maaken 't geen nog ver- „ wonderlyker zoude zyn, wyl dat op den vasten Grond ge- „ bouwd was, maar dat hy 't zyne in de Lucht wilde (tellen : „ 't welk hy ook metter Daad uitvoerde, bouwende den Koe- „ pel van St. Pieter, die alleen op vier Pilaaren rust, en tot ,, een vervaarelyke Hoogte opgevoerd is ". |
||||
Florentynse Schilders. 173
Kapkool, de fchoone Kfoon-Lyst van 't Paleiz
faméfe , de Lusthof van Paus Julius III., en de Poort van Pius, zyn onder anderen alle van zyne Tékemnge. Is'er wel iets meer noodig, om de Algemeenheid zyner groote Begaafdheeden te be- wyzen ? Zeer oud zynde, en met geen' vaste Hand meer konnende tekenen, bediende hy zig van de Hand van Tiberio Calcagni, Beeldhouwer van Floren- ce, die verfcheide Stukken der Beeldhouwerye van M. Angelo voltooid heeft. Hoewel deez verhéve Kunstheid uitgemunt
heeft in de drie Kunsten, van Schilderkunst, Beeld- houwerye, en Bouwkunde, zo fchynt echter, dat de Beeldhouwery het by hem overgehaald heeft op de twé anderen. Men vind daarin , de ligtheid van Hand, de fchoone Behandelinge, de Juistheid de Sierlykheid, en de Verhévendheid van Gedach- ten (1). Van hem ziet men Kupido , Leevens- groot, onderfcheiden van dien waarvan wy reeds gefproken hebben ; en eenen Bacchus , houden- de een' Drinkfchaal', en in de andere Hand 't Vel |
|||||||
eenes
|
|||||||
_ (O aHEV°r^ d°°rP™ toegefchreeven , de befaamde
Grafitee van Enge bert II. Grave van Nosfau ,Baron van Breda, j„ deParochiekerke deezer Stad, gcftigt door deszelfs Opvol, ger, Grave Hennk van Nasjau: waarvan betere Verklaarde te wensfen was geweest dan de laatst-uitgekoome Tegenwoordige Staat der Vereemgde Nederlanden, en de Befcbryvinge van Bre da,daarvan leveren. De laatstgenoemde weet zelfs geen Be- duidenis te geeven, van twé der vier torsfende Pronkbedden volgens zyne Meeninge twé Griek/e Helden, welke f CezJ enRegulus verzeilen : ook zal men wel willen toefcn, zo t Werk van M. Angelo is, dat het de Beelden aangaat I. Mammen zegt. dat zy verbeelden, Numa Pmpilius, Scipio, J. Cezar en Cato (waarvoor echter beter Regulus diendV verbeeldende Liefde tot den Godtsdienst, Krygs-voorzigtii- he.d, Dapperheid, en Uitterfte Deugd. Elders zullen ot '6 verder onderzoeken. * ' *" |
|||||||
174 Florbntynse Schilders.
eenes Tigers met een' -Druivetros, waarvan een.
jonge Satyr eet. Deeze Beelden zyn zo volmaakt, dat een Italiaans Schryver van hem getuigd , dat }iy, in 't Geval van Beeldhouwerye, door nimant anders dan door hem zelfs overtroffen kan wor- den fi). Zyn e Schilderkunst is fier en verfchriklyk. De-
wyl hy altooz het Moeijelyke en 't Verwonderens- waardige zogt , zo verbaazd zy meer dan zy be- haagd (2). Zyne Kleuren zyn al te fnydend, en trek-
(1) 't Is L. Dolce, die niet lange na zynen Tyd gefchree-
ven heeft, en hem, ter Liefde van Rafaël, gants niet gunftig is nog ontziet. Hy zegt elders duidelyker, in 't Geval van Schilderkunst „ ik belyde dat M. Angelo, ten Aanzien van 't Naakt, een Wonder, een Mirakel, en meer dan Mens- ", felyk is. Nimant heeft hem ooit te boven gegaan: 'k verfta in eene enkelde Manier, beftaande in eenvolkoomeNaakt, vol Muskeien en wel onderzogt te maaken, met Verkortin- gen en zeer (toute Beweegingen , die in 't klyn de Moeije- ',' lykheid der Kunst doen zien. Elk Deel van 't Lichaam , " en alle by malkanderen, zyn zo uitmuntend, dat ik zeggen durf, dat men niets voortreffelykers nog volmaakter kan doen, nog zelve kan uitdenken". Schoon dit een Italiaan- Je Lofcuiting is , zo bevestigd het evenwel grootelyks wat Vajari zegt: dat Rafaël, ziende de groote Studie van M. A n o e l o in de Naakten en dat hy daarin niet te achterhaaleu was , zig aan de Bevalligheid, de Tooizels, Kleedyen, Inven- tie , en By-eenvoeginge der Historiën overgaf , weetende (NB., als 't welk onderfcheideniyk, en niet ten Voordeele van Knoeijers moet verftaan worden, die gewoon zyn dit tot hun Voordeel te neemen om hunne Onkunde te bedekken) dat de Voortreffelykheid der Schilderkunst niet alleen bejiaat in Naak- ten te maaken. (2)Richardson meld evenwel van 't Portret eener Me-
vrouw, door hem gefchilderd, 't geen zig in 't Kabinet des Groothertogs bevind: waarvan 't Koloriet vry helder is, 't geen niet hard is, en de minste Ongerymdheid niet heeft: fchoon dit zelden gevonden word (zegt hy) in de Portretten deezes Meesters, en te byzonderer is, wyl de Mevrouw zelfs niet fchoon is. |
||||
Florenttnse Schilders. 175-
trekken op TicheKfceen. Een groot Ontleeder zyHh-
de, overlaadde hy'al te veel de Muskeien zyner Fï- guuren, en overweldigde deezer Standen (1). In- dien hy de grootfte Schilder des Aardbodems niet was, zo is hy ten minste de eerste Kunstenaar ge- weest, die te voorfchyn bragt alles wat het aller- grootste in die Kunst is: hy is 't, die daarvan den Wegh geopend heeft (2). Rafaël heeft daaruit zyn
(1) Volgens du Fresnoy „ was de Verkiezing van deis
„ Stand zyner Beelden niet altooz uitmuntend nog aange- „ naam; zyn Plooijen en Kleedyen niet van het fchoonste; hy „ was eigenzinnig en buitenfpoorig in zyne Ordinanfiën, ver- „ meetel en ftout in Vryheeden te neemen tegens de Regelen „ der Doorzigtkunde; hy had geen' Kennis van 't Licht en 't „ Bruin ". Dit konnen wy verftaan zo wel als 't geen hy vooits meld , dat zyn Aart van Tekenen niet gezegt kan worden dat zy van het Téderfte was : maar geenzints (ia- dien men 't na hunne Eigenfchap moet fchatten ) wat hy daar- by voegd , dat zyne Omtrekken niet van 't Allerfraaiste zyn geweest. Met dat alles, maakt hy hem evenwel „ tot den „ Allergeleerdften in de Tekenkunst , die beter geweetea „ heeft alle de Verbindinge der Beenderen, de Werkinge en „ Gelegenheid der Spieren, dan eenig Schilder dien wy 011- „ der de Laateren gehad hebben ". (2) 1'elibien wil zelve wel toeftaan als men 't begeerd
dat deezgroote Man in vcele Dingen der Schilderkunst, aan- gaande de Schikkinge en Eigenfchap der Figuuren en Histo- rie, grillig was; dat hy Vryheeden genomen heeft, tegens de Regelen der Doorzigtkunde; dat hy fomtyds al te ftout was in de Uitdrukkmge zyner Figuuren ; dat men, in 't Schik- ken zyner Kleedyen, al de Bevalligheid niet ziet welke daarin te wensfen was; dat zyn Koloriet niet altooz \vaar, nog aan- genaam is; dat hy de Kunstgreep van 't Licht- en. 't Bruin nog niet geweeten heeft: maar, daarbenevens doet hy aan- merken , dat de Tekenkunst, welke M. Angel o in den hoogden Graad bezeeten heeft, de Grondflag der Schilder- kunde, en deeze zonder dezelfde wézenlooz is. Hy roerd de Moeijelykheid, alle de Deelen.en de Zeldfaamheid, van een* goede Tékenkunde aan; en hy vraagd, of Rafaël, om fom- tyds gebrekkig geweest te zyn in de Doorzigtkunde, Titiaan om Aclueloozheid in de Eigenfchap van ecnig Onderwerp. |
||||
176 FlORENTYNSE SCHILDERS.
zyri Voordeel weeten te raapen : zonder ooit het
Gemaklyke, het Natuurlyke, en 'c Bevallige te ver- geeten (1). M.
en Paulo Feroneez om Onvermogen in eenige Gedeeltens der
Kunst', hunnen Roem moeten verliezen ? Eindelyk, hy ver- vald in eene Rcdeneeringe, welke ftrekt, zo niet om M. An- gel o in de Schilderkunst boven Rafaël te waardeeren, ten minste om deezen ook niet daarin boven M. Angel o te ïtelten, die ontwyffelbaar in de drie Kunsten uitblonk, waar- van Rafaël ten hoogde maar twé bereikte. ( 1) Zo de Schryver zegt. 't Staat aan den verheven Kunst-
kenner, om te oirdeelen in hoe verre dit (zo wel als alle die onderfcheide Gevoelens van eenigen der beste Schryveren, door ons op 't Onderwerp deezer twé befaamdfte Italiaanen ter verlichtinge bygebragt) eigenlyk of oneigenlyk, rigtigof verwerpclyk , gehouden moet worden. Du Fresnoy (die zo hoogdraavend over de Schilderkunst gefchreeven hebbende, Rafaël beneeden M. Angelo fteld in Tekening' van 't Naakt, beneeden Corregio in Malschheid en Bevalligheid, be- Jieeden Tüiaan in Kragt en Reddering, om hem wederom te verheffen boven hen en andere Schilders zedert dien Tyd, niet alleen in Verkiezinge van Standen, van Hoofden, van Veranderingen, van Tegenwerkingen , en van Gemoeds-uit- tingen , maar ook volgens de gewoone Taal*, in Schikking' en Ordinanfie) zegt daarbenevens, dat hy allen Modernen heeft te boven gegaan, om dat hy meer uitmuntende Gaven te ge- lyk bezeeten heeft, en dat hy (NB.) met het Antiek gelyk gefchat kan worden : tog bekend hy mede, dat Rafaël hec Naakt zo verftandig niet getekend heeft als M. Angelo, en evenwei voegd hy 'er by dat Rafaëls aart van Tekenen zui- verder en beter is. Moet dit niet voor een' handtastely'ke'fé- genftrydigheid gehouden worden,, die eigenlyk weiffelen te noemen zou zyn: wyl 't hier niet te doen is oyer een' be- haaglyker Manier', die een minder boven een'meerder Kuns- tenaar kan bezitten , maar over de Juistheid en 't waare Verftand van 't Naakt, 't welk hy, benevens anderen alge- meenlyk, aan M. Angelo toekend , en dus, fchoon fchoorvoetend*, Rafaël in dit Stuk duidelyk aan hem onder- werpt? Zo verre gaat by veelen de Drift, om Rafaël boven alle Mensfelyke-Vermogens te verheffen en alles van zig zelfs te laaten ontleenen, dat Bellori alle zyne Poogingen infpand om al wat daartegen gevonden word ce ontkennen : maar ds Fiks,
|
||||
FlORENTYNSE SCHILDERS. Ij?
M. Angelo, overlaaden met de Jaaren en meC
een'fleepende Koortsfe, ffcierf te Rome, A°. 1564, in
Piles ( fehoon die daartegens met al zyn goed Oirdéel zelve
in deeze belachelyke Üitdru'kkinge vervalt, dat Rafaël Voor- deel zogt te doen met de Werken zyner Vyanden-, min- der om zyne eige.Eere dan om die van zyne Kunst) houd het Tegendeel (taande. Hy getuigd zelfs, dat hy een' Teke- ninge- van de Hand van Rafaël bezat, op weiker Rug zig een Studie bevond, van den eigen Rafaël getekend, naar een Beeld van M. Angelo in de Pausfelyke Kdpelle gefchilderd* 't Een en 't ander zal nog beter afteméeten zyn, uit het Ver-' haal van den Abt Dubos: fehoon deez zo vervuid is van Poeë- tife Denkbeelden en Verrukkingen, dat men Moeite heeft om dikv/yls 't gezonde Oirdeel in hem te erkennen. Volgens- zyn Gevoelen ,, zal Mj Angelo mogelyk lang gearbeid „ hebben, eêr byde Majesteit van den Vader der Eeuwigheid „ met dien Godtlyken zweem fchilderde dien hy daaraan wist ,, te geeven,- mogelyk zou Rafaël , welke zulken hóogdraS-, „ venden Geest niet had dan den Ftorentyner, nooit tot dö „ Hoogte van dat Denkbeeld gefteegen zyn, op eigen Wieken ,, dryvende : maar Rafaël, na hy een Oogenblik dat godtiyk ,, Wezen in een's Mensfe gedaante van dien M. Angelo „ gefchilderd zag, voelde zig geraakt door de Deftigheid vail „ de Gedachten dien's ongemeenen Geests , trok 'er 't zyne „ uit , en word in eenen enkel den Dagh bequaam om dat „ Merkteken van Grootsheid, Ontzachelykheid, en geduchte M Godtlykheid, 't welk hy met Verwónderinge in 't Werk tt zyn's Voorgangers gepreezen had , in zyne Beelden te breri- i> gen '• 'c Geva' droeg zig dus töe, volgens dien Schry* ven „ Toen Rafaël 't Verwulf der Gallery' fchilderde, gemeen- ,, lyk genoemd de Loges, uitleverende de twéde Verdieping' van 't Patikaan, en bezig was aan 't eerste Verwulf, had hy
„ reeds drie Dagen van de Scheppinge op drie Zyden van 't „ zelfde gefchilderd. Het Beeld, 't welk Godt den Vader ,, wil verbeelden, is 'er waarlyk edel, en boczemd-Eerbied „ in : maar al te zagtzinnig en van weinig majesteusheid » „ 't Hoofd fchynt het Hoofd een's Mensfe: hy behandelde „ het, in dien Smaak gelyk de Schilders gemeenlyk de TroniS „ van Kristus afmaaien, en men vind 'er geen ander Ondef- „ fcheidiiiidan'tgeen' de'Kunst vereischt te brengen, tusfen „ twé Perlbonaiiën waarvan 't een den Vader en 't ander den j, Zoon moet verbeelden, M. Angelo fchilderde ter die'f Eerjte Deel ,M » TW
|
||||
173 Florentynse Schilders.
in den Ouderdom van 90 Jaaren. Kosmus de Medi-
ci s deed hem aldaar pragtig begraaven , en we- derom in 't heimelyk opgraaven , om hem naar naar Florence te vervoeren, alwaar hy ter Aarde be- ileld wierd in de Kerke van 't H. Kruiz. Men ziet 'er zyn Borstbeeld van Marmer : verzeld van de drie Standbeelden, der Schilderkunst, Beeldhouwe- rye , en Bouwkunst. Niets ontbrak 'er aan zyne Lykftaatfiè', waarby een' Lykréden gedaan, en een Lykpraalgebouw gezien wierd: opgetooid met Ta* fereelen, betrekkelyk tot zynen Leevenslpop , en gefchilderd door de Leden der Schilder-akadémie van Florence. Deeze Akadémie veranderde de drie 'Bloemkransfen,' welken hy ten Zinnebeeld genomen had, in drie Kroonen : met deeze Woorden, Ter ge- rnïnis tollit houoribus.
On-
Tyd de Gewelven van de Kapelle van Sixtus; en fchoon
" hy, jaloers over zyn' Vinding', de Deur' voor ider deed '' fluiten, had Rafaël de Behendigheid om Toegang daartoe '„ te bckoomen. Opgetoogen door de Godtlyke Majesteit, welke M. Axcuo in den Zweem van Godt den Vader, de Wereld fcheppende, had weeten te brengen, dien men op verfcheii 'en van de Kapelle van Sixtus ziet, ver- *' oirdeclde by fluks ïfn' eige Vinding' in dit Opzigt, en ver-
',', koor dien zyn's Mededingers. Dus heeft Rafaël, in 't Iaatftc " Stuk der eerfte Logs, het Aanfchyn van den Vader vertoond ', in een' Heerlykhéfd die 't Mensfelyke te boven gaat. Men „ befchouwd het niet alleen met den uitteïflenEerbied, maar „ 't boezen:;', /eifi een' heilige Vreez en Duchten in .Schoon dit dan ter vordere Verklaaring1 van Jt Onderwerp diend, laaten wy 't Verhaal daarvan voor den Schryver : zynde de Plaats hier te eng, on 't ook onnoodig om het te on- derzoeken , daar de Figuuren van dat Werk door J. Romano en anderen gemaakt zyn. Richardfon tékend ook aan ,, dat de ,, Eva alleen gehouden word van Rafaël gefchilderd te wee- „ zen, en doorgaat voor eender fchoonste Figuuren van 7?»- „ me, van Omtrek die aan 't Antiek niets toegeeft: maar, dat ,, evenwel de grootfte Kenners bevinden, dat' haar Omtrek „ niet gants en al Vrouwelyk is ". |
||||
Floréntynse Schilders. 179
Onvermoeid in zynen Arbeid (1), was zyri
Gewoonte, het Marmer, 't welk hy tot zyne Stand- beelden noodig had, in de Groeven van Carara te gaan uitzoeken. De Studiën, welken hy in de Ana- tomie gedaan heeft, zyn oneindig. Hy was te Godtvrugtig dan dat hy een' Man gedood zoude hebben > die hem ten Model diende, om te beter eenen Kristus aan 't Kruiz dervende te verbeelden, gelyk hem valfchelyk nagegeeven word (2 ). Ten Spreek-
(1) RiChardson brengt de zonderlinge Aahtékeninge
by, van Vigenere, op Callistratüs: waarvan \vy. ons hier be- dienen , niet om gelyk hy daaruit te befluiten , dat hei Merkteken, van dien grooteri Man, fier, ft out, gs-iveldig, erï opgeblaazen is, die het Gfaotsfe heeft te buiten gegaan en zel- ve iets' van het Woeste beefig; maar, om het wonderbaar! vk Vuur, en de vaste geoeffende Hand, van dien Kunstenaar'te doen zien, gelyk de geleerde VigtniU öóK heeft willen te kennen geeven. „ Ik kan zeggen (dus zyn de Woorden vari ,, deczen) da; ik M. Angelo gezien hebbe, over de zes- „ tig Jaaren oud en niet van de iterkften zynde, in eenQuar- ,, tier-uurs mcêr Schilfers afflaande van een zeer hard Mar- „ vner, dan drie jonge Steenhouwers in 3- of 4 Uuren zouderi i, hebben konnen doen: een Zaak welk byna ongelooflyk is s ,, aan dien die 't niet gezien heeft. Zo driftig en vuurig ging ,, hy te werk', dat ik meende dat liet gantfe Werk in Stukken „ zoude raaken. Met eenen enkelden Slag, vloogen 'er ,, groote Brokken af, van 3 of 4 Duim dikte, zo gelyks met „ zyn' Ritsfinge, dut ingevalle hy maar iets hoe min daar „ voorby had geraakt, 'er Gevaar was om alles te bederven, „, wyl 't naderhand niet verholpen nog överpleïsterd kan wor- „ den gelyk in Klei- of Pleisterbeelden ". (2) 't Is zo onwaarfcbynlyk (zegt Richardfon, die 't eed
befpotlyk Verdichtzel noemd) dat hy daarom een' Man ge- dood zoude hebben , ten Einde de Ziekooginge te juister en c£ kragtiger in dit Tafercel te verbeelden , dat byna geen Harts- togt nog op 't Aangezigt nog op 't gantfe Lichaam te vin- den , en 't niet anders dan een zenuuwlooz gemeen Figuur is,' de H. Maagd en de St. Jm, zyn niet beter dan 't overige Van 't Stuk : Je Stand en de Gemoedsuitting zyn oneigerf in 't eene, en laag in 't andere. Dit Tafereel is zeer uit- ]\| 2 roerig
|
||||
180 Florentynse Schilders.
Spreekwoord had hy, dat de Schilderkunst zyne
Vrouw , en zyne Werken zyne Kinderen waren. Van alle Vorsten wierd hy ge-eerd. Hy heeft ze- ven P'ausfen, en twé Keizers bediend. Kosmus de Medlc'u (bygenoemd de Groote , Groothertog van Florence) fprak nooit met hem, dan met ontbloo- ten Hoofde. Verfcheide Pausfen', deeden hem in hunne Jegenwoordigheid zitten. Hy was ongemeen geestryk in zyne 'Antwoor-
den ( i), en maakte fraaije Vaarzen ( 2 ). Om aan Ra-
voer'ig gefchilderd: volgens zyne Gewoonte, en algemeenlyk
die van allen zynes Tyds ia Kabinetftukken, vooral in klync, gelyk dit is. (1) Somtyds fcherp , fomtyds zagt, waarvan dit ten
Haaltje uit Fafari diend. Verftaande, dat Sebastiaan del Piom- io in een' Eapelle van St. Pieter Mantorio eenen Monnik inoest fchildcrcn, zeide hy aan denzelfden dat deez dat Werk bederven zoude. Sebastiaan vroeg, waarom; en M. Ange- llo antwoordde, ixybse de gantj's IVereld bederven die zo groot is, zouden zy dan zulk eene klyne Kdpelie niet bederven konnen ? Vajari getuigd ook, ten Aanzien van 't Verwulft der Kapelle van Sixtus, beftaande uit Onderwerpen van 't Oude Teftamènt, dat Paus Julius II aan M. Angelo gezegt had, dat hy geen Goud en Ultramaryn in dat Werk moest fpaaren r dat zyn Werk zo armelyk fcheen, by 't Goud en de fchoone Kleuren die in de Tafereelen en Tooizels der andere Mees- ters uitblonken ; en dat onze Kunstenaar daarop nadruklyk antwoordde , dat die Mens/en , welken hy daarin verbeeldde, geen Goud op hunne Kleêren droegen : dat het heilige Mannen 'waren, die de Schatten en den Praal veracht hadden. (2) Van zyne Wyzheid, Letter-oeffeningen, Goedhartig-
heid, ongemeene Liefdaadigheid aan noodlydende en arme Huizgezinnen , Mildaadigheid aan zyne Bedienden , Gema- nierdheid, Zedigheid, Maatigheid, en alle andere Deugden, zonder de Godtsdienftigheid uittezondercn, met de H. Schrift zeer te beminnen en de Schriften van den befaarnden Monnik Savonarola te waardeeren, gewaagen déSchiyvers meer of min, inzonderheid Vafari die zo veel Ommegang met hem had en maar 14 Jaaren na hem overleed, zulks duizenden denzelfden van het tegendeel zouden hebben konnen overtuigen , en waar-
|
||||
Florentynse S c h h d e r s. i Sx
Rafaël te kennen te geeven , dat hy de Historie
van P'fyche had weezen zien welke dezelfde in 't IGjn-k'arnéfe fchilderde , tekende hy met Zwart- kryt, in een der Hoeken van 't Zolderfbk, een uit- muntend Hoofd van den Faunus, eens zo groot als 't Leeven: 't geen zo fchoon is, dat men 't zorg- vuldig ge-eerbied, en tot op deezen Tyd befpaard heeft ( i). Rafaël zag het zo dra niet, of riep uit, dat
waarover K. van Manier nagezien kan worden : zulks hy voor
zulk Wonder, van Perfoon, Neiginge, en Gedrach, als van Kunst, voor een groot Filozoof te houden zy, en 't niet te begrypen is , hoe fominige, inzonderheid die der Romynfe School', zulk haatelyk Denkbeeld van hem hebben konnen in- planten, als ofhy een'Mensfenhaater, van een'griiligen en geweldigen Geest was geweest, waarin zelve de Files vervalt met het Sprookje te vernieuwen, dat M. Angelo eens vol- gens zyn Gewoonte alleen fpansfeerende en Rafaël gevolgd met deszdfs gewoonlyken Stoet ontmoetende, hem toeduuwde dat hy gelyk den Schout met zyne Rakkers ging, en Rafaël de ant- woordde dat hy gelyk den Beul alleen wandelde : een Vertel- lingje 't geen echter weinig ter Eere van Rafaé'l kan gedei- jen, met geen méér Ingetoogendheid en Eerbied voor een' Man van zo veel hooger Jaaren te bezitten : dogh, 't welk van geen' van beide zulke aanzienlyke Mannen te vooronder- ftellen is. Richardfon zelfs iaat zig echter daardoor vervoeren , die zynen geweldigen Geest uit zynen Smaak van Tékeninge, en zyne Verkiezinge van Onderwerpen in de Kunst, veelvuldig- lyk tragt optemaaken. Is 't wel te denken, dat een Man van zulken ongezelligen en barsfen Aart, hoe groot zyne Kunst ook mogt geweest zyn, zo algcmeenlyk by zo veele Vors- ten, voornaame Perfoonafiën, Geleerden, enz., in zodanige hooge Achtinge en Eerbied zoude zyn gehouden geworden ? In een Woord, zyn Uitterfïe-Wü is zo fraai als billyk, van zulk groot Bf-wys voor hem als zonderling in Soort, zynde in deezer voegen : Ik beveele myne Ziele aan Godt, myn Lichaam aan de Aarde, en myn Goedt aan myne naaste Vrienden! (i ) 't Was, om hem te kennen te geeven dat hy de Ga-
lathea te klyn had genomen. Rafaël begreep die Taal ook zo wel, zegt Richardfon, dat hy geen hand meer aan dit Ver- |
||||
ï8s Florentynse Schilders.
dat nimant anders dan M. Angelo dat konftig
Hoofd getekend kon hebben. Hy had tot Leerlingen, Sebastiaan van Venetië,
genoemd Fra Sebastiaan del Piafnhó, Anurnio Mïnia, Pietro JJrbav.o Pistolefe , Ascanio della ripa Tranfone , Condivi, en anderen. D e Pen der Tekeningen van M. Angelo is grof,
maar ver Handig, 't Zyn ftoute Trekken, van alle Zyden gekruiste Artfeeringen gelyk een Vyl, dun gevvaschen met Roet, fterke PJooijen , fiere en ftraiïe Hoofden van een' grootsfen Aart, ongemee- ne Standen, zeer gemuskclde Omtrekken ( i ). Bac- cio
( i ) De Piles, die door Overvloed van Redeneering' (ge-
lyk elders,.vooral by zyne Landsgenooten gemeen is) zyn goed Üirdeel onzes .Gevoelens 't minst in zyne Aanmerkingen over M. Angelo laat blyken, wyl hy hier zegt dat deez wyz en zuiver was in zyne Teken ing e en verbaazend van Smaak, daar hy vervolgens voorgeeft, dat dezelfde by zynen verheven Smaak nimmer de Zuiverheid nog de Vloeijendheid desOmtreks heeft konnen voegen, 't welk wy meenen dat onder anderen zeer tégenfirydig is; gelyk hy ook voorgeeft, dat dezelfde wel niet het Antiek veronachtfaamde maar de Natuure als zyn eenigfte Voorwerp aanmerkte , 't welk dan geenzintS over- e'enilemd met zig zelfs nog met het geene daarvan bekend- is en hier volgd. De Piles, herbaaien wy, zegt nog, dat Ivl. Angelo de Lédemaaten zyner Figuuren al te geweldig gemaakt, 'en daardoor zyne Tékeninge als overlaaden heeft : dat hy, volkoomenlyk de Verbindinge der Gebeentens, Lé- demaaten, Oirfpj'ong en Werking der Muskeien verftaande, en vreezende dat men zyne Kunde daarin niet zoude begry- pen, Je Deelen van 't Lichaam zo fterk uitdrukte, als of hy pnkundig was geweest dat diezelfde Muskels van 't Vel be- zyn 't geen hen verzagt; dat zyne Standen voor't Meè- :el onaangenaam, zyne Aaogezigten trots, zyne Klee- dyen te zeer aankleevend, en zyne Gemoeds-uittingen weinig t Natuurlyke hebben : hoewei men, onder al dat Wilde ■yne Voortbrengzelen, dikwyls veel verhévendheid in de pidacnTeri, en Edelheid in de Figuuren vind; efridefyk, dat de Grootsheid "Jan Zyn' Smaak een bequaam Hulpmiddel is tegens |
||||
F L O R E N T Y N S E S C II I L D E R 5. I 83
cio BandimlU, zyn Nabootsfer , heeft in zynen
Smaak getekend op een' vaste Wyze, maar aitooz gelykvormig, en met minder Stomheid en Scherp- zinnigheid dan hy. Men geeft voor, dat M. Ange- lo, voor zynen Dood, alle zyne Tekeningen ver- brandde , op dat men de Moeite niet zoude ken- nen dien hy zig ia den Arbeid gegeeven had (4). Be-
de klyne Maniere der Nederlanderen. Wy willen dit wel aan-
neemen, voor zo verre 't Wézenlyk Voordeel uit dien groe- ten Kunstenaar te haaien is, gegrond op de Antieken : maar, zoude die Grootsheid ook geen bequaam Hulpmiddel konnen zyn, tegens de Gemaaktheid en den Oppronk, de verander» lyke en buitenfpoorige Maniere der Frar.sfen ? (4) Evenwel meld Vafari, dat hy zeer mild was met
zyne Tekeningen wegh te febenken, die veel waard waren. By zyn Leeven, warenze al rn de hoogde Achtinge. Om dit te doen zien , brengt Richardfon een Stuk van eenen Brief by, gefchreeven van den befaamden Jretyn, in April 1544-, uit Venetië: te aanmerklyker, zo wegens de Uitdrukkingen van den Schryver, als over de Loftuitingen van 't Laatfie OirdeeL „ Maar, indien de Toejuichingen welken 't Publiq u geeft „ (zegt hy) zelve de Achtinge tot u trekt, van dien welke ,, alle de Wonderen van uwen hémelsfen Geest niet kennen, „ waarom doet gy geen Recht aan de Gevoelens van Eer- „ bied welken ik voor u hebbe : aan my, die de Uitgefirekt- „ heid van uw uitmuntend Vernuft genoegfaam ken ? Indien ,, ik, met die Geliel ten is fe, zo aangedaan ben geweest, in ,, 't zien fderKopye) van uwen ontzachelyken en fchrikly- „ ken Dagh des Laatsttn- Oirdeels, dat ik een' Vloed van „ Traanen Hortte : denk dan, ik bidde u, in welken Toe- n itand ikmy bevonden zoude hebben, indien ik't Werk zelfs „ had konnen befchouwen, 't welk van uwe onvcrgelykely- „ ke Hand is voortgebragt? Indien ik dit Geluk had gehad ,, ( behalven 't Vermaak 't welk ik genieten zoude, van de „ Geesten des Natuurelyken Leevens te ontdekken in de „ oirdeelkundige en bezielde Kleuren der Kunst) zo zoude ,, ik Gode danken, dat hy my ia uwen Tyd heeft doen ge- , ,, boe-ren worden : een Geluk waarop ik my zo zeer gloriee- „ re , dan te leeven onder de Regeeringe van Keizer K a- „ rel. Waarom vergeld gy dan niet, ïnyn Heer, de eerbie- M 4 » diS=
|
||||
jS+ Florentynse Schilders.
|
||||||
Behalven zyne gemelde groote Schilderwer-
ken te Rome, ziet men nog van zvne Schilderyen, te Napels in 't Konvent van St. Maarten der "Kar- thuiferen, eenen gegeesfelden /tmtaj, een klyn dogh kostelyk Schildery. In de Stad Mahha, te &. ^«h in de Kdpelle der
Communie, de Onthoofding des Heiligs, D e Gallery des Hertogs van Parma, bezit het be-
faamd Tafereel van 't Laatste-Oirdeel ; zynde de Schets van 't groot Onderwerp, in de Kapelle des Paus gefchilderd. In 't groote Rond der Gallerye van Florence is
een H. Maagd , v/aarvan 't Koloriet fnydend is volgens zyne Gewoonte (i). Daar word ook ge- zien, S) dige Hulde die ik aan uwe hémelsfe Hoedanigheeden af-
,, legge, met eenig Uitfchot van die Tekeningen waarvan „ gy 't minste Werk maakt ? Een enkeid Blad Papier, met „ eenige Trekken van Tékenkryt, zoude voor my een Ge- „ fchenk zyn, 't welk van my oneindiglyk hooger gewaar- „ deerd zoude worden, dan alle de Gaven en Goude-Kétenen ,, die my , door welken Vorst het ook mag weezen , gefchon- v ken zyn ". (i) Richardson zegt „ dat derzelver Koloriet onge-
„ meen luisterryk is, de Weerfchynen kragtig , en van eene „ Maniere zyn gants ltrydende met die zyner andere Taferee- ,, len; dat de Partyen der Kleuren zonder Vereeniginge, en ,, als by 't Geval gelegt zyn, gelyk het Meestedeel' van'die ,, van Andries del Sarto, maar met minder Eendragt ; dat de ,, Vleezkleur vry helder, maar niet doorfchynend no" malsch ,, genoeg is, gelyk die van del Sarto : welken hy (zyn's Ge- v voelens) in dit Stuk heeft tragten natebootsfen ". Dit zou waar konnen zyn : \yyl 't het Tafereel, is gelyk Rhhardfon er- kend, waarvoor M. Angel o 70 Dukaaten deed vraagen pn riem maar 40 gezonden wierden , waarop hy 100 Du- kaaten of 't Schildery weerom deed elschen en hem de 70 wierden toegedaan , en waarvoor hy toen 140 Dukaaten deed vorderen, welke hem zonder vordere Knibbelaarye ge- geeyen wierden, Volgens Vajari , is dit Tafereel omtrent den,
|
||||||
A
|
||||||
FtORENTTNH SCHILDERS. 185
|
||||||
zien, zo als men voorgeeft,, het Origineel' van zyn
befaamd Kruisfifix. Lemdergelyk word ook gevon- den te Rom.fi, by cien Prins Borghéfe; en nog een te Napels, by islén Karthuiferen : welke beiden , voor OrigineelenFworden voorgedaan. De I<[evJrvorst derPaltz bezit, te Dusfeldorp, eene
H. Maagd; met het Kind Jezus en St. Jozef ach- ter haar. De Koiring van Yranhyk heeft maar een enkeld
Tafereel van M.Angelo, verbeeldende David die Goliat neêMingerd ,;• van beide Zyden op Lei ge- fchilderd. I n 't Paleiz "Royaal'is een Afneeming van 'tKruiz,
gefchilderd op Hout; he-t Bidden van Jezus Kristus in den Hof des Olyfbergs; Ganimedes in de Lucht, door eenen Arend weghgevoerd ; eene H. Fami- lie , daar de H.; Maagdot Kind Jezus flaapende heeft. Alle deeze Stukken zyn klyn. A u g u s;t y n de Venetiaan, J. Buomjone, de Man-
tuaanen, Greuter, C. Albert, C. Cort ,Bea'tricius, Ma- tham, Mneas Vicus, M. Rota, Jan-Baptist Cavalle- riis, Leo'n S Men , L- Bertelli, Boel, van Steen, en andere Graveerders, hebben na deezen Meester ge- fneeden. Zyn Werk is van 320 Stukken. den Jaare 1504 gefchilderd , bygevolg van zynen vroegen
Ty4■> toen hy omtrent 30 en Andries 26 Jaar oud was : zulks hy, 't geen hem ter Eere ftrekt en 't Bewys van zyn' Vlyt geeft, zo wel Voordeel met deezes Koloriet heeft konnen willen doen, als dee? met de Kartons van M. Angelo en £. da Vinci. |
||||||
M 5 FRA
|
||||||
FRA BARTHOLOMEO di SAN-MARCO.
BRoêr Bartholomeus di San-Marco, ontfingA0.
1469 het Daghlicht, in de Landftreek van Savignano, 10 Mylen van Florence. Wyl hy in zy- ne Jeugd veel Neiginge voor de Schilderkunst toon- de, deed men hem te Florence, by Corfmo Rofelli, alwaar hy zig gednurende verfcheide Jaaren oeffen- de. De Nabuurfchap der Poort van St. Pieter Gato- Kni, deed hem noemen Baccio della Porta. Voorts volmaakte hy zig, door de Werken van Leonard da fancii en verwierf zodanigen Roem, dat men hem ver-
|
||||
Florentynse Schilders. 187
verfcheide Lieve-Vrouwen, en een Kapelie in de
Begraafplaatsfe van 't Hospitaal van Santé Maria nuo'ca, te fchilderen gaf. Hy verbeelde daar, in Ffesko, het Laatfte-Öirdeel: met eene Hémelfche Glorie, en veele van de allerkragtigfle Figuuren. Hy wierd gehouden, voor een zeer welgefchikt
Man en van Goede-Zéden, Zyn grootfte Vermaak was, een'fraaije Preek'te hooren., Dikwyls quam hy onder 't Gehoor van Savonaroia, befaamd Do- minikaaner-Monnik. Hy lchüderde hem, en maakte een' naauwe Vriendfchap, met hem en de andere Monniken van Su Markus. Geraakt door de Ser- moenen deezes Predikers, tegens ligtvaardige Schil- deryen en Boeken die van Minneryen handelen , bragt hy, in den volgenden Karnaval, de Schilde-: ryen en de Naakten der groote Meesteren, welken hy bezat, met zyne Boeken en alle zyne Tekenin- gen by-een, en wierpze in deVuuren welke men ge- woon is ter die'r Tyd in 't openbaar te ftooken (1). Bar-
( 1 ) Welke Grondbeginzelen de rampzalige Broer Savo-
naroia ook mach gehad hebben, die van fommigen mede on- der de_Reformateurs word geteld, zo achten veeie niet on- v/aarfchynlyk, dat daaronder (gelyk gemeenlyk in alle Be- weegingen der Geestelyken, wanneer imant by Uitftek zyne, Medemensfen heiliger wil maaken dan hy zelfs toond te zyn) een Staatkundigdoel fehuilde : dat net zelve Betrekkinge had tot de Partyfchap in den Staat, aldaar in volle Beweeginge tusfen de Aanhangeren en de Vyanden van 't Huiz de Medi- cis. Die zotte Daad van Bartholomeo, indien hy zelve al vry te fpreeken is van Gemaaktheid en Schynheiligheid, bewyzd ook ten minst', en na maate hy groot in dê Schik derkunst was, dat hy 't in zyn Oirdeel voor 't wézenlyke niet vast had, zo min als zyn Prediker Savonaroia. Als zodanige Barbaaren overal de Overhand bequamen, zouden de Kuns- ten en de Weetenfchappen ook niet erger lyden, dan zy on- der de Gotten, Wandaalen, en Noormannen - dèeden : zonder dat de Wereld in wézenlyke Zeden, in fliptelyk aan andererj toe-
|
||||
igg Florentynse ScniiDEu.
Bartholomeo bevond zig in 'tKonvent, toen
men Savonarola, befchuldigd van Ketterye,, gevan- gen quam neemen: 't welk een Gevegt veroirzaak- te tusfen de Gerechtsdienaaren en de Monniken, die Savonarola zo vuuriglyk befchermden, dat ver- fcheide over-en weder dood bleeven. De Schrik, welke Bartholomeo in die gevaarly-
ke Omftandigheid beving, deed hem eene Gelofte doen dat hy Dominikaaner zoude worden, ingeval- Ie hy dit Gevaar ontfnappen mogt. Hy nam 00^ metter Daad, A°. 1500, het Geestelykgewaad aan. De Geestelyke-oeffeningen van 't Klooster, hielden hem toen gantsfelyk bezig: geduurende vier Jaa- ren, maakte hy niet anders dan eenige Af beeldze- len van Geestelyken. Rafaël, te Florence koomende ffcudeeren,maak-
te kennisfe met Bartholomeo, en onderrigtte hem in de Regelen der Doorzigtkunde: daarentegens leer- de de Schildermonnik aan Rafaël, de Gronden van een goed Koloriet. Bartholomeo, eenige Jaaren na- derhand te Rome koomende, Hond verbaazd over de Werken van M. Angelo en van Rafaël, zulks hy aldaar niet meer dan twé Tafereelen wilde fchilde- ren (1): 't een verbeeldende St. Pauhts, en 't an- der toeteftaan wat men voor zig zelfs verlangt, zig een Hair ver-
béterd zoude vinden ? Is 't eigenlyk wel in 't Gebruik, dan in 't Misbruik der Dingen gelegen V (1) Dit fchynt van te hoogen ophef voor Rafaël, ten
Nadeele van Broer Bartholomeo, die immers zyn Mees- ter zo in Jaaren als in Koloriet was. Richardfon fpreekt er- gens van de Profeeten en Sibyllsn van Timotheus van Urbino, of delle Vite, di'e mede voor Leerling van Rafaël te Boek ge- field word, welke zig vlak over die van Rafaël inde Madon- na della Pace bevinden, en uitmuntend zyn , voor zo verre daarvan nog overgebleeven is. Ter deezer Gelegenheid zegt iy „ Heeft Rafaël zo vcele Verdiensten bezecten dan ooit » eenig
|
||||
Florentynse Schilders. 189
der St. Pieter, 't welk hy nog onvolmaakt liet, en
van Rafaël in 't Vervolg voltooid wierd. Te Flo- rence wederom te rug gekoomen zynde , deed hy den Voortgang zien dien hy te Rome gemaakt had , mee eenen St. Sebastiaan te fchilderen: waarvan 't Lyf zo fchoon was, dat de Monniken het uit hunne Kerke namen, ter Oirzaake van den Indruk dien het op den Geest van veele Vrouwen maakte (1). Bar-
,, eenig Man had, zo waren 'er ook, ten zynen Tyde, an-
„ dere Meesters die mede uitmuntend waren, fchoon hy al- „ leen al de Glorie bekoomen heeft: zodanige waren, Garo- ., f aio , Fja Bartholomeo, en vooral die Timotbeus, „ Waarvan men ter naauwernood heeft hooren fpreeken '*. ( ï ) Van dergelyke Historietjes, welker Geloofwaardig-
heid op zeer zwakke Gronden fteund, gewaagd ook d'Aloud- heid. Maar, zouden die vroome Monniken niet beter ge- daan hebben, als zy tog Beelden behielden, dien St. Sebastiaan ter Kerke te laaten, die zulke Wonderen verrigtte en de Vrouw- tjes aldaar lokken kon : hadden de Paters dus geen bequaa- mere Gelegenheid, om haarlieden ter Zedigheid,en Verdoovin- ge van geile Driften , aantezetten ? Volgens dergelyke Vernaa- ien , vind men ook Afbeeldzels van Lieve-Vrouwen of van eenige Heilige, fchoon met bedekten Boezem, die geen' min- dere Uitwerkinge op Mansperfoonen deeden, zonder dat zy daarom ter Kerke uitgedreeven zyn. Zo derzelver Schoonheid niet diend om den Aandacht en den Eerbied der Aanfchou- weren , om de Godtsdienftigheid optewekken, gelyk P. Vero- ?ieez volgens de Piles zeide (die geene andere Schilderyen in de Kerken wilde hebben dan van verwonderlyke Kunst), zo ilrekt zy ten minste om meer Inkoomen aan de Offerkist op- tebrengen. Vajari meld van het Tafereel des Kruizdraagen- öen-Kristus in St. Rochus , door Titiaan, dat hetzelfde de meeste Devotie van Venetië tot zig trok, en meer Goude Kroonen aan Almoesfen daar aan gegeeven zyn, dan Giorgio- ne en Titiaan in hun Leeven met Schilderen hebben gewon- nen. Hoe 't zy : Fèlibien tékend aan „ dat Karel, Hertog „ van Guife, nsit Italië vertrekkende, een Gebedeboek me- „ denam, waarin hy door den uitmuntenden Miniatuurfchil- „ der du Guernier alle de fchoonste Dames van 't Hof, on- ,, der de Vcrbeeldinge 'Van Heilige-Maagden, naar 't Lee- „ vea
|
||||
ipo Florentynse Schilders.
! Bartholomeo, iverig op zyn Werk, fehit»
derde niets dan na 't Leeven. Voor hy een Tafe- reel begon, maakte hy Tekeningen daarvan in 't Graauvv, op de Forme van Kartons. Hy had eenen beweegbaaren Leeman verzonnen, om zyne Figuu- ren gemaklyk te kleeden. Om zyne Kleuren zag- ter te maaken , wist hyze te berooken; en hy ver- dreef de Schaduwen, om meer Rondte te geeven, Men kan hem niet betwisten, van 't Naakt wel ge- tekend , Bevalligheid aan zyne Figuuren gegeeven, en alles verzeld te hebben met eenen Toon van verwonderlyk Koloriet. D e Gewoonte, welke hy zig aangewend had,
om onder een open Venster te ichilderen, baarde hem eene Lammigheid door alle de Leden. Men voerde hem naar de Wateren van St. Filippo, daar hy eenigen Tyd bleef zonder Baat te genieten . Hebbende veel Vygen gegeeten , welke hy zeer geerne at, overviel hem de Koorts, en nam hem tinnen vier Dagen wegh, A'°. 1517, in de Stad Florence, ten Ouderdom van 48 Jaaren. Men be- groef hem, in de Kerke van St. Markus. Z"ïne Leerlingen zyn Cecchino del Frate, Bcncdet-
ïo Ciamfanini,Gdbriel Rustici, en Fra Paolo Pistolefe. Zyne Tekeningen zyn gemeenlyk gedaan met >
Zwart-kryt, gehoogd met Krytwit. Daar zyn 'er van Roodkryt, die uitvoeriger zyn dan de anderen : de Artfeeringen zyn altoozgekruist. 't Scliynt dat hy moeijelyk van Uitvindinge, en niet altooz op- lettend is geweest. Zyne Verkiezing van Kleedye is ongefchikt, en niet fraai verkooren. Zyne Beel- den :„ ven had doen fchilderen ". Welk Oogwit en Uitwerkinge
dit kon en moest hebben , laaten wy aan 't Gevoelen van den Leezer. |
|||||
■
|
|||||
Florentynse Schilders, ipi
den zyn kort. Dit's genoeg, om de Voortbrengze-
len zyner Hand te doen kennen. Men ziet te Rome, onder de Werken door Bar-
tholomeo di San-Mar co gefchilderd, een Tafereel van St. Paulus en een ander van St. Piet er. Te Florence heek hy in Fresko gefchilderd, in een'
Kapelle van 't Hospitaal van Santa Maria nuova, een groot Laatfte-Oirdeel. Aldaar ziet men,in St. Mar- kus , eene H. Maagd, omringd door veele Engelen , van een volmaakt Koloriet, die een groot Paviljoen draagen; men ziet 'er Jezus, die S<- Katharina trouwd, en verfcheide Heiligen in 't Verfchiet, onder ande- ren eenen gewapenden St. Joris, en eenen St. Bartholomeus te Voet met twé Kindertjes, waarvan 't een op de Luit en 't ander op de Lier fpeeld. In de Kerke de TAnnuncihta is een Heiland, met de vier Evangelisten die hem omringen, en twé Kin- deren die den Aardkloot draagen. Men ziet 'er nog twé Profeeten. Te St. Martyn in Lucca, is eene H. Maagd, aan welker Voeten een Engeltje zit 't geen op de Luit fpeeld , met St. Stefanus en St. Jan. Te St. Romyn, is eene H. Maagd der Barm- hartigheid , op een Pedeital: met verfcheide Per- foonen, ftaande , zittende, en op de Knien , die eenen Kristus in de Lucht befchouwen. In de eige Kerke ziet men eenen Kristus, eene Se. Katharina. Martelaares, en S«. Katharina van Sienna, ten He- mel opgenomen. In 't Noviciaat van St. Markus heeft hy gefchilderd, eene Zuiveringe. Men vind, in 't Konvent van Si. Markus, eenen St. Gregorius en andere Heiligen met Engelen; eene H. Maagd, 't Kind Jezus, en twé Heiligen. St. Markus Evan- gelist , en St. Sebastiaan, zyn in 't Kapittel van St. Markus. In de Abdye van Florence is een ander zeer fchoori
|
||||
ïtji Florentynsè Schilders.
fchoon Tafereel, van St. Bernard: die fchryvende
de H. Maagd en 't Kind Jezus befchouwd, 't geen van verfc heide Engelen gedraagen word. Een St. Vincent predikende, boven de Sakristye van 't Kon- vent van St. Markus , is een zeer fchoon Beeld. I n ' de Kerke van St. Romyn der BenediStyneren
te Lucca, is een e S« Katharina van Sienna, en eene Moeder der Barmhartigheid ( i )• ■ In de Gallerye des Groothertogs (te Florence) is een Hémelvaard ( 2 ). De
(1) Volgens Richardfon is dit een zeer Uitmuntend
Stuk Hy merkt aan, dat weinige goede Schilderyen in deeze Stad gevonden worden : dat het Meestedeel, van dien die 'er zig bevinden, vergaan is, door de Verwaarloozinge en de Grove Onkunde der Geestelyken waaraan zy behooren. " (2) Richardson zegt, dat het van grootsfen Styl en wel gekoloreerd is: dog zoniet als den St. Markus, die aanftonds zal volgen; dat deezïJémelvaard den eigen Graad van Beval- ligheid en van Grootsheid ten Aanzien van Tékeninge, de eige Zoetheid, en den zelfden Toon van Koloriet heeft, als de Madonna della Pescia van Rafaëi, die 'er regc regens over hangd : zulks deeze twê Stukken malkaar zo fterk gelyken, zo wel in Maniere als van Leest, dat het fchynt als ofze ter Weêrgaê voor malkaar waren gemaakt. In het volgende Vertrek, bevind zig de St. Markus, varl
B a r t h o l o m e o di S a n - M a b c o. 't Is een enkeld Fi- guur , meer dan Leevensgroot : van zulken grootsfen Styl , ais dien van Kafaè'l. Zyn Koloriet is ook juist in den eigen Smaak als dat der Madonna della Pescia : maar veel kragti- ger, veel malsfer, en veel téderer. „ 't Schynt ook Czegt „ dieSchryvcr) dat Bartholomeo in dien Tyd Rafaëi „ te boven ging, gelyk hy ook zyn Meester was in 't Ko!o- „ riet: hy geleek hem volmaaktelyk in Smaak, gelyk meiï i, uit zyne Tafereelen en uit zyne Tekeningen kan zien . „ Men weet niet, hoe hoog die groote Geest gefteegen zou- „ de hebben, indien de Fortuin zig niet uitgelaaten had voor „ den laatstgenoemden, met denzelfden te gebruiken tot vef- „ hévener en luisterryker Werken. Hoe 't zy, zyne Werken » zyn
|
||||
FroRENTYNsE Schilders; i93
var?die^°Aing V3n Fmnkryk heeft twé Tafereelea
\an cuen Meester : eem Hemelvaard r en & %. Serd?* St'Jm ^ ^fc' °P >^ §-
oSet^nX vcrfbhei# Pa«en gegradeerd ,' na
onzen Barthohmeo, m |e %Zafnelinge |er Schil, h!5? df'^oothertog5; en énkeld een Stuk, in net Twede; Deel der Verzamelinge van Crozat. " ^aiZvan0S1gea^tIa^aai' ^ Schoon dit Tafereel
GroÓtSfnlt^n1 Ife *,V heefc het aa^ylen den |
|||||||||||||
Eer/Ie Deel
|
|||||||||||||
N
|
|||||||||||||
AN«
|
|||||||||||||
194 F L O R E N T Y N S E S C H I L D E R S.
|
||||||
STC i TOpCÜ /""S"* ' «ï
|
||||||
ANDREA DEL SART O.
ANdries dfl S a r t o was Zoon een's Kleêr-
maakers, waarvan hy den Naam Sarto aan- nam , en is een der voornaamfte Schilders zynes Tyds geworden. Zyne geboorte word gefteld, A'\ 1488, in de Stad Florence. Jan Baril, Schilder die'r Stad , die hem by eenen Goudfmit zag arbei- den, nam hem in zyn Huiz, en leerde hem, ge- duurende drie Jaaren, de eerfte Beginzelen der Schilderkunft. De groote Verwachting welke hy van zig gaf, noopten Baril om hem te Hellen on- |
||||||
FlORENTYSSE SCHILDERS. I95
der 't Beftuur van Pietro di Cq/tmo, die toen de voor-
naamfle Schilder van Florence was. Andrks ging deezen nieuwen Meester wel dra te boven, en ver- wierf zodanigen Roem, dat het hem veel Werk verfchafte. D e onverdraaglyke Aart zynes Meesters , hem
lïoodzaakende denzelfden te verlaaten, voegde hy zig by Francia Bigio, zyn Vriend. By malkande- ren gehuizvest, arbeidden zy in Gemeenfchap aaa verfcheide groote Werken. Andrks, die uitter Aarc nederig en befchroomd was, deed zyne Schilderyen zodanig niet betaalen als zy 't verdienden. De Ar- moedige-ftaat, waarin hy altooz geleefd heeft, was daarvan het gevolg. In Frankryk kend men de Verdiensten van An-
dries del Sarto niet genoeg: men ziet 'er niets an- ders, van zyne Hand, dan Lieve-Vrouwen en H. Familiën, Halverlyf. Te Florence is 't: daar men zig zal moeten verwonderen, over de groote On- derwerpen van 't Leeven van Johannes den Dooper , door hem gefchilderd op de Muuren van 't Voor- portaal der Konfreerye del Scalfo; en 't Leeven van St. Filippo Benizzi, in den eersten Hof van 't Kon- vent der Annunciata. Ziende deeze Schilderyen , zal men al 't Recht doen, verfchuld aan Andries del S-irto ; en zig niet konnen ontflaan , hem in den Reije der grootffe Schilders te ftellen Zyne Denk- beelden waren min verhevener dan dien van Ra- faè'l, en van M. Angelo, waarvan hy de Maniere beftudeerd had, alsmede die van Leonard da Vinci. Groot lékenaar,groot Koloreerder,heeft hy Vlees- kleuren , Handen, en Kinderen gemaald, zo fchoon als die van Rafaël. Zyne Hoofden konden verfchei- denlyker, en bevalliger zyn. Dikwyls hebben zel- ve zyne Maagden, de "Eêlheid niet welke haar N a Merk-
|
||||
196 F L O R E N T Y N S E S C H I L D E R S.'
Merkteken eischt. Hy beminde de Maniere van
Albert Durer, en ontleende veele Dingen uit hem, dien hy vervolgens na zynen Smaak fchikte. O p 't groot Gerucht, 't welk de Werken van
M. Angelo, en van Rafaël, te Rome maakten, wilde Andries daarvan door zig zelfs oirdeelen. Hy on- cierzogtze met Vlyt, en trok daaruit een aanmerke- lyk Voordeel, zonder de Antieken te verwaareloo- zen. Indien hy langer Verblyf in die Stad gehou- den had, dan zoude hy de grootfle Schilder des Aardbodems zyn geworden (1). Zyne laatfte Werken, volgens deeze Aanmerkinge, zyn de bes- ten ; en men befpeurde die Veranderinge, op zy- ne te Rugkoomst te Florence. Eenigen Tyd naderhand, trouwde hy met eene
jonge Wcduuwe, welke hy zedert lange beminde. Andries, die eenen geringen Pryz voor zyne Schilderyen nam, kon taamelyk leeven geduurende •ynen Öngehuuwden-ilaat : maar, gehuuwd zyn- !e, vond hy naauwlyks waaruit toetebrengen tot de Kosten der Huizhoudinge. De Min-iver quamdaar- bv : hy was zo verzot op zyne Vrouw', dat hy haar, aitooz in zyne Gedachten hebbende, geduu- riglyk in zyne Taïereelen fchilderde. Dit's de Oir- zaak van zékere Gelykvormigheid, welke men in de Hoofden zyner Maagden befpeurd. An-
(1) Richardson haald Bochi aan , Bellezze di Fiqrenze.
Deez zegt, dat del Sarto aitooz zeer geacht wierd van M. Angelo, die niec_ ophield hem te pryzen. Redeneerende eens mee Rafyël, aangaande de Verdiensten van eenige groo- te Mannen in de Kunst, durfde hy hem wel te gemoet voe- ren, „ Daar is te Florence een Knaap (betekenende An- „ dries del Sarto) die 'e u vry bang zoude hebben „ gemaakt, indien hy zulke groote Werken had gehad als „ men aan u heeft gegeeven ". |
||||
ftORENTYNSE SCHILDERS. I97
•Andries arbeidde op eene gemaklyke, en zeer
vaardige Wyze. Zyn Smaak van Tékeninge en zyn. kragtig Koloriet, zo wel in Fresko als in OJie- "verw', zyn van de gantfe Wereld geacht. Men vind'er eene fchoone Verzwakkinge van Kleuren, eene verwonderlyke Smelting', en Kleedyen ge- schilderd met eené toverachtige Gemaklykheid van Penfeel. Zyn koele Aart, en zyne niet zeer leeven- tüge Verbeelding, hebben in zyne Schilderyen dat Vuur niet doen verfpreiden, 't welk zo noodig is om daarvan de Figuuren te bezielen: zelve heefc hy, dikwyls, eene zelfde Zaak herhaald. Del Sarto wierd naarVrankryk geroepen,door
Koning Franfoh I., en maakte 'er verfcheide Wer- Jken. De Koning, met zyn gantfe Hof, fchiep Vermaak, hem te zien arbeiden en hem met g'e- fchenken te overlaaden. Hy fchilderde den Dau- fyn (1), eene Liefdaadigheid , en eenen $t. je- ronhnus. Eenige Brieven zyner Huizvrouwe, gevoegd
by wat Min-iver , noopten hem Verlof aan den Koning te verzoeken, om naar Florence te keeren ; en hy bood zynen Dienst aan, om Schilderyen en Antieke - Beelden in Italië optekoopen. Ten dien Einde, deed1 de Koning hem eene aanmerkelyke Somme Geld.s tellen , en belooven in weinig Tyds wederom te zullen koomen. Zo dra hy te Florence quam, dacht hy op niets anders, dan om zig met zyne Huizvrouwe en zyne goede Vrienden te ver- maaken. Hy verfpilde niet alleen al 't Geld 't welk hy in Vrankryk gewonnen had, maar daarenboven het
( 1) N o g in de Luuren zynde, zegt Vafari, en dus was 't
A. 1517. Dit Portret voltooid zynde, fchank hem de milde Koning, zo dra hy 't zag, 300 Goude-liroonen. N3
|
||||
\
|
|||||
198 Florenïynse Schilders.
het Geld 't welk de Koning hem medegaf om Kunst
te koopen. Deeze Reden, en de Tyd welken hy tot zynen te Rugkoomst beftemde verftreeken zyn- de, verhinderden hem naar Frankryk te keeren. Dit vertoornde den Koning, die hem op zyn Woord be- trouwd had. Echter verwierven eenige Schilderyen, onder anderen een Johannes de Dooper en de Offer- hande van Abraham, dien hy aan den Grootmeester van 's Konings Huiz zond , zyne Vergiffenisfe : maar, de Monarch wilde hem niet meer zien. Dus viel And kies, die een groot Fortuin had konnen maaken, wederom in zyne voorige Armoede, waar- uit hy nooit weder opfbnd. In deezen Tyd, voltooide hy de Schilderyen van
't Portaal der Konfreerye del Scalfo, dien hy zedert tóngen Tyd begonnen had. Hy maakte nog veele andere Werken. Einde-
]yk, hebbende geduurende de Belegeringe van Flo- rence veel geleeden, viel hy gevaarlyk ziek. De Pest, welke daar op volgde, rukte hem A°. 1530 wegh, in het 42 Jaar zynes Ouderdoms: verlaaten van zyne Vrouwe, en byna zonder eenig Onderftand. Men begroef hem in de Kerke der Annunciata, en vereerde hem met een Graffehrift, 't geen nog be- zien word in den Ingang van 't Portaal, met zyn Afbeeldzel in Marmer, geplaatst in 't Midde zyner Werken. Jahb Puntormo, Francesco Sahiati, GÏorgio fafari, Andrea Squazzella, Domenico Conti, zyn zyne Leerlingen geweest. De Tekeningen van Andries del Sarto
zyn fier, en van grootsfen Smaak: de eene van Roodkryt fterk aangedouwd; de andere, uitvoeriger, zyn met Roet gewaschen, hebben eenen Omtrek der Penne, en zyn met Wit door 't Penfeel ge- hoogd, met zeer onrégelmaatige Artfeeringen die v&»
|
|||||
Florentïnse Schilders. 199
van de Rechte naar de Linke-Zyde gaan. Hy te-
kende niet dan om zig te binnen te brengen wat hy gezien had , zonder iets vastteftellen : vervolgens voltooide hy zyne Tekeningen, na zyn Denkbeeld. Zyne Figutiren, fchoon régelmaatig, zyn dikwyls wat kort. Het Merkteken zyner Hoofden, zyne Manier van hen te hullen, zyn Smaak van Kleedye, Zyn de wézenlyke Kentekenen der waare Tekenin- gen van Andries del Sart o. Een zyner voornaamfte Werken te Florence, is
het Leeven van Filippo Benizzi (1),Stichter van den Orde der Servieten, gefchilderd in tien Stukken in Fresko , in den Voorhof der Annunciata ; alwaar ook een Aanbidding der Drie-Koningen, en de Ge- boorte der H. Maagd is (2). Het Portaal der Konfreerye del Scalfo, gefchilderd in Olieverwe , verbeeld de Historie van St. Jan den Dooper, zynde twaalf Stukken in 't Graauw ; en vier Figuuren te- gens de Deuren, als de Rechtvaardigheid, de Lief? daadigheid , en anderen (3). De Sieraaden zyn van
|
||||||
(1) O f Benozzo. Rkburdfon kan zig niet erinneren dee-
ze gezien te hebben , ten zy dezelfde gantfelyk moesten vergaan zyn , gelyk men in 't algemeen van zyne andere Stukken alhier in Fresko kan zeggen , uitgezonderd van de Madonna del Sacco , die zeer wel bewaard is. (2) Dit's, voor zo verre men uit het Oyerblyfzel kan
oirdeelcn, zegt Ricbardfon, vol Bevalligheid: daar de v.oor- ftaande Aanbidding het geringde is van alles wat van del Sar- to voorkoomt, wyl de Wéz'ens en de Schikking van 't Ge- heel met weinig Bevalligheid en Oirdeel gemaakt zyn. (3) Richjisdson zegt, dat weinige Vreemdelingen dit
Werk zien, onaangezien 't altoos hoog geacht en een van de voornaamften deezer Stad is : wyl 't zig in den Voorhof van een Konvent bevind, 't geen weinig bekend is, en zo min be- zogt word dathy Moeite had om het uittevinden, fchoon hy daarvan bevoorens onderrigt was; alsmede, dat dit Werk je- N 4. 6üïl-
|
||||||
soo Florentynse Schilders.
van Francia Bigio, gelyk ook twé Historiè'fe On-
derwerpen. St. Sebastiaan, Halverlyf, diend voor de Konfreerye deezes Heiligs; en St. Jakob, voor eene andere Konfreerye. In de Eetzaale van 't Klooster San Salvi; buiten de Poort van 't H. Kruiz, heeft hy een Nachtmaal gefchilderd in Fresko; en eene H. Maagd, op de Deure van 't groot Kloos- ter , die in de Kerke der Anmmciata koomt. Dee- ze L. Vrouw word genoemd, de Madonna del Sac» tb ('t): wy 1 Andries haar gefchilderd heeft, voor imant die hem een' Zak met Meel, in eenen Tyd van Gebrek had gegeeyen. Nog vind men aldaar van hem, op het Sakramentshuizje, het Af beeld- ze! des Zaligmaakers ; en, by de Karmelieten van Florence, eene H. Maagd, Voor de Kerke van «S^m Gallo, in de eige Stad, fchilderde hy vier Heiligen, rwistende over de Drie-eenheid : naamelyk, St. Au- güstyn, St. Franfiskus, St. Fieter Marielaar, en St. JLaurens. De Magdalecna, waarvan 't Hoofd dat zyner Vrouwe is,heeft hy beneeden in 't Schildery, pp de Kniè'n met St. Sebastiaan,verbeeld. Dat Ta- fereel is een der fchoonften dien hy gemaakt heeft. Tegenwoordig is 't'in het Paleiz Pitti. Men ziet 'er óok eene 'fchpone Boodfchap, waar in een Zwier vgn Hoofden van Engelen zyn, die niet hoog ge- noeg gefchat konnen worden. Puntorma, zyn Leer- ling, heeft daarvan het Voetfr.uk gefchilderd. De Za-
gènwoordig zeer befbhaadigd is, fchoon 'er nog genoeg over-
bluft, om den fynen Smaak en de gelukkige Uitdrukkinge vin deezen grooten Meester te kennen; hoewel alle de Ge- deeltens van dit Werk niet evengelyk , en fommige vry fTegf zyn. { i ) Volgens Ricbardfon, is 't het beste Stuk van alle zyne
Werken. Men kal) zig niets verrukkender verbeelden : niets, leevendiger, bevalliger, en fchoon der is. |
||||
V
|
|||||
Flor enty ns e Schilders. t0x
Zaligmaaker, onder de Gedaante een's Hoveniers
zm Magdakena voorkoomende is mede van hem-
t Hootd eenes Kristus voor.de Servieten gefchilderd *
is jegenwoordig in de Annunciatek
B y den Groothertog is de Offerhande van Abra-
fm eene H. Maagd, een Tobias, de Twist over ae Drie-eenheid (i) waarin zes fchoone Figuuren zyn, en M«m-Hémelvaard in 't groot. In 't Paleiz Poggio, te Cajano, zyn drie Stukken
van de Historie van Julius Cezar: daaronder, alwaar hy deSchattmge van alle de Landfchappen ontfanet ónderfcheiden door hunne Kleedye en de Dieren dien zy aanbieden. Me n vind van And rie s, in den Dom van Pil
la vier Heiligen en 't Outaar van Se Aenes In deGalleryedesHertogs van Modem, zyn twé
fchoone Koppen en de Offerhande van Abraham mtmli (t)deS HerC°gS Vaü Parm> is een Salmtor
In
• {?l PITnfchynt h« eige Stuk te wezen daareven eemeïd
m t Paleiz.Pmi, 't welk eigenlyk dat des Groothertog is ' Richarafon fpreekt van eenen St. Laurens met «f. Do-.nhiusen Vier andere Heiligen, alsmede een' Fenw.Vrn xri ■ j IKmei,, van he/gefcfei«erd voo I 3?v£ £ * den" ft» Ajï en in 't eige Paleiz berustende waarva ?Kfe zeer helder, en de Teken mg zeer roed k dP wU, C bevallig en de Kleuren der Kleedye,f zlr wef ve kon "S 2eer
zulks de eene diend om de andeL opte uilttn "do h" XV gens de gewoone Maniere van dei . S a r to h,.ft," 'j ■ 7'1 f -fSST r^de e» ^is^ Sffi&F
geiyk t Rood, het Geel, het Blaauw, en 't Groen en haar' «evens ma kanderen te leggen zonder eenige Middetint waarvan ook de Plooijen zeer hard ftaan. ^^tdetint , (ï) Richardson meid daar alleen, van zyne befaam-
deKopye van ..Portret van Leo X., na &ƒ«?; : waarvan ™n aldaar groot Werk maakt, en voorgeeft dit die het Origineel overtreft 't geen by den Groothertog is ; dogh waarfüS de Schryver een groot Qnderfcfaeid meende te befpeuren I N 5 voof
|
|||||
202 Florentynse Schilders.
In die van 't Aartsbisdom van Milaan,eene Mag-
ialeena, Halrlyf, op Hout gefchilderd. I n de Gallerye Ambrofiana, een St. Jeronimus mee
een Kruisfifix (i). Te
voor zo verre hy zig dat Origineel meende te erinneren in-
dien zyn Geest niet met Vooroirdeel ingenomen was, fchoon 't Koloriet zig veel frisfer in de Kopy' toond, die ook alge- meenlyk beter bewaard is. Volgens 't geene Vajari zelfs daar- van eetuigd, had de Hertog van Mantua het Origineel van Rafaël te Florence gezien, en voorts van Paus Klemens Vil verzogt die 't hem toeftond. De Florentyners, geen' Zin in deeze Toegeevendheid hebbende, deeden del Saeto daar- van een' Kopy' maaken ,• en zonden 't aan den Hertog, be- houdende het Origineel, 't Bedroog denzelfden en alle Ken- ners : tot Julio Romano toe , die in 't Origineel aan 't Ge- waad had gearbeid. 'Vajari, lang daarna te Mantua koomen- de, verklaarde het voor Kopy, en dat hy 't del Sart o bad zien maaken. Hoe! kenne ik Rafaël niet en wat ik hem bebbe zien fcbilderen, zyn dit myne eige Penfeelflagen niet? liep Julio Romano uit. * Maar , toen Vafari hem een Merk noemde 't geen 'er achter op gezet was en het toonde, toen Hond hy ten hoogfte verwonderd, dogh voegde'er verftan- dfgjyk by, dat hy 't daarom nu zo veels te meer en niet min- der als het Origineel achtte. Dit Geval fchynt wat van 't Gezach te verminderen, 't welk Kunstkenners van de Twéde Kiasfetrots voorwenden aanzig te behooren, dooronfeilbaare Uitfpraak over Schilderyen te willen doen zonder in ftaat te zyn B/den daarvan te geeven. Daarenboven fchynt het vermogens zyn om de Zékerheid der beste Stukken te konnen betwis- ten , en dus derzelver Wezen en Waardye in de Inbeeldinge te doen beftaan. Maar, als imant vermogens is om over de Maniere en de Vereifchtens der Schilderen te oirdeelen, en |
||||||||
d
|
||||||||
hy bevind in een' Twyffelaar, wanneer'er geene Gelegenheid
van Vergelyking is, alle de bekende en tastbaare Hoedanig- heden van 't Origineel : wat Zwaarigheid, of Nadeel, als by zig dan gelyk J. Romano gedraagt ? f 11 Ricbardson noemd aldaar eenen Kannonnik van Pifa,
zeer uitmuntend van del Sart o. Hy zegt, dat men de Schoonheid vind in 't Gantfe-gebeel der Historittukken deezes Meesters, en een Soort van bevalligheid in zyne Figuuren : maar dat het echter te wensfen zoude zyn, wyi hy daaraan u^muutende Uitdrukkinge gcefc en zy in eenen gants Moder- |
||||||||
nen-
|
||||||||
Florentynse Schilders. 203
T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Paltz, vind
men Se. Agnes, van zyne eerste Maniere ; eeneH. Maagd, met het Kind Jezvs; St. Jan, eenen En- gel , Se. Elizabet geleidende St. Jan den Booper, een Kind zynde ', eene H. Familie; deli. Maagd, lee- zende in een Boek met het Kind Jezus, en St. Jan ilaapende.i I n Frankryk heeft hy gefchilderd, eenen St. Je-
ronimus, eenen dooden Kristus omringd van veele Engelen, veele Lieve-Vrouwen, eene Eiefdaadig- heid , en eenen St. Jan Halverlyf. De Koning bezit eene H. Familie, in Ovaal;
den Engel- en Tobias ; en eene Lïefdaacügheid. In 't Palëiz Royaal ziet men eene Leday en eene
Lucretia, leevensgroot, op Hout gefchilderd : Ta- fereelen , I gekoomen van Kristina,.: Koningin van Zweede. Zyn Werk, van omtrent 50 Stukken, is gegra-
veerd van Cherubin Albert, Cruger, C. Bloemaart, C. Cort, Brebiette, Jan ~ Baptist Bonacina, Vosterman , Natalis, Philippe Thomasfin, Coelemans, en anderen. Men rékend verfcheide Stukken na del Sarto, in
de Verzamelinge der Tafereelen des Groothertogs. nen-Smaak zyn , byzonderlyk in de Kleedyen, dat hy 2ig
meer toegelegt had op 't Portretteeren, waartoe de Natuur, hem gefchikt fcheen te hebben. |
|||||||
GIO-
|
|||||||
204 Fi.orent.ynse-Schilders,
|
|||||
GIO-FRANCESCO PENNI.
JAn-Fransiskus Penni, gebynaamd il Fat-
tore, wyl hy de Zaaken der Huizhoudinge van Rafaël beftuurde, was een zyner beste Leerlingen. Hy wierd gebooren te Florence,A°. 1488. Zeer
jong quam hy te Rome by Rafaël woonen, die hem altooz als zyn Kind beminde ( 3 ), en hem tot eenen zyner Erfgenaamen benoemde. Pen-
(1) Dit's volgens de Taaie der Italiaanje Schiyveren :
|
|||||
Florentynse Schilders.
|
|||||||
205-
|
|||||||
P e n n 1 tekende zeer wel. Hy verftond evense-
iykelyk de Historie, 't Portretteeren , de Sieraaden zo wel als het Landfchap, 't welk hy met zeer wel- ftandige Gebouwen verrykte. Deez algemeene Smaak, vaor alle de Gedeeltens der Schilderkunst maakte hem zeer nuttig aan zynen Meester, die hem voornamelyk gebruikte tot Friezen , en toe Kartons voor Tapyten. Zyn voornaamfle Werk was de Loges van 't Fatikaan, en de Zolderflukken van 't Klyn-Farneeze, waarin hy zyne Bequaamheid deed zien. 't Schilderen in Olieverwe, in Fresko in Waterverwe , alles voegde hem : nimant heeft meer onderfcheide Gaven bezeeten. Men merkt aan, dat hy grooter Behaagen fchiep in het Teke- nen dan in het Schilderen. Hy begaf zig naar Florence, om het Tafereel
enes Autaars te maaken: waarin hy verbeeldde de L Maagd, houdende 't Kind^zw, omringd van . , vee-
maar wat ftaat is daarop te maaken, en hoe luid klinkt dit
hier, t geen zo aanflonds vervallen zal ! Rafaël was maar vyf Jaaren ouder: toen hy Penni dan als zyn Kind bemin, de, was hy immers zelfs niet uit de Kindsheid. Voor zo ver- re men kan navorschen, gelvk Richardfon gedaan heeft en daarvan 't Bewys bybrengt (Tomé III. p. 328) was RafaH 25 Jaaren oud toen hy te Rome quam , te weeten A" 1/08 't geen wel quadreerd met de Werken welken hy onder Paus X t° A?Tï' tS he"\ dCTl eerSte" Atbeid ^daar gaf
en A . 1513; ftierf. Dtenvolgende moest Penni, toen hv te Rome by Rafaël quam woonen, geen Kind zyn, maar wd 20 jaar ouderdoms hebben ; en, volgens alle WaarfchynlTk S'diendadda„r Leermeester hebbe" S^ad. Deeze AanX
King diend dan, om te overweegen, hoeveel ftaat men in wezenlyker Dingen op de Italiaanen aangaande de Kunst hun- ner Landslieden kan maaken, wanneer zy uit Onachtfaam heid, of 0111 deezen of geenen onbepaald te verheffen 't een of 't ander bybrengen 't welk uit de Omftandigheedèn of doov hunne eige Jaartallen, wederfprofeen word ' |
|||||||
,206 Florenttnse Schilders.
veele Engelen. Nog fchilderde hy den gantfen Ta-
bernakel die'r Kapelle. Na de Dood van Rafaè'l, voltooide hy, met Julio
Romano, de Schilderyen van 't Paleiz Belvedère; en hy fchilderde, in 't Vatikaan , de Zaale van Konjlan- tjn, op de Tekeningen van Rafaël. De Manier, waarop hy die groote Werken volbragt, het Merk- teken zyn's Meesters, 't welk hy overal daarin had waargenomen, gaf hem veel Eere. Penni, Vriend van Peryn del Vaga zynde, gaf
hem zyne Zuster ten Huuwelyk. Zy deeden veele Werken in Gemeenfchap. De Paus belastte hem, benevens Julio-Romano, voor Vrankryk eene Kopie van de Bergverheerlyking' te maaken, welke van Rafaël voor dit Land gefchikt was. Zy begon- nen dit Werk: maar een opkoomend Verichil deed hen fcheiden, zulks zy'toen de Nalaatenfchap hun- nes Meesters deelden, welke zy tot hiertoe in 't gemeen bezeeten hadden. Julio begaf zig , met Peryn del Vaga, naar Mantua, alwaar de Hertog hem aan groote Werken bezig hield. Penni oir- deelde toen , dat hy hem van nut konde zyn, en ging zig eenigen Tyd naderhand by hem voegen. De Manier, waarop Julio hemontfing, beantwoordde niet aan zyne Verwachtinge. Dit deed hem be- fluiten, Mantua te verlaaten en Lombardye te door- reizen. Eindelyk quam hy wederom te Rome, daar hy de Kopye der Bergverheerlykinge afmaakte. Penni wierd naar Napels ontboden, door den
Marquis del Vasto, aan wien hy de Kopye der Berg- verheerlykinge, en veele andere Schilderyen over- bragt. Hy tekende 'er zeer veel, en fchilderde 'er veele Zaaken, waarover de Marquis zig zeer ver- noegd toonde. De flegte Gefteltenis zyaer Gezond- heid , |
||||
Florentynse Schilders. 207
heid, was niet óvereenkoomftig met de Lucht van
Napels, en dus viel hy 'er in Ziekte. Na hy in den Dobbel verfpilde, alles wat hy gewonnen had, ftierf hy A°. 1528, oud 40 Jaaren. Welke Beqüaamheid il Fattore ook bezat, was
zyn Smaak reuzachtig en niet zeer bevallig. Zyne Tekeningen zyn zeer raar in Vrankryk, en houden meer van 't Antiek dan van de Maniere zyn's Mees- ters. Ze zyn getekend, met eene verwonderlyke Lugtheid der Penne, gewaschen met Roet, of met O. I. Ink, gehoogd met Wit door 't Penfeel. Zy- ne Beelden zyn wat lang en mager, zyne Omtrek- ken hard, maar 't Merkteken zyner Hoofden is van grootsfen Styl. Zyne voornaamfte Werken zyn in 't Paleiz CM-
gi, in de Zaaien van 't Vatikaan, in de Loges, daar hy veele Dingen gefchilderd heeft op de Gedachten van Rafaël, zo wel by deszelfs Leeven als nades- zelfs Dood. H Y heeft eenen St. Krhtoffel gemaakt in Fresko ,
in de Kerke del Anima, met eenen Kluizenaar in een' Spelonk, die een' Lantaarn houd. De Schil- deryen tegens over het Tafereel der Kribbe in St. Rochus te Ripetta , en de Kapelle tegens over die van St. Jan Evangelist, zyn van hem. Te San Spiri- to in Sasfia, is de Kapelle Van 't Kruisfifix. Hy heeft eene Hémelvaard der H. Maagd gemaakt, voor de Stad Pentgia. Verfcheide Gevels van Huizen, in 't Graauw, bewyzen insgelyks"zyne Beqüaamheid. In de Gallerye des Groothertogs (te Florence)
ziet men eene Opftandinge van zyne Hand. Darr is een Stuk gegraveerd, na il Fattore,
in de Verzamelinge van Crozat. Zyn Broeder, Lukas Penni, had minder Be-£.P«nni,
quaam-
|
||||
2ö8 Florentynse Schilder Si
quaamheid. Hy arbeidde met Peryn del Vaga, zyn
Schoonbroeder, te Genua, Lucca, en in verfeheide Oorden van Italië. Vervolgens ging hy naar En- geland , en van daar naar Vrankryk. Aan deeze bei- de Monarchen, gaf hy Preuven zyner Kunst'. Wy hebben Stukken , van zyne Hand gegraveerd". Mantuanus, en verfeheide andere Graveerders, heb- ben na hem gearbeid. |
|||||
ROSSO,
|
|||||
F t O R E N T Y N S E ,S C H I t £> È ïl 'S, 209.
|
|||||
&ÖSSO, of .Mr. ROUX.
"R °uS°a °f Mk' Roux' dus genoemd na zyrf
JL%. Koode-Hairen , is in Frankryk beter bekendt dan in zyn Vaderland, alwaar hy niet gelukkig was, Florence zag hem gebooren worden, A°. 1496 Hy nad geenen Meester, en volgde eenigerwyze de Ma- niere van M. Angelo en van Parmefaan , met zig eenen byzonderen Aart te vormen dien hy van ni- mant ontleende. Na hy verfcheide Tafereelen gedaan had, in
de Kerken van Florence, maakten eenige uitvoerige
Eerjie Deel. O Té,
|
|||||
2io FlorentyUse Schilders.
Tekeningen, door hem naar Rome gezonden, dat
hy in deeze Stad gewenscht-wierd. Weinig Tyds daarna begaf hy zig derwaarts. Hy fchilderde een Stuk in de .Kerke der Vrede, geplaatst boven de- Werken vmRafaël. Deeze NabuurfchapV't Gezigt der fchooqe Zaaken welke zig in die Stad bevin- den , verre! van hem aantemoedigen, verblindden hem zodan|g dan hy nimmer zo flegt gefchilderd heeft. Beter flaa,gdè^hy in eenige Kabinetftukjes, en in eenelOnth(||pinge van St. Jan den Dooper, welke hy maa^^oreen Kerkje op de Plaatsfe Salviati, toen $e Buitsfers hem in de $ünderinge van Rome gevangen namen. ;Hy ontvlugtte het ech- ter te Borgo L voorts te' Are \ i k Overal arbeidde hy, en maakte Menigte van KarionsT Wyl hy 't Fresko- fchiideren niethemindde, liet hy'geerne de Wer- Icen, dien ;men hein daarin befchikte, aan andere Kunstenaaren oV-ei"- Te 'Femétïe zyndë, tekende hy voor Jretyb de Historie van Mars en Fenus, welke door Minnegood|es en de Bevalligheeden ontkleed gorden. D e Fortuin riïet beantwoordende aan zynen Ar-
beid, befloot hy naar Frankryk te gaan, alwaarFran- fois I. hem zedert langen Tyd wenste. In 't Ver- volg kreeg hy'er primaticcio ten Mededinger, en Laca Pcnni die onder hem arbeidde (i). Rosso was welgemaakt, en welfpreekend. Zyne Manie- ren behaagden den Koning ongemeen. Hy bood zyne Maj. de Tafereelen aan, dien hy koomende van Fenetiü gefchilderd had; en wierd benoemd, tot Op-
(i) Ross o had veele goede Meesters die onder hem
werkten. Felibien erkend verfcheiden, zo wel als Vafari, en by uitftek Leonard de Neêrlander, een zeer bequaam Schilder, die zyne Tekeningen in Verwen bragt. |
||||
FtOREffTYNSE ScHIlDERS. 211
Opperbewindhebber van alle de Werken van Fon-
tainebleau : in 't Vervolg, tot Kannonnik der H. Kapelle van Parys. Rosso was zodanig goed Bouwmeester als groot
Schilder. Hy deed de Groote-Gallerye van Fon- tainebleau bouwen, welke hy oppronkte, niet alleen m^t Stukken Schilderye, maar ook met fchoone Friezen en ryke Sieraaden van Pleister. Nimant heeft meer Vernuft, en meer Vuur gehad, dan hy. Hy was geleerd, maakte goede Vaarzen, en was een groot Muüekant. Zyne Manier van Tekenen \vas wat ftraf, en gemanierd. Zonder de Natuure te raadpleegen, arbeidde hy alles uit Eigenzinnige heid. Rosso had geene Maniere van Denken als een ander: in zyne Werken was iets buitengemeens en grilligs, 't geen niefr van den Smaak der gantfe Wereld was. Echter zyn zyne t'Samenftellingen ryk; hy drukte de Driften der Ziele uit; zyne Beel- den waren in Beweeginge ; en hy bezat het Licht- en Bruin. Vo.oral waren de Vrouwen volmaakt ge- fehilderd; de Hoofden zyner Gryz-aarts verwon- derlyk ; en zyne Kleedyen zeer lugtig. Fransois I. was zo voldaan, over zyne Wer-
ken , dat hy hem met Goederen ophoopte. Rosso leefde als een groot Heer, houdende eene goede Tafel en groot Getal van Bedienden. Wyl hy zig bemoeide met alle de Tekeningen te geeven, van Schilderkunst, Beeldhouwerye , en Goudfmeede- rye, kreeg hy eenen Mededinger, in den Perfoon van Benvenuto Cellini, Juwelier en Beeldhouwer van Florence. Aan deezen had de Koning bevolen, een befaamd Kolosfusbeeld voor eene Fontyne. De Beeldhouwer verwaarloozde juist,zyn Model te laa- ten zien aan de Hertoginne d'Estampes ,M'mna.aresfe des Konings; en zedert was die Mevrouw hem al- toos tegen, begunstigende Rosso. Zy verhinder- O 2 de.
|
||||
üi2 Florentynse Schilders.
de den Koning, by Dagh in de Gallerye van Fon-
tainebleau eenen Jupiter van de Hand van Cellini te koomen zien, dien zy met Voordacht had doen plaatsfen , naast de fchoone Antieke - Beelden die van Rome quamen. Cellini befpeurde de Loozheid. Hy verlichtte zyn Beeld , by 't Vallen van den Avond , met een Flambouw, geplaatst boven 't Hoofd: 't geen den Dagh van om hoog daarop deed vallen. De groote Uitwerking van dat Licht deed de Hertoginne en R o s s o verbaazd ftaan, zulks zy , de Loftuiting van den Koning en 't gantfe Hof niet weerhouden konden. Die vernuftige Kunstenaar, ■yvien de Donkerheid van den Nagt moest benadee- Jen, vond dus het Middel om dezelfde gunstig voor hem te maaken. Echter wist R o s s o, onderfteund door Mevrouw d'Estampes , in 't Vervolg andere Gelegenheeden te verwekken, om den Beeldhou- wer te doen afdanken. In het brallendfte van zyn Fortuin, nam Rosso
een geweldig Gif in : 't geen hem zo voort, A°. 1541, ten Ouderdom van 45 Jaaren, van 't Lee- ven beroofde. Tot deeze Wanhoope quam hy, om dat hy Francesco Pellegrino, zyn Vriend, voorbaa- riglyk van Diefftal'had befchuldigd, die deswegens gevangen en gepynigd wierd : dogh zyn' Onfchuld klaar deed zien, ontflagen wierd, en een feherp Gefchrift tegens hem uitgaf. Andere fchryven zy- nen Dood toe, aan 't Verdriet 't welk hem be- kroop , om dat Primaticcio door den Koning uit Ita- lië geroepen was. Hy heeft verfcheide Leerlingen gehad, waarvan de beste is geweest, Domenicodel Barbieri. Rosso tekende met de Penne, met eene onge-
lyke en gekruiste Artieeringe. Hy vermengde daaronder eene lugte Wasching van Roet, of van Qkjl-ind. Ink. Schoon hy Farmefaan zogt, in den Om-
|
||||
Florkntynse. Schilders. 213
Omtrek zyner Figuuren, was hy echter veel lom-
par dan den zelfden. Zyne woeste Hoofden zyn gerekend op eene Wyze,die hem van andere Mees- ters onderfcheid. Te Rome heeft hy veel gearbeid. Ily heeft eenen
dooden Kristus, den Roof van Proferpina , verfchei- de Onderwerpen uit de Fabelen, en menigte Au- taarftukken gemaakt. Te Florence ziet men, eene Hemelvaard in 't Por-
taal der Vaderen Serjieten; het Huuwelyk der Maagd, in de Kerke van St. Laurens; en veele Por- tretten. In de Kerke des H. Geests, heeft hy de Drie-eenheid gefchilderd : zynde een Tafereel 't geen voor Rafaël gefchikt was, die het wegens zyne groote Werken niet konde maaken (1). Te
(1) Vasari meld hiervan, die insgelyk. eengroots Denk-
beeld van Ross o geeft, en onder anderen bybrengt, dat hen niet te vertellen is wat hy al inventeerde en tekende, voor Goude- en Zilvere Sieraaden, dien de Koning van Frankryk deed maaken ; nog wat hy al te wege bragt, voor Maske- raaden, Triumfen, enz.: inzonderheid toen Keizer Karel F., A°. 1540, in Frankryk quam, wanneer Ross o, alleen mee Behulp van twaalf andere Kunstenaars (want hy had veele goede Meesters, en Werkgezellen, die onder hem arbeid- den ) alle de Zégeboogen , Kolosfen, enz., maakte. Hy zegt dan van dit Tafereel, dat Ross o het met zulke Bevallig- heid, Tékeninge, en Leevendigheid van Koloriet uitvoerde, dat geen Werk, van verre te zien, meer Kragt heeft of be- ter toond ,• dat men daarin ziet, een Kloekheid van Beelden, en een VVerkinge van Standen, die by anderen niet gemeen zyn : dat in de Verdryvioge der Verwen niet mogelyk is be- ter te doen, dewyl de Hoogzels, daar 't meeste Licht treft, zig zodanig in de naaste Hoogzelen verliezen, van langfaa- iuerhand niet zulke Zoetheid verdreevcn zyn , en dus loo- pen naar de bruinde fchaduuwen welken de Beelden op nial- kanders Lyf geeven, datze malkaar uittermaaten doen verhef- fen : ;n een Woord, dat het met zulk groot Vernuft en Oir- deel is gedaan, als ooit iets anders van eenig groot Meester is voortgebragt. 03
|
||||
214 Florkntynse Schilders.
T e Perugia ziet men de Onthoofdinge van St.
Jcw, in de Kerke van St. Safoiati. Te ^rczzozyn,in de Friez der Kerke vanS? Ma-
ria, vier Tafereelen in Fresko : een H. Maagd, Adam en Eva, de Arke des Verbonds door Mofes gedraagen, en de Throon van Salomon. In Volterra , is een fcnoone Afdoening van 'c
Kruiz. Te Fontainebleau zyn 24 Historiën, in 't Graauw,
verbeeldende de voornaamfte Bedryven van Fran- fois I. In de Groote Gallerye, gefchilderd op zyne Kartons, zyn twé Tafereelen van zyne Hand : 't een Venus en Bacchus gants naakt, omringd van vcr- fcheide verfchillende Vaazen ; 't ander Venus en Kupido, verzeld van fchoone Figuuren. Nog een H. Maagd met haar Kind, welke door de Sibyl- le Tiburtina den Keizer Oclavius aangebooden wor- den. Hy heeft zig daarin bediend , van 't Af- beeldzel des Konings, der Koninginne, en der voor- naamfte Amtenaaren van 't Flof. Voor 't Kasteel iEcouen maakte hy eenen St.
Michiel den Aarts-engel, en eenen dooden Kristus. D e Hertog van Orleans heeft van R o s s o, een
fchoon Tafereel van d'Overfpeelige-Vrouwe. Paulo Gratiani, Renê Boivin, Leon Daven,
Domintque Florentyn, en andere Graveerders (1) heb- ben hun Yzer geoeffend, om Rosso te kopieeren, die ook iets van zyne Hand gegraveerd heeft. ( 1) Vasari meld van Jacob Caraglio, die de Bedryven der
Goden (gctyk de Ontfchaaking van Proferpina, de Herschep- ping van Satumus in een Péérd) door Rosso getekend, in 't Koper gebrast heeft. V
GIA-
|
||||
Fiorentynse Schilders, sijr
|
|||||
*■'■•$-et* ?&&. -lom_________________________________
GIACOMO PUNTORMO.
JAkob Puntormo, gebooren in Toskaane,
A°. 1493» verdiend onder de groote Meesters geplaatst te worden. Zyn waare Naam was, G i a- c o m o Carucd. Die van Puntormo was zyn Geboor- teplaats, alwaar zyn Vader, Florence verlaatende, zig ter neer quam zetten. N a de Dood zyner Ouders wierd hy naar Floren-
ce gebragt, ten Ouderdom van 13 Jaaren; en he- rteld in de Schooien, van Leonard da Vinci, van Ma* fiotto Albertinelti, van Pietro di Cofimo, en eindelyk O 4 van
|
|||||
£I<5 FpORJJNTYNSE SciULDERS.
|
|||||
van Andnes del Sarto. Door zyne Werken verdien-
de hy, e<3r hy den Ouderdom van twintig Jaaren vervuld had, dat Rafaël en M. Angek van hem zei- den , dat hy de Schilderkunst tot den hoögften Graad zoude voijren. Zyn kragtig Penfeel „ had niets ei- gens van ie Hand een's Leerlings. Dei Sarto, na- iverig ov.ar den Lof dien men Punto&mo gaf, dreef hem uit zyne School'. Onze Sdhldej^blêef echter niet lang zonder
Werk. JjTy fchjj|rde, in den Eerflenhéf der An- nuncihta, een Bipsk der Maagd. Dit Tafereel be- twistte 't, in fitltfrlet, met de WerkeJTzjn's Mees- ters del Sp-to. Zyrï Naam wierd,v zo berucht, dat hem, om fjryd» veele 'Schilderyen'voor Kerken aan- befteed wierden. Hy Haagde niet minder, in Sier raaden van Schouwburgen, Zégeboogen, Maskaraa- des, wanneer 'openbaare Feesten 'de Gelegenheid daar toe gaven.: Gelyk hy zeer becjuaamj in 't Por- tretteeren |was,; zö fchilderde hy, met gelukkigen Uitflag, 't ganïfe Pluiz van Medicis : 't {geen hem te Werk fteidej aan de groote Zaale Poggio, te Ca? jano. Hy waseen 'groot' Koloreerder , en in ven- 'teerde gemaklyk : zyn panier was groots, maar zeer hard. Florence door de Pest bezogt zynde, week
h,y naar den Karthuizeren, drie Mylen van die &tad, met Bronzino, zyn Leerling. De ftille Leevenswyz, daezer Gcestelyken, en zelfs niets te doen hebben- de , deedvU hem aanneemen hun Klooster te be- fchilderen. Uit Begeerte om uittemunten, vorm- de hy zig liet Denkbeeld van eenen buitengewoo- i.en Arbeid. Men had hem uit Duitsland gebragt, het Lyden van Kristus, en veele andere Afdrukken, door Albti t Purer gegraveerd. Dat Werk bekoor- de iiem : hy wilde zyne Maniere hervormen, op die
|
|||||
Florektykse Schildeus, 217
die diens Meesters, en fchilderde in het Klooster
de eige Onderwerpen. Deeze Hoogduits/e Smaak deed hem den zynen verlaaten, die uitmuntend was : *t welk hem veel Nadeel deed, in zyn' toeneemende Faam. Gemeenlyk koomen de Hoogduits/en in Ita- tië, om 'er eenen goeden Smaak der Kunst te haa- ien : Pu NTOKMo deed tot zynent vlak het tegen- deel. Dus worden zyne eerfte Werken, hooger. gefchat dan de laatflen. Het Tafereel, verbeeldende Jezus Kristus ter
Tafel by Kléofas , gefchilderd in 't Hospitaal der Karthuiferen, is van beteren Toets dan hun Klooster: verfcheide Broederen des Ordens, heeft hy daarin afgebeeld. Op zyne te Rugkoomst te Florence, her^ vatte hy den Hoogduits/en Smaak. De Kapelle Cap- poni, waaraan hy drie Jaareu befleedde, het Autaar- iluk der Geestelykeddghteren van S« Anna, gevoe- len die Maniere. Michel Angelo maakte zo veel Werk van Puntormo, van te verklaaren ter Zaake van 't Karton verbeeldende Jezus Kristus on- der de Gedaante een's Hoveniers, 't welk hy voor den Marquis del Guasto vervaardigd had, dat Pun- tormo de eenigfte was die het in Schilderye kon- de uitvoeren. Deez deed het ook, tot groot Ge- noegen van M. Angelo, zo wel als eene Venus met eenen Kupido. Alle die Werken bragten eenig Geld op aan
Puntormo , die 't befleeden wilde om zig een Huiz te bouwen. Dit deelde eenigervvyze aan de Gril* Jigheid zynes Aarts (j): men (teeg naar zyn' Schil- der-
(1) Die evenwel zo vry niet van Poetsfen, als vanBaat-
zugtigheid, moet geweest zyn. Pa/art zegt, dat hy, den Hertog gefchilderd hebbende en van hem gevraagd zynde hoe veel hy voor dat Portret begeerde, niet racer eiscbte O 5 dan
|
||||
/
|
|||||
2l8 FtORENTYNSE SCHILDERS.
derkamer over een' Houtetrap, dien hy met een'
Katrol naar zig trok , wanneer hy opgeklommen was. Altooz alleen, liegt gekleed, zig zelfs bedie- nende , niet arbeidende dan voor Perfoonen die hem behaagden, weigerde hy te werken voor den Groot- hertog3, zyn Meèfter: terwyl hy aan zynen Metze- iaar, op Rekening', Schilderyen gaf. Om te beter zyn' Eigenzinnigheid te volgen , duldde hy zyrte Leerlingen niet hem te zien arbeiden. Dikwyls , van zig zelfs niet vernoegd, zoude hy, indien zyne goede Vrienden 't hem niet ontraaden hadden, het beste uitgeveegd hebben van 't geene hy gemaakt had, om een nieuw Denkbeeld te volgen 't geen zyne Neiging hem opleverde. De Gewoonte van Puntormo was, niets te
doen aanleggen van zyne Leerlingen. Hy fchilder- de alles met zyne Hand: alleen liet hy hen een Gedeelte over, 't welk zig genoeg van 't overige deed onderfcheiden. Zyn Smaak was onbeftendig ; en hy had moeite om wederom tot zyne eerste Ma- niere te koomen, die de beste was. In *yne twé laatste Werken , verviel hy gantfelyk. 't Een is de Logie van 't Paleiz delCastelh, behoorende aan den^Groothertog, waaraan hy vyf Jaaren befleed- de. Men vind 'er niets anders in, dan een' qualyk begreepe Schikkinge , geene Verzwakkinge van Kleuren, geene Doorzigtkunde, en eene algemeene Gebreklykheid. Het andere Werk, 't welk hy be- quam in Weêrwille van 't Aanzien van Franfois Sal- «flf/,is de befaamde Kapelle van St. Laurem, waar- in dan zo veel noedig was om een" Muts' te losfen die in de Lom-
hard Hond; dat dit den Hertog deed lachen, en hem 50 Gou- de-Kroonen deed geeven , benevens een" goede Provifie ; <k>£h., dat men Moeite had om 't hem te doen aanneemen. |
|||||
FlORENTYNSE SCHILDERS. 219
in hy zig zelfs overtreffen wilde. Elf Jaaren ver-
liepen in dien Arbeid , zonder dat hy daaraan de laatfte Hand leidde. Gelyk Penehpe, veegde hy den eenen Dagh uit wat hy den voorigen Dagh ge- maakt had. Dikwyls bragt hy gantfe Dagen door, om zyn Werk te begluuren. Eindelyk, zyne Hers- fenen vermoeid hebbende, kon hy niet flaagen, om aan deeze Kapelle den Graad van Koloriet, en de fchoone Partyen te geeven, dien men in zyne eers- te Werken vind. Het Hartzeer, 't welk hy daaruit opvatte , deed hem in Ziekte vervallen, en den Geest geeven, door een' Waterzugt, A°. 1556,oud 63 Jaaren. Men begroef hem tegens over zyn Ta- fereel, in 't Klooster der Annunciata. De Tekeningen van Puntormo zyn van een*
grootsfen Aart. Derzelver Kleedyen zyn ftyf, in den Smaak van M. Angeh; en de Beelden wat lang. Men vind 'er met den Omtrek der Penne, gewasch- en met Roet; anderen, van Rootkryt, met wei- nige Artfeeringen; daar zyn 'er ook van Zwartkryt, gehoogd met Wit. 't Is gemaklyk Puntormo te kennen, aan zynen Smaak van Tekening'. Zyne voornaamfte Werken zyn te Florence.
Men vind, te St. Mkhiel, eene H. Maagd met het Kind Jezus, 't geen lachende St. Jozef aanziet, en den kly nen St. Jan, met twé anderen die een Verhémelte draagen. In de Kerke der Annunciata is een Be- zoek. By de Geestelyken van St. Klemens vind men St. Augustyn die den Zégen geeft, met twé Kinde- ren in de Lucht welke verwonderlyk zyn. In eene Kapelle der Kerke van St. Rufello, achter 't Aarts- bisfchoplyk Paleis , is een H. Maagd met haar' Zoon, in 't midde van veele Heiligen , waarbo- ven een Eeuwige-Vader omringd van Engelen is. In de Kapelle Capponi, te Se. Felicita, heeft hy Godt
|
||||
220 Florentynse Schilders.
|
||||||||
Godt den Vader gefchilderd, omringd van vier Pa-
triarchen ; en in de Hoeken, de vier Evangelisten in Ronden. De Doode-Kristus, op 't Autaar, is zeer gering. In 't Hospitaal der Onnozelen, vind men de His-
torie der Elfduizend Maagden, waarin men eenen zeer fchoonen Veldflag ziet, met Kindertjes in de Lucht. By de Nonnen van Se, Anne , vind men de Maagd met het Kind Jezus, waarachter S* An- ne „ St. Pieter, St. BenediSlus, en andere Heiligen zyn. Te Poggio is de Historie van Vertumnus en Po- mona, en die van Diana met veele Godinnen. St. Michiel Aartsengel, met St. Jan Evan-
gelist , zyn te St. Agnolo, Hoofdkerk van 't Steedje Puntormo. By den Koning van Vranhyk, vind men de Op-
ftandinge van Lazarus", en 't Afbeeldzel van eenen Graveerder. Onder 't klyn Getal van Leerlingen, door Pun-
tormo nagelaaten, zal men alleen noemen Naldini, en Bronzino. A. Bron- Agnolo Bronzino wierd gebooren in den z\w>. Staat van Toskaane, en gaf zig over aan de Manie- re van Puntormo. Men ziet veele Dingen van hem, te Florence en te Pi/a. Vooral portretteerde hy verwonderlyk. Dikwyls hielp hy Puntormo, na wiens Dood hy de Kapelle van St. Laurens vol- tooide. Hy bloeide in den Jaare 1570, en is om- trent dien Tyd te Florence overleeden. |
||||||||
per:
|
||||||||
Fr. ORENTYNSE SCHILDERSi ti.%
|
||||||
&C b.VHfi>~ £■•>**•
|
||||||
PERINO DEL VAGA.
C^ E e n Leerling heeft langer de Maniere zyn's
X Meesters behouden, dan Peryn del Vaga . Hy was genoemd Pieter Buonacorfi: de Naam van Vaga wierd hem in 't Vervolg gegeeven, wyl een Florentyns-fchilder, deezes Naams, hem met zig naar Rome bragt. In Toskaane was hy gebooren, A°. 1500, van eenen Vader die zyn Geld in den Oor-' log verteerd had. Zyne Moeder, van de Pest ge- fturven zynde, had hem niet lang konnen zoogen. |
||||||
aaa Florentynse Schilders.
Een Geit diende hem ten Voedster. Vervolgens
quam hy by eenen 4p.otheeker te. Florence-, waarvan 't Handwerk hem niet behaagde. Men deed hem dan ter Sclioolc, by verfcheide Schilders, onder an- deren by Wpmenko Ghirlandaio. Een aanmerklyke Voortgang was 't Gevolg van zyne Vlyt'. Vaga geleidde eindelyk Pekyn naar Rome, daar
hy hem zonder ander Onderftand ten Leevens-on- derhoud liet, dan om in Dagftlgpn' by KMdfchilders te arbeiden. De Hejfte der W-eek^befteèdde onze Jongeling, om ziggjh het Tekenen te ioeffenen . Hy wierd % bequaam,, dat ffijio RMianolen il Fat- tor e, befpeur%de iyhe Liefde-\ot de Eajnst, zulks aan Rafaël bekeTT&;maakten;ï dié hem wilde zien ,. en aanilonds Werk gaf aan de Logies, oqder 't Be- Huur van Jan da üdine. Vervolgens arbjeidde hy, met deezen zèlfóe^S^hilder,_ aan:de-GTOftesken en de Sieraaden van'Pleister'(i), die,de;Zaale der Pausfen verryken. In de Ovaalenfdes Verwulfts, fchilderde hy de zeven Planeeten, onder de Gellal- te van Goden. Peryn had eenen leevendigen Geest! Hy was
een groot Tekenaar , en fchilderde zeer fnel, Voor-
(i) Grottf.sken, of Gr.ottisfen, zynLoofwerken waar-
uit net Bovenfte-gedeelte van Mensfen of Dieren fpruit: ei- genlyk allerhande Snaakeryen, onrégelmaatige en buitenfpoo- lige Verzinningen van Randwerken enSieraaden, die alleen in den Gril des Uitvinders beitaan. Sommige zyn gefchil- derd, en andere van Pleister, 't zy enkeld of gekleurd. Ze zyn dus genoemd, als nagebootst na Romy ns-Antiek. Schilder- en Pleister-Werk, van den Tyd des Keizers Augustus, ge- vonden zo in onderaardfe Grotten, of Gebouwen, als in 't doorwroeten der Baden van Titus, enz., gelyk wy by Jan da Udine zullen ophelderen. |
||||
Florentynse Schilders. 223
Vooral muntte hy uit, in Friezen, in Grotteskefl ,
en in Pleister : daarin heeft hy den aiouden ge-eve- naard ( r ). De Pest, A°. 1523, te Rome koomende, week
hy naar Florence: daar hy verfcheide Kartons maak- te , voor den Voorgevel van 't Huiz der Kamaldu- kr - Monniken , verbeeldende hunne Martelaaren . Hy maakte ook het Karton, hebbende ten Onder- werp den Apostel St. Jndries, dien hy in Fresko moest fchilderen in de Kerke del Carmine, ter Zyde cenes St. Pieters , door Mafolino gedaan. Dit ge- ichiedde ter Zaake van een Verfchil, 't welk hy in deeze Kerke had gehad met de Kunstenaaren te Flo- rence , waarin hy {taande hield, dat de Hédendaagh- fe Schilders zulke fchoone Dingen konden voort- brengen als de Ouden (2). Peryn, dugtende de Pest welke reeds te fyorence begon te Woeden , liet die Ontwerpen onvolmaakt. Hy vertrok, en maakte in eenen Dagh en eenen Nacht een Tafe- reel , (1) De Pi les zegt, dat zyne Verzinningen in dit Soort
van Schilderwerk zeer vernuftig waren : overal was Orde en Bevalligheid; en de Schikkingen, die midbaar zyn in zyne Schilderyen, zyn verwonderlyk in zyne Sieraaden. Hy ftel- deze t'famen van Groote, Klyne, en Midbaare Partyen, met zo veel Kunde geplaatst, dat zy malkanderen doen gelden, door haare Vergelykinge en Tegenwerkinge. , (2) Vasari verklaard dit in 't breede. Hy zegt, dat
Peryn, met de Florentynfe Schilders de Kerken gaande bezigti- gen, de Képelle van Majaccio zag, 't Werk roemde, en toc- ilond dat het te verwonderen was, hoe die Meester zo vroeg, zonder treffelyke Voorbeelden te hebben , zulke fchoone Maniere had; maar, dat 'er zo veel Rédentwist viel, dat Pe- ryn den St. jndries ging onderneemen : om te toonen hoe men mi ter Tyd te Rome fchildcrde, fchoon hy zig niet be« ïoemde van de besten te zyn. |
||||
;«24 Flor entynse Sciïilders,
reel, van omtrent vier Ellen, verbeeldende den'
Togt door deRoode-Zee, in Kóperverwe: ter Dank-' baarheid voor eenen Priester, die hem edelmoedig- lyk gehuizvest had, geduurende zyn Verblyf in die Stad. Peryn, te Rome wedergekeerd zynde, vond Ju-
Tio Romano en il Fattore, die aldaar, zedert het Over- Iyden van Rafaël, 't Belluur hadden over alle de voornaame Werken. Hy voegde zig by hen. Zo vergenoegd waren zy over zyne Bequaamheeden, dat zy zig met hem verbonden, geevende hem in Hutiwelyk de Zuster van il Fattore. Deeze drie groote Schilders bragten vervolgens, in 't, Vatikaan, veele fchoone Werken voort. Toen Rome, A°. 1527, door de Duitsfers ver-
overd wjerd , had Peryn het Ongeluk van ge- Vangen genomen te worden, en zyn Rahtfoen te moeten betaalen. Veel leed hy, in de Plunderinge die'r Stad. Hy liet 'er zyne Vrouwe en zyne Kin- deren, en ging naar Genua met eenen Offifier van den Prins Doria, welke hem met veel Achdnge ont- fïng. De Belooningen, welke hy ontfing, waren de Werken waardig die men aldaar van zyne Hand ziet. Peryn quam wederom te Rome, by zyne Huiz-
vrouwe, om haar naar Pi/a te brengen, alwaar hy zig ter neer wilde zetten. Hy kogt 'er een Huiz, en begon de Schilderwerken der Domkerke, dien hy weinig Tyds daarna verliet , wegens eenige Minneryen welke hem naar Genua prikkelden. Prins Doria gaf hem wederom bezigheid, 't geen hem belette de Aanhoudingen te beantwoorden , welke hem gedaan wierden, om in Pi/a te koomen afmaaken wat hy 'er begonnen had. Eindelyk, in deeze
|
||||
FtoRENïYNsÉ Schilders. ii§
deeze Scad te rug zynde , vond hy anderen in' *c
Werk aan de Domkèrke, waartoe hy veele Kartons gemaakt had. Dit maakte hem zo gram, dat hy zo voort van daar naar Rome vertrok, Hier vol* tooide hy, in de Kerke der Trimta , de Kapelle Masjimi, welke van Julio Romano begonrïen was. De Paus belastte hem met het Verhelpen der Sie- raaden van Koperverwe, die in 't Vatikaan de Schil- deryen van Rafaël verzeilen; en hy verkreeg, voof dien Arbeid , een' Jaarlykfe Lyfrertte. Eindelyfe was de Koninglyke Zaal, het Voorwerp van zyne Bezigheid. Men ziet'er, van zyne Hand, Zinne- beelden en de Wapens van 't Huiz Farnéfe, ver-» fierd met verwonderlyk Pleisterwerk (i). Op 't Einde zyner Dagen, Julio Romano te Man*
tua en il Fattore dood zynde , wierd Peryn dö eerfte Schilder van Rome : alle groote Ondernee- mingen wierden hem aanbetrouwd. Op 't Voor-» beeld van Rafaël, bragt hy zynen Tyd door met Tekeningen te maaken, en zyne Denkbeelden daar- op door anderen te doen uitvoeren (2). Het
y) Volgens P'afari, gaat dit Verfïerlel van Stucco alles
te boven, wat van Antieken en Modernen gedaan is, zo aar- «g en net is't bearbeid. C2) Vasari geeft het beste Denkbeeld niet van herrï,
zeggende dat hem verdroot wanneer hy zag dat eenige Jon- gehngen opgang m.i2L)nKn ; dat hy hen zogt te onderdruk- ken, op datze hem niet in den Wegh zouden zyn ; dat h/ alle bequaavne Jongelingen en allerly Werk aanfloeg, doen- de zelve veele Dingen voor een' fïegten Prys tot Nadeel der" Kunst, zu.ks hem al 't Werk van Rome in Hande viel. Dia Schryver zegt nog, dat hem de KoOmst van Titidan te Rome, A°. 1546, endeMaaredat die in de Koningl. Zaale zoude fchif- deren, zeer mishaagde : niet om dat hy vreezde van den zelf- den in Fresko overtroffen te worden, maar Oiii dat hy zfg Eerfte Deel. P ver- |
||||
226 Florentynse Schilders,
Het alteveelvuldig Vermaak, van Drinken met
zyne Vrienden , en de Vermoeijinge van zynen Arbeid, putten hem zodanig uit dat hy engborstig wierd. Eindelyk bleef hy op Straat dood, te Ro- me, Ipreekende met eenen zyner Vrienden, A<\ 1547, in den Ouderdom van 47 Jaaren. Men be- groef'hem in de Rotonde, onder alle de Doorluchte Perfoonen zyner Kunst'. Men heeft hem verweeten, dat hy aan alle zy-
ne Vrouwebeelden eenen zelfden Zwier van Hoof- den gaf, wyl hy dat zyner Huizvrouwe geduurig ten Model nam. Zyne Leerlingen zyn, Marcellus Venusti, Louis
Vargas van Sevilië, Girolamo Siciolante da Sermoneta. De Tekeningen van Peryn zyn zeer lugtig,
en van zeer geestryken Toets. Hy fteldeze ge- meenlyk met eenen Trek der Penne ; en waschte- ze met O. I. Ink, of met Roet, en met wat Wie door 't Penfeel. Zyne Tekeningen van Sieraaden, en van Friezen, zyn voortreffelyk. Schoon hy Ra- faël tragtte natevolgen , heeft hy zig al te veel overgeleverd aan zyn Vernuft, met de Natuure te verlaaten; en heeft"eene Maniere aangewend, .wel- ke zig door de Ervaaringe gemaklyk doet kennen. Behalven de Logies van Rafaël, alwaar veele
Werken van Peryn, alsmede 'mWatikaan, ge- vonden worden (1) , ziet men van zyne Hand eene
verbeeldde aan die Zaale werk genoeg voor zyn gantfe Leeven
%s hebben : dat hy geen' Rust had, voor Titiaan vertrok- ken was. (1) Naameltk , volgens Vafari, de Doortogt over
den Jonlaan, de Val der Muuren van Jericbo, de Stryd daar Jozm de Zonne doet ftilftaan, de Geboorte des Zalig: inaakér», de Dooping', en het Avondmaal, |
||||
FlORENTtftSE SCHHBECS. 227
eene Afdoeninge van 't Kraiz in de.Minerva; eene
H. Maagd, 't Kind Jezus, en & Jozef, tefanSte- fang rotundo. In St. Ambrofio 'c Hoofd-Autaar, en de Schilderyen in Fresko die in 't Gebedehuiz by de Sakristye zyn. Te St. Marcellus der Geestely- ken van 't H. Kruiz, ziet men in eene Kapelle de Seheppinge vm Adam en Eva,Leevensgroot; ea aan d'andere Zyde eenen grooten St. Markus, en eenen St. Jan, met twé Kindertjes die een' Kande- laar houden, opgemaakt door Daniël van Volterra. In de Kapelle Pucci, der Trinita des Bergs, daar de Profeeten Daniël en Jefaia van aanmerklyke Groot- te zyn, heeft hy in de Hoeken der Kornis ge- fchüderd het Leeven der H. Maagd, in vier Stuk- ken; een ander, van vooren onder den Boog des Verwulf'ts ; en van buiten twé Profeeten , mee twé Kindertjes die Wapens onderfteunen. In de Kapelle Masfimi der eige Kerke, vzn-Jidio R begonnen, heeft Peryn de Muurèn gefchilderd, vol Sieraaden en klyne Onderwerpen der H. His- torie, met ongemeen e Uitvoerigheid: 't een is de Piscina, en 't ander de Opwekking van Lazarus. Hy tekende, de Hervorminge der Goden ter Vol- doeninge hunner Minnedriften : zynde zeer onze- dige Onderwerpen , door Jakob Caraglius"gegra- veerd. Te Genua heeft hy in 't Paleiz Doria gefchilderd,
eenige doorluchte Bedryven van dit Huiz, Jupiter die de Reuzen blixemd, de Herfcheppingen van Qvidius ; en hy heeft 'er verfcheide Stukken doen maaken, op zyne Kartons. In de Gallerye Ambrofiana te Milaan, ziet men
van zyne Hand eene Voetv/aschinge. De Koning van Frankryk heeft een Schilderytje,
P a ge-
|
||||
228 Florentynse Schilders.
genoemd de Parnasfus, daar de Mufen en de Nere'i'
den t'famen twisten in jegenwoordigheid der Go- den ; Mars en Venus, met een Kupidootje houden- de eenen Blixem in de Hand. In 't Paleiz Royaal, ziet men eenen St. Jeronimus
leggende op de Aarde, met eenen Engel om hoog geplaatst, blaazende op de Trompet. • JaKob Caraglius van Verona, Julius Bona' fonus, Hollar, hebben na Peryn del Vaga ge- graveerd. Daar zyn drie Stukken van hem, in de Verzamelinge van Crozat. |
|||||
DA.
|
|||||
Florentynse Schilders. 229
|
|||||
DANIËL da VOLTERRA.
DIkwyls, is maar een Werk noodig, om
eenen Schilder te vereeuwigen. ®1T befpeurd men in den Perfoon van Daniël Ricciarelli, van Volterra: dus genoemd, wyl hy, A°. 1509, in deeze Stad gebooren was. Ongemeen zwaarmoedig en langfaam in zynen Ar- beid , quam D A N1 ë l ter Wereld met weinige Ge- fleltenisfe voor de Schilderkunst. Men deed hem by den Sodoma (1) 3 by Balthazar Peruzzi, en ein- delylc
(O By deezen Schandnaam beter bekend, dan onder dien
P j van |
|||||
.230 FlOREÏI T YKSE SCHIIDE S 5.
delyk by M. Jngelo, waarvan hy de Maniere en den
Raad volkoomen. volgde-... Daniël, geenè Bezigheid te Volterrd vindende,
begaf ziginaM^ome. Hy bragt 'er het Tafereel van eeneo JTmto aan de Pylaar, waaraan hy alle zyne WefCenfchap had befteed. De Kardinaal Tri- vulzi, aain wien hy het deed zien, kogt het en verleende zynen Voorftand aan D a n i ë i. Hy gaf hem Bevpl, in zynen Lusthof den Fabel van Faë- ton te fchjlderen; en dit Stukswas de Aanvang zy- nes Roems. Peryn^el Va ga, ter dien Tyd met allede
voornaame Werken belast v fchiep behaagen met hem te arbeidéhyin de Kapelle Masfpni der Trini- ta des Bergs. De Prinsfes. Urfmi^ hoorende Da- niël zeer pryzèn, gaf mede eenè Kapelle in de eige Kerke-aan: hem, om daarm.de.Geheimenis- fen van 't Kriiiz te verbeelden.' Hit Werk kostte hem zeven Jaaren zynes Tyds, en 't is het fchoons- te 't welk hy nagelaaten heeft (|). Hoewel \ Ver-
van Gio-Jnt. da Verzelli, zyn Geflachtnaam. Zyne Neiging llrekte tut het verbeelden van Bordeelbedryven : z»lve van zulke Verfoeiiykhceden, welke hem dien fchandelyken Tytei hebben verworven. Hy heeft met Pieter Perugino in 't Vati- kaan gearbeid. Paus Julius //beval heteen en 't ander neer- tefmyten, om door Rafaël gefchilderd te worden, die dat van zyn' Meester Perugino verfchoonde ; en zelve iets van den Sodoma, gelyk de Grotr.esken zyn om de vier Ronden, in 't Zolderftuk van de Kamer der School' van Atbeene. Wy zou- den ons zeer geerne ontflagen hebben oin dien Verfoeijeling te gedenken, die nog van Paus Leo X. tot Ridder wierd ge- maakt, inden daaruit niet deeze nutte Aanmerking te haaien was, dat zyn fchandelyk Gedrach hem algemeenlyk zo veel Achtinge en Schatten verwierf, dat hy A°. 1554, na 75 Jaa- ren geleefd te hebben, in 't Hospitaa! van Siena ftierf, in zo vee! Gebrek van Jt noodige als van Roem. (ï) Fe meien pryzd het insgelyks zeer hoog; hy vraagd
zelve, of men dergelyk. Onderwerp wel beter verbeelden kan„
|
|||||
<
|
|||||
FiOKENTYNSE SCHILDERS... £31
Verdriet des Schilders op menigte Plaatsfen daarin
uitblinkt, echter moet men zig verwonderen over zyn Geduld en zyne Bequaamheid. Van de agt Ta- fereelen,die de Historie der Kruizvindinge verbeel- den, word de Afdoening van 't Kruiz het meest ge- acht : de Uitdrukking is vervvonderlyk ( 1). Nog heeft hy gemaakt, onder den Boog der Kornis, twé fchoone Figuuren van Sibyllen; en 't Verwulft is verrykt, met Sieraaden van Pleister. 't Wel gelukken die'r Kapelle, .ftelde Danië.h,
gelyk
kan; of men iets fchoonder en beter gefchikt kan verbeel-
den, dan het Lichaam van den Kristus-, zo als 't van het Kruiz gelaaten word, en dien die daarmee bezig zyn : dan de Smcrt waarmede de Maagd bevangen word , de Droefheid der Ma- rien die haar onderfchraagep, en zo veele andere fchoonc en natuurelyke Hartstogten ? en hy bekend, dat hem niets zo zeer getrofFen heeft, zulks hy, te Rome zynde, daarvan eene Kopye deed maaken om naar Frankryk te brengen. Einde- lyk , hy verklaard, dat toen onder de eerste Schilderyen van ft-one geteld wierden, dat van Rafaël in St. Pieter Montorio, een St. Jeronimus van Dominiquyn by Farnéfe, en deeze Af- doening van 't Kruiz door Daniël Volterra. (1) 'k Hebbe niets te voegen, zegt Richardfon, by de
°irdeelkundige Aanmerkingen, van verfcheide Schryveren over de Schoonheeden van dit befaamde Stuk gedaan. Ik zal al- leen de Vryheid neemen, om zékere Byzonderheeden byte- brengen , die my niet van de voortreffelykften toefchynen . Zondei van 't Koloriet te fpreeken 't geen Zwart en onaan- genaam is, nog van de t'Samenftellinge waaraan de Eenftem- migheid gants ontbreekt, zo worden groote Gngerymdheedeti daarin gevonden, belangende dat 't welk vooral de Deugd van een Hiftoriliuk, byzonderlyk van een Geestelykfchildery r}3 m : ik wi' zeSSen > in Vinding' en in Uitdrukking. De ii. Maagd bezwymd, en bevind zig niet alleen in een' Stand welke niet zeer gevoegelyk is aan haar Karakter, maar zelve onbetaamlyk is. Nog aanmerkelyker is, dat een andere Vrouw haar naderd, houdende een' Neuzdoek, niet aan de Oogen maar onder de Neuz. Echter ziet men geene Ontroeringe op ^Aangezigt van St. Jan , die zig enkeld bezig houd met het Lichaam des Zaligmakers gerustelyk aftelaatcn. P 4
|
||||
$.$% Florentynse Schilder So
gelyk met de grootfte Schilders. M. Angeh bemin-
de hem zeer, en zig verfchoonende op zynen hoo- gen Ouderdom wanneer eenig Werk voorquam , iloeg hy hem voor in zyne Plaatsfe. Sebastiaan del Piombo, wiens Maniere hy volgde , was ook een zyner goede Vrienden. Na de Dood van Peryn del Faga, benoemde Pau-
lus III onzen Daniël tot Opzigter der Schil- deryen van 't Fatikaan, met het Jaargeld daartoe beftemd. De Kardinaal Farnéfe deed hem eene fchoone Frieze fchilderen, in zyn Paleiz ; en hy queet zig daarvan, als een bequaam Man. Dus ge- lukkig was hy^niet, in de Kapelle welke tegens over die der Urfiniis, om welke te voltooijen hy veertien Jaaren befteedde. 't Is waar, byna alles is daarin gefcbilderd op zyne Kartons; niets is 'er van zyne Hand, dan de H. Maagd welke de Trap- pen des Tempels opgaat, haar Hémelvaard, en om laag de twaalf Apostelen. Julius III., die op Paus Paulus volgde , benam Daniël zyn Jaargeld en 't Opzigt over 't Fatikaan. Enkeld deed hy hem imaken, het Optooizel van de Fontyne eener an- tieke Kléopatra, welke aan 't Eind der groote Galle- rye van 't Belvedère is : welke hy met zeer fchoone Pleisterwerken opfierde. De Langfaamheid waar- mede hy arbeidde , benadeelde hem veel in den Geest des Paus, Daniël verliet de Schilderkunst, om de Beeld-
houwerye te omhelzen. Dewyl men hem verfchei- de (Standbeelden aanbeval, ging hy zelfs het Mar- mer te Canara uitzoeken, waarvan daan hy naar Fol'crra ging om zyne Bloedvrienden te zien. Al- daar maakte hy een Tafereel der Kinderdooding', voor de Kerke van St. Pieter. Op zyn' te Rug- koprnst te Rome wierd hy belast, met het geene te
|
|||||
i
|
|||||
Florentynse Schilders. 233
te dekken wat al te Naakt was in 't Laatfle-Oir-
deel van M. Angeh. Dit was het eenig Middel om dat fchoone ffcuk Werks te behouden , welks Vernieling de Paus beflooten had ( 1). Koningin Katharina de Medicis deed hem voorflaan, een Me- taal-Péérd en 't Beeld van Henrik IL te gieten. Het Péérd wierd gemodelleerd , volgens 't Goed- vinden van M. Angeh : dogh , de Geut feilde . Daniël hervatte het Werk , en had het g^eluk te flaagen, in eene enkelde Gieting'. Door dien Ar- beid afgemat, en van teêre Gefteltenisfe zynde, viel hy in Ziekte. De Dood belette hem, het Beeld van Henrik II. te maaken. Dat Péérd word nog gezien te Parys, op de Plaats Royaal, en draagd het Standbeeld van Louis XIII. Rome verloor Daniël , A°. 1566, in den Ouderdom van 57 Jaaren. Hy wierd begraven naby de Karthuizers. Z y n e Leerlingen zyn, Micbiel Alberti de Floren-
tyner, Jan Paulus Rofetti van Volterra, Feliciano da Jan Fito, Biagio da Carigliano Pistolé/e, Markus van Sienna, en Jakob Rocca de Romyn. D e Zéldfaamheid zyner Tekeningen, fteld haar
zelden aan den Kenneren voor Oogen. Ze zyn ge- tekend met Zwartkryt, lugtig gewaschen met O. I. Ink. De Standen en Merktekenen zyn van den Aart van M. Angeh, met wat korte Beelden, een' lom-
(1) 't Was Paulus III., welke dat barbaars Vonnis ge-
flreeken had. Maar, wyl dit uitmuntend Werk (zegt Féli- bien) verfcheide Kardinaalen , en alle de Bemiiinaars der Schilderkunst, ten Befchermheeren had, zo liet hy zig ver- genoegen dat Daniël eenige Deelen daarvan dekte : 't Welk deeze met zeer Jugte Doekjes deed. Onder 't Paus- fchap van Pius IV, verhielp hy ook het Figuur van S\ Ka- tbarina, en dat van&. Blafius, welke niet zedig genoeg ge- ïchikc fcheenen. PS
|
||||
234 Flor ent yn se Schilders,
lompe en moeilyke Toets; ftyve en byna kantige
Kleedyen, doen hem gemaklyk kennen. Zyne voornaamfte Werken te Rome, zyn by-
zonderlyk de fchoone Kapelle van ürfini, in de Tri- Ma des Bergs. Daartegens over, heeft hy de Kar- tons gemaakt van eene Kapelle, en daarin eenige Stukken met eigen Hand gefchilderd , zynde 't Leeven der H. Maagd. Te St. Marcellus al corfo ziet men, in de Kapelle van 't Kruisfifix, de Schep- ping' van Adam en Eva, de twé Evangelisten, St. Markus en St. Jan, aangelegt van Peryn del Vaga, met twé Kindertjes, wonderbaarlyk van Koloriet, die eenen Kandelaar draagen, en de twé Evange- listen St. Lukas en St. Mattheus. Ter Kerke van St. Jugüstyn, in de Kapelle van 't H. Kruiz, heeft hy een Gedeelte van 't Schilderwerk in Fresko ge- maakt, 't geen de Kruizvinding' van Se. Helena ver- beeld ( i), en op de Zyden Si Cecilia en Si Lucia. Eene Friez, met verfcheide Sieraaden van Pleister, in 't Paleiz Masfimi; een' andere Friez, by den Kardinaal Farnéfe, en op de Muur de Triumf en de Jagt-oeffeningen van Bacchus. In 't Studeervertrek van 't Paleiz de Medicis heeft hy de Historie' van Ka • rel V. gefchilderd, op agt Paneelen. Men ziet, in de Koningi. Zaale van 't Vatikaan , twé groote Ko- ningen, Befchermheeren der Kerke, en de Giften van hen gedaan : zyne Pleisterwerken aldaar, wor- den oneindiglyk hooger gefchat dan zyn Schil- derwerk. Een Afdoening van 't Kruiz, wat befchadigd,
is
(i> Deeze Kapel is zo duister, zegt Richardfon, dat men
ter naauweinood de Figuuren kan-onderfcheiden die maar al te donker van zig zelfs zyij»: voor 't overige, 't geen men 'et in ziet is. niet goed. |
||||
Florentynse Schilders. 235
js in de Kerke van 't Hospitaal der Barmhartigheid,
te Parys.j.... Het.,-fehoone, J\£eraale-Péérd,, draagende Louis XfiJ7.,' is op 'tMidde vande Plaats Royaal, in die Sthd. In 't Paleiz Royaal, ziet men eene Afdoening' van 't Kmiz, Halfleeven, op Hout ge- fchilderd.: V erscheide maaien is de Afdoening van 't
Kruiz gebraveerd, welke in de Trinita des Bergs ge- fchilderdus. De Ridder Dorigny heeft daarvan hec beste varl^allen uitgegeeven. / |
|||||
FRAN-
|
|||||
FRANCESCO SALVIATI.
PAter Orlandi noemd'deezen Schilder, Cecchi-
no, of Cecco. De Naam van S a l v i a t i , wel- ke hem gemeenlyk gegeeven word, koomt van de Vriendfchap welke de Kardinaal deezes Naams hem toedroeg. Francesco wierd gebooren,A°. 1510, te Florence. Zyn Vader was genoemd Michel jnge- lo Rosfi, die hem wilde opbrengen in zyn Hand- werk der Fluvveelververye. De Zoon, die van gants anderen Zin was, gaf zig vuuriglyk over aan de Tekenkunst. Men befteede hem dan by eenen |
||||
Florentvnse Schilders. 237
Goudfmit, alwaar zyne Tekeningen de Goedkeu-
ringe der Kenneren weghdroegen. Fafari,en eenï- ge jonge Schilders die met hem omgingen, deeden hem befluiten om de Schilderkunst te omhelzen : welke hy aanvanglyk leerde by Juliaan Bugiardini, en voorts by Baccio Bandinelli, die hem met Ver- haak in zyne Schoole omring. D e onophoudelyke Oeffening, waarmede hy zig
aan de Schilderkunst overgaf, deed hem in weinig Tyds boven zyne Makkeren uitblinken. Men droeg hem als zodanig voor aan den Kardinaal Salviati, die naar eenen jongen Schilder gevraagd had, om daaraan al de noodige Hulpe ter Volmaakinge toe- tebrengen. Hy quam te Rome, en behaagde aan. den Kardinaal: zyne eerste Werken, 2ynde eene H. Maagd, en 't At'heeldzel der JVigt des Kardi- naals met dat haares Gemaals , wierden zeer ge- preezen. Fafari, die van den Kardinaal de Medicis te Arezzo was gezien, quam op deezes Bevel te Ro- me, ging zynen Vriend Francesco vinden, waarmede hy aftekende al wat fchoon in deeze Stad was. Francesco moest verbeelden , in de Kerke
dellaPace, eenen Kristus die St. Filippus aanfpreekt, en in onderfcheide Vakken twé Boodfchappen . Deeze Schilderyen gaven hem veel Eere. Vervol- gens gaf de Kardinaal Salviati hem den Koepel zyner Kapelle, waarin hy 't Leeven van St. Jan den Dooper fchilderde. De Prins P. L. Farnéfe nam hem voorts in zyn' D;enst, en deed hem maaken de Historie' van Alexander den Grooten, voor Tapyten die in Vlaan- deren gewerkt wierden. Salviati wierd naar Floren- ce gezonden, daar de Bruiloft van den Hertog Cos- mus hem Gelegenheid gaf, om eenen grooten Zé- genboog te maaken. Vervolgens ging hy naar |
||||
238 FtOEENTYUSE SCHUDÉRS.
Bologne, en van daar naar Venetië. Eene Pfycbe
in den Agthoek eener Zaale des Patriarchs Grimani, en 't Portret van Aretyn, waren zyne voornaamile Werken in de laatstgenoemde Stad. Francesco tekende fraai, zyn Koloriet was
eêl , zyne Denkbeelden bevallig, zyne Kleedyen breed, en zo lugtig dat liet Naakt daardoor heen' fcheen : dogh, hy was gemanierd, en zyne Om- trekken waren wat hard. 't Verblyf te 'Venetië hem verdrietende, ging
hy naar Lombardye en hield zig te Mantua op, om de Werken van Julio Romano te bezigtigen. Van daar begaf hy zig naar Rome, 't geen hem niet lang konde houden, en alwaar hy weinige Werken maakte. Men meldde hem , dat de Groothertog eenen
Schilder noodig had voor de Hertoglyke-Zaale zyn's Paleiz te Florence; en dit was genoeg, om eenen Man van zynen veranderlyken Aart te ver- lokken. _ Op zyne Overkoomst, flelde de Vorst hem in die Zaale te Werk, waarin hy de Historie van Camillus verbeeldde. Nog fchilderde hy, een' fchoone Toerustinge een's Schouwtooneek ' Hy maakte 'er ook veele Portretten ; en het Tafereel eenes St. Thomas, die de Wonden des Zaligmaakers betast, 't geen nu te Lyons is. Zyne Quaadfpreekendheid maakte hem weinige
Vrienden. Hy had voor Gewoonte, de Werken van anderen te verachten en de zynen hoog te ver- heffen. Zeer misnoegd op zyn Vaderland wederom te;.fow7<?koomende, kogt hy 'er een Huiz, en Be- dieninge by den Paus, om 't Geld te plaatsfen 't welk hy van Florence had gebragt. De Kardinaal Faméfe oeffende het Penfeel van
Francescoj in de Kapelle van£ï. Giorgio, en in de
|
||||
Florentynse Schilders. 239
de Klyne-Zaaie zyn's Paleiz , waarin hy alle de Af-
beeldzels der Prinsfen van dat Huiz maakte. Ver- volgens gebruikte de Kardinaal Riccio hem, om zy- ne Groote-Zaale te fchilderen. Zyne nacuurlyke Wispekuurigheid bragt hem,
om den Kardinaal van Lottheringe naar Vrankryk te volgen. Franfois I. had 'er eenen Schilder ge- eischt; en Francesco Salviati was daartoe uitgekooren. Hy vond 'er Primaticcio, die in Gunst was en hem zeer wel ontfing. Zyne Gewoonte, van op alle Werken te vitten, behaagde aan 't Hof niet. Hy bleef 'er twintig Maanden, zonder 'er veel
uittevoeren : 't is waar, de Kardinaal van Lotthe- ringe deed hem arbeiden, om verfcheide Zaaien van zyn Kasteel van Dampierre, by Chevreufe, te verfie- ren; en hy fchilderde ook de Kapelle van 't Kasteel van Fresne. Toen ter Tydt was 't Oorlog, waarin Franfois I. niet aan de Kunsten dacht. Francesco fchiep 'er Verdriet, volgens zyne Gewoonte. Na- iverig over de Werken van Ros/o, en van Prima- ticcio, ging hy naar Milaan, en voorts naar Floren- ce, daar hy zynen Vriend Vafari wederom zag. Na de Dood van Paulus IV., en onder 't Paus-
fchap van Pias IV., verwierven de Kardinaal Far- néfe en Vafari, dat hy eene Schoole te Rome zoude oprigten, en de Helft der Koninglyke-Zaale zoude maaken : zynde de andere Helft overgelaaten, aan Daniël Volterra. Met deezen zogt hy twist; alsme- de met Pirro Ligorio, Bouwmeester des Paus, die eerst zyn Vriend was, en van hem veracht zyne IL inboezemde, om aan ider der andere goede Kunstenaaren eene Historie in die Zaale aantebe- ftecden. Francesco verliet daarop wederom, 20 voort;
de
|
||||
«4-0 Florentynsè Schilders.
de Stad Rome, en begaf zig naar Florence, daar hy
alles aan Vafari klaagde. _ Zonder na Raad van dee- zen Boezemvriend te luisteren, ging hy wel dra weder naar Rome te rug. Vindende aldaar Taddéo Zucchero, en verfcheide andere Schilders aan de Ko- ningl. Zaale arbeiden, wilde hy 't Stuk niet vol- tooijen 't geen hy begonnen had. De Wanhoop, Waarin alle die Tégenfpoeden hem bragten, dee- den hem in Ziekte vallen, zulks hy A°. JJ63 in Ro- me ftierf, oud 53 Jaaren. Hy heeft weinige Leer- lingen gehad : men kend 'er maar twé : Jozef Por- ta, gezegt Salviati, en Annïbal Nanni. Fkancesco Salviati tekende gemeenlyk
op Blaauw Papier, met eenen Omtrek der Penne hebbende veele Artfeeringen in de Schaduuwen, een weinig met Roet gewaschen, en door 't Penfeel ge- hoogd met Wit. Zyne Standen zyn gedwongen, zyne Hoofden gemanierd en ongewoon gehuld. Overal vind men 'er den Smaak van Raima in. Te Rome, in de Kerke der Vrede, heeft hy
veele Stukken gemaakt. In die der Barmhartig- heid, by 't Kapitool, is eén Onthoofding van St. Jan , en een Bezoek. De Kipelle van 't Paleiz St. Giorgio, verbeeld St. Laurens; de Geboorte van Jezus Kristus in 't groot, waarin het Afbeeldzel des Kardinaals Salviati gevonden word; de Bruiloft van Kana, te St. Salvador Lam ; en boven de Poort, St. ■Joris te Péérd. In eene Zaale van 't Paleiz Riccio, heeft hy ver-
beeld de Historie van David en Bethfeba, en de Dood van Urias. In de Madonna del popoio , heeft hy de ■Kapelle Chigi voltooid, begonnen door Sebastiaan del Piombo. De Schilderyen der Frieze, boven den hoepel, waarin Adam en de vier Jaargetyden in vier
|
||||
FtORENTYNSE SCHILDERS. Z^t
vier Ronden gezien worden, zyn mede van zyne
Hand ; gelyk~«»efe in ,dfi Hoeken,-t-wé-iQaderwerpen waarvan 't éene,eefi';Geboorte is. Te Florence.,heeft hy in de Groote-Zaalé gefchil-
derd, de Historie' van Fimus Kamillus, met eenen gewapendeiyMw in een'ïw ,■ en in eene andere, Diana met haare Jagthonden. f^Riviergod d' Arno, aan een' andere Zyde, met een,r Hoorn van Over- vloed, heft'een Kleed op, om Florence met!de Paus- fen en Hertogen van 't Huis de Mediciste doen zien. In de Kerkè~van 't H. Kniiz, heeft hy eene won- derbaarelyke AiUoeniuge van 'c Kruiz gefehiiderd. Men vind te Venetië de Historie van. Pfyche, 'm
de Zaale des Patriarcbs Grimant"; en uitmuntende Figuuren , in eene Zaale waarvan Jan da Üdine het Pleisterwerk en de Sieraaden heeft kt. By de Nonnen:"-van"-'t -Corpus .Domin-F, < Dood'ea
Kristus , met de Maagd , en eenen Engel in de
Lucht, draagende de Werktuigen; van 't Lyden. Te Parys, by de Cekstynen, in-,de Kapelle van
Orleans, is een Afdoening van .Vïöuiz. De Ko- ning van 'Franhyl bezit van hera,'eenen Adam en Eva uit het Paradys gejaagd. Te Lyons , in de KapelJe der Florentyneren , is
de Ongeloovigheid van St. Thomas. Hollar, Matham , Philippe Thomasfin, Diana ,
Mantuana , de Sadelaars , en andeien, hebben na deezen Meester gegraveerd, en omtrent tien Stuk^ ken gegeeven. V
|
|||||
Eerjle Deel Q LODO«
|
|||||
242 Florentynse Schilders.
|
||||||
fc. unirfU. /, ,*±
|
||||||
LODOVICO CARDI, of CIVOLI.
IOdewyk Civoli, oïCigoli, was genoemd
j Cardi, en gebooren A°. 1559, in 't aloud Kasteel van Cigoli, Landftreek van Toskaane. Schoon men hem Leerling van Alexander Allorikan noemen, heeft hy altoos de Werken van M. Angelo, van Cor- regio, van Andries del Sarto, van Pontormo, en van Barozio, gekopieerd. Evenwel nam hy raad van Santi di Tito, welke te Florence de eerste Plaatsfe onder de Schilders hield. Dewyl Allori dikwyls overgegeeven was aan de'
|
||||||
Flörèntynse Schilders. 24.3
de Ontleedkunde , modelleerde de Leerling , die
hem op deezen Koers volgde, de Geraamtens in Wasch welken hy ontleed had. De veelvuldige Be- handeling die'r Lyken , de Befmetting v/elke daar- van onaiïcheidelyk is, de Schrik van zig in zulk akelig Gezelfchap te bevinden, deeden den jongen Cardi 't Geheugen verliezen, en veroirzaakten hem een Soort van Vallende-ziekte, die hem nood- zaakte Toevlugt tot zyn' Geboorte-lucht te nee- men. Drie Jaaren verliepen, om hem te herftel- len. Zyn eersre Tafereel wiercl de H. Maagd aan- geboden , welke hy in zyne Ziekte dikwyls aange- roepen had. Ci voli doorkruiste gants Lombardye,en maakte-
'er eene verbaazende Studie. In Florence te rug zynde, wierd hy in de Akadémie der Schilderkunst ontfangen, op een Tafereel van Kaïn en Abel. Zy- ne Gaven ftrekten verder: de Dichtkunst, waarin, hy zig oeffende, bezorgde hem eene Plaatsfe in de Akadémie der Crusca. De Muhek hield hem mede dikwyls bezig ; en bragt hem tot ontrouw aan de Schilderkunst. Dewyl hy de Marteling van St. Lau- rens in Gemeenfchap maakte, verbreidde zyn Med- gezel overal, die zyn Tafereel reeds klaar had, dat Ci vol 1 liever op de Luit fpeelde dan aan den Ar- beid was om zyn Werk te voltooijen. Deez Trek prikkelde hem : zyn Schildery , inderdaad weinig gevorderd, gaf Blyk van zyne Verwaarlodzing', Hy nam dan de Luit en floegze aan Stukken , om vari zyne Kunst niet meer afgewend te worden. C ivo li ging met Pasfignano naar Perugia, en-
keld om het Tafereel der Afdoeninge van 't Krutó 5 van Barozio te zien. Op 't Gezigt van dat uitmun- tend Werk, bekenden zy beiden verwonnen te zyrt. Civoli maakte vervolgens, om llryd met dier! 4 2 Sehils
|
|||||
' \
|
|||||
244 Florentynse Schilders,
Schilder en met M. Angelo Caravagio, eenen Ecce
Homo, die verre boven de anderen gekeurd wierd. De Groothertog deed by uitftek recht , aan dit fchoone ituk Werks; en plaatste het in zyn' Slaap- kamer. D i e Werken verfchaften hem anderen, in 't Pa-
leiz Pitti: als, eene Venus leggende met een' Sa- tyr ; en de Offering van Ifaac, welke ten Aanzien van 't Koloriet, en van de Uitdrukkinge, een zy- ner fchoonfte Tafereelen is. De Vorst deed ver- fcheide Schilders koomen, om eene Opftandinge des Zaligmaakers in eene Kapelle zynes Paleiz 'te verbeelden : alwaar de klyne Ruimte niet toeliet zulke groote Figuuren te fchilderen als hy wenste . Alle zeiden zy, dat het ondoenlyk was. Civoli wierd het eige gevraagd, en Haagde daarin. Hy maakte op den Voorgrond groote Krygsknegten , waarvan hy maar eenigeDeelen deed zien. De drie Marien, klyn van Maat', toonden zig in 't Ver- fchiet. Zyn Kristus, die op den Middegrond was, bequam daardoor eene behoorlyke Grootte, zoda- nig als de Groothertog verlangde. De Vorst zond hem naar Rome, om zyne Stu-
diën voortezetten: gelyk hy zodanig deed, dat zyn Roem daardoor grootelyks groeide. Eenigen Tyd naderhand quam hy wederom te Florence, alwaar hy verfcheide Werken fchilderde : onder anderen, Triumfboogen, en Sièraaden van Schouwtoonee- len, voor de openbaare Feesten wegens 't Huwe- lyk van Maria de Medicis, Doghter van den Groot- hertog Franjïskus ƒ., met Henrik IV, Koning van Vrankryk. De Uitgeftrektheid zyn's Vernufts deed zig kennen in de Bouwkunde, en in de Doorzigc- kunde. Het Genoege 't welk de Groothertog in hem
nanv
|
||||
FlORENTYNSE SCHILDERS. 245*
nam, bleek in alle Gelegenheid. Door Tusfenkoomst'
deezes Vorste wierd Civoti benoemd, om een van de groote Tafereelen, der Kerke van St. Pieter te Rome, te fchilderen. Deeze Stukken waren voor nimantgefchikt, dan voor de befaamdfle Schilders der Eeuvve. De Groothertog fchonk hem eenen Gouden Keten, tot zyne Reize naar Rome; en gaf hem Huizvescing, in zyn Paleiz der Trinita des Bergs. Ci voli bevond zig naauwelyks te Rome, of hy ving zyn Tafereel aan, op Steen van Lavag- na (i) : 't verbeeld.de St. Pieter, geneezende eenen Kreupelen aan de Deure des Tempels. Hy maak- te de Tékeninge van 't Paleiz Meditis, op de Plaats- fe Madama; en die van 't Voetftuk van het Metaale- Péérd 't geen Henrik indraagt, geplaatst te Paryst op de Pont-neuf. Het Huuwelyk van Prins Cosmus , Zoon des
Groothertogs, riep hem wederom naar Florence . Drie Triumfboogen wierden door zyne Hand uit- gevoerd. Hy fchilderde nog, in eene der Zaaien van 't Oude Paleiz, den Groothertog Cosmus I en den Vloed Arno : zo groots van Maniere, dat hy 't Werk verdoofde 't welk Pasftgmno in de eige Zaa- le had verbeeld. De Tafereelen welke hem de meeste Eere gegeeven hebben, zyn de Tekenen der Kruizwonden van St. Franfiskus te Foligno, en 't Martelfchap van St. Stefanus, welk laatstgemelde hem den Naam gaf van den Florentynfen-Corregio. De Groothertog wilde hem gantfelyk aan zyn Per- foon verbinden, om de Tekeningen te maaken van zyne 'fchoone Kapelle van St. Laurens: hy bood hein
( 1) Een Soort van Lei, gehaald uit de Nabuurfchap van
Genua, en bequaam om op te fchilderen, in Plaatsfen alwaar Doek verrotten zoude. 0.3
|
||||
24-6 FtORENTfNSE SCHILDERS,"
hem een zwaar Jaargeld aan, 't welk de Liefde der
Vryheid hem deed weigeren. De Feesten over zynde, keerde Civoli naar Ro-
me , om zyn Schildery en zyne eige Huizvesting in 't Paleiz Medkh te hervatten. Geduurig ging hy lékenen, op de Akadémie van St. Lukas: waarin zyne Benydigers hem niet konden beletten, ontfan- gen te worden. Civoli was akooz ongelukkig, benyd, vervolgd, en flegt vergolden. Niets beval hy met meer Nadruk zynen Leerlingen , dan de Eendragt en de Vrlendfchap onder hen. Don Vïrgilïo Orfini verzogt Civoli van den
Groothertog ; en nam hem tot zynent: zo wel om hem te zien fchilderen, als om zynen veritandigen Omgang te genieten. In dat Paleiz vond hy alle de Gemaklykheeden van 't Leeven, zonder eenige Afwendinge van zyne Bézigheeden. Terwyl hy aan zyn groot Tafereel in de Ker-
ke van St.Pieter arbeidde, Hoop imant behendiglyk in de Omheininge welke hy daar rond-om had doen maaken , nam 'er eene Schetze van, deedze heime- Jyk graveeren, gaf de Plaat uit, en befchuldigde Civoli, van zyn Schildery na hem gekopieerd te hebben. Om deeze Lastering te doen ophou- den, vond Civoli zig genoodzaakt de Stellazie ïe doen openen, efï voor 't Oog der gantfe Wereld, te arbeiden. De Gemaklykhejd van zyn Penfeel, zyn vrugtbaare Geest, waren de Wapenen die hem dienden om zyne Vyanden te befchaamen. Dat fchoone Tafereel wierd dan ten toon' gefteld, floot den Mond aan de Nyt, en deed zynen Maa- lt er op den hoogden Trap van Roem en Achtin- ge ftygen. Pau lus V. deed hem veele Tekeningen maa-
ken, voor den Voorgevel en de Zyden der Kerke van '
|
||||
Florentynse Schilders.
|
|||||||
H7
|
|||||||
van St. Pieter, en deed hem arbeiden aan den Koe-
pel zyner Kapelle te Se. Maria Maggiora. Hy ver- beeldde 'er den Eeuwigen Vader , omringd van veele Engelen ; de H. Maagd is in 't Midde , en de twaalf Apostelen zyn om laag geplaatst. Men kan van deezen Koepel niet oirdeelen, dan van een enkeld Oogpunt: van alle andere Afftanden vallen deFiguuren,zyn ze te kort, en zeer onaange- naam voor 't Gezigt. Dit Stuk wilde hy ter neer werpen, om het wederom op nieuw te beginnen : maar, de Paus verbood het hem ukdruklyk, 'c geen hem groot Verdriet'baarde en gedeeitelyk Oirzaak zynes Doods was. Om zyne groote Hoedanighee- den te vergelden, gaf de Paus hem een' Gunstbrief, die te Malta ge-eerbied wierd, om hem aldaar als Dienend-Ridder intelyven. Deeze Eere dmfing hy op zyn Doodbedde, A°. 1613, in den Ouder- dom van 54 Jaaren. Zyn Lyk wierd naar Florence gevoerd, in de Kerke van S« Felkita. Zyne Leerlingen zyn Domenico Feti, Sigismond
Coccapani, Jeronimo Buratti, Aurello Lomi van Pi/a , Jntonio Lelli de Romyn, en Jan Bdiverti die ver- fcheide zyner Schilderyen voltooid heeft. Civoli tekende fraai: zyne Manier is groots
en verheven. Gemeenlyk zyn zyne Tekeningen gefield meteenen Omtrek der Penne, en gewasch- en met Roet of met O. I. Ink, met Artfeeringen in de Plooijen. Andere zyn.getekend met Zwart- kryt, vermengd met eene Penne van Roodkryt, of met Roet gewaschen. Die met Roodkryt zyn ge- daan , zyn byna gedoezeld, met wat Krytwit, Een zékere Florentynfe-Smazk, de Hairen zyner Hoof- den , de Menigte der Plooijen in zyne Kleedyen , zyn de Aanwyzingen zyner Hand. Zyne voornaamite Werken te Rome, zyn St.
Q_ 4. Pie- |
|||||||
248 Florentynse Schilders.
Pieter geneezende eenen Kreupelen aan de Deure
des Tempels, in de Kerke van St. Pieter; en den Koepel der Kapelle van Paulus V., te S« Maria Maggiora. Te St. Jan der Florentyneren, in de Ka- pelle van St. Jeronimus, deezen Heilig die fchry- vend is, en twé Deugden om hoog geplaatst. Te St. Paulus buiten de Muur en, de Bekeering des Hei- ligs met menigte Figuuren en Engelen; een Kris- tus, en eene Se. Brigitta voor 't eige Kon vent. De Histori van Pfycbe is in Fresko, in de Logie van den Tuin des'Lusthofs Borghéfe. In 't Paleiz des Hertogs Bracciano al monte Gordiano, vind men ver- fcheide Stukken in Fresko ; en een Daniël, op de eige Maniere gefchilderd, voor den Kardinaal Ar- rigoni te Freskati. Te Florence de Marteling van St. Stefanus, be-
faamd Tafereel, voor de Nonnen di Monte Domini; in 't Choor van Santa Maria novella , St. Fincent Ferrero aanneemende 't Gewaad van St. Dominicus, en Jezus Kristus nedergedaald ter Helle. Voor den Dom te Livorno, de Dooping des Za-
ligmaakers. Voor deServiten van Pistoya, de Geboorte der
H. Maagd. Te Forli, de Maaltyd van Jezus by den Fa-
rizeen , met Magdaleena. Een ander Tafereel, voor de Kapelle van St. Mercuriale, in de gemel- de Stad. I n de Kerke van St. Francesco, te Cortona, is een
H. Maagd met vier Heiligen, en een Mirakel van 't H. Sakrament, gedraagen door St. Antoni van Padua. Voor de Geestelyke Doghteren van St. Onofriot
te Foligno, de Kruiztékens van St. Franfiskus. Te Bobgne, in de Kerke van St. Pieter Maggio-
re ,•
|
||||
Florentynse Schilders, 249.
re, eene fchoone Aanbiddinge der Wyzen, in de
Kapelle Atyinï \'~ -~*«KË£...... In de Ambroiïè'fe Bibliotheek, "^Milaan t een
Si. Piet er. IN de G;allerye des Groothertogs te Flötence, eene
fchoone zittende Magddeena, leevensgrbot, hpu- dende een Doodshoofd. Een H. Maagd^, met het Kind Jczi{s, 't geen Bloemen; heeft; dè OfFering van Ifaac j een Venm ,;.;legge'nde_by eenen Satyr. De befaamde Ecce H0b Ris^€êïïrzyne$ fchoone Werken. | Z y n e voornaamfj^jj ravéerders %tfh ,, Dorigny,
C. Gdle, Stybftge ^^masJin^^€oelAns. |
||||||
■ . ■
|
||||||
Q$ FRAN-
|
||||||
tgo Florentynse Schilders.
|
|||||
FRANCESCO VANNIUS.
INdien men den Schilder wil kennen die 't
naast aan Barozio koomt, dan zal Francesco Vannius zig aanftonds voordoen, met Uitflui- tinge van Serdo en vaü alle anderen. Siena was zyn Vaderland, A°. 1563; en zyn Vader een ge- meen Schilder. Aanvanglyk arbeidde hy onder 't Beftuur van Jrcangelo Salimbeni, en volgde de Ma- niere van Frederik Zucchero. Op zyne twaalf Jaaren wierd hy na&r Bologne gezonden, om 't Onderwys van
|
|||||
\
|
|||||
Flqrentynse Schilders. 251
van Pasferotti te bekoomen, alwaar hy twé Jaaren
bleef. De Antieken, en de Werken van Rafaël, trok-
ken hem naar Rome, en openden hem den Wegh ter Glorie. Hy begaf zig by Jan Vecchl, die met Vermaak deeze jonge Spruit groeijen zag. De Rid- der Jofepyn befchouwde hem met zulk goed Oog niet: die wierd na-iverig over hem, Vannius fchilderde verfcheid e Werken, onder anderen eenen St. Michiel Aartsengel die den Boozengeest overhoop werpt, en geplaatst is in de Sakristye van St. Gre- gorius. Hy arbeidde in de Minerva, en onder 'e Portaal van 't Campidoglio. Verre gevorderd zynde in zyneKunst, keer-
de hy te rag naar Siena : alwaar hy, alle de onder- fcheide Manieren verlaatende welken hy gevolgd had, zig gantfelyk overgaf aan die van Barozio. la deeze Schoole bequam hy de Bêv den, en 't murw Penfeel, welke men in zyne Werken vind:
de Smaak deezes Meesters had zo veele Aanlokze- len voor hem, dat men hen dikwyls voor malkan- deren neemt E1 n d e l y k gaven de Werken van Corregio aan
V a n n 1 u s, in zyne Reize naar Lombardye , die weelige Maniere, waarmede hy zo veele fchoone Dingen heeft voortgebragt. Gemaklyk in zyne t'Samenftellingen, van vrugtbaaren Geest, tekende hy zeer juist. Zyn Koloriet was kragtig, zyne Hoofden bevallig, en hy fchilderde zyne Taferee- len met veel Liefde. De Onderwerpen van Godtsdienftigheid, voeg-
den hem zeer wel. Door zyne zagtzinnige Zeden 4 en zyn' godtvrugtigen Aart, heeft hy zig daaraan < veel gewilliger overgegeeven dan aan anderen , Vannius deed zig van de gantfe Wereld bemin- nen. |
|||||
S52 FtORINTYNSE SCHILDERS.
nen. De Kardinaal Baronius was zyn Voorfbander.
Door 't Middel van deezen , riep Klemens VIII hem naar Rome, om in St. Pieter het fchoone Tafe- reel van Simon den Tovenaar te fchilderen. Ter Ver- geldinge, ontfing hy van den H. Vader, uit Han- den van den Kardinaal Baronius, den Ridderorde van Kristus. Vannius bezogt geerne zyne Kunstgenooten :
hy hielp hen met zynen Raad. Niet nydig over htm Fortuin , ondernam hy vrywilliglyk eene Rei- ze om hen te zien, en kogc zelfs van hunne Ta- fereelen. Guido maakte zelve eene zeer naauwe Vriendfchap met hem , en vond te Rome, door zyn Middel, bezigheid by den Kardinaal van <S« Ce- cilia. Vannius had de Eere, Gevader te zyn van Fabio' Chigi, die vervolgens Alexander VIL wierd. N a hy eenigen Tyd te Rome gearbeid had, quam
hy weder te Siena, alwaar hy Blyken gaf van zyne Bequaamheid, in de Bouwkunde en in de Werk- tuigkunde. Daar wierd geen Gebouw gefbigt, waaraan hy niet veel Deel had. De Opperheers- fers, de groote Heeren , beïverden zig om van zy- ne Schilderyen te hebben. Hy zoude de eerste Schilder zyn's Tyds geworden zyn, indien de Dood hem ïn 't Midde zyner Loop niet gefluit had, in den Jaare 1609 , het zes-enveertigfle Jaar zyn's Ou- derdoms. Zyn Lyk wierd naar Siena gevoerd, in de Kerke van St. Joris. Zyne Leerlingen zyn, Rutilio Manetti, AstoJfo
Petrazzi, en zyne twé Zoons, Rafaël en Michel- Angelo Vanni. De Tekeningen van Vannius zyn geacht.
Zy hebben veel, van den Aart van Barozio. Daar 2y.n 'er van O. I. Ink, welker Omtrek met het Pen- feet
|
||||
Florentynse Schilders. 255
feel gemaakt is; andere met de Penne, gewaschen
met Roet, gehoogd met Wit; eenige, met Rood- kryt, of gewaschen met Roodkryt. Op welke Wy- ze zy ook gemaakt zyn, kend menJn haar de Om- trekken van Barozio, deszelfs Zwier van Hoofden, en Maniere van Denken : maar, men vind 'er min- dere Kunstgreep, minder Kragt, en minder Vuur in. Zyne Werken te Rome, zyn 't befaamd Tafe-
reel van Simon den Tovenaar, in de Kerke van St. Pieter. In die van Jezus , het Tafereel van Si Ce- cilia. In de Kerke van Si Cecilia heeft hy de Dood deezer Heilige gefchilderd, met eene Vrouwe die haar 't Bloed afveegd ; en een ander Tafereel, zyn- de een Kristus aan de Pilaar. Een doode Kristin, voor de Cbiefa nuova. Voor de Sakristye van St. Gregorius, St. Michiel Aartsengel, die den Weer- fpannigen-Geest neêrklinkt. Te Siena ziet men, byden Serviten, eenefchoc-
ne Boodfchap. In de Kerke van St. Giorgio, een Kruisfifix, met de Beelden der H. Maagd, van St~ Jan, van Magdaleena, en van Longmus, die de Zy- de van Jezus doorfteekt. In de Kerke der Broe- derfchap van Se. Lucia heeft hy in Fresko gefchil- derd , deeze Heilige in een' Glorie' met verfcheide Heiligen. By den Kapufyneren, onzen Heer met de H. Maagd, St.Jan, St. Franfiskus, en Si Katbari- na. In de Kerke van St. Dominikus, fchilderde hy St. Hyacintbus, die de Hostie en 't Beeld der H. Maagd red, uit Handen van de Vyanden des Kris- telyken Naams. In den Dom van Siena, is een Vlugt naar Egipte en een Geesfeling ; in "de Ker- ke van St. Jan, de Doop onzes Heers; in die van Refugio, het Huuwelyk van Si Katbarina* Voor de Brocderfchap van St. Ambrofius, maakte hy onzen Heer
|
||||
254 Florentynse Schilders.
Heer met de H. Maagd, St. Barthohmeus, en St.
Ambrofius. Te Pi/a ziet men in den Dom', een Tafereel
vol Figüuren, en de vier Leeraars der Kerke die over 't H. Sakrament rédentwisten. T e Genua, in de Kerke van O. L. V. van Carig-
nan, St. Maximinus die Magdaleena kroond. T e Lucca, by de Dominikaanen, St. Thomas a"A-
quinas aan de Voeten des Zaligmaakers. Te Pistoia, in de Kerke van de Magdaleena der
Madonna del Umilta, de Aanbiddinge der Koningen. Vannius heeft eenige Plaaten geëtst, gelyk
den St. Franfiskus op twé byzondere Wyzen, eene Si Katharina van Siena, en de H. Maagd in 't klyn j Augustyn Caratz, C. Galle, Sadelaar, Villamcna, Che- fubin Albert, P. de Jode, L. Kilianus, Coelemans, en anderen , hebben veele zyner Tafereelen gegra^ veerd.. Het Leeven van Si Katharina van Siena, na zyne Tekeningen, in twaalf Bladen, is door P. de Jode gegraveerd. |
|||||||
PIE-
|
|||||||
FtORENTYNSE SCHILDERS. 2$$
|
||||||
PC.tLX^St.-fioJl.-
|
||||||
PIETRO da CORTONA.
TOskaane heeft byna geen grooter Schilder
gehad, dan Pieter de Cortona. In den Jaare 1596 gebooren , ter Stede van deezen Naam , wierd hy genoemd Fietro Berettini. Hy was Leerling van Andrea Comniodi, by wien zyn Va- der hem geplaatst had. Zeer jong zynde quam hy te Rome, onder 't Befluur van Baccio Ctarpi. De lompe Maniere waarop hy tekende, deed hem Ezels- kop noemen van zyne Medgezellen : maar, deez Ezelskop deed hen allen, die hem dus gewoon wa- ren |
||||||
^50 Florentynse Schilders.
ren tebetytelen, als zodanig voorkoomen. Zyne
eerste Werken" beMagderi '""ÏÏneinciïglyF ' aan den Marquis SacchcUi, die hem in zyn Paleiz liam. De Oplettenheïïc^waarmede hy de fchoonste 'Antieken befchouwde, zyne Studie na Rafaël, M. Angelo, en Polidoor ^ volmaakten hem in weinig Tjjds. C o R t o K a had geput uit de eige Bronrien, waar-
uit de gantie Wereld put: maar, met doórzigtiger Oogen en jmet ongemeener Gaven. Men ftond verbaazd cjyer denHioof der Sabynen , en over eene Batailjkyan Alexmder,)Reiken hy gknts jong in 't Paleiz Ükgchctti > •fehilderde. Hy fchynt daar c-elyk te fcaan i^.de grootste:Meesta-s,:door zy- ne fchocne^Ordinanfie,' Verhevenheid van Gedach- ten , groot Koloriet, en fchoonen Toets. Eene Ge- boorte, voorde Kerke St. Sahatore.rm: Lduro (i); de Werkerl'öie^^^K^dmaalr^f^^tr'hëm aanbe- val , voor $e Bïlnana\ en de bef&mfe Zaal van Bar- berini (2), verwierven hem zo;^pEerc£, dat hy den eersten Schilder zynes Tyds^f ierd. \ Deeze Zaal is eeft der fchoonste Dingerf'ëun Rpme (3). Schoon zeTfTTreskö gefchilderd is, doen 'de Kragt van
(1) Felibien zegt, dat dit Werk veel van de Manier*
yan Caratz heeft, en hem zyn'Roem gaf'. (2) Paus Urbanus VIII., die uit dit, Hniz fproot, deed
hem dezelfde maaken. Sandrart zegt, dat de Paus, terwyl Cortona daaraan fehilderde, zig byna daaghlyks te Voet door 't Paleiz van 't Qitirinaal daarna toe begaf om hem te zien arbeiden, en 't uitterfte Genoegen over zyne Gefchikt- heid en Vlyt toonde. (3) 't Is de fchoonfte t'Samenftelling, zegt Richardfon ,
welke ooit van Cortona is gemaakt, en inogelyk de ryk- Ite en de overvloedigfte welke men immer gezien heeft. Het Koloriet is uidteekend fchoon, helder, en luisterryk. In weêrwille van 't groot getal Figuuren, waaruit het Werk t'fa- tnengefleld is, overkroppeu ze echter geenzints malkanderen. |
||||
FiiOKENTïNsi; Schilders. 25?
van 't Koloriet, en een zo malsche als lieftallige
Toets, haar voorkoomen als of zy in Olie gefchil- derd was ( r). Cortona heeft daarin verbeeld, de Zegepraal
der Glorie, met de Hoedanigheeden van 't Huiz Barberini > deszelfs Wapens en Zinfpreuken. De; Glorie is verzeld , van de vier Deugden en van Zinnebeelden , met zeer fchoone Paalgoden , en Sieraaden van keurlyke Verkiezinge. In de twé groote Stukken, ziet men Bacchus, omringd van veele Figuuren ; en ter andere Zyde, Fenus leggen- de tusfen Minnegoodjes. Het tvvéde Stuk verbeeld de Kerkelyke-Mogendheid, welke den Tempel vart Janus fluit, de Raazernyen verjaagd, en aan den Bergreuzen beveeld Wapenen en Gefchut te fmeê- den» ter Zékerheid der Staaten des Paus. Men droeg hem op, het Tafereel der Drie-eenheid voor' de Kerke van St. Pieter te Rome, 't geen geplaatst is in de Kapelle van 't H. Sakrement. Hy maakte: ook de Kartons, voor 't Muf dis van den Koepel det gemelde Kapelle. De Paus was daarvan zo vol-» daan, dat hy hem nieuwe Werken in 't Fatikaansan- beval; ert alle de Kloosters van Rome wilden, om flryd, Preuveri van zyne Kunst bezitten* Na
(1) Deeze Zaal is door Blóemanrt gefneeden, én befchree-
ven in 't Mdes Rarberince. Felibien bevestigd niet alleen at ■wat daarvan bygebragt is, maar fpfeekt nog van de groote; Bevalligheid en Edelheid in de Gefteltenisfe der Figuuren, van de Fraaiheid in derzelver Standen en in derzelver Zwier" van Hoofden, van de fchoone Eeiiftemmigheid der Kleurenf en wat de Italiaanen noemen Vdghezza, of LiefcaDigheid.- Evenwel zegt hy, dat de Tekening van geenen uitgeleezen Smaak is, en dat de Kleedyen der Figuuren niet volmaakte- lyk wel verftaan en natuurelyk zyn : fchoon het Geheel iets zo bevalligs en Zo zagt aan 't Gezigt vertoond, dat men groctf Vermaak gevoeld in het te befcheuwen» Eerjie Deel R
|
||||
5jS Florentynse Schilders.
Na die groote Werken kreeg hy lust, om ande-
re Deelen van Italië te zien. De fchoone Zaaken, die zig te Venetië en in Lombardye aan hem .voor- deeden, vermeerderden zyne Kunde. Trekkende door Florence, met Voorneemen om naar Rome te keeren, gaf de Groothertog Ferdinand II hem zy- ne Zaale, en vier Vertrekken aan malkanderen vol- gende, in 't Paleiz Pitti te befchilderen. Dit was hem een ruim Veld, om zyn Vernuft te oeffenen. De deugdelykffce Bedryven verfchaftten hem hier Onderwerpen (i) : als , de Kuizheid van Scipio, die van Alexander by de Gemaalinne van Darius, die van Crïspus, van Cyrus, Antiochus die zyne Gemaa- lin
(i) Indien hy de Uitvinder daarvan was (want, men
moet Onderfcheid inaaken, 't geen eens vooral gezegt is, of de Schilder de Verzinner, dan wel de enkelde Uitvoerder, van zodanige voornaame Werken is) zo zoude de Deugd in hem te vooronderdellen zyn welke hem toegefchreeven word, in- zonderheid van Sandrart die gemeenzaamen Ommegang mee hem had. Deez zegt, ftrydende met onzen Schryver , dit hy die Zaale na Genoegen heeft uitgevoerd. Evenge- ]yk haald hy de gemelde agt Historiën aan : maar, hy be- fchryft daarenboven het negende, 't grootfte Stuk des Ver- wulf ts. Hy zegt „ dat Cortona (als in alle die onder- ,, fcheide Stukken den Groothertog, die nog jong was, tot „ Navolging' der Deugd aanzettende) in dit Stuk eene fehoo- ,, ne naakte Vemts met gevlogtene Hairen te Bedde leg- „ gende verbeeldde, omringd met veele andere dartele „ Vrouwsperfoonen en den Minnegod , onder den Over- „ vloed der Gaven van Ceres en van Bacchus ; en dat een teer ,, lieftallig Jongeling dat gevaarlyk Gezelfchap, door Aanraa- ,, ding' van Minerva ontvlugt, en zig op 't Spoor van Her- „ kules begeeft: onaangezien de ter andere Zyde (taande Sa- „ tyrs, Bacchanten, en de geile Arkadiëfe Nimfen , benevens „de Wellusten, hem zoeken te lokken, volgens dit On- „ derfchrift. „ jidolescentiam Pallas a Vénere avellit,
„ Radix amara Firtutis, fruüus fuavis ". |
||||
FtORÈNTYNSE ScHUDÈRS. 2$$
lin aan zynen zieken Zoon afftaat, de Standvastig-
heid van Porfenna, de Histori van Masfinisfa, eri Augustus zig hoedende voor Kléopatra. Terwyl Cortona arbeidde, aan een die'r Ver-
trekken genoemd de Stuffa, quam de Groothertog hem zien fchilderen, die niet ophouden konde zig te verwonderen, over een fchreijend Kind 't welk daarin verbeeld is. Behaagd het uwe Hoogheid, zeide Cor- tona , op dit Oogenblik te zien, hoe gemaklyk dö Kinderen fchreijen en lachen ? Te gelyk gaf hy eenen enkelden Toets, met het Penfeel; en 't Kind fcheen te lachen. Vervolgens, bragt hy den Mond wederom , in den Staat waarin die zig bevonderi had. Dit quam den Vorst wonderbaarlyk voor. De Kardinaal de Medicis , Oom des Groother-
togs , verftaande dat C o r t o n a , Tafereelen der voornaamfte Schilders uit Venetië had medege* bragt, onder anderen van Titiaan, begeefdeze te zien : zy behaagden hem, en hy kogtze. Vyan- den van Cortona, deeden den Kardinaal geloo- ven , dat het Kopyen waren : die hem deswegens zo fcherp hekelde, dat onze Schilder , hebbende eenig Stuk voltooid, de overigen onvolmaakt het, zyn Affcheid eischte, en nooit weerom wilde kee- ren, welken.Aandrang men ook by hem in 't Ver* volg deed. Cortona leefde maar zeven Jaar, zedert zyne
te Rugkoomst te Rome. Hy fchilderde, in de Ker- ke van de Vaders der Chiefa nuova, een Mirakel der" H.Maagd, in'tVerwulft vanhetKruizvan'tMidde, in den Koepel, en in de Vlakte der Kruizboogen« Het Geftoelte verbeeld , de Hémelvaafd der H. Maagd, 't Verwulft der Sakristye, en 't Zolder^ ftuk eener Kamer, waarin Si. Filippo Neri de Mil R 2 Vierde9
|
||||
2öo Florentynse Schilders.
vierde, zyn mede van hem. Deeze Schilderwer-
ken , algemeenlyk geacht, bragten Imocentius X om hem de Gallerye zyn's Paleiz op de Plaatsfe Na- vona te geeven, alwaar hy verfcheide Onderwer- pen uit den Eneas van Virgilim heeft uitgedrukt, die door C. Cefius gegraveerd zyn. Pieter i>e Cortona was een groot Bouw-
meefter. Hy gaf daarvan verfcheide Preuven, aan verfcheide Kerken , Paleizen, Kapellen, en Graf- fteden , op zyne Tekeningen gebouwd. De Kerk van Se. Maria in via lata, die van S* Martina , zyn ander dat Getal. Aan de laatstgemelde heeft hy eene Hoodffomme van honderdduizend Ryksdaal- ders gemaakt, om daarin een Hoofd-autaar van Metaal , en zyne Graffteê opterigten , die met pragtige Graffchiften uitgevoerd is. Het Portaal van de Kerke der Vrede , gaat voor uitmuntend door. Dit behaagde zodanig aan Alexander VIL, dat die Cortona verhief tot Ridder der Goude- Spoore, en hem daarvan het Kruiz gaf, gehegt aan een' zeer fchoonen Gouden-Keten. Uit Erkente- nisfe, fchonk de Schilder wederom aan den Paus, eenen Befcherm-engel, en eenen $t. Mkhiel, van zyne Hand gemaakt. Nimant heeft meer Geeft gehad dan Cor-
tona, en nimant heeft met zo veel Gemaklyk- heid gefchilderd. Hy was gebooren voor groote Gevaartens; en men kan zeggen, dat zyne klyne Tafereelen , waaraan hy zig niet binden konde om hen optemaaken, een weinig van de Verdiensten der grooten verliezen. Hy bezat volmaaktelyk de Gaave van 't Koloriet, vooral in 't Fresko , 't welk hy met groote Luisterheid behandelde. Zyne Ta- fereelen vinden zig vervuld , met zulke fchoone Sieraaden en Landfchappen, dat zy den Aanfchou- wer
|
||||
Florentynse Schilders, e6i
wcr verrukken ( i). Evenwel moet men toeftaan,
dat Cortona weinig Naauwkeurigheid , en Ge- moeds-
(O Richardson fpreekt van de Roepinge van St. An-
uries tot bet Apoftelfchap , een der Uitmuntendfte Tafereelen ( Prykende onder de besten van Karet Marot, en van fchoo- ne Landfchappen vznPousJyn,Claude Lorrain, Salvator Rofa, enz) die zig in de befaamde Verzamelinge van 't PaJeiz Palavicini te Rome bevonden,- en 't welk naderhand naar Engeland is gekoomen , in 't befaamde Kunstkabinet van den Hertog van Devonshire. Hy zegt daarvan „ dit's het en- », keld Landfchap 't welk men van deezen Meefter kend, ,, en 't heerlykfte, zo ten aanzien van den Styl van Schil- „ deren als belangende de Vindinge , 't geen gezien kan ,, worden". De Uitgeever van den Nieuwen Druk van Dolce , tegens hem ontftoken ter Zaake van de Kartons van Hamptoncourt gelyk wy op 't Leeven van Rafaël aangetekend hebben, heeft daaruit Gelegenheid genomen hem vervaa- relyker te hekelen dan hy ter Zaake van zynen Rafaël heeft konnen doen; en dus, zo 't ons toefchynt , meer uit Drift dan gegrond, wyl Richardfon, volgens zynen Styl , verftaan kan worden alleen voor zig en niet voor anderen te fpree- ken , en te hebben willen zeggen dat dit het fchoonfte Land- fchap is 't welk hy van Coktone gezien heeft. Evenwel, wyl het tot Verlichtinge op 't Onderwerp deezes Kunftf'chil- ders kan dienen , zullen wy de wézenlykfte Uitdrukkingen dien's Uitgeevers bybrengen. ,, Mogelyk is dat. het eenig- ,, ft e Landfchap (zegt deez) 't welk hy van Cortona kend: „ maar, dat belet ons niet om anderen te kennen. Ik ben „ geen groot Liefhebber , en ik kenne 'er meer dan een ,, Dozyn, zonder ooit Moeite daarom gedaan te hebben. ,, In 't Paleiz Saccbetti te Rome, zyn'er ten minfte vier, zel- ,, ve eenige Gezigten van Tivoli, onder anderen de Brug „ del Curia; en men zeide my te Rome, toen ik my aldaar „ bevond, dat de Villa in OJlia (maar, diend dit niet voor „ Ricbardfon, wierd dit niet Spotzgewyze aan den Fransman „ gezegt.want welke Villa, of Lusthof, is 'erin't woeste 0.f- „ tia ?) gants met Landfchappen van Cortona gefchilderd „ was. Ik nebbe een groot van hem, met aartige Figuuren . „ By den Heer Jabac (te Parys)die ook daarvan de Tékenin- „' gen had, nebbe ik zeer fchoone gezien: zelve hebbe ik 'er „ van gekogt, op een' Verkooping' daarvan gedaan omtrent den „ ]aarei720. Pieter t>e Cortona deed alles wel, wat hy wiï- ;, de: maar, hem mét Pousfyii, Claude Lorrain, Salvator Rofa, R 3 ,. even-
|
||||
ZÓ2 Florentynse Schilders,
|
|||||
moeds-uitinge, in zyne Schilderyen bragt. Zyne
Beelden zyn ook te kort, en te zwaar; zyne Hoof- den gelyken zig veelvuldig; zyne Kleedyen zyn liegt ontworpen, en zeer gemanierd : maar, zyne edele en grootsfe Gedachten, veel Bevalligheid in zyne Hoofden, vergoeden alle die Gebreken. Niets is zo fchoon, dan de Geftake en de Schik- kinge zyner Groepen, en de Uitwerkingen van ?t Licht- en Bruin , uitgedeeld in zyne Werken (i). Men
„ evengelyk te (lellen, als de Schryver doet, is hem temishan-
„ delen, en hem te befpotten , met te zeggen dat dat zoge- ,, noemde enkelde Landfchap veel fchoonder is dan diendie'r „ uitmuntende Landfchapfchilders. 't Landfchap van P. de „ Cortona is lomp, gemanierd, en doet geen grooteUitwer- „ king';: maar, 't is altooz wel voor een' Man wien 't zyn „ Handwerk niet was (NB. wil Richardjbn ook wel iets an- „ ders zeggen?) die 't alleen uit Vermaak en ter zyner „ Uitfpanninge* maakte. Wat de Schryver ook mag voor- „ geeven,men ziet'er menigte van. Desonaangczien, fchoon ,, hy dezelfden meestendeels na 't Leeven deed, is zyn s, Boomflag altooz dezelfde: lomp , gerond, en wat gema- „ nierd gelyk ik gezegt hebbe ". (i) Volgens de Piles, heeft hy de grootfte Zekerheid
in Tekening' niet gehad. Hy drukte de Hartstogten weinig iiit, was weinig geregeld in de Plooijen zynder Kleedyen, en doorgaans gemanierd. Evenwel ziet men overal Grootsheid , Eelheid, en Bevalligheid : niet de Bevalligheid welke Rafaël en Corregio als in Eigendom bezaten, die zo leevendig het Hart der Verftandigen beroerd;maar, een algemeene Beval- ligheid die aan de gantfe Wereld behaagd, beftaande veel- eer in de Gewoonte van zyne Wezens en Zwier van Hoofden aangenaam te vertoonen, dan in een' byzondere Verkiezinge van de Uitdrukkingen aan ider behoorende , want hy had Moeite om tot het Onderzoek van idere byzondere Zaak' te treeden. Hy zogt maar, een fchoon Geheel. Dingen uittevoeren die van onderen-op gezien moeden worden, in Ker- ken, Galleryen, en Paleizen, verre van hem te vertzaagen, waren als zyn eigen Voedzel en 't overeenkoomendft' met zynen Geeft. Zyn Koloriet is niet van het flegte, vooral in zyne Naakten, die nog beter zouden wezen zo zy verfchei- qen'ykcr, crj vjytiger nagefneurd waren, Belangende de an- , |
|||||
Florentynse Schilders. 263
Men kend groote Mannen niet, dan in grootsfë
Ordinanfiè'n.
Cortona was welgemaakt. Hy had eenen
leevendigen en bevalligen Geeft. Men zogt zyn Gezelfchap. Hy kende de Armoede, en den Over-1 vloed. Tegens 't gemeene Beloop des Werelds, ver- anderde hy nooit van goede Zeden , by Verbete- ringe van Toeftand. Een juiste Middemaat toe- fen de Mildaadigheid en de Gierigheid, tusfen de Trotsheid en de Ingetoogenheid , was zyn waar Merkteken (1). Het Flerefyn, 't geen hem uittermaaten plaag-
de , liet hem niet langer toe groote Werken te on- derneemen. Hy bepaalde zig dan , aan Kabinet- ftukken te fchilderen. Eindelyk vond hy zig gè-? noodzaakt het Bedde te houden: zyn Qiiaal be- nam hem zelve 't Gebruik der Spraak'. Hy ftierf te Rome, A°. 1669 , oud 73 Jaaren. Zyn Lyk wierd gevoerd ter Kerke van Se. Martina, welke hy voor zyne Graffteê uitgekooren had. D e Tekeningen van Cortona zyn van eenen
tastbaaren Omtrek, wat zwaar en dikwyls niet zeer juist
dere Lokaale-Kleuren, heeft hy zig niet meer verwyderd van
de üojjjyn/e-Schoole , dan in haar de Houdinge onder mal- fcanderen en een' lieftallige Overeenftemminge te geeven. De Sieraaden, vervullende zyne Werken, waren groots en heerlyk. Het Landfchap maakte hy , van een' zeer goeden Aart.
(1) Sandrart zegt, dat hy ongehuuwd , voorbeeldig
en vroom leefde ; dat hy elk zogt goed te doen, en byzon- derlyk met hem groote Vriendfchap onderhield; dat hy van elk lief en waard gehouden wierd; en dat men, na zyn Overlyden , onder veele Lofgedichten , deez Letterverzet- ting maakte. Pietro da Cortona,
Corona ds Pittori. R4
|
||||
264 Fldrentvnse Schilders.
juist. Tly heeft allerhande Soort van Tékenkryt
gebruikt, en van Wafching', dikwyls zonder Art- feeringen, fomtyds gehoogd met Krytwit. Men ziet 'er waarvan de Trek met het Penfeel is, ge- wafchen met Roet, of met O. I. Ink : dus behan- delde hy zyne wonderbaarelyke Landfchappen. Zyn Zwier van Hoofden, en zyn Smaak van Te- kenen, doen hem gemaklyk onderfcheiden van anderen. Zyne voornaamfte Werken te Rome zyn, de
befaamde Zaal van Barberini; de Gallery van 't Pa^ leiz Pamphilio, op de Plaatsfe Navona; de Kerke der Chkfa nuova van de Vaderen van 't Oratcrie; het fchoon Tafereel der Drieenheid, in de Kerke van St. Pieter; alle de Kartons van den Koepel der Ka- pelle van 't H. Sakrement, in Mufais uitgewerkt. JBy den Kapufyneren, St. Paulus met veele Figuuren. De Koepel, de Spreekfloel, het Hoofd-autaar, en de Sieraaden van St. Karel al Corfo. De Kapelle van St. Xaverius, 'm de Kerke van Jezus; die van 't H. Sacrament, te St. Markus; die van Gavotti, te St. Nikolaas Tolentini, waarvan hy de Té ken n> gen gegeeven heeft. Te Se. Bibiane, drie Tafe- reelen van de Hiftoriè' die'r Heilige , en een van cene andere Heilige in een e Kapelle ; eene L. V. yan Barmhartigheid , in de klyne Kapelle van Wa- tikaan, en de Engelen die den Draak verjaagen , in de Zaale van 't Konfiftorie. Te St. Karel Cate- yari, ziet men St. Karel, die in plegtigen Omme- gang den H. Kruiznagel van Milaan draagt. Ti- Napels, in de Kerke van St. FiUp Neri, een
zeer fchoone St, Alexis. In de Chiefa nuova van Perugia , het Tafereel
yan 't Hoofd-autaar. In de 'Gallerye des PJertogs van Parma , een
groote '
|
|||||
i
|
|||||
Florentynse Schilders. 26$
grooteH. Maagd, met een fchoon Landfchap.
T e Milaan , in de Bibliotheca Ambrofiana, een
Kruisfifix in 't klyn,met drie Figuuren. In den Dom te Pi/a, de vier Evangeliften te-
gens 't Hoofd-autaar. Te Florence, in St. Michiel, een «Sï. Lanrens;de
groote Zaal van 't Paleiz Pitti, en verfcheide Zol- derftukken door hem verlaaten, en opgemaakt door Ciro-Ferri. Te Dusfeldorp, by den Keurvorft der Paltz, de
Overfpeelige-Vrouw met een' Soldaat, Jezus en Maria met een' Engel. In 't Kabinet des Konings van Vrankryk , ziet
men eene Geboorte, met de H. Maagd en S«. Mar- tina; eenen Triumf van Bacchus; een' andere Ge- boorte ; een' H. Maagd met het Kind Jezus ; en eene H. Familie. De Hertog van Qrleansbezit een groot Tafe-
reel, verbeeldende de Vlugt vznjakob, toen La- han zyne Afgoden zogt, die van Rachel meegeno- men waren; een fchoon Landfchap , met Mensfen die Wagens geleiden. I n de Gallerye van 't Hotel van Thouloufe, te
Parys, ziet men drie fchoone Stukken van zyne Hand : de Herder Faustulus , die Romulus, ge- zoogd van een' Wolvin op den Oever des Tibers, aan zyne Vrouw brengt ,• de Sibylle Cumea, die aan Jugitfius een' H. Maagd in de Lucht toond; en Cezar, die Pompeja verftoot en Calpurnia trouwd. V E e L e Graveerders hebben gearbeid na Pieter
de Cortona: als C. Bloemaart, Louvemont, Blondeau t G. Edelink, F. Sperre, Pietro Jquila , Natalis, Au- dran , Farjat, Poilly , Chasteau, Rousfelet, Melan, en andere. Deeze Stukken beloopen op omtrent veertig. R 5 Grog-
|
||||
3Ö6 Florentynse Schilders.
|
|||||
Groote Mannen zyn uit de Schoole van Corto-
NA- gefprooten: gelyk Ciro-Fcrri, Romanelli, La- zaro Baldi, Pietro Testa , de Bourguignon, en Gia- einto Geminiani da Pistoja , waarvan wy reeds ge- meld hebben of nog zullen melden. (..Baldi. LazaRO Baldi gebooren te Pistoja, A°. 1642,
quam te Rome zyne Lesfen neemen, by P1 e t r o de Cortone. Hy wierd van Akxander Vil ge- bruikt , om de Gallerye van Monte Cavallo te fchil- deren ; en te St. Jan Lateraan eene fchoone Ka- pelle, waarinde Juistheid, de Eenftemmigheid , de Helderheid en de Kragt van 't Koloriet, ge- vonden worden. Ter Eere zynes Meesters rigtte hy eene Kapelle op, waarvan hy 't Hoofd-autaar fchil- derde. Bevoorens, had hy deszelfs Leeven be- fchreeven, en doen drukken. Hy hield tot zy- nent, een Akadémiê van fraaije Vernuften ; en ftierf te Rome, A°. 1703, van de gantfe Wereld bemind. G.Gemi- Giacinto Geminiani was uit de eige Stad.
rdemi. Aanvanglyk leerde hy onder Pousfyn , en vervol-
gens by C or t o n a , daar hy niet lang wagtte om een groot Man te worden. Blyken van zyne Wee- tenfehap heeft hy gegeeven, in verfcheide Kerken van Rome. Hy huuwde de Doghter van Alexan- der Veronêfe , waarby hy verfcheide Kinderen won: onder anderen Lodovico Geminiani, die vervolgens een goed Schilder wierd, vernuftiger en grooter Kolorist was dan zyn Vader, dogh van minder Juist- heid dan deezen. Geminiani ftierf, A°. 1681, in den Ouderdom van 70 Jaaren. BENE-
|
|||||
FLORENTYNSE SfHJLDERS. 26"?
|
|||||
BENEDETTO LUTTI.
BEnedetto Lutti, die A°. 1666 te Floren-
ce gebooren wierd, zal de Hiftorië der Floren- tynfe Schilders befluiten. Ik hebbe deez' bequaa- men Man ( zegt de Franfche Schryver) geduuren- de myn Verblyf te Rome gekend. Behalven 't Ver- maak van zyne Werken te zien , genooten de Kunftliefhebbers nog dat, van een' aaneengefcha- kelde Verzamelinge van Tekeningen , der grootfte Meeflers, welke hy met veel Vlyt vergaderd had. Lutti maakte Werk .van de Franfche Schil- |
|||||
S68 Florentynse Schilders.
ders ( i), en vooral van de Printen van Sebastiaan Is
Clerc, befaamd Graveerder. Hy was Leerling van Domente^Ga^iani, aan
wien zyn Vader, Jakob Lutti, hem tmrpuwd had. ïen Ouderdom van Vierentwintig ja^ren, woe- gen zyne Verdiensten dien zynes Meeftéfs op. De befaamde Schilderwerken van Rome, trokken hem in deeze Stad. De ,Groothertog verfcrjaftte hem 't Middel: van zig te- oeffenen , met rjem Huiz- vestjnge in zyn Paleiz■,:yarm€ayipo Marzo ie geeven. Zyn Voorneemen was, ondes, Ciro-Fem te arbei- den. Hec verdriet^'t wètk'Ti^ntf^j verftaan- de deszelfs Dood .op„.zyne I: te Rome, was ongemeen. ■ Hy veMabEéj^veehter zyne Oeffe-
ningen, en maakte zig:zó bequaam',: éaCj Frankryk, Duitsland, er^^tigeiana", zig bei'verden ojn van zy- ne Werken-ïe^fözitten^. .£%»&eize"P maakte hem Ridder,- en delveurvorst van Jffr.tz zond hem, met de GiftbrievenïihetKruiz met Diamantei verrykt. -r Jet "■"' • l - ir
Lutti wasjjnooit vernoegd van ztgSzelts: on-
ophoudelyk rJgfchaafde hy „zyne Schilderyen , zonder dat zig ""daarin eenige Matheid" toonde: gelukkig in zyne Veranderingen, was zyne laatfte Ge-
(i) 't Was te Wensfen, dat de Schryver die Schilders
betekend, en dit dus verklaard had: om te weeten of Lut- ti zulks deed wegens de byzondere Verdienden hunner Kunst, of om zig in Gunft van 't Fransfc Hof te dringen , alwaar toen voornaamelyk de Gelukzon der Schilders fcheen. Want, ongeacht eenige Kunftenaars van Naam hunne Geboorte uit dat Ryk trekken , die in 't Vervolg bygebragt zullen worden en Achting' verdienen : welke zonderlinge Eigenfchap in de Scbilderkunfr. heeft die Land- aart tog door de Bank bezeeten, buiten zekeren Wildzang die echter veelen kan verlokken ? welke Verbetering beeft dezelfde aan de Kunst toegebiagt, dat Kunstkenners, en nog weleen Italiaans Schilder, zo distin&elyk Werk daarvan zou- den konnen maaken? |
||||
Florentynse Schilders. 269
Gedachte altooz de befte. Langfaam om zig ten
Arbeid te zetten , verliet hy dien niet dan ongéér- ne, als hy zig eens daaraan begeeven had. Zyn Penfeel was fris, en kloek; zyne Manier, zagt en eêl, was gevoelig, en zyn Smaak uitneemend. Een welluidende Eenftemmigheid , heerfte in zyne Tafcreelen. Meer overgegeeven aan 't Koloriet, dan aan alle de andere Deelen der Schilderkunft, was hy niet uitfteekend juift. Alle de onderfcheide Manieren der' Kunfte-
naaren , waren aan Lütti bekend. Hy bemin- de oude Schilderyen , en dreef 'er Handel in ( 1 ). Genoegfaam heeft hy niets anders gedaan, dan Ka- binetftukken die overal verfpreid zyn. Te Rome kend men van hem niets anders, dan drie open- baare Werken: eene Magdaleena, in de Kerke van Si Katharina van Siena te Monte Magna Napoli; de Profeet Jefaia in een Ovaal, te St. Jan Lateraan ; en St. Antoni van Padua, in de Kapelle Odescalchi, ter Kerke de Santi Apoftoli. Nog ziet men in 't Pa- lèiz Albani , by de vier Fontynen , een Mirakel van St. Pio, 't geen zyn Meesterftuk is; het Zol- derftuk eener Kamer , van den Konneftabel Colonna ; en een ander ,in't Paleiz van den Marquis Carolis. Lütti konde een Tafereel van St. Eufebius,
Bisfchop van Vercelli, gefchikt voor Turin, niet voltooijen. Hy had zwaare Sommen daarvoor op Rékeninge ontfangen , en beloofd het Schildery op zékeren Tyd afteléveren. Veele Krakeelen, welke ter die'r Oirzaake ontftonden, tusfen hem en de
(1) R1 c h a r d s o n , A". 1720 in Italië zynde, heeft Ommegang met hem gehad. Hy noemd hem den Ridder Lutti, zeer befaamd Schilder en groot Kender te Ro' me , die vlytig Onderzoek gedaan heeft, over verfcheide Byzonderheeden aangaande de vermaardfte Schilders, VOW- al belangende den onfterfelyken Cvrregn. |
||||
$fo Florentynse Schilders.
de geenen die hem 't Stuk hefteed hadden, baarden
hem veel verdriet: hy viel in Ziekte, en ftierf eenigen Tyd daarna te Rome, in den Jaare 1724, ten Ouderdom van byna 58 Jaaren. Zyne Erfgenaa- men waren genoodzaakt, het Geld wederom te geeven 't welk hy op de Handontfangen had, en het Schil- dery wierd door een' zyner Leerlingen opgemaakt. Men heeft Benedetto Lutti verweeten,
dat hy zyne Figuuren niet voordeeliglyk plaatste: zodanig, dat een Gedeelte van de Ermen en der Beenen buiten den Doek is. Dit had hy gemeen met Paulo Veroneez en met Rubbens (1) , die om het Onderwerp 't geen zy behandelden te grootsfef en te Majefteufer te doen voorkoomen , op den Voorgrond hunner Tafereelen hebben gebragt, Groepen van Péérdevolk, Kruinen van Hoofden, en Ermen, waarvan alle de Deelen en Beenen niet gezien worden. Lutti was geeftig in Ommegang. Zyne Vrien-
den vonden in hem befehaafde Manieren , die hem doende bewyzen aan anderen wat hy hen fchuldig Was, van hen, ten zynen Aanzien, Ont- zach en zelve Eerbied vergden. Algemeenlyk acht- te hy alle de Schilders, en iprak goed van hen: maar, hy hield geenen Ommegang met eenigen der zelfden, fchoon hy Opperhoofd der Akadémië van St. Lukas was. Overtuigd, dat de wézenlyke Voorftand van een' groot Schilder in de Uitmun- tendheid zyn'sPenfeels beftaat,kende hy geenerwy- ze dien der Grooten , welken hy niet naliep, en die hem ook zelden quamen zien. De Tekeningen van Benedetto Lutti
zyn raar genoeg in Vrankryk. Bykans zynze alle , van
|
|||||
(1) Ook niet met Rafaè'l?
|
|||||
Florentynse Schilders. 2yt
van Roodkryt. Men vind'er de Kleure, en de Ge-
moedsneigiage,iu : .inaai^ zg-zgn piet altooz juist. Deez Schilder heeft het ËöBï%%!,rneêr ten Voor- werp gehad ,dan het Gedeelte der Tekening. Zy- ne Akadéjnibeelden zyn zeer geacht,*.en zeer uit- voerig. JDaar is geen byzonder Merkteken , 't welk deez?en Schilder ondericheiden kan yan de an- deren Hö*dendaaghfen : men zoude veelen zyner Werken Rebben moeten zien, en daar zyn'er gee- ne in Frahkryk ( i). Te D'usfeldorp ziet. men,s in de Gallerye des
Keurvorsts der Palm^ S'.Mnne,d\Q -,djP H. Maagd leezen leerd. - ?■ ' i E e n e | Communie der Magdakcna, is na Lütti ge-
graveerd; en'eene andere boetvaardige Magdalee- na, in de Verzarrielinge van Crozat. ONDE.K^zyne, Leerlingen rékend:-men Gaëtano
Sardi, Domenicö,]Piast'rhuy.eri"'P!actto Conjlanzi. Pietro Bruncht, is een der Leerlingen vanp.Biatt>
BENEDETTbfLüTTi, die in't Vervolg het Ta-rii. fereel opgemalkt heeft, waarover 't Krakeel ont- ftaan is. L Zédert korten is hy overleeden , na hy veel Roem verworven had , door zynen Smaak van Tekenen en de Juistheid zyner Beelden. (i) Dit fchynt evenwel te ftryden , met het geene be-
voorens ftaat, dat Vrankryk enz. iverde om van zyne Wer- ken te bezitten , en dat zy overal verfpreid zyn: zo dit laatfte niet maar alleen van Italië te verftaan is. |
|||||
GIO&
|
|||||
372 Venetiaanse Schilders,
|
||||||
GIORGÏONE.
OP de Maare dat eenige' Griel/e Schildets
naar Venetië geroepen waren , verliet Art- eries Taffi de Stad Florence en quam met hen in 't Mufdis arbeiden: onder die Schilders, word eene Jpollonius' genoemd. ' Hoe 't zy ( i ) de Ve-
(I) Hieruit blykt volkoomcn , dat de Franfcbe Schry-
ver niet vreemd van ons Gevoelen is', en weinig Geloof fchynt te liaan aan de oude VerteHinge der Jtaliaanen, raakende de Hcileevinge der Schilderkunst tot hunnent. Om met zéker- hei'd
|
||||||
Venetiaanse Schilders. 273
Venetiaanfe Schilders maakten zig ecu' Eere ,
Giorgione aan hun Hoofd te hebben ( 1 ). Hy
beid te beginnen, Iaat hy alle de Schilders welke op Taffidê
Florentyner volgen ( die te Venetië ging arbeiden, gelteld word A". 1294 Overleeden te zyn, en alleen in 't Mofalq of Mu- j'ais arbeidde , zynde Ingeleid Werk, van Steen, Glas, Hout, enz.) als van geene Aanmerking' aan hunne Plaats : om met Giorgione te beginnen, die 40 Jaaren na de Dood van onzen Jan van E'/ck gebooren is. (1) Evenwel moeten wy zeggen,dat zyn Meefter,ya?s
Eeilihi,de eerste der Venetiaanen was die zig befaamd maak- te , en hier eenige Aanmerkinge verdiend, te meer wyl hy dikwyls aangehaald word. Jan en Gentiel Bellini, waren Zoons van Jacopo,een Venetiaan en insgelyks een Schilder, bekend voor bunnen Leermeester. De Talles zegt ,, dat Jan „ Bellini een Begin maakte, van de Houding' by de Frishuid ,, der Kleuren te voegen, 't geen geftrekc heeft om Gioa- „ gione optebeuren : dat zyne eerfle Manier zeer droog „ is, maar dat die van zynen laatften Tyd genoegfaam onder- ,, fteund word van Tekening (hoewel Gottiek) en van Kolo- ,, riet, om plaats in Kunstkabinetten te vinden : dat men ee- „ nigen zyner Tafereelen by den Keizer vind , die meer „ Kragt van Kleur'en van't Licht, naarden Aart van Gior- ,, gione trekken,- dat de Werking'zyner Figuuren echter „ van geene goede Verkiezingeis, nog dat hy geene Uitdruk- „ kinge van Hartstogten heeft , dat hy meestendeels Lieve- ,, Vrouwen fchilderde ". De Schryver bedriegd zig echter; iu dit laaste, ten zy het alleen van Kabinetftukken te ver- ftaan zy: dewyl Vajari , en na hem Felibien, de Omfchry- vinge doen van de voornaame Werken door die twé Broe- deren, in de Groote Zaale des Raads te Venetiën gefchil- derd, verbeeldende, in XI kapitaale Schilderyen, de Histo- rie van Paus Alexander III. met Keizer Frederik Barbarosfo. Voorts verleevendigd de Piles, 't geen niet verfchoonbaaris in een Man van Oirdeel, een oud Vertellingje van Gentiels Bellini, welk van geen' goed Schryver gevolgd word en voor een' Fabel te houden is. Hy zegt, dat Mahomet II., Keizer der Ottomannen, een zyner fchoonste Stukken gezien hebbende, begeerig was zig van hem te laaten fchilderen, en deswegens aan de Republ. fchreef, die den Schilder over- zond. Onder anderen fchilderde hy aldaar , de Onthoof- dinge van Jobannes dun Dooper, voor wien ds Turken cerbie-, Eerjte Deel S d,V |
||||
«74- Venetiaanse Schilders.
Hy is 't ( i), die 't eerste het goede Koloriet ge-
kend heeft. D e Burgt van Cajlel-Franco, gelegen in het Tre-
vifaans, heeft Geboorte gegeeven aan deezcn groo- ten Schilder, A°. 1478. Hy was genoemd Gior- gio, waarvan men Giorgione gemaakt heeft, om zyn Kunst en Grootmoedigheid: zynde, fchoon uit klyn Geflacht gebooren , van Manieren altooz edel en wakker van Geeft (2); of, gelyk Ridolfi zegt, wegens zyne fraaije Geftalte, en de Uitge- strektheid van zyn Vernuft. G I O R-
digheid hebben. De Groote Heer berifpte 't Vel van den
geknotten Halz, als te hoog opgereezen. Om zyn zeggen te bevestigen, deed hy zoo voort eenen Slaaf koomen, en in jegenwoordigheid van Bellini 't Hoofd afflaan, om hem te overtuigen dat het Vel aanftonds wegh kromp. Gentiel was hiervan zodanig verfchrikt, dat hy zig te Konjiantinopole niet veilig oirdeelde, en onder eenige Voorwendfeien zyn Ontflag verzogt. Hy verkreeg dit met groote Gefchenken. De Groote Heer hing hem zelfs een' Gouden-Keten om den Halz', en beval hem hooglyk aan de Republ.: die hem Rid- der van St. Markus maakte, en een aanzienlyk Jaargeld voor zyn Leeven toeleidde. De Omftandigbeeden van dit Verhaal geeven de Valschheid genoeg te kennen: ten minste zoude men onder de Kristenen genoeg Voorbeelden konnen vinden , zonder dat men ze den Turken behoefd optcdringen , van zuf- ken die 't Leeven hunnes Medemensfe niet te gewigtiger heb- ben gefchat. "(1) Naamlyk van de Italiaanen. (2) jye. Franfcbe Schryver (welke't ook op meer andere
Plaatsfen doet, door ons verbeterd) begrypt hier de Uit- drukking van Sandrart niet, dien hy aanhaald. Hy zegt, dat die Naam ontftond , om dat Giorgione eenTanfaron,een Blafkaak was , die op zyn Adeldom pochte fchoon hy uit laag Geflacht fproot. Sandrart zegt niet anders dan K. van Mander (gelyk wyin den Text gelafcht hebben), waarvan hy de fimpele Uitfchryver is en zig de Verdiensten eigend, zulks hy ten dien Opzigte, by Vreemden,'t onrecht voor een oir- ipronglyk Schryver doorgaat; en K.van Mander volgd daarin ffégelregt Vajari. |
||||
V E N E T I A A N S E SCHILDERS. 275
Giorgiojje wierd te Venetië opgevoed. Zyne
Neiging bepaalde zig aanvanglyk, voor de Zang- kunst en de Luit, welke hy zo meesterlyk befpeel- de, dat hy in de befte Gezelfchappen toegelaaten wierd. De Tékenkunde was zyn twéde Drift. Hy oeffende zig onder Jan Bellini; en was Medge- zel van den grooten Titiaan. Uit de Schoole van Bellini koomende, dien hy wel dra te boven ging, begaf hy zig by Schilderyhandelaaren , fchüderende Onderwerpen van Godtsdienst en Pprtretten. De Werken van Leonard da Vinci vorderden Gior- gione 't meest, in de Oeffeninge der Kunst: hy leerde denken gelyk denzelfden, en de fraai- je Behandeling van 't Penfeel diens Meefters, maakte hem in weinig Tyds tot een groot Schil- der. Titiaan, verlokt door de Uitwerkinge van
dat nieuwe Koloriet, bezogt G i o r g i o n e vlytig, om hem natebootsfen: maar deez, dit befpeuren- de, fneed alle Gemeenfchap met hem af. Gioit- gione begaf zig naar Huiz, daar hy, voor de Pa- rochie van C'aftel-Franco, eenen St. Joris en,eenen St. Franfiskus, van een' grootsfe Maniere, alsmede veele Portretten fchilderde. In Venetië te rug zynde, ondernam Giorgio-
n e den Voorgevel zynes Huiz te befchilderen, om den Venetiaanen te noopen zyn Voorbeeld te volgen. Zyne Verwachting was niet ydel : men gaf hem veele Gevels oyer, waarop hy zig bediende van de Onderwerpen der Herfcheppingen, en de Minneryen der Goden. Hy tekende niets dan na 't Leeven* Zyn Smaak^ naderde dien der Romynfe S c h o o i e . Hy zogt minder Juistheid dan Rondte, aan zyne Beelden te geeven. Door zyne Maniere, van. weï- S a nige
|
||||
27*5 Venetiaanse Schilders.
nige Tinten te gebruiken (i ), en met eene Los-
heid'te fchilderen welke de Frisheid van 't Vleez nabootst, is 't als of men 't Bloed, in zyne Figuu- ren, door de Aderen ziet vlieten. Niets fchynt zo gemaklyk als zyn Arbeid. Onder de Smeltinge der Kleuren, heeft hy daarvan 't grootfte Deel verbor- gen. Twistende met de Beeldhouwers, over den
Voorrang der Kunsten, die ftaande hielden dat de hun- ne het Voordeel had, om dat een Beeld alle Zyden deed zien, zeide Giorgione daarop dat hy niet alleen insgelyks konde doen, maar zelve een Beeld aan vier Zyden te gelyk konde vertoonen. Ten dien einde, fchilderde hy een naakt Beeld van ach- teren , hebbende voor zig een' heldere Vliet, waar- in de Weerfchyn des Beelds van vooren in fpeelde. Aan deszelfs Linkezyde ftond een glinfterend gepo- lyst Harnas; en aan de Regtezyde een Spiegel: in elk, van welken, hy een der Zyden van 't Beeld deed fpiegelen. De geeflige Uitvinding van dit Stuk -beluste het Verfchil, en verwierf hem veel Eere. Zyn Roem groeide Dagh aan Dagh, in Weer-
wille des Na-ivers van Titiaan, tegens wien hy in ver-
• (i) Richardson fpreekt gants anders van 't Stuk van
Giorgione, 't welk met N°. 23 in de Gallerye des Aarts- hertogs Leopold voorkoomt. „ Wyl 't een feboone Jongeling is „ ( zegt hy ) zo heeft Giorgione zyne Poogingen aangewend, „ om denzelfden zo Iuifterlyk te maaken als 't mogelyk was: „ deswegens heeft hy den Soldaat zo zeer verwaarloozd, dat „ hy deezen maar alleen fchynt gemaakt te hebben , om „door zyn eenkleurig Bruin, en gloeijend Koloriet, ten „ Achtergrond aan 't voornaamfte Figuur te dienen, en dis „ te grooter Luifter te geeven: 't geen blank, door- en door ü bearbeid, wonderbaarlyk van Kragt, en van eene groots j> Verjcheidenbeid van Tinten is .". |
||||
Venetiaanse Schilders. 277
verfcheide Werken om flryd dong. Hy fchilder-
de, in Oiieverw , Figuuren ter Halverlyf, die de gantfe Wereld verbaazden. De Afbeeldsels der Doges Barbarigo en Loredano, zyn wonderbaare- lyk. Deeze Schilderyen zyn van zulke groote Kragt, Zyn Smaak is zo fier en zo ontzachelyk, dat men hem, tot hiertoe, niet volmaaktelyk heeft tonnen nabootsfen ( 1). Men verwonderd zig over de Rondte zyner Figuuren, de Overeenkoomft zyner Kleuren , het fchoone licht- en Bruin 't welk daarin roet eene groote Waarheid heerst. Giorgione fchilderde 't Vleez , gaf het Lee- ven»
( 1) Evenwel is de Abt Dubos , in zyn Rommelzoo van.
Poeëtife en Schilderkundige Uitweidingen , van dit Gevoelen, niet. „ Rafaè'l (zegt hy)was nog niet verre gevorderd in 't ,, Uitdeelen zyner Kleuren , toen hy een Stuk van Gior- „ gione zag: dogh hy begreep aanftonds, dat de Kunst, „ uit de Kleuren welke hy gebruikte, nog wel andere Schoon- „ heeden wist te haaien dan hy tot nog toe daarin gevonden ,, had. Hy bemerkte, dat de Waarde van 't Koloriet hem ,, onbekend was geweest; derhalven bezogt hy of hy doen „ kon wat Giorgione had gedaan , en raadende door de „ Kragt van zyn' Geest, de Maniere van Handelingë * des Schilders waarover hy zig verwonderde , volgde hy „ dat Voorbeeld zeer wel op. Hy deed dan zyn' Proef, om „ hem natevolgen, in het Stuk van 't Wonder der Mis te „ Bolfena......'t Koloriet van dit Stuk is verre boven dad
„ zyner andere Werken. Titiaan heeft nooit Vleez gefchil-
5) derd waaraan men beter de Molligheid ziet, die in een A, Lichaam kenbaar moet zyn, 't geen uit Vogtigheeden en „ vaste Stoffen beftaat. De Kleedyen gelyken, naar de „ fchoonste Wolle en Zyde Stoffen die een Kleermaaker zou- s, de konnen gebruiken. Indien Rafaël verfcheide Stukken „ gemaakt had als dit, dan zou hy onder de beste Kolo- „ reerders aangehaald konnen worden ". Merk ondertus- fen, dat Ricbardfon, van dit Stuk fpreekende, koeltjes ia- werpt , dat bet voor 't beft gekoloreerde van alle die Ver- trekken gehouden word. Dus fchynt geenzints , dar. Giorgiowe van Rafaël achterhaald, laat ftaan overtrof- fen is. S 3
|
||||
578 Venetiaanse Schilders.
ven , e,n zelve den Geest aan zyne Portretten.
Zyn Landfchap is niet minder geacht ( i) : de Boomflag evennaard daarin de fchoone Kleure. Een Schryver (Bofchini) noemd hem in zyne
Veerzen, een der vyf eerfle Fenetiaanfe Schilders (naamelyk io deezen Rang, eerst Titiaan, ten twé- de Tintot'et, ten derde Giorgione, ten vierde Bas- fan , (i) De Fransje Schryver geeft hier iets voor, waarvan
hy geen Bewyz bybrengt, gelyk zyn Landsman de Fiks me- de doet. Zelve maakt hy Titiaan tot Leerling van Gior- gione, 't welk wy verworpen hebben. Indien Gior- gione zulk geacht Landfchap maakte, 't welk niet blykt: «km moet Titiaan, welks daarin zo uitgemunt heeft, dit Ge- deelte der Kunst mede van hein geleerd hebben , die het, evenwel van' den Nederlanderen deed gelyk wy elders zullen toonen. Volgens alle Waarfchynlykheid, was 't eene zover- re van daar als 't ander: wyl Titiaan maar twé Jaaren Jon- ger dan Giorgione, en volgens algemeene Toeltem- ming', zelfs van onzen Frans/en Schryver, zyn Medeleerling by Bellin was, en dus zynen Meester niet verlaaten zal heb- ben om Leerling van zynen Medeleerling te worden, zo dra Ztg deez als Meester voordeed : hoe zeer hy naderhand Voordeel, 'uit deezes Maniere kan geraapt hebben. Felibisn zegt ook duidelyk ,» dat Giorgione, gelyk de Ridder „ Ridolfi meld', Medeleerling van Titiaan by Bellini, maar „ niet deszelfs twéde Meester geweest is gelyk Vafari fchryft".' of liever, gelyk qualyk uït Vafari 'm 't Leeven van Gior- gione begreepep word, daar Titiaan als Nabootsfer zyn's Penfeels, meer als zyn werkelyke Leerling, word voorge- daan. Aangaande de uitmuntende Landfehappen van Gior- gione: zyn deeze niet mede aan Titiaan toetefchryven, welke verfebeide zyner Werken, door zyn' Dood onvolmaakt gelaaten , voltooid heeft ? Felibien meld zelfs, dat te Rome, in den Lusthof Mdobrandini, een Bacchanaal van Jan Bel- lini is (volgens Sandrart gekoomen aan den Koning van Span- je, en gemerkt m.cccccxiv), begonnen voor Alfonfus I. Her- tog van Ferrare, 't geen door 't Overlyden des Schilders on- voltooid bleef, en vervolgens door Titiaan opgemaakt is, die 't met een wonderbaarlyk Landfchap opfierde. Zal men nu Hedendaaghs mede, in Frankryk, dit Landfchap voor 't Werk van Jan Bellini konnen doen doorgaan ? |
||||
Venetiaanse Schilders. 279
fan, en ten vyfde Paulo Feroneez), volgens denzelf-
den de eenige Koloreerders. Desonaangezien heeft hem Juistheid ontbroken : een Gebrek, vry ge- meen aan de Schilders van dat Land, die geen an- der Voorwerp dan 't Koloriet hebben ( 1). Zelve zoude men in de Schilderyen van Giorgione , meer
(1) De Piles Iaat zig veel br'eeder en grootsfèr over
hem uit, dan gemeenlyk word gedaan: fchoon hy bekend, dar. het bezwaarlyk is eenJ vaste Gisfinge over hem te maaken, wegens 't Bederf van zyn Werk , benevens dat van Titiaan , aan 't Duits/s Huiz te Venetië, zulks men zig bepaalen moet binnen een klyn getal van losfe Schilderyen, en eenige Por- tretten van hem gedaan. Hy zegt, dat zyn Aart van Teke- nen teer is, en iets van de Romyiife. Schooi' heeft, dogh niet met de Naauwkeurigbeid welke noodig ter Volmaaktheid is: wyl hy méér bezorgd was om Rondinge aan zyne Figuureri', dan hen een' zuiveren Omtrek te geeven ; dat zyn Smaak groots en (tredend, en zyn Arbeid ligt is; dat hy de eerste was die fiere Kleuren gebruikte, en 't Koloriet tot dien hoo- gen Trap bragt, voegende by de hoogfte Kragt een' uitnee- mende Smelting'; dat hy 't Licht-en Bruin, en de Harmonie van 't GeheeJ, zeer wel verftond; dat tïe Natuur hem altyds.' diende, tot eenc getrouwe Getuige in alle zyne Werken; dat zyne Üoute en kragtige Maniere van Schilderen, ongemeen aan Titiaan behaagde , die daaruit zyn Voordeel poogde te doen , dogh van zynen Ommegang afgefneeden wor- dende , de Natuure zo veels te vlytiger ging befhideeren, en hem te boven ging in 't Nafpeuren van de Téderheeden van 't Leeven: maar, dat Giorgione zig gehandhaafd heeft in de Bezittinge van een' Aart van Schilderen, waarby nog nirnant gekoomen is. In een Woord, hy zegt dat Titiaan, gezien hebbende tot welken trap Giorgione zyne Kunst had op- geveizeld ,_zig inbeeldde dat deez de Paaien der Waarheid had te buiten gegaan, zulks hy, om dus te fpreeken, die Trotsheid van Koloriet wilde temmen welke hy te wild acht- te : dat h>* het dus maatigde door eene Veranderlykheid van Tinten , om de Voorwerpen natuurlyker en tastbaarer te doen zyn : dogh dat evenwel, wat Vermogen hy ook in 'tN Werk gefield beeft om hem te overtreffen, Giorgtone zig al- tooz heeft ftaande gehouden, in een' Post, waaruit nirnant hem nog, tot hiertoe, heeft konnen Ilootem. S 4
|
||||
£8o Venetiaanse Schilders.
meer Gemoeds-uktinge, meer Vinding en fchoo-
ner Verdeelinge , konnen wensfen ( i). Ten Tyde, waarin Giorgione 't meest over-
gegeeven was aan zyne Kunst, in den Bloei zyner Jaaren, rukte de Dood hem wegh, A°. 15 n te Ve- netië, 34 Jaaren oud zynde, hebbende de Pest be- koomen by zyne Minaares. Andere fchryven zy- ne Dood toe, aan 't Hartzeer van hem dezelfde door eenen zyner Leerlingen ontvreid te zien. SebastiaaN van Venetië, gezegt Fra SebastlaW
del Piombo , is de cenigfte dien men voor zynen Leerling kend. Men ziet zeer weinige.Tekeningen van Gior-
gione. De eene zyn van Zwartkryt, met Rood- kryt; de andere met de Penne, vry ruuw behan- deld, met Artfeeringen overal evengelykelyk ver- fpreid. Men kendze, aan de Beelden, aan de Got- tife Maniere waarop zy gekleed zyn, met ftyve Fluuweele Hoedjes en Pluimen. Zyn Smaak is niet der besten, maar de Kleur blinkt allerwegen uit, byzon-
(1 ) L. Dolce, in Dialogo della Pktura, zegt van hem,
dat men ©enige Werken in Olieverwe van hem vind, van uitfteekende Leevendigheid : zo fmdtende, indien' "'t geoir- lofd is dus te fpreeken, dat men daarin zelve de Scbaduu- wen niet ontdekt. Evenwel brengt hv elders by, dat Gior- gione , toen Titiaan zyn Hémelvaard der Maagd gefcbil- derd had en al boven hem gevloogen was (waarvan onze- twéde Aantekening op deczes Leeven zal melden), ten hoog- ïte, in Olieverw', eenig Halfiïgiuir , eenige Portretten had gemaakt, die zonder Beweeginge en zonder Verhevenheid waren. Dit moet dan 'omtrent negen Jaaren voor zyn' Dood zyn geweest,* zulks hy in deezen klynen Tusfentyd, zynde on- der 't Kruiz van den grooten Opgang van Titiaan, zyne beste Portretten gemaakt moet hebben, die in onzen en andere Schryveren zo hoog verheven worden :■ fchoon Dolce weder- om op een' andere Plaats zegt, dat Titiaan hem wel verre achter zig gelaaten heeft. |
||||
Venetiaanse Schilders. 2$ï
byzonderlyk in zyne Landfchappen en in zyne
Portretten : ze zyn getekend met een fmeltend Kryt, als ofze gedoezeld waren. Zyne Werken te Venetië zyn., een Kruizdraa-
ging te St. Rochus ; verfcheide H. Maagden, in de Kerken. Veele Venusjen, en Portretten, verfpreid in de Stad. Dat des Doge Loredano, dat van Borgherini met zynen Leermeester, van de Koninginne van' Cypms, van Gonfalvus genoemd den Grooten-Kapi- tein ; en by den Patriarch Qrimani, David houden- de 't Hoofd van Goliat, dat eenes Veidheers, hen Hoofd een's Kinds. Te Castel-Framo, is een H. Maagd met het Kind
fózus. Te Cremona, in de Kerke der Annunciata, ziet
men eenen St. Sebastiaan, met twé Kinderen hou- dende een' Kroon. Te Verona, is een.Kristus die naar Kaharië gaat,
met veele Figuuren. Een Polifemus, met eenen Hoed, welke een groote Slagfchaduuw op zyn Aan- gezigt maakt. Te Rome, een St. Sebastiaan , Halverlyf, by
den Prins Aidobrandini; eri by den Prins Borghêfe% een David. I n de Madonm di Campagna te Thifance, in den
Koepel der Kapelle van Se. Katharina, zyn verfcheide Heiligen, predikende in de Woestenye. I n de Gallerye van 't Aartsbisfchoplyk Paleiz te
Milaan, is een Mozes uit het Water getrokken, mee menigte Figuuren van 't Gevolg der Prinsfesfe, en een' fchoonen Achtergrond van Landfchap. In de Gallerye Ambrofiana, een Muficeerend Gezelfchap. I n de Gallerye des Groothertogs, te Florence ,
het Portret van Luther ( i). .In
( i ) Die op een Klavier fpeeld, hebbende zyn Vrouwe
S 5 aan
|
||||
t%2 Venetiaanse Schilders.
I n de Gallerye des Hertogs van Modena, ver-
fcheide zeer fchoone Koppen. Te San Michaële, in Par ma , St. Geminiano en
St. Micbiel, en daar boven de H. Maagd, 't Kind Jezus , St. Jozef, en vier Engelen, zeer kragtig van Koloriet. D e Koning van Vrankryk bezit, eenen St. Sebas-
tiaan met de H. Maagd; de Herderin; Herodias houdende 't Hoofd van St. Jan; het Portret van Gaston de Foix; een ander Mansportret; twé Fiool- fpeelders; de Komedie', onder 't Figuur eener Vrouwe. In 't Palciz Royaal ziet men, van Giorgione,
eenen gewonden Ruiter aan den Voet een's Au- taars; Kupido van een' Biè' geftoken ; 't Portret van Gaston de Foix ; St. Piet er Martelaar; 't Portret van Picus van Mirandola; eene Aanbiddinge der Her- ders, Halverlyf ; de Vinding' van 't waare Kruiz; Milo Crotoniatus , die een' zwaaren Boomftam in twé wil fcheuren, zynde een Beeld van meer dan Leevensgrootte ; 't Portret van Pordenon, onder de Geftalte van David, Leevensgroot. Men vind zeven Plaaten na Giorgione ge-
graveerd, in de Gallerye des Aartshertogs Leopold, door van Kesfel, Troien , Boel, en L. Vostermans.■ Daar zyn nog eenigen in 't Kabinet des Keizers , in de Tafereelen des Groothercogs, en *drie in 't Kabinet van Crozat. aan zyne Zyde, en Bucer achter hem. Rkbardjon zegt voorts,
dat vooral het Aangezigt dien's Reformateurs veel Kragc heeft, en gelykclyk Wel getekend en gekoloreerd is: dogh dat hy de Wezens niet kend, dat men dezelfden aldaar als zodanig opgeeft. V
TI-
|
|||||
J
|
|||||
Venetiaanse Schilders. 283
|
||||||
5»C. fcfet-i.* '»»•
|
||||||
T I T I A A N.
TI t 1 a A n word aangezien, voor den Vorst van
't Koloriet. Hy was genoemd Tiziano Fe- celli da Cadore, als uit het oud Geflacht Fecelli, te Qador in Frioul, A°. 1480 (1) gebooren zynde. Ift
(1) De Fra\ufe Schryver, zet A". 1477 , niet uit Druk-
feil wyl hy de Lyst der Drukfeilen opgeeft , maar gelyk Felibien ook doet volgens Ridolfi : dogh beide tegens hun- ne eige en de algemeene Stellinge , die den Ouderdom der Jaaren in acht neemd en.Giorgione voor Tixiaan laat gaan,
|
||||||
$8$. Venetiaanse Schilders.
In zyn' Jeugd wierd hy in de Letteren, ter Geleerd-
heid opgetrokken. Ten Ouderdom van tien Jaa- ren , zond d&tVader hem naar Venetië,, by zyn' Oom. Ëer^groote Neiging voor de Tekenkunst by hem vindende, deed "hy hem by Genti'Ie Bellim , en vervolgens by deezés Broeder, Jan Bellim, welke grooter Naam had: daar hy Giorgione vond , die voorts, qp zig zelfs koomende, grootén Opgang maakte. ; Titiaan befpeurde dit zo dra niet of hy verlief&fe///w\zogt voordeel te doen met de Ma- niere van Gjorgiom riatebeotsfen, en hield gemeen- zaamen Ommegang met deezen, • Gelyk denzelfden, fchilderde hy maar heen' op deö Doek, zonder eeni- *ge Tekening te makken. ! Op den Ouderdom van agtien Jaaren, bootste hy zodanig zynen Medgezel na, in 't,^g^;eldzel van Barbarigf-^^it men 't zou- de geoirdeeld hebben- van 'Gim^mie te zyn , indien TitiaaiN de Voorzorge niec,had genomen om zyn' Naaim daaronder te zettéii.v*jïn gameenfchap met denxelfden , had hy den "ÖSgëvël een's Ge- bouws g Zyne
Iaat gaan, daar anderzints de laatstgenoemde voor den eerst-
gemelden geplaatst moest worden. Vafari, die zig zo veel Vlyt gaf voor zyn Werk, en niet alleen by 't Leeven van Titiaan fchreef, twé Jaaren na dèezen overleed, maar ook gemcenzaamen Ommegang met hem had, en dus welge- ïnformeerd zal zyn geweest, fchryft A°. 1480; gelyk K. van Mander (mede zyn Tydgenoot) gedaan heeft, en van ons fevolgd is. Dit diend dan tot beter verfland onzer Aanmer-
ingen ; hoe zeer anderzints de Daghtékening des Frans/en Schryvers, haar nog kragtiger zoude fterken. ( 1) 't Magjzïn der Hoogduitsfers. Volgens Dolce, die
een Fenetiaan was en hem gekend heeft ,, was hy tei naau- ,:, wernood twintig Jaar oud, toen hy begon uittemunten in „ zyn' fchoone Jfz/tó, welke in dat Werk koomt. Weinig jj Tyds na hy dit »oltooide, maakte hy het groot Tafereel „ voo'r
|
||||
Venetiaanse Schilders. 285
Zyne Helft de beste gevonden zynde, wierd Gior~
gione deswegens nydig, en wilde geen' Ommegang meer met hem hebben. T1 t 1 a a n wierd naar Vicenza ge-eischt, om on-
der de Logie de Rechtfpraak van Salomon te fchil- deren. Vervolgens verbeeldde hy te Padua, in de Kerke van St. Antoni, eenige Gedeekens van 't Leeven deezes Heiligs. Deeze Stukken bevorder- den zyn' Roem : op zyne te Rugkoomst verkoor hem de Senaat, om in de groote Zaale des Raads te voltooijen, wat Jan Bellini fhervende onvoltooid had gelaaten. Dit Werk verbeeld Keizer Barberos- fa, die zig op de Kniëa werpt voor Alexander III. T1 t 1 a a N queet zig daarvan zo w-el, hy fchilder- de daarin zo volmaaktelyk de Afbeeldzelen vaa verfcheide Venetiaanfe Edelen, dat de Senaat hem een' Bedieninge fchonk, van 300 Ryksdaalders 's Jaars ( 1). Deez opkükende Roem noopte den Hertog
van Ferrare, hem te doen overkoomen, om in zyn Paleiz het Werk van Jan Bellini optemaaken. Dit beftond in Onderwerp uit de Fabelen getrokken , waarby Titiaan twé Stukken van zyne eige Vin- dinge voegde, die den Hertog bekoorden. Hy maakte deezes Afbeeldzel, dat der Hercoginne , en verfcheide andere Tafereelen. Jriosto, dien hy te
„ voor 't Hoog-Autaar der Kerke de Frati, verbeeldende de
„ Hémelvaard der Maagd : 't welk zyn eerste Werk in Oik'. „ verin) was ". (1) Vasari voegd 'er by, en na hem van Manier ,. dat'
de Venetiaanje Senaat dit Amt (genoemd la Senferia} altooz aan den besten Schilder der Stad geeft : welke ten dien Op* zigte gehouden blyft het Afbeeldzel des nieuwen Doge te- fchilderen, als deez verkoorenis, voor de enkelde Somat9 .van 8 Ryksdaalders. |
||||
286 V E NE TIAANSE SCHILDERS.
te Ferrare vond, bezorgde hem Onderwerpen zyner
Vindinge; en Titiaan, uit Erkentenisfe, fchil- derde zyn Portret. Aretyn, die zig naar Venetië be- geeven had, wierd mede van zyne Vrienden (i). Alle Opperheersfers wilden gefchilderd zyn ,
van de Hand diens grooten Mans. Hy maakte het Afbeeldzel van Paulus lil, toen zig deez te Ferra- re bevond; en hy begaf zig naar Urbino, om den Hertog en de Hertoginne te fchilderen. Franfoïs I, op zyn' te Rugtogt naar Frankryk ; de Doges, er. de Pausfen, zyn van Titiaan gefchilderd. Een der beste werken dien hy gemaakt heeft, is het be- faamd Tafereel van St. Piet er Martelaar, met een wonderbaarlyk Landfchap, 't geen in de Kerke var: St. Jan en St. Paulus gezien word. Hy maakte nog voor imant, het Tafereel der
Maaltyd van Kristus by Kléofas, 't geen geplaatst is boven de Poort van den Raad der Tienen. Nimant heeft zig meer overgegeeven , om de
Natuure natebootsfen, dan Titiaan : van hem zoude men konnen zeggen, dat de Natuur zelfs na- iverig over zyn Penfeel was (2). Hy fchilderde nog
(1) Felibien erinnerd, dat het met Titiaan, fcboori
hy A". 1523 de voorgemelde Groote Zaale des Raads-, en vervolgens 't befaamde Tafereel van St. Pieter Martelèar, en verfcheide anderen gefchilderd had die hem Roem gaven, evenwel niet te voordeeiig ging : dat hy dit fomtyds aan Aretyn klaagde; en dat deeze trouwe Vriend dikwyls deszelfs Penne gebruikte, om zyne Kunde te trompetten, en hem overal- aan de Hoven der grootfte Vorsten bekend te maa- ien : dat het eindelyk in den Jaare 1530 was, toen Keizer Karel V. zig te Bologne bevond, wanneer Aretyn zo veel by deezeu Monarch te wege bragt dat die hem aan zyn Hof deed koomen, waardoor zyne Gelukzon opreez. (2) Deeze en dergelyke Poeëtife Uitdrukkingen, moet
aien den Liefhebberen en vooral den Fransfen Schryveren in'
|
||||
Venetiaanse Schilders. 2S7
nog beter Vrouwen dan Mans ( 1). Indien hy juist
van Tékeninge was geweest, dan zoude men hem voor den eersten Schilder des Aardbodems ach-» ten (2). Somtyds feilde hy , door Gebrek van Uit-
in hunne Verrukkingen toegeeven% als welke in de Vervoe-
ringe van hunnen Geest dikwyls niet weeten watze zeggen. Als een Schilder de hoogde Sierlykheid en Kragt der Natuu- re onberispelyk kan nabootsfen, zulks hy de Zinnen der Ver- flandigen inneemd, algemeenlyk Mensfen en Dieren kan ba- driegen : is 't dan niet al verre genoeg gebragt ? De Piks zelfs fteld, dat mogelyk geen Titiaan zonder Giorgione, geen Basfan, Tintoret, Paulo Veroneez, nog een goed getal door- luchte Schilders zedert voorgekooraen , zonder Titiaan zouden geweest zyn : maar, waartoe deeze Knibbelaarye , die tot niets anders dan tot Vergrootinge diend ? Ontleenen de Mensfen niet alles van malkanderen; hoe zeer imant uit- munt, blyft hy niet veel aan zyn' Voorgangeren, en dus ook Giorgione aan de zynen verfchuld : maar , kan dit bepaalers dat geene andere, indien hy of eenige van hen ontbroken had, op die of dergelyke VV'yze zoude hebben konnen ont- luiken ? (1) Du Fresnoy drukt dit beter en voor de vuist uit.
Hy zegt, dat men Vrouwen en Kinderen van Titiaan ziet, die verwonderlyk van Tekening' en van Koloriet zyn • dat hy de Figuuren der Mannen niet van 't allerbest gete- kend heeft, en dat zelfs van hem fomrnige Kleedyen wat droevig en van geringen Aart zyn. De Piles bevestigd dit, zeggende dat hy zyne Mans-beelden niet altooz naauwkeurig nog fierlyk tekende : dat hy in hen de Natuur overlaadde en 't Antiek verwaarloozde. (2) Indien men L. Dolce gelooven moet „ dan heeft
,, nimant hem in Findinge en Tékeninge te boven gegaan; „ en voor 't Koloriet, is nimant hem gelyk : alle de uitmun- „ tende Hoedanigheeden, die in anderen verdeeld zyn, vin- „ den zig in zynen Perfoon vereenigd ". Zullen de Floren- tyners, en de Romynfe, het meestendeel toeltemmen ? Even- wel verklaard Dolce , dat hy zig weerhoud in hem na Waar- de te looven, wyl hy zyn' Vriend en zyn Kampeer is; en hy beklaagd het voorts, dat de Schilderkunst nu met zynen Dood fchynt te gronde te gaan : wyl nimand der Scbilderjeugd «enige Hoope van zig geeft, en elk, buiten den vlytigen-#at- tirta
|
||||
288 Venetiaanse Schilders.
Uitdrukkinge der Hartstogtcn. Hy raadpleegde
weinig het Antiek ; en herhaalde dikwyls eene zelf- de Onderwerpen (i). Na de Dood van Giorgione belastte men hem ,
met veelen van deszelfs Tafereelen optemaaken. Titiaan had meer Eêlheid dan dien Schilder ; en grooter Naauwkeurigheid, in alle de By-tooizelen zyner Werken. Zyne Portretten zyn onnavolg- lyk ( 2 ). Zyne Landfchappen verfchalken, en ver- rukken tista Franco, zig weinig met den Arbeid bekreund, maar zig
doorde Gierigheid vervoeren laat. Dogh zyn Aantékenaar berispt hem deswégens, zeggende dat men zig dikwyls door Vooroirdeel vervoeren laat, in Weef wille van den goeden Raad dien men aan anderen geeft ,• en dat de Luft om imant dienst te doen, ons fomwyl quaiyk gepaste Loftuitingen doet waagen : dat in Venetië, toen Dolce zyn Boek uitgaf, Tin- toret, Paulo Veroneez, Ba'Jan, en eenige andere bloeiden, die vry beter genoemd dienden te worden dan dien Balüsta Fran- co, waarvan men naauwlyks de Tafereelen kend. ,(i) Gelyk de Emausgangers, de Magdaleena, de Venus
en Adonis enz., waarin hy alleen Veranderinge van Grond bragt, om te toonen datze alle even Origineel waren, als de Piles aanmerkt, die zig niet verwonderd dat hy zo veele onderfcheide Stukken heeft voortgebragt, wyl hy 't Behulp had van zyne Leerlingen , vooral van drie Nederlanderen, die uitneemencje Schilders waren. Felibien zegt, dat men hem veeltyds het Onrecht doet, fchoon hy zo verftandig niet in Tékeninge als in Koloriet is geweest, van hem gemeene Schilderyen toetefchryven, enkeld om dat zig daarin iets wel gekoloreerd vind : dat evenwel de echte Werken van T i- tiaan niet quaiyk getekend zyn, vooral dien hy in de Kragt zyn's Ouderdoms heeft gedaan, waarin men fchoone Schikkingen , en zeer wel uitgedrukte Onderwerpen vind : dat Tintoret ook plagt te zeggen, dat Titiaan dikwyls „ Zaaken voortbragt waarop niets te beriepen was, en dac „ 'er uit zyne Hand quamen die juister konden zyn ". (2) Vooral by de Italiaanen.- Wat de Schryver vorder
aangaande zyne Landfchappen zegt, moet mede in dien Zin verftaan worden, en zal eindelyk tot Eere der Nederlanderen moeten gedeijen. |
||||
VENETlAAfcSE SCHÏEDERS. 28$
rukken de gantfe Wereld, door de Verflandhou-
ding' der Verwen : zy hebben doen zeggen, dat zy door hunne Toverachtigheid den Aanfchouwer naar zig trekken. In deezen Zin, kan Titiaan aangezien worden, als de grootfte Bedrieger die 'er ooit. geweest is (i ). ZyNé
(i) La aten \vy deeze Vergrootende- Spreekwyze aari den Schryver toegeeven, en zien of de Piies ons niet wat wézenlyker ter Zaake, fchoon met pragtige Redeneeringe , opléverd. Alles wat van 't Koloriet afhanglyk is (zegt by) is verwonderlyk in Titiaan. Indien hy in dit Gedeelte al zo kragtig niet was als Giorgione, zo was hy naauwkeuri- ger en heeft meer Teêrheid gehad. Zyne Lokaale-Kleuren zyn met verftandige Trouwe vlytig onderzogt, en altooz ge- plaatst om een Voorwerp te doen redden, door Vergelykin- ge van een ander : zulks hy, zo veel mogelyk was, door de Kragt zyner Kunst aan de Zwakheid der Kleuren te Hulp quam , die uit zig zelfs te kort fchietcn in alle Uitwerkin- gen der Natuure. De Waarheid, welke zig in die zelfde zy- ne Ldkaaje-Kleuren bevind, is zo groot,dat gants geen Efenfe* beeld overblyft van de Verwen die op zyn Palet waren, 't Schynt , dat men niet zoude kannen zeggen , ( by Voor- beeld ) dat de Vleczkieurcn van Titiaan gemaakt zyn , vari zulke of zulke Kleur, maar eêr dat het waar Vleez is, en dar. zyne Kleêren van waare Stoffen zyn : dus behoud idere Zaak naaren eigen Aart, zonder dat eenige der Kleuren die het t'Samenmehgfel hebben uitgemaakt zig ergens doen on- derfcheideri. Men kan niet ontkennen , dat Titiaan dé Kennisfe van 't Licht en 't Bruin had. Als hy dit niet ge- toond heeft door 't Middel der Groepen van Lichten - en- Bruinen, dan deed hy 't genoegiaam kennen door de Natuu- re der Kleuren welke hy aan zyne Kleedefen wist te gee- ven, en door de Uitdeelinge der Voorwerpen waarvan da Natuurlyke Kleur gevoeglyk was aan de Plaatste welke hy haaf gaf, om hen te doen voorkoomen of achteruit te doen wy- ken, of om te helpen tot de Ronding', of eindelyk om de Uirwcrkinge te veroirzaaken welke hy te wege wilde bren- gen. Zyne Tegenwerkingen zyn fier, en te gelyk overeerr- ltemmende. Hy heeft de Harmonie zyner Kleuren getrok- ken, uit de Kennisfe welke hy van haare Natuure had, eêr dan van de Mcdedeelinge van 't Licht- eh Bruin , gelyl% Paulo Veroneez mede gedaan heeft. . Eerfis Deel T
|
||||
2p° Venetiaanse Schilders,
, Zyne Liefde voor de Schilderkunst deed hy
kennen, met te Parma het Vermeien des Koepels van Corregio te beletten. Gants verfehillende van deezen Kunstfchilder , verfmolt hy zyne Tinten niet: zyne Verwen behielden haar Maagdom , en bleeven onvermengd : ook hebben zy zig fris en wonderbaarlyk bewaard, tot op deezen Dagh. Die twé onderfcheide Wegen , geleiden echter evenge- lyk tot de Volmaaktheid : is 't niet evenveel, door welken men dezelfde bereikt ? Ti Ti aan wierd naar Bohgne geroepen, A°.
1530., om Keizer Karsl V. te fchilderen, die zig al- daar kroonen deed, door Kkmens VIL Hy verbeeld- de hem gants gewapend. De volmaaktheid van dit Portret, verbaazde't gantfe Hof. Wederkeerende te Venetië, vond hy 'er Pordenon, die na-iverig over zynen Roem een Tafereel van St. Jan Aimoesfe- nier had gefchilderd, om het te ftellen tegens een dergelyk Onderwerp van Titiaan, in de Kerke vanden eigen Naam gemaakt: dogh, de laatstge- melde behield de Overwinninge. De Groote Zaai des Raads doet een' Battailje van zyne Iïand zien , waarin de Soldaaten woedend ftryden, geduurende een fchriklyk Qnweer. Dit Tafereel gaat voor 't uitmuntendfte die'r Zaale door, en deed hem eenen Gouden-Keten van den Senaat verdienen. Kar el V, op zynë te Rugkoomst te Bohgne,
riep T1 t 1 a a n voor de twédemaal, om zig we- derom van hem in grooter Beloop te laaten afbeel- den. Hy fchilderde toen den Keizer te Péérd. Ook maalde hy den Kardinaal de Medicis, den Mar- cmis del Vasto,enJretyn die hem by den Hertog van Mantua inleidde. Deez Vorst nam hem mede naar zyne Hoofdftad, alwaar hy deszelfs Afbeeldzel, dat >.vnes Broeders den Kardinaal, en in eene Zaale de Bort-
|
||||
Venetiaanse Schilders, zgt
borstbeelden der twaalf Cezars fchilderde, waaron-
der Julio Romano vervolgens de Schetzen hunner Historie gefchilderd heeft. Titiaan wierd naar Rome geè'ischt, door den
Kardinaal Farnéfe; en Vajari kreeg Bevel, hem over- al rond te geleiden (i). Paus Paulus III. huis- vestte hem in 't Belvedère, om zig op nieuw in 't groot van hem te doen fchilderen. Hy fchilderde ook den Kardinaal Farnéfe, den Prins Ottavio, en 't befaamd Tafereel een's Ecce Homo, 't welk de Paus in 't beste Gedeelte zyn's Vertreks deed plaats- fen. Michel Angelo quam, met Vajari, hem zierl arbeiden , aan zyn' Danaë: hy verwonderde zig over zyn Koloriet, preez zyn fchoon Penfeel, zyne gemaklyke Behandeling ; maar beklaagde 't, dat de Venetiaanje Schilders zo flegt tekenden ( 2 ). Pau-
(i ) Dit was in den Jaare 1546. Wy hebben gezien, dat
Pery?i del Vagi daarover zeer jaloers was , en zig geen rust gaf voor hy de te Rugreize aannam, die evenwel Weinig Reden daartoe had : te meer, wyl Doke meld, dat Tituan door Paus Leo X., en dus ten minste 25 Jaar te vooren toen Ti- tiaan zig nog zo wel niet gezeeten vond, naar 't Pausfel. Hof was geëischt op aanzieniyke Jaargelden, ten einde Rome zig beroemen mogt, dat het, buiten de Schilderyen van Rafaët en van M. Angeiti, ook iets Flémelsch van zyne Hand be- zat : maar , dat de groote Navagero , die geen min Kenner van Schilderkunst was dan hy in de Dichtkunde uitmuntte, voorziende dat Venetië dus beroofd zoude worden van eeri haarer doorluchtfle Sieraaden, het by hem zo verre bragc dat hy die Aanbiedinge niet aannam. Ook zegt hy, dat Frari- fois I. niet naliet hem de alleraanzienlykfte Voorwaarden! aantebieden, om hem naar Frankryk te trekken : maar dat Titiaan nimmer Venetië verlaaten wilde, daar hy zeef klyn gekoomen was, en 't Welk hy tot zyn Vaderland ver* kooren had. ( 2 ) Dat is, onachtfaam aangaande de Evenredigheid efl
Weiftand van alle de byzondere Deelen met het Geheel ( T 2 ïliaS
|
||||
292 Venetiaanse Schilders.
PaulusIII.j om zyne Vergenoeginge aan T r-
tiaan te betoonen, wilde zyn Zoon Pompcmio tot Bisfchop verheffen: maar, de Vader oirdeelde hem niet bequaam tot deeze Waardigheid. Nog wilde hy, aan hem zelfs, de Bedieninge delpiombo geeven , welke Fra Sebastiaan bezat. Titiaan weigerde alle deeze Gunsten, om naar Venenen by zyne goe- de Vrienden te keeren, die hem in eene Vrolyk- heid en Gerustheid onderhielden, welke noodzaa- kelyk aan zyne Kunst waren. T e Venetië gekeerd zynde, maakte hy 't Af beeld-
zel op van den Marquis del Vasto , fpreekende tot zyne Soldaaten ; alsmede, een fchoon Nagtmaal, in de Eetzaal' van St. Jan en St. Paulus; eenen Kristin, op den Berg Tabor, voor 't Hoofd-autaar van St. Salvador ; en een Boodfchap, voor eene an- dere Kapelle der eige Kerke. Titiaan kreeg wederom Bevel, Keizer Ka-
rel V ten derdemaal' te koomen fchilderen; alsme- de deszelfs Zoon, Filips II, naderhand Koning van Spanje. De Keizer begunftigde zyne twé Zoonen mee Bedieningen, plaatste den Vader onder de Offifie- ren zynes Huiz op zyne Légertogten, en zond hem voorts naar Infpnig, om zyn' Broeder den Rooms- koning Ferdinand, en deszelfs Gemaalinne te por- tretteeren. Na vyf Jaaren Verblyfs in Duitsland, op zyne te Rugkoomst te Venetië, fchilderde hy veele Tafereelen, die van zyne eerfte Werken vry verfchillen ( i ). Zy waren ruuw, en moesten uit de
niet in alles het fraaije der Natuure waarteneemen , en \
Middel j ter Veibeteringe door 't Antiek, te verwaarloozen. (i) De Files zegt, dat hy vier Manieren gehad heeft:
I, die van Jan Bellini, zyn Meester, die wat droog was ; ten 2, die van zynen Meedelireever, Giorgitme, van uitltee- Jiende Fierheid, gelyk te zien is in zya Schildery van St. Mar- ■ kus
|
||||
Venetiaanse Schilders» 295
de Hand gezien worden : daar de -laatstgemelde, in
de Kragt zynes Ouderdoms en na de Natuur' ge- daan, zo Uitvoerig waren, dat men hen zo wel van naby als van verre befchouwen konde. De groo- te Arbeid, dien hy in deezen had aangewend , fchuilde onder eenige ftoute Penfeelflagen, waar- door die bedrogen worden welke zyne Schilderyen willen kopieeren (1). Titiaan leefde zeer rykelyk : hy onthaalde
zelfs Kardinaalen ter Maaltyd, en deed zig van de Groo-
kus in de Sakristye der Saluté, en dat der Vyf Heiligen in de
klyne Kerke van St. Nikvlaas te Venetië ; ten 3, zyne eigene Maniere, beftaande in een' fchoone Navolging' van de Na- tuure, uitneemend bearbeid, door 't naauwkeurig gadefkan 't welk hy al retokeerende deed , dan hier dan daar, dan eens met onbefmeurde heldere Tinten in de Lichten en dan weer niet Lakfeeren in de Schadiiuwen , welke Manier ter Oirzaake die'r Uitpluizer/e be'fchroomder fchynt, maar ech- ter kragtiger en Uitvoeriger is; en ten 4, eene losfe Ma- nier, waarin hy by zynen Ouderdom verviel, beftaande in eene vry geestige Ha»delinge,als zig zoveel Moeite niet meer konnende geeven: waarvan in Venetië Voorbeelden te zien zyn, in de Tafereelen der Groetenisfe en der Bergverheerly- kinge te St.Salwtor, den St.Jakob der Sanzio, den St. Laurens der Jezuiten, den St. Jeronimns, Santa Maria nuova, het Pink- iterfeeft, enz. (1) Dezelfde de Piles (want, wy zullen min acht gee-
ven op eenige Tégenftrydigheid welke in deeze met de voori- ge Note legt, dan op 't Nut der Opheldering') zegt alge- meenlyk van hem, dat hy zyne Werken ten uitterfte uitvoer- de, en geene kennelyke Maniere in de Behandelinge van zyn Penfeel had, wyl de Oplettenheid zyner Nafpeuringen, en de Moeite welke hy nam om de eene Kleur' door de andere te maatigen, de Klaarbl.ykelykh.eid eener vrymoedige Hand be- dekte , fchoon zy daarin wézenlyk gevonden wierd : dat men in zyne Werken zulke geestige Toetsfen, zo overeenkoom- ftrg met den Aart der Voorwerpen vind, datze den Smaak van opregte Kunstkenneren veel meer kittelen , dan de harde Streeken eener ftoute Hand doen. |
|||||
T3
|
|||||
294 Venetiaanse Schilders.
Crooten beminnen. Nimant heeft van zyne Kunst-
genooten zédiger gefproken, dan hy deed. Hy plagt te zeggen , dat hy in zyne Werken geen' beter Gidze had dan de Druivetros: dat zy, voor 't Licht- en Bruin, zyn voornaame Régei was. Zyn Schilderkamerftond ópen, op dat zyne Leer-
lingen zyne fchoonste Tafereelen zouden konnen kopieeren, dien hy naderhand overliep en voor Ori- gineelen deed doorgaan. Vlytig ten Arbeid, heeft hy nooit opgehouden de Natuure te raadpleegen. In zynen hoogsten Ouderdom , heeft hy weinige Dagen döorgebragt zonder tekenen. Hy nam Cor- fielis Cort tot zynent, om'verfcheide zyner Schilde- ryen te graveeren, gelyk den St. Laurens, de Mag- daleena, St. Jeronimus, en anderen. Paolo Lomazzo zegt, in zyne Verhandeling"
der Schilderkunst, dat Titua'n, om zyne Be- quaamheid te doen zien in 't Nahootsfen der Uit- werkingen van 't Licht, gewoon was de Lichten wat fterker met Wit te hoogen dan het Licht was 't welk hy verbeelden wilde; en dat hy insgelyks in de Weerfchvn 't wat fterker maakte, met wac peer Bruin dan het Verlichte-Deel weerkaatste : dat dit Verhefïïnge aan een Figuur geeft, en het Oog bedriegd, He nu ik III., Koning van Po len, over Venetië"
koomende, ging Titiaan zien. Hebbende den Pryz van eenigen zyner Schilderyen gevraagd, deed de Schilder hen ten Gefchenk aan dien Vorst, die 'c wel wist te erkennen. Titiaan wilde , in zynen hoogen Ouderdom ,
Schilderyen befchaaven dien hy in zynen besten Tyd gemaakt had, en bedierf eenigen. Zyne Huiz- genooten, dit befpeurende, vermengden Olyf-oliè', <jje n,ooit droogd, onder zyne Verwen" Als hy dan ge- daan |
||||
Venetiaanse Schilders. 295.
daan had, veegden zy met een' Sponfië dien nieu-
wen Arbeid uit. Dus hebben zy veele fchoone Din- gen bewaard, die van hem overgebleeven zyn. Titiaan was met Eerbewyzingen en met Ge-
fchenken overlaaden, dien hy door zyne Verdiens- ten , onderfleund van zyne Begaafdheeden , ver- worven had. t'Elkens,als hy den Keizer afbeeldde, bequam hy duizend Goude-Kroonen. Deez Mo- narch adelde hem ook, met zyn gants Huiz en Na- koomlingfchap, fchonk hem den Tytel van Paltz- grave, en leidde hem eenjaargeld toe, op de Ka- mer van Napels, van twé honderd Goude-Kroonen : gelyk deszeifs Zoon Filippus, Koning van Spanje , hem een dergelyk Jaargeld fchonk. Daarenboven gaf de Keizer aan zynen eenen Zoon Pomponio, een Kannonnikfchap in de Kerke van Milaan; en aan den anderen, Horatio, een aanmerklyk Jaargeld. Tot den Ouderdom van 96 jaaren, genoot hy
een' volmaakte Gezondheid : het Vuur der Jeugd, en de Aartigheeden van den Geest, bleeven hem tot op het Einde by. 't Was als of de Dood dien Gryzaart eerbiedde, dien zy eindelyk A°. 157Ó verraschte, door de zwaare Pest, te Venetië. Zyn Lyk wierd gevoerd naar de Kerke Dei frari, en in een Graffteê geplaatst, van vry fraai Ontwerp. Niets is zo zeldfaam, als de Uitvoerige-Téke-
ningen van Titiaan: genoegfaam hebben wy niets anders als Schetsfen , van die bequaame'Hand. Zy zyn met de Penne wat grof gemaakt, los behan- deld, met Plekken van Ink welke hen de Kleur'geeft. Zyne Landfchappen zyn verwonderlyk, gelyk zy- ne Portretten (1). Veele zyn gemaakt met Zwart- kryt,
(1) Was Titiaan een opregt Navolger der Natuure:
hy was 't zeer weinig in de Verbeelding der Historiën, heb • T a bende
|
||||
I
|
|||||
s.r>6 Venetiaanse Schilders.
kryt, vermengd met Roodkryt, en gehoogd met-
Wit , waarvan de Handeling wat onachtfaam is, Men ontdekt 'er in, een' grootsfe Gedachte, veel Smaak en Scherpzinnigheid. De Gezigten zyner Landfchappen zyn gemaklyk te kennen ; en de Merktekens zyner Hoofden niet minder. Zyn e voornaamfte Werken (r) zyn te Vene-
tw. Men ziet, in Si. Rochus, eenen Kruizdraagen- den Kristus, met een Touw om den Halz gebonden waarby hem een Jood voorttrekt. Te <S« Maria Maggiore, is St. Jan in de Woesteny', een zeer fchoon Landfchap ( 2 ). Voor 't Hoofd-autaar Dei frari, een' Hémelvaard der H. Maagd , en haar Dood ( 3 )• In de Kerke van St. Markus, de Hei- lig > bende byna geeneTafereelen gefchilderd waarin hy zig desaan-
gaande niet berispelyk maakte. Dit zegt de Files : maar, kan daarmede overeenftemmen , wat hy even bevoorens zeide, na bekend te hebben dat Titiaan geen verheeve en luister- fyk Vernuft bezat, dat hy echter overvloedig Vernuft genoeg had om groote Onderwerpen te behandelen , van welken Aart die ook waren : dat geen Schilder algemeender is geweest , nog die beter het regte Kenteken, van ider Voorwerp't welk hy verbeelden wilde, wist uittedrtikken ? Paard dit zo wel niet met malkanderen, als-Water en Vuur? (1) Zyne iosfe Schilderyen zyn door gants Europa ver-
fpreid, en zyne allerfchoonfle zyn te Vtnetië, in Vuv.ik.ryk> yi in Spanje, zegt de Piirs. (2) Dit's een klyn Tafereel. Dok» durfd verzekeren,
<tet men nooit iets fchoonder, ca beter, in Tékeninge en Ko- loriet gezien heeft. ( 3) Dït's her Tafereel, waarvan wy in onze Note 1,
£lad'z. 284, gewaagd hebben. Doke befchryft het dus. „De ,; Maagd vaard ten Hemel, tusfen een' Menigte van Enge- 5J len, waarboven hy Godt den Vader vormd, van twé En- ,, gelen verzeld. Haar Gelaat is wézcnlyk vol Ootmoed, ,, en haareKleederen vliegen lugtig. Beneeden zyn deApos- ,j telen, die door onderfcheide Standen de Blyfchap en de j; Verbaazdheid verwonen. Voor 't grootfte Deel zynze „ méér dan Lccvensejrooc. 't Is zéker, dat men in dit Ta- „ fereel
|
|||||
Venetiaanse Schilders. 297
lig , zittende onder veele anderen, waarvan de
Hoofden geportretteerd zyn. By de Vaderen van Jan Spirho, de Neêrdaaling des H. Geests, en drie Taferoelcn voor het Zolderftuk : als Kam dooden- de zyn' Broeder Abel, David die Goliat verflaat, de Qfferhahde van Abraham ; en de vier Leeraars der Kerke in de Hoeken, alwaar hy zig in een' Hoek verbeeld heeft. Te St. Nikolaas , heeft hy deezen H. Bisfchop zelfs gefehilderd, met St. Franfiskus, Se. Kathmna, en St. Sebastiaan ( 1). In de Schoo- le
„ fereel de Grootsheid, en 'c Verfchrikkelyke van M. An~
„ gek, de Zagtmoedigheid en de Bevalligheid van Rafaël, „ en 't waarc Koioiiet der Natuure ziet ". Of de Florentyn- J'e en de Romynfe Liefhebbers dit alles zullen toeftemmen, Jaaten wy hen beflisfen. De Schryvt-r zegt voorts „ dat ,, met dat alles de domme Schilders, en 't zotte Gemeen , „' welke tot dien Tyd toe niets anders gezien hadden dan „ de doode en koude Schilderyen van Jan Bellyn, van Gen- „ tik, van Vivarino, en de leevenlooze Portretten van Gior- „ gione, al het mogelyke Quaad van dat Tafereel uitbraak- ,, ten ; maar, dat de Nyt vervolgens begon te verflaauwen , „ en de Waarheid hen allengs de Oogen opende : zulks men a, te P'enetiè'met Verwondering de Niéuwe-Maniere van ïi- ., ti aan begon toetejuichen , en alle de Schilders zedert „ zig toeleidden om ze natebootsfen, dogh zig verdwaald „ vonden wyl die boven hun Bereik was ". Zyn Aantéke- naar fchynt dit evenwel te mishaagen : hy zegt ,, dat het ., waar is dat dit Tafereel niet aan de Monniken beviel, ,, maar dat de Ambasfadeur des Keizers, het zelfde willen- „ de koopen, hen de Oogen opende, en leerde meer Werk „ daarvan te maaken ". Bekend hy evenwel hiermede niet, dat de Venetiaanen algemeenlyk nog zo verblind waren, dat een Vreemdeling daartusfen moest koomen om hen te ver- lichten ? (1) Dor-ce zegt, dat Pordenon, zynde deezen St. Sebas-
tiaan gaan zien, in Verwonderinge uitriep,Ik geloove dat Ti- Tiaan in dat Lichaam wézenlyk Vleez, in plaats van Ver- een , gebruikt heeft! Die Schryver verheft voorts dat Tafe- 'eel ongemeen, zeggende dat elk Figuur eene Eerbaarheid , pene onfehatbaare Heiligheid toond : dat het Hoofd van St. T 5 m
|
||||
29S Venetiaanse Schilders.
Ie Fantlno, eenen boetvaardigen Jeronimus. In
Se. Maria der Engelen te Murano , een' fchoone Boodfchap. In de Kerke der Jezuiten, het Mai'te- laarfchap van St. Laurens; eene Magdaleena, hal- verlyf, met verfpreidde Hairen; een' Vlugt naar Egipte ; de drie Ouderdommen des Mensfe, 't welk de Koningin van Sweede heeft gehad. In 't Paleiz van St. Markus; een Battailje waarin de Soldaaten van een Onweer overvallen worden ; J. K. ter Ta- fel met Kléofas; en 't Afbeeldze] der H. Maagd, flygende ten Hemel (O- T e Rome ziet men, in 't Paleiz Borgbéfe , dertig
Schilderyen van Titi aan (2); en twaalf Stuk- ken Nikoloas wezenlyk wonderbaarlyk en van oneindige Majes-
teuzheid is. Hierop zegt. zyn. Aantékenaar, dat dit Hoofd febynt nagebootst na dat des Laokdons, gelyk Peusfyn gedaan heeft in eene Verrukkinge van St. Paulus: maar dat deeze tH'é Schilders, de Uitdrukkinge daarvan verzagt hebben. ( 1) De Schryver vergeet bier te herhaalen, 't-befaamd
Tafereel van Sc. Pieter Martelaar, in de Kerke van St. Jan en St. Paulus, fchoon hy daarvan bevoorens gefproken heeft; en wy konnen ons hiervan te minder ontfhan, wyl Dolce 't, benevens de door ons uit hem aangetekende Tafereelen , ten hoogde verheft: ten blyk dat deeze Werken inzonderheid, toenmaals te Venetië, voor: de voornaamften en de besten van Tin aan geacht wierden. La Martiniere, 'm zyn Grand Diiï. Geograpbique , zegt ook dat het 't Meesterftuk diens grooten Mans, en een van de vier fchoone Tafereelen der We- leld is: maar, dat het jegenwoordig zeer bederfd, zo ter Oirzaake dat het zig flegt geplaatft vind , als wegens de Schilders die het onophoudeiyk kopieeren , en reeds zo dik- wyls de Spons over 't Aanzigt des Heiligs hebben doen gaai^ dat het Koloriet daarvan gants vergaan is, welke Voorzorg' men ook genomen heeft op dat de Kopieerders niet te digtdaar- by naderen, fchoon zy 'er niet mogen arbeiden zonder ïiitdruklyk Verlof hier toe te hebben. (2) Daaronder roemdRicbardfonden Schoolmeefter:een
keurlyk Stuk, ten aanzien van Kragt, en Geeft, en Schoor;. heid van alle de Deelen in 't algemeen. |
||||
Venetiaanse Schilders. 2pfj
ken van zyne Hand , in 't Paleiz Ludovifi (i).
T e St. Martyn, der Karthuizeren te Napels, vind
men eenen St. Michiel Aartsengel, en te St. Domini- cus Maggiore, een' Boodfchap. Te Ferrare, voor den PIertog,een fchoon Land-
fchap met Bacchanten, waarby Ariadne en Baccbus koomen ; den Triumf van Bacchus , keerende uit Indië; Kupidootjes op de Haazenjagt, anderen met Gulde-Appelen in een Landfchap , zynde On- derwerpen uit Filostratus. Te Urbino,ziet meneene Magdahena in Verruk-1
kin ge ; en een Schildery verbeeldende Vernis. I n den Dom te Verona , eene fchoone Hémel-
vaard der H. Maagd, met Apoltelen beneeden in 'r. Schildery geplaatst. Te Brejhia, in de Kerke van San Nazaro , vyf
Stukken op Hout gefchilderd , naamelyk de Op- ftanding des Zaligmakers, St. Sebajliaan, den En- gel Gabriël, St. Nazarus, en een fchoone H. Maagd. In 't Paleiz, ziet men drie Tafereelen : de Stad , verbeeld onder de Gedaante van een' Maagd, om- ringd met Meiren en Rivieren des Lands; Ceres , gefchilderd in het twéde Tafereel; en de Cyclopen ia het derde, fmeedende Wapenen; ter Zyde, is de
(i) Richardsox tékend aan, de Naakte - Leggende Venus
vanTiTiAAN, in 't Paleiz Barberini, een der vaornaamlle Tafereelen deezes Paleiz. Alsmede, in't Paleiz Braccianot Sixtus IV met vier andere Figuuren , alle zeer uitvoerig, op een' zeer gladde Maniere, maar zeer natuurelyk en welge- daan gefchilderd; 't Vrouwtje in Overfpel, dog op een' fiyve. en harde Manier', als die van Bellini; en eindelyk, Merku- rius die Kupido leezen leerd, met Venus ter Zyde, welke de beste van alle de Figuuren en 't fchoonste gekoloreerd is, gelyk ook 't gantfe Tafereel in 't gemeen, van allen dien hy °oit van Titiaan heeft gezien. < |
||||
3<jO Venetiaanse Schilders.
de Leeuw van St. Markus. Te 6'? djra, dei Ro-
chetini, de Overfpeelige Vrouw. Te Trevigi, een Boodfchap met een Achter-
grond van Gebouwen. Te S« Maria delle Gratie, in Milaan, de Kroo-
ning des Zaligmaakers; en St. Nikolaas, Bifchop, met eenen Engel, in de Sakristye van St. Sebas-^ tiaan. In 't Aartsbisfchóplyk Paleiz deezer Stad, ziet men eene H. Maagd, op Hout gefchilderd, met het Kind Jezus, 't geen Bloemen van St. Jozef ontfangt; en in de Gallcrye van dit Paleiz, het Portret van JuliusIII,en een kaale Kóp met een' Witten-Baardt. In de Gallcrye /Imbrofwia, 't Por- tret een 's Veldheers, dat van Ti tiaan zelfs, een Aanbidding der Koningen , eene Magdaleena, een Ecce Homo, en verfcheide andere Stukken. By den Hertog van Varma, 't Portret van Pau-
Jus III, met een' Staatjonge die hem eenen Brief aanbied ( i ); verfcheide andere Portretten, onder anderen, twé Vrouwen, een' Kind, de Minnaares van Titiaan, en eene Danae'.. IN de Gallerye des Groothertogs te Florence, twé
Bacchanaalen, verfcheide H. Maagden in 't klyn, eene £«.. Katharina, naakte Vrouwen in 't groot, zeven onderfcheide Portretten , een' fchoone Ve- rnis. In de Gallerye des Hertogs van Modena, de O-
verfpeelige Vrouw ; eene H. Maagd , met het Af- beeldzel een's Mans en eener Vrouwe in Gebeden ; de Samaritaan; de Kristus met den Penning; eene H. Maagd in 't klyn. In de Verzaamelinge des Keurvorsts der Paltz,
te
(i) Volmaaktelyk gefchilderd, met groote Kragfc,' alles
Jtvengelyk fchoon , en zeer wel bewaard , zegt Ricbanifun. |
||||
\
|
||||
Venetiaanse Schilders. 30Ï
te Dusfeldorp, een Ecce Homo ; een zeer fchoone
Kop, een Portret, eene H. Maagd met het Eind ■Jezus , St. Antonio, St. Franfiskus, en St. Jeronimus; eene andere H. Maagd, met het Kind Jezus en ■St. Jan , een Beeld op de Kniën , zynde 't Por- tret van den Patroon; eene H. Familie, daarin 't zydelings Portret een's Mans met gevouwe Han- den ; een' Geboorte. Eene Magdahena, en een groot Nagtmaal voor
den Keizer. Voor den Koning van Spanje, eenen Prometheus
geklonken op den Berg Kaukafus; een' Tantalus; Ve- nus en Adonis; /lndromcda en Perfcus; Diana en ASteon; de Schaaking van Europa ; de Afbeeldzels der Vorsten des Huiz van Oostenryk, in een' Zaale van 't Paleiz te Madrit. In 't Eskuriaal is het befaamde Nagtmaal, inde
Eetzaal' der Kloolterlingen. 't Gebed in den Hof, is in de Voor - Sakristye ; alsmede 6\ Margarita^ Kristus met de Farizeen, Se. Katharina Martelaares, eene H. Maagd met het Kind Jezus en St. Sebas- tiaan, eene Afdoening van 't Kruiz op 't Hoog-Au- taar , de Kristus met de Munt, de twaalf Cezarst Karel V. te Péérd ,• Filips II. biedende zynen Zoon, Filips III., nog een Kind zynde, Gode aan; de vier Raazernyën; de Markgravin van Pescara, het Tafereel der Glorie , waarin men ziet de H. Drie-eenheid, de H. Maagd ter Regte-zyde, in 't Mid,de de Glorie onder de Geftalte eener Maagd, biedende aan Godt de Helden van 't O. en N. Teftament, en die van 't Huiz van Oosten' ryk , gelyk Karel V. , Filips II. , en de Prins- fes Donna Juana, zyne Zuster; een St. Laurens in 't groot. In de Sakristye, een Kristus, eene Mag-
|
||||
go» Venetiaanse Schilders.
Magdaleena, St. Jan de Dooper in de Woestenye;
een H. Familie; een H. Maagd, houdende 't Kind Jezus. In 't Gebedehuiz des Konings, op 't Au- taar , een Kruizdraagende Kristus. In 't Kapittel, St. Joris met de H. Maagd en Se Katharina ;St. Jero- jiimus in Boete, de Aanbidding der Koningen, de Heiland halverlyf. De Graftlegging is in de Zaa- ]e De profundis; en een Ecce Homo, gevolgd van 't Hof van Pilatus, in de Kapelle van 't Gasthuiz. By den Koning van Portugal, is een Aanbidding
der Koningen, een Géesfeling, en een Kruisfiging welke zig jegenwoordig te Ancona by den Jakobynen bevind. De Koning van Vrankryk bezit, de Portretten
van Franfois I., van den Kardinaal de Medicis, van een' Man in 't Zwart gekleed houdende een' Hand- fchoen , van een 'ander Man insgelyks gekleed. Alsmede, Tarquyn en Lucretia, Perfeus en Androme- da, de Minnaares van Titiaan, een' H. Maagd, het Kind Jezus, & Agncs en St. Jan, een e H. Maagd met het Kind Jezus en tvé Engelen, een' H. Familie met St. Jan; St. Jeronimus, de Emaus- gangers, eene Magdakena, Kristus ten Grave gedraa- gen door zyne Disfipelen; de H. Maagd, 't Kind Jezusy en Se. Katharina, genoemd de Maagd met het Witte-Konyn ; een Ecce Homo, eene H. Maagd met het Kind Jezus; St. Stefanus, St. Ambrofius, en St. Markus; het Afbeeldzel des Marquis del Guasio, met een' Vrouw en een' Minnegod ; Jupi- ter, verliefd zyiide op Antiope, zig hervormende in een' Satyr. In 't Paleiz Royaal,ziet men de Afbeeldzels van
Keizer Otho, van den Grave Castiglione, van Ti- tiaan, een Mufieceerend Gezelfchap van ver* fchei-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 303
fcheide Mannen en Vrouwen; 't Afbeeldzel van
Kar el F., gewapend en te Péérd, dat van MlipsIL; een Vrouw in 't Zwart gekleed ; het Afbeeldzel van Klemens VU, zittende in een' Ermftoel; Aiïèon en Diana; 't Baden dezer Godinne met de Nimf Kalifio; een' H. Familie; 't Mensfelyke-leeven, verbeeld door drie naakte Kinderen, en door ver- fcheide andere Figuuren; Venus in de Schulp; de Minnaares van Titiaan voor haar Tooitafel; de Verzoekinge onzes Heers; Diana vervolgende Aiïèon in 't Bofch ; Vitellius, Vefpajiaan; het Kof- fertje van Titiaan ; de Schaaking van Europa; de Sclavonïêfe, leunende op een' Moor ; een We- duuw; Venus v/elke zig fpiegeld ; Perfeus en Andro- vieda; de Onderwyzing der Liefde; 't Afbeeldzel eener Vrouwe in Zwart - Gewaad ; eene Magda- leena halverlyf; Nolime tangere; Filips IL, Koning van Spanje, met zyne Minnaares. De befte Graveerders naar Titiaan, zyn L.
Daven, Martyn Rota, Comelis Cort, Augustyn Caratz, Suiderhof, van Kesfel, Vosterman , Troien, de Sade- laars, Tbeodorus de Bry, Caraglius, Bonafonus, Matbam, C. Bloemaart, P. Pontius,K. Audran, Hondius, Zout- man Rousfelet , Piet er de Jode, Mas/on, Coelemans. Daar zyn 28 Stukken , in de Gallerye des Aarts- hertogs Leopold; 23 in 't Vervolg van Falentyn Ie Fe'ore , een in dat van Louifa, 5 in de Verzamelin- ge van Crozat , Menigte in de Schilderyen des Groothertogs en in 't Kabinet des Keizers. Zyn Werk beloopt, op meer dan 600 Stukken. Titiaan had ten Leerlingen, Francisco VecelH,
zyn Broeder ,• Horatio Fecellï, zyn Zoon; Paris Bor- done Tintoret,Jan van Calker, Girolamo da Titiano, Nadalino da Murano, Damiano Mazza, en Giovanni Bar
|
||||
3°4 Venetiaanse Schilders.
Fiamingo. Wy zullen hier van de drie eerstge»
noemden fpreeken ( i ).
Francesco Francesco Vecelli, Broeder des Titiaans^
Vecelli. heeft fraai gefchilderd. Wyl hy zyne Jeugd in 'c
Heir doorbragt , heeft hy zodanigen gelukkigen
Voortgang niet konnen maaken als zyn Broeder,
die over zyne Bequaamheid na-iverig genoeg was
om hem tot den Koophandel aantezetten, en hem
'deswegens Tolvryheeden van Keizer Fadinand
verfchaftte ( 2 ). Hy ftierf in goeden Ouderdom,
voür zynen Broeder.
Horatio ' Horatio Vecelli, Zoon van Titiaan,
Vecelli. muntte uit in 't Portretteeren (3). De Vader
voer-
( i ) Dus zullen wy op hunne Plaats doen, van die Neêr-
ïanders die voor zyne Leerlingen bekend rtaan, en van on- zen Frans/en Schryver achtelooz overgcflagen worden, fchoon de Piles hen met de iikterfte Achtinge meld. (2) Sandrart zegt op dit Onderwerp, dat de Mcnslen
algemeenlyk doorgaans alleen op hun eigen en niet op het algemeene Nut zien , en deswegens de Pligten van Vriend- fchap en Bloedverwantfehap ter Zyde zetten , om Roem te 'verwerven en te hooger aangezien te worden. In deezer voegen zou Titiaan zulken grooten Lof, wegens zyne .Kunstliefdigheid en Vriendfchap voor zyne Kunftgenooten, niet verdienen. (3) Dewyl 't Bedenkelyk is, of de Zoon,.zo wel als de
voorgemelde Broeder van Titiaan, zo uitmuntend zoude geweeft zyn, gelyk hier en elders aan hen toegefchreeven word, vooral wyl zy de Kunft niet hebben voorgezet, veeimin na. deszelfs Overlyden hebben gearbeid ; zou. men 't dan ook niet ten goede van Titiaan konnen uitleggen (te meer, daar zy geacht wierden hem zo naby te koomen, en men hem toefehryft de Werken zyncr Leerlingen veelvuldig te hebben opgemaakt) dat hy uit Vaderlyke-of Broederlyke- Liefde , gelyk ook wel plaats vind,om hen in Roem te bren- gen , eenige Werken voor de hunnen heeft doen door- gaan, waarin hy 't mesft: de Hand gehad heeft? |
||||
Veneïiaanse Schilders. 30-5
voerde hem met zig, naar Rome, en vervolgens
naar Duitsland.- .Zvjtg^rffenis.was te ryk, dan dat hy zig neerftig-;.aah den Arbeid zoude houden. Zorgelooz -gemorden zynde, en zig aan de Goud- maakerye overgegeeven ,iie.bbende, verteerde hy door den (Rook alle ,de ;vGo.ed*a;,en ,- dien de Va- der met zp veel Arbeids vé^pffeld hacji Hora- tio ftierf in geenen hooseri.:'Ouderdom-k aan de Peft(i). \J "5\ |
|||||||||||
Paris JBordone, gebdó^ffiÉÈ 7>ej^f, vanp
|
Jans
|
||||||||||
Edele Ouc^s,4wierdv-naar^._^»5^^fezpidcn , om Bgtdtint
zyne Oeffêfi$ngeiv>'te doeó'v* t^^^Sl^ voor de Schilderküóst^dead hem langen^Cyjffejider Ti- t 1 a a n fbdyereri:'-■'■■ Voorts begaf hy.,:zig jnaar Tre- vigi, en verwierf zo., veel Roem .-;»"xiii-t'_''ffianfois L hem naar Vrankryk deed koornen, .Hy fchilderde deezen Monarch.«,.. en veele IJ^^sraraii 't Hof. Venetië' bepaalde zyriërtLoop"'-* ak'|ar"'hy in den Ouderdom van 75 Jaaren ftierf. | In: 't Pakiz Royaal, ziet men eene H. Famili$*«|h zyfre Hand. - P ^: ■
(1) A°. 1576, 't eige-Jaar waarin zjm—Vader overleed,
zegt de Piles. |
|||||||||||
Zerjle Deel V SÏfc
|
|||||||||||
god Venetiaanse SchïldMks.
|
|||||
P.C.U. TiyU, [cUp ,>s^
|
|||||
SEBASTIAAN DEL PIOMBO.
DE e z Schilder is bekend, onder de Naamen van
Fra Sebastiaaï^del Piombo, en van Se- bastiaan van Venetië: de Toenaam van Piombo quam hem van de Bedieninge del Piombo , Zége- laar der Cancellarye, welke Paus Klemens VIL hem gegeeven had , met hem 't Geestelyk - gewaad te doen aanneemen. Sebastiaan wierd gebooren te Venetië', A°.
1485. Zyne eerfle Bezigheid was de Mufiek: hy muntte uit, in 't befpeelen van verfcheide Speekui- ■gÈn,
|
|||||
Venetiaanse Schilders. 307
gen. Naderhand gaf hy zig over, aan de Schilder-
kunst. Hy volgde Jan Bellini, die zeer oud was. De Manier van Schilderen des Giorgiones, behaagde hem voor es beter: hy wierd zyn Leerling, nam zy- nen Smaak aan, en maakte Schilderyen welke dik- wyls voor Werken van dien Schilder doorgingen. Op 't Gerucht zyner Faam, deed Auguftyn Chigi hem de Reize naar Rome voordellen; en gaf hem te fchilderen, op de Boogen zyner Logie, eenen Po- lifémus, en onderfcheide Denkbeelden getrokken uit de Poeëten. Het Mededingerfchap waarin hy zig bevond met Balthafar van Siena, en den befaam- den Rafaël, die in de eige Logie eene Gaiathéa ea den Fabel van Pfyche heeft gefchilderd , waren een Middel om zynen Arbeid aantemoedigen. Se- bastiaan omhelsde de Partye van M. Angelo, tegens Rafaël; en deeze Verkiezing baarde hem de Vriend- fchap van dien grooten Schilder, die hem in 't Ver- volg met zynen Raad bediende. Zelve verfchafte hy hem, in 't klyn, het Denkbeeld zyner Taferee- len; en tekende zelfs dikwyls, in 't groot, zyne Beelden op den Doek. • 't Koloriet van Sebastiaan was verbaa-
zend: hy ontleende het van Giorgione. M. Angelo was daarvan bekoord, en verbond hem aan zig: in Hoope, dat Sebastiaan, geholpen door zyne Tekenin- gen , Rafaël en alle andere Schilders te boven zoude gaan ( 1 )• Wyl hy te veel Tyd gebruikte , om zyne
( 1) Is 'c niet verre gezogt, fchoon volgens de oude Mee-
ninge door verfcheiden gekoesterd ? Kon M. Angelo geene Tekeningen maaken voor de Werken dien Sebastiaan zoude fchilderen, getyk Rafaël voor de meesten deed die onder hem arbeidden, zonder dit te beoogen: hy, die met Tégen- ftreevinge zyne groote Werken gefchilderd heeft, en liefst 2i§ aan zyne beminde Beeldhouwerye overgaf? Ook meenen V 2 wy
|
||||
'308 Venetiaanse Schhdeës.
zyne Schilderyen uivoerig te maaken , wierd zyn
Werk evenwel al te droog, en al te gelikt, om aan de Oogmerken van M. Angelo te voldoen. I n Tegenftreevihge van het Tafereel der Berg-
verheerlykinge van Rafaël, fchilderde hy eene Op- wekkingevan Lazarus, waarvan M. Angelo de Té- keninge had gemaakt. Dit Tafereel is verwonder- lyk, voor den grootsfen Smaak van Koloriet. Ra- faël wierd echter daardoor niet verwonnen: zyne groote Eigenfchappen haalden het over. Hy zeide desaangaande (volgens Dolce) tegcns zynen Vriend, Jrctyn ,'t Zoude my een' klyne Glorie weezen eenen Man te overwinnen die niet tekenen kan. Eenen Dooden Kristus voor de Kerke van St.
Franciscus te Viterbo , eene Kapelle welke hy in St. Pieter Montorio fchilderde, op de Kartons van M. Angelo , verwierven hem veel Eere. Na de Dood .van Rafaël, veizelde men hem boven alle deszelfs Leerlingen , voor de groote Werken van 't Vati- kaan. Chigi gaf hem eene Kapelle te fchilderen , in de Madonna del popoio ( i ). Hy ontfing 'er den Pfyz van , fchilderde 'er aan, en heeftze nimmer volbragt. Sebastiaan was zo langdraadig, zo onzéker
in zyne Werken , dat hy veelen te gelyk onder- nam, zondereenigen derzelver te voltooijen. 't Is vry waarfchynlyk, dat zyn Venuft hem in groote Ondernemingen verliet, of dat hy zig niet fterk ge- noeg voelde om ze uit zig zelfs te onderfleunen. Zeer
wy in zyn Leeven blyken opgegeeven te hebben, dat hy zig
meer gedroeg ten Onderrigter van Rafaël, dan ten Mededin- ger deszelfden. Dat Sebastiaan belang had om zig tcgens RafaSl te verheffen, en dus M. Angelo aantekleeven, fchynt beter gegrond. (i) 't Is het Autaarftuk, niet aangenaam, zegt Rkbardfm. |
||||
Venetiaanse Schilders. 309
Zeer ligt is te befpeuren , hoe hy zig pynigde in
zyrien Arbeid. De Natuur had hem de Gemak - lykheid van Behandelinge geweigerd, welke zo noo- dig in deeze Kunst is. Het Portretteeren fcheen hem beter te voegen, dan de Onderwerpen van His- torie : die met de Langduurigheid des Arbeids een* grooten Sleep van Overweegingen, en veel Aan- dacht , na zig trekken. Zyne Portretten zyn in groot Getal , en zyn.
voortreffelyk. Hy fchilderde den Kardinaal de Me- dicis , toen die Paus verkooren was , onder den Naam van Iüemens VIL ; alsmede , Andrea Doria, Aretyn, en veele anderen. Zo dra de Paus, die Kardinaal zynde hem al-
tooz had voorgeftaan, hem 't Amt van f ratel del Fiom- bo had gegeeven, en hymet het Geeftelyk - gewaad bekleed was, verzekerde zig de Luiheid , die eigen genoeg aan deezen Stand is, van zynen Perfoon. Hy oeffende de Schilderkunfl niet meer, en hield zig bezig met Veerzen te maakten. Zyn Huiz was vervuld met Geletterden, zyn Tafel zeer goed, en hy verzuimde niets om zig te koesteren. Hy was een groot Praater: gantfe Dagen bragt hy daarin door. Dewyl hy warm gezeeten was , meende hy altooz, welken Pryz men hem voor zyn Werken bood, dat dezelfde niet genoeg betaald zouden wor- den. Evenwel fchilderde hy nog, het Portret van Julia Gonzaga, op Bevel van den Kadinaal Hippoly- tus de Medicis; en Paus Paulus III., na deezes Verheffinge. SeBastiaan had het Geheim gevonden, van
Olieverw op den Muur altooz luifterryk te doen blyven, die anders gemeenlyk zwart word , en by- na gants vergaat ( 1). Op 't Verwyt, 't geen hem (1) Een fraaije Manier, volgens Fafari,-om de Muurert
V 3 W
|
||||
310 Venetiaanse Schilders.
gedaan wierd , dat hy niet meer fchilderde , ant-
woordde hy „ daar zyn Schilders die in twé Maan- „ den maaken dat geene waaraan ik wel twé Jaaren „ arbeids heb; ik wil dan rustneemen, wyl ik be- „ ftaan kan : als ik nog lang leeve , dan zal alles be- „ fchilderdzyn". Hy raakte in oneenigheid met M. Angelo, die de Facciata der Kapelle, daar,'t Laatfte- Oirdeel gezien word, in Fresko gefchilderd wilde hebben. Sebastiaan bliez den Paus in, dat de- zelfde beter van Olieverw zoude zyn , en deed het noodige daartoe vervaardigen. M. Angelo, verftoord over deeze Tegenftreeving', deed alles afwerpen: zeggende, dat het Schilderen in Olieverw maar Vrouvvewerk was, en alleen eenen Lanterfant ge- ]yk Sebastiaan voegde. Sebastiaan leefde niet lang na dit Verfchil: een zwaare Koorts nam hem wegh, A°. 1547, in den Ouderdom van 61 Jaaren. Hy wierd te Rome begraaven, in de Kerke der Ma- donna del popoio. Men kend maar eenen Leerling van hem, ge-
noemd Tomaio Laurati, een Siciüër. De Tekeningen van Sebastiaan zyn raar. Zy
zy'n gearbeid met Zwartkryt, lugtig gewafchen, en gehoogd met Wit, door 't Penfeel. Zvn Aart ,van Tekening'trekt op die van M- Angelo. Voor- na-amèlyk kend men hem, aan zynen Zwier van Hoofden, wat wreed , en aan eene incorrectheid die hem maar al te gemeen is. Zyne Omtrekken zyn
te bereiden, eenen Grond daarop te leggen tegens alle Vog-
tigbeid, en met Olieverw daarop te werken, Hy bereidde de Steenlcalk met Mastik en Grïeks-pik, (treek het op den Muur', effende dit dan met een Mengfel van Roodachtige Kalk, zulks zyne Verwen, byzonder de Kristin aan de Kolomme in St. Pieter Montorio , onveranderlyk blyven. Ricbardfon zegt, dat dit Stuk veel geleeden heeft van den Tyd of van andere Toevallen, |
||||
Venetiaanse Schilders. 311
zyn wat kantig, en de Plooijen zyner Kleedyen
wat hard. De Artfeerigen,welken hy gebruikt, zyn fomtyds Regtftandig. 't Meestedeel zyner Werken is te Rome. Het
voornaamfte is eene Kapelie in de Kerke van St. Piet er Montorio, alwaar hy in 't Verwulft verbeeld heeft, de Bergverheerlykinge , met de Figuuren van St. Piet er en St. Paulus ter Zyde,. gefctiilderd in Fresko; en die van twé Profeeten, welke boven 't Figuur zyn van eenen Kristus aan de Pilaar, in Olieverw' op den Muur gefchüderd, zynde een uit- muntend Beeld ten Aanzien van den Omtrek, van de Handen, en van de V oeten, dien men van M. Angelo meend te zyn. Aan deezen Kapelie heeft hy zes Jaaren befteed. Te Santa Maria del Popoio, is de Kapelie van Augustyn Chigi , en daarin ,een fchreijende H. Maagd in een' ruime Landftreek. In de Kerke delta Pace, aan 't Hoog-autaar, is een. Bezoek der H. Maagd. Hyfchilderde, deMartelingevan Se. Agatha, voor
den Kardinaal, van Arragon; en eenen Polifémus in Fresko, in 't Paleïz Chigi, of Klyn-Faméfe. Te St. Francifcus van Viterbo, is een doode Kris-
tus , met de H-. Maagd. Te St. Jeronimas van Venetië is een groot Tafe-
reel. Vier Beelden zyn op de Deuren van 't Orgel van St. Bartholo?neus, te Venetië. Hy fchilderde, de Portretten van Mare Antoon
Colonna, van Adriaan VI, van Klemens VII, van A- retyn, van Julia Gonzaga, en van Paulus III. De Koning van Vrankryk heeft een Bezoek der
H. Maagd, op Hout, en 't Portret van Baccio Bdn- dinelli. Een 'ander Bezoek , is in de Kapelie van Fontaing'
hkau. V 4 lX
|
||||
'512 Venetiaanse Schilders.
In 't Paleiz Royaal, ziet men Jupiter in eenen
Arend veranderd , fchaakende Ganimédes , gete- kend van M' Angelo; alsmede, het Portret van cleezen grooten Schilder, en eene Afdoeninge van h Eruiz. De Opftandinge van Lazarus, Leevens- groot, voor Narbonna gemaakt, word geloofd van M. Angdo geïnventeerd en op den Doek gete- kend te zyn. Men kend eene Judit, na Sebastiaan gegra-
veerd , in de Gailerye des Aartshertogs Leopold. |
|||||
POR*
|
|||||
Yenetiaanse Schilders. 315
|
|||||
PORDENON.
DE waare Naam van Pordenon, is Jan-An-
toni Lic'mio, en fomtyds Regillo. Hy wierd gebooren A°. 1484, te Pordenone, een Ves- ting leggende in Frioul, 8 Mylen van Udine. De enkelde Natuur geleidde hem aanvangelyk, in de fterke Neiginge welke hy voor de Schilderkunde had. Te Udine, volgde hy de Maniere van Pelegrino dl fan Daniello. Vervolgens quam hy te Venetië , daar Giorgione hem in zynen Smaak trok. Hy won deszejfs Vriendfchap, en bleef eenigen Tyd inzyn V 5 Huiz.
|
|||||
3*4 Ven.etiaanse Schilders.
Huiz. Gelyk Giorgione, zogt hy de fchoone Uit-
werkingen der Nauiure natebootsjen. Porde- non, in zyne Latte!(treek' weergekeerd, jwierd ge- noodzaakt ze„te verlaaten, ter Oirzairké der Bc- fmettinge toëïke 'er heerste. Hy week naar eenige .Dorpen, alwaar hy de Uitwerkinge der herwen op Kalk onderzogt. Zig dus geoeffend hebbende in 't Fresko fchjilderen, keerde hy naar zyne Stad te rug. Hy fchilddrde 'er, met Oliever w', in de Kerke van Sl Pieter Martelaar, het Tafereel van Maria-Bood- fchap : wterin hy,. onder veeïfeEngelen , eenen EeuwigenjVgder verbeeld heeft, 'dïe den; H. Geest zend. InjdehiPpmV bqven de {Deuren van 't Or- gel, maakte hy de,;Historiè' der JL H. HerniKorus en Fortunktus r;en den' Voorgevel van 't Gebouw iel Talentl Die Werken gaven hem een' grooten Naam. ■ ■■
Venetië .zag hem nieuwe Preuvèn van zyne Be-
quaamheid geeven. Een Voorgévflop't Kanaal Grande ; en het Tafereel van St. Jêi den Dooper , van St. Franfiskus, van St. Jugu'sti§is, .en van St'. Laurens Jiminianï, behaagden oneindiglyk aan de' Venetiaanen. Dikwyls deeden zy hem arbeiden, in Tegenftreeving' van Titiaan, die na-iverig o'ver zyne Verdienften hem op zyne Hoede deed zyn Met den Degen op Zyde , en 't Schild nevens hem (i), fcmlderde hy 't Klooster van St. Steven van Venetië , duchtende eenige Veraschinge van denzelfden. Hy verbeeldde in datKiooster, twaalf Onderwerpen van 't Oude en van 't ATieuwe Tes- tament, (i) Op de Wyze der Snóezhaanen van dien Tyd, zet c'e
Aantékenaar van Delcs: maar, deez was een Vriend"van TitMan* |
||||
Venetiaanse Schilders. 315
tament, in Fresko gefchilderd. De Geestelyke-
Zusters der Engelen van Murano, deeden hem eene Maria -Boodfchap maaken, in fteê van een Tafe- reel van Titiaan , die dit weer naar zig had ge- nomen, wegens den overmaatigen Pryz dien hy daarvoor eischte. Dat Geval verbitterde dien grooten Schilder nog meer , en deed Porde- n o n uit Venetië wyken, die zig aldaar niet zéker oirdeelde. H y ging te Mantua, in een Paleiz, een' fchoo-
ne Friez' fchilderen, verrykt met veele Kindertjes en Antieke Figuuren. Vicenfa kan zig beroemen <, een fchoon Werk van zyne Hand te hebben, zynde het Tafereel van St. Augustinus, in de Spreekftoel van Si Maria di Campagna ; en in twé Kapellen in Fresko, verbeeldende 't eene de Historie van Se. Ka- tharina, en 't ander eene Geboorte en eene Aanbid- dinge der Koningen. De gantfe Adeldom, ziende zulke fchoone Uitwerkingen zyner Verbeeldinge, konde hem geeneAchtinge weigeren : op den Aan- zoek van veelen zyner goede Vrienden, huuwde hy 'er. Beurtelings, bielden de Steden van Kremona, van Trevigi, van Parma, en van Plaifance, hem bezig. Pordenon quam wederom te Venetië. Aan-
ftonds gaf men hem, den Koepel van 't Hoofd-au- taar in St. Rochus: daar hy de vier Evangelisten, de vier Leeraars der Kerke, en vier Engelen, ge- fchilderd heeft. In den Lantaarn, ziet men ver- fcheide Historiën van 't Oude Testament, en den Eeuwigen-Vader omringd van Engelen. De groo- te Nis boven 't Autaar, verbeeld de Bergverheer- lykinge onzes Heers, met de Profeeten en Aposte- len. Nog ziet men van zyne Hand, op de Deuren van
|
||||
''3i6 Venetiaanse Schilders.
van een' Kast, waarin 't Zilver bewaard word, St.
Maarten die zynen Mantel uitdeeld. Daa-ghlyks vermeerderde de groote Roem
van Pordenon. Veel deed de Na-iver, over de Werken van Titiaan : zonder deezen , zou hy in 't Midde van zynen Loop hebben blyven ftceken. De Senaat, aan wien zyne Manier van Schilderen zeer behafagde, gebruikte hem in de Zaale Pregadi, daar hy verfcheide Stukken deed, onder anderen eene Frieze vol Zee-gedrochten. Hy gaf daarin zo veel Genoegen, dat die hem een Jaargeld toeleidde. Pordenon muntte nog uit, in verfcheide fchoo- ne Werken. Zyn Roem vloog over tot in Duits- land. Keizer Karel de Vdeed hem roepen, om de Frieze der Groote-Zaale te Praag te koomen fchil- deren. Hy fchilderde nog, in St. Stefanus, fchoo- ne Figuuren , verbeeldende de Zédelyke - Deug^ den. Om zyne raare Gaven te vergelden, beiluuw- de de Keizer hem,met Goederenen maakte hem Ridder. Prins Doria, op zyne Beurt', wilde hem te Ge-
nua hebben, om een nieuw Paleiz te vertieren , 't welk hy op den Oever der Zee had geftigt. Pordenon voltooide 'er de Werken van Peryn del Vaga, en fchilderde Kinderen in de Friez', die een' Bark los- fen , vervuld met Groentens en Voortbrengzelen der Zee. De Zaale der Argonauten, die 't Gulde- VHez gaan haaien, is mede van zyne Hand. Por- denon quam vervolgens weer te Venetië, daar hy niet lang bleef. Herkules II., Hertog van Yen are, éen' groot Tekenaar noodig hebbende, om de Kar- tons te maaken voor de Tapyten welken hy ont- wierp , eischte Pordenon. De Bedryven van- Herkules, waarvan de Vorst den Naam droeg, dien- |
||||
Venetiaanse Schilders. 317
den hem ten Onderwerp. Niet lange, genoot hy
de Gunsten deezes nieuwen Befchermheers. Een zwaare Borstquaal deed hem binnen drie Dagen den Geest geeven, A°. 1540 te Ferrare, oud 56 Jaa- ren. De geweldige Smerten, welken hy leed, dee- den vermoeden dat hy vergeeven was. Eene prag- tige BegraarTenis, wierd hem van den Hertog aan- gedaan. Pordenon tekende wel, en hield veel van Ver-
kortingen, welke hy wonderlyk fraai maakte. Hy had een goed Koloriet," in Fresko zo wel als in Olieverw' ; alsmede, verwonderlyke Vaardigheid van Hand, en eenen grootfen Styl (1). Zyne Fi- guuren hadden veel Rondte. Hy was van vrien- ' delyken Aart, met uitfteekende Manieren, die hem van elk beminnen deeden, uitgezonderd van Ti- tiaan. De Tekeningen van Pordenon zyn verfchei-
denlyk behandeld. Men ziet 'er, die gefield zyn met eenen Omtrek der Penne, gewaschen met Roet, en gehoogd met Wit. Die van Roodkryt zyn niet zeer uitvoerig , en byna gedoezeld. Alge- meenlyk,
( 1) D o lc e , die wegens de Vriendfchap voor Titiaanhem
niet te gunftig kan zyn, zegt dat de Schilders zyne Wer- ken zeer geacht hebben : ,, dat hy een ftout en bequaam „ Meester was, die Vermaak fchiep in Verkortingen en ver- „ fchriklyke Figimren te rnaaken; dat men te Venetië eenigen „ zyner Schilderwerken zeer fchoon ziet, gelyk dat van „ den Voorgevel del Talenti (waarin een Merkurius in Ver- ,, kortinge die verwonderlyk is, een Péérd 't geen de Toe- „ juichinge heeft, en een' Proferpma in de Ermen van Pluto, „ zynde een zeer aanminnig Figuur), en dat van St.Rochus, „ 't geen hem grooten Roem gaf: . dat hy voorzéker ook „ groote Bequaamheid moest hebben, wyl hy te ftryden hadi s, met Titiaan, beneeden wiea hy altooz zeer verre bleef ". |
||||
$i8 Venetiaanse Schilders.
meenlyk, zyn zyne Karakters van Hoofden zonder-
ling, en gefyken zig byna alle. Een grootsfe Vene- ■tiaanfeSmaak, doet Pordenon genoeg kennen : maar, men moet hem zo hoog niet aanzien als Ti- tiaan, of als den Ouden-Palma. Zyne Werken te Udine zyn, een Boodfchap in
'tKonvent van St. Pieter Martelaar, en verfcheide Schilderyen in den Dom, der Groote-Kerke van Pordenone ; ook fchilderde hy een H. Maagd met het Kind Jezus, St. Jozef, en St* Krist off el. Te Venetië, ziet men het Klooster van St. Ste-
ven , de Kapelle van St. Rochiis, In St. Jan de Rlal- r<?,is St.Jan, Almoesfen uitdeeiende; en Se. Kathari- na , St. Sebastiaan, en St. Rochus, in 't eige Ta- fereel. In den Dom van Kremona, Kristus opKaharië,
en een Kruisfiging met de twé Moordenaars. Te Mantua, de Gevel van 't Huiz Dei Cercfani,
daar de Berg Parmsfus gezien word. In de Gallerye des Groothertogs, Kaïn en Abel.
D e gancfe Kerke der Madonna di Campagna , te
Vicenfa. In de Madonna di Campagna te Plaifance', een St.
Augustinus in Fresko, met vyf Kindertjes; en in de Kapelle der Koningen, ter eige Kerke, op den Muur, drie fchoone Beelden der Drie-Koningen , alsmede de H. Maagd met het Kind Jezus en St. Jozef; en ter Zyde, van gelyke Grootte, de Ge- boorte der H. Maagd. In de Kapelle van Se. Ka- tharina, het Huuvvelyk deezer Heilige ; St. Pieter enSt.Paulus; enSe. Katharina, predikende voor de Leeraaren om hen te overtuigen. Te Genua-, zyn verfcheide Zolderingen, by den
Prins Doria. Te
|
||||
Venetiaansè Sc,auDEEs. 319
T e Ceneda ziet men, in de Pleitzaal', drie Von-
nisfen in Fresko gefchilderd : naamelyk, dat van Salomon ; de Befc-huldiging van Sufartne., door de Ouden ; de Uitfpraak van Trajaan, die zynen ei- gen Zoon toewyst aan de Weduuwe, wiens eeni- ge Zoon, by Ongeluk , door 't Peerd des zynen ge- dood was. Te Ferrare, Kartons voor Tapyten.
In de Gallerye des Hertogs van Modem-, ver-
fcheide zeer fchoone Koppen. In die des Hertogs van Parma, eene Lucretsiu.
Te Praag, de Zaale der Festynen, en de Deug-
den in de Kerke van St. Steeven. De Koning van Vrankryk heeft eenen St. Pie-
ter halverlyf, houdende een Boek en Sleutelen ; 't Portret een's Mans, in 't Bont. In 't Paleiz Royaal ziet men , eene yudit op
Hout gefchilderd , halverlyf, Leevensgroot' ,• en Herkules, den Hoorn van Achelous afwringende, meer dan Leevensgrootte op Doek gefchilderd. Wy hebben nog een Dozyn van Stukken dee-
zes Meesters, gegraveerd door J. Licinius, Troien, Odoard Fialetti, en anderen. Een Stuk, na hem, is gegraveerd in 't Werk van Louifa, en een ander in 't Kabinet des Aartshertogs Leopold. Pordenon had ten Leerlingen, zyn' Neef Ju-
lia Licinio Pordenone, en zynen Schoonzoon Pomp' nio Amalteo da fan Vit o. Julio Licinio Pordenone was een groot Julh £.
Tekenaar, verftond volmaaktelyk het Freskp , enPo,^n^ was Tydgenoot van Basfan. Te Augsburg, heeft hy ne' de Gevels van twé groote Huizen in Fresko befchil- derd:, vereeuwigd met een Loffchrift ter zyner Ee- re. Sandrart roemd daarvan ten hoogde de goede Vin*
|
||||
'ij2o VenetiaaKse Schilders.
Vindinge, ryke Uitdeeling', heerlyke Tekening,
treflyk Koloriet, ongemeene Natuurlykheid als of zy in Olieverw gedaan waren, en verwonderlyke Beftendigheid van Verwen, in zulk een' koude Luchtftreek : daar die, welke maar 25 Jaaren gelee- den gefchilderd waren, het tegens de zynen van 100 Jaaren Ouderdoms niet haaien konden. Hy leidde 'er de laatfte Hand aan, A°. 1561. Te Venetië, en in andere Plaatsfen, heeft hy mede gefchilderd. Veele oirdeelen hem hooger, ten Aanzien van 't Vernuft, dan zynen Oom. |
|||||
GIÖ-'
|
|||||
VfcKËftAANSË"SCHlEU£RS«, 02t
|
|||||
GIOVANNI da UDINE.
DE School van Rafaël vereischte alle Soorten
van Eigenfchappen : niecs was haar noodi»- ger, voor de grdote Werken waarmede zy beladeri wierd. Giovanni Nanni da Udine, gebooren AQ.
1494, in eene Stad van deezen Naairi in Frioul, had Francesco Nanni ten Vader, wiefis onmaatige Drift voor de Jagt de Jeugd zynes Zoons meê- fleepte. Volgende zynen Vader in deeze OefFe- ninge, tekende hy, als hy maar Gelegenheid had, Evjie Deel. X alle
|
|||||
§22- Venetiaanse -Schilders.
alle Gediertens af dien hy ontmoette. Om deeze
fterke Neiginge te; ondc^fteünen,' deed de Vader
hem te Fentiic','-by Giorgionc. De Loftuitingen , welke aan de 'Werken van Michel Afigelo en van Rafaêl gegeeven wierden, dreeven hem wel dra naar Rome. C a s t fg l r o n e , Vriend van Rafaêl % door een
Brief var| Voorfchryving aangezogt, fcood hem Jan da -Udine aan, die b.nder zyne Leerlingen aangenomen wierd (i). Jan leidde zig byzonder- lyk
(O Inriiek de Daghtélening bekend was, dan zoude
men beter konnen oirdeelen of J an da Udine als Leer- ling, dan Wel als een reeds bedreeve Kunstenaar, by Rafaêl is gekoomen, gélyk zékerlyk te vooronderflellen is : vooral indien men niet te gelyk moet toeflemmen , dat zyne befaamdfte Werken gr potend gels na 't overlyden van-Rafaêl zyn gedaan. De Mens ten''.wierden toen nietr.meêr "dan jegenwoordig met de Kunst gebooren, èn moeten behóórlyken Tyd hebben orn de Beginzelen, en alle die onderfcheida:,(ïedeeltens der Kunst te leeren, zig te oeffenen, en in ftaat té geraakèn van zulke voomaame Werken uittevoeren. Zou iïren wel grootelyks konnen misfèh, als men hem op de Helft van den Tyd waarin Rafaêl te Rome geweest is, naamelyk'6 Jan ren", uitloopende op A°. 1514, by deezen doet kooinen : wyl die ook Jaaren van nooden had, eêr zo veele Werken van hem aldaar ge- maakt waren dat derzelver Faam rond om verfpreid wierd . De vroege OefFening van Jan in de Tékenkunde, zyn Ver- blyf by Giorgione, brieven van Voorfcbryvens voor hem aan Castiglione (die te betekenen fchynen, dat hy voorgedaan wierd als een Jongman van groote Gaven, welke Rafaêl van Dienst kbnde zyn) : dat alles febynt onwederfpreeklyk te bewyzen, dat hy reeds bedreeven was en een' goede Behan- deling van Penfeel had, en dus in ftaat was om zyn Voor- deel te doen, gelyk Vafari fchryft, met den uitmuntenden Nederlandfen Fruit- en Bloemfchilder die zig by Rafaêl op- hield , en van den Fransfen Schryver vergeeten , dogh van ons elders bygebragt zal worden. De groote Werken, en de zwaare Omflag waaraan Rafaêl gebonden was, gevoegd by deszelfs korten Leeftyd, zullen deezen ook niet toegelaaters jiebben om Kinderen ter School', maar Mannen tot zyne Hulpe
|
||||
V E N E T I A A N S E ScBUSIJS. 323
ivk toe, om Dieren, Vogelen, 'Vrugten, Bloe-
men, Sieraaden, enLandfchap, op een grootsfe Maniere te fehilderen: waarvan Ky een Studie-boek maakte, 't geen dikwyis Tydverdryf-aan Rafaël verfchafte. Rafaël gebruikte hem aan Kyrie Schilderwer-
ken, 't Was'Jan da Ubine, welke het Orgel en de Speeltuigen fchilderde, die 't befaamde Tafe- reel van Si Cecilia veriieren, 't geen te Bolpgne ge- zien word. Toen men de fchoone Sieraaden van Aloud
Stucco, of Pleisterwerk, in de Puiuhoopen van 't Paleiz van Tit%s vond,tekende Jan da Udine't met de uitterfte Vlyt af ( i ). Hy beftudeerde het, met de greetigfte Aandoeninge ; en vond hef Ge- heim om dergelyk Stucco te maaken , van Pleister, of gepulverizeerden gezift ailerfchoonst Wit-Ivïarmer, vermengd met fchoone Travertynfe-Kalk, 't welk dat der Antieken niets toegeeft. Dit Geheim was verlooren, en hy is daarvan de Herfteiler. Ply is de eerste , die den regten Smaak der Grotlesken vond (2), welke wel vrolyk en pragtig voor de Schil- derkunst Hulpe, aanteneemen. De Gallery van 't Vatikaan , waarin
de voornaamfle Werken van da Udine zyn, is niet vol- tooid voor de Vertrekken van Rafaël gefchilderd, welker laat- fte gejaarmerkt is Ap. 1517. Of de 'haliaanen ook, otn Ra- faël en hunne Landsgenooten te verwonderlyker te maaken, niet veele Byzonderheeden hebben overgefiagen ; of zy mez Voordacht, of uit onbewustheid, gelyk wy hier van den Framfen Schryver zien , niet veele zaaken verheelden die een gants ander Licht zouden geeven : laatenwyaan Oirdeel- kundigen ? (i)'Rafaêi, rnet Jan da Udine die ontdekte Sieraa-
den , vol kleene Figuurtjes en Historietjes, zynde gaan zien» zegt Fa/im, verwonderde zig niet alleen over de Frisheid, maar ook over de Deugd en Schoonheid die'r Werken, (a) VolöeNS Fafctri, was Motto fa Ftltro de eerste en X 3 by»OBï
|
||||
324 Venetiaanse Schilder s<
derkunst konnen wezen, wanneer die verftandig en
fpaarzaam uitgedeeld , en daarvan beter Gebruik gemaakt word dan de Romynen al by derzelver eer- fta Vindinge onder Augustus deeden, door gantfe Kamers met dat Soort van Grillen op te pronken, waarin een Half-Figuur van Mens of Dier uit Loof- werk fpruit , 't geen Fittwuius te regc zeer be- rispt (1). Naau-
byzonderfte, welke't Schilderen der Grottesken, of Grottisfen,
dus benaamd na de Onderaardfe Gebouwen van de Italiaa- nen genoemd Grotti, in gebruik bragt, en''t aan Andries di Cofimo leerde , die byzouderen Geest had omze met zyne Vcrzieringen te verbeteren. Morto was een Florentyner, quam te Rome onder Paus Alexander VI, die A°. 1492 den Stoel beklom en in 1503 llierf. Een zwaarmoedig Mens zynde, geneegen voor' de Eenzaamheid, ging hy geduurig tekenen in de Ruïnen. . Daarin vond hy Verdeelingen van Verwulften, en Vakken van Grottesken, waarin hy Lust nam zig te oeft'enen : zulks hy zig die Maniere gants aanwend- de , weetende de Bladeren op zyn Antieks een' Slinger te geeven. Hy doorfnuffelde niet alleen alles wat te Ro~ me onder de Aarde was, maar onthield zig ook veele Maan- den te Tivoli, in de Villa Adriana, alwaar hy alle de Grot- tesken boven en onder de Aarde kopieerde. Hoorende, dat in 't Koningryk Napels, 10 Mylen van de Stad Pozzuolo, gantfe Muuren vol Antieke Grottesken ja fomniige verheven van Stukko, uitneemende van Schoonheid waren, bragt hy ook aldaar fommige Maanden door : tekenende alles na wat jn die Menigte van oude Begraafplaatsfen te zien was, in Cam- ■pana den aiouden Wegh, ook te Trullo aan de Zee, in alle de Tempelen en Grotten onder de Aarde, te Baja en Merca- to, zulks hy in deeze Kunst zeer toenam. Hoorende 't Ge- rucht der Kartonnen van da Vinci en van M. Angelo, begaf hy zig naar Florence, om zig mede in Beelden te volmaaken : maar, den Moed verliezende om tot zulke Hoogte te koomen , leidde hy zig voorts toe op Grottesken. ( 1) Die ook zegt, dat dit zo verre by de Gtooten ging, dat
nimant zyne Gebouwan meer met Historiën, befchilderd wilde hebben. Zoude hy zulks dan mede in onze Tydgenooten niet hebben moeten hekelen, niet alleen ten Opzigt der ge- fchilderde Grottesken, maar inzonderheid ook belangende 't Zo hoog in Zwang gaande Pleisterwerk, 't geen immers te- gens'
|
||||
Veneïiaanse Schilders. 325
Naaüwelyks zyn'er Bloemen, Vrugten ,
Vischen, Vogelen , en Gediertens, welken hy niet verbeeld heeft op verwonderlyke Wyze ( 1). 't Is echter zéker, dat Jan da Udine zo bequaam niet was voor 't Hiftoriè'fchilderen, als de andere Leerlingen van Rafaël. Elk heeft zyne natunrlyke Begaafdheid: de zyne was nut, aan de groote Ont- werpen zyn's Meesters. Terwyl hy een der Tap'yten fchilderde, die
in 't Eind der Logies over Baliën fchynen te han- gen , naderde de Paus die zyn Werk quam befchou- wen. Een der Kamerdienaaren fchoot toe , wilde het Tapyt opligten om zyne Heiligheid doortogt te verfchaffen , meenende dat het een wézenlyk Tapyt was. D e Kardinaal Julia de Medicis, gebruikte hein
om zynen Lusthof op Monte Mark te verfieren; en zond
geils de Schoonheid, nog 't Profyt van goede Schilderwerken
(die zelfs in Prys door den Ouderdom fteigeren, daar 't bes- te Pleister, aanftonds na de Betaaling', geen' Duit meer voor den Bouwheer waardig en niet beftendig is) geenerwyze in Vergelykinge kan koomen ? 't Is dan te verwonderen , dat de Fransje Schryver, die zo veel Oirdeel en Liefdevoor de Kunst bezit, hier heeft konnen voorgeeven ('t welk wy evenwel met byna 't gantfe voorige Art. veranderd hebben) dat de Grottesken zo noodzaakelyk zyn aan de Schilderkunst. Waaruit fpruit dit voort: uit den aangebooren Smaak van 't Meêren- deel zyner Landsgenooten, overgegeeven aan Grillen en one- venredige Vevzinningen , waarmede zy zelfs den Smaak van andere Volkeren bederven, die zig aan hunne Beuzelingen vergaapen ? (1) Als niet meer van die Grotteske-Werken aangetrof-
fen worden, zegt Richardjon, dan in de Gallerye van 't Va- tikaan zyn, dan zyn zy zeer aangenaam, en konnen eenig- fints dienen om den Geest te verinaaken in emftige Onder--, werpen, waaraan zy ten Sieraad, dienden. X3
|
||||
32ó Venetiaanse Schilders.
zond hem vervolgens m&r Florence, voor de Logie
der Kooplieden. Hy fchilderde 'er Grottesken, eïi Graauwen , verzeld van Pleisterwerken , met de Wapens van Medki^ in, 't Zqlderftuk , vermengd met Figuuren van Kindertjes, Dieren, en Zinne- beelden der Doorlachte Perfocnafiën deezes Huiz. . Op zyne te Rugkoomst te Rome, fchilderde [an da Udïne, in dè Logie van Chigi, die fchoone ï'rieze en die Festons, vervukl met Vragten en Bloemen van alle de Getyden ^es Jaars. VtTvol- gens wierd hy gebruikt:> in 't Kasteel St. Angelo. NA.de Dood van Rafa'ël, en van Leo $., Jagen,
de Kunsten te Rome in Fiaauwte, zulks Jan geene Bezigheid meer bekoomén konde. De Pest, welke daarop volgde, noodzaakte hem naar Udïne te kee- ren : waar uk de Kardinaal de Medicis, Paus ge- worden onder den Naam van Kleinern VIL, hem >vederom te rug riep. De II. Vader ftelde hem te Werk, met Peryn del Vaga , om in het Vatikaan ■dé Plaats ffc te verlieren die Torre di Borgia word genoemd. Peryn fchilderde 'er de zeven Planee- ten ; én. Jan maakte, in de Pleisterwerken, Grot- tesken en Dieren van verwonderlyke Schoonheid . Inde Plundering van Rome, A°. 1527^ ieed Jan vee! , en ontvlugtte naar Udïne. Klemens VIL , genoodzaakt naar Bologne te wyken, keerde ver- volgens weer naar Rome, en riep' Jan da Udïne te rug, aan wien hy een Jaargeld gaf op 't Amt van Riombo, 't geen Sebasiiaan bezat. Hy kreeg Bevel, naar Florence te gaan, om de Sieraaden van 't Geftoelte in dé Kapelle van St. Laurens te fchil- deren. De Dood dés Paus flaakte dit Werk, en hy quam wederom te Rome. Alle Werken ïlonden uil, zonder Hoope van Herleevinge. Dk deed Jan
|
||||
Venetiaanse Schilders. 327
Jan nógmaal bèfluiten, naar Udine te keeren, al-
waar hy op verfcheide Piaatsfen fchilderde. De Patriarch Grimani wikkelde hem in, om eene Reize mar Venetië te doen. In 't Jubeljaar van 1550, ging hy ter Bedevaart naar Rome. Vajari trof hem aan die zig onbekend wilde houden, en verwierf voor hem zyn Jaargeld by den Paus, 't welk de jegenwoordige Bezitter van 't Amt van Piombo hem weigerde te betaalen. Voorts ging hy den Groot- hertog te Florence vinden, en verzelde denzelfden naar Rome, na de Verkiezingè van Pius, die hem alles toeftond wat hy vroeg ; en door herhaalde Gunsten hem overhaalde, om eene nieuwe Logie te fchilderen. Da Udine voltooide dit Werk te Rome, in den Ouderdom van 70 Jaaren, A°. 1564, het laatste zyr/s Leevens; en wilde in de Rotonde, by zynen Meester Rafaël, begraaven zyn. Men kend geenen Leerlingen van hjem. Zyn e Tekeningen vertoonen Sieraaden vati
grootsfen Smaak. Hy tékendeze, met eene lugti- ge Penne : ook heeft hy 'er gewaschen. Van zy- ne Hand ziet men Gedachten van Rafaël, gete- kend met O. I. Ink, gehoogd met Wit: waarvan de Figuuren, mager en onzéker, hem zo wel doen kennen als zyne fchoone Sieraaden doen. Behalven de Werken van Jan da Udine,
gefchilderd in de Logies, in 't Paleiz Cbigi, in 't Va- tikaan, en in 't Kasteel St. Angelo, is de Logie der Kooplieden te Florence, en alle de Sieraaden der Nieuwe Sakristye van St. Laurens, mede van hem. In den Lusthof van Julius de Medicis, vervol-
gens Klemens VII., op Monte Mario, zyn heerlyke Werken van Pleister, en twé fchoone Fontynen van zvne Uitvindinee. X4 I*
|
||||
'§2g Venetiaanse Schilöers.
In 't Paleiz Grimani, te Venetië, heeft hy ver-
fcheide Verzinningen gemaakt, welke de Taferee- len van Salviati omvatten Te Udine, voor de Broederfchap di Castello, ziet
men op eene Baniere, ëene fchoone H. Maagd met het Kind Jezus. Twé Plaaten yan Grottesken, zyn na deezer*
feester, in de Verzamelinge van Crozat, |
|||||
BASSAN
|
|||||
V^NETJAAHSE S g ü I L D E R §. 5j2|)
|
|||||||
B A S S A N.
JAkob da Ponte, gemeenlyk genoemd Bas*
san, word aangezien als een der voornaamfte Schilders zyn's Lands. Zyne Geboorte was te Bas». fano, in den Fenetiaanfen Staat, A°. 1510. Hy was Leerling van zyrnen Vader, Francesco Basfan, en peffende zig te Venetië, naar de Werken van 77- tiaan en van Pamefaan. Op 't Voorbeeld deezer groote Schilders, vernoegde zig Bassan niet met hen natebootsfen : hy opende zig eenen nieuwen Wegh, in zyne Kunst.. Zyne Studiën Helden hem X s in
|
|||||||
33© Venètiaanse Schude*s.
in flaat, zig van de Historie' en de Fabelen te be-
dienen, zonder Toevlugt-tot Geletterden te nee- men. Venetië bezat hem weinig Tyds: najde Dood zyn's Vader&J^Keerde hy naar Basfano, alwaar hy zyn gewoon Verblyf. hield. Deeze Stad verfchaf- te hem verfcheide (Selegeffheeden ten Afbeid,' zo wel als Vicenfa, Brefcia, Trevigi, en'P#, Ste- den dien hy dikwyls bezogt. De Onderwerpen zy- ner Schilderyen, gaande over 't Landleejyen, wa- ren gewoonlyk getrokken uit de H. Schfifc. Hy verkoor zalken ,^waarin de Gediertens s en het Landfchap / zig natuurely|^ Wyze vooïdeeden : gelyk, de'Refeen van JaWr^ de Ijraëliten in de Woestenye, de Aanbiddingetétn 't Goude-Jialf, den Doortogt door de Roode-zee, en dergelyken. Als Bassan zéker Getal van Schilderyen ge-
daan had, deed -hy ze te /- rrkoopeR. Ti- tiaan maakte 'er 'zó -veel- ■Werk van'4gdat hy de Die- ren gaande in de Arke kogt. j Hgt Pehfeel van Bassan is vasten vet; zyn Styl ïjj|fchobn,- zyne Lokaale-Kleuren zyn wel geplaatst-^yne jGezigten gelukkig; en Z7n*"tandfchap-rjir^rcdrA Smaak. Zyne Penfeelllagen zyn zo vry, en drukken zyn Doel zo wel uit, dat men 't niet verder kan bren- gen. Evenwel zyn 't niet anders dan Toetsfen , by 'fnalkanderert verzameld . zonder te fmelten : maar ^ welke eene vërbaazende Uitwerkinge doen (i). De Dieren heeft hy evengelyk fraai gcfchil-
(i)DëPiles zegt, fcyne Lokaale-Kleuren behouden
Vblkoötaen hunnen eigen Aart; zyrre Vierkleuren vertoonert eert' gvooté Frisheid en Waarheid. Zyne Kleuren hebbent fiene verwonderlyke ■ Verbintenisfe, met die der Natuure . £yii Landfchap k v.an heel goeden Aart, de Gronden wel verkobren j 't Licht- en Bruin wel vérihan ; de Toetsferi Ifêeftig ; en de Kleuren natuurlyk iii de Verfehieten maar |
||||
VeNETIAANSÉ SCfiltDERS. g3C
gefchilderd ; en. zyne Portretten zyn volmaakt»
Van zyne Hand ziet men* te Venetië, die van ver- fcheide Doges, van Ar'wsto, van Tas/o, en van an- dere doorlachte Perfoonen. Jakob Bassan heeft het Voordeel boven de
Griek/e Schilders gehad, dat hy groote Mannen in zyne Kunst heeft können bedriegen. Annibal Ca- ratz , liem te Venetië koomende zien , vatte n-afirJ een Boek, 't welk Bassan op den Muur van 't Schildervertrek had gefchilderd. Men kan oirdee* len, hoe volmaakt dit Werk moest zyn ( i ). Zul- ke welgcvestigde Roem, vloog over tot aan 't Hof van Keizer Rmlolf II. : maar , zyne geringe Staat- zagtigheid deed hem de Eere weigeren van zig daarnaar toe te begeeven. Zyne Afzondering . t©' Basfano voegde hem beter: hy genoot 'er eene goede Lucht, en eenen Tuyn welken hy Vermaak nam te queeken. Onder de Planten deezes Tuins, plaatste hy fomtyds Serpenten, en andere Gedier- tens, zo kunstig op Bordetjes gefchilderd, dat zy den Aanfchouweren verraschten. Zyne Kunst, zy- ne dikwyls te Zwart op den Voorgrond, hoewel het fchynt dat
hy, hiermede, de Eigenfchap van de Helderheid der Voorwer- pen te baat' heeft willen koomen. Hy heeft veele Nagtver- beeklingen gefchilderd. Zyne aangenome Gewoonte van fter- ]te Schaduuwen te maaken, kan ook veel toegebragt hebben- om hem dezelfden ontydig te doen gebruiken , in de Onder- werpen van een helder Daghlicht. Zyn Penfeel is vast en tyvig, en met zo veel beleid behandeld, dat nimant (van de Italiaanen) met zo veel Kunst en Naauwkeurigheid de Dieren heeft gefchilderd. (i) De Pi les zegt (en mogelyk zou 't ook in Neêrland
toetepaffen weezen) , ik weet niet of veele zyner Stukken in Vrankryk zyn : maar, die weet ik, dat in de geenen. welke ik in de Kerken te Basfano gezien hebbe, zulk een Frisheid en Luister doorftraald, welke my zo ongemeen is voorgekoo- laen, dat ik nergens dergelyke hebbe gezien. |
||||
332 V E N;E T I A A N S E S C H I L D E R S.
|
|||||
ue perfooneefe Verdiensten , verwierven hem 't
Bezoek van veele groote Heeren. Zyn Huiz was de t'Samenkooms.t der Kunsten, vooral der Mufiek, welke hy volmaaktelyk verftond. Venetië bezat hem dikwyls: hy zag 'er twé zyner Zoonen, die zyne leerlingen waren. Bas san vermydde 't Naakt in zyne Taferee-
len. Gewoonlyk bedekte hy, door ee'nige Kleedy', de Uit-eindens zyner Beelden. Dit deed gelooven, dat hy geene Handen nog Voeten kon tekenen : echter geeven eenige zyner Schilderyen te kennen, waarin die uitterlyke JDeelen wonderbaarelyk ge- vonden worden, dat hy zulks deed om te vaardi- ger voorttegaan. Aan Bassan ontbrak meer Edel- heid, mëêr Verhevenheid van Gedachten , meer Geest en Juistheid (i). 'Zyne Kleedyen waren van 't gemeen Gebruik,en van vry flegte Verkiezinge. De
(i)De Abt de Boze, die zyn Koloriet zo zeer pryzt dat hy
't betoverende Kleuren noemd , welke zyne Schilderyen doen roemen en beminnen onaangezien de Feilen waarvan zy ver- vuld zyn, drukt zig dus gemaatigd niet uit (hoewel hy ook in 't Schilderkundige, ongeacht den Overvloed zyner Rede- neeringen, niet zeer aiuh'entyk is) wanneer hy zegt ,, dat „ de Schilderyen van Bassan van uitfpoorige Misflagen , „ zo tegens de Tékeninge en Schikkinge als tegens de Poeë- ., tife- en Schilderkundige■Ordimnfiè overvloeijen ". De Pi- ies (waarby vry wat meer Pit zit) na gezegt te hebben, dat hy in 't Verheelden van Herders en Veldgezigten uitmuntte, voegd 'er by ,, indien in deftige Gefchiedenisfen, welke hy „ niet dikwyls ondernam, hetSierlykeen 't Edele zodanig niet „ gezien worden als wel te wens.fen zoude zyn , zo vind men. „ ten minfte daarin veel Kragt, Frisheid, en Waarheid .... ,', Hy was juist van Omtrek ". Dit laatfte moet echter met Onderfcheid verftaan worden. Du Fresnoy, die zynen Aart van. Schilderen geringer en minder oirdeeld dan dien van Tin-, teret, zegt eenvoudig dat hy fiegter dan Tintorei: getekend: heeft: dat zyneO.rdinanfiën, en Tekening, niet zeer fraai zyn geweest. |
|||||
\f enetiaanse Schilders. 333
De Dood nam deezen grooten Man wegh, A°i
J592, ten Ouderdom van 82 Jaafen. Hy is begra- ven , in de Kerke van St. Franfiskus. Zyn Leevens- wyze was altooz geregeld. Zo liefdaadig was hy j dat zyne Huizvrouw hem deswegens dikwyls be-^ rispte. Op zyn Doodbedde zeide hy, dat hy, op nieuw niet konnende leeren, en maar beginnende het wonderbaare der Schilderkunst te befpeuren , nu zag hoe moeijelyk het is de Volmaaktheid dee- zer Kunst te bereiken. De Tekeningen van Jakob Bassan zyn zeer
ruuw i en zeer onvolkoomen. Van 't Meerendeel is de Omtrek, gelyk ook de Schaduuwen , met het Penfeel gedaan. Andere zyn met Zwartkryt, lug- tig gewaschen mét O. I. Ink, of met Roet: dik- wyls vind men 'er Krayon in. Eenigen ziet men gewaschen , waarvan de Omtrek met de Penne is : niets is 'er juist in nog wel overgebragt, en derzel- ver Omtrekken zyn by de Tast. Men kan zig in Bassan niet vergisfen, aan zyne Boersfe-Beelden, waarvan de Koppen, de Handen, en de Tooizels hem eigen zyn. De Kleur, in alle zyne Tekenin- gen verfpreid, is dat geene 't welk men het meest moet aanmerken. T e Basfano ziet men, in 't Klooster van St. Fran-
fiskus, eene H. Maagd met het Kind Jezus , St.An- toni de Abt, en St. Franfiskus. In St. Jeronimo, eene Vlugt naar Egypte. In de Lambrisfeering' der Ka- mers van 't Stadhuiz, heeft hy in 't Graauw gefchil- derd alle de Kunsten; en in de Gerichtszaal', eene Sufanna, de Overfpeelige-Vrouw, de Macchabeen koomende uit de Vlammen voor Nabucbodonofor; alsmede, eene H. Maagd in Fresko, en eene ande- re met St: Rochus in Olievqrw'. In de klyne Kerk van 't Kasteel, eene Geboorte; en in de Kerk va» |
||||
334 Venêtiaanse Schilders.
St. Franfiskus, eenen St. Jan zittende. Voor de
Vaders de He Gratie, het Tafereel van St.Valentyn. ÏB de Kerke van S\ Katharina , St. Maarten te Péérd. : T e Venetw, by de J'ezuïten, vind men S>. P/#m* tn St.Pauhs ; en te ÓY. Giorgio Maggiore, eene groote Geboorte, met de Herders, die verlicht wor- den door de Straal en van 't Kindje. ln S* Mam Maggiore, de Dieren gaande in de Arke 5 en de vier 3aargetyden,veel klynder,geichaard op de Piiaaren der Kerke, in form van Gallery, benevens veel an- dere hédendaaghfe Schilderkunst. T e Vicenza ziet men, in de Kerke der Bombar-
diers, het Tafereel van St. Eleutherus. Op 't Hoog- autaar der Vaderen van St'. Rochus, den Heilig ge- neezende de Pestzieken , en om hoog eene H. Maagd, ftygende ten Hemel, met Engelen om- ringd. In de Raadzaal', heeft hy de H.Maagd ge- fehilderd, onder een Verhémeke ; en aan haare Voeten twé Stadsbefluurders, hebbende ter eenre Zyde hunne Lievrybedienden, en ter andere hunne Hapfchaaren die de Gevangenisfe openen. T E Brescia, in 't Koor der Jezüiten, ziet men
de Pasfië in negen Tafereelen. Te S\ Afra Dei Rochetini, St. Apollonius onder menigte Figuuren. In de Sakristye der Domimkaaneren, de vier Jaar- g'etyden in 't klyn. In 't Kollégie der Edelen, een Tafereel van St. Antontus den Abt. Te Padua, in 6'<? Maria in Vanzo, eenen Kristus
ten Grave gedraagen. T e Trevigi, in de Kerke Allerheiligen, St. Fabia-
nus met St. Rochus en St. Sebastiaan ; en in die van St. Paulus , een Kruisfifix met de H. Maagd, St. fón% en St. Jeronimis. IN de Gallerye des Hertogs van Modem, deri
Samaritaan 5 ApèMo en Marjyas. |
||||
Venetiaanse Schilders. 335
In die des Groothertogs, eenen St.Stefanus.
By den Hertog van Parma, den Lazarus, een
zeer fchoon Stuk; en eene Geboorte, een Nagc- ftuk, met groote Tegenwerkingen van Licht, Te S? Maria Maggme van Bergamo, worden in
't Verwulft van 7t Koor vier Ronden gezien : zjft» de de Boodfchap, de Geboorte, 't Bezoek, en de Voorilelling in den Tempel. ■ • ■••■.'.:. Jn de Gallerye van 't Aartbisfchoplyk i aieiz te
Milaan, eene Geboorte. In die des Prins fe , te Turyn, een Landureek;
met Veeweiders. ■
Voor Keizer £»?# f/., fchilderde hy de twaalf
Maanden van 't Jaar, de vier Elementen, en de Taargetyden.
Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der jtyfcz, zyn
de Af beeldzeis van Jezus en Marfa op een Pede» ftal St. Rochus en St. Jan de Dooper aan de Zy- den'; alsmede de eige Afbeeldzels , met & Am, ni dèn Kluizenaar, en eenen H. Bisfchop, St. Jero- mms , Jezus Krïstus zyn Kruiz draagende. In 't Kabinet van den Koning vanVrankryk, ziee
men Jezus Kristus in 't Graf; Jezus Kristus, zyn Kruiz draagende ; de Geesfeling ; de Geboorte; Noach doende de Arke bouwen, en daarin de Ge- diertens gaan; vier dubbelde Tafereelen; Noach ci- ferende; de Bruiloft van Kana ; den Zondvloed; de Reize van Abraham ; de Emausgangers j en 't flaan der Rotze.
D e Herzog van Orleans bezit, van B a s s a n , t
Portret eens Gryzaarts, halverlyf, en in 't Zwart gekleed ;Sf. Jeronimus voor een Kruisfifix ; de Befny- denisfe onzes Heers; 't Portret van BAssan , Leeven? groot en dat zyner Vrouwe houdende een Boek. In 't Hotel van Thouhufe, yier Stukken boven
Deu*
|
||||
33<5 VénétiAansè SchhöEks.
Deuren : naamelyk, een Oogst met Boeren en
Vrouwen ter Tafel; een Landfchap met veele Fi- guuren; Mensfefl die Slaapen gaan; en 't vierde } is een Keuken. De Sadelaars, Wischer, J. Treeft \ L. koster-
man, Scalberge, van Kesfel* Krispyn vander Pas, Boel, Kilian, Matham, Coelemans, en anderen heb- ben na Jakob Basfan gegraveerd. Frmcesco FranCesco en Leander Basfan, zyn de be- Basjan. qimir)ft;e der vier Zoonen van Jakob Bas san. Francescó, de Oudfte, heeft zynen Vader by na ach- terhaald. Hy begaf zig naar Venetië, met zyne Huizvrouwe ; en verkreeg zödanigen Naam , dat hy in 't Paleiz van St. Markus om ftryd arbeidde, met Titiaan en Paulo Veroneeze.. Van Tyd tot Tyd quam zyii Vader zyn Zolderftük zien : die in de eene Hand een* Spiegel nam, en in de andere een Rysje , om hem te doen verbeteren wat hy noodig oirdeelde. Zyne al te groöte Arbeidfaamheid deed hem zodanig in Droefgeefligheid Vervallen, dat hy geduurig waande zig van Dieflyders gezogt te zyn: 3VIëenéhde eens dat men hem vatten wilde , wierp hy zig uit het Venster , en ftierf op den eigen Stond, A°. 1504, oud 44 Jaaren. Leander Leander bleef te Basfano by zyn Vader, en Basfan. qUam £e ygföfó jen Doge Vanieto fchilderen. Ee- ïiigen Tyd woonde hy by zynen Broeder Francefcoy huuwdé'er, en maakte verfcheide Tafereelen voor Kerken. Hy muntte uit, in 't Portretteeren. Na de Dood Zyries Broeders, quam hy deszelfs begon- ne Werken opmaaken. Hebbende den Doge Gri- mani gefchilderd , wierd hy Ridder van St. Markus gemaakt (1). Men gaf hem verfcheide Onder- wer-
(i)Dk Vader moet insgelyks Ridder zyn ge weeft. Wy
heb-
|
||||
VenetïAanse Schildees. 337^
xverpen van Hifloriè', vervuld met Portretten, ia'
de Zaale van den Raad der Tienen,'.' Keizer Rudolf<> Vernoegd over verfcheide Portretten>. dien Leander hem gezonden had, deed hem een' Goode; Medailje met zyn 4ft>eeldzel ten Gefchenk." De droefgees- tige Gefteftenis van onzen Schilder , dreef hem toe het behandelen van Speeltuigen^ Hy beminde Ver- fpillinge, ën fpyzde met zyne Leerlingen, dien hy de Spyzen: vooraf deed proeven , dugtende Ver- gif. Na jeene langciuurige Ziekte , flierf hy te Venetië, A°. 1Ö23, oud 65 Jaarên» D e twé andere goonsyan JajjÉqb |$Assjfcfc * die mede Jan-Bat+
zyne Leerlingenw^Egn.twierde»gen6em.^ Jan-Bat-1^* en tist en Jkonimo. Zrhèbbefi'TSÏg bepaajd tot het CJ^ kopieeren Jder Schilderyen hunnes Vadefjs, en de- zelfden vefmemgyuldigd. hebberi een Tafei;e|l van hein bezeetën," goed-nfc zyne Ma-
niere van Hiftoriéfthilderen , zynde een' Btfpotttnge Krijlij, v gemerkt Giatomo 'm Ponte Basfano, Eines. |
||||||||
£êrjl? DeÏÏ,
|
||||||||
TIN,
|
||||||||
2
|
||||||||
33$ Venetiaanse Schild e ks,
|
|||||
TINTORET.
DE waare Naam deezes Schilders, is Jahb Ra»
busti: zyn Vader was een Verwer, en dit gaf hem den Bynaam van Tintoret. In den Jaare 1512, wierd hy te Venetië gebooren. Weinig Tyds had hy 't Onderwyz van den grooten Titiaan: die beducht wierd van zynen Leerling overtroifen te zullen worden, en 't Middel vond om hem uit zy- ne Schoole te doen vertrekken. Zonder den Smaak van M: Angelo, en de Werken van Titiaan , uit het Oog'te verliezen, bleef Tintoret zyn eige Mees-
|
|||||
Venetiaanse Schilders. 33$
Meester (1): hy kopieerde 't Model, en raad-
pleegde de Antieke Standbeelden. Tintoret is't vrugtbaarste Venuft, 't welk
wy in de Schilderkunst gehad hebben. Terwyl zy- ne Kunstgenooten (J. Salviati, Frederik Zucchero, Paulo Feroneez) bezig waren elk een' Tekening te maaken, tot een Tafereel voor de Konfreerie van; St. Rochus 't welk beileed zoude worden aan den beften van hun vieren , bood Tintoret, in fr.ee van de zyne , het Tafereel op zyn' Plaatsfe gefteld. gants voltooid aan ; en fchonk het de Konfreerie, toen deeze zig daarover verfbord hield en zeide dat zy eene Tékeninge en geen Schildery ge- eischt, nog hem 't Werk aanbefteed had. Even- wel deeden de andere Schilders, verbaazd ftaande, Recht aan de Verdiensten zynes Werks: zy noem- den hem den raazenden Tintoret, een BHxetn van 'e Penfeel De Broederfchap nam het dan aan, leidde hem een Jaargeld toe, en alle de Werken die voor hunne Schoole ( 2 ) moesten dienen. Zo
(1) Getroffen door die onverdiende Behandeling' van
Titiaan, zegt Felibien, nam hy zo veel te fterker en edel- moediger Befluit* om zig in de Kunst optebeuren : zyn Ge- voeligheid tegens den zelfden, belette hem nietdeszelfs Ver- diensten te kennen en te achten. Hy befloot te ftudeeren na de Tafereelen van Titiaan , voor 't Koloriet; en na de Standbeelden van M.Angelo, die voor-den Vader der Te- kenkunst geacht wierd. Men zegt zelve, dat hy zig daar- van eene Wet maakte, en die ter zyner geduurige Erinne- ringe op den Muur zyn's Schüdervertreks fchreef, met dee- ze Woorden, II difègno di Michel-Angdo, el colorito di Ti- tiano. Was 't niet een verltandige en de beste Wraak', Welke hy tegens eenen Benyder en Verdrukker konde nee- Uien ? (2) Of Kamer der Broederfchap. Deeze is de Verzamel-
plaats der Kunftminnaaren , en der Vreemdelingen ; inert fteld'er de nieuwgemaakte Werken der Fenetiaanfe Schilders tcn toon', Y s
|
||||
340 Venetiaanse Schilders.
Zo zeer beminde Tintoret zyne Kunft, en zyfï
Geeft was zo leevendig, dat hy dikwyis voorfloeg, groote Werken voor Kloosters te fchilderen , alleen voor de Onkosten der Verwen (i ). Somwyien heeft men hem gezien, enkeld om zig Bezigheid te geeven , zonder eenig Inzigt van Loon , Schia- •vone en andere Schilders aan hunne Werken helpen. Een Tafereel 't welk hy aan de Brug Rial- to ten toon ftelde, wierd zo fc'hoon gevonden, dat Titiaan het aanftonds quam zien, en in Weêrwille van zyn' Na-iver niet kon nalaaten het te roe- men. Zo dra Tintoret preuven zyner Bequaamheid
had gegeevën in de Schoole van S. Markus , ge- bruikte de Senaat hem in de Groote-ZaaL- van den llaad, en hy fchilderde het Laatfte - Oirdeel in die van 't Scrulinïo. D E School van St. Rochus, welke hy vervol-
gens ondernam en gegraveerd is , bragt hem jn zodanigen Roem , dat alle de Schilders hem ten Model namen. De grootsfe t' Samenftellinge zyner Tafereelen , evenaard daarin de Gemoedsneiginge der Figuuren; en de wonderbaarlyke Kragt vind zig daarin verzeld, van de Nadruklykheid. GEDUURENDE't Verblyf van den Hertog van
Mantua te Venetië, ging deez Prins dikwyis Tin- toret zien arbeiden. Hy deed hem verbeelden, in tien Tafereelen, de Heldendaaden van Francesco Gonzaga. De Schilder quam dezelfden te Mantua plaats-
(i) Dit luid wat te veel naar Grootfpraak', fchoon zo ge-
liefd van den Schryver, dat hy 't nog pragtiger by Paulo Veronees herhaald. Kon Tintoret daarin geene eerelyke Bedoe- linge hebben, hem mogelyk noodig ter Handhavinge tegens Titiaan, om alle Middelen ter Hand te vatten van zig be- roemd te maaken ? |
||||
Venetiaanse Schilders. 2+4
plaatsfen: daar de Hertog hem niet beweegen koa
zyn vast Verblyf te neemen, zulks hy weer naat Venetië keerde. Straks deed de Senaat hem , mee Uitfluiting' van Titiaan en van Jozef Salviati, in de Zaale van 't Scrutinio, de befaamde Overwinning© fchilderen, op de Turken behaald in den Jaare 1571. Deez nieuwe Blyk, van zyne gelukkige Vaardig- heid , kostte hem niet méér dan een Jaar tyds. Toen Henrik HL, Koning van Polen, over Ve-
netië quam, fchilderde Tintoret het Portret dee- zes Monarchs. Onder 't Gevolg des Doge had hy zig in den Bucentaurus begeeven, daar hy den Vorst, terwyl zig deez in dat Vaartuig op Zee vermaakte, gekryonneerd had : waarna hy 't Vervolgens in 't groot bragt. De Koning beloofde toen,het na zig van hem te zullen laaten opmaaken. Hy muntte uit, in dit Gedeelte der Schilderkunst. Vafter en ftouter in zyn Werk zynde dan Paulo Veronéfe, fchoon hy aan deezen moefh toegeeven ten Aanzien der Bevalligheeden en der Rykheid van t' Samen- ftellinge ( 1), fchilderde hy in eens op. Zyn on- vermengde Verw deelde hy uit, met een' Stoutheid- zonder Weêrgaê;en bewaarde zig zeer fris, zonder verder aangeraakt te worden. Een fchoon Vuur verhief zig in zyne Denkbeelden. Zyne ongemee- ne Gedachten waren altooz verzeld , met eenen groots-
te 1) Was dit een Gebrek in hem, die ook reeds zyne Ma- nier' had toen P. Veroneez gebooren wierd ? Volgens de Ge- dachten van de Piles, koomen de Naakten , in zyne befte Werken , heel na aan die van Titiaan; en zyn van een1 be- ter Aart, naamelyk getrouwer en vleeziger gefchilderd, dan die van Paulo Veroneez. Volgens Dn Fresnoy, heeft hy Stuk- ken gefchilderd, niet minder in Schoonheid dan die van Ti' tiaan: zyne Kleur, en al wat daarvan afhangt, is verwon- derlyk. Y3
|
||||
|4£ Venetiaanse Schilders.
grootsfen Smaak van Koloriet, en met Standen
verbaazend' wegens de Uitwerkinge. Een Oploo- pendheid , waarvan hy geen Meester was, heeft hem zeer gemeene Tafereelen doen fchilderen : niets is aan zig ongelyker , dan hy. Te FenetïS geide men, dat hy drie Penfeelen had:" een van Goud, een van Zilver, en een van Yzer; en dat hy ze volgens zyne Grilligheid (i ) gebruikte. In zyne Onderwerpen van Godtsdienfligheid , waren de Beweegingen zyner Beelden al te geweldig , en ibmtyds zelfs niet zeer betaamelyk ( 2). T int ore t was niet baatzugtig ; hy arbeidde
voor deEere, en om zyn wyd-uitgeftrekt Vernuft te voldoen. Uitfleekend opmerkend zynde, floot hy zig op in 't afgelégendfte Deel zyn's Huiz : al- daar onderzogt hy de onderfcheide Uitwerkingen van 't Licht > en flelde 'er zyne Tafereelen t' fa- men (r) Annibal Carats , te Venetië zynde, fchreef aan zyn*
Neef Lodevoyk, dat hy Tintorbt bevonden had, dan even- gelyk met Titiaan en dan verre beneeden Tintoket zelfs. (2) De Pir.ES zegt, de Vaardigheid zyner Inbeeldinge
belette dikwyls de Zékerheid zyn's ömtreks. Zyne Beelden fchikte hy zodanig, datzé eerder dienen tot de Beweegiïtgv welke, hy aan 't Geheel wilde geeven , dan overeenkoomen jnet de Natuureen de Waarfchynlykheid : hoewel 't, in fom- mige Gelegenheedeo , hem daarmede gelukt is. Zyne Hoof- den zyn naar een' grootsfe Maniere getekend: maar 't is zeldfaam , doordringende Hartstogten daarin te zien. De Noodzaake van 't Licht- en Bruin heeft hy verftaan, en dit doorgaans te Werk' gefield door groote Uitflippingen van Lichten en Bruintens, die zig redden , en 't eene van het an- der doen voorkoome.n of wyken door hunne Tegenflellin- §e, waarvan de Oirzaake voorondeifteld word buiten het 'aiereel te zyn: 't welk een kragtig Behulp is in groote Or- dinanfiSn, wanneer 't Beleid't welk daarin gehouden word jnet Verfland is gepaard, en de uitterfte Bepaalingen niet te yerre zyn afgefneeden. Zyne Lokaale-Kieuren zyn goed, |
||||
Venetiaanse Schilders. 34.3
men , op verfcheide Modellen welken hy fomwyl
aan den Zolder ophing. Nimant anders dan zyne Leerlingen , vvierd by hem ingeleid terwyl hy ar- beidde. Hy deed zyne Schilderyen nooit zien, dan na zy voltooid waren. Zyne Kunst maakte hem niet eigenzinnig: van Geleerden bezogt wor- dende, wist hy met Verfland het Gezelfchap te on- derhouden. Nederlandse-Schilders toonden hem eens
Koppen, met groot Geduld getekend. Tintoret vroeg hen, hoe veel Tyd die aan hen hadden ge- kost? Zy bekenden, vyftien Dagen. Toen nam hy een Penfeel, gedoopt in Zwart, en maakte in vier Slagen een Figuur , gehoogd met Wit: zeg- gende met een', zie hier hoe wy Venetiaanen een Figuur tekenen. De Nederlanders flonden verbaazd, en.gevoelden de gantfe Kragt der Berispinge (1). Het
( i ) 't Zullen 'er ook Nederlanders na geweeft zyn, g€-
lyk 'er altooz gevonden worden: Bloedbeulingen, als over- al, inzonderheid onder de Itdliaaneri, met Menigte zyn, al arbeiden zy juist geen vyftien Dagen over eenen Kop. Men kan ligt befpeuren, dat dit een Hiftorietje is , uitgevonden om den Venetiaanen te verheffen, en de Uitvoerigheid te be- fchirnpen welke onder den Néderlanderen tot B uiten fpoorig- heid toe gedreeven word. 't Mag dan tegens zulke Marte- laaren dienen, welke geen' andere Verdiensten hebben dan den V!yt dienze aan 't dommelen hunner Tekeningen, en aan 't Likken van laffe Tafereelen toebrengen: maar moest gee- nerwyze op den gantfen Land - aart fpatten, en te gering ge- weeft zyn voor den hoogen Smaak des Fransfen-Scbryvers om hier wederom opteftooven, die liever zyne Landslieden van dien Tyd ten Voorwerp der Befpottinge had konnen; Hel- len. De Venetiaanen konnen immers niet pretendeeren, dat hunne Bequaamheid zo hoog gegaan is oin den Ne- derlanderen een Figuur te leeren tekenen; en Tintoret zelfs, hoe veel Achtinge hy verdiend en hoe zeer hy met het Penfeel konde fpeelen , was daarin de onnavolgbaare niet. Fieter jiertjen,. Maarten Heemskerk, Frans Floris, Goltzius, enz., die zyne Tydgenooten waren, zouden 't hem wel ge- Y 4 tooad
|
||||
t
|
|||||
344 Venetiaanse Schilders.
Het Geval, 't welk hy met Jretyn had, ver-
diend bygebragc te worden. Deez befaamde Schry- ver was Vriend van Titiaan, en aan Tintoret jniet gunftig, van wien hy in verfcheide Gelegcn- lieeden quaad had gefproken. Tintoret verzogt hem daarop tot zynent, om hem te portretteeren. dretyn nam het aan,quam,en gïagvoor hem zitten. ïn fleê van 't Palet aantegrypen, trok Tintoret ■van onder zyn Kleed een Piftool uit, met Scherp gelaaden. Dit verfchrikte den Hékelfchryver zo- danig, dat hy riep wat wiljedoen? Ontflelje niet, zeide onze Schilder: 't is om je de Maat te nee- men. Daarop begon hy hem te meeten, van 't Hoofd af tot de Voeten toe. Je hebt net (zeide hy), twé en eene halve Lengte van myn Pistool. Aretyn begon daarop te grimlachen, zeggende je bent een Snaak': dogh gedroeg zig vervolgens om» zigtiger met hem , en wierd zyn Vriend. Zédiger dan zyn's gelyken /weigerde Tin-
toret den Ridder-orde van St. Michiel: ziende, hoe gemakkelyk Henrik III deeze Waardigheid weghfchonk. Een Tytel houd op met imant te eeren, als die verfpild word aan Volkje dat geene ."Verdiensten bezit. Tintoret leefde 8a Jaar, en ftierf te Venetië, •
A°.i594. Men begroef hem te S* Maria del Hor- lo, en vereerde hem met een fchoon Graffchrift. Tintoret heeft veele ruuwe Tekeningen, en
zeer
toond hebben, al was hy daarvan niet al bevoorensovertuigd geworden van Jan van Calcker , en andere Neêrlanders by Ti- tiaan: of zoude deTwéfpalt, die tusfen hem en den laatsge- noemden en dus met die Neêrlanderen Avas, of de Roeia welken deeze behaalden en de Na-iver welke deswegens den Italiaanen bekroop, geen' Gelegenheid tot dat Historiet- je konnen gegeeven hebben ? 't Vordere zal de rolgends iVte (2) doen aanmerken, |
|||||
Venetiaanse Schilders. .34.$
zeer weinige uitvoerige gemaakt. Daar zyn'er met
Zv/artkryt , zonder Artfeeringen nog Wasching, gehoogd met Wit, aangeduuwd in de Sehaduu- wen door eenige fiere Toetsfen. Andere hebben den Omtrek van 't Penféel, gevvaschen met Roet of met O. I. Ink. Tintoret zal zig altoo? laa- ten kennen, aan de buitengemeene Standen zyoer Figuuren, dikwyls onnaauwkeurig ( 1) ; aan zyne byzondere Hoofden; aan zyne Kleedyen, t' famen* gefield uit klyne Plooijen. Een verwonderlyke Kleur heerst'er in. • Te Venetië, ziet men in de Kerke van S] Maria
delHorto, de Aanbiddinge van 't Goude-Kalf; hec Laatfle-Oirdeel ('z ); en, op het Orgel, eene Voor- ftellinge in den Tempel. Te ft Maria Zebenigo, heeft
» (O Zyn Omtrek is van den zuiverden niet, zegt du Fres-
noy. 't Een en 't ander Getuigenis, geef: echter geen on- voordeelig Merkteken. van zyne Tekening', die zékerlyk VJV goed voor een' Venetiaan is. ( 2 ) Van Mander zegt , volgens Vafari .,„ van wondere
zeldfaaine Inventie,.vol verfcheidene Figcruïen van aüer- ![-ly Ouderdom enSexej een Inventie en Ordonnanfie, die '„ een byzonder uitneemend Schildery zoude geweeft hebr ,', ben, indien zy met maatige en vcrltandige Tékeninge be- leid was geweest, en indien de Schilder zulk acht gegee- " ven had pp ider D.eel gelyk hy op 't Geheel gedaan heeft. " Als men het aanvangiyk fchielyk koomc te zien , dan " ftaat men daarover verwonderd : maar, wanneer men 't " Stuk^gewyze , en Deel voor Deel, met Opmerking be- " fchouwd , dan fchynt hel: uit Malligheid gefchïlderd ". Wil men nader Befcheid van zyne Werken hooren ? De Piles zegt nog dat zyne Beelden byna alle te overmaatig zyn in Tégenwerkinge , en dikwyls buitenfpoorig in Verngtinge. Evenwel zonderd die daarvan zyne Vrouwen uit (fchoon dit niet zo hard te roepen zy) welke hy bevallig genoeg ge- fchilderd heeft. Du Fresnoy gaat verder , en zékerlyk te verre wanneer hy zo maar heen' algemeenlyk zegt, dat zy,-. ïie Ordinanfiën, Kleedy, en Bywerk, wanyoegelyk zyn, Y5
|
||||
34.6 Venetiaanse Schilders.
beeft men de Bekeeringe van St. Paulus , op het
Orgel; en de vier Evangeliften , van Binnen ge- fchilderd. Te la Carita, eene Afdoeninge van 't Kruiz ; en eenen Mozes in de Woeftenye, in 't Heiligdom van St. Jozef. De Kopere SlAng , is in de Kerke van St. Sikester. In die van St. Filip- pus , de vier Evangelisten in 't Zolderfl.uk; en, op h Autaar , eene Groetenis, Kristus in den Hof des Olyfbergs, en een Nagtmaal. In de Schoole van St. Markus , vind men vier Tafereelen der Hifto- xiè" deezes Heiligs : onder .anderen, de Geneezing des Dienaars. In de Schoole van St. Rochus, de Heilig bezoekende en geneezende de Zieken ; een ander Onderwerp van St. Roclm; onze Heer aan 't Badwater, geneezende den Geraakten; de Kruisr figing' een zeer fchoon Stuk; en onze Heer, neêr- daalende met.veele Engelen, om* St. Rochus bene- vens de andere Figuuren behe.en te ontfangen , ■welke de overige Schooien van Venetië verbeelden. Maria-Hemelvaart , gefchilderd in den Smaak van PaubFeroneez, is by den Vaderen van 't H. Kruiz yen dè Bruiloft van Kana, in hunne Eetzaal. In de Kerke van St. Piet er, vind men't Bezoek van Se. Elizabét.' Onder de vyf Tafereelen, door hem aldaar gefchilderd teTrinita, zyn verwonderlyk,:de Adam en Eva in Verzoekinge gebragt door de Slang', en Kaïn doodende zynen Broeder Abel: verbaazende Studiën heeft hy daarin gedaan, naar de Natuure. In 't Hertoglyk Paleiz, heeft hy verbeeld, het be- faamde Paradys; de Overgaave der Stad Sara; Kei- zer Barbarosfe gekroond door Paus Adriaan 1F, met verfcheide Kardinaalen en Fcnetiaanfe Edelen, waaronder men 't Mufiek des Paus ziet; en de ge- melde Keizer, van. den Paus in den Ban gedaan, met menigte Naakten en zeer welgedaane Portretten. |
||||
Vénetiaanse Schilders. 347
In Se. Af ra Bei Rochettini, te Brescia, ziet men
op't Hoog-aütaar eene Bergverheerlykinge, 'van zynen goeden Tyd. .- T e la Croce, in Milaan, heeft hy eene Se. Bar-
bara met Seè Helena gefchilderd ; en te San Cario Dei Zalzi, de Drie Apostelen: St. Jndries, St. Pieter, en St. Pauhis. In de Gallerye van 't Aartbisfchoplyk Paleiz te
Milaan, de Overfpeelige Vrouw; en Kristus onder de Leeraaren. I n de Kerke van St. Franfishis , te Genua, den
Doop van St. Jan , van verbaazend Kolariet. T £ Lucca ziet men, in de Kerke van St: Maar-
ten, een zeer fchoon Nagtmaal. De Koning van Spanje heeft geplaatst, in deSa-
kristye van 't Klooster van 't Eskuriaal, onzen Heer waschende de Voeten zyner Apostelen; in de Eet- zaale van dat Klooster, Esther in Onmacht voor &«• mng Asfueems. De Beelden deezertwé Tafereelen, op Doek gefchilderd,zyn Leevensgroot,en houden verdienftiglyk den Roem hunnes Maakers ftaande. By den Groothertog van Toskaarte, te Florence, •
ziet men het Portret van Sanfaviha: , In de Gallerye des Hertogs van Modenay zyn
twé fchoone Tafereelen. De Verzameling des Keurvorsts der Baltz', te
Dusfeldorp, vertoond een' Kruis figin'g met menig- te Figuuren; eene Groetenisfe ; en een Portret, met een Gouden-Keten om den Halz. IN 't Kabinet des Konings van Frankryk, ziet
men 't Portret een's Mans, houdende een' Neuz- doek ; dat van eene Venetiaanfe ; Sufanna met de Boeven ; 't Portret een' Mans, genoemd Langhaard; Magdaleena aan de Voeten van J. K., by Simon den Fanzeen; de Emausgangers j eene Afdoeninge van > 'tKxuiz;
|
||||
348 Venetiaanse Schilders.
't Kruiz; en 't Martelaarfchap van St. Markus.
Men ziet, in 't Paleiz Royaal, het Portret van
Henrik HL ; dat een's Mans, leunende op een Ge- bedebankje; eene Voorftellinge in den Tempel ;de •. Overtuiginge van St. Thomas ; een Konfiftori; eene Afdoeninge van 't Kruiz; Titiaan en A^etyn, twé Ovaale-Portretten, malkanderen aanziende; de Her- togen van Ferrare, Vader en Zoon ; Herkuks van Juno gezoogd; en eene Leda , in. een Kamer. De befte Graveerders van Tintoret, zya
Augustyn Caratz, Vosterman , C. Vlscher, Kilicm, de Sadelaars, Matham, Coelemans, Me Jan, van Kesfel, Andries Saccbi, Domenico Rosfetti, Desplaces, en an- deren. Zeven Stukken zyn in 't Kabinet des Aartshertogs ; elf in 't Werk van Louifa; verfchei- de, in 't Kabinet der Tafereelen des Keizers te Wune, gegraveerd door A. J. Prenner; en eenige, in de Tafereelen des Groothertogs. Men rékend .ten minste 60 Stukken, na Tintoret gegraa- veerd. Domenico Zyne twé Kinderen waren zyne Leerlingen. Tintoret.. De Zoon, Domenico, minder dan zynen Vader in 't Behandelen der Hiftorië en groote Onderwerpen, heeft zeer wel geportretteerd. Hy wierd beroerd, ten Ouderdom van 62 Jaaren, en ftelde zig om met de Linkehand te fchilderen. Ten Ouderdom van 75 Jaar, ftierf hy, A°. 1637. De Doghter verdiend eene afzonderlyke Plaats ?
en volgd. : «a#>
V
|
|||||
MA-
|
|||||
Ve'netiaanse Schilders, 34.9
|
|||||
MARIA TINTORET.'
SOmtyds deelen de Kinderen, in de Deugden
hunner Ouders. Men zal zig dan niet verwon- deren , dat Maria Tintoret bequaam geworden is in een' Kunst, waarin haar Vader zig zo door- luchtig maakte (1). Zy quam ter Wereld in den Jaa-
(1 ■) Is zy dan haaren Roem aan zynen Naam verfchuld ?
Met nog grooter Hoedanigheeden , zou zy dus mogelyk, zonder den Naam haar's Vaders, en de Gelegenheid welke zy daardoor bequatn om Achtinge te verwerven , in deezen. niec
|
|||||
$5<> Venetiaanse Schilders.
Jaare 1560, met eenen leevendigen Geest.; met
een Geheugen, vaardig om Merktekenen te ontfan- gen,
niet bekend JgaWorden zyn. Had haar Vader, onder welkers
Vleugelen zjpfchuilde, ook niet de Hand in haar Werk , om liet tot de ^olkoomendheid te brengen waarvan gewaagd word? Dit' zy evenwel geenerwyzc om Maria Tintoret te verklyneii, maar tegens onzen gchryver gerigt. Waarom doet hy niet! liever Eere aan haare éjge Verdiensten, en wel uit AanmerRinge haarer Sexe ? als: waarin 't ontwyffelbaar zeldfaam is,! ter Uitmuntendheid in de Kunsten en Weeten- fchappen te; koomen: niet by Gebrek van Vermogens van Geest, en vaip kunstige Hand, maar van de Gelegenheid en van de Middelen om zig daarin te oeffenen. Nimmer kon- nen deeze ('hoe'gunitig haare Omftandigheeden pok mogen wezen, en ter Zydè.Hellende Vrouwelyke Bézigheeden, Op- lettenheid van Huizhoudinge, enz., welke haar altooz meer of min moeten aairkleeven ) zo voordeelig en vfy aan haar zyn als aan 'Mansperfoonen: die niet wqexhouden worden door zékereBetsamelykheid en Omzigjigheié.^igen en wel- voegelyk aap 't Vroinvelyic-géflacht, en duszonder Opfpraak alles konneii' ter Hand vatten, zig overil vervoegen en met elk omgaan konrien, wat en waar zy't voor zig dien- fiig vinden, 't Verwonderd ons dan dat d|:Schryver, verge- tende niet alleen de Juffer Rofalba, welke Ï2ig by onzen Tyd aldaar zo befaamd heeft gemaakt en van kloeke Teke- ning'was, maar ook onderfchoide Kunftenaaresfen waarvan Vqjari gewaagd ( die in 't Leeven van Propertia de Rosfi. zig biflyk ten Lof haarer Sexe uitlegt) de enketde Maria Tin- toret volgens Sandrart hervoor brengt, even als of geene andere roemenswaardig was geweest , en alle de overige onverdienttig waren» Met aldus eene enkelde te verheffen, e_r) wel zonder dit met kragtige Bewyzen te onderfteunen, worden alle de anderen verongelykt. De Bepaaling deezes Werks Iaat niet toe , ons deswegens vorder uittelaaten , te meer wyl K.vanMander iets daarvan meld. Evenwel konnen wy Juffer Sofonisba Angusciola niet voorby, uit een edel Gedacht van Cremona,welke drie jongere Zusters had, die insgeiyks alle met Roem het Penfcel oeffenden. Sofonisba muntte uit, voor- al in. 't Porrretteeren. Meer dan eenig ander Vrouwsper- foon. hares Tyds in Italië, deed zy Studie en Vlyt in de- Kunft; en verkreeg veel Volmaaktheid, en Welftand. Niet alleen dat zy fraai tekende, koloreerde, en zeer wel na 't .Lee-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 352
gen, getrouw te bewaaren, en naauwkeurig af-
tebeelden. Tintoret nam een zonderlinge Zor> ge, om zulke groote Eigenfchappen te onderfleu- nen. In haaren teêren Ouderdom, kleedde hy zy« neDoghterals een'Jongen, en leidde haar-met zig. Hy deed haar leeren, Speeltuigen befpeelen; en zy muntte , daarin, binnen weinig tyds uit. Maria gaf zig over , aan het Deel der Schiï-
derkunt 't welk het best aan haare Sexe voegde. De Hiftori eischt te veel Opmerkinge, en onein- dige Studiën: daartoe is noodig, Naakte Model* len, en Antieke Beelden, natetékenen. 't Portret heeft weinigerDeelen vannooden : het word eer vol- tooid, en is voordeeliger aan den Kunstenaar. TlNr
't Leeven portretteerde , uitneemende Stukken van groo-
te Meesters kopieerde: maar, van eige Vindinge , heeft zy fraaije Dingen gefchilderd. Door den Hertog van Alla vernam Filips II haare Verdiensten:. die haar deswegens naar Spanje ontbood, en met Voordeel en Aanzien by de Koninginne plaatste, daar zy met Verwondering' van elk arbeidde. Cosmus I, Hertog van Toskane, bequam onder anderen een zeer fraaije Té- keningvanhaar, zeer natuurlyk en leevendig gedaan : zynde een Meisje, lachende om een krytend Kind, 't geen zy een Mandje met Kreeften had voorgezet, waarvan een het by den Vinger had gevat. Paus Plus IV deed Sofonisba door zynen Nuntius aanzoeken , om 't Portret der Koninginne, van haare Hand gefchilderd. Zyzond het den H. Vader , met eenen Brief, gedachtékend Madrid den 16 Septemb. 1561: welke by Vafari te vinden is, zo wel als het Antwoord des Pausfe, den 15 O&ob. des eigen Jaars, uit Rome gefchree- ven. Richardfon ('t geen veel is) tékend haar eigen Por- tret aan, door haar zelfs gefchilderd, 't geen zig in de Gafc lerye des Hertogs van Banna bevind. Evenwel zegt hy 'er niets van, gelyk hy 't uit Aanmerkinge haarer Sexe wel haJ behooren te doen. Deeze Kaarigheid kan haar echter gee- nerwyze benadeelen: wyl hy Veelvuldiglyk in gelykervoegen te werk gaat met Stukken der voornaamite Meefters, ca '& 20 voort daarna doet aan'een Stuk van J, Q^«is% |
||||
£;>£ VENETIAANSE ScflILÖÊRS,
Tintoret, die zulke fchoone Portretten ge*
tnaakt heeft als Titiaan, leerde aan zyne Doghter "een gemaklyke Behandelinge, onderfteund door ee- nen uitmuntenden Smaak van Koloriet. Daar was tiiet meer noodig, om de Bequaamheid van Maria in den vollen Dagh te ftellen. Haar eerfte Werk was, het Portret van Mare o
'dei Vefcovi, waarvan de Baardt elks Verwondering trok; en van deszelfs Zoon, Pietro. Ider, verlokt •doof haare Gaven, wilde zig toen laaten fchilde- ren van Maria: mogelyk , deed de Vreemdig- heid, van zulks in haare Sexe te vinden, ook iets "daartoe. De Blydfchap van Tintoret vermeerderde, met
den Roem zyner Doghter. Haare Voortgangen verbaazden hem, en 't Gevolg was hem niet on- •vrugtbaar. Jakob Strada, Oudheidskenner van Kei- zer Maximiliaan, ftelde zig op den Rei: hy deed zig fchilderen , en gaf zyn Portret aan den Keizer zyn' Meester , als iets zeldfaams. Dit Portret gaf eenen grooten Naam, aan Maria. De Keizer deed haar vraagen , aan haaren Vader ; Filips II, Koning van Spanje, en de Aartshertog Ferdinand, deeden insgelyks. Tintoret, die zyne Dogh- ter beminde, weigerde alle die Voordeden : hy wilde haar niet laaten gaan, en huu wde haar aan eenen Juwelier, op Voorwaarde van by hem te blyven. Maria had den Smaak hares Vaders ingezoo-
gen: zy fchilderde gemakkelyk. Een lugtig en dar- telend Penfeel, een voortrefrelyk Koloriet, onder- fteunden de Verdienften van de Gelykenisfe haarer Portretten. Zy gaf verfcheide Onderwerpen van haare Vindinge; andere, wierden getrokken uit de Werken haares Vaders; en zy portretteerde alle de Vrienden haares Mans, |
||||
V E N E T I A A ft S E - S C H I L D E R ST ££g
|
||||||||||
D e Dood rukte haar wegh, in den Bloei haares
Leevens, A°. 1590, 'm.Vtüetië^ten-Ouderdom vati 30 Jaaren. Haar Vader, en haar Man, betreur- den haar hun gantfe Leeven lang. Het 'Lyk wierd gebragt in de Kerke van 6"? Maria del Hojfto, alwaat het begraaven wierefc Men kend geeneTekening, van Majua Tintoret. Haare Werken, be- ftaande birna alle in Portretten, zyn in fle Huizen van Venew verfpreid : zelve zyn'er veele overge-s gaan, in feenige/Eféelèn van Europa, |
||||||||||
£^i
|
||||||||||
Eerjle Deel
|
||||||||||
Z
|
||||||||||
354 Venetiaanse Schilders.
|
||||||
SJ..U Ajóc fc -kt
|
||||||
ANDREA SCHIAVONE.
DEn Tytel van een groot Schilder, kan men-
aan AndriesSchiavone nietbetwifteru Gelyk alle de Kunftenaars, heeft hy zo wel zyne Verdiensten als zyne Gebreken gehad. Sebenico, Stad van Dahnatië, afhangelyk van Venetië, zag hem gebooren worden, A'\ 1522. Zyne Oudersy van gemeenen Stand, toogen met hem, zeer jong, naar Venetië. De eerfte Bezigheid, welke hy aldaar vond, was den Kladfchilderen ten Dienst te ftaan. Zya Geeft ontlook, en zyne fterke Weiging voor . de
|
||||||
Vënetiaansë Schilders. 353
de Schilderkunst diende hem ten Leermeester *
Groote Vernuften, worden gebooren wat zy zyn . De Tyd toond en ontdekt de Gaven, maar geeftze niet. Schiavone oeffende zig, na de Werken van Giorgionc, van Titiaan, en van Parmefaan. Voor zulke Deelen der Kunst, waarin Schia-
vone gebreklyk bleef, was hy Verontfchuldiging en Medelyden waard. Hy bevond zig in zulke groote Nooddruftigheid, dat hy, om te beffcaa'n en aan zyne Ouders leevensonderhoud te verfchaffen, genoodzaakt was zig te overylen, en allerhande Slag van Arbeid aanteneemen. Meerendeels wierd hy te Werk gefteld door Metzelaars , aan Gevels van Huizen , die hem betaalden gelyk een fimpel Dagh- looner. Dikwyls, als hy eenig Tafereel fchilder- de, bragc het hem naauwelyks op om van te lee* ven. Hy zag zig genoodzaakt> zyne Schilderyen by de Keelbeulen te gaan veilen. Lang zoude hy m die Elenden gebleeven zyn*
indien Titiaan hem daaruit niet getrokken had„ Deez (telde hem te Werk , nevens andere Schil- ders , aan de Bibliotheek van St. Markus. Vervol- gens , om ftryd met Tintoret fchilderende, verbeeldde hy 't Bezoek der Maagd,voor deVaderen vanCrociferi* Dit Werk wierd gepreezen, fchoon wat hard zyn- de : dogh Tintoret ging hem te bqyen, zo wel in Kragt van Koloriet, waarin Schiavone 't fterk- fte was, als in Tékeninge. Evenwel had dezelfde Tintoret altooz, wanneer hy fchilderde, een Tafe- reel van Schiavone voor Oogen. Zyne Ma- nier , en Aart van Koloriet, behaagden hem zelve zodanig, dat hy dikwyls voor Spreekwoord had , dat alle Schilders ten minste een Schildery van Schiavone moesten hebben, ter Zaake van des- zelfs fchoone Maniere van Schilderen, welke mee Z 2 het
|
||||
356" Venetiaanse Schhpeks.
•het Koloriet en de Maniere van Barozio te vergely*
ken was : dogh dat zy Geesfelinge verdienden, in- dien zy niet beter poogden te tekenen dan S c h i a- vone deed. Inderdaad, men ziet deezen Schilder aan, als een der groote Koloreerders van Venetië. Zyne Manier is helder, aanlokkelyk, en zeer gees- tig , met een' Smaak, in 't kleeden zyner Beelden, dié van alle de Schilders geacht word. Zyne Figuuren zyn bevallig en ryzig ; zyne Hoofden van Vrou- wen verwonderlyk, en die zyner Gryz-aarts fraai behandeld : derzelver Standen zyn uitgezogt , en verftandiglyk tegenwerkende. De Gemaklvkheid waarmede hy arbeidde, doet zig overvloedig ken- nen. Hy had voor Gewoonte, zyne Tinten te maaken, en haar eenige Dagen bereid op zyn Palet te laaten leggen, zonder ze te bezigen : aldus for- meerde hy zyne VleezkJeuren, zo fris, dat zy mee het Leeven fcheenen te ftryden. Men kan herri piets verwyten, dan zyne weinige Juistheid van Tékeninge. Mer zulke raare Gaven , had Schuvone
echter Moeite om te beffcaan. Schoon hy, zédert, groote Menigte van Tafereelen maakte, verbeterde zyn Fortuin niet. Hy bleef genoodzaakt, om uit de Vuist te fchilderen en zig te haasten, zonder ïyd te hebben van daarop te ftudeeren. Veel lan- ger zoude hy hebben moeten tekenen, om de Juist- heid te voegen by de andere ichoone Eigenschap- pen , die in zyne Schilderyen verfpreid zyn. 't Is waar, het Koloriet is 't, 't geen den Aanfehouwer lokt: maar, een goed Schilder moet echter zich niet alleen verbinden aan dat Gedeelte der Schil- derkunst j hy is in Verpligtinge, van ze allen te bezitten. Schiavone leed zynen armoediger* Staat rtiet alle Geduld. Zo liegt ging hy gekleed, |
||||
Venetiaanse Schilders. 357
■dat men hem nimmer zoude aangezien hebben vorir
eenen Man die in de Kunst uitftak. Zyn Faam, en de Pryz zyner Schilderyen reezen, toen hy zig niet meer onder de Leevenden bevond : gelyk meêr- maalen aan groote Schilders gebeurd is. Hx ftierf te Venetië, A°. 1582, in het 60 Jaar
zyn's Ouderdoms : laatende zo veel niet na, waar- uit hy begraven kon worden. Zyne goede Vrien- den voorzagen hierin : zy deeden hem voeren naar de Kerke van St. Lukas, en rigtten een Graffchrifc voor hem op. Geene Leerlingen, zyn van hem bekend. Niets zeldfaamer is 'er, dan de Tekeningen
van Schiavone. Schoon gebrekkelyk, zynze zeer geestig, en veele gaan door voor die van Par- mefaan. De Omtrek is altooz met de Penne , ge- waschen met Roet, en gehoogd met Wit, door 'c Penfeel. Daar zyn 'er gantfelyk gedaan met de Penne, waarvan de Artfeeringen byna regtftandig zyn, met Kruiztrekken in de Schaduuwen. De Reuzachtige Figuuren, hunne Hulzels, hunne uit- ftrekkende Deelen in den Smaak van Parmefaan , dogh min verhevener, zyn de waare Merktekens* van Schiavone. Te Venetië, in de Kerke del Carmine, ziet men
van zyne Hand, St. Pieter, Si. Paulus, den Profeet Elias, en de vier Evangelisten in de Hoeken by 't Koor. Daar zyn nog, in een, groot Rond, eene H. Maagd onderfteund van veele Engelen, en eene Voorftelling in den Tempel. Te & Apollinare, een Tafereel van verfehekieHeiligen, en eene Bood- fchap tusfen de Pilasters der Kapelle. Te San Se- bastiano, onze Heer by Ktêofas en Lukas ; eene H. Maagd met het Kind Jezus, St. Jan, en St. Jo- zef ; Pilatus zig de Handen waschende ; in de Sa- Z 3 kristyë,
|
||||
S5§ Venetïaakse Schilders.
kristyë, de Emausgangers. In de Kerke der Cnwl-
feri, eene H. Maagd, en Se Elizabet. In 't Paleiz van St, Markus, ziet men drie Ronden, die de Bi- bliotheek verfieren. Hy fchilderde , in 't Paleiz. Zanni, eene Galathéa in Fresko ,• in dat van Boz- za, een Zolderfbuk waarin Aurora is, en een ander waarin een Baccbus is met andere Onderwerpen uit de Fabelen. In dat van Prioli, verbeeldde hy 't Leeven van St. Jan. De Groothertog heeft eenen Samfon, verfkan-
de met het Ezelskinnebakken eenen Filistyn. In de Gallerye te Dusfeldorp, is eene Kruisfiging
met meenigte Figuuren ; eene Graflegging ,• het Portret van Giorgione. De Koningvan Vranhyk bezit, eenen St, Jcro*
nimus in een Landfchap. De Hertog van Orleans heeft eenen Fihzoof,
eenen dooden Kristus , Malus de Handen waschen- de, alle drie Leevensgroot; en eenen Kristus in 't Graf, klyn Tafereel, op Hout gelchilderd. In de Gallerye des Aartshffirtogs, vind men 13
Tafereelen, gegraveerd door van< Kesfcl, Boel, Lau~ yers, Troien, Lïfibetten, en Jupiier ; en 1 o, in de Verzamelinge van Crozat. |
|||||
III E-
|
|||||
Venetiaanse Schilders. ss§
|
|||||
HIERONIMO MUZIANO.
HIeronimo Muziano wierd A°. 1528 gc-
booren, te Jqmfredda, onder den Gerichts- banne van Brescia, uit het Edele Geflacht der Mu- zlanen. De Voortdryving van den Geest, vind niets onverwinbaars. Na hy te Brescia de Zwakke Grondbeginzelen van Jeronimo Romanini ontfangen had, quam hy te Venetië zig oefFenen, naar Titiaari en de andere groote Mannen. Door zyn enkeld Vernuft geleid, trok hy daaruit eene fchoone Ma- niere van Schilderen. Een Reize naar Rome, t Z 4 Ge*
|
|||||
$6p Venetiaanse Schilders.
Gezelfchap van zynen Vriend Taddêo Zucchero, die
zynen Arbeid aanmoedigds,_y_oJmaak-te hem voorts. H Y was zeer bemind , van den- Kardinaal d' Es-
te , die hem groote Landfchappen ïq Fresko , in zynen Lusthof van Monte Cavallo deed fchilderen. Eenige Werken deeden hem gaan , naar Or-
vietto en paar Foligno. Vervolgens quam hy wede- rom te mme:, daar Paus Gregorhis X1II, nem geT bruikte, bm de Kartons zyner Gregoriaanfe-Kdpelle te maaken. Hy beval hem ook, twé Tafereelen voor de Kerke vagpjf. PI eter: 't een,,6'f. Jeroni- mus, en 'b ander S§^: 'Bajilms'. Voorts arbeidde Mu- ziano, aan de Gaflf%e van 't F%tikam: Zulke groo- te Werken, vermeerderden cferAchtinge'welke men voor Miiziano had. Men merkte zelve in hem aan, een byzonder Vernuft voor 't Landfchap en voor- 't Portretteeren. Omtrent deezeü^i^sd-huuwde hy zig te Rome, en ftelde zig daar gant£-:iyk ter neer s terwyl de. Fortuin hem van alle Kanten tpelachtte. De Kardinaal Farnéfe gebruikte hem, om deszelfs
fchoonen Lusthof van Tivoli te veeenen j{i). Zyne ■Schilderyen ftaken -oneindiglyk"uit— boven die van Frederik 'Zucchero en van Tempeest, welke aldaar be- nevens h;em arbeidden. Muziano was een groot Tekenaar. Zyne
Hooiden waren leevendig, zyn Koloriet vportreffe- 3yk. | Hy tooide zyne Tafereelen op, met fchoone Gronden van Landfchap, 't geen hy volmaaktelyk verlïond. De Slag zyner Boomen, fchoon op zyn Nederlands en weinig in Gebruik by de Italiacmen , was
(i) Met uitmuntende Landfchappen in Fresko, zegt K.
Van Mauder, die 't ook beklaagd dac deeze fchoone Werken, ■Aoor Veranderlykheid des Kardinaals, in 'c vervolg afgebikj ■ipa'dsri" '
|
||||
Venetiaanse Schilders. 36c
was niettemin kostelyk (1). Gemeenlyk fchilder-
de hy Kastanjeboomen, waarvan de Takken, vol- gens hem, veel fchilderachtiger dan dien der ande- re Boomen vallen. Onvermoeid in Arbeid, fchil- derde hy alles na 't Leeven, tot de Kleederen toe, Hy ilelde zyne Modellen, van zodanige Grootte als aan zyne Onderwerpen voegde ; en deedze klee-r den, om te zien welke Plooijen de Stof aan de Klsedyen zoude geeven. Niets is méér onderzogt, en met meer Aandacht gemaakt, dan zyne Tafe- reelen. Hy was 't, die het Middel vond van een nieuw Pleister te maaken, om 't Mufaïs beter te leggen. Dewyl hy zig zeer toegelegt had om 't Antiek na te tekenen , wierd hy belast, met de Af.
(i~) Volgens deeze Uitdrukkinge, zou onze Schryver het
Landfchap der Nederlanderen verkiynen en minder achten dan dat der Italiaanen, die 't van hen hebben moeten leeren en wel ver- re zyn van 't hen uit de Vuist gewrongen te hebben, gelyk elders wel zal voorkoomen. Wy weeten niet of zulks uit ^ynen Landsfmaak' voortfpruit, die meer naar den Opfmuk 'dan naar de fraaije Natuure overheid, dan wel dat hy nog pragtigér dan Sandrart heeft willen fpreeken van wiens Latyn- Jen^Druk hy zig byzonderlyk bediend , die K. van Manier uitfchryft welke Muziano te Rome gekend heeft en zegt dat Muziano uitneemend in Landfchap was, hebbende eene geweldige, vaste, en heerlyke Maniere, ongelyk der ', Nederlanderen, het welk zelden by andere Italiaanen woni •„ gevonden " : dogh waarin wy ons konnen verzekeren dat een vry gewoone Drukfeil ingefloopen is, en moet zyn en ge- M der Nederlanderen. Sa-adrart, die insgelyks de Werken van Muziano te Rome befchouwd moet hebben , vertaald het ook als volgd : » Muziano heeft eene heerlyke en fchoone Ma- j, nier gehad, welke den Nederlanderen niet ongelyk koon.;, „ en ook anderzints zelden by andere Italiaanen word ge- ,', vonden ''. Dit's dan verre van den Draai des Schryvers, en toond geenerwyze dat Muziano den Neêrlanderen overtrof, paar wel dat hy eene heerlyke en fchoone Maniere had» Welke zelden by den Italiaanen gevonden word. ■z j
|
||||
562 Venetiaanse Schilders.
Afrekeningen van de Basrelieven der Kolomme van
Trajaan te voltooijen , die Julio Romano onvol- maakt had gelaaten. De zagte en vriendelyke Aart van Müziano, won
hem alle de Harten. Hy verzamelde aanzienlyke Goederen, die hem dienden om de Akadémie van St. Lukas vastteftellen, waarvan hy 't Opperhoofd was. Zyn Dood viel voor te Rome, A°. i59o , in zyn 6% Jaar. Men ziet zyne Graffteê, in de Ker- ke van #» Maria Maggiore. 't Schynt dat Cczar Nebuia, van de Stad Orvieto, een. zyner Leerlingen js o-ew'eest, die van hem zodanig bemind wierden dathy hen Jaargelden toeleidde. De Tekeningen van Müziano zyn waardig we-
gens den Toets, vooral de Landfchappen, dien hy gants met de Penne tekende. "Zyne Onderwerpen van Historie* zyn gefteld met eenen Omtrek der Penne, gewaschen met Roet, of met O. I. Ink, gehoogd met Wit: de Toets is dezelfde als dien der Karatzen. De Juistheid, het Spreekende in zy- ne Beelden ( i) , en het Blad zyner Boomen, bete- kenen Müziano op het best. Te Rome, in St. Pieter, zyn zyne Werken, St.
Jntonius de Abt, en St. Paulus eerste Kluizenaar in de Woestenye ; St. Jeronimus en St. Bafüius, twé groote Tafereelen ; de Kartons voor de Gregoriaanfe (i) K. van Mak der, van Sandrart nagebaauwd, zegt
dat zyne Landfchappen beter dan zyne Beelden waren : fchoon deeze niet te verwerpen zyn, vooral zyne St. Franftskus lro- oien die zeer devoot en vlytig na om hoog zagen , en van an- deren dikwyls gekopieerd wierden. Hy meend zelfs, dat ©ïuziano beter gedaan had met by 't Lapdlchap te biy- ven. Men moet dan vooronderftellen, dat van Manier zyne freste Historiëfe Tafereelen niet ontmoette: dat Müziano jg'g ia 't Vervolg zal verbeterd hebben. |
||||
Venetiaanse Schilders. 363
Kapelle, in 't Mufaïs uitgevoerd. In de Zaale van
't Konfistorië, ziet men in 't Zolderftuk, eene Neér- daalinge des H. Geests. In Sij Paulus, is een Hé- melvaard van KrisUts-i en de Bedryven va.nSt:Mat- tbeus. By de Vaderen van Vaücella, eene Hémel- vaard van Maria. In de Sakristye te St. Augustyn, heeft hy gefchilderd, Se. Apollonia, St. Augustyn, en Se. Monica. Te Se. Katharina dei funari eenen doo- den Kristus, en eenige Wonderwerken van Kristus. By den Kapufyrieren, St. Franfiskus die de Kruizwon- den óntfangt. In de Kerke van Jezus, eene Befny- denisfe. In de Madonna dei Motitl, eene Geboorte. Te S'. Maria der Engelen, Kristus verfchynende aan Magdaleena in de Gedaante een's Hoveniers. In S". Maria Maggiore, ziet men de Opwekkinge van Lazarus, een zeer fchoon Tafereel. Te Santi Apos- toli heeft hy, in Fresko, ter Zyde van 't Hoog-au- taar gefchilderd, St, Franfiskus in een fchoon Land- fchap ; en in eene Kapelle, eene Groetenisfe; twé Tafereelen voor de Sakristye van St. Pieter, zynde eenen Kristus biddende in den Hof des Olyfbergs en eene Geesfeling. In de Madonna de gli Angeli, J. K., geevende de Sleutelen aan St. Pieter. Te St. Bartolomeo Bergamasco, ziet men St. Jan ont- hoofd. Te St. Paulus buiten de Muur en, eene Hé- melvaard. Te S? Maria transpontina het Kind Je- zus , van de H. Maagd "met de* Voeten op een' Hal- ve-Maan' gehouden. Te San Martino dei monti, eenen St. Albert, met een' fchoonen Grond van Landfchap. In de Stad Foligno, ziet men Ss. Elizabet, die de
Zieken in haar Huiz neemt. Te Orvieto, een Tafereel, en verfcheide Stuk-
ken in Fresko, van 't Leeven van Jezus Kristus. Voor
|
||||
£64 Venetiaanse Schilders.
Voor Loretto, eenige Bedryven van St. Jan den
Dooper, -in een Zolderftuk. I n Vrankryk, te Reims, Jezus Kristus de Voeten
zyner Apostelen waschende, Leevensgrootte Beel- den in Waterverw op Doek : een Stuk, 't welk de Bequaamheid van Muziano in groote Historiè'fe t'Sa- menftellingen toond. D e Koning heeft maar een zyner Tafereelen ,
zynde 't Ongeloof van St. Thomas. In 't Paleiz Royaal, ziet men eenen St. Jcroni-
mus , op de Kniè'n voor een Kruisfifix, Leevens- grootte op Doek ; alsmede, de Opwekkinge van Lazarus, in een Landfchap , met Leevensgrootte Figuuren, weinig verfchillende van het Stuk 't geen zig in Sa. Maria Maggiore bevind. C. Cort is de voornaamfte Graveerder van Mu-
2IANO, die zig aanmerklyk gemaakt heeft door ze- ven groote Landfchappen. De Opwekking van Lazarus, en de Voetwasching, bevinden zig in de Verzamelinge van Crozat. Eene H. Familie is in "tklyn gegraveerd, door Vïllamena, en gekopieerd door Chsrubin Alben. Se. Elizabet, een Kruisfifix , en andere Stukken, zyn door Beatricius gemaakt. |
|||||
PAULO
|
|||||
Venetiaanse Schilders, 363
|
||||||||||
PAULO VERONEEZ.
|
||||||||||
w
|
||||||||||
Einige Schilders hebben zulke grooté
Deelen hunner Kunst bezeeten , als Paola |
||||||||||
Caliari, na zyn Geboorteflad Ferona gebynaamd Fe-
ronèfe. Zyn Vader, Gabriël Caliari, een Beeldhou- wer, zag hem A°. 1530 aldaar het Licht genie- ten. Een doordraaiende Neiging voor de Schil- derkunst, noopte Gabriël zynen Zoon te doen by zynen Schoonbroeder Badile, die voor den besten Schilder van Ferona gehouden wierd. De jonge Paulo vorderde boven zyne J^aren ; niets guam
'm
|
||||||||||
%66 Venètiaanse Schilders,
'er van hem voort, 't geen niet te gelyk wonder*
baarlyk was. Op eenige Tafereeien, door Pa tri, o te Verona
gefchilderdO oirdeelde de Kardinaal Gonzaga hoe- danig zyné Bequaamheid eens zoude z^tn. Hy voerde heni naar Mantua, daar Paulo t#é onder- fcheide Verzoekingen van St. Antonï den ^bt fchil- derde. Zine Verdiensten verhieven hem, bovert de andere; Vemtiaanfe Schilders die benevens hem arbeidden.; ?' Vee le! Stukken,van,zyne Hand te Venetië, on-
der anderen het Zoldeiftuk der -Sakristye van St. Sebastiaan , deeden ókn|£enneren.,y.erbaazen. Dee- ze GeestelWcêh. gaven^rrek'^ft^-Vervolg , hun- ne gantfe kerke-te; befchilderen. De Senaat, al- tooz oplett: de Verdiensten aantemoedigen en haar ' Lp, te Wörk, in de
Boeken e van Si. Markus, benevens de beste Schil-
ders van Fenetiê ( j ). Een Goude- Keten was de Pryz , van de|ÖVerwinninge welke hy ;behaalde, zelve volao.ns |f Oirdeel zyner Mededing.eren. Ti- tiaan en Srtnfovrnê--;--waren de Richters "Welke Uit- spraak daarover deeden. Paulo was veel eigcnlyker voor groote Stuk-
ken, dan voor klyne Tafereeien, waarin het Vuur des Geests zig verllaauwd : daar deezes Voort- brengzels , in groote Werken, vol Hitte en He- vigheid zyn. Zyne Denkbeelden zyn edel, en zo fchoon, dat het deed zeggen dat hy dezelfden de Poeëfië ontftolen had ( 2 ). IIY
(1) Naamelyk, Giofeppe Salviati, Battista Fravco , And.
Sciavoie, BZelotti, IlFrafim, volgens de Aantêkeninge van felibien. . (2) Zoopje hen dit dan te waarderen te waarer manken:
.vervaiï
|
||||
Veketiaanse Schilders. 367
H y keerde naar Verona, en fchilderde, in de
Eetzaale der Vaderen van St. Nazaro, onzen Heer by
vervalt de Poeëfi niet doorgaans, zo niet tot Misleidinge,
©p zyn best tot Vergrootinge ? De Abt Dubos, die zig de Moeite gegeeven heeft van drie dikke Deelen in OcL over de Poeëjië, en over de Schilderkunst (hem 't minste eigen) te fchryven, beftaande uit een Mengelmoes van grootendeels nuttelooze Redeneeringen, nog tot onzent vermeerderd door een' flegte en armhartige Vertaaling', heeft ten Opzigte zyne? geliefdePoeëjië eenvryander Denkbeeld van Paulo V ero- sie e z: dien hy toeftaat dat goeden Opgang gemaakt heeft, in dat Gedeelte der Ordinarjië van hem Schilderkundig ge- noemd, wyl nimmer een Schilder beter dan hy geweeten heeft een oneindig Getal van Perfoonafiën ten Tooneel' te fchikken, of voordeeliger zyne Figuuren te plaatsfen , eea groot Doek zonder Verwarringe te vullen. „ Nogtans wist ,, diezelfde Paulo Veroneez (zegt hy) in de Poeëtife „ Ordinanfië nooit wel te flaagen : de Eenheid van 't Bedryf „ ontbreekt, in de meesten zyner groote Schilderftukken. „ Een zyner heerlykfte werken, de Bruiloft van Kam, 't „ welk in de Eetzaal' des Kloosters van St. Joris te Venetië „ is, krield van Feilen tegens de Poeëtife Ordinanfië. Een „ klyn Getal der ontelbaare Menigie van Perfoonen , die „ het Stuk vullen, geeft flegts maar alleen acht op 't Won- „ der van de Veranderinge des Waters in Wyn, fchoon 't „ het hoofdzaakelyke Onderwerp is : nimant is daarvan zo- „ danig aangedaan als het behoorde. Paul o Veroneez. „ plaatst, onder de genoode Bruiloftsgasten , ook eenige Be- „ nediByner - Monniken des Kloosters waarvoor hy 't Stuk maakte. Ook. zyn zyne Perfoonafiën naar zyn eigen Goed- „ dunken gekleed; en hy maald, gelyk hy in zyne andere Stukken meer gedaan heeft, vlak het tegendeel van 'tgee- ne ons zékers bekend is, aangaande de Zeden en Gewoon- „ tens der Volkeren waaruit hy zyne Beelden verkiest ". Of dit nu 't Verfchil beflist, zullen wy daar laaten : dogh met Verlof van den Abt vraagen, of het plaatsfen die'r Monni- ken, hoe belachelyk, wel zo zeer aan onzen Schilder te v/y- ten zy, die mogelyk van hen daartoe genoodzaakt was , en in allen Gevalle wist waarvoor het Schildery moest die- nen , ter Verhecrlyking* en Voordeel hunnes Otdens ; als -mede, of zy in dat Werk niet konnen verftrekken, inge- volge zyn XXIV Hoofdftuk, als Hieroglifije Beelden, en |
||||
$08 VénètiaaNse ScfttlDÈks.
by Simon den Melaatsfen : een Werk, 't geen dé
Glorie zynes Naams rond-om voerde. In Venetië té ing zynde, vervolgde hy de Schilderwerken van St. Sebastiaan : die hem met de grootfte Schilders gelyk Helden, in wien de Na-iver door zodanig ge- lukkig Gevolg ontftak. . Guido zeide van hem, dat hy, indien hy Verkiezinge moest maaken onder de Schilders, Paulo Veroneez zoude willen zyn : dat men in alle de anderen de Kunst befpeurde , maar dat by hem de Natuur in haar' grooiften Luis- ter was (i). Paulo Veroneez was Lofwaardig door zy-
ne
volgens hun Smaak al zo gevoeglyk als elders Harpocrates of
Minerva, dien hy wel wil dulden ? Voorts zeggen wy,aan- gaande 't Bedryf, ten Voordeele van den Schilder, dat het klyn 'Getal der Perfoonen die op het Wonder acht geeven, hier geen Gebrek en zékerlyk vry fraaijer en geleerder is dan wan- neer hy alle de Perfoonen aandoening daarvan gegeeven , wanneer hy geene Tégenwerkinge van Bezigheid verbeeld had. Heeft de Abt zelfs hier wel acht gegeeven, op de His- torie ! Moest de Menigte, daarvan niet onaangedaan zyn ? De Hofmeester zelfs wist van 't Wonder niet: de Dienaars, die 't Water gefchept hadden, wisten 't. Is de Eenheid van 't Bedryf, 't Oogenblik van 't Geval, dan niet wonder- baarlyk in dat Schildery waargenomen ? Vervuld dat zelfs niet de weinige Aandoening', 't Gebrek van Hartstogten, die in Paulo Veroneez raar zyn ? Hoe 't zy, de Files doet hem vry Poeè'tis voor, wanneer hy zegt, Paulo Ve- roneez gebruikte weinig Oirdeel, in de Verkiezinge der Voorwerpen : alwaar hy alles invoerde wat zyne Inbeelding hem verfchaftte , van 't grootsfe , 't verbaazende , 't nieu- we, 't ongemeene : hy dacht meer, om het Tooneel zyner Schilderyen te verderen, dan om op de behoorlyke Eigen- fchappen van Tyden , Gewoontens, en Plaatsfen , acht te geeven : de Pragt zyner Gebouwen, en de Rykheid zyner Kleedyen, gaf Grootsheid aan zyne Werken. (i) Is 't de fchoone, de eêle, en de waare Natuure die
voor 't Leeven doorgaat, of welke doet zien dat zy gefchil- derd is ? Is zy geen' overweldigde Natuur, opgefmukt gelyis die van het Theater ? |
||||
V B N E T I A A NS E S C II I L D E R S. $60
he grootsfe Ordinanfiè'n, door de fchoone Verkie»
zinge zyner Onderwerpen, door 't Bevallige in zy- ne Hoofden, door derzelver Verfcheidenheid, door de uitfteekende Vrugtbaarheid zyner Verzinninge, door de Frisheid zynes Koloriets, en door de Be- weeginge zyner Figuuren. Vol Waarheid zynde in zyne Gemoeds-uittingen , zogt hy niets anders dan 't Leeven. Zyne Lokaale-Klearen, en zyne Achterwerken van Gebouwen, zyn wonderbaarlyk. Hy vermydde, Zwart te fchilderen ( r). 't Lak- feeren i. gebruikte, hy niet anders dan in zyne Klee- dyen. Hy heeft zyne onvermengde Kleuren za fris, en zo vrypostig gelegt, dat hy de eenigfte in dit Soort is. Deez groote Kunstfchilder raadpleeg- de de Natuure in alles.. Als een ervaare Man, wist hy haar op zyn pas te verbeteren; 2yn ver- heve
(i) Of alle die Dingen in zodanige Maat'van anderen toege-
ftemd worden,doen onze onderfcheidt. Noten in deezen zien. Wy zullen dan alleen hier niet de Piles zeggen „ dat hy ., zyne Lokaale-Kleuren wel verftaan heeft, doende dezelf- „ den gelden door Vergelykinge tegens m alkanderen ; dat ,, hy, fchoon zyne Neiging overheldde tot een' lugte en hel- „ dere .Maniere, fomtyds donkereen (terke Kleuren heeft ge- ,j bruikt ; dat zyn Naakt, hoewel doorzogt met zuivere M Tinten, echter zo fris niet van Kleur' als dat van Ti- „ tiaan, nog zo kragtig en gloeijend is als dat van Tinto-' }i ret : dat hem zelfs toefchynt, dat veele zyner Beelden, in „ 't Naakt, wat naar 't Loot-achtige trekken : dogh dat dit: „ echter niet belet , dat in 't algemeen zyner Kleuren een „ verwonderlyke Overeenkoomst is, inzonderheid in zyne „ Kleêren, waaraan hy een' uitfteekenden Luister , Veran- „ dering' en Grootsheid, heeft gegeeven , welke hem alleen „ eigen is : dat de Harmoni, welke men daarin vind, door- „ gaans koomt van 't Lakfeeren en de Gebroke- Kleuren ^ „ welke d'een aan d'andere deelachtig ontwyffelbaar de Hou- „ dinge veroirzaaken. Eindelyk zegt hy, dat zyne Behande* „ ling vast en zéker, en zyn Penfeel lugtig is ". Eerjie Deel. A a
|
||||
3?0 VêNÈTÏAANSË ScHltDERS*
heve Geest, zogt ongewoone Standen. Zyne Klee-
dyen hebben wat van den Aart van Alben Durer. Dikwyls leidde hy, op de Halve-Tinten zyner Klee- dyen, 't Azuur in Waterverw (i), op dat zy zig te frisfer zouden houden, 't Was hem genoeg , eens iets gezien te hebben, om het altooz te her- denken, en zelve daaraan Bevalligheid en Edelheid bytezetten (i). Inderdaad, hy heeft, om dus te fpreeken, de Vrolykheid vermeerderd ; hy heefc de Schoonheid luisterryker gemaakt ; hy heeft den Lach iets fraais bygezet; en hy heeft een Merkte- ken van Leeven gegeeven, aan alle de Figuuren dien hy fehilderde. Paulo verzelde den Prokurator Grimani, Am-
basfadeur der Repubiique by den Paus, naar Rome. Op zyne te Rugkoomst te Venetië, bleek het, aan de Werken dien hy in 't Paleiz Si. Marco maakte, dat hy nog by zyne groote Kunde gevoegd had alles wat de Werken van Rafae'l, van M. Jngelo, en van de fchoone Antieken, hém hadden ingeboezemd . De Senaat, om deeze nieuwe Verdiensten te ver- gelden , verhief hem tot Ridder van St. Markus. Hy
(i ) De VAzur b. gouasfe. Indien de Schryver zig niet wel
uitdrukt, dan zal 'c Felibien mogelyk verklaaren, die in zyne Principes de V'Architeüure zegt „ dat in eenige Schilderyen ,, van Tïtiaan en van Paulo Veroneeze befpeurd word, „ dat zy dezelfden hadden laaten piumuuren als voor Water- „ verw, waarop zy vervolgens met Olieverw fchilderden ; en ,, dat dit grootelyks diende, om hunne Verwen leevendiger „ en frisfer ce doen ftaan, enz. (2) Dit word ook op zyne grootsfe Kleedyen en Stoffen
toegepast, die van veifchillendeSoorten, en dePlooijen groots en wel verdaan zyn, en veel van de Schoonheeden uitmaa- leen die in zyne Werken gevonden worden, zegt de Files : welke ook aanmerkt, dat hy daarvan zulk een' Voorraad had opgedaan, dat dezelfde, op zyn' VerkoopingV vierduizend Guldens opbragten. |
||||
VeNÊTÏAANSE ScÜïtDÈRS. 3?!
tï y arbeidde enkeld voor de Glorie ; naauwe»
lyks haalde hy zyne Onkosten, uit de Werken dien. hy voor de Kloosters maakte ( 1). Dikvvyls ging hy zig by de Monniken verbergen, ter Afzonde- ringe. Altooz heeft hy de de Eere der Schilder- kunst onderfteund 2 hy wachtte Werk af, zonder het te gaart zoeken gelyk Tlntoret deed. Zyne Té- genftreeving tegens Heezen, bragt niet weinig toe om zig bequaarri te maaken ( 2 ). De Kunsten gee- ven genoeg te kennen, welke Noodzaake zy heb- bert (t) Schoon 't waar kanzyn dat hy den uitterften Pen^
hing daarvan niet nam, om zyne Neiginge ter Afzonderinge' by hen Waarvan de Schryver voorts fpreekt, zo fchynt deez; wat al te gunscig in die Dingen, en te hoog voor hem te* gens Tintorette draayerr. De Schatten dien Paulo naliet* zyn bereidwillige Arbeid voor de Kloosters, de Veelvuldig- heid zyner Werken , welke mogeiyk aan die van Tintorei niets toegeeft, toonen wel dat hy mede geene Gelegenheid verzuimde. Zo wel als deezen , liep hy 'er ook wel dikwylss vry los overheen ! „ Naar de Plaatsten en de Perfoonen ,, waren, voor w"e!ken hy fchilderde (zegt de Filet) over* „ woog hy meer of min zyne Werken, 't Paleiz van SU „ Markus, de grootfte Autaaren der voornaamfte Kerken, erï „ eenige Huizen der Edelen , bezitten 't Schoonst. Maar* ,, belangende de Autaaren van genieene Kerken , en byzon^ ,., dere Perfoonen, die om zyne Achting' een Stuk van herat „ begeerden , fchynt het dat hy, in fteê van de noodigö' „ Moeite te neemen ter Staavinge zyn's Aanziens, alleen uic „ den Vuist' fchilderde: driftiger om zyn Werk maar afte- „ maaken dan zorgvuldiger om 't wel te doen, zulks zynet „ Vindingen fomtyds flegt en fomtyds verftandig zyn ". (2) Deeze twé arbeidden om üryd ; wanneer huüne
Werken afgemaakt waren, bevond men de Gevoelens delf Kenneren verdeeld : men befpeurde meer Kragt in de Kunst- werken van Tintoret, en meer Bevalligheid en Pragf in die van Paulo Veronebz, zegt de Files. Maar, zou deesï niet veel eigenlyker gefproken hebben, indien hy 't Onder* fcheid hunner Jaaren had doen aanmerken, en gezegt had dafi Paulo Veroneez zig tegens Tintoret verhief om dee?eï gevestigden Roem aan zig te brengen ? Aa 2.
|
||||
37^ VeNETIAANSE ScHItDEKS.
ben van wat Na-iver en van Vergeldinge. Men
kan aan Paulo niet verwyten, gelyk men aan Tintoret en aan den Jongen-Palma kan doen, dat hy te veel Tafereelen maakte : derzelver Menigte ver- minderd daarvan de Volmaaktheid niet; hy heeft zig nooit vergeeten. In de Verpligtinge waarin hy zig bevond, van eene zelfde Onderwerpen te her- haaien, waren 't altooz niéuwe Bevalligheeden en onderfcheide Vertooningen. Filips II, Koning van Spanje, eischte hem,
om zyn fchoon Klooster van 't Eskuriaal optetooi- jen. Paulo,, die zyn Vaderland beminde waarin hy geacht was, .vertoonde dat hy zyne groote be- gonne Werken niet verlaaten koude; en zond Fre- derik Zucchero, in zyne Plaats. Nimant heeft zig be- ter de Achtinge der Grooten, en de Vriendfchap zyner Kunstgenooten , weeten te geeven, dan Pau- xo : zelve tot Titiaan toe, die hem altooz omhelz- de als die hem op Straat ontmoette (i ). Schoon hy pragtig gekleed was, en zyn Huizgezin met Eere. onderhield, liet hy door zyne Spaarzaamheid niet na, aanmerklyke Goederen te verzamelen (2). Zie
(1) Dit fchynt mede wat verre getrokken : mogelyk is
't eens van zyn Leeven gefchied; Sandrart zegt „ dat Zilienjo, ,, de Schilder, hem verhaalde, dat Titiaan eens Paulo- „ Veroneez op de Plaatsfe van St, Markus ontmoette, en „ zyne fchuldige Eerbiedigheid ontfangen hebbende hem om- „ armde, zeggende ik ben zeer verblyd dat ik den Man zie, „ in wien de Voortrcffelykhêid en 't Sieraad der Schilder- a, kunst vereenigd is ". Was 't niet veel vznTitiaan, voor den jongen Paulo : of handelde die, reeds zyne Loopbaan* uit zynde, ltaatkundigiyk niet hem welke eerst in Naam be- gon te koomen , om hem te handhaaven tegens zyn' ou- den Leerling, Tintoret, dien hy al lang bevoorens duchtte en drukte, en die toen, twintig Jaar ouder dan Paulo Veroneez zynde, in zyn hoogde Kragt was ? (2) Sandrart bevestigd dit, zeggende „ dat hy eenen
„ .Ryk-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 373
Zie hier een Staaltje zyner Edelmoedigheid. Ia
een Togtje door de Ommelanden van Venetië, wierd hy van onftuimig Weer overvallen, en ging in 't Landhuiz van 't Edele-geflacht Pifani fchuilen. Hy wierd 'er op 't vriendelykst ontfangen, en eeni- gen Tyd onthaald. Geduurende 't Verblyf, 't welk hy daar nam , fchilderde hy in 't heimelyk het Huizgezin van Darius, t'famengefleld uit twintig Beelden, Leevensgroot. Vertrekkende , had hy het Tafereel opgerold , onder zyn Bedde verbor- gen ; en gaf aan de Heeretl Pifani te kennen , dat hy voor hen iets achtergelaaten had, om daaruit de Onkosten te betaalen welken hy had veroirzaakt. Dit hebbe ik (zegt de Schryver) uit Monde van den Frokurator Pifani, die my dat fchoone Schilde- ry getoond heeft. De Figuuren van Alexander, en van Efestion, zyn uitmuntend; en de Droefheid is gefchilderd, op 't rampzalig Huizgezin van Darius. Paulo, altooz aandachtig op zyne Glorie, deed
zyn Tafereel van Se. Justina ven Padua, het befaam- de Huuwelyk van Se. Katharina, de fchoone Kruis- figing der Schoole van St. Rochus, de Temtatie van St. Antoni den Abt, door Augustyn Caratz gra- veeren. Villamena graveerde de Zuiveringe der H. Maagd; en verfcheide andere hebben na hem gear- beid. „ Rykdom verzamelde welke voor elk Ridder genoegfaam
„ was , zulks zyne Kinderen daarvan onbekrompen als Hee- „ ren leeven konden ; dat hy, by zyne prachtige Kleedy , „ altooz Fluuweele Schoenen droeg, welken zyne Erfgenaa.- „ men ter Gedachtenisfe bewaarden ,• alsmede, dat hy in zy- ,, ne Handelingen zeer eerbaar was, nimant om afzonderlyk ., zwaar Gewin diende, zyn Woord angstvallig hield,, zyn „ Huizgezin met groot Vernuft beheerste, zyne Kinderen van „ vreemd en ydel Gezelfchap afhield , en hen in de Vreeze w Godts en, de zédelyke Deugden opvoedde". Aa 3
|
||||
$74 Venetiaanse Schilders,
beid. Paulo Vekonejz had ten Gewoonte,
fchilderende, zynen Dagh wat hoog te neemen , om zo veel te grooter Schaduuwen te veroirzaakcn, Hy deed behendiglyk Vooic^el, met alles wat hy 5?ag : vooral, met de Tekeningen van Parmefaan , die byzonder van zynen Smaak waren. Onaanger ?ien hy menigte Onderwerpen uit de Herfcheppin* gen fchilderde, zyn 'er echter zeer weinige onze- dig. Hy zejde, dat men, om over de Schilder- kunst wel te oirdeelen, onderrigt moest zyn van de Regelen der Kunst (i) : dat het eveneens was, indien
(i) Dit was een goede Lesfe.die aan veelen ontbreekt:
maar, is die niet alzo noodig om de Kunst te oeffeoen : heeft hy die zelfs wel waargenomen ? De Files zegt ,, dat „ hy zelve geen Beginzel had ten Aanzien van 't Licht- en a, Bruin ; en, zo het gevonden word in eenige zyner Schil- „ deryen, dat dit niet anders is dan door de goede Uitwer- „ kingen van zyn Vernuft, onafhangelyk van den Kunstré- „ gel : dat het hem daarin gelukte, dan eens wel en dan ,, eens qualyk , naar de verfcbillende Invallen van zynen M Geest. Dat men ook van zyne Standen zeggen kan, ilat- ,, ze voor 't Meêrendeel zonder Verkiezinge zyn. Dat , 'er wel Vuur en Gewoel is in zyne groote Werken : maar ,, dat men, als men dezelfden van. naby befchouwd , weini- ., ge Seherpzinnigheid in zyne Uitdrukkingen zal vinden, zo ,, wel aangaande ider Onderwerp in 't algemeen als voor de ,, Hartstogten in *t wzonder : dat het zeldfaam is, van hem ,, iets Zielroerends te zien. Dat zyne Tekening , onaangezien ,, de Geneegenheid welke hy voor die van Parmens had , van, ,, een' flegten Aart is : uitgezonderd de Hoofden, die van „ 't Grootsfe en Ëêle , en fomtyds van 't Sevallige hebben ; ,, dat zyne Beelden wel t'fatpengevoegd zyn onder zyne Klee- ,, deren : maar, dat de Onttrekken van 't Naakt weinig van j, goeden Smaak of Zékerheid hebben, vooral in de Voe- j, ten, fchoon 't fchynt dat hy bezorgd was om zyne Vrou- ,j wen vloeijender te tekenen, volgens zyn Denkbeeld der ., fchoone Natuur',wyl hy't Antiek niet kende". Zelvefteld hy Paulo Veroneez ten Voorbeeld ,, van imant die „ dikwyls niet een fcjjoon Vernuft en fraaije Behandeling j |
||||
Venetiaanse Schilders. 375
indien men zig daaraan overgaf zonder eene na-
tuurlyke Begaafdheid, als of men op de Baaren. zaaide. Deez groote Schilder , zig te veel verhit heb-
bende in 't volgen van eenen Ommegang, wierd door de Koortsfe overvallen, en ftierf te Venetië , A°- 1588, in zyn 58 Jaar. De Vaders van St. Se- bastiaan gaven hem , uit Erkentenisfe , eene Graf- fteêin hunne Kerke, daar men zyn Afbeeldzel van Metaal ziet. Dus wierd hy begraaven , in 't Mid- de van alle zyne Zégentékenen. Men verwyt aan Paulo Veronése, dat hy
niet juist genoeg was en zyne Figuuren te kakel- bont heeft gemaakt door alteveel onderfcheide Ver- wen , 't geen daarvan de Gedaante en de Verpoo- zinge beneemd. Zyne Gronden van Gebouwen, zyn fomtyds wat te helder; en zyne Luchten, na- derende naar Waterverwe, wat te hard. Dikwyls zoude men wat meer Overeenitemminge in zyne Tafereelen , meer Edelheid van Uitdrukkinge in zyne Hoofden , en meer Smaak van Tékeninge wensfen, in de Omtrekken en in de Uitftrekkende Deelen zyner Figuuren ( 1), Niets
", maar gemcene Dingen voor den Dagh brengt en fom-
„ tyds in Ongerymdheeden vervalt, om dat hy zyn' Inbeel- „ ding niet gaande maakt door 't Leezen van goede Schry- „ veren, en niet aandachtig zyn Onderwerp overpeinzd ", naauielyk geen Gebruik van zyn Oirdeel maakt. (1) Felibien laat zig nog pp een' andere Wyze over hem
uit. Hy zegt, dat P, Veroneez de Schoonheid van 't Kolo- riet en de Schikkinge der Lichten zo verre gebragt heeft, als imant tot hiertoe te voorfchyn gekoomen Schoon hy hem vervolgens voordoet, brallende in groote t' Samenftel- linge van Historiën waarin men de Kragt zyn's Penfeels ont- dekt, zo zegt hy echter elders, dat men niet kan zeggen, dat P. Veroneez de Qvexeenkoomst, welke eea Schilder in Aa 4 3y»c
|
||||
^■6 Venetiaanse Schilders.
Niets is zo fchoon als de Tekeningen van Pau-
ï.0 Veronése , ten Aanzien der Ordinanfiè' (i). Dikwyls zynze getekend op getint Papier, gelteld met de Penne, gewaschen met Roet of met O. I. Ink, gehoogd met Wit, en zeer uitvoerig. Men ziet anderen van hem , die Studiën zyn, met Rootkryt, met Zwartkryt, met de drie Krayons; en eenige zyn zelfs, welker Omtrekken geflagen zyn met het Penfeel (2). Het groot Vernuft , en de Gemak- kei yk- zyne Tafereelen moet bewaaren, nog de Waarfchynlykheid ,
de Gebruiken, of de Waarheid der Hittorië, in acht neemt ; als vertoonende een' Pragt, zelve in de eenvoudigfte Onder- werpen , welke die der grootlte Vorsten opweegd en aan ge- meene Messiefl niet behoord gelyk Simon en Levi waren, pog de geene die J. K. en de H. Maagd op hunne Maalty- den noodigden: dat hy zoude te achten zyn , indien hy die , Grootsheid en die Pragt had doen zien in 't verbeelden van een befaamd'Feest, gelyk dat 't freik Klèopatra aan M. An- ionius gaf. Ci) Is dit beter in zyne Tekeningen, dan in zyne Schil-
deryen ? Zyne Ordinanfiën , zegt du Frefnoy, zyn woest, en zyn Tekening niet te zéker: maar zyn Kleur, en wat daar- van afhangt, is in zyne Tafereelen zo verwonderlyk, dat het zo voort verbaazen, en de, andere Deelen vergeeten does Welke daaraan ontbreeken. (2) Sa Nd r art zegt, dat veele het daarvoor hielden,
ó:\t hy te Huiz een' grooten Hoop van Modellen en Schets- ten had, waarvan hy zig in het t'SamenftelIen zyner Tafe- reelen bediende, gelyk veele Schilders doen : maar dat hy, een wonderbaar Geheugen bezittende, 't geen al bewaaren kon'de wat hy eens gezien had, alles uit zig zelfs na zyn ei- gen Verdand formeerde en daaraan een' zonderlingen Wei- Aan d gaf. Dit laatfte luid fraai , en fchryft wonderbaarc Vermogens aan Paulo toe , die echter zo veel Waarde in zyne Werken niet konden brengen dan goede Modellen of Schetsfen moesten doen : maar Sandrart vergeet zelfs wat hy even te vooren zegt ,,dat P. Veroneez aanvanglyk de ,, Werken zyn's Meesters Badile, voorts de Plaaten van A. , Durer, byzonderlyk deezer Kleedyen dien hy altyd in acht ;as en naderhaad de Tekeningen van Parmefaan, zeer |
|||||
v
|
|||||
VenetiAanse Schilders. 377
kelykheid deezes Kunstenaars, laat zig overallee-
zen. Zyne Merktekens van Hoofden, zyn Smaak van Klee'dinge, zyne fc'hoöne Achtergronden (1), 't Verftand waarmede hy zyne Lichten heeft wee- ten te-bezuinigen , zyn Aandacht om zindelyk te tekenen, zyn de vaste Leidslieden om Paulo Ve- rone ez te kennen. Onder de groote Werken, dien men van hem
in 't Paleiz St. Mar co ziet; Werken , die geweid zyn door de algemeene Goedkeuringe, heeft hy vier Maaltyden gefchilderd, die alleen in flaat zyn hem onllerffelyk te maaken. Dat der Bruiloft van Kana, te St: Giorgio Maggiore, is een der eerile Tafereelen des Aardbodems: men teld'er, in een' Ruimte van meer dan 30 Voeten Lengte, 120 Beel- den en 150 zeer verfchil lende Koppen. Het twé- de Feeft, by Simon den Meïaatsfen, is te St. Sebas- tiano; het derde, by Levi den Tollenaar, is in St. Jan en St. Pauhis , dogh door 't Vuur befchadigd. Het vierde Gastmaal, nogmaals dat van Simon den Me- ïaatsfen , was by de Vaderen Servieten, dogh bevind zig jegenwoordig te Ferfailjes in het nieuwe Sa- lon. Deeze Vaders weigerden een' zwaare Som- ine Gelds, welke Louis XIF hen voor dat Stuk deed bieden: maar, de Republiq liet het Tafereel van
„ vlytig en veel gekopieerd heeft". Van den Voorraad zy-
ner Stoffen tot zyne Kleedyen , hebben wy reeds gemeld. De Piles zegt ook duidelyk, dat hy zig bediende van de Hoof- den , zo wel als van de Kleedyen, der Vreemdelingen uit de Levant, waarvan altooz een groot Getal te Venetië is. (1) Dit moet te verdaan zyn, van Gebouwen. Ik het>-
be nooit eenig aanmerkelyk Landichap van P. Veroneez gezien, zegt de Piles: hy heeft Luchten gemaakt, in eeni- gen zyner grootfte Stukken, die uitneemend zyn : maar zyne Verfchieten, en Voorgronden, trekken naar den. Aart van Waterverw. Aa 5
|
||||
--g Venetiaanse Schilders.
vanzyn'Plaatsfe ligten,en deed het aan den Koning
ten Gefchenk. Nog ziet men te Venetië, in de Kerke van St.
Sihester , eene Aanbiddinge der Koningen; by de Vaderen van S<? Croce, eene Aanbiddinge der Herde- ren; te San Nicolo dei frari, vyf Tafereelen in 't Zolderftuk: naamelyk, den Doop onzes Heers,een Nagtmaal , een Berg van Kaharië, eene Opftan- ding en in 't Midde de Aanbiddinge der Konin- gen In de Kerke van Ogni Santi, heeft hy ge- fchilderd een Paradys, met eenen St. Stefanus, en verfeheide andere Heiligen in Gebeden. By de Znsteren van Se. Katharina, ziet men het befaamd Tafereel haares Huuwelyks (i); en Kristus met de Farizeenen, in de Kerke van St. Paulus. De Kerk van Se. Sebastiaan, is gants van zyne
Hand. Het Zolderftuk is verfierd, met drie Stukken der Historie van Estber; de H. Maagd is op 't Hoog-autaar gefchilderd, in eene Glorie van En- gelen : om laag zyn, St. Sebajliaan, Se. Katharina, St. Jan den Dooper , St. Franjiskus, en St. Pieter, In den Koepel, ziet men den Eeuwigen-Vader; en de Hémelvaard der H. Maagd , in 't Geftoelte. Op de Muuren, regts, heeft hy verbeeld St. Mar- kus,
(i) Sandrart tékend onder anderen aan, dat ten zynen
Xyde de Heer Jan Reinst, te Amfterdam, een Stuk van P. VerOMEEZ bezat, verbeeldende dergelyk Onderwerp van 'C Huuwelyk van S* Katharina met Kristus, waarin zig deswe- gens verheugende' Engelen bevonden; en dat het, met nog fier anderen , om vyfentwintigduizend Gulden verkogt, en aan Karel II, Koning van Engeland, aangeboden wierd; als- mede , dat de Grave Fielding, Ambasfadeur van Engeland te Venetië, onderfcheide fchoone Tafereelen van hem in de» Iconen Tyd zyn's Gezantfchaps opzamelde, en naar Enge- iend voerde. |
||||
Venetiaanse Schilders. 379
kus, en St. Marcellinus, ter Straffe gevoerd mee
St. Sebastiaan, aan eenen Boom gebonden. Veele andere Stukken der Historie deezes Heiligs, de Doop van Kristus , een Kristus aan 't Kruiz , de vier Evangelisten, St. Jeronimus in de Woestenye , de Befhydenis, de Geneezing des Geraakten , en veele Figuuren in 't Graauw, veriieren 't overige der Muuren en de Orgels. Zonder te fpreekea van het fchoon Tafereel 't geen in de Eetzale is, en de Schilderyen die den Trap verderen, is een Hémelvaard der H. Maagd , en de vier Evange- listen , verdeeld in 't Zolderftuk der Sakristye. T e Verona, in de Kerke van San Giorgio, is het
Martelaarfchap van den Ridder Ginnochias ( 1), die den Afgoden niet wil offeren ; en St. Barnabas, op- wekkende eenen Dooden. Te la Vittoria , in de Sakriftye, eenen Kristus in't Graf, omringd met 14 Figuuren, een klyn en kostelyk Tafereel, T e Milaan, in S* Eufemia , de Heilige den Geest
geevende en een Beul door de Leeuwen aangeval- len. In de Gallerye van 't Aartsbisdom, eene H. Maagd met het Kind Jezus en Si. Jan. Te Brefcia, in Se. Af ra dei Rochetini, het Mar-
telaarfchap deezer Heilige, met een' fchoonen Ach- tergrond van Gebouw. In de Eetzaale der Vade- ren van St. Nazaro, de Maaltyd by Simon den Me- laatsfen , met de Magdaleena die de Voeten des Za- ligmaakers zalvd, T e Padua, by den Benediktynen , de Marteling
van Se. Justina. In
(i)Uitsteekend fchoon gekoloreerd, maar zonder
Eenflernmigheid: een wonderbaarlyk Tafereel, wegens des- zelfs Grootsheid, Rykheid van Vindinge , en 't groot getaï figuuren van Leevensgrootte, zegt Rifbardpm, |
||||
380 Venetiaanse Schilders.
In de Gallerye des Hertogs van Modena, de Aan-
bidding der Koningen; de Bruiloft van Kana; Mars en Venus , Halverlyf; het Huizgezin onzes Schil- ders , verzeld zynde van twé Befchermheiligen, 't welk Dankzegginge aan de H. Maagd doet; een groote Kruizdraaging. In den Dom te Mantua, de Temtatie van St.An-
toni den Abt, met fchoone Hoofden van Vrou- wen. In de Gallerye des Groothertogs, eene Bood-
fchap. In die dés Hertogs van Parma, eene H. Maagd
met twé Engelen, en St. Jan met St. Jeronimus; de Hoofdman over Honderd; Mozes, Vems en Adonis. In Spanje ziet men , in 't Kapittel van 't Esku-
riaal, de Bruiloft van Kana , en eene Voorflelling in den Tempel, op Doek gefchilderd , met Hal- ve-leevensgrootte Figuuren. T e Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz , de
Vrouw in Overfpel. Een Priester aan 'tAutaar, jnet eene Heilige op de Kniën, en een' Gefchoo- renen die een Flambouw houd; de Hoofdman over Honderd, eene Vlugt naar Egipte met verfcheide Engelen, eene Aanbidding der Koningen. De Koning van Vranhyk bezit, het befaamde
Gaftmaal by Simon den Melaatsfen ; de Emausgan- gers; Judit met Holofernes ; Rebekka; Sufanna koo- mende uit het Bad; David en Bathfeba ; de Marte- ling van St. Markus; Kristus in 't Graf; de Bloed- vloeijende Vrouw ; de Verfchyning.van Kristus aan St. Pieter en St. Paulus; een Kruizdraaging; de In- tree van Henrik IJl te Venetië; Venus en Adonis; de Aanbidding der Koningen ; dé H. Maagd met het Kind Jezus, St. Jozef, St. Jan, en £« Katharina;de H. Maagd door de Engelen opgenomen; Mozes uit |
||||
Venetiaanse Schilüers. 381
het Water getoogen , twémaal; Esther by Asfuee-
rus; Perfeus en Androméda ; een' Kruisfiging; eene • H. Familie, met Si Katharina en St. Joris, en een* Vrouw op den Voorgrond die een Bennetje aan* bied; eene H. Maagd, 't Kind Jezus en St. Jan; eene H. Maagd houdende 't Kind Jezus, en een* Non. f In 't Paleiz Royaal ziet men de Emausgangers; de
Schaaking' van Europa; Léda; Mars ontwapend vart Venus; de Dood van Adonis; Merkurius en Herjs^ Mars en Venus door de Liefde gebonden; 't Portret van de Doghter onzes Schilders; Paulo Vero- NEEZtusfen de Ondeugd en de Deugd; de Wyzheid,- Medgezellin van Herkules; de Eerbied, Liefde, Af- keer , en de Ontrouw, vier Stukken boven Deu- ren ; Mars en Venus; de Brand van Sodoma ; de Ifraëliten trekkende uit Egipte; het Oirdeel van «Sa- lomon; Mozes uit het Water getoogen. Augustyn Caratz, 'Fosterpian , Kilianus,
F. VMamena, Mat ham ,. Saenredam , Lasne , Troien, vanliesfel, leFevre, Coelemans ,Hollart, en ander'en, hebben na Paulo Veronése omtrent 60 Stukken gegraaveerd. Buiten dien zyn twé Stukken in *c Werk van Louifa, veele in 't Kabinet des Keizers en in de Tafereelen des Groothertogs, en 25 Stuk- ken in de Verzameiinge van Crozat, gegraveerd door de befte Meesters deezes Tyds. Paulo Farinati heeft gearbeid onder Paulo Ve-
ronése, gelyk ook de Cavalliére ZJ)latti deed, die zyn Medgezel was. Gabriël en Carletto, twé Zoons van Paulo Ve- Carletu
ronése , zyn Leerlingen hunnes Vaders geweest. CaliarL Carletto had zulk fchoon Vernuft, dat hy geoir- deeld wierd zynen Vader te zullen overtreffen: maar, de Dood rukte hem wegh, A°. i^pfj, in hec %6 Jaas
|
||||
382 Venetiaanse Schilders.
|
||||||||
Gabrièl 2,6 Jaar zynes Ouderdoms. Gabriêl, die hem over-
Caliari. leefde, had mindere Gaven. Hy verliet ook de Schilderkunst, om zig aan den Koophandel over- tegeeven, en ftierf A°. 1631 , in den Ouderdom van 63 Jaar. Op de Dood hunnes Vaders, vol- tooiden zy verfcheide Stukken dien hy onvolmaakt Benedettohad gelaaten: geholpen door hunnen Oom Benedet' Caliari. t0 Caliari, die deszelfs Tafereelen met Gebouwen ftóffeerde, en 't laatst van allen ftierf. Zy volg- den, alledrie, de Maniere van Paulo Veroneez; zulks 'er veele Schilderyen worden gevonden, wel- ke van hem gehouden worden en van de Hand zynes Broeders of zyner twé Zoonen zyn (1) . Dus heeft de Schilderkunst, eene Eeuwe lang, in dit Huiz gebloeid. (1) De Pil es verzekerd dit. Hyzegt, dat men Schil-
deryen van Paulo Veroneez ziet, waarin de Kleuren fcherp en wanfiemmig zyn : dogh, dat hy geen Borg wil bly- ven, dat alle de Schilderyen, dien men op den Naam van Paulo Veroneez fteld, de zynen en niet van de Hand zyner Zoonen en zyn's Broeders zyn. |
||||||||
JO.ZEF
|
||||||||
Venetïaanse Schilders: 383
|
||||||||
. U ««•• /*
|
||||||||
JOZEF PORTA.
JOzef Porta , gebynaamd Salviati, wyl hy Leer-
ling was van Francesco Salviati den Florentyner , wierd gebooren te Cafiello nuovo della grafignana, A°. 1535. Een zyner Oomen, hem naar Rome ge- voerd hebbende om in de Schoole van Salviati te gaan , zo verloor Porta zynen Tyd niet: hy wierd bequaam in 't Fresko, en zyn Koloriet was daarin zo fterk als in Olieverw. Zyn Meester Sal- viati , die uitter Aart voor de Verandering' van " Plaats |
||||||||
184 Venêt ia a'sse Schilder U
Plaats was , bragt hem wederom te Venetië eli
Het hem daar•,• gaande .zelfs raaxJElotence- , Porta" maakte"zig Vrienden te Veneffë , daar
zyne Manier aangenaam gevonden wierd,; die van den Romynf$n-en van den Venetiaanfen-SmÓak hield. Men gebruikte hem in Fresko , tot het ■ üefchilde- ren van versheide Voorgevels van Paleizefl , welke Achtinge Verwierven en door den Tyd vernield Zvn De Patriach Grièani deed hem, irj zyn Pa- leiz de Fifeel van Fjjche verbeelden; en|de Non- nen'van 't mp"s Éïepiintïbis&eedden hem,eenen doo- denKtistus* Venefé:qmm hem behaaglyk genoeg voor, om zig tèr neer te zetten. Hy hübwde 'er, en won vericheidëgfejnderen, Zyn Naam vloog over naar jRom£,/. Vans Vius IV eischte hem, om ïn de Koninjgl. Zaale 'Keizer Fredefik I te fchilderen , kusfende dF -Voeteaj^an Paus yllexandmlll voor de Kerke wan St. MarBs, in jegenwöordigheid van den Doge.1 Ziano en van verfcheid'è Raadsheercn en Kardinalen. -W die Zaale voltooide: hy eeri Stuk 't welk van zynen Meester, Fiance\co Salvia' ti onvolmaakt was gelaaten." 'porta quam wederom te Venetië, overlaaden
met Eere en Gefchepken. -De Senaat, kennende zyne Verdiensten, verleende hem Middel om ze te oeffenen, in de drie Ronden der Bibliotheek' van £R Markus, waarin hy verbeeldde Pallas en Herku- ies, Merkurius en■ Pluto , en de Deugd belachende de Fortuifie die geblind is. In de Oude-Zaale des j)0^; fchilderde hy de Beelden die de Hertoglyke Wdpeus verzeilen: zynde de Deugd, de Liefdaa- dio-heid,de Overvloed, en de Vrede; alsmede, een Kruisfifix,verzeld van deH. Maagd, van St. Jan, en van' de Magdaleemy gelyk mede, de Sibyllen bo-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 385
boven 't Balkon van 't Hof, en twé Kinderen bo-
ven een' Deur. Vervolgens arbeidde hy aan den Nieuwen-Trap, alwaar men Preuven van zyne Be- quaamheid ziet. Nog bezorgde hy veele Kartons, voor de Mufaife Werken van St< Markus. Einde- lyk , de Kerken en de Paleizen van Venetië zyn vervuld met Werken van zyne Hand. Porta gaf zig over aan de Weetenfchappen,
vooral aan de Wiskunde. Verfcheide Verhande- lingen had hy over deeze gefchreeven, welken hy naderhand in 't Vuur wierp, geduurende eene Ziek- te waaraan hy meende te flerven. Dus handelde hy ook met zyne Tekeningen , en met alle zyne Studiën, niet willende dat imant zig van zynen Ar- beid bedienen zoude. De Geleerden maakten Werk van zyne Ophelderingen, en hy woonde hunne t' Samenkoomften by. D e Scheikunde was vry wel van zynen Smaak:
hy had daaruit verfcheide Geheimen getrokken, voor de Verwen in Fresko. Porta tekende zeer wel; hy inventeerde gemaklyk ; en zyn Koloriet had den Aart der befte Kunstenaaren. Akezeer verflaafd aan zyn Model, betekende hy de Muske- ien van 'tMensfelyke-Lichaamovermaatig: gelyk de Ouden deeden, om te toonen tot hoe verre zy de Anatomie bezaten. Hy eindigde zyne Dagen te Venetië, Au. 1585, in den Ouderdom van vyftig Jaaren. Zyne Tekeningen zyn raar, en zeer geacht.
Ze zyn een Mengfel,van den Smaak zynes Meesters Sahiati en der Romynfe- en Venetiaanfe- Schooleu. Zyne Pen is ftout zonder Geestryk te zyn , ge- waschen met Roet en gehoogt met Wit door 't Penfeel, geartfeerd in de Lichten. De breede Eerjle Deel Bb Klee-
|
||||
*3S6 Venetuansï Schilders.
Kleedyen zyner Beelden, en deezer al te uitgedruk-
te Musketen, maaken zyn waar Merkteken uit. Te Venetië; rékend men onder zyne Werken,
eene Pfyfebe by den Prokurator Grimani. Eenen dooden Kristus, 'm de Kerke der Nonnen van 't Corpus Domïni. Drie Ronden , in de Bibliotheek van 't, Paleiz van St. Markus. De Sibyllen , de Profeeten, de Hoofddeugden, en Jezus Kristus met de Marien, in 't Paleiz van St. Markus. Eene He- mel vaard der H. Maagd, by de Servieten. Op 't Hoag-Aataac van Si! Maria Zebeni'go, eene Bocd- fcfeap ; en eene andere Boodfchap, ki't HofpkaaL Te San-Zaccaria, St. Kosmus en St-.-Btsnéaan gemeen ■ eenen Zieken ; op de Zyden , St. Jan den :•;■ , Zacharias , en den Heiland in de Lucht. 'tvsé Tafereelen, te St. Francesco della Vigna : be- staande't een, in een H. Maagd zittende met het Kind Jezus, St. Bernard, en St. Mntmi zynde een Portret na 't Leeven. Het ander Tafereel ver- beeld vier Heiligen. In de Kerke Dei Frari, eene Zuiveringe der H.
Maagd. Beneeden- het Tafereel ziet mfen St. Ni- klaas , St. Bernardyn, St. Jugustyn ,Se. He'eene, met St. Pauliis leunende op zynen Degen ext fpreekende tegens St. Markus. In Fresko heeft hy gefchil- tterd , ter Zyde het Autaar , den Profeet Malacbias en de Sibylie Erythréa. By den Vaderen van San- Spirito in Laguna, ziet men op 't Orgel, David zé- gepraalende over GoJiat; en een Nagtmaal, in hun- ne Eetzaal! In de Kerke der Engelen van Murano, beeft hy Kristus verbeeld als een Hovenier, verfchy- nende aan Magdaleena en aan St. Picter Martelaar; eene Afdoening' van 't Kruiz , alwaar de Maagd beneeden ftaat met de drie Marien: St. Longinus en Magda-
|
||||
V E N £ T I A A S S E S G tf I I » E R S. 38?
Magdaieena, ontfangen 't Lichaam des Heilands.
In 't Paleiz Royaal, te Parys,ziet men den Roof
der Sabynen, Lèevensgroöt. Menkend geene an- dere Stukken , na P o r t a gegraveerd , dan drie in de Verzamelinge der Tafereelen van; Venetië, door Louifa -uitgegeeven. Zy zyn gefchijderd, in 't Zolderftuk der Kerke della Salute: verbeeldende het Manna j den Profeet Elias van den 1$ngel ge-» fpyzd , en 'Habakiik brengende Eeten aan DanieJ in den Leeowenkuil. |
|||||
Bb X DE
|
|||||
$83 Venetiaanse Schilders.
|
||||||
t/. «f . Ca*- '~Fav*&<i<, fat/in, >">l5
|
||||||
de OUDE-PALMA.
JAkob Palma de Oude is gebooren te Serinal-
ta ,in 't Grondgebied van Bergamo, A°. 1540. Schoon hy geenen hoogen Ouderdom bereikt heeft, noemd men hem den Ouden-Palma: om hem te onderfcheiden van' zyn'Neef, bekend onder den Naam van den Jongen-Palma. H y wierd in zyne eerfle Jaaren naar Venetië ge-
zonden , ter Schoole van den grooten Titiaan : waarin hy niet lang verbeidde, met boven de an- dere Leerlingen uittemunten. Zonder de Eêlheid en
|
||||||
Venetiaan'se Schilders. 3&£
en 3t Mollige van ?t Penfeel zynes Meefters te be-
reiken, was zyne Manier zo evengelyk aan't zelfde, dat men hem na de Dood' van Titiaan verkoor, om de laatfle Hand te leggen aan eene Afdoenin- ge van 't Kruiz. Pal ma word hooger geacht, wegens de Een-
dracht der Verwen, wegens derzelver Verfmeltin- ge, en wegens het groot Geduld der Uitvoerig- heid, dan belangende de Fierheid en Juistheid van Tékeninge. Hy deed alles na 't Leeven , fchil- derde zelve de Zagtheid der Wolle; en men be- fpeurd, fchoon zyn Werk zeer uitvoerig is, dat het op een' gemaklyke Wyze en met den eersten Pen- feelflag h gedaan. Paljïa leidde aanvanglyk zyne Verwen fris;.
vervolgens, liep hy zyn Werk wederom over, be- laadde het met Verwen en met Lakfeeringen, op de eige Maniere ah Titiaan en Corregio gedaan hadden: 't geen zyne Schilderyen zeer mollig gemaakc heeft (1). Zyn Vleezkleur waszo fris, dat Bofchini, Venetiaans Dichter, daarvan zeide, dat zy leeven- dig en niet gefchilderd was (2). Ridolfi, Zinfpee- lende
(1) K. van Mander gedenkt, te Leiden van hem ge-
zien te hebben, ten Huize van eenen vander Meulen , een' Vrouwe - Tronie met naakten Halz' en Borsten , 't welk heerlyk en wonder wel uit de Hand ftond: dogh, van na- by:, met weinig Arbeid en gecne zwaare Handelinge gedaan fcheen te wezen. (2) Evenwel zoü dit zo min beflisfen a!s de daarop
volgende laffe Zinfpeeling van Ridolfi, indien 'er geene an- dere Preuven waren. Welke gemeene Halz word voor 't minst' met Apelhs niet gelyk gefleld , indien 't maar een* Poeët in den Gril vak ? Tot onzent vinden wy overvloedige Voorbeelden daarvan. Op 't zien van een enkeld Lykge- dicht, waarinde Hoogduitsfers vooral niet kaarig zyn, befltiic Saiidrarfzdïs,dU L, Haring van Praag (dien de Dichter wc- Bb 3 deroffi
|
||||
"gpcr Venetiaanse Schilders.
lende op zynen Naam van Palma, brengt by, dat
hy langen Tyd met zyn fterk Koloriet de Natuure uitgedaagd hebbende , 'eindelyk zegepraalend den Palmtak had verworven, waarvan hy, ten Teken zyner Overwinninge, zynen Naam ontleende. \ Palma verloor zyn Onderwerp nooit uit het Gezigt; hy behandelde het met een zelfde Vuur , tot hy 't voltooid had: tegens de Gewoonte van 't Meêrendeel der Schilders, die in 't opmaaken hun- ner Werken den Geest daarvan bederven. Hy maakte een zeer fraai Portret. Zyne Kleedyen waren ruim, en van goeden Smaak. Indien Pal- ma overleeden was, zo voort na twé- of drie be- faamde Werken welken hy gemaakt heeft , dan zoude hy voor den besten Schilder zyn doorgegaan dien wy gehad hebben. Zyne ongelyke Verdienste is zedert alcooz gedaald, en heeft allen den Kenneren fcedroogen: maar , zyne eerste Tafereelen dienen ter Verfchooninge voor de Zwakheid der laatften. IN de Kamer van de Broederfchap van St. Mar-
kus , die verfierd is met Werken van Jan Belliint van1 Jan Manfucchi, en van andere Schilders, heeft Palma een Schip vertoond 't geen het Lichaam van St, Markus te Vewtïè brengt. Hy verbeeld'er een fchrikkelyk Onweer , met de Figuuren der Winden blaazende van alle Zyden. Verfcheide omgefmakte Vaartuigen , en Mensfen die zig al zwemmende poogen te redden, maaken dit Tafe- reel uitmuntend : zo wel wegens de Vindinge, en 't Koloriet, als ten Aanzien der Waarfchynlykheid, De Se. Barber, welke hy geplaatst heeft in de Kerke van Sa. Maria formofa , is niet minder uitmuntend. Het
derom in't Leeven , en honderd Stokviseben in de Plaats byde padvaders wenste) dn guur 3lBat)la' nwgfe getoefc fepn.
|
||||
v
|
||||
Venetiaahse Schilders. 391
Het Tafereel , w_a u?in ky zig fchüderJe befchon-
wende eerfSfére , is onnavolglyk: men ziet 'er een Gewaad van Tryy , Hairvlokken, zulk een' won- derbaarlyke Kragt van Gezigt, dat niets volmaakter gevonden kan worden ( 1). Pal ma was welgemaakc, en bezat voortrelTely-
ke Hoedanigheedcn. Hy ftierf' te Venetië in de Kragt zyn's Leevens , A°. 1588, oud 48 Jaaven. Men wil dat Lorenzo Lntti, van Eergamo, die veel in deeze Stad, te Venetië, en te Luretto , gebul- derd heeft, zyn Leerling was. Z"ïn E Tekeningen vind men zelden,en vermen-
gen zig dikwyls onder die van Tiiiaan , waarvan hy de Maniere had aangenoomen. De Pen van den Ouden Palma is zwaar en grof, gevoelig op zékere Plaatsfen , en ondersteund door een' Wasch- ing van Roet of van O. I. Ink. Men moet geen' Juistheid, nog Verhevenheid, nog Verkiezinge van Plooijen, daarin zoeken. Een zékere Venetiaanfe Smaak, koomende naby Titiaan en Giorgione, maar oneindiglykvan minder Deugd, doet hem kennen. Weinige Tafereelen van P a l nu , ziet men
in de Kerken van Venetië: wyl hy korten Tyd ge- leefd heeft, en Kabinetftukken meer van zynen Smaak waren. In de Kerke der Madonna del hortot vind men een' Ecce Homo, St. Dominicus, Se. Helee- na, St. Laurens, en de Gelukzalige Laurens Juflu niani, by malkanderen. Te San-M'ifé, eene H. Maagd én haar Zoon op een' Wolk', en aan haare Voeten St. Jan en St. Jeronimus. In de Kerke van Santa Maria fortnofa, voor de Komp. der Bombar- diers,
(1) Volgens K. van Manier is te Venetië zyn Portret,
van hem zelfs gedaan , 't welk altyd 'om de uitneemende Schoonheid , zo wel gefield en gefchïlderd is 't, op Hemel- vaartsdagh ten Toon gefteld word. Bb 4
|
||||
392 Venetiaanse Schilders.
diers, of Artillery-Meefters, het Beeld van S* Bar-
her in 't Midde; en in de zes andere Deelen, St. Scbastiaan, St. Antoni den Abt, de Maagd houden- de haaren dooden Zoon' , St. Jan den Dooper en St. Dominkus daar boven. By de Vaderen van St. Steven, eene H. Maagd , St. Jozef, Se. Katharina, en de Magdaleena die Wierook op den Heiland fpreid. Twé Maaltyden van Kristus met zyne A- poilelen , 't een in St. Syhester, 't ander te Sq Ma- ria Moeder Godts: waarin hy zig zelfs te boven ge- gaan heeft, in de fchoone Hoofden. Te San Cas~ fiano is St. Jan ten Voeten uit, met St. Pieter, St. Paulus, St. Markus, en St. Jeronimus. In de Sakris- tye van St. Sebastiaan, zyn St. Jeronimus en St. Karet. Te St. Antonio di Castello , is 't Huuwlyk der
Maagd met St. Jozef, en andere Figuuren. T e Se. Heleena van den Berg Oliveto, op 't Hoog-
Autaar, de Aanbidding der Koningen. By de Theatynen van Plcenza, ziet men de H. Maagd
zittende, aan de eene zyde St. Joris en aan de an- dere Se. Lucia,met een' Engel aan haare Voeten. Te Serinalta, zyn Geboorteplaats, op 't Hoog-
autaar der Parochie, de Zuiveringe der H. Maagd en eene Opftanding'. In de Kerke van San-Pietro famaïdi, te Lucca,
St. Antoni den Abt met vier andere Heiligen. By den Keurvorst der Paltz, te Dusfeldorp, is
de H. Maagd met het Kind Jezus, St. Rochus en Magdaleena, in een Landfchap. De Koning van Vranhyk heeft, eene H. Fami-
lie met St. Franfiskus; Jezus Kristus in 't Graf; de H. Maagd, met het Kind Jezus en Se. Elizabet; de Geboorte van Kristus, in 't Midde der Herders; de fchoone Juwelierster; eene H. Maagd, het Kind Jezus, Si, Jozef, met een' Jongeling op de Kniën. in
|
||||
Venetiaanse Schilders. 39$
|
||||||
In 't Pakiz Royaal, ziet men eene leggende Ve-
nus, op Doek, Leevensgrootte; Se. Katharina, Half- leeven; eene tl. Familie, op Hout, Half-leeven; Herodias, ..Leevensgrootte; een' Doge van Venetië, zittende in een' Ermfloel, Leevensgrootte; 't Por- tret van een' jonge Doghter. Na Paï,ma hebben gegraveerd, Kiliadn, Troien,
Brebiette ,. Boel, Dankeft , Matham, de-Sadelaars, Goltius, Lasne, van Kesfel,, Vosterman, en andere. Daar zyn ia Plaatên, in de Gallerye des Aarts-
hertogs; eene Hv Familie in *t Kabinet des Ko- nings, door Pjcatt den Romyn gegraveerd; en ver- fcheide Stukken in 't Kabinet des Keizers, en in de Tafereelen des Groothertogs. |
||||||
Pb 5 »H
|
||||||
gp4 Venstïaanse Schilders.
|
|||||
de JONGE PAL MA.
MEn noemddeezen Schilder Jakob Palma
de Jonge, wyl hy vier Jaaren jonger was dan zynen Oom: evenwel heeft hy vry langer ge- leefd. Jakob Palma wierd te Venetië gebooren, A°. 1544. Hy had ten Vader, Antonio Palina ; en word gefield tot Leerling van Tintoret, waarvan hy den Smaak rédelyk gevolgd heeft. Zyn Vader deed hem tekenen, en fchilderen, na de befaamdfle Ta- jfereelen. r Zig bezig houdende in de Kerke der Jezidten om
den
|
|||||
Veketiaanse Schilders. 395
den St. Laurens van Titiaan te kopieeren, nam de Her-
tog van Urbino, Guido Ubaldo, dikwyls het Vermaak van hem te zien fchlldéren. Terwyl die eens de Misfe aldaar hoorde , maakte hy het Portret des Hertogs. Deezes Bedienden, zulks befpeurd hebbende, ver- haalden het, t'Huïz koomende, aan hunnen Heer. Daarop wierd de jonge Schilder ontboden, en ont- fing den Pryzvan 't Portret, en van de Kopye naar Titiaan gemaakt. De Hertog, verlokt door die ont- looke Begaafdheeden, voerde Palma naar Urbino; en bezorgde hem alle noodzaakelyke Behulpmidde- len, om zyne Kunstftudiè' te vervolgen. Hy zond hem vervolgens naar Rome, en beval hem aan zy- nen Broeder den Kardinaal, die hem zedert altooz voorflond. Dit nieuwe Onderiland , deed hem nieuwe Voortgangen manken : hy ftudeerde mRa- faël, M. Angelo, en Polidoor. Zyn Roem groeide aan; en de Paus.gaf hem eene Gallerye, en eene Zaale van 't Vatikaan, te befchilderen. Agt Jaaren verliepen te Rome, in die Bézig-
heeden. Toen keerde hy naar Urbino , vierentwin- tig Jaaren oud zynde. Vervolgens, ging hy naar Venetië. Aldaar geene Bezigheid vindende, door 't groot getal goede Schilders welke daar bloeiden , ging hy wederom naar Rome. Dewyl hy niet wilde ■werken onder 't Beftuur van een Opperhoofd, ge- lyk 't in deezen Oord gebruikelyk is, weigerde hy verfcheide Werken; en begaf zig op nieuw naar Venetië, alwaar hy zedert altooz zyn Verblyf hield. Men achtte zyn' Aart van Schilderen; en hy
wierd gefchat boven zyn' Oom , betreffende de Schoonheid van 't Vernuft, de Lugtigheid van Penfeel, en de Plooijen der Kleedyen, gelukkiglyk gebroken. Hy wierd Vriend van den Beeldhouwer Vittoria, die de grootfte Werken van Venetië. be- ftuurde,
|
||||
35Ö Venetiaanse Schilders.
fhmrde, en hem deed voortrekken aan Tintoret „
aan Paulo Veroneez, en aan verfcheide andere Schil- ders. Dikwyls gaf Vlttono hem raad, en bragt hem om zyne Schilderyen te befchaaven. Palma bevond zig in Tégendinginge met Tintoret, in 't Paleiz van St. Markus; en met Jofepyn, in 't Hospitaletto. Door Na-iver geprikkeld, bragt hy aldaar verwonderlyke Stukken voort. Na de Dood van Tintoret en van Basfan, 'wierd
hy de befaamdfte Schilder van Venetië. Zyn For- tuin en zyn Roem , vermeerderden daaghlyks. De Hertog van Mirandola eischte hem; en hy fchil- derde,ineen Zolder ftuk van deszelfs Paleiz, de Fa- bel van Pfyche; in een ander, de Scheppinge der Wereld; eneindelyk, de Yzere-Eeuw'. Hy zond Tafereelen naar Rome, naar Padua, naar Vicenza , naar Verona, naar Brescia, naar Bergamo, en ande- re Steden. Toen veranderde hy gantfelyk zyne Maniere van Schilderen , om eene veel vaardigere aanteneemen. Hy liep zo fnel, als Tintoret; en de Liefde voor 't Geld, haalde 't over boven die der Glorie. Zo weinig Tyds verzuimde hy, dat hy zig den eigen Dagh, toen zyne Vrouw begraaven ftond ïe worden,met Schilderen bezig hield. De Vrien- den, dien hy tot de Lykplegtigheid genoouigd had, vonden hem, op hunne te Rugkoomst, even iverig in de eige Bezigheid. De Jonge Pal ma was welgemaakt; van eene
Gefteltenisfe bequaam tot den Arbeid; zeer gees- tig, en bemind van de Geletterden; Guarini, en de Cavalliére Marino, bezogten hem dikwyls. Uit- ter Aart was hy vrolyk. Hem verhaald wordende, dat eenige Schilders zyne Werken hekelden, ant- woordde hy, Goed ! dafs een aangenaam Nieuws voor tny •' 't is een Teken, datze jaloers zyn over myne Wer- ken !
|
||||
Venetiaanse Schilders. 397
ken ! In een Bezoek, 't welk de Ridder Jofepyn
hem gaf, ziende niets anders by hem dan gefchets- te Schilderyen, voerde deez hem te gemoet' dat hy geerne eenigen Tyd by hem wilde woonen, om zulke fchoone Schetsfen te lee^en maaken. Ik zal 't u met Vermaak leeren, zeide Palma: op Voor- waarde , dat gy my veroirloven zuid myn Verblyf by u in Rome te koomen neemen , om my te lee- ren hoe ik ze moet opfchilderen. D e Glori van Palma vereischte, dat hy min-
der Schilderyen had gemaakt. Men ziet 'er vee- ]en, waarover hy maar heen geloopen heeft; en die , zig gants van de Natuure verwyderende, niets verfchuld zyn dan aan de Losheid zynes Hands. Venetië verloor deezen grooten Schilder, A°.
1628 , in het 80 Jaar zynes Ouderdoms. Zyn Lyk wierd gevoerd, naar St. Jan en Paulus: alwaar men zyn Borstbeeld ziet, ter Zyde van dat van Titiaan, en van zynen Oom den Ouden Palma. Zyne twé Zoons ftierven van Ongerégeldheid, voor hem. Jakob Albarelli is de eenigfte Leerling, dien
men van hem kend. Men kan niets geestryker zien, dan de Teke-
ningen van den Jongen Palma. Zyne Pen, zeer verfchillend van die zynes Ooms, is fyn en lugtig. Dezelfde bied een Vuur aan van Ver- beeldinge, eene Leevendigheid van Geest, die wei- nig zyn's gelyks heeft. Men vind 'er in,eene dun- ne zeer lugtige Wasching' met Roet, geartfeerd van alle Zyden. Zyne Toets, zyne gevoelige Omtrek- ken , zyne vliegende Kleedyen , zyne weinige Juist- heid, hebben meer van eene groote Oeffeninge dan, van de Natuure, en zyn eigen aan deezen Kunst- fchilder. 't ZynTékeningen, die 't gemaklykst te onderfcheiden zyn. By
|
||||
3p8 Ve ne ti aa ns e Schilders.
By de Geestelyken van 't H. Kruiz, te Rome,
ziet men een Koor van Engelen, aanbiddende 't H. Sakrament op 't Hoog-Amaar. IN de Sakristye van St. Jakob del Orio, te Vene-
tië, zyn veele Onderwerpen uit de H. Schrift, en eene il. Maagd; in de Kerke, de Heilig voor den Tiran, en een ander Tafereel verbeeldende zyne Martciinge. Te San-Nicolo dei frari, eene Af- doeningevan't Kruiz, in den Romynfen-fmaak; deZa- Jigmaaker, trekkende veele Heiligen uit het Voor- burg der Helle, die geportretteerd zyn na zyne Vrien- den ; en de Marteïinge van Se. Kathar'ma. In de Kerke van St. Antoni, heeft hy de Kapelle van San- Sabba gefchilderd, daar men deezen Heilig door verfcheide Engelen ten Hémei gedraagen ziet. De Werken in Fresko, rondom het Graf van Jeronhno Canale, befaamd Venetiaans Admiraal, geplaatst in de Kerke van St. Jan en Paulus, zyn van zyne Hand. Mars en Neptunus vertoonen zig daar (Tchoon in eene Kerke ) met Zégetékens en Gevangenen. In de Kerke van Se. Elizabet, ziet men een Bezoek der H. Maagd. By de Nonnen van St. Jozef, eene ichoone Afdoeninge van 't Kruiz. By de Monni- ken van S<> Croce, in de Kerke, de Onthoofding van St. Jan op 't Hoog - Autaar; en in 't Koor, een' Kruisfigmg, en de Heiland in 't Voorburg der Hel- le. In de Sakristye, ziet men de Ifraëlhen in de Woestenye, de Kopere Siang', de Historie van David, en op 't Autaar , de H. Maagd met veele Engelen. Hy heeft in zynen laatften Tyd gefchilderd , vier Tafereelen van de Inftellinge die'r Vaderen. In 't Hospitaküo beeft hy in de Zoldering' verbeeld, de Hémelvaard der H. Maagd; en, in de agt Ruim- tens rond-om, Engelen die Speeltuigen houden. De Aanbidding der Koningen verfierd het Autaar; en ver-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 399
verfcheide grooteTafereelen zyn op de Muuren ge-
fcbilderd. Voor de Broederfchap der Justitie, de His- torie van St. Jeronimus , ia agt Tafereelen. Alsmede, voor die van't H. Sakrament, de H-'iland waschende de Voeten zyner Apostelen, toen hy naar Kdifas ging. Hy doet het Bedryf in den Nagt gefchie- dtn , om daaruit te fterker Lichten te trekken. In de Kerke der Trinita, op 't Hoog-Autaar, is de Vanging in den Hof des Olyfbergs, en eene Gees- felifig. Voor de Broederichap van St- Jan der AU Ier go, vier Onderwerpen uit den Apokalypfis, en verfcheide Figuuren in 't Graauw. Te San Dome- nico , vier Tafereelen : van fchreijende Engelen rond-om een Kruisfifix, de Eeuwige Vader om hoog; de H. Maagd, befchouwd van St. Hyacin- thus op de Kniën; het Huuwelyk van Se. Kathart- na ; en da H. Maagd, omringd van veele Engelen. Te St. Francesco de Paulo, eene Groetenis, en twé andere Onderwerpen. Te St. Gervais en Protah, de Geboorte der H. Maagd, de Boodfchap, de H. Maagd in haare volle Glorie, eene Afdoening van 't Kruiz. By den Kapufyneren ziet men, op 't Hoog-Autaar, de H. Maagd met verfcheide Heili- gen hunnes Ordens, de Maagd wederkeerende uit Egipte, en eene Kruisfigiag. °Veel heeft hy gefchilderd, in 't Hertoglyk Pa-
leiz : onder anderen, de Bedry ven van Paus Alexan- der III-, van den Doge Henrik Dandolo; en in de Zaale van 't Pregadi, genoemd ilfcruüno, het Laat- fte-Oirdeel, en vier Tafel eelen van Bedry ven der Re« publ., getyk ^e Batailje genoemd dei Burcht. Voor Keizer Rudolf II., fchilderde hy een Bad
van Diana. Voor Sigumuni III., Koning van Polen, de
Fa-
|
||||
40o Venetiaanse Schilders.
Fabel van Pfyche; en den Doop des Heilands, voor
den Dom van Warfcbouvi. Voor den Hertog van Savoye, verfcheide On-
derwerpen uit de Herfcheppingen. By den Hertog van Modena ziet men, eene Voor-
ftellinge in den Tempel. D e Koning van Vranhyk, heeft maar een Tafe-
reel van hem: zynde een Kristus, met Doornen gekroond. De eige Graveerders van den Ouden Pahna, heb-
ben na den JongenPalma gegraveerd. Men vind 18 Stukken, in de Gallerye des Groothertogs; 3, in de verzamelinge van Louifa. Met eigen Hand heeft de Jonge Palma gegraveerd, eenen St. Jan den Dooper en een Tekenboek. |
|||||
ALEXAN-
|
|||||
Venetiaanse Scausjis. 4ox
|
|||||
ALEXANDER VERONEEZ.
ALexanöer Veroneez was genoemd Tut-
chi, anderzints YOrbetto : waarvan men voor Reden geeft, dathy, een Kind zynde, eenen Blin- den geleidde. Hy wierd gebooren, in den Jaare 1600, te Verona. Een fterke Neiging voor de Té- kenkunde . noopte zyne Ouders hem te betrou- wen aan Felice Ricci, gezegt Brufaforci, wiens Ma- nier droog en gelikt was. Somtyds volgde Alexan- der dezelfde; en fomtyds, beter ingeboezemd zyn- de, verwy derde hy zig daarvan. Hy verkoor Cor- Eerjie Deel Cc regi# |
|||||
'402 Venetiaanse Schilders.
regio ten Model zyn's Koloriets, en Guido voor den
Zwier zyner"Hoofden._'" Zulke uitmuntende Voor- beelden , Honden niet in Gebreke bjy ven een' be- quaam Mm te formeeren. AlexaInder wilde doen gelyk allerjonge Schil-
ders : hy liaastte zig nalr Rome. Zyn Srrjaak wierd toen zeerigezuiverd, 'door 't Gezigt ddr fchoone Bingen walken die Stad bezit. Het Venêtiaanfe Ko- loriet te vejreenigen met de Romynfe Tékemng, is al- les wat dq grootlte Kun/fcenaars zig koitien voor- ftelien ( fh. Hy bouwde zig te:ko?ne^^xx bedien- de zig ten? Modcl^^ini-zyne Vrouw' en van zyne Doghteré» Zyn I^oiorjet is kragtig, féiening vry
juist, en & Bev^lligheeden, weilfe'.hy in zyne Ta-
fereelen 4jtói§fc^> veiTchaffen hem^eeik' zeer uit- fteekende Plaats' in zyne l£tinst.:VzVn 'Gewoonte was, een Werkïte beginnen zonder Schetsfe of Teke- ning' te ontwerpen : namaate hy opmaakte, plaats- te hy zyne Beelden de eenen by de anderen, met zulk
(i) Vóór de Ittiliaanen, en wil de Schryver voor de
Fransfen, die by de Hand en 't naast aan die Luchtftreek zyn. Jvlaar ( zonder de groote Eigenfchappen deezer tvvé Schooien te willen verminderen, waarvoor \vy zo veel Ach- ting hebben als imant kan doen ) zouden zig de andere Vol- ken zulks moeten voorftellen , indien zynnar het Toppunt der Kunst wilden ftreeven! zouden de Nederlanders niet in hunnen Boezem konnen vinden wat hen daartoe nopdig is, zonder zulke verre Behulpmiddelen te gaan zoeken als voor deezen de Gewoonte was ? Indien het Antiek de Grondflag der 're- kenkunde is; indien zy Ac fchoone Natuur, die in deeze Ge- westen ruim zo luisterryk is als byde bruine Italiaanen, dazibe- nevens aan zig voorftellen, gelyk veele uitmuntende Mannen dceden die uit hen gefprooten zyn : zouden zy dan niet eenen veiligen *Wegh hebben , zonder Rome of Venetië te gaan raad- pTtegen ? Heeft de Piles niet getoond, dat het Koloriet van Rubbens, en van van Dyk, den Pryz behaald ? |
||||
V E NETIA A N'S.E ScHHDEES. 403,
zulk Gevolg dat zy onderling overeenftemden, zo
wel voor de Evenredigheid als voor't Geheel. Al- les wat hy tekende was na de Natuure : nooit heeft hy ze verlaaten. Schoon zyne Tafereelen uitvoe- rig en zeer onderzogt zyn, zoude 't echter te wens- fen wezen , dat hy betere Verkiezinge van zyne Standen en van zyne Kleedyen had gedaan ; en dat hy dikwyls beter' over zyne t' Samenfteliingea geredeneerd had. Na de Dood zyn's Meesters Ricci, wierd Alexan-.
der verkooren om verfcheide Tafereelen optemaa- ken, dien dezelfde onvoltooid had gelaatcn : ge- lyk , het Manna in de Groote-Kapelle van -San, Giorgio te Venetïs , St. Raymond 'm de Kerke van Se. Anafiafm, Alexander leefde langen Tyd te Ro- me, bezig met Kabïnetftukken te maaken, dieoveiv -al verfpreid zyn. Het Marmer en 't Agaat dien- den hem dikwyls in fleê van Doek, om bevallige Onderwerpen, met veel Liefde bearbeid, daarop te verbeelden. Eindelyk verloor Rome hem, A(>* 1670, in den Ouderdom van 70 Jaaren. Zyne Tekeningen zyn gefield met de Penne,
gewaschen met Roet of met O. I. Ink, en gehoogd met, Wit door 't Penfeel. Daarin heerst een grove Smaak, zonder veel Evenredigheid. De Uitftrek- kende Deelen zyner Beelden zyn weinig onderzogt: 't geen men moet toefchryven, aan 't geringe Ge- bruik 't geen hy van Tekenen had. Men vind Uit- drukkinge in zyne Hoofden , Merktekenen die ten Aanzien der Draai, en der Bevalligheeden, naar Guido trekken. Alle zyne Beelden zyn in Bewee- ginge. Zyne Godvrugtige Onderwerpen, zyn van mindere goede Behandelinge dan de anderen. Een Smaak, eigen aan Alexander Veroneez, is het zékerfte Merk om zyne Tekeningen te kennen. Cc 2 Zt'.
|
||||
"4.04 Venetiaanse Schilders.
Zyne voornaamfle Werkenzyn , te Rome,'m de
Kerke van St. Romuald, de Maagd trekkende naar Egypte met het Kind Jezus en St. Jozef. Te San Lorenzo in Lucina, de Maagd, het Kind Jezus, en St. Jozef. Ter Kerke van San Sahator inLauro, is St. Karel Borromeo verbeeld met veele Heiligen . In die van St. Antoni van Padua, gezegt la Concet- tione der Vaderen Kapufyneren , ziet men den Ge- lukzaligen Felix, die 't Kind Jezus in de Ermen heeft. T E Verona, in de Sakristye van S? Maria in Or-
gano, heeft hy eenen St. Antonio gefchilderd, die zeer geacht is. De Koning van Frankryk bezit tvvé zyner Ta-
fereelen ; 't Huuwelyk van Se. Katharina, en een Zundvloed. In 't Pakiz Royaal zyn'er ook twé: 't een , de
Kuizheid van Jozef, op een' Toetsfteen gefchilderd. 't Ander, is de Verfchyning der Engelen aan Abra- ham , gefchilderd op Doek , met Leevensgrootte Figuuren. In 't Hotel van Thoulouze ziet men Rachel, gee-
vende te drinken aan den Dienaar van Abraham; en, inde Gallerye, de Dood van M. Antonhis en van KUopatra, een groot Tafereel. Wy hebben twé Stukken naAlexander Vero-
ïjeez, in 't Kabinet des Konings: 't een, de Zund- vloed, door Edeling gegraveerd; 't ander, is het Huuwelyk van S'. Katharina, door J. Scotin. Daar is nog een Stuk, in de Verzamelinge van Louifa. <9Affl>
<<&>
SE-
|
||||
Venetiaanse Schilders. 4°J
|
|||||
SEBASTIAAN RICCI.
IK hebbe Sebastiaan Ricci te Venetië ge-
kend (zegt de Schryvër); en 't is maar zedert •weinige Jaaren , dat wy hem verlooren. Belluno, in den Staat van Venetië, gaf hem A°. 1659. de geboorte. Op zyne twaalf Jaaren zonden zyne Ouders hem naar Venetië, by Frederico Corvelli, een middelbaar Schilder , waarby hy tot zyn' twintig Jaaren bleef. De Lust om zig te volmaaken, voerde hem naar Bologne : alwaar 't Gezigt der fchoone Tafereelen, welke aldaar verfpreid zyn, die Uit- Cc 3 wer-
|
|||||
/
|
|||||
4o6 Venetiaanse Schilders.
werkinge te wege bragt. Hertog Ranuccio, van
Parma , fre hooren fpfeëken van Ricci, deed h< ice arbeiden ; en zond hem ver-
volgens lome, in 't Paleiz Farnéfe', met alle
de noodigé'Behulpmiddelen tot het voortzetten zy-
ner Sm- De Dood diens Prins, deédRiccifle Stad Ro-
me verlaaten : 't Verliez van zulk eed groot Be- ichermhder was hem uitfteekend gevoelig. Alles wat Florence, Bologw^en Parma, 't fchóonst bezat, hield hem vervolgens beurteljng|ibézig Hy ging te Milaan zyn Verblyf. heetnerr^*alwaar hy niet ]ang was zender zig.ïe doen'kennen. Venetië fcheen voorts zyh&eAahdadit; te verdienen; en hy arbeidde 'er •viytiglyk, gediiurende drie Jaaren. Alle zyne Kunst - oefFeningen , aiie./.axe Werken, wierden goedgskeürd., en ..verwierven hem deAch- tinge der; Kenneren. De Roomskoning eisehte hem naar /Fmw , om
een' groöte Zaale en verfcheide Vertrekken te fchilderen.' I De Vergeldingen, welke hyi 'er ontfing, waren na "MOTS'vm"de' Tc%#e1raipfrVan 'tgant- fe Hof. Naaiuvelyks was hy te Venetië terug, of de Groothertog van Toskane deed hem te Florence koomen, om eenige Schilderyen in zyn Vertrek te Vervaardigen. Hy Haagde 'er in , en die Vorst toonde 'er veel Genoegen over. R i c c i, gewoon voor Vorsten te arbeiden, beoogde geen grooter Geluk dan dat van aan eenigen Monarch verbon- den te zyn. De Koningin van Engeland gewenst hebbende dat hy te London quam, ftelde hy Orde op zyne Zaaken, nam Oirlof van zyne Voorïlandc- ren, en ging over Parys, alwaar hy in de Akadé- mië der Schilderkunst ontfangeu wierd. Vervol- gens begaf hy zig nair London, daar de Koningin hem
|
|||||
Venetiaanse Schilders. 407
hem veele Werken gaf, gelyk ook het gantfeHof
deed. Onder anderen , ziet men 'er een Tafereel voor 't Hofpitaal van Chelfca; en een' Halven-Koe- pel boven 't Autaar, daar hy de Hémelvaard van Kristus fchilderde. De Trap des Hertogs van Mon- tagu, welke ik met Vermaak befchouwd hebbe (zegt de Schryver), is een openbaar Getuigenis dat Ricci voor groote Werken gebooreri was. Na een langduurig Verblyf in Engeland, keerde
hy naar Venetië, alwaar hy belaaden wierd met menigte Tafereelen, voor Vrankryk , Spanje, Por- tugal , en den Koning van Sardinië. liet Verhaal van de Voorvallen op zyne Reizen, vermaakte zy- ne goede Vrienden, en zoude Stóffe voor een' Ro- man hebben konnen leveren. De veelvuldige Rei- zen van Ricci, hebben hem niet belet Venetië met een groot getal Tafereelen te verryken. Men kan zeggen, dat hy de Eere der Schilderkunst, ge- duuren de den gantien Loop zynes Leevens, onder- flsund heeft. Met Vermaak zag men, in zynen Per- foon, de Deugd zégenpraalend en de Verdiensten met Vergeldinge beloond. Ricci was groots van Denkbeelden. Hy had
eenen vrugtbaaren Geeft, eene verheve Uitvoerin- ge, een' lugtigen Penfeelflag , fchoone Ordinan- lié'n , Harmonie, veel Losheid, en een groot Ko- loriet, fchoon wat zwart. Voor den Arbeid ge- booren , ondernam hy veele Werken te gelyk: 't geen hem genoodzaakt heeft alles uit de Vuist te maaken , en zyne Zinlykheid te volgen. Om zyne Beelden meer te doen uitkoomen , en hen grootér Verheffinge te geeven , leidde by Bruine- Toetsfen ter Zyde der Omtrekken; en doorwroette onmaatiglyk zyne Kleedyen, 't geen zyne Tafereelen dikwyls wat hard maakte. Indien hy de Natuure Cc. 4 had
|
||||
4o8 Vbnetiaanse Schilders.
had willen raadpleegen, dan zouden zyne Figuuren
naauwkeuriger geweest zyn. Uit ter Aart was Ricci geneigd tot Vrolyk-
heid, en van een' goeden Inborst. In zyne laatlte Jaaren bevond hy zig zeer ongemaklyk , aan de * Steen, waarvan hy zig liet fnyden. Weinig Tyds daarna ftierf hy w Venetië, AQ. 1734, in zyn vyf- enzéventigfte Jaar. Hy liet geene Kinderen na, maar vry aanzienlyke Goederen,, welke aan zyne Vrouw' bleeven. Zyn Neef, Marco Rica, bequaam Landfchapfchilder, was vyf Jaaren bevoorens over- leeden.
De Tekeningen van Ricci zyn geestryk, en
met veel Vuur behandeld. Een zeer aangeduuwde Trek der Penne betekend daarvan het Denkbeeld, mee een' lugte Wasching' van Roet en O. I. Ink. Schoon daarin geene bepaalde Forme is, fchoon alles lugtig is gefchetst, zulks ter naauwernood de Hoof- den zyn uitgedrukt, en de Voeten en de Handen niets anders dan 't Bewyz daarvan hebben, laaten zyne Tekeningen niet na haare Uitwerkinge te doen. Dikwyls begon hy, metRoodkryt, zyne Gedach- ten op 't Papier te werpen, en liep vervolgens met de Penne over 't Werk: maakende achtelooze Art- feeringen, die byna Evenwydig gaan, om daarvan de Uitwerkinge te onderfteunen. Men ziet 'er met Zwartkryt, op onderfcheide Wyzen zonderling be- handeld , met wat Wit. De Merktekens zyner Hoofden; zyne Omtrekken , op verfcheide Plaats- fen doorwroet en aangezet; een Toets die eigen aan Ricci is, konnen hem aangaande den Lief- hebber niet misleiden. Zyne Werken te Venetië zyn, een He'melvaard
van den Heiland, in 't Zolderit.uk der Kerke deezes Naams. Te San-Bas Co, de Heilig ter Martelinge ten
|
||||
Venetiaanse Schilders. 409
ten Vuure geleid. In de Kerke van 't Corpus Domi'
ni, St. Dominicus die de Boeken verbrand ,• en een Nagtmaal, van uitmuntende t' Samenftellinge. De H. Maagd, met St. Pieter, St. Paulus, en andere Heiligen, te San Giorgio Maggiore. In de Scöla del- la Caritay de Kindermoord. In de Kerke van St. Vitale , eene Ontfangenis. By de Jezuiten} St. firn V, St. Thomas d'Aquinas, en St. Pieter Mar- telaar , verzeld van veele Figuuren. Te San-An- gelo, Abraham met verfcheide Figuuren. De H. Maagd, houdende 't Kind Jezus , met de Enge- len, in de Schoole Dei fanti dpostoli; en een. He- melvaar d van Kristus , met de Apostelen , in de eige Kerke. Te St. Kosmus en S{ Damianus, Mo- zes de Steenrotz' flaande in de Woestenye , met een fchoon Landfchap van. zynen Neef Marco Ricci. Men ziet, in de eige Kerke, den Triumf der Arke; enSalomon, fpreekende aan 't Volk by de Inwydinge des Tempels. Te St. ÉLocbus, St. Francisco de Paulo en Se. Heleena. By den Kapufy- neren di Castello, den Doop van Kristus, een Nagt- maal, en eene Boodfchap. In 't Paleiz van St. Markus, boven't Kollégie der Twintigen, de Jus- titie met veele Figuuren. Te Rome, is een' groot Bezoek; alsmede, Romulus
ten Throon, vierende 't Feest van Neptwius, ge- duurende welk, het Teken gegeeven wordende, de Romynen zig 0p de Sabynfe Maagden werpen. Te We ene, verfcheide Zolderftukken by den
Keizer; en eene Flémelvaard der Maagd, voor de Kerke van St. Kar el. Men ziet te Florence eenigen zyner Werken, in
't Paleiz des Groothertogs. Te Dusfeldorp, by den Keurvorst der Pahz, St.
Jeronimus Leevensgroot. Cc 5 Te
|
||||
Venetïaanse Schilders.
|
|||||||||||
410 ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
Te Parys, is het Tafereel zyner Inhuldiging' in
de Akadémië der Schilderkunst. Te London, het Tafereel der Kapeüe van Chcl-
fea ; de Trap des Hertogs van Montagu; en ver- fcheide andere Werken. Behalven Faldoni kend men geene Graveer-
ders, die na Ricci gearbeid hebben, dan denHr. Liotart, welke verfcheide groote Onderwerpen uit de H. Historie* koomt te voltooijen. |
|||||||||||
Einde van het I. Deel
|
|||||||||||