A. f\C HIEF
VOOK
IVederlandsghe Kunstgeschiedenis
|
||||||
KUN -. iHlSTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT. |
||||||
w
|
||||||||||||
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
|
||||||||||||
VERZAMELING
|
||||||||||||
MEERENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
BETREFFENDE
NEDEBLANDSCHE ScHILDEES, PLAATSNIJDEES, BeELDHOUWEES , BoUWMEESTEltS Juweliees, Goud- en Zilveedeijtees, Smeden, Stempelsnijdees, Tapijt-
wevees, Boeduueweekees, Plateelbakkees, Ivooesnijdees , Glas-
schildees, Ingenietjes, Landotetees, Kaaetmakees, Veelichtees
LeTTEESNIJDEES , ScHOONSCHEIJVEBS, BoEKBINDEES, enz.
MET BEEEIDWILLIGE MEDEWEEKINO VAN TEESCHEIDENE AECHIYAEISSEN e.a.
BIJEENGEBEACHT |
||||||||||||
Pb. D. O. OBREEN
|
||||||||||||
Ldj. Bibliothecaris-Archivaris van Rotterdam
|
||||||||||||
3» DEEL
|
||||||||||||
ROTTERDAM
VAN HENGEL k EELTJES (I. VAN BAALEN & ZONEN) 1880—1881
|
||||||||||||
Gedrukt te Rotterdam, bij J. De Jong.
|
|||
INHOUD.
|
|||||
Bladz.
Iets over het St. Lucasgilde te Gouda. Medegedeeld door den Luit.-Kol. Nic. Scheltema te Gouda......... i.
Gildebrief van de Glaesmaeckers van 22 Meye 1609 ... 4.
Gilde der Glaesmaeckers te Gouda.........13. Aanteekeningen betrekkelijk Goudsche Kunstenaars enz. Uittrek-
sels uit de Stadsrekeningen. Medegedeeld als voren ... 26. Naschrift..................69. Aanteekeningen uit de Stadsrekeningen van Venlo. Medegedeeld
door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar......70. Lieve Willemsz. Coppenol, Schoonschrijver. 1667. Medegedeeld
door den Heer P. A. Leupe, Gep. Majoor, Ambtenaar bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage..........., . • 72- Steenen Beeld van den Raadpensionaris Mr. Jacob Cats. Mede-
gedeeld als voren................74' |
|||||
VI
|
|||||
Bladz.
Hendrick Arentsen Vapour, Opperkoopman te Soeratte. 1633. Medegedeeld als voren.............. 75.
Portretten van de Familie Van Berensteyn. Medegedeeld als voren 76.
Nagelaten Schilderijen en Antiquiteiten door Mr. Cornelis Van
Beuningen, in leven Burgemeester van Amsterdam. Mede- gedeeld als voren............... . 77. Schilderij van de stad Vianen en van de Vaert. 1693. Medege-
deeld als voren ................. 79. Johan De Baen, Konstschilder in den Haag. Medegedeeld als voren 79-
Verschillende Kunstvoorwerpen. Medegedeeld als voren ... 80.
De Schilders Maas en Van Spvk. Medegedeeld als voren . . 81.
Nicolaes Lachteropius, Constschilder te Alphen. 1689. Mede-
gedeeld als voren.......'......... 81. Schilderij van Momper. Medegedeeld als voren...... 82.
Schilderijen op 't Gasteel Zeelandia te Tayouan op het eiland
Forinosa. 1644—1646. Medegedeeld als voren...... 83.
De schilderij van Langepier. Medegedeeld als voren .... 84.
Schilderij van de God Mars. Medegedeeld als voren .... 85.
Frans Floris Van Berckenrode, Kaartenmaker. Medegedeeld
als voren ................... 85.
De Venus en Adonis van Lievens. 1655. Medegedeeld als voren 86.
Schilderij van den Doop van den Moorman. Medegedeeld als voren 88.
|
|||||
VII
|
|||||
Bladz.
Het Sint Lucas Gild te Amsterdam...........89.
Generaal Reglement voor alle de Gildens.......9c.
Ordonnantien en Willekeuren van het Lucas-Gilde .... 96.
Aanhangsel...................184.
Register der Hooftstukken.............191.
Mr. Dirck Evertsz. Van Bleyswijck en de »Caerte figuratyff"
van de stad Delft. 1675—'7^- Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam, Secretaris der Gemeente Delft .... 197. Nederlandsche Kunstenaars te Rome. Medegedeeld door den
Heer P. Haverkorn van Rijsewijk te Rotterdam .... 207. Claes Jansz. Wytmans, Porceleinbakker.........217.
AanteekeniDgen uit de Stadsrekeningen van Venlo. Medegedeeld
door den Heer Martin Jansen , Notaris aldaar......218. Losse Aanteekeningen betreffende Amsterdamsche Graveurs enz.
Tweede vervolg. Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az., Adj. Archivaris van Amsterdam......221. Een bladzijde uit de geschiedenis van het Gildewezen met be-
trekking tot de Kunst...............226. Bijlage...................241.
Jan Van Scorel als Ingenieur. Medegedeeld door den Heer
M>'. S. Muller Fz., Archivaris van Utrecht.......243. Mededeelingen uit het Haagsche Gemeente-Archief. I. De boeken
van het oude St. Lucasgilde te 's-Gravenhage. Medegedeeld door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het Neder- landsch Museum................255. |
|||||
---- VIII ----
|
|||||
Bladz.
Appendix................. 289.
Correctie en Aanvullingen......,.....293.
Portretten van «Roomse Bent-Vogels". (Met 6 Platen gemerkt
A—F.)....................298. Bladwijzer.
Verbetering.
|
|||||
IETS OVER HET S*. LUCASGILDE TE GOUDA.
|
|||||
(Medegedeeld door den Luit.-Kol. Nic. Scheltema te Gouda.)
N het Ned. Arch. voor Kerkelijke Geschiedenis van
N. C. Kist en H. J. Rooyaards D. VIII, Leiden 1848, komt op bl. 211 enz. een stuk voor, onder onuitgege- ven stukken betrekkelijk de S*. Jans Kerk te Gouda, medegedeeld door M. A. G. Vorstman, Theol. Doet. en Pred*. te Gouda, waaruit blijkt dat er in 1487 al- daar een S'. Lucasgilde »scilders, beeldesniders, glaes- maeckers, prenters, burduerwerekers en andere cunste- ners" omvattende, werd opgerigt, hetwelk den 3111 January van dat jaar van die stad privilegie verkreeg. Het medegedeelde document behelst eene door Adam van der
Craenleyden, pastoor van gezegde kerk, onder dagteekening van den 1411 September 1487, aan het bedoelde S*. Lucasgilde verleende vergunning om in die kerk een altaar te hebben en eene Kerkelijke Broederschap uit te maken, welke vergunning den 2811 Mei 1488 door David van Bourgondien, Bisschop van Utrecht, bekrachtigd werd. Gezwegen van de bepalingen waarbij de dienst aan dat altaar en de tijd van het houden van het sermoen werd geregeld, zij hier alleen vermeld dat gezegd stuk met opzigt tot de gildebegrafenis de vol- gende bepaling inhoudt: III. I
|
|||||
PI. A.
|
Arch. v. Ned. Kunstgescli. III.
|
|||||||||
---"X
|
||||||||||
Antooni van Amersfoort.
|
||||||||||
Alias Cliambelaer.
|
||||||||||
— 2 —
|
||||||
»Ten vierden mael, dat sy haren doden broderen ende susteren i)
sullen moghen belichten, ende uutvaert moghen laeten doen op dat hoech coer nae costumelicke manieren, ist dattet heurluyden also belieft." Overigens bedingt de Pastoor voor zich, zijnen Onder Pastoor
en Kapellanen het Lidmaatschap dier vereeniging als een regt ook voor zijne en hunne opvolgers, en als emolumenten een derde dei- inkomsten van het altaar, en op oudejaarsavond een kapoen en een mengelen wijn, zullende hij dan met alle magt en sermoenen, testa- menten en biechten de zaak van de broederschap voorstaan en be- vorderen. Bij eene notarieele acte, dd. 9 Julij 1515 , op bl. 220—222 mede-
gedeeld, werd verder verklaard, dat, in het jaar 1491, het Jesus outaer niet alleen aan St. Lucas en andere Patronen, maar ook aan St. Job was toegewijd. Deze acte werd opgemaakt op getuigenis van meester Claes
Claesz. beeldesniër, Jacob Jansz. Coddesteyn, glaesmaeker, Gorys Jacobsz. glaesmaeker en Claes BartholomEusz. , die ver- klaarden adat, tydens Jhesus outaer in 1491 gewydt wierde ter eere Goeds ende Maria syne geliefde moeder, die heilige man ende confes- soer St. Job alsoo wel op 't outair van Jesus gewydt wierd als St. Lucas die heylighe Euangelist, en meer ander Patroenen." In evengemeld stuk worden genoemd als eerbare deeckens van
Jesus outaer in de groote kercke ter Gouda Jan Pieters de glaes- maker, Jakob Hugensz de scilder en Pieter Dircxz de glaes- maeker, inwonende poerters der stede van der Goude. Zeer bevreemdend is het dat de stad Gouda, die in de werken
|
||||||
1) Ook vrouwen-werden in de Kerkelijke Vereeniging opgenomen.
|
||||||
Arch. v. Ned. Kunstgesoh. III.
|
|||||||||||||||
PI. B.
|
|||||||||||||||
V:':r
|
|||||||||||||||
tSSK-'
|
|||||||||||||||
->i,:!-T.~ t>« 'j •/■serwfeit^
|
|||||||||||||||
Francisco van Rotterdam.
|
|||||||||||||||
Alias Prockuruer.
|
|||||||||||||||
— 3 —
|
|||||
harer schilders en inzonderheid harer 'glasschilders nog zulke uitste-
kende kunststukken ten toon stelt, in haar oud, hoogst belangrijk archief, dat tot 1325 teruggaat, geen enkel stuk bewaart, waaruit men de inrigting van haar St. Lucas-gilde en de namen der gilde- broeders die daartoe hebben behoord, kan leeren kennen. Wel vindt men in de oude stads- en thesauriersrekeningen, voor
zooveel die bewaard gebleven zijn , meer of minder belangrijke aan- teekeningen aangaande Goudsche kunstenaars en de uitgaven voor verschillende kunstwerken gedaan, 1) zoomede elders eene enkele aan- teekening waarbij van voorschreven Gilde sprake is, 2) doch in de keur- en ordonnantieboeken der stad- evenmin als onder de gilde- brieven, wordt eenig document aangetroffen dat het S*. LucasgUde in zijn geheel betreft. Alleen omtrent het gilde der glaesmaeckers in het bijzonder,
onder hetwelk gerekend werden de glasscbryvers of glasschilders, is ons, met eenige andere stukken, ter hand gekomen copie van een' Gildebrief d.d. 22 Mei 1609, waaromtrent opmerking verdient dat de inhoud daarvan in meer dan een opzigt overeenkomt met dien van de ordonnantie voor het Gilde van St. Lucas te Rotterdam, d.d. 26 Januarij van hetzelfde jaar, vermeld in het Archief voor Nederl. Kunst- geschiedenis D. 2 bl. 62 —67. De Redactie van gezegd Archief het welligt niet onbelangrijk
achtende aan voormelden Gildebrief der Goudsche glaesmaeckers eene plaats in te ruimen, wordt deze hieronder naar gezegde kopie mede- gedeeld : 1) Later te vermelden.
2) In het Schepen-Arbitrageboek van 1527—29 viel ons oog toevallig op de
volgende aanteekening: Vrydaeh XIII Juny XVc XXVII.
Die dekens van Sinte LucasgUde beklagen Jan de Leijenaer om in acht te
nemen ende Stadüafterstal gildegelt te betalen off XXXII se. dairvoir. |
|||||
PI. C.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
*%m
|
|||||||||||||||||||||||||||||
(2«>t*L>^vJ {bt*-,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
<f~ 'Ct.o.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
-•&*
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Joost wt den Haech. Cornelis van
,;. - v . Wtrecht.
Alias Schotsen Trommel. Alias Satir.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Tyman van den Emster,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Wouter van der Gouw.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Peter van Leyden.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Alias Almanack.
|
Alias Botterkull.
|
||||||||||||||||||||||||||||
Alias Ram.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GILDEBRIEF VAN DE GLAESMAECKERS VAN 22 MEYE 1609.
|
|||||
Wy Burghermeesteren, Schepenen ende Raedt der Stede van der
Goude, Doen Condt eenen ygelycken dient behoort, hoe dat wy na voorgaende consent ende auctorisatie van de Vroetschap, de gemeene glaesmaeckers der voorsz.'Stede, die men taeffelwerck ers 1) noemt, een gilde gegunt, ende geaccordeert hebben, gelyck wy heur gunnen en accorderen mits desen op de poincten ende articulen hiernae volghende. 1.
In den eersten dat niemandt in dit ghilde zal mogen wesen off
geadmitteert worden die gheen poorter en is. 2.
Die jegenwoordich t' ambacht vant tafelwercken als meesters doen zullen in dit ghilde wesen, zonder enighe proeve te doen, off Incomst te betalen. 3-
Dit ghilde zal geregeert worden by twee hooftmannen ofte deeckens by de heeren Burghermeesteren daertoe te verkyesen daervan alle jaers een zal affgaen. 4-
De Ghildebroeders zullen voor 't eerste Burghermeesteren over-
leveren alle heuiluyder namen, omme de veikyesinge daeruyt te worden gedaen. ]) Dit zijn de eigenlijke glasschrijvers of glasschilders,
|
|||||
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PI. D.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-—-. tt-tt- , - _-.,__.--,-.- —^-irr-j;-..., -.-
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vfc
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fJ ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
" ,. ^*1s'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
x?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S£
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mm
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
w
^ |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ sf-' '■' ■ Y';i
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r . T'r-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■*:':; f-;'*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-èv«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Symon van Antwerpen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Peter Groenwegen.
|
Joost Kampen van Amsterdam.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias acu Tooiienacr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Stof fade.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Leeuw.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Bracff.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 5 —
|
|||||
5-
De electie zal na desen alle jaers gedaen worden na de ver-
kyesinghe van de Wet, waervan de eerste electie wesen zal in t beghin van t jaer XVI0 ende thyen. 6.
Teghen de verkyesinghe zullen de deeckena in der tyt alle jaers nomineren twee personen ende de naemen aen de Burglierraeesteren overleveren, omme by dezelve geeligeert te worden een nieu deec- ken uyte zelve genomineerde, off uyte gemeene gildebroeders diet Burghermeesteren belieft. 7-
Op de eerste electie anno XVI" thyen zal van de twee deeckens aenblyven diet Burghermeesteren gelieft, ende daerna alle jaers zal affgaen die langste gedient heeft. 8.
Die na desen verzoecken zal int ghilde te wesen, die wort ge- houden ten huyse van een van de hooftmannen zonder yemants hulpe te maecken tot een proeve een lantaren met punten, ofte een glas met een steeck, tot zyne keuze, ende indien de zelve proeve voor goet opgenomen wort, zo zal denselven int gilde aengenomen wor- den, maer anders nyet. 9-
De hooftmannen zullen van alle de ghildebroeders pertinent Re-
gister houden, te bouck stellende heur namen ende toenamen, ende de plaets heurder woninge, ten eynde men dezelve zal moghen ken- nen ende vinden. io.
Nyemandt zal enich werck tot dit ambacht behorende binnen
|
|||||
r
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arch. v. Ned. Kunstgesch. III.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PI. E.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0~>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
**S'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZTl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ti*t4 $►*«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'f-»-***» C*
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob D Waell.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Peter Van Wtrecht.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob vvt den Haech.
|
den Berbier.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Caualler.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Wintmooler
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Watermoolou.
|
Alias Biervliech.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 6 —
|
|||||
deser stede meestersgewijs moghen maecken ten zy hy in dit ghilde
zy aengenomen opte verbeurtevan dartich ghulden, ende vant gemaeckte we rek, indien tselve transportabel is, maer in- dien nyet als dan de gerechte waerde van dien. II.
Dies zullen de hooftmans gehouden wesen den meester die van
buyten compt ende van deze keure ignorantie zoude moghen preten- deren, door de bode vant ghilde eens te doen waerschouwen. 12.
Behoudelicken nochtans wat men in andere steden off plaetsen
buyten der Goude onze poorteren doet off toelaet als zy daer wereken comen setten, off brenghen, van gelycke zal men alhier doen de gheene die van deselve plaetsen hier comen. 13-
Als eenich glas te coop gebracht wort, ende diet brengt daerop
een ommezegh begeert gedaen te worden, zoo zal de knecht off bode vant ghilde dat gehouden wesen te doen, ende zal hebben voor yder weet, die hy door de stadt zal doen van de Burgers vyer stuyvers ende van een vreemde die hem te werek stelt ses stuyvers. H-
De Burgers die na date van dezen int ghilde zullen geadmitteert
worden, die zullen voor heur Incomste betaelen drye ghuld e n. 15-
De vreemde alhier comende heur poortrecht copende ende
dan gheadmitteert wordende zullen voor heur Incomste be- taelen vyer ghulden. |
|||||
PI. F.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Arch. v. Ned. Kunstgesoh. III.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
■t>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/•
|
/
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Xe**™? Aaa
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/L^iin! (;crre
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^*«"V LfU&n^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
&*ƒ stfyrrn^&T* l^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I 2 3
CORNELIUS SCUT. JOAN MULLER. WlLLELMO MOLLO.
Alias Brootsaken. Alias Grunvink. Alias Steekreiter.
4 (5) 6
Alexsander wyt et lant van Cleue. Bartoi.omeo van Deventer. Henrico Kaiser.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gioris Bossart.
Alias Spirink Hooft. IO
Paulus Borro.
Alias Orlando. |
Reijnier van Eeuklem. Rinaldo van Leuüen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias P i c k e u r.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Wolf.
II
JOAN I.INSEN.
Alias Hermafrodito. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
& t
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Queicstert.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Het Freti.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alias Ster keekf r.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 7 —
|
|||||
i6.
Dan de ghildebroeders kinderen sullen volstaen roet
hal ff ghelt te weten met eene ghulden thyen sts. 17.
Alle de ghildebroeders die nu voort eerste int ghilde zullen wesen, ende die namaels daerinne zullen comen, zullen jaer- cx tot ghildegelt betalen elcx thyen stuyvers. 18.
De meesters die enighe leerjongens aennemen om t voorsz
ambacht te leeren, zullen voor yder jongen voor incomst-
gelt betaelen indient een burgerssoon is twael ff stuyvers
ende soot een vreemde is 24 sts. ende sullen voorts zelve j a e 1-
icx tot ghildegelt betaelen vyer stuyvers.
19.
De leerjongens sullen verbonden zyn by een meester te blyven twee jaren, voor ende aleer zy by een ander meester zullen mogen gaen wercken, ten ware by wettelicke oorsaecke tot discretie van de Burghermeesteren, op de boete van twael ff ghulden te verbeuren, deen helft by den jonghen ofte by zyn ouders, ende dander helft by den meester die zulcken jongen aenneemt. 20.
Alle jongesellen off andere die van buyten byeenighe meesters alhier als knechts sullen comen arb eyden, ende langer blyven als twee maenden, zullen voor Incomst betaelen thyen stuyvers, ende blyvende een jaer ofte langher tot ghilde geit alle jaers (te reeckenen van de tyt dat zy inde stadt ge- comen zyn) vier stuyvers, welcke penningen de meesters (inge- valle de knechts in de betalinghe onwillich off gebreeckigh zyn) zelffs |
|||||
sullen moeten betalen, mits dat zy die van de knechts sullen moghen
inhouden, off aen heur verhalen. 21.
Niemandt en zal een ander zyn knechts off knecht moghen onder-
huyren op de boete van ses ghulden. 22.
Alle questien ende swaricheden die onder de ghüdebroeders sou-
den moghen comen te ontstaen, zullen voor t eerste moeten gebracht worden voor de hooftmans, omme by de selve ter neder geleyt te worden, is t mogelick, voor en aleer d' een d ander in rechte zal betrecken. 23-
So wanneer de hooftmans de ghüdebroeders ontbieden ende
te rade roepen, om oorbaar t ghilde aengaende, wie daer nyet en compt als hy ontboden off geroopen is, die zal verbeuren drie stuy vers. 24.
Als yemant van de ghüdebroeders deser werelt overleden is,
zullen alle de ghüdebroeders (nadat de weet door de bode van t ghilde henluyden gedaen zal zyn) gehouden wesen hen ter gesetter uyre ende plaetse te laten vinden ende heur affgestorven ghildebroeder eerlick ter aerden te helpen brenghen, op de verbeurte van drie sts. 25-
Weiverstaende dat de ziecke crancke ende die uyte stadt
zyn, off enighe andere suffisante excuse hebben vry zullen zyn mits evenwel gehouden zynde tzelve door c\e bode van t gilde de hooft- mans te doen aenseggen. |
||||
— 9 —
|
|||||
36.
Alle. inganggelden, jaerlicxe ghildeghelden ende boeten sullen
betaelt werden aen de hooftmans. 27.
De zelve hooftmans zullen de onwillghe int betalen moghen doen executeren by parrate executie, die den Officier des versocht zynde gehouden zal zyn te doen, mits dat hy noch boven de penningen die den onwilligen schuldich is een derden zal executeren voor zyn gerechticheyt. 28.
De incomsten sullen bewaert worden in een besloten bosse van de welcke de twee hooftmans elcx een sleutel sullen hebben, om de selve bosse alst mot is te openen. 29
Ende sullen de hooftmans van alle de incomsten houden perti- nent Register te boeck stellende van wien ende waeruyt de pennin- gen zyn gecomen. 3°-
Ende sullen oock eens s jaers behoorlicke reeckeningh doen voor de aencomende hooftmans ende voor degene die by de heeren daer- toe zullen worden gecommitteert. 31-
Van al de incomst zal d' een helft comen tot profyt van de Heyligheest ende dander helft van tghilde. 32.
Indien yemandt van de ghildebroeders compt te verarmen ende oversulcx subsidie ende bystant van doen heeft, zo sullen de hooft- III. 2 |
|||||
— 10 —
|
|||||
mans den zelven van heure helft van de incomsten onderhouden, soo
verre als die sullen moghen strecken. 33-
Alle welcke voorsz poincten ende articulen geduyren sullen tot wederzeggen van de gerechte, die aen hen ons hebben gereserveert die te interpreteren ende oock te verminderen ende vermeerderen, na heure goetvinden. Gegeven onder t zeghel ten za.ecken deser stede hieronder aen
gehanghen, op den 22» Meye anno XVI<= en neghen, ende was
onderteyckent, Joh. Flo. de Jager met een singnatuere, ende hadde
eenen zegel van groenen wasse uythangende aen een dobbele staerte.
Naer collatie bevonden t accorderen met zyn
principael twelck geschreven is in fianchyn... .
(Verder onleesbaar als door water uitgewischt.)
Blijkens eene nota onder bovengemelde stukken gevonden, waar-
uit men moet afleiden dat voorschreven Gildebrief later geamplieerd, gewijzigd of toegelicht is, en dat eenige punten bij afzonderlijke acte zijn geregeld, werd o. a. bepaald: Ontfang.
dat de leerjongens tot incomengelt zouden betalen elck twee
guld., de ingeboren burgers halff geit. art. 12. dat vreemde knechts een st. ter weeck in handen van den
meester zouden stellen die daarvoor verantwoorden moest, en dat de knechts wesende gildebroeders kinderen die geit winnen, aan het gilde zouden betalen alle jaers ses st=. art. 13. dat de meesters 's jaers tot gildegelt zouden geven elck twaelf
(vroeger tien) st. art. 15. t)
1) In 1725 bedroeg dit f 1.
KB. Voor eene proef werd van f 3 tot f 6 betaald.
|
|||||
— 11 —
|
|||||
Wtgeeff.
dat de knaap ofte knecht van 't gilde (die aanvankelijk ƒ i—10
's jaars genoot) jaarlickx thien gulden voor salaris zou ontfangen. art. 19. dat aen de deeckens jaerlicx voor haer moeyte zou worden toe
geleyt ƒ 4. dat alle ontfangen penn. so van gildegelt als van boeten zouden
comen ten behoeff van 't gilde, tot vervallinge van de pelle 1) ende eenige gereetschap van 't gilde, ende onderhoudt van siecke ende verarmde gildebioeders; dat jaerlickx tot laste van 't gilde niet meer verteert mocht
worden als een tonne biers op de gewoonlicke vergaderinge van de Electie van den nieuwen Hooftman ende deeckens, ende|dat so daer geit te cort quam, dat dan alle gemeene gildebroeders gehouden zou- den wesen te contribueren ende dat wat daervan overschoot aen den armen uytgekeert zou worden art. 17 ? en dat (in den regel) d' helft van de overschietende incompste aen
den Heyligeest zou comen. Van de eerste dekens en gildebroeders vindt men geene aantee-
kening. De eerst voorkomende rekening (1621) noemt als deeckens Emondt Jansen en
Corn. Corn. Houtman , en
als gildebroeders Emondt Jansen met zyn knecht. Corn. Corn. Houtman. Jacob Corn. Kaen 2). 1) Het kleed over de lijkkist.
2) Jacob Oaen en Govert Hendricksz. waren, volgens Walvis , leerlingen
van fle gebroeders Crabeth, zoomede Jan Govert (Verbïl) , volgens De Lange VAN "WynGAARDEN.
|
|||||
— 12 —
|
|||||||
Claes Jansz.
corn. cornsz. Jan Goverts (Verbyl) i) met zyn knecht.
Lucas Jacobs (Vollenhove). idem.
GovertHendricksz.(Slot) i)met zyn knecht of zoon,
Alexander Westerhout 2)
Jan Cornsz. (Van Lanschot) met zyn knecht en zoon.
Meerten Cornsz.
Dirck Jansz. (Hersberch).
Gerrit Jansz. Pauw 3)
Sybrant Harmensz.
Dammis Cornelisz.
Gysbert Thomasz.
Jan Ellartsz.
Willem Davidtsz.
Latere rekeningen t. w. van 1643—1657 vermelden evenzeer de dekens en gildebioeders; verdere van 1658—1671 enkel de dekens, terwijl de laatste van 1672—1736 nu eens niet dan wel, doch van 1693 af geregeld, de namen der dekens opgeven. |
|||||||
1) Zie noot 2 op bladz. 11.
2) Ongetwijfeld dezelfde met Alexander Hendiucxsz. van Westerhout ,
glaess:chryver, die den 8n Sept. 1619 poorter van Gouda werd. 3) Komt reeds in 1603 als glassclirijvei' voor. (Eigenboeken Gouda 3 Mei
1603. bl. 159). |
|||||||
— 13 —
|
||||||
GILDE DER GLAESMAECKERS TE GOUDA.
|
||||||
Dekens en gildebroedevs.
164I. Al.EXANDER VAN WESTERHOUT ) , ,
^J l dekens. Jan Jansen van der Spei.t )
Isbrant Dircksz. (Pyck , Pick) met zoon.
Anthonie van der Part (Pant) met jongen.
Job Symonsz. (Gyselvecht) » »
Pieter Jansz. (Lanschot) » knecht.
Lucas Jacobs (Voixenhove) met knecht en jongen.
Henrick Slot Govertsz.
DiRCK Campen met jongen.
Albert Merinck met jongen.
Cornelis Jansz. (Lanschot) met knecht en jongen.
1644. Alexander van Westerhout | , ,
Jan Jansen van der Spelt ( Isbrant Dircksz. Pyck met jongen.
Job Symonsz. Gyselvecht met jongen. Pieter Jansz. (Lantschot) met knecht. Lucas Jacobsz. Voixenhove » » Dirck Campen. » » Albert Merinck met jongen.
Cornelis Jansz. (Lanschot) met zoon. |
||||||
— 14 —
|
|||||
IÓ45- Jan Jansen van der Spelt l , ,
Isbrant Dircksz. van der Pick )
Lucas Jacobs Vollenhove met knecht. Alex. Westerhout. Cornelis Jans (Lanschot) met jongen. Albert Merinck met jongen. Dirck Camp met knecht. Pieter Jansz. (Lantschot) met jongen. Job Symonsz. (Gyselvecht) » » Jan van Westerhout. 1646. Isbrant Dircksz. Pick 1 , ,
^ 1 dekens.
Claes Dammasz. van Vlacksy f
Alex. van Westerhoudt.
Jan van Westerhoudt.
Jan Jansz. van der Spelt.
Albert Merinck.
Jan van Steenwyck.
Corn. Lantschot, met 2 jongens.
Pieter Lantschot, » knecht en jongen.
Wiggert Donselaer.
Lucas Vollenhoven.
Job Ghyselvecht, met jongen.
Dirck Campen, met knecht en jongen.
1647. Claes Dammesz. Vlackzy | , ,
Pieter Jansz. Lantschot (schoot)
Alex. Westerhout, met jongen. •Jan Westerhout. |
|||||
— 15 —
|
|||||
Jan Jansz. van der Spelt, met jongen.
Alberï Merin'ck. Jan van Steenwyck, met 2 jongens.
Cornelis Jans (Lantschot) met soon. WlGGERT PIETERS DONSELAER.
Job Symonsz. Ghyselvecht, met knecht en jongen.
Lucas Jacobsz. Vollenhoven.
Dirck Camp, met 2 knechts en jongen.
IsBRANDT DlRCKSZ. PlCK.
1648. Pieter Jansz. Lantschot (Schoot) j , ,
Jan Jansen van der Spelt j Alex. Westerhout, met jongen. Jan Westerhout.
Albert Merinck.
Jan Steenwyck, met 2 jongens.
Wiggert Pieter (Donselaer).
Job Symonsz. Gyselvecht met knecht en jongen.
Lucas Jacobs Vollenhove.
Dirck Camp met 2 jongens.
Isbrant Dircksz. Pick.
Claes Dammesz. Vlackzy.
1649. Jan Jansen van der Spelt 1 , ,
Alex. van Westerhout j Isbrant Dircksz. (Pick) met jongen. Pieter Jansz. (Lantschoot) met jongen. Claes Dammasz. (Vlackzy) Wicger Pieters (Donselaer) met jongen.
|
|||||
— 16 —
|
|||||
Jan Jansz. Steenwyck.
Dirck Camp met jongen. Albert Jans Merinck. Lucas Jacobs Vollenhoven. 1650. Jan Jansz. van der Spelt j , .
Alexander van Westerhout )
Isbrant Dircksz. (Pick) met jongen. Pieter Jans (Lanschot) met 2 jongens. Claes Dammasz. (Vlacksy). Wigger Pieters (Donselaer) met jongen. Jan Jansz. Steenwyck met knecht. Dirck Camp met jongen. Albert Jans Merinck. Lucas Jacobs Voli.enhoven. 1651. Alexander van Westerhout 1 jei.ens
Albert Merinck ) Jan Jansz. van der Spelt.
Lucas Jacobs Vollenhoven. Isbrant Dircksz. Pick. Claes Dammasz. Vlacksy. Pieter Jansz. Lantschoot. Wigger Pietersz. Donselaer Dirck Campen met knecht. Jan Jansz. Steenwyck. Corn. Jansz. Lantschoot. Gerrit Jans. (Tas). Jan Luyten. |
|||||
— 17 —
|
||||||||||
i6(2. Alex. Westerhout ) , ,
J t dekens.
1653. Albert Merinck )
Isbrant Dircksz. (Pick) met knecht. Pieter Jansz. Lantschoot met knecht. Corn. Jansz. Lantschoot. Dirck van Campen met jongen.
claes dammasz. vl.acksy. Wiggert Pieteks Donselaer. Lucas Jacobs Vollenhoven. Jan Jansz. Steenwijck. Geruit Jansz.^(ïas). Jan Luyten. Jan Gerritsz. Tas. |
||||||||||
1654. Isbrant Dircksz. (Pick)
|
dekens.
|
|||||||||
Jan (Sandersen) Westerhout
Pieter Jansz. Lantschot. Dirck Campen met jongen. Corn. Jansz. Lantschot. Claes Dammasz. Vlacksy. Wiggert Pieters Donselaer. Jan Jansz. Steenwyck. Alex. Westerhout. Alb. Merinck. Gerrit Jans. (Tas). Kers Meesen (Weyman). Hicndrick van Nes. Jan Gerrits Tas. III.
|
||||||||||
— 18 —
|
|||||
i655- Jan Westerhout. ) , ,
wlgger pieters don5elaer )
Alex. Westerhout. IsBRANT DlRCKSZ. PlCK.
Pieter Jansz. Lantschot met jongen.
Corn. Jansz. Lantschot.
Alb. Merinck.
Dirck Campen.
Jan Steenwyck.
Jan Gerrits Tas.
Claes Dammasz. Vlackszy.
Hendrick van Nes.
Cars Meesen (Weyman).
1656. wiggert pieters donselaer 1 , ,
Albert Merinck j Corn. Jansz. Lantschot.
Pieter Jans Lantschot met knecht. YSBRANT DlRCKSZ. (PlCK).
Claes Dammasz. (Vlackzy).
Alex. Westerhout. Jan Westerhout. Dirck Campen. Jan Gerrits (Tas). Kars Meesen (Weyman). Hendrick van Es. Jan Steenwyck. |
|||||
— 19 —
|
|||||||||||||||||||||||
16n 7. Albert Merinck 1 , ,
l dekens.
Pieter Jans Lantschoot ) wlggert pieters donselaer;
ISBRANT DlRCKSZ. PiCK.
Alex. Westerhout.
Claes Dammesz. (Vlacksy). Dirck Campen. Jan Steenwvck. Jan Westerhout. Jan Gerrits (Tas). Kers Meesen (Weyman). Hendrick van Es. Thonis Cornelisz. |
|||||||||||||||||||||||
1658. Albert Merinck
Pieter Jans Lantschoot 13 gildebroeders en 1 jongen. 1659. Pieter Jansz. Lantschoot
|
|||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||
ens.
|
|||||||||||||||||||||||
'ISBRANT DlRCKSZ. VAN DER PiCK
idem. |
|||||||||||||||||||||||
1660. Isbrant Dirckse van der Pick
|
( dekens.
|
||||||||||||||||||||||
Jan Westerhout
idem.
|
|||||||||||||||||||||||
1661. Jan Sandersz. Westerhout
WlGGERT PIETERS DONSLAER
|
i
|
||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||
idem.
1662. Jan Sandersz. Westerhout
{ dekens.
WlGGERT PIETERS DONSLAER 12 gildebroeders en 2 jongens.
|
|||||||||||||||||||||||
— 20 —
|
|||||||||||||||||||||||||||
1663.
|
WlGGERT PIETERS DONSLAAR
PlETER PlETERSZ. DE JONGE 12 gildebroeders en 3 jongens. PlETER PlETERSZ. DE JONGK.
PlETER JANS LANTSCHOOT 10 gildebroeders en 3 knechts
WlGGERT PIETERS DONSI.AER
PlETER JANS LANTSCHOOT 10 gildebroeders en 2 jongens. WlGGERT PIETERS DONSLAER PlETER PIETERS DE JONGE 12 gildebroeders en 2 jongens.
WlGGERT PIETERS DONSLAER PlETER PIETERS DE JONGE idem,
Mankeert. PlETER HüYGEN
Jan Aeex. Westerhout
13 gildebroeders en 3 jongens.
Jan Westerhout pleter lantschoten 12 gildebroeders en 3 jongens PlETER LANTSCHOTEN
WlGGERT DONSLAER 12 gildebroeders en 2 jongens.
|
||||||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1664.
|
|||||||||||||||||||||||||||
( dekens.
\ of jongens. dekens.
|
|||||||||||||||||||||||||||
i665.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1666.
|
|||||||||||||||||||||||||||
dekens,
dekens. dekens.
dekens,
of knechts, dekens. |
|||||||||||||||||||||||||||
1667.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1668.
1669. |
|||||||||||||||||||||||||||
1670.
|
|||||||||||||||||||||||||||
1671
|
|||||||||||||||||||||||||||
1672. 13 gildebroeders en 2 jongens.
1673. 12 » » 6 »
|
|||||||||||||||||||||||||||
— 21 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 gildebi'oeders en 6 jongens.
11 » » 3 » 10 » » 4 »
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'675-
1676. 1677.
1678.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pleter swanenburch
|
dekens.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kers Meesen Weyman
10 gildebroeders en 8 jongens.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1679.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kers Meesen Weyman
|
dekens.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dirck van Vliet
11 gildebroeders, 8 jongens en 1 vreemde knecht.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1693. Jacoijus Ketel
Jan Jacobs Danens 19 gildebroeders en 2 knechts.
1694. Jan Jacobs Danens
Kers Meesen Weyman 19 gildebroeders en 1 knecht.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22 —
|
|||||||||||||||||||||
Kers Weyman
Dirck van Vliet idem.
Dirck van Vliet Jakobus Ketel 19 gildebroeders en I jongen. 19 gildebroeders en I jongen. Dirck van Vliet, overman. Kers Meesen Weyman, deken. 19 gildebroeders en 2 jongens. en 1700 mankeren. Jacobus Ketel, overman. Corn. van der Pick, deken. 16 gildebroeders en 2 jongens. Cornelis van der Pick, overman. Maerten Claes van Ryn, deken. 14 gildebroeders en 3 jongens. Maerten van Ryn, overman. Teunis van der PiCfc, deken. 14 gildebroeders en 4 jongens. Teunis van der Pick, overman. Jasper de Vries, deken. 19 gildebroeders en 4 knechts. Jasper de Vries, overman. Corn. van der Pick, deken. 14 gildebroeders en 3 knechts. Corn. van der Pick, overman. Maerten Ci.aese van Ryn, deken. 14 gildebroeders en 4 knechts. |
|||||||||||||||||||||
'695'
|
|||||||||||||||||||||
deke
|
|||||||||||||||||||||
i696.
|
|||||||||||||||||||||
dekens.
|
|||||||||||||||||||||
1697.
|
|||||||||||||||||||||
1699
1701. |
|||||||||||||||||||||
1702.
|
|||||||||||||||||||||
1703,
|
|||||||||||||||||||||
1704.
|
|||||||||||||||||||||
'7°5-
|
|||||||||||||||||||||
1706.
|
|||||||||||||||||||||
— 23 —
|
|||||||||||
1707. Maerten Claesz. van Ryn, overman.
Dirck van der Pick, deker*. idem.
|
|||||||||||
1708. Dirck van der Pick
Jasper de Vries idem.
1709. Jasper de Vries
Maerten van Ryn 14 gildebroeders en 5 knechts. 1710. H. Meeringh
Maerten van Ryn 1711. H. Meeringh
P. de Jongh 14 gildebroeders en 5 knechts. 1712. P. de Jongh
Jasper de Vries 14 gildebroeders en 5 knechts. 1713. Jasper de Vries
Johannes de Jongh 13 gildebroeders en 4 knechts. 1714. Joh. de Jongh
P. de Jongh idem.
1715. P. de Jongh
|
dekens.
dekens.
dekerss.
dekens. dekens.
dekens.
dekens.
( dekens.
|
||||||||||
Aalb. Meringh
13 gildebroeders en 5 knechts. 1716. Aai.b. Meringh
Joh. de Jonge 13 gildebroeders en 6 knechts. |
|||||||||||
dekens.
|
|||||||||||
— 24 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 25 —
|
||||||||||||||||||
13 güdebroeders, 1 knecht en 13 jongens.
1727. H. Pieman 1
Jan de Jong | dekens'
14 güdebroeders, I knecht en 15 jongens.
1728. Jan de Jong
|
||||||||||||||||||
dekens.
|
||||||||||||||||||
Co rn. Ketel
15 güdebroeders, 2 knechts en 15 jongens.
1729. Cokn. Ketel
|
||||||||||||||||||
dekens.
|
||||||||||||||||||
H. Pieman
14 güdebroeders, 2 knechts en 13 jongens. 1730. II. Pieman 1
Gaer. Kamp | dekens-
16 güdebroeders, 3 knechts en 13 jongens.
1731. Gabr. Kamt
|
||||||||||||||||||
dekens.
|
||||||||||||||||||
Corn. Ketel
17 güdebroeders, 1 knecht en 9 jongens.
J732. Corn. Ketel j Alb. Mering j dekens-
idem.
1733. Gabr. Kamp j
Corn. Ketel j dckens-
17 güdebroeders, 4 knechts en 3 jongens.
1734. II. Pieman j
r, „ > dekens.
Corn. Ketel ï
17 bazen, 4 knechts en 4 jongens.
1736. Corn. Ketel 1
|
||||||||||||||||||
dekens.
|
||||||||||||||||||
Jan de Jongh j
16 bazen, 2 knechts en 8 jongens.
|
||||||||||||||||||
III.
|
||||||||||||||||||
26 —
|
|||||||
AANTEEKENINGEN
BETREKKELIJK GOUDSCHE KUNSTENAARS ENZ.
Uittreksels uit de Stadsrekeningen enz.
(Medegedeeld als voren )
|
|||||||
1494. Jan Heynricks die Hert in de haech ghegeven van
privilegiën te doen tapisire ende te doen teikene. 1499. Gegeve Coddesteyn (zie bl. 2) van t glas te maken t and-
werpen ende was ghedaen by consent van de vroesscap. Ende was aen 11° voet ende lxx voet ghebacks ende xxx vieredel, noch l" ende LXXX voet myt lysten ende xxx vieredel, Ende noch V sch. voor syn costen om daer te reysen ende te stoten (?); facit t samen IX JL v sch. 1543. Akrt AertSZ., glaesmaecker.
1545. Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth) van twee caerten te
maecken roerende dat verlaet opte goutkae . . . xvm sch. VIII gr. 1547. Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth) glaesmaecker, van
een patroen te maecken, om damastlaccken nac te weven ende daer men vrunden meede maecken sal.......II sch. vni gr. 1548. Betaelt Dirck Pietersz. (Crabeth), glaesmaecker, van
patronen om tapicherie na te maecken.....vi sch. vm gr. 1550. Gegeven 28 Juny Willem Andriesz. (de Rakt) van ta-
pisseryen..............™ &■ XI sch. VI gr. |
|||||||
— 27 —
|
|||||||
I55°- Gerrit Pieters, goutsmit.
1551. Betaelt 11 Sept. Willem Andriesz. die raet, tapessier,
op rekeninge van t lapyt dat hy maeckt om te hangen in die Vroet- schapscaemer, nair vuytvissen zyn hantscvyft. VIII X VI sch. VIII gr. 1551. Betaelt Willem Jans, schilder, voor een sonneteycken
te stellen ende te maecken ant stadthuys . . . . m sch. uil den. 1551. PlETBR DE Greuser, stadts glaesmaecker.
1552. Betaelt 1 January Willem Akdries die raet, tapessier,
van zeecker tapesserie die hy gelevert heeft hangende in die middel- caemer, als die vroetschap vergaert, achtervolgende zyn obligatie dah' van zyende..................XII £. 1552. Betaelt 21 July Darrick Pietersz. Crepel (Crabeth) i)
by ordonnantie van de beurgemeesters van die patronen te maecken van de tapyten...........II X xvi sch. vilt gr. 1552. Betaelt by ordonantie van de beurgermeesteren Darrick
(Crabeth) die glaesschryuer, ter cause van de patronen van de ta- pyten te maecken............XVI sch. VIII gr. |
|||||||
1) Het is bijna als zeker aan te nemen dat met Dirck Pietersz. en Dirck
Ptetersz. Crepel bedoeld wordt Dirck Pietersz. Crabeth, en wel op grond van het volgende: In het leven van Dirck en Wouter Crabeth, naar Walvis, voorkomende in
de Levensbeschrijv. van eenige voorname meest nederlandsche mannen en vrou- wen D. 1. 334, 335, leest men: „Carel Vermander (van Mander) gewaagt in zijn bekend schilderboek van
twee Crabeths, eenen Adriaen Pietersz. Crabeth en Dirck Pietersz. Cra- beth. waarvan de laatste, een glasschrijver of glasschilder, in zijnen tijd nog in leveuden lijve was. De heer Almeloveen gist, dat Claudius, anders Krepei, Pieteesen volgens Vermander, niet alleen vader van Adriaen, maar ook van Dirck en Wouter Crabeth is geweest. Hij sterkt zijn gevoelen doordien de twee laatsteu beiden zoons van Pieter of Pietersz. even als de eerste genoemd worden." De Lange van Wyngaarden houdt het (Zie „De Goudsche Kerkglazen,
hoofdstuk „De Glasschilders bl. 84) voor ontwijfelbaar dat Dirck en Wouter Crabeth zoons waren van Pieter ÏCrepel of Krepele (Kreupele) Pieter, marktveger te Gouda. De naam Crabeth zou later zijn aangenomen. |
|||||||
— 28 —
|
|||||||
1552. Wouter Aertsz. , glaesmaecker.
1552. Betaelt 10 Sept. Willem Andriesz. (de Raet) in volder
betalinge van de tappesserien . . 11 <£ VI sch. 111 gr. xvm myten. 1552. Jan Daems (Houtman?) glaesmaecker en schilder.
1552. Eyn'gbert d schilder.
1552. Aris die schilder.
1560. 1) Op den 13 July betaelt Barthoult Willemsz. (van
Abbesteech) goutsmit, ter cause dat hy door laste van burgemees- ters ende by consente van der vroetschap gemaect heeft alle die zil- verde letteren voor die van den gerechte, ten eewigen daegen van statswegen in de processie generael op hoerl. tabberden , die se van de sladt jaerlixs hebben, op draegen zouden, beloopende het zilver met het faetzoen t same in ponden door Rekenmeesteren geverifieert, ix ,£ xvm sch. nu gr. xii mit.
1563. Adriakn Gorisse 2), glaesmaeker.
1564. B'rans Pietersz. (Dou of van Douwen), goudtsmit.
1565. Betaelt Jan Potter, lantmeter van Delfflandt, van een
chaerte te maecke van de deurvaert . lil jL lil sch. mr gr. 1566. Betaelt Jan Heye Gf.rritsz burgermeester, ten behouff
van Jan Myst Jansz. lantmeter, voor de helft van syn salaris en de vacatien gevaceert in t meeten ende maecken van de caerte van hasersouwe...........- - . xxxi sch. VU) gr. 1570. Cornelis Jans, glaesmaecker.
1572. Daem Claes, goutsmit. |
|||||||
1) Het dienstjaar rekende van toen af van 1 Febr. — uit. Januarij, vroeger
van 1 Aug. — uit. Julij. 2) Uit het Poorterboek van Gouda.
|
|||||||
— 29 —
|
|||||||
t573- Simon Jacorsz., schilder, i)
1575- ' Aug. Rente betaelt uyt de Domeynen aen kerckmeesters
van St, Jans kercke vuyt den name van de dekens van S t. Lucas altaer, bebryeft op Emme, Aeff, Catharhsa en Margarita , (Ihysbert Jans weeskinderen...........ix guld. 1575. Nieuwe Losrenten, Betaelt Wouter Pieters (Crabeth)
hem verschenen in December...........1 guld. 1576. Betaelt Woütf.r Pieters (Crabeth) twaleff gulden van
dat hy, door laste van Casteel ende Beuigemeesters, de stadt gemeeten ende deselfde drie mael naet leven geconterfeyt ende afgesedt heeft....................xil guld. 1578. Betaelt Aert Jacobs wt saecke van gelycke somme by
hem van der stede weghe verschoten ende betaelt Hans LlEFFRINCK voort maecken van de caerte van t meestendeel van Hollandt, om te dyenen in t proces van de Leytsendam.......VI guld. 1578. Betaelt GerrIT Fransz. Keghelingh, wt zaecke van
gelycke somme bij hem gedebourseert aan Cryn Coenraf;tsz. in den haeghe, glaesschriver aldaer, van een glasch van der stede weghen geschoncken in de huysinghe van Coenraf.t de Rechtere, Secretaris van de Staten, alsoe alle andere steden van gelycken hadden ghedaen................vu ghul. 1579. Betaelt Dirck Gerrits (IIopcoper?) glaesmaecker, de
somme" van vier ende veertigh car. gulden, seventhien stuuers, ter oorsaecke van twee glaessen by hem gemaect ende van stadtswegen die van Oudewater ten aensien van heure desolatie geschoncken ende aldaer in de kerck gestelt.........xliv gl. xvil st. |
|||||||
1) Den 11 Jimij 1573 als vrijw. bij eene komp, van de Goudsche Burgerij tot
ontzet van Haarlem uitgetrokken, sneuvelt hij bij die expeditie. |
|||||||
— 30 —
|
|||||
1580. Jan Vosch, goudtsmit, ter oorsaeke van een siluerden
cop weegende xv loot, tot xxvi st. tloot, van stadtsweghen van hem gecoft ende tot een pillegyft geschoncken te werden den luite- nant van graeff Jan van Nassouwe , wyens kindt die van Dordrecht ende die van der Goude geheeden waeren van stadtsweegen te hef- fen ..................XIX gl. X st. 1583. Cryn Coenensz., glaesmaecker in den hage, van stadts-
wegen in t weeshuys van den hage, gelyck andere steden, geschoncken weessende, hy t selfde glas mettet wapen van der stadt ende een comparrtement daerom gemaect heeft........VII guld. 1583. Dirck Wiixemsz. , boede, betaelt ten behouue van Mr.
PR. CORNSZ. BOCKENBERCH vyf ende twyntich gul., denselven (alsoe hy een gebooren poorter es) toegevoucht, tot een gratuyteyt, van dat hy seeckere cronycke in t corte begrypende de begintzelen, afcompt- sten, leven, sternen, oorlogen van de deurluchtige graven van hol- landt ende haerluyder huysvrouwen in t Latine gemaect ende de stadt tot haere vereeringe gedediceert.........xxv guld. 1583. PlETER Fransz. (Dou of van Douwen) goutsmyt, be-
taelt een ende tsestich guld. seuenthien stuuers ende een halve, ter 001- saecke van t maecken ende leueren van seeckere siluere schale, we- ghende twee ende twyntich onchen, een halue ende een engelsche , tot twee gl. ses stu. donche, ende thyen guld. voort fatzoen, die van stadsweghen geschoncken es, eenen Adkiaen Joppen van Ghybe- I.ANDT, in recompense van seeckere metale stucksken geschut hebbende t wapen van der Goude, dat hy tot syne groote costen voor d oude tonge wt den grondt gewonden hadde . . T.xi gl. XVII st. vin pen. 158.4. Betaelt Casper Coolhaes, predicant tot Leyden, hem toe-
gevoucht tot een gratuiteyt ende recompense van de eere , die hy |
|||||
— 31 —
|
||||||
deser stede bewesen heeft in t dediceeren van scecker bouck den
ïoutsteen genaemt synde, de somme van.....xxmi guld. 1584. Jacob Jans, glaesmaecker.
1584. Betaelt Jooris de Pottere, tapitsier, ter oorsaeckc van
vier tapytteblaedcren, die hy gemaeckt heeft, tot vier cussens dezer stede...................xim gul. 1584. Betaelt Pieter Fransz., goutsmith, wt saccke van een
silvere schaele, geschonken wesende Dirck van Sypestevn, Dyck- graue ende baillu tot Wourden, tot een gratuytuyt van. de dienste, by hem in t aenhouden van t geschut gecooinen wesende van de huysse van Montfoort gedaen.......xxxi gul. vir st. X penn. 1584. Aryen Joppen, glaesmaeeker, trouwt 8 Febr. 1)
1585. Jacois Clements/,, ten behouv van Wouter Pietersz.
(Crabeth) glaesscryvcr betaelt ses gl. wt sake dat ter begeerte van de Burgermeesters gemaect heeft sekere patroon waer naer dat men stadscussens soude doen maken, mitsgaders noch twee patronen ofte chaertcn van den Leytschen dam..........vi guld. 1585. Adriaen Groen ten behoeve van Thybaut, glaesscryvcr
tot Haerlem, betaelt tien gul., wt sake van een nieu glas dat van de stede wegen gesconken is den admirael van hollant in syn huysinge tot Warmondt, sulx oick andere groote steden gedaen hebben. X gl. 1586. Corn. Jobsz. Secretaris, betaelt de zomma van hondert
vijff ende twintich guld, seuen stuuers , in rembourssementc van gc- lycke zomma die hy door begeerte van de Burgermeestcren verschoo- ten ende betaelt heeft aen Dikck Jacobsz. Fooreest tot Amstelredam, voor twee silvere schalen weghende tsamen een ende veertich oneen ende twee cngelsche, elcke once met het factsoen daerinne gerekendt |
||||||
1) Huwelijks-proulumatitïbock te Gouda.
|
||||||
— 32 —
|
|||||
tot drie gulden ende eene stuuer, d welcke van stadtsweghen ge-
schoncken zyn d' eene Nicolaes Diert, advocaet, voor zeeckere merc- kelicke dienste de stadt bewesen, ende d'andere Jonckheer Hendrick van Assendele c, als capiteyn geweest zynde van de compagnie, in den jaere i.xxxv op de commissie van de stadt aengenoemen, hem int liquideeren van zynen dienste tot een gratuiteyt belooft. Icxxv gl. vu st. 1586. Adriaen Gerrits d'Vrie, i) schilder, betaelt de zomma
van dartich gulden, wt saecke dat hy nae die principale chaerte in den jaere LXXVIII ten versoucke van de steden Dordtrecht, Haerlem en der Goude by eenen Hans Lieferinck gemaeekt van de quar- tiere van Hollandt ende den stichte van Utrecht, ten fine men die binnenvaerten daer wt bekennen ende weten mochte, twee andere ghelycke chaerte gemaeekt heeft ten behouve deser stede, daervan d' eene het collegie van den Dyckgraeff en de hooge hiemraede van Kynlandt gheschoncken zal worden.........XXX gl. 1586. Wer.mbout Quukynen , schrynwereker, de zomma van
twee gulden, wt zaecke dat hy gebordt ende gelyst heeft zeecker chaerte daer inne die doorvaert deser stede ofgetrocken es, hanghende in de camer van de Burgermeestelen.........u gl. 1586. Willem Barthoutsz. (van Abbesteecii), goutsmith, trouwt
14 Febr. met Marritgiien Daemend"". 2). 1586. Jaques Pietersz., tapitsier, trouwt 9 Febr. 2).
1586. Betaelt Huygh Claesz. Hopcooper, hoorologiemaecker,
de zomme van twee ende tnegentich gulden, wt saecke dat hy ge- maeekt ende op ten thooren gelevcrt en gestelt heeft seeckere uer- werek metten hamer daertoe dienende, t welck jegenwoordich eea 1) Leerling van de Cbabeths en later schoonzoon van AVouteb Ckabeth,
met wiens dochter, Olaea, hij den 30 Nov. 168U huwde. (Huwclijks-proclamatie- boek te Gouda). 2) Huwelyks-proclaraatieboek te Gouda.
|
|||||
— 33 —
|
||||||||
halliff uer slaende es, waervooien hem naer voorgaende bestedinghe
belooft es de zomma van vier en tachtich gul. enz. 1588. Vertering ten huyse van Cokn. Janse Vlack door burge-
meesteren ende thesaur. fabryckmeesters met mr. Thomas Both clock- gieter lot Utrecht. 1588. Bruyn Wouters Verdoes (van der Does) ende Fi.oris
Cincq, scepenmeesters, betaelt de somma van acht gulden vijftien stuuers, omme daermede te betalen de oncosten gevallen op de pa- tronen van de glascn in de Vierschaer by Adriaen de Vrye ge- maect.................vin guld xv st. 1590. Betaelt Jasper (Casper) Tournay, bouckdrucker alhier 1),
de somma van zeven guld. over die coope van thien boucken ge- naempt »'t proces van Ketterdooden", by Dirck VoLCKERSZ. Cooren- HARl) 2) in zyn leven wytgegeven jegens seker Bouck Justij Lipsii, (Ure et Seca) die duer last van Burgermeesteren gelevert zyn aen S. Excellentie van Nassau. Ordonn. 7 Nov. 1590 . . . . vu guld. 1590. Betaelt Dirck: Gerritsz. , glaesmaecker, die somme van
neghen gl. voer t maeken ende tot den schout van Benthuysen te stellen drie glaesen die hem van der stede weghen syn geschoncken; ord. van xix Dec.................IX gl. 1590. Noch Adrvakn Gerretsz. die Vrye betaelt die somme
van daerthien gl. thien stuuers, taer cause dat hy gemaeckt ende in t ghemeen Raethuys van Rynlandt tot Leyden gestelt heeft een ge- backe glas, welck van der r,tede wegen tot een vereeringhe aent voersz. Colegle van Dickgraeff ende hooge hiemraeden, om goede in- sicht wille geschoncken es geweest ende den verschreven Adryaen |
||||||||
1) Hij komt reeds in 1585 als zoodanig voor.
2) Coornhert overleed te Gouda Oct. 1590.
|
||||||||
III.
|
||||||||
— 34 —
|
|||||||
Gerretsz. daervoeren p. otd. van de Burgemeesteren betaelt, daer-
' inne gerekent drie daghen over syn vacatie omme die mate te haelen
ende het verschrcven glas te gaen stellen, t saeraen . nm gl. x st.
1590. Betaelt Gerret Mertsz. alyas Koutend as (?) die somme
van hondert een gl. ses stuiters, nmme diezelue by hem verstreek te worden tot betaelinghe van een zilleveren schael aen jan Bi.ass, goudtsmit tot Amsterdam, wegende xx ende een halfF onse, tot twee gl. XII st. d onse, facyt 1.III gul. VI st. ende de resterende xi.vm gl. aen t fatsoen, die van den verschreven Jan Bi.ass gecochl ende van deser stede weghen aen Mr. joos de MeniNGE (Ménin), pentionaris der stadt Doerdrecht, voor cenighe ghuede dienste by hem ten dezen tyden deser stede ghedaen ende beweesen; ord. van Burgemeesters van XXHII January 1590............i«i gl. VI st. 1591. Losrenten. Betaelt Jacob ClementSZ. van weghen den
boel 1) van Wouter Pietersz. (Crabeth) van den voors. jaere ver- schenen in Junio, bebrieft op Wouter Pieters......ui gl. Betaelt Jacob Glementsz. van wegen Wouter Pieters boel
van den voors. jare verschenen in Decembry, bebrieft op de naam van Wouter Pietersz. Crabeth...........11 gl. Idem in 1592.
1592. Joost B......? tapitsier, betaelt negen gl., hem toegevoucht
tot een subsidie, overmits t ongeluck van de quetsuere in t hooft door
t bersten van een camer in de triumphe van Steenwyck hem toege- comen, volgende de requeste hier aen d ordonn. overgelevert. IX gl. Joost Schaep, tapetzierwereker, betaelt drie ende twyntich gl.,
hem by de beurgemeesteren toegevoucht, boven de negen guld. by |
|||||||
1) Hieruit meent men met eenigen grond te mogen afleiden dat Wouter
Ckabeth in 1591 gestorven is, te meer dewijl die renten in 1593 aan zijnen zoon P. W. Cbabeth werden uitbetaald. |
|||||||
— 35 —
|
|||||||
hem aireede genooten, tot vemallinge van 't meesterloon de chyrur-
gins belooft, uyt saecke dat zy gecureert hebben de quetsuere, die hy in t hooft hadde gecregen, doer t bersten van een van de camers, die geschooten werden ten dage van de triumphe van 't veroueren van Steenwyck.................xxin gl. 1593. Corn. Ketel (schilder) 1) betaelt ten behouve van Jaques
de Geyn, p'.aetsnyder tot Amsterdam, vyer en vyftich gl. hem toe- gevoucht tot een gratuyteyt ende recompense voor de conterfeitselen van de wonderlicke belegeringe der stede van Geertruydenberch, waermede hy deser stede tot een gedenckteycken ende memorye (Godts loff ende eere altyts ten voorsten) van soedaenige seltsaeme belegeringe ende lofifwaerdich cloeckelick beleyt zynre Excellentie beschoncken ende vereert heeft...........LIIH gl. 1594. Betaelt Adriaen de Vrye, schilder, de zomme van ses
gulden, over t maecken van drie caertten van de merwede ende van fienoordt, t welck die van Rotterdam meenden te becrammen, elcke caert tot twee gl................vi gl. 1594. Jan Rufelakr, tapitsier, betaelt de somma van t negen-
tien guld. tot xl gr. vlms tstuck, wt saecke van twaliff tapyte cus- sebladen, die hy ten behouue van de stadt gemaect ende gelevert heeft, stucktot zeven guld. thien stuuers........xc gl. 1595. NI''. Hendrick Both, clockgieter tot Utrecht, giet twee
luyclocken voor Gouda. 1595. Betaelt Jan Corneusz., constschilder, de zomma van vijff
guld. ende ellef stuuers, wt zaecken dat hy door laste van de ren- dantteu (de thesauriers ontfanghers) de huyssen van de stadt in de |
|||||||
1) Cobnelis Ketel, schilder, geadmitteerd in het gasthuis. 1590. (Kamer- en
Vroedschapsboeken van Gouda). |
|||||||
_ 36 —
|
|||||||
conventten van de magdalenen ende agnieten genumereert ende de
stadts wapen op gestelt heeft..........V gl. XI st. 1595. Betaelt Jan Hendricxz. de zomma van drie guld. by hem
van der stede weghen verschooten tott t coopen van een chaerte van de nederlandtsche provinciën hangende in de Burgermeesters camer. m gl. 1595. Betaelt Adriaf.n Gerridtsz. de Vrye de jonghe, by
forme van leeninghe, twee hondert gulden, tot coopinghe der ma- terialen der glaesen, die hy in de kerck deser stede aengenomen heeft te maecken van weghen de heeren Staten van Hollandt,i) welcke zommen op de betalinghe der voois, glasen hy gehouden wordt de stadt te restitueren...............cc gl. 1595. Betaelt Jan Rufei.aer, tapitsier, de zomma van hondert
zes ende twintich guld. wt saecken van een comptoircleet, langh synde neghenthien ellen en een vierendeel, leggende op de taiel van de Burgermeesters canier.............CXXVI gl. 1595. Den voorn. Jan de Ruyffelakr noch betaelt de zomma
van twee ende t seventich guld., wt saecken van acht tapytserie cus- senbladen, tot 1 eghen gl. stuck, by hem ten behouve deser stede gemaect ende gelevert..............lxxii gl. 1595. Betaelt Johan Claesz. Iperen, vvaert in de vergulden
Spiegel, de zomma van een ende dartich guld. zeventhien st. ende acht penn., tsynen huyse verteert by mr. WlU.EM Thvbault glaes- schryver ende mr. Philips horologiestelder tot Haerlem, ten tyde als den voorn. Thvbault de mate quaem nemen van een glaesch by myn heeren van Haerlem in de kerck deser stede geschoncken 2) ende den voorn. mr. Phillips het beyenverck op den thooren quaem stellen, tot |
|||||||
1) Deze zijn de glazeu vermeld onder No. 1 (de Vryheid der Conscientie,
en No. 29 (de Christelyke Bidder) van de Besohrijv. der kerkglazen. 2) No. 2 van de Kerkglazen.
|
|||||||
— 37 —
|
|||||
welcken eynde hy expresselicken alhier was ontboeden, en oversulxs
beyden van deser stede weghen gedefroyeert zyn geweest. xxxi gl. xvii st. vin penn.
'595- JAN Aebei.s Pypenpoy, roededragher deser stede, betaelt
de zomma van dartich guld. omme te verstvecken aen mr. Willem THYBAULT tot Haerlem, in voldoeninghe van vier glasen by hem in de commanderye (van St. Jan) tot Haerlem gemaect ende by de stadt aldaer geschoncken...............XXX guld. 1596. Bartholomeus Fansel, goudsmit, trouwt 13 Oct. 1)
1596. Betaelt Jan Rademaecker drye gulden dry e stuuers
t synen huyse verteert by mr. Gerrit (Gerrits/..) glaesmaecker van Dordrecht, dye alhyer gesonden was om de maet te nemen van t glas dat die van Dordrecht ten behouve van St. Janskerck binnen deser stede geschoncken hebben. 2).........111 guld. m st. 1596. Betaelt Adriaen Gerrits de Vrye, glaesschryver, de
som me van drye gulden achtyen stuuers, hem loegevoucht uyt saecke dat hy de mate genomen heeft van de form daer t Amsterdamse glas 3) in de kerck staen soude, midsgaders van t maecken van acht figuren, daer nae gesneden souden worden de segelen, daermede de geverwde laeckens in loot gesegelt souden worden.....111 gl. XVIII. st. 1596. Jan Symonsz. beeldsnyder ende waterwercker, hondert
guldens, hem toegevoucht in regard van synen goeden yver ende gonste, dye hy tot welvaren deser stede gehad heeft om deselve te dyenen ende vorderen met syne experientie ende conste int maecken van seecker Instrument tot verdiepinge van den Ysel, nyettegenstaende 1) Huwel\jkaproclaniatieboek te Gouda.
2) Dit was vermoedelijk het glas, voorstellende de Maagd van Dordrecht,
vervaardigd door Ademen Gerrits de Veye, 1597, vermeld onder No. 3 van de Beschryv. der Kerkglazen. 3) No. 27 van de Kerkglazen.
|
|||||
— 38 —
|
|||||
t selve nyet bevonden is geweest van soe goeden effecte als men hadde
verhoopt...................c guld. 1596. Betaelt Jan Rufflaer, tapitsier, hondert acht en t seven-
ticht guld. tyen stuuers, in minderinge van drye hondert seven ende vyftich guld., hem comende over t maeoken van seecker tapytwerck by hem ten behouve van de stadt gelevert, tot de nombre toe van een ende vyftich ellen, elcke elle tot seven gl. . . . I°LXXVIU gl. x st, 1597. Jan Rufelaer. tapytworcker, betaelt die somme van een
hondert acht ent seventich guld. tien stuuers, in volder betalinghe van drie hondert seven en vijftien gl , die hem quamen over t maken yan drie tappytcleden ten behoeff deser stede, groot synde een en vyftich ellen, die ellen tot seven gl., daervan gelycke somme by den tesaurier de Ao. xcvi betaelt is....... iclxxvhi gl. x st. 1597. Jan Claes Yperen betaelt die somme van t seventich gl.
twee st. acht penn. ter cause van afgesproken costen aldaer verteert by mr. Willem TïBOOT met twee knechts, in t setten van t glas 1) (by de Heeren van Haerlem tot vereeringhe de kerek gegeven ende doen stellen), daerby gevoecht dat de borgemeesters hem vereert heb- ben met een maeltyt, om van hem te vercryghen twee patronen van twee glasen by hem in cl kerek geset. . . I.xx gl. II st. VIII penn, '597- JAN Rademaker betaelt die somme van acht en vyftich
gl. seventien si. acht penn. ter cause van verteerde costen aldaer ge- • daen, by mr. Gerrit Gerritsz. glaesmaker van Dordrecht, met een knecht, int zetten van t glas 2) by den Heeren van Dordrecht de stadt geschoncken, tot vereringhe ende vercieringhe der kerek, daerin begrepen de maeltyt daer borgemeesteren hem mede vereert heb- ben. .............lviii gl. xvii Bt. vin penn. 1) No. 2 van de Kerkglazen.
2) , 3 „ „
|
|||||
— 39 —
|
|||||||
1^97- Corn. Jobsz. (Cattemeer) Secretaris, betaelt die sornme van
achtien gl., by hem verschoten aen mr. Willem Tybout int supplement van t zestich gl, also by die kerckmeesteren twee en veertich gl. betaelt syn, hem geschoncken ende toegevoecht van twee patronen van twee glasen 1) by hem in die keick gestelt........xvin guld. 1598. Cükn. Jousz. Secretaris, betaelt de zomme van dertich gl.
in remboursement van gelyckc zomme by hem verschoten ende ge- geven tot een vereeringe aen den meester glaesschryver die in de kereke gestelt heeft t glas dat van wegen de stadt Amsterdam ge- schoncken es 2)................xxx guld. 1598. Betaelt Jan van der Heggen, waert int Vlies, de
zomina van een ende vyfiich gl. van der stede wegen afifgesprooken voer de verteerde costen aldaer by drye Gedeputeerden der stede van Dordrecht met heuren boode ende schuytevoerders gedaen, als zy luyden alhyer waren opnemende t glas van derzelver stede wegen in de kereke gegeven 3), hyer inne gereeckent de maeltyt op te welcke mynheeren de Burgemeesteren de voois. Gedeputeerden qnamen ver- eeren.....................Li gl. 1598. Jan Abels Pipenpoy (bode en conciërge) betaelt de
zomme van dertich gl. omme ten behouve van Jan Huygen van LlNïiCHOTEN behandicht te worden, als hem toegevouch' wesende voor zeeckcre Chionycke tracterende van de Indische landen, dacrmede hy t anderen tyde dese stede vereert heeft gehadt .... xxx gl. 159S. Jan ClAESz. Yi'Ekkn betaelt de zomme van vyer ende
vyftich gl. aldaer van der stede wegen afgesproocken voer de ver- leerde costen, die gedaen zyn g3weest by den mr. glaesschryver |
|||||||
1) No. 2 en 19 van de Kcrkglazeu.
2) No. 27 van de Kerkglazen.
3) No. 3 van du Kerkglazen.
|
|||||||
- 40 —
|
|||||||
ende zyne drye werckgesellen midler tyt zy luyden besich zyn ge-
weest in de kercke met het setten van t glas by de stadt van Am- sterdam gcschoncken. i).............Liiti gl. 1599. Betaelt Jan Rufelaer, tapitsier, hondert seven ent seven-
tich gl. in minderinge van twee hondert dertien gulden dertien stu- uers twaelff penn. hem restende van drye hondert t negentich gulden dertien stuuers twaelff penn., die hem quamen uyt saecke van vyff en vyftich ellen ende dertyen sestiende deel tapytwerck, tot sevcn gulden elcke ellen, dye hy nae voorgaende anneminge, gemaect ende tot t vorder geheele behanghsel van der Burgermeesters camer met een tafelcleedt in de vroetschapscamer gelevert heeft, waerop hy by ordonn. gelyckc sotnme van iclxxvii gl. van de Tresoriers de A°. xcviii ontfangcn heeft...........iclxxvii gl. 1599. Betaelt acn seeeker Glaesmaecker tot Rotterdam ses ende
tvvintich gl., ter oorsaecke van twee glaesen van der stede wegen (om merckelicke considcratien) gegeven ende gcschoncken in de huysinge daerinne wonende is Franciscus LansbergiUS, predikant tot Rotterdam voorn................xxvi gl. 1599 Betaelt Jan van per Hegge, waert in gulde Vlyes, een
ende t seventich gul. achtyen stuuers, uyt saecke ende in voldoeninge van de verteerde costen aldaer gedaen by den burgemeesteren, pen- sionaris ende secretaris der stadt Leyden met hare dyenaers ende ander gevolch, dewelcke alhyer gecomen waren omme mitte Burge- meesteren deser stede te adviseren van t glas dat van wegen der stadt Leyden in de kercke alhier gegeven is 2), oveisulx dat de Bur- gemeesteren deser stede d' voorn, van Leyden met haer presentie |
|||||||
1) No. 27 van de Kerkglazen.
2) No. 26 van de Kerkglazen.
|
|||||||
— 41 —
|
|||||||
vereerdt hebbende d1 voorsz. verteerde costen hebben affgesproocken.
lxxi gl. xviii st.
1599. Betaelt Jan Cornelisz glaesmaecker, tachtich guld. seuen- tien stuuers ses penn., ouer t maecken ende setten van t glas dat van der stede wegen geschoncken ende gegeven is in de kerck tot Stol- wyck, groot tweehondert twee voeten ende eene halve, daervan hem belooft is by bestedinge, van ygelicke voet, te weten van vyer ende sestich voet gebacken glas, vyftyen stuuers, ft. xlviii gl., ende van de hondert acht en dertich voet ende een halve, van ygel. vier stuuers een blank, ft. xxxn gl. xvn st. VI pen.; ende noch hen ren- denten selffs (de Thesoriers ontfangers) ses guld. tyen stuuers, uyt saecke dat zy mit hen beyden tot Stolwyck t glas gesyen ende opge- nomen hebben, vacerende eenen dach t samen tot vyff guld., ende van wagenhuyr een gulden ende tyen stuuers, monterende in als ter somme van...........lxxxvii gl. vu st. vi penn. 1599. Rut Jansen, glaesmaecker, trouwt 16 Mei 1).
1600. Betaelt Jan Rufelaer, tapitsier, sessendertich guld. der-
tien stu. twaelff penn., in volle betalinge van drye hondert t negentich guld. dertien st. twaelff penn., dye hein waren competerende uyt saecke van vyff ende vyftich ellen en dertien sestyende deelen tapyt- werck, tot seven gulden delle, by hem ten behouve van de stadt gelevert............xxxvi gul. xm st. xn penn. 1600. Arien Fransz. , glaesmaecker.
1601. Betaelt Jan Pieter Feyssen, waert in den Eliphant, de
somme van vyff ende t negentich gl., vyftien st., aldaer verteert by Dirck Jans Verheyden, glaesschryver, met syn adiunct, int herme- ten van de plaets daer t glas soude staen, t gund de stadt Delft de |
|||||||
1) Huwelijtoproclamatieboek te Gouda.
III. 6
|
|||||||
— 42 —
|
|||||||
kerck alhyer geschonken hadde, i) als oick by Frans Adriaensz.,
Claes Jansz. (Witmans of Wytmans) ende David Fransz., glaes- schryvers, int opdoen ende zetten van t glas by die van Rotterdam geschonken 2), ende in t' overleveren van t patroon van t' zelve glas, daerinne gerekent een raaeltydt, dat de heeren Burgemeesteren hun hebben vergeselschapt..........xcv kar. gl. XV st. 1601. Denzelven Jan Pieter Feysz noch betaelt de somme
van vyer ende tachtich kar. guld. vyer st., uyt saken van gelycke somme tot synen huyse verteert, opten xv ende XVI Meye Ao. xvic een, by Burgermeesteren ende andere Gedeputeerde der stadt l.eyden, met hunne boden ende voeiiuyden, die alhyer gecomen waren omme op te nemen t' glas by de stadt l.eyden in de kercke gegeven 3), ende oversulx syn zyl. tot een danckbaerheydt, by den heeren Burgermees- teren gedefroyeert geweest.........i.xxxini gl. mi st. 1601. Betaelt Corn. JoppeNS, Secretarius deser stede, de somme
van dertig gul., in remboursement van gelycke somme, deur last van Burgermeesteren verstrect aen mr. Corn. Claesz. (Clock) glaesschry- ver tot Leyden, tot eene vereeringe van t glas by hem gemaect ende gestelt in de kerke deser stede, tot coste van de voorsz. stadt Ley- den. 4) ...................xxx gl. 1601. Betaelt Jan F>'. Feyssen, waert in den Eliphant, de
somme van negen ende t negentien kar. gl. een st., als Lxvn gl. ende XIII st. over verteerde costen tot zynen huyse gedaen by den voors. glaesschryver ende syne knechts, tusschen tyden dat hy t voors. glas van de stadt Leyden 4) gestelt heeft, ende xxxi gl. vm st. |
|||||||
1) No. 25 van de Kerkglazen.
2) , 28 „ „
3) „ 26 „ „
i) r 2B „ „ „
|
|||||||
— 43 —
|
|||||
aldaer noch verteert by den heeren Bailliu, Burgermeesteren ende
andere als sy den voors. glaesschryver quamen bedancken van syn devoir daerinne gedaen............xcix gl. i st. 1601. Betaelt aen handen van Jan Florisz. de Jager, substi-
tuyt van de heer Secretaris, de somme van derügh gl., in rembour- sement van ghelycke somme by hem deur last van de heeren Bur- germeesteren geschoncken aen Frans Adriaensz. en Claes Jansz. (Witmans of Wytmans), m'. glaesschryvers, ter cause van t goed debvoir by henl. in t maken van t glas by die van Rotterdam gege ven,i) gedaen zyude...............xxx gl. iéoi. Pyeter de Weeldigiie, tapitsyer, van Oudenaerde, trouwt
27 Nov. 2) 1601. Jan Pyeters Loo, goudsmit, trouwt 25 Nov. 2)
1602. Betaelt Jan Cornet.isz. (van Lanschot), glaesmaecker, de
somme vyff ende twintich gul. ende vyffthyen stuuers, uyt saecke van seecker glas t welck hy gebrocht ende gestelt heeft in de kerck tot bodegrauen, welck glas van der steede weeghen ten behouue van deselue kerck geschoncken is, daeraen hy verdyent heeft de voors, somme van............... xxv gl. xv st. 1603. Gregorio Cools, 3) beeldesnyder, betaelt de somma van
twee duyssent gulden, over t maecken van de nyeuwe Bailge (balda- quin) voor stadthuys deser stede, all vermoegens het besteck, mette ord. ende quit. daerop geuollicht..........II"' guld. 1603. Denselven noch betaelt de zomma van hondert ende tses-
tich guld., te weten hondert vyftich guld. voor hem selven, ses guld. 1) No. 28 van de Kerkglazen.
2) Huwelijksproclamatieboek te Gouda.
3j Deze is vermoedelijk dezelfde persoon tot wien het volgende betrekking
heeft: Ondertr. te Gouda 18 Oct. 16U Gkf.c.orius Cool van Vryborgh (Frei- bnrg?) en Pieteknelle Aeiuens j.d. van Dordr. wo. aldaar. Trouwrcg. der Horv. Gem. te Gouda. |
|||||
— 44 —
|
|||||||
voor den oudsten ende vier guld. voor den jongsten zoon van Jan
Simons (zie op 1596) beyde met hem aen de voorn, bailge gewrocht hebbende, hemi. by de Burgermeesteren en de Tresoriers tot eene vereeringhe toegevoucht, vermits d' voors. bailgie sulcx soo starck, chierlick, polyt ende wel bequaem gemaect hadde, dat hem de ver- eeringhe in t besteck geroert, met aduys als voorin, toegevoucht es. I°LX gl.
1603. HendriCK Corn. Kegf.lingh, waert in tharthuys, be- taelt de zomma van een en twintich guld. thien stuuers, ter zaecken van verteerde costen aldaer by de heeren Burgermeesteren ende The- sauriers met mr. Gregorio Cools, steenhouder, op zeeckere byeen- compste verteert...............xxi gl. X st. 1603. 15 Juny. Getrouwd te Gouda Ct.AES Maertensz. Thoof-
feeig van Rotterdam met Margen Dirckx van der Goude; vermoe- delyk de ouders van Ingetgen ThoveliNGS, eerste echtgenoote van Govert Flinck. 1) 1604. Betaelt Dirck Reyniersz. van Douwk, glaesschryver lot
Delft, dertich guld., die hem toegevoecht syn voort patroon van t glas twelck by de stede van Delft in . de kercke deser stede geschoncken 2) ende by den voorn. Dirck Reyniersz. gestelt is, welck patroon hem is affgeeyst omdat de reparatie van t glas tot allen tyen daernae ge- daen soude mogen worden....... .....XXX gl. 1604. Betaelt Jan Claesz. Yperen, waerdt in de Spiegel, veer-
tich guld. tien stuyvers, soo van de verteerde costen die aldaer ge- |
|||||||
il Trouwboek der Herv. Gemeente te Gouda. Zie ook Deel 2. bl. 25.
2) Dit betreft het glas voorstellende het Ontzet van Leiden, vernield
onder No. 25 van de Beschrijv. der Kerkglazen. Het bovenstaande maakt het zeer waarschijnlijk dat genoemde van Doüwe ,
"zoo als beweerd wordt, de maker van dit gïas is geweest en niet Oorn. CiocK, die daarvoor te boek staat. Zijne Wed. wordt vernield D. I. 7. onder 22.
|
|||||||
— 45 —
|
|||||||
daen syn by Dirck Reyniersz. van Douwe, glaesschryver van Delft,
als hy in de kercke sette t glas by de heren van Delft geschoncken, i) daerover hy besich is geweest van xxi tot xxx July, als dat de kerck- meesteren deur last van Burgermeesteren tot een vereeringe hem eens vergast hebben, al t welck van der stede wegen is affgesproocken. XI. gl. x st.
1Ó04. Betaelt Jan Florisz. de Jager , Secretaris, i.xix gl. in
remboursement van gelyckc somme by hem verschoten ende betaelt aen Corn. Quykrynsz. , glaesmaecker tot Leyden, over tschryven, maecken ende stellen van seecker glasen die de stadt geschoncken heeft in t Gemeenelandtshuys van Rynlant tot Leyden van de bele- gering van Samaria.............lxix gl. 1605. Betaelt Dirck GerritSZ., glaesmaecker, twee ende seeventich
gl., in voldoeninghe van seker glas by deser stede de kercke van Catwyck vereert ende by de voors. Dirck Gf.rriïsz. gemaeckt ende aldaer gestelt, daerin gerekent alle syne reyscosten, vacatien ende andere dependenten..................LXX1I gl. 1605. Betaelt denselven vyftich gl., in minderinghe ende op
rekeningh van hondert vyff ende seventich gl., die hem belooft zyn voor het maecken ende stellen van t glas met den aencleve van dien dat tot Edam van der stede wegen geschoncken es. . . ■ 1. guld. 1605. Govf.rt Henrixsz. (Slot), glaesmaeeker, trouwt Adri-
aentgen Dirx, 9 January 2) 1606. Betaelt Lysbet Jans wed. wylen Dirck Gerritsz., glaes-
maecker, de somma van hondert vyff ende twintich gl., in volre be- taelinge van hondert vyff ende t seventich gl., by den voors. Dirck |
|||||||
1) Zie noot 2 op blz. U.
2) Huwelijks-proclamatieboek te Gouda. Hij was leerling van de Cjiabeths.
|
|||||||
— 46 —
|
|||||||
Gerritsz. bedongen ouer t maecken van een glas dat by de stadt
in de kerck van Edam geschoncken ende aldaer gestelt is, waerop gereet betaelt is geweest by de Thresoryers de Ao. xvio vyff de somma van vyftich gl. soo datter noch rest de voois. l<=xxv gl. icxxv gul.
1606. Betaelt Wyert Ci.aesz., 1) schilder, de somme van thyen
gl., wyt saecke dat hy op papyer getrocken ofte geconterfeyt heeft nae t leuen den Inlre van de Rethoryckers deser stede die zy tot Haerlem gedaen hebben als de Cameis aldaer waeren, ende noch geteyckent de colueren ofte by geschrifte gestelt wat colueren elcke personagie gehadt heeft, ende dit alles op t ve.isouck van die van Haerlem, die al t werck van alle de Camers, dye daer geweest syn van meeninghen zyn te doen drucken.........x gul. 1606. Jan Mkess, tapitzyer, Wed. trouwt 13 [uny 2).
1606. Betaelt Jan Florisz. de Jager, Secretaris, de somme
van acht gl. seuen stuuers, in remboursement van een nyeuwen Rosenobel in specye, die hy deur last van Burgermeesteren verscho- ten heeft aen seeckere engelsche comedyespeelders, die t selve tot een vereering geschoncken is omdat zy voor ile heeren ende huer familie gespeelt hadden............vin gl. vu st. 1606. Betaelt Jacop CorN. Ca en, 3) glaesschryuer, de somme
van hondert ende twintich gl. vuyt saecke dat hygemaeckt, geschre- uen ende gestelt heeft een glas, dat by deser stede in de kerck tot Worcom geschoncken is, daerinne begrepen d' oncosten van t nemen van de maet ende andere costen daerop gevallen.....ic*x gl. 1606. Betaelt Jan Corn. Vlack, Schepen, o. a. een guld. thyen
|
|||||||
1) Komt in 1613 als Keyser van de Rethoryckers voor.
2) Huwelijks-proclamatieboek te Gouda.
3) Hij was leerling van de Oiiabeths en in 1608 Burgorcapitcyn.
|
|||||||
— 47 —
|
||||||
stuuers, in remboursement van gelycke somme by hem voor de stadt
aen mr. Gregorio Cools , beeltsnyder, betaelt voor een paert by hem gesneden, om gestelt te worden opte billetten van de paerde- marct. Ordonn. xxmi July A». xvic ses.......i gl. x st. 1606. Pieter van Holandt, tapitsyer.
1607. Claes Jansz., glaesmaecker, trouwt 27 Mei met Marrit-
gen Jans dochter van wylen Jan Lambertsz. b. j. 1. van der Goude 1). 1607. Adam Barnaerdt, ingenieur, (pompen en waterleidingen).
1607. Betaalt aen Emondt Jansz., glaesmaacker, de somme
van vier ende twintich gul. ouer t maecken, sclnyuen ende stellen van een glas dat de stadt geschoncken heeft in de kerck van Midde- burch buyten dezelve stede............xxmi gl. 1607. Betaelt aen Floris Balthasar, plaatsnyder tot Delft, de
somme van derthien gul. over derthien caarten van de Begraeffenisse van syn Gen. Graeff van Hohenloo 2), elcke caart tot vyfthien st., uyt- gesondert eene die affgeset was, daarvooren betaalt is vier guld., alle welke caarten hem ten pryse voorsz. op syne presentatie ende versoeck, by requeste gedaan, affgenomen syn, overmits de Gedepu- teerde deser stede mede op de Begraeffenisse syn geweest, ende om andere redenen.................xm gl. 1607. Jacob Migoen, bouckdrucker.
1608. Betaalt aen Jan Cornelisz. (van Lanschot), glaesma-
ker, de somme van veerthien ghulden vier stuvers, by hem verdient aen een glas dat van der stede weghen geschoncken is in de kercke tot Waerder............... XHII gl. uil st. 1608. Betaalt aen Hendrick Cornz. Vos, de somma van vier
|
||||||
1) Hvrwelijke-proclarnatieboek te Gouda.
2) Ph. Graaf van Hohenloo werd den 6 April 1606 in de kerk ts IJsselstein
begraven. |
||||||
— 48 —
|
||||||
ende twintich ghul. over t maken van twee caerten van Brouck, Thuijl
en t Weechgen, hierinne gherekent de vacatien van dat hy op ver- scheyden reysen in loco inspectie is wesen nemen, omme met vol- comen kennisse t selffde te doen,........xxim ghul.
1609. Betaalt aen Gerard Jansz. Vroesen ende Aelt Adri-
aensz. Minne, schepenmeesters, de somme van twee ende t seventich gul., drie stuvers, twaelff penn. omme dezelve te betalen aen Ceaes de Lepeu.aer, tapitsier, over t maecken van een tapytcleet dat ge- leydt zal worden over de tafel in de Vyerschaar, groot negen ellen ende vyff achtsten deelen, elcke elle tot zeven gul. thyen st, belo- pende ter voois, somme, van welck voorsz. cleet t patroon gemaeckt is geweest by Samuel van der Hameyden (Ameyde) voor de soinme van negen gl., daeraff hy bctaelt is rnit het geit dat bevonden worde in t kisgen van Schepenmeesters.....i.xxii gl. m st. xn penn. 1609. Betaelt aen Leendert Dierts van Tetrode, bouckver-
coper en bouckebinder ï), de somme van twee guld., over t binden van een groot privilegiebouck van Lombaertsformaet ende vant hoorn comparckel ende papier daertoe gedaen.........u gl. 1610. Betaelt aen Henrick Speny, organist tol Dordrecht, de
somme van twaelff gl. die hem by de magistraat syn toegevoucht ter zaecke van de nombre van dertyen exemplaren ofte boecken, inhou- dende de psalmen Davidts, gestelt op het Tabiilature van het orgel ende clavecymmel, daer hy selffs auctuer aff is, hem tot een ver- eeringe geschoncken...............X'I gl. 1610. Betaalt aen Emondt Jansz., glasschryver, de somme van
zeven ende twintich gul. twee stuv., ter zaecke van dat hy gemaeckt, geschreven ende gelevert heeft in t oudemannenhuys deser stede, |
||||||
1) Komt ook als zoodanig voor in 1607.
|
||||||
— 49 —
|
|||||||
vyer boven ende vyer beneden glaesen, dewelcke by de stadt be-
taelt moeten worden, overmits d' voorsz. acht glasen aent zelve huys by de stadt zyn geschoncken.........xxvu gl. II st. 1610. Betaelt aen Johan vak den Broucke, professie doende
van de zeevaertconst binnen Rotterdam, de somme van twaelff gl., dye hem tot eenc vereeringe toegevoucht zyn voor zeecker Boucken van de Zevaert (inhoudende mede eenige mathematische ende geome- trische stucken) by hem dese stede gedidiceert, breder in de requeste daervan zynde geroert............ . . . XII gl. 1610. Betaelt aen Jan Fkanqois le Petit, griffier van Bethune,
nistorieschryver, de somme van twaelff gul., t welck hem toegevoucht is tot een viaticum, uyt saecke dat hy aen de Burgermeesteren pre- senteerde de descriptie van de stadt Goude, omme die by de Bur- germeesteren te mogen worden gevisiteert, gecensurcert ende gecor- rigcert, als breder volgende de requeste daervan zynde. . . XII gl. 1610. Ci.aes Claes Goüdon, glaesmaecker van Rotterdam,
trouwt 2 Mei 1). 1610. Hans Cooi.baes, schildei 2).
1610. Glas vereerd aan 's Lands advokaat Joan van Olden-
BARNEVELT 3). 1611. Betaelt aen HENR1CK Cornsz, Vos de somme van negen
gul over het copieren van vier caerten met colcuren, nopende de cours van d'Issel, nieuwendam ende meer andere circonstantieh, t stuck tot twee gul. vyff stuv............IX gul. 1611. Vereert aen den advocaat fiscaal (Hugo de Groot) een
|
|||||||
1) fluwelijks-proclamatieboek te Gouda.
2) Eigenbofik 6 Maart 1610.
3) Kamerboeken bl. 110.
|
|||||||
— 50 —
|
||||||
vergulde cop wegende 48 oneen ende 5 engelsen, t once tot 4 gl.
15 st...................iicxxix gul. 1612. Betaelt Andries Buyry (Burier), bouckvercooper, ten be-
houve van Petrus Montanius, conrector van de I.atynsche Schoole tot Amsterdam, de somme van dertich guld. den voorn. Montanius tot een vereering toegevoucht, voor dat hy de stadt geschoncken heeft een bouck Guicciardiny ende dat hy de stadt in een plaet doen aff- snyden ende de beschryvinge van deselve stadt daer achter op doen drucken heeft, omme d' selue in t voorsz. bouck gevoecht te worden. xxx gul.
1612. Betaelt Daniel Ewanuelsz. ten behouve van Abraham
Migoen, bouckdrucker tot Rotterdam, de somme van acht guld. ses- tyen stuu. ofte een Rosenobel in specie, hem by de magistraet toe- gevoucht tot een vereeringe voor zeecker bouck van de historieschryuer Sleydanus by hem de stat geschoncken.....vin gul. xvi st. 1Ó12. Betaelt aen Mr. Floris Balthasars , gesworen landtmeter
ende plaetsnyder tot Delfft, de somme van achtyen guld. hem toege- voucht voor zeeckere chaert van t Dyckgraeffschap van Delfflandt. xvui gul.
1612. Adriaen Symons Rottenmont. goudtsmit in den Hage.
1612. Cornelis Adriaensz. Vereyck, schilder te Gouda 1).
1612. Betaelt aen Hendrick Cornsz. Vosch, landtmeter, de
somme van sestyen guld. thyen stuuers, ouer zyne moeyten ende vacatien, van dat hy ouerzyen ende gecorrigeert heeft een oude figuie ofte affbeeldingc van de stadt van der Goude, ende dat hy tot Am- sterdam is geweest, alwaer hy den plaetsnyder dye het van nyeuws wederom snyden soude, om gevoucht te worden in de boucken van |
||||||
1) Eigenboekeu 3 Mei.
|
||||||
— 51 —
|
||||||
de Translatie Guicciardiny, mondelinge onderwesen heeft, gelyck in de
requeste daervan zynde breeder verhaelt wort. . . . xvi gul. x st. 1612. Matheus Engels de Groot, Abr. Daniels van Haren, Henrick Thonisz., tapitsiers. 1612. 22 July. Getrouwd Pyeter Fransz. van Douwen Wed.
met Marritgen Ariens j. d. b. v. der Goude 1). 1613. Betaelt aen GOUERT Henricxzoon (St.ot), glaesmaecker,
de somme van hondert gl. ouer de voldoeninge van een glas dat hy gemaeckt ende gesteldt heeft in de hacstrechtse kerck, daermede de stadt die van Haestrecht heeft vereerdt; groot twee honderdt zeven- tig voeten, waerinne coomende es het goutsche wapen tot acht en twintich voeten gebacken werck...........ic gul. 1613. Betaeldt aen Jan Ft.orisz. de Jager, Secretaris, de
somme van veertien guld. in remboursement van gelycke somme by hem verbeurt voor de stadt verschooten aen Anthonis van Aken, glaesmaecker in den hage, voor een glas dat van der stede wegen geschoncken en gesteldt es in de voorzael van Jonathan van Luch- TENBURCH, commis van den Ontfanger generaell Joachim van Mierop...................xim gul. 1613. Betaeldt aen Dirck Jansz. Hersberch, glaesschvyuer,
de somme van tweentzeventich guld. ter zaecke dat hy voor de stadt gemaeckt ende tot Leckeikerck geleverdt heeft een glas twelck van oer stede wogen ten behouue . van de kerck aldaer es geschoncken. LXXH gul.
1613. Betaelt aen Hugo Leendertsz., franchoyse school-
|
||||||
1) Huwelijks-proclamatioboek.
|
||||||
— 52 —
|
|||||
meester, ten behouve van ReynIEE VlTELLlUS tot Amsterdam, de
somme van twiutich guld. die denzelven syn toegevoucht tot een vereeringe, van dat hy de stadt geschoncken heeft een exemplaer Guicciardinj by hem ouergeseth int Latyn, daerinne mede comende es de beschryvinge van de stadt van der Goude.....xx gl. 1614. Betaelt Hend. LODEWYCKSZ. van Haestens, i) wonende
tot I^eyden, de somme van achtten guld. die hem toegevought syn voor acht boucken van de belegeringe van Oosteynde, by ordon d.d. 5 Aprilis A.<>. voorn...............xviii gl. 1614. Betaelt Dirck Jansz. (HersBerch), glaesmaker, de somme
van t seventich guld. over t maken van een glas twelck hy gestelt heeft in de kerck van Rewyck, twelck van de stede wegen de keicke aldaer geschoncken es. Ord. dd 22 Novembris A°. voorsz. . i.xx gl. 1614. Betaelt Tomas Reynibrs de Zwaen de somme van vyff-
tien guld. die hem toegevought syn wyt saecke dat hy int vyfde sladtsregister gestelt ofte gecontrefeyt heeft de kaert van de vrydom van de stadt die eerst gemaeckt is geweest by Hend. de Vos, landt- meter; by ord. van 5 January 1615..........xv gl. 1614. Arent de Lepelaf.r, tapitsier 2)
1615. Betaelt in handen van Martina Hendricxdi-. in plaetsche
van Adriaen Adriaensz., glaesmaeker ende glaesschryver tot Delft, de somma van zes ende dertich guld., ouer zeeckere zes glasen die tot een vereeringhe geschoncken zyn by de drye steden Dordrecht. Haerlem en der Goude aen Gerrid Adriaensz. Oltshooken, Schoutt tot Zoetermeer, ende die den voorn. Adriaen Adriaensz. gelevert ende gestelt heeft, blyckende by recognitie van dezelven Olts- 1) Deze boekdrukker wordt ook Dl. II bl. 114 vermeld, doch met een druk-
fout in de spelling van zijn naam: men leze t. a. 13. Haestens voor Haeftens. 2) Eigenboek. Eed,
|
|||||
— 53 —
|
|||||||
hooren hieraen gehecht, elcke glas tot zes guld; Ord. van elliffden
Aug. A°. xvicxv................xxxvi gl. 1615. Betaelt DirckJans IIertsburch, glaesmaecker, de somma
van t sestich guld., ter zaecken van een glas dat hy gemaeckt ende gestelt heeft in de kerck van Crimpen op ten Issele, t welck van der stede wegen aldaer is geschoncken; Ord. van 6 Nov. . . . i.x gl. 1615. Betaelt Hendrick Vos, landtmeter, de somme van hon-
dert twee ende dartich guld. ouer t maecken van een kaerte van de vierde halliff hondert gaerden langhs d Issel en de vierdehalliff (hon- dert) gaerden van der Issele tott te Brouck waerts in, by hoochlof- felicker memorie Graeff Fi.oris (V), Grave van Hollandt, de stadt van der Goude gegeven tot vrydomme van deselve stadt, ende een dubbelt van deselve chaerte om weghgelegt te worden in t Secreet, p. ord. den darden Aprilis xvic seventien.......icxxx gl. 1615. 8 Febr. Getrouwd Ai.exander Hendricksz. van Wester-
Holdt (Westerhottt) j g. van Utrecht (glasschryver) en Aei.tge Jans Sas j.d van der Goude, beide wonende ter Goude I). 1615. 1 Mei. Getr. Jaques JoosTEN Dammei.aer van Oude-
naerden, tapitsyer, wonende ter Goude en Ann'iciigen PIETERS (dochter van PlETER Gerrits Proyen) van ter Goude, b. j. 1. 2). 1615. 14 Juny. Getrouwd Michiei. le Bi.on, van Franckfurt,
plaetsnyder, wonende tot Amsterdam 3) en Margrietk Maertensdï. van der Goude, beyde j.1. 4). Claes Jans, glaesschryver, was haar zwager. Deze (zie op 1607) was den 221 Nov. 1609 als Wed. |
|||||||
1) Trouwb. Herv. Gein. te Gouda.
2) Huw.-Proclamatieboek aldaar.
3) Hij was agent (vermoedelijk voor zaken van kunst) van Koningin Cheis-
tina van Zweden. Vondel droeg hem zijne Leeuwendalers op; (zie J. A. A1.BE8- niNdK Thym. Gids 1879. Febr. 343, 344.) ' 4) Hnw.-Proclamaticboek te Gouda.
|
|||||||
— 54 —
|
|||||||
gehuwd met Ningichgen Maf.rtens (de dochter van Claergen Cor-
nelis) beyde van der Goude I). l6'6. Betaelt Phillips le Petit, ten behouve van hem ende
van der erffgenaemen van wylen Jan Franchoys i.e Petit, in syn leven Cronycksciiver der Eed. Hooch Mog. Staeten Generael, de somma van zes ende dartich gul., dye haer by burgermeesteren ge- schoncken syn, voor dat zy de stadt vereert hebben met zes exem- plaren van de beschryvynghe van de acht vereenichde nederlanden, volgens haet requeste hyerneffens gaende; ordon. I Febr. 1616. XXXVI gl. 1616. Betaelt Johan Florisz. de Jagher, Secr. deser steede,
de somme van drye gul. thyen stuuers, acht penn. in remboursement van drye halve spaense matten, die geschoncken syn aen Isap.ei.la LE GAUDERE, coordedanster, 2) tot een vereeringhe voor dat le heeren magistraeten haer spell hebben gesyen j ordon. burgemeesteren 22 Febr. 1616............in gl. X st. vm penn. 1616. Betaelt aen denzelven de somma van neghen gulden ende
acht stuuers, in remboursement van gelycke somma by hem in vyer spaense reaelen verschooten, dye in specie geschoncken zyn, tot een vereeringhe aen zeeckere duytsche commedianten, dye inde agnieten kerck op den 28 July voor de heeren hebben gespeelt; ordon. 30 July.................. ix gul. vm st. 1616. 10 July. Frans Jans Vosck, goudsmit, Wedi. hertrouwt. 3)
1616. Betaelt aen meester Floris, plaetsnyder tot Delfft, de
somme van vyer ende twyntich gul hem toegevoucht zynde tot een vereringhe, voor dat hy de stadt geschoncken heeft een caerte van rynlandt by hem gemaeckt............xxmi gul. |
|||||||
1) Huw.-Proclamatieboek te Gouda.
2) Voor do curiositeit medegedeeld.
3) Huw.-Proclamatieboek te Gouda.
|
|||||||
- 55 —
|
||||||
i6i6. g Oet. Getrouwt Corn. Jans van Lanschot, glasema-
ker, j.g. en Maritge Jansd., beyde van der Goiule ende wonende aldaer. i) 1616. Pieter Pietf.rsz. ÏRisïEYN , out burgemeester, de somme
van acht ende veertich guld. ende dat ten behouve van Johannus Leonardi, predicant van Maeslant, ende Adriai.n Gerritsz. (van Beyeren), bouckdrucker tot Delfït, elxs de helfft, t wclck heurluyden toegevoucht is, voor dat zy de stadt hebben vereert met ses exem- plaren van de boucken Cornelij Taciti , schryver van de r o m e y n- sche Geschiedenissen ende andere saecken; ordon. 28 Oct....................XLViii guld. 1616. Betaclt Johan Gis, predicant tot Streeff kerek, de somma
van vyer ende twintich guld., uyt saecke dat hy de stadt geschoncken heeft zes exemplaren van een bouck geintituleeit: Oorspronck ende Voortgangh der ncderlansche beroerten; ordon. 18 Aug..................xxiill guld. 1616. Betaelt Phillips Phillipsz. uyt den naeme ende ten be-
houve van Abraham Mingnon, bouckdrucker tot Rotterdam, de somma van vyfftich guld., die hem syn toegevoucht voor achtyen exemplaeren van een bouck geintit.: Gereduceerde tafelen van Interest, die hy de Wethouders geschoncken heeft; ordon. 5 Dec....................1. guld. 1616. Mr. Gerrardt van Byllr betaelt de somma van hon-
dert twee ende tsestich guld. eene stuuer, vier penn. over vier zege- len, dye hy gesneden heeft voor de stadt, naemtelick een secreet- segel, een segel ten saecken, een signett, ende een seghel voor de weescamer, wegende deselve vyer segelen tsamen elff onchen, zeven- |
||||||
1) Trouwb. der Herv. Gem. te Gouda.
|
||||||
— 56 —
|
|||||
tyen engelsche ende een halve, elcke once tot twee guld. ende veer
thyen stuu., facit van silver twee ende dartich guld. eene stuu. vyer penn.; noch van het maecken ende snyden van de voorsz. zegels hondert twintich guld., ende van vacatien aan de zegels te brenghen ende vracht thyen guld; ordon. i Mey 1616. iclxii gul. 1 st. mi pen. 1616. Pieter Wouters Crabeth, Schepen, fre-taelt de somme
van drye guld. negenthyen stuu., in remboursement van gelycke somme by hem verschooten, te weten eene gul. zestyen st. aen mi'. Corn. Adryaensz. Verreyck, schilder, voor het teykenen ende harteyckenen van eenighe patronen daernae voor de stadt gemaeckt soude werden drye zeghelen, ende een voor de weescamer, item een guld. vier st. aen m'. JAN Daemsz., (de Veth?) schilder, ende noch negentyen st. voor het drayen ende maecken van vyer palm- boemen hantvatten, om mt segelen te gebruyken, als vyer st. voor het drayen; ordon. 15 July 1616........111 guld. xix st. 1616. Betaelt aen mr. Hughe Leenarts, franchoise schoolmr.,
de somme van twee gul. zeven stuu. die hem syn toegevoucht, voor dat hy ontworpen heeft en geschreven de Tytelen die gestelt zyn in de randen van de nieuwe stadtszegelen; ord. 23 Aug. 1616. II gl. vu st.
1616. Betaelt aen Niclaes Briot, goutsmit, de somma van
twaliff gul., over het snyden van een zeghel voor de stadt, tvvelck hem lasten doen is tot een prouff, ende wederom gebroocken es; ordon. 23 Aug. 1616..............XII guld. 1617. Getr. Ghyshrecht Thomas Cloot, glaesmaecker, en
Aeffgen Hendrixsd. j.1. van der Goude. 3e gebod 5 Febr. 1). 1617. 26 Nov. Getr. Jan Jansz. glaesmaecker, j.g. van der Goude
en Jannitgiïn Gerrits j d. van Montfoort. 1). 1) Huw.-Proclamatieboek te Gouda. |
|||||
— 57 —
|
|||||
i6i8. Betaelt Jacobo Westerbanjo, alumni ofte bursael deser
stede int Coll. Theol. te Leyden, voor t dediceren van theses, xxx gul. 1618. Gestelt in handen van den heere Reeckenmeester Basio
de somme van vyftich gul. omme die te betaelen in handen van Wil- lem Gerritsz., glaesschryver van Breda, over een glas dat hy gele- verd! ende gestelt heeft in de nieugeboude kercke tot Niervaert, volgens t schryven van de burgermeesteren ende regierders aldaer gedateerdt 6 April 1618, twelck by deze stadt de voors. kerck es geschoncken..................L guld. 1618. Betaelt Jan Wolphertsz. , bouckvercoper, wonende tot
Schiedam, de somme van zes ende twintich guld. over dartien boucken geintituleerdt: den Lusthoff der princhen, die hy an de ma- gistraet heeft geschoncken............xxvi gul. 1619. Betaelt aen Joanny Fencolio, dyenaer des G. Woorts
tot Maeslantsche Sluys, de somme van twintich guld., dye hem tee- gevoucht zyn voor vyff exemplaren van de Historiën van Cajus Suetonius Tronquillus van t leuen en de daden van de twaelff eerste Roomsche Keyseren, die hy de stadt ge- schoncken heeft.................XX gul. 1619. Betaelt aen Hendrick Cuynderturff, goudt- ende sil-
uersmit,i) de somme van vyer ende twintich guld., omme daermede te voldoen de rechten van de Generaels van de munte, ter saecke dat hy, Cuynderturff, gestelt ende geeedt is voor wisselaer ouer deser stede ende den resorte van dyen, te weten drye G'eneraels elcx ses guld., facit achtyen guld., Item de clercken twee guld., ende voor de Instructie ende t manuael ende de dubbelen derzelver vyer guld.; beloopende tsamen ter voors. somme van ƒ24, twelck by de stadt 1) In 1622 en later komt een Hendeick Cxtyndektubfp voor als Capt. van
de nieuw aangenomen comp. garnizoenhouders (waardgelders.) III. 8 |
|||||
— 58 —
|
||||||
gedraegen wordt, ouermits nyémant het wisselaerschap heeft willen
aennemen tot zyn eygen costen.........xxmr gulden.
1619. Betaelt Jasper Tournaey, bouckdrucker, de somme van
seuen ende twintich guld. thyen stuu., ouer het drucken van de nombre van twee hondert exemplaren van de ordonnantye van de Weescamer deser stede, elcks groot sestalff vel ende elcke tweehon- dert vel tot vyff gulden; dus hyer.......xxvn gl. x st. 1619. 22 Sept. Getr. Cornelis CoRNElisz. , glaesmaeker, en
MAERCHGEN PIETERS HANNEMANS , i). .
1620. 23 Febr. Getr. Maerten Cornelis, glaesmaecker, en
Lvnïgen Jans b. j. van der Goude 1). 1620. 1 Maart Getr. Pieter Davitsz. Schaep, tapitsier, Wed.
en Lysbet Symons j. d. beyde van der Goude 1). 1620. Getr. Willem Andries Anders, tapitsier, van Schotlant,
lange jaren hier gewoondt hebbende en Jannitgen Pieters van der Goude, beyde j.1. 3° gebod 21 Juny 1). 1620. Betaelt aan Abr. Mellino van Vlissinge, dienaar des
Goddelycke Wports in St. Antonispolder, de somme van vyff en twintich guldens die hem toegevoucht zyn tot een verering voor dat hy de stadt geschoncken heeft een exemplaar van een bouck geintit. Christen-martelaarsbouck; ordon. 15 Aug. . . . xxv guld. 1620. II Oct. Getr. Jan Jansz. , tapitsier, en Neei.tgen Jaspers
(Tournay?) j.1. van der Goude 1). 1620. Betaelt aan Neeltgen Erasmus Wed. wylle Andries
Bury, bouckbinder, de somme van een en twintich guld. zeventhien stuvers, over 't binden van eenige ordonnantie van de Vierschaar mette |
||||||
1) Huwelijksproclamatieboek te Gouda.
|
||||||
— 59 —
|
||||||
aancleven van dien ende oock van eenige ordonnantie van de Wees-
camer; ordon. 4 Nov............XXI gul. xvn st, 1621. 11 July. Getr. Esegiel Robu rechts Maknap, glaesschry-
ver, en Maria Claes b.j.'l. van der Goudel). 1621. 14 Nov. Getr. Maerten Corneus., glaesmaecker, Wed.
van der Goude ende Lyntgen Jans van de. Vecht, j. d. van Utrecht, lange jaeren ter Gouda gewoont hebbende 1). 1621. Betaelt aen Johan Vlack de oude, Gecomm. Raedt, de
somma van hondert drie gulden negentien stu. in remborsement van gelycke somme by hem verschooten aen Hendrick Cheeuwen, goudt- smit in den Ilage, over t maecken ende leveren van vergulden ge- dreven cop wegende achtien oneen en achtien engelschen met het wapen daerin gherekent, de once tot vyff gul. tien st. volgende de declaratie van den voors. goudtsmit, welcke cop gegeven is tot een pilleghift aan een kint van den heere Commandeur (Grenü), dat by de borgemeesteren geheven is van de stede wegen; ordon. in dato 26 Febr. A». 1621.............]0In ,£ XIX st. 1621. Betaelt Claes Centen, bouckdrucker tot Dort, ten be-
hove van hem ende syne consoorten, de somma van hondert vier gulden, ouer dertien exemplaren van een bouck van de acten synodi nationael tot Dordrecht gehouden in duyts, als voor den baillieu, vier borgemeesteren, seven schepenen ende den secretaris maeckende der- tien personen, elck bouck tot acht gul.; ordonantie 13 July 1621. 1622. 24 July Getr. ïhobias Schaep de jonge, tapytwereker,
ende Geertgen Jans b. j. 1. van der Goude 1)........ 1623. Betaelt Dirck van Zyl, bouckvercooper en bouckebin-
|
||||||
1) Huwelifks-Proclaroatieboek.
|
||||||
— 60 —
|
|||||
der i), de somma van neghenthyen gulden twee stuuers, over neghen
boucken vant be 1 egh van bergen op den Zoom, gelevert in No- vember lestl., te weeten acht met blaeuwe syde banden elxs tot twee gul. vyer st. ende een slechter tot eene gul. thyen stuuer; ordonantie 28 Dec. 1623...............xix gul. H st. 1624. Betaelt aen Anna Lubisers, Wed. wylen Hendrick Vos,
in zyn leven landmeter, de somma van twee ende tseventich gul. over drye caerten by den voors. Hendrick Cornsz. Vos haren man zaliger, gemaeckt, als een van het lant van Steyn, item een caert van Waddincxveen, soo van de Goutcade als andere quartyeren daer de stadt actie heeft ofte pretendeert, ende noch een chaert van de huysinge van Jacob Dircxsz. Lonck, van de aencompsten ende uyt- gangen van dyen, waervoor hem by de magistraet is toegevoucht de somme van................lxxii guld. 1625. Betaelt aen Emondt Jansen, glaesmaker, de somme van
sestich gul. over een glas dat hy gemaeckt ende gestelt heeft in de kerck tot Alphen, daermede de voors. stadt de kercke vereert heeft ende twelck tot goet contentement van de kerckmeesteren daer is opghenomen.................lx guld. 1625. Betaelt mr. Barent VAN Rynenburch, chirusyn ende
lantmeter ende yckmeester der voors. stede, de somme van vyftich gul.. over salaris van verscheyden saken, als van caerten ende anders int stuck van lantmeterye ende over eenighe bouckies by hem de magistraten ghededyceert aengaende de churrygie; ord. 14 Maert 1625.....................L guld. 1625. 8 July. Getr. David Schaep, (tapitsier) en Ningetgen
Jans, b. j. 1. van der Goude 2). 1) Komt in 1629 ook voor als stedehouder (substituyt) van den bailliu.
2) Huwelijks-Proclamatiebqei.
|
|||||
— 61 —
|
|||||||
1626. Betaelt aen Jan Cornelisz. (van Lanschot), glaesmakev,
de some van tsestich gulden ouer een glas by hem gemaeckt ende ghestelt in de kerck. tot Swammerdam, daermede de verschreve stadt deselve kerck vereert heeft ende tot goedt contentement by de regen- ten van de kerck is opghenomen..........lx guld. 1626. Betaelt aen mr. Esegiël de Decker, landtmeter i), de
zoma van een hondert veertich guld. hem toegevoucht tot een ver- eeringhe by t Colegie van t magystraet, als by de Vroetschap ghe- authoryseert synde, voor acht en twintich boucken exsemplaren, daer- van veerthyen, gheintituleert teerste deel van deniewetel- konst, by hem aen den heer balyou ende borghermeesteren, schee- penen ende vroetschappen ghededuseert ende de heeren magystratten daermede vereert als aen elcks van de heeren een. . . i<=xl guld. 1627. Betaelt aen Dr. Daniël Souterus, dyenaer des Godd.
Woorts tot Haerlem, de somme van vyftich guld., hem toegevoucht omdat hy de heeren vereert heeft met zes exemplaren van een bouck inhoudende memoriael van den sa. doodt ende heerlicke begraeffenisse van Syne Pr. Exellentie Mauritius hoogh loffelicker gedachtenisse. l guld. 1628. Betaelt aen Harmen Jansz. de Vrye, zilversmith, de
somme van ses ende twintich guld. sestyen stuyv. over t maecken ende leveren van een nieuwe bosse voor de reysende bode. xxvi gul. xvi st.
1628. Getr. Willem Jans Orgel, glaesschryver van Amsterdam, ende Aeltgen Dirxs, mede van Amsterdam, tegenwoordig wonende alhier. 3e geb. 17 Sept. 2). |
|||||||
1) Komt in 162é als schoolmeester voor.
2) Huwelijks-Proclamatieboek te Gouda.
|
|||||||
— 62 —
|
|||||||
1628. 3 Sept. Getrouwd Wouter Pietkrs Crabeth, (schilder i),
met Adriana. Gerrits Vroesen, j.1. van der Goude 2). 1630. Gillis Gillis, platteelbacker, j m. van der Goude,
trouwt 20 Mei. 2). 1631. Betaelt aen Bartholomeus Nicolaij, bedienaer des Godl.
Woorts deser stede, de somma van acht ende twintich gulden, uyt saecke door hem aen de Heeren Borgermeesteren vereert zyn ses exemplaren van Cornelis Tacitus, overgeset by Johan van Groe- NEWEGEN, Secr. der stadt Delft; ord. 20 Aug. 1631. . xxvin guld. 1631. Betaelt aen Alexandf.r van Westerhout, glaesschryver,
de somme van hondert ende tien gulden, vuyt saecke dat hy opten vierden July lestl. van der stede wegen gemaeckt ende geseth heeft een glas in de Ketel buyten Schiedam, twelck de heeren burgermees- teren aen die van de Ketel hebben vereerdt, daeraen gemaeckt twaelf glasen, yder glas groot vier voeten tot twee gulden de voet, compt ses ende tnegentich gulden, voor wit glas tot vyff stuuers de voet compt ses gulden, ende omme het voorschreve glas afï te nemen ende innesetten, ende van schuytvracht omme het voorseyde glas in de Ketel te brengen acht gulden, beloopende tsamen ter voorschreve somme; ord. van de heeren burgermeesteren d.d. 8 Aug. 1631. i<>x guld. 1631. Pieter Jans Rammosien, bouckbinder.
1632. Betaelt aen de wtgevers ende medestanders van den Spye-
gel van den Ouden ende Nieuwen tyt, wtgegeven by den heerejACOB Cats, ridderende eerste pensionaris der stadt Dordrecht, de somme van veertigh gulden, wt saecke zy luyden Burgermeesteren vereert hebben met ses exemplaren van t voois, bouck. . . xL gl. |
|||||||
1) Hij leerde bij Ookn. Ketel, die een discipel was van zijn' grootvader
W. P. Cbabeth. 2) Huwelijks-Proclamatieboei.
|
|||||||
— 63 —
|
||||||
1632. 17 Oct. Getr. Mathys Wits, tabacxpijpmaecker 1).
1633. Betaelt aen Arent de Lepelaer de somme van negentyen
gulden sestyen stuvers hem als reste competerende over het maecken van twaelff tapijte cussensbladeren met stadtswapen, het stuck tot seven gulden, ende noch by hem betaelt de somme van seven ende veertigh gulden acht stuv. voor het maecken van deselve cussens. 1633. Betaelt aen Harman de Vrye, goudsmith, de somme
van twintigh gulden over t snijden van tyen stadts stempels, daermede men de laeckenen loyt (loodt)...........xx gul. 1633. Ondertr. Corn. Hendricxs van Roon, goutsmith, 3e ge-
bod 16 Januarij 1). 1634. Betaelt aen de constbroeders wt jonsten begrepen de
somme van ses gulden hen tot een gratuyteyt vereert om te reysen naer haerlem omme aldaer te beantwoorden de vragen uytgesonden by de Wynrancken van haerlem..........vi gul. 1635. Betaelt aen Pieter Holstevn, glaesschryver, en Vaster
Jansz. , glaesmaecker, de somme van twee en vyftich gulden vier stuyv., wt saecke sy een cruysraem hebben gemaeckt op t stadthuys te Dever met statswapen daerinne, in den jaere 1631 van der stede wegen om goede consideratien vereert aen Jr. Johan van Schaegen heere van Dever, hooch Heemraedt van Rynlandt; ord. van Burger- meesteren d.d. 19 Nov. 1635.........LU gul. mi st. 1636. Betaelt aen Alexander Westerhout, glaesschryuer, de
somme van vyff ende vyftich gulden, ter saecke hy den xxlin novem- ber lestleden van der stede wegen gemaeckt heeft een glas in de kerck van Waerder, twelck de voornoemde kerke is vereert; ord. mi december Anno voorsz.............i-v gul- |
||||||
1) Huweljjks-Proclamatieboek te Gouda.
|
||||||
— 64 —
|
||||||
1638. Betaelt aen Jacob Erasmus, (boekverkooper), de somme
van twaelff gulden, ter saecke hy aen de stad uyt de naem van de huysvrouw van Balthasar Florisz. van Berckenrode , gelevert heeft een groote caerte vant belech van Breda (in 1737); ord. d.d. 8 üct....................xii gul. 1638. Pyeter Denys, j. m. van der Goude, tapitsyer, trouwt
31 January 1). 1639. Betaelt aen de kerckenraet van Schravendeel, de somme
van vier ende vyftich gulden, deselve kercke toegevoucht tot een vereeringe, mits dat daervooren een glas in de voorseyde kercke sal werden gemaeckt met het wapen van dese stadt ende den naem Goude, mitsgaders t jaer van 1639 ende om het wapen een doornc- croon; ord. van Burgemeesteren 2 July 1639......Lini gul. 1639. Betaelt aen Jacob Block, ingenieur ende lantmeter, de
somme van hondert thien gulden thien stuyv., by hem verdient soo over vacatien mitsgaders de metinge van een nieuwe voorgenomen vaert ende jaechpadt op Amsterdam als daervan eenige caerten te maecken, breder volgende syne voorgaende specificatie, blyckende by ord. van Burgemeesteren d.d. 29 April 1639. . . icx gul. x st. 1639. Betaelt aen Dirck Fredericksz. Beuckel, thesaurier,
de somme van twee hondert ende tnegentich gulden, eene stuyver, in remboursement van gelycke somme by hem verschoten over t maecken van de statskoetswagen; ord. van Burgemeesteren d.d. 7 July 1639. Iioxci gul. I st.
1639. Betaelt aen denselven de somine van dry ende tseventich
gulden, vyfthien stuyv. en twaelff penn. by hem betaelt over de repa- |
||||||
1) Huwelijks-Proclamaticboek te Gouda,
|
||||||
— 65 —
|
|||||
ratie van de oude statscoetswagen; i) ord. van Burgemeesteren d.d. 14
Oct, 1639............lxxiii gl. xv st. xii penn.
1639. Betaelt aen Arent de Lepei-aer ende Leendert Fransz.
Versye de somme van hondert vier ende veertich gulden twee stuyv., ter saecke syluyden respectivelyken gelevert hebben aen de stadt twaelff sitkussens; ord. van Burgemeesteren d.d. 24 Oct. 1639. icxi.uii gul. 11 st.
1639. Betaelt aen Fredrick Mathys van Lobbrkcht, wonende
tot Utrecht, de somme van twaelff hondert drye ende tsestich gulden, over de coop ende leverantie van een diepinstrunient met syn toe- behooren; ord. van Burgemeesteren 14 Nov. 1639. . . xiiei.xm gul. 1639. Betaelt aen Jacob Bi.ock, ingenieur ende lantmeter, de
somme van twee hondert vier en twintich gulden darthien stuyv. by hem verdient, soo over syn vacatien mitsgaders de resumptie van de metinge van de nieuw voorgenomen vaert ende jaghpat van der Goude op Amsterdam, als daervan te maecken caert ende verbael soo veel de voorsz. vaert soude comen te costen, breder vermogens dese zyne nevensgaende specificatie, blyckende by ord. van Burgemeesteren d.d. 2 January 1640............ncxxmi gul. xm st. 1640. Betaelt aen Maerten Jansz. Brant, bouckvercooper tot
Amsterdam, de somme van hondert ses en dartich gulden, over de leverantie van vier bybels met de nieuwe annotatien op fyn reael pampier gediuckt, die vereert ende geschoncken syn aen D. Abdias Witmarius, Nathan Vogelsangh , Jacobus Schepperus ende Char- les Everwyn , respective bedienaers des Heyl. Evangelij hinnen deser stede, yder van hen eenen Bybelj blyckende breder by resol. van Burgemeesteren van den voorleden jaere d.d. 28 Dec. 1639. i°xxxvi gul. 1) Deze bestond reeds in 1632.
Hl. 9 |
|||||
— 66 —
|
||||||
1640. Betaelt aen Jan Leenderts Venne Cooe, de somme van
vier en twintich gul ter saecke hy den Baillu ende Burgermeesteren vereert heeft met syne boucken de historie van Polibius, getransla- teert wt het griecx; ord. van Burgermeesteren d.d. 7 Dec. xxmi gul. 1641. Betaelt aen PlETER Huybersz. van Middelandt, out
schepen, de somme van vier hondert vier en veertich gul. thien stuyv., over de leverantie van een overdecte silver vergulde cop, wegende seven en tnegentich oneen, de ons tot vier gul. thien st., acht gul. voor statswapen met coleuien gemallieert ende de naem rontom, ver- eert aen den heere Bailliu (Mr. Anthoni van der Woi.ff) tot een pillegifte van syn dochter, die van Burgermeesteren van der stedewc- gen is geheven; ord. 3 April 1641 ......mroxLim gl. x st. 1641. Jan Bartholomeus, platteelbacker van Delft, trouwt
30 July 1). 1642. Getr. 12 Oct. Reynier VAN PersyN, (plaatsnyder), woo-
nende tot Amsterdam ende Elysabeth Dircxs van Raembukgii, b. j. 1. van der Goude 1). 1642. Betaelt aen Jacüb Reyniertsz. Block (zie op 1639) de
somme van vier hondert gul. en veerthien st., ter saecke hy door ordre van de heeren Burgermeesteren geinspecteert ende met de ket- tingh gemeten ende de houcken afTgesien heeft van een voorgenome vaerweteringh met een jaechpadt tusschen dese stat ende Amsterdam, tselve getiansporteert ende gecarteert, daerover hy gevaceert heeft den tyt van acht en vyftich dagen tot vier guld. daechs, facit twee hondert twee ende dartich gul.; Item vari drie persoonen die hein geassisteert hebben den tyt van twee ende twintich dagen yder tot eéne gul. daechs, facit ses ende tsestich gul.; Ende betaelt van ver- |
||||||
1) Huwelijks-Proclumatieboek to Gouda.
|
||||||
— 67 —
|
|||||
scheide verteerde costen, als tot Swadenburgerdam, Alphen, Aer-
landerveen, aen de Goutcade, Uythooren ende Sevenhoven, mitsga- ders van schuytvracht tsamen hondert vier gul. en veerthlen stuyvers, belopende tsamen ter voors. somme; ord. van Burgermeesteren in date den 8" Oct.............imcii gl. xim st. 1642. Betaelt aen Jan Cardon, steenhouwer, de somme van
veerthien gul., over syne vacatie, moyten ende besoinges die hy ge- hadt heeft in het maecken ende ordonneren van modellen van de gevel van thuys naest den Doel; ord. van Burgermeesteren d.d. 18 Febr. 1643..................xnii gul. 1643. Betaelt aen Jacob Block, lantmeter, de somma van een
en twintich gul., ter saecke hy met de Gedeputeerden deser stede ende de heeren van Amsterdam in den Haghe aenwysingh heeft ge- daen vant voorgenomen jaechpadt ende de gelegentheyt op de caerte daervan gemaeckt, daerinne hij gevaceert heeft drie dagen tot vier gul. daechs, compt. twaelff gl., ende aen wagenvracht ofte verteerde cos- ten negen gul.; ord. 9 April............XXI gl. 1644. Betaelt aen Alexander van Westerhout , glaesschryver,
de somme van hondert sesthien gul. sesthien stuyvers, voor het maecken van een glas twelck de stadt van Vlaerdingen vereert is; ord. van Burgermeesteren 11 Mei 1644.....icxvi gl. xvi st. 1644. Betaelt mi'. Barent Rynenburch, geswooren lantmeter,
de somme van seven gul., ter saecke hy op den 8n July 11. gereuyt ende gecarteert heeft het buyten dycxlandt tegens over de stadt, ge- comen van PlETER ENGELS.............VII gl. 1645. Betaelt aen Fei.ix van Sambix, i) bouckvercooper tot
Delft, de somme van hondert gul., ter saecke hy aen Burgemeesteren 1) Hij werd den 6 Nov. 1622 ingeschreven als boekbinder in het Gild van
i=t. Lucas te Delft (Dl. I bl. 9, 19 en 23). |
|||||
— 68 —
|
|||||
vereert heeft seven boecken in folio geintituleert t' leven dei" door-
luchtige griecken ende Ronieynen, telcken elckanderen vergeleecken, door Plutarchus van Charonia; ord. 2 Maart 1645. i° gl-
1646. Betaelt aen Dr. Jacobus Schepperos, bedienaer des Heyl.
Evangeli deser stede, de somme van veertigh gul., denselven geac- cordeert ende toegevoucht, ter saecke hy syn bouckgen geintituleert: Verbaesde ver wonde ringe der Castillianen endedank- bare vreuchde der Vereenichde Nederlanders, de heeren Burgermeesters gedediceert ende toegeeygent heeft: ord. van burger- meesteren dd. 14 Juny 1646............XI. gl. 1647. Betaelt aen Poulus Schut de somme van vyfthien gul., ter
saecke hy syn Oratie funebris over de dood van Syne Hoocheyt hoechloffelycker memorie de heeren Burgemeesteren heeft gede- diceertende toegeeygent; ord. van burgermeesteren 18 July 1647 . xv gl. 1647. Betaelt aen mr. Barent Rynenburch, lantmeter, de somme
van thien gul., ter saecke hy met buigermeesteren opten 8 April 11. gemeten heeft het santpadt langs de Reeuwyckse weteringe tot aen den Ryndyck toe ende tselvo caertsgewysde affgeteykent, daervooren hem comt de voorsz. somme; ord. van burgermeest eren 29 Mey 1647. X gl.
1647. Betaelt aen Adriaen Cornsz. Vereyck, Raet ende Vroet-
schap (later Burgemeester) deser stede, de somme van twee gul. thien stuyv., ter saecke hij door last van burgermeesteren gecopieevt heeft de Caerte van brouck, . thuyl ende tweechgen met den aen- cleve van dien; ord. van burgenneesteren 3 Juny 1647 . n gl. X st. 1648. Betaelt Ds. Jacobus Schepperüs, bedienaer des Heyl.
Evangeli binnen deser stede, de somme van vyff ent seventich gul., ter saecke hy syn bouckgen geintituleert: Nederlantse geheu- |
|||||
— 69 —
|
||||||||
genis, gedediceert ende toegeeygent heeft de heeren Magistvaeten
der voois, stede; ord. van burgermeesteren 17 Nov. 1648. i.xxv gl. 1648. Betaelt aen de Rethrosyns van de Gousblom deser stede
de somme van twee hondevt gul., haer geaccordeert ende toegestaen tot verval van haere coslen die zyluyden gehadt hebben op het doen van de vertooninge van de vrede; ord. van burgermeesteren 9 Juny 1648.....................iic gl.
voor naecosten noch .......... .... xini gl.
1648. Betaelt aen Pieter Rammesyn , bouckvercooper, de somme
van twee hondert gul., ter saecke hy de heeren Burgemeesteren gede- diceert ende toegeeygent heeft synen nieuwen bybel die hy gedruct ende over de leverantie van vyff bybels; ord. van burgemeesteren 4 January 1649..................no gl. 1650. Betaelt aen Aelbert Maertens Houtman van wegen
Harmen DE Vrye , goutsmith, de somme van seven gul. thien stuyv.,
over het vergulden van de wapens voor de bode vant landt van
Steyn; ord. van burgemeesteren 30 Dec. 1651. . . . VII gl. x st.
|
||||||||
Naschrift.
|
||||||||
De oorspronkelijke kaart geteekend door Hans (Jüuan) Lief-
FRinck, schilder woonachtig te Leiden, vermeld onder 1578 en 1586 °P bl. 29 en 32 , bevindt zich in het stedelijk museum te Gouda. Zij verdient, als eene der oudste kaarten, bijna geheel Zuid-
Holland en een deel van Noord-Holland en Utrecht omvattende, in OQge mate de aandacht, voornamelijk opdat men zich de topogra |
||||||||
— 70 —
|
|||||||||
phische gesteldheid dezer streken tijdens den opstand tegen Spanje
kunne voorstellen. Jacob of Jacob Reyniertsz. Block, vermeld onder 1639, 1642
en 1643 op bl 65, 66 en 67 , is deberoemde wis- en vestingbouwkundige, waarvan, als Jacob Rengersz. Blok, sprake is bij Walvis 1, bl. 335, 336, en van wieu, volgens dien schrijver, door Rubens bij zijn bezoek aan Gouda getuigd werd, dat hij de uitstekendste was van al de meesters in teeken- en schilderkunst hier te lande. |
|||||||||
AANTEEKENINGEN
UIT DE STADSREKENINGEN VAN VENLO.
|
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar.)
I.
1452. Ite Jan va Poll Burgmeist. tot Coelne gedè" en va be-
veel Burgermeisters scepén en Kaitz eijn silvên Kanne gegolden en woig VII mr. en IJ loit silvers geg. voir elke mr. silvers X r. gl. vz. 71 Rinsche gulden 12 kleijmer 2 groot 3 deniers. Itè" van deser silvên kanuê te bruijnien geg. 2 kleijmer.
Itè noch her toe ten selve' mael gegoldë J gulde" Cruessen
hielde IJ mr. en" V loit die mr. XJ r. gl. vz. 25 Rinsche gulden 24 kleijmer. |
|||||||||
— 71 —
|
|||||
Itê" va" desen Cruijsen te bruijnien geg. 2 kleijmer.
Itë ten selvë" maele tot Coelne gegolde" XIIJ leder cussen opt
huijss voir i Rinsche gulden 12 kleijmer 2 groot 3 derniers. Ite Thewes gemaict onss' stad wipè" op die silven Kanè dair
toe gehat III^ vdel silvers dat loit XJ alb. vz., 19 kleijmer 2 groot 3 deniers. II.
1512. It die Stat hefft laten maicken meist. Johan den golt- smit eijnë sijlverè beker den sij geschinckt hefft den Reutmeist. Hen- RICK va Ercklantz, so hij der stad vorderlick ind behulpelick ge- west is in allen saicken ind besonder in d. verwervinge d. pvelegien ind vrijheit aen onsen genedig. here" cc. der beker woijch aen sijle- verë" XXXVJ loet dat loet ad XXV st. aen goldc to "vgüld IJ ducaten ind VHIIf brab. st. toe maecken XIJ g. aen drinckgelt VJ st. ind van dat korffken daer d. beker in gefuert wart IIJ alb. fac. tsamë 65 gulden 4 albus 2 heller 1 groot. III.
1525. Item Cracht den goltsmit vander stat secreet siegell die
ketten te vermaickcn gegeven ind betaelt 9 albus. |
|||||
— 72 —
|
|||||||
LIEVE WILLEMSZ. COPPENOL,
SCHOONSCHRIJVER.
1667. |
|||||||
(Medegedeeld door den Heer P. A. I.eupe, Gep. Majoor, Ambtenaar
bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage.) Deze een man van omtrent de zeventig jaren, beging nog de
dwaasheid van trouwbelofte te geven, aan Jannetje Blocq. Volgens haar zeggen geen vil persoon maer een eerlycke borgers dochter van Amsterdam en sonde r roem gesp rocken van soo eerlycke conditie als de ge daech de, die de herhaalde ge- geven trouwbelofte niet had willen nakomen. Dit was de reden dat zij Coppenol voor het Hof van Holland gedaagd had, naar aanleiding van een vonnis van Schepenen van 3 November 1665, waarbij haren eisch ontzegd was geworden. Nu voor het Hof zet zij hare grieven tegen Coppenoi. nogmaals
uiteen en o. a., dat zij nu reeds bijna vier jaren als man en vrouw hadden geleefd, voor de wereld openlijk daarvoor uitgekomen en «spe- «ciaal de gedaechde in deze op verscheyden plaatsen en «gelegentheden, alhoewel somwylen gebruyckende den «naam van Lodewyck van C oudenste yn," enz. Hiertegen werd door hem ingebracht dat zij en hare ouders,
door listen en lagen, hem zoo ver gebracht en verleid (vlammende op zijne middelen) hadden, dat hij in zijn hoogen ouderdom tot zooda- |
|||||||
— 73 —
|
||||||||
nige zonde, schande en schade vervallen was. Dat hij haar trouw-
beloften gegeven of van haar ontvangen had ontkende hij, wel had hij haar vijftig gulden geleend, en het zilver trompge? dat hy vanhaar had, synde een kinder sein en leur, had hij uit familiari- t e y t van haar aangenomen. Dat zij voor gehuwde lieden hadden door- gegaan was op haar begeerte geschied, maar daaruit volgde nog niet dat hij haar in facie Ecclesiae aut coram magistratu moest trouwen. En komende tot het particulier debut van het gepo- seerde van de Impetrante was hij het eens, wat hare qualiteyt of conditie betrof, maar niet eveneens dat haar qualiteit tegen die van hem zou kunnen worden vergeleken. Terwijl hij een man ter goeder naam en faam, die door syn treffelyck schryvende gantsche werelt door beroemd was, en daardoor zoodanige eerlijke middelen had verkregen, waarop zij was vlammende, als op des ged. persoon, die een man was al by de t seventich jaren out. Dat hij verscheiden van zijn kinderen te Amsterdam aan de beste
kooplieden zoons en dochters uitgehuwelijkt had. Zij daarentegen was een Blokmakers dochter »die haer soo sy geen dienst- »maecht en was, met nayen geneerde, woonende tot Am- »sterdam in een kelder, en genoech te doen hadt om «door de werelt te comen." Het had derhalve hem nooit in de gedachte kunnen komen,
aangezien de ongelijkheid van stand, haar trouwbelofte te geven. Hij wijdde over een en ander nog uitvoerig uit, het mogt echter
niet baten, het Hof veroordeelde hem den i Julij 1667 haar »in »facie Ecclesiae aut coram Magistratu te trouwen, «volgens de wetten en constuyme deser landen." |
||||||||
UI.
|
||||||||
10
|
||||||||
— 74 —
|
|||||||
STEENEN BEELD
VAN DEN RAADPENSIONARIS Mr. JACOB CATS.
(Medegedeeld als voren.) |
|||||||
Bij testament van Mr. Jacob Havius , in leven advocaat voor den
Hove van Holland enz., legateerde hij aan zijn zoon Willem Havius, behalve gouden en andere voorwerpen, zooals een Besoarsteen enz. »Een som van vyfhonderd gulden en zes stuyvers, geprocideert
»van de Bibliotheeck, de Mathematische Instrumenten en van 't ver- »dere dat in 't comptoir van den overledene was gevonden ; mitsga- «ders de Manuscripten van den voorn. Mr. J. Havius, soo op 't comptoir «als in 't cabinet gevonden. Alle de silvere en andere Medailles in «het cabinet gevonden, de Schilderyen van den voorn. Havius, «Vader, Moeder, Broeders en Zusters. Item nog seven en dertigh «guldens en sestien stuyvers, gecomen van een Steenen Beelt, «representerende den Raedspensionaris Cats, en eynde- «lyk een Glasen signet en Bol verguit, met allerhande Couleuren en «Bloemen." Dit bovenstaande leest men in de gehouden Procedure voor het
Hof van Holland: 15 en 16 Februari) 1696. |
|||||||
— 75 —
|
|||||||||
HENDRICK ARENTSEN VAPOUR '),
Opper koopman te Soe ratte.
i633-
^Medegedeeld als voren).
|
|||||||||
Hendrick Arentsen Vapour overleed te Soeratte in 1633. Uit
zijne nalatenschap werd voor een waarde van ruim Twintig Dui- zend Gulden aan juweelen en diamanten aangehaald, en bij den Raad van Justitie verbeurd verklaard, als voortspruitende door particulieren handel enz., bij de geemaneerde plakkaten verboden. Uit de daar- van voorkomende Lyst in den brief van de Hooge Regeering aan Bewindhebberen van 15 Augustus 1633, nemen wij over wat ons daarin bijzonder trof, namelijk: 1 Agaete copjen met silver vergulde vat ... I te zamen
3 Agaete copjens...........1 / 25.— 2 Groote Baggen ? van Agaet, de een een Triumphwa-
gen en de ander een Cornucopia ? 2)........» 200.—
1 Zeerobbetje, het ligchaam peerei met gout gefatsioe-
neert mat 13 principale diamanten.........» 400-—
I Cameeltgen, het ligchaem peerei met gout gefatsioe-
neert en een pendant peerei, wegende omtrent vier caraet. » 100.—
i Robyn Balays? .............» 60.— |
|||||||||
w }^ ,Zie over hem de r,Nederlandsehe Schilders in Persië en Hindostan,"
JNIec^rl. Spectator 1813 (November). h»mL J1' moet hiei onaer verstaan worden? de Schilder M. TJyttenbkoeck ,
Onrlr6 ? op het Huis Honaholredyk ,Aan 't oragaende stuck op de trap, de Oornecopra. t, 800." (Zie Nederl. Spectator 1875). |
|||||||||
— 76 —
|
|||||||
3 Carcantjens ? twee met cleene diamantgens en peerlen
en een met Girasols? en peerlkens.........» 150.__
1 Groote Bagge? met 3 Esmerauuden , een Robyn, een
roode steen en seven peerlen............ƒ 100.__
I Gouden Hoetband met 31 stuks diamanten. ...» 150.—
1 Goude doosken met een diamantgen en eeaige peerl- kens en Robynskens gagarnieeit..........» 25.— 1 paar pendanten en een Tuvquois ring.....» 60.—
3 Stucks gouden kettingskens, wegende 10J once 1 a 12^ reael
1 Goude Tantstoocker en een naelde . . . . ( / 375.— |
|||||||
PORTRETTEN
VAN DE FAMILIE VAN BERENSTEYN.
(Medegedeeld als voren.) Bij vonnis van het Hof van Holland in dato 18 December 1693,
werd bepaald, dat volgens het testament gemaakt door Agnes Deutz na haar overlijden, de geschilderde Pourtretten en Con- trefeytsels van Zacharias van Berensteyn Heer van Middelharnis, Raad en Burgemeester van Delft, in de familie van Berensteyn terug zouden komen. Uit het huwelijk van Agnes Deutz met Zacharias van Berensteyn, .
was een zoon en eenig kind, geboren en deze ab intesta overleden. Hierdoor waren Cornbus van Berensteyn en Agatha van
Berensteyn, weduwe Theodorus Vai.lensis, in leven Raad en Burgemeester van Delft, Broeder en Zuster van Zacharias v. B. erfgenamen geworden. |
|||||||
— 77 —
|
|||||||
NAGELATEN SCHILDERIJEN EN ANTIQUITEITEN
DOOR
Mr. CORNELIS VAN BEUNINGEN, IN LEVEN BURGEMEES
TER VAN AMSTERDAM ENZ. (Medegedeeld als voren.)
|
|||||||
Een cabinet van swart Ebbeuhout, met miniatuiv schilderyen op
de layen ende deuren van binnen. Nog een contrefeytsel van Titiaen.
Item een contrefeytsel van Pirotzy.
Nog een tronie van Albkrduur, (Ai.bert Durer).
Als mede een Landtschap van Bi.ES.
Item een oudt man van Douw.
Item een jongen met een kooytje van Douw.
Een Italiaens fruytstuck.
Item een stuck van Scavony (Scmavony?) met twee tioniën.
Nogh een zeestuck van Percellis.
Item een tentatie van Sint Anthony, of een sproockje van Jero
nimo Bles. Nogh een Ecce Homo van Frans Florisz.
Item Susanna met twee boeven van Sandrart.
Nogh een slapende Venus van Doedyns.
Nogh een stuck met twee troniëc van Hans Holtbeen (Holbein?
Item een Oudt man van Alb. de Graeff.
|
|||||||
— 78 —
|
|||||||
Nog een lieve Vrouw van Quintyn Smit (Quintyn Metsys
de Smid.) Item een Jeronimus van Alber Duer? (Albert Durer.)
|
|||||||
Nogh de volgende Antiquiteiten van Steen en Marmer.
Namentlyck: Een Augusten (tus?) en Burste (Buste?
Item Mabbeuse en Profyl, met een marmere lyst.
Nogh een Dochter van Loth, synde een staende Beeltje.
Nogh twee bysondere Satyrs Hooffden.
Item het hoofd van een jongelingh.
Nogh een kindeken sittende, met een Schilt onder de eeae
hand en dan Nogh een Cupidootje van marmer, leggende.
Alle deze stukken bevonden zich in het huis door hem in den
Haag bewoond. Hierover en over verderen inboedel van Tapyten, (waaronder Turk-
sche) Tafelkleeden, »gesteecken Stoelen met roosen", kamerbehangsel »(goudleêr root en goud") Bedden met toebehooren enz., kwam Johanna BOMMERT Silvercroon, weduwe van wijlen Abel d'Alon in pro- ces met de erfgenamen, die den boedel onder benefice van Inventaris hadden aanvaard. Het Hof besliste ten haren voordeele, den I Mei 1703. |
|||||||
— 79 —
|
|||||||||
SCHILDERIJ
VAN DE STAD VIANEN EN VAN DE VAERT r) 1693.
(Medegadeeld als voren.) |
|||||||||
Tusschen Mr. Frederick Rooseboom , Raad Ordinair van hel
Hof en Simon Hendrick, Regerende Grave en Edele Heer ter Lippe &ca. (Dohna) werd een proces gevoerd, waarin o. a. sprake is: »van Tapyten en verscheyden stucken Zilverwerck, geteekend met het wapen van Brederode en »Een kostelycke schilderye, synde een Battaille van den Turck,
met een verguld Lyst. »Nogh een stuck Schilderye van de Stad Vianen en van de Vaert,
«hangende in de Kamer van den Heer Wolphert van Brederode. |
|||||||||
JOHAN DE BAEN,
KONSTSCHILDER IN DEN HAAG.
(Medegedeeld als voren ) Afgegeven Assignatie op den Heer BENTMCK, Grave van Port-
land, ter somme van vyf Hondert zes Guldens, ter zake van diverse Contrefeytzels en Pourtraiten, ten behoeve eu op ordre van gemelden Heer gedaan. Assignatie groot Een Honderd vyf en twintig Gulden , ten laste
van den Heer Prince van Nassau, ter zake van een Contrefeytsel aan welgemelde Furst geleverd. Voor Soeta van Dalfsen , Wed. van Frederick van Slecht,
1) Vreeswijk.
|
|||||||||
— 80 —
|
|||||||
ten behouve en op haar ordre geschilderd, een familiestuk: de Wed.
Honton en hare kinderen, dus schuldig Drie Honderd vyftien Gulden. Sententiën Hof van Holland, 1696—1697. |
|||||||
VERSCHILLENDE KUNSTVOORWERPEN.
(Medegedeeld als voren.) Wij vonden de volgende aanteekening, zonder te kunnen opgeven
van wien die afkomstig is, het schrift dagteekend van de vorige eeuw, papiermeik: een gekroonde posthoorn met de initialen VR er ouder. Mevrouw Ysbrandts tot Rotterdam moet hebben wegens 't geen
geleent heeft. Dese / bouken I Op een Printe=boek van Lucas van
svn by I Luiden, n«. 39, inhoudende 187 stucks. ' -I- A /. r-. s ) f 2C.O — 0----O
HaarEds. Een van AuiERDUYRT (Alb. Durer) (
overge- I met de Son N. 36 — 11 stucks.
levert. > Op een Palm-houtcSchildereytjen van Adam & Eva / 200—o—o
Op een Horologie, gaande een maand .......» 60- o—o
Op een Jesus Beeltje van yvoor...........» 60—o—o
Dit is ook l Op een gouden ring met 5 groene
wedergegeven, j Emerauden...............» 150—o—o
Op een gout Horologe met diamantjes &......» 150—o—o
/ 870—0—0
Ontfangen.........f 400—o—o
Soo dat noch te betalen soude blijven........» 470—O—o
|
|||||||
— 81 —
|
|||||||||||
DE SCHILDERS MAAS EN VAN SPYK.
(Medegedeeld als voren.)
|
|||||||||||
De Schilder Maas woonde in 1682 te 's-Gravenhage, in de
Herderinnestraat, zijn tuin strekte zich uit tot een der Erven van de Boekhorststraat. In 16S6, den 3 Mei, kocht Sr. Hendrick van Spyk, Mr. Kunst-
schilder een huis en tuin in het Voorhout aldaar. |
|||||||||||
N1G0LAES LAGHTEROPIUS,
CONSTSCHILDER TE ALPHEN.
1689. (Medegedeeld als voren.)
|
|||||||||||
Van dezen Schilder vond ik gemeld dat hij voor wijlen Mr.
Pieter Soetens , in leven Penningmeester van de acht Westsluizen van Delfland, wonende in den Haag »op een extra ordinaire en »costelycke vvyse hadde geschilderd een Koets, vvaervoor hem voor »Schilderloon competeerde eene somme van vyfhondert Gulden." »Dat doordien hy zyn verblyf te Alphen hield en weynig ge-
»legenheyt om tot syne konst aldaer liefhebbers te connen vinden, »in consideratie, ten huyse van den voorsz. Mr. Pieter Soetens veel »luyden van fatsoen quamen, aen denzelven hadde ter handt gestelt »en niet wederom becomen: UI. 11
|
|||||||||||
— 82 —
|
|||||||||
»Een stuckje met kruyden en slangen geschildert, waerdigh eene
somme van vyftig guldens. »Itein op xviij Mey 1674. Een nette geschilderde Blompot,
waerdigh tachtigh Gulden. »Nogh op den X Mey 1683 Een distelie? met twee flesges daer
iets raers in geschilderd was, waerdigh synde drie en tachtigh Gul- den en laestelyck »Op den 1 July 1685 Een feston geschildert: geestimeert op
twee Hondert vyftigh caroli Gulden." Over deze stukken lag hij in proces met de Executeuren van
den boedel van Mr. 1'ieter Soetens. |
|||||||||
SCHILDERIJ VAN MOMPER.
(Medegedeeld als voren.)
|
|||||||||
In den boedel van wijlen Maria Vileers, laatst Wed. van
Quiryn van Lobberecht, vn leven controleur van de Generaliteits- fortificatie werken, werden o. a, gevonden «twee groote schilderyen, »het eene geschilderd door Mompek, synde een Italiaensch «geberchte, en het andere hangende op de Voorkamer, waerin »verbeelt is, Seneca, preceptor van Nero, ter doot ge- laten." Bij haar Testament gepasseerd voor Notaris en getuigen in den
Haag op den 15 April 1674, had zij deze schilderijen gelegateerd aan Corneus van Lobberecht. Wie kan de vervaardiger van de tweede schilderij zijn geweest?
|
|||||||||
— 83 —
|
||||||||
SCHILDERIJEN
OP 'T CASTEEL ZEELANDIA TE TAYOUAN OP HET
EILAND FORMOSA. 1644—1646.
(Medegedeeld als voren.)
|
||||||||
Dat er in de I7e eeuw Hollanders in Indië waren, die prijs stel-
den op kunst, hiervoor vonden wij de volgende bewijzen. Op den uitvoerigen Inventaris der overgave, van »'s Comps. om-
slag" zoo aan effecten, koopmansgoederen, eigendommen, meubelen, huisraad als anderzins, door den Gouverneur van Tayouan op For- mosa, Maxmiliaen Le Maire, aan zijn vervanger Franqois Caron, op den 30 September 1644, vonden wij de volgende schilderijen op- geteekend: In 't Gouvernements Huys 22 stucx Hollandsche schilderijen, te
weten: 14 stucx van 't Huys van Nassauw, etc. 1).
I » van Marias Boodschap. I Idem van Abrahams knecht in Mesopotamië etc.
1 Idem Christus wandelende naer Emaus. 1 Idem de Worsteling Jacobs met den Engel. I Idem de Historie van de Camerling van de Coninginne van Candatiën. |
||||||||
1) Niet nader omschreven, waarschijnlyk Portretten.
|
||||||||
— 84 —
|
||||||||||
I Idem van de Reyse van den jongen Tobias.
i Idem van Samaritaen. i Idem Onweder ter zee. 22 stuks. Twee jaren later op denzelfden datum (30 Sept. 1646) gaf
Caron het bestuur over aan den President PlETER Antonis/.. van Over 't Water. Wij zien dat de bovengenoemde lijst vermeerderd is met 6 stuks,
zoo schilderijen als kaarten, namelijk: »I stuk van 't lluys van Nassauw. I Schildery van den ouden Prins (Willem T) ? 1 de slag van Marten Harpertsz. Tromp in Duyns (1639).
2 Kaarten van Formosa.
I Idem van Tayouan." Zoo dat het getal nu 28 bedroeg.
Dat er omstreeks dezen tijd ook Hollandsche schilders in Indië
waren, deelden wij mede in den Nederl. Spectator (1873) onder den titel »Nederlandsche Schilders in Persië en Hindostan 17e eeuw." |
||||||||||
DE SCHILDERIJ VAN LANGEPIER 1)
(Medegedeeld als voren.)
|
||||||||||
Nicolaas de Vüocht in leven gedeputeerde van H.H. Mog. de
Staten Generaal, gehuwd met Hester Van Plettenherch, vermaakte haar bij zijn Testament o. a. alle de meubelen of huisraad, waarbij |
||||||||||
1) Piexer Aartskns bijgenaamd Langepier van Amsterdam.
|
||||||||||
— 85 —
|
|||||||||||
ook was een gouden Medaille, hangende aan dito ketting en de
Schilder ij van Langepier. Zij overleed den 26 Februarij 1652, hare erfgenamen waren,
Willem de Voocht, in leven Heer van Kerkwyck en Philip de Voocht, gehuwd met Elisabeth Elphinstone, overleden 10 No- vember 1680. |
|||||||||||
SCHILDERIJ VAN DE GOD MARS.
(Medegedeeld als voren.) |
|||||||||||
In een stuk rakende de familie Willem en Alida van Blyden-
steyn, gehuwd met Nicolaas Obbes Wytma te Utrecht is sprake, behalve van eene aanzienlijke partij zilverwerk en juweelen, van een »Schildery van Godt Mars". Sententie Hof van Holl. 24 Nov. 1662.
|
|||||||||||
FR/VNS FLOR1SZ. VAN BERCKENRODE,
K a a r t e n m a k e r.
(Medegadeeld als voren.)
|
|||||||||||
Bij Resolutie van Gecommitteerde Raden van Holland en West-
Friesland, van 16 November 1640, werd hem, op ordonnantie betaald de somme van Honderd Guldens »Gver de kaert der afteeckeningh van het Huys van Zyn Hoogheyd te Honsholredyck". |
|||||||||||
— 86 —
|
|||||||
DE VENUS EN ADONIS VAN LIEVENS.
1655- (Medegedeeld als voren.)
|
|||||||
DU schilderstuk met nog twee anderen, waren met zilverwerk en
andere zaken in het bezit van Jan Baptist a Deyma, koopman in Amsterdam. Daar hij zich genoopt vond in het volgende jaar »tot het waernemen van seeckere gewichtige affaires buyten dese Landen" te begeven, liet hij o. a. het onderstaande ten zijnen huize achter, en die hem toekwamen: Een groot silver gefigureert becken.
Een ander tot den dranck dienende.
Twee groote gefigureerde kandelaers.
Twee andere simple en
Een hand?
Twee groote gefigureerde soutvaten.
Twee andere simpele.
Een gefigureert Lampet.
Een wywater vaetge.
Een confoort.
Twee paer snuyters.
Twee stucken omme in de kandelaers te steecken.
Twee commetgens.
Alles van silver.
Item drie schilderyen.
Een te weten Venus en Adonis van Lievens.
|
|||||||
— 87 —
|
|||||
Een naecte vrouw en
Een contrefeytsel.
Een clave-cimbael.
Een tapyt op gouden gront.
Een ander van rode satyn.
Een spiegel.
Een mutse koock? nevens
Een cleerborstel, alles van rode satyn.
Een dosyn messen met agate hechten en noch
Een ander met silvere hechten (waar aan een mes ontbrak).
Nog eene goede quantiteyt Boeken, enz.
Dit met veel ander zilverwerk, dat niet omschreven wordt, had
hij bij volmagt voor Notaris en getuigen, gepasseerd op den 26 Junij 1656, overgelaten aan zijn Broeder Jacques Deyma, zijn compagnon, som uyt zyn naam alle en yegelycke saecke en affaires, geene wtge- sondert, te dirigeren en gade te slaen, kortom te handelen als of hij in persoon tegenwoordig was. Daarop was hij naar Frankrijk vertrokken. Maar Jacques die
nog jong schijnt geweest te zijn, sloeg niet veel acht op zijne zaken en maakte schulden, zoo dat hij in April 1658 óf 1659, de hier boven opgegeven stukken, liet brengen ten huize van den schoenmaker MlCHAEL Poinctel, die hem een bewijs gaf ze in bewaring te heb- ben genomen. Zoo als Jacques voorgaf, was hij met zijn knegt, uit bezuiniging bij Poinctel komen inwonen. Evenals Poinctel, had Jacques schulden bij een koopman
Andries Bisot alias Rabatel, aan wien hij tot onderpand «veel »silverwerck als mede verscheyde andere goederen" had gegeven. Nadat Jacques op den 26 Mei 1659 nog duizend gulden bij
Bisot , tegen een en half procent 's maands, had opgenomen, verliet |
|||||
— 88 —
|
|||||||
hij op den 2 - September daar aan volgende, de woning van Poinctel ,
hij vertrok »in salutate hospita, mede nemende wat hy konde mede- »nemen, doch laten blyven dat hy niet conde medevoeren, laetende »den gedaechde (Poinctei.) onbetaelt, als mede seeckeren Andries »Bisot", enz. Toen Jan Baptista Deyma uit Frankrijk in 1663 terug kwam,
vond hij zijne achtergclatene goederen of verkocht of in den Lom- bard, zoodat hij met genoemde personen in een proces gewikkeld werd, waarin door het Hof van Holland in dato 6 Jumj 1679 eerst vonnis werd gewezen. |
|||||||
SCHILDERIJ VAN DEN DOOP VAN DEN MOORMAN.
(Medegedeeld als voren.) In den Boedel nagelaten van Geruit Garbrants Moeskoucker ,
overleden te Enkhuizen, werd onder andere meubelen gevonden, een zilveren schenkbord, »daerin getrocken en geschreven was, het wapen »van VOLCKERT Hoociilant." Als mede »cen schoone Schil- »derye van de doop van de Moorman." Sentcntiën Hof v. Holland 31 Julij 1662.
|
|||||||
— 89 —
|
||||||
HET SINT LUCAS GILD TE AMSTERDAM.
|
||||||
EEDS vroeger werd in dit werk (Deel 2 bl. 4) de aan-
dacht gevestigd op de belangrijkheid van het voormalig St. Lucas Gild te Amsterdam, maar tevens er op gewezen dat alléén de meesterboeken van het Gild in het Amster- damsen Archief bewaard worden, en dat deze eerst met 175° aanvan- gen en in 1811 eindigen. Met het oog op die weinige bescheiden welke van het Gild afkomstig zijn, acht de Redactie zich gelukkig, althans mededeeling te kunnen doen van eenige zeer belangrijke stuk- ken, beginnende 1553, welke de huishouding van het Gild raken en waarvan verondersteld mag worden dat zij, ofschoon in het laatst der vorige eeuw in druk uitgegeven, later weinig bekendheid verkregen en thans wellicht geheel in vergetelheid geraakt zijn. Die bescheiden bestaan in de navolgende: »OuDONNANTlEN EN WlLLEKEUREN VAN HET LUCAS-GlLDE , BIN-
NEN Amsteldam. Te Amsteldam, By Pieter Hendrik Dronsberg, Stads-
Drukker, 1789. Met Privilegie." (Kwarto). Zij worden voorafgegaan door het: III. 12
|
||||||
— 90 —
|
|||||||
GENERAAL REGLEMENT
voor alle de G I L D E N S.
|
|||||||
YNE Heercn van den Geregte der Stad Amster-
dam, ondervonden hebbende, dat door de Overlie- den van verschelde Gildens binnen deze Stad, de administratie van de Gilden Kasse of Bosse niet behoorlyk geschiedt, en dezelve Overlieden groote Verteeringen, ende andere onnodige kosten, ten laste van het Gilde te boek stellen, en in veelderley opzigten de Keuren en Ordonnantien der respective Gildens niet nakomen, noch doen nakomen, zoo het behoort, hebben goedgevonden een Generale Ordre en Reglement voor alle de Gildens binnen deze Stad te Anes- teeren en te Publiceeren, gelyk zy doen by dezen: als volgt: Art. i.
Dat van nu voortaan Overlieden van alle Ontfangst en Uitgaven , pertinent Register sullen moeten houden, uitdrukkende van ieder post, naam, tyd, somme en plaats; en wel speciaal de Ontfangst en Uit- gaven in 't groot Boek tegen over malkanderen stellende. Art. 2.
Dat alle de Boeken tot de Administratie behorende, behoorlyk zullen zyn gefolieert, en zal een apart Register moeten werden ge- houden van de Bekeuringen, als mede een van de Gildebroeders, en byzonder van de nog levende, om het juiste getal derselve te weeten, en daar na de Jaarsangen in ordre te kunnen ontfangen, en deselve |
|||||||
— 91 —
|
|||||
vervolgens te samen opgetrokken in eene post, in het Grootboek over
te brengen, en zal van alle betalingen specifique Quitantie moeten werden genomen, en dezelve op het Gild werden bewaart. Art. 3.
En zullen Overlieden van de respective Gildens, niets in rekening
mogen brengen voor Vacatien, verzuimde tyd, Verteeringen, Maal- tyden, Douceurs, Nieuwe Jaars Giften en dergelyke, hoe ook ge- naamt; maar zullen deselve wegens elk, en een yder Gild zig terstond na de Publicatie dezes, en wel uiterlyk voor primo January 1750. aanstaande, moeten addresseren aan myne Heeren van den Geregte, die aan dezelve zoo veel voor haar moeytens en verteeringen zullen toeleggen, als na erigentie van zaken in ieders Gild zal geoordeelt worden te behoren. Art. 4.
En zullen geen Overlieden iets meer of minder mogen vorderen
of ontfangen, onder wat benaming het ook zoude mogen zyn, als het gunt, waar toe deselve speciaal by Keure zyn gequalificeert; als mede gene Uitkeringe, mitsgaders Alimentatien ofte andere Betalin- gen doen, als ingevolge de Keuren daar omtrent in de respective Gildens geëmaneert. Art. 5.
Overlieden zullen gehouden zyn, de respective Keuren na den
letter strictelyk te observeren en te doen observeren, en voor al nie- mant als Gildebroeder in eenig Gild, proef subject, aan te nemen, ten zy deselve de proef behoorlyk zal hebben gedaan, na alvoorens zyn Poorters Cedulle vertoont te hebben aan de Overlieden. Art. 6.
En zullen Overlieden gehouden zyn, aan ieder inkomende Gil-
debroeder, de Keuren, hun Gild specterende, nevens dit generaal |
|||||
- 92 —
|
|||||
Reglement, in Quarto gedrukt, ingenaayt, te overhandigen, en welke
aankomende Gildebroeder gehouden sal zyu, die te ontfangen, en daar voor te betalen de Prys, soo als Overlieden daar voor van druk- ken aan den Stads Drukker hebben betaalt, met een Augmentatie van ses stuyvers op ieder Exemplaar, ten behoeve van het Gild, op pene van andersints, in het Gilde niet geadmitteert te worden: kun- nende ook de reets in de respective Gildens zynde Gildebroeders en Gildesusters (zulks requirerende) van Overlieden, tegens betaling als voren, een Exemplaar vorderen. Art. 7.
En zullen Overlieden van nu voortaan hunne Nominatien, wegens
het Verkiesen van nieuwe Overlieden, moeten schryven op een Segel van ses stuivers, en dus door hun ondertekent (ten tyde by de Keuren ten opzichte van ieder Gild geëmaneeit gemelt) aan de Heeren Bur- gemeesteren ter electie presenteren, zonder deswegens eenige andere kosten in Rekening te mogen brengen, als de Leges, die ter Secre- tarie, of ter plaatse gebruikelyk moeten werden betaalt, en verder alles ter menageuste voor de Gildekas bestieren. Art. 8.
Overlieden zoo lang in dienst zyn, (en niet die geene, die oud
of afgegaan zyn) zullen alleen de Jaren van hun dienst vry zyn van Jaarsangen, en van ter Begravenis mede te gaan. Art. 9.
En zullen Overlieden (in zodanige Gildens daar de Jaarzangen,
van de Gildebroeders en Gildesusters, volgens Keuren moeten werden opgehaalt) aan de Gildeknegt ter hand stellen een nette Lyst, waar op gesteld zyn de Namen der in wezen zynde Gildebroeders en Gilde- susters, en zal de Gildeknegt op de by Keuren gestelde tyd, met dezelve Lyst omgaan by de respective Gildebroeders en Gildesusters, |
|||||
— 93 —
|
|||||
om de betalinge van het Gildegeld of Jaarzangen te vorderen, als
wanneer de Gildeknegt op de Lyst zal afschryven de Gildebroeders en Gildesusters, die in het omgaan hunne Jaarzangen betalen, en ten opsigte der gene die in gebreken blyven te betalen, noteren de tyd wanneer, en aan wie de aanmaning is gedaan, en zullen de als dan in gebreken blyvende Gildebroeders en Gildesusters gehouden zyn, binnen veertien dagen daar na haar Jaarzang of Gildegeld te brengen ten Comptoire van Overlieden, op verbeurte (in die Gildens waar om- trent ten dezen opsigte geen speciale Keur of Keuren zyn geëmaneeit, als mede in die, daar de gestelde Boete minder bedraagt) van ses stuivers voor. ieder Week. die dezelve in gebreken zullen blyven te betalen, en zal de evengemelde Lyst door de Gildeknegt getekenl op het Gild werden bewaart. Art. 10.
De Gildeknegts, zullen van de Gildebroeders en Gildesusters niets mogen vorderen, nog uit de Gildekas niets mogen genieten, als het gunt by Keuren hen is toegelegt. Art. II.
En zal van nu voortaan, by Vacature van een Gildeknegt, daar toe worden aangesteld een uit de Gildebroeders van ieder Gild. En zullen ie Gildeknegts gehouden en verpligt zyn, zoo veel
doenlyk, agt te geven op Beunazen en onvrye Personen, en dezelve tot haar kennis gekomen zynde, Overluiden aan te geven, zonder aan dezelve Beunazen of onvrye Personen eenige protectie te verleenen, of uitstel van tyd te geven. Art. 12.
Alle Jaren vier of vyf dagen voor het doen der Rekening ten overstaan van de gecommitteerde van de Heeren Burgemeesteren, zullen de twee oudste Gildebroeders in ieder Gild, die als dan nog |
|||||
— 94 —
|
|||||
Actueel werkende zijn, en het Ambagt of Functie exerceren, en die
niet als oude of behoeftige uit de Güdekas trekken, of by impotentie of weigering, de als dan volgende, het vermogen hebben, om zig op het Comptoir van Overlieden te vervoegen , en de Administratie- boeken na te zien, of alles wel in ordre is gehouden, zonder dat dezelve egter eenig Persoon of Personen tot hunne adsistentie mogen roede brengen. Art. 13.
Dat voortaan in alle saken de Gildens rakende, en waar in be- keuringen werden gerequireert, en by vorige Keuren niet speciaal is voorzien, dezelve kunnen werden gedaan door twee in functie zijnde Overlieden, of wel een van hun, mits geadsisteert zynde met de Gildeknegt of een Gildebroeder; of wel twee Gildebroeders; of ook wel een Gildebroeder geadsisteert met de Gildeknegt; en werden Overlieden mits dezen (voor zo veel nood mogt zyn) gequalificeert de Boetens te innen en de gebrekige desvvegen voor de Heeren Com- missarissen van de I.ijurie saken te dagvaarden. Gearresteerd den 21 Augustus 1749- Prasentibus den Heer Mr. Willem
Huyghens, Heer van Honcoop, &c. Hoofd-Officier; alle de Burge- meesteren, dempto den Heer Mr. Pieter Six ; en alle de Heeren Schepenen. En Gepubliceerd ten zelven dage. Prasentibus den fleer Mr. Willem
Huyghens, Heer van, Honcoop <5°c. Hoofd-Officier; den Heer Mr. Ferdinand van Collen; Heer van Guntersteijti, Tienhoven, <5rv. Bur- gemeester; en de Heeren Mr. Daniel Deutz en Mr. Hendrik Ter- smitten, Schepenen. In kennisse an my Secretaris
N. GEELVINCK DE Jonge.
|
|||||
— 95 —
|
|||||
Mijne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaring
gekomen zijnde, dat veele Gildebroeders en Susters, die onderstand genieten uit de Gildens, zig met ter woon begeeven buiten deeze Stad, of derzelver Jurisdictie, het welk is strekkende tot merkelyke Pvaejuditie der Gildekassen en der Gildebroeders en Susters, die onderstand noodig hebben-, Zo hebben Haar Ed: Agtb:, amplieevende de Generaale Ordonnantie van 21 Aug. 1749. voov de Gildens geëmaneerd, goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk Haar Ed: Agtb: ordonneeren en statueeren by deeze: Dat van nu voortaan niemand der Gildebroeders of Susters,
eenige onderstand of iets, hoe ook genaamd, uit de Gildekassen zal mogen genieten of ontvangen, ten zy dezelve woond en blijft woonen binnen deeze Stad of derzelver Jurisdictie. Edog, zullen die geenen, welke voor de Publicatie dezes, met
belioorlyke permissie buiten deeze Stad of derzelver Jurisdictie zyn gaan woonen, den vergunden onderstand mogen blyven genieten. Aldus gearresteerd den I7julyi777. Praesentibus den Heer Mr. Willem
Gerrit Dedel Salomonsz.^ Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemees- teren, dempto den Heer Mr. Gualtkerus Petrus Boudaan, en alle de Heeren Schepenen. En gepubliceerd ten zelven dage, Praesentibus den Heer Mr. Willem
Gerrit Dedel Salomousz., Hoofd-Officier, den Heer Mr. Fitter Corneüs Hasselaer, Heer van beide de Eenmessen, Burgemeester, en de Heeren Mr. Maarten Weverweh Anthonisz. en Mr. Bauduin Jan Hulst, Prsesideerende Schepenen. In kennisse van my Secretaris
IX J. van HOGENUORP.
|
|||||
— 96 —
|
|||||||
ORDONNANTIEN en WILLEKEUREN
VAN HET
LUCAS-GILDE.
|
|||||||
I. HOOFT-STUK.
GILDEBRIE VEN. No. i.
Wy Scout, Burghermeesteren, Scepenen ende Kaide der Stede
van Amstelredamme, doen condt allen luden: Alzoo die goede luden onse medepoivteren hen ghenerende mit
glasemaicken, ons verthoent hebben zekere inconuenten te ghebueren in huerluder ambochte, daer deur zy luden ende oick de goede ge- meente respectivelicken vercort worden, begerende dair inne ghere- medieert te werden, tot verhoedinghe van de zelve inconuenten. Soe ist dat wy gesien ende ghevisiteert den ghiltbrief van onsei-
liever Vrouwen ghilde, in onzer liever Vrouwen kercke, dair onder tvoorsz. ambacht begreepen es, mitten articulen ons van wegen den voorsz. ambochte overgelevert, den luden van den zelven ambochte omme den diensten Godts op 't altaer vant voersz. ghilde te batt onderhouden , ende den voersz. inconuenten verhoet te werden: ge- gunt, geoidonneeit ende gheaccordeeit hebben, den poincten ende articulen hier nair verclaert. Inden eersten, dat nyemant tambocht van glasemaiken hier ter
Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Slede poirter, ende tot proufyte van t'voersz. ghilt betaelt zal hebben drie Karolus goldenen, |
|||||||
— 97 —
|
|||||
tot twintich stuvers 't stuk, indien hij poirter es, oft een ghilde-
broeders dochter heeft, mair indien hy vreempt, ende nyet ghehu- welict wair als vooren: dat hy alsdan sculdich zal zyn te betalen voir zyn ghilde ghelt zes Karolus guldenen, ende dit all binnen sjaers te gheven, opde verbuerte van zyn ghilde ende drie Karolus guldenen dair en boven. 2 Item, dat nyemant int voersz. ambocht angenomen zal werdden
voir meester, ten zy hy bescyn brenge voor doverluden van den voersz. ambochte dat hy den meester by wien hy tambocht heeft geleerd voldaan heeft. Oik mede dat hy byden voersz^ overluden goet gekent werdt, die ghemeente te kunnen voldoen voor alzulex als men hem bestaeden zall te maicken, als te weeten een witt glass, zulex alsmen hem voorleggen zall, tzy ruytwerk off viercant, ende tselve wel ende perfectelick in zyn loet te stellen. Ofte die hem vermeten willen glasen te scryven, dat de selve sullen een parek kimnen scryven dwelck men mit eeren mach toenen. 3 Item, dat de meesters gheene leerjongen zullen anneemen
dan den tyt van twee jaren ende elcke meester nyet meer dan een ofte twee leerjongen zal mogen setten. Des zal den angenomen jonge, ist een poirters kindt, tot profyt vant ghilde betaelen vyf stuver, ende een vreempt thien stuver, voer welck n penningen die meester zal vast staen die te betaelen, binnen sjaers, op de verbuerte van eene Karolus gulden. Ende wairt saik dat de Jongen zyne meester ontliep off mit onmoede van malcanderen sceyden, zoe en zal de meester gheene andere Leerjongen moegen aanneemen voir ende aleer de tyt van twee jaren verlopen zull.en syn, en zal mede de Leerjonge by gheen ander meester mogen werken dan by consent van zyn eerste meester, ende en zal dair en boven den verleden tyd die hy by zyne meester gewrocht heeft, hem nyet strecken mair zal UI. i3
|
|||||
— 98 —
|
|||||
op nyeus den voersz. twee Javen moeten ten vollen vuyt dienen,
ende dit zal staen tot sgerechts proufven. 4 Item, dat alle de ghesellen vanden voersz. ambochte die hier
ter stede comen wercken, ende hen by een meester verbinden, by nyemant anders en zullen moeten wercken, en oick by gheen andere meester zullen mogen onderhuyrt werdden, ten zy dat de meester dair by zy verbonden zyn, voldaen sal wesen, op de boete van drie Carolus guldenen. 5 Item, dat gheen meesters eenieh werck zullen mogen aenne-
men off zy sullen dat werck zelver maicken oft een Ghildebroeder doen maicken op de boete van drie Karolus guldenen, welverstaende dat elcke die werck bestaet, zyne Pareken ofte Rondelen zal mogen laten scryven ende backen waert hem geliefven zal. 6 Item, dat gheen vreemde glasemaickers hier binnen der Stede
zullen mogen leveren eenig werck, vuytgeseyt dat by vreemde ende vuytheemsche luyden hier nyet wonachtig, gegeven weidt, ende tgunt van buyten als voeren gegeven vverdt, zal de ghevere mogen doen maicken dairt hem geliefven zal. Oik dat geeae gildebroeders hen en zullen bevorderen te setten eenieh vreempt werck anders dan gegeven als voeren: op de verbuerte van drie Karolus guldenen. 7 Item, dat geen meester glasemaicker en zal mogen neemen
eenieh overloen van zyn werck; mair alleen dat oude loen, dwelck over lange geweest ende byden gildebroederen vant voersz. ambocht ontfangen es, te wetene van de voet hesselts glas vyff deuts, vande voet bourgons glas een stuver ende van frans glas anderhalve sluver, meer noch min. 8 Ende dat nyemant hem vervorderen zal te mengen bourgoens
glas onder frans glas, nog hessels onder bourgoens glas; mair zal een yegelijk nae dat hy angenomen heeft zuver ende eenpaeiiick glas |
|||||
— 99 —
|
|||||
leeveren, zonder tzelve te menghen, op pene van elcke reyse te
verbueven drie Karolus guldenen voir elcke glas dair inne de voersz. fanlte bevonden zal werdden. 9 Item, dat nyemand in een anders angenomen werck zal
moeten treeden, oft tselve werck maicken voir ende aleer de meester die tselve werk eerst angenomen heeft vernuecht ende te vreden gestelt zal wesen, op de boete van drie Karolus guldenen, en die tot sgerechts proufven. 10 Item, en sullen gheen glasenscryvers voir meester moghen
wercken voir ende aleer zy ghildebroeders zyn, op de boete van drie Karolus guldenen. il Item, zoe wanneer een ghildebroeder ofte ghildesuster, van
tvoersz. ghilde of livich geworden sal wesen zoe zal elcke ghilde- broeder angesproecken zynde gehouden werdden te comen voer thuys vanden overleden, dair mede ter kercken te gaen, ende eens tofferen, op de verbuerte van twee stuver. 12 Item, zal doverman inder tyt van den voorsz. Ambochte
mitten overman lest ofgegaan sculdich wesen twee mael sjaers, wan- neert hunluden best te passé zal comen, te gaan besien ende tonder- soucken alle den winckelen vanden voersz. ambochte omme te be- vinden oft dezen articulen onderhouden werdden, dwelk elk van den ambochte mit vreede ghedooghen zal moeten, op de boete voersz., ende dat voirts de zei'.e overluden toesicht sullen hebben by hooren eede, op donderhoudinge van allen den voersz. poincten, ende te doen corrigeren den overtreders van dien: ontfangende ende innende den boeten voorsz., die bekeert zullen weidden een derdendeel tot behouff van den Heere ende die twee derdendele tot behouff van tvoersz. altair: mits doverluden voorsz. van deze twee derdendeelen heb- ben sullen een derdendeel tot hooren prouffyte, voer hooren moyten. |
|||||
— 100 —
|
|||||
Ende wairt zaike dat yemand van den voorsz. ambochte ofte
ghildebroederen den voersz. overluden misdaede, mit woerden ofte mit wercken, tselve zal scarpelicken by den gherechte gestraft werd- den , andere ten exemple. 13 Item, sullen die ghildebroeders van den voersz. ambochte,
voirls sculdich weesen te staen ende te blyfven onder tvoersz. ghilde ende te onderhouden alle andere generale articulen den voersz. gilde ghegundt. Alle welcke puncten wy den voersz. ambochte ordonneeren wil-
lecoeren ende consenteren, an ons behoudende alle twisten die hier vuyt sprayten mogen tot onser verclaringe, ende dit tot onsen weder- seggen. In kennisse der wairheyt hebben wy der voorsz. Stede zeeghel
ten zaicken hier beneden an ghedaen hangen. Ghegeeven opten tweeden dach in Septembri int jaer
ons Heeren duysent vyfhondert drie ende vyftich. fJVas geteekendj
J. GERYTSZ. BOELL.
No. 2.
Wy Purgemeesteren ende Raide der Stede van Aemstelredamme
doen condt ende te Weeten eenen ycgelycken dient behoort, dat alzoo zeeckeve desordre ende ongeregeltheyt onder de Ghildebroeders van der Conste ofte Sinte Lucas Gilde gebeurende zyn, ende noch daegelycx gebeuren, ends omme ordre daer inne te stellen, ende op dat 't selfde Ghilde te bath in eeren tot sustentatie van den armen Ghildebroederen van 't zelve ghilde onderhouden moghen worden, |
|||||
— 101 —
|
|||||
henluyden gegunt, ende geconsenteert hebben, als wy henluyden
gunnen ende consenteeren mits desen de naevolgende Articulen. In den eeisten, dat niemandt van den gheenen, die onder den
cunst ofte 't ghilde van Sinte Lucas begrepen syn, als nainentlyck Schilders, Glasemaec'kers, Beeldesnyders, Figuersnyders, Borduyr- werckers, Tapissierwerckers ende Leywerckers, mitsgaeders alle an- dere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier ter Stede haeren handtwerck niet en zullen mogen excerceren, ofte doen, nochte oock int gilde niet en zullen mogen commen, ten zy datse eerst burgers ende poorters deser Stede syn. 2 Item, dat niemand int voorsz. Ghilde sal mogen commen,
om zyn handtwevk te doen, oft hy moet eerst ende alvooren bescheyt ende bewys van synen Leermeester brengen, als dat hy hem vrome- lyck gedient ende voldaen heeft, ende so hy een Glasemaker is ende zynen handtwerck daer mede doen wilde, zal die selfde gehouden wesen, den prouff te doen, sulcx die Overluyden hem voorleggen sullen, zoo wel schryven als witwerck t'samen, datmen 't selve voor alle verstandige meesters mogen verthoonen, dattet waert sy voor alle goede Luyden te voldoen, ende sal die selffde prouff moeten doen tot een Overmans huys, ende zal de prouff het Gilde toebehoo- ren, omme die te bewaeren ende te verthonen, dat men hem ende alle meesters recht ende gelyck doet, ende ist dat hem zyn prouff goet gekent wort, zal hy gehouden syn te betaalen dertich stuyvers, daer van d'eene helfte den meesters voor heure moeyten ende veisuymenis- sen hebben sullen, ende d'ander helft sal geleyt worden in de arme bosse. 3 Item, dat niemandt eenige van de voorsz handtwerken ofte
Kunsten sal mogen doen, voor dat hy Poorter des^r stede is, ende betaelt zal hebben voor syn incompste vyff Carolus guldenen, ten waere die vreemde persone een Gildebroedeis dochter troude, ende |
|||||
— 102 —
|
|||||
syn burgers eedt gedaen hebbende, zal in dien gevalle niet meer
betaelen dan drie gulden, ende sal oock een burgers zoon, met drie guldens t'gilde mogen winnen ende dit al tot behouff van de arme bosse. Ende oft yemandt by den Overluyden respyt ofte uytsettinge gegeven worde, omme de voorsz. penningen te betaelen, ende op den besetteu daege niet en betaelde, sal als dan t'gunt alsulckeu be- betaelt heeft, hem geene betalinge verstrecken, maer 't selve dat hy betaelt heeft, verbeurt wesen, deur syne quade betaelinge tot behouve van de arme bosse. 4 Item, dat de Schilders, Glasemakers en alle andere meesters,
die int voorsz. Ghilde begrepen syn, geen Leerjongens en sullen moghen aennemen, minder dan voor twee Jaeren, ende so wanneer een meester een leerjongen aengenomen heeft, zal hy gehouden wesen, met den leerjongen te gaen by den Overluyden omme synen naeme te laeten opteyckeneu, ende sal alsulckeu leerjongen als dan gehouden syn voor syn incompste te geven ende te betalen tot be- hoeff vande arme bosse thien stuyvers, twelk die meester gehouden sal syn te verschieten, ende zoo verre den leerjongen synen meester den voorsz. tyd eerlycken voldoet, sal alsucken meester met synen leerjongen gaen by den Overluyden, ende bekennen eerlycken vol- daen te syn, ende alsulcx des Jongmans naem in 't Ghildeboek laeten teykenen , op dat hem in toecomende tyden een certificatie daer uyt by den Overluyden gegeven mach werden, tsynen versoecke, wel- verstaende dat de Weeskinderen int arme Weeshuys binnen dezer Stede vry ende excempt zullen syn van de voorsz. thien stuyvers incompsts geit als voorsz. is. 5 Item, dat alle werckgesellen van den voorsz. ambachten, die
hen onder 't voorsz. gilde begeven sullen, omme te wercken, ende by een meester een tyt lanck verbinden, sullen alsulcke by niemant |
|||||
— 103 —
|
|||||
anders moeten wercken, dan by den meester, daer sy hen by verbon-
den hebben, ten waere by consent van den eersten meester, ende indien de laatste meester, den eersten sulx niet en vraagt, off hem sulcx te wille is, dat die gesel by hem compt wercken, so sal die selve laetste meester verbeuren dertich stuyvers, tot behoeff vande arme bosse. 6. Item, oft gebeulde, dat eenighe leerjongens heuren meester
ontgingen, voor dat sy heuren aengenomen tyt voldaen sullen hebben, en sal geen ander meester alsulcke Jongens mogen aennemen, op de verbeurte van dertich stuyvers tot behouff van de bosse. 7. Item, of saecke waere, dat eenige leerjongens hen alsoo
aenstelden, dat heure meesters beducht waeren, deur hen in schan- den te .geraecken; zullen de meesters sulx den Overluyden te kennen geven, ende van hen consent vragen, off zy alsulcken moghen ver- loff geven ende verlaeten, ende so een meester zynen leerjongen verlof gave, sonder t' selve den Overluyden aen te dienen, sal al- sulcken verbeuren ene Wilhelmus Schilt, ende noch daer en boven in die tyt dat de leerjongens by hem souden staen, geen anderen Jongen wederom mogen aennemen, mede op de verbeurte van een Wilhelmus Schilt, ende sal oock de selffde Jongen de voorsz. tyt gedurende geen ander meester mogen dienen, sonder consent van den Overluyden, t' appliceeren de voorsz. boeten tot profyte van den armen. 8 Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de vryheyt
deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser Stede oft in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten ware dat hy eerst tgilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevonden wor- den, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser Stede |
|||||
— 104 —
|
|||||
wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder 't Ghilde
eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde mees- ter off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven. 9. Item . dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen mo-
gen bevryeu, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte burger, te zyn, ende off hy al burger waere ende t'Gilde niét te vre- den en hadde gestelt, dat men sodanigen Schilder zal mogen bekeu- ren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen oock geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters, die onder 't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen mogen be- vryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceren de selve boeten inde arme bosse. 10 Item, dat egeene Ghildebroeders, 't sy Schilders, Glase-
maeckers ofte andere, die int voorsz. Ghilde begrepen syn, niet en sullen inoghen treden in een ander syn werck , omme te wercken ten ware dat die eerste meester den goeden luyden haer werck niet en bevorderde, ende sulcx verslofte deur syn dronckendrincken ofte anders, sonder op syn werck te achten, ende 't selve waer te nemen, sodanigen machmen betaelen, ende alsdan gaen tot eenen anderen. Maer by sooverre eenich Glasemaecker zyn werck verlet weide, deur versuimenisse van den Schryver, ofte dat die selve Glasemaecker syn geryff van den Schryver niet en conde gecrygen, deur faulte ende 't gebreck vant backen, so dat hy daer nae moste wachten, ende by so verre een ander meester 't selve werck aenneemt, sonder dat die eerste meester eerst van den burger betaelt sal syn, sal die selffde laetste meester daerom verbeuren drie Karolus guldens, t'appliceeren als vooren. 11 Item, dat alle de gesellen, die hier ter Stede comen wercken,
|
|||||
— 105 —
|
|||||
't sy Glaeseschryvers, Witwerckers, Schildei-s, Beeldesnyders, ofte
eenige andere, die tot een dachhuur verdienen vier Stuyvers, zullen alsulcke ter weecke, tot behoeve van de arme bosse geeven een halve stuyver, ende die thien stuyvers daechs verdienen, een stuyver, het welcke die meester gehouden sal wesen vander gesellen wegen aen Ovetluyden te geven. 12 Item, indien eenige onvrye personen bevonden werden te
Schilderen aan huysen ofte schepen binnen deser Stede, ende de vryheyt van dien, salmen sodanige bekeuren ende affuemen de boete van drie Karolus guldens, ten pryse voorsz. tot behouff van de arme bos. 13 Item, dat alle de gheene, die hem mette pers generen, sul-
len gehouden wesen 't voorsz. Ghilde van Sinte Lucas te vernoegen, ende te betaelen eens drie Karolus guldenen, gelyck 't selve altyt een gebruyck is geweest; ende noch is; sonder dat sy daer nae meer belast sullen werden; t'appliceren als boven. 14 Item, van gelycken oock de geene, die hen genereu mette
verwe, pintseel, borstel, daermen de verwe mede verstroyt, ende yser, daermen 't glas mede gruyst, zullen die selffde oock gehouden wesen 't voorsz. Gilde te vernougen, met drie Karolus guldens t'appli- ceren als boven. 15 Item, dat niemandt die onder 't voorsz. Gilde van Sinte
Lucas, ofte van de Kunst begrepen, ende nieuws in 't Ghilde comende zyn, yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen voor haer iunecomen eerst moeten betaelen twee guldenen. 16 Voorts en sal niemand uytte bosse genieten, ten sy dat hy
eerst een jaer lanck syn jaergelt ende maentgelt ten volle betaelt heeft inde voorsz. arme bosse. 17 Item, die cranck geworden zyn, sullen gehouden wesen den
naestcomstigen Sonnedach nae date van hoere cranckheyt, sulcx den |
|||||
— 106 —
|
|||||
Overluyden ofte Bosmeesters te kennen te geven; ende zoo zy sulcx
niet en doen, sullen van die weecke daer van quyt syn, ende geen geniet uitte bosse ontfangen, inden welcken sy 't selve opten Sonne- dach verswegen hebben. 18 Item, dat niemandt van de Ghildebroeders, die verout syn,
ende nochtans een knecht te wercke houden in haere winckel, uitte bosse sal mogen genieten, niet tegenstaende hy seggen wilde, dat hy verout waere ende niet sien en conde; ende dat overmits hy hem op- een knecht wel behelpen ende onderhouden can. Maar so hy cranck is, ende de knecht aldaer niet en werckt, alsdan sal hy uytte bosse genieten. 19 Item, datmen niemandt uytte bosse sal geven ofte genieten
laten, die door vechten gequetst ende aisoo cranck geworden is, ten waere, dat alsulcke gequetste persoon bewysen conde, sulcx hem verradelyck gedaen, ofte met fortse hem over den hals gedrongen te wesen, ofte voor den vyant gecregen te hebben. 20 Item, oft saecke waere, dat eenich gildebroeder geraeckte
in een quynende sieckte, tsy deur vallen, ofte deur eenig ander inconvenient, ofte ongeluck, sal alsodanighen persoon uyt te bosse genieten: maer indien hy de quynende sieckte hadde gecregen deur een onsuyver leven, als deur dronckendrincken, met oneerlycke vrouwen te converseren ofte diergelycke, soo en sal alsulcken uytte bosse niet genieten. 21 Item, dat de geene, die niet en betalen, uytte bosse oock
niet en sullen genieten, ende nochtans evenwel haere jaergelt sullen moeten betaelen, so verre sy haere ambacht gebruycken willen. 22 Item, oft geviele datter eenich geselle ofte gesellen van den
Ambachten boven verhaelt, ende in dit voorsz. Ghilde begrepen, hier ter Stede by eenen meester om werek vraechde, ende die selve |
|||||
— 107 —
|
|||||
meester geen werck en hadde, so sal die selve meester gehouden
wesen, ofte yemandt van synen huysgesinne, sodanigen gesel te bren- gen by den knecht vant Ghilde, opte verbeurte van thien stuyvers tot profyte van de arme bosse: Ende sal voorts de knecht metten selven geselle gaen tot alle de meesters van synen handtwercke, ende na werck vragen; ende zoo hy geen werck en conde gecrygen, ende geen teergelt en hadde, salmen denselven knecht ofte geselle uytte bosse wat byleggen, ende behulpelyck wesen, daer hy mede mochte reysen om werck te soucken. 23 Item, zoo 't gebeurde, dat eenich van de Ghildebroeders,
uyt zyn vrye eygene wille hem inde bosse liet deurhaelen ende uyt- doen, en sal sodanige daernae in de voorsz. bosse niet wederom ont- fangen mogen werden, nochte en sal uitte voorsz. bosse daernae niet wederom genieten syn leven lanck, ende sal evenwel gehouden wesen syn jaergelt te betaelen, ende mede tot die articulen ende ordonnantien vant voorsz. Ghilde verobligeert ende verplicht syn. 24 Item, als eenich van de voorsz. Ghildebroeders, ofte heure
huysvrouwen aflyvich worden, sullen alle die Ghildebroeders gehouden syn metten doode totter begravinge te gaen, telckenmaele opte ver- beurte van twee stuyvers, ende dat tot behouve van de arme bosse. 25 Item, dat de Ghildebroeders gehouden sullen syn alle dese
voorschreven puncten ende articulen te onderhouden, ende nae te commen, op de boeten daer inne verhaelt tot profyte van de arme bosse. 26 Ende waert saecke, datter eenich rebelleerde ende weder-
spannich waere, ende hem liete voor rechte verdachvaerden, alsdan sal die boete dubbelt syn: t'appliceren d'eene helfte tot profyte van den Schout, ende d'andere helfte tot profyte van de arme bosse. 27 Item, sullen mynen Heeren den Burgemeesteren alle jaren
|
|||||
— 108 —
|
||||||
op Sinte Lucasdach twee nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse
vande twee oude, die affgaen sullen, ende dat uyt alsulcke vier per sonen, die sy tot dien eynde mynen voorsz. Heeren overleveren sul- len, dewelke nieuwe ende oude gebleven overluyden, ten selven dage heure jaersanck sullen innehalen. 28 Sullen ook de oude Overluyden alle jaeren 's daechs naer
Sinte Lucasdach den nieuwen Overluyden reekeninge van heuren ontfang van dat jaer gehouden wesen te doen, in presentie van eenen, die by mijnen Heeren den Burgermeesteren daer toe geordonneert sal worden. Al sonder arch ende list. In kennisse der waerheyt hebben wy der voorsz. Stede Amstel-
redamme segele, ten saecken beneden aen desen doen hangen. Gegeven op den twintichsten dach in Julio in 't Jaer ons Heeren
duysent vyffhondert negen ende tseventich. (geteyckend)
W. P1ETERSZOON. (geteyckend)
G. ROSENBOOM. No. 3.
Op huyden hebben mijne Heeren van den Gherechte den Gilde-
brief van St. Lucas geamplieert mette naervolggende Articulen. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst ofte
t'Gilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders, Verco- pers van dien, Glasemaeckers, Borduyrwerkers ende Vercopers van dien, Boekebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders, Plaet ende figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glaywerckers, 1) Coffermaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter penseel, |
||||||
1) Pottenbakkers.
|
||||||
— 109 —
|
|||||
bor-stel ofte metter verwe generen, hier ter Steede haeren hantwerk
nyet en sullen mogen exerceren offte doen, ten zy datse eerst Bur- gers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten vollen be- taelt zullen hebben. 2 Item, als eenich van de Ghildebroeders offte hare huysvrou-
wen afflyvich worden, sal ieder ambacht gehouden syn, metten doden van zyn eygen handtwerck ter begravinge te gaen, t'elckenmael op de verbeurte van drie stuyvers, en dat tot behoeve van de Ghilde- bosch. 3 Item, zullen mijne Heeren den Burgermeesteren alle Jaer op
St. Lucasdach drie nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse vande drie oude, die alsdan affgaen zullen, ende dat uyt alzulcke ses per- zonen, als zy tot dien eynde mijne voorsz. Heeren overleveren sul- len. Dewelcke nieuwe ende geblevene Overluyden ten zelven dage heure jaersanck zullen inhalen. Actum den viertienden January, Anno xvio. Eenentwintich, presenti-
bas Fredrick de Vry ende Gerrit Jacob Witsen, Burgermeesteren, en allen den Schepenen, demptis Dr. Grotenhuys ende Harencarspel. (Was Onderteèckent)
G. ROSENBOOM.
No. 4.
Alzoo myne Heeren van den Gherechte bevinden dat verscheyden
personen, 't Ghilde van St. Lucas subject zynde, over Jaev ende dagh, hare neeringe ofte handel gedaen hebben, zonder nochtans oyt het Ghilde gecocht te hebben, ende dat Glasemakers ende Glasenschry- vers, sonder oyt hare prouve gedaen te hebben, oock sulcx doen, soo belasten zy daeromme allen ende eenen iegelycken der zelver Ghilde broederen ter langhsten binnen den tydt van acht daghen, |
|||||
— 110 —
|
|||||
nae dat sy van den Overluyden, ofte van den Kneght van 't Ghilde
vermaent zyn, hun te vervoegen by den Overluyden, t'Ghilde te koopen ende te betalen; ende namentlyck de Glasemaeckers ende Glaseschryvers, heurluyder prouff binnen den voorsz. tydt te doen, op peene dat de ghene, die daer in ghebveeckelyck blyft, voor ieder dagh nae de exspiratie van de voorsz. acht daghen, ten behoeve van de Bos van 't Ghilde verbeuren sal ses stuvers, ende dat daerenboven 't ghene syluyden bevonden worden gemaeckt, te koop, offte in huys te hebben om te verkopen, 't voorsz. Ghilde subject zynde, sal wesen verbeurt; des dat zy luyden 't selve sullen mogen redimeren met ses guldens eens, een derde voor den Officier, een derde voor de Bos van 't Ghilde, ende een derde voor d'Aelmoesseniers armen, welcke Keure ende Ordonnantie oock in alles subject zullen zijn alle de geene, die nae desen beginnen zullen, eenighe der voorsz. handtwercken offte neeringen te doen ende op te stellen. 2 Dat van nu voortaen alle die ghene, die haer tegen eenigh
articule van de Ordonnantie deses Ghildes vergrypen, ende harer daer over door de Overluyden in rechten roepen laten, niet alleen gehouden sullen wesen de Breuken, bij dezelve articulen gestelt, maer daerenboven oock de gerechtelycke Costen daeromme gedaen, te betalen, ende dat de ghene, die pecceren tegen eenich articule, hoedanigh het oock zy van de zelve ordonnantie, waer by geen boete tegens den overtreders en is gestelt, boven de gerechtelycke Costen als vooren, noch betalen sullen twee guldens, ten behoeve van de Bosse van 't voorsz. Ghilde. 3 Verbieden voorts den Conciërge ende Boode van de Wees-
kamer, eenighe uytroepen te doen offte houden van Schilderyen, Boecken, Prenten ende Konsten, alwaert dat deselve Sterfhuysen, "Weeskinderen offte Insolventen Boedels (Schepenen kennissen, waer- |
|||||
— 111 —
|
|||||
mede meeste fraude geschieden, daer onder mede begrepen) aenghin-
gen, voor ende alleer zy luyden 't selve, mette notitie offte Inven- taris van d'Schilderyen, Boecken, Prenten, ende Konsten, die men soeckt te verkoopen, met verklaringe wien de selve aengaen offte toebehooreu, drie dagen te vooren den Overluyden van 't S*. Lucas Ghilde zullen hebben verthoont ende te kennen gegeven, op dat de Overluyden hun daar op zullen mogen informeren, op peyne van twaelff guldens, telckens by den Conciërge offte Boode van de Wees- kamer sulcx naerlatende, te verbeuren, te appliceren als in den eersten Articule van desen; ende dat de Schilderyen, Boecken, Printen eude Konsten, die de Overluyden bevinden gheene Sterfhuysen, Wees- kinderen, Insolvente Boelen, off Schepenen kennissen aentegaen, neffens die selve niet sullen mogen werden vercofft, op de verbeurte in cas van contraventie, van de selve Schilderyen, Boeken, Printen ende Konsten, off de penningen daer vooren belooft, des dat ieder stuck off penninghen daer vooren beloofft, zullen mogen werden ge- redimeert met ses guldens te appliceren als vooren. 4 Dat mede nu voortaen eghene ryfclaryen van Schilderyen, en
sullen mogen gehouden worden, dan mits daar toe hebbende speciael consent van den E. Heeren Burgermeesteren. 5 Myne voorsz. Heeren gebieden, dat die gheene die Schilde-
ryen laten verkoopen, aen den knaap van 't Ghilde, die in de ver- kooplnghe neffens de overgeleverde registers present moet syn, omme daer op te letten, dat daer geen bedroch en geschiede, voor zyne presentie betalen zullen vierentwintigh stuyvers s'daags. 6 Dat een van den Overluyden alle Jaren tot Bosmeester sal
werden gemaeckt, die gehouden sal zyn reeckeninghe van den ont- fanck ende uytgifft, tegens den Boeckhouder van t Ghilde, te houden, op dat alles met ordre magh geschieden, welverstaendc dat uyt twee |
|||||
— 112 —
|
|||||
persoonen, die by den Overluyden sullen worden geproponeert, dooi'
d'E. Heeren Burgermeesteren, eenen tot Bosmeester sal worden ge- ordonneert. 7 Item, dat alle Overluyden sonder onderscheyt te maecken van
van wat handtwerck offte neeringhe zy syn, onder desen Ghilde be- grepen, jaerlicx nae de gewoonlycke ordre, van ieder van de zelve neeringen, by de meeste stemmen haarluyder nominatie van 't dubbel getall sullen doen, omme daar uyt by den Heeren Burgermeesteren nieuwe Overluyden gekooren te mogen weiden. 8 Ende gemerckt d'Overluyden volgens 't 27ste Articule van de
Ghildebrieff, van den 20sten July Anno xvc. lxxix. geauthoriseert syn omme op Si. Lucasdagh Jaerlycx 't Jaergelt in "te halen, ende des niet te min den meesten tydt gebeurt, dat de Overluyden in 't omine- gaen, door wreveligheyt offte onwilligheit der Ghildebroederen, de helfft niet bekomen konnen, jae in plaetse van geldt, somtyts quade ende injurieuse woorden hooien, dat oock de Stadt groot is, ende de Ghildebroeders verde vanden anderen verspreyt woonen, ende henluyden (als zynde meest persoonen, die hun met hun ambacht ende neringe onderhoudende zyn) te moeyelyk valt haren confraters meer dan een reyse ter saecke voorsz., t'heurluyder huyse te manen, behalven dat sommige Ghildebroeders van drie, vier, vyff ende meer jaren noch schuldigh zyn, all' twelk strekkende is tot groot nadeel van 't Ghild, ende vande siecke Ghildebroeders, die wecckelix een daelder uytte Bos verstrekt moet worden, soo bevelen mitsdien myne Heeren voorsz. allen den geenen, die eenich Jaargeldt noch schuldich syn t' selve ten langhsten binnen een maendt, nae datse van den Overluyden op 't nieuw zullen aengesproocken wesen, te betalen ende brengen aen het Comptoir van den Overluyden, die Saterdaags ge woon zyn te vergaderen, op peyne dat d'selve maendt overstreecken |
|||||
— 113 —
|
|||||
zynde, de gebveeckige voor ieder maendt, boven 't geene zyluyden
schuldigh zyn (nae dat zy als vooren van den Overluyden zullen aen- gesproocken wesen) noch sullen moeten betalen vyff stuvevs eens; sonder meer. 3 Dat van gelycken alle die gheene, die voortaen sullen mogen
in gebreke blyven, datelyck aen den Overluyden (ommegaende op St. Lucas dach) off weynig dagen voor offte naer heurluyden jaergelt te betalen, gehouden sullen syn, 't selve Jaergelt selffs te brengen ende te betalen, offte te laten brengen ende betalen, aen Overluyden op heuiluyder comptoir, ten langhsten binnen een maendt nae dat de Overluyden sullen hebben omme gegaen (gelyck sulcx by veele andere ghilden wordt gebruykt) sonder dat de Overluyden ver- plicht sullen zyn 't voornoemde Jaergelt zelffs te halen, maar sullen ter contrarie alle Ghildebroeders gehouden wesen 't selve alle Jaren aen 't Comptoir vanden Overluyden op haren geprefigeerden tydt te brengen, op peyne dat de gheene, die daer van langer in gebreecke blyft, daer_nboven noch alle maenden sal moeten betalen vyff stuyvers. 10 Eyndelyck gebieden myne Heeren voorsz. allen ende een ieder
der voorsz. Ghildebroederen haren Overluyden ende elck van dien beleeffdelyk te bejegenen, sonder haer in eenigerwyse te injurieren, schelden, ofte qualicken toe te spreecken. Aldus Gearresteert den 17 de Octobris Anno xvi». dertigh prae-
sentibus myn Heeren de Schout, Gerrit Dircxsz. van Beuningen en Abraham Boom, Burgemeesteren: Jacob Backer, jfacob Pieters Hoogh- camer, Dirk Tholinck, Cornelis Bicker, Pieter Jans%. Hoofft, Laurcns Reael^ ende Alard Cloeck, Schepenen. (Was Geteekent)
D. MOSTARD.
III. 15
|
|||||
— 114 —
|
||||||||||||
II. HOOFT-STUK.
VAN 0 V E R L IE D E N.
Derzelver Verkiezing, Huishoudelyke Schikkingen, Functien, Salaris
en Emolumenten. Mitsgaders van de
GILDEKNECHT, en deszelfs LOON enz.
|
||||||||||||
I.
De Verkiezing van Overlieden, en 't gunt daar toe behoort.
No. i. Hoe na mal- Myne Heeren van den Gerechte, hebben om gewichtige redenen mo^en °be- eenparighlyck ghearresteert, en vast ghestelt, dat in 't toekomende in
staan. >t regal.t van ,je Overmanschappen van alle Gilden binnen dese Stadt, geen Vader en Soou, Schoonvader en Schoon soon, noch Broeders,
noch Swagers, noch Oom en Neef, met malkanderen te gelyck in bedieninge sullen moghen bestaen als Susterlingen in consanguiniteyt en affiteyt, waer naer sich afgaende Overluyden in 't opgeven van 't dubbelt ghetal aen haer Ed. Gr. Achtbare sullen hebben te regu- leren. Aclum den 16 September 1669. N». 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579. |
||||||||||||
Verkiezing
van Over- luyden. |
Art. 27 Item, sullen mynen Heeren den Burgermeesteren alle
jaren op Sinie Lucasdach twee nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse |
|||||||||||
vande twee oude, die affgaen sullen, ende dat uyt alsulcke vier per-
sonen , die sy tot dien eynde mynen voorsz. Heeren overleveren sul- |
||||||||||||
115
|
|||||
len, dewelcke nieuwe ende oude gebleven Overluyden, ten selven
dage heure jaersanck sullen innehalen. No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
Art. 3. Item, zullen myne Heeren den Burgermeesteren alle Jaer Idem.
op St. Lucas dach drie nieuwe Overluyden kiesen in de plaetse vande drie oude, die alsdan affgaen zullen, ende dat uyt alzulcke ses per- zonen, als zy tot dien eynde myne voorsz. Heeren overleveren sullen. Dewelcke nieuwe ende geblevene Overluyden ten zelven dage heure jaersanck zullen inhalen. No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 Octob. 1630.
Art. 6 Dat een van den Overluyden alle laren tot Bosmeester EéntotBos-
meester,
sal werden ghemaeckt, die gehouden sal zyn reeckeninghe van 't Ghilde, te houden, op dat alles met ordre magh geschieden, wel-
staende dat uyt twee persoonen, die by den Overluyden sullen wor- den geproponeert, door d'E. Heeren Burgermeesteren, eenen tot Bos- meester sal worden geordonneert. 7. Item, dat alle Overluyden sonder onderscheyt te maecken Nominatie.
van wat handtwerck offte neeringhe zy syn, onder desen Ghilde be- grepen, jaerlicx nae de gewoonlycke ordre, van jeder van de zelve neeringen, by de meeste stemmen haerluyder nominatie van 't dubbel getall sullen doen, omme daer uyt by den Heeren Burgermeesteren nieuwe Overluyden gekooren te mogen werden. Nota. Wat verder omtrent de Nominatie te observeeren hebben.
Zie Generaal Reglement Art. 7. |
|||||
— 116 —
|
|||||||||||||
No. 5.
Extract uit de Keur van dato 31 Janu. 1749.
Art. 7. Dat ook voortaan tot Overlieden van 't St. Lucas Ghild,
op den gewoone tyd en wyse verkooren en aengestelt sullen worden, twee uyt de Schilders, twee uit de Glasemakers, en een uit de Beeld- houwers, zullende Jaarlyks een Schilder, een Glasemaker, en een Beeldhouwer van deselve Overlieden afgaan, en in ieders plaats een nieuw Overman van 't selve Ambagt verkoren werden, en dat deselve Overlieden Jaarlyks (buyten henlieder ordinair salaris) niet meer sullen mogen verteeren als drie hondert guldens. |
|||||||||||||
Uit wat
Ambagten Overl. te kiesen. |
|||||||||||||
Salaris.
|
|||||||||||||
II.
Schikkingen omtrent het Htiishouden "van Overheden.
No. 1.
De Heeren Burgermeesteren ende Regeerders der Stat Amster-
dam, ontfangen hebbende de Remonstrantie van eenige van de Over- luyden van 't St. Lucas Ghilde, hoe dat onder het zelve Ghilde suc- cessivelyck van tydt tot tydt gecombineert zyn verscheyde Ambachten, als Schilders, Glasemakers, Boekverkopers, ende Borduurwerkers, ende onder hen meermalen contentie was ghevallen, om de Presi- dentie in haar Collegie, vermits eenige vermeenden, dat het voor- sitten behoorde gedefereert te werden aan de Ambachten, die de outste in St. Lucas Gilde waaien aangekomen, ende andere aan de voornementheit van de Konst. Hebben haare E. E. omme Overlie- den in goede vrintschap ende buyten jalousie tonderhouden, raatsaam ghevonden te ordonneren, zoo als zy ordonneeren mits deesen, dat voortaan ende onder de oude aanblyvende Overlieden, als de ver- kiezinge dairomme geschiet zal weezen, presideeren zal de outste in |
|||||||||||||
Ordre op de
zittiug van Overluiden. |
|||||||||||||
— 117 —
|
|||||||
bedieninge, ende vervolgens aan hem zitten wederom de outste in
bedieninge: twee ofte meer gelyken in outheit van bediening con- currerende, zal die voorzitten, die de oudste is in jaaren, 't welk inede onderhouden zal moeten werden in 't regart vande aankomende Overlieden, onder dewelke de naaste ande outste zal zitten, die de outste bevonden zal worden in bedieninge geweest te zyn, ende twee ofte meer van gelyke outheit in bedieninge concurrerende, als vooren: ofte wel nooyt in bedieninge geweest hebbende, zal de outste van jaren voorzitten, zonder regart te neemen van wat Ambacht dezelve inkoomen, alzoo alle de Overlieden van't voorschreeven Ghilde indif- ferente geconsidereert en angenomen werden, als meede Leeden van St. Lucas Ghilde, doch zullen de Presidents beurten blyven en on- derhouden werden, zoo als die tot noch toe gepleeght zyn geweest, des zal de President den tyt van zyn Presidentschap geëyndicht zynde, zyn zitplaats neemen moeten daer die was ter tyde van de electie van de Overlieden. Actum 4 Maert 1657. N«. 2.
Alsoo tusschen de Overluyden onder malkanderen verscheyde
maelen differentie is gevallen overt sitten des Presidents, ten tyde als de Glaesemaeckers Proeven gedaen wierden, ende om dese differcn- tien in het toekomende voortekomen, soo hebben wy Overluyden compleet zynde altesamen, ende eenstemmich, de drye ondergeschre- ven aen de Ed. Heeren Burgemeesteren gecommitteert, dewelcke heb- ben gerappoiteeit, dat de Eu. Heeren Burgemeesteren verstaen, dat van nu voortaen, die President is, gedurende den tydt zyns Presi- dentschap, soo op de Glasemaeckers Proeven, als oock in alle voor- vallende saecken, als President sal blyven sitten, sonder eenich onderscheit te maecken van wat Lit hy oock sy. Ende hebben haere |
|||||||
Nader ordre
op de Zitting vanOverluy- den. |
|||||||
— 118 —
|
|||||
Ed. Heeren belast dat de Overluyden sulx souden te boeck setten,
waer naer haer de Overluyden naer desen sullen hebben te reguleeren.
Ac"him den 23 January 1658.
Geordonneert by de volgende Heeren Burgermeesteren.
De Heer Andries de Graef^ President.
De Heer Gerrit Schaep.
De Heer Cornelis van Vlooswyck.
Uyt de Overluyden waeren gecommitteert.
Dirk Santvoort ^ Schilder.
Daniel Elsevier, Boeckvercoper. Hendrick de Hont^ Glasemaecker. President. Pieter Martsen. III.
Fmtdlien aan Overheden, en wat daaromtrent in acht te neemen hebben.
No. 1.
Extract uit de Gildebiief in dato 2 Sept. 1553.
Visitat'e Art. I2 *tem 1 za^ doverman inder tyt vanden voorsz. Ambochte
tardeiPte1" mitten overman lest ofgegaen sculdich wesen twee mael s'jaers, wan-
doen, neert henluiden best te passé zal comen, te gaan besien ende tondev- soucken alle den winckelen vanden voersz. ambochte omme te be- vinden oft dezen articulen onderhouden werddèn, dwelck elck van- den ambochte mit vreede ghedooghen zal moeten, op de boete voorsz., cnde dat voirts de-zelve overluden toesicht sullen hebben by hooren eede, op donderhoudinge van allen den voersz. poincten, |
|||||
— 119 —
|
||||||||||||||
ende te doen corrigeren den overtreders van dien: ontfangende ende
innende den boeten voersz., die bekeurt zullen werdden een derden- deel tot behouflf van den heere ende die twee derdendele tot behouflf |
Eu toe te
zien op de onderhou- ding der Keuren. |
|||||||||||||
van tvoersz. altair: mits doverluden voersz. van dese twee derden-
deelen hebben sullen een derdendeel tot hooren prouffyte, voer hoo- ien moyten. Ende wairt zaicke dat yemand van den voorsz. ambochte ofte Injurien
ghildebroederen den voersz. overluden misdaede, rnit woerden ofte mit wercken, tselve zal scarpelicken by den gherechte ghestraft werd- den, andere ten exemple. No. 2.
Overluiden zyn Proefmeesters. Zie Gildebrief No. I. Art. 2. en
No. 2. Art. 2. No. 3.
Overheden hebben de Directie omtrent de Bosse; en word Jaar-
lyks een tot Bosmeester verkoren. Zie Gildebrief No. 4 Art. 6. No. 4.
Overluiden moeten Visitatie doen van Schilderyen, Beeldwerk,
Prenten en Konst, welke publicq verkogt zullen worden. Zie hier na onder publicque Verkopingen. No. 5.
Ovevluyden ende Bosmeesteren moeten Boekhouden en Rekening doen. Zie Gildebrieven No. 2. Art. 28. No. 4. Art. 6. en Gen. Re- glement Art. 1, 2, 3 en 12. No. 6.
|
||||||||||||||
Niemand in
't Gild te ne- men dan Poorters. |
||||||||||||||
Den Heer ende Gerecht gebieden, dat de Overmans van de
|
||||||||||||||
Gilden dezer Stede, nu zynde ofte na maals wesende, geen Gilde
|
||||||||||||||
— 120 —
|
|||||||||||||||||
broederen aennemen en sullen, of sy sullen eerst ende alvoren ver-
sekert wesen, dat zy Poorteren deser Stede syn; ende dat op een boete van tien pond Heerengelds te verbeuren.' Actum den 18. October '499- No. 7.
|
|||||||||||||||||
Keuren ob-
serveeren. |
|||||||||||||||||
Overluiden, mogen niet min nog meer vorderen: nog eenige uit-
|
|||||||||||||||||
keeringen, alimentatien of andere betaliugen doen; als by Keuren
is bepaalt. Zie Generaal Reglement, Art. 3. No. 8.
Overluiden moeten de Keuren strict en na de Letter observee-
veeren. ren, en doen observeeren. En mogen niemand in 't Gild nemen, dan die Proef gedaan en zyn Poorter-Cedul vertoont heeft. Idem, Art.
5. en hier voren, No. I. en No. 6. No. 9.
Jaarzangen. Overluiden, hoe de jaarzangen moeten doen invorderen. Idem,
Art. 9.
No. 10.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749.
|
|||||||||||||||||
Bekeuring
en invorde- ren der boe- ten. |
|||||||||||||||||
Dat de respective bekeuringen insgelyks zullen mogen werden
gedaan door twee Gildebroeders, dog dat de boetens zullen werden |
|||||||||||||||||
ingevordert door de Overlieden van St. Lucas Gild, en dat dezelve boe-
tens, na aftrek der kosten, zullen werden uitgekeert aan de Arme- busse van 't Gilde. Nota. Zie hier voor, No. 1. en Generaal Reglement, Art. 13.
|
|||||||||||||||||
— 121 —
|
|||||
IV.
Salaris en Emolumenten. No. i.
Overluiden hebben twee negende parten in de Boetens. Zie ?, in de Boe-
Gildebrief, No. I. Art. 12. No. 2.
Overluiden mogen (buiten haar Ordinair Salaris) Jaarlijks ver- Verteering.
teeren driehondert guldens. Volgens Keure van dato 31 January 1749. Zie hier vooren, ie Onderdeel, No. 5. No. 3.
Overluiden, in dienst, zyn vry van Jaarzang en Begraafnis gaan. Vry van
Lasten.
Zie Generaal Reglement. Art. 8. No. 4.
Wat Overluyden van de Proevelingen en voor Visitatie eelt ge- Visitatie
& & geit.
nieten. Zie hier na, Hooftstuk VI. V.
GILDEKNECHT en zyn LOON, em.
No. 1.
Waar uit verkozen moet worden. Zie Gen. Reglement, Art. II. Verkiezing.
No. 2.
Mag van de Gildebroeders niet meer vorderen, nog uit de Gil- <5aiaris vol-
denkas iets genieten, als 't gunt hem by Keuren is toegelegt. Idem, gens Keure. Art. 10. III. 16
|
|||||
122 —
|
||||||||||||||||||
No. 3.
Wat omtrent de Beunazen en Onvrye in acht te nemen heeft.
Idem, Art. II. No. 4.
Wat in 't ophaalen der Jaarsangen moet observeeien. Idem
Art. 9. No. 5.
Alzo de Keuren ende ürdonnantien vant St. Lucas Gilt, tot noch
toe gemaeckt, niet in en houden zodanige ordre ende reglement, als wel vereyst wort, om alle confusie voor te komen ende fraude te weren, in de publique vercoopingen van Schilderyen, Beeldwercken ende Kunst: soo is 't, dat myne E. Heeren van den Gerechte goetgevonden hebben te ordonneren ende statueeren, gelyk haer Ed ordonneren ende statueeren by dezen: Eerstelyck, datter gene zodanige publique Verkopingen van
Schilderyen, Beeltwercken ende Const, te weten, wanneer deselve vercoopingen in 't geheel end.e alleenlyck daer inne bestaan, 't sy door de Boden van de Weescamer, noch oock de Concergie, zullen mogen werden gehouden, dan in 't bywesen van den Knecht van 't voorsz. Gilt. |
||||||||||||||||||
Onvrye.
|
||||||||||||||||||
Jaarzang.
|
||||||||||||||||||
Pnblicque
Verkopin- gen. |
||||||||||||||||||
In zyn by-
wezen te honden. |
||||||||||||||||||
Dal deselve Gildeknecht alle de Schilderyen, Beeltwercken, Boe-
ken ende Konst, die alsoo verkoft zullen werden, zelffs zal moeten opgeven ende ten toon houden, ofte doen houden. 3-
Dat aen den Overluydeu van 't voorsz. Gilt, ofte ten minsten aen haren voorn. Gildeknecht, drie dagen voor dat soodanige Vercoo- |
||||||||||||||||||
Ten toon
bonden. |
||||||||||||||||||
Catalogus.
|
||||||||||||||||||
— 123 —
|
|||||||||||
pingen aenvanch nemen, ter handen gestelt ende overgelevert sal
moeten werden t'elkens de genumereerde Catalogus van dien. 4-
Dat, gedurende de gemelte Verkoopingen, altoos present sal moeten syn de voorsz. Gildeknecht, welcké voor syn moeyte van opgeven ende andere diensten, tot salaris sal genieten, vande Ver- coopers, 't zy dat die Gildebroeders zyn van 't voorsz. Gilt, dan niet, ider dach twe guldens, ende soo de Vercoopinge langer duert als zes dagen achter malkanderen, sal hy als dan genieten voor elcke dach, dien hy gebruickt wert, dertich stuyvers. Nota. Zie ook Gilde- brief No. 4 Art. 5. 5-
Voor 't omseggen van de Vercopingen sal de Gemelte Gilde- knecht genieten t'elkens gelycke dertig stuyvers, mits dat hy sich daer in quijte na behooren , doch soo het omseggen geschiet op den selve dag, dat de Vercopinge wert gehouden, sal hem voor dien dach tot loon van 't een ende 't ander, t'samen moeten betaelt werden twee gulden ende tien stuyvers, sonder meer. 6.
Wanneer twee sodanige Vercopingen, als vooren verhaelt, op een tyt ende vevscheydene plaetsen comen te geschieden, zulcks dag d'een na d'andere niet en can wachten, zal de voornoemde Gilde- knecht de eene zelff moeten waernemen, ende tot de andere als dan, met kennisse van de voorsz. Overluyden voor die tyt vermogen te gebruycken, ende in zyn plaetse te stellen soodanigen anderen per- soon , als de gemelte Overluyden zullen oordeelen tot het werck be- quaem te zyn. 7.
En sal voorts niemant anders vermogen eenige Catalogus ofte |
|||||||||||
Salaris.
|
|||||||||||
Idem, voor
't omseggen. |
|||||||||||
Mag een
Adsistent hebben. |
|||||||||||
Uitsluiting
van anderen. |
|||||||||||
— 124 —
|
||||||||||||
Biljetten ofte oock iets anders, dat 't voorsz. Gilt zoude mogen con-
cerneren, den Gildebroeders ofte particulieren omnie te dragen, ofte bekent te maecken, dan alleen de voorn. Gildeknecht. Actum den 7 Januaiy 1659. No. 6.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, amplië-
rende het 7e Articul van de Ordonnantie van het St. Lucas Gild, van dato 7 Januaiy 1650 spreekende van het omdragen en bekent maken van eenige Catalogus, Biljetten of iets anders het voorsz, Gild con- cernerende, hebben tot een peene tegens de Overtreders van dien gestatueert, een somme van ses gulden, te weten, drie guldens voor de Bosse, en drie guldens voor de Gildeknegt. Actum den 4 February 1702.
No. 7.
Also myn Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in erva- ringe komen, dat in de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild niet staat uitgedrukt, hoe veel de Gildeknegt voor sijn Loon sal hebben van die geene, die de Glasemakers Proef komen te doen; soo is 't, dat haar Ed. Achtb. de Ordonnantie selve wel hebben willen ampli- ëren by desen, gelyk haar Ed. Achtb. deselve ampliëren by desen, dat van nu voortaan yder Glasemaker zyn Proef doende, sal betalen voor de Gildeknegt een en een halve Ducaton, en voor Intekenen van 't Gild tien stuivers. Actum den 30 January 1725. |
||||||||||||
Poene daar
omtrent. |
||||||||||||
Salaris van
Proeveling. |
||||||||||||
No. 8.
Den 27 Augustus 1749. is by haar Ed: Gr. Achtb. verstaan en aan Overluyden mondeling aangezegt, dat den Gildeknegt zou bly- ven genieten, het Tractement en Emolumenten, bevoorens by zyn |
||||||||||||
Tractement,
&c. |
||||||||||||
— 125 —
|
|||||||||||
Praedecesseur en by hem tot nog toe genoten. En is geinsereert
in de Notul daarvan gehouden. III. HOOFT-STUK.
van de
AMBACHTEN, NERINGEN en WERK, tot dit Gilde behorende.
|
|||||||||||
No. i.
Volgens Gildebrief in dato 2 Sept. 1553.
Art. i. en 10. De Glasemakers en Glasenschryvevs.
No. 2. Extract uit de Gildebrief in dato 20 July 1579. Art. 1. In den eersten, dat niemandt van den gheenen, die
onder den const ofte 't ghilde van Sinte I.ucas begrepen sijn, als namentlyck Schilders, Glasemaeckers, Beeldesnyders, Figuersnyders, Borduyrweickers, Tapissierwerckers ende Leywerckers, 1) mitsgaeders alle andere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier ter stede haeren handtwerck niet en zullen mogen exerceeren, ofte doen, nochte oock int gilde niet en zullen mogen comen, ten zy datse eerst burgers ende poorters deser Stede syn. 13. Item, dat alle de gheene, die hem mette pevs generen,
sullen gehouden wesen 't voorsz. Ghilde van Sinte Lucas te vernoe- gen, ende te betaelen eens drie Kavolus guldenen, gelyk 't selve 1) Zal moeten zijn Gleiwerkers (Pottenbakkers). Zie ook bladz. 108,
|
|||||||||||
Schil-
ders &c. |
|||||||||||
Die de Pers
gebruiken. |
|||||||||||
— 126 —
|
|||||||||||||
altyt een gebruyek is geweest, ende noch is; sonder dat sy daer
nae meer belast sullen werden; t'appliceren als boven. 14. Item, van gelycken oock de geene, die hen generen mette
verwe, pintseel, borstel, daer men de verwe mede verstroyt, ende yser, daermen 't glas mede gruyst, zullen die selffde oock gehouden wesen 't voorsz. Ghilde te vernougen, rnet drie Karolus guldens t'appliceren als boven. No. 3.
Op ten 27 January 1617, is by myne E. Heeren van den Ge- rechte verstaan, dat geene Gildebroeder van St. Lucas-Ghilde binnen deser Stede eenige opene winckelen sal moghen houden, om Schil- deryen te vercoopen, voor ende aleer hy is Poorter deser Stede; op peene van een daelder telckens te verbeuren. No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 January 1621. Art. 1. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst
offte t'Gilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders, Vercopers van dien, Glasemaeckers, Borduyiwerckeis ende Vercopers van dien, Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders, Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glay- werckeis, Cofferniaeckers mitsgaders alle andere, die haer metter penseel, borstel offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren hantwerck niet en sullen mogen excerceren offte doen, ten zy dat se eerst Burgers ende Poorters deser Stede zijn, ende het Ghilde ten vollen betaelt zullen hebben. No. 5.
Op huiden is by myne E. Heeren van den Geregte, om alle
questien ende oneenighcit tusschen de Overluiden van St. Lucas Gild, |
|||||||||||||
Die haar
geneeren met Verwe |
|||||||||||||
Schildery
handelaars. |
|||||||||||||
Idem,
andere. |
|||||||||||||
Nader cr-
d re omtrent dien die
de Pers ge- bruiken. |
|||||||||||||
— 127 —
|
||||||||||
ende die van de Boeckdruckers ende Boekvercopers zoo veele doen-
lyck, voortecomen geordonneert ende gewillekeurt, dat de Speel- caartemakers ende Papierkonst ofte Prent Winckeliers, de Pars ge- bruickende, te weten een igelyck van hen, die nu airede syn, ende na desen comen sullen , in hare vrijheit ende vermogen sullen heb- ben, omme eenmaal te verkiesen, ende verclaren onder welk Gildt van de voorsz. twee Gilden deselve sullen ofte sal willen resorteren, mits na gedane Keure ende Verclaringe haer voorts daeraen hou- dende, ende sich regulerende na de Keuren ende Ordonnantien van het Gildt, dat by haer gecoren sal syn, ende betalende het Incom- geld, mitsgaders alle andere lasten, daartoe staende. Actum den 13. Maartii 1664. No. 6.
Extract uyt 't Register van de Besoignes
van Heeren Burgermeesteren en Sche- penen, gesamentlik op eenige Reques- ten gehouden, binnen Amsterdam. Den 26 January 1667. No. 17. Plaatsnyders Request, daer by sy versoeken te blyven Haatsny-
buyten het St. Lucas Gild , is afgeslagen. (G'ei'ekent)
N. NICOLAI. No. 7.
Extract uit de Keure, in dato 11 Feb. 1700.
|
||||||||||
Beeldhou-
wers. |
||||||||||
Art. 1. Dat buiten de Gildebroeders van St. Lucas Gild, hoo-
|
||||||||||
rende onder de proef van de Beeldliouwerye, niemand sal vermogen
|
||||||||||
— 128 —
|
|||||||||||||||
Beeldaie- eenig beeld, of cieraad-werck, 't zy in steen, hout, loot, pleister
ers- of diergelyke stoffe, 't zy voor Winkeliers of particulieren te maken, op de boete van haar gemaekte goed, en gereetschap, te redimeren
met een somme van ses guldens, voor de eerste maal, en voor de tweede en meerdere malen, telkens met een somme van twaelff gul- dens, sullende deze bekeuringe mogen werden gedaan, soo wel door yder van de Gildcbroeders, als door de Overluyden en Gildeknegt. |
|||||||||||||||
HOOFT-STUK.
van de
|
|||||||||||||||
IV.
|
|||||||||||||||
PROEVEN, PROEE-PLAATS, EN WAAR DE PROEFSTUKKEN
VERBL WEN MOETEN. |
|||||||||||||||
Proeven, wanneer te doen.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630. Alsoo myne Heeren van den Gherechte bevinden dat verschey-
den personen, 't Ghilde van St. Lucas subject zynde, over Jaer ende dagh, hare neeringe offte handel gedaen hebben, sonder nochtans oyt het Ghilde gecocht te hebben, ende dat Glasemaeckers ende Gla- senschryveis, sondei oyt hare prouve gedaen te hebben, oock sulcx doen, soo belasten zy daeromme allen ende eenen iegelycken der zelver Ghildebroederen ten langhsten binnen den tydt van acht daghen, nae dat sy van den Overluyden, offte van den Knecht van 't Ghilde vermaent zyn, hun te vervoegen by den Overluyden, t'Ghilde te koo- pen ende te betalen; ende namentlyck de Glasemaeckers ende Glase- |
|||||||||||||||
Na aanma-
ning, binnen 8 (lagen Proef te doen. |
|||||||||||||||
— 129 —
|
|||||
schryvers, heurluyder prouff binnen den voorsz tydt te doen, op peene
dat de ghene, die daer in ghebreeckelyck blyft, voor ieder dagh nae de expiratie van de voorsz. acht daghen, ten behoeve van de Bos van 't Ghilde verbeuren sal ses stuvers, ende dat daerenboven 't ghene syluyden bevonden worden gemaeckt, te koop, offte in huys te heb- ben om te verkopen, 't voorsz. Ghilde subject zynde, sal wesen ver- beurt; des dat zy luyden 't selve sullen mogen redimeren met ses gul- dens eens, een derde voor den Officier, een derde voor de Bos van 't Ghilde, ende een derde voor d'Aelmoesseniers armen, welcke Keure ende Ordonnantie oock in alles subject zullen zyn alle de geene, die nae desen beginnen zullen, eenighe der voorsz. handwercken offte neeringen te doen ende op te stellen. II.
Welke Ambachten Proef subjecl zyn.
Ingevolge de hier na te volgene Keuren:
Glasen-makers.
Glasen-schryvers. Beeld-houwers. Beeld-gieters. III.
Wat f roef ieder der voorschrevene Ambachten doen moet; en wie
Proef-vry is. i.
Glasen-makers.
No. i. Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553. kera'proët" Item, dat nyemant in 't voorsz. ambacht angenomen zal werden
III. iy |
|||||
— 130 —
|
|||||||||||||
voir meester ten zy hy etc. Oick mede dat hy by den voorsz. over-
luden guet gekent weidt, die ghemeente te kunnen voldoen voer al- zulcx alsmen hem bestaeden zall te maicken, als te weeten, een witt glas zulcx alsmen hem voorleggen zall, tzy ruytwerck off vierkant, ende tselve wel ende perfectelick in zyn loet te stellen. No. 2.
Extract uit het 5de Art. van de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Item, dat niemandt int voorsz. Ghllde sal mogen conimen om
zyn handtwerck te doen, oft etc. ende so hy een Glasemaker is, ende zynen handtwerck daer mede doen wilde, zal die selffde gehouden wesen, den prouff te doen, sulcx die Overluyden hem voorleggen sul- len, zoo wel schryven als witwerck t'samen, dat men tselve voor alle verstandige meesters mogen verthoonen, dattet waert sy voor alle goede Luyden te voldoen, 2.
Glasen schryvers.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Ofte die hem vermeten willen Glasen te scryven, dat de selve
sullen een parck kunnen scryven, dwelk men mit eeren mag toenen. |
|||||||||||||
Idem.
|
|||||||||||||
Glasen-
«chryvers- |
|||||||||||||
Beeld-houwers.
Extract uit de Keure, van dato II Feb. 1700.
Art. 3. De proef zal bestaan in het maken van een mar., of
vrouwen beeld, ten minsten van drie voeten hoog, 't zy van steen of hout, ter keure vande provenier, het Beeld gemaakt, en by de Overluyden voor goed opgenoomen synde sal de provenier voor het |
|||||||||||||
Beeld hou-
wers Proef. |
|||||||||||||
— 131 —
|
|||||||||||||
regt, om int Gild te koomen, betalen de zomme van twaelff
guldens. Art. 8. De Beeldhouwers zullen al haer werk, het sy rond of
vierkant, daer eenige Beeldhouwerye aenkomt, van den beginnen af aan, uit een rouwe steen vermogen op te maken. |
|||||||||||||
lSeeld-gieters.
Extract uit de Keure, van dato il Feb. 1700.
Art. 4. Dog die geenen, die haer maar alleen geneeren met het
gieten van pleistere of loode Beelden, sullen maar alleen tot een proef gehouden syn te maken een pleister of loode Beeld, ter voor- gemelde hoogte*, en het selve door de Overluiden voor goed opge- nomen synde, sal door de provenier, voor het regt van het Gild, betaeld worden als vooren twaelff guldens. * Zie Beeld-houwers. |
|||||||||||||
Beeld-gie-
ters Proef. |
|||||||||||||
Steen-houwers.
Extract uit de Keure, in dato n Feb. 1700. Art. 9. De Steenhouwers zullen dese proef niet subject syn, en
dies niet tegenstaande vermogen te maaken alle cieraad-werken, die tot gevels behooren, uytgesondert beelden en statuen, 't zy kleyn of groot, die zy op haer winkels niet zullen vermogen te laten maken, op de boete van twaelf guldens, soo menigmaal als sy sullen bevon- den werden contrarie deses te hebben gedaan. Nota. Alle verdere Konsten en Ambachten tot dit Gild beho-
rende, zyn insgelyks Proef-vry. |
|||||||||||||
Steeu-üou-
wers Proef vry. Exceptie.
|
|||||||||||||
— 132 —
|
||||||||||||
IV.
Proef-plaats. En waar de Proef-shtkken verblyven moeten.
No. i.
Extract uit 't 2de Art. van de Gildebrief, in dato 20 Tuly 1579.
Waarby, omtrent de Glasemakers proef, wordt gezegt:
Ende sal de selffde prouff moeten doen tot een Overmanshuys;
Ende zal de prouff het Gilde toebehooren, omme die te bewaeren, ende te verthonen, datmen hem ende alle meesters recht ende ge- lyk doet. No. 2.
Extract uit de Keure, in dato 11 Feb. 1700
Art. 5. De proef sal moeten werden gemaekt op de Gildeka- mer, of soodanige bequame plaets, als de Overluyden sullen komen aen te wysen. Art. 7. De proef saUmoeten blyven aen het Gild, om op de
Gildekamer of andere bequame plaets daer toe te ordonneren, te werden geplaast, zonder dat de Overluiden deselve oyt zullen mogen verkoopen of vervreemden. |
||||||||||||
Proef-plaats
|
||||||||||||
Proef, voor
't Gild. |
||||||||||||
V. HOOFT-STUK.
VAN DE PROEVELINGEN, EN WAT OMTRENT DEZELVE
GEOBSERVEERD MOET WORDEN. |
||||||||||||
No. 1.
Die in 't Overluiden mogen niemand als Gildebroeder aennemen, ten zy moet P°o™r- hy Poorter dezer Stede zy. Zie II. Hoofdstuk, 3de Onderdeel,
ter zyn. Nq 6 gn Generaai Reglement Art. 5. |
||||||||||||
*
|
||||||
— 133 —
|
||||||
No. 2.
Is goedgevonden ende geresolveert, dat voortaan niemand in Idem. eenige Gildens binnen deser Stede zal werden geadmitteert, 't en zy alvoorens het Poorter recht is betaalt', invoegen geenige Persoonen hen daar toe met het kleine Burger- ofte Ingesetenschap van zeven- en-twintig stuyvers zullen konnen ofte mogen behelpen. Actum den 30 Dec. 1684. No. 3.
Extract uit het Iste Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553. In den eersten, dat nyemant tambocht van glasenmaicken hier Idem,
ter Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Stede poorter etc. No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. J. In den eersten, dat niemandt van den gheenen, die on- idem.
der den cunst ofte 't ghilde van Sinte Lucas begrepen syn, als namentlyck Schilders, Glasemaeckers, Beeldesnyders, Figuersnyders, Borduyrwerckers, Tapissierwerckers en Leywerckers t), mitgaeders alle andere die haer metter pentsier, ofte metter verwe generen, hier ter Stede haeren handtwerck niet en zullen mogen exerceren, ofte doen, nochte oock int gilde niet en zullen mogen comraen, ten zy datse eerst burgers ende poorters deser Stede syn. No. 5.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
Art. I. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst Idem.
offte t'Ghilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyck, Schilders,
Vercopers var. dien, Glasemaeckers, Borduyrwerckers ende Vercopers
1) Zie de noot op bl. 125.
|
||||||
— 134 —
|
|||||
van dien, Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsnyders,
Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers, Glay- werckers, Cofferraaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter penseel, borstel, offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren hantweick nyet en sullen mogen exerceren offte doen, tenzy datse eerst Burgers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten vollen betaelt zullen hebben. No. 6.
Extract uit de Keure, in dato II Feb. 1700.
Idem- Art. 2. Niemand sal tot het doen van syn proef, om in het Gild
te komen, worden geadmitteert, ten sy hy alvorens Burger zy, en
het selve aen de Overluyden doed blycken. No. 7.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Leerbrief Item, dat nyemant int voors. ambocht angenomen zal werdden
voer meester ten sy hy beschyn brenge voer douerluden van den
voors Ambochte dat hy den meester by wien hy tambocht heeft ge- leert, voldaen heeft. No. 8.
Extract uit het 2de Art. van de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Idem. Item, dat niemant int voorsz. Ghilde sal mogen comen om zyn
handtwerck te doen, oft hy moet eerst ende alvooren bescheyt ende
bewys van zynen Leermeester brengen, als dat hy hem vromelyck gedient ende voldaen heeft. |
|||||
— 135 —
|
||||||||||
No. 9.
Volgens Keure van dato 31 Jan. 1749. moeten die gene die in
't gilde willen komen, alhier vier Jaren by een meester hebben ge- werkt. Zie hier na Hoofdstuk VIII. No. 10.
Extract uit de Keure, van dato 11 Feb. 1700. |
||||||||||
Art. 6. Aan den provenier sal vergunt werden, tot het maken
van een steene Beeld, de tyt van 24 dagen, tot een houte Beeld de |
Tyt tot
het afmaken derProeven. |
|||||||||
tyd van 12 dagen, en tot een pleyster of loode Beeld, de tyd van
6 dagen, dog langer daer aen werkende, sal hy voor ider dag, die hy langer, als de voorgestelde 24, en 12, of 6 dagen daer aen bezig is, aen het Gild moeten betalen twaelff stuyveis. VI. HOOFT-SïUK.
VAN HET
PROEFLOON, INKOM- OF GILDE-GELD, EN VERDERE ON-
KOSTEN BY DEN PROEVELING TE BETALEN. I.
Van het Proef-loon.
No. 1.
Extract uit de Keure, van dato 21 Octob. 1623.
Art. 8. Ende alsoo de Oveiluyden vant Gilde, op te proeve, proef.i0on
(die by de Gildebroeders, om meesters in hare Conste te zyn, gedaen
worden) moetende vaceren, veele versuymen, voor welck versuym
zyluyden voor haer salaris, zedert veertich jaren heiwaerts, niet meer
genoten hebben, als dartich stuyvers, soo verhoogen myne voorsz.
Heeien tvoorn. Salaris van dartich stuyveis, op drye guldens.
|
||||||||||
— 136 —
|
|||||
No. 2.
Aen de Ed: Groot Achtb. Heeren de Hee-
ren Burgermeesteren ende Regeerders der Stadt Amstelredamme. Idem Verthoonen met behoorlyke eerbiedicheid d'Overluyden van 't St.
verhoogt. J '
Lucas Gild alhier, hoe dat op heden, aen hun Gild niet en is ver-
leent een Articul, waer by sy Supplianten, vermogen hebben, iets te eyschen van de Glasemakers en Glaseschryvers die hun proef willen doen en in 't vooisz. Gild comen, weshalven hun in de voorlede week van een onwillige is vooigecomen, die als Glasemaker syn proef willende doen, daer voor niets wilde betalen ten behoeven van tGild: sig beroepende op bewys en gezigt van 't regt, dat sy Supplianten daer toe hebben; En dewyl alle incomende Gildebroeders van alle andere Gilden moeten betalen, en synde ordinair by hun Supplianten voor desen geeischt en becomen, omtrent vyftigh guldens; soo keeren sy Supplianten hun tot uw Ed. Groot Achtb. ootmoedelyck versoe- kende, dat uw Ed. Gr. Achtb. gelieven te ordonneeren, dat alle Glasemaker of Glaseschryvers hun proef doende, gehouden syn, al- voorens te betalen, de voor dees geeyschte vyftich guldens, off zoo veel meer off min als uw Ed. Gr. Achtb. gelieven zullen te verstaen. 't welk doende etc. (Was Geappostilleert)
Myne Heeren van den Gerechte op het versoek van d' Overluy-
luyden van St. Luycas Gilde, en remonstrantie dat, de Glasemakers en Schryvers haer proeff doende, niet particulierlyke staet geexpres- seeit de prys, die voor de proef zal moeten werden betaelt, Ordon neren alle die gene die in het Gilde van Glasemakers off Glasschry- vers zullen willen comen, voor het doen van hun proef te betalen |
|||||
— 137 —
|
|||||||||||||
eens een somme van acht en twintigh guldens seven stuyvers. Welke
voornoemde somme zal worden geappliceert, als gebruykt word in 't regarde van d'andere proeven van het voornoemde Gilde. Actum den 29 January 1677. |
|||||||||||||
II.
Van het Inkom- of Gilde-Gelt.
No. I. Extract uit de Gildebrief, van dato 2 Sept. 1553. Art. 1. In den eersten dat nyemant tambocht van glasemaicken hier ter Stede zal mogen opstellen, hy en zy deser Stede poorter, ende tot proufyte van tvoorsz Ghilt betaelt zal hebben drie Karolus guldenen, tot twintich stuuers tstuck, indien hy poorter es, oft een ghildebroeders dochter heeft, mail' indien hy vreempt, ende niet ghe- huwelict wair als vooren, dat hy als dau schuldich zal zyn te betalen, voir zyn ghildegelt zes Karolus guldenen, ende dit all binnen siaers te gheven, op de verbeurte van zyn ghilde ende drie Karolus gulde- nen dair en boven. No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579. Art. 3. Item, dat niemandt eenige van de voorsz. handtwercken ofte Gunsten sal mogen doen, voor dat hy poorter deser Stede is ende betaelt zall hebben voor syn incompste vyff Carolus guldenen, 't en waere die vreemde persone een Ghildebroeders dochter troude, ende syn burgers eedt gedaen hebbende, zal in dien gevalle niet meer betalen dan drie gulden. Ende sal oock een burgers zoon met drie guldens t'ghilde mogen winnen; ende dit al tot behouff van de arme bosse. Ende oft yemandt by den Overluyden respyt ofte uyt- |
|||||||||||||
GiMe-gelt.
|
|||||||||||||
Idem
verhoogt. |
|||||||||||||
III.
|
|||||||||||||
t8
|
|||||||||||||
— 138 —
|
|||||||||
settinge gegeven worde, omme de voorsz. Penningen te betaelen,
ende op den besetten daege niet en betaelde, sal als dan t'gunt al- sulcken betaelt heeft, hem geene betalinge verstrecken, maer t'selve dat hy betaelt heeft, verbeurt wesen, deur syne quaede betaelinge, tot behouve van de arme bosse. No. 3.
Op huyden is by myne Heeren van den Gerechte geordonneert,
dat een Burgers Zoon het Gilde winnende, voor inkomen in plaetse van drie gulden, van nu voortaen betaelen zal vier gl. tien stuyvers, ende een vreemde zeven gl. tien stuyvers. Ende dat voorts elcke Gildebroeder van nu voortaen voor Jaersanck alle vierendelen jaers betaelen zal vyff stuyvers. Actum den 27 January 1617 No. 4.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaringe
zynde gekomen, dat veele Glasemakers hier ter Stede, exercerende de Giasemakers functie, ook komen te zyn Schilders, zonder het regt van 't Schilders Gild gekogl te hebben, veel min het Jaargeld en de Lasten van 't zelve Gild komen te betalen, waar door de Schilders, die de Lasten helpen dragen, zeer werden geprejudicieert, waar inne myne voorsz. Heeren, willende voorsien, goedgevonden hebben de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild te amplieeren, gelyk haar Ed. Achtb. dezelve amplieeren by deze, dat van nu voortaan geen Glase- maker de functie van Schilderen zal mogen exerceeren , voor en aleer het regt van 't Schilders Gilde zal zyn betaalt, en dat geen Schilder de functie van Glasemaker zal mogen doen, als na de Glasemakers proef gedaan en het regt van 't selve Gild betaalt te hebben, alles op eene boete van 25 gulden, ten profyte van 't voorsz. Gilde. Actum den 28 Janu. 1724. |
|||||||||
Nader
verhoging |
|||||||||
Poene te-
ge Glasema- kers die Schilderen zonder 't recht van 't Gild te vol- doen. |
|||||||||
139 —
|
|||||||||
No. 5.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in ervaringe zynde gekomen, dat veele Glasemaker hier ter Stede, exercerende de Glasemakers Functie, ook komen te zyn Schilders, zonder het regt van 't Schilders Gild gekogt te hebben, veel min het Jaargeld, en de lasten van 't zelve Gild komen te betalen, waar door de Schil- ders, die de lasten helpen dragen, zeer werden geprejudicieert, waar inne myne voorsz. Heeren willende voorsien, goedgevonden hebben de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild te amplieeren en te elucideeren, gelyk haar Ed. Agtb. dezelve amplieeren en elucideeren by dezen; dat van nu voortaen geen Glasemaker de functie van Schilderen zal mogen exerceeren, vooi'\en al eer het regt van 't Schilders Gilde zal zyn betaelt, en dat geen Schilder de functie van Glasemaker zal mo- gen doen, als na de Glasemakers Proef gedaan, en het regt van 't zelve Gilde betaalt te hebben, en dat zy vervolgens aldus Glase- makers en Schilders te gelyk zynde, voor Jaarsangen aan het voorsz. Gild sullen gehouden zyn te betalen jaarlyks een gulden als Glase- maker, en tien stuyvers als Schilder: mits dat de Overluiden van 't gemelde Gild, van alles, 't geen zy in maniere voorsz. komen te ontfangen, sullen geven behoorlyke quitantie, met üytdrukking van de ontfaEgene, en daar voor betaalde somme, sullende 't selvige ook plaatse hebben ter occasie van het kopen der Bosse, alles op een boete van 25 gulden, ten profyte van 't voorsz. Gild. Actum den 31 January 1727. III.
Verdere Onkosten. No. 1.
Alzo myn Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam in er- varinge komen, dat in de Ordonnantie van 't St. Lucas Gild niet staat |
|||||||||
Idem
tege Schil- ders en Gla- semakers , die 't Gild niet voldaan hebben. |
|||||||||
Gildeknecht
en Inteken- gelt. |
|||||||||
— 140 —
|
|||||||||
uitgedrukt, hoe veel de Gildeknegt voor sijn Loon sal hebben van
die geene, die de Glasemakers Proef komen te doen; soo IS 'T, dat haar Ed. Achtb de Ordonnantie selvë wel hebben willen amplië- ren gelyk haar Ed. Achtb deselve ampliëren by desen, dat van nu voortaan yder Glasemaker zyn Proef doende, sal betalen voor de Gildeknegt een en een halve Ducaton, en voor Intekenen van 't Gild tieu stuivers. Actum 30 Jann. 1725. No. 2.
Keuren- Die in 't Gilde komt moet een Keuren-boekje nemen en betalen. ' Zie Generaal Reglement Art. 6.
VII. HOOFT-STUK.
•van het
BOS-GELD EN DE JAARZANGEN. |
|||||||||
I.
B os-Geld.
No. 1. |
|||||||||
Wat met Alsoo met de veranderinge van de Regeeringe binnen dese Stede
tie ten'tjro- ^e sa^e ^el ï^eug'e oock sulx is verandert, dat tot onderhoud van
fyte van de j Gilden, Ambachten ende Neringen, preservatie van rust, vrede
Bosse ko- '
men moet. ende eenigheid binnen der selver Stede ende onder de Burgers ende
Inwoonders van dien, van nooden is, metten aldereei sten op de selve
Gilden ende Ambachten, ende onderhoudenisse van dien gedispo-
neert ende versien te werden, hebben myne Heeren van den Gerechte
met advys van de XXXVJ. Raden deser Stede gewillekeurt, geordon-
neert ende gestatueert, willekeuren, ordonneren ende statuëren by
desen, dat alle oude Coustumen ende tot noch toe geobserveerde
Usantien, ordonnantien ende Brieven van alle Gilden, Ambachten,
|
|||||||||
— 141 —
|
|||||
soo wel in 't aennemen van Gildebroeders, proef doen, versterven,
collecteren ende vergaderen van Jaersang, en alle anderen poincten, met de contributien ende executien van boeten, daar op gestelt, haer oude loop,_ volle kragt ende gebruyck sullen hebben ende blyven houden: behalven dat alleen (om niemand, van wat religie hy dan sy, in syn gemoet ende conscientie te bewaren) alle de penningen uyt sake voorsz. komende, ofte die reeds by de beurse mogen syn, by de Overluyden van de selve Gilden, igelyck in 'tsyne, gestelt, of noch te stellen, (welcke Overluyden de Bos of Beurse, daer sulx verscheyden is geweest, nu oock aen sullen nemen) van nu voortaen aengenomen, ontfangen ende op gewoonlicke tyden vergadert ende gecollecteert sullen werden, ende in een algemeene Bosse ofte Beurse van igelick Gild gebragt werden, omme by advys van de Burgemees- teren in der tyd, synde de oude deugdelicke schulden eerst alvoren betaelt, de reste niet, als voortyds in onnutte superstitien, droncken- schap ende onbehoorlicke brasseryen, maer met advys als boven tot sustentatie ende onderhoud van oude, verarmde of gebreckelicke en behoeftige Gildebroeders ende Susters, ofte andere Goddelicke en eerlicke saken geëmployeert ende gebruyckt te werden. Bevelende wel scherpelick allen ende een igelick, van wat conditie en qualite hy sy, de Overluyden in de selve hare officien, ontfangen ende col- lecteren van penningen, executien van boeten, metten aenkleven van dien, met woorden ofte met werken niet te injurieren, ofte anders eenige onbehoorlicke wederstand ofte belet te doen, directelick nochte indirectelick; op arbitrale correctie. Actum den 21 juny 1578. No. 2.
Extract uit het 15de Art. van de Gildebrief, van dato 20 July 1579. Item, dat niemandt die onder 't voorsz. Gilde van Sinte Lucas, ofte van de Kunst begreepen, ende nieuws in 't Gilde comende zyn, |
|||||
— 142 —
|
|||||||||||||
yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen voor haer
innecomen eerst moeten betaelen twee guldenen. No. 3.
Extract uit de Keure, van dato 21 October 1623. Art. 7. Dat oock de Gildebroeders, die eerst in de Bosse
soecken te commen, in plaatse van de twee guldens, die van over veertien jaren daartoe gestaen hebben, betalen sullen vier guldens. No. 4.
Wat van de Leerjongens en Knechts voor de Bosse te vorde- ren. Zie hier na Hoofdstuk IX. |
|||||||||||||
Inkom-geit
verhoogt.
|
|||||||||||||
Leerjongens
en Knechts. |
|||||||||||||
II.
yaarzangen.
No. 1. Extract uit het 27ste Art. van de Gildebrief, van dato 27 July 1579.
Item, sullen mynen Heeren den Burgermeesteren alle Jaren op
Sinte Lucas-dach twee nieuwe Overluyden kiesen, in de plaetse vande twee oude, die afgaen sullen, ende dat etc. die welcke nieuwe ende oude gebleven Overluyden ten selven dage heure Jaersanck sullen innehalen. Nota. 't zelve is met gelyke woorden geordonneert in de Gilde-
brief, van dato 14 Jann. 1621. Art. 3. No. 2.
Extract uit de Keure van dato 27 Jann. 1617. Op huyden is by myne Heeren van den Gerechte geordonneert,
dat etc. Ende dat voorts elcke Gildebroeder van nu voortaen voor Jaersanck alle vierendeelen Jaars betaelen sal vyff stuyvers. |
|||||||||||||
Jaarzangen
wanneer op te halen. |
|||||||||||||
143 —
|
|||||||||
No. 3.
By Keure van 31 Jann. 1727 is geordonneert, dat een Glase-
maker en Schilder wegens beide het Gilde moet voluoen, en: dat zy vervolgens aldus Glasemakers en Schilders te gelyk zynde, voor Jaar- sangen aan het voorsz. Gilde gehouden sullen zijn te betalen Jaarlyks een Gulden als Glasemaker, en tien stuivers als Schilder. Zie deze Keure onder 't voorgaande VI. Hooftstuk.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 Octob. 1630. Art. 8. Ende ghemerckt d'Overluyden volgens 't 27ste Articule van de Ghildebrieff, van den 20sten July Anno xvc. LXXJX geau- thoriseert syn omme op St. Lucasdagh Jaerlycx 't Jaergelt in te halen, ende des niet te min den meesten tydt gebeurt, dat de Overluyden in 't ommegaen door wreveligheyt ofïte onwiüigheyt der Ghildebroe- deren, de helfft niet bekomen konnen, jae in plaetse van geldt, som- tyds quade ende injurieuse woorden hooien, dat oock de Stadt groot is, ende de Ghildebroeders verre vanden anderen verspreyt woonen, ende henluyden (als zynde meest persoonen, die hun met hun am- bacht ende neringe onderhoudende zyn) te moeyelyck valt haren confraters meer dan een reyse ter saecke voorsz,, t'heurluyder huyse te manen, behalven dat sommige Ghildebroeders van drie, vier,vyff ende meer jaren noch schuldig zyn, all' twelck streckende is tot groot nadeel van 't Ghild, ende vande siecke Ghildebroeders, dien weecke- lix een daelder uytte Bos verstreckt moet worden, soo bevelen mits- dien myne Heeren voorsz. allen den geenen, die eenich Jaergeldt noch schuldigh syn t'selve ten langhsten binnen een maendt, nae datse van den Overluyden op 't nieuw zullen aengesproocken wesen, Ie betalen ende brengen aen het Comptoir van den Overluyden, die |
|||||||||
Glasema-
kers en Schilders Jaarzang. |
|||||||||
Boetetegens
't niet beho- relyk beta- len van de Jaarzang. |
|||||||||
— 144 —
|
|||||||
Saterdaaghs gewoon zyn te vergaderen, op peyne dat d'selve maendt,
overstreeken zynde, de gebreeckige voor jeder maendt, boven 't geene zyluyden schuldig zyn (nae dat zy als vooren van den Overluyden zullen aengesproocken wesen) noch sullen moeten betalen vyff stui- vers eens, sonder meer. Art. 9. Dat van gelycken alle die gheene, die voortaen sullen
mogen in gebreecke blyven, datelyck aan den Overluyden (omme- gaende op St. Lucasdagh) off weynig dagen voor offte naer heurluy- den jaergelt te betalen, gehouden sullen syn, 't selve Jaergelt selffs te biengen ende te betalen, offte te laten brengen ende betalen, aen Overluyden op heiuluyder comptoir, ten langhsten binnen een maendt nae dat de Overluyden sullen hebben omme gegacn (gelyck sulcx by veele andere ghilden wordt gebruyckt) sonder dat de Overluyden verplicht sullen zyn 't voornoemde Jaergelt zelffs te halen, maar sullen ter contrarie alle Ghildebroeders gehouden wesen 't selve alle Jaren aen 't Comptoir vanden Overluyden op haren gcprefigeerden tydt te brengen, op peyne dat de gheene, die daer van langer in gebreecke blyfft, daerenboven noch alle maenden sal moeten betalen vyff stuyvers. Zie ook Generaal Reglement Art. 9. VIII. HOOFT-STUR.
WIE UIT DE BOSSE TREKKEN, EiV WIE NIET.
|
|||||||
No. 1.
Extract uit de Gildebrief in dato 20 July, 1579. DioiirdeBos Art. 15 Item, dat niemandt die onder't voorsz. Gilde van Sinte
niet.'8' M Lucas, ofte van de Kunst begrepen, ende nieuws in 't Ghilde co-
|
|||||||
— 145 —
|
|||||||||||||
mende zyn, yet uytte bosse sal mogen genieten, off die selve sullen
voor haer innecomen eerst moeten betaelen twee guldenen. Art. 16. Voorts en sal niemandt uytte bossc genieten, ten sy dat
hy eerst een jaer lanck syn jaergelt ende maentgelt ten vollen be- taelt heeft inde voorsz. arme bosse. Art. 17. Item, die cranck geworden zyn, sullen gehouden wesen
den naestcomstigen Sonnedach nae date van hoere crauckheyt, sulcx den Overluyden ofte Bosmeesters te kennen te geven: ende zoo zy sulcx niet en doen, sullen van die weecke daer van quyt syn, ende geen geniet uitte bosse ontfangen, inden welcken sy 't selve opten Sonnedach verswegen hebben. Art. 18. Item, det niemandt van de Ghildebroeders, die verout
syn, ende nochtans een knecht te wercke houden in haere winckel, uitte bosse sal mogen genieten, niet tegenstaendc hy seggen wilde, dat hy verout waere ende niet sien en conde; ende dat overmits hy hem op een knecht wel behelpen ende onderhouden can. Maar soo hy kranclc is, ende de knecht aldaer niet en werckt, alsdan sal hy uytte bosse genieten. Op huyden hebben mynen Heeren den Burgermeesteren omme
redenen dit Articule verandert, ende geordonneert dat alle de gene die totte Bosse contribueren, so wanneer die sieck worden, -daer uyt sullen genieten indifferentelyck. Aldus ge- ordonneert by allen den Burgermeesteren, den vyfthienden Augusti Anno xvc. negen ende tseventich. In kermis.se van my als Secretaris.
W. PIETERS. Art. 19. Item, datmen niemandt uytte bosse sal geven ofte ge- nieten laten, die deur vechten gequetst ende alsoo cranck geworden is, ten waere, dat alsulcken gequetste persoon bewysen conden, sulcx III. 19 |
|||||||||||||
Idem, die
geen Jaar in de Bos is ge- weest. |
|||||||||||||
Aangeven
van zieken, en lioe trek- ken. |
|||||||||||||
Oude Gilde-
broeders , wanneer trekken. |
|||||||||||||
Alteratie.
|
|||||||||||||
Die door
Vechten ziek word, trekt niet. |
|||||||||||||
— 146 —
|
||||||||||||||
hem verradelyck gedaen, ofte met fortse hem over den hals gedron-
gen te wesen, ofte voorden vyant gedegen te hebben. Art. 20. Item, oft saecke waere, dat eenich gildebroeder ge-
raeckte in een quynende sieckte, tsy deur vallen, ofte deur eenich an- der inconvenient, ofte ongeluck, sal alsodanighen persoon uyt te bosse genieten: maar indien by de quynende sieckte hadde gecregen deur een onsuyver leven, als deur dronckendrincken, met oneerlycke vrouwen te converseren ofte diergelycke, soo en sal alsulcken uytte bosse niet genieten. Art. 21. Item, dat de- geene, die niet en betalen, uytte bosse
oock niet en sullen genieten, ende nochtans evenwel haere jaergelt sullen moeten betaelen, soo verre sy haere ambacht gebruyeken willen. Art. 22. Item, oft geviele datter eenich geselle ofte gesellen van
den Ambachten boven vcrhaelt, ende in dit voorsz. Ghilde begrepen, hier ter Stede by eenen meester om werck vraechde, ende die selve meester geen werck en hadde, soo sal die selve meester gehouden wesen, ofte yemandt van synen huysgesinne, sodanigen gesel te bren- gen by den knecht vant Ghilde, opde verbeurte van thicn stuyvers tot pvoffyte van de arme bosse: Ende sal voorts de knecht metten selven geselle gaen tot alle de meesters van synen handtwereke, ende nae werck vragen; ende zoo hy geen werck en conde gecrygen, ende geen teergelt en hadde, salmen deselven knecht ofte geselle uytte bosse wat byleggen, ende behulpelyck wesen, daer hy mede mochte reysen om werck te soucken. Art. 23. Item, zoo 't gebeurde, dat eenich van de Ghildebroe-
ders, uyt zyn vrye eygene wille hem inde bosse Het deurhaelen ende uytdoen, en sal sodanige daernae in de voorsz. bosse niet wederom ontfangen mogen werden, nochte en sal uitte voorsz. bosse daernae |
||||||||||||||
Exceptie.
|
||||||||||||||
Kwynende
ziekte. |
||||||||||||||
Die niet en
betalen. |
||||||||||||||
Heysgelt
voor vreem- de Knechts, die geen "werk kon- nen krygen. |
||||||||||||||
Die zich laat
rojeeren trekt niet, moet echter Jaarzang betalen. |
||||||||||||||
147 —
|
|||||||
niet wederom genieten syn leven lanck, ende sal evenwel gehouden
wesen syn jaergelt te betalen, er.de mede tot die articulen ende or- donnantien vant voorsz. Ghilde verobligeert ende verplicht syn. No. 2.
Extract uit de Keure van dato 24 October 1635.
Dat ook die geene, die weygerich zyn, haer Jaerlyx Bosgelt te Wanneer 't betalen, zulks dat zy daer over aengesprooken wesende, 't zelve een Bos verlo-
ren wordt. Jaar ende zes weken lieten verlopen, uytte Bosse sullen werden ge- daen, en de zoodanige daer nae weder uitte Bosse willende genieten,
zullen op nieuws de Bosse moeten copen, ende 't recht daer van eerst een Jaer langh betalen, aleer sy uytte Bosse yets zullen mogen heb- ben off trecken. |
|||||||
No. 3.
Alsoo myne Heeren van den Gerechte bevinden, dat vele Per- Die in twee
,. , , , ., ~., , Gilden zyn soonen, die t recht van verschelde Gilden gecoft hebben, by sieckte maaruiteen
c. • . ., .. , ,, . , ^.. te trekken, ofte nnpotentheit gewoon syn uyt de Bosse van ieder dersetver Gil-
den genot en weekgelden te trecken, dat so niet en behoort, so hebben deselve myne Heeren geordonneert en gestatueert, dat van nu voortaen niemant die meer als een Gilde is hebbende, vermogen sal sich van meer dan van een Gilde te laten bedienen, ofte uyt meerder dan eene Gilds Bosse alleen te genieten. Dies dat het yder Gildebroeder vry sal staan te kiesen uyt wat Gild hy sal willen ge- nieten. Ende dat de genen, die uyt meer dan een Gilde genieten, verbeuren sullen t'elckens de somma van tien gulden, ten behoeven van 't Gilde daar 't qualyk uytgenoten is. Actum den 29 April 1636.
|
|||||||
— 148 —
|
|||||||||
IX. HOOFT-STUK.
|
|||||||||
LEERJONGENS en KNECHTS.
|
|||||||||
No. i.
Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553. Art. 3. Item, dat de meesters gheene leerjongens zullen annee-
men dan den tyt van twee jaren ende elcke meester nyet meer dan een ofte twee leerjongens zal mogen setten. Des zal den angenomen Jonge, ist een poirters kindt, tot proufyt vant ghilde betaelen vyf stuver, ende een vreemt thien stuver, voer welcken penningen die meester zal vast staen die te betaelen, binnen siaers, op de verbuerte van eene Karolus gulden Ende wairt saick dat de Jongen zyne mees- ter ontliep off mit onmoede van malcanderen sceyden, zoe en zal de meester gheene andere Leerjongen moegen anneemen voir ende aleer de tyt van twee jaren verlopen zullen syn, en zal mede de Leerjonge by gheen ander meester mogen wercken dan by consent van zyn eerste meester, ende en zal dair en boven den verleden tyt die hy by zyne meester gewrocht heeft, hem nyet strecken, mair zal op nyeuws den voorsz. twee Jaren moeten ten vollen vuyt dienen, ende dit zal staen tot sgerechts proufven. Art. 4. Item, dat alle de ghesellen vanden voorsz. ambochte
die hier ter stede comen wercken, ende hen by een meester verbin- den, by nyemant anders en zullen moeten wercken, en oick by gheen andere meester zullen mogen onderhuyrt weidden, ten zy dat de meester dair by zy verbonden zyn, voldaen sal wesen, op de boete van drie Carolus guldenen. |
|||||||||
Verschelde
orders
omtrent 't aannemen van Leer- jongens. |
|||||||||
— 149 —
|
|||||
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 4. Item, dat de Schilders, Glasemakers ende alle andere Idem.
meesters, die int voorsz. Ghilde begrepen syn , geen Leerjongens en sullen moghen aennemen, minder dan voor twee Jaeven. Ende soo wanneer een meester een leerjongen aengenomen heeft, zal hy ge- houden wesen, met den leerjongen te gaen byden Overluyden omme synen naeme te laeten opteyokenen, ende sal alsuleken leerjongen als dan gehouden syn voor syn incomste te geven ende te betalen tot behoeff vande arme bosse thien stuyvers, twelck die meester ge- houden zal syn te verschieten, ende zoo verre den leerjongen synen meester den voorsz. tyt eerlycken voldoet, sal alsuleken meester met synen Leerjongen gaen by den Overluyden , ende bekennen eerlycken voldaen te syn, ende alsulcx des Jongmans naem in 't Ghiklebouck laeten teyckenen, op dat hem in toecomende tyden een certificatie daer uyt by den Overluyden gegeven mach werden, tsynen versoecke, welverstaende dat de Weeskinderen int arme Weeshuys binnen dezer Stede , vry ende exempt zullen syn van de voorsz. thien stuyvers in- compst geit als voorsz. is. (Onder dit 4e Avticul stond)
Op huyden den 16 September 1626 hebben de Heeren van den
Gerechte de woorden van 't voorsz. 4e Avticul met Romeynsche let- ters gedrukt geamplieert ende gestatueert, dat de Meesters devligh stuyvers tot boete sullen betalen, ten proffyte van 't Gilde, dewelcke binnen den tyt van een Maendt na d'aenneminge haer Leerjongens niet laten aentyekenen. |
|||||
— 150 —
|
|||||||||||
No. 3.
Extract uit de Keure, van dato 11 Feb. 1700. Art. 10. Geen Meesters zullen voortaan meer, als twee Jon-
gens te gelyk, in leerjaren mogen hebben ofaennemen, op de boete van ses guldens, voor ider Leerjongen, die sy boven de twee in haer dienst bevonden sullen werden te hebben, en dat soo meenigmaal als daer over sullen werden bekeurt; alle de boetens hier vooren gemeld zullen worden geappliceert, als nae regten. No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jann 1749.
Art. I. Dat voortaan alle Leerjongens, zoo ras zy door den een
of den anderen Meester, die tot het St. Lucas Gild behoort, zullen zyn aangenomen, aanstonts door de Overlieden van 't zelve Gild zullen moeten werden aangetekent, en dat daar voor, door of van wegens yder Leerjongen, aan de Overlieden, ten behoeve van de gemeene Kas van het Gild, zal moeten werden betaelt een gulden; en zulks op pcene, dat, wanneer het zelve niet werd gedaan binnen den tyd van veertien dagen, na dat de Leerjongens zyn aangenomen, daar voor door de Meesters zal worden verbeurt twee guldens, en vervolgens van tyd tot tyd, zoo lange die aantekening door de Meester niet zal zyn bezorgt, t'elkens ten eynde van ieder Maand gelyke twee guldens. Art. 2. Dat voortaan niemand, wie het ook zy, (uytgesondert de
Leerjongens en Knegts, waar van hier na in 't vierde Articul word gemeld) van de een of andere der Konsten en Handwercken, tot het St. Lucas Gild behoorende, als Meester aangenomen, nog tot het doen van zyn Proef toegelaten zal worden, ten zy dezelve behoorlyck |
|||||||||||
Meester,
maar 2 Leer- jongens tef- fens. |
|||||||||||
Iuschryven
en wat daar by te beta- len. |
|||||||||||
Die niet
is aangete- kent en zyn tyt voldaan heel't, mag geen Proef doen. |
|||||||||||
— 151 —
|
||||||||||||
als Leerjongen by de Overlieden aangetekent is, en gedurende den
tyd van vier Jaren, agter inalkandcren, sedert den dag zyner aan- tekening, by een Meester heeft gewerkt, zoo nogtans en met deeze uitzondering, dat dit geen plaats zal hebben , ingevalle door het over- |
||||||||||||
Exceptie
|
||||||||||||
lyden van den Meester, ofte om dat dezelve voor het einde van de
gemelde vier Jaren uyt het werk mogte zyn gescheiden, ofte door langdurige tusschenkómende ziekte van den Meester ofte van den Leerjongen, ofte door andere onvoorziene toevallen, en behoorlyke of wettige redenen mogt zyn veroorzaakt, dat de 1 .eerjongen niet volkomen geduurende den tyd van vier agter een volgende Jaren by een Meester mogt hebben gewerkt, mits dat die Leerjongen, in een van de voorgemelde gevallen, egter in alles vier Jaren te samen, te rekenen als boven, hier binnen deeze Stad of desselfs Jurisdictie zal moeten geleert en gewerekt hebben, ende mits dat l'elkens van de voorgemelde voorkomende gevallen kennis weide gegeven aan de Overlieden van het St. Lucas Gild, die daar van behoorlyke aante- keninge zullen houden. Art. 3. Dat ten eynde van de gemelde Leerjaren , aan ieder van Leerbrief.
de voorgemelde Leerjongens door de Overlieden zal werden gegeven een Leerbrief, waar voor een gulden zal werden betaalt. Art. 4. Dat het geene hier boven in 't tweede Articul is geor- Hoe de in-
tekening te donneert, geen plaats zal hebben ten opzigte van alle de Leerjongens doen, van
dis wgIIco
en Knegts, die tegenwoordig by Meesters vvn het een of andere der ten'tydevan
Konsten of Handwerken, tot het St. Lucas Gild behoorende, in rleds^yeen
|
||||||||||||
Mr. werkte.
|
||||||||||||
Leerjaren of werk en dienst zyn, nogte ook van die geene, die be-
hoorlyk aantoonen, binnen deeze Stad, by een of meer Meesters, ten minsten vier Jaren geleert en gewerkt te hebben, mits dat de- zelve alle binnen den tyd van vier Maanden na de publicatie deezer hen zullen moeten vervoegen by de Overlieden, die behoorlyk zullen |
||||||||||||
— 152 —
|
||||||||||
aantekenen', ten opzigte van de Jongens, die nog geen vollen vier
Jaren alhier geleert en gewerkt hebben , den dag op welken zy eerst by een Meester gekomen zyn, ende ten opzigte van de Knegts, dat dezelve invoegen als vooren aangetoont hebben, ten vollen vier Jaren by een of meer Meesters alhier gewerkt te hebben: in welke geval- len en anders niet, aan de voornoemde Jongens en Knegts insgelyks ter behoorlyker tyd zal worden gegeven een I.eerbrief, waar voor zal betaalt werden een gulden, en waarna, dogeerder, nog anders niet, ook deeze Leerjongens en Knegts insgelyks als Meesters zullen .mo- gen aangenomen, en tot het doen van ■ hunne Proeven toegelaten werden. No. 5.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 5. Item, dat alle werckgesellen van den voorsz. ambach-
ten, die hen onder 't voorsz. gilde begeven sullen, omme te wereken, ende by een meester een tyt lanck verbinden, sullen alsulcke by niemant anders moeten wereken, dan by den meester, daer sy hen by verbonden hebben, ten waere by consent van den eersten mees- ter, ende indien de laetste meester, den eersten sulex niet en vraecht, off hem sulex te wille is, dat die gesel by hem compt wereken, so sal die selve laetste meester verbeuren dertich stuyvers, tot behoeff vande arme bosse. Art. 6. Item, oft gebeurde, dat eenighe leerjongens heuren
meester ontgingen, voor dat sy heuren aengenoinen tyt voldaen sul- len hebben, en sal geen ander meester alsulcke Jongens mogen aen- nemen, op de verbeurte van dertich stuyvers tot behouff van de bosse. (Nevens dit 6" Articul stond)
|
||||||||||
Knechts
moeten haar tyt uit die- nen. |
||||||||||
Geen
Knechts te onderhuren. |
||||||||||
Elkanders
jongens niet aentene- men. |
||||||||||
— 153 —
|
|||||||||||||
De boete van dertich stuyvers in desen geroert is by myne Hee-
ren van den Gerechte verhoogt tot drie gulden. Actum den 16 Septb. 1626. prses. ut in registro.
( Was Getekeni)
F. de VRIES |
|||||||||||||
Leerjongens
die zig on- geschikt aanstellen. |
|||||||||||||
Art. 7. Item, oft saecke waere, dat eenige leerjongens hen alsoo
aenstelden, dat heure meesters beducht waeren, deur hen in schan- den te geraecken, zullen de meesters sulcx den Overluyden te ken- nen geven, ende van hen consent vraegen, off sy alsulcken moghen verloff geven ende verlaeten, ende so een meester zynen leerjongen verlof gave, sonder t'selve den Overluyden aen te dienen, sal alsulcken verbeuren ene Wilhelmus Schilt, ende noch daer en boven in die tyt dat de leerjongens by hem souden staen, geen anderen Jongen wederom mogen aennemen, mede op de verbeurte van een Wilhelmus Schilt, ende sal oock de selffde Jongen de voorsz. tyt gedurende geen ander meester mogen dienen, sonder consent van den Overluyden, t'appliceeren de voorsz. boeten tot profyte van den armen. |
|||||||||||||
No. 6.
|
|||||||||||||
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
Art. 11. Item, dat alle de ghesellen, die hier ter Stede comen
wereken, 't sy Glaeseschryvers, Witwerckers, Schilders, Beeldesny- ders, ofte eenige andere, die tot een dachhuur verdienen vier Stuy- vers, zullen alsulcke ter weecke, tot behoeve van de arme bosse geeven een halve stuyver, ende die thien stuyvers daechs verdienen, een stuyver, het welke die meester gehouden sal wesen vander ge- sellen wegen aen Overluyden te geven. III. 20
|
|||||||||||||
Contributie
van Gezellen die hier ko- men werken. |
|||||||||||||
— 154 —
|
|||||||||||
X. HOOFT-STUK.
HOE GILDEBROEDERS ZIG OMTRENT O VERLUWEN, TE
GEDRAGEN HEBBEN. Mitsgaders
POENALITEITEN, TEGEN DIE ZIG IN RECHTE LATEN
ROEPEN: ALS OOK DAAR BY KEUREN GEEN
BOETE IS GESTELT.
|
|||||||||||
I.
Hoe zig omtrent Overluiden te gedragen.
No. i.
Extract uit het 12e Art. van de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
Ende waert zaicke dat yemand van den voorsz. Ambochte ofte
Gildedroederen den voorsz. Overluiden misdaede, mit woerden ofte mit wercken, tselve zal scarpelicken by den Ghercchte ghestraft werd- den, anderen ten exemple. No. 2.
Extract uit de Keure, van dato 21 Juny 1578.
Bevelende wel scherpelyck allen ende een igelick, van wat con-
ditie en qualite hy sy, de Overluyden van de selve (Uiden ende Ambachten, in het administreeren van de selve hare Officien, ont- fangen ende collecteren van Penningen, executien van boeten, mette aenkleven van dien, met woorden ofte met wercken, niet te injurie- ren, ofte anders eenige onbehoorlicke wederstand ofte belet te doen, directelick ofte indirectelick; op arbitrale correctie. Zie deze geheele Keure onder Hoofdstuk VII.
|
|||||||||||
Overluiden
niet te mis- doen. |
|||||||||||
Idem.
|
|||||||||||
— 155 —
|
|||||||||||
No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630.
Art. 10. Eyndelick gebieden myne Heeren voorsz. allen ende Idem.
een jeder der voorsz. Ghildebroederen haren Overluyden, ende elck
van dien, beleeffdelyck te bejegenen, sonder haer in eenigerwyse te
injurieren, schelden, ofte qualicken toe te spreecken.
No. 4.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam door de Idem.
Overluyden van Sint Lucas Gilde verthoont zynde, dat in het 10e Ar- ticul van haere Willekeure, op den 17 October 1630, tegens het injurieren, schelden, of qualyck toespreken der Gildebroeders aen haere Overluyden geëmaneert, geene pene is gestatueert, zoo hebben welgemelte Heeren van den Gerechte tegens de Contraventeurs vandien geordonneert en gestatueert, gelyk haar Ed. Achtbare doen by desen, een boete van ses guldens, ten behoeve van 't Gild. Actum den 31 January 1692.
II.
Poenaliteiten tegen die zig in rechten laten roepen, &*c
No. 1.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579.
|
|||||||||||
Dubbeld
boete. |
|||||||||||
Art. 26. Ende waert saecke, datter eenich rebelleerde ende
|
|||||||||||
wederspannich waere, ende hem liete voor rechte verdachvaerden,
alsdan sal die boete dubbelt syn: t'appliceren d'eene helfte tot profyte vanden Schout, ende d'andere helfte tot profyte van de arme bosse. |
|||||||||||
156 —
|
|||||||||||||||||
No. 2.
Extract uit de Gildebvief, in dato 17 October 1630.
|
|||||||||||||||||
Moeten tle
Costen beta- len. |
Art. 2. Dat van nu voortaen alle die ghene, die haer tegen
eenigh articule vande Ordonnantie deses Ghildes vergrypen, ende |
||||||||||||||||
haer daer over door de Overluyden in rechten roepen laten , niet
alleen gehouden sullen wesen de Breucken, by dezelve arüculen ge- stelt, maer daerenboven oock de gerechtelycke Costen daeromme ge- daen, te betalen, ende dat de ghene, die pecceren tegen eenich articule, Wat pene hoedanigh het oock zy van de zelve ordonnantie , waer by geen boete
daar geen boete ge- tegens den overtreders en is gestelt, boven de gerechtelycke Costen
etelt is. als vooren, noch betalen sullen twee guldens, ten behoeve van de
Bosse van 't voorsz. Ghilde.
XI. HOOFT-STUK.
VERDERE ORDRES EN BEPALINGEN, ZO DE GILDE-
BROEDERS, ALS HUN AMBACHT AANGAANDE. |
|||||||||||||||||
No. I.
Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553.
|
|||||||||||||||||
Aangeno-
men werk. |
Art. 5. Item, dat gheen meesters eenich werck zullen mogen
|
||||||||||||||||
annemen off zy sullen dat werck zelver maicken oft een Ghildebroe-
der doen maicken op de boete van drie Kavolus guldenen, welver-
staende dat elcke die werck bestaet, zyne Pareken ofte Rondelen
zal mogen laten scryven ende backen waert hem geliefven zal.
Glasema- Art. 6. Item dat gheen vreempde glasemaickers hier binnen der
kers ,foon
vremtWork Stede zullen mogen leveren eenich werck, vuytgeseyt dat by vreempde en. ende vuytheemsche luyden hier nyet wonachtig, gegeven werdt, ende
|
|||||||||||||||||
— 157 —
|
|||||||||||||
tgunt van buyten als voeren gegeven werdt, zal de ghevere mogen
doen maicken dairt hem geliefven zal. Oick dat gheene gildebroe- ders hen en zullen vervorderen te setten eenich vreempt werck anders dan gegeven als voeren: op de verbuerte van drie Karolus guldenen. Art. 8. Ende dat nyemant hem vervorderen zal te mengen
bourgoens glas onder frans glas, nog hessels onder bourgoens glas; mair zal een yegelyck nae dat hy angenomen heeft zuver ende een- paerlick glas leeveren, zonder tzelve te menghen, op pene van elcke reyse te verbeuren drie Karolus guldenen voir elcke glas dair inne de voovsz. faulte bevonden zal werdden. Art. 5. Item, dat nyemand in een anders angenomen werck
zal moeten treeden, oft tselve werck maicken voir ende aleer de meester die tselve werck eerst angenomen heeft vernuecht ende te vreden gestelt zal wezen, op de boete van drie Karolus guldenen, ende dit tot sgerechts proufven. Art. 13. Item, sullen die ghildebroeders vanden voersz. am-
bochte, voirts sculdich weesen te staen ende te blyfven onder tvoersz. ghilde ende te onderhouden alle andere generale articulen den voersz. ghilde ghegundt. Zie ook Gildebrief N. 2. Art. 25.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 [uly 1579. Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten ware dat hy eerst tghilde, tot behoeve van de bos, betaelde derlich stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon- den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser |
|||||||||||||
Geen ge-
mengt Glas te leveren. |
|||||||||||||
Niet treden
in een an- ders Werk. |
|||||||||||||
By 't Gild
blyven en de Artt. on- derhouden. |
|||||||||||||
Vreemde,
met bohrtlp- saam te zyn. |
|||||||||||||
158 —
|
|||||||||||
Stede wonende, behulpelijck waeren in syn werck te leveren, sonder
't Ghilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven. (Nevens dit 8e Articul stondt.)
De boete van dertich stuyvers in desen geroert, is by myne
Meeren van den Gerechte verhoogt op twaalf guldens. Actum den 26 September 1626. Art. 9. Item, dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen
mogen beviyen, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte burger te zyn, ende oft hy al burger waere ende t'Ghilde niet te vreden en hadde gestelt, darmen sodanigen Schilder zal mogen be- keuren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen oock geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters, die onder 't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen mogen bevryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceren de selve boeten in de arme bosse. (Nevens dit Articul stondt.)
Deze boete van drie guldens is by myne E. Heeren van den
Gerechte verhooght op zes guldens. Actum den 16 September 1626. Art. 10. Item, dat egeene Gildebroeders, 't sy Schilders, Gla-
semaeckers ofte andere, die int voorsz Ghilde begrepen syn, niet en sullen moghen treden in een ander syn werck, omme te wereken, ten ware dat die eerste meester den goeden luyden haer werck niet en vervorderde, ende sulex verslofte deur syn dronckendrincken ofte anders, sonder op syn werck te achten, ende 't selve waer te nemen, |
|||||||||||
Glasema-
kers geen Schilders te bevrydeu. |
|||||||||||
Gildebroe-
ders geen Onvrye. |
|||||||||||
In elkanders
Werk niet treden. |
|||||||||||
159 —
|
|||||||||
sodanigen machmen betaelen, ende alsdan gaen tot eenen anderen.
Maer by sooverre eenich Glasemaecker zyn werck verlet werde, deur versuymenisse van den Schryver, ofte dat die selve Glaesemaecker syn geryff van den Schryver niet en conde gecrygen , deur faulte ende 't gebreck vant backen, so dat hy daer nae moste wachten, ende by soo verre een ander meester 't selve werck acnncemt, sonder dat die eerste meester eerst van den burger betaelt sal syn, sal die selffde laetste meester daerom verbeuren drie Karolus guldens, t'appliceeren als vooren. No. 3.
Extract uit de Keure van dato 31 Aug. 1658.
Art. I. Eerst elyk, dat al wie voorgeeft uyt syn neeringe te
willen scheyden, ende derhalven consent verkrijgt om syne Schilde- ryen, Boecken, Printen ende Konst, by publicque Venditie te ver- koopen, gehouden sal zyn de Verkoopinge doorgaen sonder dilay ofte intermissie van tydt te laten voortgaen: ende dat soodanige per- soon daer nae niet sal vermogen hier ter Stede wederom te doen, 't sy in 't openbaer ofte met besloten huyse sulck een winckel ofte nering, als hy in diervoegen eens uytgescheyden is. No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749- Art. 6. Dat de respective bekeuringen insgelyks zullen mogen
werden gedaen door twee Gildebroeders, dog dal de boetens zullen werden ingevordert door de Overlieden van St. Lucas Gild, en dat dezelve boetens, na aftrek der kosten, zullen werden uitgekeert aan de Armebosse vaa 't Gilde. Zie ook Generaal Reglement Art. 13.
|
|||||||||
Die eetis uit
de Nering gescheiden is, mag die niet meer doen. |
|||||||||
Wie bekeu-
ren mogen. |
|||||||||
— 160 —
|
|||||
No. 5.
Alsoo by myne Heeren van den Gerechte by verscheyden Keu- ren ende Ordonnantien eenen ygelycken verboden ende ge-interdiceert is geweest het mes-trecken ende quetsen, ende deselve myne Heeren dien niet teegenstaende dagelycx bevinden, dat de voorsz. Keuren en Ordonnantien niet en worden onderhouden sulcx behoort, ende insonderheid by het gemeene volck, als syn de gene, die eenige Gilden onderworpen ende in deser Stede eed ende diensten syn, en anderen die daer buyten syn; soo is 't, dat myne Heeren van den Gerechte vernieuwende de voorsz. Keuren ende Ordonnantien, omme voor soo veel mogelyck is voor te komen alle verdere swarigheden van gevechten, quetsen en doodt slagen, by provisie geordonneert, gestatueert ende gewillekeurt hebben, ordonneeren, statueeren ende willekeuren mits desen : Poene, Dat van nu voortaen alle de gene, die in eenige Gilden ende Betrekken?" deser Stede eed ende dienst syn, geene messen en sullen mogen
trecken, omme ymant te quetsen ofte leet te doen, op pene van ses guldens t'elcken-macl by de contra-venteurs te verbeuren, tot profyte van de respective Bossen, boven de boeten ende breucken by de voorsz. Keuren ende Ordonnantien gestatueert, en dat daar-en-boven de contra venteurs voor de eerste reyse in hare Gilden en diensten niet en sullen mogen arbeyden binnen den tyd van ses weken, voor de tweede reyse twaelf weken , ende voor de derde reyse geheel ende al uyt hare Gilden ende diensten gesloten sullen werden. Ende indien by ymand buyten de voorsz. Gilden ende deser Stede
eed ende dienst wesende eenig mes getrocken mogte worden, dat deselve binnen den tyd van ses weken by geene Meesters en sal mo- gen arbeyden voor de eerste reyse, voor de tweede reyse twaelf weken, en voor de derde reyse arbitralyck sal worden gecorrigeert. |
|||||
— 161 —
|
|||||||||||
Interdicerende voorts alle Meesters ende Arbeyds-luyden soda-
nige personen binnen den voois, tyde (na dat het feyt tot hare kennisse gekomen sal wesen) in 't werck te stellen, op pene van ses guldens t'elckenmael tot profyte van de respective Bossen te verbeu ren, Acium den 29 January 1614. XII. HOOFT-STUK.
van de
BEGRAFENISSEN; EN HET AANSPREKEN VAN'T GILDE,
IN CAS VAN OVERLYDEN.
|
|||||||||||
I.
|
|||||||||||
Van de Begrafenissen.
No. i. Extract uit de Gildebrief, in dato 2 Sept. 1553. Art. 11. Item, zoe wanneer een ghüdebroeder ofte ghildesuster, Irter Gilde- van "tvoersz. ghilde oHivich geworden sal wesen zoe zal elcke ghilde- gehouden, broeder angesproecken zynde gehouden werdden te comen voer thuys vanden overleden, dair mede ter kereken te gaen, ende eens tofferen, op de verbeurte van twee stuver. No. 2.
Extract uit de Gildebrief, in dato 20 July 1579. Art. 24. Item, als eenich vande voorsz. Ghildebroeders, ofte Ook met heurc huysvrouwen aflyvich worden, sullen alle die Ghildebroeders broeders6'
gehouden syn nietten dooden totter begravingc te gaan, telckenmaele Vrouw- opte verbeurte van twee stuyvers, ende dat tot behouve van de arme bosse. III. |
|||||||||||
21
|
|||||||||||
— 162 —
|
|||||||||
No. 3.
Extract uit de Gildebrief, in dato 14 Jan. 1621.
. Art. 2. Item. als eenich van de Ghildebroeders offte hare huys-
Ider Am- 1 J
bacht met vrouwen aflyvich worden, sal yder ambacht gehouden syn, metten
die van zyn
Ambacht. doden van zyn eygen handtwerck ter begravmge te gaen, t'elckenmael
op de verbeurte van drie stuy vers, ende dat tot behoeve van de
Ghildebosch.
|
|||||||||
No. 4.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam ondervin-
dende, dat sommige onder de Gitdebroeders van St. Lucas Gilde, wanneer een Gildebroeder of desselfs Huysvrouwe begraven zal wer- den, wygeren , daar toe behoorlyk verzogt zynde, dezelve te dragen, als mede dat andere van de gemelde Glldebroeders ter begravinge verschynen in gecoleurde Kleederen, hebben goedgevonden, gemerkt niets redelyker is, als dat Gildebroeders den anderen ofte dessellïs Huysvrouwen, op een fatsoenlyke en ordentlyke wyze, ter aarden helpen bestellen, het tweede Articul van de Keure den 14 January iózi in opzigte van die van St. Lucas Gilde geëmaneert, ampliee- rende, te ordonneeren en te statueeren, gelyk haar Ed. Agtb. ordon- neeren en statueeren by dezen: Uat van nu voortaan de veertien naaste belendene Gildebroeders
aan de Overledene ofte aan de Gildebroeder, wiens Iluysvrouw over- leden is, gehouden zullen zyn de Overledene ter aarden te dragen, als mede dat de ter begravinge gaande Gildebroeders gehouden zul- len zyn zulks behoorlyk in 't zwart gekleed te doen, alles op de ver- beurte van dertig stuyvers ten behoeve van 't Gild. Actum den 30 January 1715. |
|||||||||
Wie dragen
moeten. En elk in 't swartterbe- gravenis te komen. |
|||||||||
— 163 —
|
|||||||||||
No. 5.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, door de
Overluyden van het St. Lucas Gild te kennen zynde gegeven, dat onder haar een gewoonte is, dat, wanneer een van haar Gildebroe- ders komt te overlyden, de zeven oudste en de zeven jongste dezelve ter aarde helpen dragen, welke oude Gildebroeders, door ziekte en zwakheyt, dikwijls buyten staat zyn, om deze assistentie aan hunne overledene Gildebroeders te bewyzen, zoo hebben welgemelde Heeren van den Gerechte nu jegenwoordig goedgevonden te ordonneeren en statueeren by dezen, dat van nu voortaan, wanneer een Gildebvoe- der komt te overlyden, de veertien jongste Gildebroeders dezelve ter aarde zullen helpen dragen, ende dat de zeven oudste daar van zullen wezen bevryd. Actum den 31 January 1720. No. 6.
Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, interpre- teerende en amplieerende de Keure, in opsigte van het St. Lucas Gilde geëmaneert, ordonneeren, dat van nu voortaan in opsigte van het assisteeren by de Begravenissen van een Schilder of desselfs Huysvrouw, geen onderscheyt zal gemaakt worden.tusschen een fijn Schilder, grof Schilder of Vergulder; maar in tegendeel, dat zy alle egaal zig zullen moeten reguleeren na de Keure ten dien opsigte bereyds geëmaneert, op pene als by dezelve tegen de onwillige gestatueert is. Actum den 28 January 1735. II.
Aanspreeken van 't Gilde.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, ampliee- rende de Keure van dato. 14 Januavy 1621 aan die van het St. Lucas Gilde, wegens het begraven der Gildebroeders verleent, hebben ge- |
|||||||||||
Nader or-
dre omtrent de Dragers. |
|||||||||||
Ordre om-
trent 't be- graven van Schilders. |
|||||||||||
Niet be-
graverj zon- der 't Crild aantespree- ken. |
|||||||||||
— 164 —
|
||||||||
ordonneert en gestalueert, gelyk haer Ed. Achtbare doen by dezen,
dat van nu voortaan geen Gildebroeder of desselfs Huysvrouw sal mogen werden begraven, als met het aenspreeken vant gemelde Gilde, en dat by gebreke en naerlatigheid van dien, de soodanigen gehouden sullen syn in de Bosse ten profyte vant selve Gild te be- talen een boete van ses guldens. Actum den 31 January 1695. XIII. HOOFDSTUK. .
van
PUBLICQUE VERKOPINGEN:
Mitsgaders,
RYFFELERYEN, EN HET OMLOPEN EN VOORSTAAN
MET SCHILDER YEN. |
||||||||
I.
Publicque Verkopingen.
No. I.
Aen myne E. Heeren Burgemeesteren dezer
Stede Amstelredamme. Vertoonen met behoorlycke reverentie die Deken ende Overluy-
den van St. Lucas Gild binnen deser Stede, hoe dat onlangs binnen der selver Stede, ten versoecke van eenige vreemdelingen, alhier poorters noch burgers, noch oock int voorsz. Ghilde synde, by open- bare afveylinge ende afslach tot meermaelen syn vercoft, verscheyden soorten van Schilderyen, comende van Antwerpen, ende andere des vyants quartieren, welcke voorsz. Schilderyen doort listich ende on- |
||||||||
Vreemde
mogen hier geen Schil- deryen pu- blicq Verko- pen , buiten kennis van Burgemees- teren. |
||||||||
— 165 —
|
|||||
godlyck opdringen van zeeckere uytgemaeckte personen, so seer
verde boven de waerde van dien, (als synde meestendeel slechte copien), hebben gegolden dat de voorsz. vercoopers nu aent profyt beginnende te verleckeren, ende oversulcx soeckende desen handel te continueren, met alle vlyt pogen zoo tot Antwerpen als elders in dien contryen, by een te raepen, al den Schilderyen die zyluyden kennen becomen, zulcx datter een groote menichte Schilderyen tegen- woordich by haerluyden voorhanden is, omme mede alhier in manieren als vooren vercoft te worden, ende alsoo achtervolgende de Ordon- nantie van haevder Supplianten Ghilde, egene vreemde personen binnen deser Stede mogen vercoopen , eenige Schilderyen, dan alleen in vrye Jaarmarckten, mitsgaders ghemerckt dat doov invoeringe off toelatinge van zoodanige gepractiseerde malitieuse openbaare opvey- lingen van Vreemdelingen die van daghe tot daghe souden toenemen, in corten tyt dese Stede, jae het geheele Landt met vodden ende slechte leerkinderen werek, soude worden vervult, sulex dat dien- volgende alle Schilders hier ter Stede wonende., ende den last van de Oorloge dragende, grootelycx in haere noolwendige broodwinninge souden werden verachtert, ende oock daerenboven in haere eerlicke Studiën in de Schilderconste (welcke altoos by allen Princen ende welgestelde Republycquen syn geavancheert) te rugge gedreven, jae oock de goede burgerye alhier, die door den banck weynich kennisse van Schilderyen hebben, bedrogen, So versoecken sy Supplianten seer ootmoedelyck, dat uwer E. gelieve hen Supplianten in hare eerlycke ende nootvvendighe brootwinninge, besonder in dese costelycke duyre tyden, goedertierlyck te beschermen, mitsgaders de Deken ende Overluyden van 't voorsz. Ghilde te authoriseren, omme sodanige nieuwe gepractiseerde ende onrechtvaerdige opveylingen te beletten, 't Welck doende etc. |
|||||
— 166 —
|
||||||
(In margine was geapostilleert.)
Op huyden is by myne E. Heeren van den Gerechte verstaen ende verclaert, dat de vreemde luyden binnen deser Stede comende met eenige stucken schilderyen, de selve by openbare opveylinge niet én sullen moghen vevcoopen off doen vercoopen, sonder daer toe eerst ende alvoren te hebben oorloff ende consent van de lleeren lïuvge- meesteren deser Stede. Ende off dien niet tegenstaende eenige hen mochten vervorderen sodanige vercoopinge sonder het voorsz. oorloff ende consent te doen, so worden mits desen geauthoriseert d'Over- luyden van St. Lucas Gilde, Requiranten in desen, om sodaanige vercopinge te beletten. Actuvn den 10 Novembris Anno xvc. acht. i) No. 2.
Aan myne E. Heeren Burgemeesteren deser Stede Amstelredamme. Inwoon- Verthoonen reverentelyck, die Overluyden ende gemene Gilde- ook consent broeders van St. Lucas Gildt hoe dat omtrent vier jaeren geleden hen
Supplianten by uwer E. goedevtierlyclcen is vergunt geweest, dat geene vreemde Personen binnen deser Stede, eenige Schilderyen, by forrne van openbaere opveylinge souden mogen vercopen, ofte door anderen doen vercopen, belastende uwer E. tot dien eynde den Overluyden vant voorsz. Gildt, goede opsicht daer op te nemen. ' L'is nu sulcx dat vermits het voorsz. verboth, byden voorsz.
vreemde personen gepractiseert is, de middele van andere luyden Schepenkennissen op haere Schilderyen te geven, omme alsoo by wege van executie tot de voorsz. opveylinge te geraecken, ofte ten minsten haere opveylinge door ingeseetene poorleren alhier, op haeren naeme te doen geschieden, ofte per compaignie, ende by tsamenrot- |
||||||
1) Blijkbaar een drukfout, het jaar moet zijn 1608. (Vgl. het volgend requcst).
|
||||||
— 167 —
|
|||||
tinge op eenige poorters naeme te beschicken, waer door sy den
voorsz. Overluyden abuseren. Alles tot groote schade van de Ghildebroeders ende Winckelen
haer mette const generende, mitsgaders vande goede burgerye, die dooit mynen vande selve Schilderyen (dickwils copyen voor princi- palen copende) gemeenlyck werden bedrogen. Want den goede of principale Schilderyen, niet genoech nae des vercoopers wille mo- gende gelden, houden sy de selve op, sulcx dat het land hier mees- tendeel, met copyen ende andere slechte vodden wert gevult, tot spot van alle fraye liefhebbers ende merckelycke disreputatie van de Const. Ende alsoo de voorsz. maniere van Const opveylinge aller, goeden
Ingesetenen deser Stede schadelyck, ende noyt in sulcke voegen in swanck is geweest, gemerckt oock geen Coopmanschappen hier ter Stede gewoon syn in sodan'tgen manieren vercoft te worden, als alleenlycken in erffhuysen. So versoecken sy Supplianten , zeer ootmoedelyck, dat uwer E.
gelieve goedertierlycken tot voorstaat van hen Supplianten met haere huysvrouwcn ende kinderen, als oock uyt andere goede consideratien, alle sodanige opveylingen, soa van vreemde persoonen als ingesee- tenen, ganschelycken te verbieden ende aff te schaffen, ende dat op alsulcke penen by de Contraventeurs van dien te verbeuren, als uwer E. oordelen sullen te behooren. Te meer doordien hier ter Stede driemael 's jaars vrye merekten
syn, ende een yegelyck alsdan met syn goederen off coopmanschap- pen mach openbaerlyck vry voorstaen, om deselve te vercoopen, waer door den vreemdelingen ende burgers beyde kunnen werden geryft. Ende zullen myne E. Meeren wel doen, etc.
(In margine stondt)
Op huyden is by myne E. Heeren van den Gerechte verstaen
|
|||||
— 168 —
|
||||||||
ende geordonneert, dat de Burgers ende Inwoonders deser Stede,
geene Schilderyen by openbaere opveylinge sullen mogen vercoopen, off doen vercoopen, sonder daer toe eerst ende alvooren te hebben oorloff ende consent vanden Heeren Burgemeesteren deeser Stede, ende off dien niettegenstaende eenige Burgers ende Inwoonders hen mochten vervorderen sodanige vercoopingen, zonder het voorsz. oorloff ende consent te doen, soo werden mits dezen geauthoriseert d'Over- luyden van St. Lucas Gilde, Requiranten in desen, om de selve ver- coopingen te mogen beletten. Actum den IO October 1613. No. 3.
Op huyden den 16 September 1626 hebben mync Heeren van den Gerechte by forine van Ampliatie van deze bovenstaende Arti- culen*) goedgevonden, dat voortaen geene Schilderyen door de Con- chergie, ofte Knecht van de Weescamer sullen mogen worden ver- cocht, als tot der Vercopers off des Concheiges huysinghe, ende dat metden affslagh, sonder dat men eenich stuck zal mogen ophouden, ende dat voor de vercopinghe eerst aen den Overluydeii moet over- gelevert worden Notitie van alle de stucken. Op de boete van twaellï gulden, uytgesondert de stucken die Sterffhuysen, Weeskinderen ofte Insolvente Boelen aengaan. *) Nota. Dit is de Keure van den 21 October 1023. Zie Hoofdstuk XV.
No. 4.
Extract uit de Gildebrief, in dato 17 October 1630.
Art. 3. Verbieden voorts den Conciergie ende Boode van de Weesk mer, eenighe uytroepen te doen offte houden van Schilderyen, Boecken, Prenten ende Konsten, alwacvt dat deselve Sterf huysen , Weeskinderen offte Insolventen Boedels (Schepenen kennissen, waer- mede meeste fraude geschieden, daer onder mede begrepen) aen- |
||||||||
Verkopin-
gen door de ('onehergie &c. wat daar in te obscr- vecren. |
||||||||
Idem, mits
gaders Sterf- huisen, Weeskinde- ren en Deso- late Boedels rakende. |
||||||||
— 169 —
|
|||||||||||||
ghingen, voor ende aleer zy luyden 't selve mette notitie ofte Inven-
taris van d'Schilderyen, Boecken, Prenten ende Konsten, die men soeckt te verkoopen, met verklaringe wien de zelve aengaen offte toebehooren , drie dagen te vooren den Overluyden van 't St. Lucas Ghilde zullen hebben verthoont ende te kennen gegeven, op dat de Overluyden hun daer op zullen mogen informeren, op peyne van tvvaelff guldens, tclckens by den Conciërge offte Boode van de Wees- kamer sulex naerlatende, te verbeuren, te appliceren als in den eersten Articule van desen, ende dat de Schilderyen, Boecken, Printen ende Konsten, die de Overluyden bevinden gheene Sterf huysen. Weeskin- deren , Insolventen Boelen, off Schepenen kennissen aentegaen, nef- fens die selve niet sullen mogen werden vercofft, op de verbeurte in cas van contraventie, van de selve Schilderyen, Boecken, Printen ende Konsten, off de penninghen daer vooren beloofft, des dat ieder stuck off penninghen daer voor beloofft, zullen mogen werden gere- dimeert met ses guldens te appliceren als vooren. Art. 5. Myne voorsz. Heeren gebieden, dat die gheene die
Schilderyen laaten verkoopen, aen den knaap van 't Ghilde, die in de verkoopinghe neffens de overgeleverde registers present moet syn, omme daer op te letten, dat daer geen bedrogh en geschiede, voor zyne presentie betalen zullen vierentwintig stuy vers s'daags. Zie verhoging No. 6. |
|||||||||||||
Gilde-
knecüts presentie geld. |
|||||||||||||
No. 5.
Op huyden hebben myne Heeren van den Gerechte tot welstant Verkooping |
|||||||||||||
vim die geen
die uit de
Nering
scheyden.
|
|||||||||||||
van de neeringen onder St. Lucas Gilt begrepen, de Ordonnantie
van 't selve Gilt, geamplieert met de hier naevolgende Articulen. Art. 1. Eerstelyck, dat al wie voorgeeft uyt syn neeringe te
willen scheyden, ende derhalven consent verkrygt om syne Schilde- ryen, Boecken, Printen ende Konst, by publique Venditie te verkoo- pen, gehouden sal zyn de verkooping doorgaans zonder dilay ofte III. 22 |
|||||||||||||
— 170 —
|
||||||||||||
intermissie van tyt te laten voortgaen: ende dat soodanigen persoon
daer nae niet sal vermogen hier ter Stede wederom te doen, 't sy in 't openbaer ofte met besloten huyse sulck een Winckel, ofte nee- ring, als hy in dier voegen eens uytgescheyden is. In Verko- Art. 2. Dat oock in geconsenteerde venditien geene andere goe-
pin^en geen
goederen in deren verkocht sullen mogen weiden, als die in eigendom toebehoor-
den aen de Impetranten ofte vcrkrygers van 't consent, sonder dat ymant anders syne goederen daer onder sal mogen steeken. Eed van En om voor te komen dat tegens de meyning van myne voor- noemde Meeren in desen niet gedaen en worden, sullen de verkoo-
pers in cas tegens haer suspitie valt, dat sy dit Articul niet na en komen, gehouden syn met Eede te verklaren, dat sy geen ander goed als haer eygen in de geconsenteerde venditie gebracht hebben, ofte brengen sullen. Actum 31 Aug. 1658. No. 6.
|
||||||||||||
Verschelde
orders om- trent publi- que verkoo- pingcn. |
||||||||||||
Alzo de Keuren ende Ordonnantien vant St. Lucas Gilt, tot noch
toe gemaakt, niet in en houden zodanige ordre ende reglement, als wel vereyst wort, om alle confusie voor te komen ende fraude te |
||||||||||||
weren, in de publique vercopingen van Schilderyen, Beeldwercken,
Boecken ende Kunst: soo is 't, dat myne Meeren van den Gerechte goetgevonden hebben te ordonneeren ende statueeren, gelyk haer Ed, ordonneeren ende statueeren by dezen : Eerstelyck, datter geene zodanige publique verkopingen van
Schilderyen, Beeldwercken, Boecken ende Const, te weten, wanneer ■ deselve Vercopingen int geheel ende alleenlyck daer inne bestaan , 't sy door de Boden van de Weescamer, noch oock de Concergie zullen mogen werden gehouden, dan int bywesen van den Knecht vant voorsz. Gilt. |
||||||||||||
Grüdeknecht
moet pre-
sent zyn. |
||||||||||||
— 171 —
|
||||||||||||
Dat deselve Gildeknecht alle de Schilderyen, beeltwercken, boe-
ken ende konst, die alsoo verkocht zullen werden, zelfs zal moeten opgeven ende ten toon houden, ofte doen houden. |
||||||||||||
Moet opge-
ven en ten toon hou- den. |
||||||||||||
Catalogus.
|
||||||||||||
Dat aen den Overluyden vant voorsz. Gilt, ofte ten minsten aen
haeren voorn. Gildeknecht, drie dagen voor dat sodanige vercopingen aenvanck nemen, ter handen geslelt ende overgelevert sal moeten werden telkens de gennmereerde catalogus van dien. |
||||||||||||
Dat gedurende de gemelte verkopingen altoos present sal moeten Gildeknegt
syn de voorsz. Gildeknecht, welke voor syn moeyte van opgeven kopingen
present,
ende andere diensten, tot salaris sal genieten vande vercopers, tsy dat die Gildebroeders syn vant voorsz. Gilt, dan niet, ider dach twe
guldens, ende so de vercopinge langer duert als zes dagen achter
malkanderen, sal hy als dan genieten voor elcke dach, dien hy ge- Salaris.
bruickt vvert, dertich stuyvers.
5-
Voort omseggen van de vercopingen sal de gemelte Gildeknecht Loon van t
&& r & & omzeggen genieten telkens gelycke dertig stuyvers, mits dat hy sich daer in van Verko-
quijte na behoren, doch so het omseggen geschiet opde selve dach, dat de vercopinge weit gehouden, sal hem voor dien dach, tot loon van 't een ende 't ander, tsamen moeten betaelt werden twe gulden ende tien stuyvers, sonder meer. |
||||||||||||
• Wanneer twe sodanige vercopingen, als vooren verhaelt, opeen Twee Ver-
. kopingen te
cyt ende verscheidene plaetsen comen te geschieden, zulcks dat d'een gelyk.
|
||||||||||||
— 172 —
|
|||||||||||
na d'ander niet en can wachten, sal de voornoemde Gildekneclit de
eene zelff moeten waernemen, ende tot de andere als dan, met ken- nisse van de voorsz. Overluyden voor die tyd vermogen te gebruycken, ende in zyn plaets te stellen sodanigen anderen persoon, als de ge- melte Overluyden zullen oordelen tot het werck bequaem te zyn. |
|||||||||||
En sal voorts niemant anders vermogen enige catalogus ofte
biljetten ofte oock iets anders, dat 't voorsz. Gilt zoude mogen con- cerneren, den Gildebroeders ofte particulieren omme te dragen, ofte bekent te maecken, dan alleen de voorn. Gildeknecht. Actum den 7 January 1659. No. 7.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, op de
remonstrantie vande Overluyden van het St. Lucas Gild, dat ver- schelde zaken omtrent de uytroepinge, vercoopingh van schilderyen als anderzints, hare Gilde ordonnantien manqueren, dewelke veele ongeregeltheden komen te veroorzaken, hebben, orani daerinne te voorsien, goedgevonden te statueren en Ie willekeuren, gelyck haer Ed. Achtb. statueeren en willekeuren mits dezen: Dat van nu voort- aen geen Concergie, ofte Bode van de Weescamer eenige biljetten van schilderyen, beeldwerken, prenten en konsten sal laten aanslaan, alwaert dat deselve sterfhuyzen, weeskinderen, insolvente boedels, schepene kennisse, waer mede de meeste fraude geschiede, daer mede onder begreepen, aengingen, voor en aleer sy-luyden 't selve met notitie, ofte inventaris van de schilderyen , beeldwerken, prenten en konsten, die men soekt te verkoopen, met verklaringe wie deselve aengaen ofte toebehooren, agt dagen van te vooren, aen de Over- luyden van het St. Lucas Gild sullen hebben vertoont en te kennen |
|||||||||||
Ombrengen
van Biljet- ten, of Ca- talogus &c. |
|||||||||||
Catalogus
wanneer aan Overlui&en te geven. |
|||||||||||
— 173 —
|
||||||||||||||
gegeven, op dat de Overluyden hun daer op aiogen informeren, en
in de sterfhuyzen inspectie nemen, op pene van twaelf guldens t'elkens by de Conciërge, Bode van de Weescamer ofte andere verkoopei's, sulks naarlatende, te verbeuren, en dat de schilderyen, beeldwerken, prenten en konst, die de Overluyden bevinden gene sterf huysen, Penaliteil weeskinderen, insolvente boedels of schepenen kennissen aen te gaen, nevens de selven niet en sullen werden verkogt, op verbeurte, in cas van contraventie, van de selve schilderyen, beeldwerken , prenten en konsten, of de penningen daar voor belooft, welke sullen mogen werden geredimeert met ses guldens voor ider schilderye, beeld- werk , print, ofte konst. |
||||||||||||||
Visitatie-
geld. |
||||||||||||||
Dat wyders alle den genen, die begeeren te vercoopen, 't sy by
|
||||||||||||||
gelegentheid van sterfhuyzen, desolate boedels als anderszints, ge-
houden sullen wesen, wegens het visiteeren tegens de catalogus te |
||||||||||||||
vooren geleverd, aen de Overluyden te betalen de somme van vier
guldens, als mede wegens de renvoijen over questieuse saken, dewelcke |
Salaris we-
gens Ren- voyen. |
|||||||||||||
door de Heeren Schepenen off Commissarissen, aen haer Gilde wer-
den gerenvojeert, wegens het inspecteeren en naermeten van glasen , visiteren van huysen en schepen van schilderwerken. Actum 9 Febr. 1701. No. 8.
Extract uit de Keure, van dato 31 Jan. 1749- Art. 5. Dat de catalogussen van de publicque verkoopingen, op Catalogus welke eenige goederen of werk, sorteerende onder het St. Lucas Gild, zal werden verkogt, vier dagen voor dat de verkoopingen zul- len werden gehouden, aan de Overlieden van St. I.ucas Gild zullen moeten werden ter handen gesteld door den Maaklaar, Boekverkoo- per, ofte door den geenen, die de directie op of over de gemelde |
||||||||||||||
— 174 —
|
|||||||||
verkoopingen heeft, of hebben, of laten doen, mitsgaders door den
geenen, voor wiens rekening die gedaan werd, op pcene van vyf-en- twintig gulden. No. 9.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, ampli-
ërende het 70 Articul van de Ordonnantie van het St. Lucas Gild, van dato 7 January 1659, spreekende van het omdragen en bekent maken van eenigen catalogen, biljetten of iets anders, het voorsz. Gild conceinerende, hebben tot een peene tegens de overtreeders van dien gestatueert, een somme van ses guldens, te weten, drie guldens voor de Bosse, en drie guldens voor de Gildeknegt. Actum den 4 February 1702. No. 10.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, willende
voorkomen de verschillen, welke veeltyds komen voor te vallen tus- schen de Overluiden van 't St. Lucas Gilde, en de Overluyden van het Boekverkoopers en Konstverkopers Gilde, over het invorderen van het visitegeld der verkopingen, in dewelke boeken en printen- konst te gelyk werden bevonden, hebben geordonneert en gestatueert, gelyk haar Ed. Achtb. ordonneeren en statueeren mits deezen, dat van nu voortaan van alle verkopingen, in dewelke te gelyk boeken en printen-konst werden bevonden, de visite zal worden gedaan, dooi- de Overluiden van de Boekverkopers en Konstverkopers Gilde, ende het recht daar van aan haar werden betaalt, by aldien de printen konst in waardy niet is te bovengaande de somme van een honderd guldens, gedrukte boeken daar printen tot vercieringe in zyn, daar onder niet begreepen. |
|||||||||
Pcenaliteit
wegens 't omdragen van Biljet- ten &c. |
|||||||||
Ordre om-
trent, het recht van Visitatie in Verkopin- gen van Boeken en Printkonst. |
|||||||||
— 175 —
|
|||||||||
Des zullen de Overluiden van het Boekverkoopers ende Konst-
verkoopers Gilde, insgelyks geen recht van visite mogen pretendee- ren, als de boeken in gemelde verkoopinge, daar en tegen de voor- noemde somrae van een honderd guldens in waardye niet te boven gaan, maar het zelve gehouden zyn te laten aan de Overluiden van 't St. Lucas Gilde. Ende by zoo verre in eenige verkopinge, zoo de boeken, als de
printen-konst, ieder in het byzonder meerder, als de gemelde zomme van een honderd guldens, quamen te bedragen, dat als dan van ieder Gilde de visite zal werden gedaan, in maniere ofte yders sorteeringe afzonderlyk vvierde verkogt. Actum den 29 January 1704.
II.
Ryffcleryen. No. I. Extract uit de Gildebrief, van dato 17 October 1630. Art. 4. Dat mede nu voortaen eghene ryfeleiyen van Schilde- ryen , en sullen mogen gehouden worden, dan mits daer toe hebbende speciael consent van den E. Heeren Burgermeesteren. No. 2.
Myne E. E. Heeren van den Gerechte inhererende ende renove-
rende hare vorige Willekeuren, voor desen tegens de ryffcleryen van Schilderyen, ende ongepermitteerde verkopinge der selve gemaeckt; belasten hier mede als noch, dat deselve Keure preciselyk onderhou- den ende gcéxecuteert sullen werden: besonderlyck wel scherpelyck by desen statucrende ende willekeurende, dat geenderhande ryffelryen van Schilderyen in herbergen of diergelycke plaetsen, daer vergade- |
|||||||||
Niet zonder
consent. |
|||||||||
Nader ver-
bod van Ryffelerycn &o. |
|||||||||
— 176 —
|
|||||
ringen of by-een-komst van luyden is, aengerecht, ofte in 't werck
gestelt, nochte oock door andere wegen, 't zy by op- of af-slach, of andersints, door persoonen daer toe ongequalificeert, eenige Schilde- ryen aldaer ter koop gepresenteert, geveylt of verkoft sullen mogen worden, onder wat schijn off pretext het soude mogen wesen, alles op pene van t'elckens 20 guldens daer over te verbeuren, soo wel by den aenrechters van de voorsz. ryffelryen ende verkoopers van de Schilderyen, als by den waerd of waerdinne, in wekkers huys sulcks gedaen sal worden: suilende de bekeuringe daer van mogen geschie- den door den Knecht van St. Lucas Gildt, of een Stadts Bode, van wegen 't selve Gildt hier toe te gebruyeken: Ende dit ten proffyte van 't gemelte Gildt. Actum den 1 February 1666. III.
Omlopen en Voorstaan.
No. 1.
Extract uit de Keure, van dato 21 Oct. 1623.
Voorstaan, Art. 9. Authoriseren voorts den voorsz. Overluyden, dat sy den
ugt.G ™ geenen, die met hare Schilderyen om te vercoopen in openlocht
voorstaen, op Sluysen, ende Bruggen ende andere plaetsen, ende specialyck int op ende affgaen van de Borse, ofte de Galderye van dien, voor die eerste reyse, ende dan noch continuerende voor de twcedemael, door een Stadts Boode 't voorsz. voorstaen sullen mogen doen verbieden, mits dat die geene die naer 't eerste verbot nog continueeren int voorstaen verbeuren sullen drije guldens. Dan indien sy ten dardenmale hare Schilderyen als vooren te coop voorstelden, salt den voorsz. Overluyden vrystaen, de voorgestelde Schilderyen door s'heeren JJienaers te laten wechhalen, ende doen brengen in de |
|||||
— 177 —
|
||||||||||||
Conchergerije deser Stede, alwaerse verkoft sullen worden, ende sal
't een dardepart vande penningen vande Schilderyen procederende, gelyck mede van alle de voorgenoemde boeten, geapphceert worden, ende comen ten proffyte vanden Officier, tander dardepart ten voor- deele vant Gilde, ende 't leste dardepart ten behouue vande Elemo- syniers deser Stede: boven 't welck die geen die met Schilderyen voor- stad noch verbeuren sal ten behouue vant Gilde dsomma van zes gulden. Mo. 2.
Extract uit de Keure, van dato 24 Oct. 1635. Op huyden hebben myne E. Heeren vanden Gerechte, ampliërende d'Ordonnantie van St. Lucas Gilde, geordonneert, dat niemand bin- nen deser Stede, directelyk off indirectelyk, eenige Schilderyen zal mogen ommedragen, off daer mede op Bruggen, Straten off eenige andere publique plaetsen voorstaen, om te veylen, venten off verco- pen, noch daer mede door deser Stede lopen, onder dexel als off men deselve wilde t'huys brengen, off diergelycke andre frivole pre- texten, opde verbeurte vande zelve Schilderyen, behoudelyk dat yeder zodanigh stuck byde contraventeurs zal mogen werden gelost met zes guldens, t'appliceren d'eene helft ten proffyte vanden Officier, die d'executie doen zal, ende d'ander helft ten behoeve Van de Aelmos- niers armen binnen deser Stede. |
||||||||||||
Omdragen,
Voorstaan en Omlo- pen. |
||||||||||||
XIV. HOOFDSTUK.
VAN DE BEUN-AZEN:
EN DIE GILDEBROEDERS NERING DOEN. |
||||||||||||
No. 1.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579. Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de III. 23 |
||||||||||||
Onvrye.
|
||||||||||||
— 178 —
|
|||||
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser
Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten ware dat hy eerst tghilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon- den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser Stede wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder 't Ghilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven. Niet te Art. 9. Item, dat egeene Glasemaeckers eenige Schilders zullen
bevryden.
mogen bevryen, omme heure neringe te doen, sonder poorter ofte
burger te zyn, ende oft hy al burger waere ende t'Ghilde niet te
vreden en hadde gestelt, datmen sodanigen Schilder zal mogen be- keuren voor de boete van drie Karolus guldens, desgelycx en sullen oock geen Schilders, Glasemakers nochte eenige andere meesters, die onder 't voorsz. Ghilde begrepen zyn, egeene onvrye personen mogen bevryen, op de boete van drie Karolus guldens, t'appliceeren de selve boeten inde arme bosse. Onvrye Art. 12. Item, indien eenige onvrye personen bevonden weiden
Schilders. ' & J r
te Schilderen aen huysen ofte schepen binnen deser Stede , ende de
vryheyt van dien, salraen sodanige bekeuren ende affnemen de boete
van drie Karolus guldens, ten pryse voorsz. tot behouff van de
arme bos.
No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 14 Jann. 1621.
Onvrye Art. i. In den eersten, dat alle de geene, die onder de Kunst
in verscliei-
de Ambach- offte t'Ghilde van St. Lucas begrepen syn, als namentlyk Schilders, Vercopers van dien, Glasemaeckers, Borduyrwerckers ende Verco-
pers van dien, . Boeckebinders, ende Vercopers van dien, Beeltsny-
|
|||||
— 179 —
|
|||||||||
ders, Plaet ende Figuirsnyders, Tapitsierwerckers, Compassemakers,
Glaywerckers, Coftermaeckers, mitsgaders alle andere, die haer metter penseel, borstel offte metter verwe generen, hier ter Stede haeren hantwerck nyet en sullen mogen exerceren ofite doen, tenzy datse eerst Burgers ende Poorters dezer Stede zyn, ende het Ghilde ten vollen betaelt zullen hebben. No. 3.
Extract uit de Keure van dato II Feb. 1700. Art. 1. Dat, buiten de Gildebroeders van 't St. Lucas Gild, hooiende onder de proef van de Beeldhouwerye, niemand sal ver- mogen eenig beeld, of cieraad-werk, 't zy in steen, hout, loot, pleister of diergelycke stofte, 't zy voor Winkeliers of particulieren te maken, op de boete van haar gemaekte goed, en gereetschap, te redemeren met een somme van ses guldens, voor de eerste maal, en voor de tweede en meerdere malen, t'elkens met een somme van tvvaelf gulders, sullende deze bekeuringe mogen werden gedaan, soo wel dooryder van de Gildebroeders, als door de Overluyden en Gildeknegt. No. 4.
Schilders mogen geen Glasemakers werk doen en vice versa. Zie Hooftstuk VI. Onderdeel 2. XV. HOOFT-STÜK.
van de
VREMDEUNGEN, JAARMARKT, EN GOEDEREN VAN
BUITEN INKOMENDE.
|
|||||||||
Onvrye
Beeldhou-
wers en Beeldgie- ters. |
|||||||||
No. I.
Extract uit de Gildebrief, van dato 2 Sept. 1553- Art. 6. Item, dat gheen vreempde slasemaickers hier binnen Vremde der Stede zullen mogen leveren eenich werck, vuytgeseyt dat by
|
|||||||||
— 180 —
|
|||||||
vreemde ende vuytheemsche luyden hier nyet wonachtich, gegeven
weidt, ende tgunt van buyten als voeren gegeven werdt, zal de ghevere mogen doen maicken dairt hem geliefven zal. üik dat geene gilde- broeders hen en zullen vervorderen te setten eenich vreempt werck anders dan gegeven als voeren: op de verbeurte van drie Karolus guldenen. No. 2.
Extract uit de Gildebrief, van dato 20 July 1579.
Art. 8. Item, dat egeene Glasemaeckers, wonende buyten de
vryheyt deser Stede, eenich werck sullen mogen leveren binnen deser Stede ofte in de vryheyt van dien, tzy out ofte nieuw werck, ten ware dat hy eerst tgilde, tot behoeve van de bos, betaelde dertich stuyvers, ende so daer eenige meesters Ghildebroeders synde bevon- den worden, die sodanighe vreemde ende buyten de Jurisdictie deser Stede wonende, behulpelyck waeren in syn werck te leveren, sonder 't Gilde eerst ende alvooren te vreden gestelt te hebben, dat de selffde meester off de gene die hem behulpelyck is, sal verbeuren gelycke dertich stuyvers ten behoeve ende t'appliceren als boven. Nota. De Boete in dit Art. gestelt, is 16 Sept. 1626. verhoogt
op / 12. — Zie Hoofdstuk XI. No. 2. No. 3.
Also myne fleeren van den Gerechte onderrecht zyn, dat vele
ende verscheyden vreemde personen haer onderwinden binnen deser Stede, buyten de drie vrye Jaermarckten, te vercoopen, ofte deur anderen doen vercoopen allerhande stucken Schilderyen, buyten de Vereenichde Provinciën gemaeckt, tot schade ende naedeel van de gemeene Schilders binnen dezer Stede wonende, die daer deur in |
|||||||
Vremde
builen de Jaarmark- ten bier geenVremde Schilderyen te Verkopen. |
|||||||
— 181 —
|
|||||
hare neringe, ende brootwinninge grootelycx worden vercort, So ist
dat de zelve myne Heeren, omme tselve te verhoeden so veel moge- lyck is, by provisie ende tot haer wederzeggen geordonneert, gesta- tueert, ende gewillekeurt hebben, ordonneren, statueren ende wille- keuren, mits deezen: Dat geene vreemde personen hen zullen mogen vervorderen eenige
stucken Schilderyen, buyten de Vereenichde Provintien gemaeckt bin- nen deser Stede ende haere Jurisdictie te vercoopen, ofte deur anderen te doen vercoopen, buyten de voorsz. drie vvye Jaermarckten , op de verbeurte vande zelve Schilderyen, die alsoo vercocht sullen worden, ende daerenboven telckens vyffentwintich guldens te verbeuren by den geenen, die bevonden sal worden, contrarie gerlaen te hebben, te appliceren de voorsz. boeten een derdendeel tot prouffyte vanden Ileere, gelycke derdendeel tot behoeve van de Gildebos, ende het resterende derdendeel tot behoeve vande Aelmoesseniers, binnen deser Stede. Actum den lesten Januavii Anno xvic. ende Seventien. No. 4.
Extract uit de Keure, van dato 21 October 1623.
Alsoo myne Heeren van den Gerechte bevinden, dat niettegen-
staende het verboth by hare E. by Keure in den jare Zestienhondert ende Zeventien op den laetsten January gedaen, nopende het vercoo- pen binnen deser Stede van Schilderyen buyten de vereenichde Pro- vintien gemaeckt, verscheyden practycquen ende listen by eenige aengestelt worden, daer door zy de voorn. Keure illuderen, soo is 't, dat myne voorsz. Heeren, tot onderhoudinge vande voorsz. Keure, ende voorcominge van alle frauden ende bedroch deselve extenderen ende ampliëeren met de naervolgende articulen. |
|||||
— 182 —
|
||||||||||||
Buiten de
Jaarmark- ten geen Vremde Schilderyen in te bren- gen. |
Art. I. Dat niemant, die geen Jaer ende dach alhier ter Stede
oft in de Jurisdictie van dien gewoont, ende fixum domicilium ge- houden heeft, oock geen poorter geworden is, vermogen sal eenige Schilderyen buyten de Vereenichde Provintien gemaeckt, alhier ter Stede ende inde Jurisdictie van dien te brengen, anders als op drye vrye Jaermarcten, op de verbeurte van deselve Schilderyen, ende bouendien van eene somme van vyff ende twintich guldens, soo meeniehmael bevonden sal worden contrarie gedaen te syn, ende noch op een peene van twaelff guldens op yder vercofte stuck te verbeuren. Art. 2. Dat oock de voorsz. Schilderyen op de voorn, vrye Jaer-
marcten niet eer en sullen mogen commen nochte gebracht worden, als acht dagen voor het ingaen ofte inluyden van deselve Jaermarck- ten, op de verbeurte vande selve Schilderyen. Art. 3. Dat de brengers, factoors ofte eygenaers van sodanige
Schilderyen, gehouden sullen wesen, alle de stucken Schilderyen, die sy inde voorsz. Marcten brengen, den Oveiluyden vant Gilde, op een cedulle ordentelick aen te geven , omme by henluyden gezien ende gevisiteert te mogen worden, aleer zy brengers deselve sullen mogen openen, ende eenige van dien vercoopen ofte verhandelen. Art. 4. De voorsz. respective Jaermarckten geëxpireert ende uyt-
geluyt synde, zullen de Eygenaers, Factoors ofte Brengers vande voorsz. Schilderyen, de ouerschietende ende onvercochte stucken we- deromme van hier moeten vervoeren, binnen den tyt van acht dagen, naer dat de Marckt uytgeluyt sal syn, ofte met kennisse vande Ouer- luyden alhier opsetten, om te bewaren, mits de stucken op een cedulle ordentelick aengevende, sonder dat sy een eenich Stuk, naer het uytluyden ende eyndigen van de Marckt sullen meer mogen ver- coopen, opde verbeurte vande selve stucken, ende bovendien van achtien guldens op yder stuck, dat sy vercocht sullen hebben. |
|||||||||||
Wanneer
op de Jaar- markten. |
||||||||||||
Aangeeven
en Visitatie. |
||||||||||||
Hoe na 't
eindigen van de Jaar. markten. |
||||||||||||
— 183 —
|
|||||
Art. 5. Sullen van gelycken soodanige ouerschietende stucken Niet in
J & J fa Oommissie
alhier aen niemant anders in commissie mogen gelaten worden, omme laten.
alsoo daer naer vercocht te mogen worden, op peene dat den ver-
cooper van yder stuck verbeuren sal vyffentwintich guldens.
Art. 6. Dat oock niemant alhier ter Stede woonende, ende hem Niet kopen
om te ver-
met Schilderyen te coopen ofte vercoopen generende vande brengers kopen. vande voorsz. Schilderyen eenige stucken sal mogen coopen, omme
daer naer by hem wederomme vercocht te worden, anders als inde
voorsz. vrye Jaermarcten op peene als vooren.
No. 5.
Alzoo myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam in Inbreng
J eu Verkoop
eivaringe gekomen zijn, dat 'er van tyd tot tyd weide ingevoeit van Beeld-
" ° houw-werk,
allerlei soorten van Beeldhouwery, niet alleen van buyten dese Stad, iniiten de
Jaarmark-
maar buyten de Vereenigde Nederlanden, en wel voornamentlyk in ten. Braband gefabriceert; strekkende het zelve tot merkelyk nadeel van
het voorseyde Gilde: soo is 't, dat myn voorseyde Heeren daar inne hebbende willen voorsien, goed gevonden hebben te ordonneren, en te statueeren by deeze, dat van nu voortaan niemant, wie hy zy, vermogen zal eenig gemaakt Beeldhouwers-werk binnen deeze Stad of Jurisdictie van dien in te brengen, om het zelve te verkoopen, (uitgesondert alleen op de drie vrye Jaaimarekten) op de verbeurte van alle het selve, en daar en boven vervallen zyn in een boete van vyf-en-twintig guldens, ten behoeve van het zelve Gilde, te verbeu- ren zoo menigmalen als contrarie deeses sal sijn gedaan; weidende tot het doen van de voorseide Bekeuring geauthoriseert de Gilde- knegt, geassisteert met een Geregtsbode deser Stede. Actum den 27 January 1736. |
|||||
— 184 —
|
||||||
AANHANGSEL
Eed van zuiveringe.
Alsoo vele deser Stede Keuren qualicken worden onderhouden
ende illusoir gemaeckt, door dien dat de gene, die by de Dienaers van den Schout, ofte by de Burgermeesteren deser Stede daer toe geordonneert, bekeurt worden van eenige contraventie van deser Stede Keuren, in Rechte geroepen synde ontkennen de selve contraventie; ende su!cx als de JJekeurders deficié'ren in haer bewijs, (gelijck sy veeltijds doen) ontgaen de boeten daer toe gestelt: soo is 't, dat mijne Heeren van den Gerechte, omme hier inne te remediëren, ende ten eynde de selve Keuren te bats onderhouden mogen worden, ordonneren, statuëren ende willekeuren, dat van nu voortaen de genen, die van eenige contraventie van deser Stede Keuren in Rechte beklaecht sullen weiden, met verclaringe van tijt ende plaetse, daer van de Bekeurder nochthans geen bewys sal weten by te brengen, gehouden sullen wesen hen by eede te suyveren, ofte by refuys van dien, de boeten daer toe staende te betalen, indien de Bekeurder by eede verklaren wil den bekeurde de voorsz. Keuren gecontrave- nieert te hebben. Actum den 19 December 1564. (*) Myne Heeren van den Geregte der Stad Amsterdam, in ervaa-
ring gekomen zynde van den geringen Inleg en Contributie tot de Bosse van het St. Lucas Gilde binnen deeze Stad, waar door dezelve Bosse, eenige Jaaren agter den anderen, niet heeft kannen toereiken tot de noodige uitkeeringen, als mede dat 'er, tot nog toe, omtrent de Oude en behoeftige Gildebroeders, geene voorzieninge is gedaan, of eenige alimentatie aan dezelve toegelegd; |
||||||
(*) öorenoveert 25 Aug. 1688.
|
||||||
— 185 —
|
|||||
Zo is 't, dat myne voörschreeve Heeren, daarinne willende voor-
zien, hebben goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk haar Edele Achtbaarheden ordonneeren en statueeren by deezen; dat, van nu voortaan, voor het inkomen in de Bosse van het zelve Gilde, in de plaatse van vier guldens, zal moeten worden betaald agt gul- dens, en voor Jaarlyksche Contributie, welke tot nog toe niet is bepaald geweest, een somma van twee guldens, hier van egter uitge- zonderd zynde die Gildebroedeis, welken, voor dato deezes, in de Bosse geweest zyn, en op den ouden of voorgaanden voet zullen blyven. Authoriseeren wyders de Overlieden van het zelve Gilde, om .uit
de Casse van hun Heder Gilde, aan zes van de oudste en behoeftige Gildebroedeis 's weekelyks uit te keeren eene somma van een gulden tien stuivers. Aldus Gearresteerd, den 29 January 1767. Prajsentibus den Heer en
Mr. haac Sweers, Hoofd Officier; alle de Heeren Buigemeesteren , dempto den Heer Jan Calkoen; en alle de Heeren Schepenen. En Gepubliceerd, den 30 dito, Pnesentibus den Heer en Mr. Isaac
Sweers, Hoofd Officier, den Heer en Mr. Gèrrit Hooft Gerritsz.^ Burgemeester; en de Heeren Mr. Jan van de Poll Pictersz., en Mr. Pieter Hartsinck^ praisideerende Schepenen. In kennisse van my Secretaris,
G. HOOFT Junior.
Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam, door de
Overlieden van Sint Lucas Gilde te kennen gegeeven zynde, dat het sedert veel jaaren een constant gebruik geweest is, daf wanneer Gildebroedeis, die te vooren alleen het Schilders Gild gekogt heb- ' UI. 24 |
|||||
— 186 —
|
|||||
ben, na lang verloop van tyd, ook als Glazenmakers bun proef doen,
de zodanige als dan ook weder als jongste Glazenmakers Baazen, of Gildebroeders zyn aangemerkt, en om die reden weder op nieuw verplicht zyn geweest de Lyken, die door 't Gild begraven worden, te helpen draagen; doch dat als nu, sedert eenigen tyd eenige Gil- debroeders, die alzo op nieuw jongste Glazemakers Gildebroeders zyn geworden, difficulteit maaken om de Lyken, die door 't Gild begra- ven worden, ter aarde te helpen draagen; voorgeevende daaraan reeds in hunne voorige betrekking als Schilders voldaan te hebben, waar door telkens moeilijkheden ontstaan, en het dikwerf den Gildeknegt niet doenelyk is een genoegzaam getal van Baazen tot het draagen der Lyken te vinden, te meer daar dezelve niet verder dan tot de veertien jongste Baazen gaan kan; zo hebben welgemelde Heeren van den Gerechte goedgevonden te ordonneeren en te statueeren, gelyk haar Ed. Achtb. ordonneeren en statueeren by deezen, dat van nu voortaan, als iemand der Gildebroeders naderhand in een ander Ambacht weder in 't Gild inkomt, de zodanige als dan zal worden geconsidereert op nieuw in dat Ambacht jongste Gildebroeder te zyn geworden, en mitsdien weder op nieuw gehouden tejzyn, de Lyken, door het Gild begraven wordende, ter aarde te helpen draagen, en zulks niet tegenstaande de zodanige reeds in vroeger tyd in een ander Ambacht deszelfs verpligting tot het draagen der Lyken mogt hebben gepra-'steerd, en dat de zodanige verpligt en gehouden zal zyn daar- mede te continueeren tot dat dezelve weder veertien jongere Gilde- broeders onder zich heeft; dat hier van niemand zal bevryd zyn, dan ingevalle van ziekte en mits dezelve in dat cas zulks terstond aan den ombrenger der begraaffenis briefjes zegge, en met een decla- ratoir van den Medecina; Doctor of andere valabele bewyzen doe blycken: alles op de verbeurte van 30 stuivers ten behoeve van 't Gild |
|||||
— 187 —
|
|||||
blyvende echter by agterblyving van een of meer der voorn: veertien
jongste Gildebroeders, de oudere Gildebroeders, by opklimming naar rang, verpligt tot vervulling van de openvallende plaatsen, en zulks onder dezelve poene als boven: zullende dit alles plaats hebben, zo wel van Beeldhouwers als van Schilders en Glazemaakers, en dat wel een ieder in zyn eigen Ambacht. Aldus Gearresteerd den 27 January 1784. Praasentibus den Wel Ed.
Gestrengen Heer Mr. Abraham Calkoen^ Heere van Kortenhoef, Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemeesteren, dempto den Heer Mr. Egbert de Vry Tcmminck; en alle de Heeren Schepenen. En Gepubliceerd den 30 dito, Praasentibus den Wel Ed. Gestrengen Heer Mr. Abraham Calkoen, Heere van Kortenhoef, Hoofd-Officier; den Heer Willem van Heemskerk, Burgemeester; en de Heeren Mr. Jan Bernd Bicker en Mr. Cornelis van der Hoop Gysbertsz., Schepenen. In kennisse van my Secretaris,
H. van SLINGELANDT.
Mijne Heeren van den Gerechte deezer Stad hebben, op voorstel
van de Overlieden van het St. Lucas Gilde, en naar examen van den staat der Cassa van 't zelve Gild, gestatueerd, gelyk hun Ed. Achtb. statueeren by deeze, dat Gemelde Overlieden, in plaatze van aan zes van de oudste en behoeftige Gildebroeders, aan tien der oudste en behoeftige Leden van 't Gild, 't zy Gildebroeder of Gildezuster, de bepaalde weekelyksche uitkeeringen zullen mogen doen', den ouder- dom der Ledeji te rekenen naar de Jaaren dat dezelve als Gilde- broeder of als Gildezuster aan het Gild hebben gecontribueerd. Voorts hebben Myne voornoemde Heeren, aan wien het geble-
ken is dat de Bosch tot alimentatie der Zieken, door de weinig con- |
|||||
— 188 —
|
|||||
tribueerende Leden, en de geringe Jaarlyksche Fournissementen, niet
toereikende is tot het einde waar toe dezelve is ingesteld, goedge- vonden, na verhoor der Geinteresseerdens, dezelve Bosch te vernie- tigen, zullende daarin geen nieuwe Leden meer worden aangenomen, noch eenige uitkeeringen gedaan: daar het aan de Geinteresseerdens zal vrystaan, het geene dezelve, zo voor inkoomgeld, als Jaarlyksche Contributien, volgens Keuren, betaald hebben, terug te vraagen, mits zelf binnen de drie maanden, te rekenen van den dag van de pu- blicatie deezer Keure, daar toe zich addresseerende aan 't gemelde St. Lucas Gilde. Aldus Gearresteerd den 26 January 1785. Frasentibus den Wel Ed.
Gestrengen Heer Mr. Abraham Calkoen, Meere van Kortenhoef, Hoofd-Officier; alle de Heeren Burgemeesteren en alle de Heeren Schepenen. En Gepubliceerd den 27 dito, Prasentibus den Wel Ed. Gestrengen
Heer Mr. Abraham Ca/koen, Heere van Kortenhoef, Hoofdofficier: den Heer Mr. Pieter Clifford, Burgemeester; en de Heeren Joa?i Fredrik iTOrville en Mr. Gillis Alewyn, praesideerende Schepenen. In kennisse van my Secretaris
H. van SLINGELANDT.
Alzoo Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amsterdam in
ervaring zyn gekomen, dat diverse Personen zich onderwinden zoda- nige Ambachten en Neringen te doen, als onder 't St. Lucas Gilde behooren, zonder nogthans het zelve Gilde te koopen, ofte deszelfs rechten te voldoen: zoo IS 'T, dat Myne Heeren van den Gerechte daarin willende voorzien, goedgevonden hebben, ten behoeve van het voorsz. Gilde te emaneeren en te statueeren, gelyk Haar Edele Achtbaare emaneeren en statueeren by deeze: |
|||||
189 —
|
|||||
Art. i.
Dat het aan niemand, zonder onderscheid, wie lvy zy, dan alleen
aan de Gildebrocders van het St. Lucas Gilde, zal vrystaan, om eenig Glas te snyden, gruizen of te fatsoeneeren, in welk formaat het zy, voor Lysten tot Prenten, Tekeningen, Schilderyen, ofte welke anders zyn mag, en dat dien volgende alle Papieikonst- of Prent- winkeliers, nu zynde of namaals komende, derzelver Papieikonst, of Prenten willende verkopen in lysten niet glazen, gehouden en ver- plicht zullen zyn, of dezelve glazen te doen snyden, gruizen of fatsoe- neeren by en door een Glazenmaker tot het St. Lucas Gilde behorende; of als Glazemaker het Gilde te winnen, en deszelfs 'asten te draagen, op een boete van honderd guldens. 2.
Dat alle Papieikonst- of Prentwinkeliers nu zynde, of namaals
komende, die niet sorteeren nochte gequalificeert zyn om te sorteeren onder het Boekdrukkers of Boekverkopers Gilde, of dewelke geen Pars gebruiken, gehouden en verplicht zullen zyn, de eerste binnen 6 weeken na het emaneeren dezes, en de andere, alvorens derzelver Winkel of Neering te doen of te beginnen, zich onder het Gilde van St. Lucas te begeeven, mitsgaders te draagen de lasten daarinne plaats hebbende, op een boete van hondert guldens, te verbeuren telken reyse, dat zy, zonder in het Gilde getreden te zyn, bevonden zullen worden Papier, of Prentkonst verkocht te hebben. 3-
Dat alle Papieikonst- of Prentwinkeliers nu zynde, of namaals zullende komen, die gequalificeert zyn om onder het Boekdrukkers of Boekverkopers Gilde te sorteeren, ofte die de Pars gebruiken, de eerste, zoo die onder het zelve Gilde nog niet sorteeren, binnen 6 weeken na het emaneeren dezes, en de andere, alvorens derzelver |
|||||
— 190 —
|
|||||
Winkel of Neering te doen of te beginnen, gehouden en verplicht
zullen zyn te kiezen, tot welk, (te weeten tot het St. Lucas of tot het Boekdrukkers en Boekverkopers Gilde) zy willen sorteeren, en dadelyk na die keuze het gekozen Gilde te winnen, op poene mede van hondert guldens telken reyse, dat zy zonder gekozen en het gekozen Gilde gewonnen te hebben, bevonden zullen worden Papier- of Prentkonst verkocht te hebben; en dat, ten einde dit alles te doen observeereu, alle Papieikonst, of Prentvvinkeliers nu zynde, ofnaniaals zullende komen, van wegens het St. Lucas Gilde aangesproken wor- dende, gehouden en verplicht zullen zyn, zich te expliceeren, of zy gequalificeert zyn om onder het Boekdrukkers en Boekverkopers Gilde te sorteeren en de Pars gebruiken, en zich daar toe gequalifi- ceert oordeelende, binnen 6 weeken zullen hebben te exhibeeren het bescheid ofte blyk, dat zy keuze gedaan en het evengemelde Gilde gewonnen hebbe, op verbeurte, by wygering van dien, telken reyse van ƒ25:— alle de voorz. boetens ten behoeve van de Gildebosse te appliceeren; en eindelyk dat zodanige Papieikonst- of Prentwinke- liers, die bereids het St. Lucas Gilde gekozen en derzelver inkoomgeld betaalt hebben, gehouden zullen zyn, by het zelve Gilde te blyven en alle andere lasten en requisitien van het zelve Gilde te voldoen. Aldus gearresteert den 27 January 1791. Praesentibus den Wel Edelen Gestrengen lieer Mr. Willem Cornelis Backer, Hoofd-Officier, allede Heeren Bmgemeesteren en alle de Heeren Schepenen. En gepubliceert den 28 January 1791. Praesentibus den Wel Edelen Gestrengen Heer Mr. Willem Cornelis Backer, Hoofd-Officier, den Heer Mr. Matthys Straalman, Heer van Dnyts etc, Burgemeester, en de Heeren Sebastiaan van Nooten yansz. en Mr. Pieler Elias, Praesideerende Schepenen. In kennisse van my Secretaris
P. S. DEDEL.
|
|||||
— 191 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||
REGISTER DER HOOFTSTUKKEN;
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ZAKEN, daar in voorkomende.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Generaal Reglement...
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Pao
|
90.
|
||||||||||||||||||||||||||||
HOOFTSTUK I.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Güdebrieven.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
No. I. in dato 2 Septb. 1553.
II. in dato 20 July 1579. III. in dato 14 Janu. 1021.
IV. in dato 17 Octob. 1030.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
96.
100. 108. 109. |
|||||||||||||||||||||||||||||
HOOFTSTUK II.
Verkiezing, Huishoudelijke Schikkingen, Fimctien,
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Van Overlieden , derzelver
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Salaris en Emolumenten, mitsgader
|
van de Güdeknecht en deszelfs loon.
|
||||||||||||||||||||||||||||
I. Van de Verkiezing van Overlieden, t&c.
Hoe na malkander niet mogen bestaan...
Tyd van Verkiezing...............
Een tot Bosmeester...............
Nominatie.....................
Uit wat Ambachten te kieseu ........
II. Schikkingen omtrent het Huishouden van Overlieden.
Ordre op derzelver Zitting................... ....
III. Fimctien van Overlieden, en tcat daaromtrent in acht te
nemen hebben. Visitatie der winkelen.....................
Moeten toezien op 't onderhouden der Keuren ...
Zyn I'roefuieesters........................
Hebben de directie van de Bosse.............
Moeten Boekhouden en ltekening doen.........
Visitatie van Schilderyen &e................
Mogen niemand in 't Gild nemen dan Poorters...
Mogen de Boetens vorderen ...............
Moeten de Jaarzangen invorderen ............
IV. Salaris en Emolumenten.
Hebbon twee negende parten in de Boetens......
Jaaiiykscho Verteering.....................
Zyn vry van Jaarzang &c. in dienst zynde......
Proef- en Visitatiegeld.....................
Zie nopens 't Visitatiegeld, Hoofdstuk XIII.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Pag
|
114.
114. 115. 115. 116. 116.
|
||||||||||||||||||||||||||||
118.
119. 119. 119. 119. 119. 119. 120. 120. 121.
121. 121. 121. |
|||||||||||||||||||||||||||||
— 192 —
|
|||||
V. Gtldeknecht, en zyn Loon.
Zyn Verkiesing. .............................. Pag. 121.
Mag niet meer vorderen als by Keure is toegelegt....... » 121.
Moet op de Beunazen passen ..................... » 122.
Wat in 't ophalen der Jaarzangen moet in acht nemen ... » 122.
Zyn Functien en Salaris in publicque verkoping ...... » 122.
Niemand mag, buiten hem, Catalogussen &c. ombrengen ... » 123.
Salaris van de Proeveling........................ » 121.
Tractement &c............................... » 124.
HOOFT STUK III.
Van de Ambachten, Neringen, en Werk tot dit Gild behorende.
Glasemakers en Glasenschryvers, kc................... Pag. 125.
Schilders, &e.................................... » 125.
Schildery-handelaars............................... » 12G.
Die haar geneeren niet Verwen, Piutsool, Borstel daar men de
Verwe mede verstroit, en Yser daarmen ' t glas mede gruist ... » 126.
Borduurwerkers en Verkopers van dito werk ............ » 126.
Tapissierwerkers ................................. » 126.
Oompassemakers ................................. » 126.
Glaywerkers ....., .............................. » 126.
Koffermakers ....................•. ••• ............ » 126.
Die de Pers gebruyken.............................. » 126.
Plaat riguursnyders.............................. » 127.
Beeldhouwers on Beeldgieters ........................ » 127.
H O O F T S T U K IV.
Van de Proeven, Proefplaafs, en waar de Proefstukken verblijven moeten. I. Proeven wanneer te doen. Binnen 8 dagen na aanmaning.......... ......... Pag. 128.
II. Welke Ambachten Proef subject zyn.
Glasemnakers, Glasenschryvers, Beeldhouwers, Beeldgieters » 129.
III. Wat Proef ieders Ambagt doen moet.
Glasenmakers-proef.............................. » 12'J.
Glasenschryvers-proef........................... » 130.
Beeld-houwers-proef ........................... » 130.
Steenhouwers, proef-vry ........................ » 131.
IV. Proef-plaats en Proefstukken.
Proef-plaats ... .,............................ » 132.
Proefstukken voor 't Gild ........................ » 132.
HOOFT STUK V.
Van de Proevelingeu en wat omtrent dezelve geobserveerd moet worden.
Die in 't Gild komt moet Poorter zyn..........• ......... » 132.
Proeveling moet Leerbrief toonen ..................... » 134.
Binnen wat tyd de Proef aftemakcn..................... » 135.
|
|||||
— 193 —
|
||||||||
HOOFTSTÜK VI.
Van het Proefloon, Inkom- of Glldegdd, en verdere Onkosten by den
Proeveting te betalen. I. Van het Proef-loon Proef-loon en verhoging ........................ Pag. 135.
II. Van het Inkom- of Gildegéld.
Inkom- of Gildegéld en verhoging.................. » 137.
Glasemaker mag niet schilderen, ten zy als Schilder 't recht
van 't Gild voldaan heeft............ ............ » 138.
Die als Schilder en Glasemaker wil fungeeren wat beta-
len moet ...... .......................... ■» 139. III. Verdere Onkosten ............................... » 139.
Gildeknecht, Iutekeiigelt, en Ordonnantien............ » 139.
HOOFTSTÜK VII.
Van het Bosgeld en de Jaarzangen. I. Hosqeld. Wat met de Reformatie, ten profyte van de Bosse komen
moet .................................... » 140.
Inkomgelt en verhogingen........................ » 141.
II. Jaarzangen.
Wanneer op te halen ........................... » 142.
Boete tegen 't niet boUoorlyk betalen derzelve ......... » 143.
Die zig laat rojeeren moet echter Jaarzang betalen...... » 144.
HOOFTSTÜK YIII.
Wie alt de Bosse trekt en wie niet. Wie trekt en wie niet..................... ,..... » 144.
Reysgelt voor vreemde Knechts .............., ... » 146.
AVanneer 't recht tot de Bos verloren word............ » 147.
Die in twee Gildens zyn, maar uit een te trekken ...... » 147.
HOOFTSTÜK IX.
Van de Leerjongens en Knechts. Versclieide ordres omtrent 't aannemen van Leerjongens... » 148.
Meesters hoe veel Leerjongens tefl'ens ............... » 150.
Inschryven en wat daar by te betalen............... » 150.
Die niet Ingetekent is, mag geen proef doen ......... » 150.
Exceptie................................. » 151.
Leerbrief ........................ ............ » 151.
Knechts, moeten haar tyd uitdienen ............... » 152.
—— niet te onderhuuren ........................ » 152.
|
||||||||
III.
|
||||||||
25
|
||||||||
— 194 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leer-Jongens, idem ........................... Pag. 152.
------■— die zig ongeschikt aanstellen............... » 153.
Contributie van Gezellen die hier komen werken ...... > 153.
HOOFTSTUK X.
Hoe Oildebroeders zig omtrent Overluiden te gedragen hebben.
Mitgaders,
Poenaliteiten, tegen die zig in rechten laten roepen: als ook daar by Keuren
geen boete is gestelt.
I. Hoe zig omtrent Overluiden te gedragen.
Dezelve niet te misdoen ........................ Pag. 154.
II. Poenaliteiten tegen die zich in Hechten laten roepen, cêc.
Dubbelde Boete en Kosten........................ » 155.
Poene, daar geen Boete gestelt is .................. » 156.
HOOPT STUK XI.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verdere Orders en bepalingen, zo de Oildebroeders, als hun
|
Ambacht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangaande.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aangenomen Werk af te doen..................
Glasemakers geen vreemt werk te zetten .........
Gemengt Glas niet te leveren ..................
Niet te treden in een anders werk...............
Moeten by 't Gild blyven en de Artioulen onderhouden
Yremden niet behulpzaam te zyn ...............
Glasemakers, geen Schilders te bevryden .........
Gildebroeders geen onvrye persoonen te bevryden ...
Die eens uit de Neering geschyden is, mag die niet meer Wie bekeuren mogen ...............
Pcene togen 't Messetrekken............
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HOOFTSTUK XII.
Van de Begrafenissen; en het Aanspreken van 't Gilde, in cas van Overlgden. I. Van de Begrafenissen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ider Gildebroeder moet nieede ter begrafenis gaan
Ook met Gildebroeders Vrouwen •............
Ieder Ambacht met do dooden van zyn Ambacht
Wie dragen moeten .....................
Moeten in 't zwart gekleed zyn ............
Nadere ordres omtrent de Dragers............
Ordre omtrent 't begraven van Schilders ......
II. Aanspreken van 't Gild.
Niet begraven zonder 't Gild aan te spreken
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kil.
161. 162. 162. 162. 163. 163. 103.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rag.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 195 —
|
|||||
HOOFTSTUK XIII.
Van Publicque Verkopingen. Mitsgaders, Ryffeleryen, en het Omlopen en
Voorstaan met Schilderyen. I. Publike Verhopingen.
Geen Schilderyen publicq te Verkopen buiten consent van
Burgemeesteren............................. Pag. 164. Verkopingen door de Concherge.................. » 168.
Idem, en Sterfhuisen, "Weeskinderen, en Desolate boe-
dels rakende .............................. » 168. Gildeknechts Presentiegeld....................... » 169.
Verkoopinge yan die geen, die uit de neering sehyden ... » 169.
In Verkopingen geen goederen in te steeken ......... » 170.
Eed yan Zuivering ........................... » 170.
Verscheide orders omtrent publike Verkopingen, en 't geen
daar toe behoort.............................. » 170. Catalogus aan Overluiden te geven.................. » 171.
Poene tegen 't omdragen van Billetten &c. buiten de Gil-
deknecht ................................. » 174. Ordres omtrent 't recht van Visitatie, in Verkopingen van
Boeken en Prentkonst te gelyk......... .......... » 174.
II. Ryffeleryen.
Niet te houden, buiten consent van Burgemeesteren ... » 175.
Nader Verbod van Ryffeleryen.......,............. » 175.
III. Omlopen en Voorstaan.
Voorstaan in de open lucht ..................... » 176.
Omlopen, Voorstaan en Omdragen.................. » 177.
HOOFTSTUK XIV.
Van de Benn-Azen, en die Gildebroeders Neering doen.
Geen Oud of Nieuw Glasemakers-werk alhier te leveren door die buiten dezer Stede Jurisdictie woonen ............ » 177.
Pcene, tegen die meester, die daarin behulpelyk is ......... » 178.
Gildebroeders, geen Onvrye te bevrydén ............... » 178.
Onvrye Schilders ................................. » 178.
-----in verscheide Ambagten ........................ » . 178.
-----Beeldhouwers en Beeldgieters..................... » 179.
Pcene tege Schilders die Glasemakers-werk doen, en Vico versa » 179.
HOOFTSTUK XV.
Van de Vremdelingen, Jaarmarkt, en Goederen van buiten inkomende. Vremde Glasemakers .............................. Pag. 179.
Buiten de Jaarmarkten, hier geen vremde Schilderyen in te •
brengen of te verkopen ........................... » 180. |
|||||
— 196 —
|
|||||
Schilderyen om op de Jaarmarkten te verkopen, wanneer in
te brengen ..........., ........................ Pag. 182.
Zyn aangeving en Visitatie subject..................... , ig2.
Hoe na het eindigen der Jaarmarkt, daar mede te handelen... » 182.
Mogen niet in Commissie gelaten worden ............... » 183.
Schildery-Verkopers, hier wonende, mogen ze niet kopen om
weder te Verkopen, anders als in de Jaarmarkten......... » 183.
Inbreng en Verkoop van vremd Beeldhou-werk, buiten de
Jaarmarkten, verboden ........................... » 1S3.
AANHANGSEL.
Eed van Zuivering................................. » 184.
Uitkeering, aan oude en behoeftige Gildebroeders ......... » 185.
Gildebroeders eenige Jaaren Schilders geweest zynde en Gla-
semakers wordende, zyn gehouden de Overledenen te draageu » 185. Reglement wegens de uitkeeringe ..................... » 187. |
|||||
— 197 —
|
|||||
Mr, DIRGK EVERTSZ. VAN BLEYSWIJGK
EN DE »CAERTE FIGURATYFF" VAN DE STAD DELFT.
1675^78.
(Medegedeeld door den Heer M'\ J. Soutendam, Secretaris dei-
Gemeente Delft.) OEN de Heeren Burgemeesteren van Delft, opgewekt
door het voorbeeld van die van Amsterdam en Leiden, te rade waren geworden een kaart hunner stad »in plano ofte platte form", d. i. in vogelperspectief, te doen vervaardigen, waarop hare gebouwen, straten, grachten, enz. tot in al de bijzonderheden, door een graveerwerk op zoo'n schaal te bereiken, zouden zijn voorgesteld, werd den oud-Burgemcester, Mr. Dirck Evertsz. van Bi.eyswijck, dezelfde die de Beschrij vin ge van Delft zamenstelde, door hun college opgedragen »syn ooghe over de Stads nieuwe Caerte te laeten gaen, tot dat deselve (sou) wesen geperfectioneert". Dat die taak, waarmee noodzakelijk veelvuldige beslommeringen
gepaard gingen, uitstekend door hem werd volvoerd, bewijst de kaart zelf op de meest overtuigende wijze. Als een meesterstuk van nauw- keurigheid en van graveerkunst munt zij uit boven hetgeen vroeger en laler op dat stuk, zoowel voor Delft als voor andere steden, werd gewrocht, en sedert de chalcographie of plaatsnijkunst door de litho- graphie of den steendruk schier geheel werd verdrongen, worden |
|||||
— 198 —
|
|||||
kunstvoortbrengselen, als de graveurs der xvn. en der xvm. eeuw
leverden, in de onze te vergeefs gezocht, al mogen ook door de xylographie of houtsnijkunst in vele landen van Europa, vooral in Frankrijk, tegenwoordig wonderen worden verricht. Voegt men daarbij de pholographie, de phototypie en de heliographie, alle vermenig- vuldigende, maar minder scheppende kunsten, waarbij de wer- king van het zonlicht de kunstvaardigheid van den plaatsnijder mee- rendeels vervangt, dan voorwaar is het niet te verwonderen, dat de producten van het »koper-steeken" en a'tgraef"- of »groef- yser" uit een artistisch en aesthetisch oogpunt steeds meer en meer gezocht worden en in kunst- zoowel als handelswaarde stijgen. BLEYSWIJCK aanvaardde de hem opgedragen taak, die hij als
ervaren kunstliefhebber en wetenschappelijk ontwikkeld man met de uiterste zorg en toewijding behartigde en volbracht. Welke moeiten hij zich in het belang der zaak, maar ook, en zeker niet in de laatste plaats, uit liefde tot zijn beroemde en bloeiende vaderstad al niet getroostte, kan het best worden opgemaakt uit de rekening en ver- antwoording van ontvangsten en uitgaven, loopende over de jaren 1675, '76 en '77, door hem ter kamer van Burgemeesteren gedaan 1). Ik stel mij voor daaruit enkele posten mee te deelen, die om
verschillende redenen vermeldenswaardig mogen heeten, ware het slechts om te bewijzen, dat de opdracht door Burgemeesteren aan hun «voorganger in officie" gedaan alles behalve een sinecure was, maar integendeel een commissie, waaraan tal van »taedieuse" en las- tige werkzaamheden — »besoignes" zou BLEYSWIJCK ze hebben ge- noemd — en vele »fatigues" vast waren, die door Mr. DlRCK op de meest bevredigende wijze tot een goed einde werden gebracht, zoodat 1) Zij wordt op 't gem.-archief bewaard en maakt met hare talrijke bijla-
gen een 'lijvigen bundel uit. |
|||||
— 199 —
|
|||||||
ik meen niet te veel te zeggen met te beweren, dat de voltooiing
van het kunststuk, waarover wij thans nog met bewondering het oog laten gaan, in de eerste plaats hem te danken is, die zich door de uitgave zijner B eschry vinge van Delft i) bereids een onvergan- kelijke aanspraak op de erkentelijkheid zijner tijdgenooten zoowel als van het nageslacht verwierf. Uit het hoofd van »den ontvang" blijkt de aard der opdracht,
nl. »omme, ingevolge het versoeck ende commissie van haer Ed. Achtb. de heeren Burgemeesteren op (Blkysvvijck) verleent, een groote Kaerte figuratijf van haer Ed. Achtbs. Stadt te doen maken, soo als (hy) die op syn beste en avantagieuste soude konnen ordon- neren". Hij had dus de belangen der Stads-kas met de eischen dei- Kunst over een te brengen, wat hem bij uitstek gelukte. De »totalis somma" der hem op verschillende tijdstippen ver-
strekte gelden beliep 2666 gl. 15 st., welk bedrag, teruggebracht tot den tegenvvoordigen prijs van 't geld, p. m. f 10.000 uitmaakt, althans daarmee mag worden gelijk gesteld. De uitgaven beslaan in de rekening 23 bladzijden in folio, be-
schreven met allerlei posten, waarvan ik de opmerkelijkste overneem. Zij roepen ons in de gedachten toestanden van voor twee eeuwen |
|||||||
1) Hoe oppervlakkig en onbeduidend de zoogen. biographischc woorden-
boeken dikwijls zijn, bleek mij onlangs nog ten klaarste, toen ik een pas ver- schenen werk van dien aard op Bleyswijck (Dirck van) — het bericht beslaat zeven regels! — nasloeg en tot mijn verbazing daar nog moest lezen, dat, „als een verbeterde)!) en vermeerderde uitgave van zijn Beschrijv. van Delft, die door Reinier Boitet in 1729 aldaar uitgegeven, kan worden beschouwd". De foliant van Boitet ontstond uit een boekverkoopcrsspeculatie, terwijl de beide kwartijncn van Bleyswijck daarentegen in een Vfcrkclijke leemte — wellicht ook in een behoefte — voorzagen. De nazaat of liever de Ujd, die alles toetst, heeft trouwens reeds uitspraak gedaan en terwijl de compilatie van den pla- giaris „voor een appel en een ei" wordt verkocht, geldt het oorspronkelijk echt-wetcnschappelijk werk van den geschiedschrijver op de boekenmarkt ten minste reeds viermaal meer, dan de zoogen. „verbeterde" zamenflansmg, en is Bleyswijck's geschrift sedert de herleving der historisch-topographische stu- diën in ons Vaderland aanmerkelijk èn in waardering èn in waarde (handels-) gestegen. Suuni cuique. |
|||||||
— 200 —
|
|||||||
terug, toen trekschuit en postwagen de vervoermiddelen waren voor
't publiek, de logementen of herbergen nog op oud-Hollandsche wijze waren ingericht en aldaar evenzoo «maaltijd" werd gehouden; maar tevens herinneren zij ons, dat de stedelijke magistraat toen ter tijde niet schroomde de Kunst te steunen en van oordeel was, dat de bloei en de roem cener stad ook door bevordering van alles, wat met Kunst in betrekking staat en door haar ten dienste der gemeente wordt voortgebracht, uitnemend plachten te worden gebaat en ver- breid. Ofschoon voor het meerendcel kooplieden en handelsmannen, waren zij tegelijk levendig doordrongen van de waarheid der gulden spreuk, die in 't algemeen wijst op hetgeen elk in zijn stand en betrekking, met het oog op eer en waardigheid, verplicht is te doen en na te komen. Zij brachten het »noblesse oblige" in praktijk en, gelijk HENRY Havaud het werken en streven onzer voorvaderen zoo juist heeft gekenschetst: »ils savaient faire grand". ■— Ziehier eenige posten: Den 25. Sept. 1675 betaelt r.en Johannes Vercoue (Vercolje) i),
konstschilder, voor de teeckening van Delfshaven in profyl van de Maes af te sien, na 't leven op 't curieuste geteekent, de somme van ƒ 36.—. Den 13. Octr. betaelt an PlETER van Asch 2), voor twee teecke-
ningen van Overschie en Voorburch........f 9.—. |
|||||||
1) Zie over hem o. a. Boitet , Beschrüv, van Delft. Hij was een geboren
Amsterdammer. Als goed portretschilder heeft hij hier ter stede, waar hij zich vestigde, menig beroemd en minder beroemd nmn „geconterfeit". 2) Van dezen schilder bevindt zich ten Raadhuize van Delft, in Burgemees-
ter en Wethouders-vergaderkamer, een kapitaal landschap, door den Gorcuni- mer Verschuyiiing gestoffeerd, met het jaartal 16(19. — Om niet te'wijdloop'g te worden, laat ik de namen volgen der Kunstenaars, die, behalve de beide bovengenoemde schilders, aan de kaart meewerkten, nl.: de teekcnaar Meester Willem d'Aly; de wapenteekenaar Witmont; de plaatsnijders Coenkae'I' Dec- keb, Johs. de Bam en Romein de Hooge; de lettersnijder Andkies Hooge- boom; de plaatdrukker Anhries Smith; de teekenaar Willem van Odekeucken; de kaartplakker en „afzetter" Jacobus Bobijn, blijkens verscheiden posten. — Afzetten is hetzelfde wat men nu kleuren noemt. |
|||||||
— 201 —
|
|||||||
Ten selfden dage noch betaelt aen Monsr. van den Hove over
(voor) verschot van vracht en verteerde costen van met Monsr. Ver- colie na Delfshaven en met van Asch na Overschie en Voorburch geweest te zijn...............f S — 1 __ Den 20. dito aen Monsr. Vkrcolie voor de twee kercken met
haer toorens konstig na 't leven en op de roe-maet geteeckent. ƒ 30.-—. Uit nog zes andere posten blijkt, dat Verkolje wel het grootste
aandeel had in de vervaardiging der teekenmgen, waarnaar de gra- veurs mossten werken. Zoo ontving hij achtereenvolgens: »voor het profyl van de Stadt, op syn curieuste na 't leven met veel moeite en tijdtversuym geteeckent"............ƒ 72.—. »Over verschelde teeckeningen ten behouve van Stadts-Kaerte"
de som van.................ƒ 294__-. later nog »over verschelde teeckeningen" voor hetzelfde doel
20 dukatons. Bovendien werd hem een som van 24 gl. 8 st. uitbetaald »over
vracht, verteerde kosten en tijdversuym, ter saecke hy door ordre van de heeren Burgemeesteren tot Amsterdam was gereist om te soecken na de bequaemste meester-plaetsnyders ende sich t'infor- meren hoe ende by wie men tot de civielste prijs 1) een, groote ka ert van de stadt Delft soude konnen doen maken." Den 2. Augs. 1676 reed Bleyswijck met zijn zwagers «Koers-
wagen" in gezelschap van Vercolje naar het stads-tolhek bij Berkel, »om (te) sien hoe men 't selfde op sijn avantagieuste soude uytteecke- nen" en bracht voor die reis in rekening wegens vertering: 18 st. |
|||||||
1) De correspondentie over het finantieele punt met verschillende kun-
stenaars gevoerd, legde Bleyswijck bij zijn rekening en verantwoording over. Door telkens aan den beste in elk kunstvak dat gedeelte van het werk op te dragen, 't welk diens „specialiteit" was, werd een resultaat verkregen, dat de volmaaktheid nadert voor zooveel die bij rnenschclijk werk bereikbaar is. UI. 2Ó
|
|||||||
— 202 —
|
|||||
Den 14. Augs. deed hij door laatstgen. kunstenaar »ter goeder
reeckening" betalen aan Coenraet Decker , splaetsnijder van de ge- sichten tot Stadts-kaert behoorende" een som van ƒ 63, terwijl den- zelfde op 5. Maart 1677 nog ƒ110.— werd ter hand gesteld. Nu volgen eenige uitgaven wegens kost door den oud-Burge-
meester gemaakt op verschillende reizen, die in het belang der goede uitvoering van de Kaart werden ondernomen. Zij zijn te curieus om niet gespecificeerd te worden meegedeeld. Den 25. April mijn knecht na Uijswijck gesonden om Monsi'. van
den Hove te halen, om nevens Vercoue en mij mede naer Delfs- haven en Overschie te varen, omme de teeckeningen, soo van 't pro- fyl als plano van beyde die plaetsen, na 't leven eens nader over te zien, alsoo daer eenige misstellinge in bevonden was . ƒ3— 8. Ten selfden dage tot Delfshaven uytgegeven aen den veerman,
om 2 mael opdeMaestevaren .........12 st. Een tocht van meer belang werd den 26. daaraanvolgende naar
Amsterdam ondernomen, waarvan de bijzonderheden in 's Burgemees- ters aanteekeningen worden vermeld. Drie verschillende belangen werden daarbij tegelijk waargenomen: nl. die van de Kunst, van de veiligheid en van de Kerk. Zoo'n oud- of ex-burgemeester als Bleys- WIJCK was voor de stad, die hij eenmaal medebestuurde of liever mederegeerde, een hoogst nuttig personaadje, wiens diensten terecht van groot gewicht werden geacht, zoodat zijn »otium cum dignitate" werkelijk in een »negotium" veranderde, waarop dezelfde qualincatie evenzeer mocht worden toegepast. De bedoelde posten luiden als volgt: Den 26. April commissie ontvangen hebbende van haer Ed. Achtb.
om my voor eenige dagen tot Amsterdam te vervoegen, niet alleen ten dienste en tot meerder acceleratie van 't werck van Stads-Kaerte, |
|||||
— 203 —
|
||||||
maer oock omme inspectie te nemen van de nieuw ge'inven-
teerde slange-brandspeuyten door de gebrs. van der Heyde, alsmede my t' informeren na den Predikant Doeskurgh, doenmaels in 't Gasthuys beroepen zijnde, soo ben ick op seecker bericht, dat Ramasyn i) des anderen daegs na Amsterdam meende te vertrecken omme de platen tot Stads-Kaert behoorende in handen te krijgen ende sich diervoegen meester te maecken van hetzelfde werck, noch dien avont op den Haegh gevaren, omme des anderen daegs smergens met de postwagen van daer op Amster- dam te konnen vertrecken, omme hem te preveniëren met andere ordre daertegen te stellen, gelijck geschiedt is; hebbende in alles op die reis verteert 't navolgende. Eerstelijck met mijn knecht na den Haegh vervaren..............f__e__. Aldaer des avonts in d' ordinaris 2) van Juff. Alida verteert met
mijn knecht te samen.............. f 2.__. Geslapen in Stadts-Logement 3) en aen de Meit ge-
geven ................../ __ l2 _. Des anderen daegs 's mergens met de postwagen verreist/4— 14 —.
Latende mijn knecht met de schuyt volgen, die aen vragt heeft
vervaren 26 st, en onderweg des middags verteert 10 stuv., te samen..................f \ — 16 —. Tot Amsterdam aen pennen, papier en lack om een brief te
schrijven aen haer Ed. Achtb. nopende d' ingenome informatie van Dom. Doesburg...............ƒ__3__. |
||||||
1) Hij was belast met de betaling van „d' arbeiders aen Stadts-Kaerte." Door
wanbetaling van de plaatsnijders, enz , bezorgde hij Bleyswijck veel last en moeite, voor wien de nnantiële zijde zijner commissie de minst aangename was. 2) Gaarkeuken, de voorgangster van de hedendaagsche „restauratie".
$\ Gelegen aan de Houtstraat, w.zijde. De afgevaardigden van Delft ter
otatenvergadering hielden daar hun verblijf. Blevswjjok logeerde daar als oud-Burgemeester gratis. |
||||||
— 204 —
|
|||||||
Aen een barbier voor 't raseren ....... ƒ— 12— l).
Voor seven dagen verteerde montkosten in 't Wapen van Over-
ysel voor my en myn knecht te samen, een ducaton . ƒ3 — 3 —. Aen schuytvracht van Amsterdam tot Delft . . . ƒ2— 12—.
Den 18. Mey, zijnde tot Leyden by mijn vrinden gelogeert, ben
ick, ter occasie van een goede wint, des mergens vroeg over 't Meer gevaren na Amsterdam, omme op nieuw nog eenige correctiën in sommige platen van de Kaert te doen, en des anderen daegs 's avonds weder tot Leyden gekomen; hebbende met mijn knecht in alles ge- debourseert................ƒ5 — 17—. Voor tien maeltijden in vijf dagen, die ick tot Amsterdam moste
verblyven 2), aleer terecht konde geraecken, voor my betaelt f 14.—. Voor myn knecht............. » 6.—.
Voor vijf nachten slapen..........» 1 — 10—.
Voor myn knecht.............» 1.—.
Aan belleciere 3) voor de dienstboden.....» — 12—.
Uit een post, voorkomende op 8. Aug3. 1677 blijkt, dat Johan-
nes Vercolie, behalve de reeds vermelde, »een menigte van teecke- ningen ten dienste der Stadts-Kaerte" had gemaakt. Waarschijnlijk werden zij door Burgemeesteren aan hun kunstlievenden oud-collega geschonken. Mij is er nooit een enkele van ontmoet. Den 8. Nov. van evengenoemd jaar ontving Bi.eyswijck »een
packie uyt den Haegh met een proefdruck van 't plano 4) en daerby 't vers van de Heer VAN Zui.ECHEM. Het door Constantijn |
|||||||
1) 1). i. voor zes maal, dat Heer en knecht die kunstbewerkiug ondergingen,
telkens een stiriver per hoofd. 2) Wegens nieuwe moeielijkheden met den Haagschen uitgever Johannes
Ramastn. Het gevolg was echter, dat Bleyswijck de platen eindelijk in han- den kreeg. 3) Bellcchère, drinkgeld, fooi.
4) De plattegrond.
|
|||||||
— 205 —
|
||||||
Huygens vervaardigd gedicht, dat op de kaart aan den rechter-
benedenhoek is gegraveerd, luidt als volgt: Op d' Afbeelding der Stadt Delft.
Door bevel van de Hoogh-Achtbare Heeren Burge- meesteren der selve uytgegeven. |
||||||
Eer hebbe 't wijs Gesagh van Delflands Opperstadt:
Sij saghense misbruyckt tot schier niet als een padt Na Rotterdammer Hoofd, of uytvaert van Delfshaven; Sij saghen 't haestigh Volck, half bundeling doordraven, En Delft, langs d'oude Delft, voor eene straet begaen ; De Schuyt-clock doogde niet een omsien stille staen , Om Delft omstandelick, met sijn geboende straten, Ter Gevel-toppen toe sijn Weelde sien te laten. Dus isser in voorsien-, staet wat still', vreemdeling; Men schenckt het hier in 't Rond aen uw verwondering: Doordelft het met gemack, en doorkeurt all' sijn hoecken, Lang sult ghy, mogelijck, heel Nederland doorsoecken , Eer ghyder een ontmoet, (in omloop sijns gelijck), Daar Delft in Rijck, en Schoon, en Overnett voor wijck. Constanter.
Weldra zou het werk nu zijn beslag krijgen, voor welks uitvoe-
ring Mr. Dirk tijd noch moeite had gespaard. »Ende dit alles" — zoo besluit hij zijn rekening — »sonder te reeckenen de menigvul- dige reisen, die ick self met mijn knecht na den Haeg hebbe gedaen, soo omme Ramasijn tot sijn devoir t' obligeren, als om de saeck met hem te vereffenen, waeivan geen reeckening ofte notitie hebbe ge- |
||||||
— 206 —
|
|||||
houden, onaengesien daer dicwils expresselijck des namiddags ben
overgebleven en mijn geit in d' ordinarissen hebbe verteert", enz. Maar dat alles had de rijke, hoogstbeschaafde patriciër voor den voem en de eer zijner vaderstad over, waarvan hij de historie met zooveel nauwkeurigheid beschreef, tot wier zamenstelling hij met on- verdroten ijver heinde en verre de bouwstoffen vergaderde en in zijn doorwrocht geschiedwerk opnam. Behalve menige bijzonderheid, die ons den tijd, waarin Bleys-
wijck leefde en werkte, voor den geest terugroept, bevat de reke- ning, welke in haar geheel verdiende te worden bekend gemaakt, de opgave van de namen der verschillende Kunstenaars en van tal van andere personen, wier talenten en medewerking aan de voltooi- ing der «Caerte figuratyff" werden dienstbaar gemaakt. Van enkelen hunner waren zij reeds bekend, maar dat o. a. Vercolje vele teeke- ningen voor de gravures gemaakt, dat Romein de Hooghe met zijn vruchtbaar »graefyser" daartoe het zijne had bijgedragen, die feiten waren, om met den oud-Burgemeester te spreken, tot nog toe min- der «notoir" en leveren een nieuw bewijs voor de wijsheid der vaderen, die zich met geen machtspreuken en aphorismen als: Kunst is geen regeringszaak of dergelijke theoretische en dan nog ver- keerd begrepen stellingen ophielden, maar de door de ondervinding tot een onomstootelijke waarheid verheven uitspraak huldigden en in praktijk brachten, welke in het korte en krachtige: Monos alit artes is vervat, dat in goed Hollandsch door het even kernachtige: Gunst kweekt Kunst zou kunnen worden weergegeven. |
|||||
— 207 —
|
||||||
NEDERLANDSGHE KUNSTENAARS TE ROME.
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer P. Haverkorn van Rijsewijk.)
E Cavalière A. Bertolotti heeft uitgegeven een
boekje, getiteld Artisti Belgi ed Olandesi a Roma nei secoli xvi e xvn, notizie e docu- menti raccolti negli Archivi Romani. Firenze 1880. In dit boekje verzamelde de schrij- ver, zoo als de titel zegt, de aanteekeningen, welke hij maakte bij he doorsnuffelen der staatsarchieven te Rome, aangaande Vlaamsche en Hollandsche bouwmeesters, ingenieurs, schilders, beeldhouwers, gra- veurs, goudsmeden, musici, zelfs aangaande vergulders, stukadoors, juweliers, fabrikanten van muziekinstrumenten, horlogemakers, enz. enz. Vond hij bij den naam van den kunstenaar of industrieel opge- teekend, dat deze Vlaam of Hollander was, dan nam hij wat er aan- gaande dien persoon vermeld stond over, al was het feit. nog zoo onbeduidend en de persoon nog zoo gebrekkig aangewezen. Er waren te Rome een aantal Giovanni's of Guglielmo's uit Vlaanderen of Nederland, die met de politie het te kwaad kregen wegens twist, dief- stal of dronkenschap — al die Giovanni's en Guglielmo's werden door Bertolotti getrouwelijk geboekt. Daardoor is zijn werk veel grooter geworden, maar niet belangrijker, en zeer vervelend. Het ge- brek aan kritiek, dat den schrijver eigen was bij het samenstellen van het boek, verliet hem niet bij het nazien der drukproeven, en het zat voor bij de conjecturen, welke hij maakt als hij den een of ande- |
||||||
— 208 —
|
|||||
ren schilder, in de archieven te Rome vermeld, tracht te identificeeren
met een kunstenaar, door de geschiedenis reeds bekend. Heeft het boek dus niet zooveel belang, als men, op den titel
afgaande, zich daarvan zou mogen beloven, het behelst toch enkele belangrijke mededeelingen. Deze nam ik over, wat de schilders be- treft, en de aanteekeningen van den schrijver liet ik rusten. Bladzijde 44 deelt hij een dokument mede, dat in 't Hollandsen
is gesteld, maar bij het drukken zeker niet overal juist is weerge- geven : »Ic Claüdius de Valle onderghescreve by dese presente, make
gheloof ende sede, hou dat desen maendach Ste Catherine, dach XXV van November 1538, in mynen presence Michael Gast i) ende maestro Laurentio Roterodame schilder hebbe dese pacte et conditione ghemaeckt, te segghe: dat Michael Gast hem een jaer lang dienen sael, beginnende alderheyleghe leystlede in dese jaer van dusen vyf- honder ende achtendartich; voorts, alle wat hy van consten heeft [— Laurens v. Rott. —] dat sal hy hem laete contefayte; ende dat Michael twe daeghe in der weken voor nv°. Lavjro conlrefayte sal, ende tot dry uren inder nachte werken, ende dat Michael sondachs ende heyle daechs voor hemselfs contrefayte sal, ende dat m«, Lauro. Michael van anderntyde couse ende schoene onderhoude sal, ende Michael heeft m». Lauro. gheloft ende gheloovehem, wel deuchelic ende ghetrouwelic dyen tyt te dyenen, ende van hem nyet te scheyen sonder synen goeden licentia opten peynen van xxv croenen, ende oec mo. Lauro. heeft ghelooft Michael ende ghelove hem wel te houwen ende onderhouwen al dat boven ghescreven ys ende hem in 1) In 1558 werd een schilder van dien naam ingeschreven als Meester in het
S. Lueasgild te Antwerpen. (Zie Ph. Rombouts en Th. van Leeius. „De Liggeren en andere historische Archieven der Antwerpsche Sint Lucas Gilde". I. bl. 209.) Eed.
|
|||||
— 209 —
|
|||||
dat jaer nyt orloff te gheven opte selven peynen. Ende voer alle
bayde partie ie, Claudius de Vali.e, boven ende onderghescreven, van requisitione van alle bayde partye hebbe dese ghescrift ghemaeckt den selven dach xxve Van November 1538. Ende om meer ghelof alle bayde se zyn hyer onderghescreven Ie LAURENS van Rotterdam.
Ie Michael Gast.
Ie Claudius de Vai.i.e."
p. 46. Een Lorenzo, vlaamsch schilder, zat 11 April 1550 in
de gevangenis, voor vvien eenige personen zich borg stelden. Volgens een blaadje, zonder dagteekening, zou zijn misdrijf zijn
geweest, dat hij Anïoniüs Mor i), Vlaam. met een stok sloeg en hem de muts afnam. p 47. GlOVAKNI DE MENINO of MlNO of MlNA of MlNEZ of
Mena (al naar de notaris schrijft) vlaamsch schilder wonende in de oude voorstad bij de herbergierster Maddalena, vlaamsche, dronken gaande van de eene herberg in de andere, vergezeld door SlMON schilder zyn landgenoot, wonende bij S. Brigida, verloor een beurs met 30 scudi, toen hij bewusteloos op den grond viel. Ondervraagd werden de volgenden, die zich bevonden in de herberg en de beurs hadden gezien, omdat Minez, op vermoeden dat de beurs hem ont- nomen was door zijne makkers, tegen hen een aanklacht indiende, den 12™ Maart 1552: Stefano Berdadie De Coland ra, vlaamsch schilder, en een
ander genaamd De Traject o, wonende op 't Campo Marzio; Massimianus Burgundius mille burgiènsis flandrus, eertijds bediende van den Rmo- di Cesena wonende in 't huis van Madda- 1) Waarschijnlijk dezelfde als Anthony Mok (Moob) die üi 1547 als schilder
in het Antwerpsche Gild werd ingeschreven en vóór 1578 overleed. (Liggeren 1. hl. 159.) Bed. III. 27
|
|||||
— 210 —
|
|||||
LENA de vlaamsche herbergierster in de voorstad; de schilder Todorico
DE Gun/r trajectensis diocesis, geboortig uit gemeld Trajectum en Matthias Stemme. Ook weiden ondervraagd M. Luigi Eumesüas of Comesdas, Vlaam,
wonende in de voorstad by Anna de Vlaamsche; hij kende Simon en had met hem gegeten in de woning van Salviati. Hij wist niet of hij de dief was, maar hoorde iets er van zeggen door Teodorik den Vlaam. In dit onderzoek worden nog genoemd Enrico en Steeano PlGHO Vlamen, zonder vermelding of deze kunstenaars waren. Simon onderging de tortuur, ontkende en het schijnt dat hij onschuldig was. p. 51. LoRENZO, vlaamsch schilder, had zich bedronken in de
herberg De drie Koningen, en thuis gekomen begon hij te mishan- delen Paolo , Vlaam, die niet was komen drinken. Daarmede niet tevreden, ging hij heen en kwam terug met Ugo , bijgenaamd de rosse, en beiden begonnen den bovengenoemde te slaan. Het licht ging uit of werd uitgedaan. Paolo kreeg een messteek in het lijf en Ugo kreeg er drie zeer ernstige. De getuige Giovanni verklaarde dat hij Ugo had zien sterven en hem hoorde zeggen dat hij gegaan was om Paolo te vermoorden. Die Giovanni was een zoon van Ghilberto Brix schilder uit Antwerpen, oud 24 jaren, en woonde 26 Febr. 1563 achter Banchi. p. 52. Emanuel Filuïert, hertog van Savoie, benoemde op
t Januari 1568, Giovanni Caragua, Vlaam, uit groote tevredenheid over zijn werk, tot zijn schilder. p. 55. In Maart 1581 werd Cristoforo del Chemp, vlaamsch
schilder, aan 't hoofd gewond. Hij woonde toen reeds zes jaren te Rome. p. 57. Blijkens den inventaris der goederen van den Franschen
gezant Paul de Foix d.d. 13 Mei 1584 had deze tot schilder Nico laus Nevolo uit Brussel. |
|||||
— 211 —
|
|||||
p. 67. Enrigo, zoon van meester Pietro Dees van Bois Ie
Duc, schilder werd begraven 21 Oct. 1603 op 't vlaamsclr kerkhof. ihid. Martino Fai.chemburg — [in de aanteekeningen wordt
gezegd dat het moet zijn: Valkenburg] vlaamsch schilder, zat Dec. 1604 in een herberg met andere landgenooten, o. a. Giacomo Janv.e alias Coppe goudsmid, die rusie kregen. p. 76. Op 19 April 1608 diende Gerard Tarburgo van Cas-
tiglia, vlaamsch schilder, wonend in het paleis van kardinaal Colonna, een aanklacht in tegen Peli.egrino Sassoduro, Vlaam, die hem den cjden Maart met een ijzeren vork drie wonden aan het hoofd had toegebracht, terwijl sij samen gegeten hadden in de her- berg »de Zeug", met Arnoldo di Arnoldo, Giovanni Bruni of BrUNZo, landgenooten. p. 82. In de kerk van Sint Cosmo en Damiano staat op een
grafsteen in 't I.atyn vermeld, dat daar begraven is Willelmus van Wede, UI traj ectinus, Belg, uitnemend schilder, gestorven in 1613 den I7M Oct., 21 jaren oud. Die steen werd ter zijner eer be- zorgd door Joannes Vanne Santen Ultraj ectin us, algemeen architect van paus Paulus V. 1) p. 86. Wil.LEiyl Vandale, vlaamsch schilder, woonde 1614 te
Rome. p. iof. Meester Paolo Brillo, schilder van Antwerpen, woonde,
blijkens een proces over een diefstal jegens hem gepleegd, nog te Rome in 1623. In gevolge een besluit, door het genootschap van St. Bernard genomen en p. 58 medegedeeld, stelde hij zich den 1) Het grafschrift luidde: „Hic situs est Wilhelmus van Wede , Ultrajectimis
Belga, Pietor egregiua, qui obiit mdcxxiii aet. suae xxi. Joannes van Santen Ultrajectimis, arcliitcctus generalis Papae Pauli V. Pont. Max. momimentuni hoc posuit pietatis, cognationis et amicitiae recordationis." (Zie Immerzeel, De levens en werken der holl. cd vlaamsclie Kunstschilders enz.: in voce Jan van Santen ) Eed. |
|||||
— 212 —
|
|||||
27en Maart 1597 borg voor de huwelijksgift, aan de vrouw van den
vlaamschen schilder Giovanni AYEMBRE geschonken door signora Excm>'1. Peretti. In dit stuk heet hij Paolo Brillo van Antwerpen eu wordt hij gezegd te wonen in de straat der Drievuldigheid. Zijn broeder Matteo was toen ook reeds te Rome. In 1623 wordt hij gezegd te wonen op de Salita (helling) Modiorum alla Trinita de Mouti bij de woning van Andreas Balestrucci Salvyatus. Paolo stierf 7 Oct. 1626, 72 jaren oud, waarvan hij 34 jaren getrouwd was met Ottavia Barra, Romeinsche, terwijl zijn broeder Mattheus 36 jaren oud werd. Beide liggen begraven in de kerk Santa Maria dell'Anima en het grafschrift meldt, dat zij uit Antwerpen afkomstig, ro- meinsche burgers waren, bedreven in de schilderkunst en de kunst der topographie, en ondanks het verschil in leeftijd zeer aan elkander gehecht. p< 379- In net bijvoegsel wordt het testament van Paul Brilt.
medegedeeld d.d. 27 Sept. 1626. Blijkens dit stuk had hij eene doch- ter Faustina, één zoon Lucas Rutilio, die in de handen der on- geloovigen was gevallen, een tweeden zoon Ciriacus, en een neef Paoi.0 Brilt.o, kind van zijn broeder PlETRO. Aan dien neef vermaakte hij zijn aandeel in de ouderlijke woning, die verwoest lag binnen Breda, in de provincie B/aband, (jam dirutae in civitate Breda in provincia Brabantia.) p. 183 en 184. Paolo Brillo was lid der congregatie dei
Virtuozi al Pantheon en der Academie van St. Lucas. p. 115. Molinaro , vlaamsch schilder, woonde in Juli 1629 te
Rome, blijkens een aanklacht wegens rusie. Een J. A. Molineri , schilder, woonde in 1622 te Rome, blijkens een brief van zekeren Cl.ARET uit Antwerpen, wiens zoon hij voorthielp. p. 127. CORNEI.IUS Waei. verkocht te Genua in 1630 een schil-
derij, dat de drie gratiën voorstelde, voor 20 dubloenen. |
|||||
— 213 —
|
|||||
p. 116. v. Marco, zoon van Errigo Wauter, Vlaam, ook ge-
naamd Marco de Errigo en nog eenige vlaamsche schilders werden 10 Juli 1631 gevangen gezet wegens vechten. De eerste teekent zijn schriftelijke verklaring: Marcus Wouters, een ander IIeynprick van Fouter. In deze zaak waren ook betrokken:
Pieter van Laer, die genoemd wordt Pietro deu.'Ei.aer, Pietro
Dl Lar, Pietro BAMBOZZO, en hij onderteekent zijne verklaring: Piero di Lare. In 1636 komt hij voor bij 't proces Swanevelt (z. b.) Gerard van Kuyll, gelijk hij zelf zijn naam schrijft; welke
overigens voorkomt als Gerardo, z. v. Francesco VaNCOIL. De rusie werd in der minne bijgelegd en daarvan eene verkla-
ring opgemaakt en geteekend. Uit de stukken blijkt dat Pieter van Laer toen samenwoonde met Giovanni del Campo , van Kamerrijk , p. 183. p. 127. V. ARMANNO SöANCHULT, SUNALUCLT of SCUCANCHULT, I)
vlaamsch schilder, klaagde in 1636, dat hem twee schilderijen van
Bamboccio en drie van hem zelf waren ontstolen. Zijn vriend Giovanni DEL Campo zag ze in den winkel van den vlaamschen handelaar in schilderijen Giovanni Bosman, die op het plein bij de fontein van Trevi woonde. De diefstal bleek te zijn gepleegd door een Italiaan- schen leerling van den schilder, die voorgaf dat hij de stukken had willen copieeren. Uit de beschrijving der schilderijen van SüANCHÜLT blijkt, dat daarop waren afgebeeld vele leeuwen en een grot met eenige figuren. De schilderijen van Bamboccio, het eene twee, het andere één palm groot, stelden voor, het grootste: een hul, voor de hut een 1) Moet ongetwijfeld zijn Hekman Swanevelt, geb. te Woerden 1G20, overl.
te Rome 1690, waarheen hij zich reeds in zijn jongelingsjaren begaf (Vgl. Immerzeel in voce) en van wiens proces eenige regels vroeger hierboven sprake is. Red. |
|||||
214 —
|
|||||
kudde lammeren en een blaffenden hond, in de deur der hut een
boer, op den achtergrond boomen; het kleinste: een nacht met maneschijn, die in een water werd weerkaatst, boeren die bij de hut een vuur maakten, alsof zij wilden zien of er geen bokken waren binnengekomen met de schapen, die op den voorgrond lagen, een diepen achtergrond en eenige bergen. p. 140 v. en 183 v. Giovanni Miel kwetste zich bij een val en
werd daarvan genezen 9 Maart 1641. Hij woonde bij de kerk S. Carlo in 't huis van sig. Francesco Bano , was een der bestuurders van de congregatie dei Virtuosi al Pantheon, lid der Academie van St. Lucas. In 1654 wilde hij vertrekken naar Lombardije en maakte toen, 6 April, zijn testament. Daarbij vermaakte hij aan de Illm°, Sigi'. Agosïino, als vergoeding voor het reisgeld, dat deze hem geschonken had, zijne copiën naar Bambotz (Bamboccio), RaFFAKL, GIulio Roman, en zijne dierstudiën. Hij had twee neven van moeders kant (Jan en Gilles Kant),
die te Melsen of dicht bij Antwerpen woonden; aan elk dezer ver- maakte hij 300 scudi, waarvan de helft aan de broederschap Sint Gioseppe di terra Santa verviel, indien zij overleden waren zonder nakomelingen achter te laten, mits een eeuwigdurende mis op zijn sterfdag werd gehouden, en van de andere 300 scudi moesten in 't gezegd geval, 100 scudi komen aan St. Lucas Evangelista, de academie der schilders, beeldhouwers en architecten, en de overige 200 waren voor den Ulo. Signre. Fransoni om een beeld of portret van hem te laten maken, dat geplaatst zou worden in de kapel van S'. Josef, zijn beschermheilige. Den ïoon April maakte hij weder andere bepalingen — altijd voor de 600 scudi, welke vrij vielen wanneer zijne neven gestorven waren; ook nu hlijven ze voor gods- dienstige werken aangewezen, slechts wat anders verdeeld, doch |
|||||
— 215 —
|
||||||
meteen bepaalt hij dat een zijner schilderijen voor de broeders van
S. Giuliano voor het allaar van S*. Pieter en St. Paul, bestemd is en schenkt hij er ook een aan den broeder van Mons. Steefano Van der Gors, den Signor Bali.assar Van der Gores. Den 13111 Sept. 1656 was hij echter nog te Rome, daar hij toen
50 kronen ontving voor een schilderij, welke hij gemaakt had voor de galerij van Monte Cavallo. Later gaf hij gehoor aan een uit- noodiging van K.AREL Emmanuel van Savoie, vestigde zich te Turijn en werd 20 Oct. 1658 tot hofschilder benoemd, op een tractement van 2000 zilveren lires, van 20 stuivers. [Bertolotti noemt Jan Miei. een leerling van Gekard Seghers,
zegt dat hij van 's Hertogenbosch (Bois Ie Duc) geboortig is en in Piemont gestorven in 1664]. 1) p. 146. Mons. Masso, hollandsche schilder, ontving 22 Febr.
1650 van den Fiscus eene waarschuwing. Daar hij niet betaalde, werd er beslag gelegd op zijn goed. Een Giovanni van denen , belg, protesteerde dat ook zijn kleêren waren meegenomen , doordat Masso bij hem woonde. p. 150. Thf.odorus Van der Schuer, hollandsch schilder,
droeg voor een gedicht, waardoor Fransche kunstenaars zich beleedigd achtten, en dat hem werd afgenomen Juli 1665. Zijn tegenpartij klaagde hem aan bij den Kardinaal Nini en bevel werd gegeven in hech- tenis te nemen »Teodorico figlio üi Cornelio Van deseur di I.aer in Olanda." Den 2oen Juli werd hij verhoord. Het gedicht, dat in zijn geheel wordt medegedeeld, is een spotdicht op Fransche schilders, graveurs en beeldhouwers, en is in 't Fransch geschreven. Van der Schuer ontkende dat hij het gemaakt had. Hij verklaarde schilder |
||||||
1) Volgeus Immebzeel is hij iu datzelfde jaar te Turijn overleden. Red.
|
||||||
— 216 —
|
|||||||
te zijn in dienst van de koningin van Zweden, en dat reeds was toen
zij nog regeerde. p. 167. Adriaan Cornelisz. Van der Cabel uit Holland, werd
Aug. 1665 gearresteerd, omdat hij 's nachts met een degen gewapend over straat was gegaan, zonder daartoe vergunning te hebben. Hij was toen ongeveer 5 jaren te Rome en woonde in de Kruisstraat. Ueze Adriaan Van der Cabel werd met Angelo Van der
CABEL en Gio. Batt». di Wael i), vlaamsche schilders, gearresteerd wegens rusie met Antonio Lamput, Hermans en de Moor Febr. 1665. Den 27™ Juli 1665 werd Adr. van der Cabel ernstig gewond. p. 168. Christoeoro Puytlinck 2), Giov. Schinckel van Hol-
land, Giov. Frangreeenhruch, Adriaan Honinch en Filips Van der Velde van Holland, allen schilders, werden als getuigen gehoord over den moord, gepleegd aan Ant. Van Tempel, schilder uit Londen, in 1667. Puytlinck werd in Juni 1668 door Francesco van Loo wegens eene hem aangedane beleediging aangeklaagd, en Philips Van der Velde had in Juli van dat jaar rusie wegens een degenstok. p. 169. In 1669, den I2«n Mei, kwamen gedelegeerden van de
hollandsche en vlaamsche schilders samen met gedelegeerden van de Uuüsche en Koheemsche schilders, om, namens beide partijen, een einde te maken aan twist en vijandschap. Gedelegeerden der eerst- genoemden waren Armanno Enrigo Hollander en G10. Batt*. DE [Wael] Val uit Antwerpen. De schilders, die DE Wai".ls mandaal onderteekenden, heetten: JaCOB van Loo, Johannes Hobma, |
|||||||
1) Jan Baptist de Wael wordt bij Immerzeel vermeld als graveur, waar-
schijnlijk dezelfde als hierboven bedoeld wordt. 2) Een landschapschilder, die zich te Eoermond vestigde en wellicht aldaar
geboren was. Te Rome verkreeg Puytlinck den Bentnaam Trechter. (Vgl. Khamm in voce). Red. |
|||||||
— 217 —
|
||||||||||
Henricus Smidts, Daniel Mytens, Anïony van Groon (?1 en
Georg Post. p. 174. Gotfried LamberTin, van Amsterdam, schilder, was
in 1678 sedert zeven jaren te Rome, en daar gekomen om een erfenis van zijn oom, een arts, die een huis op het Corso had, bij de herberg De drie Lelies, waar deze gewoond had met zijn broeder. Gott- fried werd gearresteerd omdat hij in het Ghetto werd gevonden, ver- koopende eenige kleeren. Hij gaf echter voldoende ophelderingen, en beriep zich onder anderen op den kapelaan van S. Giuliano der Vlamen. |
||||||||||
CLAES JANSZ. WYTMANS,
FORCELEINBAKKER.
|
||||||||||
A te Rotterdam in 1614 een porcelembakkerij
bij zijn glasblazerij aan de nog heden daarnaar genoemde Glashaven te hebben opgericht, 1) ver- kreeg Wytmans — die, zooals hiervoor op bl. 42 en 43 blijkt, tevens ook glasschilderen verstond — in 1629 van de Vroedschap van Utrecht octrooi voor zijn porcelein-fabriekaat binnen die stad. In afwachting dat mettertijd misschien meerdere bescheiden over die Utrechtsche porcelembakkerij zullen worden ontdekt, geven wij vast |
||||||||||
1) Zie daarover de Botterdamsche Historiebladen, Afd. Genealogische Aau-
teekeningen en Levensbeschrijvingen. I. bl. 740 en volgg. III. 28
|
||||||||||
— 218 —
|
|||||||
hier een plaats aan het volgend daarop betrekking hebbend extract
uit de notulen der Vroedschap van Utrecht van den 27 April 1629, medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz. , archivaris van Utrecht. »De Vroedschap heeft Claes Janssz. Wytmans, wonende tot
Rotterdam, ende zijn soone op haer versoeck octroij verleent, omme voor den tijt van ses eerstcommende jaren alleen binnen deser Stadt, ende vryheyt vandien te Backen witte banket schotelen, gecontrefeyte porceleynen, ende diergelycken, Interdicerende allen anderen binnen den voorsz. tyt, de selue nae te maken, te backen, ofte te doen Backen, oock nyet wt andere plaetsen alhier te brengen op de ver- beurte van .... Beheltelyck datmen hiermede nyet en verstaet te prejudiceren Jan
Gerriïssz. van Overmeeri), ofte zyn soonen." |
|||||||
AANTEEKEN1NGEN
UIT DE STADSREKENINGEN VAN VENLO.
(Medegedeeld door den Heer Martin Jansen, Notaris aldaar).
I.
1514. It. Derick Walburg gemaickt den Raem vand crucifix,
geg. 14 albus 5 heller. It. voer dat doick daer dat cricifix op gemaelt is geg. 13 albus.
It. meist. Huebert gemaelt dat crucifix ind dat kastgen daerme
die eede op duet daer van geg. vil horns g. fac. 7 gul. 16 alb. 10 he'1. 1) Zie over Jan Gebeitsz. van Ovebmeek de vroeger in het Archief ge-
publiceerde stukken. |
|||||||
— 219 —
|
|||||
ii.
1516. It. meist. Hueeert den maelre geg. to vollents sent Wit-
LEBRORDTS beeld toe oer gulden 16 g. 18 alb. It. den selvè" bet. va" die koicken to stoffyren ind te ovguld. ind
wapene daerop, die geschinckt word. va ons stat weg. mijns gened. hen Reeden, as mit naemè'den hoeffmeist. Henrick Vagent, Ercklentz den Rentmeist. ind meist Arnt Gruythuijs dat sy in onss stat saeck ind pvlegie forderlick wolt wesen gecost 4 g. 19 alb. It. meist. Huebert geg. van die wapene ind anders dat hy daer-
aen verdient hefft 10 g. III.
1529. It. op vrydach nae mey dach oeverkoemen mit Peter Potgieter omb eyn nye slange to gieten dairop xvnj qt. diemen oem halff sall kortten ft. 4 g. 21 a. IV.
1541. It. Rutger dem meelre van myns g. heerè" wapens vur die helpoirt to maelen gegevè" mit eijnre g. olyes xvnj snaphanen ind m. Jan bieldesnieder van dieselve te steycken theen snaphanen uts vz. 16 g. 19 alb. 2 heil. 1 groot. V.
1543- Item oeverkoemen mit meister Jan bijldesnijeder van
dé" waepenè" vur der laerpoirtten in bywesen Peter ing. huijs ind Dierick van Bering Raitzvrunden ind hem vur synen arbeit tover- kant wairdt xxvtj snaphan loupens geltz der snaphan ad VI stub. ind eijnen lubieker vur syner dochter vz. 16 g. 9 alb. 7 heller. It. Rutger der melre ij der stat wapene" vur dat wijnvat ge-
maickt gegevè" 7 albus 2 heller 1 groot. |
|||||
— 220 —
|
|||||
VI.
1545- Item Kerstgen Schriperus die waepens vur die lairporte
uithgehauwen gegevè" xij st. b. It. meister Rutger der meelre des keysers waepen geschildert
dairva gegevè" mittè" olye to der verwer i g. 9 alb. 1 st. VII.
1557. Itè~ betaelt meyster Hubert Rutgen dess meiers soen hondert g. ind xxxv g. holl. herkoemède van eynre taefelen dy hij der stat Venlo gemaeckt hefft 354 g. 7>| st. ■ |
|||||
— 221 —
|
|||||||
LOSSE AANTEEKENINGEN
BETREFFENDE AMSTERDAMSCHE GRAVEURS ENZ.
Tweede vervolg i) |
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. N. De Roever Az,, Adj. Archivaris
van Amsterdamj. Plaat snij de rs.
E erfgenamen van den Heer Agent Michiel le
Blon zijn 1675 eigenaars van een huis westzijde Keizersgracht tusschen Westermarkt en Reestraat. Michiel le Blon v. Amst., koopman, 25 J. geass. met vader Cornelis le Blon, ondertr. 24 Januari 1671 Willemina Elisabeth Hellerus van Amst. 23 j. geass. met haar vader Andries Hellerus op de Leliegracht. 2)...............Puiboek 28.
Robbert de Baudoes en Pieter van den Abeele, borgen voor
Jefemias de Baudoes. 16 Mei 1648. . . Reg. v. Kwytsch. x. 268. Jeremias de Baudoes, in 1640 zijdeverwer. Robbert de Baudoes, in de eerste helft der xvue eeuw diaken
bij de Nederduitsch Hervormde gemeente. Insgelyks Dionys de Baudoes en Tanneke de Baudoes diaconesse.
1) Van bladz. 161 2e Deel.
2) Deze Michiel le Blon is denkelijk dezelfde, die ik in mijne vorige
opgave vermelde als luitenant in de 53e burgerwijk. |
|||||||
— 222 —
|
|||||
In 't graf van Anthony Sucher, in de Zuiderkerk, zijn begraven
tusschen 1642 en 1696 Gerrit, Jacob, Sara, Ei.isabeth, Johanna en Anthony Badoes............Grafboeken. Gerrit de Broen, plsn. zoon van Gerrit de Broen, als een
geboren burger gildebroeder van 't Boekverkoopersgild geworden 13 Febr. 1741............Inschrijfboek van 't gild. Hüybert Bronkhorst, plsn., zoon van Jan Bronckhorst, in
leven mede plaatsnijder wordt poorter 4 Dec. 1715. . Poorterboek. Abraham Jansz. Deur, plsn. z. v. Jan Deur in leven naalde-
maker, ingeboren poorter 10 October 1666 .... Poorterboek. Daniel de la Feuille, Etser en Kunstverkooper, van Sedan
wordt lid van 't Boekverkoopersgild 19 Maart 1691. . Inschrijfboek. Jacobus Goole, plsn. te Amsterdam, verkrijgt 13 Mei 1688
octrooi van de Staten v. Holland voor 15 jaar, om prenten en kaar- ten te snijden, met verbod van namaak of copie. Christiaan van Hagen, v. Bremen, plsn., poorter 26 Aug. 1669
als getr. hebbende Maria van Cosen, dr. van Maurits van Cosen, in leven bode van de Weeskamer........Poorterboek. Jan Jansz., Plsn., zoon van Jan Jansen, in leven schoenmaker
ingeboren poorter 22 Aug. 1659........Poorterboek. Jan van Loon, kaart- en plaatsnijder, werkt 1675 voor J0H-
Jansonius v. Waasbergen. Jacobus van der Linden, kaartemaker, koopt 25 Maart 1661
voor/4500 de helft in twee huizen in de Kalverstraat bij de Hei- ligewegsteeg, genaamd het Blauwe Hart. Reg. v. Kwijtsch. J. J. Hivo.
IGNATIUS Lux, v. Amst., plaatsnijder 25 j., Osjessluis, ondertr.
10 Aug. 1675 Maria van Loon, v. Amst. wed. Albert van Ruyen, woont als voren............., Puiboek 30. |
|||||
— 223 —
|
|||||
Franciscus van Meulder, v. Antwerpen, plsn., 25 j. geass.
met zijn moeders consent, woont Oudezijds Achterburgwal, onder- trouwt 5 Mei 1674 Geertruyd van Eolden, 24 jaar, van Montfoort, geass. met schoonzuster Lysbeth van Spaignen, woont Achter- burgwal .................Puiboek 29. Claes Rocusz, plsn., man van Trijntje Dirx, Leendert Beu-
ning, pakker, man van Stijntje Dirx, Johannes Huybektsz, tuin- man te Overveen, man van Neeltje Dirx, Pieter Cornelisz., Waag- drager, man van Jannetje Dirx, dochters van Dirk Sieuwertsz, in leven tuinman, veikoopen voor ƒ 2300.— huis Korte Tuinstraal 5 Sept. 1673.........Reg. v. Kwijtsch. S. S. bl. 187. Lambert Rochusz, van Dage, in leven plaatsnijder en poorter,
is dood 7 April 1668, toen zijn zoon Dirk Lambertsz, waag- drager, poorter werd . . . '.........Poorterboek. Kind van Christoffel van Sichem, begraven in de Zuiderkerk,
9 Juli 1616................Grafboeken. Christoffel van Sichem, v. Amsterdam, plaatsnijder, poorter,
als getr. hebbende Leonora Suytdorp, dr. van Jan Hendriksz Suytdorp, in leven Kruidenier, 18 Juli 1669.....Puiboek. Witze Sieuwertsz, caertenmaker, koopt een huis en erve in
de Jonge Roelensteeg, 1 Mei 1654 voor ƒ 3450. Reg. v. Kwytsch. BB. 150^0.
Experiens Sillemans, v. Amst., plaatsnyder, geass. met Jefferyn
Sillf.mans en Marry Sellyne, zyn ouders, woont Jonkerstraat, on- dertrouwt 3 Sept. 1633 Anna Wilt, van Yarmouth, oud 18 j., geass. met Daniel en Rebecca Wilt, hare ouders, woont bij de oude Regulierspoort...............Puiboek 13. Jan Stempers, plaatsnyder, snydt de namen der nieuwe meesters
in de plaat van 't goud- en zilversmidsgild in 1714. |
|||||
— 224 —
|
||||||
Outgert Trom, plsn., jongman, wonende Smallepad, begraven
Noorderkerk 14 Sept. 1690..........Grafboeken. Claes Jansz. Visscher, omstreeks 1625 Uiaken bij de Neder-
duitsch Hervormde gemeente te Amsterdam. Nicolaas Visscher, hetzelfde omstreeks 1670.
Matthys Wynekes, Kaertenmaker, koopt 4 Juni 1658 een huis
in de Kalverstraat en verkoopt het 7 Febr. 1661 voor ƒ 8000.—. Reg. v. Kwijtsch. H. H. bl. 142™.
Houten plaatsnijders.
Klaas Willink, Houten plaatsnijder, woonde laagte van de
Kadijk, begraven Zuiderkerk, 8 Mei 1754. Medailleurs en Zegelsnijders.
Pieter van Abeele de Jonge verkoopt voor / 2100 een tuin
met drie woningen op 't Walenpad. Borgen zijn Jeremias de Baudoes en Thomas de Kemel, 17 Febr. 1655 . Reg. v. Kwijtsch. BB. 125. Jan Bruvüor (of Breevoor) Stempelsnijder, snijdt voor/2:12: — :
de namen der nieuwe meesters in de plaat van 't goud- en zilver- smidsgild te Amsterdam 1714. Gideon Dassigny, goudsmid en wapensnijder en zyn zoon
GidEON, oud 25 jaar, te 's Gravenhage, verkrijgen octrooi van de Staten van Holland tot het snijden van 's Lands zegelstempels voor 't klein zegel 19 Aug. 1624. 1) Jacobus Geens, wapensnijder 1672, wonende N. Zijds Achter-
burgwal. |
||||||
1) Hij — vermoedelijk de zoon — komt in 1651 voor in de Kekeningen van
het Hoogheemraadschap Schieland, als Wapensnijder (Zegelsnijdev) Bott. Histo- riebladen, Afd. Geneal. Aantt. en Levensbeschrijvingen, I. 553. Eed |
||||||
— 225 —
|
||||||||
Charel Goedhandt, begraven kerkgraf in de Zuiderkerk 2 Oclo-
ber 1680 . . ,.......'.......Grafboeken. Franqois Gysels, v. Amst., signetsnijder 25 j., Westermarkt,
ondertr. 1664 met Maria Venkel........Puiboek 26. Wolfert NyEMEESïer, v. Zwijnsfort, wapensteensnijder, 30 j.,
woont sedert 8 j. op de O. Z, Achterburgwal, ouders dood, onder- trouwt 7 Maart 1615 Ytje Onnes, van Kniphuizen, woont 4 jaar als voren..................Puiboek 7. Plaa tdrukkers.
Dirk Adriaensz., pldr., geboren te Heemstede 1637, woont
Rozengracht 1661. Andries Andriesz., pldr., geb. te Frederiksstad, 1637, woont
Handboogstraat 1662. Barend Hartogii, van 'sHage, pldr., wordt poorter te Amst.
6 April 1672. Barend Schipperhevn, pldr., geb. te Amst. 1635. Woont Vinken-
straat 1665. Hendrik Toy, prentendrukker in de Gravenstraat, begr. 16 Augus-
tus 1747 op het Palmkerkhof..........Grafboeken. |
||||||||
IIP
|
||||||||
29
|
||||||||
— 226 —
|
|||||||
EEN BLADZIJDE UIT DE GESCHIEDENIS VAN HET GILDE-
WEZEN MET BETREKKING TOT DE KUNST. |
|||||||
NDER de takken van handel, die van oudsher te Rot-
terdam bloeiden, is de wijnhandel een der voornaamste geweest. De namen van Wijnhaven, Wijnstraat en Wynbrugstraat brengen zulks genoegzaam in herinne- ring. Door hare gunstige ligging voor overzeeschen aanvoer en transito vervoer aangewezen, was de stad als 't ware een middelpunt waar de wijnen uit Frankrijk, Spanje, Portugal, de Middellandsche Zee en de Levant — gezwegen nog van den in- en doorvoer der producten van de Duitsche wijnbergen — bij voor- keur aangevoeld, gelost, opgeslagen of verder verscheept werden. Dat het Gild der kooplieden, die in zulk een belangrijk artikel
handel dreven, een welvarende en aanzienlijke corporatie vormde, laat zich dus gemakkelijk denken. In de 18e eeuw bereikte dat Gild het toppunt van zijn bloei; de
voornaamste burgers der stad telde het reeds voor dien tijd ond_r zijn leden en in rijkdom en aanzien liet het de overige Gilden, wrar- van het meerendeel niet uit den handel maar uit de ambachten ont- staan was, ver achter zich. Als bewijs daarvoor kan dienen dat van de tweede helft der I7e tot het begin der 19e eeuw, steeds een der vier Burgemeesteren of een lid van de Vroedschap, onder den |
|||||||
— 227 —
|
|||||
titel van Super-Intendent, aan zijn hoofd stond, terwijl het er een be-
zoldigd Secretaris op na hield. Buitendien liet men een eigen Gilde- huis bouwen, rijkelijk gemeubeld en versierd met schilderwerk en portretstukken van Hoofdüeden, omgeven door hunne wapenschilden, terwijl zilveren vergulde bekers en glazen bokalen in de Gildekamer pronkten; kortom alles getuigde van welvaart en weelde. En daar- mede niet tevreden, richtte men festijnen aan en liet zoogenaamde divertissementen — balletten, tooneelstukken enz. — opvoeren, waarbij ook de Gildebroeders in maskeradepakken dansten. Het is hier niet de plaats de lotgevallen van dit Gild na te gaan;
wat daarvan echter in verband staat met de Kunstgeschiedenis kwam ons belangrijk genoeg voor, om uit de Gilderekeningen overgenomen en in het Archief bewaard te worden. 1668. 16 Juli. Voor soo veel aen de wapensnijder is betaelt voor
't snijden van de Gildepenningen ƒ 48 : 16 : o. 1718. 8 April. Aen Arend Ooms over 't maken van een silver vergulde
kelk 1) met fatsoen en een foudrael te samen ƒ 230 : __:__.
» 26 April. Aen Elias van Nimmegen 2) voor een schoorsteen-
stucq in de Gildekamer betaelt ƒ 100 : — : —. 1721. 5 November. Nog betaalt voor Musikante en andere kley-
nigheede de somma van / 117 : 17 : 08 3). 1722. 24 Augustus. De ouwde Beeker op sommige plaatse laaten
vergulden volgens quyt: van Hoogendijk ƒ 33 : — ;,—. 1} Berust in het Gemeente-Archief van Rotterdam en wordt vermeld onder
no. 64 op den Catalogus der Tentoonstelling van Kunstvoorwerpen in vroegere eeuwen, uit edele metalen vervaardigd. Gehouden door de Maatschappij „Arti et Amicitiae". 1880. 2) Lees: Van Nltmegen.
3) Een zeker aantal muziekanten deed dienst bij het jaarlijks trakteeren der
Gildebroeders in den Poele, welk feest gewoonlijk twee dagen duurde, de kos- ten bedroegen dezen keer met inbegrip van bovenstaanden post f 1525 :9 : 8. |
|||||
— 228 —
|
|||||||||
1722. Een nieuwe Beeker laaten maaken, weegt 36 onsen en 12
engels a 62 St............ / 113 :
"Voor fatsoen............ » 50: -
Voor de schroef........... » I '• 1
Aen Hoogendvk voor het vergulden . . . » 98 : -
Aen Van der Steen voor negen wapens . . » 30: -
Voor het uijtdraayen van de Beker . . . . » 2: 10:
Voor de kas (foudraal) volg. Reek: . . . . » 11:4:
|
|||||||||
/ 306: 15: 8.
1723. 12 Mei. Aen de Musikanten en andere kleynigheede de
somme van f 194 : 18 : —. Aen Van der Steen voor het snijde van 4 waapens op de
beekers f 10 : — : —. 1724. 27 Juli. Aen de Musikante betaalt volgens memorie de somma
van ƒ 164 : 5 • —. 1725. 5 Maart. Aan (Enge:.) Sa.m voor het stuk Schildery van het
gilden / 527 : 10 : —. Aen Van Douwe voor het snyde van de lyst f 180: — : —
Aen de timmerman Ottho de BrüVN voor hout en arbeyts-
loon ƒ 56 : — : —.
Aen Van Nimmeege voor het vergulden ƒ 117 : 10 : —.
Voor fooije van de meyt van Sam en knegts etc. f 10 : — : —.
» 24 Juli. Aen de Hi'. Haavelaar voor het gordyn van het schildery f 15 : 13 : —
» 24 Augustus. Voor het snijde van de wapens van de Heer Reyne en Vosmaer 1) ƒ 5 : — : —.
|
|||||||||
1) Simon Reynen en Jacob Vosmaer, waren nieuwbenoemde Hoofdlieden
en hunne wapens werden dus, bij de anderen op den Gildebeker gegraveerd. |
|||||||||
— 229 —
|
|||||
1725. September. Aen de Musikanten naar ouwder gewoonte ƒ 160 : 7 • —
Aen Martyntie van OosteNRYk voor een tin schenkbort / 3 : 6 : -.
1726. 9 November. Aen de Musikante soo van trompetters als anders
de somma van f 263 : 14 : —. 1727. 6 Maart. Aen Jan Stam voor geleverde silvere leepels en vor-
ken, volgens reek: f 199 ". 10 : —. » 26 Mei. Aen Van der Steen voor het snijde van de leepels
en vorken, volgens reek: f 19:4: —.
» 4 September. Voor 't snijde van 3 glaase (bokalen)/ 15 : 15 : —. 1728. 21 Juli. Aen B01.YN, de stukedoor voor syn werk in het
Gilde Huys op de Punt ƒ 160: —:—. » 17 September. Aen Jan Jansijns op Reek. van beeldhouwery
in de voorgevel ƒ 125 : — : —.
» 28 November. Aen de muysekante, soo de trompetters als anders ƒ 103 : 19: —.
» 29 December. Aan Jan Blokkerus voor het trijpt op de stoelen ƒ 37 : — : —.
Aen de Heer ARNOUT van den Bergh, voor 2 Franse Spie-
gelglaase met de onkoste etc. f 384: — :__.
Aen Sweerts en HAMMEVEL voor diverse consepte van op-
schriften ƒ 31 : 10 : —. Aen Abram Van Hoorn voor 13 Stoelen, volgens Reek:
ƒ243: — :—.
Aen Jacob Jansons pr. reste wegens het stuk steen in de
gevel betaalt f 175 : — : —. 1729. 10 Februari. Aen Nicolaas Prins voor leverantie van marmer
aen de schoorsteen f 275 : — : —. » 4 October. AenMons: (Guiixaume) Verelst voor het schildere
|
|||||
— 230 —
|
|||||
van drie portraite, als de Heeren Jan Huygelbos, Symon Reyne
en Jan de Groot, volgens quitansie ƒ 170:2:--. 1729. Aen Gerrit Wouterman over leverantie van goudt leer en
onkoste van behange etc. f 103 : 11 : —. » 5 November. Aen Frans Coelman tot Amsterdam voor 2 kroo-
nen met syn toebehoore ƒ 186:6—. 1730. 6 Februari. Aen W'illem van Nimmeegen, voor het schilde-
ren van de kaamer, met alle ap- en dependentien (enz.) ƒ 1170: —:--. » J2 September. Aen Van Douwe de beelthouwer voor drie
gesneden lysten en eenig werk aen het Huijs ƒ X29: 6:—.
1731. 1 Maart. Aen Hammevel voor het schryve van 4 naamen
ƒ1:4: —
» 9 November. Aen de musikanten, soo dansmeesters, trom-
petters , violiste etc. ƒ 330 : 8 : 8. Aen Hammevel voor het schryve van 2 naamen/:— 12: —.
Aen Barnevelt de schilder, volgens reekening / 9: — :—. Aen F. van Douwe voor een lyst voor de schoorsteen ge- sneede f 63 : —- : —. 1732. 18 April. Aen Elias van Nimmeege volgens reek. voor Re-
paratie van het Schoorsteenstuk en vergulde van de lyst ƒ50:8:-. 1733. '7 Januari. Aen Hammevel voor het schryve van 3 na-
men f — : 18: —. J734- 5 Januari. Aen de Silversmit Adr. Straatenis voor het ma-
ken van een nieuwe beekeri), volgens Reek. en quit. de somma f 150 : — : —. 1) Berust ju het Gemeente-Archief van Eotterdani; vermeld onder No. 70
op den Catalogus van voormelde Tentoonstelling. |
|||||
— 231 —
|
|||||
1734- 9 October. Aen diverse Musicante, trompetters, dansmeester,
sangmeester, sangster, violiste etc. soo voor Reys en teer- kosten, huyr van cleeren etc. ƒ 557 : 15:8. » 20 November. Betaalt aen Cornelis de Haan in 's Hage voor het snyden en graveeren van de laast gemaakte silvere beeker
volgens quitansie ƒ 70 : — : —. Betaelt aen S. Hoogendyk voor het vergulde van de boven-
gemelde beeker de somma van ƒ 85 : — : —. Betaalt aan het maaken van twee houte Mercuriuse, om de silvere na te gieten de somma van / 8 : — : —. Betaelt aen Van Hoorn voor het maaken van het coevert (foudraal) volgens quytansie de somma van f 11 : — : —. » 10 December. Ontvangen van de Heer Burgemeester (Wil- lem) Schepers als Super-intendent van het Wyncoopersgilden,
de somma van drie hondert vier en twintigh guldens, voor sooveel de laast gemaakte nieuwe Silvere Beeker heeft gecost en reets op den 5 January en 20 November 1734 in den uyt gaaff is uytgetrokken, alsoo den voornoemden Heer Willem Schepers deselve beeker, met alle de oncosten, soo van graa- veeren als vergulden en anders aen het Wyncoopersgilden Present doet, tot een eeuwige gedagtenis, dus in geit Ontfange de somma van f 324 : — : —. 1737. 28 September. Aen de Musikante betaalt soo voor haar als
voor de dansmeester en het leere van diverse heere Gilde- broeders aen het huys van Alerius volgens een Notitie de somma van ƒ 267 : — : —. Nog aen Alerius Magito voor het maaken van eenige orna-
menten tot het Divertissement volgens Notitie de somma van ƒ82:-:-. |
|||||
__ 232- —
|
|||||
I74°- 22 Juni. Aen Dirk Bisschop voor het schoonmaken van de
Schilderijen in de Kamer ƒ 28 : — : —. » 5 October. Betaelt aen Dirk Bisschop voor het schoonmaken van de grote Schildery en portretten ƒ5: — : —. Aen den dansmeester Deschambre en seven Musikanten voor gedane dienst in den doel voor 2 daagen en voor het leeren (dansen) van jg gildebroeders in het Booterhuys de somma van ƒ 334 : 19 : —. Aan Alerius Magito voor het maken van verscheyde orna-
mente en kleeren en gebruijk van syn huys tot het exerceeren van diverse gildebroeders f 110: — : 8. Aen huyr van Masquerade kleeren volgens quitantie ƒ 23 : — : —. 1744. 8 November. Aen Jan van der Sluys dansmeester, soo voor
hem selfs als voor syn soon en dogter en het leeren van t6 gildebroeders eenige weken te vooren, compt volgens syn overgeleeverde Reekeningh ƒ 667 : 11 : —. Met seer veel moeijten syn affgecort van dese Reekening f 167 : 11 : —. Aen syn betaald ƒ 500 : — : •—. Nog aen syn betaalt voor huyr van Masquerade eieren lot
Amsterdam voor 10 pakjes a 4 Gulden met vragt en oncost ƒ 73: 10:—. Voor 8 Musikanten a f 26 : 5 : — in 2 daage f 210 : — : —. 1747. 27 Mei. Betaalt aen Gerrit Sanders voor het vernissen,
schoonmaken van de blafons en het verdere tot het schoon- maken van de kamer ƒ35: — : —. 1748. 20 Januari. Aen NlCOLAAS VAN LAAR, Mr. Schilder, voor
't schoonmaake van de schilderijen / 10 : — : —. 1752. October. Betaalt aen la Balle, silyersmit alhier, voor het
maaken van een Silvere en in het vuyr vergulde nieuwe Kelk |
|||||
— 233 —
|
||||||||||
tot een Beeker I), met het waapen van de Heer Super-intendent
Theodoke Francooys de Mey, geplaatst op de voet vaneen voorige Beeker en waar teegens de oude kelk is geruylt, compt voor Fatsoen, silver en vergulde, mitsgaders het gra- veeven van waapens met omamente, volgens rekening de somma van / 105 : 5 : —. 1752. Ontvangen van de Heer Burgemeester Theodore FRANgois DE Mey als Super-intendent van het Wyncoopers Gilden de somma van Een hondert en vyff guldens en vyff stuyvers, voor soo veel de laatstgemaakte nieuwe Silvere kelk tot een beeker heeft gecost, soo weegens het silver, vergulde, als het snyden van de waapens en reeds op den . . October 1752 in uytgaave alhier gebragt en welke vootn. kelk dooi- den Heer T. F. de Mey aen het Wyncoopers Gilden ver- eert tot een Eeuwige gedagtenisse en alhier in ontvangen gebragt, als door gemelde Heer Super-intendent betaalt, dus ƒ 105 : 5 : _. » 19 October. Aen 7 musicanten yder a 5 ducaten in 2 dagen bedraagt..............ƒ 183:15: —.
Voor een dito 3 ducaten........ » 15: 15:—.
|
||||||||||
/ iog-.io:-
|
||||||||||
Aen Mons. Cressand, Entrepeneur van de Franse troep
commedianten met haare danseurs en verder gevolgt, vol- |
||||||||||
1) Berust in het Gemeente-Archief van Kotterdam en wordt vermeld onder
No. 60 in den Catalogus van voormelde Tentoonstelling. Het aldaar opgegeven jaar 1711 is onjuist, want uit het bovenstaande blijkt dat een oude beker ver- ruild is, met uitzondering van den voet. In 1711 wordt geen post voor net makeu van een beker gevonden. III. 3°
|
||||||||||
— 234 —
|
|||||||
gens accoort voor 2 daage divertissement, volgens
coort...............ƒ 525 : —
1752. Aen den Machinist voor 't ordonneeren en
prepareeren van het Toneel, 4 daagen hier geweest..............» 26: 5
Voor huyr van de schermen en decoraatien etc. . » ai: —
Voor vragt van de selven van en naar den Haagh . » 24: — Voor vet in de Lampen........» 6: —
Voor ontbyt, coffy en thee en de extra ver-
teering van de acteurs betaalt......» 27 : 4 |
|||||||
f 629 : 9 : —.
Aen Gerrit Verreijst voor het maaken van het Toneel in
de Meneegie, mitsgaaders de sitplaatsen en verdere toebehoo- ren en het affbreeke van deselven f 212: — : —. Voor diverse kleijnigheeden behoorende tot de divertissemen- ten volgens een specifique memorie f 117 : 19:8. Aen Jan van der Sluys, dansmeester, voor vragt en vertee- ringh in diverse Reysen om danseurs op te soeken met fooy, volgens Reek. en quitansie ƒ24: 13 : —. 1755. 27 November. Betaalt aen Willem Muys voor het schoon-
maaken en verhelpen van de Schilderyen op de Gildekaamer volgens quit: f 60 : — : —. '757- 25 Februari. Betaalt aan de konstschilder Jan Stolker , voor
het schilderen van den Heer Superintendent Theodorus Francoys de Mey en vier Heeren Hooftlieden en de Secre- taris van het Wyncoopers Gilden allen ten voeten uyt in een stuk a ƒ 70 : —: — voor yder Persoon met het bywerk daar- voor betaalt volgens quit: ƒ 420 : — : — |
|||||||
— 235 —
|
||||||||
1757' NoS aen denselven Jan Stolker betaalt voor het schilderen
van den Heer Super-intendent Willem Schepers ten voeten uyt met het bywerk in een stuk voor de schoorsteen i), naar een stuk door......2) de somma van /' 150 : — : —.
Voor onkosten van doek etc: /' 7 : 10—.
Betaalt aen Willem Dubben s, Mr. beelthouwer voor het sny-
den van twee groote lysten voor 2 schilderyen met 12 waapens
en schilden met haar ornamenten, mitsgaders het wapen van
de Heer Super-intendent Willem Schepers met een croon
ende in een ouwde lyst de somma van f 320: 5 : —.
Betaalt aen Ls. van der Kaal voor het vergulden van 2
groote gesneede lysten met haar ornamenten , mitsgaders het
waapen van den Heer Willem Schepers te saamen volgens
quitantie betaalt /' 162 : 15: —.
II October. Aen Willem Muys voor het schoonmaake van
al het schilderwerk in de groote kaamer etc: f 16:—:—.
Voor 't beschildere van de deur ƒ 21 : —:—.
1759. 24 October. Aen Willem Moijs voor schoonmaaken van de
schilderyen in de kamer/ 15: — :__. 1760. October. Aen Mr. Neyts Entrepreneur van de Walsche Operaa
met de Muysicanten volgens een Memorie daarvan ƒ 703 : 10 : — Aen Mr. Frederik 3) voor divertissement van syn kinderen en Muysicanten......- 178: 10:
Voor trompetters...........- 63 : -
|
||||||||
/ 945 : •
|
||||||||
1) Van al de schilderden die het Gild bezat, is dit portret alleen nog voor-
handen ; het berust in het Museum Boymans. De lijst is van het vorige schoor- steenstuk afkomstig en dus ouder dan het portret; het bijzonder fraaie snij- werk ia van den Beeldhouwer P. van Douwen (Vgl. bl. 230). 2) Opengelaten, waarschijnlijk Van Nijmegen.
3) Waarschijnlijk een balletdanser.
|
||||||||
— 236 —
|
|||||
1764. Januari. Aen Wm. Muys voor 't schoonmaaken van 't schil-
derwerk volgens quit. / 38 : — : —. » Februari. Aen Hendrik van der Beest en Soon voor ses
silvere leepels en vorken met het snyden (graveeren) f 95 : 4 : —. Aen denselven voor 2 silvere confituir leepelties en 2 vorkjes en 1 mesje ƒ8:9: —. 1765. October. Aen den Timmerman Dekker, voor Huur en stellen
van schermen &ca. en leveren van 32 Concertblakers volgens rekening ƒ 45 : 7 : —. Den Vuur en Konstwerker A. V. DüYL, volgens rek. f 30 : 15 : —
Jacobüs Godou voor Schilderwerk &ca. /' 29: 10:—. Den Muzicant Lens, voor directie van 't Concert &ca. ƒ 105 : —: — Vermeulen van Leiden voor d'iste Ficol f 64 : 15 : —. 8 Muzicanten uit den Haeg, 3 G. ieder daags, f 252 : — : — Nog aen deselve voor een Fooy f 5 : 5 : —■ Voor de groote Bas ƒ5:5: —■ Voor de Pauken of Keteltrommen ƒ5:5: —. De Bok voor de Bas ƒ31:10: —. Sturenberg & Zoon voor 't spelen geduurende de danslessen
alle avonden en op 't Concert f 105 : — : —. Versluvs, voor 't spelen op de Clawier /' 10:10:—. 't ge- bruik van idem f 8 : — : —. Stegweg, den Alt Fiool /' 10 : 10 :—. Jufvrouw Paradis, Zangster f 36: 15 : —. Den Tuinder of Jardiniero Zanger f 10 : 10:—. Den Dans Meester Grenier , voor de gegeven danslessen, gegeven 3 weken voor 't Mael, 's avonts van 6 a 9 uuren in den Doele en tussenbeiden aen Huis en voor d'Entreedansen op het Bal f 157 : 10: — |
|||||
— 237
|
|||||||
1765- John Lilly, voort 't maken van de danspakken en 't daerby
geleverde, volgens rekening na rabat f 300: —:— 1). Aen de Piqueur voor 't missen van de Manege, 2 Ankers, I Roode en 1 Witte Wijn. Aen de Bouwmeester van Aken en de Stadtsbaes Cool voor
de directie hij 't stellen var. 't Toneel en de Zitplaetsen (dat de Stadt op haer kosten heeft laten doen) ieder een Anker Wijn. 1766. April. Aen den Konstschilder Dionys van Nymegen voor
het Pourtraiteren van Super-Intendent, Hooftluiden en Secretaris van dit Collegie, in een stuk, met de onkosten, volgens reke- ning ƒ 425: — : — Den Beeldthouder Willem Dubbelens, voor het snyden van
een Lyst voor het bovenstaende schildery volgens de 2 voor- gaeüde van 1756 2), met de onkosten volgens rekening /' 169: 10; — L. van der Kaal voor het vergulden van gemelde Lyst en
onkosten ƒ* 81 : 14 : — December. Aen Dionys van Nimegen voor 't schoonmaaken
vernissen &ca. van het Plafond, de Kamer en andere Schil- derstukken volgens rekening f 60 : — : — 1772. Aen ... Corver, Directeur van de Nederduitse Schouwburg
in 's Hage, voor het vertoonen van de volgende Stukken op den 15 en 16 Oct. 1772, in de Manege van Stads Doele. Den 15 October, A1 zire of d'Americaan Treurspel, gevolgd door de Hagenaer t' Enkhuizen, blysp. Den 16 Octo- |
|||||||
1) In 1817 verkochten Commissarissen vau liet voormalig Gild, kisten met
Scheurpapier, Maskerade-kleedereu etc. waarvoor in ontvangst geboekt werd f 51:'2 :—. Zie verder de Bijlage. 2) Moet zijn 1757.
|
|||||||
— 238 —
|
|||||
ber De Vrek, blyspel, gevolgt door De Koopman van
Smirne. Alle reis- en teerkosten, vragt van de Schermen, 't orneren van 't Toneel en het ligt voor 't zelve Toneel daeronder begrepen volgens accoort ƒ 525 : — : — 1772. Nog voor een douceur of fooy, voor vigelance ƒ 75 : — : — Nog aen den Danseur Stompwyk een Fooy ƒ 10 : 10:— Aen d'Acteurs voor een Fooy /' 7 : — '• — Aen Jacobus Godou Schilder, voor Extra ornering of beschil-
deren van 't Toneel volgens rekening ƒ 98 : 19: — Aen de volgende Musicanten zoo voor 't spelen op 't Orchester als anders: Aen Berkeniiof ie viool ƒ 14 : — : — Voor vergoeding van
schade aen zyn hoet etc. ƒ6: — : — Roos ie viool ƒ 14 : — : —. De Bok 2e viool ƒ 14 : — : —.
Voor 't spelen 's nagts ƒ10:10: —. Sturenberg 2e viool ƒ 10 : 10 : —. Boucheli.es Alt-viool ƒ 10 : 10 : —. Voor 't . spelen 's nagts ƒ 10 : 10 : —. Weys Bas ƒ 14 : — : —. Jordan Contra-bas ƒ 14: — : —. 2 Hautbois uit 's Hage ƒ63 : — : —. 1 Basson id. ƒ 31:10:—. 2 Walthoorns ƒ26:5:—. 2 Trompetters ƒ 10 : 10 : —. Voor 2 dagen en nagten ƒ73: 10 : —. Aen Lens voor 't besorgen en de directie / 21 : — :—. (Het Gildemaal en het divertissement kostte in het geheel ƒ4633 : 3: 8.) 1782. 4 November. Aen de Heer Tost gerestitueert, 't geen bij zyn
E: betaelt was aen den Schilder N. J. Deun voor het schil- deren van den Super-Intendent, Hooftlieden en Secretaris, mitsgaders de Gildeknegt van het Gilde in een stuk, volgens rekening ƒ 409 : 10 : —. 1783. 1 januari. Aen C. Denies voor 't vergulden van de Lyst en
ornamenten om 't laetste schildery van dit Collegie ƒ 163 : —-: —, |
|||||
— 239 —
|
|||||||||||
1783. Aen J. Roeyn, voor 't maaken van de gem: Lyst en orna-
menten /' 90 : — : —. Aen Frans de Sutter voor 't schilderen van 6 wapens om
de Lyst van 't schilderij /' 7 : — : —. 1786. 25 November. Aan P. van Zanten, Konstschilder voor he
in order brengen van 9 schilderyen volgens rekening ƒ150: —: •—. 1789. 10 Februari. Betaelt aen den Konstschilder Humbert in's Hage,
voor het schilderen van den Super-Intendent, Hoofdlieden en den Secretaris, mitsgaders den Gildeknegt van het Gilde in een stuk, alsmede nog voor het repareeren, schoonmaken en vernissen van eenige stukken, alles te zamen in twee reysen betaelt volgens rekening f 700 : — : —. i> 20 April. Aen Adrlanus Ebbens, vergulder en spiegelkooper voor een Speyraam, snyden en vergulden van de lyst voor het schildery laatst geschildert door den Konstschilder Humbert, met de kosten van de kist etc. tot de verzending volg; rek: en quit:/ 222 : 5 : —. 1793. 20 Februari. Aen de Heer (Hoofdman) C. W. Schuller,
gerestitueerd 't geen by Zyn Ed. betaelt was aen'een Italiaens Schilder, genaeml F. Pascucci, voor 't Pourtraiteeren van |
|||||||||||
gem. Heer Schuller een somma van f 47
en voor 't maken van de Lyst . . » 43 |
|||||||||||
5
|
|||||||||||
ƒ 90 : 5
16 April. Aen Johanna Bisschop voor 't schoonmaaken en
vernissen van alle de schilderyen en schilderwerk aen 't Gilde behoorende /' 100 : — : —. In 1828 werd het Gildehuis 1) verbouwd als pakhuispand en ver-
|
|||||||||||
1) Het stond aan den punt der Wynhaven Z.Z.
|
|||||||||||
— 240 —
|
|||||
volgens als zoodanig verhuurd. Wat van meubelen en zilverwerk
toen nog voorhanden was, werd te gelde gemaakt, uitgezonderd de drie zilveren vergulde bekers, die zich thans in het Gemeente-Archief bevinden; het zilverwerk bracht ƒ242.35 op. De schilderijen voor zoo ver die niet reeds elders beland waren,
werden overgebracht naar het Stads-Timmerhuis en vervolgens naar een zolder op het Tribunaal, waar zij in November 1836 nog aan- wezig waren, toen het Raadslid J. P. Havelaar aan den Wethou- der J. J. Tavenraat daarover schriftelijk het volgende mededeelde: .....»De schilderijen van het voormalig Wijnkoopeis Gilde zijn in het
Gebouw van het Tribunaal overgebragt en aldaar op eene zolder ge-
plaatst; op een van die schilderijen bevindt zich onder andere het Portrait van een van mijne voorzaten, dat schildery is nu uit de lyst genomen en de Ijst gebroken of aan stukken gejaagd, onderscheiden gaten zyn daarin gekomen en het legd als onder het stof bedolven, het is wel waar dat mijn voorzaat of zijne nakomelingen geen hinder van deze mishandeling hebben, maar men ziet het toch ongaarne en het is jammer dat een (zoo het mij voorkomt) goed behandelde schil- derij zoo wordt verwaarloosd en bedorven", (enz.). De Heer Tavenraat deed daarop een voorstel aan Burgemees-
ter en Wethouders om bedoelde schilderijen in oogenschouw te doen nemen door den Teekenmeester Bakker, en zoo ze eenige waarde mochten bezitten, die stukken te doen ophangen in den gang der Soepkokerij, in welk gebouw men toen voornemens was eerlang het Teekengenootschap «Hierdoor tot hooger" te verplaatsen. Het bleek ons niet welken uitslag deze pogingen gehad hebben,
maar wel dat enkele dier stukken, zooals die van Vereest en Stol- KER, voorkomen op den Catalogus van het Museum Boymans, vóór den brand in 1864. Voor zoo ver de schilderijen nog in een redelijken |
|||||
— 241 —
|
|||||||
toestand verkeerden, schijnt men ze bij de inrichting van het Museum
in 1849 daarbij opgenomen en dus in veiligheid gebracht te hebben, maar niet voor het vuur, dat eenige jaren later in die verzameling zijn vernielingswerk zou aanrichten en waaraan slechts éen dier Gildestuk- ken — het portret van den Burgemeester Wm. Schepers — ontsnapte. |
|||||||
BIJLAGE.
Inventaris van de Klederen en Ornementen gebruikt op het
Theater voor het Divertissement gegeven by de Gilde Maeltyt den 26 en 27 September 1765 en by het Gilde bewaert. Gepakt in een koffer. Voor het Groot Ballet van Bacchus:
Witte Rokjes, Broek en Muts van Durance met wyngaerts blaren van groen linde daer op geregen. 1 voor Bacchus. 1 voor d'Entrée Danser. 16 voor Bacchanten die dansen. 18 Rokjes, Broeken en Mutsen.
Voor het Taylors of Snyders Ballet:
Rooije en blauwe Rokjes, Broek en Roode Hoetjes omboort. 1 voor d'Entrée danser. 8 voor d'andere dansers. 9. Nog 2 Amazoontjes, Manteltjes en rok, 1 pakje voor
Pieroo. 4 Kroonen om op het Theater te hangen. I Toelast die voor
Bacchus ton gedient heeft en daervoor op den Bodem te lezen was:
Vivat den Super Intendent, vivat de Hoofluiden van het Wynkopers
111. 31
|
|||||||
— 242 —
|
|||||
Gilde, dat uit den Bodem van bortpapier gehakt was en door een
vuurwerk van binnen verligt wiert. i Bort voor een Herberg verbeeldende een swaen die op doek
geschildert in de boerekermis op den tweden avond gebruikt. I Lap doek op d' eene zyde I groote tros druiven en aen d' andere
kant het wapen van den Super intendent dat boven Ken d'Agterscherm hong. Trossen druiven van agteren een letter die onder het bovenge-
melde wapen aen d' agterscherm aen latjes hongen en welke trossen door d' Entree danser wierden aengeraekt en losgesneden nedervie- len, wanneer ieder een letter was en met elkander deze zin uit- maekte: Altyt bloeye het Gild, en de groote tros omgekeert zynde, vertoonde het wapen. Hang of concertblakertjes om tusschen de schermen etc. anders
te hangen, groen geverwt en ieder met 2 pypen. Platte vierkante blakertjes die vooraen op het Tooneel gespykerd wierden, met één pyp. Verders een kist met eenige Maskeren en andere rommelarij. |
|||||
— 243 —
|
||||||||
JAN VAN SGOREL ALS INGENIEUR.
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz. , archivaris
van Utrecht.) |
||||||||
E hierbij uitgegevene bescheiden toonen
ons Utrechts beroemden schilder in een nieuw licht ; en toch waren stukken, waar- uit de hoofdfeiten, die hier opnieuw te voorschijn gebracht worden, blijken, reeds lang gedrukt. Maar wie, die bizonder- heden omtrent Scorels leven zocht, kon ook verwachten die te vinden in Schras- IP sert's Beschrijving van Harderwijck, noch in den titel van het Groot Placaetboeck, die over de bedijking der Zijpe handelt ? En toch staan ze daar gedrukt. Kramm vestigde (p. 1487 van zijn werk) reeds de aandacht op de eerste bron; het vinden der hierbij uitgegevene stukken (die verspreid staan in een deel Varia, gemerkt B 32 op het Prov. archief te Utrecht) deed mij de tweede opslaan en ik vond daar het gewenschle licht. De schrijver van den Tegenwoordigen Staat van Holland (xviii
p. 412) verklaart het octrooi, door keizer Karel V op 31 Maart 1551 aan Scorel c. s. verleend, gezien te hebben. Ik was minder ge- lukkig, maar uit de in het Gr. Placaetb. (II p. 1653, 1663) medege- deelde octrooien tot bedijking der Zijpe, door Philips II in 1561 en IJ7' aan de ingelanden verleend, blijkt de afloop der zaak voldoende. |
||||||||
— 244 —
|
|||||
De vennootschap heeft met een kapitaal, grootendeels door de ge-
erfden der Zijpe bijeengebracht, den ringdijk werkelijk gereed gekregen en wel zóo goed, dat hij na eenige verbeteringen, door de nieuwe bedijkers aangebracht, nog na den grootenvloed, die in 1571 de Zijpe weder deed onderloopen, geacht werd f 30.000 waard te zijn en de achterliggende zeedijken, die minder goed waren, te kunnenbescher men. Maar de droogmaking zelve bleef achterwege. Hoewel de mislukking in 1549 van het plan om door eene drijvende machine de droogmaking tot stand te brengen 1), blijkens het twee jaar later verkregene octrooi, de zaak niet deed opgeven, hebben latere ont- werpen geen beteren uitslag gehad. De oneenigheid , die reeds in het jaar, dat het octrooi verleend werd, tusschen de vennooten blijkt bestaan te hebben, heeft denkelijk SCOREL die na de uittreding van Utrechts stads-architect WILLEM VAN NOORT alleen met den zich steeds op den achtergrond houdenden drost op het kasteel Vreeburg overbleef — spoedig afkeerig van de zaak gemaakt. Althans bij de bedijking stond niet hij, maar Mr. NiCOLAES NlCOLAI, griffier van het Gulden Vlies en ontvanger der bedeu van Brabant, met zekeren Willem Mois op den voorgrond, en het vermoeden ligt voor de hand, dat SeoRKT., op wiens naam het octrooi verleend WO*, dien beiden zijn recht heeft overgedaan, Dat ook deze nieuwe ondernemers
geen geluk hadden en dat hunne handelwijze zelfs reden tot aan merkingen leverde, Staal uitvoerig te lezen in de beide octrooien
van 1561 en 1571. l) Reeds 27 Fcbr. 1650 sloot de stici 1 treoht .11 oontraot .....1 Bakeren
Mr. Jacod Diedebioksz. va» Hanswuck (Danzlg), waarbij deze v.....• f hui aan
de stad verkocht zijn middel om wateren en stroomen te verdiepen Daar de
stad zich alleen tot betaling verbond, wanneer het werktuig goed werkte ende post in de rekening stunt uitgetrokken, blijkt Mr. Jacob gelukkige).....weest te
z(jn dan zijne voorgangers.
|
|||||
— 245 —
|
||||||
Trouwens de afloop der zaak verliest met het uittreden van
■ SCOREL voor ons haar belang. Het zij ons genoeg geconstateerd te hebben, dat onze schilder niet alleen (zooals uil Kramm's mede- deelingen blijkt) een bekwaam architect, maar tevens een uitnemend ingenieur geweest is. Dat hij dit was, volgt toch overtuigend uit het feit, dat hij in één jaar (1549) niet minder dan drie ondernemingen van groot belang op touw zette: 10. het plan tot bedijking der Zijpe: 20. de verbetering der haven van Harderwijk ; 3». de verdieping dei- Vecht en andere rivieren. Deze plannen waren niet dwaas, want het Harderwijksche stadsbestuur, dat in 1549 wellicht niet te best bij kas was, liet meer dan eene eeuw later (omstreeks 1650) het plan uitvoeren. (Kramm. p. 1487.) Niet de architect Van Noorï was de ziel dezer plannen, de bekwaamste der twee, maar Schrei.: immers deze blijkt met dan met tegenzin het maken van het schip aan zijn collega te hebben overgelaten, en toen de zaak mislukte was het SCOREL, die dadelijk aanwees waar de fout zat en aannam die te verbeteren. Het komt mij ten slotte belangrijk voor, nog één bizonderheid
te releveeren. SCOREL verhaalt, dat hij het model van het schip ging bezien met Tan van Oky. Wij treffen hier denkelijk een bloedver- want, wellicht een broeder aan van den beroemden Utrechtschen architect SeBASTIANO »' Ov.v (vlg, KRAMM Van Nooy, maar in deze en dergelijke namen, b.v. Van NOORT, is de spelling te Utrecht >n dezen tijd steeds onzeker), die voor KAREL V en PHILIPS II ver- scheidene vestingen bouwde. DÓMLNICUS AERTSZ. VAN HoNTHORST, een der scheidslieden, komt ook elders (Kramm p. .487) als vriend van SCOREL voor; zijn zoon TOENIS was in 1569 * schilder lid van het Utrechtsche Zadelaarsgild.
S. Muller Fz.
|
||||||
UTRECHT, December 1880.
|
||||||
— 246 —
|
|||||
EXTRACTEN UIT HET RAADS DAGELIJKSCH BOEK
DER STAD UTRECHT.
Des Woensdaichs denxjulij 1549.
Op huyden zyn gecompareert opten Raythuyse mr. Jan van
Scorf.l, Canoniek Sunte Marien t Utrecht, ende mr. Willem van Noirt, metselvie-meester der stadt van Utrecht, versueckende ende bege- rende opten Rayt der stadt voirsz., datse hemluyden opter stadt coste bestellen ende becostigen soude willen alle materiaelen van hout, yserwerck ende anders, ende mede werekluyden diemen behoeven sal int maicken vant instrument ende scip ende syn toehehoiren, die- nende omme alle ryvieren mede te verdiepen, geloevende Wii.i.em van Noirt voirsz., indien tvoirsz. instrument ende scip nyet en op- veert tot intencie als zyluyden aengegeven hebben, zoe sullen zy- luyden alle die materiaelen ende oncosten vant instrument ende scip voirsz. selver te betalen ende die stadt van alle hoir verscoten pen- ningen restitutie doen. Die Rayt tvoirgeruert versouck mitsgaders die geloifte van dien gehoirt ende veistaen hebbende, heeft tselve geaccepteert, ende voirts geordonneert Roeloff de Leeuwe, ander- de cameraer, die voirn. mr. Johan van Scorel ende mr. Willem voirsz. tselve werek te betaelen achtervolgende huerluyden versueck bovengeruert. Des Woensdaigs den iüj Decembris 1549.
Meyster Willem VAN Noort, deser stadt metselrie-meester ende
Raydt inder tijt, heeft op huyden voirden Raydt gelooft, indient in- strument ende schip, dat bij hem doen maicken is omme te diepen die Vecht, Rijn ende anders, nae inhouden sekere requeste, dair van vuyten naeme van Mr. Jan van Schorel, Canoniek Sunte Marien, ende hem aende Key; Ma', overgelevert, ende sekere octroeye op |
|||||
— 247 —
|
|||||||
verworven is van wegen die Regierders deser stadt van Vtrecht, nyet
en werct tot intentie van heurluyder aengeven bynnen den tijt van sess weecken toecomende nae dattet open weer wesen sall, ende Raydt voirsz. instrument ende scip nijet tot deser stadts behoiff behouden soude willen, zoe heeft hij gewillekoert ende geloift, dat hij van ston- den aen die verscoten penningen van deser stadt int geheel opleggen ende betailen sal achtervolgende zijn geloifte oick gedaen den thien- den Julij verleden. |
|||||||
EXTRACTEN UIT EEN BAND MET VERSCHILLENDE HAND-
SCHRIFTEN OP HET PROVINCIAAL ARCHIEF VAN UTRECHT. Anno Li die Veneris quinta Decembris. Mr. Johannes Schoreuus canonicus ecclesie Beate Marie Traiec-
tensis respondet singulariter singulis certis articulis impetitionis magistri Wilhelm: de Noorpt exhibitis ac certis articulis replice et quarto duplice juxta designationem medio suo juramento: In den yersten opten derden articule van den eysch antwoirt die
verwerder dattet inhouden van den articule alsoe ghesciet is. Opten vierden articule kendt Schorel tselfde wair te wesen,
welcke octroye deur misbruyck van Willem int qualijck maecken vant scip nyet houdende zijn termyn van remedieren die Regeerders van der stadt bij hoiren Pensionaris ende Secretaris ten huyse van hem Schorel dat weder ghehaelt hebben, soe dat Schorel dair van ge- privert is optie selven dach als die Raedt van Utrecht by overcompst den voirscreven Willem toe ghesloeten hebben te betalen, breder blijckende by acten dairvan zijnde. Opten vijfften antwoirt Schorel tzelffde warachtich te wesen, ende
|
|||||||
— 248 ~-
|
|||||
heeft Willem tot zijnen last aenghenomen tbesteck te maicken ende
tscip te bestayen nutter stadt Camerairs Roeloff DIELeuwe, seggende tot Schorel et Zwaün: Laet my nu milten scip gewerden, reyst ghy mit Zvvae.m inde zaecke van dijckagien, alsoe Schorel oick ghe- daen heeft, verschietende int reijsen zijns zelffs penningen bij ghemeen consent van hem dryen, sluytende dat men hem alsulcke verschoten penningen van de yerste winninghe wederom restitueren söude , dair Willem selffs mede ghereyst is gheweest in Beverwyck ende tot Haerlem op Schorels cost. Opten Vle articule antwoirt Schorel quod credit.
Opten VII» articule antwoirt Schorel voirsz. dat hij noyt tbesteck
ghesien en heeft noch die thnmerluyden oick nyet en kenden op die tyt, mair altyt als Schorel den voirscreven Willem vraechden, hoe ist mittet scip, gaff Willem altyt voir antwoirt, laet my dair voir zor- gen, ende en heeft int maicken Van tscip noyt zijns raets begheert, soe dat Schorel mit Swaen reijsende verteert hadde over hondert gul- den eer dat Willem een naghel aen tscip hadde doen slaen. Opten achtste articule antwoirt quod non credit.
Opten IX» articule seyt Schorel, dat Willem van Noort ge-
comen is tot Schorellen huijse, die aen de.....sat, hem biddende
dat hy wilde comen na den middach te vier uren bij den Burghe-
meyster Ernst van Nyenrode omme tscip te sien wercken,-alwaü teistont een yseren boudt brack, twelck Willem belooffden teistont te remedieren ende stercker te maicken bij Jan van Amerongen smyt. Ende dairnae alst gheremedieert was ende Willem nyet en twyfelden tsoude vast ende goet wesen , soe heeft Schorel wel aen den heren begheert dat zy soude willen comen sien wercken tscip voirsz. sonder te spreecken van ecich opnemen noch voir noch nae, want anderwerff oick een boudt brack. Ende dardewerff noch eens |
|||||
249 —
|
||||||
in de Weerdt, dair Schorel mit een stock oick most komen ghaen
deur versouck van Willem , die aldair die heren van der stadt hadde doen komen. Hijerdeur was Schorel gheoirzaèct by ghescrifte te stellen een presentatie om te remedieren tscip binnen veerthien dagen, dattet wercken zoude zoet aengegeven was van hem beyde ; stellende dair inne, wair dattet nyet en wracht, was te vreden tscip mijt Willem halff te betalen, welcke presentatie Willem nyet an nam, iner woude tscip selve remedieren, blijckende by acte dair van zijnde. Op ten articulen van replycke.
Opten Xlle articule kendt Schorel wair te zijn, mits distinguerende
den tijt, te weten van Mey, Junio, Julio totten xxmt Julij, Willem te vreden was van allen Schorels verschoten penningen, mar ver- staende donwillicheyt van de ingelanden, die op dat pas die conlre- butie nyet consenteren en woudej by zijn zelffs temeriteyt verclairt heeft jegens Schorel ende Zwaen , nyet te willen mitter dijckagien te doen hebben, contrarierende dacte van . der societeyt. Alsoe dat Willem op Alrezielen-dach dair nae volgende ten huyse van Schorel ter presentie van goede mannen tzelffde verclairt heeft als nyet wil- len te doen mytter dijckagie. Opten XVe articule antwoirt Schorel dat hij kendt die rescissie
van de acte van der societeyt ghesolliciteert te hebben by den Hove, dair die selffde acte gepasseert was, allegerende drie j)oincten wair, inne Willem die acte gecor.traveneert hadde , dair Willem nyet toe verstaen en woude, iner wilde dat Schorel aldair ageren soude, dair Schorel op declineerden, allegerende dair nyet behoiren ten recht te staen. Opten XVIe articule antwoirt Schorel quod non credit.
Opten XVIIIo ende XLXe seyt Schorel , dat die ganck van
|
||||||
-.
|
||||||
— 250 —
|
||||||
tmodell Schorel gepresen heeft, raer tzelfde model heeft Willem be-
drogen, dair nae maickende zijn grote scip buylen proportie van ghe- wichte , alsoe dattet achterste deel van tscip hangt opten gront dairt ondiep is, ende dairomme die backen nyet en mogen wercken, steec- kende in de gront, twelck hy int model nyet gheconsidereert en heeft. Opten achtentwintichsten artickele antwoirt Schorel , dat hy
nyet en weet van resilieren, mair verclairt dat hy voir de stadt nyet te recht en hoirt. Opten XXIX aiticule antwoirt Schorel, dat Willem voiiscreven
noyt noch voir noch nae raedt noch hulp van hem begheert heeft om tscip te remedieren, mair is wair dat Schorel mit Jan van Oey gheghaen is ten huijse van den tymmerman om hem te toonen die fauten impedierende den ganck vanden bancken, vuyt goeder har- ten, alsoe Jan van Oey alsulcks wel gestandt doen sal; dan zij vonden den tymmerman onghestelt ende tscip ghesloeten, alsoe dat zulcx achterbleeff; anders refererende hem tot zyne voirghaende responsie. Opten 1III articule van der du pi ij ck.
Refereert hem totter acte gearticuleert ende totter ander acte,
wair inne Willem hem selve willecoert tot restitutie van de pennin- gen, indient hij binnen zess weecken nyet en remedieert, blyckende bij acte van condemnatie. Aldus onderteijckent:
Jo: Scorei. subscripsit hec ita esse.
|
||||||
Upten dach van huyden compareerde voer mij Notarijs in pre-
sentie den ghetuyghen naebescreven, die Eersame heer Sijmon Jacobsz., |
||||||
— 251 —
|
|||||
pastoer tot Soest inden lande van Utrecht gelegen, umme tot eene
toecomende memorie, van weghen des weerd. heeren Meyster Johan Schorei. , Canoniek tsant Marien Tutrecht daertoe versocht sijnde, getuyehnisse der waerheijt te geven, Ende dat wt cracht der com- missie van wegen des Eersamen heeren Thomas Persoels vicarius in den Doem Tutrecht, deken Goylandie, als rechter ordinaris specia- licken gedeputeert, mij Notario onderscreven daeromme sonderlinge by munde gedaen, heefft die voergenoemde heer Sijmon gecertificeert ende verclaert, certificeert ende verclaert mits deesen allet na wtwy- sen eenre cedule myt zijn eygen hant [soe hij seyde] gescreven, die welcke hij aldaer overgelevert heefft, luijdende van woirde tot woirde aldus: lek Heer Symon Jacobsz. , pastoer van Soest, out sijnde acht
ende twyntich jaren of daer omtrent, certificeere voir die gerechte waerheyt, daer ick mit eede toe gebrocht bin, hoe dat waerachtich is, dat ick present by ende over zij geweest ten huyse van meyster Johan Schorel, Canoniek tsant Marien binnen Utrecht, mit myn vader Jacob Symonsz. ende Zyvert Gerritsz van Schorei., Ende daer waeren Schoreix, die waert, ende Willem van Noort ende Swaen, Drossaert op Vreburch, die met haer drien vennetten ende socij waeren om te bedyeken die Zijpe in Noorthollant ende om instrumenten te maec- ken van wateeren the diepen op gelijcken paert ende winnynghe, hoe- rende haer woerden ende wederwoeiden met goede vrede ende accort sonder eenich discort, alsoe datter woirden vielen, datmen die nyeuwe- lant soude hieten Schoerlant ende dije nyeuwe dijck Swaenoortsdijck int jaer negenveertich in die maent Junio. Want dan redelicken is ende billich der waerheit ghetuijchgenissen te geven, sonderling alsmen des versocht wert, Soe ist dat ick openbaer Notarijs onderscreven, des van wegen meyster Johan Schorel. versocht ende bij heeren Thomas |
|||||
— 252 —
|
|||||||
Persoels deken voergenoemt daer tho speciael commissie bij munde
gedaen sijnde, certificere enen iegelick, allen tghene voirsz. staet voir mij alsoe geschiet ende gedeposeert te sijn. Ende hebbe des toirconde dese tegenwoirdighe certificatie daer van gemaect ende mit myn hant onderleijckent. Gegeven Tutrecht inden jaere ons heeren dusent vijff- hondert een ende vijfftich upten seventhiensten dach der maent vau December, in presentie der discreten Lambert van Al-MELO ende Aert van DEN Hovberch, schoelapper, als getuijghen hierover geroepen ende sonderlinghe gebeden ende mij. [Aldus voert onderscreven]
Conr. Eertman, Notaris bij den Hove provinciael Tutrecht van
wegen Roomsch Keyserlijcke Majesteit geadmitteert, sst. |
|||||||
Alsoe zeeckere differentien, gheschillen ende twisten, ende oick
processen verresen syn geweest tusschen Mr. Willam van Noordt , architect ende metzelrije-meijster der stadt Utrecht, eysscher in conven- tie ende verweerder in reconventie, ther eenre, ende Mr, Jan van Schorell, Canoniek der kereke van Sinte Marien Tutrecht, ver- weerder in conventie ende eysscher in reconventie, ter anderen zijden, ther cause van zeeckeren societeijt, die sij myt malcanderen aengegaen sijn om wateren te diepen ende landen te bedijeken ende onlandt tot vruchtbare landt te maicken etc., als zulex in den contract van den societeijt voirsz. breeder begrepen is, deur cracht ende oirzaicke van den welcken Willam van Noordt seijt ende sustineert verschoo- ten te hebben een merckelijcke somme van penningen int maicken van een instrument als een schip, dat sij partijen gelijckelick voir den oversten der Stadt Utrecht gepresenteert ende aenghenomen hadden te maicken, om die wateren dair mede te diepen, welcke penningen mijtten interesten hij tot dezen dage toe heeft moeten ontbeeren, |
|||||||
— 253 —
|
|||||
ende oick dat hij in t' concipiëren ende int maicken vant moedell
van den scip voirsz. zijn tijt versuijmpt ende merckelicke kosten ghedaen heeft ende dair deur in anderen zijnen dinghen ende affaren schade geleden heeft, ende voirts deur oirzaicken van tgheen voerseijt staet, gereijst is geweest in Hollandt, Brabant ende elders, al tot zijnen groote kosten, seggende dat Mr. Jan van Schorem, voirsz. hem van allen dezen voir de helft behouden restoir te doen etc. Ther contrarie sustineert Mr. Jan van Schorell nijet gehouden te wezen Willam van Noort voirsz. te subvenieren int gheene Willam van Noordt hem eysschende is, mair seijt dat hij ther cause van den contract ende societeyt voirsz. veel kosten ende lasten ghehadt heeft in prac- tizeren omme die Zijpe te bedijcken, ende dier oirsaicken halven veel reijssen gehadt heeft om zulcke dijckagie te vorderen, ende oick anderen schaden in sijnen anderen dingen geleden heeft, ende zijn tijt versuympt, soe dat hij wil seggen, dat hem een grooten penningh van Willam van Noort toecomen soude, als zulcx in zijn scrif- tueren wijder verhaelt is etc. Partijen voirgenoemt, aenmerckende dat deur dezen hairen geschillen ende twisten veel inconvenienten comen soude moegen, om dan zulcx ende vorder kosten te verhueden, hebben allen hairen geschillen, differentien ende twisten, die tusschen hemluijden tot noch toe verresen zijn geweest, ther cause ende deur oirsaicken van tgheen voirsz. is, gansselijck ende gheheel aen ons vier Arbiters onderscreven verbleven ende gesubmitteert. Hierom ist dat wij arbiters wt cracht van den compromiss ons getoont ende in han- den ghegeven, overgewegen ende rijpelijcke by onss doirsien allen scriftueren ten beijden zyden overgeleijt ende ons in handen gelevert, ende voirt gehoort hebbende allen redenen bij monde ende anders van parthijen aengegeven, bij dese onse arbitraell sententie eijntlicken wtspreecken, wijsen ende verclaren, dat Willam van Noordt gehou- |
|||||
_ 254 —
|
|||||
den wezen sall dat voirsz. schip tot zijnen lasten aen hem te nemen
ende te behouden, behoudelick dat Mr. Jan van Schorell voirsz. wten selven schip aen hem nemen ende behouden sall die yseven kettenen mytten backen ende twee asschen. Wair voir ende vore allen verschooten kosten ende actiën, die Willam van Noort voirsz. van den sellten Mr. Jan tot desen dage toe deur oirsaicken voirsz. enichsins soude moegen toecomen, sall Mr. Jan van Schorell den voirgen. Mr. Willam van Noordt eens betalen hondert ende veertich Carolus gulden, twintich brabantsche stuvers voir den Carolus gulden, bynnen den tijt van eenre maendt naistcommende. Ende allen kosten, die ten beijden zijden ther cause van desen in processen ende anders enichsins gedaen sijn, sullen ghecompenseert wezen ende compenseren mijts dezen, reserverende tot onser verclaringe allen zwaricheden ofte twij- felachticheden, die vuijt dese onse wtspraick in enigerwijs verrijsen sullen moegen. Ende hijer mede sullen partijen voirgen. vereenicht, verdedingt ende ghescheijden wezen van hairen societeijt ende van allen gheschillen, twisten ende kosten, dien sij ther cause van dijen enichsins ghehadt ende ghedaen hebben. N. Ruysch. Bruninck van Cuijck.
Johannes Ridder sst. Dominicüs Airtz.
Aldus gedaen Tutrecht then huyse van Mr. Niclaes Ruysch,
Canoniek der kereke van Oudemunster, in den jaere onss heeren duysent vijff hondert twee ende vijftich opten twe ende twintichsten dach in Aprill des morgens tusschen seven ende acht uren. Teste me Jo. Boelen, Nots.
|
|||||
— 255 —
|
|||||||
MEDEDEELINGEN
UIT HET HAAGSCHE GEMEENTE-ARCHIEF.
I.
De boeken van het oude S*. Lucasgildete's-Gravenhage.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsen Museum.) EEDS in 1867 deelde Van Westrheene in de Kunst-
kroniek veel belangrijks, ja het hoofdzakelijkste uit deze merkwaardige boekskens mede. Toch aarzel ik niet zijn werk nog eens over te doen ; want hoe langs zoo meer wint de overtuiging veld, dat niet eenige mededeelingen, niet slechts het voor den mededeeler alleen belangrijke uit zulke bronnen der Kunstgeschiedenis moet overgenomen worden, neen, het geheel, alles moet zoo veel mogelijk iedereen toegankelijk gemaakt worden. Zoo ontstond het «Archief voor Nederl. Kunstgeschiedenis," en ik
heb de eer daaraan te mogen medewerken, door het volgende zoo getrouw mogelijk genomen afschrift der boeken van het St. Lucas- gilde, vóór de afscheiding die in 1656, volgens boek G. fol. 79, door »grootsmoedichheid" eeniger schilders plaats had. Toch gaf ik nog niet alles. De glazemakers en apothekers, de
meeste »camer- en clatschilders" liet ik weg; maar wat maar eenig- sints van belang kon zijn voor onze Kunstgeschiedenis nam ik over. |
|||||||
— 256 —
|
|||||
Men zegt wel eens, in eens ander mans boeken is 't duister te
lezen. Zoo gaat het met veel in deze boeken vervat. Ik geef juist wat en hoe 't er staat 5 misschien vindt men later weer iets wat licht brengt in deze duisternis. Het eerst volgt Boek G, verreweg het merkwaardigste; dan laat
ik de boeken B, C, D en K volgen. Het is bedroevend dat boek A, met al het »Silverwerck" daarin beschreven, zoek is geraakt. Mocht iemand, dit lezende, ooit zulk een boeksken ontmoet hebben, de mededeeling daarvan zal schrijver dezes hoogst welkom zijn. Veel toelichting heb ik hier niet te geven ; ik verwijs naar de Kunst-
kroniek van 1867 en laat verder de »Oude bladeren" spreken. Alleen nog iets. Onze verdienstelijke kunsthistoricus, Mr. VOSMAER, leidt van het in de Riemer op bl. 307 medegedeelde vers, op het in 1709 vernieuwde Gildeboid in de Groote Kerk af, dat het St. LuCAs-gilde van 1579 zou dagteekenen 1). Dit klinkt ook zeer waarschijnlijk; het vers begint toch: »Na hondert dartig jaar verrijst St. Lucas schilt" enz. Maar schilt, niet gilde; en het boek C spreekt reeds van de meesters . ,. van den jare 1567. Het schijnt dus al in dien tijd en misschien nog vroeger bestaan te hebben. Waar het schrift totaal onleesbaar was, moest ik dit berichten,
waar het niet met zekerheid te lezen was, plaatste ik een vraagteeken. Op fol. 1 van boek G staat:
Int boeck A 2) syn geschreven de autentique copyen van de
rentebrieven, toebehoorende 't Gilde van St. Lucas , St. Anna en Rochus. Hier is mede geteeckent alle het silverwerck, de swaerte van elctt stuck en bij wien deselve gemaeckt sijn of gegeven. 1) Zie Kunstkroniek 1865.
2) Boek A is helaas! niet meer aanwezig. Wat zou ons dat voor ophelde-
ringen gegeven hebben ten aanzien van het zilversmidswerk in die dagen! |
|||||
257
|
|||||
Int boeck B syn geteeckent de namen van de meesters alsoock
de leerjongens, die int gilde gecomen sijn van den jare 1580 tot den jare 1630. Int boeck C syn de meesters geteeckent met noch diegene die
het gilde moesten erkennen, om nu niet daerin en syn, van den jare 1567 ■> sij sijn aldaer verdeelt de straten soo als alsdoen waren als oock den ontfanck van de rente, ende achter sijn mede aenge- teeckent de leerjongens die haer maentgelt betaelt hebben sedert en naer den jare 1630 met en A. B. C. aengewesen. In t boeck D werden aengeteeckent de renten die ontfangen wer-
den, daer bij dag en jaer gestelt moet worden om alle abuizen te voorkomen. Pag. 28 in versa.
Nota.
Den Datum op de kant oft in Margine gestelt, beteeckent wan-
neer de selve int gilde gecomen sijn ende hetselve voldaen hebben. Fol. 29, Hier beginnen de namen van de Gildebroers van St« Lucas
gilde Int s' Gravenhage , die noch int leven syn, in dit jegenwoor- dighe Jaer van 1621. A.
1602. Aelerecht Ebeling, schilder.
1603. Abraham Leëndertsz. van Beest.
1605. Anthoni Goelterüs, schilder. 1612. Aei.brecht Aelbrechtsz. , gelaesemaker. .
1615. Andries Stock, plaetsnijder.
1614. Anthony van Ravesteijn, schilder.
» Abraham Artois, verlichter.
1629. Adriaen Fredericxsz. van Ouwendyck, steenhouwer.
III. 33 |
|||||
— 258 —
|
|||||||
1608. Anth. Francq, steenhouwer.
1613. Adriaen Gyboons, schilder.
1622. Adriaen Bosch, schilder.
1625. Adriaen van den VenNe, schilder.
1640. Adriaen Hanneman, idem.
» Auraham van Beijeren.
1642. Abraham Borreman.
1644. Abraham de Vries, sehilder.
1646. Alexander Petit. ■
1646. Adriaen Maetham.
» Abraham Hennes. 1647. Antonij van der Croos, Schilder. 1)
1649. Arent van Ravesteijn. 2) 1655. Anthonie Dijckmans, Kamerschilder.
1665. Abraham Erkeles, » »
1669. Abraham Block, » »
1681. Anthony van Yperen, » »
1691. Abraham van Outshoorn, » »
1765. Arnoldus van Heest, voor syn schildersproeff ƒ' 18: — :—.
B.
1587. Balthasar Flessiers, Schilder.
1622. Bartolomeus Bassen, » (van Bassen.)
1629. Bartolomeus Ter (of Ver?) Burch.
1690. Bartolomeus Drijfhout, Steenhouwer.
1657. Bartolomeus van Winden, Schilder.
|
|||||||
1) Liet reeds 2 September 1637 „een kint" doopen. (Doopboek Groote Kerk
's-Gravenhage.) 2) Dit is Arent Jansz. van Ravesteyn, vau wien o. a. 3 portretten ia
München zijn. Deze schilder was een waardig navolger van zijnen vader. (Zie van Gool, I, 31.) |
|||||||
— 259 —
|
|||||
1667. Berend ?) Jamin, Schilder.
1695. Barent Meijnderts Staal, schilder.
1718. Barent van Weemen, *
C.
1619. Carel Swerius, Schilder.
1618. Cornelis de Jong, »
1621. Cornelis Claessen , »
1614. Cornelis Pietersz. Teunis, Steenhouwer.
160-. Cornelis Sybertsz. van Montfort.
1624. Coenraet Hoffe, Goutslaeger.
1645. Coenraed van der Maes, Schilder.
1646. Corn. Lelienburcii, »
1648. ClaEs Pietersz. Teyll, Constvercooper.
1647. Christyaen Couwenberch, Schilder.
1648. Corn. Monninckx, »
1648. Catrina de Hen , Schildersse. 1650. Christoffel Meier, Glaseschrijver.
1651. Garel Hardy, Schilder.
1654. Corn. de Putter, Kunstverkooper.
1656. Carel van Hullegaerde, Schilder.
D.
1610. Daniel Mytens, Schilder.
1626. Daniel Clitsaert.
1627. Daevit Stockmans (?), Schilder.
1631. Dirick Verhaert, »
1632. Dirck Daeli.ens , »
1642. Daniel Tu......(?) Schilder.
1644. Dirck van per Lisse, »
|
|||||
— 260 —
|
|||||||||
1648 DlRCK Kraey, Schilder.
1653. Davidt van Altona (?). 1699. Daniel Groen, Schilder. E.
1604. Evert Crynsz. van der Maes , Schilder.
i6d8. Esaias van den Velde, schilder. 1668. Evert van der Beeck.
F.
1629. Fransois Knypbergen, schilder.
1634. Frans van der Block, steenhouwer. 1637. Ferdinandus Wes, schyelder. 1647. Fransiskes Dysaart, beelthouwer. 1656. Freder. van Tongeren, beeltsnyder. 1669. Ferdin. van den Heuvell, wapenschilder.
1679. Frans Palidanüs, glasemaeker. G.
1617. Güilliam Gerst, verlichter.
1621, Gerrit Jacopsz., schilder, woonende tot Amst., heeft syn
gildegelt alhier voldaen omdat hij hier viy soude mo- gen arbeyden. 1620. Guillielmo Weda, schilder.
1629. Gerrit van Santen, idem.
1623. Gratiaen Jansz. , goutslager.
1637. Gerrit Honthorst, schilder, van Utrecht.
1666. Gerrit Godes (?), betaelt syen gildegelt als meester.
1667. Gerkit de Haen, schilder 1)
|
|||||||||
'
|
|||||||||
(1) Geerit de Haen. Ik ken twee stukken gemerkt: G. de Haen. Één te
Weenen, in de Gallerie Czernin, daar B. Beeeneeegh gedoopt, waarvan het werkelijk veel heeft. Het is No. 215 van den Catalogus: Eine Landschaft |
|||||||||
— 261 —
|
|||||||
1667. GlLI.YAM VAN DER VlNNE, schilder.
1674. Geert Ufelhaeve (?), schilder.
H. 1597. Henricus Hondius, plaetsnyder.
1621. Hans Bogaert, schilder 1). 1613. Herman Bloemaert, idem.
1623. Hermanüs Brekerfelt, gelaesschryver.
1630. Herman Natanuelsz. Grevesteyn, schilder.
1635. Henricus Hondius de Jonge.
1699. Hendr. Munnekes, schilder.
1647. Heynderick Noorderwiei, , schilder.
1651. Hendrick Dankf.rs, plaetsnyder.
1662. Hendrick Visbach, goutslager.
I.
Jacques de Geyn , schilder en plaetsnijder.
1598. Jan van Ravesteyn, schilder.
1604. Joos de Putter, » |
|||||||
mit Kühen, en lijkt veel op de vroegere werken van Breenbergh, zooals
een voluitgeteekend stuk in Schlussheim bij Munchen , van 1634. Fiju uitgevoerd, goed geteekende figuren, aangenaam van kleur. Gem. G. DE HAEN. Daarentegen bezit Schloissheim een stuk (thans wellicht reeds naar Munchen
overgebracht) en ook gemerkt: G. de Haen dat n i e t s op het voorgaande gelijkt. Deze zeer fraaie schilderij stelt een jager voor, die, uitrustende van de jacht in het midden van een eenvoudig vertrek op een ton uit een kruik zit te drinken; voor hem een groote zwarte jachthond, links een jongen met een stok en een haas in de linker, een doek in de rechterhand; rechts een man in het rood met glas in de rechterhand; verder mooi geschilderde hazewinden, ketels en verdere „accessoires". Het is prachtig, schitterend van kleur, zonder bont te zijn, breed, forsch geschilderd, flink getcekend en aardig gecomponeerd. 1) Van dezen meester is onlangs (Dec. 1880) in de collectie Virtjly een
goed exemplaar verkocht; thans bij den Heer Pappeeendam berustende; deze Heer liet mij echter 3 stukken van denzelfden meester, ook H. Bogert gemerkt, zien, die zoover onder de kunstwaarde van het eerstgenoemde staan, dat het haast onbegrypeiijk schijnt dat één hand ze allen geschilderd zou hebben. Toch is dit hoogstwaarschijnlijk het geval. |
|||||||
— 262 —
|
|||||||
1613. Jacob Dircxsz., goudeleirmaker.
1617. Jan Gerrits, steenhouwer. 1620. Jan Pietersz. van Ryn, sch. 1610. Joachim Otte van Hoeckgeest, sch. 1)
1614. Jan Matheus van Wttenbrouck, »
1616. Joost Snewints? (W. leest Swevents), sch.
1622. Isack Mijttens, sch.
1623. Jan Jansz. Brun, »
1624. Jan Jansz. Westerbaen, Schilder.
1628. Jacob Westerbaen, » 1627. Dekens, Moyses Wtenbrouck, ook Philips van Haes-
broeck em. 2) K.
1690. Kracht Kinder-man, Schilder.
1690. KoRNEL. MONICX.
1669. Karel Penon, Kamerschilder. L. 1641. Leendert van Haeften, Schilder.
1655. Loüwijs van Tongeren, Boeckbinder, heeft syn proeff
van 't boecbinden gedaen en is de eerste geweest, heeft het gildegeld betaelt en eerlijck getracteert op een collation. 1659. Jeronimus van der Neck, Beeltsnijder.
1702. Loüvise (?) de Hoge, Schilder.
M. 1620. Moysis van Wtenbroeck, Schilder.
1619. Melch. Ruys, . »
|
|||||||
1) Troiiwboeken der G-roote Kerk, 'a-Gravenhage, 10 Mei 1620:
Jaques Otto Hodckgeest, Kaïnerbewaarder van de Ed. Mo. Heeren Staten
van Hollt ende Westvrieslant, huwt met Jacobina........'• 2) Zie Kunstkr. 1867 , pag. 83.
|
|||||||
— 263 —
|
|||||
tóio. Mathys Willemsz Valckenbukg, desen overleden ende
de doodtschult betaelt.
1625. Mich. Jansz. Mierevelt, Schilder.
1635. Matheus du Bois, »
1647. Martijn Lanssch out (?) »
1647. Mich. Tongerloo, Ebbewercker.
1648. Marthyn L'Angele, (niet Langele) Schilder.
1669. Matheus van Heyningen, Konstverkoper. N.
1608. Niclaes Ysaaksz. Swanenburch.
1651. Nathanael Taets, Schilder.
p.
1600. Pieter de Pruyster, Verlichter.
1604. Pieter van de Lande, Verlichter.
1628. Pieter Adriaensz. van Saennen.
1634. Peter Quast, Schilder.
1639. Peeter Adriaensz. 't Hooft, Steenhouwer.
i6ti. Philips Haesbroeck, Plaetsnijder.
1639. Pieter Moninx, Schilder.
1639. Pieter Naso, Schilder.
1640. Pieter v. d. Venne, Schilder.
1647. Pieter van der Croos, Schilder. 1647. Pieter Heyndrickx Spyckerman , Schilder.
1648. Pieter Schouf, Constvercooper.
1649. Poulus Potter, Meester Schilder.
1663. Pieter Vbrbeeck, Camerschilder. 1647. Pietter de Potter, Schilder. 1666. Pauwels Hellebuick, Schilder. |
|||||
— 264 —
|
|||||
1667. Pieter Goudy, Schilder.
1668. Pieter van Turnhoudt, Könstverkoper.
1705. Pieter van Outheusde, Schilder. ft.
1627. Rodolfus van Kool, Schilder.
1699. Reijnier van der Laeck, Schilder.
1675. Roelant van Brinkhorst, Camerschilder.
1677. Roomans, syn proeff gedaen als schilder.
S.
1605. Sybert Cornelis Monincx, Schildei'.
1614. Simon Frisius , Plaetsnyder.
1610. Sam. Smit, Schilder.
1630. Symon Gerritsz, Schilder.
1631. Sachar. Dickman, » 1)
1640. Sibrandt van Beest. » Simon de Putter.
1646. Sijmen Rood, Schilder.
1650. Saelleemon Duvvart, Schilder.
1666. Symon Perier, van Parys.
1678. Sachar. Dykmans, Schilder.
T.
1631. Tym. Arentsz. Gracht, Schilder.
1656......Celton, (?) »
W.
IÓII. WlLL. WlLLEMSZ.
1674. Cornelis Verhaege, Schilder.
1629. Willem Hondiüs. 1) Waarschijnlijk Dyckmanb. (de Oude.)
|
|||||
— 265 —
1630. wlllebort van' groenenberg.
1690. Willem Stevensz van der Meij. A.
Fol. 46. Alhier beginnen de namen van de Güdebioeders van het
St. Lucasgilde in Schravenhaage, die int Leeven syn in 16S2. 1642. Andries de Haen , Camerschilder. 1655. Antony Dyckmans, » 1681. Anth. van Iperen, Schilder.
1704. Adolf Cruysberge, -> 1704. Aelbert de Vries, » C.
1667. Christiaen Bouckwout, Schilder.
1679. Cornelis Verhagen, »
1685. Simon Claessen de Jonge, schilder.
1728. Cornelis Wesendonk, »
1729. Cornelis Wapperom, »
1742. Cornelis Gerardus Beeldemaker, schilder.
1754. Cornelis van der Brugii, schilder. 1759. Cornelis Versteeg. » D.
1632. DlRCK van GussEN, schilder, overl. 1686.
1677. Dirck Scholte, schilder.
1681. Daniel van Altdorp, schilder.
1699. Daniel Groen, »
1732. David Laron, »
1732. De Weduwe Moninx,
de dootschult betaelt ƒ 2.— .
III, 34 |
||||
266
|
|||||
E.
1666. Erasmus Arondeus, schilder.
1679. Elisbet de Jong, constvercoopster. 1682. Egbert v. der Spyck, sch. 1726. Evert Tielinckx, sch.
F.
1637. Ferdinand Wes, schilder, overl. 1689.
1686. Frederick Barrenaert, schilder.
1688. Frederick Frybeeck, »
1691. Frederick Hellebuick, » (fol. 51.)
1708. Ontfangen van Flip Harm, » en
niet getrackteert f 12.— o.— o.
1714. Frans Steenhuyse, goutslaager. 1739. Maart heeft Frans Wesendonk zijn proef gemaakt als schilder en daar voor betaald .... ƒ 31.—.
vereert .............» 11—.
April heeft Wesendonk als glasemaacker
betaald............» 30.—.
vereert.............» 19.— 16 st.
1757. Frans Goelje.
1759. De Heer Freese. 1766. Gerard van Sneek. 1772. Was Deken P. De Mony. G.
1667. Gerrit de Haen, schilder.
1679. Gerrit Uffelhaven , » 1681. Gerrit van der Smael, schilder.
1698. Gotvrey (sic) Holte. » |
|||||
— 267 —
|
|||||
1705. Heeft den oulste broeder Goske sijn voldoening gedaen
aent gilde voor 't bruinere vergulde en bronse van syn Eyge gemaeckte beelde vase of 't geene hy maeckt en verkoopt. 1726. Gerrit Hoed (sic) m'. Schilder, betaalt, ƒ 30.— o.— o.
1731. 20 Maart heeft betaalt Gerrit Langedijk voor Regt van
Gilde............. ƒ 4.— o.—o. 1736. Gerrit Muldert, schildersproef ...» 18.— o.— o.
1741. Giliam Beekhuysen, schilder, voor syn prouef be-
taalt ........., ... ƒ 12.— belooft te trakteren en niet gedaen.
1744. Gerrit Mes, schildersproeff.....ƒ 18.—
1748. » Wurms, id. .....» 18.—
vereert.............» 15.— 15.—
H.
1660. Hendrick Boeckwout, schilder.
I667. » VAN DER SpYCK, »
1686. Henderyck van Dael, »
1705 Henrick Visbach, goutslager, betaelt . ƒ 18.—
1705. Henrick Pola. schilder, bet.....» 19.—
1706. Hendr. van Heusden.
1713. » de Jesys, schilder. 1732. 20 Maart heeft Hendr. Dier betaalt voor 't vergulde of
van den vrymeester schilder te laate vergulde de beelde of vaase of eenig ander grot werk dat hy maakt voor de somma van.............f 12.— Eu is van burgemeesteren in de coste gekondimineert
die daarop syn gevalle en ook aan de boode van der Cisten betaalt. |
|||||
— 263 —
|
|||||
1753- Hendrik van Vinne. schildersproeff . . ƒ 30.—
vereert............» 5-"" 5*—
1754. Hendrik Johannes van Weemen, schilderspf.
1755. üuybert Blok, id.
1757. Hendrik Heght id. 1764. HekEEMAnds Borger, id. 1766. Hendrik Bodas, goulslager. 1779. Hendrik van der Brügh, schildersproef.
1782. » van Cempen, » I. (fol. 54)
1644. Jacop Af.lbertsz. van der Spijck, schilder.
1673. Joiian Monicks, Camerschilder.
i6Si. Johannes van Schayck, beeltgieter.
1690. Jacobus van Nimvvegen, schilder.
1Ö94. Jurriaen Veltman, »
1695. Johannes Buckhuysen, »
1699. Jan Muyns, »
1712. Johannes van Dalen, ?
1713. Jacob van Duyselen, schilder.
1717. Jacobus van der Doff. 1717. Jan.Bock, schilder, op ordre van Burgemeesters dezer
stede gerojeert.
1719. Johannes de Punt(?) schilder.
» Johannes Obreen, »
1725. » van Swinderen, schilder.
1726. » Madelpi (?) »
1728. » van baerden, » 1732. » Stifferie, » » Johannes Thieleman , »
|
|||||
- 269
|
|||||
1735. Jan Kotelmans , Schilder.
1741. Johan Hendr. Selfvelt, Schilder.
1745. JAN FüRKT, »
1747. Joh. v. Amerongh, »
1766. JoHANNES VAN DER BURGH, »
K.
1720. Koenraet Juffen, schilder.
1738. Kryn van Niel, » L.
1690. Lammert van Goudsbergen , Schilder. » LoUWERËNS SCHOLTE, »
1702. Louwys DE Hoge, CainerschiJder.
1717. LOWIS BERNARD, Schilder. 1736. Leendert van Barda, Schilder.
Dootschult van Joh Stiffery ƒ 2.—. 1757. Joh. van Sneek.
Joh. Missing.
1759. Lodiav. Steekwey 1787. l. van oosterwijck, M.
1666. Bastiaen Middelbeeck, Schilder. 1682. Melchior Bernards, » 1695. Matijs van Goeloo, »
1702. Mychiel Couvendt, »
1744. Mattheys Ardes, »
1759. Martinus van Cruyselbergen, Schilder.
N.
1715. Nicolaes van DER Speijck, Meester Schilder.
1719. Nicolaes van Limmick, Schilder. |
|||||
— 270 —
1733- NlCOLAES V. DER VLEUGT.
1766. Nicolaes Focker, Schilder.
O.
1691. OTTO Saedelaer, Schilder.
1723. OVERDIK, Goutslager. P.
1657. PiETER VAN COEVERDEN, Schilder.
1663. Pieter de Bonnet, » 1666. paulus hellebuick, »
1668. Pieter van Turnhout, Constvercooper.
1682. Pieter Aronüaeus, heeft syn proef gedaen synde maer
15 jaer out tot genoegen van 3 Meester Schilders.
1737. Pieter Bourdon, Schilder. 1745. Pieter Waverlee, » 1749. Pauwelus Stafvoet, »
en nog eenige onbel. namen.
B.
1675. ROELANT van Brinckhorst, Schilder.
1723. Roelant v. Wessel, » 1750. robbertus wlltschut.
s
1667. Seger Maes, Schilder, overleden 1689.
1678. Sacharias Dijckmans, Schilder. 1707. Weer: Sacharias Dyckmans , Schilder, bet./12.—. (Soon).
I78l. JODOCUS DE CALEE.
T.
1720. Toomas van Elden, Schilder.
1736. Toomas Waverlee, » enz. |
||||
— 271 —
|
|||||
* V.
175^- Voor liet Examineren van de Rekeningen van het binne-
jagt van de Ed. Mogd. Heeren gecommitteerde Raden, gedaan door de Schilder van Heusden, ontvangen ƒ 34-1°.
1758. Van de jood Cohen op het Spuy over de trapjes Brugge, ontfangen door de boode van der Veer de Condem- natie door heeren Burgemeestere hem opgelegt, over het laate verwe van en knegt met name Antonie Eps, de zomma van f 32.—■ . enz. w.
1675. Willem van Nimegen, Schilder.
1723. Willem Veltman , »
1729. Willem Mansveld , »
1745. Willem de Loos, »
1746. Willem Quast, »
1746. Willem van dér Heijden,» 1751. Willem Rikmans, » Z.
1749. Zacharias Deyicmans, (Zoon), Schilderproeff / 12.—.
vereert: / 10.— 10. Op fol. 33 versa:
Den 10 February 1627, als deecken Moyses Wtenbroek, Phylps
van Haesbrouck, Bartholomeus van Bassen, Anthony van Ra- vesteyn, Aelbrecht Albrechts. Fol. 35. Lyon Hemsecron, juwelier en coopman, wonende tot
Antwerpen, dewelcke oock somwylen in de const van schilderyen is handelende ende alhier in den Haghe comende ende schilderyen ver- |
|||||
— 272 —
|
|||||
cocht hebbende niet wetende daerover tegen- het gilde iets mitsdaeht
hebben versoch met deecken en hooftmans daerover te spreken en te eontenteer-ïn: by ons gecomen heeft Sr. Lyon deecken en hooftmans secr beleefdelyck gecontenteert en geconsenteert om voor een lief- hebber die hij daervoor mocht versoecken van den een of ander meester een stuckxke schilderye te laten maken, hetzelve te mogen doen. sonder dat hy daaromme gemolesteert sal worden en gedaen als niet en geschiet in qua'iteit. Pro memorie. Op fol. 75 versa :
In den jaere 1631 heeft hooftman AdrIAEN van de Vknne ge-
teyekent de wimpelstrick ent wapen met sieraden tot beyde de twee groote silvere bekers daer de namen in syn gestelt; 't welck de voornoemde A. V. VENNE heeft vereert aent gilde ende het fatsoen en 't snyden is betaelt uit gilde. De waerde van 't silver is gecomen van Mr. GëKRIT Dyckmans tot een verc-eringe aan 't gilde voor syn loterye te houden. Op fol. 76. Resolutien die by Deecken en Hooftmannen syn ge-
arresteert en notitien van Boeten etc. 1633-
Is geresolveert dat men den afgaenden Deecken sal noodighen
opt volgende Jaer naer dat hy sal afgegaen wesen, om de vrindtschap onder de oude gildebroeders te onderhouden en dat sonder synen coste. 1635.
Is gearresteert dat een meester een borgerssoon zynde sal bestaen
met betalinghe vnnt gilde, voor de Somme van Ses gulden eens, sonder meer. |
|||||
— 273 —
|
|||||
Maer geen borghers soon zynde, oft vremt wesende een borgers-
dochter getrout hebbende, die sal syn meestergeld betalen met twaelf gulden en vremt synde 18 gulden volgens den artickel van onse Gildebrief. 1636.
Is gearresteert, alsoo aireede by eenige Hooftmannen vant gilde
is geschoncken, ende oock verspaert van boeten, amende, etc., eenicb Silverwerck en (?) gemaekt ter gedachtenisse ende gebruyck vant voorsz. gilde, soo en sal oft mach 't voorsz. silverwerck by geen deecken oft hooftmanne vermindert, veel min gebroken of te niet gedaen worden , wie sulcx soude bestaen te doeD, daertegen sal 't geheele gilde gehou- den syn haer devoir te doen ten eynde dat het voorsz. gilde van hare cierate niet en weide berooft, oft vermindert, ende sal deselve gehoude werden voor ontrouw, onbequaem het gilde te dienen, ende die het inochte gedaen hebben, salt selve weder vergoeden, ende sal synen naem utet boeck doorgedaen worden, ende voor geen gildebroeder meer erkent worden. Ende die het gilde vereeren met silver, schildery, teeckeninge enz., dat sal tot synder memorie int boeck A (helaas weg!) aengeteeckent worden, en 't syner eeren bij het gilde mede bewaert worden, en 't selve oock niet vermindert wor- den op correctie als boven verhaelt is. fol. 76. versa.
Alsoo Hendrick Hondius de Jonghe, overmits syn Vertreck
wten Haghe, syn boecken ende const, ende weynich Schilderyen heeft willen vercoopen, Is bevonden dat hy over dese verkoopinghe eenige schilderyen heeft getracht te vercoopen, die oft van buyten den Hage, oft van ymant alhier in den Hage syn toegebracht, ende in de vendue vercocht, d'welck by Deecken en Hooftmannen is III. 35 |
|||||
— 274 —
|
|||||||
verstaen, hebben dyenvolgende de voornoemde Henr. Hondiüs de
Jonge, gecondemneerl in de volle boete van twintich Guldens, tot XL grooten 't stuck, Welcke boete is volcomentlyck betaelt by Hondius voorsz. den
24 April 1635. |
|||||||
Hier te vooren is Fkancois Knipjsergen Schilder, toegelaten by de
Ed. Magistraet van den Hage vendue te houden, mits gevende aent gilde een recognitie van 25 Gulden, d'welck daernaer met 18 Gulden betaelt is, dan dat en was geen resolutie by deken oft hooft- mans genomen. Nota. Doen vercreghen wy de Ampliatie tot onsen Artickelbrief.
dat voortaen geen venduen etc. mochten gehouden worden. Den 7e Meert 1636. Is toegelaten by Deecken ende Hooftman-
nen aen Dirick Dalens, schilder, ende schoolmeester, te mogen vercoopen 80 stucxkens schilderijen sonder meer, daer bij belovende wt vryen wil wten Haege te vertrekken, seggende hier niette connen winnen sijne nooddruft, ende voor deselve vercoopinghe aent gilde te geven een recog-
nitie van 32^- gl. ende ten minste twee achtereenvolgende jaren wten Hage met der woon te vertrecken ende dit naar syn eigen voorstellinge. Maer doen de vendue gehouden was, daer hy noch wel 20 stucx-
kens meer toe vercocht hadde, beclaegde Dirick Dalens met monde en requeste, dat Deeckens ende Hooftmannen hem dat sinisterlijck hadden doen teeckenen, ende schold ons voor Turcken en barbaren. Tgene de Magistraet qualyck nemende, condemneerde Dirick Dalens, het contract te voldoen, 't gene hy met de Hooftmannen vant gilde hadde aengegaen, ende is hierop vertrocken metter woon naer I.eyden, |
|||||||
— 275 —
|
|||||||
Hierop is gevolcht dat Willem Lucas schoonvader is gecomen
by den Deecken Henr Hondius, ende vrintlijck versocht, dat de Hooftmannen geliefden te vergunnen dat de voorsz. Dalens met dat eene jaer weder mochte comen woonen in den Hage 't gene hem de Hooftmannen eyntlyck hebben toegestaen, ende luyt de toelatinge aldus: Alzoo Willem Lucas van wege sijn swager Dirick Dalens,
schilder, versocht heeft in t vrindtlyck aen Deecken en Hooftmannen dat de voorn. Dalens wederom mochte comen wonen in den Hage, die andersints daer noch een jaer moeste uitwonen, volgens sijn vry- willich accort met de voorsz. Hooftmannen gemaeckt in dato den 7 Maert 1636- Soo is 't dat de voorn. Hooftmannen hetselve versoek van Dirick Dalens hebben vergunt en toegestaen, mits dat de voorsz. Dalens niet en sal attenteren 't gene tot nadeel van 't voorsz gilde soude strecken directelijck oft indirectelijck maer hem gedraghen als een goet gildebroeder schuldich is te doen. — Aldus gedaen in s-Gra- venhage den 26 Januai~y 1637. Ende onderteeckent in aller name
Henricus Hondius, deecken. |
|||||||
Willem Hondius is toegestaen by deecken ende Hooftmannen
(alsoo hy wten Hage wil vertrecken, ende wte winckelneringe schey- den) sijn goedt te mogen verkoopen, met vendue, In voege soo de Hooftsomme blijft onder de duysent guldens, daer voor sal betalen te proffijte vant gilde vijf rycxdalders maer comende tot 2000 gl., alsdan sal betalen 20 gl., met de verteerde costen. In den roster om deser oorsaken gedaen actum den 19e December 1636. fol. 77 versa. Alsoo de regeerende Deecken Adriaen van de Venne ende
Hooftmannen, te weten: |
|||||||
— 276 —
|
||||||
Jan van Goven, Jacob Hacke, Bartholomeus van Bassen,
Gabriei, van Montfoort hebben bevonden dat het van noode was, te repereren het vervallen Tafereel, dat het Gilde over lange wel hadden konnen vernieuwen, Soo ist, dat den voornoemde Deecken ende Hooftmannen de
geestelycke inkomende Renten hebben aengeleyt tot het maecken van een groot tafereel met een gedicht tot Lof van Sr. Lucas Gilde, waertoe Syluyden hebben bygelegt te samen de somme van dertigh gulden: over sulcx tot Haerluyder gedachtenis yder synj' Wapen en Naem onder het selve, gemeld Stuck is gestelt op den 16 October in den Jaere 1640. |
||||||
In het jaar 1709 is by Simon Ci.asson gemaakt het gildebort
van St. Lucas in St. Jacobs kerk omdat het oude Tafereel ontram- penéert ende vervallen was, deken zijnde JaCOBUS Mol, ende Hooft- luiden Roei.ant van Brinkhorst, Francois Paludanus, Wilhem Mansvet.d, Henrik Boekwoud, Simon Classon ende Pieter de Steur. Waartoe gebruikt is het geld van een Obligatie van honderd Guldens, staande op Holland, en van Yder van de gildebroeders negen gulden is bijgelegt, welkers namen op het Bort staan. Fol. 78.
Den 28 Juny anno 1699 syn Deecken ende Hooft mans van
St. Lucas Gilde geaccordeert met Philips Haesbrouck out deecken, in manieren als volght: Te weten, dat den voorsz. Haesbrouck toe- geleyt is tot voldoeninge van al 't geene hy op't voorsz. gilde hadde te pretendeeren, de somme van hondert en twintigh guldens te betalen yder St. Lucas de somme van dertich guldens, beginnende op St. Lucas anno 1699 de eerste paeys en alle jaers daer op volgende |
||||||
— 277 —
|
|||||||||
tot de volle betalinge toe, welcke paeyes sullen betaelt werden uyt
de Rente het voorsz. gilde toecomende; welcke resolutie by de Jegen- woordige Deecken ende Hooftmans aldus genomen vertrouwen de selve dat de nacomende Deecken ende Hooftmans van't voorsz. Gilde sullen approbeeren en voor goet kennen, en dat uyt consideratie van den yver ende getrouwe diensten by den voorsz. Haesbrouck om 't voorsz. Gilde te mainteneeren, gebruyckt en aengewent. Welcke oirconde dese by ons allen onderteecken
Anthony Jansz. Tongerloo, Deecken.
Jan Westerbaen, Adriaen Hanneman, Hooftman.
Johan Borsman, Hooftman.
Jacob Cornelis VAN der Meer, Hooftman.
|
|||||||||
fol. 78 in verso.
Alsoo in den Jaere 1651 Bij Deecken en Hooftmans van St. Lucas
Gilde, by de magistraeten van 's-Gravenhage, Is versocht ende met groote moeyten ende costen, een ampliatie op de gildebrief, aengaende een proef op den Boeckhandel, en verkreeghen in dier voeghen ge- lijck deselve aen den gildebrief is geantiexeert, Ende Int selve Jaer Bij de selve Deecken en Hooftmans, ge-
ïnaeckt een Silvere Schenck-Teljoor, het welck in de kist is berus- tende en moet blijven. (De laatste drie regels zijn doorgehaalt en daaronder staat:
Dit bovenstaende is gestelt int boeck geteekent A.
|
|||||||||
Anno 1654 so ijs bij deecken ende Hoffmans van St. Lueckas gijlde
geresolveert ende goet gevonden te laten maecken penningen met |
|||||||||
— 278 —
|
|||||||
dat wapen vant gilde St. I.uckaes ter eeren van alle erlycke gilde
broders de welcke souden mogen komen Le sterven ende ock tot provyet vant gilde, volgens den brief daervan syende. |
|||||||
Fol. 79.
Anno 1656 sijn eenige schilders, haer opwerpende tegen het
gilde van St. Luikas ende hebben versocht aen de Magistraet Yan Schraevenhaege om afgescheiden te sijn van het voorschreeven gilde, door groo tsmoedichheit ende begeerde te hebben een komfreery op haer selver ende daervan geopteneert een Brief sonder kennis van Deken ende Hooftmans. Waertegen Deken ende Hooftmans hebben versocht aen de
Maegestraet dat het voorschreven gilden soude moogen blyven in geheel ende hebben verkreegen Apostil op Haer Versoeck dattet voortaen sal bestaen in dese navolgende: glaesemakers, boecverkoo- pers, kamerschilders, goutslaegers ende oock soodanige andere meester schilders die haer bijt voorseide gilde sullen willen houden volgens het apostil berustende in onse kist. f. 79 versa. Alsoo bij Deecken ende Hooftmannen diende in den Jare 1661
is in de gildekist gevonden de somma van 47 gulden ende acht stu- vers aen geit, hetwelck in den Jare 1657 is afgeleil wegen de Rente gevende Huisinge van Berkolo in de Papestraet staende en de soo een kleine somme niet en kan worden beleit alsoo van sulcke kleine somma bij het voorschreeven gilde verschelde schade ofte ban- keroets sijn gevallen soo is bij ons ondergeschreeven geresolveert, voor deese boovenverhaelde somme te maeken tot dienste van St. Lucas gilde een Sulver gedreeven Soutvat tot een weerga van het geene by |
|||||||
— 279 —
|
|||||
het gilde noch is. Acturn by ons deecken ende Hooftmannen te
samen verackordeert ende verstaen op den 21 July loot. *■"" Symon de Putter , Deeeken.
Christóffel Doi.l, Hooftman. Pieter de Bonnet, Hooftman. Coenraet van der Maes , Hooftman. Pieter yan Heemstede, Hooftman. Fol. 80. Op den 9 November 1667 is by deecken en hooftmans van Si'. Lucas Gilde voorgestelt ende geconsenteert, omme alle onkundige van Kamerschilders niet simpelyck soo los op betalinge van haer gildegeld alleenlyck behoorden int meesterboeck te stellen, inaer dat sy buyten dien grondige kennisse moesten hebben dit handwerck be langende, soo is dienstig geacht, omme alle onordentelycken (deses aengaende) voor te koomen, een behoorlyke proeve op te rechten, welcker model van Mr. Ja'CQB van der Spyck eerst ontwoipen zynde, de achtbare magistraet vau 's Gravenhage is veiloond, en't zelve geapprobeerd zynde ende voor goet gekeurt, zoo heeft den voorn. Mr. jACOli van der Spyck het zelve blasoen, proeff ende alles in behoorlyke forme namaels aen het voorn. Gilde vereert, en dit ten Insichten dat zyne twee zoonen in't Meesterboeck syn gestelt, daer mede sy malkander syn bedanckende, ende 't gilde volkoment- lyck by hun beyde is voldaen. Deecken: Jacoe van der Spyck.
Johan Sam, Homan. Leendert van der ....... (?)
Pieter Tongeri.00, Homan.
Christoffei. Doll, Hoofman. Symon de Puttrr, Hooftman. (1) Of Lam.
|
|||||
— 280 —
|
|||||
My present Ao. 1669.
Willem Louckers, Deken.
Joannes Tongerloo , Hooftman. COENRAET VAN DER MAES, Hooftman.
Pyeter Claessen van ber Stoel, Hooftman.
R. Coomans, Hooftman. 1669. Pieter van Koeverden, Hooftman. In versa eene onbelangrijke notitie onderteekend: 1683. Deeckeu, Johan Wely. Jasper Doll. Jacob van der Spijck. Seger van der Maes. Jacobus Mol. Korneus van Kastel, Hoffman.
fol. 81. Op den 26 January 1687 hebben de Ed. Aghtbare Magestraeten van s' Gravénhage gtliefen te disponere op de requeste by ons on- dergeschreven deecken Hooftmannen vant S*. Lucas gilden gepresen ter (teerd?) en onsen gilden brief geregistereert en geanplieert met desen ondergeschreeven artieckel. Dat van nu voort aen sullen betalen voort in komen van voor-
schreven gilden een meesterszoon vant voorz. gilden de somme van twalef gulden een burgerssoon alhier gebooren achtien gulden, imandt buyten den Haege doch in de proventie van Hollandt geboortigh vierentwintigh gulden, noeh een buyten de proventie van Hollandt gebooren de somme van dertigh gulden. Johannes de Steur, als Deecken.
Daniel Geselle, Hooftman. Henderyck van der Spyck, HoofFman. Jacobus Mol. » Seger van der Maes, Hooftman.
Abraham Troyel. |
|||||
— 281 —
|
|||||||
fol 83. (82 ontbreekt.)
Op heden den 26e October 1634 hebben Deecken ende Hooft-
raannen in diensten sijnde, haeren Knaep Jacob Jansz. toegelecht voor sijn ordinaris Jaerlyckx tractement de somme van T h i e n Caro- lus guldens tot 40 grooten stuck. En dat wt consideratie van eenige extraordinarisse moeyte die dagelyckx sijn toenemende. Voorders hebben Deecken 'ende Hooftmannen om gewichtighe
consideratien ende moeyten die Jacob Jansz. int gilde daechlyckx vermeerderen, tot een benevolentie toegeleyl de somme van 12 gl. Jaerlyckx. Hier is het bandje ,G. uit.
Het Boek B. 1)
Dit zin de mesters vuan den Anbocht gheteyckent met De B (?) anno
tachtig Di betaelt hebben. Kornelis Pieïersoen , Deecken, a b. c d e f. g. h. j. k. 1. m
n o p. q. r.
Davit Kornëlissoen, Iloeman, a tot n. Kryn Koensoen, Hooman, a. tot q, Jan Jansoen van der Mye, a. tot k. (doorgehaald). Michghiel Willemsoen Ruis, Hooman, a tot en met s. Jochhum Robbrechtzoen , a. b. c. (doorgehaald). Kornelis Oliviersoen, a. b. c d. e. (doorgehaald). Sibrant Jacobzoen, a. b. (doorgehaald). Jan van MeCkeren, (doorgehaald). Adriaen Hughenzoen, a. tot en met s. |
|||||||
1) De bladzgden dragen geene nummers.
III. 36
|
|||||||
— 282 —
|
|||||
De Jonge Adriaen Hugensoen. (doovgeh.)
Hans van Stockkum, a tot en met q.
Jan Aelbrechtzoen, a tot en met o. (doorgehaald).
Kornelis Zinerssoen(?) a tot en met r.
JAN DE Glaesman , a tot en met k.
Kxaes Louwerissoen(?) a tot en met r.
Meester Hans, schilder, d. e. f. g. h.
Mester Pieter, schilder, van Breda, a. b. c. (doorgehaald), de
dootschult is niet betaelt.
Ki.aes Liefferinck , kaertmaecker, a tot en met s. Mester Pieter, schoolmester. Nelken jASPERsdochter, a tol g, (doorgehaald). Pieterken .... (onleesbaar) Vuyf. (Volgen enkele onleesbare namen, waarby een stoelverwercker.)
Cornelis Mouthaen, d. tot met r. Van der Mast, Scylder, d. Fincent Hendericksz. , gelaesmaecker, d. tot r. Pieter Bartelmees, e tot r Mester Gherrit, verlichter, (doorgehaald). Jan Jansz. van Hoeren (?) scilder, id., h. j. k. BALTASAER, schilder van Brussel,-h. tot q. Henrick van Breda, borduerwerckev, h. tot q. Lodewick Gerritsz., verlichter, h j. k. 1. Jan Gillisz., 1. tot s. Cornelis Claesz. , verlichter. Henrick Janszoon Harvoort, 1. m n o. Claes Jansz. van Wesep, 1. tot s. Mester Franssoeis, schilder, 1 m n o p. Andries Josten, apteker, g tot s. |
|||||
— 283 —
|
|||||
Jan Jacobsen, apteker, g tot s.
Pieter Jansz., » h » r. Florentijn, g tot s. Twee »aptekers". Gillis de borduerwercker, g, h. Gerrit Boekei.aer, m tot r. Joris van der Hammen (?) borduerwercker, m n. o p.
Jan Jansz. Wolff, m tot r. Jacobus Danielsz., schilder, m. n. Filps, borduerwercker, o. p. Matheus, schilder, o. Hendrick Hendricksz. In den Haeghe(?) p—s.
Heynderick Splinter, schilder, n. tot s. Pieter Cornelissen, Alias Jonghekosten (?) n tot q. Corstiaen, schilder, p. q. Hilleurant, in de vier Hemskinderen, o. (doorgehaald).
Hans Goesens, borduerwercker, o tot s. Rutger Jansz., o. p. Mr. Daniel Weeburch, schilder, betalt. p. q.
DlRCK Fransz., schilder, betaelt xxx st. Hans van Gelten , schilder, p. q. r. CAREL de Roes (?) borduerwercker, q r. s. Abraham Artoys, verlichter, q. r. Jacques van Hecke, Borduyrwercker, betaelt syn incomste,
a<>. o tot s.
Henrick. Hoendius betaelt sijn incomste den 5 De- cember a°. 1597. q. r. s. Mr. Corstiaen Buslinge(?) bet. Jan van Ravesteyn, q. r. s. |
|||||
— 284 —
|
|||||
Dirck van Bresten , q. r. s.
Jacob Claesz. Splinter, r. s. Hans Mijtens, Schilder, s. t. Ghylgaem (sic!) bovduerwercker, p. Daniel Davidtsz., q. Ritsert Dabeny r. Karel van den Berge, Schilder. Jan Claesz. soen, in de wildeman, q. Jacob Ariaensz., Borduyerwercker, r. Bovduerwercker Flyps, vonende tot Brugghe. » Michchiel Kbaeywinkel, s. Pieter de Pruster, Konslvercopper int achterom.
Hannes Olessen (?) verlichter. Cornelis Jansz. van Nuis, verlichter. Anthony Wert, boiduerwercker. Dan:
Dit zijn de Leerjonghens van Sint Lukas ghilden gheteyckent met B anno tachtich die betaelt hebben.
Jakus Danielzoen, Schilder B. Jan Anestynson (?) van Doesburch. Jan Gyllisz. Antonis Hooch tot Adriaen Huyghen.
Hans Schilder, knecht van Baltasar. Allert Claessz. opt Hoff, belaelt. Bartelmees Ruys, betaelt. Jan Fransz. van Wytrecht, betaelt. De soen van Brandely Cornelis, betaelt. Cornelis Gerritsz van Sanen, Ar'iaen Hüygens knecht, betaelt.
|
|||||
— 285 —
|
|||||
cornelis cornelisz. swanenburch.
Abraham Jordaensz.
Antoyne van Cüllenborch, 30 Maert 1605.
(Hier zien wij weer in welk jaar wij zijn. De voorgaanden zeker
allen vóór 1605. Zie bij H. HondiDS.)
Jost Putter, betaelt. Jan Verweert, »
Pieter Vrolyk, »
CORNELIS JACOB SnOCK, »
Jacob Pietersoen van Sanen , »
Albert At.brechtsz. , ghelasemaeker (later deken,) betaelt.
Harme van Santen.
Pieter van Swelen , betaelt.
Vilon Walraven. »
Maerten, borduerwerker van Dordt, *
Tomas La Maire, »
Lowys Bruinhaes ,, borduerwerker, »
(Eemge öf onbelangrijke, óf onleesbare namen sla ik over.)
De soen van Ravesteyn, AUonse, betaelt.
Heynrick Heynrixs van der Vi.uge. In de waech betaelt zijn
mrs. incomste den VI Februarij an°. XVc XCVI. (1596.)
Mr. Curstiaen van Bueslingen', heeft betaelt ten dage als boven een Rijcxdaler, opReékeninge van zijn incomste vant gilde.
Den XVII Februarij 1598 heeft Guilliamo Pastoer zijn incomste betaelt, is borduerwercker. Ten voorsz. dage heeft oock zijn Incomste betaelt Jan van Ravesteyn, is schilder mr.
Iets lager: Antony van Ravesteyn, Leerjongen. |
|||||
— 286 —
|
|||||
Mr. Bartholomees, in die vier Hems kijnderen.
Ritsser, borduerwercker, zyn Jonghen betaelt zyn leergelt.
1600.
Phlyps Arentsz. van Haesbroeck leert bij Cornelis Gysbertsz.
Montfoert, betaelt zyn leerjongen:
In 1600 Deecken, Cornelis Syiserts. Jan Jaspers, geboren van Ossenbroucke, schylder ende meyster in den Haghe , betaelt als mr. 1600,
Anthony Vonet, (?) borduerwercker mr. jongesel. Corn. Jansz. van Nüis, verlichter, 1600. Joest Joesten, schilder, betaelt den xxvii December zyn mr. geit vant gilde 1600.
Nu volgt een lijstje waarboven: Dit syn de mr. van glaeschrijvers van Sinte Lucas gilde:
No. 6 is Claes Louwerens Ravesteyn. * 7 Hans van Stockum.
» 9 Gekrit Bueckelaer.
» 10 Jan Gillisz.
» n Claes Jansz van Weesep.
» 16 Jacob Pietersz van Sanen.
Dan volgen Schilders van Sinte Lucas (zonder jaartal of iets.) Mr. Balten. Mr. Daniel, a. Jan Ravesteyn, a. Cornelis Mouthaen, a. Jan Nagel Heynderick Splynter , a.
Dirck Fransz. |
|||||
— 287 —
|
|||||
Hans van Botten.
Corstiaan Büesseling. (van Buslingen?) zie bl. 285.
COLYN CRYNSZ.
Verlichte i's.
Abraham Artoys.
pleter bartholomeesz. PlETER STAEL.
CLAES LlJFRlNCK.
SlEBERT CORNELLIS VAN MoNTFOORT. IÓ05.
Heynderick Hondius, a, plaetsnyder.
Antoynne Goelterius, 30 Mert 1605. Hans Mites (Mijtens), Schylder. Mr. WARNAERDUS, Schilder. Kaerel van den Berch, schilder. PlETER DE PRUYSTER, Constvercoper, a. Mr. JOEST. Harmen Oleffen (of Olessen) van Rordam (?) verlichter.
Jan Jaspersz van Ossen , schildr.
Joest Joest , schilder.
Pieter van der Landen, verlichter, betaelt den x October 1604.
Cornelis Claesz, Verlichter.
Moeyses, steenhouwer.
(Volgen »aptekers" en »stoeldraeyers")
Jan de Schilder, a.
Merten Joest, verlichter.
Giljamo Gerst, verlichter.
Claes Lieffrinc , a.
Cornelis Mouthaen, a.
|
|||||
— 288 —
|
|||||||
Abraham, schilder, a.
Aelbrecht Ebeling, Schilder, 1602.
Jan van Gilst, den soen van Pieter . . . (onleesbaar).
(Volgen onleesbare namen.)
Dan een lijst waarboven:
Dit zijn de Mr. borduerwerkers vaa St. Lucas.
Hans Gossens , Heynderick van Breda, Phlyfs, borduer-
wercker, Gylus, Joris van der Ham, Hans van Noorenburch, Carel, Jaques, Dirck van Biesen, Gielgam, Daniel ü......sz.
Ritsert van Benij, Jacob Ariensz., Phlyps van Brugge, Antony
Wert, Meerten van Dort, Lovvys.....? Jackes Karels,
Thomas le Maïre, Rokus Tier, Guillame Pastoer, Thomas Le
Maire, de Zoon, Johan Wert. Op een leeg blad: Ravesteyn's jonghe: Jacob Dircksoen van
den Enden, schilder. 1) |
|||||||
1) Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhagc hebben op de
incest onbekrompen wijze vergunning verleend tot het doen dezer „Mededee- lingen" uit het Archief dier Gemeente, op advies van den Heer Secretaris E. Evers. Met erkentelijkheid wordt hiervan openlijk melding gemaakt. |
|||||||
[Vervolg in het 40 Deel.]
|
|||||||
— 289 —
|
||||||||
APPENDIX.
|
||||||||
Van verschillende zijden werd ik verzocht, toch de I7eeeuwsche
Boekverkoopers niet over te slaan, daar uit meer dan één opzicht hunne vermelding van belang is; zoo voor de adressen onder pren- ten, enz. Ik ging daarom de boeken nog ééns door en vergeleek tegelij-
kertijd het gedrukte weer opmerkzaam met het MS. Waar ik daarin thans iets meer of beter meende te lezen, noteerde ik dat en geef het ten slotte als correctie en aanvulling, overtuigd van het gewicht der nauwkeurigheid bij zulk een arbeid, die soms door zeer slecht en onleesbaar schrift, recht moeielijk is. i) Namen der Boekverkoopers, voorkomende in de Boe-
ken van het Haagsche S*. Lucas Gilde. Boek G.
1602. Aert Meurs, Boeckvercooper.
1602. Bueckel Cornelisz. Nieulant, Boeckvercoper.
1608. Hans Mathijssen Gardenier, Boeckbinder.
1610. Samuel Serret, Boeckbinder.
1611. Jacob Jansz. , Boeckvercooper.
1611. Jan Jansz. |
||||||||
1) De heer J. G-. Frederikb was zoo -welwillend mg zijn afschrift van het
manuscript daarby' ter vergelijking te geven. |
||||||||
— 290 —
|
||||||
i6ii. Claes Bastiaensz. Smit, Boeckbinder.
1614. Broer Jansz., Const en Boeckvercooper. 1614. Leendert Ravens, Boeckvercooper.
1615. Merten Claesz. de Roij, Boeckvercooper.
1620. Cornelis Artsz. Vaeck, Boeckverkoper.
1621. Anthony Jansz. Tongerloo, Boeckvercooper.
1626. Michgiel Smit van Norenburch, Boeckvercooper. 1632. Claes Jansen de Lange, boekkebijnder. 1632. Ludoelf Brekevf.lt, Boeckbijnder.
1633. Corstyaen Gilhsz, boekkebijnder.
1633. Dirck Lemer, Boekverkooper. 1638. Gysbrecht Ernst, Boeckvercooper. 1640. Fransois Spruit, Boeckverkooper. 1640. Johan Vely, Boeckvercooper. 1644. Ludolf Vloetingh, Boeckvercooper. 1649. Samuel Broun (Browne?), Boeckbinder. 1649. Johan Tongerloo, Boeckvercooper.
1650. Aedereyaen Vlack, Boeckvercooper.
1650. Michiel Stael, Boeckvercooper.
1651. Daniel Steuckerts, Boeck-binder.
1651. Daniel Geselle, Boeck-binder. 1651. Pieter Tongerloo, Boeckbinder. 1651. Rogier Coomans, Boeckbinder. 1651. TlELMAN VAN Deijl , Boeckbinder. 1651. Daniel Steucker i), Boeckvercooper. 1651. Jasper Doll, Boeckvercooper. |
||||||
1) Waarschijnlijk dezelfde als Steuckerts.
|
||||||
— 291 —
|
|||||||
1652- Christoffel Dol, Boeckvercooper.
1652. Heijnderick Swaef, Boeckverkoopei'. 1655. Anthony Lafailie, Boeckvercooper.
1656. Johannes Rammeseyn, Boeckdrucker.
1657. Carel Rogiersz. , Papierverkooper.
1659. Reynout Borreman, Boeckvercooper. 1659. Michiel van Heininghen, Boeckvercooper.
1660. Flip Jansz. van Oude Rogge, Boeckverkoopei-.
1660. Pieter Niellius, Boeckverkooper. 1660. Harmanus van Caeli), Boeckverkoopei.
1662. Hendrick Janssen van Deventer, Boeckverkooper.
1662. Severijn Oosterwijck, Boeckvercoper.
1662. Levijn van DlJCK, Boeckdrucker.
1663. Niclaes van Couwenhove, Boeckvercooper.
1663. Andries Smits, Boeckvercooper. 1663. Sacharias Symons, Boeckvercoper.
1663. Jacobus Scheltus, Boeckvercooper.
1664. Dierick GOUT, Boeckvercoper.
1666. Hendrick Hoeckwater, Boeckverkoopei'.
1666. Pieter Smits, Boeckvercooper. 1666, Crispinus Hoeckwater, Boeckvercooper. 1666. Symon Perier, van Parijs, boeckvercooper. 1669. Aernout Leers de jonge, Boeckvercooper. 1669. Bartolomees van der Burgh, Boeckverkoper. 1669. Hendrick van Eck, Konstverkooper. 1669. Willem Dijckmans, Boeckvercooper. |
|||||||
1) Volgens Ledeboeb. Alfabetische Lijst der Boekdrukkers enz. Utrecht
1876. p. 59. kol. 1. Hebmanntjs Gael. |
|||||||
— 292 —
|
|||||
1670. Gerrit Evertse van Pickveld, boeckbinder.
1671. Johan Schatborne, Boeckvercoopei'.
1672. Henderick van Peur, Boeckdrucker.
1672. Leendert Schëltus, Boeckverkooper.
1673. Nicolaes van Mede, Boeckvercoopei-.
1674. HaremaeNUS Beekestijn, Boeckbinder.
1674. Abraham Troyel, Boeckvercoopei-.
1675. ClaeS Wilt, Boeckvercooper.
1677. Gideon Backer, Boekvercooper. 1677. Gerrit Rammazeijn, Boeckdrucker. 1677. Sr. Noerdi(?), Boeckvercooper. 1677. PlETER Hage, Boeckvercoper. (doot 1690.) |
1677. Pieter Hagen , boeckvercooper. I
1678. Barent Beeck, Boekverkoper.
1678. Jacobus de Potter, Boeckvercooper. 1678. Willem van de Graeff, Boeckvercooper.
1679. Elisabet de Jongh, Konstverkoopster. (doorgehaald).
1679. Cornelis VAN DER Stoel , Boeckvercoper. 1679. Adriaen Moetjens, Boeckvercooper.
1679. Cornelis de Graef, Boeckvercooper
1680. Johannes Schiele, Boeckvercooper.
1683. Mattheus Steen, Boeckdrucker.
1684. Baltasar Doix Jaspersz. , Boeckvercooper.
1686. Art(?) France Mol, Boeckvercooper. 1686. LouwYs Verdoolen, boeckbijnder.
1686 PouwELUS Schëltus, Handtdrucker en Boeckvercooper.
1687. Etienne Foulque, Boeckvercooper.
|
|||||
— 293 —
|
||||||||||
1687. Louwerens VAN DER VlJN (?), boeckbijnder.
1688. Mattheus Rogge, Boeckdrucker.
1688. Johannes van Brakel, Boeckvercooper. 1690. Henderijck van Doolen, Boeckvercooper. 1692. Pieter Dabbe, boekverkooper. 1692. Abram van Helmont, Boeckvercooper.
1694. Johannis Ritter, boeckvercooper.
1695. Willem Heyndricksen van Putten, Drucker.
1697. Francois Honoré, Boeckvercooper. |
||||||||||
CORRECTIE EN AANVULLINGEN.
BI. 257, 4e regel van onderen, lees 1613 niet 1615.
» 258, 2e » » » » 1640 » 1690. 1) » 259, 11e » » » » Carel » Garel
» 260, 6« » » » in te lasschen:
1623. Gabryel Ferdinande betaelt de boete van .18 gld.
BI. 261, ioe regel van boven, lees 1644 in plaats van 1699. » 261, 13e » » » late men volgen: 1667. Hendrick van der Spijck.
BI. 262, bovenaan in te lasschen: 1601. Jan Pietersz., |
||||||||||
1620. Jacop Hermansz., Steenhouw
1624. Jan Cristoffels van Marcüs.
|
||||||||||
1) Het cijfer 4 in het MS. ie van het c\jfer 9 haast niet te onderscheiden.
|
||||||||||
— 294 —
|
|||||||
BI. 262, 13e regel van onderen, lees 1640 in plaats van 1690.
» » 14» » » » » 1640 » » » 1690. » » onder de letter L in te lasschen:
1624. Laurens Francen Druyfhout, steenhouwer.
Op deze bladzijde van het MS. staat nog: I.
1630. Joost Ockersz, van Amsterdam. 1630. Jan Jacopsz. Gouwwaghen (Gui.dewaghen). i)
1631. Joannes Julius, Beeltsnijder.
1632. Joannes Overmeer, Vaendragher.
Dit alles is doorgehaald. BI. 262,4e regel van onderen, lees Louwi in plaats van Louvise (?).
» » ie » » » » 1614 » » » 1619. » 263, 50 regel van boven, lees: Martijn van Langen-
hoven, 2) in plaats van Lansschout. » » 7 e » » » lassche men in: 1651. Meester Taets, engels schilder (doorgehaald).
BI. 263, iie regel van boven in te lasschen: 1649. Otto Reyersz., steenhouwer.
BI. 264. 5e regel van onderen, lees: 1659. Tossain Telton, schilder.
BI. 265. 2e regel van boven, lees: 1640, niet 1690. BI. 271. 3" regel van onderen: Lyon Hemsecron. Dit las ook van Westhreene. Maar thans
lees ik: Hemselroy. Zoo komt hij ook herhaaldelijk in de Ant- werpsche Liggeren voor, als waard van 't Gulden Hoofd; zie aldaar |
|||||||
1) Zie Van dee Willigen, Fransehe uitgave, bl. 139.
2) Komt later herhaaldelijk voor.
|
|||||||
— 295 —
|
|||||
Ie dl. bl. 440, 591, 601, 602, 606, 613 en 615 en He dl. bl. 108:
Leon van Hemselroy, handelaer, 1639.
Bl. 281. 12e regel van onderen : (Elke letter beteekent een jaar; zoo is A 1580, B 1581 enz., men
kan zoodoende berekenen hoe lang ieder in het gilde geweest is.) Bl. 282. 6e regel van boven in te lasschen: Marcus, q. r.
Bl. 282. 10e reg. van onderen lees: Jan Jansz. van der Hoeven. (?) . Bl. 283. 4e regel van boven in te lasschen: Jacob Jansz.
Bl.283. 12e reg. van boven. In deD Haeghe, lees: In de Waech. Bl. 283. 14e regel van boven in te lasschen : Frans van Norenburch, Bouckbinder, n—q.
Aelbert Heyndricxs, n—s.
Cornelis Brandelv, n.
Bl. 283. 2e regel van onderen in te lasschen: Henrick, In de Waech betaelt.
Bl. 284. 6e regel van boven in te lasschen: KOENRAET KRIJNSZ (VAN DER IvlAES?) q. r.
Daniel Davitsz., r. s.
Bl. 284. 13e regel van boven: Hannes, lees: Harmen, en lasch in: Naetanael Gravesteijn, glaesschrijver 1600. en : Mr. Joest , Verlichter. Onder de op bl. 284 genoemde Leerjongens nog in te lasschen:
Gerrijt Be(u)kelaer.
Kornelissens Jonghen, Henderick.
Jan, Ariaen Huygens Jongen.
Willem Fillips.
Janssen , tot Jan van Stockom.
|
|||||
— 296 —
|
|||||||
Henrick Henricxz. In de Waech.
De Soen van Hans Peryer,
Jacus van Synï Tomus.
Maïeus Maertssen van Middelburch.
Aryen Bastiaensz. tot Ariaen Goevsz. (?) (Govertsz.)
rutger schlitsert.
Aeron Lambertsz. van Asper, 1605.
Raffel Scut.
corneus ysbransoon.
Stoffel Gerritsoen.
Jan Barentsoen.
Jakus Karels, borduerwercker.
Rokus TlELON (?) borduurwercker.
Stoffel Redondie. (?)
Op bl. 285, 14e regel van boven, kan Vilem (Willem) zijn. Op bl. 286 in te lasschen, vóór liet jaartal 1600: Floris knecht van Koen Krijnsz.
Pieter Maertensz. , borduyrwercker.
Ghijsbrecht Teunissoen.
Willem Pietersz. Joannis. (?)
Willem Magin, bij Joest van per Cam, berduerwarcker.
Jacob, de Scheijmakerszoon, in den Koker.
jakes fouriau.
Arie Mouwerijsz.
Bl. 286, 9e regel van boven, Vonet, lees Vouet. » » de daar niet genoemde glaesschrijvers zijn: No. 1. Adrian Huygen. i) |
|||||||
1) Deze meesters komen in de Haagsche Thesauriersrekeningen enz. (Zie
Archief II. bl. 105 vv.) herhaaldelijk voor. |
|||||||
— 297 —
|
|||||
No. 2. CORNELIS PlETERSZ.
» 3. CR1JN CrIJNSZ. » 4. MlCHIEL WlLLEMSZ. RülJS. » 5. cornelis sljbertsz. montfort.
» 8. Vincent Heyndericksz. » 12. Hevnderick Heyndericksz. In de Waech. » 13. Hans Tonisz, Cornelis Piktersz. Swager. » 14. Natanel Grevesteijn. » 15. Christoffel Gerritsz. Dan staat hier nog in het MS.: Herman Olefsen van Verden (Woerden?) verlichter lerende bij Joesï van (......) Int jaer 1600 het gilt betaelt als 10 st. aen
Cornelis In Montfordt, glaesschriver.
Ick Hermen Olefsen van Verden, bekenne als meister vant
verlichten oock betaelt te hebben dat gildegelt. Bij mij Cornelis Syberïsz als Deecken.
Bl. 287, 3e regel van boven: Colijn, lees Crijn. » » 6e » ;> onderen in te lasschen: Daniel Davidtsz. Albert(?) Henrixsz. Bl. 287, 4e regel van onderen: Merten, lees Mester. » » i« regel van onderen, te laten volgen: Harmen Olefsen van Werden. Aert Meurus, boeckebijnder. Op bl. 288. Ik heb bij zeer helder licht nog het volgende kun- nen ontcijferen: Bueckel Cornklisz. Nieucaert boeckvercoper 1602.
De jongen van Naghel betaelt genaemdt Matijs Willemsoen.
Tue soenen van d. Heer van der Mylen betaelt.
38
|
|||||
— 298 —
|
|||||||||
Lovys du Pree. betaelt.
Hendrick Vloetingh. betaelt.
Jan Hendricksoen, den soen in de Waech.
Ghilgaem Ghii.gaémsoen Gaerst, Verlichter. Geleaem(?) de Sainct Sjjmon ghegeven Liiij St. NASCHRIFT.
Op bl. 260 leze men : 1618 (niet 1628) Esaias van den Velde.
263
r> ">■> Philips Haesbroeck , gelaese schrijver,
(niet plaetsnijder).
|
|||||||||
PORTRETTEN VAN , ROOMSE BENT-VOGELS".
f Met 6 Platen, gemerkt A—F.)
|
|||||||||
N de verzameling Teekeningen van oude en nieuwe Mees-
ters, welke het Museum Boymans te Rotterdam bezit, bevindt zich een vijftal, dat inzonderheid uit een kunst- historisch oogpunt belangrijk is, en m.i. daarom meerder bekendheid verdient. Het is tot nu toe niet geble- ken van wiens hand die teekeningen zijn; maar zeker is het, dat de maker bloeide of althans leefde tusschen het laatste vierendeel der 16e en het eerste der 17e eeuw,, zoo als nader zal blijken. Deze teekeningen zijn niet alleen belangrijk wijl ze portretten
|
|||||||||
— 299 —
|
|||||||
voorstellen van Nederlandsche Kunstenaars, die voor een goed
deel onbekend zijn, maar ook omdat de onderschriften, behalve hunne namen, tevens hunne bent- of toenamen vermelden. Uit Houbrakens »Groote Schouwburgh der Nederlandsche Kunst-
schilders", II 347 en III 104, o. a., weet men dat bij de Nederland- sche Schildersbent te Rome de gewoonte bestond om eiken nieuwe- ling, die aldaar opgenomen werd, een bij- of toenaam te geven, die dikwerf aan den schildertrant van het nieuwe lid, aan zijn uiteilijk, maar ook niet zelden aan eenen belachelijken karaktertrek zijn oorsprong ontleende. Niet alleen de toevoeging dier bijnamen, maar ook de Italiaansche spelling van sommige voornamen, zooals Francisco, Bartolomeo, Hknrico, Rinaldo enz., staven onze mee- ning dat het afbeeldingen zijn van Nederlandsche Kunstenaars te Rome, ofschoon de straks te vermelden lijst der bentnamen, die bij Houbraken te vinden is, evenmin als het onlangs verschenen werkje van Bertoixotti , 1) in deze tot voorlichting konden dienen. Alvorens mede te deelen wat van de afgebeelde personen be-
kend is — verreweg niet alle konden worden thuis gebracht — valt over de teekeningen-zelf, die eenigzins verkleind hier gerepro- duceerd zijn, het volgende op te merken: De Platen A, B, C en D, zijn met krijt geteekend, en, met
uitzondering van A en B, tevens hier en daar zeer luchtig met het penseel met O. I. inkt bewerkt; de gezichten, vol uitdrukking, zijn uit- voerig met rood krijt behandeld op een , wijze die een meesterhand verraadt, inzonderheid die der teekening van Plaat C. Opmerkelijk is het dat de teekenaar de afgebeelde personen, op één na — zie Plaat B — van ter zijde of in profiel voorstelt, een wijze van portretteeren waar- |
|||||||
1) Zie hiervoren bl. 207.
III. 38* |
|||||||
— 300 —
|
|||||||||||
uit allicht is af te leiden, dat deze teekeningen van een en dezelfde hand
zijn. A en B zijn naast elkander op één blad afgebeeld, maar hier af- |
|||||||||||
duceerd; het blad is
o 29 c.M. Het pa- venstaand water- kroond wapen- waarop vrij ondui- persoon, — met een om het hoofd — te gelegenheid ont- lig bewijs te le- papier van Itali- is, maar het merk landsch papier men l).
kelijke teekening
vijf personen voor, 0.28, breed 0.425 als dat van de voor- heeft echter geen |
|||||||||||
zonderlijk gerepro-
hoog 0.28 en breed pier heeft het ne- merk, dat een ge- schild te zien geeft, delijk, een geknield heiligenkrans (?) herkennen is. De breekt om het stel- veren, dat het aansch maaksel is mij in het Hol- nimmer voorgeko- De oorspron-
van plaat G, stelt het blad is hoog c.M.; het papier is gaande teekening, |
|||||||||||
watermerk.
Het origineel van plaat D, onderaan gemerkt No. 18, stelt vier
personen voor 2); het is hoog 0.28 breed 0.42 c.M.; het papier heeft evenmin een watermerk; overigens is het gelijk aan het voorgaande. |
|||||||||||
1) Een watermerk dat eenige overeenkomst met het boven afgebeelde heeft,
— namelijk een geknielde engel — zag ik onlangs in papier van een in 1558 te Venetië gedrukt boek. 2) Het op deze teekening voorkomende nommer doet onwillekeurig aan eene
serie denken; zeker is het dat er meer teekeningen in den trant van deze bestaan. Mijn vriend, de Heer Abk. Bkediüs, deelde mij mede dat het Prentenkabinet te Berlijn een teekening bezit met het monogram van Asselïn, waarop met %. g. oliekrijt 4 figuren, elk voor een ezel, zijn afgebeeld, met het opschrift „Bent |
|||||||||||
— 301 —
|
|||||||||
Het origineel van plaat E, stelt wederom vier personen voor,
het is hoog 0.28 en breed 0.42 c.M.; het papier heeft het hieron- der afgebeelde watermerk, dat dezelfde onduidelijke voorstelling van |
|||||||||
het eerste te zien
een paar kleine af- treft de heilige en den schildrand van In het gelaat
sonen is op deze tee- krijt gebezigd, maar guren mede met kend en hier en mens waard, met het inkt opgewerkt. De onder-
keningen van A,
met pen en inkt nelijk van één De teekening
grootste; zij stelt in het midden van |
geeft, evenwel met
wijkingen wat be- een uitbuiging in het wapen, der afgebeelde per- kening geen rood overigens zijn de fi- zwart krijt getee- daar, bijna niet noe- penseel met O. I. schriften der tee-
B, C, D en E zijn geschreven en ken- hand. van plaat F is de
elf personen voor, welke men de wel- |
||||||||
gedane figuur van Bacchus, op een ton zittende, aanschouwt 1).
De figuren zijn boven de hoofden genommerd, welke nommers
naar de namen in het onderschrift verwijzen. Het schrift is niet van vueghels." Ook de verzameling vosr Beckerath aldaar, heeft een teekening
met Bentvogels die in een kroeg zitten; een hunner staat op een tafel en schrijft op den muur Bambos. Zij is aan de achterzijde gemerkt P. de Laar, Harlemensis. 1) Hetzelfde onderwerp, maar anders en om het zoo eens uit te drukken
minder fatsoenlijk wat, de voorstelling betreft, vindt men terug in de gravure van M. Poot, waarvan Houbraken II 347 spreekt. (Vgl. F. Muller, Hist. prenten, no. 3002, 3003.) |
|||||||||
— 302 —
|
|||||||||||
dezelfde hand en schijnbaar niet zoo oud als dat van de voorgaande
teekeningen, nochtans heeft men slechts op de spelling te letten, ofn zekerheid te hebben, dat het uit het eerste vierendeel der 17e eeuw dagteekent. t) Deze teekening is, wat behandeling betreft gelijk aan die
van plaat E, en de koppen zijn hier dus evenmin met rood krijt opgewerkt. Opmerking verdient nog dat alleen de wijngod |
|||||||||||
met het gelaat
schouwer is ge- dere personen profiel afge- kening is hoog
0.555 c.M. Het papier,
schilt van dat gaande teeke- echter een ander bestaat in een een berg of heu- pen en op den een heraldieke beeld; boven een M. Ook dit |
naar den toe-
wend , al de an- zijn wederom in beeld. De tee- 0.42 en breed dat weinig ver-
van de voor- ningen , heeft watermerk; het cirkel, waarin vel met drie top- middelsten top lelie is afge- den cirkel staat merk meen ik |
||||||||||
niet voor Nederlandsen te moeten houden.
|
|||||||||||
1) In het oogvallend wijkt de vorm van de letter e af van die in de voor-
gaande onderschriften; de schrijver volgt niet de oud Hollandsche letters, maar heeft zich het Italiaansoh schrift eigen gemaakt, zooals dat reeds in de 2e helft der 16e eeuw, ofschoon hier te lande bij uitzondering, geschreven werd, en dat sierlijker maar overigens in vorm bijna gelijk is aan de letters van ons heden- daagsch schrift. |
|||||||||||
— 303 —
|
|||||
Evenmin als de beide overige merken vindt men het afgebeeld in
het werk van Mr. J. H. De Stoppelaar, »Het papier in de Neder- landen." Over het geheel genomen schijnt het mij toe dat deze teekenin-
gen door een Hollandsch Kunstenaar op de plaats-zelf, d. i. te Rome, gemaakt en dat het kopieën of misschien wel de oorspronkelijke ont- werpen zijn van de portretten der Kunstenaars, die Willem Schkl- LINKS op zijn reis — 1661 tot 1665 — te Rome zijnde, in de her- berg, waar de bentvogels gewoonlijk kwamen, in het rond op de muren geteekend zag. (Houbraken II 269). Van die portretten wordt niet gezegd dat ze van Schellinks tijdgenooten waren; zij kunnen dus ouder geweest zijn. Eenige weinige bijzonderheden betrekkelijk sommige der afgebeelde
Kunstenaars laat ik nu volgen: Plaat A. Antooni van Amersfoort, alias Chambelaer en
Plaat B. Francisco van Rotterdam, alias Prookuruer, moeten
stilzwijgend voorbijgegaan worden; beide zijn mij onbekend en in de berijmde lijst van de bentnamen, die HOUBRAKEN (II 353) ontleent aan een door den Goudsmid Cornelis van Rysskn opgemaakte lijst, komen ze niet voor. Blijkbaar loopt die over een later tijdvak. De met de pen geteekende kleine doodshoofden, die men op beide tee- keningen onder het onderschrift aantreft, doelen er waarschijnlijk op, dat deze personen door den dood reeds aan hunne Kunstbroeders ontvallen waren. Plaat C. Joost wt den Haech, alias Schotsen Trommel, is even-
min bekend. Cornelis van Wtrecht, alias Satir. Volgens de lijst bij Houbraken
(II 353) was onder den naam Satyr, van 1667 tot 1668, Cornelis |
|||||
— 304 —
|
|||||
van Rijssen lid der Roomsche Bent; hij was goudsmid en vervaar-
digde de berijmde naamlijst die Houbraken afdrukte. Het komt evenwel niet waarschijnlijk voor dat van Ryssen de hier
afgebeelde persoon is; de teekeningen zijn minstens 40 jaren ouder dan 1667. Vermoedelijk dus was de benaming Satyr, vóór Cornelis van Rijssen , al eens aan een ander kunstenaar gegeven, tenzij dat de naamlijst bij Houbraken van ouder dagteekening is dan hij beweert. Wouter van der Gouw, alias Almanack. Onze geachte mede-
werker de Heer Luitenant Kolonel Nic. Scheltema , die geschiedkun- dige nasporingen doet in het Archief van Gouda, ook betreffende Goudsche kunstenaars, deelde mij mede dat er zijns inziens, bijna geen twijfel kan bestaan of het hier afgebeeld portret van Wouter van der Gouw is dat van den schilder Wouter Pietersz Crabeth. Volgeus Wat/vis, Beschrijving van Gouda (I 334) bereisde Crabeth in den tijd van 13 jaren, Frankrijk, Italië en Rome. Daar hij nu in 1592 geboren kan zijn en in 1628 getrouwd is, kan — gesteld dat hij op zijn 20e jaar is gaan reizen — zijn verblijf te Rome tusschen 1612 en 1625 hebben plaats gehad en zouden de portretten alzoo tusschen die jaren gemaakt zijn. In 1629, tijdens het beleg van 's-Hertogenbosch, trok hij, te gelijk met zijn broeder Jan , beide als kapitein , de eerste van het vendel Goudsche Schutters van de Oost- haven uit en lag 19 dagen te Klundert in bezetting. De Heer Schel- tema maakt tevens de opmerking dat hij het portret van Kapitein Wouter Pietersz. Crabeth evenwel niet heeft kunnen herkennen, onder die van de leden van den krijgsraad door hem,CRABETH, in 1644 voor de Stads Doelen geschilderd, welke schilderij, zijn laatste werk, zich thans in het stedelijk Museum te Gouda bevindt. Een tijdsruimte van misschien 30 jaren, die tusschen deze teekeningen en het krijgs- raadstuk bestaat, waarop Crabeth zich zelf afbeeldde, maakt dit m. i. |
|||||
— 305 —
|
|||||
echter zeer verklaarbaar. »Almanack" wordt bij Houbraken niet op
de lijst der Bentnamen vermeld. Tyman van der Emster, alias Botterkull en
Peter van Leyden, alias Ram, gaan we, bij gebrek aan gege-
vens, stilzwijgend voorbij. Plaat D......Alias Braeff De bentnaam »Brave" komt voor
op de lijst bij Houbraken (II 358) maar evenmin als in het onder-
schrift op de teekening wordt aldaar de eigenlijke naam opgegeven. Peter Groenwegen , alias Leeuw. Hoogstwaarschijnlijk is hij
dezelfde als »Sr. Pieter Groenewegen" die den 30 Maart 1626, als Schilder in het Meesterboek van het Delftsch St. Lucas Gild werd ingeschreven (Archief I, 22) en die burger van Delft was. Immerzeel en Kramm zwijgen over hem. De bentnaam Lione (Leeuw) was, vol- gens Houbraken , aan den schilder Gabriel van der Leeuw gegeven. Joost Kampen van Amsterdam, alias Stofïade. De beteekenis
van dezen bijnaam komt eenigzins duister voor, misschien wil men te kennen geven dat hij zijne schilderijen te veel «stoffeerde" : Kam- pen is evenals Symon van Antwerpen, alias den Toouenaer, mij onbekend en
moeten verder hier onvermeld blijven. Plaat E. Jacob de Waeu., alias Caualler, (Cavalier);
Peter van Wtrecht, alias Wintmoolen; Jacob wt den Haech, alias Watermoolen en Den Berbier , alias Biervliech, worden geen van allen op hunne bentnamen bij Houbraken vermeld. Plaat F. Cornelius Scut, alias Brootsaken. Deze is vermoede-
lijk de Antwerpsche schilder Corneus Schut (geb. 13 Mei 1597, |
|||||
— 306 —
|
|||||
overl. aldaar 29 April 1655). Zijn bijnaam bevestigt de aanhaling
bij Kramm, uit de M.S. aanteekeningen van Mols, waar hij pastei- bakker en naderhand schilder heet te zijn geweest. Joan Muller, alias Grunvink. Hoewel nergens vermeld vindende
dat de beroemde Plaatsnijder van dien naam zich te Rome heeft opge- houden , komt het zeer waarschijnlijk voor, dat het hier afgebeelde portret het zijne is. Kramm maakt nog gewag van een onvermeld schilder J. . . . Muller , die in de manier van De Heus heeft gewerkt, maar wien hij veronderstelt in den aanvang der 18e eeuw geleefd te hebben Het tijdperk waarin de graveur Jan Muller bloeide, bevestigt het vermoeden dat de teekening hem en niet een ander te zien geeft. Willem Moi.lo , alias Steekreiter. Zijn geslachtsnaam zal een-
voudig Mol of VAN Moll zijn, maar is hier op Italiaansche wijs gespeld 1). Het is niet gelukt met zekerheid iets over hem op te sporen , evenmin als van: Alkxander Wyt et (uit hel) lant van Cleve, alias Queicstert,
(kwikstaait) en Bartolomeo van Deuenter, alias het Freti (Fretje).
Henrico Kaiser, alias ster keeker (stenekijker).
Hebben we hier te doen met den beroemden Bouwmeester en
Beeldhouwer Hendrick de Keyser, den maker, o. a., van het praalgraf van Prins Willem I te Delft? Onmogelijk is het niet, maar geheel onvoorwaardelijk kan deze vraag niet met ja beantwoord worden, tenzij men aanneme, dat de Keyser na zijn huwelijk — hij huwde op 25-jarigen leeftijd te Amsterdam 5 April 1591 — te Rome ver- toefde en zich daar nog zou hebben aangesloten bij de luidruchtige 1) Een GuiLklAM van Mol, plaatsnyder, wordt tusschen 3631 en 1632 aan-
getroffen onder de leerjongens in liet Antvverpsche St. Luoas-Gild (Liggeren II 26, 29). |
|||||
— 307 —
|
|||||||
Bentvogels, met wie hij in leeftijd toen tamelijk verschilde. De tee-
keningen zijn, zooals reeds vroeger gezegd is, stellig uit het eerste vierendeel der 17e eeuw, de kleederdracht der afgebeelde personen, alsmede de spelling en het schrift der namen bewijzen dit. Wanneer hier nu werkelijk de vermaarde M<\ Hendrick is voorgesteld, dan wordt het tijdvak, waarin zij tehuis behooren, enger bepaald en moeten ze vóór 1613 gemaakt zijn, want in dat jaar bevond hij zich te Amster- dam 1), tusschen 1614 en 1620 arbeidde hij aan het Prinselijk praal- graf te Delft 2) en in 1621 overleed hij; is hij dus te Rome geweest, dan heeft dit plaats gehad vóór 1613. Eenige gelijkenis tusschen het hier afgebeelde en het door J. Suyderhoef gegraveerde portret van DE Keyser, is niet te ontkennen, maar de zaak blijft in't onzekere, ook omdat er nog een andere Hendrick de Keyser heeft bestaan , - die in 1613 te Utrecht leerling was bij den Schilder Joachim Wten- wael 3) en daarna te Rome beland kan zijn. Gioris Bossart, alias Spivinkhooft. Zekere Bossert, wiens
voornaam onbekend is, kocht den 6 November 1626 het lidmaatschap van het schildersgild te Dordrecht (Archief I. 205). Wellicht is deze de afgebeelde persoon, overigens vind ik Gioris (Joris) Bossart nergens vermeld. Reynier van Heuklem , alias Wolf. Even als bij de meeste dei-
op de teekeningen voorkomende Bentnamen, laat de lijst bij Hou- braken , wijl die over een later tijdvak loopt, ons ook hier in den steek. Bij Immerzeel en Kramm wordt Van Heukelem niet genoemd. Rinaldo van Leuuen (Leuven), alias Pickeur. Ook deze is
onbekend, althans hij wordt nergens vermeld. |
|||||||
1) Vgl. Kramm, bij wien ook het huwelijk vermeld wordt.
2) P. Bob, Nederl. Oorloghen. Leiden 1621. 18 hoek, 59.
3) Mr. S. Muller Fz. Schilders-Vereenigingeu te Utrecht. 98.
|
|||||||
— 308 —
|
||||||
Paulus Borro , alias Orlando. De onder dezen naam afgebeelde
persoon is zeker de Schilder Paulus Bor, die in 1631 eene schilderij vereerde aan het St. Jobs-gasthuis te Utrecht, maar die in 1811 ver- kocht werd i). Verder is niets van hem bekend. Joa.n Lissen, alias Hermafrodito. Hij wordt bij Immerzeel ver-
meld als een historieschilder, die te Hoorn woonde, nadat hij van een reis naar Italië teruggekeerd was. In een Italiaansche haven scheep gegaan, zou Linsen in handen van zeeroovers gevallen zijn en later dit voorval in eene schilderij met ongemeen talent te pas gebracht hebben; zonder eenige tijdsbepaling wordt nog van dezen schilder gezegd, dat hij te Hoorn vermoord is geworden. Kramm laat hem onvermeld. |
||||||
1) Vgl. Immebzeel en Mulleb t. a. p. 134 en 137.
|
||||||
r
|
|||||||||||
— 309 —
|
|||||||||||
BLADWIJZER
VAN HET DERDE DEEL.
|
|||||||||||
Bladz.
Aanteekeuingen betrekkelijk Goud-
[sche Kunstenaars [enz. 26 volgg. ---------uit de Stads-Rekeningen van
[Venlo 70, 218.
Aarlanderveen.....67.
Aartsens. Pieter.....84.
Abbesteech.BarthoultWillemsz.
[Van 28.
---------Willem Barthoutsz.Van 32.
Abeele. Pieter van den . . 221.
--------- de jonge. Pieter v. d. 224.
Abraham , schilder .... 288.
Acta v. h. synode te Dordrecht 59.
Adriaensz. Adriaen .... 52.
---------Dirk......225.
--------- Frans. . . . 42, 43.
Aelbrechtsz.Aelbrecht257,27i,285.
Aelbrechtsoen. Jan .... 282.
Aeriensz. Pieternelle . .43 noot.
III. |
|||||||||||
Bladz.
Aertsz. Aert......26.
--------- Wouter.....28.
Agent der Koningin van Zwe-
den 53 noot. Agostino.......214.
Airtz. Dominicus .... 254.
Aken. Van.......237.
--------- Anthonis van . . . 51.
Alerius........231.
Alewijn. Mr. Gillis. . . .188.
AlexanderuithetlandvanCleve 300. Alida. Juff.......203.
Allonse........285.
Almanack.......304.
Almelo. Lambert Van. . . 252.
Almeloveen .... 27 noot. d'Alon. Albert.....78.
Alphen......67, 81.
Alphen. Glas in de kerk Ie
Altaar van Jesus..... 2. 39
|
|||||||||||
*
|
|||||||||||
— 310 —
|
|||||||
Bladz.
Altaar van Job ..... 2. -------- van St. Lucas 1,2, 29.
Altdorp. Daniel van . . . 265.
Altona. Davidt van. . . . 260. d'Aly. Willem . . . 200 noot. Amerongen. Jan van . . . 248. Amerongh. Joh. van . . . 269. Amersfoort. Antooni van . 303. Ameyde. Samuel van der . 48. Amsterdam 31, 34, 35, 39, 40, [5°. 52, 53, 61, 64, 65,
[66, 67,72, 77,84,86, 89 [volgg., 197,202,203, 204, [217, 221 volgg., 232, [260, 294, 305, 306, 307. -------- Latijnsche School te 50.
Anders. Willem Andries. . 58.
Andriesz. Andries .... 225. --------- Willem. Zie de Raet.
Aneslynson. Jan.....284.
1'Angele. Marthyn . • • • 263.
Anna de vlaamsche . . .210. Anna-Gild te 's Gravenhage. Het [St. 256.
Antonispolder. S' . . • ■ 58- Antiquiteiten......77-
Antooni van Amersfoort . . 303.
Antwerpen 26, 164, 165, 208 noot, |
Bladz.
Antwerpen 210, 211 , 212, 214,
[223, 27r, 305.
Apothekers .....255, 287.
Appendix.......289.
Archief van Amsterdam . . 89.
--------van Gouda .... 304.
-------- van \s-Gravenhage255 volgg.
---------van Rome. Staats- . 3.07.
---------van Rotterdam, 227 noot,
[230 noot, 233 noot, 240.
---------van Utrecht. Provinciaal |>43i 247-
Ardes. Mattheys.....269.
Ariaensz. Jacob . . . 284, 288.
Ariens. Marritgen . . . . 51. Aris de schilder.....28.
Arondaeus, Pieter .... 270.
Arondeus. Erasmus. . . . 266. Arti et Amicitiae. Maatschappij. [227 noot.
Artisti Belgi ed Olandesi a Roma,
[207.
Artois of Artoys. Abraham, 257,
[283, 287.
Arnoldo. Arnoldo di . . . 211. Asch. Pieter van. . . 200, 201. Asper. Aeron Lambertsz. van. 296. Asselijn......300 noot. |
||||||
— 311 —
|
||||||||||||||||||||||
Bladz.
Bartholomees in de 4 Heems- kinderen 286. Bartholomeus. Jan .... 66. --------- Claes...... 2.
Barthoutsz. Willem ..Zie Abbesteech.
Bartolomeo van Deventer , 306. Basio. ... .... 57. Bassen of van Bassen. Bartholomeus
[258, 271, 276.
|
||||||||||||||||||||||
Bladz.
Assendelft. Jhr. Hendrick van 32. Ayembre. Giovanni. . . .212. Bacchus........301.
Backer. Gideon.....292.
-------- Jacob......113.
--------Mr. Willem Cornelis. 190.
Baen. Johan de.....79.
Baerden. Johannes van . . 268.
Bakker, teekenmeester . . 240. Balthasar. Floris . . 47, 50, 54. -----— Floris. zie ook Berckenrode.
Balie. La.......232.
Ballet......... 241.
Balten. M'.......286.
Bamboccio of Barnbos. 301 noot.
Bambozzo. Pietro . . .213. Bano. Francesco.....214.
Barbier zie Berbier.
Barda. Leendert van . , . 269.
Barentsoen. Jan.....296.
Barnaerdt. Adam .... 47.
Barnevelt.......230.
Barra. üttavia ..... 212.
Barienaert. Frederick . . . 266. Bartasaer.....282, 284.
Bartelmees of Bartholomeesz.
[Pietei 282, 2S7.
|
||||||||||||||||||||||
Bastiaensz. Aryen .
Baudoes, Anthony de ---------Dionys de . --------- Elisabeth de
--------- Gerrit de .
---------Jacob de. .
|
296.
222. 221. 222. 222. 222. 224. 222. 221. 222. 221. noot. 292. 260. 267. |
|||||||||||||||||||||
----- Jeremias de
-----Johanna de.
- Robbert de.
----- Sara de .
----- Tanneke de
|
||||||||||||||||||||||
221
|
||||||||||||||||||||||
Beckerath. Von .
Beeck. Barent --------- Evert van der
|
||||||||||||||||||||||
301
|
||||||||||||||||||||||
Beekhuysen. Giliam
|
||||||||||||||||||||||
Beeld van Jacob Cats. Steenen 74.
Beeldemaker.Cornelis Gerardus2Ó5. Beelden en Vazen. Vergulde en [gebronsde 267. |
||||||||||||||||||||||
— 312 —
|
|||||||||||||||||||||
Bladz.
Berckenrode. Balthasar Florisz. van [64
■------— Frans Florisz. van . 85
--------zie ook F'loris Balthasar
[en Mr. Floris
|
|||||||||||||||||||||
Bladz.
Beeldesniders...... i.
Beeldgieter......268.
Beeldgieters . . . . 128, 179.
Beeldgietersproef . . 131, 135. Beeldhouwers 127, 129, 179, 207. Beeldhouwersproef. . 130, 135. Beeldhouwwerk. Verkoop van 183. Beeldsnijders. 1, ioi , 108, 125, [126, 133, 134, 153, "78. Beeldwerk. Verschillend. . 78. Beest. Abraham Leendertsz. van [257. ---------■ Sibrant van . . . 264.
—-----— Hendrik van der. . 236.
Begrafenis van Gildebroeders 161.
---------v. d. Graaf v. Hohenlohe 47.
Bekestyn. Harmanus . . . 292.
Beleg van Bergen-op-Zoom . 60. --------- van Breda .... 64.
Benthuizen. Glas bij den Schout
[van 33.
Bentinck Graaf van Portland 79.
Bentnamen......299.
Bentvogels. Portretten van . 298.
Beny. Ritsert van .... 288. — zie ook Dabeny. Berbier. Den......305.
Berch. Kaerel van den . . 287.
|
|||||||||||||||||||||
Berdadie. Stefano .
Berensteyn. Van. . -------- Agatha van.
---------Cornelis van
---------Zacharias van
|
|||||||||||||||||||||
209
76
76.
76
76
60
229
284
219
201
278
238
300 noot
269
|
|||||||||||||||||||||
Bergen-op-Zoom. Beleg v
Bergh. Arnout van den Berge. Karel van den. Bering. Dierick van Berkel......
Berkelo. De huyzlnge van
Berkenhoff .... Berlijn. Prentenkabinet te Bernard. Lowis . . . |
|||||||||||||||||||||
Bernards. Melchior. .
|
269.
299
74 49 64. 295.
223
77 "3
|
||||||||||||||||||||
Bertolotti. A. . . .
|
207,
|
||||||||||||||||||||
Besoarsteen
Bethune . . . Beuckel. Dirck Frederiksz Beuckelaer. Gerryt. Beuning. Leendert . Beuningen. Mi'. Cornelis van -------- Gerrit Dircxsz. van . |
|||||||||||||||||||||
— 313 —
|
|||||||
Bladz.
Beverwijk.......248.
Beyeren. Abraham van . . 258.
--------- Adriaen Gerritsz. van 55.
Beijerwerk te Gouda ... 36.
Bibliotheek van Jacob Havius 74. Bicker. Cornelis.....113. --------- Mr. Jan Bemd . . 187.
Biesen. Dirck van .... 288.
Bisot. Andries ... 87, 88. Bisschop. Dirk.....232.
---------Johanna.....239.
---------van Utrecht . . . . I.
Bladzijde uit de Geschiedenis v. h.
[Gildewe-en. Een 226.
Bias. Jan.......34.
Blauwe Hart. Huis gend. het. 222.
Bles. Jeronirao.....77.
Bleyswyck. Mr. Dirck Evertz. van
['97 volgg.
Block. Abraham .... 258.
--------- Jacob 64, 65, 66, 67, 70.
--------- Frans van der. . . 260.
Blocq. Jannetje.....72.
Bloemaert. Herman. . . .261.
Blok. Huybert.....268.
Blokkerus. Jan.....229.
Blon. Le.......221.
- Cornelis le.....221.
|
|||||||
Bladz.
Blon. Michiel le . . . 53, 221. Blydensteyn. Alida van . . 85. -------- Willem van ... 85.
Bock. Jan.......268.
Bockenberch. PieterCornelisz. 30.
Bodas. Hendrik.....268.
Bodegraven. Glas in de kerk te, 43.
Bodebos.......61.
Bodewapens......69.
Boeckwout. Hendrick . 267, 276.
Boekbinders. 108, 126, 134, 178. Boekdrukkers. . . . 127, 189. Boekelaer. Gerrit .... 283. Boekhandel......277.
Boekhorststraat te 's-Gravenhage 81.
Boekverkoopers 127, 189, 278,
[289, 293.
Boekverkoopersgild te Amsterdam
[222.
Boelen. J........254.
Boell. J. Gerytsz.....100.
Bogaert. Hans.....261.
Bogert. H......261 noot.
Boheemsche schilders . . . 216.
Bois. Matheus du ... . 263. Boitet. Reinier. 199 noot, 200 noot. Bok. De.....236, 238.
Bolijn........229,
|
|||||||
— 314 —
|
||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Brabant......212, 244.
Braeff........ 305.
Brakel. Johannes van . . . 293-
Brandely. Cornelis .... 295.
Brandspuiten geïnventeerd door
[v. d. Heyde 203.
Brant. Maerten Jansz ... 65.
305.
282. 64.
|
||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Bonnet. Pieter de . . 270, 279. Boom. Abraham.....113.
Bor. Paulus......308.
--------- Pieter. Nederl. Oorloghen
[307 noot.
Borduurwerkers I, 101, 108, 125,
[126, 133, 178, 288.
Borger. Herremanus . . . 268.
Borreman. Abraham . . . 258.
--------- Reynout.....291.
Borro. Paulus......308.
Borsman. Johan.....277.
Bosch. Adriaen.....258.
Bosgeld.......140.
|
||||||||||||||||||||||||
---------Henrik van
Brederode. Wapen van
--------- Wolphert van .
Bredius. Abr. . . 255,
Breenbergh. B. , . . Breevoor. Jan . . . Brekerfelt. Hermanus . Brekevelt. Ludoelf. . Breinen......
Bresten. Dirck van . .
Brill. Ciriacus . . ---------Faustina. . . --------Lucas Rutilio .
---------Matheus . .
--------- Paul ....
.-------- Pieter. . . .
|
282
|
2S8.
|
||||||||||||||||||||||
79-
79-
noot.
260.
224.
261.
290.
222.
284.
212.
212.
212.
212.
212.
212. |
||||||||||||||||||||||||
Bosman. Giovanni .
Bossart. Gioris of Joris . Bossert......
Boterhuis te Rotterdam .
Both. Hendrick . . . --------- Thomas |
||||||||||||||||||||||||
213.
3°7-
3°7- 232. 35-,
33- 287. 3°5-
238.
265.
95- |
||||||||||||||||||||||||
Botten. Hans van . . .
Botterkull......
Bouchelles.....
Bouckwout. Christiaen .
Boudaan. Gualtherus Petr |
||||||||||||||||||||||||
Bourdon. Pieter.....270.
Bourgondien. David van . . I.
Bouwmeesters.....207. |
||||||||||||||||||||||||
Brinckhorst. Roelant van. 264, 270,
[276. |
||||||||||||||||||||||||
— 315 —
|
||||||||||||||||||
Bladz.
56. 210. 210. I. 222. 222. 222. 3°5- |
Bladz.
Burgh. Johannes van der. . 269. Burgundius. Massimianus. . 209. Burier. Andries.....50.
Bury, Andries.....58.
--------- Zie ook Buyry.
Buslinge. Corstiaen .... 283.
--------Zie ook Bueslingen.
Buyry. Andries.....50.
Bijbels.......65, 69.
Bijier. Mr. Gerard van. . . 55.
Cabel. Adriaen Cornelisz. v.d. 216.
--------Angelo van der. . 216.
Cael. Harmanus van . . . 291.
Caen. Jacob Corn. . 11 noot. 46. Caerte figuratyf derStad Delft 197. Caius Suetonius Tranquillus 57. Calee. Jodocus de . . . . 270. Calkoen. Mr. Abraham. 187, 188. --------- Jan......185.
Cam. Joest van der . . . 296.
Camerschilders.....255.
Camp. Dirck . . 14, 15, 16.
■---------. Zie ook Kamp.
Campen. Dirck . 13, 17, 18, 19.
Campo. Giovanni del . . . 213. Caragua. Giovanni. . . . 210. Cardon. Jacob.....67. |
|||||||||||||||||
Briot. Niclaes.
Brix. Ghilberto . . ---------Giovanni.
Broederschap. Kerkelijke
Broen. Gerrit de Bronkhorst. Huybert . -------- Jan .... |
||||||||||||||||||
Brootsaken.....
Brouck. Kaart van . 4
|
||||||||||||||||||
, 5
|
||||||||||||||||||
01
|
||||||||||||||||||
Broucke. Johan van den
Broun. Samuel . . Brugge. Phlyps van Brugghe ...... Brugh. Cornelis van der
---------Hendrik van der
Bruinhaes. Lowys .
|
49-
290. 288.
284. 265. 268. 285.
|
|||||||||||||||||
--------- Zie ook Lowys.
Brun. Jan Jansz......262.
Bruni. Giovanni.....211.
Brunzo. Giovanni . . . '211.
Brussel........282.
Bruvoor. Jan ...... 224.
Bruyn. Ottho de.....228.
Buckhuysen. Johannes. . . 268.
Bueckelaer. Gerrit .... 286. Bueslingen. Curstiaen van 285,287. -------— Zie ook Buslinge.
Burgh. Bartholomees van der 291.
|
||||||||||||||||||
— 316 —-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Carel borduerwercker . . 288. Caron. Frangois . . 83, 84. Cats. Jacob.....62, 74. |
Bladz
Clementsz. Jacob . . . 31, 34 Cleve ........ 306 Clifford. Mr. Pieter . . . 188
Clitsaert. Daniel .... 259 Clock. Cornelis Claesz. 42, 44 noot
Cloeck. Alard.....113
Cloot. Ghysbrecht Thomas. 56
Coddesteyn. Jacob Jansz. . 2, 26 Coelman. Frans.....230
Coenensz. Cryn.....30
Coenraetsz. Cryn .... 29
Coeverden. Pieter van . . 270 Cohen........271
Collen. Mr. Ferdinand van. 94
Colonna.......211
Comedijespeelders. Engelsche 46
Comesdas. Luigi . . . . 210 Commedianten. Duitsche . 54 ---------Franscbe .... 233
Compasmakers . .108, 126, 179
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[den 53 noot.
Cincq. Floris ..... 33. Claes en Claesz. Allert . . 284. --------- Claes...... 2.
---------Cornelis. 259, 282, 287.
---------Daem.....28.
--------- Maria ..... 59.
--------- Wyert..... 46.
-------- in de wilde man. Jan 284,
Claret........212
Classon Simon.....276.
Clatschilders......255.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cool
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
......237
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— of Cools. Gregorius 43, 44, 47
Coolhaes. Casper .... ^o --------Hans......
Coomans. R......280
—~------Rogier ..... 290
Cooienhaid of Coornhert Dirck
[Volckertsz 33. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 317 —
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Coppe. Giocomo Janze alias 211.
Coppenol. Lieve Wiüemsz. 72.
Cornelis en Cornelisz. Brandely.
[284.'
--------- Bueckel. . . 289, 297.
--------- Claertgen .... 54.
■-------- Cornelis. . . . 12, 58.
--------- Dammis .... 12.
.---------Jan.....35, 41.
.---------■ Jan. Zie ook Van Lanschot.
--------- Maerten. . . 12, 58, 59.
--------- in Montfordt. . . 297.
--------Pieter.....223.
--------- Thonis..... 19.
--------- van Wtrecht . . . 303.
---------. Zie ook Kornelisoen.
Cornelissen. Pieter. . . . 283.
Corstiaen schilder .... 283. Corver........237.
Cosen. Maria van .... 222.
--------- Maurits van . . . 222.
Coudensteyn. Lodewijck van 72.
Couvendt. Michiel .... 269. Couwenberch. Christyaen . 259. Couwenhove. Niclaes van . 291. Crabeth. Gebroeders . 11 noot, [27 noot, 32 noot,
[45 noot, 46 noot. III. |
Bladz.
Crabeth. Clara ... 32 noot. --------- Dirck Pietersz. . 26, 27.
--------- Jan Pietersz. . . . 304.
--------- Pieter Woutersz. 34 noot,
[56.
|
||||||||||||||||
29,
[32 noot, 34, 62,
Cracht de goltsmit. Craenleyden. Adam van der |
31.
3°4-
71.
|
||||||||||||||||
--------
|
|||||||||||||||||
Crepel. Darrick Pietersz.
Cressand. Mons'. . . . Crimpen. Glas in de Kerk Cronycke van Hollandt . Croos. Antony van der . -------- Pieter van der . |
27.
233-
te. 53. 3°-
258. 263. 218. 265.
|
||||||||||||||||
Crucifix......
Cruysberge. Adolf. . .
|
|||||||||||||||||
Cruyselbergen. Martinus van 269.
Crynsz. Cryn .... 287, 297.
Cullenborch. Antoyne van . 285.
Cunsteners...... 1.
Cuyck. Bruninck van. . . 254.
Cuynderturff. Hendrick . . 57.
Dabbe. Pieter..... 293.
Dabeny. Ritsert..... 284.
---------. Zie ook Beny.
Dael. Henderyck van. . . 267.
40 |
|||||||||||||||||
— 318 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Dees. Pietro . . . . . 211. Dekker de timmerman . . 236. Delfland.....28, 50, 81.
Delfshaven . . . 200, 201, 202.
Delft 41, 44, 47, 5°, 52, 54, 55» 62,
[66,67, 76, 197 volgg.,305, 306.
Delin. N. J.......238.
Denen. Giovanni van. . . 215.
Denies. C....... 238.
Denys. Pyeter.....64.
Deschambre......232.
Deur. Abraham Jansz. . . 222.
-------- Jan......222.
Deutz. Agnes.....76
--------- Mr. Daniel. . . , 94.
Deventer.....2*9 noot.
--------- Bartolomeo van . . 306.
--------■ Hendrick Janssen van. 291.
Dever. Glas in het Stadhuis te. 63.
Deykmans de jonge. Zacharias 271. —------- Zie ook Dickrnanen Dijck- [mans.
Deijl. Tielman van. ... 290. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Danielsz. Jacobus . . 283, 284.
Dankers. Hendrick . . . 261. Dansmeester. 231, 232, 234, 236. Danswyck. Mr. Jacob Diedericksz. [van. 244 noot. Danzig......244 noot.
Dassigny. Gideon .... 224.
Davidtsz Daniel. 284, 288, 295,
[297.
---------Willem..... 12.
Decker. Coenraet 200 noot, 202.
-------- Esegiël de. . . . 61.
Dedel. P. S.......19°-
--------- Mr. Willem Gerrit. 95.
Dees. Enrigo......211.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. 87.
86, 88. . 264. . 267. • 32- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deyma. Jacques.
---------Jan Baptista
Dickman. Sachar .
Dier. Hendr. . . Diert. Nicolaes . . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 319 —
|
|||||||||||||||
Bladz
Dircx en Dircksz. Adriaentgen 45 ---------Aeltgen.....61
------Isbrant. Zie Pyck.
------Jacob......262
--------- Jannetje. .... 223
--------- Margen.....44
---------Neeltje.....223
---------Pieter..... 2
--------- Styntje.....223
--------- Tryntje.....223
Doedyns....... 77
Doele te Rotterdam. 227 noot
[237
Does. Bruyn Wouters van der. 33 Doesburch. ...... 284 Doesburgh. Ds......203
Doff. Jacobus van der . . 268
Dohna. Graaf van .... 79 Dol of Doll. Balthasar Jansz. 292 -------- Christoffel . . 279, 29 f
--------- Jasper . . . 280, 290.
Donselaer. Wiggert Pietersz. 14
[15, 16, 17, 18, 19, 20
Dooien. Henderyck van . . 293
Doornenkroon om het wapen van
[Gouda 64
Dordrecht . 30, 32, 34, 37, 38
[43 noot, 48, 52, 59, 62, 285
|
Bladz.
. 288. 28, 30. ■ 77- |
||||||||||||||
Dort. Meerten vaD.
Dou. Frans Pietersz. Douw. Gerard . . |
|||||||||||||||
Douwe. Dirck Reyniersz. 44, 45.
--------- F. van. 228, 230, 235 noot.
Douwen. Frans Pietersz. van 28, 30.
--------- Pyeter Fransz. van . 51.
Dronsberg. Pieter Hendrik . 89.
Druyfhout. Laurens Francen 294. |
|||||||||||||||
258
237. 235- 54- 216. |
|||||||||||||||
Dryfhout. Bartholomeus
Dubbelens. Willem . Dubbens. Willem . . Duitsche Commedianten ---------Schilders . . |
|||||||||||||||
Durer. Albert . . .77, 78, 80.
Duwaert. Saellemon . . . 264. Duyl. A. van......236.
Duyselen. Jacob van . . . 268.
Duyts........190.
Dyck. Levyn van . . . . 291.
Dyckmans. Anthony . 258, 265- ---------Gei-rit.....272.
--------- Sachar . . . 264, 270.
—---- de Oude. Sacharias.
[264 noot.
---------Willem.....291.
Dyckmans. Zie ook Deykmans.
Dysaert. Fransiskes . . . 269. |
|||||||||||||||
— 320 —
|
||||||||||||||||||
Bladz
. 290.
■ 213 18, 19 223
210 noot
65
28 |
||||||||||||||||||
Bladz.
Ebbens. Adrianus .... 239. Ebeling. Aelbrecht . 257, 288. Eek. Hendrick van . . . 291. Edam. Glas in de Kerk te 45, 46. Edelgesteenten .... 75, 76. Eemnes.......95.
Eertman. Conr......252.
Elden. Toomas van . . . 270.
Elias. Mr. Pieter .... 190. Ellartsz. Jan...... 12.
Elphinstone. Elisabeth . . 85.
Elsevier. Daniel.....118.
Emanuel Filibert, Hertog van Sa-
[voie 210. Emanuelsz. Daniel. . . . 50. Emster. Tyman van der. . 305. Ende. Jacob Dircksoen van den [288. Engels. Pieter.....67.
Engelsche Comedyespeelders. 46.
Enkhuizen ....
Emigo. Armanno .... 216.
Eps. Antonie.....271.
Erasmus. Jacob.....64.
-------- Neeltgen
|
||||||||||||||||||
Ernst. Gysbrecht .
Errigo. Marco de . . Es. Hendrick van . . -------Zie ook Van Nes
Eulden. Geertruy van.
Eumesdas. Luigi . . Evers. E......2
Everwyn. Charles .
Eyngbert..... |
||||||||||||||||||
Falchemburg. Martino
Fansel. Bartholomeus, Fencolio. Joan . . Ferdinande. Gabrijel Feuille. Daniel de la Feyssen. Jan Pieter Fienoordt.... |
211
37
57 293 222 41, 42 • 35 |
|||||||||||||||||
Figuursnijders. 101, 108, 125, 126.
[133, 134, '79
Fillips. Willem.....295
Filps borduerwereker. 283, 284
[288
Flessiers. Balthasar . . . 258
Flinck. Govert.....44
Florentijn.......283
F'loris ........296
Floris V........ 53
Floris. Mr.......54
|
||||||||||||||||||
Ercklantz. Henrick van
Ercklentz. De Rentmeester Erkeles. Abraham . , . |
||||||||||||||||||
7'.
219. 258. |
||||||||||||||||||
— 321 —
|
|||||||
Bladz.
Frederikstad...... 225.
Freese........ 266.
Fret. Het ...... 306.
Frisius. Simon..... 264.
Frybeeck. Frederik . . . 266.
Fuvet. Jan....... 269.
Gael, Van. Zie van Cael.
Gaerst. Ghilgaern Ghilgaemsoen [298. —--------Zie ook Gerst.
Gallerie Czernin . . 260 noot.
Gardenier. Hans Mathyssen 289. Gast. Michael . . . 208, 209 Gaudere. Isabella Ie . . . 54. Gecommitteerde Raden . . 85. Gedenkpenning. Zie Medaille. Geelvinck de jonge. N. . 94. Geens. Jacobus.....224.
Geertruidenberg. Beleg van 35.
Gelten. Hans van .... 283. Gent. Henrick van . . . 219. Genua........212.
Gerard van Sneek .... 266.
Gereduceerde tafelen van Interest [55-
Genits en Gerritsz. Adriaen 55. --------- Christoffel .... 297. |
|||||||
Bladz.
Floris. Zie ook Balthasar. -------- » » Berckenrode.
Florisz. Frans.....77.
Focker. Nicolaes . . . . 270.
Foix. Paul de.....210.
Fooreest. Dirck Jacobsz. . 31.
Formosa...... 83, 84.
Fortificatiewerken .... 82.
Foulque. Etienne .... 292. Fourian. Jak es.....296.
Foutendas.......34.
Fouter. Heyndrick van . . 213.
P'rancisco van Rotterdam . 303. Franckfurt.......53.
Francq. Anth......258.
Frangrevenbruch. Giovanni. 216.
Frankrijk......87, 304.
Fransche Commedianten. . 233.
-------- kunstenaars . . . 215.
Fransoni.......214.
Franssoeis. Mr. ..... 282.
Fransz. Arien ..... 41.
--------- David.....42.
--------- Dirck . . . 283, 286.
--------- Jan......284.
Fransz. Pieter.....31.
Frederik. Monsr.....235.
Frederiks. J. G.....289.
|
|||||||
— 322 —
|
|||||||
Bladz.
Gerrits en Gerritsz. Dirck 33, 45. --------- Zie ook Hopcoper. 37, 38.
262. 56.
282. 296. 264. 57-
Gerst. Guilliam of Giljamo 260, 287. ---------. Zie ook Gaerst.
Geschut met wapen van Gouda 30.
-------- van Montfoort . . 31.
Geselle. Daniel . . . 280, 290.
Geyn. Jacques de . ..35, 261. Gherrit. M'.......282.
Ghybelandt. Adriaenjoppen van 30.
Ghylgaem borduerwercker 284,288. Gids. De.....53 noot.
Gilde der Glaesmaeckers . 13.
--------- der Goud- en Zilver-
smeden 207, 223, 224.
Gildebord van St Lucas in de Kerk
[te 's-Gravenhage 256, 276.
Gildebrief van de Glaesmaeckers 4.
Gildebrieven......96.
Gildebroeders.Uitvaart van 99, 161.
Gildegeld.....6, 7, 137. |
|||||||
Bladz.
Gildegeld. Zie ook Bosgeld en [Jaarzang. Gildehuis.....229, 239
Gildekamer .... 227, 234
Gildeknecht . . 114, 118, 139 Gildemaal.....238, 241
Gilden. Generaal-Reglement der
[90 volgg. Gildepenningen . . . 227, 277 Gildeproef. 101, 128, 129, 132, 135 Gildewezen. Een bladzijde uit de [Geschiedenis van het. 226 Gillis de borduerwercker 283. 288 Gillisz. Corstyaen .... 290 -------- Gillis.....62
--------- Jan .... 282, 286
Gilst. Jan van.....288
--------- Pieter van .... 288,
Gis. Johan.......55
Glaesmaeckers . 1, 3 volgg. 13
Glaesman. Jan de ... . 282 Glas. Boergoens. . . . 98, 157 - Fransen.....98, 157
- Hessels.....98, 157
Glaspark.....97,98,156,
Glasschildering in de Kerk te
[Alphen 60.
-------— te Antwerpen. . , 26, |
|||||||
—- 323 —
|
|||||||
Bladz.
Glasschildering in de Kerk te
[Niervaart. 57.
---------voor J. v. Oldenbarnevelt 49.
-------- in het huis van Gerrit Adri-
[aensz. Oltshooren 52.
1--------- te Oudewater . . . 29.
---------i. h. huis v. C. de Rechtere 29.
---------i. d. Kerk te Reewijk. 52.
--------- i. d. Kerk te Stol wijk. 41.
---------i. d.Kerk te Vlaardingen67.
---------i. d. Kerk te Waarder 47,63.
-------- i. h. Huis te Warmondt. 31.
---------i. d Kerk te Workom. 46.
---------i.d.K erk te Zwammerdam 61.
Glasschrijven.....97, 129
Glasschrijvers. . 3, 98, 153, 286.
Glasschrijversproef . . 130, 136. Glaywerckers of Pottenbakkers 108, [125, 126, 133, 179.
Glazenmakers I, 3 volgg., 13, 255,
[278. --------te Amsterdam. Bepalingen
[omtrent. 96 volgg., 129,
[138, 139, 156 volgg., [178, 179, 186, 189. Glazenmakersproef. . 129, 136.
Goddon. Claes.....49-
Godes. Gerrit......260.
|
|||||||
Bladz.
Glasschildering in het huis v. d.
[Schout van Benthuizen 33.
-------- i. d. Kerk te Bodegraven 43.
--------- in de Kerk te Catwyk. 45.
--------- in de Kerk te Crimpen 53.
---------i. h. Stadhuis te Dever 63.
-------- i.d. Kerk te Edam. 45, 46.
-------- i. d. Kerk te Gouda, 36, 37,
[38, 39, 4°, 4i, 42, 44, 45-
--------- in het Oudemannenhuis te
[Gouda 48, 49.
-------- i. d.Vierschaar te Gouda 33.
--------- in de Kerk te 's-Graven-
[deel 64.
-------- in het Weeshuis te 's-Gra-
[venhage 30.
---------in de Commandery te Ilaar-
[lem 37.
--------- i. d. Kerk te Haastrecht 51.
--------- in de Kerk te Kethel. 62.
--------- in het huis van Franciscus
[Lansbergius 40.
-------- in Rhynlandshuis te Leiden
[33, 45
--------- i. d. Kerk te Lekkerkerk 51.
--------- voor Jonathan van Luch-
[tenburg 51.
—■------i. d. Kerk te Middelburg 47. |
|||||||
— 324 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
236, 238 • • 225
. . 266 . • 269 257, 287
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gouda. Kaart van .
—:---- Klokken te --------- Museum te.
-----■— Plaat van .
--------- Rubens te .
--------- Stadhuis te
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Godou. Jacobus . .
Goedhandt. Charel. Goelje. Frans. . Goeloe. Mathijs van Goelterus. Anthoni. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goesens of Goosens. Hans 283.
[288 Goevertsz of Govertsz. Ariaen 296 Gooiland.......251
Gooi. Van.....258 noot
Goole. Jacobus.....222
Gorisse. Adriaen .... 28
Gors. Ballassar van der . . 215 --------- Stefano van der . . 215
Goske........267
Goud- en Zilversmidsgild te Amster
[dam 223, 224
Gouda ... 1 volgg., 50, 52 --------- Afbeelding van . . 50
--------- Agnietenkerk te . . 54
--------- Descriptie der Stad . 49
--------- Gasthuis te , . 35 noot
-------- Glas in het Oudemannen-
huis te. 48, 49
---------Glas in de Vierschaar te. 33 -------- Glazen in de Kerk te. 36
[37, 38, 39, 40, 41, 42, 44, 45
--------- Huis naast den Üoele te 67 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
--------- Uurwerk op dentoren te. 32.
■------— Wapen van . . . 64.
--------- Zegels der stad . . 55.
Goudieder......78, 230.
Goudsbergen. Lammert van 269.
Goudsbloem. Rederijkerskamer de [69.
Goudslagers......'278.
Goudsmeden.....207.
Goudy. Pieter.....264.
Gout. Dierick . . . . '. 291.
Goutcade of Goutkae . . 67. --------' Kaart van de. . 26, 60.
Gouw. Wouter van der . . 304.
Gouwwaghen. Jan Jacobsz . 294. Govert. Jan. Zie Verbyl. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goyen. Jan van. .
Gracht. Tym. Arentsz Graef. Andries de . ---------- Cornelis de |
276.
264. 118. 292. 77-
292. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Graeff. Albert de . .
-------Willem van de |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 325 —
|
|||||||
Bladz.
Groot. Matheus Engels de . 51. Grotenhuys. Dr.....109.
Grunvink.......306.
Gruythuys. Arnt .... 219.
Guicciardin .... 5°> 51, 52- Giült. Todorico de . . . 210. Guldewaghen. Jan Jacobsz. 294. Guntersteyn......94.
Gussen. Dirck van. . . . 265.
Gyboons. Adriaen .... 258.
Gyllisz. Jan ...... 284.
Gysels. Francois .... 225.
Gyselvecht. Job Symonsz. 13. 14,15.
Haan. Cornelis de. . . .231.
-------- . Zie ook de Haen.
Haarlem 31, 32, 36, 38, 46, 52,
[61, 63, 248.
--------- Beleg van . . 29 noot.
--------■ Glazen in de Comman-
[derij Ie 37.
Haastrecht. Glas in de Kerkte 51. Hacke, Jacob......276.
Haech. Jacob wt den. , . 305.
--------- Joost wt den . . . 303.
Haeften. Leendert van . . 262.
Haén. Andries de ... . 265. ---------Gerrit de . . 260, 266. 41
|
|||||||
Bladz.
Grafschrift van Willem van Wede [211.
's-Gravendeel. Glas in de Kerk te
[64.
's-Gravenhage. 26, 29, 30, 50, 51,
[59, 67, 79, 81,203,224, [225, 231, 234, 236, 237, [238, 239, 255, 303, 305. Gravesteyn. Natanael . 295, 297.
Graveurs.......207.
---------. Zie verder Plaatsnijders.
Grenier........236.
Grenu. De Commandeur. . 59.
Greuser. Pieter de. . . . 27.
Grevenbroeck. Jan van Zie Fran-
[grevenbruch. Grevesteyn. Herman Natanaelsz.
[261. --------Natanael . . 295, 297.
Groen. Adriaen.....31.
--------- Daniel . . . 260, 265.
Groenenberg. Willebort van 265.
Groenewegen Johan van . 62. --------- of Groenwegen. Peter. 305.
Groenvink. Zie Grunvink.
Groon. Antony van . . . 217. Groot. Hugo de .... 49. --------- Jan de.....230.
III.
|
|||||||
— 326 —
|
|||||||
Bladz.
Haen. Zie ook de Haan. Ilaesbroeck of Haesbrouck. Philips [van 262, 263, 271, 276, 277. ■--------- Phlyps Arentsz. v. 286, 298.
Haestens.Hend.Lodewycksz.van 52.
Hage of Hagen. Pieter . . 292. Hagen. Christiaan van . . 222. Ham. Joris van der . . . 288. ---------. Zie ook Hammen.
Hameyden. Samuel van der 48.
Hammen. Joris van der . . 283. Hammevel..... 229, 230. Hanneman.'Adriaen . 258, 277. Hannemans. Maerchgen Pieters 58. Hans. Mr........282.
Hans, schilder.....284.
Harderwijk. Beschrijving van 243.
---------Haven van. . . . 245.
Hardy. Garel......259.
Haren. Abr. Daniels van. . 51
Harencarspel......109.
Harm. Flip......266.
Harmensz. Sybrant. ... 12.
Hartogh. Barend .... 225. Hartsinck. Mr. Pieter. . . 185. Harvoort. Henrlck Jansz. . 282. Hasersouwe......• 28.
Hasselaer. Mr. Pieter Cornelis 95.
|
Bladz.
Havard. Henry.....200.
Havelaar...... . 228.
--------- J. P......240.
Havius. Mr. Jacob .... 74.
--------- Willem.....74.
Hecke. Jacques van . . . 283.
Heemskerk. Willem van. . 187. Heemstede......225 -------- Pieter van .... 279.
Heest. Arnoldus van . . . 258.
Heggen. Jan van der. . 39, 40. Heght. Hendrik . . . 268. Heininghen. Michiel van . 291.
---------. Zie ook van Heyningen.
Hellebuick. Frederick . . 266.
--------Paulus ofPauwels263,27o. .
Hellerus. Andries . . . . 221.
-------- Willemina Elisabeth. 221.
Helmont. Abram van . . . 293.
Heipoort te Venlo. . . . 219. Hemsecroon. I.yon . 271, 272. Hemselroy. Lyon . . 294, 295. Hen. Catrina de ... . 259 Henderick...... 295.
Hendrixsd. Acftgen ... 56.
-------- Martina.....52.
Hendrixsz. of Heyndricxsz. Aelbert
[295, 297.
|
||||||
— 327 —
|
|||||||
Bladz.
Hendrixsz. of Heyndricxsz. Govert
[n noot.
--------- Zie ook Slot.
--------- Hendrick 283, 296, 297.
---------Jan . . . . .36, 298,
---------Fincent of Vincent 282, 297.
Hennes. Abraham .... 258.
Henrick in de Waech . . 295. Herderinnestraat te 's-Gravenhage [81.
Hermafrodito......308.
HermaDS.......216.
Hermansz. Jacop .... 293.
Hersberch. Dirck Jansz. 12, 51, [52. 53-
Hert. Jan Heynricks die . . 26
's-Hertogenbosch . . 211, 215.
--------- Beleg van .... 304.
Heuklem. Reinier van . . 307.
Heus. De....... 306.
Heusden. Hendr..... 267.
---------. Van...... 271.
Heuvel. Ferdin. van den . 260.
Heyde. Van der .... 203.
Heyden. Willem van der . 271.
Heye. Jan Genitsz. ... 28.
Heyningen. Matheus van . 263.
--------- Zie ook van Heininghen.
|
|||||||
Bladz.
Hierdoor tot hooger. Teekenge- [nootschap 240. Hillebrant in de vier Heemskinde- ren 283. Hindostan. Holl. schilders in 84. Hissing. Joh. ..... 269 Hobma. Johannes . . . . 216.
Hoeckgeest. Joachim Otto van 262.
---------. Zie ook Houckgeest.
Hoeckwater. Crispinus . . 291.
Hoed. Gerrit......267*
Hoekwater. Henderick . . 291.
Hoendius. Henrick . . . 283. -------- . Zie verder Hondius.
Hoeren. Jan Jansz. van . . 282.
Hoeven. Jan Jansz. van der 295. Hof van Holland. 72, 74, 76, 80, [85, 88.
Hoffe. Coenraet.....259.
Hoge. Louvise of Louwys de, 262,
[269. -------- . Zie ook de Hooge.
Hogendorp. D. J. van. . . 95.
Hohenlohe. Begrafenis van den [Graaf van 47.
Holbein. Hans.....77.
Hollandt. Pieter van . . . 47.
Holsteyn. Pieter .... 63. |
|||||||
— 328 —
|
|||||||
Bladz.
Hoorn........308.
--------- Abraham van. 229, 231.
Hopcoper. Dirck Gerrits . 29.
Hopcooper. Huygh Claesz. . 32.
Horologe.......80.
Horologemakers .... 207.
Houbraken. Groote Schouwburgh
[der Neder]. Kunstschilders 299, [301 noot, 303, 3°4,3°5i3°7. Houckgeest. Jaques Otto. 262 noot.
-------- Zie ook Hoeckgeest.
Houten plaatsnijders . . . 224.
Houtman. Aelbert Maertens 69.
.--------- Corn. Cornelisz. . . II.
---------Jan Daems . . . 28.
Hove. Mons>'. van den 201 , 202.
Hoyberch. Aert van den . 252.
Huebert.....218, 219.
Hugensz. Jan...... 2.
Hughenzoen. Adriaen 281, 282.
Hullegaerde. Carel van . . 259.
Hulst. Mr. Bauduin Jan . . 95.
Humbert.......239.
Huybertsz. Johannes . . . 223.
Huygelbos. Jan . . . : . 230.
' Huygen. Adrian .... 296. ■-------- Pieter.....20.
Huygens. Constantyn . . . 205.
|
|||||||
Bladz
Holte. Gotvrey . - 266 Honcoop.......94
Hondius. Henricus. 261, 275, 287
--------- de jonge. Henricus. 261.
[273, 274
-------- Willem . . . 264. 275
-------. Zie ook Hoendius.
Honinch. Adriaan . . . . 216
Honoré. Francois .... 293 Honsholredijk. Het Huis.7 5 noot,85 Hont. Hendrick de . . . 118 Honthorst. Gerrit .... 260 ---------Dominicus Aertsz. van 245 --------- Toenis Dominicusz.van 245
Honton. De Wed. .... 80
Hooch. Antonis.....284
Hoochlant. Volckert ... 88
Hoofdlieden. Zie Overlieden. Hooft. Mr. Gerrit .... 185 ---------. Junior. G.....185 --------- Peter Adriaensz. 't. 263
Hoofft. Pieter Jansz. . . . 113
Hooge. Romein de. 200 noot, 206 ---------. Zie ook de Hoge.
Hoogeboom. Andries . 200 noot
Hoogendyk. S. . 227, 228, 231 Hooghcamer. Jacob Pietersz. 113 Hoop. Mr. Cornelis van der . 187 |
|||||||
— 329 —
|
|||||||
Bladz.
Huyghen. Adriaen. . .284,295. Huyghens. Mr. Willem . . 94. Huys. Peter Ing.....219. Iets over het St. Lucasgilde te
[Gouda 1.
Immerzeel. De levens en werken [der Holl. en Vlaamsche Kunst- schilders 2ii noot, 213 noot, [215 noot, 216 noot, 305, 307, [308. Indië.......39, 83-
Ingenieurs. Zie Barnaerdt, J.Block.
--------- te Rome. Hollandsche 207.
Intrede der Rethorykers. . 46.
Iperen. Johan Claesz. . . 36. ---------. Zie ook Yperen.
---------• Anth. van. . . . 265.
-------- Van. Zie ook van Yperen.
Italië......304, 308.
Jaarzang.....140 volgg.
Jacob, de scheymakerszoon. 296.
--------- wt den Haech . . 305.
Jacobs. Aert......29.
Jacobsen. Jan . . • ." . 283.
Jacobskerk te 's-Gravenhage. St. [276.
|
|||||||
Bladz.
Jacobsz. Gerrit ..... 260. --------■ Gorijs..... 2. ——— Lucas. Zie Vollenhove.
•-------- Sibrant.....281.
——— Simon . . 29, 250, 251.
Jager. Jan Florisz. de 10, 43, 45,
[46, 51, 54-
Jamin. Berend.....259.
Jan, Ariaen Huygens jongen 295.
— bieldesnieder . . . . 219.
— de schilder.....287.
Jans. Aeff.......29.
— Catharina......29.
— Emme.......29.
— Geertgen ...... 59.
— Lyntgen...... 58.
— Lysbet.......45,
— Margarita......29.
— Marritgen.....47, 55.
— Ningetgen.....60.
Jansen. Jan......222.
.--------- Martin . . . . 70, 218.
--------■ Rut...... 41.
Janskerk te Gouda. St. . 1.
Jansons. Jacob..... 229.
Janssen........ 295.
Jansyns. Jan...... 229.
Jansz. Broer...... 290
|
|||||||
— 330 —
|
||||||||||||||||
Bladz.
Jansz. Claes. . . .12, 47, 53. -------- Claes. Zie ook Wytmans. --------- Cornelis. . . . . 28.
--------- Cornelis. Zie ook Lanschot.
--------- Dirck. Zie Hersbereh.
--------- Emöndt. 11, 47, 48, 60.
--------- Gerrit. Zie Tas.
--------- Giaeomo . . . . 211.
--------- Gratiaen . . . . 260.
--------- Gysbert.....29.
--------- Jacob 31, 281, 289, 295.
--------- Jan. . 56, 58, 222, 289.
--------Pieter.....283.
______ Pieter. Zie ook Lanschot.
--------- Rutger.....283.
-------- Vaster.....63.
-------- Willem.....27.
Jaques........288.
Jardiniero.......236.
Jaspers. Jan......286.
Jaspersd. Neeltgen .... 58.
-------- Nelken.....282.
Jesys. Hendr. de . . . . 267.
Joannis. Willem Pietersz. . 296. Jobsz. Cornelis. . . 31, 39, 42. Joest. Mr. . . . 287, 295, 297. --------. Zie ook Joost. Joesten. Joest. . . . 286, 287.
|
||||||||||||||||
Bladz
Johan den goltsmit ... 71 Jong. Cornelis de ... . 259 ■--------- Elisabet de . 266, 292
--------Jan de.....25
Jonge. Joh. de.....23
---------Pieter Pietersz. de . 20
—— Symon Claessen de. 265
Jongh. Elisabet de. . 266, 292 ---------Johannes de . . 23, 24
|
||||||||||||||||
--------- P. de ...
|
>, 24.
283. 3°3- 31-
285. 282. 2É9. 294. 207. |
|||||||||||||||
Jonghekosten . . .
Joost wt den Haech . ---------. Zie ook Joest.
Joppen. Aryen .
Jordaensz. Abraham . Josten. Andries . Juffen. Koenraet Julius. Joannes . Juweliers..... |
||||||||||||||||
Kaal. L. van der . .
Kaart van het beleg van --------- van Brouck
---------van Delfland .
---------van Delft .
--------- van Fienoordt
--------- van Formosa .
---------van Gouda.
|
||||||||||||||||
■ 237.
reda. 64.
48, 68.
50
197.
35-
84. 52- |
||||||||||||||||
— 331 —
|
|||||||
Bladz.
Kaart van de Goutcade . . 60. --------- v. d. vaart en het jaagpad
[tusschen Gouda en Am-
[sterdam 64, 65, 67.
------— van Holland 29, 32, 69.
--------- van Honsholredijk . 85.
--------- van den Leidschendam. 31.
-------- v. h. huis v. Jacob Dircxsz.
[Lonck 60.
--------- van de Merwede. . 35.
---------• v. d. Nederl. Provinciën. 36.
---------van Rhijnland . . 54.
-------- v. h. land van Steyn. 60.
--------- van Tayonan . . . 84.
--------- van ïhuyl en 't Weechgen
[48, 68.
--------van Waddinxveen. . 60.
•--------- van de Gaarden langs den
[Yssel 53.
--------- v d. Yssel en Nieuwendam
[49-
Kaen. Jacob Cornelisz. . . 11. - Zie ook Caen.
Kaiser. Henrico.....306.
Kamerrijk.......213.
Kamerschilders . 255, 278, 279.
Kamp. Gabriel .... 24, 25. ---------. Zie ook Camp eD Campen. |
Bladz.
Kampen. Joost.....305.
Kant. Gilles ...... 214.
— Jan........214.
Karel V......243, 245.
--------■ Emmanuel, Hertog van
[Savoie 215.
--------1 Jackes.....288.
--------■ Zie ook Carel.
Karels. Jakus.....296.
Kastel. Kornelis van . . . 280,
Kegelingh. Hendiick Cornelisz. 44. Keghelingh. Gerrit Fransz. . 29. Kemel. Thomas de 224. Kempen. Van. Zie Van Cempen
[en Chemp. Kerkwijk.......85.
Ketel. Cornelis . 25, 35, 62 noot.
--------Jacobus. . . . 21, 22.
Kethel. Glas in de Kerk te 62.
Keulen.......70, 71.
Keyser. Hendiick de. . . 306.
Kinderman. Kracht . . . 262. Kist en Rooyaards. Ned. Archief [v. Kerkel. Geschiedenis. 1. Klokken te Gouda. . . 35, 36. Klundert.......304.
Knipbergen of Knypbergen. Fran-
[sois 260, 274. |
||||||
— 332 —
|
|||||||
Bladz.
Kniphuizen......225.
Koensoen. Kryn .... 281.
■---------. Zie ook Coenensz en Coen-
[raetsz.
Koets Schilderwerk aan een 81. Koetswagen. Kosten van een Stads- [64, 65. Koeverden. Pieter van . . 280. Koffermakers 108, 126, 134. 179. Kool. Rodolfus van . . . 264. —------- Zie ook Cool.
Koorddanseres.....54-
Kornelisoen. Davit. . . . 281.
Komelissens jonghen. . . 295. --------- Zie ook Cornelis.
Kortenhoef .... 187, 188.
Kraey. Dirck......260.
Kraeywinckel. Michiel . . 284.
Kiamm. Levens der Schilders. 216
[noot, 243, 245, 305,
[306, 307, 3°8-
Kroniekschrijver der Stateu-Gene- [raal. 54. Kroonen.......230.
Krynsz. Koenraet . . 295, 296.
--------■ Zie Crynsz.
Kunstenaars te Rome. Nederl. 207.
Kunstkroniek . . 255, 256 noot. |
Bladz.
Kunstvoorwerpen. Verschillende 80 Kussens. Lederen . . . . 71. --------- Stads. . . . 31, 63, 65.
Kuyl. Franciscus van. . . 213.
--------- Gerard van . . . 213.
Kwikstaart......306.
Laar of Laer. Nicolaas van 232.
- Pieter van. . 213, 301 noot.
Laeck. Reynier van der. . 264. Laerpoort te Venlo . 219, 220. Lafaille. Anthony . . . . 291. Laghteropius. Nicolaes . . 81. Lakenzegels.....37, 63.
Lambertin. Gottfried . . 217.
Lambertsz. Dirk .... 223. --------- Jan......47-
Lamput. Antonio . . . . 216.
Lande. Pieter van der 263, 287. Lange. Claes Jansen de. . 290. --------- van Wyngaarden. De
[11 noot, 27 noot.
Langedijk. Gerrit .... 267. Langele. Marthyn .... 263. Langenhoven. Martyn van . 294. Lange pier......84.
Lansbergius. Franciscus . . 40.
Lanschot. Cornelis Jansz. 13, 14,15. |
||||||
— 333 —
|
||||||||||||||
Bladz.
Lanschot. Coraelis Jansz. 16, t7i [18, 55-
--------- Pieter Jansz. 13, 14, 15,
[16, 17, 18, 19-p 20-
--------- Jan Cornelisz. van 12, 43,
[47, 61.
Lanschoiit. Martyn. . . . 263.
Laron. David.....265.
Laurens van Rotterdam 2o8; 209.
Ledeboer. D>'. A. M. Alfabetische
[lijst der boekdruk- kers enz. 291 noot. Leenarts. Mr. Hughe . . . 56.
Leendertsz. Hugo . . . . 51.
Leerbrief.....134, 151.
Leerjongens . 97, 102, 103, 148.
Leers de jonge. Aernout . 291,
Leeuw........305.
---------Gabriel van der . . 305.
Leeuwe. Roeloff de . . . 246.
Leeuwendalers .... 53 noot.
Leiden. 30, 40, 42, 52, 57, 69,
[[97, 204,236,274,305,307 noot. --------Glas in Rhynlandshuis te
[33, 45-
-------— Lucas van .... 80.
--------- Peter van .... 305.
Leidschendam. Kaart van den 31.
III. |
||||||||||||||
Bladz
Leidschedam. Proces van den 29, Leijenaar. Jan de ... 3 noot Lekkerkerk. Glas in de Kerk te 51 Lelienburch. Corn. . . . 259. |
||||||||||||||
Lemer. Dirck
Lens.....
Leonardi. Johannes
Lepelaar. Arent de -------- Claes de |
. . 290.
236, 238 • • 55
52, 63, 65. . . 48.
208 noot, . 72-88 • • 307
|
|||||||||||||
Lerius. Th. van . .
Leupe. P. A. . .
Leuven. Rinaldo van
|
||||||||||||||
Leven der romeinsche keizers. 57
Levensbeschrijving v. eenige voor-
[name mannen en [vrouwen. 27 noot. Lieffrinck. Hans . . 29, 32, 69.
---------Klaes. . . . 282, 287.
LieveVrouwe gild te Amsterdam 96.
------------- kerk te Amsterdam 96.
Lievens.......86.
Liggeren v. h. St. Lucas Gild te
[Antwerpen. 208 noot, [209 noot, 294, 306 noot. Lilly. John......237.
Limmick. Nicolaes van . . 269.
Linden. Jacobus van der. . 222.
Linschoten. Jan Huygen van 39.
42 |
||||||||||||||
— 334 —
|
|||||||||||||||||||||||
Bladz.
Lucas Gild te Antwerpen. St. 208
[noot, 306 noot.
--------- te Delft. St. 67 noot, 305.
--------- te Dordrecht. St. . 307.
---------te Gouda. St. . 1 volgg.
--------- te 's-Gravenhage. Het St.
[255 volgg.
-------------------Afscheiding in het
St. 278.
--------- te Rotterdam. St. . . 3.
|
|||||||||||||||||||||||
Bladz.
Linsen. Joan......308.
Lione........305.
Lippe. Simon Hendrick Graaf ter.79.
Lipsius. Justus.....33.
Lisse. Dirck van der . . . 259.
Lobberecht. Cornelis van . 82. ——— Quiryn van . . . 82.
Lobbrecht. Frederick Mathys 65.
Lofdicht op de kaart van Delft 205. Lombardye......214.
Lonck. Jacob Dircxsz. . . 60.
Londen.......216.
Loo. Jacob van . . . . . 216
— Jan Pyetersz.....43.
Loon. Jan van.....222.
— Maria van.....222.
Loos. Willem de . . . . 271.
Lorenzo,vlaamsch schilder.209,21 o. Losse aanteekeningen betreffende [Amsterdamsche Gra-
221. 280. 282 288. 60. |
|||||||||||||||||||||||
Luchtenburch. Jonathan van 51.
Lusthoff der Princhen . . 57. Lux. Ignatius.....222.
Luyten. Jan . . . . 16, 17.
Lijsten van schilderijen. 235 noot,
[237, 239.
|
|||||||||||||||||||||||
Maas. De schilder
— Rivier de. . . Maasland .... Maaslandsluis . . Maddalena . . . Madelphi. Johannes Maerten borduerwerker Maertensdi'. Margriete ---------Ningichgen . .
Maertensz. Pieter .
Maertssen. Mateus . |
|||||||||||||||||||||||
81.
202.
55- 57- 209.
268.
285.
53- 54- 296.
296.
|
|||||||||||||||||||||||
LLL
|
|||||||||||||||||||||||
Lubbers. Anna . . •
Lucas. Willem . . • |
|||||||||||||||||||||||
275.
St. |
|||||||||||||||||||||||
dam.
|
|||||||||||||||||||||||
Lucas Gild te Amster
|
|||||||||||||||||||||||
[89-1
|
|||||||||||||||||||||||
— 335 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Mede. Nicolaes van . . . 292.
Mededeelingen uit het Haagsch
[Gemeente-Archief 255 volgg.
Meer. Jacob Cornelis van der. 277.
Meeringh. H......23.
---------. Zie ook Mei inck.
Meesen.-Kers. Zie Weyman.
Meess. Jan......4°-
Meier. Christoffel .... 259.
Mellino. Abraham ... 58. Melsen........214.
Menioriael van den dood van Prins
[Maurits 61. Menin. Joos de.....34.
Menino. Giovanni de. . . 209.
Merinck of Mering. Albert 13, 14, [15, 16, 17, 18, 19, 24, 25. Mertsz. Gerret ..... 34. Merwede. Kaart van de . . 35. Mes. Gerrit......267.
Metsys. Quintyn.....78.
Meulder. Franciscus van . . 223.
Meurs. Aert ....... 289. Meurus. Aert......297.
Mey. Theodore Frangooys de. 233,
[234-
--------- Willem Stevensz. van der
[265.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Maes. Coemaed van der 259, 279,
[280, 295.
--------- Evert Crynsz. van der 260.
--------- Seger van der 270, 280.
Maetham. Adriaen. . . . 258.
Magin. Willem.....296.
Magito. Alerius . . . 231, 232.
Maire. Maximiliaen . . . 83. ---------Tomas La of Le. 285, 288.
--------- de zoon. Thcmas La of Le
[288.
Maknap. Esegiel Robbrechts 59. Mander. Carel van. Schilderboek [27 noot. Manege te Rotterdam . 234, 237. Mansfeld. Willem . . 271; 276. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 336 —
|
|||||||
Bladz.
Middelbeeck. Bastiaen . . 269. Middelburg......296. --------- Glas in de Kerk te. 47.
Middelharnis......76.
Middellandt. Pieter Huybersz. van
[66.
Miei. Giovanni.....214.
Mierevelt. Mich. Jansz. . . 263.
Mierop. Joachim van . . . 51. Migoen. Abraham. . . 50, 55. --------- Jacob......47.
--------. Zie ook Mignon.
Mignon. Abraham .... 55.
---------. Zie ook Migoen.
Minne. Aelt Adriaensz. . . 48.
Moeskoucker. Gerrit Garbrants. 88. Moetjens. Adriaen .... 292. Moeyses, steenhouwer . . 287. Mois. Willem.....244.
Mol. Art France .... 292.
---------Guilliam van . 306 noot. --------- Jacobus . . . 276, 280.
---------. Zie ook Mollo.
Molinaro, vlaamsch schilder. 212.
Molineri. J. A......212.
Mollo. Willem .... . 306.
Mols. Ms. Aanteekeningen . 306. Momper.......82. |
|||||||
Bladz.
Monicx of Monninckx. Corn. 259,
[262.
--------- Johan......268.
--------- Pieter.....263.
--------- Sybert Cornelis . . 264.
--------- de Weduwe . . . 265.
Montanius. Petrus .... 50.
Montfoert. Cornelis Gysbertsz. 286. Montfooit .... 31, 56, 223. Montfort of Montfooit. Cornelis [Sybertsz van 259, 297.
—------ Gabriel van . . . 276.
------— Siebert Cornelis van 287.
Mony. P. de......266.
Moor. Antonius.....209.
---------De......216.
Mostard. D. . . . . . . 113.
Mouthaen. Cornelis 282, 286, 287.
Muldert. Gerrit.....267.
Muller. F. Beschrijving van hist.
[prenten. 301 noot. ---------Joan......306.
---------Fz. Mr. S. . 218, 243.
--------- — Schilders-Vereenigin-
[gen te Utrecht 307 noot, 308 noot.
Munchen. . 258 noot, 261 noot. Munnekes. Hendr. . . . 261. Munt. Generaals van de . 57. |
|||||||
— 337 —
|
||||||||||||||||
Bladz.
Museum Boymans 235 noot, 240,
[241, 298.
-------- te Gouda . . 69, 304.
--------- Nederlandsen. . . 255.
Musici........207.
Muziekanten . 227, 228, 229, 231,
[232, 235, 236, 238.
Muziekinstrumenten. Fabriekanten
[van 207.
Muyns. Jan......268.
Muys. "Willem . . 234, 235, 236.
Mye. Jan Jansoen van der . 281. Mylen. Zoons v. d. Heer v. d. 297. Myst. Jan Jansz.....28.
Mytens. Daniel . . . 217, 259.
--------- Hans . . . 284, 287.
—------ Isack.....262.
Jfaamlijst der Bentvogels. Berijmde.
[299, 303, 3°7-
Naamplaat van het goud- en zilver-
[smidsgild te Amster- [dam . . 223, 224. Nagel. Jan......286.
Naghel........297.
Naso. Pieter...... 263.
Nassau. Graaf Jan van. . . 30.
Nassau. Prins van .... 79.
|
||||||||||||||||
Bladz.
|
||||||||||||||||
Neck. Jeronimus van der
Nederlantse geheugenis Nes. Hendrick van. . —. Zie ook Van Es. Nevolo. Nicolaus . Neyts. Mr.....
Nicolai. N.....
---------Mr. Nicolaes .
Nicolaij. Bartholomeus
Niel. Kryn van. Niellius. Pieter . . . Niervaart. Glas in de Kerk te Nieulant. Bueckel Cornelisz, |
||||||||||||||||
262.
68. 7, 18. 210.
235-
127. 244. 62. 269. 291. 57.
289, |
||||||||||||||||
[297.
49-
61. |
||||||||||||||||
Nieuwendam.....
Nieuwe Telkonst .
|
||||||||||||||||
Nimegen. Willem van . . 271.
Nimwegen Jacobus van . . 268.
---------■. Zie ook Nymegen.
Nini. Kardinaal..... 215-
Noerdi. Sr....... 292.
Noordervviel. Heynderick . 261.
Noorenburch. Hans van. . 288.
---------. Zie ook Norenburch.
Noort. Willem van 244, 245, 246,
[247, 248, 249, 250,
[251, 252, 253, 254.
Nooten. Sebastiaan van . . 190.
|
||||||||||||||||
— 338 —
|
||||||||||||||
Bladz.
Nooy. Van......245.
Norenburch. Frans van . . 295.
-------- Michiel Smit van . 290.
---------. Zie ook Noorenburch.
M'otelmans. Jan.....268.
Nuis. Cornelis Jansz. . 284, 286
Nyemeester. Wolfert . . . 225. Nyenrode. Ernst van . . . 248. Nymegen. Dionys van. . . 237. --------- of Nimmegen. Elias van
[227, 228, 230, 235 noot.
—------- Willem van . . . 230.
--------. Zie ook Nimwegen.
Obreen. Johannes .... 268.
Ockersz. Joost.....294.
Octrooi voor bedijking van de Zijpe
[244-
---------voor Gideon Dassigny 224.
---------voor Jacobus Goole . 222.
Odekercken. Willem van. 200 noot.
Oey. Jan van. . . . 245, 250. Oldenbarnevelt. Joan van . 49. Oleffen. Harmen .... 287. Olefsen. Herman .... 297. Olessen. Harmen 284, 287, 295. Oliviersoen. Kornelis . . .281. Oltshooren. Gerrit Adriaensz. 52. |
Bladz.
Onnes. Vtge......225.
Ooms. Arend. . . . . . 227.
Oorspronck ende voortgang der
[Nederl. beroerten. 55. |
|||||||||||||
228.
269. 291. 235-
70. |
||||||||||||||
Oostenrijk. Martijntje van
Oosterwyck. L. van ■—■------ Severijn .... |
||||||||||||||
Opera. Walsche . . .
Opstand tegen Spanje. , |
||||||||||||||
Oratie over den dood van Syne
[Hoogheyt 68. Ordonnantien en Willekeuren v. h. [LucasGild te Amsterdam 89 volgg. Orgel. Willem Jans ... 61. Orlando.......308.
d'Orville. Joan Fredrik . . 188.
Ossen. Jan Jaspersz. van. . 287. Ossenbroucke.....286.
Ostende. Beleg van ... 52.
Oudenaerden .... 43, 53. Oude Rogge. Flip Jansz. van. 291. Oude-Tonge......30.
Oudewater......29.
Outheusde. Pieter van . . 264.
Outshoorn. Abraham van . 258. Ouwendyck. Adriaen Fredericxsz. [van 257. Overdik ..,.,.. 270. |
||||||||||||||
— 339 —
|
|||||||
Bladz.
Persoels. Thomas . . 251, 252. Persyn. Reynier van . . . 66. Peryer. Hans.....296.
---------. Zie ook Perier.
Perzië. Hollandsche schilders in. 84.
Peter van Leyden .... 304. --------- van Wtrecht . . . 305.
Petit. Alexandei' . . . 258.
--------- Jan Frangois Ie . 49, 54.
■--------- Philips Ie ... . 54,
Peur. Henderick van . . . 292.
Philips II.....243, 245. --------- de horologiestelder. 36.
Philipsz. Philip.....55.
---------. Zie ook Fillips.
Piek. Cornelis van der . . 22.
- Dirck van der .... 23.
- Teunis van der . . 22.
- Zie Pyck.
Pickeur ....... 307.
Pickveld. Gerrit Evertse van. 292.
Pieman. H......24, 25,
Piemont.......215.
Pieter. Mr.......282,
Pieterken.......282
Pieters. Annechgen ... 53.
--------- Jannitgen .... 5^.
Pietersz. Cornelis . . 281, 297.
|
|||||||
Bladz.
Overlieden var. het St. Lucas Gild. [Bepalingen omtrent. 114, 154. Overmeer. Joannes. . . . 294. — ' Jan Gerritsz van . . 218. Overschie .... 200, 201, 202. Over 't Water. Pieter Antonisz. [van. 84. Overveen.......223.
d'Oya. Sebastiano .... 245.
Paardennaarkt. Biljetten der . 47.
Paludanus. Frangois . 260, 276. Pant. Anthonie van der. . 13. Paolo........210.
Papiermerken . . 300, 301, 302.
Pappelendam. . . . 261 noot. Paradis. Juffr......236.
Part. Anthonie van der . . 13.
Parijs......264, 291.
Pascucci. F.......239.
Pastoer. Guilliamo . . 285, 288.
Paulus V........211.
Pauw. Gerrit Jansz. ... 12.
Penon. Karel.....262.
Percellis....... 77.
Peretti........212.
Perier. Symon . . . 264, 291.
---------. Zie ook Peryer. |
|||||||
— 340 —
|
|||||||
Bladz.
Portret door F. Pascucci. . 239. --------- van Jan de Groot . 230.
--------- van de Wed. Honton . 80.
--------- van Jan Huygelbos 230.
-------- v. Hendrick deKeyser. 307.
-------- van Th. F. De Mey. 234.
■-------- van Symon Reyne . 230.
---------van W. Schepers 235. 241.
--------- van Prins Willem I. 84
Portretten door J. de Baen . 76.
------■— door G. Vereist . 229.
--------- van Bentvogels. 298 volgg.
---------van de familie van Beren-
[steyn 76.
-------- van vorsten uit het Huis v.
[Nassau. 83.
Portretstuk door N. J. Delin. 238. --------- door Humbert . . 239.
--------- door Van Nymegen 235
[noot, 237.
Post.........238. - Georg.......217.
Potgieter. Pieter.....219.
Pottenbakkers.....108.
Potter. Jan......28.
--------- Paulus.....263.
--------- Pieter de . . . . 263.
Pottere. Jooris de ... . 31.
|
|||||||
Bladz.
Pietersz. Frans. Zie Douwen. --------Dirck. Zie Crabeth. --------- Gerrit.....27.
--------- Jaques.....32.
--------Jan ..... 2, 293.
--------- W.....108, 145.
--------- Wouter. Zie Crabeth.
Pigho. Enrico.....210.
-----— Stefano.....210.
Pülegiften.....30, 59, 66.
Pirotzy........77.
Plaat van de Stad Gouda. . 50.
Plaatdrukkers.....225.
Plaatsnijders. 108, 126, 127, 134,
[179, 201, 221, 224.
—------. Zie ook Graveurs.
Placaetboeck. Groot . . . 243.
Plateelbakker.....62.
Plettenberch. Hester van . 84.
Plutarchus.......68.
Poinctel. Michael ... 87, 88.
Pola. Henrick.....267.
Polibius.......66.
Poll. Jan van.....70.
- Jan van de.....185.
Pool. M......301 noot.
Porceleinbakkerij te Rotterdam.
[217.
|
|||||||
— 341 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Pyck. Zie ook Piek. Pypenpoy. Jan Aebels . 37, 39. Quast. Peter . . . . . . 263.
--------Willem..... 271.
Queicstert....... 306.
Quirynen. Wermbout ... 32.
Quyerynsz. Cornelis . . . 45.
Rabatel........87.
Rademaecker. Jan ... 37, 38.
Raembiirgh. Elysabeth Dircxs van [66.
Raet. Willem Andriesz. de. 26, 27, [28.
Raffael........214
Ram.........305.
- Johannes de. . . 200 noot.
RamasynofRammazeyu. Gerrit292. --------- Johannes 203, 204 noot,
[205, 291.
--------Pieter.....69. --------- Pieter Jans .... 62.
Ravens. Leendert .... 290.
Ravesteyn. Anthony van 257, 271, [285.
-------- Arent van .... 258.
--------- Claes Louwerens . 286.
43
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Praalgraf van Prins Willem I 306. Pree. Louys de.....298.
Prenten door Alb. Durer . . 80.
-------- door Lucas van Leiden. 80.
Prentenkabinet te Berlijn. 300 noot.
Prenters....... I.
Prentverkoopers.....189.
Prins. Nicolaas.....229.
Privilegiën van Venlo. . . 219.
Proces van Ketterdooden, 33. Procureur.......303.
Proefstukken...... 128.
Proyen. Pieter Gerrits. . . 53.
Pruster. Pieter de ... . 284. Pruyster. Pieter de. . 263, 287. Psalmen Davids.....48.
Punt. Johannes de ... . 268.
Putten. Willem Heyndricksen van 1>93-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Putter. Coin. de
---------■ Jacobus de . --------- Joos de .
---------Simon de .
Puytlinck. Christoforo
--------- bijgenaamd Ti
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pyck of Piek. Isbrant Dircksz. 13,
[14, 15, 16, 17, 18, 19-
III. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 342 —
|
|||||||||||||
Bladz.
Roever Az. Mr. N. de . . 221. Rogge. Mattheus .... 293. Rogiersz. Carel.....291.
Romano. Giulio.....214.
Rombouts. Ph. . . . 208 noot.
Rome. 207 volgg., 299, 303, 304,
[306, 307.
Rood. Symen.....264.
Roomans.......264.
Roon. Corn. Hendricxs van 63.
Roos........238.
Rooseboom en Rosenboom. Mr.
Prederick 79. ■------— G.....108, 109.
Rordam....., 287.
Rottenmondt. AdiiaenSymonsz. 50.
Rotterdam 35, 40, 42, 43, 44, [49, 5°, 55» 8°i z°8, 209,
[217, 226—242, 298, 303. ---------. Francisco van . . 303.
---------. Laurens van . 208, 209.
Rotterdamsche Historiebladen.
[217 noot, 224 noot.
Roy. Merten Claesz. de . . 290.
Rubens........ 70.
Ruffelaer of Ruyffelaer. Jan. 35,
[36, 38, 40, 41-
Rutgen. Hubert.....220. |
|||||||||||||
Bladz.
Ravesteyn. Jan van 261,283,285,286. ■--------De Soen van . . . 285.
Ravesteyns jonghe .... 288.
Reael. Laurens.....113.
Redondie. Stoffel .
|
|||||||||||||
Reewijk. Glas in de
Reewijksche wetering Rethorykers . Reyersz. Otto Reynen Simon. . Rhyn. Rivier de Rhyndyk .... Rhynland. . . . Ridder. Johannes . Riemer. De . . . Rikmans. Willem . Rinaldo van Leuven |
Kerk te 52.
. . 68.
46, 63, 69.
• • 294.
228, 230:
. 246.
. 68.
32, 54-
• 254.
. 256.
. 271.
■ 3°7-
|
||||||||||||
Ritsser, borduerwercker
Ritter. Johannis.....293.
Robbrechtzoen. Jochuin . . 281.
Robyn. Jacobus. . . 200 noot. --------- J........239. |
|||||||||||||
Rochus Gild te 's-Gravenhage. St.
[256. Rochusz. Claes.....223.
Rochusz. Lambert.... 223.
Roermond.....216 noot.
Roes. Carel de.....283
|
|||||||||||||
— 343 —
|
||||||||||||||||
Bladz.
Rutger de meelre . . . .219. Ruyen. Alben van . . . 222. Ruys. Bartelmees .... 284. — Melch.......262.
— Michiel Willemsoen 281, 297.
Ruysch. Niclaes .... 254. Ryn. Jan Pietersz. van . . 262. — Maerten Claesz. van . 22, 23.
Rynenburch. Barent van 60, 67, 68. Rysewyk. P. Haverkorn van 207. Ryssen. Cornelis van . 303, 304. Ryswyk.......202. Saedelaer. Otto.....270.
Saennen. Pieter Adriaensz. van 263.
■----------. Zie ook Sanen.
Sainct Symon. Geleaem de . 298.
Salviati........210.
Salvyatus. Andreas Balestiucci 212.
|
||||||||||||||||
Santen. Gerrit van.
----------Harme van
----------Joannes van
Santvoort. Dirk. .
|
||||||||||||||||
Sas. Aeltge Jans .
Sassaduro. Pellegrino Satir of Satyr . . Schaegen. Johan van Schaep. David . . ----------Gerrit .
—------ Joost.
----------Pieter Davitsz.
--------- Thobias.
|
||||||||||||||||
Schatbome. Johan .
Schaijck. Johannes van Schellinks. Willem. Scheltema. Nic. . Scheltus. Jacobus . --------- Leendert .
-----——- Pouwelus .
Schepers. Willem 23
Schepperus. Jacobus Schiavony .... Schiedam .... Schieland .... Schiele. Johannes . Schilder en schoolmeester Scilder...... |
||||||||||||||||
Sam. Engel . .
— Johan . . . Sambix. Felix van Sanders. Gerard Sandrart . . . Sanen. Cornelis Gerritsz |
. 228.
■ 279-
. 67. • 232. ■ 77-
van 284. |
|||||||||||||||
----------Jacob Pietersoen van 285,
[286.
■----------. Zie ook Saennen. |
||||||||||||||||
— 344 —
|
|||||||||||
Bladz
. 216 . 261 • 215 |
Bladz
Schilderij door Percelles. . 77 --------- door Pirotzy ... 77
-------- door Engel Sam. . 228
■--------door Sandrart . . 77
---------door Schiavony . . 77
--------- door Titiaan . 77
--------- met Abrahams knecht 83
-------— met Adam en Eva . 80
--------met den doop des moor
[mans 88
—1------ met de Emausgangers. 83 --------- met den God Mars . 85
---------■ met de drie Gratiën. 212
--------- met den Kamerling. 83
.-------- met Maria boodschap. 83
--------- met den Samaritaan . 84
---------■ met Senecas dood . 82
______ met de stad Vianen en
[Vreeswijk 79
---------met den jongen Tobias. 84 --------- met Venus en Adonis 86
---------metdeworslelingjacobs.83
--------- met den zeeslag voor
[Duyns. 84
Schilderijen door Bamboccio. 213,
[214.
--------- door Pieter van Laer2i3,
[214.
|
||||||||||
Schilders. Boheemsche
—------- Duitsche .
-------- Fransche .
|
|||||||||||
--------- te Rome. Hollandsche 207
------— in Perzië en Hindostan.
[Nederl. 75 noot, 84
Schilderij door Pieter Aartsen 84 --------- door Pieter van Asch.
[200 noot
--------- door Jeron. Bles. . 77
---------■ door Paulus Bor. . 308
-------- door B. Breenbergh. 260
[noot
--------- door Wouter Pietersz. Cra-
[beth 304
--------- door Doedyns . 77
--------- door Ger. Douw. . 77
-------- door Alb. Durer 77, 78.
--------- door Frans Florisz. 77
--------- door Alb. de Graeff. 77
---------door G. de Haen 260 noot
[261 noot
--------- door Holbein. . . 77
-------- door Nic. Laghteropius 82
-------- door Langepier . 84, 85
--------- door Lievens ... 86
--------■ door Quintyn Metsys 78
--------- door Momper . . 82
|
|||||||||||
— 345 —
|
|||||||
Bladz.
Schilderijen door Jan Miei. 215. ---------d. Herman Swanevelt. 213.
--------- nagelaten d. Mr. Cornelis
[van Beuningen 77.
---------nagelaten door Mr. J. Ha-
[vius 74..
--------- op 't kasteel Zelandia. 83.
—------ uit Antwerpen en elders in-
gevoerd. 164, 165, 180—182. --------- v. h. Wijnkoopers Gild te
[Rotterdam 240, 241.
-------- Zie ook Portret, Schoor-
steenstuk, Tafel en Tafereel. Schilderij verkoopers . 108, 126.
Schinckel. Giovanni . . . 216. Schipperheyn. Barend. . . 225. Schleissheim .... 261 noot. Schlitsert. Rutgert .... 296. Schoerlant . . . . . . 251. Scholte. Dirck.....265.
—------- Louwerens. . . . 269.
Schoonschrijver.....72.
Schoorsteenstuk door E. van Ny-
[megen. 227, 235.
Schorel. Zyvert Genitsz. van 251.
----------Zie ook Scorel.
Schotland.......58.
Schotsen trommel .... 303.
|
|||||||
Bladz.
Schouf. Pieter.....263.
Schouwburg......237.
---------. Zie ook Opera en Tooneel.
Schrassert, Beschrijving van Har-
derwijk 243. Schriperus, Kersten . . . 220. Schuer. Theodorus van der . 215. Schuller. C. W.....239.
Schut. Cornelis.....305.
------- Poulus......68.
Schutterij vsn Gouda. . . 304.
Scorel als Ingenieur. Jan van [243—254.
Scut. Cornelius.....305. — Raffel.......296.
Sedan........222.
Seghers. Gerard.....215.
Selfvelt. Johan Hendr. . . 268.
Sellyne. Marry.....223.
Serret. Samuel.....289.
Seur. Cornelis van de . . 215.
— Theod. van de . . . . 215.
Sichem. Christoffel van . . 223. Sieuwertsz. Dirk .... 223. -------- Witze.....223.
Sillemans. Experiens . . . 223.
--------- Jefferyn.....223.
Süvercroon. Johanna Bommert 78.
|
|||||||
— 346 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
Simon de schilder. . 209, 210 St. Tonnis. Jacus van. . . '296 Six. Mr. Pieter.....94
Slang. Gegoten.....219.
Slecht. Frederick van ... 79
Sleydanus.......50
Slicher. Anthony.....222
Slingelandt. H. van. . 187, 188
Slot. Govert Hendricksz. 12, 45, 51 ---------. HemTck Govertsz. . 13 |
Bladz,
Spaignen. Lysbeth van . . 223
Spectator. Nederlandsche 75 noot. [84
Speelkaartenmakers. . . .127 Spelt. Jan Jansen van der. 13, 14. 15, 16
Speny. Henrick.....48 Speyck. Nicolaes van der . 269
-------—. Zie ook Van der Spyck
[en Van Spyk
Spiegelglazen. Fransche . . 229 Spieringhoofd of Spirinkhooft 307. Splinter of Splynter. Heynderick * [283, 286.
--------- Jacob Claesz . . . 284
Sprayt. Fransois ..... 290,
Spyck. Egbert van der . . 266 --------- Hendrick van der 267, 280.
[293
-------- Jacob Aelbertsz. van der
[268, 279, 280,
---------. Zie ook Speyck en Spyk
Spyckerm an.Pieter Heyndrickx.263
Spyegel van den ouden ende nieu [wen tyt 62 Spyk. Hendrick van ... 81 Staal. Barent Meynderts . . 259 Staal-looden.....37, 63 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 347 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Stoel. Pyeter Claessen . . 280. --------- Cornelis van der. . 292.
Stoeldraaiers......287
Stoelen........229.
Stoffade.......305.
Stolker. Jan . . . 234, 235, 240.
Stolwyk. Glas in de Kerk te 41. Stomwyk...... . 238.
Stoppelaar. Mi'. J. H, de. Het
[papier in de Nederl. 303.
Straalman. Mr. Matthys . . 190.
Straatenis. Adriaan. . . . 230.
Streefkerk.......55.
Stukadoors .....207.
Sturenberg .... 236. 238.
239-
307.
223.
223.
67. 291.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steenwyck. Jan van 14, 15, 16, 17,
[18, 19.
Steenwyk. Triomf van ... 34.
--------- Veroveren van. . . 35.
Stegweg........236.
Stembre. Matthias .... 210.
Stempels v. h. Klein Zegel 224. Stempers. Jan......223.
Sterrekyker......306.
Steucker of Steuckerts. Daniel. 290.
Steur. Johannes de ... . 280. --------- Pieter de ... . 276.
Steyn. Land van ... 60, 69.
Stifferie. Johannes . . . 268, 269. Stock. Andries ..... 257. Stockmans. Daevit.... 259. Stockum. Hans van . 281, 286. --------- Jan van.....295.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Swaen......248, 251.
Swaenoortsdyck.....251.
Swanenburch. Cornelis Comelisz.
[285.
-------- Niclaes Ysaaksz. . 263
--------- Pieter.....21.
Swanenburg. ïeunis . . . 24
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 348 —
|
|||||||
Bladz.
Tapijt in de Vroedschapskamer te
[Gouda 27, 38, 40.
Tapijtbladen .... 31, 35, 36.
Tapijten......78, 79.
Tapijlwerk . . . 40, 41, 78.
Tarburgo. Gerard .... 21 r. Tas. Gerrit Jansz. . . . 16, 17. — Jan Gerritsz. . 17, 18, 19
Tavenraat. J. J.....240.
Tayouan......83, 84.
Teekening van Delfshaven . 200.
--------- van Overschie . ■ 200.
--------van Voorburg . . 200.
Teekeningen iu het Museum Boy-
[mans 298.
Tegenwoordige Staat van Holland [243-
Telton. Toussain .... 294.
Temminck. Mr. Egbert de Vry. 187.
Tempel. Ant. van . . . . 216.
Tentoonstelling van Kunstvoorwer-
pen uit edele metalen [vervaardigd. 227 noot, [230 noot, 233 noot. Theodorik de vlaam . . . 210.
Ter Burch. Bartholomeus . 258.
---------. Zie ook Tarburgo.
Ter-Smitten. Mr. Hendrik . 94-
|
|||||||
Bladz
Swanenburgh. C..... 24
Swanevelt. Herman . . . 213
Sweers Mr. Isaac .... 185 Sweerts. .......229
Swelen. Pieter van. . . . 285
Swerius. Carel ..... 259 Swinderen. Johannes van . 2< " Syberts. Cornelis . . 286, 297 Symon. Geleaem de Sainct. 298 --------- van Antwerpen . . 305
Symons. Lysbet......58
Symonsz. Jan.....37, 44
--------- Job. Zie Gyselvecht.
—----— Sacharias .... 291
Sypesteyn. Dirck van ... 31
Tacitus......55, 62
Taets. Mr.......294.
--------- Nathanael .... 263
Taeffelwerckers of glazenmakers. 4
Tafelen voor de stad Venloo. 220 Tafelkleeden. ..... 78 Tafereel toebehoorende a. h. S*. Lu
[cas Gild te 's-Gravenhage. 276
Tapisseryen.....26, 28
Tapissierwerkers ioi , 108, 125,
[133, 134, "79
Tapijt in de Vierschaar te Gouda. 48 |
|||||||
349 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Tonisz. Hans. . . . . . 297. --------. Zie ook Thonisz.
Tooneel . . 234, 237, 238, 241.
---------. Zie ook Comedyespeelders,
[Commedianten en Opera.
Touinaey of Tournay. Jasper of
[Casper. 33, 58.
--------- Neeltgen Jaspers . . 58.
Toutsteen. Den.....31.
Tovenaar.......305.
Toy. Hendrik.....225.
Trechter. Zie Puytlinck.
Tristeyn. Pieter Pietersz . . 55. Trom. Outgert ..... 224. Tromp. Marten Harpertsz. . 84. Tïoyel. Abraham . . 280, 292. Trijp voor stoelen .... 229. Tu. Daniel......259.
Tuenissoen. Ghysbrecht . . 296.
Tuinder. Den.....236.
Turnhoudt. Pieter van 264, 270.
Turyn........2I5- . Ufelhaeve. Geert .... 261.
Uffelhaven. Gerrit .... 266. Ugo, »de rosse".....210.
Utenwael. Zie Wtenwael.
Utrecht 33, 35, 53, 59, 65, 69, 85. 44 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thuyl en 't Weechgen. Kaart van
[48, 68.
Thybaut. Willem. 31, 36, 37, 38, 39.
Thym. J. A. Alberdingk. 53 noot.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TielinckTielon.TienhovTier. RoTitiaan.Tomus.Tongere
---------
Tongerl
|
266.
296.
94
288.
77-
296. 260. 262. 277,
[29.0. Joannes. . . 2S0, 290.
Mich......203.
Pieter . . . 279, 290.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 350 —
|
|||||||
Bladz.
Utrecht 217, 218, 243 volgg., 260,
[284, 303, 305, 307, 308.
—------Kaart van .... 32.
---------. Zie ook Wtrecht.
Uurwerk op den toren te Gouda 32.
Uythoorn.......67.
Uyttenbroeck. M. , . . 75 noot.
---------. Zie ook Wttenbrouck. Vaeck. Cornelis Arlsz. . . 290
Val ckenburg. Mathys Willemsz. 263. Valkenburg. Martino . . .211. Valle. Claudius de . . 208, 209. Vallensis. Theodorus . . . 76. Vapour. Hendrik Arentsen . 75. Vecht. Lyntgen Jans van de 59. --------- Rivier de . . .245, 246.
Veer. Van der.....271.
Velde. Ësaias van den 260, 298.
--------- Filips van der . . 216.
Veltman. Jurriaen .... 268.
-----'■— Willem.....271.
Vely. Johan......290.
- Zie ook Wely.
Venetië.....300 noot.
Venkel. Maria ..... 225.
Venlo......70, 218.
Venne. Adriaen v.den 258,272,275.
|
|||||||
Bladz.
Venne. Pieter van der . . 263. Venne-cool. Jan Leendertsz. 66. Verbaesde verwondering der Cas- [tillianen 68. Verbeeck. Pieter .... 263. Verburch. Bartholomeus. . 258. Verbyl. Jan Govert 11 noot. 12. Vercolie. Johannes 200, 201, 202, [204, 206. Verden.......297.
Verdoes. Bruyn Wouters . 33.
Verdoolen. Lowys.... 292. Vereist. Guillaume . . 229, 240. Vereyck. Adriaen Cornelisz. 68. --------- Cornelis Adriaensz. 50, 56.
Vergulde koppen . . . 49, 59.
--------- kroes .... 70, 71.
Vergulders......207.
Verhaege. Cornelis . 264, 265.
Verhaert. Dirick .... 259. Verheyden. Dirck Jans . . 41. Verkoopingen van Kunst. Bepalin- [gen omtrent, no, 122,
[164 volgg., 180, 181. Verlichters . . . . . . 287.
Vermander. Zie van Man der.
Vermeulen......236.
Verreyst. Gerrit .... 234.
|
|||||||
— 351 —
|
|||||||||
Bladz.
Verschuyring . . . 200 noot. Versluys.......236.
Versteeg. Cornelis.... 265.
Versyl. Leendert Fransz. . 65. Verweert. Jan.....285.
Veth. Jan Daemsz. de . . 56.
Vianen........79.
Vileers. Maria.....82.
Vin. Van der. Zie Vyn.
Vinne. Gillyam van der. --------- Hendrik van der
Viruly. Collectie . .
Visbach. Hendrick Visscher. Claes Jansz. --------- Nicolaes
|
|||||||||
Bladz.
Vloetingh. Ludolf .... 290. Vlooswijck. Cornelis van . 118. Vluge. Heynrick Heynrixs . 285. Vogelsangh. Nathan. . . . 65. VoUenhove. Lucas Jacobs 12, 13, [14, 15, 16, 17. Vondel.......53 noot.
Voocht. Nicolaas de . . . 84.
--------- Philip de ... . 85.
--------Willem de. . . . 85.
Voorburg.....200, 201.
Voorhout te 's-Gravenhage . 81.
Vorstman. D''. M. A. G. . . 1. Vos. Hendrick Corn.47, 49, 5°i S2>
[53, 60.
— Hend. de ..... 52
Vosch. Frans Jans .... 54. -------- Jan...... 30
Vosmaer. Mr. C..... 256
Vouet. Anthony. . . 286. 296
---------Jacob..... 228
Vrede. Vertooning van den. 69
Vreeburg. Kasteel. . 244, 251
Vreeswyk....... 79
Vrie of Vrije. Adriaen Gerrits;. de
[32, 33* 35, 36, 37
Vries. Abraham de 258 ---------Aelbert de . . .26^
|
|||||||||
. . . 224.
Vittelius. Reynier .... 51.
Vlaamsche en Holl. Schilders enz.
[te Rome 207.
Vlaardingen. Glas in de Kerk te 67.
Vlack. Adr.......290.
--------- Corn. Janse . . . 33.
--------Jan Corn. . . 46, 59.
Vlacksy Claes Dammasz. van 14,
[15, 16, 17, 18, 19,
Vleugt. Nicolaes van der . 270
Vliet. Dirck van . . . 21, 22
Vlissingen.......58
Vloetingh. Hendrick ... 2
|
|||||||||
— 352 —
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Wapen van Theodore Frangois de
[Mey. 233.
-------- van Simon Reynen. 228.
--------- van Willem Schepers 235.
■--------- van Jacob Vosmaer. 228-
Wapens voor den bode van Steyn.
[69.
Waperom. Cornelis . . . 265. Wamaerdus. Mr.....287.
't Water. Pieter Antonisz. van Over
[84.
Watermerken in papier. 300, 301.
[302.
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Vries. Jasper de . . . 22, 23. --------- F. de.....153.
Vroesen. Adriana Gerrits . 62.
--------- Gerard Jansz.. . . 48.
Vrolyk. Pieter.....285.
Vry. Fredrich de ... 109.
Vryborch ..... 43 noot.
Vrye Harmen Jansz. . 61, 63, 69. --------- De. Zie ook de Vrie.
Vyn. Louwerens .... 293.
Waarder. Glas in de Kerk te. 47,63.
Waddinxveen. Kaart van . 60. Wael of Waell. Cornelius . 212. ------— Jacob de ... 305. --------- Jan Baptist de . . 216.
--------- De. Zie ook Valle. De.
Waesbergen. Joh. Jansonius van
[222.
Walborg. Derick . . . . 218 Walraven. Vilon .... 285. Walvis. Beschrijv. v. Gouda. 11 [noot, 27 noot, 70, 304. Wapen van Brederode . . 79. --------- van Gouda. . . 5'i 64.
■---------van Volckert Hoochlant 88.
--------- v. h. S*. Lucasgild. Pen-
dingen met het 277. 278. |
|||||||||||||||||
Watermolen ....
Wauter Errigo . .
--------- Marco .
|
3°5-
213.
213. 270. 270. 260. 211. 283. 43-
259. |
||||||||||||||||
Waverlee. Pieter
--------Toomas. |
|||||||||||||||||
Weda. Guillielmo .
Wed'e. Wilhelmus van Weeburgh. Daniel. Weeldighe. Pyeter de Weemen. Barent van . |
|||||||||||||||||
—-------Hendrik Johannes van. 268.
Weenen.....260 noot.
Weesep. Claes Jansz van 282, 286.
Weeshuis te Amsterdam 102, 149. Weeskamer te Gouda . . 5^ |
|||||||||||||||||
— 353 —
|
||||||||||||||||
Bladz.
I02, I49.
. . 2S0.
|
||||||||||||||||
Bladz.
Willemsz. Dirck .... 30.
---------- Matys ..... 297.
----------Will...... 264.
Willigen. Van der. Les Artistes
[de Harlem. 294 noot.
Wilt. Anna...... 223.
---------- Claes..... 292.
---------- Daniel..... 223.
---------- Rebecca .... 223.
Wiltschut. Robbertus. . . 270.
Winden. Bartholomeus van. 258.
Wintmoolen...... 305.
Witmans. Zie Wytmans.
Witmarius. Abdias. ... 65.
Witmont....... 200.
Wits. Mathijs..... 63.
Witsen. Gerrit Jacob. . . 109.
Witwerkers...... 153.
Woerden . . 31, 213 noot, 297.
Wolf . . . .*■; . .. - 3°7-
Wolff. Jan Jansz .... 283.
----------Mr. Anthoni van der 66.
Wolphertsz. Jan..... 57.
Workom. Glas in de Kerk te 46.
Wouter van der Gouw . . 304.
Wouterman. Gerrit . . . 230.
Wouters Marcus . . . . 213.
Wtenwael. Joachim . . . 307.
|
||||||||||||||||
Weeskinderen
Wely. Johan . . ----------. Zie ook V
Werden .
Weit. Anthony . ---------- Johan |
||||||||||||||||
ely
|
||||||||||||||||
. . 297.
284, 288.
. . 288,
260, 266.
. . 265.
. . 266.
. . 27O.
• 57, 262.
262, 277. |
||||||||||||||||
Wes. Ferdinandus
Wesendonk. Cornelis ---------- Frans . .
Wessel. Roelant van
Westerbaen. Jacobus ---------- Jan Jansz .
|
||||||||||||||||
Westerholdt of Westerhout. Alex-
[ander 12, 13, 14, 15, 16, 17, ['8, 19, 53, 62, 63, 67. ---------- Jan Alexander . . 20.
---------- Jan van 14, 15,17,18,19.
Westhreene. Van . . 255, 294.
Westsluizen. De acht. . . 81. Weven van damastlaken . 26. Weveringh. Mi'. Maarten . 95. VVeyman. Kers Meesen 17, 18, 19, [21, 22.
Weys........ 238.
Willebrordus. Beeld van St. 219.
Willem 1.......306.
Willemsz, Barthoult. Zie Abbe-
[steech. |
||||||||||||||||
— 354 —
|
|||||||
Bladz.
Zadelaarsgild te Utrecht . 245.
Zanten. P. van.....239.
Zeevaart. Boeken over . . 49.
Zegel der stad Venlo . . . 71. Zegels der stad Gouda . 55, 56- Zegelsnijders......224.
Zegelstempels.....224.
Zevenhoven......67.
Zilveren beker ..... 71.
--------- bekers van het S'. Lucas-
[gild te 's-Gravenhage. 272.
-------- vergulde beker . . 231.
•—------kannen .... 70, 71*
--------- vergulde kelk. 227, 230,
[232. 233.
--------- koppen .... 30, 66.
---------lepels en vorken. 229, 236.
-------- schalen . . . 30, 31, 34.
--------- schenkbord .... 88.
------- schenkteljoor. . . 277.
--------- tabbaardletters . . 28.
-------- zoutvat.....278.
Zilverwerk met wapen van Brede-
[rode. 79.
--------- v. h. St. Lucasgild te
['s-Gravenhage. 256, 272, 273.
--------- v. h. Wijnkoopersgild te
[Rotterdam. 240.
|
|||||||
Bladz.
Wt jonsten begrepen. Rederijkers- kamer 63. Wtvecht. Cornelis van . . 303. -----— Peter van .... 305. -------- . Zie verder Utrecht.
Wttenbrouck. Jan Mstheusvan 262.
-------- Moses . . . 262, 271.
Wurms. Gerrit.....267.
Wynekes. Matthys. . . . 224.
Wijnhandel. Bloei van den 226. Wijnkoopers Gilde te Rotterdam. [226 volgg.
Wynrancken. Rederijkerskamer de. . [63-
Wytma. Nicolaas Obbes. . 85. Wytmans. Claes Jansz. 42, 43, 217. Yarmouth.......223.
Yperen. Jan Claesz . 38, 39, 44.
--------- Anthony van . . . 258.
--------- Zie ook van Iperen.
Ysbrandts. Mevrouw ... 80.
Ysbransoon. Cornelis. . . 296. Yssel. Kaart van den. . . 49 --------- Kaart van de gaarden langs
[den 53.
—:----- Uitdieping van den . 37.
Ysselstein......47 noot.
|
|||||||
— 355 —
|
|||||||
Bladz.
Zilverwerk.Verschillend 86, 87, 240. Zinerssoen. Kornelis . . . 282. Zoetermeer......52.
Zonnewijzer aan het Stadhuis te
[Gouda. 27. Zulechem.......204.
Zwaen......248. 249.
—:----- Tomas Reyniers de. 52.
|
|||||||
Bladz.
Zwammerdam. Glas in de Kerk
[te. 61.
Zweden. Koningin van . . 216.
Zwynsfort.......225.
Zyl. Dirck van.....59.
Zype. Bedijking der. 243, 244, 245,
[2SI5 253- |
|||||||
i<^£?r7 9' *
|
||||||
VERBETERING.
|
||||||
Bladz. 297, 3e regel van onderen Büeckel Cornelisz. Nieucaert,
boeckvercoper, lees: Bueckel Cornelisz. Nieulant. » 306, 12e regel van boven Steekreiter, lees: Steekreiter, (d. i. Steenkrijter of Steenuil.)
» 306, 18e regel van boven Het Freti, lees: Het Fret. |
||||||