-ocr page 1-
A. f\C HIEF
VOOK
IVederlandsghe Kunstgeschiedenis
KUN -. iHlSTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT.
-ocr page 2-
w
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
VERZAMELING
MEERENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
BETREFFENDE
NEDEBLANDSCHE ScHILDEES, PLAATSNIJDEES, BeELDHOUWEES , BoUWMEESTEltS
Juweliees, Goud- en Zilveedeijtees, Smeden, Stempelsnijdees, Tapijt-
wevees, Boeduueweekees, Plateelbakkees, Ivooesnijdees , Glas-
schildees, Ingenietjes, Landotetees, Kaaetmakees, Veelichtees
LeTTEESNIJDEES , ScHOONSCHEIJVEBS, BoEKBINDEES, enz.
MET BEEEIDWILLIGE MEDEWEEKINO VAN TEESCHEIDENE AECHIYAEISSEN e.a.
BIJEENGEBEACHT
Pb. D. O. OBREEN
Ldj. Bibliothecaris-Archivaris van Rotterdam
3» DEEL
ROTTERDAM
VAN HENGEL k EELTJES (I. VAN BAALEN & ZONEN)
1880—1881
-ocr page 3-
Gedrukt te Rotterdam, bij J. De Jong.
-ocr page 4-
INHOUD.
Bladz.
Iets over het St. Lucasgilde te Gouda. Medegedeeld door den
Luit.-Kol. Nic. Scheltema te Gouda......... i.
Gildebrief van de Glaesmaeckers van 22 Meye 1609 ... 4.
Gilde der Glaesmaeckers te Gouda.........13.
Aanteekeningen betrekkelijk Goudsche Kunstenaars enz. Uittrek-
sels uit de Stadsrekeningen. Medegedeeld als voren ... 26.
Naschrift..................69.
Aanteekeningen uit de Stadsrekeningen van Venlo. Medegedeeld
door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar......70.
Lieve Willemsz. Coppenol, Schoonschrijver. 1667. Medegedeeld
door den Heer P. A. Leupe, Gep. Majoor, Ambtenaar bij het
Rijks-Archief te 's-Gravenhage..........., . • 72-
Steenen Beeld van den Raadpensionaris Mr. Jacob Cats. Mede-
gedeeld als voren................74'
-ocr page 5-
VI
Bladz.
Hendrick Arentsen Vapour, Opperkoopman te Soeratte. 1633.
Medegedeeld als voren..............    75.
Portretten van de Familie Van Berensteyn. Medegedeeld als voren    76.
Nagelaten Schilderijen en Antiquiteiten door Mr. Cornelis Van
Beuningen, in leven Burgemeester van Amsterdam. Mede-
gedeeld als voren............... .
    77.
Schilderij van de stad Vianen en van de Vaert. 1693. Medege-
deeld als voren .................
    79.
Johan De Baen, Konstschilder in den Haag. Medegedeeld als voren    79-
Verschillende Kunstvoorwerpen. Medegedeeld als voren ...    80.
De Schilders Maas en Van Spvk. Medegedeeld als voren . .    81.
Nicolaes Lachteropius, Constschilder te Alphen. 1689. Mede-
gedeeld als voren.......'.........
    81.
Schilderij van Momper. Medegedeeld als voren......    82.
Schilderijen op 't Gasteel Zeelandia te Tayouan op het eiland
Forinosa. 1644—1646. Medegedeeld als voren......    83.
De schilderij van Langepier. Medegedeeld als voren ....    84.
Schilderij van de God Mars. Medegedeeld als voren ....    85.
Frans Floris Van Berckenrode, Kaartenmaker. Medegedeeld
als voren ...................    85.
De Venus en Adonis van Lievens. 1655. Medegedeeld als voren    86.
Schilderij van den Doop van den Moorman. Medegedeeld als voren    88.
-ocr page 6-
VII
Bladz.
Het Sint Lucas Gild te Amsterdam...........89.
Generaal Reglement voor alle de Gildens.......9c.
Ordonnantien en Willekeuren van het Lucas-Gilde .... 96.
Aanhangsel...................184.
Register der Hooftstukken.............191.
Mr. Dirck Evertsz. Van Bleyswijck en de »Caerte figuratyff"
van de stad Delft. 1675—'7^- Medegedeeld door den Heer
Mr. J. Soutendam, Secretaris der Gemeente Delft .... 197.
Nederlandsche Kunstenaars te Rome. Medegedeeld door den
Heer P. Haverkorn van Rijsewijk te Rotterdam .... 207.
Claes Jansz. Wytmans, Porceleinbakker.........217.
AanteekeniDgen uit de Stadsrekeningen van Venlo. Medegedeeld
door den Heer Martin Jansen , Notaris aldaar......218.
Losse Aanteekeningen betreffende Amsterdamsche Graveurs enz.
Tweede vervolg. Medegedeeld door den Heer Mr. N. De
Roever Az., Adj. Archivaris van Amsterdam......221.
Een bladzijde uit de geschiedenis van het Gildewezen met be-
trekking tot de Kunst...............226.
Bijlage...................241.
Jan Van Scorel als Ingenieur. Medegedeeld door den Heer
M>'. S. Muller Fz., Archivaris van Utrecht.......243.
Mededeelingen uit het Haagsche Gemeente-Archief. I. De boeken
van het oude St. Lucasgilde te 's-Gravenhage. Medegedeeld
door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het Neder-
landsch Museum................255.
-ocr page 7-
---- VIII ----
Bladz.
Appendix................. 289.
Correctie en Aanvullingen......,.....293.
Portretten van «Roomse Bent-Vogels". (Met 6 Platen gemerkt
A—F.)....................298.
Bladwijzer.
Verbetering.
-ocr page 8-
IETS OVER HET S*. LUCASGILDE TE GOUDA.
(Medegedeeld door den Luit.-Kol. Nic. Scheltema te Gouda.)
N het Ned. Arch. voor Kerkelijke Geschiedenis van
N. C. Kist en H. J. Rooyaards D. VIII, Leiden 1848,
komt op bl. 211 enz. een stuk voor, onder onuitgege-
ven stukken betrekkelijk de S*. Jans Kerk te Gouda,
medegedeeld door M. A. G. Vorstman, Theol. Doet.
en Pred*. te Gouda, waaruit blijkt dat er in 1487 al-
daar een S'. Lucasgilde »scilders, beeldesniders, glaes-
maeckers, prenters, burduerwerekers en andere cunste-
ners" omvattende, werd opgerigt, hetwelk den 3111 January van dat
jaar van die stad privilegie verkreeg.
Het medegedeelde document behelst eene door Adam van der
Craenleyden, pastoor van gezegde kerk, onder dagteekening van
den 1411 September 1487, aan het bedoelde S*. Lucasgilde verleende
vergunning om in die kerk een altaar te hebben en eene Kerkelijke
Broederschap uit te maken, welke vergunning den 2811 Mei 1488 door
David van Bourgondien, Bisschop van Utrecht, bekrachtigd werd.
Gezwegen van de bepalingen waarbij de dienst aan dat altaar en
de tijd van het houden van het sermoen werd geregeld, zij hier alleen
vermeld dat gezegd stuk met opzigt tot de gildebegrafenis de vol-
gende bepaling inhoudt:
III.                                                                                                     I
-ocr page 9-
PI. A.
Arch. v. Ned. Kunstgescli. III.
---"X
Antooni van Amersfoort.
Alias Cliambelaer.
-ocr page 10-
— 2 —
»Ten vierden mael, dat sy haren doden broderen ende susteren i)
sullen moghen belichten, ende uutvaert moghen laeten doen op dat
hoech coer nae costumelicke manieren, ist dattet heurluyden also
belieft."
Overigens bedingt de Pastoor voor zich, zijnen Onder Pastoor
en Kapellanen het Lidmaatschap dier vereeniging als een regt ook
voor zijne en hunne opvolgers, en als emolumenten een derde dei-
inkomsten van het altaar, en op oudejaarsavond een kapoen en een
mengelen wijn, zullende hij dan met alle magt en sermoenen, testa-
menten en biechten de zaak van de broederschap voorstaan en be-
vorderen.
Bij eene notarieele acte, dd. 9 Julij 1515 , op bl. 220—222 mede-
gedeeld, werd verder verklaard, dat, in het jaar 1491, het Jesus
outaer niet alleen aan St. Lucas en andere Patronen, maar ook aan
St. Job was toegewijd.
Deze acte werd opgemaakt op getuigenis van meester Claes
Claesz. beeldesniër, Jacob Jansz. Coddesteyn, glaesmaeker,
Gorys Jacobsz. glaesmaeker en Claes BartholomEusz. , die ver-
klaarden adat, tydens Jhesus outaer in 1491 gewydt wierde ter eere
Goeds ende Maria syne geliefde moeder, die heilige man ende confes-
soer St. Job alsoo wel op 't outair van Jesus gewydt wierd als St. Lucas
die heylighe Euangelist, en meer ander Patroenen."
In evengemeld stuk worden genoemd als eerbare deeckens van
Jesus outaer in de groote kercke ter Gouda Jan Pieters de glaes-
maker, Jakob Hugensz de scilder en Pieter Dircxz de glaes-
maeker, inwonende poerters der stede van der Goude.
Zeer bevreemdend is het dat de stad Gouda, die in de werken
1) Ook vrouwen-werden in de Kerkelijke Vereeniging opgenomen.
-ocr page 11-
Arch. v. Ned. Kunstgesoh. III.
PI. B.
V:':r
tSSK-'
->i,:!-T.~ t>« 'j •/■serwfeit^
Francisco van Rotterdam.
Alias Prockuruer.
-ocr page 12-
— 3 —
harer schilders en inzonderheid harer 'glasschilders nog zulke uitste-
kende kunststukken ten toon stelt, in haar oud, hoogst belangrijk
archief, dat tot 1325 teruggaat, geen enkel stuk bewaart, waaruit
men de inrigting van haar St. Lucas-gilde en de namen der gilde-
broeders die daartoe hebben behoord, kan leeren kennen.
Wel vindt men in de oude stads- en thesauriersrekeningen, voor
zooveel die bewaard gebleven zijn , meer of minder belangrijke aan-
teekeningen aangaande Goudsche kunstenaars en de uitgaven voor
verschillende kunstwerken gedaan, 1) zoomede elders eene enkele aan-
teekening waarbij van voorschreven Gilde sprake is, 2) doch in de
keur- en ordonnantieboeken der stad- evenmin als onder de gilde-
brieven, wordt eenig document aangetroffen dat het S*. LucasgUde in
zijn geheel betreft.
Alleen omtrent het gilde der glaesmaeckers in het bijzonder,
onder hetwelk gerekend werden de glasscbryvers of glasschilders, is
ons, met eenige andere stukken, ter hand gekomen copie van een'
Gildebrief d.d. 22 Mei 1609, waaromtrent opmerking verdient dat de
inhoud daarvan in meer dan een opzigt overeenkomt met dien van
de ordonnantie voor het Gilde van St. Lucas te Rotterdam, d.d. 26
Januarij van hetzelfde jaar, vermeld in het Archief voor Nederl. Kunst-
geschiedenis D. 2 bl. 62 —67.
De Redactie van gezegd Archief het welligt niet onbelangrijk
achtende aan voormelden Gildebrief der Goudsche glaesmaeckers eene
plaats in te ruimen, wordt deze hieronder naar gezegde kopie mede-
gedeeld :
1)    Later te vermelden.
2)    In het Schepen-Arbitrageboek van 1527—29 viel ons oog toevallig op de
volgende aanteekening:
Vrydaeh XIII Juny XVc XXVII.
Die dekens van Sinte LucasgUde beklagen Jan de Leijenaer om in acht te
nemen ende Stadüafterstal gildegelt te betalen off XXXII se. dairvoir.
-ocr page 13-
PI. C.
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
*%m
(2«>t*L>^vJ {bt*-,
<f~ 'Ct.o.
-•&*
Joost wt den Haech.          Cornelis van
,;. - v .                         Wtrecht.
Alias Schotsen
Trommel.                         Alias Satir.
Tyman van den Emster,
Wouter van der Gouw.
Peter van Leyden.
Alias Almanack.
Alias Botterkull.
Alias Ram.
-ocr page 14-
GILDEBRIEF VAN DE GLAESMAECKERS VAN 22 MEYE 1609.
Wy Burghermeesteren, Schepenen ende Raedt der Stede van der
Goude, Doen Condt eenen ygelycken dient behoort, hoe dat wy na
voorgaende consent ende auctorisatie van de Vroetschap, de gemeene
glaesmaeckers der voorsz.'Stede, die men taeffelwerck ers 1)
noemt, een gilde gegunt, ende geaccordeert hebben, gelyck wy heur
gunnen en accorderen mits desen op de poincten ende articulen
hiernae volghende.
1.
In den eersten dat niemandt in dit ghilde zal mogen wesen off
geadmitteert worden die gheen poorter en is.
2.
Die jegenwoordich t' ambacht vant tafelwercken als meesters
doen zullen in dit ghilde wesen, zonder enighe proeve te doen, off
Incomst te betalen.
3-
Dit ghilde zal geregeert worden by twee hooftmannen ofte deeckens
by de heeren Burghermeesteren daertoe te verkyesen daervan alle
jaers een zal affgaen.
4-
De Ghildebroeders zullen voor 't eerste Burghermeesteren over-
leveren alle heuiluyder namen, omme de veikyesinge daeruyt te
worden gedaen.
]) Dit zijn de eigenlijke glasschrijvers of glasschilders,
-ocr page 15-
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
PI. D.
-—-. tt-tt- , - _-.,__.--,-.- —^-irr-j;-..., -.-
•'>-;; ."I ---------r—--------:—-—' ,.,- ' ;- : :..■!; ;- -(-/
Vfc
fJ ^
" ,. ^*1s'
w
x?
mm
w
^
't
sf-' '■' ■ Y';i
r . T'r-
■*:':; f-;'*
-èv«
! .-' Vr .■"■■, ■
Symon van Antwerpen.
Peter Groenwegen.
Joost Kampen van Amsterdam.
Alias acu Tooiienacr.
Alias Stof fade.
Alias Leeuw.
Alias Bracff.
-ocr page 16-
— 5 —
5-
De electie zal na desen alle jaers gedaen worden na de ver-
kyesinghe van de Wet, waervan de eerste electie wesen zal in t beghin
van t jaer XVI0 ende thyen.
6.
Teghen de verkyesinghe zullen de deeckena in der tyt alle jaers
nomineren twee personen ende de naemen aen de Burglierraeesteren
overleveren, omme by dezelve geeligeert te worden een nieu deec-
ken uyte zelve genomineerde, off uyte gemeene gildebroeders diet
Burghermeesteren belieft.
7-
Op de eerste electie anno XVI" thyen zal van de twee deeckens
aenblyven diet Burghermeesteren gelieft, ende daerna alle jaers zal
affgaen die langste gedient heeft.
8.
Die na desen verzoecken zal int ghilde te wesen, die wort ge-
houden ten huyse van een van de hooftmannen zonder yemants hulpe
te maecken tot een proeve een lantaren met punten, ofte een glas
met een steeck, tot zyne keuze, ende indien de zelve proeve voor
goet opgenomen wort, zo zal denselven int gilde aengenomen wor-
den, maer anders nyet.
9-
De hooftmannen zullen van alle de ghildebroeders pertinent Re-
gister houden, te bouck stellende heur namen ende toenamen, ende
de plaets heurder woninge, ten eynde men dezelve zal moghen ken-
nen ende vinden.
io.
Nyemandt zal enich werck tot dit ambacht behorende binnen
-ocr page 17-
r
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
PI. E.
0~>
**S'
ZTl
J
^
ti*t4 $►*«
'f-»-***» C*
Jacob D Waell.
Peter Van Wtrecht.
Jacob vvt den Haech.
den Berbier.
Alias Caualler.
Alias Wintmooler
Alias Watermoolou.
Alias Biervliech.
-ocr page 18-
— 6 —
deser stede meestersgewijs moghen maecken ten zy hy in dit ghilde
zy aengenomen opte verbeurtevan dartich ghulden, ende
vant gemaeckte we rek, indien tselve transportabel is, maer in-
dien nyet als dan de gerechte waerde van dien.
II.
Dies zullen de hooftmans gehouden wesen den meester die van
buyten compt ende van deze keure ignorantie zoude moghen preten-
deren, door de bode vant ghilde eens te doen waerschouwen.
12.
Behoudelicken nochtans wat men in andere steden off plaetsen
buyten der Goude onze poorteren doet off toelaet als zy daer wereken
comen setten, off brenghen, van gelycke zal men alhier doen de
gheene die van deselve plaetsen hier comen.
13-
Als eenich glas te coop gebracht wort, ende diet brengt daerop
een ommezegh begeert gedaen te worden, zoo zal de knecht off bode
vant ghilde dat gehouden wesen te doen, ende zal hebben voor
yder weet, die hy door de stadt zal doen van de Burgers
vyer stuyvers ende van een vreemde die hem te werek stelt
ses stuyvers.
H-
De Burgers die na date van dezen int ghilde zullen geadmitteert
worden, die zullen voor heur Incomste betaelen drye
ghuld e n.
15-
De vreemde alhier comende heur poortrecht copende ende
dan gheadmitteert wordende zullen voor heur Incomste be-
taelen vyer ghulden.
-ocr page 19-
PI. F.
Arch. v. Ned. Kunstgesoh. III.
V
■t>
I
X
/•
/
te
Xe**™? Aaa
/L^iin! (;crre
^*«"V LfU&n^
&*ƒ stfyrrn^&T* l^
I                                      2                                       3
CORNELIUS SCUT.          JOAN MULLER.         WlLLELMO MOLLO.
Alias Brootsaken. Alias Grunvink. Alias Steekreiter.
4                                                                   (5)                                                      6
Alexsander wyt et lant van Cleue.   Bartoi.omeo van Deventer.              Henrico Kaiser.
Gioris Bossart.
Alias Spirink Hooft.
IO
Paulus Borro.
Alias Orlando.
Reijnier van Eeuklem.          Rinaldo van Leuüen.
Alias P i c k e u r.
Alias Wolf.
II
JOAN I.INSEN.
Alias Hermafrodito.
& t
Alias Queicstert.
Alias Het Freti.
Alias Ster keekf r.
-ocr page 20-
— 7 —
i6.
Dan de ghildebroeders kinderen sullen volstaen roet
hal ff ghelt te weten met eene ghulden thyen sts.
17.
Alle de ghildebroeders die nu voort eerste int ghilde
zullen wesen, ende die namaels daerinne zullen comen, zullen jaer-
cx tot ghildegelt betalen elcx thyen stuyvers.
18.
De meesters die enighe leerjongens aennemen om t voorsz
ambacht te leeren, zullen voor yder jongen voor incomst-
gelt betaelen indient een burgerssoon is twael ff stuyvers
ende soot een vreemde is 24 sts. ende sullen voorts zelve j a e 1-
icx tot ghildegelt betaelen vyer stuyvers.
19.
De leerjongens sullen verbonden zyn by een meester te blyven
twee jaren, voor ende aleer zy by een ander meester zullen mogen
gaen wercken, ten ware by wettelicke oorsaecke tot discretie van
de Burghermeesteren, op de boete van twael ff ghulden te
verbeuren, deen helft by den jonghen ofte by zyn ouders, ende
dander helft by den meester die zulcken jongen aenneemt.
20.
Alle jongesellen off andere die van buyten byeenighe
meesters alhier als knechts sullen comen arb eyden, ende
langer blyven als twee maenden, zullen voor Incomst betaelen
thyen stuyvers, ende blyvende een jaer ofte langher tot
ghilde geit alle jaers (te reeckenen van de tyt dat zy inde stadt ge-
comen zyn) vier stuyvers, welcke penningen de meesters (inge-
valle de knechts in de betalinghe onwillich off gebreeckigh zyn) zelffs
-ocr page 21-
sullen moeten betalen, mits dat zy die van de knechts sullen moghen
inhouden, off aen heur verhalen.
21.
Niemandt en zal een ander zyn knechts off knecht moghen onder-
huyren op de boete van ses ghulden.
22.
Alle questien ende swaricheden die onder de ghüdebroeders sou-
den moghen comen te ontstaen, zullen voor t eerste moeten gebracht
worden voor de hooftmans, omme by de selve ter neder geleyt te
worden, is t mogelick, voor en aleer d' een d ander in rechte zal
betrecken.
23-
So wanneer de hooftmans de ghüdebroeders ontbieden ende
te rade roepen, om oorbaar t ghilde aengaende, wie daer nyet en
compt als hy ontboden off geroopen is, die zal verbeuren drie
stuy vers.
24.
Als yemant van de ghüdebroeders deser werelt overleden is,
zullen alle de ghüdebroeders (nadat de weet door de bode van t ghilde
henluyden gedaen zal zyn) gehouden wesen hen ter gesetter uyre ende
plaetse te laten vinden ende heur affgestorven ghildebroeder eerlick
ter aerden te helpen brenghen, op de verbeurte van
drie sts.
25-
Weiverstaende dat de ziecke crancke ende die uyte stadt
zyn, off enighe andere suffisante excuse hebben vry zullen zyn mits
evenwel gehouden zynde tzelve door c\e bode van t gilde de hooft-
mans te doen aenseggen.
-ocr page 22-
— 9 —
36.
Alle. inganggelden, jaerlicxe ghildeghelden ende boeten sullen
betaelt werden aen de hooftmans.
27.
De zelve hooftmans zullen de onwillghe int betalen moghen doen
executeren by parrate executie, die den Officier des versocht zynde
gehouden zal zyn te doen, mits dat hy noch boven de penningen
die den onwilligen schuldich is een derden zal executeren voor zyn
gerechticheyt.
28.
De incomsten sullen bewaert worden in een besloten bosse van
de welcke de twee hooftmans elcx een sleutel sullen hebben, om de
selve bosse alst mot is te openen.
29
Ende sullen de hooftmans van alle de incomsten houden perti-
nent Register te boeck stellende van wien ende waeruyt de pennin-
gen zyn gecomen.
3°-
Ende sullen oock eens s jaers behoorlicke reeckeningh doen voor
de aencomende hooftmans ende voor degene die by de heeren daer-
toe zullen worden gecommitteert.
31-
Van al de incomst zal d' een helft comen tot profyt van de
Heyligheest ende dander helft van tghilde.
32.
Indien yemandt van de ghildebroeders compt te verarmen ende
oversulcx subsidie ende bystant van doen heeft, zo sullen de hooft-
III.
                                                                                                     2
-ocr page 23-
— 10 —
mans den zelven van heure helft van de incomsten onderhouden, soo
verre als die sullen moghen strecken.
33-
Alle welcke voorsz poincten ende articulen geduyren sullen tot
wederzeggen van de gerechte, die aen hen ons hebben gereserveert
die te interpreteren ende oock te verminderen ende vermeerderen,
na heure goetvinden.
Gegeven onder t zeghel ten za.ecken deser stede hieronder aen
gehanghen, op den 22» Meye anno XVI<= en neghen, ende was
onderteyckent, Joh. Flo. de Jager met een singnatuere, ende hadde
eenen zegel van groenen wasse uythangende aen een dobbele staerte.
Naer collatie bevonden t accorderen met zyn
principael twelck geschreven is in fianchyn... .
(Verder onleesbaar als door water uitgewischt.)
Blijkens eene nota onder bovengemelde stukken gevonden, waar-
uit men moet afleiden dat voorschreven Gildebrief later geamplieerd,
gewijzigd of toegelicht is, en dat eenige punten bij afzonderlijke acte
zijn geregeld, werd o. a. bepaald:
Ontfang.
dat de leerjongens tot incomengelt zouden betalen elck twee
guld., de ingeboren burgers halff geit. art. 12.
dat vreemde knechts een st. ter weeck in handen van den
meester zouden stellen die daarvoor verantwoorden moest, en dat de
knechts wesende gildebroeders kinderen die geit winnen, aan het
gilde zouden betalen alle jaers ses st=. art. 13.
dat de meesters 's jaers tot gildegelt zouden geven elck twaelf
(vroeger tien) st. art. 15. t)
1) In 1725 bedroeg dit f 1.
KB. Voor eene proef werd van f 3 tot f 6 betaald.
-ocr page 24-
— 11 —
Wtgeeff.
dat de knaap ofte knecht van 't gilde (die aanvankelijk ƒ i—10
's jaars genoot) jaarlickx thien gulden voor salaris zou ontfangen.
art. 19.
dat aen de deeckens jaerlicx voor haer moeyte zou worden toe
geleyt ƒ 4.
dat alle ontfangen penn. so van gildegelt als van boeten zouden
comen ten behoeff van 't gilde, tot vervallinge van de pelle 1) ende
eenige gereetschap van 't gilde, ende onderhoudt van siecke ende
verarmde gildebioeders;
dat jaerlickx tot laste van 't gilde niet meer verteert mocht
worden als een tonne biers op de gewoonlicke vergaderinge van de
Electie van den nieuwen Hooftman ende deeckens, ende|dat so daer
geit te cort quam, dat dan alle gemeene gildebroeders gehouden zou-
den wesen te contribueren ende dat wat daervan overschoot aen den
armen uytgekeert zou worden art. 17 ? en
dat (in den regel) d' helft van de overschietende incompste aen
den Heyligeest zou comen.
Van de eerste dekens en gildebroeders vindt men geene aantee-
kening. De eerst voorkomende rekening (1621) noemt
als deeckens Emondt Jansen en
Corn. Corn. Houtman , en
als gildebroeders Emondt Jansen met zyn knecht.
Corn. Corn. Houtman.
Jacob Corn. Kaen 2).
1)   Het kleed over de lijkkist.
2)    Jacob Oaen en Govert Hendricksz. waren, volgens Walvis , leerlingen
van fle gebroeders Crabeth, zoomede Jan Govert (Verbïl) , volgens De Lange
VAN "WynGAARDEN.
-ocr page 25-
— 12 —
Claes Jansz.
corn. cornsz.
Jan Goverts (Verbyl) i) met zyn knecht.
Lucas Jacobs (Vollenhove). idem.
GovertHendricksz.(Slot) i)met zyn knecht of zoon,
Alexander Westerhout 2)
Jan Cornsz. (Van Lanschot) met zyn knecht en zoon.
Meerten Cornsz.
Dirck Jansz. (Hersberch).
Gerrit Jansz. Pauw 3)
Sybrant Harmensz.
Dammis Cornelisz.
Gysbert Thomasz.
Jan Ellartsz.
Willem Davidtsz.
Latere rekeningen t. w. van 1643—1657 vermelden evenzeer de
dekens en gildebioeders; verdere van 1658—1671 enkel de dekens,
terwijl de laatste van 1672—1736 nu eens niet dan wel, doch van
1693 af geregeld, de namen der dekens opgeven.
1)    Zie noot 2 op bladz. 11.
2)    Ongetwijfeld dezelfde met Alexander Hendiucxsz. van Westerhout ,
glaess:chryver, die den 8n Sept. 1619 poorter van Gouda werd.
3)    Komt reeds in 1603 als glassclirijvei' voor. (Eigenboeken Gouda 3 Mei
1603. bl. 159).
-ocr page 26-
— 13 —
GILDE DER GLAESMAECKERS TE GOUDA.
Dekens en gildebroedevs.
164I. Al.EXANDER VAN WESTERHOUT ) , ,
^J                                                              l dekens.
Jan Jansen van der Spei.t          )
Isbrant Dircksz. (Pyck , Pick) met zoon.
Anthonie van der Part (Pant) met jongen.
Job Symonsz. (Gyselvecht)              » »
Pieter Jansz. (Lanschot)                  » knecht.
Lucas Jacobs (Voixenhove) met knecht en jongen.
Henrick Slot Govertsz.
DiRCK Campen met jongen.
Albert Merinck met jongen.
Cornelis Jansz. (Lanschot) met knecht en jongen.
1644. Alexander van Westerhout | , ,
Jan Jansen van der Spelt
          (
Isbrant Dircksz. Pyck met jongen.
Job Symonsz. Gyselvecht met jongen.
Pieter Jansz. (Lantschot) met knecht.
Lucas Jacobsz. Voixenhove » »
Dirck Campen.
                          » »
Albert Merinck met jongen.
Cornelis Jansz. (Lanschot) met zoon.
-ocr page 27-
— 14 —
IÓ45- Jan Jansen van der Spelt          l , ,
Isbrant Dircksz. van der Pick )
Lucas Jacobs Vollenhove met knecht.
Alex. Westerhout.
Cornelis Jans (Lanschot) met jongen.
Albert Merinck met jongen.
Dirck Camp met knecht.
Pieter Jansz. (Lantschot) met jongen.
Job Symonsz. (Gyselvecht) » »
Jan van Westerhout.
1646. Isbrant Dircksz. Pick                  1 , ,
^                                                               1 dekens.
Claes Dammasz. van Vlacksy f
Alex. van Westerhoudt.
Jan van Westerhoudt.
Jan Jansz. van der Spelt.
Albert Merinck.
Jan van Steenwyck.
Corn. Lantschot, met 2 jongens.
Pieter Lantschot, » knecht en jongen.
Wiggert Donselaer.
Lucas Vollenhoven.
Job Ghyselvecht, met jongen.
Dirck Campen, met knecht en jongen.
1647. Claes Dammesz. Vlackzy                        | , ,
Pieter Jansz. Lantschot (schoot)
Alex. Westerhout, met jongen.
•Jan Westerhout.
-ocr page 28-
— 15 —
Jan Jansz. van der Spelt, met jongen.
Alberï Merin'ck.
Jan van Steenwyck, met 2 jongens.
Cornelis Jans (Lantschot) met soon.
WlGGERT PIETERS DONSELAER.
Job Symonsz. Ghyselvecht, met knecht en jongen.
Lucas Jacobsz. Vollenhoven.
Dirck Camp, met 2 knechts en jongen.
IsBRANDT DlRCKSZ. PlCK.
1648.    Pieter Jansz. Lantschot (Schoot) j , ,
Jan Jansen van der Spelt
                      j
Alex. Westerhout, met jongen.
Jan Westerhout.
Albert Merinck.
Jan Steenwyck, met 2 jongens.
Wiggert Pieter (Donselaer).
Job Symonsz. Gyselvecht met knecht en jongen.
Lucas Jacobs Vollenhove.
Dirck Camp met 2 jongens.
Isbrant Dircksz. Pick.
Claes Dammesz. Vlackzy.
1649.     Jan Jansen van der Spelt          1 , ,
Alex. van Westerhout j
Isbrant Dircksz. (Pick) met jongen.
Pieter Jansz. (Lantschoot) met jongen.
Claes Dammasz. (Vlackzy)
Wicger Pieters (Donselaer) met jongen.
-ocr page 29-
— 16 —
Jan Jansz. Steenwyck.
Dirck Camp met jongen.
Albert Jans Merinck.
Lucas Jacobs Vollenhoven.
1650.    Jan Jansz. van der Spelt             j , .
Alexander van Westerhout )
Isbrant Dircksz. (Pick) met jongen.
Pieter Jans (Lanschot) met 2 jongens.
Claes Dammasz. (Vlacksy).
Wigger Pieters (Donselaer) met jongen.
Jan Jansz. Steenwyck met knecht.
Dirck Camp met jongen.
Albert Jans Merinck.
Lucas Jacobs Voli.enhoven.
1651.    Alexander van Westerhout 1 jei.ens
Albert Merinck
                            )
Jan Jansz. van der Spelt.
Lucas Jacobs Vollenhoven.
Isbrant Dircksz. Pick.
Claes Dammasz. Vlacksy.
Pieter Jansz. Lantschoot.
Wigger Pietersz. Donselaer
Dirck Campen met knecht.
Jan Jansz. Steenwyck.
Corn. Jansz. Lantschoot.
Gerrit Jans. (Tas).
Jan Luyten.
-ocr page 30-
— 17 —
i6(2. Alex. Westerhout                        ) , ,
J                                                                t dekens.
1653.    Albert Merinck                            )
Isbrant Dircksz. (Pick) met knecht.
Pieter Jansz. Lantschoot met knecht.
Corn. Jansz. Lantschoot.
Dirck van Campen met jongen.
claes dammasz. vl.acksy.
Wiggert Pieteks Donselaer.
Lucas Jacobs Vollenhoven.
Jan Jansz. Steenwijck.
Geruit Jansz.^(ïas).
Jan Luyten.
Jan Gerritsz. Tas.
1654.    Isbrant Dircksz. (Pick)
dekens.
Jan (Sandersen) Westerhout
Pieter Jansz. Lantschot.
Dirck Campen met jongen.
Corn. Jansz. Lantschot.
Claes Dammasz. Vlacksy.
Wiggert Pieters Donselaer.
Jan Jansz. Steenwyck.
Alex. Westerhout.
Alb. Merinck.
Gerrit Jans. (Tas).
Kers Meesen (Weyman).
Hicndrick van Nes.
Jan Gerrits Tas.
III.
-ocr page 31-
— 18 —
i655- Jan Westerhout.                          ) , ,
wlgger pieters don5elaer )
Alex. Westerhout.
IsBRANT DlRCKSZ. PlCK.
Pieter Jansz. Lantschot met jongen.
Corn. Jansz. Lantschot.
Alb. Merinck.
Dirck Campen.
Jan Steenwyck.
Jan Gerrits Tas.
Claes Dammasz. Vlackszy.
Hendrick van Nes.
Cars Meesen (Weyman).
1656. wiggert pieters donselaer 1 , ,
Albert Merinck
                            j
Corn. Jansz. Lantschot.
Pieter Jans Lantschot met knecht.
YSBRANT DlRCKSZ. (PlCK).
Claes Dammasz. (Vlackzy).
Alex. Westerhout.
Jan Westerhout.
Dirck Campen.
Jan Gerrits (Tas).
Kars Meesen (Weyman).
Hendrick van Es.
Jan Steenwyck.
-ocr page 32-
— 19 —
16n 7. Albert Merinck                            1 , ,
l dekens.
Pieter Jans Lantschoot
              )
wlggert pieters donselaer;
ISBRANT DlRCKSZ. PiCK.
Alex. Westerhout.
Claes Dammesz. (Vlacksy).
Dirck Campen.
Jan Steenwvck.
Jan Westerhout.
Jan Gerrits (Tas).
Kers Meesen (Weyman).
Hendrick van Es.
Thonis Cornelisz.
1658.     Albert Merinck
Pieter Jans Lantschoot
13 gildebroeders en 1 jongen.
1659.     Pieter Jansz. Lantschoot
dekens.
ens.
'ISBRANT DlRCKSZ. VAN DER PiCK
idem.
1660.     Isbrant Dirckse van der Pick
( dekens.
Jan Westerhout
idem.
1661.     Jan Sandersz. Westerhout
WlGGERT PIETERS DONSLAER
i
dekens.
idem.
1662.    Jan Sandersz. Westerhout
{ dekens.
WlGGERT PIETERS DONSLAER
12 gildebroeders en 2 jongens.
-ocr page 33-
— 20 —
1663.
WlGGERT PIETERS DONSLAAR
PlETER PlETERSZ. DE JONGE
12 gildebroeders en 3 jongens.
PlETER PlETERSZ. DE JONGK.
PlETER JANS LANTSCHOOT
10 gildebroeders en 3 knechts
WlGGERT PIETERS DONSI.AER
PlETER JANS LANTSCHOOT
10 gildebroeders en 2 jongens.
WlGGERT PIETERS DONSLAER
PlETER PIETERS DE JONGE
12   gildebroeders en 2 jongens.
WlGGERT PIETERS DONSLAER
PlETER PIETERS DE JONGE
idem,
Mankeert.
PlETER HüYGEN
Jan Aeex. Westerhout
13   gildebroeders en 3 jongens.
Jan Westerhout
pleter lantschoten
12 gildebroeders en 3 jongens
PlETER LANTSCHOTEN
WlGGERT DONSLAER
12 gildebroeders en 2 jongens.
dekens.
1664.
( dekens.
\
of jongens.
dekens.
i665.
1666.
dekens,
dekens.
dekens.
dekens,
of knechts,
dekens.
1667.
1668.
1669.
1670.
1671
1672.      13 gildebroeders en 2 jongens.
1673.      12             »                » 6 »
-ocr page 34-
— 21 —
12 gildebi'oeders en 6 jongens.
11
            »              » 3 »
10           »              » 4 »
'675-
1676.
1677.
1678.
pleter swanenburch
dekens.
Kers Meesen Weyman
10  gildebroeders en 8 jongens.
1679.
Kers Meesen Weyman
dekens.
Dirck van Vliet
11   gildebroeders, 8 jongens en 1 vreemde knecht.
1680.
12
gildebroeders
cn
7 jongens.
1681
14
»
»
6 »
1682.
»
,>
»
» »
1683.
»
»
»
7 »
1684.
»
»
»
» ».
1685.
»
»
»
5
1687.
16
»
»
5 knechts,
1689.
18
»
»
6 »
1690.
Dirck
VAN
Vlikt
Pieter
SWANENBÜRGH
1692.
18
gildebroeders
en
3 knechts.
dekens.
1693.    Jacoijus Ketel
Jan Jacobs Danens
19 gildebroeders en 2 knechts.
1694.     Jan Jacobs Danens
Kers Meesen Weyman
19 gildebroeders en 1 knecht.
dekens.
dekens.
-ocr page 35-
22 —
Kers Weyman
Dirck van Vliet
idem.
Dirck van Vliet
Jakobus Ketel
19 gildebroeders en I jongen.
19 gildebroeders en I jongen.
Dirck van Vliet, overman.
Kers Meesen Weyman, deken.
19 gildebroeders en 2 jongens.
en 1700 mankeren.
Jacobus Ketel, overman.
Corn. van der Pick, deken.
16 gildebroeders en 2 jongens.
Cornelis van der Pick, overman.
Maerten Claes van Ryn, deken.
14 gildebroeders en 3 jongens.
Maerten van Ryn, overman.
Teunis van der PiCfc, deken.
14 gildebroeders en 4 jongens.
Teunis van der Pick, overman.
Jasper de Vries, deken.
19 gildebroeders en 4 knechts.
Jasper de Vries, overman.
Corn. van der Pick, deken.
14 gildebroeders en 3 knechts.
Corn. van der Pick, overman.
Maerten Ci.aese van Ryn, deken.
14 gildebroeders en 4 knechts.
'695'
deke
i696.
dekens.
1697.
1699
1701.
1702.
1703,
1704.
'7°5-
1706.
-ocr page 36-
— 23 —
1707.    Maerten Claesz. van Ryn, overman.
Dirck van der Pick, deker*.
idem.
1708.    Dirck van der Pick
Jasper de Vries
idem.
1709.    Jasper de Vries
Maerten van Ryn
14 gildebroeders en 5 knechts.
1710.     H. Meeringh
Maerten van Ryn
1711.     H. Meeringh
P. de Jongh
14 gildebroeders en 5 knechts.
1712.     P. de Jongh
Jasper de Vries
14 gildebroeders en 5 knechts.
1713.    Jasper de Vries
Johannes de Jongh
13 gildebroeders en 4 knechts.
1714.    Joh. de Jongh
P. de Jongh
idem.
1715.    P. de Jongh
dekens.
dekens.
dekerss.
dekens.
dekens.
dekens.
dekens.
( dekens.
Aalb. Meringh
13 gildebroeders en 5 knechts.
1716.    Aai.b. Meringh
Joh. de Jonge
13 gildebroeders en 6 knechts.
dekens.
-ocr page 37-
— 24 —
I7i7-
Joh. de Jongh
c. swanenburgh
11 gildebioeders en 7 jongens.
dekens.
«718.
Teunis Swanenburg 1
Aelb. Mering '
10 gildebioeders en 9 jongens.
dekens.
1719-
Alb. Mering j
P. de Jongh !
11 gildebroeders en 9 jongens.
dekens.
1720.
Gabriel Kamp
Pieter de Jongh !
10 gildebroeders en 5 jongens.
dekens.
1721.
Gabriel Kamp j
Alb. Merinck 1
10 gildebroeders en 9 jongens.
dekens.
1722.
Alb. Merinck
Teunis Swanenburg
14 gildebroeders en 10 jongens.
dekens.
1723.
Teunis Swanenburg
Pieter de Jongh
15 gildebroeders en 10 jongens.
1 dekens.
1724.
Pieter de Jong
Gabriel Kamp
14 gildebroeders en 10 jongens.
\ dekens.
1725-
Gabr. Camp
Alb. Mering
■ dekens.
12 gildebroeders, 3 knechts en 13
jongens.
1726.
Alb. Mering
H. PlEMAN
. dekens.
-ocr page 38-
— 25 —
13  güdebroeders, 1 knecht en 13 jongens.
1727.    H. Pieman                                        1
Jan de Jong                                    | dekens'
14  güdebroeders, I knecht en 15 jongens.
1728.    Jan de Jong
dekens.
Co rn. Ketel
15  güdebroeders, 2 knechts en 15 jongens.
1729.    Cokn. Ketel
dekens.
H. Pieman
14 güdebroeders, 2 knechts en 13 jongens.
1730.     II. Pieman                                        1
Gaer. Kamp                                     | dekens-
16  güdebroeders, 3 knechts en 13 jongens.
1731.     Gabr. Kamt
dekens.
Corn. Ketel
17   güdebroeders, 1 knecht en 9 jongens.
J732. Corn. Ketel
                                    j
Alb. Mering                                    j dekens-
idem.
1733.    Gabr. Kamp                                     j
Corn. Ketel                                    j dckens-
17 güdebroeders, 4 knechts en 3 jongens.
1734.    II. Pieman                                        j
r,                                                     > dekens.
Corn. Ketel                                    ï
17 bazen, 4 knechts en 4 jongens.
1736. Corn. Ketel                                    1
dekens.
Jan de Jongh                                   j
16 bazen, 2 knechts en 8 jongens.
III.
-ocr page 39-
26 —
AANTEEKENINGEN
BETREKKELIJK GOUDSCHE KUNSTENAARS ENZ.
Uittreksels uit de Stadsrekeningen enz.
(Medegedeeld als voren )
1494. Jan Heynricks die Hert in de haech ghegeven van
privilegiën te doen tapisire ende te doen teikene.
1499. Gegeve Coddesteyn (zie bl. 2) van t glas te maken t and-
werpen ende was ghedaen by consent van de vroesscap. Ende was
aen 11° voet ende lxx voet ghebacks ende xxx vieredel, noch l" ende
LXXX voet myt lysten ende xxx vieredel, Ende noch V sch. voor syn
costen om daer te reysen ende te stoten (?); facit t samen IX JL v sch.
1543. Akrt AertSZ., glaesmaecker.
1545. Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth) van twee caerten te
maecken roerende dat verlaet opte goutkae . . . xvm sch. VIII gr.
1547.    Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth) glaesmaecker, van
een patroen te maecken, om damastlaccken nac te weven ende daer
men vrunden meede maecken sal.......II sch. vni gr.
1548.    Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth), glaesmaecker, van
patronen om tapicherie na te maecken.....vi sch. vm gr.
1550. Gegeven 28 Juny Willem Andriesz. (de Rakt) van ta-
pisseryen..............™ &■ XI sch. VI gr.
-ocr page 40-
— 27 —
I55°- Gerrit Pieters, goutsmit.
1551. Betaelt 11 Sept. Willem Andriesz. die raet, tapessier,
op rekeninge van t lapyt dat hy maeckt om te hangen in die Vroet-
schapscaemer, nair vuytvissen zyn hantscvyft. VIII X VI sch. VIII gr.
1551. Betaelt Willem Jans, schilder, voor een sonneteycken
te stellen ende te maecken ant stadthuys . . . . m sch. uil den.
1551.     PlETBR DE Greuser, stadts glaesmaecker.
1552.     Betaelt 1 January Willem Akdries die raet, tapessier,
van zeecker tapesserie die hy gelevert heeft hangende in die middel-
caemer, als die vroetschap vergaert, achtervolgende zyn obligatie dah'
van zyende..................XII £.
1552. Betaelt 21 July Darrick Pietersz. Crepel (Crabeth) i)
by ordonnantie van de beurgemeesters van die patronen te maecken
van de tapyten...........II X xvi sch. vilt gr.
1552. Betaelt by ordonantie van de beurgermeesteren Darrick
(Crabeth) die glaesschryuer, ter cause van de patronen van de ta-
pyten te maecken............XVI sch. VIII gr.
1) Het is bijna als zeker aan te nemen dat met Dirck Pietersz. en Dirck
Ptetersz. Crepel bedoeld wordt Dirck Pietersz. Crabeth, en wel op grond
van het volgende:
In het leven van Dirck en Wouter Crabeth, naar Walvis, voorkomende in
de Levensbeschrijv. van eenige voorname meest nederlandsche mannen en vrou-
wen D. 1. 334, 335, leest men:
„Carel Vermander (van Mander) gewaagt in zijn bekend schilderboek van
twee Crabeths, eenen Adriaen Pietersz. Crabeth en Dirck Pietersz. Cra-
beth. waarvan de laatste, een glasschrijver of glasschilder, in zijnen tijd nog in
leveuden lijve was. De heer Almeloveen gist, dat Claudius, anders Krepei,
Pieteesen volgens Vermander, niet alleen vader van Adriaen, maar ook van
Dirck en Wouter Crabeth is geweest. Hij sterkt zijn gevoelen doordien de
twee laatsteu beiden zoons van Pieter of Pietersz. even als de eerste genoemd
worden."
De Lange van Wyngaarden houdt het (Zie „De Goudsche Kerkglazen,
hoofdstuk „De Glasschilders bl. 84) voor ontwijfelbaar dat Dirck en Wouter
Crabeth zoons waren van Pieter ÏCrepel of Krepele (Kreupele) Pieter,
marktveger te Gouda. De naam Crabeth zou later zijn aangenomen.
-ocr page 41-
— 28 —
1552. Wouter Aertsz. , glaesmaecker.
1552. Betaelt 10 Sept. Willem Andriesz. (de Raet) in volder
betalinge van de tappesserien . . 11 VI sch. 111 gr. xvm myten.
1552. Jan Daems (Houtman?) glaesmaecker en schilder.
1552. Eyn'gbert d schilder.
1552. Aris die schilder.
1560. 1) Op den 13 July betaelt Barthoult Willemsz. (van
Abbesteech) goutsmit, ter cause dat hy door laste van burgemees-
ters ende by consente van der vroetschap gemaect heeft alle die zil-
verde letteren voor die van den gerechte, ten eewigen daegen van
statswegen in de processie generael op hoerl. tabberden , die se van
de sladt jaerlixs hebben, op draegen zouden, beloopende het zilver met
het faetzoen t same in ponden door Rekenmeesteren geverifieert,
ix ,£ xvm sch. nu gr. xii mit.
1563.     Adriakn Gorisse 2), glaesmaeker.
1564.     B'rans Pietersz. (Dou of van Douwen), goudtsmit.
1565.     Betaelt Jan Potter, lantmeter van Delfflandt, van een
chaerte te maecke van de deurvaert
                    . lil jL lil sch. mr gr.
1566.     Betaelt Jan Heye Gf.rritsz burgermeester, ten behouff
van Jan Myst Jansz. lantmeter, voor de helft van syn salaris en de
vacatien gevaceert in t meeten ende maecken van de caerte van
hasersouwe...........- - . xxxi sch. VU) gr.
1570. Cornelis Jans, glaesmaecker.
1572. Daem Claes, goutsmit.
1)    Het dienstjaar rekende van toen af van 1 Febr. — uit. Januarij, vroeger
van 1 Aug. — uit. Julij.
2)    Uit het Poorterboek van Gouda.
-ocr page 42-
— 29 —
t573- Simon Jacorsz., schilder, i)
1575- ' Aug. Rente betaelt uyt de Domeynen aen kerckmeesters
van St, Jans kercke vuyt den name van de dekens van S t. Lucas
altaer, bebryeft op Emme, Aeff, Catharhsa en Margarita ,
(Ihysbert Jans weeskinderen...........ix guld.
1575.    Nieuwe Losrenten, Betaelt Wouter Pieters (Crabeth)
hem verschenen in December...........1 guld.
1576.     Betaelt Woütf.r Pieters (Crabeth) twaleff gulden van
dat hy, door laste van Casteel ende Beuigemeesters, de stadt gemeeten
ende deselfde drie mael naet leven geconterfeyt ende afgesedt
heeft....................xil guld.
1578. Betaelt Aert Jacobs wt saecke van gelycke somme by
hem van der stede weghe verschoten ende betaelt Hans LlEFFRINCK
voort maecken van de caerte van t meestendeel van Hollandt, om te
dyenen in t proces van de Leytsendam.......VI guld.
1578.     Betaelt GerrIT Fransz. Keghelingh, wt zaecke van
gelycke somme bij hem gedebourseert aan Cryn Coenraf;tsz. in
den haeghe, glaesschriver aldaer, van een glasch van der stede
weghen geschoncken in de huysinghe van Coenraf.t de Rechtere,
Secretaris van de Staten, alsoe alle andere steden van gelycken
hadden ghedaen................vu ghul.
1579.     Betaelt Dirck Gerrits (IIopcoper?) glaesmaecker, de
somme" van vier ende veertigh car. gulden, seventhien stuuers, ter
oorsaecke van twee glaessen by hem gemaect ende van stadtswegen
die van Oudewater ten aensien van heure desolatie geschoncken ende
aldaer in de kerck gestelt.........xliv gl. xvil st.
1) Den 11 Jimij 1573 als vrijw. bij eene komp, van de Goudsche Burgerij tot
ontzet van Haarlem uitgetrokken, sneuvelt hij bij die expeditie.
-ocr page 43-
— 30 —
1580. Jan Vosch, goudtsmit, ter oorsaeke van een siluerden
cop weegende xv loot, tot xxvi st. tloot, van stadtsweghen van
hem gecoft ende tot een pillegyft geschoncken te werden den luite-
nant van graeff Jan van Nassouwe , wyens kindt die van Dordrecht
ende die van der Goude geheeden waeren van stadtsweegen te hef-
fen ..................XIX gl. X st.
1583. Cryn Coenensz., glaesmaecker in den hage, van stadts-
wegen in t weeshuys van den hage, gelyck andere steden, geschoncken
weessende, hy t selfde glas mettet wapen van der stadt ende een
comparrtement daerom gemaect heeft........VII guld.
1583. Dirck Wiixemsz. , boede, betaelt ten behouue van Mr.
PR. CORNSZ. BOCKENBERCH vyf ende twyntich gul., denselven (alsoe
hy een gebooren poorter es) toegevoucht, tot een gratuyteyt, van dat
hy seeckere cronycke in t corte begrypende de begintzelen, afcompt-
sten, leven, sternen, oorlogen van de deurluchtige graven van hol-
landt ende haerluyder huysvrouwen in t Latine gemaect ende de stadt
tot haere vereeringe gedediceert.........xxv guld.
1583. PlETER Fransz. (Dou of van Douwen) goutsmyt, be-
taelt een ende tsestich guld. seuenthien stuuers ende een halve, ter 001-
saecke van t maecken ende leueren van seeckere siluere schale, we-
ghende twee ende twyntich onchen, een halue ende een engelsche ,
tot twee gl. ses stu. donche, ende thyen guld. voort fatzoen, die van
stadsweghen geschoncken es, eenen Adkiaen Joppen van Ghybe-
I.ANDT, in recompense van seeckere metale stucksken geschut hebbende
t wapen van der Goude, dat hy tot syne groote costen voor d oude
tonge wt den grondt gewonden hadde . . T.xi gl. XVII st. vin pen.
158.4. Betaelt Casper Coolhaes, predicant tot Leyden, hem toe-
gevoucht tot een gratuiteyt ende recompense van de eere , die hy
-ocr page 44-
— 31 —
deser stede bewesen heeft in t dediceeren van scecker bouck den
ïoutsteen genaemt synde, de somme van.....xxmi guld.
1584. Jacob Jans, glaesmaecker.
1584. Betaelt Jooris de Pottere, tapitsier, ter oorsaeckc van
vier tapytteblaedcren, die hy gemaeckt heeft, tot vier cussens dezer
stede...................xim gul.
1584. Betaelt Pieter Fransz., goutsmith, wt saccke van een
silvere schaele, geschonken wesende Dirck van Sypestevn, Dyck-
graue ende baillu tot Wourden, tot een gratuytuyt van. de dienste,
by hem in t aenhouden van t geschut gecooinen wesende van de huysse
van Montfoort gedaen.......xxxi gul. vir st. X penn.
1584.    Aryen Joppen, glaesmaeeker, trouwt 8 Febr. 1)
1585.    Jacois Clements/,, ten behouv van Wouter Pietersz.
(Crabeth) glaesscryvcr betaelt ses gl. wt sake dat ter begeerte van
de Burgermeesters gemaect heeft sekere patroon waer naer dat men
stadscussens soude doen maken, mitsgaders noch twee patronen ofte
chaertcn van den Leytschen dam..........vi guld.
1585.     Adriaen Groen ten behoeve van Thybaut, glaesscryvcr
tot Haerlem, betaelt tien gul., wt sake van een nieu glas dat van de
stede wegen gesconken is den admirael van hollant in syn huysinge
tot Warmondt, sulx oick andere groote steden gedaen hebben. X gl.
1586.    Corn. Jobsz. Secretaris, betaelt de zomma van hondert
vijff ende twintich guld, seuen stuuers , in rembourssementc van gc-
lycke zomma die hy door begeerte van de Burgermeestcren verschoo-
ten ende betaelt heeft aen Dikck Jacobsz. Fooreest tot Amstelredam,
voor twee silvere schalen weghende tsamen een ende veertich oneen
ende twee cngelsche, elcke once met het factsoen daerinne gerekendt
1) Huwelijks-proulumatitïbock te Gouda.
-ocr page 45-
— 32 —
tot drie gulden ende eene stuuer, d welcke van stadtsweghen ge-
schoncken zyn d' eene Nicolaes Diert, advocaet, voor zeeckere merc-
kelicke dienste de stadt bewesen, ende d'andere Jonckheer Hendrick
van Assendele c, als capiteyn geweest zynde van de compagnie, in
den jaere i.xxxv op de commissie van de stadt aengenoemen, hem
int liquideeren van zynen dienste tot een gratuiteyt belooft. Icxxv gl. vu st.
1586. Adriaen Gerrits d'Vrie, i) schilder, betaelt de zomma
van dartich gulden, wt saecke dat hy nae die principale chaerte in
den jaere LXXVIII ten versoucke van de steden Dordtrecht, Haerlem
en der Goude by eenen Hans Lieferinck gemaeekt van de quar-
tiere van Hollandt ende den stichte van Utrecht, ten fine men die
binnenvaerten daer wt bekennen ende weten mochte, twee andere
ghelycke chaerte gemaeekt heeft ten behouve deser stede, daervan
d' eene het collegie van den Dyckgraeff en de hooge hiemraede van
Kynlandt gheschoncken zal worden.........XXX gl.
1586. Wer.mbout Quukynen , schrynwereker, de zomma van
twee gulden, wt zaecke dat hy gebordt ende gelyst heeft zeecker
chaerte daer inne die doorvaert deser stede ofgetrocken es, hanghende
in de camer van de Burgermeestelen.........u gl.
1586. Willem Barthoutsz. (van Abbesteecii), goutsmith, trouwt
14 Febr. met Marritgiien Daemend"". 2).
1586. Jaques Pietersz., tapitsier, trouwt 9 Febr. 2).
1586. Betaelt Huygh Claesz. Hopcooper, hoorologiemaecker,
de zomme van twee ende tnegentich gulden, wt saecke dat hy ge-
maeekt ende op ten thooren gelevcrt en gestelt heeft seeckere uer-
werek metten hamer daertoe dienende, t welck jegenwoordich eea
1)    Leerling van de Cbabeths en later schoonzoon van AVouteb Ckabeth,
met wiens dochter, Olaea, hij den 30 Nov. 168U huwde. (Huwclijks-proclamatie-
boek te Gouda).
2)    Huwelyks-proclaraatieboek te Gouda.
-ocr page 46-
— 33 —
halliff uer slaende es, waervooien hem naer voorgaende bestedinghe
belooft es de zomma van vier en tachtich gul. enz.
1588. Vertering ten huyse van Cokn. Janse Vlack door burge-
meesteren ende thesaur. fabryckmeesters met mr. Thomas Both clock-
gieter lot Utrecht.
1588. Bruyn Wouters Verdoes (van der Does) ende Fi.oris
Cincq, scepenmeesters, betaelt de somma van acht gulden vijftien
stuuers, omme daermede te betalen de oncosten gevallen op de pa-
tronen van de glascn in de Vierschaer by Adriaen de Vrye ge-
maect.................vin guld xv st.
1590. Betaelt Jasper (Casper) Tournay, bouckdrucker alhier 1),
de somma van zeven guld. over die coope van thien boucken ge-
naempt »'t proces van Ketterdooden", by Dirck VoLCKERSZ. Cooren-
HARl) 2) in zyn leven wytgegeven jegens seker Bouck Justij Lipsii,
(Ure et Seca) die duer last van Burgermeesteren gelevert zyn aen
S. Excellentie van Nassau. Ordonn. 7 Nov. 1590 . . . . vu guld.
1590. Betaelt Dirck: Gerritsz. , glaesmaecker, die somme van
neghen gl. voer t maeken ende tot den schout van Benthuysen te
stellen drie glaesen die hem van der stede weghen syn geschoncken;
ord. van xix Dec.................IX gl.
1590. Noch Adrvakn Gerretsz. die Vrye betaelt die somme
van daerthien gl. thien stuuers, taer cause dat hy gemaeckt ende in
t ghemeen Raethuys van Rynlandt tot Leyden gestelt heeft een ge-
backe glas, welck van der r,tede wegen tot een vereeringhe aent
voersz. Colegle van Dickgraeff ende hooge hiemraeden, om goede in-
sicht wille geschoncken es geweest ende den verschreven Adryaen
1)   Hij komt reeds in 1585 als zoodanig voor.
2)    Coornhert overleed te Gouda Oct. 1590.
III.
-ocr page 47-
— 34 —
Gerretsz. daervoeren p. otd. van de Burgemeesteren betaelt, daer-
' inne gerekent drie daghen over syn vacatie omme die mate te haelen
ende het verschrcven glas te gaen stellen, t saeraen . nm gl. x st.
1590.    Betaelt Gerret Mertsz. alyas Koutend as (?) die somme
van hondert een gl. ses stuiters, nmme diezelue by hem verstreek te
worden tot betaelinghe van een zilleveren schael aen jan Bi.ass,
goudtsmit tot Amsterdam, wegende xx ende een halfF onse, tot twee
gl. XII st. d onse, facyt 1.III gul. VI st. ende de resterende xi.vm gl.
aen t fatsoen, die van den verschreven Jan Bi.ass gecochl ende van
deser stede weghen aen Mr. joos de MeniNGE (Ménin), pentionaris
der stadt Doerdrecht, voor cenighe ghuede dienste by hem ten dezen
tyden deser stede ghedaen ende beweesen; ord. van Burgemeesters
van XXHII January 1590............i«i gl. VI st.
1591.    Losrenten. Betaelt Jacob ClementSZ. van weghen den
boel 1) van Wouter Pietersz. (Crabeth) van den voors. jaere ver-
schenen in Junio, bebrieft op Wouter Pieters......ui gl.
Betaelt Jacob Glementsz. van wegen Wouter Pieters boel
van den voors. jare verschenen in Decembry, bebrieft op de naam
van Wouter Pietersz. Crabeth...........11 gl.
Idem in 1592.
1592.    Joost B......? tapitsier, betaelt negen gl., hem toegevoucht
tot een subsidie, overmits t ongeluck van de quetsuere in t hooft door
t bersten van een camer in de triumphe van Steenwyck hem toege-
comen, volgende de requeste hier aen d ordonn. overgelevert. IX gl.
Joost Schaep, tapetzierwereker, betaelt drie ende twyntich gl.,
hem by de beurgemeesteren toegevoucht, boven de negen guld. by
1) Hieruit meent men met eenigen grond te mogen afleiden dat Wouter
Ckabeth in 1591 gestorven is, te meer dewijl die renten in 1593 aan zijnen zoon
P. W. Cbabeth werden uitbetaald.
-ocr page 48-
— 35 —
hem aireede genooten, tot vemallinge van 't meesterloon de chyrur-
gins belooft, uyt saecke dat zy gecureert hebben de quetsuere, die
hy in t hooft hadde gecregen, doer t bersten van een van de camers,
die geschooten werden ten dage van de triumphe van 't veroueren
van Steenwyck.................xxin gl.
1593.     Corn. Ketel (schilder) 1) betaelt ten behouve van Jaques
de Geyn, p'.aetsnyder tot Amsterdam, vyer en vyftich gl. hem toe-
gevoucht tot een gratuyteyt ende recompense voor de conterfeitselen
van de wonderlicke belegeringe der stede van Geertruydenberch,
waermede hy deser stede tot een gedenckteycken ende memorye
(Godts loff ende eere altyts ten voorsten) van soedaenige seltsaeme
belegeringe ende lofifwaerdich cloeckelick beleyt zynre Excellentie
beschoncken ende vereert heeft...........LIIH gl.
1594.    Betaelt Adriaen de Vrye, schilder, de zomme van ses
gulden, over t maecken van drie caertten van de merwede ende van
fienoordt, t welck die van Rotterdam meenden te becrammen, elcke
caert tot twee gl................vi gl.
1594.    Jan Rufelakr, tapitsier, betaelt de somma van t negen-
tien guld. tot xl gr. vlms tstuck, wt saecke van twaliff tapyte cus-
sebladen, die hy ten behouue van de stadt gemaect ende gelevert
heeft, stucktot zeven guld. thien stuuers........xc gl.
1595.     NI''. Hendrick Both, clockgieter tot Utrecht, giet twee
luyclocken voor Gouda.
1595. Betaelt Jan Corneusz., constschilder, de zomma van vijff
guld. ende ellef stuuers, wt zaecken dat hy door laste van de ren-
dantteu (de thesauriers ontfanghers) de huyssen van de stadt in de
1) Cobnelis Ketel, schilder, geadmitteerd in het gasthuis. 1590. (Kamer- en
Vroedschapsboeken van Gouda).
-ocr page 49-
_ 36 —
conventten van de magdalenen ende agnieten genumereert ende de
stadts wapen op gestelt heeft..........V gl. XI st.
1595. Betaelt Jan Hendricxz. de zomma van drie guld. by hem
van der stede weghen verschooten tott t coopen van een chaerte van
de nederlandtsche provinciën hangende in de Burgermeesters camer. m gl.
1595. Betaelt Adriaf.n Gerridtsz. de Vrye de jonghe, by
forme van leeninghe, twee hondert gulden, tot coopinghe der ma-
terialen der glaesen, die hy in de kerck deser stede aengenomen
heeft te maecken van weghen de heeren Staten van Hollandt,i)
welcke zommen op de betalinghe der voois, glasen hy gehouden wordt
de stadt te restitueren...............cc gl.
1595. Betaelt Jan Rufei.aer, tapitsier, de zomma van hondert
zes ende twintich guld. wt saecken van een comptoircleet, langh
synde neghenthien ellen en een vierendeel, leggende op de taiel van
de Burgermeesters canier.............CXXVI gl.
1595. Den voorn. Jan de Ruyffelakr noch betaelt de zomma
van twee ende t seventich guld., wt saecken van acht tapytserie cus-
senbladen, tot 1 eghen gl. stuck, by hem ten behouve deser stede
gemaect ende gelevert..............lxxii gl.
1595. Betaelt Johan Claesz. Iperen, vvaert in de vergulden
Spiegel, de zomma van een ende dartich guld. zeventhien st. ende
acht penn., tsynen huyse verteert by mr. WlU.EM Thvbault glaes-
schryver ende mr. Philips horologiestelder tot Haerlem, ten tyde als
den voorn. Thvbault de mate quaem nemen van een glaesch by myn
heeren van Haerlem in de kerck deser stede geschoncken 2) ende den
voorn. mr. Phillips het beyenverck op den thooren quaem stellen, tot
1)   Deze zijn de glazeu vermeld onder No. 1 (de Vryheid der Conscientie,
en No. 29 (de Christelyke Bidder) van de Besohrijv. der kerkglazen.
2)    No. 2 van de Kerkglazen.
-ocr page 50-
— 37 —
welcken eynde hy expresselicken alhier was ontboeden, en oversulxs
beyden van deser stede weghen gedefroyeert zyn geweest.
xxxi gl. xvii st. vin penn.
'595- JAN Aebei.s Pypenpoy, roededragher deser stede, betaelt
de zomma van dartich guld. omme te verstvecken aen mr. Willem
THYBAULT tot Haerlem, in voldoeninghe van vier glasen by hem in
de commanderye (van St. Jan) tot Haerlem gemaect ende by de stadt
aldaer geschoncken...............XXX guld.
1596. Bartholomeus Fansel, goudsmit, trouwt 13 Oct. 1)
1596. Betaelt Jan Rademaecker drye gulden dry e stuuers
t synen huyse verteert by mr. Gerrit (Gerrits/..) glaesmaecker van
Dordrecht, dye alhyer gesonden was om de maet te nemen van t glas
dat die van Dordrecht ten behouve van St. Janskerck binnen deser
stede geschoncken hebben. 2).........111 guld. m st.
1596. Betaelt Adriaen Gerrits de Vrye, glaesschryver, de
som me van drye gulden achtyen stuuers, hem loegevoucht uyt saecke
dat hy de mate genomen heeft van de form daer t Amsterdamse glas 3)
in de kerck staen soude, midsgaders van t maecken van acht figuren,
daer nae gesneden souden worden de segelen, daermede de geverwde
laeckens in loot gesegelt souden worden.....111 gl. XVIII. st.
1596. Jan Symonsz. beeldsnyder ende waterwercker, hondert
guldens, hem toegevoucht in regard van synen goeden yver ende
gonste, dye hy tot welvaren deser stede gehad heeft om deselve te
dyenen ende vorderen met syne experientie ende conste int maecken
van seecker Instrument tot verdiepinge van den Ysel, nyettegenstaende
1)    Huwel\jkaproclaniatieboek te Gouda.
2)    Dit was vermoedelijk het glas, voorstellende de Maagd van Dordrecht,
vervaardigd door Ademen Gerrits de Veye, 1597, vermeld onder No. 3 van
de Beschryv. der Kerkglazen.
3)    No. 27 van de Kerkglazen.
-ocr page 51-
— 38 —
t selve nyet bevonden is geweest van soe goeden effecte als men hadde
verhoopt...................c guld.
1596.    Betaelt Jan Rufflaer, tapitsier, hondert acht en t seven-
ticht guld. tyen stuuers, in minderinge van drye hondert seven ende
vyftich guld., hem comende over t maeoken van seecker tapytwerck
by hem ten behouve van de stadt gelevert, tot de nombre toe van een
ende vyftich ellen, elcke elle tot seven gl. . . . I°LXXVIU gl. x st,
1597.    Jan Rufelaer. tapytworcker, betaelt die somme van een
hondert acht ent seventich guld. tien stuuers, in volder betalinghe
van drie hondert seven en vijftien gl , die hem quamen over t maken
yan drie tappytcleden ten behoeff deser stede, groot synde een en
vyftich ellen, die ellen tot seven gl., daervan gelycke somme by den
tesaurier de Ao. xcvi betaelt is....... iclxxvhi gl. x st.
1597. Jan Claes Yperen betaelt die somme van t seventich gl.
twee st. acht penn. ter cause van afgesproken costen aldaer verteert
by mr. Willem TïBOOT met twee knechts, in t setten van t glas 1)
(by de Heeren van Haerlem tot vereeringhe de kerek gegeven ende
doen stellen), daerby gevoecht dat de borgemeesters hem vereert heb-
ben met een maeltyt, om van hem te vercryghen twee patronen van
twee glasen by hem in cl kerek geset. . . I.xx gl. II st. VIII penn,
'597- JAN Rademaker betaelt die somme van acht en vyftich
gl. seventien si. acht penn. ter cause van verteerde costen aldaer ge-
• daen, by mr. Gerrit Gerritsz. glaesmaker van Dordrecht, met een
knecht, int zetten van t glas 2) by den Heeren van Dordrecht de
stadt geschoncken, tot vereringhe ende vercieringhe der kerek, daerin
begrepen de maeltyt daer borgemeesteren hem mede vereert heb-
ben. .............lviii gl. xvii Bt. vin penn.
1)    No. 2 van de Kerkglazen.
2)       , 3 „ „
-ocr page 52-
— 39 —
1^97- Corn. Jobsz. (Cattemeer) Secretaris, betaelt die sornme van
achtien gl., by hem verschoten aen mr. Willem Tybout int supplement
van t zestich gl, also by die kerckmeesteren twee en veertich gl. betaelt
syn, hem geschoncken ende toegevoecht van twee patronen van twee
glasen 1) by hem in die keick gestelt........xvin guld.
1598. Cükn. Jousz. Secretaris, betaelt de zomme van dertich gl.
in remboursement van gelyckc zomme by hem verschoten ende ge-
geven tot een vereeringe aen den meester glaesschryver die in de
kereke gestelt heeft t glas dat van wegen de stadt Amsterdam ge-
schoncken es 2)................xxx guld.
1598. Betaelt Jan van der Heggen, waert int Vlies, de
zomina van een ende vyfiich gl. van der stede wegen afifgesprooken
voer de verteerde costen aldaer by drye Gedeputeerden der stede van
Dordrecht met heuren boode ende schuytevoerders gedaen, als zy
luyden alhyer waren opnemende t glas van derzelver stede wegen in
de kereke gegeven 3), hyer inne gereeckent de maeltyt op te welcke
mynheeren de Burgemeesteren de voois. Gedeputeerden qnamen ver-
eeren.....................Li gl.
1598. Jan Abels Pipenpoy (bode en conciërge) betaelt de
zomme van dertich gl. omme ten behouve van Jan Huygen van
LlNïiCHOTEN behandicht te worden, als hem toegevouch' wesende voor
zeeckcre Chionycke tracterende van de Indische landen, dacrmede
hy t anderen tyde dese stede vereert heeft gehadt .... xxx gl.
159S. Jan ClAESz. Yi'Ekkn betaelt de zomme van vyer ende
vyftich gl. aldaer van der stede wegen afgesproocken voer de ver-
leerde costen, die gedaen zyn g3weest by den mr. glaesschryver
1)    No. 2 en 19 van de Kcrkglazeu.
2)    No. 27 van de Kerkglazen.
3)    No. 3 van du Kerkglazen.
-ocr page 53-
- 40 —
ende zyne drye werckgesellen midler tyt zy luyden besich zyn ge-
weest in de kercke met het setten van t glas by de stadt van Am-
sterdam gcschoncken. i).............Liiti gl.
1599. Betaelt Jan Rufelaer, tapitsier, hondert seven ent seven-
tich gl. in minderinge van twee hondert dertien gulden dertien stu-
uers twaelff penn. hem restende van drye hondert t negentich gulden
dertien stuuers twaelff penn., die hem quamen uyt saecke van vyff
en vyftich ellen ende dertyen sestiende deel tapytwerck, tot sevcn
gulden elcke ellen, dye hy nae voorgaende anneminge, gemaect ende
tot t vorder geheele behanghsel van der Burgermeesters camer met
een tafelcleedt in de vroetschapscamer gelevert heeft, waerop hy
by ordonn. gelyckc sotnme van iclxxvii gl. van de Tresoriers de
A°. xcviii ontfangcn heeft...........iclxxvii gl.
1599. Betaelt acn seeeker Glaesmaecker tot Rotterdam ses ende
tvvintich gl., ter oorsaecke van twee glaesen van der stede wegen
(om merckelicke considcratien) gegeven ende gcschoncken in de
huysinge daerinne wonende is Franciscus LansbergiUS, predikant tot
Rotterdam voorn................xxvi gl.
1599 Betaelt Jan van per Hegge, waert in gulde Vlyes, een
ende t seventich gul. achtyen stuuers, uyt saecke ende in voldoeninge
van de verteerde costen aldaer gedaen by den burgemeesteren, pen-
sionaris ende secretaris der stadt Leyden met hare dyenaers ende
ander gevolch, dewelcke alhyer gecomen waren omme mitte Burge-
meesteren deser stede te adviseren van t glas dat van wegen der
stadt Leyden in de kercke alhier gegeven is 2), oveisulx dat de Bur-
gemeesteren deser stede d' voorn, van Leyden met haer presentie
1)    No. 27 van de Kerkglazen.
2)    No. 26 van de Kerkglazen.
-ocr page 54-
— 41 —
vereerdt hebbende d1 voorsz. verteerde costen hebben affgesproocken.
lxxi gl. xviii st.
1599. Betaelt Jan Cornelisz glaesmaecker, tachtich guld. seuen-
tien stuuers ses penn., ouer t maecken ende setten van t glas dat van
der stede wegen geschoncken ende gegeven is in de kerck tot Stol-
wyck, groot tweehondert twee voeten ende eene halve, daervan hem
belooft is by bestedinge, van ygelicke voet, te weten van vyer ende
sestich voet gebacken glas, vyftyen stuuers, ft. xlviii gl., ende van
de hondert acht en dertich voet ende een halve, van ygel. vier
stuuers een blank, ft. xxxn gl. xvn st. VI pen.; ende noch hen ren-
denten selffs (de Thesoriers ontfangers) ses guld. tyen stuuers, uyt
saecke dat zy mit hen beyden tot Stolwyck t glas gesyen ende opge-
nomen hebben, vacerende eenen dach t samen tot vyff guld., ende
van wagenhuyr een gulden ende tyen stuuers, monterende in als ter
somme van...........lxxxvii gl. vu st. vi penn.
1599.     Rut Jansen, glaesmaecker, trouwt 16 Mei 1).
1600.    Betaelt Jan Rufelaer, tapitsier, sessendertich guld. der-
tien stu. twaelff penn., in volle betalinge van drye hondert t negentich
guld. dertien st. twaelff penn., dye hein waren competerende uyt
saecke van vyff ende vyftich ellen en dertien sestyende deelen tapyt-
werck, tot seven gulden delle, by hem ten behouve van de stadt
gelevert............xxxvi gul. xm st. xn penn.
1600.     Arien Fransz. , glaesmaecker.
1601.    Betaelt Jan Pieter Feyssen, waert in den Eliphant, de
somme van vyff ende t negentich gl., vyftien st., aldaer verteert by
Dirck Jans Verheyden, glaesschryver, met syn adiunct, int herme-
ten van de plaets daer t glas soude staen, t gund de stadt Delft de
1) Huwelijtoproclamatieboek te Gouda.
III.                                                                                          6
-ocr page 55-
— 42 —
kerck alhyer geschonken hadde, i) als oick by Frans Adriaensz.,
Claes Jansz. (Witmans of Wytmans) ende David Fransz., glaes-
schryvers, int opdoen ende zetten van t glas by die van Rotterdam
geschonken 2), ende in t' overleveren van t patroon van t' zelve glas,
daerinne gerekent een raaeltydt, dat de heeren Burgemeesteren hun
hebben vergeselschapt..........xcv kar. gl. XV st.
1601. Denzelven Jan Pieter Feysz noch betaelt de somme
van vyer ende tachtich kar. guld. vyer st., uyt saken van gelycke
somme tot synen huyse verteert, opten xv ende XVI Meye Ao. xvic een,
by Burgermeesteren ende andere Gedeputeerde der stadt l.eyden, met
hunne boden ende voeiiuyden, die alhyer gecomen waren omme op te
nemen t' glas by de stadt l.eyden in de kercke gegeven 3), ende
oversulx syn zyl. tot een danckbaerheydt, by den heeren Burgermees-
teren gedefroyeert geweest.........i.xxxini gl. mi st.
1601. Betaelt Corn. JoppeNS, Secretarius deser stede, de somme
van dertig gul., in remboursement van gelycke somme, deur last van
Burgermeesteren verstrect aen mr. Corn. Claesz. (Clock) glaesschry-
ver tot Leyden, tot eene vereeringe van t glas by hem gemaect ende
gestelt in de kerke deser stede, tot coste van de voorsz. stadt Ley-
den. 4) ...................xxx gl.
1601. Betaelt Jan F>'. Feyssen, waert in den Eliphant, de
somme van negen ende t negentien kar. gl. een st., als Lxvn gl.
ende XIII st. over verteerde costen tot zynen huyse gedaen by den
voors. glaesschryver ende syne knechts, tusschen tyden dat hy t voors.
glas van de stadt Leyden 4) gestelt heeft, ende xxxi gl. vm st.
1)    No. 25 van de Kerkglazen.
2)       , 28 „ „
3)       „ 26 „ „
i) r 2B „ „             
-ocr page 56-
— 43 —
aldaer noch verteert by den heeren Bailliu, Burgermeesteren ende
andere als sy den voors. glaesschryver quamen bedancken van syn
devoir daerinne gedaen
............xcix gl. i st.
1601. Betaelt aen handen van Jan Florisz. de Jager, substi-
tuyt van de heer Secretaris, de somme van derügh gl., in rembour-
sement van ghelycke somme by hem deur last van de heeren Bur-
germeesteren geschoncken aen Frans Adriaensz. en Claes Jansz.
(Witmans of Wytmans), m'. glaesschryvers, ter cause van t goed
debvoir by henl. in t maken van t glas by die van Rotterdam gege
ven,i) gedaen zyude
...............xxx gl.
iéoi. Pyeter de Weeldigiie, tapitsyer, van Oudenaerde, trouwt
27 Nov. 2)
1601.    Jan Pyeters Loo, goudsmit, trouwt 25 Nov. 2)
1602.    Betaelt Jan Cornet.isz. (van Lanschot), glaesmaecker, de
somme vyff ende twintich gul. ende vyffthyen stuuers, uyt saecke van
seecker glas t welck hy gebrocht ende gestelt heeft in de kerck tot
bodegrauen, welck glas van der steede weeghen ten behouue van
deselue kerck geschoncken is, daeraen hy verdyent heeft de voors,
somme van
............... xxv gl. xv st.
1603.    Gregorio Cools, 3) beeldesnyder, betaelt de somma van
twee duyssent gulden, over t maecken van de nyeuwe Bailge (balda-
quin) voor stadthuys deser stede, all vermoegens het besteck, mette
ord. ende quit. daerop geuollicht
..........II"' guld.
1603. Denselven noch betaelt de zomma van hondert ende tses-
tich guld., te weten hondert vyftich guld. voor hem selven, ses guld.
1)   No. 28 van de Kerkglazen.
2)    Huwelijksproclamatieboek te Gouda.
3j Deze is vermoedelijk dezelfde persoon tot wien het volgende betrekking
heeft: Ondertr. te Gouda 18 Oct. 16U Gkf.c.orius Cool van Vryborgh (Frei-
bnrg?) en
Pieteknelle Aeiuens j.d. van Dordr. wo. aldaar. Trouwrcg. der
Horv. Gem. te Gouda.
-ocr page 57-
— 44 —
voor den oudsten ende vier guld. voor den jongsten zoon van Jan
Simons (zie op 1596) beyde met hem aen de voorn, bailge gewrocht
hebbende, hemi. by de Burgermeesteren en de Tresoriers tot eene
vereeringhe toegevoucht, vermits d' voors. bailgie sulcx soo starck,
chierlick, polyt ende wel bequaem gemaect hadde, dat hem de ver-
eeringhe in t besteck geroert, met aduys als voorin, toegevoucht es.
I°LX gl.
1603. HendriCK Corn. Kegf.lingh, waert in tharthuys, be-
taelt de zomma van een en twintich guld. thien stuuers, ter zaecken
van verteerde costen aldaer by de heeren Burgermeesteren ende The-
sauriers met mr. Gregorio Cools, steenhouder, op zeeckere byeen-
compste verteert...............xxi gl. X st.
1603.     15 Juny. Getrouwd te Gouda Ct.AES Maertensz. Thoof-
feeig van Rotterdam met Margen Dirckx van der Goude; vermoe-
delyk de ouders van Ingetgen ThoveliNGS, eerste echtgenoote van
Govert Flinck. 1)
1604.     Betaelt Dirck Reyniersz. van Douwk, glaesschryver lot
Delft, dertich guld., die hem toegevoecht syn voort patroon van t glas
twelck by de stede van Delft in . de kercke deser stede geschoncken 2)
ende by den voorn. Dirck Reyniersz. gestelt is, welck patroon hem
is affgeeyst omdat de reparatie van t glas tot allen tyen daernae ge-
daen soude mogen worden.......
          .....XXX gl.
1604. Betaelt Jan Claesz. Yperen, waerdt in de Spiegel, veer-
tich guld. tien stuyvers, soo van de verteerde costen die aldaer ge-
il Trouwboek der Herv. Gemeente te Gouda. Zie ook Deel 2. bl. 25.
2) Dit betreft het glas voorstellende het Ontzet van Leiden, vernield
onder No. 25 van de Beschrijv. der Kerkglazen.
Het bovenstaande maakt het zeer waarschijnlijk dat genoemde van Doüwe ,
"zoo als beweerd wordt, de maker van dit gïas is geweest en niet Oorn. CiocK,
die daarvoor te boek staat.
Zijne Wed. wordt vernield D. I. 7. onder 22.
-ocr page 58-
— 45 —
daen syn by Dirck Reyniersz. van Douwe, glaesschryver van Delft,
als hy in de kercke sette t glas by de heren van Delft geschoncken, i)
daerover hy besich is geweest van xxi tot xxx July, als dat de kerck-
meesteren deur last van Burgermeesteren tot een vereeringe hem eens
vergast hebben, al t welck van der stede wegen is affgesproocken.
XI. gl. x st.
1Ó04. Betaelt Jan Florisz. de Jager , Secretaris, i.xix gl. in
remboursement van gelyckc somme by hem verschoten ende betaelt
aen Corn. Quykrynsz. , glaesmaecker tot Leyden, over tschryven,
maecken ende stellen van seecker glasen die de stadt geschoncken
heeft in t Gemeenelandtshuys van Rynlant tot Leyden van de bele-
gering van Samaria.............lxix gl.
1605. Betaelt Dirck GerritSZ., glaesmaecker, twee ende seeventich
gl., in voldoeninghe van seker glas by deser stede de kercke van Catwyck
vereert ende by de voors. Dirck Gf.rriïsz. gemaeckt ende aldaer
gestelt, daerin gerekent alle syne reyscosten, vacatien ende andere
dependenten..................LXX1I gl.
1605. Betaelt denselven vyftich gl., in minderinghe ende op
rekeningh van hondert vyff ende seventich gl., die hem belooft zyn
voor het maecken ende stellen van t glas met den aencleve van dien
dat tot Edam van der stede wegen geschoncken es. . . ■ 1. guld.
1605.     Govf.rt Henrixsz. (Slot), glaesmaeeker, trouwt Adri-
aentgen Dirx, 9 January 2)
1606.     Betaelt Lysbet Jans wed. wylen Dirck Gerritsz., glaes-
maecker, de somma van hondert vyff ende twintich gl., in volre be-
taelinge van hondert vyff ende t seventich gl., by den voors. Dirck
1)    Zie noot 2 op blz. U.
2)    Huwelijks-proclamatieboek te Gouda. Hij was leerling van de Cjiabeths.
-ocr page 59-
— 46 —
Gerritsz. bedongen ouer t maecken van een glas dat by de stadt
in de kerck van Edam geschoncken ende aldaer gestelt is, waerop
gereet betaelt is geweest by de Thresoryers de Ao. xvio vyff de
somma van vyftich gl. soo datter noch rest de voois. l<=xxv gl.
icxxv gul.
1606. Betaelt Wyert Ci.aesz., 1) schilder, de somme van thyen
gl., wyt saecke dat hy op papyer getrocken ofte geconterfeyt heeft
nae t leuen den Inlre van de Rethoryckers deser stede die zy tot
Haerlem gedaen hebben als de Cameis aldaer waeren, ende noch
geteyckent de colueren ofte by geschrifte gestelt wat colueren elcke
personagie gehadt heeft, ende dit alles op t ve.isouck van die van
Haerlem, die al t werck van alle de Camers, dye daer geweest syn
van meeninghen zyn te doen drucken.........x gul.
1606. Jan Mkess, tapitzyer, Wed. trouwt 13 [uny 2).
1606. Betaelt Jan Florisz. de Jager, Secretaris, de somme
van acht gl. seuen stuuers, in remboursement van een nyeuwen
Rosenobel in specye, die hy deur last van Burgermeesteren verscho-
ten heeft aen seeckere engelsche comedyespeelders, die t selve tot
een vereering geschoncken is omdat zy voor ile heeren ende huer
familie gespeelt hadden............vin gl. vu st.
1606. Betaelt Jacop CorN. Ca en, 3) glaesschryuer, de somme
van hondert ende twintich gl. vuyt saecke dat hygemaeckt, geschre-
uen ende gestelt heeft een glas, dat by deser stede in de kerck tot
Worcom geschoncken is, daerinne begrepen d' oncosten van t nemen
van de maet ende andere costen daerop gevallen.....ic*x gl.
1606. Betaelt Jan Corn. Vlack, Schepen, o. a. een guld. thyen
1)    Komt in 1613 als Keyser van de Rethoryckers voor.
2)    Huwelijks-proclamatieboek te Gouda.
3)    Hij was leerling van de Oiiabeths en in 1608 Burgorcapitcyn.
-ocr page 60-
— 47 —
stuuers, in remboursement van gelycke somme by hem voor de stadt
aen mr. Gregorio Cools , beeltsnyder, betaelt voor een paert by
hem gesneden, om gestelt te worden opte billetten van de paerde-
marct. Ordonn. xxmi July A». xvic ses.......i gl. x st.
1606.    Pieter van Holandt, tapitsyer.
1607.    Claes Jansz., glaesmaecker, trouwt 27 Mei met Marrit-
gen Jans dochter van wylen Jan Lambertsz. b. j. 1. van der Goude 1).
1607. Adam Barnaerdt, ingenieur, (pompen en waterleidingen).
1607. Betaalt aen Emondt Jansz., glaesmaacker, de somme
van vier ende twintich gul. ouer t maecken, sclnyuen ende stellen
van een glas dat de stadt geschoncken heeft in de kerck van Midde-
burch buyten dezelve stede............xxmi gl.
1607. Betaelt aen Floris Balthasar, plaatsnyder tot Delft, de
somme van derthien gul. over derthien caarten van de Begraeffenisse
van syn Gen. Graeff van Hohenloo 2), elcke caart tot vyfthien st., uyt-
gesondert eene die affgeset was, daarvooren betaalt is vier guld.,
alle welke caarten hem ten pryse voorsz. op syne presentatie ende
versoeck, by requeste gedaan, affgenomen syn, overmits de Gedepu-
teerde deser stede mede op de Begraeffenisse syn geweest, ende om
andere redenen.................xm gl.
1607.    Jacob Migoen, bouckdrucker.
1608.    Betaalt aen Jan Cornelisz. (van Lanschot), glaesma-
ker, de somme van veerthien ghulden vier stuvers, by hem verdient
aen een glas dat van der stede weghen geschoncken is in de kercke
tot Waerder............... XHII gl. uil st.
1608. Betaalt aen Hendrick Cornz. Vos, de somma van vier
1)    Hvrwelijke-proclarnatieboek te Gouda.
2)    Ph. Graaf van Hohenloo werd den 6 April 1606 in de kerk ts IJsselstein
begraven.
-ocr page 61-
— 48 —
ende twintich ghul. over t maken van twee caerten van Brouck, Thuijl
en t Weechgen, hierinne gherekent de vacatien van dat hy op ver-
scheyden reysen in loco inspectie is wesen nemen, omme met vol-
comen kennisse t selffde te doen,........xxim ghul.
1609. Betaalt aen Gerard Jansz. Vroesen ende Aelt Adri-
aensz. Minne, schepenmeesters, de somme van twee ende t seventich
gul., drie stuvers, twaelff penn. omme dezelve te betalen aen Ceaes
de Lepeu.aer, tapitsier, over t maecken van een tapytcleet dat ge-
leydt zal worden over de tafel in de Vyerschaar, groot negen ellen
ende vyff achtsten deelen, elcke elle tot zeven gul. thyen st, belo-
pende ter voois, somme, van welck voorsz. cleet t patroon gemaeckt
is geweest by Samuel van der Hameyden (Ameyde) voor de soinme
van negen gl., daeraff hy bctaelt is rnit het geit dat bevonden worde
in t kisgen van Schepenmeesters.....i.xxii gl. m st. xn penn.
1609.    Betaelt aen Leendert Dierts van Tetrode, bouckver-
coper en bouckebinder ï), de somme van twee guld., over t binden
van een groot privilegiebouck van Lombaertsformaet ende vant hoorn
comparckel ende papier daertoe gedaen.........u gl.
1610.     Betaelt aen Henrick Speny, organist tol Dordrecht, de
somme van twaelff gl. die hem by de magistraat syn toegevoucht ter
zaecke van de nombre van dertyen exemplaren ofte boecken, inhou-
dende de psalmen Davidts, gestelt op het Tabiilature van het orgel
ende clavecymmel, daer hy selffs auctuer aff is, hem tot een ver-
eeringe geschoncken...............X'I gl.
1610. Betaalt aen Emondt Jansz., glasschryver, de somme van
zeven ende twintich gul. twee stuv., ter zaecke van dat hy gemaeckt,
geschreven ende gelevert heeft in t oudemannenhuys deser stede,
1) Komt ook als zoodanig voor in 1607.
-ocr page 62-
— 49 —
vyer boven ende vyer beneden glaesen, dewelcke by de stadt be-
taelt moeten worden, overmits d' voorsz. acht glasen aent zelve huys
by de stadt zyn geschoncken.........xxvu gl. II st.
1610. Betaelt aen Johan vak den Broucke, professie doende
van de zeevaertconst binnen Rotterdam, de somme van twaelff gl.,
dye hem tot eenc vereeringe toegevoucht zyn voor zeecker Boucken
van de Zevaert (inhoudende mede eenige mathematische ende geome-
trische stucken) by hem dese stede gedidiceert, breder in de requeste
daervan zynde geroert............ . . . XII gl.
1610. Betaelt aen Jan Fkanqois le Petit, griffier van Bethune,
nistorieschryver, de somme van twaelff gul., t welck hem toegevoucht
is tot een viaticum, uyt saecke dat hy aen de Burgermeesteren pre-
senteerde de descriptie van de stadt Goude, omme die by de Bur-
germeesteren te mogen worden gevisiteert, gecensurcert ende gecor-
rigcert, als breder volgende de requeste daervan zynde. . . XII gl.
1610. Ci.aes Claes Goüdon, glaesmaecker van Rotterdam,
trouwt 2 Mei 1).
1610. Hans Cooi.baes, schildei 2).
1610.     Glas vereerd aan 's Lands advokaat Joan van Olden-
BARNEVELT 3).
1611.     Betaelt aen HENR1CK Cornsz, Vos de somme van negen
gul over het copieren van vier caerten met colcuren, nopende de
cours van d'Issel, nieuwendam ende meer andere circonstantieh,
t stuck tot twee gul. vyff stuv............IX gul.
1611. Vereert aen den advocaat fiscaal (Hugo de Groot) een
1)    fluwelijks-proclamatieboek te Gouda.
2)    Eigenbofik 6 Maart 1610.
3)    Kamerboeken bl. 110.
-ocr page 63-
— 50 —
vergulde cop wegende 48 oneen ende 5 engelsen, t once tot 4 gl.
15 st...................iicxxix gul.
1612. Betaelt Andries Buyry (Burier), bouckvercooper, ten be-
houve van Petrus Montanius, conrector van de I.atynsche Schoole
tot Amsterdam, de somme van dertich guld. den voorn. Montanius
tot een vereering toegevoucht, voor dat hy de stadt geschoncken heeft
een bouck Guicciardiny ende dat hy de stadt in een plaet doen aff-
snyden ende de beschryvinge van deselve stadt daer achter op doen
drucken heeft, omme d' selue in t voorsz. bouck gevoecht te worden.
xxx gul.
1612. Betaelt Daniel Ewanuelsz. ten behouve van Abraham
Migoen, bouckdrucker tot Rotterdam, de somme van acht guld. ses-
tyen stuu. ofte een Rosenobel in specie, hem by de magistraet toe-
gevoucht tot een vereeringe voor zeecker bouck van de historieschryuer
Sleydanus by hem de stat geschoncken.....vin gul. xvi st.
1Ó12. Betaelt aen Mr. Floris Balthasars , gesworen landtmeter
ende plaetsnyder tot Delfft, de somme van achtyen guld. hem toege-
voucht voor zeeckere chaert van t Dyckgraeffschap van Delfflandt.
xvui gul.
1612. Adriaen Symons Rottenmont. goudtsmit in den Hage.
1612. Cornelis Adriaensz. Vereyck, schilder te Gouda 1).
1612. Betaelt aen Hendrick Cornsz. Vosch, landtmeter, de
somme van sestyen guld. thyen stuuers, ouer zyne moeyten ende
vacatien, van dat hy ouerzyen ende gecorrigeert heeft een oude figuie
ofte affbeeldingc van de stadt van der Goude, ende dat hy tot Am-
sterdam is geweest, alwaer hy den plaetsnyder dye het van nyeuws
wederom snyden soude, om gevoucht te worden in de boucken van
1) Eigenboekeu 3 Mei.
-ocr page 64-
— 51 —
de Translatie Guicciardiny, mondelinge onderwesen heeft, gelyck in de
requeste daervan zynde breeder verhaelt wort. . . . xvi gul. x st.
1612. Matheus Engels de Groot,
Abr. Daniels van Haren,
Henrick Thonisz.,
tapitsiers.
1612.    22 July. Getrouwd Pyeter Fransz. van Douwen Wed.
met Marritgen Ariens j. d. b. v. der Goude 1).
1613.    Betaelt aen GOUERT Henricxzoon (St.ot), glaesmaecker,
de somme van hondert gl. ouer de voldoeninge van een glas dat hy
gemaeckt ende gesteldt heeft in de hacstrechtse kerck, daermede de
stadt die van Haestrecht heeft vereerdt; groot twee honderdt zeven-
tig voeten, waerinne coomende es het goutsche wapen tot acht en
twintich voeten gebacken werck...........ic gul.
1613. Betaeldt aen Jan Ft.orisz. de Jager, Secretaris, de
somme van veertien guld. in remboursement van gelycke somme by
hem verbeurt voor de stadt verschooten aen Anthonis van Aken,
glaesmaecker in den hage, voor een glas dat van der stede wegen
geschoncken en gesteldt es in de voorzael van Jonathan van Luch-
TENBURCH, commis van den Ontfanger generaell Joachim van
Mierop...................xim gul.
1613. Betaeldt aen Dirck Jansz. Hersberch, glaesschvyuer,
de somme van tweentzeventich guld. ter zaecke dat hy voor de stadt
gemaeckt ende tot Leckeikerck geleverdt heeft een glas twelck van
oer stede wogen ten behouue . van de kerck aldaer es geschoncken.
LXXH gul.
1613. Betaelt aen Hugo Leendertsz., franchoyse school-
1) Huwelijks-proclamatioboek.
-ocr page 65-
— 52 —
meester, ten behouve van ReynIEE VlTELLlUS tot Amsterdam, de
somme van twiutich guld. die denzelven syn toegevoucht tot een
vereeringe, van dat hy de stadt geschoncken heeft een exemplaer
Guicciardinj by hem ouergeseth int Latyn, daerinne mede comende
es de beschryvinge van de stadt van der Goude.....xx gl.
1614. Betaelt Hend. LODEWYCKSZ. van Haestens, i) wonende
tot I^eyden, de somme van achtten guld. die hem toegevought syn
voor acht boucken van de belegeringe van Oosteynde, by ordon d.d.
5 Aprilis A.<>. voorn...............xviii gl.
1614. Betaelt Dirck Jansz. (HersBerch), glaesmaker, de somme
van t seventich guld. over t maken van een glas twelck hy gestelt
heeft in de kerck van Rewyck, twelck van de stede wegen de keicke
aldaer geschoncken es. Ord. dd 22 Novembris A°. voorsz. . i.xx gl.
1614. Betaelt Tomas Reynibrs de Zwaen de somme van vyff-
tien guld. die hem toegevought syn wyt saecke dat hy int vyfde
sladtsregister gestelt ofte gecontrefeyt heeft de kaert van de vrydom
van de stadt die eerst gemaeckt is geweest by Hend. de Vos, landt-
meter; by ord. van 5 January 1615..........xv gl.
1614.     Arent de Lepelaf.r, tapitsier 2)
1615.     Betaelt in handen van Martina Hendricxdi-. in plaetsche
van Adriaen Adriaensz., glaesmaeker ende glaesschryver tot Delft,
de somma van zes ende dertich guld., ouer zeeckere zes glasen die
tot een vereeringhe geschoncken zyn by de drye steden Dordrecht.
Haerlem en der Goude aen Gerrid Adriaensz. Oltshooken, Schoutt
tot Zoetermeer, ende die den voorn. Adriaen Adriaensz. gelevert
ende gestelt heeft, blyckende by recognitie van dezelven Olts-
1)    Deze boekdrukker wordt ook Dl. II bl. 114 vermeld, doch met een druk-
fout in de spelling van zijn naam: men leze t. a. 13. Haestens voor Haeftens.
2)    Eigenboek.                                                                                               Eed,
-ocr page 66-
— 53 —
hooren hieraen gehecht, elcke glas tot zes guld; Ord. van elliffden
Aug. A°. xvicxv................xxxvi gl.
1615. Betaelt DirckJans IIertsburch, glaesmaecker, de somma
van t sestich guld., ter zaecken van een glas dat hy gemaeckt ende
gestelt heeft in de kerck van Crimpen op ten Issele, t welck van der
stede wegen aldaer is geschoncken; Ord. van 6 Nov. . . . i.x gl.
1615. Betaelt Hendrick Vos, landtmeter, de somme van hon-
dert twee ende dartich guld. ouer t maecken van een kaerte van de
vierde halliff hondert gaerden langhs d Issel en de vierdehalliff (hon-
dert) gaerden van der Issele tott te Brouck waerts in, by hoochlof-
felicker memorie Graeff Fi.oris (V), Grave van Hollandt, de stadt
van der Goude gegeven tot vrydomme van deselve stadt, ende een
dubbelt van deselve chaerte om weghgelegt te worden in t Secreet,
p. ord. den darden Aprilis xvic seventien.......icxxx gl.
1615. 8 Febr. Getrouwd Ai.exander Hendricksz. van Wester-
Holdt (Westerhottt) j g. van Utrecht (glasschryver) en Aei.tge Jans
Sas j.d van der Goude, beide wonende ter Goude I).
1615. 1 Mei. Getr. Jaques JoosTEN Dammei.aer van Oude-
naerden, tapitsyer, wonende ter Goude en Ann'iciigen PIETERS
(dochter van PlETER Gerrits Proyen) van ter Goude, b. j. 1. 2).
1615. 14 Juny. Getrouwd Michiei. le Bi.on, van Franckfurt,
plaetsnyder, wonende tot Amsterdam 3) en Margrietk Maertensdï.
van der Goude, beyde j.1. 4). Claes Jans, glaesschryver, was
haar zwager. Deze (zie op 1607) was den 221 Nov. 1609 als Wed.
1)    Trouwb. Herv. Gein. te Gouda.
2)    Huw.-Proclamatieboek aldaar.
3)    Hij was agent (vermoedelijk voor zaken van kunst) van Koningin Cheis-
tina van Zweden. Vondel droeg hem zijne Leeuwendalers op; (zie J. A. A1.BE8-
niNdK Thym. Gids 1879. Febr. 343, 344.) '
4)    Hnw.-Proclamaticboek te Gouda.
-ocr page 67-
— 54 —
gehuwd met Ningichgen Maf.rtens (de dochter van Claergen Cor-
nelis) beyde van der Goude I).
l6'6. Betaelt Phillips le Petit, ten behouve van hem ende
van der erffgenaemen van wylen Jan Franchoys i.e Petit, in syn
leven Cronycksciiver der Eed. Hooch Mog. Staeten Generael, de
somma van zes ende dartich gul., dye haer by burgermeesteren ge-
schoncken syn, voor dat zy de stadt vereert hebben met zes exem-
plaren van de beschryvynghe van de acht vereenichde nederlanden,
volgens haet requeste hyerneffens gaende; ordon. I Febr. 1616. XXXVI gl.
1616. Betaelt Johan Florisz. de Jagher, Secr. deser steede,
de somme van drye gul. thyen stuuers, acht penn. in remboursement
van drye halve spaense matten, die geschoncken syn aen Isap.ei.la
LE GAUDERE, coordedanster, 2) tot een vereeringhe voor dat le
heeren magistraeten haer spell hebben gesyen j ordon. burgemeesteren
22 Febr. 1616............in gl. X st. vm penn.
1616. Betaelt aen denzelven de somma van neghen gulden ende
acht stuuers, in remboursement van gelycke somma by hem in vyer
spaense reaelen verschooten, dye in specie geschoncken zyn, tot een
vereeringhe aen zeeckere duytsche commedianten, dye inde agnieten
kerck op den 28 July voor de heeren hebben gespeelt; ordon. 30
July.................. ix gul. vm st.
1616. 10 July. Frans Jans Vosck, goudsmit, Wedi. hertrouwt. 3)
1616. Betaelt aen meester Floris, plaetsnyder tot Delfft, de
somme van vyer ende twyntich gul hem toegevoucht zynde tot een
vereringhe, voor dat hy de stadt geschoncken heeft een caerte van
rynlandt by hem gemaeckt............xxmi gul.
1)    Huw.-Proclamatieboek te Gouda.
2)    Voor do curiositeit medegedeeld.
3)    Huw.-Proclamatieboek te Gouda.
-ocr page 68-
- 55 —
i6i6. g Oet. Getrouwt Corn. Jans van Lanschot, glasema-
ker, j.g. en Maritge Jansd., beyde van der Goiule ende wonende
aldaer. i)
1616. Pieter Pietf.rsz. ÏRisïEYN , out burgemeester, de somme
van acht ende veertich guld. ende dat ten behouve van Johannus
Leonardi, predicant van Maeslant, ende Adriai.n Gerritsz. (van
Beyeren), bouckdrucker tot Delfït, elxs de helfft, t wclck heurluyden
toegevoucht is, voor dat zy de stadt hebben vereert met ses exem-
plaren van de boucken Cornelij Taciti , schryver van de r o m e y n-
sche Geschiedenissen ende andere saecken; ordon. 28
Oct....................XLViii guld.
1616. Betaclt Johan Gis, predicant tot Streeff kerek, de somma
van vyer ende twintich guld., uyt saecke dat hy de stadt geschoncken
heeft zes exemplaren van een bouck geintituleeit: Oorspronck
ende Voortgangh der ncderlansche beroerten; ordon.
18 Aug..................xxiill guld.
1616. Betaelt Phillips Phillipsz. uyt den naeme ende ten be-
houve van Abraham Mingnon, bouckdrucker tot Rotterdam, de
somma van vyfftich guld., die hem syn toegevoucht voor achtyen
exemplaeren van een bouck geintit.: Gereduceerde tafelen
van Interest, die hy de Wethouders geschoncken heeft; ordon.
5 Dec....................1. guld.
1616. Mr. Gerrardt van Byllr betaelt de somma van hon-
dert twee ende tsestich guld. eene stuuer, vier penn. over vier zege-
len, dye hy gesneden heeft voor de stadt, naemtelick een secreet-
segel, een segel ten saecken, een signett, ende een seghel voor de
weescamer, wegende deselve vyer segelen tsamen elff onchen, zeven-
1) Trouwb. der Herv. Gem. te Gouda.
-ocr page 69-
— 56 —
tyen engelsche ende een halve, elcke once tot twee guld. ende veer
thyen stuu., facit van silver twee ende dartich guld. eene stuu. vyer
penn.; noch van het maecken ende snyden van de voorsz. zegels
hondert twintich guld., ende van vacatien aan de zegels te brenghen
ende vracht thyen guld; ordon. i Mey 1616. iclxii gul. 1 st. mi pen.
1616. Pieter Wouters Crabeth, Schepen, fre-taelt de somme
van drye guld. negenthyen stuu., in remboursement van gelycke
somme by hem verschooten, te weten eene gul. zestyen st. aen mi'.
Corn. Adryaensz. Verreyck, schilder, voor het teykenen ende
harteyckenen van eenighe patronen daernae voor de stadt gemaeckt
soude werden drye zeghelen, ende een voor de weescamer, item
een guld. vier st. aen m'. JAN Daemsz., (de Veth?) schilder, ende
noch negentyen st. voor het drayen ende maecken van vyer palm-
boemen hantvatten, om mt segelen te gebruyken, als vyer st. voor
het drayen; ordon. 15 July 1616........111 guld. xix st.
1616. Betaelt aen mr. Hughe Leenarts, franchoise schoolmr.,
de somme van twee gul. zeven stuu. die hem syn toegevoucht, voor
dat hy ontworpen heeft en geschreven de Tytelen die gestelt zyn in
de randen van de nieuwe stadtszegelen; ord. 23 Aug. 1616.
II gl. vu st.
1616.     Betaelt aen Niclaes Briot, goutsmit, de somma van
twaliff gul., over het snyden van een zeghel voor de stadt, tvvelck
hem lasten doen is tot een prouff, ende wederom gebroocken es;
ordon. 23 Aug. 1616..............XII guld.
1617.     Getr. Ghyshrecht Thomas Cloot, glaesmaecker, en
Aeffgen Hendrixsd. j.1. van der Goude. 3e gebod 5 Febr. 1).
1617. 26 Nov. Getr. Jan Jansz. glaesmaecker, j.g. van der Goude
en Jannitgiïn Gerrits j d. van Montfoort. 1).
1) Huw.-Proclamatieboek te Gouda.
-ocr page 70-
— 57 —
i6i8. Betaelt Jacobo Westerbanjo, alumni ofte bursael deser
stede int Coll. Theol. te Leyden, voor t dediceren van theses, xxx gul.
1618. Gestelt in handen van den heere Reeckenmeester Basio
de somme van vyftich gul. omme die te betaelen in handen van Wil-
lem Gerritsz., glaesschryver van Breda, over een glas dat hy gele-
verd! ende gestelt heeft in de nieugeboude kercke tot Niervaert,
volgens t schryven van de burgermeesteren ende regierders aldaer
gedateerdt 6 April 1618, twelck by deze stadt de voors. kerck es
geschoncken..................L guld.
1618.    Betaelt Jan Wolphertsz. , bouckvercoper, wonende tot
Schiedam, de somme van zes ende twintich guld. over dartien boucken
geintituleerdt: den Lusthoff der princhen, die hy an de ma-
gistraet heeft geschoncken............xxvi gul.
1619.    Betaelt aen Joanny Fencolio, dyenaer des G. Woorts
tot Maeslantsche Sluys, de somme van twintich guld., dye hem tee-
gevoucht zyn voor vyff exemplaren van de Historiën van Cajus
Suetonius Tronquillus van t leuen en de daden van de
twaelff eerste Roomsche Keyseren, die hy de stadt ge-
schoncken heeft.................XX gul.
1619. Betaelt aen Hendrick Cuynderturff, goudt- ende sil-
uersmit,i) de somme van vyer ende twintich guld., omme daermede te
voldoen de rechten van de Generaels van de munte, ter saecke dat
hy, Cuynderturff, gestelt ende geeedt is voor wisselaer ouer deser
stede ende den resorte van dyen, te weten drye G'eneraels elcx ses
guld., facit achtyen guld., Item de clercken twee guld., ende voor
de Instructie ende t manuael ende de dubbelen derzelver vyer guld.;
beloopende tsamen ter voors. somme van ƒ24, twelck by de stadt
1) In 1622 en later komt een Hendeick Cxtyndektubfp voor als Capt. van
de nieuw aangenomen comp. garnizoenhouders (waardgelders.)
III.
                                                                                                    8
-ocr page 71-
— 58 —
gedraegen wordt, ouermits nyémant het wisselaerschap heeft willen
aennemen tot zyn eygen costen.........xxmr gulden.
1619. Betaelt Jasper Tournaey, bouckdrucker, de somme van
seuen ende twintich guld. thyen stuu., ouer het drucken van de
nombre van twee hondert exemplaren van de ordonnantye van de
Weescamer deser stede, elcks groot sestalff vel ende elcke tweehon-
dert vel tot vyff gulden; dus hyer.......xxvn gl. x st.
1619.     22 Sept. Getr. Cornelis CoRNElisz. , glaesmaeker, en
MAERCHGEN PIETERS HANNEMANS , i). .
1620.    23 Febr. Getr. Maerten Cornelis, glaesmaecker, en
Lvnïgen Jans b. j. van der Goude 1).
1620. 1 Maart Getr. Pieter Davitsz. Schaep, tapitsier, Wed.
en Lysbet Symons j. d. beyde van der Goude 1).
1620. Getr. Willem Andries Anders, tapitsier, van Schotlant,
lange jaren hier gewoondt hebbende en Jannitgen Pieters van der
Goude, beyde j.1. 3° gebod 21 Juny 1).
1620. Betaelt aan Abr. Mellino van Vlissinge, dienaar des
Goddelycke Wports in St. Antonispolder, de somme van vyff en
twintich guldens die hem toegevoucht zyn tot een verering voor dat
hy de stadt geschoncken heeft een exemplaar van een bouck geintit.
Christen-martelaarsbouck; ordon. 15 Aug. . . . xxv guld.
1620. II Oct. Getr. Jan Jansz. , tapitsier, en Neei.tgen Jaspers
(Tournay?) j.1. van der Goude 1).
1620. Betaelt aan Neeltgen Erasmus Wed. wylle Andries
Bury, bouckbinder, de somme van een en twintich guld. zeventhien
stuvers, over 't binden van eenige ordonnantie van de Vierschaar mette
1) Huwelijksproclamatieboek te Gouda.
-ocr page 72-
— 59 —
aancleven van dien ende oock van eenige ordonnantie van de Wees-
camer; ordon. 4 Nov............XXI gul. xvn st,
1621. 11 July. Getr. Esegiel Robu rechts Maknap, glaesschry-
ver, en Maria Claes b.j.'l. van der Goudel).
1621. 14 Nov. Getr. Maerten Corneus., glaesmaecker, Wed.
van der Goude ende Lyntgen Jans van de. Vecht, j. d. van Utrecht,
lange jaeren ter Gouda gewoont hebbende 1).
1621. Betaelt aen Johan Vlack de oude, Gecomm. Raedt, de
somma van hondert drie gulden negentien stu. in remborsement van
gelycke somme by hem verschooten aen Hendrick Cheeuwen, goudt-
smit in den Ilage, over t maecken ende leveren van vergulden ge-
dreven cop wegende achtien oneen en achtien engelschen met het
wapen daerin gherekent, de once tot vyff gul. tien st. volgende de
declaratie van den voors. goudtsmit, welcke cop gegeven is tot een
pilleghift aan een kint van den heere Commandeur (Grenü), dat by
de borgemeesteren geheven is van de stede wegen; ordon. in dato
26 Febr. A». 1621.............]0InXIX st.
1621.    Betaelt Claes Centen, bouckdrucker tot Dort, ten be-
hove van hem ende syne consoorten, de somma van hondert vier
gulden, ouer dertien exemplaren van een bouck van de acten synodi
nationael tot Dordrecht gehouden in duyts, als voor den baillieu, vier
borgemeesteren, seven schepenen ende den secretaris maeckende der-
tien personen, elck bouck tot acht gul.; ordonantie 13 July 1621.
1622.     24 July Getr. ïhobias Schaep de jonge, tapytwereker,
ende Geertgen Jans b. j. 1. van der Goude 1)........
1623.    Betaelt Dirck van Zyl, bouckvercooper en bouckebin-
1) Huwelifks-Proclaroatieboek.
-ocr page 73-
— 60 —
der i), de somma van neghenthyen gulden twee stuuers, over neghen
boucken vant be 1 egh van bergen op den Zoom, gelevert in No-
vember lestl., te weeten acht met blaeuwe syde banden elxs tot twee
gul. vyer st. ende een slechter tot eene gul. thyen stuuer; ordonantie
28 Dec. 1623...............xix gul. H st.
1624.    Betaelt aen Anna Lubisers, Wed. wylen Hendrick Vos,
in zyn leven landmeter, de somma van twee ende tseventich gul.
over drye caerten by den voors. Hendrick Cornsz. Vos haren man
zaliger, gemaeckt, als een van het lant van Steyn, item een caert
van Waddincxveen, soo van de Goutcade als andere quartyeren daer
de stadt actie heeft ofte pretendeert, ende noch een chaert van de
huysinge van Jacob Dircxsz. Lonck, van de aencompsten ende uyt-
gangen van dyen, waervoor hem by de magistraet is toegevoucht de
somme van................lxxii guld.
1625.   Betaelt aen Emondt Jansen, glaesmaker, de somme van
sestich gul. over een glas dat hy gemaeckt ende gestelt heeft in de
kerck tot Alphen, daermede de voors. stadt de kercke vereert heeft
ende twelck tot goet contentement van de kerckmeesteren daer is
opghenomen.................lx guld.
1625. Betaelt mr. Barent VAN Rynenburch, chirusyn ende
lantmeter ende yckmeester der voors. stede, de somme van vyftich
gul.. over salaris van verscheyden saken, als van caerten ende anders
int stuck van lantmeterye ende over eenighe bouckies by hem de
magistraten ghededyceert aengaende de churrygie; ord. 14 Maert
1625.....................L guld.
1625. 8 July. Getr. David Schaep, (tapitsier) en Ningetgen
Jans, b. j. 1. van der Goude 2).
1)   Komt in 1629 ook voor als stedehouder (substituyt) van den bailliu.
2)   Huwelijks-Proclamatiebqei.
-ocr page 74-
— 61 —
1626. Betaelt aen Jan Cornelisz. (van Lanschot), glaesmakev,
de some van tsestich gulden ouer een glas by hem gemaeckt ende
ghestelt in de kerck. tot Swammerdam, daermede de verschreve stadt
deselve kerck vereert heeft ende tot goedt contentement by de regen-
ten van de kerck is opghenomen..........lx guld.
1626.     Betaelt aen mr. Esegiël de Decker, landtmeter i), de
zoma van een hondert veertich guld. hem toegevoucht tot een ver-
eeringhe by t Colegie van t magystraet, als by de Vroetschap ghe-
authoryseert synde, voor acht en twintich boucken exsemplaren, daer-
van veerthyen, gheintituleert teerste deel van deniewetel-
konst, by hem aen den heer balyou ende borghermeesteren, schee-
penen ende vroetschappen ghededuseert ende de heeren magystratten
daermede vereert als aen elcks van de heeren een. . . i<=xl guld.
1627.     Betaelt aen Dr. Daniël Souterus, dyenaer des Godd.
Woorts tot Haerlem, de somme van vyftich guld., hem toegevoucht
omdat hy de heeren vereert heeft met zes exemplaren van een bouck
inhoudende memoriael van den sa. doodt ende heerlicke
begraeffenisse van Syne Pr. Exellentie Mauritius
hoogh loffelicker gedachtenisse.
                                         l guld.
1628.     Betaelt aen Harmen Jansz. de Vrye, zilversmith, de
somme van ses ende twintich guld. sestyen stuyv. over t maecken
ende leveren van een nieuwe bosse voor de reysende bode.
xxvi gul. xvi st.
1628. Getr. Willem Jans Orgel, glaesschryver van Amsterdam,
ende Aeltgen Dirxs, mede van Amsterdam, tegenwoordig wonende
alhier. 3e geb. 17 Sept. 2).
1)    Komt in 162é als schoolmeester voor.
2)    Huwelijks-Proclamatieboek te Gouda.
-ocr page 75-
— 62 —
1628. 3 Sept. Getrouwd Wouter Pietkrs Crabeth, (schilder i),
met Adriana. Gerrits Vroesen, j.1. van der Goude 2).
1630.     Gillis Gillis, platteelbacker, j m. van der Goude,
trouwt 20 Mei. 2).
1631.     Betaelt aen Bartholomeus Nicolaij, bedienaer des Godl.
Woorts deser stede, de somma van acht ende twintich gulden, uyt
saecke door hem aen de Heeren Borgermeesteren vereert zyn ses
exemplaren van Cornelis Tacitus, overgeset by Johan van Groe-
NEWEGEN, Secr. der stadt Delft; ord. 20 Aug. 1631. . xxvin guld.
1631. Betaelt aen Alexandf.r van Westerhout, glaesschryver,
de somme van hondert ende tien gulden, vuyt saecke dat hy opten
vierden July lestl. van der stede wegen gemaeckt ende geseth heeft
een glas in de Ketel buyten Schiedam, twelck de heeren burgermees-
teren aen die van de Ketel hebben vereerdt, daeraen gemaeckt twaelf
glasen, yder glas groot vier voeten tot twee gulden de voet, compt
ses ende tnegentich gulden, voor wit glas tot vyff stuuers de voet
compt ses gulden, ende omme het voorschreve glas afï te nemen
ende innesetten, ende van schuytvracht omme het voorseyde glas in
de Ketel te brengen acht gulden, beloopende tsamen ter voorschreve
somme; ord. van de heeren burgermeesteren d.d. 8 Aug. 1631. i<>x guld.
1631.     Pieter Jans Rammosien, bouckbinder.
1632.     Betaelt aen de wtgevers ende medestanders van den Spye-
gel van den Ouden ende Nieuwen tyt, wtgegeven by den
heerejACOB Cats, ridderende eerste pensionaris der stadt Dordrecht,
de somme van veertigh gulden, wt saecke zy luyden Burgermeesteren
vereert hebben met ses exemplaren van t voois, bouck. . . xL gl.
1)    Hij leerde bij Ookn. Ketel, die een discipel was van zijn' grootvader
W. P. Cbabeth.
2)    Huwelijks-Proclamatieboei.
-ocr page 76-
— 63 —
1632.     17 Oct. Getr. Mathys Wits, tabacxpijpmaecker 1).
1633.    Betaelt aen Arent de Lepelaer de somme van negentyen
gulden sestyen stuvers hem als reste competerende over het maecken
van twaelff tapijte cussensbladeren met stadtswapen, het stuck tot
seven gulden, ende noch by hem betaelt de somme van seven ende
veertigh gulden acht stuv. voor het maecken van deselve cussens.
1633. Betaelt aen Harman de Vrye, goudsmith, de somme
van twintigh gulden over t snijden van tyen stadts stempels, daermede
men de laeckenen loyt (loodt)...........xx gul.
1633.    Ondertr. Corn. Hendricxs van Roon, goutsmith, 3e ge-
bod 16 Januarij 1).
1634.    Betaelt aen de constbroeders wt jonsten begrepen de
somme van ses gulden hen tot een gratuyteyt vereert om te reysen
naer haerlem omme aldaer te beantwoorden de vragen uytgesonden
by de Wynrancken van haerlem..........vi gul.
1635.    Betaelt aen Pieter Holstevn, glaesschryver, en Vaster
Jansz. , glaesmaecker, de somme van twee en vyftich gulden vier
stuyv., wt saecke sy een cruysraem hebben gemaeckt op t stadthuys
te Dever met statswapen daerinne, in den jaere 1631 van der stede
wegen om goede consideratien vereert aen Jr. Johan van Schaegen
heere van Dever, hooch Heemraedt van Rynlandt; ord. van Burger-
meesteren d.d. 19 Nov. 1635.........LU gul. mi st.
1636.    Betaelt aen Alexander Westerhout, glaesschryuer, de
somme van vyff ende vyftich gulden, ter saecke hy den xxlin novem-
ber lestleden van der stede wegen gemaeckt heeft een glas in de
kerck van Waerder, twelck de voornoemde kerke is vereert; ord.
mi december Anno voorsz.............i-v gul-
1) Huweljjks-Proclamatieboek te Gouda.
-ocr page 77-
— 64 —
1638. Betaelt aen Jacob Erasmus, (boekverkooper), de somme
van twaelff gulden, ter saecke hy aen de stad uyt de naem van de
huysvrouw van Balthasar Florisz. van Berckenrode , gelevert
heeft een groote caerte vant belech van Breda (in 1737); ord. d.d.
8 üct....................xii gul.
1638.    Pyeter Denys, j. m. van der Goude, tapitsyer, trouwt
31 January 1).
1639.    Betaelt aen de kerckenraet van Schravendeel, de somme
van vier ende vyftich gulden, deselve kercke toegevoucht tot een
vereeringe, mits dat daervooren een glas in de voorseyde kercke sal
werden gemaeckt met het wapen van dese stadt ende den naem
Goude, mitsgaders t jaer van 1639 ende om het wapen een doornc-
croon; ord. van Burgemeesteren 2 July 1639......Lini gul.
1639. Betaelt aen Jacob Block, ingenieur ende lantmeter, de
somme van hondert thien gulden thien stuyv., by hem verdient soo
over vacatien mitsgaders de metinge van een nieuwe voorgenomen
vaert ende jaechpadt op Amsterdam als daervan eenige caerten te
maecken, breder volgende syne voorgaende specificatie, blyckende
by ord. van Burgemeesteren d.d. 29 April 1639. . . icx gul. x st.
1639. Betaelt aen Dirck Fredericksz. Beuckel, thesaurier,
de somme van twee hondert ende tnegentich gulden, eene stuyver,
in remboursement van gelycke somme by hem verschoten over t maecken
van de statskoetswagen; ord. van Burgemeesteren d.d. 7 July 1639.
Iioxci gul. I st.
1639. Betaelt aen denselven de somine van dry ende tseventich
gulden, vyfthien stuyv. en twaelff penn. by hem betaelt over de repa-
1) Huwelijks-Proclamaticboek te Gouda,
-ocr page 78-
— 65 —
ratie van de oude statscoetswagen; i) ord. van Burgemeesteren d.d. 14
Oct, 1639............lxxiii gl. xv st. xii penn.
1639. Betaelt aen Arent de Lepei-aer ende Leendert Fransz.
Versye de somme van hondert vier ende veertich gulden twee stuyv.,
ter saecke syluyden respectivelyken gelevert hebben aen de stadt
twaelff sitkussens; ord. van Burgemeesteren d.d. 24 Oct. 1639.
icxi.uii gul. 11 st.
1639.  Betaelt aen Fredrick Mathys van Lobbrkcht, wonende
tot Utrecht, de somme van twaelff hondert drye ende tsestich gulden,
over de coop ende leverantie van een diepinstrunient met syn toe-
behooren; ord. van Burgemeesteren 14 Nov. 1639. . . xiiei.xm gul.
1639. Betaelt aen Jacob Bi.ock, ingenieur ende lantmeter, de
somme van twee hondert vier en twintich gulden darthien stuyv. by
hem verdient, soo over syn vacatien mitsgaders de resumptie van de
metinge van de nieuw voorgenomen vaert ende jaghpat van der Goude
op Amsterdam, als daervan te maecken caert ende verbael soo veel
de voorsz. vaert soude comen te costen, breder vermogens dese zyne
nevensgaende specificatie, blyckende by ord. van Burgemeesteren d.d.
2 January 1640............ncxxmi gul. xm st.
1640.    Betaelt aen Maerten Jansz. Brant, bouckvercooper tot
Amsterdam, de somme van hondert ses en dartich gulden, over de
leverantie van vier bybels met de nieuwe annotatien op fyn reael
pampier gediuckt, die vereert ende geschoncken syn aen D. Abdias
Witmarius, Nathan Vogelsangh , Jacobus Schepperus ende Char-
les Everwyn , respective bedienaers des Heyl. Evangelij hinnen deser
stede, yder van hen eenen Bybelj blyckende breder by resol. van
Burgemeesteren van den voorleden jaere d.d. 28 Dec. 1639. i°xxxvi gul.
1) Deze bestond reeds in 1632.
Hl.
                                                                                                     9
-ocr page 79-
— 66 —
1640.    Betaelt aen Jan Leenderts Venne Cooe, de somme van
vier en twintich gul ter saecke hy den Baillu ende Burgermeesteren
vereert heeft met syne boucken de historie van Polibius, getransla-
teert wt het griecx; ord. van Burgermeesteren d.d. 7 Dec. xxmi gul.
1641.    Betaelt aen PlETER Huybersz. van Middelandt, out
schepen, de somme van vier hondert vier en veertich gul. thien stuyv.,
over de leverantie van een overdecte silver vergulde cop, wegende
seven en tnegentich oneen, de ons tot vier gul. thien st., acht gul.
voor statswapen met coleuien gemallieert ende de naem rontom, ver-
eert aen den heere Bailliu (Mr. Anthoni van der Woi.ff) tot een
pillegifte van syn dochter, die van Burgermeesteren van der stedewc-
gen is geheven; ord. 3 April 1641 ......mroxLim gl. x st.
1641.    Jan Bartholomeus, platteelbacker van Delft, trouwt
30 July 1).
1642.     Getr. 12 Oct. Reynier VAN PersyN, (plaatsnyder), woo-
nende tot Amsterdam ende Elysabeth Dircxs van Raembukgii,
b. j. 1. van der Goude 1).
1642. Betaelt aen Jacüb Reyniertsz. Block (zie op 1639) de
somme van vier hondert gul. en veerthien st., ter saecke hy door
ordre van de heeren Burgermeesteren geinspecteert ende met de ket-
tingh gemeten ende de houcken afTgesien heeft van een voorgenome
vaerweteringh met een jaechpadt tusschen dese stat ende Amsterdam,
tselve getiansporteert ende gecarteert, daerover hy gevaceert heeft
den tyt van acht en vyftich dagen tot vier guld. daechs, facit twee
hondert twee ende dartich gul.; Item vari drie persoonen die hein
geassisteert hebben den tyt van twee ende twintich dagen yder tot
eéne gul. daechs, facit ses ende tsestich gul.; Ende betaelt van ver-
1) Huwelijks-Proclumatieboek to Gouda.
-ocr page 80-
— 67 —
scheide verteerde costen, als tot Swadenburgerdam, Alphen, Aer-
landerveen, aen de Goutcade, Uythooren ende Sevenhoven, mitsga-
ders van schuytvracht tsamen hondert vier gul. en veerthlen stuyvers,
belopende tsamen ter voors. somme; ord. van Burgermeesteren in
date den 8" Oct.............imcii gl. xim st.
1642.     Betaelt aen Jan Cardon, steenhouwer, de somme van
veerthien gul., over syne vacatie, moyten ende besoinges die hy ge-
hadt heeft in het maecken ende ordonneren van modellen van de
gevel van thuys naest den Doel; ord. van Burgermeesteren d.d. 18
Febr. 1643..................xnii gul.
1643.    Betaelt aen Jacob Block, lantmeter, de somma van een
en twintich gul., ter saecke hy met de Gedeputeerden deser stede
ende de heeren van Amsterdam in den Haghe aenwysingh heeft ge-
daen vant voorgenomen jaechpadt ende de gelegentheyt op de caerte
daervan gemaeckt, daerinne hij gevaceert heeft drie dagen tot vier gul.
daechs, compt. twaelff gl., ende aen wagenvracht ofte verteerde cos-
ten negen gul.; ord. 9 April............XXI gl.
1644.    Betaelt aen Alexander van Westerhout , glaesschryver,
de somme van hondert sesthien gul. sesthien stuyvers, voor het
maecken van een glas twelck de stadt van Vlaerdingen vereert is;
ord. van Burgermeesteren 11 Mei 1644.....icxvi gl. xvi st.
1644.    Betaelt mi'. Barent Rynenburch, geswooren lantmeter,
de somme van seven gul., ter saecke hy op den 8n July 11. gereuyt
ende gecarteert heeft het buyten dycxlandt tegens over de stadt, ge-
comen van PlETER ENGELS.............VII gl.
1645.    Betaelt aen Fei.ix van Sambix, i) bouckvercooper tot
Delft, de somme van hondert gul., ter saecke hy aen Burgemeesteren
1) Hij werd den 6 Nov. 1622 ingeschreven als boekbinder in het Gild van
i=t. Lucas te Delft (Dl. I bl. 9, 19 en 23).
-ocr page 81-
— 68 —
vereert heeft seven boecken in folio geintituleert t' leven dei" door-
luchtige griecken ende Ronieynen, telcken elckanderen
vergeleecken, door Plutarchus van Charonia; ord. 2 Maart 1645.
i° gl-
1646.    Betaelt aen Dr. Jacobus Schepperos, bedienaer des Heyl.
Evangeli deser stede, de somme van veertigh gul., denselven geac-
cordeert ende toegevoucht, ter saecke hy syn bouckgen geintituleert:
Verbaesde ver wonde ringe der Castillianen endedank-
bare vreuchde der Vereenichde Nederlanders, de heeren
Burgermeesters gedediceert ende toegeeygent heeft: ord. van burger-
meesteren dd. 14 Juny 1646............XI. gl.
1647.    Betaelt aen Poulus Schut de somme van vyfthien gul., ter
saecke hy syn Oratie funebris over de dood van Syne Hoocheyt
hoechloffelycker memorie de heeren Burgemeesteren heeft gede-
diceertende toegeeygent; ord. van burgermeesteren 18 July 1647 . xv gl.
1647. Betaelt aen mr. Barent Rynenburch, lantmeter, de somme
van thien gul., ter saecke hy met buigermeesteren opten 8 April 11.
gemeten heeft het santpadt langs de Reeuwyckse weteringe tot aen
den Ryndyck toe ende tselvo caertsgewysde affgeteykent, daervooren
hem comt de voorsz. somme; ord. van burgermeest eren 29 Mey 1647.
X gl.
1647.    Betaelt aen Adriaen Cornsz. Vereyck, Raet ende Vroet-
schap (later Burgemeester) deser stede, de somme van twee gul.
thien stuyv., ter saecke hij door last van burgermeesteren gecopieevt
heeft de Caerte van brouck, . thuyl ende tweechgen met den aen-
cleve van dien; ord. van burgenneesteren 3 Juny 1647 . n gl. X st.
1648.     Betaelt Ds. Jacobus Schepperüs, bedienaer des Heyl.
Evangeli binnen deser stede, de somme van vyff ent seventich gul.,
ter saecke hy syn bouckgen geintituleert: Nederlantse geheu-
-ocr page 82-
— 69 —
genis, gedediceert ende toegeeygent heeft de heeren Magistvaeten
der voois, stede; ord. van burgermeesteren 17 Nov. 1648. i.xxv gl.
1648. Betaelt aen de Rethrosyns van de Gousblom deser stede
de somme van twee hondevt gul., haer geaccordeert ende toegestaen
tot verval van haere coslen die zyluyden gehadt hebben op het doen
van de vertooninge van de vrede; ord. van burgermeesteren 9 Juny
1648.....................iic gl.
voor naecosten noch ..........         .... xini gl.
1648. Betaelt aen Pieter Rammesyn , bouckvercooper, de somme
van twee hondert gul., ter saecke hy de heeren Burgemeesteren gede-
diceert ende toegeeygent heeft synen nieuwen bybel die hy gedruct
ende over de leverantie van vyff bybels; ord. van burgemeesteren 4
January 1649..................no gl.
1650. Betaelt aen Aelbert Maertens Houtman van wegen
Harmen DE Vrye , goutsmith, de somme van seven gul. thien stuyv.,
over het vergulden van de wapens voor de bode vant landt van
Steyn; ord. van burgemeesteren 30 Dec. 1651. . .         . VII gl. x st.
Naschrift.
De oorspronkelijke kaart geteekend door Hans (Jüuan) Lief-
FRinck, schilder woonachtig te Leiden, vermeld onder 1578 en 1586
°P bl. 29 en 32 , bevindt zich in het stedelijk museum te Gouda.
Zij verdient, als eene der oudste kaarten, bijna geheel Zuid-
Holland en een deel van Noord-Holland en Utrecht omvattende, in
OQge mate de aandacht, voornamelijk opdat men zich de topogra
-ocr page 83-
— 70 —
phische gesteldheid dezer streken tijdens den opstand tegen Spanje
kunne voorstellen.
Jacob of Jacob Reyniertsz. Block, vermeld onder 1639, 1642
en 1643 op bl 65, 66 en 67 , is deberoemde wis- en vestingbouwkundige,
waarvan, als Jacob Rengersz. Blok, sprake is bij Walvis 1, bl.
335, 336, en van wieu, volgens dien schrijver, door Rubens bij zijn
bezoek aan Gouda getuigd werd, dat hij de uitstekendste was van
al de meesters in teeken- en schilderkunst hier te lande.
AANTEEKENINGEN
UIT DE STADSREKENINGEN VAN VENLO.
(Medegedeeld door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar.)
I.
1452. Ite Jan va Poll Burgmeist. tot Coelne gedè" en va be-
veel Burgermeisters scepén en Kaitz eijn silvên Kanne gegolden en
woig VII mr. en IJ loit silvers geg. voir elke mr. silvers X r. gl. vz.
71 Rinsche gulden 12 kleijmer 2 groot 3 deniers.
Itè" van deser silvên kanuê te bruijnien geg. 2 kleijmer.
Itè noch her toe ten selve' mael gegoldë J gulde" Cruessen
hielde IJ mr. en" V loit die mr. XJ r. gl. vz. 25 Rinsche gulden 24
kleijmer.
-ocr page 84-
— 71 —
Itê" va" desen Cruijsen te bruijnien geg. 2 kleijmer.
Itë ten selvë" maele tot Coelne gegolde" XIIJ leder cussen opt
huijss voir i Rinsche gulden 12 kleijmer 2 groot 3 derniers.
Ite Thewes gemaict onss' stad wipè" op die silven Kanè dair
toe gehat III^ vdel silvers dat loit XJ alb. vz., 19 kleijmer 2 groot
3 deniers.
II.
1512. It die Stat hefft laten maicken meist. Johan den golt-
smit eijnë sijlverè beker den sij geschinckt hefft den Reutmeist. Hen-
RICK va Ercklantz, so hij der stad vorderlick ind behulpelick ge-
west is in allen saicken ind besonder in d. verwervinge d. pvelegien
ind vrijheit aen onsen genedig. here" cc. der beker woijch aen sijle-
verë" XXXVJ loet dat loet ad XXV st. aen goldc to "vgüld IJ ducaten
ind VHIIf brab. st. toe maecken XIJ g. aen drinckgelt VJ st. ind
van dat korffken daer d. beker in gefuert wart IIJ alb. fac. tsamë
65 gulden 4 albus 2 heller 1 groot.
III.
1525. Item Cracht den goltsmit vander stat secreet siegell die
ketten te vermaickcn gegeven ind betaelt 9 albus.
-ocr page 85-
— 72 —
LIEVE WILLEMSZ. COPPENOL,
SCHOONSCHRIJVER.
1667.
(Medegedeeld door den Heer P. A. I.eupe, Gep. Majoor, Ambtenaar
bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage.)
Deze een man van omtrent de zeventig jaren, beging nog de
dwaasheid van trouwbelofte te geven, aan Jannetje Blocq. Volgens
haar zeggen geen vil persoon maer een eerlycke borgers
dochter van Amsterdam en sonde r roem gesp rocken van
soo eerlycke conditie als de ge daech de, die de herhaalde ge-
geven trouwbelofte niet had willen nakomen. Dit was de reden dat zij
Coppenol voor het Hof van Holland gedaagd had, naar aanleiding
van een vonnis van Schepenen van 3 November 1665, waarbij haren
eisch ontzegd was geworden.
Nu voor het Hof zet zij hare grieven tegen Coppenoi. nogmaals
uiteen en o. a., dat zij nu reeds bijna vier jaren als man en vrouw
hadden geleefd, voor de wereld openlijk daarvoor uitgekomen en «spe-
«ciaal de gedaechde in deze op verscheyden plaatsen en
«gelegentheden, alhoewel somwylen gebruyckende den
«naam van Lodewyck van C oudenste yn," enz.
Hiertegen werd door hem ingebracht dat zij en hare ouders,
door listen en lagen, hem zoo ver gebracht en verleid (vlammende
op zijne middelen) hadden, dat hij in zijn hoogen ouderdom tot zooda-
-ocr page 86-
— 73 —
nige zonde, schande en schade vervallen was. Dat hij haar trouw-
beloften gegeven of van haar ontvangen had ontkende hij, wel had
hij haar vijftig gulden geleend, en het zilver trompge? dat hy vanhaar
had, synde een kinder sein en leur, had hij uit familiari-
t e y t van haar aangenomen. Dat zij voor gehuwde lieden hadden door-
gegaan was op haar begeerte geschied, maar daaruit volgde nog niet
dat hij haar in facie Ecclesiae aut coram magistratu moest
trouwen. En komende tot het particulier debut van het gepo-
seerde van de Impetrante was hij het eens, wat hare qualiteyt
of conditie betrof, maar niet eveneens dat haar qualiteit tegen
die van hem zou kunnen worden vergeleken. Terwijl hij een man ter
goeder naam en faam, die door syn treffelyck schryvende
gantsche werelt door beroemd was, en daardoor zoodanige eerlijke
middelen had verkregen, waarop zij was vlammende, als op des ged.
persoon, die een man was al by de t seventich jaren out.
Dat hij verscheiden van zijn kinderen te Amsterdam aan de beste
kooplieden zoons en dochters uitgehuwelijkt had. Zij daarentegen
was een Blokmakers dochter »die haer soo sy geen dienst-
»maecht en was, met nayen geneerde, woonende tot Am-
»sterdam in een kelder, en genoech te doen hadt om
«door de werelt te comen."
Het had derhalve hem nooit in de gedachte kunnen komen,
aangezien de ongelijkheid van stand, haar trouwbelofte te geven.
Hij wijdde over een en ander nog uitvoerig uit, het mogt echter
niet baten, het Hof veroordeelde hem den i Julij 1667 haar »in
»facie Ecclesiae aut coram Magistratu te trouwen,
«volgens de wetten en constuyme deser landen."
UI.
10
-ocr page 87-
— 74 —
STEENEN BEELD
VAN DEN RAADPENSIONARIS Mr. JACOB CATS.
(Medegedeeld als voren.)
Bij testament van Mr. Jacob Havius , in leven advocaat voor den
Hove van Holland enz., legateerde hij aan zijn zoon Willem Havius,
behalve gouden en andere voorwerpen, zooals een Besoarsteen enz.
»Een som van vyfhonderd gulden en zes stuyvers, geprocideert
»van de Bibliotheeck, de Mathematische Instrumenten en van 't ver-
»dere dat in 't comptoir van den overledene was gevonden ; mitsga-
«ders de Manuscripten van den voorn. Mr. J. Havius, soo op 't comptoir
«als in 't cabinet gevonden. Alle de silvere en andere Medailles in
«het cabinet gevonden, de Schilderyen van den voorn. Havius,
«Vader, Moeder, Broeders en Zusters. Item nog seven en dertigh
«guldens en sestien stuyvers, gecomen van een Steenen Beelt,
«representerende den Raedspensionaris Cats, en eynde-
«lyk een Glasen signet en Bol verguit, met allerhande Couleuren en
«Bloemen."
Dit bovenstaande leest men in de gehouden Procedure voor het
Hof van Holland: 15 en 16 Februari) 1696.
-ocr page 88-
— 75 —
HENDRICK ARENTSEN VAPOUR '),
Opper koopman te Soe ratte.
i633-
^Medegedeeld als voren).
Hendrick Arentsen Vapour overleed te Soeratte in 1633. Uit
zijne nalatenschap werd voor een waarde van ruim Twintig Dui-
zend Gulden aan juweelen en diamanten aangehaald, en bij den Raad
van Justitie verbeurd verklaard, als voortspruitende door particulieren
handel enz., bij de geemaneerde plakkaten verboden. Uit de daar-
van voorkomende Lyst in den brief van de Hooge Regeering aan
Bewindhebberen van 15 Augustus 1633, nemen wij over wat ons
daarin bijzonder trof, namelijk:
1   Agaete copjen met silver vergulde vat ... I te zamen
3 Agaete copjens...........1 / 25.—
2  Groote Baggen ? van Agaet, de een een Triumphwa-
gen en de ander een Cornucopia ? 2)........» 200.—
1 Zeerobbetje, het ligchaam peerei met gout gefatsioe-
neert mat 13 principale diamanten.........» 400-—
I Cameeltgen, het ligchaem peerei met gout gefatsioe-
neert en een pendant peerei, wegende omtrent vier caraet. » 100.—
i Robyn Balays? .............» 60.—
w }^ ,Zie over hem de r,Nederlandsehe Schilders in Persië en Hindostan,"
JNIec^rl. Spectator 1813 (November).
h»mL J1' moet hiei onaer verstaan worden? de Schilder M. TJyttenbkoeck ,
Onrlr6 ? op het Huis Honaholredyk ,Aan 't oragaende stuck op de trap, de
Oornecopra. t, 800." (Zie Nederl. Spectator 1875).
-ocr page 89-
— 76 —
3 Carcantjens ? twee met cleene diamantgens en peerlen
en een met Girasols? en peerlkens.........» 150.__
1 Groote Bagge? met 3 Esmerauuden , een Robyn, een
roode steen en seven peerlen............ƒ 100.__
I Gouden Hoetband met 31 stuks diamanten. ...» 150.—
1 Goude doosken met een diamantgen en eeaige peerl-
kens en Robynskens gagarnieeit..........» 25.—
1 paar pendanten en een Tuvquois ring.....» 60.—
3 Stucks gouden kettingskens, wegende 10J once 1 a 12^ reael
1 Goude Tantstoocker en een naelde . . . . ( / 375.—
PORTRETTEN
VAN DE FAMILIE VAN BERENSTEYN.
(Medegedeeld als voren.)
Bij vonnis van het Hof van Holland in dato 18 December 1693,
werd bepaald, dat volgens het testament gemaakt door Agnes Deutz
na haar overlijden, de geschilderde Pourtretten en Con-
trefeytsels van Zacharias van Berensteyn Heer van
Middelharnis, Raad en Burgemeester van Delft, in de familie van
Berensteyn terug zouden komen.
Uit het huwelijk van Agnes Deutz met Zacharias van Berensteyn, .
was een zoon en eenig kind, geboren en deze ab intesta overleden.
Hierdoor waren Cornbus van Berensteyn en Agatha van
Berensteyn, weduwe Theodorus Vai.lensis, in leven Raad en
Burgemeester van Delft, Broeder en Zuster van Zacharias v. B.
erfgenamen geworden.
-ocr page 90-
— 77 —
NAGELATEN SCHILDERIJEN EN ANTIQUITEITEN
DOOR
Mr. CORNELIS VAN BEUNINGEN, IN LEVEN BURGEMEES
TER VAN AMSTERDAM ENZ.
(Medegedeeld als voren.)
Een cabinet van swart Ebbeuhout, met miniatuiv schilderyen op
de layen ende deuren van binnen.
Nog een contrefeytsel van Titiaen.
Item een contrefeytsel van Pirotzy.
Nog een tronie van Albkrduur, (Ai.bert Durer).
Als mede een Landtschap van Bi.ES.
Item een oudt man van Douw.
Item een jongen met een kooytje van Douw.
Een Italiaens fruytstuck.
Item een stuck van Scavony (Scmavony?) met twee tioniën.
Nogh een zeestuck van Percellis.
Item een tentatie van Sint Anthony, of een sproockje van Jero
nimo Bles.
Nogh een Ecce Homo van Frans Florisz.
Item Susanna met twee boeven van Sandrart.
Nogh een slapende Venus van Doedyns.
Nogh een stuck met twee troniëc van Hans Holtbeen (Holbein?
Item een Oudt man van Alb. de Graeff.
-ocr page 91-
— 78 —
Nog een lieve Vrouw van Quintyn Smit (Quintyn Metsys
de Smid.)
Item een Jeronimus van Alber Duer? (Albert Durer.)
Nogh de volgende Antiquiteiten van Steen en Marmer.
Namentlyck: Een Augusten (tus?) en Burste (Buste?
Item Mabbeuse en Profyl, met een marmere lyst.
Nogh een Dochter van Loth, synde een staende Beeltje.
Nogh twee bysondere Satyrs Hooffden.
Item het hoofd van een jongelingh.
Nogh een kindeken sittende, met een Schilt onder de eeae
hand en dan
Nogh een Cupidootje van marmer, leggende.
Alle deze stukken bevonden zich in het huis door hem in den
Haag bewoond.
Hierover en over verderen inboedel van Tapyten, (waaronder Turk-
sche) Tafelkleeden, »gesteecken Stoelen met roosen", kamerbehangsel
»(goudleêr root en goud") Bedden met toebehooren enz., kwam Johanna
BOMMERT Silvercroon, weduwe van wijlen Abel d'Alon in pro-
ces met de erfgenamen, die den boedel onder benefice van Inventaris
hadden aanvaard. Het Hof besliste ten haren voordeele, den I
Mei 1703.
-ocr page 92-
— 79 —
SCHILDERIJ
VAN DE STAD VIANEN EN VAN DE VAERT r) 1693.
(Medegadeeld als voren.)
Tusschen Mr. Frederick Rooseboom , Raad Ordinair van hel
Hof en Simon Hendrick, Regerende Grave en Edele Heer ter Lippe
&ca. (Dohna) werd een proces gevoerd, waarin o. a. sprake is: »van
Tapyten en verscheyden stucken Zilverwerck, geteekend met het
wapen van Brederode en
»Een kostelycke schilderye, synde een Battaille van den Turck,
met een verguld Lyst.
»Nogh een stuck Schilderye van de Stad Vianen en van de Vaert,
«hangende in de Kamer van den Heer Wolphert van Brederode.
JOHAN DE BAEN,
KONSTSCHILDER IN DEN HAAG.
(Medegedeeld als voren )
Afgegeven Assignatie op den Heer BENTMCK, Grave van Port-
land, ter somme van vyf Hondert zes Guldens, ter zake van diverse
Contrefeytzels en Pourtraiten, ten behoeve eu op ordre van gemelden
Heer gedaan.
Assignatie groot Een Honderd vyf en twintig Gulden , ten laste
van den Heer Prince van Nassau, ter zake van een Contrefeytsel aan
welgemelde Furst geleverd.
Voor Soeta van Dalfsen , Wed. van Frederick van Slecht,
1) Vreeswijk.
-ocr page 93-
— 80 —
ten behouve en op haar ordre geschilderd, een familiestuk: de Wed.
Honton en hare kinderen, dus schuldig Drie Honderd vyftien Gulden.
Sententiën Hof van Holland, 1696—1697.
VERSCHILLENDE KUNSTVOORWERPEN.
(Medegedeeld als voren.)
Wij vonden de volgende aanteekening, zonder te kunnen opgeven
van wien die afkomstig is, het schrift dagteekend van de vorige eeuw,
papiermeik: een gekroonde posthoorn met de initialen VR er ouder.
Mevrouw Ysbrandts tot Rotterdam moet hebben wegens 't geen
geleent heeft.
Dese
        /
bouken I Op een Printe=boek van Lucas van
svn by I Luiden, n«. 39, inhoudende 187 stucks.
'         -I-                  A                           /.         r-.            s )      f 2C.O — 0----O
HaarEds.             Een van AuiERDUYRT (Alb. Durer) (
overge- I met de Son N. 36 — 11 stucks.
levert. >
Op een Palm-houtcSchildereytjen van Adam & Eva / 200—o—o
Op een Horologie, gaande een maand .......» 60- o—o
Op een Jesus Beeltje van yvoor...........» 60—o—o
Dit is ook         l Op een gouden ring met 5 groene
wedergegeven, j Emerauden...............» 150—o—o
Op een gout Horologe met diamantjes &......» 150—o—o
/ 870—0—0
Ontfangen.........f 400—o—o
Soo dat noch te betalen soude blijven........» 470—O—o
-ocr page 94-
— 81 —
DE SCHILDERS MAAS EN VAN SPYK.
(Medegedeeld als voren.)
De Schilder Maas woonde in 1682 te 's-Gravenhage, in de
Herderinnestraat, zijn tuin strekte zich uit tot een der Erven van de
Boekhorststraat.
In 16S6, den 3 Mei, kocht Sr. Hendrick van Spyk, Mr. Kunst-
schilder een huis en tuin in het Voorhout aldaar.
N1G0LAES LAGHTEROPIUS,
CONSTSCHILDER TE ALPHEN.
1689.
(Medegedeeld als voren.)
Van dezen Schilder vond ik gemeld dat hij voor wijlen Mr.
Pieter Soetens , in leven Penningmeester van de acht Westsluizen
van Delfland, wonende in den Haag »op een extra ordinaire en
»costelycke vvyse hadde geschilderd een Koets, vvaervoor hem voor
»Schilderloon competeerde eene somme van vyfhondert Gulden."
»Dat doordien hy zyn verblyf te Alphen hield en weynig ge-
»legenheyt om tot syne konst aldaer liefhebbers te connen vinden,
»in consideratie, ten huyse van den voorsz. Mr. Pieter Soetens veel
»luyden van fatsoen quamen, aen denzelven hadde ter handt gestelt
»en niet wederom becomen:
UI.                                                                                                    11
-ocr page 95-
— 82 —
»Een stuckje met kruyden en slangen geschildert, waerdigh eene
somme van vyftig guldens.
»Itein op xviij Mey 1674. Een nette geschilderde Blompot,
waerdigh tachtigh Gulden.
»Nogh op den X Mey 1683 Een distelie? met twee flesges daer
iets raers in geschilderd was, waerdigh synde drie en tachtigh Gul-
den en laestelyck
»Op den 1 July 1685 Een feston geschildert: geestimeert op
twee Hondert vyftigh caroli Gulden."
Over deze stukken lag hij in proces met de Executeuren van
den boedel van Mr. 1'ieter Soetens.
SCHILDERIJ VAN MOMPER.
(Medegedeeld als voren.)
In den boedel van wijlen Maria Vileers, laatst Wed. van
Quiryn van Lobberecht, vn leven controleur van de Generaliteits-
fortificatie werken, werden o. a, gevonden «twee groote schilderyen,
»het eene geschilderd door Mompek, synde een Italiaensch
«geberchte, en het andere hangende op de Voorkamer, waerin
»verbeelt is, Seneca, preceptor van Nero, ter doot ge-
laten."
Bij haar Testament gepasseerd voor Notaris en getuigen in den
Haag op den 15 April 1674, had zij deze schilderijen gelegateerd
aan Corneus van Lobberecht.
Wie kan de vervaardiger van de tweede schilderij zijn geweest?
-ocr page 96-
— 83 —
SCHILDERIJEN
OP 'T CASTEEL ZEELANDIA TE TAYOUAN OP HET
EILAND FORMOSA.
1644—1646.
(Medegedeeld als voren.)
Dat er in de I7e eeuw Hollanders in Indië waren, die prijs stel-
den op kunst, hiervoor vonden wij de volgende bewijzen.
Op den uitvoerigen Inventaris der overgave, van »'s Comps. om-
slag" zoo aan effecten, koopmansgoederen, eigendommen, meubelen,
huisraad als anderzins, door den Gouverneur van Tayouan op For-
mosa, Maxmiliaen Le Maire, aan zijn vervanger Franqois Caron,
op den 30 September 1644, vonden wij de volgende schilderijen op-
geteekend:
In 't Gouvernements Huys 22 stucx Hollandsche schilderijen, te
weten:
14 stucx van 't Huys van Nassauw, etc. 1).
I » van Marias Boodschap.
I Idem van Abrahams knecht in Mesopotamië etc.
1 Idem Christus wandelende naer Emaus.
1 Idem de Worsteling Jacobs met den Engel.
I Idem de Historie van de Camerling van de Coninginne van
Candatiën.
1) Niet nader omschreven, waarschijnlyk Portretten.
-ocr page 97-
— 84 —
I Idem van de Reyse van den jongen Tobias.
i Idem van Samaritaen.
i Idem Onweder ter zee.
22 stuks.
Twee jaren later op denzelfden datum (30 Sept. 1646) gaf
Caron het bestuur over aan den President PlETER Antonis/.. van
Over 't Water.
Wij zien dat de bovengenoemde lijst vermeerderd is met 6 stuks,
zoo schilderijen als kaarten, namelijk:
»I stuk van 't lluys van Nassauw.
I Schildery van den ouden Prins (Willem T) ?
1   de slag van Marten Harpertsz. Tromp in Duyns (1639).
2  Kaarten van Formosa.
I Idem van Tayouan."
Zoo dat het getal nu 28 bedroeg.
Dat er omstreeks dezen tijd ook Hollandsche schilders in Indië
waren, deelden wij mede in den Nederl. Spectator (1873) onder den
titel »Nederlandsche Schilders in Persië en Hindostan 17e eeuw."
DE SCHILDERIJ VAN LANGEPIER 1)
(Medegedeeld als voren.)
Nicolaas de Vüocht in leven gedeputeerde van H.H. Mog. de
Staten Generaal, gehuwd met Hester Van Plettenherch, vermaakte
haar bij zijn Testament o. a. alle de meubelen of huisraad, waarbij
1) Piexer Aartskns bijgenaamd Langepier van Amsterdam.
-ocr page 98-
— 85 —
ook was een gouden Medaille, hangende aan dito ketting en de
Schilder ij van Langepier.
Zij overleed den 26 Februarij 1652, hare erfgenamen waren,
Willem de Voocht, in leven Heer van Kerkwyck en Philip de
Voocht, gehuwd met Elisabeth Elphinstone, overleden 10 No-
vember 1680.
SCHILDERIJ VAN DE GOD MARS.
(Medegedeeld als voren.)
In een stuk rakende de familie Willem en Alida van Blyden-
steyn, gehuwd met Nicolaas Obbes Wytma te Utrecht is sprake,
behalve van eene aanzienlijke partij zilverwerk en juweelen, van een
»Schildery van Godt Mars".
Sententie Hof van Holl. 24 Nov. 1662.
FR/VNS FLOR1SZ. VAN BERCKENRODE,
K a a r t e n m a k e r.
(Medegadeeld als voren.)
Bij Resolutie van Gecommitteerde Raden van Holland en West-
Friesland, van 16 November 1640, werd hem, op ordonnantie betaald
de somme van Honderd Guldens »Gver de kaert der afteeckeningh
van het Huys van Zyn Hoogheyd te Honsholredyck".
-ocr page 99-
— 86 —
DE VENUS EN ADONIS VAN LIEVENS.
1655-
(Medegedeeld als voren.)
DU schilderstuk met nog twee anderen, waren met zilverwerk en
andere zaken in het bezit van Jan Baptist a Deyma, koopman in
Amsterdam. Daar hij zich genoopt vond in het volgende jaar »tot
het waernemen van seeckere gewichtige affaires buyten dese Landen"
te begeven, liet hij o. a. het onderstaande ten zijnen huize achter, en
die hem toekwamen:
Een groot silver gefigureert becken.
Een ander tot den dranck dienende.
Twee groote gefigureerde kandelaers.
Twee andere simple en
Een hand?
Twee groote gefigureerde soutvaten.
Twee andere simpele.
Een gefigureert Lampet.
Een wywater vaetge.
Een confoort.
Twee paer snuyters.
Twee stucken omme in de kandelaers te steecken.
Twee commetgens.
Alles van silver.
Item drie schilderyen.
Een te weten Venus en Adonis van Lievens.
-ocr page 100-
— 87 —
Een naecte vrouw en
Een contrefeytsel.
Een clave-cimbael.
Een tapyt op gouden gront.
Een ander van rode satyn.
Een spiegel.
Een mutse koock? nevens
Een cleerborstel, alles van rode satyn.
Een dosyn messen met agate hechten en noch
Een ander met silvere hechten (waar aan een mes ontbrak).
Nog eene goede quantiteyt Boeken, enz.
Dit met veel ander zilverwerk, dat niet omschreven wordt, had
hij bij volmagt voor Notaris en getuigen, gepasseerd op den 26 Junij
1656, overgelaten aan zijn Broeder Jacques Deyma, zijn compagnon,
som uyt zyn naam alle en yegelycke saecke en affaires, geene wtge-
sondert, te dirigeren en gade te slaen, kortom te handelen als of hij
in persoon tegenwoordig was.
Daarop was hij naar Frankrijk vertrokken. Maar Jacques die
nog jong schijnt geweest te zijn, sloeg niet veel acht op zijne zaken
en maakte schulden, zoo dat hij in April 1658 óf 1659, de hier boven
opgegeven stukken, liet brengen ten huize van den schoenmaker
MlCHAEL Poinctel, die hem een bewijs gaf ze in bewaring te heb-
ben genomen. Zoo als Jacques voorgaf, was hij met zijn knegt,
uit bezuiniging bij Poinctel komen inwonen.
Evenals Poinctel, had Jacques schulden bij een koopman
Andries Bisot alias Rabatel, aan wien hij tot onderpand «veel
»silverwerck als mede verscheyde andere goederen" had gegeven.
Nadat Jacques op den 26 Mei 1659 nog duizend gulden bij
Bisot , tegen een en half procent 's maands, had opgenomen, verliet
-ocr page 101-
— 88 —
hij op den 2 - September daar aan volgende, de woning van Poinctel ,
hij vertrok »in salutate hospita, mede nemende wat hy konde mede-
»nemen, doch laten blyven dat hy niet conde medevoeren, laetende
»den gedaechde (Poinctei.) onbetaelt, als mede seeckeren Andries
»Bisot", enz.
Toen Jan Baptista Deyma uit Frankrijk in 1663 terug kwam,
vond hij zijne achtergclatene goederen of verkocht of in den Lom-
bard, zoodat hij met genoemde personen in een proces gewikkeld
werd, waarin door het Hof van Holland in dato 6 Jumj 1679 eerst
vonnis werd gewezen.
SCHILDERIJ VAN DEN DOOP VAN DEN MOORMAN.
(Medegedeeld als voren.)
In den Boedel nagelaten van Geruit Garbrants Moeskoucker ,
overleden te Enkhuizen, werd onder andere meubelen gevonden, een
zilveren schenkbord, »daerin getrocken en geschreven was, het wapen
»van VOLCKERT Hoociilant." Als mede »cen schoone Schil-
»derye van de doop van de Moorman."
Sentcntiën Hof v. Holland 31 Julij 1662.
-ocr page 102-
— 89 —
HET SINT LUCAS GILD TE AMSTERDAM.
EEDS vroeger werd in dit werk (Deel 2 bl. 4) de aan-
dacht gevestigd op de belangrijkheid van het voormalig
St. Lucas Gild te Amsterdam, maar tevens er op gewezen
dat alléén de meesterboeken van het Gild in het Amster-
damsen Archief bewaard worden, en dat deze eerst met 175° aanvan-
gen en in 1811 eindigen. Met het oog op die weinige bescheiden
welke van het Gild afkomstig zijn, acht de Redactie zich gelukkig,
althans mededeeling te kunnen doen van eenige zeer belangrijke stuk-
ken, beginnende 1553, welke de huishouding van het Gild raken en
waarvan verondersteld mag worden dat zij, ofschoon in het laatst der
vorige eeuw in druk uitgegeven, later weinig bekendheid verkregen
en thans wellicht geheel in vergetelheid geraakt zijn.
Die bescheiden bestaan in de navolgende:
»OuDONNANTlEN EN WlLLEKEUREN VAN HET LUCAS-GlLDE , BIN-
NEN Amsteldam.
Te Amsteldam, By Pieter Hendrik Dronsberg, Stads-
Drukker, 1789. Met Privilegie." (Kwarto).
Zij worden voorafgegaan door het:
III.                                                                                                   12
-ocr page 103-
— 90 —
GENERAAL REGLEMENT
voor alle de
G I L D E N S.
YNE Heercn van den Geregte der Stad Amster-
dam, ondervonden hebbende, dat door de Overlie-
den van verschelde Gildens binnen deze Stad, de
administratie van de Gilden Kasse of Bosse niet
behoorlyk geschiedt, en dezelve Overlieden groote
Verteeringen, ende andere onnodige kosten, ten
laste van het Gilde te boek stellen, en in veelderley opzigten de
Keuren en Ordonnantien der respective Gildens niet nakomen, noch
doen nakomen, zoo het behoort, hebben goedgevonden een Generale
Ordre en Reglement voor alle de Gildens binnen deze Stad te Anes-
teeren en te Publiceeren, gelyk zy doen by dezen: als volgt:
Art. i.
Dat van nu voortaan Overlieden van alle Ontfangst en Uitgaven ,
pertinent Register sullen moeten houden, uitdrukkende van ieder post,
naam, tyd, somme en plaats; en wel speciaal de Ontfangst en Uit-
gaven in 't groot Boek tegen over malkanderen stellende.
Art. 2.
Dat alle de Boeken tot de Administratie behorende, behoorlyk
zullen zyn gefolieert, en zal een apart Register moeten werden ge-
houden van de Bekeuringen, als mede een van de Gildebroeders, en
byzonder van de nog levende, om het juiste getal derselve te weeten,
en daar na de Jaarsangen in ordre te kunnen ontfangen, en deselve
-ocr page 104-
— 91 —
vervolgens te samen opgetrokken in eene post, in het Grootboek over
te brengen, en zal van alle betalingen specifique Quitantie moeten
werden genomen, en dezelve op het Gild werden bewaart.
Art. 3.
En zullen Overlieden van de respective Gildens, niets in rekening
mogen brengen voor Vacatien, verzuimde tyd, Verteeringen, Maal-
tyden, Douceurs, Nieuwe Jaars Giften en dergelyke, hoe ook ge-
naamt; maar zullen deselve wegens elk, en een yder Gild zig terstond
na de Publicatie dezes, en wel uiterlyk voor primo January 1750.
aanstaande, moeten addresseren aan myne Heeren van den Geregte,
die aan dezelve zoo veel voor haar moeytens en verteeringen zullen
toeleggen, als na erigentie van zaken in ieders Gild zal geoordeelt
worden te behoren.
Art. 4.
En zullen geen Overlieden iets meer of minder mogen vorderen
of ontfangen, onder wat benaming het ook zoude mogen zyn, als
het gunt, waar toe deselve speciaal by Keure zyn gequalificeert; als
mede gene Uitkeringe, mitsgaders Alimentatien ofte andere Betalin-
gen doen, als ingevolge de Keuren daar omtrent in de respective
Gildens geëmaneert.
Art. 5.
Overlieden zullen gehouden zyn, de respective Keuren na den
letter strictelyk te observeren en te doen observeren, en voor al nie-
mant als Gildebroeder in eenig Gild, proef subject, aan te nemen,
ten zy deselve de proef behoorlyk zal hebben gedaan, na alvoorens
zyn Poorters Cedulle vertoont te hebben aan de Overlieden.
Art. 6.
En zullen Overlieden gehouden zyn, aan ieder inkomende Gil-
debroeder, de Keuren, hun Gild specterende, nevens dit generaal
-ocr page 105-
- 92 —
Reglement, in Quarto gedrukt, ingenaayt, te overhandigen, en welke
aankomende Gildebroeder gehouden sal zyu, die te ontfangen, en
daar voor te betalen de Prys, soo als Overlieden daar voor van druk-
ken aan den Stads Drukker hebben betaalt, met een Augmentatie
van ses stuyvers op ieder Exemplaar, ten behoeve van het Gild, op
pene van andersints, in het Gilde niet geadmitteert te worden: kun-
nende ook de reets in de respective Gildens zynde Gildebroeders en
Gildesusters (zulks requirerende) van Overlieden, tegens betaling als
voren, een Exemplaar vorderen.
Art. 7.
En zullen Overlieden van nu voortaan hunne Nominatien, wegens
het Verkiesen van nieuwe Overlieden, moeten schryven op een Segel
van ses stuivers, en dus door hun ondertekent (ten tyde by de Keuren
ten opzichte van ieder Gild geëmaneeit gemelt) aan de Heeren Bur-
gemeesteren ter electie presenteren, zonder deswegens eenige andere
kosten in Rekening te mogen brengen, als de Leges, die ter Secre-
tarie, of ter plaatse gebruikelyk moeten werden betaalt, en verder
alles ter menageuste voor de Gildekas bestieren.
Art. 8.
Overlieden zoo lang in dienst zyn, (en niet die geene, die oud
of afgegaan zyn) zullen alleen de Jaren van hun dienst vry zyn van
Jaarsangen, en van ter Begravenis mede te gaan.
Art. 9.
En zullen Overlieden (in zodanige Gildens daar de Jaarzangen,
van de Gildebroeders en Gildesusters, volgens Keuren moeten werden
opgehaalt) aan de Gildeknegt ter hand stellen een nette Lyst, waar op
gesteld zyn de Namen der in wezen zynde Gildebroeders en Gilde-
susters, en zal de Gildeknegt op de by Keuren gestelde tyd, met
dezelve Lyst omgaan by de respective Gildebroeders en Gildesusters,
-ocr page 106-
— 93 —
om de betalinge van het Gildegeld of Jaarzangen te vorderen, als
wanneer de Gildeknegt op de Lyst zal afschryven de Gildebroeders
en Gildesusters, die in het omgaan hunne Jaarzangen betalen, en ten
opsigte der gene die in gebreken blyven te betalen, noteren de tyd
wanneer, en aan wie de aanmaning is gedaan, en zullen de als dan
in gebreken blyvende Gildebroeders en Gildesusters gehouden zyn,
binnen veertien dagen daar na haar Jaarzang of Gildegeld te brengen
ten Comptoire van Overlieden, op verbeurte (in die Gildens waar om-
trent ten dezen opsigte geen speciale Keur of Keuren zyn geëmaneeit,
als mede in die, daar de gestelde Boete minder bedraagt) van ses
stuivers voor. ieder Week. die dezelve in gebreken zullen blyven te
betalen, en zal de evengemelde Lyst door de Gildeknegt getekenl
op het Gild werden bewaart.
Art. 10.
De Gildeknegts, zullen van de Gildebroeders en Gildesusters niets
mogen vorderen, nog uit de Gildekas niets mogen genieten, als het
gunt by Keuren hen is toegelegt.
Art. II.
En zal van nu voortaan, by Vacature van een Gildeknegt, daar
toe worden aangesteld een uit de Gildebroeders van ieder Gild.
En zullen ie Gildeknegts gehouden en verpligt zyn, zoo veel
doenlyk, agt te geven op Beunazen en onvrye Personen, en dezelve
tot haar kennis gekomen zynde, Overluiden aan te geven, zonder
aan dezelve Beunazen of onvrye Personen eenige protectie te verleenen,
of uitstel van tyd te geven.
Art. 12.
Alle Jaren vier of vyf dagen voor het doen der Rekening ten
overstaan van de gecommitteerde van de Heeren Burgemeesteren,
zullen de twee oudste Gildebroeders in ieder Gild, die als dan nog
-ocr page 107-
— 94 —
Actueel werkende zijn, en het Ambagt of Functie exerceren, en die
niet als oude of behoeftige uit de Güdekas trekken, of by impotentie
of weigering, de als dan volgende, het vermogen hebben, om zig
op het Comptoir van Overlieden te vervoegen , en de Administratie-
boeken na te zien, of alles wel in ordre is gehouden, zonder dat
dezelve egter eenig Persoon of Personen tot hunne adsistentie mogen
roede brengen.
Art. 13.
Dat voortaan in alle saken de Gildens rakende, en waar in be-
keuringen werden gerequireert, en by vorige Keuren niet speciaal is
voorzien, dezelve kunnen werden gedaan door twee in functie zijnde
Overlieden, of wel een van hun, mits geadsisteert zynde met de
Gildeknegt of een Gildebroeder; of wel twee Gildebroeders; of ook
wel een Gildebroeder geadsisteert met de Gildeknegt; en werden
Overlieden mits dezen (voor zo veel nood mogt zyn) gequalificeert
de Boetens te innen en de gebrekige desvvegen voor de Heeren Com-
missarissen van de I.ijurie saken te dagvaarden.
Gearresteerd den 21 Augustus 1749- Prasentibus den Heer Mr. Willem
Huyghens
, Heer van Honcoop, &c. Hoofd-Officier; alle de Burge-
meesteren, dempto den Heer Mr. Pieter Six ; en alle de Heeren
Schepenen.
En Gepubliceerd ten zelven dage. Prasentibus den fleer Mr. Willem
Huyghens, Heer van, Honcoop
<5°c. Hoofd-Officier; den Heer Mr.
Ferdinand van Collen; Heer van Guntersteijti, Tienhoven, <5rv. Bur-
gemeester; en de Heeren Mr. Daniel Deutz en Mr. Hendrik Ter-
smitten,
Schepenen.
In kennisse an my Secretaris
N. GEELVINCK DE Jonge.
-ocr page 108-
— 95 —
Mijne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaring
gekomen zijnde, dat veele Gildebroeders en Susters, die onderstand
genieten uit de Gildens, zig met ter woon begeeven buiten deeze
Stad, of derzelver Jurisdictie, het welk is strekkende tot merkelyke
Pvaejuditie der Gildekassen en der Gildebroeders en Susters, die
onderstand noodig hebben-, Zo hebben Haar Ed: Agtb:, amplieevende
de Generaale Ordonnantie van 21 Aug. 1749. voov de Gildens
geëmaneerd, goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk
Haar Ed: Agtb: ordonneeren en statueeren by deeze:
Dat van nu voortaan niemand der Gildebroeders of Susters,
eenige onderstand of iets, hoe ook genaamd, uit de Gildekassen zal
mogen genieten of ontvangen, ten zy dezelve woond en blijft woonen
binnen deeze Stad of derzelver Jurisdictie.
Edog, zullen die geenen, welke voor de Publicatie dezes, met
belioorlyke permissie buiten deeze Stad of derzelver Jurisdictie zyn
gaan woonen, den vergunden onderstand mogen blyven genieten.
Aldus gearresteerd den I7julyi777. Praesentibus den Heer Mr. Willem
Gerrit Dedel Salomonsz.^
Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemees-
teren, dempto den Heer Mr. Gualtkerus Petrus Boudaan, en alle
de Heeren Schepenen.
En gepubliceerd ten zelven dage, Praesentibus den Heer Mr. Willem
Gerrit Dedel Salomousz.,
Hoofd-Officier, den Heer Mr. Fitter Corneüs
Hasselaer, Heer van beide de Eenmessen
, Burgemeester, en de Heeren
Mr. Maarten Weverweh Anthonisz. en Mr. Bauduin Jan Hulst,
Prsesideerende Schepenen.
In kennisse van my Secretaris
IX J. van HOGENUORP.
-ocr page 109-
— 96 —
ORDONNANTIEN en WILLEKEUREN
VAN HET
LUCAS-GILDE.
I. HOOFT-STUK.
GILDEBRIE VEN.
No. i.
Wy Scout, Burghermeesteren, Scepenen ende Kaide der Stede
van Amstelredamme, doen condt allen luden:
Alzoo die goede luden onse medepoivteren hen ghenerende mit
glasemaicken, ons verthoent hebben zekere inconuenten te ghebueren
in huerluder ambochte, daer deur zy luden ende oick de goede ge-
meente respectivelicken vercort worden, begerende dair inne ghere-
medieert te werden, tot verhoedinghe van de zelve inconuenten.
Soe ist dat wy gesien ende ghevisiteert den ghiltbrief van onsei-
liever Vrouwen ghilde, in onzer liever Vrouwen kercke, dair onder
tvoorsz. ambacht begreepen es, mitten articulen ons van wegen den
voorsz. ambochte overgelevert, den luden van den zelven ambochte
omme den diensten Godts op 't altaer vant voersz. ghilde te batt
onderhouden , ende den voersz. inconuenten verhoet te werden: ge-
gunt, geoidonneeit ende gheaccordeeit hebben, den poincten ende
articulen hier nair verclaert.
Inden eersten, dat nyemant tambocht van glasemaiken hier ter
Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Slede poirter, ende tot
proufyte van t'voersz. ghilt betaelt zal hebben drie Karolus goldenen,
-ocr page 110-
— 97 —
tot twintich stuvers 't stuk, indien hij poirter es, oft een ghilde-
broeders dochter heeft, mair indien hy vreempt, ende nyet ghehu-
welict wair als vooren: dat hy alsdan sculdich zal zyn te betalen
voir zyn ghilde ghelt zes Karolus guldenen, ende dit all binnen
sjaers te gheven, opde verbuerte van zyn ghilde ende drie Karolus
guldenen dair en boven.
2    Item, dat nyemant int voersz. ambocht angenomen zal werdden
voir meester, ten zy hy bescyn brenge voor doverluden van den
voersz. ambochte dat hy den meester by wien hy tambocht heeft
geleerd voldaan heeft. Oik mede dat hy byden voersz^ overluden
goet gekent werdt, die ghemeente te kunnen voldoen voor alzulex
als men hem bestaeden zall te maicken, als te weeten een witt glass,
zulex alsmen hem voorleggen zall, tzy ruytwerk off viercant, ende
tselve wel ende perfectelick in zyn loet te stellen. Ofte die hem
vermeten willen glasen te scryven, dat de selve sullen een parek
kimnen scryven dwelck men mit eeren mach toenen.
3    Item, dat de meesters gheene leerjongen zullen anneemen
dan den tyt van twee jaren ende elcke meester nyet meer dan een
ofte twee leerjongen zal mogen setten. Des zal den angenomen
jonge, ist een poirters kindt, tot profyt vant ghilde betaelen vyf
stuver, ende een vreempt thien stuver, voer welck n penningen die
meester zal vast staen die te betaelen, binnen sjaers, op de verbuerte
van eene Karolus gulden. Ende wairt saik dat de Jongen zyne
meester ontliep off mit onmoede van malcanderen sceyden, zoe en
zal de meester gheene andere Leerjongen moegen aanneemen voir
ende aleer de tyt van twee jaren verlopen zull.en syn, en zal mede
de Leerjonge by gheen ander meester mogen werken dan by consent
van zyn eerste meester, ende en zal dair en boven den verleden tyd
die hy by zyne meester gewrocht heeft, hem nyet strecken mair zal
UI.                                                                                                   i3
-ocr page 111-
— 98 —
op nyeus den voersz. twee Javen moeten ten vollen vuyt dienen,
ende dit zal staen tot sgerechts proufven.
4    Item, dat alle de ghesellen vanden voersz. ambochte die hier
ter stede comen wercken, ende hen by een meester verbinden, by
nyemant anders en zullen moeten wercken, en oick by gheen andere
meester zullen mogen onderhuyrt werdden, ten zy dat de meester
dair by zy verbonden zyn, voldaen sal wesen, op de boete van drie
Carolus guldenen.
5     Item, dat gheen meesters eenieh werck zullen mogen aenne-
men off zy sullen dat werck zelver maicken oft een Ghildebroeder
doen maicken op de boete van drie Karolus guldenen, welverstaende
dat elcke die werck bestaet, zyne Pareken ofte Rondelen zal mogen
laten scryven ende backen waert hem geliefven zal.
6    Item, dat gheen vreemde glasemaickers hier binnen der Stede
zullen mogen leveren eenig werck, vuytgeseyt dat by vreemde ende
vuytheemsche luyden hier nyet wonachtig, gegeven weidt, ende tgunt
van buyten als voeren gegeven vverdt, zal de ghevere mogen doen
maicken dairt hem geliefven zal. Oik dat geeae gildebroeders hen
en zullen bevorderen te setten eenieh vreempt werck anders dan
gegeven als voeren: op de verbuerte van drie Karolus guldenen.
7     Item, dat geen meester glasemaicker en zal mogen neemen
eenieh overloen van zyn werck; mair alleen dat oude loen, dwelck
over lange geweest ende byden gildebroederen vant voersz. ambocht
ontfangen es, te wetene van de voet hesselts glas vyff deuts, vande
voet bourgons glas een stuver ende van frans glas anderhalve sluver,
meer noch min.
8    Ende dat nyemant hem vervorderen zal te mengen bourgoens
glas onder frans glas, nog hessels onder bourgoens glas; mair zal
een yegelijk nae dat hy angenomen heeft zuver ende eenpaeiiick glas
-ocr page 112-
— 99 —
leeveren, zonder tzelve te menghen, op pene van elcke reyse te
verbueven drie Karolus guldenen voir elcke glas dair inne de voersz.
fanlte bevonden zal werdden.
9    Item, dat nyemand in een anders angenomen werck zal
moeten treeden, oft tselve werck maicken voir ende aleer de meester
die tselve werk eerst angenomen heeft vernuecht ende te vreden
gestelt zal wesen, op de boete van drie Karolus guldenen, en die
tot sgerechts proufven.
10    Item, en sullen gheen glasenscryvers voir meester moghen
wercken voir ende aleer zy ghildebroeders zyn, op de boete van drie
Karolus guldenen.
il Item, zoe wanneer een ghildebroeder ofte ghildesuster, van
tvoersz. ghilde of livich geworden sal wesen zoe zal elcke ghilde-
broeder angesproecken zynde gehouden werdden te comen voer thuys
vanden overleden, dair mede ter kercken te gaen, ende eens tofferen,
op de verbuerte van twee stuver.
12 Item, zal doverman inder tyt van den voorsz. Ambochte
mitten overman lest ofgegaan sculdich wesen twee mael sjaers, wan-
neert hunluden best te passé zal comen, te gaan besien ende tonder-
soucken alle den winckelen vanden voersz. ambochte omme te be-
vinden oft dezen articulen onderhouden werdden, dwelk elk van den
ambochte mit vreede ghedooghen zal moeten, op de boete voersz.,
ende dat voirts de zei'.e overluden toesicht sullen hebben by hooren
eede, op donderhoudinge van allen den voersz. poincten, ende te
doen corrigeren den overtreders van dien: ontfangende ende innende
den boeten voorsz., die bekeert zullen weidden een derdendeel tot
behouff van den Heere ende die twee derdendele tot behouff van
tvoersz. altair: mits doverluden voorsz. van deze twee derdendeelen heb-
ben sullen een derdendeel tot hooren prouffyte, voer hooren moyten.
-ocr page 113-
— 100 —
Ende wairt zaike dat yemand van den voorsz. ambochte ofte
ghildebroederen den voersz. overluden misdaede, mit woerden ofte
mit wercken, tselve zal scarpelicken by den gherechte gestraft werd-
den , andere ten exemple.
13 Item, sullen die ghildebroeders van den voersz. ambochte,
voirls sculdich weesen te staen ende te blyfven onder tvoersz. ghilde
ende te onderhouden alle andere generale articulen den voersz. gilde
ghegundt.
Alle welcke puncten wy den voersz. ambochte ordonneeren wil-
lecoeren ende consenteren, an ons behoudende alle twisten die hier
vuyt sprayten mogen tot onser verclaringe, ende dit tot onsen weder-
seggen.
In kennisse der wairheyt hebben wy der voorsz. Stede zeeghel
ten zaicken hier beneden an ghedaen hangen.
Ghegeeven opten tweeden dach in Septembri int jaer
ons Heeren duysent vyfhondert drie ende vyftich.
fJVas geteekendj
J. GERYTSZ. BOELL.
No. 2.
Wy Purgemeesteren ende Raide der Stede van Aemstelredamme
doen condt ende te Weeten eenen ycgelycken dient behoort, dat
alzoo zeeckeve desordre ende ongeregeltheyt onder de Ghildebroeders
van der Conste ofte Sinte Lucas Gilde gebeurende zyn, ende noch
daegelycx gebeuren, ends omme ordre daer inne te stellen, ende op
dat 't selfde Ghilde te bath in eeren tot sustentatie van den armen
Ghildebroederen van 't zelve ghilde onderhouden moghen worden,
-ocr page 114-
— 101 —
henluyden gegunt, ende geconsenteert hebben, als wy henluyden
gunnen ende consenteeren mits desen de naevolgende Articulen.
In den eeisten, dat niemandt van den gheenen, die onder den
cunst ofte 't ghilde van Sinte Lucas begrepen syn, als nainentlyck
Schilders, Glasemaec'kers, Beeldesnyders, Figuersnyders, Borduyr-
werckers, Tapissierwerckers ende Leywerckers, mitsgaeders alle an-
dere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier ter
Stede haeren handtwerck niet en zullen mogen excerceren, ofte doen,
nochte oock int gilde niet en zullen mogen commen, ten zy datse
eerst burgers ende poorters deser Stede syn.
2    Item, dat niemand int voorsz. Ghilde sal mogen commen,
om zyn handtwevk te doen, oft hy moet eerst ende alvooren bescheyt
ende bewys van synen Leermeester brengen, als dat hy hem vrome-
lyck gedient ende voldaen heeft, ende so hy een Glasemaker is ende
zynen handtwerck daer mede doen wilde, zal die selfde gehouden
wesen, den prouff te doen, sulcx die Overluyden hem voorleggen
sullen, zoo wel schryven als witwerck t'samen, datmen 't selve voor
alle verstandige meesters mogen verthoonen, dattet waert sy voor
alle goede Luyden te voldoen, ende sal die selffde prouff moeten
doen tot een Overmans huys, ende zal de prouff het Gilde toebehoo-
ren, omme die te bewaeren ende te verthonen, dat men hem ende
alle meesters recht ende gelyck doet, ende ist dat hem zyn prouff goet
gekent wort, zal hy gehouden syn te betaalen dertich stuyvers, daer
van d'eene helfte den meesters voor heure moeyten ende veisuymenis-
sen hebben sullen, ende d'ander helft sal geleyt worden in de arme bosse.
3    Item, dat niemandt eenige van de voorsz handtwerken ofte
Kunsten sal mogen doen, voor dat hy Poorter des^r stede is, ende
betaelt zal hebben voor syn incompste vyff Carolus guldenen, ten
waere die vreemde persone een Gildebroedeis dochter troude, ende
-ocr page 115-
— 102 —
syn burgers eedt gedaen hebbende, zal in dien gevalle niet meer
betaelen dan drie gulden, ende sal oock een burgers zoon, met drie
guldens t'gilde mogen winnen ende dit al tot behouff van de arme
bosse. Ende oft yemandt by den Overluyden respyt ofte uytsettinge
gegeven worde, omme de voorsz. penningen te betaelen, ende op
den besetteu daege niet en betaelde, sal als dan t'gunt alsulckeu be-
betaelt heeft, hem geene betalinge verstrecken, maer 't selve dat hy
betaelt heeft, verbeurt wesen, deur syne quade betaelinge tot behouve
van de arme bosse.
4    Item, dat de Schilders, Glasemakers en alle andere meesters,
die int voorsz. Ghilde begrepen syn, geen Leerjongens en sullen
moghen aennemen, minder dan voor twee Jaeren, ende so wanneer
een meester een leerjongen aengenomen heeft, zal hy gehouden
wesen, met den leerjongen te gaen by den Overluyden omme synen
naeme te laeten opteyckeneu, ende sal alsulckeu leerjongen als dan
gehouden syn voor syn incompste te geven ende te betalen tot be-
hoeff vande arme bosse thien stuyvers, twelk die meester gehouden
sal syn te verschieten, ende zoo verre den leerjongen synen meester
den voorsz. tyd eerlycken voldoet, sal alsucken meester met synen
leerjongen gaen by den Overluyden, ende bekennen eerlycken vol-
daen te syn, ende alsulcx des Jongmans naem in 't Ghildeboek laeten
teykenen , op dat hem in toecomende tyden een certificatie daer uyt
by den Overluyden gegeven mach werden, tsynen versoecke, wel-
verstaende dat de Weeskinderen int arme Weeshuys binnen dezer
Stede vry ende excempt zullen syn van de voorsz. thien stuyvers
incompsts geit als voorsz. is.
5   Item, dat alle werckgesellen van den voorsz. ambachten, die
hen onder 't voorsz. gilde begeven sullen, omme te wercken, ende
by een meester een tyt lanck verbinden, sullen alsulcke by niemant
-ocr page 116-
— 103 —
anders moeten wercken, dan by den meester, daer sy hen by verbon-
den hebben, ten waere by consent van den eersten meester, ende
indien de laatste meester, den eersten sulx niet en vraagt, off hem
sulcx te wille is, dat die gesel by hem compt wercken, so sal die
selve laetste meester verbeuren dertich stuyvers, tot behoeff vande
arme bosse.
6.    Item, oft gebeulde, dat eenighe leerjongens heuren meester
ontgingen, voor dat sy heuren aengenomen tyt voldaen sullen hebben,
en sal geen ander meester alsulcke Jongens mogen aennemen, op de
verbeurte van dertich stuyvers tot behouff van de bosse.
7.    Item, of saecke waere, dat eenige leerjongens hen alsoo
aenstelden, dat heure meesters beducht waeren, deur hen in schan-
den te .geraecken; zullen de meesters sulx den Overluyden te kennen
geven, ende van hen consent vragen, off zy alsulcken moghen ver-
loff geven ende verlaeten, ende so een meester zynen leerjongen
verlof gave, sonder t' selve den Overluyden aen te dienen, sal al-
sulcken verbeuren ene Wilhelmus Schilt, ende noch daer en boven
in die tyt dat de leerjongens by hem souden staen, geen anderen
Jongen wederom mogen aennemen, mede op de verbeurte van een
Wilhelmus Schilt, ende sal oock de selffde Jongen de voorsz. tyt
gedurende geen ander meester mogen dienen, sonder consent van
den Overluyden, t' appliceeren de voorsz. boeten tot profyte van den
armen.
8 Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de vryheyt
deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser Stede
oft in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten ware dat
hy eerst tgilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich stuyvers,
ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevonden wor-
den, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser Stede
-ocr page 117-
— 104 —
wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder 't Ghilde
eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde mees-
ter off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke dertich
stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven.
9. Item . dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen mo-
gen bevryeu, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte
burger, te zyn, ende off hy al burger waere ende t'Gilde niét te vre-
den en hadde gestelt, dat men sodanigen Schilder zal mogen bekeu-
ren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen oock
geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters, die onder
't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen mogen be-
vryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceren de selve
boeten inde arme bosse.
10    Item, dat egeene Ghildebroeders, 't sy Schilders, Glase-
maeckers ofte andere, die int voorsz. Ghilde begrepen syn, niet en
sullen inoghen treden in een ander syn werck , omme te wercken
ten ware dat die eerste meester den goeden luyden haer werck niet
en bevorderde, ende sulcx verslofte deur syn dronckendrincken ofte
anders, sonder op syn werck te achten, ende 't selve waer te nemen,
sodanigen machmen betaelen, ende alsdan gaen tot eenen anderen.
Maer by sooverre eenich Glasemaecker zyn werck verlet weide, deur
versuimenisse van den Schryver, ofte dat die selve Glasemaecker syn
geryff van den Schryver niet en conde gecrygen, deur faulte ende
't gebreck vant backen, so dat hy daer nae moste wachten, ende by
so verre een ander meester 't selve werck aenneemt, sonder dat die
eerste meester eerst van den burger betaelt sal syn, sal die selffde
laetste meester daerom verbeuren drie Karolus guldens, t'appliceeren
als vooren.
11     Item, dat alle de gesellen, die hier ter Stede comen wercken,
-ocr page 118-
— 105 —
't sy Glaeseschryvers, Witwerckers, Schildei-s, Beeldesnyders, ofte
eenige andere, die tot een dachhuur verdienen vier Stuyvers, zullen
alsulcke ter weecke, tot behoeve van de arme bosse geeven een halve
stuyver, ende die thien stuyvers daechs verdienen, een stuyver, het
welcke die meester gehouden sal wesen vander gesellen wegen aen
Ovetluyden te geven.
12    Item, indien eenige onvrye personen bevonden werden te
Schilderen aan huysen ofte schepen binnen deser Stede, ende de
vryheyt van dien, salmen sodanige bekeuren ende affuemen de boete
van drie Karolus guldens, ten pryse voorsz. tot behouff van de arme bos.
13    Item, dat alle de gheene, die hem mette pers generen, sul-
len gehouden wesen 't voorsz. Ghilde van Sinte Lucas te vernoegen,
ende te betaelen eens drie Karolus guldenen, gelyck 't selve altyt
een gebruyck is geweest; ende noch is; sonder dat sy daer nae meer
belast sullen werden; t'appliceren als boven.
14    Item, van gelycken oock de geene, die hen genereu mette
verwe, pintseel, borstel, daermen de verwe mede verstroyt, ende
yser, daermen 't glas mede gruyst, zullen die selffde oock gehouden
wesen 't voorsz. Gilde te vernougen, met drie Karolus guldens t'appli-
ceren als boven.
15    Item, dat niemandt die onder 't voorsz. Gilde van Sinte
Lucas, ofte van de Kunst begrepen, ende nieuws in 't Ghilde comende
zyn, yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen voor
haer iunecomen eerst moeten betaelen twee guldenen.
16    Voorts en sal niemand uytte bosse genieten, ten sy dat hy
eerst een jaer lanck syn jaergelt ende maentgelt ten volle betaelt
heeft inde voorsz. arme bosse.
17    Item, die cranck geworden zyn, sullen gehouden wesen den
naestcomstigen Sonnedach nae date van hoere cranckheyt, sulcx den
-ocr page 119-
— 106 —
Overluyden ofte Bosmeesters te kennen te geven; ende zoo zy sulcx
niet en doen, sullen van die weecke daer van quyt syn, ende geen
geniet uitte bosse ontfangen, inden welcken sy 't selve opten Sonne-
dach verswegen hebben.
18    Item, dat niemandt van de Ghildebroeders, die verout syn,
ende nochtans een knecht te wercke houden in haere winckel, uitte
bosse sal mogen genieten, niet tegenstaende hy seggen wilde, dat hy
verout waere ende niet sien en conde; ende dat overmits hy hem op-
een knecht wel behelpen ende onderhouden can. Maar so hy cranck
is, ende de knecht aldaer niet en werckt, alsdan sal hy uytte bosse
genieten.
19    Item, datmen niemandt uytte bosse sal geven ofte genieten
laten, die door vechten gequetst ende aisoo cranck geworden is, ten
waere, dat alsulcke gequetste persoon bewysen conde, sulcx hem
verradelyck gedaen, ofte met fortse hem over den hals gedrongen te
wesen, ofte voor den vyant gecregen te hebben.
20    Item, oft saecke waere, dat eenich gildebroeder geraeckte
in een quynende sieckte, tsy deur vallen, ofte deur eenig ander
inconvenient, ofte ongeluck, sal alsodanighen persoon uyt te bosse
genieten: maer indien hy de quynende sieckte hadde gecregen deur
een onsuyver leven, als deur dronckendrincken, met oneerlycke
vrouwen te converseren ofte diergelycke, soo en sal alsulcken uytte
bosse niet genieten.
21     Item, dat de geene, die niet en betalen, uytte bosse oock
niet en sullen genieten, ende nochtans evenwel haere jaergelt sullen
moeten betaelen, so verre sy haere ambacht gebruycken willen.
22    Item, oft geviele datter eenich geselle ofte gesellen van den
Ambachten boven verhaelt, ende in dit voorsz. Ghilde begrepen,
hier ter Stede by eenen meester om werek vraechde, ende die selve
-ocr page 120-
— 107 —
meester geen werck en hadde, so sal die selve meester gehouden
wesen, ofte yemandt van synen huysgesinne, sodanigen gesel te bren-
gen by den knecht vant Ghilde, opte verbeurte van thien stuyvers
tot profyte van de arme bosse: Ende sal voorts de knecht metten
selven geselle gaen tot alle de meesters van synen handtwercke, ende
na werck vragen; ende zoo hy geen werck en conde gecrygen, ende
geen teergelt en hadde, salmen denselven knecht ofte geselle uytte
bosse wat byleggen, ende behulpelyck wesen, daer hy mede mochte
reysen om werck te soucken.
23    Item, zoo 't gebeurde, dat eenich van de Ghildebroeders,
uyt zyn vrye eygene wille hem inde bosse liet deurhaelen ende uyt-
doen, en sal sodanige daernae in de voorsz. bosse niet wederom ont-
fangen mogen werden, nochte en sal uitte voorsz. bosse daernae
niet wederom genieten syn leven lanck, ende sal evenwel gehouden
wesen syn jaergelt te betaelen, ende mede tot die articulen ende
ordonnantien vant voorsz. Ghilde verobligeert ende verplicht syn.
24    Item, als eenich van de voorsz. Ghildebroeders, ofte heure
huysvrouwen aflyvich worden, sullen alle die Ghildebroeders gehouden
syn metten doode totter begravinge te gaen, telckenmaele opte ver-
beurte van twee stuyvers, ende dat tot behouve van de arme bosse.
25    Item, dat de Ghildebroeders gehouden sullen syn alle dese
voorschreven puncten ende articulen te onderhouden, ende nae te
commen, op de boeten daer inne verhaelt tot profyte van de arme
bosse.
26    Ende waert saecke, datter eenich rebelleerde ende weder-
spannich waere, ende hem liete voor rechte verdachvaerden, alsdan
sal die boete dubbelt syn: t'appliceren d'eene helfte tot profyte van
den Schout, ende d'andere helfte tot profyte van de arme bosse.
27    Item, sullen mynen Heeren den Burgemeesteren alle jaren
-ocr page 121-
— 108 —
op Sinte Lucasdach twee nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse
vande twee oude, die affgaen sullen, ende dat uyt alsulcke vier per
sonen, die sy tot dien eynde mynen voorsz. Heeren overleveren sul-
len, dewelke nieuwe ende oude gebleven overluyden, ten selven
dage heure jaersanck sullen innehalen.
28 Sullen ook de oude Overluyden alle jaeren 's daechs naer
Sinte Lucasdach den nieuwen Overluyden reekeninge van heuren
ontfang van dat jaer gehouden wesen te doen, in presentie van eenen,
die by mijnen Heeren den Burgermeesteren daer toe geordonneert
sal worden. Al sonder arch ende list.
In kennisse der waerheyt hebben wy der voorsz. Stede Amstel-
redamme segele, ten saecken beneden aen desen doen hangen.
Gegeven op den twintichsten dach in Julio in 't Jaer ons Heeren
duysent vyffhondert negen ende tseventich.
(geteyckend)
W. P1ETERSZOON.
(geteyckend)
G. ROSENBOOM.
No. 3.
Op huyden hebben mijne Heeren van den Gherechte den Gilde-
brief van St. Lucas geamplieert mette naervolggende Articulen.
In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst ofte
t'Gilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders, Verco-
pers van dien, Glasemaeckers, Borduyrwerkers ende Vercopers van
dien, Boekebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders, Plaet ende
figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glaywerckers, 1)
Coffermaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter penseel,
1) Pottenbakkers.
-ocr page 122-
— 109 —
bor-stel ofte metter verwe generen, hier ter Steede haeren hantwerk
nyet en sullen mogen exerceren offte doen, ten zy datse eerst Bur-
gers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten vollen be-
taelt zullen hebben.
2    Item, als eenich van de Ghildebroeders offte hare huysvrou-
wen afflyvich worden, sal ieder ambacht gehouden syn, metten doden
van zyn eygen handtwerck ter begravinge te gaen, t'elckenmael op
de verbeurte van drie stuyvers, en dat tot behoeve van de Ghilde-
bosch.
3    Item, zullen mijne Heeren den Burgermeesteren alle Jaer op
St. Lucasdach drie nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse vande
drie oude, die alsdan affgaen zullen, ende dat uyt alzulcke ses per-
zonen, als zy tot dien eynde mijne voorsz. Heeren overleveren sul-
len. Dewelcke nieuwe ende geblevene Overluyden ten zelven dage
heure jaersanck zullen inhalen.
Actum den viertienden January, Anno xvio. Eenentwintich, presenti-
bas Fredrick de Vry ende Gerrit Jacob Witsen, Burgermeesteren,
en allen den Schepenen, demptis Dr. Grotenhuys ende Harencarspel.
(Was Onderteèckent)
G. ROSENBOOM.
No. 4.
Alzoo myne Heeren van den Gherechte bevinden dat verscheyden
personen, 't Ghilde van St. Lucas subject zynde, over Jaev ende dagh,
hare neeringe ofte handel gedaen hebben, zonder nochtans oyt het
Ghilde gecocht te hebben, ende dat Glasemakers ende Glasenschry-
vers, sonder oyt hare prouve gedaen te hebben, oock sulcx doen,
soo belasten zy daeromme allen ende eenen iegelycken der zelver
Ghilde broederen ter langhsten binnen den tydt van acht daghen,
-ocr page 123-
— 110 —
nae dat sy van den Overluyden, ofte van den Kneght van 't Ghilde
vermaent zyn, hun te vervoegen by den Overluyden, t'Ghilde te
koopen ende te betalen; ende namentlyck de Glasemaeckers ende
Glaseschryvers, heurluyder prouff binnen den voorsz. tydt te doen,
op peene dat de ghene, die daer in ghebveeckelyck blyft, voor ieder
dagh nae de exspiratie van de voorsz. acht daghen, ten behoeve van
de Bos van 't Ghilde verbeuren sal ses stuvers, ende dat daerenboven
't ghene syluyden bevonden worden gemaeckt, te koop, offte in huys
te hebben om te verkopen, 't voorsz. Ghilde subject zynde, sal wesen
verbeurt; des dat zy luyden 't selve sullen mogen redimeren met ses
guldens eens, een derde voor den Officier, een derde voor de Bos
van 't Ghilde, ende een derde voor d'Aelmoesseniers armen, welcke
Keure ende Ordonnantie oock in alles subject zullen zijn alle de geene,
die nae desen beginnen zullen, eenighe der voorsz. handtwercken
offte neeringen te doen ende op te stellen.
2    Dat van nu voortaen alle die ghene, die haer tegen eenigh
articule van de Ordonnantie deses Ghildes vergrypen, ende harer
daer over door de Overluyden in rechten roepen laten, niet alleen
gehouden sullen wesen de Breuken, bij dezelve articulen gestelt,
maer daerenboven oock de gerechtelycke Costen daeromme gedaen,
te betalen, ende dat de ghene, die pecceren tegen eenich articule,
hoedanigh het oock zy van de zelve ordonnantie, waer by geen boete
tegens den overtreders en is gestelt, boven de gerechtelycke Costen
als vooren, noch betalen sullen twee guldens, ten behoeve van de
Bosse van 't voorsz. Ghilde.
3     Verbieden voorts den Conciërge ende Boode van de Wees-
kamer, eenighe uytroepen te doen offte houden van Schilderyen,
Boecken, Prenten ende Konsten, alwaert dat deselve Sterfhuysen,
"Weeskinderen offte Insolventen Boedels (Schepenen kennissen, waer-
-ocr page 124-
— 111 —
mede meeste fraude geschieden, daer onder mede begrepen) aenghin-
gen, voor ende alleer zy luyden 't selve, mette notitie offte Inven-
taris van d'Schilderyen, Boecken, Prenten, ende Konsten, die men
soeckt te verkoopen, met verklaringe wien de selve aengaen offte
toebehooreu, drie dagen te vooren den Overluyden van 't S*. Lucas
Ghilde zullen hebben verthoont ende te kennen gegeven, op dat de
Overluyden hun daar op zullen mogen informeren, op peyne van
twaelff guldens, telckens by den Conciërge offte Boode van de Wees-
kamer sulcx naerlatende, te verbeuren, te appliceren als in den eersten
Articule van desen; ende dat de Schilderyen, Boecken, Printen eude
Konsten, die de Overluyden bevinden gheene Sterfhuysen, Wees-
kinderen, Insolvente Boelen, off Schepenen kennissen aentegaen,
neffens die selve niet sullen mogen werden vercofft, op de verbeurte
in cas van contraventie, van de selve Schilderyen, Boeken, Printen
ende Konsten, off de penningen daer vooren belooft, des dat ieder
stuck off penninghen daer vooren beloofft, zullen mogen werden ge-
redimeert met ses guldens te appliceren als vooren.
4     Dat mede nu voortaen eghene ryfclaryen van Schilderyen, en
sullen mogen gehouden worden, dan mits daar toe hebbende speciael
consent van den E. Heeren Burgermeesteren.
5    Myne voorsz. Heeren gebieden, dat die gheene die Schilde-
ryen laten verkoopen, aen den knaap van 't Ghilde, die in de ver-
kooplnghe neffens de overgeleverde registers present moet syn, omme
daer op te letten, dat daer geen bedroch en geschiede, voor zyne
presentie betalen zullen vierentwintigh stuyvers s'daags.
6    Dat een van den Overluyden alle Jaren tot Bosmeester sal
werden gemaeckt, die gehouden sal zyn reeckeninghe van den ont-
fanck ende uytgifft, tegens den Boeckhouder van t Ghilde, te houden,
op dat alles met ordre magh geschieden, welverstaendc dat uyt twee
-ocr page 125-
— 112 —
persoonen, die by den Overluyden sullen worden geproponeert, dooi'
d'E. Heeren Burgermeesteren, eenen tot Bosmeester sal worden ge-
ordonneert.
7     Item, dat alle Overluyden sonder onderscheyt te maecken van
van wat handtwerck offte neeringhe zy syn, onder desen Ghilde be-
grepen, jaerlicx nae de gewoonlycke ordre, van ieder van de zelve
neeringen, by de meeste stemmen haarluyder nominatie van 't dubbel
getall sullen doen, omme daar uyt by den Heeren Burgermeesteren
nieuwe Overluyden gekooren te mogen weiden.
8    Ende gemerckt d'Overluyden volgens 't 27ste Articule van de
Ghildebrieff, van den 20sten July Anno xvc. lxxix. geauthoriseert
syn omme op Si. Lucasdagh Jaerlycx 't Jaergelt in "te halen, ende des
niet te min den meesten tydt gebeurt, dat de Overluyden in 't omine-
gaen, door wreveligheyt offte onwilligheit der Ghildebroederen, de
helfft niet bekomen konnen, jae in plaetse van geldt, somtyts quade
ende injurieuse woorden hooien, dat oock de Stadt groot is, ende
de Ghildebroeders verde vanden anderen verspreyt woonen, ende
henluyden (als zynde meest persoonen, die hun met hun ambacht
ende neringe onderhoudende zyn) te moeyelyk valt haren confraters
meer dan een reyse ter saecke voorsz., t'heurluyder huyse te manen,
behalven dat sommige Ghildebroeders van drie, vier, vyff ende meer
jaren noch schuldigh zyn, all' twelk strekkende is tot groot nadeel
van 't Ghild, ende vande siecke Ghildebroeders, die wecckelix een
daelder uytte Bos verstrekt moet worden, soo bevelen mitsdien myne
Heeren voorsz. allen den geenen, die eenich Jaargeldt noch schuldich
syn t' selve ten langhsten binnen een maendt, nae datse van den
Overluyden op 't nieuw zullen aengesproocken wesen, te betalen ende
brengen aen het Comptoir van den Overluyden, die Saterdaags ge
woon zyn te vergaderen, op peyne dat d'selve maendt overstreecken
-ocr page 126-
— 113 —
zynde, de gebveeckige voor ieder maendt, boven 't geene zyluyden
schuldigh zyn (nae dat zy als vooren van den Overluyden zullen aen-
gesproocken wesen) noch sullen moeten betalen vyff stuvevs eens;
sonder meer.
3 Dat van gelycken alle die gheene, die voortaen sullen mogen
in gebreke blyven, datelyck aen den Overluyden (ommegaende
op St. Lucas dach) off weynig dagen voor offte naer heurluyden
jaergelt te betalen, gehouden sullen syn, 't selve Jaergelt selffs te
brengen ende te betalen, offte te laten brengen ende betalen, aen
Overluyden op heuiluyder comptoir, ten langhsten binnen een maendt
nae dat de Overluyden sullen hebben omme gegaen (gelyck sulcx by
veele andere ghilden wordt gebruykt) sonder dat de Overluyden ver-
plicht sullen zyn 't voornoemde Jaergelt zelffs te halen, maar sullen
ter contrarie alle Ghildebroeders gehouden wesen 't selve alle Jaren
aen 't Comptoir vanden Overluyden op haren geprefigeerden tydt te
brengen, op peyne dat de gheene, die daer van langer in gebreecke blyft,
daer_nboven noch alle maenden sal moeten betalen vyff stuyvers.
10 Eyndelyck gebieden myne Heeren voorsz. allen ende een ieder
der voorsz. Ghildebroederen haren Overluyden ende elck van dien
beleeffdelyk te bejegenen, sonder haer in eenigerwyse te injurieren,
schelden, ofte qualicken toe te spreecken.
Aldus Gearresteert den 17 de Octobris Anno xvi». dertigh prae-
sentibus myn Heeren de Schout, Gerrit Dircxsz. van Beuningen en
Abraham Boom, Burgemeesteren: Jacob Backer, jfacob Pieters Hoogh-
camer, Dirk Tholinck, Cornelis Bicker, Pieter Jans%. Hoofft, Laurcns
Reael^
ende Alard Cloeck, Schepenen.
(Was Geteekent)
D. MOSTARD.
III.                                                                                                   15
-ocr page 127-
— 114 —
II. HOOFT-STUK.
VAN 0 V E R L IE D E N.
Derzelver Verkiezing, Huishoudelyke Schikkingen, Functien, Salaris
en Emolumenten.
Mitsgaders van de
GILDEKNECHT, en deszelfs LOON enz.
I.
De Verkiezing van Overlieden, en 't gunt daar toe behoort.
No. i.
Hoe na mal-
           Myne Heeren van den Gerechte, hebben om gewichtige redenen
mo^en °be- eenparighlyck ghearresteert, en vast ghestelt, dat in 't toekomende in
staan.
             >t regal.t van ,je Overmanschappen van alle Gilden binnen dese Stadt,
geen Vader en Soou, Schoonvader en Schoon soon, noch Broeders,
noch Swagers, noch Oom en Neef, met malkanderen te gelyck in
bedieninge sullen moghen bestaen als Susterlingen in consanguiniteyt
en affiteyt, waer naer sich afgaende Overluyden in 't opgeven van
't dubbelt ghetal aen haer Ed. Gr. Achtbare sullen hebben te regu-
leren.
                         Aclum den 16 September 1669.
N». 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Verkiezing
van Over-
luyden.
Art. 27 Item, sullen mynen Heeren den Burgermeesteren alle
jaren op Sinie Lucasdach twee nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse
vande twee oude, die affgaen sullen, ende dat uyt alsulcke vier per-
sonen , die sy tot dien eynde mynen voorsz. Heeren overleveren sul-
-ocr page 128-
115
len, dewelcke nieuwe ende oude gebleven Overluyden, ten selven
dage heure jaersanck sullen innehalen.
No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
Art. 3. Item, zullen myne Heeren den Burgermeesteren alle Jaer Idem.
op St. Lucas dach drie nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse vande
drie oude, die alsdan affgaen zullen, ende dat uyt alzulcke ses per-
zonen, als zy tot dien eynde myne voorsz. Heeren overleveren sullen.
Dewelcke nieuwe ende geblevene Overluyden ten zelven dage heure
jaersanck zullen inhalen.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 Octob. 1630.
Art. 6 Dat een van den Overluyden alle laren tot Bosmeester EéntotBos-
meester,
sal werden ghemaeckt, die gehouden sal zyn reeckeninghe van 't
Ghilde, te houden, op dat alles met ordre magh geschieden, wel-
staende dat uyt twee persoonen, die by den Overluyden sullen wor-
den geproponeert, door d'E. Heeren Burgermeesteren, eenen tot Bos-
meester sal worden geordonneert.
7. Item, dat alle Overluyden sonder onderscheyt te maecken Nominatie.
van wat handtwerck offte neeringhe zy syn, onder desen Ghilde be-
grepen, jaerlicx nae de gewoonlycke ordre, van jeder van de zelve
neeringen, by de meeste stemmen haerluyder nominatie van 't dubbel
getall sullen doen, omme daer uyt by den Heeren Burgermeesteren
nieuwe Overluyden gekooren te mogen werden.
Nota. Wat verder omtrent de Nominatie te observeeren hebben.
Zie Generaal Reglement Art. 7.
-ocr page 129-
— 116 —
No. 5.
Extract uit de Keur van dato 31 Janu. 1749.
Art. 7. Dat ook voortaan tot Overlieden van 't St. Lucas Ghild,
op den gewoone tyd en wyse verkooren en aengestelt sullen worden,
twee uyt de Schilders, twee uit de Glasemakers, en een uit de Beeld-
houwers, zullende Jaarlyks een Schilder, een Glasemaker, en een
Beeldhouwer van deselve Overlieden afgaan, en in ieders plaats een
nieuw Overman van 't selve Ambagt verkoren werden, en dat deselve
Overlieden Jaarlyks (buyten henlieder ordinair salaris) niet meer
sullen mogen verteeren als drie hondert guldens.
Uit wat
Ambagten
Overl. te
kiesen.
Salaris.
II.
Schikkingen omtrent het Htiishouden "van Overheden.
No. 1.
De Heeren Burgermeesteren ende Regeerders der Stat Amster-
dam, ontfangen hebbende de Remonstrantie van eenige van de Over-
luyden van 't St. Lucas Ghilde, hoe dat onder het zelve Ghilde suc-
cessivelyck van tydt tot tydt gecombineert zyn verscheyde Ambachten,
als Schilders, Glasemakers, Boekverkopers, ende Borduurwerkers,
ende onder hen meermalen contentie was ghevallen, om de Presi-
dentie in haar Collegie, vermits eenige vermeenden, dat het voor-
sitten behoorde gedefereert te werden aan de Ambachten, die de
outste in St. Lucas Gilde waaien aangekomen, ende andere aan de
voornementheit van de Konst. Hebben haare E. E. omme Overlie-
den in goede vrintschap ende buyten jalousie tonderhouden, raatsaam
ghevonden te ordonneren, zoo als zy ordonneeren mits deesen, dat
voortaan ende onder de oude aanblyvende Overlieden, als de ver-
kiezinge dairomme geschiet zal weezen, presideeren zal de outste in
Ordre op de
zittiug van
Overluiden.
-ocr page 130-
— 117 —
bedieninge, ende vervolgens aan hem zitten wederom de outste in
bedieninge: twee ofte meer gelyken in outheit van bediening con-
currerende, zal die voorzitten, die de oudste is in jaaren, 't welk
inede onderhouden zal moeten werden in 't regart vande aankomende
Overlieden, onder dewelke de naaste ande outste zal zitten, die de
outste bevonden zal worden in bedieninge geweest te zyn, ende twee
ofte meer van gelyke outheit in bedieninge concurrerende, als vooren:
ofte wel nooyt in bedieninge geweest hebbende, zal de outste van
jaren voorzitten, zonder regart te neemen van wat Ambacht dezelve
inkoomen, alzoo alle de Overlieden van't voorschreeven Ghilde indif-
ferente geconsidereert en angenomen werden, als meede Leeden van
St. Lucas Ghilde, doch zullen de Presidents beurten blyven en on-
derhouden werden, zoo als die tot noch toe gepleeght zyn geweest,
des zal de President den tyt van zyn Presidentschap geëyndicht zynde,
zyn zitplaats neemen moeten daer die was ter tyde van de electie
van de Overlieden.
               Actum 4 Maert 1657.
N«. 2.
Alsoo tusschen de Overluyden onder malkanderen verscheyde
maelen differentie is gevallen overt sitten des Presidents, ten tyde als
de Glaesemaeckers Proeven gedaen wierden, ende om dese differcn-
tien in het toekomende voortekomen, soo hebben wy Overluyden
compleet zynde altesamen, ende eenstemmich, de drye ondergeschre-
ven aen de Ed. Heeren Burgemeesteren gecommitteert, dewelcke heb-
ben gerappoiteeit, dat de Eu. Heeren Burgemeesteren verstaen, dat
van nu voortaen, die President is, gedurende den tydt zyns Presi-
dentschap, soo op de Glasemaeckers Proeven, als oock in alle voor-
vallende saecken, als President sal blyven sitten, sonder eenich
onderscheit te maecken van wat Lit hy oock sy. Ende hebben haere
Nader ordre
op de Zitting
vanOverluy-
den.
-ocr page 131-
— 118 —
Ed. Heeren belast dat de Overluyden sulx souden te boeck setten,
waer naer haer de Overluyden naer desen sullen hebben te reguleeren.
Ac"him den 23 January 1658.
Geordonneert by de volgende Heeren Burgermeesteren.
De Heer Andries de Graef^ President.
De Heer Gerrit Schaep.
De Heer Cornelis van Vlooswyck.
Uyt de Overluyden waeren gecommitteert.
Dirk Santvoort ^ Schilder.
Daniel Elsevier, Boeckvercoper.
Hendrick de Hont^ Glasemaecker.
President.
Pieter Martsen.
III.
Fmtdlien aan Overheden, en wat daaromtrent in acht te neemen hebben.
No. 1.
Extract uit de Gildebiief in dato 2 Sept. 1553.
Visitat'e              Art. I2 *tem 1 za^ doverman inder tyt vanden voorsz. Ambochte
tardeiPte1" mitten overman lest ofgegaen sculdich wesen twee mael s'jaers, wan-
doen,
             neert henluiden best te passé zal comen, te gaan besien ende tondev-
soucken alle den winckelen vanden voersz. ambochte omme te be-
vinden oft dezen articulen onderhouden werddèn, dwelck elck van-
den ambochte mit vreede ghedooghen zal moeten, op de boete
voorsz., cnde dat voirts de-zelve overluden toesicht sullen hebben by
hooren eede, op donderhoudinge van allen den voersz. poincten,
-ocr page 132-
— 119 —
ende te doen corrigeren den overtreders van dien: ontfangende ende
innende den boeten voersz., die bekeurt zullen werdden een derden-
deel tot behouflf van den heere ende die twee derdendele tot behouflf
Eu toe te
zien op de
onderhou-
ding der
Keuren.
van tvoersz. altair: mits doverluden voersz. van dese twee derden-
deelen hebben sullen een derdendeel tot hooren prouffyte, voer hoo-
ien moyten.
Ende wairt zaicke dat yemand van den voorsz. ambochte ofte Injurien
ghildebroederen den voersz. overluden misdaede, rnit woerden ofte
mit wercken, tselve zal scarpelicken by den gherechte ghestraft werd-
den, andere ten exemple.
No. 2.
Overluiden zyn Proefmeesters. Zie Gildebrief No. I. Art. 2. en
No. 2. Art. 2.
No. 3.
Overheden hebben de Directie omtrent de Bosse; en word Jaar-
lyks een tot Bosmeester verkoren. Zie Gildebrief No. 4 Art. 6.
No. 4.
Overluiden moeten Visitatie doen van Schilderyen, Beeldwerk,
Prenten en Konst, welke publicq verkogt zullen worden. Zie hier
na onder publicque Verkopingen.
No. 5.
Ovevluyden ende Bosmeesteren moeten Boekhouden en Rekening
doen. Zie Gildebrieven No. 2. Art. 28. No. 4. Art. 6. en Gen. Re-
glement Art. 1, 2, 3 en 12.
No. 6.
Niemand in
't Gild te ne-
men dan
Poorters.
Den Heer ende Gerecht gebieden, dat de Overmans van de
Gilden dezer Stede, nu zynde ofte na maals wesende, geen Gilde
-ocr page 133-
— 120 —
broederen aennemen en sullen, of sy sullen eerst ende alvoren ver-
sekert wesen, dat zy Poorteren deser Stede syn; ende dat op een
boete van tien pond Heerengelds te verbeuren.'
Actum den 18. October '499-
No. 7.
Keuren ob-
serveeren.
Overluiden, mogen niet min nog meer vorderen: nog eenige uit-
keeringen, alimentatien of andere betaliugen doen; als by Keuren
is bepaalt. Zie Generaal Reglement, Art. 3.
No. 8.
Overluiden moeten de Keuren strict en na de Letter observee-
veeren.
          ren, en doen observeeren. En mogen niemand in 't Gild nemen,
dan die Proef gedaan en zyn Poorter-Cedul vertoont heeft. Idem, Art.
5. en hier voren, No. I. en No. 6.
No. 9.
Jaarzangen.            Overluiden, hoe de jaarzangen moeten doen invorderen. Idem,
Art. 9.
No. 10.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749.
Bekeuring
en invorde-
ren der boe-
ten.
Dat de respective bekeuringen insgelyks zullen mogen werden
gedaan door twee Gildebroeders, dog dat de boetens zullen werden
ingevordert door de Overlieden van St. Lucas Gild, en dat dezelve boe-
tens, na aftrek der kosten, zullen werden uitgekeert aan de Arme-
busse van 't Gilde.
Nota. Zie hier voor, No. 1. en Generaal Reglement, Art. 13.
-ocr page 134-
— 121 —
IV.
Salaris en Emolumenten.
No. i.
Overluiden hebben twee negende parten in de Boetens. Zie ?, in de Boe-
Gildebrief, No. I. Art. 12.
No. 2.
Overluiden mogen (buiten haar Ordinair Salaris) Jaarlijks ver- Verteering.
teeren driehondert guldens. Volgens Keure van dato 31 January
1749. Zie hier vooren, ie Onderdeel, No. 5.
No. 3.
Overluiden, in dienst, zyn vry van Jaarzang en Begraafnis gaan.        Vry van
Lasten.
Zie Generaal Reglement. Art. 8.
No. 4.
Wat Overluyden van de Proevelingen en voor Visitatie eelt ge- Visitatie
& & geit.
nieten. Zie hier na, Hooftstuk VI.
V.
GILDEKNECHT en zyn LOON, em.
No. 1.
Waar uit verkozen moet worden. Zie Gen. Reglement, Art. II. Verkiezing.
No. 2.
Mag van de Gildebroeders niet meer vorderen, nog uit de Gil- <5aiaris vol-
denkas iets genieten, als 't gunt hem by Keuren is toegelegt. Idem, gens Keure.
Art. 10.
III.                                                                                                   16
-ocr page 135-
122 —
No. 3.
Wat omtrent de Beunazen en Onvrye in acht te nemen heeft.
Idem, Art. II.
No. 4.
Wat in 't ophaalen der Jaarsangen moet observeeien. Idem
Art. 9.
No. 5.
Alzo de Keuren ende ürdonnantien vant St. Lucas Gilt, tot noch
toe gemaeckt, niet in en houden zodanige ordre ende reglement, als
wel vereyst wort, om alle confusie voor te komen ende fraude te
weren, in de publique vercoopingen van Schilderyen, Beeldwercken
ende Kunst: soo is 't, dat myne E. Heeren van den Gerechte
goetgevonden hebben te ordonneren ende statueeren, gelyk haer Ed
ordonneren ende statueeren by dezen:
Eerstelyck, datter gene zodanige publique Verkopingen van
Schilderyen, Beeltwercken ende Const, te weten, wanneer deselve
vercoopingen in 't geheel end.e alleenlyck daer inne bestaan, 't sy
door de Boden van de Weescamer, noch oock de Concergie, zullen
mogen werden gehouden, dan in 't bywesen van den Knecht van 't
voorsz. Gilt.
Onvrye.
Jaarzang.
Pnblicque
Verkopin-
gen.
In zyn by-
wezen te
honden.
Dal deselve Gildeknecht alle de Schilderyen, Beeltwercken, Boe-
ken ende Konst, die alsoo verkoft zullen werden, zelffs zal moeten
opgeven ende ten toon houden, ofte doen houden.
3-
Dat aen den Overluydeu van 't voorsz. Gilt, ofte ten minsten aen
haren voorn. Gildeknecht, drie dagen voor dat soodanige Vercoo-
Ten toon
bonden.
Catalogus.
-ocr page 136-
— 123 —
pingen aenvanch nemen, ter handen gestelt ende overgelevert sal
moeten werden t'elkens de genumereerde Catalogus van dien.
4-
Dat, gedurende de gemelte Verkoopingen, altoos present sal
moeten syn de voorsz. Gildeknecht, welcké voor syn moeyte van
opgeven ende andere diensten, tot salaris sal genieten, vande Ver-
coopers, 't zy dat die Gildebroeders zyn van 't voorsz. Gilt, dan niet,
ider dach twe guldens, ende soo de Vercoopinge langer duert als
zes dagen achter malkanderen, sal hy als dan genieten voor elcke
dach, dien hy gebruickt wert, dertich stuyvers. Nota. Zie ook Gilde-
brief No. 4 Art. 5.
5-
Voor 't omseggen van de Vercopingen sal de Gemelte Gilde-
knecht genieten t'elkens gelycke dertig stuyvers, mits dat hy sich
daer in quijte na behooren , doch soo het omseggen geschiet op den
selve dag, dat de Vercopinge wert gehouden, sal hem voor dien dach
tot loon van 't een ende 't ander, t'samen moeten betaelt werden twee
gulden ende tien stuyvers, sonder meer.
6.
Wanneer twee sodanige Vercopingen, als vooren verhaelt, op
een tyt ende vevscheydene plaetsen comen te geschieden, zulcks dag
d'een na d'andere niet en can wachten, zal de voornoemde Gilde-
knecht de eene zelff moeten waernemen, ende tot de andere als dan,
met kennisse van de voorsz. Overluyden voor die tyt vermogen te
gebruycken, ende in zyn plaetse te stellen soodanigen anderen per-
soon , als de gemelte Overluyden zullen oordeelen tot het werck be-
quaem te zyn.
7.
En sal voorts niemant anders vermogen eenige Catalogus ofte
Salaris.
Idem, voor
't omseggen.
Mag een
Adsistent
hebben.
Uitsluiting
van anderen.
-ocr page 137-
— 124 —
Biljetten ofte oock iets anders, dat 't voorsz. Gilt zoude mogen con-
cerneren, den Gildebroeders ofte particulieren omnie te dragen, ofte
bekent te maecken, dan alleen de voorn. Gildeknecht.
Actum den 7 Januaiy 1659.
No. 6.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, amplië-
rende het 7e Articul van de Ordonnantie van het St. Lucas Gild, van
dato 7 Januaiy 1650 spreekende van het omdragen en bekent maken
van eenige Catalogus, Biljetten of iets anders het voorsz, Gild con-
cernerende, hebben tot een peene tegens de Overtreders van dien
gestatueert, een somme van ses gulden, te weten, drie guldens voor
de Bosse, en drie guldens voor de Gildeknegt.
Actum den 4 February 1702.
No. 7.
Also myn Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in erva-
ringe komen, dat in de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild niet staat
uitgedrukt, hoe veel de Gildeknegt voor sijn Loon sal hebben van
die geene, die de Glasemakers Proef komen te doen; soo is 't,
dat haar Ed. Achtb. de Ordonnantie selve wel hebben willen ampli-
ëren by desen, gelyk haar Ed. Achtb. deselve ampliëren by desen,
dat van nu voortaan yder Glasemaker zyn Proef doende, sal betalen
voor de Gildeknegt een en een halve Ducaton, en voor Intekenen
van 't Gild tien stuivers.
             Actum den 30 January 1725.
Poene daar
omtrent.
Salaris van
Proeveling.
No. 8.
Den 27 Augustus 1749. is by haar Ed: Gr. Achtb. verstaan en
aan Overluyden mondeling aangezegt, dat den Gildeknegt zou bly-
ven genieten, het Tractement en Emolumenten, bevoorens by zyn
Tractement,
&c.
-ocr page 138-
— 125 —
Praedecesseur en by hem tot nog toe genoten. En is geinsereert
in de Notul daarvan gehouden.
III. HOOFT-STUK.
van de
AMBACHTEN, NERINGEN en WERK,
tot dit Gilde behorende.
No. i.
Volgens Gildebrief in dato 2 Sept. 1553.
Art. i. en 10.
De Glasemakers en Glasenschryvevs.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief in dato 20 July 1579.
Art. 1. In den eersten, dat niemandt van den gheenen, die
onder den const ofte 't ghilde van Sinte I.ucas begrepen sijn, als
namentlyck Schilders, Glasemaeckers, Beeldesnyders, Figuersnyders,
Borduyrweickers, Tapissierwerckers ende Leywerckers, 1) mitsgaeders
alle andere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier
ter stede haeren handtwerck niet en zullen mogen exerceeren, ofte
doen, nochte oock int gilde niet en zullen mogen comen, ten zy
datse eerst burgers ende poorters deser Stede syn.
13. Item, dat alle de gheene, die hem mette pevs generen,
sullen gehouden wesen 't voorsz. Ghilde van Sinte Lucas te vernoe-
gen, ende te betaelen eens drie Kavolus guldenen, gelyk 't selve
1) Zal moeten zijn Gleiwerkers (Pottenbakkers). Zie ook bladz. 108,
Schil-
ders &c.
Die de Pers
gebruiken.
-ocr page 139-
— 126 —
altyt een gebruyek is geweest, ende noch is; sonder dat sy daer
nae meer belast sullen werden; t'appliceren als boven.
14. Item, van gelycken oock de geene, die hen generen mette
verwe, pintseel, borstel, daer men de verwe mede verstroyt, ende
yser, daermen 't glas mede gruyst, zullen die selffde oock gehouden
wesen 't voorsz. Ghilde te vernougen, rnet drie Karolus guldens
t'appliceren als boven.
No. 3.
Op ten 27 January 1617, is by myne E. Heeren van den Ge-
rechte verstaan, dat geene Gildebroeder van St. Lucas-Ghilde binnen
deser Stede eenige opene winckelen sal moghen houden, om Schil-
deryen te vercoopen, voor ende aleer hy is Poorter deser Stede; op
peene van een daelder telckens te verbeuren.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 January 1621.
Art. 1. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst
offte t'Gilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders,
Vercopers van dien, Glasemaeckers, Borduyiwerckeis ende Vercopers
van dien, Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders,
Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glay-
werckeis, Cofferniaeckers mitsgaders alle andere, die haer metter
penseel, borstel offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren
hantwerck niet en sullen mogen excerceren offte doen, ten zy dat se
eerst Burgers ende Poorters deser Stede zijn, ende het Ghilde ten
vollen betaelt zullen hebben.
No. 5.
Op huiden is by myne E. Heeren van den Geregte, om alle
questien ende oneenighcit tusschen de Overluiden van St. Lucas Gild,
Die haar
geneeren
met Verwe
Schildery
handelaars.
Idem,
andere.
Nader cr-
d re omtrent
dien die
de Pers ge-
bruiken.
-ocr page 140-
— 127 —
ende die van de Boeckdruckers ende Boekvercopers zoo veele doen-
lyck, voortecomen geordonneert ende gewillekeurt, dat de Speel-
caartemakers ende Papierkonst ofte Prent Winckeliers, de Pars ge-
bruickende, te weten een igelyck van hen, die nu airede syn, ende
na desen comen sullen , in hare vrijheit ende vermogen sullen heb-
ben, omme eenmaal te verkiesen, ende verclaren onder welk Gildt
van de voorsz. twee Gilden deselve sullen ofte sal willen resorteren,
mits na gedane Keure ende Verclaringe haer voorts daeraen hou-
dende, ende sich regulerende na de Keuren ende Ordonnantien van
het Gildt, dat by haer gecoren sal syn, ende betalende het Incom-
geld, mitsgaders alle andere lasten, daartoe staende.
Actum den 13. Maartii 1664.
No. 6.
Extract uyt 't Register van de Besoignes
van Heeren Burgermeesteren en Sche-
penen, gesamentlik op eenige Reques-
ten gehouden, binnen Amsterdam.
Den 26 January 1667.
No. 17. Plaatsnyders Request, daer by sy versoeken te blyven Haatsny-
buyten het St. Lucas Gild , is afgeslagen.
(G'ei'ekent)
N. NICOLAI.
No. 7.
Extract uit de Keure, in dato 11 Feb. 1700.
Beeldhou-
wers.
Art. 1. Dat buiten de Gildebroeders van St. Lucas Gild, hoo-
rende onder de proef van de Beeldliouwerye, niemand sal vermogen
-ocr page 141-
— 128 —
Beeldaie- eenig beeld, of cieraad-werck, 't zy in steen, hout, loot, pleister
ers-
               of diergelyke stoffe, 't zy voor Winkeliers of particulieren te maken,
op de boete van haar gemaekte goed, en gereetschap, te redimeren
met een somme van ses guldens, voor de eerste maal, en voor de
tweede en meerdere malen, telkens met een somme van twaelff gul-
dens, sullende deze bekeuringe mogen werden gedaan, soo wel door
yder van de Gildcbroeders, als door de Overluyden en Gildeknegt.
HOOFT-STUK.
van de
IV.
PROEVEN, PROEE-PLAATS, EN WAAR DE PROEFSTUKKEN
VERBL WEN MOETEN.
Proeven, wanneer te doen.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630.
Alsoo myne Heeren van den Gherechte bevinden dat verschey-
den personen, 't Ghilde van St. Lucas subject zynde, over Jaer ende
dagh, hare neeringe offte handel gedaen hebben, sonder nochtans
oyt het Ghilde gecocht te hebben, ende dat Glasemaeckers ende Gla-
senschryveis, sondei oyt hare prouve gedaen te hebben, oock sulcx
doen, soo belasten zy daeromme allen ende eenen iegelycken der
zelver Ghildebroederen ten langhsten binnen den tydt van acht daghen,
nae dat sy van den Overluyden, offte van den Knecht van 't Ghilde
vermaent zyn, hun te vervoegen by den Overluyden, t'Ghilde te koo-
pen ende te betalen; ende namentlyck de Glasemaeckers ende Glase-
Na aanma-
ning, binnen
8 (lagen
Proef te
doen.
-ocr page 142-
— 129 —
schryvers, heurluyder prouff binnen den voorsz tydt te doen, op peene
dat de ghene, die daer in ghebreeckelyck blyft, voor ieder dagh nae
de expiratie van de voorsz. acht daghen, ten behoeve van de Bos
van 't Ghilde verbeuren sal ses stuvers, ende dat daerenboven 't ghene
syluyden bevonden worden gemaeckt, te koop, offte in huys te heb-
ben om te verkopen, 't voorsz. Ghilde subject zynde, sal wesen ver-
beurt; des dat zy luyden 't selve sullen mogen redimeren met ses gul-
dens eens, een derde voor den Officier, een derde voor de Bos van
't Ghilde, ende een derde voor d'Aelmoesseniers armen, welcke Keure
ende Ordonnantie oock in alles subject zullen zyn alle de geene, die
nae desen beginnen zullen, eenighe der voorsz. handwercken offte
neeringen te doen ende op te stellen.
II.
Welke Ambachten Proef subjecl zyn.
Ingevolge de hier na te volgene Keuren:
Glasen-makers.
Glasen-schryvers.
Beeld-houwers.
Beeld-gieters.
III.
Wat f roef ieder der voorschrevene Ambachten doen moet; en wie
Proef-vry is.
i.
Glasen-makers.
No. i.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
          kera'proët"
Item, dat nyemant in 't voorsz. ambacht angenomen zal werden
III.
                                                                                                   iy
-ocr page 143-
— 130 —
voir meester ten zy hy etc. Oick mede dat hy by den voorsz. over-
luden guet gekent weidt, die ghemeente te kunnen voldoen voer al-
zulcx alsmen hem bestaeden zall te maicken, als te weeten, een witt
glas zulcx alsmen hem voorleggen zall, tzy ruytwerck off vierkant,
ende tselve wel ende perfectelick in zyn loet te stellen.
No. 2.
Extract uit het 5de Art. van de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Item, dat niemandt int voorsz. Ghllde sal mogen conimen om
zyn handtwerck te doen, oft etc. ende so hy een Glasemaker is, ende
zynen handtwerck daer mede doen wilde, zal die selffde gehouden
wesen, den prouff te doen, sulcx die Overluyden hem voorleggen sul-
len, zoo wel schryven als witwerck t'samen, dat men tselve voor alle
verstandige meesters mogen verthoonen, dattet waert sy voor alle
goede Luyden te voldoen,
2.
Glasen schryvers.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Ofte die hem vermeten willen Glasen te scryven, dat de selve
sullen een parck kunnen scryven, dwelk men mit eeren mag toenen.
Idem.
Glasen-
«chryvers-
Beeld-houwers.
Extract uit de Keure, van dato II Feb. 1700.
Art. 3. De proef zal bestaan in het maken van een mar., of
vrouwen beeld, ten minsten van drie voeten hoog, 't zy van steen of
hout, ter keure vande provenier, het Beeld gemaakt, en by de
Overluyden voor goed opgenoomen synde sal de provenier voor het
Beeld hou-
wers Proef.
-ocr page 144-
— 131 —
regt, om int Gild te koomen, betalen de zomme van twaelff
guldens.
Art. 8. De Beeldhouwers zullen al haer werk, het sy rond of
vierkant, daer eenige Beeldhouwerye aenkomt, van den beginnen af
aan, uit een rouwe steen vermogen op te maken.
lSeeld-gieters.
Extract uit de Keure, van dato il Feb. 1700.
Art. 4. Dog die geenen, die haer maar alleen geneeren met het
gieten van pleistere of loode Beelden, sullen maar alleen tot een
proef gehouden syn te maken een pleister of loode Beeld, ter voor-
gemelde hoogte*, en het selve door de Overluiden voor goed opge-
nomen synde, sal door de provenier, voor het regt van het Gild,
betaeld worden als vooren twaelff guldens.
* Zie Beeld-houwers.
Beeld-gie-
ters Proef.
Steen-houwers.
Extract uit de Keure, in dato n Feb. 1700.
Art. 9. De Steenhouwers zullen dese proef niet subject syn, en
dies niet tegenstaande vermogen te maaken alle cieraad-werken, die
tot gevels behooren, uytgesondert beelden en statuen, 't zy kleyn of
groot, die zy op haer winkels niet zullen vermogen te laten maken,
op de boete van twaelf guldens, soo menigmaal als sy sullen bevon-
den werden contrarie deses te hebben gedaan.
Nota. Alle verdere Konsten en Ambachten tot dit Gild beho-
rende, zyn insgelyks Proef-vry.
Steeu-üou-
wers Proef
vry.
Exceptie.
-ocr page 145-
— 132 —
IV.
Proef-plaats. En waar de Proef-shtkken verblyven moeten.
No. i.
Extract uit 't 2de Art. van de Gildebrief, in dato 20 Tuly 1579.
Waarby, omtrent de Glasemakers proef, wordt gezegt:
Ende sal de selffde prouff moeten doen tot een Overmanshuys;
Ende zal de prouff het Gilde toebehooren, omme die te bewaeren,
ende te verthonen, datmen hem ende alle meesters recht ende ge-
lyk doet.
No. 2.
Extract uit de Keure, in dato 11 Feb. 1700
Art. 5. De proef sal moeten werden gemaekt op de Gildeka-
mer, of soodanige bequame plaets, als de Overluyden sullen komen
aen te wysen.
Art. 7. De proef saUmoeten blyven aen het Gild, om op de
Gildekamer of andere bequame plaets daer toe te ordonneren, te
werden geplaast, zonder dat de Overluiden deselve oyt zullen mogen
verkoopen of vervreemden.
Proef-plaats
Proef, voor
't Gild.
V. HOOFT-STUK.
VAN DE PROEVELINGEN, EN WAT OMTRENT DEZELVE
GEOBSERVEERD MOET WORDEN.
No. 1.
Die in 't
           Overluiden mogen niemand als Gildebroeder aennemen, ten zy
moet P°o™r- hy Poorter dezer Stede zy. Zie II. Hoofdstuk, 3de Onderdeel,
ter zyn.
         Nq 6 gn Generaai Reglement Art. 5.
-ocr page 146-
*
— 133 —
No. 2.
Is goedgevonden ende geresolveert, dat voortaan niemand in Idem.
eenige Gildens binnen deser Stede zal werden geadmitteert, 't en zy
alvoorens het Poorter recht is betaalt', invoegen geenige Persoonen
hen daar toe met het kleine Burger- ofte Ingesetenschap van zeven-
en-twintig stuyvers zullen konnen ofte mogen behelpen. Actum den
30 Dec. 1684.
No. 3.
Extract uit het Iste Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
In den eersten, dat nyemant tambocht van glasenmaicken hier Idem,
ter Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Stede poorter etc.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. J. In den eersten, dat niemandt van den gheenen, die on- idem.
der den cunst ofte 't ghilde van Sinte Lucas begrepen syn, als
namentlyck Schilders, Glasemaeckers, Beeldesnyders, Figuersnyders,
Borduyrwerckers, Tapissierwerckers en Leywerckers t), mitgaeders alle
andere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier ter
Stede haeren handtwerck niet en zullen mogen exerceren, ofte doen,
nochte oock int gilde niet en zullen mogen comraen, ten zy datse
eerst burgers ende poorters deser Stede syn.
No. 5.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
Art. I. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst Idem.
offte t'Ghilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyck, Schilders,
Vercopers var. dien, Glasemaeckers, Borduyrwerckers ende Vercopers
1) Zie de noot op bl. 125.
-ocr page 147-
— 134 —
van dien, Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders,
Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glay-
werckers, Cofferraaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter
penseel, borstel, offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren
hantweick nyet en sullen mogen exerceren offte doen, tenzy datse
eerst Burgers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten
vollen betaelt zullen hebben.
No. 6.
Extract uit de Keure, in dato II Feb. 1700.
Idem-                 Art. 2. Niemand sal tot het doen van syn proef, om in het Gild
te komen, worden geadmitteert, ten sy hy alvorens Burger zy, en
het selve aen de Overluyden doed blycken.
No. 7.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Leerbrief           Item, dat nyemant int voors. ambocht angenomen zal werdden
voer meester ten sy hy beschyn brenge voer douerluden van den
voors Ambochte dat hy den meester by wien hy tambocht heeft ge-
leert, voldaen heeft.
No. 8.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Idem.                 Item, dat niemant int voorsz. Ghilde sal mogen comen om zyn
handtwerck te doen, oft hy moet eerst ende alvooren bescheyt ende
bewys van zynen Leermeester brengen, als dat hy hem vromelyck
gedient ende voldaen heeft.
-ocr page 148-
— 135 —
No. 9.
Volgens Keure van dato 31 Jan. 1749. moeten die gene die in
't gilde willen komen, alhier vier Jaren by een meester hebben ge-
werkt. Zie hier na Hoofdstuk VIII.
No. 10.
Extract uit de Keure, van dato 11 Feb. 1700.
Art. 6. Aan den provenier sal vergunt werden, tot het maken
van een steene Beeld, de tyt van 24 dagen, tot een houte Beeld de
Tyt tot
het afmaken
derProeven.
tyd van 12 dagen, en tot een pleyster of loode Beeld, de tyd van
6 dagen, dog langer daer aen werkende, sal hy voor ider dag, die
hy langer, als de voorgestelde 24, en 12, of 6 dagen daer aen bezig
is, aen het Gild moeten betalen twaelff stuyveis.
VI. HOOFT-SïUK.
VAN HET
PROEFLOON, INKOM- OF GILDE-GELD, EN VERDERE ON-
KOSTEN BY DEN PROEVELING TE BETALEN.
I.
Van het Proef-loon.
No. 1.
Extract uit de Keure, van dato 21 Octob. 1623.
Art. 8. Ende alsoo de Oveiluyden vant Gilde, op te proeve, proef.i0on
(die by de Gildebroeders, om meesters in hare Conste te zyn, gedaen
worden) moetende vaceren, veele versuymen, voor welck versuym
zyluyden voor haer salaris, zedert veertich jaren heiwaerts, niet meer
genoten hebben, als dartich stuyvers, soo verhoogen myne voorsz.
Heeien tvoorn. Salaris van dartich stuyveis, op drye guldens.
-ocr page 149-
— 136 —
No. 2.
Aen de Ed: Groot Achtb. Heeren de Hee-
ren Burgermeesteren ende Regeerders
der Stadt Amstelredamme.
Idem                Verthoonen met behoorlyke eerbiedicheid d'Overluyden van 't St.
verhoogt.                                                     J                                           '
Lucas Gild alhier, hoe dat op heden, aen hun Gild niet en is ver-
leent een Articul, waer by sy Supplianten, vermogen hebben, iets te
eyschen van de Glasemakers en Glaseschryvers die hun proef willen
doen en in 't vooisz. Gild comen, weshalven hun in de voorlede
week van een onwillige is vooigecomen, die als Glasemaker syn proef
willende doen, daer voor niets wilde betalen ten behoeven van tGild:
sig beroepende op bewys en gezigt van 't regt, dat sy Supplianten
daer toe hebben; En dewyl alle incomende Gildebroeders van alle
andere Gilden moeten betalen, en synde ordinair by hun Supplianten
voor desen geeischt en becomen, omtrent vyftigh guldens; soo keeren
sy Supplianten hun tot uw Ed. Groot Achtb. ootmoedelyck versoe-
kende, dat uw Ed. Gr. Achtb. gelieven te ordonneeren, dat alle
Glasemaker of Glaseschryvers hun proef doende, gehouden syn, al-
voorens te betalen, de voor dees geeyschte vyftich guldens, off zoo
veel meer off min als uw Ed. Gr. Achtb. gelieven zullen te verstaen.
't welk doende etc.
(Was Geappostilleert)
Myne Heeren van den Gerechte op het versoek van d' Overluy-
luyden van St. Luycas Gilde, en remonstrantie dat, de Glasemakers
en Schryvers haer proeff doende, niet particulierlyke staet geexpres-
seeit de prys, die voor de proef zal moeten werden betaelt, Ordon
neren alle die gene die in het Gilde van Glasemakers off Glasschry-
vers zullen willen comen, voor het doen van hun proef te betalen
-ocr page 150-
— 137 —
eens een somme van acht en twintigh guldens seven stuyvers. Welke
voornoemde somme zal worden geappliceert, als gebruykt word in
't regarde van d'andere proeven van het voornoemde Gilde. Actum
den 29 January 1677.
II.
Van het Inkom- of Gilde-Gelt.
No. I.
Extract uit de Gildebrief, van dato 2 Sept. 1553.
Art. 1. In den eersten dat nyemant tambocht van glasemaicken
hier ter Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Stede poorter,
ende tot proufyte van tvoorsz Ghilt betaelt zal hebben drie Karolus
guldenen, tot twintich stuuers tstuck, indien hy poorter es, oft een
ghildebroeders dochter heeft, mail' indien hy vreempt, ende niet ghe-
huwelict wair als vooren, dat hy als dau schuldich zal zyn te betalen,
voir zyn ghildegelt zes Karolus guldenen, ende dit all binnen siaers
te gheven, op de verbeurte van zyn ghilde ende drie Karolus gulde-
nen dair en boven.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579.
Art. 3. Item, dat niemandt eenige van de voorsz. handtwercken
ofte Gunsten sal mogen doen, voor dat hy poorter deser Stede is
ende betaelt zall hebben voor syn incompste vyff Carolus guldenen,
't en waere die vreemde persone een Ghildebroeders dochter troude,
ende syn burgers eedt gedaen hebbende, zal in dien gevalle niet
meer betalen dan drie gulden. Ende sal oock een burgers zoon met
drie guldens t'ghilde mogen winnen; ende dit al tot behouff van de
arme bosse. Ende oft yemandt by den Overluyden respyt ofte uyt-
GiMe-gelt.
Idem
verhoogt.
III.
t8
-ocr page 151-
— 138 —
settinge gegeven worde, omme de voorsz. Penningen te betaelen,
ende op den besetten daege niet en betaelde, sal als dan t'gunt al-
sulcken betaelt heeft, hem geene betalinge verstrecken, maer t'selve
dat hy betaelt heeft, verbeurt wesen, deur syne quaede betaelinge,
tot behouve van de arme bosse.
No. 3.
Op huyden is by myne Heeren van den Gerechte geordonneert,
dat een Burgers Zoon het Gilde winnende, voor inkomen in plaetse
van drie gulden, van nu voortaen betaelen zal vier gl. tien stuyvers,
ende een vreemde zeven gl. tien stuyvers. Ende dat voorts elcke
Gildebroeder van nu voortaen voor Jaersanck alle vierendelen jaers
betaelen zal vyff stuyvers. Actum den 27 January 1617
No. 4.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaringe
zynde gekomen, dat veele Glasemakers hier ter Stede, exercerende
de Giasemakers functie, ook komen te zyn Schilders, zonder het regt
van 't Schilders Gild gekogl te hebben, veel min het Jaargeld en de
Lasten van 't zelve Gild komen te betalen, waar door de Schilders,
die de Lasten helpen dragen, zeer werden geprejudicieert, waar inne
myne voorsz. Heeren, willende voorsien, goedgevonden hebben de
Ordonnantie van 't St. Lucas Gild te amplieeren, gelyk haar Ed.
Achtb. dezelve amplieeren by deze, dat van nu voortaan geen Glase-
maker de functie van Schilderen zal mogen exerceeren , voor en aleer
het regt van 't Schilders Gilde zal zyn betaalt, en dat geen Schilder
de functie van Glasemaker zal mogen doen, als na de Glasemakers
proef gedaan en het regt van 't selve Gild betaalt te hebben, alles
op eene boete van 25 gulden, ten profyte van 't voorsz. Gilde. Actum
den 28 Janu. 1724.
Nader
verhoging
Poene te-
ge Glasema-
kers die
Schilderen
zonder 't
recht van 't
Gild te vol-
doen.
-ocr page 152-
139 —
No. 5.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in ervaringe
zynde gekomen, dat veele Glasemaker hier ter Stede, exercerende
de Glasemakers Functie, ook komen te zyn Schilders, zonder het
regt van 't Schilders Gild gekogt te hebben, veel min het Jaargeld,
en de lasten van 't zelve Gild komen te betalen, waar door de Schil-
ders, die de lasten helpen dragen, zeer werden geprejudicieert, waar
inne myne voorsz. Heeren willende voorsien, goedgevonden hebben
de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild te amplieeren en te elucideeren,
gelyk haar Ed. Agtb. dezelve amplieeren en elucideeren by dezen;
dat van nu voortaen geen Glasemaker de functie van Schilderen zal
mogen exerceeren, vooi'\en al eer het regt van 't Schilders Gilde zal
zyn betaelt, en dat geen Schilder de functie van Glasemaker zal mo-
gen doen, als na de Glasemakers Proef gedaan, en het regt van
't zelve Gilde betaalt te hebben, en dat zy vervolgens aldus Glase-
makers en Schilders te gelyk zynde, voor Jaarsangen aan het voorsz.
Gild sullen gehouden zyn te betalen jaarlyks een gulden als Glase-
maker, en tien stuyvers als Schilder: mits dat de Overluiden van
't gemelde Gild, van alles, 't geen zy in maniere voorsz. komen te
ontfangen, sullen geven behoorlyke quitantie, met üytdrukking van
de ontfaEgene, en daar voor betaalde somme, sullende 't selvige ook
plaatse hebben ter occasie van het kopen der Bosse, alles op een
boete van 25 gulden, ten profyte van 't voorsz. Gild. Actum den
31 January 1727.
III.
Verdere Onkosten.
No. 1.
Alzo myn Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in er-
varinge komen, dat in de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild niet staat
Idem
tege Schil-
ders en Gla-
semakers ,
die 't Gild
niet voldaan
hebben.
Gildeknecht
en Inteken-
gelt.
-ocr page 153-
— 140 —
uitgedrukt, hoe veel de Gildeknegt voor sijn Loon sal hebben van
die geene, die de Glasemakers Proef komen te doen; soo IS 'T,
dat haar Ed. Achtb de Ordonnantie selvë wel hebben willen amplië-
ren gelyk haar Ed. Achtb deselve ampliëren by desen, dat van nu
voortaan yder Glasemaker zyn Proef doende, sal betalen voor de
Gildeknegt een en een halve Ducaton, en voor Intekenen van 't Gild
tieu stuivers. Actum 30 Jann. 1725.
No. 2.
Keuren-
             Die in 't Gilde komt moet een Keuren-boekje nemen en betalen.
'           Zie Generaal Reglement Art. 6.
VII. HOOFT-STUK.
•van het
BOS-GELD EN DE JAARZANGEN.
I.
B os-Geld.
No. 1.
Wat met           Alsoo met de veranderinge van de Regeeringe binnen dese Stede
tie ten'tjro- ^e sa^e ^el ï^eug'e oock sulx is verandert, dat tot onderhoud van
fyte van de j Gilden, Ambachten ende Neringen, preservatie van rust, vrede
Bosse ko-                        '
men moet. ende eenigheid binnen der selver Stede ende onder de Burgers ende
Inwoonders van dien, van nooden is, metten aldereei sten op de selve
Gilden ende Ambachten, ende onderhoudenisse van dien gedispo-
neert ende versien te werden, hebben myne Heeren van den Gerechte
met advys van de XXXVJ. Raden deser Stede gewillekeurt, geordon-
neert ende gestatueert, willekeuren, ordonneren ende statuëren by
desen, dat alle oude Coustumen ende tot noch toe geobserveerde
Usantien, ordonnantien ende Brieven van alle Gilden, Ambachten,
-ocr page 154-
— 141 —
soo wel in 't aennemen van Gildebroeders, proef doen, versterven,
collecteren ende vergaderen van Jaersang, en alle anderen poincten,
met de contributien ende executien van boeten, daar op gestelt, haer
oude loop,_ volle kragt ende gebruyck sullen hebben ende blyven
houden: behalven dat alleen (om niemand, van wat religie hy dan
sy, in syn gemoet ende conscientie te bewaren) alle de penningen
uyt sake voorsz. komende, ofte die reeds by de beurse mogen syn,
by de Overluyden van de selve Gilden, igelyck in 'tsyne, gestelt,
of noch te stellen, (welcke Overluyden de Bos of Beurse, daer sulx
verscheyden is geweest, nu oock aen sullen nemen) van nu voortaen
aengenomen, ontfangen ende op gewoonlicke tyden vergadert ende
gecollecteert sullen werden, ende in een algemeene Bosse ofte Beurse
van igelick Gild gebragt werden, omme by advys van de Burgemees-
teren in der tyd, synde de oude deugdelicke schulden eerst alvoren
betaelt, de reste niet, als voortyds in onnutte superstitien, droncken-
schap ende onbehoorlicke brasseryen, maer met advys als boven tot
sustentatie ende onderhoud van oude, verarmde of gebreckelicke en
behoeftige Gildebroeders ende Susters, ofte andere Goddelicke en
eerlicke saken geëmployeert ende gebruyckt te werden. Bevelende
wel scherpelick allen ende een igelick, van wat conditie en qualite
hy sy, de Overluyden in de selve hare officien, ontfangen ende col-
lecteren van penningen, executien van boeten, metten aenkleven van
dien, met woorden ofte met werken niet te injurieren, ofte anders
eenige onbehoorlicke wederstand ofte belet te doen, directelick nochte
indirectelick; op arbitrale correctie. Actum den 21 juny 1578.
No. 2.
Extract uit het 15de Art. van de Gildebrief, van dato 20 July 1579.
Item, dat niemandt die onder 't voorsz. Gilde van Sinte Lucas,
ofte van de Kunst begreepen, ende nieuws in 't Gilde comende zyn,
-ocr page 155-
— 142 —
yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen voor haer
innecomen eerst moeten betaelen twee guldenen.
No. 3.
Extract uit de Keure, van dato 21 October 1623.
Art. 7. Dat oock de Gildebroeders, die eerst in de Bosse
soecken te commen, in plaatse van de twee guldens, die van over
veertien jaren daartoe gestaen hebben, betalen sullen vier guldens.
No. 4.
Wat van de Leerjongens en Knechts voor de Bosse te vorde-
ren. Zie hier na Hoofdstuk IX.
Inkom-geit
verhoogt.
Leerjongens
en Knechts.
II.
yaarzangen.
No. 1.
Extract uit het 27ste Art. van de Gildebrief, van dato 27 July 1579.
Item, sullen mynen Heeren den Burgermeesteren alle Jaren op
Sinte Lucas-dach twee nieuwe Overluyden kiesen, in de plaetse vande
twee oude, die afgaen sullen, ende dat etc. die welcke nieuwe ende
oude gebleven Overluyden ten selven dage heure Jaersanck sullen
innehalen.
Nota. 't zelve is met gelyke woorden geordonneert in de Gilde-
brief, van dato 14 Jann. 1621. Art. 3.
No. 2.
Extract uit de Keure van dato 27 Jann. 1617.
Op huyden is by myne Heeren van den Gerechte geordonneert,
dat etc. Ende dat voorts elcke Gildebroeder van nu voortaen voor
Jaersanck alle vierendeelen Jaars betaelen sal vyff stuyvers.
Jaarzangen
wanneer op
te halen.
-ocr page 156-
143 —
No. 3.
By Keure van 31 Jann. 1727 is geordonneert, dat een Glase-
maker en Schilder wegens beide het Gilde moet voluoen, en: dat zy
vervolgens aldus Glasemakers en Schilders te gelyk zynde, voor Jaar-
sangen aan het voorsz. Gilde gehouden sullen zijn te betalen Jaarlyks
een Gulden als Glasemaker, en tien stuivers als Schilder.
Zie deze Keure onder 't voorgaande VI. Hooftstuk.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 Octob. 1630.
Art. 8. Ende ghemerckt d'Overluyden volgens 't 27ste Articule
van de Ghildebrieff, van den 20sten July Anno xvc. LXXJX geau-
thoriseert syn omme op St. Lucasdagh Jaerlycx 't Jaergelt in te halen,
ende des niet te min den meesten tydt gebeurt, dat de Overluyden
in 't ommegaen door wreveligheyt ofïte onwiüigheyt der Ghildebroe-
deren, de helfft niet bekomen konnen, jae in plaetse van geldt, som-
tyds quade ende injurieuse woorden hooien, dat oock de Stadt groot
is, ende de Ghildebroeders verre vanden anderen verspreyt woonen,
ende henluyden (als zynde meest persoonen, die hun met hun am-
bacht ende neringe onderhoudende zyn) te moeyelyck valt haren
confraters meer dan een reyse ter saecke voorsz,, t'heurluyder huyse
te manen, behalven dat sommige Ghildebroeders van drie, vier,vyff
ende meer jaren noch schuldig zyn, all' twelck streckende is tot groot
nadeel van 't Ghild, ende vande siecke Ghildebroeders, dien weecke-
lix een daelder uytte Bos verstreckt moet worden, soo bevelen mits-
dien myne Heeren voorsz. allen den geenen, die eenich Jaergeldt
noch schuldigh syn t'selve ten langhsten binnen een maendt, nae
datse van den Overluyden op 't nieuw zullen aengesproocken wesen,
Ie betalen ende brengen aen het Comptoir van den Overluyden, die
Glasema-
kers en
Schilders
Jaarzang.
Boetetegens
't niet beho-
relyk beta-
len van de
Jaarzang.
-ocr page 157-
— 144 —
Saterdaaghs gewoon zyn te vergaderen, op peyne dat d'selve maendt,
overstreeken zynde, de gebreeckige voor jeder maendt, boven 't geene
zyluyden schuldig zyn (nae dat zy als vooren van den Overluyden
zullen aengesproocken wesen) noch sullen moeten betalen vyff stui-
vers eens, sonder meer.
Art. 9. Dat van gelycken alle die gheene, die voortaen sullen
mogen in gebreecke blyven, datelyck aan den Overluyden (omme-
gaende op St. Lucasdagh) off weynig dagen voor offte naer heurluy-
den jaergelt te betalen, gehouden sullen syn, 't selve Jaergelt selffs
te biengen ende te betalen, offte te laten brengen ende betalen, aen
Overluyden op heiuluyder comptoir, ten langhsten binnen een maendt
nae dat de Overluyden sullen hebben omme gegacn (gelyck sulcx by
veele andere ghilden wordt gebruyckt) sonder dat de Overluyden
verplicht sullen zyn 't voornoemde Jaergelt zelffs te halen, maar sullen
ter contrarie alle Ghildebroeders gehouden wesen 't selve alle Jaren
aen 't Comptoir vanden Overluyden op haren gcprefigeerden tydt te
brengen, op peyne dat de gheene, die daer van langer in gebreecke
blyfft, daerenboven noch alle maenden sal moeten betalen vyff stuyvers.
Zie ook Generaal Reglement Art. 9.
VIII. HOOFT-STUR.
WIE UIT DE BOSSE TREKKEN, EiV WIE NIET.
No. 1.
Extract uit de Gildebrief in dato 20 July, 1579.
DioiirdeBos           Art. 15 Item, dat niemandt die onder't voorsz. Gilde van Sinte
niet.'8' M Lucas, ofte van de Kunst begrepen, ende nieuws in 't Ghilde co-
-ocr page 158-
— 145 —
mende zyn, yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen
voor haer innecomen eerst moeten betaelen twee guldenen.
Art. 16. Voorts en sal niemandt uytte bossc genieten, ten sy dat
hy eerst een jaer lanck syn jaergelt ende maentgelt ten vollen be-
taelt heeft inde voorsz. arme bosse.
Art. 17. Item, die cranck geworden zyn, sullen gehouden wesen
den naestcomstigen Sonnedach nae date van hoere crauckheyt, sulcx
den Overluyden ofte Bosmeesters te kennen te geven: ende zoo zy
sulcx niet en doen, sullen van die weecke daer van quyt syn, ende
geen geniet uitte bosse ontfangen, inden welcken sy 't selve opten
Sonnedach verswegen hebben.
Art. 18. Item, det niemandt van de Ghildebroeders, die verout
syn, ende nochtans een knecht te wercke houden in haere winckel,
uitte bosse sal mogen genieten, niet tegenstaendc hy seggen wilde,
dat hy verout waere ende niet sien en conde; ende dat overmits hy
hem op een knecht wel behelpen ende onderhouden can. Maar soo
hy kranclc is, ende de knecht aldaer niet en werckt, alsdan sal hy
uytte bosse genieten.
Op huyden hebben mynen Heeren den Burgermeesteren omme
redenen dit Articule verandert, ende geordonneert dat alle
de gene die totte Bosse contribueren, so wanneer die sieck
worden, -daer uyt sullen genieten indifferentelyck. Aldus ge-
ordonneert by allen den Burgermeesteren, den vyfthienden
Augusti Anno xvc. negen ende tseventich.
In kermis.se van my als Secretaris.
W. PIETERS.
Art. 19. Item, datmen niemandt uytte bosse sal geven ofte ge-
nieten laten, die deur vechten gequetst ende alsoo cranck geworden
is, ten waere, dat alsulcken gequetste persoon bewysen conden, sulcx
III.
                                                                                                   19
Idem, die
geen Jaar in
de Bos is ge-
weest.
Aangeven
van zieken,
en lioe trek-
ken.
Oude Gilde-
broeders ,
wanneer
trekken.
Alteratie.
Die door
Vechten
ziek word,
trekt niet.
-ocr page 159-
— 146 —
hem verradelyck gedaen, ofte met fortse hem over den hals gedron-
gen te wesen, ofte voorden vyant gedegen te hebben.
Art. 20. Item, oft saecke waere, dat eenich gildebroeder ge-
raeckte in een quynende sieckte, tsy deur vallen, ofte deur eenich an-
der inconvenient, ofte ongeluck, sal alsodanighen persoon uyt te bosse
genieten: maar indien by de quynende sieckte hadde gecregen deur
een onsuyver leven, als deur dronckendrincken, met oneerlycke
vrouwen te converseren ofte diergelycke, soo en sal alsulcken uytte
bosse niet genieten.
Art. 21. Item, dat de- geene, die niet en betalen, uytte bosse
oock niet en sullen genieten, ende nochtans evenwel haere jaergelt
sullen moeten betaelen, soo verre sy haere ambacht gebruyeken
willen.
Art. 22. Item, oft geviele datter eenich geselle ofte gesellen van
den Ambachten boven vcrhaelt, ende in dit voorsz. Ghilde begrepen,
hier ter Stede by eenen meester om werck vraechde, ende die selve
meester geen werck en hadde, soo sal die selve meester gehouden
wesen, ofte yemandt van synen huysgesinne, sodanigen gesel te bren-
gen by den knecht vant Ghilde, opde verbeurte van thicn stuyvers
tot pvoffyte van de arme bosse: Ende sal voorts de knecht metten
selven geselle gaen tot alle de meesters van synen handtwereke,
ende nae werck vragen; ende zoo hy geen werck en conde gecrygen,
ende geen teergelt en hadde, salmen deselven knecht ofte geselle
uytte bosse wat byleggen, ende behulpelyck wesen, daer hy mede
mochte reysen om werck te soucken.
Art. 23. Item, zoo 't gebeurde, dat eenich van de Ghildebroe-
ders, uyt zyn vrye eygene wille hem inde bosse Het deurhaelen ende
uytdoen, en sal sodanige daernae in de voorsz. bosse niet wederom
ontfangen mogen werden, nochte en sal uitte voorsz. bosse daernae
Exceptie.
Kwynende
ziekte.
Die niet en
betalen.
Heysgelt
voor vreem-
de Knechts,
die geen
"werk kon-
nen krygen.
Die zich laat
rojeeren
trekt niet,
moet echter
Jaarzang
betalen.
-ocr page 160-
147 —
niet wederom genieten syn leven lanck, ende sal evenwel gehouden
wesen syn jaergelt te betalen, er.de mede tot die articulen ende or-
donnantien vant voorsz. Ghilde verobligeert ende verplicht syn.
No. 2.
Extract uit de Keure van dato 24 October 1635.
Dat ook die geene, die weygerich zyn, haer Jaerlyx Bosgelt te Wanneer 't
betalen, zulks dat zy daer over aengesprooken wesende, 't zelve een Bos verlo-
ren wordt.
Jaar ende zes weken lieten verlopen, uytte Bosse sullen werden ge-
daen, en de zoodanige daer nae weder uitte Bosse willende genieten,
zullen op nieuws de Bosse moeten copen, ende 't recht daer van eerst
een Jaer langh betalen, aleer sy uytte Bosse yets zullen mogen heb-
ben off trecken.
No. 3.
Alsoo myne Heeren van den Gerechte bevinden, dat vele Per- Die in twee
,. ,
       ,                    , ., ~., ,                                                    Gilden zyn
soonen, die t recht van verschelde Gilden gecoft hebben, by sieckte maaruiteen
c. • . ., ..
                                 , ,,                 . ,                      ^.. te trekken,
ofte nnpotentheit gewoon syn uyt de Bosse van ieder dersetver Gil-
den genot en weekgelden te trecken, dat so niet en behoort, so
hebben deselve myne Heeren geordonneert en gestatueert, dat van
nu voortaen niemant die meer als een Gilde is hebbende, vermogen
sal sich van meer dan van een Gilde te laten bedienen, ofte uyt
meerder dan eene Gilds Bosse alleen te genieten. Dies dat het yder
Gildebroeder vry sal staan te kiesen uyt wat Gild hy sal willen ge-
nieten. Ende dat de genen, die uyt meer dan een Gilde genieten,
verbeuren sullen t'elckens de somma van tien gulden, ten behoeven
van 't Gilde daar 't qualyk uytgenoten is.
Actum den 29 April 1636.
-ocr page 161-
— 148 —
IX. HOOFT-STUK.
LEERJONGENS en KNECHTS.
No. i.
Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Art. 3. Item, dat de meesters gheene leerjongens zullen annee-
men dan den tyt van twee jaren ende elcke meester nyet meer dan
een ofte twee leerjongens zal mogen setten. Des zal den angenomen
Jonge, ist een poirters kindt, tot proufyt vant ghilde betaelen vyf
stuver, ende een vreemt thien stuver, voer welcken penningen die
meester zal vast staen die te betaelen, binnen siaers, op de verbuerte
van eene Karolus gulden Ende wairt saick dat de Jongen zyne mees-
ter ontliep off mit onmoede van malcanderen sceyden, zoe en zal de
meester gheene andere Leerjongen moegen anneemen voir ende aleer
de tyt van twee jaren verlopen zullen syn, en zal mede de Leerjonge
by gheen ander meester mogen wercken dan by consent van zyn
eerste meester, ende en zal dair en boven den verleden tyt die hy
by zyne meester gewrocht heeft, hem nyet strecken, mair zal op
nyeuws den voorsz. twee Jaren moeten ten vollen vuyt dienen, ende
dit zal staen tot sgerechts proufven.
Art. 4. Item, dat alle de ghesellen vanden voorsz. ambochte
die hier ter stede comen wercken, ende hen by een meester verbin-
den, by nyemant anders en zullen moeten wercken, en oick by gheen
andere meester zullen mogen onderhuyrt weidden, ten zy dat de
meester dair by zy verbonden zyn, voldaen sal wesen, op de boete
van drie Carolus guldenen.
Verschelde
orders
omtrent 't
aannemen
van Leer-
jongens.
-ocr page 162-
— 149 —
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 4. Item, dat de Schilders, Glasemakers ende alle andere Idem.
meesters, die int voorsz. Ghilde begrepen syn , geen Leerjongens en
sullen moghen aennemen, minder dan voor twee Jaeven. Ende soo
wanneer een meester een leerjongen aengenomen heeft, zal hy ge-
houden wesen, met den leerjongen te gaen byden Overluyden omme
synen naeme te laeten opteyokenen, ende sal alsuleken leerjongen
als dan gehouden syn voor syn incomste te geven ende te betalen
tot behoeff vande arme bosse thien stuyvers, twelck die meester ge-
houden zal syn te verschieten, ende zoo verre den leerjongen synen
meester den voorsz. tyt eerlycken voldoet, sal alsuleken meester met
synen Leerjongen gaen by den Overluyden , ende bekennen eerlycken
voldaen te syn, ende alsulcx des Jongmans naem in 't Ghiklebouck
laeten teyckenen, op dat hem in toecomende tyden een certificatie
daer uyt by den Overluyden gegeven mach werden, tsynen versoecke,
welverstaende dat de Weeskinderen int arme Weeshuys binnen dezer
Stede , vry ende exempt zullen syn van de voorsz. thien stuyvers in-
compst geit als voorsz. is.
(Onder dit 4e Avticul stond)
Op huyden den 16 September 1626 hebben de Heeren van den
Gerechte de woorden van 't voorsz. 4e Avticul met Romeynsche let-
ters gedrukt geamplieert ende gestatueert, dat de Meesters devligh
stuyvers tot boete sullen betalen, ten proffyte van 't Gilde, dewelcke
binnen den tyt van een Maendt na d'aenneminge haer Leerjongens
niet laten aentyekenen.
-ocr page 163-
— 150 —
No. 3.
Extract uit de Keure, van dato 11 Feb. 1700.
Art. 10. Geen Meesters zullen voortaan meer, als twee Jon-
gens te gelyk, in leerjaren mogen hebben ofaennemen, op de boete
van ses guldens, voor ider Leerjongen, die sy boven de twee in haer
dienst bevonden sullen werden te hebben, en dat soo meenigmaal
als daer over sullen werden bekeurt; alle de boetens hier vooren
gemeld zullen worden geappliceert, als nae regten.
No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jann 1749.
Art. I. Dat voortaan alle Leerjongens, zoo ras zy door den een
of den anderen Meester, die tot het St. Lucas Gild behoort, zullen
zyn aangenomen, aanstonts door de Overlieden van 't zelve Gild
zullen moeten werden aangetekent, en dat daar voor, door of van
wegens yder Leerjongen, aan de Overlieden, ten behoeve van de
gemeene Kas van het Gild, zal moeten werden betaelt een gulden;
en zulks op pcene, dat, wanneer het zelve niet werd gedaan binnen
den tyd van veertien dagen, na dat de Leerjongens zyn aangenomen,
daar voor door de Meesters zal worden verbeurt twee guldens, en
vervolgens van tyd tot tyd, zoo lange die aantekening door de
Meester niet zal zyn bezorgt, t'elkens ten eynde van ieder Maand
gelyke twee guldens.
Art. 2. Dat voortaan niemand, wie het ook zy, (uytgesondert de
Leerjongens en Knegts, waar van hier na in 't vierde Articul word
gemeld) van de een of andere der Konsten en Handwercken, tot
het St. Lucas Gild behoorende, als Meester aangenomen, nog tot het
doen van zyn Proef toegelaten zal worden, ten zy dezelve behoorlyck
Meester,
maar 2 Leer-
jongens tef-
fens.
Iuschryven
en wat daar
by te beta-
len.
Die niet
is aangete-
kent en zyn
tyt voldaan
heel't, mag
geen Proef
doen.
-ocr page 164-
— 151 —
als Leerjongen by de Overlieden aangetekent is, en gedurende den
tyd van vier Jaren, agter inalkandcren, sedert den dag zyner aan-
tekening, by een Meester heeft gewerkt, zoo nogtans en met deeze
uitzondering, dat dit geen plaats zal hebben , ingevalle door het over-
Exceptie
lyden van den Meester, ofte om dat dezelve voor het einde van de
gemelde vier Jaren uyt het werk mogte zyn gescheiden, ofte door
langdurige tusschenkómende ziekte van den Meester ofte van den
Leerjongen, ofte door andere onvoorziene toevallen, en behoorlyke
of wettige redenen mogt zyn veroorzaakt, dat de 1 .eerjongen niet
volkomen geduurende den tyd van vier agter een volgende Jaren by
een Meester mogt hebben gewerkt, mits dat die Leerjongen, in een
van de voorgemelde gevallen, egter in alles vier Jaren te samen, te
rekenen als boven, hier binnen deeze Stad of desselfs Jurisdictie zal
moeten geleert en gewerekt hebben, ende mits dat l'elkens van de
voorgemelde voorkomende gevallen kennis weide gegeven aan de
Overlieden van het St. Lucas Gild, die daar van behoorlyke aante-
keninge zullen houden.
Art. 3. Dat ten eynde van de gemelde Leerjaren , aan ieder van Leerbrief.
de voorgemelde Leerjongens door de Overlieden zal werden gegeven
een Leerbrief, waar voor een gulden zal werden betaalt.
Art. 4. Dat het geene hier boven in 't tweede Articul is geor- Hoe de in-
tekening te
donneert, geen plaats zal hebben ten opzigte van alle de Leerjongens doen, van
dis wgIIco
en Knegts, die tegenwoordig by Meesters vvn het een of andere der ten'tydevan
Konsten of Handwerken, tot het St. Lucas Gild behoorende, in rleds^yeen
Mr. werkte.
Leerjaren of werk en dienst zyn, nogte ook van die geene, die be-
hoorlyk aantoonen, binnen deeze Stad, by een of meer Meesters,
ten minsten vier Jaren geleert en gewerkt te hebben, mits dat de-
zelve alle binnen den tyd van vier Maanden na de publicatie deezer
hen zullen moeten vervoegen by de Overlieden, die behoorlyk zullen
-ocr page 165-
— 152 —
aantekenen', ten opzigte van de Jongens, die nog geen vollen vier
Jaren alhier geleert en gewerkt hebben , den dag op welken zy eerst
by een Meester gekomen zyn, ende ten opzigte van de Knegts, dat
dezelve invoegen als vooren aangetoont hebben, ten vollen vier Jaren
by een of meer Meesters alhier gewerkt te hebben: in welke geval-
len en anders niet, aan de voornoemde Jongens en Knegts insgelyks
ter behoorlyker tyd zal worden gegeven een I.eerbrief, waar voor zal
betaalt werden een gulden, en waarna, dogeerder, nog anders niet,
ook deeze Leerjongens en Knegts insgelyks als Meesters zullen .mo-
gen aangenomen, en tot het doen van ■ hunne Proeven toegelaten
werden.
No. 5.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 5. Item, dat alle werckgesellen van den voorsz. ambach-
ten, die hen onder 't voorsz. gilde begeven sullen, omme te wereken,
ende by een meester een tyt lanck verbinden, sullen alsulcke by
niemant anders moeten wereken, dan by den meester, daer sy hen
by verbonden hebben, ten waere by consent van den eersten mees-
ter, ende indien de laetste meester, den eersten sulex niet en vraecht,
off hem sulex te wille is, dat die gesel by hem compt wereken, so
sal die selve laetste meester verbeuren dertich stuyvers, tot behoeff
vande arme bosse.
Art. 6. Item, oft gebeurde, dat eenighe leerjongens heuren
meester ontgingen, voor dat sy heuren aengenoinen tyt voldaen sul-
len hebben, en sal geen ander meester alsulcke Jongens mogen aen-
nemen, op de verbeurte van dertich stuyvers tot behouff van de
bosse.
(Nevens dit 6" Articul stond)
Knechts
moeten haar
tyt uit die-
nen.
Geen
Knechts te
onderhuren.
Elkanders
jongens niet
aentene-
men.
-ocr page 166-
— 153 —
De boete van dertich stuyvers in desen geroert is by myne Hee-
ren van den Gerechte verhoogt tot drie gulden.
Actum den 16 Septb. 1626. prses. ut in registro.
( Was Getekeni)
F. de VRIES
Leerjongens
die zig on-
geschikt
aanstellen.
Art. 7. Item, oft saecke waere, dat eenige leerjongens hen alsoo
aenstelden, dat heure meesters beducht waeren, deur hen in schan-
den te geraecken, zullen de meesters sulcx den Overluyden te ken-
nen geven, ende van hen consent vraegen, off sy alsulcken moghen
verloff geven ende verlaeten, ende so een meester zynen leerjongen
verlof gave, sonder t'selve den Overluyden aen te dienen, sal alsulcken
verbeuren ene Wilhelmus Schilt, ende noch daer en boven in die tyt
dat de leerjongens by hem souden staen, geen anderen Jongen
wederom mogen aennemen, mede op de verbeurte van een Wilhelmus
Schilt, ende sal oock de selffde Jongen de voorsz. tyt gedurende geen
ander meester mogen dienen, sonder consent van den Overluyden,
t'appliceeren de voorsz. boeten tot profyte van den armen.
No. 6.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 11. Item, dat alle de ghesellen, die hier ter Stede comen
wereken, 't sy Glaeseschryvers, Witwerckers, Schilders, Beeldesny-
ders, ofte eenige andere, die tot een dachhuur verdienen vier Stuy-
vers, zullen alsulcke ter weecke, tot behoeve van de arme bosse
geeven een halve stuyver, ende die thien stuyvers daechs verdienen,
een stuyver, het welke die meester gehouden sal wesen vander ge-
sellen wegen aen Overluyden te geven.
III.                                                                                                   20
Contributie
van Gezellen
die hier ko-
men werken.
-ocr page 167-
— 154 —
X. HOOFT-STUK.
HOE GILDEBROEDERS ZIG OMTRENT O VERLUWEN, TE
GEDRAGEN HEBBEN.
Mitsgaders
POENALITEITEN, TEGEN DIE ZIG IN RECHTE LATEN
ROEPEN: ALS OOK DAAR BY KEUREN GEEN
BOETE IS GESTELT.
I.
Hoe zig omtrent Overluiden te gedragen.
No. i.
Extract uit het 12e Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Ende waert zaicke dat yemand van den voorsz. Ambochte ofte
Gildedroederen den voorsz. Overluiden misdaede, mit woerden ofte
mit wercken, tselve zal scarpelicken by den Ghercchte ghestraft werd-
den, anderen ten exemple.
No. 2.
Extract uit de Keure, van dato 21 Juny 1578.
Bevelende wel scherpelyck allen ende een igelick, van wat con-
ditie en qualite hy sy, de Overluyden van de selve (Uiden ende
Ambachten, in het administreeren van de selve hare Officien, ont-
fangen ende collecteren van Penningen, executien van boeten, mette
aenkleven van dien, met woorden ofte met wercken, niet te injurie-
ren, ofte anders eenige onbehoorlicke wederstand ofte belet te doen,
directelick ofte indirectelick; op arbitrale correctie.
Zie deze geheele Keure onder Hoofdstuk VII.
Overluiden
niet te mis-
doen.
Idem.
-ocr page 168-
— 155 —
No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630.
Art. 10. Eyndelick gebieden myne Heeren voorsz. allen ende Idem.
een jeder der voorsz. Ghildebroederen haren Overluyden, ende elck
van dien, beleeffdelyck te bejegenen, sonder haer in eenigerwyse te
injurieren, schelden, ofte qualicken toe te spreecken.
No. 4.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam door de Idem.
Overluyden van Sint Lucas Gilde verthoont zynde, dat in het 10e Ar-
ticul van haere Willekeure, op den 17 October 1630, tegens het
injurieren, schelden, of qualyck toespreken der Gildebroeders aen
haere Overluyden geëmaneert, geene pene is gestatueert, zoo hebben
welgemelte Heeren van den Gerechte tegens de Contraventeurs vandien
geordonneert en gestatueert, gelyk haar Ed. Achtbare doen by desen,
een boete van ses guldens, ten behoeve van 't Gild.
Actum den 31 January 1692.
II.
Poenaliteiten tegen die zig in rechten laten roepen, &*c
No. 1.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Dubbeld
boete.
Art. 26. Ende waert saecke, datter eenich rebelleerde ende
wederspannich waere, ende hem liete voor rechte verdachvaerden,
alsdan sal die boete dubbelt syn: t'appliceren d'eene helfte tot
profyte vanden Schout, ende d'andere helfte tot profyte van de
arme bosse.
-ocr page 169-
156 —
No. 2.
Extract uit de Gildebvief, in dato 17 October 1630.
Moeten tle
Costen beta-
len.
Art. 2. Dat van nu voortaen alle die ghene, die haer tegen
eenigh articule vande Ordonnantie deses Ghildes vergrypen, ende
haer daer over door de Overluyden in rechten roepen laten , niet
alleen gehouden sullen wesen de Breucken, by dezelve arüculen ge-
stelt, maer daerenboven oock de gerechtelycke Costen daeromme ge-
daen, te betalen, ende dat de ghene, die pecceren tegen eenich articule,
Wat pene hoedanigh het oock zy van de zelve ordonnantie , waer by geen boete
daar geen
boete ge- tegens den overtreders en is gestelt, boven de gerechtelycke Costen
etelt is.
als vooren, noch betalen sullen twee guldens, ten behoeve van de
Bosse van 't voorsz. Ghilde.
XI. HOOFT-STUK.
VERDERE ORDRES EN BEPALINGEN, ZO DE GILDE-
BROEDERS, ALS HUN AMBACHT AANGAANDE.
No. I.
Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Aangeno-
men werk.
Art. 5. Item, dat gheen meesters eenich werck zullen mogen
annemen off zy sullen dat werck zelver maicken oft een Ghildebroe-
der doen maicken op de boete van drie Kavolus guldenen, welver-
staende dat elcke die werck bestaet, zyne Pareken ofte Rondelen
zal mogen laten scryven ende backen waert hem geliefven zal.
Glasema-               Art. 6. Item dat gheen vreempde glasemaickers hier binnen der
kers ,foon
vremtWork Stede zullen mogen leveren eenich werck, vuytgeseyt dat by vreempde
en. ende vuytheemsche luyden hier nyet wonachtig, gegeven werdt, ende
-ocr page 170-
— 157 —
tgunt van buyten als voeren gegeven werdt, zal de ghevere mogen
doen maicken dairt hem geliefven zal. Oick dat gheene gildebroe-
ders hen en zullen vervorderen te setten eenich vreempt werck anders
dan gegeven als voeren: op de verbuerte van drie Karolus guldenen.
Art. 8. Ende dat nyemant hem vervorderen zal te mengen
bourgoens glas onder frans glas, nog hessels onder bourgoens glas;
mair zal een yegelyck nae dat hy angenomen heeft zuver ende een-
paerlick glas leeveren, zonder tzelve te menghen, op pene van elcke
reyse te verbeuren drie Karolus guldenen voir elcke glas dair inne
de voovsz. faulte bevonden zal werdden.
Art. 5. Item, dat nyemand in een anders angenomen werck
zal moeten treeden, oft tselve werck maicken voir ende aleer de
meester die tselve werck eerst angenomen heeft vernuecht ende te
vreden gestelt zal wezen, op de boete van drie Karolus guldenen,
ende dit tot sgerechts proufven.
Art. 13. Item, sullen die ghildebroeders vanden voersz. am-
bochte, voirts sculdich weesen te staen ende te blyfven onder tvoersz.
ghilde ende te onderhouden alle andere generale articulen den voersz.
ghilde ghegundt.
Zie ook Gildebrief N. 2. Art. 25.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 [uly 1579.
Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser
Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten
ware dat hy eerst tghilde, tot behoeve van de bos, betaelde derlich
stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon-
den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser
Geen ge-
mengt Glas
te leveren.
Niet treden
in een an-
ders Werk.
By 't Gild
blyven en
de Artt. on-
derhouden.
Vreemde,
met bohrtlp-
saam te zyn.
-ocr page 171-
158 —
Stede wonende, behulpelijck waeren in syn werck te leveren, sonder
't Ghilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de
selffde meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren
gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven.
(Nevens dit 8e Articul stondt.)
De boete van dertich stuyvers in desen geroert, is by myne
Meeren van den Gerechte verhoogt op twaalf guldens.
Actum den 26 September 1626.
Art. 9. Item, dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen
mogen beviyen, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte
burger te zyn, ende oft hy al burger waere ende t'Ghilde niet te
vreden en hadde gestelt, darmen sodanigen Schilder zal mogen be-
keuren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen
oock geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters,
die onder 't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen
mogen bevryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceren
de selve boeten in de arme bosse.
(Nevens dit Articul stondt.)
Deze boete van drie guldens is by myne E. Heeren van den
Gerechte verhooght op zes guldens.
Actum den 16 September 1626.
Art. 10. Item, dat egeene Gildebroeders, 't sy Schilders, Gla-
semaeckers ofte andere, die int voorsz Ghilde begrepen syn, niet en
sullen moghen treden in een ander syn werck, omme te wereken,
ten ware dat die eerste meester den goeden luyden haer werck niet
en vervorderde, ende sulex verslofte deur syn dronckendrincken ofte
anders, sonder op syn werck te achten, ende 't selve waer te nemen,
Glasema-
kers geen
Schilders te
bevrydeu.
Gildebroe-
ders geen
Onvrye.
In elkanders
Werk niet
treden.
-ocr page 172-
159 —
sodanigen machmen betaelen, ende alsdan gaen tot eenen anderen.
Maer by sooverre eenich Glasemaecker zyn werck verlet werde, deur
versuymenisse van den Schryver, ofte dat die selve Glaesemaecker
syn geryff van den Schryver niet en conde gecrygen , deur faulte ende
't gebreck vant backen, so dat hy daer nae moste wachten, ende by
soo verre een ander meester 't selve werck acnncemt, sonder dat die
eerste meester eerst van den burger betaelt sal syn, sal die selffde
laetste meester daerom verbeuren drie Karolus guldens, t'appliceeren
als vooren.
No. 3.
Extract uit de Keure van dato 31 Aug. 1658.
Art. I. Eerst elyk, dat al wie voorgeeft uyt syn neeringe te
willen scheyden, ende derhalven consent verkrijgt om syne Schilde-
ryen, Boecken, Printen ende Konst, by publicque Venditie te ver-
koopen, gehouden sal zyn de Verkoopinge doorgaen sonder dilay
ofte intermissie van tydt te laten voortgaen: ende dat soodanige per-
soon daer nae niet sal vermogen hier ter Stede wederom te doen,
't sy in 't openbaer ofte met besloten huyse sulck een winckel ofte
nering, als hy in diervoegen eens uytgescheyden is.
No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749-
Art. 6. Dat de respective bekeuringen insgelyks zullen mogen
werden gedaen door twee Gildebroeders, dog dal de boetens zullen
werden ingevordert door de Overlieden van St. Lucas Gild, en dat
dezelve boetens, na aftrek der kosten, zullen werden uitgekeert aan
de Armebosse vaa 't Gilde.
Zie ook Generaal Reglement Art. 13.
Die eetis uit
de Nering
gescheiden
is, mag die
niet meer
doen.
Wie bekeu-
ren mogen.
-ocr page 173-
— 160 —
No. 5.
Alsoo by myne Heeren van den Gerechte by verscheyden Keu-
ren ende Ordonnantien eenen ygelycken verboden ende ge-interdiceert
is geweest het mes-trecken ende quetsen, ende deselve myne Heeren
dien niet teegenstaende dagelycx bevinden, dat de voorsz. Keuren
en Ordonnantien niet en worden onderhouden sulcx behoort, ende
insonderheid by het gemeene volck, als syn de gene, die eenige
Gilden onderworpen ende in deser Stede eed ende diensten syn, en
anderen die daer buyten syn; soo is 't, dat myne Heeren van den
Gerechte vernieuwende de voorsz. Keuren ende Ordonnantien, omme
voor soo veel mogelyck is voor te komen alle verdere swarigheden
van gevechten, quetsen en doodt slagen, by provisie geordonneert,
gestatueert ende gewillekeurt hebben, ordonneeren, statueeren ende
willekeuren mits desen :
Poene,
               Dat van nu voortaen alle de gene, die in eenige Gilden ende
Betrekken?" deser Stede eed ende dienst syn, geene messen en sullen mogen
trecken, omme ymant te quetsen ofte leet te doen, op pene van ses
guldens t'elcken-macl by de contra-venteurs te verbeuren, tot profyte
van de respective Bossen, boven de boeten ende breucken by de
voorsz. Keuren ende Ordonnantien gestatueert, en dat daar-en-boven
de contra venteurs voor de eerste reyse in hare Gilden en diensten
niet en sullen mogen arbeyden binnen den tyd van ses weken, voor
de tweede reyse twaelf weken , ende voor de derde reyse geheel ende
al uyt hare Gilden ende diensten gesloten sullen werden.
Ende indien by ymand buyten de voorsz. Gilden ende deser Stede
eed ende dienst wesende eenig mes getrocken mogte worden, dat
deselve binnen den tyd van ses weken by geene Meesters en sal mo-
gen arbeyden voor de eerste reyse, voor de tweede reyse twaelf weken,
en voor de derde reyse arbitralyck sal worden gecorrigeert.
-ocr page 174-
— 161 —
Interdicerende voorts alle Meesters ende Arbeyds-luyden soda-
nige personen binnen den voois, tyde (na dat het feyt tot hare
kennisse gekomen sal wesen) in 't werck te stellen, op pene van ses
guldens t'elckenmael tot profyte van de respective Bossen te verbeu
ren, Acium den 29 January 1614.
XII. HOOFT-STUK.
van de
BEGRAFENISSEN; EN HET AANSPREKEN VAN'T GILDE,
IN CAS VAN OVERLYDEN.
I.
Van de Begrafenissen.
No. i.
Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Art. 11. Item, zoe wanneer een ghüdebroeder ofte ghildesuster, Irter Gilde-
van "tvoersz. ghilde oHivich geworden sal wesen zoe zal elcke ghilde- gehouden,
broeder angesproecken zynde gehouden werdden te comen voer thuys
vanden overleden, dair mede ter kereken te gaen, ende eens tofferen,
op de verbeurte van twee stuver.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 24. Item, als eenich vande voorsz. Ghildebroeders, ofte
        Ook met
heurc huysvrouwen aflyvich worden, sullen alle die Ghildebroeders broeders6'
gehouden syn nietten dooden totter begravingc te gaan, telckenmaele Vrouw-
opte verbeurte van twee stuyvers, ende dat tot behouve van de arme
bosse.
III.
21
-ocr page 175-
— 162 —
No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
.                Art. 2. Item. als eenich van de Ghildebroeders offte hare huys-
Ider Am-                                  1                                                                                J
bacht met vrouwen aflyvich worden, sal yder ambacht gehouden syn, metten
die van zyn
Ambacht.        doden van zyn eygen handtwerck ter begravmge te gaen, t'elckenmael
op de verbeurte van drie stuy vers, ende dat tot behoeve van de
Ghildebosch.
No. 4.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam ondervin-
dende, dat sommige onder de Gitdebroeders van St. Lucas Gilde,
wanneer een Gildebroeder of desselfs Huysvrouwe begraven zal wer-
den, wygeren , daar toe behoorlyk verzogt zynde, dezelve te dragen,
als mede dat andere van de gemelde Glldebroeders ter begravinge
verschynen in gecoleurde Kleederen, hebben goedgevonden, gemerkt
niets redelyker is, als dat Gildebroeders den anderen ofte dessellïs
Huysvrouwen, op een fatsoenlyke en ordentlyke wyze, ter aarden
helpen bestellen, het tweede Articul van de Keure den 14 January
iózi in opzigte van die van St. Lucas Gilde geëmaneert, ampliee-
rende, te ordonneeren en te statueeren, gelyk haar Ed. Agtb. ordon-
neeren en statueeren by dezen:
Uat van nu voortaan de veertien naaste belendene Gildebroeders
aan de Overledene ofte aan de Gildebroeder, wiens Iluysvrouw over-
leden is, gehouden zullen zyn de Overledene ter aarden te dragen,
als mede dat de ter begravinge gaande Gildebroeders gehouden zul-
len zyn zulks behoorlyk in 't zwart gekleed te doen, alles op de ver-
beurte van dertig stuyvers ten behoeve van 't Gild. Actum den 30
January 1715.
Wie dragen
moeten. En
elk in 't
swartterbe-
gravenis te
komen.
-ocr page 176-
— 163 —
No. 5.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, door de
Overluyden van het St. Lucas Gild te kennen zynde gegeven, dat
onder haar een gewoonte is, dat, wanneer een van haar Gildebroe-
ders komt te overlyden, de zeven oudste en de zeven jongste dezelve
ter aarde helpen dragen, welke oude Gildebroeders, door ziekte en
zwakheyt, dikwijls buyten staat zyn, om deze assistentie aan hunne
overledene Gildebroeders te bewyzen, zoo hebben welgemelde Heeren
van den Gerechte nu jegenwoordig goedgevonden te ordonneeren en
statueeren by dezen, dat van nu voortaan, wanneer een Gildebvoe-
der komt te overlyden, de veertien jongste Gildebroeders dezelve ter
aarde zullen helpen dragen, ende dat de zeven oudste daar van zullen
wezen bevryd. Actum den 31 January 1720.
No. 6.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, interpre-
teerende en amplieerende de Keure, in opsigte van het St. Lucas
Gilde geëmaneert, ordonneeren, dat van nu voortaan in opsigte van
het assisteeren by de Begravenissen van een Schilder of desselfs
Huysvrouw, geen onderscheyt zal gemaakt worden.tusschen een fijn
Schilder, grof Schilder of Vergulder; maar in tegendeel, dat zy alle
egaal zig zullen moeten reguleeren na de Keure ten dien opsigte bereyds
geëmaneert, op pene als by dezelve tegen de onwillige gestatueert
is. Actum den 28 January 1735.
II.
Aanspreeken van 't Gilde.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, ampliee-
rende de Keure van dato. 14 Januavy 1621 aan die van het St. Lucas
Gilde, wegens het begraven der Gildebroeders verleent, hebben ge-
Nader or-
dre omtrent
de Dragers.
Ordre om-
trent 't be-
graven van
Schilders.
Niet be-
graverj zon-
der 't Crild
aantespree-
ken.
-ocr page 177-
— 164 —
ordonneert en gestalueert, gelyk haer Ed. Achtbare doen by dezen,
dat van nu voortaan geen Gildebroeder of desselfs Huysvrouw sal
mogen werden begraven, als met het aenspreeken vant gemelde
Gilde, en dat by gebreke en naerlatigheid van dien, de soodanigen
gehouden sullen syn in de Bosse ten profyte vant selve Gild te be-
talen een boete van ses guldens. Actum den 31 January 1695.
XIII. HOOFDSTUK. .
van
PUBLICQUE VERKOPINGEN:
Mitsgaders,
RYFFELERYEN, EN HET OMLOPEN EN VOORSTAAN
MET SCHILDER YEN.
I.
Publicque Verkopingen.
No. I.
Aen myne E. Heeren Burgemeesteren dezer
Stede Amstelredamme.
Vertoonen met behoorlycke reverentie die Deken ende Overluy-
den van St. Lucas Gild binnen deser Stede, hoe dat onlangs binnen
der selver Stede, ten versoecke van eenige vreemdelingen, alhier
poorters noch burgers, noch oock int voorsz. Ghilde synde, by open-
bare afveylinge ende afslach tot meermaelen syn vercoft, verscheyden
soorten van Schilderyen, comende van Antwerpen, ende andere des
vyants quartieren, welcke voorsz. Schilderyen doort listich ende on-
Vreemde
mogen hier
geen Schil-
deryen pu-
blicq Verko-
pen , buiten
kennis van
Burgemees-
teren.
-ocr page 178-
— 165 —
godlyck opdringen van zeeckere uytgemaeckte personen, so seer
verde boven de waerde van dien, (als synde meestendeel slechte
copien), hebben gegolden dat de voorsz. vercoopers nu aent profyt
beginnende te verleckeren, ende oversulcx soeckende desen handel
te continueren, met alle vlyt pogen zoo tot Antwerpen als elders in
dien contryen, by een te raepen, al den Schilderyen die zyluyden
kennen becomen, zulcx datter een groote menichte Schilderyen tegen-
woordich by haerluyden voorhanden is, omme mede alhier in manieren
als vooren vercoft te worden, ende alsoo achtervolgende de Ordon-
nantie van haevder Supplianten Ghilde, egene vreemde personen
binnen deser Stede mogen vercoopen , eenige Schilderyen, dan alleen
in vrye Jaarmarckten, mitsgaders ghemerckt dat doov invoeringe off
toelatinge van zoodanige gepractiseerde malitieuse openbaare opvey-
lingen van Vreemdelingen die van daghe tot daghe souden toenemen,
in corten tyt dese Stede, jae het geheele Landt met vodden ende
slechte leerkinderen werek, soude worden vervult, sulex dat dien-
volgende alle Schilders hier ter Stede wonende., ende den last van
de Oorloge dragende, grootelycx in haere noolwendige broodwinninge
souden werden verachtert, ende oock daerenboven in haere eerlicke
Studiën in de Schilderconste (welcke altoos by allen Princen ende
welgestelde Republycquen syn geavancheert) te rugge gedreven, jae
oock de goede burgerye alhier, die door den banck weynich kennisse
van Schilderyen hebben, bedrogen, So versoecken sy Supplianten seer
ootmoedelyck, dat uwer E. gelieve hen Supplianten in hare eerlycke
ende nootvvendighe brootwinninge, besonder in dese costelycke duyre
tyden, goedertierlyck te beschermen, mitsgaders de Deken ende
Overluyden van 't voorsz. Ghilde te authoriseren, omme sodanige
nieuwe gepractiseerde ende onrechtvaerdige opveylingen te beletten,
't Welck doende etc.
-ocr page 179-
— 166 —
(In margine was geapostilleert.)
Op huyden is by myne E. Heeren van den Gerechte verstaen
ende verclaert, dat de vreemde luyden binnen deser Stede comende
met eenige stucken schilderyen, de selve by openbare opveylinge niet
én sullen moghen vevcoopen off doen vercoopen, sonder daer toe eerst
ende alvoren te hebben oorloff ende consent van de lleeren lïuvge-
meesteren deser Stede. Ende off dien niet tegenstaende eenige hen
mochten vervorderen sodanige vercoopinge sonder het voorsz. oorloff
ende consent te doen, so worden mits desen geauthoriseert d'Over-
luyden van St. Lucas Gilde, Requiranten in desen, om sodaanige
vercopinge te beletten. Actuvn den 10 Novembris Anno xvc. acht. i)
No. 2.
Aan myne E. Heeren Burgemeesteren deser
Stede Amstelredamme.
Inwoon-
              Verthoonen reverentelyck, die Overluyden ende gemene Gilde-
ook consent broeders van St. Lucas Gildt hoe dat omtrent vier jaeren geleden hen
Supplianten by uwer E. goedevtierlyclcen is vergunt geweest, dat geene
vreemde Personen binnen deser Stede, eenige Schilderyen, by forrne
van openbaere opveylinge souden mogen vercopen, ofte door anderen
doen vercopen, belastende uwer E. tot dien eynde den Overluyden
vant voorsz. Gildt, goede opsicht daer op te nemen.
' L'is nu sulcx dat vermits het voorsz. verboth, byden voorsz.
vreemde personen gepractiseert is, de middele van andere luyden
Schepenkennissen op haere Schilderyen te geven, omme alsoo by
wege van executie tot de voorsz. opveylinge te geraecken, ofte ten
minsten haere opveylinge door ingeseetene poorleren alhier, op haeren
naeme te doen geschieden, ofte per compaignie, ende by tsamenrot-
1) Blijkbaar een drukfout, het jaar moet zijn 1608. (Vgl. het volgend requcst).
-ocr page 180-
— 167 —
tinge op eenige poorters naeme te beschicken, waer door sy den
voorsz. Overluyden abuseren.
Alles tot groote schade van de Ghildebroeders ende Winckelen
haer mette const generende, mitsgaders vande goede burgerye, die
dooit mynen vande selve Schilderyen (dickwils copyen voor princi-
palen copende) gemeenlyck werden bedrogen. Want den goede of
principale Schilderyen, niet genoech nae des vercoopers wille mo-
gende gelden, houden sy de selve op, sulcx dat het land hier mees-
tendeel, met copyen ende andere slechte vodden wert gevult, tot spot
van alle fraye liefhebbers ende merckelycke disreputatie van de Const.
Ende alsoo de voorsz. maniere van Const opveylinge aller, goeden
Ingesetenen deser Stede schadelyck, ende noyt in sulcke voegen in
swanck is geweest, gemerckt oock geen Coopmanschappen hier ter
Stede gewoon syn in sodan'tgen manieren vercoft te worden, als
alleenlycken in erffhuysen.
So versoecken sy Supplianten , zeer ootmoedelyck, dat uwer E.
gelieve goedertierlycken tot voorstaat van hen Supplianten met haere
huysvrouwcn ende kinderen, als oock uyt andere goede consideratien,
alle sodanige opveylingen, soa van vreemde persoonen als ingesee-
tenen, ganschelycken te verbieden ende aff te schaffen, ende dat op
alsulcke penen by de Contraventeurs van dien te verbeuren, als uwer
E. oordelen sullen te behooren.
Te meer doordien hier ter Stede driemael 's jaars vrye merekten
syn, ende een yegelyck alsdan met syn goederen off coopmanschap-
pen mach openbaerlyck vry voorstaen, om deselve te vercoopen,
waer door den vreemdelingen ende burgers beyde kunnen werden geryft.
Ende zullen myne E. Meeren wel doen, etc.
(In margine stondt)
Op huyden is by myne E. Heeren van den Gerechte verstaen
-ocr page 181-
— 168 —
ende geordonneert, dat de Burgers ende Inwoonders deser Stede,
geene Schilderyen by openbaere opveylinge sullen mogen vercoopen,
off doen vercoopen, sonder daer toe eerst ende alvooren te hebben
oorloff ende consent vanden Heeren Burgemeesteren deeser Stede,
ende off dien niettegenstaende eenige Burgers ende Inwoonders hen
mochten vervorderen sodanige vercoopingen, zonder het voorsz. oorloff
ende consent te doen, soo werden mits dezen geauthoriseert d'Over-
luyden van St. Lucas Gilde, Requiranten in desen, om de selve ver-
coopingen te mogen beletten. Actum den IO October 1613.
No. 3.
Op huyden den 16 September 1626 hebben mync Heeren van
den Gerechte by forine van Ampliatie van deze bovenstaende Arti-
culen*) goedgevonden, dat voortaen geene Schilderyen door de Con-
chergie, ofte Knecht van de Weescamer sullen mogen worden ver-
cocht, als tot der Vercopers off des Concheiges huysinghe, ende dat
metden affslagh, sonder dat men eenich stuck zal mogen ophouden,
ende dat voor de vercopinghe eerst aen den Overluydeii moet over-
gelevert worden Notitie van alle de stucken. Op de boete van twaellï
gulden, uytgesondert de stucken die Sterffhuysen, Weeskinderen ofte
Insolvente Boelen aengaan.
*) Nota. Dit is de Keure van den 21 October 1023. Zie Hoofdstuk XV.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630.
Art. 3. Verbieden voorts den Conciergie ende Boode van de
Weesk mer, eenighe uytroepen te doen offte houden van Schilderyen,
Boecken, Prenten ende Konsten, alwacvt dat deselve Sterf huysen ,
Weeskinderen offte Insolventen Boedels (Schepenen kennissen, waer-
mede meeste fraude geschieden, daer onder mede begrepen) aen-
Verkopin-
gen door de
('onehergie
&c. wat daar
in te obscr-
vecren.
Idem, mits
gaders Sterf-
huisen,
Weeskinde-
ren en Deso-
late Boedels
rakende.
-ocr page 182-
— 169 —
ghingen, voor ende aleer zy luyden 't selve mette notitie ofte Inven-
taris van d'Schilderyen, Boecken, Prenten ende Konsten, die men
soeckt te verkoopen, met verklaringe wien de zelve aengaen offte
toebehooren , drie dagen te vooren den Overluyden van 't St. Lucas
Ghilde zullen hebben verthoont ende te kennen gegeven, op dat de
Overluyden hun daer op zullen mogen informeren, op peyne van
tvvaelff guldens, tclckens by den Conciërge offte Boode van de Wees-
kamer sulex naerlatende, te verbeuren, te appliceren als in den eersten
Articule van desen, ende dat de Schilderyen, Boecken, Printen ende
Konsten, die de Overluyden bevinden gheene Sterf huysen. Weeskin-
deren , Insolventen Boelen, off Schepenen kennissen aentegaen, nef-
fens die selve niet sullen mogen werden vercofft, op de verbeurte in
cas van contraventie, van de selve Schilderyen, Boecken, Printen
ende Konsten, off de penninghen daer vooren beloofft, des dat ieder
stuck off penninghen daer voor beloofft, zullen mogen werden gere-
dimeert met ses guldens te appliceren als vooren.
Art. 5. Myne voorsz. Heeren gebieden, dat die gheene die
Schilderyen laaten verkoopen, aen den knaap van 't Ghilde, die in
de verkoopinghe neffens de overgeleverde registers present moet syn,
omme daer op te letten, dat daer geen bedrogh en geschiede, voor zyne
presentie betalen zullen vierentwintig stuy vers s'daags. Zie verhoging No. 6.
Gilde-
knecüts
presentie
geld.
No. 5.
Op huyden hebben myne Heeren van den Gerechte tot welstant Verkooping
vim die geen
die uit de
Nering
scheyden.
van de neeringen onder St. Lucas Gilt begrepen, de Ordonnantie
van 't selve Gilt, geamplieert met de hier naevolgende Articulen.
Art. 1. Eerstelyck, dat al wie voorgeeft uyt syn neeringe te
willen scheyden, ende derhalven consent verkrygt om syne Schilde-
ryen, Boecken, Printen ende Konst, by publique Venditie te verkoo-
pen, gehouden sal zyn de verkooping doorgaans zonder dilay ofte
III.
                                                                                                   22
-ocr page 183-
— 170 —
intermissie van tyt te laten voortgaen: ende dat soodanigen persoon
daer nae niet sal vermogen hier ter Stede wederom te doen, 't sy
in 't openbaer ofte met besloten huyse sulck een Winckel, ofte nee-
ring, als hy in dier voegen eens uytgescheyden is.
In Verko-           Art. 2. Dat oock in geconsenteerde venditien geene andere goe-
pin^en geen
goederen in deren verkocht sullen mogen weiden, als die in eigendom toebehoor-
den aen de Impetranten ofte vcrkrygers van 't consent, sonder dat
ymant anders syne goederen daer onder sal mogen steeken.
Eed van
           En om voor te komen dat tegens de meyning van myne voor-
noemde Meeren in desen niet gedaen en worden, sullen de verkoo-
pers in cas tegens haer suspitie valt, dat sy dit Articul niet na en
komen, gehouden syn met Eede te verklaren, dat sy geen ander
goed als haer eygen in de geconsenteerde venditie gebracht hebben,
ofte brengen sullen. Actum 31 Aug. 1658.
No. 6.
Verschelde
orders om-
trent publi-
que verkoo-
pingcn.
Alzo de Keuren ende Ordonnantien vant St. Lucas Gilt, tot noch
toe gemaakt, niet in en houden zodanige ordre ende reglement, als
wel vereyst wort, om alle confusie voor te komen ende fraude te
weren, in de publique vercopingen van Schilderyen, Beeldwercken,
Boecken ende Kunst: soo is 't, dat myne Meeren van den Gerechte
goetgevonden hebben te ordonneeren ende statueeren, gelyk haer Ed,
ordonneeren ende statueeren by dezen :
Eerstelyck, datter geene zodanige publique verkopingen van
Schilderyen, Beeldwercken, Boecken ende Const, te weten, wanneer ■
deselve Vercopingen int geheel ende alleenlyck daer inne bestaan ,
't sy door de Boden van de Weescamer, noch oock de Concergie
zullen mogen werden gehouden, dan int bywesen van den Knecht
vant voorsz. Gilt.
Grüdeknecht
moet pre-
sent zyn.
-ocr page 184-
— 171 —
Dat deselve Gildeknecht alle de Schilderyen, beeltwercken, boe-
ken ende konst, die alsoo verkocht zullen werden, zelfs zal moeten
opgeven ende ten toon houden, ofte doen houden.
Moet opge-
ven en ten
toon hou-
den.
Catalogus.
Dat aen den Overluyden vant voorsz. Gilt, ofte ten minsten aen
haeren voorn. Gildeknecht, drie dagen voor dat sodanige vercopingen
aenvanck nemen, ter handen geslelt ende overgelevert sal moeten
werden telkens de gennmereerde catalogus van dien.
Dat gedurende de gemelte verkopingen altoos present sal moeten Gildeknegt
syn de voorsz. Gildeknecht, welke voor syn moeyte van opgeven kopingen
present,
ende andere diensten, tot salaris sal genieten vande vercopers, tsy
dat die Gildebroeders syn vant voorsz. Gilt, dan niet, ider dach twe
guldens, ende so de vercopinge langer duert als zes dagen achter
malkanderen, sal hy als dan genieten voor elcke dach, dien hy ge- Salaris.
bruickt vvert, dertich stuyvers.
5-
Voort omseggen van de vercopingen sal de gemelte Gildeknecht Loon van t
&&                               r &                    &                                        omzeggen
genieten telkens gelycke dertig stuyvers, mits dat hy sich daer in van Verko-
quijte na behoren, doch so het omseggen geschiet opde selve dach,
dat de vercopinge weit gehouden, sal hem voor dien dach, tot loon
van 't een ende 't ander, tsamen moeten betaelt werden twe gulden
ende tien stuyvers, sonder meer.
• Wanneer twe sodanige vercopingen, als vooren verhaelt, opeen Twee Ver-
.        kopingen te
cyt ende verscheidene plaetsen comen te geschieden, zulcks dat d'een gelyk.
-ocr page 185-
— 172 —
na d'ander niet en can wachten, sal de voornoemde Gildekneclit de
eene zelff moeten waernemen, ende tot de andere als dan, met ken-
nisse van de voorsz. Overluyden voor die tyd vermogen te gebruycken,
ende in zyn plaets te stellen sodanigen anderen persoon, als de ge-
melte Overluyden zullen oordelen tot het werck bequaem te zyn.
En sal voorts niemant anders vermogen enige catalogus ofte
biljetten ofte oock iets anders, dat 't voorsz. Gilt zoude mogen con-
cerneren, den Gildebroeders ofte particulieren omme te dragen, ofte
bekent te maecken, dan alleen de voorn. Gildeknecht. Actum den
7 January 1659.
No. 7.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, op de
remonstrantie vande Overluyden van het St. Lucas Gild, dat ver-
schelde zaken omtrent de uytroepinge, vercoopingh van schilderyen
als anderzints, hare Gilde ordonnantien manqueren, dewelke veele
ongeregeltheden komen te veroorzaken, hebben, orani daerinne te
voorsien, goedgevonden te statueren en Ie willekeuren, gelyck haer
Ed. Achtb. statueeren en willekeuren mits dezen: Dat van nu voort-
aen geen Concergie, ofte Bode van de Weescamer eenige biljetten
van schilderyen, beeldwerken, prenten en konsten sal laten aanslaan,
alwaert dat deselve sterfhuyzen, weeskinderen, insolvente boedels,
schepene kennisse, waer mede de meeste fraude geschiede, daer mede
onder begreepen, aengingen, voor en aleer sy-luyden 't selve met
notitie, ofte inventaris van de schilderyen , beeldwerken, prenten en
konsten, die men soekt te verkoopen, met verklaringe wie deselve
aengaen ofte toebehooren, agt dagen van te vooren, aen de Over-
luyden van het St. Lucas Gild sullen hebben vertoont en te kennen
Ombrengen
van Biljet-
ten, of Ca-
talogus &c.
Catalogus
wanneer aan
Overlui&en
te geven.
-ocr page 186-
— 173 —
gegeven, op dat de Overluyden hun daer op aiogen informeren, en
in de sterfhuyzen inspectie nemen, op pene van twaelf guldens t'elkens
by de Conciërge, Bode van de Weescamer ofte andere verkoopei's,
sulks naarlatende, te verbeuren, en dat de schilderyen, beeldwerken,
prenten en konst, die de Overluyden bevinden gene sterf huysen, Penaliteil
weeskinderen, insolvente boedels of schepenen kennissen aen te gaen,
nevens de selven niet en sullen werden verkogt, op verbeurte, in cas
van contraventie, van de selve schilderyen, beeldwerken , prenten en
konsten, of de penningen daar voor belooft, welke sullen mogen
werden geredimeert met ses guldens voor ider schilderye, beeld-
werk , print, ofte konst.
Visitatie-
geld.
Dat wyders alle den genen, die begeeren te vercoopen, 't sy by
gelegentheid van sterfhuyzen, desolate boedels als anderszints, ge-
houden sullen wesen, wegens het visiteeren tegens de catalogus te
vooren geleverd, aen de Overluyden te betalen de somme van vier
guldens, als mede wegens de renvoijen over questieuse saken, dewelcke
Salaris we-
gens Ren-
voyen.
door de Heeren Schepenen off Commissarissen, aen haer Gilde wer-
den gerenvojeert, wegens het inspecteeren en naermeten van glasen ,
visiteren van huysen en schepen van schilderwerken. Actum 9 Febr.
1701.
No. 8.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749-
Art. 5. Dat de catalogussen van de publicque verkoopingen, op Catalogus
welke eenige goederen of werk, sorteerende onder het St. Lucas
Gild, zal werden verkogt, vier dagen voor dat de verkoopingen zul-
len werden gehouden, aan de Overlieden van St. I.ucas Gild zullen
moeten werden ter handen gesteld door den Maaklaar, Boekverkoo-
per, ofte door den geenen, die de directie op of over de gemelde
-ocr page 187-
— 174 —
verkoopingen heeft, of hebben, of laten doen, mitsgaders door den
geenen, voor wiens rekening die gedaan werd, op pcene van vyf-en-
twintig gulden.
No. 9.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, ampli-
ërende het 70 Articul van de Ordonnantie van het St. Lucas Gild,
van dato 7 January 1659, spreekende van het omdragen en bekent
maken van eenigen catalogen, biljetten of iets anders, het voorsz.
Gild conceinerende, hebben tot een peene tegens de overtreeders
van dien gestatueert, een somme van ses guldens, te weten, drie
guldens voor de Bosse, en drie guldens voor de Gildeknegt. Actum
den 4 February 1702.
No. 10.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, willende
voorkomen de verschillen, welke veeltyds komen voor te vallen tus-
schen de Overluiden van 't St. Lucas Gilde, en de Overluyden van
het Boekverkoopers en Konstverkopers Gilde, over het invorderen
van het visitegeld der verkopingen, in dewelke boeken en printen-
konst te gelyk werden bevonden, hebben geordonneert en gestatueert,
gelyk haar Ed. Achtb. ordonneeren en statueeren mits deezen, dat
van nu voortaan van alle verkopingen, in dewelke te gelyk boeken
en printen-konst werden bevonden, de visite zal worden gedaan, dooi-
de Overluiden van de Boekverkopers en Konstverkopers Gilde, ende
het recht daar van aan haar werden betaalt, by aldien de printen
konst in waardy niet is te bovengaande de somme van een honderd
guldens, gedrukte boeken daar printen tot vercieringe in zyn, daar
onder niet begreepen.
Pcenaliteit
wegens 't
omdragen
van Biljet-
ten &c.
Ordre om-
trent, het
recht van
Visitatie in
Verkopin-
gen van
Boeken en
Printkonst.
-ocr page 188-
— 175 —
Des zullen de Overluiden van het Boekverkoopers ende Konst-
verkoopers Gilde, insgelyks geen recht van visite mogen pretendee-
ren, als de boeken in gemelde verkoopinge, daar en tegen de voor-
noemde somrae van een honderd guldens in waardye niet te boven
gaan, maar het zelve gehouden zyn te laten aan de Overluiden van
't St. Lucas Gilde.
Ende by zoo verre in eenige verkopinge, zoo de boeken, als de
printen-konst, ieder in het byzonder meerder, als de gemelde zomme
van een honderd guldens, quamen te bedragen, dat als dan van ieder
Gilde de visite zal werden gedaan, in maniere ofte yders sorteeringe
afzonderlyk vvierde verkogt.
Actum den 29 January 1704.
II.
Ryffcleryen.
No. I.
Extract uit de Gildebrief, van dato 17 October 1630.
Art. 4. Dat mede nu voortaen eghene ryfeleiyen van Schilde-
ryen , en sullen mogen gehouden worden, dan mits daer toe hebbende
speciael consent van den E. Heeren Burgermeesteren.
No. 2.
Myne E. E. Heeren van den Gerechte inhererende ende renove-
rende hare vorige Willekeuren, voor desen tegens de ryffcleryen van
Schilderyen, ende ongepermitteerde verkopinge der selve gemaeckt;
belasten hier mede als noch, dat deselve Keure preciselyk onderhou-
den ende gcéxecuteert sullen werden: besonderlyck wel scherpelyck
by desen statucrende ende willekeurende, dat geenderhande ryffelryen
van Schilderyen in herbergen of diergelycke plaetsen, daer vergade-
Niet zonder
consent.
Nader ver-
bod van
Ryffelerycn
&o.
-ocr page 189-
— 176 —
ringen of by-een-komst van luyden is, aengerecht, ofte in 't werck
gestelt, nochte oock door andere wegen, 't zy by op- of af-slach, of
andersints, door persoonen daer toe ongequalificeert, eenige Schilde-
ryen aldaer ter koop gepresenteert, geveylt of verkoft sullen mogen
worden, onder wat schijn off pretext het soude mogen wesen, alles
op pene van t'elckens 20 guldens daer over te verbeuren, soo wel by
den aenrechters van de voorsz. ryffelryen ende verkoopers van de
Schilderyen, als by den waerd of waerdinne, in wekkers huys sulcks
gedaen sal worden: suilende de bekeuringe daer van mogen geschie-
den door den Knecht van St. Lucas Gildt, of een Stadts Bode, van
wegen 't selve Gildt hier toe te gebruyeken: Ende dit ten proffyte
van 't gemelte Gildt. Actum den 1 February 1666.
III.
Omlopen en Voorstaan.
No. 1.
Extract uit de Keure, van dato 21 Oct. 1623.
Voorstaan,           Art. 9. Authoriseren voorts den voorsz. Overluyden, dat sy den
ugt.G ™ geenen, die met hare Schilderyen om te vercoopen in openlocht
voorstaen, op Sluysen, ende Bruggen ende andere plaetsen, ende
specialyck int op ende affgaen van de Borse, ofte de Galderye van
dien, voor die eerste reyse, ende dan noch continuerende voor de
twcedemael, door een Stadts Boode 't voorsz. voorstaen sullen mogen
doen verbieden, mits dat die geene die naer 't eerste verbot nog
continueeren int voorstaen verbeuren sullen drije guldens. Dan indien
sy ten dardenmale hare Schilderyen als vooren te coop voorstelden,
salt den voorsz. Overluyden vrystaen, de voorgestelde Schilderyen
door s'heeren JJienaers te laten wechhalen, ende doen brengen in de
-ocr page 190-
— 177 —
Conchergerije deser Stede, alwaerse verkoft sullen worden, ende sal
't een dardepart vande penningen vande Schilderyen procederende,
gelyck mede van alle de voorgenoemde boeten, geapphceert worden,
ende comen ten proffyte vanden Officier, tander dardepart ten voor-
deele vant Gilde, ende 't leste dardepart ten behouue vande Elemo-
syniers deser Stede: boven 't welck die geen die met Schilderyen voor-
stad noch verbeuren sal ten behouue vant Gilde dsomma van zes gulden.
Mo. 2.
Extract uit de Keure, van dato 24 Oct. 1635.
Op huyden hebben myne E. Heeren vanden Gerechte, ampliërende
d'Ordonnantie van St. Lucas Gilde, geordonneert, dat niemand bin-
nen deser Stede, directelyk off indirectelyk, eenige Schilderyen zal
mogen ommedragen, off daer mede op Bruggen, Straten off eenige
andere publique plaetsen voorstaen, om te veylen, venten off verco-
pen, noch daer mede door deser Stede lopen, onder dexel als off
men deselve wilde t'huys brengen, off diergelycke andre frivole pre-
texten, opde verbeurte vande zelve Schilderyen, behoudelyk dat yeder
zodanigh stuck byde contraventeurs zal mogen werden gelost met zes
guldens, t'appliceren d'eene helft ten proffyte vanden Officier, die
d'executie doen zal, ende d'ander helft ten behoeve Van de Aelmos-
niers armen binnen deser Stede.
Omdragen,
Voorstaan
en Omlo-
pen.
XIV. HOOFDSTUK.
VAN DE BEUN-AZEN:
EN DIE GILDEBROEDERS NERING DOEN.
No. 1.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579.
Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de
III.
                                                                                                   23
Onvrye.
-ocr page 191-
— 178 —
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser
Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten
ware dat hy eerst tghilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich
stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon-
den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser
Stede wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder
't Ghilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de
selffde meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren
gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven.
Niet te             Art. 9. Item, dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen
bevryden.
mogen bevryen, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte
burger te zyn, ende oft hy al burger waere ende t'Ghilde niet te
vreden en hadde gestelt, datmen sodanigen Schilder zal mogen be-
keuren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen
oock geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters,
die onder 't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen
mogen bevryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceeren
de selve boeten inde arme bosse.
Onvrye              Art. 12. Item, indien eenige onvrye personen bevonden weiden
Schilders.                                       '                     &           J r
te Schilderen aen huysen ofte schepen binnen deser Stede , ende de
vryheyt van dien, salraen sodanige bekeuren ende affnemen de boete
van drie Karolus guldens, ten pryse voorsz. tot behouff van de
arme bos.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 14 Jann. 1621.
Onvrye              Art. i. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst
in verscliei-
de Ambach- offte t'Ghilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders,
Vercopers van dien, Glasemaeckers, Borduyrwerckers ende Verco-
pers van dien, . Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsny-
-ocr page 192-
— 179 —
ders, Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers,
Glaywerckers, Coftermaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter
penseel, borstel offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren
hantwerck nyet en sullen mogen exerceren ofite doen, tenzy datse
eerst Burgers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten
vollen betaelt zullen hebben.
No. 3.
Extract uit de Keure van dato II Feb. 1700.
Art. 1. Dat, buiten de Gildebroeders van 't St. Lucas Gild,
hooiende onder de proef van de Beeldhouwerye, niemand sal ver-
mogen eenig beeld, of cieraad-werk, 't zy in steen, hout, loot,
pleister of diergelycke stofte, 't zy voor Winkeliers of particulieren
te maken, op de boete van haar gemaekte goed, en gereetschap, te
redemeren met een somme van ses guldens, voor de eerste maal, en
voor de tweede en meerdere malen, t'elkens met een somme van
tvvaelf gulders, sullende deze bekeuringe mogen werden gedaan, soo
wel dooryder van de Gildebroeders, als door de Overluyden en Gildeknegt.
No. 4.
Schilders mogen geen Glasemakers werk doen en vice versa. Zie
Hooftstuk VI. Onderdeel 2.
XV. HOOFT-STÜK.
van de
VREMDEUNGEN, JAARMARKT, EN GOEDEREN VAN
BUITEN INKOMENDE.
Onvrye
Beeldhou-
wers en
Beeldgie-
ters.
No. I.
Extract uit de Gildebrief, van dato 2 Sept. 1553-
Art. 6. Item, dat gheen vreempde slasemaickers hier binnen
        Vremde
der Stede zullen mogen leveren eenich werck, vuytgeseyt dat by
-ocr page 193-
— 180 —
vreemde ende vuytheemsche luyden hier nyet wonachtich, gegeven
weidt, ende tgunt van buyten als voeren gegeven werdt, zal de ghevere
mogen doen maicken dairt hem geliefven zal. üik dat geene gilde-
broeders hen en zullen vervorderen te setten eenich vreempt werck
anders dan gegeven als voeren: op de verbeurte van drie Karolus
guldenen.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579.
Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser
Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten
ware dat hy eerst tgilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich
stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon-
den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser
Stede wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder
't Gilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde
meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke
dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven.
Nota. De Boete in dit Art. gestelt, is 16 Sept. 1626. verhoogt
op / 12. — Zie Hoofdstuk XI. No. 2.
No. 3.
Also myne fleeren van den Gerechte onderrecht zyn, dat vele
ende verscheyden vreemde personen haer onderwinden binnen deser
Stede, buyten de drie vrye Jaermarckten, te vercoopen, ofte deur
anderen doen vercoopen allerhande stucken Schilderyen, buyten de
Vereenichde Provinciën gemaeckt, tot schade ende naedeel van de
gemeene Schilders binnen dezer Stede wonende, die daer deur in
Vremde
builen de
Jaarmark-
ten bier
geenVremde
Schilderyen
te Verkopen.
-ocr page 194-
— 181 —
hare neringe, ende brootwinninge grootelycx worden vercort, So ist
dat de zelve myne Heeren, omme tselve te verhoeden so veel moge-
lyck is, by provisie ende tot haer wederzeggen geordonneert, gesta-
tueert, ende gewillekeurt hebben, ordonneren, statueren ende wille-
keuren, mits deezen:
Dat geene vreemde personen hen zullen mogen vervorderen eenige
stucken Schilderyen, buyten de Vereenichde Provintien gemaeckt bin-
nen deser Stede ende haere Jurisdictie te vercoopen, ofte deur anderen
te doen vercoopen, buyten de voorsz. drie vvye Jaermarckten , op de
verbeurte vande zelve Schilderyen, die alsoo vercocht sullen worden,
ende daerenboven telckens vyffentwintich guldens te verbeuren by den
geenen, die bevonden sal worden, contrarie gerlaen te hebben, te
appliceren de voorsz. boeten een derdendeel tot prouffyte vanden
Ileere, gelycke derdendeel tot behoeve van de Gildebos, ende het
resterende derdendeel tot behoeve vande Aelmoesseniers, binnen deser
Stede. Actum den lesten Januavii Anno xvic. ende Seventien.
No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 21 October 1623.
Alsoo myne Heeren van den Gerechte bevinden, dat niettegen-
staende het verboth by hare E. by Keure in den jare Zestienhondert
ende Zeventien op den laetsten January gedaen, nopende het vercoo-
pen binnen deser Stede van Schilderyen buyten de vereenichde Pro-
vintien gemaeckt, verscheyden practycquen ende listen by eenige
aengestelt worden, daer door zy de voorn. Keure illuderen, soo is 't,
dat myne voorsz. Heeren, tot onderhoudinge vande voorsz. Keure,
ende voorcominge van alle frauden ende bedroch deselve extenderen
ende ampliëeren met de naervolgende articulen.
-ocr page 195-
— 182 —
Buiten de
Jaarmark-
ten geen
Vremde
Schilderyen
in te bren-
gen.
Art. I. Dat niemant, die geen Jaer ende dach alhier ter Stede
oft in de Jurisdictie van dien gewoont, ende fixum domicilium ge-
houden heeft, oock geen poorter geworden is, vermogen sal eenige
Schilderyen buyten de Vereenichde Provintien gemaeckt, alhier ter
Stede ende inde Jurisdictie van dien te brengen, anders als op drye
vrye Jaermarcten, op de verbeurte van deselve Schilderyen, ende
bouendien van eene somme van vyff ende twintich guldens, soo
meeniehmael bevonden sal worden contrarie gedaen te syn, ende noch
op een peene van twaelff guldens op yder vercofte stuck te verbeuren.
Art. 2. Dat oock de voorsz. Schilderyen op de voorn, vrye Jaer-
marcten niet eer en sullen mogen commen nochte gebracht worden,
als acht dagen voor het ingaen ofte inluyden van deselve Jaermarck-
ten, op de verbeurte vande selve Schilderyen.
Art. 3. Dat de brengers, factoors ofte eygenaers van sodanige
Schilderyen, gehouden sullen wesen, alle de stucken Schilderyen,
die sy inde voorsz. Marcten brengen, den Oveiluyden vant Gilde,
op een cedulle ordentelick aen te geven , omme by henluyden gezien
ende gevisiteert te mogen worden, aleer zy brengers deselve sullen
mogen openen, ende eenige van dien vercoopen ofte verhandelen.
Art. 4. De voorsz. respective Jaermarckten geëxpireert ende uyt-
geluyt synde, zullen de Eygenaers, Factoors ofte Brengers vande
voorsz. Schilderyen, de ouerschietende ende onvercochte stucken we-
deromme van hier moeten vervoeren, binnen den tyt van acht dagen,
naer dat de Marckt uytgeluyt sal syn, ofte met kennisse vande Ouer-
luyden alhier opsetten, om te bewaren, mits de stucken op een
cedulle ordentelick aengevende, sonder dat sy een eenich Stuk, naer
het uytluyden ende eyndigen van de Marckt sullen meer mogen ver-
coopen, opde verbeurte vande selve stucken, ende bovendien van
achtien guldens op yder stuck, dat sy vercocht sullen hebben.
Wanneer
op de Jaar-
markten.
Aangeeven
en Visitatie.
Hoe na 't
eindigen van
de Jaar.
markten.
-ocr page 196-
— 183 —
Art. 5. Sullen van gelycken soodanige ouerschietende stucken        Niet in
J                          & J                       fa                                             Oommissie
alhier aen niemant anders in commissie mogen gelaten worden, omme laten.
alsoo daer naer vercocht te mogen worden, op peene dat den ver-
cooper van yder stuck verbeuren sal vyffentwintich guldens.
Art. 6. Dat oock niemant alhier ter Stede woonende, ende hem Niet kopen
om te ver-
met Schilderyen te coopen ofte vercoopen generende vande brengers kopen.
vande voorsz. Schilderyen eenige stucken sal mogen coopen, omme
daer naer by hem wederomme vercocht te worden, anders als inde
voorsz. vrye Jaermarcten op peene als vooren.
No. 5.
Alzoo myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam in Inbreng
J                                                                                                eu Verkoop
eivaringe gekomen zijn, dat 'er van tyd tot tyd weide ingevoeit    van Beeld-
" °                                                                                                    houw-werk,
allerlei soorten van Beeldhouwery, niet alleen van buyten dese Stad,    iniiten de
Jaarmark-
maar buyten de Vereenigde Nederlanden, en wel voornamentlyk in
    ten.
Braband gefabriceert; strekkende het zelve tot merkelyk nadeel van
het voorseyde Gilde: soo is 't, dat myn voorseyde Heeren daar inne
hebbende willen voorsien, goed gevonden hebben te ordonneren,
en te statueeren by deeze, dat van nu voortaan niemant, wie hy zy,
vermogen zal eenig gemaakt Beeldhouwers-werk binnen deeze Stad
of Jurisdictie van dien in te brengen, om het zelve te verkoopen,
(uitgesondert alleen op de drie vrye Jaaimarekten) op de verbeurte
van alle het selve, en daar en boven vervallen zyn in een boete van
vyf-en-twintig guldens, ten behoeve van het zelve Gilde, te verbeu-
ren zoo menigmalen als contrarie deeses sal sijn gedaan; weidende
tot het doen van de voorseide Bekeuring geauthoriseert de Gilde-
knegt, geassisteert met een Geregtsbode deser Stede. Actum den
27 January 1736.
-ocr page 197-
— 184 —
AANHANGSEL
Eed van zuiveringe.
Alsoo vele deser Stede Keuren qualicken worden onderhouden
ende illusoir gemaeckt, door dien dat de gene, die by de Dienaers
van den Schout, ofte by de Burgermeesteren deser Stede daer toe
geordonneert, bekeurt worden van eenige contraventie van deser Stede
Keuren, in Rechte geroepen synde ontkennen de selve contraventie;
ende su!cx als de JJekeurders deficié'ren in haer bewijs, (gelijck sy
veeltijds doen) ontgaen de boeten daer toe gestelt: soo is 't, dat
mijne Heeren van den Gerechte, omme hier inne te remediëren, ende
ten eynde de selve Keuren te bats onderhouden mogen worden,
ordonneren, statuëren ende willekeuren, dat van nu voortaen de
genen, die van eenige contraventie van deser Stede Keuren in Rechte
beklaecht sullen weiden, met verclaringe van tijt ende plaetse, daer
van de Bekeurder nochthans geen bewys sal weten by te brengen,
gehouden sullen wesen hen by eede te suyveren, ofte by refuys van
dien, de boeten daer toe staende te betalen, indien de Bekeurder
by eede verklaren wil den bekeurde de voorsz. Keuren gecontrave-
nieert te hebben. Actum den 19 December 1564. (*)
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaa-
ring gekomen zynde van den geringen Inleg en Contributie tot de
Bosse van het St. Lucas Gilde binnen deeze Stad, waar door dezelve
Bosse, eenige Jaaren agter den anderen, niet heeft kannen toereiken
tot de noodige uitkeeringen, als mede dat 'er, tot nog toe, omtrent
de Oude en behoeftige Gildebroeders, geene voorzieninge is gedaan,
of eenige alimentatie aan dezelve toegelegd;
(*) öorenoveert 25 Aug. 1688.
-ocr page 198-
— 185 —
Zo is 't, dat myne voörschreeve Heeren, daarinne willende voor-
zien, hebben goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk
haar Edele Achtbaarheden ordonneeren en statueeren by deezen; dat,
van nu voortaan, voor het inkomen in de Bosse van het zelve Gilde,
in de plaatse van vier guldens, zal moeten worden betaald agt gul-
dens, en voor Jaarlyksche Contributie, welke tot nog toe niet is
bepaald geweest, een somma van twee guldens, hier van egter uitge-
zonderd zynde die Gildebroedeis, welken, voor dato deezes, in de
Bosse geweest zyn, en op den ouden of voorgaanden voet zullen
blyven.
Authoriseeren wyders de Overlieden van het zelve Gilde, om .uit
de Casse van hun Heder Gilde, aan zes van de oudste en behoeftige
Gildebroedeis 's weekelyks uit te keeren eene somma van een gulden
tien stuivers.
Aldus Gearresteerd, den 29 January 1767. Prajsentibus den Heer en
Mr. haac Sweers, Hoofd Officier; alle de Heeren Buigemeesteren ,
dempto den Heer Jan Calkoen; en alle de Heeren Schepenen.
En Gepubliceerd, den 30 dito, Pnesentibus den Heer en Mr. Isaac
Sweers,
Hoofd Officier, den Heer en Mr. Gèrrit Hooft Gerritsz.^
Burgemeester; en de Heeren Mr. Jan van de Poll Pictersz., en
Mr. Pieter Hartsinck^ praisideerende Schepenen.
In kennisse van my Secretaris,
G. HOOFT Junior.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, door de
Overlieden van Sint Lucas Gilde te kennen gegeeven zynde, dat het
sedert veel jaaren een constant gebruik geweest is, daf wanneer
Gildebroedeis, die te vooren alleen het Schilders Gild gekogt heb-
' UI.
                                                                                                   24
-ocr page 199-
— 186 —
ben, na lang verloop van tyd, ook als Glazenmakers bun proef doen,
de zodanige als dan ook weder als jongste Glazenmakers Baazen, of
Gildebroeders zyn aangemerkt, en om die reden weder op nieuw
verplicht zyn geweest de Lyken, die door 't Gild begraven worden,
te helpen draagen; doch dat als nu, sedert eenigen tyd eenige Gil-
debroeders, die alzo op nieuw jongste Glazemakers Gildebroeders zyn
geworden, difficulteit maaken om de Lyken, die door 't Gild begra-
ven worden, ter aarde te helpen draagen; voorgeevende daaraan reeds
in hunne voorige betrekking als Schilders voldaan te hebben, waar
door telkens moeilijkheden ontstaan, en het dikwerf den Gildeknegt
niet doenelyk is een genoegzaam getal van Baazen tot het draagen
der Lyken te vinden, te meer daar dezelve niet verder dan tot de
veertien jongste Baazen gaan kan; zo hebben welgemelde Heeren van
den Gerechte goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk
haar Ed. Achtb. ordonneeren en statueeren by deezen, dat van nu
voortaan, als iemand der Gildebroeders naderhand in een ander
Ambacht weder in 't Gild inkomt, de zodanige als dan zal worden
geconsidereert op nieuw in dat Ambacht jongste Gildebroeder te zyn
geworden, en mitsdien weder op nieuw gehouden tejzyn, de Lyken,
door het Gild begraven wordende, ter aarde te helpen draagen, en
zulks niet tegenstaande de zodanige reeds in vroeger tyd in een ander
Ambacht deszelfs verpligting tot het draagen der Lyken mogt hebben
gepra-'steerd, en dat de zodanige verpligt en gehouden zal zyn daar-
mede te continueeren tot dat dezelve weder veertien jongere Gilde-
broeders onder zich heeft; dat hier van niemand zal bevryd zyn,
dan ingevalle van ziekte en mits dezelve in dat cas zulks terstond
aan den ombrenger der begraaffenis briefjes zegge, en met een decla-
ratoir van den Medecina; Doctor of andere valabele bewyzen doe
blycken: alles op de verbeurte van 30 stuivers ten behoeve van 't Gild
-ocr page 200-
— 187 —
blyvende echter by agterblyving van een of meer der voorn: veertien
jongste Gildebroeders, de oudere Gildebroeders, by opklimming naar
rang, verpligt tot vervulling van de openvallende plaatsen, en zulks
onder dezelve poene als boven: zullende dit alles plaats hebben, zo
wel van Beeldhouwers als van Schilders en Glazemaakers, en dat
wel een ieder in zyn eigen Ambacht.
Aldus Gearresteerd den 27 January 1784. Praasentibus den Wel Ed.
Gestrengen Heer Mr. Abraham Calkoen^ Heere van Kortenhoef,
Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemeesteren, dempto den Heer
Mr. Egbert de Vry Tcmminck; en alle de Heeren Schepenen.
En Gepubliceerd den 30 dito, Praasentibus den Wel Ed. Gestrengen
Heer Mr. Abraham Calkoen, Heere van Kortenhoef, Hoofd-Officier;
den Heer Willem van Heemskerk, Burgemeester; en de Heeren
Mr. Jan Bernd Bicker en Mr. Cornelis van der Hoop Gysbertsz.,
Schepenen.
In kennisse van my Secretaris,
H. van SLINGELANDT.
Mijne Heeren van den Gerechte deezer Stad hebben, op voorstel
van de Overlieden van het St. Lucas Gilde, en naar examen van den
staat der Cassa van 't zelve Gild, gestatueerd, gelyk hun Ed. Achtb.
statueeren by deeze, dat Gemelde Overlieden, in plaatze van aan
zes van de oudste en behoeftige Gildebroeders, aan tien der oudste
en behoeftige Leden van 't Gild, 't zy Gildebroeder of Gildezuster,
de bepaalde weekelyksche uitkeeringen zullen mogen doen', den ouder-
dom der Ledeji te rekenen naar de Jaaren dat dezelve als Gilde-
broeder of als Gildezuster aan het Gild hebben gecontribueerd.
Voorts hebben Myne voornoemde Heeren, aan wien het geble-
ken is dat de Bosch tot alimentatie der Zieken, door de weinig con-
-ocr page 201-
— 188 —
tribueerende Leden, en de geringe Jaarlyksche Fournissementen, niet
toereikende is tot het einde waar toe dezelve is ingesteld, goedge-
vonden, na verhoor der Geinteresseerdens, dezelve Bosch te vernie-
tigen, zullende daarin geen nieuwe Leden meer worden aangenomen,
noch eenige uitkeeringen gedaan: daar het aan de Geinteresseerdens
zal vrystaan, het geene dezelve, zo voor inkoomgeld, als Jaarlyksche
Contributien, volgens Keuren, betaald hebben, terug te vraagen, mits
zelf binnen de drie maanden, te rekenen van den dag van de pu-
blicatie deezer Keure, daar toe zich addresseerende aan 't gemelde
St. Lucas Gilde.
Aldus Gearresteerd den 26 January 1785. Frasentibus den Wel Ed.
Gestrengen Heer Mr. Abraham Calkoen, Meere van Kortenhoef,
Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemeesteren en alle de Heeren
Schepenen.
En Gepubliceerd den 27 dito, Prasentibus den Wel Ed. Gestrengen
Heer Mr. Abraham Ca/koen, Heere van Kortenhoef, Hoofdofficier:
den Heer Mr. Pieter Clifford, Burgemeester; en de Heeren Joa?i
Fredrik iTOrville
en Mr. Gillis Alewyn, praesideerende Schepenen.
In kennisse van my Secretaris
H. van SLINGELANDT.
Alzoo Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam in
ervaring zyn gekomen, dat diverse Personen zich onderwinden zoda-
nige Ambachten en Neringen te doen, als onder 't St. Lucas Gilde
behooren, zonder nogthans het zelve Gilde te koopen, ofte deszelfs
rechten te voldoen: zoo IS 'T, dat Myne Heeren van den Gerechte
daarin willende voorzien, goedgevonden hebben, ten behoeve van
het voorsz. Gilde te emaneeren en te statueeren, gelyk Haar Edele
Achtbaare emaneeren en statueeren by deeze:
-ocr page 202-
189 —
Art. i.
Dat het aan niemand, zonder onderscheid, wie lvy zy, dan alleen
aan de Gildebrocders van het St. Lucas Gilde, zal vrystaan, om
eenig Glas te snyden, gruizen of te fatsoeneeren, in welk formaat
het zy, voor Lysten tot Prenten, Tekeningen, Schilderyen, ofte welke
anders zyn mag, en dat dien volgende alle Papieikonst- of Prent-
winkeliers, nu zynde of namaals komende, derzelver Papieikonst, of
Prenten willende verkopen in lysten niet glazen, gehouden en ver-
plicht zullen zyn, of dezelve glazen te doen snyden, gruizen of fatsoe-
neeren by en door een Glazenmaker tot het St. Lucas Gilde behorende;
of als Glazemaker het Gilde te winnen, en deszelfs 'asten te draagen,
op een boete van honderd guldens.
2.
Dat alle Papieikonst- of Prentwinkeliers nu zynde, of namaals
komende, die niet sorteeren nochte gequalificeert zyn om te sorteeren
onder het Boekdrukkers of Boekverkopers Gilde, of dewelke geen
Pars gebruiken, gehouden en verplicht zullen zyn, de eerste binnen
6 weeken na het emaneeren dezes, en de andere, alvorens derzelver
Winkel of Neering te doen of te beginnen, zich onder het Gilde van
St. Lucas te begeeven, mitsgaders te draagen de lasten daarinne plaats
hebbende, op een boete van hondert guldens, te verbeuren telken
reyse, dat zy, zonder in het Gilde getreden te zyn, bevonden zullen
worden Papier, of Prentkonst verkocht te hebben.
3-
Dat alle Papieikonst- of Prentwinkeliers nu zynde, of namaals
zullende komen, die gequalificeert zyn om onder het Boekdrukkers
of Boekverkopers Gilde te sorteeren, ofte die de Pars gebruiken, de
eerste, zoo die onder het zelve Gilde nog niet sorteeren, binnen
6 weeken na het emaneeren dezes, en de andere, alvorens derzelver
-ocr page 203-
— 190 —
Winkel of Neering te doen of te beginnen, gehouden en verplicht
zullen zyn te kiezen, tot welk, (te weeten tot het St. Lucas of tot
het Boekdrukkers en Boekverkopers Gilde) zy willen sorteeren, en
dadelyk na die keuze het gekozen Gilde te winnen, op poene mede
van hondert guldens telken reyse, dat zy zonder gekozen en het
gekozen Gilde gewonnen te hebben, bevonden zullen worden Papier-
of Prentkonst verkocht te hebben; en dat, ten einde dit alles te doen
observeereu, alle Papieikonst, of Prentvvinkeliers nu zynde, ofnaniaals
zullende komen, van wegens het St. Lucas Gilde aangesproken wor-
dende, gehouden en verplicht zullen zyn, zich te expliceeren, of zy
gequalificeert zyn om onder het Boekdrukkers en Boekverkopers
Gilde te sorteeren en de Pars gebruiken, en zich daar toe gequalifi-
ceert oordeelende, binnen 6 weeken zullen hebben te exhibeeren het
bescheid ofte blyk, dat zy keuze gedaan en het evengemelde Gilde
gewonnen hebbe, op verbeurte, by wygering van dien, telken reyse
van ƒ25:— alle de voorz. boetens ten behoeve van de Gildebosse
te appliceeren; en eindelyk dat zodanige Papieikonst- of Prentwinke-
liers, die bereids het St. Lucas Gilde gekozen en derzelver inkoomgeld
betaalt hebben, gehouden zullen zyn, by het zelve Gilde te blyven en
alle andere lasten en requisitien van het zelve Gilde te voldoen.
Aldus gearresteert den 27 January 1791. Praesentibus den Wel Edelen
Gestrengen lieer Mr. Willem Cornelis Backer, Hoofd-Officier, allede
Heeren Bmgemeesteren en alle de Heeren Schepenen.
En gepubliceert den 28 January 1791. Praesentibus den Wel Edelen
Gestrengen Heer Mr. Willem Cornelis Backer, Hoofd-Officier, den
Heer Mr. Matthys Straalman, Heer van Dnyts etc, Burgemeester,
en de Heeren Sebastiaan van Nooten yansz. en Mr. Pieler Elias,
Praesideerende Schepenen.
In kennisse van my Secretaris
P. S. DEDEL.
-ocr page 204-
— 191 —
REGISTER DER HOOFTSTUKKEN;
ZAKEN, daar in voorkomende.
Generaal Reglement...
Pao
90.
HOOFTSTUK I.
Güdebrieven.
No. I. in dato 2 Septb. 1553.
II. in dato 20 July 1579.
III.  in dato 14 Janu. 1021.
IV.  in dato 17 Octob. 1030.
96.
100.
108.
109.
HOOFTSTUK II.
Verkiezing, Huishoudelijke Schikkingen, Fimctien,
Van Overlieden , derzelver
Salaris en Emolumenten, mitsgader
van de Güdeknecht en deszelfs loon.
I. Van de Verkiezing van Overlieden, t&c.
Hoe na malkander niet mogen bestaan...
Tyd van Verkiezing...............
Een tot Bosmeester...............
Nominatie.....................
Uit wat Ambachten te kieseu ........
II. Schikkingen omtrent het Huishouden van Overlieden.
Ordre op derzelver Zitting................... ....
III. Fimctien van Overlieden, en tcat daaromtrent in acht te
nemen hebben.
Visitatie der winkelen.....................
Moeten toezien op 't onderhouden der Keuren ...
Zyn I'roefuieesters........................
Hebben de directie van de Bosse.............
Moeten Boekhouden en ltekening doen.........
Visitatie van Schilderyen &e................
Mogen niemand in 't Gild nemen dan Poorters...
Mogen de Boetens vorderen ...............
Moeten de Jaarzangen invorderen ............
IV. Salaris en Emolumenten.
Hebbon twee negende parten in de Boetens......
Jaaiiykscho Verteering.....................
Zyn vry van Jaarzang &c. in dienst zynde......
Proef- en Visitatiegeld.....................
Zie nopens 't Visitatiegeld, Hoofdstuk XIII.
Pag
114.
114.
115.
115.
116.
116.
118.
119.
119.
119.
119.
119.
119.
120.
120.
121.
121.
121.
121.
-ocr page 205-
— 192 —
V. Gtldeknecht, en zyn Loon.
Zyn Verkiesing. ..............................    Pag.   121.
Mag niet meer vorderen als by Keure is toegelegt.......       »      121.
Moet op de Beunazen passen .....................       »      122.
Wat in 't ophalen der Jaarzangen moet in acht nemen ...       »      122.
Zyn Functien en Salaris in publicque verkoping ......        »      122.
Niemand mag, buiten hem, Catalogussen &c. ombrengen ...       »      123.
Salaris van de Proeveling........................       »      121.
Tractement &c...............................       »      124.
HOOFT STUK III.
Van de Ambachten, Neringen, en Werk tot dit Gild behorende.
Glasemakers en Glasenschryvers, kc...................    Pag.   125.
Schilders, &e....................................       »      125.
Schildery-handelaars...............................       »      12G.
Die haar geneeren niet Verwen, Piutsool, Borstel daar men de
Verwe mede verstroit, en Yser daarmen ' t glas mede gruist ...       »      126.
Borduurwerkers en Verkopers van dito werk ............       »      126.
Tapissierwerkers .................................       »      126.
Oompassemakers .................................       »      126.
Glaywerkers ....., ..............................       »      126.
Koffermakers ....................•. ••• ............       »      126.
Die de Pers gebruyken..............................       »      126.
Plaat riguursnyders..............................       »      127.
Beeldhouwers on Beeldgieters ........................       »      127.
H O O F T S T U K IV.
Van de Proeven, Proefplaafs, en waar de Proefstukken verblijven moeten.
I. Proeven wanneer te doen.
Binnen 8 dagen na aanmaning.......... .........    Pag.   128.
II. Welke Ambachten Proef subject zyn.
Glasemnakers, Glasenschryvers, Beeldhouwers, Beeldgieters       »      129.
III.   Wat Proef ieders Ambagt doen moet.
Glasenmakers-proef..............................       »      12'J.
Glasenschryvers-proef...........................       »      130.
Beeld-houwers-proef ...........................       »      130.
Steenhouwers, proef-vry ........................       »      131.
IV.   Proef-plaats en Proefstukken.
Proef-plaats ... .,............................       »      132.
Proefstukken voor 't Gild ........................       »      132.
HOOFT STUK V.
Van de Proevelingeu en wat omtrent dezelve geobserveerd moet  worden.
Die in 't Gild komt moet Poorter zyn..........• .........        »      132.
Proeveling moet Leerbrief toonen .....................       »      134.
Binnen wat tyd de Proef aftemakcn.....................       »      135.
-ocr page 206-
— 193 —
HOOFTSTÜK VI.
Van het Proefloon, Inkom- of Glldegdd, en verdere Onkosten by den
Proeveting te betalen.
I. Van het Proef-loon
Proef-loon en verhoging ........................ Pag. 135.
II. Van het Inkom- of Gildegéld.
Inkom- of Gildegéld en verhoging.................. » 137.
Glasemaker mag niet schilderen, ten zy als Schilder 't recht
van 't Gild voldaan heeft............ ............ » 138.
Die als Schilder en Glasemaker wil fungeeren wat beta-
len moet ...... .......................... ■» 139.
III. Verdere Onkosten ............................... » 139.
Gildeknecht, Iutekeiigelt, en Ordonnantien............ » 139.
HOOFTSTÜK VII.
Van het Bosgeld en de Jaarzangen.
I. Hosqeld.
Wat met de Reformatie, ten profyte van de Bosse komen
moet .................................... » 140.
Inkomgelt en verhogingen........................ » 141.
II. Jaarzangen.
Wanneer op te halen ........................... » 142.
Boete tegen 't niet boUoorlyk betalen derzelve ......... » 143.
Die zig laat rojeeren moet echter Jaarzang betalen...... » 144.
HOOFTSTÜK YIII.
Wie alt de Bosse trekt en wie niet.
Wie trekt en wie niet..................... ,.....       »      144.
Reysgelt voor vreemde Knechts .............., ...       »      146.
AVanneer 't recht tot de Bos verloren word............       »      147.
Die in twee Gildens zyn, maar uit een te trekken ......       »      147.
HOOFTSTÜK IX.
Van de Leerjongens en Knechts.
Versclieide ordres omtrent 't aannemen van Leerjongens...       »      148.
Meesters hoe veel Leerjongens tefl'ens ...............       »      150.
Inschryven en wat daar by te betalen...............       »      150.
Die niet Ingetekent is, mag geen proef doen .........       »      150.
Exceptie.................................       »      151.
Leerbrief ........................ ............       »      151.
Knechts, moeten haar tyd uitdienen ...............       »      152.
—— niet te onderhuuren ........................       »      152.
III.
25
-ocr page 207-
— 194 —
Leer-Jongens, idem ........................... Pag. 152.
------■— die zig ongeschikt aanstellen............... » 153.
Contributie van Gezellen die hier komen werken ...... > 153.
HOOFTSTUK X.
Hoe Oildebroeders zig omtrent Overluiden te gedragen hebben.
Mitgaders,
Poenaliteiten, tegen die zig in rechten laten roepen: als ook daar by Keuren
geen boete is gestelt.
I. Hoe zig omtrent Overluiden te gedragen.
Dezelve niet te misdoen ........................ Pag. 154.
II. Poenaliteiten tegen die zich in Hechten laten roepen, cêc.
Dubbelde Boete en Kosten........................ » 155.
Poene, daar geen Boete gestelt is .................. » 156.
HOOPT STUK XI.
Verdere Orders en bepalingen, zo de Oildebroeders, als hun
Ambacht
aangaande.
Pag.
156
b
156
»
157
»
157
157
157
158
158
r doen
:
159
159
160
Aangenomen Werk af te doen..................
Glasemakers geen vreemt werk te zetten .........
Gemengt Glas niet te leveren ..................
Niet te treden in een anders werk...............
Moeten by 't Gild blyven en de Artioulen onderhouden
Yremden niet behulpzaam te zyn ...............
Glasemakers, geen Schilders te bevryden .........
Gildebroeders geen onvrye persoonen te bevryden ...
Die eens uit de Neering geschyden is, mag die niet meer
Wie bekeuren mogen ...............
Pcene togen 't Messetrekken............
HOOFTSTUK XII.
Van de Begrafenissen; en het Aanspreken van 't Gilde, in cas van Overlgden.
I. Van de Begrafenissen.
Ider Gildebroeder moet nieede ter begrafenis gaan
Ook met Gildebroeders Vrouwen •............
Ieder Ambacht met do dooden van zyn Ambacht
Wie dragen moeten .....................
Moeten in 't zwart gekleed zyn ............
Nadere ordres omtrent de Dragers............
Ordre omtrent 't begraven van Schilders ......
II. Aanspreken van 't Gild.
Niet begraven zonder 't Gild aan te spreken
Kil.
161.
162.
162.
162.
163.
163.
103.
rag.
-ocr page 208-
— 195 —
HOOFTSTUK XIII.
Van Publicque Verkopingen. Mitsgaders, Ryffeleryen, en het Omlopen en
Voorstaan met Schilderyen.
I. Publike Verhopingen.
Geen Schilderyen publicq te Verkopen buiten consent van
Burgemeesteren............................. Pag. 164.
Verkopingen door de Concherge.................. » 168.
Idem, en Sterfhuisen, "Weeskinderen, en Desolate boe-
dels rakende .............................. » 168.
Gildeknechts Presentiegeld....................... » 169.
Verkoopinge yan die geen, die uit de neering sehyden ... » 169.
In Verkopingen geen goederen in te steeken ......... » 170.
Eed yan Zuivering ........................... » 170.
Verscheide orders omtrent publike Verkopingen, en 't geen
daar toe behoort.............................. » 170.
Catalogus aan Overluiden te geven.................. » 171.
Poene tegen 't omdragen van Billetten &c. buiten de Gil-
deknecht ................................. » 174.
Ordres omtrent 't recht van Visitatie, in Verkopingen van
Boeken en Prentkonst te gelyk......... .......... » 174.
II. Ryffeleryen.
Niet te houden, buiten consent van Burgemeesteren ... » 175.
Nader Verbod van Ryffeleryen.......,............. » 175.
III. Omlopen en Voorstaan.
Voorstaan in de open lucht ..................... » 176.
Omlopen, Voorstaan en Omdragen.................. » 177.
HOOFTSTUK XIV.
Van de Benn-Azen, en die Gildebroeders Neering doen.
Geen Oud of Nieuw Glasemakers-werk alhier te leveren door
die buiten dezer Stede Jurisdictie woonen ............      »     177.
Pcene, tegen die meester, die daarin behulpelyk is .........      »     178.
Gildebroeders, geen Onvrye te bevrydén ...............      »     178.
Onvrye Schilders .................................      »     178.
-----in verscheide Ambagten ........................      » . 178.
-----Beeldhouwers en Beeldgieters.....................      »     179.
Pcene tege Schilders die Glasemakers-werk doen, en Vico versa      »     179.
HOOFTSTUK XV.
Van de Vremdelingen, Jaarmarkt, en Goederen van buiten inkomende.
Vremde Glasemakers .............................. Pag. 179.
Buiten de Jaarmarkten, hier geen vremde Schilderyen in te •
brengen of te verkopen ........................... » 180.
-ocr page 209-
— 196 —
Schilderyen om op de Jaarmarkten te verkopen, wanneer in
te brengen ..........., ........................   Pag.   182.
Zyn aangeving en Visitatie subject.....................      ,     ig2.
Hoe na het eindigen der Jaarmarkt, daar mede te handelen...       »      182.
Mogen niet in Commissie gelaten worden ...............      »      183.
Schildery-Verkopers, hier wonende, mogen ze niet kopen om
weder te Verkopen, anders als in de Jaarmarkten.........      »     183.
Inbreng en Verkoop van vremd Beeldhou-werk, buiten de
Jaarmarkten, verboden ...........................      »     1S3.
AANHANGSEL.
Eed van Zuivering.................................      »      184.
Uitkeering, aan oude en behoeftige Gildebroeders .........      »     185.
Gildebroeders eenige Jaaren Schilders geweest zynde en Gla-
semakers wordende, zyn gehouden de Overledenen te draageu
      »     185.
Reglement wegens de uitkeeringe .....................
      »     187.
-ocr page 210-
— 197 —
Mr, DIRGK EVERTSZ. VAN BLEYSWIJGK
EN DE »CAERTE FIGURATYFF" VAN DE STAD DELFT.
1675^78.
(Medegedeeld door den Heer M'\ J. Soutendam, Secretaris dei-
Gemeente Delft.)
OEN de Heeren Burgemeesteren van Delft, opgewekt
door het voorbeeld van die van Amsterdam en Leiden,
te rade waren geworden een kaart hunner stad »in
plano ofte platte form", d. i. in vogelperspectief, te
doen vervaardigen, waarop hare gebouwen, straten,
grachten, enz. tot in al de bijzonderheden, door een
graveerwerk op zoo'n schaal te bereiken, zouden zijn voorgesteld,
werd den oud-Burgemcester, Mr. Dirck Evertsz. van Bi.eyswijck,
dezelfde die de Beschrij vin ge van Delft zamenstelde, door hun
college opgedragen »syn ooghe over de Stads nieuwe Caerte te
laeten gaen, tot dat deselve (sou) wesen geperfectioneert".
Dat die taak, waarmee noodzakelijk veelvuldige beslommeringen
gepaard gingen, uitstekend door hem werd volvoerd, bewijst de kaart
zelf op de meest overtuigende wijze. Als een meesterstuk van nauw-
keurigheid en van graveerkunst munt zij uit boven hetgeen vroeger en
laler op dat stuk, zoowel voor Delft als voor andere steden, werd
gewrocht, en sedert de chalcographie of plaatsnijkunst door de litho-
graphie of den steendruk schier geheel werd verdrongen, worden
-ocr page 211-
— 198 —
kunstvoortbrengselen, als de graveurs der xvn. en der xvm. eeuw
leverden, in de onze te vergeefs gezocht, al mogen ook door de
xylographie of houtsnijkunst in vele landen van Europa, vooral in
Frankrijk, tegenwoordig wonderen worden verricht. Voegt men daarbij
de pholographie, de phototypie en de heliographie, alle vermenig-
vuldigende, maar minder scheppende kunsten, waarbij de wer-
king van het zonlicht de kunstvaardigheid van den plaatsnijder mee-
rendeels vervangt, dan voorwaar is het niet te verwonderen, dat de
producten van het »koper-steeken" en a'tgraef"- of »groef-
yser" uit een artistisch en aesthetisch oogpunt steeds meer en meer
gezocht worden en in kunst- zoowel als handelswaarde stijgen.
BLEYSWIJCK aanvaardde de hem opgedragen taak, die hij als
ervaren kunstliefhebber en wetenschappelijk ontwikkeld man met de
uiterste zorg en toewijding behartigde en volbracht. Welke moeiten
hij zich in het belang der zaak, maar ook, en zeker niet in de laatste
plaats, uit liefde tot zijn beroemde en bloeiende vaderstad al niet
getroostte, kan het best worden opgemaakt uit de rekening en ver-
antwoording van ontvangsten en uitgaven, loopende over de jaren
1675, '76 en '77, door hem ter kamer van Burgemeesteren gedaan 1).
Ik stel mij voor daaruit enkele posten mee te deelen, die om
verschillende redenen vermeldenswaardig mogen heeten, ware het
slechts om te bewijzen, dat de opdracht door Burgemeesteren aan
hun «voorganger in officie" gedaan alles behalve een sinecure was,
maar integendeel een commissie, waaraan tal van »taedieuse" en las-
tige werkzaamheden — »besoignes" zou BLEYSWIJCK ze hebben ge-
noemd — en vele »fatigues" vast waren, die door Mr. DlRCK op de
meest bevredigende wijze tot een goed einde werden gebracht, zoodat
1) Zij wordt op 't gem.-archief bewaard en maakt met hare talrijke bijla-
gen een 'lijvigen bundel uit.
-ocr page 212-
— 199 —
ik meen niet te veel te zeggen met te beweren, dat de voltooiing
van het kunststuk, waarover wij thans nog met bewondering het oog
laten gaan, in de eerste plaats hem te danken is, die zich door de
uitgave zijner B eschry vinge van Delft i) bereids een onvergan-
kelijke aanspraak op de erkentelijkheid zijner tijdgenooten zoowel als
van het nageslacht verwierf.
Uit het hoofd van »den ontvang" blijkt de aard der opdracht,
nl. »omme, ingevolge het versoeck ende commissie van haer Ed. Achtb.
de heeren Burgemeesteren op (Blkysvvijck) verleent, een groote
Kaerte figuratijf van haer Ed. Achtbs. Stadt te doen maken, soo als
(hy) die op syn beste en avantagieuste soude konnen ordon-
neren". Hij had dus de belangen der Stads-kas met de eischen dei-
Kunst over een te brengen, wat hem bij uitstek gelukte.
De »totalis somma" der hem op verschillende tijdstippen ver-
strekte gelden beliep 2666 gl. 15 st., welk bedrag, teruggebracht tot
den tegenvvoordigen prijs van 't geld, p. m. f 10.000 uitmaakt, althans
daarmee mag worden gelijk gesteld.
De uitgaven beslaan in de rekening 23 bladzijden in folio, be-
schreven met allerlei posten, waarvan ik de opmerkelijkste overneem.
Zij roepen ons in de gedachten toestanden van voor twee eeuwen
1) Hoe oppervlakkig en onbeduidend de zoogen. biographischc woorden-
boeken dikwijls zijn, bleek mij onlangs nog ten klaarste, toen ik een pas ver-
schenen werk van dien aard op Bleyswijck (Dirck van) — het bericht beslaat
zeven regels! — nasloeg en tot mijn verbazing daar nog moest lezen, dat, „als
een verbeterde)!) en vermeerderde uitgave van zijn Beschrijv. van Delft, die
door Reinier Boitet in 1729 aldaar uitgegeven, kan worden beschouwd". De
foliant van Boitet ontstond uit een boekverkoopcrsspeculatie, terwijl de beide
kwartijncn van Bleyswijck daarentegen in een Vfcrkclijke leemte — wellicht
ook in een behoefte — voorzagen. De nazaat of liever de Ujd, die alles toetst,
heeft trouwens reeds uitspraak gedaan en terwijl de compilatie van den pla-
giaris „voor een appel en een ei" wordt verkocht, geldt het oorspronkelijk
echt-wetcnschappelijk werk van den geschiedschrijver op de boekenmarkt ten
minste reeds viermaal meer, dan de zoogen. „verbeterde" zamenflansmg, en is
Bleyswijck's geschrift sedert de herleving der historisch-topographische stu-
diën in ons Vaderland aanmerkelijk èn in waardering èn in waarde (handels-)
gestegen. Suuni cuique.
-ocr page 213-
— 200 —
terug, toen trekschuit en postwagen de vervoermiddelen waren voor
't publiek, de logementen of herbergen nog op oud-Hollandsche wijze
waren ingericht en aldaar evenzoo «maaltijd" werd gehouden; maar
tevens herinneren zij ons, dat de stedelijke magistraat toen ter tijde
niet schroomde de Kunst te steunen en van oordeel was, dat de bloei
en de roem cener stad ook door bevordering van alles, wat met
Kunst in betrekking staat en door haar ten dienste der gemeente
wordt voortgebracht, uitnemend plachten te worden gebaat en ver-
breid. Ofschoon voor het meerendcel kooplieden en handelsmannen,
waren zij tegelijk levendig doordrongen van de waarheid der gulden
spreuk, die in 't algemeen wijst op hetgeen elk in zijn stand en
betrekking, met het oog op eer en waardigheid, verplicht is te doen
en na te komen. Zij brachten het »noblesse oblige" in praktijk en,
gelijk HENRY Havaud het werken en streven onzer voorvaderen zoo
juist heeft gekenschetst: »ils savaient faire grand". ■— Ziehier eenige
posten:
Den 25. Sept. 1675 betaelt r.en Johannes Vercoue (Vercolje) i),
konstschilder, voor de teeckening van Delfshaven in profyl van de Maes
af te sien, na 't leven op 't curieuste geteekent, de somme van ƒ 36.—.
Den 13. Octr. betaelt an PlETER van Asch 2), voor twee teecke-
ningen van Overschie en Voorburch........f 9.—.
1)   Zie over hem o. a. Boitet , Beschrüv, van Delft. Hij was een geboren
Amsterdammer. Als goed portretschilder heeft hij hier ter stede, waar hij zich
vestigde, menig beroemd en minder beroemd nmn „geconterfeit".
2)    Van dezen schilder bevindt zich ten Raadhuize van Delft, in Burgemees-
ter en Wethouders-vergaderkamer, een kapitaal landschap, door den Gorcuni-
mer Verschuyiiing gestoffeerd, met het jaartal 16(19. — Om niet te'wijdloop'g
te worden, laat ik de namen volgen der Kunstenaars, die, behalve de beide
bovengenoemde schilders, aan de kaart meewerkten, nl.: de teekcnaar Meester
Willem d'Aly; de wapenteekenaar Witmont; de plaatsnijders Coenkae'I' Dec-
keb, Johs. de Bam en Romein de Hooge; de lettersnijder Andkies Hooge-
boom; de plaatdrukker Anhries Smith; de teekenaar Willem van Odekeucken;
de kaartplakker en „afzetter" Jacobus Bobijn, blijkens verscheiden posten. —
Afzetten is hetzelfde wat men nu kleuren noemt.
-ocr page 214-
— 201 —
Ten selfden dage noch betaelt aen Monsr. van den Hove over
(voor) verschot van vracht en verteerde costen van met Monsr. Ver-
colie na Delfshaven en met van Asch na Overschie en Voorburch
geweest te zijn...............f S — 1 __
Den 20. dito aen Monsr. Vkrcolie voor de twee kercken met
haer toorens konstig na 't leven en op de roe-maet geteeckent. ƒ 30.-—.
Uit nog zes andere posten blijkt, dat Verkolje wel het grootste
aandeel had in de vervaardiging der teekenmgen, waarnaar de gra-
veurs mossten werken. Zoo ontving hij achtereenvolgens: »voor het
profyl van de Stadt, op syn curieuste na 't leven met veel moeite en
tijdtversuym geteeckent"............ƒ 72.—.
»Over verschelde teeckeningen ten behouve van Stadts-Kaerte"
de som van.................ƒ 294__-.
later nog »over verschelde teeckeningen" voor hetzelfde doel
20 dukatons.
Bovendien werd hem een som van 24 gl. 8 st. uitbetaald »over
vracht, verteerde kosten en tijdversuym, ter saecke hy door ordre van
de heeren Burgemeesteren tot Amsterdam was gereist om te soecken
na de bequaemste meester-plaetsnyders ende sich t'infor-
meren hoe ende by wie men tot de civielste prijs 1) een, groote
ka ert van de stadt Delft soude konnen doen maken."
Den 2. Augs. 1676 reed Bleyswijck met zijn zwagers «Koers-
wagen" in gezelschap van Vercolje naar het stads-tolhek bij Berkel,
»om (te) sien hoe men 't selfde op sijn avantagieuste soude uytteecke-
nen" en bracht voor die reis in rekening wegens vertering: 18 st.
1) De correspondentie over het finantieele punt met verschillende kun-
stenaars gevoerd, legde Bleyswijck bij zijn rekening en verantwoording
over. Door telkens aan den beste in elk kunstvak dat gedeelte van het werk
op te dragen, 't welk diens „specialiteit" was, werd een resultaat verkregen,
dat de volmaaktheid nadert voor zooveel die bij rnenschclijk werk bereikbaar is.
UI.                                                                                                                 
-ocr page 215-
— 202 —
Den 14. Augs. deed hij door laatstgen. kunstenaar »ter goeder
reeckening" betalen aan Coenraet Decker , splaetsnijder van de ge-
sichten tot Stadts-kaert behoorende" een som van ƒ 63, terwijl den-
zelfde op 5. Maart 1677 nog ƒ110.— werd ter hand gesteld.
Nu volgen eenige uitgaven wegens kost door den oud-Burge-
meester gemaakt op verschillende reizen, die in het belang der goede
uitvoering van de Kaart werden ondernomen. Zij zijn te curieus om
niet gespecificeerd te worden meegedeeld.
Den 25. April mijn knecht na Uijswijck gesonden om Monsi'. van
den Hove te halen, om nevens Vercoue en mij mede naer Delfs-
haven en Overschie te varen, omme de teeckeningen, soo van 't pro-
fyl als plano van beyde die plaetsen, na 't leven eens nader over
te zien, alsoo daer eenige misstellinge in bevonden was . ƒ3— 8.
Ten selfden dage tot Delfshaven uytgegeven aen den veerman,
om 2 mael opdeMaestevaren .........12 st.
Een tocht van meer belang werd den 26. daaraanvolgende naar
Amsterdam ondernomen, waarvan de bijzonderheden in 's Burgemees-
ters aanteekeningen worden vermeld. Drie verschillende belangen
werden daarbij tegelijk waargenomen: nl. die van de Kunst, van de
veiligheid en van de Kerk. Zoo'n oud- of ex-burgemeester als Bleys-
WIJCK was voor de stad, die hij eenmaal medebestuurde of liever
mederegeerde, een hoogst nuttig personaadje, wiens diensten terecht
van groot gewicht werden geacht, zoodat zijn »otium cum dignitate"
werkelijk in een »negotium" veranderde, waarop dezelfde qualincatie
evenzeer mocht worden toegepast. De bedoelde posten luiden als
volgt:
Den 26. April commissie ontvangen hebbende van haer Ed. Achtb.
om my voor eenige dagen tot Amsterdam te vervoegen, niet alleen
ten dienste en tot meerder acceleratie van 't werck van Stads-Kaerte,
-ocr page 216-
— 203 —
maer oock omme inspectie te nemen van de nieuw ge'inven-
teerde slange-brandspeuyten door de gebrs. van der Heyde,
alsmede my t' informeren na den Predikant Doeskurgh,
doenmaels in 't Gasthuys beroepen zijnde, soo ben ick op seecker
bericht, dat Ramasyn i) des anderen daegs na Amsterdam meende
te vertrecken omme de platen tot Stads-Kaert behoorende in handen
te krijgen ende sich diervoegen meester te maecken van hetzelfde
werck, noch dien avont op den Haegh gevaren, omme des
anderen daegs smergens met de postwagen van daer op Amster-
dam te konnen vertrecken, omme hem te preveniëren met andere
ordre daertegen te stellen, gelijck geschiedt is; hebbende in alles
op die reis verteert 't navolgende. Eerstelijck met mijn knecht na
den Haegh vervaren..............f__e__.
Aldaer des avonts in d' ordinaris 2) van Juff. Alida verteert met
mijn knecht te samen.............. f 2.__.
Geslapen in Stadts-Logement 3) en aen de Meit ge-
geven ................../ __ l2 _.
Des anderen daegs 's mergens met de postwagen verreist/4— 14 —.
Latende mijn knecht met de schuyt volgen, die aen vragt heeft
vervaren 26 st, en onderweg des middags verteert 10 stuv., te
samen..................f \ — 16 —.
Tot Amsterdam aen pennen, papier en lack om een brief te
schrijven aen haer Ed. Achtb. nopende d' ingenome informatie van
Dom. Doesburg...............ƒ__3__.
1)    Hij was belast met de betaling van „d' arbeiders aen Stadts-Kaerte." Door
wanbetaling van de plaatsnijders, enz , bezorgde hij Bleyswijck veel last en
moeite, voor wien de nnantiële zijde zijner commissie de minst aangename was.
2)    Gaarkeuken, de voorgangster van de hedendaagsche „restauratie".
$\ Gelegen aan de Houtstraat, w.zijde. De afgevaardigden van Delft ter
otatenvergadering hielden daar hun verblijf. Blevswjjok logeerde daar als
oud-Burgemeester gratis.
-ocr page 217-
— 204 —
Aen een barbier voor 't raseren ....... ƒ— 12— l).
Voor seven dagen verteerde montkosten in 't Wapen van Over-
ysel voor my en myn knecht te samen, een ducaton . ƒ3 — 3 —.
Aen schuytvracht van Amsterdam tot Delft . . . ƒ2— 12—.
Den 18. Mey, zijnde tot Leyden by mijn vrinden gelogeert, ben
ick, ter occasie van een goede wint, des mergens vroeg over 't Meer
gevaren na Amsterdam, omme op nieuw nog eenige correctiën in
sommige platen van de Kaert te doen, en des anderen daegs 's avonds
weder tot Leyden gekomen; hebbende met mijn knecht in alles ge-
debourseert................ƒ5 — 17—.
Voor tien maeltijden in vijf dagen, die ick tot Amsterdam moste
verblyven 2), aleer terecht konde geraecken, voor my betaelt f 14.—.
Voor myn knecht............. » 6.—.
Voor vijf nachten slapen..........» 1 — 10—.
Voor myn knecht.............» 1.—.
Aan belleciere 3) voor de dienstboden.....» — 12—.
Uit een post, voorkomende op 8. Aug3. 1677 blijkt, dat Johan-
nes Vercolie, behalve de reeds vermelde, »een menigte van teecke-
ningen ten dienste der Stadts-Kaerte" had gemaakt. Waarschijnlijk
werden zij door Burgemeesteren aan hun kunstlievenden oud-collega
geschonken. Mij is er nooit een enkele van ontmoet.
Den 8. Nov. van evengenoemd jaar ontving Bi.eyswijck »een
packie uyt den Haegh met een proefdruck van 't plano 4) en daerby
't vers van de Heer VAN Zui.ECHEM. Het door Constantijn
1)    1). i. voor zes maal, dat Heer en knecht die kunstbewerkiug ondergingen,
telkens een stiriver per hoofd.
2)    Wegens nieuwe moeielijkheden met den Haagschen uitgever Johannes
Ramastn. Het gevolg was echter, dat Bleyswijck de platen eindelijk in han-
den kreeg.
3)    Bellcchère, drinkgeld, fooi.
4)    De plattegrond.
-ocr page 218-
— 205 —
Huygens vervaardigd gedicht, dat op de kaart aan den rechter-
benedenhoek is gegraveerd, luidt als volgt:
Op d' Afbeelding der Stadt Delft.
Door bevel van de Hoogh-Achtbare Heeren Burge-
meesteren der selve uytgegeven.
Eer hebbe 't wijs Gesagh van Delflands Opperstadt:
Sij saghense misbruyckt tot schier niet als een padt
Na Rotterdammer Hoofd, of uytvaert van Delfshaven;
Sij saghen 't haestigh Volck, half bundeling doordraven,
En Delft, langs d'oude Delft, voor eene straet begaen ;
De Schuyt-clock doogde niet een omsien stille staen ,
Om Delft omstandelick, met sijn geboende straten,
Ter Gevel-toppen toe sijn Weelde sien te laten.
Dus isser in voorsien-, staet wat still', vreemdeling;
Men schenckt het hier in 't Rond aen uw verwondering:
Doordelft het met gemack, en doorkeurt all' sijn hoecken,
Lang sult ghy, mogelijck, heel Nederland doorsoecken ,
Eer ghyder een ontmoet, (in omloop sijns gelijck),
Daar Delft in Rijck, en Schoon, en Overnett voor wijck.
Constanter.
Weldra zou het werk nu zijn beslag krijgen, voor welks uitvoe-
ring Mr. Dirk tijd noch moeite had gespaard. »Ende dit alles" —
zoo besluit hij zijn rekening — »sonder te reeckenen de menigvul-
dige reisen, die ick self met mijn knecht na den Haeg hebbe gedaen,
soo omme Ramasijn tot sijn devoir t' obligeren, als om de saeck met
hem te vereffenen, waeivan geen reeckening ofte notitie hebbe ge-
-ocr page 219-
— 206 —
houden, onaengesien daer dicwils expresselijck des namiddags ben
overgebleven en mijn geit in d' ordinarissen hebbe verteert", enz.
Maar dat alles had de rijke, hoogstbeschaafde patriciër voor den
voem en de eer zijner vaderstad over, waarvan hij de historie met
zooveel nauwkeurigheid beschreef, tot wier zamenstelling hij met on-
verdroten ijver heinde en verre de bouwstoffen vergaderde en in zijn
doorwrocht geschiedwerk opnam.
Behalve menige bijzonderheid, die ons den tijd, waarin Bleys-
wijck leefde en werkte, voor den geest terugroept, bevat de reke-
ning, welke in haar geheel verdiende te worden bekend gemaakt,
de opgave van de namen der verschillende Kunstenaars en van tal
van andere personen, wier talenten en medewerking aan de voltooi-
ing der «Caerte figuratyff" werden dienstbaar gemaakt. Van enkelen
hunner waren zij reeds bekend, maar dat o. a. Vercolje vele teeke-
ningen voor de gravures gemaakt, dat Romein de Hooghe met zijn
vruchtbaar »graefyser" daartoe het zijne had bijgedragen, die feiten
waren, om met den oud-Burgemeester te spreken, tot nog toe min-
der «notoir" en leveren een nieuw bewijs voor de wijsheid der vaderen,
die zich met geen machtspreuken en aphorismen als: Kunst is
geen regeringszaak of dergelijke theoretische en dan nog ver-
keerd begrepen stellingen ophielden, maar de door de ondervinding
tot een onomstootelijke waarheid verheven uitspraak huldigden en in
praktijk brachten, welke in het korte en krachtige: Monos alit
artes is vervat, dat in goed Hollandsch door het even kernachtige:
Gunst kweekt Kunst zou kunnen worden weergegeven.
-ocr page 220-
— 207 —
NEDERLANDSGHE KUNSTENAARS TE ROME.
(Medegedeeld door den Heer P. Haverkorn van Rijsewijk.)
E Cavalière A. Bertolotti heeft uitgegeven een
boekje, getiteld Artisti Belgi ed Olandesi a
Roma nei secoli xvi e xvn, notizie e docu-
menti raccolti negli Archivi Romani.
Firenze 1880. In dit boekje verzamelde de schrij-
ver, zoo als de titel zegt, de aanteekeningen, welke hij maakte bij he
doorsnuffelen der staatsarchieven te Rome, aangaande Vlaamsche en
Hollandsche bouwmeesters, ingenieurs, schilders, beeldhouwers, gra-
veurs, goudsmeden, musici, zelfs aangaande vergulders, stukadoors,
juweliers, fabrikanten van muziekinstrumenten, horlogemakers, enz. enz.
Vond hij bij den naam van den kunstenaar of industrieel opge-
teekend, dat deze Vlaam of Hollander was, dan nam hij wat er aan-
gaande dien persoon vermeld stond over, al was het feit. nog zoo
onbeduidend en de persoon nog zoo gebrekkig aangewezen. Er waren
te Rome een aantal Giovanni's of Guglielmo's uit Vlaanderen of
Nederland, die met de politie het te kwaad kregen wegens twist, dief-
stal of dronkenschap — al die Giovanni's en Guglielmo's werden
door Bertolotti getrouwelijk geboekt. Daardoor is zijn werk veel
grooter geworden, maar niet belangrijker, en zeer vervelend. Het ge-
brek aan kritiek, dat den schrijver eigen was bij het samenstellen
van het boek, verliet hem niet bij het nazien der drukproeven, en het
zat voor bij de conjecturen, welke hij maakt als hij den een of ande-
-ocr page 221-
— 208 —
ren schilder, in de archieven te Rome vermeld, tracht te identificeeren
met een kunstenaar, door de geschiedenis reeds bekend.
Heeft het boek dus niet zooveel belang, als men, op den titel
afgaande, zich daarvan zou mogen beloven, het behelst toch enkele
belangrijke mededeelingen. Deze nam ik over, wat de schilders be-
treft, en de aanteekeningen van den schrijver liet ik rusten.
Bladzijde 44 deelt hij een dokument mede, dat in 't Hollandsen
is gesteld, maar bij het drukken zeker niet overal juist is weerge-
geven :
»Ic Claüdius de Valle onderghescreve by dese presente, make
gheloof ende sede, hou dat desen maendach Ste Catherine, dach XXV
van November 1538, in mynen presence Michael Gast i) ende maestro
Laurentio Roterodame schilder hebbe dese pacte et conditione
ghemaeckt, te segghe: dat Michael Gast hem een jaer lang dienen
sael, beginnende alderheyleghe leystlede in dese jaer van dusen vyf-
honder ende achtendartich; voorts, alle wat hy van consten heeft
[— Laurens v. Rott. —] dat sal hy hem laete contefayte; ende dat
Michael twe daeghe in der weken voor nv°. Lavjro conlrefayte sal,
ende tot dry uren inder nachte werken, ende dat Michael sondachs
ende heyle daechs voor hemselfs contrefayte sal, ende dat m«, Lauro.
Michael van anderntyde couse ende schoene onderhoude sal, ende
Michael heeft m». Lauro. gheloft ende gheloovehem, wel deuchelic
ende ghetrouwelic dyen tyt te dyenen, ende van hem nyet te scheyen
sonder synen goeden licentia opten peynen van xxv croenen, ende
oec mo. Lauro. heeft ghelooft Michael ende ghelove hem wel te
houwen ende onderhouwen al dat boven ghescreven ys ende hem in
1) In 1558 werd een schilder van dien naam ingeschreven als Meester in het
S. Lueasgild te Antwerpen. (Zie Ph. Rombouts en Th. van Leeius. „De Liggeren
en andere historische Archieven der Antwerpsche Sint Lucas Gilde". I. bl. 209.)
Eed.
-ocr page 222-
— 209 —
dat jaer nyt orloff te gheven opte selven peynen. Ende voer alle
bayde partie ie, Claudius de Vali.e, boven ende onderghescreven,
van requisitione van alle bayde partye hebbe dese ghescrift ghemaeckt
den selven dach xxve Van November 1538. Ende om meer ghelof
alle bayde se zyn hyer onderghescreven
Ie LAURENS van Rotterdam.
Ie Michael Gast.
Ie Claudius de Vai.i.e."
p. 46. Een Lorenzo, vlaamsch schilder, zat 11 April 1550 in
de gevangenis, voor vvien eenige personen zich borg stelden.
Volgens een blaadje, zonder dagteekening, zou zijn misdrijf zijn
geweest, dat hij Anïoniüs Mor i), Vlaam. met een stok sloeg en hem
de muts afnam.
p 47. GlOVAKNI DE MENINO of MlNO of MlNA of MlNEZ of
Mena (al naar de notaris schrijft) vlaamsch schilder wonende in de
oude voorstad bij de herbergierster Maddalena, vlaamsche, dronken
gaande van de eene herberg in de andere, vergezeld door SlMON
schilder zyn landgenoot, wonende bij S. Brigida, verloor een beurs
met 30 scudi, toen hij bewusteloos op den grond viel. Ondervraagd
werden de volgenden, die zich bevonden in de herberg en de beurs
hadden gezien, omdat Minez, op vermoeden dat de beurs hem ont-
nomen was door zijne makkers, tegen hen een aanklacht indiende,
den 12™ Maart 1552:
Stefano Berdadie De Coland ra, vlaamsch schilder, en een
ander genaamd De Traject o, wonende op 't Campo Marzio;
Massimianus Burgundius mille burgiènsis flandrus, eertijds
bediende van den Rmo- di Cesena wonende in 't huis van Madda-
1) Waarschijnlijk dezelfde als Anthony Mok (Moob) die üi 1547 als schilder
in het Antwerpsche Gild werd ingeschreven en vóór 1578 overleed. (Liggeren
1. hl. 159.)
                                                                                                      Bed.
III.                                                                                                                 27
-ocr page 223-
— 210 —
LENA de vlaamsche herbergierster in de voorstad; de schilder Todorico
DE Gun/r trajectensis diocesis, geboortig uit gemeld Trajectum
en Matthias Stemme.
Ook weiden ondervraagd M. Luigi Eumesüas of Comesdas, Vlaam,
wonende in de voorstad by Anna de Vlaamsche; hij kende Simon en
had met hem gegeten in de woning van Salviati. Hij wist niet of
hij de dief was, maar hoorde iets er van zeggen door Teodorik den
Vlaam. In dit onderzoek worden nog genoemd Enrico en Steeano
PlGHO Vlamen, zonder vermelding of deze kunstenaars waren. Simon
onderging de tortuur, ontkende en het schijnt dat hij onschuldig was.
p. 51. LoRENZO, vlaamsch schilder, had zich bedronken in de
herberg De drie Koningen, en thuis gekomen begon hij te mishan-
delen Paolo , Vlaam, die niet was komen drinken. Daarmede niet
tevreden, ging hij heen en kwam terug met Ugo , bijgenaamd de
rosse, en beiden begonnen den bovengenoemde te slaan. Het licht
ging uit of werd uitgedaan. Paolo kreeg een messteek in het lijf
en Ugo kreeg er drie zeer ernstige. De getuige Giovanni verklaarde
dat hij Ugo had zien sterven en hem hoorde zeggen dat hij gegaan
was om Paolo te vermoorden. Die Giovanni was een zoon van
Ghilberto Brix schilder uit Antwerpen, oud 24 jaren, en woonde
26 Febr. 1563 achter Banchi.
p. 52. Emanuel Filuïert, hertog van Savoie, benoemde op
t Januari 1568, Giovanni Caragua, Vlaam, uit groote tevredenheid
over zijn werk, tot zijn schilder.
p. 55. In Maart 1581 werd Cristoforo del Chemp, vlaamsch
schilder, aan 't hoofd gewond. Hij woonde toen reeds zes jaren te Rome.
p. 57. Blijkens den inventaris der goederen van den Franschen
gezant Paul de Foix d.d. 13 Mei 1584 had deze tot schilder Nico
laus Nevolo uit Brussel.
-ocr page 224-
— 211 —
p. 67. Enrigo, zoon van meester Pietro Dees van Bois Ie
Duc, schilder werd begraven 21 Oct. 1603 op 't vlaamsclr kerkhof.
ihid. Martino Fai.chemburg — [in de aanteekeningen wordt
gezegd dat het moet zijn: Valkenburg] vlaamsch schilder, zat Dec.
1604 in een herberg met andere landgenooten, o. a. Giacomo Janv.e
alias Coppe goudsmid, die rusie kregen.
p. 76. Op 19 April 1608 diende Gerard Tarburgo van Cas-
tiglia, vlaamsch schilder, wonend in het paleis van kardinaal
Colonna, een aanklacht in tegen Peli.egrino Sassoduro, Vlaam,
die hem den cjden Maart met een ijzeren vork drie wonden aan het
hoofd had toegebracht, terwijl sij samen gegeten hadden in de her-
berg »de Zeug", met Arnoldo di Arnoldo, Giovanni Bruni of
BrUNZo, landgenooten.
p. 82. In de kerk van Sint Cosmo en Damiano staat op een
grafsteen in 't I.atyn vermeld, dat daar begraven is Willelmus van
Wede, UI traj ectinus, Belg, uitnemend schilder, gestorven in
1613 den I7M Oct., 21 jaren oud. Die steen werd ter zijner eer be-
zorgd door Joannes Vanne Santen Ultraj ectin us, algemeen
architect van paus Paulus V. 1)
p. 86. Wil.LEiyl Vandale, vlaamsch schilder, woonde 1614 te
Rome.
p. iof. Meester Paolo Brillo, schilder van Antwerpen, woonde,
blijkens een proces over een diefstal jegens hem gepleegd, nog te
Rome in 1623. In gevolge een besluit, door het genootschap van
St. Bernard genomen en p. 58 medegedeeld, stelde hij zich den
1) Het grafschrift luidde: „Hic situs est Wilhelmus van Wede , Ultrajectimis
Belga, Pietor egregiua, qui obiit mdcxxiii aet. suae xxi. Joannes van Santen
Ultrajectimis, arcliitcctus generalis Papae Pauli V. Pont. Max. momimentuni
hoc posuit pietatis, cognationis et amicitiae recordationis." (Zie Immerzeel, De
levens en werken der holl. cd vlaamsclie Kunstschilders enz.: in voce Jan van
Santen )
                                                                                                           Eed.
-ocr page 225-
— 212 —
27en Maart 1597 borg voor de huwelijksgift, aan de vrouw van den
vlaamschen schilder Giovanni AYEMBRE geschonken door signora
Excm>'1. Peretti. In dit stuk heet hij Paolo Brillo van Antwerpen
eu wordt hij gezegd te wonen in de straat der Drievuldigheid. Zijn
broeder Matteo was toen ook reeds te Rome. In 1623 wordt hij
gezegd te wonen op de Salita (helling) Modiorum alla Trinita de
Mouti bij de woning van Andreas Balestrucci Salvyatus. Paolo
stierf 7 Oct. 1626, 72 jaren oud, waarvan hij 34 jaren getrouwd was
met Ottavia Barra, Romeinsche, terwijl zijn broeder Mattheus
36 jaren oud werd. Beide liggen begraven in de kerk Santa Maria
dell'Anima en het grafschrift meldt, dat zij uit Antwerpen afkomstig, ro-
meinsche burgers waren, bedreven in de schilderkunst en de kunst der
topographie, en ondanks het verschil in leeftijd zeer aan elkander gehecht.
p< 379- In net bijvoegsel wordt het testament van Paul Brilt.
medegedeeld d.d. 27 Sept. 1626. Blijkens dit stuk had hij eene doch-
ter Faustina, één zoon Lucas Rutilio, die in de handen der on-
geloovigen was gevallen, een tweeden zoon Ciriacus, en een
neef Paoi.0 Brilt.o, kind van zijn broeder PlETRO. Aan dien
neef vermaakte hij zijn aandeel in de ouderlijke woning, die verwoest
lag binnen Breda, in de provincie B/aband, (jam dirutae
in civitate Breda in provincia Brabantia.)
p. 183 en 184. Paolo Brillo was lid der congregatie dei
Virtuozi al Pantheon en der Academie van St. Lucas.
p. 115. Molinaro , vlaamsch schilder, woonde in Juli 1629 te
Rome, blijkens een aanklacht wegens rusie. Een J. A. Molineri ,
schilder, woonde in 1622 te Rome, blijkens een brief van zekeren
Cl.ARET uit Antwerpen, wiens zoon hij voorthielp.
p. 127. CORNEI.IUS Waei. verkocht te Genua in 1630 een schil-
derij, dat de drie gratiën voorstelde, voor 20 dubloenen.
-ocr page 226-
— 213 —
p. 116. v. Marco, zoon van Errigo Wauter, Vlaam, ook ge-
naamd Marco de Errigo en nog eenige vlaamsche schilders werden
10 Juli 1631 gevangen gezet wegens vechten. De eerste teekent zijn
schriftelijke verklaring: Marcus Wouters, een ander IIeynprick
van Fouter.
In deze zaak waren ook betrokken:
Pieter van Laer, die genoemd wordt Pietro deu.'Ei.aer, Pietro
Dl Lar, Pietro BAMBOZZO, en hij onderteekent zijne verklaring:
Piero di Lare. In 1636 komt hij voor bij 't proces Swanevelt (z. b.)
Gerard van Kuyll, gelijk hij zelf zijn naam schrijft; welke
overigens voorkomt als Gerardo, z. v. Francesco VaNCOIL.
De rusie werd in der minne bijgelegd en daarvan eene verkla-
ring opgemaakt en geteekend. Uit de stukken blijkt dat Pieter van
Laer toen samenwoonde met Giovanni del Campo , van Kamerrijk ,
p. 183.
p. 127. V. ARMANNO SöANCHULT, SUNALUCLT of SCUCANCHULT, I)
vlaamsch schilder, klaagde in 1636, dat hem twee schilderijen van
Bamboccio en drie van hem zelf waren ontstolen. Zijn vriend Giovanni
DEL Campo zag ze in den winkel van den vlaamschen handelaar in
schilderijen Giovanni Bosman, die op het plein bij de fontein van
Trevi woonde. De diefstal bleek te zijn gepleegd door een Italiaan-
schen leerling van den schilder, die voorgaf dat hij de stukken had
willen copieeren. Uit de beschrijving der schilderijen van SüANCHÜLT
blijkt, dat daarop waren afgebeeld vele leeuwen en een grot met eenige
figuren. De schilderijen van Bamboccio, het eene twee, het andere
één palm groot, stelden voor, het grootste: een hul, voor de hut een
1) Moet ongetwijfeld zijn Hekman Swanevelt, geb. te Woerden 1G20, overl.
te Rome 1690, waarheen hij zich reeds in zijn jongelingsjaren begaf (Vgl.
Immerzeel in voce) en van wiens proces eenige regels vroeger hierboven
sprake is.
                                                                                                       Red.
-ocr page 227-
214 —
kudde lammeren en een blaffenden hond, in de deur der hut een
boer, op den achtergrond boomen; het kleinste: een nacht met
maneschijn, die in een water werd weerkaatst, boeren die bij de hut
een vuur maakten, alsof zij wilden zien of er geen bokken waren
binnengekomen met de schapen, die op den voorgrond lagen, een
diepen achtergrond en eenige bergen.
p. 140 v. en 183 v. Giovanni Miel kwetste zich bij een val en
werd daarvan genezen 9 Maart 1641. Hij woonde bij de kerk S. Carlo
in 't huis van sig. Francesco Bano , was een der bestuurders van de
congregatie dei Virtuosi al Pantheon, lid der Academie van St. Lucas.
In 1654 wilde hij vertrekken naar Lombardije en maakte toen, 6 April,
zijn testament. Daarbij vermaakte hij aan de Illm°, Sigi'. Agosïino,
als vergoeding voor het reisgeld, dat deze hem geschonken had, zijne
copiën naar Bambotz (Bamboccio), RaFFAKL, GIulio Roman, en
zijne dierstudiën.
Hij had twee neven van moeders kant (Jan en Gilles Kant),
die te Melsen of dicht bij Antwerpen woonden; aan elk dezer ver-
maakte hij 300 scudi, waarvan de helft aan de broederschap Sint
Gioseppe di terra Santa verviel, indien zij overleden waren zonder
nakomelingen achter te laten, mits een eeuwigdurende mis op zijn
sterfdag werd gehouden, en van de andere 300 scudi moesten in
't gezegd geval, 100 scudi komen aan St. Lucas Evangelista, de
academie der schilders, beeldhouwers en architecten, en de overige
200 waren voor den Ulo. Signre. Fransoni om een beeld of portret
van hem te laten maken, dat geplaatst zou worden in de kapel van
S'. Josef, zijn beschermheilige. Den ïoon April maakte hij weder
andere bepalingen — altijd voor de 600 scudi, welke vrij vielen
wanneer zijne neven gestorven waren; ook nu hlijven ze voor gods-
dienstige werken aangewezen, slechts wat anders verdeeld, doch
-ocr page 228-
— 215 —
meteen bepaalt hij dat een zijner schilderijen voor de broeders van
S. Giuliano voor het allaar van S*. Pieter en St. Paul, bestemd is en
schenkt hij er ook een aan den broeder van Mons. Steefano Van
der Gors, den Signor Bali.assar Van der Gores.
Den 13111 Sept. 1656 was hij echter nog te Rome, daar hij toen
50 kronen ontving voor een schilderij, welke hij gemaakt had voor
de galerij van Monte Cavallo. Later gaf hij gehoor aan een uit-
noodiging van K.AREL Emmanuel van Savoie, vestigde zich te Turijn
en werd 20 Oct. 1658 tot hofschilder benoemd, op een tractement
van 2000 zilveren lires, van 20 stuivers.
[Bertolotti noemt Jan Miei. een leerling van Gekard Seghers,
zegt dat hij van 's Hertogenbosch (Bois Ie Duc) geboortig is en in
Piemont gestorven in 1664]. 1)
p. 146. Mons. Masso, hollandsche schilder, ontving 22 Febr.
1650 van den Fiscus eene waarschuwing. Daar hij niet betaalde,
werd er beslag gelegd op zijn goed. Een Giovanni van denen , belg,
protesteerde dat ook zijn kleêren waren meegenomen , doordat Masso
bij hem woonde.
p. 150. Thf.odorus Van der Schuer, hollandsch schilder,
droeg voor een gedicht, waardoor Fransche kunstenaars zich beleedigd
achtten, en dat hem werd afgenomen Juli 1665. Zijn tegenpartij
klaagde hem aan bij den Kardinaal Nini en bevel werd gegeven in hech-
tenis te nemen »Teodorico figlio üi Cornelio Van deseur di I.aer
in Olanda." Den 2oen Juli werd hij verhoord. Het gedicht, dat in
zijn geheel wordt medegedeeld, is een spotdicht op Fransche schilders,
graveurs en beeldhouwers, en is in 't Fransch geschreven. Van der
Schuer ontkende dat hij het gemaakt had. Hij verklaarde schilder
1) Volgeus Immebzeel is hij iu datzelfde jaar te Turijn overleden. Red.
-ocr page 229-
— 216 —
te zijn in dienst van de koningin van Zweden, en dat reeds was toen
zij nog regeerde.
p. 167. Adriaan Cornelisz. Van der Cabel uit Holland, werd
Aug. 1665 gearresteerd, omdat hij 's nachts met een degen gewapend
over straat was gegaan, zonder daartoe vergunning te hebben. Hij
was toen ongeveer 5 jaren te Rome en woonde in de Kruisstraat.
Ueze Adriaan Van der Cabel werd met Angelo Van der
CABEL en Gio. Batt». di Wael i), vlaamsche schilders, gearresteerd
wegens rusie met Antonio Lamput, Hermans en de Moor Febr. 1665.
Den 27™ Juli 1665 werd Adr. van der Cabel ernstig gewond.
p. 168. Christoeoro Puytlinck 2), Giov. Schinckel van Hol-
land, Giov. Frangreeenhruch, Adriaan Honinch en Filips Van der
Velde van Holland, allen schilders, werden als getuigen gehoord
over den moord, gepleegd aan Ant. Van Tempel, schilder uit
Londen, in 1667. Puytlinck werd in Juni 1668 door Francesco
van Loo wegens eene hem aangedane beleediging aangeklaagd, en
Philips Van der Velde had in Juli van dat jaar rusie wegens een
degenstok.
p. 169. In 1669, den I2«n Mei, kwamen gedelegeerden van de
hollandsche en vlaamsche schilders samen met gedelegeerden van de
Uuüsche en Koheemsche schilders, om, namens beide partijen, een
einde te maken aan twist en vijandschap. Gedelegeerden der eerst-
genoemden waren Armanno Enrigo Hollander en G10. Batt*. DE
[Wael] Val uit Antwerpen. De schilders, die DE Wai".ls mandaal
onderteekenden, heetten: JaCOB van Loo, Johannes Hobma,
1)    Jan Baptist de Wael wordt bij Immerzeel vermeld als graveur, waar-
schijnlijk dezelfde als hierboven bedoeld wordt.
2)    Een landschapschilder, die zich te Eoermond vestigde en wellicht aldaar
geboren was. Te Rome verkreeg Puytlinck den Bentnaam Trechter. (Vgl.
Khamm in voce).
                                                                                       Red.
-ocr page 230-
— 217 —
Henricus Smidts, Daniel Mytens, Anïony van Groon (?1 en
Georg Post.
p. 174. Gotfried LamberTin, van Amsterdam, schilder, was
in 1678 sedert zeven jaren te Rome, en daar gekomen om een erfenis
van zijn oom, een arts, die een huis op het Corso had, bij de herberg
De drie Lelies, waar deze gewoond had met zijn broeder. Gott-
fried werd gearresteerd omdat hij in het Ghetto werd gevonden, ver-
koopende eenige kleeren. Hij gaf echter voldoende ophelderingen,
en beriep zich onder anderen op den kapelaan van S. Giuliano der
Vlamen.
CLAES JANSZ. WYTMANS,
FORCELEINBAKKER.
A te Rotterdam in 1614 een porcelembakkerij
bij zijn glasblazerij aan de nog heden daarnaar
genoemde Glashaven te hebben opgericht, 1) ver-
kreeg Wytmans — die, zooals hiervoor op bl. 42
en 43 blijkt, tevens ook glasschilderen verstond —
in 1629 van de Vroedschap van Utrecht octrooi
voor zijn porcelein-fabriekaat binnen die stad. In
afwachting dat mettertijd misschien meerdere bescheiden over die
Utrechtsche porcelembakkerij zullen worden ontdekt, geven wij vast
1) Zie daarover de Botterdamsche Historiebladen, Afd. Genealogische Aau-
teekeningen en Levensbeschrijvingen. I. bl. 740 en volgg.
III.                                                                                                   28
-ocr page 231-
— 218 —
hier een plaats aan het volgend daarop betrekking hebbend extract
uit de notulen der Vroedschap van Utrecht van den 27 April 1629,
medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz. , archivaris van Utrecht.
»De Vroedschap heeft Claes Janssz. Wytmans, wonende tot
Rotterdam, ende zijn soone op haer versoeck octroij verleent, omme
voor den tijt van ses eerstcommende jaren alleen binnen deser Stadt,
ende vryheyt vandien te Backen witte banket schotelen, gecontrefeyte
porceleynen, ende diergelycken, Interdicerende allen anderen binnen
den voorsz. tyt, de selue nae te maken, te backen, ofte te doen
Backen, oock nyet wt andere plaetsen alhier te brengen op de ver-
beurte van ....
Beheltelyck datmen hiermede nyet en verstaet te prejudiceren Jan
Gerriïssz. van Overmeeri), ofte zyn soonen."
AANTEEKEN1NGEN
UIT DE STADSREKENINGEN VAN VENLO.
(Medegedeeld door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar).
I.
1514. It. Derick Walburg gemaickt den Raem vand crucifix,
geg. 14 albus 5 heller.
It. voer dat doick daer dat cricifix op gemaelt is geg. 13 albus.
It. meist. Huebert gemaelt dat crucifix ind dat kastgen daerme
die eede op duet daer van geg. vil horns g. fac. 7 gul. 16 alb. 10 he'1.
1) Zie over Jan Gebeitsz. van Ovebmeek de vroeger in het Archief ge-
publiceerde stukken.
-ocr page 232-
— 219 —
ii.
1516. It. meist. Hueeert den maelre geg. to vollents sent Wit-
LEBRORDTS beeld toe oer gulden 16 g. 18 alb.
It. den selvè" bet. va" die koicken to stoffyren ind te ovguld. ind
wapene daerop, die geschinckt word. va ons stat weg. mijns gened.
hen Reeden, as mit naemè'den hoeffmeist. Henrick Vagent, Ercklentz
den Rentmeist. ind meist Arnt Gruythuijs dat sy in onss stat saeck
ind pvlegie forderlick wolt wesen gecost 4 g. 19 alb.
It. meist. Huebert geg. van die wapene ind anders dat hy daer-
aen verdient hefft 10 g.
III.
1529. It. op vrydach nae mey dach oeverkoemen mit Peter
Potgieter omb eyn nye slange to gieten dairop xvnj qt. diemen
oem halff sall kortten ft. 4 g. 21 a.
IV.
1541. It. Rutger dem meelre van myns g. heerè" wapens vur
die helpoirt to maelen gegevè" mit eijnre g. olyes xvnj snaphanen ind
m. Jan bieldesnieder van dieselve te steycken theen snaphanen uts
vz. 16 g. 19 alb. 2 heil. 1 groot.
V.
1543- Item oeverkoemen mit meister Jan bijldesnijeder van
dé" waepenè" vur der laerpoirtten in bywesen Peter ing. huijs ind
Dierick van Bering Raitzvrunden ind hem vur synen arbeit tover-
kant wairdt xxvtj snaphan loupens geltz der snaphan ad VI stub. ind
eijnen lubieker vur syner dochter vz. 16 g. 9 alb. 7 heller.
It. Rutger der melre ij der stat wapene" vur dat wijnvat ge-
maickt gegevè" 7 albus 2 heller 1 groot.
-ocr page 233-
— 220 —
VI.
1545- Item Kerstgen Schriperus die waepens vur die lairporte
uithgehauwen gegevè" xij st. b.
It. meister Rutger der meelre des keysers waepen geschildert
dairva gegevè" mittè" olye to der verwer i g. 9 alb. 1 st.
VII.
1557. Itè~ betaelt meyster Hubert Rutgen dess meiers soen
hondert g. ind xxxv g. holl. herkoemède van eynre taefelen dy hij
der stat Venlo gemaeckt hefft 354 g. 7>| st. ■
-ocr page 234-
— 221 —
LOSSE AANTEEKENINGEN
BETREFFENDE AMSTERDAMSCHE GRAVEURS ENZ.
Tweede vervolg i)
(Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az,, Adj. Archivaris
van Amsterdamj.
Plaat snij de rs.
E erfgenamen van den Heer Agent Michiel le
Blon zijn 1675 eigenaars van een huis westzijde
Keizersgracht tusschen Westermarkt en Reestraat.
Michiel le Blon v. Amst., koopman, 25 J.
geass. met vader Cornelis le Blon, ondertr.
24 Januari 1671 Willemina Elisabeth Hellerus
van Amst. 23 j. geass. met haar vader Andries Hellerus op de
Leliegracht. 2)...............Puiboek 28.
Robbert de Baudoes en Pieter van den Abeele, borgen voor
Jefemias de Baudoes. 16 Mei 1648. . . Reg. v. Kwytsch. x. 268.
Jeremias de Baudoes, in 1640 zijdeverwer.
Robbert de Baudoes, in de eerste helft der xvue eeuw diaken
bij de Nederduitsch Hervormde gemeente.
Insgelyks Dionys de Baudoes en Tanneke de Baudoes diaconesse.
1)    Van bladz. 161 2e Deel.
2)    Deze Michiel le Blon is denkelijk dezelfde, die ik in mijne vorige
opgave vermelde als luitenant in de 53e burgerwijk.
-ocr page 235-
— 222 —
In 't graf van Anthony Sucher, in de Zuiderkerk, zijn begraven
tusschen 1642 en 1696 Gerrit, Jacob, Sara, Ei.isabeth, Johanna
en Anthony Badoes............Grafboeken.
Gerrit de Broen, plsn. zoon van Gerrit de Broen, als een
geboren burger gildebroeder van 't Boekverkoopersgild geworden 13
Febr. 1741............Inschrijfboek van 't gild.
Hüybert Bronkhorst, plsn., zoon van Jan Bronckhorst, in
leven mede plaatsnijder wordt poorter 4 Dec. 1715. . Poorterboek.
Abraham Jansz. Deur, plsn. z. v. Jan Deur in leven naalde-
maker, ingeboren poorter 10 October 1666 .... Poorterboek.
Daniel de la Feuille, Etser en Kunstverkooper, van Sedan
wordt lid van 't Boekverkoopersgild 19 Maart 1691. . Inschrijfboek.
Jacobus Goole, plsn. te Amsterdam, verkrijgt 13 Mei 1688
octrooi van de Staten v. Holland voor 15 jaar, om prenten en kaar-
ten te snijden, met verbod van namaak of copie.
Christiaan van Hagen, v. Bremen, plsn., poorter 26 Aug. 1669
als getr. hebbende Maria van Cosen, dr. van Maurits van Cosen,
in leven bode van de Weeskamer........Poorterboek.
Jan Jansz., Plsn., zoon van Jan Jansen, in leven schoenmaker
ingeboren poorter 22 Aug. 1659........Poorterboek.
Jan van Loon, kaart- en plaatsnijder, werkt 1675 voor J0H-
Jansonius v. Waasbergen.
Jacobus van der Linden, kaartemaker, koopt 25 Maart 1661
voor/4500 de helft in twee huizen in de Kalverstraat bij de Hei-
ligewegsteeg, genaamd het Blauwe Hart.
Reg. v. Kwijtsch. J. J. Hivo.
IGNATIUS Lux, v. Amst., plaatsnijder 25 j., Osjessluis, ondertr.
10 Aug. 1675 Maria van Loon, v. Amst. wed. Albert van Ruyen,
woont als voren............., Puiboek 30.
-ocr page 236-
— 223 —
Franciscus van Meulder, v. Antwerpen, plsn., 25 j. geass.
met zijn moeders consent, woont Oudezijds Achterburgwal, onder-
trouwt 5 Mei 1674 Geertruyd van Eolden, 24 jaar, van Montfoort,
geass. met schoonzuster Lysbeth van Spaignen, woont Achter-
burgwal .................Puiboek 29.
Claes Rocusz, plsn., man van Trijntje Dirx, Leendert Beu-
ning, pakker, man van Stijntje Dirx, Johannes Huybektsz, tuin-
man te Overveen, man van Neeltje Dirx, Pieter Cornelisz., Waag-
drager, man van Jannetje Dirx, dochters van Dirk Sieuwertsz,
in leven tuinman, veikoopen voor ƒ 2300.— huis Korte Tuinstraal
5 Sept. 1673.........Reg. v. Kwijtsch. S. S. bl. 187.
Lambert Rochusz, van Dage, in leven plaatsnijder en poorter,
is dood 7 April 1668, toen zijn zoon Dirk Lambertsz, waag-
drager, poorter werd . . . '.........Poorterboek.
Kind van Christoffel van Sichem, begraven in de Zuiderkerk,
9 Juli 1616................Grafboeken.
Christoffel van Sichem, v. Amsterdam, plaatsnijder, poorter,
als getr. hebbende Leonora Suytdorp, dr. van Jan Hendriksz
Suytdorp, in leven Kruidenier, 18 Juli 1669.....Puiboek.
Witze Sieuwertsz, caertenmaker, koopt een huis en erve in
de Jonge Roelensteeg, 1 Mei 1654 voor ƒ 3450.
Reg. v. Kwytsch. BB. 150^0.
Experiens Sillemans, v. Amst., plaatsnyder, geass. met Jefferyn
Sillf.mans en Marry Sellyne, zyn ouders, woont Jonkerstraat, on-
dertrouwt 3 Sept. 1633 Anna Wilt, van Yarmouth, oud 18 j., geass.
met Daniel en Rebecca Wilt, hare ouders, woont bij de oude
Regulierspoort...............Puiboek 13.
Jan Stempers, plaatsnyder, snydt de namen der nieuwe meesters
in de plaat van 't goud- en zilversmidsgild in 1714.
-ocr page 237-
— 224 —
Outgert Trom, plsn., jongman, wonende Smallepad, begraven
Noorderkerk 14 Sept. 1690..........Grafboeken.
Claes Jansz. Visscher, omstreeks 1625 Uiaken bij de Neder-
duitsch Hervormde gemeente te Amsterdam.
Nicolaas Visscher, hetzelfde omstreeks 1670.
Matthys Wynekes, Kaertenmaker, koopt 4 Juni 1658 een huis
in de Kalverstraat en verkoopt het 7 Febr. 1661 voor ƒ 8000.—.
Reg. v. Kwijtsch. H. H. bl. 142™.
Houten plaatsnijders.
Klaas Willink, Houten plaatsnijder, woonde laagte van de
Kadijk, begraven Zuiderkerk, 8 Mei 1754.
Medailleurs en Zegelsnijders.
Pieter van Abeele de Jonge verkoopt voor / 2100 een tuin
met drie woningen op 't Walenpad. Borgen zijn Jeremias de Baudoes
en Thomas de Kemel, 17 Febr. 1655 . Reg. v. Kwijtsch. BB. 125.
Jan Bruvüor (of Breevoor) Stempelsnijder, snijdt voor/2:12: — :
de namen der nieuwe meesters in de plaat van 't goud- en zilver-
smidsgild te Amsterdam 1714.
Gideon Dassigny, goudsmid en wapensnijder en zyn zoon
GidEON, oud 25 jaar, te 's Gravenhage, verkrijgen octrooi van de
Staten van Holland tot het snijden van 's Lands zegelstempels voor
't klein zegel 19 Aug. 1624. 1)
Jacobus Geens, wapensnijder 1672, wonende N. Zijds Achter-
burgwal.
1) Hij — vermoedelijk de zoon — komt in 1651 voor in de Kekeningen van
het Hoogheemraadschap Schieland, als Wapensnijder (Zegelsnijdev) Bott. Histo-
riebladen, Afd. Geneal. Aantt. en Levensbeschrijvingen, I. 553.
                Eed
-ocr page 238-
— 225 —
Charel Goedhandt, begraven kerkgraf in de Zuiderkerk 2 Oclo-
ber 1680 . . ,.......'.......Grafboeken.
Franqois Gysels, v. Amst., signetsnijder 25 j., Westermarkt,
ondertr. 1664 met Maria Venkel........Puiboek 26.
Wolfert NyEMEESïer, v. Zwijnsfort, wapensteensnijder, 30 j.,
woont sedert 8 j. op de O. Z, Achterburgwal, ouders dood, onder-
trouwt 7 Maart 1615 Ytje Onnes, van Kniphuizen, woont 4 jaar als
voren..................Puiboek 7.
Plaa tdrukkers.
Dirk Adriaensz., pldr., geboren te Heemstede 1637, woont
Rozengracht 1661.
Andries Andriesz., pldr., geb. te Frederiksstad, 1637, woont
Handboogstraat 1662.
Barend Hartogii, van 'sHage, pldr., wordt poorter te Amst.
6 April 1672.
Barend Schipperhevn, pldr., geb. te Amst. 1635. Woont Vinken-
straat 1665.
Hendrik Toy, prentendrukker in de Gravenstraat, begr. 16 Augus-
tus 1747 op het Palmkerkhof..........Grafboeken.
IIP
29
-ocr page 239-
— 226 —
EEN BLADZIJDE UIT DE GESCHIEDENIS VAN HET GILDE-
WEZEN MET BETREKKING TOT DE KUNST.
NDER de takken van handel, die van oudsher te Rot-
terdam bloeiden, is de wijnhandel een der voornaamste
geweest. De namen van Wijnhaven, Wijnstraat en
Wynbrugstraat brengen zulks genoegzaam in herinne-
ring. Door hare gunstige ligging voor overzeeschen
aanvoer en transito vervoer aangewezen, was de stad als 't ware
een middelpunt waar de wijnen uit Frankrijk, Spanje, Portugal,
de Middellandsche Zee en de Levant — gezwegen nog van den in-
en doorvoer der producten van de Duitsche wijnbergen — bij voor-
keur aangevoeld, gelost, opgeslagen of verder verscheept werden.
Dat het Gild der kooplieden, die in zulk een belangrijk artikel
handel dreven, een welvarende en aanzienlijke corporatie vormde, laat
zich dus gemakkelijk denken.
In de 18e eeuw bereikte dat Gild het toppunt van zijn bloei; de
voornaamste burgers der stad telde het reeds voor dien tijd ond_r
zijn leden en in rijkdom en aanzien liet het de overige Gilden, wrar-
van het meerendeel niet uit den handel maar uit de ambachten ont-
staan was, ver achter zich. Als bewijs daarvoor kan dienen dat
van de tweede helft der I7e tot het begin der 19e eeuw, steeds een
der vier Burgemeesteren of een lid van de Vroedschap, onder den
-ocr page 240-
— 227 —
titel van Super-Intendent, aan zijn hoofd stond, terwijl het er een be-
zoldigd Secretaris op na hield. Buitendien liet men een eigen Gilde-
huis bouwen, rijkelijk gemeubeld en versierd met schilderwerk en
portretstukken van Hoofdüeden, omgeven door hunne wapenschilden,
terwijl zilveren vergulde bekers en glazen bokalen in de Gildekamer
pronkten; kortom alles getuigde van welvaart en weelde. En daar-
mede niet tevreden, richtte men festijnen aan en liet zoogenaamde
divertissementen — balletten, tooneelstukken enz. — opvoeren,
waarbij ook de Gildebroeders in maskeradepakken dansten.
Het is hier niet de plaats de lotgevallen van dit Gild na te gaan;
wat daarvan echter in verband staat met de Kunstgeschiedenis kwam
ons belangrijk genoeg voor, om uit de Gilderekeningen overgenomen
en in het Archief bewaard te worden.
1668. 16 Juli. Voor soo veel aen de wapensnijder is betaelt voor
't snijden van de Gildepenningen ƒ 48 : 16 : o.
1718. 8 April. Aen Arend Ooms over 't maken van een silver vergulde
kelk 1) met fatsoen en een foudrael te samen ƒ 230 : __:__.
» 26 April. Aen Elias van Nimmegen 2) voor een schoorsteen-
stucq in de Gildekamer betaelt ƒ 100 : — : —.
1721.     5 November. Nog betaalt voor Musikante en andere kley-
nigheede de somma van / 117 : 17 : 08 3).
1722.     24 Augustus. De ouwde Beeker op sommige plaatse laaten
vergulden volgens quyt: van Hoogendijk ƒ 33 : — ;,—.
1} Berust in het Gemeente-Archief van Rotterdam en wordt vermeld onder
no. 64 op den Catalogus der Tentoonstelling van Kunstvoorwerpen in vroegere
eeuwen, uit edele metalen vervaardigd. Gehouden door de Maatschappij „Arti
et Amicitiae". 1880.
2)    Lees: Van Nltmegen.
3)    Een zeker aantal muziekanten deed dienst bij het jaarlijks trakteeren der
Gildebroeders in den Poele, welk feest gewoonlijk twee dagen duurde, de kos-
ten bedroegen dezen keer met inbegrip van bovenstaanden post f 1525 :9 : 8.
-ocr page 241-
— 228 —
1722. Een nieuwe Beeker laaten maaken, weegt 36 onsen en 12
engels a 62 St............   / 113 :
"Voor fatsoen............    » 50: -
Voor de schroef...........    » I '• 1
Aen Hoogendvk voor het vergulden . . .    » 98 : -
Aen Van der Steen voor negen wapens . .    » 30: -
Voor het uijtdraayen van de Beker . . . .    » 2: 10:
Voor de kas (foudraal) volg. Reek: . . . .    » 11:4:
/ 306: 15: 8.
1723.     12 Mei. Aen de Musikanten en andere kleynigheede de
somme van f 194 : 18 : —.
Aen Van der Steen voor het snijde van 4 waapens op de
beekers f 10 : — : —.
1724.    27 Juli. Aen de Musikante betaalt volgens memorie de somma
van ƒ 164 : 5 • —.
1725.    5 Maart. Aan (Enge:.) Sa.m voor het stuk Schildery van het
gilden / 527 : 10 : —.
Aen Van Douwe voor het snyde van de lyst f 180: — : —
Aen de timmerman Ottho de BrüVN voor hout en arbeyts-
loon ƒ 56 : — : —.
Aen Van Nimmeege voor het vergulden ƒ 117 : 10 : —.
Voor fooije van de meyt van Sam en knegts etc. f 10 : — : —.
» 24 Juli. Aen de Hi'. Haavelaar voor het gordyn van het
schildery f 15 : 13 : —
» 24 Augustus. Voor het snijde van de wapens van de Heer
Reyne en Vosmaer 1) ƒ 5 : — : —.
1) Simon Reynen en Jacob Vosmaer, waren nieuwbenoemde Hoofdlieden
en hunne wapens werden dus, bij de anderen op den Gildebeker gegraveerd.
-ocr page 242-
— 229 —
1725.    September. Aen de Musikanten naar ouwder gewoonte ƒ 160 : 7 • —
Aen Martyntie van OosteNRYk voor een tin schenkbort
/ 3 : 6 : -.
1726.    9 November. Aen de Musikante soo van trompetters als anders
de somma van f 263 : 14 : —.
1727.    6 Maart. Aen Jan Stam voor geleverde silvere leepels en vor-
ken, volgens reek: f 199 ". 10 : —.
» 26 Mei. Aen Van der Steen voor het snijde van de leepels
en vorken, volgens reek: f 19:4: —.
» 4 September. Voor 't snijde van 3 glaase (bokalen)/ 15 : 15 : —.
1728.    21 Juli. Aen B01.YN, de stukedoor voor syn werk in het
Gilde Huys op de Punt ƒ 160: —:—.
»        17 September. Aen Jan Jansijns op Reek. van beeldhouwery
in de voorgevel ƒ 125 : — : —.
» 28 November. Aen de muysekante, soo de trompetters als
anders ƒ 103 : 19: —.
» 29 December. Aan Jan Blokkerus voor het trijpt op de
stoelen ƒ 37 : — : —.
Aen de Heer ARNOUT van den Bergh, voor 2 Franse Spie-
gelglaase met de onkoste etc. f 384: — :__.
Aen Sweerts en HAMMEVEL voor diverse consepte van op-
schriften ƒ 31 : 10 : —.
Aen Abram Van Hoorn voor 13 Stoelen, volgens Reek:
ƒ243: — :—.
Aen Jacob Jansons pr. reste wegens het stuk steen in de
gevel betaalt f 175 : — : —.
1729.     10 Februari. Aen Nicolaas Prins voor leverantie van marmer
aen de schoorsteen f 275 : — : —.
» 4 October. AenMons: (Guiixaume) Verelst voor het schildere
-ocr page 243-
— 230 —
van drie portraite, als de Heeren Jan Huygelbos, Symon Reyne
en Jan de Groot, volgens quitansie ƒ 170:2:--.
1729.    Aen Gerrit Wouterman over leverantie van goudt leer en
onkoste van behange etc. f 103 : 11 : —.
» 5 November. Aen Frans Coelman tot Amsterdam voor 2 kroo-
nen met syn toebehoore ƒ 186:6—.
1730.    6 Februari. Aen W'illem van Nimmeegen, voor het schilde-
ren van de kaamer, met alle ap- en dependentien (enz.)
ƒ 1170: —:--.
»        J2 September. Aen Van Douwe de beelthouwer voor drie
gesneden lysten en eenig werk aen het Huijs ƒ X29: 6:—.
1731.     1 Maart. Aen Hammevel voor het schryve van 4 naamen
ƒ1:4: —
» 9 November. Aen de musikanten, soo dansmeesters, trom-
petters , violiste etc. ƒ 330 : 8 : 8.
Aen Hammevel voor het schryve van 2 naamen/:— 12: —.
Aen Barnevelt de schilder, volgens reekening / 9: — :—.
Aen F. van Douwe voor een lyst voor de schoorsteen ge-
sneede f 63 : —- : —.
1732.     18 April. Aen Elias van Nimmeege volgens reek. voor Re-
paratie van het Schoorsteenstuk en vergulde van de lyst
ƒ50:8:-.
1733.     '7 Januari. Aen Hammevel voor het schryve van 3 na-
men f — : 18: —.
J734- 5 Januari. Aen de Silversmit Adr. Straatenis voor het ma-
ken van een nieuwe beekeri), volgens Reek. en quit. de
somma f 150 : — : —.
1) Berust ju het Gemeente-Archief van Eotterdani; vermeld onder No. 70
op den Catalogus van voormelde Tentoonstelling.
-ocr page 244-
— 231 —
1734- 9 October. Aen diverse Musicante, trompetters, dansmeester,
sangmeester, sangster, violiste etc. soo voor Reys en teer-
kosten, huyr van cleeren etc. ƒ 557 : 15:8.
»
        20 November. Betaalt aen Cornelis de Haan in 's Hage voor
het snyden en graveeren van de laast gemaakte silvere beeker
volgens quitansie ƒ 70 : — : —.
Betaelt aen S. Hoogendyk voor het vergulde van de boven-
gemelde beeker de somma van ƒ 85 : — : —.
Betaalt aan het maaken van twee houte Mercuriuse, om de
silvere na te gieten de somma van / 8 : — : —.
Betaelt aen Van Hoorn voor het maaken van het coevert
(foudraal) volgens quytansie de somma van f 11 : — : —.
»
        10 December. Ontvangen van de Heer Burgemeester (Wil-
lem) Schepers als Super-intendent van het Wyncoopersgilden,
de somma van drie hondert vier en twintigh guldens, voor
sooveel de laast gemaakte nieuwe Silvere Beeker heeft gecost
en reets op den 5 January en 20 November 1734 in den uyt
gaaff is uytgetrokken, alsoo den voornoemden Heer Willem
Schepers deselve beeker, met alle de oncosten, soo van graa-
veeren als vergulden en anders aen het Wyncoopersgilden
Present doet, tot een eeuwige gedagtenis, dus in geit Ontfange
de somma van f 324 : — : —.
1737. 28 September. Aen de Musikante betaalt soo voor haar als
voor de dansmeester en het leere van diverse heere Gilde-
broeders aen het huys van Alerius volgens een Notitie de
somma van ƒ 267 : — : —.
Nog aen Alerius Magito voor het maaken van eenige orna-
menten tot het Divertissement volgens Notitie de somma van
ƒ82:-:-.
-ocr page 245-
__ 232- —
I74°- 22 Juni. Aen Dirk Bisschop voor het schoonmaken van de
Schilderijen in de Kamer ƒ 28 : — : —.
» 5 October. Betaelt aen Dirk Bisschop voor het schoonmaken
van de grote Schildery en portretten ƒ5: — : —.
Aen den dansmeester Deschambre en seven Musikanten voor
gedane dienst in den doel voor 2 daagen en voor het leeren
(dansen) van jg gildebroeders in het Booterhuys de somma
van ƒ 334 : 19 : —.
Aan Alerius Magito voor het maken van verscheyde orna-
mente en kleeren en gebruijk van syn huys tot het exerceeren
van diverse gildebroeders f 110: — : 8.
Aen huyr van Masquerade kleeren volgens quitantie ƒ 23 : — : —.
1744. 8 November. Aen Jan van der Sluys dansmeester, soo voor
hem selfs als voor syn soon en dogter en het leeren van t6
gildebroeders eenige weken te vooren, compt volgens syn
overgeleeverde Reekeningh ƒ 667 : 11 : —. Met seer veel
moeijten syn affgecort van dese Reekening f 167 : 11 : —. Aen
syn betaald ƒ 500 : — : •—.
Nog aen syn betaalt voor huyr van Masquerade eieren lot
Amsterdam voor 10 pakjes a 4 Gulden met vragt en oncost
ƒ 73: 10:—.
Voor 8 Musikanten a f 26 : 5 : — in 2 daage f 210 : — : —.
1747.    27 Mei. Betaalt aen Gerrit Sanders voor het vernissen,
schoonmaken van de blafons en het verdere tot het schoon-
maken van de kamer ƒ35: — : —.
1748.     20 Januari. Aen NlCOLAAS VAN LAAR, Mr. Schilder, voor
't schoonmaake van de schilderijen / 10 : — : —.
1752. October. Betaalt aen la Balle, silyersmit alhier, voor het
maaken van een Silvere en in het vuyr vergulde nieuwe Kelk
-ocr page 246-
— 233 —
tot een Beeker I), met het waapen van de Heer Super-intendent
Theodoke Francooys de Mey, geplaatst op de voet vaneen
voorige Beeker en waar teegens de oude kelk is geruylt,
compt voor Fatsoen, silver en vergulde, mitsgaders het gra-
veeven van waapens met omamente, volgens rekening de
somma van / 105 : 5 : —.
1752. Ontvangen van de Heer Burgemeester Theodore FRANgois
DE Mey als Super-intendent van het Wyncoopers Gilden de
somma van Een hondert en vyff guldens en vyff stuyvers,
voor soo veel de laatstgemaakte nieuwe Silvere kelk tot een
beeker heeft gecost, soo weegens het silver, vergulde, als
het snyden van de waapens en reeds op den . . October
1752 in uytgaave alhier gebragt en welke vootn. kelk dooi-
den Heer T. F. de Mey aen het Wyncoopers Gilden ver-
eert tot een Eeuwige gedagtenisse en alhier in ontvangen
gebragt, als door gemelde Heer Super-intendent betaalt, dus
ƒ 105 : 5 : _.
»
         19 October. Aen 7 musicanten yder a 5 ducaten in 2 dagen
bedraagt..............ƒ 183:15: —.
Voor een dito 3 ducaten........ » 15: 15:—.
/ iog-.io:-
Aen Mons. Cressand, Entrepeneur van de Franse troep
commedianten met haare danseurs en verder gevolgt, vol-
1) Berust in het Gemeente-Archief van Kotterdam en wordt vermeld onder
No. 60 in den Catalogus van voormelde Tentoonstelling. Het aldaar opgegeven
jaar 1711 is onjuist, want uit het bovenstaande blijkt dat een oude beker ver-
ruild is, met uitzondering van den voet. In 1711 wordt geen post voor net
makeu van een beker gevonden.
III.                                                                                                                 
-ocr page 247-
— 234 —
gens accoort voor 2 daage divertissement, volgens
coort...............ƒ 525 : —
1752. Aen den Machinist voor 't ordonneeren en
prepareeren van het Toneel, 4 daagen hier
geweest..............» 26: 5
Voor huyr van de schermen en decoraatien etc. . » ai: —
Voor vragt van de selven van en naar den Haagh . » 24: —
Voor vet in de Lampen........» 6: —
Voor ontbyt, coffy en thee en de extra ver-
teering van de acteurs betaalt......» 27 : 4
f 629 : 9 : —.
Aen Gerrit Verreijst voor het maaken van het Toneel in
de Meneegie, mitsgaaders de sitplaatsen en verdere toebehoo-
ren en het affbreeke van deselven f 212: — : —.
Voor diverse kleijnigheeden behoorende tot de divertissemen-
ten volgens een specifique memorie f 117 : 19:8.
Aen Jan van der Sluys, dansmeester, voor vragt en vertee-
ringh in diverse Reysen om danseurs op te soeken met fooy,
volgens Reek. en quitansie ƒ24: 13 : —.
1755. 27 November. Betaalt aen Willem Muys voor het schoon-
maaken en verhelpen van de Schilderyen op de Gildekaamer
volgens quit: f 60 : — : —.
'757- 25 Februari. Betaalt aan de konstschilder Jan Stolker , voor
het schilderen van den Heer Superintendent Theodorus
Francoys de Mey en vier Heeren Hooftlieden en de Secre-
taris van het Wyncoopers Gilden allen ten voeten uyt in een
stuk a ƒ 70 : —: — voor yder Persoon met het bywerk daar-
voor betaalt volgens quit: ƒ 420 : — : —
-ocr page 248-
— 235 —
1757' NoS aen denselven Jan Stolker betaalt voor het schilderen
van den Heer Super-intendent Willem Schepers ten voeten
uyt met het bywerk in een stuk voor de schoorsteen i), naar
een stuk door......2) de somma van /' 150 : — : —.
Voor onkosten van doek etc: /' 7 : 10—.
Betaalt aen Willem Dubben s, Mr. beelthouwer voor het sny-
den van twee groote lysten voor 2 schilderyen met 12 waapens
en schilden met haar ornamenten, mitsgaders het wapen van
de Heer Super-intendent Willem Schepers met een croon
ende in een ouwde lyst de somma van f 320: 5 : —.
Betaalt aen Ls. van der Kaal voor het vergulden van 2
groote gesneede lysten met haar ornamenten , mitsgaders het
waapen van den Heer Willem Schepers te saamen volgens
quitantie betaalt /' 162 : 15: —.
II October. Aen Willem Muys voor het schoonmaake van
al het schilderwerk in de groote kaamer etc: f 16:—:—.
Voor 't beschildere van de deur ƒ 21 : —:—.
1759.    24 October. Aen Willem Moijs voor schoonmaaken van de
schilderyen in de kamer/ 15: — :
__.
1760.    October. Aen Mr. Neyts Entrepreneur van de Walsche Operaa
met de Muysicanten volgens een Memorie daarvan ƒ 703 : 10 : —
Aen Mr. Frederik 3) voor divertissement van
syn kinderen en Muysicanten......- 178: 10:
Voor trompetters...........- 63 : -
/ 945 :
1)   Van al de schilderden die het Gild bezat, is dit portret alleen nog voor-
handen ; het berust in het Museum Boymans. De lijst is van het vorige schoor-
steenstuk afkomstig en dus ouder dan het portret; het bijzonder fraaie snij-
werk ia van den Beeldhouwer P. van Douwen (Vgl. bl. 230).
2)    Opengelaten, waarschijnlijk Van Nijmegen.
3)    Waarschijnlijk een balletdanser.
-ocr page 249-
— 236 —
1764.    Januari. Aen Wm. Muys voor 't schoonmaaken van 't schil-
derwerk volgens quit. / 38 : — : —.
» Februari. Aen Hendrik van der Beest en Soon voor ses
silvere leepels en vorken met het snyden (graveeren) f 95 : 4 : —.
Aen denselven voor 2 silvere confituir leepelties en 2 vorkjes
en 1 mesje ƒ8:9: —.
1765.    October. Aen den Timmerman Dekker, voor Huur en stellen
van schermen &ca. en leveren van 32 Concertblakers volgens
rekening ƒ 45 : 7 : —.
Den Vuur en Konstwerker A. V. DüYL, volgens rek. f 30 : 15 : —
Jacobüs Godou voor Schilderwerk &ca. /' 29: 10:—.
Den Muzicant Lens, voor directie van 't Concert &ca. ƒ 105 : —: —
Vermeulen van Leiden voor d'iste Ficol f 64 : 15 : —.
8 Muzicanten uit den Haeg, 3 G. ieder daags, f 252 : — : —
Nog aen deselve voor een Fooy f 5 : 5 : —■ Voor de groote
Bas ƒ5:5: —■ Voor de Pauken of Keteltrommen ƒ5:5: —.
De Bok voor de Bas ƒ31:10: —.
Sturenberg & Zoon voor 't spelen geduurende de danslessen
alle avonden en op 't Concert f 105 : — : —.
Versluvs, voor 't spelen op de Clawier /' 10:10:—. 't ge-
bruik van idem f 8 : — : —.
Stegweg, den Alt Fiool /' 10 : 10 :—.
Jufvrouw Paradis, Zangster f 36: 15 : —.
Den Tuinder of Jardiniero Zanger f 10 : 10:—.
Den Dans Meester Grenier , voor de gegeven danslessen,
gegeven 3 weken voor 't Mael, 's avonts van 6 a 9 uuren in
den Doele en tussenbeiden aen Huis en voor d'Entreedansen
op het Bal f 157 : 10: —
-ocr page 250-
— 237
1765- John Lilly, voort 't maken van de danspakken en 't daerby
geleverde, volgens rekening na rabat f 300: —:— 1).
Aen de Piqueur voor 't missen van de Manege, 2 Ankers,
I Roode en 1 Witte Wijn.
Aen de Bouwmeester van Aken en de Stadtsbaes Cool voor
de directie hij 't stellen var. 't Toneel en de Zitplaetsen (dat
de Stadt op haer kosten heeft laten doen) ieder een Anker Wijn.
1766. April. Aen den Konstschilder Dionys van Nymegen voor
het Pourtraiteren van Super-Intendent, Hooftluiden en Secretaris
van dit Collegie, in een stuk, met de onkosten, volgens reke-
ning ƒ 425: — : —
Den Beeldthouder Willem Dubbelens, voor het snyden van
een Lyst voor het bovenstaende schildery volgens de 2 voor-
gaeüde van 1756 2), met de onkosten volgens rekening
/' 169: 10; —
L. van der Kaal voor het vergulden van gemelde Lyst en
onkosten ƒ* 81 : 14 : —
December. Aen Dionys van Nimegen voor 't schoonmaaken
vernissen &ca. van het Plafond, de Kamer en andere Schil-
derstukken volgens rekening f 60 : — : —
1772. Aen ... Corver, Directeur van de Nederduitse Schouwburg
in 's Hage, voor het vertoonen van de volgende Stukken op
den 15 en 16 Oct. 1772, in de Manege van Stads Doele.
Den 15 October, A1 zire of d'Americaan Treurspel, gevolgd
door de Hagenaer t' Enkhuizen, blysp. Den 16 Octo-
1)    In 1817 verkochten Commissarissen vau liet voormalig Gild, kisten met
Scheurpapier, Maskerade-kleedereu etc. waarvoor in ontvangst geboekt werd
f 51:'2 :—. Zie verder de Bijlage.
2)    Moet zijn 1757.
-ocr page 251-
— 238 —
ber De Vrek, blyspel, gevolgt door De Koopman van
Smirne. Alle reis- en teerkosten, vragt van de Schermen,
't orneren van 't Toneel en het ligt voor 't zelve Toneel
daeronder begrepen volgens accoort ƒ 525 : — : —
1772. Nog voor een douceur of fooy, voor vigelance ƒ 75 : — : —
Nog aen den Danseur Stompwyk een Fooy ƒ 10 : 10:— Aen
d'Acteurs voor een Fooy /' 7 : — '• —
Aen Jacobus Godou Schilder, voor Extra ornering of beschil-
deren van 't Toneel volgens rekening ƒ 98 : 19: —
Aen de volgende Musicanten zoo voor 't spelen op 't Orchester
als anders:
Aen Berkeniiof ie viool ƒ 14 : — : — Voor vergoeding van
schade aen zyn hoet etc. ƒ6: — : —
Roos ie viool ƒ 14 : — : —. De Bok 2e viool ƒ 14 : — : —.
Voor 't spelen 's nagts ƒ10:10: —. Sturenberg 2e viool
ƒ 10 : 10 : —. Boucheli.es Alt-viool ƒ 10 : 10 : —. Voor 't
. spelen 's nagts ƒ 10 : 10 : —. Weys Bas ƒ 14 : — : —. Jordan
Contra-bas ƒ 14: — : —. 2 Hautbois uit 's Hage ƒ63 : — : —.
1 Basson id. ƒ 31:10:—. 2 Walthoorns ƒ26:5:—. 2
Trompetters ƒ 10 : 10 : —. Voor 2 dagen en nagten ƒ73: 10 : —.
Aen Lens voor 't besorgen en de directie / 21 : — :—. (Het
Gildemaal en het divertissement kostte in het geheel ƒ4633 : 3: 8.)
1782.    4 November. Aen de Heer Tost gerestitueert, 't geen bij zyn
E: betaelt was aen den Schilder N. J. Deun voor het schil-
deren van den Super-Intendent, Hooftlieden en Secretaris,
mitsgaders de Gildeknegt van het Gilde in een stuk, volgens
rekening ƒ 409 : 10 : —.
1783.     1 januari. Aen C. Denies voor 't vergulden van de Lyst en
ornamenten om 't laetste schildery van dit Collegie ƒ 163 : —-: —,
-ocr page 252-
— 239 —
1783. Aen J. Roeyn, voor 't maaken van de gem: Lyst en orna-
menten /' 90 : — : —.
Aen Frans de Sutter voor 't schilderen van 6 wapens om
de Lyst van 't schilderij /' 7 : — : —.
1786. 25 November. Aan P. van Zanten, Konstschilder voor he
in order brengen van 9 schilderyen volgens rekening ƒ150: —: •—.
1789. 10 Februari. Betaelt aen den Konstschilder Humbert in's Hage,
voor het schilderen van den Super-Intendent, Hoofdlieden en
den Secretaris, mitsgaders den Gildeknegt van het Gilde in
een stuk, alsmede nog voor het repareeren, schoonmaken en
vernissen van eenige stukken, alles te zamen in twee reysen
betaelt volgens rekening f 700 : — : —.
i> 20 April. Aen Adrlanus Ebbens, vergulder en spiegelkooper
voor een Speyraam, snyden en vergulden van de lyst voor het
schildery laatst geschildert door den Konstschilder Humbert,
met de kosten van de kist etc. tot de verzending volg; rek:
en quit:/ 222 : 5 : —.
1793. 20 Februari. Aen de Heer (Hoofdman) C. W. Schuller,
gerestitueerd 't geen by Zyn Ed. betaelt was aen'een Italiaens
Schilder, genaeml F. Pascucci, voor 't Pourtraiteeren van
gem. Heer Schuller een somma van f 47
en voor 't maken van de Lyst . . » 43
5
ƒ 90 : 5
16 April. Aen Johanna Bisschop voor 't schoonmaaken en
vernissen van alle de schilderyen en schilderwerk aen 't Gilde
behoorende /' 100 : — : —.
In 1828 werd het Gildehuis 1) verbouwd als pakhuispand en ver-
1) Het stond aan den punt der Wynhaven Z.Z.
-ocr page 253-
— 240 —
volgens als zoodanig verhuurd. Wat van meubelen en zilverwerk
toen nog voorhanden was, werd te gelde gemaakt, uitgezonderd de
drie zilveren vergulde bekers, die zich thans in het Gemeente-Archief
bevinden; het zilverwerk bracht ƒ242.35 op.
De schilderijen voor zoo ver die niet reeds elders beland waren,
werden overgebracht naar het Stads-Timmerhuis en vervolgens naar
een zolder op het Tribunaal, waar zij in November 1836 nog aan-
wezig waren, toen het Raadslid J. P. Havelaar aan den Wethou-
der J. J. Tavenraat daarover schriftelijk het volgende mededeelde:
.....»De schilderijen van het voormalig Wijnkoopeis Gilde zijn in het
Gebouw van het Tribunaal overgebragt en aldaar op eene zolder ge-
plaatst; op een van die schilderijen bevindt zich onder andere het
Portrait van een van mijne voorzaten, dat schildery is nu uit de lyst
genomen en de Ijst gebroken of aan stukken gejaagd, onderscheiden
gaten zyn daarin gekomen en het legd als onder het stof bedolven,
het is wel waar dat mijn voorzaat of zijne nakomelingen geen hinder
van deze mishandeling hebben, maar men ziet het toch ongaarne en
het is jammer dat een (zoo het mij voorkomt) goed behandelde schil-
derij zoo wordt verwaarloosd en bedorven", (enz.).
De Heer Tavenraat deed daarop een voorstel aan Burgemees-
ter en Wethouders om bedoelde schilderijen in oogenschouw te doen
nemen door den Teekenmeester Bakker, en zoo ze eenige waarde
mochten bezitten, die stukken te doen ophangen in den gang der
Soepkokerij, in welk gebouw men toen voornemens was eerlang het
Teekengenootschap «Hierdoor tot hooger" te verplaatsen.
Het bleek ons niet welken uitslag deze pogingen gehad hebben,
maar wel dat enkele dier stukken, zooals die van Vereest en Stol-
KER, voorkomen op den Catalogus van het Museum Boymans, vóór
den brand in 1864. Voor zoo ver de schilderijen nog in een redelijken
-ocr page 254-
— 241 —
toestand verkeerden, schijnt men ze bij de inrichting van het Museum
in 1849 daarbij opgenomen en dus in veiligheid gebracht te hebben,
maar niet voor het vuur, dat eenige jaren later in die verzameling zijn
vernielingswerk zou aanrichten en waaraan slechts éen dier Gildestuk-
ken — het portret van den Burgemeester Wm. Schepers — ontsnapte.
BIJLAGE.
Inventaris van de Klederen en Ornementen gebruikt op het
Theater voor het Divertissement gegeven by de Gilde Maeltyt den
26 en 27 September 1765 en by het Gilde bewaert. Gepakt in een
koffer.
Voor het Groot Ballet van Bacchus:
Witte Rokjes, Broek en Muts van Durance met wyngaerts blaren
van groen linde daer op geregen.
1 voor Bacchus.
1 voor d'Entrée Danser.
16 voor Bacchanten die dansen.
18 Rokjes, Broeken en Mutsen.
Voor het Taylors of Snyders Ballet:
Rooije en blauwe Rokjes, Broek en Roode Hoetjes omboort.
1 voor d'Entrée danser.
8 voor d'andere dansers.
9. Nog 2 Amazoontjes, Manteltjes en rok, 1 pakje voor
Pieroo. 4 Kroonen om op het Theater te hangen. I Toelast die voor
Bacchus ton gedient heeft en daervoor op den Bodem te lezen was:
Vivat den Super Intendent, vivat de Hoofluiden van het Wynkopers
111.                                                                                                   31
-ocr page 255-
— 242 —
Gilde, dat uit den Bodem van bortpapier gehakt was en door een
vuurwerk van binnen verligt wiert.
i Bort voor een Herberg verbeeldende een swaen die op doek
geschildert in de boerekermis op den tweden avond gebruikt.
I Lap doek op d' eene zyde I groote tros druiven en aen d' andere
kant het wapen van den Super intendent dat boven Ken d'Agterscherm
hong.
Trossen druiven van agteren een letter die onder het bovenge-
melde wapen aen d' agterscherm aen latjes hongen en welke trossen
door d' Entree danser wierden aengeraekt en losgesneden nedervie-
len, wanneer ieder een letter was en met elkander deze zin uit-
maekte: Altyt bloeye het Gild, en de groote tros omgekeert
zynde, vertoonde het wapen.
Hang of concertblakertjes om tusschen de schermen etc. anders
te hangen, groen geverwt en ieder met 2 pypen. Platte vierkante
blakertjes die vooraen op het Tooneel gespykerd wierden, met één
pyp. Verders een kist met eenige Maskeren en andere rommelarij.
-ocr page 256-
— 243 —
JAN VAN SGOREL ALS INGENIEUR.
(Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz. , archivaris
van Utrecht.)
E hierbij uitgegevene bescheiden toonen
ons Utrechts beroemden schilder in een
nieuw licht ; en toch waren stukken, waar-
uit de hoofdfeiten, die hier opnieuw te
voorschijn gebracht worden, blijken, reeds
lang gedrukt. Maar wie, die bizonder-
heden omtrent Scorels leven zocht, kon
ook verwachten die te vinden in Schras-
IP sert's Beschrijving van Harderwijck, noch
in den titel van het Groot Placaetboeck, die over de bedijking der
Zijpe handelt ? En toch staan ze daar gedrukt. Kramm vestigde (p. 1487
van zijn werk) reeds de aandacht op de eerste bron; het vinden der
hierbij uitgegevene stukken (die verspreid staan in een deel Varia,
gemerkt B 32 op het Prov. archief te Utrecht) deed mij de tweede
opslaan en ik vond daar het gewenschle licht.
De schrijver van den Tegenwoordigen Staat van Holland (xviii
p. 412) verklaart het octrooi, door keizer Karel V op 31 Maart 1551
aan Scorel c. s. verleend, gezien te hebben. Ik was minder ge-
lukkig, maar uit de in het Gr. Placaetb. (II p. 1653, 1663) medege-
deelde octrooien tot bedijking der Zijpe, door Philips II in 1561 en
IJ7' aan de ingelanden verleend, blijkt de afloop der zaak voldoende.
-ocr page 257-
— 244 —
De vennootschap heeft met een kapitaal, grootendeels door de ge-
erfden der Zijpe bijeengebracht, den ringdijk werkelijk gereed gekregen
en wel zóo goed, dat hij na eenige verbeteringen, door de nieuwe
bedijkers aangebracht, nog na den grootenvloed, die in 1571 de Zijpe
weder deed onderloopen, geacht werd f 30.000 waard te zijn en de
achterliggende zeedijken, die minder goed waren, te kunnenbescher
men. Maar de droogmaking zelve bleef achterwege. Hoewel de
mislukking in 1549 van het plan om door eene drijvende machine de
droogmaking tot stand te brengen 1), blijkens het twee jaar later
verkregene octrooi, de zaak niet deed opgeven, hebben latere ont-
werpen geen beteren uitslag gehad. De oneenigheid , die reeds in
het jaar, dat het octrooi verleend werd, tusschen de vennooten blijkt
bestaan te hebben, heeft denkelijk SCOREL die na de uittreding van
Utrechts stads-architect WILLEM VAN NOORT alleen met den zich
steeds op den achtergrond houdenden drost op het kasteel Vreeburg
overbleef — spoedig afkeerig van de zaak gemaakt. Althans bij de
bedijking stond niet hij, maar Mr. NiCOLAES NlCOLAI, griffier van
het Gulden Vlies en ontvanger der bedeu van Brabant, met zekeren
Willem Mois op den voorgrond, en het vermoeden ligt voor de
hand, dat SeoRKT., op wiens naam het octrooi verleend WO*, dien
beiden zijn recht heeft overgedaan, Dat ook deze nieuwe ondernemers
geen geluk hadden en dat hunne handelwijze zelfs reden tot aan
merkingen leverde, Staal uitvoerig te lezen in de beide octrooien
van 1561 en 1571.
l) Reeds 27 Fcbr. 1650 sloot de stici 1 treoht .11 oontraot .....1 Bakeren
Mr. Jacod Diedebioksz. va» Hanswuck (Danzlg), waarbij deze v.....• f hui aan
de stad verkocht zijn middel om wateren en stroomen te verdiepen Daar de
stad zich alleen tot betaling verbond, wanneer het werktuig goed werkte ende
post in de rekening stunt uitgetrokken, blijkt Mr. Jacob gelukkige).....weest te
z(jn dan zijne voorgangers.
-ocr page 258-
— 245 —
Trouwens de afloop der zaak verliest met het uittreden van
■ SCOREL voor ons haar belang. Het zij ons genoeg geconstateerd te
hebben, dat onze schilder niet alleen (zooals uil Kramm's mede-
deelingen blijkt) een bekwaam architect, maar tevens een uitnemend
ingenieur geweest is. Dat hij dit was, volgt toch overtuigend uit het
feit, dat hij in één jaar (1549) niet minder dan drie ondernemingen
van groot belang op touw zette: 10. het plan tot bedijking der Zijpe:
20. de verbetering der haven van Harderwijk ; 3». de verdieping dei-
Vecht en andere rivieren. Deze plannen waren niet dwaas, want het
Harderwijksche stadsbestuur, dat in 1549 wellicht niet te best bij kas
was, liet meer dan eene eeuw later (omstreeks 1650) het plan uitvoeren.
(Kramm. p. 1487.) Niet de architect Van Noorï was de ziel dezer
plannen, de bekwaamste der twee, maar Schrei.: immers deze blijkt met
dan met tegenzin het maken van het schip aan zijn collega te hebben
overgelaten, en toen de zaak mislukte was het SCOREL, die dadelijk
aanwees waar de fout zat en aannam die te verbeteren.
Het komt mij ten slotte belangrijk voor, nog één bizonderheid
te releveeren. SCOREL verhaalt, dat hij het model van het schip ging
bezien met Tan van Oky. Wij treffen hier denkelijk een bloedver-
want, wellicht een broeder aan van den beroemden Utrechtschen
architect SeBASTIANO »' Ov.v (vlg, KRAMM Van Nooy, maar in deze
en dergelijke namen, b.v. Van NOORT, is de spelling te Utrecht >n
dezen tijd steeds onzeker), die voor KAREL V en PHILIPS II ver-
scheidene vestingen bouwde. DÓMLNICUS AERTSZ. VAN HoNTHORST,
een der scheidslieden, komt ook elders (Kramm p. .487) als vriend
van SCOREL voor; zijn zoon TOENIS was in 1569 * schilder lid van
het Utrechtsche Zadelaarsgild.
S. Muller Fz.
UTRECHT, December 1880.
-ocr page 259-
— 246 —
EXTRACTEN UIT HET RAADS DAGELIJKSCH BOEK
DER STAD UTRECHT.
Des Woensdaichs denxjulij 1549.
Op huyden zyn gecompareert opten Raythuyse mr. Jan van
Scorf.l, Canoniek Sunte Marien t Utrecht, ende mr. Willem van
Noirt, metselvie-meester der stadt van Utrecht, versueckende ende bege-
rende opten Rayt der stadt voirsz., datse hemluyden opter stadt coste
bestellen ende becostigen soude willen alle materiaelen van hout,
yserwerck ende anders, ende mede werekluyden diemen behoeven
sal int maicken vant instrument ende scip ende syn toehehoiren, die-
nende omme alle ryvieren mede te verdiepen, geloevende Wii.i.em
van Noirt voirsz., indien tvoirsz. instrument ende scip nyet en op-
veert tot intencie als zyluyden aengegeven hebben, zoe sullen zy-
luyden alle die materiaelen ende oncosten vant instrument ende scip
voirsz. selver te betalen ende die stadt van alle hoir verscoten pen-
ningen restitutie doen. Die Rayt tvoirgeruert versouck mitsgaders
die geloifte van dien gehoirt ende veistaen hebbende, heeft tselve
geaccepteert, ende voirts geordonneert Roeloff de Leeuwe, ander-
de cameraer, die voirn. mr. Johan van Scorel ende mr. Willem
voirsz. tselve werek te betaelen achtervolgende huerluyden versueck
bovengeruert.
Des Woensdaigs den iüj Decembris 1549.
Meyster Willem VAN Noort, deser stadt metselrie-meester ende
Raydt inder tijt, heeft op huyden voirden Raydt gelooft, indient in-
strument ende schip, dat bij hem doen maicken is omme te diepen
die Vecht, Rijn ende anders, nae inhouden sekere requeste, dair van
vuyten naeme van Mr. Jan van Schorel, Canoniek Sunte Marien,
ende hem aende Key; Ma', overgelevert, ende sekere octroeye op
-ocr page 260-
— 247 —
verworven is van wegen die Regierders deser stadt van Vtrecht, nyet
en werct tot intentie van heurluyder aengeven bynnen den tijt van
sess weecken toecomende nae dattet open weer wesen sall, ende Raydt
voirsz. instrument ende scip nijet tot deser stadts behoiff behouden
soude willen, zoe heeft hij gewillekoert ende geloift, dat hij van ston-
den aen die verscoten penningen van deser stadt int geheel opleggen
ende betailen sal achtervolgende zijn geloifte oick gedaen den thien-
den Julij verleden.
EXTRACTEN UIT EEN BAND MET VERSCHILLENDE HAND-
SCHRIFTEN OP HET PROVINCIAAL ARCHIEF
VAN UTRECHT.
Anno Li die Veneris quinta Decembris.
Mr. Johannes Schoreuus canonicus ecclesie Beate Marie Traiec-
tensis respondet singulariter singulis certis articulis impetitionis magistri
Wilhelm: de Noorpt exhibitis ac certis articulis replice et quarto
duplice juxta designationem medio suo juramento:
In den yersten opten derden articule van den eysch antwoirt die
verwerder dattet inhouden van den articule alsoe ghesciet is.
Opten vierden articule kendt Schorel tselfde wair te wesen,
welcke octroye deur misbruyck van Willem int qualijck maecken vant
scip nyet houdende zijn termyn van remedieren die Regeerders van
der stadt bij hoiren Pensionaris ende Secretaris ten huyse van hem
Schorel dat weder ghehaelt hebben, soe dat Schorel dair van ge-
privert is optie selven dach als die Raedt van Utrecht by overcompst
den voirscreven Willem toe ghesloeten hebben te betalen, breder
blijckende by acten dairvan zijnde.
Opten vijfften antwoirt Schorel tzelffde warachtich te wesen, ende
-ocr page 261-
— 248 ~-
heeft Willem tot zijnen last aenghenomen tbesteck te maicken ende
tscip te bestayen nutter stadt Camerairs Roeloff DIELeuwe, seggende
tot Schorel et Zwaün: Laet my nu milten scip gewerden, reyst
ghy mit Zvvae.m inde zaecke van dijckagien, alsoe Schorel oick ghe-
daen heeft, verschietende int reijsen zijns zelffs penningen bij ghemeen
consent van hem dryen, sluytende dat men hem alsulcke verschoten
penningen van de yerste winninghe wederom restitueren söude , dair
Willem selffs mede ghereyst is gheweest in Beverwyck ende tot
Haerlem op Schorels cost.
Opten Vle articule antwoirt Schorel quod credit.
Opten VII» articule antwoirt Schorel voirsz. dat hij noyt tbesteck
ghesien en heeft noch die thnmerluyden oick nyet en kenden op die
tyt, mair altyt als Schorel den voirscreven Willem vraechden, hoe
ist mittet scip, gaff Willem altyt voir antwoirt, laet my dair voir zor-
gen, ende en heeft int maicken Van tscip noyt zijns raets begheert, soe
dat Schorel mit Swaen reijsende verteert hadde over hondert gul-
den eer dat Willem een naghel aen tscip hadde doen slaen.
Opten achtste articule antwoirt quod non credit.
Opten IX» articule seyt Schorel, dat Willem van Noort ge-
comen is tot Schorellen huijse, die aen de.....sat, hem biddende
dat hy wilde comen na den middach te vier uren bij den Burghe-
meyster Ernst van Nyenrode omme tscip te sien wercken,-alwaü
teistont een yseren boudt brack, twelck Willem belooffden teistont
te remedieren ende stercker te maicken bij Jan van Amerongen
smyt. Ende dairnae alst gheremedieert was ende Willem nyet en
twyfelden tsoude vast ende goet wesen , soe heeft Schorel wel aen
den heren begheert dat zy soude willen comen sien wercken tscip
voirsz. sonder te spreecken van ecich opnemen noch voir noch nae,
want anderwerff oick een boudt brack. Ende dardewerff noch eens
-ocr page 262-
249 —
in de Weerdt, dair Schorel mit een stock oick most komen ghaen
deur versouck van Willem , die aldair die heren van der stadt hadde
doen komen. Hijerdeur was Schorel gheoirzaèct by ghescrifte te
stellen een presentatie om te remedieren tscip binnen veerthien dagen,
dattet wercken zoude zoet aengegeven was van hem beyde ; stellende
dair inne, wair dattet nyet en wracht, was te vreden tscip mijt Willem
halff te betalen, welcke presentatie Willem nyet an nam, iner woude
tscip selve remedieren, blijckende by acte dair van zijnde.
Op ten articulen van replycke.
Opten Xlle articule kendt Schorel wair te zijn, mits distinguerende
den tijt, te weten van Mey, Junio, Julio totten xxmt Julij, Willem
te vreden was van allen Schorels verschoten penningen, mar ver-
staende donwillicheyt van de ingelanden, die op dat pas die conlre-
butie nyet consenteren en woudej by zijn zelffs temeriteyt verclairt
heeft jegens Schorel ende Zwaen , nyet te willen mitter dijckagien
te doen hebben, contrarierende dacte van . der societeyt. Alsoe dat
Willem op Alrezielen-dach dair nae volgende ten huyse van Schorel
ter presentie van goede mannen tzelffde verclairt heeft als nyet wil-
len te doen mytter dijckagie.
Opten XVe articule antwoirt Schorel dat hij kendt die rescissie
van de acte van der societeyt ghesolliciteert te hebben by den Hove,
dair die selffde acte gepasseert was, allegerende drie j)oincten wair,
inne Willem die acte gecor.traveneert hadde , dair Willem nyet toe
verstaen en woude, iner wilde dat Schorel aldair ageren soude, dair
Schorel op declineerden, allegerende dair nyet behoiren ten recht
te staen.
Opten XVIe articule antwoirt Schorel quod non credit.
Opten XVIIIo ende XLXe seyt Schorel , dat die ganck van
-.
-ocr page 263-
— 250 —
tmodell Schorel gepresen heeft, raer tzelfde model heeft Willem be-
drogen, dair nae maickende zijn grote scip buylen proportie van ghe-
wichte , alsoe dattet achterste deel van tscip hangt opten gront dairt
ondiep is, ende dairomme die backen nyet en mogen wercken, steec-
kende in de gront, twelck hy int model nyet gheconsidereert en
heeft.
Opten achtentwintichsten artickele antwoirt Schorel , dat hy
nyet en weet van resilieren, mair verclairt dat hy voir de stadt nyet
te recht en hoirt.
Opten XXIX aiticule antwoirt Schorel, dat Willem voiiscreven
noyt noch voir noch nae raedt noch hulp van hem begheert heeft
om tscip te remedieren, mair is wair dat Schorel mit Jan van Oey
gheghaen is ten huijse van den tymmerman om hem te toonen die
fauten impedierende den ganck vanden bancken, vuyt goeder har-
ten, alsoe Jan van Oey alsulcks wel gestandt doen sal; dan zij
vonden den tymmerman onghestelt ende tscip ghesloeten, alsoe dat
zulcx achterbleeff; anders refererende hem tot zyne voirghaende
responsie.
Opten 1III articule van der du pi ij ck.
Refereert hem totter acte gearticuleert ende totter ander acte,
wair inne Willem hem selve willecoert tot restitutie van de pennin-
gen, indient hij binnen zess weecken nyet en remedieert, blyckende bij
acte van condemnatie.
Aldus onderteijckent:
Jo: Scorei. subscripsit hec ita esse.
Upten dach van huyden compareerde voer mij Notarijs in pre-
sentie den ghetuyghen naebescreven, die Eersame heer Sijmon Jacobsz.,
-ocr page 264-
— 251 —
pastoer tot Soest inden lande van Utrecht gelegen, umme tot eene
toecomende memorie, van weghen des weerd. heeren Meyster Johan
Schorei. , Canoniek tsant Marien Tutrecht daertoe versocht sijnde,
getuyehnisse der waerheijt te geven, Ende dat wt cracht der com-
missie van wegen des Eersamen heeren Thomas Persoels vicarius
in den Doem Tutrecht, deken Goylandie, als rechter ordinaris specia-
licken gedeputeert, mij Notario onderscreven daeromme sonderlinge
by munde gedaen, heefft die voergenoemde heer Sijmon gecertificeert
ende verclaert, certificeert ende verclaert mits deesen allet na wtwy-
sen eenre cedule myt zijn eygen hant [soe hij seyde] gescreven, die
welcke hij aldaer overgelevert heefft, luijdende van woirde tot woirde
aldus:
lek Heer Symon Jacobsz. , pastoer van Soest, out sijnde acht
ende twyntich jaren of daer omtrent, certificeere voir die gerechte
waerheyt, daer ick mit eede toe gebrocht bin, hoe dat waerachtich is,
dat ick present by ende over zij geweest ten huyse van meyster Johan
Schorel, Canoniek tsant Marien binnen Utrecht, mit myn vader
Jacob Symonsz. ende Zyvert Gerritsz van Schorei., Ende daer
waeren Schoreix, die waert, ende Willem van Noort ende Swaen,
Drossaert op Vreburch, die met haer drien vennetten ende socij waeren
om te bedyeken die Zijpe in Noorthollant ende om instrumenten te maec-
ken van wateeren the diepen op gelijcken paert ende winnynghe, hoe-
rende haer woerden ende wederwoeiden met goede vrede ende accort
sonder eenich discort, alsoe datter woirden vielen, datmen die nyeuwe-
lant soude hieten Schoerlant ende dije nyeuwe dijck Swaenoortsdijck int
jaer negenveertich in die maent Junio. Want dan redelicken is ende
billich der waerheit ghetuijchgenissen te geven, sonderling alsmen des
versocht wert, Soe ist dat ick openbaer Notarijs onderscreven, des van
wegen meyster Johan Schorel. versocht ende bij heeren Thomas
-ocr page 265-
— 252 —
Persoels deken voergenoemt daer tho speciael commissie bij munde
gedaen sijnde, certificere enen iegelick, allen tghene voirsz. staet voir
mij alsoe geschiet ende gedeposeert te sijn. Ende hebbe des toirconde
dese tegenwoirdighe certificatie daer van gemaect ende mit myn hant
onderleijckent. Gegeven Tutrecht inden jaere ons heeren dusent vijff-
hondert een ende vijfftich upten seventhiensten dach der maent vau
December, in presentie der discreten Lambert van Al-MELO ende Aert
van DEN Hovberch, schoelapper, als getuijghen hierover geroepen
ende sonderlinghe gebeden ende mij.
[Aldus voert onderscreven]
Conr. Eertman, Notaris bij den Hove provinciael Tutrecht van
wegen Roomsch Keyserlijcke Majesteit geadmitteert, sst.
Alsoe zeeckere differentien, gheschillen ende twisten, ende oick
processen verresen syn geweest tusschen Mr. Willam van Noordt ,
architect ende metzelrije-meijster der stadt Utrecht, eysscher in conven-
tie ende verweerder in reconventie, ther eenre, ende Mr, Jan van
Schorell, Canoniek der kereke van Sinte Marien Tutrecht, ver-
weerder in conventie ende eysscher in reconventie, ter anderen zijden,
ther cause van zeeckeren societeijt, die sij myt malcanderen aengegaen
sijn om wateren te diepen ende landen te bedijeken ende onlandt
tot vruchtbare landt te maicken etc., als zulex in den contract van
den societeijt voirsz. breeder begrepen is, deur cracht ende oirzaicke
van den welcken Willam van Noordt seijt ende sustineert verschoo-
ten te hebben een merckelijcke somme van penningen int maicken
van een instrument als een schip, dat sij partijen gelijckelick voir den
oversten der Stadt Utrecht gepresenteert ende aenghenomen hadden
te maicken, om die wateren dair mede te diepen, welcke penningen
mijtten interesten hij tot dezen dage toe heeft moeten ontbeeren,
-ocr page 266-
— 253 —
ende oick dat hij in t' concipiëren ende int maicken vant moedell
van den scip voirsz. zijn tijt versuijmpt ende merckelicke kosten ghedaen
heeft ende dair deur in anderen zijnen dinghen ende affaren schade
geleden heeft, ende voirts deur oirzaicken van tgheen voerseijt staet,
gereijst is geweest in Hollandt, Brabant ende elders, al tot zijnen
groote kosten, seggende dat Mr. Jan van Schorem, voirsz. hem van
allen dezen voir de helft behouden restoir te doen etc. Ther contrarie
sustineert Mr. Jan van Schorell nijet gehouden te wezen Willam
van Noort voirsz. te subvenieren int gheene Willam van Noordt
hem eysschende is, mair seijt dat hij ther cause van den contract
ende societeyt voirsz. veel kosten ende lasten ghehadt heeft in prac-
tizeren omme die Zijpe te bedijcken, ende dier oirsaicken halven veel
reijssen gehadt heeft om zulcke dijckagie te vorderen, ende oick
anderen schaden in sijnen anderen dingen geleden heeft, ende zijn
tijt versuympt, soe dat hij wil seggen, dat hem een grooten penningh
van Willam van Noort toecomen soude, als zulcx in zijn scrif-
tueren wijder verhaelt is etc. Partijen voirgenoemt, aenmerckende
dat deur dezen hairen geschillen ende twisten veel inconvenienten
comen soude moegen, om dan zulcx ende vorder kosten te verhueden,
hebben allen hairen geschillen, differentien ende twisten, die tusschen
hemluijden tot noch toe verresen zijn geweest, ther cause ende deur
oirsaicken van tgheen voirsz. is, gansselijck ende gheheel aen ons vier
Arbiters onderscreven verbleven ende gesubmitteert. Hierom ist dat
wij arbiters wt cracht van den compromiss ons getoont ende in han-
den ghegeven, overgewegen ende rijpelijcke by onss doirsien allen
scriftueren ten beijden zyden overgeleijt ende ons in handen gelevert,
ende voirt gehoort hebbende allen redenen bij monde ende anders
van parthijen aengegeven, bij dese onse arbitraell sententie eijntlicken
wtspreecken, wijsen ende verclaren, dat Willam van Noordt gehou-
-ocr page 267-
_ 254 —
den wezen sall dat voirsz. schip tot zijnen lasten aen hem te nemen
ende te behouden, behoudelick dat Mr. Jan van Schorell voirsz.
wten selven schip aen hem nemen ende behouden sall die yseven
kettenen mytten backen ende twee asschen. Wair voir ende vore allen
verschooten kosten ende actiën, die Willam van Noort voirsz. van
den sellten Mr. Jan tot desen dage toe deur oirsaicken voirsz. enichsins
soude moegen toecomen, sall Mr. Jan van Schorell den voirgen.
Mr. Willam van Noordt eens betalen hondert ende veertich Carolus
gulden, twintich brabantsche stuvers voir den Carolus gulden, bynnen
den tijt van eenre maendt naistcommende. Ende allen kosten, die ten
beijden zijden ther cause van desen in processen ende anders enichsins
gedaen sijn, sullen ghecompenseert wezen ende compenseren mijts
dezen, reserverende tot onser verclaringe allen zwaricheden ofte twij-
felachticheden, die vuijt dese onse wtspraick in enigerwijs verrijsen
sullen moegen. Ende hijer mede sullen partijen voirgen. vereenicht,
verdedingt ende ghescheijden wezen van hairen societeijt ende van
allen gheschillen, twisten ende kosten, dien sij ther cause van dijen
enichsins ghehadt ende ghedaen hebben.
N. Ruysch.                                             Bruninck van Cuijck.
Johannes Ridder sst.                           Dominicüs Airtz.
Aldus gedaen Tutrecht then huyse van Mr. Niclaes Ruysch,
Canoniek der kereke van Oudemunster, in den jaere onss heeren
duysent vijff hondert twee ende vijftich opten twe ende twintichsten
dach in Aprill des morgens tusschen seven ende acht uren.
Teste me                                                           Jo. Boelen, Nots.
-ocr page 268-
— 255 —
MEDEDEELINGEN
UIT HET HAAGSCHE GEMEENTE-ARCHIEF.
I.
De boeken van het oude S*. Lucasgildete's-Gravenhage.
(Medegedeeld door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsen Museum.)
EEDS in 1867 deelde Van Westrheene in de Kunst-
kroniek veel belangrijks, ja het hoofdzakelijkste uit deze
merkwaardige boekskens mede. Toch aarzel ik niet zijn
werk nog eens over te doen ; want hoe langs zoo meer
wint de overtuiging veld, dat niet eenige mededeelingen,
niet slechts het voor den mededeeler alleen belangrijke uit zulke
bronnen der Kunstgeschiedenis moet overgenomen worden, neen, het
geheel, alles moet zoo veel mogelijk iedereen toegankelijk gemaakt
worden.
Zoo ontstond het «Archief voor Nederl. Kunstgeschiedenis," en ik
heb de eer daaraan te mogen medewerken, door het volgende zoo
getrouw mogelijk genomen afschrift der boeken van het St. Lucas-
gilde, vóór de afscheiding die in 1656, volgens boek G. fol. 79, door
»grootsmoedichheid" eeniger schilders plaats had.
Toch gaf ik nog niet alles. De glazemakers en apothekers, de
meeste »camer- en clatschilders" liet ik weg; maar wat maar eenig-
sints van belang kon zijn voor onze Kunstgeschiedenis nam ik over.
-ocr page 269-
— 256 —
Men zegt wel eens, in eens ander mans boeken is 't duister te
lezen. Zoo gaat het met veel in deze boeken vervat. Ik geef juist
wat en hoe 't er staat 5 misschien vindt men later weer iets wat licht
brengt in deze duisternis.
Het eerst volgt Boek G, verreweg het merkwaardigste; dan laat
ik de boeken B, C, D en K volgen. Het is bedroevend dat boek A,
met al het »Silverwerck" daarin beschreven, zoek is geraakt. Mocht
iemand, dit lezende, ooit zulk een boeksken ontmoet hebben, de
mededeeling daarvan zal schrijver dezes hoogst welkom zijn.
Veel toelichting heb ik hier niet te geven ; ik verwijs naar de Kunst-
kroniek van 1867 en laat verder de »Oude bladeren" spreken. Alleen
nog iets. Onze verdienstelijke kunsthistoricus, Mr. VOSMAER, leidt
van het in de Riemer op bl. 307 medegedeelde vers, op het in 1709
vernieuwde Gildeboid in de Groote Kerk af, dat het St. LuCAs-gilde
van 1579 zou dagteekenen 1). Dit klinkt ook zeer waarschijnlijk;
het vers begint toch: »Na hondert dartig jaar verrijst St. Lucas
schilt" enz. Maar schilt, niet gilde; en het boek C spreekt reeds
van de meesters . ,. van den jare 1567. Het schijnt dus al in dien
tijd en misschien nog vroeger bestaan te hebben.
Waar het schrift totaal onleesbaar was, moest ik dit berichten,
waar het niet met zekerheid te lezen was, plaatste ik een vraagteeken.
Op fol. 1 van boek G staat:
Int boeck A 2) syn geschreven de autentique copyen van de
rentebrieven, toebehoorende 't Gilde van St. Lucas , St. Anna en
Rochus. Hier is mede geteeckent alle het silverwerck, de swaerte
van elctt stuck en bij wien deselve gemaeckt sijn of gegeven.
1)    Zie Kunstkroniek 1865.
2)    Boek A is helaas! niet meer aanwezig. Wat zou ons dat voor ophelde-
ringen gegeven hebben ten aanzien van het zilversmidswerk in die dagen!
-ocr page 270-
257
Int boeck B syn geteeckent de namen van de meesters alsoock
de leerjongens, die int gilde gecomen sijn van den jare 1580 tot den
jare 1630.
Int boeck C syn de meesters geteeckent met noch diegene die
het gilde moesten erkennen, om nu niet daerin en syn, van den
jare 1567 ■> sij sijn aldaer verdeelt de straten soo als alsdoen waren
als oock den ontfanck van de rente, ende achter sijn mede aenge-
teeckent de leerjongens die haer maentgelt betaelt hebben sedert en
naer den jare 1630 met en A. B. C. aengewesen.
In t boeck D werden aengeteeckent de renten die ontfangen wer-
den, daer bij dag en jaer gestelt moet worden om alle abuizen te
voorkomen.
Pag. 28 in versa.
Nota.
Den Datum op de kant oft in Margine gestelt, beteeckent wan-
neer de selve int gilde gecomen sijn ende hetselve voldaen hebben.
Fol. 29, Hier beginnen de namen van de Gildebroers van St« Lucas
gilde Int s' Gravenhage , die noch int leven syn, in dit jegenwoor-
dighe Jaer van 1621.
A.
1602.    Aelerecht Ebeling, schilder.
1603.    Abraham Leëndertsz. van Beest.
1605. Anthoni Goelterüs, schilder.
1612.    Aei.brecht Aelbrechtsz. , gelaesemaker. .
1615.    Andries Stock, plaetsnijder.
1614.    Anthony van Ravesteijn, schilder.
»       Abraham Artois, verlichter.
1629.    Adriaen Fredericxsz. van Ouwendyck, steenhouwer.
III.
                                                                                                   33
-ocr page 271-
— 258 —
1608.    Anth. Francq, steenhouwer.
1613.     Adriaen Gyboons, schilder.
1622.     Adriaen Bosch, schilder.
1625.    Adriaen van den VenNe, schilder.
1640.    Adriaen Hanneman,               idem.
»        Auraham van Beijeren.
1642.     Abraham Borreman.
1644.    Abraham de Vries, sehilder.
1646.    Alexander Petit. ■
1646.     Adriaen Maetham.
»
        Abraham Hennes.
1647.     Antonij van der Croos, Schilder. 1)
1649.
     Arent van Ravesteijn. 2)
1655.     Anthonie Dijckmans, Kamerschilder.
1665.    Abraham Erkeles,             »           »
1669.    Abraham Block,                  »           »
1681.     Anthony van Yperen, »           »
1691.     Abraham van Outshoorn, »           »
1765.     Arnoldus van Heest, voor syn schildersproeff ƒ' 18: — :—.
B.
1587.     Balthasar Flessiers, Schilder.
1622.     Bartolomeus Bassen, » (van Bassen.)
1629.    Bartolomeus Ter (of Ver?) Burch.
1690.     Bartolomeus Drijfhout, Steenhouwer.
1657.    Bartolomeus van Winden, Schilder.
1)    Liet reeds 2 September 1637 „een kint" doopen. (Doopboek Groote Kerk
's-Gravenhage.)
2)    Dit is Arent Jansz. van Ravesteyn, vau wien o. a. 3 portretten ia
München zijn. Deze schilder was een waardig navolger van zijnen vader. (Zie
van Gool, I, 31.)
-ocr page 272-
— 259 —
1667.    Berend ?) Jamin, Schilder.
1695.    Barent Meijnderts Staal, schilder.
1718.    Barent van Weemen,               *
C.
1619.    Carel Swerius, Schilder.
1618.    Cornelis de Jong, »
1621.    Cornelis Claessen , »
1614.    Cornelis Pietersz. Teunis, Steenhouwer.
160-.    Cornelis Sybertsz. van Montfort.
1624.    Coenraet Hoffe, Goutslaeger.
1645.    Coenraed van der Maes, Schilder.
1646.    Corn. Lelienburcii,                   »
1648.    ClaEs Pietersz. Teyll, Constvercooper.
1647.     Christyaen Couwenberch, Schilder.
1648.    Corn. Monninckx,                     »
1648.
    Catrina de Hen , Schildersse.
1650.    Christoffel Meier, Glaseschrijver.
1651.    Garel Hardy, Schilder.
1654.    Corn. de Putter, Kunstverkooper.
1656.    Carel van Hullegaerde, Schilder.
D.
1610.    Daniel Mytens, Schilder.
1626.    Daniel Clitsaert.
1627.     Daevit Stockmans (?), Schilder.
1631.    Dirick Verhaert,                 »
1632.    Dirck Daeli.ens ,                  »
1642.    Daniel Tu......(?) Schilder.
1644.    Dirck van per Lisse,          »
-ocr page 273-
— 260 —
1648 DlRCK Kraey, Schilder.
1653. Davidt van Altona (?).
1699. Daniel Groen, Schilder.
E.
1604. Evert Crynsz. van der Maes , Schilder.
i6d8. Esaias van den Velde, schilder.
1668.     Evert van der Beeck.
F.
1629. Fransois Knypbergen, schilder.
1634. Frans van der Block, steenhouwer.
1637. Ferdinandus Wes, schyelder.
1647. Fransiskes Dysaart, beelthouwer.
1656. Freder. van Tongeren, beeltsnyder.
1669.     Ferdin. van den Heuvell, wapenschilder.
1679. Frans Palidanüs, glasemaeker.
G.
1617. Güilliam Gerst, verlichter.
1621, Gerrit Jacopsz., schilder, woonende tot Amst., heeft syn
gildegelt alhier voldaen omdat hij hier viy soude mo-
gen arbeyden.
1620. Guillielmo Weda, schilder.
1629. Gerrit van Santen, idem.
1623. Gratiaen Jansz. , goutslager.
1637. Gerrit Honthorst, schilder, van Utrecht.
1666.     Gerrit Godes (?), betaelt syen gildegelt als meester.
1667.     Gerkit de Haen, schilder 1)
'
(1) Geerit de Haen. Ik ken twee stukken gemerkt: G. de Haen. Één te
Weenen, in de Gallerie Czernin, daar B. Beeeneeegh gedoopt, waarvan het
werkelijk veel heeft. Het is No. 215 van den Catalogus: Eine Landschaft
-ocr page 274-
— 261 —
1667. GlLI.YAM VAN DER VlNNE, schilder.
1674. Geert Ufelhaeve (?), schilder.
H.
1597.     Henricus Hondius, plaetsnyder.
1621. Hans Bogaert, schilder 1).
1613.     Herman Bloemaert, idem.
1623.    Hermanüs Brekerfelt, gelaesschryver.
1630.    Herman Natanuelsz. Grevesteyn, schilder.
1635.    Henricus Hondius de Jonge.
1699.     Hendr. Munnekes, schilder.
1647.     Heynderick Noorderwiei, , schilder.
1651.     Hendrick Dankf.rs, plaetsnyder.
1662.     Hendrick Visbach, goutslager.
I.
Jacques de Geyn , schilder en plaetsnijder.
1598.     Jan van Ravesteyn, schilder.
1604. Joos de Putter,
                 »
mit Kühen, en lijkt veel op de vroegere werken van Breenbergh, zooals
een voluitgeteekend stuk in Schlussheim bij Munchen , van 1634. Fiju uitgevoerd,
goed geteekende figuren, aangenaam van kleur. Gem. G. DE HAEN.
Daarentegen bezit Schloissheim een stuk (thans wellicht reeds naar Munchen
overgebracht) en ook gemerkt: G. de Haen dat n i e t s op het voorgaande gelijkt.
Deze zeer fraaie schilderij stelt een jager voor, die, uitrustende van de jacht in
het midden van een eenvoudig vertrek op een ton uit een kruik zit te drinken;
voor hem een groote zwarte jachthond, links een jongen met een stok en een
haas in de linker, een doek in de rechterhand; rechts een man in het rood met
glas in de rechterhand; verder mooi geschilderde hazewinden, ketels en verdere
„accessoires". Het is prachtig, schitterend van kleur, zonder bont te zijn,
breed, forsch geschilderd, flink getcekend en aardig gecomponeerd.
1) Van dezen meester is onlangs (Dec. 1880) in de collectie Virtjly een
goed exemplaar verkocht; thans bij den Heer Pappeeendam berustende; deze
Heer liet mij echter 3 stukken van denzelfden meester, ook H. Bogert gemerkt,
zien, die zoover onder de kunstwaarde van het eerstgenoemde staan, dat het
haast onbegrypeiijk schijnt dat één hand ze allen geschilderd zou hebben. Toch
is dit hoogstwaarschijnlijk het geval.
-ocr page 275-
— 262 —
1613.     Jacob Dircxsz., goudeleirmaker.
1617.
    Jan Gerrits, steenhouwer.
1620.
    Jan Pietersz. van Ryn, sch.
1610.    Joachim Otte van Hoeckgeest, sch. 1)
1614.     Jan Matheus van Wttenbrouck, »
1616.    Joost Snewints? (W. leest Swevents), sch.
1622.     Isack Mijttens, sch.
1623.    Jan Jansz. Brun, »
1624.     Jan Jansz. Westerbaen, Schilder.
1628.
     Jacob Westerbaen,                   »
1627.    Dekens, Moyses Wtenbrouck, ook Philips van Haes-
broeck em. 2)
K.
1690.     Kracht Kinder-man, Schilder.
1690. KoRNEL. MONICX.
1669. Karel Penon, Kamerschilder.
L.
1641. Leendert van Haeften, Schilder.
1655. Loüwijs van Tongeren, Boeckbinder, heeft syn proeff
van 't boecbinden gedaen en is de eerste geweest, heeft het gildegeld
betaelt en eerlijck getracteert op een collation.
1659. Jeronimus van der Neck, Beeltsnijder.
1702. Loüvise (?) de Hoge, Schilder.
M.
1620. Moysis van Wtenbroeck, Schilder.
1619. Melch. Ruys,                  .                »
1)    Troiiwboeken der G-roote Kerk, 'a-Gravenhage, 10 Mei 1620:
Jaques Otto Hodckgeest, Kaïnerbewaarder van de Ed. Mo. Heeren Staten
van Hollt ende Westvrieslant, huwt met Jacobina........'•
2)    Zie Kunstkr. 1867 , pag. 83.
-ocr page 276-
— 263 —
tóio.    Mathys Willemsz Valckenbukg, desen overleden ende
de doodtschult betaelt.
1625.    Mich. Jansz. Mierevelt, Schilder.
1635.    Matheus du Bois,                   »
1647.    Martijn Lanssch out (?) »
1647.    Mich. Tongerloo, Ebbewercker.
1648.    Marthyn L'Angele, (niet Langele) Schilder.
1669.
    Matheus van Heyningen, Konstverkoper.
N.
1608.    Niclaes Ysaaksz. Swanenburch.
1651.    Nathanael Taets, Schilder.
p.
1600.    Pieter de Pruyster, Verlichter.
1604.    Pieter van de Lande, Verlichter.
1628.    Pieter Adriaensz. van Saennen.
1634.    Peter Quast, Schilder.
1639.    Peeter Adriaensz. 't Hooft, Steenhouwer.
i6ti.    Philips Haesbroeck, Plaetsnijder.
1639.    Pieter Moninx, Schilder.
1639.    Pieter Naso, Schilder.
1640.    Pieter v. d. Venne, Schilder.
1647.
    Pieter van der Croos, Schilder.
1647.    Pieter Heyndrickx Spyckerman , Schilder.
1648.    Pieter Schouf, Constvercooper.
1649.    Poulus Potter, Meester Schilder.
1663.
    Pieter Vbrbeeck, Camerschilder.
1647.
    Pietter de Potter, Schilder.
1666.
    Pauwels Hellebuick, Schilder.
-ocr page 277-
— 264 —
1667.     Pieter Goudy, Schilder.
1668.     Pieter van Turnhoudt, Könstverkoper.
1705. Pieter van Outheusde, Schilder.
ft.
1627. Rodolfus van Kool, Schilder.
1699. Reijnier van der Laeck, Schilder.
1675. Roelant van Brinkhorst, Camerschilder.
1677.     Roomans, syn proeff gedaen als schilder.
S.
1605.     Sybert Cornelis Monincx, Schildei'.
1614.     Simon Frisius , Plaetsnyder.
1610.     Sam. Smit, Schilder.
1630.     Symon Gerritsz, Schilder.
1631.     Sachar. Dickman, » 1)
1640.
     Sibrandt van Beest.
»         Simon de Putter.
1646.     Sijmen Rood, Schilder.
1650.     Saelleemon Duvvart, Schilder.
1666.     Symon Perier, van Parys.
1678.     Sachar. Dykmans, Schilder.
T.
1631. Tym. Arentsz. Gracht, Schilder.
1656......Celton, (?)                  »
W.
IÓII. WlLL. WlLLEMSZ.
1674. Cornelis Verhaege, Schilder.
1629. Willem Hondiüs.
1) Waarschijnlijk Dyckmanb. (de Oude.)
-ocr page 278-
— 265 —
1630. wlllebort van' groenenberg.
1690. Willem Stevensz van der Meij.
A.
Fol. 46. Alhier beginnen de namen van de Güdebioeders van het
St. Lucasgilde in Schravenhaage, die int Leeven syn in 16S2.
1642. Andries de Haen , Camerschilder.
1655. Antony Dyckmans,
           »
1681. Anth. van Iperen, Schilder.
1704. Adolf Cruysberge, ->
1704. Aelbert de Vries, »
C.
1667.    Christiaen Bouckwout, Schilder.
1679.    Cornelis Verhagen,             »
1685.    Simon Claessen de Jonge, schilder.
1728.    Cornelis Wesendonk,                 »
1729.    Cornelis Wapperom,                   »
1742. Cornelis Gerardus Beeldemaker, schilder.
1754. Cornelis van der Brugii, schilder.
1759. Cornelis Versteeg.
                  »
D.
1632.    DlRCK van GussEN, schilder, overl. 1686.
1677.    Dirck Scholte, schilder.
1681.    Daniel van Altdorp, schilder.
1699.    Daniel Groen,                   »
1732.    David Laron,                    »
1732.    De Weduwe Moninx,
de dootschult betaelt ƒ 2.— .
III,
                                                                                                   34
-ocr page 279-
266
E.
1666.    Erasmus Arondeus, schilder.
1679. Elisbet de Jong, constvercoopster.
1682. Egbert v. der Spyck, sch.
1726. Evert Tielinckx, sch.
F.
1637. Ferdinand Wes, schilder, overl. 1689.
1686. Frederick Barrenaert, schilder.
1688. Frederick Frybeeck,             »
1691. Frederick Hellebuick,         » (fol. 51.)
1708. Ontfangen van Flip Harm, » en
niet getrackteert f 12.— o.— o.
1714. Frans Steenhuyse, goutslaager.
1739. Maart heeft Frans Wesendonk zijn proef gemaakt als
schilder en daar voor betaald .... ƒ 31.—.
vereert .............» 11—.
April heeft Wesendonk als glasemaacker
betaald............» 30.—.
vereert.............» 19.— 16 st.
1757. Frans Goelje.
1759. De Heer Freese.
1766. Gerard van Sneek.
1772. Was Deken P. De Mony.
G.
1667.    Gerrit de Haen, schilder.
1679. Gerrit Uffelhaven , »
1681. Gerrit van der Smael, schilder.
1698. Gotvrey (sic) Holte.
             »
-ocr page 280-
— 267 —
1705. Heeft den oulste broeder Goske sijn voldoening gedaen
aent gilde voor 't bruinere vergulde en bronse van syn
Eyge gemaeckte beelde vase of 't geene hy maeckt en
verkoopt.
1726. Gerrit Hoed (sic) m'. Schilder, betaalt, ƒ 30.— o.— o.
1731.    20 Maart heeft betaalt Gerrit Langedijk voor Regt van
Gilde............. ƒ 4.— o.—o.
1736. Gerrit Muldert, schildersproef ...» 18.— o.— o.
1741. Giliam Beekhuysen, schilder, voor syn prouef be-
taalt ........., ... ƒ 12.—
belooft te trakteren en niet gedaen.
1744. Gerrit Mes, schildersproeff.....ƒ 18.—
1748.         » Wurms, id.            .....» 18.—
vereert.............» 15.— 15.—
H.
1660. Hendrick Boeckwout, schilder.
I667.             »           VAN DER SpYCK, »
1686. Henderyck van Dael,          »
1705 Henrick Visbach, goutslager, betaelt . ƒ 18.—
1705.    Henrick Pola. schilder, bet.....» 19.—
1706.    Hendr. van Heusden.
1713.
         »        de Jesys, schilder.
1732.    20 Maart heeft Hendr. Dier betaalt voor 't vergulde of
van den vrymeester schilder te laate vergulde de beelde
of vaase of eenig ander grot werk dat hy maakt voor de
somma van.............f 12.—
Eu is van burgemeesteren in de coste gekondimineert
die daarop syn gevalle en ook aan de boode van der
Cisten betaalt.
-ocr page 281-
— 263 —
1753-     Hendrik van Vinne. schildersproeff . . ƒ 30.—
vereert............» 5-"" 5*—
1754.     Hendrik Johannes van Weemen, schilderspf.
1755.     üuybert Blok,                                            id.
1757.
    Hendrik Heght                                           id.
1764.
     HekEEMAnds Borger, id.
1766.
     Hendrik Bodas, goulslager.
1779.    Hendrik van der Brügh, schildersproef.
1782.
             » van Cempen,                   »
I. (fol. 54)
1644.    Jacop Af.lbertsz. van der Spijck, schilder.
1673.    Joiian Monicks, Camerschilder.
i6Si.    Johannes van Schayck, beeltgieter.
1690.    Jacobus van Nimvvegen, schilder.
1Ö94.    Jurriaen Veltman,                 »
1695.    Johannes Buckhuysen,           »
1699.    Jan Muyns,                                 »
1712.     Johannes van Dalen,             ?
1713.     Jacob van Duyselen, schilder.
1717.
    Jacobus van der Doff.
1717.    Jan.Bock, schilder, op ordre van Burgemeesters dezer
stede gerojeert.
1719.    Johannes de Punt(?) schilder.
»       Johannes Obreen,             »
1725.            »            van Swinderen, schilder.
1726.            »            Madelpi (?)                 »
1728. » van baerden,
            »
1732. » Stifferie,
                   »
»        Johannes Thieleman ,                 »
-ocr page 282-
- 269
1735.     Jan Kotelmans , Schilder.
1741. Johan Hendr. Selfvelt, Schilder.
1745. JAN FüRKT,                                    »
1747. Joh. v. Amerongh,                     »
1766. JoHANNES VAN DER BURGH, »
K.
1720. Koenraet Juffen, schilder.
1738. Kryn van Niel,
              »
L.
1690. Lammert van Goudsbergen , Schilder.
»         LoUWERËNS SCHOLTE,                        »
1702. Louwys DE Hoge, CainerschiJder.
1717. LOWIS BERNARD, Schilder.
1736.     Leendert van Barda, Schilder.
Dootschult van Joh Stiffery ƒ 2.—.
1757. Joh. van Sneek.
Joh. Missing.
1759. Lodiav. Steekwey
1787. l. van oosterwijck,
M.
1666. Bastiaen Middelbeeck, Schilder.
1682. Melchior Bernards,
             »
1695. Matijs van Goeloo,              »
1702. Mychiel Couvendt,               »
1744. Mattheys Ardes,                  »
1759. Martinus van Cruyselbergen, Schilder.
N.
1715. Nicolaes van DER Speijck, Meester Schilder.
1719. Nicolaes van Limmick, Schilder.
-ocr page 283-
— 270 —
1733- NlCOLAES V. DER VLEUGT.
1766. Nicolaes Focker, Schilder.
O.
1691. OTTO Saedelaer, Schilder.
1723. OVERDIK, Goutslager.
P.
1657. PiETER VAN COEVERDEN, Schilder.
1663. Pieter de Bonnet,
                   »
1666.     paulus hellebuick,                »
1668. Pieter van Turnhout, Constvercooper.
1682. Pieter Aronüaeus, heeft syn proef gedaen synde maer
15 jaer out tot genoegen van 3 Meester Schilders.
1737. Pieter Bourdon, Schilder.
1745. Pieter Waverlee, »
1749.     Pauwelus Stafvoet, »
en nog eenige onbel. namen.
B.
1675. ROELANT van Brinckhorst, Schilder.
1723. Roelant v. Wessel,
                        »
1750.     robbertus wlltschut.
s
1667.     Seger Maes, Schilder, overleden 1689.
1678. Sacharias Dijckmans, Schilder.
1707. Weer: Sacharias Dyckmans , Schilder, bet./12.—. (Soon).
I78l. JODOCUS DE CALEE.
T.
1720. Toomas van Elden, Schilder.
1736. Toomas Waverlee, »
             enz.
-ocr page 284-
— 271 —
*            V.
175^- Voor liet Examineren van de Rekeningen van het binne-
jagt van de Ed. Mogd. Heeren gecommitteerde Raden,
gedaan door de Schilder van Heusden, ontvangen
ƒ 34-1°.
1758. Van de jood Cohen op het Spuy over de trapjes Brugge,
ontfangen door de boode van der Veer de Condem-
natie door heeren Burgemeestere hem opgelegt, over
het laate verwe van en knegt met name Antonie Eps,
de zomma van f 32.—■ . enz.
w.
1675.    Willem van Nimegen, Schilder.
1723.    Willem Veltman ,               »
1729.    Willem Mansveld ,              »
1745.    Willem de Loos,                »
1746.    Willem Quast,                    »
1746.
    Willem van dér Heijden,»
1751.
    Willem Rikmans, »
Z.
1749. Zacharias Deyicmans, (Zoon), Schilderproeff / 12.—.
vereert: / 10.— 10.
Op fol. 33 versa:
Den 10 February 1627, als deecken Moyses Wtenbroek, Phylps
van Haesbrouck, Bartholomeus van Bassen, Anthony van Ra-
vesteyn, Aelbrecht Albrechts.
Fol. 35. Lyon Hemsecron, juwelier en coopman, wonende tot
Antwerpen, dewelcke oock somwylen in de const van schilderyen is
handelende ende alhier in den Haghe comende ende schilderyen ver-
-ocr page 285-
— 272 —
cocht hebbende niet wetende daerover tegen- het gilde iets mitsdaeht
hebben versoch met deecken en hooftmans daerover te spreken en te
eontenteer-ïn: by ons gecomen heeft Sr. Lyon deecken en hooftmans
secr beleefdelyck gecontenteert en geconsenteert om voor een lief-
hebber die hij daervoor mocht versoecken van den een of ander
meester een stuckxke schilderye te laten maken, hetzelve te mogen
doen. sonder dat hy daaromme gemolesteert sal worden en gedaen
als niet en geschiet in qua'iteit. Pro memorie.
Op fol. 75 versa :
In den jaere 1631 heeft hooftman AdrIAEN van de Vknne ge-
teyekent de wimpelstrick ent wapen met sieraden tot beyde de twee
groote silvere bekers daer de namen in syn gestelt; 't welck de
voornoemde A. V. VENNE heeft vereert aent gilde ende het fatsoen
en 't snyden is betaelt uit gilde. De waerde van 't silver is gecomen
van Mr. GëKRIT Dyckmans tot een verc-eringe aan 't gilde voor syn
loterye te houden.
Op fol. 76. Resolutien die by Deecken en Hooftmannen syn ge-
arresteert en notitien van Boeten etc.
1633-
Is geresolveert dat men den afgaenden Deecken sal noodighen
opt volgende Jaer naer dat hy sal afgegaen wesen, om de vrindtschap
onder de oude gildebroeders te onderhouden en dat sonder synen
coste.
1635.
Is gearresteert dat een meester een borgerssoon zynde sal bestaen
met betalinghe vnnt gilde, voor de Somme van Ses gulden eens,
sonder meer.
-ocr page 286-
— 273 —
Maer geen borghers soon zynde, oft vremt wesende een borgers-
dochter getrout hebbende, die sal syn meestergeld betalen met twaelf
gulden en vremt synde 18 gulden volgens den artickel van onse
Gildebrief.
1636.
Is gearresteert, alsoo aireede by eenige Hooftmannen vant gilde
is geschoncken, ende oock verspaert van boeten, amende, etc., eenicb
Silverwerck en (?) gemaekt ter gedachtenisse ende gebruyck vant voorsz.
gilde, soo en sal oft mach 't voorsz. silverwerck by geen deecken oft
hooftmanne vermindert, veel min gebroken of te niet gedaen worden ,
wie sulcx soude bestaen te doeD, daertegen sal 't geheele gilde gehou-
den syn haer devoir te doen ten eynde dat het voorsz. gilde van
hare cierate niet en weide berooft, oft vermindert, ende sal deselve
gehoude werden voor ontrouw, onbequaem het gilde te dienen, ende
die het inochte gedaen hebben, salt selve weder vergoeden, ende
sal synen naem utet boeck doorgedaen worden, ende voor geen
gildebroeder meer erkent worden. Ende die het gilde vereeren met
silver, schildery, teeckeninge enz., dat sal tot synder memorie int
boeck A (helaas weg!) aengeteeckent worden, en 't syner eeren bij
het gilde mede bewaert worden, en 't selve oock niet vermindert wor-
den op correctie als boven verhaelt is.
fol. 76. versa.
Alsoo Hendrick Hondius de Jonghe, overmits syn Vertreck
wten Haghe, syn boecken ende const, ende weynich Schilderyen
heeft willen vercoopen, Is bevonden dat hy over dese verkoopinghe
eenige schilderyen heeft getracht te vercoopen, die oft van buyten
den Hage, oft van ymant alhier in den Hage syn toegebracht, ende
in de vendue vercocht, d'welck by Deecken en Hooftmannen is
III.
                                                                                                   35
-ocr page 287-
— 274 —
verstaen, hebben dyenvolgende de voornoemde Henr. Hondiüs de
Jonge, gecondemneerl in de volle boete van twintich Guldens, tot
XL grooten 't stuck,
Welcke boete is volcomentlyck betaelt by Hondius voorsz. den
24 April 1635.
Hier te vooren is Fkancois Knipjsergen Schilder, toegelaten by de
Ed. Magistraet van den Hage vendue te houden, mits gevende
aent gilde een recognitie van 25 Gulden, d'welck daernaer met 18
Gulden betaelt is, dan dat en was geen resolutie by deken oft hooft-
mans genomen.
Nota. Doen vercreghen wy de Ampliatie tot onsen Artickelbrief.
dat voortaen geen venduen etc. mochten gehouden worden.
Den 7e Meert 1636. Is toegelaten by Deecken ende Hooftman-
nen aen Dirick Dalens, schilder, ende schoolmeester, te mogen
vercoopen 80 stucxkens schilderijen sonder meer, daer bij belovende
wt vryen wil wten Haege te vertrekken, seggende hier niette connen
winnen sijne nooddruft,
ende voor deselve vercoopinghe aent gilde te geven een recog-
nitie van 32^- gl. ende ten minste twee achtereenvolgende jaren wten
Hage met der woon te vertrecken ende dit naar syn eigen voorstellinge.
Maer doen de vendue gehouden was, daer hy noch wel 20 stucx-
kens meer toe vercocht hadde, beclaegde Dirick Dalens met monde
en requeste, dat Deeckens ende Hooftmannen hem dat sinisterlijck
hadden doen teeckenen, ende schold ons voor Turcken en barbaren.
Tgene de Magistraet qualyck nemende, condemneerde Dirick Dalens,
het contract te voldoen, 't gene hy met de Hooftmannen vant gilde
hadde aengegaen, ende is hierop vertrocken metter woon naer
I.eyden,
-ocr page 288-
— 275 —
Hierop is gevolcht dat Willem Lucas schoonvader is gecomen
by den Deecken Henr Hondius, ende vrintlijck versocht, dat de
Hooftmannen geliefden te vergunnen dat de voorsz. Dalens met dat
eene jaer weder mochte comen woonen in den Hage 't gene hem de
Hooftmannen eyntlyck hebben toegestaen, ende luyt de toelatinge aldus:
Alzoo Willem Lucas van wege sijn swager Dirick Dalens,
schilder, versocht heeft in t vrindtlyck aen Deecken en Hooftmannen
dat de voorn. Dalens wederom mochte comen wonen in den Hage,
die andersints daer noch een jaer moeste uitwonen, volgens sijn vry-
willich accort met de voorsz. Hooftmannen gemaeckt in dato den
7 Maert 1636- Soo is 't dat de voorn. Hooftmannen hetselve versoek
van Dirick Dalens hebben vergunt en toegestaen, mits dat de voorsz.
Dalens niet en sal attenteren 't gene tot nadeel van 't voorsz gilde
soude strecken directelijck oft indirectelijck maer hem gedraghen als
een goet gildebroeder schuldich is te doen. — Aldus gedaen in s-Gra-
venhage den 26 Januai~y 1637.
Ende onderteeckent in aller name
Henricus Hondius, deecken.
Willem Hondius is toegestaen by deecken ende Hooftmannen
(alsoo hy wten Hage wil vertrecken, ende wte winckelneringe schey-
den) sijn goedt te mogen verkoopen, met vendue, In voege soo de
Hooftsomme blijft onder de duysent guldens, daer voor sal betalen
te proffijte vant gilde vijf rycxdalders maer comende tot 2000 gl.,
alsdan sal betalen 20 gl., met de verteerde costen. In den roster
om deser oorsaken gedaen actum den 19e December 1636.
fol. 77 versa.
Alsoo de regeerende Deecken Adriaen van de Venne ende
Hooftmannen, te weten:
-ocr page 289-
— 276 —
Jan van Goven, Jacob Hacke, Bartholomeus van Bassen,
Gabriei, van Montfoort hebben bevonden dat het van noode was,
te repereren het vervallen Tafereel, dat het Gilde over lange wel
hadden konnen vernieuwen,
Soo ist, dat den voornoemde Deecken ende Hooftmannen de
geestelycke inkomende Renten hebben aengeleyt tot het maecken van
een groot tafereel met een gedicht tot Lof van Sr. Lucas Gilde,
waertoe Syluyden hebben bygelegt te samen de somme van dertigh
gulden: over sulcx tot Haerluyder gedachtenis yder synj' Wapen
en Naem onder het selve, gemeld Stuck is gestelt op den 16 October
in den Jaere 1640.
In het jaar 1709 is by Simon Ci.asson gemaakt het gildebort
van St. Lucas in St. Jacobs kerk omdat het oude Tafereel ontram-
penéert ende vervallen was, deken zijnde JaCOBUS Mol, ende Hooft-
luiden Roei.ant van Brinkhorst, Francois Paludanus, Wilhem
Mansvet.d, Henrik Boekwoud, Simon Classon ende Pieter de
Steur. Waartoe gebruikt is het geld van een Obligatie van honderd
Guldens, staande op Holland, en van Yder van de gildebroeders
negen gulden is bijgelegt, welkers namen op het Bort staan.
Fol. 78.
Den 28 Juny anno 1699 syn Deecken ende Hooft mans van
St. Lucas Gilde geaccordeert met Philips Haesbrouck out deecken,
in manieren als volght: Te weten, dat den voorsz. Haesbrouck toe-
geleyt is tot voldoeninge van al 't geene hy op't voorsz. gilde hadde
te pretendeeren, de somme van hondert en twintigh guldens te betalen
yder St. Lucas de somme van dertich guldens, beginnende op
St. Lucas anno 1699 de eerste paeys en alle jaers daer op volgende
-ocr page 290-
— 277 —
tot de volle betalinge toe, welcke paeyes sullen betaelt werden uyt
de Rente het voorsz. gilde toecomende; welcke resolutie by de Jegen-
woordige Deecken ende Hooftmans aldus genomen vertrouwen de selve
dat de nacomende Deecken ende Hooftmans van't voorsz. Gilde sullen
approbeeren en voor goet kennen, en dat uyt consideratie van den
yver ende getrouwe diensten by den voorsz. Haesbrouck om 't voorsz.
Gilde te mainteneeren, gebruyckt en aengewent.
Welcke oirconde dese by ons allen onderteecken
Anthony Jansz. Tongerloo, Deecken.
Jan Westerbaen, Adriaen Hanneman, Hooftman.
Johan Borsman, Hooftman.
Jacob Cornelis VAN der Meer, Hooftman.
fol. 78 in verso.
Alsoo in den Jaere 1651 Bij Deecken en Hooftmans van St. Lucas
Gilde, by de magistraeten van 's-Gravenhage, Is versocht ende met
groote moeyten ende costen, een ampliatie op de gildebrief, aengaende
een proef op den Boeckhandel, en verkreeghen in dier voeghen ge-
lijck deselve aen den gildebrief is geantiexeert,
Ende Int selve Jaer Bij de selve Deecken en Hooftmans, ge-
ïnaeckt een Silvere Schenck-Teljoor, het welck in de kist is berus-
tende en moet blijven.
(De laatste drie regels zijn doorgehaalt en daaronder staat:
Dit bovenstaende is gestelt int boeck geteekent A.
Anno 1654 so ijs bij deecken ende Hoffmans van St. Lueckas gijlde
geresolveert ende goet gevonden te laten maecken penningen met
-ocr page 291-
— 278 —
dat wapen vant gilde St. I.uckaes ter eeren van alle erlycke gilde
broders de welcke souden mogen komen Le sterven ende ock tot
provyet vant gilde, volgens den brief daervan syende.
Fol. 79.
Anno 1656 sijn eenige schilders, haer opwerpende tegen het
gilde van St. Luikas ende hebben versocht aen de Magistraet Yan
Schraevenhaege om afgescheiden te sijn van het voorschreeven gilde,
door groo tsmoedichheit ende begeerde te hebben een komfreery
op haer selver ende daervan geopteneert een Brief sonder kennis van
Deken ende Hooftmans.
Waertegen Deken ende Hooftmans hebben versocht aen de
Maegestraet dat het voorschreven gilden soude moogen blyven in
geheel ende hebben verkreegen Apostil op Haer Versoeck dattet
voortaen sal bestaen in dese navolgende: glaesemakers, boecverkoo-
pers, kamerschilders, goutslaegers ende oock soodanige andere
meester schilders die haer bijt voorseide gilde sullen willen
houden volgens het apostil berustende in onse kist.
f. 79 versa.
Alsoo bij Deecken ende Hooftmannen diende in den Jare 1661
is in de gildekist gevonden de somma van 47 gulden ende acht stu-
vers aen geit, hetwelck in den Jare 1657 is afgeleil wegen de Rente
gevende Huisinge van Berkolo in de Papestraet staende en de
soo een kleine somme niet en kan worden beleit alsoo van sulcke
kleine somma bij het voorschreeven gilde verschelde schade ofte ban-
keroets sijn gevallen soo is bij ons ondergeschreeven geresolveert,
voor deese boovenverhaelde somme te maeken tot dienste van St. Lucas
gilde een Sulver gedreeven Soutvat tot een weerga van het geene by
-ocr page 292-
— 279 —
het gilde noch is. Acturn by ons deecken ende Hooftmannen te
samen verackordeert ende verstaen op den 21 July loot. *■""
Symon de Putter , Deeeken.
Christóffel Doi.l, Hooftman.
Pieter de Bonnet, Hooftman.
Coenraet van der Maes , Hooftman.
Pieter yan Heemstede, Hooftman.
Fol. 80.
Op den 9 November 1667 is by deecken en hooftmans van
Si'. Lucas Gilde voorgestelt ende geconsenteert, omme alle onkundige
van Kamerschilders niet simpelyck soo los op betalinge van haer
gildegeld alleenlyck behoorden int meesterboeck te stellen, inaer dat
sy buyten dien grondige kennisse moesten hebben dit handwerck be
langende, soo is dienstig geacht, omme alle onordentelycken (deses
aengaende) voor te koomen, een behoorlyke proeve op te rechten,
welcker model van Mr. Ja'CQB van der Spyck eerst ontwoipen zynde,
de achtbare magistraet vau 's Gravenhage is veiloond, en't zelve
geapprobeerd zynde ende voor goet gekeurt, zoo heeft den voorn.
Mr. jACOli van der Spyck het zelve blasoen, proeff ende alles in
behoorlyke forme namaels aen het voorn. Gilde vereert, en dit
ten Insichten dat zyne twee zoonen in't Meesterboeck syn gestelt,
daer mede sy malkander syn bedanckende, ende 't gilde volkoment-
lyck by hun beyde is voldaen.
Deecken: Jacoe van der Spyck.
Johan Sam, Homan.
Leendert van der ....... (?)
Pieter Tongeri.00, Homan.
Christoffei. Doll, Hoofman.
Symon de Puttrr, Hooftman.
(1) Of Lam.
-ocr page 293-
— 280 —
My present Ao. 1669.
Willem Louckers, Deken.
Joannes Tongerloo , Hooftman.
COENRAET VAN DER MAES, Hooftman.
Pyeter Claessen van ber Stoel, Hooftman.
R. Coomans, Hooftman.
1669. Pieter van Koeverden, Hooftman.
In versa eene onbelangrijke notitie onderteekend:
1683. Deeckeu, Johan Wely.
Jasper Doll.
Jacob van der Spijck.
Seger van der Maes.
Jacobus Mol.
Korneus van Kastel, Hoffman.
fol. 81.
Op den 26 January 1687 hebben de Ed. Aghtbare Magestraeten
van s' Gravénhage gtliefen te disponere op de requeste by ons on-
dergeschreven deecken Hooftmannen vant S*. Lucas gilden gepresen
ter (teerd?) en onsen gilden brief geregistereert en geanplieert met
desen ondergeschreeven artieckel.
Dat van nu voort aen sullen betalen voort in komen van voor-
schreven gilden een meesterszoon vant voorz. gilden de somme van
twalef gulden een burgerssoon alhier gebooren achtien gulden, imandt
buyten den Haege doch in de proventie van Hollandt geboortigh
vierentwintigh gulden, noeh een buyten de proventie van Hollandt
gebooren de somme van dertigh gulden.
Johannes de Steur, als Deecken.
Daniel Geselle, Hooftman.
Henderyck van der Spyck, HoofFman.
Jacobus Mol.
                                    »
Seger van der Maes, Hooftman.
Abraham Troyel.
-ocr page 294-
— 281 —
fol 83. (82 ontbreekt.)
Op heden den 26e October 1634 hebben Deecken ende Hooft-
raannen in diensten sijnde, haeren Knaep Jacob Jansz. toegelecht
voor sijn ordinaris Jaerlyckx tractement de somme van T h i e n Caro-
lus guldens tot 40 grooten stuck. En dat wt consideratie van eenige
extraordinarisse moeyte die dagelyckx sijn toenemende.
Voorders hebben Deecken 'ende Hooftmannen om gewichtighe
consideratien ende moeyten die Jacob Jansz. int gilde daechlyckx
vermeerderen, tot een benevolentie toegeleyl de somme van 12 gl.
Jaerlyckx.
Hier is het bandje ,G. uit.
Het Boek B. 1)
Dit zin de mesters vuan den Anbocht gheteyckent met De B (?) anno
tachtig Di betaelt hebben.
Kornelis Pieïersoen , Deecken, a b. c d e f. g. h. j. k. 1. m
n o p. q. r.
Davit Kornëlissoen, Iloeman, a tot n.
Kryn Koensoen, Hooman, a. tot q,
Jan Jansoen van der Mye, a. tot k. (doorgehaald).
Michghiel Willemsoen Ruis, Hooman, a tot en met s.
Jochhum Robbrechtzoen , a. b. c. (doorgehaald).
Kornelis Oliviersoen, a. b. c d. e. (doorgehaald).
Sibrant Jacobzoen, a. b. (doorgehaald).
Jan van MeCkeren, (doorgehaald).
Adriaen Hughenzoen, a. tot en met s.
1) De bladzgden dragen geene nummers.
III.                                                                                                   36
-ocr page 295-
— 282 —
De Jonge Adriaen Hugensoen. (doovgeh.)
Hans van Stockkum, a tot en met q.
Jan Aelbrechtzoen, a tot en met o. (doorgehaald).
Kornelis Zinerssoen(?) a tot en met r.
JAN DE Glaesman , a tot en met k.
Kxaes Louwerissoen(?) a tot en met r.
Meester Hans, schilder, d. e. f. g. h.
Mester Pieter, schilder, van Breda, a. b. c. (doorgehaald), de
dootschult is niet betaelt.
Ki.aes Liefferinck , kaertmaecker, a tot en met s.
Mester Pieter, schoolmester.
Nelken jASPERsdochter, a tol g, (doorgehaald).
Pieterken .... (onleesbaar) Vuyf.
(Volgen enkele onleesbare namen, waarby een stoelverwercker.)
Cornelis Mouthaen, d. tot met r.
Van der Mast, Scylder, d.
Fincent Hendericksz. , gelaesmaecker, d. tot r.
Pieter Bartelmees, e tot r
Mester Gherrit, verlichter, (doorgehaald).
Jan Jansz. van Hoeren (?) scilder, id., h. j. k.
BALTASAER, schilder van Brussel,-h. tot q.
Henrick van Breda, borduerwerckev, h. tot q.
Lodewick Gerritsz., verlichter, h j. k. 1.
Jan Gillisz., 1. tot s.
Cornelis Claesz. , verlichter.
Henrick Janszoon Harvoort, 1. m n o.
Claes Jansz. van Wesep, 1. tot s.
Mester Franssoeis, schilder, 1 m n o p.
Andries Josten, apteker, g tot s.
-ocr page 296-
— 283 —
Jan Jacobsen, apteker, g tot s.
Pieter Jansz., » h » r.
Florentijn, g tot s.
Twee »aptekers".
Gillis de borduerwercker, g, h.
Gerrit Boekei.aer, m tot r.
Joris van der Hammen (?) borduerwercker, m n. o p.
Jan Jansz. Wolff, m tot r.
Jacobus Danielsz., schilder, m. n.
Filps, borduerwercker, o. p.
Matheus, schilder, o.
Hendrick Hendricksz. In den Haeghe(?) p—s.
Heynderick Splinter, schilder, n. tot s.
Pieter Cornelissen, Alias Jonghekosten (?) n tot q.
Corstiaen, schilder, p. q.
Hilleurant, in de vier Hemskinderen, o. (doorgehaald).
Hans Goesens, borduerwercker, o tot s.
Rutger Jansz., o. p.
Mr. Daniel Weeburch, schilder, betalt. p. q.
DlRCK Fransz., schilder, betaelt xxx st.
Hans van Gelten , schilder, p. q. r.
CAREL de Roes (?) borduerwercker, q r. s.
Abraham Artoys, verlichter, q. r.
Jacques van Hecke, Borduyrwercker, betaelt syn incomste,
a<>. o tot s.
Henrick. Hoendius betaelt sijn incomste den 5 De-
cember a°. 1597. q. r. s.
Mr. Corstiaen Buslinge(?) bet.
Jan van Ravesteyn, q. r. s.
-ocr page 297-
— 284 —
Dirck van Bresten , q. r. s.
Jacob Claesz. Splinter, r. s.
Hans Mijtens, Schilder, s. t.
Ghylgaem (sic!) bovduerwercker, p.
Daniel Davidtsz., q.
Ritsert Dabeny r.
Karel van den Berge, Schilder.
Jan Claesz. soen, in de wildeman, q.
Jacob Ariaensz., Borduyerwercker, r.
Bovduerwercker Flyps, vonende tot Brugghe.
»
             Michchiel Kbaeywinkel, s.
Pieter de Pruster, Konslvercopper int achterom.
Hannes Olessen (?) verlichter.
Cornelis Jansz. van Nuis, verlichter.
Anthony Wert, boiduerwercker.
Dan:
Dit zijn de Leerjonghens van Sint Lukas ghilden gheteyckent
met B anno tachtich die betaelt hebben.
Jakus Danielzoen, Schilder B.
Jan Anestynson (?) van Doesburch.
Jan Gyllisz.
Antonis Hooch tot Adriaen Huyghen.
Hans Schilder, knecht van Baltasar.
Allert Claessz. opt Hoff, belaelt.
Bartelmees Ruys, betaelt.
Jan Fransz. van Wytrecht, betaelt.
De soen van Brandely Cornelis, betaelt.
Cornelis Gerritsz van Sanen, Ar'iaen Hüygens knecht,
betaelt.
-ocr page 298-
— 285 —
cornelis cornelisz. swanenburch.
Abraham Jordaensz.
Antoyne van Cüllenborch, 30 Maert 1605.
(Hier zien wij weer in welk jaar wij zijn. De voorgaanden zeker
allen vóór 1605. Zie bij H. HondiDS.)
Jost Putter,
                             betaelt.
Jan Verweert,                              »
Pieter Vrolyk,                             »
CORNELIS JACOB SnOCK,                  »
Jacob Pietersoen van Sanen , »
Albert At.brechtsz. , ghelasemaeker (later deken,) betaelt.
Harme van Santen.
Pieter van Swelen ,                              betaelt.
Vilon Walraven.                                       »
Maerten, borduerwerker van Dordt, *
Tomas La Maire,                                       »
Lowys Bruinhaes ,, borduerwerker,           »
(Eemge öf onbelangrijke, óf onleesbare namen sla ik over.)
De soen van Ravesteyn, AUonse, betaelt.
Heynrick Heynrixs van der Vi.uge. In de waech betaelt zijn
mrs. incomste den VI Februarij an°. XVc XCVI. (1596.)
Mr. Curstiaen van Bueslingen', heeft betaelt ten dage als
boven een Rijcxdaler, opReékeninge van zijn incomste vant gilde.
Den XVII Februarij 1598 heeft Guilliamo Pastoer zijn incomste
betaelt, is borduerwercker.
Ten voorsz. dage heeft oock zijn Incomste betaelt
Jan van Ravesteyn, is schilder mr.
Iets lager:
Antony van Ravesteyn, Leerjongen.
-ocr page 299-
— 286 —
Mr. Bartholomees, in die vier Hems kijnderen.
Ritsser, borduerwercker, zyn Jonghen betaelt zyn leergelt.
1600.
Phlyps Arentsz. van Haesbroeck leert bij Cornelis Gysbertsz.
Montfoert, betaelt zyn leerjongen:
In 1600 Deecken, Cornelis Syiserts.
Jan Jaspers, geboren van Ossenbroucke, schylder ende meyster
in den Haghe , betaelt als mr. 1600,
Anthony Vonet, (?) borduerwercker mr. jongesel.
Corn. Jansz. van Nüis, verlichter, 1600.
Joest Joesten, schilder, betaelt den xxvii December zyn mr. geit
vant gilde 1600.
Nu volgt een lijstje waarboven:
Dit syn de mr. van glaeschrijvers van Sinte Lucas gilde:
No. 6 is Claes Louwerens Ravesteyn.
* 7 Hans van Stockum.
» 9 Gekrit Bueckelaer.
» 10 Jan Gillisz.
» n Claes Jansz van Weesep.
» 16 Jacob Pietersz van Sanen.
Dan volgen Schilders van Sinte Lucas (zonder jaartal of iets.)
Mr. Balten.
Mr. Daniel, a.
Jan Ravesteyn, a.
Cornelis Mouthaen, a.
Jan Nagel
Heynderick Splynter , a.
Dirck Fransz.
-ocr page 300-
— 287 —
Hans van Botten.
Corstiaan Büesseling. (van Buslingen?) zie bl. 285.
COLYN CRYNSZ.
Verlichte i's.
Abraham Artoys.
pleter bartholomeesz.
PlETER STAEL.
CLAES LlJFRlNCK.
SlEBERT CORNELLIS VAN MoNTFOORT. IÓ05.
Heynderick Hondius, a, plaetsnyder.
Antoynne Goelterius, 30 Mert 1605.
Hans Mites (Mijtens), Schylder.
Mr. WARNAERDUS, Schilder.
Kaerel van den Berch, schilder.
PlETER DE PRUYSTER, Constvercoper, a.
Mr. JOEST.
Harmen Oleffen (of Olessen) van Rordam (?) verlichter.
Jan Jaspersz van Ossen , schildr.
Joest Joest , schilder.
Pieter van der Landen, verlichter, betaelt den x October 1604.
Cornelis Claesz, Verlichter.
Moeyses, steenhouwer.
(Volgen »aptekers" en »stoeldraeyers")
Jan de Schilder, a.
Merten Joest, verlichter.
Giljamo Gerst, verlichter.
Claes Lieffrinc , a.
Cornelis Mouthaen, a.
-ocr page 301-
— 288 —
Abraham, schilder, a.
Aelbrecht Ebeling, Schilder, 1602.
Jan van Gilst, den soen van Pieter . . . (onleesbaar).
(Volgen onleesbare namen.)
Dan een lijst waarboven:
Dit zijn de Mr. borduerwerkers vaa St. Lucas.
Hans Gossens , Heynderick van Breda, Phlyfs, borduer-
wercker, Gylus, Joris van der Ham, Hans van Noorenburch,
Carel, Jaques, Dirck van Biesen, Gielgam, Daniel ü......sz.
Ritsert van Benij, Jacob Ariensz., Phlyps van Brugge, Antony
Wert, Meerten van Dort, Lovvys.....? Jackes Karels,
Thomas le Maïre, Rokus Tier, Guillame Pastoer, Thomas Le
Maire, de Zoon, Johan Wert.
Op een leeg blad: Ravesteyn's jonghe: Jacob Dircksoen van
den Enden, schilder. 1)
1) Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhagc hebben op de
incest onbekrompen wijze vergunning verleend tot het doen dezer „Mededee-
lingen" uit het Archief dier Gemeente, op advies van den Heer Secretaris
E. Evers. Met erkentelijkheid wordt hiervan openlijk melding gemaakt.
[Vervolg in het 40 Deel.]
-ocr page 302-
— 289 —
APPENDIX.
Van verschillende zijden werd ik verzocht, toch de I7eeeuwsche
Boekverkoopers niet over te slaan, daar uit meer dan één opzicht
hunne vermelding van belang is; zoo voor de adressen onder pren-
ten, enz.
Ik ging daarom de boeken nog ééns door en vergeleek tegelij-
kertijd het gedrukte weer opmerkzaam met het MS. Waar ik daarin
thans iets meer of beter meende te lezen, noteerde ik dat en geef
het ten slotte als correctie en aanvulling, overtuigd van het gewicht
der nauwkeurigheid bij zulk een arbeid, die soms door zeer slecht
en onleesbaar schrift, recht moeielijk is. i)
Namen der Boekverkoopers, voorkomende in de Boe-
ken van het Haagsche S*. Lucas Gilde.
Boek G.
1602. Aert Meurs, Boeckvercooper.
1602. Bueckel Cornelisz. Nieulant, Boeckvercoper.
1608. Hans Mathijssen Gardenier, Boeckbinder.
1610.   Samuel Serret, Boeckbinder.
1611.   Jacob Jansz. , Boeckvercooper.
1611. Jan Jansz.
1) De heer J. G-. Frederikb was zoo -welwillend mg zijn afschrift van het
manuscript daarby' ter vergelijking te geven.
-ocr page 303-
— 290 —
i6ii. Claes Bastiaensz. Smit, Boeckbinder.
1614. Broer Jansz., Const en Boeckvercooper.
1614.   Leendert Ravens, Boeckvercooper.
1615.   Merten Claesz. de Roij, Boeckvercooper.
1620.   Cornelis Artsz. Vaeck, Boeckverkoper.
1621.  Anthony Jansz. Tongerloo, Boeckvercooper.
1626. Michgiel Smit van Norenburch, Boeckvercooper.
1632. Claes Jansen de Lange, boekkebijnder.
1632.   Ludoelf Brekevf.lt, Boeckbijnder.
1633.   Corstyaen Gilhsz, boekkebijnder.
1633. Dirck Lemer, Boekverkooper.
1638. Gysbrecht Ernst, Boeckvercooper.
1640. Fransois Spruit, Boeckverkooper.
1640. Johan Vely, Boeckvercooper.
1644. Ludolf Vloetingh, Boeckvercooper.
1649. Samuel Broun (Browne?), Boeckbinder.
1649.  Johan Tongerloo, Boeckvercooper.
1650.   Aedereyaen Vlack, Boeckvercooper.
1650.   Michiel Stael, Boeckvercooper.
1651.  Daniel Steuckerts, Boeck-binder.
1651. Daniel Geselle, Boeck-binder.
1651. Pieter Tongerloo, Boeckbinder.
1651. Rogier Coomans, Boeckbinder.
1651. TlELMAN VAN Deijl , Boeckbinder.
1651. Daniel Steucker i), Boeckvercooper.
1651. Jasper Doll, Boeckvercooper.
1) Waarschijnlijk dezelfde als Steuckerts.
-ocr page 304-
— 291 —
1652- Christoffel Dol, Boeckvercooper.
1652. Heijnderick Swaef, Boeckverkoopei'.
1655.  Anthony Lafailie, Boeckvercooper.
1656.  Johannes Rammeseyn, Boeckdrucker.
1657.   Carel Rogiersz. , Papierverkooper.
1659. Reynout Borreman, Boeckvercooper.
1659.  Michiel van Heininghen, Boeckvercooper.
1660.   Flip Jansz. van Oude Rogge, Boeckverkoopei-.
1660. Pieter Niellius, Boeckverkooper.
1660. Harmanus van Caeli), Boeckverkoopei.
1662. Hendrick Janssen van Deventer, Boeckverkooper.
1662. Severijn Oosterwijck, Boeckvercoper.
1662.   Levijn van DlJCK, Boeckdrucker.
1663.   Niclaes van Couwenhove, Boeckvercooper.
1663. Andries Smits, Boeckvercooper.
1663. Sacharias Symons, Boeckvercoper.
1663.  Jacobus Scheltus, Boeckvercooper.
1664.   Dierick GOUT, Boeckvercoper.
1666. Hendrick Hoeckwater, Boeckverkoopei'.
1666. Pieter Smits, Boeckvercooper.
1666, Crispinus Hoeckwater, Boeckvercooper.
1666. Symon Perier, van Parijs, boeckvercooper.
1669. Aernout Leers de jonge, Boeckvercooper.
1669. Bartolomees van der Burgh, Boeckverkoper.
1669. Hendrick van Eck, Konstverkooper.
1669. Willem Dijckmans, Boeckvercooper.
1) Volgens Ledeboeb. Alfabetische Lijst der Boekdrukkers enz. Utrecht
1876. p. 59. kol. 1. Hebmanntjs Gael.
-ocr page 305-
— 292 —
1670.  Gerrit Evertse van Pickveld, boeckbinder.
1671.  Johan Schatborne, Boeckvercoopei'.
1672.  Henderick van Peur, Boeckdrucker.
1672.  Leendert Schëltus, Boeckverkooper.
1673.  Nicolaes van Mede, Boeckvercoopei-.
1674.  HaremaeNUS Beekestijn, Boeckbinder.
1674.   Abraham Troyel, Boeckvercoopei-.
1675.  ClaeS Wilt, Boeckvercooper.
1677. Gideon Backer, Boekvercooper.
1677. Gerrit Rammazeijn, Boeckdrucker.
1677. Sr. Noerdi(?), Boeckvercooper.
1677. PlETER Hage, Boeckvercoper. (doot 1690.) |
1677.  Pieter Hagen , boeckvercooper.                     I
1678.  Barent Beeck, Boekverkoper.
1678. Jacobus de Potter, Boeckvercooper.
1678.   Willem van de Graeff, Boeckvercooper.
1679.  Elisabet de Jongh, Konstverkoopster. (doorgehaald).
1679. Cornelis VAN DER Stoel , Boeckvercoper.
1679. Adriaen Moetjens, Boeckvercooper.
1679.  Cornelis de Graef, Boeckvercooper
1680.   Johannes Schiele, Boeckvercooper.
1683.   Mattheus Steen, Boeckdrucker.
1684.  Baltasar Doix Jaspersz. , Boeckvercooper.
1686. Art(?) France Mol, Boeckvercooper.
1686.  LouwYs Verdoolen, boeckbijnder.
1686 PouwELUS Schëltus, Handtdrucker en Boeckvercooper.
1687.  Etienne Foulque, Boeckvercooper.
-ocr page 306-
— 293 —
1687.  Louwerens VAN DER VlJN (?), boeckbijnder.
1688.   Mattheus Rogge, Boeckdrucker.
1688. Johannes van Brakel, Boeckvercooper.
1690. Henderijck van Doolen, Boeckvercooper.
1692. Pieter Dabbe, boekverkooper.
1692. Abram van Helmont, Boeckvercooper.
1694.  Johannis Ritter, boeckvercooper.
1695.  Willem Heyndricksen van Putten, Drucker.
1697. Francois Honoré, Boeckvercooper.
CORRECTIE EN AANVULLINGEN.
BI. 257, 4e regel van onderen, lees 1613 niet 1615.
» 258, 2e » »
          »            » 1640 » 1690. 1)
» 259, 11e » »          »            » Carel » Garel
» 260, 6« » »          » in te lasschen:
1623. Gabryel Ferdinande betaelt de boete van .18 gld.
BI. 261, ioe regel van boven, lees 1644 in plaats van 1699.
» 261, 13e » » » late men volgen:
1667. Hendrick van der Spijck.
BI. 262, bovenaan in te lasschen:
1601. Jan Pietersz.,
1620. Jacop Hermansz.,           Steenhouw
1624. Jan Cristoffels van Marcüs.
1) Het cijfer 4 in het MS. ie van het c\jfer 9 haast niet te onderscheiden.
-ocr page 307-
— 294 —
BI. 262, 13e regel van onderen, lees 1640 in plaats van 1690.
» » 14» » »
           »             » 1640 » » » 1690.
» » onder de letter L in te lasschen:
1624. Laurens Francen Druyfhout, steenhouwer.
Op deze bladzijde van het MS. staat nog:
I.
1630. Joost Ockersz, van Amsterdam.
1630.   Jan Jacopsz. Gouwwaghen (Gui.dewaghen). i)
1631.  Joannes Julius, Beeltsnijder.
1632.  Joannes Overmeer, Vaendragher.
Dit alles is doorgehaald.
BI. 262,4e regel van onderen, lees Louwi in plaats van Louvise (?).
» » ie » »
           »            » 1614 » » » 1619.
» 263, 50 regel van boven, lees: Martijn van Langen-
hoven, 2) in plaats van Lansschout.
» » 7 e » » » lassche men in:
1651. Meester Taets, engels schilder (doorgehaald).
BI. 263, iie regel van boven in te lasschen:
1649. Otto Reyersz., steenhouwer.
BI. 264. 5e regel van onderen, lees:
1659. Tossain Telton, schilder.
BI. 265. 2e regel van boven, lees: 1640, niet 1690.
BI. 271. 3" regel van onderen:
Lyon Hemsecron. Dit las ook van Westhreene. Maar thans
lees ik: Hemselroy. Zoo komt hij ook herhaaldelijk in de Ant-
werpsche Liggeren voor, als waard van 't Gulden Hoofd; zie aldaar
1)    Zie Van dee Willigen, Fransehe uitgave, bl. 139.
2)    Komt later herhaaldelijk voor.
-ocr page 308-
— 295 —
Ie dl. bl. 440, 591, 601, 602, 606, 613 en 615 en He dl. bl. 108:
Leon van Hemselroy, handelaer, 1639.
Bl. 281. 12e regel van onderen :
(Elke letter beteekent een jaar; zoo is A 1580, B 1581 enz., men
kan zoodoende berekenen hoe lang ieder in het gilde geweest is.)
Bl. 282. 6e regel van boven in te lasschen:
Marcus, q. r.
Bl. 282. 10e reg. van onderen lees: Jan Jansz. van der Hoeven. (?)
. Bl. 283. 4e regel van boven in te lasschen:
Jacob Jansz.
Bl.283. 12e reg. van boven. In deD Haeghe, lees: In de Waech.
Bl. 283. 14e regel van boven in te lasschen :
Frans van Norenburch, Bouckbinder, n—q.
Aelbert Heyndricxs, n—s.
Cornelis Brandelv, n.
Bl. 283. 2e regel van onderen in te lasschen:
Henrick, In de Waech betaelt.
Bl. 284. 6e regel van boven in te lasschen:
KOENRAET KRIJNSZ (VAN DER IvlAES?) q. r.
Daniel Davitsz., r. s.
Bl. 284. 13e regel van boven: Hannes, lees: Harmen, en
lasch in: Naetanael Gravesteijn, glaesschrijver 1600.
en : Mr. Joest , Verlichter.
Onder de op bl. 284 genoemde Leerjongens nog in te lasschen:
Gerrijt Be(u)kelaer.
Kornelissens Jonghen, Henderick.
Jan, Ariaen Huygens Jongen.
Willem Fillips.
Janssen , tot Jan van Stockom.
-ocr page 309-
— 296 —
Henrick Henricxz. In de Waech.
De Soen van Hans Peryer,
Jacus van Synï Tomus.
Maïeus Maertssen van Middelburch.
Aryen Bastiaensz. tot Ariaen Goevsz. (?) (Govertsz.)
rutger schlitsert.
Aeron Lambertsz. van Asper, 1605.
Raffel Scut.
corneus ysbransoon.
Stoffel Gerritsoen.
Jan Barentsoen.
Jakus Karels, borduerwercker.
Rokus TlELON (?) borduurwercker.
Stoffel Redondie. (?)
Op bl. 285, 14e regel van boven, kan Vilem (Willem) zijn.
Op bl. 286 in te lasschen, vóór liet jaartal 1600:
Floris knecht van Koen Krijnsz.
Pieter Maertensz. , borduyrwercker.
Ghijsbrecht Teunissoen.
Willem Pietersz. Joannis. (?)
Willem Magin, bij Joest van per Cam, berduerwarcker.
Jacob, de Scheijmakerszoon, in den Koker.
jakes fouriau.
Arie Mouwerijsz.
Bl. 286, 9e regel van boven, Vonet, lees Vouet.
» » de daar niet genoemde glaesschrijvers zijn:
No. 1. Adrian Huygen. i)
1) Deze meesters komen in de Haagsche Thesauriersrekeningen enz. (Zie
Archief II. bl. 105 vv.) herhaaldelijk voor.
-ocr page 310-
— 297 —
No. 2. CORNELIS PlETERSZ.
» 3. CR1JN CrIJNSZ.
» 4. MlCHIEL WlLLEMSZ. RülJS.
» 5. cornelis sljbertsz. montfort.
» 8. Vincent Heyndericksz.
» 12. Hevnderick Heyndericksz. In de Waech.
» 13. Hans Tonisz, Cornelis Piktersz. Swager.
» 14. Natanel Grevesteijn.
» 15. Christoffel Gerritsz.
Dan staat hier nog in het MS.:
Herman Olefsen van Verden (Woerden?) verlichter lerende bij
Joesï van (......) Int jaer 1600 het gilt betaelt als 10 st. aen
Cornelis In Montfordt, glaesschriver.
Ick Hermen Olefsen van Verden, bekenne als meister vant
verlichten oock betaelt te hebben dat gildegelt.
Bij mij Cornelis Syberïsz als Deecken.
Bl. 287, 3e regel van boven: Colijn, lees Crijn.
» » 6e » ;> onderen in te lasschen:
Daniel Davidtsz.
Albert(?) Henrixsz.
Bl. 287, 4e regel van onderen: Merten, lees Mester.
» » i« regel van onderen, te laten volgen:
Harmen Olefsen van Werden.
Aert Meurus, boeckebijnder.
Op bl. 288. Ik heb bij zeer helder licht nog het volgende kun-
nen ontcijferen:
Bueckel Cornklisz. Nieucaert boeckvercoper 1602.
De jongen van Naghel betaelt genaemdt Matijs Willemsoen.
Tue soenen van d. Heer van der Mylen betaelt.
38
-ocr page 311-
— 298 —
Lovys du Pree.                        betaelt.
Hendrick Vloetingh.               betaelt.
Jan Hendricksoen, den soen in de Waech.
Ghilgaem Ghii.gaémsoen Gaerst, Verlichter.
Geleaem(?) de Sainct Sjjmon ghegeven Liiij St.
NASCHRIFT.
Op bl. 260 leze men : 1618 (niet 1628) Esaias van den Velde.
263
r> ">■> Philips Haesbroeck , gelaese schrijver,
(niet plaetsnijder).
PORTRETTEN VAN , ROOMSE BENT-VOGELS".
f Met 6 Platen, gemerkt A—F.)
N de verzameling Teekeningen van oude en nieuwe Mees-
ters, welke het Museum Boymans te Rotterdam bezit,
bevindt zich een vijftal, dat inzonderheid uit een kunst-
historisch oogpunt belangrijk is, en m.i. daarom meerder
bekendheid verdient. Het is tot nu toe niet geble-
ken van wiens hand die teekeningen zijn; maar zeker is het, dat de
maker bloeide of althans leefde tusschen het laatste vierendeel der
16e en het eerste der 17e eeuw,, zoo als nader zal blijken.
Deze teekeningen zijn niet alleen belangrijk wijl ze portretten
-ocr page 312-
— 299 —
voorstellen van Nederlandsche Kunstenaars, die voor een goed
deel onbekend zijn, maar ook omdat de onderschriften, behalve
hunne namen, tevens hunne bent- of toenamen vermelden.
Uit Houbrakens »Groote Schouwburgh der Nederlandsche Kunst-
schilders", II 347 en III 104, o. a., weet men dat bij de Nederland-
sche Schildersbent te Rome de gewoonte bestond om eiken nieuwe-
ling, die aldaar opgenomen werd, een bij- of toenaam te geven, die
dikwerf aan den schildertrant van het nieuwe lid, aan zijn uiteilijk,
maar ook niet zelden aan eenen belachelijken karaktertrek zijn
oorsprong ontleende. Niet alleen de toevoeging dier bijnamen,
maar ook de Italiaansche spelling van sommige voornamen, zooals
Francisco, Bartolomeo, Hknrico, Rinaldo enz., staven onze mee-
ning dat het afbeeldingen zijn van Nederlandsche Kunstenaars te
Rome, ofschoon de straks te vermelden lijst der bentnamen, die bij
Houbraken te vinden is, evenmin als het onlangs verschenen werkje
van Bertoixotti , 1) in deze tot voorlichting konden dienen.
Alvorens mede te deelen wat van de afgebeelde personen be-
kend is — verreweg niet alle konden worden thuis gebracht —
valt over de teekeningen-zelf, die eenigzins verkleind hier gerepro-
duceerd zijn, het volgende op te merken:
De Platen A, B, C en D, zijn met krijt geteekend, en, met
uitzondering van A en B, tevens hier en daar zeer luchtig met het
penseel met O. I. inkt bewerkt; de gezichten, vol uitdrukking, zijn uit-
voerig met rood krijt behandeld op een , wijze die een meesterhand
verraadt, inzonderheid die der teekening van Plaat C. Opmerkelijk is
het dat de teekenaar de afgebeelde personen, op één na — zie Plaat B —
van ter zijde of in profiel voorstelt, een wijze van portretteeren waar-
1) Zie hiervoren bl. 207.
III.
                                                                                                 38*
-ocr page 313-
— 300 —
uit allicht is af te leiden, dat deze teekeningen van een en dezelfde hand
zijn. A en B zijn naast elkander op één blad afgebeeld, maar hier af-
duceerd; het blad is
o 29 c.M. Het pa-
venstaand water-
kroond wapen-
waarop vrij ondui-
persoon, — met een
om het hoofd — te
gelegenheid ont-
lig bewijs te le-
papier van Itali-
is, maar het merk
landsch
         papier
men l).
kelijke teekening
vijf personen voor,
0.28, breed 0.425
als dat van de voor-
heeft echter geen
zonderlijk gerepro-
hoog 0.28 en breed
pier heeft het ne-
merk, dat een ge-
schild te zien geeft,
delijk, een geknield
heiligenkrans (?)
herkennen is. De
breekt om het stel-
veren, dat het
aansch maaksel
is mij in het Hol-
nimmer voorgeko-
De oorspron-
van plaat G, stelt
het blad is hoog
c.M.; het papier is
gaande teekening,
watermerk.
Het origineel van plaat D, onderaan gemerkt No. 18, stelt vier
personen voor 2); het is hoog 0.28 breed 0.42 c.M.; het papier heeft
evenmin een watermerk; overigens is het gelijk aan het voorgaande.
1)   Een watermerk dat eenige overeenkomst met het boven afgebeelde heeft,
— namelijk een geknielde engel — zag ik onlangs in papier van een in 1558 te
Venetië gedrukt boek.
2)    Het op deze teekening voorkomende nommer doet onwillekeurig aan eene
serie denken; zeker is het dat er meer teekeningen in den trant van deze bestaan.
Mijn vriend, de Heer Abk. Bkediüs, deelde mij mede dat het Prentenkabinet te
Berlijn een teekening bezit met het monogram van Asselïn, waarop met %. g.
oliekrijt 4 figuren, elk voor een ezel, zijn afgebeeld, met het opschrift „Bent
-ocr page 314-
— 301 —
Het origineel van plaat E, stelt wederom vier personen voor,
het is hoog 0.28 en breed 0.42 c.M.; het papier heeft het hieron-
der afgebeelde watermerk, dat dezelfde onduidelijke voorstelling van
het eerste te zien
een paar kleine af-
treft de heilige en
den schildrand van
In het gelaat
sonen is op deze tee-
krijt gebezigd, maar
guren mede met
kend en hier en
mens waard, met het
inkt opgewerkt.
De         onder-
keningen van A,
met pen en inkt
nelijk van één
De teekening
grootste; zij stelt
in het midden van
geeft, evenwel met
wijkingen wat be-
een uitbuiging in
het wapen,
der afgebeelde per-
kening geen rood
overigens zijn de fi-
zwart krijt getee-
daar, bijna niet noe-
penseel met O. I.
schriften der tee-
B, C, D en E zijn
geschreven en ken-
hand.
van plaat F is de
elf personen voor,
welke men de wel-
gedane figuur van Bacchus, op een ton zittende, aanschouwt 1).
De figuren zijn boven de hoofden genommerd, welke nommers
naar de namen in het onderschrift verwijzen. Het schrift is niet van
vueghels." Ook de verzameling vosr Beckerath aldaar, heeft een teekening
met Bentvogels die in een kroeg zitten; een hunner staat op een tafel en
schrijft op den muur Bambos. Zij is aan de achterzijde gemerkt P. de Laar,
Harlemensis.
1) Hetzelfde onderwerp, maar anders en om het zoo eens uit te drukken
minder fatsoenlijk wat, de voorstelling betreft, vindt men terug in de gravure
van M. Poot, waarvan Houbraken II 347 spreekt. (Vgl. F. Muller, Hist.
prenten, no. 3002, 3003.)
-ocr page 315-
— 302 —
dezelfde hand en schijnbaar niet zoo oud als dat van de voorgaande
teekeningen, nochtans heeft men slechts op de spelling te letten, ofn
zekerheid te hebben, dat het uit het eerste vierendeel der 17e eeuw
dagteekent. t)
Deze teekening is, wat behandeling betreft gelijk aan die
van plaat E, en de koppen zijn hier dus evenmin met rood
krijt opgewerkt. Opmerking verdient nog dat alleen de wijngod
met het gelaat
schouwer is ge-
dere personen
profiel
          afge-
kening is hoog
0.555 c.M.
Het papier,
schilt van dat
gaande teeke-
echter een ander
bestaat in een
een berg of heu-
pen en op den
een heraldieke
beeld; boven
een M. Ook dit
naar den toe-
wend , al de an-
zijn wederom in
beeld. De tee-
0.42 en breed
dat weinig ver-
van de voor-
ningen , heeft
watermerk; het
cirkel, waarin
vel met drie top-
middelsten top
lelie is afge-
den cirkel staat
merk meen ik
niet voor Nederlandsen te moeten houden.
1) In het oogvallend wijkt de vorm van de letter e af van die in de voor-
gaande onderschriften; de schrijver volgt niet de oud Hollandsche letters, maar
heeft zich het Italiaansoh schrift eigen gemaakt, zooals dat reeds in de 2e helft
der 16e eeuw, ofschoon hier te lande bij uitzondering, geschreven werd, en
dat sierlijker maar overigens in vorm bijna gelijk is aan de letters van ons heden-
daagsch schrift.
-ocr page 316-
— 303 —
Evenmin als de beide overige merken vindt men het afgebeeld in
het werk van Mr. J. H. De Stoppelaar, »Het papier in de Neder-
landen."
Over het geheel genomen schijnt het mij toe dat deze teekenin-
gen door een Hollandsch Kunstenaar op de plaats-zelf, d. i. te Rome,
gemaakt en dat het kopieën of misschien wel de oorspronkelijke ont-
werpen zijn van de portretten der Kunstenaars, die Willem Schkl-
LINKS op zijn reis — 1661 tot 1665 — te Rome zijnde, in de her-
berg, waar de bentvogels gewoonlijk kwamen, in het rond op de
muren geteekend zag. (Houbraken II 269). Van die portretten
wordt niet gezegd dat ze van Schellinks tijdgenooten waren; zij
kunnen dus ouder geweest zijn.
Eenige weinige bijzonderheden betrekkelijk sommige der afgebeelde
Kunstenaars laat ik nu volgen:
Plaat A. Antooni van Amersfoort, alias Chambelaer en
Plaat B. Francisco van Rotterdam, alias Prookuruer, moeten
stilzwijgend voorbijgegaan worden; beide zijn mij onbekend en in de
berijmde lijst van de bentnamen, die HOUBRAKEN (II 353) ontleent
aan een door den Goudsmid Cornelis van Rysskn opgemaakte lijst,
komen ze niet voor. Blijkbaar loopt die over een later tijdvak. De
met de pen geteekende kleine doodshoofden, die men op beide tee-
keningen onder het onderschrift aantreft, doelen er waarschijnlijk
op, dat deze personen door den dood reeds aan hunne Kunstbroeders
ontvallen waren.
Plaat C. Joost wt den Haech, alias Schotsen Trommel, is even-
min bekend.
Cornelis van Wtrecht, alias Satir. Volgens de lijst bij Houbraken
(II 353) was onder den naam Satyr, van 1667 tot 1668, Cornelis
-ocr page 317-
— 304 —
van Rijssen lid der Roomsche Bent; hij was goudsmid en vervaar-
digde de berijmde naamlijst die Houbraken afdrukte.
Het komt evenwel niet waarschijnlijk voor dat van Ryssen de hier
afgebeelde persoon is; de teekeningen zijn minstens 40 jaren ouder
dan 1667. Vermoedelijk dus was de benaming Satyr, vóór Cornelis
van Rijssen , al eens aan een ander kunstenaar gegeven, tenzij dat de
naamlijst bij Houbraken van ouder dagteekening is dan hij beweert.
Wouter van der Gouw, alias Almanack. Onze geachte mede-
werker de Heer Luitenant Kolonel Nic. Scheltema , die geschiedkun-
dige nasporingen doet in het Archief van Gouda, ook betreffende
Goudsche kunstenaars, deelde mij mede dat er zijns inziens, bijna
geen twijfel kan bestaan of het hier afgebeeld portret van Wouter
van der Gouw is dat van den schilder Wouter Pietersz Crabeth.
Volgeus Wat/vis, Beschrijving van Gouda (I 334) bereisde Crabeth
in den tijd van 13 jaren, Frankrijk, Italië en Rome. Daar hij nu in
1592 geboren kan zijn en in 1628 getrouwd is, kan — gesteld dat
hij op zijn 20e jaar is gaan reizen — zijn verblijf te Rome tusschen
1612 en 1625 hebben plaats gehad en zouden de portretten alzoo
tusschen die jaren gemaakt zijn. In 1629, tijdens het beleg van
's-Hertogenbosch, trok hij, te gelijk met zijn broeder Jan , beide als
kapitein , de eerste van het vendel Goudsche Schutters van de Oost-
haven uit en lag 19 dagen te Klundert in bezetting. De Heer Schel-
tema maakt tevens de opmerking dat hij het portret van Kapitein
Wouter Pietersz. Crabeth evenwel niet heeft kunnen herkennen,
onder die van de leden van den krijgsraad door hem,CRABETH, in 1644
voor de Stads Doelen geschilderd, welke schilderij, zijn laatste werk,
zich thans in het stedelijk Museum te Gouda bevindt. Een tijdsruimte
van misschien 30 jaren, die tusschen deze teekeningen en het krijgs-
raadstuk bestaat, waarop Crabeth zich zelf afbeeldde, maakt dit m. i.
-ocr page 318-
— 305 —
echter zeer verklaarbaar. »Almanack" wordt bij Houbraken niet op
de lijst der Bentnamen vermeld.
Tyman van der Emster, alias Botterkull en
Peter van Leyden, alias Ram, gaan we, bij gebrek aan gege-
vens, stilzwijgend voorbij.
Plaat D......Alias Braeff De bentnaam »Brave" komt voor
op de lijst bij Houbraken (II 358) maar evenmin als in het onder-
schrift op de teekening wordt aldaar de eigenlijke naam opgegeven.
Peter Groenwegen , alias Leeuw. Hoogstwaarschijnlijk is hij
dezelfde als »Sr. Pieter Groenewegen" die den 30 Maart 1626, als
Schilder in het Meesterboek van het Delftsch St. Lucas Gild werd
ingeschreven (Archief I, 22) en die burger van Delft was. Immerzeel
en Kramm zwijgen over hem. De bentnaam Lione (Leeuw) was, vol-
gens Houbraken , aan den schilder Gabriel van der Leeuw gegeven.
Joost Kampen van Amsterdam, alias Stofïade. De beteekenis
van dezen bijnaam komt eenigzins duister voor, misschien wil men
te kennen geven dat hij zijne schilderijen te veel «stoffeerde" : Kam-
pen is evenals
Symon van Antwerpen, alias den Toouenaer, mij onbekend en
moeten verder hier onvermeld blijven.
Plaat E. Jacob de Waeu., alias Caualler, (Cavalier);
Peter van Wtrecht, alias Wintmoolen;
Jacob wt den Haech, alias Watermoolen en
Den Berbier , alias Biervliech, worden geen van allen op hunne
bentnamen bij Houbraken vermeld.
Plaat F. Cornelius Scut, alias Brootsaken. Deze is vermoede-
lijk de Antwerpsche schilder Corneus Schut (geb. 13 Mei 1597,
-ocr page 319-
— 306 —
overl. aldaar 29 April 1655). Zijn bijnaam bevestigt de aanhaling
bij Kramm, uit de M.S. aanteekeningen van Mols, waar hij pastei-
bakker en naderhand schilder heet te zijn geweest.
Joan Muller, alias Grunvink. Hoewel nergens vermeld vindende
dat de beroemde Plaatsnijder van dien naam zich te Rome heeft opge-
houden , komt het zeer waarschijnlijk voor, dat het hier afgebeelde
portret het zijne is. Kramm maakt nog gewag van een onvermeld
schilder J. . . . Muller , die in de manier van De Heus heeft gewerkt,
maar wien hij veronderstelt in den aanvang der 18e eeuw geleefd te
hebben Het tijdperk waarin de graveur Jan Muller bloeide, bevestigt
het vermoeden dat de teekening hem en niet een ander te zien geeft.
Willem Moi.lo , alias Steekreiter. Zijn geslachtsnaam zal een-
voudig Mol of VAN Moll zijn, maar is hier op Italiaansche wijs
gespeld 1). Het is niet gelukt met zekerheid iets over hem op te
sporen , evenmin als van:
Alkxander Wyt et (uit hel) lant van Cleve, alias Queicstert,
(kwikstaait) en
Bartolomeo van Deuenter, alias het Freti (Fretje).
Henrico Kaiser, alias ster keeker (stenekijker).
Hebben we hier te doen met den beroemden Bouwmeester en
Beeldhouwer Hendrick de Keyser, den maker, o. a., van het praalgraf
van Prins Willem I te Delft? Onmogelijk is het niet, maar geheel
onvoorwaardelijk kan deze vraag niet met ja beantwoord worden,
tenzij men aanneme, dat de Keyser na zijn huwelijk — hij huwde
op 25-jarigen leeftijd te Amsterdam 5 April 1591 — te Rome ver-
toefde en zich daar nog zou hebben aangesloten bij de luidruchtige
1) Een GuiLklAM van Mol, plaatsnyder, wordt tusschen 3631 en 1632 aan-
getroffen onder de leerjongens in liet Antvverpsche St. Luoas-Gild (Liggeren
II 26, 29).
-ocr page 320-
— 307 —
Bentvogels, met wie hij in leeftijd toen tamelijk verschilde. De tee-
keningen zijn, zooals reeds vroeger gezegd is, stellig uit het eerste
vierendeel der 17e eeuw, de kleederdracht der afgebeelde personen,
alsmede de spelling en het schrift der namen bewijzen dit. Wanneer
hier nu werkelijk de vermaarde M<\ Hendrick is voorgesteld, dan wordt
het tijdvak, waarin zij tehuis behooren, enger bepaald en moeten ze
vóór 1613 gemaakt zijn, want in dat jaar bevond hij zich te Amster-
dam 1), tusschen 1614 en 1620 arbeidde hij aan het Prinselijk praal-
graf te Delft 2) en in 1621 overleed hij; is hij dus te Rome geweest,
dan heeft dit plaats gehad vóór 1613. Eenige gelijkenis tusschen het
hier afgebeelde en het door J. Suyderhoef gegraveerde portret van
DE Keyser, is niet te ontkennen, maar de zaak blijft in't onzekere,
ook omdat er nog een andere Hendrick de Keyser heeft bestaan , -
die in 1613 te Utrecht leerling was bij den Schilder Joachim Wten-
wael 3) en daarna te Rome beland kan zijn.
Gioris Bossart, alias Spivinkhooft. Zekere Bossert, wiens
voornaam onbekend is, kocht den 6 November 1626 het lidmaatschap
van het schildersgild te Dordrecht (Archief I. 205). Wellicht is deze
de afgebeelde persoon, overigens vind ik Gioris (Joris) Bossart
nergens vermeld.
Reynier van Heuklem , alias Wolf. Even als bij de meeste dei-
op de teekeningen voorkomende Bentnamen, laat de lijst bij Hou-
braken , wijl die over een later tijdvak loopt, ons ook hier in den
steek. Bij Immerzeel en Kramm wordt Van Heukelem niet genoemd.
Rinaldo van Leuuen (Leuven), alias Pickeur. Ook deze is
onbekend, althans hij wordt nergens vermeld.
1)    Vgl. Kramm, bij wien ook het huwelijk vermeld wordt.
2)    P. Bob, Nederl. Oorloghen. Leiden 1621. 18 hoek, 59.
3)    Mr. S. Muller Fz. Schilders-Vereenigingeu te Utrecht. 98.
-ocr page 321-
— 308 —
Paulus Borro , alias Orlando. De onder dezen naam afgebeelde
persoon is zeker de Schilder Paulus Bor, die in 1631 eene schilderij
vereerde aan het St. Jobs-gasthuis te Utrecht, maar die in 1811 ver-
kocht werd i). Verder is niets van hem bekend.
Joa.n Lissen, alias Hermafrodito. Hij wordt bij Immerzeel ver-
meld als een historieschilder, die te Hoorn woonde, nadat hij van
een reis naar Italië teruggekeerd was. In een Italiaansche haven
scheep gegaan, zou Linsen in handen van zeeroovers gevallen zijn
en later dit voorval in eene schilderij met ongemeen talent te pas
gebracht hebben; zonder eenige tijdsbepaling wordt nog van dezen
schilder gezegd, dat hij te Hoorn vermoord is geworden. Kramm
laat hem onvermeld.
1) Vgl. Immebzeel en Mulleb t. a. p. 134 en 137.
-ocr page 322-
r
— 309 —
BLADWIJZER
VAN HET DERDE DEEL.
Bladz.
Aanteekeuingen betrekkelijk Goud-
[sche Kunstenaars
[enz. 26 volgg.
---------uit de Stads-Rekeningen van
[Venlo 70, 218.
Aarlanderveen.....67.
Aartsens. Pieter.....84.
Abbesteech.BarthoultWillemsz.
[Van 28.
---------Willem Barthoutsz.Van 32.
Abeele. Pieter van den . . 221.
--------- de jonge. Pieter v. d. 224.
Abraham , schilder .... 288.
Acta v. h. synode te Dordrecht 59.
Adriaensz. Adriaen .... 52.
---------Dirk......225.
--------- Frans. . . . 42, 43.
Aelbrechtsz.Aelbrecht257,27i,285.
Aelbrechtsoen. Jan .... 282.
Aeriensz. Pieternelle . .43 noot.
III.
Bladz.
Aertsz. Aert......26.
--------- Wouter.....28.
Agent der Koningin van Zwe-
den 53 noot.
Agostino.......214.
Airtz. Dominicus .... 254.
Aken. Van.......237.
--------- Anthonis van . . . 51.
Alerius........231.
Alewijn. Mr. Gillis. . . .188.
AlexanderuithetlandvanCleve 300.
Alida. Juff.......203.
Allonse........285.
Almanack.......304.
Almelo. Lambert Van. . . 252.
Almeloveen .... 27 noot.
d'Alon. Albert.....78.
Alphen......67, 81.
Alphen. Glas in de kerk Ie
Altaar van Jesus..... 2.
39
*
-ocr page 323-
— 310 —
Bladz.
Altaar van Job ..... 2.
-------- van St. Lucas 1,2, 29.
Altdorp. Daniel van . . . 265.
Altona. Davidt van. . . . 260.
d'Aly. Willem . . . 200 noot.
Amerongen. Jan van . . . 248.
Amerongh. Joh. van . . . 269.
Amersfoort. Antooni van . 303.
Ameyde. Samuel van der . 48.
Amsterdam 31, 34, 35, 39, 40,
[5°. 52, 53, 61, 64, 65,
[66, 67,72, 77,84,86, 89
[volgg., 197,202,203, 204,
[217, 221 volgg., 232,
[260, 294, 305, 306, 307.
-------- Latijnsche School te 50.
Anders. Willem Andries. . 58.
Andriesz. Andries .... 225.
--------- Willem. Zie de Raet.
Aneslynson. Jan.....284.
1'Angele. Marthyn . • • • 263.
Anna de vlaamsche . . .210.
Anna-Gild te 's Gravenhage. Het
[St. 256.
Antonispolder. S' . . • ■ 58-
Antiquiteiten......77-
Antooni van Amersfoort . . 303.
Antwerpen 26, 164, 165, 208 noot,
Bladz.
Antwerpen 210, 211 , 212, 214,
[223, 27r, 305.
Apothekers .....255, 287.
Appendix.......289.
Archief van Amsterdam . . 89.
--------van Gouda .... 304.
-------- van \s-Gravenhage255 volgg.
---------van Rome. Staats- . 3.07.
---------van Rotterdam, 227 noot,
[230 noot, 233 noot, 240.
---------van Utrecht. Provinciaal
|>43i 247-
Ardes. Mattheys.....269.
Ariaensz. Jacob . . . 284, 288.
Ariens. Marritgen . . . . 51.
Aris de schilder.....28.
Arondaeus, Pieter .... 270.
Arondeus. Erasmus. . . . 266.
Arti et Amicitiae. Maatschappij.
[227 noot.
Artisti Belgi ed Olandesi a Roma,
[207.
Artois of Artoys. Abraham, 257,
[283, 287.
Arnoldo. Arnoldo di . . . 211.
Asch. Pieter van. . . 200, 201.
Asper. Aeron Lambertsz. van. 296.
Asselijn......300 noot.
-ocr page 324-
— 311 —
Bladz.
Bartholomees in de 4 Heems-
kinderen 286.
Bartholomeus. Jan .... 66.
--------- Claes...... 2.
Barthoutsz. Willem ..Zie Abbesteech.
Bartolomeo van Deventer , 306.
Basio. ...
         .... 57.
Bassen of van Bassen. Bartholomeus
[258, 271, 276.
Bladz.
Assendelft. Jhr. Hendrick van 32.
Ayembre. Giovanni. . . .212.
Bacchus........301.
Backer. Gideon.....292.
-------- Jacob......113.
--------Mr. Willem Cornelis. 190.
Baen. Johan de.....79.
Baerden. Johannes van . . 268.
Bakker, teekenmeester . . 240.
Balthasar. Floris . . 47, 50, 54.
-----— Floris. zie ook Berckenrode.
Balie. La.......232.
Ballet......... 241.
Balten. M'.......286.
Bamboccio of Barnbos. 301 noot.
Bambozzo. Pietro . .
         .213.
Bano. Francesco.....214.
Barbier zie Berbier.
Barda. Leendert van . , . 269.
Barentsoen. Jan.....296.
Barnaerdt. Adam .... 47.
Barnevelt.......230.
Barra. üttavia ..... 212.
Barienaert. Frederick . . . 266.
Bartasaer.....282, 284.
Bartelmees of Bartholomeesz.
[Pietei 282, 2S7.
Bastiaensz. Aryen .
Baudoes, Anthony de
---------Dionys de .
--------- Elisabeth de
--------- Gerrit de .
---------Jacob de. .
296.
222.
221.
222.
222.
222.
224.
222.
221.
222.
221.
noot.
292.
260.
267.
----- Jeremias de
-----Johanna de.
-   Robbert de.
----- Sara de .
----- Tanneke de
221
Beckerath. Von .
Beeck. Barent
--------- Evert van der
301
Beekhuysen. Giliam
Beeld van Jacob Cats. Steenen 74.
Beeldemaker.Cornelis Gerardus2Ó5.
Beelden en Vazen. Vergulde en
[gebronsde 267.
-ocr page 325-
— 312 —
Bladz.
Berckenrode. Balthasar Florisz. van
[64
■------— Frans Florisz. van . 85
--------zie ook F'loris Balthasar
[en Mr. Floris
Bladz.
Beeldesniders...... i.
Beeldgieter......268.
Beeldgieters . . . . 128, 179.
Beeldgietersproef . . 131, 135.
Beeldhouwers 127, 129, 179, 207.
Beeldhouwersproef. . 130, 135.
Beeldhouwwerk. Verkoop van 183.
Beeldsnijders. 1, ioi , 108, 125,
[126, 133, 134, 153, "78.
Beeldwerk. Verschillend. . 78.
Beest. Abraham Leendertsz. van
[257.
---------■ Sibrant van . . . 264.
—-----— Hendrik van der. . 236.
Begrafenis van Gildebroeders 161.
---------v. d. Graaf v. Hohenlohe 47.
Bekestyn. Harmanus . . . 292.
Beleg van Bergen-op-Zoom . 60.
--------- van Breda .... 64.
Benthuizen. Glas bij den Schout
[van 33.
Bentinck Graaf van Portland 79.
Bentnamen......299.
Bentvogels. Portretten van . 298.
Beny. Ritsert van .... 288.
— zie ook Dabeny.
Berbier. Den......305.
Berch. Kaerel van den . . 287.
Berdadie. Stefano .
Berensteyn. Van. .
-------- Agatha van.
---------Cornelis van
---------Zacharias van
209
76
76.
76
76
60
229
284
219
201
278
238
300 noot
269
Bergen-op-Zoom. Beleg v
Bergh. Arnout van den
Berge. Karel van den.
Bering. Dierick van
Berkel......
Berkelo. De huyzlnge van
Berkenhoff ....
Berlijn. Prentenkabinet te
Bernard. Lowis . . .
Bernards. Melchior. .
269.
299
74
49
64.
295.
223
77
"3
Bertolotti. A. . . .
207,
Besoarsteen
Bethune . . .
Beuckel. Dirck Frederiksz
Beuckelaer. Gerryt.
Beuning. Leendert .
Beuningen. Mi'. Cornelis van
-------- Gerrit Dircxsz. van .
-ocr page 326-
— 313 —
Bladz.
Beverwijk.......248.
Beyeren. Abraham van . . 258.
--------- Adriaen Gerritsz. van 55.
Beijerwerk te Gouda ... 36.
Bibliotheek van Jacob Havius 74.
Bicker. Cornelis.....113.
--------- Mr. Jan Bemd . . 187.
Biesen. Dirck van .... 288.
Bisot. Andries ... 87, 88.
Bisschop. Dirk.....232.
---------Johanna.....239.
---------van Utrecht . . . . I.
Bladzijde uit de Geschiedenis v. h.
[Gildewe-en. Een 226.
Bias. Jan.......34.
Blauwe Hart. Huis gend. het. 222.
Bles. Jeronirao.....77.
Bleyswyck. Mr. Dirck Evertz. van
['97 volgg.
Block. Abraham .... 258.
--------- Jacob 64, 65, 66, 67, 70.
--------- Frans van der. . . 260.
Blocq. Jannetje.....72.
Bloemaert. Herman. . . .261.
Blok. Huybert.....268.
Blokkerus. Jan.....229.
Blon. Le.......221.
-   Cornelis le.....221.
Bladz.
Blon. Michiel le . . . 53, 221.
Blydensteyn. Alida van . . 85.
-------- Willem van ... 85.
Bock. Jan.......268.
Bockenberch. PieterCornelisz. 30.
Bodas. Hendrik.....268.
Bodegraven. Glas in de kerk te, 43.
Bodebos.......61.
Bodewapens......69.
Boeckwout. Hendrick . 267, 276.
Boekbinders. 108, 126, 134, 178.
Boekdrukkers. . . . 127, 189.
Boekelaer. Gerrit .... 283.
Boekhandel......277.
Boekhorststraat te 's-Gravenhage 81.
Boekverkoopers 127, 189, 278,
[289, 293.
Boekverkoopersgild te Amsterdam
[222.
Boelen. J........254.
Boell. J. Gerytsz.....100.
Bogaert. Hans.....261.
Bogert. H......261 noot.
Boheemsche schilders . . . 216.
Bois. Matheus du ... . 263.
Boitet. Reinier. 199 noot, 200 noot.
Bok. De.....236, 238.
Bolijn........229,
-ocr page 327-
— 314 —
Bladz.
Brabant......212,   244.
Braeff........   305.
Brakel. Johannes van . . .   293-
Brandely. Cornelis ....   295.
Brandspuiten geïnventeerd    door
[v. d. Heyde   203.
Brant. Maerten Jansz ...     65.
305.
282.
64.
Bladz.
Bonnet. Pieter de . . 270, 279.
Boom. Abraham.....113.
Bor. Paulus......308.
--------- Pieter. Nederl. Oorloghen
[307 noot.
Borduurwerkers I, 101, 108, 125,
[126, 133, 178, 288.
Borger. Herremanus . . . 268.
Borreman. Abraham . . . 258.
--------- Reynout.....291.
Borro. Paulus......308.
Borsman. Johan.....277.
Bosch. Adriaen.....258.
Bosgeld.......140.
---------Henrik van
Brederode. Wapen van
--------- Wolphert van .
Bredius. Abr. . . 255,
Breenbergh. B. , . .
Breevoor. Jan . . .
Brekerfelt. Hermanus .
Brekevelt. Ludoelf. .
Breinen......
Bresten. Dirck van . .
Brill. Ciriacus . .
---------Faustina. . .
--------Lucas Rutilio .
---------Matheus . .
--------- Paul ....
.-------- Pieter. . . .
282
2S8.
79-
79-
noot.
260.
224.
261.
290.
222.
284.
212.
212.
212.
212.
212.
212.
Bosman. Giovanni .
Bossart. Gioris of Joris .
Bossert......
Boterhuis te Rotterdam .
Both. Hendrick . . .
--------- Thomas
213.
3°7-
3°7-
232.
35-,
33-
287.
3°5-
238.
265.
95-
Botten. Hans van . . .
Botterkull......
Bouchelles.....
Bouckwout. Christiaen .
Boudaan. Gualtherus Petr
Bourdon. Pieter.....270.
Bourgondien. David van . . I.
Bouwmeesters.....207.
Brinckhorst. Roelant van. 264, 270,
[276.
-ocr page 328-
— 315 —
Bladz.
56.
210.
210.
I.
222.
222.
222.
3°5-
Bladz.
Burgh. Johannes van der. . 269.
Burgundius. Massimianus. . 209.
Burier. Andries.....50.
Bury, Andries.....58.
--------- Zie ook Buyry.
Buslinge. Corstiaen .... 283.
--------Zie ook Bueslingen.
Buyry. Andries.....50.
Bijbels.......65, 69.
Bijier. Mr. Gerard van. . . 55.
Cabel. Adriaen Cornelisz. v.d. 216.
--------Angelo van der. . 216.
Cael. Harmanus van . . . 291.
Caen. Jacob Corn. . 11 noot. 46.
Caerte figuratyf derStad Delft 197.
Caius Suetonius Tranquillus 57.
Calee. Jodocus de . . . . 270.
Calkoen. Mr. Abraham. 187, 188.
--------- Jan......185.
Cam. Joest van der . . . 296.
Camerschilders.....255.
Camp. Dirck . . 14, 15, 16.
■---------. Zie ook Kamp.
Campen. Dirck . 13, 17, 18, 19.
Campo. Giovanni del . . . 213.
Caragua. Giovanni. . . . 210.
Cardon. Jacob.....67.
Briot. Niclaes.
Brix. Ghilberto . .
---------Giovanni.
Broederschap. Kerkelijke
Broen. Gerrit de
Bronkhorst. Huybert .
-------- Jan ....
Brootsaken.....
Brouck. Kaart van . 4
, 5
01
Broucke. Johan van den
Broun. Samuel . .
Brugge. Phlyps van
Brugghe ......
Brugh. Cornelis van der
---------Hendrik van der
Bruinhaes. Lowys .
49-
290.
288.
284.
265.
268.
285.
--------- Zie ook Lowys.
Brun. Jan Jansz......262.
Bruni. Giovanni.....211.
Brunzo. Giovanni .         . . '211.
Brussel........282.
Bruvoor. Jan ...... 224.
Bruyn. Ottho de.....228.
Buckhuysen. Johannes. . . 268.
Bueckelaer. Gerrit .... 286.
Bueslingen. Curstiaen van 285,287.
-------— Zie ook Buslinge.
Burgh. Bartholomees van der 291.
-ocr page 329-
— 316 —-
Bladz.
Carel borduerwercker . . 288.
Caron. Frangois . . 83, 84.
Cats. Jacob.....62, 74.
Bladz
Clementsz. Jacob . . . 31, 34
Cleve ........ 306
Clifford. Mr. Pieter . . . 188
Clitsaert. Daniel .... 259
Clock. Cornelis Claesz. 42, 44 noot
Cloeck. Alard.....113
Cloot. Ghysbrecht Thomas. 56
Coddesteyn. Jacob Jansz. . 2, 26
Coelman. Frans.....230
Coenensz. Cryn.....30
Coenraetsz. Cryn .... 29
Coeverden. Pieter van . . 270
Cohen........271
Collen. Mr. Ferdinand van. 94
Colonna.......211
Comedijespeelders. Engelsche 46
Comesdas. Luigi . . . . 210
Commedianten. Duitsche . 54
---------Franscbe .... 233
Compasmakers . .108, 126, 179
Cattemeer. Cornelis Jobsz. .
39-
Catwijk. Glas in de Kerk te
45-
3°5-
264.
Cernpen. Hendrik van
268.
59-
Cesena. Di . . .
209.
3°3-
Cheeuwen. Hendrick .
59-
Chemp. Christoforo del . .
210.
Chirurgie. Boekjes aangaande
60.
Christenmartelaersbouck .
?8.
Christina, koningin van Zwe-
[den 53 noot.
Cincq. Floris ..... 33.
Claes en Claesz. Allert . . 284.
--------- Claes......        2.
---------Cornelis. 259, 282, 287.
---------Daem.....28.
--------- Maria ..... 59.
--------- Wyert..... 46.
-------- in de wilde man. Jan 284,
Claret........212
Classon Simon.....276.
Clatschilders......255.
Cool
......237
— of Cools. Gregorius 43, 44, 47
Coolhaes. Casper .... ^o
--------Hans......
Coomans. R......280
—~------Rogier ..... 290
Cooienhaid of Coornhert Dirck
[Volckertsz 33.
-ocr page 330-
— 317 —
Bladz.
Coppe. Giocomo Janze alias 211.
Coppenol. Lieve Wiüemsz. 72.
Cornelis en Cornelisz. Brandely.
[284.'
--------- Bueckel. . . 289, 297.
--------- Claertgen .... 54.
■-------- Cornelis. . . . 12, 58.
--------- Dammis .... 12.
.---------Jan.....35, 41.
.---------■ Jan. Zie ook Van Lanschot.
--------- Maerten. . . 12, 58, 59.
--------- in Montfordt. . . 297.
--------Pieter.....223.
--------- Thonis..... 19.
--------- van Wtrecht . . . 303.
---------. Zie ook Kornelisoen.
Cornelissen. Pieter. . . . 283.
Corstiaen schilder .... 283.
Corver........237.
Cosen. Maria van .... 222.
--------- Maurits van . . . 222.
Coudensteyn. Lodewijck van 72.
Couvendt. Michiel .... 269.
Couwenberch. Christyaen . 259.
Couwenhove. Niclaes van . 291.
Crabeth. Gebroeders . 11 noot,
[27 noot, 32 noot,
[45 noot, 46 noot.
III.
Bladz.
Crabeth. Clara ... 32 noot.
--------- Dirck Pietersz. . 26, 27.
--------- Jan Pietersz. . . . 304.
--------- Pieter Woutersz. 34 noot,
[56.
29,
[32 noot, 34, 62,
Cracht de goltsmit.
Craenleyden. Adam van der
31.
3°4-
71.
--------
Crepel. Darrick Pietersz.
Cressand. Mons'. . . .
Crimpen. Glas in de Kerk
Cronycke van Hollandt .
Croos. Antony van der .
-------- Pieter van der .
27.
233-
te. 53.
3°-
258.
263.
218.
265.
Crucifix......
Cruysberge. Adolf. . .
Cruyselbergen. Martinus van   269.
Crynsz. Cryn .... 287,  297.
Cullenborch. Antoyne van .    285.
Cunsteners......        1.
Cuyck. Bruninck van. . .    254.
Cuynderturff. Hendrick . .      57.
Dabbe. Pieter.....    293.
Dabeny. Ritsert.....    284.
---------. Zie ook Beny.
Dael. Henderyck van. . .    267.
40
-ocr page 331-
— 318 —
Bladz.
Daellens. Dirck . 259,
274, 275.
Daemend"'. Maeritghen
■ 32-
. 28.
Daemsz. Jan ....
. 56.
223.
Dale. Willem van .
. 211.
Dalen. Johannes van .
. 268.
Dalens. Dirick . 259,
274, 275.
Dalfsen. Soeta van .
• 79-
26.
Dammelaer. Jaques Joosten 53.
Danens. Jan Jacobs .
21.
. 286.
Bladz.
Dees. Pietro . . . . . 211.
Dekker de timmerman . . 236.
Delfland.....28, 50, 81.
Delfshaven . . . 200, 201, 202.
Delft 41, 44, 47, 5°, 52, 54, 55» 62,
[66,67, 76, 197 volgg.,305, 306.
Delin. N. J.......238.
Denen. Giovanni van. . . 215.
Denies. C....... 238.
Denys. Pyeter.....64.
Deschambre......232.
Deur. Abraham Jansz. . . 222.
-------- Jan......222.
Deutz. Agnes.....76
--------- Mr. Daniel. . . , 94.
Deventer.....2*9 noot.
--------- Bartolomeo van . . 306.
--------■ Hendrick Janssen van. 291.
Dever. Glas in het Stadhuis te. 63.
Deykmans de jonge. Zacharias 271.
—------- Zie ook Dickrnanen Dijck-
[mans.
Deijl. Tielman van. ... 290.
Danielsz. Jacobus . . 283, 284.
Dankers. Hendrick . . . 261.
Dansmeester. 231, 232, 234, 236.
Danswyck. Mr. Jacob Diedericksz.
[van. 244 noot.
Danzig......244 noot.
Dassigny. Gideon .... 224.
Davidtsz Daniel. 284, 288, 295,
[297.
---------Willem..... 12.
Decker. Coenraet 200 noot, 202.
-------- Esegiël de. . . . 61.
Dedel. P. S.......19°-
--------- Mr. Willem Gerrit. 95.
Dees. Enrigo......211.
. 87.
86, 88.
. 264.
. 267.
• 32-
Deyma. Jacques.
---------Jan Baptista
Dickman. Sachar .
Dier. Hendr. . .
Diert. Nicolaes . .
-ocr page 332-
— 319 —
Bladz
Dircx en Dircksz. Adriaentgen 45
---------Aeltgen.....61
------Isbrant. Zie Pyck.
------Jacob......262
--------- Jannetje. .... 223
--------- Margen.....44
---------Neeltje.....223
---------Pieter..... 2
--------- Styntje.....223
--------- Tryntje.....223
Doedyns....... 77
Doele te Rotterdam. 227 noot
[237
Does. Bruyn Wouters van der. 33
Doesburch. ...... 284
Doesburgh. Ds......203
Doff. Jacobus van der . . 268
Dohna. Graaf van .... 79
Dol of Doll. Balthasar Jansz. 292
-------- Christoffel . . 279, 29 f
--------- Jasper . . . 280, 290.
Donselaer. Wiggert Pietersz. 14
[15, 16, 17, 18, 19, 20
Dooien. Henderyck van . . 293
Doornenkroon om het wapen van
[Gouda 64
Dordrecht . 30, 32, 34, 37, 38
[43 noot, 48, 52, 59, 62, 285
Bladz.
. 288.
28, 30.
■ 77-
Dort. Meerten vaD.
Dou. Frans Pietersz.
Douw. Gerard . .
Douwe. Dirck Reyniersz. 44, 45.
--------- F. van. 228, 230, 235 noot.
Douwen. Frans Pietersz. van 28, 30.
--------- Pyeter Fransz. van . 51.
Dronsberg. Pieter Hendrik . 89.
Druyfhout. Laurens Francen 294.
258
237.
235-
54-
216.
Dryfhout. Bartholomeus
Dubbelens. Willem .
Dubbens. Willem . .
Duitsche Commedianten
---------Schilders . .
Durer. Albert . . .77, 78, 80.
Duwaert. Saellemon . . . 264.
Duyl. A. van......236.
Duyselen. Jacob van . . . 268.
Duyts........190.
Dyck. Levyn van . . . . 291.
Dyckmans. Anthony . 258, 265-
---------Gei-rit.....272.
--------- Sachar . . . 264, 270.
—---- de Oude. Sacharias.
[264 noot.
---------Willem.....291.
Dyckmans. Zie ook Deykmans.
Dysaert. Fransiskes . . . 269.
-ocr page 333-
— 320 —
Bladz
. 290.
■ 213
18, 19
223
210
noot
65
28
Bladz.
Ebbens. Adrianus .... 239.
Ebeling. Aelbrecht . 257, 288.
Eek. Hendrick van . . . 291.
Edam. Glas in de Kerk te 45, 46.
Edelgesteenten .... 75, 76.
Eemnes.......95.
Eertman. Conr......252.
Elden. Toomas van . . . 270.
Elias. Mr. Pieter .... 190.
Ellartsz. Jan...... 12.
Elphinstone. Elisabeth . . 85.
Elsevier. Daniel.....118.
Emanuel Filibert, Hertog van Sa-
[voie 210.
Emanuelsz. Daniel. . . . 50.
Emster. Tyman van der. . 305.
Ende. Jacob Dircksoen van den
[288.
Engels. Pieter.....67.
Engelsche Comedyespeelders. 46.
Enkhuizen ....
Emigo. Armanno .... 216.
Eps. Antonie.....271.
Erasmus. Jacob.....64.
-------- Neeltgen
Ernst. Gysbrecht .
Errigo. Marco de . .
Es. Hendrick van . .
-------Zie ook Van Nes
Eulden. Geertruy van.
Eumesdas. Luigi . .
Evers. E......2
Everwyn. Charles .
Eyngbert.....
Falchemburg. Martino
Fansel. Bartholomeus,
Fencolio. Joan . .
Ferdinande. Gabrijel
Feuille. Daniel de la
Feyssen. Jan Pieter
Fienoordt....
211
37
57
293
222
41, 42
• 35
Figuursnijders. 101, 108, 125, 126.
[133, 134, '79
Fillips. Willem.....295
Filps borduerwereker. 283, 284
[288
Flessiers. Balthasar . . . 258
Flinck. Govert.....44
Florentijn.......283
F'loris ........296
Floris V........ 53
Floris. Mr.......54
Ercklantz. Henrick van
Ercklentz. De Rentmeester
Erkeles. Abraham . , .
7'.
219.
258.
-ocr page 334-
— 321 —
Bladz.
Frederikstad......    225.
Freese........    266.
Fret. Het ......    306.
Frisius. Simon.....    264.
Frybeeck. Frederik . . .    266.
Fuvet. Jan.......    269.
Gael, Van. Zie van Cael.
Gaerst. Ghilgaern Ghilgaemsoen
[298.
—--------Zie ook Gerst.
Gallerie Czernin . . 260 noot.
Gardenier. Hans Mathyssen 289.
Gast. Michael . . . 208, 209
Gaudere. Isabella Ie . . . 54.
Gecommitteerde Raden . . 85.
Gedenkpenning. Zie Medaille.
Geelvinck de jonge. N. . 94.
Geens. Jacobus.....224.
Geertruidenberg. Beleg van 35.
Gelten. Hans van .... 283.
Gent. Henrick van . . . 219.
Genua........212.
Gerard van Sneek .... 266.
Gereduceerde tafelen van Interest
[55-
Genits en Gerritsz. Adriaen 55.
--------- Christoffel .... 297.
Bladz.
Floris. Zie ook Balthasar.
-------- » » Berckenrode.
Florisz. Frans.....77.
Focker. Nicolaes . . . . 270.
Foix. Paul de.....210.
Fooreest. Dirck Jacobsz. . 31.
Formosa...... 83, 84.
Fortificatiewerken .... 82.
Foulque. Etienne .... 292.
Fourian. Jak es.....296.
Foutendas.......34.
Fouter. Heyndrick van . . 213.
P'rancisco van Rotterdam . 303.
Franckfurt.......53.
Francq. Anth......258.
Frangrevenbruch. Giovanni. 216.
Frankrijk......87, 304.
Fransche Commedianten. . 233.
-------- kunstenaars . . . 215.
Fransoni.......214.
Franssoeis. Mr. ..... 282.
Fransz. Arien ..... 41.
--------- David.....42.
--------- Dirck . . . 283, 286.
--------- Jan......284.
Fransz. Pieter.....31.
Frederik. Monsr.....235.
Frederiks. J. G.....289.
-ocr page 335-
— 322 —
Bladz.
Gerrits en Gerritsz. Dirck 33, 45.
--------- Zie ook Hopcoper.
37, 38.
262.
56.
282.
296.
264.
57-
Gerst. Guilliam of Giljamo 260, 287.
---------. Zie ook Gaerst.
Geschut met wapen van Gouda 30.
-------- van Montfoort . . 31.
Geselle. Daniel . . . 280, 290.
Geyn. Jacques de . ..35, 261.
Gherrit. M'.......282.
Ghybelandt. Adriaenjoppen van 30.
Ghylgaem borduerwercker 284,288.
Gids. De.....53 noot.
Gilde der Glaesmaeckers . 13.
--------- der Goud- en Zilver-
smeden 207, 223, 224.
Gildebord van St Lucas in de Kerk
[te 's-Gravenhage 256, 276.
Gildebrief van de Glaesmaeckers 4.
Gildebrieven......96.
Gildebroeders.Uitvaart van 99, 161.
Gildegeld.....6, 7, 137.
Bladz.
Gildegeld. Zie ook Bosgeld en
[Jaarzang.
Gildehuis.....229, 239
Gildekamer .... 227, 234
Gildeknecht . . 114, 118, 139
Gildemaal.....238, 241
Gilden. Generaal-Reglement der
[90 volgg.
Gildepenningen . . . 227, 277
Gildeproef. 101, 128, 129, 132, 135
Gildewezen. Een bladzijde uit de
[Geschiedenis van het. 226
Gillis de borduerwercker 283. 288
Gillisz. Corstyaen .... 290
-------- Gillis.....62
--------- Jan .... 282, 286
Gilst. Jan van.....288
--------- Pieter van .... 288,
Gis. Johan.......55
Glaesmaeckers . 1, 3 volgg. 13
Glaesman. Jan de ... . 282
Glas. Boergoens. . . . 98, 157
-   Fransen.....98, 157
-  Hessels.....98, 157
Glaspark.....97,98,156,
Glasschildering in de Kerk te
[Alphen 60.
-------— te Antwerpen. . , 26,
-ocr page 336-
—- 323 —
Bladz.
Glasschildering in de Kerk te
[Niervaart. 57.
---------voor J. v. Oldenbarnevelt 49.
-------- in het huis van Gerrit Adri-
[aensz. Oltshooren 52.
1--------- te Oudewater . . . 29.
---------i. h. huis v. C. de Rechtere 29.
---------i. d. Kerk te Reewijk. 52.
--------- i. d. Kerk te Stol wijk. 41.
---------i. d.Kerk te Vlaardingen67.
---------i. d. Kerk te Waarder 47,63.
-------- i. h. Huis te Warmondt. 31.
---------i. d Kerk te Workom. 46.
---------i.d.K erk te Zwammerdam 61.
Glasschrijven.....97, 129
Glasschrijvers. . 3, 98, 153, 286.
Glasschrijversproef . . 130, 136.
Glaywerckers of Pottenbakkers 108,
[125, 126, 133, 179.
Glazenmakers I, 3 volgg., 13, 255,
[278.
--------te Amsterdam. Bepalingen
[omtrent. 96 volgg., 129,
[138, 139, 156 volgg.,
[178, 179, 186, 189.
Glazenmakersproef. . 129, 136.
Goddon. Claes.....49-
Godes. Gerrit......260.
Bladz.
Glasschildering in het huis v. d.
[Schout van Benthuizen 33.
-------- i. d. Kerk te Bodegraven 43.
--------- in de Kerk te Catwyk. 45.
--------- in de Kerk te Crimpen 53.
---------i. h. Stadhuis te Dever 63.
-------- i.d. Kerk te Edam. 45, 46.
-------- i. d. Kerk te Gouda, 36, 37,
[38, 39, 4°, 4i, 42, 44, 45-
--------- in het Oudemannenhuis te
[Gouda 48, 49.
-------- i. d.Vierschaar te Gouda 33.
--------- in de Kerk te 's-Graven-
[deel 64.
-------- in het Weeshuis te 's-Gra-
[venhage 30.
---------in de Commandery te Ilaar-
[lem 37.
--------- i. d. Kerk te Haastrecht 51.
--------- in de Kerk te Kethel. 62.
--------- in het huis van Franciscus
[Lansbergius 40.
-------- in Rhynlandshuis te Leiden
[33, 45
--------- i. d. Kerk te Lekkerkerk 51.
--------- voor Jonathan van Luch-
[tenburg 51.
—■------i. d. Kerk te Middelburg 47.
-ocr page 337-
— 324 —
Bladz.
52.
• • 35,
36.
69.
5°-
70.
■ . 27,
43-
Bladz
236, 238
• • 225
. . 266
. • 269
257, 287
Gouda. Kaart van .
:---- Klokken te
--------- Museum te.
-----■— Plaat van .
--------- Rubens te .
--------- Stadhuis te
Godou. Jacobus . .
Goedhandt. Charel.
Goelje. Frans. .
Goeloe. Mathijs van
Goelterus. Anthoni.
Goesens of Goosens. Hans 283.
[288
Goevertsz of Govertsz. Ariaen 296
Gooiland.......251
Gooi. Van.....258 noot
Goole. Jacobus.....222
Gorisse. Adriaen .... 28
Gors. Ballassar van der . . 215
--------- Stefano van der . . 215
Goske........267
Goud- en Zilversmidsgild te Amster
[dam 223, 224
Gouda ... 1 volgg., 50, 52
--------- Afbeelding van . . 50
--------- Agnietenkerk te . . 54
--------- Descriptie der Stad . 49
--------- Gasthuis te , . 35 noot
-------- Glas in het Oudemannen-
huis te. 48, 49
---------Glas in de Vierschaar te. 33
-------- Glazen in de Kerk te. 36
[37, 38, 39, 40, 41, 42, 44, 45
--------- Huis naast den Üoele te 67
--------- Uurwerk op dentoren te. 32.
■------— Wapen van . . . 64.
--------- Zegels der stad . . 55.
Goudieder......78, 230.
Goudsbergen. Lammert van 269.
Goudsbloem. Rederijkerskamer de
[69.
Goudslagers......'278.
Goudsmeden.....207.
Goudy. Pieter.....264.
Gout. Dierick . . . . '. 291.
Goutcade of Goutkae . . 67.
--------' Kaart van de. . 26, 60.
Gouw. Wouter van der . . 304.
Gouwwaghen. Jan Jacobsz . 294.
Govert. Jan. Zie Verbyl.
Goyen. Jan van. .
Gracht. Tym. Arentsz
Graef. Andries de .
---------- Cornelis de
276.
264.
118.
292.
77-
292.
Graeff. Albert de . .
-------Willem van de
-ocr page 338-
— 325 —
Bladz.
Groot. Matheus Engels de . 51.
Grotenhuys. Dr.....109.
Grunvink.......306.
Gruythuys. Arnt .... 219.
Guicciardin .... 5°> 51, 52-
Giült. Todorico de . . . 210.
Guldewaghen. Jan Jacobsz. 294.
Guntersteyn......94.
Gussen. Dirck van. . . . 265.
Gyboons. Adriaen .... 258.
Gyllisz. Jan ...... 284.
Gysels. Francois .... 225.
Gyselvecht. Job Symonsz. 13. 14,15.
Haan. Cornelis de. . . .231.
-------- . Zie ook de Haen.
Haarlem 31, 32, 36, 38, 46, 52,
[61, 63, 248.
--------- Beleg van . . 29 noot.
--------■ Glazen in de Comman-
[derij Ie 37.
Haastrecht. Glas in de Kerkte 51.
Hacke, Jacob......276.
Haech. Jacob wt den. , . 305.
--------- Joost wt den . . . 303.
Haeften. Leendert van . . 262.
Haén. Andries de ... . 265.
---------Gerrit de . . 260, 266.
41
Bladz.
Grafschrift van Willem van Wede
[211.
's-Gravendeel. Glas in de Kerk te
[64.
's-Gravenhage. 26, 29, 30, 50, 51,
[59, 67, 79, 81,203,224,
[225, 231, 234, 236, 237,
[238, 239, 255, 303, 305.
Gravesteyn. Natanael . 295, 297.
Graveurs.......207.
---------. Zie verder Plaatsnijders.
Grenier........236.
Grenu. De Commandeur. . 59.
Greuser. Pieter de. . . . 27.
Grevenbroeck. Jan van Zie Fran-
[grevenbruch.
Grevesteyn. Herman Natanaelsz.
[261.
--------Natanael . . 295, 297.
Groen. Adriaen.....31.
--------- Daniel . . . 260, 265.
Groenenberg. Willebort van 265.
Groenewegen Johan van . 62.
--------- of Groenwegen. Peter. 305.
Groenvink. Zie Grunvink.
Groon. Antony van . . . 217.
Groot. Hugo de .... 49.
--------- Jan de.....230.
III.
-ocr page 339-
— 326 —
Bladz.
Haen. Zie ook de Haan.
Ilaesbroeck of Haesbrouck. Philips
[van 262, 263, 271, 276, 277.
■--------- Phlyps Arentsz. v. 286, 298.
Haestens.Hend.Lodewycksz.van 52.
Hage of Hagen. Pieter . . 292.
Hagen. Christiaan van . . 222.
Ham. Joris van der . . . 288.
---------. Zie ook Hammen.
Hameyden. Samuel van der 48.
Hammen. Joris van der . . 283.
Hammevel..... 229, 230.
Hanneman.'Adriaen . 258, 277.
Hannemans. Maerchgen Pieters 58.
Hans. Mr........282.
Hans, schilder.....284.
Harderwijk. Beschrijving van 243.
---------Haven van. . . . 245.
Hardy. Garel......259.
Haren. Abr. Daniels van. . 51
Harencarspel......109.
Harm. Flip......266.
Harmensz. Sybrant. ... 12.
Hartogh. Barend .... 225.
Hartsinck. Mr. Pieter. . . 185.
Harvoort. Henrlck Jansz. . 282.
Hasersouwe......• 28.
Hasselaer. Mr. Pieter Cornelis 95.
Bladz.
Havard. Henry.....200.
Havelaar...... . 228.
--------- J. P......240.
Havius. Mr. Jacob .... 74.
--------- Willem.....74.
Hecke. Jacques van . . . 283.
Heemskerk. Willem van. . 187.
Heemstede......225
-------- Pieter van .... 279.
Heest. Arnoldus van . . . 258.
Heggen. Jan van der. . 39, 40.
Heght. Hendrik
         . . . 268.
Heininghen. Michiel van . 291.
---------. Zie ook van Heyningen.
Hellebuick. Frederick . . 266.
--------Paulus ofPauwels263,27o. .
Hellerus. Andries . . . . 221.
-------- Willemina Elisabeth. 221.
Helmont. Abram van . . . 293.
Heipoort te Venlo. . . . 219.
Hemsecroon. I.yon . 271, 272.
Hemselroy. Lyon . . 294, 295.
Hen. Catrina de ... . 259
Henderick......         295.
Hendrixsd. Acftgen ... 56.
-------- Martina.....52.
Hendrixsz. of Heyndricxsz. Aelbert
[295, 297.
-ocr page 340-
— 327 —
Bladz.
Hendrixsz. of Heyndricxsz. Govert
[n noot.
--------- Zie ook Slot.
--------- Hendrick 283, 296, 297.
---------Jan . . . . .36, 298,
---------Fincent of Vincent 282, 297.
Hennes. Abraham .... 258.
Henrick in de Waech . . 295.
Herderinnestraat te 's-Gravenhage
[81.
Hermafrodito......308.
HermaDS.......216.
Hermansz. Jacop .... 293.
Hersberch. Dirck Jansz. 12, 51,
[52. 53-
Hert. Jan Heynricks die . .    26
's-Hertogenbosch . . 211,   215.
--------- Beleg van ....    304.
Heuklem. Reinier van . .    307.
Heus. De.......    306.
Heusden. Hendr.....    267.
---------. Van......    271.
Heuvel. Ferdin. van den .    260.
Heyde. Van der ....    203.
Heyden. Willem van der .    271.
Heye. Jan Genitsz. ...      28.
Heyningen. Matheus van .    263.
--------- Zie ook van Heininghen.
Bladz.
Hierdoor tot hooger. Teekenge-
[nootschap 240.
Hillebrant in de vier Heemskinde-
ren 283.
Hindostan. Holl. schilders in 84.
Hissing. Joh. ..... 269
Hobma. Johannes . . . . 216.
Hoeckgeest. Joachim Otto van 262.
---------. Zie ook Houckgeest.
Hoeckwater. Crispinus . . 291.
Hoed. Gerrit......267*
Hoekwater. Henderick . . 291.
Hoendius. Henrick . . . 283.
-------- . Zie verder Hondius.
Hoeren. Jan Jansz. van . . 282.
Hoeven. Jan Jansz. van der 295.
Hof van Holland. 72, 74, 76, 80,
[85, 88.
Hoffe. Coenraet.....259.
Hoge. Louvise of Louwys de, 262,
[269.
-------- . Zie ook de Hooge.
Hogendorp. D. J. van. . . 95.
Hohenlohe. Begrafenis van den
[Graaf van 47.
Holbein. Hans.....77.
Hollandt. Pieter van . . . 47.
Holsteyn. Pieter .... 63.
-ocr page 341-
— 328 —
Bladz.
Hoorn........308.
--------- Abraham van. 229, 231.
Hopcoper. Dirck Gerrits . 29.
Hopcooper. Huygh Claesz. . 32.
Horologe.......80.
Horologemakers .... 207.
Houbraken. Groote Schouwburgh
[der Neder]. Kunstschilders 299,
[301 noot, 303, 3°4,3°5i3°7.
Houckgeest. Jaques Otto. 262 noot.
-------- Zie ook Hoeckgeest.
Houten plaatsnijders . . . 224.
Houtman. Aelbert Maertens 69.
.--------- Corn. Cornelisz. . . II.
---------Jan Daems . . . 28.
Hove. Mons>'. van den 201 , 202.
Hoyberch. Aert van den . 252.
Huebert.....218, 219.
Hugensz. Jan...... 2.
Hughenzoen. Adriaen 281, 282.
Hullegaerde. Carel van . . 259.
Hulst. Mr. Bauduin Jan . . 95.
Humbert.......239.
Huybertsz. Johannes . . . 223.
Huygelbos. Jan . . . : . 230.
' Huygen. Adrian .... 296.
■-------- Pieter.....20.
Huygens. Constantyn . . . 205.
Bladz
Holte. Gotvrey
           . -         266
Honcoop.......94
Hondius. Henricus. 261, 275, 287
--------- de jonge. Henricus. 261.
[273, 274
-------- Willem . . . 264. 275
-------. Zie ook Hoendius.
Honinch. Adriaan . . . . 216
Honoré. Francois .... 293
Honsholredijk. Het Huis.7 5 noot,85
Hont. Hendrick de . . . 118
Honthorst. Gerrit .... 260
---------Dominicus Aertsz. van 245
--------- Toenis Dominicusz.van 245
Honton. De Wed. .... 80
Hooch. Antonis.....284
Hoochlant. Volckert ... 88
Hoofdlieden. Zie Overlieden.
Hooft. Mr. Gerrit .... 185
---------. Junior. G.....185
--------- Peter Adriaensz. 't. 263
Hoofft. Pieter Jansz. . . . 113
Hooge. Romein de. 200 noot, 206
---------. Zie ook de Hoge.
Hoogeboom. Andries . 200 noot
Hoogendyk. S. . 227, 228, 231
Hooghcamer. Jacob Pietersz. 113
Hoop. Mr. Cornelis van der . 187
-ocr page 342-
— 329 —
Bladz.
Huyghen. Adriaen. . .284,295.
Huyghens. Mr. Willem . . 94.
Huys. Peter Ing.....219.
Iets over het St. Lucasgilde te
[Gouda 1.
Immerzeel. De levens en werken
[der Holl. en Vlaamsche Kunst-
schilders 2ii noot, 213 noot,
[215 noot, 216 noot, 305, 307,
[308.
Indië.......39, 83-
Ingenieurs. Zie Barnaerdt, J.Block.
--------- te Rome. Hollandsche 207.
Intrede der Rethorykers. . 46.
Iperen. Johan Claesz. . . 36.
---------. Zie ook Yperen.
---------• Anth. van. . . . 265.
-------- Van. Zie ook van Yperen.
Italië......304, 308.
Jaarzang.....140 volgg.
Jacob, de scheymakerszoon. 296.
--------- wt den Haech . . 305.
Jacobs. Aert......29.
Jacobsen. Jan . . • ." . 283.
Jacobskerk te 's-Gravenhage. St.
[276.
Bladz.
Jacobsz. Gerrit ..... 260.
--------■ Gorijs..... 2.
——— Lucas. Zie Vollenhove.
•-------- Sibrant.....281.
——— Simon . . 29, 250, 251.
Jager. Jan Florisz. de 10, 43, 45,
[46, 51, 54-
Jamin. Berend.....259.
Jan, Ariaen Huygens jongen 295.
—  bieldesnieder . . . . 219.
—   de schilder.....287.
Jans. Aeff.......29.
—  Catharina......29.
—  Emme.......29.
—  Geertgen ...... 59.
—   Lyntgen...... 58.
—  Lysbet.......45,
—  Margarita......29.
—  Marritgen.....47, 55.
—  Ningetgen.....60.
Jansen. Jan......222.
.--------- Martin . . . . 70, 218.
--------■ Rut......      41.
Janskerk te Gouda. St. .             1.
Jansons. Jacob.....    229.
Janssen........    295.
Jansyns. Jan......    229.
Jansz. Broer......    290
-ocr page 343-
— 330 —
Bladz.
Jansz. Claes. . . .12, 47, 53.
-------- Claes. Zie ook Wytmans.
--------- Cornelis. . . . . 28.
--------- Cornelis. Zie ook Lanschot.
--------- Dirck. Zie Hersbereh.
--------- Emöndt. 11, 47, 48, 60.
--------- Gerrit. Zie Tas.
--------- Giaeomo . . . . 211.
--------- Gratiaen . . . . 260.
--------- Gysbert.....29.
--------- Jacob 31, 281, 289, 295.
--------- Jan. . 56, 58, 222, 289.
--------Pieter.....283.
______ Pieter. Zie ook Lanschot.
--------- Rutger.....283.
-------- Vaster.....63.
-------- Willem.....27.
Jaques........288.
Jardiniero.......236.
Jaspers. Jan......286.
Jaspersd. Neeltgen .... 58.
-------- Nelken.....282.
Jesys. Hendr. de . . . . 267.
Joannis. Willem Pietersz. . 296.
Jobsz. Cornelis. . . 31, 39, 42.
Joest. Mr. . . . 287, 295, 297.
--------. Zie ook Joost.
Joesten. Joest. . . . 286, 287.
Bladz
Johan den goltsmit ... 71
Jong. Cornelis de ... . 259
■--------- Elisabet de . 266, 292
--------Jan de.....25
Jonge. Joh. de.....23
---------Pieter Pietersz. de . 20
—— Symon Claessen de. 265
Jongh. Elisabet de. . 266, 292
---------Johannes de . . 23, 24
--------- P. de ...
>, 24.
283.
3°3-
31-
285.
282.
2É9.
294.
207.
Jonghekosten . . .
Joost wt den Haech .
---------. Zie ook Joest.
Joppen. Aryen .
Jordaensz. Abraham .
Josten. Andries .
Juffen. Koenraet
Julius. Joannes .
Juweliers.....
Kaal. L. van der . .
Kaart van het beleg van
--------- van Brouck
---------van Delfland .
---------van Delft .
--------- van Fienoordt
--------- van Formosa .
---------van Gouda.
■ 237.
reda. 64.
48, 68.
50
197.
35-
84.
52-
-ocr page 344-
— 331 —
Bladz.
Kaart van de Goutcade . . 60.
--------- v. d. vaart en het jaagpad
[tusschen Gouda en Am-
[sterdam 64, 65, 67.
------— van Holland 29, 32, 69.
--------- van Honsholredijk . 85.
--------- van den Leidschendam. 31.
-------- v. h. huis v. Jacob Dircxsz.
[Lonck 60.
--------- van de Merwede. . 35.
---------• v. d. Nederl. Provinciën. 36.
---------van Rhijnland . . 54.
-------- v. h. land van Steyn. 60.
--------- van Tayonan . . . 84.
--------- van ïhuyl en 't Weechgen
[48, 68.
--------van Waddinxveen. . 60.
•--------- van de Gaarden langs den
[Yssel 53.
--------- v d. Yssel en Nieuwendam
[49-
Kaen. Jacob Cornelisz. . . 11.
-             Zie ook Caen.
Kaiser. Henrico.....306.
Kamerrijk.......213.
Kamerschilders . 255, 278, 279.
Kamp. Gabriel .... 24, 25.
---------. Zie ook Camp eD Campen.
Bladz.
Kampen. Joost.....305.
Kant. Gilles ...... 214.
— Jan........214.
Karel V......243, 245.
--------■ Emmanuel, Hertog van
[Savoie 215.
--------1 Jackes.....288.
--------■ Zie ook Carel.
Karels. Jakus.....296.
Kastel. Kornelis van . . . 280,
Kegelingh. Hendiick Cornelisz. 44.
Keghelingh. Gerrit Fransz. . 29.
Kemel. Thomas de
                  224.
Kempen. Van. Zie Van Cempen
[en Chemp.
Kerkwijk.......85.
Ketel. Cornelis . 25, 35, 62 noot.
--------Jacobus. . . . 21, 22.
Kethel. Glas in de Kerk te 62.
Keulen.......70, 71.
Keyser. Hendiick de. . . 306.
Kinderman. Kracht . . . 262.
Kist en Rooyaards. Ned. Archief
[v. Kerkel. Geschiedenis. 1.
Klokken te Gouda. . . 35, 36.
Klundert.......304.
Knipbergen of Knypbergen. Fran-
[sois 260, 274.
-ocr page 345-
— 332 —
Bladz.
Kniphuizen......225.
Koensoen. Kryn .... 281.
■---------. Zie ook Coenensz en Coen-
[raetsz.
Koets Schilderwerk aan een 81.
Koetswagen. Kosten van een Stads-
[64, 65.
Koeverden. Pieter van . . 280.
Koffermakers 108, 126, 134. 179.
Kool. Rodolfus van . . . 264.
—------- Zie ook Cool.
Koorddanseres.....54-
Kornelisoen. Davit. . . . 281.
Komelissens jonghen. . . 295.
--------- Zie ook Cornelis.
Kortenhoef .... 187, 188.
Kraey. Dirck......260.
Kraeywinckel. Michiel . . 284.
Kiamm. Levens der Schilders. 216
[noot, 243, 245, 305,
[306, 307, 3°8-
Kroniekschrijver der Stateu-Gene-
[raal. 54.
Kroonen.......230.
Krynsz. Koenraet . . 295, 296.
--------■ Zie Crynsz.
Kunstenaars te Rome. Nederl. 207.
Kunstkroniek . . 255, 256 noot.
Bladz.
Kunstvoorwerpen. Verschillende 80
Kussens. Lederen . . . . 71.
--------- Stads. . . . 31, 63, 65.
Kuyl. Franciscus van. . . 213.
--------- Gerard van . . . 213.
Kwikstaart......306.
Laar of Laer. Nicolaas van 232.
-  Pieter van. . 213, 301 noot.
Laeck. Reynier van der. . 264.
Laerpoort te Venlo . 219, 220.
Lafaille. Anthony . . . . 291.
Laghteropius. Nicolaes . . 81.
Lakenzegels.....37, 63.
Lambertin. Gottfried . . 217.
Lambertsz. Dirk .... 223.
--------- Jan......47-
Lamput. Antonio . . . . 216.
Lande. Pieter van der 263, 287.
Lange. Claes Jansen de. . 290.
--------- van Wyngaarden. De
[11 noot, 27 noot.
Langedijk. Gerrit .... 267.
Langele. Marthyn .... 263.
Langenhoven. Martyn van . 294.
Lange pier......84.
Lansbergius. Franciscus . . 40.
Lanschot. Cornelis Jansz. 13, 14,15.
-ocr page 346-
— 333 —
Bladz.
Lanschot. Coraelis Jansz. 16, t7i
[18, 55-
--------- Pieter Jansz. 13, 14, 15,
[16, 17, 18, 19-p 20-
--------- Jan Cornelisz. van 12, 43,
[47, 61.
Lanschoiit. Martyn. . . . 263.
Laron. David.....265.
Laurens van Rotterdam 2o8; 209.
Ledeboer. D>'. A. M. Alfabetische
[lijst der boekdruk-
kers enz. 291 noot.
Leenarts. Mr. Hughe . . . 56.
Leendertsz. Hugo . . . . 51.
Leerbrief.....134, 151.
Leerjongens . 97, 102, 103, 148.
Leers de jonge. Aernout . 291,
Leeuw........305.
---------Gabriel van der . . 305.
Leeuwe. Roeloff de . . . 246.
Leeuwendalers .... 53 noot.
Leiden. 30, 40, 42, 52, 57, 69,
[[97, 204,236,274,305,307 noot.
--------Glas in Rhynlandshuis te
[33, 45-
-------— Lucas van .... 80.
--------- Peter van .... 305.
Leidschendam. Kaart van den 31.
III.
Bladz
Leidschedam. Proces van den 29,
Leijenaar. Jan de ... 3 noot
Lekkerkerk. Glas in de Kerk te 51
Lelienburch. Corn. . . . 259.
Lemer. Dirck
Lens.....
Leonardi. Johannes
Lepelaar. Arent de
-------- Claes de
. . 290.
236, 238
•    • 55
52, 63, 65.
. . 48.
208 noot,
. 72-88
•    • 307
Lerius. Th. van . .
Leupe. P. A. . .
Leuven. Rinaldo van
Leven der romeinsche keizers. 57
Levensbeschrijving v. eenige voor-
[name mannen en
[vrouwen. 27 noot.
Lieffrinck. Hans . . 29, 32, 69.
---------Klaes. . . . 282, 287.
LieveVrouwe gild te Amsterdam 96.
------------- kerk te Amsterdam 96.
Lievens.......86.
Liggeren v. h. St. Lucas Gild te
[Antwerpen. 208 noot,
[209 noot, 294, 306 noot.
Lilly. John......237.
Limmick. Nicolaes van . . 269.
Linden. Jacobus van der. . 222.
Linschoten. Jan Huygen van 39.
42
-ocr page 347-
— 334 —
Bladz.
Lucas Gild te Antwerpen. St. 208
[noot, 306 noot.
--------- te Delft. St. 67 noot, 305.
--------- te Dordrecht. St. . 307.
---------te Gouda. St. . 1 volgg.
--------- te 's-Gravenhage. Het St.
[255 volgg.
-------------------Afscheiding in het
St. 278.
--------- te Rotterdam. St. . . 3.
Bladz.
Linsen. Joan......308.
Lione........305.
Lippe. Simon Hendrick Graaf ter.79.
Lipsius. Justus.....33.
Lisse. Dirck van der . . . 259.
Lobberecht. Cornelis van . 82.
——— Quiryn van . . . 82.
Lobbrecht. Frederick Mathys 65.
Lofdicht op de kaart van Delft 205.
Lombardye......214.
Lonck. Jacob Dircxsz. . . 60.
Londen.......216.
Loo. Jacob van . . . . . 216
—  Jan Pyetersz.....43.
Loon. Jan van.....222.
—  Maria van.....222.
Loos. Willem de . . . . 271.
Lorenzo,vlaamsch schilder.209,21 o.
Losse aanteekeningen betreffende
[Amsterdamsche Gra-
221.
280.
282
288.
60.
Luchtenburch. Jonathan van 51.
Lusthoff der Princhen . . 57.
Lux. Ignatius.....222.
Luyten. Jan . . . . 16, 17.
Lijsten van schilderijen. 235 noot,
[237, 239.
Maas. De schilder
— Rivier de. . .
Maasland ....
Maaslandsluis . .
Maddalena . . .
Madelphi. Johannes
Maerten borduerwerker
Maertensdi'. Margriete
---------Ningichgen . .
Maertensz. Pieter .
Maertssen. Mateus .
81.
202.
55-
57-
209.
268.
285.
53-
54-
296.
296.
LLL
Lubbers. Anna . . •
Lucas. Willem . . •
275.
St.
dam.
Lucas Gild te Amster
[89-1
-ocr page 348-
— 335 —
Bladz.
Mede. Nicolaes van . . . 292.
Mededeelingen uit het Haagsch
[Gemeente-Archief 255 volgg.
Meer. Jacob Cornelis van der. 277.
Meeringh. H......23.
---------. Zie ook Mei inck.
Meesen.-Kers. Zie Weyman.
Meess. Jan......4°-
Meier. Christoffel .... 259.
Mellino. Abraham ... 58.
Melsen........214.
Menioriael van den dood van Prins
[Maurits 61.
Menin. Joos de.....34.
Menino. Giovanni de. . . 209.
Merinck of Mering. Albert 13, 14,
[15, 16, 17, 18, 19, 24, 25.
Mertsz. Gerret ..... 34.
Merwede. Kaart van de . . 35.
Mes. Gerrit......267.
Metsys. Quintyn.....78.
Meulder. Franciscus van . . 223.
Meurs. Aert ....... 289.
Meurus. Aert......297.
Mey. Theodore Frangooys de. 233,
[234-
--------- Willem Stevensz. van der
[265.
Bladz.
Maes. Coemaed van der 259, 279,
[280, 295.
--------- Evert Crynsz. van der 260.
--------- Seger van der 270, 280.
Maetham. Adriaen. . . . 258.
Magin. Willem.....296.
Magito. Alerius . . . 231, 232.
Maire. Maximiliaen . . . 83.
---------Tomas La of Le. 285, 288.
--------- de zoon. Thcmas La of Le
[288.
Maknap. Esegiel Robbrechts 59.
Mander. Carel van. Schilderboek
[27 noot.
Manege te Rotterdam . 234, 237.
Mansfeld. Willem . . 271; 276.
Marcus. Jan Cristoffels
293-
Martsen. Pieter . .
118.
Masso, hollandsch schilder
• 215.
Mast. Van der . . .
282.
Matheus, schilder .
• 283.
Maurits. Prins .
61.
Mauwerijsz. Arie .
296.
Meckeren. Jan van
281.
Medaille. Gouden . .
85.
Medailles nagelaten dooi
J.
iavius.
[74.
. 224.
-ocr page 349-
— 336 —
Bladz.
Middelbeeck. Bastiaen . . 269.
Middelburg......296.
--------- Glas in de Kerk te. 47.
Middelharnis......76.
Middellandt. Pieter Huybersz. van
[66.
Miei. Giovanni.....214.
Mierevelt. Mich. Jansz. . . 263.
Mierop. Joachim van . . . 51.
Migoen. Abraham. . . 50, 55.
--------- Jacob......47.
--------. Zie ook Mignon.
Mignon. Abraham .... 55.
---------. Zie ook Migoen.
Minne. Aelt Adriaensz. . . 48.
Moeskoucker. Gerrit Garbrants. 88.
Moetjens. Adriaen .... 292.
Moeyses, steenhouwer . . 287.
Mois. Willem.....244.
Mol. Art France .... 292.
---------Guilliam van . 306 noot.
--------- Jacobus . . . 276, 280.
---------. Zie ook Mollo.
Molinaro, vlaamsch schilder. 212.
Molineri. J. A......212.
Mollo. Willem .... . 306.
Mols. Ms. Aanteekeningen . 306.
Momper.......82.
Bladz.
Monicx of Monninckx. Corn. 259,
[262.
--------- Johan......268.
--------- Pieter.....263.
--------- Sybert Cornelis . . 264.
--------- de Weduwe . . . 265.
Montanius. Petrus .... 50.
Montfoert. Cornelis Gysbertsz. 286.
Montfooit .... 31, 56, 223.
Montfort of Montfooit. Cornelis
[Sybertsz van 259, 297.
—------ Gabriel van . . . 276.
------— Siebert Cornelis van 287.
Mony. P. de......266.
Moor. Antonius.....209.
---------De......216.
Mostard. D. . . . . . . 113.
Mouthaen. Cornelis 282, 286, 287.
Muldert. Gerrit.....267.
Muller. F. Beschrijving van hist.
[prenten. 301 noot.
---------Joan......306.
---------Fz. Mr. S. . 218, 243.
--------- — Schilders-Vereenigin-
[gen te Utrecht 307 noot, 308 noot.
Munchen. . 258 noot, 261 noot.
Munnekes. Hendr. . . . 261.
Munt. Generaals van de . 57.
-ocr page 350-
— 337 —
Bladz.
Museum Boymans 235 noot, 240,
[241, 298.
-------- te Gouda . . 69, 304.
--------- Nederlandsen. . . 255.
Musici........207.
Muziekanten . 227, 228, 229, 231,
[232, 235, 236, 238.
Muziekinstrumenten. Fabriekanten
[van 207.
Muyns. Jan......268.
Muys. "Willem . . 234, 235, 236.
Mye. Jan Jansoen van der . 281.
Mylen. Zoons v. d. Heer v. d. 297.
Myst. Jan Jansz.....28.
Mytens. Daniel . . . 217, 259.
--------- Hans . . . 284, 287.
—------ Isack.....262.
Jfaamlijst der Bentvogels. Berijmde.
[299, 303, 3°7-
Naamplaat van het goud- en zilver-
[smidsgild te Amster-
[dam . . 223, 224.
Nagel. Jan......286.
Naghel........297.
Naso. Pieter...... 263.
Nassau. Graaf Jan van. . . 30.
Nassau. Prins van .... 79.
Bladz.
Neck. Jeronimus van der
Nederlantse geheugenis
Nes. Hendrick van. .
—. Zie ook Van Es.
Nevolo. Nicolaus .
Neyts. Mr.....
Nicolai. N.....
---------Mr. Nicolaes .
Nicolaij. Bartholomeus
Niel. Kryn van.
Niellius. Pieter . . .
Niervaart. Glas in de Kerk te
Nieulant. Bueckel Cornelisz,
262.
68.
7, 18.
210.
235-
127.
244.
62.
269.
291.
57.
289,
[297.
49-
61.
Nieuwendam.....
Nieuwe Telkonst .
Nimegen. Willem van . .    271.
Nimwegen Jacobus van . .    268.
---------■. Zie ook Nymegen.
Nini. Kardinaal.....    215-
Noerdi. Sr.......    292.
Noordervviel. Heynderick .    261.
Noorenburch. Hans van. .    288.
---------. Zie ook Norenburch.
Noort. Willem van 244, 245,  246,
[247, 248, 249,  250,
[251, 252, 253,   254.
Nooten. Sebastiaan van . .    190.
-ocr page 351-
— 338 —
Bladz.
Nooy. Van......245.
Norenburch. Frans van . . 295.
-------- Michiel Smit van . 290.
---------. Zie ook Noorenburch.
M'otelmans. Jan.....268.
Nuis. Cornelis Jansz. . 284, 286
Nyemeester. Wolfert . . . 225.
Nyenrode. Ernst van . . . 248.
Nymegen. Dionys van. . . 237.
--------- of Nimmegen. Elias van
[227, 228, 230, 235 noot.
—------- Willem van . . . 230.
--------. Zie ook Nimwegen.
Obreen. Johannes .... 268.
Ockersz. Joost.....294.
Octrooi voor bedijking van de Zijpe
[244-
---------voor Gideon Dassigny 224.
---------voor Jacobus Goole . 222.
Odekercken. Willem van. 200 noot.
Oey. Jan van. . . . 245, 250.
Oldenbarnevelt. Joan van . 49.
Oleffen. Harmen .... 287.
Olefsen. Herman .... 297.
Olessen. Harmen 284, 287, 295.
Oliviersoen. Kornelis . . .281.
Oltshooren. Gerrit Adriaensz. 52.
Bladz.
Onnes. Vtge......225.
Ooms. Arend. . . . . . 227.
Oorspronck ende voortgang der
[Nederl. beroerten. 55.
228.
269.
291.
235-
70.
Oostenrijk. Martijntje van
Oosterwyck. L. van
■—■------ Severijn ....
Opera. Walsche . . .
Opstand tegen Spanje. ,
Oratie over den dood van Syne
[Hoogheyt 68.
Ordonnantien en Willekeuren v. h.
[LucasGild te Amsterdam 89 volgg.
Orgel. Willem Jans ... 61.
Orlando.......308.
d'Orville. Joan Fredrik . . 188.
Ossen. Jan Jaspersz. van. . 287.
Ossenbroucke.....286.
Ostende. Beleg van ... 52.
Oudenaerden .... 43, 53.
Oude Rogge. Flip Jansz. van. 291.
Oude-Tonge......30.
Oudewater......29.
Outheusde. Pieter van . . 264.
Outshoorn. Abraham van . 258.
Ouwendyck. Adriaen Fredericxsz.
[van 257.
Overdik ..,.,.. 270.
-ocr page 352-
— 339 —
Bladz.
Persoels. Thomas . . 251, 252.
Persyn. Reynier van . . . 66.
Peryer. Hans.....296.
---------. Zie ook Perier.
Perzië. Hollandsche schilders in. 84.
Peter van Leyden .... 304.
--------- van Wtrecht . . . 305.
Petit. Alexandei' . .         . 258.
--------- Jan Frangois Ie . 49, 54.
■--------- Philips Ie ... . 54,
Peur. Henderick van . . . 292.
Philips II.....243, 245.
--------- de horologiestelder. 36.
Philipsz. Philip.....55.
---------. Zie ook Fillips.
Piek. Cornelis van der . . 22.
-   Dirck van der .... 23.
-   Teunis van der         . . 22.
-  Zie Pyck.
Pickeur ....... 307.
Pickveld. Gerrit Evertse van. 292.
Pieman. H......24, 25,
Piemont.......215.
Pieter. Mr.......282,
Pieterken.......282
Pieters. Annechgen ... 53.
--------- Jannitgen .... 5^.
Pietersz. Cornelis . . 281, 297.
Bladz.
Overlieden var. het St. Lucas Gild.
[Bepalingen omtrent. 114, 154.
Overmeer. Joannes. . . . 294.
— ' Jan Gerritsz van . . 218.
Overschie .... 200, 201, 202.
Over 't Water. Pieter Antonisz.
[van. 84.
Overveen.......223.
d'Oya. Sebastiano .... 245.
Paardennaarkt. Biljetten der . 47.
Paludanus. Frangois . 260, 276.
Pant. Anthonie van der. . 13.
Paolo........210.
Papiermerken . . 300, 301, 302.
Pappelendam. . . . 261 noot.
Paradis. Juffr......236.
Part. Anthonie van der . . 13.
Parijs......264, 291.
Pascucci. F.......239.
Pastoer. Guilliamo . . 285, 288.
Paulus V........211.
Pauw. Gerrit Jansz. ... 12.
Penon. Karel.....262.
Percellis....... 77.
Peretti........212.
Perier. Symon . . . 264, 291.
---------. Zie ook Peryer.
-ocr page 353-
— 340 —
Bladz.
Portret door F. Pascucci. . 239.
--------- van Jan de Groot . 230.
--------- van de Wed. Honton . 80.
--------- van Jan Huygelbos 230.
-------- v. Hendrick deKeyser. 307.
-------- van Th. F. De Mey. 234.
■-------- van Symon Reyne . 230.
---------van W. Schepers 235. 241.
--------- van Prins Willem I. 84
Portretten door J. de Baen . 76.
------■— door G. Vereist . 229.
--------- van Bentvogels. 298 volgg.
---------van de familie van Beren-
[steyn 76.
-------- van vorsten uit het Huis v.
[Nassau. 83.
Portretstuk door N. J. Delin. 238.
--------- door Humbert . . 239.
--------- door Van Nymegen 235
[noot, 237.
Post.........238.
-  Georg.......217.
Potgieter. Pieter.....219.
Pottenbakkers.....108.
Potter. Jan......28.
--------- Paulus.....263.
--------- Pieter de . . . . 263.
Pottere. Jooris de ... . 31.
Bladz.
Pietersz. Frans. Zie Douwen.
--------Dirck. Zie Crabeth.
--------- Gerrit.....27.
--------- Jaques.....32.
--------Jan ..... 2, 293.
--------- W.....108, 145.
--------- Wouter. Zie Crabeth.
Pigho. Enrico.....210.
-----— Stefano.....210.
Pülegiften.....30, 59, 66.
Pirotzy........77.
Plaat van de Stad Gouda. . 50.
Plaatdrukkers.....225.
Plaatsnijders. 108, 126, 127, 134,
[179, 201, 221, 224.
—------. Zie ook Graveurs.
Placaetboeck. Groot . . . 243.
Plateelbakker.....62.
Plettenberch. Hester van . 84.
Plutarchus.......68.
Poinctel. Michael ... 87, 88.
Pola. Henrick.....267.
Polibius.......66.
Poll. Jan van.....70.
-  Jan van de.....185.
Pool. M......301 noot.
Porceleinbakkerij te Rotterdam.
[217.
-ocr page 354-
— 341 —
Bladz.
Pyck. Zie ook Piek.
Pypenpoy. Jan Aebels . 37, 39.
Quast. Peter . . . . . .   263.
--------Willem.....   271.
Queicstert.......   306.
Quirynen. Wermbout ...     32.
Quyerynsz. Cornelis . . .     45.
Rabatel........87.
Rademaecker. Jan ... 37, 38.
Raembiirgh. Elysabeth Dircxs van
[66.
Raet. Willem Andriesz. de. 26, 27,
[28.
Raffael........214
Ram.........305.
-  Johannes de. . . 200 noot.
RamasynofRammazeyu. Gerrit292.
--------- Johannes 203, 204 noot,
[205, 291.
--------Pieter.....69.
--------- Pieter Jans .... 62.
Ravens. Leendert .... 290.
Ravesteyn. Anthony van 257, 271,
[285.
-------- Arent van .... 258.
--------- Claes Louwerens . 286.
43
Bladz.
Praalgraf van Prins Willem I 306.
Pree. Louys de.....298.
Prenten door Alb. Durer . . 80.
-------- door Lucas van Leiden. 80.
Prentenkabinet te Berlijn. 300 noot.
Prenters....... I.
Prentverkoopers.....189.
Prins. Nicolaas.....229.
Privilegiën van Venlo. . . 219.
Proces van Ketterdooden, 33.
Procureur.......303.
Proefstukken...... 128.
Proyen. Pieter Gerrits. . . 53.
Pruster. Pieter de ... . 284.
Pruyster. Pieter de. . 263, 287.
Psalmen Davids.....48.
Punt. Johannes de ... . 268.
Putten. Willem Heyndricksen van
1>93-
Putter. Coin. de
---------■ Jacobus de .
--------- Joos de .
---------Simon de .
Puytlinck. Christoforo
--------- bijgenaamd Ti
259-
292.
. 261,
285.
264,
279.
216.
rechter
216
[
noot.
Pyck of Piek. Isbrant Dircksz. 13,
[14, 15, 16, 17, 18, 19-
III.
-ocr page 355-
— 342 —
Bladz.
Roever Az. Mr. N. de . . 221.
Rogge. Mattheus .... 293.
Rogiersz. Carel.....291.
Romano. Giulio.....214.
Rombouts. Ph. . . . 208 noot.
Rome. 207 volgg., 299, 303, 304,
[306, 307.
Rood. Symen.....264.
Roomans.......264.
Roon. Corn. Hendricxs van 63.
Roos........238.
Rooseboom en Rosenboom. Mr.
Prederick 79.
■------— G.....108, 109.
Rordam.....,         287.
Rottenmondt. AdiiaenSymonsz. 50.
Rotterdam 35, 40, 42, 43, 44,
[49, 5°, 55» 8°i z°8, 209,
[217, 226—242, 298, 303.
---------. Francisco van . . 303.
---------. Laurens van . 208, 209.
Rotterdamsche Historiebladen.
[217 noot, 224 noot.
Roy. Merten Claesz. de . . 290.
Rubens........ 70.
Ruffelaer of Ruyffelaer. Jan. 35,
[36, 38, 40, 41-
Rutgen. Hubert.....220.
Bladz.
Ravesteyn. Jan van 261,283,285,286.
■--------De Soen van . . . 285.
Ravesteyns jonghe .... 288.
Reael. Laurens.....113.
Redondie. Stoffel .
Reewijk. Glas in de
Reewijksche wetering
Rethorykers .
Reyersz. Otto
Reynen Simon. .
Rhyn. Rivier de
Rhyndyk ....
Rhynland. . . .
Ridder. Johannes .
Riemer. De . . .
Rikmans. Willem .
Rinaldo van Leuven
Kerk te 52.
. . 68.
46, 63, 69.
• • 294.
228, 230:
. 246.
. 68.
32, 54-
• 254.
. 256.
. 271.
■ 3°7-
Ritsser, borduerwercker
Ritter. Johannis.....293.
Robbrechtzoen. Jochuin . . 281.
Robyn. Jacobus. . . 200 noot.
--------- J........239.
Rochus Gild te 's-Gravenhage. St.
[256.
Rochusz. Claes.....223.
Rochusz. Lambert.... 223.
Roermond.....216 noot.
Roes. Carel de.....283
-ocr page 356-
— 343 —
Bladz.
Rutger de meelre . . . .219.
Ruyen. Alben van . . . 222.
Ruys. Bartelmees .... 284.
—   Melch.......262.
—   Michiel Willemsoen 281, 297.
Ruysch. Niclaes .... 254.
Ryn. Jan Pietersz. van . . 262.
—   Maerten Claesz. van . 22, 23.
Rynenburch. Barent van 60, 67, 68.
Rysewyk. P. Haverkorn van 207.
Ryssen. Cornelis van . 303, 304.
Ryswyk.......202.
Saedelaer. Otto.....270.
Saennen. Pieter Adriaensz. van 263.
■----------. Zie ook Sanen.
Sainct Symon. Geleaem de . 298.
Salviati........210.
Salvyatus. Andreas Balestiucci 212.
Santen. Gerrit van.
----------Harme van
----------Joannes van
Santvoort. Dirk. .
Sas. Aeltge Jans .
Sassaduro. Pellegrino
Satir of Satyr . .
Schaegen. Johan van
Schaep. David . .
----------Gerrit .
—------ Joost.
----------Pieter Davitsz.
--------- Thobias.
Schatbome. Johan .
Schaijck. Johannes van
Schellinks. Willem.
Scheltema. Nic. .
Scheltus. Jacobus .
--------- Leendert .
-----——- Pouwelus .
Schepers. Willem 23
Schepperus. Jacobus
Schiavony ....
Schiedam ....
Schieland ....
Schiele. Johannes .
Schilder en schoolmeester
Scilder......
Sam. Engel . .
— Johan . . .
Sambix. Felix van
Sanders. Gerard
Sandrart . . .
Sanen. Cornelis Gerritsz
. 228.
■     279-
. 67.
• 232.
■        77-
van 284.
----------Jacob Pietersoen van 285,
[286.
■----------. Zie ook Saennen.
-ocr page 357-
— 344 —
Bladz
. 216
. 261
• 215
Bladz
Schilderij door Percelles. . 77
--------- door Pirotzy ... 77
-------- door Engel Sam. . 228
■--------door Sandrart . . 77
---------door Schiavony . . 77
--------- door Titiaan .              77
--------- met Abrahams knecht 83
-------— met Adam en Eva . 80
--------met den doop des moor
[mans 88
—1------ met de Emausgangers. 83
--------- met den God Mars . 85
---------■ met de drie Gratiën. 212
--------- met den Kamerling. 83
.-------- met Maria boodschap. 83
--------- met den Samaritaan . 84
---------■ met Senecas dood . 82
______ met de stad Vianen en
[Vreeswijk 79
---------met den jongen Tobias. 84
--------- met Venus en Adonis 86
---------metdeworslelingjacobs.83
--------- met den zeeslag voor
[Duyns. 84
Schilderijen door Bamboccio. 213,
[214.
--------- door Pieter van Laer2i3,
[214.
Schilders. Boheemsche
—------- Duitsche .
-------- Fransche .
--------- te Rome. Hollandsche 207
------— in Perzië en Hindostan.
[Nederl. 75 noot, 84
Schilderij door Pieter Aartsen 84
--------- door Pieter van Asch.
[200 noot
--------- door Jeron. Bles. . 77
---------■ door Paulus Bor. . 308
-------- door B. Breenbergh. 260
[noot
--------- door Wouter Pietersz. Cra-
[beth 304
--------- door Doedyns .           77
--------- door Ger. Douw. . 77
-------- door Alb. Durer 77, 78.
--------- door Frans Florisz. 77
--------- door Alb. de Graeff. 77
---------door G. de Haen 260 noot
[261 noot
--------- door Holbein. . . 77
-------- door Nic. Laghteropius 82
-------- door Langepier . 84, 85
--------- door Lievens ... 86
--------■ door Quintyn Metsys 78
--------- door Momper . . 82
-ocr page 358-
— 345 —
Bladz.
Schilderijen door Jan Miei. 215.
---------d. Herman Swanevelt. 213.
--------- nagelaten d. Mr. Cornelis
[van Beuningen 77.
---------nagelaten door Mr. J. Ha-
[vius 74..
--------- op 't kasteel Zelandia. 83.
—------ uit Antwerpen en elders in-
gevoerd. 164, 165, 180—182.
--------- v. h. Wijnkoopers Gild te
[Rotterdam 240, 241.
-------- Zie ook Portret, Schoor-
steenstuk, Tafel en Tafereel.
Schilderij verkoopers . 108, 126.
Schinckel. Giovanni . . . 216.
Schipperheyn. Barend. . . 225.
Schleissheim .... 261 noot.
Schlitsert. Rutgert .... 296.
Schoerlant . . . . . . 251.
Scholte. Dirck.....265.
—------- Louwerens. . . . 269.
Schoonschrijver.....72.
Schoorsteenstuk door E. van Ny-
[megen. 227, 235.
Schorel. Zyvert Genitsz. van 251.
----------Zie ook Scorel.
Schotland.......58.
Schotsen trommel .... 303.
Bladz.
Schouf. Pieter.....263.
Schouwburg......237.
---------. Zie ook Opera en Tooneel.
Schrassert, Beschrijving van Har-
derwijk 243.
Schriperus, Kersten . . . 220.
Schuer. Theodorus van der . 215.
Schuller. C. W.....239.
Schut. Cornelis.....305.
------- Poulus......68.
Schutterij vsn Gouda. . . 304.
Scorel als Ingenieur. Jan van
[243—254.
Scut. Cornelius.....305.
—  Raffel.......296.
Sedan........222.
Seghers. Gerard.....215.
Selfvelt. Johan Hendr. . . 268.
Sellyne. Marry.....223.
Serret. Samuel.....289.
Seur. Cornelis van de . . 215.
—  Theod. van de . . . . 215.
Sichem. Christoffel van . . 223.
Sieuwertsz. Dirk .... 223.
-------- Witze.....223.
Sillemans. Experiens . . . 223.
--------- Jefferyn.....223.
Süvercroon. Johanna Bommert 78.
-ocr page 359-
— 346 —
Bladz
Simon de schilder. . 209, 210
St. Tonnis. Jacus van. . . '296
Six. Mr. Pieter.....94
Slang. Gegoten.....219.
Slecht. Frederick van ... 79
Sleydanus.......50
Slicher. Anthony.....222
Slingelandt. H. van. . 187, 188
Slot. Govert Hendricksz. 12, 45, 51
---------. HemTck Govertsz. . 13
Bladz,
Spaignen. Lysbeth van . . 223
Spectator. Nederlandsche 75 noot.
[84
Speelkaartenmakers. . . .127
Spelt. Jan Jansen van der. 13, 14.
15, 16
Speny. Henrick.....48
Speyck. Nicolaes van der . 269
-------—. Zie ook Van der Spyck
[en Van Spyk
Spiegelglazen. Fransche . . 229
Spieringhoofd of Spirinkhooft 307.
Splinter of Splynter. Heynderick
* [283, 286.
--------- Jacob Claesz . . . 284
Sprayt. Fransois ..... 290,
Spyck. Egbert van der . . 266
--------- Hendrick van der 267, 280.
[293
-------- Jacob Aelbertsz. van der
[268, 279, 280,
---------. Zie ook Speyck en Spyk
Spyckerm an.Pieter Heyndrickx.263
Spyegel van den ouden ende nieu
[wen tyt 62
Spyk. Hendrick van ... 81
Staal. Barent Meynderts . . 259
Staal-looden.....37, 63
Sluys. Jan van der . . 2
32, 234
Smael. Gerrit van der .
. 266
Smidts. Henricus.
. 217
Smit. Claes Bastiaensz .
. 290
--------- Sam ....
. 264
Smith. Andries . . . 200 noot
Smits. Andries . . .
. 291
---------. Pieter. . . .
. 291
. 266
--------' Joh. van . . .
. 269
Snewints. Joost .
. 262
Snoek. Cornelis Jacob .
• 285
• 75
Soest.......
• 251
Soetens. Mi'. Pieter . .
81, 82
Soutendam. Mr. J. . .
■ 197
Souterus. Daniel. .
. 61
-ocr page 360-
— 347 —
Bladz.
Stael. Michiel. . .
. . 290.
--------- Pieter .
. . 287.
Stafvoet. Pauwelus .
. . 270.
Stain. Jan ....
. . 229.
Steekwey. Lodewyk.
. . 369.
Steen. Mattheus . .
. . 292.
---------Van der . .
228, 229.
Steenhouwers . . .
. . 131-
Steenhuyse. Frans .
. . 266.
Steenkreiter . . .
• • 3°°.
Bladz.
Stoel. Pyeter Claessen . . 280.
--------- Cornelis van der. . 292.
Stoeldraaiers......287
Stoelen........229.
Stoffade.......305.
Stolker. Jan . . . 234, 235, 240.
Stolwyk. Glas in de Kerk te 41.
Stomwyk...... . 238.
Stoppelaar. Mi'. J. H, de. Het
[papier in de Nederl. 303.
Straalman. Mr. Matthys . . 190.
Straatenis. Adriaan. . . . 230.
Streefkerk.......55.
Stukadoors          .....207.
Sturenberg .... 236. 238.
239-
307.
223.
223.
67.
291.
Steenwyck. Jan van 14, 15, 16, 17,
[18, 19.
Steenwyk. Triomf van ... 34.
--------- Veroveren van. . . 35.
Stegweg........236.
Stembre. Matthias .... 210.
Stempels v. h. Klein Zegel 224.
Stempers. Jan......223.
Sterrekyker......306.
Steucker of Steuckerts. Daniel. 290.
Steur. Johannes de ... . 280.
--------- Pieter de ... . 276.
Steyn. Land van ... 60, 69.
Stifferie. Johannes . . . 268, 269.
Stock. Andries ..... 257.
Stockmans. Daevit.... 259.
Stockum. Hans van . 281, 286.
--------- Jan van.....295.
Swaen......248, 251.
Swaenoortsdyck.....251.
Swanenburch. Cornelis Comelisz.
[285.
-------- Niclaes Ysaaksz. . 263
--------- Pieter.....21.
Swanenburg. ïeunis . . . 24
-ocr page 361-
— 348 —
Bladz.
Tapijt in de Vroedschapskamer te
[Gouda 27, 38, 40.
Tapijtbladen .... 31, 35, 36.
Tapijten......78, 79.
Tapijlwerk . . . 40, 41, 78.
Tarburgo. Gerard .... 21 r.
Tas. Gerrit Jansz. . . . 16, 17.
—  Jan Gerritsz. . 17, 18, 19
Tavenraat. J. J.....240.
Tayouan......83, 84.
Teekening van Delfshaven . 200.
--------- van Overschie . ■ 200.
--------van Voorburg . . 200.
Teekeningen iu het Museum Boy-
[mans 298.
Tegenwoordige Staat van Holland
[243-
Telton. Toussain .... 294.
Temminck. Mr. Egbert de Vry. 187.
Tempel. Ant. van . . . . 216.
Tentoonstelling van Kunstvoorwer-
pen uit edele metalen
[vervaardigd. 227 noot,
[230 noot, 233 noot.
Theodorik de vlaam . . . 210.
Ter Burch. Bartholomeus . 258.
---------. Zie ook Tarburgo.
Ter-Smitten. Mr. Hendrik . 94-
Bladz
Swanenburgh. C..... 24
Swanevelt. Herman . . . 213
Sweers Mr. Isaac .... 185
Sweerts. .......229
Swelen. Pieter van. . . . 285
Swerius. Carel ..... 259
Swinderen. Johannes van . 2< "
Syberts. Cornelis . . 286, 297
Symon. Geleaem de Sainct. 298
--------- van Antwerpen . . 305
Symons. Lysbet......58
Symonsz. Jan.....37, 44
--------- Job. Zie Gyselvecht.
—----— Sacharias .... 291
Sypesteyn. Dirck van ... 31
Tacitus......55, 62
Taets. Mr.......294.
--------- Nathanael .... 263
Taeffelwerckers of glazenmakers. 4
Tafelen voor de stad Venloo. 220
Tafelkleeden. ..... 78
Tafereel toebehoorende a. h. S*. Lu
[cas Gild te 's-Gravenhage. 276
Tapisseryen.....26, 28
Tapissierwerkers ioi , 108, 125,
[133, 134, "79
Tapijt in de Vierschaar te Gouda. 48
-ocr page 362-
349 —
Bladz.
Tetrode. Leendert Dierts
van 48.
Teunis. Comelis Pietersz
■ 259-
Teyll. Claes Pietersz. .
• 259.
ïhieleman. Johannes
. 268.
• "3.
Thomasz. Gysbert .
12.
ïhonisz. Henrick .
■ 5'-
---------. Zie ook Toriisz.
Thoveling. Claes Maerter
sz. 44.
---------Ingetgen .
. 44-
Bladz.
Tonisz. Hans. . . . . . 297.
--------. Zie ook Thonisz.
Tooneel . . 234, 237, 238, 241.
---------. Zie ook Comedyespeelders,
[Commedianten en Opera.
Touinaey of Tournay. Jasper of
[Casper. 33, 58.
--------- Neeltgen Jaspers . . 58.
Toutsteen. Den.....31.
Tovenaar.......305.
Toy. Hendrik.....225.
Trechter. Zie Puytlinck.
Tristeyn. Pieter Pietersz . . 55.
Trom. Outgert ..... 224.
Tromp. Marten Harpertsz. . 84.
Tïoyel. Abraham . . 280, 292.
Trijp voor stoelen .... 229.
Tu. Daniel......259.
Tuenissoen. Ghysbrecht . . 296.
Tuinder. Den.....236.
Turnhoudt. Pieter van 264, 270.
Turyn........2I5-
. Ufelhaeve. Geert .... 261.
Uffelhaven. Gerrit .... 266.
Ugo, »de rosse".....210.
Utenwael. Zie Wtenwael.
Utrecht 33, 35, 53, 59, 65, 69, 85.
44
Thuyl en 't Weechgen. Kaart van
[48, 68.
Thybaut. Willem. 31, 36, 37, 38, 39.
Thym. J. A. Alberdingk. 53 noot.
TielinckTielon.TienhovTier. RoTitiaan.Tomus.Tongere
---------
Tongerl
266.
296.
94
288.
77-
296.
260.
262.
277,
[29.0.
Joannes. . . 2S0, 290.
Mich......203.
Pieter . . . 279, 290.
III.
-ocr page 363-
— 350 —
Bladz.
Utrecht 217, 218, 243 volgg., 260,
[284, 303, 305, 307, 308.
—------Kaart van .... 32.
---------. Zie ook Wtrecht.
Uurwerk op den toren te Gouda 32.
Uythoorn.......67.
Uyttenbroeck. M. , . . 75 noot.
---------. Zie ook Wttenbrouck.
Vaeck. Cornelis Arlsz. . . 290
Val ckenburg. Mathys Willemsz. 263.
Valkenburg. Martino . . .211.
Valle. Claudius de . . 208, 209.
Vallensis. Theodorus . . . 76.
Vapour. Hendrik Arentsen . 75.
Vecht. Lyntgen Jans van de 59.
--------- Rivier de . . .245, 246.
Veer. Van der.....271.
Velde. Ësaias van den 260, 298.
--------- Filips van der . . 216.
Veltman. Jurriaen .... 268.
-----'■— Willem.....271.
Vely. Johan......290.
-  Zie ook Wely.
Venetië.....300 noot.
Venkel. Maria ..... 225.
Venlo......70, 218.
Venne. Adriaen v.den 258,272,275.
Bladz.
Venne. Pieter van der . . 263.
Venne-cool. Jan Leendertsz. 66.
Verbaesde verwondering der Cas-
[tillianen 68.
Verbeeck. Pieter .... 263.
Verburch. Bartholomeus. . 258.
Verbyl. Jan Govert 11 noot. 12.
Vercolie. Johannes 200, 201, 202,
[204, 206.
Verden.......297.
Verdoes. Bruyn Wouters . 33.
Verdoolen. Lowys.... 292.
Vereist. Guillaume . . 229, 240.
Vereyck. Adriaen Cornelisz. 68.
--------- Cornelis Adriaensz. 50, 56.
Vergulde koppen . . . 49, 59.
--------- kroes .... 70, 71.
Vergulders......207.
Verhaege. Cornelis . 264, 265.
Verhaert. Dirick .... 259.
Verheyden. Dirck Jans . . 41.
Verkoopingen van Kunst. Bepalin-
[gen omtrent, no, 122,
[164 volgg., 180, 181.
Verlichters . . . . . . 287.
Vermander. Zie van Man der.
Vermeulen......236.
Verreyst. Gerrit .... 234.
-ocr page 364-
— 351 —
Bladz.
Verschuyring . . . 200 noot.
Versluys.......236.
Versteeg. Cornelis.... 265.
Versyl. Leendert Fransz. . 65.
Verweert. Jan.....285.
Veth. Jan Daemsz. de . . 56.
Vianen........79.
Vileers. Maria.....82.
Vin. Van der. Zie Vyn.
Vinne. Gillyam van der.
--------- Hendrik van der
Viruly. Collectie . .
Visbach. Hendrick
Visscher. Claes Jansz.
--------- Nicolaes
Bladz.
Vloetingh. Ludolf .... 290.
Vlooswijck. Cornelis van . 118.
Vluge. Heynrick Heynrixs . 285.
Vogelsangh. Nathan. . . . 65.
VoUenhove. Lucas Jacobs 12, 13,
[14, 15, 16, 17.
Vondel.......53 noot.
Voocht. Nicolaas de . . . 84.
--------- Philip de ... . 85.
--------Willem de. . . . 85.
Voorburg.....200, 201.
Voorhout te 's-Gravenhage . 81.
Vorstman. D''. M. A. G. . .
        1.
Vos. Hendrick Corn.47, 49, 5°i S2>
[53, 60.
—  Hend. de ..... 52
Vosch. Frans Jans .... 54.
-------- Jan......      30
Vosmaer. Mr. C.....    256
Vouet. Anthony. . . 286.  296
---------Jacob.....    228
Vrede. Vertooning van den.      69
Vreeburg. Kasteel. . 244,   251
Vreeswyk.......      79
Vrie of Vrije. Adriaen Gerrits;. de
[32, 33* 35, 36, 37
Vries. Abraham de
                  258
---------Aelbert de . . .26^
. . . 224.
Vittelius. Reynier .... 51.
Vlaamsche en Holl. Schilders enz.
[te Rome 207.
Vlaardingen. Glas in de Kerk te 67.
Vlack. Adr.......290.
--------- Corn. Janse . . . 33.
--------Jan Corn. . .         46, 59.
Vlacksy Claes Dammasz. van 14,
[15, 16, 17, 18, 19,
Vleugt. Nicolaes van der . 270
Vliet. Dirck van . . . 21, 22
Vlissingen.......58
Vloetingh. Hendrick ... 2
-ocr page 365-
— 352 —
Bladz.
Wapen van Theodore Frangois de
[Mey. 233.
-------- van Simon Reynen. 228.
--------- van Willem Schepers 235.
■--------- van Jacob Vosmaer. 228-
Wapens voor den bode van Steyn.
[69.
Waperom. Cornelis . . . 265.
Wamaerdus. Mr.....287.
't Water. Pieter Antonisz. van Over
[84.
Watermerken in papier. 300, 301.
[302.
Bladz.
Vries. Jasper de . . . 22, 23.
--------- F. de.....153.
Vroesen. Adriana Gerrits . 62.
--------- Gerard Jansz.. . . 48.
Vrolyk. Pieter.....285.
Vry. Fredrich de ...         109.
Vryborch ..... 43 noot.
Vrye Harmen Jansz. . 61, 63, 69.
--------- De. Zie ook de Vrie.
Vyn. Louwerens .... 293.
Waarder. Glas in de Kerk te. 47,63.
Waddinxveen. Kaart van . 60.
Wael of Waell. Cornelius . 212.
------— Jacob de ...
         305.
--------- Jan Baptist de . . 216.
--------- De. Zie ook Valle. De.
Waesbergen. Joh. Jansonius van
[222.
Walborg. Derick . . . . 218
Walraven. Vilon .... 285.
Walvis. Beschrijv. v. Gouda. 11
[noot, 27 noot, 70, 304.
Wapen van Brederode . . 79.
--------- van Gouda. . . 5'i 64.
■---------van Volckert Hoochlant 88.
--------- v. h. S*. Lucasgild. Pen-
dingen met het 277. 278.
Watermolen ....
Wauter Errigo . .
--------- Marco .
3°5-
213.
213.
270.
270.
260.
211.
283.
43-
259.
Waverlee. Pieter
--------Toomas.
Weda. Guillielmo .
Wed'e. Wilhelmus van
Weeburgh. Daniel.
Weeldighe. Pyeter de
Weemen. Barent van .
—-------Hendrik Johannes van. 268.
Weenen.....260 noot.
Weesep. Claes Jansz van 282, 286.
Weeshuis te Amsterdam 102, 149.
Weeskamer te Gouda . . 5^
-ocr page 366-
— 353 —
Bladz.
I02, I49.
. . 2S0.
Bladz.
Willemsz. Dirck ....       30.
---------- Matys .....     297.
----------Will......     264.
Willigen. Van der. Les Artistes
[de Harlem. 294 noot.
Wilt. Anna......     223.
---------- Claes.....     292.
---------- Daniel.....     223.
---------- Rebecca ....     223.
Wiltschut. Robbertus. . .     270.
Winden. Bartholomeus van.     258.
Wintmoolen......     305.
Witmans. Zie Wytmans.
Witmarius. Abdias. ...       65.
Witmont.......     200.
Wits. Mathijs.....       63.
Witsen. Gerrit Jacob. . .     109.
Witwerkers......     153.
Woerden . . 31, 213 noot,   297.
Wolf . . . .*■; . .. -     3°7-
Wolff. Jan Jansz ....     283.
----------Mr. Anthoni van der    66.
Wolphertsz. Jan.....     57.
Workom. Glas in de Kerk te     46.
Wouter van der Gouw . .    304.
Wouterman. Gerrit . . .     230.
Wouters Marcus . . . .     213.
Wtenwael. Joachim . . .     307.
Weeskinderen
Wely. Johan . .
----------. Zie ook V
Werden .
Weit. Anthony .
---------- Johan
ely
. .     297.
284,   288.
. .     288,
260,   266.
. .     265.
. .     266.
. .     27O.
• 57, 262.
262, 277.
Wes. Ferdinandus
Wesendonk. Cornelis
---------- Frans . .
Wessel. Roelant van
Westerbaen. Jacobus
---------- Jan Jansz .
Westerholdt of Westerhout. Alex-
[ander 12, 13, 14, 15, 16, 17,
['8, 19, 53, 62, 63, 67.
---------- Jan Alexander . . 20.
---------- Jan van 14, 15,17,18,19.
Westhreene. Van . . 255, 294.
Westsluizen. De acht. . . 81.
Weven van damastlaken . 26.
Weveringh. Mi'. Maarten . 95.
VVeyman. Kers Meesen 17, 18, 19,
[21, 22.
Weys........ 238.
Willebrordus. Beeld van St. 219.
Willem 1.......306.
Willemsz, Barthoult. Zie Abbe-
[steech.
-ocr page 367-
— 354 —
Bladz.
Zadelaarsgild te Utrecht . 245.
Zanten. P. van.....239.
Zeevaart. Boeken over . . 49.
Zegel der stad Venlo . . . 71.
Zegels der stad Gouda . 55, 56-
Zegelsnijders......224.
Zegelstempels.....224.
Zevenhoven......67.
Zilveren beker ..... 71.
--------- bekers van het S'. Lucas-
[gild te 's-Gravenhage. 272.
-------- vergulde beker . . 231.
—------kannen .... 70, 71*
--------- vergulde kelk. 227, 230,
[232. 233.
--------- koppen .... 30, 66.
---------lepels en vorken. 229, 236.
-------- schalen . . . 30, 31, 34.
--------- schenkbord .... 88.
------- schenkteljoor. . . 277.
--------- tabbaardletters . . 28.
-------- zoutvat.....278.
Zilverwerk met wapen van Brede-
[rode. 79.
--------- v. h. St. Lucasgild te
['s-Gravenhage. 256, 272, 273.
--------- v. h. Wijnkoopersgild te
[Rotterdam. 240.
Bladz.
Wt jonsten begrepen. Rederijkers-
kamer 63.
Wtvecht. Cornelis van . . 303.
-----— Peter van .... 305.
-------- . Zie verder Utrecht.
Wttenbrouck. Jan Mstheusvan 262.
-------- Moses . . . 262, 271.
Wurms. Gerrit.....267.
Wynekes. Matthys. . . . 224.
Wijnhandel. Bloei van den 226.
Wijnkoopers Gilde te Rotterdam.
[226 volgg.
Wynrancken. Rederijkerskamer de.
. [63-
Wytma. Nicolaas Obbes. . 85.
Wytmans. Claes Jansz. 42, 43, 217.
Yarmouth.......223.
Yperen. Jan Claesz . 38, 39, 44.
--------- Anthony van . . . 258.
--------- Zie ook van Iperen.
Ysbrandts. Mevrouw ... 80.
Ysbransoon. Cornelis. . . 296.
Yssel. Kaart van den. . . 49
--------- Kaart van de gaarden langs
[den 53.
:----- Uitdieping van den . 37.
Ysselstein......47 noot.
-ocr page 368-
— 355 —
Bladz.
Zilverwerk.Verschillend 86, 87, 240.
Zinerssoen. Kornelis . . . 282.
Zoetermeer......52.
Zonnewijzer aan het Stadhuis te
[Gouda. 27.
Zulechem.......204.
Zwaen......248. 249.
—:----- Tomas Reyniers de. 52.
Bladz.
Zwammerdam. Glas in de Kerk
[te. 61.
Zweden. Koningin van . . 216.
Zwynsfort.......225.
Zyl. Dirck van.....59.
Zype. Bedijking der. 243, 244, 245,
[2SI5 253-
-ocr page 369-
i<^£?r7 9'                                               *
VERBETERING.
Bladz. 297, 3e regel van onderen Büeckel Cornelisz. Nieucaert,
boeckvercoper, lees: Bueckel Cornelisz. Nieulant.
» 306, 12e regel van boven Steekreiter, lees: Steekreiter,
(d. i. Steenkrijter of Steenuil.)
» 306, 18e regel van boven Het Freti, lees: Het Fret.