fa F\C H
|
||||||||
I E F
|
||||||||
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS.
|
||||||||
"küTT- 'üUT
DR RIJKS 1NIVËRSITËIT.,.-.
|
||||||||
-ffii
|
|||||||||
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS.
|
|||||||||
VERZAMELING
VAN
MEEBENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
betreffende
Nedeblandsche Schilders, Plaatsnijdebs, Beeldhotjwebs, Bottwmeestebs,
Jdweliees, Goud- en Zilverdbijvees, Smeden, Stemrelsnijdees. Tapijt- WliVEES, BOEDÜUEWEEKEBS , Pl.ATEELBAKKEBS, IvOOBSNIJDEBS, GlAS-
schildees, Ingenieues, Landmetees, Kaaetmakees, Veelichtees,
LeTTEESNIJDEES , SCHOONSCHRIJVERS, BOEKBINDERS, enz.
MET BEREIDWILLIGE MEDEWERKING VAN VEESCHEIDENE ARCHIVARISSEN C».
BIJEENGEBRACHT DOOR
Pb. D. O. OBREEN
Adj. Bibliothecaris-Archivaris van Kotterdam.
|
|||||||||
2° DEEL.
|
|||||||||
BOTTERDAM
VAN HENOEL & EELTJES ,'J. VAX ISAALEX ft ZONEN;,
1879—1880.
|
|||||||||
Gedrukt te Rotterdam, bij J. De Jong.
|
||||
*
|
||||
INHOUD.
|
|||||
Bladz.
Losse Aanteekeningen betreffende Amsterdamsche Graveurs enz. Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az., Adj. Ar- chivaris van Amsterdam............. I. Adam Van Breen, Schilder, draagt zijn werk, — de exercitien
van de Garde van Zijne Excellentie, — over, aan den Boek- binder Aert Meuris (Meurs). Medegedeeld door den Heer P. A. Leupe, Gep. Majoor, Ambtenaar bij het Rijks-Archief. 10. Brief aan Johan De Witt over zijn portret. Medegedeeld
als voren...................12.
Kunstenaars die voor de Admiraliteit gewerkt hebben. Mede-
gedeeld als voren................13. Adriaen Andriesz., Schilder.............20.
PlETER Dammisz. Van Stolk , Schilder. Contract tusschen Meestel-
en Leerling..................22. |
|||||
---- VI----
|
|||||
Aanteekeningen betrekkelijk eenige Kunstenaars te Gouda. Mede-
gedeeld door den Heer N. Scheltema, Luitenant-Kolonel, Militie-Commissaris te Gouda............24. Naamlijst der Gildebroeders van Sint Lukas te Alkmaar ... 26.
Het oudste bescheid betreffende het Sint Lucas-Gild te Rotterdam. 62.
Ai.exander Baert, Tapijtwerker te VGravenhage in 1704. Medegedeeld door den Heer J. G. FREDERIKS te Zutfen . . 68.
De lotery van Jan De Bondt 1649. (Met facsimile). Medege-
deeld door Jhr. Mr. Victor De Stuers te 's-Gravenhage . . 71. Brieven van Jan Van den Velde (Senior)........94.
JACOBUS SlTTERICII, Schilder. Medegedeeld door den Heer
[. B. SivrÉ, Archivaris van Roermond........102.
Rekening der Buurkerk te Utrecht 1420 —1421. Medegedeeld
door Jhr. Mr. F. A. L. Ridder Van Rappard te Zeist . . .103. Aanteekeningen uit het dagboek van Schout, Burgemeesteren
en Schepenen en uit de Thesauriers Rekeningen van Den Haag. Medegedeeld door den Heer P. A. Leupk, Gep. Majoor, Ambtenaar bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage.....105. Schilderijen den Koning van Denemarken te koop aangeboden,
1618. Medegedeeld als voren............135.
De Schilder Johan PeRCELLES heeft een eigen huis in Den Haag,
1629. Medegedeeld als voren............137.
De Schilder De Potter en de Advokaat Walbeeck, 165i.
Medegedeeld als voren..............139.
Portret van Willem III, Koning van Engeland, door Netscher
1702. Medegedeeld als voren............140.
|
|||||
----VII ----
|
|||||
De Keurvorst van de Paltz, zendt den Schilder Douven naar
Rotterdam, om aan de Admiraliteit aldaar een hert te veveeren, 1707. Medegedeeld als voren............141. Adversaria betreffende onderscheidene kunstenaars en hunne
werken. Medegedeeld als voren.......... 142. Aanteekeningen uit de Stadsrekeningen van Middelburg. Mede-
gedeeld door den Heer J. G. Frederiks te Zutfen . . . .156. Losse Aanteekeningen betreffende Amsterdamsche Graveurs.
Eerste vervolg. Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az. Adj. Archivaris van Amsterdam .... . 161. Adviezen van M'\ Willem Bilderdijk in zake de uitgave van
prentteekeningen door de Vaderlandsclie Maatschappij te Hoorn. Medegedeeld door den Heer H. De Jager te Brielle . . .169. Ken en ander over Hendrik Averkamp, den Stomme van
Kampen, en zijne werken. Medegedeeld door den Heer Mr. J. Nanninga Uitterdijk, Archivaris van Kampen.....195. Geschilderd Glas door Rotterdam aan de Kerk te Oudewater
geschonken 25 October 1578.............235. Kunstenaars die als poorters van Breda ziju ingeschreven. . . 235.
Schilders, Beeldhouwers enz. voorkomende in de Rekeningen der-
Stad Utrecht. Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller F. Zn., Archivaris der Gemeente Utrecht...........239. Hendrik Averkamp. Medegedeeld door den Heer Dr. J. van
Vloten te Haarlem...............270. Schilders die te Amsterdam poorters zijn geworden, tusschen de
jaren 1584 en 1605. Medegedeeld door den Heer Dr. P. |
|||||
---- VIII ----
|
|||||
Scheltema, Archivaris van de Prov. Noord-Holland en der
Hoofdstad...................272. De Schilder Bernard Vollenhove. Medegedeeld door den
Heer Mr. J. Nanninga Uitterdijk, Archivaris van Kampen. 276. Auraham Staphorst, Schilder te Dordrecht, 1666. Mede-
gedeeld door de Heer P. A. Leute, Gep. Majoor, Ambtenaar bij het Rijks-Archief...............279. Portretten door den Schilder Versprongh te Haarlem geschilderd.
Medegedeeld als voren..............281. Johannes Fictor (Victorsz.) Constschilder te Amsterdam. Mede-
gedeeld als voren...... ..........282. Johannes Basse, Teekenaar en Schilder op lijnwaad te Amster-
dam, 1658—1667. Medegedeeld als voren.......284. Varia betreffende verschillende Kunstenaars. Medegedeeld door
den Heer D. Franken Dz. te Parijs.........286. Namen en merken der Goud- en Zilversmeden te Leeuwarden.
Van 1597 tot 1854. (Met 16 platen). Bladwijzer.
Verbetering,
|
|||||
LOSSE AANTEEKENINGEN
BETREFFENDE
AMSTERDAMSCHE GRAVEURS ENZ.
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az., Adj.-Archivaris
van Amsterdam.) |
||||||||
R is meermalen op gewezen, dat onze voorouders
uit den bloeitijd der Republiek een aangeboren zin voor het schoone, het schilderachtige hadden. Ge- lukkige tijdsomstandigheden veroorzaakten dat die zin onbekrompen kon worden bevredigd, dat de koopman, die het uitwendige van zijn huis door de vaardige hand des werkmans, naar het plan van den kunstenaar, het aanzien deed geven, waardoor het nog de bewondering van de kinderen der 19e eeuw afdwingt, ook voor het inwendige van zijn huis, waar zich zijn huiselijken geest uitte, eischen stelde, die men tegenwoordig nauwelijks stellen durft. Zijne schatten veroorloofden hem zijn huisraad gebeeldhouwd, zijne muren met tapijten behangen, zijne schouw door het meester- stuk van een of ander kunstenaar gesierd te zien. Die harmonie II. 1 |
||||||||
Arcruef v; ïfe&erl. Kimstêescii.11.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
PIL
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ALGER HOTSES.
1602. |
|||||||||||||||||||||||||||||
FRANS CORNELIS ROOS.
1603. |
|||||||||||||||||||||||||||||
LAURENS THOMAS.
1597- |
|||||||||||||||||||||||||||||
WILLEM WILKES.
1605. |
|||||||||||||||||||||||||||||
CORNELIS ROOS.
1610. |
|||||||||||||||||||||||||||||
HARMEN BRUNSVELT.
1605. |
|||||||||||||||||||||||||||||
HARMEN DIRKS.
1611. |
|||||||||||||||||||||||||||||
obre ct ~m
1611.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
LN MELCHIORS OOSTERVELT.
1611. |
|||||||||||||||||||||||||||||
FEIJE JOESTES.
1620. |
|||||||||||||||||||||||||||||
MINNE SIKKES.
1618. |
|||||||||||||||||||||||||||||
PIETER JOHANNIS.
1623. |
|||||||||||||||||||||||||||||
— 2 —
|
|||||
mocht niet, en kon niet gestoord worden op ander gebied. Kale
naaktheid was hem ondragelijk, eene versiering scheen onmisbaar in zijn oog. Zoo behoorde een boek althans eene goed uitgevoerde titel- plaat, fraaie majusculen en andere ornementen te hebben. Ja meer nog; de boeken die men dagelijks in handen nam moesten aan hoo- gere vereischten voldoen. Men had er zich niet mede kunnen ver- zoenen als de belangstelling niet levendig werd gehouden door af- beelding of voorstelling van wat bizonder de aandacht moest trekken. Getuige het de geïllustreerde bijbels, de uitgaven van Cats gedichten en zoovele rijk met platen gestoffeerde boekwerken meer. Het was alsof men wilde zien wat men tegenwoordig moet trachten te begrij- pen. Aan die behoefte aan het plastische hebben wij de talrijke por- tretten , historieplaten en penningen te danken; aan die kunstzin zijn wij de voortbrengselen van etsnaald en graveerstift verschuldigd, die steeds de portefeuilles van de kunstliefhebbers hebben verrijkt, die in het buitenland den roem van onze vaderlandsche graveerschool hebben verbreid. In die tijden ontbrak het der kunst dan ook niet aan aanmoedi-
ging; onder zulke omstandigheden den kunstenaar niet aan energie en werkkracht. We staan inderdaad verwonderd over de werkzaamheid die som-
mige kunstenaars hebben ontwikkeld. Niet onverdiend hebben zij zich een naam verworven die reeds eeuwen heeft getrotseerd. Doch naast de Lüyken's en de De Hooghe's, naast de Picakd's, de De Visscher's en de De Laieesse's staat eene phalanx van kunst- broeders, wellicht even productief als zij, doch minder gelukkig dan deze waar het gold zich een naam te veroveren. Is dat daaraan toe te schrijven, dat hun werk de vergelijking met dat van anderen niet kan doorstaan? Moge dit in vele gevallen niet geheel |
|||||
2.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Ar eilief v. Neder! KurLStgescli.il.
|
||||||||||||||||||||||||||||
SIJBES LIEUWES.
1623. |
||||||||||||||||||||||||||||
HANS CHRISTrAANS.
1623. |
||||||||||||||||||||||||||||
HESSEL BOUWES.
1623. |
||||||||||||||||||||||||||||
JAN GERRITS.
1628. |
||||||||||||||||||||||||||||
CORNELIS FABER.
1628. |
||||||||||||||||||||||||||||
JAN WIERDTS.
1624 |
||||||||||||||||||||||||||||
LAMBERT SICKEMA.
1629. |
||||||||||||||||||||||||||||
EELKE WIJNTIENS.
1629. |
||||||||||||||||||||||||||||
JARICH GERRITS.
1Ó28. |
||||||||||||||||||||||||||||
ALGER CLAESES.
|
||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES HARMENS.
l633- |
||||||||||||||||||||||||||||
JAN DOUWES.
1630. |
||||||||||||||||||||||||||||
— 3 —
|
|||||
bezijden de waarheid zijn, van vele anderen weten wij het tegendeel.
In geen geval zijn zij waard in vergetelheid op te gaan. Een aantal is slechts bij naam, anderen blootelijk door hunne initialen bekend; en van hoevelen heeft men nooit iets vernomen ? Wanneer wij van de meestbekende meesters levensbizonderheden willen vernemen, en we slaan daartoe Kramm of Immerzeel op, hoe dikwijls gevoelen we ons dan niet teleurgesteld, wanneer die ijverige onderzoekers zwijgen of zelven in onzekerheid verkeerden. We hadden ons toch zoo gaarne, zij het niet zonder kritiek, aan hunne autoriteit willen onderwerpen. Toch hadden we ons op die teleurstelling kunnen voorbereiden. Want wanneer men nog zoo weinig van een genie als Rembrandï weet, mag men zich troosten, dat men b. v. omtrent het karakter, de levens- wandel van RoMEYN De HoOGHE niet dan onzekere en tegenstrijdige berichten kan vinden. Vele symptomen verkondigen een herboren kunstzin. Men stelt
er prijs op te weten wie den kunstenaar vormde, wie hij op zijne beurt gevormd heeft. Men wil zich verplaatsen in zijne persoonlijk- heid, geheel zijn talent leeren begrijpen, hem kennen door en in zijn werk in de eerste plaats, vervolgens door kennisneming van feiten en omstandigheden die invloed op zijn denken en werken kunnen hebben uitgeoefend. In verhouding met het eerste is van het laatste te weinig bekend. Had de Pruikentijd meer gedaan, meer gevoel gehad voor het
w7are schoone, gewis we waren verder geweest! Toch is alles niet onherroepelijk verloren, slechts wanneer men de kwaal kent is gene- zing mogelijk. De uitgave van dit tijdschrift is het bewijs, dat men het gemis heeft ontdekt en trachten wil er in te voorzien. Allereerst is daartoe noodig: verzamelen van alle, ook schijnbaar
onbeteekenende gegevens. Dit is niet het werk van één mensch, al |
|||||
Ac cliief v. Neder! Kxtastêescli.II.
|
||||||||||||||||||||||||||||
PI 3
|
||||||||||||||||||||||||||||
SAMUEL WIJBBRENS.
i639- |
||||||||||||||||||||||||||||
H ARMEN JACOBS.
|
||||||||||||||||||||||||||||
WIJNOUT BAERENS VAN ASTEN.
1642. |
||||||||||||||||||||||||||||
WILLEM OLTHOF.
1643. |
||||||||||||||||||||||||||||
DOUWE CLASEN.
1646. |
||||||||||||||||||||||||||||
AUGUSTINUS BRUNSVELT.
1642. |
||||||||||||||||||||||||||||
HILBRAND BRON.
1646. |
||||||||||||||||||||||||||||
RINTJE JANS.
1646. |
||||||||||||||||||||||||||||
THOMAS ASPEREN.
1646. |
||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES FOPPES.
1649. |
||||||||||||||||||||||||||||
HOMME DIRKS.
1O49. |
||||||||||||||||||||||||||||
TJEPKE JANS.
1657- |
||||||||||||||||||||||||||||
— 4 —
|
|||||
wijdde hij het ook tot zijn levenstaak. Coöperatie kan ook in dit
opzicht wonderen verrichten. Wil ieder slechts zijn steentje aandra- gen , dan is het zeker dat binnen betrekkelijk geringen tijd een voor- raad levensbizonderheden van Nederlandsche graveurs is bijeengebracht, minstens even omvangrijk als de schat, die de Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis reeds omtrent musici vergaarde. Archieven-onderzoek is daartoe vereischte. Een ieder aan wiens
zorgen die bronnen zijn toevertrouwd heeft de schoone verplichting den ijverigen redacteur van dit tijdschrift de behulpzame hand te reiken. Om een denkbeeld te geven van wat er in het archief der hoofd-
stad zal kunnen gevonden worden diene het volgende. Toen ROMEIJN De Hooghe in 1680 Amsterdam verliet om zich metterwoon in Haar- lem te vestigen, waren er 110 graveurs, grootendeels door hem ge- vormd, in 't Gildeboek van S*. Lucas ingeschreven. Op dit getal leerlingen mocht de geniale meester inderdaad trotsch zijn. Men be- denke dat er volgens zijn zeggen slechts drie plaatsnijders binnen Amstels muren gevestigd waren toen hij in 't gilde werd opgenomen. Niets zou meer belangrijk zijn voor de kunstgeschiedenis dan het pu- bliceeren van dit gildeboek van St. Lucas. Het is ons evenwel niet gegeven dit te doen, slechts twee meesterboeken worden in de Am- sterdamsche archieven bewaard. Zij loopen over de jaren 1750—1788, 1789—i8tt. Alle voorgaande zijn niet aanwezig. Of ze verloren ge- gaan zijn? We willen hopen dat ze niet onherroepelijk aan de be- langstelling onttrokken zijn, en dat ze te eeniger tijd zullen terugge- vonden worden. Voorshands putte ik derhalve uit andere bronnen, bronnen van
verscheiden aard. Gaandeweg teekende ik aan wat ik ontmoette omtrent graveurs, zoowel in koper als in hout, omtrent stempelsnijders, |
|||||
F 1.4.
|
Acchief t. Neder! KuiLStêej
|
||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES LANGWEER.
1660. |
|||||||||||||||||||||||||||||
WIJBRANDUS LOLLIJ.
1661. |
|||||||||||||||||||||||||||||
PIJTER FABER.
1660. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ARNOLT HUEGENS.
1662. |
|||||||||||||||||||||||||||||
ROMBARTUS SALVERüA.
1662. |
|||||||||||||||||||||||||||||
TJEERDT LELIJ.
1662. |
|||||||||||||||||||||||||||||
JACOBUS RADESVELT.
1667. |
|||||||||||||||||||||||||||||
MATHITS SIJDERIUS.
1668. |
|||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNIS JANS.
1667. |
|||||||||||||||||||||||||||||
NICOLAAS MENSMA.
.1669. |
|||||||||||||||||||||||||||||
K.LAES CORNELIS.
1670. |
|||||||||||||||||||||||||||||
FREDERIKUS LELIJ.
1669. |
|||||||||||||||||||||||||||||
— 5 —
|
|||||
plaatdrukkers enz. Het archief voor Nederlandsche kunstgeschiedenis
ruime het een bescheiden plaatsje in, en weete dat ik mijne bijdrage later gaarne zal aanvullen. PLAATSNIJDERS.
Otto Andriesz. , van Christiaanzand, plaatsnijder, wordt poorter
als in huwelijk hebbende Grietie Albertsd*. , dochter van Albert Adriaensz. Kraan in leven bierdrager, 7 Jan. 1699. Robert De Baudoes, van Brussel, plsn. koopt het poorterschap
17 Nov. 1598. Isaac CoRNEi.isz. Van Beaumont, plsn. koopt het poorterschap
4 Nov. 1604. Abraham Van den Bergh pl.sn. koopt 17 April 1682 een huis
Egelantiersgracht voor ƒ 975. Reg. V. kwytsch. Z. Z. 64V0. Paulüs Block plsn. zoon van Jacob Ai.bertsz. Block erkend als
ingeboren poorter 12 Maart 1686. Hij leeft nog 17 Oct. 1725, toen de man zijner dochter wegens dit huwelijk poorter werd. Hermanus Batryn plsn. zoon van Hendrik Batrijn in leven
timmerman, erkend als ingeb. poorter 11 Juli 1727. Gerard Coeck plsn. wiens' weduwe Janneke Abrahams, na
hertrouwd te zijn met Gilles Timmermans, een huis, den 10 Mei 1646 gekocht door G. Coeck en gelegen op de Lauriergracht voor ƒ 4500.— verkoopt den 15 Febr. 1661. — Gerrit Coek, cleermaeker borg.— Reg. v. kwytsch. I. I. bl. 100.
Melis Jansz. Coek plsn. wordt als overleden genoemd 18
Maart 1721. Coenraad Dekker plsn. wordt als overleden genoemd 10 Juni 1709.
Andries HOOGEBOOM plsn. koopt een huis in de Looyerstraat voor
ƒ 700— 11 Maart 1682. Reg. v. kwytsch. Z. Z. bl. 62^0. |
|||||
Pi. 5.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ac eilief v. Uederl EiirLstgescli.il.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ARIEN MENSMA.
1673- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
PIETER DORSMAN.
1671. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
REMBARTUS VISSER.
1678. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
EI
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
LAES BENNIGH.
1679. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ELIAS VAN DER WIERF.
1678. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
HENDRIKUS WINSEMIUS.
1680. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
THENIS EIJBERTS.
1681. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
fOHANNES DE VOS.
1681. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
PIETER DE WIT.
1682. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
JAN KEETEL.
1683. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
EISE ANDELES.
1682. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
JOOST RIJSBEECK.
1683. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
— 6
|
|||||
Jan Jetswaart plsn. zoon van Willem Jktswaart draadwerker
als ingeb. poorter erkend 19 Febr. 1719. Jan Luijcke plsn. koopt 23 Maart 1677 een huis in de laatste
Haarlemmerdwarsstraat en verkoopt dit weder 4 Mei 1685 voor ƒ 1350.— Reg. v. kwytsch. B. B. B. bl. 344V0.
Jan Matthyssen plsn. koopt voor ƒ3000.— huis zuidzijde Rozen-
gracht daar't kasteel van Rome uithing. 1 Juni 1660. Reg. v. kwytsch. H. H. bl. 27V0.
Hij wordt genoemd als borg in acten van 1684 en 1685 en
woonde toen in de Calverstraet. Jacob Van Meurs plsn. wordt door Burgemeesteren vereerd met
ƒ 250.— voor 't dedieeren van de «Chronologia Gothofredi" blijkens quitantie van 21 Aug. 1660. Rapiamus van dat jaar bl. 197. ALDERT MeYER plsn. van Amsterdam 24 j. wonende Leidschestraat —
ouders dood, geassisteerd met Anthony De Wit, ondertrouwt 28 Febr. 1688 met Annetje Koopers, van Reenen, wed. Dirck Jansz. Kort, wonende insgelijks Leidschestraat. Puiboek. Joseph Mulder plsn. van Amsterdam 30 j. wonende Westermarkt —
geassisteerd met zijn oom Hendr. Croesen ondertrouwt 18 Juni 1689 met Maria Hoos, van Amst. 26 j. wonende Haarlemmerdijk, geas- sisteerd met haren vader Manuel Hoos. Puiboek. Casper Philips konstplaatsnyder wordt als overleden genoemd 1798.
Jan Anthony Van Ryswyk, van Antwerpen, plsn. wordt poorter
30 Juni 1651. Pieter Rosiersz. plsn. zoon van Rosier Cornelisz. in leven
mutsendrukker, als ingeb. poorter erkend 23 Dec. 1683. Abraham Rademaker, van Lis, etser, poorter als getrouwd heb-
bende Maria Rosekrans, dochter van Laurens Rosekrans goud- smid, 13 October 1706. |
|||||
Archief v: Neder! Kiiiistg-escli.il.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
PI 6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
■
% f
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IJME JONGSMA.
1685. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ANNIUS SIJDERIUS.
1684. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
COENRAET WILHELM KOCK.
1685. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
IOHANNES VOS.
1694. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
BERNARDUS VAN ASTEN.
1695. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES LELIJ.
l695- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
HESSEL SINNEMA.
1698. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
CORNELIS JONGSMA.
1696. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ANDRIES PASSAMIER.
1698. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
RICHOEUS ELGERSMA.
1704. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
HENDRIKUS DORTSMA.
1701. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
HERMANUS DILLINCK.
1706. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
_ 7 —
|
|||||
Jan Rixtel, van 's Hage, plsn. poorter als getrouwd hebbende
Hendrina Kentselaer, dr. van Bartholomeus Kentselaar schoen- maker 14 April 1724. Samuel Roskam, van Amsterdam, plsn. poorter als getrouwd heb-
bende Susanna Dronryp, dr. van Jan Dronryp in leven beeldhou- wer 18 Mei 1730. Jan De Ryk plsn. zoon van DIRK Jansz. Ryk, in leven spelden-
maker, erkend als ingeb. poorter 7 Juni 1730. Hij wordt als over- leden genoemd 3 Nov. 1761. Abraham Rykers plsn., zoon van Pieter Rykers, katoendruk-
ker, erkend als ingeb. poorter 4 Januari 1741. Pieter Roest plsn., zoon van Pieter Jansz. Roest in leven
schoenmaker, erkend als ingeb. poorter 5 Mei 1751. Isaac Ruttens graveerder, zoon van Willem Rüttens, wyn-
kooper, erkend als ingeb. poorter 11 Mei 1756. Andries Jacobsz. Stock plsn., burger en gewezen officier van
de Schutterij te 's Hage, oud tusschen 60 en 70 jaren wordt overtuigd: I». van in betrekking te hebben gestaan met den valschen munter Jan Van Noordt te Leiden en voor hem, schoon niet wetende tot welk doel, graveerwerk te hebben verricht. 20. van later zelf valsche munt te hebben gemaakt met Jan Van Emmerick. Hij verzoekt in 1642 gratie aan den Prins Stadhouder. Gr. memoriaal III. bl. 226. Pieter Stevensz. plsn., zoon van Steven Hesselsz., in leven
lijndraaier, erkend als ingeb. poorter 1 Dec. 1689. Pieter Slüyter plsn., zoon van Dirk Fransz. witwerker, erkend
als ingeb. poorter 26 Maart 1696. Adriaen Schoonebeek van 1675—1679 leerling van Romein De
Hooghe. Legt in 1690 bezwarende getuigenis tegen zijnen vroegeren meester af. |
|||||
PI 2
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Ar cldef v: ïfederl Emistgescli. LI
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ANDELE ANDÈLES.
1709. |
|||||||||||||||||||||||||||||
JACOBUS JONGSMA.
1707. |
|||||||||||||||||||||||||||||
BERNARDUS NIJNBUUR.
1710. |
|||||||||||||||||||||||||||||
THOMAS WIJTZEN.
1712. |
|||||||||||||||||||||||||||||
AGE SCHAAP.
17 12. |
|||||||||||||||||||||||||||||
VAN ROON.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ABRAHAM SIPMA.
1715- |
|||||||||||||||||||||||||||||
B. JELGERHUIS.
17 16. |
|||||||||||||||||||||||||||||
GOSSE HISBORDA,
171a- |
|||||||||||||||||||||||||||||
W. PIERSON.
17 21.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
F. DE RINGH.
1722.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ATE SCHEVERSTEIJN.
1719 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Bastiaen Stoopendael plsn. als overleden genoemd 21 Mrt. 1707.
Hermanus Stoopendael plsn. zoon van den vorigen, als ingeb.
poorter erkend 21 Maart 1707. Daniel Stoopendael plsn. als overleden genoemd 28 Dec. 1740.
Jan Tak plsn. zoon van Jan Tak in leven stalmeester, als ingeb.
poorter erkend 5 April 1725. Johannes De Visscher van Haerlem plsn. poorter als getrouwd
hebbende Catharina Adriaens , dochter van Adriaen Hendriksz. De Wees, makelaar, 30 October 1658. Andries Vaillant plsn. zoon vanjAN Vaillant koopman erkend
als ingeb. poorter 10 Febr. 1679. Pieter Verbrugge, van Utrecht, plsn. poorter als getrouwd heb-
bende Wyna Sent, dr. van Dirk Hendricksz Sent krankbezoeker in dienst van de O. I. C, 7 Juli l699- Willem Visvliet plsn. zoon van Jan Willemsz. in leven mole-
naar, erkend als ingeb. poorter 6 Aug. 1748. HOUTSNIJDERS.
Pieter Arkes houtenplaetsnyer, zoon van Jan Arkes , in leven
beeldhouwer, erkend als ingeb. poorter 20 April 1752. Jacob Rosenboom houtenplsn. zoon van Barend RosENBOOM in
leven koekenbakker, erkend als ingeb. poorter 29 Aug. 1731. Jacob Rosé houtenplsn. zoon van Pieter Rosé, katoendrukker,
als ingeb. poorter erkend 16 October 1744- Pieter Roskam houtenplsn. zoon van Pieter Roskam, timmer-
man, erkend als ingeb. poorter 12 Nov. 1754- MEDAILLEURS EN ZEGELSNIJDERS.
CHARLES Goodhand ontvangt, blijkens kwitantie van 13 Febr. |
||||
PI 8.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ar eilief v. Neder! KxiTistgesciL.il.
|
|||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES DE VALK.
1725- |
|||||||||||||||||||||||||||
E. ELGERSMA.
1725.
|
|||||||||||||||||||||||||||
HENDRIK MONSMA.
17 26. |
|||||||||||||||||||||||||||
F. STELLINGWERF.
1728. |
|||||||||||||||||||||||||||
HANS ATSMA.
1727. |
|||||||||||||||||||||||||||
PETRUS
|
|||||||||||||||||||||||||||
^yv>* 1
|
|||||||||||||||||||||||||||
MENNO TIJSSEN.
I731- |
|||||||||||||||||||||||||||
PIETER HALIUS.
1729. |
|||||||||||||||||||||||||||
GABITNUS V. d. LELIJ.
i73i- |
|||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES JONGSMA,
'733' |
|||||||||||||||||||||||||||
TJALLING CAMP.
'733- |
|||||||||||||||||||||||||||
WILLEM FONS.
'73'- |
|||||||||||||||||||||||||||
— 9 —
|
|||||
1653, / 5°: — ; voor 'l snijden van 32 stalen stempels voor de
Lakenhal. Rapiamus van dat jaar bl. 188. Hendrikus Luder medaillemaker, burger v. Amst. krijgt 23 Mei
1723 van de overheid vergunning om een pers in zijn huis te plaat- sen. Groot memoriaal X. bl. 16. Hendrik Jansz., van Antwerpen, zegelsnyder, poorter 10 Maart 1604.
Jous Pullyn , van Pomserith in Yorkshire, wapensnyder, poorter
29 Augustus 1641. Coknelis Gysels wapensteensnyder, koopt voor / 8500.— een
huis aan de Westermarkt »de 4 heemskinderen" 22 Mei 1652. Keg. v. kwytschelding A. A. bl. 147.
Christoffel Nutshoorn wapensnyder, woont 1688 in de Eland-
straat. Reg. v. kwytsch. E. E. E. bl. 196. Daniel Schoonevelt wapensnyder, zoon van Dirk Schoone-
velt plaatsnyder, erkend als ingeb. poorter 17 Maart 1717. PLAATDRUKKERS.
Paulus Hiole plaatdrukker, zoon v. Abraham Hioi.e, in leven
varensman, erkend als ingeb. poorter 30 Juli 1754. LEENDERT Van LlNGEN Jr. pldr. wordt poorter 15 Juni 1752.
Dirk Rademaker, van Keppel, koperen-plaatdr. poorter als ge-
trouwd hebbende Willempje de Loos, weduwe Hendrik Adamsz. Smeman in leven timmerman, 21 April 1786. Jan De Ridder, van Amsterdam, pldr. poorter als getrouwd heb-
bende Annetje Douglas, dochter van Willem Douglas in leven varensman, 11 Oct. 1720. Willem De Ridder, van Amsterdam, pldr. poorter 20 Juni 1731,
leeft nog 1758.
2
|
|||||
PI 9.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief v. Ne derl Kimstgescl. II.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
PIBO ELGERSMA.
r734- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
JACOB NIEBUUR.
*735- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
G. POSTHMA.
1734- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'Jj
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
P. FEIJIJEN.
1736. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
J. BONTEKOE.
1736. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
HARMANUS DILLENCK.
1738. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
W)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
(dw)
JAN DE WAL.
J744. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
WIJBE DOMIJNECUS.
1744. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
A. WIJNGAARDEN.
1748. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
j(|"nil(!llUBi:HWlii«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
M. DE VRIJ.
1749. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1 f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES JELGERHUIS.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
T. KIJLSTRA V. d. LEIJ.
1748. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
— 10 —
|
||||||||
Jacobus De Ridder pldr. zoon van Willem De Ridder pldr.
erkend als ingeb. poorter 6 Apr. 1758. Jan Smit, van Amsterdam, pldr. poorter als getrouwd hebbende
Annetje Kolkmans dochter van Roelof Roelofsz. Kolkmans tim- merman, 20 October 1706. |
||||||||
ADAM VAN BREEN, schilder,
DRAAGT ZIJN WERK, - DE EXERCITIEN VAN DE GARDE
VAN ZIJNE EXCELLENTIE, - OVER, AAN DEN BOEK- BINDER AERT MEURIS (MEURS) (1) 1617. |
||||||||
(Medegedeeld door den Heer P. A. Leupe Gep. Majoor, Ambtenaar
bij het Rijks Archief.) Wy Jacobsz. Dirckssen van Cuëlen ende Jan Hendricksz Nobel
Schepenen in 's Gravenhage oirkonden mits dezen eenen Igelyken, dat op huyden date ondergeschreuen, voor ons ghecomen ende ghe- compareert is Adam van Breen Schilder woonende alhyer in den Hagc, ende cedeerde, transporteerde ende droech op mits desen sonder eenige Actie off recht daer meer aen te behouden aen Aert Meuris (1) Hot is opmerkelijk dat in deze overdracht wordt gezegd dat dit werkmei het
titelblad bevat twee en zestig figuren, terwijl het volgens No. 103 van den „Catalogue des Livres et Mamiscrits de M. C. M. van Gosh, blz. 15," (Utrecht. J L. Bewees. 1878.) zou moeten bevatten VI planches. Leupe. |
||||||||
P110.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Archief v. Neder!. Kxmstêescli \\
|
|||||||||||||||||||||||||||
J. M. LENTZ.
i75°- |
|||||||||||||||||||||||||||
R. ELGERSMA.
i75°-
|
|||||||||||||||||||||||||||
J. ANDELES.
|
|||||||||||||||||||||||||||
SIKKE v. OMMEREN.
I.75I- |
|||||||||||||||||||||||||||
E. ANDELES.
|
|||||||||||||||||||||||||||
J. PERÊBOOM.
I751- |
|||||||||||||||||||||||||||
JUSTUS WIARDA.
Ï7S4- |
|||||||||||||||||||||||||||
KLAAS RIDDERSMA.
i7S8. |
|||||||||||||||||||||||||||
O. F. MULLER.
1754-
|
|||||||||||||||||||||||||||
JOUKE JELGERHUIS.
1759- |
|||||||||||||||||||||||||||
B. STORM.
1759- |
|||||||||||||||||||||||||||
J. POSTHUMUS.
|
|||||||||||||||||||||||||||
— 11 —
|
|||||||
Bouckbinder mede in den Hage, seeckere copere platen by hem com-
parant eerst gheteyckent ende daerna gedaen snyden tot Amsterdam, Haerlem , Leyden als hyer in den Hage ende tot Delff. Inhoudende met het tytellblat twee ende sestich figueren, uytbeeldende de exer- citien van de Garde van Syne Exellentie met schilden ende terges(i) etc. om deselve platen by den voorsz. Aert Meuris als syn vry eygen goet behouden ende gedruckt te werden. Doch soo dat de voorsz. Aert Meurïs deselve niet en sal mogen op syn naem laeten wtgeven, maer op den naem van hem transportant. Van welcke transporte hy comparant bekende van den voorsz. Aert Meuris voll ende all be- taelt te syn, den lesten penninck met den eerste penninck, ende hy transportant ten dien eynde de exceptie van gheenen ghetelde gelden. Compareerde mede voor ons Schepenen voorn*, den voorsz. Aert Meuris, ende accepteerde de voorstaende transporte op de conditie voorz. ende belooffden sy comparanten desen vaststadich ende van waerde te hou- den ende doen houden onder verbant van hare persoonen ende goe- deren , tot bedwangh van allen hooven ende gerecht, alles sonder fraude ofte list. Gedaan in den Hage den vni December xvi en Seventhien enz. |
|||||||
(1) Torges waarschijnlijk hetzelfde als Targies — kleine schilden, bij het
voetvolk in gebruik. BEn. |
|||||||
P111
|
Archief v; Neder!. KunstjescTi.II.
|
||||||||||||||||||||||||||||
RICHEUS ELGERSMA.
1760. |
|||||||||||||||||||||||||||||
JACOB BOLTJE.
1760. |
|||||||||||||||||||||||||||||
J. ANDRINGA.
1760.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
L. WESTBiRVELT.
1762. |
|||||||||||||||||||||||||||||
H. DAUW.
1764. |
|||||||||||||||||||||||||||||
GOSSE O. GORTER.
1762. |
|||||||||||||||||||||||||||||
J. WIJNGAARDEN.
1765- |
|||||||||||||||||||||||||||||
JULIANUS BUISSINK.
1765. |
|||||||||||||||||||||||||||||
P. MEETER.
1766. 3/5. |
|||||||||||||||||||||||||||||
H. WIJNGAARDEN.
1767. |
|||||||||||||||||||||||||||||
C. SETH.
1767. 12 NOV.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
J. A. KARSTEN.
1766. 18 Junij. |
|||||||||||||||||||||||||||||
— 12 —
|
||||||||
BRIEF AAN JOHAN DE WITT OVER ZIJN PORTRET.
|
||||||||
(Medegedeeld als voren.)
|
||||||||
Edele, gestrenge, wyse, voorsienige Heer,
Al soo ick de plaete van Uw Ed. gestr: afbceldingge van den
plaetsnyder (i) die deselve hadde gesneeden hebbe gekocht, omme de prenten derselver int licht te brengen, soo en kan ick plichts Halve niet naerlaten Uw Ed gestr: eenige van de beste afdrucksels met schuldige Eerbiedigheit te ofvreren, biddende dat Uw Ed. gestr. my dese vry moedigheit gelieve ten goede te houden als syn en blyvende Edele, gestrenge, wyse, voorsienige Heer
In Leiden Uw Ed. gestr.
29 december ootmoedige dienaer
1668. PlETER ENGELVAERT
bouk en konstvercooper.
Opschrift: Den Edelen Wysen
Voorsienigen Heer Myn Heer
Johan De Wit,
Heere van Hekendorp, Raedt
Pensionaris van Hollandt
en Westvrieslandt
port in den Hage. |
||||||||
(1) Met dezen graveur wordt bedoeld H. Baby. Een exemplaar van dit
portret van De Witt, Is aanwezig in do bibliotheek dor gemeente Botterdam; liet beeft tot onderschrift: „Johan de Witt, Hoere van Hokendorp, Sneller- |
||||||||
PU2.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Archief v. Nederl. KrmstsSescli.il.
|
||||||||||||||||||||||||||||
A. STORM.
1770. |
||||||||||||||||||||||||||||
J. v. LEEK.
1768. |
||||||||||||||||||||||||||||
A. ROOSWINKEL.
1771. 3 Jan.
|
||||||||||||||||||||||||||||
J. GROENE VELT.
1771. 7 Mei. |
||||||||||||||||||||||||||||
J. DE WAL.
177r- 11 Maart. |
||||||||||||||||||||||||||||
P. SNOEK.
1772. 27 April. |
||||||||||||||||||||||||||||
Sr- ■- ^
|
||||||||||||||||||||||||||||
/IrfSfiK?
|
||||||||||||||||||||||||||||
■Ék
|
||||||||||||||||||||||||||||
WÈimé
|
||||||||||||||||||||||||||||
A. FEENSTRA.
1775- |
||||||||||||||||||||||||||||
pf ■
|
||||||||||||||||||||||||||||
H. DILLINGH Junior.
1774. |
||||||||||||||||||||||||||||
N. SWALUE.
1775- |
||||||||||||||||||||||||||||
»
|
||||||||
— 13 —
|
||||||||
KUNSTENAARS DIE VOOR DE ADMIRALITEIT
GEWERKT HEBBEN. |
||||||||
(Medegedeeld als voren.)
Uit eenige overgebleven fragmenten van het Grootboek der Admi-
raliteit op de Maze (i) teekende ik het volgende op van betalingen gedaan aan : Kaartenmakers, Plaatsnijders, Wiskundigen, Beeldsnijders, (Beeld-
houwers), Goudsmeden, Wapensnijders, Glasschrijvers, Tapijtwerkers en Schilders. WILLEM JANSZ. BLAUW. Kaartenmaker.
1635. 21 July. Aen Davidt Davidtsz. Wynecoy voor Willem
Jansz. Blauw Bouckvercoper te Amsterdam over leverantie van twee
groot Kaertboucken oft een Kaertbouck in twee grootte Volumina
geintituleert Toneel des Aertryx oft nieuwe actlaes (?) . ƒ 54.—.—
BALTHASAR FLORISZ. Plaatsnijder.
1611 Den 14 October. Aan Balthasar Florisz Plaetsnijder tot Delft over dat hy aan den Rade vereert heeft met verscheyde caerten by hem gesneden ende uytgegeven.........XCVI JL waerd on Langelinschoten, Raedt-Pensionaris van Hollandt en Westvrieslandt,
Bewacrder van 't Groot Segel, mitsgaders Stadhouder en Registermeester van de Leonen van denselven lande." Benevens 8-regelig vers van <x. Bbandt. ïfETSOHER pinxit. H. Babt so. Pieteb Engelvaebt excud. (Hoog 0.405 broed 0.2S5 c. M.) Ook vermeld onder No. 6168a door Fbedekik Mulleb in zijn Be- schrijvenden Catalogus van 7000 Portretten doch zonder adres van uitgever. Bed. (1) Zoo als bekend is heeft het archief dor Marine ontzaglijk geleden door den brand in Januari 1844. L. |
||||||||
Ï3.
|
||||||||||||||||||||||||||
Arcliief v. ÜTederl. Kurist^escli.II
|
||||||||||||||||||||||||||
Psalm
■
|
||||||||||||||||||||||||||
H. SMEDING.
1778. |
||||||||||||||||||||||||||
W. WAGENVELT.
1778. |
||||||||||||||||||||||||||
B. JELGERHUIS.
r779- |
||||||||||||||||||||||||||
jz-.
|
||||||||||||||||||||||||||
\
|
||||||||||||||||||||||||||
J. V. d. BERG.
1780.
|
||||||||||||||||||||||||||
L. OLING.
1779. |
||||||||||||||||||||||||||
J. BAKKER.
1781. |
||||||||||||||||||||||||||
R. TANJA.
1782. |
||||||||||||||||||||||||||
J. DE HAAS.
1782. |
||||||||||||||||||||||||||
H. CUPERUS.
1783. |
||||||||||||||||||||||||||
— 14 —
|
||||||
FLORIS BALTHASAR. Plaatsnijder.
1611. 18 Maert. Aan Floris Balthasar Plaetsnijder tot Delft,
hem toegelegt, voor dat hy den Raden vereert heeft met eenige caerten
gesneden in coper van de afbeeldinge ende belegeringe der Stadt
Gulich...................CVIII X
PIETER VAN DER KEER.
1613 Den 30 January. Aan Pieter van der Keer over zekere teercosten ende Celeste Globiss, aen de respective collegien gedediceert ende dezer Rade gepresenteert.........CXLVIII <£. JAN JANSZ. STAMPIOEN. (1)
1637. 25 January. Aan Jan Jansz. Stampioen hem noch toege- leyt tot het tegenwoordigh jaer excluys, van dat hy alle de Sturluyden van dese collegie instrueert naer d'ordre van Jan Henricxz. Jarich, sullende 't selve tractement sedert den lesten December voorleden comen te cesseren ter tyt toe met gemeen advys naerder mocht wor- den verstaen dat synen dienst voorder diende geemployeert f 300.— WILLEM JACOBSZ. VAN DOUWEN. Beeldsnyder.
1661. 8 November. Ten selven dage aen Willem Iansz. Van
Douwen Beeldsnyder alhier, in voldoeninge van de somma van 625 ,£ waervoor hy heeft aangenomen ende gemaeckt alle het Beeltwerck vereyst aen het nieuwe Transport Jacht deses Collegie, gevoerd wor- dende by den Schipper Commandeur Brouwer, waerop 100 <£ is ontfangen................../ 620.— 1662. 22 February. Als voren, ter goeder reckeninge van de
somme van 200 d£ waervoor by hem op seecker besteck is aengenomen |
||||||
(!) Leermeester in de Stuurmanskunst.
|
||||||
PI.14.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ar eilief v: NecLerl Kunstje scli. II
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. JOEKES.
1790. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P. ELGERSMA.
1793- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O. v. DIJK.
1790. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. KINGMA.
1794. 12 Nov. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. J. HESSELING.
1794. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J. D. SMEDING.
1795- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 15 —
|
|||||
en te maecken het Beeltwevck ten dienste van het nieuwe Besaen jacht
dat gevoert sal worden by den Schipper Hjyisrecht Coelen- TKOEVER..................ƒ 150.— HERMAN JANSZ. Beeldsnyder.
1613. 25 April. Aen Herman Jansz. Beeldsnyder. Over arbeytsloon
van gelyke gcsnede wercken in 't Schip genaemt Aeolus CXV JL viij st. JACOB JANSZ. Beeldhouwer.
1614. 29 November. Aen Mi'. Jacob Jansz. Beeldhouwer over
wercloon voor hem en zyne knechts, verdient aen 't nieuwe Schip van Zyne Excellentie, in 't snyden van eenige beelden ende figuren 't sedert den 11 Maert 1614 totten 22 November .... CXLVI JL xiij St. 1616. 16 November. Als voren. Over leverantie van drie
groote hartsteenen daer in gehouwen de leeuw mette anckers om in de gevels van de Cerchers (1) huysken tot Breda gestelt te worden...................XV JL. JAN JORISZ. Beeldsnyder.
1613. 25 April. Aen Jan Jorisz. Beeldsnyder, over arbeytsloon van verscheyde gesnede beeltwercken in 't Schip genaemt de Nepthunis, by 't Landt doen maecken ende daernae by resolutie van de H.M. Hee- ren Staten Generaal op taxatie geaccordeevt aen de Bewinthebbers der Oost-Indische Compagnie........CXV JL xviij St. JAN JURIAENSZ. Beeldsnyder.
1613. Den 15 April. Aan Jan Juriaense Beeldsnyder. Over't Sny-
den van eenich Houtwerk tot het Jacht van Zyn Genade van Ho- henloo H. M..................VIII JL. 1647. !4 Mey. Als voren. Voor 't Snyden ende leveren van
(1) Clicrchers — Commicsen.
|
|||||
P115.
|
||||||||||||||||||||||
Archief v: Neder!. Kxmst^escli.II.
|
||||||||||||||||||||||
P. SCHUIL.
1798. |
||||||||||||||||||||||
G. HEIMANS.
1803. |
||||||||||||||||||||||
H. V. d. HEIDE.
1797. 4 Dec. |
||||||||||||||||||||||
H. J. BUIJS.
1806. |
||||||||||||||||||||||
H. J. ADAMA.
1807. |
||||||||||||||||||||||
P. SCHMIDT.
1803.
|
||||||||||||||||||||||
H. DE WAL.
1808. |
||||||||||||||||||||||
H. FLIERINGA.
1807. |
||||||||||||||||||||||
H. W. SCHÜÏ.
|
||||||||||||||||||||||
— 16 —
|
|||||||
verscheyde beeltwerken, als mede en 't sedert den 30 Mey 1646 tot
den 25 Julius daer aan...........f 115—17-—
ABRAHAM VERSCHUER. Goudsmit.
1646. 31 Mei. Betaelt aen Abraham Verschuer. Over leverantie
van de goude keting met beyde de medaillen, daervan d'eerste partye den 26 Aprilis lestleden den Capt. Claes Juyisbol (i) ende d'andere daechs daeraen Dierck Vygh Luitenant van den selven capiteyn wae- ren toegestaen, tot remuneratie van dat se in February voorleden soo cloukmoedich tegens seven clouke Duynkerker Fregatten met hun schip alleen hadden gevochten........ƒ 1679—10.— Mr. PIETER VERSCHUER. Beeldhouwer of Beeldsnyder.
1647. 23 January. Betaeld aen M'. Pieter Verschuer ter goeder
reeckening, ende in minderinge vant gunt deselve Mr. sal comen te verdienen, aen 't beeltwerck van 't jacht van Syne Hoocheyt, volgens 't contract daervan metten selven M1'. aengegaen den 21 deser maent January..................ƒ 300.—— 1647. 14 Mey. Als voren. Over 't snyden ende leveren van ver-
scheyde Beeltwercken, als mede tot behoef van 't Schip ende jacht van Zyne Hoocheyt...............ƒ 30.—16.— 1647. 17 October. Als voren. Over verdient arbeytsloon in 't
maeken ende snyden van 't beeltwerk, soo voor 't Haachschc binnen |
|||||||
(1) De Admiraliteit vereerde capitein Jüyneol en zijn scheepsvolk met
f 2300.— op den 23 Mei van dat jaar: „Voordat sy haer in 't begin van February voorleden, in 't gevecht tegen seven clouke wel gemonteerde vyandelykc Duyn- kerkers oorlochschepen, soo vaillant ende cloukmoedich hadden gedragen, dat haer den vyandt naer 2 mael vier ende twintich uyren vechtens, met verlies van seven doode ende 25 gequetste, van weleko gequeste naerderhant noch dry syn gestorven, selfl's heeft comen te verlaoten, nyettegenstaende des voorsz. Juynbols schip tot sinkens toe, door 's vt/atidts canon n as doorboort." (Grootbouk als voren.) Den 5 Januari 1647 werd Juymbol in zijn huis te Rotterdam ver- raderlijk doodgeschoten. L' |
|||||||
PU6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Archiefv Nederl. KimstgescïlII
|
||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||||||||||
M. S. DE WAL.
1817. |
||||||||||||||||||||||||||||||
M. BARTELS.
1808, (?) |
||||||||||||||||||||||||||||||
O. SWARTWOLT.
1816. |
||||||||||||||||||||||||||||||
H. TULLENERS.
1827. |
||||||||||||||||||||||||||||||
SCHMITZ & V. d. MEULEN.
1825. |
||||||||||||||||||||||||||||||
P. ADAMA.
1833- |
||||||||||||||||||||||||||||||
K. VINKEN.
1836. |
||||||||||||||||||||||||||||||
H. v. ASSEN.
1829. (?) |
||||||||||||||||||||||||||||||
D. ATTEMA.
1836. |
||||||||||||||||||||||||||||||
H. ADAMA.
1846. |
||||||||||||||||||||||||||||||
E. L. TULLENERS.
1854. |
||||||||||||||||||||||||||||||
J. B. HOOGMEI.
1847. |
||||||||||||||||||||||||||||||
— 17 —
|
|||||
Jacht, als voor 't cleyne besaen jacht mitsgaders noch eenich beelt-
werk voor 't jacht van capiteyn Bbouwek.....ƒ 287—16.— 1647. den lesten December. Als voren. Over leverantie en 't
maeken van beeltwerk volgens het bestek ten behoeve van 't nieuwe schip van Syn Hoocheyt, als ook de vereeringe by denselven Mr. bedongen.............• • ƒ 1525.—•— JAN LAMBRECHTSZ., Wapensnyder.
1654. 26 Juny. Aen Jan Lambrechtsz. Wapensnyder. Over
het snyden in stael twee wapens van 't Collegie conform de reke- ning ..................f 20.—12.— JAN JANSZ. SEGERS, Mr. Tapitsier.
1645. 3 January. Betaelt aen Jan Jansz. Segers Mr. Tapeet- wercker ter Goude, ter goeder reeckeningh in minderinge van 't gunt deselve Mr. sal comen te verdienen aen de leverantie van 't tapeetwerck tot de Raedcamer alhier, in conformité van 't schrifte- lyck contract.............../ 600.—.— 1645. 18 September. Als voren.......» 1000.—.—
1646. 26 January. Als voren, in volle betalinge van de Tapitse-
ryen by hem gelevert, tot het behangen van Haer Edelmogende Raet- camer................f 1273.—2—8— 1655. 23 Juny. Als voren. Over leverantie van acht Tapyt-Cus-
senbladeren, by hem conform de declaratie ten dienste van den Lande geleverd, yder cussenblat tot twaelf jL......ƒ 112.—— 1659. 5 September. Als voren. Over leverantie van twintich
Tapyt-Cussenbladeren mettet wapen van dit Collegie daer op gewrocht, te weten: twaelf van desulcken tot veertien en de acht tot dertien 3
|
|||||
— 18 —
|
|||||||
,£ 't stuck, by hem ten dienste van den Lande in 's Lands gestoelte
in de Kercke hier ter stede (i) als andersints gedaen . ƒ 272.—.— JACOBUS DE VILEERS. Schilder.
1646. 21 December. Aen J. De Vileers Mr. Schilder hier ter
stede (2) te betalen ter goeder reeckening ende in minderinge van 't gunt deselve Mr. sal verdienen, aen het te maecken schilderwerck in 't nieuwe Schip van Syn Hoocheyt...........f 250.—.— 1647. 24 Juny. Als voren, in voldoeninge van de somma van
xv° guldens, alsoo hem by ordonnantie in date 21 December verle- den, ter goeder reeckening was verleent betaling van n c L <£.■, als waer- voor hy by accoort mette Heeren Gecommitteerden uyt desen Raede, in 't bywesen van de Equipage Mis. hadde aengenomen te schilderen de twee camers in 't nieuwe Schip van Syne Hoocheyt met Laui- schappcn, 't welck volgens attestatie van de Equipagie Mrs. is vol- maeckt ende voltrocken...........ƒ 1250.—.— WILLEM THIEBOUT. Glasschryver.
1647. 5 April. Betaelt aen Willem Thieboüt Glasschryver,
waervoor hy aengenomen heeft te maecken, seecker gebacken glas mettet wapen van 't collegie ende de wapens van de Leden van de Heeren Raden, welck glas oock volmaeckt gebleecken is ende vereert in de Kercke van Nieuw-Leckerlant, volgens resolutie van 7 November des voorleden Jaers .............ƒ 175.—• — 1650. Juny. Als voren. Betaelt voor dat hy in de Kerck op den
Bommel heeft gelevert, een geschildert en gebacken glas met een Schipvaert versiert, de somme van........ƒ 200.—.— |
|||||||
(1) Tc Rotterdam.
(2) Aldaar.
|
|||||||
— 19 —
|
||||||
1650. Juny. Als voren. Aen denselven in minderinghe van*
twee Kerckglasen, het een in Numandts Polder ende het andere in Beyerlandt, hem aenbesteedt, de somma van ... f 200.—.— 1651. Julij. Als voren. Betaeld aen denselven (volgens resolu-
tie van den 9 November) (1) de somme van f 300.— als reste van sulcke zes Hondert gulden, voor het maecken van twee glasen, 't eene in de Kercke van Out Beyerlandt en 't andere in de Numants-Polder. Zegge..................ƒ 300.—.— |
||||||
(1) Volgens die resolutie werden de door hem vertoonde patronen ge-
taxeerd, het eerste op f 450.— en het tweede op f 200.—. (Vgl. Archief v. Ned. Kunstgesch., I. bl. 139.) |
||||||
— 20 —
|
||||||||
ADRIAEN ANDRIESZ. schilder.
|
||||||||
N de volgende Notarieele acte komt een schilder
voor genaamd Adriaen Andriesz. (i) van Gouda, en die van 20 Januari tot 7 Juli 1612 te Rotterdam woonachtig was. Het stuk behelst de vereffening zijner verblijfkosten in die stad; als eene kleine bij- drage tot de kennis van het kunstenaarsleven in die dagen, kwam mij de mededeeling er van niet ondienstig voor, te meer omdat de schilder zelf voor 't overige onbekend schijnt te zijn. Op huyden den vnen July 1612, Compareerde Adriaen Andriesz.
Jonggezelle van der Goude, zijns handweicx een Schilder, verclaerde ende bekende, dat hij Comparant van den twintichsten January dezes jaers zestien hondert twaelff tot desen daghe toe, ten huyse van Wouter Cornelisz. Brant, burger dezer Stat Rotterdam, Waert wonende in den huyse genaemt de Drye Coningen wel ende eerlyck, in de montcosten, slapen, wasschen ende wringhen, borger- lyck ende behoorlyck getracteert ende geaccommodeert geweest is, oock op heeden van alle dezelve alimentatie, als van alle tgene hij Wouter Brant hem Comparant verstreckt ende tot het maken van een pack fluwele clederen als andersins verschoten heeft, alsmede vant werck ofte de schilderijen bij hem Comparant, voor de gemelde |
||||||||
(1) Misschien dezelfde Adkiaen Ahdeiesz. die 25 Juni 1614 als schilder
in het Dordrechtsche Gild kwam. (Vgl. Dl. I. 197.) |
||||||||
— 21 —
|
||||||||||
Wouter Brant gemaeckt ende hem in mindering desselffs gelevert
zuivers affgereeckent, geliquideert ende vereffent te zijn. Ende dat bij dezelve liquide hij Comparant hem Wouter Brant is schuldich bevonden zulcx hij Adriaen Andriesz. Comparant voorn, hem Wouter Brant schuldich kent mits desen de somme van acht en zeventich gulden, vijff stuvers, acht penningen, van XL groten den gulden, die hij Comparant belooffde zulcx hy belooft mits desen aen hem Wouter Cornelisz. Brant, getrouwelyck te betalen, datelyck met zeuen ent zestich gulden vier stuvers munte voorsz. ende voor de resterende elff gulden, eene stuver, acht penningen zo ghaff hij Comparant hem Wouter Brant in betalinge een Schilderyevan Marcus Curtius, van lack ende wit gedaen, mitsgaders een rappier ofte pidarme. Compareerde mede Wouter Cornelis Brant ende bekende alles tgunt voorsz is Adriaen Andriesz. Comparanl voorn, ontfangen te hebben ende met hetzelve van de voorsz. tusschen henluider haere gedaene liquide, voldaen ende betaelt te zyn mits dat hy Adriaen Andriesz. hem Brant voor dat hy tzynen huyse wel gedaen geweest is, zal geven een vereeringe, ofte zo hy quame te vertrecken, zonder dezelve vereeringe aen hem Brant betaelt te hebben, hy Brant daervoor zyn wryfsteen ende loper in eygendom behouden zal, oock al waert dat se elders vercoft ofte verzet (l) ware, als eygen wederom mogen aen- vaerden ende naer hem nemen zal, elckanderen over ende wederover mits desen bedanckende ende mette voldoeninge deses quiterende. Wouter Brandt. Arien Andriese.
Cornelys Pytersse Dorsman ,
|
||||||||||
Getuigen.
|
||||||||||
Gerrit Baerensse van Neiuehuyssen,
J. BüYFHUYSEN, Not. pub
|
||||||||||
(1) Verpand.
|
||||||||||
— 22 —
|
|||||||
PIETER DAMMISZ. VAN STOLCK, schilder.
— Contract tüsschen Meester en Leerling. —
|
|||||||
P huiden den 29en September A°. 1651 compareerde
voor mij Vitus Mustelius Nots. Pub. bij den hove van Hollant geadmitteert, residerende binnen Rotter- dam ende de getuigen onder genomineert. D'Eer- same Jan Symonse Bosch ende Krans Maertense van DEN Bosch in qualite als geordonneerde voochden van Cornelis THEUNISSE hiermede present ter eenre ende den Eersamen Pieter Dammissen van STOLCK Mr. Schilder alhier ter andere syde, de welcke op approbatie van de Heeren Weesmeesteren deser stede verclaren met malcanderen overeengecomen ende veraccordeert te syn in manieren als volcht Te weten dat den voorsz. van Stolck van voornemens synde omme sich met d'aldereerste gelegenheit van deser stede te transporteren naer Italië in synen dienste is nemende de voorsz. Cornelis Teunisse ende dat voor den tyd gedurende de voorsz. reyse soo in het uytkeeren als wedercomen binnen wekken tyd de voorsz. Cornelis Teunissen ten overstaen van syn voorsz. voochden sich vrywillighlyck in de voorsz. dienst is verobligerende en belooft den gemelden van Stolck synen voorsz. Dienaer midde- lerwyle in de Const van Schilderen en tgene daer aen dependeert mitsgaders in t geene daer vooren hy hem als meester uytgeeft en sulcx in alles wes hem van Stolck bekend ende hy in zyn studie |
|||||||
— 23 —
|
|||||
van Schilderen gebruyckende is te sullen instrueren ende met aller
diligentie leeren en ondervvysen sonder yets voor synen voorsz. dienaer verborgen te houden ende wes den selven door syn verstand sal cun- nen begrypen sonder dat hy daer over sal te claegen hebben, be- looft den voorsz. VAN Stolck noch gcduirende de voorsz. reyse syn gemelden dienaer te sullen alimenteren in cost, clederen met den aencleven van dien soowel in sieckte als gesontheit ende hem van reys- en teercosten te sullen indempneren, costeloos ende schadeloos houden voor alle twelcke de voorn, voochden door 't minnelyck ver- souck van de voorsz. Cornelis Teunisse daaromme gedaen, belooft hebben sulcx sy beloven mits desen aen den voorn. Pieter Dammis- sen off syn ordere te betalen d' somme van twee hondert vyftich Caroli guldens jarelycks de voorsz. reyse gedurende, welcke ordre den voorsz. Pieter Dammisen alhier is stellende aen syn Vader Daniel Esaüs van Sïolck off by desselfs overlyden aen syn comparants moe- der, welcke betaling telcken Jare sal geschieden met het ontfangen van haerl. beyder van Stolck ende Cornelis ïeunissen brieven naer het vermelde van den selve soo nopens 't Comportemeut, tractement ende prestatie van alle de voorverhaelde conditien welcken volgende de voorn, voochden de voorsz. betaling getrouwelyck beloven te sullen doen, verclarende hy van Stolck de voorsz. aen syn vader, off moe- der te doene betaling tot allen tyden te sullen approberen ende ratificeren, dan bij 't overleyden van de voorsz. Cornelis Teunisse op de voyagie sal de betaling pro rato tot desselfs overlyden toe moeten geschieden. Ende in cas de voorsz. van Stolck geduirende de voorsz. reyse comt te overlyden, is expres geconditioneert dat de herwaerts reyse van de voorsz. Cornelis Teunisse tot binnen deser stede int geheel en all ten laste en coste van den voorn. VAN Stolck sal moeten geschieden en by syn erffgenamen gepresteert werden. |
|||||
— 24 —
|
|||||||||||
Voor de naercominge ende voldoeninge deses verbinden syl. compa-
ranten hunne personen ende generalen alle henluider goederen sub- ject alle rechteren ende Gerechten. Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie van Dirck VAN
Botholen ende Abraham Jacobse als getuigen hiertoe gerequireert, die de minute deses nevens hen Comparanten ende my Notaris mede hebben onderteekent ten dage, maende ende Jaren als boven. My Present Mustelius, Nots. Pub. 1651. 30.
|
|||||||||||
AANTEEKENINGEN BETREKKELIJK EENIGE
KUNSTENAARS TE GOUDA. (Medegedeeld door den Heer N. J. Scheltema , Luitenant-Kolonel,
Militie-Commissaris aldaar.) |
|||||||||||
jïïl
|
|||||||||||
ET onderstaande, betrekking hebbende op eenige Goud-
sche kunstenaars, werd opgeteekend uit de Poorterboeken en Huwelijksregisters, aanwezig in het Archief der ge- |
|||||||||||
meente Gouda:
Anthonis Caen van Oudenaerde, tapitsier, poorter gemaect bij
Gerriï Huges hopcooper, burgermeester. 30 Nov. 1584. Abraham Huisman van Oudenaerde, tapitsier, poorter 10 July 1585,
borghe Flooris Claes Ysnoütsz. |
|||||||||||
— 25 —
|
|||||
Gilles van Cauwenberck , tapitsijer, poorter 17 Mei 1606.
Jan Thysz. van Hoornbeecke by Oudenaerden, alhyer gewoont
hebbende omtrent 21 jaaren, tapitsier, poorter 9 Dec. 1606. Salomon van der Ameyde, van Oudenaerde inVlaenderen, schilder,
poorter by Adriaan Jans burgemeester, 15 Mei 1607. Jan Jans van Doesburch, schilder, borgh by eene admissie als
poorter. 25 Oct. 1610. 18 Jan. 1619. Jan Daemsz. de Veth, schilder, borgh by eene admissie als
poorter. 25 Sept. 1617. 21 Dec. 1619. Mathys Jans, van Amsterdam, schilder, poorter 17 Juny 1623.
Alex. HendrICXZ. van Westerhout, glaesschrijver, poorter 8 Sept.
1619; borch Dirck Sas Hoensz. apotheker. Jacques van de Putte, tapitsier, poorter 20 Dec. 1650.
Adriaen van der Putte, uit Vlaanderen, tapitsier, poorter
10 Dec. 1651. Hend. Aerts, gecomen van Uytrecht, platteelschilder, poorter
8 Juny 1683. Aernoüt van der Neer, gecomen van Amsterdam, schilder, poorter
6 Aug. 1685; eed in handen van Burgemeester Joost VerschuerE, Christoffel Pierson , gewoond hebbende tot Schiedam, schilder,
geadmitteerd op zijn oude poorterseed 4 Aug. 1692. Reynier Persyn (i) wedr. wonende alhier en Jouffr. Maria Craueth
j. d. van der Goude. Acte op Wensveen 16 '2/> 5^. (Huwelijks- proclamatieboek der Stad Gouda.) Govert Flinck (2) wedr. van Ingetgen Thovei.ings wonende
(1) Plaatsuijder.
(2) Van de familie Flinck komt te Gouda nog voor : „Nicolaes Anthonis
Flinck j. m. van Amsterdam wonende alhier en Jouffr. Anna van Berckel j- d. wonende tot Kotterdam. Acte om te trouwen op Eotterdam 27 Juny 1609." (Huwelyks-proclamatieboeK Gouda). Kinderen uit dit huwelijk worden vermeld in een Figeubrief (Giftbrief) van 20 December 1738 (Archief Gouda) , Govert Flink en zusters kinderen van Mr. Nicolaes Antonv Flink (Eigenboekcn Gouda). II. 4
|
|||||
— 26 —
|
|||||||||
tot Amsterdam en Sophia VAN DER Couve, Jongedr. van der Goude.
Getr: 30 Mey 1656 (Huwelijks-proclamatieboek der stad Gouda). Getr: Aernout van der Neer, wed', tot Gouda met Maria van
Kastelein, Jonged'. tot Oudewater; ie geb. 16 Maart 1692. (Trouw- register der Stad Gouda.) |
|||||||||
NAAMLIJST der GILDEBROEDERS van
SINT LUKAS te ALKMAAR. |
|||||||||
N het eerste deel van het Archief werden de naam-
registers van de Delfts che en Dordrechtsche St. Lucas- gilden medegedeeld. Thans volgen hier die van Alkmaar (1). De Heer J. Nuhout Van der Veen , Secretaris
dier Gemeente, wiens hulpvaardigheid reeds een vorige keer gebleken is, verplichtte ook nu weder de Redactie door deze naamlijsten ter openbaarmaking beschikbaar te stellen. (1) Do alphabetische volgorde, volgens de voornamen, waarin deze Alk-
maarsche registers zijn aangelegd, is met het oog op den bladwijzer, die aan ieder deel van dit tijdschrift wordt toegevoegd — en die volgens de geslachtsnamen is ingericht — onveranderd behouden. De namen der ververs, als voor ons doel van geen belang, zijn weggelaten. Eed. |
|||||||||
— 27 —
|
|||||||||||||
NAAMLIJST DER GILDEBROEDERS
VAN
St. LUCAS GILDT.
't Scliilders-Gildt opgeregt zijnde in de Jare 1631 op den
30 December, zoo heeft men goetgevonden, de namen der Gilde- broeders, en den tijdt wanneer zij als Meesters der Konst zijn aan- gekomen en hun overlijden te doen aentekenen; opdat daarvan ten allen tijden zoude kunnen blijken. |
|||||||||||||
Sterft:
|
|||||||||||||
Komt:
|
|||||||||||||
A.
|
|||||||||||||
1631. Albert Jansz.
1632. Arendt Samüelsz. Teerling.
1635. Adriaen Thuynman. 1649. Adriaen Jansz. Dekker.
» Anthony Kroos.
1658. Arien Warmenhuyzen.
» Adam Heyndriksz.
1674. Abraham Van Beijeren.
1684. Adriaen Keijzer.
1685. Adriaen Lodder.
Arii Barneveld. (i) 16 January 1737. Arij Veenis........25 Nov. 1781.
4 December 1767. Anthon Crembs.
20 January 1769. Arij Bos. Het Gild bedankt 1781.
12 December » Abram Washuyzen. Het Gildt
en Stadt verlaaten 1782. |
|||||||||||||
(1) Hierbij is aangeteekend: staat by abuis onder de beeldhouwers.
|
|||||||||||||
— 28 —
|
|||||||||||||||||||||||
A. Sterft:
Aaltje Veen. Wed. Gerrit Win-
ter vreugt ....... 15 April 1780. Anderies Muller.
|
|||||||||||||||||||||||
Komt:
15 December 1769. 30 October 1787.
1649.
1682.
5 Maart 1767.
29 January 1768.
|
|||||||||||||||||||||||
D.
Dirk Metius. Dirk Krat. . Dirk Jonker. Dorus Ernst. |
|||||||||||||||||||||||
4 Junij 1729.
|
|||||||||||||||||||||||
1636.
24 January 1776.
1636.
1651. 1723. |
Emanuel de Wit. (1)
Eijsbrand Breek. F.
Ferdinandus Bontekoe. Fredrik Bosch. Fredrik de Wit . . . |
||||||||||||||||||||||
1741.
|
|||||||||||||||||||||||
1631.
|
Gerrit Ruijl.
Gerrit de Buk. Gerrit de Jong. Gillis Volkerts-/. Gerrit van der Steur Gysbert de Bruijn . |
||||||||||||||||||||||
. 30 April 1729.
10 December 1746. |
|||||||||||||||||||||||
24 February 1696.
1706.
22 November 1725.
|
|||||||||||||||||||||||
Gloudi Milo. De stadt verlaten 1736.
|
|||||||||||||||||||||||
(1) Later (23 Juni 1641) komt hij ook voor als lid van het Sohilders-Gild
te Delft. (Zie Dl. I. 6, kolom 2. 37. 44, kol. 2.) |
|||||||||||||||||||||||
— 29 —
|
||||||||||||
G. Sterft:
Gerrit Nottelman.
Gerrit van der Meule . . . February 1758.
Gerrit Slesker. Guiljam Maaza (1) . . . 19 Februarij 1760.
Gerrit de Reuver. Gerrit Zilver. Het Gild en Stadt verlaten den 4 Meij 1775.
Gerrit Krook. Het Gildt verlaaten. Gerrit Koedijk. Gerrit Roothoff. Geertruy van Heerder, Wed. Jacob Boom. H.
Hendrik van Stavoren.
Hendrik Schijndel. Hendrik Graüvv. Hendrik Roskam. Vertrokken 1706.
Hieronimus Wandelaar. Het Gild verlaten. Harmanüs Maas. Na Oost-Indien 1760. Hendrik Schingen . . . 11 December 1782. Hendrik Ritsma.....Februarij 1775. IlESSEL PlETERSZ. WASSENAAR. Het
Gildt en Stadt verlaten 1776.
Hendrik Bekker. Het Gildt en Stadt verlaten 1778.
Hendrik Schermer. Heeft zijn meesterschap betaalt.
|
||||||||||||
Komt:
6 Febmary 1738.
22 September 1743-
14 Julij I74S-
1 Meij 1753.
25 Maert 1763.
19 Meij 1770.
1770.
1 November 1773.
2 December 1786.
1788.
|
||||||||||||
1631.
1682.
1686.
16 October 1699.
15 September 1718.
5 September 1742.
8 Maart 1747.
28 October 1752.
15 November 1764.
|
||||||||||||
3 April 1769.
|
||||||||||||
(1) Massa. (?)
|
||||||||||||
— 30 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J. Sterft:
Jan Willemsz. Bennihg.
Jan Vogei.ius. Jan Rijzer. Jan Willemsz. Benning (i)
Jacobus de Wit. Johannes Kromstrijen. Jan Aalbertsz. Jan Jorisz. de Poorter. Jacob Reus. Jan Everdingen. Jan Gerritsz. Brandt, johannis van der zande. Jan Teunis Blankenhoff.....1669.
Jan Aalbertsz.
Jacobus Metius.
Jan Klaasz. Van der Wouden.
Jacob Admiraal .... 8 November 1729.
Joost de Bruijn .... 19 December 1746.
Jan Teeuwsz. Root ... 4 October 1748.
Johannis van der Meer. . , 15 Maart 1740.
Jan van Truijen......28 Maart 1740.
Jacobus Krabbée .....
Jacob Marcus. Het Gild ver-
laten I February 1769. Jan Hoeck......20 February 1732.
Jan Kyser.......28 Augustus 1766.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) Schijnt toen voor de tweede maal ingeschreven te zijn.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 31 —
|
||||||||
J. Sterft:
Jan Jacobsz. Boom.....10 April 1755
Jan Vertest.......27 Maart 1754.
Jacob Koopman.....28 October 1770.
Jacob Pietersz. Braak . . 16 January 1747
Jacob Lanst......12 January 1776
Jacobus Niesvelt. De Stat ver-
laten 1742. Jacobus Nirop......9 January 1768.
Johannes Bremmer.
Jan Blocker...... 8 Maart 1781.
Jan Leeuw. Heeft het Gild
bedankt 28 October 1770. Joghem Maas.
Jacob de Bruyn. De Stat ver-
laten 1753. Jan Kuylenburg. NaOostindie
Jacobus van Statloon.
Jacob Jansz. Boom.....7 October (1)
Jacobus Pothof.
Johannes Maas.....30 Augustus 1770.
Jacob Wintervreugt Pie-
tersz. Jacob Pys. 1785 't Gild en
Stad verlaten. Jan Schingen.
Jan Karbyn Janszoon. 1780
Stat verlaten. |
||||||||
Komt:
13 January 1728.
9 November 1728.
13 Mei 1729.
20 July 1732.
13 February 1734-
30 January 1739.
16 February 1741.
27 Juny 1741.
21 November 1743.
12 Mey 1745.
13 Maart 1749.
25 February 1749. 16 » 1758.
2 October 1760.
13 February 1762. 23 January 1767. 21 December » 11 » 1769. 1 April 1770.
|
||||||||
(1) Het jaar niet ingevuld.
|
||||||||
— 32 —
|
|||||||||
J. Sterft:
Jelte Ritsma......18 October 1787.
Jan Sol. Het Gildt verlaten 1783.
Jan Bergen.
Jan Bruyn.
Jan Winkel J.zoon.
K.
Kornelis van Rossen.
Klaas Dirksz. van der Hek. Klaas Rijkers. Kornelis Sparboom.....13 Juny 1713.
Karel Babtist.
Klaas de Poorter. Kornelis Boomkamp. Verlaat 't Gildt 23 December 1717.
Klaas Ariensz. Loos.....6 July 1765.
Klaas de Graaff. Het Gild
verlaten.
Klaas de Knecht. Idem. Kornelis van den Abeelen. Kornelis Weeshoff. 1742 uyt 't Gilt gegaen.
Kornelis Bootsman. Kornelis Kuyper. Klaas Francooys Hoefnagel. May 1767 het Gilt verlaten.
Kornelis Gorter.....November 1772.
Kornelis Pieterse Pette . . 23 April 1778.
|
|||||||||
Komt:
16 Mey 1770.
11 July 1777.
2 January 1779. 23 October 1786. 12 December » |
|||||||||
1631.
1635-
1637-
26 April 1655.
18 October 1663.
1669.
13 December 1695.
8 October 1700.
25 September 1721. 28 Maart 1730.
3 October 1731.
12 December 1733.
25 Augustus 1742.
9 December 1749.
I Mey 1764.
9 J"iy 1765.
8 November 1766.
|
|||||||||
— 33 —
|
||||||||||
K. Sterft:
Kasper Eerck.
Klaas van der Burg. cornelis deugte. KORNELIS SïOELL.
L.
Laurents Oosthoorn.
Lucas Lookhorst (i)
Lucas Lookhorst. Het Gild
bedankt. Ludovikus Franke. Syn Mees-
terschap betaald. M.
Maarten Ludikhuyzen.
Marten Harmansz. Jonker.
Matthias van den Berg.
Maerten Heemskerk van der Hek.
Maarten de Wit.
Michiel Gerritsz. Hart . 9 October 1748.
Maarten Klaver........1735.
Maarten Olofs Weethoff 2 Januari 1731.
Michiel van Born.......1751.
Maarten Winder. Uyt het Gild
gegaen 11 December 1731.
Miggiel Caree.....7 October 1747. |
||||||||||
Komt:
29 Mei 1769.
4 April 1770.
7 16 February 1778.
1658.
24 Mey 1780.
23 January 1782.
23 » 1788.
|
||||||||||
1631.
»
16 Juny 1646.
1653.
1702.
25 Mey 1704.
15 December I7°7-
19 Mey 1714.
10 October 1715.
22 Augustus 1721.
6 December 1725.
|
||||||||||
(1) Hierbij staat aangeteekend: Als Schilder.
II |
||||||||||
— 34 —
|
||||||||
M. Sterft:
Maarten Hullaer. Na Oost-
indie 1747.
Maarten van Schaage. N.
NlKOLAAS VAN DER HEK.
NlKOLAAS VAN DEN BOSCH. NlKOLAAS DE VREE. O.
Ottho Taverijn. P. PiETER LUCASZ.
PiETER RlEUWERTSZ. PiETER SHAFFENBURG. PiETER KORNELISZ. VERBEEK. POULUS RlJZER. PiETER PERSVN. PiETER MOMPERT. POULUS HlNNEKEN. Pieter Kroos.
Pieter LUCASZ. Dubbelt. 29 December 1727.
Pieter van der Weyden. ii September 1747. Poulus Pietersz. Dub- belt ....... 16 Augustus 1733. Pieter van der Steur.
Pieter de Wolff ... 6 December 1759.
|
||||||||
Komt:
19 Meij 1733.
2 January 1782.
|
||||||||
1658.
5 November 1697. 14 September 1715.
1631.
1631. 1635. 1635. 1640. 1645. 1648. 1649. 1651. 31 October 1695. 1711. 11 February 1728. 6 Mey 1729.
16 April 1740. |
||||||||
— 35 —
|
|||||||||||||||||||
Sterft:
27 April 1775. |
|||||||||||||||||||
Komt:
20 December 1742. 6 November 1769. 26 November 1771. 21 Mey 1777.
|
|||||||||||||||||||
P.
PlETER VAN NlEZIUS . .
PlETEE VENIS. Philippus Stroobant. Het
Gilt verlaate 1773.
Pieter Vogel .... |
|||||||||||||||||||
19 January 1782.
|
|||||||||||||||||||
.2 Jimy 1787. Pieter Berkhout.
R. 1631. Reijer Krynsz.
10 Juny 1727. Rijk Dirkse. S.
1632. S^EZAR (sic) VAN EVERDINGEN.
|
|||||||||||||||||||
I633-
1637. 1687. I700. 22 December 1702.
3 November 1768. |
Salomon Duward.
Symon Theunis Verhorst. Salomon de Swarte. slewert van der meulen. Symon Eikelenberg . . 23 November 1738.
Sent Ritsma. Het Gild verlaten 1773. |
||||||||||||||||||
1645. Teunis van de Zande.
26 October 1748. Theewis Jansz. Root. V.
|
|||||||||||||||||||
1653. Vastert Jacobsz Turk.
|
|||||||||||||||||||
— 36 —
|
|||||||
Komt: W. Sterft:
1634. Willem Barzius. (1)
1681. Willem Hatsvelt. 24 February 1696. Wiggerus Viïringa. Ver-
trokken 1706. 8 October 1702. Willem Havenbergh. . 15 January 1753. 5 November 1726. Willem Herberse ... 6 April 1746.
1 » 1768. Willem Rosêndaal. Het
Gild verlaten 1769.
3 April 1770. Willem Smit. 15' December 1777. Willem Steenweg. Het Gild verlaten 1784. Y.
1645. Ysabella Bardezius.
Z.
1631. Zacharias Poulüsz. Beeldhouwers en Steenhouwers.
A.
1631. Anthony Denys. 1635. Abram Jacobsz. Molen-
YZER.
24 July 1732. Arie Barnevelt (2) . . 4 January 1742.
|
|||||||
(1) Bardezius (?)
(2) Zio de aanteekenmjï hiorvoren op bl. 27.
|
|||||||
— 37 —
|
||||||||||||||||||
Sterft:
|
||||||||||||||||||
Komt:
|
D.
|
|||||||||||||||||
1649. DlEK DlRKSZ. HüYG.
28 February 1765. Dirk de Meijier.
|
||||||||||||||||||
9 December 1730. Gijelmus Straaman,
beeltsnyder H.
|
||||||||||||||||||
15 April 1776.
|
||||||||||||||||||
17 January 1736. Hendrik Amstel, als
steenhouwer. Nalndie gegaen 1742. 1657. Hark Nanningsz. van der Veer. 9 November 1716. Hark Blom.....17 November 1727.
30 July 1728. Hark Blom Junior.
J
1631. Jan Klaasz. Vierheems-
kinderen.
1644. Jan Jansz. Kragtig.
1651. Joris Jacobsz.
1659. Johannes Kinnema.
1681. Jacob Krynsz.
|
||||||||||||||||||
31 Maert 1696. Jan Harksz. Bommer.
5 » 1706. Jan Baliuw.
1706. Jan van Schoorl . .
26 October 1707. Jacobus Vennekool .
|
15 October 1704.
29 Augustus 1742.
27 January 17II. |
|||||||||||||||||
— 38 —
|
||||||||||||||||||||
Komt:
|
Sterft:
|
|||||||||||||||||||
J-
|
||||||||||||||||||||
18 Augustus 1721
24 September 1737
3 November 1728
1749
16 January 1737
20 December 1766
..... 1784
|
||||||||||||||||||||
13 November 1708.
21 Augustus 1711.
1718.
1728.
18 January 1730.
18 April 1731.
3 » 1770.
27 February 1771.
18 October 1776.
3 November 1777.
20 April 1780.
20 November 1782.
3 April 1787.
|
||||||||||||||||||||
Jan Wringh.....
Jakob van der Beek
johannes getterlingh . Jacobus Barnevelt . . Jan Reable .....
Jacob Winkel ....
Jan Straatmans . . . Jan Punt(i). Het Gildt en de Stad verlaten 1775.
Jan Otto Tilkers. Jan Smit , als steenhouwer. Jeroen de Kleyn , als steenhouwer.....
Jacobus Mattheus Cris-
sant, als beeldhouwer.
Jan Hengsman, beelt- houwer.
K.
kornelis jansz.
Kornelis Kornelisz.
avendorp. Kornelis de Gilde.
Kornelis Klaasz. Span-
broek.. |
||||||||||||||||||||
7 Juny 1784.
• ■ ■ 1783. |
||||||||||||||||||||
i635-
|
||||||||||||||||||||
15 Juny 1657.
1668. |
||||||||||||||||||||
(1) Dezelfde als de Graveur?
|
||||||||||||||||||||
— 39 —
|
||||||||||||||||
O. Sterft:
Kornelis Kouwenbergh. 14 December 1727.
Kornelis van Wondere......1765.
Klaas Bon.
L.
|
||||||||||||||||
Komt:
13 December 1695. 24 November 1738. 26 October 1754. |
||||||||||||||||
1681. Louys van Beddenhoeven.
|
||||||||||||||||
M.
Matïhys Nagtglas.
O.
Outger Jansz.
Olfert Hoogcarspel p.
Pieter Thysz.
Pieter Pietersz. Boot. Pieter Matthysz. Philips van Neut. Poulus de Vries . . S.
|
||||||||||||||||
1686.
1652.
11 July 1754. 1637.
1640. 1641. 1659. 7 October 1716. 1687.
12 April 1740.
17 November 1749.
|
||||||||||||||||
5 December 1778.
|
||||||||||||||||
25 February 1755.
|
||||||||||||||||
Symon Kornelisz. Keijzer.
Simon Kleeff .... 24 February 1752. Samuel Verkinderen. Vertrokken 17^4. T. Thys Klaasz. |
||||||||||||||||
1632.
|
||||||||||||||||
— 40 —
|
|||||
Komt: W. Sterft:
1675, Willem Metaa.
2ó Augustus 1777. Willem Becker. NAAMLIJST
der Konstkoopers die zig als Gildebroeders van 't Schildersgildt
hebben doen aantekenen.
A.
1636. Albert Harksz. 1662. Adriaan van der Mieden.
1663. Andries de Loos.
1682. Adam van Loon. G.
1664 Gerrit Jansz. Spek. J.
1635. Jacoe Willebortsz.
1642. Jan de Jongh. L.
1662. Lucas Hendriksz. P.
1676. Pieter Koker.
T.
1634. Thomas Pietersz. Baert. De eerste Naamlijst der Alkmaarsche Gildebroeders eindigt alhier
na vermelding der namen van de Ververs en van de Glazenmakers |
|||||
— 41 —
|
||||||||
De Glazenmakers werden den 30 Mei 1665 bij het Schilders Gild
opgenomen; even als die der Ververs worden ook hunne namen hier weggelaten. Het tweede »Naamboek der Leden van het St. Lucas Gild, bij
den aanvang van het Nieuwe Reglement op den XXI February 1788, door Cornelis Deugd, Deken, Gerrit de Reuver, Cornelis Kuy- per en Gerrit Bos, Raadr,:" behelst, voor het grootste gedeelte, de namen der Gildebroeders, die reeds in de eerste Naamlijst voor- komen, voor zoover zij in 1788 nog in leven waren. Kladschilders en Glazenmakers vormen, voor 't overige, het meerendeel en de Kun- stenaars komen daarin schaars voor. Van de laatsten wordt slechts één nieuwen naam aangetroffen, dien van Jacobus de Ruyt, Be- hangselschilder, die zich den 11 Augustus 1791 als Güdebroeder liet inschrijven. Na den 20 September 1797 werd in het Naamboek geen aanteekening meer gedaan. |
||||||||
NAAMLIJST
der Leerlingen van S'. Lucas Gildt(i). Komt of
T , A. Meesters:
Ingeschreven:
1634. Abraham Meyndertsz. . . . Bartius.
1643. Adriaen Jansz. Dekker . . . Sacharias Poulusz.
1649. Ariaen Dekker......Jan van den Bergh.
|
||||||||
(1) Hiervan hebben wij zooveel mogelijk alleen overgenomen de namen der
Kunstenaars en Kunstkoopers. Red. II 6
|
||||||||
— 42 —
|
||||||
Komt of
, , A. Meesters:
Ingeschreven:
1658. Arien van Bergen.....Van Durkom.
1660. Abraham Keijzer.....Harmanus van der Veer.
1664. Arend Pietersz.......Jan Kinneman.
» Aalbert Jansz.......» »
1696. Alewyn de Vries.....J. Wageman.
1698. Aldert Teunisz.......S. Krat.
1699. Adriaen Greun......» »
1700. Arend Govertsz......» »
1708. Adriaen Gerritsz......J. Vennekool.
1711. Adriaen Jacobsz......J. Wageman.
1721. Antoni Antonisse.....W. Havenbergh.
1724. Ary Koenraadt Barrevelt. . J. Barrendebos.
1725. Ary Cornelisz. Keyser (i) . . J. van der Meer.
» Ary Pietersz. Venis . . . . D. Kradt. 1727. Albert Hooft.......Jan Berndebos.
1727. Aldert Schilder......Maggiel Hert.
1729. Adriaan Schellinger .... Jan Hoek.
1731. Albert Jansz........Jan Roodt.
1735. Abram Gardyn......Jacob Braek.
1743." aron koeleman......cornelis bootsman.
1744. Aldert Schouten.....Jan Peereboom.
1756. Ari Groobe.......Claas Schrijver.
1759. Auke Tolk........Claas Loos.
» Adrianus van Santé .... Klaas Bon.
1760. andries krijsman.....cornelis küyper.
|
||||||
(1) Bij hem staat aangeteekend: Een Wecskindt.
|
||||||
— 43 —
|
|||||
Komt of
T , A. Meesters:
ingeschreven: 1765. Arie Bos........ Gerrit Slesker.
1766. Adrianus van den Burg . . . Jacob Boom.
1767. Aswerus Jesse...... Gerrit Swaan.
1768. Andries Waller...... Willem Hakof.
» Albert Rabeling..... Sent Retsma.
1784. Antony Gilles...... Stoffel Stalenberg.
C.
1638. Cornelis Rus....... Abram Molenyser.
1657. Cornelis Lucasz...... (oningevuld).
1663. Cornelis Dirkz....... Klaes Pietersz.
1664. Cornelis Pietersz. van der
Molen......... Cornelis de Gilden.
1685. Cornelis Bestevaer .... (oningevuld).
1696. Cornelis Harmanisz..... Corns. Walenburg.
1703. Cornelis Paal...... Jacob Admirael.
1705. Cornelis Diertsz...... Dirk Krat.
1710. Corns. Sparboom de Jonge . . » »
1712. Cornelis Heppens..... Michiel Gerritsz.
1726. Cornelis Hendr. Weeshof . . Maarten Weetshof.
1732. Cornelis Jansz....... Jan Hullaar.
» Cornelis Montjewerff . . . Gerrit van der Meulen.
1733. Cornelis van Eek..... Jacob Koopman.
1735. Cornelis Petten...... » »
1738. Cornelis Dekker...... Gerrit Nottelman.
Cornelis Kuyper staat op de
letter K. |
|||||
— 44 —
|
|||||
Komt of
T , C. Meesters:
Ingeschreven: 1744. Cornelis Kramer...... Willem Hakhoff.
» Cornelis Jansz. Gorter . . . Klaas Loos.
1755. Cornelis Maertens Buys. . . Joggem Maas.
» Cornelis de Klerk..... Jacob Nierop.
1759. Cornelis Petten...... Willem Hakof.
1765. Cornelis Schermer..... Jacob Daams.
1766 Christoffel Kluyt..... Cornelis Kuyper.
D.
1644. Dirk Barendsz. . .... Zacharias Poulusz.
1651. De Jongen van Bylevelt . . (oningevuld).
1710. Dirk Anthonïjsz. Plaat . . . M. van Bomen.
» Dirk Willemsz. Vryburg. . . Willem Havenberg.
1711. Dirk Bruys........ J. Wringh.
1714. Dirk van Druven..... Jan Wageman.
1720. David Govertsz...... Joost de Bruyn.
1733. Dirk Mol........ Frederik Bonavontuur.
1738. Dirk Kooy........ Pieter Biertjes.
1739. Dirk Krabbe....... » »
1746. Dirk Maas........ Ryk Molenaar.
1749. doue dlrkze de vries . . . cornelis bootsman.
1756. Dirk de Meijier...... Nicolaas Bon.
1762. Dirk Poppisse Jonker .... Andries Wolsenbol.
1763. Dirk Cornelisse Bleek . . . Ari Venis.
1768. Dirk van Leeuwen..... H. Ritsmaa.
1783. Dirk Straatman..... Gerrit Zwaan.
» Dirk Veeneman...... W. Bekker & Grissandt.
|
|||||
— 45 —
|
|||||
Komt of
T , D. Meesters:
Ingeschreven:
1795 den 15 Sepf. Het eerste Jaar der Bataafsche Vrijheidt.
De leden, allen bijeengeroepen zijnde, hebben in haar verga- dering met meerderheid van stemmen verkooze of benoemdt tot: Directeuren
van 't Lucas-Gild als".
Pieter Obdam met 10 stemmen.
Cornelis Stoel » 9 »
Jacobus van Stadloon » 7 »
en Willem Bekker » 5 » Ingevolgen (van dien) heeft Pieter Obdam ingeschreven:
16 Jan. 1796. Dirk Winder, leerling by Jacobus de Ruyt. 13 Apr. » Arie van den Bos, leerling bij Jacobus de Ruyt. F.
1709. Fredrik de Wit......K. Loos.
1719. Fredrik Fredriksz......Baert Koningh.
G.
1644. gerrit heijndriksz..... a. clnceer.
1646. Garbrand Wilbordsz..... Symon Corns. Keyser.
1658. Gerrit Adriaansz...... Cornelis de Gilde.
1665. Gerrit Pietersz. van der Molen Klaas van der Molen.
1685. Gerrit Maas ....... Jan Koedijk.
1710. Gysbert Wolbrandsz..... (oningevuld).
1711. Gerrit de Geus...... Michiel Gerritsz.
1720. Gerrit de Swart.....W. Havenberg.
|
|||||
— 46 —
|
|||||
Komt of
. G. Meesters:
Ingeschreven:
1722. Gerrit Roelandsz...... Pieter Jopse.
1730. Gysbert Boomkamp..... W. Havenberg.
1732. Geruit Slisser...... Maerten Klaver.
» Gerrit Notterman..... Jan Barndebos.
1736. Gerrit Krook...... Gysbert de Brüyn.
» Gerrit Barnevelt..... Arie Barnevelt.
1740. Gerrit Straat...... Hendrik Bakker.
1745. Gerrit Cornelis Steynis . . . Jan Hullaar.
1746. Gerrit Teunisz....... Arie Fenix.
1756. Gerbrant Willem Broek . . W. Hackoff.
1757. Gerrit Loijs....... Gerrit Slisser.
1759 Gerrit Maes....... Cornelis Maes.
1760. Garbrant Valter..... Ary Fenix.
1761. Gerrit Statloo...... Jacobus Statloo.
1762. Gerrit Zilver....... Garbrant Falter.
1770. Gerrit Wintervreugt . . . . Jan Maas.
1777. Gerrit Liphuyse...... Arie Veenis.
1783. Gerrit Lynhuys...... Christoffel Stalenbergh.
1784. Gerrit Branskamp, steenhouwer WiLLm. Bekker.
» Gerrit Volkman...... Corn. Deught. 1785. Gerrit Eggers...... D. Ernst.
1787. Gerrit Will. Atmiraal . . . Stoff. Staalenberg.
1788. Gerrit Kops, een Wees . . . Jan Bruyn.
1793. Gerrit Groen....... Hend. Winkel. 1795. Gerrit Wijdeman..... Js. de Ruyt.
1796. Gysbert Janzen....., G. Swaan.
|
|||||
— 47 —
|
|||||
Komt of
, , H. Meesters:
Ingeschreven: 1668. Hendrik Jorisz....... (niet ingevuld).
1673. Hendrik Langvelt..... Albert Langvelt.
1685. Hendrik Klaasz. Brant . . . (niet ingevuld).
1700. Hendrik ter Dyk..... Pietër Lucasz.
1714. Hendrik Jacobsz. ........ Dirk Krat.
1715. Harmanus Velthoen . . . . W. Havenbergh.
1717. Hendrik Strantvliet . . . . M. Hart. 1719. Heyndrik Dirksz...... Pieter Lucasz.
1722. Hendrik Jansz. Pot...... W. Havenberg.
1726. Heyndrik Janse Backer . . . Gerrit van der Meulen.
» Heyndrik Weeshof..... M. Weeshof. 1727. Hendrik Flipse...... Gloudi Miloo.
» Hermanus Maas...... W. Havenberg.
1729. Hendrik van der Ham ...» »
1730. Hendrik Leliveld..... » »
1737. Harmanus Haagbol..... Jan Barndebos.
1753. Hendrik Cornelis Weeshof. . Jacop Koopman.
1768. Hendrik de Rooy..... W. de Bruyn.
1769. Hendrik Bekker ...... Jacob Wintervreugt.
1771. Hendrik Eekhout..... Olfert Hoogkarspel.
1772. Hendrik Sluijte...... Hessel Wasnaar.
» Hyronimus Wandelaar . . . Dirk de Meijer.
1776. Hendrik Winkel..... Ysbrand Breek.
1777. Hannes van Ommeren .... Antony Klomp.
» Hendrik Bruskamp..... Jan Karbyn. 1783. Hendrik Strubbe..... G. de Reuver.
|
|||||
— 48 —
|
|||||
Komt of
T , H. Meesters:
Ingeschreven:
1783. Hendrik Fret, (steenhouwer) . W. Bekker.
1784. Hendrik Seele...... J. Statloon.
1785. Hermanus de Meijer .... G. de Ruever.
» Hermanus de Bruyn . . . . P. Veenis. 1787. Hendrik van Suyle, een wees. De Ruever.
1788. Hendrik Ritsma, een Gerefor-
meerde wees....... Stadloon.
1789. Hendrik Schuur...... Jacobus Pothof.
1791 Hendrik Vos....... J. Stadloon.
1792. Hendrik Geei........ » »
1793. Hendrik van der Molen ...» »
» Hendrik Petten...... Abram de Vries.
1797. Hendrik Smit....... Jan Winkel.
J-
1636. Johannes de Vries..... (oningevuld).
» Johannes Steenhuysen ... »
1640. Jan Theunisz. Blankenhof . . Arend Cinceer.
» Johannes Bulot...... » »
1644. Jan Jansz. Regtop..... Zacharias Poulusz.
» Jacob Jansz. Snoek..... Jan Klaesz. Vierheems-
kinderen.
1646. Jan Daeij........ Symon Corn. Keyser.
1658. Jan Gerritsz........ (oningevuld).
1661. Jacob Krynsz........ Hark van der Veer.
1666. Jacob van Langedyk .... (oningevuld).
1668. Jan Dokkenburg...... »
|
|||||
— 49 —
|
|||||
Komt of
Ingeschreven: *• Meesters: 1668. Jan Jansz. Geelvink .... (oningevuld)
1669. Jan Abrahamsz....... Cornelis Sparboom.
1673. Jan Maertensz Oosterbrug . » »
» Jan Koning....... Klaes (de) Poorter.
» Jan Spiegel........ Cornelis Sparboom.
1684. Jacob Velt........ Van den Berg.
1685. Jan Sparboom....... (oningevuld.)
( Baart Koningh.
1696. Jan Hendriksz....... <
( Corns. Walenburg.
1697. Jan Evertsz. van Twisk . . . Symon Krat.
» Jacob Jacobsz....... Dirk Krat. 1698. Jan Wageman ...... J. Admiraal.
1699. Jan Bombaars....... (oningevuld).
17oi. johannes pletersz. roes
(Roest?)........ »
T7°3- JAN DE Lachambre..... Louris van der Meülen.
» Jan Root........ Pieter Dubbelt.
» Joost Pieterse...... Cornelis Boomkam.
1704. Jan Peerboom...... Louris van der Meulen.
1705. Jan Jacobsz........ Michiel Hart.
1707. Jan Mentingh....... Jacob Posthumus.
1708. Jan Holkeer....... Baart Koning.
1710. Johannes Wigman..... W. Havenberg.
1711. Jacob Poulusz. Wen . . . . K. Loos.
» Jacob TJlp........ W. Havenberg.
» Jan Pietersz........ K. Loos.
II 7
|
|||||
— 50 —
|
|||||
Komt of
, T. Meesters:
Ingeschreven:
1713. Jan Klok........ Jan Roodt.
1714. Jan Hoek........» »
» Jan Streek........ Dirk Krat.
» Jan Wigman....... Baart Koning.
1715. Jacob Braak....... Klaas Loos.
1716. Jan Vertest....... W. Havenbergh.
1719. Jan Kluft........ J. Barndebos.
1720. Jacob Barnevelt...... J. Getterlingh.
» Jan Klokkenburg..... Jan Waagman.
» Jan Klaasz........ Hark Blom.
1721. Jan Klokkenburg..... Jan Wageman.
1723. Jacob Ariensz....... Fredrik de Wit.
1724. Jacob Pietersz. Lanst. . . . (oningevuld).
» Jacob de Sander...... J. van der Beek.
» Jacob Adriaansz. Kooger . . Klaas Loots.
1725. Jan Dircksz........ Hark Blom.
» Jan Francken, discipel in de
tekenkonst........ Willem Havenberg.
1729. Jan Wouter Muller . . . . W. Havenberg.
1730. Jan Tymesz........ Jan Barndebos.
1733. Jan Schut........ M. Hullaar.
» Jacob Heere....... Jan Wageman.
» Jacob Boom........ Jacob Nierop.
1734. Johannes Bremmer..... Jan Hullaard.
» Jacob Beert....... Willem Havenbergh.
» Jan Dirks Blikman..... Klaas Loos.
|
|||||
— 51 —
|
|||||
Komt of
T , T. Meesters:
Ingeschreven: . J
1735. jan kuylenburg...... poulus dubbelt.
1736. Jan Pietersz. Koedyk .... Jan Hullaer.
1737. Jan Smit......... M. Hart.
» Jan Blokker....... Cornelis Mens.
1741. Johannes Kenfer..... J. Marens.
1742. Jan Vuyst........ Wedn. Hakoff.
1744. Jan Jansz. van den Bergh . . Jan Vertest.
1751 Joris van der Paaden . . . W. Hakof.
» Jan Gieljam Mase..... Jan Karebeyn.
1752. Japik Janse-Middeli .... Jan Hüllaart.
» Jacob Venker...... Olfert Hoogkarspel.
» Jacob Sipkes....... Arie Venis.
» Jan Dirksz. Eeldersman . . B. de Bruyn.
» Jan Schoon....... » »
1755. Jan de Lange....... Klaas Schrijver.
» Jacob Cornelisse..... Jan Blokken.
1756. Jacob Reyken....... Arie Veenis.
1757. Jacob Nieuwenhuijse .... Jan Hullaert.
» Jurriaen Post....... Olfert Hoogkarspel.
» Jan West........ Joggem Maas.
1758. Jacob Janse Out. ..... » »
Ï7S9- Jacob Boom........ Willem Hakoff.
1760. Johannes Maas...... Gerrit Zwaan.
» Jan Clasen de Haan .... Jan Carbyn.
1761. Jacob Oudestam...... Cornelis Bootsman,
» Jacob Goodyn....... Jan Carbyn.
|
|||||
— 52 -
|
|||||
Komt of
T , T. Meesters:
Ingeschreven: J
1763. Jacob de Wolf...... G. Swaan.
1764. Jan Klaasz. Bras..... J. Stadloo.
1765. Jacob Reyts....... A. Wolsenbol.
1768. Jan Punt......... Dirk Meijier.
» Jesse Meynders...... A. Wolsenbol.
» Jan Sol......... Dirk Jonker.
» Jan Wigman ....... C. Petten.
» Jan Ernst........ Doris Ernst.
1769. Jan Smit......... O. Hoogkarspel.
» Jan Dirksz. van Elst .... Hessel Wassenaar.
» Just van der Maas..... Aaltje Veen, Wed. Gerrit
WlNTERVREUGT.
1770. Jelte Ritsma, leerling van syn
vader......... H, Ritsma.
» Jan Veen, weeskmt..... Gerrit Slissker.
» Jan Straatmans...... Gieljelmus Straatmans.
» Jan Kerrebyn....... Jan Kerrebyn.
» Jan Overbeek....... Arie Venis.
1771. Jan Dirksz. Tromp..... Gerrit de Reuver.
» Jan Amelius........ Hessel Wassenaar.
1773. Johannes de Moor, weeskint . Jan Karbijn.
» Jan Bergen........ Gerrit de Reuver.
» SlMON GROOF ....... PlETER OPDAM.
1774. Jacob van der Burgh . . . H. Wassenaer.
1777. Jan Winkel ....... Casper Erick. » Jan van Rosse...... Gerrit Slesker.
|
|||||
— 53 —
|
|||||
Komt of
T , J. Meesters:
Ingeschreven: J 1777. Jan Swart....... . Gerrit de Reuver.
1778. Jeroen de Kleijn...... Willem Bekker.
1779. Jan Brüijn........ G. Swaan.
1780. Jabob Bijpost....... Willem Hakof.
» Jan van Koot....... Kasper Erink.
» Jan Nommer....... Jan Schinge.
1782. Jan Russeplucker Helmsing . Pieter Veenis.
1783. ... (1) van den Berg .... IJsbrant Breek.
» Jacob Zwaan....... Jb. Wintervreugt.
» Jacob Feijten, Steenhouwers-
knegt......... W. Bekker & Grissant.
1874. Jan Hengeman, Beelthouwers-
knegt......... Chrisant.
» Jan Kreeft........ Gerrit de Reuver.
» Jan Bos, leerling van syn vader Gerrit Bos.
» Jan Swaan........ Gerrit Swaan.
» Jan van den Hoove..... Eijsbroek.
1785. Johannes Vastrik..... Wm. Bekker.
1786. Josef Daameson, steenhouwer . » »
» Jan Knoef........ Gerrit Swaan.
1788. Jan Otto........ » »
» Jacobus Schoenmaker . . . . P. Venis.
» Jacob Keppen, Steenhouwer . . Wm. Bekker.
» Jacob Swart , een wees . . . Jan Bruyn.
» Joseph Besteman , Steenhouwer . Wm. Bekker.
(1) Voornaam -weggelaten. |
|||||
— 54 —
|
|||||
Komt of
T , J. Meesters:
Ingeschreven: J
1788. Jan van Dijk ....... De Reuver.
1789. Jan Cator........ Corn. Deugt.
1790. Jan van Assenberg..... Pieter Opdam.
» Jan Sonneveldt...... E. Breek.
» Johannes Cornelis Ruth. . . Jan Winkel.
» jb. tenoor........ j. van stadloon.
» Jb. DE RüYT....... O. KEYSER.
» Jurrien Moos....... Arie Hellenkamp.
» Jan Sanders....... C. Stalenberg.
» Jan Volk......... Auke Rondhout.
1791. Jan Venker, een wees . . . C. Stoel.
» Jan Regter........ » » » Jan Mourik........ W. Bekker.
1791. Jan Luthem........ Wolstenbol.
1792. Jacob Groen....... Hendr. Winkel.
» J. Kruijsman....... Pieter Venus.
» Jacob Zwart....... Jb. Potthoff.
» Jan Dirkse Muller..... Stadloon.
» Jozeph Everzoon...... »
1793. Jan Cornelisz. Punt . . . . P. Venis.
» ISACK HOPPESTEIN...... H. VAN SCHAGE.
» Jan Stubbe........ C. Deugt.
» Jan van Roestbrugge .... Jan Bruijn.
» Johannes Wilh Hes . . . . A. Muller.
» Johannes Hendr. van Bui-
singa....... .O. Rondhout.
|
|||||
— 55 —
|
||||||||||
Komt of
T , J. Meesters:
Ingeschreven: J
|
||||||||||
r793- JAN Lommert......
|
[ C. Keyzer.
|
|||||||||
1794. JOHANNES HOUTSCHOTE . . .
» Jan ten Eys....... H. de Vries.
» Jan Buekers....... Jan Hengstman.
1796. Jan van den Bos...... P. Venus.
1797. Jan Lindeman....... C. Kyzer.
» Jacob Metzelaar..... M. van Schagen.
K.
1634. Klaes Jansz........ (oningevuld).
1646. Klaes Jacobsz....... Symon Keyzer.
1668. Klaes Wilbortsz...... (oningevuld).
1697. Klaes Kaspertsz...... Corns. Walenburg.
1698. Klaes Loos........ Pr. Dubbelt.
1714. Klaes Amelsz....... Adriaan Toornburg.
1720. Klaes Raaman....... Hark Blom.
1723. Klaes Jansz. Knegten. . . . Dirk Krat.
1733. Klaes van Denne..... Jacob Jongman.
1734. Kornelis Kuyper...... Kornelis de Groot.
1738. Klaas Benjaminsz...... Cornelis Mens.
1740. Karel Mulder...... Jacob Koopman.
1744. Klaas Andr. Binneman . . . Corn. Bootsman.
» Klaas van Groet..... Jan Wageman.
» Klaas Daams....... Jan Peereboom.
1756. Klaas Everwyn...... Cornelis Kuyper.
1761. Kristoffel Stalenberg . . . W. Hakof.
|
||||||||||
— 56 —
|
|||||||
Komt of
T , K. Meesters:
Ingeschreven:
1763. Klaes Schermer...... Jacobus Statloon.
1765. Klaes van de Burg..... Willem Hakoff.
1772. Klaas Groot....... Cornelis Gorter.
» Klaas Kuyk....... Jacob Pothof.
1776. Klaas Slinger....... Gerrit de Ruever.
1793. Klaes Boerloo ....... W. Bekker-
» Klaes Pootjes....... A. Wolsenbol.
» Klaes Tordu......
|
|||||||
Klaes Renger....... S C> KEYZER-
1794. Klaes Brugge....... A. de Vries.
I..
1664. Louris Gerritz....... Klaas van der Molen.
1673. Louris (de) Poorter .... Klaes (de) Poorter.
1710. Louris Klokkenburg .... Jan Wageman.
1769. Louris Cornelis Weeshof . . Hessel Wassenaar.
1787 Louris Plas........ Jan Schinge.
1789. Lambert Kooij...... C. Stalenberg.
1790. Leendert van der Boon ...» »
M.
1638. Michiel Symonsz., compasmaker Aelbert Symomsz. . .
1696. Michiel Geritsz....... Dirk Krat.
1700. Maarten Senten...... (oningevuld).
1702. Maerten Jansz....... »
1710. Maerten Olofsz....... Corns. Walenburg.
1725. Maarten Aldertsz. Hullaart. Johannes van der Meer.
|
|||||||
— 57 —
|
|||||||||||||||||||||||||||
Komt of
Ingeschreven: 1726. Mynikus Jacobse . .
1756. Matys Blom . . .
1761. Maarten Schram . .
1768. Maarten Klaver. .
1778. Maarten van Megen 1787. Mattys Joseps. . .
|
|||||||||||||||||||||||||||
M.
|
Meesters:
ï'rederik de Wit.
Jan Blokker. Andries Wolseneol. Jacobus Stadloon. Jacobus van Stadtloon. Gerrit Zwaan. |
||||||||||||||||||||||||||
N.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gerrit de Reuver.
Cornelis Stoel. Willem Bekker. (oningevuld.)
Aelbert Jansz. Arent Cinceer. Zacharias Poulusz. Klaas van der Molen. (oningevuld.) Jacob Admiraal. Cornelis Walenburg. Jacob Admiraal. W. Havenbergii. G. van der Meulen. Jan Rood. Baart Koning. Harck Blom. M. Weeshof. |
|||||||||||||||||||||||||||
1775-
|
Nicolaas Willem Broek . .
|
||||||||||||||||||||||||||
1789. Nicolaas Ballas.....
1793. Nicolaes Defosse (de Vos?)
P.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1635-
1638. 1644 »
1679. 1695
1697 1698 1710 1714 1723 |
PlETER CüRNELISZ. WUPPER
pleter ronsz. comans.
Putman Rietwijk . . PlETER JANSZ.....
PlETER ANDRIESZ. . . .
PlETER LUCASZ. . . . Pieter Jansz. Grol . .
pleter van der weyden PlETER WlLLEMSZ. . .
PlETER DE GRAAEF . .
PlETER PlETERSZ. . . .
|
||||||||||||||||||||||||||
PlETER VAN DER VEER .
PlETER JACOESZ. . . .
PlETER PYNSTER . . .
Pieter Jansz. Waal .
|
|||||||||||||||||||||||||||
1
1
1
|
|||||||||||||||||||||||||||
II
|
|||||||||||||||||||||||||||
8
|
|||||||||||||||||||||||||||
— 58 —
|
|||||
Komt of
T . P. Meesters:
Ingeschreven: 1728. PlETER JANSZ........ FREDERIK DE Wil'.
1729. pleter wlntervreugt .... joannes van der meer.
» Pieter Kind....... Maarten Klaver. 1732. Pieter Willem de Groodt . . W. Havenberg.
1736. Pieter Dammesse..... Jacob Marens.
» Pieter Reijniersz. Vuyst. . . Jan Vertest.
1749. Pieter Janse Middeli .... Cornelis Boosman.
» Pieter Corneusse Schoute . . Vertest.
1753. Petrus Ernst....... Bruyn de Bruyn.
» Pieter Hoogwout..... » »
1759. Pieter Mens....... Cornelis Mens.
1760. Pieter Vogei........ Jacob Koopman.
1762. Pieter Ibink....... Jan Blokker.
1764. Pieter Sleskes...... K. Bon.
1769. Pieter Venis, leerling van sijn
vader......... Ar ie Venis.
1770. Pieter Kootwyk...... Jacob Wintervreugt.
1778. Pieter Berkhout..... G. Zwaan.
» Pieter Zwaan....... Christoffel Stalenbergh.
1779. Pieter Schouten..... De Ruever.
1783. Pieter Paus....... Benjamin Schrijver.
» Pieter van Brugge..... J. Stadtloon.
1784. Pieter Wardenier..... C. Deugt.
1785. Pieter Wigman...... P. Venis.
1786. Poppe Jonker....... G. Zwaan.
1788. Pieter Steenhuijsen..... J. Stadloon.
1789. Pieter Wassenaar..... C. Stoel.
|
|||||
— 59 —
|
||||||
Komt of
T . P. Meesters:
Ingeschreven: 1789. Pieter Tak .■....... H. Winkel,
1790. Pieter Monsee...... » »
1795. Philippds van Aake..... Wed. J. Wintervreugt.
1797. Pieter Koster....... J. van Stadloon.
» Pieter Goole....... A. Hellenkamp.
R.
1711. Ryk Dirksz........ P. van der Weyden.
S.
1636. Salomon van Ravesteyn . . . Jan Schagen.
1637. Symon (i)........ Symon Keyzer.
1638. Symon van Petten..... A. Molenyzer.
1650. Symon Jansz. Ryp..... Jan van den Berg.
1663. Samuel Aartsz...... Cornelis Sparboom.
1710. Symon Michielsz...... Baert Koning.
1720. Symon van der Pot..... Jan Barndebos.
1722. Samuel Oosterman..... Jan Teeuwisz.
1726. Sybrant van Haffe..... Baert Koningh.
1733. Symon Moeriaan...... Fredrik Bonaventuur.
» Symon Glas........ Jacob Marens.
1737. Symon Kleéff....... G. Straatman.
1749. Sybrant Jacobse Molenaar . . Jacob Nierop.
1757. Symon Noordyk...... Olfert Hoogkarspel.
1764. Symon Janse Kant..... G. Bos.
1768. Simon Dekker....... A. Wolsenbol.
|
||||||
(1) Geslachtsnaam niet ingevuld,
|
||||||
— 60 —
|
|||||
Komt of
T , S. Meesters:
Ingeschreven. 1771. Servaas Zeebout...... Philippus Strooband.
1772. Sybrant Ariensz. Vader . . . Gerrit de Reuver.
T.
1634. Thys Klaasz........ (oningevuld.)
1643. ïheunis lambertsz..... jan k.laasz.
1665. Theunis Poulusz...... Klaas Pietersz.
1667. Thomas Jansz....... (oningevuld.)
1704. Thomas de Klerk..... Symon Krat.
1762. Teunis Decker...... Jacobus Pothof.
1784. Teunis Somerdyk...... Ysbrant Breek.
W.
1685. Wessel Cornelisz. Spanbroek . (oningevuld.)
1710. Wolbrand de Jongh .... Adriaen Greun.
1720. Willem Schaak...... J. Roodt.
1726. Willem Krysman...... »
1727. Willem Knuyse...... Frederik de Wit.
1733. Willem Karsse...... Michiel Hart.
1734. Willem Lisseman...... Klaas Knegte.
1735. Willem Hofdyk...... Jan Vertest.
1737. Willem de Mol...... Jacob Lanst.
1740. Willem Karssen...... Jan Hullaard.
1754. Willem Rosendaal..... Gerrit Slesker.
1766. Willem Toornburg..... A. Wolsebol.
1768. Willem Duyn....... Jacobus Stadloon.
1771. Willem Wackie...... » »
|
|||||
— 61 —
|
|||||
Komt of
T , W. Meesters:
Ingeschreven: 1771. Willem Hemmen...... Dirk Jonker.
1779. Willem Beyne...... Jan Blokker.
1783. Willem van Reye..... Cornelis Stoel.
» Willem Pieter Haan .... Gerrit de Reuver.
1785. Willem Maas....... Jan Schingen.
1788. Wouter de Bie...... G. de Reuver.
» Willem Keyzer...... Stadloon.
1789. Willem van Leuven . . . . H. Schermer.
» Willem Krieg...... Wed. Jacob Boon.
1792. Willem Daniel Clement . . . Jan Bruyn.
1793. Willem Slamp....... J. Pothof.
» Willem Mosterd...... H. Winkel.
» Willem Oudesteyn..... C. Kyzer. .
» Willem van Koten..... C. Deugt.
|
|||||
— 62 —
|
|||||||
HET OUDSTE BESCHEID BETREFFENDE HET
SINT LUGAS-GILD TE ROTTERDAM. |
|||||||
EEDS eenigen tijd geleden werd in de »Rotterdamsche
Historiebladen" (afd. Geschiedkundige Stukken) Eerste deel, bladz. 395 en volgg. »Iets over het Sint Lucas- of Schildersgild en Aanteekeningen betreffende Rotter- damsche Kunstenaars" medegedeeld. Ofschoon de re- dactie der Historiebladen alle moeite deed om gegevens betreffende het bedoelde Gild te verzamelen, was de oogst eenigzins schraal en kon o. a. geen oudere Ordonnantie van het Gild worden medegedeeld, dan die van 26 Januari 1720, niettegenstaande het haar van elders bekend was(i) dat er eene den 22 Januari 1609 uitgevaardigd werd, die in het 3e Keurboek der Stad Rotterdam moest geboekt staan. Daar nu echter dat Keurboek uit het Gemeente Archief van Rotterdam verdwenen en wellicht reeds lang geleden vernietigd is, kon dat stuk dus niet worden medegedeeld. Eenige maanden later werd evenwel in den boedel van wijlen
den gewezen Commissaris van het voormalig Gild J. A. Bakker, de (1) Uit de in folio gedrukte „particuliere Memorie op de geconcipieerde
Generale Ordonnantie" f. 149 (vgl. Eott. Historiebladen, Geschiedkundige stukken bl. 405.) |
|||||||
— 63 -
|
|||||
aan de Gildebroeders uitgereikte oorspronkelijke Ordonnantie van
22 Januari 1609 aangetroffen en door de familie van den overledene aan het Gemeente Archief ten geschenke gegeven. Intusschen was dat gedeelte der Historiebladen waarin over het
Gilde wordt gehandeld, reeds in het licht gegeven en daar de redactie geen aanleiding had om op die geschiedenis terug te komen, bleef de mededeeling van dat stuk tot heden achterwege. Omtrent de Ordonnantie zelf, welker inhoud hieronder volgt, valt
op te merken, dat zij ongetwijfeld het oudste officieele document be- treffende het Rotterdamsche Schildersgild is. Het stuk is geschreven op één blad perkament, hoog 59, breed 56 centimeter en draagt de onderteekening van den Stads Secretaris H. Roos. Ordonnantie voor het Gilde van St. Lucas waeronder men
verstaet te begrypen alle degene die Palet, verwe ofte pincelen besigen, tsy in oly ofte waterverwe, alle glaeschrijuers, glaesmaeckers, glaes- vercoopers, borduerwerckers, plaetsnyders, beeltsnijders van hout, steen, metael ofte andere substantien, Compasmaeckers, Constdruc- kers, Bouckdruckers, bouckvercoopers, constvercoopers ende schilderie- vercoopers hoedanich die souden mogen wesen, die hen alle te samen reguleren sullen nae de volgende pointen opte boeten ende peinen hier nae gestelt. I. T voorsz. Gilde sal geregeert weiden by vier hooftmans te
weten twee van des Schilders ende twee van des Glaesmaeckers ofte glaesschrijuers ambacht, van dewelcke alle Jare twee sullen ofgaen te weten van yder ambacht een. Ende sullen de ofgaende Hooftmans mette aenblyuende jaerlicx nomineren vier persoonen te weten vuyt yder ambacht twee, vuyt d' welcke Burgermeesteren deser Stede van yder ambacht een sullen verkiesen, die beneffens d'aenblyuende hooft- |
|||||
— 64 —
|
|||||
mans sullen regeren in der vougen dat yder hooftman twee Jaren sal
dienen vuytgesondert de twee Joncxten die eerst gestelt sullen werden die nae d' expiratie van t eerste Jaer sullen affgaen. Ende sal de voorsz. electie Jaerlicx geschieden op St. Lucas dach. II. De Jegenwoordige burgers die de voorsz. ambochten als
Meesters binnen deser Stede exerceren ende de voorsz. neringen doen , sullen int voorsz. gilde geadmitteert ofte gerekent worde sonder eenige prouue te doen ofte Incomstgelt te betalen. III. Alle burgers die nae date deser de voorsz. ambochten binnen
deser Stede sullen willen opstellen ofte de voorsz. neringen zullen be- ginnen te doen sullen voor Incomstgelt aen de voorsz. hooftmans betalen ses gulden, een derde gereet, ende de reste op vier Jaren by egale portien, ende die van buyten comen ende de voorsz. ambochten ofte neringen binnen deser Stede sullen willen opsetten sullen alvooren haer poortrecht moeten vercrygen ende daernae betalen dubbelt geit op gelycke terminen als bouen met sulcken verstande nochtants dat der gildebroeders kinderen de voorsz. ambochten ofte neringe op- stellende sullen moegen volstaen met halff geit (te weten met halff sooveel als hiervooren tot laste van de burgers geordonneert is.) MI. Alle die het ambocht vant glaesmaecken nae date deser
binnen de voorsz. stede sullen willen opstellen, sullen gehouden sijn, ten huyse van een van de hooftmans sonder hulp van ijmant te maecken dese navolgende proeuen, te weten, een lantaern met punten, ofte een glas met een steeck, tot synen keuze. Ende soo de voorsz. proeue by de hooftmans voor goet gekent ende opge- nomen wordt, sal denseluen in t gilde acngenomen worden ende anders niet. V. Alle diegene die volgens den inhouden van het tweede
articul, van dese ordonnantie int voorsz. gilde aengenomen ofte |
|||||
— 65 —
|
|||||
gerekent worden ende die namaels int selue gilde sullen comen,
sullen jaerlicx tot gildegelt aen de hooftmans betalen, thien stuuers. VI. De meesters die eenige leerjongens aennemen om eenige
der voorsz. ambachten ofte neringen te leeren, sullen voor yder Jongen ouer incomst geit betalen twintich stuuers soot een burgers soon is, twee gulden soot een vreemt is, ende sullen voor deselue deurgans tot gildegelt jaerlicx betalen vier stuuers. VII. Alle jonge gesellen ofte andere die van buyten by eenige
meesters ofte winckelhouders als knechs sullen comen te arbeyden ofte te dienen sullen ten proffyte vant gilde tot incomstgelt betalen tien stuuers ende tot gildegelt jaerlicx vier stuuers, welcke penningen de meesters ofte winckelhouders (ingevalle de knechts in de betalinge desselfs onvvillich waren) sullen gehouden sijn inne te houden, ende aen de hooftmans te betalen. VIII. De voorsz. hooftmans sullen van alle de güdebroederen
een pertinent register houden, te bouck stellende haer namen ende toenamen ende de plaetse haerder wooninghe ten eynde men deselue sal connen vinden ende kennen. IX. Niemant en sal den anderen syn knecht ofte knechten
moegen onderhuyren met meer sdaechs, weecx, smaents, oftejaerlicx te lonen ofte geuen, op een pene van ses carolus guldens. X. Niemant en sal eenich werck van de voorsz. ambochten binnen
deser stede mogen maecken hy en sy binnen derseluer stede Gilde- broeder van denseluen ambachte opte verbeurte van dartich guldens ende van het gemaeckte werck soo het transportabel is, indien niet, de rechte weerde van dien, dies sullen de hooftmans, den meester van buyten comende, ende die van dese keure ignorantie souden II. 9
|
|||||
— 66 —
|
|||||
mogen pretendeven, gehouden syn denseluen deur een roedrager (i)
ofte den bode vant gilde eens te waerschouwen. XI. Ingevalle yemant der gildebroederen verarmde ende subsidie
van doen (2) hadden, sullen de hooftmannen in der tijt deselue onder- houden van de Incomste vant gilde soo verre tselue sal mogen strecken ende ingevalle eenich schamel gesel hulpe van doen hadde ende alhier geen arbeyt conde becomen, sal men den seluen begiftigen nae synen noot ende nae de middelen die bij de borse (3) syn. XII. Soo wanneer yemant der Gildebroederen deser werelt ouer-
leden is sullen alle de Gildebroeren deur den knecht vant gilde de wete (4) ontfangende hebbende, gehouden sijn haer ter gesetter plaetse ende vre te laten vinden om haren gestoruen gildebroeder eerlick ten graue te doen, opte boete van drie stuuers ten ware hy cranck ofte vuyter stadt ware ofte andere Suffisante excuse hadde, dwelck hy deur den Gildeknecht, de hooftmannen in der tijt sal moeten doen aen- seggen opdat syluden alle die achter blijuen sullen, datelick sullen mogen aenteycken ende de boeten doen inhalen. XIII. Alle verschillen ende swaricheden vant gilde ofte het gilde
aengaende sullen ter neder geleyt worden by de hooftmannen vant gilde in der tyt synde, ist doenlick , soo niet sullen den rechter moegen imploreren ofte aenspreecken. XIIII. De Incomsten vant gilde soo van de breucken als tgilde
geit sullen in een besloten bosse bewaert werden van dewelcke de hooftmannen inder tijt ter eenre ende ter andere syden elcx den sleutel sullen hebben, om deselue bosse desnoot synde, te ontsluyten ende sullen de voorsz. hooftmans van alle Incompsten pertinent register houden te bouck stellende van wien ende waer vuyt de respectiue (1) Gerechtsbode. (2) van noode.
(3) de geldbeurs van het Gild. (4) aanzegging.
|
|||||
— 67 —
|
|||||
penningen ontfangen ofte gegeuen sijn, doende daervan eens siaers voor
de aencomende hooftmannen behoorlicke rekeninge, bewijs ende reliqua. XV. Het gerechte derde paert van alle de incomsten vant voorsz.
gilde sullen verstreckt worden tot de nodige costen van tselue gilde, ende de jaerlicxe vergaderinge der gildebroederen, ten ware daer arme ende behoeftige gildebroederen waren, die hulpe van doen hadde ende dat de twee derde paerten der incomsteii soo wyt niet conden strecken, in welcken gevalle tvoorsz. derde paert oock tot haer onderhoudinge sal verstreckt worden. XVI. De hooftmannen vant gilde in der tijt synde sullen tvoorsz.
incomstgelt, t Jaerlicx gildegelt ende de vervallen boeten, van den onwilligen betaelder mogen innen bij parate executie die den officier, des versocht sijnde, gehouden sal syn te doen, mits dat hy bouen het geëxecuteerde een derde meer sal executeren voor syn ge- rechticheyt. XVII. De knecht vant gilde sal hebben voor ijder wete die hy
door de stadt sal doen, ses stuuers, die hem betaelt sullen werden by degene, die hem te werck stellen sal. XVIII. De Interpretatie, ampliatie ende veranderinge van deze
ordonnantie reserueren die van den Gerechte themwaerts. Aldus gedaen met het volle collegie van Schout, Burgermeesteren
ende Schepenen der Stede Rotterdam den XXlie January anno XVI" negen. Ende nae vóorgaende clockegeslach ter poeije der voorsz. Stadt Rotterdam gepubliceert den xxvi° derseluer maent January anno sestien honderd ende negen. In kennisse van mij
als Secretaris
H. Roos.
|
|||||
— 68 —
|
||||||||
ALEXANDER BAERT,
TAPIJTWERKER TE 's-GRAVENHAGE IN 1704.
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer J. G. Frederiks, te Zutfen.)
|
||||||||
LIJKENS eene aanteekening op dit ontwerp-accoord,
is het daarin voorgestelde «toegestaan", en wel door de regeering van 's-Gravenhage. Verder herinner ik mij niet, meer aangaande dezen tapitsier of zijne fabricq gevonden te hebben. De brief en het daarbij behoorende ontwerp zijn eigenhandig, doch hoogst onduidelijk, door Baert geschreven. Edel Git. Achtb. Heeren.
De libertheyt, die bij desen neme om UE. grt achtb. bekent te
maecken, dat hebbe overdacht van wegens de propositie, die an UEd. grt. achtb. gedaen hebbe, doen ick de eere hebbe genoten van met UEd. grt. Achtb. te spreken, en midts UEd. Grt. Achtb. niet anders geresolveert hebben, als by leste afspraeck, soo sal het by desen accepteren met Obligatie an UEden gr. Achtb. voor desselfs goet- gunsticheden. En hierneffens gaet tot dien eynde een projet van 't gene gerne
|
||||||||
— 69 —
|
||||||||||||||
in myn acte soude obtineeren, en verdere beneficie van stadts wege,
alles tot soulagering van seer sware onkosten. De grt. achtb. sullen oock geen Regret hebben, die konstige
fabricqe in UE«n, stadt te sien, tot gerief van Idereen, soo haest als UEen. gvt. Achtb.en my d' eere gelieven te doen van te ordonneeren om over te komen, sal het anstonds doen om dit met UEen. grt, achtb.en vast te stellen, en my in alle voorvallende occasien bethoonen te wesen met alle Respect, Edlo. Git. Achtbe. Heeren,
UE.en seer onderdanigen Dienaer
Alexander Baert. Amsterdm. 9. Febrij 1704. |
||||||||||||||
Geconsenteert voor hem
alleen, zijn vrouw en kinde- ren, daer onder begrepen voor den tijd van sestien jaaren, en daarvan prolon- gatie te versoucken. |
||||||||||||||
Octroy voor mijn vrouw en kinde-
ren , om alleen de fabrijcq der Tapij- ten te mogen doen, buyten alle an- deren, conform dat my in deser stad is vergund, geduyrende deselve fa- bricq. |
||||||||||||||
Toegestaan.
|
||||||||||||||
Het Burger-recht voor mijn vrouw
en kinderen. |
||||||||||||||
3-
Vrij van tocht en wacht, oock de
Tapytsiers daer in begrepen , want die
en doen niet gern wacht, alsoo men
hun geduerig aan 't werk moet houden.
|
||||||||||||||
De meester vry, en oock
zijne bedienden, soo lange in actueelen dienst zijn. |
||||||||||||||
— 70 —
|
||||||||||
Toegestaen voor bier en
wijn voor soodanige quanti- teyt, als met hen sal worden gereguleert. Toegestaan, mits voldoende
de gildens haar gerechtigh*. tot bemiddel?, van de waght. |
||||||||||
Alsmede voor my en myn familie
van alle stadsrechten en accynsen. |
||||||||||
5-
Oock vrij om by gemelte fabriq te
doen alle soorten van negotie endedaer- van alle rechten off oncosten te ont- gaan, soo werd als het van stads wegen toe geobtineert werden. 6. Verder volgens d'......van de
eerste affspraack, Stads soulagerende
articul, haar Ed. achtb. meer waard als my, en die ick in desen mochte hebben vergeten. |
||||||||||
Werd geignoreert wat daar
door verstaan werd; indien het mochte zijn, subsidie van penningen off huysen, dat affgeslagen. |
||||||||||
— 71 —
|
||||||
DE LOTERY VAN JAN DE BONDT. 1649.
|
||||||
(Medegedeeld door Jhr. Mr. VlCTOR De Stuers te 's-Gravenhage.)
EN korte aanteekening van den Heer Croockewit
in »de Oude Tijd" deed mij het bestaan kennen van een register, waarin een aantal schilderijen ver- meld zijn die voor twee eeuwen te Wijk-bij- Duurstede werden verloot. De Heer Croockewit en de Heer Hei.dewier , burgemeester der ge- meente Wijk-bij-Duurstede hadden de welwillend- heid mij dit register en de daarbij behoorende stuk- ken, die in het archief der gemeente rusten, toe te vertrouwen en na kennisneming kwam het mij voor dat er uit die oude Schrifturen eenige nieuwe inlichtingen aangaande onze vroegere Schilderschool te bekomen waren. Ik zal de resultaten van mijn onderzoek hieronder mededeelen
en een der registers in extenso opnemen. In het laatst van Juli 1649 had er met toestemming van »de Hee-
ren van den Magistraet van Wyck-bij-Duurstede" op het kasteel aldaar |
||||||
— 72 —
|
|||||
een verloting van Schilderijen plaats, die door den Kunstschilder Jan
De Bondt met zeer veel orde georganiseerd werd. Er werden 2182 loten uitgedeeld, terwijl de te verloten voorwer-
pen 158 nummers bedroegen; meest alle Schilderijen van meesters uit dien tijd en wel voornamelijk van de Utrechtsche school. Sommigen waren slechts Copiën. Verder eenig drijfwerk in zilver, eenige spiegels, een ledikant, een tafelkleed en een snaphaan. Voordat de verloting plaats greep, werden al deze voorwerpen
zorgvuldig getaxeerd door een commissie van vier schilders, die men uit Utrecht ontboden had, en waaraan een erf huismeester met name Johan Van Rhenen toegevoegd werd. De schilders waren Guillaume DeHeusch, Deken, Cornelis Poelenburg, Johan Boïh en Johan Weenix, Overmans van de Collegie-Kamer der Utrechtsche Schilders. Hun schatting, die een eindcijfer van 5455 gl 14 st aanwees, is neer- geschreven in een register in folio, dat wij hierachter onder letter A doen volgen. Een aantal schilderijen werd nog afzonderlijk getaxeerd door dezelfde Heeren met uitzondering van Cornelis Poelenburg, die hierbij door zekeren Van Vianen werd vervangen. Deze speci- ale taxatie is op een afzonderlijk blad bewaard gebleven, dat met de handteekening der schatters voorzien is (zie bijlage B.); blijkens de kleur van de inkt op het eerste register, njn daarop later de cijfers van het tweede stuk overgebracht. Een derde register bevat de »Wttrecking der Lotrije van Johan
De Bont, in presentie van de Heren van de magistraet", zooals die op 31 Juli, I en 2 Augustus 1649 plaats had. Dit stuk, dat ge- waarmerkt is door »de Heren Schout Issendoorn, Burgr. Hollandï en Kemp", behelst de vermelding van al de getrokken loten, ook van die waarop nieten gevallen waren, en tevens van de personen die de prijzen hebben gelicht. |
|||||
— 73 —
|
|||||
Een vierde register eindelijk geeft het «Extract van alle prijzen
getrocken vijt de Loterije van JAN DE Bondt binnen Wyck." In dit stuk noteeren wij de namen van: Jacob Duck, Valentijn Van Vianen, Adam Van Vianen, Jan De Bondt, Geertrüijt De Bondt, Wynincx, Jhr. Godert Van Meeckeren, Anthoni Van Ysendoorn, Andries Van Ysendoorn, Jan De Kemp, Neeltje Van Bijller, Jhr. David Van Zoijlen van de Natewisch. Van Johan De Bondt den organisateur der loterij is weinig be-
kend. Kramm noemt hem niet en Im.merzeel zegt alleen dat hij een Utrechtsch schilder was, die in 1641 aan het S*. Hiob's gasthuis aldaar een stukje van zijne hand schonk, waarop hij Job met zijne vrienden voorgesteld had. Wij kunnen thans daarbij voegen dat hij in 1649 nog te Wijk-
bij-Duurstede leefde, en dat hij (blijkens het register A) tot onder- werp zijner schilderijen vooral stillevens koos, dan eens een ham met een tinnekan er naast (No. 7), dan weder visschen (No. 17, 45, 46, 78, 79, 84) of wel een gedreven kelk (No. 75) of vogels (No. 81.) Dat hij soms in vereeniging met Sachtleven werkte, blijkt uit No. 27. Uit het groot aantal schilderijen dat Johan De Bondt in origineel
of in copie van sommige schilders bezat, kan men afleiden dat hij in nauwe betrekking stond met Cuyp, met J. Dsz. De Heem, met den Schout Issendoorn, en met Van Bemmel. De Heem zal waarschijn- lijk zijn leermeester, de laatste zal misschien zijn leerling geweest zijn. In welke betrekking Geertruyt De Bondt , die in het 4e regis-
ter voorkomt, tot den schilder stond, weten wij niet. Wij zullen de overige personen, waaromtrent wij iets uit ons
register vernemen, alphabetisch nagaan: II. 10
|
|||||
— 74 —
|
||||||
Van Aelst (A. No. 76). Er wordt een copie vermeld naar dezen
schilder, zonder dat aangeduid wordt of wij aan Evert , dan wel aan diens neef en leerling Willem te denken hebben. Immerzeel spelt Van Aalst, schoon zij zelven Van Aelst teekenden. Piert Aertsen (Lange Pier,) geboren te Amsterdam 1507,
aldaar overleden 1573. Onder No. 81 komt van zijne hand een stuk voor, een uil verbeeldende; op een tweede paneel, dat over het eerste heen geschoven kon worden, had Jan De Bondt vogeltjes geschilderd. Petrus Van Avont , (bij Kramm en Immerzeel Van den Avont)
geboren te Mechelen in 1600. Hij schilderde veelal tafereelen uit de gewijde geschiedenis, bacchanalen en kindernguurtjes. Uit blijkt ook uit de hier vermelde nummers 63 en 64. Theodore Baburen of Babeur was een Utrechtsch kunstenaar,
waarschijnlijk in 1570 geboren. Van hem komt eene Copie voor (No.100). Abram Van Beijeren, waarschijnlijk een Hagenaar, die in 1656
het Haagsche S. Lucas-gild hielp oprichten, en in 1657 in het Delftsche gild werd ingeschreven 1): hij schilderde stillevens en voor- namelijk visschen. No. 30 en 39 vermelden «roemers" van zijne hand; en onder No. 16 vinden wij een »Zee." Van Bemmel, van wien onder No. 135, 136, 138—140, 142—144
talrijke landschappen voorkomen, is waarschijnlijk Joost, die in het Gildeboek van St. Lucas te Utrecht op het jaar 1654 ingeschreven staat. Men kan bezwaarlijk deze talrijke stukken aan Willem toe- schrijven, die in 1649 slechts 19 jaren oud zou geweest zijn, daar hij volgens Immerzeel in 1630 geboren werd, welk geboortejaar Kramm zelfs te vroeg gesteld acht. |
||||||
1) Zie Obbeen, Archief v. Ned. Kunstgeschiedenis I, pag. 62.
|
||||||
— 75 —
|
|||||
Byller of Van Byller is de naam van twee Utrechtsche
schilders uit het begin der xvne eeuw. Reeds Kramm merkte op dat de spelling Bvlert onjuist is. De schilderijen onder No. 13, 34 en 134 genoemd, en die het eerste een stilleven, de andere figuurtjes voorstellen, zijn misschien van JoHAN, die in 1626 deken van het St. Lucas-gild te Utrecht was, en tevens regent van het Hiobs-gasthuis; met welke laatste stichting wij zagen dat ook Johan De Bondt in betrekking stond. Van Boots of Boten. Een mij onbekend schilder. No. 72 ver-
meldt een copie. Uit No. 87 zien wij dat hij honden schilderde, en dat H. Saftleven hem behulpzaam was bij het vervaardigen der land- schappen. Zou hij de glasschilder H. Booth zijn, bij Kramm ver- meld? Of is Van Boots een schrijffout voor Bamboots d. i. Bam- boccio (Pieter van Laar)f Maar hoe dan te verklaren, dat hij in de 20 lijst No. 87 (Bijlage B) Boten heet? Jan Both geboren te Utrecht omstreeks 1610, aldaar overleden
in 1650 (?). Uit ons register blijkt dat deze beroemde schilder in 1649 Overman was van het S*. Lucas gilde te Utrecht. Laat zich hiermede wel het verhaal rijmen dat Jan in 1650 te Venetië was, en te Utrecht teruggekeerd uit verdriet over het overlijden van zijn broeder stierf? Er komt hier slechts één stuk van zijne hand voor onder No. 156; uit de Copie onder No. 71 vermeld, blijkt dat C. Poelenburg soms zijn landschappen stoffeerde. Abraham van Cuylenborch (en niet Van Küylenburg , zooals
Kramm spelt) was een Utrechtsen schilder uit de xviie eeuw die evenals Poelenburg grotten met badende nimfen tot onderwerp zijner stukken koos. Twee van die grotten komen hier voor (No. 48 en 54.) Een dergelijke grot, waarin Diana met hare gezellinnen voor- gesteld is, hangt in het Mauritshuis te 's Gravenhage, Ofschoon dit stuk |
|||||
— 76 —
|
|||||
duidelijk geteekend is A. V. Cuylenborch f. werd het lange jaren
aan C. Poelenburg toegeschreven. Ook Burger beging dezelfde fout. Cuyp. Niet minder dan zeventien sehilderijen (No. 89—93, 96,
99, 104—109, 121, 133, 149, 150) en vier Copiën (No. 114—116, 119) staan onder dien naam vermeld. De onderwerpen door Cuyp behandeld zijn gevechten, batailles, boerengevechten, zeestranden en zeegezichten, legerkampen en corps-de-garden, Kersnachten, bekee- ringen van Paulus, gevangenissen van Petrus en verrijzenissen Christi. Hierin althans wordt geen tegenspraak gevonden voor de beweering van den nieuwen Berlijnschen Museumcatalogus, volgens welke A. Cuyp niet de schilder zou zijn van de talrijke met A. C. gemerkte stillevens welke men hem gemeenlijk toeschrijft. Joost Cornelisz. Droochsloot, die in 1616 in het Utrechtsche
Gilde trad, leverde een landschap en een bataille. A. J. Duck , die wel te onderscheiden is van Jan Le Ducq ,
komt voor met twee genrestukjes, een slapend mannetje en een dito vrouwtje. Zou wellicht de voornaam van dezen schilder Jacob zijn? Er komt onder de winnende personen een Jacob Duck voor. Jan Van Goijen werd destijds niet zoo hoog geschat als tegen-
woordig; 18 en 25 gl! en dat terwijl De Bondt op 72 gl. getaxeerd werd. Hals. Hebben wij wèl gelezen dan is de »gortenteller" uit de
loterij toegeschreven aan Joan Hals, vermoedelijk den volgens Van der Willigen in 1674 overleden Johannes. Wij noteeren hier dat onder de schilderijen van het Museum Kunstliefde te Utrecht een »gortenteller" wordt aangetroffen. Van De Heem worden meest Copiën vermeld. Bij een daarvan
wordt gesproken van den Jongen De Heem, waarmede zoowel Jan |
|||||
— 77 —
|
||||||
David als Cornelis kan bedoeld zijn. Ik noteer dat hij eenmaal
Van Heem genoemd wordt (No. 55). Willem De Heusch, te Utrecht geboren en overleden. Wij
leeren uit ons register dat hij landschappen schilderde , die Molenaer met batailles stoffeerde; aan welken Molenaer, Nicolaas, Jan of Jan Miense, hier te denken valt, is bezwaarlijk uit te maken. Onzekerheid bestaat eveneens ten aanzien van den schilder
Van Houten die voorkomt met een »boeren-vrolijkheid", een goede verkorte uitdrukking voor die talrijke Oud-Hollandsche genre- stukjes die wij thans met veel woorden plegen te omschrijven. Ik vermoed dat wij hier te doen hebben met J. VAN Houten , van wien de Catalogus van Terwesten een boerenbinnenhuis noemt. 1) Johan Van Isendoorn. Hij was burgemeester van Wijk bij
Duurstede en werd door de Staten van Utrecht 1 Febr. 1637 tot Schout dier stad benoemd, fvroedschaps-resolutien van Utrecht 1 Feb. 1637). Voorts was hij Kunstschilder. Immerzeel verhaalt dat Jan van Isendoorn in 1630 aan het St. Hiobs gasthuis te Utrecht een door hem vervaardigd stuk schonk, voorstellende Job door den booze gekweld. Het schijnt wel dat deze Jan onze Schout is, die in 1649 bij de trekking der lotery praesideerde. Men schijnt zijn werk destijds goed genoeg gevonden te hebben om het te kopieeren (zie No. 94, 98, III, 112, 123 en 147) waarbij hij als »retoucheur" optrad (No. 98). Hij schijnt geschilderd te hebben tafereelen uit de gewijde geschie- denis (Job, Johannes) en beesten (katten, zwanen, paardenhoofden) waarbij hij soms een Cupido te pas bracht (No. 98) of een aardigheid verzon; althans zijn onder No. 113 genoemde Kalfskop »met een jongske daarin" doet aan een grap denken. Verder »genre" stukjes |
||||||
J) Zie Kkamm iii. pag. 759.
|
||||||
— 78 —
|
||||||
zooals vlooijenvangertjes, (No. in) waarbij ik denk dat het jachtveld
zich over den een of anderen hond uitstrekte, die den Schout ge- legenheid gaf zijn vaardigheid in het schilderen van beesten te toonen. Ik merk hier op dat onder de winnenden voorkomen Andries en
Anthoni Van Ysendoorn, en dat deze laatste (wiens naam ook An- tony Isendoorn gespeld werd) den 9 December 1669 als vreemde- ling werd ingeschreven in het S. Lucas gild te Delft. 1) Johan van Kessel, (geboren te Antwerpen 1626) had in de
verloting een apengevecht, (No. 47) een stuk met apen en varkens, (No. 52) en een O. L. Vrouwefiguur met een bloemenkrans, (No. 24). Ik vermoed dat hij de figuur door een kameraad liet maken, want hij was dier- en bloemschilder. Nicolaas Knupfer, is hier Knipper en Cnipfer genoemd.
Kramm zegt dat hij in 1603 te Leipzig geboren werd en dat hij in 1660 stierf; omstreeks 1630 vestigde hij zich te Utrecht bij Abr. Bloe- maert. Dat hij mythologische stukken schilderde blijkt ook nu, want wij ontmoeten een Diogenes en een Sophonisba. Wat een «addolonibus" moet beduiden, verklaar ik niet te kunnen raden; misschien een Adonis. Van der Lack is een mij onbekende naam, misschien is be-
doeld Maria Van der Laek of Laak, van welke Kramm een mythologisch schilderij aanwijst. Hier komt onder dezen naam een Landschap voor. Van Luijcks , komt hier een Vanitas voor met bloemen (No. 8),
hetgeen het bestaan bevestigt van den bloemschilder Christiaan Luijks, aan wien Kramm schijnt te twijfelen. Job Van Meeckeren, is alleen bekend door eenige prentjes
|
||||||
J) Obbeen, Archief I, pag. 76.
|
||||||
— 79 —
|
||||||
welke Kramm opmerkte; hier komt hij op de lijst der winnenden
voor met de voornamen Job (?) en Godert. Aan welken Molenaer de drie hier genoemde «batailles" te
danken waren is, gelijk bij De Heusch reeds werd opgemerkt, moeilijk te zeggen. Montfoort wordt onder No. 65 zonder meer vermeld.
De naam van Morel (Jacob) wordt hier (No. 146) gespeld zoo
als Kramm aangaf, niet Moreels zoo als Nagler wil. Dat men intusschen onze Lotery-registers op het punt van spelling
niet te veel mag vertrouwen blijkt uit den naam van Paulus Moreelse, die hier Moreelssen en Morelisz. geschreven wordt. Wij vinden hier naar hem een Petrus (No. 73) en van hem een «bancketien" (No. 80 Stilleven) waarin een stuk vleesch den hoofdschotel vormde. Munstert, van wien wij een O. L. Vrouwefiguur met fruit
en bloemen aantreffen (No. 42) is mij een onbekende naam. Geldt het misschien Japick Govertsen Munter, die den 27 Januarij 1618 in het gild te Dordrecht trad? i) Pieter Nason behoorde in 1656 onder de stichters van het
Haagsche St. Lucas Gilde. Deze uitmuntende portretschilder maakte ook stillevens, gelijk weder uit het fruitstuk blijkt, in ons register genoemd (No. 25). A. Van Noortwijk. Kramm ergerde er zich over dat men voor
zijn werk tot ƒ 12 betaalde; de schatters van de lotery De Bondt gingen zelfs tot/ 15 (zie No. 132). C. Van Poelenburg. Wij zeiden hierboven reeds dat het blijkt
dat hij de landschappen - van Both stoffeerde. Wij zien ook dat hij zijn schilderijen liet kopieeren, en ze retoucheerde (No. 51). |
||||||
1) Obkeen , Archief ï. pag. 198.
|
||||||
— 80 —
|
||||||
Herman Saftleven, (hier Sachtleven gespeld) verschijnt met
een predicatie aan een zeestrand, (No. 86.) en als medewerker voor het landschap vooreerst van Jan De Bondt, die visschen maalde (No. 27), vervolgens van den ons onbekenden Van Boots of Boten die een hond geschilderd had (No. 87). Schuylenburg. Kramm maakt melding van een schilder en glas-
schrijver Hembrick Van Schuylenburgh, die in 1647 Domburgsche oudheden teekende. De schilder van dien naam welken wij hier ont- moeten, maakte een stuk met visschen en figuren. Jan Spaengier of Spaenger komt voor als schilder van heremieten
(No. 35, 36,). Hij is waarschijnlijk dezelfde als Jan Spangaert, die den 18 Maart 1632 ingeschreven werd in het S. Lucas gilde van Delft 1), en dien ik elders niet vermeld vind. Claes Toll heet bij Kramm, Nicolaas Van Tol , en zou historie-
schilder geweest zijn; ons register geeft dienaangaande geen inlichtingen. Valentyn en Adam Van Vianen komen onder de winnenden voor;
een Van Vianen wiens voornaam niet duidelijk te lezen is, belastte zich met de nadere taxatie. Deze Adam moet de tweede kunstdrijver van dien naam zijn,
de kleinzoon van Adam I. Mij komt het voor dat Kramm ten onrechte een derden Adam aanneemt. Kramm's filiatie luidt: Adam I, Adam II, Adam III. Ik vermoed dat het is Adam I, Christiaan, Adam II. Valentyn komt hier voor het eerst voor; of hij Kunstenaar was
blijkt niet. De Vries wordt vermeld als zeeschilder (No. 29). Hij is waar-
schijnlijk de Kunstenaar, dien Kramm, Jan Reynier en de Catalogus van het Museum te Berlijn Roelof noemen. |
||||||
1) Obbeen, Archief I. pag. 27.
|
||||||
— 81 —
|
|||||
Jan Baptist Weenix, wiens naam in de lijsten verwrongen
wordt tot Jan Wijninx en Johan Winninx, had in de verloting schilderijen, voorstellende paarden, honden en visch. Er blijkt verder dat hij in 1649 Overman was van de Collegiekamer der schilders binnen Utrecht. Van Zuijlen, komt voor met een stilleven, een »bancketje"
(No. 95); hij kan niettemin de portretschilder Jan Van Zuiji.ejj zijn, door Kramm bedoeld. Ten slotte een woord over de prijzen waarop destijds de werken
onzer schilders werden geschat. De hoogste prijzen waren f 200 voor De Heem en De Heusch,
f 136 voor J. B. Weenix,/125 voor Münstert,/ 100 vooi-Knupfer. bijlage a.
STUKKEN UIT HET STEDELIJK ARCHIEF VAN WIJK-BIJ-
DUURSTEDE. Register in folio, met opschrift'.
LOTERYE VAN
JOHAN DE BONT. fol. 1.
present. Den ixen may 1649.
Reefens(?) Borgemr. Hollandt
B. Kemp , Vernier , Ryswyck Langelac en ... Zuylen Schepenen. Ingevolge van appointement van consent bij de Heeren van de ma-
gistraat ten eynde deser aen Johan de Bont verleent, hebben de Heeren |
|||||
— 82 —
|
|||||
van de magistraet haer Ed. begeven op het huys van Duerstede, alwaer
voor haer gecompareert sijn Sieurs Guiuaume de Heus, Deecken, CORNELIS VAN POELENBURG, JOHAN BÓTH en JOHAN WlNNINX, Ouei-
mans van de Collegiecamer der schilders binnen Utrecht, mitsgaders
Johan van Rhenen Erffhuismr. aldaer en hebben nae onderlinge
besichting getaxeert en geestimeert de naebenoemde stukken van-
schilderijen als anders, 't welck tot de aenstaende loterye sal worden
geemploieert, in forme als volgt'.
i Een silver Roosbecken met een pot
1 weegt te samen 182 loot 7 engels
No. 1. < het loot tot 30 st.........274 — 1 — o
[ Vuor het fatsoen.........60 — 0 — 0
334 — 1 — o
fol 2. 1 Twee silvere flambou kandelaers
No. 2. < wegen 73 loot 8^ engels fact. . . 110 — 15 — 8
( Voor het fatsoen........ 18 — 0—0
No. 3. Twee silvere soutvaten wegen
37-J- loot compt........... 55 — o — o
Voor het fatsoen.......... 16 — o — o
No. 4. Een heel lange snaphaen op...... 5° — ° — °
No. 5. Een groot spiegel drie vierendeel hoog
het glas op . ........... 60 — o — o
No. 6. Nog een spiegel utsupra........ 60 — o — o
No. 7. Een stuk schilderij van Jan de Bont
sijnde een ham met een hoge tinne kan op 18 — o — o
No. 8. Een Vanitas met blommen van LüYCKS . 36 — o ■— o
No. 9. Een Alchimist van of nae Teniers op . . 25 — o — o
449 — !3 — o
|
|||||
— 83 —
|
|||||
fol. 3.
No. 10. Een brabants Lantschap op......6 —-o — o
No. ii. Noch een als boven........6
No. 12. Boertiens nae Teniers........6
No. 13. Een groote Roemer met een Kochielie van
of nae van Byller........10 — o — o
No. 14. Een schotel met fruyt, copye nae de Jonge
de Heem..........■ . 10 — o —-o
No. 15. Een ape vrolickheyt op....... 25 — o — o
No. 16. Een zee van van Beyeren op..... 20 — o — o
No. 17. Rivier visch van Jan de Bondt .... 22
No. 18. Een Lantschap van Droogsloot op ... 30
No. 19. Een boeren vrolickheyt van van Houten. 24
159 _ o — o
fol. 4. No. 20. Sophanisba van Knipper....... 36
No. 21. Een bataelie van Molenaer, 't Lantschap
van Monsr. de Heus....... 24
No. 22. Noch een bataelie van Molenaer, utsupra. 20
No. 23. De vijff Sinnen in vijff Stuckiens op ... 30
No. 24. Een Lieve Vrouwe met een blomcrans van van Kessel op......... 28
No. 25. Een fruit van Nazon op....... 15
No. 26. Een stuck van Claes Toll op..... 48
No. 27. Een stuck van Sachtleven en de Bont
met vissen............ 30
No. 28. Een copy nae de Heem met citrons daerin. 12 — 10 — o
243 — 10 — o
|
|||||
— 84 —
|
||||||||
fol. 5.
No. 29. Een ronde Zee van de Vries op . . . 24
No. 30. Een Roemer van van Beyeren op . . 12
No. 31. De vyf Sinnen.......... 12
No. 32. Een mensse vischer..... . 5
No. 33. Een Luytslager.......... 15
No. 34. Een Herder en een Herderin nae Byller
in 2 stucks. .......... 7 — 10 — o
No. 35. Een Hermietaster nae Jan Spaengier . . 10 — o — o
No. 36. Een als boven van Jan Spaenger ... 10 — o
No. 37. Een Bataelie van een onbekent meester op 7 — 10
No. 38. Noch een als boven op....... 7 — 10
|
||||||||
IIO — 10 — O
fol. 6.
No. 39. Een Roemer met een Roos nae of van
van Beyeren......... 12 — o — o
No. 40. Drie stucken Pallas, Juno en Venus op. 12 — 10 — o
No. 41. Een bancketien met kering en mosselen op. 10 — o — o
No. 42. Een Lieve Vrouwe van Munstert met frayt en bloemen gestoffeert op . . . 125 — o — o
No. 43. Een grote copy van fruiten op ... . 30 — o — o
No. 44. Een grote bataelie op....... 30
No. 45. Een stuck van de Bont met vissen op . 70
No. 46. Noch een stuck van de BONT met schel- vischen op.......... 18
|
||||||||
307 — 10 — o
fol. 7. No. 47. Een apegevecht van van Kessel ... 10
|
||||||||
— 85 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een groot 1) van van Cuylenborch . 25
Een Venus van of nae Mr. Cornelis van Haerlem op.......... 15
Toebackdrinckers nae Teniers op . . . 12
Een copye [van een Lantschap van] 2) nae Poelenburgh bij hem selfs geretouchiert (er stond eerst: geschüdert)..... 20
Verkens ende Ape van Kessel op 10
Een gortentclder van Joan Hai.s op . . 10
Een grotien 3) van Cuylenborgh . . 8
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 52.
No. 53. No. 54. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
66 — o — o
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 55. Een fraitgen van van Heem op
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
176 — o — o
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een Horologie.......... 75 —
Noch een utsupra......... 66
Een Turcks taeffel cleet...... 20
Noch een utsupra......... 20
Een graflegging Christi nae van Dyck . 12
Een fruytgen nae de Heem op ... . 27
Een stuckien nae Teniers synde een Luyt- slager op........... 12 —
Een stuckien synde een Lieve Vrouwe
met een kinderdans van Petrus van Avont............ 60 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 63.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
292 — 10 — o
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Grot. 2) Deze i woorden doorgehaald. 3) Grotje.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fol. 9.
No. 64. Noch een van denselven synde een Sylenus 48 — o — o
No. 65. Een stuckien van Montfoort op . . . 12
No, 66. Een Cocquilie (tcleynst) op..... 20 —
No. 67.. Een copye nae de Heem synde een gouwe
kop op............ 50
No. 68. Een copytgen nae de Heem synde rasynen
en vyge op........... 21
No. 69. Een Lantschap van de Heus..... 200 —
No. 70. Een (man) slapertyen van Duck op . . 72
No. 71. Een copytyen nae Monsr. Both ende Poe- lenburg............ 15 —
No. 72. Een copye van van Boots...... 8 —
446 —
fol. 10. No. 73. Een copye van een Petrus nae Moreels- sen op............14
No. 74. Een Lantschap vai van der Lack op . . 28
No. 75. Een van de Bont met een goude kop op . 16 No. 76. Een copye van VAN Aelst, met een tin- nekan op........... 16 — No. 77. Een Cocquielie de grootste op ... . 30
No. 78. Een principael van DE bont met groote vissche op...........70
No. 79. Noch een principael van bont met cleijne
visschen sijnde een Zestrant op ... . 72
No. 80. Een principael van Moreelssen synde een bancketien met een stuck vlees daerin op 22
268
|
||||
— 87 —
|
|||||||||
fol. ii.
|
|||||||||
i Een uyll van Lange Pier op
|
|||||||||
' ( De Schuyff daerover van de Bont ) •>
No. 82. Een principael van Knipper synde een
Diogenes...........100
No. 83. Een slapend Vroutien van Duck op . . 80
No. 84. Een stuckien van Jan de Bont synde een Crab op............23
No. 85. Een stuck van Jan van Goij synde een
Lantschap op . ......... 18
No. 86. Een copye nae Sachtleven synde een
predicatie aen Zee op.....' . . 23
( Een hont nae van Boots op ]
'■ 11'Lantschap nae Sachtleven j* ' 4
No. 88. Een Adam en Eva synde copye nae Mr.
Gornelis van Haerlem ...... 24
|
|||||||||
312
fol. 12.
No. 89. Een grote bataelie van Kuyp op . . . 52
No. 90. Een groot boere gevecht van den selven op 52
No. 91. Een Sestrant van den selven op ... . 50
No. 92. Een Leger van Kuyp op...... 48
No. 93. Een grote bataelie van den selven op . . 52
No. 94. Copye van Johanes nae de Schout Issen- doorn ............ 26
No. 95. Een principael van van Zuylen synde een
bancketien op.......... 36
No. 96. Een Kersnacht van Kuyp...... 40
|
|||||||||
— 88 -
|
||||||
No. 97. Een copye van Rubbens op..... 15
No. 98. Een copye van een Cupido met Swanen-
nae Schout Issendoorn bij denseluen geretoucheert......... 40
411 — o — o
folio. 13. No. 99. Een paulus bekering van Kuyp op . . . 34
No. 100. Een Copye van Baburen op..... 12
No. 101. Een Winterken van Jan van Goij op. . 25
No. 102. Een Somerken van idem...... 25
No. 103. Twee Cortisanen in twee stucken op . . 24
No. 104. Een Seegien van Kuyp op..... 6
No. 105. Utsupra............. 6
No. 106. Uts.............. 6
No. 107. Uts.............. 6
No. 108. Uts.............. 6
No. 109. Uts.............. 6
No. 110. Copye van een paerts-hooft op ... . 15
171
folio 14. No. III. Een vloijevangertien Copye nae den Schout 6
No. 112. Copye van den selven, van Hoenders op . 7
No. 113. Een principael van den Schout Issendoorn synde eenKalfshooft met eenjongske daerin 30
No. 114. Een cortegarde 1) nae Kuyp op . . . 7
No. 115. Een utsupra........... 6
|
||||||
1) Corps-de-garde
|
||||||
— 89 —
|
|||||
No. 116. Een utsupra........... 6
No. 117. Een paert nae Wijninx op..... 6
No. 118. Een grott op.........- . 5
No. 119. Een gevanckenisse Petri nae Kuyp . . 7
No. 120. Een addolonibus nae Knipper op . . . 40
120
folio 15.
No. i2i. Een verrysenis van Kuyp op .... 18
No. 122. Een stuck van Cabbelauwen.....15
No. 123. Een coye van Katten op...... 8
nae de Schout Issendoorn.
No. 124. Copye nae een naeckte vrouw op . . . 9
No. 125. Een stuck van Jan Wijninx synde hon-
den op ...........136 No. 126. Een stuck van Knipper synde t'principael
van Addolonibus........100
No. 127. Een nachtien synde een Ruyterswacht
synde een principael op......60
No. 128. Een passagie synde oock een Lantschap
beyde nacht stuckiens synde een prin- cipael ............60 No. 129. Swanen principael van den Schout Issen-
doorn ............70 No. 130. Peertscop principael van den Schout Issen-
doorn............45 521
folio 16. No. 131. Een principael van den selven van Katten . 20 II. 12
|
|||||
— 90 —
|
|||||
No. 132. Een stuckien van Noortwijc op . . . 15
No. 133. Een copye van Kuyp van de verrysenis . 7
No. 134. Twee copyen nae Byller sijnde beeltiens 10
No. 135. Een principael Lantschap van van Bem- mel op ........... 16
No. 136. Noch een van den selven...... 16
No. 137. Een copye van een bancketien .... 5
No. 138. Een van VAN Bemmel....... 8
No. 139. Utsupra............. 8
105
folio 17.
No. 140. Noch 2 van van Bemmel...... 7
No. 141. Een copytien nae Sachïleven .... 7
No. 142. Noch een Lantschap van van Bemmel . 18
No. 143. Noch een utsupra......... 12
No. 144. Noch een utsupra......... 12
No. 145. Een bancketien......... 7
No. 146. Een Kabinet van ebbenhout met een
Constschildery van Morel..... 120
No. 147. Een copytye nae Issendorn..... 5
No. 148, Een stuck van Schuylenburg met vissen
en figuren op......... 72
No. 149. Een cordegarde van Kuyp principael . . 15
No. 150. Noch een utsupra......... 15
290
folio 18.
No. 151. Een Wit pertge van Wyninx ... 90
No. 152. Een grote bataelie van Droogsloot . . 48
|
|||||
- 91 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 153. Een bataelie van Molenaer..... 36
No. 154. Een frugt nae de Heem...... 30
No. 155. Een stuck van de Heem met een Roemer 200
No. 156. Een stuck van Sr. Both met een boerin. 70
No. 157. Een stuck van Wijninx met Vis ... 40
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5H
No. 158. Een Ledekant......... 225 — 0-0 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
739 _ o — o
(Op den omslag is de optelling gemaakt met een totaal van 5455 — 14 — o. gu.) folio 19. alleen de woorden: Memorie. Willem Scheffer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 NB. Blijkens de inkt op 't vorige stuk zijn de vol-
mjlage u. 1 gende nummers later en afzonderlijk ge- ( taxeerd en op de vorige lijst ingevuld.
bl. i. Een los vel waarop het volgende:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Een romer van VAN Byeren . . . . 12 — o — o
Een stuck van de Bont met groote vis 70
Nogh een van de Bont met Schelvis . 18
Een horlogie.........' , 75
Een als boven.......... 66
Een fruytyen. naer de Heem..... 27
Na de Heem synde rasijnen en vijgen . 21
Een copy na Morelisz synde een peterus 19
Een lanschop Van der Lack. ..... 28
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 92 —
|
|||||
No. 75. Een stuck van de Bont met een goude cop 16
No. 76. Een tinne Can, copy van van Aelst . . 16
No. 78. Een stuck van de Bont met groote vissen 70
bl. 2.
No. 79. Nogh een stuck van de Bont synde een
Seestrant met clyne vis op..... 72 — ° — °
No. 80. Een stuck met vlys daerin van Morelisz. 22
No. 81. Een uyl van Lange Pier een schuyf met vogeltyens van de Bont daer over . . 30
No. 82. Een principael van Cnipfer synde een Diogenius........... 100
No. 83. Een vrouwen slaperken van Dück ... 80
No. 84. Een Crap van de Bont...... 23
No. 85. Een lanschop van VAN Goyen .... 18
No. 86. Een copy na Saghtleven synde een pre- ticasie............ 23
No. 87. Een hont na Boten........ 14
No. 88. Adam en Eva copy na meester Cornelis
van Haerlem......... 24
No. 125. Een stuck van Wenincks...... 136
No. 152. Een groote batalie van Drooghsloot. . 48
bl. 3.
No. 153. Een batalie van Molenaer..... 36
No. 154. Een fruit naer de Heem...... 30
No. 55. Een stuck van de Heem met een romer. 200
No. 56. Een stuck van Sr. Both een boertyen met |
|||||
- 93 —
|
||||||||||||
een boerin..........70
No. 57. Een stuck van Weninckx met vis . . . 40
Dit Alsoo goet gevonden bij ons onder tyckent etc.
|
||||||||||||
**WUUC*^<**>**' ir^S^^^
|
||||||||||||
y** jth^éé*^.
|
||||||||||||
€t4\st&»
|
||||||||||||
+*£>****
|
||||||||||||
(Bovenstaand facsimile is genomen naar de handteekeningen van:
Guillaume De Heusch, J. Both, G10, BATTa. Weenix, V. Vianen, Jan Van Rhenen.) |
||||||||||||
— 94 —
|
||||||
BRIEVEN VAN JAN VAN DEN VELDE (Senior).
|
||||||
ERGENS treft men eene levensbeschrijving aan
van Jan (ook genaamd Hans) Van den Velde , den schrijver der volgende brieven. Slechts hier en daar, zooals in Van der Aa Biografisch Woor- denboek en Van der Willigen Les Artistes de Harlem, vindt men eenige bizonderheden over hem vermeld, die trouwens vrij onzamenhangend zijn. De mededeeling van het onderstaande kan dienen tot aanvul- ling dier berichten en tevens wellicht er toe leiden dat meer de aan- dacht gevestigd worde op dezen »Tres-excellent Escrivain, tenant Escole Franeoise a Rotterdam" zooals Maria Strick in haar »Tooneel der loflijcke Schrijfpen" hem noemt. De volgende brieven, in bezit van den Heer D. Franken Dz. te Parijs, werden ons voor dit doel welwillend medegedeeld. Jan Van den Velde was een Antwerpenaar en moet in 1569 ge-
boren zijn, want op zijn portret dat in het jaar 1605 uitkwam staat: »Aetatis xxxvi". Ook blijkt daaruit dat zijn spreuk was »'T leeft al van den Velde" en dat hij als wapen voerde drie schapen, geplaatst een en twee. Als zijn voornaamste werk is bekend de fraaie calligrafie getiteld:
»Spieghel der Schrijfkonste In den wekken ghesien worden veelder- hande Gheschriften met hare Fondamenten ende onderrichtinghe Wtghe- geven door Jan van den Velde Fransoysche School-M binnen de vermaerde Coopstadt Rotterdam. Anno 1605." 40. oblong Een werk |
||||||
— 95 —
|
|||||
verdeeld in drie gedeelten; waarvan het eerste bovenstaanden
titel draagt, het tweede genaamd is: »Thresor- literaire, contenant plvsievrs diverses escritvres, tant latines et romaines qve italiennes et espaignoles. Mis en lvmiere Par Jan van den Vet.de natif d'Anvers, Anno 1605," en het derde heet". »Fondement-Boeck, Waerinne de rechte maniere, om alderhande gheschriften grondich te leeren schry- ven, dvydelyck verklaert, ende door verdeelinghe der figveren ende letteren konstelyck aenghewesen ende gheleert wordt. Int licht ghe- stelt Door Jan van den Velde, van Antwerpen Anno- 1605" 1). Uit de opdracht aan »Den Achtbaren, wysen ende voorsienighen
Ileeren, myne Heeren den Bailliv, Bvrghermeesteren, Schepenen ende Raden der vermaerder Koopstadt Rotterdam", welke dat werk vooraf gaat, verneemt men, door wien hij zijne fraaie Schrijf voorbeel- den in het koper liet brengen: ...... »dat ie den Konstrijcken Plaet- snijder, ghenaemt Symon FRISIUS2), bekomen hebbe, denwelcken
(zonder jactantie ghesproken) een de ervarenste Gheest is om met het pinsoen een letter na der pennen-aert in koper te steken, als in dese Landen zoude moghen gevonden werden, ie my gepoocht hebbe met groote moeyte ende kosten desen Spieghel der Schryfkonste tot het ghemeyne beste int licht te laten wtgaen, ende dien aen V. E. te dediceren," (enz.) De titel van dit werk is evenwel niet door Frisius, maar door
(1) Van dit werk moet ook eene eenigzins andere uitgaaf op dun rood papier,
niet ongelijk aan Chineesch papier, verschenen zijn. Hiervan zijn 24 bladen, met inbegrip van den titel „Cum Privilegio Kotterdami Ano. 1605", benevens het portret van Van den Velde door J. Matham, in een band vereenigd, aanwezig in de Bibliotheek der gemeente Rotterdam. Een exempl. op Cln'n. pap. wordt ook vermeld door F. Muller in diens „Catalogue d'une Collection precieus; de Calligraphie". Amst. 1873. p. 14, no. 169. (2) Bij Immeezeel en Keamm vermeld als Simon de Vbies.
|
|||||
— 96 —
|
|||||||
J. Matham gegraveerd; »K. V. Mander Inuet. J. Maetham Sculp",
leest men daaronder. De eerste der onderstaande brieven heeft, zoo als men zal zien, betrekking op dien door Matham gegraveerden titel. Van hen Velde bezat te Rotterdam een »huys ende erue staende ende gelegen op de Spoeijevaert" (thans Delftschevaart), dat aan hem den 31 Mei 1606 bij Giftbrief voor Schepenen getransporteerd werd 1). Dat huis werd door hem den 26 Mei 16202) weder overgedragen aan Hans Stricx Schoolmeester 3). Vermoedelijk staat die overdracht in verband met het vertrek van Van den Velde uit Rotterdam naar Haarlem, dat in het begin van 1620 zal hebben plaats gehad. Hij heeft daarop in 't zelfde jaar zijn betrekking van Schoolmeester in laatstgenoemde stad voortgezet, zooals blijkt uit den titel van een ander calligrafisch werk van hem, genaamd". »Duytsche Exemplaren van Alderhande Gheschriften, Seer nut ende bequaem voor de duyt- sche Schoolmeesters ende alle beminders der Pennen. Int licht gebracht Door Jan van den Velde, Francoysche Schoolmr. Binnen de Konst- rijcke ende wyt-vermaerde Stadt Haerlem Anno 1620. Gekardus Gauw |
|||||||
1) Giftboek Reg. no. 13 fo. 715. (Archief van Rotterdam).
2) Giftboek Keg. no. 18 fo. 775.
3) Hoewel hier Schoolmeester genoemd, komt het ons voor dat hij dezelfde
is als Hani Strick , die in 't begin der 17e eeuw als Gildebroeder van S. Lucas te Delft onder de „Verlichters ende Constvercoopers ende Boeckvercoopers" voor- komt (Zie hiervoren Deel I, bl: 8 kolom 2). Hans Strick bracht in koper het „Tooneel der loflijeke Schrijfpen ten dienste van de Constbeminnende Jeucht, in 't licht gebracht door Maria Strick, Fransoysche School-houdende binnen de wydt vermaerde Stadt Delff. Ghesneden Door Hans Strick Ano. 1607." 4o. obl. Later zal hij Schoolmeester te Rotterdam geworden ziin, eene betrekking die toen naar 't schijnt gepaard ging met artistieke eigenschappen. |
|||||||
— 97 —
|
|||||
Haerlemensis sculpt. D. V. Horenbeeck Excudebat". (kl: folio). Een
exemplaar hiervan toonde ons de Heer C. Van Ommeren te Rotterdam. Jan Van den Velde overleed te Haarlem den 10 September 1623 1). Zijne brieven, zoo aan Matham als aan den Jongen Van den Velde gericht, luiden als volgt: Sr. JaComo Maetham. Alzoo ick groot ghebreck lyde by mynen
Tittel 2), zoo heb ick UE door dese wel vriendelyck willen bidden, dat UE believe denzelven metten eersten te depescheren en my sal zon- derlinghe vrientschap gheschieden, die ick bereyt ben wedrom tuwaerts t' erkennen in tghene UE op my soude moghen van ghelycke ver- soeken. Tghene UE belooft is zal UE metten eerste ghewerden, my latende weten wanneer denselve zal ghegeven wesen. Waert moge- lyck dat ick denselven binnen tien of twaelf daghen hebben moght, ofte eer, mij zoude grooten dienst gheschieden. Bevelende vriende- lyck noch een mael, dat UE gelieve my hierinne te gherieven zal als voren. Hiermede Sr. Jacomo den Almoghende in ghenade bevolen. Met-
ter haest uyt Rotterd. desen 9 february 1605. (In 12 gevouwen) UE dienstwilligen
Adres: Eersame Wyse Voorsienige Velde
Sr. Jacomo Mjstham
woonende by de Visch- brughe naest den Culckhouen Tot Loont den brenger. Haerlem. 1) Van dek Willigen, Les Artistes de Harlem, p. 303.
2) D. i. de Titel van de „Spiegliel der Schryi'kouste."
II. ' 13
|
|||||
— 98 —
|
|||||
Mon Fils. Ick hebbe advys van Mons' Fkisius gecregen, maar
geheel vreemt en absurd, syn woorden zyn geheel variabel en onge- stadich. Hy gelaat hem nu oft hyt niet doen en conde, my latende weten dat hy te veel te doen heeft en derhalve my qualyck zoude connen gehelpen, maer dat ick wel zoude doen en UE daartoe em- ployeren, zout mettertyt wel leeren ende daerin genoech ervaren worden om my te gerieven. In somma tzyn inaer blau blomme en niet dan wint. Ik en zal oock naer hem niet meer talen ofte het moest anders bycomen. Wilt van tgene dat ick u hier schryve nie- mant vermanen noch laten weten dat ick met hem wat gedaen zoude hebben om UEd wil. Ik ben zeer verwondert dat ick den Secretaris Sone niet en hoor, moght eens, alst gelegen comt, daernaer vragen. Myn Schole wordt heel slap, doch verhope aende genade Godes dattet wederom beteren zal. Onder wylen doet ghy U best int yser en weest neerstich want ick U daer niet langer en zal connen houden, als de neringe betert zal U dan noch wederom tyt genoegh geven om voor- der te leeren, ghy cont U thuys genoegh oeffenen en voorder prac- tiseeren. Hiermede gaen voor U een paer nieuwe Schoenen moetse den Schipper af eyschen. U moeder met alle U broeders en zusters doen U zeer groeten. Vaert wel en groet (van) ons U Mr. Sr. Matham en zyn huysvr. zeer met alle de bekende. Metter haest tot Rotterdam deze 27 April A° 1613. (In ij gevouwen). U Vader
Adres: Eersame Vrome Jongman Velde.
Jan van den Velde, woonende
op de Oude gracht ten huyse
van den constryeken S'.
Jacob Matham, excelent
Plaetsnyder
tot
Port Haerlem.
|
|||||
— 99 —
|
|||||
Mon Fils, lek hebbe M. Guillam de 2 materieboecken gesonden
om die te vercoopen alsook de Madeleine met het Mooselaerken, ghy moecht zien wat het gelden mach en M. Guillam een prys daer- van seggen wat U konst wel weert is. Ick hebbe hem geschreven van 40 oft 50 gul. indien U dunckt dattet te veel is, moecht zien waer- voor dattet ghyt gheven condt. Ende nopends myn boeck hebben dat gestelt op hondert gul, my dunckt dattet zooveel wel behoort te gelden, want daer bynaer hondert Stucken in staen hetwelck yedere materie maar een gul is, indien dezelve reyn en schoon waren, zoude 't Stuck 3 of 4 gul. moeten gelden, en noch en zoude de arbeyt (ik laet staen de konst) niet betaelt worden. Ick verwacht metten eerste watter van gemaekt zal worden. Mr Guillam zal U 3 gul. tellen, moecht hem die heyschen, en laet my weten oft gy by Sr Matham blyven zult, oft dat ghy by Sr BosVELT zult gaen. Ik verwacht alle dagen syn soonen, bent verwondert waert zoo lange blyven mach. Nopende den tittel die ghy voor Mattys snyden zout, hebben hem geseyt dat ghy Mons. Taffins tronie niet becomen en condt, waerop hy my geant- woort heeft dat hy Monsr de Niélle aenghesproken heeft, die hem belooft heeft daerom aen eenighe goede vrienden t' Amsterdam te schryven en zal U alsdan bescheet laten weten. Ick heb een francoys boeck mede tot Haerlem gehadt, van de groote Tamerlans, meyne wel dat ick tot den baes oft tot Mr Guillaum gelaten heb, wilt daer- naer eens vernemen, en my dat thuys zeynden. Vaertwel en groet ons alle de vrienden zeer. In Rotterdam deze 17 July \6ij. U Vader
Velde.
Laet S>' Matham U meester niet weten dat ick
deze Stucken begeer te vercoopen om reden wil |
|||||
— 100 —
|
|||||
Ma Mere seynt U hiermede een paer nieuwe mouwen,
de reste zal zy U in de ander weke seynden. Deze ingeslotene is van Mons* de NlELLE, metten welcken ghy
naer Amsterdam zult gaen by Monsr Goui.art Frans minister tot Amsterdam, die zal U weten te seggen offer een Conterfeytsel van Monsr Taffin is, oft niet. Adres: Eersamen Vromen Jongman
Jan van den Velde. In eigen
handen tot Haerlem.
Mon Fas, lek heb den Uwen ontfangen, met het plaetken, twelck
ick Mattys gelevert hebbe, en my daervoor getelt heeft 7 gul, twelck te weijnich is, voor zoo veel aerbeyts, doch men moet wat doen om in de kennis te comen, zult daernaer wel beter loon cryghen, wilt daeromme niet laten U best te doen, om in de const hoe langer hoe meerder t' avanceren en perfect te worden, acht nemende meer op de voorderinge om U Mr. te maecken, dan om metten eersten in de winst te geraecken, doch evenwel het profyt niet versuymende als U wat te doen oft te maken gegeven wort, want ghy cont daermede U alzoo wel oeffenen als met wat anders te doen wel verstaende als ghy daerinne U best doet. Wilt my vooreerst dat stuck mette penne af- maken en U daerinne wat benaerstigen. Ick en Ü moeder zullen U binnen 14 dagen met. Godts hulpe comen besoecken. Sy seynt U by desen naer belofte 4 gul. 1 st. twelck is in spetie een ducaetken, 't welk zoo veel doet. Houdt U geit wel te rade. De costen vallen "root en myn neeringe is cleyn, doet derhalve U beste en maekt dat ghy van dit Jaer meester int yser wordt, om te connen teek enen en snyden uyt U selven tgene U te voren soude moge comen, want an |
|||||
— 101 —
|
||||||||
ders U snyden niet veel te bedieden en soude hebben. De konst van
Inventeren is beter dant naermaeken ende copieren. Voor de reste, vreest den Heer:: en houdt U deuchdelyck, zoo salt U welgaen en zult van de Vromen geacht worden en Gode. U moeder, susters en broeders doen U zeer groeten. Metter haest uyt Rotterdam deser 16 September léii^ U Vader De Haen i) leyt noch al sieck te bedde. Velde.
Adres: Eersame Vrome Jongman
Jan van den Velde, woonende
ten huysen van den Constrycken
Sr. JACOB M.ATHAM Tot
Haerlem. |
||||||||
L l
|
||||||||
1) Waarschijnlijk wordt bedoeld Hendiuck De Haen een Rotterdamsch Schil-
der, met wien Jan Van den Vei/de bevriend was. Een der bladen in do „Thresor Literaire" — het 2de gedeelte van Van den Yeldes „Spieghel" — bevat een opdracht aan De Haen. |
||||||||
— 102 —
|
|||||||
JAGOBUS SITTERIGH,
SCHILDER.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer J. B. SlVRÉ, Archivaris van Roermond).
Deze schilder schijnt zich omstreeks het jaar 1714 in Roermond
te hebben gevestigd, want in het register der aangenomene burgers staat vermeld dat hij op den igüen Julïj van dat jaar den burgereed in handen van den magistraat aflegde. Omstreeks denzelfden tijd moet hij met Apoi.i.onia De Aranaïz, waarschijnlijk eene dame van adel- lijke Spaansche afkomst, in den echt getreden zijn, waarbij hij drie dochters verwekte, die op 26 November 1715, 14 Mei 1719 en 24 Maart 1721 te Roermond geboren werden. Apollonia De Aranatz overleed op 11 Maart 1732, haar echtgenoot op 25 Augustus 1757 en beiden zijn in de kerk der Minderbroeders begraven. Van dezen schilder zijn thans nog twee stukken in olieverf in de
stad aanwezig; het eerste, zich bevindende in de groote zaal van het raadhuis werd op last der staten van het Overkwartier van Gelderland in het jaar 1719 geschilderd, bij gelegenheid dat keizer Karel vi op den 6dcn December van dat jaar als hertog van Gelderland te Roer- mond plegtig ingehuldigd werd. Het stelt dien vorst voor in levens- grootte en in krijgsgewaad, houdende den bevelhebbersstaf in de rechterhand, terwijl naast hem eene tafel staat waarop zich de hertoge- lijke kroon bevindt en waaronder een leeuw in wakende houding ligt. |
|||||||
— 103 —
|
|||||||||
Het tweede stuk, de Hemelvaart van Maria voorstellende, was
op last van den magistraat der stad in 1737 geschilderd en werd aan de parochiekerk geschonken, bij gelegenheid dat daarin een nieuw altaar ter eere van O. L. Vrouw geplaatst werd. Het wordt thans in het Roomsch Katholiek Godshuis bewaard. De belooning voor beide stukken mag karig genoemd worden;
voor het eerste toch ontving hij van de staten 26 en voor het andere van den magistraat 10 pattacons, zoodat wij vermoeden dat hij slechts zijne onkosten heeft teruggevorderd en zijn talent ten beste heeft ge- geven voor de stad, die hem onder hare burgers opnam, want beide stukken leveren het bewijs door eene meesterhand te zijn geschilderd; dit vermoeden wordt nog sterker bij ons, doordien uit verschillende omstandigheden mag worden afgeleid dat hij een welgesteld burger was, die zijne kunst meer als liefhebberij dan als kostwinning be- oefende ; of hij meerdere stukken schilderde , bleef ons onbekend. |
|||||||||
REKENING DER BUURKERK TE UTRECHT,
1420—1421. |
|||||||||
(Medegedeeld door Th*. Mi'. F. A. L. Ridder Van Rappard te Zeist).
Jan van heesse die beeldesnider van den beelden en van den
loueren die ghebroeken varen aen der banc daer die drie peesters op zitten 6 braspenninc. |
|||||||||
— 104 —
|
|||||
Jan de milde van dat ghesneden werc dat bouen dat hiilighe
sacrement staet van hout en van sniden en van zetten te samen 6 hollens scilde stuc 70 wit mac. 14 gul. Goedevaaert VAN der HELLE van den loueren die bouen op
dit werc staen van hut ende van maken 12 wit. NB. »op dit werc staen" slaat op de post die voorafgaat, »DlRC
der heeren timmerman van den doem van \ knarout dat
bouen dat hellghe sacraments hws ghemaect is van hout ende
van timmeren I gul en 8 wit."
lt. hadde jannes mem van den 3 nyen balghen aen den orghelen
te maken mit geueghe wiinde en van dal werc binnen al te vermaken
mit nyen pipen en te veracoerderen te samen 9 aernnems gul. en te
verdrincken 4 tunen mac. te samen 18 gul en 4J wit.
|
|||||
— 105 —
|
|||||||
AANTEEKEN1NGEN
UIT HET DAGBOEK VAN SCHOUT, BURGEMEESTEREN EN
SCHEPENEN EN
UIT DE THESAURIERS REKENINGEN VAN DEN HAAG.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer P. A. Leupe, Gep. Majoor, Ambtenaar
bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage.) N de aan het hoofd dezer bijdrage vermelde bescheiden,
berustende in het Gemeente-Archief van 's-Gravenhage, komen eenige voor de kunstgeschiedenis niet onbelang- rijke aanteekeningen voor, betreffende Schilders, Glas- schilders of Glasschrijvers, Plaatsnijders, Kaartenmakers, Goud- en Zilverwerkers, enz. Even zooals wij het uit »de Ordonnantie-Boeken van Prins Erederik Hendrik" in de laatste jaargangen van de »Nederland- schen Spectator", hebben gedaan, wenschen wij ook hieruit het een en ander medetedeelen; wij vertrouwen hiermede onze lezers geen ondienst te doen en waarbij het hen niet zal ontgaan dat vele vereeringen door den Magistraat gedaan, bestonden in het schenken van een glas, met het wapen van den Haag daarin geschilderd; zoo in de huizen van personen, als: Mr. Derck Van der Does , Griffier Aersen, Capitein Van der Noot, Mr. Gerrit Joosten, Burgemeester DammaS Hout, Aryen Aelbrecht Hendricksz., Mr. II. 14 |
|||||||
— 106 —
|
|||||
Daniel de Schilder, Mi'. Pieter Van Veen, Burgemeester, Jan Jansz.
Cocq, Mr. Jacob Van der Does enz. of in Kerken zooals die te Kat- wyk a/d Ryn, Ryswyk, Schipluiden, Valkenburg, Woudrichem enz. Den xxiii January 1626.
Mi'. Euert van der Maes, omme sonderlinge dyenst ende moeyte
voor de Magistraet gedaen ende gehadt, met het verlichten van seeckere oude Schilderye van den ouden Hage, noch iegenwoordich ter Caemer van Burgemr. hangende, ende om meer andere consideratiën, is vergunt vrydom van alle tochten en wachten waer inne als schutter is gehouden geweest. Dagboeck van Schout, Burgemeesteren en Schepen van 's Gra-
venhage 1626—1633. Den x October 1642.
Schout, Burgemi'. Schepenen en Regierders van 's Gravenhage , hebben Carui. van dek Heyde. haren Vendum*. mits desen gecon- senteert ende toegestaen eens jaerlix openbare Vendue van allerhande schilderyen, 'tzy groot ofte cleyn , dewelcke hem by eenige schilders ofte yemand anders nymandt uytgesondert, ter handen sullen worden gestelt, te mogen houden om publycquelyck op boelhuys recht te wor- den vercoft, sonder dat hem t selve by wyen het oock soude mogen worden beleth in geenderhande manieren. Ende dat op soodanigen tyt ende plaetse als den voorn. Venduemi'. goet ende raetsaem dunken sall, mits 't selve geschyede een maent voor ofte naer de twee ordinaris jaermarcten , ende nyet langer duyrende als ses achter een volgende dagen ende langer nyet. Ordonneren hem voorts te reguleren naer |
|||||
— 107 —
|
|||||
de ordonnantie op 't stuck van de venditien by ons voor desen ge-
arresteerteert. Dagboeck als voren 1633—1643.
Den xx January 1647.
Syn Burgemrn met Wegewaert schutgieter alhyer geaccordeert,
nopens de te gieten en 't leveren van de spys tot een clock van seven duysent ponden in gewichte, opt naervolgende conditien, namenüyck dat by de magistraal van 's Gravenhage betaelt sal werden derthyen stuyvers voor 't pond, ende dat hy Wegewaert daertegens aennemen , sal een clock van vyff duysend ponden, ofte van soo veel meerder ofte minder ponden als deselve bevonden sal werden te wegen, ende dat hy voor yder pondt van deselve betaelen sal seven stuvers. Wyders heeft de voorsx. Wegewaert belooft de nieuwe te gieten
clock tot syn peryckel te nemen, en voor de deuchdelyckheyt van de- selve inne te staen den tyt van twee jaeren lanck. Dagboek als voren.
Ter zijde staat: Opten iiij July 1647 is de voorsz. clock uyt geschut huys gecomen en bevonden swaer te syn 7510 ponden. Den 29 November 1678.
Aen Christiaen Boeckebaert voor 't vergulden van de lyst om
de schilderye van 't pourtrait van syn Hoochht. in Burgermsi'. Camer, ses ende tsestich guldens gegeven. Resolutie of Daghbouck als voren 1675—1683.
Den 5 December 1681.
Hebben Burgemr. aen Deecken ende hooftmannen van de confrerie van de Schilders , nevens de timmeragie van t' boterhuys vergunt een |
|||||
— 108 —
|
|||||
kamertje ter syde de groote Schilderskamer, mits betalende vier per
cento van de penningen daeraen te koste geleyt, t' welck is gestelt geweest tegens een capitael van 300 ,£, op twaelff gldn s'jaers. Resol. of Daghbouck als voren 1675 —1683. JAN en ADRIAEN VAN DE VENNE.
Fol. cix. Die Staten Gener. enz. Ordonneren te betalen aen Jan
en Adriaen van de Venne, de somme van Drye hondert ponden van xl. grooten 't stuck, van de presentatie van de afbeeldinge op satyn, van Syne Exc. die Heere Prince van Oraengien ende van Syn Exc. die Heere Prince Hendrik van Nassau, tot vyff ende twintich exem- plaren toe; te weten: Van elck twee, voor de Presente Heeren Ge- committeerde van de Provinciën, tegen sess ponden 't stuk, daer- voor d' Heer President mette selve is geaccordeert. Ende mits enz. Gedaen in den Hage den xvj April, is xvjc negentien.
Fol. iijc. I.xviij. Die Raeden enz. Ordonneren enz. te betalen aen
Adriaen van de Venne Schilder alhier in den Hage, de somme van Vyftich ponden van xl groten ; deselve by ordre van haer Ho. Mo. voor de presentasie van synen Victorywagen, ter eeren des Doorluchtigen Heere Prince van Orangien etc. aen Haer Ho. Mo. gedaen, eens toegevoecht mits leverende 2 contrefeytsels. Ende overbrengende enz. Gedaen den 15 February 1630. JAN PIETERSZ. VAN DE VENNE.
Fol c.xcviij. Die Staten Generael enz. Ordonneeren enz. te be- talen aen Jan Pietersz. (van de) Venne de somme van vier en twintich ponden van xl gr. 't stuck. Denselven toegeleit tot een ver- eeringe, van dat hy aen haer Ho. Mo. heeft gepiesenteert voor elck |
|||||
— 109 —
|
|||||
gedeputeerde van de Provincie een Caertgen van het Huys van
Nassau. Ende mits enz. Gedaen in den Hage den xxv Septembris xvj°. Een en twintig. JAN PIETERSZ. VAN DER VENNE.
Pennekonst ende Bouckvercooper. Fol. ijc. xviij. Die Staten Gener. enz. Ordonneeren enz. te be- talen aen Jan Pietersz. van de Venne, Pennekonst ende Bouckver- cooper woonende tot Middelburch, de somme van Hondert eenender- tich ponden, vyff Schell. van xl groten 't pont; over de leveringe van een en twintich caertgens, geintituleert een constich (conststuck ?) van verthooninge van den Elendigen Staet van deze Landen onder de Tyrannie van den Hertog van Alve, voor de Heeren Gedeputeerden ter vergaderinge van hare Ho. Mo. Ieder caertien tegen sess ponden, Vyff Schell. Ende mits enz. Gedaen in den Hage den xxij July xyjc twee en twintig. Thesauriers Rekeningen
■577-1588- Fol. c.xxxix, Betaelt Arent Bom, Goutsmidt, de somme van
vier ponden, vier schell.; over 't maicken van seeckere letteren ende Oyeuaer, tot behouff van den Hage, om mede te brand- mercken, als by zyn cedulle inhoudende ordonnantie ende quitantie dus hier....."...........iiij j£ iïij Sc. Fol. c.xlj verso. Betaelt Arent Franz. Bom, Goutsmit, de somme
van zeuenthien ponden, seuenthien schell.: vij grooten, vuyt saecke |
|||||
— 110 —
|
||||||
van eenen gouden Schaickel by hem gemaict, ende by de Burge-
meesteren geschoncken Jacob Sproncxen , bode van de Staten van Holland; hem belooft van eenige diensten by hem de magistraet ge- daen , als by ordonnantie ende quitantie, dus hier. xvij j£ xvij Sc. vii gr. 1587
Fol. c.lxxxiij verso. Betaelt Gilt.es Gillesz. Tapytwerker, de somme van negenthien ponden, thien schell.; vuyt sake dat hy derthien syde wapenen gewrocht heeft, op te voorschreeue sitcussens (van groen laken) blyckende bij d'ordonn: in dato den viij Augusti anno zes ende tachtich , met quit. van de huysvrouwe van voorn. Gilles Gillesz. dus hyer..............xix JL x Sc, 1589—1590
Fol. c.xxxvj. Betaelt David Cornelisz. i) Schilder, de somme van drie ende dertich ponden, vuyt saecke van diuersche Schil- derye by hem gedaen, naer 't bevel van burgemeesteren tot behouff van den Hage, volgende syne cedulle inhoudende ordonnantie ende quitantie, dus hier...............xxxiij d£. 1591 — 1592
Fol. c.xvj verso. Betaelt Quirvn Cornsz. Glaesmaecker, de somme van zeuenthien ponden, vuyt sacke van twee glaesen mitte Haechse wapenen, gemaeckt te hebben in de huysinge van meester Dirck VAN DER Does, in de Vlaemingstraet, blyckende by ordon. en quit., dus hier................ xvij <£. |
||||||
1) Niet vermeld onder „De leden van het Haagsche St. Lucas-Gilde vóór
1656" door T. van Westkheene Wz. (Zie Kunst-Kronyk 1867. xxxin. 81.) |
||||||
— 111 —
|
|||||
1591—1592-
Fol. c.xxxvj verso. Betaelt Heyndrick Jacobsz. Borduurwercker,
de somme van zeuen ponden, vuyt zaecke van een wapen by hem
voir den Haege gemaeck ende geborduert, blykende by ordon: ende
quit:, dus hier.................vij X.
1592—1593.
Fol. c.xxxiiij, Betaelt David Cornelisz., Schilder, de somme
van dertich ponden, vuyt zaecke hy heeft geschildert ende verguit,
de wysers ende getall letteren aen de vuijrwercken van de thoorn,
blyckende by cedulle, inhoudende ordon: en quit: dus hier . xxx j£.
Mey 1593 — laeste April 1594.
Fol. cxxxi verso. Betaelt QuiRYN Cornsz. , Glaesmaecker, de somme van acht ponden, vuyt saecke van een glas mette wapenen van den Hage, by hem gemaeckt in thuys van den Griffier Aertssen , in de Speuijstraet, by Burgemrs. s Haechswegen aldaer geschonken, bly- ckende by ordonn: en quitantie, dus hier.......viij X Fol. c.xlvij. Betaelt Floris Jacobsz., geswooren Lantmeter, de
somme van drie ponden, vuyt saecke hy heeft gecopieert twee caer- ten van die Haechse wooningen, blyckende by ordon: en quitantie, dus hier . . . •...............rij <£. I594—I595-
Fol. c.xlix verso. Betaelt Quiryn Cornsz., Glaesmaeker, de somme van derthien ponden, vuyt saecke van vier glaesen by hem gemaect |
|||||
— 112
|
||||||
int Weeshuys mette wapenen van den Hage, by den Hage denseluen
huyse geschoncken, blyckende by syn cedulle inhoudende ordonn: en quif., dus hier.............. . xiij JL 1594—1595-
Fol. c.Lxiüj verso Betaelt Hans Bouwens, Goutsmit, de somma van acht ende tachtich ponden, acht schellingen, vuyt saecke van twee siluere Schalen, by Burgemeesters van hem gecofl, daervan d'eene schale verschonken es aen Claes Schouten, deurwaerder, by hem bedongen in de coop van seeckere laen ende erue aen de Oostzyde van de Speuije, by Burgemeesters tot behooft van t corpus van den Hage van hem gecoft. Ende de tweede verschoncken tot een pülegifte aen de Conrectoir 1) van de groote school blyckende by ordon: en quit:, dus hier........i.xxxviij JL viij Sc. Fol. c.Lviij verso. Betaelt DAUID van Coy , wonende ter Goude,
de somme van twee ende tachtich ponden, vier schellingen, vuyt saecke van derthien cleyne wapenen by hem gemaeckt, 't stuck tot drie ponden; ende zes groote wapenen, 't stuck seuen ponden, vier schelling, van zydewerck om op zitcussens te naeyen, blykende by ordon: en quit:, dus hier..........r.xxxij JL iüj Sc. Fol. c.Exix verso. Betaelt Lenert Ysurantsz., de somme van
vier ende twintich ponden, veerthich schellingen; vuyt zaicke van ge- maeckt te hebben, twaelff groene sitcussens ende daertoe gelevert de vederen ende tyckt, blyckende by ordon: en quit:, dus hierxxiuj JL xiiij Sc. |
||||||
1) Mr. Joosi Biutra.
|
||||||
— 113 —
|
|||||
1594—1595-
Kol. c.Lxviij. Betaelt aen handen als voren (Dikck Cornelisz
Muvser) , de somme van acht ponden, zeuen schellingen; vuyt saecke
van een groote cairte van mappa mundi, ten behouue van den Hage
gelevert, blyckende by ordon: en quit: dus hier . . viij JL vij Sc.
I596—I597-
Fol. e.Lxxiij verso. Betaelt MlCHlEL WlLLEMSZ., Glaesmaicker, de somme van zeuen ende tseuentich ponden, negen penningen. Vuyt saicke van diuersche glaeswerck ende schilderye, by hem gemaeckt gestopt ende geschildert; soe int groote schoole, opt stadthuys, inde huysinge van Cappiteyn Van der Noot, by de magistraet aldair verschonckcn in de huysinge bewoont by Maerten Jong int cloos- ter op te Speuye, ende andere huysen den Hage toebehoorende enz: blyckende by zyne cedullc inhoudende specificatie, ordonn: en quit: dus hier. . . -..............Lxxvij X ix p. Fol. c.Lxxiiij. Betaelt aen handen als voorn, de somme van
negen en veertich ponden elff schellingen , zes penningen; vuyt saicke van zeecker glaeswerck by hem gemaickt gestopt ende verloot, in die huysen den Hage toebehoorende, daerinne geraickent twee wapens van den Hage by hem geschildert, d'een opte poort opte geest, ende d'ander opte poort in de toorenstrael, blyckende by cedulle inhou- dende ordonn: en quit: dus hier......xlix JL xj Sc. vj p. 1596-1597.
Fol. C. xcv verso. Betaelt Pieter Jansz. van Sanen, Goutsmit,
de somme van vyft' end dertien ponden, twee schellingen: vuyt saicke
van eenen silueren Schael, by hem tot behouff van den Hage ge-
II. 15
|
|||||
— 114 —
|
|||||
maeckt, dewelcke es verschoncken aen Bernardus Faille. dienaer
des goddelicken Woorts in de Kercke van den Hage, tot eene ver- eeringhe op den doop van zynen zoon, genaempt Jacob; dair van Burgemeesters zyn geweest als getuygen, blyckende by ordonn: en quit: dus hier...............xxxv X ij Sc. Betaelt aen handen van Bernardus Faille voorn, de somme van
vyftich ponden , hem tot eene vereeringe beneffens de voorsz. schale op ten doop van zynen voorsz. zoon by Burgemeesters, geweest zynde getuygen, geschoncken, blyckende by ordonn: en quit: dus hier !. X. 1597—1598.
Fol. rjc. vij verso. Betaelt Heynürick Lodewycksz. van Haee- TENS, Universiteytsdrucker binnen der stadt Leyden , de somme van twaelff ponden, hem toegevoucht tot een vereeringe voor eene caerte der stadt Jerusalem, by hem gemaeckt ende aen Burgemeesteren ge- presenteert, blyckende by ordon: en quit: dus hier xij JL. I598—1599-
Fol. c.Lxix. Betaelt aen handen van MlCHIfil. Willemsz. Glaes- maicker, de somme van zeuen en dertich ponden, veerthien schell:, wt saecke van diuersche glaeswerck ende schilderye by hem gemaeckt, gestopt, geschildert, zoo int huys van Mr. Geruit Joosten op te Laen, in de huysingen bewoont by Bernardus in de Stolp, als opt stadthuys; ende geschildert te hebben twee wapenen van den Hage met oliuerwe met hare coleuren, opte poorte, zoo ter zyde het Paradys, als de poortc onder de huysinge van MlCHlEi. VAN de Velde, int achterom, bly- ckende by zyne cedulle, specificatie ordonn: en quit: dus hier xxx £- xjv Sc.
|
|||||
— 115 —
|
|||||
Fol. c.Lxx. Betaelt Quiryn Coensz., Glaesmaecker, de somme
van elff ponden, wt saecke van twee glazen mette wapenen van den Hage, gemaeckt ende gestelt te hebben ten huyse van de Wed. van Frans Pietersz. , collecteur in zyn leven van de wynexcys van den Hage, blyckende by ord: en quit: dus hier.....xi d£ Betaelt Lenert Pietersz., Glaesmaecker, tot Delfï, de somme
van hondert elff ponden, twaelff schell: wt saecke van een groot glas by hem van wege die van den Hage gemaeckt en gestelt in de Kercke tot Stolck, daer inne gereeckent elff ponden twaelft schell: van yser- werck, blyckende by ordonn : en quit: dus hier. . Cxj d£ xij Sc. 1598-^1599.
Fol. ijc. vj. Betaelt JacQTJES de Ghevn tot I.eyden, de somme van twee hondert ponden, wt saecke hy in een plate heeft gesneden , de vlecke van den Hage, zulcx deselue int ronde es gelegen, om de caerte van dien te mogen binden in de nyeuwe cronycke van Hol- landt, die van nyeuws gedruct sullen worden, blyckende by ordonn: en quit: dus hier................ij" X. 1599-
Fol. c. i.v verso. Betaelt aan handen van Michiel Wn.LE.MS7.., Glaes-
maecker , de somme van zes ende tsestich ponden, wt saecke van twee cruyskesynen met glasen van Spiegelglas, mette wapenen van den Hage, by hem gemaeckt in de huysinge van Anthony deBoode, blyckende by zyne cedulle inhoudende ord: en quit: dus hier i.xvj d£. Fol. C, i.xvij verso, Betaelt Floris Baltha/.ar, de somme van
twaelff Ponden, tot een vereeringe van zeecker caerte aen Burgermeesters |
|||||
— 116 —
|
||||||
geleueit, van de belegeringe van Bommel, opte mate gemaeckt met
alle zyne forten ende schanssen, blyckende by ord: en quif. dus bier.................. . . xij <£. 1600.
Fol. C. Lxvij. Betaelt aen handen van Michiel Wilt.emsoon, Glaesmaecker, de somma van vier en tnegentich ponden, vuyt zaecke van acht nieuwe glasen van spiegel glas, int Sallet voor aen de straet, ten huyse van den Burgemst. Dammas Ho(JT, mette wa- penen van den Hage, deur last van Burgemrn. gemaect te hebben, blyckende by7 zyne cedulle ii\hondende ordonn : en quit: dus hier xciiij <£. Fol. c. Lviij. Betaelt als voren, de somma van /es en dertich
ponden vuyt zaecke van vier nieuwe glazen van spiegel glas by hem gemaect in de huysinge van Mr. Daniel de Schilder, mette wapenen van den Hage, blyckende by zyne cedulle inhoudende ordonn 1 en quii : dus hier ................xxxvj JU. Als voren. AimiAEN Huvgen, Glaesmaker, voor vier nieuwe
glazen ten huize van Aelrrecht Hendricksoon, Schepen van den Haeg.................... 24 Jï 1600.
Fol. ij0. vi. Betaelt Jan Cornelis Zoon, Goutsmith, woonende in de Cardinaelshoet alhier in den Hage. de somme van acht en dertich ponden, vuyt zaecke van een siluere Schael, by hem tot be- houff van den Haege gemaeckt, daermede vereert es den rectoir 1) van de groote school, vuyt zaecke van eenige extra ordinaris oncosten |
||||||
1) Mr. Jacob Verheyden (?)
|
||||||
— 117 —
|
|||||
by hem gehadt, in t logeren van eenege comedien i) in dezelue schoole.
Blyckende by ord: en quit: dus hier........xxxviij Ji 1603.
Fol. c. xciiij. Betaelt Hauer van Groei,, Ingenieur, de soumie van dertich ponden, vuyt zaecke hy den Hnge binnen de gront van de huysen ende plaetze heeft affgetrocken, en voorts rontsomme in bolwercken affgebeelt ende gezet, ende daervan caerte aen Burgemi", gelenert, blyckende by ordon: en quit: dus hier.....xxx £. 1603,
Fol. c. xvij verso. Betaelt QuiRVN CoENSZ., Glaesschryver, de
somrae van twee ende veertich ponden, vuyt zaecke van het schilderen
van drie nieuwe Vendels voornoemt (voor de Schuttery) blyckende
by ordon: en quit: dus hier............xlij Ji.
Kol. e. i.xvij. Betaelt aen handen van Adriaen Huygen, Glaes-
maecker, de somme van Hondert twaelff ponden, vuyt zaecke van een glas by hem gemaect, inde Keicke tot Catwyck op ten Ryn, met het Haechsche wapen verciert ende de compartementen rontsom met zyn coleuren, blyekende by zyne cedullen inhoudende ordon: en quitantie dus hier...............c. xij <£. 1609.
Fol. ijc. xlviij verso. Betaelt Seger Quirynsz. van oer Maks,
Glaesmaecker, de somme van acht en tnegentich ponden, vuyt zaecke
van een glas by hem deur last van Burgermeesters, gemaeckt in de Kercke
van Valckenburch, met.te wapenen van s Grauenhage, ende andere
1) Wordt hief bedoeld de opvoering eener comedie van Phtiitus of Terren-
tius door de leerlingen der school, of het logeeren van coinedianten in die school? Het eerste komt niet onwaarschijnlijk voor. |
|||||
- 118 —
|
|||||
cieraet van wercken rontsomme verciert, blyckende by zyne cedulle
innehoudende ordonn: en quit: dus hier.......xcviij <£. 1609.
Fol. i'f. l.xix verso. Betaelt Jaecques de Gf.yn i), de somme van vyer ende dertich ponden, vuyt sake hy aen de Schutterye van 's Grauen- hage heeft geleuert, alle de postuyren van de wapenhandelinglie al 't samen niette coleuren affgeset, wezende in getale van Hondert achtien stucken. Blyckende by zyn cedulle innehoudende ordonn: en quit: dus hyer . ,............xxxiiij d£. Kol. ijo. i.xxxiiij. Betaelt Seger Quirynsz. 2), Schilder, de somme
van twee ende twintich ponden, vuyt sake hy geschilden heeft in het Schutters Vendel, het wapen van zyne Excie met gout ende silver met olyeverwe, met eene orangie tack met appelen: ende twapen van den Hage, gehouden van steen verguit met gout ende olye?, staende gemetselt in de brugge van turfmarkt, blyckende by zyne cedulle innehoudende specificatie ordonnantie ende quitantie, dus hier xxij d£.
1610.
Fol. iij°. xi. Betaelt Jan Durant, cerchiant van de guavde, de soimne van twaelff ponden, hem toegeuoucht tot een vereeringe van dat hy vuyten leger voor Gulick de magistraet heeft ouergeschreuen t gunt aldaer staende het beleg geschiede. Blyckende by ordonn: en quit: dus hyer............. . . . xij X. 1) Hoewel lui Van Y\'esttiheene „Nalezing op eene vroegere mededeeling"
vermeld, hier opgenomen 0111 de volledigheid. 2) Van dee Maes
|
|||||
119 —
|
|||||
i6i4-
Fol. ijc. xciiij verso. Betaelt als voren. Voor het overschryven de voorvallende nyemaeren voor Rees. 1610.
Fol. iijc- xix. Betaelt den Burgemeester Claes Cornelisz. , de somma van acht ende twintich ponden, vyer schillingen; vuyt saeeke van gelycke somme by hem met kennisse van Burgemr» verstrect, aent maeeken van twaelff cussen waepenen niette oeyevaers daer inne , by hem voor den Haege doen maccken, ider gerekent tot twee ponden, zeuen schillingen. Hlyckende by ordonn: ende quit. dus hyer xxviij ,£ iiij Sc.
1612.
Kol. ijc. Lxiij. Betaelt M1'. F'loris BALTHASARS, Lantmeter ende Plaetsnyder tot DelfF, de somme van zes erjde dertich ponden, van dat hy den Magistraet van 's Grauenhage heeft vereert, mit het exem- plaer off caerte by hem gemaect, van het Dyckgraefschap van Delftland. Blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer......xxxvj JL. Fol. ijc. Lxxiij verso. Betaelt Mi'. Floris Jacobsz., Lantmeter, de
somme van twee ende twintich penden, vyftyen schell: vuyt zaecke van verscheyden zyne vacatien en gemaecte caerten: by hem als Lant- meter ten dienste van 's Gravenhage gemaect ende geuacceert. Bly- ckende by zyne declaratie, innehoudende specificatie ordonn: en quit: dus hier.................xxii ji xii Sc. 1612.
Fol. ijc. i.xxv. Betaelt Seger Quirynsz. (van der Maes), Glaes-
|
|||||
— 120 —
|
|||||
maecker, de somme van twee ende tzeuentich ponden, vuyt zaecke
hy door last van Burgern"'. opte drye nieuwe vendelen ten behouue van de schutteryc alhyer gemaekt, de wapenen ende ander ciraet geschildert heeft. Blyckende by zyn cedulle ordonn: ende quit: dus hyer....................Lxxij £. 1613.
Fel. ijo xxxij. Betaelt Euert Quirynsz. van der Maes, ende
Vincent Henricxzoon, Glaesmaeckers, de somme van twee ende dertich ponden, zeuentyen schellingen, te weten: vyer ende twintich p onder., twaelff schellingen, vuyt zaecke van vyer nyuewe glazen met het wapen van Schravenhage, gemaect len huyse van den Advocaet Mr. Pieter van Veen, ende de resteerende acht ponden, vyff schel- lingen, van elff lïguerkens by de voorn: Euert Quirynsz. voor s Gra- venhage gemaect. Blyckende by haer cedulle innehoudende specifi- catie, ordonn: ende quilantie , dus hyer .... xxxij JL xvij Sc. Fol. ijc. xxxiij. Betaelt Kueri QUIRYNSZ. van her Maes, Glas-
schryver, de somme van vyftich ponden twaelff schell: vuyt saecke van zeeckere glaesen by hem geschreven ende gemaect; daermede de Magistraat Jan Janszoon Cocq , Burgemeester in zyn nyeuwe ge- timmerde huysinge hebben vereert. Blyckende by syne cedulle inne- houdende specificatie ordonn: ende quitantie, dus hyer. 1, ,£ xij Sc. 1612.
hul. ijc. Lxxxix verso. Betaelt aen de Diacenen van de Eransche Kercke
alhyer, de somme van dertich ponden, hen luyden toegeuoucht voor zecker caerte, voorstellende de Pauselycke ende Christelicke religie, by hen luyden vuyten name van de armen derzelver kercke aen de Ma- |
|||||
— 121 —
|
|||||
gistiaet van 's Gravenhage gepresenteert; blyckende by ordonn: ende
quit: dus hyer................XXX <£. IÓIZ.
Fol. ij°. xcij verso. Betaelt Mr. Charles de Visch, de somme van een
ende twintich ponden, vuyt zaecke hy door last van den Magistraet in Francyn geschreven heeft, d'ordonnantie oft Instructie tot vorde- ring van de Justitie alhier nyeuw gearresteert, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer...............xxj ,£. 1613.
Fol. ijc. Lxj verso. Betaelt Zeger Quirynsz. van DER Maes , Glaes-
schryuer, de somme van twee ende tzeuentich ponden, vuyt zake hy geschildert heeft de drye vendels Schutterie, een nieu gemaect mette wapenen van de Heeren Staten van Hollandt, zyn Exellencie ende de wapenen van Schravenhage, blyckende by cedulle innehoudende ordon- nantie ende quitantie dus hyer..........Lxxij JL. Fol. iijo. Liiij. De rendant brengt alhyer in vuytgeef, de somme
van hondert vyftich ponden , hem verstreckt tot coopinge van twee siluere schaelen, waermede de Magistraet hebben vereert, Joncheer Wil- lem van Outshoorn, Bailliu ende Schout van Schravenhage voorn. ; ten regarde van de goede diensten by hem aen den Haege gedaen ende d'Extra ordinaris moeyten by hem daerinne gehadt; ende zonder- linge geprocureert te hebben, dat den wyn excys alhyer tot eene zeer merckelicke somme hooger werde verpacht, dan dezelve by collecte voortyts heeft innegebracht; blyckende by ordonnantie, dus hyer. cl <£. Fol. ijc. Liiijverso. Betaelt Hans Bouwensz. Goutsmit, de somme
16
|
|||||
— 122 —
|
|||||||
van twintich ponden, vuyt zaecke hy op te twee zilveren schalen
voornoemt, de wapenen van 's Grauenhage heeft gestelt ende gesneden. Blykende by ordonn: ende quit: dus hyer.......XX <£• 1614
Fol. ijc. lxv. Betaelt Euerart Quirynsz. i); Buigems. van Schra- uenhage, de somme van taegentich ponden, veertyen schell., vuyt zake gelycke somme by hem, met kennisse van Burgems. ende t' haerder ordonnantie, verstrect, aen t'silver ende fatsoen van een schael, daer mede op ten xxvi marty, zestien Hondert veevtyen, vereert es Johan Cücq advocaat, zoon van den Burgemr. Cocq, ten regarde hy zyu theses heeft gedediceert de magistraet van 's Gravenhage, blyckende by ordonn: en quit: dus hyer......• • XC <£. Lxiiij Sc. Fol. ijc. lxxv. Betaelt Andries Stock 2), Plaetsnyder wonende
|
|||||||
1) Waarschijnlijk dezelfde als Evert Cbïns. van deb Maes. Zie hier voren.
2) In het onderstaande stuk noemt hy zich Andbïes Jacobss. Stock.
Aan myne E. Ho. Mo. Heeren die Staten
G-enerael der Vereenichde Nederlanden Verthoout met aller oitmoet ende rever ntie. Andbies Jacobss. Sïock, plaetsnyder ende Borger alllier iu den Hage, hoe dat hy supplt. uu laost aengevangen heeft in eene copere plate en een bequame ende middelmatige forme naer 't leven te snijden, d'Effigie ende conterfeytsel van Zyne Princel: Exeie van Orangien, Grave van Nassauw etc, synde noyt in dier voegen met Syne volcomene Iutitulatie alBoe gedruckt ofte int Licht verveerdicht; heb'bende de voorgaende faulten by anderen begaen daerinue verbetert ende gecorrigeert, gelyck TJ Ho. Mo. 't selve sullen uonnen oirdceleu; van dewelcke hy niet en heeft konnen naerlaten U Ho. Mo. met eenige derselve exemplaren te vereeren. Als synde derselver onderdanich- ste Dienr. Verhopende dye selvige TJ Ho. Mo. E. aengenaern ende voor goet sul- len gelieven aen. te nemen etc. (Buiten op staat:) Beqüest voir Akdkies Jacobss. Sïock. Plaetanyder. (1618).
|
|||||||
— 123 —
|
|||||
alhier in Schravenhage, de somme van achtyen ponden, hem tot eene
vereeringe toegeuoucht, voor de presentatie by hem aen de magistraet gedaen, van eenige exemplaren van de effegie van de Prince van Orangien, hooch loffel. memorien, als mede van den jongen Hartoge van Brandenburch, by hem in copere platen gesneden, blyckende ordonn: ende quit: dus hyer...........xviij oC- 1614
Fol. ij", xcixvorso. Betaelt Nicolaas de Clerck ende Johannes van Londkrseel, Plaatsnyders tot Delff, de somme van achtien ponden, dezelue tot eene vereeringe toegeuoucht voor de dedicatie ende presen- tatie by hen luyden aen de magistraet gedaen; van zekere caerte daerinne Schravenhaege met alle de Edificatien ende straten is vuytge- beelt. Blyckende by ordonn; ende quit: dus hyer .... xviij ü. 1615
Fol. ij", lxxxv. Betaelt Jak Gerritsz. Terhorst, Goutsmith, de somme van elff ponden, zestien schell: zes penningen, over 't gout, silver ende fatsoen by hen gelevert ende verdient, aen eenen nyeuwen bos voor een van de loopende booden gemaect. Blyckende by or- donn : ende quit: dus hyer..... , . xi Jl xvj Sc. vi gr. Fol. ijc. xcx. Betaelt Mr. Floris Baltasars. Plaetsnyder, de
somme van twee ende veertich ponden, vuyt saecke hy aen de ma- gistraet heeft gepresenteerd, een caerte by hem gesneden van 't geheele landt van Rynlandt, met alle zyne wegen, wateren, brnggen, dorpen ende plaetsen, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer . XLij <£. Fol. ij0, lxxüj. Betaelt de Gecommitteerde van den Schout ende
|
|||||
— 124 —
|
|||||
gerechte der Heerlijckheit Crimpen opte Leek, de somme van vyf
ende veertien ponden, vuyt zaecke van gelycke somme hen luiden tottet maecken van een glas in heurluyden kereke toegevoucht, mits dat zy luiden gehouden -worden daerinne te stellen het wapen van Sgrauenhage, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer . xlv j£. 1616
Fol. ijc. Lvij. Betaelt aen handen als vooren (Nanninck Corne-
nsz. Glasmaeker) de somme van zeuen en tachtich ponden, tyen schill:, vuyt zaecke van een glas by hem gemaeckt in de kereke van Ryswyck, daermede Burgemm. dezelve kereke hebben vereert enz. Blyckende by zyne cedulle innehoudende specificatie, ordonn: en quitantie , dus hyer..............LXXXVij <£. Fol. ij0. Lvijverso. Betaelt Vincent Hendricxz. , Glaesmaecker, de
somme van vyftyen ponden, vuyt zaecke van vyer nyeuwe glaesen mette wapenen van den Haeghe daerinne staende, by hem gemaeckt in de Sael van t' Weeshuys alhyer in den Hage, daermede Wees- meesteren t' zelve Weeshuys hebben vereert, blykende by zyne ce- dulle inhoudende ordonn: en quit: dus hyer......xv d£. Fol. ijc. Lxxviijvereo. Betaelt Pouwels de Kempenaer, de somme van
thyen ponden, hem toegeuoucht voor de presentatie by hem aen Bur- gemeesteren gedaen, van zekere caerte ende bouck geintituleert: Verge- lyckinge mette Nederlantsche republycke mette Switsersche. Blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer...........x <£. Fol. ij°. Lxxixverso, Betaelt Cornelis Bosch ende Jury Faes Jacobs-
zoon van Haren, Plaetsnyders, de somme van vyftich ponden,de- |
|||||
— 125 —
|
|||||
zelve tot een veieeringe toegeuoucht, voor de presentatie by henluyden
aen de magistraet gedaen, van twee exemplaren van de caerte by hen gesneden, daerinne Schravenhaege met alle de Straeten ende Edifi- tien pertinentelieken es affgebeelt. Blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer...................L <£. Fol. iijc. xix. Betaelt Henrick Cheeuwen, Goutsmit, de somme
van twee ende tzeuentich ponden, vyff schell: vuyt zaecke van een ziluere schael daermede, vereert es zeker persoon den magistraet dienst gedaen hebbende, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer....................LXXij <£• 1617.
Fol. ijX Lxxxvverso, Betaelt de Wed. van wylen Mr. Floris Bamtha- sar, Lantmeter, de somme van zessen dertich ponden, haer toege- uoucht , voor zeker Caertbouck van 't Dyckgraeffschap ende Hooge Heemraetschap van Rhynlandt, daermede zy de magistraet heeft ver- eert. Blyckende by ordonn: innehoudende quitantie dus hyer xxxvj <£. Fol. ijc.xverso. Betaelt Seger van der Maes, Schepen van Schraven-
hage, de somme van acht ende veertich ponden, vuyt zaecke van t' schilderen van de wapenen ende andere ciraet, opte twee nyeuwe vendels voor de schutterye nyeuw gedaan maecken. Blyckende by zyn cedulle inhoudende ordonn: ende quit: dus hyer . . . xlvüj j£. Fol. ijc. xcix. Betaelt NoË PESsijN,de somme van zestien ponden,
vuyt zaecke van arbeytsloon by hem verdient aeh t' maecken van een nyeuwe Orangie vendel en 't vermaecken van een out Orangie vendel, by hem tot behouf van de Schutterye van Sgravenhage ge- |
|||||
— 126 —
|
|||||||
maeckt ende hermaeckt; daertoe gerekent de stoff daertoe gelevert.
Blyckende by zyn cedulle inhoudende ordonn: ende quit. dus hyer xvj X. 1617
Mr. Everardt van der Maes, i) Schilder, betaelt de somme
van jE. 42, over 't maken op berden 2) van acht vergulde wapens, om te dienen tot teykenen van de wacht van de gecofte Wassenaerschen Thol, ende patronen van dien, volgende synne declaratie, ordonn. van 14 April 1617. Denselven, de somme van & 14. In betaling van 't maken van
gelijcke twee wapens, volgens synne declaratie enz. den 29 Sep- tember 1617. 1618.
Fol. ij". Lviij. Betaelt Seger van der Maes, Outschepen van Sgravenhaege, de somme van negen ponden, vuyt zaeeke van een Spiegelglasch met het wapen van den Hage, by hem gemaeckt in de huysinge van Mr. Jacob van der Does, daer mede hy by den ma- gistraet van den Haege es vereert. Blyckende by zyn cedulle inne- houdende ordonn: ende quit: dus hyer........IX JL. 1619.
Everard Crynsz. van der Maes 3), betaelt de somme van ses-
tien ponden, over syn verdyent loon van dat hy heeft geteyckent, |
|||||||
1) Aangeteekend uit de Rentmeester» Rekeningen van Noord-Holland.
2) Borden.
3) Rentmeesters Rekening van Noord-Holland,
|
|||||||
— 127 —
|
|||||
twee Leeuwen op coper, ende daernaer verguit, ende 't wapen van
Hollandt ende Wassenaer, op parkement geteyekent, volgens d'ordre van den 18 Mey 1619 enz. 1620.
Fol. ijc. lxxxvj. Aryen Cornelisz. , tot behouve vant dorp ende
kercke van Schipluy, de somme van vyff ende veertien ponden, hun luyden toegevoucht tot het maecken van een glas inde voorsz. haere kercke, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer . . . xlv <£• Fol. ijc. xcviijverso. Heyndrix Cheuwen. Goutsmidt, de somme van
vier ende tachtich ponden, vuyt zaecke van twee ziluer zoutvaten, wegende twee ende twintich onssen; drie engelssen, waermede Carel de Winter, haere caemerbewaerder, vereert es tot eenen pille gifte in regardt dat Burgemeesters hebben gestaen als getuige over den doop van zyn kint. Blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer Lxxxiiij <L- Fol. iijo. ij. De baeckermoeder ende dienstmaecht van Carei.
de Winter, de somme van zeven ponden tot een vereeringe naer den doop van zyn kint, waerover een van de magistraet hadde ge- staen als getuige; blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer vij X. Fol. iijc. iijverso. Claes Cornelisz. , Out Burgemeester, de somme
van vyff ende twintich ponden, vier schell:, vuyt zaecke van twaelff tinne schalen tot twee ponden, twee schell: 't stuck, by hem tot be- houff van de Hooftmans van Sebastyaens Confrerie gelevert, blyckende by zyne cedulle, inhoudende specificatie, ordonn: ende quit: dus hyer..................xXV X iiij Sc. |
|||||
— 128 —
|
|||||
IÓ2I.
Fol. ijc. Lxxvij. Samuwel Govertsz. , Glaesmaecker, de somme
van twaelff ponden, vuyt zaecke van twee Spiegelglaessen daer 't wa- pen van den Haege in staet, by de magistraet van den Haege ver eert aen Hendryck Aertsz. Doudyns , Commys van de finantie van Ilollant, blyckende by zyne cedulle inhoudende, ordonn: ende quit: dus hyer...................xij <£. Fol. ijc. LXXVijvereo. Nanningk CoRNELISZ., Glaesmaecker, de somme
van vyff ende twyentich ponden, twaelff schell:; vuyt zaecke van glae- sen met 'S Haechs ende der Heeren Magistraeten wapenen, by hem gemaeckt ende gestelt, int nyeuwe geboude gasthuys tot Schevelinge; blyckende by zyne cedulle inhoudende ordonn: ende quit: dus hyer.................xxv <£ xij Sc. 1622.
Fol. iij°. xxxiijverso, Henricus Hondius, de somme van vyff pon- den, veerthien schell. vuyt zaecke van zes cooningen vanBohemeni) ende eene caerte van Bergen, by hem ten behouve van de magistraet gelevert, blyckende zyno cedulle inhoudende ordonn: ende quit: dus hyer .................vjï xiiij Sc. 1623
Fol. iijc.xxx. Henricus Hondius als voren, voor eenige nyeuwen pren- ten en caerten, door hem aan de Magistraet gelevert xi. X iiij Sc. en vi p. 1) Moet worden verstaan: Zes exemplaren van het gedrukte portret des
Konings van Bohème. |
|||||
— 129 —
|
|||||
Fol. iijc. xxxi. Henricus Hondius, de somme van achtien pon-
den , vuyt zaecke van vier printen van den Prince van Oraengen op satyn, ende met vergulde rollekens by hem aen Burgemeesters gele- vert, blyckende by zyn cedulle, inhoudende ordonnantie ende qui- tantie , dus hyer.................xviij <£. Fol. ij°. xcvij verso. Egbert Gerritsz. Glaesmaker tot Woudrichem,
de somme van acht ende tzeventich ponden, vuyt zaecke van een glas by Burgemeesters aen die van Woudrichem, in haere nyeuwe geboude kercke, neffens andere steeden vereert ende by hem aldaer gemaeckt, blyckende by ordonn: en quit: dus hyer......LXxviij t£. 1623.
Fol. iijc, xxxij. Joost Fransz. van Hoornbeecke, Trompetter,
de somme van twaelff ponden, hem by Burgemeesters toegevoucht, tot het maecken van een zilveren trompet; blyckende by ordonn: ende quiiantie, dus hyer...............xij JL. 1624.
Fol. iijc. xxviij. Joost Franszoon van Horenbeecke, Trompet- ter opten thoorn alhier, de somme van dertich ponden, uyt saecke van gelycke somme by Burgemeesters hem toegeleyt, omme hem te subvenieren in de coste van eenen zilveren trompet ende synen toe- behoren, by hem gedaen maecken, blyckende by ordonn: ende qui- tantie, dus hier................XXX c£. 1626.
Fol. iijc. xxxiv verso. Joost Fransz. van Hoornbeeck,trompetter opten thoorn, de somme van twaelff ponden, by Burgemeesters hem II. 17 |
|||||
— 130 —
|
|||||
toegeleyt tot een zilveren montstuck aen zyn trompet, blyckende by
ordonn: ende quit: dus hier............xij JL. 1624.
Fol. iij°. LVij. Coenraet CoRNELisz.- van Altena , de somme van thien ponden, soo voort bestellen van de billieten van de vercopinge van de corenmolens alhier, tot Dordrecht, Rotterdam ende Schiedam; als voor seekere nieuwe inventie van almanacken by hem aen de magistraet vereert, blyckende by ordonn: ende quit: dus hyer. x JL. Fol. iijc. lix. Heyndrick Hondius , de somme van Hondert pon-
den , veerthien schell., uyt sake van verscheyden nieuwicheden van prenten, ende dedicatie van een fortificatie bouck ende eenige exempla- ren van 't selve by hem aen de magistraet gelevcrt, blyckende by syne cedulle, inhoudende specificatie ordonn: ende quit: dus hyer. C jE xiüj Sc. 1626.
Fol. iijc. xxv. Willem Dimer, Ondermeester in de Latynsche schoole, de somme van zes ponden, by Burgemrs. hem toegeleyt, voor de dedicatie ende presentatie van eenige exemplaren, van zeecker Latijnsch nieuwe jaerliet, ter eeren van de Magistraet, by hem gemaeckt, bly- ckende by ordonnantie ende quitantie, dus hyer.....V) JL. 1626.
Fol. iijo. xxx. Heyndkikus Hondius, d'somme van hondert twee ende twintich ponden, twaalff schill:, over verscheyden prenten, caerten ende andere nieuwicheden by hem ten behoeve van de magistract geleuerd, t' zedert November xvjc vier ende twmtich , totte maent van February xvjc zes ende twintich, blyckende by zyne cedulle, inne- houdende de specific: ordonn: ende quit: dus hyer . cxxij Ji xii Sc. |
|||||
— 131 —
|
|||||
1627.
Fol. iijc. xxiiij verso. Johan Sweeling, de somme van thien ponden,
hem toegevoucht voor de vereeringe van zeecker boeck, geiutituleert Minnebeelden, verandert inSinnebeeldeni), blyckende by ordonn: ende quit". dus hier............X ^. Fol. iij". xlüj verso. Arien Symonsz. Rostermondt, de somme van
twee ende tzestich ponden ende twee schell: ouer t maecken ende leueren van een zilure doos, wegende aen ziluer XV Onsen V Engelsen, daer inne gesloten wierde de lyffrente brieff, daer mede de magistraet tot een pülegifte vereert hebben, de jonge Princesse van Orange Louyse, blyckende by specificatie, ordonn: ende quitantie, dus hier..................Mij X ij Sc. 1628.
Fol. iijc. xüj verso. Hendrick Merou, Goudtsmit, de somme van hondert seven ende tachtich ponden, vyftien schell., over twee vergulde gedreuen coppen, wegende te samen xxxvij Onsen xj Engelssen, tot v X d' onse, by hem door last van de magistraet gemaeckt, ende waermede vereert ende dewelcke geschoncken zyn aen de schutters, 1) 0. Kramm vermeldt hem in de „Levens en Werken der Hollandsche en
Vlaamsclie Kunstschilders", als graveur der „Sinne- en Minnebeelden" van Jacob Cats, welk werk hetzelfde is als het hierboven aangeduide. De juiste titel evenwel luidt: „Proteus ofte Minnebeelden verandert in Sinno-boelden. Tot Rotterdam bij Pieter van Waesberge, boecvercooper An. 1627. Met Privi- legie voor 15 Jaren". Kwarto. (Vgl. ook W. C. M. De Jonge van Ellemeet, Mu- seum Catsianum. Utrecht, J. L. Beijers. 1870. bladz. 1 no. 1 en bladz. 25 no. 21.) Van „Proteus" — uitgaaf 1627 — zijn ons twee exemplaren bekend, voorzien
van gelijkluidende gedrukte opdrachten, hoewel de eene aan de Regeering van Rotterdam en de andere aan die van Deventer gericht is. Zij zijn onderteekend door Jan Svvelinck. A. M. Ledeboer Het Geslacht Van Waesberghe. 2e uitg. bl. 87 vermeldt alléén een cxempl. dat aan do Regeering van Rotterdam is opgedragen. Red.
|
|||||
— 132 —
|
|||||
ten regarde sy eenige ordinaris costen by den Hage voor desen be-
taelt, dit jaev affschanst i) hebben, blyckende by ordonnantie ende quytantie, dus hier.........CLXxxvij <j£ xv Sc. 1629.
Fol. Hjc. xviij verso. Jacob Fransz. Glaesmaecker, de somme van
vyftich ponden, vy f schellingen, ouer het maecken van drie glasen mit
wapens van den Hage, in de Kercke van de Leprosen alhier, blyckende
als voren dus hier..............L ,£ v Sc.
1630.
Egbekt Maes, Schilder, betaelt de somme van'ü 42, dat ter saecke hy geschildert heeft, voor 't Valckhoff op 't Buytenhoff, twee berders met valeken. Volgens syne cedulle geattesteerd als voren, ordre van 21 Meye 1630 2). 1631.
Fol. iijc. xiv verso. Hendricus Hondius , de somme van twee
ende dertich ponden, acht schellingen, over seecker verguit caertenbouck ende eenige andere nieuwichheden, by hem ten behouve van de Ma- gistraet geleuert. Blyckende als voren dus hier . . xxxij j£ viij Sc. SeGer Maes, betaelt de somme van <y£ 12, over het teykenen
van 't wapen van Hollant, om daernaer de steen te houden, staende voor de gevangepoort, volgens synne cedulle enz. 3) 1632.
Fol. iijc. ix. DlRCK VAN Cats , 4) Schilder, de somme van dertich ponden, ouer het schilderen van eenen Hollandschen Thuyn vol 1) Affschanst (?) het maken van een schans (?)
2) Rentmeesters Rekening van Noord-Holland.
3) Rentmeesters Rekening van Noord-Holland.
4) Niet vermeld bij Vak Wbstkheene.
|
|||||
— 133 —
|
|||||
koorenbloemen, op een vaendel voor die van Rhetorica. Blyckende
als voren, dus hier..............xxx £.. Fol. iijc. xij. Mattys Miller, Goutsmit, de somme van vyff
Hondert seuen ende vyftich ponden, twaalff schellingen, ses pennin- gen, ouer het maecken ende leveren van een silver Lampet ende Becken, door last ende ordre van de Heeren Magistraten, tegen acht en vyftich schellingen d' once. Blyckende als vooren, dus hier vc.Lvij £ xij Sc. vj gr. i°33-
Fol. iij°. xiij verso. Floris Jacobsz. Vernuft, I.antmeter, de somme
van ses ende t' sestich ponden, ouer het doen van diuerse metingen ende het maecken van caerten ten dienste van s' Gravenhage. Blyckende als voren, dus hier ............. . lxvj <£. Fol. ijc. xcvij. Nanninck Corneusz. , Glaesmaeker, de somme van
seuen en t'seuenlich ponden, ses schell., over het opmaecken ende leueren van eenige glasen met wapenen, by de Heeren Magistraten ver- eert aen haeren secretaris. Blyckende als voren, dus hier . LXXVij X vj Sc. 1634-
Fol. iijc. lx. Michiei, van MiEREVEi/r, de somme van twee Hondert
sestien ponden , over het maecken ende leueren van twee schilderyen,
van zyn Prinselycke Excell. ende Mevrouwe de Brincesse. Blyckende
als voren, dus hier..............ij°.xvj X.
Isaaeck Wiltens, Ebbewercker, de somme van vier ende veer-
tich ponden, ouer ebbe Lysten, by hem gemaeckt tot twee schilde- ryen hangende in de Burgemeesters camer. Blyckende als voren, dus hier..................XLiiij j£. |
|||||
— 134 —
|
||||||
Fol. iij°. lx verso. Willem Diest , i) Schilder, de somme van twee
ende seventich ponden , hem toegeleyt ouer seeckere schilderye , wesende het ontset van een Lubecx schip tot Scheueningh, aan strandt ge- jaecht by een Duynkercker, ende by de Haechsche schutterye, met pincxkens daertoe genomen, ontset, op den xxxu September 1634. Blyckende by ordonn: ende quitantie, dus hier .... Lxxij X. i635-
Fol. iij°. lxxx verso. Hendricus Hondius, de somme van ses ende twintich ponden, thyen schell:, ouer drie groote caerten van Hollant, Vlaenderen ende Brabant ende andere niewichheden, tot cieraet van de niewe Caemer op de Haegsche wooninge by hem gelevert. Bly- ckende als voren, dus hier..........xxvj e£ x Sc. Fol. iij°. lxxxv verso. Aan handen van Wilhelmus Hondius, de
somme van vier ende tnegentich ponden , vier schell: over eenen nieu- wen Atlas in twee stucken , mitsgaders eenige andere nieuwicheden aen .de Magistraet geleuert. Blyckende als voren: dus hier . xciiij £. iiij Sc. |
||||||
1) Niet vermeld bij Van Westbheene.
|
||||||
— 135 —
|
|||||||
SCHILDERIJEN DEN KONING VAN DENEMARKEN
TE KOOP AANGEBODEN.
1618.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
E ICamerschilder van den Koning van Denemarken,
Pr. Ysaacx in 1618 in Holland zijnde, bezocht te Amsterdam den Kunstkooper (?) Johan LETOIR. Hij zag aldaar eenige schilderijen, waaronder er twee waren, die bijzonder zijn aandacht trokken en die hij vermeende aan den Koning of aan andere Grooten wel te kunnen verkoopen. De Koning was een liefhebber en het kwam hem voor, dat die twee stukken wel nae des Conincx Sinne en humeur waren. Het eene was een zeer groot doeck, zeer constich, van
de Kinderdoding van Herodes, dat hem Letoir in Compe. van G. Van Rensselaer toebehoorde; het andere stelde voor: de vier Elementen mede zeer constich doch niet zoo groot, welke schilderij hem in persoon toekwam. Beide waren geschilderd door Lodevicus Finsonius of Lode-
vico Finsonio. |
|||||||
— 136 —
|
|||||||
Ysaacx verzocht Letoir die stukken naar Denemarken te mogen
mcdenemen en nadat men het over den prijs eens was, waarvoor de schilderijen zouden kunnen worden verkocht, nam Ysaacx die mede naar Denemarken. Vooraf was er een schriftelijke acte van deze handeling opgesteld,
die door beiden werd onderteekend. Bij mond- en handtas- tinge, had Ysaacx tevens beloofd, binnen drie of vier maanden daaraan, onbegrepen de twee schilderijen weder te Amsterdam te leveren, of wel de daarvoor opgegeven penningen. Kort na het vertrek van Ysaacx zond Letoir hem nog een ander
groot stuk, zonder dat het onderwerp nader wordt opgegeven, en verzocht hem in zijn brief, dat hij toch zijn best zou doen de schil- derijen te verkoopen. Tevens zond hij hem een factuur i) van acht schoone en heerlijke schilderijen, gecomen uyt het Cabinet van Keyser Rudolphus. Vijf dezer stukken waren ge- schilderd door Van Sprangen en drie van Hans Van Aken; ze waren te Brussel en te koop; hij verzocht Ysaacx die factuur aan den Koning te laten zien, en van Z.M. te vernemen of hy daerin gadinge hadde, als wesende extra ordinarisse stucken, in welk geval Letoir die zou trachten te koopen. In antwoord hierop schreef Ysaacx aan Letoir uit Koppenha-
gen den 22 Julij 1618, dat hij in zijn zaken nog niets had gedaan, doch den Koning de factuur laten zien en hem gezegd, dat Le- toir er te vergeefsch 1000 Rijksdaalders voor had geboden, maar die vermeende, zoo men een 3 a 400 Rijksdaalders meer bood, zz |
|||||||
1) „Ofte Discriptie van de voorschr. acht stucken, met de Historiën, lengte
en hoochte daervan, en de namen van de Meesters die ze geschilderd hadden en andere ciualiteiten en gestcltenissc van dien." |
|||||||
— 137 —
|
|||||||||
dan wel zouden te verkrijgen zijn. De Koning had hem daarop ge-
zegd die stukken te laten komen, hy wilde die beholden. Van nu af tot het jaar 1623, volgt eene correspondentie van bie-
den en looven, zonder eenig resultaat; klaagliederen van Leïoir zon- der tal, verontschuldigingen van allerlei aard door Ysaacx daartegen ingebracht; en eindigt met het leggen van beslag op huis en huishuur hier te lande van Ysaacx. Het gevolg hiervan was een proces, dat ook door Letoir, bij het Hof werd verloren. (Sententie 15 November 1624.) |
|||||||||
DE SCHILDER JOHAN PERGELLES
HEEFT EEN EIGEN HUIS IN DEN HAAG.
1629. |
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
Wy Johan Hendricxsen Nobel ende Pieter Stalpart van
der Wiele, Schepenen in s' Gravenhage, oirconden eenen ygelicken, dat voor ons gecomen ende erschenen is d' Eersame Mi'. Johan Per- celles Schilder, jegenwoordich eygenaer van 'thuys, eertyts gepossi- deert by Mr. Balthasar Flessiers, Schilder, syn za. Schoonvader, staende ende gelegen aen d' Westzyde van 't Zuyteynde alhier, Noort- waerts van de huysinge, eertyts toebehoort hebbende Franchoys Rei- noutsz. ende daernaer Jacob van Bochhovkn, desselffs Zoon, nu II. 18 |
|||||||||
— 138 —
|
|||||
Abraham Robakrt. Ende verklaerde hy comparant soo voor hem
sekten als voor zyn nacomelingen, eygenaers van de selue huysinge, dat hy inconformité van de contracten opteti xij Juny 1595 metten voorn. Franchoys Reynoutsz. , ende op den iij Marty 1607 ende 8 April 1608, metten'voornoemden Bochhoven aengegaen, daervan de copien autent: deur desen syn getransfixeert, nu noch ten genen tyden, d' voorsz. huysinge van achter tot vooren sal mogen verhoogen, nochte de lichten, staende in de keucken van de huysinge van den voornoemden Roüert, anders ofte nader sal mogen betimmeren ofte beschadigen, dan 't selve jegenwoordig staende is. Verclaerd mede dat hy nochte" syne nacomers eygenaers van syne
huysinge, egeene staende off opgaende lichten sal mogen stellen, aen ofte in d' Zuytsyde vant dack, ofte Zuyde muyr van deselve huysinge, nochte in de muyr nochte in de Wammen, dan achter int leste vier- cant ofte Westcamer van syn huysinge, alles vermogens d' voorsz. accoorden, sich daertoe om lanckheyt t' eviteren refererende. Tot naecominge van alle t' selve verbindende syn persoon ende
goederen, ende specialyck d' voorsz. hvysinge, als synde by hem op die conditie aengevaert. Subiect allen rechten ende rechteren. Alles enz: Actum den vij February 1629. (Register fol. 223 verso.;
|
|||||
— 139 —
|
|||||||
DE SCHILDER DE POTTER O
EN DE ADVOKAAT WALBEECK.
1651. |
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
Uit het verbaal van Schepenen in den Haag van 1651 nemen
wij het volgende over: »Syn voor ons Johan Smoudt en Mr. Willem van der Does,
Schepenen in 's Gravenhage, extra Judicelyck gecompareert Mr. JoHAN Walbeeck, Advocaat voor den Hove van Hollant, ter eenre en Mon- sieur de Potter Mr. Schilder ter andere syde, om hem luyden te vereenigen nopende eenige differenten die deselve tegens den anderen nytstaende hadden. Welke volgende voorsz. partyen door tusschen- spreecken van oi;s Schepenen syn veraccordeert; dat de voorz: DE Potter aen de voorz. Advocaet Walbeeck , binnen den tyt van drie maanden sal betalen, seeckere obligatie ter somme van Hondert Car. Gulden, met den intereste van dien tegens vyff van 't Hondert, die deselve tot synen laste hebbende is, van dato den xviij July 1649; mits dat daer tegens den Advocaet Walbeeck aen den selven de Potter sal restitueren, seecker stuck schilderye t'geene denselven jegenwoordich van hem tot synen huyse heeft; ende nopende de vor- dere pretentiën, bestaende in verdient salaris ende verschoten oncos- ten, die den voorz. Advocaet Walbeeck tot laste van den voorz. Potter hebbende is, ter somme van over de vyftich Gulden, heeft de voorz. Potter belooft te Schilderen seecker stuck schilderye in voldoeninge van 't selve, ende 't selve te leveren aen den selven Ad- vocaet WALBEECK, binnen den tyt van een maent, tot discretie 1) PAULUS POTTEK?
|
|||||||
— 140 —
|
|||||||
van hem de Potter; tevreden synde beyde de voorsz. partyen haer
tot naercomelinge (?) van 't geen voorschr. is, by desen Gerechte goet- willichlyck te laeten condemneren, constituerende daertoe den voorz. Advocaet Walbeeck, Antonie van der Drift, ende den voorn. de Potter, Matthys van Berckel, beyde Procureurs voor desen Gerechte, soo omme de voorz. condemnatie te versoucken, als daer inne te consenteren, belovende beyde van waerde te houden 't geen by deselve Procureurs daer inne sal werden gedaen, onder verbant van haere respective personen en goederen. Aldus gecompareert ende veraccordeert den xxüij Mey 1651.
G. Graswinckel.
16—51.
PORTRET VAN WILLEM III
KONING VAN ENGELAND DOOR NETSCHER.
1702. |
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
Op het rapport van Commissarissen, welke iterativelyk gesproken hebbende met den Schilder Netscher i) over de betalinge van het stuk schildery, zynde het portrait van Syne Mayesteyt van Groot Brittaniën, levensgroote, welke hy geschilderd heeft voor de Kamer van den Raad, waarvoor hy Honderd pistolen eyscht, en naar delibe- ratie goedgevonden en verstaan, te authoriseren den Secretaris van Slingelandt, om daarvoor aan hem te offreeren en vervolgens te betalen op quitantie Seven Hondert Guldens, uit de penningen onder hem zynde, sonder meer. (Resolutie van den Raad van State 3 Maart 1703).
1) Theodokis. |
|||||||
— 141 —
|
|||||||
DE KEURVORST VAN DE PALTZ
ZENDT DEN SCHILDER DOUVEN i) NAAR ROTTERDAM, OM
AAN DE ADMIRALITEIT ALDAAR EEN HERT TE VEREEREN. 1707.
|
|||||||
(Medegedeeld als- voren.)
Van 2) Godes Genaden Johan Wilhelm Paltsgrave by den Rhyn,
van 't Hylige Roomsche Ryck Evfschatmeester en Cheurfurst, in Beyeren, tot Gulich, Cleve en Berg Hertog, Vorst tot Meurs, Grav tot. Veldents, Spacheim, Van der Mark en Ravensberg, Heer tot Ravestein. Onsen Vrindelyck Groet te voor, Edele, Eerentfeste, Voorsichtige
en Wel Wyse besondere Lieve Vrienden. Nadien wy onsen Hof Cammer Raads en Cabinet Schilder Dou-
ven naer Holland senden, denselven Genadigst opgedragen hebben, om onsentwegen op syn aencomst aen de Heeren, Een hart te pre- senteeren; als Tweiffelen wy geenesins deselve sullen hierby onse Uw Edelheden toe draagende, besondere Vrindschap in propension wee- derom tot genoegen bespeuren, daerby wenschende dat het hart met gesonthyt mag werden genooten, ook verseeckert syn, dat wy deselve met Vrindschap en Geneegenen willen T' allen Tyden well toege- daen verblyven. In Dusseldorff 2 Octobr. 1707. Der Heeren
Gants goedwillig van herten alletyt
Johann Wilhelm Curfurst.
(Bisdom M. S. Admiraliteit Pers: I. 306).
1) FliANS BAETHOLOMEUS.
2) Ontbreekt de aanhef van dit schrijven, dat mede den 8 Januari 1844, hij
den hrand van liet Departement van Marine beschadigd ia. |
|||||||
— 142 —
|
|||||||||
ADVERSARIA
BETREFFENDE ONDERSCHEIDENE KUNSTENAARS
EN HUNNE WERKEN.
|
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
TWEE SCHILDERIJEN VAN AERTGE VAN LEYDEN. i)
1498—1564. |
|||||||||
UCAS Jans/.. Van Wassenaer, die eerst te Leiden
later te Voorburg woonde, was een man »groot »van middelen ende goederen ende nochtans niet »wys genoech om geit te ontfangen ofle tellen", daarom had hij Floris Joosten Van Bleyswyck in 1618 bij zich genomen, om hem hulp en assis- tentie te verleenen, daar waarin hij kon, vooreerst voor een jaar tegen / 150.—. Hij bleef echter bij hem tot zijn overlijden dat plaats had op den 8 December 1634. In zijn testament vermaakte hij aan Floris Joosten een Losrente-brief van ƒ 1000 op den Haag, met alle verloopen en onbetaalde rente van dien en een laken rouw- kleed en lange rouwmantel of de som van f 120.—: in geld, naar zijne keuze. 1) Aeet Claesz.
|
|||||||||
— 143 —
|
|||||
Floris Joosten deed de erfgenamen in Cornelis Gerritsz Van
DER Burch een proces aan, om alsnog aan hem uittebetalen het onbetaald huurloon van vijf jaren en negen maanden; daarenboven voor een aan hem verkocht schilderij, zijnde een keu eken, door Lucas Jansz. aan zijn pachter, te Zoeterwoude, bij gelegenheid dei- Kermis aldaar vereerd ƒ60.—, nog van een van hem gekocht schil- derij voorstellende een Bataille ƒ 25.—. Buitendien had hij hem geleend twee schilderijen »d'eene sijnde een Ossenhooft en »d'andere een Palmsondach, geschildert bij Aertgen van Ley- »DEN, ende een tafelbelleken, daar een Beer op geschildert stondt, »alles seer aerdich en constich gedaen." Hiertegen kwam Van der Burch op, door aan te voeren, dat
hij zoo veel jaren de administratie van zijn goederen had gehad, al- tijd vriendschappelijk met hem had omgegaan, enz.; dit bleek o. a. bij zijn Testament van 19 November 1629, waarbij hij hem ver- maakte een Losrentebrief op den Haag groot ƒ 1000, benevens »een »eerlyck laken rouwcleet en een langen rouwmantel" of in geld de som van ƒ 120.— ter zijner keuze. Bij zijne quitantie van 6 Augus- tus 1636, bekent hij niet alleen overgenomen te hebben, de Losrente, het geld in plaats van den rouwmantel enz.; maar bij diezelfde qui- tantie , had hij »beloofd te dier saecke, nu noch ten eeuwgen daege »niet meer te sullen eischen, directelyck of indirectelyck, in rechte »of daerbuyten". Dit proces was voor Schepenen te Alkmaar ge- voerd ; Impetrant kwam hiervan in beroep bij het Hof van Holland, maar ook hier werd hem zijn eisch ontzegd en hij veroordeeld in de kosten, in dato 22 December 1643. |
|||||
— 144 —
|
|||||
LUCAS VAN LEYDEN.
Het Testament van Lucas Jansz. Van Wassenaer (19 Nov>'.
1629) gaf aanleiding tot een Proces tusschen zijne erfgenamen voor het Hof van Holland in 1645. Daar hij (de erflater) »tot syn vuyterste affectie dragend aan zyne
»familiaren ende bloetverwanten, ende voornamentlyck mede aen de «vrienden van den Ouden ende seer vermaerden Schilder » Lucas van Leyden, die was geweest een oudoom van s' V a- »ders syde van den voorschreven Lucas Jansz., dat denselven »Lucas Jansz. by syn Testament ende vuytersten wille onder andere »Legaten gemaeckt ende gelegateert hadde, aen de vrienden die »den voorschreven Lucas van Leyden , inéénengradalder- »naest bestaande waren, een som me van vier duysent Gul- »dens vuyt te reycken binnen twee jaren naer syn overlyden". Met de volgende opgaven kunnen de bijzonderheden over de schil-
ders De Hoey en Da.uissen, in Van der Aa, «Biographisch Woor- denboek" voorkomende, aangevuld en verbeterd worden. De schilder Lucas Van Leyden liet na een eenige dochter,
Grieïgen genaamd; deze huwde eenen De Hoey. Uit dit huwelijk sproten voort vier Zoons: 1 Cornelis, 2 Lucas, 3 Hugo en 4 Jan De Hoey, deze laatste
was in zijn leven «Schilder en Camerdienaer van den Coningk van Franckryck". 1 Cornelis liet na: Roelanï Cornelisz. De Hoey.
2 Grietge Lucas De Hoey. 1)
1) Deze was gehuwd met Coknelis Vincentsz. Coyvoet en de Proees-
voerder. |
|||||
— 145 —
|
||||||||
Lucas Lvjcasz. De Hoey.
Jan Lucas De Hoey. 3 Dammis Huygensx. De Hoey, in zijn leven Landmetev te
Woerden. Catharina Huygen De Hoey.
Jacques De Hoey. 4 Claude De Hoey.
Francine De Hoey, weduwe van Mi'. Martyn Frominet,
ridder der orde van den Koning van Frankrijk (St. Michel of S'. Louis?) FRANgoiSE De Hoey, weduwe van den Heer Antony La- M1N01S. i)
Het Proces was gevoerd voor Schepenen van Utrecht en Leiden. |
||||||||
VIJF SCHILDERIJEN VAN DE VIJF SINNEN.
Volgens Testament van wijlen Jufvrouw Van Dorp 2) (Catha-
rina) vermaakte zij aan de Kinderen van haar zuster Annetje Van Dorp, gehuwd met Ysbrant Pietersz. De Bye, Vyf Schilderyen van de Vyf Sinnen; en bij zijn overlijden aan Marytje Ysbrants of De Bye, Claés Ysbrantsz. zijn Kinderen. (Derde register der Sententien van den Hove. 31 Juli 1623.)
|
||||||||
1) Voor deze familie die in Frankrijk woonde, was Procuratiehouder Jak
Vincentz. • 2) Overleden December 1621. Zy was Wed. van Otto De Man.
II. 19
|
||||||||
— 146 —
|
|||||||
SCHILDERIJEN IN DEN BOEDEL VAN AGATHA ANDRIES
OLDENBURCHS AANWEZIG. 1623.
Twaalf schilderijen als:
Twee groot stucken van Nagel.
Een Winter, noch Jonas.
Noch een Zeestuckjen.
Noch een Monnickje.
Met een Brabantsstuckjen,
Noch Lucretia.
Noch de Pelgrims naar Emaus.
Noch de Prince van Orangie.
Noch Zyn Princelycke Excellentie.
Noch de Schilderye van Zyne Genade Graeff Henrick.
Den Haeg 2 Juny 1623.
|
|||||||
PORTRETTEN VAN Dr. ANDREAS BACIIERUS (DE BACKER),
in leven Lijf-Medicus van den Hertog Philips van Brunswijk en
zijn echtgenoot Magdalena Thys.
1624.
Bij Testament vermaakte hij zijn portret geschilderd door Abra-
ham Vinck, benevens dat van zijn vrouw Magdalena Thys, aan zijn dochter Heiavig Bacherus gehuwd met F (?) Thysz. Bij haar overlijden moesten zij overgaan aan haar broeder M>'. Samuel De Backek; dit laatste was geschilderd door Paulus Moreelse. |
|||||||
— 147 —
|
|||||||||
Mr. Samuel De Backer erfde de Bibliotheek met hetgeen daarin
behoorde, de Chirurgische Instrumenten, Apotheek, Medicijnen en verscheyde Vr eemdigh eden; zyn gouden ketting met het gou- den contrefeytsel daer aen hangende door den Hertog Philips van Brunswijk hem vereerd. Zoomede het portret van hem Andreas De Backer door Coignet te Hamburg geschilderd. |
|||||||||
SCHILDERIJ VAN 'T OORDEEL.
Bij vonnis van het Hof van Holland 14 Juni 1630, wordt be-
krachtigd een vonnis van Schepenen te Leiden, van 24 Januari 1629, waarbij partijen werden veroordeeld (Cloenis Van Aeckeren en Floris Van Dam) de Schildery van 't oordeel in het openbaar te verkoopen enz. Zij was lange jaren bij Willem Jacobsz. Verdelef in het be-
zit geweest en werd aan Van Aeckeren getransporteerd. |
|||||||||
SCHILDERIJEN VAN TITIAAN EN RUBENS.
In het sterfhuis van wijlen Pieter Ysaacx i) in zijn leven Kamer-
schilder van den Koning van Denemarken hadden zijne Erfgenamen met name Jan Ottersz. Pelgrim Bos (gedaagde) Cornelis Jacohsz. Van de Marcken, (Cum Sociis Impetranten) Anne Maria Ysaacx, |
|||||||||
1) Zie ooit over hom hiervoren bladz. 135.
|
|||||||||
— 148 —
|
|||||||
Jochem Van Diem en Ysaac Ysaacx, op den 18 Juni 1631 alles
afgerekend wat tot den boedel behoorde. Onverdeeld bleef: het huis waarin hij gewoond had, staande »over
»de St. An'honys Sluys op de lireede Straat" te Amsterdam. »Een stuck Schilderye van Titiaan ende
»Een stuck Schilderye van Rubens en
»Een Medailie van Albert Durer",
zoo mede eenige Obligatien. Over deze laatste werd het Proces ge- voerd; van de schilderijen noch van het huis wordt verder gewach gemaakt. (17 September 1646.) |
|||||||
SCHILDERIJEN NAGELATEN DOOR SYBRECHTJE VAN
BROECKHUYSEN, overleden in Den Haag den 3 Aug. 1661, weduwe van Abf.l Eppens
Van Mensenburgh, in leven Mr. Pasteibakker aldaar. Eerst een Sootie Baers, by Mr. de Putter gedaen, met een
Ebbe Lyst. Item d' Affbeeldingh van de Zegening Jacobs, by Mi. Meyburch
gedaen, met een Ebbe Lyst. Noch een Contrefeytsel van Prins Maurits van Nassau, in Ebbe
Lyst, gedaen by Nassau.(?) Item noch een Lantschap, gedaen by Mr. Engki. Roem(?) met
een Ebbe Lyst. |
|||||||
— 149 —
|
|||||||
Item noch twee ronde Schilderyen, gedaen by Mr. Jan van
Goyen, mette Ebbe Lyst. Noch de Beerebyt van Idem, met een Ebbe Lyst.
Item Noch een Vincketoutie, gedaen by Mr. VAN ufr BlI-T
(Bilïius ?) Noch een Geboorte Christy, gedaen . . . .? met een Ebbe Lyst.
Noch een Landtschappie, gedaen by Mr. Duw at.
Item noch een Lantschappe, by Mr. (V. D.) CROOST.
Item noch een fretie(?) (fruytie?)
Item noch twee fruytyes.
Noch drie Princen van Orangie, met een Koningh.
Item noch een Heydense Koninghinne.
Noch een Lantschappye.
Noch een Prins Maurits van Orangye.
Item noch drie Visajes.
Noch een Contrefeytsel.
Noch twee slechte Lantschappen.
Geen onaardige verzameling Schilderijen in een burgerhuisgezin.
|
|||||||
SCHILDERIJEN VAN GERARD DE LAIRESSE.
In de Raadkamer van den Hove van Holland in 's-Gravenhage,
syn zeven konstige Schilderyen van den ouden Meester Gerard LAiRESSE,naer het concept van den Heer Haxkwyn Van Theresteyn, in syn leven Raadsheer van dit Hoff: |
|||||||
— 150 —
|
|||||||
i. Eneas syn vader Anchises dragende uyt den brand van
Troyen. 2. Het beeld van Justitie.
3. De Manhafte Pomprjus , daer hy Porcknna gevangen neemt.
4. Het Bruytje van Scipio, (zoo als de Historie-Schilders gewoon
sy die te noemen.) 5. Horatius Cocles, die de Brug van Romen alleen verdedigd
tegen de Hetrussen. 6. De Historie van Scipio, daar hij na de ongelukkige veldsla-
gen tegen Hannibal de Roomsche Edellieden doet sweeren, dat sy Latium niet souden verlaten. 7. De Historie van Papirius en zijn Luitenant-Generaal den
jongen FABIUS, verbeeldende de deugt van Clementia, echter met erkentenis van de Justitie. Hierbij de uitlegging dezer schilderijen ongeteekend; door den
opsteller als een proef van hetgeen hem is ingevallen. Het is schade dat in de eerste tyd niet is besorgt dat sulcx door Lairesse selfs is gedaan, als wanneer die uytlegging compleet soude syn geweest. |
|||||||
DE SCHILDER ARNOLDUS VERBUYS EN ZIJNE FAMILIE.
In 1706 had deze »constschilder in den Haag" een vrouw en
vier kinderen, drie dochters en een zoon; de oudste dochter was 24 jaren oud »en mede opgeleid in de conste van schilderen", de tweede 18 en de derde 15 jaren, de zoon was 8 jaren oud. |
|||||||
— 151 —
|
|||||||
In 1715 was hij een man van «omtrent 70 jaren, belast met
»twee kinderen en die buyten zyn schilderkunst — die vermits de »slechte tyden ook zeer weynig in extime en genoegsaem t' eene- »mael in verval is — niet was hebbende om met zyn kinderen van »te cunnen bestaen, als de huur van de voorsehreven huysinge »enz. 1) Hij verzocht aan de Staten van Holland octroy om ontslag van fidei-commis om het te mogen »Veralieneeren, en aan copers optedragen"; dit werd hem toegestaan. Verbuys »was — volgens Campo Weyerman — in het kragh-
»tichst van zyn tyd een braaf schilder; die wel wat goeds kon doen »als het hem luste". Volgens hem was hij te Dordrecht geboren. (Minuut Octroyen Holl. 1706, 1715).
|
|||||||
SCHILDERIJEN, TEEKENINGEN EN PRENTEN
AANWEZIG IN DEN BOEDEL VAN WIJLEN Mr. GASPAR VAN KINSCHOT,
Raad- en Rentmeester-Generaal van de Graaflijkheids-Domeynen
in Noord-Holland. 1726.
Portret van Karel den I Koningh van Engeland.
Een groot Tafelstuk (?) De Stad Antwerpen. 1) Dit huis en erve met achterhuis was gelegen in de Nieuwe Molstraat in
Den Haag, en was hem en zijn zuster Anna Maria Buïs , vermaakt door Maria Beyers , die in den Haag gewoond had, bij acte van donnatie intervivos, gepas- seert voor Notaris en getuigen binnen Dordrecht 8 Ang. 1671. |
|||||||
— 152 —
|
|||||||
Een Teekening van Versailles.
Een Idem van het Park van Enghien.
De Koning en Koningin van Engeland.
Twee familie-Portretten: het Portret van den overleden Heer
Gaspard Van Kinschot en deszelfs gemalin Het Portret van de moeder van de vrouwe de weduwe.
Een Familie-Portret.
Dertien Familie-Portretten.
Vier Papieren Portretten, Familiestucken.
Een gedrukt Portret van den Ruwaart De Witt.
Een geschilderde Paardekop.
Een Schilderij van het Huis van Heemstede.
Twee stukken met Koeijen, door Van Gool.
Een stuk met Honden, door Van Gool.
Drie en Twintig Konstschildenjen.
Een geschilderd Goudleeren behangsel, verbeeldende de Triumph
van Saul en David. (Opgemaakt 12 November 1726.)
|
|||||||
HET BLOMPOTJE VAN PIETER VAN DE VENNE.
*
NiCOLAES Gool, Oud-Vaandrig van een compagnie Schutters in
Den Haag, vermaakte den 22 November 1687 aan zijn Nicht Cornelia Van Schooten, Huisvrouw van Willem Van dér Cruck, Twee Schilderijen, het eene genaamt 't Blompotje van Pieïer van de Venne en 't ander daar de jonge het peert den Heerby bren gt. (Minuut Octr. Holland 1742.)
|
|||||||
— 158 —
|
||||||||||||
JEAN FOURNIER.
Octroy voor Jkan Fournier, Fyn-Schilder in Den Haag, op het
uitgeven van het Portret van wijlen Z. K. H. den Prins van Oranje- Nassau (Willem IV) door hem geteekend. (1752). |
||||||||||||
PIERRE FREDERIK LA CROIX.
Octroy om in het koper uittegeven, aan Pierre Frederik La
Croix, Fyn-Schilder te Amsterdam, het Portret geschilderd van den Erf-Stadhouder van Oranje-Nassau (Willem V) en van H. H. Me- vrouw de Princesse Carolina, beide levensgroot. (1754). |
||||||||||||
SCHILDERIJEN VAN BLOMMERÏ (BLOEMAERT) EN
PERCELLES. Bij het Testament van Hillëbrant Van Wouw en Catharina
Van de Graaf, van 2 Augustus 1685 prelegateren zij den oudsten zoon Hillebrant Van Wouw, de portretten van den Testateur en van de Testatrice. De dochter Macheline Van Wouw het contre- feitsel van de moeder van Hilleurant Van Wouw. Aan den zoon Abraham Van Wouw: Een stuck Schilderye
van Bi.ommert (Bloemaerï?) en het grootste stuk schilde- rye van Percelles. Verder volgen eenige bepalingen omtrent de Gou de leer en
en de Tapyten in het huis door hun bewoond, de Porceleinen enz. (Minuut Octroyen Holl. 1754.)
|
||||||||||||
II.
|
||||||||||||
20
|
||||||||||||
— 154 —
|
|||||||
PORTRETTEN VAN FREDERICK HOUTMAN.
Bij Testament van Georg Hërckel, Regent van het Elisabeth's
Gasthuis te Alkmaar, gepasseerd voor den Notaris Adrianus Bolt, den 3 September 1750, vermaakt of legateert hij aan den Heer Jo- HANNES Mensing Oud-Schepen enz: Het Japansch Porceleyn, het stel van 7 stuks of één van de blauwe Porceleyne stellen van 5 stuks aan Cornklis Van der Sr.uvs een Schilderij verbeeldende Frederik Houtman en nog twee dito, verbeeldende Frederik Hout- man met zyn eerste vrouw, hangende het eerste op des Testateuvs boven voorkamer en de twee laatste in het achter zaaltje. ï) Aan Maria Swigters het cabinet dat op de voorkamer staat.
(Minuut Octr. Holland 1768.)
|
|||||||
TEEKENING VAN HET SCHIP DE ADMIRAAL DE RUYTER
1785.
Bij resolutie van de Admiraliteit te Amsterdam, van 7 Juli 1785,
werd order gegeven tot het vervaardigen van een teekening, tot een present voor den Vice-Admiraal Zoutman, van het schip de Admiraal de Ru y ter, bij hem in de actie op Doggersbank gekommandeerd geweest. 2) 1) Is er iets hekend van de hiergenoemde portretten of ze zjjii van den
ouden Fredekik Houtman, ons beïend uit Indiê, of wel van zijn zoon, mede Fiiedeiuk genaamd ? 2) Vrage, aan wien is dit opgedragen geweest en of het uitgevoerd is geworden?
|
|||||||
— 155 —
|
|||||
TE KOOP AANBIEDING VAN EEN SCHILDERIJ.
Jan Lansbach, op de Oosterhaven te Medenblik, presenteert te
koop: »Een oud vermaard en zeer konstig Schilderij, verbeeldende »de kruisdood van Jezus Christus, zoo levendig, dat men zich ver- »beeld op Golgotha te zijn. Elk konstkenner zal den beroemden xmaaker van dit Stuk, door zijne uitmuntende konsttrekken leeren «kennen. — P. S. Dit konststuk, waarvan de Paneel binnen zijn Vergulde Lijst circa 9 voeten lang en 3^ voet hoog is, was voor weinige Jaaren in handen van een konstminnaar, te Leyden." (Amsterd. Courant, Dingsdag den 3 Augustus 1802, No. 92).
|
|||||
— 156 —
|
||||||||
AANTEEKENINGEN
UIT DE STADSREKENINGEN VAN MIDDELBURG.
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer J. G. Frederiks, te Zutfen).
|
||||||||
ET is eene juiste opmerking, dat de oude rekeningen tal-
looze bijdragen bevatten tot de kunstgeschiedenis, waartoe dit Archief de bouwstoffen verzamelt. De volgende opga- ven zijn opgeteekend bij een vluchtig doorloopen der Middelburgsche rekeningen, en kunnen niet hooger geschat worden, dan eene aanwijzing van wat er uit te halen is bij eene opzettelijke studie daarvan; iets,, waaraan bij een tijdelijk verblijf in de zeeuwsche hoofdstad niet te denken viel. De heer II. M. Kf.steloo, die eene korte beschrijving gaf van Domburg, zijne woonplaats, en een be- langrijk boek over Arnemuiden schreef, houdt zich thans met die stukken bezig, en mag, daarop aandachtig gemaakt, hieruit veel merkwaardigs mededeelen. Het volgende betreft slechts enkele be- kende zaken en personen, die nader omschreven worden in de Zelandia Illustrata van Mi'. M. F. Lantsheer en na diens dood voortgezet door den heer F. Nagtglas , alsmede in den tweeden druk van den Catalogus der Oudheidskamer te Middelburg, door den heer Mr. G. N. De Stoppelaar. Deze rekeningen zijn gehouden in ponden vlaamsch, van zes gulden. |
||||||||
— 157 —
|
|||||
1520. Betailt Jan Klink, g]aesmaker, over drie patroenen, die
hy gemaeckt heeft over den eylande van Walcheren . X 1:4: — 1533. Pieter van den Eynde, schilder, over dat hi affgeset
heeft ende geschildert die gelegenheyt van de stadt . X 2:5: — 1549. Hendkick van der Heyden, schilder, omdat hi eene
caerte gemaakt heeft van den eylande van Walcheren, zowel van den steden ende dorpen, daer inne liggende, als van de plaetsen, bae- cken ende dieptens, daeromme leggende . . . . . J~- 2:—: — 1555. M*. Jacob van Deventer, Nieuwe generale kaerte van
geheel Zeelant..............*- 5 • — '• —
(Zelandia Illustrata. I. 20.)
1594. Louis Geerault op rekeuinge van den koop van root
coper omme de stadt daerop te snyden . . . . . *- 6: —: — Pieter Bast, over het snyden van de stadt ende het sladhuys
deser stede...............<£ 20 : •— : — (Catalogus Oudheidskamer, N». 37, 74 en 74».)
(Zei. 111. I. 200.)
1599. Adr. Ten Haeff, over een stuck Schilderie van de schips
vloote der geünieerde provinsien, bij hem van stadts wege ge- coght....... .........<£- 20: —: — 1601. Aen den schrijnwercker, over het maecken ende leveren
van eene groote ende verdiepte lijste ende raem, dienende tot een
schilderie van de schipsavmade, gedestin ert nae 't westen X 2 : — : —
[Ten Haeff , die het stuk had aangekocht, was burgemeester.
Kan de schilderij soms in de Oudheidkamer voorkomen onder
No. 121, en dus de vloot van Pieter Van der Does voorstellen ?]
|
|||||
— 158 —
|
|||||
löl6. Voor 2 lijsten ende 2 gordijnen, dienende voor 2 kaerten
van 't nieuwe affdrucksel der stadt Middelburg . . . JL 7:8: — 1617. I.enard en Pieters Wadden , gesworen Landmt. over
het maken van twee kaarten van de steden ende prochien, liggende in Walcheren, met de waterganghen, sprincken, sluysen ende heulen , voor de stadt gelevert............<£ 6 : 5 : — 1655. Hendrk. van Schuylenuurg, Schilder, over de affteke-
ning der stadt gedaen...........JL 13 : 6: 8 1668. Margrieta Droogbroot, wed, van Cornelis Goliat,
over de reste ende tot voldoeninge van het maken van de kaerten van deze stadt, bij haren voors. man saliger in de jaren 1666 ende 1667 voor de stadt gemaekt ende gelevert . . . . JL 10: 10: — (Zei. 111. I. 203. Cat. O. 110. 23.)
1684. Pieter Borsselaer, op rek. wegens het maken ende
schilderen van twee stukken schilderie, ten dienste van de stadt, om te stellen voor de schouwen in de kamer naest de Theiaurie JL 16:13: 4 (Gids voor Middelburg door F. Nagtglas, 2e dr. bl. 16.)
1688. Anth. van Meyren, over gedaane diensten in 't ver-
meerderen ende verbeteren van de kaarten van de stadt Middelburg, gemaakt door Goliath...........JL 9 : 19: 7 1739. Abr. Bruyskens, voor Rogier Dunster, voor een goud
Orlogie, met het wapen van de stadt daarop gedreven, dat present is gedaen aen den Ingenieur Sehender, voor het affmeten van de stadt, en 't maken van een caert figuratief van deselve, benevens den loop der riolen..............JL 85 : — : — (Zei. 111. I. 203, 207.)
|
|||||
— 159 —
|
|||||
1743' Cornelis Schouman, voor een aftekening van 't Molen-
water, als anders..............e£ 6: — : — 1744. Denzelven, voor het maken van een afftekening der stadt
aan de landzijde, bezuijden de Schroeweg, en verzonden naar Am- sterdam .................X 3 : 6 : 8 (Zei. 111. I. 265 en 196. alsmede Tegenw. staat I. 214 en 138.)
1747' Ingenieur Abr. Zehender, voor een douceur, wegens het
copieeren van een kaart van den Eylande van Walcheren, met de droogtens daeromme gelegen.........JL 105 : 10: 8 1750. Aan den ingenieur D. W. C. Hattinga , voor een douceur
hem toegelegt, voor het maken van een kaart van het nieuw opge- nomen plan van desen Eylande van Walcheren met de Environs van Vlaenderen, Zuyd- en Noord-Beveland en Zzee; mitsgaders wegens het opnemen en meten en maken van een kaert van Arnemuydse vaert, op Sloe, met de droogten, daarin gelegen, benevens het op- naaien van de kouleuren van de groote kaart en platten grondt van de stadt, met den loop der rioolen, volgens Authorisatie ten rade, dato II Junij 1750, en nader accoord met d'heeren Thesauriers, dato 13 July daaraanvolgende...........<£ 125:__:__ (Catalogus Oudheidskamer, No. 16, 17.)
1740. O. Schou.man, voor het schilderen van een model van
een hek voor de hooge vierschaar. 1744. Franqois Henry, m'. smit tot Antwerpen, voor het ma-
ken en stellen van een ijzer hekken van de hooge vierschaar alhier. Except het koperwerk daartoe behoorende, alsmede een extra dou- ceur voor hem..............<£ 283 : 6 : 8. 1744. J. P. van Bourscheit tot Antwerpen over 4 groote vasen
|
|||||
— 160 —
|
||||||
voor de koepoort, en voor al het koperwerk aan de hooge vierschaar,
benevens 2 houten leeuwen voor de h. v. en voor de aftekening der h. v.................<£. 235 : 3 : 3. Vragt en verschot van 't yzeren hek der h. v. , 7:7:4.
Henry nog een extra douceur voor 't hek . . 33 : 6 : 8.
(Zei. 111. I. 226. Chronyk Almanak, bl. 822.
(Zei. 111. I. 209.)
1750. Aen den architect J. de MüNCK, voor P. J. VAN Beuk-
SCHEID tot Antwerpen, voor het maken van een teykeninge vnn de puye van 't stadhuys, met de begrotinge.....£. 5 : 16 : 8. 1756. Jan van Valkenburg, mr. steenhouwer, voor het maken
en stellen der arduynsteenen puye, als boven . . e£ 119 : 14 '■ 2. (Gids voor M. door F. Nagtgi.as, 2e druk, blz. 16.)
1763. G. Sanders, i) konstschilder te Rotterdam, voor het schil-
deren van 3 stuks historiën voor schepenskamer . . £. 80 : 6:8. 1763. Dezelfde, voor 3 Schilderijen in Burgemeesterskamer.
JL 68 1 : 10.
|
||||||
1) Gebabd Sanders was in 1729,1733, 1737, 1742, 1756 en 1762 Hoofdman
van liet Eotterdamsclio Schilders-Gild. Hij overleed te Rotterdam, oud 64 jaren, in de maand Maart 1767. Eed. |
||||||
— 161 —
|
||||||||
LOSSE AANTEEKENINGEN
BETREFFENDE AMSTERDAMSCHE GRAVEURS, ENZ.
|
||||||||
Eerste Vervolg').
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az. , Adj.-Archivaris
van Amsterdam.) Plaatsnijders.
OBERT De Boudez 2) Willemsz., van Brussel, plaatsnijder, oud 30]., woont sedert 14 jaren in de Nieuwebrugsteeg ondertr. met moeders consent den 6 Januari 1605 (extraordinaris) Hevltjen jACOBSDr. Heyn, oud 27 j., woont Nieuwezijds Achterburgwal geassisteerd met Tryntje CoRNELisur. hare moeder. (Kerk. aant. Register No. XI.)
1) Van bladz. 1 hiervoor.
2) De familienaam De Batjdoes komt nog in 't begin van de XVIIIe eeuw
te Amst. voor. Robbert De Baudoes, wellicht een zoon van den hiergcnoem- den, woont in 1647 in een huurhuis in de Wolverstraat (Noordzijde) het 6e huis van de Heerengracht. Hg was wellicht apothccar, althans in 1667 komt er een apothecar van dien naam voor. Diezelfde of een andere Bobebt , werd 24 Oc- tober 1673 in de Nieuwc-kerk begraven; zijn sterfhuis stond op de St. Anthonle Breestraat. II. 21
|
||||||||
— 162 —
|
|||||
Roeert de Baudoes getuige bij den ondertrouw van zijn broeder
Louis de Baudoes, van Brussel, goudsmid te Bergen-op-Zoom, die 24 Dec. 1607 ondertrouwde met Giertje Jansdi. te Amsterdam. (Kerk. aanteeken. register N°. XIII.)
Jacob Tiiymknsz., goudslager, passeert 22 October 1614 een
schcpenkennis tèn behoeve van zijn oom Roeert de Baudoes plsn., waarbij hij erkende schuldig te zijn ƒ 318: 15 : — :. Deze werd in 1626 afgelost. (Reg. van schepenkennisse XVIII bl. 9.)
MlCHiEL I.E Blon 1) van Frankfort, plsn., woont Verwersdwars-
gracht, verkrijgt 23 Mei 1615 acte van bewilliging zijner geboden met Grietje Martens te Gouda woonachtig, nadat hij eene acte van huwelijksaanteekening van den secretaris van Gouda had vertoond. De geboden werden van de Ptïye afgekondigd, (Hxtraordinaris aanteeken. register.)
Frans Bruynen, van Straatsburg, plsn., in de Kalverstraat, on
deitrouwd op acte van den predikant te Haarlem met Hestf.R Pont- kaes, geb. te Keulen en wonende te Haarlem, den 9 October 1627. (Extr. aant. Register.)
GEERAERT Coeck , van Antwerpen, plsn., woont Lauriergracht,
oud 30 j., geassisteerd met zijn oom Gerakd Coeck, ondertr. 23 Dec. 1638 met Jannetje Abrams, wonende op de Prinsengracht. (Pmboek XV.)
Jannetje Wynings, wed. HuyberT Goltzius 2) creditrice van
1) Een andere Miohsel Le Blon was nog in 1688 luitenant in de 53c schut-
terswyk. 2) De voornaam doet veronderstellen, dat hij tot de bekende kunstenaars-
familie behoorde; ik geef het hier op omdat het kan strekken tot aanvulling van |
|||||
— 163 —
|
|||||||
Claes Melchertsx, kuiper, voor eene som van f 212 :—. De laatste
passeert daarvoor den 20 Januari 1615 een schepenkennis. (Reg. v. schepenkennisse XVIII bl. 56™.)
Abraham Goos, plsn., op acte van Johannes Bogaerts predi-
kant te Haerlem, ingeteekend als ondertrouwd met Styntje Thonis geboren en wonende te Haerlem 9 Aug. 1614. Hij woonde toen op den Nieuwendijk. (Extr. ord. aant. Register.) Andries Hogeboom, plsn. woont Kerkstraat, hypothecair schul-
denaar van Johannf.s Swartenberg, schoolmeester voor eene som van ƒ 200: — den 23 Nov. 1680, onder speciaal verband van een ach- terhuis en erf op de Anjelicrsgracbt in de verwersgang achter het huis de vier winden. (Reg. v. Schepenkennisse Z.Z.Z. bl. 55.) Pieter VAN den Kkf.re, van Gent, plaatsnijder, oud 28 j., woont
6 jaren op 't Rokin, geassisteerd met zijn stiefvader Jan Jansz. Burt, ondertr. 18 Sept. 1599 met Anna Burts, van Gent, oud 18 jaar, woont evenzeer Rokin. (Kerk. aanteeken. register IX.) Willem van der Laf.gh (of Laach), van Haarlem, plsn., oud
26 j. ouders dood, woont Rokin, geassisteerd met Trojanus de Ma- GiSTRis,zijn voogd, ondertr. 18 October 1640, Lysbrïii Cornelisdt. Hasecamp van Amst., oud 25 j., ouders dood, woont Keizersgracht, geassisteerd met Tkyntjk Claks op de Doelen. (Puiboek XV.) Hendrik van Langf.ren, plsn., oud 30 j., woont hoek van
Boomsloot, geassisteerd met zijn zwager Jacob Reyers, ondertr. 12 Juni |
|||||||
de geslachtkundige aanteekening omtrent de familie van den bekenden kunste-
naar in het laatste nummer van de „Dietsclie Warande" gegeven (jaargang 1878, bl. 445). |
|||||||
— 164 —
|
|||||
1604 Lysbeth PiETERSD'. de Gelder, 20 j. oud, wonende op de
Waal, geassisteerd met have moeder Fvtjk GERRlTSDr. (Puiboek V.)
Jan Jansz van Loon i) van Leeuwarden, plsn., oud 32 j., ouders
dood, woont in de Brouwerstraat, ondertr. 8 Mei 1646 Annetje Har- mans van Schapen, oud 25 j., geen ouders hebbende, geassisteerd met hare nicht Lysbeth Theunis, wonende achter de Hal. Dit hu- welijk werd te Sloten voltrokken, (Puiboek XVIII.) Dirk Matham, van Haerlem, plsn., oud 35 j., woont te Haar-
lem, geassisteerd met Maria van Poelenburgh, ondertr. te Amst. 12 Juli 1641 Ci.ARA Huibrechts, van Amsterdam woont Oudeschans. (Puiboek XVI.)
Jacob van Meurs, van Arnhem, plsn., wordt poorter van Amst.
29 Januari 1659, na zijn huwelijk met Anna Philipsd'., dochter van Philips Jansz. Goei.et, pennenkooper en poorter. (Poorterboek.)
Herman de Meijer , van der Burgh, plsn., wordt poorter v.
Amsterdam io Januari 1652, na zijn huwelijk met Sarad*. van David Jacobsz. de Wilt. (Poorterboek.) Reinier van Persyn 2) van Alkmaar, plsn. oud 27 j., geen
ouders hebbende, geassisteerd met zijn broeder Aernoud van Persvn, woont op de Nieuwezyds Achterburgwal, ondertr. 18 Sept. 1642 Eu- sabeth Dirks van Raemburgh, van de Gouw (Gouda), oud 22 j., geassisteerd met Dirk Cornelisz. van Raemburgh, woont te Gouda. (Puiboek XVII.)
1) Hij had een broeder Jelis , chirurgijn die iu 1643 ondertrouwde met eene
jonge dr., die insgelijks achter de Hal woonde. 2) Zie hiervoor bl. 25 zijn tweede huwelijk vermeld.
|
|||||
— 165 —
|
|||||
Frans de Riemer, van Leiden, graveerder, oud 23 j., geassisteerd
met zijn vader Frans de Riemer, woont Pylsteeg, ondertr. 3 No- vember 1627 Brechtje Pieters. (Puiboek.) Ci.aes Rochussen, van Anasterdam, plsn., wordt poorter der stad,
30 Januari 1664 na zijn huwelijk met Tryntje Dirks, dr. van Dirk Sieüwertsz. , in leven soldaat en 'poorter. (Poorterboek.) Fytge Jacobs , wed. van Jan Anthonisz. van Ryswyk , in leven
plaatsnijder, hertr. Jan Jansz. Scfiolt, van Laet in Westfalen, kleer- maker, die door dat huwelijk poorter wordt in 1654. (Behuwde poorterboek 210™.;
Cornfxis Schieba, van Amsterdam, oud 23 j., plsn., den 31
Januari 1705 te Amsterdam wegens straatschenderij gehangen. Philips Scheiff, van 't Bild, plsn., wordt poorter 17 Dec. 1658.
(Poorterboek.)
Burgert Joachimsz. van Schilperoort , plaatsnijder en poorter
in 1660, had een zoon Jacob, wijnkooper, die erkend werd als in- geboren poorter 10 Januari 1660. (Poorterboek.) Anthonie Heere Sjoursma , van Amsterdam, plsn., wordt poor-
ter na zijn huwelijk met Marretje Jans (dr. van Jan Jansz. van Nieuwerkkrcke, in leven schoenmaker en poorter) den 7 October 1655. (Poorterboek.) Gerrit Leenüertsz. Vai.ck, plsn., zoon van Leendert Gerritsz.
Vai.ck, in leven boeierschipper erkend als ingeboren poorter 8 Nov. 1679. (Poorterboek.) DlRK van de Velde, van Haarlem, plsn., poorter van Amsterdam
na zijn huwelijk met Catharina Jeurriaens , dr. van Jeurriaen Hen- dricksz., in leven mandenmaker 4 Dec. 1664. (Poorterboek.) |
|||||
— 166 —
|
|||||
Cï.aes Jansz. Visscher, plsn., oud 21 j., woont Molenstraat,
geass. met Jan Claesz. Visscher en Annetje IIeyndricx zijne ouders, ondertr. 9 Sept. 1608 NëELTJE Floris, oud 20 j., woont Brouwers- gracht, geassisteerd met Fi.oris Gerritsz. en Cornelisge At/bertsz hare ouders. (Kerk. aanteeken. register XIII.) Claes. Jansz. Visscher, plsn. en Neeltje Floris, laten 25 Juni
1615 in de oude kerk een kind Janneke doopen; Getuigen waren Annetje IIeinrichs en Aeltje Ci.aesdi'. (Doopboek.) Joannes de Visscher, van Haarlem, plsn., 23 j. oud, ouders
dood, (moet broeders toestemming vertoonen) woont Heerenstraat, ondertr. 30 Maart 1657 Tryntje Adriaens, van Amsterdam 28 j. geassisteerd met Ariaen HENDRIKSZ., woont bij Heiligewegspoort. (Puiboek XXIII.)
Joannes de Visscher, van Haarlem, plsn., wordt poorter na zijn
huwelijk met Cath. Adriaens, d>'. van Adriaen Hendricksz. de Wees, makelaar, 30 October 1658. (Poorterboek.) Lambert Visscher, plsn., bekent schuldig te zijn aan Marretje
Poppe, wed. Dr. Wassenaer ƒ215:—, waarvoor hij 5 October 1666 een schepenkennis passeert. (Reg. v. Schepenkennisse MMM hl. 53.)
Bknjamin Wrigiit, van Londen, plsn., oud 24 j., woont sedert
Mei 1599 in de Nes, ouders dood, ondertr. 11 Dec. 1599 Lysbeth Martyn van Londen, -woont 6 jaren in de Warmoesstraat, oud 22 j., geass. met Joris Martin en Cathalyne. (Puiboek XV.) Medailleurs en Zegelsnyders.
Adam Adamsz., wapensnijder te Haarlem, vertoeft tijdelijk te Amst. 1620. |
|||||
— 167 —
|
|||||
Jan Joachimsz. Coop, van Groningen, wapensnijder, wordt poor-
ter van Amsterdam, ua zijn huwelijk met Maria ADAMS.Dr. van Adam Thomassen, in leven beeldhouwer n Juli 1656. (Poorterboek.) Jacobus Geens, van Amsterdam, wapensnyder, poorter van Am-
sterdam na zijn huwelijk met Geesie Jans, dr. van Jan Jansz., in leven kleermaker 28 October 1666. (Poorterboek.) Charles Goodhand ontvangt van de Thesaurieren der stad
/ 155:— voor het snijden van de stempels der penningen tot het uit- deelen van brood aan de armen, blijkens zijne kwitantie d.d. 19 Mei 1662. (Rapiamus van 1662, bl 197.) Carel Goedhand ontvangt van dezelfden voor 't snijden van
wapens ƒ23 : 12 : blijkens kwitantie van 15 Aug. 1664. (Memoriaal van Thesaurieren.)
Francoïs Gysels , van Amsterdam, wapensnijder, wordt poorter van
Amst. na zijn huwelijk met Maria Reubel, dr. van Casper Reubel, bode op Harlingen, 24 Mei 1666. (Poorterboek.) Jan Lamberïsz., wapensnijder, zoon van Lambert Jansz., tim-
merman, erkend als ingeboren poorter, 17 Dec. 1648. (Poorterboek.)
Pieter Pietersz. Paedts, wapensteensnijder, zoon van Pieïer
Davidsz. Paedts en Marretje Pieters, geb. 1578, woonde 1606 in de Warmoesstraat. Elias Pickf.noy, van Antwerpen, wapensnijder, oud 21 j., woont
Warmoesstraat, ondertr. 26 Juli 1586 met Heiltje 'sJonge, van Ant- werpen, 24 j. oud, mede wonende in de Warmoesstraat. (Puiboek II.)
|
|||||
— 168 —
|
|||||
Hendrik de Reyger, van Antwerpen, wapensteensnyder, zoon
van Hans de Reiger, geb. in 1574, vestigt zich in 1587 in de Ser- vetsteeg en woont er nog in 1603. Troost (of Trowest) Simons, uit Engeland, signetsnyder, ouders
dood, woont op den Dam, ondertr. 20 April 1619 Persidom Wil- liams, mede uit Engeland, woont Wyngaardstraatje. (Puiboek VIII.) Plaatdrukkers.
Gerrit Dirksz., van Bremen, prentendrukker, wordt poorter
van Amsterdam 12 Augustus 1664. (Poorterboek.) Jan Dirksz., plaatdrukker erkend als ingeboren poorter 19 April
1649. (Poorterboek.) Jacob Engels, van Antwerpen, plaatdrukker, wordt poorter
van Amsterdam 15 Juli 1564. (Poorterboek.) |
|||||
— 169 —
|
|||||||
ADVIEZEN VAN M>. WILLEM BILDERDIJK
IN ZAKE DE UITGAVE VAN PRENTTEEKENINGEN DOOR DE
VADERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TE HOORN. |
|||||||
(Medegedeeld door den Heer H. De Jager te Brielle.)
|
|||||||
NDERSTAANDE bescheiden berusten in handschrift
onder de met zooveel zorg en kennis door mijn' Vader bijeengebrachte Bilderdykiana. Al ware't alleen als bijdragen tot eene geschiedenis der schoone kun- sten, verdienen zij naar mijn oordeel eene plaats in dit verdienstelijk tijdschrift. Den Heere Bs. Schreuder, te Hoorn.
Mijn Heer en geliefde Vriend, Wanneer Gij mij onlangs het voorgenomen ontwerp van de Va- derlandsche Maatschappij' te Hoorn mededeeldet, om eenig werk van prentteckeningen in de manier van die op den naam van Ploos van Amsïel uitgaan, in 't licht te brengen, met bijvoeging, dat zich de keuze van Ileeren Bestuurderen waarschijnlijk op Uitlandsche Vogels zou vestigen, verzocht Gij mij, mijn gedachten hier over te laten gaan, en U mijn gevoelen deswegens te melden. — Ik zoude ongetwijfeld aireede aan dit Uw verzoek voldaan hebben, ware ik niet verhinderd ge- il. 22 |
|||||||
— 170 —
|
|||||
worden door eene koortsige ongesteldheid, die mij genoodzaakt heeft
eenige dagen het bed te houden, doch waar van ik, door Gods goed- heid, heden begin te herstellen. — Zie daar de reden van mijne ver- wijling', welke ik niet twijfel, of zij zal lichtlijk door U gewettigd worden. Bij 't eerste voorstel kwam het mij voor, dat zich de Hoornschc
Maatschappij niet zeer veel voordeel zou mogen beloven van de uit- gave eener verzameling van vogelen. — Eene soorte van liefhebberij, die reeds te oud is, om nog in volle kragt te zijn; en waar in reeds zó veel is uitgevoerd, dat de nieuwe uitkomende afbeeldingen nood- wendig in den grooten hoop als versmoord moeten worden. — Dit, zeg ik, kwam mij terstond voor den geest, en bij nadere overweging werd deze zwarigheid mij gewigtiger. — Want wat is het, waar door men een goed gevolg van zijne ondernemingen (van wat aart zij ook zijn mogen) verwagten kan? Wat is het, waar door men de aandacht van 't algemeen kan trekken, en gaande houden? — Eeniglijk zeker, door iets nieuws, iets, dat eenig is in zijn soort', dat door de vreemd- heid treft, en door zijne verscheidenheid blijft treffen, voor te stellen. Daar dit ontbreekt, moet men zich niet verbeelden, gelukkig te zul- len slagen, schoon ook anders het werk zo volmaakt is, als iemand zou mogen verlangen. En deze voorrechten, waar van de ondervin- ding ons leert, dat zo veel afhangt, deze voorrechten ontbreken klaar- blijkelijk aan het ontworpene werk. Geloof ook niet, dat de meer- dere voortreffelijkheid van uitvoering dit gemis kan vergoeden. Uw plaatteekeningen zullen beter, oneindig beter zijn dan al die gekleurde prenten, welke dikwijls de boekerijen beschamen, die zij zouden moe- ten versieren: Uw plaatteekeningen zullen schoon, uitmuntend zijn, ik ben des verzekerd: doch wie, mijn vriend, wie zal dit onderscheid zien, wie zal het kunnen beseffen? Vergeet, bidde ik U, niet, dat |
|||||
— 171 —
|
|||||
Gij Uwe verzameling van vogelen voor onkundigen moet vervaardi-
gen, voor de zodanigen, bij wie de gefutselde print van een' Duit- scher, met harde kleuren afgezet, veel meer verdienste heeft, dan de stoute en teffens malsche teekening van een Nederlandsche hand, die de Natuur weet te volgen. Bedenk dit, bedenk, dat het oordeelvan zulke onkundigen de waarde van Uw werk moet bepalen". want zij maken de grote menigte uit, en onder honderd liefhebbers van de Natuurlijke historie vindt men naauwlijks iemand, die het schone weet te onderkennen. Op kundige liefhebbers der kunst is niet te reke- nen: deze verkiezen een verzameling ruuwe schetsen van een goede hand, voor een aantal van de uitvoerigste teekeningen van vogelen, waar uit voor een' kunstenaar zeer weinig nut, zeer weinig lering te trekken is. — En waarom zoude ik 't ontveinzen, dat voor een werk van dien aart het graveerijzer beter geschikt is dan hetpinceel? Want waar uit bestaat het gantsche uitwendige van den vogel, dan uit groter en kleiner, harder en zachter veeren, welke allergemaklijkst af te beelden zijn door artzeeringen, maar allermoeilijkst door den pinceelslag? — Tot zo verre zelfs, dat bekwame schilders, wanneer zij een' vogel naar 't leven met sapverwen schilderen, zich ruim zo veel van de riet- of van de schrijfpenn', als van het pinceel bedienen. En zij, die anders doen, Hemel', wat arbeid, welk een' tijd moeten zij te koste leggen, om hun teekening tot dien trap van uitvoerigheid te brengen, die bij kundigen het werk veraangenaamt, doch door onkundigen volstrekt van den schilder gevorderd wordt! Hoe moeilijk dierhalve zou dit werk worden; en dierhalve, hoe kostbaar! Gij zult verpligt zijn Uw vogels zo wel te graveeren als anderen, en dus eerst Uw eigen werk aanvangen, wanneer Gij dat gedaan hebt, waar- mede anderen het hunne voltooid hebben. En zoudt Gij dit alles kunnen doen voor gelijken, of liever voor minder' prijs, dan waar |
|||||
— 172 —
|
|||||
voor de Duitscliers hunne prullen verkoopen? Ik kan mij zulks naauw-
lijks verbeelden; en 't is echter hier van, 't is van den minderen prijs, dat de ruime verkoop ten groten deele zal afhangen. Misschien bedrieg ik mij; doch na eene onpartijdige beschouwing
kan ik uit dit alles geen ander besluit opmaken, dan dat het ont- worpen Kabinet van Vogelen der Maatschappij e niet voordeelig kan zijn. Dat het, tegenwoordig- noch den trek der nieuwheid bezit, noch het voorrecht van eenig te zijn; terwijl het, uit den aart, ook dat van verscheiden te zijn, ontbeeren moet: dat het met meer moeite, meer kunst, minder opgang zal maken dan soortgelijke werken, die er in overvloed zijn: en dat het noodwendig der Maatschappije tot hoger prijs zal komen te staan, dan waar voor zij in staat zal zijn het te kunnen verkoopen. En dat de uitvoering dezes ontwerps dierhalve ten uiterste af te raden is. Al hetzelfde is toepasselijk op eene verzameling van slangen,
hagedissen, enz. welke men in de plaats der vogelen mocht willen stel- len. Van dit alles zijn voorlang reeds verscheidene afbeeldzels in 't licht gegeven, die den naam hebben van goed te zijn, en tot min- der prijs verkocht worden, dan U mooglijk zou wezen. Ook houde ik 't in 't algemeen daar voor, dat de manier van
plaatteekeningen, uit hoofde van hare kostbaarheid, niet wel geschikt is tot de afbeelding van natuurlijke voorwerpen. Herinner U ons on- derhoud hier over, bij gelegenheid van 't beschouwen der af beeldzelen van de menschelijke beenderen, welke Gij tot mijnent gezien hebt. Uoch, vraagt Gij met reden, wat zal dan een geschikt voorwerp
zijn voor mijn kunst, en tevens een voordeelig werk voor de Vader- landsche Fabricq? Ik durf dit geenszins bepalen; doch, is 't mij ge- oorloofd mijn gevoelen vrijmoedig te uiten, zie hier, wat mij in allen opzichte het best schijnt. |
|||||
— 173 —
|
|||||
De uitvinding Uwer kunst' heeft ten oogmerk gehad de fraaie
voortbrengsels onzer Vaderlandsche Kunstenaren te vermenigvuldigen en van hunne vergangkelijkheid te bewaren. Behouden we dit loflijk oogmerk. Blijven we teekeningen van goede Nederlandsche Meesters in 't koper brengen. Dit heeft het voorrecht van nog nieuw, en vooral van eenig in zijne soorte te zijn', want de Heer P. van Ajvïstel kan (immers voor zo lang JufO'. V . . W......niet volleerd is) zijn werk
niet vervolgen: het Zwolsch Genootschap houdt op, en deszelfs wer-
ken zijn verre van die volkomenheid, dat zij in vergelijking kunnen komen, opdat ik zwijge, dat alles Ostade, de eenvormige Ostade is, zonder eenige de minste verscheidenheid: en eindlijk de Fran- schen geven niet dan lugtige navolgingen van meest slechte teeke- ningen der hedendaagschen. Hier in is Uw kunstwerk voortreffelijker door de keuze van de geachtste teekeningen; aangenamer door de verscheidenheid, zo van manier, als van meesters en onderwerpen; niet moeilijker dan dat van Uw mededingeren; en Gij kunt het niet alleen voor veel minder prijs leveren, dan de voorgewende Uitvinder, maar zelfs voor een' zeer gematigden prijs. Hier in behoeft Gij niet dan behaaglijke voorwerpen te kiezen,
en zulk een werkstuk kan van algemeene nuttigheid zijn. Hier in (en dit is geen gering voorrecht) werkt Gij ook voor kundige liefhebbers, die weten wat schoon, wat gebrekkig zij, die Uwen arbeid weten te waardeeren, en voor de zulken, die om meê voor kundig door te gaan, de kundige lieden napraten. In 't kort, dit heeft, mijns be- dunkens, alle voordeden, die men in eenige onderneming' wen- schen kan. 't Is waar, één voorrecht ontbreekt dit ontwerp, dat is, dat van
volstrekte nieuwheid, van 't eerste te zijn: doch waarom zou men ook dit daar niet meê konnen verbinden ? — Men zou bij 't in 't licht |
|||||
— 174 —
|
|||||
brengen van de twee eerste teekeningen, een Plan kunnen uitgeven,
waar bij men zig verbond, om (mits het werk naar verwagting afging; want het is altoos goed, een' slag om den arm te houden, en zich bij onverhoopte mislukking van een' goeden aftocht te verzekeren) van ieder der Nederlandsche Meesters een goede prentteekening te leveren, ten einde de liefhebbers daarmede hunn' Houbraken zouden kunnen versieren, of immers een volledige verzameling vergaderen van de onderscheiden manieren, welke ons Vaderland heeft opgele- verd. Men zou zich kunnen verpligten om jaarlijks 4 of 6 teekenin- gen uit te geven, met een korte beschrijving, bevattende 's Kunstenaars leeftijd, en een schets van zijne wijze van behandeling der kunst', en aanwijzing' van 't schone, in de uitgegeven teekening opmerklijk, — Dit zou geheel nieuw zijn, en der moeite overwaardig: de kunstenaar, de liefhebber, zouden zich hier een aangenaam onderwijs, een leer- zame uitspanning door kunnen verschaffen, en de onkundige zou er zijn' smaak uit leren vormen. De prijs zou gering zijn: want naar mijn berekening, zou hij tot 10 of 14 gl. jaarlijks beloopen, en dan nog een matige winst voor de Maatschappij toelaten. — 'k Beken echter, de menigte onzer Nederlandsche schilderen maakt dit werk vrij omslagtig, en het zou moeilijk zijn, van alle die kunstenaren tee- keningen bijeen te zamelen. Dit echter zou niet gantsch onmooglijk zijn, vooral zo men zich aan geen tijdorde verbond. Doch wil men een werk van minder uitgebreidheid: dat men
vervaardige en stuksgewijze uitgeve een Algemeen Kak inkt der Schii.Derkonst, bevattende een twaalftal, twintigtal, of zo veel men zal willen, teekeningen van ieder der onderscheiden scholen, als de Nederlandsche, de Fransche, de Duitsche, en de Italiaansche, welke men weder in hare bijzondere takken zou kunnen verdeden, als b.v. de laatste in de Romeinsche, de Venetiaansche, de Boulonneesche |
|||||
— 175 —
|
|||||
schole, en die van Parma. Dit, met smaak uitgevoerd, en meteene
beknopte verklaring van de opkomst en vordering dezer verschillende hoofdmanieren, bij de vernieuwing der schilderkonst, gepaard gaande, zou niet minder behaaglijk en niet minder leerzaam zijn; en het be- hoeft niet meer uitgestrektheid, dan men goedvindt. Dit is, mijn Vriend, het gene ik gevoele over 't gedane voor-
stel. —■ Oordeel daarover, en maak er zodanig gebruik van, als Gij nodig zult achten. — Mij rest niets hier bij te voegen, dan dat ik wensch, dat de keuze der Heeren Bestuurderen zich tot dat gene be- palen zal, dat der Vaderlandsche Maatschappij' meest voordeelig zal zijn, en Uwe bekwaamheid de grootste eer aandoen! Na hartelijke groete onderschrijf ik mij met alle gevoelens van
gulhartige vriendschap, Uw' toegenegen'
BlLDERDIJK. Amsterdam den 23 Maart 1779. ONTWERP.
Van de voorgestelde Ontwerpen schijnt mij 't meest te belooven
dat van een verzameling goede Italiaansche, Nederlandsche, Fransche, en Duitsche teekeningen, onder den naam van Algemeen Kabinet der Te E K EN- OF Schilderkunst uit te geven; en ik gedraag mij wegens deszelfs nuttigheid en vermaaklijkheid aan 't geen ik de eer had bij mijnen vorigen onder de oogen der Heeren Bestuurdren te brengen, gelijk ik dat als den grond aanneme van mijn tegenwoordig vertoog, en alomme in deszelfs beloop onderstelle. Wat dan de wijze van uitvoering betreffe: om niet geheel en al
in het blinde te werken, maar eenige reekening op het vertier te |
|||||
— 176 —
|
|||||
kunnen maken, zou mij aannemelijkst voorkomen, het zelve bij wijze
van inteekening aan te vangen. Geene inteekening, door welke men zich-zelven de handen bond, en het recht benam om het werk alge- meener verkoop te bezorgen, (hoedanige altoos den ondernemer na- deelig moet zijn, ten zij hij, een uitzicht hebbende dat zijne onderneming in de uitvoering niet aan het ontwerp beantwoorden zal, van 't goed geloof zijner Inschrijveren een ongeoorloofd misbruik wil maken): maar zo eene, bij welke men zich uitdrukkelijk verbindt, het werk ook altoos aan anderen te mogen verkoopen, ja zelfs tot den eigen' prijs waar voor het den inteekenaren wordt afgeleverd. — Een gering verschil in den prijs beweegt toch de lieden niet licht om blindelings zich in een beding te wikkelen, waar door zij zich mooglijk ten eenenmaal te loor gesteld zullen zien in 't geen men hen heeft doen verwagten. Ook moest deze inteekening niet verder dan voor een of twee jaren verbinden, en telkers vernieuwd worden, waar door men (het werk opgang makende) geduurig nieuwe inschrijvers winnen kon. — Om nu de lieden ter inschrijving' uit te lokken, (waar toe de min- derheid van prijs mij voorkomt krachteloos te zijn) wilde ik gebruik maken van 't heerschend vooroordeel, of hoe zal ik die dwaasheid noemen, waar door men zich toejuicht in het bezit van eenige klei- nigheid , en daar een overgrote waarde aan hecht, wanneer zij zeld- zaam en niet dan van weinigen te bekomen is? Deze trek naar het zeldzame doet kundigen en onkundigen elkander de slegtste prul- prentjes met vuurigheid, en zelfs tot buitensporige prijzen, betwisten: en van dit zelfde wilde ik mij bedienen, door aan deze inschrijvers (bij uitzondering van alle anderen) van ieder prent, die men afleverde, b. v. een' etsdruk, daar die plaats vond, of eenigen anderen proef te belooven, welke zonder bezwaar van den werkman te maken, en teffens bij liefhebbers ten hoogsten gezocht, ja niet ontbloot van |
|||||
— 177 —
|
|||||
nuttigheid is. Deze ets- of proefdrukken zou men voor niet aan de
inschrijvers, doch volstrekt aan niemand anders, tot wat prijs het ook waar, moeten afleveren; en het zou niet onnut zijn, bij 't plan van inschrijving de nuttigheid van zodanige onvoltooide prent eenigszins uit te meeten. Omtrent den prijs, nog te bepalen, zouden de HH. H. en S. hunne
gedachten wat uitvoerig dienen te melden; zo wel, als omtrent het juiste getal prenten, 't welk men in een jaar tijds zou kunnen vervaar- digen. Ook zou ik er zeer voor zijn, dat men 't getal exemplaren niet al te groot nam, om door eene zekere schaarsheid het werk zijne waarde te doen behouden, althans tegen het opmaken der afgedrukte platen zijn, 't welk altoos kostbaar wordt, enz. Bij de uitgave van 't eerste jaar zou men een algemeene schets
moeten voegen van de herstelling der Schilderkunst, en de onder- scheiden manieren der hoofdscholen; de bronnen, waar wij uit geput hebben; en de voornaamste meesters, die in dezelven hebben uitge- munt, en door wier bijzondere begaafdheden de kleinere of onderho- rige scholen gevormd zijn. Mijns oordeels zou 't echter beter wezen zich daarin aan 't algemeene te houden, om zo veel mooglijk niemand in zijne vooringenomenheid met een' of anderen meester te kwetsen. Dit alles zou gevolgd kunnen worden van een kort bericht van den tegenwoordigen staat der Schilderkunst in Europa. In de uitgave der stukken zou ik verkiezen, verscheidenheidshalve,
zich aan geene orde te binden; maar Italiaansche, en Nederlandsche, Fransche, en Duitsche teekeningen door elkander te laten loopen. Bij ieder uitgave zou men eene uitvoerige beschrijving der teekenin- gen kunnen doen uitgaan, gepaard met een algemeen oordeel over den schilder; in het bijzonder geschikt, om op eene leerrame wijze het schone in de kunst te doen opmerken, en den smaak voor het II 23
|
|||||
— 178 —
|
|||||
zelve voedsel te geven : 's mans geboorte- en sterfdag, met de voor-
naamste trekken van zijn charakter, zouden daar niet onaangenaam in te vlechten zijn; zo wel als de namen van zijne leerlingen, en wat zij van hunn' meester behouden, wat met iets beters of slechters ver- wisseld hebben. Voor af diende men echter een' overslag te maken van 't aantal
teekeningen, tot uitvoering van dit ontwerp benodigd. In de Ita- liaansche school zijn Michel Angelo, RapHAEL Santio en zijn leer- ling Jui.io, Bellin, Titiaan en zijn twee leerlingen Paulo van Verona en Tentoket, Corregio, Parmens, Da Vinci, de Carat- SEN en DomiNIQUin, onontbeerlijk: en 't zou misschien best zijn de meesters van Michei. Angelo, en Raphael: Dom. Giurlandai en Pietro Perusina, Polidoor, de Caxi, Georgion, de Bassans, Aluaan, Guido Reni en Trevisani, daar bij te voegen. Dit zou 25 stuks uitmaken, en wanneer wij voor ieder der hoofdscholen zo veel namen, zou de geheele verzameling op 100 pjentteekeningen aanloopen, een vrij geschikt getal, zo 't mij voorkoomt. Dit kon voor onze vaderlandsche schilders wat klein zijn: doch daar de ach- ting der Duitschers in deze kunst zo gering is, waarom zou men dezen niet merkelijk kunnen inkrimpen en daar door aan de kunststuk- ken van ons Vaderland een grootere ruimte geven ? De Franschen, eerst bloote navolgers van de Italianen, thands van de Nederlande- ren, behoeven zelfs zo veel uitgestrektheid niet. Dan, van waar zo veel teekeningen bijeen te krijgen? — Dit is
eene zwarigheid die alle opmerking verdient: dewijl van haar oplos- sing de mooglijkheid van ons ontwerp afhangkelijk is. Dat er genoeg teekeningen en wel van allerlei meesters bij onze liefhebbers berus- ten, lijdt, denk ik, geen' twijfel. Men heeft om een' aanvang te maken slechts 2 of 4 teekeningen nodig, om welke machtig te |
|||||
— 179 —
|
|||||
worden zich wel de gelegenheid op zal doen", en zo dit geen plaats
mocht hebben, is uit catalogen van kort voorleden verkoopingen wel wat na te sporen, bij wien een of ander uitmuntend kunststuk vervaren zij. Van de hier jongst verkochte verzameling des Heeren Rijtgers , meest uit Italiaansche teekeningen bestaande, geloof ik gelegenheid te hebben een lijst van de koopers te kunnen verkrijgen, die hier toe van dienst kon zijn. Dit echter is in het begin slechts noodzakelijk, en na den aanvang van 't werk biedt zich een ander, en zo 't mij toeschijnt, een voldoenend middel aan, om dit gebrek te vervullen. Men zou naamlijk bij het plan van inschrijving alle liefhebbers, kunstverzamelaars, en kunstkoopers kunnen uitnodigen, om der Maat- schappije het gebruik van een of andere teekening, bij hen berus- tende, en die het werk versieren kan, toe te staan", doch onder belofte niet alleen van een' afdruk van de daar van vervaardigde plaat, maar ook, van deze edelmoedige medewerking ter voortzetting' van de kunst, bij de uitgave der teekening, dankbaar in 't openbaar te erkennen. Men zou hier ook getrouw aan moeten beantwoorden, en niet spaar- zaam zijn in weinig beteekenende loftuitingen jegens lieden, wier eerzucht nooit meer gevleid wordt dan door den hoogklinkenden naam van kunstkenner, en die somwijlen noch moeite, noch onkosten zouden ontzien, om zich het voorrecht te bekuipen, dat aan hun' naam op zodanige wijze gedacht wierd'. — Zeker, een op- of onder- schrift van dezen inhoud: deze teekening is ons ter hand ge- steld door de edelmoedigheid van den kundigen Heer N. N., in wiens keurige kunstverzameling zij berustende is, is een lokaas, waar weinige liefhebbers voor bestand zouden zijn, indien men hun daar bij genoegzame zekerheid gaf, dat hunne teeke- ningen niets behoefden te lijden, voor 't welk men hun zelfs borg zoude kunnen stellen. Voor 't overige, begrijpt men zeer lichtlijk, dat |
|||||
— 180 —
|
|||||
men terstond bij den aanvang van dit werk, in de voornaamste ste-
den van ons gemeenebest een bekwaam en eerlijk kunstkooper diende aan te nemen, zo wel om de teekeningen op t; zamelen, als om het werk behoorlijken aftrek te doen hebben; het geen, voor een vrij groot gedeelte, van de kunstkoopers afhangt, als zijnde die lieden, door welker oogen zeer vele der liefhebberen zien. — Ik behoef hier niet bij te voegen, dat de onkosten hier toe vereischt, mede bij de bereekening van het ontwerp in acht genomen moeten worden; dewijl die niet onaanmerklijk zijn. Ik heb niets gezegd wegens de bekendmaking van den kunste-
naar , door wiens graveerijzer deze kunstverzameling vervaardigd zal worden. Men begrijpt stilzwijgende, dat men hem moet doen ken- nen, en geenszins de proeven van bekwaamheid, welke hij reeds in het werk van den Heer P. v. A. gegeven heeft, voorbij gaan. Er behoort een keurige smaak toe, om hier tusschen de twee klippen van te veel en te weinig van dit werk te zeggen, door te gaan. Men moet hier meer te verstaan geven dan zeggen: doch boven al dient men de beste stukken, door onzen S. daar ingemaakt, op te noemen. Ook zoude ik 't niet dienstig achten, dat zich de Maatschappij in 't geschil tusschen hem en gezegden Heer zien liet: men kan dit in 't midden laten, (S. behoudt zijn recht tegen hem) vooral indien men het plan van inteekening op naam der Maatschappije wil uitgeven: ja schoon hij zelf als ontwerper en uitgever voorkwam, zoude ik nog voor dezelfde gemaligheid stemmen, om zelfs geen vrienden van gem: Heer eenigen aanstoot te geven. Genoeg is het de voortreffelijkheid van 't ondernomen werk boven dat van den voorgewenden uitvinder en Schreuders eigendom op den roem, dien de Heer P. zich valschlijk aanmatigt, te staven. |
|||||
— 181 —
|
|||||
Den Heere C. Ris, te Hoorn.
WelEerwaarde Heer!
Uwe hooglijk verplichtende letteren had ik de eer den 28 laatst-
leden door Mon». S. te cntfangen. Ik kan niet af zijn, mijne har- telijke dankbetuiging te doen zoo voor de innemende vriendelijkheid, mij in dezelve bewezen, als voor het aangenaam boekgeschenk daar nevens gevoegd, het welk alles ik op eene waardige wijze wenschte te kunnen beantwoorden. — Verwacht niet, Eerwaarde Heer, dat ik hier met eene gemaakte nederigheid de gevoeligheid van mijn hart zal ontveinzen, voor eene lofspraak die om het achtenswaardig cha- racter des braven mans, wiens menschlievendheid mij voor lang den hoogsten eerbied heeft ingeboezemd, op te hoger prijs staat. Zo de eerzucht den jongeling eigen is, indien zij naar eisch door de reden gematigd, zelfs loffelijk heeten mag: waarom verbloemd, dat de mijne zich kittelde in eene goedkeuring, die geenen weldenkende onver- schillig kan zijn? — De algoede God, indien Hij eenige bekwaam- heid in mij gelegd heeft, die t' eeniger tijd aan mijn' evenmensen, aan mijn Vaderland van nut konden zijn, bestiere dezelven, dat ze aan haar groot doeleinde geenszins ontbreeken mogen, maar Zijnen naam tot verheerlijking strekken. Daar deze de gevoelens zijn, die mij bezielen, daar dit het wit
is van mijne zwakke pogingen in de letteroefeningen aangewend, zo bid ik U, WelEerwaardige Heer, U verzekerd te houden, dat mij niets aangenamer zou zijn dan het mijne te mogen toebrengen tot bevordering van die heilzame onderneming, in welker gelukkige uit- voering mijn hart een rechtmatig belang stelt. Ik twijfel dierhalve geen oogenblik om (voor zoo veel mijne om-
standigheden toelaten) der Vaderlandsche Maatschappije mijne bereid- |
|||||
— 182 —
|
|||||
willige hulp gulhartig aan te bieden, indien zij van eenige nuttigheid
wezen kan. Edoch, WelEerwaavde Heer, hoezeer UEd. mij de eer aandoet
van mijne redeneering over 't bewuste punt te wettigen: het is er echter zeer verre van daan, dat ik meer dan eene oppervlakkige kunde van Teeken- en Schilderkunst zou bezitten. En hoe zeer ik mij er op toegelegd hebbe, om zo door 't beschouwen van goede voorbeelden als door de leezing der meest geachte schrijveten , met eene geringe oefening gepaard, mij eene gezonde Theorie te verkrij- gen, ik schrijf mij-zelven geen doorzicht genoeg toe om mij in de vierschaar der fraaie Kunsten tot rechter te mogen opwerpen: en men ontmoet in mij geenszins dengeenen, welken UE. schrijft nodig te hebben. Intusschen, ontbreekt het mij niet aan den ijver en lust om
Hu. Hanning en Schreuder van mijnen weimenenden raad, wanneer zij die nodig mogten achten, te dienen: en verder, met goedvinden van de WelEd. Heeren Bestuurderen, in 't stellen en opmaken van plans, ontwerpen, berichten en advertentien, mijn gevoelen mede te deelen 'y gelijk ik de eer hebbe bij deezen eenige nader gedachten over 't artijkel der plaatteekeningen in te sluiten, welke ik welgem. Meeren ter overdenking' aanbiede. UE. schijnt in mijnen voorslag eenig behagen te vinden; maar
teffens geneigd te zijn om ook het ontwerp der vogelteekeningen ten uitvoer te leggen. Mag ik op dit punt nog deeze aanmerkingen maken ? i. Is het wel volstrekt waar, dat B. Schreuder in dezen tak
van werk, die hem zo geheel vreemd is, zo veel uitmunt als in dien, die hem door langdurige oeffening eigen geworden is? — Ik heb nog geen vogels van zijn hand gezien, en kan er dus niet over oordee- len; doch naauwlijks kan ik mij zulks verbeelden: een gantsch andere wijze van behandeling, meer voor den plaatsnijder dan den schilder |
|||||
— 183 —
|
|||||
geschikt, heeft hier plaats. — Alles echter moet uitmunten, wat men
op zijnen naam in het licht brengt, en niets middelmatig zijn, indien zijne achting gevestigd zal blijven; waar van de opgang van al wat men ondernemen mogt, afhangt. Misschien zou het goed zijn Ms. H. en S. zelven dit in gemoede af te vragen. 2. Indien men beide ontwerpen beproeft, en dat van de vogels,
(gelijk ik, zo niet zeker, ten minsten hoogstwaarschijnlijk houde) mis- lukt: zal dit bij lieden, die naar den schijn oordeelen, geen verden- king geven ten nadeele van Schreuper's bekwaamheid, en dus het verval van 't eene, dat van het andere met zich slepen? — De wei- nige ondervinding, die ik heb, heeft mij de heerschappij der voor- oordeelen bij de menschen zo algemeen doen opmerken, dat ik niets zo zeer vreeze, als dezelven tegen te hebben. — Ik geve dierhalve nog deze zwarigheden in overweging. Verlichter oordeel beslisse van wat gewicht zij zijn! De WelEd, en zeer Geleerde Heer Ms. Calkoen, wien ik de
eer gehad heb het ander exemplaar van de Oprichting der H. M. ter hand te stellen, doet UEerwaarde in 't bijzonder en Hn. Direct, in 't algemeen van zijne hoogachting en bereidwilligheid ter bevordering van 't welzijn der Maatschappije verzekeren. Vergun dat ik dezelfde verzekering hier herhale van hem die, na verschoning te vragen voor de verwijling van dit antwoord, door den drang van bezigheden, aan welke ik verbonden ben, veroorzaakt, de eer heeft zich met alle gevoelens van ware affectie en veneratie te noemen, enz. i. Een Ordonnantie op gegrond papier, met zwart krijt getee-
kend door Philip Wouwerman. Deze zo bevallige als naauwkeurige teekening vertoont een ge-
vlekt , lustend rijpaard in een landschap, wordende door een' stal- |
|||||
— 184 —
|
|||||
jongen, die er voor staat, bij den toom gehouden. De rijder staat
ter zijde, gereed, zo het schijnt, om er op te klimmen. Aan de voeten van den staljongen ligt een langoorige hond tegen den rijder te keffen. Alles is uitnemend vast, fiks, en zuiver van omtrek, en van een allerbevalligste houding; met breede trekken doorteekend, vlak van schaduwen, en stout opgetoetst. Boven aan, vertoont zich het gewone merk des Schilders, die ook deze zelfde Ordonnantie in wat groter vorme op paneel geschilderd heeft. 2. Een Historische Ordonnantie in kleuren, door Rembrand
van Rhijn. Dit kostbaar stuk vertoont den armen Lazarus uit de Parabel, in
een smeekende gestalte aan de deur van den rijken man liggende, die, op den drempel staande, hem verachtelijk afwijst. De honden, de zwoeren van Lazarus lekkende, maken het voorste gedeelte uit van dezen groep. Lazarus vertoont zich ter zijde in eenen erbarm- lijkcn staat, gedeeltelijk in de verkorting. De rijke man is op de Oostersche wijze gekleed, in een lang rood ondergewaad, met een witte gordel ombonden; een blaauwe tabbaard hangt er over, aan de armsgaten met goud geboord. Hij heeft een gouden keten om den hals, en eenen tulband op het hoofd. liet gebouw, 't welk hier als de woonplaats des lijken mans
voorkoomt, is geheel Gotthisch, en beandwoordt aan den smaak van den tijd, waarin REMBRAND gebloeid heeft. Tegen de vlakte van den muur is een wijngaard, die roode druiven draagt, opgeleid. De voortreffelijke schikking van het licht en bruin, waar in deze
grote man zo heeft uitgemunt, brengt in deze teekening ook datzelfde sombere te weeg, dat alle zijne stukken characteriseeit. — Alles is met de pen omgetrokken, en hier en daar geartzeerd: met roet op- gewasschen en verder met sapjes gekleurd. Het goud van den tab- |
|||||
— 185 —
|
||||||
baard, de keten, en de franje, met welke de gordel aan zijn einde
versierd is, is met schulpgoud geschilderd, doch het welk door den tijd van zijn' glans beroofd en bruin is geworden. 3. Een stil watergezicht, met oostindische inkt gewasschen door
Willem van de Velde. Deze rijke Ordonnantie vertoont meer dan twintig vaartuigen van
allerlei grootte en soort in een zeer bevallige schikking, bij een zeer zacht koeltje en bewolkte lucht, ginds en herwaarts zeilende Breede lichten, in een fraaie smaak met vlakke schaduwpartijen afgewis- seld, die er een zonachtig voorkomen aan geven, prijzen dit stukje bij uitstek aan; zijnde het gantsch met het penseel geteekend, en alleen met de pen stout en luchtig opgetoetst. |
||||||
Den Heere C. Ris, te Hoorn.
Wel verre van U mijn opstel den voorleden dingsdag te kunnen zenden, waar aan ik ook reeds bij ons gesprek wanhoopte, zijn drin- gende bezigheden oorzaak, dat ik mij ter naauwernood in staat heb weten te stellen om het U nog voor den aannaderenden woensdag te doen toekomen. — Hier toe echter door mijn belofte verbonden, zoude ik het mij nooit kunnen vergeven, indien ik Uwe verwachting te loor stelde. — Gij ontfangt dierhalve bij dezen, W. E. Heer, mijn ontworpen Bericht, 't welk ik, hoe de tijd mij ook drong, met alle mogelijke bedachtzaamheid opgesteld heb, en waar in ik UE. en ver- deren Heeren Bestuurderen nog de volgende punten te bepalen geve, t. w. de prijs der teekeningen, de kunstkoopers, het getal der uitgaven in een jaar, en
dat der teekeningen in ieder uitgaaf. II. 24 |
||||||
— 186 —
|
|||||
Deze heb ik of open gelaten, of naar mijn bijzonder begrip on-
dersteld; gelijk ik ook nog ondersteld en aangenomen heb, dat het best ware de teekeningen ook afzonderlijk te verkoopen; wanneer ieder op haren bijzonderen prijs gesteld dient te worden, dien ik zo geregeld wilde, dat zij die 't geheel nemen er eenig, schoon gering, voordeel bij hadden. De orde der steden, en de tijtels der Heeren, in het Bericht
genoemd, laat ik ook aan UWE. over. — Doch ik wenschto wel, dat men behalven de beschrijving der teekeningen ook iets van de kabinetten, waar in zij van tijd tot tijd geplaatst zijn geweest, konde zeggen; in 't welk ik mij niet heb kunnen inlaten, als daar niet van onderrecht zijnde. Misschien zou 't ook goed zijn, bij voorraad te berichten, dat
men thands een uitmuntende teekening van Philip WoüWERMAN, en een van WILLEM van de Velde onderhanden had, die men bij een volgende uitgaaf hoopte af te leveren. Ik heb het Bericht op zodanige wijze ingericht, als mij voorkwam
de meeste verwachting van 't werk, en voor al het meest vertrouwen voor de ondernemers in te boezemen. Van dit laatste toch hangt zo veel af als van het eerste: en ik heb geloofd dat hier toe vooral moest medewerken: de opgave der redenen, waarom men van 't eerste en reeds be-
kend gemaakte ontwerp heeft afgezien, en een applausibel voorstel van die redenen, waarom ik hier mede 't Bericht aanvange. Om eene goede verwachting van 't werk te doen opvatten, heb
ik geacht te moeten voorstellen deszelfs voortreffelijkheid boven 't oude ontwerp en deszelfs nuttigheid en gebruik, waar bij ik zo veel moog- lijk getracht heb de eigenliefde te interesseeren. Ik heb best geacht, er zo veel mooglijk een geheel van te ma-
|
|||||
— 187 —
|
|||||
ken, en daarom bij voorraad een tijteltje beloofd, dat ieder deel
compleet zou maken; waar in ik echter niet weet of Heeren Bestuur- ders wel zullen willen treden, hoewel het mij alleraannemelijkst voorkoomt. Doch dit alles betreft de onderneming alleen, en het koomt aan
op de uitvoering. Dat hier toe de middelen geenszins ontbreken, heb ik gepoogd aan te toonen, door bericht te geven van den persoon en verdienste van den graveerder,
van de middelen, die er zijn om goede teekeningen te krijgen;
en om tot dit laatste een nieuw middel te vinden, heb ik er zodanige uitnodiging ingevoegd, als mij voorkwam aanlokkendst te zijn voor de liefhebbers, om hunne teekeningen tot dit gebruik te willen ver- leenen. Voor 't overige ben ik in de beschrijving der teekeningen be-
dacht geweest, om de lieden meer oplettend te maken op 't geen er- in voorkoomt, dan wel om er een volledige beschrijving van te geven, die de nieuwsgierigheid en 'tbeH.ng, 't welk men er in stelt, minder opwakkert. — Een kleine bekendmaking gaat hiernevens. Waarmede dezen besluitende, onderschrijve ik mij na betuiging mijner ongeveinsde hoogachting, in haaste, enz. Amsterdam, Maart 1780.
De Vaderlandsche Maatschappij e van R. K. en F. te Hoorn
adverteert bij deze voor hare rekening van tijd tot tijd te zullen uit- geven en gemeen maken eene Verzameling van Prentteekeningen na beroemde Nederlandsche en andere meesters, in dezelfda manier en smaak als het beroemde Kunstwerk door den Heer C. Ploos VAN Amstel Jac. Corn. Zoon in het licht gebracht. Welke Ver- |
|||||
— 188 —
|
|||||
zameling vervaardigd wordt door de zeer bekwame hand van den
Kunstgraveerder Bernardus SCHRF.udER, thands in dienst der Vader- landsché Maatschappij', en in dezen tak van graveerkunst' geoefend door eenen veertienjarigen arbeid aan 't voorzeide Prentwerk, in 't welke hij de beste en geachtste stukken heeft uitgevoerd, gelijk den Heeren Bestuurderen der Maatschappij e door de volledigste blij- ken bewezen en ten vollen aangetoond is. De eerste uitgave en proeve dier Verzameling, welke van tijd
tot tijd door fraaier stukken achtervolgd staat te worden. den lief hebbenen dezer fraaie kunst thands aangeboden wordende, bestaat in: Een fraai gestoffeerd landschapje, met roet uitvoerig gewasschen, na
D. Esset.f.ns. Een stil watertje, met scheepjes, na P. Coops, met oostindische inkt.
Een landschapje na J. van Gooien, met zwart krijt En
'l'wee bloem- en vruchtstukjes, na Jan van HuiJSDM, met oost-
indische inkt. Deze prentteekeningen worden afgeleverd en zijn te bezichtigen
te Hoorn en te Haarlem bij de Uitgevers-zelve, de gebroeders HeNniKG; te Amsterdam bij de Erven Houttuyn; te 's Graven- ha ge bij —; te Utrecht bij — , te Middelburg bij —, alwaar een uitvoeriger bericht van het werk om niet te bekomen is. Het is thands een jaar geleden, dat de Vaderlandsche Maat-
schappij van Koophandel, Rederij en Fabrijken, door de pen des toenmaligen Medebestuurders, den Heer Cs. Ris, algemeen bekend maakte, dat zij van voornemen was, door de hand van een' bekwaam' Kunstgraveerder, en voor hare rekening, te doen vervaardigen en uit- geven eene verzameling van naar het leven geteekende in- en u i t- landsche vogelen, met hunne natuurlijke kleuren gedrukt: van |
|||||
— 189 —
|
|||||
't welk zij zich vleide, dat den algemeenen smaak voor de Natuur-
lijke geschiedenisse niet minder nut en vermaak konden toevloeien, dan de Liefhebbers der teeken- en schilderkunst' voldoening zouden vinden in de fraaie uitvoering, welke men zich voorstelde aan dit werk te geven. Dan, daar men niets, dan het geen ten volle uitmuntend ware,
in het licht wilde brengen, bevond men welhaast, bij een naauwkeu- rig overslag van 't ontwerp, dat een werk van dien aart te kostbaar moest worden, dan dat men zich voor als nog durfde belooven een genoegzaam aantal kenneren te vinde.i, die teffens in staat zouden zijn deszelfs waarde te erkennen, en geneigd om dezelve tot een'prijs te betalen, die te hoger mocht zijn naar mate men minder vertier te wachten had. Deze zwarigheden , gepaard met den raad van verscheiden kunstkun-
dige lieden en ervarene liefhebbers (waaronder wij de eer hebben man- nen te tellen, die een' verhevenen rang in ons gemeenebest bekleederi) hebben de gezamenlijke Bestuurders der Vaderlandsche Maatschappij' doen besluiten van dit hun voorgenomen ontwerp (immers voor het tegenwoordige) af te zien, en de vermogens hunner kunstenaars op eene niet minder waardige wijze, en (zo zij zich-zelven verzekerd houden) tot meer algemeen genoegen, en meer overeenkomstig met den heer- schenden goeden smaak te doen aanleggen, door het in 't licht bren- gen van eene verzameling van Prentteekeningen naar de beste oude en nieuwe Meesters, waar van dit blaadtje geschikt is, om een naauw- keurig Bericht te geven. De Maatschappij stelt zich voor, de geachlste, beroemdste en
kundigste schilders, welke ons Vaderland en andere volken, doch voornaamlijk de Nederlanden, in vroeger en later tijd hebben opge- leverd, tot het voorwerp harer navolging te maken, met oogwit, niet |
|||||
— 190 —
|
|||||
slechts om den Liefhebberen een vermaaklijke uitspanning in het be-
schouwen dier kunstwerken te verschaffen, maar ook om den min kundigen deze mannen in hunne beste stukken te leren kennen, hun manier te doen opmerken, het schone er van te doen gevoelen, en zich een gezuiverde smaak in de fraaie kunsten te doen aanwinnen; waar van de nuttigheid en het vermaak in de samenleving zo wel als in andre wetenschappen te veel in het oog straalt en te algemeen erkend is, om hier zelfs de minste aanwijzing te behoeven. Ter bereiking van dit belangrijk oogmerk zal men de beste, de
schoonste en de aangenaamste teekeningen uitkiezen, doch die ook teffens geschik zijn om den eigen manier van den kunstenaar wel te kenteekenen. — Men zal dezelven in 't koper doen navolgen, in den manier van de teekeningen en op die wijze als de beste stukken van het beroemde kunstwerk, door den Heer C. Ploos van Amstei. Jac. Corn. Zoon in het licht gebracht. En zulks met alle naauw- keurigheid, tot zo verre dat men verzekeren durft, dat deze prent- teekeningen in allen opzichte de plaats van 't oiisprongklijke zullen kunnen bekleeden, en dat zij niet minder den naam van vermeenig- vuldigingen van het oirsprongklijk dan dien van navolgingen ver- dienen. De bewerking zal geschieden door de zeer bekwame hand van
den kunstgraveerder Bernardus Schreuder, thands in den dienst der Vaderlandsche Maatschappije, die in dezen onbekenden tak van graveerkunst geoefend is, door eenen veertienjarigen arbeid aan het voorz. prentwerk van den Heer Ploos van Amstkl, waar in hij de beste en geachtste stukken heeft uitgevoerd, gelijk aan Meeren Be- stuurders der Maatschappije door de volledigste blijken bewezen en ten vollen aangetoond is: 't geen men bij dezen goed heeft geacht bekend te maken, ten einde bij niemand de minste twijfel ontstaan |
|||||
— 191 -
|
|||||
mochte, of men in staat ware, door de uitvoering aan hetgeen in
dit Plan beloofd wordt, en aan de verwachting, welke men vrijelijk van hetzelve mag opvatten, te kunnen voldoen. Men zal ieder uitgave, die voortaan uit 2 of 3 stukken bestaan
zal, en waarvan men denkt jaarlijks 2 of 3 in het licht te zullen ge- ven , van eene korte beschrijving verzeld doen gaan, houdende een beknopt verslag van de teekeningen, aanwijzing van 't geen daar in op te merken is, en de onderwerpen waar in de Schilder voornaam- lijk heeft uitgemunt. Na het vervullen van een 25 tal dezer stukken zal men een bij-
zonder tijteltje voor dit werk afleveren in een' goeden smaak en door een' voornaam' tekenaar ontworpen, ten einde het werk dus tot een bekwaam deeltje te maken. In eene zaak, welker uitvoering van zo veel verschillende om-
standigheden afhangt, en voor een ieder (de ondernemers uitgezon- derd) volstrekt onzeker is, gelooft men dat het vorderen van Intee- kening beter zou voegen voor hen die ten doel hadden hun werk van tijd tot tijd te verminderen, en dus van het goed- vertrouwen der in- teekenaren een ongeoorloofd misbruik te maken, dan voor ons, wier bedoeling niet is, dan de onderneming, die wij aankondigen, steeds gewichtiger en voortreffelijker te maken, door geene dan uitmuntende stukken en van een ongemeene waarde te bezigen: waartoe zich de schoonste gelegenheid voor de ondernemers heeft opgedaan, door den toegang, welken zij thands nieuwlings verkregen hebben tot de keu- rigste en vermaardste kunstverzamelingen, welke in ons Vaderland bekend zijn. De H. E. G. Heer Fagki. en de II. E. G. Heer Mr. J. Rendorp Heer van Marquette enz. enz. hebben de edelmoedigheid gehad de Bestuurders door deze kunstlievende'vergunning aan zich te verplichten, gelijk hier in dank erkend wordt. En men gelooft |
|||||
— 192 —
|
|||||
zich met grond te mogen vleien, dat ook andere brave kunstminnaars
zich wel zullen laten gevallen , ook hunnen kunstschat, door het gebruik van de eene of andere teekening uit denzelven , (voor welker bewaring men altoos borg zal willen stellen) ten nutte der schoone teekenkunst en tot eer van de bekwaamheid der kunstenaren aan te wenden. Hier toe worden alle Liefhebbers ten ernstigsten verzocht en uitgenodigd, en men belooft hunne genegen medewerking hier in bij alle gelegen- heid erkennendlijk te beandwoorden. Behalveu de kunstkoopers, bij welke het Prentwerk uitgegeven zal
worden, zullen de Gebroeders G. en Cllu. Henning, de kunstschil- der- en behangselfabrijk der Maatschappij dirigeerende, te Haarlem en Hoorn, gemachtigd worden hier over te handelen. In Amsterdam zal de uitgave geschieden bij J. W. Grebe, — te Haarlem, — te Leiden, — te 's Gravenhage, — te Zwol, — te Groningen, — te Franeker enz. bij wie ook reeds werklijk de eerste uitgave als een Proeve te zien is en afgeleverd wordt. Dezelve, voor tegenwoordig slechts strekkende om een blijk van
's kunstgraveerders vermogen te geven, in het naauwkeurig en tcffens ongedwongen navolgen van de verschillende manieren der onderschei- den meesters, wordt voor den prijs van ƒ— afgeleverd, en bestaat in de volgende prentteekeningen: N°. I. Een fraai gestoffeerd landschapje, met roet gewasschen
door J. Esselens. Een heuvelachtige grond met een ruim water in het verschiet, van
een helderen middagzon beschenen, is het geen in deze teekening voorgesteld wordt. Een Heer en Juffer zitten op een' voorgrond ter zijde van de schutting eener schuur in een rustende gestalte; met een' boer, die voor hen staat en hun iets aan schijnt te bieden, in ge- sprek. Op een' dieper' grond vertoont zich een gezelschap van |
|||||
— 193 —
|
|||||
boerinnen in een drok onderhoud. Het stukje is vlug met de pen
omgetrokken in den stouten manier, dezen meester eigen, en ver- beeldt meer dan er in geteekend is. Het is luchtig doch krachtig opgewasschen en met den penceelslag bevallig getoetst, zeer zonnig en zomerachtig. J. E. was een leerling van enz. N°. 2. Een vlak landschap met zwart krijt, door J. v. Gooien.
Dit stukje vertoont een dorpgezicht, ter rechterhand met een reeks huizen en schuren, en in het midden de kerk. Een ander dorp ver- toont zich in 't verschiet. Op den beschaduwden voorgrond zit een vrouwtje met een kind te rusten, met een' bij haar staanden hond: benevens een' landman bij een waterput. Enkele wandelaars, zo wel als eenige mindere rustende beelden, toonen door hun slappe hou- ding en tragen gang de hitte van den zonneschijn die hier afgebeeld wordt, en op een dieper grond ziet men een wegrijdend rijtuig in de verkorting. — Dit alles is luchtig en natuurlijk geteekend, en naar den manier van van Gooien met meer waarheid dan denkbeeldigen zwier, en is flaauwtjes opgewasschen. De teekening is volgens haar onderschrift in 1651 gemaakt. V. G. was een leerling van —; hij was de leermeester van den beroemden Jan Steen , die zijne dochter trouwde. Boerendorp- en watergezichtjes was zijn werk, waar in hij de natuur ongemeen wel wist te treffen. No. 3. Een stil watergezichtje met oostindische inkt gewasschen
door Coops. Verscheiden groter en kleiner schepen, in een slappe koelte naauw-
lijks voortzeilende of geheel stilliggende, vertonen dch in deze tee- kening in een zeer gevallige ordonnantie. Voor in het stuk heeft men een hoofd met paalwerk, waar bij 2 schippers een bootje, dat half op de droogte is, zoeken af te stoten. Verder ziet men eenige visschers korven naar het strand dragen. Deze teekening is zeer II. 25 |
|||||
— 194 —
|
|||||
vast met de pen omgetrokken, en helder en krachtig, schoon vaar-
dig, opgewasschen. N». 4 en 5. Een bloem- en vruchtenstuk van J. VAN Huysum,
met oostindische inkt gewasschen. Een struik pas opengegane rozen, met een papavertros, in een
aarden gebootste vlesch, met andere bloemen geschakeerd, vertoonen zich in het eerste stuk voor een nis, met een hangend kleed gedeel- telijk bedekt. Het andere verbeeldt een fruitmand, met druivtrossen, appelen
en andere vruchten op een tafel. De naam van Van HuysüM is te bekend dan dat men iets tot
lof van zijn werk zou behoeven te zeggen, daar men weet dat de grootheid van ordonnantie en vastheid van manier zelfs zijn minste stukjes onwaardeerbaar en van de uiterste nuttigheid voor de beoefe- naars van' dezen tak der schilderkunst maken. De geheele uitgave wordt, als gezegd is , voor ƒ —■ afgeleverd;
doch of misschien iemand dezelve stukjes gedeeltelijk mocht begeren, zo zijn de bijzondere stukken tot de volgende prijzen bepaald: No. 1 — No. 2 — No. 3 — No. 4 en 5, ieder —. |
|||||
— 195 —
|
||||||||
EEN EN ANDER OVER HENDRIK AVERCAMP, DEN
STOMME VAN KAMPEN, EN ZIJNE WERKEN. |
||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Nanninga Uitterdijk, Archivaris
van Kampen). |
||||||||
NDER de beroemde mannen die Kampen
heeft opgeleverd, en hun aantal is inderdaad groot, bekleedt met eere eene plaats, de man, wiens naam aan het hoofd van dit opstel voorkomt. En toch, ofschoon de naam van Aver-
camp, en meer nog die van den Stomme van Kampen bekend is, ofschoon hij met lof een plaats inneemt onder de nederlandsche schilders, zijn de levensbizonderheden, die tot heden omtrent hem aan 't licht gebracht werden, uiterst schraal te noemen. Zelfs de spelling van zijn naam is geheel onzeker. De een noemt
hem Avercam , een ander Averkam , een derde Avercamp , een vierde van Avercamp, een vijfde Havercamp, enz., — de richtige spelling is echter alleen Avercamp. Reeds in 1766 schreef men omtrent deze onbekendheid met de
levensgeschiedenis van Avercamp : «weegens deezen Meester is aan- |
||||||||
— 196 —
|
|||||||
merkelijk, dat men niets van hem bij de schrijvers die de leevens
van kunstschilders beschreeven hebben, gemeld vindt; daar hij noch- tans al van oude tijden onder de Liefhebbers bekend geweest is en zijne kunst in groote agtinge bewaard geworden; gelijk onder ande- ren blijkt agter op eene teekening, meede berustende in bovenge- melde Collectie" (van C. Ploos van Amstel waarover straks nader) »en afkomstig uit de verzameling van wijlen den kunstminnenden Heere Sybr. Fytema, luidende: »Dit heeft de Stomme van Campen gedaan 1630, is genaamd Henric van Averca.m, zijn konst is in goede estyme." 1) De redactie van de Vaderlandsche Letteroefeningen, waarin dit
voorkwam, wilde echter beproeven iets naders omtrent hem te ver- nemen en wendde zich daarom tot den Kamper secretaris Co RN. Rol- danus, die bij brief van 27 Febr. 1767 echter weinig meer dan nega- tieve berichten kon mededeelen 2). Immerzeel en Kramm zijn niet gelukkiger in hunne nasporingen
geweest, en dit gaf mij aanleiding om ook eens te beproeven wat ik omtrent zijn persoon en de voortbrengselen van zijn penseel en tee- kenpen zou kunnen samenbrengen. Ook mijn oogst is niet rijk geweest, niet zóó als ik wel zou ge-
wenscht hebben, op volledigheid maakt dit opstel geen aanspraak, ofschoon ik meer kan bieden dan mijn voorgangers, en alleen in de hoop dat anderen daaruit aanleiding mogen nemen om uit hetgeen hun bekend is aan te vullen wat hier ontbreekt, geef ik hier wat ik verzamelde. Er valt in 't algemeen nog bijster veel op 't gebied der nederland-
|
|||||||
1) Vaderlandsche Letteroefeningen 1766 _ 7e deel Ie stuk blz. 159 vlgg.
2) Nieuwe Vaderl. Letteroel. Ie deel Ie stuk 1768, blz. 35 vlgg.
|
|||||||
— 197 —
|
|||||
sche kunstgeschiedenis en van de biographie van nederlandsche kun-
stenaars aan te vullen en te verbeteren; men heeft zich maar al te dikwijls tevreden gesteld met na te schrijven wat anderen gaven, zon- der zelf kritiek uit te oefenen of onderzoek te doen. Onze archieven zijn de bronnen die veel gebrekkigs in dit op-
zicht geleverd, kunnen aanvullen. Moge deze bijdrage een opwekking ook voor anderen zijn, om ook uit de onder hunne zorgen staande bescheiden, in dit opzicht licht te verspreiden en moge ieder lezer uit de hem ten dienste staande gegevens, en uit de schilderijen en teekeningen van den meester die hij kent, mij mededeelen wat mij onbekend bleef. Thans ter zake. In het laatst der 160 eeuw, stellig van af 1586, bekleedde te Kam-
pen Berend Avercamp de betrekking van Stadsapotheker, een in die dagen niet onaanzienlijk ambt, en dat bovendien in aanzien rees door de persoonlijkheid van hem die 't bekleedde. „De persoon maakt het ambt", was ook hier van toepassing. Of hij een geboren Kampenaar was, meen ik te mogen betwij-
felen, daar hij de eerste van dien naam is, die mij ooit in de archie- ven van Kampen voorkwam. .Hij schijnt gewoond te hebben in een huis op de Oudestraat
»onder de clocke", doch bezat ook nog andere vaste goederen te Kampen. Hij was den Hervormden Godsdienst toegedaan en verschijnt op
de Provinciale Sinode van Overijssel van 18 Mei 1593 als ouderling der Hervormde gemeente te Kampen 1). 1) Fransiscus Aveikjamp, in 1593 predikant te Steenwijkerwold, was onge-
twijfeld een broeder van Mr. Berend , daar diens zoon Dr. Everhardus , in zijn album amieormn, dat ik eerlang elders denk nit te geven, dezen ook noemt patnws, dat is oom van vaderszijde. |
|||||
— 198 —
|
|||||
Den I2en April 1595 verkochten burgemeesters, schepenen en
raden van Kampen aan M>. Berend Avercamp, apotheker, en Beatrix zijne vrouw, een hof van 't Birgittenklooster binnen Kampen", tusschen de »gemeene plaetse en zalige Geert Dubboltshof, strekkende van de straat tot aan Jan Swollen hof." Beatrix met wie hij hier getrouwd voorkomt, was in 1580 nog
ongehuwd, zoodat hij tusschen 1580 en 1595 in den echt is getreden. Haar naam was Beatrix Peters, en mogelijk was ze uit Antwerpen afkomstig en een dochter van Jacob Peters. Ik maak dit op uit het feit dat M'. Berend Avercamp, Apothe-
carius, en Abraiiamus Naeranus Servaesz. , predikant te Kampen, den 14™ October 1602 als getuigen verklaren, dat Jacob Peters, anders genoemd Jacob Jacobsz. van Antwerpen en Enghelken Vol- ders zijne vrouw, beide toen ziek liggende aan de pest, die toen te Kampen heerschte, hebben te kennen gegeven zich te houden aan den inhoud der huwelijksvoorwaarden den 13011 Juni 1578 tusschen hen gemaakt, ten overstaan van Gregorius Robbyns, parochiaan van de Burgtkerk te Antwerpen en notaris en Jacob van Goetsbergen en Willem Denys als getuigen. De gelijkheid van naam, en het feit dat Avercamp in de f est
op hun sterfbed hen bijstond, geeft wel aan, dat er tusschen hen eenige nauwe betrekking bestond. Intusschen is dit bloot eene gissing. Een ander stuk voorko-
mende onder 29 Juli 1580 in het liber recognitionum te Kampen, bevat opgave van andere personen, die stellig aan haar verwant waren: «Beatrix Peters met Berend ter Beeck van Coesfelt, oere
gecoeren ende toegelaten momber, to desser saecken, hefft gericht- lick bekant voer oer ende oeren erfTgenaemen , dat sie geapprobiert, geratificeert, voer goet ende angenaem geholden hefft, approbiert, |
|||||
— 199 —
|
|||||
ratificeert, voer goet ende angenaem holt cracht desses, alsodanich
accort ende verdrach, als oer broeder Claes Petersz. mit joffer Anne Bolants, zalighe Jan Gruyters naegelatene weduwe en oeren kin- deren, binnen Munster opgericht ende gemaeckt hefft, belangende die erffenisse van oer salige moeije Anne Borges, gênant Gerrits. Allent nae wyderen inholt zegel ende brieven daer desse unse transfix doergesteken is. Belovende voer oer ende oeren erffgenamen tselve verdrach in allen puncten ende articulen unwederroepelick te willen naecomen ende unverbreecklicken te achtervolgen. Sonder argelist." Het feit dat hier hare familie als in Munster wonende voorkomt,
heeft mij ook al doen denken, of ze mede verwant kan geweest zijn aan den bekenden Kamper boekdrukker Peter Warnersz, die o. a. 2 Mei 1581 zijn zoon Berend Peters, ook boekdrukker, machtigt om zijne uitstaande vorderingen te Emmerik te innen en die ook in die streken familiebetrekkingen schijnt gehad te hebben. Anne Borges, die hier als haar zalige moei voorkomt, als van
zich zelf Gerrits heetende, was zeker de vrouw van zekeren Bor- CHERTS, eene aanzienlijke Kamper familie, waaronder ook verschei- dene kunstvaardige en kunstlievende leden zijn geweest. Daar de trouwboeken op het Kamper archief eerst van af het
jaar 1613 aanwezig zijn, heb ik daaruit hieromtrent geene zekerheid kunnen putten. De doopboeken zijn op 't Kamper archief eerst van af het jaar 1635, de doodboeken van af 1660 aanwezig, zoodat ik bij mijne onderzoekingen al dadelijk eene belangrijke bron heb moeten derven. Wat hiervan intusschen ook zij, in 1596 vatte Mr. Berend Aver-
CAMP het plan op, om zich in Amsterdam te vestigen en den 9™ No- vember van dat jaar, werd hij door de stadsregeering op zijn verzoek uit den dienst als stadsapotheker ontslagen, en toog hij derwaarts. |
|||||
— 200 —
|
|||||||
Slechts weinige dagen later, den 29011 December, werd hij wederom
door het stedelijk bestuur tot stadsapotheker aangenomen: »ten eynde hy deser stadts burgerie (mit verscheyden cranckheyden seev beladen synde) mit raet ende daet assisteren moghe, als hy voorhen gedaen." i) Men kon den kundigen man, want dat schijnt hij geweest te
zijn, te Kampen toenmaals moeielijk missen, want daar ook het stads- doctoraat vaceerde, had hem de raad den gen Juni 1596 opgedragen, om de functiën van stads doctor waar te nemen, tegen een extra ho- norarium van honderd heeren ponden, zoodat hij doctor en apothe- ker te gelijk was. Hoe goed hij ook deze betrekking waarnam kan daaruit blijken,
dat de raad bij resolutie van 11 Maart 1600, besloot zijn tractement met 15 goudguldens des jaars te verhoogen: »Alsoe Mr Bkrendt Avercamp in desen vergangen jaere by den krancken soe wel mitten Pest beuangcnen als anderen ende by den armen soewel als by den ryeken sich seer neerstichlick ende getrouwelick bewesen heefft, soe hebben hem Scepenen ende Raedt syn jaerlixe pension verbetert met vyffthien golden gulden des jaers". 2) Hij bleef deze moeielijke taak tot in 1603 behartigen, doch over-
leed in dit jaar, waarschijnlijk aan de pest, en besloot zoo, als een nuttig lid der maatschappij, zijn werkzaam leven. Hij komt sedert niet meer in de stedelijke rekeningen voor en in de rekening der St. Ni- colaaskerk te Kampen onder de rubriek »Van groeuen ende over- uden Ao. 1603" leest men: »den apteeckers onder de Kloeken groue vij h. fi? x st.". en op een andere plaats aldaar, onder de rubriek: »Ontfangen van testamenten": »van des apteeckers onder de |
|||||||
1) Kaaclsresolutiên tol. 67.
2) Raadsresolutiën fol. 108.
|
|||||||
— 201 —
|
|||||
Kloeken testament ij. h. ffi". »Under de Kloeke", heette dat gedeelte
van de Oudestraat waar zijn apotheek was gelegen. Het blijkt daaruit, dat hij ook een testament heeft gemaakt; dit is echter niet meer voor- handen en de boeken van testamenten op het Kamper archief, van- gen eerst met 1619 aan. Vrouw Beatrix bleef met vijf kinderen als weduwe achter, en
't was voor haar niet gemakkelijk om die tot hunne bestemming te brengen, weshalve 't voor haar van 't grootste gewicht was, dat ze althans de stadsapotheek zou mogen blijven uitoefenen. Den 12™ April 1603 gaf zij aan de stadsregeering te kennen:
»dat oer zal. man guidt gevonden hefft eenen soon te laten leeren die konste van Aptekerie, dewelcke syn leertyt in korten jaeren sal vol- eyndet hebben", dat deze later de apotheek zal kunnen houden, maar dat ze intusschen verzoekt haar zoolang te vergunnen de apotheek door een ervaren meesterknecht te doen besturen, vooral: »omdat sy haeren soen , wesende een geselle van goeder hoepen, geerne gepro- moueert saege, daer doer haer cleyne hoepken ander kynderkens oock te beter opwassen mochten." De raad kon dit verzoek niet van de hand slaan en van nu af
vindt men in de stedelijke rekeningen den post: »M>'. Berent Aver- camps weduwe, voert onderholden der Apotheecque, 21 Car. gl. op Paschen, 21 Car. gl. op Michaelis". De kinderen die Mr. Berent Avercamp naliet waren, Peter ,
Lambert, Everhardus, Femmigje en Hendrik. Peter huwde 6 September 1611 Lysbeth van Ingen van Kam-
pen, hij overleed in 1630 en zijne vrouw waarschijnlijk in 't zelfde jaar. Lambert huwde 17 Juli 1612 Janneken Symonsz van Leeu- warden. Hij overleed vóór 1633, zij in 1628. Femmigje huwde 16 April 1624 Jacob Roelofsen Steenberg van Kampen. Everhardus II. 26 |
|||||
— 202 —
|
|||||
werd na zijne studiën voltooid te hebben eerst aan de hoogeschool te
Groningen, later aan die van Angers in Frankrijk en Saumur, doctor in de medicijnen, In 1637 komt hij voor in het lidmatenboek der Hervormde ge-
meente te Meppel, in 1640 wordt hij aangesteld tot stadsdoctor te Kampen en woont aldaar in een huis op den Vloeddijk tusschen de Morrensteeg en Broederstraat. In 1644 verdwijnt hij te Kampen en komt hij weer voor in 't lidmatenboek der Herv. gemeente te Meppel. Waarschijnlijk was hij de zoon waarvan demoeder in 1603 getuigde
dat hij studeerde om apotheker te worden, ofschoon hij eerst in 1616 te Groningen en in 1623 te Saumur en Angers als student voorkomt 1). Misschien bezocht bij in 1603 de Latijnsche school.
Hij huwde 8 Mei 1629 Elseken Jansen van Kampen; hij is in
1666 reeds overleden , maar zij leefde toen nog. Terwijl alzoo achtereenvolgens twee harer kinderen waren over-
leden en de anderen ook het huis hadden verlaten, bleef vrouw Beatrix alleen met haren zoon Hendrik te huis. Men heeft tot heden steeds beweerd dat Hendrik Avercami',
die zich op de schilder- en teekenkunst toelegde en aan wien deze bladzijden zijn gewijd, die door zijne üjdgenooten werd betiteld met den naam". de Stomme van Kampen, niet aan een spraakgebrek, maar aan zijn stilzwijgenden aard dezen bijnaam zou verschuldigd zijn 2). Niets is echter minder waar: Hendrik Avercamp was inderdaad
stom, hetzij hij stom werd geboren (doch dan zeker niet doofstom) 1) Don 21en Octoher 1030 machtigt doctor Evert Avercamp voor schepenen
te Kampen, zijnen zwager Jacob Hoelofsen Steenberg om een vordering groot 300 Car. gl. met de renten, ten zijnen bate voor 't gerecht te Enkhuizen iu te vorderen. 2) Men zie Immerzeel , Ned. Schilders in voce Avercami».
|
|||||
— 203 —
|
|||||
hetzij hij later uit eenige oorzaak zijn spraakvermogen heeft verloren.
Wegens dit gebrek schijnt hij bij zijne moeder in huis te zijn
gebleven en legde hij zich, zeker omdat hij aanleg had en niets anders konde ter hand nemen, op de teeken- en schilderkunst toe. Het is echter ten eenenmale onbekend van wie hij onderricht ont- ving, evenzeer als wanneer hij zijne studiën aanving. Aardsche schatten zal Henderik aanvankelijk wel niet met zijn
werk verdiend hebben en ook later zullen zijne fraaie teekeningen en schilderijen hem weinig hebben opgebracht; men betaalde die in die dagen slecht, en zijne moeder zal dus wel geheel voor zijn onder- houd hebben moeten zorgen. Geheel onbemiddeld schijnt deze niet geweest te zijn, want ze
bezat een eigen huis en den gen Juli 1631, machtigt ze, onder ande- ren bijgestaan door haren schoonzoon Steenbergen , een bemiddeld man, sinjeur Jan Foegers , lakenkooper te Amsterdam, om eene actie groot 400 Car. gl. (naar evenredigheid thans misschien onge- veer ƒ4000.—) ten laste van de Oost-Indische Compagnie op de Kamer van Amsterdam, voor haar in te vorderen. Toen vrouw Beatrix in 1633 ongesteld werd, en haar einde
voelde naderen, was er niets wat haar zoozeer kwelde als de zorg wat er zou worden van haren stommen zoon, den kunstvaardigen Hendrik Avercamp. Ze wendde zich daarom met een verzoekschrift tot Schepenen en
Raden van Kampen, 't welk een kostelijk getuigenis aflegt voor hare moederlijke liefde voor dezen hulpeloozen kunstenaar, en waarbij ze verzocht haar te machtigen, om hem bij uitersten wil uit hare goede- ren eene jaarlijksche toelage van 100 Caroli guldens te verzekeren. Het stuk luidt aldus:
«Edele Eerentfeste, hoichgeleerde, wyse voirsinnige heeren, Bur-
|
|||||
— 204 —
|
|||||
gemeesteren, Schepenen ende Raedt der stadt Carapen, Remonstreert
ende geeft met behoirlycke eerbiedenisse toe erkennen, die Eerent- rycke Beatrix Petersz., naegelatene weduwe wijlen Mr. Berent Avercamp, hoe dat suppliante by haer selves pondererende ende over- wegende hare middelen, wegen hare sware overkomene huysholdinge, dieselve bevindt sodanigh, dat wanneer haere kinderen ende kints- kinderen, een yder syne portie, hem nae rechte competerende, nae suppliantes overlyden, daervan nae hem souden comen te nemen, haren stommen ende miserabelen soen, van syn portie niet soude con- nen leven, maer noetwendich in handen van synen broeder ende swaeger, soe het haerc, als jongeluyden, selves van doen hebben, ofït UEd. soude comen te vervallen; sulcker dan suppliante van her- ten geerne saege gepraeveuieert ende voirgekomen, ende oversulckx by seeckere testamentare dispositie van meeninge wel soude zyn, den voirsz haeren stommen ende miserabelen soene, syn levent lanck buiten laste van anderen te besorgen, ende denselven uyt die tsamtlycke goederen, soe als suppliante deselue tegenwoirdich is besittende, jaerlicx syn levent lanck te maecken eene somme van hondert car. guld. soe hare andere erfgenamen vuit te keeren geholden souden wesen, ende dat de goederen daer voir verobligeert souden syn ende voirts nae dode van den voirsz. haren stommen soene weder te devol- veeren op hare erfgenamen, gelyck tselve nae rechte behoren wert, welcke voirz. saecke alsoe deselvc in redenen ende billickheit wel is bestaende, soe bevindt sich dan noch eenige swaricheit waerdoor suppliantes goede meeninge, nae haeren doode, lichtelyck geen effect soude comen toe nemen ende door eenige mede-erfgenaemen geim- pugneert worden, doordien suppliante op haren weduwenstoel ende in gemeenschap van goederen is bliven sitten. Ende dan supliantes goederen alleene niet suffissant en syn om de alimentatie van den |
|||||
— 205 —
|
|||||
voirsz. haren soene daeruit te vervullen, als ist dat de bedroefde
crancke suppliante in desen haere refugium tot UEd. als overmombe- ren ende die doch een sonderlinge ooge syn hebbende op sodanighe miserabele persone?i is nemende, dienvolgens versoeckende ende begee- rende dat UEd. gelieve consent te draegen ende te bewilligen, dat suppliante sodanige dispositie als hyervooren verhaelt is, ter susten- tatie ende onderholdinge van den voersz. haren stommen ende misera- belen soen^ moege oprichten ende denzelfden uit die gemecne goede- ren legateren ende maecken, jaerlicx hondert car. guld ende deselve hare dispositie nae haer overlyden tegens die opposanten te meinte- neren , ten einde de voirsz., haere soene het effect van dese voirsz. haere uiterste wille moege erlangen. Des doende (was met verscheiden handen onderteekent)
Wy onderges. versoecken als boven
EVERARDÜS AVKRCAMP M. IX
JACOB ROELOFS StEENBERCH. Wouter Wissinck. ■>
EVERT RyNVISCH.
Roelof van Ingen.
Arnoldt Witten. Was geapostilleert: Schepenen ende Raedt hyrop verstaen hebbende die meininge van de vrunden ende respective momberen, soe dese saecke mede is aengaende, accorderen als overmomberen, suppliantinne in haer ver- sueck. Actum iS Decembris 1633." De weduwe maakte terstond van deze vergunning gebruik, en
verklaarde nog denzelfden dag voor Schepenen dat het volgende haar uiterste wil was. |
|||||
— 206 —
|
||||||
»Den 18 Decembris 1633.
»De Eerentvycke Beatrix Peters, naegelatene weduwe wylen
Mr. Berent Avercamp cranck van lichame edoch hares verstandes wel ende volcomelicken machtich, weesende geassisteert met J. Hoff haren gecoren ende by den gerichte toegelaten momber in desen, ter harte nemende de verganckelyckheit des tytlycken levens ende de haesticheyt des feilen ende onverwinlycken doodes, heeft haer testa- ment ende uiterste wille gemaeckt ende geordonneert in manieren hyr nae beschreven. Voireerst geeft sye die Boven- ende Buiten kercke yder eenen
goltgulden ende den armen deser stadt Campen twee goltgulden eens, den gulden tot achtentwintich stuivers. Item geeft haere dochter Femmeken Avercamps haer laeckense fliger. Item geeft haren soene Henrick. Avercamp haer swarte laeckense rock, met een bedde mit syn toebehoir, opt cleine camerken liggende. Item legateert ende maeckt noch den voirsz. haren soone Henrick Avercamp zyn levent lanck uit de gereetste gemeene goederen, soe Testatrix tegenwoirdich is besittende, tot syne alimentatie ende onderholdinge, hondert careis gulden des jaers, soe nae dode van hem op haere, Testatricis, hyrnae geïnstitueerde erffgenamen sullen comen te devolveeren ende te ver- sterven, vohbeholden hem syn legitime portie. Item maeckt haeren swaeger 1), Jacob Roelofsz Steenberch ende syn huisfrouw Fem- meken Avercamp ende haer erffgenaemen, haer halve huys ende arve binnen deser stadt Campen, op de Oldestrate gelegen, met de beddesteden, ende dat met syn recht ende gerechticheit daer toe |
||||||
1) Swager werd oudtijds moer gebezigd in de beteckenis van schoonzoon,
in dien ziu is het ook hier te verstaan. Jacob Roelofsz Steenberch was im- mers met des testatrices dochter Femmeken gehuwd. |
||||||
— 207 —
|
|||||
behoirende, mits eens dairvoir an haer navolgende erffgenaemen uit-
keerende ene somme van soevenhondert goltgulden, den gulden tot achtentwintig stuivers, waervan voir de helfte affgetogen sullen wor- den de opliggendc renten, des, dat die voirsz. haere swaeger ende dochter ofte haere erffgenaemen in de voirsz. soeven hondert golt- gulden , voir soe voele haere portie daerinne aengaet, met haere an- dere erffgenamen daerinne sullen comen te participeren. Ende voirts tot alle ende ydere haere andere onvermaeckte goederen, roerende ende onroerende , tegenwoirdige ende toecomende, geene van allen uitbesondert, daertoe institueert ende benoemt sye Testalrice haer eenige universeele erffgenamen te wesen, de kinderen van haren za. soene Peter Avercamp, in de vaeders plaetse; item de kinderen van haren za. soene Lambert Avercamp , mede in vaeders plaetse; item haren soene Dr. Everhardus Avercamp ende haere dochter Fem- meken Avercamp. Ende dieselve haere naelatenschap ende erffenisse in vyer gelycke portien ende deelen in de stammen te participeren ende te genieten. Ende salt Testatrice vrijstacn hyr noch te moegen by voegen een testamentscedule met haer selves ofte eener deser stadt Campens Secretarij handt geschreven ende onderteeckcnt, dewelcke in allen synen puncten soe bundich sal wesen off hetselve hyrinne mede begrepen stonde. Ende zye kieset tot Testamentoren die Ed. Revner Gansneb gênant Tengnagel ende Cornelis van Keppel Foxsz. Sonder argelist." Uit beide stukken blijkt ten volle en overtuigend, dat de schil-
der Hendrik Avercamp , bijgenaamd de Stomme van Kampen, inder- daad stom was. Vrouw Beatrix schijnt niet meer van hare ziekte te zijn opge-
komen, en dit ziekbed schijnt haar doodbed geweest te zijn. Terwijl zij immers in de stedelijke rekening van 1633 nog voor-
|
|||||
— 208 —
|
|||||
komt als waarnemende de stads-apotheek, is ze in 't volgende
jaar daaruit verdwenen en komt Pieter Veene als stads-apotheker voor. Men heeft beweerd dat Hendrik Avercamp gehuwd zou geweest
zijn, mij is daarvan echter geen spoor voorgekomen, en het feit dat hij stom was, maakt dit zooal niet onmogelijk volgens het toenmalige vecht, althans zeer onwaarschijnlijk. In ieder geval woonde hij blijkens het testament zijner moeder
in 1633 nog bij haar in, en daar deze in het testament bepaalt dat na den dood van Hendrik Avercamp het kapitaal, waaruit hij de jaarlijksche rente zou trekken, zou vervallen op zijne broeders en zus- ters , bewijst dit dat hij toen ongehuwd was, en een huwelijk ook niet te voorzien was, anders zoude men zeker bepalingen hebben ge- maakt, wat er van dat geld zou worden bij zijn vooroverlijden en 't nalaten eener weduwe of kinderen. Wanneer Hendrik Avercamp geboren werd is mij onbekend en
door 't gebrek van doopregisters niet te constateeren. Indien men echter in aanmerking neemt dat hij in 1621 reeds een geoefend kun- stenaar was, en dus zeker een leeftijd van 25 a 30 jaren had bereikt, dan moet hij in 't laatst der 16° eeuw zijn geboren. Kluchtig is het daarom als men den Heer Frederik Muller iu
den catalogus van teekeningen en gravures van Mr. Eu. Ter Brug- gen (Amsterdam 1877) blz. 1 ziet vermelden: Hendrik van Aver- camp (Ie Muet) né a Kampen 1663! Wanneer hij overleed is mij even onbekend als zijn geboorte-
datum, doch zoo hij te Kampen overleed, wat wel waarschijnlijk is, dan moet zijn dood vóór 1660 vallen, daar in de doodboeken, die met dit jaar aanvangen, zijn afsterven niet wordt vermeld. Haar ook de rekeningen der S'. Nicolaa-okerk uit het tijdvak
|
|||||
— 209 —
|
|||||
l615—1680 ontbreken, kan ik omtrent zijne groeve geene nasporin-
gen doen. Toch is een schilderij van den meester op het stadhuis te Kam-
pen aanwezig, gemerkt AVERCAMP, en daaronder het jaartal 1663. Die merking is echter volgens mijn inzien valsch, 1°. teekende Aver- CAMP gewoonlijk met het monogran I-A-I; 20. is het kennelijk latei- op de schilderij gesteld. Het plaatsen van dezen naam en het jaar- tal moet echter vóór 1858 hebben plaats gehad. Ziedaar de bizonderheden door mij omtrent den persoon des
schilders verzameld. Het feit dat hij stom was, zal wel gemaakt heb- ben dat hij zich minder in het maatschappelijk leven bewoog en dien- tengevolge vindt men omtrent hem in de archieven minder dan an- ders wellicht het geval zou zijn geweest. De boeken van 't SK Lucas gilde te Kampen zijn verloren geraakt en ook daaruit kunnen we dus geen licht putten; wèl is echter zeker dat hij nimmer deel van 't bestuur van dit gilde uitmaakte, zeker ook alweer een gevolg van zijn spraak- gebrek. Rest mij nu nog te spreken van de kunstwerken door Aver-
CAMP geleverd, en dan moet ik beginnen met de verklaring, dat het aantal schilderijen dat van den meester in ons land aanwezig is, voor zoover mij bekend, gering is, misschien een gevolg daarvan dat hij meer teekeningen dan schilderijen heeft geleverd. Doch ook het aan- tal teekeningcn van hem dat in ons land in openbare verzamelingen wordt bewaard, is niet groot. Omtrent des meesters werken en zijne opleiding wil ik hier nog
eene conjectuur wagen: judicent peritiores. De moeder van onzen schilder was Beatrix Peters ; we zien zijn
vader in 1602 in betrekking staan tot Jacob Peters en diens vrouw EnghelKen Volders, die 13 Juni 1578 te Antwerpen gehuwd waren. II. 27 |
|||||
— 210 —
|
|||||
De familie Peters was in die dagen te Antwerpen eene ware schil-
dersfamilie, waarvan de een den ander in 't vak opleidde. Zoo komt voor Johannes Peters geb. 1624 te Antwerpen die woelende waters schilderde en door zijn oom Gnxis Peters werd opgeleid. De heer Niessen, conservator van de schilderijen van 't Museum Walraf-Richartz te Keulen, zag, zooals we beneden zullen zien, een stuk van Avercamp voor een stuk van Johannes Peters aan. Ik zelf bezit van hem een zeer fraai woelend water, met schepen gestoffeerd, en ik moet bekennen dat in de dunne teekenachtige manier van behandeling tusschen hem en Avercamp punten van overeenkomst zijn. Zou Gillis Peters misschien ook een oom van Avercamp zijn
geweest en hij van dezen zijn eerste opleiding hebben genoten? Ik wijs er nog op dat men teekeningen van Avercamp heeft,
voorstellende zee- en riviergezichten, woelende en stille waters, die echter lang zoo goed niet zijn als zijne wintergezichtjes, waarin hij een meester van de eerste soort was. Met 't oog daarop gaat mijne gissing nog een stap verder, en
vermoed ik dat Avercamp het eerst op het voetspoor van zijn leer- meester Gillis Peters , of een ander lid der familie Peters , zee- en riviergezichtjes heeft geteekend, en deze alzoo in zijne eerste periode vallen, doch dat later de wintergezichten en wintervermakelijkheden, meer zijne aandacht trokken, en hij in dit genre zijne eigene, eigen- aardige en zelfstandige richting heeft gekozen. I. SCHILDERIJEN.
10. In het Museum Boymans te Rotterdam is van hem aanwezig
eene schilderij in olieverf op paneel, breed -o.ól m., hoog 0.32 m., voorstellende een riviergezicht; links van den toeschouwer' op den |
|||||
— 211 —
|
|||||
voorgrond drie hoofdfiguren, twee mannen (visschers,) een weinig
daarachter, links, een zittend visschersvrouwtje. De visschers zijn in hunnen arbeid, en trekken een groot vischnet (zegen); 2en grond rechts, in de rivier, badende en zwemmende figuren, zwanen enz.; in 't midden staat een lange staak in de rivier (baken) waarbij een vaartuigje met drie figuren. Op den achtergrond en verder in de rivier, vaartuigen. De oevers der rivier zijn met eenige huizen enz. verlevendigd. Het stuk is goed geconserveerd, blank en helder van toon, iets of wat overhellende in 't harde; weinig tusschenlucht. 20. Op het Stadhuis te Kampen: Een schilderij in olieverf op
doek, breed I meter 56 centim., hoog 1 meter 4 centim. Een win- tergezicht op de stad Kampen en de rivier den IJssel, genomen van de punt van 't Kampereiland op Seveningen. Rechts op den voor- grond, de punt van Seveningen; daarachter het Ganzendiep met IJssel- muiden in 't verschiet; links de stad Kampen in hare lengte zich langs de rivier uitstrekkende en tusschenbeide de bevroren rivier de IJssel in hare geheele breedte met de IJsselbrug daarover, in 't verschiet. Op den voorgrond links staat een groote bladerlooze boom aan
wiens voet een visscher gezeten is; verder ziet men als hoofdfiguren een jager een geweer op den schouder dragende, een oud vrouwtje en nog twee visschers die een mand met visch dragen, die ze zeker uit een bijt of onder 't ijs door hebben gevangen, daar de een van hen van een bijl is voorzien; een knaap vergezelt hen. Links op den voorgrond op de rivier staat een groep van zeven personen deftig in 't zwart gekleed, ongetwijfeld magistraatspersonen en portretten, waar- van een, met een zwaren rossen baard, zijn arm in een doek schijnt te dragen. Tusschen de twee meest rechts staande personen van deze groep, staan twee personen in bruine klceding, terwijl die van den voorste met 100de en blauwe biezen is afgezet. Deze draagt een lange |
|||||
— 212 —
|
|||||
jas met vele punten, die ook met een rood en blauwe bies zijn ge-
garneerd en op zijn rug draagt hij zes rinkelbellen. Op zijn rechter- arm heeft hij een wapenschildje van geel, beladen met drie leliën van wit 1, 2. Onder dat schildje draagt hij op dien arm twee zwarte ge- kruiste voorwerpen die naar puthaakjes schijnen te zweemen. Op zijn rechterborst draagt hij een wapenschild van geel, beladen met een zwarten dubbelen arend. Hij heeft een hoed op zijn hoofd, laarzen aan zijn voeten en een kruik in zijn rechterhand. Waarschijnlijk was hij een raadsdienaar, en schonk hij den raadsleden die 't verlangden een hartigen dronk. Verder naar rechts ziet men eenige heeren die bezig zijn met
kolven, kennelijk ook portretten, en een jongen die op 't ijs zit; ver- volgens een meid die twee oude vrouwen — en een man die een man in eene ijsslede schuift, terwijl drie opgeschoten belhamels lustig met sneeuwballen gooien. Tweeden grond rechts: over de geheele breedte der rivier eene
menigte schaatsenrijders, ijssleden en arren, die een even levendig als geestig tooneel opleveren. Links twee boeren, die een paard voe- deren uit een slede waarvoor 't zoo pas schijnt los gespannen te zijn ; een arreslede en eene menigte rijdende, kolvende en in bijten vis- schende figuren. In 't verschiet rechts de stad, uitvoerig en nauwkeurig geteekend
en naar dien oever eene overgroote menigte figuren. Het stuk is geestig geschilderd, meesterlijk van teekening en ordonnantie, vrij goed geconserveerd — alleen op enkele plaatsen iets bijgewerkt en dit ongelukkig, — de tint is overhellende naar 't harde; weinig tus- schenlucht. Links beneden is het gemerkt AVERCAMP en daaronder: 1663;
om aangevoerde gronden geloof ik niet dat de meester de schilderij |
|||||
— 213 —
|
|||||
zoo teekende. De schilderij' is echter ongetwijfeld van Averca.mp en
zeker een zijner beste stukken. 30. In het Provinciaal Friesch Kabinet van Oudheden te Leeuwarden ;
een wintergezicht in olieverf op paneel, breed 86 centim. en hoog 45 centim. Op den voorgrond links op het ijs van een bevroren stroom, een groote ijsschuit, met nederlandsche vlaggen getooid, waarin een rijk getooid gezelschap uit negen personen bestaande, waarvan er een op een hoorn blaast, misschien om te waarschuwen ruim baan te maken. Op het midden van den oever tusschen twee riviertakken, op den voorgrond, een gezelschap van heerenen dames, 't welk naar het ijsvermaak ziet. Rechts eene arreslede, waarin een heer en eene dame zitten, terwijl een heer die achterop gezeten is, de ar bestuurt. Tweeden grond links: op den wal een huis waarbij eene vrouw, op den rand van den stroom, bij een bijt is gezeten; verder meer huizen en een dorpstoren in 't verschiet. Recht voor op het midden, is de stroom rijk gestoffeerd met rijdende en wandelende personen in allerlei kos- tuum. Tegen den wal rechts een ingevroren schip en op den wal een oud kasteel, door een gracht omgeven en met een ophaalbrug daarover. Verder figuren in priksleden enz. In 't verschiet ijssleden, schaatsenrijders en een stad met onderscheidene kerktorens. Het stuk is goed geconserveerd en munt uit door de teekening
der menschelijke figuren en de levendigheid van groepeering, maar is eenigszins streng van toon; geen tusschenlucht. Het stuk is niet geteekend, maar ongetwijfeld van Avercamp en
reeds sedert lange jaren op zijn naam gecatalogiseerd. 4°. In de verzameling van Mr. A. Houck notaris te Deventer.
Eene schilderij op paneel in olieverf hoog 54 centim., breed 96 centim., voorstellende eene breede bevroren rivier beginnende op den voor- grond en loopende tot in 't verschiet. Het ijs is zeer weinig glanzend |
|||||
— 214 —
|
|||||
en witachtig in gelijken toon doorgaande en weinig verschillende van
de lucht. Tusschenlucht is niet aanwezig. De schilderij, is rijk ge- stoffeerd met figuren in allerlei kostuum. Op den voorgrond een arreslede, waarin twee dames zijn geze-
ten, verder kolfspelers enz. Verderop den tweeden grond, figuren in arresleden, schuifsleden, schaatsénrijders, wandelaars enz. Links op den voorgrond de hoek van een huis. Verderop een molen waar- achter in 't verschiet een stad blauwt; nog meer naar het midden der schilderij ziet men eene boerderij. Rechts op den tweeden grond een galg, waaraan een lijk hangt. De oevers der rivier zijn ter weers- zijden vlak. Ofschoon de schilderij door restauratie eenigszins geleden heeft,
is ze toch nog een fraai stuk van onzen meester, die het met zijn gewoon monogram in den linker onderlioek teekende. 50. Gemalde-Sammlujig des Museums IVallraf-Richartz in Cóln.
Winterlandschap op paneel in olieverf hoog 23, breed 32 centim.
In het midden een burcht; op de bevroren grachten daarvan vele personen. Het stuk is met het gewone monogram van den schilder geteekend.
De directeur der Verzameling de heer J. NlESSEN, die in den
derden druk van den catalogus van 't Museum (Köln 1875) blz. 136 n>>. 716 het stuk tot de Nederlandsche stukken van onbekende mees- ters heeft gebracht, had niet de beleefdheid mij nadere mededeeling omtrent dit stuk te verschaffen. In zijnen catalogus zegt hij : »das Bild ist gezeichnet IAI, erinnert an Werke des J. Peters". Terstond vermoedde ik dat het monogram van Avercamp I-A-I slecht was ge- lezen en dit bleek waarheid te zijn. 6». Voormalige Verzameling Suermondt thans in het Museum te
Berlijn, schilderij in olieverf op paneel, hoog I voet 2l duim, breed |
|||||
— 215 —
|
||||||
i voet g-J duim, voorstellende een ijsvermaak, op den voorgrond
een aanzienlijk heer en dame door een page gevolgd l). 7°. Museum te Berlijn; schilderij in olieverf op paneel, hoog
8 duim, breed i voet \ duim, winterlandschap met schaatsenrijders. Geteekend: Avercamf 2). 8». Dessau, Amaüenstift, schilderij in olieverf op paneel, hoog
I voet 6| duim, breed 2 voet 1 duim, voorstellende een Hollandsen dorpsfeest 3). 90, en 100. Dresden, K'ónigliche Geniiilde-Gallerie. Schilderij in
olieverf op paneel, hoog \o\ duim, breed 1 voet 7 duim 4) n». 942, een HoUandsche kermis op het ijs en een dito schilderij op paneel n°. 943 pendant van de vorige. II0. Franckfurt a/M. Schilderij in olieverf op paneel, hoog
5} duim, breed 8| duim, zeegezicht met visschers die een net ophalen 5). 120. Hannover, Hausmami. Schilderij in olieverf op paneel, hoog
9j- duim, breed I voet 2 duim, voorstellende een winterlandschap 6). 130. Löwenberg, Hohenzollern—Hechingen, Schilderij in olieverf
op doek, hoog 1 voet 10 duim 6 streep, breed 2 voet 9 duim, dorps- gezicht, in het midden eene kerk 7). 140. IVeenen, Verzameling van Graaf Casimir Lanckoronsiu.
Schilderij in olieverf op paneel, hoog 33, breed 50 centimeter n°. 146, voorstellende een Hollandsen winterlandschap op een kanaal met ijs- sleden en schaatsenrijders 8). |
||||||
1) G-. Pabthey, Deutscher Bjldcrsaal. Berlin 18G3.
2) Ibidem. 3) Ibidem. 4) Dresdcner maat.
S) Ibidem. c) Ibidem. 7) Ibidem. 8) Katalog. der Gemalde alter Meister aus dem Wiener Privatbesitze, aus-
gestcllt im K. K. Oesterreichiscb.cn Museum. August—September 1873. Wien. Verlag des K. K. Oesterrcichiseueu Museums. |
||||||
— 216 —
|
|||||||
15°. Weenen, Verzameling van Jos. R. V. LlPPMANN. Schilderij
op paneel, hoog 28, breed 40 centimeter n°. 174, afkomstig uit de verzameling Engert, voorstellende een winterlandschap op een Hol- landsen kanaal, met eene menigte schaatsenrijders en andere figuren gestoffeerd. links op den tweeden grond een windmolen. Ge- merkt I-A-I 1). II. TEEKENINGEN.
1. Museum Boymans te Rotterdam, Een riviergezichtje of trek-
vaart, breed 0.19 cm., hoog o.10 cm. In 't midden een hooischuit, rechts verschiet met een kerktoren. Voorgrond rechts een in 't water wasschend vrouwtje. Behandeld in waterverf; heeft nog al geleden. 2. Ibidem. Wagenmaker, hoog 0.22 cm., breed 0.17 cm. in
't vierkant, doch de teekening is geplaatst in een getrokken ellips. In 't midden is de wagenmaker aan 't werk en boort een gat in de as van een groot wiel dat voor hem op den grond ligt. Rechts een ander arbeider met opgeheven arm en een bijl in de hand; bijwerk in de werkplaats rechts en links. Deze werkplaats is van achteren geopend, en geeft uitzicht op een sterk verlicht landschap , met een kerktorentje en een boerenwagen met drie paarden bespannen. Be- handeld in waterverf. Goed geconserveerd, ferm van omtrekken, weinig kleur hier en daar aangebracht. Hoofdkleur bruin (omber). 2) In een hoek rechts (binnen den ellips,) monogram des schilders.
|
|||||||
1) Wordt vermeld in den „Katalog der Gemalde alter Meister aus dem
Wiener Privatbcsitze ausgestellt" enz, 2) Het komt ons waarschijnlijk voor dat deze teekening een ontwerp is voor
een geschilderd glas. Red. |
|||||||
._ 217 —
|
|||||
3. Portret eener jeugdige vrouw; breed 0.14 hoog 0.15 c.m.
Borstbeeld van voren gezien, tusschen twee opwaarts gaande palm- takken; aan het benedengedeelte een hart en daaronder twee gekruiste pijlen. Boven den linkerschouder het monogram I-A-I. Teekening met potlood; enkele deelen van het gelaat zijn met de pen eenigszins opgewerkt. (Niet vermeld op den gedrukten Catalogus der teekeningen in het Museum Boymans). 4. Museum Fodor te Amsterdam. Een wintergezicht, 15 c.m.
breed, bij 9 c.m. hoog, met de pen en kleuren geteekend, voor- stellende een winter; op den voorgrond eene vrouw met een ijsslede en visschers. 5. Ibidem, geteekend met de pen en kleuren 19\ c.m breed,
bij 14 c.m. hoog, voorstellende een ijsvermaak, geteekend met het monogram des schilders. 6. Kunstverzameling van Teylers stichting te Haarlem. Ijsver-
maak; geteekend met sap en dekverf in kleuren, hoog 19 cm., breed 31 c.m. Op den voorgrond, in het midden eener breede bevrorene rivier, staat eene vrouw uit den deftigen burgerstand, in zwart zijden overkleed, licht gelen onderrok, wit linnen schort, de handen in eene met zwart bont omzoomde mof gestoken, op schaatsen. Rechts ziet men een persoon in schippers gewaad, van achteren op den rug, ter- wijl hij bezig is schaats te rijden; en links een persoon in boeren- kleeding geknield bezig iemand de schaatsen onder te binden. Onmiddellijk achter de vrouw, houden vier personen uit den ge-
goeden stand, waarvan twee in mantels gehuld, zich bezig met het kolfspel. Op den tweeden grond links staat een koopman met balans en
schalen in de hand bij een kruiwagen, koopwaar af te wegen en aan te bieden aan een voor hem staanden jongen, terwijl eene daarnaast II. 28 |
|||||
— 218 —
|
|||||
staande boerin, in den zak tast om te betalen. Rechts van deze groep
een jongen op eene prikslede en meerdere figuren. Op den derden grond links, zijn eenige lieden bezig riet te maaien en op sleden te laden. Meer naar het midden schaatsenrijders, arresleden en verdere stoffage. In 't verschiet links, boerenwoningen, rechts verscheidene vaartuigen; lucht helder. Gemerkt met het gewone monogram des meesters. 7. Ibidem. Kolfspelers op het ijs; teekening met sapverf in kleu-
ren, 30 bij 18 cm. Twee personen uit den gegoeden stand, gekleed in zwart buis en broek, met platten witten kraag om den hals en een zwart vilten hoed op 't hoofd, waarvan een op een kolfstok leunt, en de tweede den bal zal slaan — staan in het midden van den tweeden grond op het ijs, terwijl een derde, gekleed in wijde lichtbruine overjas, met bonten muts op het hoofd, met den kolfstok in de hand op schaatsen naar hen komt toerijden. Links naast deze staan een man en eene vrouw op schaatsen, in gesprek met een heer en dame, die, zittende op den rand eener schuit, zich de schaatsen aanbinden. Op den voorgrond rechts komt een boer, gekleed in licht groene
kiel, bonten muts op 't hoofd, een emmer in de linker- en een bijl in de rechterhand, van het ijs. Achter dezen gaat eene vrouw op het ijs, met den rug naar den toeschouwer gekeerd, den overrok van zwarte stof over het hoofd geslagen, terwijl daar een deftig gekleed heer, met paarsgrijzen mantel om, en een grijs vilten hoed op zijn hoofd, naar de kolfspelers staat te kijken. Naast dezen staan twee jongens, waarvan de een zich de schaat-
sen aanbindt. — Op den derden grond links eene boerderij met opgaand geboomte, waarbij op het ijs een man, aan eenige eenden die zich in de opengehakte bijt voor de boerderij bevinden, voeder geeft. Verder links schaatsenrijders, ijs- en arresleden en in 't verschiet een |
|||||
— 219 —
|
|||||
dorpskerk en boerderijen omgeven door geboomte. De lucht is hel-
der aan den horizont ligt bewolkt. Het stuk is gemerkt met Avercamp's gewoon monogram.
8. Ibidem. Op de wandeling; teekening met sapverven in kleu-
ren, breed 22^, hoog i6| c.m. Grootte der mannelijke figuur 15 cm., der vrouwelijke 13 c.m. Op den oever eener rivier staat een heer, gekleed in groen buis,
zwarte broek, groene kousen, groenen mantel over den linker schou- der en een hoogen grijzen vilten hoed op het hoofd, in gesprek met twee vrouwen uit den deftigen stand, gekleed in zwart gebloemd zij- den keurslijf, zwarten opgeslagen overrok en licht groenen onderrok; om den hals hebben ze een hoog geplooiden kraag en op het hoofd een kanten muts. Eene dezer vrouwen ziet men geheel op den rug, de tweede meer naar voren gekeerd; links en rechts van deze groep aan den horizont ziet men eenige zeilende vaartuigen. De lucht is helder. 9. Ibidem. De Vogelvanger; met sapverf licht gekleurde teeke-
ning, breed 24, hoog 16 c.m. Op den voorgrond op het ijs staat een boer in grauw bruine overjas, waterlaarzen aan de beenen en bonten muts op het hoofd, voorover geleund op een vischkaar, waarbij een kooi met eenden geplaatst is, te kijken, naar de bevroren wa- tervlakte , waarop zich eenige vogels bevinden. In 't verschiet schepen en links een stad met kerktoren.. In de licht bewolkte lucht vliegen twee eenden en in 't verschiet vele andere vogels. Met des schilders gewoon monogram gemerkt. 10. Ibidem. Hollandsen landschap. Teekening met sapverf in
kleuren, breed 29, hoog 19 c.m. Twee wegen, waarlangs boerderijen, de een rechts en de ander
links van den voorgrond uitgaande, omzoomen eené zich op den voor- grond bevindende watervlakte en vereenigen zich in 't midden op den |
|||||
— 220 —
|
||||||
tweeden grond, tot eenen zich in het verschiet uitstrekkende kronke-
lenden weg waaraan twee molens staan, en die langs den oever eener rivier gaat. Rechts landerijen met boerderijen en geboomte; over de rivier
links en in het verschiet een uitgestrekt landschap, met boerderijen en dorpen met kerktorens. De lucht is bewolkt. Op gewone wijze door den meester met zijn monogram voorzien. 11. Ibidem. Winter; licht met sapverven gekleurde teekening,
breed 18, hoog il centimeters. Op het ijs op den voorgrond loojat een heer dien men op den
ug ziet, gekleed met donker grijzen mantel en met een grijs vilten hoed op zijn hoofd. Rechts een oud man leunende op zijn stok. Links staan twee boeren — waarvan een de handen op den rug houdt, waarin hij het touw eener ijsslede waarop een vat ligt, vasthoudt —, met elkander te spreken. Op den tweeden grond schaatsenrijders en eene ijsslede met hooi beladen, door twee mannen voortgestuwd. Ver- schiet vlak; lucht helder. 12. Ibidem. De koning van Bohemen. Deze teekening is in
1766 in prent gebracht, gegraveerd en gekleurd in de manier van een gewasschen teekening, in het bekende prentwerk van C. Ploos van AmsteL, en is geteekend met het monogram van den meester, het jaartal 1623 en het onderschrift van zijn hand: »Dit is Frederik de V», koning van Bohemen en vrouw, na het leven getykent". In de Vaderlandsche Letteroefeningen i) werd bij 't verschijnen van
deze prent, daarvan de volgende beschrijving gegeven: »Het is een wintergezicht, zijnde de voorgrond gestoffeerd met
verscheiden beelden, onder welken Fred. V. Keurvorst van den Palts |
||||||
1) Vaderlandsche Letteroefeningen. 1766 7 dl. Ie stuk blz. 159 vlgg.
|
||||||
— 221 —
|
|||||
en hoofd van het Protestantsche Bondgenootschap, toen hij als koning
van Bohemen gekroond, maar door den Keizer onwettig verklaard, in den ban gedaan en uit zijn verlooren landen naar Holland gevlugt was; benevens zijn Gemalinne Princes Elisabetii , dogter van Jacob I Koning van Groot-Brittanje en verder gevolg. Het schijnt ons toe, dat men in 't verschiet, benevens eene menigte
schaatsenrijders en anderen, die de Wintervermaaklijkheden genieten, ziet de groote of S*. Jacobskerk van 's Gravenhage, waardoor wij te meer bevestigd worden omtrent de Egtheid van deeze afbeelding; also het in de geschiedenis bekend is, dat wanneer gemelde Frederik V den slag in 't jaar 1620 in November verlooren had, hij nog datzelfde jaar zijn intrek nam in het huis van den Heere van der Mijle en dus den wintertijd in den Haag aldaar kan hebben doorgebragt. Wij zien dengeen, welke onder de Beelden over de linkerzijde
zig vertoont, voor den Paltsgraaf, en die met het halfmasker, voor de Princes Elisabeth, zijne Gemalin aan: dien men van agteren ziet zal denkelijk een Edelman zijn, of het moest zijne Hoogheid Prins Maurits weezen, wiens zusters zoon de Paltsgraaf was. Verders is alles ten uiterste natuurlijk verbeeld; zijnde de Beelden
die op den voorgrond staan over de 4 duim groot; hunne teekening is breed en meesteragtig; dezelven zijn heerlijk gegroepeert en van een helder Zonlicht bescheenen; de dunheid der tinten en weemelach- tigheid der zamenstemmende coleuren zijn, volgens de beste waarnee- mingen in een open lucht naar eisch der dingen met alle naauwkeu- righeid en welstand waargenomen. Zijn verders in dezelve teekening meer dan 20 beeldjes alle in haare Natuurlijke houding verbeeld". Tot zooverre de schrijver in de Vaderlandsche Letteroefeningen.
Er is echter nog een punt door hem niet vermeld, waarom deze tee- kening historische waarde heeft. Er komen namelijk op voor de beide |
|||||
— 222 —
|
|||||
zonen van den gewezen koning, en nu is bekend, dat de oudste in
1629 in ons land ongelukkig omkwam. Den i'jen Januari van dat jaar ging nl. de gewezen koning van
Bohemen met zijn oudsten zoon Hendrik, des morgens vroeg met zijn karos uit den Haag, om een bezoek aan Amsterdam te brengen, waar ze de schatten en rariteiten door Piet Hein uit de veroverde zilvervloot aangevoerd, wilden gaan bekijken. Des namiddags kwamen ze te Haarlem aan, en daar 't een stevigen
wind waaide, raadde men hem om des nachts daar te blijven. Hij wilde echter liever nog des avonds te Amsterdam zijn , om de ceremoniën aan een plechtige ontvangs't verbonden, te ontloopen, en huurde een veerschuit waarin hij met zijn zoon en gevolg plaats nam. Ten ongeveer 4 ure des namiddags daarmede in de Hallesloot komende, terwijl men door de sneeuwjacht en den invallenden avond weinig konde zien, werd zijn vaartuig aangevaren door een drijver en zonk. De koning werd gered in de drijver, maar zijn zoon en drie edellieden van zijn gevolg verdronken 1). KUNSTVERKOOPINGEN.
Uit catalogi van kunstverkoopingen in de vorige en 't begin dezer
eeuw, heb ik nog de volgende aanteekeningen gemaakt van teekenin- gen van Avercamp die daarin voorkwamen, welke ik hier ten slotte laat 1 volgen. Volledig is deze opgave natuurlijk niet; toch kan ze strekken tot vermeerdering van onze kennis omtrent de werken des meesters. I. In den Catalogus van schilderijen, teekeningen enz. van Jeroni-
mus Tonneman, den 2i<sn October 1754 en volgende dagen in het 1) L. van Aitzema , Sakeu van Staet en Oorlogh. Io dl. Mz. 823.
|
|||||
— 223 —
|
|||||
Oude-Zijds-Heerenlogement te Amsterdam verkocht, vindt men ver-
meld : Blz. 48. No. 61. Een wintergezigt met couleuren, door de Stomme van
Campen, hoog 7, breed II duimen. (Gekocht door H. VAN SoN voor 37 guldens.) Blz. 80. No. 55- Een wintertje met couleuren door de stomme van Cam-
pen , hoog 41 breet 8| duim. (Gekocht door DE Leth — de ambte- naar die over den verkoop stond — voor 12 guldens.) No. 56. Een hutje van denzelve, hoog 4.^ breet 8| duim. (Kooper
dezelfde voor 8 gl.) II. In den Catalogus van 't Kabinet van Dionis Meulman , den
29011 Maart 1773 en volgende dagen in 't Oude-Zijds-Heerenlogement te Amsterdam geveild, komen de volgende teekcningen voor op blz. 7. AVERCAM of de STOMME VAN CAMPEN.
No. 24. Een Wintergezigt (vermoedelijk op het IJ, op den voor-
grond een Arreslede met de wapens van Amsterdam en Utrecht, waarin een heer, spreekende met den baanveeger, waarbij een ander, als visscher gekleed, van koude in de handen slaat; in 't verschiet vertoonen zig verscheiden groote Scheepen, zeer fraay en uitvoerig getekend, hoog 7, br. lij duim. (Gekocht voor 25 gulden door Oets.) No. 25. Twee Persoonen, kolvende op het Ijs, in 't verschiet
veele Schaatsryders, Arresleeden &c., hoog 6, breed 3J duim- (Ge- kocht voor 73 guldens door Ploos van Amstel.) |
|||||
— 224 —
|
|||||
No. 26. Een Plaisant Bergachtig Landschap, alwaar in 't ver-
schiet een klooster gezien word. Twee herders op een Brug, over een waterval, schynen met elkander te spreeken, zeer geestig en dun behandelt, hoog 7^, breed 5 duim.) Gekocht voor 86 gulden door van der Dussen.) Op bladzijde 43 van dienzelfden Catalogus:
H. AVERCAM.
No. 247. Een Landschap met een ronden Toltoorn aan den oever
van een Rivier, op den voorgrond en in 't water rijklijk gestoffeerd, hoog 7i, breed 124; duim. (Gekocht voor 126 gulden door Ploos van Amstel.) No. 248. Een Landschap meteen Stil Water, waarop zeer veele
Vaartuigen, geestig gestoffeerd, hoog 4J, br. 8| duim. (Gekocht voor 79 gulden door van der Dussen.) No. 249. Een dito met een hooij Scheepje en verder stoffagie
in 't verschiet, de Dom van Utrecht, hoog 4 br. 7$ duim. (Gekocht voor ƒ26.10 door Van de Velde, thans zeker in Boymans, zie hier voor.) No. 250. Een dorpsgezigt, geestig gestoffeerd, met de Pen en
sapverwen, hoog 5, br. 7| duim. No. 251. Een Landschap met een Heeren huis, waar voor men
bezig is te zaaijen, niet minder als de voorige, hoog 5^, breed 7 4; duim. (Beide te zamen voor 70 gulden gekocht door Fouquet.) No. 252. Een kabbelend Watertje met verscheiden Vaartuigen,
hoog 4, br. 7,] duim. (Gekocht voor 14 gl. door van der Dussen.) Op bladzijde 81 van denzelfden catalogus:
|
|||||
— 225 —
|
||||||||||
H. AVERCAM.
No. 481. Een wintergezicht met veel stoffagie van Sleeden en
Schaatsenrijders op 't ijs, op den voorgrond eenige spiering visschende en andere Persoonen. Met de pen en sapverwen, hoog 7ii br. 12 duim. (Gekocht voor 60 gulden door van den Berg.) No. 482. Een Wintergezicht; op de voorgrond een Heer en
Dame, die door eenige lieden in een Arreslede gegroet worden, voorts rijkelijk gestoffeerd, met Schaatsrijders, een ijsschuit &c, als de voorgaande geteekend, hoog 7^-, breed 12 duim , voor/30.— gekocht door C. Smit i). III. In den Catalogus van het Kabinet van Hendrik van Maar-
seveen, 28 Oct. 1793 in 't Heerenlogement te Amsterdam geveild, komen voor. Blz. 28. No. 59. Twee stuks studiebeeldjes met de pen en kleuren door
H. Avercamp. (Gekocht voor/ 1.10 door Franse.) Blz. 65. No. 5. Een natuurlyk wintergezicht. By een' opgaanden weg ziet
men eenige gebouwen, een landman met paard en slede en een menigte beelden, meesterlijk en bevallig met de pen en sapverwen geteekend door H. Avercamp. (Voor ƒ 100 gekocht door B. Bosch, makelaar.) Bladz. 67. No. 27. Een wintergezicht op het Ijs, geteekend met de pen
|
||||||||||
1) Tot vergelijking der waarde kan dienen, dat op dezen verkoop twee prach-
tige teekeningen van M. Hobbema samen slechts f 30.—, 5 teekeningen van Ostade te zamen f 57.15 en vijf' teekeningen van Paulus Poïteb f 32.— opbrachten. |
||||||||||
II.
|
||||||||||
2<j
|
||||||||||
— 226 —
|
|||||
en kleuren door H. Avercamp. (Voor ƒ 15.— gekocht door Gilde-
meester.) No. 28. Een stadsgezicht van binnen te zien, geteekent als boven,
door den zelfden. (Gekocht voor / 9.15 door Ploos.) Blz. 79. No. 7. Een stil water, waarin eenige drijvende en stilliggende
vaartuigen, benevens visschers die bezig zijn met het ophaalen van netten; zeer bevallig en fraai met de pen en kleuren geteekent, door H. Avercamp. (Gekocht voor/41.— door Buijs.) Blz. 139. No. 36. Een staande visscher, met de pen en een weinig kleu-
ren door Avercamp, (voor/i.— gekocht door Gildemeester.) No. 37. Twee stuks jaagers en visschers als boven, door den-
zelfden ƒ 3.— dito. IV. De Catalogus der verkooping van 't kabinet van Cornelis
Ploos van Amstel, Jacobus Corneliszoon, 3 Maart 1S00 en vol- gende dagen te Amsterdam gehouden, bevat o. a. het volgende: Blz. 24. No. 7. Een wintergezigt langs een bevroren rivier; aan beide
oevers met woningen en dor geboomte; het ijs is rijk gestoffeerd met wandelende en op schaatsen rijdende lieden, met de pen en sapver- wen geteekend door II. Averkamf, bijgenaamd de ötomme van Kam- pen. Hoog 7, breed 12 duim. (Gekocht voor/200.— door Bernard.) Blz. 29. No. 45. Een gezigt binnen een stad, aan den vestmuur, met
aloude torens, waarbij eenige wooningen en verscheiden beeldjes; fiks met de pen en dun gecouleurd door H. Averkamp. (Voor f t,.— gekocht door Yver een makelaar die over den verkoop stond.) |
|||||
— 227 —
|
||||||
Blz. 51.
No. 21. Op een brug staat een man en vrouw met een mandje
met vogelen; in 't verschiet eenige schaatsenrijders; natuurlijk, door M. (sic) Averkamp. 1) (Voor ƒ23.10 gekocht door Andriessen.) Blz. 52.
No. 33. Een bevroren rivier, daar eenige visschers bezig zijn
met visschen; op den dijk een postwagen; uitvoerig met de pen en sappen door M. (sic) van Averkamp. (Voor ƒ 3.— gekocht door van Leen.) No. 34. Een gezigt van een vestmuur en lijnbaan; gestoffeerd
met verscheide beeldjes; als boven door denzelven. (Voor ƒ1.10 ge- kocht door Versteeg.) No. 39. Een stil water met verscheiden vaartuigen en beeldjes,
fraai met sapjes door M. (sic) van Averkamp. (Voor/ 17.— gekocht door Tiedeman.) No. 40. Eenige beeldjes op het ijs, als boven, door denzelven.
No. 41. Eenige beeldjes bij een paard en sleede, als vooren, door
denzelven (no. 40 en 41 te zamen voor ƒ n.— gekocht door Buys.) No. 42. Twee stuks landschappen met grazende en liggende
beestjes en beeldjes, met sapjes, door denzelven. (Voor ƒ 14.— ge- kocht door Bolten.) No. 43. Twee stuks dito dito door denzelven. (Voor ƒ 13.—
gekocht door Tiedeman.) No. 44. Een dito dito, door denzelven. (Gekocht voor f 8.—
door VAN DER SCHLY.) Blz. 58. No. 9. Een wintergezigt; het ijs rijk gestoffeerd met Arre- en
|
||||||
1) Door vluchtige lezing van 't monogram leest men uit H gemakkelijk een M.
|
||||||
— 228 —
|
|||||
Priksleeden, en een menigte schaatsenrijders; met de pen en wa-
terverwen door M. (sic) van Averkamp. (Voor/51__gekocht door Kops.)
Blz. 59. No. 20. Een bevroren rivier met verscheiden wintervermaaklijk-
heden gestoffeerd; met de pen en sapjes door M. (sic) van Avek- kamp. (Door van der Schi.y voor ƒ31.— gekocht.) Blz. 82. No. 20. Een stil watergezigt, meteen hooischip en beelden; ge-
teekend met de pen en sapverwen door II Avekkamp. (Voor/4.— gekocht door den makelaar' YveR.) No. 27. Een zeestrand bij een woelende zee, met verschillende
vaartuigen, met de pen en couleuren, door H. Avercamp. (Gekocht door Yver voor ƒ 11.—. Blz. 94. No. 46. Een wintervermaak op het ijs; op den voorgrond zijn
Heeren en Dames in aloude kleeding, fraai met de pen en sap- verwen geteeken door H. Averkamp. (Voor ƒ 6.5 gekocht door Versteeg.) Blz. 95. No. 57. Eenige studibeeldjes op één blad; met de pen en sap-
verwen door H. Averkamp. (Door Bernards gekocht voor ƒ9.10.) Blz. 103. No. 10. Een wintergezigt, zijnde een ijs, rijk gestoffeerd met
beelden; met de pen en couleuren door H. Averkamp. (Voor/41.— gekocht door Tiedeman.) No. 22. Een landschap, rijk gestoffeerd met kloeke beelden en
beesten, met de pen en sapverwen, door H. Averkamp. (Voor/60.— gekocht door Kops.) |
|||||
k
|
||||||
— 229 —
|
||||||
Blz. 142.
No. 63. Een winter, met sapjes naar den Stommen van Kampen.
(Voor ƒ 5.10 gekocht door Vinkels.) Blz. 234. No. 29. Drie stuks studiën met de pen, door den Stommen van
Kampen en J. Willaars. (Met een teekening door Breugel en een van L. de Waal, voor ƒ9.5 gekocht door v. d. Schly.) V. De Catalogus van eene uitmuntende Verzameling Konstige en
Plaisante schilderijen, extra fraaije Teekeningen en Prenten enz., welke verkogt zullen worden door Vincent van der Vinne te Haar- lem op 8 April 1800; vermeldt: Onder de Schilderijen: (de eenige die ik op al de verkoopin-
gen vond.) Blz. 2. No. 63. Een winter met veel schaatsenrijders, van of in de ma-
nier van den Stomme van Kampen. (Verkocht voor 4 gl.) Teekeningen:
Blz. 16. No. 20. Twee winters door de Stomme van Kampen. (Verkocht
voor ƒ 1.3.) VI. In den Catalogus der verkooping van Jan Gildemeester
Jansz., 24 Nov. 1800 en volgende dagen in 't Trippenhuis te Am- sterdam gehouden , vindt men: Blz. 33-
No. 12. Studie van twee beelden, zijnde een staande Visscher
en een Vrouw met een schepnet op de schouder, met de pen en sapverwen geteekend door den Stommen van Kampen of Hk. |
||||||
— 230 —
|
|||||
Averkamp. (Voor 20 guld. gekocht door den makelaar VAN DER
Schly).
Blz. 131.
No. 10. Voor een Huismanswooning zit een bedaagde Boer op
een bankje, terwijl de Vrouw met een ketel in de hand de deur ingaat, verder twee lieden visch schoon maakende op een ton, meesterlijk fiks met de pen en dun met sapverwen geteekend door H. Averkamp. (Voor 20 gl. gekocht door den makelaar Roos). Blz. 133. No. 23. Twee stuks, verbeeldende woelende Waters met ver-
scheiden zeilende Schepen, visschers aan strand en in Schuiten, zeer natuurlijk en geestig met de pen en sapverwen geteekend door H. van Averkamp. (Gekocht voor/ 8.10 door de Groot). Blz. 139. No. 2. Een besneeuwd Wintergezicht; langs een opgaanden weg
zijn twee huislieden met een paard en slede, een vrouwtje gaat over een hout bruggetje, ter zijde eenige wooningen en dor geboomte, verders eenige reizigers, meesterlijk fraai met de pen en sapver- wen geteekend door H. Averkamp. (Gekocht voor 82 gl. door B. Bosch). No. 3. Een dito, dito, vertoonende op een bevrooren rivier,
verschelde menschen, zich op het ijs vermaakende, een visscher is bezig een bijt te hakken en een landman en vrouw staan op een hout bruggetje, verder een molen en dorpgezicht, zeer natuurlijk en fraai met de pen en sapverwen geteekend, door denzelven. (Voor 35 gl- gekocht door Helmhold). BI. 140. No. 9. Een Land- en Watergezigt, gestoffeerd met visschers in
schuiten, verder een dorp en een schip in brand, alles is verbeeld |
|||||
231 —
|
|||||
als bij helder maanlicht, zeer natuurlijk en bevallig met de pen en
uitvoerig met sapverwen behandeld, door H. Averkamp. No. 10. Een sterk woelend water bij een opkomenden storm;
op den voorgrond zit een heer wiens hoed in 't water waaid, daar- nevens een boerin; verder een visschersschuit, waaruit een over boord gevallen man door twee anderen gered wordt, verder zeilende sche- pen en stadsgezicht, in alles als . de voorgaande, door denzelven. (Beide nommers te zamen werden voor 22 gl. gekocht door Valet). BI. 141. No. 14. Een Land- en Wintergezicht, op den voorgrond bij een
herberg staat een oude boer bij een bierton, daarnevens een man bij een paard, verder in een rivier een overvaarende pontschuit en een zeilend schip, zeer natuurlijk met de pen en sapverwen geteekend, door H. Averkamp. (Gekocht voor ƒ 8.10 door Jolles). Blz. 180. No. 65. Een bevallig Land- en Riviergezicht, op den voorgrond
vertoonen zich reizende landslieden, verder een klooster en een aan- genaam verschiet; uitvoerig met de pen en sapverwen geteekend door H. Averkamp. (Voor 7 gl. gekocht door IJver). BI. 200. No. 3. Een Wintergezicht, zijnde een bevroren rivier, waarop
schaatserijders, arreslede, ijsschuit, en andere sloffage, dun met de pen en sapverwen behandeld, door den stommen van Kampen. (Door de Gruyïer gekocht voor/ 3.10). Blz. 202. No. 31. Twee stuks, een Zomer en een Winter, beide rijk
gestoffeerd met beeldjes, uitvoerig met de pen en sapverwen ge- teekend door den Stommen van Campen. (Met nog een teekening van Coningsloo te zamen voor f 8.5.—, gekocht door Valet). |
|||||
— 232 —
|
|||||
Blz. 230.
No. 67. Eenige visschers met de pen en couleuren, door den
stommen van Kampen. (Te zamen met een teekening van R. VlN- keles, J. Goerée en J. Uytenwaal voor ƒ I.— gekocht door van YpereN.) Blz. 237. No. 28. Twee stuks visschers met couleuren door Averkamp.
(Gekocht met een teekening van W. Mieris, door van Deyl voor ƒ i-5—
No. 29. Een met jagers, door denzelven. (Gekocht met twee
teekeningen met de pen . en O. I. Inkt van Rembrandt , te zamen voor / 2.—, door van Steeg. VII. In den Catalogus van schilderijen en teekeningen van JODOCUS
Clemens Van Hall, den 2ien Februari 1814 te Amsterdam in 't Huis met de Hoofden geveild, komen o. a. voor: Blz. 5. No. 7. Een Rhijngezigt door H. AvEi'vAvtP, bijgenaamd den
Stommen van Campen. (Verkocht voor/ 14.—). Blz. 6. No. 31. Een landschap door H. Averkamp. (Verkocht voor/4.—).
No. 21. Een buitenhuis met eenige beelden door H. Averkamp.
(Verkocht voor / 30.—). Blz. 25. No. 8. Een Land- en Riviergezigt door den Stommen van Cam-
pen. (Verkocht voor/2.10). |
|||||
— 233 —
|
|||||||
Aan den Heer Obreen ben ik nog verschuldigd de wetenschap,
dat eenige teekeningen van Avercamp door den plaatsnijder Simon Fokke (geb. 1712 f 1784) in koper zijn gebracht. Vier zijn er hem van bekend l). Ze zijn onderaan rechts gemerkt van I tot 4 en hebben de volgende onderschriften: 1. »De Haarlemmer Meer, A°. 1625", breed 0.32, hoog 2I5 cm.
2. «Ouderkerk aan den Amstel, Ao. 1622", breed 0.31', hoog 0.215 cm.
3. «Buiten Alkmaar, Ao. 1619", breed 0.256, hoog 0.175 cm.
4. »Te Schellingwou, Ao. 1619", breed 0.255, hoog 0.175 cm.
De vier oorspronkelijke koperen platen zijn in bezit van een be-
kend liefhebber, den Heer D. Franken Dz. woonachtig te Parijs, die van deze platen ook afdrukken heeft laten vervaardigen. Ten slotte laat ik hier een door mij vervaardigd genealogisch
overzicht van de familie Avercamp volgen. Ik moet daarbij nog het volgende opmerken. Kramm 2) deelt
mede een grafschrift nog voorhanden in de S*. Nicolaas kerk te Kampen, door hem niet geheel nauwkeurig weergegeven, doch aldus luidende: Ao. 1645 DEN 20 AüGUSTI
is in den heere gerust
die Eerbare ende deuchts. MECHTELT WENTHOLTS HUIJSFROU VAN DOCTER
HENRIC AVERCAMP ende
LEYT HIER BEGRAVEN.
|
|||||||
1) C. Kramm, in voce S. Fokke vermeldt zes bladen in folio en kwarto.
2) Levens en Werken van Hollandsche en Vlaamsche Kunstschilders, Beeld-
houwers, Graveurs enz., Aanhangsel, bl. B. II. 30
|
|||||||
— 234 —
|
|||||
Waar Kramm echter vermoedt dat dit Hendrik Avercamp de
Stomme kan geweest zijn, is dat vermoeden ten eenenmale ongegrond. In de eerste plaats was onze Hendrik geen docter, in de tweede plaats was hij niet gehuwd. Ik vermoed dat deze Hendrik een neef van onzen schilder was, en een zoon van den broeder van zijn vader, den Steenwijkerwolder predikant Fransiscus. (zie blz. 197.) |
|||||
(Akchief Nedekl.
Kunstgeschiedenis.
Tegenover bl. 234
Dl. 2.)
|
|||||||||||||||||||
Genealogisch Overzicht der familie AVERCAMP.
|
|||||||||||||||||||
Anna Avercamp 28 Dec. 1619 te Zwolle gedoopt,
vermoedelijk jong f-
Jochem Avercamp, leeft in 1664 nog en kwiteert zijn zwager Myliüs voor rente van land.
/
Pieter Avercamp.
\
Berend Avercamp i)
huwt 6 Maart 1640,.........
10. Mechtelt Oberinck jonge
|
|||||||||||||||||||
Hendrik Avercamp.
de Stomme van Kampen. |
|||||||||||||||||||
Peter Avercamp, t 1630,
huwt 6 Sept. 1611,
Lysbeth van Ingen Jurriëns dochter
van Kampen t l63° .........
Dr. Everhardus Avercamp, \ 1666,
huwt 8 Mei 1629 te Meppel Elseken Jansen, van Kampen, leeft nog in 1666. Femmigje Avercamp,
huwt 16 April 1624
Jacob Roelofsen Steenberg
van Kampen.
Lambert Avercamp, geb. 1591
in 1617 Apotheker f vóór 1633 huwt 17 Juli 1612..............
Janneken Simons, Simon Frederiks
dochter van Leeuwarden -\ 1628. |
|||||||||||||||||||
Lysbeth Avercamp.
|
|||||||||||||||||||
dochter van Zutphen.
20. in 1671 AeCHTKEN Geerts.
Helena Avercamp, geb. 7 Feb. 1622 te Zwolle,
nam in 1653 een lijfrente op zich zelve, leeft 1663 nog
huwt
Hendrik van der Linde, woonde in 1665 op de Oude straat te Kampen in 't Buitenkwartier, met 3 schoorsteenen, beide in 1665 reeds f- Elisabeth Avercamp, leeft nog in 1656 en huwt 8 Sept. 1641 te Zwolle
Jacob Milius, jonggezel van Harderwijk, t 1665. 2) Simon Avercamp,
in 1628 minderjarig. Catharina Avercamp, in 1628 minderjarig,
huwt 15 Oct. 1641 te Kampen Jacob Jansen Veene. |
|||||||||||||||||||
Berent Avercamp t i6o3-
huwt na 1580
Beatrix Peters.
t 1633-
|
|||||||||||||||||||
1) Hij schildert in 1634 wapens voor den drost Witten, komt in 1656, '62, en '77 als deken van 't St. Lucasgilde te Kampen voor, had 31 Dec. 1658 de
bC1,e D^^1nki^^d^nd??scnerIeTjaren apotheker te Kampen, doch kreeg sedert dat jaar een tractcment ^« ™ Z!ZXeT^n\^
Den 23en Nov. 1665 is hij reeds overleden en wordt een ander in zijne plaats aangesteld. Eenuobp, schepen m Amsterdam in 1664, was een neei van nem, hij woonde in 1640 te Kampen in een huis op de Oudestraat in 't Cellchroederskwariier, met 4 schoorsteenen. |
|||||||||||||||||||
— 235 —
|
|||||||
GESCHILDERD GLAS DOOR ROTTERDAM AAN DE
KERK TE OUDEWATER GESCHONKEN. 25 October 1578.
Opt schryuens van de Regeerders der Stede van Oudewater omme
te willen consenteren Cornelis Pietersz. glaesmaeker vant glas dat in de kercke tot Oudewater by dese stede doen maecken es, es ge- stemt dat men den voorsz. Cornelis Pietersz. opte hant eenige pen- ningen sal geven, ende tot gelegender tyde, t voorsz. glas doen be- sien ende estimeren om dyenvolgende den voorsz. glaesmaecker voerts te betalen. (Resolutien der Vroedschap van Rotterdam. (Oud) Reg: n». 3
f». 203.) |
|||||||
KUNSTENAARS
DIE ALS POORTERS VAN BREDA ZIJN INGESCHREVEN.
(Uit de Poorterboeken in het Gemeente-Archief van Breda.) Den 9 Augustus 1535. Jan Aertszone de Koe, Schreynwercker en
Cremer van 's Hertogenbosch. » 20 October 1539. Bastiaan van den Eenhoorn, van Brussel, de Steenhouwer. |
|||||||
— 236 —
|
|||||||
Den 20 October 1539.
» 23 October 1539.
» 23 October 1539.
» 23 October 1539.
» 23 October 1539.
» 23 October 1539.
» 23 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
» 24 October 1539.
> 24 October 1539.
> 24 October 1539.
» 24 October 1539. » 24 October 1539. » 24 October 1539. |
Staes van Hasselt Staessone, de Metser.
Lanceloot de Voocht Lancelootssone, de Steenholder en Beeldsnyder van Mechelen. Mathys de Melayn Jansz. Steenhouwer. IIenric Vos Pietersz. van Mechelen, Steen- houwer. Jan van derWoert, van Utrecht, de Steen-
houwer. Mercelis Dyrcxsone, van Hoert (?), de Steen-
houwer. Cornelis van Dieghom, de Steenhouwer.
Meester Andries, de Steenhouwer. HENRIC Mr. HUBRECHTSSONE VAN BERGHEN, de Metser.
Cornelis Hubrechtssone van Berghen, de
Metser.
Willem van Diepom, de Steenhouwer.
Bastiaen Jansz. van Diepom , van Yxsseel,
de Steenhouwer.
Jan van Sinte Hubrecht Jansz. geb. te Reenen, de Steenhouwer.
Gielis van den Bosch Gielisz., de Steen-
houwer. Michiel Jansz. , van Loeuen , de Steenhouwer.
Jan de Vriese, van Diepom, de Steenhouwer. Jan Leenboin(?), de Steenhouwer. Pieter Heron, de Steenhouwer. Jacquet Boen, de Steenhouwer. Guillam Tengle, de Steenhouwer. |
||||||
— 237 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Colla Triboy, Steenhouwer.
Jan Janssone van Broeghel, van Diest, de Metsersdiener. Jan Plattyn, de Metser, van Mechelen.
Willem Haeck, de Goudtsmit van Ant- werpen. Mercelis Dyrcxz. van Hedel, de Beeld-
snyder oft Metselrysnyder. Lteuyn van Hulten, de Goudtsmit. Jan van ColeN, de Goudsmid. Pieter van Colen, de Goudsmid. Jan de Serron, Meester Andries de Serron soon, de Goudsmid. Wouter van Naerssen, de Goudsmid. Meester Jacob Jan Willemsz. , Borduer- wercker. Jan Canyn Piëtersz., Gelaesschrijver, ge-
boren van Ghent. Cornelis Hubrechts, de Steenhouwer, ge-
boren van Bergen op Zoom. Hyeremias Maes , Goudsmid, geboren van Antwerpen. Otto Dirxz van Euwyck, Gelaesscrijuer.
Jan de Weese, Metser, geboren van Ant- werpen. Jan Jansz. de Wees, Metser.
Pauwels Jansz. Verellen, van Brugge, Goudsmid. Aert Anthonisz. van Stockum, Metser. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 24 October 1539.
» 29 October 1539.
» 30 October 1539.
» 8 Januari 1543.
» 8 Januari 1544-
» 10 Januari 1547.
» 20 September 1549-
» 20 September 1549.
» 20 September 1549.
» 20 September 1549.
» 26 Januari 1562.
» 4 October 1564.
» 4 Mei 1570.
» 31 Juli 1574.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» 6 Augustus 1589.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 238 —
|
|||||
Den 24 November 1589. Dierick van Appelloo, Goudsmid.
» 23 Januari 1597. Henrick Peter Strycbosch, Screynwerc- ker, woont in den Haghe (Princenhage.)
» 12 Augustus 1605. Olivier Jansse Schets, Slootmaker, van Antwerpen.
» n Februari 1609. Caerle van Loon, van St. Truijen, Ge- laesmaker.
» 18 Mei 1615. Harmen Schoenmaeckers, Sijdewerker, van Aken.
» 3 December 1627. Willem Step, van Huessen, Goudsmid. Ofschoon de Boekverkoopers niet gerekend kunnen worden te
behooren tot de Kunstenaars, nemen wij toch de volgende hierbij op,
ook omdat zij dikwijls mede voorkomen in het Gild van Lucas.
Den 22 October 1539- Willem Janssone, van Bergen opten Soom,
de Boeckvercooper.
» 1 Juni IS54- Peter van Gelre Denysz., de Boeck-
vercoper.
» 4 Augustus 1574. Balthazar Jans van Houten zone, gebo- ren van Hilvarenbeek, Boekverkooper. ï> 3 April 1628. Jan Beeckmans, Boekverkooper, geboren te Antwerpen.
|
|||||
— 239 —
|
|||||||
SCHILDERS, BEELDHOUWERS ENZ.
VOORKOMENDE IN DE REKENINGEN DER STAD UTRECHT.
(Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller F.z. Archivaris dei-
Gemeente Utrecht.) |
|||||||
I. Thesauriers-Rekeningen.
1604:—1605. Goosen van Veersen betaelt de somme van hon-
dert een ende tsestich ponden en thien schellingen, van een silvere vergulde cop, vereert den heere Johan Wtten Bogaert, Dienaer des Godtlicken woorts van Zyne Ex.tie voor alle syne vele ende menichfuldige gedane diensten inde kercke alhyer Int predicken, int bevorderen van diversche andere mede Dienaers van Haerlem, Ley- den, Dordrecht, Delftshaven etc. die men by leninge ende oock by beroepinge heeft becomen, ende opbouwinge der kercke met goet bevougen van een yder by hem voorts bewesen. Betaelt Wolffert roelofss, Steensnyder, Acht ponden ende
thien schellingen vuyt saecke hy int dexell van de voorss. vergulde Cop gemaeckt ende gechiert heeft stadtswapen blyckende alsvooren. (fol. 146.) 1608—1609. Mr. Lambert ysbrants, Timmerman betaelt dar-
thien ponden ende thien schell. ter cause van diversche bestecken te maecken van de wercken in de voors. huyssinge. (Convent van Brigitte) en van het houtwerck aen het clockgen ten H. Cruys. |
|||||||
— 240 —
|
|||||
1609—1610. Coenraet Mathyss., harnasmaker, levert en
herstelt voor de stad harnassen, (fol. 159.) 1613—1614. Marten van Oosïrum kistemaecker noch betaelt
Derthien ponden voor twee gemaeckte ende geleverde schoorsteen- mantels ter plaetse als boven. (Hieronymusschool en woningen.) Denzelfden betaelt Seven ende twyntich ponden ter cause van
gemaeckt ende gelevert kistewerck ter plaetse als vooren. (fol. tIJ-) Denzelfden betaelt veerthien ponden ende thien schell. voor een
schoorsteenmantel ende eenyge raempten inde woeninge van den Rector. (Zie Rek. ió14/i5 fol- I57-) 1620—1621. Willem Hermanss. , glaesschriver ofte glaesmaec-
ker betaelt dsomme van Dryehondert vier ende tsestich ponden ende twaelff schell. ende dat in betalinge van alsulcke nyuwe glasen als hy inde voorss. Schoole (Hieronymusschool) als oock inde Schoolmrs. respective huyssingen gemaeckt heeft gehadt. (fol. 116.) Matheus van Everdingen, Schrynwercker betaelt d somme van
vier ende vyftich ponden ende thien schell. ende dat vuyt zaecke van alsulcke Schoorsteenmantels ende glaesraempten als hy inde nyuwe gemaeckte huyssingen van St. Jeronimus voorss. heeft gestelt ende gemaeckt. (fol. 117.) 1621—1622. Jan van Zyll, glaes-schryver betaelt drye ende
vyftich ponden seven schellingen ende sess denier ter cause van nieuwe gemaeckte, ende oock oude gerepareerde glasen ter plaetsen ende ten tijde voors. (Hieronymusschool.) 1622—23. Henrick Aertsz. van Honïhorst betaelt zesthien
|
|||||
— 241 —
|
|||||
ponden, vyff schell., ende sess denier voor twehondert zeventhien
geschilderde steentgens verbesicht inde wooninge van den Conrector Wiïfelt. (fol. 141.) 1625—1626. Lambert Oloffss. Schrijnwercker betaelt Twee
ende twintich ponden voor twee Schoorsteenmantels by hem gemaeckt d' eene ten huyse van den Rector d' andere inde huysinge by den Lector Septae Classis bewoont, (fol. 130.) 1628—1629. Joost Janss. Keyser betaelt negenthien ponden
eene schell. iij dr. voor geschilderde Steentgens by hem inde woonin- gen van de voois. Meesters (van de Ilieronymusschool) gelevert. (fol. 159.) II. Kameraars-Rekeningen.
•599—1600. M'. Marcelis van Oort, Architect dezer stad.
(Dezelfde volgens Rek. i614/15 deu weg gemeten van Abcoude op Diemermeer en daarvan eene kaart gemaakt.) GERRIT Both, Clocken- en Busschengicter.
Reyer van Zyl, glaesmaker, betaelt vier ende twyntich ponden
voor twee nyeuwe glasen by hem gemaeckt ende van Stadts wegen geschoncken Joncker Gysbrecht van Suylen. Den selven noch sesthien ponden voor twee andere glascn ge-
maeckt ende geschoncken Evert van Dolre, Clerck des Secretaris Lkdenbkrqh. (fol. 78). (Zie voorts hieronder.) 1600 —1601. Marcelis Splinter, Schilder betaelt sesthien pon-
den ende vier schell., vvt sake hy alle de personagien ende gedier- II. 31 |
|||||
— 242 —
|
|||||
ten oock de veersen ende ander geschrift gehouden voor alle deser
Stadtssteene bolwercken ende inde muyren rontsomme de Stadt ver- icht ende met verwe affgeseth heeft. (fol. 34 vs.)
REYER van Syl, glaesmaker noch betaelt hondert ende vyftich
ponden wt sake hy gescreven ende gestelt heeft een groot glas met et wapen van de Stadt daermede de Stadt vereert heeft die van den
VVeeshuyse in de Regulieren kercke. Den selven noch betaelt hondert ende t negcntich ponden wt sake
van een ander groot schoon glas daerinne nyet alleen Stadts wapen, macr oock alle de particuliere wapens van de geheele magistraet etc. gestelt syn ende geschoncken in St. Jacobs kercke. (fol. 99.) 1601 —1602. Cornelis Quint, Silversmith, deser Stadts burger
betaelt d somme van hondert vyff ende tachtich ponden ende seven schell. wt saccke hy door beveel des Raets gemaekt heeft een Schoonc Silvere Cop, wegende lc X loot ende vu Engels omme met dseive te vcreeren M1'. Peter Bor Rcntmi'. van Noorthollant ende dat voor seeckere boecken daermede hy de Raet voors. vereert heeft gehadt. (fol. 28 vs.) 1602—1603. Jacob Franss betaelt dsomme van vyff ende tseven-
ticb ponden vuyt saecke van seeckere caerten van t leven der Lants- heeren die eertyts over Utrecht geregiert hebben by hem den Raide deser Stadt gedediccert ende gepresenteert. (fol. 28.) 1603—1604. Joiian Bogaert, goutsmith ende deser Staats borger
betaelt d somme van Tweehondert Seven ponden ende thien schell. vuyt saecke van drye silvere Schalen by hem ten behouve deser Stadt aen den Sccrets. LERDAM gelevert ende by den selven aenden per- soonen den Rade bekent vuytgereyckt. (fol. 32 vs.) |
|||||
— 243 —
|
|||||
Willem Colijns , Steenhouwer betaelt d somme van 23 ponden
vuyt saecke hy volgende d' aenbestadinge hem gedaen gemaeckt heeft een Fondespits ende daer onder het Stadts wapen ende tselve gestelt heeft op deser Stadts huysinghe op de plaets (Stadhuis) onder het ho- rologium als oock voor de steen by hem daer toe gelevert. (fol. 102.) In dezelfde huizinge gesteld twee gehouwen steenen pilaars. (Rek.
l6i<7io fol. 54). Reyer van Sijl, glaesmaecker betaelt d somme van 20 ponden
vuyt saecke van een doorgaent glas dat hy van Stadts wegen gemaeckt ende gestelt heeft op den huyse Harmeien daermede myn E Heeren den Heere van Coninxvry vereert hebben gehadt. (fol. 104). 1606—1607. Lambert Oloffsen betaelt d somme van 30 pon-
den vuyt saecke hy door beveel van de Regierders deser Stadt ge- maeckt heeft een nyuwe Predikstoel met den appendentien van dyen ende die gestelt heeft in S'e. Barbaren Gasthuys. (fol. 85.) 1607—1608. Eodewyck Vuystinck, goltsmifh betaelt d somme
van achtien ponden vuyt saecke hy door last van de weerdeyns deser Stadt de Stempels daermede de laeckenen die op de Segelcamer ge- brocht worden bezegelt worden over den jaretyde deser Reeckeninge gesneden heeft. (fol. 35). Een dergelijke post komt voor in de Rek. i615/]C, waar hij genoemd wordt Segelsnyder. 1608—1609. Gerardt Hosse, Tapeetwercker betaelt d somme
van 45 ponden vuyt zaecke Jiy ten behouve deser Stadt gemaeckt ende gewerckt heeft Twaelff bladeren met deser Stadts wapens tot cussens inde groen camer. (fol. 31 vs.) 1610—1611. Cornelis van Ommeren, glaesschryver tot Wyck
|
|||||
— 244 —
|
|||||
betaelt die somme van twyntich ponden voor twee glasen by hem
van Stadts wegen aldaer gemaekt ende gestelt ten huyse van Elysa- beth Willem de Swarten Wed°. (fol. 32 vs.) 1612—1613. Gerardt Horste , Tapytwercker c.s., betaelt dsomme
van 163 ponden ende elff schell. drye denier vuyt zaecke van achtien sittekussens die hy met der Stadts wapen gemaeckt oock de tyckten ende veeren daer toe nodich gelevert heeft. (fol. 28 vs.) 1613—1614. Mi'. Marcelis van Oorï, Ai-chitect betaelt d somme
van 33 ponden ende 6 schell. vuyt saecke van verscheyden Caeiten van Landen ende Erven, mitsgaders affmetingen van wercken by hem ten dienste deser Stadt gemaeckt ende gedaen. (fol. 28.) 1615—1616. Marten van Oostrüm betaelt d somme van hon-
dert veertich ponden ende twaelff schell, vuyt saecke van alsulck Schrynwerck van bedtsteden, schoorsteenmantels, tafels etc. als hy opde nyuwe Oyselkamer op Hazenberch (Stadhuis) ende op de Ser- vicie camer gemaeckt ende gelevert heeft. (fol. 68 vs.). Dezelfde een nieuwe schoorsteenmantel en vier glasramen ge-
maakt in het huis van den Drost aan de Vaart. (fol. 75.) 1616—1617. Bastiaen de Ridder, Wapensnyder, betaelt 4 pon-
den ende 16 schell. vuyt zaecke hy de bussen van de boden deser Stadt vermaeckt ende gelumineert heeft gehadt. (fol. 25 vs.) 1618—1619. GerritJanss. Ostei), Tapytwercker c.ss. betaelt de
somme van vyff ende vyftich ponden ende thien schell., van zess cus- 1) Dezelfde als Geeaedt Hoesse(?) zie 1008—1009 en Horste (?) zie 1012—13.
|
|||||
— 245 —
|
||||||
sens gewerckt met deser Stadts wapen........opt Stadthuys gele-
vert. (fol. 25 vs.)
Lambert Ot.offsen , antycksnyder, betaelt d somme van Seven
ende tseventich ponden vuyt zaecke van arbeytsloon by verdient int snyden vande gebynten van Wittevrouwen poort. (fol. 71.) 1625—1626. Afj.t van Meurs deser Stadt, Clock- ende Busgie-
ter, betaelt d' somme van vier ende vyftich ponden ende elff schell. ende dat voor een nieuw Clockgen gelevert int accoort op deser Stadts plaetsche. 1) (fol.....) (Dezelfde nog een klokje gegoten voor de Vroetschap, wegende
in ffi. (Zie Rek. i6J8/.2!) fol. 30 vs.) 1626—1627. Jan Harmanss van Hoboken betaelt de somme
van 432 ponden ende dat voor Sess ende dertich tapyte cussen bla- den, yder blat tot twaelff ponden by hem ter Stadts behouff gelevert. (fol.....) Jan van Bronkhorst, Glaesschryver betaelt de somme van 42
ponden ende II schellingen ende dat voor verscheyden teyckeningen daer naer den Tapytwercker de voors. cussen bladen heeft gemaeckt. (fol.....)
Jan Harmanss van Hoboken, voornt. noch betaelt de somme
van 54 ponden ende dat voor Sess tapyte cussen bladen yder tot negen ponden by hem ten behouve deser Stadt gelevert ende by de Vroet- schap der selver Stadt vereert den Huysmrs. ende t samentlcycke Broeders van S*. Hiobs gasthuys. (fol.....) |
||||||
1) Plaats.
|
||||||
— 246 —
|
|||||
Lambert Franss Moles, betaelt de somme van 16 ponden 6
scliell. ende 3 denier wt saecke van alsulcke geschilderde steentgens als hy tyde dese Reeckening soo aan descr Stadts Raethuys als Secretarien gelevert ende laten volgen heeft. Jannichgen Gerrits betaelt de somme van 25 ponden 2 schell.
ende 6 denier wt saecke ende mede in betalinge van gelycke ge- schilderde steentgens by haer ten behouve ende plaetsche alsvooren gelevert. (fol.....) 1627—1628. Lambert Oloffss kistemaecker betaelt de somme
220 ponden ende dat in betalinge van alsulck kistwerck, twee sware poortaels staende int Zaleth vande huyssinge die by den Secretaris LEERDAM wordt bewoont, d'selve gemaeckt mette calommen van Corintia, met syn petèrstalen gesneden, dselve calommen op het derdendeel ryckelyck gecireert. (fol.....) 1628—1629. Jacob JOOSTEN Tapisier betaelt de somme van 54
ponden ende dat voor Sess dissen bladeren yder tot 9 ponden by hem tyde deser Reeckeninge aen dese Stadt gelevert. (fol. 31.) Gerrit Ruys betaelt de somme van 86 ponden ende 17 schel-
lingen voor alsulcke tapyte kussens als by hem gelevert syn inde Aelmoesseniers Carrier, (fol. 58 vs.) 1629—1630. Christoffei. Jonas Misellaenwercker een Conste
ofte handtwerck noyt voordesen alhier geexerceert den 26°n January 1624 aengenomen voor Sess Jaren omme t selve handtwerck binnen dese Stadt te exerceeren ende ten minsten jaer wt jaer in 45 persoo- nen wt deser Stadts burgers ende innewoonders off derselver kinde- ren opt selve handtwerck te setten op conditien enz. (fol. 35.) |
|||||
— 247 —
|
|||||
Claes van BEMMEL glaesmaecker betaelt Twaelff ponden voor
een glas van deser Stadts wegen vereert ende gcstelt inde huysingc van den Rent*, van Catharynen Convent Peter Bogert aende Nieu- wegracht .................(fol. 37 vs). Jacob LAMBERTSS de Leeuw glaesmaecker betaelt gelycke twaelff
ponden mede voor een glas van deser Stadts wegen vereert inde huysinge van Jacob van Merkerck , procureur, . . (fol. 37 vs.) Hen rick Bruynensen mede glaesmaecker betaelt 24 ponden voor
een dubbelt glas by hem gelevert ende van deser Stadts wegen ver- eert in de huysinge van den overleden Secretaris Johan de Leerdam opt oudemunsters kerckhoff...........(fol. 38.) Aelt van Meurs Clockegieter betaelt voor een nieuw clocks-
ken by hem gelevert in het accord op de plaets toorn, boven een oudt Clocksken by hem weder aengenomen, volgens syne Spesificatie die somme van 96 ponden ende 10 schell......(fol. 43 vs.) Henrick Janss. Verstralen lantmeter betaelt de somme van
30 ponden hem toegevoecht voor seeckere Caerte by hem door last van de Ed. Mog. Heeren Staten s lants van Utrecht in Septembri ende Octobri 1629 gecarteert, daer van hy Copie aen de Stadt heeft gelevert.................(fol. 44 vs.) Hans van den Bosch horologiemaker betaelt de somme van
340 ponden daer voor hem door deser Stadts Gecommitteerden ach- tervolgend het besteck dacr van gemaeckt es aenbestaeyt geweest het repareren corrigeren ende hermaecken van het uyr ende speelwerck op deser Stadts plaetse............(fol. 50. vs.) johan Gerritsen glaesmaecker betaelt die somme van 12 pon-
den voor een glasch met deser Stadts (wapen?) by hem gemaeckt ende van Stadts wegen vereert inde huysinge van den heere van Hardenbroeck ...............(fol. 53.) |
|||||
— 248 —
|
|||||
Egüert Lamberts van Werckhoven mede glaesschryver be-
taelt die somme van 25 ponden voor een dubbelt glasch met deser Stadts wapen onder ende boven gestelt inde huysinge van den Heere Oudt-Burgermr. Nypoort...........(fol. 53 vs.) Henrick Brüvnensen Glaesschryver betaelt die somme van 16
ponden voor een glas met deser Stadts wapen vereert inde huysinge van den heere Schepen Phiups Ram........(fol. 54.) Gerkit Ruyscii betaelt die somme van 64 ponden 9 schell. 6 dr.
voor achttien groene cussens by hem gemaeckt mette Stadts wapens van Root ende with fluweel...........(fol 83.) Lamhert Fransen betaelt de somme van 8 ponden ende 5 schell.
voor alsulcke geschilderde blauwe estricken off steentgens als hy tyde deser Reeckeninge ten behouve van de Stadt heeft gelevert. (fol. 101.) 1630—1631. Johan Airtsen glaesmaecker betaelt die somme
van 12 ponden voor een glas met deser Stadts wapen t welck van deser Stadts wegen es vereert ende gegeven inde wooninge van de weduwe van den Raidtsheer Helsdingen......(fol.....) Johan Calff cum Ss. glaesschryvers betaelt die somme van 12
ponden voor een glasch vereert inde huysinge van den Armen van Pollio die jegenwoordich den heere Golsteyn bewoont. . (fol.....) Jan GERRITSEN Bronckiiorst mede glaeschschryver betaelt die
somme van 12 ponden voor drie wapens by hem gemaeckt ende ge- stelt int wapenbocck van de heeren Aelmoseniers alsc Stadts wa- pen ende de wapenen van de heeren Burgerm™. Nypoort ende Weede...................(fol___) Johan van Syli. glaesmaecker betaelt die somme van 100 pon-
den voor een glasch met deser Stadts wapen gestelt inde Parochie- kereke S'e. Nicolaes..............(fol-----) |
|||||
- 249 —
|
|||||
Hendrick Janss. Verstralen landtmr. betaelt ig ponden voor
vacatien bij hem verdient int offmeten van de plaetsen daer men de vulnisrapers soude reguleren, als mede vant geene hij in de lynt- merckt ende opde Steenstraet heeft verdient.....(fol.....) Joost Janss. Keyser betaelt d somme van 62 ponden 6 sch. en
3 denr. voor 997 geschilderde steentgens by hem aen de Stadt ge- levert ................, : . (fol.. ..) Aert van Laeckervelt betaelt die somme van 30 ponden
voor het maecken van een nieuw vendel van den hooftman Steen- berch...................(fol.. ..) 1631—1632. Jan Verschuyr Silver Smith betaelt d somme van
17 guldens, voor een stock met Stadts Wapens in silver voor deser Stadts Exploicteur Cors Petersen .......(fol. 48 vs.) Joost Janss. Keyzer betaelt d somme van dartich gulden voor
600 geschilderde steentgens gelevert inde wooningen van den Subt. Schout................... (fol. 101.) Lambert Janss. Moles betaelt voor 274 gelycke steentgens ge-
levert op Hasenberch ende inde Ambachtscamer 13 ponden ende 14 schell.................(fol. 101 vs.) 1632—1633. Henrick van Emmerick. betaelt 35 guldens 13 stuvers
8 penn. ter cause hy gemaeekt ende aen de Stadt gelevert heeft twee silvere bussen omme op de borst te dragen voor Dirck Gillissen en Peter Jansen beyde by de Vroetschappe aengenomen tot extraordinaris deser Stadts Booden..............(fol....)
Joost Jansen Keyser betaelt voor geschilderde steentgens inde
wooningen van den Sub*. Schout ende Secretaris elff guldens elff stuvers...................(fol.. ..)
II. 32
|
|||||
— 250 —
|
|||||
Dirck Both glaesschryver betaelt voor een glasch by de Stadt
vereert inde nieuwe huysinge van M1'. Nicolaes Berck 14 gul- dens...................(fol.. . .) Hem noch betaelt 12 guldens voor gelycke glasch vereert inde
huysinge van Jor. Johan van Suylen Heer van der Haer. Jan Stoocker betaelt 12 gulden mede voor een glas vereert
inde huysinge van Do. Swanno..........(fol. . ..) Cornelis Harmansen Booch betaelt 50 guldens voor een groot
Cruysraemt met glasen daer inne deser Stadts Wapens inde huysinge van de heer van Braeckel...........(fol. ...) Jan Gerritsen betaelt 12 guldens voor een glas vereert in de
huysinge van de Commies Leeuwen........(fol.. . .) Dirck Robuertsen betaelt 24 guldens voor een dubbelt glas
vereert int raidthuys der steede Rheenen.......(fol.. ..) Jan Woutersen Glaesmaecker betaelt 12 guldens voor een glas
vereert inde huysunge van Cornelis de Reuver .' . . . (fol.. ..) Jan van Bronkhorsï betaelt gelycke 12 guldens voor een glas
inde huysunge van Dor. Straten vereert.......(fol....) Aert Willemsen van Laeckervelt betaelt d somme van 30
gulden voor t maken van een nieuw vendel voor de Compagnie van den hooftman Leëuwerden, met vlammen van oraigne, blauw, ende wit van de stang aff..............(fol.. ..) Laurens van Ravensteyn betaelt 6 guldens voor dat hy int
nieuw vendel van den hooftman Leeuwarden geschildert heeft een Comperckement met een graefflicke Croon boven t wapen . (fol.. ..) 1633—1634. Francois Eliot betaelt d somme van 46 guldens
daer voor hy met Silvei' beslagen heeft de pedel stock van de Illustre School ende t silver daer toegedaen. |
|||||
— 251 —
|
|||||
Joris Nauwinx tapissier tot Amsterdam betaelt d somme van 45
guldens, bedongen voor de huyr der Tapyten waer mede d Illustre Schoole ten tyde van de Inauguratie verciert is geweest. Lambert Oloffsen kistemaker betaelt d somme van 250 guldens
ter cause hy gemaeckt ende int Illustre Schoole int Cleyn auditorium gestelt heeft aen de oostsyde het gestoelte met allen synen toebe- hooren. Wynand Jacobsen kistemaker betaelt d somme van 240 guldens
daer voor hy gemaeckt gestelt ende gelevert heeft de Professors stoel int andere auditorium van de Illustre school ende voort ebbenhoudt daer off die pedel stock is gedraeyt. Gysbert Petersen glaesmaker betaelt d somme van 25 guldens
mede voor een glas met Stadts Wapen de Heere Cornelis Knyff Raidt deser Stadt vereert in sijne nieuwe huysinge op de Nieuwe Graft. Peter Petersen Glaesmaker betaelt d somme van 12 guldens
mede voor een glasch alsvooren, vereert in de huysinge van den Pre- dicant Brejerus. Willem Jansen van Stoopen betaelt d somme van 12 guldens
mede voor een glasch alsvooren, vereert in de huysinge van den Ontfanger Balthazar de Leeuw. De weduwe van Jan de Rijk ende Gysbrecht Deckers betaelt
d somme van 252 guldens 6 stuvers voor alsulcke armosyne velttey- kens goute canten ende het maken van dyen als syluyden tyde deser aen de nieuw aengekomme officiers ende bevelhebbers der Schutterye hebben gelevert. 1634—1635. Chrispiaen van de Pas de Jonge betaelt 80 gul-
dens hem by de Vroetschap geaccordeert voor de presentatie van |
|||||
— 252 —
|
|||||
veertien figuren ofte Contrefeytsels van den Welgebooren Heere de
Grave van Solms etc.............. (fol. 37.) Willem Versteech yzersnyder betaelt d somme van 125 guldens
hem toegevoecht ter cause hy gesneeden heeft de Stempels van de Staellooden deser Stadt waer mede men de geverffde lakens gewoon is te looden................(fol. 37 vs.) Jan van Diepenhem landtmeeter betaelt 6 guldens voor een
Caerte van de Schenckenschans ende de revieren van de Waell ende Rhyn daer omtrent by hem inder Stadts Secretarye gelevert (fol. 39 vs.) Gerrit van Voorst Beeltsnyder op de Steenwech betaelt 61 gul-
dens 10 stuvers by hem verdient int snyden aen de homey (hamei) voor de Tollensteech poort ende de deur voor de Aelmoseniers Camer. (fol. 84.) Jacob Gerritsen Steenhouwer betaelt d somme van 184 guldens
alse 170 guldens daer voor hy aengenomen ende gelevert heeft de poort voor de Almoseniers Camer ende 14 guldens voor materialen buyten t bestek daer toe gelevert.........(fol. 90.) Agnietgen huysfrouw van Jan van Hensburch betaelt. 8 gul-
dens voor twee steene pylers staende inde Camer der Heeren Pro- fessoren aen de Academie............(fol. 90.) Joost Jansen Keyser betaelt d somme van 48 guldens 8 stuvers
voor alsulcke geschilderde steentgens als hy tyde deser inde Secretarye totten Conrector ende inde huysinge van den Drost op de Vaert heeft gelevert.................(fol. 90 vs.) Jan Gerritsen Glaesschryver betaelt d somme van 24 guldens
voor een dubbelt glas mettet Stadts Wapen vereert inde huysinge van den heere Schepen Jor. Fredrick Ruysch .... (fol. 95.) Cornelis Harmansen Booch Glaesschryver betaelt 20 guldens
voor een glas met Stadts wapen, vereert inde huysinge van den Heere Schepen Mr. Gillis Van der Eggen........(fol. 95.) |
|||||
— 253 —
|
|||||
Jan Gerritsen voornoemt noch betaelt 30 guldens voor een glas
met Stadts wapen vereert inde nieuwe huysinge van den Heere Adriaen Ploos Ridder etc. int Geyn...........(fol. 95.) Hem noch betaelt dsomme van 20 guldens voor een dubbelt
glasch vereert inde huysinge van den Heer Schepen Mr. Dirck de Leeuw................... (fol. 95.) Gerrit Hendriksen van Voorst betaelt Sess guldens voor t
snijden van een Schoorsteenmantel inde voois, wooninge (die voor den Drost aan de Vaart)...........(fol. 99 vs.) Die weduwen van Jan de Ryck ende Gysbert Deckers betaelt
d somme van 182 guldens 18 stuvers voor alsulcke armosyne Velt- teyckens goude canten ende 't maken van dyen als sy luyden tyde deser aen de nieuwe aengecommen officiers ende Bevelhebbers der Schutterye hebben gelevert..........(fol. 106 vs.) Bernard de Visser betaelt voor schilderen ende vergulden van
nieuwe ende oude gerepareerde vendes (vendels) 68 guldens (fol. 108 vs.) 1635 —1636. Willem Verstkech yser snyder betaelt Sess gul-
dens ter cause hy vier ysere Stempels met Stadts Wapen heeft ge- sneeden. Willem Versteech betaelt d somme van 83 guldens 8 st. voor
't Silver ende snyden van twee Segcls voor de academie ende t maecken van eenige teyckeningen. Franchois Elioth Silver Smith betaelt d somme van 45 gulden
11 stuvers voor t faigon ende silver dat gemaeckt is aen de Pedelstock. Dirck Lathouwer Borduerwercker betaelt 24 guldens voor eene
geborduerde beurse totte Segels van de academie. Adriaen Eersten Back betaelt de somme van 14 guldens 7
stuvers voor een copere lessenaer op de Preeckstoel in de Catarijnen |
|||||
— 254 —
|
|||||
kerck Item schoonmaken van de Croon in de raidt Camer met noch
eenige andere instrumentgens totte Globen in de academie. Adriaen Jansen van Schayck betaelt d somme van 180 guldens
voor een Glasch met Stadts Wapen t welck d stadt vereert heeft inde nieuwe kerck tot Montfoort. Jan Gerritsen Glaes schryver betaelt de somme van ioo guldens
voor een glasch by de Stadt vereert in de kerck tot Harmeien. Dirck Both Glaesschryver betaelt de somme van 28 guldens
voor vier glasen met deser Stadts wapen in de huysinge van den heere VAN Nederhorst. Jan Jansen van Baern Glaesmaecker betaelt 12 guldens voor
een glasch mettet Stadts wapen vereert in de huysinge van den heer van Kersbergen. Peter Petersen glaesmaker betaelt de somme van 12 guldens
voor gelycke Glas alsvooren vereert in de huysinge van Lodewyck van Renesse predicant tot Maerssen. Gerrit Deckers betaelt d somme van 102 guldens 5 st. voor
een nieuw velteycken voor den heere Collonel. 1636—1637. Joost Cornelissen Drochsloot betaelt de somme
van 20 gul. ter cause hy op vyff bordekens die in de kercken hangen heeft gestelt met vergulde letters de woorden Psalm. Pmise. Maychgen Jans Borduyrwerkster betaelt d somme van 36 gul-
dens mede voor maken van nieuwe ende repareren van oude Cussens ende wapens daer op te maecken. Claes Cornelissen Damast betaelt de somme van 16 guldens voor
het snyden van de twee palen staende in de Pailemaillebaen (Maliebaan.) Wynant Jacobsen kistemaecker betaelt d somme van 290 gul-
dens, waer voor hem door Stadts Gecommitteerden is aenbestaeyt |
|||||
— 255 —
|
|||||
geweest het maecken van de Promotie stoel staende opt Choor in den
Domkercke by hem conform het besteck opgelevevt. Adriaen van Lobbrechï (ook Adriaen AndriesseN van I.ob-
brecht) betaelt d somme van 490 guldens waer voor hem aenbestaeyt was, ende voor goet opgenomen is seecker schrynwerck in de kata- rynen kerck daer mede t Coor is offgeschut van de kerck. (Dezelfde) kistemaecker betaelt 10 guldens hem toegeleyt voor
buytenwerck dat hy gemaeckt ende gelevert heeft aent offschutsel en de predickstoel in de Catarynen kerck. Joost Jansen Keyser betaelt 21 guldens 7 stuvers 12 penn. voor
sodane geschilderde steentgens als hy aen de Stadt gelevert heeft. FredRick de Visscher betaelt de somme van 31 guldens voor
het maecken van een Nieuw Vendel voor den hooftman Wycker- slooth ende het repareren vant Vendel van den hooftman Doey- ENBURCH. Willem Jansen van der Stoop betaelt d somme van 16 guldens
voor het schilderen vant wapen met een goude Croon daer boven ende laurier Crans rontsomme, in t Nieuw Vendel van den hooftman Wykersloot. 1637—1638. Jan Gerritsen Bronckhorst deser Stadts burger
betaelt d somme van 225 guldens voor 45 Caertgens, by hem gein- venteert van de Belegeringe van Breda. Bai.thasar Floris van Berckenrode landmeeter ende Caerte-
maker betaelt de somme van 18 guldens ende 18 stuvers inde plaets van drie halve goude Nederlandsche ryders voor eene Caerte by hem aen de Vroetschap gepresenteert, ende aengenomen van de belege- ringe der Stadt Breda. Claes Cornelissen van Damast antycq snyder betaelt d somme
|
|||||
— 256 —
|
|||||
van 54 guldens voor het gesneden werck aen de Nieuwe valbrugge
inde Weerdtpoort. Jan Gerritsen Bronckhorst glaesschryver betaelt d somme
van 26 gulden voor een dubbelt doorgaende Glas metter Stadts wa- pen vereert inde huysinge van den Heere Burgermr. Dirck van Velthuysen. Den voornoemden Bronckhorst noch betaelt d somme van 24
guldens mede voor een dubbelt glasch d Heer VAN LiNSCHOTEN in syne huysinge vereert. 163S—1639. Jacob Jacobsen goutsmith betaelt 18 guldens voor
t snyden van eene nieuwe stempel vant groote staell. Wynant Jacobsen kistemaecker betaelt d somme van 54 guldens
daer voor hem was aenbestaeyt door Stadts Gecommittn. t maecken van een Schoorsteenmantel int Salet, het becleeden van drie deur raemten binnen ende buyten, noch drie andere schoorsteenmantels, ende nog elft syden van deurraemten te becleeden. Jan van Bronckhorst glaesmaecker betaelt gelycke 12 guldens
voor een glas met Stadts wapen vereert den Domheer Gerard Both van der Eem in syne wooninge aent Bagynhoff. Denselven noch betaelt gelycke twaelff guldens voor een glas
van Stadts wegen vereert in de huysinge van den Maerschalck des overquartiers deser Provincie Daniel Daubling aen de Nieuwe graft. Ei.izabet Henrick van Malburchs wede. mede betaelt 12 gul-
dens voor een glas by haer man gelevert ende van der Stadts wegen vereert inde huysinge van den heere Reynier van Golsteyn. Dirck Both glaesschryver betaelt de somme van 25 guldens
voor een glas met Stadts wapen vereert ende gestelt in de kercke tot Baern. |
|||||
— 257 —
|
|||||
Cornelis van Malburch glaesschryver betaelt 12 guldens mede
voor een glas van Stads wegen vereert inde huysinge van den domheer Modlard. Herman Booch glaes schryver bet. 12 guldens voor een glas
vereert inde huysinge van Peter Bor Secretaris van den E Gerechte deser Stadt. Wielem van der Stoop glaesmaecker betaelt 18 guldens voor
een glas vereert in de huysinge van Gysbert van der Woerd Sche- pen ende Raidt deser Stadt. Jan Gerritsen van Bronckhorst noch betaelt d somme van
16 guldens mede voor een glas vereert inde huyso. van Andries Van WycK Schepen ende Raidt deser Stadt. Tobias van Steenbergen betaelt d somme van 18 guldens voor
het maecken van een nieuw vendel mette hoos voor den hooftman Boot. Bernard de Visser Schilder betaelt d somme van 14 guldens
voor het schilderen vant voors. vendel. J^39—1640. Jacob Jacobsen betaelt 20 gul. wt saecke hy ge-
sneeden heeft de stempel vandt dubbelt staelloot .... (fol. 45.) Nicolaas van Damast Beeltsnyder betaelt d somme van 172 gul-
dens ter saecke hy gesneedcn heeft het Cronement op de homey van de VVittevrouwenpoort ten beyden syden mette Croon daerop (fol. 89.) Jan van Nyeuwenhoek betaelt de somme van 18 guldens voor
het maecken van een nieuw Vendel voor den hooftman J. J. Bem- mel..................(fol. 117 vs.) Beernard de Visscher Schilder bet. d somme van 52 guldens
voor 't schilderen vant voors. vendel mitsgaders t vergulden ende beschil- deren der gerepareerde vendels van de hooftmannen Doeyenburch ende DE Leeuw...............(fol. 118.J
II- 33
|
|||||
— 258 —
|
|||||
1640—1641. Wynand Jacobsen kistemaecker betaelt d somme
van 42 guldens daer voor hy aengenomen ende opgelevert heeft de materialen ende het pylerwerck boven t vertreck gemaeckt in dei- Stads Secretarye. Geurt Jansen Schilthouwer Glaesmaecker woonende tot Mont-
foort betaelt d somme van 12 gul. voor een dubbelt glas met deser Stadts wapen vereert inde huysinge van den maerschalck Johan van Mansvelt aldaer. Andries Gerritsen glaesmaecker betaelt gelycke 12 guldens
mede voor een glas met deser Stadts wapens vereert J°r, Louys DE Renesse heere van Blyenburch op syne huysinge in Jutphaes gent. thuys te Gent. Dirck Both glaesschryver betaelt d somme van 24 gul. voor een
glas metter Stadts wapenen vereert inde nieuw getimmerde huysinge van den Ed. heere van Stavenisse in Jutphaes. Wessel Gerritsen Glaesschryver betaelt d somme van 23 gul-
dens mede voor een dubbelt glas metter Stadts wapenen vereert inde huysinge van den heere Out Burgermr. Arent Toeyt opt Marien- kerckhoff. Willem van der Stoop Glaesschryver betaelt 24 gulden voor
een dubbelt glas mette Stads wapenen vereert in de nieuw getim- merde huysinge van de heer van Stavenisse op de Grift. Jan Aertsen van Marienhoeft mede glaesschryver betaelt
d somme van twaelff guldens voor een glas metter Stadts wapen ver- eert inde huysinge van den raidsheer HorNHOVius inde Botterstraet. Frederik de Visser betaelt 20 guldens alse 17 gul. voor tmaecken
van een nieuw vendel van de hooftman Wttenwael ende 3 gl. voor reperatie van een vendel. Beernt de Visser betaelt de somme van 14 guldens voor dat
|
|||||
— 259 —
|
|||||
hy int nieuw vendel van den hooftman Wttenwael een goude leeuw
heeft geschildert. 1641—1642. Johan Lentinck landmeeter betaelt 10 guldens
voor het copieren van twee caerten ten dienste van de Stadt d eene verthonende den Rhyn ende Waelstroom mette Cribbingen ridsingen ende Grienten by Schenckenschans, d' ander den Rhyn ende Ysel- stroom bij Malburch ende Yseloort. Den voornoemden Lentinck noch bet. 20 gulden 5 stuvers voor
vacatien int offmeeten van de Oudemunsters-trans als mede verschey- den Caertgens daer van gemaeckt oock voor het offmeten vant erff buyten tollensteech geweest synde d eerste houtplaets. Item noch betaelt d somme van 38 guldens 10 stuvers voor va
catien ende caerten int offmeeten van de Gortsteech de grondt van Stadthuys als mede het erff buiten die Weerdpoort op den hoeck vant Cingel.................(fol. 41.) Jacob van der Meer Coperslager betaelt d somme van 29 gul-
dens 10 stuvers voor reparatie aen de Croon inde Stadts raidcamer ende een Copere werelt opt toornken van de Astronomische specu latien...................(fol. 96.) Jacob van Snf.llenberch betaelt voor acht ysere spitsen boven
aen de stangen van de vendels met acht doppen onder aen de stan- gen mitsgs. t maken van patroonen omme de Copere knoopen na te gieten tesamen 22 guldens 2 st.........(fol. 108 vs.) 1642—1643. Jan van Hoboocken betaelt voort maken van Ses
tapyte kusaenbladen met Stadts wapen omme int schuytgen te ge- bruycken 30 guldens..............(fol. 34.) Jacob Michielsen betaelt d somme van 24 guldens voor een
|
|||||
— 260 —
|
|||||
glas met stadts wapen vereert inde huysinge van Mr. Gillis van der
Eggen oud Schepen ende raidt deser Stadt.....(fol. 34 vs.) Dirck Both Glaesmaecker 15 guldens mede voor een glas met
Stadts wapen vereert inde huysinge Drakesteyn . . . (fol. 34 vs.) Jan van Bronckhorst betaelt de somme van 24 guldens voor
een dubbelt glas met deser Stadts wapen vereert inde huysinge van den Heere oud Borgermr. Jor, Frederick Ruysch . . . (fol. 35.) Lucas van Voorst betaelt d somme van 37 guldens 19 stuvers
voor Ses nieuwe silvere lepels met Stadts wapen vereert van Stadts wegen int martens gasthuys buyten de Weerde .... (fol. 38.) Nicolaas van Damast beeldsnyder betaelt d somme van
230 guldens voor dat hy gesneden heeft twee Leeuwen, Stads wapen met een Croon, twe krommers met Trofeen ende twee kerbeels met geweer enz. aen de nieuw gemaeckte homey voor de Weert- poort...................(fol. 92.) Lodewvck Jansen Duveniioff betaelt d Somme van 170 guldens
daer voor hy gemaeckt ende gelevert heeft seecker nieuw gestoelt inde kerck opde Vaert, voor de regierders deser Stadt mitsgaders het sloot ende yserwerck aende deur. (Hier onder staat:)
Is geaccordeert op 140 gl...........(fol. 105.)
Antonis Goyertsen betaelt d Somme van 16 guldens 10 stuvers
voor draeywerck van ronde Clooten op den toorn vant Stadthuys hamersteelen ende hantvatten aen bellen by hem voor de Stadt gedraeyt ende gelevert............. (fol. 91.) 1643—f644. Roeloff van Culemborch betaelt d somme van
244 guldens 16 stuvers alse 150 guldens voor t snyden vande munt- stempel mitsgaders ander yserwerck hamer ende Block omme mede |
|||||
— 261 —
|
|||||
te slaen die vereer penn. voor de studenten die alhier worden gepro-
moveert ende 88 guldens n stuvers voor vyff goude penn. wegende te samen twee oneen een fierling met noch Ses guldens vyff stuvers voor t munten der selver penningen. Hem noch betaelt d somme van 224 gul. 17 stuvers alse 209 gul-
dens 17 stuvers voor twaelff promotie penn. van ducaten gout, wegende vier oneen vyfthien engels twaelff asen d'once tot 43 gl. ende 15 gul- dens voor t munten vandyen alse van yder 25 st. Den voornoemden Culemborch noch betaelt d somme van 125 gul-
dens voor vyftich silvere penningen niette vs. stempel geslagen onder de heeren Schout Borgermr. Vroetschap Schepenen Secretarissen ende hare substituten enz. gedistribueert t Stuck tot twee guldens ende thien stuvers..............(fol. 35 en 36.) Peter van dë Poell Passementwercker op de Gansmerckt be-
taelt 11 gul. voor 10 ellen dicke geclosse liskoort van karmosyn root ende Silver mettet knoopwerek daer toe, totte medalles die men de gepromoveerde studenten omhangt........(fol. 81 vs.) Adriaen Andriesen van Lobbrecht betaelt d Somme van
80 guldens ende 15 stuvers voort maecken van een groote schoor- steenmantel inde raidcamer meest van wagenschot, 75 solder-veeren, ende t maken van modellen voor de steenhouwers. . . (fol. 99 vs.) Henrick Aertsen en Jan Henricksen stadts timmerman betaelt
de somme van 3roo guldens daer voor syl. van de Gecommitteerden hebben aengenomen te maecken het houtwerek vant nieuw gemaeckte auditorium boven t pandt van den Dom.......(fol. 101.) Antonis van WickeNborCH spaense stoelmaecker betaelt d somme
van 367 guldens voor 27 spaense stoelen met vergulde nagels daer onder drie met arirdeunen staende inde raidcamer, item 12 pruysleere stoelen met vergulde nagels met roosgens op de Leunen van stadts |
|||||
— 262 —
|
|||||
wegen vereert int dolhuys ende noch twee rode pruys leere stoelen
inde Bibliotheecque staande...........(fol. lol.)
Elias van Hoboocken betaelt de somme vao 12 guldens 14 sts.
voor hout draywerck alse pinnen om de Stadt trompers rocken aen te hangen, eycken stylen, speelstucken ende materialen tottet Beyer- werck opt stadlhuys.............(fol. IOI vs.) Ct.aks van Damast betaelt 36 guldens 10 stuvers voor snyden
van een vaes met knorren aent gestoelt inden dom het Croonement Saters kop ende Snakery met festonnen aen de Schoorsteenmantel ende twee vaesgens met Looffwerck inde raidcamer . (fol. 102 vs.) Jacob Murer plaesteraer betaelt d somme van 275 guldens daer
voor hem aenbestneyt is ende hy aengenomen hoeft het plaeysteren vande Solder inder heeren raidcamer volgens seecker model daer van gemaeckt..................(fol. 114.) Ewobt Bokn Glaesmaecker betaelt d Somme van 43 gul. 2 stuvers
8 penningen voor drie formen met glasen yder houdende 49^ voet de voet tot vyff stuvers item twee ovalen in yder Form met stadts wapen yder tot eene gulden..........(fol. 119 vs.) Willem van der Stoop glaesmaecker betaelt d somme van 24
guldens voor een dubbelt glas met stadts wapen vereert in de huysinge. vanden rentmr. vande Domeynen Mr. Joannes Heurnius (fol. 120 vs.) 1644—1645. Rokloff van Culemborcii betaelt d Somme van
153 guldens 9 stuvers ende 8 penn. voor acht goude promotie penn. van ducaten gout..............(fol. 41 vs.) Michiel DE Bruyn van Berendrecht betaelt d somme van 78
guldens ro stuvers voor twaelff silvere lepelen van Stadts wegen int weeshuys vereert..............(fol. 41 vs.) |
|||||
— 263 —
|
|||||
Jacob Jacobsen wapensnyder betaelt 5 guldens 16 stuvers voor
snyden van 19 stempels op het Segelhuys ...... (fol. 42.) Herman Booch glaesschryver betaelt 7 guldens voor t maecken
van een teeckeninge van de nieuwe gevel aen den hoeck van de tim- meringe aent Stadthuys............(fol. 45 vs.) Peter Adriaensen t Hooft betaelt 7 gulden 14 stuvers voor drie
teeckeningen gemaeckt van steene pompen door ordre van de Hee- ren...................(fol. 45 vs ) Jan Hendricksen timmerman betaelt d somme van 21 guldens
10 stuvers voor t maecken van verscheyden bestecken ende grondteyc- keningen inde wooninge van den rector van Hieronimi school (fol. 46 vs.) Pauls Ruysch landtmeeter betaelt d somme van 319 guldens
10 stuvers voor t geene hy verdient heeft int meten van verscheyden
partyen voor de Stadt............(fol. 46 vs.) Nicolaes van Damast antycq Snyder betaelt d somme van
66 guldens 7 stuvers voor snyden vande sleutels onder de balken vant Stadthuys ende ander werck...........(fol. 106.) Henrick Airtsen Struys betaelt d somme van 567 guldens
11 stuvers 8 penn. voor vacatien ende tgeene hy gelevert ende ge-
teeckent heeft int ordonneren vande tirameringe ende metselrye van het Stadthuys ende t nieuw gemetselde auditorium aende Aca- demie..................(fol. 114 vs.) Joannes Kerstens (Agnirtgen Dareth noch bchandicht 15 gul-
dens omme daer mede te betalen) beeltsnyder t Amersfoort voort boet- seren van Stadts Wapen mette Croon Leeuw Festoenen ende cleeden tot een patroon aende nieuwe tirameringe aen t Stadhuys (fol. 115.) Daniel Hilbrantsen Steenhouder betaelt d somme van 90 gul-
dens 10 stuvers voor vacatien ende teekcningen dienende tot model- len vant hardsteene getimmer aent Stadthuys . . , (fol. 115 vs.) |
|||||
— 264 —
|
|||||
Johan van Bylart Schilder betaelt d somme van 70 guldens
voor een ysere Stoff (in de volgende post wordt gesproken van »de voors. Stooff in Hieronimi School") bij den rendant van hem voor de Stadt gecoft...... . •.......(fol. 124.) Jan Dop Copergieter betaelt 15 guldens voor een coperen erm
met twee candelaers op de predickstoel inde Catarynenkerk (fol. 125.) Geurt Schilthouwer betaelt de somme van 20 guldens voor
een glas met Stadts wapen vereert inde wooninge van Jor. God- SCHALCK Halma Maerschalck van Montfoort in syne wooninge aldaer...................(fol. 128.) Antonis Leeuw glaesmaecker betaelt d somme van 20 guldens
voor een glas met Stadts wapen vereert inde huysing vanden Adt. Johan van der Meer achter den Dom bij den Trans. (fol. 128 vs.) Macksmeijaen van der Gucht Rek. i644/45. Noch betaelt
d somme van 3450 guldens voor 345 tapyt tegcns 10 guldens d el hangende in de raitcamer...........(fol. 84 vs.) (......gerestitueert Ses guldens als verschoten voor een Wagen-
vracht, die de tapyten van Delft hier hebben gebrocht omme die tot
een proeff inde raidcamer optehangen. Zie i643/44 fol. 74-) In de acquiten wordt gevonden eene «Memorie vande lengte
hooghte ende breete der tapeten inde raedscamer der Stadt Utrecht", waar de tapijten beschreven worden als volgt: het stuck tapets met het wilt verken, lg. 9!, hg. of diep 6^ el en een half vierendeel; het stuck met den ruyter, lg. 8}, hg. of dp. 64, el en een half vierend.; het stuck met het peerdt, lg. 8j-, hg. of dp. 6£ el en een half vierend.; het stuck met de patrishondt, lg. 9], hg. of dp. 61, el en een half vierend.; het stuck met het hart, lg. 6, hg. 6£ en een half vierend.; het stuck onder de vensters, lg. 13 el en iJj vierend., hg. of dp. 2\ el en een zestier.de deel; de drie stucken aen borstweeringh syn yder |
|||||
— 265 —
|
|||||
breet 3 el en lig. 4{ el; en voor de drie stucken 38^ ellen. Somma
van alle de stucken 345 ellen. Deze Memorie is voor ontvangst geteekend door Macksmeljaen
VAN DER GüCHT. 1645—1646. Jacob Jacobsen van Dort betaelt d somme van
70 guldens voor het snyden van drie stempels daer mede de wolle- laecken worden geteekent. Tobias van Hoboocken Constich-drayer betaelt 9 guldens 4 stu-
vers voor alsulck werck als hy tot stadts behoeff gedraeyt ende ge- levert heeft. Dikck Goyertsen van Wieckenbürch (stads smith) noch betaelt
52 guldens 10 stuvers 8 penn. voor yserwerck gelevert aen de pomp aen Vreburch. Nomyn Willems van Hoi.steyn bet. d somme van 62 guldens
voor twee copere becken aende pomp by Vreeburg swaer 62 pont yder pont tot 20 stuvers. Philippus Swinden glaesmaecker betaelt 87 guldens voor het
vernieuwen van de glasen inde Maillebaens wooning, mitsg. die te repareren ende wapens daer inne te leveren, item reparatie op de Wittevrouwen poort. Jan van Baern betaelt d somme van 20 guldens voor een glas
met stadts wapen vereert opde ridderhoffstee Amerongen. 1646—1647. JAN Ter Brug int Gasteel van Antwerpen betaelt
de somme van 38 guldens 19 stuvers voor t geene aldaer is verteert by Dirck Verdelft die de marmore Schoorsteenmantel int grootste stuck vant nieuw getimmer heeft gelevert, gedurende d selve mantel worden gestelt. (Vgl. ommezijde.) II. 34
|
|||||
— 266 —
|
|||||
Jan van Hoboocken betaelt d somme van 408 guldens voor
41 tapyten kussen bladen int nieuw getimmer daer onder een voor den Drost op de Vaert. N. Bronckhorst schilder betaelt 24 guldens voor het teykenen
van vier patronen daer naer de voors. kussens syn gewerckt. Peter van Wyck betaelt d somme van 24 guldens voor een
Ebbelyst om een schildery van de Heer Werckhoven syn E vereert voor dat hy syne schilderyen int Stadthuys heeft geleent als syne hoocheyt den Heere Prince van Oranien als Stadlhouder deser provin- cie was ingeleyt ende opt Stadthuys getracteert worde. Claes van Damast betaelt de somme van 33 guldens voor het
snyden vant gebynt aende valbrug vande Catarynen poort ende negen roosen inde Galery vande wooninge vande Secretaris deser Stadt. Dirck Adriaensbn van Delft betaelt d somme van 643 gul-
dens voor de marmore schoorsteenmantel ende pylers mette oncosten vande kas ende inpacken, gestelt int groot nieuw getimmer. (Dezelfde die op de vorige bladz. DlRCK Verdelft genoemd is.) Cornelis van Mander betaelt 18 guldens voor boetseren van
twee coppen van potaerde aende pomp op Vreeburg, item het snyden van twee coppen van hout ende tekenen van drie schoorsteenmantels. No.myn Wiu.emsen van Holsteyn betaelt d somme van 57 gul-
dens voor vyff copere ringen inde marmore schoorsteenmantel yder tot g gl. ende drie totten Secretaris t stuck tot 6 gulden. Beernt Bol silver smith betaelt 25 guldens voor het versnyden
van Ses coopere handringen aende voors. Schoorsteen. 1647—1648. Herman Saftleven Schilder betaelt d somme van
150 gul. hem vereert voor de exemplaren vande offteyckeninge deser Stadt by hem gedaen ende in plaet wtgegeven .... (fol. 51.) |
|||||
— 267 —
|
|||||
Joost van Attevelt betaelt d somme van 36 guldens ter saecke
hy geteeckent heeft seecker oud glas ten Duytschenhuys waer inne staet de groote Banier der Stadt Utrecht ende tselve op franchyn ge- schildert oock geconcipiereert. Item noch in franchyn heeft geschil- dert de vier oversten deser Stadt met silvere kovelen, daer boven stont een St. Marten...............(fol. 51 vs.) Balthasar Lobe Landmeeter betaelt de somme van 28 guldens
16 stuvers voor vacatien opt sandpadt tusschen dese Stadt ende de Vaert gemaeckt met meeten ende caerteren .... (fol. 56 vs.) Jacob van Oosten tapytwercker bet. 31 guldens 10 st. voor 8
wapentgens van Sayet op Cussens yder tot 20 st. ende 15 wapentgens van Syde yder tot 42 st. Hieronder eene aanteekening: »acht gl. syn gebrocht op de
37 roll.".................(fol. 96 vs.) Adriaen van Oort betaelt d somme van 44 guldens 11 stuyvers
voor geschilderde steentgens in de wooninge van den Subt. Schout gelevert.................(fol. 120 vs.) Dirck Both glaesschryver betaelt d somme van 29 gul. voor
een dubbelt glas met Stadts wapen vereert inde huysinge van den WelEd: Gerard van Rheede Heere tot Draeckesteyn alhier (fol. 132.) Jan van Baern Glaesmaecker betaelt d somme van 32 guldens
voor twee dubbelde glasen met stadts wapen van stadts wegen ver- eert Henrick Pieck van Wollifsweert heer van Muyswinckel, Hoencop ende Hemsteede In syn nieuw gebouw op Hemstede (fol. 132 vs.) Bernard de Visser betaelt de Somme van 31 guldens voor schil-
deren ende vergulden der voors. twee vendels met stadts wapen met een goude leeuw ende goude Crans.......(fol. 143 vs.) 1648—1649. Roüloff van Cuylemborch betaelt d somme van
|
|||||
— 268 —
|
|||||
30 guldens ende 8 stuvers voor silver ende snyden van een nieuw
stadts Signet In plaets vant vermiste.......(fol. 42 vs.) Item noch betaelt d somme van 173 gul. voor snyden van twee
stempels mettet wapen van de Academie daer toe noch een instru- ment off schroeff omme den penning net aen te prenten (fol. 42 vs.) (Voorts voor promitie penningen aan denzelfden nog f 470.)
Agnietgen van Vei.thuysen betaelt d somme van 63 guldens
9 stuver voor tvvaelff silvere lepelen mettet taicon van Stadts wegen vereert int Anthonis Gasthuys. Noch bet. voor 6 silvere lepels mettet faycon vereert int Martens
Gasthuys 39 gul. 5 st..............(fol. 44.) Corn. Danckertsen landmeeter ende fabrycq der stadt Amster-
dam, alhier van stadts wegen beschreven omme te adviseren over t werck van de Wittevrouwen poort........(fol. 75.) Samuel Petersen kistemaecker betaelt d somme van 175 guldens,
daer voor hy aengenomen heeft gehadt tmaecken van de Lyst inde raet Ca- mer daer de Tapeten aen hangen ende thout daer toe gelevert (fol. 104VS.) Henrick Aertsen Struys betaelt de somme van 170 guldens
hem by accoort toegeleyt voor de grontteeckeningen ende modellen vande Wittevrouwenpoort...........(fol. 107 vs.) (Aan denzelfden wordt in de rek. i649/50 voor die werkzaam-
heden bovendien nog toegelegd f 782.) Adriaen van Oort betaelt d somme van 14 guldens 8 stuvers
ende 8 penn. voor geschilderde witte steentgens by hem tot stadts behoeff gelevert...............(fol. 110.) Thomas Lambertsen Glaesschryver betaelt d somme van 12 gul-
dens voor een glas met deser stadts wapens vereert Aernt van Wyn- bergen raedt der stad Amersfoort in syn speelhuys buyten Amers- foort getimmert..............(fol. 121 vs.) |
|||||
— 269 —
|
|||||
Jan Wouter sen Kurff glasemaker betaelt 15 gulden voor een
glas met stadts wapen vereert inde huysing van Anthonis van Berck..................(fol. 122.) Jan Dop Copergieter betaelt de somme van 340 guldens ende
7 stuvers voor een nieuwe Copere Croon hangende inde Catarynen- kerck...................(fol. 122.) 1649—1650. Jacob Jacobsen betaelt d Somme van 36 guldens
voor het snyden van het groot Utrechts dubbel staell loot (fol. 43 vs.) Joost van Atteveld betaelt d somme van 30 guldens 6 st. voor
dat hy tot stadts behoeff geteeckent heeft vier deser stadts groote segelen, — 21 segelen der Gilden, 19 van eenen ouden brieff met verscheyden segelen van Bisschoppen, Heeren van Montfoort, Goy ende Brederode ende meer andere.........(fol. 47.) Jan van Hoboocken betaelt 9 gul. ende dat voor 12 Utrecht-
sche Wapens op Sitcussens voor de stadt. Item noch betaelt voor twee kussenbladen tot stadts behoeff ge-
maeckt acht guldens............. . (fol. 82.) N. Gravesant Fabryck der stadt Leyden betaelt d somme van
277 gul. voor vacatien reys en Teercosten mitsgs. offteyckeningen van de te maken Wittevrouwenpoort, als synde versocht hier te commen om syn advys te hooren.............(fol. 99.) Nicolaes van Damast antycksnyder betaelt 12 gulden 8 sts.
voor snyden van twee leeuwen die stadts wapen hielden potten, kor- toesen, kapiteelen enz. aent model vande Wittevrouwenpoort (fol. 99.) Noch hem betaelt d somme van 17 guldens ende 14 stuvers voor
vijff sleutels in de galery totte Secret, oock het snyden van eenige snakeryen in de fries inde raetcamer enz.......(fol. 100.) Jor. Dirck Ruysch raet inde" Vroetschap deser stadt is vereert
|
|||||
— 270 —
|
|||||||||
met een Stadts glas in syn Ed. huysinge aende Magdalenenbrug daer
voor betaelt aen Evvout Born 30 gul........(fol. 115.) |
|||||||||
HENDRIK AVERGAMP.
|
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer Dr. J. Van Vloten, te Haarlem).
|
|||||||||
ER aanvulling der belangrijke mededeelingen door
Mr. Nanninga Uitterdijk , omtrent wijlen onzen kunstvaardigen geboorte- en woonstadgenoot, in een vorig nommer van dit A v c h i e f geplaatst, kan ik, als daar onvermeld gebleven 16e schilderstukjen van zijn penseel, op het wintergezichtjen met schaatsenrijders verwijzen,(br.o.6om.,h.o.2om.), dat sedert een goede twee jaar in mijn eigen bezit is, en door den Heer Hopman te Am- sterdam toen voor mij, op een veiling in den Brakken Grond, ge- kocht werd. Het geeft het uitzicht op een bevroren water, in 't verschiet een brug en daarachter een paar kerken en torens, op den voorgrond aan weerszijden wat huizen, en aan eiken kant een houten molen. |
|||||||||
— 271 —
|
|||||
Dat de moeder van den schilder, met haar voogd uit Coesfelt,
uit Antwerpen zou herkomstig zijn, komt mij minder waarschijnlijk voor; waarschijnlijk heette zij ook Peters (of liever Petersd*., ge- lijk men bl. 204 wel voor Petersz. zal moeten lezen), omdat haar vader Peter heette (gelijk haar broeder dan ook Claes PETERSz(oon) genoemd wordt). Ook haars mans toenaam Avercamp (Ho 11. Overkamp) wijst op
Nedersaksen. Dat die man Jacob Peters, anders genoemd Jacob Jacobsz., van Antwerpen, in 1602 in zijn pestziekte ter zij stond, wijst zoo min voor hem — als medicijnmeester — op eenige verwant- schap , als voor dominee Naeranus , die daar mede tegenwoordig was; intusschen kan hij een broer van haar geweest zijn, die naar Antwerpen getrokken, daar gehuwd was, en haar later te Kampen bezocht. Doch van waar zijn tweede naam Jacobsz.? — De Antwer- per schildersfamilie Peeters (gelijk zich Jan en Bonaventura beiden schreven) zal wel een andere zijn, al was er ook een uitgever Jacob van dien toenaam, die o. a. in 1684 het Theatrum Pictorum uitgaf. Nasporingen in de Antwerpsche arehieven zouden daaromtrent
echter het best tot volkomen zekerheid kunnen brengen. |
|||||
— 272 —
|
|||||||
SCHILDERS, DIE TE AMSTERDAM POORTERS ZIJN
GEWORDEN ÏUSSCHEN DE JAREN 1584 en 1605.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Dr. P. SCHELTEMA , Archivaris van de
Provincie Noord-Holland en der Hoofdstad.) CIITER mijne R e d e v o e r i n g o v e r R E M B R A N d deed
ik in Bijlage 17, blz. 67 uit het Register der gekochte poorters te Amsterdam, of van hen, die hier het poor- terregt gekocht hebben, van 7 Maart 1636 tot 14 Fe- bruarij 1652, en uit het Register der behuwde poorters of van hen, die door een huwelijk met eene poor- teres of poortersdochter dit regt verkregen hebben, van 10 No- vember 1648 tot 14 Februarij 1655, eene opgave van de schilders, die tusschen de jaren 1636 en 1655 hier poorters zijn geworden. Daarna gaf ik in het vierde deel van mijn werk Aemstels Oud- heid ofGedenkwaardigheden van Amsterdam, blz. 59 een vervolg daarop door eene mededeeling van de namen der schilders , die sedert 1655 tot 1700 hier, als poorters, zijn ingeschreven in de negen volgende poorterboeken. Deze lijst is nog door mij vervolgd in het vijfde deel van hetzelfde werk, blz. 65, met de namen der schilders, die in de eerste helft der achttiende eeuw poorters te Amsterdam zijn geworden, getrokken uit de Amsterdamsche poorterboeken van 1700 tot 175°i e'f ul getal. Van de vroegere poorlerboeken |
|||||||
— 273 —
|
|||||||
dezer stad is alleen nog over het tweede deel of Lr. B., loopende
van i Februari) 1584 tot 12 Januarij 1605, daar de banden Lr., A, C, D en F in het gemeente-archief ontbreken. Ik geloof daarom aan de beoefenaars der geschiedenis van de
schilders en schilderkunst geen ondienst te doen met ook de namen der kunstenaars op te geven, die in boek Lr. B vermeld staan. Met deze opgave toch, gevoegd bij de vroeger door mij medegedeelde lijsten, ontvangt men een volledig overzigt van de schilders, die te Amsterdam het poorterregt hebben bezeten tot 1750, in welk jaar de boeken van het Sint Lucas- of schildersgild, in het gemeente-archief aanwezig, eerst aanvangen. Mijne verschillende opgaven, te zamen genomen, kunnen der-
halve eenigzins aanvullen, wat ons door het gemis der oudste boeken van het Sint Lucas-gild ontbreekt, als bevattende eene doorloopende lijst der Amsterdamsche schilders van 1584 tot 1750. Poorter boek B.
Blz. 15, 18 Februarij 1586. Christiaen Cülijn, schilder, van
Mechelen. 1) Blz. 20, 24 Junij 1586. Franchois, de schilder, van Antwerpen.
Blz. 20, 24 Junij 1586. Cornelis Ruts van Antwerpen, schilder. Blz. 31. 19 Junij 1587. HUYBRECHT WlLLEMSZ. VAN DE WEYER,
schilder. Blz. 70, 12 December 1589. Geus Conget, schilder, van Ant-
werpen, Blz. 81 keerz., 13 September 1590. NlCOLAES DE VOGELAER,
schilder. |
|||||||
1) Denkelijk was liij de vader van David Colijns , die iu de tweede helft der
zeventiende eeuw te Amsterdam gebloeid heelt. H. 35
|
|||||||
— 274 —
|
|||||||
Blz. 88, 8 Maart 1591. Philips VlNCKBOONS, schilder, van
Mechelen. Blz. 93 keerz., 1 Julij 1591. PlETER Scraven van Mechelen,
schilder. Blz. 96 keerz., 31 Augustus 1591. PlETER van Remers, schilder.
Blz. 98 keerz., 15 October 1591. Jaques Marcijs, schilder, van
Antwerpen. Blz. 98 keerz., 15 October 1591. Jaques Savery van Cortrijck,
schilder 1). Blz. 99, 21 October 1591. Anthonie van de Velde, schilder
(van Antwerpen). Blz. 99, 24 October 1591. Henrick de Keyser, beeltsnijder,
van Utrecht. Blz. 100, 31 October 1591. Abraham Bloemert van Utrecht, 2)
schilder. Blz. 100, 4 November 1591. Jaques Bols. schilder, van
Mechelen. 3) Blz. 114, 16 Julij 1592. Vrederick Hendricsz. van der
Horst, schilder. Blz. 116, 26 Augustus 1592. Jan le Mer van Dornick, schilder.
Blz. 141, keerz., 22 April 1594. Hans Rem van Antwerpen. 4)
Blz. 143, 20 Junij 1594. Hans Mulder, schilder, uyt het lant
van Henegouwen. |
|||||||
1) Hij was de vader van den vermaarden schilder Roeland Saveiiy.
2) Volgens Immebzeel in zijn werk over de levens der Hollandsche on
Vlaamsche kunstschilders D. 1. blz. 60, zou hij te Goriuchem geboren zijn. 3) Waarschijnlijk was hij een zoon van Jan Bol, in 1534 te Mechelen geboren
en in 1593 te Amsterdam overleden. 4) In de Rapiamus der Thesaurieren van 1594 staat hij onder de gekochte
poorters, als schilder opgegeveu. |
|||||||
— 275 —
|
|||||||
Blz. 177, 22 Augustus 1596. David de Meyne van Maestricht,
schilder. Blz. 183 keerz., 22 April 1597. Gillis van Comploo van Ant-
werpen, schilder. Blz. 189, 6 Junij 1597. Hendrïck Claesz. van Mechelen, schilder.
Blz. 207, 28 December 1598. ïobias VRANCK van Engelandt,
schilder. Blz. 212 keerz., 8 Junij 1599. Pieter Sijbrantsz. uyt Vrieslandt,
schilder. Blz. 224 keerz., 22 Junij 1600. Willem Jansz. van Embden,
schilder. Blz. 230, 12 Februarij 1601. Nicolaes DE Coninck van Ant-
werpen, schilder. Blz. 266, 13 Mei 1603. Hans Pieters van Mechelen, schilder.
Blz. 275 keerz., 17 Januarij 1604. Pieter Centen van Axsel,
beeltsnijder. Blz. 276 keerz., 14 Februarij 1604. Pauwels Vredeman de
Vries van Antwerpen, schilder. 1) Blz. 281 keerz., 6 April 1604. Aert Anthonisz. van Antwerpen,
schilder. Blz. 294, 23 October 1604. Hendrïck Helmersz. van Embden,
schilder. Blz. 294 keerz., 4 November 1604. Isaac Cornelisz. van Beau-
mont, plaetsnijder. |
|||||||
1) Immebzeel zegt verkeerdelijk D. III, blz. 210, dat hij reeds in 1598 over
leden iü.
|
|||||||
— 276 —
|
||||||
DE SCHILDER BERNARD VOLLENHOVE.
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Nanninga Uitterdijk , Archivaris
van Kampen). EN beweert dat er een zekere Herman Van
Voelenhovk zou hebben bestaan, een kunst- schilder, te Kampen geboren, die in den aanvang der 17e eeuw in Utrecht zou werkzaam ge- weest zijn. In 1873 hebben de adviseurs voor de monu-
menten van geschiedenis en kunst dan ook uit de collectie D. van der Kellen een schilderij aangekocht, thans berustende in 't Neder- landsch Museum op de Prinsengracht te 'sHage, waarop stond: Heri A. Vollenhouf a°. 1612 in wtrec, 't welk echter een onbeduidend stuk is, doch voor een werk van dezen doorgaat. Toen ik in 1875 in de door den heer Van Doorninck en mij
uitgegevene Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel een opstel plaatste over het S'. Lucas gilde te Kampen, schreef ik (dl. II blz. 54) o. a.: »Onbekend is het rnij krachtens welken titel BeRNARdus Voixenhove, schulte van Kamperveen, in 1672 als gilde- meester van het St. 1 ucasgilde te Kampen voorkomt, en het is zeker een opmerkelijk verschijnsel dat iemand, geplaatst in die betrekking, niet alleen in het gilde was opgenomen, maar zelfs deel van het be- stuur uitmaakte. Is hij misschien een verdienstelijk schilder geweest f" • Eenigen tijd later kocht ik op eene verkooping eene schilderij, die mij het antwoord op deze vraag gaf. Het is eene schilderij op doek, breed 0.96 met., hoog 1.23 meter. Een jong mensch van mis- |
||||||
— 277 —
|
|||||
schien twintig jaren', met blozend gelaat en heldere oogen, een
groen fluweelen muts met breeden rand van bont op het hoofd, gekleed in een wit hemd, waarover een lijf van bont waardoor zijne armen steken, in paarsch fluweel gehuld, zit bij een tafel, gedekt met een donker purperen tafelkleed, het gelaat naar links gewend, aandachtig in een boek te studeeren. Op de tafel staat een brandende kaars, door het licht waarvan
hij wordt beschenen. Verder ziet men op de tafel een inktpot, een zandlooper, een doodshoofd, onderscheidene boeken enz. Een papier dat afhangt van de tafel geeft het volgende te lezen:
Olim meninisse juvabit. Arnoldo Vollbnhovio J. F. nato 26 April is Ao. 1661 Dedit Bernardus Voi.t.enhovius A. F. P ie tor. We hebben hier dus eene schilderij van Bernard VOLLENHOVE A(rnoldi) F(ilius) den schout van Kamperveen. De figuur is flink en krachtig geschilderd, vooral 't gelaat is vol uitdrukking en goed van kleur, terwijl ook 't bijwerk met smaak en kunstig is afgewerkt. We zien uit de schilderij dat Bernard Vollenhove een zeer goed schilder was, en 't dekenschap van 't St. Lucasgilde waard. Arnoldus Vollenhovius J(OHANNIS) F(ilius) aan wien de
schilder zijne schilderij opdroeg, was een neef van hem en is zeer waarschijnlijk op de schilderij afgebeeld. Deze was later klerk der Provincie Overijssel en ontvanger der havenaccijnsen ; hij werd geboren 26 April 1661 en overleed 7 Juni 1721. Bernard Vollenhove, de schilder en schout van Kamperveen,
|
|||||
— 278 —
|
|||||||||||||||||
was een zoon van Dr. Arnoldus Vollenhove , burgemeester van
Vollenhove en van Gesina Alten; hij werd in 1633 geboren en huwde i°. Hendrina Krul en 2». in 1670 Elisabeth Braam f 1695; zijn sterfjaar ken ik niet. Volgend door mij uit bescheiden opgemaakt genealogisch tabel-
letje, doet des schilders verwantschap zien : JOIIANNES / ANTONIUS VOLLENHOVE,
Vollenhove, | t 9 Vee. 1680.
|
|||||||||||||||||
Arnoldus Vollenhove,
deafgebeelde, geb. 26 Apr. 1661, overl. 7 Juni
1721.
Cornelia Vollenhove , geb. 1672 f 1707.
Anna Margaretha Vol- lenhove, geb. 1679. Pieternella Vollenhove, geb. 1681.
Elisabeth Vollenhove , geb. 1664 f m°-
I (ENl irina Vollenhove , geb. 1667 t 1707.
huwt Jacob Veen e. |
|||||||||||||||||
Pred. te Zwolle
huwt Gesina Hake. |
|||||||||||||||||
Dr Arnoldus
Vollenhove burgemeester van
Vollenhove
huwt Gesina Alten.
|
|||||||||||||||||
1ïernardus
Vollenhove, |
|||||||||||||||||
schout van Kamper-
veen de schilder, geb. 1633, huwde i". Hendrina Krul 20. in 1670 Elisa- |
|||||||||||||||||
beth Braam f'°95-\ J°an Vollenhove -f 1707
De vader van Arnoldus en de schilder waren alzoo broeders. Door deze gegevens is de mythische sluier die er over den Kamper schilder Vollenhove hing, opgeheven; we weten nu dat hij inderdaad een kunstenaar van verdienste was . en we weten wie hij was. Zoolang men dus voor den zoogenaamden Kamper schilder
|
|||||||||||||||||
— 279 —
|
||||||||||||
Herman van Vollenhove en diens werken, die hem trouwens geen
aanspraak op den naam van kunstenaar schijnen te geven, geen beter bewijzen bijbrengt dan tot heden, zullen wij zoo vrij zijn zijn bestaan te betwijfelen. Bernard Vollenhove was reeds als een niet onverdienstelijk
dichter bekend. |
||||||||||||
ABRAHAM STAPHORST, SCHILDER TE DORDRECHT.
1666.
(Medegedeeld door den Heer P. A. Leupe, Gep. Majoor, Ambtenaar
bij het Rijks Archief.) |
||||||||||||
IjWj
|
IJ was de zoon van den Predikant Caspakus Stap-
horst te Dordrecht en Maria Keuters. De echtelie- |
|||||||||||
den maakten den 23 November 1633 een mutueel
testament, een daaraan toegevoegd codicil is van 26 November 1645/(1646?) Bij vooroverlijden van haar, was Ds. Staphorst volgens testament
verplicht zijn zoonen een bekwaam ambacht te laten leeren »of iets »anders, waarmede zij door de wereld zouden kunnen geraken". Ten gevolge hiervan, had Do. Staphorst na overlijden zijner vrouw, zijn zoon Abraham, de Schilderkunst laten leeren (bij wien wordt niet ge- noemd). Volgens het zeggen van Abraham, had hij zich in die »konst »na gelegentheyt van tyt wel geëvertueert". Daarna had het den Pre- dikant goed gedacht hem naar Italië te zenden, alwaar de »konst met »grooter respect wiert uytgevoert" en hem tot subsidie van zijn reis en ander noodig onderhoud «vermits hy nog zwak van zijn winsten was", toegevoegd eene som van drie Honderd guldens 'sjaars. |
||||||||||||
— 280 —
|
||||||
Met goeddunken van zijn vader was hij in zijn minderjarigheid op
die reis uit geweest den tijd van vijf en een half jaar. Door zich grootelijks te menageren en sober te behelpen, had hij niet meer aan wissels getrokken, dan zeshonderd en eenige guldens, hetgeen honderd tien guldens 's jaars bedroeg »en oock seer weinig was voor alimen- tatie van een kint, dat reyst en buyten 's lants syn konst leert, daer hy volgens de toezegging had kunnen trekken de som van zestien hondert vyftig Gl." enz. Nog verschillende bijkomende zaken gaven aanleiding, dat de
zoon, bij meerderjarigheid, den vader in regten betrok, ja dat het voor het Hof van Holland werd gebracht; doch de gedaagde wist het zoo ver te brengen, dat het Hof den zoon in het ongelijk moest stel- len, het vonnis van Schepenen van Dordrecht i) bekrachtigde, en hem Abraham Staphorst, condemneerde in de kosten van het pro- ces tot tauxatie en moderatie van het Hof den 30 Juli 1666. Het blijkt uit de stukken, dat hij in de jaren 1656, 1657 (en
1658?) in Italië doorbracht, en dat hij na zijne terugkomst ten minste tweemaal, in Engeland heeft verblijf gehouden. Volgens het Biogr. Woordenboek van Van der Aa in voce, zou
hij «waarschijnlijk een zoon geweest zijn van Johannes STAPHORST, in 1679 Predikant te Garijp, Eernewoude en Suameer, in 1696 gestorven, was.een goed .portret- schilder te Dorrecht, doch van een los leven." Het laatst aangehaald zal mogelijk wel met de waarheid overeen-
komen; ook in het stuk door ons gebruikt straalt er wel iets van door. |
||||||
1) 8 Juli 1665.
|
||||||
— 281 —
|
|||||||
PORTRETTEN DOOR DEN SCHILDER VERSPRONGH
TE HAARLEM GESCHILDERD. |
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
ACOB FLORISZ. CLOECK was gehuwd met Aefken
Francken", na het overlijden van haar echtgenoot, ver- zocht zij aan haar zoon Ruvsch Jacobsz. Cloeck i), »dat hy voor haer soude willen tot Ifaerlem laeten con- »trefeylen, door VERsrRONGH Schilder aldaer, haer »Aeffge Francken en hem Ruysch Cloeck, en die «schilderyen aen haer seynden tot Amsterdam, sulcks hy gedaen hadde »ende daervoor aen den voorn. Schilder betaelt van ses ponden »Vlacms en Twee ponden voor de Lysten 2)." Er bestond een portret van den vader van Ruysch Jacobsz.
Cloeck, Jacob Florensz. Ci.oeck, doch er wordt niet opgegeven door wien het was geschilderd. Zes ponden Vlaamsen (/ 36.—) voor twee schilderijen is zeker niet
veel, wisten wij niet dat over het algemeen de kunst niet duur werd betaald. Maar daar de voornaam van den schilder niet is vermeld, weten wij niet door wien der Haarlemsche Schilders Versi?ronck(gh) bij Dr. Van der Willigen genoemd, ze zijn vervaardigd. 1) Deze huwde in 1636 Elisabeth Wyboüts.
2) Sententiën Hof van Holland. 10 Nov. 1662.
|
|||||||
II.
|
|||||||
— 282 —
|
|||||||||
Op de verkooping der schilderijen van Dr. V. D. Willigen
(April 1874) brachten de uitstekende portretten van den Schilder Jan Verspronck en zijn vrouw ƒ 800. — op. In de verzameling van den Heer Fahne op den Fahnenburg bij
Dusseldorp, bevindt zich een schilderij van Jan Verspronck onder N°. Z74; Mansportret, h. 81 b. 66 d., waarop in den hoek links zijn Monogram voorkomt. |
|||||||||
JOHANNES FIGTOR (VICTORSZ.),
CONSTSCHILDER TE AMSTERDAM.
|
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
Hij was tot in 1662 eigenaar van het huis en erve — of het
door hem bewoond werd blijkt niet duidelijk — staande en gelegen aan de oostzijde van de Keizersgracht bij de Heerenstraat. Aan de zuidzijde was het belend aan dat bewoond of bewoond geweest door Schipper Pieter Cornelisz., en ten noorden aan het huis van Vincent Banningh, Apotheker, die het in 1675 in veiling had gekocht. Het huis van onzen Schilder was hem aangekomen door zijn vrouw
Jannetge Bellaerts , doch daar deze was overleden, moest het door hem »in kwaliteit zoo voor hem zelven en als vader van zijn zeven «kinderen bij haar verwekt'', worden verkocht.Dit had plaats in ge- noemd jaar (1662) toen Jufvrouw Jannetge Harmans, weduwe van |
|||||||||
— 283 —
|
|||||
Anthony Ruychrock er eigenaresse van werd en het bij opdracht
voor Schepenen ook had ontvangen. Nadat de gronden op de Keizersgracht in 1614 voor het eerst
waren uitgegeven, werden »deze drie erven in 1620 bij een eigenaar »of uit een beurs te zamen getimmerd"; men zag dit aan het «fatsoen en de forme" van de gebouwen , alsmede daaraan dat in den gevel van het huis van Banningh »in hardsteen stond: xAnno" en in die van Jufvrouw Harmens »/ó^o"; tot op 1675 was er aan die huizen niets veranderd. Tusschen de eigenaars dezer huizen bestond een verschil betreffende een muur, dat ons natuurlijk geen belang inboezemt, maar wanneer die twee huizen sedert dien tijd tot op heden geen veranderingen hebben ondergaan, dan zou men met eenige zekerheid kunnen aantoonen, van welk huis, aan de oostzijde van de Keizers- gracht bij de Heerenstraat, de Schilder Johannes Fictor eigenaar was of door hem werd bewoond. Wij kunnen aan de Schilders van den naam Victor en die in het
Biogr. Woordenboek der Nederlanden voorkomen, nog toevoegen : Vic- tor Victorsz. Deze was Krankbezoeker op het Oost-Indisch compagnie- schip De Geelvink, waarover het bevel werd gevoerd door den com- mandeur Willem De Vlamingh, toen hij in 1696 naar de Eilanden Paulus en Amsterdam, zoo mede het Zuidland (de Westkust van Nieuw-Holland) werd gezonden, ter opsporing van de bemanning van het schip De Ridderschap van Holland, onder den commandeur Jacob Couper, welk Schip tusschen de Kaap en Batavia werd vermist. Victor Victorsz. was de teekenaar van de op deze reis vervaar-
digde landverkenningen en teekeningen, waar onder er zeven waren van het Zuidland 1). 1) Zie de Eeizen der Nederlanders naar liet Zuidland of Nieuw Holland in
de 17 en 18 Eeuw, door P. A. Leupe, Amst. 1868. |
|||||
— 284 —
|
|||||||
JOHANNES BASSE ')
TEEKENAAR EN SCHILDER OP LIJNWAAD TE AMSTERDAM.
1658—1667. |
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
Hij kwam, daar hij zeer ervaren was en zich grondig verstond
»om konstelyck te connen teyckenen en schildern op Indiaense pa- pieren 2) armosynen, satynen en diergelycke waeren, na de Chineese en Indiaensche wyse, off maniere, soodanich dat men syne teekenin- gen nauwlijks van de originele Indiaensche off Chineische teyckeninge en Schilderyen soude connen onderscheyden" 3) en hiertoe verzocht zijnde in dienst van de kooplieden IsaaCK Van Beeck en Pieter Ruttens te Amsterdam. Zij waren in compagnieschap, waarin »mede »voor een notabele portie was geinteresseert Mr. Martinus Van »Ai.ewyn". Hij had aangenomen »om in haren dienst te arbeyden, »onder eene recognitie van drie gulden daechs'' en »onder expres »bedingh" dat het hem «soude vrystaen alle middagen als hem sulcx «belieffde ten huyse van Pieter Ruttens te blyven eten". Hij daar- tegen verbond zich, om zich gedurende dien tyt niet te laten em- ployeren in den dienst van iemand anders. Op de genoemde voorwaarden bleef hij de jaren 1658 en 1659
1) Bassêe , Van Basse en Van Bassen.
2) Zoo werden o.a. de Kleeden, Doeken (Lijnwaden) van de kust van Malabar
en Cormandel genoemd. 3) Volgens het proces blijkt dat ze voor origineelen werden verkocht.
|
|||||||
— 285 —
|
|||||
werkzaam, dewijl men had opgemerkt, dat de zaak »uytten arbeyd
»van hem considerabele proffyten avanceerden". Er was dus veel aan gelegen hem nog langer in dienst te houden , waartoe dan ook niets onbeproefd werd gelaten. Ten einde hem te meerder aan te moedigen stelde men hem ter
hand »een acte van commissie gepasseert by de Super-Intendent en »Speciale Directeuren — soo sy hem qualificeerden — van de geoc- »troyeerde nieuwe middelen van Syne Mayesteyt van Spaignien, van idewelcke de voorsz. compagnons mede Leden waren. Daer by hem »quansuis werde geauthoriseerd als ordinairis Boode van de voorschr, «nieuwe middelen, belovende hem daar voor een tractement van »twaelff honderd gulden jaerlycx", waarvan hij hoopte mettertijd het effect te genieten, zoo dat hij — daar hij tevens eene vereering van vijftig gulden 's jaars bedong, bij hun in dienst bleef voor de volgende jaren 1660 en 1661. Hij begreep toen dat zijn inkomen te gering was5 van 's morgens vroeg tot 's avonds laat was hij aan het werk, zoo dat hij dikwerf vijftien uren daags werkte; partijen kwamen nu overeen dat Basse gedurende de zomermaanden drie gulden, tien stuivers en de wintermaanden even als vroeger drie gulden zou ont- vangen. Op deze nieuwe voorwaarden bleef bij tot het einde van 1665 werkzaam; doch in den loop van 1666 begon men hem op zijn loon te beknibbelen, en daar PiETER Ruttens in de maand Juli van dat jaar overleed, nam hij tegen het einde van het jaar zij n afscheid. Maar bij de afrekening (1667) kon men het niet eens worden, zoo dat het tot een proces kwam, dat eerst op den 10 April 1680, door het Hof van Holland uitgewezen werd. Basse was echter reeds overleden; zijne vrouw, die in het proces
voorkomt, wordt genoemd Adriana Van Coppenol, mogelijk een dochter van den beroemden Caligraaf. |
|||||
— 286 —
|
|||||||||
Als een der arbiters wordt nog genoemd Abraham van Bassen.
Dat deze met den genoemden Johannes Bassen, in familiebetrekking stond achten wij zeer waarschijnlijk. |
|||||||||
VARIA
BETREFFENDE VERSCHILLENDE KUNSTENAARS.
(Medegedeeld door den Heer D. Franken Dz. , te Parijs.) |
|||||||||
DE SCHILDER BERNARD VOLLENHOVE.
AT er een Schilder Herman Van Volt.enhoven
bestaan heeft, is zeker.
Behalve de Schilderij in het Haagsche Museum
bewijst dat eene prent van Simon De Pas, de
Emmaüsgangers, die het volgende onderschrift
draagt: R. D. Jo. a. WOLFSWINCKEL picturae omnisque elegantiae amatori,hoc grati. . . . animi pignus L. M.Q. D.D. Herm. a. Voli.enhove piet. A». 1614 Kal. Janu. Met adres van Crispyn de Pas (te Utrecht.) Van Bernard Vollenhove kwam in de veiling te Amsterdam,
30 Maart 1874 door Van Pappelendam en Schouten, voor: Le vieux libertin 1652, paneel h. 25 b.c. 25 in de manier van G, Schalcken. |
|||||||||
— 287 —
|
|||||
L. SMOUT.
Ik heb hier, te Parijs, voor eenige jaren gekocht een Schilderij
geteekend met bovenstaanden naam. Het stelt het strand te Scheve- ningen voor, met veel gewoel van wagens, (o. a. een boerenwagen waarin een deftig heer en dame, met het wapen van Holland op het losse achterpaneel) visschers, wandelaars, enz. enz. Regts eene batterij, waarbij een schilder zit te teekenen. De pinken worden met paarden op het strand getrokken. Eind der 17de eeuw. De figuren eenigzins in de manier van Bout en Boudewijns. Nergens vond ik dien Smout vermeld. MEJUFFROUW CRAMA.
M. M. VAN GELDER.
In den Catalogus van de verkooping van J. Le Francq van
Berkhey, Leiden 23 October 1783, vind ik: »Een groote glazen bokaal met inschrift Ne soyons tardif. Asi
beau motif door de beroemde schoonschrijfster Mejufvrouw Crama , volgens de authentieke bescheiden van Mr. Lucas Verhoef." »Een venetiaansch glas met dansende beeren, fraay met de diamant
gegraveerd door M. M. van Gelder 1673." |
|||||
— 288 —
|
|||||||
NAMEN EN MERKEN DER GOUD- EN ZILVER-
SMEDEN TE LEEUWARDEN. Van 1597 tot 1854.
|
|||||||
(Met 16 p/aten.)
OOR tusschenkomst van Jh1'. M'. Victor De Stuers
werden eenigen tijd geleden te Leeuwarden aftee- keningen gemaakt der merken van de Leeuwarder Goud- en Zilversmeden, welke teekeningen dasrop met de meeste bereidwilligheid ter opname in dit A r- chief werden afgestaan. Gaarne brengt de Redactie hem daarvoor haren weigemeenden dank; evenzeer had zij dien aan den Heer W. Eekhoff , Archivaris van Leeuwarden, willen brengen, die de toezegging deed om bij deze in plaat gebrachte merken eenige geschiedkundige bijzonderheden betreffende het Zilversmidsgild, van Frieslands hoofdstad mede te deelen, maar zijn overlijden deed die belofte onvervuld blijven. Op zich zelf beschouwd zijn deze merken reeds een niet onwelkome
bijdrage voor de Geschiedenis van de Nederlandsche Goud- en Zilver- drijf kunst; immers het bekend maken daarvan kan ons wellicht op het spoor brengen van de kunstrijke vervaardigers dier talrijke gou- den en zilveren bekers, koppen, schotels en zoovele andere voor- werpen, die niet het minst uit het Noorden van ons Land afkomstig zijn; in die overtuiging hebben ze dan ook alhier een plaats beko- men , ofschoon zonder verdere bijzonderheden omtrent het Gild zelf. |
|||||||
— 289 —
|
|||||||||
BLADWIJZER
VAN HET TWEEDE DEEL.
|
|||||||||
Bladz.
Aa. Van der, Biographisch Woor-
denboek . 94, 144, 280, 283. Aake. Philippus van ... 59.
Aanteekeningen betrekkelijk eenige
[Kunstenaars te Gouda 24. -------—. uit het dagboek van Schout,
Burgemeesteren en Schepenen en
uit de Thesauriers Rekeningen van Den Haag .... 105. ---------uit de Stads-Rekeningen van
[Middelburg 156.
Abcoude.......241.
Abeelen. Kornelis van den 32.
Abrahams, janneke ... 5'
Abrahamsz. Jan.....49
Abrams. Jannetje .... 162.
Academie te Utrecht 252, 253,
[263, 268. Adama. H.....Plaat 16.
— H. J......Plaat 15.
|
|||||||||
Bladz.
Adama. P.....Plaat 16.
Adamsdr. Maria .... 167.
Adamsz. Adam .... 166. Admiraal. Jacob 30, 43, 49, 57. --------- Gerrit Willemsz.. . 46.
Admiraliteit 13, 16 noot, 141, 154
Adriaensd. Catharina . . . 166. --------- Trijntje.....166.
Adriaensz. Gerrit .... 45.
--------- Zie ook Ariens.
Adversaria betreffende onderschei-
dene Kunstenaars 142. Adviezen van Mr. Willem Bilder-
dijk in zake de uitgave van
prentteekeningen door de Vader-
landsche Maatschappij te Hoorn
[169 en volgg.
Adviseurs voor de monumenten 276.
Aeckeren. Cloenis van . . 147.
Aelbertsz. Jan.....30.
37
|
|||||||||
— 290 —
|
||||||||||||||||||||||||||||
Aelbertsz. Zie ook Alberts
|
Altena. Coenraet Cornelisz. Van 130.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Aelst. Van.....8
Aelst. Evert van
— Willem van
Aeolus. Schip gend. Aerts. Hend.. — Samuel . .
Aertsen. Henrick . Aertsen. Piert . |
, 92
74
74 IS 25
59
261 74
ui
den |
|||||||||||||||||||||||||||
Amaliënstift te Dessau .
Amelius. Jan.....
Amels. Klaes ....
Ameyde. Salomon Van der
Amerongen. Ridderhofstedc
|
2I5-
52. 55-
25
265.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Amersfoort.....263, 268.
Amstel. Hendrik .... 37.
Amstel. C. Ploos Van, 169, 173,
[180, 190, 196, 220, 223, 224, 226. Amsterdam. 1 en volgg. 4, 11, 13,
[25, 26, 74, 99, 100, 135, 136, [lS3i J54, I58i l6° e» volgg. [175, l877 I99-) 2°3, 217, 222, [223, 225, 226, 229, 232, 251, [268, 270, 272, 274 noot, 281, [282, 284, 286. |
||||||||||||||||||||||||||||
Aertssen. De Griffie
|
los
|
|||||||||||||||||||||||||||
Afbeelding op satijn van
[Prins v. Oranje, 108
A.gmetgen.......2S2
Aitsema. L. Van. Saken van Staet
[en Oorlogh 222 noot
Airtsen. Johan.....248,
Aken........238
— Hans Van.....136
Albaan........178
Albertsdr. Grietje .... 5
Albertsz. Cornelisge . . . 164 ______ Zie ook Aelberts.
Alewyn. Mr. Martinus Van. 284
Algemeen Kabinet der Schilder [konst. 174, 175
Alkmaar. 26, 143, 154, 164, 233 Almanak. Nieuwe inventie van 130 Alten. Gesina.....278
Alva. Hertog Van .... 109
|
||||||||||||||||||||||||||||
Eiland
|
||||||||||||||||||||||||||||
283.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdamsche Courant. . 155.
______ Graveurs. 1 en volgg. 161
[en volgg.
Anchises.......lS°-
Andeles. Andele. . . Plaat 7.
.-------- E......Plaat 10.
______ Klse .... Plaat 5.
--------- J......Plaat lo.
Andries. Mr....... 236.
Andriessen...... 227.
Andriesz. Adriaen ... 20, 21.
|
||||||||||||||||||||||||||||
•
|
||||||||||||||||||||||||||||
— 291 —
|
||||||||||
Arnhem.......164.
Asperen. Thomas . . . Plaat 3.
Assen. H. Van . . . Plaat 16. Assenberg. Jan Van . . . 54. Asten. Bernardus Van . Plaat 6. — Petrus Van .... Plaat 8.
— Wynout Baerens Van. Plaat 3.
Atlas van W. Hondius . . 134. Atsma. Hans .... Plaat 8. Attema. D.....Plaat 16.
Attevelt. Joost Van . 267, 269.
Avendorp. Kornelis Kornelisz. 38. Avercam en Avei'kam 195 ■, 223 [en volgg.
Avercamp. Berend 197, 198, 199,
[200, 201 , 204, 206.
______ IJi'. Everhardus of Evert
[197 noot, 201 , 202
[noot, 206, 207. .--------- Fennigje 201, 206, 207.
_______ Franciscus 197 noot, 234.
---------- Hendrik 201, 202, 203,
[206, 207, 208, 210,
[233, 270, 271. _______ Den Stomme Van Kam-
[pen en zijne werken. Een
[en ander over Hendrik 195
[en volgg.
---------- Lambert. . . 201, 207.
|
||||||||||
Andriesz. Otto .
Andriesz. Pieter. Andringa. J. Angelo. Michel . Angers. . . . Antonisse. Antonie Anthonisz. Aert. Antwerpen 6, 9, 78, 94 [159, 162, 167, 168,
[210,237,238,271,273Appelloo. Dierick Van
Aranatz. Apollonia De Archief der Marine . ----------- van Amsterdam
----------van Antwerpen
---------- van Breda.
---------- van Gouda
---------- van 's Gravenhag
----------van Kampen .
|
s
57
Plaat 11
. 178 . 202 42
• 275 198, 209,
274,275-
238. 102. 3 noot. ■1 273-
271. 235-
24.
105.
199.
|
|||||||||
_______ van Rotterdam 62, 63,
[96 noot.
_______ van Wijk-bij-Duur-
stede......71, 81.
Ariensz Jacob..... 50,
---------- Zie ook Adriaens
Arkes. Jan...... 8.
- Pieter ....... 8.
Arnemuyden......156.
Arnemuydensche Vaart . . 159.
|
||||||||||
— 292 —
|
|||||||||||||||
Barendrecht......262.
Barends. Dirk.....44.
Barneveld. Ary 27, 36, 42, 46.
---------- Gerrit.....46.
----------- Jacobus. . . . 38, 50.
Barrendebos. J., 42, 46, 47, 50,
L59-
Barrevelt. Ary Koenraadt . 42. Bartels. M.....Plaat 16. |
|||||||||||||||
Avercamp Peter . . . 201, 207
______ Genealogisch overzicht der
[familie 233, 235
Avont. Petrus Van. . . 74, 85 Axel........275 JBaarn. Glas in de Kerk te 256
Babeur of Baburen. Theodore 74,88 Babtist. Karel......32.
Bacherus of De Backer. IX Andreas
[146, 147 ---------- Hedwig.....146
Backer of Bakker. Hendrik Jansz
[46, 47
---------- Samuel De. . 146, 147
Bakker. J......Plaat 13
_______ J. A.......62
Baern.Jan Jansen Van 254,265,267
Baert. Alexander . . , 68, 69 - Thomas Pietersz. ... 40
Baliuw. Jan...... 37
Ballas. Nicolaas..... 57
Balthasarsz. Floris 14, 115, 119
['23, '25
Bamboccio of Bamboots . . 75
Banier van Utrecht . . . 267 Banningh. Vincent . 282, 283 Bardezius. Willem .... 36 _______ Ysabella .... 36 |
|||||||||||||||
Bartius ....
Bary. H. . . Barzius. Willem Batryn. Hendrik ---------- Hermanus |
|||||||||||||||
4'-
12 noot. • 36.
5- 5- . 178.
|
|||||||||||||||
Bassans. De . .
|
|||||||||||||||
Basse of Bassen. Abraham
[Van 286.
----------- Johannes 284, 285, 286.
Bast. Pieter...... 157.
Batavia........ 283.
Baudoes. Louis De . . . 162.
_______ Robbert De 5, 161, 162.
Beaiimont. Isaac Cornelisz. Van
[5, 275-
Becker. Willem 40, 44, 45, 46,
[47, 48, 53, 54, 56, 57.
Beddenhoven. Louys Van . 39.
Beeck. Berend Ter . . . 198.
— Isaac Van.....284.
|
|||||||||||||||
— 293 —
|
||||||||||||||||
Bergen. Jan.....32, 52
— Arien Van ..... 42
Bergen-op-Zoom. 162, 237, 238 Bergh. Abraham Van den . 5 — Jan Van den . 41, 51, 59
Berghen. Cornelis Hubrechtsz. [Van 236
_______ llendrick Hubrechtsz.
[Van 236
Berkhout. Pieter . . . 35, 58
Berlijn. Catalogus van het Mu
[seum te 76, 80,
Bernard......226, 228
Bernardus in „de Stolp" . 114.
Bescheid betreffende het S'. Lucas [Gild te Rotterdam [Het oudste 62 Besteman. Joseph .... 53 Bestevaer. Cornelis .... 43 Beveland.......159
Beyeren.......141
Beyeren. Van ... 83, 84, 91
_______ Abraham Van . 27, 74
Beijerland. Oud.....19
Beyne. Willem . . . . . 61
Beyers. J. L. 10 noot 131 noot — Maria.......151
Bibliotheek van Dr. Andreas Ba-
[cherus. 147.
|
||||||||||||||||
Beeckmans. Jan .
Beek. Jakob Van dei- Beeldhouwers. . 13 —snijders .... Beert Jan .... Behangselfabriek . . Behangsel. Geschilderd Bekker. Hendrik . Bellaerts. Jannetge. Bellin......
Bemmel. J. J.
———— Van ....
——— Claes Van . .
——— Willem Van .
Benjamins. Klaas .
Bennigh. Claes, . . Benning. Jan Willemsz. Berck. Mr. Nicolaes . — Anthonis Van .
Berckel. Anna Van . ——— Matlhys Van .
|
238
8, 5°
, 239
3, 63
5°
192 '52
29
282 178 257
, 74
247
, 9°
55
at 5 30
250 269 25
140 255
141
225
13 |
|||||||||||||||
lo-
|
||||||||||||||||
Berckenrode. Balthasar F
[risz. Van ....
— Zie ook Balthasar F
Berg...... — Van den . 49, 53,
— J. Van den . . . Plaat
— Matthias Van den .
|
||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||
Bergen.......128
|
||||||||||||||||
— 294 —
|
||||||
Boeckebaert. Christiaen . . 107.
Boekdrukkers.....63.
Boekverkoopers . . . 63, 238.
Bodenbos . . . . 123, 249. Boen. Jacquet.....236.
Boerloo. Klaes.....56.
Bogaert. Johan.....242.
Bogert. Pieter.....247.
Bohème. Koning van 128, 220,
[221, 222.
Bokaal met inschiift. Glazen 287.
Bol. Beerent.....266.
— Jan ".....274 noot.
Bolants. Anne.....199.
Bols. Jaques......274.
Bolt. Adrianus . , . . . 154.
Bolten........227.
Boltje. Jacob .... Blaat II.
Bom. Arent Fransz . . 109. Bombaars. Jan...... 49-
Bomen. M. Van.....44-
Bommer, Jan Harksz. . . 37.
Bon. Karel......58. — Klaas .... 39, 42, 44.
Bonavontuur. Frederik . 44, 59. Bondt. Geertruyt De . . . 73. Bondt. Jan De 71 en volgg. 81, [82, 83, 84, 86, 87, 91, 92-
Bontekoe. Ferdinandus . . 28. |
||||||
Bibliotheek van Rotterdam.
[12 noot, 95 rioot.
Bie. Wouter De.....ói.
Biertjes. Pieter.....44.
lSilderdijk. M'\ Willem . . 169.
Bilius. Mr. Joost . . 112 noot. Bilt of Biltius. Van der . . 149. Binneman. Klaas Andr. . . 55. Bisdom........141.
Bisschoppen. Zegels der Utrecht-
[sche 269. Blankenhof. Jan Theunisz. 30, 48. Blauw. Willem Jansz. . . . 13. Bleek. Dirk Cornelisz. . . . 44. Bleyswyck. Floris Joosten Van ['42, 143-
Bukman. Jan Dirksz. . . . 50. Block. Jacob Albertsz. ... 5. — Paulus.......5,
Blocker of Blokker. Jan 31 50,
T5', 57, 58, 6>-
Bloemaert.......153.
Bloemaert. Abraham . 78, 274.
Blom. Hark . . 37, 50, 55, 57. — Junior. Hark .... 37.
— Matys.......57.
Blon. Michel X.e . . . . 162.
Blyenburch......258.
Bochhoven. Jacob Van 137. 138.
|
||||||
— 295
|
|||||||||||||||||||||||||
Bos. Pelgrim. . .
— Arie Van den .
— Jan Van den .
Bosch. B. . . . -- Cornelis . . . — Frederik .
— Jan Symonse
— Pieter Maertense
— Gielis Gielisz. Van den
— Hans Van den .
— Nikolaas Van den
Bosvelt.......
Both.....86. 91
|
|||||||||||||||||||||||||
Bontekoe J.....Plaat 9
Booch. Cornelis Harmansz. 250,252
|
|||||||||||||||||||||||||
147
45
55
230,
124
28,
22
22
236
247
34
99
92 |
|||||||||||||||||||||||||
257, 263
>!5
163 43i 5°, 5i
|
|||||||||||||||||||||||||
— Herman . . .
Boode. Anthony De Boogaerts. Johannes Boom. Jacob. 29, 31 |
|||||||||||||||||||||||||
Boom. Jan Jacobsz.
Boomkam. Cornelis Boomkamp. Gysbeit ---------Kornelis
Boon. Wed. Jacob
— Leendert Van der
Boot. Hoofdman . — Pieter Pietersz.
Booth. H.....
|
3
49 46,
32
61 257
39' 75
|
||||||||||||||||||||||||
—■ lJirck . 250, 254, 256, 258
[260 , 267 — Gerrit.......241
- Jan . . 72, 75, 79, 82, 93
—■ Van der Eem. Gerard . 256 Botholen. Dirck Van ... 24 Boudewijns......287
Boudez. Zie Baudoes.
Bourscheit. J. P. Van . 159, 160 Bout........2S7
Bouwens. Hans. . .112, 121
Bouwes. Hessel. . . . Plaat Braak of Braek. Jacob Pie- tersz..... 31, 42, 50 Braaksma. F. . . . Plaat 14
Braam. Elisabeth .... 278 |
|||||||||||||||||||||||||
Boots of Boten. Van 75, 80, 86.
[37, 92
Bootsman. Kornelis 32, 51, 55.
[42, 44, 58.
Bor. Pieter .... 242. 257,
Borcherts.......199
|
|||||||||||||||||||||||||
Borduurwerkers
Borges. Anne Born. Ewout Born. Michiel Van Borsselaer. Pieter Bos. Arij . . . — Gerrit . . .
— Jan ....
|
63
199. |
||||||||||||||||||||||||
262 ,
|
|||||||||||||||||||||||||
270,
|
|||||||||||||||||||||||||
• • 33
. . .58. • 27, 43
4i, 53< 59 |
|||||||||||||||||||||||||
... 53
|
|||||||||||||||||||||||||
— 296 —
|
|||||||
Broek. Nicolaas Willem. . 57
Bron. Hilbrand .... Plaat 3
Bronckhorst. Jan Gerritsen 248
[255, 256, 257
______ Jan Van 245, 250, 260
______N.......266
Broodpenningen. Stempels der 167
Brouwer. Capitn..... 16
______ Commandeur. . . 14
Brug. Jan Ter.....265
Brugge.......237
______ Klaes ..... 56
______ Pieter Van ... 58
Bruggen. Mr. Ed. Ter . . 208
Brunsvelt. Augustinus. . Plaat 3 ——— Harmen . . . Plaat I
Brunswijk. Hertog Philips Van
[146, 147
Braskamp. Hendrik ... 47 Brussel . 5, 136, 161, 162, 235 Bruyn. Jan . 32, 461 53-, 54, 6l — De.......51, 58
— Gysbert De. . . . 28, 46
— Herman us De ... . 48
— Jacob De.....31
— Joost De.....30, 44,
— Micbiel De.....262
— W. De.....47
Bruynen. Frans.....162
|
|||||||
Brabant.......134.
Braeckel. De Heer Van . . 250.
Brand v. h. dept. v. Marine 13 noot, [141 noot. Brandenburg. Hertog Van . 123. Brandmerk van's Gravenhage 109. Brandt. G......13 noot.
______ Jan Gerritsz . . . 30.
Brant. Hendrik Klaasz. . . 47.
— Wouter Cornelisz. . 20, 21. Branskamp. Gerrit.... 46. Bras. Jacob Klaasz. ... 52. Breda . . . . 15, 2351 255- Brederode. Zegels der Heeren [Van 269. Breek. Ysbrand 28, 47, 53, 54, 60. Breen. Adam Van. ... 10. Brejerus. Ds......251.
Bremen........168.
Bremmer. Johannes . . 31, 50.
Breugel.......229.
Brief aan Joban de Witt
[over zijn portret 12.
Brielle........169.
Brieven van Jan Van den
[Velde. Senior 94.
Broeckhuysen. Sybrechtje Van 148. Broeghel. Jan Jansz. Van . 237. Broek. Gerbrant Willem . 46. |
|||||||
— 297 —
|
|||||||
Bijpost. Jacob.....53.
C. Schilderijen gemerkt A. 76.
Caen. Anthonius .... 24. Calff. Johan......248.
Calkoen. M.......183.
Camp. Tjalling . . Plaat 8.
Canijn. Jan Pieters.... 237. Caratsen. De......178.
Cardinaelshoet. Muis gen'1. de 116.
Caree. Michiel.....33.
Carolina. Zie Prinses van Oranje.
Casteel van Antwerpen. Huis ge- kaamd het 265. Catalogi van Kunstverkoopingen [223 en volgg. Catalogue des livres et manuscrits [de M. Van Gogh 10 noot. — d'une Collection précieuse de
[Calligiaphie 95 noot.
Catalogus der Oudheidskamer te
[Middelburg 156.
— der Teekeningen in het Mu-
seum Boymans 217.
— der verzameling van J. Le
[Franck van Berkhey 287.
Cathalijne.......166.
Cator. Jan....., 54'
Cats. Jacob .... 131 noot.
38 |
|||||||
Bruynensen. Henrick . 247, 248.
Bruys. Dirk......44.
Bruyskens Abr.....158.
Buekers. Jan ..... 55.
Buisinga. Johannes Hendr. Van 54. Buissink. Julianus. . Plaat II. Buitenhof te 's Gravenhage. 132. Buk. Gerrit De.....28.
Bulot. Johannes .... 48.
Burch.Cornelis Gerritsz.Van deri43. Burg. Adrianüs Van den . 43. — Klaas Van den . . 33, 56.
Burger........76.
Burgh. Jacob Van den . . 52.
Burt. Jan Jansz.....163.
Buys........227.
— Anna Maria . . . 151 noot.
— Cornelis Maertensz. . . 44.
— H. J. •.....Plaat 15.
Bye. Claes Ysbrantsz. De . 145.
— Marytje Ysbrantsd. De . 145.
— Ysbrant Pietersz. De . . 145.
Bijdragen tot de Geschiedenis van [Overijssel 276.
Bijlart. Johan Van .... 264. Bijlert........75.
Bijleveld. Van.....44.
Bijlier of Van Byller 75, 83, 84, 90.
— Neeltje Van .... 73.
|
|||||||
— 298 —
|
||||||||
Cocq Johan......122.
Coeck. Gerard of Gerrit 5 , 162,
Coek. Melis Jansz..... 5.
Coelentroever. Huybrecht . 15.
Coesfeldt.....198, 271.
Coignet.......147.
Colen. Jan Van.....237.
— Pieter Van.....237.
Collegekamer der Utrechtsche schil-
ders 72, 81, 82. Colijn. Christiaen .... 273.
Colijns. David . . . 273 noot. — Willem......243.
Comans. Pieter Rousz. . . 57.
Comedie.......117-
Compasmakers.....63.
Confrerie der Schilders . . 107.
Conget. Gelis.....273.
Coninck. Nicolaes De . . 275.
Coninxloo. Gillis Van . . 275. Coninxvrij. De Heer van . 243. Contract tusschen meester en leer- ling 21. Coppenol. Adriana Van . . 285.
Coop. Jan Joachimsz. . . 167. Coops. P......1S8, 193.
Copiën naar schilderijen . . 72.
Cornelisdr. Trijntje . . . 161. |
||||||||
Cats Gedichten van Jacob . 2.
— Dirck Van.....132.
Cauwenberck. Gilles van . 25.
Caxi. De.......178.
Celeste-Globis.....14.
Centen. Pieter.....275.
Ceulen. Jacob Dircksz. Van 10.
Chambre. Jan De la . . . 49. Cheeuwen. Henvick , 125, 127. Cherchers....... 15.
Christiaans. Hans . . Plaat 2.
Ghristiaanzand..... 5.
Chronologia Gothofredi . . 6.
Cinceer. Arend . .45, 48, 57. Claesdr. Aeltje.....166.
______ Trijntje .... 163.
Claeses. Alger. . . . Plaat 2.
Claesz, Aert. Zie Van Leyden. — Hendrick......275.
Clasen. Douwe . . Plaat 3.
— Obre.....Plaat 1.
Cleeve .......141.
Clement. Willem üanicl . 61.
Clercq. Nicolaas De . . . 123. Clocke. Onder de 197, 200, 205. Cloeck. Jacob Florisz. . . 281. — Ruysch Jacobsz. . . . 281.
Cnipper. Nicolaas. Zie Knupfer. Cocq. Jan Jansz. 106, 120, 122. |
||||||||
Comelisse en Cornelisz. Arien 127.
|
||||||||
— 299 —
|
|||||||
Cornelisse en Cornelisz. Claes 119,
[127. --------- David . . . 110, in.
--------- Jacob.....51.
-------- Jan......n6.
--------- Klaes .... Plaat 4.
-------- Nanninck 124, 128, 133.
______ Pieter.....282.
_______ Quirijn 110, III, 115, 117.
______ Rosier..... 6.
Corregio.......178.
Cortrijk.......274.
Couper. Jacob.....283.
Couve. Sophia Van der . . 26.
Coy. David Van .... 112. Coyvoet. Cornelis Vincentsz. 144 [noot.
Crama. Mejuffrouw . . . 287. Crabeth. Maria.....25.
Crembs. Anthon .... 27.
Crissant. Jacobus Mattheus . 38. Croesen, Hendrik .... 6. Croix. Pierre Frederik La . 153- Cronycke van Holland . . 115. Croocltewit......71.
Croost. Van der .... 149.
Cruck. Willem Van der. . 152.
Culemborch. Roelof Van 260, 261,
[262, 267.
|
|||||||
Cuperus. H. ... Plaat 13.
Cuylenborch. Abraham Van. 75,76, [85*
Cuyp. Aelbert 73, 74, 76, 87,
[88, 89, 90. Daams. Jacob .... 44, 55-
Daameson. Josef . . . . 53. Daeij. Jan......48.
Dam. Floris Van .... 147.
Damast. Claes Cornelisz. 254, 255,
[257, 260, 262, 263, 266, 269.
Damissen.......144.
Dammesse. Pieter .... 58.
Danckertsen. Cornelis . . 268. Daniel de Schilder. Mr. 106,116. Dareth. Agnietgen . . . 263. Daubling. Daniel .... 256. Dauw. II.....Plaat 11.
Decker en Dekker. Adriaen Jansz.
[27. 41-
— Coenraad..... 5.
— Cornelis...... 43.
— Symon....... 59.
— Theunis...... 60.
Deckers. Gerrit..... 254.
——— Gysbert . . 251, 253.
Defosse. Nicolaes .... 57-
Delfshaven......239. |
|||||||
— 300 —
|
|||||||
Delft n, 13, 14, 115, 119, 123,264.
Delftland ....... 119. Denemarken. Koningvan 135, 147.
Denne. Klaes Van ... 55. Denys. ïVnthony .... 36. — Willem ...... 198.
Dessau.......215.
Deugt. Cornelis 33, 41, 46, 54,
[58, 61.
Deventer . . . 131 noot, 213. ______ Mr. Jacob Van . 157.
Deyl. Van......232.
Dieghom. Cornelis Van. . 236.
Diem. Jochem Van . . . 148. Diemermeer......241.
Diepenhem. Jan Van. . . 252.
Diepom.......236. — Bastiaen Jansz Van . . 236.
— Willem Van.....236.
Diertsz. Cornelis .... 43.
Diest. Willem.....134.
Dietsche Warande . 163 noot.
Dillinck. Hermanus. Plaat 6, 9. Dillingh. Junior. H . Plaat 12. Dimer. Willem.....130.
Dirc de timmerman . . . 104.
Dircks en Dircksz. Cornelis 43. _ Gerrit.......168.
Dircks en Dircksz. Harmen. Plaat 1.
|
|||||||
1 Dircks en Dircksz. Heyndrik. 47
— Homme .... Plaat 3
— Jan.....50, 168
— Mercelis .... 236, 237
— Rijk.....35, 59
— Trijntje......165
Does. Mr. Derck Van der 105, 110
— Mr. Jacob Van der 106. 126
— Pieter Van der . . . 157
— Willem Van der . . . 139
Doesburch. Jan Jansz. Van 25 Doeijenburch. De Hoofdman 255. [257
Doggersbank.....154
Dokkenburg. Jan .... 48
Dolre. Even Van .... 241 Domburg.......156
Domburgsche Oudheden . 79
Dominiquin......178
Domynecus. Wybe . Plaat 9
Doornick.......274
Doorninck. Van .... 276
Dop. Jan .... 264, 269 Dordrecht. 20 noot, 130, 151, 239. [279, 28°
Dorp. Annetje Van . . . 145 Dorp. Catharina Van . . . 145 Dorsman. Pieter . . . Plaat 5 ——— Cornelijs Pijtersse . 21
|
|||||||
— .-301 —
|
|||||||
Dort. Jacob Jacobsen Van . 265.
Dortsma. Hendrikus . Plaat 6. Doudynsz. Hendrijck Aertsz. 128. Douglas. Annetje .... 9. --------- Willem..... 9.
Douven. Frans Bartholomeus 141.
Douwen. Willem Jacobsz. Van 14. - Willem Jansz. Van . . 14.
Douwes. Jan .... Plaat 2. Drakensteijn . . . . 260, 267. Diesden.......215
Drift. Antonie Van der . . 140.
Dronrijp. Jan..... 7.
______ Susanna..... 7-
Droochsloot. Joost Cornelisz. 76,
[83, 90, 92, 254.
Droogbroot. Margriela . . 158. Druven. Jan Van .... 44. Drije Coningen. Huis genaamd [De 20. Dubbelt. Pieter Lucasz. 34, 49i 55- ______ Poulus Pietersz.. 34, 51.
Dubbolt. Geert ..... 198.
Duck.....86, 87, 92. - A. J........ 76-
Duck. Jacob.....73, 76.
Ducq. Jan Le.....76.
Duitsclie Orde. Duytschen huis
[of huis der 267.
|
Dunster. Rogier .... 158.
Durant. Jan...... 118.
Durer. Albert..... 148.
Durkom, Van..... 42-
Dusseldorp . . . . 141, 282.
Dussen. Van der .... 223.
Duvenhoff. LodewyckJanssen 260.
Duward. Salomon .... 35.
Duwat......, . 149.
Duyfhuysen. J...... 21.
Duyn. Willem..... 60.
Duynkerker fregatten. . . 16.
Duytsche Exemplaren van alder-
[hande Gheschriften 96.
Dyck. Van ...... 85.
Dyk. Hendrik Ter. ... 47-
— Jan Van...... 54-
— O. Van .... Plaat 14.
Eek. Cornelis Van . . . 43.
Eekhoff. W....... 288.
Eekhout. Hendrik .... 47.
Eeldersman. Jan Dirksz. . 51.
Eenhoorn. Bastiaen Van den 235.
Eerck of Erick. Kasper 33, 52, 53. Eernewoude...... 280.
Eersten-Back. Adriaen . . 253
Eggen. Mr. Gillis Van der 252, 260. Eggers. Gerrit..... 46
|
||||||
— 302 —
|
|||||||
Eikelenberg. Syraon ... 35
Elgeisma. E.....Plaat 8 --------- Pibo . . . Plaat 9, 14
.--------- Richoeus . Plaat 6, 10, 11
Eliot. Frangois . . . 250, 253
Elisabeth. Prinses .... 221 Eist. Jan Dirksz. Van . . 52 Embden.......275
Emmerick. Henrick Van . 249
---------Jan Van .... 7
Emmerik.......199
Eneas........150
Engeland. . . 168, 275, 280
--------- Koning Van 140, 152, 221
Engels. Jacob.....168
Engelvaert. Pieter .... 12
Engert. Verzameling . . . 216 Enghien.......152
Enkhuizen .... 202 noot
Ernst. Doris . . . 28, 46, 52 - Jan........52
- Petrus....... 58
Esselens. D.....188, 192
Euwijck. Otto Dirxz. Van . 237
Everdingen. Caezar Van. . 35 ---------Jan......30 --------- Matheus Van . . . 240
Everwyn. Klaas .... 55
Evenzoon. Jan.....54 |
|||||||
Exercitiën van de Garde van Zijne
[Excellentie 10
Eyberts. Thenis . . . Plaat 5
Eynde. Pieter Van den . . 157
Eys. Jan Ten..... 55
Eysbroek.......53
Faber. Comelis . . . Plaat 2
— Pyter......Plaat 4
Fabius .......150
Fagel........191
F'abne........282
Faille Bernardus . . . . 114
— Jacob.......114
Feddema. J.....Plaat 14
Feenstra. A.....Plaat 12
Fenix. Arie......46
Feijijen. P......Plaat 9
Feyten. Jacob.....53
Fictor. Jan .... 282, 283
Finsonius of Finsonio. Ludovicus '35
Flessiers. Balthasar . . . 137 Flieringa. H.....Plrat 15
Flinck. Familie. ... 25 noot
— Govert......25
— Nicolaes Anthonis . 25 noot
Flipse. Hendrik .... 47 Floris. Neeltje.....166 |
|||||||
— 303 —
|
|||||||
Florisz. Balthasar . . .13, 255.
Fokke. Simon.....233.
Folgers. Jan......203.
Fondement-Boeck .... 95.
Fons. Willem . . . Plaat 8. Foppes. Johannes . . Plaat 3. Fouquet.......224.
Fournier. Jean.....153.
Franchois de schilder . . 273.
Francken. Aefken . . . . 281. Franckfort . . . .162, 215 Francq Van Berkhey. J. Le 287. Franeker.......192
Franken Dzn. D. . 94, 233, 286,
-----— Jan......50.
Franke. Lodovikus ... 33,
Fransche Kerk te's Gravenhage 120, Franse.......225,
Fransen. Lambert . . . 248,
Fransz. Jacob . . . 132, 242 Frederik V......220
Frederik Hendrik . . 105, 108.
--------- Zie ook Nassau.
Frederiks. J. G. ... 68; 157
Frederiksz. Fredrik ... 45 Fret. Hendrik.....47
Friesch Kabinet van Oudheden.
[Provinciaal 213
Friesland.......275
|
Frisius. Symon . . . . 95, 98.
Frominet. Martyn . . . . 145. Fytema. Sybr......196. Gansneb gend. Tengnagel. Reynier
[207. Ganzendiep......211.
Gardyn. Abram..... 42.
Garijp........280.
Gauw. Gerardus .... 96.
Geel. Hendrik.....48
Geelvink. Jan Jansz. . . . 49-
______ Het Schip De . . 283.
Geens. Jacobus.....167.
Geerault. Louis . . . . 157.
Gelder. Lysbeth Pietersdr. De 164. — M. M. Van.....287.
Gelderland......102.
Gelre. Pieter Denysz. Van . 238.
Gemalde Gallerie te Dresden 215. Genealogisch Overzicht der familie [Avercamp 235.
Genealogische Tabel der familie [Vollenhove 278.
Gent......163, 237. — Het Huis te.....258.
Georgion...... . 178.
Gerrits Gerritsz. of Gerritse Adri-
faen 42.
|
||||||
— 304 —
|
|||||||
Gillis. Anthony.....43.
Gillissen. Dirck .... 249.
Gillesz. Gilles.....110.
Gildemeester. Jan . . 226, 229.
Glas. Symon.....59.
Glasschildering in het huis van
[den Griffier Aertssen m. --------- in de Ridderhofstede Ame-
[rongen 265.
--------- in de kerk te Baarn 256.
---------in het huis van Anthonis
[Van Berck 269.
---------. in het huis van Mr. Nico-
[laes Berck 250.
--------- in het huis van Bernardus
[in de Stolp 114.
______ in dekerk teBeijerland 19.
______ in het huis van Pieter Bo-
[gert 247-
______ in het huis van Anthony
[De Boode 115.
______ in het huis van Pieter Bor [257-
--------- in het huis van Gerard
[Both van der Eem 256.
-------- in het huis van den Heer
[Van Braeckel 250.
______ in het huis van Dirck Van
[Bronckhorst 256.
|
|||||||
Gerrits, Gerritsz of Gerritse. An-
[dries 258. ______ Anne ..... 199.
______ Egbert.....129.
--------- Floris.....166.
--------- Fijt)e.....164.
--------- Jacob.....252.
--------- Jan 48, 250, 252, 253,
[254, Plaat 2.
--------- Jannichgen. . . . 246.
______Jarich .... Plaat 2.
--------- Johan.....247.
--------- Lucas.....56.
______ Michiel . . 43, 45, 56.
______Wessel.....258.
Getterlingh. Johannes. . 38, 50.
Gevangenpoort te 's Gravenhage [«32-
Geus. Gerrit De .... 45. Geyn. Het.....253.
Gheyn (Jacques De) . I'5i "8.
Ghirlandai. Dom.....178.
Gilde. Kornelis de 38, 43, 45-
Gildebode......66.
Gildebroedeis. Onderstand aan ar-
[me 66. Gildegeld......64, 65.
Gildeproef......64.
Gildezegels......269.
|
|||||||
— 305 —
|
||||||||
.»
|
||||||||
Glasschildering in het huis van Ds. |
[Brejerus 251. --------- in het huis van Jan Jansz.
[Cocq. 120.
--------- in het huis van Daniel
[ Daubllng 256.
--------- in het huis van Dirk Van
[der Does 110.
-------- in het huis van Mr. Jacob
[Van der Does 126.
--------■- geschonken aan Evert Van
[Dolre 241.
--------- in het huis van Hendryck
[Aertsz. Doudyns 128.
--------- in het huis Drakesteyn 260.
-------- in het huis van Mr. Gillis
[Van der Eggen 252, 260
--------- in het huis van Reynier
[Van Golsteyn 248, 256.
______ in de Leproozenkerk te
['s Gravenhage 132.
--------- in de groote school te 'sGra-
[venhage 113.
--------- in het huis van den Secre-
taris van 's Gravenhage 133. --------- in het stadhuis te 's Gra-
venhage 113, 114.
______ in het Weeshuis te 's Gra- venhage 112, 124. |
||||||||
Glasschildering in het huis van
[Jonker Godschalk Halma 264. --------- in het huis van den Heer
[Van Hardenbroeck 247.
--------- in het huis te Harmeien 243.
--------- in de Kerk te Harmeien
[254-
—------- in het huis van den Raads-
[heer Helsdingen 248.
-------- in het huis van Aelbrecht
[Hendricksz. 116.
______ in het huis van Mr. Joan-
[nes Heurnius 262.
______ in het huis van den Raads-
[heer Hornhovius 258.
______ in het huis van Dammas
[Hout n6.
--------- in het huis van Maerten
[JonS "3-
--------- in het huis van Mr. Ger-
[rit Joosten 114.
--------- in de Kerk te Katwijk
[a/d. Rijn 117.
--------- in de Kerk te Krimpen
[a/d. Lek 124.
______ in het huis van den Heer
[Van Kersbergen 254.
_____1 in het huis van Cornelis
[Knyff 251.
39 |
||||||||
— 306 —
|
|||||||
Glasschüdering in het huis van Jo-
[han Leerdam 247. --------- in het huis van Balthasar
[De Leeuw 251.
______ in het huis van Mr. Dirck
[De Leeuw 253.
______in het huis van den Com-
[mies Leeuwen 250.
______ in de Kerk te Nieuw-Lek-
[kerland 18.
______in het huis van den Heer
[Van Linschoten 256
--------- in het huis van Johan Van
[Mansvelt 258.
--------- in het huis van johan Van
[der Meer 264.
--------- in het huis van Jacob Van
[Meerkerk 247.
--------- inde kerk te Montfoort 254.
--------- in het huis van den Dom-
[heer Moulard 257.
______in de Kerk te Numans-
[polder 19.
--------- in het huis van den IL'. Van
[Nederhorst 254.
______. in het huis van Cap". Van
[der Noot 113.
______ in het huis van den Bur- gemeester Nypoovt 248. |
|||||||
isschildering in de Kerk te Oude-
[water 235. ----- in het huis van Henrick
[Pieck Van Wollifsweert 267.
— in het huis van de Wed.
[Frans Pietersz. 115.
_ in het huis van Adriaen
[Ploos 253.
— in het huis van Philips
[Ram 248.
_ in het huis van Lodewyk
[Van Renesse 254, 258.
_ in het huis van Gerard
[Van Rheede 267.
— in het huis van Jonker
[Dirck Ruysch 269, 270
_ in het huis van Jonker Fre-
[derik Ruysch 252, 260.
_ in de Kerk te Rijs-
[wijk 124.
_ in het Gasthuis te Scheve-
[ningen 128.
__ in het huis van Daniel de
[Schilder 116.
— in de Kerk te Schiplui-
[den 127.
— in het huis van den Heer
[Van Stavenisse 258.
_ in de Kerk te Stolck 115. |
|||||||
— 307 —
|
|||||||
Glasscliildering in het huis van
[Doctor Straten 250.
---------in het huis van Ds. Swanno
[25°.
---------, in het huis van de Wed.
[Willem de Swart 244.
---------in het huis van Gysbrecht
[Van Suylen 241.
--------- in het huis van Jonker
[Johan Van Suylen 250.
--------- in het huis van Arent Toeyt
[258-
---------in de S'. Jacob en in de
[Regulierskerk te Utrecht 242.
---------in de Sint Nicolaaskerk
[te Utrecht 248.
--------- in de Kerk van Valken-
burg 117.
--------in het huis van M>'. Pieter
[Van Veen 120
--------- in het huis van Gysbert
[Van der Woerd 257.
-------- in de Kerk te Woudri-
[chem 129.
---------in het huis van Andries
[Van Wyck 257.
--------in het huis van Aernt Van
[Wynbergen 268.
--------in de Kerk te Zalt-Bommel 18. |
|||||||
Glasschryvers. 13, 63,105, en volgg.
— verkoopers.....63.
Glazen. Vereering van geschil-
[derde. 105 en 106.
Glazenmakers. . . 41, 63, 64. -----,— proefstuk .... 64.
Goedhand. Carel .... 167.
______ Zie ook Goodhand.
Goelet. Philips Jansz . . . 164.
Goerée. J.......232.
Goetsbergen. Jacob Van . 198.
Gogh. C. M. Van . . 10 noot. Goliat. Cornelis. . . . . 158. Golsteyn. De Heer . . . 248. ,______ Reynier Van . . . 256.
Goltzius. Huybert .... 162.
Gooi. Zegels der Heeren van 't 269. Goodhand. Charles . . 8, 167. ——— Zie ook Goedhand.
Goodyn. Jan......51.
Gooi. Nicolaes.....152.
— Van........152.
Goole. Pieter. ..... 59.
Goos. Abraham.....163.
Gorinchem.....274 noot.
Gorter. Gosse O. . . Plaat 11.
— Kornelis . . . 32, 44, 56.
Gouda. 20, 24, 25, 26, 112, [162, 164.
|
|||||||
— 308 -
|
|||||||||||||||
Groen. Gerrit.....46
— Jacob.......54
Groenevelt. J. . . Plaat 12
Groet. Klaas Van. . . 55, 56
Grol. Pieter Jansz..... 57
Groll. Hauer Van . . . . 117
Groningen. . . 167, 192, 202 Groobe. Ari......42
Groodt. Pieter Willem De . 58
Groof. Simon.....52
Groot. De......230
_____. Kornelis De . . . 55
Gruyter. De......231
Gruyters. Jan.....199
Gucht. Maximüiaen Van der 264.
[265
Guillam.......99
Gulick .... 14, 118, 141
i Gysels. Cornelis .... 9 — Frangois......167
HaanenHaen. Willem Pieter 61
_____. Hendrick De. . . lol ——— Jan Clasen De . . 51
Haagbol. Harmanus ... 47
Haarlem 4, 11, 96, 97, 98, 99, [101, 162, 163, 164, 165, 166,
[188, 192, 217, 222, 229, 239,
L-7Q, 281.
|
|||||||||||||||
Goudsmeden......13.
Goud-en Zilversmeden te Leeuwar-
den. Namen en merken der 2 |
|||||||||||||||
Goud- en Zilverwerker
Gouden horologe . — keten .... Goulart.....
Govertsen. Antonis
Govertsz. Arend _—___ Dirk. . .
______ Samuel .
|
|||||||||||||||
105
158,
H7
100 260,
42 44 128
, 92 193
57 «Si
32 |
|||||||||||||||
Goyen. Jan Van 76, 87,
[149, I
Graaf. Pieter De . . .
Graaft Catharina Van der
Graaff. Klaas De .
|
|||||||||||||||
Grafschrift in de St. Nicolaaskerk
[te Kampen. 233 Graswinckel. G.....140
Grauw. Hendrik .... 29.
's Gravenhage 7, 10, II, 68, 71,
[75, 105 en volgg. 137, 139, [148, 188, 192, 221,222, 276. 's Gravenhage. Kaart van 115, 117,
[1*3-
Gravesant. N......269
Grebe. J. W......192.
Greun. Adriaen . . . .42, 60.
Grissandt.....44, 53. |
|||||||||||||||
— 309 —
|
|||||||
Haarlemmer Meer.... 233
Haas. J. De ... Plaat 13 ITaeck. Willem.....237
Haeff. Adr. Ten .... 157
Haeftens. Heyndrick Lodewycxz [Van 114 Haerlem. Comelis Van 85,87, 92 Haffe. Sybrant Van ... 59 Hake. Gesina.....278
Hakof. Willem 43, 44, 46, 51, 53
[55, 56
— Wede.......51 Halius. Pieter . . . Plaat 8
Hall. Jodocus Clemens Van 232 Hallesloot......222
Halma. Godschalk . . . 264
Hals. Joan of Johannes 76, 85 Ham. Hendrik Van der. ', 47 Hamburg.......147
Hannibal.......150
Hanning.......182
Hannover. .... . . 215
Harcksz. Albert.....40.
Hardenbroeck. De Heer Van 247
Haren. Jurij Faes Jacobsz. Van 124 Harlingen.......167
Harmans. Jannetje . 282, 283
Harmanisz. Correlis ... 43 Harmeien. Glas in de kerk te 254 |
Harmeien. In het huis te . 243
Harmens. Johannes . Plaat 2 Hart. Michiel Gerritsz 33, 47, 49 [51, 60 Hasecamp. l.ysbeth Cornelisdi'. 163 Hasselt. Staesz. Van . ■ . 236 Hatsvelt. Willem .... 36 Hattinga. D. W. C. . . . 159. Hausmann. Verzameling . 215 Havenbergh. Willem 36, 42, 44 [45, 46, 47, 49, 5°. 57. 58
Ilavercamp ...... 195 ______ Zie verder Avercamp.
Hedel........237
Heem. De 83, 85, 86, 91, 92
Heem. Cornelis.....77 — J. Dsz. De . . 73, 76, 81
— Van.......77
Heemstede. Huis te . . . 152
Heerder. Geertruy Van . . 29 Ileere. Jacob. ..... 5° Heesse. Jan Van .... 103
Heide. II. Van der . Plaat 15
Heimans. G..... Plaat 15
Hein. Piet ..:... 222
Heinrichs. Annetje . . . 166 Hek. Klaas of Nicolaas Dircksz [Van der 32, 34
— Maerten Heemskerk Van 33
|
||||||
— 310 —
|
||||||||||||
I lekendorp :..... 12.
Heldewier......71.
Helle. Godevaert Van der . 104.
Hellenkamp. Arien . . 54, 59. Helmers. Hendrick . . . 275. Ilelmhold. ...... 230. Helmsing. Jan Russeplucker 52.
Helsdingen. He Raadsheer. 248. Hemmen. Willem .... 61. Hemsteede......267.
Hendrik Prins Van Bohemen 222.
IlendrickszenHeyndrix. Aelbrecht
[105, nó.
---------Adriaen .... 166.
|
Heron. Pieter.....236.
Hert. Maggiel.....42.
— Vereering van een . . 141.
's Hertogenbosch .... 235. Hes. Johannes Wilhelmus . 54. Hesseling. H. J. . . Plaat 14. Hesselsz. Steven .... 7. Henrnius. Mr. Joannes . . 262. Heusch. Guillaume De 72, 77, [81, 82, 83, 86, 93. Heyde. Carel Van der . . 106. Heyden. Hendrick Van der 157. Heyn. Heyltjen Jacobsd1'. . 161. Heyndriksz. Adam .... 27. Hilbrantsen. Daniel . . . 263. Hilvarenbeek......238.
Hinneken. Poulus .... 34.
Hiob-Gasthuis te Utrecht. St. 73, [75, 77-
Hiole. Abraham .... 9. Hiole. Paulus ..... 9. Hisborda. Gosse . . Plaat 7. Ilobbema. M.....225 noot.
Hoboocken of Hoboken. Elias
[Van 262. ---------Jan Harmansz. Van 245,
[259, 266, 269.
--------Tobias Van . . . 265.
Hoeck. Jan . . . 30, 42, 50.
|
|||||||||||
Annetje
Gerrit . Jan . Jeurriaen Lucas . Vincent. |
166.
45-
49, 261, 263.
. . 165. . . 40. 120, 124. • • 274. 38, 53, 55- 188, 192. 159, 160. 252. 43-
36.
154- 240. |
|||||||||||
Henegouwen.
Hengsman. Jan Henning. Gebrs. Henry. Frangois Hensburch. Jan Van Heppens. Cornelis. Herberse. Willem . Herckel. Georg. . Hermansz. Willem. |
||||||||||||
— 311 —
|
|||||||||||
Hoefnagel. Klaas Frangooijs 32
Uoencoop....... 267
Hoensz. Dirck Sas. ... 25
Hoert........ 256
Hoey. De....... [44
— Catharina Huygensdr. De 145
— Claude De..... 145
— Cornelis De..... 144
— Dammis Huygensz. De . 145
— Frangoise De . . . . 145
— Francine De .... 145
— Grietje Lucasd''. De . . 144
— Hugo De...... 144
— Jacques De..... 145
— Jan De .... 144, 145
— Lucas De . . . 144, 145
— Roelant Cornelisz. De . 144
Hof van Holland. Schilderijen [in het 149
Hofdijk. Willem .... 60
Hoff. J........ 206
Hogeboom. Andries . . ■ 163
|
|||||||||||
Holsteyn. Normyn Willemsz. Van
[265, 266
Hondius. Henricus 128, 129, 130,
[132, 134-
——— Wilhelmus. . . . 134.
Honthorst. llenrick Aertsz. Van
[240.
Hooft. Albert.....42. — Pieter Adriacnsz. . . . 263.
Hoogeboom. Andries ... 5' Hooghe. Ronieyn De 2, 3, 4, 7. Hoogcarspel. Olfert 39, 47, 51, L~52, 59-
Hoogmel. B. ... Plaat 16. Hoogwout. Pieter .... 58. Hoorn. 169, 181, 185, 187, 188, [192. Hoornbeek. D. V. ... 97. Hoombeecke......25.
.-------- Zie ook Horenbeecke.
Hoos. Manuel..... 6.
— Maria....... 6.
Hoove. Jan Van den ... 53.
Hopman. W. A.....270.
Hoppestein. Isack .... 54.
Horatius Cocles.....15°-
Horenbeecke. Joost Fransz. Van
ZIZ9-
Hornhovius. De Raadsheer 258. |
|||||||||||
Hohenlohe. Graaf Van
Hohenzollern-Hechingen [
Holkeer. Jacob . Holland.....
______ Nieuw .
Hollandt. Burgemeester
|
15
Verzamel
mg 215 • 49
• 134
. 283 72, 81. |
||||||||||
— 312
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Immerzeel. Levens der Kunstschil-
ders 3, 73, 74, 77, 95 "°ot, [196, 202 noot, 274 noot, 275 [noot. Indie. Oost-.....29, 37.
Ingen. I.ysbeth Van . . . 201.
______ Roelof Van . . . 205.
Inkomstgeld .... 64, 65, 67.
Isaacsz. Zie Ysaacx.
Isendoorn. Johan Van . . 77.
Issendoorn. Schout 72 en volgg.
[87, 88, 89, 90. Italië.......22, 279.
Jacht der Admiraliteit . 14, 15.
— van Zyne Hooghd. 16, 17, 18.
— van den Graaf van Hohen-
[lohe 15.
— Haagsch Binnen- ... 16.
Jacobs en Jacobsz. Abraham 24. _____ Adriaen..... 42. _____ Floris . . . ui, 119.
______. Harmen. . . Plaat 3.
.-------- Hendrik . . 47, Iu.
-------- Jacob 49, 198, 256, 257,
[263, 269.
---------Jan...... 49-
.-------- Joris...... 37-
-------- Klaes..... 55-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Horst. Vvedenck Hendricksz. Van
[der 274.
Horsleofliorsse. Gerardt 243, 244.
Hotses. Alger. . . . Plaat I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Houbraken .
Houck. Mr. A. Hout. Dammas |
||||||||||||||||||||||||||||||
174-
213. 116. |
||||||||||||||||||||||||||||||
•°5,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Houten. Balthasar Jansz. Van 238.
---------J. Van .... 77, 83.
Houtman. Frederick. . . . 154.
Houtschote. Johannes. . . 55. Houtsnijders . . Hubrecht. Jan Jansz. Van St. 236 |
||||||||||||||||||||||||||||||
Hubrechts. Cornelis
Huegens. Arnolt Huessen .... Huisman. Abraham |
■ 237.
Plaat 4.
• 238.
. 24.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Hullaar of Hullaard. Jan 43, 46,
[50, 51, 60. |
||||||||||||||||||||||||||||||
34, 5°, 56-
• • 237.
. . 164. • • 37-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
--------- Maarten . .
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Hulten. Lievyn Van
Huibrechlsdr. Clara Huyg. Dirk Dirksz. Huygen. Adriaen . Iluysum. Jan Van . |
||||||||||||||||||||||||||||||
1,6,
188, |
||||||||||||||||||||||||||||||
117.
194. |
||||||||||||||||||||||||||||||
Ibink. Pieter..... 58.
letswaart. Jan..... 6.
______ Willem..... 6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
— 313 —
|
||||||||||||||
Jacobs en Jacobsz. Mynikus 57.
------- Pieter..... 57.
--------Tytge..... 165.
Jacobsen. Wynand 251, 254, 256,
[258.
Jacobus I . . . Jager. H. De. . |
||||||||||||||
Jans en Jansz. Rintje . Plaat 3.
--------Thomas.....60.
,_____ Tjepke . . . Plaat 3.
---------Willem . . . 238, 275.
Jarich. Jan Henricxz.... 14.
Jeurriaensdr. Catharina . . 165. Jelgerhuis. B.. . Plaat 7 en 13. --------- Johannes. . . Plaat 9.
Jelgersma. Jouke . . Plaat 10.
Jerusalem.......114.
Jesse. Aswerus.....43.
Jobse. Pieter......46
Joekes. H.....' Plaat 14.
Joestes. Feye .... Plaat I.
Johann Wilhelm. Keurvorst van de
[Paltz 141.
Johannis. Pieter . . . Plaat I.
Jolles........231.
Jonas. Christoffel .... 246
Jong. Gerrit De ... . 28. 's Jonge. Heiltje .... 167. Jonge Van Ellemeet. W. C. M. [De, Museum Catseanum 131 noot Jongh. Jan De.....40.
— Wolbrand. De ... . 60.
Jongman. Jacob .... 55- Jongsma. Cornelis . . . Plaat 6.
______ Jacobus . . . Plaat 7.
______ Johannes . . Plaat 8.
40
|
||||||||||||||
Jannes ....
Jans en Jansz. Ad ______Albert |
, 104.
■ 25.
7, 42, 57
. 202.
|
|||||||||||||
- Elseken.
- Geesie .
---- Grietje .
----Gysbert.
- Hendrik
---- Heiman.
---- Jan . .
- Johannis
---- Klaes
—. Kornelis
---- Lambevt
.— Lucas. Zie
---- Maerten.
- Mathijs .
----. Maychgen ----- Michiel .
---- Outger .
----- Peter. .
___ Pieter .
|
||||||||||||||
. 167.
. 162.
. 46.
9.
• 'S-
. 167. Plaat 4.
■ 55-
38, 43- . 167. Wassenaer.
. 56.
• 25.
. 254. ■ 236-
• 39-
• 249.
57, 58. |
||||||||||||||
— 314 —
|
|||||||
Jongsma. Yme . . . Plaat 6.
Jonker. Dirk . . . . 28, 52. — Dirk Poppisse . . 44, 61.
— Marten Harmansz. . . 33.
— Pieter.....■ . 58.
Joosten. Mr. Gerrit . 105, 114.
______ Jacob.....246.
Jorisz. Hendrik.....47.
— Jan........ 15-
Josefs. Mattys.....57.
Julio........178.
Juriaensz. Jan.....15.
Jutphaas.......258.
Justitie. Ordonnantie voor de 121.
Juynbol. Cap'. Claes ... 16. Kaap de Goede Hoop . . 283.
Kaart van de Arnemuydensche
[Vaart 159.
— van Bergen.....128.
— van het beleg van Bommel
[115, 116.
— van Brabant.....134.
— van het beleg van Breda 255.
— van Delfland .... 119.
— van 's-Gravenhage 115, 117,
[123, 125.
Kaart van de Haagsche Woningen
[III.
|
Kaart van Holland . . . 134.
— van Jerusalem .... 114.
— van Middelburg . 157, 158.
— van Rynland . . 123, 125.
— van Schenkenschans en de Waal
[252, 259.
— van Vlaanderen . . . 134.
— van het eiland Walcheren 157,
D58, 159-
— van Zeeland..... 157.
— Zie ook Atlas en Mappa.
Kaarten 124, 130, 133, 242, 247, [259-
Kaartenboek .... 13, 132. Kaartenmakers 13, 105 en volgg. Kampen 195 en volgg. 211, 233, [271, 276. ---------De Stomme Van 202, 207. ——— Zie verder Avercamp.
Kampereiland.....211.
Kamperveen . . 276, 277, 278.
Kant. Symon Janse ... 59. Karbyn. Jan Jansz. 31, 47, 51, 52. Karel I . . . . . . . 151. Karel VI.......102.
Karssen. Willem .... 60.
Karsten. J. A. . . . Plaat 11. Kaspertsz. Klaes . . . . 55. Kasteel van Rome. 't. . . 6. |
||||||
— 315 —
|
|||||||||
Keiser of Keyzer. C. 54, 55, 56, 61
— Henrick De.....274
— Jan........30
— Joost Jansz. 241, 249, 252, 255
— Symon Cornelisz. 39, 45, 48
[55, 59
— Willem......61
Kind. Pieter......58
Kingma. PI.....Plaat. 14
Kinnema. Johannes . . 37, 42
Kinschot. Mr. Gaspard Van 151, [152
Klaasz. Jan......50 — Thys......39, 59
— Zie ook Claesz.
Klaver. Maarten 33, 45, 57, 58,
Kleeff. Simon . . . . 39, 59 Klerk. Cornelis..... 44
— Thomas De ..... 60
Kleyn. Jeroen De .... 5 — Jurgen De ..... 38
Klink. Jan ...... 157 Klok. Jan....... 50
Klokkenburg. Jan .... 50
______ Louris..... 56
Klokgieter...... 107
Klomp. Antony..... 47
Kluft. Jan....... 5°
Kluyt. Christoffel .... 44
|
|||||||||
Kasteel te Wijk-bij-Duurstede 71
Kastelein. Maria Van . . 26
Katalog dei Gemalde alter Meister
[aus dem Wiener Privatbesitze
[215 noot, 216 noot,
Katwyk a/d. Rijn. Glas in de Kerk
[te 106, 117
Keer of Keere. Pieter Van der 14,
[163
Keetel. Jan.....Plaat 5
Keilen. D. Van der . . . 276
Kemp. Burgemeester . .72, 81 — Jan De......73
Kempenaer. Pouwels De . 124
Kenfer. Johannes .... 51 Kentselaer. Bartholomeus . 7 --------. Hendrina .... 7 |
|||||||||
Keppel ....... 9
——— Cornelis Foxsz. Van 207
Keppen. Jacob.....53
Kersbergen. De Heer Van . 254
Kerstens. Joannes .... 263 Kessel. Jan Van . 78, 83, 84, 85 Kesteloo. H. M.....156,
Keulen. . . . 162, 210, 214
Keuters. Maria.....279
Keiser of Keyzer. Abraham. 42
— Adriaen......27
— Arie Cornelisz .... 42
|
|||||||||
— 316 —
|
|||||||||||
Knecht. Klaas De ... . 32.
Knegten. Klaes Jansz. . 55, 60. Knipper ... 83, 87, 89, 92. ______ Zie ook Knupfer.
Knoef. Jan......53.
Knupfer. Nicolaas . . 78, 81.
______ Zie ook Knipper.
Knuyse. Willem .... 60.
Knyff. Cornelis.....251.
Koedijk. Gerrit.....29.
Koe. Jan Aertszone De . . 235.
Koek. Coenraet Wilhelm, Plaat 6. Koedijk. Jan . . . . 45, 51. Koeleman. Aron .... 42. Koker. Pieter.....40.
Kolkmans. Annetje . . . 10.
--------- Roelof Roelofsz. . 10.
Koning. Jan......49.
Koningh. Baert 45, 49, 50, 57,
[59.
Kooger. Jacob Adriaensz. . 50. Koopers. Annetje .... 6. Koopman. Jacob 31, 43, 47, 55, [58.
Koot. Jan Van.....53.
Kootwyk. Pieter .... 58.
Kooy. Dirk......44.
Kooy. Lambert.....'56.
Koppenhagen.....136.
|
Kops........228
— Gerrit......' 46,
Kort. Dirck Jansz .... 6
Koster. Pieter.....59
Koten. Willem Van ... 61
Kouwenbergh. Kornelis . . 39. Kraan. Albert Adriaensz. . 5 Krabbe. Dirk.....44
Krabbée. Jacobus .... 3°
Kragtig. Jan Jansz .... 37 Kramer. Cornelis .... 44. Kiamm. Levens der Schilders 3, [73, 74, 75, 77 noot, 78, 79,
[80, 81, 95 noot, 131 noot, [196, 233, 234. Krat. Dirk 28, 42, 43, 47, 49, [50, 55, 56
— Symon . . . 42, 49, 60.
Kreeft. Jan......53
Krieg. Willem.....61
Krimpen o/d. Lek. Glas in de
[Kerk te 124
Kromstryen. Johannes . . 30 Krook. Gerrit . . . . 29, 46, |
||||||||||
Kroos. Anthony.
— Pieter . . .
Krul. Hendrina Kruysman. J. |
27
34
278
54
|
||||||||||
Krynsz. Jacob . . . . 37 -
|
|||||||||||
— 317 —
|
|||||||
Krynsz. Reijer.....35.
Krysman. Andries .... 42.
--------- Willem.....60.
Kunstdrukkers.....63.
Kunstenaars. Adversaria betreffende
[onderscheidene 142.
--------- die als Poorters van Breda
[zijn ingeschreven 235.
______ die voor de Admiraliteit
[gewerkt hebben 13.
Kunstkronyk. . . . 110 noot. Kunstverkoopers . . . 40, 63. Kunstverkoopingen. Catalogi van [222 en volgg. Kurff. Jan Woutersz. . . . 269. Kuyk. Klaas......56.
Kuylenburg. Abraham Van. 75.
--------- Jan.....31. 51-
Kuyp. Zie Cuyp.
Kuyper. Cornelis 32, 41 , 42, 43,
[44, 55- Lachambre. Jan.....49
Lack. Van der . . . 78, 91.
Laek Maria Van der. . . 78. Laeckervelt. Aert van 249, 250. Laegh of Laach. Willem Van der '63. I.aer. Pieter van . . . yc Laet.........165.
|
Lairesse. Gerard De . . 2, 149.
Laken-Stempels, 243, 252, 256,
[257, 265, 269.
Lambertsz. en I ambrechtsz. Jan
[17, 167.
______ Thomas.....268.
______, Theunis.....60.
Laminois. Antony .... 145.
Lanckoronski. Graaf Casimir 215. Lange. Jan De.....51.
Langedyk. Jacob Van . . 48.
Langelac.......81.
Langelinschoten. . . .13 noot.
Langeren. Hendrik Van. . 163. Langvelt. Albert .... 47. __,—_ Hendrik .... 47.
Langweer. Johannes . Plaat 4.
Lansbach. Jan.....155.
Lanst. Jacob ... 31, 50, 60.
Lantsheer. Mr. M. F. Zelandia [Illustrata 156. Lathouwer. Dirck .... 253. Ledeboer A. M. Het Geslacht Van [Waesberghe 131 noot. Ledenberch .....241.
Leek. J. Van. . . . Plant 12.
Leen. Van ...... 227.
Leenboin. Jan . .... 236.
Leerdam. Johan 242, 246, 247.
|
||||||
— 318 —
|
||||||||
Leerjongens......65.
Leerlingen van het St. Lucas-Gild
te Alkmaar 41.
Leeuw. Antonis.....264.
--------- Jan...... 31.
---------Balthasar De . . . 251.
--------- Dirck De . . . . 253.
--------- Jacob Lambertsz. De 247.
--------- De Hoofdman De . 257.
Leeuwarden. 164, 201, 213, 288.
--------- De Hoofdman . . 250.
Leeuwen. De Commies . . 250.
--------- Dirk Van .... 44.
Leiden 7, 11, 12, 114, 142, 145,
['47, '55, 165, 192, 239, 269,
[287. Leipzig........78.
Lekkerland. Nieuw- ... 18
Leliveld. Hendrik .... 47. Lely. Frederikus . . . Plaat 4. - Johannes .... Plaat 6.
- Tjeerdt.....Plaat 4.
Gabrynus V. d. . . Plaat 8.
- T. Kylstra Van der . Plaat 9.
Lentinck. Johan .... 259. Lentz. J. M..... Plaat 10.
Leth. De.......223.
Letoir. Johan . . 135 en volgg.
Leupe. P. A. 10, 12, 13, 105, 279. |
| Leupe. P. A. De Reizen der Nederl.
[naar het Zuidland 283 noot.
Leuven.......236.
— Willem Van . . . . 61.
Leyden. Aertge of Aert Claesz. [Van 142.
— Lucas Van . . . . . 144.
— Grietje Van . . . . . 144.
Lieuwes. Sybes .... Plaat 2. Lindeman. Jan.....55.
Lingen Jr. Leendert Van . 9.
Lintschoten. De Heer Van 256. Liphuyse. Gerrit .... 46. Lipmann. Jos. R. Von . . 216. Lis......... 6.
Lisseman. Willem .... 60.
Lobe. Balthasar. .... 267. Lobbrecht. Adriaen Andriessen Van [255, 261.
Lookhorst. Lucas .... 33. Lodder. Adriaen .... 27. Lolly. Wybrandus. . . Plaat 4. Lommert. Jan.....55.
Londen...... , 166.
Londerseel. Johannes Van . 123.
Loon. Adam Van .... 40. — Caerle Van.....238.
— Jan Jansz. Van.... 164.
Loon. Jelis Van . . 164 noot. |
|||||||
— 319 —
|
|||||||
Loos. Klaas Ariensz. 32, 42, 44.
[45, 49, 55-
- Andries De.....40
- Wülempje De .... 9,
Losse Aanteekeningen betreffende [Amsterdamsche Graveurs enz,
[1, 161,
Loterij van Jan De Bondt 71 en
[volgg. 81 en volgg
Louyse Prinses Van Oranje 131
Lówenberg......215
Loys. Gerrit......46
Lubeck.......134.
Lucas-dag. St......64,
Lucas Gild te Alkmaar. Het St
[26 en volgg --------- te Amsterdam. Het St. 4.
[272
J------- te Delft. Het St. 26, 2I
[noot, 96 noot, 74, 78, 80
______ te Dordrecht. Het St. 2c
[noot 26, 79,
--------- te 's Gravenliage. Het S*.
[74, 79, 110 noot.
--------- te Kampen. Het St. 209
[276.
--------- te Rotterdam. Het St. 62.
[160 noot
______ te Utrecht. Het St. 74, 75, |
|||||||
Lucasz. Cornelis .... 43.
——— Pieter . . 34, 47, 57.
Luder. Hendrikus .... 9.
Ludikhuyzen. Maarten . . 33 Luthem. Jan.....54'
Luycke. Jan . . . . . .2,6.
Luycks........ 78.
— Christiaen . . . .78, 82.
Lynhuys. Gerrit.....46. Maarseveen. Hendrik Van . 225.
Maarssen.......254.
Maastricht.......275.
Maes of Maas. Cornelis . . 46.
— Dirk.......44.
— Egbert......„ 132.
— Gerrit.......45.
— Harmanus .... 29, 47.
— Hyeremias.....237.
— Joghem . . . .31, 44, 51.
— Johannes . . .31, 46, 51.
— Willem......61.
— Mr. Evert Van der . . 106.
— Everardt Van der . . . 126.
— Just Van der .... 52.
— (Seger Quirijnsz. Van der) 116,
[117, 118, 119, 120, 121, 122,
[125, 126, 132.
Maetham of Matham. Dirk. 164.
|
|||||||
— 320 —
|
|||||||
Maetham of Matham. J. 95 noot,
[96, 97, 98, 99, 101. Magistris. Trojanus De . . 163. Maire. Le. Zie Ie Mer. Malabar. Kust Van . 284 noot. Malburch. Cornelis Van. . 257. ______ Elisabeth Van . . 256. ——— Hendrik Van. . . 256.
Malburg.......259.
Man. Otto De . . . 145 noot.
Mander. Cornelis Van . . 266. — K. Van......96.
Mansvelt, Johan Van . . 258.
Mappa. Mundi.....113.
Mareken. Cornelis Jacobsz. Van de
[147-
Marcus. Jacob.....30.
Marcys. Jaques.....274.
Marens. J.......51.
— Jacob ....'.. 58, 59.
Marienhoeft. Jan Aertsen v.an 258. Mark........141.
Marquettc......191.
Martensz. Grietje .... 162.
Martyn. Joris.....166.
_ Lysbeth .....166.
Mase. Jan Gieljam . . 51,58.
Massa of Maaza. Guiljam . 29. Matham. Zie Maetham. |
|||||||
Mathys of Mattys . . 99, 100.
— Coenraet......240.
— Jan........ 6.
— Pieter.......35.
Maurik. Jan......54.
Maurits. 1'rins.....221.
Zie ook Nassau en Oranje.
Mauritshuis......75.
Mechelcn 74, 236, 237, 273, 274,
[275-
Medaille met keten. Gouden 16.
______ Van Albert Durer . 148.
Medailleurs.....8, 166.
Medemblik......155.
Meeckeren. Jhr.jGodert Van 73, 78.
Meer. Jacob Van der. . . 259. — Johannes Van der 30, 42, 56,
[58, 264.
Meerkerck. Jacob Van . . 247. Meeter. P.....Plaat II.
Megen. Maerten Van ... 57.
Melayn. Mathys Jansz. De . 236. Melchertsz. Claes . . . . 163. Mens. Cornelis . . 50, 55, 58. — Pieter.......58.
Mensenburgh. Abel Eppens Van 148.
Mensing. Johannes. . . . 154. Mensma. Arien . . . Plaat 5. ——— Nicolaas . . . Plaat 4.
|
|||||||
— 321 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Middelburg 109, l5Óenvolgg. ïi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Mentingh. Jan .
Meppel. . . . Mer. Jan l.e . . Merou. Hendrick Metaa. Willem . Metius Dirk. . — Jacobus .
Metzelaar. Jacob Meule of Molen. Ge C29, 43-
Meulen. Van der . — Louris Van der
— Siewert Van der
Meulman. Dionis . Meurs..... — of Meuris. Aert
— Aelt Van. . .
— Jacob Van
Meyburch.... Meyer. Aldert . . — Hermanus . .
— Herman De . .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
49-
202.
274. 131-
40.
28. 3°-
55- rit Van der 45, 47, 57-
Plaat 16. • 49-
■ 35- • 223.
. 141. 10, 11. 245, 247.
6, 164.
148.
6.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Middeli. Japik Janse .
Mieden. Adriaen Van der Mierevelt. Michiel Van Mieris. W. Van Milde. Jan De . Miller. Mattys . Milo. Gloudi. . Missellaenwerker Moeriaen. Symon Mol. Dirk . . — Willem De . |
||||||||||||||||||||||||||||||||
5'-
40.
m-
232.
104. «33-
28, 47.
246. 59-
44.
60.
Van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Molen. Cornelis
|
Pietersz
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
[der 43.
Zie Van der
[Meule.
. . 48.
45. 56, 57-
83, 91, 92.
77, 79-
77, 79- 77, 79- • 44-
• 59-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit Van der.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
- Hendrik Van de
- Klaas Van der
Molenaer .... --------- Jan .
--------- Jan Miense
--------- Nicolaas
______ Rijk . . .
--------- Sybrant
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
48.
164. 47. 52-
52. 41. 275.
158.
259-
59- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Meijier. Dirk De
|
37
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Meynders. Jesse
Meyndertsz. Abraham Meyne. David De . Meyren. A. Van Michielsen. Jacob Michielsz. Symon |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Molenyzer. Abram Jacobsz. 36, 43.
[59
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
246.
249.
34-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Moles. Lambert Fiansz. . .
- Lambert Jansz. . .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Mompert. Pieter
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
41
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
— 322 —
|
|||||||||||
Monsee. Pieter.....59.
Monsma, Hendrik . . . Plaat 8.
Montfooit. . 79, 86, 258, 264. ______ Glas in de Kerk van 254. ——— Zegels der Heeren van 269.
Montjewerff. Cornelis. . . 43.
Moor. Joliannes De ... 52. Moos. Jurrien.....54-
Morel. Jacob . . . . 79, 90.
Moreelse. Paulus . . .79, 146. Moreelsen......86.
Morelisz.......91, 92.
Mosterd. Willem .... 61.
Moulard. De Domheer . . 257. Mulder. Hans.....274. — Joseph....... 6.
— Karel.......55.
Muller. A.......54.
— Andries......28.
— Frederik.....95, 208.
— Frederik Beschrijvende Portret-
[Catalogus 13 noot.
— Jan Dirkse.....54.
|
Munter. Japick Govertsen . 79.
Murer. Jacob......262
Museum te Berlijn 76, 80, 214,
[215.
______ Boymans 210, 216, 217, [224.
______ Fodor.....217.
_____ K. K. Oesterreichisches
[215 noot.
______ Kunstliefde te Utrecht 76.
______ Nederlandsen. . . 276.
______ Walraf-Richartz 210, 214.
Mustelius. Vitus.....22.
Muyser. Dirck Cornelisz. . 113.
Muyswinckel......267.
Muziekgeschiedenis. Vereeniging
[voor Ncderl. 4.
Myle. Van der.....221.
Naamlijst der Gildebroedeis van
[St. Lucas te Alkmaar 26 en
[volgg.
Naamregister der Gildebroeders 65.
Namen en merken der Goud- en
[Zilversmeden te Leeuwarden
[288.
Naeranus. Abraham Servaesz. 198,
[37 !•
Naerssen Wouter Van . . 237. |
||||||||||
— Jan Wouter .
— O. F. . . .
_ F.z. Mr. S. . Munck. J. De . Munster . . . Munstert . . . |
, ■ 5°.
Plaat 10. • • 239. . . 160. . . 199. 79, 81, 84. |
||||||||||
— 323 —
|
|||||||||||||||||||
Nagel........146.
Nagler........79.
Nagtglas. F.......156.
----------Gids voor Middelburg 157,
[160.
---------- Matthys.....39.
Nanninga Uitterdyk. Mr. J. 195,
[270, 276.
Nason. Pieter .... 79, 83.
Nassau. Graaf Hendrik Van 108,
[146.
______ Huis Van .... 109.
______Prins Maurits Van . 148.
Nauwinx. Joris.....251.
Nederhorst. De Heer Van . 254.
Neer. Aruout Van der . 25, 26. Nepthunis. Schip gend. . . 15. Netscher......13 noot.
_______ Theodorus. . . . 140.
Neut. Philips Van .... 39.
Niebuur. Jacob .... Plaat 9. Nielle. De ..... 99, IOO. Nierop. Jacob . 31, 44, 50, 59. Niessen. J.....210, 214.
Niesvelt. Jacobus .... 31.
Nieuwenhoek. Jan Van . . 257. Nieuehuyssen. Gerrit Baerensse [Van 21. Nieuwenhuyse. Jacob . . . 51. |
|||||||||||||||||||
Nieuwerkercke. Jan Jansz.
----------- Marretje Jans Van |
'6.5
165 130 35
137 53
63
7 59
79, 9° |
||||||||||||||||||
Nieuw-jaarslied ....
Niezius. Pieter Van Nobel. Jan Hendricksz. . 1 Nommer. Jan .... Nominatie van Hoofdlieden Noordt. Jan Van . . Noordijk. Symon . Noortwijk. A. Van. . |
|||||||||||||||||||
Noot. Capitein Van der 105, 113
Nottelman of Notterman. Gerrit [29i 43, 46
Numanspolder.....19
Nutshoorri. Christoffel. . . 9
Nynbuur. Bernardus . . Plaat 7 Nypoort. De Burgemeester . 248 Obdam. Pieter . . . 45, 52, 54
Octrooi voor Jean Fournier 153 Oling. L......Plaat 13
Oloffsz. Lambert 241, 243, 245.
[246, 251 |
|||||||||||||||||||
Maerten
|
|||||||||||||||||||
■ 56
Plaat 3 - 97
• 243
• 47
|
|||||||||||||||||||
Olthof. Willem . . .
Ommeren. C. Van . . _______ Cornelis Van
---------- Hannes Van .
|
|||||||||||||||||||
Ommeren. Sikke Van .Plaat 10
|
|||||||||||||||||||
— 324 —
|
|||||||
Oort. Adriaan Van . 267, 268.
— Marcelis Van . . 241 , 244.
Oosten. Jacob Van . . . 267. Oosterbrug. Jan Maertensz. 49. Oosterman. Samuel ... 59. Oostervelt. Jan Melchiors Plaat I. Oosthoorn. Laurents ... 33. Oost-Ind. Compagnie . 15, 203. Oostrum. Maiten Van 240, 244. Opschriften aan bolwerken en mu- [ren 241, 242.
Oranje. Prins van 107, 108, 122
[noot, 129, 133, 146, 149, I53i
[266.
— Prinses van . 131, 133, 153.
Ordonnantie voor het Gild van St. [Lucas te Rotterdam 63.
Ordonnantieboeken van Frederik
[Hendrik 105.
Ostade .... 173, 225 noot.
Oste. Gerrit Jansz. . . . 244.
Ottersz. Jan......147.
Otto. Jan.......53.
Oudenaerde • . . . . 24, 25.
Ouderkerk a. d. Amstel. . 233. Oudesteyn. Willem ... 61. Oude Tijd. De.....71.
Oudestam. Jacob .... 51.
Oudewater t.....26. |
|||||||
Oudewater. Glas in de Kerk te 235.
Oudheidskamerte Middelburg 156 Out. Jacob Jansz..... 51.
Outshoorn. Jh>'. Willem Van 121.
Overbeek. Jan.....52.
Overkamp.......271.
Overyssel.....I97i 277.
Paaden. Joris Van der . . 51-
Paal. Cornelis.....43.
Paedts. Pieter Davidsz. . . 167.
______ Pieter Pietersz. . . 167.
Paltz. Keurvorst van de 141, 220.
Pappelendam en Schouten. Van
[286.
Papirius ....... 150.
Paradijs. Het......114.
Parmens.......178.
Parthey. G. Deutscher Bildersaal,
[215 noot.
Parijs ... 94, 233, 286, 287.
Pas. Crispyn De of V. d. 251, 286.
— Symon De.....286.
Passamier. Andries . . Plaat 6.
Paulus. Eiland.....283.
Paulusz. Theunis .... 60.
---------Zacharias 36, 41 , 44,
[48, 57-
Paus. Pieter......58. |
|||||||
325 —
|
|||||||
Pedelstok met'züveren beslag 250,
[253.
Peereboom. Jan . .42, 49, 55. ——— Zie ook Pereboom.
Penningen.Promotie- 261, 262, 268.
Percelles ....... 153- ---------. Johan.....137-
Pereboom. J. ... Plaat 10.
______ Zie ook Peereboom.
Persyn. Aernout Van . . 164.
— Pieter....... 34.
— Reynier . . . . .25, 164.
Perusina. Pietro . . . . 178. Pessyn. Noë...... 125.
Pest.......198, 200.
Peters. De familie. . . . 210.
— Beatrix 198, 201, 202, 203,
[204, 206, 207, 209, 271.
— of Petersz. Berend . . 199.
— Bonavontura . . . . 271.
— Claes.......199
— Cors.......249.
— Gillis.......2IO.
— Gysbert......251.
— Jacob . . . 198, 209, 271.
— Jan.......271.
— Johannes . , . . 210, 214.
— Petel'.....251, 254.
— Samuel......268.
|
|||||||
Petten. Hendrik. . - . . 48
- Kornelis Pieterse 32, 43, 44, 52
- Symon Van.....59
Philips. Casper.....
Philipsdr. Anna.....164
Picard ....... 2
Pickenoy. Elias..... 167
Pier. Lange .... 74, 87, 92 Pierson. Christoffel ... 25 --------- W......Plaat 7
Pieters of Pietersz. Arend . 42
.--------- Brechtje.....165 --------- Cornelis .... 235
--------- Frans . . . . . 115
--------- Hans. ..... 275
--------- Jacob ..... 49
.--------- Joost......49
--------- Klaes .... 43, 60
______ Lenert.....115
---------. Marretje .... 167
______ Pieter ..... 57
Plaat. Dirk Anthonysz . 44
Plaatdrukkers .... 9, 168
---------. Zie ook Kunstdrukkers.
Plaatsnijders 5 en volgg. 13, 63.
[105, 161 en volgg.
___,___ AantalteAmsterdam 4
Plas. Louris......56.
Plattyn. Jan......237.
|
|||||||
— 326
|
|||||||
Portret van Prins Maurits 148, 149.
---------van Hendrik van Nassau
[I46.
______van den Prins van Oranje
[107, 108, 122 noot, 123,
[129. '33, Ho, H9'
______ van den Graaf van Solms [252.
______ van Taffin of Taffins 99, [100.
______ van Magdalena Thys 146.
--------- van Jan Van den Velde
[Senior 94, 95 noot.
______van Arnoldus Vollenhove [277.
______van Willem 111 . . 140.
______ van Willem IV . . 153.
______ van Willem V . . 153.
______ van Joh. De Witt 12, 152.
______van Hillebrant Van Wouw
C'53-
Portretten geschilderd door Ver-
[spion gh 281.
Post. Jurriaen.....51.
Posthumus. Jacob .... 49.
______J......Plaat 10.
_____. R.....Plaat 14.
Postma. G......Plaat 9.
Pot- Hendrik Jansz. ... 47-
|
|||||||
Ploos. Adriaen.....253
Poel. Peter Van der . . . 261
Poelenburg. Cornelis Van 72, 75
[79, 82, 85, 86
Poelenburgh. Maria Van . 164
Poiidoor.......178
Pompejus.......150
Pomserith....... 9
Poorter. Jan Jorisz. De . . 30
--------- Klaas De. . 32, 49, 56
______ I.ouris De .... 56
Pootjes. Klaes.....55
Poppe. Marretje. .... 166
Porcelein.....153, 154
Porcenna.......150
Portret van Dr. Andreas Bacherus
[of De Backer 146, 147
______van den Koning van Bohème
[128
--------- van den jongen Hertog van
[Brandenburg 123
,-------- van Prinses Carolina 153. --------- van Catharina Van de Graaf
[153-
______ eener Heidensche Koningin ['49-
______van Frederick Houtman 154.
______ van Karel I . . . 151.
„_____ van Karel VI. . . 102.
|
|||||||
— 327 —
|
|||||||
Pot Symon Van der ... 59.
Pothof. Jacobns 31, 48, 54, 56,
[60, 61
Potter. Paulus 139 noot. 225 noot.
--------- De ... . 139, 140.
Pontkaes. Hester .... 162
Prent van de Pauselijke en Chris- telijke religie 120 - Zie ook Kaart.
Prenten door S. Fokke . . 233
______ doorH. IJondius 128, 129. [13°
______ door Chrispyn V. d. Pas
[251, 252
--------- naar Herman Saftleven 266
--------- doorJ.P. V.d. Venne 109
--------- in den boedel van Mr. Gas-
[pard Van Kinschot 151
Prentteekeningen . . 169, 187 Princenhage......238
Proteus ofte Minnebeelden veran-
[dert in Sinnebeelden 131
Pullyn. Joris...... 9
Punt- Jan.....38 , 52
- Jan Cornelisz..... 54
Putte. Jacques Van de . 25
- Adriaen Van der ... 25,
Putter. De......148
Pynster. Pieter.....57.
|
|||||||
Pijs Jacob......31.
Quint. Cornelis.....242.
Raaman. Klaes.....55.
Rabeling. Albert .... 43.
Rademaker. Abraham. . . 6. ______ Dirk...... 9.
Radesvelt. Jacobus . . Plaat 4.
Raembuigh. Dirk Cornelisz. Van [164.
--------- Elisabeth Dirksdr.Van 164.
Ram. Philips......248.
Rappard. Jhr. Mr. F. A. L. Ridder
[Van 103. Ravensberg......141.
Ravestein.......141.
Ravesteyn. Laurens Van. . 250.
______ Salomon Van. . , 58.
Reable. Jan......38.
Rederijkers-vaandel . . . 133.
Reenen....... 6.
Rees........119.
Reffcns .......81.
Regtop. Jan Jansz. . . . 48.
Regter. Jan......54-
Reinoutsz. Franchoys . 137, 138.
Rekening der Buurkerk te Utrecht [l°3-
|
|||||||
— 328 -
|
|||||||||||||||||||||||
Ridder. Jan De
______ Willi-m De. |
|||||||||||||||||||||||
Rem. Hans......274.
Rembrandt ... 3, 184, 232.
Remers. Pieter Van . . . 274. Rendorp. Mr. J.....191.
Renesse. Lodewyck of Louys Van
[254, 258. Renger. Klaes.....56.
Reni. Guido......178.
Rensselaer. G. Van . . . 135.
Reubel. Casper.....167. — Maria.......167.
Reus. Jacob......30.
Reuver. Cornelis De . . . 250.
— Gerrit. De 29, 41, 47, 48, 52,
[53, 54, 56, 57, 58, 59, 61.
Reye. Willem Van . . . 61. Reyers. Jacob.....163.
Reyger. Hans De .... 168.
_ Hendrik De.....168.
Reyken. Jacob.....51.
Reyts. Jacob...... 52.
Rheede. Gerard Van . . . 267.
Rheene.......236. — Glas in het Raadhuis te 250.
Rhenen. Jan Van . . 72, 82, 93. Rhyn. Rivier De . . 252, 259. Rhynland.....123, 125.
Ridder. Uastiaen De . . . 244.
______Jacobus De . . . 10. |
|||||||||||||||||||||||
9
■ 9, io,
Plaat 10 |
|||||||||||||||||||||||
Riddersma. Klaas .
|
|||||||||||||||||||||||
Ridderschap van Holland. Hel
[schip de 283
Riemer. Frans De. . . . 165
|
|||||||||||||||||||||||
Rietwijk. Putman
Rieuwertsz. Pieter Ringh. F. De . Ris. C..... |
|||||||||||||||||||||||
• •• 57
• • ■ 34
. . Plaat 7 181, 185, 188
|
|||||||||||||||||||||||
Ritsma. Hendrik 29, 44, 48, 52
|
|||||||||||||||||||||||
Jelte
Sent. |
|||||||||||||||||||||||
32, 52
35, 43 7 138 250. 1 165
66
|
|||||||||||||||||||||||
Rixtel. Jan .
Robaert. Abraham Robbertsen. Dirck Robbyns. Gregorius Rochussen. Claes . |
|||||||||||||||||||||||
Roedrager of Gerechtsbode
Roelandsz. Gerrit. . . 46, 52 Roeloffsz. Wolffert ... 239 Roem. Engel.....148
Roermond......102
Roes. Johannes Pietersz. . 49,
Roest. Pieter..... 7
— Pieter Jansz..... 7
Roestbrugge. Jan Van . . 54
Roever Az. Mr. N. De . 1 , 161 Roldanus. Cornelis . . . 196 |
|||||||||||||||||||||||
— 329 —
|
|||||||||||||||||||||
[98, 99, 101, 130, 131 noot,
[141, 160 noot, 210, 216, 235. --------- Gestoelte der Admiraliteit
[in de Kerk te 18.
--------- Keurboek van . . 62.
Rotterdamsche Flistoriebladen 62.
Rubens .... 88, 147, 148. Rudolph. Keizer .... 136. Rus. Cornelis.....43.
Ruth. Johannes Cornelisz. . 54.
Ruts. Cornelis.....273.
Ruttens. Isaac..... 7.
--------Pieter . . . 284, 285.
--------- Willem...... 7.
Ruychrock. Anthony . . . 283.
Ruijl. Gerrit......28.
Ruys of Ruysch. Gerrit 246. 248.
Ruysch. Jonker Dirck . . 269. ,______ Jonker Frederick 252, 260. _____. Pauls.....263.
Ruyt. Jacobus De 41, 45, 46, 54.
Rijk. Dirk Jansz..... 7. — Jan De . . . 7, 251, 253.
Rijkers. Abraham .... 7. ______ Klaas.....32.
______ Pieter..... 7-
Rynvisch. Evert.....205.
Ryp. Symon Jansz. ... 59.
Rysbeeck. Joost. . . Plaat 5. 42
|
|||||||||||||||||||||
R
|
• • 54-
. • 54- Roon. Hermanus Van . Plaat 7.
Roos........230.
— Cornelis.....Plaat i.
— Frans Cornelis . . . Plaat I.
— H........63, 67.
Rooswinkel. A. . . . Plaat 12.
Root. Jan Teeuwsz. 30, 42, 49, [50, 57, 60.
|
||||||||||||||||||||
— Theevvis Jansz, .
Roothoff. Gerrit Rooy. Hendrik . Rosé. Jacob . _ Pieter .... Rosekrans. Laurens ---------, Maria . .
Rosenboom. Barend
--------- Jacob |
|||||||||||||||||||||
35-
29. 47-
|
|||||||||||||||||||||
Rosendael. Willem
Rosiers. Pieter . . Roskam. Hendrik . — Pieter ....
— Samuel
Rossen. Cornelis Van — Jan Van .
Rostermondt. Arien Symon Rotterdam 12 noot 20 |
|||||||||||||||||||||
36, 60.
6.
|
|||||||||||||||||||||
29.
|
|||||||||||||||||||||
7-
32. 52. sz. 131. 22, 25
|
|||||||||||||||||||||
[noot, 62, 67, 94, 95, 96, 97,
|
|||||||||||||||||||||
— 330 —
|
||||||||||||||||||||||
Ryswyck ....... 8l.
Ryswyk, Jan Anthony Van. 6.
.---------- Jan Anthonisz. Van 165.
.---------- Glas in de Kerk te 106, 124.
Ryzer. Jan......30.
— Poulus.......34.
Sachtleven of Saftleven 73, 83,
[87, 90, 92. ------1— Herman. . 75> 80, 266
Salverda. Rombartus . . Plaat 4
|
||||||||||||||||||||||
Schayck. Adriaen Jansen Van 254.
Scheffer. Willem . . . . 91. Scheiff. Philips.....165.
Schellinger. Adriaen . . . 42.
Schellingwou.....233.
Scheltema. N......24.
______ Dr. P......272.
______ Aemstels Oudheid . 272.
______, Redevoering over Rem-
[brand 272.
Schenkenschans . . 252, 259. |
||||||||||||||||||||||
Sander. Jacob De .
Sanders. Gerard ----------- Jan . |
||||||||||||||||||||||
Schermer. Cornelis
_______Hendrik
_______ Klaes . .
|
||||||||||||||||||||||
• 5°
. 160 • 54,
■ "3
• 42
. 178 ■ 25
. 202 • 274
274 noot . 60
Plaat 7 • 59
• 54
34, 55 . 286 |
||||||||||||||||||||||
. . 44-
. 29, 61.
. . 56.
. . 238.
, '34, 287. . Plaat 7.
. . 165.
• 25, 13°-
. . 42. |
||||||||||||||||||||||
Sanen. Pieter Jansz.
Santé. Adrianus Van Santio. Raphaël. . Sas. Dirck Hoensz. Saumur.....
Savery. Jaques .
---------- Roeland
Schaak. Willem. .
Schaap. Age . . Schagen. Jan. . . _______ H. Van. .
_______ Maarten Van
|
Schets. Olivier Jansz.
Scheveningen . .128 Scheversteyn. Ate . Schieba. Cornelis . Schiedam .... Schilder. Aldert. . |
|||||||||||||||||||||
Schilder van den Koning van De-
[nemarken 135, 147. _______van den Koning van Frank- rijk 144. ---------- van den Keurvorst van d^:
[Paltsz 141.
Schilders 13, 27 en volgg., 63,
[105 en volgg.
_______Beeldhouwers enz. voorko-
|
||||||||||||||||||||||
Schalcken. G. .
Schapen. Annetje Ilarmensd. Van
[164.
|
||||||||||||||||||||||
331 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[mende in de Rekeningen
[der Stad Utrecht 239.
- die te Amsterdam poorters
[zijn geworden 272
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schilderij met Job . . . 73, 77
--------- met Jonas .... 146
--------- met een Keuken . T43
--------- met de Kindermoord 135
-------- met de Kruisiging . 155
______ met Lucretia . . . 146
--------. met een slapend man 76
______ met Marais Curtius 21
______, met een monnik. . 146
______ met het laatste oordeel
[H7
______ met een ossenhoofd 143
,_____ met een Palm Zondag 143
______ met Petrus. . . 76, 79.
______ met een te Scheveningen
[aan strand gejaagd schip 134
______ met een uil . 74
______ met een Vanitas. . 78
______met een vinkentouw oi
[vinkenbaan 149
______ met de vloot. . . 157
______met O. L. Vrouwe 78, 79.
[io3
______ met een slapende vrouw
[76.
_____, met een wintergezicht 146
______ Zie ook Portret.
Schilderijlijsten . I33i '57, '5^
Schilderijen gemerkt A. C. 76 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schilderij met de Beerebijt. r49
-------- met 't Bloempotje , 152 -----:— met een «boerenvrolijk
[heid" 77
______ met de geboorte Christi 149,
______ met Diana. ... 75
_____ met de vier Elementen 135
--------- met de Emausgangers 146
--------- met een gortenteller 76
-------- met een gezicht op 's-Gra
[venhage 106
---------met het huis te Heem
[stede 152
_____met de zegening Jacobs 148 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 332 —
|
|||||||||
Schilderij van Hendrik Averkamp
[210 en volgg. 270. --------- met bacchanalen. . 74.
--------- van Bloemaert en Per-
[celles 153.
--------. nagelaten door Sybrechtje
[Van Broeckhuysen 148.
--------- Copiën naar 72, 74, 76, 77.
---------■ met Christus verrijzenis "]6.
--------. den Koning van Denemar-
|
|||||||||
Schilderij met badende nimfen 75.
---------, in den boedel van Agatha
[Oldênburchs 146
--------- met Paulus bekeering 76.
--------- afkomstig van Keizer Ru-
[dolph 136.
______ met stillevens 73, 74, 75,
[76, 79-
______doorTitiaan en Rubens 147.
,______ Openbare verkoop van 106.
--------- Verloting van 71 en volgg.
---------, met visschen . . . 74-
______ van den Heer Van Werck-
[hooven 266.
---------met zeegezichten 76, 146.
______ met de vijf zinnen . 145.
Schilperoort. Burgert Joachimsz 165.
______ Jacob.....165.
Schilthouwer. Geurtjansz. 258,264.
Schingen. Hendrik . . . 29. --------- Jan . . 31, 53, 56, 61.
Schipluiden. Glas in de Kerk te
[106, 127.
Schly. Van der 227, 228, 229, 230.
Schmidt. P......Plaat 15.
Schmitz......Plaat 16.
Schoenmackers Harmen . 238.
Schoenmaker. Jacobus . . 53. Scholt. Jan Jansz.....165. |
|||||||||
[ken te koop aangeboden 135.
-----, met dieren 77, 78, 81, 152. ------ met gevechten 76, 77, 143.
------ met onderwerpen uit de
[gewijde geschiedenis 74, 77
------ met Kerstnachten . 76
----- met kinderfiguurtjes 74
----- in den boedel van Mr
[Gaspard Van Kinschot 151
----- met landschappen 74, 75,
[77, 148, 149.
----- van Gerard De Lairesse in
[het Hof van Holland 149.
____ van Aertge of Aert Claesz.
[Van Leyden 142, 143.
____ op het Stadhuis te Mid-
[delburg 157, 160.
___ met mythologische onder-
[werpen 78.
|
|||||||||
— 333 —
|
||||||||||||||||
School te 's-Gravenhage. Groote
[112, 113, l'6 — te's-Gravenhage. I.atijnsche 130,
— te Haarlem, Fransche
— te Rotterdam. Fransche 94, 98
— te Utrecht. Hieronijmus- 140 en
[volgg., 263, 264,
|
||||||||||||||||
Schutterij van 's-Gravenhage 117,
[118, 120, 121, 125, 131, 134. --------- van Utrecht . 251 , 253.
--------- Zie ook Sebastijaens-Con-
[frerie.
Schuur. Hendrik .... 48.
Schuylenburg. Hendrik Van 80,
[90, 158.
Schyndel. Hendrik . . . 29.
Scipio........150.
Scraven. Pieter . . . , ■ 274.
Sebastyaens-Confrerie te 's-Graven -
[hage 127.
Seele. Hendrik.....47.
Segers. Jan Jansz..... 17.
Sehender of Zehender 158, 159.
Sent. Dirk Hendricksz. . . 8. — Wyna....... 8.
Senten. Maerten .... 56.
Serron. Andries De . . . 237. — Jan De......237.
Seth. C......Plaat II.
Seveningen......211.
Schaffenburg. Pieter . . . 34.
Sickama. Lambert. . . Plaat 2. Sieuwertsz. Dirk . . . . 165. Sikkes. Minne .... Plaat 1. Simons. Troost of Trowest 168. Sinnema. Hessel . . . Plaat 6. |
||||||||||||||||
— te Utrecht. Illustre .
Schoon. Jan .... Schoonebeek. Adriaen Schoonevelt. Daniel . ______ Dirk . . .
Schoorl. Jan Van . .
Schoorsteenstukken Schooten. Cornelia Van Schouman. Coruelis . Schoute. Pieter Cornelisz Schouten. Aldert ——— Claes
Schram. Maerten
|
250, 251
51 7 9 9 37 158 152 '58 58
42
112 57
|
|||||||||||||||
Schreuder. Bernardus 169, 180
[182, 183, 188, 190
|
||||||||||||||||
Schrijfkunst .
— voorbeelden .
Schryver. Benjamin ______ Claes |
94 en volgg
• • 95
• ■ 58
■ 42, 51 Plaat 15
Plaat 25 . . 50 |
|||||||||||||||
Schuil. P. . .
Schut. H. W. — Jan ■, . |
||||||||||||||||
— 334 —
|
||||||||||||||||||||||||||||
Snellerwaard. . .
Snoek. Jacob Jansz. — P......
Sol. Jan ....
Solms. Giaaf van . Somerdyk. Teunis . Son. H. Van Sonnevelt. Jan . Spacheim .... |
||||||||||||||||||||||||||||
12 noot.
. 48.
Plaat 12.
32, 52-
252.
60.
223.
54-
141.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Sinode. Provinciale
Sint Truyen .
Sipkes. Jacob .
Sipma. Abraham
Sitterich. Jacob .
|
• 197
. 238 • 5i
Plaat 7
102
. 102 |
|||||||||||||||||||||||||||
Sivré. J. B. . .
Sjouvsma. Anthonie Meere. 165
Slamp. Willem.....61
Slesker of Slisser. Gerrit 29, 43
[46, 52, 58, 60 --------- Jan......52
Slingelaudt, De Secretaris Van 140
|
||||||||||||||||||||||||||||
Spaengier of Spaenger
|
Jan
|
80, 84.
|
||||||||||||||||||||||||||
Spanbroek. Kornelis Klaasz
___ Wessël Cornelisz |
||||||||||||||||||||||||||||
60.
80.
285.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Spangaert. Jan ....
Spanje.......
|
||||||||||||||||||||||||||||
Slinger. Klaas . .
Sloe.......
Sloten ......
Sluys. Cornelis Van der
Sluyte. Hendrik . . Sluyter. Dirk Fransz. ______ Pieter . . . |
56
•59 164 154
47 7 |
|||||||||||||||||||||||||||
Sparboom. Kornelis 32, 43, 49,
[59, 61.
Spectator. Nederlandsche . 105.
Spek. Gerrit Jansz. . . . 40.
Spiegel. Jan......49.
Spieghel der Schryfkonste 94, 97
[noot, lol noot.
Splinter. Marcelis . . . . 241.
Sprangen Van.....136.
Spreuk van Jan Van den Velde,
[Senior 94. Sproncxen. Jan.....iro.
Staallooden. Stempels der 243 , 252,
[256, 257, 265, 269.
Stalenberg. Stoffel 43, 46, 54, 55, 56.
|
||||||||||||||||||||||||||||
7
Smeding. H. ... Plaat 13 ——— J. D. ... Plaat 14
Smeman. Hendrik Adamsz. 9
Smit. G........225 — Hendrik......48
— Jan. . . . 10, 38, 51, 52
Smit. Willem.....36
Smoudt. Johan.....139
Smout. L........287
Snellenbercli. Jacob Van . 259
|
||||||||||||||||||||||||||||
— 335 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stalpart Van der Wiele. Pieter 137.
Stampioen. Jan Jansz. . . 14. Staphorst. Abraham . 279, 280. -------- Ds. Casparus . . . 279.
--------- Johannes .... 280.
Statloon. Jacobus Van 31, 45,46,
[48, 52, 54, 56. 57, 58, 59. 60,61.
Stavenisse. De Heer Van . 258. Stavoren. Hendrik Van . . 29. Steen. Jan......193.
Steenberch of Steenberg. Jacob
[Roelofsen, 201, 202 noot, 203,
[205, 206. --------- De Hoofdman . . 249.
Steenbergen. Tobias Van . 257.
Steenhouwers.....36.
Steenhuysen. Johannes . . 48.
--------- Pieter.....58.
Steentjes. Geschilderde 241, 246,
[248, 249, 252, 255, 267, 268.
Steenweg. Willem .... 36. Steenwijkerwold . . 197 noot- Stellingwerf. F. . . . Plaat 8. Stempels. IJzeren 243,252,253,256, [257, 260, 261,263,265268,269.
Step. Willem.....238.
Steur. Gerrit Van der . . 28.
- Pieter Van der . . . - 34,
Stevensz. Pieter. .... 7. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steynis. Gerrit Cornelis . . 46.
Stock. Andries Jacobsz.. 7, 122. Stockum. Aert Anthonisz. Van 237. Stoell. Kornelis 33,45.54, 57, 58- Stok met zilveren Stadswapen 249. — Zie ook Pedelstok.
Stolck. Daniel Esausz. Van . 23.
— Pieter Dammisz. Van 22, 23.
Stolk. Glas in de Kerk te 115. Stolp. Huis gen<J. de . . . 114. Stoocker. Jan.....250
Stoop of Van Stoopen. Willem Jan
[Van der 251,255,257, 258, 262
Stoopendael. Bastiaen . . 8, --------. Daniel..... 8 ——— Hermanus .... 8
Stoppelaer. Mr. G. N. De . 156,
Storm. A.....Plaat 12
_ B.......Plaat 10
Straaman of Straatman. Gyelmus
[37, 59
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 336 —
|
|||||||
Swigters. Maria.....154
Swinden. Philippus . . . 265
Swol. Jan.......198
Sybrantsz. Pieter .... 275
Syderius. Annius . . . Plaat 6 ______. Malhys .... Plaat 4
Syl. Van. Zie Van Zyl.
Symon........59
Symonsz. Aelbert .... 56
______ Michiel .... 56
______ Janneken .... 201
Tafelbelmet een geschilderden beer
['43'
Taffins .....99, 100
Tak. Jan....... 8
— Pieter.......59
Tamerlan. De groote . . 99
Tanja. R.....Plaat 13
Tapijten . . . 251. 264, 268
Tapijtfabriek.....69
—werk voor de Admiraliteit 17
— werkers...... 13
Targies..... 11 noot
Taveryn. Ottho.....34
Teekening van het park te Enghien
['52
--------- der Stad Middelburg 159
--------- van het Molenwater 159
|
|||||||
Strick of Stricx Maria 94, 96 noot
Htroobant. Philippus . 35 > 59 Strubbe. Hendrik .... 47
Struys. Henrick Airtsen 263, 268 Strycbosch. Henrick Peter . 238 Stubbe. Jan......54
Stuers Jhr. Mr. Victor De 71,288
Suameer.......280.
Suermondt. Verzameling . 214
Suyle. Hendrik Van ... 48 Suylen. Jonker Gysbrecht Van 241 — Van der Haer. Jonker Johan
[Van 250.
Swaan. Gerrit 43, 44, 46, 51, 52 [53-, 57, 58
— Jacob.......53
— Jan........53
— Pieter.......58,
Swalue. N.....Plaat 12
Swanno. Dominus .... 250,
Swart. Elysabeth Weduwe Willem [De 244
— Jacob......53. 54
— Jan........ 53
— Gerrit De.....45
Swarte. Salomon De . . . 35
Swartenberg. Johannes . . 163 Swartwolt. O. . . . Plaat 16 Swelinck of Sweeling. Johan 131 |
|||||||
— 337 —
|
|||||||
Thonis. Styntje.....163.
Thovelings. Ingetje ... 25.
Thresor-Literaire . 95, 101 noot. Thymensz. Jacob .... 162. Thijs en Thysz. F. ... 146. — Jan........25.
— Magdalena.....146.
— Pieter....... 39.
Thuynman. Adriaen . . . 27.
Tiedeman .... 227, 228. Tilkers. Jan. Otto .... 38. Timmermans. Gilles ... 5' | Tinnen-schalen.....127.
Titiaan . . . . 147, 148, 178.
Toeyt. Arent.....258.
Tol. Claes of Nicolaas . 80, 83.
Tolk. Anke......42.
Toneel des Aertrycx ... 13.
Tonneman. Jeronimus . 222. Tooneel der loflvcke Schrijfpen 94.
Tooneelvertooning . . . 117. Toornburg. Adriaan . . . 55. ______ Willem.....60.
Tordu. Klaes.....56.
Trevisani.......178.
Triboy. Colla.....236.
Triumf van Frederik Hendrik 108..
______ van Saul en David. 15 2.
Tromp. Jan Dirksz. ... 52.
43 |
|||||||
Teekening van het Schip de Adml.
[De Ruyter 154. -------- van Versailles . . 152.
Teekeningen van Hendrik Aver-
[kamp2i6envolgg., 222 en voigg. ______ in den boedel van Mr.
[Gaspard Van Kinschot 151.
Teerling. Arendt Samuelsz. 27. Teeuwisz. Jan.....59.
Tegels. Zie Steentjes.
Tegenwoordige Staat der Neder- landen 159. Tengle. Guillam .... 236. Teniers . . . . 82, 83, 85. Tenoor. J.......54.
Tentoret.......178.
Terges......II noot.
Terhorst. Jan Gerritsz. . . 123.
Terwesten. Catalogus van . 77. Teunis. Aldert.....42.
Teunisz. Gerrit.....46.
Teyler's stichting . . . . 217.
Theatrum Pictorum . . . 271. Theresteyn. Halewyn Van . 149. Theunis. Lysbeth .... 164. Theunisse. Cornelis . . 22, 23 Thiebout. Willem .... 18. Thomas. Laurens . . . Plaat 1. Thomassen. Adam . . . 167. |
|||||||
— 338 —
|
||||||||||||
Truyen. Jan Van .... 30,
Tuin. De Hollandsche . . 132 Tulleners. E. L. . . .Plaat 16 --------- H......Plaat 13.
Turk. Vastert Jacobsz. . . 35
Twisk. Jan Evertsz. Van. . 49 Tymesz. Jan......50
Tyssen. Meono .... Plaat 8
TJlp. Jacob ...... 49
Universiteitsdrukker . . . 114,
Utrecht 10 noot, 25, 72, 75, 76,
[77, 78, 81, 82, 103, 131 noot,
[1455 223, 224, 236, 239 en
[volgg.. 274, 276, 286.
Utrechtsche schilderschool . 72.
Uytenwaal. J......232.
Vader. Sybrant Ariensz. . 59.
Vaderlandsche Letteroefeningen
[196, 220, 221.
--------- Nieuwe . . . 196 noot.
Vaderlandsche Maatschappij te
[Hoorn 169 en volgg., 187.
Vaert. Gestoelte in de Kerk aan de
[260.
Vaillant. Andries .... 8.
--------- Jan ..... . 8.
Valck. Gerrit Leendertsz. . 165.
|
||||||||||||
Valck. Leendert Gerritsz. . 165.
Valet........231.
Valk. Johannes De . . Plaat 8.
Valkenburg. Jan Van . . 160. ______ Glas in de Kerk te 106, 117.
Valter. Garbrant .... 46.
Varia betreffende verschillendeKun- [stenaars 286. Vastrik. Johannes . . . . 53. Veen. Aaltje.....28, 52. — Jan.......52.
— Mr. Pieter Van . 106, 120
— J. Nuhout Van der . . 26.
Veene. Jacob.....278. — Pieter.......208.
Veeneman. Dirk . . . . 44.
Veenis of Venis. Ary 27, 42, 44, [46, 51, 52, 58.
— Pieter 35, 48, 53, 54, 55, 58.
Veer. Hark Nanningsz. Van der [37,48.
|
||||||||||||
— Harmanus Van . .
— Pieter Van der
Veersen. Goosen Van Velde. Van de . . . — Anthonie Van de .
— Dirck Van de .
|
42.
57-
239- 224. 274. 165. |
|||||||||||
— Senior. Jan of Hans Van den
[94 en volgg.
|
||||||||||||
— 339 —
|
|||||||||||||||||
Velde Junior. Jan Van den 97, 98,
[ 100, 101. — Michiel Van de . . . 114.
— Willem Van de . 185, 186.
Veldents.......141.
Veldteeken. Armosynen 251, 253,
[254.
Velt. Jacob......49.
Velthoen. Harmanus ... 47.
Velthuysen. Agnietgen Van 268. ——— Dirck Van. . . . 256.
Vendel met oranje en blauwe
[vlammen 250.
Vendels. Beschilderde 117, 118,
[120, 121, 125, 133, 250, 253,
[255> 257, 258, 259, 267
Venetiaansch Glas .... 287
Venetië.......75
Venker. Jacob.....51
——— Jan...... 54
Venne. Adriaen Van de. . 108,
— Jan Van de..... 108
— Jan Pietersz. V. d. 108, 109
— Pieter Van de . . . . 152
Vennekool. Jacobus . . 37, 42 Verbeek. Pieler Cornelisz. . 34 Verbrugge. Pieter .... 8 Verbuys. Arnoldus. . 150, 151 Verdelft. Dirck..... 265 |
Verdelft. Zie ook Van Delft.
|
||||||||||||||||
______ Willem Jacobsz
Verellen. Pauwels Jansz
Vergulde Koppen . Verheydc. Mr. Jacob Verhoef. Mr. Lucas |
|||||||||||||||||
147.
237.
131- 16 noot. 287. |
|||||||||||||||||
Verhorst. Symon Theunis
Verkinderen. Samuel . Vernier.....
Vernuft. Floris Jacobsz.
Verona. Paulo Van Versailïes.....
Verschuer. Abraham .
--------- Jan ... . -------- Pieter . .
______ Joost . . .
|
35-
39- 81. «33-
178.
I52.
16. 249.
16. 25-
281, 282. |
||||||||||||||||
Verspronck. Jan .
|
|||||||||||||||||
Versteech. Willem . 252, 253
Versteeg .... 227,228,232 Verstralen. Henrickjansz. 247, 249 Vertest. Jan . 31, 50, 51, 58, 60 Veth. Jan Daemsz. De . . 25 Vianen. Van. . . .72, 80, 93. --------- Adam Van . . 73, 80
--------- Christiaen Van . . 80
______ Valentyn . . . 73, 8o
Victorsz. Jan.....2%2
--------- Victor.....283
Vier Heemskinderen. De . 9
|
|||||||||||||||||
— 340 —
|
|||||||||||||||||||||
Vloten. Dr. J. Van . . . 270.
Vogel. Pieter . . . . 35, 58. Vogelaar. Nicolaes De . . 273. Vogelius. Jan.....30.
Volders. Engelken . 198, 209.
Volk. Jan.......54.
Volkertsz. Gillis .... 28.
Volkman. Gerrit .... 46. Vollenhouf. H. a . . . . 276. Vollenhove. Genealogische tabel [der familie 278. .--------Anna Margaretha . 278.
______Antonius .... 278.
,--------- Arnoldus . , 277, 278.
--------- Bernard 276, 277, 278,
[279, 286.
|
|||||||||||||||||||||
Vier Heemskinderen. Jan Klaasz.
[37, 4§.
Vier Winden. Huis De . . 163.
|
|||||||||||||||||||||
. 18.
45 noot. . 178.
|
|||||||||||||||||||||
Vileers. Jacobus De
Vincentsz. Jan . Vinci. Da. . . |
|||||||||||||||||||||
Vinck. Abraham
Vinckboons. Philip: Vinkeles. R. . . Vinkels Vinken. K. . .
Vinne. Vincent Van der Visch. Mr. Charles De Visscher en Visser. Claes J --------- Jan Claesz.
--------- Janneke
--------- Lambert
.-------- Rembartus
_____ De . .
|
. 146.
• 274.
• 232.
. 229. Plaat 16.
. 229.
121.
ansz. 166.
. 166.
. 166.
. 166.
Plaat 5.
2.
|
||||||||||||||||||||
--------- Cornelia .
-------- Elisabeth .
|
. . 278.
. . 278. . . 278. 276, 279.
. . 278. 277, 278.
. . 278. . • 236. . 142.
252, 253.
. . 260.
. 48, 236.
Plaat 5, 6.
|
||||||||||||||||||||
-------- Hendrina .
,--------- Herman Van
--------Joan . . .
______ Johannes .
______Pieternella.
Voocht. Lanceloot De
Voorburg .... Voorst. Gerrit Van -------- Lucas Van.
Vos. Hendrik . .
- Johannis De. .
|
|||||||||||||||||||||
_____ Berent ofBemardDe 253,
[257, 258, 267.
---------Fredrick De . 254, 258.
—------ Joannes of Johannes De 8,
[166.
Visvliet. Jan Willcmsz. . . 8. ______ Willem..... 8.
Vitringa. Wiggerus ... 36.
Vlaanderen . . . 25, 134, 159. Vlamingh. Willem De . . 283. |
|||||||||||||||||||||
— 341 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waesberge. Pieter Van 131 noot
Wageman. Jan42,44, 49, 50, 55, 56 Wagenvelt. W. . . . Plaat 13 Wal. H. De ... . Plaat 15. — Jan De . . . Plaat 9, 12
— M. S. De. . . . Plaat 16
Walbeeck. Mr. Johan. . . 139 Walcheren. Eiland. 157, 158, 159. Waïenfourg. Cornelis 43, 49, 55 [56, 57
Waller. Andries .... 43
Wandelaar. Hieronimus . 29, 47
Wapen van het College der Ad-
[miraliteit 17
— van VGravenhage 105, 110
[noot, fit, 114, 115, 116, 117, [118, 119, 120, 121, 122, 124, [126, 128, 132.
— van Holland. 121, 127, 132
— van den Prins Van Oranje 118,
[121.
— van Utrecht 242, 243, 244, 245,
[248, 249, 250, 251,252, 253, [254, 256, 258, 259, 260, 262, [263, 264, 267.
— van Jan Van den Velde,
[Senior 94.
— van Wassenaer . . . 127.
Wapenbehandelinghe . . 118. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 342 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wapenborden..... 126.
Wapenen. Zijden . . 110, 112.
Wapensnijders..... 13.
Wardenier. Pieter .... 58.
Warnienhuyzen. Arien . . 27.
Warnersz. Peter .... 199.
Washuyzen. Abraui . . . 27.
Wassenaer. Hessel Pietersz. 29, 47, [S2, 56> 58-
---------Lacas Jansz. Van 142, 143,
[144.
-------- I)i-.......166.
Wassenaersche Tol . . . 126.
Weede. De Burgemeester . 248. |
Wensveen......25.
Wentholts. Mechtelt . . . 233.
Werckhoven. Evert Pambertsz. Van
[248.
_------- De ITeer Van . . 266.
West. Jan......51,
Westerhout. Alex. Ilendricxz. Van
[25.
Westervelt. I..... Plaat II.
Westfalen.......165.
Westrheene VVz. T. Van 110, n8
[noot, 132 noot, 134 noot. Weyden. Pieter Van der 34, 57, 58. Weyer. Iluybrecht Willemsz. Van [de 273. Weyerman. Campo . . . 151. Wiarda, Justus . . . Plaat 10, Wickenborch, Antonis Van 261. ______ Dirck Govertsz. Van 2Ó5.
Wierf. Elias Van der . . Plaat 5.
Wierdts. Jan .... Plaat 2. Wigman. Johannes . 49, 50, 52. — Pieter.......58.
Wilbordsz. Garbrand. . . 45.
--------- Klaes..... 55.
Wilkes. Willem . . . Plaat I.
Willaars. J.......229.
'Willebrortsz. Jacob . . . 40.
Willem III......140. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weenen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
216.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weenix. Johan Baptist 72, 81, 82,
P9 ! 92, 93.
— Zie ook Wynincx,
Wees.Adriaen Hendrilcsz.De 8,166. — Catharina Adriaens De . 8.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— Jan Jansz. De .
Weese. Jan De . . Weeshoff. Kornelis ---------■ Heyudrik . ——— Louris Cornelis
---------. Maerten Olofsz
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wegewaert ...... 107.
Wen. Jacob Poulusz. . . . 49.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 343 —
|
|||||||
Willem IV......153.
--------- V.......153.
Willemsz. Jacob jan . . . 237.
——— Michiel 113, 114, 115, 116,
——— Pieter.....57.
Williams. Persidom . . . 168.
Willigen. Dr. Van der 281, 282. ---------. I.es Artistes de Harlem 76, [94, 97 noot.
Wilt. David Jacobsz. De . 164. — Sara De......164.
Wiltens. Isaeck.....133.
Winder. Dirk.....45.
— Maarten......33
Winkel. Hend. 46, 47, 54, 59,61.
— Jacob.......38.
—Jan ... 32, 48, 52, 54.
Winsemius. Hendrikus . .Plaat 5. Winter. Caiel De .... 127 Wintervreugt. Gerrit . 28, 46, 52. .--------Jacob Pietersz. 3 r, 47, 53, 58.
______ Wed. J.....59.
---------Pieter.....58.
Wiskundigen...... 13.
Wissinck. Wouter .... 205.
Wit. Anthony De ... . 6. — Emanuel De .... 28.
— Fredevik De 28,45, 5°) 57> 58.
— Jacobus De.....30.
|
|||||||
Wit Maerten De ... . 33.
— Pieter De .... Plaat 5.
Witfelt........241.
Witt. Joban De. . . 12, 152.
Witten. Arnoldt .... 205. Woerd. Gysbert Van der . 257. — Jan Van der .... 236.
Woerden.......'45-
Wolbrandsz. Gysbert ... 45.
Wolff. Jacob De ... . 52. — Pieter De......34-
Wolfswinckel. Johannes a . 286.
Wollifsweert. Ilenrick Pieck Van [267.
Wolsenbol. Andnes 44, 52, 54, 56,
[57, 59, 60.
Wondere. Kornelis Van . 39.
Wouden. Jan Klaesz. Van der 30.
Woudrichem......106.
______ Glas in de Kerk te 129.
Woutersen. Jan .... 250.
Wouw. Abraham Van . . 153. — Hillebrant Van . . . 153.
— Macbeline Van. . . . 153.
Wouwerman. Philips . 183, 186. Wright. Benjamin .... 166. Wringh. Jan.....38, 44
Wttenbogaert. Joban . . . 239.
Wttenwael. De Hoofdman 258, 259. |
|||||||
— 344 —
|
|||||||||||||||||
Ysendoorn. Anthony Van 73, 78.
---------Zie ook Isendoorn en Is-
[sendoorn.
Ysnoutsz. Flooris Claesz. . 24. Yssel. Rivier De . . 211, 259. Ysseloord.......259.
Ysselmuiden . . . . . . 211.
Yver.....226, 228, 231.
Yxseel........236.
Zalt-Bommel .... 18, 116.
Zande. Johannes Van der . 30. — Teunis Van der . . . 35. Zeebout. Servaas .... 60. Zeeland.......157.
Zegels der Utrechtsche Academie
[253-
Zegels. Afteekeningen van . 269. Zegelsnijders.....8, 166^
Zehender. Zie Sehender.
Zeist........103.
Zelandia.IUustrata 156 en volgg. 159.
Zierikzee ....... Zilver. Gerrit .... 29, 46
Zilveren Doos.....131.
Zilveren Drijfwerk . . . 72.
Zilveren Kop . . . 239, 242. Zilveren Lampeten bekken 133. Zilveren Lepels . 260, 262, 268. |
|||||||||||||||||
Wi.pper. Pieter Cornelisz. . 57.
Wybbrens. Samuel. . . Plaat 3. Wybouts. Elisabeth . 281 noot. VVyck. Andnes Van . . . 257. - Pieter Van ..... 266.
Wyckerslooth. De Hoofdman 255. Wydeman. Gerrit .... 46. Wykby Duurstede 71 en volgg., 77, [81, 243.
Wynbergen. Aernt Van. . 268. Wynecoy.......13.
Wyngaarden. II. . . Plaat II.
--------- A......Plaat 9.
______ J......Plaat 11.
Wynincx . . 73, 81, 89, 90, 91.
--------- Zie ook Weenix.
|
|||||||||||||||||
Wynings. Jannetje.
Wyntiens. Eelke . Wytzen. Thomas . |
|||||||||||||||||
. 162.
Plaat 2. Plaat 7. j |
|||||||||||||||||
Y. Het.....
Yorkshire.....
Yperen. Van ....
Ysbrants. Mr. Lambert ______ Lenert . . . |
|||||||||||||||||
223.
9-
232. 239-
I 12.
|
|||||||||||||||||
Ysaacx. Anne Maria . . . 147.
---------Pieter 135 en volgg., 147.
---------Ysaac.....148.
Ysendoorn. Andries Van 73, 78.
|
|||||||||||||||||
— 345 —
|
|||||||||||||
Zuylen. Jan Van . . . . 81.
______Van de Natewisch. Jh>'.
[David Van 73.
--------- Zie ook Suylén.
Zwolle...... 192, 278.
Zwolscfi Genootschap. . . 173.
Zyll of Syll. Jan of Johan Van
[240, 248.
______ Reyer Van 241, 242, 243.
|
|||||||||||||
116,
242. 129. 127. 222. '43- '54- 283. |
|||||||||||||
Zilveren Schalen 112,
[121, 122, |
"3,
125
|
||||||||||||
Zilveren Trompet . .
Zilveren Zoutvaten Zilvervloot .... Zoeterwoude .... Zoutman. Vice-Admhaal. Zuidland of Nieuw-Holland |
|||||||||||||
Zutfen.......68, 156.
Zuylen. Van.....8l, 87.
|
|||||||||||||
7L?o£~T~)- $</£>
|
|||||||
VERBETERING.
|
|||||||
I
|
|||||||
liladz. 24. N. J. Scheltema, lees: N. Scheltema.
» 275. Gillis Van Co.mploo, lees: Gillis Van Conixloo (of
Van Coninxlo). |
|||||||