%>)
|
|||||||
y^ï^GHIEF
|
|||||||
Nederlandsche Kunstgeschiedenis
|
|||||||
kunsthistorisch instituut .
der rijksuniversiteit. |
|||||||
;t
|
||||||||||||||
ffittf
|
||||||||||||||
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
|
||||||||||||||
VERZAMELING
|
||||||||||||||
MEERENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
betreffende
Nederlandsche Schilders, Plaatsnijders, Beeldhouwers, Bouwmeesters
Juweliers, Goud- en Zilverdrijvers, Smeden, Stempelsnijders, Tapijt- wevers, Borduur verkers , Plateelbakkers, Ivoorsnijders, Glas- schilders, Ingenieurs, Landmeters, Kaartmakers, Verlichters Lettersnijders , Schoonschrijvers , Boekbinders , enz. MET BEREIDWILLIGE MEDEWERKING VAN VERSCHEIDENE ARCHIVARISSEN e. a.
BIJEENGEBRACHT DOOR
Pr. D O. OBREEN
Hoofddirecteur van 's Rijks Museum te Amsterdam
|
||||||||||||||
5° DEEL
EOTTEBDAM
W. -T VAN" HENGEL 1882—1883 |
||||||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
OER RIJKSUNi |
||||||||||||||
Gedrukt te Rotterdam, bij J. De Jong.
|
||||
Ü
|
||||
INHOUD.
|
|||||
Bladz.
Jan Van Scorel en Gustaaf Wasa, Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Kz. Archivaris van Utrecht..... i. Het Kapittel ten Dom te Utrecht neemt Mr. Goditn van Dor-
mael (bij Luik) tot zijnen Architect aan. Medegedeeld door den Heer Mr. F. A. L. Ridder Van Rappard......4. Mr. Beernt Wtteneng besteedt aan den Architect van het Dom-
kapittel te Utrecht het maken van een Sacramentshuisje in de kerk. Medegedeeld als voren............9. Sparsa uit Amsterdamsche registers. Medegedeeld door den Heer
Mr. Ch. M. Dozy te Amsterdam...........11. Adam Van Breens Exercitiën van de Gaide van Zijne Excellentie.
Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onderdirecteur van het Nederlandsen Museum............. 23. Een en ander omtrent G. Dou. (Met facsimile.) Medegedeeld
als voren...................23. De Schilder Adriaen Van Gaesbeeck. Medegedeeld als voren . 30.
Een .brief van Willem Van Mieris. Medegedeeld als voren . 32.
De oudste brief van het Haagsche St. Lucas-Gilde, 1487. Mede-
gedeeld als voren................33. |
|||||
— VI —
|
|||||
Bladz
Varia omtrent Plaatsnijders. (Met twee facsimiles.) Mede- gedeeld als voren................37. Bijzonderheden betreffende den bouw van het Genieenelandshuis
van Schieland te Rotterdam, later het Museum Boymans. (Met eene Plaat) . . . . . .........42. Een en ander uit den Inventaris van den boedel van za:jACOB
Vosmaer, Capiteyn-Major van Delff, overleden 30 Juni 1641. Medegedeeld door den Heer A. Bredius. onder-Directeur van het Nederlandsch Museum.....-.....56. Aanbesteding van Tromp'S tombe in de Oude Kevk te Delft.
Medegedeeld als voren ........ .....62. De twaalf Schilderijen van Otto Van Veen in 's Rijks Museum
te Amsterdam. Medegedeeld als voren........66. De Deekens en Hooftmans van het llaagsche St. LucasGüde
1631—1658. Medegedeeld als voren.........67- Het„Klatboeck" Letter F. van het St. Lucas-Gilde te's-Gravenhage
berustende in het oud-Archief dier Gemeente. Medegedeeld door den Heer A. J. Servaas Van Rooyen te 's-Gravenhage. 95. Eene schilderij door Floris Van Dijk van Haarlem. Medegedeeld
door den Heer D. Franken Dz. te Parijs.......114. Herman Safti.even II en zijne nagelaten Schilderijen. (M e t
een geslacht s tafel)..............115. De boeken der Haagsche Schilders confrèrie, vervolg van Deel IV
bl. 221. Medegedeeld door den Heer A. Bredius. Onderdirec- teur van het Nederlandsch Museum..........129 |
|||||
— VII----
|
|||||
Bladz.
Eene Schilderij der Gebroeders Vosmaer „geretukeerd" door Carel Fabritius. Medegedeeld als voren......... . 167. Portretten, geschilderd door Godfried Schalchen. Medegedeeld
door den Heer Mr. A. J. Enschedé, Archivaris van Haarlem. 170. De boeken van het Leidsche St. Lucas-Gilde. (Met 3 facsi-
miles.) Medegedeeld door den Heer A. Buedius, Onder- directeur van het Nederlandsch Museum........172. Jacob Vennekooi, en anderen. Medegedeeld door den Heer Mr.
Ch. M. Dozy te Amsterdam............260. Kuustenaars, voorkomende in het Album Studiosoium der Academie
te Leiden. Medegedeeld door den Heer Dr. W. N. Du RlEU, Bibliothecaris der Universiteit aldaar....., . . . 268. De Schilder Hendrick Cornelisz Van Vliet, Geboren te Delft
1611 of 1612, overleden aldaar 1675. Medegedeeld door den Heer A. BrediUS , Onderdirecteur van het Nederlandsch Museum...................284. De Schilders Melchior De Hondecoeter en Johan Le Ducq.
(Met facsimile.) Medegedeeld als voren ...... 288.
Een Kunstverzamelaar der 17e eeuw. Medegedeeld als voren. . 293.
Jacob Ochtervelt. (Met eene Plaat en facsimile.) . . . 316.
Een verdwenen portret van Erasmus, geschilderd door Albrecht
Dürer...................323- Contract van den Schilder Joost Drcociisloot met eenen
Utrechtschen Kunstkooper. 1620. Medegedeeld door den Heer M''. S. Muller Fz , Archivaris van Utrecht.......}2%- |
|||||
— VIII —
|
|||||
Bladz.
Contract van het Kapittel van St. Marie te Utrecht en Jan Van Oen , over het maken van het oxaal in de kerk, volgens het ontwerp van Jan Van Scorel. Medegedeeld door den Meer Mr. L. Van Hasselt te Utrecht....... ■ . . 331. Iets over Abr. Bi.ommaert of Bloemmaert. Medegedeeld dooi-
den Heer C. A. De Kruijff te Utrecht........333. De Familie Moreelse. Medegedeeld als voren......335.
Jacobus Van der Sluijs, Schilder te Leiden. A°. 1660—1732.
Medegedeeld door Jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, Archi- varis van Leiden............... . 335. Dominicus Van Tol, Schilder te Leiden, geb. 1631, t 1676.
(Medegedeeld als voren)..............343. Bartolomeus Maton, Schilder te Leiden, 1643—1682. (Mede-
gedeeld als voren)...............347. Verbetering....................35°-
Bladwijzer....................35'•
Alle bijdragen, waarbij geen naam van medewerker
opgegeven is, zijn van den verzamelaar. |
|||||
JAN VAN SCOREL EN GUSTAAF WASA. 1542.
|
|||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz., Archivaris van Utrecht.)
EVENSGAAND stukje (afgeschreven uit het re-
gister van procuratiën en certificatiën der stad Utrecht over 1542—1544) levert geen nieuws, maar is belangrijk als bewijs voor de geloof- waardigheid van Van Manders Schilderboeck. Deze toch zegt (f. 236): «Schoorel recomman- deerde een architect aen den Coning van Swe- den, Gustaus genoemt, schickende met eenen aen zyn Majesteyt een Mary-beeldt, waer in den Coning een seer groot behaghen nam, en schickte aen Sciioorel in danckbaerheyt een Coninglyck geschenck, met eenen brief van den Coning selfonder- teeckent, te weten eenen schoonen ring, een timmer matteren vel- lekens, een ys-slede, met alt gheree tot eeu peerdt dienende, daer zyn Majesteyt selfs mede plach ten yse te ryden, met noch eenen Sweedt- schekaes, 200 pondt wegende: des Conings brief quam ter handt, dan 't seghel daer afghesneden,' en al 't gheschenck bleef achter." De zaak komt dus geheel uit: de machtiging tot het openen van
den brief zal aanleiding gegeven hebben tot het afsnijden van het zegel. En ÖU wij weten, dat Van Mander in de hoofdzaak waar- V. 1 |
|||||
heid spreekt, kunnen wij hem ook over de details met meer vertrou-
wen gelooven. Eéne zaak blijft onopgehelderd: wie mag de architect geweest zijn, door Scorei. aan den Zweedschen koning aanbevolen? Merkwaardig is de vermelding van den Brusselschen tapijtwerker te Danzig, die eene Utrechfcsche vrouw had en dus wellicht na een verblijf te Utrecht daarheen getrokken was. S. Muller Fz.
Macht.
Meyster Jan van Scorel, canoniek van Sunte Marien-kercke
tUtrecht, ende heeft voor ons mit zynre gecoeren voichts hant, daer hy aen quam alse recht was, geconstitueert ende machtich gemaict, constitueert ende maickt machtich mits desen Jan van Parsvn, burger der stede van Amstelredamme, tegenwoirdelick residerende tot Danszyck, omme voer hem ende van zynre wegen ende tot zynre behoiff te eyschen, inne te manen, op te boeren ende te ontfangen van eenen Mergriet YsBRANTSDr., geboeren van Utrecht, Mr. Jan van Bruesels, tapesierwerekers weduwe, all alsulcke brieue ende ghc- scencken daerby, als die Coninclycke Maeyesteyt van Zweden aen hem constituant gesonden heeft off mach hebben, ende van den ontfanck der brieue ende gescencken voirs. behoirlicke quytantie te geuen ende quytsceldinge te doen, ende oft noot waere mit recht dairomme te spreken, hem ende zyn recht soe wel eyschende als verwerende te vorderen ende te vervolgen, te wynnen ende te verliesen, eede te doen ofte te zien doen, ende voirt allet genetalicken ende specia- licken daerinne te doen ende te laten, gelyck off hij daer seluer present ende voir oegen waere, te substitueren ende voirt te moe- gen machtigen eenen ofte meer anderen, hem geuende gelycke macht |
||||
— 3 —
|
|||||
als bouen, ende die voirt gemachtichde te moegen wederroepen, soe
dicke ende menichweruen hem dat gelieuen sal. Ende heeft die constituant voirs. noch speciaiick den geconstitueerden voirgenoemt macht gegeuen, ende geeft hem macht mits desen, omme die voirgen. brieff vande voirs. Conincklicke Maeyesteyt, by Mergriet voirs. ont- fangen, te moegen openen, omme doir de openinge van dien tot kennisse te komen van de gescencken des Conincklicke Maeyesteyts van Zweden voirs. Gelouende in onsen handen etc. Datum den Xien Septembris a°. XLII.
Presentibus Adam Ram , Cornelis Tynsijn scepene.
|
|||||
HET KAPITTEL TEN DOM TE UTRECHT
NEEMT Mr. GODIJN VAN DORMAEL (BIJ LUIK) TOT ZIJNEN
ARCHITECT AAN. 10 MAART 1356. |
||||||
(Medegedeeld door den Heer Mi'. F. A. L. Ridder Van Rappard.)
Conventio inter capitulum et magistrum Godinum de Leodio.
N nomine Domini amen. Pateat universis hoc presens
instrumentum publicum inspecturis et audituris, quod anno nativitatis eiusdem domini millesimo trecentesimo quinquagesimo sexto indiccione nona, mensis Martü die decima, hora decantacionis vesperarum, in ecclesia Tra- iectensi constituti in presencia mei notaril publici sub- scripti ac testium infrascriptorum, ad hoc specialiter vocatorum et rogatorum, viri honorabiles et venerandi domini Henricus de Weyda Dei gratia decanus, PHir.iprus de Zyrk, Phu.ippus DE Gruenkvkxt prepositus Elstensis, Johannes dictus Spyrinc, Stephanus de Everdinghen, Everardus dictus Foec et Johannes Ai.kus, canonici capitulares prefate ecclesie Traiectensis vice et nomine tocius ca- pituli eiusdem ecclesie ad hoc congregati et idem capitulum protunc facientes, ex parte una, nee non providus vir et industriosus ma- gister Godinus dictus van Dorhaei. laycus parte ex altera, sponte |
||||||
— 5 —
|
|||||
et scienter confessi fuerunt ac recognoverunt, se hiDC et inde
propria ac libera voluntate ac matura deliberacione prehabita fecisse invicem et iniisse convencionem quandam inferius annotatam, que quoad formam et continenciam condicionum in lingua nostra Teu- tonica et materna redacta fuit, et conscripta in quadam cedula pellis ovine, coram eodem magristo Godino expresse perlecta et publice recitata, ut prefatus magister Godinus, quia laycus seu illitteratus, profundius ea intelligeret, que promitteret et iniret. Cujus quidem cedule tenorem ego notarius subscriptus sub eadem lingua materna in hanc formam publicam redegi, ut quicumque illitterati linguam latinam ignorantes seu eam non intelligentes visuri fortassis in pos- ferum vel audituri hoc presens instrumentum publicum, tanto lucidius intelligere valeant condiciones convencionis huiusmodi seu contractus. Qua quidem cedula prelibata ibidem ut premittitur distincte et expresse perlecta, idem magister GodiNüs confessus fuit, se omnia contenta in eadem sane intellexisse et, asserens se super eisdem contentis suffi- cienter deliberatum , levata manu sua dextera, extensis quod duobus anterioribus digitis eiusdem sue manus, ut a laycis fieri consuetum est, sollempniter hec eadem iuravit, et per idem suum iuramentum ibidem corporaliter sic prestitum ad omnia et singula comprehénsa in eadem cedula se efficaciter obligavit. Tenor quidem eiusdem cedule sequitur in hec verba: »Iu den iaer ons Heren doe men screef dusent driehon- »dert ende ses ende vijftich op den tyenden dach in den Meerte ghe- »sciede, dat tcapittel der kerken ten Doem tUtrecht aen die een zide »ende meyster Godijn VAN Dormaei. aen die ander zide droeghen over- »een: dat meyster Godijn voerseit van dien voerseiden daghe voert »also langhe alse hi leeft, of een iaer na dier tijd dat hem tcapittel »des ontwaerde alle werck, steenen, houten , gouden , zuiveren, loden »ende yseren van wat manieren tsi, dat den goodshuse ten Doem voer- |
|||||
»seit nu toebehoert of namaels toebehoren sel, na des capittels goet-
»dunken trouwelike ende wel vizieren, meysteren, berechten ende maken »sel doen buten sinen kost. Voert sel hi daghelix stadeliken, alse re- xdenlic is, wesen bi den werken, ende selver met der hand werken. »Voert sel hi werklude ende knechte ontfaen ende te werke zetten, »ende dien oerlof gheven bi rade des werkmeysters (i), ende anders »nyet. Voert en sel meyster Godijn van leerkijnderen, of van formiere, »of van huyknapen, of van houte, of van steene, of van ysere, of van »anders enighen dinghen, out of nywe, dat van den werke vallet of »comen mach, of van anders, enighen voerdeel te sinen behoef on d er- awinden of hebben, meer dan sijn loen, dat hier na bescreven staet. «Voert sel meyster Godijn ryden ende varen daren die werkmeyster »seynd, om steen, om hout, om yser ende om loed, op des werks kost, »daer hi sonder anxt sijns lijfs varen mach, alse hem des die werk- smeysler vermaent. Voert sel hi in allen dinghen des goodshuys beste «vorderen ende dat archste schuwen, ende alle dese voerseide punten »trouwelic ende wel houden ende vervullen in alle den besten, dat hi »kan bi sinen vijf zinnen, sonderlinghe dat hi die werklude daer toe »houden ende berechten sel, dat si haer loen trouweliken verdienen »sellen zonder archeyt. Ende dit heeft meyster Godijn gesworen ten «heylighen trouwelic ende wel te houden sonder argheliste, ten ware »bi des capittels oerlof. Ende hier om sel wi hem gheven telker sweeke enen schilt, of also veel payments daer men enen om copen »mach, ende een paer cleder iaerlix; voert hovescheide iaerlix tot «achte ponden toe; voert sijn broed ende sijn bier ende sine mane- »penninghe, alse haertoe ghewoentlic gheweest heeft. Waer oec dat 1) Hier wordt niet bedoeld een architect, maar de fabriekmeester, een
kanunnik, die het toezicht op het werk had en de rekening daarvan aan het kapittel aflegde. Mr. Godijn was de opperste architect, de „meyster indor loedze." |
||||
— 7 —
|
|||||
»zake, dat enich van onsen goodshuze meyster Godijns meysterien be-
»gheerde tot sijnre sonderlingher thymmeringhen binnen onsei' montage, »des zoude hi hem ten besten wisen. Voert sel onse werkmeyster »selve sluetelen hebben van alle den sloten, die den werke toebe- »horen, om alle dinghe te versien alse hem goet dunket. Begheert j>oec onse here van Utrecht in des Stichts oerbaer of die Uoemproest »in der Doemproestyen orbaer meyster Godijns, dien sel hi bereyt »wesen bi des capittels oerlof, of waert luctic te doen bi des werk- »meysters oerlof. Ende anders gheens werks hem onderwinden zonder »des capittels oerlof." Insuper prefatus magister Godinus inconti- nenti, nullo actu extraneo interveniente, sollempniter ac corporaliter juiavit, ut prius: quod quandocumque dominus decanus et duo canonici capitulares prefate ecclesie Traicctensis nomine suo et capituli eiusdem ecclesie, ipsum magistrum Godinum venire vocaverint ad civitatem Traiectensem iuxta ipsorum beneplacitum et voluntatem, extunc infra duos menses, vocacionem huiusmodi immediate sequentes, idem magister Godinus veniet ad eandem civitatem Traiectensem ad dictos dominos, ibidem iuxta convencionem suprascriptam facturus et continue per- mansurus. Sub hüs itaque condicionibus prenotatis recognovit pre- fatus magister Godinus, se per reverendum in Christo patrem dominum Johannem Dei gracia episcopum Traiectensem ac venerabiles viros dominos Henricum de Mieklaer eadem gracia prepositum et archi- diaconum nee non Henricum De Weyda prefata gracia decanum, totumque capitulum dicte ecclesie Traiectensis, receptum fore in ma- gistrum fabrice ecclesie Traiectensis supradicte. Idemque magister Godinus spospondit ac bona fide piomisit dictis dominis et michi notario publico, vice et nomine eorum ac capituli eorundem necnon omnium aliorum, quoi'um interest seu in futurum interent, legitime stipulantium, fideliter adimplere et effectualiter observare omnes et |
|||||
— 8 —
|
|||||
singulas condiciones- suprascriptas sub dictis suis prestitis iuramenüs.
Acta sunt hec in ecclesia Traiectensi suprascripta in capella Beatorum Stephani prothomartiris ac Willibrordi episcopi et confessoris, in qua reverendoium patrum dominoium Frederici de Zyrk et Johannis de Dyest olim episcoporum Traiectensium corpora requiescunt, sub anno, indiccione, mense, dieet hora quibus supra, presentibus ibidem viris discretis dominis Johanne dicto Vrenke et Henrico de Aïtendern presbyteris, in dicta Traiectensi ecclesia vicariis perpetuis, et nonnullis aliis fidedignis testibus, ad premissa vocatis specialiter et rogatis. Et ego Johannks dictus Multor, clericus Traiec-
tensis, publicus imperiali et ordinaria auctoritate notarius, premissis omnibus et singulis una cum pre- nominatis testibus anno, indiccione, mense, die, hora et loco prescriptis presens fui; ea vidi, audivl et in hanc formani publicam manu propria, nil addito, subtracto vel mutato, quod sensum mutet vel intel- lectum viciet, redegi ; signo quod meo solito signavi requisitus, in testimonium veritatis eorundem pre- missorum. (Naar het oorspronkelijk stuk op perkament in het archief
van het Domkapittel.) |
|||||
<
|
|||||||||
— 9 —
|
|||||||||
M'. BEERNT WTTENENG
BESTEEDT AAN DEN ARCHITECT VAN HET DOMKAPITTEL
TE UTRECHT HET MAKEN VAN EEN SACRAMENTSHUISJE
IN DE KERK. 1442.
|
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
N deser manieren ende vorwaerden als hiernae bescreuen
staet, soe heeft Meyster Beernt wtenEnghe, canoniek ten Doem Tutrecht, by Meyster Johan Colentier ende Heer Rover van Wynsen, als weremeysters inder seluer kereken ten Doem voirscreuen, bestaet te maken aen Meyster Henric VAN Boutsvert 1), meyster inder loedzen ten Doem voirseit, dat sacramens- huys, dat daer begonnen is te maken 2). Dat Meyster Henric voirscreuen dat volmaken sel myt al sijn behoeren, nae dattet werek geordinert is, myt dertyen beelden, die gehouden sullen wesen inden seluen werek, ende alsoe dat selue werek dat eysschen sal; ende selt op sijn stede setten, daert staen sel, volmaket, sonder enich cost van Meyster Beernt voirseit. Dan dat hem Meyster Beernt voirscr. besorgen sal voer alle dit werek. mitten dertyen beelden voirscr., alst volmaket is, tachtich oude |
|||||||||
1) Mr. Hendrik van Bolsward.
2) Het sacramentshuisje stond naast het hoogaltaar. De treden van den
daarheen leidenden trap zijn nog op het Domkoor aanwezig. Eene teekening van de rijkversierde trapleuning berust in den atlas der gemeente Utrecht. V. 2
|
|||||||||
— 10 —
|
|||||
Vrancricxsche scilde, als anderhaluen Rijnsche gulden voir eiken ouden
scilt gerekent. Voert sijnt vorwaerden, dat Willam Koernken sel maken vijff traelijen van yser, als sij inden seluen werck dienen sullen, dat is te weten: dat Willam voirs. sel hebben van Meyster Beernt voirscr. acht ende tsestich Borgoensclie scilde, als drie ende twijntichsten haluen cromstert voir eiken scilt voirscr. gerekent, sonder enigerhande argelist. Deser cedulen sijn drie alleens sprekende, die een wt den anderen gesneden; des heeft Meyster Beernt voirscr. die ouerste cedel, die wercmeysters voirscr. die middelste cedel, ende Meyster Henric ende Willam voirscr. te samen die nederste cedel. Dit geschiede inden jair ons Heren dusent vierhondert twee ende veertich opten Woens- dage indie Paesheylichdage. Paulus Wilhelmi, Notarius.
(Naar het origineele cyrograaph op papier in het archief
van het Domkapittel.) |
|||||
11 —
|
|||||
SPARSA UIT AMSTERDAMSGHE REGISTERS.
(Medegedeeld door den Heer Mr. Ch. M. Dozy.)
a. Schilders:
ERRIT Anthonisz., schilder, koopt den 13™ Novem-
ber 1668 een huis. NB. den 29™ September 1672 komt deze weer voor met de toevoeging: Kladtschilder. Hendrick Ambrosius, schilder, koopt een huis op de Noordzyde van de Leliegracht 24 September 1658, Kwytsch. regist. FF 143; aan Kramm alleen bij name bekend. Pieter Laurensz. van Ansloo, schilder, koopt een huis bij de
St. Anthoniesluys, daer de Doornecroon uythangt, 16 April 1658, Reg. v. Kwytscheld. R. fo. 246 v«. Garbrand Bann van Haerlem, schilder, 27 jr. oud, won. Achter-
burgwal, geene ouders hebbende, ondertr. 26 Juli 1640 Willemyntje Boelen van Amsterd. 17 jr. oud, won. als voren, geassist. met Ca- tharina Boelen. Puiboek in dato. Jan Bloem, schilder, verkoopt een huis in de Reestraat aan
Johannes Lingelbach, mede schilder, 18 September 1662, Kwytsch. regist. KK 115 vo. Zie ook DD 154, 155. |
|||||
— 12 —
|
|||||
Joannes van Capelle, schilder, koopt een huis aan de Noord-
zijde der Koestraat voor / 9600 den 2ien Mei 1661; aan Kramm alleen bij name bekend. Dirck Centen, schilder, verkoopt 5 Juni 1657 een huisje met
stalling op 't Wandelpad voor / 625, Regist. v. Kwytsch. R. 48 v». Jeurian Ci.aasz., fynschilder, koopt een huis op de Gouds-
bloemgracht, daer de Sterre uitsteeckt voor f 1200 den 6en April 1671, Kwytsch. regist. RR 151. Hendrick Coops, schilder, werd in 1657 aangesteld tot zieken-
trooster voor de buitenpaden en het pesthuis; had in 1649 reeds op de nominatie gestaan, maar was toen niet benoemd. CiTRiBTtAEN Dusart, Historiën- en Conterfeitschilder, koopt
19 Januari 1669 een erf aan de Reguliersmarkt voor ƒ3000, Kwytsch. reg. 00 133. Zie ook 00 242, FF 104 en RR 76 vo. Hij was omtrent 1618 te Antwerpen geboren, zie Nedl. Kunstbode 5 Novb. 1881. Kramm noemt hem landschapschilder of was deze een Haagsche naamgenoot? De door mij vermeldde komt ook in 1658 en in 1671 te Amsterdam voor. Gerard Dassonville , konstschilder, verkoopt een huis in de
nieuwe Vyzelstraat voor f 2400 den 28™ Mei 1672, Kwytsch. regist. SS 166. Aixard Everdingen, schilder, »compt uyt de Bantemmerstraet",
begraven in de Oude Kerk den 8en November 1675. Den 24™ Juni 1676 vertoonde zijne weduwe JanNeke Bouwers
zijn testament (notaris d'Amour 2 Juli 1658), waarbij de weeskamer gesecludeerd was. Volgens Kramm zou hij te Alkmaar overleden zijn; Drugulin
geeft wel de juiste plaats van overlijden, maar geen datum. Hendrick Eleerts, schilder, (Wouter Wiltens Mr. silversmit,
|
|||||
Ia
|
|||||
soon en eenigste erfgenaam van) en Rensje Wouters verkoopen 26
Augustus 1679 een huis in de Smaksteeg zuidzijde, Kwytscheld. regist. VV 249 vo.; zie ook Register 4 der Decreten fo. 155. Den 2ien December 1660 en den 28en Januari 1661 was Hen-
drick Elberts, schilder, nog borg bij het verkoopen van huizen geweest. Hans van Essen van Antwerpen, schilder, wedr. van Marretie
Sybrants, wonende om den hoek van de St. Jansstraat, ondertr. 20 Decbr. 1636 Anna Jans van Amsterdam, weduwe van Hans War- naerts , wonende St. Jans . .. straet. Puiboek. Lambert Domer , schilder, verkoopt 12 Juni 1671 een hem voor
de helft toebehoorend huis op Marken, Register v. Kwytscheld. RR. 222. Barend Graet, schilder, koopt een erf op de Leidsche gracht
voor f 2430 den 5™ Januari 1664, Kwytsch. regist. KK 80. Zie Kramm in voce. Jan Cornet.isz. Holblock, schilder, »comptuyt de korte Koninck-
straet", begraven in de Oude Kerk den 3™ November 1679. Martin Imbrechts, schilder, verkoopt een huis op de Oostzyde
der Conincksgraft by de Raemsteegh voor f 3800 den 3en September 1658, Kwytsch. register FF 140 v°. Hans Jansen, schilder, uit de Jonckerstraet, begraven in de
Nieuwe Kerk den gen November 1656. Gerrit Jacobss van Langendyck, 27 jaar, schilder, wonende
op de Cuype , geassist. met Guertie Gerrits syne moeder, ondertr. 28 April 1641 Lysbf.th Abrahamss van Amsterdam, wonende als. voren, geene ouders hebbende, oud 26 jaren. Zie Puiboek in dato. Hans Jeuriaen van Baden, schilder, weduwen?, van Jannetie
van DER Meer, wonende Zeedyck, ondertr. 19 Mei 1635 Brechtie Jacobsdt. van Amsterdam, weduwe Ysbrant Pieters Seltjng , wo- |
|||||
— 14 —
|
|||||
nende als voren. Zie Reg. der Weeskamer 5 Jur,i •635. Puiboek
in dato. Steven Janss van Goor, schilder, 31 jr. oud, geassist. met
Hans Gerrits van Goor, won. Rooseboomsteeg, ondertr. 2 Maart. 1639 Styntie Claes Paets van Amsterdam, 21 jr. oud, geassist. met Annetie Gerrits hare moeder, wonende op 't Nieuwelant.... Puiboek in dato. Barent Janss van Hoorn, schilder, Wed?. Marretie Jacobs
Boon, won. in de tuynstraet, ondertr. 23 Decemb. 1637 Grietie Heyndricks van Amsterdam, 23 jr. oud, geassist. met hare moeder Neel Jans, wonende op de Noordermarkt; zie regist. der Weeskamer 22 Decemb. 1637. Puiboek in dato. (de bruidegom teekent Baerent Jansse Muller). Johannes DE Kaersgjeter, schilder, is 5 November 1660 borg
bij den verkoop van een huis door Christiaen Keersgieter aan Hendrick Meyndertss Kuyper voor ƒ 6200, Regist. v. Kwytsch. HH 56 vo. Leendert Leendrrts, schilder, koopt 16 Maart 1679 een huis
in 't gebed sonder ends steegje gend. de vergulde bijl, voor f 9751 Reg. v. Kwytsch. VV 248 vo. David Ludicke, schilder, is borg bij den verkoop van een huis
den ien November 1657, Regist. v. Kwytsch. R f°. 120 w».; Zie ook HH 200. David Ludekino, schilder, verkoopt 13 April 1661 een huis op
de Zuidzijde der Egelantiersgracht, daer 't gulde slot uithangt (dat hij 4 Septb. 1659 van zijn schoonvader Dirck Janss . . . gekocht had), Reg. v. Kwytsch. II 29. Zie ook KK 231. Gabriel Metsu, schilder, vooraen in de Leyse straet, begraven
in de Nieuwe Kerk 24 October 1667 f 15.—. |
|||||
— 15 —
|
|||||
■ Jan Cornelis Moyert van Amsterdam, schilder, 32 jr. oud,
geassist. met Cornelis Joppen Moyert, zyn vader, wonende . . . Blyehoek, ondertr. 18 October 1635 Lysbeth Cornelis van Hoorn 34 jr. oud, wonende over de gelderse Kai, geassist. met Metjie Harmes, hare moeder. Puiboek in dato. Frederik Meyerinck van Eembden, schilder, 30 jr. oud, noch
eene moeder hebbende, won. op Uylenburgh ondertr. 26 Novbr. 1638 Lysbeth Claes van Antwerpen, geene ouders hebhende, geassist. met hare meuye Jaapje Albers, wonende als voren. Puiboek in dato. Otto Marceus, Constschilder, verkoopt II Maart 1677 voor
ƒ131 aan Burgem. en Thresor. van Amsterdam een stukje Rietland in d'Oütersterper polder. Kwytsch. regist. VV 193 (Volgens Immer- zeel in 1673 overleden.) Johannes Molenaar, constschilder koopt 25 Augustus 1657 voor
ƒ8200 een huis in de Voetboogstraat. Kwytsch. regist. R 64 vo. Cornelis Rietvelt, schilder, verkoopt 4 April 1656 de helft
van een huis, dat hij 26 Novb. 1654 gekocht had. Kwytsch. regist. CC 161. Adam Pynacicer op de Rosegraft begraven in de Nieuwe Kerk
28 Maart 1673 f 15. Volgens Immerzeej, zou de schilder van dien naam 1673 overleden, maar de plaats van overlijden onbekend zijn. Johannis Zaven, schilder in de Corte Lyenbansteeg begraven
in de Nieuwe Kerk 23 October 1662 ƒ10—13. Jacob de Ryck , schilder als man en voogd van Immetje Camp-
HUYsen en Evert Jans Borduyr als voogd over Jan Camphuys soon van Jan Jansz. Camphuys verkoopen 1 Mei 1663 een gedeelte van een huis op de Zuidzyde der Lauriergracht voor ƒ 2500. Kwijtsch. regist. LL 78 v». Heyndrick Pieters van Amsterdam, schilder, 21 jr. oud, wonende
op de N. Z. Achterburgwal, geassist. met Annetie Mattheus zyne |
|||||
— 16 —
|
|||||
moeder ondertr. 8 Mei 1638 JOSYNTIE Rycken van Alkmaar,
27 jr. oud, wonende als voren, geene ouders hebbende. Puiboek in dato. Lowis de Pheuter uyt 's Hage, schilder, won. Huidenstraat
geassist. met Jacob de Pheuter syn vader ondertr. 29 Juli 1639 Dorothea Felbier van Amsterdam, wonende Conincksgracht, ge- assist. met hare moeder. (De bruidegom teekent Lowis de Feuter.) Puiboek in dato. Andries Schaeck, schilder, koopt 13 Januari 1671 een zesde
part in een huis op de Noordermarkt, daer het schilderswapen voor- de Luyffel staat naast de hoek van de Lindendwarsstraet, lendenen aan de westzyde Pieter Jansz. Swelingh, aan da Oostzyde de erf- genamen van Jannetje Pieters, Kwytscheld. regist. SS fo. 21. Jan Sweerman, schilder, koopt met Harman Courten Sweer-
man en Claes Jansz. Camper, kistemakers, van B. en T. van Amsterdam een erf in de Weesperstraat voor/ 518 den I2en Januari 1672, Kwytsch. reg. OO 47 v°. Carel du Jardin, schilder, koopt 23 April 1670 van B. en T.
van Amsterdam voor ƒ 624 twee erven in de Kerckstraat, Kwytsch. reg. OO 13 vr. (geb. 1635,1e Amsterdam, overlydt 1678 te Venetië.) Mattheus Pellecum, schilder, koopt 12 Februari 1671 van
B. en T. van Amsterdam voor ƒ 2200 een erf op de Leidsche gracht tusschen de Keizersgracht en Heerengracht. Kwytsch. regist. OO 28 vo. Willem Teunissen, schilder, is 1585 en 1588 diaken der
duitsche kerk te Amsterdam. Huycii Voskuyl, schilder, koopt 16 Juli 1658 voor ƒ 1492
een gedeelte van een huis, dat hem reeds voor het overige gedeelte toebehoort, Kwytsch. regist. FF 137. Balthasar van der Veen van Amsterdam, schilder, 42 jr. oud,
geene ouders hebbende, geassist. met Jan Hans, synneev, wonende |
|||||
— 17 —
|
|||||
Kleuveniersgraft, ondertr. 6 April 1639 Grietie Heyndricks Schaeffs
van Embden, wede. van Roeloff Vos, wonende Coningsgraft. Puiboek in dato. Gerrit Willems van Muyden, schilder, 24 jr. oud, geassist.
met zyn vader Willem Jansz., wonende Heeregracht, ondertr. 4 April 1638 Baertie Jans van Amsterdam, 24 jr. oud, geassist. met Grietie J.ambers hare moeder, wonende als voren. Puiboek in dato. Jan Gysberïs van Vlooswyck van Uytrecht, schilder, 28 jr. oud,
geene ouders hebbende, won. op 't water, ondertr. 24 April 1638 Aeltie Pieters van Amsterdam, 22 jr. oud, geassist. met hare zuster Cilletie Pieters, noch een vader hebbende; hij geassist. met Cornelis van Vlooswyck, zijn oom. Puiboek in dato. Pieter Wouwerman, schilder, is borg bij den verkoop van een
huis in 1662, zie Kwytscheld. regist. KK 152. (Broeder van Philips Wouwerman; zou in 1683 overleden zijn,
maar te Haarlem in dat jaar niet begraven; was dus blijkbaar te Amsterdam woonachtig). Casper Venckel verkoopt 7 Maart 1670 voor f 6000 een huis
op de Breêstraat by de nieuwe Anthonysluis in dato.9 Mei 1663 by executie verkregen van Anthony Wattelou, schilder. Kwytsch. re- gister OO 279 v». Zie Kramm in voce. FRANgois Waterloo verkoopt 30 Juni 1671 en 12 Februari
1672 een huis en achterhuis op de Egelantiersgracht, zuidzyde, daer de twee gieters in den gevel staan. Principaal beide keeren CaspaRUS Waterloo. Kwytscheld. regist. RR 227 v«, 263 vo. b. Plaat snijders en anderen:
Pieter Jansz. , glasschryver, op heeregraft, begraven in de
Nieuwe Kerk 8 April 1672 ƒ8.—. V. 3
|
|||||
— 18 —
|
|||||
PAULUS DE Zeter van Hanou, plaetsnyder, 34 jr. oud, wonende
Zeedyck, geene ouders hebbende, geassist. met Jaques Matheus ondertr. 13 Januari 1635 Susanna van der Weyt, 33 jr. oud, geene ouders hebbende, won. in de Corte Santstraat, geassist. met Jacob VAN DER Weyt, haer broeder. Kerkregister in dato (de bruidegom teekent DE Zetter.) Jan Matthysen, plaetsnyder koopt 1 Juni 1660 een huis op de
Zuidzyde der Rozengracht, »daar 't Casteel van Romen uythanght." Kwytscheld. regist. HH. in dato. Harmen de Meyer , plaetsnyder, koopt 13 November 1671 een
gedeelte van een huis op de Westzyde der Heerengracht by de Har- testraat, naest daar Vale .. . n uythangt. (Zie Archief II 164). Kwyt- scheld. reg. RR 140 vo. Jan Pieters van Haarlem, glaseschryver, legt 4 September 1638
acte van inteekening van ondertrouw te Haarlem over met Marrets Jacobs Tuynmans. Puiboek in dato (is weder geroyeerd.) Geraert Couck van Antwerpen, plaetsnyder, 30 jr. oud, geen
ouders hebbende, geassist. met Sivaert Couck zijn oom, won. op de Louwriergracht., ondertr. 23 December 1638 Jannetie Abrahams van Amsterdam 20 jr. oud, geassist. met Abraham Stevens, haer vader en Machtelt Andries haer bestemoer, wonende op de prin- cegraft (de bruidegom teekent Coeck.) Puiboek in dato Janneken Abrahams, weduwe van Gerard Coek, plaetsnyder,
nu getrouwd met Gilles Timmerman, verkoopt 15 Februari 1661 een huis op de Zuidzyde der Lauriergracht voor f 4500. Kwytscheld. regist. JJ 100. Dirck Matham van Haarlem, plaetsnyder, 35 jr. oud, won. te
Haarlem, geassist. met Maria van Poelenburgh ondertr. 12 Juli 1641 Clara Huybrechts van Amsterd., won. O. Schans, geene |
|||||
— 19 —
|
|||||
ouders hebbende, geassist. met Griet Jacobs hare meue. De brui-
degom teekent Theodore Matham. Puiboek in dato. Andries Penning, Steentjesbakker, koopt 23 Mei 1669 een huis
en erf niet een plateelbackerye sonder molen, in de Anjelierstraat, daer de oude prins uithangt, uitgedruckt in een executieb. van 21 December 1657. Koopsom ƒ8000. Zie Kwytscheldingreg. OO 237. Hans Carstens van de Rode Mare, betielbacker (plateelbakker),
wed? Marritie Sybrant, wonende Tichelstraat, ondertr. 6 October 1635 Sili.etie Andries Kemphuysen van Elmishoorn, wede Jan Jansz., wonende Anjelierstraat. Puiboek in dato. ■ Nicolaes Mulder, constvercooper, verkoopt 20 Maart 1662 een
huis in de Palmstraat Zuidzyde voor ƒ640; Kwytscheldingreg. KK 153. c. Beeldhouwers en beeldsnijders:
Claes Arentse van Haerlem, beelthouwer, 30 jr., won. Conings-
graft, geassist. met zijne moeder Nelle Cornelis , ondertr. 20 Januari 1639 Marritie Egberts van Amsterd., wede. Van Jan Jans won. op 't Leitse veer. Zie Puiboek in dato. Claes Ariss, beelthouwer van Haerlem, wordt 6 Juli 1638
poorter. Jan Barents, beeltsnyder, verkoopt 10 April 1659 aan Jan
Cornelis de Graef, snaremaker, een huis in de Anjelierstraet. Koopsom ƒ4600. Kwytscheld. regist. FF 119 v°. Jan Barents, beelthouwer, koopt 9 Mei 1659 een huis in de
Boomstraat. Koopsom f 2500. Kwytscheld. reg. FF 124 v°. Gideon van den Blook, beeldhouwer, koopt 16 Januari 1664
een huis in de St. Pieterstraat tusschen beyde Regulierspoorten. Koopsom / 1470. Kwytsch. regist. LL 254 v<>. Henrick de Bruyn, beelthouwer, is borg bij den verkoop van
|
|||||
— 20 —
|
|||||
huizen 18 April 1658, 28 April 1661 en Januari 1669. Zie Kwytsch.
regist. 1658 in dato en op 11 Januari; JJ fo. 33; OO f°. 132. DlRCK Jans Compas van Amsterdam, beelthouwer, 28 jaar oud,
geassist. met zijne moeder Jannetie Egberts, wonende hoek van de Olofspoort, ondertr. 6 Mei 1639 Lysbet van Breugelen van Amsterdam, 22 jrï, geassist. met hare moeder Tryn Corneus, won. in de Dirck van assensteegh. Puiboek in dato. Jacob Ljycasz. Deijl, beelthouder, op de nieuwe gracht begra-
ven 28 Januari 1681 Oude Kerk ƒ 8.—. Jacob Lucasz., beeldhouwer, verkoopt 25 Maart 1670 een erf
op de Ygraft voor ƒ 1900, Kwytsch. regist. SS f°. 3. Wyntje Egmonï, suster van Harmen Egmont, beelthouwer,
in de Nieuwe Spiegelstraet, begraven I November 1684 Oude Kerk; f II.—; I uyr beluydt. Jan Hanss van Amsterdam, wedr. van Anna Heyndricks, beelt-
snyder, wonende Uylenburgh, ondertr. 14 April 1640 Hili.egont Jans van Alckmaer, 39 jr. oud, wonende Boomsloot, geene ouders hebbende. Puiboek in dato. Corneus HogervoRSï , Mr. Beelthouwer op de Oostersche Kay
l>egraven 19 Januari 1684 Oude Kerk; ƒ8.—. Jacob Jansz. van Hoorn, beeltsnyder, wordt 25 Januari 1639 poorter.
Leendert Jansz., beelthouwer, begraven 5 Maart 1674 in de
Oude Kerk, komt van Kattenburgh; ƒ 15.—. Manasse Lievyn, beelthouwer, koopt met Susanna Lievyn,
weduwe van Pieter Allaert, leertouwer, een huis in de Looyer- straet Noordzyde, in dato 18 Mei 1678. Zie Kwytscheld. regist. VV 236. Christoffel Hendricks , beelthouwer, koopt in 1660 een huis
en erf op Uylenburgh, tegenover Montalbaenstoren, voor ƒ 5500, Kwytsch. register HH 233. |
|||||
— 21 —
|
|||||
HaRmen Michiels, beelthouwer, verkoopt aan Burgem. en The-
sorier. van Amsterdam een huis op Stadsgrond in de groote Katten- burgerstraat, Princip. Cornelis MICHIELS, beelthouwer; in dato 23 Maart 1662, Koopsom ƒ7000. Zie Kwytscheld. reg. ,KK fo. 15. By Pieter Otsz, beeltsnyder , een rentebrieff van twaelf gulden
'sjaars verleden ten behoeve van 't convent van Pouwels Broers, tusschen de jaren 1594 en 1611. Zie 't Outeigenboek, Inventaris Amstd. archief III 5 n<>. 21. Abraham Pyl, Mr. Beelthouwer, zoon van Jacob Jansz. Pyl en
Tryntie Lucas verkoopt als medeeigenaar, 26 April 1672 een huis op Marken voor ƒ 1400.— Kwytscheld. regist. SS f». 200. Abraham Pyl, beelthouwer op Cattenburg, is principaal by
den verkoop van een huis 9 Mei 1676. Zie Kwytsch. regist. VV fo. 144. Aeltje de Lange, Weduwe van Pieter Ryck, Mr. beelt- en
steenhouwer in de reestraat, begraven 4 Januari 1681 Oude Kerk. Zie Archief v. Nedl. Kunstgeschiedenis I 63, (Mr. Pieter Ryck, beelthouwer, meester geworden in het St. Lucasgild te Delft, 28 Oé- lober 1658). Harmen Reyersz.; Beeltsnyder, een huis verkocht op Marken,
grenzende a/d. Oostzyde, in dato 10 April 1658. Zie Kwytscheld. regist. R 158 v°. Pieter Jafsz. Slingerland, beelthouwer, zoon en medeerfge-
naam van Jan Pietersz. Slingerland , in zyn leven deurwaarder van de Oude Kerck, verkoopt 18 November 1678 een Magdaleentje Bartels Mes , eerder weduwe van den voorsz. Jan Pieters Slinger- land, zyne stiefmoeder een sesde part in een huis en erf a/d. Oost- zyde van de Heeregracht, besuyden de Spiegelstraet, Kwytscheld. register VV 245. |
|||||
— 22 —
|
|||||
Christoffel Hendricks Spoeder , beelthouwer, op de Oosterse
Kay begraven 4 Juli 1682 in de Oude Kerk; ƒ 8.—. Adam Goossens, Beelthouwer, verkoopt 8 Mei 1656 een huis in
de Uylenburghstraet, oostzyde, voor ƒ4000. Kwytscheld. regist. CC 22S. Adam Goosensz. Stam, beeldsnyder, verkoopt 19 Maart 1658
een huis op Bickerseiland, op de Burgwal voor / 29000.—. Kwyt- scheld. regist. FF f«. 83. Adam Stam, beelthouwer, is 7 Juni 1663 principaal. Zie Kwyt-
scheld. regist. LL 105 v°. Goosen Adams Stam, beelthouwer, is 24 November 1663 prin-
cipaal. Kwytscheld. register LL 116 v°.; Zie Nedl. Kucstbode 5 Novb. 1881, pag. 357. Floris Swartmoul, Mr. Beelthouwer, als getrouwt hebbende
Lysbet Hendricx medeeigenaar van een huis op de St. Lucienburgh- wal in 't Swartehandsteegje, verkoopt zijn aandeel 8 Februari 1676 voor ƒ 760. Kwytscheld. register VV 18 v». PlETER Symonsen, beeldsnyder, provenier op 't St. Jorishof, ver-
koopt 13 Mei 1664 voor ƒ1125 een nu's 'n de Turxe Keyserspoort in de Hasestraet; dit huis was door hem gekocht 27 April 1660 voor ƒ 1109. Kwytscheld. regist. LL 262 v«. en HH in dato. Was als provenier aangenomen 15 Juni 1651, 30 jr. oud zijnde, na betaling van ƒ3700; overleed 18 Augustus 1698. 'Cornelis Syverts van 's Hage, beeltsnyder, wordt 30 December
1638 poorter. Hendrick van Tiel, beelthouwer, koopt 27 Juni 1662 een huis
in de foeliedwarsstraat voor ƒ3000. Kwytscheld. regist. KK 262 v». Güilliam Verhoeve, beelthouwer is met Huygh Jacobs, Steen-
koper principaal bij den verkoop van een huis 27 April 1662. Kwyt- scheld. register KK 168. |
|||||
— 23 —
|
|||||||||
Pieter Vincent, beeltsnyder, verkoopt een huis in de Anje-
liersdwarsstraat 24 Januari 1624. Kwytscheld. reg. A fol. 66. Bartholomeus Vosgens van Breda, beelthouwer, wordt 4 Juni
1638 poorter. Amsterdam. Ch. M. Dozy.
|
|||||||||
ADAM VAN BREEN'S
»EXERCITIËN VAN DE GARDE VAN ZIJNE EXCELLENTIE"
|
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandse!) Museum). |
|||||||||
N den 2en jaargang van dit «Archief"
deelde de Heer Leupe een document om- trent bovenbedoeld werk mede. De vol- gende stukken doen ons vroegere en latere lotgevallen der »copere platen" daarin ge- noemd, kennen.I) Het eerste vond ik in het ie deel der
Appointement-boeken van 's-Gravenhage's Burgemeesteren. Het luidt: Opte req". van Pr. van der Meulen , Capiteijn d. Ho: Mo: ende
tenderende om de platen van Adam van Bkeen te mogen lichten.
Schoudt ende gerechte van s' Gravenhage, gesien ende geexami-
1) Men vergelijke F. Mulleb's Nederlandsclie Historieplaten. IV. 1116.
|
|||||||||
— 24 —
|
||||||
neert hebbende dese requeste bij Pr. van der Meulen aen hem ge-
presenteert mitsg. de rescriptic van Abraham van Beest. Hebben den voorsz. Van der Meulen suplt. geconsent: ende
geaccordeert enz. Omme de teijekeningen ende platen,, in de voois/, requeste gerocrt, te mogen lichten ende naer hem nemen, mits bij hem supplt. eerst ende alvooreus stellende souffisante cautie, subject de jurisdictie van s' Gravenhage voort 'gunt de voorsz. teijekeningen ende platen bij luyden des verstaende, sullen werden geestimeert in gelde waerdich te sijn omme deselve waerde des vermaent zijnde te fumeren ende ter Secretarije van s' Gravenhage te consigneeren ten prouffijte van dengcenen, die daer toe bevonden sal werden ge- rechticht. 26 April 1616.
Het tweede stuk vond ik onder alleihande Notarieele Akten
Op huyden den 21 December 1618 compareerde voor mij JoHAN Adriaensz. van Warmenhuvsen , Nots. publ. in den Hage enz Adam van Breen, meester schilder ende Bartholomeus Ger- ritsz. HAVERMAN, beijde wonende alhier in den Hage, bekennende zij compten. metten anderen te zijn verdragen ende geaccordeert, dat hij van Breen aen den voorn: Bart 11: Gerritsz. sal transporteren soo hij hem transporteert bij desen alle het recht dat hij is hebbende aen soodaenige platen als hij heeft berustende onder Aert Meuks drucker in de papestraet alhier van de nieuwe exercitie van de Nas- sousche wapenhandelinghe van schilt, spies, rapier ende targe met t'privilegie daertoe van de Hooch Mo: lleeren Staten Generaal ver- cregen t' welk hij van Breen aen hem Bartholomeus Gerritsz sal overleveren, ende oock alle soodanich recht als hij van Breen heeft vercregen uyt het conlract dat tusschen hem ende Ak.rt Meurs |
||||||
four
|
||||||
— 25 —
|
|||||
een Nots. Vosmaer is gepasseert, mitsgaders alle t'geënt van t'gene
voorsz. is dependerende, als oock alle t' geënt dat ter saecke van eenige deducatien verwachtende ende noch te ontfangen soude sijn. Ende sal deselve Bartholomeus d' voois, platen uyt handen van voorn: Aert Meurs selffs moeten sien te recouvreren ende lossen, daeitoe d'voorn: van Breen buyten sijn costen hem Bartholomeus sal behulpich zijn om die te mogen crijgen, ende die gecregen heb- bende, hem noch drie dagen helpen int stellen van deselve platen ende hem t' informeren om te drucken, mitsgs. op de voortijtel te teyckenen het wapen van Sijn Excie om t' selve bij hem Bartholo- meus tot sijn eijgen costen te mogen laten snijden. Ende sal mitsdien de voorn: Bartholomeus Gerritsz mette voorsz. platen zijn proffijt mogen doen ende daer voorts mede handelen, nae sijne gelieffte, zonder dat hij Van Brekn daeraett eenige de minste acte is reser- verende, maer bekende van desen transporte ten volle voldaen en wel betaelt te zijn den lesten penn: metten eersten in deser vougen: Te weten, dat hij Bartholomeus Gerritsz. hem Van Breen daervooren heeft gequiteert soo hij hem quiteert by desen alle t' ghene dat hem so van gehaelde waeren, borchtochten voor hem geinterpo- neert, als anders, in eenigher manieren tot huyden date deses toe in cluys van denselven Van Breen heeft gecompeteert ende d'zelve bij hem ten achteren geweest is, niet uytgesondert, houdende hij Bartholomeus Gerritsz. hem daervan met t' voorsz. transport vol- comendlijck vernoucht, voldaen en wel betaelt, ende sulcx mede d'Obligatiën bij hem Van Breen daervan voor dato deses gepasseert, voor gecasseert, nul en van onwaerde, ende belovende oock denselveu aengaende de borchtochten bij hem BARTHOLOMEUS voor den voorn. Van Bkeen geïnterponeert costeloos erï schadeloos te sullen houden ende indempneren, ende die nemende tot zijn eijgen laste. Gelijck V. 4 |
|||||
— 26 —
|
||||||||||
hij Bartholomeus , boven de voorsz. quiteringe, soo haest de voorsz.
platen gedruckt sijn ende hij daervan eenige penn: ontfangen sal hebben, aen hem Van Breen noch belooft te betalen de somme van vijftich car: guldens van XL grooten t'stuck. Belovende de voorn: contrahenten deses elex in haer regart getrouwel: te voldoen naer- comen ende achtervolgen en hier tegens niet te sullen doen nochte laten geschieden nu noch ten eeuwichen dage in eenige manieren. Daeronder verbindende hij Bartholomeus Gerritsz. special: de voorsz. getransporteerde goederen, ende voorts partijen ten wederzij- den haere respective personen en" goederen, roerende erf onroerende enz. Aldus gedaen enz. in s' Gravenhage ter presentie van Mr. DlRCK van Leeuwen de Gouda , Adt. voor den voorsz. Hove, ende Philips des Prez, francoysche Schoolmr., beijde wonende alhier in den Hage. ■w. g. . Adam van Breen. Bartelmees Garritsz. Van Leeuwen de Gouda. Philips des Prez.
J. A. van Warmenhuysen. Nots. Publ. |
||||||||||
EEN EN ANDER OMTRENT G. DOU.
|
||||||||||
(Medegedeeld als voren.)
Het Testament van Gerard Dou. |
||||||||||
N het navolgende Testament van Dou, zien wij den
Meester in 1657 reeds weder in Leijden aanwezig (vergel. Kramm) en de juistheid van Bryan-Stanley's bewering, dat Dominicus van Tol een neef van Dou geweest zou zijn. Dou's zuster, Catharina Vechters (voorkind zijner moeder), was met eenen |
||||||||||
— 27 —
|
|||||
Symon van Tol gehuwd, en een harer kinderen was de schilder
Dominicus van Tol. In den Name des Heeren, Amen. Enz.
In de maent Augusti opten 13 dagh van 1657 is voor my
J. Raven, Nots. tot Leijden verschen de Heer M>\ Gerrit Douw, clouc en gesont van lichaam enz. enz. Revocerende ende casseerende alle vorige testamenten, codicillen
enz..... verclaerde hij te legateeren aen Marva Jansd*. Douw,
dochter van sijn overleden broeder, eerst een huysinge ende erve
staende opt cort Rapenburch in Leyden, bewoont doer Soveth, bouckvercooper, ende waerneffens hij comparant selffs aen wedersij- den belent is en noch bovendien een somme van 2000 guldens van 40 gr. t'stuck. Mochte echter die zuster kinderloos overleden zijn, dan komt het bovenstaende aan »sijne compts. naeste vrunden en niemant anders." Legateert noch aen Vechter van Strijtvelt, nagelaten soon van ?ijn compts. broeder 1000 guldens. Voorts benoemt hij tot zijn eenige universeele erfgenaame Ca-
tharyna Vechters, sijne suster, en ware sij vóór gestorven, hare kinderen. Soo nochtans dat naer het overlijden van de voorsz. suster de huysinge ende erve tegenover de brouwerije van den Hamer bin- nen deser stede daerin hij comparant althans woonachtich is, gaen ende comen sal op Anthonia van Thol hare dochter, item de huij- singe ende erve daerinne sijne compts, suster althans selffs woonach- tich is, staende opt cort Rapenburch voorsecht, op haer soon Domi- nicus van Thol ende thuys ende erve mede opt cort Rapenburch, daerinne althans is wonende Jan Cornelisz. van Outshoorn op Marya van Thol hare dochter, enz. Ordonnerende voorts dat Marya , huysvroüw van Roelant van Thol naer t' overlijden van de voorn: sijne comparants suster haer leven lanck gedurende sal |
|||||
— 28 —
|
||||||
hebben 't gebruyck ende bewooningh van seeckev huysken ende erve
in de Cabbeljauwsteech binnen deser stede achter de voovsz. huysinge opt corte Rapenburch staende, mits 't selve huysken in behoorlijcke reparatie alsdan onderhoudende, ende betalende de jaerlicxe ver- pondinghen enz. i) Enz. Was onderteekend: G. Dou.
Reeds in 1640 had Dou's vader, Douwe Jansz. zijn testament
gemaakt. Hier volgt het: . 4 December 1640 maken de eersaeme Douw JaNsz.,
glaesmaecker ende schryvev ende de eevbaeve Marit- gen Jansd'. van Rosenburgh, geechte luyden, woo- nende binnen Leyden hun testament. Douw Jansz. vermaakt het eerst aan zijn »outsten soon Jan
»Douw alle de gereetschap tot de glaesmaeckerije ende glaesschrij- «verije behoovende, met alle het glas ende loot in de winckel we- »sende." Het ovevige wordt verdeeld tusschen Jan Douw en M'. Ger- rit Douw (de schilder), »mede sijn soon, elck voov de gerechte »helfte......... nochtans dat sijn huysvrouwe Maritge Jans haer
»leven langh blijven ende gelaten worden sall in de volle possessie
»van den geheelen boedel, mits gehouden wesende, wanneer de »voorsz. kinderen ten huwelijcken staete komen, sullen deselve tot «subsidie ende ondevstand te geven sooveel als sij naev 's boedels »gelegentheijt in discretie bevinden sal te behooren." Maritge Jansdi'. maakt tot haven erfgenaam have voovdochter
»Catharina Vechters ende Vechter Vechtersz. eenigh naegeble- |
||||||
1) Protocollen van den Notaris Raven te Leiden.
|
||||||
!
|
||||||||
— 29 —
|
||||||||
»ven kindt van haer overleden voorsoon Vechter Vechtersz. , voorts
mede de voorn: Jan ende Mr. Gerrit Douw, hare kinderen." De Testateur teekent: Douwe Jans, glasemaker, i) De dood zijner echtgenoote maakte in 1651 eennieuw Testament
noodzakelijk. Met veel respect spreekt hij daarin van »sijnen soon, Mr. Geraert Douw, schilder", zijn eenig overgebleven kind. 3 Maert 1651 maakt de eersame Douw Jansz., meester
glaseschrijver tot Leyden een nieuw testament daar zijne echt- genoote intusschen overleden is. Daarin «prelegateert hij sijnen soon »Mr. Geraert Douw, schilder, alle sijne contrafeijtsels ende schil- >derijen mitsgaders den vorderen huysraet ende inboedel, ende ^nomineerde bij desen denselven sijnen soon Mr. Gerrit Douw «voor de eene helfte ende voor de wederhelfte Maria Jans, eenigh »naegelaten weeskindt van sijn aflijvige soon Jan Douw, zal: ged: »Stelt voorts hij comparant tot vooght over de persoone ende goe- »deren van 't voorn, syn overleden soons weeskindt sijn soon Mr. Ger- »rit Douw voorsz." Enz. 2) Uit een testament van Douwe Jansz., glaseschrijver en zijne
vrouw van 6 Februari 1646 blijkt nog dat zijne vrouw Maritge Jansdi'. van Rosenburgh vroeger gehuwd was geweest met Victor Victorsz. 3) uit welk huwelijk zij een kind had, Tryntje Victorsz. , gehuwd met Symon van Tol, de vader van Dominicus van Tol.4) |
||||||||
1 1) Protoc. Notaris Verwet te Leiden.
2) Hem.
3) Van Stbxjtvelt. Hoe moet men het verklaren, dat deze naam in eenige
stukken Vechtersz., iu anderen Victorsz. geschreven wordt? *) Protoc. N/ot. Verwey te Leiden,
!
|
||||||||
— 30 —
|
|||||||||
Dat Dou een deel van zijn rijkdom aan zijnen vader danken had,
volgt hieruit: Den 25 Maart 1656 erft Mr. Gerrit Douw, schilder, van zijnen
vader de drie huizen en erven «staende en gelegen besijden den anderen op het cort Rapenburch te Leijden." Dit zien wij uit een zeer lange Notariëele acte voor den Notaris
C. van Berendrecht verleden en door Dou onderteekend: Gw-
Uit deze acte blijkt mede dat de eerste man van Dou's moeder
Victor Victorsz. van Strijtvei.t heette, i) Voorts doorlas ik nog een aantal Not. Aclen Dou aangaande,
maar van geen belang. |
|||||||||
DE SCHILDER ADRIAEN VAN GAESBEECK.
|
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
N 's Rijks Museum te Amsterdam bevindt zich onder
No. go een interessant schilderijtje, een jongeling in zijn studeervertrek, gemerkt A. van Gaeskeeck fecit. De Berlijner Gallerij bezit sub No. 1021 een fraai schilderijtje van denzelfden schilder, A. van Gaesbeeck f. gemerkt en een jong meisje voorstellende, dat met naaien bezig is. Steeds werd ik bij |
|||||||||
1) Protoc. Kot. 0. van Bkbendkecht te Leiden.
|
|||||||||
— 31 —
|
|||||||
het zien dezer schilderijen aan Leidsche meesters, vooral aan Dou,
Brekelencam, De PaPE herinnerd. De Berlijnsche Catalogus spreekt ook van een meester »im Anschlusse an Dou und P. VAN Slinge- «landt, etwa um 1670—1700 thatig." Deze jaartallen blijken echter onjuist te zijn, reeds in 1650 is de toen waarschijnlijk nog jeugdige meester overleden; zijne werken zijn door die vroegtijdige dood zeer zeldzaam. Ziehier mijn bewijs:
17 Januari 1650 maken de Eersaeme Meester Adriaen van
Gaesbeeck, Schilder, ende sijne huijsvrouwe d'eerbaere Ca- th'arina VAN Ryswijck hun testament, »sittende de voorn. Adriaen »van Gaesbeeck sieck bij den viere", beiden wonende te Leyden. Een aantal notarieele acten van Leiden, vooral bij den Notaris
Raven te Leyden verleden, zijn door A. van Gaesbeeck als getuige mede onderteekend. 1) De schilder teekent: Adriaen van Gaesbeeck. 2)
Reeds 12 Februari 1650 blijkt de schilder overleden te zijn en
maakt »de eerbaere Catharina van Rijswijck, weduwe van wijlen »Meester Adriaen van Gaesbeeck, Schilder, wonende binnen Ley- »den" haar Testament. 3) |
|||||||
1) Een voorbeeld hoe voorzichtig men met Archiefwerk zijn moet: eenige
jaren na des schilders overlijden komt zeer dikwijls Gen Adriaen van Gaes- beeck, wijnvorlater voor! Wellicht is hij de onderteekenaar van bovenge- noemde Acten geweest. H ï\,rotoc- van den Hotaris J. Vebwey te Leiden,
a) Idem. |
|||||||
— 32 —
|
|||||||
EEN BRIEF VAN WILLEM VAN MIERIS.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
|
|||||||
NDER de teekeniiigen in het Dresdener Prentenka-
binet bewaard, die ik het voorrecht had dezer dagen gedeeltelijk te mogen doorloopen, bevinden er zich eenige van Willem van Mieris. Eene dearvan, ta- melijk afgewerkt in O.-I. inkt uitgevoerd, stelt rechts, Thamar voor, door twee vrouwen ondersteund en in zwijm vallend voor Ammon, die, links, van zijn' zetel toornig opstaat en op haar toeloopt. Gelukkig heeft men in Presden nog niet de dwaasheid begaan, de teekeniiigen op te plakken i). zoodat ik, het blad omkee- rende, nog het volgende kon lezen : De vloer is beleijt met roode en witte marbersteenen, het gebouw
is van grouse steen, deur de poort siet men twe hellebardiers, alle- beijde seer antijcks gekleet, staande onder een gallerije door dewelke men nog eenige gebouwtjes siet en een lantschapje. Hier uyt sal, Meheer, U tennaasten bij conne ofmete hoedan'g so een stuk, ge- schildert naar mijn uylerste vermoge: sal vertoone. Waarvan ik met waarheijdt mag seggen dat geen stuck mij meerder eer heeft toege- bracht, en is nu veerdig, op twe hande naar. En zoude daarvoor niet meer pretendere bij aldien het Mijnheer behaaght, als de somme 1) Dit is o. a. te Frankfort in liet Stactelsche Museum en te Londen, ge-
deeltelijk, in het Brittish Museum geschiedt. |
|||||||
— 33
|
|||||||||
van 350 gulden. Maar soude niet twijffele so Meheer liet schilderij
selver sagh : of wij soude de coop eens weide. Dewijl ick onmogelijck in soo ruwen en kleene schets iets aangenaams kan brengen, dat met het schilderij overeenkomt. Als daar sijn de passie in de tro- nyen, te wete : droefheijt, toornigbeijt, flauw werde (sic) en diergelijcke dinge, en oock nette teijekening ent accordere der coleure. Uier af- breeckende sal opt spoedigste Meheers resolutie afwachte nademaal hier eenige liefhebbers sijn die sin in hetselve hebbe om te kope. Meheer en Mevrou Habercorn werde toegewenst alle heijl en
zegen van dien die hoopt te blijven, UE. Dienaar,
W. v. Mieris.
Waar dit stuk is weet ik niet, maar wel dat het in 1747 in den
Haag verkocht werd. Bij Hoet 1) lees ik: Een stuk daar Ammon sijn suster Thamar uytdrijft, door Willem
van Mieris, van zijn alleruijtvoerigste, h. 18 d. br. 15 d. ƒ 151.—o. |
|||||||||
DE OUDSTE BRIEF VAN HET HAAGSGHE
S*. LUCAS GILDE, 1487. |
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
j^—j^N een boek betiteld: Lopende Keure 1567—1579 berus- tende in het stedelijk .Archief van s'Gravenhage ontdekte ik, ^achteraan, een aantal Gildebrieven, oogenschijnlijk later in dit töj^^rtpeikamenten bandje gebonden. Die stukken zijn van ver- schillenden datum en, naar het handschrift ie oordeelen, in het begin 1) II, bl. 208, No. 103.
V. 5 |
|||||||||
— 34 —
|
||||||
der 16e eeuw geschreven. Tot mijn verbazing zag ik dat een der
oudsten die van het St. Lucas Gilde was. Eigenaardig is, dat dit Gilde in den Haag uitsluitend bestond uit scilders, glaesmakers, borduyrwerckers, beeldesniders ende verlichters, terwijl men in Amsterdam, Haarlem, Rotterdam en Gouda nog allerlei andere ambachtslieden daarin opnam, i) Voorts vond ik nog in allerlei bandjes en verzamelingen van het
Haag'sche Gemeente Archief een aantal St. Lucas Gildebrieven met hunne Ampliaties; de vrees van te veel plaats te vergen voor deze stukken, die meestal veel op elkander gelijken, doet mij besluiten hier voorloopig slechts een Inventaris er van te geven, en alleen het stuk van 1487 te laten volgen. I. De groote nieuwe Gildebrief van 12 April 1624, uit 30 arti-
kelen bestaande. (Gilde en buurtbrieven 1595—1722.) Reeds had men den ouden brief 28 Augustus 1619 met 5 artikelen geamplieerd; (geschreven keuren van den Haag ie deel) die ampliatie was op 6 Maart 1622 nog gewijzigd, (idem.) II. Eene uitvoerige ampliatie, vooral de boekdrukkers rakende,
van 17 October 1651. (Geschreven keuren 20 deel.) III. Gildebrief voor de beeltsnijders van 5 October '700;
(2 artikelen met eene ampliatie. (Losse stukken: Gilden.) IV. Groote, hoogst uitvoerige Gildebrief van 1760. De omslag
bestaat uit een perkament, waarop nog een ampliatie van 1604 leesbaar is, en waarin over het plaatsen van gebakken glazen ge- sproken wordt. (Pakket: Gilden.) Voorts schreef ik nog een groot aantal kleinere stukken, het
|
||||||
1) Zie Archief I, II en II.
|
||||||
— 35 —
|
|||||||
St. Lucas Gilde en de Schildersconfrerie aangaande af. Wie dit be-
geert, kan daarvan steeds bij mij inzage verkrijgen. Thans volgt de oudste brief van het Haagsche
Sint Lucas Gilde, i) Wij Scout ende Scepenen in den Hage doen condt allen luyden
dat wij overmits vriendel: vervollig en wille van de gemeen scilders, glaesmakers borduyer werckers, beel desnid ers ende verlichters ende henluyden samentlic gesconsenteert hebben om oirbair der heyliger kercke ende om eerbairheijt des dorps van der Hage, dat sij te samen hebben ende jairl: houden sullen twee toirtijssen dair elcx van den vijf ambochte voorsz: die nu sijn of namaels wesen sullen jairl: toe geven ende betaelen sal soe veel als hij bij den Hooftmans van den vijf ambochten voorsz: indertijt wesende, dairtoe geset sal worden. Ende wat tijden enich meester van de vijf ambochten voorsz : een leerknaep annemen off te leeren eenich am- bocht van den bijden voorsz:, soe sal die leerknaep geven den gilde van Sinte Lucas tot sijnen Incoemen een pont was. Ten wair dattet wair eens mrl getrouwede kint van de vijf ambochten voorsz: 't welck met sijnen vader of met eenen andén persoon sonde mogen leeren een van den vijff ambochten voorsz: sonder ijet dair af te geven. Item wairt dat eenich mr. van de vijff ambochten voorsz: in den Hage quam wercken ende dair bleve wercken langer dan zes weeken , die soude den Gilde van Sinte Lucas voorsz: geven voor sijn ingelt vier pont was. Ende des gel: wair dat dair yemant quame in den Hage ende dair wercken woude enich van de vijff ambochten voorsz: als |
|||||||
1) Het hier gegeven afschrift is het 16e eeuwsche in de „loopendc Keurre .
oige onduidelijkheden moeten wij waarschijnlijk daaraan toeschrijven, dat dit een misschien wat haastig genomen copie is. |
|||||||
— 36 —
|
|||||
mr : nae dat hij buijerman geworden wair, die soude mede geven der
gilde van Ste. Lucas voorsz : vier pont was. Item dat elck mr. van den vijf ambochten tot alle tijt als men
die processie draicht die Kairssen volgen sal op die verbuernisse van twee scellinge goets gelts tot S'e. Lucas behouff, ten es dat hij hem ontsculdigen mach mit eenighe andere diensten of kentlick nootsai- cken, Item dat die knechts van elck van den vijf ambochten voorsz: op den heijligen crws dach mede spelen sullen gelijck den mis als sij van den Hooftmans dairthoe geset ende geordineert sullen worden op die verbuernisse van drie h: (hollandsche) ponden tot des baillius schouten ende gerechls behoef, Item dat die Hooftmans voorsz: in der tijt wesende alle jair opten drie hoochtijden onder der missen te weten paesschen, pincxster ende kersmisse die Kairssen sullen doen bernen in der Kercken alsmen die clenatie doet op die verbuernisse van twee scellinge voorsz: tot Sinte Lucas Gilde behoef, Ende des gelijex tot alie tijt als enich mi", van den vijft ambochten voorsz. of wijff of sijn kint oflivich geworden sal wesen soe sullen die Hooftmans voorsz: toirtyssen doen bernen, Item soe en sal geen mr. van de vijff ambochten voorsz: op Sinte Lucas dach wercken of doen wercken van synen ambocht binnen den ambochte van der Hage op die ver- buernisse van vier pont was tot Sinte Lucas Gilde behouff. Ende wairt dat ijemant van de mis of knapen van den vijff ambochten voorsz: onwillich wair sijn jairgelt of was te betaelen ende nijet geven en wonde, Soe hebben wij hem geconsenteert, dal die Hooftmans van hoeren ambochte die nu sijn of namaels wesen sullen milten bode gaen sullen totten onwilligen hiiijse, Ende die bode sal den Hooftmans voorsz: dair voor leveren pande om sijn loon wt des on- willige goede op den onwillige cosle, Ende die pande sal verstaen wesen t'enden achte dage, behoudelic dat die Hooftmans voorsz: den |
|||||
t
|
||||||||||
— 37 —
|
||||||||||
Scout van der Hage in der tijt wesende, die pande bieden sellen als
dat behoert, sonder arch ende liste, In kennessen der wairheijt hebben wij desen Brieff open bezegelt mit onsen gemeen zegel. Ge- screven op den xxvusten dach in Mairte int jair ons Heeren duij- sent vier hondert zeven ende tachtich. |
||||||||||
VARIA OMTRENT PLAATSNIJDERS.
|
||||||||||
(Medegedeeld als voren.)
FLORIS BALTHASAR. i)
ONSENT om te mogen doen timmeren een comploirken
op de bordesse tusschen de zale ende de gallerie alhier
van den Move, om Floris Balthasar, plaetsnijder
23 October 1607.
Hieruit blijkt dat hij dit deed omdat hij »mits de gelegentheijt
»van zijn hantwerck alhier int Hoff dagelicks moet verkeren", het
kamertje werd & voet lang en zes voet breed, »de glasen naert sui-
den scheuyns affgaende".
(App. van de Rekenkamer van Holland, Rijks Archief.)
|
||||||||||
HANS STRICK. 2)
Op huyden den 24 Martii 1611 compareerde voor mij Mr. Johan
Molijn , Notaris tot Delft", Hendrick Crijnsz. 3), Cunstvercooper tot 1) Men zie over hem Kbamm, Dodt's Archief, De Neder]. Spectator 1867
?.°; 18 en hiervoren I. 8, kol. 2,waar hij Flobis Baltensz. heet, alsmede II. 14, Ho, 119, 123, 125. III. 47, 50, 54. *> Zie ook Archief I. 8, kol. 2. II. 90.
<>) Zie over hem Rotterdanische Historiebladen Afd. III, 590.
|
||||||||||
— 38 —
|
||||||
Rotterdam, bekennende mitsdesen gecoft ende ontfangen te hebben
van Hans Strick, plaetsnijder tot Delff vijftien plaeten, bovendyen dat hij Strick voor hem comparant noch sal snijden het geschrift in acht comparckementen op de groote van Salomons ghebeth, ofte overvloedige rijekdom, ofte indyen meer schvifts daerin quaeme dat hij comparant tselve buyten sal betaelen. Te leveren deselve acht comparckementen geschrifts Kersmis
toecomende, welverstaende indien hij Strick middelertijt quame te overlijden dat hij compt. gehouden sal wesen het gesneedene te ont- fangen en" dat hij compt. in sulcken gevalle voor de ongesneede ge- schriften sal corten van 't stuck ses gulden. Ende heeft hij compt. voor de voldoeninge der voorn, aireede gesneeden ende noch te snijden plaeten aen den voorn: Hans Strick mitsdien belooft een somme van achtendertich ponden Vlaems te betaelen met vijff ponden vis. s' jaers, waervan de eerste vijff ponden vis. verscheenen ende omme gecomen sijn 16 January 1612 ende soovoorts van jaer tot jaer. Enz. (Protocollen Notaris Jan Molijn de Jonghe te Delft.)
|
||||||
HERMAN SPECHT. 1)
Herman Specht, plaetsnijder tot Utrecht, bekent
overgedragen te hebben aan Mr. Johan Cocq, advokaat voor den Hove van Holland een jaarl. losrente van 35 £, het kapitaal bedra- gende 500 &. 20 Maart 1631.
(Register: Transporten. Schepen Archief.)
1) Zio ook S. Mülleb Fz. Sclüklersvereenigmgen te Utrecht, 125.
|
||||||
I
|
|||||||||
— 39 —
|
|||||||||
RAPHAEL DRAPENTIER.
Op huyden den 17 Octobris 1626 compareerde voor my Jacob
de Jonge, Nots. in den Hage .... d'eersame Raphael Drapen- TIER plaetsnijder, wonende alhyer in den Hage, ende verclaerde volcomen macht ende procuratie gegeven te hebben .... aen Nicolaes Van der Werve; omme in sijne absentie, alsoo hij nootwendelyck om sijne affairen moste verreysen, waertenemen alle sijne saecken ende actiën, soo als den Houtvester ende Meesters Knapen op hem cons*. soude willen pretenderen belangende de aenclachte van eenige veltschenderije deselve sijne actie te defenderen ofte debatteren in Rechten enz. enz. Getuigen : Samuel Sanders en Jacobus Junius.
Hij teekent: Rafel Drappentier. (Protocollen Not. J. De Jonge. Den Haag.)
In 1636 wordt Raphael Drapentier za: goutsmidt genoemd.
|
|||||||||
DIONYS PADBRUGGE.
4 April 1652. Denijs Patbrugge, plaetsnijer, burger geworden.
(Register Burgerschappen en Schutterijen. Haagsch Gemeente- Archief.) |
|||||||||
WILLEM ACKERSLOOT. 1)
31 January 1634 verklaart Willem Outgersz Ack er-
sloot, plaetsnijder, tegenwoordich wonende in den Hage, sieckelijck te bedde liggende dat hy voor desen in huwelyck heeft 1) Men vergelijke Kbamm, die beweert, dat er twee graveurs van dien naam
geweest zouden zijn. |
|||||||||
— 40 —
|
||||||||
gehadt Pieternelle Jans Witges, wonende tot Haerlem, die hem
schandelijck heeft verlaten; hij verstaet nu dat voorn. Pieternelle Jans swanger soude sijn; maer verclaert expresselijck dat hij in den tijt van twee jaeren noeyt eenige natuurlicke conversatie met haer en heeft gehadt. Enz. Hij teekent: Willem Outgersz Akersloot.
(Protocollen Not. G. Van Warmenhuysen. Den Haag.) |
||||||||
ROBBERT DE BEAUDOUX. i)
Robert de Beaudoux, residerende biDnen Leyden, maeckt volmachtich sijn soon Sr. Jeremias de Beaudoux . coopman tot Amsterdam om voor hem een rentebrieff te gelde te maecken, spreeckende tot laste van Jaecques van Kermt, bontwerekr. (te Amsterdam) inhoudende ƒ 3000.— cap*. gehypothecqt. op een huys in de Calverstraet bij de Jonge Roelensteech, 8 Aug. 1646 Hij teekent: Robbert de Baudoux. (Protocollen Notaris Raven, Leiden.) CORNELIS JANSZ. van Groningen.
10 Nov. 1647. Corneus Jansz. van Groeningen, plaetsnijder, j.m. met Catharina Cornelis Hellemans, j.d., beyde wonende alhier. (Legger der Huwelijks aankondigingen. Haagsch Stadhuis.) |
||||||||
JAQUES DE GEIJN DE OUDE EN DE JONGE. 2)
5 Januari 1627 draagt de „eersame" Jacques de Geyn de Oude voor den Notaris Egb. de Witthe in Den Haag 8 gemeten 70 roeden 1) Zie ook Archief II. 5, 161, 162. III. 221.
2) Men zie de Nederlandsche Kunstbodc 1881 No 53, Keamm, Aanhangsel.
Archief II. 115, 118, III. 1, 35, 261. |
||||||||
— 41 —
|
||||||||||||
4i voet land gelegen int oude Hagerlant voor den dorpe van Spijcke-
nisse over aan Matheus Bijensz voor de som van 1667 gulden 5 stui- vers vrij gelds. Getuige is: Jaecques de Geyn de jonge.
Beiden onderteekenen. .
|
||||||||||||
De oude: De jonge :
|
||||||||||||
(Protocollen Notaris Egb. de Witthe in 's Gravenhage.)
|
||||||||||||
DAVID BAILLV.
Den 29 Augustus 1644 maken »de E. Mr. David Baillv, Schilder,
»ende d'eer ende achtrijcke Jre- Agneta van Swanenburgh, geëchte aluyden, wonende binnen Leyden", voor den Notaris Jacoü Jansz. Verwey hun testament. Mr. David Bailly is nog »klouck ende gesont", maar zijne
vrouw ziek te bed liggende. Verder blijkt, dat zij geene kinderen bezaten.
Mocht Mr. David Baili.y de langstlevende zijn, dan moet hij
aan Heijltgen van Swanenburgh zuster zijner vrouw o. a. ver- maken »ses silvere lepelen met vergulde apostelen", twee zilveren zoutvaten met haars vaders wapenen enz. Onder de getuigen is Mr Claes Duyff, schilder, die met groote
rorneinsche letters teekent: CLAES DVYF. (Protocollen Not. Verwey te Leiden.)
|
||||||||||||
V.
|
||||||||||||
6
|
||||||||||||
_ 42 —
|
|||||||
DAVID PHILIPS.
3 April 1664. David Philips, plaetsnijder, schutter geworden
bij het orange-blanche-bleu vendel. (Register Burgerschappen en Schutterijen. Haagsch Gemeente-
Archief.) [ Wordt vervolgd.]
|
|||||||
BIJZONDERHEDEN
BETREFFENDE DEN BOUW VAN HET GEMEENELANDSHUIS
VAN SCHIELAND TE ROTTERDAM, — later het Museum Boymans. —
(Met eene Plaat.)
ADAT Dijkgraaf en Hoogheemraden van
Schieland besloten hadden een nieuw Ge- leenelandshuis te doen bouwen, verzochten en verkregen zij daartoe in 1662 van de Re- geering der Stad Rotterdam een stuk open grond aan de westzijde van den Schiedam- i schen dijk, langs dat gedeelte van den dijk, oudtijds genaamd »buyten d'oude Schiedamse poort," zijnde een stuk van de vroegere magere varkensmarkt. Zoo als bekend is werd het bouwen van het huis opgedragen
aan den Schepen Jacob Lois, een Rotterdamsch bouwmeester, van |
|||||||
— 43 —
|
|||||
wien men ook weet dat hij een der thans verdwenen stadspoorten
aan de zijde der Maas, gebouwd heeft, i) De vermaarde Pieter Post, maakte ordonnantiën en teeken-
ingen voor Schielandshuis-, waardoor de overeenstemming van datjge- bouw met het door Post gebouwde Mauritshuis te 's-Gravenhage ge- makkelijk verklaard wordt. De volgende aanteekening uit de rekening van Schieland over
1664, levert hiervan het bewijs: Den 18™ Januarij 1664 betaelt aen Pieter Post Architect woo-
nende in s' Gravenhage over teyckenen, vacatien , reys ende teercos- ten door ordre van de Ed. Heeren Dijckgraeff ende Hoogeheemraden van Schielant, geteyckent, gevaceert ende verstrekt, wegens t' maecken van een Gemeenlantshuys volgens sp(ecificatie) ende quitantie de somme van........XLiij £. Nog nadere bijzonderheden vindt men in de daarbij door hem
overgelegde: Declaratie van Teyckenen, vacatien, Rys en" teercosteo,
gedaen en gevallen ten diensten van dyckgraeff ende hoogh heemrade van Schielandt door den Architect Pieter Post. Anno 1660 den 20 Augusty op ontbiedingh van haer Ed. tot
Rotterdam gecomen, Ende aldaer besightigt het gemeenlantshuys. den 21 dito, het nogh naerder besightight, Ende int
Rouw eenige ordonnantiën gemaakt voor vacatie ... £ 12—— Voor vragt...............» — 12.—
Anno 1662 den eersten Maert, op onbiedingh bij
de Ed. Heeren, in de goude leuw geweest, Ende ordre ontfangen, om Eenige desseinen tot Timmeragie te maken. den 15 dito, ter voorgemelde plaetse, bij de Ed.
1) Jaoob Lois overleed te Botterdam 30 Augustus 1676.
|
|||||
— 44 —
|
|||||
Heeren geweest, de onder handen hebbende Teyckenin-
gen vertoont ende over de Timmerage gebesongeert. den 16 dito van het geconsipieerde gemeenlandts-
huys. De Grondt, de standt tegent oosten,
nogh de standt tegent noorden,
nogh suyt ende noordt doorgesneeden stant,
nogh oost ende west doorgesneeden standt,
Te samen met de besonges.........£ 44 —.—
Den 15 Augusti, ten versoeke varT Ed. Heeren
geweest tot Rotterdam, over de Timmerage gebesonjeert en de plaets daer het gebouw staen soude besightight voor vacatie................» 6 —,— Voor vraght voor my ende myn soon.....» 1 — 4.—
Den 28 Januav Te samen . . . £ 63, o. o
1664.
Den inhoud deser ontvangen uyt handen
van den Heer Rentmr. van Schielandt P. Post. i) Uit het bovenstaande blijkt dus dat Post de hand heeft gehad
in het maken der plannen en daarmede wordt tevens aangevuld de mededeeling bij Samuel Lois, in zyne «Cronycke ofte korte waere bescbrijvinge der Stad Rotterdam", bl. 160, dat »de bouwmeester van dit heele gebouw was Jacoh Lois , die dit werck van buijten en van binnen heeft geordineert en alles heeft voltrocken totten eynde toe." Het bedrag der rekening van Post is aanzienlijk lager als het
honorarium van 250 ducatons of/787-10 st. dat Jacob Lois kreeg, 1) Kwitantiën der Eekening van ScMeland 1664.
|
|||||
— 45 —
|
|||||
doch waarvoor deze van 1662 tot 1665 het toezicht op het geheele
werk heeft moeten houden. De eerste steen van het gebouw werd aan den zuidoosthoek van
den voorgevel, den 31 October 1662 — hetzelfde jaar waarin men begonnen was te bouwen — gelegd door den Dijkgraaf Daniel van Hogendorp, Ridder van Sint Michiel, Heer van Moercapelle en Wildeveenen. Het fraaie beitelwerk in den voorgevel meen ik te moeten toe-
schrijven aan den beeldhouwer Pieter Rycx — denzelfde over wien in dit Archief meermalen bijzonderheden zijn medegedeeld — of- schoon wegens eene gaping in de bescheiden, die op den bouw be- trekking hebben, geen declaratie daarvan is aangetroffen t). Eene versiering van niet minder gehalte is het kunstig smeed-
werk, dat, in het bovengedeelte van den hoofdingang, geplaatst, ten volle de aandacht verdient en eene vergelijking kan doorstaan met de schoonste voortbrengselen van dien aard. Om die reden en ook omdat de beschrijving van dergelijke ver-
sieringen slechts ten halve aan haar doel zou kunnen beantwoorden, gaat hiernevens een afbeelding van dat smeedwerk, waarvan de hoogte 1.36 M. en de breedte 2.72 M. is. De voorletters van den maker ziet men midden bovenaan. De »Beschryvinge der Stad Rotterdam" van G. van Spaan 2),
die verscheidene bijzonderheden geeft over Rotterdamsche Kunste- naars, weet ook de vraag te beantwoorden, aan wiens kunstvaardige hand men dit werkstuk te danken heeft: «Onder het balkon heb je een yzer gesmeed tralywerk, 't welk
zoo kurieus met kindertjes, allerhande slag van bloemen, vrugten, 1) Vgl. hiermede de hierachter medegedeelde Resolutie van den 19 Februari
1665, waarin gesproken wordt van „buytenwerk" door Pieter Rycx. 2) Uitgaaf van 1738, bl. 385, 386.
|
|||||
— 46 —
|
|||||
gedraaide pijlaren, en andere verwonderenswaardige snorrepypen is
uitgewrogt, dat 'er de aanschouwers over verbaast moeten staan; en is dit onvergelijkelijk meesterstuk in den tijd van zes of zeven jaren voltooit, en gemaakt door den beroemden Smit Jacob Toorn, zalr. ged." Deze Jacob Toorn , of Thoorn , zooals hij zelf bij afwisseling
schrijft, was een Rotterdamsch smid en slotenmaker, die den 30 No- vember 1672 op de voordracht stond als Hoofdman van het S'. Eloy- of smidsgild. Het door hem vervaardigde smeedwerk, dat in onder- staande rekening eenvoudig een Isere tralij heet, weegt 1418 pond en zou een gulden het pond en dus/ 1418.— gekost hebben, maar men kwam overeen voor 19 stuivers. Eerst in 1675 werd het restant van zijne rekening betaald: Betaelt aen Jacob van Thoorn, smit ende slootemaacker het
restant van de Isere tralie by hem gemaeckt, gelevert ende gestelt voor in het Gemeenlantshuys volgens sp(ecificatie) ende quitantie de somme van vij °. LXij £ xviij st. 1). De door Jagob Toorn ingeleverde declaratie geeft de verdere
bijzonderheden dienaangaande: Door Oorderen \an de E. Heeren Hiemraden van Schielant ge-
maeckt als volght. A°. 1667. Den ir Augustus een slodt of en aen-
geslagen en vermaeckt met een nieuwe gedraeide sleutel gemaeckt.................f —12. — . 25 October noch een nieu gedraeide sleutel. . . » — 6.—.
Noch een nieuw groote Isei e Traly met Loofwerck
in de Togh (toog) boven de deur met weggen en Bou- ten om vast te setten, weght samen 141 8 ffi a I gul.
ider 't pont..............;.» 1418.— .—.
1) Bekening Schielana 1675—1676.
|
|||||
47
|
|||||||||||
Voort veurwen.............f 6.—
Voort slepen.............» —__i
Noch vant stellen en Inmaken.......» 8.—
|
|||||||||||
Comt .. . . ./ I433-'6
Ontfangen........» 600.16 |
|||||||||||
Segge.....£833.16.— Rest. . . .ƒ 833.16
tot 19 st. 't ffi, gaet aff Jacob Toorn.
over deji4i8 ®, 1 st.
per ff.....ƒ 70.18.—
|
|||||||||||
Rest. ... ƒ 762.18.— Fiat Betaelinge ter somme van seven
hondert twee en sestich guldens en achtyen stuyvers. Actum int Collegie den 26 Augusty Anno xvi c erT vyff en zeventich. Sa vij c lxij ƒ xxiij st. t' oircotide geteeckent. /Emilius Cool. Van der Dussen.
Bekenne hiervan voldaen te sijn
Jacob Thoorn i).
Den xviijen November 1673 betaelt aen de knecht van Jacob van Thoorn smit en slootemaecker tot een fooij voor 't brengen van de Tralij in het Gemeenlandtshuys.......iij £ iij st 2).
Ofschoon den 20 October 1665 het gebouw in gebruik genomen
werd en de eerste zitting van Dijkgraaf en Hoogheemraden toen plaats had, ging men slechts langzaam over tot het meubileeren der ver- trekken en het aanbrengen van verdere inwendige versiering, hoofd- zakelijk wegens de groote onkosten die het bouwen veroorzaakte. In de volgende uittreksels vindt men in 1670 o. a. melding gemaakt van de aanschaffing van stoelen met groene bekleeding en »asgiaeuwe' 1| Kwitantiên over 1676.
2) Bekening Schieland 1674. |
|||||||||||
Arch. v. Red. Kunstgesch. V.
|
||||||
SMEEDWERK VAN JACOB TOORN
aau Schiclandsliuis tu Rotterdam ..Museum Boymans)
|
||||||
1667
|
||||||
— 48 —
|
|||||
bekleeding van Haarlemsen trijp en van «rasse leeren" stoelen terwijl in
1678 wordt besloten goudleer te koopen »tot de. ordinaris Eet sael". In 1675 waren door Maximiliaen van der Gucht, den bekende
Delftschen tapijtmaker, tapijten geleverd, terwijl ook geborduurde kus- sens, alsmede spiegels en schilderijen werden aangeschaft en onder deze laatstgenoemde een stuk door Leuf (Ludolf) de Jongh en Mr. Joris Verhage 1) te samen geschilderd voor f 72.—; verder in 1679 een schoorsteenstuk dat met f 150.— werd betaald aan een ongenoemd schilder; waarschijnlijk is dit het jachtstuk door Beeldemaker, dat dooi- den brand van 1864 wel niet vernietigd maar ontoonbaar is geworden. Nog trof men er een levensgroot ruiterportret van Koning
Willem III aan, dat mede in den brand omkwam. Oudtijds prijkte het gebouw ook met een geschilderd glasraam ge-
schonken in 1667 door Dijkgraven en Hoogheemraden. Het was ver- sierd met hunne wapens en het portret van Graaf Floris V. De volgende aanteekeningen met vergunning van Heeren Dijk-
graaf en Hoogheemraden gemaakt, geven verscheidene tot nu toe onbekend gebleven bijzonderheden over den bouw en de inrichting van het huis, die belangrijk genoeg zijn voorgekomen, om alhier eene plaats te vinden: 10 Januari 1662. Gecommitteert de Heeren Dyckgraeff en Prins 2),
mitsgaders den Rentmr. om by de Heeren Burgemeesteren ende Regenten der Stadt Rotterdam aen te houden ten eijnde deselve 1) ' Wat dit stuk voorstelde is mij niet bekend, maar het verdient opmerking
dat Joeis Vebhaeoen meermalen in collaboratie met anderen gewerkt lieeft of bijwerk op andere schilderijen leverde, zooals door de volgende kwitantie, onder oude boedelpapieren aangetroffen, bevestigd wordt: Ontfangen bij mij ondergeschreven uyt handen van myn schoonsoon Willem
Biscop de Summa van dertich Car. gul. over het overdoen ofte verkoopen van een Schilderytgen van Sachtlevem met boeken, daer mijn schoon- soon voorsz. tot sijnen kosten een landtschap door Joeis Veehagen aen heeft laeten schilderen. Summa ƒ30.—.— Actum den 31Januari 1660. Teïntje Keysees. 2) Mr. Cheistiaen Peins.
|
|||||
— 49 —
|
|||||
soude gelieven het Collegie tot timmeren van een nieuw Gemeen-
lantshuys met de magere verckenmerckt leggende buyten de Oude Schiedamschepoort off een gedeelte van dien te gratificeren i). 17 Julij 1662. Alwaer gesien het model van het nieuwe Gemeen-
lantsbuys, mitsgaders de' staet van costen tot de voors. timmeragie noodich beyde geprojecteert bij Jacob Lois alsmede geexamineert de middelen tot vervall van den voorn" timmerage wttevinden, is naer eenige doch cleyne consideratien bij de Heeren van Schiedam voor- geslagen eenstemmelijck goetgevonden met het voors. geresolveerden werck ten effecte te procederen ten besten oirbaer sooveel doenlyck is, van het Gemeenlant van Schielant 2). 15 Augustus 1662. Geauthoriseert Jacob Lois om het graeffwerck
tot de fundamenten van het nieuwe Gemeenlantshuys, aff te roijen om conform hetselve de besteedinge van dien te doen ten overstaen van de presente Heeren 3). 18 Augustus 1662. Geresolveert ende genomineert tot Commis-
sarissen van de aangevangene nieuwe Timmeragie van t Gemeenelants- huys de Heeren Dijckgraeff, Rasquert 4) en Prins als naest ende meest in loco sijnde met versoeck ende authorisatie om t' selve soo veell doenlyck is ten gemeenen en meesten oorbaer te vorderen 5). 19 September 1662. Geresolveert tot opsiender van de nieuwe
Timmeragie te stellen Jacob (naam opengelaten) en daechs daer voor te laeten genieten eene gulden met verder discretie; naerderhandt in cas van meer merite 6). 20 October 1662. Geresolveert tot meerder vorderingh van" nieuwe
timmeragie een tweede hey te doen stellen 7). 1) Resol. v. Dijkgraaf en Hooglieemr. van Schielanü 1658—1665, fo. 47.
2) Mem, fo. 54. 3) Idem, fo. 54.
4) D. i. Jonkhr. Willem van Mathenesse, Heer van Basquert, Lisse enz.
5) Ees. Dijkgr. en Hoogheemr. v. Schieland 1658—1665, fo. 65.
6) Idem, fo. 65 verso. 7) Idem, fo. 56.
V. ' 7
|
|||||
— 50 —
|
|||||
13 November 1662. Ten selven dage hebben de Ed. ileeren
aen Bruyn de With , ordinaris smith, besteet het Iserwerck in ende tot de fundamenten van het nieuwe Gemeenlantshuys te leveren het hondert pont voor negen gul. vyff stuyvers, doch waech wicht. Alsmede (enz.) goetgevonden noch té negotieren twee duysent
gul. tot betaelinge van de onkosten van de nieuwe timmeragie ende tot dien eynde gepasseert gelyke obligatie ten behoeve van D. Soe- TENS ende D. van Zon als voochden van de naergelaten weeskinde- ren van Johan van Cameryck za1'. Geaccordeert met Dirck Lambrechtsz. Van Dorsten en Jacob
Noortheij nopende de leverantie soo van eijcke als greynen hout tot de voorsz. nieuwe timmeragie volgens de Conditien en Voor- waerden daervan synde. 1) 6 December 1662. Het maacken ende prepareren van alle de
deur ende vensterkozijnen, mitsgaders de balcken ende trappen tot het nieuwe Gemeenlantshuys besteedt ende aengenomen by Bastiaen Gommers voor de Somme van derthien hondert gul. volgens den be- stecke daervan synde. 2) 6 Maart 1663. Gecommitteert de prasente Heeren (enz.) Gelijck
mede deselve syn gecommitteert te examineren de Reeckeningen aen- gaende de nieuwe Timmeragie, mitsgaders om reguard te nemen op het slot van de aenstaende Gemeenlants reeckeningh, om naer deselve sich te reguleren in het vergrooten en invougen van eenige oncosten van het nieuwe Gemeenlantshuys. 3) 23 Mei 1663. Gecommitteert de prasente Heeren om de loopende
reeckeningen van de nieuwe timmeragie te examineren, mitsgaders tot de betaelinge van dien penningen te negotieren. 4) 1) Dijkgr. en Hoogheemr. van Schicland 1658—1665, fo. 57 en 57 verso.
2) Idem, fo. 58. 3) Idem, fo. 59 verso. 4) Idem, fo. 60 verso.
|
|||||
— 51 —
|
|||||||
22 Juny 1663. Op de doleance ende remonstrantie van Lowijs
Jansz. geredresseert het Accoord met Lowijs Jansz. den 2o,en Mey 1663 aengegaen nopende den prijs ende de leverantie van het plat als pyploot, mitsgaders arbeytsloon ende soudeer ten behoeve van het nieuwe Gemeenlandshuys ende het selvige verhoocht van thien gul. vyff stuyvers tot elff gul. vijff strs, mits alles voldoende ten volle genoegen van de Ed. Heeren Besteeders. Geresolveert het dack van het Gemeenlantshuys van binnen met
pannen ende van buyten met salcumsche leyden ende Rynsdack te decken. Gecommitteert de Heer Van Cleeff ende Mr. Gerrit i) tot het
coopen van het wagenschot t'sy tot Saenredam, t'sy elders ter eerster ende bester gelegentheyt. De steenhouwersknechts toegevoucht tot een vereeringh vyftien gul.
Jan Brouwer Metselaar gecommitteert om van de Vecht clin-
ckertsteen te coopen ende aff te laeden. 2) 27 Juny 1663. Geordonneert de kozynen in het nieuwe Gemeen-
lantshuys alvorens in te metselen door Jacob den ïhoesiender te doen verwen. D'Heer Prins versocht ende gerecommandeert als fabrijck deser
Stadt, ten eijnde door Stadts karren eenige hooginge op het nieuwe Gemeenlants huys mochte werde gebracht. 3) 19 September 1663. Geexamineert sommierlyck de staet van
oncosten by den Rentmr. airede wtgegeven tot betaelinge soo van arbeytsloon als geleverde materialen tot het nieuwe Gemeenlantshuys 4). 16 Augustus 1664. Versocht ende gecommitteert de Heer Prins
|
|||||||
1) Hij was de Gemeenelands timmerman van Schieland.
2) Bes. Schieland 1658—1065 fo. 60 verso en 61. 3) ld. fo. 61 verso.
i) ld. fo. 62 verso. |
|||||||
— 52 —
|
|||||
om te onderstaen off het erff en wagenhuys van Jouffrouw Sourij,
staende bij het nieuwe Gemeenlantshuys; te koop soude syn ende voor hoeveel i). 19 February 1665. Het request van Mrs. Pieter Rycx en Hen-,
drik Jansz. Steenhouwers nopende haer gepretendeert buytenwerck gestelt in handen van d'Heer Schepen Lois om t' selve te examineren. Op het request van Jacob den thoesiender geresolveert ende den-
selven aengeseyt tegen den eersten Mey aenstaende te verhuysen, oock desselffs dienst niet langer te continueren dan tot naerder ordre. Willem Claas Swanevelt voor het maacken van het Model
van de Kap tot het nieuwe Gemeenlantshuys toegelegt de somme van een hondert en vyftich gul. Alsmede aen Dirck Lambrechts van Dorsten over eenige
pratentie van schade gevallen door veranderinge van het geaccor- deerde besteck toegestaen de somme van hondert gul. 2) Aen Aert Aertsz. van Alsem verhuijrt de twee pack- of wyn-
kelders onder het nieuw Gemeenlantshuys voor de zomme van twee hondert vyftich gul. des jaars, ingaande prima Mey aenstaende 3). 14 Augustus 1665. Is geresolveert in het hieuw Gemeenlants-
huys te verhuysen en over te gaen (quod faustum faelixque sit) tegen de naest aenstaende schouw. Gecommitteert de praesenle Heeren om te examineren de over-
geleverde reeckeningen ende pretentien soo van de leydecker als tim- merman, metselaar, lootgieter, mitsgaders de steenhouwers 4). 23 September 1665. Geordonneert wt het oude Gemeenlantshuys
tegens St. Victorschouw te veihuysen ende hetselve alsdan te doen bewaren door een bequaem persoon. 1) Ees. Schieland, 1658—1665, fo. 71 verso. 2) ld. fo. 73.
3) ld. fo. 73 verso. i) Idem, 1665—1673, fo. 5.
|
|||||
— 53 —
|
|||||
Geresolveert St. Victorsschouw aen te leggen tegen den 20 Octo-
ber des avonts in het nieuwe Gemeenlantshuijs 1). 16 Maart 1666. Alsmede gecommitteert de Heeren Dyckgraeff
ende Prins om met de Heeren Burgemeesteren der Sladt Rotterdam te confereren nopende het gepretendeerde schoorsteengelt van het nieuwe Gemeenlantshuys, als sijnde by de respective placcaet geexi- meert de Raethuysen ende consequentelyck oock het gemelte Ge- meenlantshuijs 2). 25 Juny 1666. Goetgevonden en geresolveert het nieuwe Ge-
meenlantshuys niet te laeten gebruijcken tot eenige teeringe defroije- menten van iemant (wie het oock soude mogen syn) dan by naeder ende specialer resolutie van het Ed. Collegie 3). 25 Juny 1667. Geresolveert (enz.) Alsmede de steene kaeij achter
het Gemeenlantsbuys op te doen maacken 4). 19 October 1667. Goetgevonden aen Lowijs Jansz. lootgieter
over sijne pretentie soo wegens het Extraordinare rijsen van de prijs van het loot door toeval van den Engelsche oirloogh, alsmede over verscheyde leverantie en buijtenwerck bij desselffs declaratie monte- rende ter somme van twee hondert en tachtich gul, niet verders toe te leggen als eens hondert veertich gul 5). 18 November 1669. Versocht ende gecommitteert de H'. Dyck-
graeff en den H'. Prins om (enz.) Alsmede om de Schepen Jacovs Loys (als gebruyct synde in het timmeren van het nieuw Gemeen- landtshuys) te sondeeren wat syn E. soude mogen praetendeeren soo wegens syn sonderlinge kunst als arbeyt etc. ter saacke voorsz. ge- emploijeert. Gelijck mede om met de Hien Burgemren deser Stadt te confe-
1) Bes. Schieland, 1665—1673, fo. 6.
2) ld. fo. 7) 3 ld. fo. 10. 4) ld. fo. 11 verso. 6) ld. fo. 16.
|
|||||
— 54 —
|
|||||||
reren nopende de afdoeninge of te minste verligtinge van de swaere
verpondinge op het nieuwe Gemeenlantshuijs gestelt. In conformite van de voorsz. resolutie en het rappord van dien
bij de H'. Prins gedaen is by het Ed. Collegie goetgevonden aen de gemelte Lois ter saacke voorsz. toe te leggen 250 ducatons synde de somma van ƒ787 — 10, gelyck ook dienvolgens aen den selven Lois op den 21 Juny 1670 de voorsz. ƒ787— 10 ter presentie van de Ed. Heeren is aengetelt in conformite van de respective quitantie 1). 18 October 1670. Gecommitteert de Hren Dijckgraef ende Prins
tot het meubleeren van het Gemeenlantshuys te doen maeken ses groene, twee asgraeuwe Armstoelen, ses andere graeuwe Stoelen be- kleet met Haerlems Tryp alsmede noch twaelf russe leeren stoelen 2). 14 Junij 1675. Tot goedmaking der kosten veroorzaakt door den
bouw van het nieuwe Gemeenelandhuis is goedgevonden om een provisionele omslag van één gulden op den morgen te slaan 3). 15 Juny 1675. Is oock gheresolveert dat men met de man die de
isere traelie heeft ghemaeckt van de voorduel' soude accorderen 4) 17 Augustus 1675. Dito geresolveert de traelie van de voorduer
te betalen tegens 19 (st.) het pondt 5). 29 Mei 1677. Tot vermijding van groote kosten, het bekleeden
met lood van de frontespice en het verven van het gebouw uitgesteld 6). 27 Mei 1678. Hebben Haer Wel Ed. ghecommitteert de Heeren
Van Boetselaer en Koolwyck om te koopen goude leer tot de or- dinaris Eet sael en hebben Haer Wel Ed. aenghenomen daer van kennisse aen de Heeren Hooftingelanden te geven 7). 10 Maert 1679, Hebben Haer Wel Ed. versocht de Heer Van
|
|||||||
1) Res. Schieland 1665—1673, fo. 20. 2) ld. fo. 22.
3) ld. 1675—1682, fo. 3 verso. 4) ld. fo. 4.
5) ld. fo. 4 verso. 6) ld. fo- 34 verso. 7) Idem fo. 42,
|
|||||||
— 55 -
|
|||||||
Noortwyck om te versorgen datter een Schildery voor de schoorsteen
soude laten maecken niet exsederende de somme van hondert en vyfticht guldens l). 10 Januari 1681. Hebben haer Wel Ed. mede goedt gevonde
dat een ledekant soude werden gemaeckt in de voorkamer aen de rechter hant vant gemeenlantshuys. 2) Ao. 1662. Comt Johannis Honingh Fransche Cramer tot Rot
terdam overt bordueren van acht kussens volgens specificatie de somme van xxxij £. Betaelt den 22«n Januarij 1669 aen Schout Leüf de Jongh 3)
en Mr. Joris Verhage over het maacken en leveren van een Schil- derije in het Gemeenlantshuys volgens quitantie de somme van Lxxij £. A°. 1674/75. JAN VAN DER LlNDE Coopman comt over Spiegels
als anders int Gemeenlantshuys gel. by sp. . . . xxxv £. iiij St. Ao. 1674. Comt Maximiliaen van der Gucht Tapijtmaker
ooren over den derden termyn van de geleverde Tapyten volgens accoort de Somme van..........iiijc xvij £. x st. Ao. 1674. Comt Maximiliaen van der Gucht Tapytmaacker
over den vierden termijn van de geleverde tapyten volgens accoort de somme van............. iiij° XLViij £. x st. Ao. 1675/76. Comt Maximiliaen van der Gucht, Tapytmaacker
tot Delff over ende ter saacke van de geleverde tapyten volgens sp. de somme van.............iij c lvij £ x st.
(Uit de Rekeningen van Schieland).
|
|||||||
1) Bes. Schieland, 1675—1682, fo. 47.
2) ld. fo. 67 verso. Dit ledekant zou dienen wanneer een der van elders
gekomen Hoogheemraden in het huis moest overnachten. 3) De schilder Dcdolf of Leujj? De Jongh was tevens Schout van Hille-
gersberg. |
|||||||
— 56 —
|
||||||||
EEN EN ANDER UIT DEN
INVENTARIS VAN DEN BOEDEL VAN ZA: JACOB VOSMAER,
Capiteijn Major van Delff, overleden 30 Juni 1641. 1) |
||||||||
(Medegedeeld door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsch Museum.) |
||||||||
EIDEN, vruchtbaar in 't voortteelen van
«Konstenaren bragt voort in t'jaar 1584 »Jacob Woutersz. Vosmeer, afkomstig »van het oud geslagt der Vosmeeren. Deze »is eerst geweest een Landschapschilder, »maar begaf zig naderhand geheel tot het »schilderen van Bloemen waarin hij zeer «gelukkig is geweest. In zijnen lentetijd «heeft hij Italiën bezogt, en keerde van daar in 't jaar 1608, (toen- »maals 24 jaren oud) weder in zijne geboortestad Delf, alwaar hij de »Konst, (schoon hij Majoor van de Borgerwagt was) tot genoegen der »Konstliefdigen bleef oeflfenen tot dat hij stierf in 't jaar 1641." Tot zoover Houbraken, die hier goed op de hoogte blijkt te
zijn, zooals wij zien zullen. Het sterfjaar is juist en uit het verba- |
||||||||
1) Prot. Nots. I. van Ophoven, Delft.
|
||||||||
— 57 —
|
|||||
zend aantal bloemstukken door dezen meester nagelaten, wordt mede
Houbraken's bericht bevestigd, dat Jacob Vosmakr bloemschilder was. Uit den Inventaris leeren wij een aantal bizonderheden uit zijn
leven kennen; o. a. zijn huwelijk, een verblijf te Grave, waar hij zijn testament maakte, een ander te 's-Hertogenbosch enz. Ik nam in den regel niet op schilderijen waarbij de naam des
vervaardigers ontbrak. De talrijke bloemstukken zijn zeker grooten- deels van den overledenen, dien wij als No. 7 op den lijst van het Meesterboeck van het Delft'sche St. Lucas gilde terugvinden 1). In 1633 is hij Hoofdman van dat Gilde geweest. 2) Wij vinden dan in den Inventaris:
Een stuck met een cool, pompoen en comcommers gedaen bij
den Overledenen. (Een buitengewoon groot aantal schilderijen zonder naam der schilders.) Een avontmael van den Ouden Jordaen.
Een naeckte Andromeda van Linschoten.
Een Varckenscop van Adt. Veen. i)
Een bort met een Verckenscop van Jan Vosmaer.
Een tronie van Octavio van Veen.
Een bort van Aertgen van Leijden, daer Christus seijt: die
sonder sonden is werpt den eersten steen. Een lantschap van PlETER van AsCH.
Een ruïne van Oolisse.
Een groot lantschap van Molijn met een vergulde lijst.
Een bort van Bronchorst met eenige vinckgens.
Een bedelaers vechterije van Bronchorst.
Een rondeken van Blo.mmaert van wit e:. zwart.
1) Archief I, bl. i. 2) Aldaar bi. 29.
3} De Adt. Mr. Pieter van Veen, tegelijk schilder, was broeder van den
bekenden schilder Otio van Veen of Veenius. V. S
|
|||||
— 58 —
|
|||||||
EeD bort met vogelkens van Bronchorst.
Een bedelaerskermis van Bronchorsï.
Een borretge met eenige Vinckgens van den Ad'. Veen.
Een toverijtge van Swanenburch.
Eenige witte en blauwe druijven van den Adt. Veen.
Een lantschap v. Jan V. Goyen met wit en zwart gedaen.
Een bort, genaemt: Seskant pedestaeltgen, met eenige tulpaen
van boven op te sien. Noch een seskant pedestaelgen daer een groote open tulpaen op
leyt met een schoenlappertge en provinsy voos. Noch een dito daer een potgen met bloemen instact en noch
daerbuyten een neerhangende tulpaen wit en root. Nog andere zulke stukken.
Oock eenige steenen-beelden, armen, beenen, etc.
Een ovael sonder lijst van den toorn vant Duyvelsgat alhier.
Een groot ovael van een duyvels accoort.
Een aantal stukken met kool, pompoenen en bloe-
men, zeker van Jacob Vosmaer zelf. Een lantschapgen van de Moockerheij.
Een duijvelsche triomph met een swarte lijste.
Een ronde van Oolise sijnde een Ruyne.
Een Jerusalems priester, geoordeelt te sijn van Heemskerck.
T'conterfeytsel van Rutgart Jansz. van Dorssen t'welck ge-
oordeelt wort van Rubbens te sijn. Op 't comptoir: Weer stukken met tulpaenen, roosen , een tulpaen
de Poortugael, een blauwe Nardis, (Narcis?) queen, flessen, testen, fiolen met tulpaenen etc, alles door den overledenen, i) |
|||||||
1) Herhaaldelijk vond ik in Delft'sche Inventarissen uit het midden der
17e eeuw: Een blomflesge door Jacob Vosmaee. |
|||||||
— 59 —
Noch een pietestael van onderen te sien, waerin twee vervallen
tulpaen sijn opgemaeckt. Een groot bort van de Ketterije der Blommisten.
Noch twee pietestaelen.
In het geheel hingen ->opt comptoir" 39 bloemstukken, (waarby
»pietestaelen") waarschijnlijk allen van den overledenen en meestal tulpen voorstellende. Dan: Een groot bouck, daerince leggende 198 losse blaen daerop
meest geschildert staen tulpaen. 1) Noch een bouck daerin leggende 107 losse blaetgens opgeschildert
hebbende allerleij blommetgens en tulpaen. Een casgen daerinne verscheijden bondelen met prenten en
teijckeningen. Doosgens met veruwen etc.
Opte Schildercame r.
Eenige gedootverwde schilderijen, panelen, een esel en ander schildertuych. Een swart rustingh met vergulde spyckertgens.
Een groote menichte Anatomie van gedierten. Onder de inschulden:
Den ontfanger Boudewijn de Man staet volgens t' regr. folio 3 schuldich over t' schilderen van 21 tulpaen als den 30 Mey 1632 ix, en den 29 July 1634 xn aen den voorn, ontfanger geleveit, t' stuck tot 2—10—o, comt uj Gulden. Joris Gerritsz. van Lier is schuldich voor t' ver-
helpen van een blompolgen.........(Oningevuld.) |
||||||
1) Waarschijnlijk is Jacob Vosmaeb even als Jan van Goijen een hartstoch-
telijk liefhebber van de tulpen geweest. In 1641 begon eerst de tulpenmanie wat te bedaren. |
||||||
— 60 —
|
|||||
Voor N. N. ter Bosch wonende, verschoten voort
lijsten van 6 cleijne stuckgens.........iij gulden. De stadt Delff moet betaelen t' restoir van de
affreeckeninge van de Compagnie Waertgelders bij den overleden als Capiteijn bedient voor den jare 1640 tot s'Hartogenbosch in guarnisoen gelegen heb- bende .............ie xxx gl. vij $ viij penn: Wtsch uiden.
O. a. Maria Wolpherts van den Berch comt volgends de huwelicxe Voorwaerde met Jacop. Vos- maer za: gemaeckt in dato den 4 Dec. 1623 de somma van................ . . iüjc gulden.
Dirck Cornelisz. Schaep is bij Testamente van
Jacob Vosmaer za: van dato 6 Oct. 1634 voor den Nots. J. Heymans binnen der stadt Grave gepasst. gelegateert de somme van iij c gulden brabants ende dat aen schilderijen tot sijn sinlickheijt ende behagen vol- gens de tauxatie ende prijsen bij de hant van den overleden daerop gestelt. Dus hier.......üj c guld.
Deze inventaris is door al de familie leden onderteekend:
Arent Vosmaer. 1641 Willem Vosmaer. Arent- Woutersz. Vosmaer. Maria Vosmaer. Philips d' Verver.
Willem Jansz. van de Graeff. (Schoonzoon.) Ciiristiaen van Couwenberch. (Schilder.)
Op huyden den 12 Sept. 1641 compde. voor mij Johan van
Ophoven, openb. Nots. etc. Arent ende Willem Vosmaer mits- gaders Phillips de Verver, getrout hebbende Barbara Vosmaer alle Kinderen ende mede erffgen. van za. Jacob Vosmaer in sijn |
|||||
f
|
||||||
— 61 —
|
||||||
leven Capiteijn Major deser Stadt, d'welcke constitueerde Jan
Willemsz. van der Graeff, Nots. ende Christiaen van Couwen- BEKCH, schilder, haerluyder Neven, specialyck omme de schilderyen, teyckeningen, anatomie, ende alle de goederen van 't Sterffhuijs van den voorn, haerluijder za. Vader neffens de voochden van de on- mondige kinderen te mogen vercopen ende tot gelde nvaecken voor soodanige somme van penningen als haer geconstitueerdens goet ende geraetsaem duncken sal (enz.) Geteekend: Arent Vosmaer 1641.
Willem Vosmaer.
Philips de Verver.
Willem Jansz. van de Graeef.
gualterus lleftinck.
Joan van Ophoven, Nots.
(Prot. Nots. Johan van Ophoven. Delft 1647.)
Ten slotte nog de opmerking dat de tamelijk groote inboedel
des overledenen ons Jacob Vosmaer als gegoed burger van Delft leert kennen. En nu nog de vraag: wie kent een stuk van zijne hand? |
||||||
— 62 —
|
||||||||
AANBESTEDING VAN TROMP'S TOMBE
IN DE OUDE KERK TE DELFT, i)
|
||||||||
(Medegedeeld als voren.)
|
||||||||
P de naervolgende conditiën soo bekenden de weduwe
vrouwe, kinderen ende erfgenamen van den Ed: ende Manhaften Heere Maerten Herisertsen Tromp, in zijn leven Lieutenant Admirael van Hollandt.en West- vrieslandt aenbesteet, ende S™. Rombout Verhulst ende Willem de Keijser , Beeldhouwers tot Amsterdam, aengenomen te hebben te maecken de Sepulture ofte Tombe van den Welgedach- ten Ed: H>e Lieutenant Admirael Tromp. In den eersten sullen de Aennemers gehouden sijn te maecken
een plint van toets, breet volgens den eysch, hooch een voet. Ten tweeden t' basament van de Tombe van witte Marmer,
hooch een voet, breet ende diep volgens den eysch. Ten derden de Tombe van toets, de Sieraeten en Scheeps-Bataille
van wilte marmer te maecken naer den eijsch, de Tombe van de muer wtsteeckende 3 voet. Ten 4.™ de Simatie van witte marmer, hooch 1 voet, breet en
diep naer den eijsch. 1) Een oorspronkelijk model der liggende figuur van Tkomp van de hand
van Rombout Veehulst bevindt zich in het ïfederlandsch Museurn, waar ook een gipsafgietsel naar een dergelijk model aanwezig is. |
||||||||
— 63 —
|
|||||
Ten vyffden 't leggende Beelt van den Ure Lieutenant Admirael
Tromp, lanck, hooch ende breet naer den eysch, van witte marmer. Ten sesten t' Basrelief met de Kinderkens, lanck 9^ voet breet
ses voeten van witte marmer. Ten sevensten twee Imposten van Toetssteen met zijn behoorlijcke
Tropheen, van witte marmer. Ten achsten vier Colommen Composite ordre met haer basamenten
ende capitteelen lanck o,| voeten, de schaften van rood marmer, basamenten en capiteelen van witte marmer. Ten negenden de argit raven Fries en Cornis van witte marmer,
de Fries root, lang en hoogli een voet iot8j. Ten thienden een plint van toetssteen, hoogh seven duijm, lanck
ende diep naer den eysch. Ten elfsten t' wapen van de Heer IA Admiraal, hoogh 4 voet
10 duijm breet 7 voet en 5^ duijm, dick naer den eijsch, van witte marmer. Ten twaelfsten twee Tritoine van witte marmer volgens den
eysch gemaect, ende verders soo is dit werck besteedt, alles op Rynlantsche voetmaet. Ende is vorders geconditioneert, dat in conformité van de voorsz.
conditien sal moeten gemaect ende gelevert worden binnen den tijt van een jaer drie maenden onbegrepen. Ende dit alles voor de somme van Thienduysent car: guldens, te
weten een derde paert soo haest het werck sal werden begonst, het tweede derden deel, soo wanneer t' selve werck half volmaect sal sVjn, ende t' derde resterende derdendeel soo wanneer t' selve vol- maect ende gelevert sal sijn, met expres bespreek dat bij aldien bij Meesters off luyden hun desverstaende wederzijts te verkiesen, ge- ooideelt mochte werden, dat aen t' voorsz. werck wel derthien duysent |
|||||
— 64 —
|
|||||
guldens verdient was, dat in sulcken gevalle de besteders boven de
voorsz. somme van 10,000 gl. aen de aennemers noch een goede vereeringe sullen geven, tot derselver geliefte ende discretie ende naer der loffelickheijt vant werck. Doch sullen in allen deelen uijtterlicken mogen volstaen met een somme van 1000 guldens. Maer in cas het oock geviele, dat het voorsz. werck bij de voorsz. meesters geoordeelt mochte werden de 10,000 gis. niet waerdich te sijn, ende dat daerin trespect van den Staet niet wel waergenomen mochte sijn, ende dat Haer Ho: Mo: daerover miscontentement mochten nemen, dat in sulcken gevalle t' ongelijck aen den Staet gedaen gerepeteert of geconpenseert sal mogen werden met soodanige penn: uyt het laetste derdepart in te houden als bij de voorsz. Mrs gearbitreert sal werden t' werck minder waerdich te sijn. Eyntelijck is geconditioneert dat alle t' voorsz. werck van swarte,
roode ende witte marmer sal moeten werden gemaeckt, sonder lassen, soot doenlijck is , in allen gevalle sonder lappen. Belovende parthijen ten wedersijden hun naer den inhouden van
de voorsz. conditien punctuelijck te sullen reguleren, daervoor ver- bindende hunne persoonen en goederen. Enz. Binnen Delft, t8 September 1655. 1)
Is onderteekend: H. Tromp.
CORNELIA BERCKHOUT,
Wede. van d'Hr. L- Adm. Tromp.
Johan Kievit. Will. de Keijser. Romboudt Verhulst. In tegenw: van mij: W. de Langue, Nots. (Prot. Not. W. de Langue, Delft.) 1) Rombout Veehulst kreeg vervolgens Octrooi voor 9 jaren om het Graf-
teeken in plaat te doen brengen. Dez^ plaat gesneden door 0. van Dalen Ju- niok, is hoog 0.655, hreed 0.425 en gemerkt: J. van Campen Inventor, 0. van |
|||||
<
|
||||||||
— 65 —
|
||||||||
Ik voeg hier bij eenige Aanteekeningen omtrent den Beeld-
houwer ROMBOUT VERHULST.
Immerzeel en Kramm deelen reeds een en ander over hem
mede. Het is onzeker wanneer hij geboren is; Immerzeel zegt (zon- der bron op te geven) te Mechelen omstreeks 1624, Kramm, het zeer onvertrouwbare MS, van Pieter Terwesten volgend, 1630 te Breda. Het bij Terwesten aangegeven sterfjaar 1696 is onjuist, zooals ik hieronder hoop te bewijzen. Uit eene Notarieele Acte voor den Notaris Van Swieten te
Leiden verleden bleek mij dat Verhulst in 1663 aldaar woonde |
||||||||
Dalen Junior Sculpsit. Cum privilegio Ordinum Generaliurn et Hollandise ad
IX annos. {Zie ook Muller Beschrijvende Catalogus van 7000 Portretten 5460 x.) Het oorspronkelijk op perkament geschreven octrooi der Staten-Generaal, aan- wezig in 't Archief van Rotterdam, doet o. a. zien dat Verhulst in 1657 te Am- sterdam woonde; het luidt als volgt: De Staten Generael der Vereenichde Nederlanden. Allen den geenen die
desen zullen zien ofte hoor-n lesen, Salut, Doen te wceten, Dat wij ge consenteert, geaccordeert, ende geoctroijeert hebben, gelijck wij consenteren accorderen ende octroijeren bij desen, aen Mr. Rombout Verhulst, woonende tot Amsterdam, omme voor den tijt van negen naestcomende achtereenvolgende jaren, met Seclusie van allen anderen, binnen dese Geünieerde Provinciën, geassocieerde Lantschap- pen, Steden, ende Leden van dien, te mogen doen snijden, drucken, uytgeven, venten ende vercoopen, de teyckeninge van de Sepulture van wijlen den Lieu- tenant Admirael Tromp , bij den voorn. Mr. Rombout Verhulst gemaeckt. Verbiedende allen ende eenen ijegelicken, Ingesetenen van de voorsz. Vereenichde Nederlanden, geassocieerde Lantschappen, Steden, ende Leden van dien, binnen den voorsz. tijt van negen naestcomende Jaren de voorsz. teijckeninge in 't ge- heel, ofte ten deele nae tn snyden, ofte drucken, doen naesnijden, ofte drucken, uijtgeven, ende vercoopen, ofte elders soo nae gesneden ende gedruckt, binnen d'opgemelte Landen te brengen, opte verbeurte van alle de nagesneden, ende gedruckte exemplaren, ende daerenboven van een ^Somme van drie hondert Carolus guldens, t'appliceren daervan een derdendeel ten behoeve van den Of- ficier die de calange doen sal, het tweede derdendeel ten behoeve van den armen, ende het resterende derdendeel ten behoeve van den voorsz. Mr. Rombout Veehulst, Behoudelijck nochtans, dat denselveu Verhulst gehouden zal zijn, op desen onsen Octroije te versoecken, oock t'obtineren attaché van die pro- vincie, ofte provinciën, daer hij de voorsz. teijckeninge sal willen doen snijden, drucken, uytgeven, venten, ende vercoopen. Gedaen ter Vergaderinge van de Hoochgemelte Staten Generael, in den Hage den vijff ende twintichsten May xvic Seven ende vyftich. W. Ripperda Vt. Ter ordonnantie van selve N. Ruysch. Red.
|
||||||||
— 66 —
|
|||||||||
en een broeder, Anthony Verhulst, te Mechelen had. Rombout
Verhulst had daar ook nog gronden in zijn bezit, alles zaken die voor Mechelen als zijne geboorteplaats pleiten. In 1680 woonde hij in den Haag en betaalde 24 gulden voor
het Jaarlijks consumeren van l| oxhoofd wijn. 1) In 1691 woonde hij aldaar aan de zuidzijde van de Prinsengracht
en betaalde zes gulden voor het gebruik van koffij en thee. Daar- mede werd zijn vermogen op meer dan / 4000 minder dan ƒ 10,000 geschat. 2) In de Grafboeken der Groote Kerk vond ik :
27 November 1698, 4 poose (geluid) over d'Heer
Rombout Verhulst............ƒ 13 — o — o. Een graf geopent voor d'Heer Rombout Verhulst » 12 — 0—0.
|
|||||||||
DE TWAALF SCHILDERIJEN VAN OTTO VAN VEEN
in 's Rijks Museum te Amsterdam. (Nm. 496—507 van den Katalogus.)
|
|||||||||
(Medegedeeld als voren.)
IT de volgende Ordonnantie der Staten Generaal leeren
wij de oorspronkelijke bestemming der bovengenoemde schilderijen kennen. Tegelijk zien wij dat de Advocaat- schilder Pieter van Veen broeder van den vermaarden Otto Veenius is geweest: 1) Collier belasting op het wijnverbruiï. 1680. Haagsch Gemeente Archief.
2) Eegister Coffy en theegelt. 1691. Idem.
|
|||||||||
67 —
|
||||||||
Te betaelen aen Mr. Pieter van Veen , advocaet voor den Hove
van Hollandt de somme van 2200 f daervoren dat Haere Ho: Mo: van hem door Haere Gecom: hebben doen coopen twaelf stucken schilderiën by zijnen broeder gemaect van de oorloge ende daden (van) Civms tegen de Romeijnen tot een Ciraet van hare Ho: Mo: Carnere van Vergaderinge, 26 January 1613. |
||||||||
DE DEEKENS EN HOOFTMANS
VAN HET HAAGSCHE Sr. LUCAS GILDE
1631—1658. |
||||||||
(Medegedeeld als voren.)
wy E vergeefs zoekt men in de onlangs door mij in het
«Archief" medegedeelde boeken van het Haagsche St. 'jy Lucas Gilde naar eene geregelde opgave der overlieden van dat gilde. Gelukkig dat in eenige pakken, onder den naam van »Electien Gilden" de opgave dier personen ons is bewaard gebleven. Op de hiervolgende lijstjes werden eenige gildebroeders door het
bestuur van het Gilde voorgeslagen, waarvan dan door den Magistraat de te verkiezenen werden aangehaald. Ter onderscheiding vindt men hier de door den Magistraat gekozen Deecken en Hooftmans met een gespatieerde letter gedrukt. Het eerste nog aanwezige stuk luidt:
|
||||||||
— 68 -
|
|||||
Aen de E: Schout en Burgemeesteren van s' Gravenhage.
Naerdyen 't gilde van S'e Lucas staet tot verkiesinghe nu jegens Saterdach toecomende den l8n deser maent Octobers van nieuwe gildemeesters ofte Hooftmans, Soo wort alhier verthoont aen de Ed: Heeren de namen jegenwoordig dienende, ende hoe lang deselve ge- dient hebben, ende daerby gevoecht andere, nieuwe namen daerwt de Ed: Heeren gelieven te verkiesen die dit jegenwoordige jaer van 1632 dienen sullen, d'welck doende etc. Anthony van Ravesteijn , 'als Deecken gedient drij jaren.
Henricus Hondius, Hooftman, twee Jaren. Deecken.i)EvERT Krijnsen van der Mae s, schilder, twee jaren. Hooftman. Jan Anthonisz., gelaesmaker, een jaer. id. SijbertMonincx, schilder, een jaer. Nieuwe voorgestelde namen: Joan van Ravesteijn, schilder. Hooftman. Anthony van Aken, gelaesmaker. id. Adriaen van de Venne, schilder. Adriaen Bos, schilder. Albert Albertsen de Vries, gelaesmaker. Gedaen den xvi Octob: 1631.2) (Handschrift van Hendrik Hondius, door wien ook het boek G
der S*. Lucas-boeken grootendeels is geschreven.) Het 2e lijstje bevat de namen:
Deecken. Mr. Evert van der Maes, Deken, gedient een jaer. Jan Anthonisz. glasschrijver, gedient twee jaeren. Mr. Sibert Meunicks (sic) schilder, gedient twee jaeren. Hooftman. Anthoni VAN Aken, glaes-maeker, gedient een'jaer. 1) Dit: Deecken, Hooftman, door den Magistraat voor de namen geplaatst.
2) Dit laatste er telkens op de Burgemrs. kamer ondergezet.
|
|||||
— 69 —
Hooftman. Adriaen van der Venne, schilder, gedient een jaer.
Voorgestelde namen:
Hooftman. Jochim Hoeckgeest, schilder. Joost Snewins, schilder.
Hooftman. Adriaen Cornelisz. Bos, schilder. Jacob Fransz: glas-schrijver. Harman Cornelisz: Paeu, glaesmaker. Philps Arentsz: Haesbrouck, glaes-schrijver. Gedaen den xvi Octob: 1632. Derde lijstje. Aen de Heeren Balliu enz., wert in aller eerbiedicheijt ver-
thoont alle de namen van de Regeerders van S*. Lucas oft Schil- ders Gilde alhier, mitsgaders degene die voorgestelt werden om de verkiesinge toe te doen. Evert Krijnsz: van der Maes, Deecken, schilder, heeft
gedient twee jaren. Deecken. Anthony van Aken, Hooftman, glas-schrijver, heeft gedient twee jaren. Adriaen van de Venne, schilder, Hooftman, heeft ge-
dient twee jaren. Hooftman. Jochim Hoeckgeest, schilder, Hooftman, heeft ge- dient een jaer. id : Adriaen Cornelisz: Bos, schilder, Hooftman, heeft gedient een jaer. Uyt dese navolgende te verkiesen:
id : Henrick Hondius, plaetsnijder. id: Jacob Fransz, glasschrijver. Joost Hendricksz: Snewins, schilder.
Philps Arentsz: Haesbrouck, glas-schrijver. |
||||
— 70 —
|
||||||
Broer Jansz, Konstverkooper.
Sibert Moninckx , schilder. Gedaen ter caemer van Burgem™ van s'Gravenhage, XI Octob: 1633. Vierde lijstje, weer door Hendrik Hondius geschreven. De hooftmannen jegenwoordich dienende: Deecken. Anthony van Aken, gelaesmaker, Deecken, heeft gedient een jaer. Joachim Hoeckgeest, schilder, Hooftman, twee jaer.
Adriaen Bos, schilder, Hooftman, twee jaer. Hooftman. Henricds Hondius, plaetsnijder, Hooftman, een jaer. id: Jacob Jansz: i) gelaesmaker, Hooftman, een jaer. Nieuwe voorgestelde:
id: Sijbert Monnincx. schilder. Jacob van der Gracht, schilder. Jan van Ravesteijn, schilder. Jsaack Mijtens, schilder. Tymon Arentsz: Cr acht, schilder. Philps van Haesbroeck, gelaesmaecker. Gedaen op den xvi Octob: 1634. Vijfde lijstje, als voren. De Hooftmannen jegenwoordich dienende: Anthonij van Aken, gelaesmaker, Deecken, gedient twee jaer. Deecken. Henricds Hondius, Hooftman, twee jaer. Jacob Francen, gelaesmaker, Hooftman, twee jaer.
Hooftman. Sijerechï Monnincx, schilder, Hooftman, een jaer. id: Tymon Arentsz: Cracht, schilder, Hooftman, een jaer. |
||||||
1) Hier duidelijk Jansz:, op het voorgaande lijstje even duidelijk Fbansz:
|
||||||
— 71 —
|
|||||
Nieuwe voorgestelde namen:
Vincent Hendricksz: gelaesmaker.
Isaack Mijtens, schilder.
Jan Anthonisz. , gelaesmaker.
Anthony van Ravesteijn , schilder.
Hooftman. Joachim Hoeckgeest, schilder, id : Philips Haesbroeck , gelaesmaker. Gedaen den xvi Octob : 1635.
Zesde lijstje, als voren.
Deecken ende Hooftmannen jegenwoordich dienende,
Deecken. Henricus Hondius, Deecken, gedient een jaer. Sijbert Monnincx, schilder, is overleden.
Tymon Cracht, schilder, gedient twee jaer.
Hooftman. Joachim Hoeckgeest, schilder, gedient een jaer. id: Philips van Haesbroeck, gelaesmaker, gedient een jaer.
Nieuwe voorgestelde namen:
id : Isaack Mijtens, schilder. Cent Hendricxsz: gelaesmaker.
id : Adriaen Bos, schilder. Adriaen van de Venne, schilder.
Gedaen den xvin Octob: 1636.
Zevende lijstje, als voren.
Deecken ende Hooftmannen jegenwoordich dienende :
Henricus Hondius, Deecken, gedient twee jaer.
Joachim Hoeckgeest, Hooftman, twee jaer.
Deecken. Philips van Haesbroeck, twee jae'\ Hooftman. Isaack Mijtens, een jaer. id: Adriaen Bos, een jaer. |
|||||
— 72 —
|
|||||
Nieuwe voorgestelde:
Jan Anthonisz: gelaesmaker.
Jan van Ravesteijn, schilder.
Hooftman. Adriaen van de Venne, schilder. id: GratiaenJansz. (Soetens), goutslagher.
Gedaen den xvi Octob: 1637.
Achtste lijstje, een andere hand.
Deecken. Den Deecken Philips van Haesbrouc'k. Hooftmannen.
ISAACK MlJTENS.
Adriaen Bosch.
Hooftman. Adriaen van de Venne. id: GRATIAEN JaNSZ: goütslager. Affgaende Hooftmannen:
Isaack Mijtens. Adriaen Bosch. Namen van degeene die mijne Ed: Heeren Burgem^n wer- den voorgestelt om twee nieuwe aenkomende Hooftmannen te kiesen, id: Jan van Goijen. JOACHIM HOECKGEEST.
MOYSES VAN VüYTENBROUCK. Jan Theunisz: glaesschrijver.
Pieter Arentz: Thooft, steenhouwer, id: Jacob Jansz: Hacke. Gedaen den 22n Octob: 1638.
Negende lijstje. Cort bericht twelck den Deecken Philips van Haesbrouck is doende aen de Heeren Burgemeesteren ende Regeerders van s' Gra- venhage. |
|||||
— 73 —
|
|||||
Den voorn: Deecken Haesbrouck heeft vier jaeren con-
tinuelicken gedient, twee jaeren als Hooftman ende twee
jaeren als Deecken.
Deecken. Adriaen van de Venne ende Gratiaen Soetens hebben nu elck mede twee jaeren aen den anderen als
Hooftmannen gedient.
Hooftmans.jAN van Goyen ende Jacob Hacke buijten de no- minatie tot Hooftmannen gekoosen, souden nu een jaer gedient hebben.
Dese naevolgende persoonen sijn bijde voorn: Deecken ende Hooftmannen eenstemmelick genomineert om daeruijt nieuwe Deecken ende Hooftmannen gekosen te werden voort aenstaende Jaer 1640. Thyman Cracht.
Joachim Houckgeest.
Monsr. Gerrit Honthorst.
Hooftman. Bartholomeus van Bassen. Jacob van der Gracht.
Pieter de Putter.
Joost Sneewins.
Jan Westerbaen.
Jacob van der Marck.
Anthony van Aecken, glaesmaecker.
Anthony Tongerloo , bouckbinder.
Corstiaen Symonsz: glaesmaecker.
id: Gabri el van Montfoort, glaesmaecker. Gedaen den xvin Octob: 1639.
Tiende lijstje.
De Nominatie van Deecken en Hoofmans van S'. Lucas
Gilde.
|
|||||
— 74 —
|
||||||
Deecken. Adriaen van de Venne i) Deecken, gedient een jaer.
Jan van Goyen , Hooftman, gedient twee jaer.
Jacob Hacke, Hooftman, gedient twee jaer.
Hooftman. Bartholomeus van Bassen, Hooftman, gedient een jaer.
id: Gabriel van Montfoort, Hooftman, gedient een jaer.
Namen waeiuijt de E: Heeren gelieven te kiesen twee Hooft- mannen in plaets van de afgaenden. Hooftman. Mr. Evert van der Maes, schilder. Pieter de Putter, schilder.
Anthony Jansz : Tongerloo , boeckverkooper.
Anthony van Aken, glasemaker.
Dirck La Meer, boeckverkooper.
Sacharias Dijckmans, schilder,
id : Tijman Cr aft. Gedaen den 27 Octob: 1640.
Elfde lijstje.
Adriaen van de Venne, Deecken, gedient twee jaeren.
Bartholomeus van Bassen, gedient twee jaeren.
Gabriel van Montfoort, gedient twee jaeren.
Deecken. Evert VAN der Maes, gedient een jaer. Hooftman. Tyman Craft, gedient een jaer. Namen om uyt te kiesen.
Hooftman. Anthony van Aken, glasemaker. Cornelis Monincx, glasemaker.
Jacob van der Graft, schilder.
|
||||||
1) Schijnt door hem geschreven, even als de beide vorige lijstjes.
|
||||||
75 —
|
|||||
Hooftman. Willem Colster, schilder.
id: AnthonyJansz: van Tongerloo, boeckverkooper.
Michiel Smit, boeckverkooper.
Pieter Arentsz. 'tHooft, beelthouwer.
Gedaen den 15 Novemb: 1641.
Twaalfde lijstje.
Deecken. Evert VAN DER Maes, gedient een jaer. Tymon Kracht, Hooman, heeft gedient twee jaeren.
Hooftman. Anthony van Aken, Hooman, gedient een jer. id: Anthony Jansz: Tongerloo, Hooman, gedient
een jaer.
id: Willem van Kolster, Hooman, gedient een jaer. Nominatie.
Henricus Hondius.
johan borsman.
Jacob van der Cracht.
id: Johan Westerbaen. Gedaen den 18 Octob: 1642.
Dertiende lijstje.
Everard van der Ma.es, schilder, als Deecken gedient
2 jaeren.
Anthony van Aken, glaesemaker, Hooftman, gedient
2 jaeren.
Willem Colster, schilder, Hooftman, gedient 2 jaeren.
Deecken. Anthony Jansz: Tongerloo, Hooftman, bouck- vercooper, gedient 2 jaeren.
Hooftman. Jan Westerbaen, schilder, Hooftman, gedient een jaer. Voorgestelde persoonen.
id: JohanBorsman, schilder. |
|||||
— 76 —
|
|||||
Hooftman. Adriaen Hanneman, schilder.
Leendert van Haeften, schilder. Henricus Hondius, plaetsnijder. Cornelis Monincx, glaese-maecker. id: Jacob Cornelisz: van der Meer, glaesemaecker. Simon de Putter, boeckverkooper. Aert Meuris, boeckvercooper. Gedaen den 19 October 1643. Veertiende lijstje. Deecken:
Anthony Jansen Tongerloo, boeckvercoper, gedient een jaer. Hooftmans.
Jan Westerbaen, schilder, gedient twee jaien. Adriaen Hanneman, schilder, gedient een jaer. Johan Borsman, schilder, gedient een jaer. Jacob van der Meer, glaesmaecker, gedient een jaer. Nieuwe voorgestelde personen. Jacob van der Gracht, schilder. Aert Meuris, boeckverkooper. Cornelis Monicx, Glaesmaecker. Niemand aangehaald, maar ter Burgem's. kamer er onder gezet:
Alles gecontinueert, om merckelijcke redenen. . Gedaen ter camer enz. 17 Octob: 1644. Vijftiende lijstje.
Aff. Anthony Jansz: Tongerloo als Deecken, gedient twee jaeren.
Aff. Johan Westerbaen , Hooftman , gedient drie jaren. Deecken. Adriaen Hanneman, Hooftman, gedient twee jaren. Aff. Johan Borsman, Hooftman, gedient twee jaeren. |
|||||
— 77
|
|||||||||||
Aff. Jacob Cornei.isz. van der Meer, glaesmaecker, Hooft-
man , overleden binnens tijds.
Nieuwe voorgestelde persoonen. Jacob van der Gracht.
|
|||||||||||
Schilders.
Hooftman.
id: Glaes-
maeckers. |
Mr. Abraham de Vries.
Cornelis Claesz: de Geus.
Dirck van der Lis.
Anthonij van Aken.
Albert Albertsz: de Vries.
Cornelis Monincx.
|
||||||||||
Jan Pietersz: Sam.
iHENDRICK HONDIUS.
Jacob Hackée. Zijmon de Putter. Jan Veely. Kamerschilders. j Zacharijas Dijckmans. Hooftman. ( Willem Col ster. Gedaen enz. 17 Octob: 1645. Zestiende lijstje. Deecken:
Aff. Adrijaen Hanneman, heeft gedient twe jaren. Homans.
Aff. Dirck van der Lis, gedient twe jaren. Deecken. Antony van Ake, gedient twe jaren. Hooftman. Jacob Hacke, gedient twe jaren. id: Willem van Kolster, gedient twe jaren.
Dubbel getal waeiwt de Ed: Heeren sullen gelieven te
kiesen twe nieuwe Homans. Hooftman. Jacob van der Graft, schilder. ■ |
|||||||||||
— 78 -
|
|||||
Hooftman. Gabriel van Montfoort, glasemakev.
Alexander Petijt, schilder. Pieter Nason, schilder. Gedaen enz. 18 October 1647. Zeventiende lijstje. Hier schijnt een lijstje te ontbreken.
Aff. Antony van Aken, glaasmacker, heeft gedient twe jaar als Deecken.
Aff. Jacob van der Graft, schilder, heeft gedient twe jaer als Hooman. Deecken. Gabryel van Montfoort, glaasmacker. heeft ge- dient twee jaar als Hooman. Hooftman. Symon de Putter, boeckebinder, heeft gedient een jaar als Hooman. id : Harman Gree vesteijn , Camerschilder, heeft gedient een jaar als Hooman. Dese naevolgende warden op" nieu genommeneert tot Hoomans
vant Sinte Luckes Gilde diet U: E: gelieven zal. Den vendricht Alexander Petijt, schilder.
Hooftman. Jan Danckers, schilder. Cristijaen Couwenburgh, schilder.
Hooftman. Albart de Vries, glaesmaecker. Heijndrick Corstijaensz: van der Burgh, glaesmaecker.
Gedaen enz. den 15611 October 1649.
Achtiende lijst.
Alsoo Gabriei. van Montfoort , onsen overleden Deecken, aen- gecomen sijnde S'. Lucas voorleeden, A». 1649 is veronluckt tot Amsterdam, soo versoecken wij onderschr: als Hooftmans van S*. Lu- cas gilde, aen UEE: achtbaere, dat UEE: achtb: sal gelieven te |
|||||
— 79 —
|
|||||
stellen in plaetse van den overleeden een Deecken die UEE: sal
gelieven, als raeede tot vervulling een Hooftman vant selve gilde. Deecken. / Sijmon de Putter, boeckvercooper, heeft gedient l S*. Lucas 1649 een jaer als Hooftman. vuyt 1 Hakman van Grevesteijn, camerschilder, heeft gedient deese J Ste. Lucas 1649 een jaer als Hooftman. een \ Jan Danckerts, schilder, heeft gedient van S'. Lucas Deecken. j 1649 als Hooftman.
I Aei.brecht de Vries , glaesmaecker, heeft gedient van
\ S*. Lucas 1649 als Hooftman. Versoecken UEE: sal gelieven vuyt een van deese ondergeschr: genomineerde te kiesen die het haerEE : sal gelieven. Hooftman. f Johan Westerbaen, meester schilder.
Vuijt deese een < Corstiaen Couwenburch.
nieuwen Hooftman. ( WlLHEM Colster.
Gedaen enz. 15 Febrö; 1650. Negentiende lijstje. Dienende Deecken ende Hooftmans van S*. Lucas Gilde ver-
soecken dat UE: gelieft te nomineeren van deese ondergestelde per- soonen tot Hooftman van tselve gilde. Blijvende Deecken ende Hooftmans.
Symon pe Putter, boeckvercooper, heeft gedient een jaer als Deecken. Afgaende Hooftman.
Herman van Grevesteijn, camerschilder, heeft gedient twee jaer als Hooftman. Jan Danckers , schilder, heeft gedient een jaer als Hooftman.
Aelbert de Vries, glaesemaecker, heeft gedient een jaer als Hooftman. Jan Westerbaen, schilder, heeft gedient een jaer als Hooftman. |
|||||
— 80 —
|
|||||
Deese navolgende werden op nieu genomineert tot een Hooftman
van S'. Lucas Gilde, daer UE: heeren gelieft wt te kiesen die het VE: heeren sal gelieven. Hooftman. Wilhem van Colster, camerschilder. Jacob van der Spijck, camerschilder.
Gedaen etc. den 18 Octob: 1650.
Twintigste lijstje.
Aff. Sijmon de Putter, heeft twee jaren gedient als Deecken. Deecken. Johan Danckers, meester schilder, heeft gedient twee
jaer als Hooman.
Aff. Aelbert de Vries, glasemaeeker, heeft gedient twee jaeren als Hooman.
Hooftman. Johan Westerbaen, meester schilder, heeft gedient een jaer als Hooman.
id: Willem van Colster, kamerschilder, heeft gedient een jaer als Hooman.
Deese navolgende warden op nieu genomineert tot Hoomans vant selve Gilde. Samewel Smits , meester schilder.
Jooris Verhagen, meester schilder.
Hooftman. L eend er t van der Hel, glasemaeeker. Pieter van der Stouel, glasemaeeker.
Jan Vely, boeckvercooper.
Hooftman. Johan Tongerloo, boeckvercooper. Gedaen etc. den 13 October 1651.
Eenentwintigste lijstje.
Regeerende Deecken. ende Hooftmans.
Deecken. Jan Danckerts, schilder, heeft gedient een jaer als Deecken.
|
|||||
— 81 —
|
|||||
Aff. Jan Westerbaen , schilder, heeft gedient twee jaar als
Hooftman.
Aff. Wilhem van Colster, camerschilder, heeft gedient twee jaer als Hooftman.
Leendert van der Bell, glaesmaecker, heeft gedient
een jaer als Hooftman. Johannes Tongerloo, boeckvercooper, heeft gedient een
jaer als Hooftman. Deese naevolgende werden op nieu genomineert Hooftmans van S'. Lucas gilde , daer UEE: gelieven wt te kiesen die het UEE: sal gelieven. Sijbrant van Beest, schilder.
Hooftman. Joris Verhagen, schilder. id: Jacob Aelbrechtsz: van der Spjjck, camer-
schilder. Mathieu ')e Busch, camerschilder.
Den xviii» October 1652. Tweeëntwintigste lijstje. Jan Danckertse, schilder, als Deecken gedient twee jaeren.
Wt dese twee volgende Out-hoomans wort een Deecken gecoosen. Deecken. Leendert van der Hellen, glaesmaecker, als Hooftman gedient twee jaeren. Johannes Tongerloo, boeckverkooper, als Hooftman ge-
dient twee jaeren. Joris Verhaegen, schilder, als Hooftman gedient een jaer.
Jacob van der Spijck, camerschilder, als Hooftman ge- dient een jaer. Dese volgende werden op nieus genomineert tot Hooftmans van Si Lucas Gilde. V. ,,
|
|||||
— 82 —
|
|||||
PiETER Nasoo, schilder.
Ferdinandus Wes, schilder.
Hooftman. Aelbrecht de Vries, glaesmaecker. Cornelis Mooninckx, glaesmaecker.
Hooftman. Anthony Jansse Tongerloo, Boeckverkoper. Jan Veely, boeckverkooper.
Actum den l8en October 1653.
Drieëntwintigste lijstje.
Leendert van der Helle , glaesemaeker, als Deecken
gedient een jaer.
Aff. Joris van der Hagen, schilder, als Hooftman gedient twee jaeren.
Aff. Jacob van der Spijck, camerschilder, als Hooftman ge- dient twee jaeren. Albert de Vrijes , glaesemaecker, als Hooftman gedient
één jaar.
Antony Tongerloo, boeekverkooper, als Hooftman ge-
dient een jaer. Dese volgende werden genoemineeit op nyeus tot Hooftmans van St. Lucas Gilde. Hooftman. Piet er Nason, schilder. Johannes Mijtens, schilder.
Hooftman. Willem Colster, kamerschilder. Jurijaen Nollemans, kamerschilder. Corneelis Mooninckx, glasemaecker.
Cornelis Danijelsen, glasemaecker.
Jan Veelij, boeckverkooper.
Cristoffel Dol, boeckverkooper.
Gedaen enz. 15 October 1654.
|
|||||
— 83 —
|
|||||
Vierentwintigste lijstje.
Aff. Deken, Leonard van der Helle, glaesmaker, ge- dient hebbende twee jaren.
Deecken. Als Hooftman Anthoni Tongerloo, gedient hebbende twe jaren.
Aff. Albart de Vries, gedient hebbende twee jaren. Pieter Nason , gedient hebbende een jaer.
Willem van Colster, gedient hebbende een Jaer. Namen van de genomineerden. Schilders. Hendrik Noorderwiel, Hooftman. Ferdenandis Wes.
Glaesmakers. Cornelis Monicx, Hooftman. GlJSBART RlJCKEN.
Boeckverkoopers. Johan Vely.
Christoffel Doll.
Gedaen etc. 15 October 1655.
Het lijstje van 1656 ontbreekt, daarentegen vinden wij de eerste
lijst der Schildersconfrerie, Op huijden desen' lyen October 1656 soo sijn bij een gedachvaert
ende vergadert geweest in de vertreck-camer van 't stadthuys van s'Gravenhage alle de Mr. schilders der voorsz: stede omme te nomi- neeren een drie dubbeld getal van al sulcke persoonen ende Mr. schilders als zijluijden bequaem achten om dese nieuwe gepreviligeerde Confrerije wegens de brieven van de voorn: achtbaere Magistraet ten dien eijnde verleent te regieren, ende versoecken benevens dien dat Haer achtbaere uyt de nominatie hier onder gestelt gelieven te ver- kiesen alsulcke mannen die UE: bequaem -'.aer toe sult achten. Dit doende etc. |
|||||
— 84 —
|
|||||
Nominatie.
Deecken. Hooftmans. Deecken. Adriaen Hanne- Jacobvander Does. Hooftman.
man. aernout van ravesteijn. Isaac Mijtens. Maerten Lengele.
Alexander Petijt. Noorderwiel.
Hooftmans Hooftman. / Johan Mijtens. \ Abraham van Beijeren.
< Carel du gardijn. I MONINX.
\ van der Maes.
Tot Secretaris:
Den adt. Mr. Cornelis van Veen. Van Beest. Anthony van der Croos.
Gedaen etc. 24 Octob: 1656. Nog voorhanden is het (25e) lijstje van het .oude St. Lucas Gilde van 1657—1658. Anthony Tongerloo als Deecken, gedient twee jaeren.
PiETER Nason, Mr. schilder, Hooftman, gedient drij jaeren. D.eecken. Willem Kolster, camerschilder, Hooftman, gedient drij jaeren. Hendrik Noorderwiel, Mr. schilder, Hooftman, gedient
twee jaren. Cornelis Moninckx, glaesmaker, Hooftman. gedient twee
jaren. Namen die op nieus werden genomineert. |
|||||
— 85
|
|||||
Schilders.
Mr. Johan Westerbaen , Mr. schilder. Ferdinandus Wes, Mr. schilder. Glaesemaeckers. Hooftman. Dan iel van Gastel. GlJSBRECHT RlJCKE.
Boeckverkopers.
Hooftman. Sijmon de Putter. Christoffel Dol. Camerschilders.
Hooftman. Jacob van der Spijck. id: Harman Grevesteijn. Gedaen etc. den 18 October 1657. Wij zien hieruit dat de kunstschilders Westerbaen, Wes, Na-
SON en NOORDERWIEL toch na de separatie in het oude St. Lucas gilde gebleven zijn. Daarentegen komt op het nog voorhanden lijstje van 1659 geen enkel fijnschilder meer voor; alleen camerschilders. De overlieden van de Schilders-Confrerie na 1656 vindt men in het Archief IV bl. 59—119, tot 1665. De volgenden heb ik uit het MS van Terwesten i) afgeschreven:
Ao. 1666. Secretaris: Deeken: Hartman Hertmans.
Willem Doudijns. A°. 1667.
Hoofdmannen: Deeken:
Aarnout van Ravesteijn. Arend van Ravesteijn.
Nicolaas Willingh. Hoofdmannen:
Johan de Baan. Johan de Baan.
,„„„ 9P ket Haagsche Gemeente-Archief berustende. Ik volgde geheel Tee-
westen's spelling. |
|||||
— 86 —
|
|||||||
Johan de Baan.
Jan Le Duc. Secretaris:
Hartman Hertmans. A°. 1671. Deeken: Johan de Baan. Hoofdmannen:
Johan Le Ducq. Rombout Verhulst. Jeronimus van Diest. Secretaris:
Hartman Hertmans. A°. 1672. Deeken: Johan de Baan. Hoofdmannen:
Willem Doudijns. Rombout Verhulst. Jeronimus van Diest. Secretaris:
Hartman Hertmans. A". 1673. Deeken: Willem Doudijns. Hoofdmannen:
Johan de Baan. Daniel Mijtens. Theodorus van der Schuur. |
|||||||
Adriaan Hanneman.
JOHAN MlJTENS.
Secretaris:
Den Commis Hertmans. Ao. 1668.
Deeken: Arnoldus van Ravesteijn.
Hoofdmannen:
Adriaan Hanneman. JOHANNES MlJTENS.
Rombout Verhulst, steene
beelthouwer. Secretaris:
Den Commis Hertmans. A°. 1669. Deeken: Johannes Mijtens. Hoofdmannen:
Rombout Verhulst. Willem Doudijns. Johan de Baan. Secretaris:
Hartman Hertmans. Ao. 1670. Deeken: Johannes Mijtens. Hoofdmannen:
Willem Doudijns. |
|||||||
— 87 —
|
||||||||
Secretaris:
Hartman Hertmans. A°. 1676. 1) Deeken: Johan de Baan. Hoofdmannen:
Arnoldus van Ravesteijn. RüMBOUT VERHULST.
Willem Doudijns.
Secretaris:
Ghijsbert de Bije. A». 1677.
Deeken:
Willem Doudijns.
Hoofdmannen:
Theodorus van dep Schuur. Daniel Mijtens. Bartholomeus Appelman. Secretaris:
Johan de Hertoge. Ao. 1679.
Deeken:
Theodorus van der Schuur. Hoofdmannen:
Willem Doudijns. Johan de Baan. Daniel Mijtens. |
||||||||
Secretaris:
Johan Loukers. Ao. 1680.
Deeken:
Willem Doudijns.
Hoofdmannen:
Arnoldus van Ravesteijn. Rombout Verhulst. Bartholomeus Appelman. Secretaris:
Johan Loukers. Ao. 1682. I)
Deeken: Willem Doudijns. Hoofdmannen:
Daniel Mijtens.
Augustinus Terwesten. Johan van Haansbergen. Secretaris:
Willem Houper.
Ao. 1683.
Deeken:
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen:
Daniel Mijtens. Augustinus Terwesten. Johan van Haansbergen. |
||||||||
een gaping in Tebwesten's opgave.
|
||||||||
— 88 —
|
|||||||
Secretaris:
Willem Houper.
Ao. 1688.
Deeken:
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen:
aügustinus terwesten. Daniel Jacobz. Robbert Duval. Secretaris.
Willem Houper.
Ao. 1689.
Deeken :
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen:
Robbert Duval. johannes van haansbergen. Daniel Haaring. Secretaris:
Willem Houper. Ao. 1690. Deeken: Willem Doudijns. Hoofdmannen:
Rombout Verhulst, johannes van haansbergen. Daniel Haaring. Secretaris:
Willem Houper. |
|||||||
Secretaris:
Willem Houper. Ao. 1684.
Deeken:
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen :
Johan de Baan. Rombout Verhulst. Robbert Duval. Secretaris:
Willem Houper.
Ao. 1685.
Deeken:
Willem Doudijns.
Hoofdmannen:
(Dezelven en Secretaris geconti- nueert.) Ao. 1686. (Dezelve Deeken Hoofdmannen en Secretaris gecontinueert.) Ao. 1687. Deeken: Daniel Mijtens. Hoofdmannen:
Theodorus van der Schuur, aügustinus terwesten. Daniel Jacobz. |
|||||||
I
|
|||||||||
Ao. 1691.
Deeken:
Willem Doudijns.
Hoofdmannen:
Rombout Verhulst. Theodorus van der Schuur. Augustinus Terwesten. Secretaris:
Willem Houper. Ao 1692. Deeken: Willem Doudijns. Hoofdmannen:
Theodorls van der Schuur. Rombout Verhulst. Robbert Duval. Secretaris:
Willem Houper.
Ao 1693.
(Dezelfde Deeken,
Hoofdmannen en Secretaris
gecontinueerd.)
Ao 1694.
Deeken:
ROBERT DUVAL.
Hoofdmannen:
Theodorus van der Schuur. |
|||||||||
Rombout Verhulst.
Daniel Haaring. Secretaris:
Willem Houper.
Ao 1697.
Deeken:
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen:
Robbert Duval. Daniel Haaring. Karel Borghart Voet Secretaris:
Willem Houper. A«. 1699. 8 Januarij.
Deeken :
Theodorus van der Schuur.
Hoofdmannen:
Robert Duval. Karel Borghart Voet. Johan de Baan. Secretaris:
Willem Houper. Ao. 1699. 18 December.
Deeken: Robert Duval. Hoofdmannen:
Johan de Baan. |
|||||||||
Zie de vorige noot.
|
|||||||||
12
|
|||||||||
— 90 —
|
||||||||
Theodorus van der Schuur.
Daniel Haaring. Secretaris:
Willem Houper. Ao. 1701.
Deeken: Robert Duval. Hoofdmannen:
Theodorus van der Schuur. Daniel Haaring. Matheus Terwesten. Secretaris:
Willem Houper. A». 1704.1)
(De voorgemelde Deeken
Hoofdmannen en Secretaris
alle gecontinueerd.)
A». 1705.
Deeken:
Mattheus Terwesten.
Hoofdmannen:
Robert Duval. Theodorus van der Schuur, Daniel Haaring. Secretaris:
Willem Houper. |
||||||||
Ao 1706.
Deeken: Mattheus Terwesten.
Hoofdmannen:
Theodorus van der Schuur. Robbert Duval. Constantijn Netscher. Secretaris:
Willem Houper. Ao 1707. Deeken: Mattheus Terwesten. Hoofdmannen:
Robbert Duval. Constantijn Netscher. Nicolaas Hooft. Secretaris:
Willem Houper. A<; 1712. 1)
Deeken: Constantijn Netscher. Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten. Robert Duval. Nicolaas Hooft. Secretaris:
Willem Houper. |
||||||||
1) Zie de vorige noot.
|
||||||||
— 91
|
||||||||||||||
Ao 1713.
Deeken: CONSTANTIJN NETSCHER. Hoofdmannen:
robert duval. Mattheus Terwesten'. Willem van Haansbergen. Secretaris:
Willem Houper. Ao 1715. 1)
(NB. de voornoemde Deeken,
Hoofdmannen en Secretaris
gecontinueert.)
Ao 1716.
Deeken:
Robbert Duval.
Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten. Willem van Haansbergen. Constantijn Netscher. Secretaris:
Willem Houper. Ao 1717.
(De voorgaanden allen gecon- tinueert.) Ao 1719. Deeken: Mattheus Terwesten. |
||||||||||||||
Hoofdmannen :
Robert Duval. Constantijn Netscher. Willem van Haansbergen. Secretaris:
Willem Houper. Ao 1720.
(Deeken en Hoofdmannen als vooren; maar is aangesteld tot Secretaris:
Den Commis Jacob GuéRIN. A° 1722.
Deeken: Willem van Haansbergen.
Hoofdmannen:
Robert Duval. Mattheus Terwesten. Constantijn Netscher. Secretaris:
Jacob Guérin. Ao. 1724. 2)
Deeken: Mattheus Terwesten. Hoofdmannen:
Willem van Haansbergen. Robbert Duval. Coenraat Roepel. |
||||||||||||||
nen
|
z« 5 jaren en langer
|
de overlieden drie jaren gediend te hebben. Later
|
||||||||||||
dienen
|
||||||||||||||
— 92 —
|
|||||||
Ao. 1736,
Deeken: Mattheus Terwesten.
Hoofdmannen: Willem van Haansbergen.
Coenraad Roepel. Dirk Kindt. Secretaris:
Jacob Guérin. Ao. 1740.
Deeken: Dirk Kindt. Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten. Willem van Haansbergen. Johannes Volleevens. Secretaris:
Hendrik Verschuuring. Ao. 1743.
Deeken: Johannes Volleevens.
Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten.
Dirk Kindt.
Willem van Haansbergen.
Secretaris:
Hendrik Verschuuring. |
|||||||
Secretaris :
Jacob Guérin. A». 1727.
Deeken:
Willem van Haansbergen.
Hoofdmannen:
Robbert Duval. Mattheus Terwesten. Dirk Kindt. Secretaris:
Jacob Guérin. Ao. 1730.
Deeken: Mattheus Terwesten. Hoofdmannen:
Willem van Haansbergen. Dirk Kindt. Johannes Volleevens. Secretaris:
Jacob Guérin. Ao. 1733.
Deeken:
Willem van Haansbergen.
Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten. Johannes Volleevens. CoENRAAD ROEPEL.
Secretaris : Jacob Guérin. |
|||||||
I
|
||||||||
— 93 —
|
||||||||
Ao. 1748.
Deeken:
Willem van Haansbergen.
Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten. Dirk Kindt. Johannes Volleevens. Secretaris:
Hendrik Verschuuring. Ao. 1752.
Deeken:
Dirk Kindt. Hoofdmannen:
Mattheus Terwesten- Augustinus Terwesten, Mat- THAEI zoon.
Aart Schouman.
Secretaris:
Hendrik Verschuuring.
Ao. 1759.
Deeken:
Augustinus Terwesten Mz.
Hoofdmannen:
Aart Schouman. Dirk Kindt. Gerard Copius. Secretaris:
Hendrik Verschuuring. |
Ao. 1762.
Deeken: Aart Schouman.
Hoofdmannen:
Gerard Copius. Hendrik Verschuuring. Tethard Philip Christiaan Haag. Secretaris:
Pieter Terwesten Mz.
A°. 1766.
Opperprotector Z. D. H.
Willem V, prince van
Orange enz. enz. enz.
A°. 1768.
Deeken:
Gerard Copius.
Hoofdmannen :
Hendrik Verschuuring. Teth: Ph: Chr: Haag. Augustinus Terwesten. Secretaris:
Pieter Terwesten. Ao. 1777. Deeken: Gerard Copius. Hoofdmannen:
Tethard Phil: Chr: Haag. Aart Schouman. |
|||||||
— 94 —
|
|||||||
Secretaris:
Johannes Heijmans. Ao 1805. Deeken: Teth; Ph: Chr: Haa'g. Hoofdmannen:
Leonardus Temminck. Johannes Heijmans. Jean George Teissier. Secretaris".
Daniel Jan Guicherit. Ao. 1809. Deeken: Teth: Phil: Chr: Haag. Hoofdmannen:
Leonard Temminck. Johannes Heijmans. Jean George Teissier. Secretaris:
Johannes Hari. |
|||||||
Benjamin Bolomey.
Secretaris: PlETER TERWESTEN Mz. A». 1785.
Deeken: Teth: Phil: Chr: Haag. Hoofdmannen:
Aart Schouman. Benjamin Bolomeij. Pieter Terwesten Mz. Secretaris:
Jan Huibert Prins. Ao 1792.
Deeken:
Teth: Phil: Chr: Haag. Hoofdmannen:
Pieter Terwesten Mz. Leonartjus Temminck. Johannes Hvjmbert. |
|||||||
95
|
|||||||
HET „KLATBOECK" LETTER F
VAN HET SINT LUCAS GILDE TE 's-GRAVENHAGE,
berustende in het oud-Archief dier gemeente. |
|||||||
(Medegedeeld door den Heer A. J. Servaas van Rooijen , te
's-Gravenhage.) ' LATBOECK van Sts. Lucas gilde hierinne Is geteeckent de
gene die haer gildegelt hebben te betalen ende oock afg. als /sy betaelt hebben, ende voorders den heelen ontfanck ende wtgifte van andere oncosten soo aen schamele gildebroes als ander- sints soeckt fol. o. (21 heeft er gestaan.) Ontfanghen 1636. 1636.
Den 24011 augusti 1637 Is Jan Jan Adriaensen Duynmeyer
ADRiAENSzn.„by my geweest ende woon" tot Losduynen, int huys van
heeft betaelt op rekeninge 12—10. de, Valck dat hy gecocht heeft, daer t gilde 6 gl. 5 st. s jaers van
moet hebben, heeft by my geweest den ien September, heeft belooft in vyf oft ses weecken te brengen de 6^ gl. ende de dry gulden res- tant van de voorgaende brou. ende dan noch sorge te dra-
gen voor de ander 6\ gld. mede verschenen. |
|||||||
— 96 —
|
|||||||||||
Francq Spruyt boeckbinder
int West-eynde, heeft de dochter van Joos de Putter , een borgers dochter is schuldich 01) gul. Jacob van der Merck heeft
een borgers dochter, segt ten tyde van Van de Venne betaelt te hebben 3 gl. rest noch 9 gulden.
Dirick Dalens schilder, is
noch schuldich van wegen zyne vendue 20 gulden. CailliU boeckvercooper opt
binnen hoff fransman van Roan, heeft belooft den 25^11 augusti 1636 alle maenden te geven eenen rycx- dalder tot de volle betalinghe van 18 gl. Pieter de Bonnet is verac-
cordeert te betalen Ste. Lucas 1635
6 gl.
12 maenden daernaer 1636 6 gl.
Rest het gildegelt van den
gelaesmaeker opt Spuy op den hoeck van deGraft, Gabrieel I2gl. |
|||||||||||
1637. Den 27en Februari ont-
fangen van Francq Spruyt op rekeninge o 1) gl. den 4C11 November van Jacob
van der Merck ontf. 3 gl. den 25 September ontf. 3 —
den 28 Octoeber outfangen 3 - 6 st.
hyermede voldaen. A.
Den 24™ Januari 1637 ont-
fangen van wegen Dirick Dalens
12 gl. 10 st.
Den 26 dito noch ontfangen 7-10-
Hieimede voldaen.
Den gn November ontf. van
Calliou voor een maent 2 — 10 |
|||||||||||
Den 22 Mey 1637 ontfangen
6 gl. Den 15 October noch ontfan-
gen wt handen van Gabriel van MONTFORT 6 gl. 1) Er heeft een cijfer gestaan. De
0 is er overgeïlad. |
|||||||||||
1) Er heeft een cijfer gestaan. De
mü is er overgeklad. |
|||||||||||
— 97 —
|
|||||||||||||
Hiermede voldaen.
Hierop is eens betaelt dry gl.
die voor Ste. Lucas 1636 syn in rekeninge gebracht. * 1) Den 21™ Mey 1637 op
rekeninghe ontf. 5 S^- |
|||||||||||||
•635-
Claes Dircxsen Tyman, voor
syn gildegelt 18 gl. heeft belooft alle ses maenden te
betalen ses gulden, rest noch 15 gl. l635-
* Peeter Roman beeltsnyder,
heeft belooft voor Ste. Lucas te betalen syn gildegelt comt 12 gl, Cray schilder in de Spuystraet.
Staverenus schilder rest syn
gilde te betalen 18 gl.
* Ferdinandus schilder voor
desen int Witte peert nu int bou- huys 18 gl. rest noch 9 gl. te betalen. 1) Herman Bot, schilder rest
noch 1637 4 gl. io st. N. VAN Nyl schilder bij het
Halsteegien. *Jan Verhoeven schilder op
de Gracht tegenover Silla. * Jan (?) Hulst schilder tegen-
over de Kloek. * Willem Hondius is schul-
dich voor syn vendue gehouden, hem by Deken en Hooftmans toe- gestaen den 19 December 1636 |
|||||||||||||
* Van Fekdenandus Wes
schylder ontfangen 9 gul. noch ont- fangen • 9 gl. In volle betaling mede 9 gl. In reckening geven by myn Phil- lips Aerntsz als deeken voldaen.B. * Van Herman Bot voor 't
gene hy met kladden verdient heeft by my 1 — 10 |
|||||||||||||
1) De met een * gemerkte posteu
zrp weer doorgepiekt. |
|||||||||||||
1) Met een andere hand bijgevoegd.
13 |
|||||||||||||
— 98 —
|
||||||||||
scheydende wt syne winckelne-
ringhe 12 gl. 10 st. * Jan Veli boeckvercooper int
Gortsteegien, heeft belooft het gilde eerlyck te voldoen met ten eersten den 22 Mey 1637 18 gl. * Berthelmeeus Francen
Druyfhout steenhouder heeft by my geweest ende belooft te doen wat zyn broeder gedaen heeft.
* Gysbrecht Ernst boeck-
vercooper woonende in de Vla- mingstraet heeft belooft te betalen in twee maenden 12 gl. den 22en Mey 1637. C. * Mr. Gerrit Honthorst is
schuldich voor zyn schilderen 18 gl. Jacob Abrahamszü. Gelaesma-
ker den 28 Juli 1637 heeft de hooftmans genoodicht en wel ont- haelt ende gegeven 5 gl. ende tegen S*. Lucas noch belooft meer te geven. * Meester Ludolph van Grol
schilder naest van Loo int Noort- eynde. |
||||||||||
* Den 15 October betaelt
o 1) gl. den. ... 2) |
||||||||||
* Den 24 Mey 1640 heeft
Bartholt Fransz. DryfhoutvoI- daen. s Den 15M1 October betaelt
6 gl. — noch ontfangen de restee- rende 6 gl. in vcldoeninge van zyn gylden geit voldaen. C. * Den 22en Mey 1637 ontfan-
gen van wegen Sr. Honthorst 18 gl. Van Jacob Abrahamsz 5 gl.
|
||||||||||
1) Hier heeft eerst het cijfer 3 ge-
il. 2) Niet verder doorgeschreven.
|
||||||||||
— 99 —
|
||||||||||
* Pen 15 October betaelt op * Willem Grutten (dit
rekeninge 2— 10 Grutten is doorgehaald en
Den 22 Dec. 1639 betaelt op daarboven gezet Rut) verwer
|
||||||||||
12 gl. belooft tegen toecomende
Mey al te betalen, * Willem Rut heeft betaelt.
* Cornelis Hammaker schil-
der woorT in de bagynestraet int Hemelryck. * In de bagynestraet in den
Schoenpasser, schilder Baltha- sar geb'. (geboekt). * Van der Laeck schilder op
de Veerkay ten huyse van Meester Willem scheepsschildev. t) * Jan Riviere Landtschap-
schilder in t Noorteynde. * Pieter Naso schilder 12 gul.
Noch een schilder in t Noort-
eynde (doorgehaald, en er boven geschreven Westeynde) in de Schaer tenhuyse van de dochter van meester Cornelis, besetter. 2) * Den soon van meester CoR-
NELES, besetter. * Peeter Rottermont in de
Hoochstraet in de Swaen. |
||||||||||
rekening
nog ontf. |
||||||||||
1 Waarschijnlijk de zeeschüder Willem van Diest.
1) De Heer A..Bbedius maakte mij opmerkzaam, dat deze besetter (deur-
waarder) Ooenelis de HoocH heette. ' |
||||||||||
— 100 —
|
||||||||||
(wit) van Bascouv int West-
eynde schilder. * Jan Mijtens tot Klitsaert.
|
||||||||||
* Den 20 January 1640 van
Kelder Heyndricksz. ontfangen 9 guld. sal de rest geven ses maen- den na date deser. Den 12 October de reste-
rende 9 guld. betaelt. *JUYRY IiEENDRYCKEN MOL-
leman rest nog van syn ghylden- gelt 6 guld. te betaalen tegen Synte Luycas 1639, de resterende 6 gulden te geven. |
||||||||||
* JUYRY HENDRICKSZ. MOLLE-
man heeft betaelt op syn Gilde- gelt 12 guld, rest 6 gulden. noch ontfangen 2 gl. 10 st., rest
|
||||||||||
3 —.1°.
Is ten volle betaelt.
* Noch ontfangen 3 guld. van
den (onleesbaar). Van de Jaerpenningen ont-
fangen 30 gulden. Nu schijnt men voor goed van een debet en credit te hebben afgezien, want de tegenoverliggende bladzijden zijn verder met ver- schillende namen beschreven. '* 1642. Gabriel van Elderhuys heeft belooft in de maendt
van Meye te betalen by profysie 12 gl. vant gelde geit. — Is betaelt. * Pieter Gysbrechtsz. heeft belooft voor boeten te betaelen 8 gl.
Pieter Gysbrecht dijt betaelt. * Meester Daniel Sueriau (doorgehaald en zeer duidelyk met
een hand uit lateren tijd er boven geschreven Sureau) heeft belooft den 18 Feb. het gildegelt te weten 18 gl. te betaelen — betaelt. |
||||||||||
— 101 —
|
|||||
* Abraham Borreman heeft belooft voort gildegelt te betalen 5 gl.
Metten naesten het overige te geven. — betaelt. * Jasper Ravens heeft betaelt 1 Ryqdaelder voort gilde.
Maörits Buys heeft belooft het gildegelt te weten 18 gl. te be- telen op Mey toekomende 1642. * 1639 Andries de Haen heeft belooft zyn gildegelt te betalen 18 gl.
Hierop ontfangen 6 gl. * Mons. Borsman schilder heeft den 8 Maert 1641 belooft syn
gilde te bctaelen tot 12 guld. Ontfangen 10 gl. rest noch 2 gl.
De Weduwe van A. Bos in de Pot is schuldigh de doodschult
heeft die niet begeert te betalen 1641. * Andries de Haen heeft betaelt den 18 February 6 gl. en
belooft paesschen toekomende noch 6 gl. en voor Pinxteren noch 6 gl. 1642. Pieter de Lettre belooeft bynnen vyf weken syn gylde-
gelt te betaelen. * 12 November 1642. Pieter Bonet ontfangen 5 gulden, vest
noch seven gul. noch ontfangen 3 gl. rest noch 4 gl. * 1643. Den 30 January met de franse kramer op de plaets
voorspiooken dat hy sel betalen voort gilde van S'. Lucas 12 gl mits dat syn vrouwe een borgers dochter is. hier op ontvangen 4 gl. den selven dito belooft voor S*. Lucas 1643 de rest noch 8 gl. te betaelen. Noch ontfangen 2 November 4 gl. (geheel doorgehaald.)
* Den 30 January 1643 heeft Joris van der Hagen schilder, ge-
accordeert .en belooft het gildegelt te weten 18 gl. te betalen, heeft hier op betaelt 6 — 6 — 0 heeft de rest betaelt.
* Van Mr. Berckenrode op rekening ontfangen vant gilde geit
3 — 3 —
|
|||||
— 102 —
|
|||||||
Sal de rest te weten noch 8 gl. 15 st. betaelen voor S'. Lucas
1643. Rest. * Den 3d™ February 1643 a». ontfangen van Jan Oi.ofsen schilder
de somma van 14 guld., rest noch vyer guldens met een jaeipenning heeft noch 3 discypulen ider 1 gl. * Gerrit Janssen van Lier, steenhouwer heeft betaelt ten tyde
van Adryaen van der Venne de somme van 5 gl. — betaelt. * Verelst, schilder woont ontrent de huysinge van Jan van
Goyen over de bleyckerye, heeft belooft het gilde te voldoen. Rest den 14 April 1643. * 1644, Is by burgemeesteren den 25 Augusty belast het gilde
contentement te doen. Is tot noch toe in gebreeken gebleven en met smadige woorden bejegent tot verscheyen male. 1) * (Drie regels totaal onleesbaar door het doorkrabbelen.)
* Van de franse kramer op de plaats noch ontfangen 4 gl.
den 2 November 1643. Rest noch te betaelen 4 gl. * den selven dito van Hendrick Corstiaensen ontfangen van
syn gildegelt 6 gl. * Jacob van der Vai.ck heeft belooft te betaelen actum den
16 December 1643. * Ontfangen den 17 December van Jacob van der Valck 4 gl.
belooft de rest noch 8 gl. te betaelen over 2 maenden. * Van Sr. Abrahamus de Vries ontfangen wegen syn gilde geit
de somme van —12 — Den 4 January 1644.
* Wouter Brant plemuerder van doucken en penneelen woont
|
|||||||
1} Dit behoort, hoewel in 't Kladboek afgescheiden door een lijntje,
waarschijnlijk tot Verelst. |
|||||||
— 103 —
|
|||||
op de gevolde gracht by de brugge. Is schuldich 12 gulden, belooft
te Mey te betaelen 1644 heeft betaelt den 15™ April a», 1644. * Van wegen Pieter de Letter ontiangen den 3 Mey 1644
8 _ o — o. op corting van syn gilde geit rest noch te betaelen 4 gl. ende
noch — 12 — stuivers van wegen t arrest. * Barent Adamsz. van Rosendael belooft binnen 6 weecken
het gilde te voldoen te weten 12 gl. Desen 21 July 1644. Den 7 Sep- tember ontfangen 6 gl. rest noch 6 gl. te betaelen den ien Febr. 1645. Den 10 September ontfangen 30 st. rest noch 4^ gul. * Monsr. Mathan constverkoper heeft belooft het gilde contcn-
tement te doen als wy wederom naest by een koomen desen 21 July 1644. * Van Mons1'. Munnekes ontfangen van syn gildegelt de somma
van 18 gl. * Monsieur Couper heeft belooft Ie betalen de helft van syn
gildegelt binnen den tyt van verthyen dagen of drye weecken ac- tum den 14611 October 1644. * Van Korstiaen Maertenssn beeltsnyder, ontfangen den 16
Maert op rekening van syn gilde geit de somme van 6 gl., rest noch 12 gl.
* Van ADRIAEN Mathan ontfangen den 16 Maert 1645 op reke-
ning van syn gildegelt de somma van 9 gl., rest nog 9 gl. Coenraet van der Maes belooft het gilde te voldoen, alsoo
een meesters soon is, 6 gl. * Den 16 Maert van Jan Bennet ontfangen op rekening van syn
gildegelt de somma van 3 gl. 5 st. Rest 14— 15.— belooft de rest over 3 maenden te betalen. «Meester Van der Lis belooft het gilde te voldoen, te weten
12 gl. op morgen den ï6_ Maert. |
|||||
_ 104 —
|
|||||
* JACOis Mangnus, boeckbinder, belooft by profysie te betalen
op rekening van syn gilde geit 6 gl. als wy naest by een koomen * Corneus Daenielsz. van Castel , Glaesmaecker heeft het
gilde voldaen. * Leendert Jacobsz. van Helle heeft voldaen, betaelt zes gul-
den; alsoo hy een meesters soon is. Desen 13 December 1645. * Den 24 Marlius 1646 heeft de swaeger van Hondius bouck-
binder ofte caertvercooper in de Schoolstraet, heeft by provysy be- taelt 3 gulden in paert van betreling van syn gilde geit, ende de rest als ,hyt can by brengen te weten dry guld. meer in vol- doening. * Op den 3 Mayus 1646 heeft Spyckerman schilder, aen myn
betaelt neege guldens, de helleft van syn gildegelt ende heeft be- looft de andere helleft te betaelen naest commende S. Lucas. * Op den 18 Julyus 1646 heeft PlETER Bonnet syn leste betae-
ling gedaen tot voldoening van syn gilde geldt, welcke was vier gul- dens, in somma syn twaelf gulden gegeven ende voldaen •Opten 15 Julyus 1646, heeft Jaqus de Klau gegeven een halleve
ryder van zes guldens ende zes stuyvers in part van betaeling van syn gildegelt. * Symon Rooï heeft betaelt ende voldaen syn twaelef guldens 1646,
* Cornelis Lelyenberch heeft syn volle agtien guldens voldaen
voor syn gildegelt 1646. * Allexhander Petyt heeft syn twaelef gui. betaelt tot voldoening
van het gilde, desen 21 Julyus 1646. * Adriaen Maetham heeft syn gildegelt betaelt, de somme van
achtien guldens, desen 15 Augustus 1646. * Abraham Hennes heeft syn volle gildegelt betaelt. was twaeleff
guldens. 1646. |
|||||
— 105 —
|
|||||
* Den 9 Octob. 1646 ontfangen van C001.YNS, schilder, ter
goeder rekeninge 2 : 10:0 Heeft belooft, indien hy blyft in de Hage woonen, de rest te vol-
doen tot het volle gildegelt. Den 6 Octoober 1696 ontfangen ter goeder rekening van Mons.
Couper, schilder, wegens voldoeninghe van zijn gilde 6:6:0 heeft belooft de rest te voldoen
* Den 10 September 1646 ontfangen van Sr. Francisco de Sard
(Dusart) Beellhouwer ter goeder A'ekeningh van zyn gildegelt 10 : o : o. * Samuel Broun bouckbinder, heeft belooft te betaelen syn
eerste pay binnen den tyt van ses weecken; noch ontfangen ses gulden den 25 Maert 1648, rest noch 6 gulden (deze laatste zin met andere hand bijgeschreven.) * 1647. Ontfangen van Jurjen Moli.emans, de somme van dry
gul. 10 st. tot voldoeninghe van syn resterende gildegelt. Actum den eersten Augusty. * Ontfangen van Henderick Noorderwiel de somme van twaeleff
guldens tot voldoening van syn gilde geit. Actum den 2 September 1647. * Langele, schilder, heeft beloft oever twee maenden syn gilde
geit te betalen op den 4 Janeuari 1648. * Jan van Houthuyssen belooft Mey toecommen te betaelen
twaelft gulden, actum den 25 Maert xvi c acht en veertich, ende noch ses gulden daer nae. * Den 5 Augustus 1648 ontfangen op Reeckeuingh van Jan Key-
ser, de somma van vyff gulden, heeft belooft het toecomerTjaar het resterende te betaelen, derthien gulden. * Bakent Andriesz. blaue-steenhouder, b-looft binnen den tyt
van een maant te betaelen een pont groot ende een jaer daerna het ander pont. V. 14
|
|||||
— 106 —
|
|||||
* 1649 den 15 September, ontfangen van Hans Jorrien Scheen
de somme van vief gulden, bcloft het naeste jaer weeder soe veel te geven. Den 7 July 1651 ontfangen 7— 10—, sal het resteerende be- talen precys den 15 September 1652. * Cristoffel Dol, de boekebinder heeft betaalt 6 gulden int
jaar 1649, en belooft het ander pont groot te betalen de neste reys. 1654. Jan Baestyan van den Burch glaesemaecker heft syn
proef gedaen op den 16 Desember 1654, ende syn geldeget (gildegeld) met danckbaerheyt betaelt. * Het volle gildegelt ontfangen van Michiet. Stael, den 2 Oc-
toobris 1650. * Den 6 Octoobris ontfangen van Van Meeden, boeckvercooper,
inde Vlamingstraet, 50 stuveis van syn gildegelt. sulx dat ons noch comt loecoomende jaer 30 stuvers waermeede hy dan vrymeester is. * 1644. M'. Samuel Broun boeckebinder, heeft betaelt op ree-
ckeningh van t gilde geit aen" Deecken Hanneman de somme van ses gul 6 stiT, noch ontfangen by den Deecken Van Aken ses gul- den op 25 Maert- 1648. Rest noch vyf gul. 14 stuvers. Dese 5 gulden 14 stuvers syn betaelt op den 14 July 1649.
* Den 18 Maert ontfangen van STOFFEL MEIER, de somma van
ses gulden in voldoeninch van syn gildegelt, als meester van Glase- schryver ende Glasemaecker. Den 18 dito met Johannis Brekevelt ende Michiel Stael ge-
ackordeert vant neegent gulden, ende sullen betaelen maendach toe- coomende 3 ryxdaelders ende een maent voor Sinte Lucas de andere drie Ryxdaelders, 1650. Op dito de 3 boovenstaende ontfangen. Rest noch 3 Ryxdaelders.
* Wilhelm Bref.kevelt sal betaelen op Maey toecomende precys
syn volle gilde geit. |
|||||
— 107 —
|
|||||
Hier op ontfangen den 6 Octoobris 1650......2— 10
* 1650. Den 18 Maert geackordeert met Philips Gysels, dat
hy sal betaelen syn voolle gildegelt, bedraegende 18 guld. toeco- mende week 5 gulden, ende een jaer daernaer 5 guldens ende dan voorts alle jaer tot het leste toe, vervolgens de rest. * 1650. Johannis CuevenIs sal oock betaelen gelyck deese boo-
venstaende heeft geaccordeert met de somma van twalif gulden. Jaques Vüonthomme (?) beeltgieter, heeft belooft te (deze twee
woorden doorgehaald, en in de plaats gezet) betaelen op (morgen, doorgehaald) den 19 Maert 3 guld. 2 st., en indien hy blyft het heele gildegelt tot 18 gl. Noch ontfangen van Jaques etc.........— 3 — 3
3 — 2
* Guliaem Larsson heeft betaelt 4 gul. 4 st. op rekeninge van
syn gildegelt ende sal betaelen drie maenden na den 18 Maert 1650 noch 4 gulden 4 stuvers. (Daaronder is tot tweemaal toe geschreven 4 _ 4 _ o.) * Ontfangen van Philips Gysels meester schilder op reekeninge
van syn gildegelt op den 25 Maert 1650 de somme van . . 5—o * Den 25 Maert 1650 ontfangen van Johanis Cuvenis meester
schilder, de somma van 5 gul. op rekeninge van syn gildegelt 5 — o — Noch ontfangen den 3 Augusty 1656......5 — o —
Rest nog 2 gl.
* Den 25 Maert 1650.
Ontfangen van Monsr. Houwaert , meester schilder op rekeninge
van syn gildegelt...............6 — o — * Den 22 April ontfangen van Jacus Carels de somma van
3 gulden voor syn gildegelt. * Den 19 Octoobris 1650 ontfangen van AdRYAen Vlack, boeck-
vercooper 18 gulden voor syn gildegelt. |
|||||
— 108 —
|
|||||
* Ontfanghen vuyt handen van den Vendumeester Joris Bock,
de somine van 6 gl. 1650 den 2Óen Mey voor het halve gildegelt van Francois Carré, ende Mey toecomende de andere helft vau 6 gl. * Den 20 Augusty 1650 ontfangen van Jan van Sonnevelt, op
rekeninge van syn gildegelt de somma van.....3 — 3 —
noch den 13 November 1651. ..........2 — 10—■
noch den ien Mey 1652............3 — o —
In December 1653 noch............1 — 12 —
betaelt . . .10 — 5 —
* Den 7 Juny 1651 heeft Machtelt Fykemans, boeckverkoopster,
opt Spuy, belooft te betalen tegen den 1 Octoobris 6 gulden, voor een darde part van haer gildegelt, ende dan voort Alle jaer 6 gul- den tot 18 gulden toe. * Den 29 April ontfangen van Monsieur Lason, over vercopen
van schylderien, 15 gulden en daermede betaelt. 1654. * Ontfangen van Henderick de Swaef, boeckvercooper, de
somma van 18 gulden voor syn gildegelt, den 7 Juny 1651. * Den 7 Juny 1651 heeft Rosier Coomans, boeckbinder, belooft
te betalen tegen den 15 Augusty 1651, de somma van ses gulden in minderinge van syn gildegelt. Den 18 Augusty'Anno 1651 betaelt op rekeninge van syn gilde-
gelt................. ... — 6 — o ende sal de resteerende 6 gul. betaelen 3:14 dagen voor SinteLukas 1651.
* Den 6 July 1651 heeft Monsr. Picard frans schilder, belooft
te betalen syn gildegelt presys acht dagen na date deeses. Den 11 July de 18 gulden ontfangen van Monsr. Picard 18—o—
* Den 9 July 1651 ontfangen van Nataniel Taets, de somma
van 9 gulden tot voldoeninge van syn gildegelt . , . . 9 — 0 — |
|||||
109
|
|||||
* Den 10 July 1651 ontfangen van Tielman van Deil, syn volle
gildegelt. * Den 6 Octoobris 1650 ontfangen van Jaspar Dol, boeckvercoo-
Per» 5 gulden op rekeninge van syn gildegelt, resteert noch 7 gulden. * Den 13 AugusLy 1651 ontfangen van Daniel Stuekers, boeck-
binder, syn volle gildegelt. * Ontfangen van Karel van Hullegaerde i), kamerschilder op
den 18 Augusty 1651 de somma van.......• . 2 — 10 belooft in 3 a 4 weeken noch 5 gulden te geven.
Den 6 Mey 1654 ontfangen van Karel Hullegaerde, schil- der ....................5 — o — den 16 September ontfangen van Karel Hullegaerde
30 stuvers..................I — 10 —
12 Juny 1656 ontfangen...........1 — 10 —
den 30 Augusty 1656 noch ontfangen......1 — 10 —
met desen heeft Sr. Hullegaer syn gilde voldaan.
* Ontfangen van Isaeck Jansen Westerbaen, boeckbinder, de
somma van 6 gulden tot volle betalinge van syn gilde geit 6 — o —■ * Ontfangen van Lourens Lens, schilder, 6 gulden 6 — o—o
op reckeninge van syn gildegelt op den 24 October 1653. * In Aug. anno 1654 met Martyn Pepyn, van wegen syn gilde-
gelt geaccordeert tot consideratie tegen 6 gl. belooft binnen 6 weecken op rekening te betaelen.
den 10 Mey 1655 op rekening ontfangen....., 2— 10 — o
Den 22 Mey 1663 heeft Pepyn het restant betaelt.
Van ANTHONY la Faille op rekening van syn gildegelt ont-
ij De Heer Mr. De Mabez Ovens, te 's-G ravenhagc, bezit een „Stilleven" vau dezen kamerschilder. Deze aanteekening is mij in de pen gegeven dool- den Heer Bredius. |
|||||
- 110 —
|
|||||||
fangen de somme van 6 gl. 8 stuvers, rest noch 5 gl. 12 stuvers
in Maert 1654. Dit is betaelt te volle. * Ontfange uit handen van Jan van Goeyen 15 gulden over
enichge vercoopen van schilderyen op den 10 Juny 1.654. * 1653. Louwvs van Tongeren op den 4 September ontbooden
synde, belooft volgens ordre het gilde contentement te doen en tgeene daer toe gehoort. * By de vendunV. in gedachten te houden, wegens de vendu tot
synen huyse enige dagen gehouden van schilderyen in September 1654. * Den 28 July 1655 van den drucker Kelmingy(?) op Rekening
van syn gildegelt ontfangen de somma van.....6 — o — o
Rest noch 12 gl.
* Frederik van Tongeren, beeltsnyder, belooft het gilde van
S'. Lucas te voldoen met 12 gl., en S'. Lucas toecomende 1655 by provyssie 6 gl. te betaelen, de andere 6 gulde int volgende jaer 1656. Dese 6 gulde op S'. Lucas 1655 betaelt. Rest noch 6 gl. * De soon van Zacharias Dyckmans heeft syn gildegelt betaelt
ontrent S'. Lucas 1655. * den schilder v. d. Does in het meesterboeck aen te teeckenen.
* de schilder Gelton int meesterboeck aen te teeckenen
* Den 9 Octoobris 1661 van Johannis Enchs ofte Vegelaer
ontfangen twee gulden..............2 — 10
rest.....................15 — 10
|
|||||||
2—IO
* Mesach Tideman heft hem aengegeven ende het gylde te vol-
doen op den 7 Desember ende betaelt 5 guldens, ende de rest wesende 7 guldens te betaelen in Juny 1658. Dict is te volle betaelt met 11 — 5 — ° °P den 10 November.
|
|||||||
— 111 —
|
|||||
* Mester Flijp van Oudenroegen heft geackordert ende betaelt 5
guldens, omdat hy wat schoelboekken ende huysbrieven verkoopet, op den 9 Mey 1658. Jan Baptist i), caemerschilder heft hem aengeven op den 12
Julyus 1658 ende belooft nae den dach en maent te betalen 5 gul- dens ende tegen Sant Luckas noch 3 gulden en de rest toekomende jaer 1659 tot de volle betalynge van 12 guldens, want sien vrou een burgers dochter is soo hy segt. Hierop betaelt 5 guldens op den ersten September 1658.
Noch betaelt op den 30 September 1659 drie guldens . 3 — o
Den 30 Juny 1660 noch ontfangen vier gulden . . . . 4 —o
* Monsr. Boereman, Boekebyender, heft sen proof gedaen ende
is opgenome voer goet op den darden October 1658, ende heft deken ende hooftmannen orrelycke getracktert ende heft betaelt op sen gieldegelt tue duckketons..........6 — 6 — o
ende resterende 5 guldens en 14 stuvers te bet. toekomende jaer 1659,
heft dat belooft. * Utrant Post heft betaelt op sen gylde geit, op den 5 Au-
gustus de somme van 5 gulden ende belooft tegen St. Luckas noch te betale 5 guldens, ende het resterende een jaer daeraenvolgende 1659. den 2 Octob. 1665 heeft Utrant Post noch betaelt ses guldens
is t samen elf gulden, rest noch seven gulden, heeft ook het recht van de kecht betaelt. * Den 29 April 1660 ontfan" van Pieter Wouwerman 2), ver-
gulder, op reekeningh van syn gildegelt.......6--o — o ende soo hy meerder werck comt te maeken sal dan de rest betaelen.
1) De Heer Beedxus maakte mij opmerkzaam, dat erin Haagsche 17e eeuw-
sche inventarissen herhaaldelijk voorkomen „blompotgene", geschilderd door Jan Batist. 2) Zou deze de Haarlemsohe Schilder zijn? Hij is dan wel op zijn ouden
dag 111 verval geraakt. |
|||||
— 112 —
|
|||||
* Den 25 February [661 heeft Salomon Tant met het gilde
geackordeert, voor vyftich stuvers, segge 50 st., daer voor sal hy moogen lanchst de straet gaen ende vercoopen prenten met rollen af- geset en onafgeset ende geen ander koopmanschap, doch soo by de Heeren Magistraten daer naer anders verstonden, waert dat men hem de 50 stuvers weeder sal geeven ende dan niet meer vercoopen moogen. * Den 10 Martio 1661 ontfangen van de heer Pieter Bruchman
ende van Levyn van Eyck , syn drucker negen gulden 9 — o — o op reekening van het gilde geit, ende soo hy hier inden Hage be- lieven woonen met de druckerye, belooven het toecoomende jaer de andere heelft te geven. * 1662. Johan Wolfharï van Bulderen, boeckvercoper, heeft
het gildegelt betaelt, maer heeft geen proeve gedaen ende heeft be- looft in syn huys niet te wercken ofte te laten wercken, maer alle syn werck by een vry meester te laten maecken. Op den 15 Meert hebben wy desen Van Bulderen ontboden
voor burgemeesteren op het doen van syn proeven, ende hebben de burgemeesters hem belast binnen een jaer syn proeve te doen, ende ondertusschen voor niemant te mogen wercken. 1662. Johan Steucker, boeckvercoper, heeft syn gildegelt be-
taelt, maer heeft geen proeve gedaen, alsoo hy op de zael 1) gaet staen maer is gehouden als hy winckel in den Hage soude op stellen syn proeve te doen. • * 1662. Op den 15 Meert hebben de Heeren Burgemeesters ons
belast, alle jaren een lyste over te geven van die gene die in dat jaer syn in het gilde aengenomen, ende oock belast niemant in het 1) Zie daarover Ledeboeb: De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers
in Noord-Nederl., bl. 156. • |
|||||
— 113 —
|
|||||
gilde te nemen, voor alleer wy de attestatie gesien hebben dat sy
burgers syD. Onder is geschreven: nota by abuys doorgedaen.
Op den selve dyto hebben wy Pieter Janssen de Meyer, soon
van Jan Glas, aengesproocken over de voldoening van het gilde en het doen van syn proeve, ende heeft tot antwoord gegeven, dat soo hy langer als Mey toecomende de winckel aenhout, het gilde sal contentement doen. * Den 6 September heeft Geerloff Beunicus syn gildegelt be-
taelt tot op 3 guldens nae, die hy belooft met den eersten te vol- doen, waervoor den Hooftman Van Winden als borge blyft. Den 22 Mey 1663 heeft Geerloff Beunicus het restant betaelt.
Den 4 September 1665 is by deecken Hooftmanne van S'. Lucas
Gilde geresolveert, dat van nu voortaen niemant en sal voor vrye meesters worden verclaert ofte syn naem in het meesterboeck worden gestelt, voor alleer sy haer gilde geit volcoomen hebben betaelt, ende die eenigh geit op rekeninge geeft sal syn naem soolang in het Cladtboeck worden gestelt, totdat hy het volle recht van het gilde heeft voldaen, waer van hier naer een begin sal gemaeckt worden, actum dato als vooren, by ons onderteyckent. Jasper Doll, Deecken.
Jacob van der Spyck, Hooftman.
Johan Veely, Hooftman.
Johan Sam, Hoftman.
Pieter Tongerloo , Hooftman.
Het boekje, dat loopt tot 1755, geeft-verder geen fijnschilders
meer. Trouwens deze waren in 1656 uit het gilde getreden, en hadden een afzonderlijk gilde gevormd. Belangrijk blijft het echter V. ,5 |
|||||
— 114 —
|
|||||||||
voor de aanteekeningen omtrent boekverkoopers, drukkers en bin-
ders. Bij de uitgave van het Boeckverkoopers Güdeboeck 1702 — zie Archief, IV 44, noot 1 — kan het van groot nut zijn. Overi- gens dient het voorafgaande alles ter bevestiging en soms tot aan- vulling van het in dit werk door den Heer Bredius uitgegeven schildersboek G. |
|||||||||
EENE SCHILDERIJ DOOR FLORIS VAN DIJK,
VAN HAARLEM. |
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer D. Franken Dz., te Parijs.)
OOR eenigen tijd kocht ik hier eene schilderij van dezen
meester van wien Ampzing 1) zegt: En dan van DiJKS banket. Gewis! een schilderij Den kenners leckerder dan alle leckernij. Hij trad in 1610 in het gild te Haarlem na een verblijf in Italië, was in 1637 deken en overleed waarschijnlijk in 1651. Zie Van der Willigen, Les artistes de Harlem. Kramm heeft in zijn werk en in het sup- plement zulke verwarde artikelen over Van Dijk geschreven (uit zucht om de andere biografen te bedülen) dat alleen de opgaaf van een albumblad bij den Heer F. A. Ridder VAN Rappard berustende, 1) Beschryvinge endo lof der stad Haerlem, 1628, bl. 371.
|
|||||||||
— 115 —
|
|||||||
waarde voor ons heeft. De schilderij in kwestie stelt voor: eene
tafel met een rood kleed gedekt, waarover een als piqué bewerkt en metguipure omzet tafellaken. Een tinnen bord met twee kazen, een blauw porceleinen schaal met appelen, een groen laag glas, een broodje op een tinnen bordje, mispelen, een fraai mesje, een appel- schil, op naieve wijze op het tafellaken geschikt, zooals op de schilde- rijen van Hulsdonck, van Overschie en anderen, die men de gothie- ken van het stil leven zou kunnen noemen, vormen het »banlcet". Dat alles is uitmuntend geschilderd. Men zou de voorwerpen van de schilderij afnemen. Kazen, tin, vruchten, het broodje, hel is de natuur zelve. Op den donkeren fond rechts staat de teekening des schilders: een D waarvan de verlengde stok daarboven een F vormt, en aan den stok der D een tweede lijn, die de V maakt, daarachter: fecit 1615. De schilderij is op paneel, hoog 49, en breed 76 cen- timeter. Zij komt uit de collectie van een' graaf De Renesse , uit België. |
|||||||
HERMAN SAFTLEVEN II
EN ZIJNE NAGELATEN SCHILDERIJEN.
(Met een geslachtstafel.) ERMAN Saftleven n, wiens vader insgelijks Herman
heette en die ook schilder was, — eene straks te vermel- den schilderij van den «ouden Saftleuen" bewijst — dit m. i. — huwde met Lijntg^ Cornelisdi., bij wie nrj drie kinderen had, namelijk Cornelis in 1627 negentien jaren, Herman m zeventien jaren en Abraham veertien 'jaren oud. Onze |
|||||||
— 116 —
|
|||||
schilder woonde te Rotterdam aan de Delftsche Vaart in een eigen huis,
terwijl hij buitendien een ,tuin met tuinhuis bezat aan de Leeuwenlaan bij de Vest; den 2 Februari 1625 verloor hij zijne vrouw, maar hij troostte zich spoedig over dit verlies, want den 22 Maart 1626 hertrouwde hij met Lücretia de Beauvois i) , jongedochter woonachtig op den Doelweg. Dit huwelijk duurde niet lang; tusschen den 28 Maart en den 4 April des jaars 1627 overleed hij te Rotterdam en zijn boedel kwam aan de Weeskamer. Zijne kinderen weiden gesteld onder voogdij van Henrick Adriaensz. tyckmaecker en Jan Matheüsz. van der Poel glaesmaecker, welke voogden den 12 Juni 1627 met den schilder Abraham Verunde een overeenkomst aangingen om den jongsten zoon Abraham Safti.even in de kunst te bekwamen. Zoo als uit de voor ons liggende Inventaris en Rekening blijkt was Herman Saft- Lëven, behalve schilder ook kunsthandelaar en liet hij een tamelijk groot aantal schilderijen, zoo van zich zelf als van andere meesters na. Het belangrijkste uit dit stuk wordt alhier medegedeeld: Inventaris van alle de goederen ende vuytschulden die Lücretia
de Beauvois met haer overleeden man Herman Saftleuen schilder
in zyn leuen beseten heeft zulcx die bij dezelue Herman Saftleuen
metter doot ontruymt ende naergelaten zyn. Ouergeleuert ter Wees-
camer der Stadt Rotterdam bij de voorsz. Lücretia de Beauvois,
present: Henrick Adriaensz. tyckmaecker ende Jan Matheüsz.,
glaesmaecker als geordineerde voochden over de naergelaeten min-
deriaerige kinderen van voorsz. Herman Saftleuen daer moeder af
was Lvntgen Cornelisdi. zyn eerste huysvrouw sa. mitsgaders Cor-
1) Hekman Hehmanssoon Sachtlkuen Wedr, woont op de Delffsche vaert
met Lucbetia dr Bevois (sic) jongedochter woont op deu Doelwech. Getr. den 22 Marty 1626. (Trouwboek 110. 1 der Hervormde Gemeente te Rotterdam,) Men vergelijke de Rotterdamsche Historiebladen, Afd. III, Dl. I bl. 667; overigens zijn de alhier medegedeelde bijzonderheden over Saftleven en zijne kinderen nieuw. |
|||||
— 117 —
|
||||||
nelis Hermansz. oudste van voorsz. kinderen. Actum voor Pr.
Sonnemans ende J. van IIoogendorp Weesmeesteren den Ven Meye anno 1627. Goederen noch voorhanden zynde van de geene die de voorn.
Herman Saftleuen ten onderstande van syne huwelick met de voorn. Lucretia de Beauvois heeft ingebracht: Eerst Schilderien.
Op de voorcamer eenige principale stucken , te weten:
Een Sol van Cornelis van Haerlem.
Een Lu na van Cornelis van Haerlem.
Noch een cleyn stuckgen van Cornelis van Haerlem.
Een toornken van Babel van Hans Kock.
Een stuck van seuen bermhertecheyden van FraNCK. i)
Noch een Bordeeltgen van Franck.
Een stuckgen van plaisance van Osias van der Velde. 2)
Een Marien beelt van Ryck met de Stelt. 3)
Een groote Drye Coningen van MunicX.
Een waterval van Sauory. 4)
Een landtschap van Nagel.
Een bancquel van Floris van Schooten.
Twee bloempotgeus nae Breugel.
De Viskens naer Clara Pieters.
Een contrefaictsel van de suster van Herman Saftleuen.
|
||||||
Ij Frans Francken de Oude.
2) Lees Esaias v. d. Velde.
3) Bijnaam van Rijkaert Aertsz :
„Laet Rijk nu met sijn stelt naer mijne rijmen springen.
Mijn verzen moeten ook sijn name billijk singen: 'Tbeen was Rijk afgeset, wanneer het was verbrand, Maer Rijk was rijk van geest, en wacker in de hand." (S. Ampzing. Beschryvinge ende lof der Stad Haerlem. 1628, bl. 357. 4) ROELANT SAVERT.
|
||||||
— 118 —
|
||||||
Een Christnacht van Schooten.
Dry e Prinskens: principalen. Een paneel vol Hoorntgens nae Corn. Van Haerlem.
Twee cleine scheepgens op een koper plaetgen. Een scheepgen in de maenschijn van Safti.euen. Noch twee scheepgens van Saftleuen. Een Hofgen en Daniel van Saftleuen. Den Rentmeester van Saftleuen. De Machabeen van Saftleuen. Den Christelicken Ridder van Saftleuen. Een R oomeer van den Jongen Saftlf:uen. Twee lange stuckgens van Blooten. i) Een stuckgen van Wernaert Valckert. Een hofgen van Saftleuen. Een bootschap met een cruysgen. Een stuckgen van Agar. Een cleyn Danielken. Een bancquetgen Een Cool wtgesneeden. Vyer apen wtgesneeden. Een arcke van No e. Twee troniekens. Een Johannes Caluinus. Twee ovalen met vruchten. Op de Schildercamer eenige principale stuckep van verscheyden
meesters gemaeckt Een copie van Hans Wildens.
|
||||||
1) Pieter de Bloot.
|
||||||
— 119
|
|||||
Een guldens (gulden) maet van Joost de Momper.
De groote soort van Joost de Momper.
Een boom van Kamphuysen.
Een maneschyn van Kamphusen.
Een brandeke van Kamphusen.
Een Symons huys van Floris van Schooten.
Een stuckgen van Jordaens.
Een copie van Sebastiaen Franck.
De koeijen van de Haen.
Een wit en swart van Blocklandt.
Een ijtaliaensch Susanneken.
Een Lantschap van Hercules, i)
Een clein Landtschap van Dirck Hals.
Een clein Lantschap van Stalpert.
Een clein Bloempotgen.
Een Landtschap gen van de Haen.
Twee stucken van Lindens 2)
Noch een Prinsken.
Een doeck vol keetels ende duyven.
Ses cleine rondekens. Vyf groote rondekens.
Nu volgt een opgaaf van eenige «slechte dingen op de voorsz.
schilderskamer" ; waarmede bedoeld worden zaken van gewoon allooi. Het zijn studiën van weinig waarde. Alleen verdienen de aandacht hierbij een hond eken van Hubert Tons, drie stukken van Mon- tainge en nog dr ij e hondekens van Hubert Thons. De schilderijen in de keuken leveren onder anderen op: De
Lantaerne nae Blomert (Bloemaert). Twee Contrefaictsels 1) HebCULES SEGEBS(?)
2) Hoogstwaarschijnlijk Gekkit Ldndens.
|
|||||
— 120 —
|
||||||
van den vader van H. Saftleuen. De Bachus en Ceres van
den Ouden Saftleuen i). Een copie van Snijders. Verder behelst de inventaris, een lijst der boeken, van het
schildersgereedschap en den verderen inboedel, waaronder wapen- tuig, muziekinstrumenten, zilverwerk en juweelen vermeld worden, waaruit men ziet dat Saftleven een welgesteld man is geweest. Bij de »Inschulden die voor quade schulden werden gehouden"
worden als debiteuren genoemd, Hans Snelling 2) wegens geleende penningen / 25.—, en Emanuel Montin , schilder tot Antwerpen f 10.-. Vervolgens een opgaaf van: «Goederen die vervreempt zyn van
de geene die de voorsz. Herman Saftleuen te onderstande des voorsz. huwelicx ingebracht heeft die aen zyne kinderen ende erfge- namen wtten gemeene boel weder goet gedaen moeten werden," waaronder nog een schilderij van Saftleven, een Joseph voor- stellende, vermeld wordt. Bij de schulden en lasten des boedels vindt men de volgende
aanteekening welke ons met Saftlevens kinderen bekend maakt, van welke twee later als schilders vermaard zijn geworden , en die daarom niet onbelangrijk is: De voorkinderen van voorsz. Herman Saftleuen naementlyck
Cornelis nu out negentien jaeren, Herman out alsnu seuentien jaeren ende Abraham out veertien jaeren compl in voldoeninge van heur- luyden moeders erue de somme van acht hondert gl. te betaelen elx |
||||||
1) Het komt mij voor dat met dezen des erflaters vader bedoeld wordt,
die dus ook schilder is geweest. 2) Deze Hans Snelling of Snsxlinck, was een Antwerpsen schilder, die
zich in 1614 te Rotterdam vestigde (Van den Brande, Geschiedenis der Ant- werpsohe schilderschool, 432.) |
||||||
— 121 —
|
|||||
kindts portie van dyen soe wanneer hy twintich jaeren out zal zijn.
Bouendijen moeten deselue kinderen werde onderhouden in eeten, drincken, cleederen en ander behoeften elx tot zyn twintich jaeren toe middeler tyt geleert werden leesen schrijven ende een ambacht daermede sy elx de cost can winnen, al volgende de vertichtinge ter Vierschaer deser Stede gepasseert in Febr. 1626. Na het voornaamste te hebben medegedeeld uit den Inventaris
laat ik uit de Rekening van den boedel ook nog het een en ander volgen, dat voor de kunstgeschiedenis niet zonder belang is. In die rekening vindt men aangeteekend dat, volgens contract ter weeskamer den 17 Januari 1628 opgemaakt, de erfgenamen van Herman Saft- leven konden behouden al de goederen die hij bij en gedurende zijn huwelijk had aangebracht, en bij zijn overlijden aanwezig waren, maar dat zij moesten betalen zijne schulden die voor en tijdens dat huwelijk gemaakt waren. Van de nagelaten schilderijen die verkocht werden, vindt men hieronder de prijzen vermeld. Ontfang by de voorsz. Lucretia de Beauvois alleen gehadt.
Alsoe de winckel ende neeringe van schilderen ende schilderie te vercoopen nae afliuicheyt van den voorn. Herman Saftleuen zijn gecontinueert tot Rotterdamse kermisse anno 1627 incluys ende mid- deler tyt de paneelen int sterfhuys bevonden by de kinderen van voorsz. Saftleuen beschildert ende oick de lysten mede int sterfhuys bevonden aen schilderien gebruyckt zyn. — Synde van de schilderien soe int sterfhuys bevonden als die aengemaeckt zijn, zoe in de marckten als int sterfhuys respective wtter handt vercocht t'gene bequaemel. vercocht conde werden alle ten eynde de voorsz. schilderien, panee- len ende lysten, ten meesten pryse ende opt profitelicxste vercocht ende gebeneficeeit conde weiden, soe heeft de voorsz. Lucretia DE V. 16 |
|||||
— 122 —
|
|||||||
BEAUVOIS als hebbende dontfang gehadt van tgene als bouen wtter-
handt vercocht is ontfangen ende vant geene als hijer nae wert ge- melt te weten i): Van een schilderie van Pr. Bloot (Pieter De Bloot) en een
rondeken te samen acht guld. Van een salvater ende biechtvader te samen twee guld.
Van een bloempot met een balyne lijst twee guld. x st.
Van ses Salomons gebedekes en twee wat grooter tsamen
vyer guld. x st. Van een g o r t e n t e 1 d e r ses guld. x st.
Van een lantschap van Nagel thyen guld.
Van een Tempel met de dr ij e Koningen van Monnix
mitsgaders van een schilderie wesende de gulde maet ende van een seuenste maet tsamen T'sestich guld. Van twee schildeiien gulde maet d'een wesende een Christ-
nacht van Schooten en d'ander t'Roomeer van jongen Saftleuen t'samen seuen en dertich guld. Van een h o f g e n wesende een seuenste maet vijf guld.
Een Orpheus op de voorcamer gehangen hebbende vercocht
om ses guld, vj st. Van vyer cleine Salomons gebedekens tsamen twee guld. iiij st.
Een Daniel van Herman Saftleuen vercocht om vyf guld.
• Een clein triumph der sielen van Herman Saftleuen elf guld. Van een cruicifix op de voorkamer gehangen hebbende twee
guld. x st. |
|||||||
1) Alleen die schilderijen, waarvan de makers of de voorstelling worden
opgegeven, zijn alhier uit de reiening overgenomen. |
|||||||
123 —
|
|||||
Van een scheepgen op een koper plaetgen een guld. iiij st.
Het Thoorntgen van Babel van Hans Kock ende de se uen
Bermher ticheyden van Franck, tsamen Twee en seventich guld. Van het bordeeltgen van Franck ses guld.
Van het avontmael dat gebroecken was twee guld. x st.
Van de Drye koningen door den Jongen SaFTLEUEN die half
gemaeckt was ende nue volmaeckt achtien guld. Van het stuckgen van Symons huys van Floris van Schoten
twaelf guld. Van twee schilderien van J o s e p h op stooters maten tsamen vyf
guld. xyj st. Van een langwerpent avontmael met een binnelyst ses guld. x st.
Van Twee prinskens tsamen drye guld. x st.
Van een Saluator ende een scheepgen tsamen vyf guld.
Van twee bancketges ses guld.
Van het Thoorntgen van Babel met een baleine lijst der-
tien guld. Van Twee honden een guld. iiij st.
Een schilderie, wesende een lange drye guld maet, twee
en dertich guld. Een schilderie wesende een lange guld. maet, een Drye Ko-
ningen met twee cleine stuckges tsamen vercocht om sestien guld. x st. Van Twee cleine scheepges tsamen vyf guld. achtien st.
Van een Paulus bekeeringe met twee cleine stuckges tsamen
Thien guld. x st. Van een langwerpent avontmael, ses gu'd.
Noch een langwerpend avondmael en een Joseph op een
stooters maet, tsamen acht guld. Van een bloombenneken op een stooters maet xxx st.
|
|||||
— t24 —
|
|||||
Van de seuen bermher ticheyden met een baleine lijst
sestien gl. x st. Van een viercant bancketgen Drije guld.
Van een bloompotgen op een halfue stooters maet, een
guld. xvj st. Van een lantschap met een bruyne lyst dertien guld. x st.
Van een bloompot met een baleine lyst een guld. xvj st. Van een Christnacht met een stuckgen van Laban met een baleine lyst tsamen xxxij guld. Van een lantschap gen twee guld. ses st.
Van een Paulus bekeeringe op een stooter maet Drije guld.
Van een boochschieter twee guld. xvj st Van twee bloombennekes met baleine lysten vyer guld. Van een Orpheus op een stooters maet vyf guld. x st. Van de slach Moses met drye ronden tsamen Drije ende twin- tich guld. Van een groot bancket seuen guld. thien st.
Van een Hof gen met een scheepgen Petri tsamen sestien guld. Van Cornelis (Saftleuen) d'outste deser kinderen ontfangen negen
guld. die hij met schilderen verdient hadde. Van een Drye Koningen met een baleyne lyst vyftien guld.
Van een Pauwels bekeering op de grootesoorts maet vyf guld. x st. Van drye Josephen op stooters maten tsamen zeuen guld.
Van een prinsken twee guld.
Van vyer bancketges tstuck xij st. compt tsamen ij £ viij st.
Van een arcke Noe acht guld.
Van een scheepge op een gulde maet veertien guld.
|
|||||
— 125 —
|
|||||
Van een ydelheyt op een gulden maet twaelf guld.
Van een scheepgen wesende een stooters maet drye guld.
Van een groot scheepgen met een bancquetgen tsamen
dertien guld. Van een Joseph op een stooters maet een guld. xiij st.
Van een bootschap B: Marie twee guld. ij st.
Van een kindeken twee guld.
Van drye Salomons gebedekens tsamen twee guld. acht st.
Van een schilderie met een binnen lyst vyf guld. x st.
Van een Jephta met een baleine lyst tsamen twaelf guld.
Van een cruisafdoeninge twaelf guld.
Van vyf historiekens op halue stooters maten zeuen guld. xv st.
Van twee cleine Marien beeldekens vyer guld. xv st.
Van twee lange lantschapges op halue stooters maten tsamen
drye guld. vj st. Van twee kinderkes tsamen een guld. xiüj st. I)
Op een afzonderlijke lijst met het opschrift: Dyt is tgeen ick ont-
fangen Hebbe tsynt (sints) dat de reckeninge gepasseert is voor de Weesmeesteren, worden nog de volgende schilderijen met prijzen ver- meld: een Maanschijn van Camphuijse 6 guld., de krijstelycke rijder vanden oude Saftleüen io guld., het Vrouken aen- den put van Hans Jordaens en een Salomons recht, de groote soort, van Herman (Saftleüen) samen 13 guld., een lanteeren van Blommert 3 guld., twee tronijen van Mr. Cornelys van Har- lem 66 guld., een scheepken Peter ij van Saftleüen 7 guld., een Dan iel van den (ouden) Saftleüen en een bancket van Lambert, 1) De stukken waarbij geen naam van schilder vermeld ataat, zijn vermoe-
delijk alle van de hand van Hebman Saftleven ii. |
|||||
— 126 -
|
|||||
samen 8 guld., (een schilderij) van Munijckens i guld. 10 st., de
Drij conincken ende afdoeninge van den cruijse met een Hof ken ende een Hage(?) de Schouwer 2 guld. io st., samen l8 guld,, de water val van Sauareij 20 guld., twee stuckens van Lijndens 6 guld., de kijnder dansen 6 guld., de Tyt van Saftleuen 7 guld. ïo st. een Vanitas 13 guld., een Lantschap van Esaias vande Velde 19 guld. In de uitgaven van de Rekening vindt men het navolgende aan-
geteekend: Aen de knecht van t' gilde voor de geene die t'lijck van voorsz.
Herman Saftleuen gedragen hebben tot een vereeringe het. ses guld. xv st. Voor gildegelt van Abraham (Saftleuen) als hy int schilders-
gilde aengeteyckent wiert een guld. Waarschijnlijk waren zijne beide oudere broeders Cornelis en
Herman reeds bij het Gild ingeschreven; althans wordt daarvoor geen betaling uitgetrokken. Verder blijkt dat men gedurende de kennis met schilderijen
op de Beurs te koop stond en dat de weduwe van onzen schilder geen moeiten of kosten onlzag om zijne nagelaten schilderijen aan den man te brengen, want zij bracht ze te Leiden, Haarlem en Gouda aan de markt, in welke steden, naar 't schijnt, toenmaals de hoogste prijzen besteed werden: Op Rotterdamse Kermisse voor staengelt in de beursse deser
stede met schüderien ende de schilderien daer te brengen ende weder thuys te brengen te samen betaelt vier guld.xiij st. De voorn. Lucretia ende de dienstmeyt hebben omme de schil-
|
|||||
— 127 —
|
|||||
derien te vercoopen geweest in drye marckten te weten tot Leyden,
te Haerlem ende ter Goude ende betaelt ouer de costen soe van staengelt an de voorsz. Steden als van reyscosten, vrachtgelt ende andere oncosten omme de schilderien gints ende weder te brengen behalve de teercosten van de voorsz. Lucretia ende de dienstmeyt betaelt in alles tsamen de somme van seuen ende vyftich guld. Actum voor Cornelis Jongeneel ende Jan van Hoogendorp
Weesmeesteren, present Cornelis outste zone van Herman Saftleuen op den xxjen January anno xvic acht en twintich. Door de voogden van Saftlevens kinderen, werd zooals reeds
gezegd is, het jongste kind, Abraham, van wien mij verder geen bij- zonderheden bekend zijn, bij den schilder Verlinden in de leer gedaan, waartoe de volgende overeenkomst werd opgemaakt: Op huyden den 12 Junius 1627 soo hebben wij Hendrick
Aertsen ende Jan Matheusz. als vercoren voochden van de kinderen van saliger Herman Saechtleuen verhuert ende besteedt denjoncxsten soon genaemt Abraham Hermantsz. Saechtleuen aen het schilderen om dat te leeren den tyt van 2 jaren bij een goet meester ende borger deser stadt Rotterdam genaemt Abraham van der Linden op sulcken contrackt ende condiesie dat denselfden meester den jongen sal leeren ende oeffenen int schilderen tot den jongen syn profijt sooveel alst hem mogelyck is om sijn belofte en consiensie te quijten ende daervoor sal den meester Abraham van der Linden hebben aen geit 23 pont fiaems voor den kost ende dranck, wasschen en vringen ende wat aengaende van dien den noot vereyst ende de voochden sullen wanneer elck jaer verschenen is betalen elck een |
|||||
— 128 —
|
|||||
jaer gelts te weeten elf pont ende 3 gulden, dit alles sondev erch
oft list soo hebben wij dit met onse eygen hant onderteykent. Bij mij Hendrik Adriaense. Jan Matheüsz. vande Poel. Abraham Verlinden.
Ick ondergeschreven bekenne ontfangen te hebben wt handen van de voochden van de kinderen van zal. Herman Sachtleuen schilder de somme van twaelfif pont vlaems ende dat van verteerde kosten van de jonckxste soon van Harman Saftleuen. Abraham Verlinden.
Ten slotte voeg ik hierbij een geslachtkundig overzicht betreffende
de Saftlevens, dat schoon niet geheel volledig wat aangaat de data van geboorte en overlijden, toch bij de levensbeschrijving dezer schilders van nut kan zijn. |
|||||
Arch. v. Ned. Kunstgesch. V. 128.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GESLAGHTSTAFEL DER SAFTLEVENS.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman Saftleven I,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eene dochter, wier „contrefaictsel" in de nalatenschap van haren broeder
Herman II voorkwam, (zie bladz. 117,). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman Saftleven II, *
geb.
st. te Rotterdam in de week eindigende 4 April 1627;
woonde tot aan zijn dood aan de Delftsche Vaart bij de Raambrug.
tr. (2o.) te Botterdam 22 Maart 1626,
Lucretia de Beauvois, Jongedochter |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tr. (lo.) te
XiYKTJE CORNELISDr,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rotterdam op den Doelweg;
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
overleden aldaar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
overleden te Rotterdam 2 Februari 1625.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
(kinderloos.) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
—A-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman Saftleven III,
geb. te Rotterdam omstreeks 1610; (vgl.
bladz. 120.) , .
Deken en Overman van het bchildersgild
te Utrecht 1):
st. te Utrecht 5 Januari 16Ho; tr. aldaar 15 Mei 1633, Anna van Vliet dochter van Mr. Dirck
van Vliet en van Levina van West- HUYSE.
Zij maakten 8 April 1636 hun testament
voor Notaris Willem Brecht, te Utrecht 1). ---------------------A-------------------------, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Abraham Saftleven,
geb. te Rotterdam omstreeks 1613; (vgl.
bladz. 120.)
werd 12 Juni 1627 leerling bij Abraham Verlinden. aldaar.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Cornelis Saftleven,
geb. te Rotterdam omstreeks 1608, (vgl.
bladz. 120.)
Hoofdman- van het St. Lucas Gild te Rotterdam 18 October 1667;
st. aldaar 1 Juni 1681; woonde tijdens zijn dood achter de Frau- sche kerk op het Watertje;
tr. (lo.) te Rotterdam 18 November 1648, Cathaiuna van der Heyden weduwe, overl...... |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tr. (2o.) te Rotterdam 25 September 1655,
Elisabeth van den Avondt; overleden zij maakte 31 Maart 1603 testament voor
Notaris Zeger van der Brugge. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
-A.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sara Saftleven , 3)
tr. te Utrecht Juni 1671
Jacob Adriaensz. Broers 4).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Jacoba Saftleven,
gedoopt te Rotterdam 1 Mei 1660; overl. 2 April 1662. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) MuLtERSchildersvereeingingenteUtiecht
2) Rotterd. Historiebladen, A''t- m- 0L ™J-
3) Het Museum Boymans te Rotteidam, be-
zit van hare hand twee tcekemngen in kleuren, bloemen voorstellende, vernield m dcBesc,hrij- ving der Teekeningen onder nos. iu uó. 4) Kramm bl. 1438.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 129 —
|
|||||||
DE BOEKEN DER HAAGSCHE SCHILDERS-
GONFRERIE. (Vervolg van Deel IV^ 61. 221.)
|
|||||||
(Medegedeeld door A. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsch Museum.) EDERT mijne laatste mededeelingen (zie Archief IV) ver-
scheen Jon. Gram's »De Haagsche Schilderconfrerie »Pic- tura" 1682—188*." Uit den Aanhang zag ik dat de schrijver, behalve de door mij in het Archief gepubliceerde bronnen nog gebruikt had twee bandjes, berustende in de biblio- theek der Haagsche Teeken-Akademie en twee deelen Notulen van Pieter ïerwesten, bij gelegenheid van het luisterrijk feest, ter herinnering aan het 200-jarig bestaan van »Pictura" in Mei 1882 ge- vierd, door den Heer Hary aan bovengenoemde bibliotheek afge- staan. Ik acht het wenschelijk een en ander uit deze boeken alhier medetedeelen om zoodoende zoo volledig mogelijk de Gildeboe- ken der Haagsche schildersvereenigingen der studie toegankelijk te maken. Een woord van dank zij hier aan «Pictura's" bestuur gebracht, dat daartoe die werken zoo bereidwillig afstond. Het eerste boek «Register der betaalde Meestergelden, beginnende
mot 1657" geeft ik in zijn geheel. Het is begonnen door den net- schrijvenden Secretaris Van Veen. Uit de andere deelen achtte ik V. 17 |
|||||||
— 130 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mededeeling van het belangrijkste voldoende. Ik vrees anders van
het Archief te veel plaats te moeten vergen, en Pieter Terwesten had juist niet het talent veel in weinig woorden te zeggen. Later hoop ik onder den titel «Haagsche Schilders" eenige levens-
bizonderheden omtrent dezen, uit de verschillende Archieven geput, te laten volgen. Ik begin met het perkamenten bandje, waarop wij lezen".
Register der betaalde Meestergelden etc. aan de Confrerie
zedert den jaare 1657. Nota. Staet te weeten Naemen van alle de persoonen die het dat een ingebooren. recht van de Haechsche Const en Schilders
Haegenaer betaelen Broederschap hebben betaelt onder de regie- moet. . . 12 gulds. ringe van den eersten Ueecken Adriaen Een vreemde en niet Hanneman en den tweeden Deecken Jacob in den Haege gebo- van der Does aenvanck nemende in den ren ... 18 gulds. jaere 1657. eensoon vaneenHaech- sche schilder 6 gulds. den 23 Februarij 1658 heeft Gijsbert van Lybergen als schilder
en" ingeboore van Haege aen de Broederschap betaelt 12 — o — o. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den 22 Martii 1658 heeft Fredrick Sonnius betaelt
den 5 Juny 1658 heeft Carel du Gardijn betaelt den 1 Martii 1659 heeft Urbanus vanJiperen betaelt den 15 Maert 1659 heeft Pieter Cousijn bij pro- visie betaelt................ den 4 October 1659 heeft Johannes Marinus betaelt
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den 4 October 1659 heeft Melchior Hondekooten
betaelt..................15 — o — o.
den 18 Octobris 1659 heeft Jacob PlJL in voldoe-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
131 —
|
|||||
ninge van t'recht de Broederschap competeerende belooft
een stuckxken schilderije van sijn eijgen hand waerdich 18 gulds. ter caemere van de Broederschap te sullen vereeren. Ende dit is door tusschenspreecken van den Hooftman Martlnus Lengele also toegestaen. Dit hier per.................Memorie.
Rest 6. Den 3 Decemb: 1660 heeft Jan le Ducq
Dese betaelt. aen de confrerie by provisie betaelt . . 12— o —O.
Rest 9. Den 7 Augusti 1660 heeft Jacob van der Bilt betaelt by provisie . . . . 9 — 9 — o.
Den 4 Decemb: 1660 heeft Johannes deBaen betaelt. 18 — 0—0. Den 8 Januarij 1661 heeft Willem Doüdeyns betaelt . 12 — o — o. Den 8 Januarij 1661 heeft Nicolaes Willings betaelt..................12 — o — o.
den 5 Februarij 1661 heeft Otïo Hoynck betaelt 16 — o — o.
den 13 Augusti 1661 heeft Bartholomeüs Mey- burch betaelt...............12—0 — 0.
den 2 Mey 1661 heeft Jan Livitse (Lievens) aen
handen van Adriaen Hanneman betaelt de somme van 18 gulds. dus hier..............18 — 0—0.
Naemen . van de Geenen, die het recht enz.
betaelt hebben onder de Regieringe van den Deecken Arnoldus van Ravesteijn, aenvanck nemende den 20 Octob: des jaers 1661. den 31 Decemb: 1661 heeft Johan Bets t'recht de Broederschap competeerende betaelt.......12 — o — o.
den 30 Augusti 1662 heeft Revnier la Haye t'recht
betaelt..................12 — o — o.
den 25 Octob: 1662 heeft Casper Netscher betaelt 12—o — o.
|
|||||
— 132 —
|
|||||
den 26 Januarij 1663 heeft Guillaem Trouweet.sz
betaelt..................18 — o — o. den 14 Aprilis 1663 heeft Fransoys van Sandtwijck
aen Deecken en Hooftmannen betaelt.......12-— o — o. den 7 Aprilis 1663 heeft Charles Codde ter caemere
betaelt aen Deecken en Hooftmannen 3 silvere Ducatons ofte 9 — 9 — o over sijn recht en heeft de reste gekort als hem competeerende dus hier.........9 — 9 — o. den 9 Juny 1663 heeft Harmanus Verelst voor hem
en voor sijn broeder Simon Verelst t'recht de Broeder- schap toecoomende betaelt met 12 guldens, voor yder 6 guldens also het soonen sijn van een meester, dus hier. 12 — o — o. Naemen (als boven) onder de tweede regee- ring van de Heere Deecken Adriaen Hanneman aenvanck neemende den 18 Octobris 1663. Den 3 Mey 1664 heeft den Beelthouwer Hendrick
Wolschodt het recht van sijn broederschap voldaen en betaelt aen handen van Deecken Hanneman . . . 18 — 0-0. den 10 Mey 1664 heeft Christiaen Duisart als
Mr. schilder aen handen van Deecken Hanneman be- taelt (als voren)............ . . 18 — o — o. den 14 Juny 1664 heeft Joncker Marcus de Bye
betaelt (als voren)..............12 — 0 — o. den 23 Junij 1664 heeft Jeronimus van Diest als
Mr. schilder het recht betaelt, als sijnde een soon van een Haechsche '.childer, dus hier........6 — 0 — 0. den 24 Juni 1664 heeft Antoni Smets als Mr.
Schilder het recht betaelt, doch in twee payen, die hier gecombineert sijn..............18 — 0--0. |
|||||
133
|
||||||
den 12 Novemb: 1664 heeft Lambert de Huy als
Mr. Schilder aen den Deecken betaelt het recht de Broe- derschap toebehoorende............18 — 0 — 0. den 15 Novemb. 1664 heeft Romboudt Verhulst
als Statuarius en Beelthouwer betaelt.......18—o—o. den 24 Januarij 1665 heeft Abraham Ragüeneau
betaelt..................18 — o — o. den 18 Aprilis 1665 heeft Isack van Duijnen als
Mr. Schilder betaelt.............18 — o — o. den 29 Augusti 1665 heeft Everardus Verbeeck
betaelt over het recht de Broederschap competeerende . 12 — o — o. den 21 Novemb. 1665 heeft Bartholomeus Eggers
Statuarius erT Beelthouwer betaelt aen handen van (als boven)..................18 — 0—0. den 9 Mey 1665 heeft den Deecken Adriaen Han-
neman ontfangen van weege Hubrecht van de Venne over het recht de Confrerij competeerende, door handen van den vendumr. Joris Bock i)........6 — o — o. Rest 6 gulds. den 9 Mey 1665 noch ontfangen van
weege Johannes Rosnaegel. , door handen van Joris Bock.....6 — o — o. den 5 Juny 1665 heeft den Deecken ontfangen van
Sinioer d'Orsta, Jode, over Vendue te moogen houden door o'rdere van" Magistraet van den Haege.....7 — o — o. den 2 Mey 1665 heeft den Deecken ontfangen dooi-
den Vendumr. Joris Bock van weegen Abraham Hus- son over vendue te moogen houden met kennisse van Magistraet ................ .12 —o — o. |
||||||
1) Waarschijnlijk wegens de vendu der schilderijen van Abeiaen van pe Vesne.
|
||||||
— 134 —
|
|||||||
den 6 Martii 1666 heeft Monsieur Hendrick Bary,
plaetsnijder, (betaelt) het recht de confrerije competeerende omme zijne Konst als Mr. vrij te exerceren de somme van 18 — o — o. den 22 Martii 1666 ontfangen van d'Heer Verschuyr
Schilder, het recht omme zijne Konst als M>'. vrij te exerceeren.................12 — 0 — o. den 2 July 1667 heeft Casparus Mars, Beelthouder
betaelt (als boven).............12 — 0 — o. den 23 July 1667 heeft Martinus Mijtens , soon
van Isaacq Mijtens betaelt het recht aen de Confrenj als Mr..................6 — o — o. Namen van de Mrs. die het recht hebben
voldaen onder de 2® regieringe van den Deecken Aernolt 'van Ravesteijn , aenvanck nemende 18 October 1667. den 7 January 1668 heeft Jean Gericot, Schilder in Miniature en Amaus (Ëmaux) betaelt.......18 — o — o.
den 21 Januari] 1668 heeft de Heer Samuei- Hooch-
straeten sijn vrijheit als Mr. betaelt.......6—0 — o.
den 25 Febr. 1668 heeft Thomas Sacx, Beelthouder,
bij provisie in mindering van 12 gulds. betaelt . . • 6 — 6. wesende een Haeghs Kint. Noch aen Deken Ravesteijn het restant .... 5—14.
|
|||||||
12 — o — o.
den 14 July 1668 heeft Sr. Gijsbert de Bije be-
taelt zijn vrijheit als Mr. Schilder........12 — 0-0. den 22 Sept. 1668 heeft Jacobus Vromans sijn
vrijheit als Mr. betaelt, sijnde een Mrs. soon .... 6 — 0-0. |
|||||||
135
|
|||||
den 29 Juny 1669 heeft Johannes Haensisergen
zijn vrijheit als Mi'. Schilder betaelt, sijnde een M>s. soon 6 — o — o. Namen van de Mis. die het recht hebben vo!- daen onder d'eerste regeeringe van den Deecken J01-IAN Mijtens, aenvanck nemende 18 Octo- ber 1669. den 7 Decemb. 1669 ontfangen voor het recht der vercoopinge van de Schilderijen van den Commis Jacob VAN HOGENHUYSEN.............30 — O — O. den 14 Dec. 1669 heeft Daniel Haringh als Mr.
Schilder zijn vrijheyt betaelt, sijnde gebooren Hagenaer 12 — 0 — 0. den 21 Dec. 1669 heeft Jan van der Haye als
Mr. Beelthouwer syn vrijheijt betaelt, sijnde een Brus- selaer . . ................18 — o — o. den 18 October 1670 heeft Jacques Vaillanï als
Mr, Schilder betaelt.............18 — 0 — 0. den 25 Juny 1668 is reets aen den Deecken Ra-
vesteijn by Nicolaes Lissant op rek: van zijn vrijheijt als Mr. Schilder betaelt............6 — o — o. den 24 Januarij 1672 aen den Deecken Doedhns
betaelt bij Daniel Mijtens...........6—0 — o. den 2 Maert 1673 van Johannes Tellier, Mr.
Beelthouwer bij provisie gegeven.........9 — 9 — °- den 9 Maert 1675 van Monsi'. Bloemendael Mr.
Beelthouder betaelt.............18 — 0 — 0. den 8 Dec. 1674 heeft Johannes Volleven zijn
gerechticheijt betaelt.............18 — o — o. den 14 Dec. 1675 ouder den Deecken De Baen
ontfangen van Louijs MiCHEL, gebooren Hagenaer |
|||||
136
|
|||||
voor zijn vryheijt van zijn Meesterschap in de Schilder-
kunst ..................12---O— O. den 5 Mey 1678 heeft AijGUSTiNUs Terwesten, om
de schilderkunst alhier viij te exerceeren betaelt . . . 12— o — o. den 3 Juny 1678 heeft Petro Rijs sijn gerechticheijt
als Mr. Schilder betaelt............12 — 0 — 0. den 5 Dec. 1679 heeft voldaen zijn gereghtigheijt
Simon Ruys................12 — 10 — o. den 13 April 1680 heeft Sr- MatthiasDemele Const-
schilder sijne gerechticheijt voldaen omme in d'Haghe te mogen schilderen.............oningevuld. den 20 Maert 1683 heeft de Heer Peter Verhulst
(is Van der Hulst) Constschilder, betaelt.....18 — o — o. den 26 Maert 1683 van Mons. Van der Does ver-
mits sij n vader een constschilder en Ut van de Confrerie geweest is............ .....6 — o — o. den 3 April 1683 van Mousr. Johannes ïielius
ontfangen................. 18 — 0 — 0. den 6 April 1683 van Monsr. Duval ontfangen. . 12 — o — o.
den 6 April van Mons. N. N. Brant ontfangen als
boven.............., ... 12 — o — o. den 8 April 1683 van Monsr. J. Spick ontfangen . 12 — o — o.
'den 18 Dec. 1683 heeft de Heer Abr. Bega het
recht als meester betaelt...........18 — o — o. den 5 Nov. 1685 heeft den Heer Jacot sijn geregh-
tigheid als Schilder betaelt..........12—12 — o. Anno 1686 heeft Johannes van den Brande i)
betaelt sijn gerechtigheijt...........18 — o — o.
1) Hy was schilder.
|
|||||
<
— 137 - |
||||||
den 30 Nov. 1686 heeft de Heer Johannis Lotin,
M>'. Constschilder betaelt...........18—0 — 0. den 25 Sept. 1688 heeft Mi'. Abram Oosthoorn,
sijnde een Haegenaer, als Mi. Constschilder betaelt . . 12 — 0—0. Beeldhouwers die haer hebben laeten aenteijckenen en
op heden 13 Nov. 1683 haer gerechtigheijt hebben voldaen: Pieter VAN Dobben, Hagenaer....../ 12—o —O.
Abraham Burghoorn.....•.....(oningevuld).
Ary Lunach..............12 — 0 — 0.
Joan Sonneman , Hagenaer.........12 — o — o.
Dirck Jansz. Vrieswouwt.........12 — o — o.
Abraham de Vrijer...........12 — 0—0.
Johannes Hannaert...........18 — o—o.
Mattheus Larmeneus..........(oningevuld).
Hubrecht Goutbeeck. (Doorgehaald.)
den 16" Aug. 1686 heeft Mons. Constantjjn Net-
scher betaelt als Mi'. Schilder, een Schilders soon sijnde 6 — o — o. Alsmede de Heer Antony Gerres (?) 1) als Mrs. soon 6 — o — o.
Den 11 Dec. 1688 van den Beelthouwer Lünagh
ontfangen van sijne gereghtigheijt als Mr. ■ . . . . 12 — o — O. den 3 Mey 1690 van Mons. Drh.lenbergh sijne
gereghtigheyt ontfangen............6 — o — o. Nu volgen weer schilders.
den 21 Febr. 1687 heeft Monsr. Francois Beelde-
maecker sijn reght als Mr Constschilder, als sijnde soon van een mr. alhier betaelt met.........6 — o — o. den 21 Febr. 1687 heeft Monsr. Pierre le Boür-
GONJon sijn regt als Mr. Constschilder betaelt . . . .18 — 0 — 0. 1) Onleesbare naam.
V. 18
|
||||||
— 138 —
|
|||||
den 30 Aug. 1687 van Mons. Andries Bertoen ,
Discipel van d'Heer Aug. Terwesten ontfangen . . . 2— o — o. den 30 Aug. 1687 van Mons'. Michiel, Godijn Dis-
cipel van den Heer Haringh ontfangen...... . 2— 0 — 0. den 6 Sept. 1687 heeft Abraham van Hoogstraeten
Discipel van Monsr. Haringh betaelt.......2 — 0—0. Item van Niclaes Hooft, discipul van den Heer
Terwesten ut supra.............2 — 0 — 0. den 8 Dec. 1691 van d'Heer Terwesten voor
Corns. Micharius , zijn discipul het recht.....2 — o — o.
ende van .... Vucht............2—0 — o.
1690 van M: Terwesten het reght als Mr. schilder
betaelt..................12—o — o. den 20 Febr. 1691 heeft d'Heer Deeken Doedijns
ontfangen van d'Heer Schalcken, Mr. Schilder . . . 18 — 0—0. den 29 Nov. 1692 van de Heer Jacobus de Neijs
ontfangen om de Censt vrij te exerceren......18 — O — o. den 8 Januarij 1694 heeft Mr. Jan Brandon, dis-
sipel van den Deeken Van der Schuer sijn gereghtig- heijt als Mr. voldaen.............18 — 0 — 0. den 15 February 1694 heeft Mr. Adriaen van Wes-
SEL, Mr. Beelthouwer betaelt als sijnde een borgers soon...................12 — o — o. den 25 Sept. 1694 heeft Monsr. Abram van Hoogh-
straeten sijn gereghtigheijt als schilder betaelt sijnde een Haegenaer...............12 — o — o. Mattheus van Wielick betaelt als Mr.....i2—o__o.
den 12 Febr. 1695 heeft de Heer Cornelis DE
Bruyn Mr. Schilder aen den Deeken Du val betaelt . 12 — o — o. |
|||||
139 —
|
|||||
den 2 Maert 1695 heeft den Italiaenschen schilder,
wonende bij Perera sijn gerechtigheijt voldaen . . . .18 — 0 — 0. den 12 Sept. 1695 heeft d'Heer Carré sijn gerech-
tigheijt voldaen, als sijnde een soon van een Mr. Schil- der in den Hage.............6 — o — o. den 24 Sept. 1695 heeft d'Heer Bleeck sijn mees-
tersgerechtigheijt voldaen...........12 — 0 — 0. den 24 Novemb. 1695 heeft Monsr. Pieter Vijgens
sijn gerechticheijt voldaen...........18— o — o. den 22 Dec. 1695 heeft Monsr. Charles Malet
(Mr Beeldhouwer) sijn gerechticheijt voldaen . . . . 12 — 0 — 0. den 28 Febuary 1696 heeft Monsr. Nicolaes Lang-
kamp (Mr. Beeldhouwer) sijn geregticheijt voldaen met. 12 —O — o. den 1 Juny 1697 is als Meester aengeteekent Mr.
Brouwer, om sijn Konst vrij te mogen exerceren waer- voor hij belooft heeft de lijste wegh te schilderen die aen de stucken sijn aen het plaffon in de groote Kamer, en dat tot voldoeningh van sijn geregtigheijt. den 22 Nov. 1698 heeft d'Heer Borger Voet sijn
gereghtigheijt betaelt als schilder........18 — o — o. den 1 Dec. 1698 heeft de Heer Jaque Parmantier
sijn gerechtigheijt betaelt als Mr.........18 — o — o. den 17 July 1699 heeft d'Heer N. Hooft sijn ge-
rechtigheijt betaelt.............12 — o — o. den 26 Jannarij 1700 heeft Mr. Andries Steekel,
Mr. Beelthouwer, voldaen. (Zonder bedrag.) den 23 Maert 1700 heeft Baptista de Bleeck,
Mr. Beeldhouwer zijn gerechtigheijd voldaan, en omdat hij heeft getrouwt een Mr», dochter met......6 — 0 — O. |
|||||
— 140 —
|
||||||
den 6en Nov. 1700 heeft Petrus Hardimee zijn ge-
rechtigheid als Mr, Schilder voldaen met . . . . . 18 — o — o. den 4 Juny 1701 heeft de Heer Pool sijn gereghtigheijt voldaen
als Mr. schilder met het stuck van sijn lieffste, Mejuffrouw Pool. Mejuffrou Pool heeft haer gereghtigheijt voldaen als Meestresse
schilderesse, 4 Juny 1701. (zonder bedrag) den 24 Oct. 1703 heeft Laurf.ns van den Houck, alias de
Wecker sich aangegeven als Mr. plaetsnijder, ende is denselven het meesterschap ende de gerechtigheijd geschoncken. den 29 October 1703 heeft Reynier la Rische sich aangegeven
als Mr. Constschilder, waarvoor hij betaald heeft, alswesende een Mr. Constschilders zoon............12 — O — O. l) Ontfangen van Menheer DüVAL wegens meestergelt
14 Nov. 1703...............12 — o — o. 1704 heeft Monsr. Andries Storck betaelt als
Discipel van Mr. Terwesten..........2 — o — o. den 5 Maerdt 1706 heeft sigh aangeven als Const-
schilder d'Hr. LlMBURGH...........12 — O — O. den 27 Maerdt 1706 heeft sigh aengeven als Const-
schilder d'Hr. Kint, waervoor heeft betaeldt . . . . 12 — o — o. den 16 Oct. 1706 idem d'Hr. Doorschoot als Const-
schilder .................12 — o — o. den 16 Nov. 1706 idem Mr. Verbuys als Const-
schilder, omdat sijn vrou een schilders doghter waer. . 6 — o —-o. den 18 Aug. 1708 idem d'Heer Perseijn als Const-
schilder.................12 — o — o. den 25 Aug. 1708 heeft sigh aengeven als Const-
|
||||||
1) Waarom geen f 6.— ?
|
||||||
— 141
|
|||||||
miniatuersehilder de hr. EveRAERDT, Luyckenaer, en
heeft by voorspraeck betaeldt..........12 — o — o.
den 15 Sept. 1708 heeft sigh aen geven de H>\
Gasper Pedro Verbruggen als Mr. Constschilder en heeft sijn meestergeld betaeldt met een fraey blomstuck, als oock Confraters en sijn fons. (?) den 28 Janewarij 1711 heeft betaeldt sijn meester-
geldt d'Hr. Van Gool als Constschilder......12 — o — o. den 14 feberwar 1711 heeft betaeldt de Heer Rop-
PEI.S (Roepei,?) sijn meestergeldt als Constschilder . . 12 — o — o. (De meestergelden van 5 Maart 1706—14 Febr.
1711 zijn door M. Terwesten ingeschreven.) den 10 Dec. 1712 ontfangen voor meestergelt van
Monsr. KONSTANTIJN.............12 — O — O. den 16 Dec. 1712. Voor meestergeld van Mons1'. Moné 9 — 9 — 0.
den 6 Aug. 1713 het meestergelt van W. Haans-
BERGEN..................6 — 6 — O, den 11 Nov. 1713 het meestergelt van de jonge
Volleeven................6 — 6 — o. 1715 het meestergelt van Mr. VAN KuyCK . . . . 12 — o — o.
den 4 Sept. 1715 het meestergelt van de Heer Hoet 18 — o — o.
den 20 Maert 1717 heeft d'Heer Jacobus Schalcken
sijn meestergelt voldaen............12 — 0 — o. den 31 Meij 1718 heeft Mr. Pellegrini i) sijn mees-
tergelt voldaen...............18 — 0 — o. den 16 Junius 1718 heeft de Heer van DiJdC sijn
meestergelt voldaen.............18 — o — o. |
|||||||
Il Deze meester heeft de plaffonds in het „Mauritshuis" in den Haag ge-
schilderd, zooals blijkt uit het MS. van P. Tekwesten. |
|||||||
— 142 —
|
|||||
den 6 Julij 1718 de Hr. Serijn zijn meestergelt . . 18 — o — o.
den 9 Dec. 1719 het mr. geit van den Constschilder HüGHTENBURGH . ................ l8 — O—O.
den 30 Dec. 1719 oock voldaen Monsr. De Waerdt 12— o — o.
den 5 Janiwari 1719 Mr. Van der Burgh en
Suentjen als beelthouwevs haer halve geldt . . . . 12 — o— o.
den 1 Febr. 1719 Mr, Schoenmaker, beeldthouder
sijn halve geldt............. . . 9 — o — o.
den 25 Maart 1719 van Mr. Rubbens, beeldthouder
sijn halve geit............... 9 — 0 — 0.
den ... Juni 1721 sijn halve meestergeldt de steene-
beeldhouwer Savery............. 9 — o — o.
1721 heeft Monsr. Cerpi, jode van Amsterdam, sijn
halve meestergeldt betaelt........... 9 — o — o.
■ 1722 heeft de Heer Kinderman, blomschilder van
Pragh op reken: van sijn meestergeldt betaeld .... 10—10 — o.
1723. de Hr. Louis............ 12—0 — 0.
de Hr. Mauott........... 12 — o — o.
de Hr. Heems........... 18 — o — o.
Voor een tijkening............ 15 — o—o.
1724. Van d'Hr. Duval sijn meestergeld . . . . 6— o — o.
Van Bredael uts . ... 18 — o— o. Van een Steenhouwer by Dusat..... 9 — o — o.
Van de Roy............ 18 — o — o.
den 25 Oct. 1725 Monsr. Mony op reken: van sij:
meestergeldt................ 12.— o—o.
(rest nogh 6 gulde.)
den 8 Nov. 1725 heeft Saveri , beeldthouder sijn
meestergeldt voldaen............. 9 — 0 — o.
|
|||||
f
— 143 —
|
||||||
1725 de getroude Carree als meesterssoon . . . 6 — o — o.
1726 van een duyts beeldhouwer die bij Saveri ge-
werkt heeft........, ,......9 — o — o. den 11 Juny 1726 VAN der Heijde sijn meestergeldt 18—.0—o.
den 30 Juny 1726 de oude Care van Alckraaer op rek: 6 — o — o.
Nog het meestergelt van Monsr. franse crayoneerder
de Sangles................18 — o — o. 1730 Item van d'Hr. Roon op reken:.....9 — o — o.
den 3 Maert 1731 van den oudste van Cal . . . 6 — 0—0.
den 22 Juny 1731 van Arenius.......18 — o — o.
en van Keller..............18 — o — o.
Pro memoria:
De Hr. van Vrijhoeven heeft na de verkoping van Mey 1729
op de camer gelaten een stuck schilderije van Snijders of de Vos en is bedongen van het bewaren s'jaers f 3 — ■—. De Hr. Adrichem heeft sedert de tijt als boven op de camer
gelaten verschijde antieke borstbeelden, en is met de Hr. Kint ge- convenieert daervoor te betalen s'jaers / 9 — —. Voor 4 jaeren bewaring van de Swijnejagt van de Hr. van
Vrijhoeven die deselve heeft laten weghalen . . . .f 12 — o — o. Den 8 Maardt 1737 heeft mijn ouste soon Augus-
ïinus Terwesten ■ sijn meestergeldt aen mijn betaeldt als Deecken................6 — 0—0.
M. Terwesten.
Dito van de Hr. Wolters ontfangen sijn meestergelt 18 — o — o.
den 17 April 1737 van den Hr. Nachenius . . . 12—0—o.
den 20 Mey 1737 van de Hen gebroeders Carré . 12 — o—o.
van de Hr. Kint ontfangen voor d'erffgen: van den
Hr. Adrichem voor het bewaren van de borstbeelden |
||||||
— 144 —
|
|||||||
en antiquen op de Confrerie-camer........44 — o — o.
Nog ontfangen het Meestergelt van den Heer Denner 18 — o — o.
Van Diderik Hkrmanus Cuypers......12— o — o.
Nog van den Vendumr. van Wouw wegs. verkoping
in April 1737...............150—o — o.
Uy'gegeven:
Voor 9 Picturas.......ƒ 67 — 10 —.
I voor de Kamer
1 voor de Heer Scheltus
7 voor de regenten.
Op den dag vant vuurwerk in de
herberg betaelt voor huyr, verteering, huyrkoets en van de vrouwen . . . . 37 — 12 — ƒ ,oS_ 2--.
(Voor een toertje naar den Hr. Pieter VAN HAANSBERGEN
f 12 — 16 — enz.) |
|||||||
Volgt een lijstje van de hand van den Secretaris van Veen :
Naemen der Leerlingen van de schilders
Staet te weeten dat die t'recht de Haechsche Const en Schilders-
iede1'Schilders Discipel broederschap competeerende hebben betaelt
of leerlingh betaelen onder de Regeeringe van den Heer Deecken
moet ... 2 gulds. Adriaen Hanneman A°. 1658.
den 12 Januarij 1658 heeft betaelt Gamaliel Day,
discipel van den Hooftman van der Does t'recht etc. . 2 — o — o. den 5 Febr. 1658 heeft Martinus Laeckeman,
leerlinck van Carel DU Gardjjn , betaelt.....2 — 0—0. Anïonv Schinckels, discipel van Alexander Petyt,
heeft den 23 Febr. 1658 bet:..........2 — 0 — o. |
|||||||
f
— 145 —
|
||||||
den 9 Martii 1658 heeft Marcus de Bije, discipel
van van der Does betaelt...........2 — o — o. den 24 Martii 1658 heeft Frans Jacobsz als disci-
pel betaelt................2 — o — o. den 6 Mey 1658 heeft Willem ter Kxocke, discipel
van Lengele betaelt.............2 — 0 — o. den 10 Apprilis 1658 heeft Jan la Roquette
discipel van Lengele betaelt..........2 — o — o. den 2 Mey 1658 heeft Hendrick Huygensz als dis-
cipel betaelt................2 — o — o. den 15 Mey 1658 heeft Carolus Ghijsberti als
Discipel betaelt . •..............2 — 0 — o. den 8 Juny 1658 heeft Jeremias van der Eijde,
Discipel van Hanneman betaelt.........2 — 0 — o. den 16 Augusti 1658 heeft Antoni de Haen, discipel
van Verelst betaelt.............2 — o — o. den 8 Febr. 1659 heeft Johan Gijsbert van Süijlen
van der Haer, discipel van FerdiNANDus Cassiopijn betaelt..................2 — 0 — 0. den 15 Febr. 1659 heeft Alexander Havëlaer,
discipel van den Hooftman Jacob van der Does be- taelt ...................2 — o — o. In dit jaer van 1659 heeft den Deecken Adriaen
Hanneman noch van ses verscheyde discipulen over- t'recht ontfangen 12. guUU. wiens naeinen verleyt sijn . 12 — o — o. den 8 February 1660 heeft Jan Jansz Smidt,
discipel van Joris Verhaegen betaelt.......2 — o — o. den 20 Oct. 1660 heeft Adriaen van per Wiele,
discipel van Johan Mytens betaelt........2 — o — o.
V. 19
|
||||||
— 146 —
|
|||||
Naemen (als boven) onder de regeeringe van
den Heere Deecken Jacob van der Does , aen- vanck nemende October 1660. den 9 Aprilis 1661 heeft den Deecken Verdoes betaelt voor sijn stomme discipel met naeme 1) . . . 2 — o — o. den 21 Mey 1661 heeft Samuel Cabbeuaeuw, dis-
cipel van Arenï van Ravesteijn betaalt.....2 — o — o. Den 21 Meij 1661 heeft Willem Frederixsz. van
Roven, discipel van Arent van Ravesteijn betaelt . 2 — o — o. den 28 Mey 1661 heeft Marciis van der Linde, discipel van Adriaen Hanneman betaelt......2-0 — 0.
den 13 Aug. 1661 heeft Nicolaes Lissant, discipel
van den oudt-hooftman Mijtens.........2—0 — o.
den 6 Oct. 1661 heeft Theodorus Bernoille,
discipel van den Heer Deecken Jacob van der Does betaelt..................2 — o — o.
Naemen (als boven) onder de regeeringe van
den Deecken Arnoldus van Ravesteijn aen- vanck neemende 20 Oct. 1661. den 25 Oct. 1662 2) heeft Cornelis Wildt , leerlinck van A: Hanneman betaelt...........2 — o — o.
den 14 Aprilis 1663 heeft Erasmus Arondel
(AroNdeus?) discipel van den Hooftman Doudeijns betaelt..................2__o__o.
den 14 Aprilis 1663 heeft Bartholomeus van Bur-
gindis , discipel van den Hooftman Doudeijns betaelt . 2 — 0 — 0. den 14 Aprilis 1663 heeft Lowys Paen, discipel van den Heer Doudeijns betaelt........2__0—0.
1) Oningevuld. 2) "Was een 1 die in een 2 veranderd is.
|
|||||
<
— 147 —
|
||||||||
den 28 Aprilis 1663 heeft Abf:l Francoys Baron
als discipel betaelt..............2 — 0 — 0. den 9 Juny 1663 heeft Frederick van Tongeren
betaelt voor een discipel Willem Minnel.....2 — o — o. den 14 July 1663 heeft Gerrit Jacobsz. O verbeeck
als discipel door sijn moeder betaelt.......2 — o — o. den 14 July 1663 heeft Daniel Waelewijns, dis-
cipel van Willem Doudeijns betaelt.......2 — 0 — 0. den 28 July [1663 heeft Martinus Scholtens als
discipel betaelt................2 — 0 — 0. den 4 Augusti 1663 heeft Bernardus van der
Vecht , discipel van Hanneman betaelt......2 — o — o.
Naemen (als boven) onder, de tweede regee-
ringe van den Heere Deecken Adrianus Han- neman, neemende aenvanck op den 25 Oct. 1663. Dcd 22 Dec. 1663 heeft Antoni van Daelen,
leerlinck van Jan la Roquette, M>. Schilder t'recbt betaelt..................2 — O — o. den 14 Juny 1664 heeft Daniel Harinck, leerlinck
van den Mr. Schilder Arnoldus van Ravesteijn betaelt 2 — o — o. den 28 Juny 1664 heeft Pieter van Reenen, dis-
cipel van den Mr. Schilder Willem Doedijns t'recht Betaelt . ,................2 — 0 — o. |
||||||||
den 20 Oct. 1667 heeft Piter van Rüve (Ruyven?)
t' recht de Confrerie competeerende betaelt.....2 — o — o. Op den 15 Sept. 1668 onder de regeringe van den Deecken
Arent van Ravesteijn hebben dese naervolgende decypelen haere vrijheijt als decijpel betaelt, leerende bij den Heer Hooftman MiJTENS: |
||||||||
— 148 —
|
|||||||
Eerstelijck Andrijes de Wit, Soone van Jan ïijssen, knecht
van de Confrerije. Noch Gerraerdt de Nijst.........2 — o — o.
Dito Pouwels van de Velde........ 2 — o — o.
Op den 24 Augustus 1669 hebben dese naervolgende drie decij-
pelen van den Heer Deecken Ravesteijn haer recht voldaen: Jop Houtuyn, Johannes Dabbe en Willem Wis-
sing, ieder 2 car: guldens...........6 — o — o. |
|||||||
Op den 7 Sept. 1669 heeft Martijnes de Meester
sijn vrijheijt als Mr. Beelthouwer betaelt ...... 12 — o — o. Op den 5 Oct. 1669 heeft S>'. Jan Batist Tijssens
op reeckening betaelt.............12 — o — o. den 25 July 1671 heeft de H>'. Tijssens noch betaelt 6 — o — o.
,8 —o —o.
den 8 Nov. 1670 heeft Johan Voi.levens als di- sipel rijn recht betaelt ......... 2 — o — o.
Dito heeft Pieter van Rijs betaelt...... 2 — o — o.
Dito heeft Andries Gutsky als dissipel betaelt . 2-0 — o.
Den 27 Jan. 1674 heeft Daniel Jacot sijnde dis- cipul van W. Doedijns betaelt......... 2 — o — o.
Op denselfde Dominicus van Wijnen..... 2—0-0.
Naemen (als boven) onder de regeeringe van
den Deken Johan de Baen, aenvanck nemende metten 15 Nov. 1671. den 28 Mey 1672 heeft Hendrick van Dijck , dis- sipel van Jan van der Heyde, Beelthouder, zijn vrij- heyt betaelt................2 — o — o. |
|||||||
— 149 —
|
||||||||
den 4 Jun/ 1672 heeft Mouritz van der Linden
Mr. Schilder zijn vrijheijt betaelt, zijnde een Hagenaer 12— o — o. den 27 Juny 1682 van Monsr. Palingh op reecke-
ningh ontfangen 3 ducatons a specie, onder conditie dat het resterende op sijn wederkomst uijt Engelant sal suppleren.................9 — 9 — o. den 17 Nov. 1703 heeft de Hr. Palingh tot voldoe-
ningh betaelt................8—II—o. ƒ 18 —o —o.
Nogh heeft 27 Junij 1682 Ernst van Hemer als
discipel voldaen...............2 — o — o. den 29 Mey 1684 heeft Huybert Goutbeeck sijn
recht betaelt in handen van mij. D. Mijtens.....2 — o — o. den 29 Mey 1684 heeft Mijnheer Joh: Fred : Eodecker
sijn recht betaelt als Mr. Schilder aen my D. MrjTENS . 18—o — o. |
||||||||
Naemen der discipelen (als boven) onder de
regeeringe van den Heere Deecken Willem Doe- dijns. 1) den 7 April 1674 heeft Franchois Mannes als dis- sipel van den Heer Hooftman Verschuijr betaelt. . . 2 — o — o. den dito heeft Hendrick Nieulant, medeleerlinck van den Heer Verschuyr betaelt........2 — 0 — o.
den 12 Mey 1674 heeft Elias Vinie als disipel van
Daniel Mijtens sijn vrijheijt betaelt.......2 — o — o.
den 12 Mey 1674 heeft Lourens BruyniNG, disipel
van Daniel Mijtens betaelt..........2 — 00. |
||||||||
1) NB. Geen datum.
|
||||||||
— 150 —
|
|||||
den 12 Mey 1674 heeft Cornelis de Brun, als
dissipel van den Hooftman Th. van der Schuer betaelt 2 — o — o. den 22 Mey 1674 heeft Michiel van der Valck,
dissipel van den Heer Deecken Doudeyns betaelt . . 2 — 0 — 0. den 22 Febr. 1679 heeft Jacobus Bentem als dis-
sipel van D. Mijtens betaelt..........2 — o — o. Naernen (als boven) onder de regeering van
den Heere Deeken Johan de Baen. i) den I Febr. 1676 heeft Hardenbroek, dissiepel van
d'Heer Netscher , zijn freyheijt betaelt......2 — o — o. dito heeft de zoon van de wijnkooper Brandt als
dissiepel van d'Heer Netscher betaelt.......2 — o — o. den 22 Juny 1679 heeft Jan Ebbei.aer, leerling van
Monsr. van Tongeren betaelt....... . . 2 — 0 — o.
(sijnde W. Doedijns Deecken.)
dito heeft Dirck Seuntjes, mede discipel van Mr.
Van Tongeren betaelt............2 — o — o den 28 January 1683 is van Otto Bombi.e het reght
als discipel voldaen.............2 — o — o. den 28 July 1683 heeft Arnoldus Gouda, discipel
van W. Doedijns, Deken, voldaen.......2 — o — o. A». 1684.
Naemen van de discipels van de beelthou- wers die haer gerechtigheyt hebben voldaen aen den Deeken THEOor. van der Schuer. Den 4 Meert 1684. Adriaen van Leeuwen , dissipel van den beelthouwer Sonnemans . . , 2 — o — o.
1) Geen datum. |
|||||
— 151 —
|
|||||
Den 4 Meert 1684. Benjamin de Breucker, dissipel van
den beelthouwer Sonnemans . . . 2 — o — o.
Fransoys Gewijsjes, dissipel van
den beelthouwer Sonnemans . . . 2 — o — o.
Pieter Emmery, dissipel van den
beelthouwer Matthijs Laromeus . 2 — o — o.
Gerridt van deu. Block, dissipel
van den beelthouwer Van der Heijde 2 — o — o.
Niclaes Lanckamp, dissipel van den
beelthouwer Jeronimus van der Neck 2 — o — o.
Johannes Schobtjn, dissipel van den
beelthouwer Abram de Vrijer . . 2 — o — o.
Jacobus van Braecken , dissipel van
den beelthouwer Abram de Vrijer . 2 — o — o.
den 26 Meert 1684. Filips Cornelis Sweijs, dissipel van
den beelthouwer Blommendael . . 2 — o — o.
den 6 April 1684. Alexander van der Snoek, dissi-
pel van den beelthouwer Jeronimus van den Eck........2 — o — o. den 2 Mey 1684. JohannesvanNesse, dissipel van den
beelthouwer Martijnes de Meester. 2 — o — o.
dito. Hendrick VAN\VAERT,dissipelvan den beelthouwer Martijnes de Meester. 2 ■— o — o.
dito. Louys Munts , dissipel van den beelt- houwer Monsr. Van Sunderen . . 2 — o — o.
den 5 Dec. 1684. Mons. Pieter Coulers, dissipel van
den Heer Duval.......2 — o — o.
den 2 Dec. 1685 van de Hr. Procurr. Van Veen
ontfangen wegens sijn soon, discipul van Doedijns . . 2—0 — o.
|
|||||
— 152 —
|
|||||||
den 29 Dec. 1685 van d'Heer Bega, wegens zijn
discipel, den zoon van Pr. Romburgh.......2 — o — o. den 6 July 1686 van Jacobus Bisschop, discipel van
d'Heer Terwesten..............2 — o — o. den 20 Desemb. 1687 van Carel Galois, dicipcl
van Mr. Care ontvangen ,..........2 — o — o. denselven dito van Pjeter de Raep ad idem . . 2 — O — o.
den 23 Dec. 1687 bij Mr. Sandbeeck betaelt als
discipul van d'Hr. Terwesten..........2 — o — o. den 10 April 1688 heeft Oi.ivier de Bij sijn recht
als dissypel betaelt..............2 — o — o. den 22 Sept. 1695 heeft Monsr. Ritdsardt Bleec
aan mij DüVAL als Deecken betaelt........2 — o — o. ditto Coenraet Roepel betaelt........2 — o — o.
dito Abraham Steenwijck betaelt......2 — o — o.
|
|||||||
Discipulen die van tijd tot tijd hebben betaelt aen de Hooffden
van de Beeldhouders. Huybert van Loon.
Teunis Zeuntjes. Corn. vad den Bosch. Heyndr: Sinjeur. Le-vi van Campen. Corn. Vluerden. Pr. Faas. Anthony van Veen.
Jan Noorves. (?) Jan Blommendael. Johannes Steffens. |
|||||||
153
|
||||||||||||
Hendr: van Ree.
Claes Zeuntjes.
Corn: Langelaen.
|
||||||||||||
ƒ2 — O-
|
||||||||||||
Anthony van Asperen.
Marinus, discipel van Blommendael.
Adolff Crefklt.
'7°3-
den 19 Nov. 1703 ontfangen van Mr. Doorchot
sijnde discipel van d'Heef Netscher.......2 — o — o. den 14 Nov. 1703. Ontfangen van d'heer Terwesten
het discipelgelt voor Van Hulst van Delft.....2 — o — o. |
||||||||||||
Hier volgt in eens weder het schoone schrift van den Secretaris
Van Veen. Dese moeten \ Noemen van alle de Meesters die onder de
jaerlijckx een f Eedele Haechsche Const- en Schilders-Broeder-
schellinck [ schap hebben gestaen en begreepen sijn geweest,
betaelen- ) neemende aenvanck van den Jaere 1660.
De Heer Burgemeester Dirck van
der Lisse.
De Heer Antoni van Ravesteijn. De Heer Adriaen van de Venne. Is overleeden. 1) De Heer Adrianus Hanneman. De Heer Cappiteijn Johan Mijténs. De Heer Jacob van der Does . Is wt den Haege gaen woonen.
De Heer Arnoldus van Ravesteijn. De Heer Capitein Martinus Len- gele.
|
||||||||||||
1) Men bedenke dat dit er later aehtergeplaatat is.
V. |
||||||||||||
— 154 —
|
|||||
Pieter Verelst......Is wt den Haege metter woon
Johan Westerbaen. vertrocken.
De Heer Willem Doedeijns.
Sybrandt van Beest, oudt Hooft- man.
Joris van der Haege. Isack Mijtens. Frederick Sonnius. De Heer Antoni Gouteris . . Is deeser weerelt overleeden. Jacob van der Bilt.....Is tol Amsterdam metter woon.
De Heer Commijs Bastingius. . Is deeser weerelt overleeden.
Ferdinandus Wes.
Hendrik Noorderwiel .... Is deeser weerelt overleeden.
Urbanus van Yperen.
Nicolaes Willingh.
Jacop Pijl.
Melchior Hondekooten . . . Is tot Amsterdam gaen woonen.
Antoni Kroost......Is overleeden.
Otto Hoynck.......Is naer Engelant vertrocken.
Bartholomeüs Meybürch.
joncker marcus de bye. Johannes Marinus. WlLlvEM VAN DlEST.
Jan Groeneweegen.
paulus hellebuyck. Jacob Duvelant......Is overleede.
Gerrit de Hooch.
Jan le Ducq.
Carel du Gardyn.....Is wt den Haech metter woon.
|
|||||
155
|
|||||||
JOHANNES VAN DER STOCK.
Dirck Daelensz.......Woont tot Rotterdam nu.
johannes de baen.
Chari.es Codde.
Juffrouw Maria Gouteris.
Juffrouw Catarina Knibbergen.
Juffrouw Maria van der Laeck. Is deser weerelt overleeden.
Johan Liwitsz. (Lievensz.) . . Is nu tot Amsterdam woonende.
Dirck Matham, plaetsnijder . . Is deser weerelt overleeden.
Van Tiel. Plaetsnijder.
Frederijck van Tongeren, Eeelt-
houwer.
Johan Larson , Statuarius of Beelt- houwer.........Is deser weerelt overleeden.
Hendrick Wolschot, B^elthouwer.
Johan Hulster.
Pieter Room'ans, Beelthouwer.
PlETER COUSIJN.
Gijsbrecht van Lybergen. . . Is overleeden.
Antoni de Haen.
Jacob Ducq. i)
Jan Boogaert.
Gerrit van Goest.
Fransoys van Sandtwijck.
|
|||||||
3) Zonder twijfel de Utrecht'sche schilder van cortegaerdtge's en „tor-
deeltgens". In een Notarieele acte van 1660 wordt „Jacob Duck , schilder" in den Haag, oud 60 jaren genoemd, wat mot de data bij S. Muller F*. (Schilders-Vereenigingen te Utrecht) strookt. |
|||||||
— 156 —
|
|||||||
Hermanus Verelst i
Symon Verei.st . . (' Abram van Beheren. Casper Netscher. Reijnier de la Maye. Jeronimus van Diest. Christiaen van Sandrart. . . Ottomarius Hackius.....
Johan la Roquette.
Eisse Goudtbeeck, Beelthouwer. Jan Crepé, idem. Geurt van Son, idem. .
cornelis elants.
Christiaen Duisart. Antoni Smets. Rombout Verhulst, Statuaris en
Beelthouwer. Lambert de Huy......
Abraham Ragueneau.
Isack van Duynen. Everardus Verbeeck. Theodorus van der Schuyr. guilliaem trouweelsz. MONINCX.
Kraeij.
Leelienberch.
Greefenbrouck. Van Haestert. |
|||||||
Woonen nu tot Voorburch.
Is overleeden.
Woont niet meer in den Haeg.
Is overleeden.
Woont nu tot Amsterdam.
|
|||||||
157
|
|||||||||
Bartholomeus Kggers, Statuarius
en Beelthouwer.
JOHANNES ROSNAEGEL. Hubrechtvan deVenne de Jonge.
Hier eindigt dit lijstje. |
|||||||||
Op eens volgen, verward door elkaer, rekeningen enz. van 1738
enz., waaruit ik slechts het belangrijkste overneem. De rekening van den maaltijd met de vrouwen
bedraagt in 1739.............f '32 — *>—■ 1740. Ontfangen van de Hr. Onkruit . . . . . » 18—0—.
1741. 9 Febr. Meestergelt van Mons.N. Barnards . » 12 — o —
1742. 24 Febr. Meestergelt van Adot.f Roei.ofs-
waart......... . » 12 — o — o.
» 26 » Meestergelt van M'. H. Graham . » 18— o — o.
» 1 Maart. Op rek, van van Peenen . . . . » 5 — o — o.
» 12 » Van Gerardus Josephus Saverie
gecondemneert door Burgeui">. . » x8— o — o.
» 19 » Van de la Villette, miniatuur sch. » 12— o — o.
Noch verkoft aan de Hi'.van Hoecken een stuk van
Backer zijnde Paris oordeel op 23 Mey 1741 voor » 29— 8 — 0. Van de verkoping van Hoeke; Hartsoeker en
Howart................» 69 - 15 — 8. |
|||||||||
1743. 12 Maert. Meestergelt van de Hr. Franck . ƒ 18— 0 — 0.
1744 en 1745. Van de verkopingen schilderijen Greenwout en Mevr. Dieshoek » 188 — 10 — o.
1746. 23 Dec. Monsr. VAN Kuyk sijn meestergelt. » 6— o - o.
|
|||||||||
— 158 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18-
18
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1747-
|
12 Maert. Monsr. Fournier sijn meestergelt. »
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o — o.
o — o. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» 20 Mey. Monsr. Syx , miniatuerschilder . . »
» 26 » Van de verkopingen Pook en VAN Pee........... »
1748. 5 Jan. Door de Hr. de Waert betaelt het
resteerende meestergelt van de schilder van Pee...... »
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
36 — 19 _ o.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1748.
1749-
»
I75I-
(In
1752.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10 Julij. De Hr. ScHOUMAN sijn meestergelt »
24. » Monsr. Brasser sijn mr.gelt ...» 17 Nov. Van de verkoping van Ourick. . »
Van eene verkoping......... »'
1746 bedragen de kosten van drie diners ƒ 343.-
19 April. Van eene verkoping...... f
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» 12 Oct. De lïr. Copius sijn meestergelt. . »
» 27 » De Hr. Tisbkin sijn meestergelt . »
1753. 9 Maert. Van N. Mousart . . Meestergelt »
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1754.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1755. de Heer Liotard, constschilder, heeft
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sijn
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 159
|
|||||
meestergelt betaelt tot 18 gids. welke dooi-
den Deeken Kint is verrekent mij present. H. Verschuring. Secretaris. '755- '9 Junv- Van de verkoping...... ƒ 141 — o — o.
1756. 20 July. idem. ...... » 144 — o — o.
Meestergelt van C. VAN Cuyk . . » 6 — o — o.
Idem van de Heer Spinny . » 18 — o — o.
Van de Heer Van Schagen voor het schoonmaken van schilderijen » 12— o — o.
1757. Meestergelt Johan de Groot, constschildei- » 18 — 0—0.
» idem Louis du Chesne, als vooren . » 18 — o — o. 1760. Van de verkoping van Limborch op 17 Sept.
1759............. » 210 — 0 — 0.
Meestergelden:
» 31 Jan. Van Daniel Bruyninx..... » 18 — o — o.
21 April » Hyronimus Lapis..... » iS — o — o.
» dito .•> Dirk Kuypers van Dordrecht. » 18 — o—o.
» 6 Mey. » Augustini van Haerlem . . . » 18—0 — o.
» 21 Nov. » T. P. C. Haag...... » 18 — 0 — 0.
1761. 23 Febr. » Paulus Constantijn la Fargue » 18 — o — o.
» dito » Jacob Elias la Fargue . . » 18 — o — o. » 25 Juny » Francois Regnier..... » 18 — o — o.
» 22 Aug. » Rutger Moens Taats . . . » 18 — o — o.
» 28 Sept. Van Jean Humbbxt...... » 18 — o — o.
1762. 4 Jan. » Gerrit Kamphuize . . , . » 12—0 — o.
blijft nog 6 gld. schuldig. (16
Nov. ontfangen.) » 5 » » Kilian........ » 6 — o — o.
blijft nog 12 gld. schuldig"
|
|||||
— 160 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1762.
|
19 Oct. Van Victor Vespré....../
Fifter Terwesten, als mees-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
terszoon in de Confrerie bekent. »
de heer Hendrik Verschuring » January. » de Verkoping 28 Sept. 1762 . »
» idem 11 July 1763 .. » |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1763.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mcestergeldt van Bernard Paul,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» schilder van Gent . . . » 18 — o — o.
1763. 27 Maart. Meestergelt van Le Sage, miniatuur
schilder.......» 18— o — o.
» 16 Nov. » van den gepens: IA Kl-
lian de 28 termijn . . . » 6— o — o.
1764. 9 Jan. » Cosmo Alexander Engels
schilder.......» 18— o — o.
» 24 dito » van Kilian, 30 termijn . » 6— o — o.
» 26 April. » van Bolomey ; Frans schil- der 1).......» 18— o — o. » 31 Jan. Van de Hr. H. Verschuring, cour-
tagie van een stuk van zijn WEd. dat op de kamer hing en particu- lier verkogt is........» 10 — 10 — o. /> 18 Sept. Van de verkoping 29 May 1764 . «504— o — o.
Meesteigelden van:
» 26 May. de Hr. Pachs, schilder van Sweede » 18— o — o. » 25 Sept. de Hr. Jan Jacob Schalgh, Land- schap- en beeste schilder uit Zwit- serland, provisioneel.....» 15 — 15— 0> |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Van Lausanne.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
161
|
|||||
1765. ig Maart. Voor 't plaatsen van een schildery
op de kamer van d'Erfgen: van
freule Van Gersdop.ff...../ 5— o — o.
(Volgen onbelangrijke bedragen van kleine verkopingen, schoon-
maken van schilderijen enz.) 1765. Ontfangen Meestergelden.
» 10 Dec. Restant van Schalgh.....» 2 — 5__o.
1766. 2 April. Van den Miniatuurschilder Paschini,
een Venetiaan........» 18 — o — o.
» id. Van den schilder Vincentius, een
meesterszoon zijnde......» 6 — o — o.
1767. 18 Febr. Van den bloemschilder Van Os. . » 18 — 0 — 0.
23 d". » » schilder Adriaan Schre- gardus.......» 18 — 0 — o.
» 25 do. » » schilder H. Carrée junior
een Mrs. zoon zijnde . . » 6 — 0—0.
» » schilder Bosman. . . . » 18 — o — o. » 4 Maart. » » schilder Trinquese, zijnde een Fransman.....» 18 — o — o.
» 7 do. » » pourtrait schilderesse Ma-
dame De Gasc , geboore Lisiewska . . . . . . » 18 — o — o.
» 4 April. > '» pourtrait schilder Heinzius
op rekening.....» 12—5 — o.
rest ƒ 5— 15—.
» n Augusti. » » schilder Antony Boelaart » 12 — o — o. 1768. 16 Febr. » Schilder Karel ea Farque,
zijnde de jongste . . . . » 18 — o—o.
» Betaelt aan 't schilderij van S. van Hoogstra- V. 21 |
|||||
— 162 —
|
|||||
ten en een P. Lastman op de verkoping
van 23 Sept. 1765, met de onkosten . . ƒ 186— 6 — o.
1768. 28 Juni. Van de Heer Johan Georg Ziesenis ,
Keurvorstclijke Hanoversche Kabi-
netschilder wegens zijn Meestergelt. » 18 — o — o.
» 12 Jul: Van Mons>'. Antony Boei.aart, we- gens restant Meestergelt . . . . » 6 — 0 — o. » 24 Sept. Van de Heer Kunstschilder Francis- cus Xavery wegens meestergeldt . » 18— o — O.
» 26 do. Voor't plaatzen van't verkogte stukje van Troost........» 1 — o — o.
» 25 Oct. Voor de taxatie van de schilderijen
door A. Boelaart geschilder! ten
huyze van Monsi'. Hasersloot alhier » 10—10 — o.
» 31 Oct. Van Mevr. de Gravinne Van Ben- tink voor 't schoonmaken van de
schilderijen van Frans Floris . . » 30 — o — o.
Meestergelden.
» 29 Nov. Van den schilder G. van den Heuvel » 18— o — o.
» » do. Van den Zweedschen schilder Stüver ( » 9 _ o — o. op rekening (en het restant) . . ■ I » 9 — o — o.
» ' 7 Dec. Van den Saxischen schilder Hanfe op rekening........» 5 — ° — o.
(Is vertrokken zonder verder te betalen.)
1769. 17 Jan. Van den H>'. Schilder Christiaan
Zeppel.......» 18— 0—0.
» 14 Febr. » » fransche pourtrait schilde-
resse Madem". Caron . . » 18— o — o.
|
|||||
— 163 —
|
|||||
1769. 7 Febr. Van den Mons'. Du Bouloir als
Meester plaetsnijder. . ; f 18 — o — o.
» 7 Maart. ( » » Hr. Hendrik Tuixings 1 » 18— o — o. » 25 April. ( » » » De Bon.....) » 18— 0 — 0.
beide Kunstkoopers.
» 13 Juni. » Sergeant Lemmens, Kunstkooper » 18— o — o. » 19 Sept. » den Kunstplaatsnijder Sybelius » 18— o — o. » 10 Oct » » Heer Van der Aa junior als Kunstschilder.......» 18— o — o.-
1770. 20 Febr. Van de verkopingen van Wede. G.
Cocq enz..........» 50 — o - o.
» 7 April. Van de Hr. schilder Jan Sonnen-
berg............» 18— o — o.
» 14 Aug. Voor de verkogte schilderijen van
Hoogstraten en Lastman . . . » 252— 4 — o.
» » Wegens de verkoping van 31 Maart » 77 — 11 — o. » 20 Nov. Van den Kunstschilder Renodi . . » 18— o — o
1771. 17 Sept. » » » Hendrik Pe-
trus SCHINDELAAR......» 18— O — o.
1772. t Sept. Van de Heer Emaille schilder Hur-
ter, zijnde een Zwitser en van
Schaffhauzen........»l8 — o — o,
» 29 » Van de Hr. Schilder Graauw van
den Briel.........» 18— o — o.
1773. 15 Nov. Van de Miniatuur schilder Eden-
berger uit Baden-Durlach . . . » 18— o - o.
» do. Van den franschen portretschilder Flipart op rekening.....» 12— o — o.
1774. 18 Juni, het restant.........» 6— p —o.
|
|||||
— 164 —
|
|||||
1775- 2& Nov. van den Heer Kunstschilder Jan
van der Wam....... . ƒ 18— o — o.
» do. Van den Heer Kunstschilder H. W.
SCHWE1CKHART.......» 18 — O — O.
1776. 13 Juli. Van den Heer portretschilder Nei.is
Roode van Koppenhagen . . . » 18 -- o — o.
1777. 24 Dec. Van den Ht. Landschapschilder B.
H. Thier.........» 18— o — o.
1778. 9 Jan. Van den Heer Portretschilder A.
Reumonte.........» 18 — o — o.
» 10 d». Van den bloemschilder J. H. Fre-
driks...........» 18— o — o.
» 4 Juli. Van den portretschilder D. F. i.e
Challas..........» 18— 0-0.
» 18 do. Van den landschapschilder J. G.
Tessier..........» 18— 0 — 0.
» 29 do. Van den portretschilder De Sompsois » 18 — o — o.
» 25 Aug. Van den Kunstschilder Willem Ke- TELHOET. . . . » l8— O—O.
1779. 18 Mey. » » » Karel Bentfort. » 18— 0-0.
» 25 » » » Landschapschilder Joh. Vermaazen.........» 18—0-0.
» 7 Julij. Van den miniatuurschilder Frans
Wilt...........» 18— o — o.
» 9 do. Van den bloemschilder Joh. Christ.
Rof.dig..........» 18 _ o — o.
» 20 Aug. Van den Teekenmr. Schaasbergkn
Jr, (zoon van een geadm*. Mr.). . » (, — 0 — 0.
» 21 Sept. Van den portretschilder Smith . . |
|||||
165 -
|
|||||
1781. 10 July. Van den portret miniatuurschilder
in olyverw L. La Paye, van Ame- rika zoo men zegt geboortig. . . ƒ 18— o — o. 1783. 24 Maart. Van den franschen Portraitschildei'
Picot...........» 18— o — o.
» 20 Juny. Van den fransen Miniatuurschilder
St. Liegie.........» 18 — 0 — 0.
» » do. Van den Emailleschilder Gotfrid
Hendrik Rode.......» 18— o — o.
1784. 6 April. Van den Heer Landschapschilder
Johan Hendrik Prins.....» 18— 0 — 0.
1785. 5 July. Van den portret schilder in minia-
tuur L. Temminck......» iS— o — o.
» 19 do. Van den franschen portret en mi-
niatuui schilder Baron Blonay des
Suchaux..........» 18— o — o.
» 21 d». Van den landschap-schilder Johan-
nes Heymans........» 18— o — o.
» 29 July. Van den Kunstschilder Simon An-
dreas Krausz........» 18— o — o.
1786. 18 July. Van den Kunstschilder Thisbein
alhier...........» 18— o — o.
1789. 12 Mey. Van den migniatuurschilder Del-
court alhier........» 18— 0 — 0.
'79°- 3 Juny. Van den portrait schilder Johan
Hirschman, van Bamberg aus Fran-
kenland..........» 18 — o — o.
» 20 Sept. Van den Engelschen Portraitschildei'
Jones...........» 18— o — o.
|
|||||
— 166 —
|
|||||
In de volgende jaren vinden wij aanzienlijke inkomsten door ver-
kopingen in de kas gevloeid; helaas, zoovele gelegenheden waardoor onze kunstverzamelingen dikwerf voor spotprijzen voor goed naar den vreemde vertrokken. Wij vinden o. a. van de Auctie Slingelandt
in 1790.........-......f 423— 1—8.
De Auctie Bleiswijck in 1791 waarvan de opbrengst niet in
het boek verantwoord is. En anderen:
1794. 28 Jan. Van den Engelschen Portret en His- torieschilder M. F. Quadal . . . ƒ 18— 0—0. 1794. 4 Maart. Van den Kunstschilder en Teekenmr. Simon Schaasberg , mi's. ZOon . . /' 6 — o — o.
» 18 do. Van den franschen Mignatiuurschilder Claude Vezus........» 18 — o — o.
» ■ 17 Junij. Van den portretschilder en teeken-
meester J. G. Pulver.....» 18 — o — o. Met de verrekeningen van sommige kleinere Auctien in 1797—1800
eindigt dit belangrijke boek. (Wordt vervolgd)
|
|||||
— 167 —
|
|||||||
EEN SCHILDERIJ DER GERROEDERS VOSMAER,
»GERETUKEERT" DOOR CAREL FABRITIUS.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
E hier volgende Acten, voor den Notaris Cornelis
Pietersz. Bleiswijck te Delft verleden, behoeven geen commentaar. Zij zijn uit meer dan een oogpunt be- langrijk. Slechts twee vragen. Waar is deze schilderij gebleven? En:
Wat wordt onder het »teijckenen met een krijtge" door Fabritius verstaan? M. i. is dit het schetsen van het stuk, dat een groot land- schap met een met schepen gestoffeerde zee er in schijnt voorgesteld te hebben. De 17e eeuw'sche »experts" blijken dit werk echter als een bijzaak- beschouwd te hebben. N». 1. Op huijden 12 Juny 1666 compareerde enz. Sr. Daniei,
Vosmaer, constrijck schilder, nu woonachtig binnen de stadt den Briel en verclaerde vercoft te hebben aen 8'. Meynardus de Cooge sijne geheele portie, wesende een dardepart, van het groote stuck schilderye soo en in maniere 't selve lange jaren op het stadts- huys binnen Delff gestaen heeft, waerinne hij Daniel Vos- maer de lantschappe, Niclaes Vosmaer s ij n broeder de zee ende de scheepen heeft geschildert ende bij |
|||||||
- 168 —
|
|||||
S'. CAROLUS FABRICIUS, overleden, is geteijckent ende
geretokeert. Bekennende hij DANIEL VosMAER voldaen en betaelt te weesen.
(De prijs wordt niet genoemd.) Barbara ende Elisabeth Vosmaek, susteis van den voorn. Daniel Vosmaer verclaren de verkoope voor soo veel die haerluijden soude mogen aengaen, te approberen etc. N». 2. 13 July 1666 verclaren wij Joachim de Vries ende Pie-
TER VAN Asch, beijde schilders, bij onse manne waerheijt ter requi- sitie van Sr. Minardus de Coogen waer en waerachtich te wesen dat wijluijden vóór liet springen vant Cruythuys alhier binnen Delff, sonder den juijsten dach onthouden te hebben, sijn geweest ten huijse van Maeyken van Heusden opt Kerckholï alhyer, dat wij aldaer hebben gevonden Carolus Kabkicius, Niclaes ende Daniel Vos- maer, die onder andere propoosten hadden van het groote stuck Schilderije bij beide de voorn. VOSMAERS geschildert, doch soo wij hoorden by Fabricius met een krijtge geteyckent ende soo wat geretockeert. Dat wij onder anderen verder gehoort hebben van de voorz. drie
genomineerde schilders, dat hij Fabricius mede most helpen dragen een derde paert in de onkosten ten tijde alst verkoft soude werden, mitsgaders vant gunt bij de voorn. Vosmaers airede voor hem Fabri- cius was verschoten. Eyndigende hiermede enz.
Geteekend: Jochem de Vries.
PlETER VAN ASCII. N". 3. Op huijde den 13 July 1666 compareerden Joachim de
Vries, zeeschilder en PlETER van Asch, lantschapschilder, beijde konstrijck schilders alhyer woonachtich, de welcke verclaerden ten |
|||||
— 169 — ____
versoucke van Sr. Minardus de Cooge en Johannes Ranck, Notaris,
als gestelde Curateur in den boedel van za: Niclaes Vosmaer, als ordre daertoe hebbende van de E. Achtbaere Heere Schepenen deser Stadt, waerachtich te weesen naer behoorlicke visitatie bij henl. ge- daen op het groote stuck schilderije dat langen tijt op t Stadthuys alhier heeft gestaen en als nu is berustende int Princenhoff. Dat sij deposanten wel goede kennisse hebben t' selve geschil-
dert te sijn bij Niclaes en Daniel Vosmaer, maar met een krijtge is geteyckent geweest ende weynich geretoc- keert bij eenen Carolus Fabricius, soo dat t'gunt bij den geseijden Fabricius daerinne gedaen is, zij deposanten bevinden van weynich importantie te wesen; dat mede sij deposanten oordelen naer haerl. bester kennisse, dat hy Fabricius voor alle sijn doen int selve stuck gedaen, geen vierde paert in de waerdy vant gehele stuck by hem is verdient. Verclaren wijders, lat de waerheyt sulcx is, dat het lantschap
int selve groote stuck schilderije gestelt, ongelijck beter en konstiger is gemaeckt als de zee ofte het scheepstuck is, in welck lantschap de voorn. Fabricius egeen retockasie gedaen heeft, alhoewel bij hem weynich int seestuck is bearbeijt. Voorts verclaren sij deposanten dat het landtschap int voorsz. stuck schilderye, geschildert bij Daniel Vosmaer wel vijftich car: guldens naer konsie en waerdye gerekent, beter is als het zeestuk. Eyndigende hyermede haerl. depositie, vei- clarende f selvige naer conscientie te oordeelen, gelijck als eerlicke ende getrouwe Mr. Schilders schuldich sijn ende behooren te doen. Enz.
Geteekend: Jochem de Vries.
Pieter van Asch.
|
||||
— 170 —
|
|||||||
PORTRETTEN
GESCHILDERD DOOR GODFRIED SCHALCKEN.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. A. J. Enschedé, Archivaris van
Haarlem.)
RAMM heeft, uit de Resolutién der Staten-Generaal de
beschikkingen medegedeeld, die genomen werden naar aan- leiding van onderstaand verzoek van Godfried Schalcken, strekkende om, ten behoeve van de hem gegeven opdracht der Raden van de Admiraliteit op de Maas, tot het schilderen van portretten der Stadhouders, gebruik te maken van de portretten aan- wezig in de snieu aengeboude kamer" van Hunne Hoog Mogenden. Het request-zelf van Schalcken bleef echter onbekend; het wordt om die reden alhier medegedeeld, waardoor tevens de door Kramm gegeven stukken worden aangevuld: 22 September 1700.
Aen de Ho: Mo: Heeren Staten
Generael der vereenigde Nederlanden, Geeft met behoorlycke reverentie te kennen Godefridus Schalcke, M'. Constschilder alhier in den Hage, dat den supplt. op ordres van de Ed: Mo: Heeren Raden ter Admiraliteyt op de Mase, tot Rot- terdam hadde aengenomen derselver Raetcamer te beschilderen, met verscheyde portraicten, soo van syn jegenwoordige majesteyt van |
|||||||
— 171 —
|
|||||
Groot Brittagne als van derselver voorvaderen hoogh loffelycker
memorie, gelyck hy supplt bereyts eenige van dien heeft geschildert gehadt, en veele debvoires aengewent om de noch resterende drie portraicten welcke syn de vader van syn jegenwoordige Majt. van Groot Brittagne, deszelfs grootvader en van wylen prins Maurits , van die alle met respect gesproocken, op de eene ofte andere wyse te mogen machtigh werden om deselve te conne naercopieren, byndëls (sic) het bequaemste middel daer toe uytgevonden om van deselve copyen te connen maecken, als het van U ho: Mo: welbehage mogte wesen, dat den Supplt. de voors. smeken van de voorn, portraiten mogte ligten van de nieuw aengeboude kamer van U ho: Mog: voor den tyt van een maant yeder, en: het eene gedaen hebbende, het andere daer van daen tsynen huyse om gecopieert te werden, te mogen brengen sonder nochtans eenige het minste leet daer aen te doen Ende in cas U ho: Mo: daer omtrent, sonder gedachte eenige be- dencken soude mogen maecken, dat het als dan van haer goede gunste ende geliefte mochte syn den '.upplt. te permitteren dat hy alleen de tronie van den eerst gezeyde portraicten, op de gem: camer buyten. Uw ho: Mo: vergaderinge mach naer copieren, ende nopende het verdere welgem. heeren Raat ter admiraliteyt tot Rotterdam te be- dancken en van het selve te schilderen aff te zien, twelck doende enz.
Sal blyven gelyck ik ben U ho: Mo: gehoorsaemste dienaer, GODEFRIDUS SCHALCKEN.
(Uit de Requesten aan de Staten-Generaal 1700. Rijks-Archief.)
|
|||||
— 172 —
|
||||||||
DE BOEKEN VAN HET LEIDSGHE S*. LUCAS GILDE.
|
||||||||
(Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsen Museum.) ET is een eigenaardig verschijnsel dat de stad Leiden,
zoo vruchtbaar aan groote kunstenaars, vóór 1648 geen S'. Lucas Gilde bezat. Het schijnt dat men eerstin 1642 1) aan iets dergelijks ernstig begon te denken. Ten minste in het Boek I, dat hieronder volgt, vinden wij eene «Ordonnantie op het vercopen van Schilderijen", van dat jaar die vrij wel op een uitvoerig «gearticuleerde" Gilde brief lijkt. Dat men toen echter nog geen eigenlijk Gilde oprichtte, zien wij uit het daarop volgende Rekest door Pieter Smits, David Bailey en Cornelis Stooter aan den Leidschen Magistraat gericht, gedateerd 12 Maert 1648. Van toen af bestaat eerst het Leidsche St. Lucas Gilde. Er zijn vier boekdeelen bewaard gebleven, waarin de inteeke-
ningen van 1648 af vrij volledig gehouden werden. Al is over Metsu, Jan Steen, Dou, door dezen en genen een en ander daar uit |
||||||||
1) Intusschen was reeds in 1610 door de Leidsche schilders een poging
daartoe gedaan. Zie Jhr. W. I C. Rammelman Elsevieb's „Iets over de Leid- sche Schilders van 1610" in de Berigten van het Historisch Geselschap te Utrecht, I, 2e stuk en Kbamm op Elsevier (Aebnotjtj die het bijna geheel overnam. |
||||||||
— 173 —
|
||||||
geput, toch geven deze handschriften ons over een aantal meer of
minder bekende meesters verscheidene nieuwe bizonderheden. Zoo over Abraham de Pape, tot nu toe steeds Adriaen genoemd, over mees- ters als Pieter de Ringh, Jacob van der Merck, Adriaen Gaes- beeck, Pieter du Bordieu en tal van anderen. Ik meende dus wel te doen, deze bronnen in het «Archief" meer toegankelijk te maken. Bij enkele meesters maakte ik kleine aanteekeningen; van sommigen heb ik echter zoovele bizonderheden verzameld, dat ik ze liever later aan deze plaats wat breedvoeriger zal mededeelen. Ik begin met Boek 4, het oudste der vier bandjes; men vindt
op het perkamenten deeltje geschreven: SCHILDER-SCHULTBOECK, Anno 1644, No. u/23 A.
Het begint met een Register. Op folio 1 lezen wij slechts:
CORNELIS STOOTER. l) Fol. 2. AnDO Debet zijde.
1644. Heynderick van Amstel gekocht:
den Een legertie. Geschildert van een Decypel van Jan
23 Nov. Jacobsz. van der Stoffen tot . . . 5 — 17 — o.
Dito 2 lindehoute geswartte lijsten tot . I— 19 — o.
Betaelt. Somma . . . 7 — 16 — o.
1645. Debit voor een taefereel met een ebben
lijst van Van der Hulst.....10— 12 —o.
Betaelt.
Op de Creditzijde zien wij, dat voor de twee nevensgaande stuk- |
||||||
1) Het boek is met Debet eu Oreditzijaen aangelegd.
|
||||||
— 174 —
|
|||||
ken »Credit bleeff" Maerte Maertensz. van Zee en Maerten
Fransz. van der Hulst. Achter beiden: betaelt. Deze laatsten waren de verkoopers.
Fol. 3. 1644. Cornelis van Campen gekocht: Ult°, No. 2 landtschapiens van Van der Hulst . 4— 10 — o.
betaelt. (volgens creditzijde verkooper Hendr.
v. d. Stock.) Dito Campen. een lantschapie van Willem van den Bundel 1)...........10— o—o.
betaelt.
(Verkooper Maerte Maertensz van Zee).
1645. Dito Campen debit: 19 April. Voor een principael Van Beyren, svjnde een stuck met mosselties......6 — 5 — o.
betaelt.
(Verkooper Hend: v. d. Stock.)
> 4. 1644. Philip Angel 2) gekocht: den Een lantschapie van Gaesbeeck ge-
14 Dec. schildert...........2—12 — o.
betaelt.
(Veikooper de schilder Adriaenus Gaes-
beeck.)
Dito Angel.
een lantschapie van Jacob Swanen-
burch tot......'.....2—1 — o.
(Verkooper Heynderick van Amstel.)
1) Deze schilder hoort in Delft thuis.
2) Reeds bij v. r>. Willigen vermeld.
|
|||||
175
|
|||||||||
IÖ45- Dito Angel.
een waettertie van Van der Hulst tot . 5 — 0 — 0.
(verkooper Maerten Fransz. van der Hulst.) Fol. 5. Anno M»»8. Heynderick van der Stock 1644. gecocht: den Een geselschapie van Maerte Saeg- 23 Mey. moolen geschildert.......14— 11 —o.
Dito noch 6 panelen.......4 — o — o.
|
|||||||||
betaelt. 18 — 11 — o.
(verkooper Maerte Maertense van Zee.)
1645. Monsr. Hendrick van der Stock debit: 26 Juli. voor een prinsepael van Slingerlandt. 5— 10 — o. 9 Aug. Voor 2 prinsepalen van Slingerlandt. 4 — 1 — o. betaelt. (verkooper Hend: van Amstel.)
6. ontbreekt. 7: Johannis van Staveren.
8. Jan Jacobsz. van der Stoffen.
9. 1645. Maerte Fransz. van der Hulst gecocht:
den 6 teykeningen van Jan van Goyen voor 25 Jan. de som van..........6—0 — 0.
betaelt.
(verkooper Doctor Hooge-veen.)
3 Mey. Voor 3 teyckeningen van Rembrant , 2 — 18 — o. bij Sr. Stock betaelt. (verkooper Dr. Hoogeveen.) 10. 1645. Maerten Maertens van der Zee ge- kocht : |
|||||||||
!
|
|||||||||
— 176 —
|
|||||||
Fol. 10. 5 Apr. Een Emausie van Cuyp i).....7— 17 — o.
betaelt,
(verkooper Monsr. Stock.
1645. dyto. Een troonje.......3— $—-o.
15 Juny. (Monsr. Bailli credit van dese troonje.)
28 dyto. drie teyckeninge van Quast . . . . 3 — 8 — o. betaelt. (Willem Berck credit van dese 3 teyc-
keninge.) 26 July. Een princepael lantschapie van Slin- gerlandt..........5 — 12 — 0.
(Hendr. van Amstel credit van het
nevenstaende.) 9 Aug. Voor een princepael van Reijer Ooms . 6 — o — o. (Hendr. v. d. Stock credit van dit nevenstaende.) » 11 Anno Nicolaes van Eegeren gekocht: 1645. Een ben met druyven van Koets 2) . 12— o — o.
22 Febr. betaelt. (verkooper Hend : van Amstel.)
22 Maart, dito 2 stickges van Quiring Ponsen Slingerlandt.........6 - 10 o.
betaelt.
(verkooper Hend: van Amstel.)
26 July. twee grauwe Waterties van Van der Hulst............3 — 7 — o.
(Monsr. Henrick van der Stock, cre-
dit vant nevenstaende.) |
|||||||
1) Benjamin Cuyp.
2) Op de Geschiedkundig-Overijsselsclie Tentoonstelling te Zwolle, 1882, zag
men zulke stukken van R. Koets. |
|||||||
— 177 —
|
|||||
Fol. 12. 1645. Mr. Pieter Smits gecocht:
8 Maert. Een ruwijntge van Claes van Swa-
NENBURCH. » » 1645. Een .geselschapie van Cuyp 1) . . . 8— 0 — 0. 8 Maert. betaelt. (verkoopeis H. v. Amstel en Sr. v. d.
Stock.) 22 dito. Een S*. l'ieters gevanckenisse van Cuyp 1)7 — 14 — o. betaelt. (verkooper Sr. v. d. Stock.)
» 13. Quiring Ponsen van Slingerlandt. » 14. Gerrit Coerte.
Folio 15. Creditzijde. Anno 1644.
Dese navolgende persoonen hebben altemaelle de acte ondei- teijckent en haer 16 stuyvers betaelt. 1. Cornelis Stoter, Deken.
2. Heynuerick van Amstel, Hooftman.
3. Philips Angel, Hooftman.
4. Quiering Ponz van Slingerlant.
5. Heynderick van der Stock.
6. Pieter Smits, Mathematicus.
7. cornelis van campen.
8. Maerte Frans van der Hulst,
9. Jan Jacobsz. van der Stoffe.
10. Adriaen Gaesbeeck- 2) ii. nlcolaes van egeren.
12. Maerte Maertensz. van Zee.
1) Beiden van Benjamin Cuïp; zoo als ik later hoop aan te toonen, woonde
hij in 1643 in Den Haag. 2) Zie Archief V. bl. 30.
V. 23
|
|||||
— 178 —
|
||||||
13. Johannis Staveren, Cappiteijn.
14. Gerrit Douw.
15. Gerrit Koerten.
16. Abram Pape.
17. David Balgi, (Bailly);
18. Pieter Steenwijck. 1)
19. Doctor Hoogeveen.
20. Jan Durispy.
21. Jan de Vos.
22. Johannis van Alphen.
23. heynder1ck k.eijser.
24. PlETER DU BORDIEU.
25. Jacob Louwijck.
26. Gerrit Coninck.
27. Nicolaes Chimaf.r.
28. Johannis Pienchede(!) (Pincede.)
29. Gabriel Metsu , schilder.
30. Louris Engels, smidt.
Rest: Loueys Elsevier. Fol. 16. Gerrit Dou
> 17. 1644. David Baljy'gekocht. Debit
Ulto. Nov. Een lantschapie van JOSIAS (Esaias)
van der Velde........17 — 10 — o.
betaell.
(verkooper H. v. Amstel.)
|
||||||
1) Van dezen uitstekenden Stillevenschilder ken ik een kleine, fljn uitge-
voerde Vanitas in het Museum te Madrid, gemerkt: P. Steenwijck f. Later meer over hem. |
||||||
— 179
|
|||||
Fol 17. 1645. Dito Baljy.
den Een lantschapie van Qüiering Ponsz
8 Febr. (Slingelandt).........7 — o — o.
betaelt.
(verkooper H. v. Amstel.)
8 Maert. Een graeutie van van der Ulst . . 4 — 6 — o. betaelt. (verkooper van der Ulst.)
1644. Een verckenslagertie van Cuyp . . . 12-- o—o. 5 April, betaelt. (verkooper van der Ulst.)
26 July. Een lantschap van Slingerlandt . . 5 — n _ o. betaelt. (verkooper H. v. Amstel.)'
9 Augusti. Voor 2 prinsepalen van Marten Fransz van der Hulst........5 — 8 — o.
betaelt.
(verkooper Hend. v. d. Stock.)
> 18. 1645. Abraham Pape gekocht: 11 Jan. Een lantschapje geschildert van Qüie-
ring Ponsz van SnNGERLANT.princepael 5 — 6 — o. betaelt. (verkooper H. v. Amstel.)
» 19. 1644. Dr. Gerrit Hooge-veen gekocht Debit. 28 Dec. Een party raeinmen daermeu doucken op spant...........1 — 7 — °-
betaelt.
(verkooper Philips Angel.)
1645. Voor een lantschapie princepael van |
|||||
— 180 —
|
|||||
Fol. 19. 3 Mey. Arnout Elsevier....... 5— o — o.
betaelt.
17 dyto. Voor een tafereelken.......4— 10 — o.
betaelt.
(verkooper Nic. Chimaer.)
15 Junij. Voor een ruwyntie geschildert door QUIERINGH PONSZ.......4— IO — O.
betaelt.
1645. (verkooper Hendr. v. Amstel ) a dyto. Voor een taefereelken......2 — 2 — o.
(Monsr.Bailli Credit van hettaeffreeltie.)
» 20. PlETER STEENWIJCK.
» 2i. 1644. Jan Durispy gekocht:
28 Dec. Een graeuwtie met een ebben lijst, prin-
sepael van van der Hulst . . . . 4 — 15 — o.
betaelt. (verkooper Maerte Fransz van der
Hulst.) Dito. Dito Durispy gekocht: Een lants^hap van van den Bundel,
de beelden van Pallamedes , . . .13— o — o,
betaelt.
(verkooper H. v. Amstel )
» 22. J\N DE VOS.
» 23. JOHANNIS VAN ALPHEN.
» 24 IÓ45. Monsr. PlETER DU BORDIKU gekocht.
8 Maert. 3 stuckges van van der IJlst . . . 8 — o — o.
betaelt. (verkooper H. v. Amstel.) |
|||||
181
|
|||||||
Fol. 25. 1645. Jacob Louwyck gekocht Debit.
8 Maert. Een fruytie van vanBeyeren, betaelt 8— 5—0.
(verkooper Sr. v. D. Stock.) a dyto. Een zeetge van Reyer Oom . . . . 8 — o — o. 3 Meij. Voor8 teijckeningenvanjAN vanGooitf.n 6— 2—o. Nota: dat is wederom gegeven. (Dr. Hoogeveen was Credit van deze teyckeningen.) » 26. 1645. Hendric Keyser Debit 31 Mey. Voor een princepael vaa Marten Fransz
van der Hulst met een ebben lijst (betaelt)...........11 — o — o.
(verkooper Marten Fransz van der
Hulst.) » 27. 1645. Gerrit de Konninck gekoft. 22 Maert. Een stuckge van Putter.....8 — 1 — o.
(verkooper Sr. van der Stock.)
a dyto Een rouwijntje van Quiringh Ponsen Slingeri.andt.........8 — 8 — o,
betaelt.
(verkooper VAN Amstel.)
» 28. 1645. Louris Eingels Zoon. Debit. 19 April, Voor een princepael van Slingeri.andt 5 — 4 — o.
dijto. Voor een lantscliap van Slingerlandt, principael...........5 — 6 — o.
betaelt.
(Dese stuckgens is Credit M>'. H. van
Amstel.) dijto. Voor een I.andtschap van VAN DEN Bun- |
|||||||
— 182 —
|
|||||
Fol. 28. del , een achtkant met ebben lijsten . 6 — 3 — o.
dyto. Voor een waetertie vanREYEROOM, met
ebben lijsten, een achtcantie, principael 7 — 5 — 0.
(Hiervoor is Credit Maerten Fransz. VAN DER ULST.)
26 July. Voor 2 graeuw rondekens van Martin
Fransz. van der Hulst.....7 — 2 — o.
1645. Henrick van der Stock Credit van
26 July. de rondekens.)
a dijto. Voor een princepael van Molijn, sijnde een lantschap.........20—6—0.
(Dit stuck is wederom gegeven.)
(Nicolaes Chimaer credit van 't prin- cipael Moujn.) a dyto. Voor een tronie van een Decijpel van Bali............3 — o — o.
(David Baii.lv credit voor de troonie.)
» 29. 1645. Johannis Pincede Debit. 19 April. Voor De blindeman sijnde een prince-
pael van Cuvper (Cvjyp?) met een achtcantte ebben lijst.......18 — o — o.
betaelt.
(Monsr. Van der Ulst Credit van dit
stick van Cuyper.) 3 Mey. Voor een principael van Arnout El- sevier ...... ...... 4 — 5 — o. betaelt.
?.8 Juny. Vooreenlantschapie van Dr.HooGEVEEN 1 — 9—o.
betaelt. |
|||||
— 183 —
|
|||||
Fol. 29. (Nic. Chimaer Credit van dit neven-
staende).
9 Aug. Voor een princepael van Slingerlandt. 3 — 3 — o. betaelt. (Hendr. v. Amstel Credit van dit
nevenstaende.) » 30. Nicolaes Chimaer. » 31. Gabriel Metsu.
> 32. Adrianus Gaesbeecq.
k 33. 1645. JACOB TlBERGEN Debit
17 Mey. Voor een stickge van de Putter tot. 2— 1 —o.
betaelt. (Hendrik van der Stock credit voor
dit nevenstaende.) 31 dito Voor een lantschap van Jan "VAN Gooijen tot.............10— 11 — o.
betaelt.
(Hendr. v.Amstel credit van dit stickge.)
> 34. 1645. Pieter la Be Debit
17 Mey. Voor een tafereelken (Nic. Chimaer
Credit)............4 — 5 — o.
betaelt.
9 Aug. Voor een nachge van van der Hulst 2 — 1 — o. (Hendr. v. d. Stock credit van dit nevenstaende.) » 35- 'D45- Johannes Tiers Debit. 15 Juny. Voor een troony geschildert van Jan
Lievensz............3— 2 — o.
betaelt.
|
|||||
— 184 —
|
|||||
Fol. 35. (Hendr. van Amstel Credit van dese
troonie.)
» 36. (1645?) JOHANNUS ÜUDEROLI.E (OUDENROGGE) Debit.
12 July. Aen Hendrick van Amstel voor een lantschapie van Quiringh Poncen Si.in- gerlandt, een princepael.....3 — o — o.
(1645 ?) betaelt.
(12 July. Hendr. v. Amstel Credit van dit
lantschapie.) Er volgen twee ledige bladen. Dan, op folio 39: De Meubele Die Schilders Kamer toe hoor et.
Een silver blasoen daer t'schilders wapen op gedreven staet, met
een blaeu sijde lint. Een lamp met een olly kan. Een tinne inct pot met een inct
kannentie, twee lange houtte bancke daer men op sit, een groot schrijf bouck. met een kladbouck. Een tinne vies
Van dese bovengesch: goederen sijn ter hant bestelt aen Mr. PiE-
ter de Smeth (Pr. Smits) het silver blasoen, een tinne vies, een tinne intpoth, een uyrglas ende een bliek lampge. Daerboven aen geit p. solda van de Reeckeninge by Heijndrick
van Amstel, affgaende Deecken gedaen. . . .... 2— 1—4. ,1646. Hiertegen door my Pieter Smits uit-
gegeven 27 April. Aen de stads-boode gegeven .... — 4—0. 7 Mey. Aen een vel pampier met een cleyn zegel omt requesl te schrijven, voor |
|||||
185
|
|||||||||||
mijn schrijven niet gerekent .... — 2 — 6.
1647. Aen Johannes Hartvelt, een schilder 5 Aug. comende uit Brabant, dagende dat hij onderwegen afgeset was, versocht een stuck gelts uyt den gemeene beurs tot reysgelt om tot Amsterdam te geraken, heb hem gegeven.........— 12 — 0. |
|||||||||||
By my Pieter Smits uytgegeven . f —18 — 6.
1647. Door den afgaende Deecken Hendrick 5 Aug. van Amstei. als boven ontfangen . . 2 — I — 4. |
|||||||||||
Rest onder mij Pieter Smits in cassa. 1 — 2—14.
En noch aen boete bij die van de Ge- rechte ons toegesonden......13— 6 — o. |
|||||||||||
Comt in Cassa Somma.....f 14 — 8—14.
Hiervan uytgegeven met ons drie Hooft-
lieden aen verteerde Costen .... 14— 0—0
|
|||||||||||
Rest pr. saldo......... — 8—14.
Welcke voorsz. penn: ick Pieter Smits in hande van Sr. David
Bally stelle, neffens de boven geschreven goederen die ick ontfan- gen hadde. In kennisse van dese ondergeschreven Deecken 'ende Hooftmans. Actum, Leijden den xxen January xvjc ende xLviiij.
Onderteekend: David Baili.y.
folio 40.
Hieronder is gestelt alle het Rantsoengelt en opveijlgelt datter yder Comparitie ontfange wert. V. 24
|
|||||||||||
— 186 —
|
|||||
Anno 1644. De eerste Comparitie datter op geveylt is, is geweest
op jaer, maent, dach, als hier neven staet. den 23 Nov. Ontfangen van rantsoen ende opveylgelt i — 16 — o.
De 2e Comparitie van d'opveylinge.
dito 30. Ontfangen van rantsoen ende opveylgelt als mede van die niet gekocht nochte
geveylt hadden uytwysende de Kladde de somma...........2 — 9 — o.
Enz. Deze comparities loopen tot 9 Aug. 1645 en brengen van
ƒ 2.— tot ƒ 6.— in de Kas. Noch verhoocht op d'achste comparitie 't rantsoen tusschen Van
Amstel en Nicolaes van Egeren betaelt wegens 't fruytie van Koets.................. —12 — o.
Op de volgende bladzijde notities van 1728, waarvan ik later
enkelen mededeel. Folio 60.
Hier volgt het geene yder Comparatie aen onkosten gedaen is. Anno 1644.
(Volgen kleine onkosten voor turf, bier, „kruijtkoeckjens", schrijf- boeken, drukken van ordonnanties, glazen, kamerhuur enz. Aan het einde van het boek staat nog: ' 1645. den 18 January heeft den afgaenden Deken Cornelis Stooter sijn ReekeniDg gedaen en aen geit overgelvert.........7 — 10 — o.
20 Maert. heeft Philip Angel zijn Reeckening aen den
Deken Hendrick van Amstel gedaen en hem aen geit overgelevert de somme van . . .12—11 — o. |
|||||
— 187 —
Op folio 41 worden verrekeningen omtrent kladschildersleerjon-
gens in 1728 en 1729 gedaan. Daaronder staat nog: 1728. July. Isack de Money, fijnschilder op de Heere- graft heeft sen gildt gekoght voor . . . . 3 — o — o.
Hiermede is dit boekje ten einde.
|
||||||
DEECKEN ENDE HOOFTMANS BOECK
van 't Gilde
VAN St. LUYCAS ORDRE.
Beginnende Anno 1648.
Het boek begint met een Register waaraan eenige bladen ont-
breken; het vangt aan met de letter E. tot M; dan volgt R. tot Z. Op folio 3 begint een: Ordonnantie op het verkoopen van Schilderijen,
Teyckeningen, Printen, etc. Deze luidt zoo als dergelijke verordeningen van andere steden, reeds in het Archief medegedeeld. Zij is van den 14 April 1642 en geteekend door:
David Bailji. \ Quirijn Ponsz. van Slingerlandt. \ Mr. Schilders.
CORNELIS STÖOTER. J
Op folio 5 lezen wij: E. Confnters.
Hoewel dat de E. Meesters Schilders tot Leijden: voor desen door verscheijden versoeck nooijt een Gilde en hebben connen be- |
||||||
— 188 —
|
|||||
coraen, maer alleen ten lesten een Ordonnantie ofte verbot dat van
geen vreemdelingen Schilderijen, ofte Printen buijten de twee Jaer- marcten ofte Kermisse soude mogen werden vercocht, Etc. waertoe d'E. E. Heeren van de Gerechte deser Stede drie toesienders (ofte Deecken en Hooftmans) hebben gestelt, gelijck in de Copye van d'or- donnantie hierna volgende alles te sien is. Waertoe Mr. Stoter (tot lof hier geschreven) de meeste moeijten gedaen heeft. Maer siende dat wij met veel moeijten ende schade dese ordonnantie mos- ten onderhouden. Soo hebben wij, Pieter Smits, Mathematicus, Deecken, Mr. David Bailly en Mr. Cornelis Stoter, Hooftmans van St. Luycas Oxdre, goetgevonden d'E. E. Heeren van de Gerechte der Stadt Leijden een Request (met veel versoeck ende moeijten daerneffens door ons voorschreven gedaen) over te leveren, waerop wij Godt Lof tot voordeel van d'E. Mrs. Schilders deser Stede goed Appostil ende een Gilde becomen hebben. Op den xviijen Maert xvjc xLviij. Gelijck hier na volgende in de Copije te sien is. Waerover d'E. E Heeren van de Gerechte altoos danckbaerheijt
toecomt. Is geteekend: Pieter Smits, Mathematicus.
Aen de E.E. Heeren, de Heeren van de Gerechte
der Stadt Leijden. Geven met seer oodtmoedelijcke reverentie eerbiediglijck te ken- nen U.E.E. Burgers ende inwoonders gestelt bij U.E.E. tot opsichte int vercoopen der Schilderconst deser Stede, hoe dat wij Suppten bevinden dat verscheijden persoonen trachten bij alle middelen de uijtroepen ende vercoopinge der Schilderijen, printen ende Teycke- ninge bedectelijck in te voeren, strijdende tegen U.E.E. ordonnantie de Schilders verleent ende oock tot groote schade van de Schilders |
|||||
I
|
||||||
— 189 —
|
||||||
deser Stede, die hier op sware huyshure sitten ende menichvuldige
lasten hebben te dragen ende haer t'broot uyt de mont wert geno- men, ende soo bij U.E.E. hier niet in versien en wert verscheyde Mrs. genootsaeckt sullen sijn dese Stadt te quiteren, t'welck jammer waer, want van outs Leijden van treffelijcke Mrs. vermaert is geweest; Maer alsoo het ondersoecken ende ontdecken der fraude veel moeyte en heeft, ende door d'opsienders niet en can gedaen werden dan met haer groote schade, soo ist dat wij Suppten. U.E.E. seer oodt- moedelijcken versoecken U.E.E. ons te willen vergunnen dat de Schilders (die met penceel ofte quast veruw leggen) plaetsnijders ende schilderij-vercoopers deser Stede (die eerst Burgers ofte Poorters moe- ten sijn, ofte anders als vreemdelingen gehouden werden) t'sjaerlijcks elck voor S*. Luycas dach aen de toesienders sullen moeten con- tribueren gelijck oock in de andere naburige steden gedaen wert, de somme van dertich stuyvers ende de leerlinge tien stuyvers ende de vreemdelingen die hier comen schilderen de somme van tien Carolus gulden so dickwils als sij daerop bevonden werden, ende dat opdat wij suppten. oock een knecht mogen houden, om d'ordonnantie ons van U.E.E. vergunt tot voordeel ende welstant van d'ingeseten schil- ders ende burgers te beter mogen onderhouden, gelijck bij andere Gilden ende toesienders voor desen bij U.E.E. vergunt, gedaen wert, ende om hier toe te comen dat ieder, uytgenomen de leerlingen, voor sijn aenteijcken(en) ende incomen sal moeten betalen dertich stuyvers. Dit doende. Etc. C0RNEI4S STOOTER.
Pieter Smits, Mathematicus.
David B^illy. Die van de Gerechte der stadt Leyden hebben het versoeck nier neffens gedaen soo als t'selve leijt, bij desen geconsenteert ende |
||||||
— 190 —
|
|||||
toegestaen, uytgesondert alleenlijck dat de vreemdelingen, die alhier
ter stede comen schilderen, in plaets van versochte tien guldens sullen moeten betalen ses guldens van 40 gr: t'stuck, Authoriserende mitsdien den toesienders bij die van de Gerechte jaerlijcx op t'onder- houden van de ordonnantie op t'vercoopen van Schilderijen te stellen indertijt om den inhouden van desen te doen onderhouden ende dien- volgende den ontfangh hierbij innegewillight, inne te vorderen, ende behoudelijck dat daervan jaerlycx sal moeten werden gedaen behoor- lijcke reeckening bewijs ende reliqua voor Scheepen Mi's deser Stede, met last oock eenen iegelijcken dient aengaet by desen gegeven, omme aen den voornoemde besienders de penningen bij desen ge- ordonneert respectivelijck te moeten voldoen op peijne van daertoe bij gijselinge te sullen werden geconstrengeert. Actum den xij Martii Anno xvjc acht ende veertigh.
Mij jegenwoordich A. V. HOOGHEVEEN.
1648. 14 Maert. Is onder ons voorsz. Deecken ende Hooftmans be- slooten dat Deecken ende Hooftmans geduerende haren dienst ofte den tijt van drie jaren voor alle hare dienste, moeyten ende sorge, vrij sullen sijn den voorsz. tijt te contribueren, maer langer niet, ten ware sij in den dienst gecontinueert wierden. Pieter Smits, Mathematicus.
Ook sullen alle afgaende Deeckens ende Hooftmans verexcuseert werden, weer in dienst genomen te werden, als sij t'sestigh jaren oudt sijn, ten ware sij sulcx versochten ende daertoe noch bequaem waren. Als oock mede van andere Gildebroeders die nooit in dienst sijn geweest. Pieter Smits, Mathematicus.
|
|||||
— 191 —
|
|||||
Ik lasch hier in twee, in dit boek liggende, requesten, die bij de
voorgaanden behooren. Aen de Achtbare Heeren van den Gerechte deser
Stadt Leijden. Vertonen met behoorlijcke reverentie de gemeene Clatschilders alhier ter stede zijnde twee en twintich in getal, dat haer supplten tot kennisse es gecomen dat opt versoeck van de fijne schilders mede alhier en ses van de Clatschilders die wel meest te doen hebben, bij U Achtb: soo over deselve fijne schilders als haer supplten een ge- meen Gilde es besloten daer over sy suppl^n harenthalve hare Achtb: ten hoochsten bedancken, Edoch is hun oock bericht dat zij int contribueren van den jaerlycxen oorcontspenning met de fijne schilders in een graet souden sijn gestelt, namentlijck dat sij elcx nu dadelijck ende wyders jaerlijcx souden moeten furneren eene gulden tien stuy- vers twelc henluyden onde: verbeteringe bedunct dat in haer reguardt te veel es, om redenen dat zij suppltn met de fijne schilders, zoo wat de winste aenlangt niet en zijn te vergelijcken , want behalve dat een fijn schilder in een dach of twee soo veel can verdienen als yder van haer supplti bijna in een geheele maent, can een fijnschilder een geheel jaer aen den anderen in zijn werck continueren ende de win- sten genieten, daer in contrarie haer supplts verdiensten niet langer en duyren als drie a vier maenden in 't geheel jaer, als men de meeste droogte heeft, ende dat haer werck ten efïecte can comen, sulcx dat vele onder haer, geconsidereert haer sware last van kinde- ren , genoech te doen hebben om eerlyc te cunnen doorcomen, be- halven dat zij, noch daer beneffens, yets anders bij de handt moeten nemen- Weshalven zij suppltn te rade zijn geworden haer tot U Achtb: te keeren, reverentelijc versoeckende dat deselve in conside- |
|||||
— 192 —
|
|||||
ratie nemende haer supplten gelegentheijt gelieven goet te vinden en
te accorderen dat de jaerlycxe oorcontspenning in reguarde van haer supplten met de fijne schilders mach werden onderscheijden ende dat die ten haren aensien mach werden gereduceert ende vermindert, tot sulcken prijs als by gemeene ambachtsluyden tsy cuypers, cleer- maeckers, smeden en andere wiens winsten jaers wel soo groot zijn als die van haer supplt» jaerlycx oock tot erkentenisse van haer gil- dens wert betaelt. T'welck doende etc. In margine: Die van den Gerechte der Stadt Leijden , alvoorens
hier op hebbende gehoort de consideratien en Advijs van de voorn: opsichters ende disponerende op 't versouck hier neffens gedaen, hebben bij desen verstaen en geordonneert dat de cladtschilders voor haer incomen sullen betaelen eens dertich stuyvers en voor oorconds- penning jaerlicx vyftien stuyvers. Actum by de voorn: Gerechten opten 2en Aprilis Anno xvjc acht
ende veertich. Mij tegenwoordich
D. V. HOOGHEVEEN.
2 — 4 — 48.
Aen de Achtbare Heeren van den Gerechte deser
Stadt Leijden. Vertoonen met reverentie de Clatschilders binnen deser stadt, dat sij suppl'en eenigen tijt geleden door de fijne schilders mede bin- nen dese stadt sijn onderrecht dat zij van U Achtb: hadden vercregen een besloten Gilde tot preservatie van alles wes by yemande anders te nadele van haer ambachte souden mogen werden bij de handt ge- nomen , doch met byvoeginge dat zij supplten metter ingang en voorts alle jaeren tot een oorcontspenn: soude moeten betalen eene gulden |
|||||
(
|
||||||
— 193 —
|
||||||
tien stuvers. Opwelcke berichtinge sij supplten ten aensien van het
Gilde seer sijn verblijt geweest maer in reguarde van den oorconts- penn: dachten tselve ten haeren aensien en bij de fijne schilders te vergelijcken, te veel te sijn. Waeromme zij haer bij requeste addres- seerden aen U Achtb: en alvorens deselve over 'tverleende Gilde be- danct hebbende, versochten dat de oorcontspenn: in haer reguardt mocht werden vermindert gelyc en neffens andre ambachtsluyden op 't welck U Achtb: den oorcontspenn: hebt gelieven te dresseren op xv stuyvers, latende het inganggelt gelijc het was gestelt. T' is nu sulcx dat zij supplten naer date vant presenteren haerder
requeste hebben ondervonden dat de fijneschilders haer int voorsz. onderrechten abusivelijck hebben gedragen. Om redenen dat niet en es verleent noch ooc versocht een gilde twelc haer supplten off haer hanlwerck eenichsints patrocineert maer alleen es versocht ende ver- cregen simpelijck een weringe dat in prejuditie van de fijn schilders geen schilderijen off plinten van buyten in dese stadt gebracht en vercocht souden mogen werden gelijc alle tselve blyct bij de overge- leverde requeste en appostille daerop gevolcht. Sulcx dat tgelt twelc zy supplten jaerlycx tot een oorcontspenn: souden debourseren geen- sins tharen voordeel, ja schade soude comen; maer alleen tot nut van de fijne schilders twelc onder reverentie ongerymt es, te meer alsoo veel onder haer, door dien hare neringe soo merckelyck es verval- len en noch dagelijcx vervalt, de voorsz. oorcontspenn: niet en sou- den cunnen opbrengen off sij mosten tselve uyt haren buyck over- sparen. Maer als sij supplten yets souden contribueren behoorde onder reverentie bij haer daer aff oock eenich genot getrocken te werden, twelck in reguarde van haer supplten n;et wU can geschieden ofte daer moste onder reverentie specialijc bij manier van ordonnantie op een gilde voor al vast gestelt werden. Dat geen knechten gequali- V. 25 |
||||||
— 194 —
|
|||||
ficeert soude mogen zijn hun als meester clatschilders te laten emplo-
yeren off sij souden ten minsten drie jaren aen den anderen bij een meester hebben gewrocht, en dan ooc noch voor geen meesters mo- gen uytgaen off sij mosten ten profijte om 't gilde een seeckere recog- nitie opbrengen. Gemerckt haer supplten sehade en affbreuek daer meest uyt ontstaet, ja soo sulcx niet geweert weit haer ruyne sal causeren. Dat sommige fijn schilders, die oock door knechten de clatschildery doen waernemen, als oock eenige weijnige clatschilders die veel te doen hebben en diversche knechten employeren, deselve knechten maer bij de weecken gebiuycken daer onder dan veele zijn die maer een maent drie vier gewrocht hebben, dadelijck mede als meester uijtgaen. Sijn derhalve zij supplten te rade geworden haer tot U Achtb:
te keeren met reverentelijck versoeck dat deselve (reguardt nemende dat tgunt de fijne schilders op haer versoeck hebben vercregen, haer supplten nimmermeer te stade comen can), gelieven te accorderen ende toe te staen dat sij suppl'811 off van de voorsz. oorcontspenn: mogen werden gerelaxeert en ontslagen, off dat in haer faveur als sij daennne soude mogen continueren, mede t' voorgaende gestelde mochte werden gearresteert ende besloten, en dat oock tot mainctenue van zulcx yemande uyt de haren neffens de fijnschilders tot opsienders mocht werden gecommitteert. Ende in gevalle U Achtb: beter tot de ontslaginge gelieffden te resolveren , hebben zij supplten 0pt laest geraden gedacht hier noch bij te voegen, dat ten tijde zy het ingang- geit betaelden, de fi;n schilders jegens haer seijde dat sij met haer supplten niet te doen hadden en wel mochten lijden als U Achtb: sulcx toestonden dat sij van de oorcontspenn: souden blijven ontslagen. T' welc doende etc. (Niet onderteekend.)
In margine: Die van den Gerechte der Stadt Leijden dispone-
|
|||||
— 195 —
|
|||||
rende opte versoecke hierneffens gedaen, hebben bij desen geordon-
neert en verstaen dat de clatschilders, supplte"1 in desen van nu voortaen, beginnende metten jare 1649 sullen wesen exempt en vrij van het inganggelt en de oorcontspenn: int regardt en op het ver- souck van de fijne schilders geordonneert en sulcx blijven ende wesen gesepareert van de selve fijne schilders behoudelick evenwel dat die geene die als noch niet en hebben betaelt het inganggelt en de 001- condspenning in het regardt van de cladtschilders als hierneffens is verhaelt respective geordonneert, als noch gehouden sijn voor dese eerste reijse tselve te voldoen en betalen en hebben de supplten haer vorder versoeck hier neffens gedaen omme redenen affgeslagen ende ontseijt. Actum den iij Septembris van de jare xvj° acht ende veertich. Mij tegenwoordich W. g. D. V. HOOGHEVEEN.
3 — 9 — 48.
Daarop volgen op folio 10 de inschrijvingen der inkomstgelden. Zij staan tamelijk ongeregeld door en onder elkander; ik heb getracht de chronologische orde te bewaren en nam geen kladschilders over. De schilders die niet uitdrukkelijk als kladsehilders ge- boekt staan zijn hier allen opgenomen. Folio 21.
1648. i8Maert. Pieter Smits, Mathematicus, tegenwoordigh Deecken van 't Gilde van St. Luycas ordre. Ende alsoo Deecken ende Hooftmans vrij sijn van geven (ofte contribueren) gedurende haren dienst ofte den tijt van drie jaren, soo en is hier noch niet gestelt van eenige penningen, als hij uijt sijn dienst is geweest. 1654. 22 October. Pieter Smits, Mathematicus zijn jaergelt betaelt........... . 1 — 10 — o.
|
|||||
— 196 —
|
|||||||
IÖJ9- betaelt voor Jaergelt..........o— 15 — o.
1660. voor Jaergelt . ............o— 15—o.
1664. t'jaergelt betaelt............o—15—o.
1665. Jaergelt betaelt............o— 15 — o.
1668. Alle dese voorsz. onbetaelde jaren ben ik SMITS
voorsz. Deecken ende Hooftman geweest.
Dit pr. memorie. 1648. 18 Maert. David Bailly, tegenwoordich Hooft- man van 't Gilde van St. Luycas ordre. Noch niets ontfangen om reden als vooren. 1650. Dauit Baly betaelt..........1 — ro — o.
1651. Davit Baly betaelt..........1 — 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Cornelis Stooter, tegenwoordigh Hooftman van 't Gilde van S*. Luycas ordre. Noch niet ontfangen om reden als vooren. 1651. Cornelis Stooter betaelt........1 — 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Nicolaes van Swanenburch i), voor
sijn incomen betaelt..........1 — 19 — O.
13 October: Voor sijn jaersgelt......1 — 10 — o.
1649. Voor sijn jaersgelt...........1 — 10— o.
1650.' Voor sijn jaer-gelt...........1 — 10 — o.
Doot.
|
|||||||
1) Hij huwde 1607 in den Haag.
22 Aprilis 1607. Nicolaes Ysacxsz van Swaenenbuech , gehooreu tot Leijden,
jongman, met Janneken jAcoBsdr van Leeuwen, jonge dochter, beyde wonende in den Hage. Registers van ondertrouw, 's Gravenhage.
Vergelijk Archief III. bl. 263.
|
|||||||
f
— 197 —
|
||||||||
1648. i8Maert. GerritAelbeetsz.van Hogeveen, Dr.,
voor sijn incomen betaelt.........1 — 10 — o.
13 Novemb. Voor sijn Jaersgelt......1 — 10 — o.
1649. Voor sijn jaersgelt......, .... 1 — 10 — o.
1650—1653. Telkens »voor sijn jaergelt".....1 — 10 — o.
Dor Gerrit Aelbertsz. van Hogeveen heeft ter
liefde van de Cunst tot datum als boven gecon- tinueert, en om redenen sich voorts aen geex- cuseert. Doot.
1648. 18 Maert. Joris van Schooten t), voor sijn in-
comen betaelt.............1 — 10 —o. Voor sijn jaersgelt...........1 — 10.— o.
1649. Voor sijn jaersgelt...........1 — 10 — o.
1650. Voor sijn jaergelt...........1 — 10 —o.
Doot.
1648. 18 Maert. Quiringh Ponsen van Sungelandt voor sijn incomen betaelt.........I — 10 — o.
13 October". voor syn jaergelt.......1 — 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Johannes van Staveren, Capitijn
voor sijn incomen betaelt.........I — 10 — o.
13 Novemb. voor sijn jaersgelt.......1 -— 10 — o.
1649. Voor sijn jaersgelt...........I — 10 — o.
|
||||||||
1) 9 Maert 1618 maken Joris van Schoten, schilder wonende tot Leyden en
Maritge BorjWENSDr. huwelijksche voorwaarden. Zij varen toen reeds „onlangs in den echten staat vergadert." {Prot. Not, Jac. Jansz Verweij , Leijden.) 24 Mey 1644 bekennen de ouderlingen der Luthersche Gemeente te Leijden ten behoeve dier Gemeente geleend te hebben f 1500.— van den E. Mr. Joris Ver- schoten, Schilder, wonende in den Ambachte van Oegstgeest." Hij was dus Luthersch en waarschijnlijk van goederen niet ontbloot. (Protocollen als boven.) |
||||||||
— 198 —
|
|||||
1650. Voor sijn jaergelt........... 1 — 10 — o.
1651. Voor sijn jaergelt........... I — 10 —o.
1658. Voor sijn jaergeldt betaelt ........ —15 — o.
1659—1668. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . —15 — o.
De Heer Burgemeester van Staveren
Doot. 1648. 18 Maert. Gekrit Dou, Vaendrager voor sijn
incomen betaelt............ 1 — 10 — o.
22 October. Voor sijn jaersgelt...... 1 — 10 — o.
1649—1651. Telkens: voor sijn jaergelt..... 1 — 10—o.
1658—1668. Telkens: voor sijn jaergelt..... — 15—o.
1673—1674. Telkens: jaergelt betaelt...... —15 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Pieter du Bordieu 1) voor sijn in-
comen betaelt............. I — 10 — o. Voor sijn jaersgelt........... 1 — 10 — o.
1649—1651. Telkens: voor sijn jaersgelt..... 1 — 10 — o.
Segt uyt het Schilderen gescheiden te zijn.
1665 t' jaergelt weeder betaelt......... —15 — o.
1667. t'jaergelt betaelt............ —15 — 0.
1668. t'jaergelt betaelt............ —15 — o.
1673—1676. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
Uyt de stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Abraham van den Tempel 2) voor sijn incomen betaelt.......... 1 — 10 — o.
1) Suijdebhoeff, S. Savby, L. Vobstebman, Natalis en anderen graveerden
portretten naar dezen schilder. 2) 9 September 1648 maakten Abeaham Lambeechtsz van den Tempel en
Cathaeyna van Hogemade , echtelieden, hun testament te Amsterdam bij den Notaris Jacob van Loosdeecht, Eeeds 22 November 1648 maakten zij te Leijden voor den Notaris A. Raven een Codicil, waarin o. a. Cathaeyna van Hogemade |
|||||
I
— 199 —
|
||||||
1648. Voor sijn jaersgelt...........1 — 10 — o.
1649—1651. Telkens: voor sijn jaergelt. . . . . 1 — 10 —o.
den I Mey 1660 naer Amsterdam vertrocken
metter woon.
Abraham van den Tempel doot.
1648. 18 Maert. Abraham de Pape i) voor sijn inco- men betaelt..............1 — 10 — o.
13 October. Voor' sijn jaersgelt.......1 — 10 — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... _ 15 — o.
1659—1661. in dienst geweest.
1662. heeft weer betaelt........... — 15—o.
1663. 31 Decemb. t'jaergelt ontfangen...... —15 — o.
1664. Hooftman.
Doot.
1648. 18 Maert. ReYNIer van Herwe voor sijn inco- men betaelt.............1 — 10 — o.
Voer syn jaersgelt...........1 — 10 — o.
Vertrocken uyt de stadt.
Doot. 1648. 18 Maert. Hendrick van Amstei. voor sijn in- comen betaelt.............1 — 10 — o.
1649—1654 (4 Junij) Telkens: voor sijn jaersgelt. . . 1 — 10 — o.
Doot. aan haren „seer lieve en waerde man om sonderUnge eonsideratiën" f 4000.—
méér legateert dan in liet testament van 9 September. 21 April 1650 machtigen Abhaham en Jacob van den Tempel, Dr. Johannes
a Swilda om de erfenis van THEUNisz Cabstiaensz, Lua za: grootvader te Leeuwarden voor hun in ontvangst te nemen. (Not. A. Raven, Leijden.) Ij Uit een later volgende aanteekening blijkt dat deze schilder, ten onrechte
tot nu toe Adeiaen genoemd, 15 September 1666 als Deeken der Gilde over- leed. Schilderijen van hem: 's Gravenhage, Berlijn, Schwerin, Auctie du Bus de Gisignies {Brussel 1882) en in particuliere collecties. |
||||||
— 200 —
|
|||||
1648. 18 Maert. Roelandt Warmont voor sijn inco-
men betaelt.............1 — 10 — o. 13 October. Voor sijn jaersgelt......I — 10 — o.
1649 en 1650. Voor sijn jaergeldt........1 — 10 — o.
Vertrocken uyt de stadt.
1648. 18 Maert. Jan Jacobsz. van der Stoffe 1) voor
sijn incomen betaelt..........1 — 10 — o.
13 October. Voor sijn jaersgelt . . '. . . . 1 — 10 — o.
1649—50—51. Telkens: voor sijn jaergelt . , , . . 1 — 10 — o.
1658—1666. Telkens: voor sijn jaergelt . : . . . — 15 — o.
Hooftman. (Bij 1665 staat: door Monsr. Miris ontfangen.) 1648. 18 Maert. Carel van der Pluijm voor sijn in-
comen betaelt.............1 — 10 — o. 13 October. Voor sijn jaersgelt......I — 10 — o.
1649 en 50. Voor sijn jaergelt.........1 — 10 — o.
Segt uyt het schilderen gescheiden te zijn en bij
t' selve niet en comt te profiteren, daerom wei- gert langer te contribueren. 1648. 18 Maert. Pieter de RlNGH 2) voor sijn incomen
betaelt............, . . 1 — jo — o.
voor sijn jaersgelt...........1 — 10 — o.
1649. Voor sijn jaersgelt...........1 — 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Pierre Pareï voor sijn inkomen betaelt 1 — 10 — o. Ij Schilder van ruitergevechten in het genre van J. Martsen de Jonge,
maar zwakker. Schilderijen van hem te Neurenberg, Weenen (Orallerie Czer- nin) enz. 2) Uitstekend stilleven schilder wiens werken tamelijk schaars zijn. O. a. stuk-
ken in Amsterdam, te Antwerpen (1651) Schwerin (1659) Hannover (1659) Berlijn, Dresöen, enz. |
|||||
. I
— 201 — |
|||||||
1648. Voor sijn jaersgelt........... I — 10 — o.
1649. Voor sijn jaersgelt........... 1—10—o.
1650. Voor sijn jaersgelt........... I— 10 — o:
1658—1667. Telkens", voor sijn jaersgelt..... —15 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Salomon Delmanhorst voor sijn in-
comen betaelt :.......... 1 — 10 — o.
13 October voor sijn jaersgelt....... I — 10—o.
1649. Voor sijn jaersgelt........... 1— 10—o.
1659. Betaelt voor 1658 en 1659 van jaergelt. . . . 1—10—o.
1660 -1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15 — o.
1648. 18 Maert. Cornelis van Swieten voor sijn in-
comen betaelt............. 1 — 10 — o.
13 October voor sijn jaersgelt....... 1 — 10—o.
1649. Voor sijn jaergelt........... 1 — 10 —o.
1650. Voor sijn jaergelt........... I — 10 — o.
1661. Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15 — o.
1648. 18 Maert. Pieter van Noort i) voor sijn in-
comen betaelt............. I — 10 — o.
13 October voor sijn jaersgelt . . . . . . . . 1 — 10 — o.
Vertrocken uyt de stadt.
1648. 18 Maert. Johannes Oudenrogge voor zijn inco- men betaelt............. I — 10 — o.
13 October. Voor sijn jaersgetlt . . . . . 1 — 10—.0
Doot.
|
|||||||
1) Op de tentoonstelling te Zwolle (1882i kon men een paar groote schilde-
rijen zien, gemerkt P. van Noobt. Zij stelden een bijna levensgroot visscher voor met een zoö visch, redelijk goed geschilderd in de manier van de aldaar mede aanwezige stukken van dien aard van H, ten Oever. V. 26
|
|||||||
— 202 —
|
|||||||
1648. 18 Maert. Machiel Mortier voor sijn incomen
betaelt...............1 — 10 — o.
13 Oetober voor sijn jaergelt.......1 — 10 — o.
Vertrokken uyt de stadt.
1648. 18 Maert. Mathijs van den Berge i) voor sijn
incomen betaelt............I — 10 — o.
13 Oetober voor sijn jaersgelt.......1— 10 — o.
1649. Voor sijn jaers ghelt..........1 — 10 — o.
1650. Voor sijn jaergelt...........1 — 10 — o.
1651. Voor sijn jaer geldt...........1 — 10—o.
Vertrocken uijt de stadt.
1648, 18 Maert. Willem Leopoldus voor sijn incomen betaelt...............1 — 10 — o.
22 Oetober, voor sijn jaersgelt.......1 — 10 — o.
|
|||||||
1) Over dezen schilder en teekenaar deelt ons Hoübbaken iDeel II) eenige
bizonderheden mede. Hjj zou 1615 te Alkmaar geboren en aldaar 1687 overleden zyn; 1646 trad hij er in het St. Lucasgilde. (Dit laatste bevestigt het Archief n. 33.) Ik zag een aantal zijner uitmuntende teekeningen; in Berlijn (Pren- tenkabinet* een prachtige penteekening naar een tamelijk obsceen schilderij van Brouwer (boerenvermaak), gemerkt: v. d. Beegh 1659. 2 Juny. Adriaen Bbaxi- web harlemensis inventor. (Ik behoef op de belangrijkheid dezer bijvoeging niet te wijzen I) Op een andere penteekening aldaar, een zittend man, die op den rechterarm leunt: v. Beugh f 1682. Zeer goed. De Heer von Beckeeath te Berlijn bezit een teekening met rood en zwart kryt vluchtig en geestig uitge- voerd, meesterlijk geteekend waarop: de (?) Bebgh en: lange Pier inventor. De schilderij waarna zij uitgevoerd werd, stelde een binnenhuis voor met eene oude vrouw en kind. In de Albertina te Weenen herinner ik mij eene kruisiging met Magdalena aan den voet van het kruis, gezien te hebben, ik meen naar Beeenbeegh. In Braunschweig bezit het prentenkabinet eene teekening naar Jacob Ooenelisz van Oostsaenek. Dr. Bode deelde raij mede een zeer groot aantal zjjner teekeningen gezien te hebben, o. a. ook in Dresden. Nu heb ik een heel dossier aanteekeningen uit de Archieven liggen over den
schilder Matheus de Beegh, die 1638 in het Delft'sche St. Lucas Gilde trad, daar in 1650 nog was (Archief I) en dien ik daar nog in 1661—1677 herhaaldelijk vond. Hrj teekent echter steeds de Beegh, en wordt ook zoo genoemd, terwijl onze meester van den Bergh teekende (behalve op de teekening bij von Beckeeath, waar ik meende de Beegh te lezen) en in Houbraken, hier, en in het Alkmaar- sche Gildeboek Mathijs van den Berg heet. Later hoop ik hier die notities over Matheus de Beegh mede te deelen. |
|||||||
f
— 203 —
|
||||||||
1658. 30 December voor sijn jaergelt betaelt. . . . — 15 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Arent Lkopoldus voor sijn incomen betaelt...............I — 10 — o.
1660. Voor inkoomgelt............1 — 10 —o.
1661—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
1673. Voor t'jaergelt Bastiaen Leopoldus .... —15—o.
1648. 18 Maert. Hans Pietersz van Aecken, voor sijn
incomen betaelt............1 — 10 —o.
13 Novemb. Voor sijn jaersgelt . . . . . . I — 10 — o.
1649. Voer sijn jaer ghelt...........1 — 10 — o.
1650—1651. Telkens: Voor sijn jaergeldt.....i — 10 — o.
Seght uyt het schilderen gescheiden te sijn.
Doot. 1648. 18 Maert. Johannes de Vos op Raepenburgh
voor sijn incomen betaelt........ . I — 10 — o.
22 October voor sijn jaersgeld.......1 — 10 — O.
1649. Voor sijn jaer ghelt...........I — 10 —o.
1658. 4 Novemb. voor sijn jaergelt....... —15 — 0.
1659—61. Telkens: voor sijn jaer geit betaelt ... — 15 — 0.
Doot.
1648. 18 Maert. Symon Jordaens i) voor sijn incomen betaelt...............1 — 10 — o.
|
||||||||
1) De geschiedenis der schildersfamilie Jobdaens is nog een gesloten boek
voor ons. Elke aanteekening omtrent deze kunstenaars kan wat licht scheppen in de duisternis. In de Antwerp'sche Liggeren komt een Simon Jordaens als Meester niet voor; maar 15 Mei 1616 is een Simon Jordaens met Adam van Noobt getuige bij het huwelijk van den grooten Jacob Jobdaens (v. d. Bban- den). Zijne dochter, met een schilder (Goetkint) gehuwd, werd 1654 in zijn graf in Onze Lieve Vrouwe te Antwerpen begraven. (Liggeren I. 400.) Simon Jordaen komt als schilder voor in het Delft'sche St. Lucasgilde, lijst van 161S—59 (Archief I. 4.) en wordt 1612 als schilder van Antwerpen poorter van Delft, onder borgtocht van zijn zoon Hans (Archief IV. 280 en 281). Klaarblij- |
||||||||
— 204 —
|
|||||||||||||
1Ó48. *3 Novemb. voor sijn jaersgelt.......1—■ 10 — o.
1649. Voor sijn jaers ghelt..........1— 10 — o.
|
|||||||||||||
keiijk hebben wij hier steeds met dezelfde persoon te doen. Is die ook de
Leijdsche schilder? Ik laat hier mijne eigene aanteekeningen volgen: 10 April 1616 Is Simon Jordaens, schilder te Delft, getuige bij eene Nota-
rieele Acte. (Prot. Not. F. van Vuïtenbrotjck, Delft.) 17 February 1650 accordeeren Anna JANSdr Roryck, jongedr, en Maria
YDiERsdr. Wede. van Symon Jordaen, schilder, wonende in de Papestraet te Delft, de laetste als laathebbende van Johan Jordaen, haeren zoon, volgens zijne missive opten 21 January 1650 uyt Romen geschreven nopens de pretentie die Anna JANSdr. op Johan Jordaen heeft. Te weten, dat Johan Jordaen nae hem sal nemen de zoon genaemt Abraham Jordaen, bij de voorn. Anna Jans geprocreert ende op zijn eesten onderhouden, ende aen Anna Jans betalen een hondert car: guldens waermede Anna JANsdr. tevreden is, zonder eenige pretentie van troubeloften op de voorn: Johan Jordaens te houden, maer scheldende hem van lalles quijt, soodat de voorn. Johan Jordaen sal mogen trouwen die het hem sal gelieven. (Prot. Not. A. v. d. Block, Delft.) 29 July 1G51 ontving Anna JANSdr. de f 100.—.
Ongetwijfeld is deze Johan Jordaen de Delft'sche schilder Hans Jordaens.
In Aug. 1638 wordt Symon Jordaens nog als getuige in een Acte te Delft ge-
noemd. iNot. v. d. Block te Delft.) Nu nog eenige schilders Jordaens:
13 Nov. 1601 is Abraham Jordaens, schilder te Delft, getuige bij eene Acte
van flen Notaris F. v. Vuytenbrouck. 23 Nov. 1611 is Philips Jordaens, schilder te Delft, getuige bij een Acte
van den Notaris J. v. Overgaettw aldaar. 22 Juni 1612. Hans Jordaens, Schilder binnen der stadt Delff, wordt door
zijne zusters gemachtigd eene erfenis te innen van „haerlieder groote vaeder „van s'moederszijde Dirck Crom." De erfenis bestaat in goederen gelegen -,buyten en binnon der stadt Antwerpen ende omtrent s'Hertogenbosch." Prot. Not. J. Molijn de Jonge, Delft. 11 Nov. 1620 is Hans Jordaens, schilder te Delft, getuige bij een Not, Acte.
(Prot. Not. F. van Vuytenbrouck, Delft.) Hij teekent:
|
|||||||||||||
AvJWV^-sïb cwtz/^
|
|||||||||||||
<6
|
|||||||||||||
10
|
|||||||||||||
11 Sept. 1623 is Hans Jobdaens, Mr. Schilder binnen Delff, voogd over de
kinderen van Dikk Jacobsz de Hooben aldaar. (Prot. Not. H. V. Ceel Delft.) 30 October 1680 overhandigt Hans Jobdaens, Constschilder binnen Delft'een
reeds 5 April 1677 gemaakt testament aan den Notaris R. v. Edenbubgh aldaar. Zie diens protocollen. 19 Mei 1681 zegt Abbaham Jobdaens in den Haag eenig erfgenaam te zijn
van Mr. Hans Jobdaens. (Prot. Not. Puck, Delft.) |
|||||||||||||
— 205 —
|
|||||||
1650. Vooi* sijn jaer geit...........1 — 10 — o.
Seght uijt het schilderen gescheiden te zijn.
1648. 18 Maert. Hendrick Couturier voor sijn inco-
men betaelt . ............1—10 — o.
Voor sijn jaers geldt ,.......1— 10 — o.
1649. Voor sijn jaer ghelt...........1— 10 —o.
Uijt de stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Nicolaes van Egere voor sijn inco-
men betaelt. .............1—10 — o.
Voor sijn jaers gheldt..........1— 10 — o.
1649. Voor sijn jaer geit...........I — 10 — o.
|
|||||||
Men vergelijke'bij van den Branden : de Antwerpsehe schilderschool
diens aanteekeningen omtrant Hans Jobdaens, genaamd de lange Jordaens, die te Antwerpen ca. 1595 geboren werd en in 1643 overleed. Uit mijne groote verzameling uittreksels uit Delft'sche Inventarissen, soms
met taxatien, noteer ik: 1658. Ken lantschap van de,-i Hyger, met beelden van Symon Jordaens f 20.—. 1651, 't Vroutgen van Samaria, door den on den Joordaen gedaen. Nog enkele keeren alleen: een stuck van Simon Jordaens.
1670. In één inboedel (van Dr. J. v. Blinckvliet te Delft) alleen zeven lantschappen van Hans Jordaens.
1650, Een groot lantschap van Hans Jordaen. Een schipbreuck Pauli i Een vrede, eeu oorloch > allen bij Hans Joordaens gedaan.
Christus int Hoofge ) 1680, Een lantschap van Joordaens f 50.—.
1647. Een lantschap van Johannis Predicatie van Johannes Jordaen.
Een freuytbenne van Hans Jordaen. Noch een Johannis Predicatie van Hans Jordaen, op douck.
Een groot lantschap van de kinderen van Isrel door den soon van Phillips Jordaen.
Een schilderij van den Hoeftman over hondert van Hans Jordaen. Een belegering daer de vrouwen haer mans wtdragen van Hans Jordaen. Een kersnacht van Hans Jordaen. Al deze stukken waren 1647 bij Jan Gillisz van Hassel te Delft
1631 had Geitbel Gerritsz van den Heuvel te Delft reeds „een kruisdra- ging" van Hans Jordaen (met een gardijn!) 1645. Een schilderij van Gideon van Hans Jordeans f 25.—. Een idem sijnde Sodoma en G-omorra, voor den schqorsteen van
Sr. Jordaens f 12.—.
(Bij Harman Pietersz van Ruijven, te Delft.) |
|||||||
— 206 —
|
|||||
l66l. 't jaer 1658 betaelt........... —15 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Nicolaes Bonnemain voor sijn inco-
men betaelt.............I—.10 — o. Voor sijn jaers gheldt..........I— 10 — o.
Vertrocken uyt de stadt.
1648. 18 Maert. Gabriel Metsu voor sijn incomen
betaelt............... 1 — 10 — o.
Voor sijn jaersgheldt..........1 — 10 — o.
1649. Voor sijn jaers gheldt..........1— 10 — o.
1650. Voor sijn jaer geit...........I—10 — o.
Uijt der stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Carel de Bevois voor sijn incomen
betaelt...............1— 10 — o.
Voor sijn jaers-gheldt . ,........I — 10 — o.
1649. Voor sijn jaers gheldt..........1— 10 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Maerten Saeghmeul(en) voor sijn in-
comen betaelt.............I—10 — o. Voer sijn jaers gheldt..........i— 10 — o.
1849. Voor sijn jaer geit . . , .........1— 10 — o.
Ujjt der stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Pieter Raemsdorp van Holsteen
voor sijn incomen betaelt.........1— 10 — o.
Niet meer in wesen.
1648. 18 Maert. Quiringh Gerritsz. van Breke-
linghkam voor sijn incomen betaelt.....1-- 10— o.
Voer sijn jaers ghelt..........1 — 10 — o.
1649. Voer sijn jaers gheldt.......... 1—10 — o.
|
|||||
<
— 207 — |
|||||||
1650. Voor sijn jaer geit........... 1— 10 — o.
1659. Voor A°. 1658 en 1659 betaelt sijn jaergelt . . 1—10 — o.
1660—1667. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15 — o.
QüIRINGH GERRITSE VAN BREKELINGHKAM doot.
1648. 18 Maert. Nicolaes Adriaensz. voor sijn inco-
men betaelt............. 1 — 10 — o. 1649. Voor sijn jaer geit........... 1 — 10 — o.
Niet meer in wesen.
1648. 18 Maert. Dirck Druijf voor sijn incomen betaelt. 1 — 10 — o.
Voer sijn jaers gheldt.......... 1 — 10 — o. 1649. Voor sijn jaergelt........... I—10 — o.
1658—1661. Telkens: voor sijn jaergelt...... —15 — o.
1648. 18 Maert. Maertijnüs de Wittenhorst voor
sijn incomen betaelt........... 1 — 10 — o.
1649. Voor sijn jaersghelt........... I— 10 — o.
1661. 'tjaer 1658 betaelt....... ... —15 — o.
1662. t'jaergelt.............. —15 — o.
Uyt der stadt vertrocken metter woon.
1648. 18 Maert. Jan Steen voor sijn incomen betaelt 1—10 — o.
1653. 16 April. Jan Steen voor 't jaergelt betaelt,
heeft de voorgaende jaren uijt dese stadt gewoont 1 — 10 — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... —15 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1673. Jaergelt betaelt............ —15 — 0.
1674—1678. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — 0.
Doot.
1648. 18 Maert. Reijnier Rasenburgh i) voor sijn inco-
men betaelt ,............ I—10 — o. |
|||||||
1) Zie Archief IV, bl 30, 34,
|
|||||||
— 208 —
|
|||||||
1648. Voer sijn jaersghelt........... I— 10 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1648. 18 Maert. Nicolaes Duijf voor sijn incomen betaelt 1 — 10 — o.
Voer sijn jaersgheldt.......... I — 10 — o.
1659. Voor Ao. 1658 en 1659 betaelt voor jaergelt. . 1—10 — o.
1660—1668. Telkens: voor t'jaergelt betaelt . . . . —15 — o.
1648. 18 Maert. Johannes Panhuijsen voor sijn incomen betaelt............... 1 — 10 — o.
Seght uyt het schilderen gescheiden te zijn.
1648. 18 Maert. Govert Camper i) voor sijn incomen
betaelt............... 1— 10 — o.
Voer sijn jaersgelt........... 1 — 10 — o.
1649. Voer sijn jaersghelt........... i—10—o.
1650—51. Telkens: voor sijn jaergeldt...... I— 10 —o.
1658. Voor sijn jaersgelt betaelt........ — 15 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1674. Heeft sijn jaergelt betaelt......... — 15 — 0.
1675—'679- Telkens: sijn jaergelt betaelt..... —15 — o.
üoot 1679.
1648. 18 Maert. Fieter Hellebuyck voor sijn inco- men betaelt............. I — 10 — o. Voer sijn jaersgeldt........... 1 — 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Auraham Brouwer voor sijn inco-
men betaelt............ . 1— 10 — o. Voor sijn jaersgheldt.......... I — 10 — o.
1649. Voer sijn jaersgheldt........ . . 1 — 10 — o.
|
|||||||
1) Op de Gooische tentoonstelling tr Naarden 1882 was een middelmatig
donker landschap, gemerkt: G. Kampee. |
|||||||
— 209 —
|
|||||
1650. Voor sijn jaergeldt.......... 1 — 10 — o.
Uijt de stadt vertrocken.
.1648. 18 Maert. Willem Jansz. Swankert voor sijn incomen betaelt............1 — 10 — o.
1648. Voer sijn jaers gheldt.......... 1— 10 — o.
1649—1^54- Telkens: voor sijn jaergeldt.....I—10—o.
1658—1663. Telkens: voor sijn jaergeldt betaelt . . —15 — o.
Uyt gescheijde.
1648. 18 Maert. Gerriï Heusen voor sijn incomen betaelt...............I—10 — o.
1660. Voor Inkoomgelt............1—to — O.
'661—1668. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . — 15 — o.
1648. 18 Maert. Joris Pietersz. Croonsbergen voor sijn incomen betaelt...........1 — 10 — o.
Niet meer in wesen.
Iets lager:
1665. betaelt an Fr. Mieris.......... — 15 — 0.
1666. t'jaergelt betaelt........... — 15 — o.
1648. 18 Maert. Maerten Maertensz. van Zee voor
sijn incomen betaelt.......... 1 — 10 — o.
Voer sijn jaersgheldt.......... 1 — 10 — o.
1649—1Ó54. Telkens: voor sijn jaergelt ..... 1 — 10 — o.
1658. Voor sijn jaergeldt betaelt........ — 15 —o.
1659. Voor jaergelt betaelt.......... — 15 — o. •
Heeft een stuck schildery gegeven voor de ver-
lope jaeren tot 1666 toe.
1667. Voor sijn jaergelt........... — 15 — °-
Doot.
V. 27 |
|||||
— 210 —
|
|||||
i668. Door de Schoon suster van Maerten van Zee
t'jaergelt 1668 betaelt.......... —15 — o.
1648. 18 Maert. Jan Gerritsz. van Dijck voor sijn
incomen betaelt............1— 10 — o.
Doot.
1648. 18 Maert. Jan Dircxsz. van Dongersdeel voor sijn incomen betaelt..........I — 10 — o.
1660. Voor sijn Inkoomgelt..........t— 10 — o.
1661 —1665. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15—0.
Doot.
1648. 18 Maert. Joost Jacobsz. van der Vlucht voor sijn iucomen betaelt..........1 — io — o.
1660. Voor inkomgelt............ 1 — 10 — o.
1661 —1665. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — O.
Doot.
1648. 18 Maert. Jan Rijckert. Voor sijn incomen betaelt...............1 — 10 — o.
Niet meer in weesen.
1648. 18 Maert. Claes Gerritsz. voor sijn incomen betaelt...............i_ 10 —o.
Niet meer in weesen, ofte is desefde die op folio
139 op nieu gestelt is.
(Zie hieronder op 1660 Claes Gerritsz. Voogiit.)
1673. t'jaergelt betaelt............ —15 — 0.
1648. 18 Maert. AERNOUT Barrevoet voor sijn inco-
men betaelt.............1— 10 — o. Niet meer in wesen.
1648. 18 Maert. Adriaen Claesz. DE Vi.aem voor sijn incomen betaelt............1— 10 — o.
|
|||||
— 211 —
|
|||||
Niet meer in wesen.
1648. 18 Maert. DtRCK ThONOSZ. voor sijn incomen betaelt...............1 _ 10 - o.
Niet meer in wesen.
1648. 18 Maert. Cathalijntje Wiixems. van der
Holck voor haer incomen betaelt.....I — 10 — o.
Voer haer jaers gheldt.........1—10 — o.
1649—1651. Telkens", voor haer jaersgeldt . . . . I—10 — o.
üoot. 1649. 4 Febereuavy. Aberam Torenvliet voer sijn
incomen betaelt . ..........1— IO — °-
Voer sijn jaersghelt...........1 — '° — °-
1650. Voor sijn jaergelt...........1— i° — °-
1659. betaelt voor A°. 1658 en 1659.......I—10 — o.
1660—1668. Telkens: t' jaergelt betaelt...... — 15 — °*
1673. t'jaergelt betaelt........... —15—0.
1674—1677. Telkens: t' jaergelt betaelt....... —15 — 0.
1678. dit jaer Hooftman geweest.
1679. dit jaer Deken geweest.
1680. Jaergelt betaelt............ —.15 --o.
1649. 26 Meij, Cornei.us Kruijs i) voer sijn inkom-
men betaelt.............I—10 —o.
1649. Voor sijn jaergelt.......... ■ I— '° — °-
Doot.
1649. 14 October. Aderiaen van Ghaesbeeck 2) voer sijn inkommen betaelt.......... 1 — IO — o.
Doot.
1) In den Inventaris Van Henkic Bugge van Bing, Leyden, 1668 lees ik:
Een blompot van Cornelis Crüïs. Hij was dus bloemschilder. 2) Zie Archief V bl. 30.
|
|||||
— 212 —
|
|||||
1649. 8 Feberuwary. Walraef van Icen, voer sijn
inkomen betaelt............I — 10 — o.
1649. Voor sijn jaergelt betaelt.........1—10 — o.
1650. Voor sijn jaergelt...........1 — 10 — o.
Doot maar de Wedu gecontinueert. Siet op
Floortge. 1649. 12 Mey. PlETER DE MoujN voer sijn inkom-
men betaelt.............1 - 10 — o.
1649. JAN DE Molijn voor sijn jaergelt......1—10 — o.
Niet meer in wesen, ofte is deselfde die op folio
145 weder op nieu gestelfc is. 1649. 16 Mey. Willem Peel voer sijn inkomen , . 1 — 10 — o.
Voor syn jaergelt...........1 — 10 — o. 1650—1654. Telkens voor sijn jaergelt......1— 10 — o.
Seght uyt het schilderen gescheijden te zijn
Isser uytgescheijden. Doot. 1650. Adriaen Cornelissen Beeldemaecker het in-
teijckengelt .............I — 10 — o.
voor sijn jaergelt. . ..........I— 10 — O.
1651. Voor sijn jaergelt...........1 — 10 — o.
Uyt de stadt vertrocken.
1605. den 1 November heeft Aderiaen Cornelisse
Beeldemaker wederom zijn gilde voldaen en betaelt...............12—0 — 0. 1666—1668. Telkens: t' jaergelt betaelt...... —15 — 0.
1673—1675. Telkens: t'jaergelt beteelt...... —'5 — °-
1650. Jan Joosten Pluvier sijn inteijckengelt . . . 1— 10 — o.
» Sijn jaergelt . . . ■........ . . .1—10 — o. |
|||||
— 213 —
|
|||||
1651. Voor sijn jaergeldt...........1 — 10 — o.
Uyt de stadt vertrocken
1650. Hëndrick Bramman sijn inteijcken geit . . . 1— 10 — o. Niet meer in wesen.
1650. Carel de Moor sijn inteijcken geit . . . . t— 10 — o. 1650. Sijn jaergelt.............I— 10 — o.
1658. Voor sijn jaer geit........... — 15 — o.
1659 en 1660. Voor t'jaer 1659—60......1—10 — o.
1661 —1667. Telkens: Voor 't jaergelt...... —15—o.
1668—1672. Hierachtej: dese jaren teyken (telkens)
voor betaelt.
16/3 — 1679. Telkens: jaergelt betaelt...... —15 — o.
1680. dit jaer Hooftman geweest.
(Zie hieronder.)
1650. JOHANNES Hanot sijn inteijckengelt.....I—10 — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... —15 — o.
1659—1662. Telkens: voor t'jaergelt ....... — 15 — o.
1663—1664. Hooftman geweest.
1665—1668. Telkens: t'jaergeldt betaelt..... —'5 — °-
1673—1675. Telkens: t'jaergeldt betaelt..... —15 — o.
1676. Hooftman geweest.
1677. Deken geweest.
1678—1680. Telkens: jaergeldt betaelt...... —ij — O.
1650. Jan de Waker sijn inteijckengelt...... 1—10 — o.
1650. Voor sijn jaergelt........... 1— 10 — o.
1651-— 1654. Telkens: voor sijn jaergelt...... 1— to — o.
1658—1662. Telkens: voor sijn jaergelt . ..... —15 — °-
1663—1664. Niet.
|
|||||
— 214 —
|
|||||||
1665. Jaergelt betaelt............ —15 — o.
Is uyt het Gilde gescheijde.
J650. Willem Dalens sijn inteyckengelt . . . . . I— 10 — o. Vertrocken uijt der stadt.
1649. Anthony pe Grebber i) sijn inteijcken geit . . r—10 — o.
Sijn jaergelt.............I — ro — o. 1650. Sijn jaergelt.............I—10 — O.
Vertrocken uyt de stadt.
1651. 3 Meij. Abraham Verhoef voor sijn incomen
betaelt...............1--10 — o.
Uijt de stadt vertrocken.
1651. 23 Sept. Jacobus Claeuw 2) voor sijn incomen
betaelt...............1 — 10 — o.
Voor sijn jaergelt........ . . 1 — 10 — o.
1652—1654. Telkens: Voor sijn jaergelt......1— 10— o.
1658—1665. Telkens: jaergelt betaelt ...... — '5 — o'.
Uyler stadt vertrocken.
1652. Jan Potheuck 3) inteijckengelt......1—10 — o.
|
|||||||
1) Antonis Grebber van Haerlem Jiet ztch 31 Oetpber 1652 als poorter te
Amsterdam inschrijven. (Scheltema, Rembrandt. bl. 71.) 2) Bloemschilder, schoonzoon len als zoodanig 1656 erfgenaam) van Jan
van Goyen. 11 April 1649. Jacques de Claeuw, schilder, jongman van Dord-
recht met Maria van Goyen, jongedr., beijde wonende alhier in s' Gravenhage. (Register van ondertrouw, 's-Gravenhage.)
Reeds 16 July 1649 werd in de „Oloosterkerck" aldaar gedoopt: Een van
Jacques de Claeuw, genaemt Geertruijt, de moeder Maria van Goyen. Zou dus wellicht Houbraken's verhaal omtrent Jan Steen's gedwon- gen huwelijk, dat de doopboeken der R. K. Kerk in de Oude Molstraat te 's Gra- venhage tegenspreken (zie mijne mededeeling in de Ned. Spectator 1882 bl. 183), dezen schoonzoon gelden? 25 Febr. 1651 leent J. de Claeuw f 500.— tegen 5 «/„ om na 6 maanden terug
te betalen; van Goïen was borg. (Prot. Not. v. d. Drift), den Haag. In 1647 hield de Claeuw in den Haag een Vendn van 80 schilderijen, waaronde.i een aantal werken van zijn hand die hoogstens! f 6.— opbrachten. (Oud-Archief van 's Gravenhage.) 3) Zie Archief I bl. 125.
|
|||||||
— 215 —
|
|||||
Kn jaergeldt ............. i — 10 — o.
1658—1667. Telkens: t'jaergelt betaclt ....... — 15—o.
1668. Hooftman.
Jan Potheuck Doot.
1653. 11 October. Joost Maes voor sijn inleyckenen
en jaergelt betaelt...........3 — o — o.
1654. 8 Juny. Voor sijn jaergelt........I — 10 —o.
Doot.
1653. 13 October. Adam Adamsz. voor sijn incomen en jaergelt betaelt...........3 — o — o.
Niet meer in wesen.
1653. 15 October. Roelandt van Vries i) voor sijn incomen en jaergelt betaelt........3 — o — o.
Niet meer in wesen.
1653. 16 October. Jan van Swieïen voor sijn inteijcke- nen betaelt.............i — 10 — o.
1658—1660. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt : . . —15 — o.
Doot.
1653. 16 October. Adriaen de Vois voor sijn inteijcke- nen betaelt..............1 — 10 — o.
1658—1659, Telkens: voor jaergelt betaelt..... — 15 — o.
1663. 31 December, t' jaergelt betaelt en de voorgaende
jaren 1660, 1661 , 1662 in dienst geweest. . . —15—o.
1664. T'jaergelt betaelt . . •........ —15 — o.
Hooftman.
1668. T' jaergelt betaelt........... —15 — 0.
1) Wellicht de Haarlem'sche landschapsclnlder Koelof van Vkies, ten on-
rechte steeds Reïkieb genoemd? (Zie v. d. Willigen bl 38; van den daar mede genoemden Michiel de ivan) Vuies, die geheel in den trant van Koelof v. V. schilderde, zag ik een landschapje bij Jhr. Br. J. P. Six van Hillegom.) |
|||||
— 216 —
|
|||||||
1676—IÓ77- Telkens: Jaer betaelt........ —15 — o.
Adryaen de Voevs gestorven 1680 in July.
1654. 24 Fe(bru)warius. Hendrick Berckman i) voor
zijn inteijckenen betaelt.........1— 10 — o.
ende zijn jaeigelt betaelt.........I — 10 - o.
Niet meer in wesen.
1655. 15 April. Adam Pick 2) voor sijn incomen en
jaeigelt betaelt............3 — o — o.
Uyt de stadt vertrocken.
1655. 24 April. Abraham Bagijn 3) (Begeyn) voor sijn inteijcken en jaergelt betaelt......3 — o — o.
1658—1667. Telkens: voor t'jaergelt....... —15—0.
Uyt der stadt vertrocken.
1658. 17 April. Johannes van der Aeck voor sijn in- teyckengelt betaelt...........6 — o — o.
Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15 —O.
1659—1663. Telkens: voor jaergelt....... —15 — o.
Totten jaere 1672 vergeten te teyckenen.
1672. Jaeigelt betaelt............ -—15— o.
1673 —1674. Dese jaeren ben ick VAN der Aeck Ueeken
en Hoofraan geweest. Dit per memorij.
|
|||||||
1) Omtrent dezen portretschilder, wiens werken men o. a. in 's Rijks Muséum
te Amsterdam en in het Museum Boymans te Rotterdam waarderen kan, geeft Mey'ek's Künstler-Lexikon de volledigste inlichtingen. 2) Zie Archief I bl. 17. In Delft'sche Inventarissen der 17e eeuw ontmoette ik
een enkele keer: een lantschap van Adam Pxck. Of een herbergier van dien naam, die gelijktijdig in Delft'scho Notaricele Acten voorkomt met onzen schilder identisch is, heb ik niet kunnen uitmaken. 3) Begf.ijn komt reeds 1681 in den Haag voor. (Archief IV bl. 116.) Eerst
1683 liet hy zich daar in de Schüderconfrerie opnemen. (Archief V bl. 135.) Ik noteer nog: 13 April 1683. Abiïaham Bega, burgerlijcken eedt gedaen. En op denzelfden dag: Schutter geworden in het Witte Vendel fvan den Haag.) (Regis- ters van burgerschappen en schutterijen.) In 1688 werd Bega Hofschilder te Berlijn en overleed daar 11 Juni 1697.
|
|||||||
— 217 —
|
||||||||
IÖ7S- Jaergelt betaelt............ —15 — o.
1676. Als Hooftman.
1677—1680. Telkens: jaergelt betaelt...... — 15 — o.
1658. 13 Meij. Pieter Dircksz. van Leeuwen heeft
sijn inganckgelt betaelt.........1 — 10 — o.
Voor sijn jaergelt betaelt....... . 1—10 — o.
1659—1660. Telkens: voor jaergelt....... —15 — o.
Uyt de stadt vertrocken.
1658. 13 Mey. JOHANNES PORCELLES (of PORCELUS van Deldei) voor sijn inteyckengelt betaelt B. 1— 10 — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15—o.
'659—1660. Telkens: voor jaergelt betaelt..... —15 — o.
Vertrocken uyt der stadt Mey 1661.
1661. Heeft weder beiaelt. . . :....... — 15 — o.
1662—1666. Telkens: jaergelt betaelt....... —15 — o.
Hooftman.
1674. 16 July. Van JOHANNES Percelles ontvangen voor t'jaergelt van twe verloopen jaeren . . . 1— 10 — o.
1674. Jaergelt betaelt............ —15 — o.
1675. jaergelt betaelt............ —15 — o.
1680. Jaergelt betaelt.............— 15-0
Ij Niet te verwarreu met den beroemden zeescnilder Jan Porcellis, die
vóór 1632 overleed en met de dochter van den Haag'schen schilder Balthabar Flessiers gehuwd was. Dat deze meester vóór 1032 stierf bewijst o. a. de vol- gende verklaring uit de Haag'sche Kegisters der Wees- eu Momboirkamers: Opten 17 Martii 1632 ordonnantie verleent op Joanna Flessiers . Wede. van
Johannes Porcellis, Schilder, te betalen aeu Joris, jongste nazoon van Mr. Balthasar Flessiers, de somme van t>4 £. In andere stukken spreekt deze Weduwe vau hare ..huijsinge en landen ge-
legen in den ambachte van Soeterwoude. (1632 ) Men vergelijke v. d. Branden, de Antwerpsche Schilderschool, Scheffer
en Obreen, Rotterdamsche Historiebladen, v. d. Willigen, les Artistes de Har- lem, en mijne aanteekeningen in het -Beiblatt der Zeitschrift 1'ür bild. Kunst" 1883. |
||||||||
V.
|
||||||||
28
|
||||||||
— 218 —
|
||||||||||
1658. 13 Mey. JoHANNES Borreman voor sijn in-
teijckengelt betaelt...........3 — o — o.
1658. 7 Nov. Sijn jaergelt betaelt.........— 'S — °-
Uyt der stadt vertrocken.
1658. 14 Mey. Dirch van Rijckenburch voor sijn in- teijckengelt betaelt...........1 — 10 — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... —15 — o.
1659—1660. Telkens: Voor sijn jaergelt...... —15 — o,
Doot.
1658. 14 Mey. Barnart Fabritius 1) voor sijn inganck betaelt. P...............3 — o — o.
|
||||||||||
1) Men zie over dezen schilder Havaed, 1'Art et les Artistes Hollandais
IV 58, Biegel, Beitrage zur Niederl. Kunstgesohichte II 284, en myn opstel: Een goed voorbeeld, (Weekblad „de Amsterdammer" 1883 No. 291.) Het volgende document geeft ons tegelijker tyd des meesters handteekening.
Huyden den 22 January 1657 compareerde voor my Notaris etc, de navol-
gende getuigen: D'E. Cornelis Arentsz. van Achthovkn, Regent vant Anne Pesthuys deser stede als verhuerder ter eener, ende Bakent Fabritsius, Schilder, als huerder ter andere zijde, ende bekenden zy' compten. over en weder verhuert ende gehuert te hebben respectieve een huys ende erff staende ende gelegen in de Nieuwe steech binnen dese stadt Leyden, heur huerder wel bekent voor den tyt van drie eerstcomende jaeren. innegaende op Meydach eerste: deses jaers 1657 tot 30 April 1660 om de somme van 160 gulden 's jaers. De Schilder onderteekent:
|
||||||||||
Protocollen Notaris Raven , Leyden.
Ter vergelijking een facsimilé van eeiie handteekening van Caeel Fabritius,
ouder eene Acte te Delft 24 Sept. 1654 verleden: |
||||||||||
n*&>
|
||||||||||
— 219 —
|
|||||
1658. 9 October. Voor sijn jaergelt betaelt .... —15—o.
Uijt der stadt vertrocken. 1658. 14 Mey. Joost Robijn voor sijn inganckgelt
betaelt. B...............1—10 — o.
1659. Voor 1658—1659 betaelt.........I—10 — o.
1660—1668. Telkens: 't jaergelt betaelt...... —15 — o.
1658. 14 Mey. Maertje van de Castele heeft haer
inteijckengelt betaelt..........1 — 10 — o. 1659. Betaelt Ao. 1658 en 1659 voor jaergelt. . . . 1—10—o.
1660—1667. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o. Johannes van Leeuwen, Swager yan de voor-
noemde Maertje van de Castele, is als erfge- naem gecomen in de plaets wegens het bespreek van de voorn: Maertje en heeft 1668. t'Jaergelt betaelt........... — 15 —o.
1658. 15 Mey. JacobJan^z. DE WIT voor sijn inteijcken-
gelt betaelt B.............I — 10 — o. 1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15 —o.
1659—1660. Telkens: Voor jaergelt....... — 15 — o.
Doot.
1658. 15 Mey. Johannes Hackes voor sijn inteijcken-
gelt betaelt............ . 1 — 10 — o. 1659. Betaelt voor 1638 en 1659 voor jaergelt . . . I— 10 — o.
Doodt.
1658. 15 Mey. Adriaen van der Spelt voor sijn in-
teijckengelt betaelt. B..........I — 10 — o. Uyt de stadt vertrocken.
1658. 14 Meij. Dirck de L'Orme voor sijn inteijcken-
gelt betaelt. P.............I — 10 — o. |
|||||
— 220 —
|
|||||
1658. Voor sijn jaergelt betaelt........ — 15 —o.
1Ó59—1667. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
Scheijt uyt het Gilde.
1658. 14 Mey. Franqois Miris voor sijn inteijcken-
gelt betaelt. B............. I—10 — o.
1659. Betaelt voor 1658 en 1659........ 1— 10 — o.
1660—1662. Telkens: voor t'jaergelt....... — 15 —o.
Hooftman.
C.663-.665.) Hooftman 1666 —1667. Voor t'jaergelt betaelt....... r—10 —o.
1671—1680. Telkens voor t'jaergelt betaelt .... —15—o.
1658. 2 Novemb: Jacobus van der Marck i) sijn inteijckengelt betaelt.......... 3 — o — o.
1658. Dito siju jaergelt betaelt ......... —15—o.
1659—1663. Telkens: sijn jaergelt betaelt..... —15 — o.
Doot.
1) Omtrent dezen schilder, die zichzelf steeds van der Merck teekent,
was tot nu toe haast niets bekend. Het Haag'sche Gemeente-Museum bezit drie middelmatige portretten van hem: Prins Matjrits, Prins Frederik Hendrik en Prins Willem II. Zij z\jn gemerkt: J. v. D. Merck 1647; het Leidsche Mu- seum bezit drie portretten van 1657 en een Regentenstuk van zijne hand. Veel beter is een mansportret te Berlijn, gemerkt J. v. d. Merck 1640.
27 Febr. 1631 onderteekent Jacob Fransz. van der Marck, Schilder, eene
Notarieele Acte van J. de Eoon te Delft. Hij woonde toen waarschijnlijk in den Haa», waar hij 1636 reeds als vroeger in het St. Lucas Gilde opgenomen heet. (Zie het Olatboeck vau dat Gilde, Archief V.) Hij was toen reeds gehuwd met Lusbeth jAcoBsDr. van Oortgeene, zooals blijkt uit eene Acte van 23 Juny 1638 voor Not. W. van Assendelft, Delft.) Hij hartrouwde in 1649. 31 Oct. 1649. Jacobus van der Marck, Wedr. van 's Gravendeel,
wonende alnier in 's Gravenhage, met Geertruyt Jacobsdt. van Schaephuysen, jongedr. van Sitter, wonende tot Dordrecht. (Registers van ondertrouw, den Haag.) Uit de stadsrekeningen van den Haag zag ik dat v. d. Merck daar een huis in
de Wagestraat beza , waarop de stad hem onder hypothekair verband geld ge- leend had; hij bezat dit huis zeker van 1641—1660, en betaalde er 1641 ƒ2100.— voir. Hy moet ook eenigen tijd in Dordrecht gewoond hebben, want hh' werd daar 1640 in het St. Lucas Gilde ingeschreven. (Archief I bl. 216). In 1652 betaalde hij 2 £ in deu lOOOen penning, te 's Grevtnhage. (Register
v. d. lOOOen penn.) |
|||||
— 221 —
|
|||||
1658. 4 Novemb: Adriaen van df.r Poel sijn in-
teijckengelt betaelt........... 3 — o — o.
1658. Voor sijn jaergelt betaelt......... —15 — o.
1659—1662. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — 0.
1658. Novemb: Pieter van Nes voor sijn inteycken-
gelt betaelt............. 1 — 10 — o.
1658. Dito voor sijn jaergelt betaelt....... — 15 — 0.
1659. Voor jaergelt............. —15 — o.
Niet meer in weese.
1658., Novemb: Cornelis van Reinsburgh voor sijn
inteijckengelt betaelt.......... 3— o — o.
1658. Dito voor sijn jaergelt betaelt....... —15 — o.
1659, Betaelt voor jaergelt.......... — 15—0.
1661. t'Jaer 1660 betaelt........... — 15 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1673. Het jaergelt betaelt........... — 15 — o.
1658. 30 December. Arijaentje Are.nts voor haer
inteijckengelt betaelt..........1 — 10 - o.
1658. Voor haer jaergelt betaelt ........ —15 — o.
1659 Betaelt voor jaergelt.......... —15 — o.
Vertrocken uyt de stadt.
1658. October. Henderick van der Burgh segt met
eede te willen verclaren dat hy sijn inteijcken- gelt aen onse voorgaende Confrater Stooter za: betaelt heeft. NB: maer en wert in dit boeck niet gevonden waerover het sijn bedenken heeft. 1658. Novemb: heeft hij Henderick van der Burgh
sijn jaergelt betaelt.....'...... — 15 — o.
|
|||||
— 222 —
|
|||||
Uyt der stadt vertrocken met der woon den
eersten Mey 1659.
1663. 31 December. t'Jaergelt ontfangen..... —15 — o. Uyt der stadt vertrocken.
1659. Aedriaen Blaseris de Stoute betaelt tot in- Juilij. koomen...............1 — 10 — o.
1661. Betaelt.
Doot.
1659. Dirck Janse betaelt voor Inkoomen.....1—10 — o.
Ao. 1659. Dirck Janse betaelt voor jaergelt .... —15 — 0
1660. Voor jaergelt...........'. . — 15 — 0.
Segt geen const meer te vercoopen.
Is mede uyt de stadt vertrocken.
1659. Gillis van Noort voor sijn inganckgelt betaelt 1— 10 — o. Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15 -- o.
1660—1661. Telkens: voor jaergelt . ,..... — 15 — o.
Uytgescheede.
A». 1660. Antoony v. Beeck (Verbeeck) voor Inkom ende jaergelt.............2—5 — o.
1661. Voor zijn jaergelt betaelt......... — 15 —O.
Banckroedt.
1659. Tomes Bisijn voor Inteijkengelt......1—10 — o.
1659. Dyto sijn jaergelt betaelt......... —15 — o.
1660*-1668. Telkens: jaergelt betaelt...... —15 — o.
1659. Henderick Cornelisse Heemskerck 1) inteijken-
gelt ................1 — 10—0. 1659. Voor jaergelt............. — 15 —o.
1) Deze „Konstschilder" leefde later in den Haag, Ik hoop meer over hem
te kunnen mededeelen. |
|||||
— 223 —
|
|||||
i66o—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — O.
1660. Aderijaen Klaesse Flaman voor sijn inkoomgelt 1 — 10 — o.
1661. Voor sijn jaergelt betaelt. ........ —15— o.
1662—1668. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . — 15— o.
1673—1675. (Als boven)........... — 15 — O. Uytgescheijde.
1660. Baerent Geltswaerden voor Inkoomgelt . . 1—10 —o.
1661 — 1665. Telkens: betaelt t'jaergelt...... —15 — 0.
Uyt der Stadt vertrocken.
1660. Claes Gërretse VoogHt 1) voor Inkoomgelt . 1— 10 — o.
1661—1668. Telkens : t'jaergelt betaelt...... —15 — °-
1676. t'jaergelt betaelt........... —15 — 0.
Nu de Wedu Vooght.
Ano. 1674. t'jaergelt aen my VAN der Aeck betaelt . — 15 — o.
1675—1677. Telkens: jaergelt betaelt...... —15 — 0.
1678—1680. (Als boven)........... — 7 — 8.
1601. 12 December. Pieter Cornelissen van Egmont
heeft sijn inganggelt betaelt als ingebooren bor- ger, en dit volgens d'ampliatie en apostille op 't requeste van den i8en April 1658 alsoo d' voorn. Egmont voor veele jaeren een Schilder geweest is doch ongemolèsteert gelaten, comt daerover . 1— 10 — o. 1662. 't Jaergelt betaelt............ — 15 — o.
1663. 31 Decemb. t'jaergelt ontfangen...... —15 — o.
Doot.
1660. Gerret Janse van Ginkel voor inkoomgelt. . 1— 10 — o.
1661—1664. Telkens: voor t'jaergelt...... —15—0.
Doot.
1) Zie bl. 210. |
|||||
— 224 —
|
|||||
j66o. Joores Tymonse voor Inkoomgelt . . . . . 1—10 — o.
1661 —1668. Telkens: t' jaergelt betaelt...... —15 — c.
1673—1674. Telkens: als boven........ —15 — o.
1 Augustii. Betaelt vant jaer 1675 den oorkonspenning — 15 —o.
Doot. 1660. Jan Gevaer voor Inkoomgelt....... 1— 10 — o.
1661 —1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15—o.
1673—1680. Telkens als boven......... — 15 — o.
1660. Jan de MoolijN i) voor Inkoomgelt..... 1 — 10 — o.
1661—1665. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . —15 — o.
Doot. 1660. Isaack Blondael voor Inkomgelt..... 1—10 — o.
1661— 1668. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . — 15—0.
1660. Melser Pieterse Kuil voor inkomgelt. . . . 1—10 — o.
1661—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15 — o.
1673—1677. Telkens als boven...... . . . — 15 — o.
1678. Dit jaer Hooftman geweest.
1679—1682. Telkens: jaergelt betaelt...... —15—0.
1660. Tobias Abramsen, geseght Prijnsije voor In-
koomgelt............... 1— 10 — o. ■1661. Voor sijn jaergelt betaelt......... — 15 _ o.
Niet meer in wesen.
Doot. 1660. Vrederick van der Weege voor Inkomgelt . 1—.10 — o.
1661—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15—o.
1673. t'Jaergelt betaelt............ —15—0.
1660. Fkederijck Ambroosius voor Inkoomgelt . . . 1—10 — o.
1661—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — 0.
1) Zie bl. 212.
|
|||||
— 225 —
|
|||||
1673. Frederick Ambrosius t'jaergelt betaelt vantjaer
twelck te voren is schuldigh gebleven, soodat het yaer 1673 nogh resteert........ —15 — 0. 1661. 30 April heeft Nicolaes Smeets, poorter, hem
laten inteyckenen en belooft te betalen volgens d'Ampliatie op d'ordonnantie de somme van 12 gulden, doch heeft versocht t' selve op ter- mijnen te betalen en is om redenen toegestaen en heeft op reeckening gegeven......4 — o — o.
Doot.
1661. 14 Mey heeft Pieter Dircksen van Ouerzee
ingeboren borger, hem laten inteickenen, daer- over betaelt volgens d'ampliatie op d'ordonnantie de somme van............6 — o — o. 1661. Voor sijn jaergelt betaelt......... —15 — 0.
Doot.
1661. 14 Junij heeft Pieter Pietersz. Brandt ingebo-
ren borger, hem laten inteickenen als Constver- coper, doch versocht op termijnen te betaelen en is om redenen toegestaen en belooft te betalen 6 gulden volgens d'ampliatie op d'ordonnantie en heeft op reeckeninge betaelt........2 — o — o. 1661. 19 Aug. heeft Bartholomeus van de Velde,
ingebooren borger, hem laten inteickenen, en daerover betaelt volgens d'ampliatie van de ordonnantie de somme van........6 — o — o. 1661. Voor sijn jaergelt betaelt...........-1$ — o.
1662—1668. Telkens: Voor sijn jaergelt betaelt. . . —15 — o.
V. 29 |
|||||
_ 226 _
|
|||||
IÖ73--IÖ77' Telkens: als boven........ —15 — o.
Doot.
1661. 30 Aug. heeft Jan van Koeren, ingeboren bor- ger, ende soon van Nicot.aes VAN Egeren , mede schilder, hem laten inteickenen, volgens de am- pliatie van d'ordonnantie, en belooft te betalen drie guldens, en heeft op reeckeninge betaelt de somme van.........2 — 8 — o
dus rest nogh . . . . . o — 12 — o
31 Dec, de 12 stuyvers betaelt . . 3— o—0/3— o — o.
1662—1663. Telkens: voor sijn jaergelt betaelt . . . —ij — o.
1674. 17 July van Schout Gaesbeeck ontfangen per
rekening...............i — 10 — o.
1674. Van Jan van Eegerk ontfangen van dit jaer
alleen............... — 15 — o.
1676. Één jaergelt betaelt........... —15 — o.
1682. Hef betaelt voor twe jaer........I — 10 — o.
1661. 22 November heeft Pieter Corneussen van
SliNGELANdt , ingebooren borger, hem laten in- teickenen en daerover betaelt volgens de amplia- tie van de ordonnantie de somme van . . . . 6 — o — o. 1662—1668. Telkens: t'jaergelt ontfangen . , . „ —15 — o.
1673—1680. Telkens: jaergelt betaelt...... __ 15 — o.
1661. 23 Dec. heeft Gisisert Adriaensen van der
Brugge, ingeboren borger, hem laten inteicke- nen, en daerover betaelt volgens d'ampliatie etc. 6— o — o. Uyt der stadt vertrocken. 1662. 30 April heeft Matheus (Maucus) DiricksZ. van
|
|||||
— 227 —
|
|||||
Overzee, jngeboren burger hem laten inteijcke-
nen en heeft betaelt volgens d'Ampliatie enz. . 6 — o — o.
1662—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
1673—1682. Telkens als boven......... —15 — o.
1662. 15 September heeft Johanus Damien hem laeten
inteijckenen als Konstkooper en ingeboren bor- borger ende is toegestaen voor nieuwe jaer 1663 te betaelen op termijnen, waerop betaelt is . . 2— o — o. 7 Nov. op minderingh.........1----o — o.
4 April 1663 pi'. Reste betaelt.......3— o — o.
6 — o — o.
1662—1663, Telkens voor t'jaergelt....... —15 — 0.
Uytgescheijden en handelt niet meer.
1662. Den 5 Aug. heeft Jan Kouvvenhoove als Konst-
verkooper sijn inkomen van het gildt voldaen als ingebooren Borger met.........6 — o — o. 1662—1667. Telkens: voor sijn jaergelt...... —15 — o.
1663. 10 April. Abraham Block, blickslager en Kunst-
vercooper ende oock schilder (sic) op rekening . 6 — o — o.
'663. 31 Dec. het resterende ontfangen......3— 9 — o.
1664—1666. Telkens: t'jaergelt betaelt..... —15 — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1663. 3 Mey.. Gerrit de Milde heeft op sijn inteycken- gelt betaelt.............6 — o — o.
j-j, belooft de resterende 6 gl. op de naeste Vendue
te betalen, waerop dient gelet
ï^öj- 31 Dec. t'jaergelt ontfangen....... —15 — °.
1673—1675. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
|
|||||
— 228 —
|
|||||
1677—1678. Telkens: als boven........ —15 — o.
1680. Als boven.............. —[5 — o.
1663. 6 July. Johannis Dalens, burger en soon van
Mr. Dirck Dalens, schilder, heeft sijn inteijcken- gelt betaelt..............3— o — o. 1663. 31 Dec. niet betaelt. Nota.
1664. Den 16 Junij. Samuei. Barentse sijn incomen-
gelt als Burger............6 — o •— o.
1664. Nogh dat jaergelt betaelt........ —15—o.
1665—1666. t'Jaergelt betaelt......... —15—o.
1674. t'Jaergelt betaelt . . . ,....... —15 — o.
1676—1680. Telkens: als boven........ —15 — o.
1664. Den 13 Nov. heeft Isaac Palingh als ingebooren
burger sijn inteijkengelt betaelt met ses guld. . 6 — o — o.
1665—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — o.
•673- t'Jaergelt betaelt........... —15 — o.
1674. Deeken.
1675. Hooftman.
1676. Deeken.
1677—1678. T'jaergelt betaelt......... —15 — o.
1679. Hooftman.
1680. Deeken.
(1664.) Verhart heeft bij provisie tot voldoeningh van
sijn gild geit vaninkoomen gegeven een schilderij. 1) 1664. 13 Nov. Arent Treurtniet heeft gegeven de
som van 6 gulden op rekeningh van twaelif guld: die hij volgens de ordinantie vant gilde moet geven. 6 — o -- o.
1665. Tot voldoening vant gilde........6— o—-o.
I) Zie bl. 232.
|
|||||
— 229 —
|
|||||
1665—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15—o.
1673 —1675. Telkens als boven........ —15 — o.
Uitgescheide.
1666. Gerrit de Wet als poorter hem laten inteycke- nen en is hem bij d'E. E. Heeren Burgemren toe-
gestaen in 4 termijnen te betalen, alle maenden
een termin.
Den 21 Jan. ontfangen d'eerste termin .... 3— o — o
Den 1 2 April noch ontfangen d' tweede termin . 3 — o — o.
1666. Den 24 December nogh ontfangen het derde en vierde termijn dus te volle betaelt met . . . . 6— o — O.
12 — o — o.
1667—1668. t'jaergelt betaelt......... —15—o.
1664. Den 3 Nov. Harmanus Luydingh als glaseschrij-
ver's soon sijn gildegelt.........3 — o — o.
1665—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15 — o.
Harmanus Luijdingh doot.
1664. Den 13 Nov. Domi(ni)cus van Tol sijn incomen-
gelt als Burger............6 — o — o.
1665—1668. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — I 5 »- o.
Uijt de stadt geweest.
1675—'676. Telkens: jaergelt betaelt...... —15 — o.
Doot.
1665. Den 17 April heeft Monsr. VVijbrant van Oos-
terdijck het Gilde gekoft en betaelt . . . .12— 0—0.
Uyt schilderen gescheden. En verhoeken.
1664--1665. Weeder t'jaergelt betaelt, (samen) . . 1—10 — o. 1666^-1668. Telkens: t'jaergelt betaelt ..... —'5 — °- Uyt de stadt ter woon.
|
|||||
— 230 —
|
|||||
1665. Den 2 Nov. Maertie Jans van der Ben het
Gilde gekoft en betaelt.........12—0 — o.
Uyt der stadt verhoeken.
1665. T>en 23 December heeft Paeké gegheven voor 1/3 van sijn inkomen..........2 — o — o.
Uyt der stadt vertrocken.
1667. Den 3 Nov. heeft hem Jacobus Swankert als
Konstverkooper en Gildebroeders soon laeten inschrijven en daervoor betaelt.......3 — o — o. 1668. t'Jaergelt betaelt............ —15—0.
1673, 1674. t'Jaergelt betaelt......... —15 — o.
1680. Sijn jaer betaelt............ — 15 — o.
1668. 2 Aug. heeft Michiel Davidts op sijn incomen-
gelt gegeven ende heeft belooft alle volgende
drie maenden 1 — 10 —o te betalen tot de volle
voldoeninge toe, heeft nu gegeven op reecke-
ninge van 't voorsz............1— 10— o.
16 Nov. noch ontfangen op reecken: . . . . 1—10 — o.
1678—1679. Telkens: t'Jaergelt betaelt...... —15 — 0.
168a Jaergelt betaelt............ —7 — 8.
(Op folio 192 blijkt dat M. Davidts van 1673—
1680 zijn jaargeld betaalde; zie bl. 233.)
1671. 9 Nov. Daniei. de Bont sijn inkomgelt betaelt met een som van...........3 —• 3 — o.
also hy Borgers soon is.
Woont in Engelant. I)
Ij Zie over dozen Schilder „de Nederl. Kunstbode" 1880, bl. 388. Twee (van
zijn minste) stukken gem. D. Bondt in hot Leidyche Gemeente-Museum. Hoofd- werk te Einden. |
|||||
— 231 —
|
|||||
1671. Alexhander Witser heeft op reeekeningh be-
taelt een som van...........3— 3 — o. van ingaen geit hetwelck is 12 gulden, rest
8- 1.7 _. A". 1674. Op dese voorschr. ƒ 8 _ 1 7.— ontfangen op
rekeningh 2— 10 — o...........2 — 10 — o.
Op ditselfde jaer sijn jaergelt betaelt..... —15 — o.
1675. Nogh voor drie jaeren ontfangen......2— 5 — o.
1676. 7 Augustus, Alexhander Wisser voor ons ge-
kooinen en belooft binnen aght dagen een erelijk man te stellen en wij een, om ons in plaes van geit een schildery te geven volgens taxasij van die 2 luijde tot volkomen betaling van 7— 2 — o die hij rest. 1678. Heeft Alxanijér Wiïser gegeven tot kortingh
van ingangh geit en oorcontspenningh een silvere ducaton...............3 — 3 — o. 1679 en 1680. Telkens: t'jaergelt betaelt..... —15 — o.
1671. 9 Nov. Maton heeft sijn inganghgelt betaelt met 6— 0—0.
also hij een burgerskint is. '673. t' Jaergelt betaelt........... — 15 — o.
1674. Gedient voor Hooftman.
1675. idem.
1676—1678. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —15 — 0.
Uyt de stadt vertrocken.
1671. Matijs Neveu heeft sijn ingang geit betaelt . . 6— o — o. 1673, 1674, 1675, 1676. Telkens: jaergelt betaelt . . —15 — o 1677. Hooftman geweest.
1677. Vertrocken. |
|||||
— 232 —
|
|||||
(1671.) ii Nov. Isack Arijse Korsendonck l>etaelt
op reeckeningh 6 gulden en belooft te Meij 1672 de rest te betaelen. 26 October dese bovenstaende resterende 6 gul-
den betaelt..............12— o — o. 1674. Isack Korsendonck sijn jaergelt betaelt . . . —15—0.
1675—1680. Telkens: t' jaergelt betaelt...... —15 — o.
1673. DlRCK van der Hart belooft ons met een stuckije
te betaelen. I) 1673. Gerrit De Wet betaelt2) ........ —'S — °-
1674. Sijn jaergelt betaelt........... —15— o.
Is doot.
1673. Jan de Lourier. Rest.
1674. Jan Sijmensz, Laurier t'Jaergelt betaelt . . . —15—o.
1673. K-Uï over de Oomanskolf (Byvack) betaelt op
het inganggelt eene gulde, rest nogh . . . . II— o — o.
1674. Voor sijn voorgaende oorcontspenn: . . . . —15—0.
1675. l677> ID79i '680. t'jaergelt betaelt..... —15 — 0.
1673. Ahram Brooswinckel (later en juister Ros-
winckei.) als borgers soon sijn ingang geit be- taelt................6 — o — o. 1673—1680. Telkens: t'jaergelt betaelt...... — 15 — o.
1673 Edewaert Colier. 3)
1674. Ontfangen van 2 yaer voor sijn oorcontspenningh t — 10 — o.
11 Zie bl. '228. 2) Zie bl. 229.
3) Ik zag in de Depots van het Berlijn'sche Museum een zonderling schil-
derij, een oud schilder in zijn atelier; (S. Lucas geloof ik moet het voorstel- len). Zeer fijn maar kleingeestig gedaan en met treurige perspectief-zonden Het is in de détails overigens niet zoo slecht. Gemerkt: E. Collies. Invloed van Dou in de minutieuse behandeling onmiskenbaar. Zie over Colieb: v. d. Wil- ligen bl. 113 en vooral Van Eijniien en Van der Willigen I 234. |
|||||
— 233 —
|
|||||
Oock int omgaen sijn jaergelt betaelt . . . . —15 — o.
1675. Ontfangen de resterende 6 gulden tot voldoe-
ningh van sijn inkomgelt met het jaergelt . . . 6 — 15 — o. 1676—1680. Telkens: t'jaergelt betaelt..... —15 — o.
1673. Mighiel Davits jaergelt betaelt...... —15 — 0.
1674—75. Telkens: jaergelt betaelt....... —15 — o.
1676. Als boven.............. — 8 — o.
1678—1679. Als boven........... —15—o.
1680. Als boven.............. —15-O.
1673. SlMON Blaserus jaergelt betaelt . . . . . . —15 — o.
1674—1680. t'Jaergelt betaelt......... —15 — o.
1673. FloortiE heeft jaergelt betaelt...... — 15 — 0.
1674. t'Jaergelt betaelt........... —15 — o.
1673. Pieter Jansz. VAN der Waert jaergelt betaelt. —15-0.
1678—80. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —1 5 _ o. 1674. 3 Febr. Migiel Vogelaer voor sijn ingangelt
betaelt als burger........... 5 _ o — o.
Met onse confraters soo verackordeert.
1674—1680. Telkens: t'jaergelt betaelt...... —1 5 _ o.
1685 Doot.
1674. Andries Gossaer voor sijn inkomgelt betaelt . 3— o__o. Rest 3 — o — o.
1674. Jaergelt betaelt............ —15 __o.
1675. 2I Febr. Ontfangen 2 — 17—o tot voldoeningh
van dese bovenstaende somma....... 2 — 17 — o.
1675—1680. Telkens: l'jaergelt betaelt. . . . . . —15 __o.
1674. Pouwei.is BlORGlA is sijn ingang geit gans
schuldig.
1674. Maar heeft sijn jaergelt betaelt......; — 15 — o.
V. 30
|
|||||
— 234 —
|
|||||
1678 26 Juny bij De Vos den Oude ontf. inganggelt
op rekeningh.............3 — 3 — 0.
1674. Fransiskus Gijskrecht is sijn inganggelt geheel
schuldig. 1674- Maar heeft syn jaergelt betaelt....... — 15 — o.
1674. Jan Sybrantsz. voor volle betaling van sijn
inganggelt betaelt...........3 — 3 — °-
1675—1680. Telkens: l' jaergelt betaelt.......— 15—0.
1674. Jan dk Vrindt is sijn volle inganggelt schuldig.
1674. Maer heeft sijn jaergelt betaelt....... —15—°-
1675. IO Julij. Ontfangen van Johannks de Vrient lek
Isack Palingh 6 guld. als inboorlingh . . . . 6 — o — o.
1675—1680. Telkens'. T' jaergelt betaelt..... —15 — o. 1675. Johannes VAN Tielt op rekeningh van sijn in-
ganckgelt.............. 3 — 3 — o.
1676. Betaelt tot minderingh..........3— 3—o.
1676. Jaergelt betaelt........... . — 15 — o.
1675. Justus Brouwer heeft sijn ingankgelt ten vollen
betaelt als inboorlingh..........6—0 — o.
1675. Jaergelt betaelt........... . —15 — o.
Dcot.
1675 S. Mortel op rekeningh gegeven voor inganck-
gelt 2 — 10 — o, rest nog 3 — 10 — o. . . . 2 — 10 — o.
1676. Ontfangen tot betaling van inganggelt . . . . 3 — 10 — o.
1676 en 1680. Tot jaergelt betaelt......... —15 —o.
1675. 27 Febr. JAN de Keuningh heeft gegeven op
rekeningh..............3 — o — o.
Voor inganckgelt rest nog 3 guld.
1675. t'Jaergelt ontvangen.......... —15—°- |
|||||
— 235 —
|
|||||
1675- Nogh ontfangen tot minderingh vant bovenstaende I— 7 — o.
1676. 10 Aug. Betaeit het resterende van sijn ingang-
geit................t — 10 — o. 1676—78 en 1680. Telkens: Jaergelt betaeit. . . . —15—o.
1675. Abram van Vliet heeft betaeit voor inganggelt
bij Paling ontfangen..........3 — o — o.
1675. 6 Maert. Harmanus van Delde heeft sijn in-
ganckgelt betaeit als inboorlingh......6 — o — o.
1675—1677. Telkens: t' jaergelt betaeit...... —15 — o.
1675. Jacob de Vries heeft gegeven drie gulden voor
inganckgelt, rest nogh 3 Guld:......3 — o — o.
1675. 6 Maert ontfangen........... _ 15 — o.
1676. Pieter Pietersz. heeft tot inganggelt betaeit . 3 — o — o.
Maer door dient geen burger is rest nogh ƒ 3 _ O — O.
1676. Betaeit sijn jaergelt........... —15—0.
1677. Den 12 Sept. heeft noch gegeven...... 3— o — o.
1677— 1680. Telkens: t' jaergelt betaeit...... —15—0.
1676. Heeft Davit de Bijl door dien 't een burgers
soon was tot sijn ingang geit volkoome betalt . 6 — 0—0.
Doot. 1676. Jacobus Marcusz Leopoldus tot inkomgelt be-
taeit door dient een Mi', schilders soon en bur- gers kint was.............3 — o — o. 1676—1682. Telkens: t' jaergelt betaeit...... —15 — o.
1677. Niclaes Everhardij sijn inkomgelt betaeit als
vrij Konstverkooper...........3—2 — o.
1677—1682. Telkens: jaergelt betaeit...... —15 — O.
|
|||||
— 236 —
|
||||||
I&77- JAN CüVENES l), poorter, tot inganggelt betaelt 3— 0—0.
1677. Jaergelt betaelt............ — 15 — o.
1678. Jaergelt betaelt............ — 15 — o.
Denselve dito noch op rekening gegeven . . . 3—0 — o.
1680. Sijn jaergelt betaelt.......... . — 15 — o.
1680. Nogh voor ingank bet. 3 gulden......3— o — o.
Rest nog 3 gulden.
1678. 20 Aug. heeft Balten Bolten, glaseschrijver tot
ingangh geit.............4—14 — o.
1679—'680. Jaergelt betaelt.......... —15—o.
1681—16S2. idem. (niet ingevuld.)
1679. I2 Maert. Jacob van dek Vlucht voor sijn in-
comen betaelt.............6—0 — o.
12 Aug. Jaergelt betaelt......... —15 — o.
(1680.) 28 Juny sijn jaergelt betaelt....... —15 — o,
1679. (12 Mey — weer doorgehaald) Arnout van DE
Velde sijn inkomen betaelt als meesters soon . 3— o — o.
1679. 21 Maert. Jaergelt betaelt........ —15 — o.
1680. Betaelt............... —15 — o.
(de laatste betaling weer doorgehaald.)
1679. '5 Ju''j- Jacob van der Burgh voor sijn inco-
men betaelt........... • . 6 — 6 — 6.
Rest noch 5 — 14 — o.
1680. 28 Junij. Sijn restant betaelt........5 — 14 — o.
28 Juny. Sijn jaer betaelt........ —15 — o.
(Zie hieronder bl. 238.)
|
||||||
zeldzamen meester bij do H.H. C. Bisschop en V. De Stueks te 's Gravenhage.
|
||||||
— 237 —
|
|||||
1679. 24 July heeft Phlip de Oest sijn ingang int
Gilde betaelt de som..........6 - - o — o.
1679 en 1680. t'Jaergelt betaelt........ —15—o.
1680. 12 Sept. Harmanus de Vogel inganckgelt be-
taelt als inboorlingh, voldaen met.....5 — o — o. 1680. Cornelis Steen voor sijn incomen betaelt door
dat hij een meesters zoon is de somme van . .3 — o — o.
Sijn jaer betaelt............ — 15 — o.
Ook nog: 1684. 19 Juny Tede (Thadeus) Stern
voor sijn incomen betaelt.........3 — o — o.
(Hij was de oudste zoon van Jan Steen.)
1680. Warnoui.dt Tierhout ingankgelt betaelt als
Borger . . ..............6— o — o.
1680. Abraham Bi.ankert ingans geldt betaelt als in-
boorlingh ..............6 —.0—0. 1681 en 1682. Jaergelt betaelt (oningevuld.)
1681. 18 July ontfangen 3 gulden bij my Johan de Vos
tot ingangh geit van Matthijs Dubois woonende op de lange gracht en hij supt. heeft belooft bin- nen 14 dagen ofte 3 weeken ten langsten nog 3 gl. te geven tot afecktiewelijcke betalyngh, alsoo hy supt. een burger is. 20 Nov. heeft de voorn. Dubois nogh 3 gulden ge-
brocht tot volkomen betalingh van St. Lucas Gild.
1681. 28 Nov. heeft Pr. Silverschoon zijn inganghgelt betaelt en sall de naervolgende jaren zijn oor-
contspenn: betalen na behooren.
1681. Nogh heeft Jan Jansen van Diest betaelt twee oorcontspenningen op 29 November 1681 en heeft
|
|||||
— 238 —
|
||||||
geseijt dat hij supplt. ses gulden aen ons voor-
seijde Gilde betaelt en moet nogh ses gulde geven alsoo hij geen Burger is. 8 Dec. nogh 2 gulden gegeven tot cortingh. 1682. 3 Jan. nogh een gulden gegeven, rest nogh drie
gulden te betalen en heeft belooft met den eer- ten te geven. 1681. 1 Dec: Aelbert Jansen Verdeijn, de zoon van
Jan Pietersen Verdeijn heeft betaelt voor in- ganghgelt alsoo hy suplt. een burgers soon is . 3 — o — o. 1683. 23 Mey. Auram Verbruggen voor syn ingang-
geit betaelt............. . 12— o — o. 1683. 28 Meij. ITkndrick de Vos voor sij ingan geit
betaelt...............6 — o — o.
1683 15 Juny. Jacobus van der Burgh voor sijn
incomen betaalt 1)........... — — 1684 19 Juny. Aen verscheijde posten ontfangen van
inganckgclt,.............12 — O — o. 1683. Den 21 Junij. Wili.um Mieris inganghgelt als
Meesters soon betaelt de som.......3 — O — o.
1683 21 Juny. Abraham Lepoldus sijn incomen be-
taelt als meesters soon de som van.....3 — o — o. 1683. 21'Junij. Carel de Moor de jonge sijn inganck-
gelt als meesters soon betaelt.......3— o — o.
'683. 3 July. Benjemijn B1.1J voor sijn incomen . . 6— o — o.
Heeft op reeckening gegeven 3 — o — o, rest noch 3 — o — o. |
||||||
1) Zie bl. 236.
|
||||||
— 239 —
|
|||||
Dese bovenstaende reeckening ten vollen betaelt
en voor dat jaer sijn oorcontspenningh 1685.
1683. 8 Julij. Jihannes Tangena sijn ingangh betaclt 6— o — o. 1683. 22 Aug. Jan Bourchet voor sijn incomen betaelt 6 — 0 — 0. Doot. 1683. 12 Nov. Frans Evertsz Knol voor sijn inco-
men betaalt de som van......... — — 1684. 19 Juny. Restant van ƒ 12.— betaelt.....12— o — o.
1685. Baerent Heijster heeft sijn ingaengelt betaelt . 6— o — o.
1685. 30 Juny. Jacobus van der Si.uijs sijn inkomen- gelt betaelt..............6 — o — o.
Rest jaergelt 1685.
1685. 19 Meij. Karel van der Linde sijn inkomen
betaelt...............6 — o — o.
Nogh rest over gedane onkosten van bekeurin(g)en
geackordeert soo dat noch rest 3 — 9 — o en be- loofd op piensteren te betaelen. 1685 8 Febr. Job Jobse heeft sijn inkomen betaelt . 6— o — o. 1686. 15 Meij. Cornelis Emmerseel sijn incomen be-
taalt de som.............3—0 — o. 1686. 15 Meij. Geruit Maerschalck sijn incomen be-
taelt ................3 — o — o. 1686. 14 Juny. Hendrick van der Linden sijn inganck-
gelt betaelt..............12 — o — o.
1686. 15 Mey. Lodewijck van Vrense sijn incomen
betaelt...............3-— o — o.
1686. 8 Juny. Johannes Dey sijn incomen betaelt . . 6— 0—0.
1701. Johan Deij heeft geweijgert de Oorcontspenning
te betaele, soo is geresolveert met Deeken en |
|||||
— 240 —
|
|||||
Hooftluyde hem niet meer als lit vant Schilders
gilt te erkennen. 1686. 12 Juny. Coenraet Mooyweer sijn incomen be-
taelt ................6 — o — o. 1686. 14 Juny. Johannes VAN Delde sijn incomen be-
taelt als Mr. soon...........3—0 — 0. 1686. 14 Juny. Johannes Mieris sijn incomen betaelt
als Meesters Soon...........3 — o — o.
1680. 14 Juny. Jan Helmus sijn incomen betaelt als
constvercooper............6 — 0 — 0.
1686. Den 14 Juny. Jacob Torenvliet sijn incomen
betaelt als meesters soon de somme van . . . 3— o — o.
1689. 20 Dec. Elias van Nimweege in S'. Lukasgild
gekoome. 1689. Mighgiel VAN Winden ingetekent en voldaen.
J691. 28 April heeft Mattijs van der Meer Konst-
koper en poorter deser stede op de handt be- taalt ................6 — o — o. met belofte dat soo haast als hij Vendu sal heb-
ben gehoude dat hij alsdan de resterende 6 gul- den en 3 gulden voor 't houde van de Vendu soude voldoen. 1691. 1 Mey heeft Harmen de Kruik, borgers soon
sijn inkoome betaalt..........6 — 0—0.
1691. 15 Aug. Poulus Francke van Kurpeishoeck sijn
inkoomen als borgers soon betaelt . . . . . 6 — o — o.
1691. 16 Oct. IsERAEL Meijer voor inkoome betaelt . 4 —10 —o.
1695. 19 Dec. N. Cramer is gekoome int Gilt als Mees
ter Schilder.............6 — o — O.
|
|||||
— 241 —
|
|||||
IÖ97- Lambilo als Beelthouwder zijn Inkoomen betaalt. 6— o — o.
1698. 6 Julij. De jonge Rochel heeft sijn Inkoomen betaelt...............(oningevuld.)
1698. 31 Dec. Bartholomeus Piecart heeft sijn in-
kome betaalt.............6 — o — o.
1701. 6 Julij. Nicolaas Cuyl junior heeft sijn Inkoo-
men betaalt inet............3 — 3 — o. 1702. 16N0V. Markus Leopoldus sijn inkoomen betaalt 3— o — o.
Zonder jaartal — ongeveer schrift van c&. 1 700: N. van Swijnen, Meester Plaatsnijder ende Const-
kooper van Prenten. (Zie verder onder.)
1705. Den 4 Juny heeft Hermanes van Groen, Mees-
ter beelthouwer twee jongens laate inschrijven voor 4 jaar beginden 1705 en eindegende 1709 te weete Hermanes Leene en Pieter Carulle betaalt...............2 — o — o.
en sall gehouden sijn hare naa dage te voldoen
tot voldoening van haar Meester de tijt van vier jaar. 1706. 7 Juny heeft Melchior Burgers aan laate teike-
nen Abraham van Dijck voor 2 jaar, heeft betaalt. En sal gehouden sijn de naa dage somme I — o — o.
1708. 31 Maart 170:1. Jan Krulle heeft sijn inkome
betaalt met . . . . ,.........6 — 6 — o.
(1709.)Jan Kruil, meester beelthouwder, heeft aange-
nomen de soon van Nicolaas van der Glas, om te onderwijse en leere de beelthouwderij \ oor de tijdt van vier agtereenvolgende jaare begin- nende Anno 1709 den 10 Augustii. V. 3' |
|||||
— 242 —
|
|||||
Hier houden de inteekenaars op. Op folio 201 beginnen dan
de rekeningen: Bovenaan: Laus Deo in I.eyden. 1649. 20 Januarij doet Pieter Smits, Mathematicus, afgaende Dee-
ken, rekening aan den »tegenwoordigen" Deeken Monr. David Bailly en de Hooftmans Monsr. Coknelis Stouter en Monsr. Abraham de Pape. Ontvangen is........ƒ123 — o — o.
Uitgegeven.........» 59 — o — o.
Rest in Cassa........ƒ 64 — o — o.
die Smits aan Bailly ter hand stelt. Onderteekend: David
Bailly, Corneus Stooter, Abraham de Pape. 1650. 4 January. Doet David Bailly, afgaande Deeken rekening
aan deo nieuwen Deeken Cornelis Stooter en de Hooftmans Abraham de Pape en Jan de Vos. Met het saldo ontvangen......./ 146 — 10 — o.
Uitgegeven.........* 29 — 12 — o.
Rest in Cassa........ƒ116—18— o.
die Bailly aan Stooter ter hand stelt. Onderteekend: Cor-
nelis Stooter, Abraham de Pape, Jan de Vos. 1651. 6 January doet Corneus Stooter, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken Abraham de Pape , en de Hooftmans Jan de Vos en Pieter Smits,'Mathematicus. Met het saldo ontvangen.......ƒ 182 — 18 — o.
Uitgegeven.........» 60 — 4
Rest in Cassa........ƒ122 — 14 — o.
Onderteekend: Abraham de Pape, Jan de Vos, Pieter Smits,
Mathematicus. |
|||||
— 243 —
|
|||||
1652. 5 Januarij doet Abraham de Pape, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken Jan de Vos en de Hooftmans Mr. Pieter Smits, Mathematicus, en Mr. Carel van der Pluim. Met het saldo ontvangen.......ƒ 140— 14 — o. Uitgegeven.........» 18— o—o.
Rest in Cassa........ƒ 122 — 14—0.
Onderteekend: Jan de Vos, Pieter Smits, Mathematicus,
Karel van der Pluijm. 1653. 13 Januarij doet Jan de Vos, afgaende Deeken, rekening aan
aan den. nieuwen Deeken, Pieter Smits, Malhematicus, Mr. Carel van der Pluijm en Mr. Cornelis Stooter , Hooftmans. Met saldo ontvangen........f 145-— o — o.
Uitgegeven.........» 22 — 10 ■—o.
Rest in Cassa........ƒ 122 — 10 — o.
Onderteekend: Pieter Smits, Mathematicus, Karel van der
Pluijm, Cornelis Stooter. i654- 3 January doet Pieter Smits, Mathematicus, afgaande Dee- ken, rekening aan den nieuwen Deeken, Carel van der Pluijm en de Hooftmans Cornelis Stooter en Abraham de Pape. Met het saldo ontvangen.......f 140— 7__o.
Uitgegeven- ........»i8— 2—o.
Rest in Cassa........f 1 22 — 5__o.
Onderteekend: Carel van der Pluijm, Cornelis Stooter,
Abraham de Pape. i655- 5 January doet Karel van der Pluijm, afgaande Deeken, rekening aan den nieuwen Deeken, Cornelis Stooter en de Hooftmans Abraham de Pape en Jan de Vos. |
|||||
- 244 —
|
|||||
Met het saldo ontvangen.......f 126 — 15 — o.
Uitgegeven.........» 3 — 8 — o.
Rest in Cassa......../' ] 23 — 7 — o.
Ondeiteekend: Corneus Stooter, Abraham de Pape, Jan
de Vos. 1656. tS January doet Abraham de Pape, nieuwe Deeken de reke-
ning voor den ondertusschen overleden Corneus Stooter, aan de Hooftmans Jan de Vos en Pieter Smits , Mathematicus. Met het saldo ontvangen.......ƒ 171 — 7 — o. Uitgegeven.........» 22 — 3 ■— o.
Rest in Cassa....... . /" 149 — 4 — o.
Onderteekend: Abraham de Pape, Jan de Vos, Pieter Smits,
Mathematicus. 1657. 22 January doet Abraham de Pape, afgaande Deeken reke-
ning aan den nieuwen Deeken Jan de Vos en de Hooftmans Pieter Smits, Mathematicus en Abraham van den Tempel. Het saldo ontvangen.........f 149 — 4 — o.
Voorts geenjaargelden ingezameld,
daar men hoopte een Ampliatie op
de. oude ordinantie van 1648 te krijgen, waaraan de Magistraat ech- ter nog geen gevolg had gegeven. Uitgegeven.........» 30 — 17 — o.
Rest in Cassa......../' 1 [ 8 — 7 — o.
Onderteekend: Jan de Vos, Pieter Smits, Mathematicus,
Abraham van den Tempel. |
|||||
— 245 —
|
|||||
1658. 2 January doet Jan DE Vos, afgaende Deeken rekening aan
den nieuwen Deeken Pieter Smits, Mathematicus, en de Hooftmans Abraham van den Tempel en Cornelis van Swieten. Saldo..............f 118 — 7 _ o.
Geen jaargelden ingezameld daar
men nog altijd op de Ampliatie van de oude ordonnantie van 1648 wacht. Uitgegeven.........» 35 — 10 — o.
Rest in Cassa........f 82 — 17 — o.
Onderteekend: Pieter Smits, Mathematicus, Abraham van
den Tempel, Cornelis van Zwieten. 1659. 22 Januanj doet Piet'-.r Smits, afgaande Deeken rekening aan
den nieuwen Deeken, Abraham van den Tempel en de Hooft- mans Cornelis van Swieten en Abraham de Pape. Saldo..............f 82 — 1 7 — o.
Weder aan inteeken-en jaargelden ontvangen » 64 — 10 — o.
Comt somma.....ƒ 147— 7 — °-
Uitgegeven.........» 57 — o — o.
Rest in Cassa........ƒ 90 — 7 — 0.
Onderteekend: Abraham van den Tempel, Cornelis van
Zwieten, Abraham de Pape. 1660. 18 Maert doet Abraham van den Tempel, afgaande Deeken,
rekening aan den nieuwen Deeken Cornelis van Swieten en de Hooftmans Abraham de Pape en Ariaen de Vois. |
|||||
— 246 —
|
|||||
Met het saldo ontvangen.......f 124 — 17 — o.
Uitgegeven.........» 38 — 18 — o.
Rest in Cassa........f 85 — 19 — o .
Onderteekend: Cornei.is van Zwieten, Abram de Pape,
A. D. Vois. 1661. 11 Mey doet Cornei.is van Zwieten, afgaande Deeken,
rekening aan den nieuwen Deeken Abram de Pape en de Hooftmans Adrijaen de Vooys, Pieter Smits, Mathematicus, Markes Leopoldis, Jan de Vos ,en Robbert Trotter. Met het saldo ontvangen . . ./. . . . f 157— 4— o. Uitgegeven . . . ./. . . . . » 61 — 7 — o.
Rest in Cassa........f 95 — 17 — o.
Onderteekend: Abram de Pape, A. D. Vois, Pieter Smits,
Mathematicus, Johannes de Vos de Jonge, Robert Trotter. 1662. 28 February doet Abram de Pape, afgaande Deeken rekening
aan den nieuwen Deeken Adriaen de Voeis en de Hooftmans Pieter Smits, Mathematicus, en Joan de Vos, en »int regaert »van die met d' groote Quast verue leggen Deecken Robbert «Trotter en Hooftman Mr. Aernoldus van AnthoNissen. Met het saldo ontvangen.......f 173 — 5__0- Uitgegeven.........» 53 — 12 — o.
Rest in Cassa........ƒ119__13__o.
Onderteekend: A D. Vois, Pieter Smits , Mathematicus, Jan
de Vos, Robbert Trotter, A. V. Anthonissen. 1663. 2 Maert doet Adriaen de Vois, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken, Pieter Smits, Mathematicus, en Hooftmans Johannes Hanot en Frans van Mieris ; int regart |
|||||
— 247 —
|
|||||
van de schilders met de groote quast Deeken Aernoldus
Antonisse en Jan de Vos den ouden. Met het saldo ontfangen.......f 183 — 19 — o.
Uitgegeven.........» 86 — 9 — o.
Rest in Cassa . . . . ." . , . /' 97—10 — o.
Onderteekend: Pieter Smits, Mathematicus, Joh». Hannot, F. van Mieris, A. v. Anthonissen, Johannes de Vos d' oude. 1664. 9 January doet Pieter Smits, Mathematicus, afgaande Dee-
ken, rekening aan den nieuwen Deeken Johannes Hannot en de Hooftmans Francois Miris, Abraham de Pape, Jan de Vos en Marcus Leopoldus , (de beide laatsten zeker weer schilders mette groote quast.) Met het saldo ontvangen......./' 163 — 9 — o.
Uitgegeven.........* 88 — 19 — o.
Rest in Cassa........f 74 — 10 — o.
Onderteekend: Johannes Hannot, F. van Mieris, Abram
de Pape, Johannes de Vos de oude Markus Leopoldus. 1665. 5 January doet Johannes Hannot, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken Francoys van Mieris, en de Hooftmans Abram de Pape en Adriaen de Voys. Voor de cladtschilders Marcus Leopoldus en Jan de Vos de jonge. Met het saldo ontvangen.......ƒ 161 — I 5 — o. Uitgegeven.........» 82 —14—0.
Rest in Cassa........f 79 — I — o.
Onderteekend: F. van Mieris, Abram de Pape, A. D. Vois,
Marcus Leopoldus, Johannes de Vos de Joughe. 1666. 2 Maert doet F'rans van Miris, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken Abraham de Pape en de Hooftmans |
|||||
— 248 —
|
|||||
Aderiaen de Vois en Pieter Smits, Mathematicus. Voorde
kladschilders Jan de Vos de Jonge en Robbert Trotter. Met het saldo ontvangen.......f 173— 6—0.
Uitgegeven.........» 83 — 3 — o.
Rest in Cassa........f 90 — 3 — o.
Onderteekend: Abram de Pape, Pieter Smits, Mathematious,
Johannes de Vos de Jonghe, Robbert Trotter. 1667. 12 January doet Adriaen de Vois »in plaets van Sal: ged:
Abraham de Pape, Deeken sijnde ende van deese soomer 16Ó6 gestorven op den 15 September" rekening aan de Hooft- mans Pieter Smits, Mathematicus en Jan Jacobsz. van der Stoffe; voor de kladschilders Jan de Vos de jonge afgaande en Robbert Trotter en Perceli.is van Delde blijvende. Met het saldo ontvangen.......f 144 — 8 —'O Uitgegeven.........» 61 — 16 — O.
Rest in Cassa........ƒ 82 — 12 — o.
Onderteekend: Pieter Smits, Mathematicus, Jan Jacobsz. van
der Stoffe, Johannes de Vos de Jonghe, Robbert Trotter , Joannes Persellis, A. D. Vois. 1668. 24 April doet Adriaen de Vois, afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deeken Pieter Smits, Mathematicus en de Hooftmans Jan Jacobsz. van der Stoffe en Johan Potheuck; voor de kladschilders Johannes Persellis en Jan de Vos den Ouden. Met het saldo ontvangen......./' 128 — 7 — o.
Uitgegeven.........» 79 — 3— ' °'
Rest in Cassa........ƒ 49 — 3-6.
Onderteekend: Pieter Smits, Mathematicus, Jan PoTheucq,
Johannes de Vos de Oude, Joannis Percellis. |
|||||
— 249 —
|
|||||
1669. ig Januaiy doet Pieter Smits, Mathematicus, afgaande Dee-
ken, rekening aan den nieuwen Deeken Jan Jacobsz. VAN der StoffE en de Hooftmans Jan Potheucq en Johan nes Hanot; voorts de kladschilders Johannes de Vos den Oude en Marcus Leopoi.dus. Met het saldo ontvangen.......ƒ 88—18—6.
Uitgegeven.........» 64 — 18 — 6.
Rest in Cassa ........ f 24 — o — o
Onderteekend: Jan Jacobsz. van der Stoffe, Jan Potheucq,
Joh: Hanot, Joannis Percelus, Johannes de Vos de Oude, Markus Leopoldus. In margine:
NB. dat hier neffens de reek: is overgelevert de kist met
hetgeene daerin geslooten is ende daerneffens een Landlschap met een pereboome lijst van Dalens en een stuckje sonder lijst van Verhardt. Ende het silvere blaysoen van 't voorsz. (lilde is in handen en bewaringe van onse knecht Pieter Wijneel, die hetselve tot alle tijden bij bevelen van Deecken ende Hooftmans wederom moet behandigen aen Deecken en Hooftmans. Dit p>'. memorie. Dese 2 stucken sijn op de Vendu der 27 Mey 1669 verkoft
met gemeene toestaen van Deeken en Hooftmannen ende daer is suyver van bescouit (oningevuld). NB. Hier schijnt een blad te ontbreken5 de wijze van afre-
kening verandert eenigsints. 1671. Den 9 November doet Johannis de Vos van Vossenburg, Deeken, rekening. V. 32 |
|||||
— 250 —
|
|||||
Met het saldo ontvangen.......f 46 — 14 — o.
Uitgegeven.........» 15 — o — o.
Rest in Cassa........ƒ 25 — 4 — o.
Onderteekend: Johannis de Vos van Vossenburg, Abraham
Torenvliet, Jan Steen, D. Hoogschilt, Pieter Janse van Dijck. 1672. Is bij Deecken ende Hooftluijden van St. Luycas Gilde inge-
samelt over oorkonspenningen van de voorn, jare een somme
van dertigh gulden, hier de voorsz. . . . f 30 — o — o.
Waertegens sij hebben uytgegeven . » 15 — o — o.
Rest............f 15 — o — o.
(die zij onder elkander, verteerd hebben,)
Sulcx dat in Cassa maer is gebleven de somme van ƒ25 — 4 - - o
die bij de voorgacnde Deeckens ende Hooftluijden in Cassa sijn gelaten. Aldus gedaen ende geslooten, de kas met de voorn: penn: overgelevert opten 5 Januarij 1673. Onderteekend: Abraham Torenvliet, Jan Steen, Pieter Janse van Dijck, D. Hooghschilt, Joannes van der Aeck, Harman Loedingh. 1673. Ontfangen de oorkontspeningen waeiuyt betaelt /'15—o — o,
het resterende in verscheijde byeenkomsten verteert en blijft in Kasa de 25 —4 — o. Den 4 Janwary 1674. Ter presensij van Jan Steen, Joannes van der Aeck, Pie- ter Janse van Dijck, Dirck Leoi>oldus, Boode, Bartho- lomeus Mathon, Isaack Pai.ingh. Nu gaat het weer geregeld voort.
|
|||||
— 251 —
|
|||||
1675. I2 Januarij doet Johannes van der Aeck, afgaande Deeken,
rekening aan den nieuwen Deeken Isaack Palingh en de Hooftman Bartholomeus Mathon; voor de Kladschilders: Dirck Leopoldus, Boode en David Hooghschilt. Met het saldo ontvangen.......f 86 — 14 — 0.
Uitgegeven.........» 66 — 10 — o.
Rest in Cassa........ƒ 20 — 4 — o.
Onderteekend: Isaak Palingh , B. Mathon , Dirck Leopol-
dus, D. Hooghschilt, 1675. In margine: Oock behandight aen S. Isaack Palingh de
schilderijen van Notaris Warmont aengaende een questy met Gerrit van der Meer , die onder mij berustende sijn geweest en de partijen sijn van de E. E. Heeren aen ons gerenvoyt. 1676. 8 January doet Isaacq Palingh , afgaande Deeken, rekening
aan den nieuwen Deken Dirck Leopoldus en de verdere Hooftmans, David Hooghschilt en Johannus van der Aeck en Johannus Hanot. Het resultaat is thans dat slechts bij Kasse blijft »het silvre blaeysoen met een tinne intpot en een groote tinne fles met een varcke en 2 boucke en verscheijde pampiere." Aldus gedaan 8 January 1676. Onderteekend: Isaacq Palingh, Deken, Dirck Leopoldus, JOANNES VAN DER AECK, D. HOOGHSCHILT 1676.
1677 il Junij doet Dirck Leopoldus, afgaande Deeken rekening
aan den nieuwen Deeken Johannes Hanot en de Hooftmans Mathys Naveu, Jan de Vos en Pieter Jansz. van Diick. Ontvangen............ƒ 68 — 4 _ o.
Uitgegeven.........» 61 — 2 — 8.
Rest in Cassa........ ƒ 7 _ 1 — 8.
|
|||||
— 252 —
|
|||||
Onderteekend: Dirck Leopoi.dus, D. Hooghsghilt , Johan
Hannot, Johannes de Vos, Pif.ter Janse van Dijck. 1678. 10 January doet Johannes Hannoï afgaande Deeken rekening
aan den nieuwen Deeken Johannes de Vos en de llooftlui- den Mathijs Naiveu, Abraham Torenvliet en Melchior Kuyl. Ontvang.............ƒ 42-17-0.
Uitgegeven..... ...» 22 — 12 — o.
Rest in Cassa........f 20 — 5 — o.
Onderteekend: Johan Hannot, Melsert Kuyl, Johannes de
de Vos van Vossenburgh, Abraham Torenvliet, Pieter Janse van Dijck, Mathys Naiveu. 1679. In January doet Johannes de Vos van Vossenburgh, af-
gaande Deeken rekening »aen sijne medehoofftluiden" Abra- ham Torenvliet, Mathijs Naiveu «apsent, woont uijt de »stadt" en Melchior Cuyl. De rekening is zeer verward; het slot is dat in kas blijft ƒ 23 — II — 12. Een blad verder vinden wij bijna woordelijk het voorgaande
herhaald. Alleen staat er bij Mathijs Naiveu : w o o n t t o t A m- sterdam, was apsent. En: de bovenstaande ƒ23 — 11 — 12 hebben wij ondergeschreven Deken en Hooftmannen in minne en vrientschap verteert op den 27 Juny 1679. Onderteekend: Johannes de Vos van Vossenburgh, Abraham Toorenvliet, D. Hooghschilt, 1679. Jan de Vos de Jonghe, ISAAK PALINGH.
1680. Een zeer verwarde rekening 1); het resultaat is — niets ovei
in de kas. 1) De bedragen van ontvangsten en uitgaven vind ik voortaan niet genoteerd.
|
|||||
— 253 —
|
|||||
Onderteekend: Deken: Abraham Toorenvliet, Hooftlieden:
Isaak Pai.ingh, D. Hooghschilt, Jan de Vos de Jonghe. Daaronder: 1680. Deeken Isaak Palingh, Carei. de Moor. 1681. 10 April doet Isaak Palingti, afgaande Deeken rekening
aan »de afgegaende Hooftman en de aengekomen Hooftman Karel d' Moor en Kornelis Steen. Weder niets over in kas. Onderteekend: Isaak Palingh, Carel de Moor, Cornelis Steen. 1682. Doet Johannes de Vos van Vossenburgh zeer kort zijn reke-
ning — niets over in kas. Door hem onderteekend met Cornelis Steen en Carel de
Moor. 1683. Doet Cornelis Steen even kort zijn rekening. Niets over
in kas. Onderteekend: Cornelis Steen, Carel de Moor, Johan
Hannot. 1684. Doet Carel de Moor kort zijn rekening- Niets over in kas.
Onderteekend: Carel de Moor, Cornelis Steen, P. Si.in- geland. 1685. 30 Januari doet Cornelis Steen rekening. Niets over in kas.
Onderteekend: Cornelis Steen, D. Hooghschilt, 1685. 1687.1) Doet Carel de Moor rekening. Niets over in kas.
Onderteekend: Carel de Moor, Abraham Toorenvliet,
Melsert Kuyl, Johannes Daij. 1688. 14 January doet Abraham Torenvliet, afgaande Deeken zijn
rekening aan de afgaande Hooftmans en aan de aangekomen Deeken en Hoofmans. Saldo steeds maar alleen het zilveren blaisoen, tinnen kan, intpot en 2 schilderijen op de Kamer. 1) 1686 ontbreekt. |
|||||
— 254 —
|
|||||
Onderteekend: Abraham Toorenvliet, Johannes Day, Carel
de Moor, Cornelis Steen. 1690. Doet Carel de Moor, afgaande Deeken »vant Schilders en
Beelthouders Gilde" rekening aan den nieuwen Deeken Melchior Cuijl en de afgaande en aankomende Hooftluiden. Niets in kas. In Leijde de 27de Desemb: 1690. Onderteekend: Carel de Moor de Jonge, Melsert Cuyi.,
Jacob Leopoldus , Jan van Nymegen, P. Slingei.and, Johan Day, HENDr. van Dijk. 1691. Doet Melsert Kuyi. als afgaande Deeken zijn rekening. Niets
in kas gebleven. Onderteekend: Melsert Kuyi., P. Slingeland, Johan Day,
HENDr. van Dyk , Abraham Toorenvliet , Jacob Leopoi.dus , Jan van Nymegen, A. v. Roest. 1692. (Staat NB. in deel II!) Abraham Toornvliet doet rekening
voor den overleden Deken Mester Pieter van Si.ingelant. Onderteekend: Abraham Toorenvliet, Jacob Leopoldus, Jan van Nymegen, Melsert Kuyi., Cornelis Steen, Hf.ndi'. van Dijk, Beeltsnijder, Jan Mortel. 1693. 1 Januari doen de afgaande Hooftlieden rekening voor den
overleden Deeken Toorenvliet. Niets in de kas over. Onderteekend: Cornelis Steen, Hend'. van Dijk, Jan Mor- tel , Carel de Moor , J. Day , Jacob Leopoldus , Melchior Buergers. 1694. Doet Jan Steen's zoon Cornelis alzoo zijn rekening: 1694 heb-
ben mijn rekenyn gedaen ende knecht Frans Feys betaelt ende Rest in veschyie byeencomste verteert soodatter niet over en schyet als schylt, ciest, (het zilveren blaisoen en de gildekist) en verder toebehooeren. |
|||||
— 255 —
|
|||||
Afgaende Deken Cornelis Steen, Hooftlieden: Carel de
Moor, Jacob Leopoldus, Melgior Burgers.
De aangekoomenen: Johan Day, J. v. Nymegen, Hend'. van
Dijk, Adriaen Brand, Jacobus van der Sluis, Jan
Perselles.
1695. 5 Aug. doet Johannes Day, afgaande Deeken, rekening aan
den nieuwen Deeken Jan van Nimwegen. Er blijft niets over in kas. Onderteekend: J. Day, Jan van Nymegen, H. van Dijck,
Jacobus van der Sluis, Jan Perselles, J. Toornvliet. 1696. 5 January doet Jan van Nymegen, afgaande Deeken »van
»S'. Lucas Gilde bestaende in fijne als kamer en huysschilders, »teyckenaers en beelthouweren" rekening aan den nieuwen Deeken Henrick van Dijk Mr. beelthouwer en de Hooftmans ondergeschreven. Niets over in de kas. Onderteekend: Hend>'. van Dijk, Jacobus van der Sluis,
Jan Perselles, J. Toornvliet, Car. de Moor, Cornelis Steen. 1697. 21 Maert doet Hendrick van Dijck afgaande Deeken rekening
aan den nieuwen Deeken en Hoofdluiden. Niets over in kas. Afgaande Hooftmans Jacobus van der Si.uijs, Jan Perselles, J. Toornvliet, Hend'. van Dijk, Johan Day, W. van Mieris, Hendrick Veereem. 1698. 6 July doet Carel de Moor rekening »aan de Confraters
vant Schilders ent Beelthouwder Gilt". Niets over in kas. Onderteekend: Carel de Moor, Johan Day, Willem van Mieris, Hendrick Veereem, H. van der Aa, Hermanus van Groen. |
|||||
— 256 —
|
|||||||||||
IÖ99- !8 Febr. doet Carel de Moor, afgaande Deeken, rekening
als voren. Niets nalatende in de kas. Onderteekend: W. van Mieris, Deecken, Hermanus van
Groen, Matewis Dircksz van Overzee, Jacob Leopoldus, Jacobus van der Sluvs, Jacobus van der Burg, Petrus Cramer. 1700. Doet Willem van Mieris, afgaande Deeken, zijn rekening
als voren. Niets over in kas. Onderteekend: Jacob Leopoldus, J. Toornvlieï, Hermanus
van Groen. 1701. 28 Febr. doet Jacobus Leopoldus afgaande Deeken rekening
als boven. Niets over in kas. Onderteekend: Carel de Moor, als Deeken, J. Toornvlieï,
Hofman, Pet*. Cramer, Hoofdman, A. v. Roest, J. van Nymegen. 1702. 25 January doet Carel de Moor, afgaande Deeken, rekening
als boven. Er «resteert niets." Onderteekend: Jacobus van der Sluijs, J. Toornvliet,
Jacob Leopoldus, Johannes van Breemen, Hermanus van Groen. |
|||||||||||
Anno 1702 den isten Janneuary.
Dit is de Bende van S. Luickas |
|||||||||||
Carel de Moor.
Willem van Mieris. Johannis Mortel. Johannis Day. Johannis van Ninvvegen. |
|||||||||||
Jacobus van der Sluijs, Deeken.
Jacobus Toorenvliet, Hooftm. Jacobus Leopoldus, Hooftm. Johannes van Breemen, Hooftm. Hermanus van Groen, Hooftm. |
|||||||||||
— 257 —
|
||||||||||
Ferdyn, Weduwe.
De Weduwe Bolten.
De Weduwe JAN VAN Diest.
Arij Seman.
David de Bijl.
Hier volgen de Beelthouwers.
Hendrick van Dijck. Melchior Burgers. Hendrick Verheem. Johannis Dirck Groot. Ary van Dyck. Philips Vermy, Beeltgieter. Jan Helmus, prendt-kooper. Everd van Swijne, plaatsnijer. Jacobus Roswinckel, toletschilder. Jan Domus, toletschilder. Dan volgt een lijst witwerkers,
zeilmakers en uitdragers.
Pieter de Boocker en Jacobus Praam, lackwerckers. Noch: 1702.
Markus Leopoldus. Pieter Klemend. Dit sijn nieu inkoomelingen.) |
||||||||||
Jacobus van der Burgt.
johannis percellus. Maïtheeus van Overzee. Abraham Blanckert. Coenraat Mooyweer. Lacourt, Conterfeyter. Matthijs de Boois. Bartholemeus Picard T. meest. (Teekenmr. ?) Pieter de Voogel. G. van der Burg. Anthony de Glimmer. Willem van d. Wallen. Arent Ferdijn. . Samuel Janse. Pieter Broeckhuyse. Frans Lambeloo. Dirck van Langevelt. Pieter van Waalswijck. Isack van Graefschap. Job Soben. Vincent Bloneel. IlENDRICK VAN DER LlNDEN.
Christeian Meyer.
isack kaessendonck. |
||||||||||
V.
|
||||||||||
33
|
||||||||||
— 258 —
|
|||||
'7°3- 4 January doet Jacobus van der Sluys, afgaande deeken
rekening. Niets over in kas. Onderteekend: J. Toornvliet, Carel de Moor, Hendrick.
Veerem i), Everï van Swijnen, Coenraet Mooyweer, Antony Glimmer. 1704. 15 Febr. J. Toornvukt, afgaande Deeken, doet reekening.
Niets over in de Kas. Onderteekend: Carolus de Moor, Hekmanus van Groen,
Jan van Nymkgen, Johannes van Breemen. 1705. Mey doet Carel de Moor, afgaande Deeken, rekening. Niets
over in Kas. Onderteekend: Johannis van Breemen, Jacoisus van der
Sluijs, Hermanus van Groen, Evert van Swijnen, Coen- raet Mooyweer. 1706. 1 Jan. Deke en Hooftluiden van Lucas gilde.
Jacobus van der Sluijs, Deeken. Markus Leopoldus, 1 Hooftmannen van de groote quast
Jacobus Toorenvliet, j en schilder. H. van der Aa, als plaatsnijder.
Melgior Burgers, beelthouwer. 170Ö. 28 Maart heeft PlETER van der Aa betaalt het schilders gilde voor het verkoopen van papier konst de somma............3 — ° — ó.
2 April heeft de knegt vant schildersgilde bij de
Heer Scheepe Kruiskerke van de nagelaate schil- deryen te besigtege ontfange somma. . . . . 3—0 — 0. 15 April het geit opgeaalt uit het sterfhuis de Heer Mr. Sprong...........3 — o — o.
1) Hij tcekent Veehem of Veeheem, op de lijst wordt Li ij Veeheem genoemd.
|
|||||
— 259 —
|
||||||
1706. 7 Junv- Deeke en Hooftlude wij sijn omgeweest
en hebbe ontfange de somma.......43 — 13 — 0.
de kneght Frans voor sijn dienst......16—0— o.
1706. 2 July. Van der Meersche betaelt voor het
verkoope van prentekonst de somma . . . . 3 _ o — o.
1706. 16 Dec. heeft Pieter de Voogel sijn achterstal-
lige orkonspennege betaalt en gelijck twee jaar gelvck gemaakt, somma .........1 — 10 o. 1706. den 9 July. Naa dat Tielman de Voogel twee
jaar bij mijn de teiken koonst onderweesen sijnde soo heeft mijn sijn Vader Pieter de Voogel Meester Schilder met de groote quast sijn soon Tieleman de Voogel laate inschryve voor de tyd van twee jaar en heeft betaalt soomma . . I — 0 — 0. Heel achter in dit boek staat op twee bladzijden nog een en
ander door elkander genoteerd. Wat de kladschilders aangaat sla ik over. Maar ééne aanteekening, tot nu toe steeds over het hoofd ge- zien, is belangrijk. 1669. Den 24 Mey voor een desijpel van Mon- synjer (sic) Dou voor inscriven betaelt,
te wetten:
Bartolemf.es Maton..........1 — o _ o.
en Mathijs Naiver (Naiveu) meede . . . . 1 — o — o.
als meede Gerrit Maes, -3 desipels van
Dou................1 — o — o.
|
||||||
(Wordt vervolgd.)
|
||||||
— 260 —
|
||||||
JAGOB VENNEKOOL EN ANDEREN.
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. Ch M. Dozy te Amsterdam.)
EEDS meermalen is aangedrongen op openbaarheid van
een gedeelte althans der notarieele archieven. Maar hier is ten volle de raad van toepassing: «frappez fort, frappez juste mais surtout frappez souvent." Immers, oppositie tegen het verleenen van inzage in protokollen en akten van voor twee eeuwen zal wel niet te duchten zijn; alleen de wet der traag- heid moet hier overwonnen worden en dit is eene kwestie van volharding bij allen die deelnemen aan en belangstellen in historisch onderzoek. Men wijze niet op het terrein dat ten deze nog braak ligt, waaraan dus eerst de hand zou moeten geslagen worden. Zeer zeker ligt nog talrijk materiaal gereed en bleven vele bronnen onzer geschiedenis totdusver ongebruikt. Maar de notarieele akten vormen geen op zich zelf staand archief dat als bijzaak zou kunnen be- schouwd worden; de gelukkige die zich daarmede mag bezighouden betreedt . daardoor geen afgezonderd gedeelte der historie. Geen archief is meer dan het notarieele geschikt ons het maatschappelijk leven van vroeger dagen in zijn vollen omvang te doen kennen. Bij openstelling daarvan zou stellig op tal van personen en verhoudingen van weleer een nieuw licht worden geworpen. Het belang van dat archief kan dan ook niet licht overschat worden. |
||||||
— 261 —
|
|||||
Wie heeft niet, vooral in grootere steden gezucht bij het door-
worstelen van kerk- en puiboeken, poorterregisters en dergelijken. Men wenscht de levensgeschiedenis van dezen of genen grooten man te leeren kennen, en heeft daartoe veelal geen andere bron dan de genoemden die niets geven dan drooge jaartallen, welke slechts enkele malen door samenvoeging welsprekend worden. Het nuttige van het resultaat wordt dan ook vaak afgemeten naar de moeite die het verkrijgen daarvan gekost heeft. Er heevscht vreugde in den lande, zoo men aangetoond heeft dat een Rembrandt, een Vondel vier in plaats van drie kinderen verwekt heeft, ook al is het opge- spoorde wicht niet tot wasdom gekomen. Een andermaal wordt het als een vermeldenswaardig feit beschouwd dat de betrokken persoon tusschen twee verhuizingen in nog een derde woonplaats gehad heeft. Zulke bijzonderheden zijn soms niet geheel van gewicht ontbloot maat zij hebben meestal meer moeite en lijd gekost dan zij waard zijn en worden daarom licht overschat. Met den besten wil der wereld kan men daaruit geen historie
vormen, hoogstens het geraamte der historie: chronologie en genealogie. Dit is juist het belang van de openstelling der notarieele archieven, dat zij ons niet enkele verspreide data doen kennen, maar dat zij een ruimen blik doen slaan midden in het bezielde maatschappelijke en individueele leven van het voorgeslacht. De gegevens, uit kerkregisters en dgl. stuk voor stuk op te
zoeken, leveren zij ons vaak met kwistige hand in één enkele acte, zij geven ons echter niet alleen hetzelfde sneller, maar veel meer omdat in alle mogelijke omstandigheden des levens de notaris de man was die de tallooze relaties, die in hun naast en door elkander bestaan de maatschappij vormen, moest aanknoopen of ontbinden. Huwelijksche voorwaarden, testamenten, contracten van allerlei
|
|||||
— 262 —
|
|||||
aard, stellen ons in staat den held van ons onderzoek bij schier
iedere gewichttge handeling van zijn leven te vergezellen en gade te slaan. Wat de rechterlijke archieven, wat die der Weeskamers, dei- Desolate Boedelkamers, der Wisselbanken, wat de transportregisters, die van collaterale successie en and. in enkele omstandigheden en stuksgewijze geven, kunnen de oorkonden, wier openbaarheid hier voorgestaan wordt, in veel ruimere mate mededeelen. Iloevelen kwamen nooit met rechtbanken in aanraking, lieten geen minder- jarige kinderen na, failleerden niet en hadden toch meer dan eens den notaris van noode. Ligt zou men denken dat alleen vermogensomstandigheden dooi-
de notariëele acten toegelicht en bekend zouden worden. Het tegen- deel moge uit de hierna volgende stukken blijken, waarvan het eerste in copie, het tweede alleen in extract onder mij berust. Beiden zijn getuigenissen omtrent de familieomstandigheden door vrienden van hen die zulk een attest noodig hadden. Wij leeren evenwel niet alleen die omstandigheden kennen maar ook de redenen die altestan- ten capabel maakten daaromtrent te getuigen. Aan de acte betreffende Roemer Visscher's kinderen heb ik niet
veel toe te voegen; zij werd gemaakt naar aanleiding van het ver- koopen door zijne erfgenamen van een dubbel graf in de Oude Kerk Noordzijde Zesde Laag n°. 76 en 77, De acte betreffende MiCHAEl. VAN Berthems is ontegenzeggelijk
belangrijker. Den hoofdpersoon heb ik nergens elders vermeld ge- vonden, ook niet in B ERTOI.ottt's Artisti Belgi ed Olan- desi a Rome Fir. 1880. De eerstgenoemde getuige Jan Kuyper is blijkens de acte zelve geboren omtrent 1618, en wel te Antwerpen; immers het poorterregister wijst in dato 26 Juli 1646 die stad als zijn plaats van afkomst aan; de bijvoeging: beelthouwer was bij zulk een |
|||||
— 263 —
|
|||||
algemeen voorkómenden naam zeker niet overbodig. Gaan wij nu
naar 's mans geboorteplaats terug dan vinden wij hem in het betrok- ken gildeboek voor het jaar 1633/34 bij Ambrosius Gast als leerling- beeltsnijder ingeschreven. Van zijne lotgevallen te Amsterdam zou ik niet veel met zekerheid te vertellen hebben, zoo mijn aandacht niet gevallen was op eene transporteacte van 2 Mei 1661 (Regist. v. Kwytscheld. JJ 84), waarbij aan Jan Cuyper, beeltsnijder voor de som van / 3500 verkocht werd een erf, met het getimmerte er achter staende, gelegen aan de Zuidzijde der Egelantierstraat. Wij moeten nu het glibberig pad der conjectuur betreden. Den 13 Juli 1657 was in de Nieuwe Kerk begraven een kind van Jan Cuyper, wonende in de Egelantierstraat. Het daarbij vermeldde beroep van den vader nl. van »duerwaerder" is wel in staat ons huiverig te maken voor bet vervolgen van den ingeslagen weg. Gaan wij echter onbevreesd voort dan kiezen wij uit de vier acten van overlijden van Jan Kuyper die voor ons liggen die van 22 Maart 1681 uit de Nieuwe Kerk. Toen werd aldaar begraven Jan Cuyper, deurvvaerder van de Nieuwe Kerck, man van Jannetje Hoeke in de Blaeuwe.nstraat. En hier landen wij weer op veiligen bodem door de opmerking dat de kunstenaar in de hieronder vermeldde acte genoemd in 1670 woonde aan de Nieuwe Kerk, dus in of in den omtrek der Blaeuwenstraat. Wellicht zou ons zekerheid verschaffen zijn testament den II™ Maart 1681 voor den notaris Jacob van Loosdrecht gepasseerd. Dit is evenwel in het notarisarchief verborgen en wij moeten ons dus vergenoegen met de vermelding in de registers der Weeskamer dat dit collegie geseclu- deerd was en dat over het eenige nagelaten minderjarige kind ge- naamd Jan tot voogden waren aangesteld Blasf'S van Nievelt en Jeuriaen Hoekingh. Mogelijk heeft de wees zijn vader niet lang overleefd en is hij
|
|||||
— 264 —
|
|||||
den 20e November 1688 in de Westerkerk begraven, daarheen ge-
bracht uit zijne woning op den Voorburgwal. Reeds had ik dit neergeschreven en mij met hypothesen vergenoegd,
■ toen ter elfder ure de volgende acte uit de Kerkregisters mijne gissing bevestigde. Den 16 Juli 1644 nl. begaven zich in ondertrouw Johan- nes Cuyper van Antwerpen, beeltsnijder in de Bloemdwarsstraat, out 24 Jaer, geassisteerd met Mathys Cuyper zijn vader en Jamnetje Pietees Hoeck van der Goes op de N. Z. Achterburgwall, out 20 Jaer. Hieruit blijkt tevens dat wij in de hieronder mede te deelcn acte niet met een ander dan den beeldsnijder te doen hebben. Overigens konden bruid en bruidegom niet anders dan door eenige krabbels schriftelijk hunne instemming met de huwelijksacte betuigen. Gaf het ambt van hondenslager ons geen grooten dunk van 's mans kunst- vaardigheid in zijn vak, het feit dat hij niet eens schrijven kon doet z. t. z. de 'deur toe. Uitsluitend aan de vriendschap van zijne huis- vrouw met Petronella d'Oir heeft hij het dan ook te danken dat hij twee eeuwen na zijn dood nog gememoreerd wordt. Nemen wij voor goed afscheid van hem en wenden wij ons tot den tweeden getuige Jacob Vennekool, wiens gezelschap wel geschikt was grooter verwachtingen omtrent zijn kunstbroeder op te wekken. Ongelukkig is hier juist de oogst schraler uitgevallen, terwijl de behoefte zooveel grooter was; de acte zelf geeft daarentegen meer. Laat mij vooreerst constateeren dat hij omtrent 1632 geboren is. Den 17e Juli 1655 werden alhier op de acte van Willem Hoorn, Clercq ter Secretarie tot Amersfoort ten ondertrouw aangeteekend Jacob Vennekool, schilder, wonende op de lucyenbrugh en Elisabetii MarCHAND, weduwe van wijlen Jacob Schade, wonende te Amersfoort. Uit die stad werd mij bericht dat de acte aldaar niet te vinden was. Mocht hij na zijn huwelijk in het Oude Heeren Logement zijn intrek hebben |
|||||
— 265 —
|
|||||
genomen, dan is dit stellig niet van langen duur geweest, daar reeds
omtrent 1659, blijkens de Verpondingsregisters, Albert ten Brink i) als kastelein door Jeuriaen Baeck vervangen werd. Den 6 October 1673 werd in de Nieuwe Kerk begraven JACOB
Vennekool van de nieuwe prinsengracht over de turffmarkt met ach- terlating van zes minderjarige kinderen. Zoo dit de kunstenaar ge- weest is, schijnt hij nog al eens verhuisd te zijn; althans werd 8 No- vember 1661 in gemelde Kerk een kind van hem of een naamgenoot begraven, komende van de Keizersgraft en 5 October 1671 een, ko- mende van de Amstelkerckstraat. Blijkens de betrokken acte woonde hij 1670 op den Achterburgwal en tijdens zijn huwelijk in 1655 op de lucyenbrugh, dus waaschijnlijk terzelfder plaatse. Zijn sterfjaar is dus niet met zekerheid op 1673 te plaatsen. In 1688 was hij stellig reeds overleden. Den l6en Maart van dat jaar werd poorter alhier Steven Vennekool architekt, soon van Jacob Vennekool in sijn leven mede architekt en poorter alhier. De familie Vennekool had in de 17e eeuw verscheide vertegen-
woordigers hier ter stede , voornamelijk in het Chirurgynsgild. Of zij evenwel van Amsterdamschen oorsprong was zou ik niet durven ver- zekeren, daar de naam. reeds in de 16e eeuw te Delft en Rotterdam voorkomt. Mogelijk een zoon van den kunstenaar, die ons hier bezig heeft gehouden was Jacob Vennekool, die in 1707 als lid van het S*. Lukas gilde te Alkmaar werd aangenomen en aldaar 27 Januari 17II overleed Op huyden den 17. July 1670 Compareerden voor my Pelgrom
Block, openb. notaris te Amsterdam resideerende in presentie van li Hij komt voor op de afbeelding der burgercompagnie van Kapitein Jan
Huydekopeb door Govert Flink , Trippenhuis no. 134. V. , 34
|
|||||
— 266 —
|
|||||
nabest. getuigen d' eersame Jan Kuyper, out omtr. 52 jaren, wo-
nende a/d nieuwe kerk ende Mr. Jacob Vennekooi. Konstschilder en Boumeester, out 38 jaren, woonende op de Achterburgwal hier ter stede en hebben getuygen verclaerd en geattesteerd ten ver- soucke van Michiei. van Berthemb Beelthouwer jegenwoordig wo- nende (doorgehaald: zijnde) te Roomen in Italië en de Eerbare Süsanna Berthems, jongedochter wonende hier ter stede, kinderen van E. Michiel Berthems Za., in syn leven Capiteyn in dienst van de Coning van Engeland onder de vloot van Prins Rübert ende Petronella d'oir tesamen geweest echtelieden, hoe waer is dat sy wel zyn kennende de requiranten ende wel weten dat deselve zyn kin- deren van goeden huyze en dat hun voorsz. ouders syn geweest eer- lyke en deugdzame lieden van goeden loff ende reputatie, ook niet anders als sulx te hebben gehoord van desselfs geslacht en maech- schap sonder dat sy getuyghen oyt of van haer leven hebben verstaen dat yemant van het geslacht ofte vrienden van de requiranten soude syn gedefameert ofte geschonden ofte in handen van Justitie geweest, veel minder datter yemant uyt het maechschap van de requiranten alhier te Amsterdam soude wesen geschavotteert ofte gegeselt. Gevende zy getuygen voor redenen van hunne wetenschap eerstelyck de voorsz. eerste getuyge dat syn huisvrou was een seer groote en speciale ken- nisse van der requiranten moeder en deselve uyt dien hoofde dikwyls ende menigmael ten huyse van hem getuyge is geweest en syn huijs vrouw uyt.... vriendschap heeft versocht gehad en alsoo aan deselve goede- kennisse onderhouden ende de tweede getuyghe dat hy heeft thuys gelegen in 't oude Heere Logement hier ter stede alwaer doen ten tyde der requirante moeder mede was wonende als gouvernante ende 't opsicht hebbende daer ten huyse over de kinderen van den Casteleyn Albert ten Brinck ende verder dat hy d' eerste requi- |
|||||
— 267 —
|
||||||
rant tot syn discipel aengenomen ende hem alle syne kunst en din-
gen heeft vertrouwt ende sy getuygen beyde dat sy zyn burgers en poorters deser stede, dewelcke altyd hier hebben gewoont, soodat indien yets aan de vrienden off van 't geslacht van de requiranten publicquelyck was geschied, sy 't selve wel souden hebben gehoort en vernomen en alsoo 't gunt voorssegt staat waer ende waerachtig is presenteeren sy getuyghen dese hare verclaringe met eede te bevestigen, f". 180. Volgen de handteekeningen. Den 14611 Augustus 1673 Compareerde voor notaris Van Padt-
huysen, Johan Blaauw , wonende te Amsterdam, oud 75 jaren, en heeft op verzoek van de erfgenamen en nakomelingen van wijlen Roemer Pieters Visscher, in zijn leven koopman alhier, geattesteeit dat hij den voornoemden Roemer Pieters Visscher zeer wel gekend heeft en ook goede kennis heeft van dat dezelve Roemer Pieters Visscher alleenlijk nagelaten heeft vier kinderen Geertruyd , Tes- selschade, Anna en Pieter Roemers Virscher, gevende voor re- denen van wetenschap dat hij heer deposant groote familiariteit en omgang met Roemer Pieters Visscher in deszelfs leven en voorna- melijk met zijne kinderen heeft gehad. |
||||||
Den 14e»! Augustus 1673 compareerde voor notaris Van Padt-
huijzen, Maria Voskuijl oud 49 jaren, huisvrouw van Michiel Bruijnen wonende alhier en verklaarde dat zy zeer wel gekend heeft Geertruijt, Tesselschade, Anna en Pieter Roemers, alle vier kinderen'van Roemer Pieters, van welken zy weet dat Pieter on- getrouwd is overleden, dat Tesselschade getrouwd is geweest maar geene kinderen heeft nagelaten, dat Anna éen zoon heeft nagelaten, Romano van Wesel en dat Geertruyt twee kinderen heeft nage- |
||||||
— 268 —
|
||||||||||
laten ui. Willem van Buyl en Elisabeth van Buyl, welke Wil-
lem van Buyl vier kinderen heeft nagelaten nl, Petronella, Adiuaan, Catharina en Geertruyt, die gehuwd is met Salomon Echtenius en volstrekt geene andere descendenten. |
||||||||||
Den lón Augustus 1673 verklaarden Gysbert van Campen , oud
omtrent 45 jaren en Jannetje Gerrits, oud 52 jaren, hetzelfde als Johan Blaauw (v. s.), de eerste op grond van goeden omgang met de vier kinderen en de laatste omdat zy familiaar aan huis kwam by Willem van Buyl. |
||||||||||
KUNSTENAARS
VOORKOMENDE IN HET ALBUM STUDIOSORUM DER
ACADEMIE TE LEIDEN. |
||||||||||
(Medegedeeld door den Heer Dr. W. N. Du RlEU, Bibliothecaris dei-
Universiteit aldaar.) NDER de studenten, of liever onder hen die aan de Leid-
sche Academie oudtijds waren ingeschreven, vindt men on- derscheidene kunstenaars vermeld. De aanleiding dat men naast toekomstige rechtsgeleerden, geneesheeren en predikan- ten, tal van schilders, plaatsnijders enz. aantreft, moet niet zoozeer wor- den gezocht in een zucht van deze naar academisch onderwijs, als in zekere vrijdommen en voorrechten die uit de inschrijving zelf reeds volgden. Dr. G. D. J. Schotel heeft een en ander over die privilegiën aangestipt in zijn werk »De Academie te Leiden in de 16e, 17e en |
||||||||||
— 269 —
|
|||||
l8e eeuw." (Haarlem 1875, 14, 15,273). Daaruit blijkt dat de acade-
mieburgers en zij die verder op de studentenrol voorkomen, vrij waren van schutterlijke diensten, dag- en nachtwachten, inkwartiering, sommige stedelijke contributiën, als wijn- en bieraccijns enz., — voor- deden die niet verwerpelijk waren voor kunstenaars, die zoo min mogelijk aan banden wilden gelegd zijn en die af en toe vaak in geldelijke verlegenheid zaten. Bovendien hadden zij als academie- burgers hun eigen rechtbank; ingeval van moeielijkheden met de bur- gerij, straatschenderijen cf andere buitensporigheden van de vroolijke jongelingschap, werden zij niet door Schout en Schepenen gerecht, maar voor den academischen vierschaar gedaagd. Deze omstandig- heden en voor een deel ook de eer, die men er in stelde om op het Album ingeschreven te zijn, verklaren hoe zoo vele kunstenaars daarop voorkomen. Ik acht het de moeite waard deze lijst van kunstenaars mede te
deelen, vooreerst omdat er eenige vreemdelingen in voorkomen, van wie niet bekend is, dat zij eenigen tijd in Leiden hebben gewoond; ten tweede is van bijna allen de leeftijd en de geboorteplaats uit dezen bron bekend, welke gegevens naar alle waarschijnlijkheid zul- len afwijken van hetgeen tot nu toe bekend was, en zeker tot be- langrijke aanvulling in andere opzichten zullen dienen; ten derde is in deze lijst opgenomen bij wie deze kunstenaars woonden toen zij student werden, waaruit voor sommigen misschien eene kleine levens- bijzonderheid bekend wordt; in het lijvige Album moest de opgaaf dei- woonplaatsen achterwege blijven uit vrees voor te grooten omvang. Behalve om laatstgenoemde reden is de opname van deze lijst
in dit Archief gewenscht, omdat de kunsthistoricus gemakkelijker deze lijst dan het omvangrijke en kostbare Album Stjdiosorum kan raad- plegen. |
|||||
_ 270 —
|
|||||
Hoewel de meeste namen, die hieronder worden medegedeeld,
niet tot den bloeitijd der Hollandsche school behooren — de 18e eeuw levert de meesten op — verdient deze lijst onze aandacht. De vraag of alle kunstenaars, die in het Album voorkomen, in
deze lijst zijn opgenomen, moet helaas ontkennend beantwoord wor- den; alleen die studenten, bij wier naam de bepaalde beoefening van eenig kunstenaarsbedrijf vermeld staat^ worden hieronder vermeld. Onder de duizenden overige studenten schuilen zonder twijfel nog meer schilders of teekenaars, hetgeen met het volgende voorbeeld kan be- wezen worden. Op 25 Januari 1580 werd zeker Aegidius Mareschal uit Ant-
werpen als student in de letteren ingeschreven, hij woonde blijkens de lijsten der jaarlijksche recensie nog in Februari 1583 te Leiden en wel in de steschole of de stadtschole, dat is bij Stochius, rector van de I.atijnsche school; deze karig bezoldigde scholarch mocht in zijne ruime rectors woning, die vroeger tot een klooster behoord had, studenten huisvesten, en het getal der studiosi die bij Stochium woonden, is zeer aanzienlijk; daaronder vindt men later ook Helias Mareschal uit Antwerpen, die op 12 Januari 1584 werd ingeschre- ven in de letteren, waarschijnlijk een broeder van den vorigen. Maar wie was nu die Aegidius of Gilles Mareschal? Een
verdienstelijk schilder, luidt het antwoord; maar het heeft weinig ge- scheeld of men had niets van hem geweten. Gelukkig heeft Mr. J. T. Bodel Nyenhuis, die zoo vele zeldzame kaarten en gravures heeft mogen verzamelen, een geheel eenig stuk bewaard, waaruit blijkt dat deze Leidsche student later werd een schilder, en wel van een voortreffelijk gezicht of prospect van de stad Luik, in 1618, hetwelk Johan Veenen heeft gegraveerd in koper in vier bladen en dat Gerrit Alzenbach heeft uitgegeven. Van deze drie namen |
|||||
271 —
|
|||||
wordt alleen Jan van Veen door Nagler met een enkel woord
vermeld, in deel xix, en Gerhard Alzenbach met Willem Alzen- Bach als uitgevers te Straatsburg. Dit unicum is met de geheele ver- zameling kaarten en atlassen van den Heer Bodel Nyenhuls aan de Leidsche Bibliotheek vermaakt, en zoo mocht ik reeds meer dan tien facsimiles van deze prachtige gravuren laten vervaardigen , die in de openbare en bizondere verzamelingen te Luik worden bewaard als een hoogst merkwaardige afbeelding van die stad; tal van belangrijke bijdragen voor de geschiedenis van deze grijze bisschopszetel zijn door dit gezicht op het eerwaardige Luik bewaard; zie verder het artikel van N. Henrotte in het Bulletin de 1'Institut archéologique Liégeois, van 1877: Ancien plan ou vue de la ville de Liége. Ik ben over- tuigd dat zij, wien vele namen van de oude schilders voor den geest zweven, bij het doorloopen van het Leidsche Album er nog meer in zullen vinden dan de volgende lijst bevat; toevalligerwijs vond ik on- langs dit voorbeeld en toen deze bladzijden ter perse gingen had juist Mr. A. D. De Vries Az. gevonden op 25 Mei 1620 de inschrijving van Rembrandus Hermanni , Leidensis, 14 jaren oud, in de letteren, wonende bij zijne ouders. Deze onbekende bijdrage zal door den Heer De Vries nader worden uitgewerkt. Ik moet nog de verklaring vooraf laten gaan , dat het * achter
den naam aanduidt, dat deze student van het inschrijfgeld werd vrij- gesteld ; dat zij die huisvader waren of niet bij anderen inwoonden, genoemd worden als paterfamilias of als alit familiam ; dal ann. ac. het werkelijke studiejaar d. i. 21 als het levensjaar aangeeft, evenals het cijfer achter den naam vermeld. 1613. 27 Julij. Henricus Riverlinck, 20. Ludimagister, docens ar-
temPingendi, in Schola Latina invicoRapenburg. |
|||||
— 272 —
|
|||||||
16$3- 7 Febr. Abrahamus van den Tempel, Leovardiensis cele-
ber Pictor, 30. Mat. op Steenschuyr et alit fa-
miliam.
1673. 24 Febr. Bartholomakus Isebout Leidensis, Pictor, bij Francina Appelman op Langue-brugge.
1690. II Julij. Antonius van Seijleveldt, Amstelodamensis, qui plantas horti Academici aeri incidit, 50*
apud Hubrecht Oudtshousen, op 't Arcke-bruggetje.
1690. 20 Sept. Johannes Mortel, Lugduno-Batavus plantarum horti Academici delineator, 38. op 't Rapen-
burgh.
1695. 22 Dec. Wilhelmus van Mieris, delineandi artem do- cens, 33. Huyshoudende op de Bloemmarkt.
1698. 22 Febr. Henricus DE Lambillot, Bruxella—Brabantus, Ma- gister Designationis et A rchit ecturae, 35. op de Langebrugge, het derde huis van de Diefsteegh.
1698. 16 Julij. Hillebrand van der Aa, Caelator, 38. op het Raepenburgh bij de Doelesteegh.
1700. 9 Julij. Martinus de la Coert, Flandrus, Picturam docens, 60. op 't Uytterse veer, over de Heeregraft.
1700. 14 Julij. Joannes Griffier, Amstelo—Batavus, Picturam docens, 48. over de Stadstimmerwerf.
1700. 2 Oct. Petrus Cramer, Lugduno—Batavus, Pingendi artem docet, 27. op de Breestraet.
1703. 31 Maart. Bartholomaeus Pirart, ex agro Namurcensi, Lin- guae Gallicae et pingendi Magister, 36. op de
Langebrug. I)
|
|||||||
II In 1725 werd Barth. Pierart , Sedanensis nog eens ingeschreven als
spraeck- en teickenmeister , wonende op de Breestraet. |
|||||||
— 273 —
|
|||||||
1707. 4 °ct- Franciscus Maisin, Sabaudus, Picturam docens,
34. in 't Noordeinde. Paterfamilias.
1708. 4 Jan, Josua VAN Solingen, Scalp tor, 1) 24. op de Maere
bij sijn Vader.
1708. 2 ]un. Joannes F'redericus. Bodecker, Berolirjus Pictor et Musicus, 50. bij de Wede. SiMON Bonaert, aen
de Pieterskerk. 2)
1710. 19 Febr. Frans Mieris, Lugduno—Batavus, 20. Piet. apud parentem.
1710. 25 Febr. Hieronymus vanderMy, 22.Piet. Art.apudparentem.
1711. 17 Aug. Joannes Mortel, Leidensis, P ictor hor ti A cade-
mici. 58* in de Houtstraat.
1715. 6 Maart. CasparusJohannis, Antverpiensis, Pictoriae artis
informator, 38. bij DE Vogel op de Breedestraat, bij de Diefsteegh. 3) 1717. 17 Febr. Jacoeus Torenvliet, Lugduno—Batavus, Informa-
tor pingendi, 64. op de Langebrugge. 1717. 11 Oct. Nicoi.aus van Nispen, Lugduno—Batavus, Infor-
mator artis pictoriae, 24. op den Ouden Rhijn. 1721. 4 Nov. Johannes van Briemen, Rotterodamo—Batavus, Pic-
tor , 54. bij den Heer van Alkemade op de Hooge-
woert. 4) 1722. 4 Mei. Johannes de Groot, Pictor, 33. bij Joh. Rous-
seaux.
1722. 17 Aug. AüRAHAMUsToORNVLiET,Pict o r, 40. op de Langebrug. |
|||||||
1) D. i. plaatsujjder.
2) In 1714 woonde hij bij Jan van dee Boon, op de Blornmarkt.
3) In 1716 woonde deze Gaspab Janzon bij Clars Bounhof, op de Lange-
Brugge. 4) In 1734 werd deze Jan van Breemen nog eens ingeschreven als schilder,
uud 65 jaar, wonende bij Jan Vasseub, bij de Loots. V. 35
|
|||||||
— 274 —
|
|||||
1723. 2 Maart. Matthias van der Eijck, Pictor, 16. bij Pieter
Rijneman in het Noordteinde.
1725. 12 Jan. Hermannus van Groen, Lugduno—Batavus, Pictor, 24. apud Patrem Herman van Groen, op de Breede-
straet.
1725. 8 Maert. Carolu? Molina, Milanensis,. Artis delineandi Magister, 45. bij Pieter van Duinen, op den
Ouden Rhijn.
1725. 16 Aug. Petrus van Dijck, Lugduno—Batavus, Pictor, 50.
op de Breestraat.
1726. 27 April. Gulielmus AB Elandsbergen, Leidensis, Universi-
tatis Pictor, 50. op de Breedestraat.
1726. 2 Mei. Casparus Janssens, Antwerpiensis, Pictor, 53. bij Campenhout , in de Heeresteeg.
1728. 10 Nov. Josephus Gallacini, Italus, Artem Pictoriam exercens et docens, 34. in de Pieters Kerkstraat,
over de Menniste Kerk.
1728. 30 Dec. Johan van Beeren, Rotterodamus, Artem Picto-
riam exercens, 68. ten huyse van Egbert Ge-
nei.on op den Ouden Rijn. 1729. 29 Maart. Ludovicus de Mony, Bredanus, Pictor, 30. bij Ger-
RIT Scheerkens, op de Oude Vest.
1731. 21 Maart. Pieter Catel, Leidensis, Pictor, 20. apud Patrem
suum, op de Achtergracht.
1732. 18 Maart. Carolus Rosels, Haga—Batavus, Pictor, 21. op den
Rhijn, over het Fontein.
1732. 18 Aug. Jacohus van Werven, Lugduno—Batavus, Artem Pictoriam exercens, 34. op de S'. Jacobsgragt.
1732. 19 Aug. Vincent Matihijss, Antwerpiensis, Pictoriam |
|||||
— 275 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
exercens artem, 35. op den Rhijn over de Stads
Winkel. 1732. 30 Aug. Dominicus Minola, Milanensis, Artem pictoriam
exercens, 30. bij Thomas Learber , op 't Rapen- burg. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Andreas den Dammer, Pictoriam exercens
artem, 30. op de Doelegragt. Sebastianus Vin, Lionensis, P ie tor, 30. apud Casp.
Soignes, in 't Noordeinde. Abraham Hin, Lugduno—Batavus, Artis deline-
andi Magister, 19. apud Matrem. HadrIANUS Hin, Lugduno—Batavus, Scalpturaé |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Magister, 28. apud Matrem, op de Haerlemmer-
straet. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samuel de Casse Major, Sylvaducensis, P ie tor, 26.
bij Hermannus Pastoor, op de Haerlemerstraet. Joannes van Solingen, Sc alp tor aeris, 22, bij Dirk van de Velde, op het Gerecht. Laurentius van der Vinne, Harlemensis, Pictor, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. bij Hendrik Herding, op de Hooygracht.
1736. 2 Maart. Joannes van der Spyk, Lugduno—Batavus, Scalp-
tor aeris, bij Dan. Tijken, op de Oranje Markt. 1736. 13 April. Joannes Daniel de la Villette, Hessa—Cassel-
lanus, Artifex imprimis in re pictoria, 42.
apud Dan. Conr. Schombog, in de. Nieuwsteeg. •737- 3 Jan- Nicolaüs Rijnenburg, Lugduno—Batavus, Pictor, 24. apud Parentes suos, op de Hoogenwoert. 1737. 9 Maart. Matthias Van DER Eijck , Leidensis, Pictor, 27.
op de Langebrug.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 276 —
|
|||||
1737- 2Z Maart. Jan van Tol, Leidensis, Pictor Academiae, 40.
• in de Raemsteeg.
•739- '5 Sept. Lodewijk Kraekhorst, Naerdensis, Art.etPictor, 37.
bij de Wede. Hebraerdt op de Langebrug.
1740. 6 Mei. Jan Reeneman, Leydensis, Piet. art. stud. 18. bij Fop Reeneman sijn vader, op de Hogewoert bij de
Watersteeg. I)
1740. 24 Junij. Noach van der Meer, Leydensis, Chalcogra-
phus2) 26. in de Ketelboeterssteeg.
1741. 26 Jan. Andreas Carpentier, Leydensis, Artis pictoriae
cultor, 28. bij de Wed. Carpentier, op de Haer-
lemstraat.
1741. 15 Sept. Gulielmus Egmond, Amstelodamensis, Pi et or, 48. op het Pieters Kerkhof.
1741. 25 Nov. Joannes VVandelaer, Amstelodamensis, Sculp tor 3) 49. op den Rhijn, naest de Heer Prof. Albinus.
1743. 15 Febr. Joannes Palth, Daventriensis, Pictor, 24. bij Hen-
drik Frederiks.
1744. 7 Nov. Christianus Smit, Hamburgensis, Picturae Ma-
gister, 34 op de Koepoortsgragt.
1745. 27 Jan. Jacobus Baudovillez, Chalonensis, Pictor et
Sculp tor a e ris, 50. bij Patijn, bij de Fransche Kerk.
1745. 10 Dec. Hendrik van Velthoven, Lugduno—Batavus, Pic-
tor Ann. ac. bij sijn vader, op de Hogewoerd. '747- 31 Julij- Johannes Egmond, Amstelaedamensis, Pictor, bij
Dirk de Wit, 21. op de Breestraet. 1) In 1758 werd hij weder ingeschreven 30 jaren oud.
2) I). i. plaatsnijder.
3) Hij was plaatsnijder. Sculptor wordt hier eu ook elders in dien zin ge-
bezigd, tenzij overal scalptor moet gelezen worden, want het rectorale schrift laat dikwerf veel te wenschen over. |
|||||
— 277 —
|
|||||
1747- 22 Sept. Johannes le Franc van Berkheij, Leidensis, Pic-
t o v, 20. bij Juffrouw Maria Berkhey , achter de Höge-
lander Kerk.
1748. 6 April. Abraham Carré, Haganus, Pictor, 53. op de Oude Vest.
1748. 6 April. Hendrik Carré, Haganus, Pictor, 51. op de Oude Vest.
1751. 5 Aug. Petrus van Hacen, Dusseldorpo—Palatinus, Pic- turae studiosus, 27. op de Langebrug.
1753. 6 April. Johannes Franciscus de la Court, Leydensis, Pic-
tor 70. bij M. Kleynders, op den Rhijn, over het
Gasthuys. 1754 22 Maart. Johan Christiaan Ei.in, Berolinensis, Miniatuur- schilder. 22. op de Langebrugge in het Gildehuis van de Rouwmantels. 1754. 9 Oct. Pieter de Waardt, Haga Batavus, Pictor, 23.
bij Jacobus des Voys , op de Bredestraat.
1756. 24 Maart. Johannes Michael Sauvenier, Leodiensis, Pictot-
et Ling. Magister, 39*. penes Barjollet, in platea de Scheistvaat. 1759. 14 Dec. Johannes Baptista Adriensen , Bruxeïlensis, Pic-
tor, 42. in de Koorenbrugsteeg. 1761. 26 Jan. Jacobus Janson, Indo—Batavus, Pictor, 32. apud
D. Vinck, op de Breede-straat. 1) 1761. 13 Julij. Henricus de Marée, Ultrajectinus, Pictor, 22. bij
Captein Vinck op de Breestraat. 1761. 28 Aug. Joannes Fredericus Voigt, Berolinensis, Pictor,
32. bij Landsbergen, op de Boteimarkt. 1) In 1766 woonde hij op de Langebrugge.
|
|||||
— 278 —
|
|||||||
1761. 3° Oct. Pjeter van Zanten, Lugduno—Batavus , Piet or, 16.
bij sijn Vader Pieter van Zanten, op de Breed- straat. 1763. 11 Oct. Thomas Parkinson, Oxoniensis, Pictor, 22. in de
Goude Bal.
1764. 13 Jan. Isaac Lodewijck de la Fargue van Nieuwland ,
Haga—Batavus, Pictor & Chalcographus, 30.
bij Gabel, op de Groene Haze-gragt. 1767. 20 Febr. Jacobus Parkinson, Anglus, Pictor, 22. op de Bree-
destraat.
1768. 16 April. Augustus Christianus Hauck, Manehemiensis, Pic-
tor, 26. apud Merckelbach in 't Noordend. 1)
1769. 1 Mei. Isaak de la Croix, Amstelodamensis, Pictor, 16.
bij Juffr. DE Lorée, op de PapegragL.
1770. 9 Mei. Carolus Franciscus Wilmart, Namurco—Braban-
tus, Pictor, in de Kloksteeg.
1770. 28 Sept. Joseph Uterda, Lugano—Italus, Pictor, 22. bij Waagemaaker, in de Sonneveltsteeg.
1770. 28 Sept. Jacobus Bianki2), Lugano—Italus, Pictor, 20. bij Waagemaaker, in de Sonneveltsteeg.
1770. 1 Dec. George Reinhard, Bernensis Helvetus, Pictor, op het Haarlemsche Veer.
1770. 18 Dec. Cornelis SchrIJFHEER, Leidensis, Pictor, 26. bij
zijn Vader, op de Bloemmarckt.
1771. 23 Maart. Le Bernard de Coclars, Leodiensis, Pictor, 30.
bij Joost Drago, Kleermaker, op den Langebrug.
|
|||||||
1) In 1770 woonde hij bij de Weduwe Eipo op de Oude-Vest.
2) Zieea: Bianchi.
|
|||||||
— 279 —
|
||||||
177'- 23 April. Gerardus van Dinter, Sylvaducensis, Pictor, 25.
woonende bij Arnoldus van Dinter, op 't Ra- penburg. 1771. 4 Julij. Paulus Constantinus la Fargue, Haga—Batavus,
Pictor, 38, woonende bij Corn. Hoogeveen, Junior. 1771. 17 Sept. Jacobus Klias la Fargue, Haga—Batavus, Pictor,
29. woonende bij Jacobus du Pon , op de Koe- poortsgragt. 1771. 1 Oct. Joannes Reneman, Leidensis, Pictor, 18. woo-
nende bij zijn vader, op de Yzergragt. 1771. 2 Nov. Nicolaus van der Worm, Leidensis, Pictor, 18.
ten huize van zijn vader in de Houtstraat.
1772. 2 April. Pierre Henry Piquet , Novocastellanus, Pic tor, 25.
bij Morles, op de Mare.
1772. 8 Mei. Isac de Moni, Bredanüs, Pictor, 68. op de Ho- gewoerd.
1772. 3 Junij. Niels Rothe, Danus, Pictor, 39. bij Gerrit Veo- lik, in de Vrouwesteeg. il
1772. 7 Dec. Johannes Christiaan Jansson, Zutphaniensis, Pic-
tor, 19. apud patrem, op de Oude Vest.
1773. 24 Febr. Adrianus van der Meer, Leidensis, Scalptor
aeris, 39. op de Bloemmarkt.
1773. 1 Maart. Abraham van Heering, Leidensis, Artis deli- neandi Magister, 18. in 't huis van zijn Vader,
op de Heeregragt.
1773- '3 JuliJ- Isaac de la Croy, Haga—Batavus, Pictor, 21. bij Chevalley.
|
||||||
1) Hij is op 1 Deo. 1783 weder ingeschreven als Niels Bode, en woonde
toen bij Pieter Hagen , kleermaker, op de Kalvermarkt. |
||||||
— 280 —
|
|||||||
1774- 8 Maart. Carei, Bentfort, Haga—Batavus, Pictor, 18. logee-
rende bij Huet de Zoon, op 't Galgewater. 1774. 8 Maart. Andries Renody, Haga—Batavus, Pictor, 24. logee-
rende bij de Commissaris Huet, op 't Galgewater. 1774.21 April. Cornelius la Motte, Schoonhovia—Batavus, Sculp-
t o r, 24. woonende bij zijn Vader, op de Hoogewoerd. 1774. 8 Junij. Adrianös van Kilsdonk, Sam. fil. Leidensis, Pic-
tor do eens, 21. woonende op den Nieuwen Rhijn. 1) 1774. 14 Junij. Jacobus Lotte Junior, Leidensis, Pictor, 20. bij
zijn Vader op de Hoogewoert. 1774. 14 Nov. Louis Francois Delbare, Picardia—Gallus, M i c r o s-
copiorum Artifex, 47.
1775. 18 April. Hendrik Meijer, Amstelodamensis, Pictor, Ann.
ac. op den N. Rhijn, bij de Torenstraat.
1775. 18 Sept. GerriT Konsé, Amstelodamensis, Pictor, Ann. ac.
bij La Cave, op de Oost-Westgracht.
1776. 25 Maart. Petrus Pieterse, Amstelodamensis, Pictor, 25. op
de Oude Vest.
1776. 1 April. AdriaNüs Bos, Leidensis, Pictor, 20. bij Voogt in 't Noordeinde. 1776. 30 Mei. Bernardus Henricus ThieR2) Monasteriensis, Pic-
tor, 33. op de Haarlemmerstraat.
1777. 22 Febr. Lambertus Josb:phus Parant, Namurcensis, Sculp-
tor, 56. op de Oude Vest.
1777. 28 Junij. Pieter Barbiers Junior, Amstelodamensis, Pictor, 28. bij Markelbach, op de Breedestraat. |
|||||||
1) In 1782 woonde deze schilder in de Plaats Royal.
2) Van hem bestaan teekeningen met voe in den trant van Johannes Kobell.
Hij woonde in 1786 bij de Wed. Bkiant op de Langebrugge. |
|||||||
— 281 —
|
|||||||
1778. 20 Jan. Pieter de MARE, Leidensis, Chalcographus, 20.
op de Broedergragt. 1778. 31 Julij. FeuxMeilan, ex reg. Bernensi, Mechanicus, 30.
bij Schoemaker, op de Langebrug.
1779. 22 Jan. Matïheus van Voorn, Antverpiensis, Artifex,33.
op de Breestraat.
1779. 20 Nov. Guilielmus Coclers, Leodiensis, Pictor, 17. in den Kouden Hoek, bij den Timmerman.
1779. 31 Maart. Joannes van der Stam, Leidensis, Pictor, 23. op de Hoogewoerd.
1779. 10 Junij. Cornelis la Lau, Leidensis, Pictor, 20. bij zijn Vader op den Ouden Rhijn.
1779. >3 Sept. Adriaan Willem Voorstat, Lugduno—Batavus,
Pictor, 20. bij zijn Vader, op de Langebrug.
1780. 30 Mei. Pieter Janson, Sylvaducensis, Pictor, 21. bij zijnen
Vader, op de Hoogewoerd.
1781. 7 Junij. Everard Burgert, Amstelodamensis, Inaurator,
24. op de Hoek van de Koorenbrugsteeg, op den
Rhijn. 1781. 13 Nov. Joannes Sonnenberg, Trajectinus, Pictor et Hist.
nat. 41. op de Oude Vest, over de Maare Kerk.
1782. 23 Febr. Jan van der Schaaf, Leidensis, Pictor, 21. bij
zijn Vader, op het Rapenburg. 1)
1782. 14 Oct. Pieter Leonard Delfos, Lugduno—Batavus, Pic-
tor, 16. bij zijn Hr. Vader, in het Noordeinde. 1782. 24 Dec. Willem de Groot, Lugduno—Batavus, Pictor, 48.
op de Langebrug. |
|||||||
1) D. i. 't Kort Rapenburg, blijkens zijne inschrijving van 23 Mei 1785.
V. 36 |
|||||||
— 282 —
|
|||||
1782. 24 Dec. Pieter de Groot, Lugduno — Batavus, Pictor, 39.
op de Langebrug.
'783. 13 Jan. Antony Werda, Lugano—Italus, Pictor, 22. bij LeiSSEN, op het Rapenburg. 1783. 23 Julij. Hendrik Pensters, Antwerpiensis, Pictor, 50. bij
Pieter Trel , in de Muscadellesteeg bij de St, Pieters-
Kerk.
1783. 4 Aug. Joannes Baptista Josefus Fency , Bruxellensis, Pictor, 27. op de Papegragt.
1783. 18 Aug. Güilleaume Coclers, Leodiensis, Pictor, 23. op de hoek van de Koesteeg, bij de Haarlemmerstraat.
1783. 2 Sept. Jan van Noort, Leidensis, Pictor, 26. bij den H'. Wijland.
1783. 9 Oct. Hendrik Godart de Marée, Trajectinus, Pictor,
41. bij de Heer Janson.
1784. 29 Junij. Bartholomaeus van den Broek , Lugduno—Batavus,
S tatuarius & Pictor, 24. op de hoek van de Galg-
straat. 1786. 14 Maart. Johannes de Meere, Pictor, 20 op de Heeregraft.
1787. 9 Maart. Bernardus Coclers, Cranenburgo—Gelrus, Pictor,
16. bij zijn Vader op de Hoogewoerd.
1787. 19 Mei. Johannes van der Kruijf, Haga—Batavus, Pictor,
43. bij P. W. Timmermans op de Botermarkt.
1788. 4 Jan. Christoffel Bisschop, Haga—Batavus, Pictor, 25.
in de Nieuwsteeg.
1788. 30 Mei. Johan Heinrich Schepp, Dietza Nassovius, Gra-
veur & Medailleur, 52. op de Oude Vest.
1789. 24 Febr. Hendrik le Fever, Amstelodamensis, Pictor, 22.
bij W. J. Verboom, op de Breedestraat.
|
|||||
— 283 —
|
|||||||
1789. 9 Mei- Johan Christiaan Burckhardt, Leidensis, Pic-
tor, 19. bij zijn Vader, op de Breêstraat. 1790 24 Maart. Augustinus Grau, Gorinchemo—Batavus, Pictor,
46. op de Beestemarkt. 1791. 18 Jan. Mathieu Werson, Leodiensis, Sculptor, 28. in
de Zonneveldsteeg. 1791. 22 Oct. Jacobus Millies, Daventriensis, Sculptor, 24.* bij
zijn Moeder, Juffr. de Wede. Millies, op de Papegragt. 1791. 8 Dec. Jean Francois Jolly, Surinamensis, Pictor & Lin-
guae Gallicae Magister, 21. in de Nieuwsteeg. 1793. 7 Febr. Christianus Stangerop, Leydensis, Pictor, 21. op
den Ouden Rhijn. 1793. 6 Mei. Johannes van Lijnschoten , Delphis—Batavus, Pic-
tor, 4r. bij Ds. Francois, op de Oude-Vest. 1793. 7 Mei. Willem Ketelhoed, Amstelaedamensis, Miniatuur-
schilder 53*. ten huize van de weduwe DE Rhk,
op de S*. Jacobsgragt. 1794. 12 Mei. Conradus Henricus Koning, Amstelodamensis, Ar-
tis Chalcographicae peritus, 37. bij Kleu-
ters, in 't Noordeinde. 1794. 26 Junij. Petrus Antonius Werda, Campiana—Mediolanen-
sis, Artis delineatoriae magister, 36, in de Mandemakersteeg 1). 1794. 30 Julij. Johannes Christianus Janson, Zutphaniensis, Pic-
tor, 41. op de Oude Vest. |
|||||||
1) Op 15 Mei 1799 werd hij weder ingeschreven als pictor et Bculptor, op
de Breêstraat, 40 jaren oud. |
|||||||
— 284 —
|
||||||||||
1796. 3 Maart. Roeland Schouten, Leidensis, Pictor, 24. op de
Hogewoert. |
||||||||||
DE SCHILDER HENDRICK CORNELTSZ. VAN VLIET.
Geboren te Delft 1611 of 1612, overleden aldaar 1675.
|
||||||||||
(Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onder-Directeur van het
Nederlandsen Museum.) |
||||||||||
VER het leven van dezen kerk- en portretschilder heerschte
tot nog toe de grootste onzekerheid. Men noemde hem Hendrick Willemsz. en liet hem een zoon zijn van Willem van Vliet, den bekenden portretschilder. Toch had reeds Houbraken duidelijk gezegd, dat hij »een broeders zoon" van dien meester was. In 1632 werd er in het Delft'sche S'. Lucas Gilde een Heynprick Wili.emsz. van Vliet als schilder ingeschre- ven 1). Ik geloof dat wij hier met onzen schilder te doen hebben, en dat de man, die toen het register hield, denkende aan den schil der Willem van Vliet, die waarschijnlijk de eerste lessen aan zijn neef gegeven had, er dat » Willemsz." uit eigen beweging bijzette. 1) Archief I, 27.
|
||||||||||
_ 285 —
|
|||||
Dr. Schlie , in zijn Katalogus van Schwerin, en de nieuwe Berlijn-
sche Katalogus, beweren, dat uit het voorkomen van Heyndrick Wili.emsz. van Vliet als »doot" op de lijst der Delft'sche schilders van 1650—1714 1) zou op te maken zijn, dat deze meester in of voor 1650 gestorven is. Dit is niet zoo. Dat »doot" werd eerst achter de namen gezet, lang na het opmaken der lijst; men had dit met een noot voor de oningewijden in zulke Registers kunnen ver- klaren. Zoo handelde men ook bijv. in de Haag'sche Registers 2). Dit is dus geen bewijs voor het bestaan van twee Hendrick van Vlieten. Dat de kerkschilder tegelijk de portretschilder (o. a. van het portret te Haarlem No. 121, gedateerd 1671) is, bewijst de volkomen identiteit der handteekening; een ander bewijs volgt hieronder. Als geboortejaar wordt 1605 opgegeven. Zien wij, hoever dit
met offlcieele documenten strookt. 24 April 1633 legt Henrick van der Vliet, M'. Schilder bin-
nen Delff, wonende in de Cromscraetsteech, »out 21 jaeren"eene attestatie af 3). Hierna is zijn geboortejaar 1611 of 1612. Dit past zeer goed bij
zijne inschrijving in het S. Lucas Gilde 1632. Hij zou bij Mif.revelt geleerd hebben. Ziehier eene bevestiging van deze mededeeling van HOUBRAKEN: In den Inventaris van Mierevelt's nalatenschap, gedeeltelijk
door Havard (NB. met grove lees-fouten) gepubliceerd, vond ik: Henrick Cornelisz. van Vliet, Schilder, is schuldich 71 gul-
den, daerop hij met wercken heeft verdient acht gulden 12 st: 8 penn: waeromme in rechte wert geprocedeert; de voorsz. schuit blijckt bij Obligatie in dato den 15e!! Mey 1635, geteekent No. 8*. 1) Archief 1, 44. 2) Zie Archief V, 153.
3) Prot. Not. G. dj: Gkaaff, Delft.
|
|||||
— 286 —
|
|||||
Reeds vóór 1646 was hij gehuwd met Cornelia van der Plaat,
die hem overleven zou. In dat jaar was hij in processen gewikkeld over eene erfenis, zijne vrouw toekomende i). 7 October 1669 en 6 Dec. 1672 maakten de beiden echtelieden
hun testament 1). In 1653 wordt hij als wonende over het Bagynhof te Delft ge-
noemd. Uit het volgende document zien wij, dat hij portretschilder was.
Ick, Hendrick Cornelisz. van Vliet, Mr. schilder, woonende
binnen deese stadt Delff, verclare aengenomen te hebben uyt lieffde, affectie ende genegentheyt dat ick voor desen all hebbe belooft in contrefeitsel op een paneel te stellen ende uyt te schilderen de drie nagelate weeskinderen van wijlen Aeltgën Henricx VAN Swammerdam, bij haer geprocreëert met Jacob Ariensz. van der Vorst, Mr. Kuijper, mede alhyer binnen der stadt Delff woon- achtich, soo groot als 't leven ende sal den voornoemden Jacoh Van der Voorst tot sijnen kosten moeten bestieren ende mijn Van Vliet in handen geven het douck paneel als daartoe bequaem synde, dat ick Van Vliet ter eerster versouke van hem van der Voorst terstont sal uytwercken naer behooren ende den selven Van DER Voorst in handen ten dancke leveren ende dat mede omme redenen mijn daertoe moverende. Hij teekent met bevende hand: H. v. Vliet.
(Delft) 28 November 1669.2) 24 Nov. 1680 transporteert Cornelia van der Plaet, weduwe
van za: Hendrick van Vliet, Schilder, wonende aan de Oude Delft te Delft, aan hare bejaarde ongehuwde Dochter 1) Prot. Not. M. Spooks, Delft.
2) Prot. Not. Cobn. Pieteesz. Bleiswijck , Delft.
|
|||||
— 287 —
|
||||||
Catharina Hendricksdi. van Vliet al haren Inboedel. De boedel
is zeer sober, de taxatie bedraagt nog geen f 300.—. »Alle de schilderien, sijnde meest van de familie op 50 gulden." De dochter neemt daarvoor aan haar gedurende haar leven te onderhouden. Het huis is voor diens waarde verhypothekeert 1). Wij zien, ook deze begaafde meester moest in armoede sterven.
Een nog sterker bewijs dan het voorgaande levert het laatste docu- ment, dat ik geven kan, en ons tevens het sterfjaar des schilders openbaart: In een Acte van 21 July 1681 verklaart Cornelia van der
Plaet, Wed. van den Schilder Hendrick van Vliet, dat haar man overleden is in October 1675, dat toen haar boedel »grotelix ten achteren was, en dat haer ongehoude dochter Catharina van Vliet haer comparant en haer man (mits hij beroert was) al 2 jaren voor sijn overlijden heeft geadsisteerd en onderhouden" en sedert haer compte vorders heeft onderhouden, en dat nogh is doende." Daar- voor transporteert zij nu al haar roerend goed wat zij bezit, mits Catharina na haar moeders dood zal uitkeeren aan het kind van haren broeder (zwager) Willem van Vliet / 5.—, aan haar twee broeders Cornelis en Johannes ieder f 5.— en aan de kinderen van hare zuster Maria f 15.—. 1) |
||||||
1) Prot. Not. J. Ophoven , Delft.
|
||||||
— 288 —
|
|||||||
DE SCHILDERS MELCH10R DE HONDEGOETER
EN JOHAN LE DUGQ. |
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
ET volgende document leert ons de geboortejaren dezer
beide meesteis kennen : Op huyden 9 Maert 1662 compareerden .... S*. Johan
le Ducq, oudt 32 jaeren en Melchiok de Hondecoe- TER, out 26 jaeren; beyde M«*. Schilders in 's Gravenhage, (en leg- gen eene onbelangrijke verklaring af 1) over een schuld van den Heer Chrisostomus de Backer 2). M. de Hondecoeter is dus 1635 of 1636 geboren. 1636 is het
bij Houbraken opgegeven geboortejaar-, hij blijkt hier goed ingelicht en wij kunnen 1636 in het vervolg gerust als het juiste datum be- houden. In de Haag'sche Registers van ondertrouw vond ik het volgende: 11 Februarij 1663. Melchior de Hondecoetre, jongman van
Utrecht, wonende alhier in 's Gravenhage, met Süsanna Tradel, jongedr. wonende tot Amsterdam.
Zie verder Archief III, IV en V. Johan le Ducq, de veeschilder en etser, (niet te verwisselen
met den Utrechtschen Jacob Duck, die gezelschapjes «cordtegaerdt- 1) Prot. Not. J. Lissant , den Haag. 2) Over dezen kunstverzamelaar later.
|
|||||||
— 289 —
|
||||||
gens" enz. schilderde) was volgens Weijerman in den Haag geboren,
werd eerst schilder maar trad later »in dienst onder den God des Oorlogs." Dit is alles waar, maar reeds Weijerman verwart hem met den Utrechtenaar Jacob Duck en zegt, dat hij «Wachthuisen, Rui- ters, Corps de Gaarde's enz" schilderde. Dr. Bode heeft in 1871 in Zahn's »J ahrbücher" voor het eerst bewezen, dat hier een groote verwar;ing heerscht en Jan le Ducq alleen de veeschilder en (volgens Weijermann) de leerling van Potter is. Hij zou 1636 in den Haag geboren zijn. Trekken wij echter 32 van 1662 af, dan houden wij 1630. ]. le Ducq werd dus 1629 of 1630 geboren en 3 Dec. 1660 in de Haag'sche Schildersconfrerie als geboren Hagenaar ingeschreven 1). De «Crimineele Vonnissen" op. het Haag'sche Schepen- archief doorloopende, vond ik dat 18 Januari 1655 Joiian le Ducq, schilder op de markt bij het Halstraatje des avonds door Allert Vastrick »geagresseert" werd, en daarbij zoo gevaarlijk aan de reg- tersehouder gewond, dat men het noemt «eene saecke van swaeren gevolghe". De beklaagde werd met 3 maanden opsluiting en ƒ 200.— boete gestraft en moest bovendien »met ongedeckten hooffde en ge- vouwen handen Godt en de Iustitie om vergiffenis versoecken." 23 Februari 1655 getuigen echter eenige personen, dat zij 18 Januari 11. gezien hebben hoe eenen Alart Vastrick hevig werd »aangeranst" door Jan le Ducq en Olivier Hasenbaert, »beyde Schilders in s'Graven- hage, dewelcke Vastrick deerlijck wierde geslagen " Le Ducq had daarenboven een bloot mes in de hand. 2) Den 2 Januari 1659 vind ik onder de ingeschrevenen in de Haag'sche registers van ondertrouw: Johan Ducq, j.m., met Geertruyt Sybille Kerckhoff, j.d. van Leuwarden, beijde wonende in 's Gravenhaghe. 1) Archief V. 181.
2) Prot. Not. J. v. d. Vuveu den Haa^.
|
||||||
V.
|
||||||
— 290 —
|
||||||
Of dit onze schilder is weet ik niet; in 1663 schijnt hij met Ida
Van Persijn gehuwd te zijn geweest; want de doopboeken der Groote Kerk leeren ons, dat 21 Januari 1663 gedoopt werd Margretha, van Johan le Ducq en Ida van Persijn 3 Junij 1665 volgde van diezelfde ouders Frederick, 26 October 1667 Aldert, 29 Januari 1670 Antonia. 23 Februari 1665 huurde onze schilder een huis en erve op de
Burchwal bij de Luthersche kerk voor twee jaren a f 170.— s'jaars 1). 13 November 1660 liet hij op de Confreriekamer eene verzame-
ling sprinten" verkoopen voor £ 122 — i—o; 3 September 1663 eene tweede verzameling voor £ 193 — 16 — 0,2) Eindelijk vind ik hem 21 Maart 1676 »Vendrich ten dienste dezer
landen" genoemd. Hij transporteert eene obligatie van f 1000.— 3).
De volkomen identiteit der handteekening bewijst ons dat wij
met denzelfden Jan LE DUCQ te doen hebben, die ééns schilder was en bevestigt de berichten van Weyerman. Het is de lantste notitie, die ik over hem ontdekte; wellicht vond hij den dood in het krijgs- mansleven, waaraan hij zich had toegewijd. |
||||||
JACOB DUCK (van Utrecht).
Zooeven sprak ik over de verwarring, die er tot voor korten
tijd nog tusschen de schilders Duck en LE Ducq bestond. Een reden tot verontschuldiging voor Weyerman, die er mede begon, kan daarin gevonden worden, dat de twee zoo van elkaar verschillende 1) Prot. Not. Schoondekwoekt, den Haag.
2) Registers „Venduen", Gemeente-Arohief.
3) Prot. Not. J. v. d. Vijver, den Haag.
|
||||||
— 291 —
|
||||||||||
meesters, die bijna denzelfden naam droegen, gelijktijdig in 's Graven-
hage werkzaam waren. Al wat we tot nu toe van Jacob Duck, ook wel eens Duvck
genoemd, hoewel hij zelf steeds Duck schreef, weten is het door Mr. S. Muller Fz. in zijn »Schildersvereenigingen te Utrecht" mede- gedeelde. Hij werd 1621 als »conterfeytjongen" in het Utrecht'sche Schildersgilde opgenomen, in 1630—1632 Meester van dat Gilde en schonk 1629 een muziseerend gezelschap, zonder twijfel van zijn eigen hand, aan het St. Jobsgasthuis te Utrecht. In de Registers der Haagsche Schildersconfrerie vinden wij hem op een lijst der Gilde- broeders van 1660 zonder meer genoemd 1). Hij was toen «omtrent 60 jaer" oud, is dus omstreeks 1600 geboren. Zie hier de Acte die ons dit leert en zijne handteekening, die met die op enkelen zijner schilderyen strookt. 1 July 1660 legt d'eersaeme Jacob Duyck (Duck) schilder, out
omtrent 60 jaren, woonende in s'Gravenhage, eene attestatie af ten versoucke van Cornelis van Slingelant. De schilder teekent: 2)
|
||||||||||
r^avo£{£}u.</flj
|
||||||||||
Dat hij reeds 1656 in den Haag woonde, zou men opmaken uit
eene attestatie, die ik in een bundel »Wettelijcke Acten" van het Haag'sche Schepen-Archief ontdekte. Men leest daar: 6 Maart 1656 verclaert de huysvrouw van Jacob le Ducq, wonende alhier — enz. De naam is echter niet juist geschreven. 1) Archief V, 155. 2) Prot. Not. A. v. j>. Drift , 's Gravenhage.
|
||||||||||
— 292 —
|
|||||
Als een veelzeggend bewijs voor het onderscheid, tusschen de
schilders Ducq en le DüCK te maken, haal ik ten slotte het volgende aan uit den merkwaardigen Inventaris der Schilderijen van den Haag- schen Notaris Thomas Robijn, in 1684 opgemaakt (aanwezig in het Archief der Haag'sche Wees- en Momboirkamer.) Een c o r t e g a e r d e van Duck
en iets verder". Een s tiert ge van LE Ducq.
Toen wist men de twee schilders nog uit elkander te houden.
In 1660 zette men zelfs in den Inventaris van den Advocaet RosEN- DAEL (ibidem.) Een stuck van JACOB DUCK van Utrecht.
Dat stuk bracht toen (dus ten tijde dat DUCK in den Haag
leefde) aldaar f 76.— op, terwijl een HonthoRST ƒ8.— , een Heems- kerck ƒ 6.—, een Hondecoeter f 33.—, een de Koninck / 16.- golden. Wel een bewijs dat onze meester geliefkoosd was. Zijne talrijke werken, bijna altijd »cortegaerdges" of »bordeeltges" soms een enkele figuur, bijv. een slapende, gedecolleteerde vrouw (in Schleissheim) zijn maar zelden gemerkt en dan meest JA Duck. (de voorletters aanéén.) De A is waarschijnlijk de naam zijns vaders (Jan Anthonisz. van Ravesteijn teekende ook zoo, de voorletters aanéén.) De «plundering van een huis" in s'Rijks Museum te Am- sterdam is van JacoB Duck, niet van Jan le Ducq zooals de tegen- woordige catalogus nog altijd vermeldt. Zie voorts over dezen schilder: Dr. W. Bode, Beitrage zur Geschichte der HoUandischen Malerei. Braunschweig, Vieweg 1883. |
|||||
— 293 —
|
|||||||
EEN KUNSTVERZAMELAAR DER 17° EEUW.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
|
|||||||
e nalatenschap van den in 1662 in den Haag overleden
Johan Chrisosthomus de Backer , in zijn leven Choor- dcecken van Eindhoven, leert ons dezen man als groot kunstliefhebber kennen. Hij bezat een groot aantal schil- derijen en prenten, ja, zelfs schijnt hij, zoo niet aan etsen, dan. toch aan het drukken van prenten gedaan te hebben, want wij lezen van een »druckcamer" waar zich verscheidene kopere platen en »bondel- tjes" prenten bevonden. De prijzen, waarvoor deze kunstschatten aan den man gebracht werden, schijnen ons thans belachelijk laag toe. Hooge prijzen behalen slechts schilderijen van Dürer, Lucas van Leyden, Pieter Aertsen, van Dijck en prenten van Elzheimer en Lucas van Leyden. De prenten van Dürer gaan veel lager dan die van de laatstgenoemden; die van Rembrandt, toen nog in leven, brengen een stuiver het stuk op! Onder de opgehouden schilderijen was dat der H. Drievuldigheid van Dürer op ƒ 1500.— getaxeerd. Zou dit de beroemde DÜRER in het Belvedère te Weenen zijn? Of wellicht een goede copie die hier te lande als origineel aangezien werd ? Tot nu toe kon ik over dezen kunstvriend geene bizonder-
heden te weten komen. Mocht een der lezers van het Archief meer van hem weten, dan hoop ik zulks te mogen vernemen. Bij den |
|||||||
— 294 —
|
||||||
Inventaris en Boelcedul is nog bewaard het Concept voor het aan-
plakbillet over deze verkooping. Het luidt: SCHOONE WTNEMENDE KUNST
bestaende in
schilderyen, teyckeningen en printen, in 'sGravenhage
te co op.
Men laet eenen ygelicken weten, dat de Gemeene erfgenaemen
ab intestato van za: d'Heer Johan Chrisosthomus de Backbr, in leven Choordeecken van Eijndhoven van meyning sijn int openbaer te vercoopen eene schoone quantiteyt seer wtmunlende ende gereno- meerde kunst, bestaende meest in de outste ende befaemste Meesters van schilderen, teyckenen ende in printen, waervan eenige naemen derselven hier naervolgende staen gespecificeert, als namentlick van: Aelber Duyr (Aleert Dürer),
Lucas van Leyden,
Mr. Cornelis van Haerlem,
Lange Pier,
waermede men coop ende sit dagh houden sal 17 April 1662, toe- comende in 's Gravenhage, ten sterfhuyse in de Boekhorststraat te 's Gravenhage. I) Staet, Inventaris en boedelcedulle van de goederen.... bevon-
den in den sterfhuyse van za : d'Heer Johan Chrisostomus de Backer' , in sijn leven Choordeecken van Eijndhoven, nu metter doot ontiuymt en int openbaer vercocht 17 April 1662. |
||||||
1) Prot. Not. T Lissant, clen Haag.
|
||||||
— 295 —
|
||||||
Int voorhuys:
No. i. Een groot stuck schildery sijnde een Boerendans, ge-
schildert by Breughel i). » 2. Een cleyn stuckie, daer een geel hontie in staat, ge- schildert by Mr. Marcus de Bye. Gecoft door Ledücq voor Bbonsvelt om ƒ 15 — 0 — 0. » 3. Een brantie bij Naght. » 4. Een bonte kraey met een vyl geschilderd by......
(oningevuld.)
Gecoft by Jr. de Bye f 3 — 10 — 0. » 5. Een stuck by Couwenburg, daer in geschilden staet een vrouwpersoon met een aep en een kat. Gecoft by Philemon Lissant ƒ5 — 0 — ü. » 6. Ses vogelkoyties, daer een pitterskoytic onder.... vercoft om f 1 — 11 — 0.
» 7. Een stuck schildery voor de schoorsteen, sijnde een prin- cipael van Mr, Corn. van Haerlem, daerin staea eenige naeckte vrouwen. PlETER DrSPONTEIJN OD1 f 150 — 0 — 0.
» 8 en 9. Twee Keucke-meijsens van Lange Pier.
Bentmr. v. d. Hooch om f 280 — 0 — 0.
» io. Nogh een groote Keucken van Lange Pier. d'Heer v. d. Weeve f 520 — 0 — 0.
» ii. De miraculen van de Apostelen, mede door Lange Pier. Deselvc om ƒ 180 — 0 — 0.
» 12. Nogh een Maria en Martha van Lange Pier. Dr. Dedel te Delft f 83 — 0 — 0.
» 13 en 14. 2 ovaele blompotten met achtkante lijsten, ge- schildert bij Jacob Vüsmaer. Juffe de Bye f 20 — 10 — 0.
|
||||||
1) De niet ingevulde schilderijen onverkocht gebleven.
|
||||||
— 296 —
|
|||||
No. 15. Een stuck sijnde een romer met bloemen, geschildert
met waterverwe by Lodewyck Jansz. van den Bosch. Pr. DlsPONTEIJN f 50 — Ü — ü.
» 16. Een Christus met een lam op sijn rugge, geschildert by
den Ouden Mostert. JAC. DE CrOYEB f 12 — 0 — 0.
» 17. Een vroubeelt met een kint bij M''. Cokn. van Haeki.em.
Se. Vinckeboom f 22 — 0 — 0. » 18. Een lievevrouw met een kinnetie in de narm bij LUCAS
van Leijden. d. Hr. Aytsma f 35 — 10 — 2. » 19. Een naeckte Cristus op de steenen.
Dr. Dedel f 26 — 0 — 0.
» 20. Een lieve vrouwen hemelvaert, geschildert by M>'. Lucas VAN I.EYDEN.
Pr. Disponteijn f 125 — 0 — 0. » 21. Een vrouw die haer kint de borst geeft, geschildert by Sotte Cleef. Deselve f 150 — 0 — 0. » 22. Een Lucretia by Mabuyse gedaen. Deselve f 60 — 0 — 0.
» 23. Een lieve vrouwtie met een kinnetie in den arm, lesende in een boeck, geschildert by Hercules Segers. Mr. Jacob Dedel ƒ 29 — 0 — 0.
» 24, Een Andromeda, geschildert bij Carel Vermander. Phil. Lissant f 12 — 10 — 0. » 25. Een Hemelvaert Christi van deselve.
Deselve f 20 — 10 — 0.
» 26. Een slapende Venus bij deselve. Bkonsvelt f 3 — 5 — 0.
|
|||||
■~ 297 —
|
|||||||||||||
No. 27. Een harder en een harderin.
Bkonsvelt f9 — 5 — 0. » 28. Een hangende meeikolf by Melchior Hondecoeter. Pe. Qoeeokn f 19 — 0 — 0. » 29. Hoenderen en Kalkoenen, geschildert by Gerrit VAN
den Bosch.
Bkonsvelt f 30 — 0 — 0.
» 30. Een Maria Magdalena. Lissant ƒ 1 — 16 — 0.
» 31, Een conterfeytsel van Erasmus bij. . . Bkonsvelt f 12 — 0 — 0.
» 32. Een boer, |
|||||||||||||
door
Blocklant. |
|||||||||||||
» 33. Twee singende nimphics,
|
|||||||||||||
» 34. Een boerinnetje met een stroyen hoet,
No. 32 en 34 samen f 16 — 10 — 0, No. 33 f 11 — 5 — 0.
» 35. Een lieve vrouwtie. Disponteijn f 16 — 0 — 0.
» 36. Een conterfeytsel, geschildert by VAN Dyck. Abeaham Husson, (sclülderijliandelaar) f 100 — 0 — 0.
» 37 en 38. De Kercken van Aecken, geschildert by Thomas
Steenwijck. Disponteijn f 42 — 0 — 0. » 39. Een Jantschap van den Samaritaan, geschildert bij den Ouden GstlMMEK.
Goütappel ƒ 41 — 0 — 0. » 40. Een lants.chap met S'\ Jans predicatic bij HERRY DE Bles geschildert. Jk. Nassou f 30 — o — 0.
» 41—43. Jupiter, Juno en Aurora bij Mr. Corn. VAN HAERLEM. Phil. Lissant f 15 — 0 — 0.
» 44. Een brantie van Hans van Aken. ÜTS f 4 — 10 — 0.
V. 3*
|
|||||||||||||
— 298 —
|
|||||
No. 45. Een swijnshooft, geschildeit by Gerrit van den Bosch.
TTts f 8 — 10 — 0.
» 46. Een vrouw met een schoot vol kerssen by......
Bbohsvelt f 2 — 12 — 0.
» 47. Een naeckte Venus met een Cupido by Pouribus
(Pourbus.) de Goïer f 26.—. Opgehouden ƒ 35.—. » 48. Eenige bossen Speisies van Gerrit van den Bosch.
Juffe de Bïe f 2 — 10 — 0.
» 49. Een Susanna. Fr. Meöge f 4 — 10 — 0.
» 50. Het geslaght van St. Anna, geschildeit by den Ouden Mostert. Bbouwek Bosch f 35 — 10 — 0.
» 51. St. Teunis temptacie by Heronimus Bosch. Juffe. de Bïe f 7 — o — 0.
» 52. Een Cristus met een L. Vrouw. Jonas Godtske f 3 — 10 — 0.
» 53. Een lantschap van den Dageraet by Carel Vermanuer. Juffe. de Bïe f 3 — 10 — 0.
» 54. Een Christus aen 't cruys van Mr. 1 aan de erffg. Lucas van Leyden > v. d. Hr. Van » 55. Een stuck met deuren } der Hoogh vereert.
» 56. Een ecce homo.
d'Hr. Aiisma f 11 — 0 — 0.
» 57. Twee kussende kinderties. Dr. Dedel f 8 — 15 — 0.
» 58. Een lantschappie by Carel Vermander. Met No. 86 aan Juffe. de Bïe f 3 — 0 — 0.
» 59. Een St. Teunis temptacie by Carel Vermander. AlTSMA f 3 — 0 — 0.
|
|||||
— 299 —
|
|||||
No. 60. 2 Tronitges.
Met 64 Juffe. Van ÏUssauw f 3 — 0 — 0.
» 61. Een vrouwe contrefeytsel. Aeb. Husson f 1 — 0 — 0.
» 62. Een Heremyt. Lissant f 2 — 6 — 0.
» 63. Een Christus op de Coude steenen. Lissant f 24 — 0 — 0.
» 64. Een out man's trony. (Zie No. 60.) » 65. Een Veronica.
f — 14 — 0. » 67. Een lantschap met een visschertie van Savery.
Bsonsvelt ƒ6 — 10 — 0. » 68. De boecke s'torm geschildert by Mr. Pieter van
Veen.
Bkoeckman f 22 — 0 — 0.
» 70—71. Hoenderen van Gf.rrit van den Bosch. Bbonsvelt f 9 — 0 - - 0.
» 72. Een strant, geschildert by Jordaens (welke?) Valette f 12 — 0 — 0.
» 73 Een sperwer, by M'. Pieter van Veen. Donck f 2 — 12 — 0.
» 74. Een uyl op een tack, by Gerrit van den Bosch. Juffe. de Bte f 1 — 10 — 0.
» 86. Een avontmael by Carel Vermander. Zie No. 58.
» 87. Een St. Jeronimus by Lucas van Leijden. » 94—9$. Een Christus en een L. Vrouwe tronie, geschildert
by Lange Pier. Disponteyn f 17 — 5 — 0.
» 96. Abraham's Offerhanden, by Maerten Heemskerck. Bosch f 3 — 12 — 0.
|
|||||
— 300 —
|
|||||
No 97. Een avontmael, by Lange Pier.
V. d. Weeve f 30 — o — 0.
» 99. Een Cristus aen 't Cruys van Mr. Corn. van Haeklem. Molenijsek ƒ 31 — o — 0.
» 100. Een Kerstnaght, by Lange Pier. Disponteijn f 43 — 10 — 0.
» 103. Een cruysigingh van Carel Vermander. Bosch ƒ 4 — 0 — 0.
» 104. Een trony van Maarten Heemsicerck sonder lijst. AlTSMA ƒ 2 — 0 — 0.
» 105. Een Christus dooping, geschildert by Mr. Dirck Barents.
Adt. MIDDELGEEST f 1 — 0 — 0.
» 106. Een lantschappie van Carel Vermander.
Bkonsvelt ƒ 2 — 10 — 0.
» 107. Een Judith en Olafemis, geschildert by TiBOUT. Disfontkun f 1 — 10 — 0.
t> 108. Christus in de wolken, by Lange Pier. » 110. Een offerande van de 3 Coningen, by Carei. Ver- mander. Godtske ƒ4 — 10 — 0.
» 115. Seven ronde schilderijen van de bloetstortingh Christi, by Lange Pier. Proor. Disponteijn f 212 — 0 — 0.
» 116. Een geteyckent dootshooft, aghter glas. Bronsvelt ƒ5 — 0 — 0.
» 123. De drievuldigheyt, by Alberduer.
»' 124. Een bloedig© Christus op de steenen, met bywesent
geselschap, geschildert by Lucas van Leyden.
» 125. Een lantschap met Elias by Carei. Vermander.
Disponteijn ƒ 12 — 0 — 0. » 130. Een S*. Salvator, geschildert by Van der Laeck. 1)
Bultsing ƒ 30 — 0 — 0. 1) De Haagsche achilder Reynieb van deb Laeck ?
|
|||||
— 301 —
|
|||||
No. 131. Een tempeltje by Pieter Neefs.
Vijfhuysen f 10 — 15 — 0. » 133. Een Yssie, geschildert bij Bartel Beemt (Barthel Beham?), MoLENIJSEB f 24 — 15 — 0.
» 134. Een lantschappie van de Phariseen, geschildert by
Grimmer en gebeelt by Lange Pier. Juffe. de Bte f 30 — o — 0. » 136. Een lantschap met een eunjerwyf in de lughti), geschildert by Francois Crabbe. Van Speck f 20 — 0 — 0. » 139. De 9 Musen, by Maerten van Heemskerck. VlJFHUYSEN f 10 — 0 — 0.
» 140. Een heyligh Badt, by Carel Vermander.
Bosch f i — 5 — 0.
» 141. Een vliegende fortuyn, geschildert by Hans Jordaens. Uts f 3 — 0 - 0.
» 144. Adam en Evr int Paradys, by Mr. Corn. van Haerlem. Disponteijn f 15 — o — 0.
» 145. Zeven Planeten, by Mr. Corn. van Haerlem. Uts f 46 — o — 0.
» 153. Een L. Vrouw met een Cathuyser, geschildert by Jan van Eyck, de vinder van de oly-verw.
» 154 en 155. Een Christus en een L. Vrouw, van Lucas van Leyden.
» 158—159. Een Christus en een L. Vrouw, bij Carel Ver- mander. Lissant f ê — 5 — 0. » 160. Een Coningh Eduwaert, geschildert by Holbeen. » 162—163. Twee lantschappies, by Carei, Vermander. _____ (f 2 — 8 — 0.)
1) Eeu heks op boli of bezemsteel rijdende.
|
|||||
— 302 —
|
||||||
No. 172. Een lantschap met een S4. Sebastiaen, geschildert by
Jan Nagel. Bbonsvelt f 10 — o — 0. » 173. Een Feston, by VAN Thielt sonder lijst. GoUTAPPEL ƒ 60 — 0 — 0.
» 183. Een lagghent Jonckertie, geschildert by Leuve de Jong.
Kic. Disponteijn f 53 — 0 — 0.
» 186. Een Saringa by Carel Viïrmander. Bbonsvelt f 16 — 10 — 0.
» 190. Een Christus met de vrouw in overspel by Mr LüCAS VAN LEYDEN. Adt. Geltsack f 180 — 0 — 0. » 195. Eenighe modelleties by Mr. Pieter van Veen. f 4 — 0 — 3. Ongenombreert: 6 Caerte blaties, geschildert by van der Laeck.
Op de druck camer de Print-cas geopent ende daerinne ge- vonden : 1) 1 ronde plaet van GoLïius met een Venus daarop gedaen by
Mattham. 31 gladde coperen platen.
2 ronde geëtste platen, sijnde copie na Lucas van Leyden.
I ronde rant van glat coper. 1 kleijn ront glat coper plaetie.
1 plaet met een geest hontie ende vossie. 16 beere platies. 8 leeuwe platen. 4 jaght platen. 8 honde plaeties. |
||||||
1) Ik noem slechts het belangrijkste.
|
||||||
— 303 —
|
|||||
8 koeye plaeties.
8 plaete met boeken.
16 schape platies. 8 koeye platies.
Nogh 8 koeye platies. Nogh 8 koeye platies. 8 teijgers platies.
8 platies van verscheyde dieren
4 platen met fabulen.
2 troneties, geschildert op cleijne ronde platies.
1 platie — Uyltie — na L. van Leyden. i trouw-platie na Lucas van Leyden. I platie met een cleyne Piëta. i platie met een groote Piëta. i platie sijnde een lieve Vrouw met de peer na Lucas van
Leyden. i platie met een Sottie na Lucas van Leyden.
i platie sijnde St Huybert, na Tempeest. Nogh i fabel platie. 5 platies met schapies en honties.
I dosyn veuyle platen. I bondeltge gedruckte Pieta's.
I » allerhande druckies. I » met varekens.
I deel Marssen, van Goltius.
I » van de groote Pieta's printen. I groote bondel van jaghten en andere druc»en. In een langhweipighe doos bevonden acht viercante glasen daerop verscheijde historiën van Lucas van Leyden geschildert staen, onder |
|||||
— 304 —
wclcke aght glasen één gescheurt is ende met loot aen den anderen
gedampt. l) |
||||||
Printen.
Een boeck ingebonden, van Ste Franciscus.
No. i. 6 koeyties van BerCHEM....... 0—6 — o.
» 2. 13 printies van Calut........ 1 — 18 — o.
» 3. 14 » » » ........ o— 13 — o.
» 4. 16 » » » ........ o — 11 — o.
» 5. 6 » » Rembrant....... o — 6 — o.
» 6. 6 » » » ....... 0—6—0.
» 7. 6 » » » ....... o — 10 — o.
» 8. 12 » » » ...... o — 9 — o.
» 9. 12 » » /> ....... o— 4 — o,
» 10. 6 » >> » ....... o — ö — o.
» 11. s » » Sfranger....... o— 6—0.
» 12. 4 » » Calot........ o— 6 — o.
» 13. 7 cleyne printies van Calot...... o— 6 — o.
.» 14. Een cruysdragher.......... 2— 2 — o.
» 15. 2 teyckeninghen'van Monicx...... 1— o — o.
» 16. 3 cleyne contcrfeytselties....... o— 13 — o.
» 17. 13 printies Anibal Carats........ 4— o — o.
» 18. 12 conterfeytselties......... . o— 5 — o.
» 19. 12 * .......... o— 8 — 0.
» 20. 13 » .......... o — 4 — 0.
» 21. 6 » van Goltius.....o— 5__o.
» 22. Een sootie houtsne printies....... 1 — 10 — o.
1) Één dergelijk glas vond ik in de Ambrosiana te Milaan, het is de door
Saekeedam gegraveerde en bij Van Mandeb beschreven David met het hoofd ■ van Goliath. |
||||||
— 305 —
|
|||||||
Nogh een sootie printies........ o — 4 — o.
14 printies van de Apostelen....... 1 — o — o.
4 Evangelisten van Jacques de Gheijn . . o — 9 — o.
10 triumphumprinties van Calot..... 1 — 10 — o.
15 printies van Blommerï....... o—16 — o.
Alle de wercken van Moyses Wttenbroeck. 2 — 8 — 0.
14 printies van Jan van de Velde . . . . o— 12 — o.
8 printies van Uts.......... 0—4 — o.
20 » » Claes Moeyaert..... 1 — 6 — o.
4 » » Jan Both....... — —
12 » » allerhande vogelen . . . . o— 7 — o.
6 » » Parei.le......... o—14 — o.
7 » » Fransie Floris..... o—14 — o.
6 ronde printies van Maerten Heemskerck . o— 10 — o.
de wonderen van Tempeest....... 1 — o — o. 4 printies van Maerten Heemskerck . . o — 3 — o.
12 maenden van 't jaer (J. V. D. Velde?) . o— 13 — o.
9 printies van Maerten Heemskerck . , 1—4 — o.
8 » » » » . . 1 — 6 — o.
8 » » Re.mbrant....... 0—3 — o.
8 » » y> ....... o — 6 — o.
8 » » Potter........ o — 7 — o.
7 ondeughden van GOLTZIUS ..... o — 10 — o.
6 printen van Blommert....... 1 — 18 — o.
30 printen van Octavio van Veen , ('t leven
van Thomas Aquinus)....... 1 — 16 — o.
8 printen van Maerten Heemskerck. . . 0 — 15 — o.
de 12 maenden van 't jaer....... o—17 — o. 8 printen van Polidoor........ o—12 — o.
39
|
|||||||
v.
|
|||||||
•
|
||||||
— 306 —
|
||||||
No. 51. het Oordeel van Mighel Angelo.....o— 9 — 0.
» 52. 8 printen van Jacques de Gheijn . . . . o— 7 — o.
* 53- 7 planeten van Goltius.......1 — 4 — o.
» 54. 26 beedelaers van Quast.......o— 13— o.
* 55- 4 printen van Jan Both.......o— 13 — o.
» 56. 8 » » Maerten Heemskerck . . 1 — 14 — o.
* 57- 4 getyen van 't jaer van Goltius . . . . o— 10 — o.
» 58. 3 printen van Goltius........o— 3 — o. * 59. 6 » » » ........o — 8-0.
» 60. 9 Musen » » ........o — 14 — o.
» 61. 3 printen » » ........o— 6 — o.
» 62. 6 » ■ » - » . .....o — 11 — o,
» 63. 4 » » » ........o — 4 — o.
» 64. 2 » » BOLSWERT.......O — 5 — O.
» 65. 4 » » Goltius.........o— 2 — o.
» 66. 6 » » » ........o — 9 — o.
» 67. 13 » van diverse Mrs........o— 8 — o.
» 68. 10 » » » .->.......o — 3 — o.
» 69. 12 » » Jan en Esias van de Velde, o— 9 — o.
» 70. 't leerboeck van Hondius.......o — 14 — o.
» 71. d'onderwysing van de Perspectyven . . . . o— 5 — o.
» 72. 26 printies van Mathias Meriam . . . . o— 15 — o.
» 73. 17 » » Uts..........o— 11 —o.
» 74. 6 » » Parelle........o — 17 — o.
* 75. 9 » » PoELENBURGHenBRONCKHORST
geëtst..................
» 76. 7 printies van Elzhamer.......8 — o — o.
» 77. 7 » » Helzhamer.......6 — 10 — o.
» 78. 7 » » Elzhamer.......2— 6 — o.
|
||||||
— 307 —
|
|||||
No. 79. geestelicke school van Raefel...... o — 6 — o.
» 80. 22 printies van Labelle....... o — 10 — o.
» . 81. 3 printen van Goltius........ 0—6 — o.
» 82. 14 printies van Petrus Dolaet . . . . . o— 16 — o.
» 83. 8 » » » » ..... o — 15 — o.
» 84. 31 conterfeytsels.......... 1 — 4 — o.
» 85. 12 » .......... o— 7 — o.
» 86. 6 printen van diverse M's....... o — 6 — o.
» 87. 12 » • » j. > ...... o—14 — o.
» 88. 4 italiaense printen......... o— 17 — 0.
» 89. 1 print van Breenbergh....... o—13 — o.
» 90. 14 apostelen van Goltius....... 1—10 — o„
» 91. 14 id. sijnde een boeckie...... 2— o — o.
» 92. 6 printen van Parelle........ o — 14 — o.
8 93. 12 » sijnde de Passie van Goltius . . o— 14 — o.
» 94. 12 » » » » » » . . 1 —12 — o.
» 95. 12 als boven............ o— 18 — o.
» 96. 12 als boven............ o — 18 — o.
» 97. 12 als boven............ I — 4 — o.
» 98. 5 conterfeytsels van Titiaen...... o — 12 — 0.
» 99. 1 boeck met 24 printen van Van Dvck . . — —
> 100. 6 conterfeytsels » » > . . 1— 2 — o.
» 101. 6 » van Holbeen...... 1— o — o. > 102. 6 » » Gillis Sadeler . . . . o — 10 — o.
> 103. 7 » » diversen...... 1 — o — o.
.» 104. 9 printies van Rembrant....... o— 12—o.
8 105. 1 avontmael, (italiaense print)..... o—II—o.
» 106. . 1 groote print van Rubbens . . . . . . o — 19 — o.
» 107. 2 jaghten van Rubbens........ 1 _ 10 — o.
|
|||||
— 308 —
|
|||||
No. 108. 1 Christus aent cruys van Rubbens . . . o — 9—0.
» 109. 1 pincxterdagh » » ... o— 18 — o.
» 110. 1 conterfeytsel van Rubbens...... o—15 — o.
» ui. 1 print van Segers......... o— 9 — o
» 112. 2 stucken (eene print) van Polidoor . . 2— 2 — o.
» 113. 1 affdoening vant cruys van Rubbens . . o— 18 — o.
» 114. 2 stucken, sijnde de kindermoort van Rubbens 2 — o — o.
» 115. 1 print van Rubbens........ o — 19 — o.
» 116. 1 visserij van Rubbens (3 stucken). . . . 1 - 6 — o.
» 117. 2 printen van Uts......... 2—0 — o.
» 118. 1 L. Vrouwe Hemelvaert van Rubbens. . 1 — 6 — o.
» 119. t'avontmael van Rubbens....... 1—10 — o.
» 120. een print van > ....... 0 — 17 — o.
» 121. een » » » (twee stucken). . . 1 — 4 — o.
» 122. een val van Lusjefer van Rubbens . . . . o — 8 — o.
> 123. nogh een val van Lusjefer van Rubbens. . o— 8 — o.
» 124. nogh een cruysdragher van » . . 1— 4 — o.
» 125. 2 printen van Seghers........ o— 9—0.
» 126. 1 Kerstnaght van Rubbens...... 1— 2—0.
» 127. i conterfeytsel » » ...... o —13 — o.
» 128. 1 val van Lusiefer van » ...... o — 18 — o.
» 129. 1 vrouwe hemelvaert van Rubbens. . . . o— 4-0.
» 130. 1 Venus en Adonis van van Dyck )
f ■ • 2 — 10 — o.
» 131. nogh een van VAN DlJCK )
» 132. een Ex homo van VAN DlJCK . . . . . . 1 — 2 — o.
» 133. een print van Serdam (Saenredam). . . . o— 8 — o.
* 1 34. 17 printies van Tempeest....... 1 — 14 - o.
» 135. 2 » » Baroïius....... o —12 — o.
» 136. 2 » » Jan Lievens...... 0—7 — o.
|
|||||
309 —
|
|||||||||
No. 137.
• 138.
» 139- !> I40.
» 141.
» 142.
» 143-
» H4-
* 145-
» 146.
» 147.
|
2 printies van Carats........ o — 12 — o.
15 » » verscheyde mis...... o — 10 — o.
2 » » Carats en Polidoor . . . o —14 — o.
3 printen van Cort......... o — 9 — o.
4 ronde printen van Golttus..... o — 7 — o.
9 conterfeytsels van • » ..... o —10 — o.
de dansen van Subalbeen (?) „Holbeen" is
doorgehaald........... o — 8 — o.
2 grote printen van Blommert..... o—11 — o.
3 » » Goltius...... 1 — 12 — o.
2 » » » ...... o —12 — o.
3 f » » ...... 0 — 18 — o.
6 » sijnde 't vrouwe leven van
Goltius...... 4 — 2 — o.
2 » van Rubbens...... o — 15 — o.
2 » » van Dyck..... o — 18 — o.
3 » » Rubbens...... 1— o — o.
3 > » » ..... o — 12 — o.
2 » » » ..... o — 6-— o.
3 » » ..... 0 — 13 — 0.
4 » > » ..... 0—16 — o.
3 » » » ..... 0 — 15 — 0.
4 » 5 » ..... o —19 — 0.
2 > o Carats...... 1— 4--o.
II » » diverse Mrs..... 1 — 2 ■— o.
3 » » Rubbens..... o —19 — o.
2 » > » ..... 0 — 17 — o.
6 lantschappen van Rubbens..... 2 — 1 2 — o.
2 printen van van Dijck....... 1 — 14 — o.
|
||||||||
149.
150. 151. 152. 153- 1 54- 155- 156. •57- 158. !59-
160. 161. 162. 163. |
|||||||||
310 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. i 64.
» 165.
» 166.
n 167.
n 168.
11 169.
» 170.
» 171.
11 172.
" 173-
» 174-
" 175-
» 176.
» 177-
» 178.
11 179.
» 180.
,1 181.
» 182.
. 183.
>/ 184.
1, 185.
„ 186.
n 187.
11 188
» 189.
11 190.
/< igl.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 printen van Rubbens. ....... I ■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- o —o.
6 — 0. • 14 — o.
• 4 — 0.
o — o.
■ 13 — 0.
■ 8 — 0.
-15-0. -7 — 0.
■ 6 — 0.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3
2 3
3 2 2 3
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» Rubbens........o
11 11 .......1
» 11 .......1
» GOLTIUS....... O
11 TlTIAEN ....... O
1, GOLTIUS....... O
11 11 ....... O
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 printen van diverse M's....... o
23 11 in een boeck van Van Dijck. .
1 boeck met klijne printen van Hans Sub- PEt.BEEN (HOLBEEN ?).......
1 Sint Huybert, van Aelberduyr
de verlore soon, ;/ » |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 printies van Aelberduyr......o
1
2 3 4 4 6 4
4 4 4 6 3
5 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 311 —
|
|||||
No. 192. 2 printies van Aelberduyr...... o— 8 — o.
11 193. 2 1, ,1 n ...... 0—8 — o.
tl 194. 2 /; ./ 11 ......O --- 7 --- O.
■1 195. 6 » n n ...... o— 6 — o.
11 I96. I 0 o 11 ...... I — O — O.
11 197. I 11 11 11 ...... 1 — 12 — O.
1, I98. I 11 11 11 ...... I — IO — O.
n 199. 36 pvinten sijnde de passie van Aelberduyr o — 16 — o.
11 200. 11 n n n groote passie van » . 1 — 14 — o.
» 201. 20 n n 't leven van onze L. Vrouw van
Aelberduyr.......... 1 —10 — 0.
n 202. 10 printen sijnde van Aelberduyr . . . . o— 7 — o.
n 203, 20 o n 't L. Vrouwe leven van
Aelberduyr . ......... o —18 — o.
11 204. 12 printen sijnde van Aelberduyr . . . . o— 6 — o.
II 205. 20 II 11 11 11 ...... I — .0----O.
» 206. I lange print » » .... 1 — 8 — o.
11 207. een passietie van deselve....... 0—4 — o.
n 208. een groote print.......... 1 — 16 — o.
n 209. Taefel Seba, van Golïius....... 1 — 6— o.
11 21 o. een Triumphwagen van Aelberduyr . . . o —11 — o.
n 211. een taefei Seba van Goltius . . . . . . o—14 — 0.
n 212. een taefel Seba van Uts, met een opgeplackte
print.............. — —
11 213. een print van Rubbens met Co: Cavel. . . — —
11 214. 2 printen van Van DrjCK en 2 van Titiaen i — 10—o.
n 215. 5 n 11 Diverse M>s....... 1 —16 — o.
„ 216 10 passie printies.......... o — 16 — o.
11 217. een boeck met printies van Elzhamer . . I — 18 — o.
|
|||||
— 312 —
|
|||||
No. 218. een boeck met diversche teyckeninghen . . — —
» 2 19. 1 teyckeningh van Breughel..... 20 — 10 — o.
n 220. 6 teyckeninghen........". . o— 5 — o.
11 221. 6 11 .......... o — 6 — o.
11 222. 6 11 van de passie..... 0 — 17 — o.
11 223. 8 » .......... 1 — o —• o.
n 224. 8 »........... 2— 2—o.
11 225. 5 « .......... o — 16 — o.
n 226. 6 11 sijnde triumphwagens . . o— 9— o.
., 227. 2 tronyen met trion (crayon?) gett. . . . 1— o — o.
11 228. 13 teyckeninghen.......... o — 14— o.
» 229. 6 n .......... o — 6 — o.
// 230. 10 n van diverse Mrs..... o— 8 — o.
n 231. 6 n ........... 3— 2 — o.
11 232. 8 n .......... o— 12 — o.
" 233. 7 n van lantschappen. . . . 1 — 2 — o.
11 234. 6 tronyteyckeninghen........ o — n — o.
11 235. 24 teyckeninghen van Heemskerck. . . . 3 — 6 — o.
„ 236. 1 grote print........... 1 — o — o.
11 237. I teyckeningh van BRUEGHEL.....■ o — 6 — o.
11 238. 50 teyckeningheties....... ■ . o — 10 — o.
n 239. 6 groene teyckeninghen....... o — 18 — o.
11 240. 8 teyckeningheties......... 0—3 — o.
11 241. 12 teyckeninghen........ . . . o—10 — o.
// 242. 3 11.......... o — 4 — o.
» 243. 8 » .......... o— 8 — o.
11 244. 4 » van Heemskerck . . . 2 — o — o.
» 245. 4 ronde » » » ... o — 7 — o.
n 246. 6 printen van Heemskerck...... 0—18 — o.
|
|||||
— 313 —
|
|||||
No. 247. 5 teyckeningen van Poi.idoor..... 1 —- 14 — o.
o 248. 4 „ ,1 Tybouï..... o 12 — o.
11 249. 3 n » Blommert..... 2 — 2 — o.
11 250. 4 11 .......... o— 8 — o.
11 251. 1 o 11 .......... 0 — 18 — o.
11 252. 7 n .......... 1 — o — o.
11 253. 11 n .......... 2 — 2 — o.
11 254. 33 11 van M: Heemskerck . .18—0 — o.
n 255. 16 ».......... 1— 8—o.
11 256. 13 n sijnde de Maenden van 't
jaer.............. I — 14 — 0.
n 257. 6 teyckeninghen (lantschappen)..... o — 18 — o.
n 258. 12 o .......... 2— 6 — o.
» 259. 3 11 .......... 0 — 19 — o.
11 260. 4 11 sijnde de 4 jaergetijden,
door Tobias Verhaechï...... r — I o — o.
11 261. II teyckeninghen van H. Gelive (?). . . . I— 18 — o.
n 262. 2 printen van Foelenbukgh...... 1 — 18 — o.
11 263. 2 n .....•...... o — 6 — 0.
11 264. 2 n ............ I — 2 — o.
» 265. 2 11 ............ o— 8 — 0.
11 266. 4 » ............ 1 —■ o '— o.
11 267. 2 teyckeningen van Tibout . .' . . . . o —19 —o.
n 268. 2 teyckeningen........... 2 ■— 4 — o.
11 269. 1 teyckeningh van Quelinus..... 3—8 — 0.
11 274. 14 printen sijnde een passietie, copieües na
Lucas............. o — 1 I — o.
n 275. 2 printen van Hollar geëtst..... 0—8—0.
11 282. 8 teyckeninghen van Le Ducq..... 1—6 — o.
V. 40
|
|||||
— 314 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
No. 285. d'Ovidius, van Tempeest....... 6—5 — 0.
n 287. 2 printen van Spanjoleten (Ribera) . . . o —11 — o.
11 288. 7 printen van Bassan........ 3 — 12 -- o.
11 289. 7 printen van Bassan........ 3 — o — o.
11 290. 4 getijen van » ........ I —10 — o.
11 291. 5 lantschappen van Bril ....... o — 14 — o.
n 292. 2 teyckeninghen nae Lucas van Leyden . 2 — 4 — o.
11 293. 1 teyckeningh sijnde Salomons Oordeel van
L. v. Leyden......... 27 — o — o.
11 294. een teyckening van denselven..... 6 — 15 — o.
11 295. 11 11 nae » ..... o — 18 — o.
11 296. een passie van Aelberduyr, bestaande in
14 stucken.......... 1 —10 — o.
« 297. 11 stucken van de passie van Aelberduyr . 3— o—o.
Dan: tot No. 398 telkens I a 2 prenten van Lucas van Leyden die ongeveer ƒ 1 — o — o a ƒ 27 — o — o opbrengen. In 't algemeen hooge prijzen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„ 400. I cruysdragher........... 2-
11 401. 2 teyckeninghen.......... 1
n 403. 5 printies van Aldegraek...... 0 ■
;; 405. 8 11 11 " ...... o
11 406. 4 /; 11 11 ...... O -
11 407. 8 11 11 11 ...... o -
11 408. 4 printies an Aldegraef...... 1 .
11 410. I boeckie teyckeninghen....... o-
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n 411. 1 boeckie met vogelen, met waterverw ge-
schildert............ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 315 —
|
||||||
No. 413—426. telkens: een kunstboek,
(prijs ƒ 1— a 3.—). » 427. 1 Kunstboeckie van Marcus Geeraerts . . — —
11 428. Emblemata Aratianus......... 5 — o — o.
n 433. een teyckeningh met potloot...... 3 — 3 — o.
n 435. Een boeckie om te leren etsen . . . . . 1 — 8 — 0.
11 439. een printboeckie.......... o — 15 — o.
De schilder J. LE DUCQ was een ijverig kooper der prenten.
Het volgende stuk handelt over de in de veiling onverkochte
stukken en bewijst dat de Dürer de hoogst getaxeerde schilderij dezer verzameling was: Bekenne ick ondergeschreven dat onder mij berusten : een stuck
schildery van Aelberduyr, daer in uytgebeelt wort de H. Drievul- digh*., getaxeert op een somme van 1500 car: gulden, noch een stuck van Lucas van Leyden sijnde een bloedige Christus op de coude steenen met bywesenl geselschap, gelaxeert op 130 car: gulden en nogh 4 glaskunsten van L. van Leyden 't stuck getaxeert op 20 gl. Alles .... gecomen uyt den sterfhuyse van mijn Broer Backer za: metten anderen importerende 1710 car: gulden, daerinne mijne suster Beatrix Backer is competerende 570 gulden sijnde een gerecht derde part. Enz. Actum den Hage 8 Augustii 1663 1). (Niet onderteekend.) |
||||||
1) Prot. Not. J. Lissant, den Haag.
|
||||||
— 316 —
|
||||||
JAGOB OCHTERVELT.
|
||||||
(Met eene plaat.)
NDER de schilders naar wier levensgeschie-
denis men schier geheel in het duister tast, behoort ook Jacob Ochtkrvf.i.t. G. Van Spaan die in zijne »Beschrijvinge
van Rotterdam", de kunstenaars, welke zijne stad- en tijdgenooten waren, in een korte maar viij volledige lijst, op 't voetspoor van Van Bi.eyswijks beschrijving van Delft, vermeldt, zwijgt over hem. De eerste uitgaaf van Van Spaan is van 1698 1), wat mij doet vermoeden dat Ochtf.rvet.t — die zooals uit het volgende te zien is, zoo al niet door geboorte dan toch door inwoning Rotterdammer is geweest — in dat jaar reeds overleden was of die stad metterwoon verlaten had en om die reden door Van Spaan stilzwijgend werd voorbijgegaan. Latere levensbeschrijvers geven nagenoeg niets over dezen schil-
der, wiens verdienstelijk penseel ons veelal verplaatst in tooneeltjes uit het dagelijksch leven der aanzienlijke burgerij van de tweede helft der 17e eeuw, nu eens gestoffeerd met de vrouw des huizes en haar kind, dan weder met gezelschappen van twee, drie of meer hoffelijke 1) Te Rotterdam bij Hebmannus Godpaeüs, kl. 80.
|
||||||
— 317 —
|
||||||
heeren en juffers, voorstellingen welke uitmunten door waarheid en
uitvoerige behandeling en waaraan vaak een zekere boertigheid niet ontbreekt, die van den opgewekten geest des meesters getuigt. Nu en dan geven zijn stukken echter ook onderwerpen van ernstiger en deftiger aard te aanschouwen. l) Als zijn leermeesters gaan door Nicolaas Berchem, Gerard
Ter Borch, Gabriel Metsu en Frans Van Mieris de oude, maar zijn werken wijzen het meest op beiden laatstgenoemden. Behalve de vraag wie zijn leermeester geweest is en waarop het antwoord slechts bij benadering gegeven wordt, wist men niets van hem mede te deelen, zelfs niet in welke stad van ons land hij zich opgehou- den heeft. In dergelijke omstandigheden is het niet ondienstig ten minste
eenig licht te doen opgaan. Elders heb ik reeds kortelijk bericht 2) dat Ochtervelt te Rot-
terdam gewoond heeft, maar eene geheele mededeeling van het door mij gevondene — hoe weinig het ook zij — is eigenaardig hier op zijn plaats. Ochtervelt trof ik het vroegst aan als onderteekenaar van een
accoord op den 30 Juli 1665 gemaakt ten overstaan van Rotterdams burgervaderen, waarbij hij en »de Vrunden en Bloetverwanten" van Andries Meesters, nagelaten oudste zoontje van Joris Meesters en Eva De Swaen, overeenkomen nopens de opvoeding van dat kind. Ochtervelts vrouw heette Dirkje Meesters en door dit huwelijk — waarvan de dagteekening mij niet bekend is — werd.hij |
||||||
1) Daartoe behooren liet aan hem toegeschreven stuk in het Berlijnscbe
Museum, een vrouw die op het ziekbed haar testament maakt en het Regenten- stuk uit het Leprozenhuis te Amsterdam. 2) Zie Beschrijving der Schilderijen in het Museum Boymans, uitgaaf van
1880 ea die van 1883. |
||||||
— 318 —
|
|||||
geroepen, dat stuk met de overige leden der familie Meesters te
onderteekenen. I) Wij ondergeschreven Vrunden, ende Bloedverwanten van 's vaders
zijde en Jacoh Scheffens bloedverwant van 's moederszijde van An- dries Meesters naergelatene outste soontje van Joris Meesters ende Eva de Swaen zal: alle woonende tot Rotterdam, bekennen metten anderen door intercessie ende tusschen spreeeken van d'Heer Johan de Reus Burgermeester deser Stad, nopende het onderhout ende opvoedinge van de voorsz. Andries Meesters te zijn geaccor- deert ende verdragen in deser maniere, dat denselven Andries Mees- ters voor den tijt van twee jaren tot Sprang sal werden Schoole gelecht, ofte besteet omme aldaer wel te leeren, lesen, schrijven ende cijferen ende daer naer denselven alsdan te doen leeren een goet ambacht ofte ander eerlijck excercitie daertoe hij Andries Mees- ters best bequaem ende sijn cost in tijt en wijle mede sal cunnen verdienen. In alle helwelcke ik ondergeschreven Jacob Scheffens aengenomen hebbe, ende mijn selven bij desen verbinde te betalen de summe van veertich guldens ten hondert ende wij ondergeschreven vrienden van 's vaderszijde gesamentlijck de summe van tsestigh gul- dens ten hondert; doch alles onder dese conditie dat alleen Tb. Schbf'- FENS en DiRCK Meesters sullen moeten hebben het toesicht, gesach ende voochdije van den voorsz. Andries Meesters. Ende dat dien- volgende alle hetgundt bij ons ondergeschr. ten voordeele van 't voorsz. kint soude mogen werden gedaen ende verricht bij de verdere vrun- i) Meesters is de naam van oen geslacht dat eertijds te Rotterdam bloeide
en welks blazoen voorkomt onder de wapens der Regeeringsleden, die de platte- grondkaart omlijsten door Romexn De Hooghe in 1694 gegraveerd; een der leden van dit geslacht is Baljuw van Rotterdam geweest. Onwillekeurig doet zich de vraag voor of de kringen waar Ochtebvelt door zijn vrouws familie toegang kan gehad hebben, ook van invloed zijn geweest op de onderwerpen zijner tafereelen. Kroegtooneelen en dronken lui te schilderen, liet hij anderen over. |
|||||
— 319 —
|
|||||
den sal moeten werden geapprobeert. Ende in cas over 't gene voorsz.
staet t'eeniger tijt eenige questie ofte oneenicheden soude mogen comen te resulteren, verclaren wij ondergeschr. gesamenlijk deselve queslie ende verschillen hoedanich die soude mogen wesen absoluth te hebben gesubmitteert ende verbleven in de finale uytspraecke van de EE. Achtb. Heeren Burgemeesteren deser stad in der tijt zijnde, gelijck wij ondergeschr. vrinden van 's vaders zijde aen haer E.E. Achtb. bij dese mede submitteren ende absolutelijck verblijven het geschil tusschen ons ondergeschr. namentlijck hoeveel bij ijder van ons in de voorsz. sestich ten hondert sal moeten werden gecontri- bueert, voldaen ende betaelt. Beloovende wij ondergeschr. den voorn, contracte ende te doene uytspraecke in allen deelen punctelijcken te sullen achtervolgen ende naercomen, sonder daerjegen uijt te comen in relieff off reductie, als daervan bij desen wel specialijck renun- cierende ende afstandt doende, daaronder verbindende onse respective persoonen ende goederen geen vvtgcseyt, ten bedwangh van alle rechten ende rechteren. Actum in Rotterdam, den 3oen July 1665.
Jan Meesters. Jacou Scheffens.
D. Meesters 1665.
Jan Meesters de jonge.
Magdaleena Post als laslhebbende van min man Mathijs Meesters.
Mij praeseut als getuigge
A. Sonmans. (Resolutien en Dispositien van Burgemeesters en Regeerders van Rotterdam Reg. no. 2 fo. 59.) |
|||||
— 320 —
|
||||||
Den 28 Januari 1666 is onze schilder met Symon Elsevier en
Marya. De Gelder getuige bij den doop van Maria, dochter van Dirk Meesters en Barbara Elsevier i). Als voogd over de weeskinderen van zekeren Jan Lucasz
Ochtervelt en van Tryntje Eduwaerts, zien wij hem den 28 Mei van hetzelfde jaar een huis aan de Lange Lijnstraat transporteeren, zooals blijkt.uit den volgende Giftbrief: 28 Mei 1666. Annetgen Ariens eerst wede. Van Adam Jansz van Cleeff
ende laest van Jan Lucasz Ochtervelt , Adriaen Adamsz van Cleeff mitsgaders J a cob Ochtervelt Schilder ende Willem Jansz Schrijnwerker als geordonneerde vooghden over de nagelaten weeskinderen van den voorn. Jan Lucasz Ochtervelt, daer moeder aff was Tryntje Eduwaerts , hebbende de voorn, vooghden hiertoe van de E. Achtb. Heeren van de Weth deser Stadt speciale acte van authorisatie gestelt in margine van seker requeste tot dien eijnde aen haer E. gepresenteert, van dato 16 Januarij 1666, ons Schepenen geexhibeert, ende geven aen BartEL Bartklsz, Timmerman, gifte ende eygendom van een huijs ende erve staende ende gelegen aen de Oostzijde van de Langelijnstraat alhier, belent ten noorden Tryntje Pauls ende ten zuyden Lambert Gerritsz, streckende voor van de straat tot achter aen de sloot toe, geregistreert op No. 2962, enz. (Giftboek No. 40, Archief Rotterdam). Daar de naamboeken geheel ontbreken en de verdere beschei-
den van het Rotterdamsch St. Lucasgild grootendeels verdwenen zijn, is er van dien kant geen licht te wachten, tenzij een toeval ze bewaard moeht hebben en deed terugvinden. Maar gelukkig |
||||||
1) Doopboek Herv. Gemeente te Rotterdam.
|
||||||
JPl. 2.
|
||||||||||||||
Arch. v. Ned. Kurtstgesch. V.
|
||||||||||||||
mm?
|
||||||||||||||
È '5;"
|
||||||||||||||
De kaartspelers
|
||||||||||||||
Naar de schilderij vau Jacob Ochtervelt
|
||||||||||||||
— 321 —
|
|||||||||
zijn de nominatieboeken voorhanden, waarin de namen der ter be-
noeming voorgedragen Hoofdlieden van de onderscheidene Gilden werden opgeteekend en uit het oudste dier registers blijkt dat Ochtervelt in 1667 als Hoofdman van het St. Ducasgild werd voorgedragen Hieruit volgt dat hij lid van genoemd gild geweest is, want anders kon hij niet op de voordracht van Hoofdlieden ge- plaatst zijn geworden. Nog eenmaal vond ik hem als doopgetuige vermeld, en dit-
maal met zijn vrouw Dirkje Meesters, namelijk den 10 Juli 1672, bij den doop van Trijntje, dochter van Jan Meesters en van Marya De Jon i). Van nu af ontsnapte hij aan mijne verdere nasporingen in de Rotter-
damsche Archieven. Met zekerheid kan echter worden vastgesteld dat hij in 1674 te Amsterdam verblijf hield, want in dat jaar schilderde hij: «Een regentenstuk met acht beelden op de halve grootte, bene- vens eenen hond. Me.i ziet hier afgebeeld vier regenten van het Leprozenhuis, twee staande en twee zittende aan eeue tafel met een rood kleed. Daar naast staat de binnenvader en achter hen eene vrouw met twee kinderen. Hoog 1.53, breed 2.01, doek." 2) Is Ochterveld te Rotterdam teruggekeerd of overleed hij te
Amsterdam? Op deze vragen moet ik het antwoord schuldig blijven, maar stellig is hij vóór 1710 gestorven, want in de Registers van den Impost op het begraven in het Archief van Rotterdam, trof ik het volgende opgeteekend van den dood zijner weduwe: 10 Februarij 1710 't lijk van Dirkje Meesters weduwe van
Jacüb Ogtervelt (sic) oud 80 jaren. (Begraven huurgraf Oosterkerk). |
|||||||||
1) Doopboek Herv. Gemeente Rotterdam.
2) Dr. P. Scheltema. Historische Beschaving der Schilderijen van het
Kaadhuis te Amsterdam. 1880 bl. 31. |
|||||||||
V.
|
|||||||||
41
|
|||||||||
— 322 —
|
|||||
Mocht iemand in de gelegenheid zijn en zich opgewekt gevoelen
mijue hier medegedeelde aanteekeningen aan te vullen met zijne nadere opgaven, dan zal onze kunstgeschiedenis weder een leemte te minder gevoelen. Ten slotte een enkel woord over bijgaande plaat, naar eene
schilderij van Ochtervelt. Het stuk werd den 16 Februari 1864, met zoovele andere schilderijen van beroemde meesters, vernield in den brand van het Museum Boymans. De afbeelding is evenwel bewaard gebleven in eene thans reeds weinig voorkomende serie steendrukken, naar schilderijen in dat Museum, waarvan de uitgaaf zich slechts tol een vijftal platen bepaald heeft en die door verschillende teekenaars rechtstreeks naar de schilderijen gelithografeerd zijn geworden. Naar een dier vijf platen werd bijgaande verkleinde reproductie vervaardigd. In den catalogus van vóór den brand (uitgaaf 1862) wordt het
stuk aldus beschreven: «350. In een deftig binnenvertrek zitten een heer en eene dame
aan eene eikenhouten tafel kaart te spelen; bij hen staat eene jonge dame in een rood fluvveelen jak met bont." (Hoog 51 d., breed 42 d.) Na dit verlies mag het Museum zich weder verheugen in het
bezit eener schilderij van onzen kunstenaar, en waarop men dezelfde jonge vrouw, mede van ter zijde gezien en óok gekleed in een rood fiuweelen, met bont omzet, jakje, ziet afgebeeld. Even als het ver- brande stuk, kenmerkt dit zich door bevallige groepering en juist uitgedrukte bewegingen der personen, maar vooral door de meester- lijke wijze waarop het fluweel, de zijde en andere stoffen terugge- geven zijn. |
|||||
— 323 —
|
|||||||
EEN VERDWENEN PORTRET VAN ERASMUS,
GESCHILDERD DOOR ALBRECHT DÜRER,
|
|||||||
N 1740 werd door Mr. Gerard Van Papenbroek, Sche-
pen der stad Amsterdam, een portret van Erasmus, door Albrecht Dürer , ten geschenke aangeboden aan Burgemeesteren van Rotterdam. Het geschenk werd, 7,00 als te verwachten was, dankbaar aanvaard en Burgemeesteren gaven in den hieronder volgenden brief dan ook aan hem te kennen, dat zoodanig present »ten uyterste aangenaam" was en dat het portret altijd in hunne vergaderkamer blijven zoude. WelEdele Gestrenge Heer,
Geïnformeerd zynde geworde door een mede Lid van ons, dal UWEd.Gestr. van die obligeance wel zoude willen zyn om aan de Regering van deese Stad prsesent te doen van het Origineele portrait van Ekasmus, in dien UWEd.Gestr. verzekert was dat ons zulx niet onaangenaam zoude zyn, en het selve in onse Camer zoude plaatsen; waaromme wy niet hebben willen aff zyn van UWEd.Gestr. by deese te betuijgen, dat soodanig present ons en de gansche Regering deeser Stad, ten uyterste aangenaam, en UWEd.Gestr- daarvoor ten hoogste verpligt sullen syn , en dat wy hel selve in onse Vergader Camer van Burgermeesteren en altyd daar laten blijven sullen, ter |
|||||||
— 324 —
|
|||||
Gedagtenis van UWEd. Gestr. beleeftheijt; waarmede na UWEd.
Gestr. in de protectie Godes bevoolen te hebben, Rotterdam, Wy blyven,
den 20 October Wel Edel Gestrenge Heer,
1740. Burgermeesteren en Regeerders der stad Rotterdam,
Ter Ordonn.: van de selve,
J: v: Belle. Het opschrift luidt: Wel Edel Gestr: Heel-
den Heer Gerard Van Papenbroek, Schepen te Amsterdam. Het portret werd daarop overgezonden, vergezeld door een brief
van den Schepen Van Papenbroek, waarin twee bijzonderheden, als signalement van de schilderij, de aandacht trekken; vooreerst zegt de briefschrijver dat het stuk is »gecon ter fei t in den Jare 1522" en voorts blijkt uit het post-scriptum dat het klein van afmetingen moet geweest zijn, want het heet aldaar een »portra i tje": Wel Edele Groot Achtbaare Ifeeren, Het is my ten hoogsten lief geweest uit den brief van Uw Wel
Edele Groot Achtbaarheden, dien ik gisteren morgen ontfangen heb, te verstaan, dat het niet onaangenaam zou zijn het Portiait van Uwen. Grooten ingeboren Erasmijs door den kunstrijken schilder Albert Durer van Neurenberg, geconterfeit in den Jare 1522, en waarvoor hij zelf heeft gezeten, aan Uw Wel Edel Groot Achtbaarheden te mogen overzenden en presenteeren; op dat het voor altoos in wezen blijven en bewaart mogt worden: gelijk ik met dat zelve inzicht aan Burgermeesteren en Regeerders der Stadl Delft ook present gedaan |
|||||
— 325 —
|
|||||
heb van het Origineel Portrait van Hvgo de Groot, twee mannen,
daar Uwe en Hunne Stadt met recht op roemen moogen, en wier wedergaê nooit geweest zyn ofte mogelyk ook niet, weer komen zullen. Afbrekende wensche ik dat de Almogende Uwe persoonen en Regeering wil zegenen en voorspogdig maaken en blijve, Wel Edele Groot Achtbaare Heeren,
Uwe Groot Achtbaarhedens gehoorzaame en verplichte dienaar, G. v. Papenbroeck. P.S. Het Portraitje, hiernevens gaande
is geadresseert ten huize van den Heer President Burgermeester, den Heer Van den Tempel, enz.: Amsterdam den 22 van October 1740. Het opschriit luidt: Wel Edele Groot Achtbaare Heeren
de Heeren Burgermeesteren en Regeerders der Stad Rotterdam.
Hierop volgde een brief van dankbetuiging van dezen inhoud:
Wel Edele Gestrenge Heer, Ontfangeu hebbende UEd. Gestr: missive van den 22 deser
maand, alsmede het fraije portrait van onsen seer wijse en door de gantsche wereld beroemden inboorling Erasmus , hebben wij niet willen manqueien van UWEd.Gestr: by deese te bedanken, voor dit aan ons seer aangenaam praesent, en door UWEd. Gestr. soo vrien- delijk en gratieus geofifereert en vereert aan ons, sullende wij niet nalaten van ter gedagtents van UWEd. Gestr: hetselve in onse Camer |
|||||
— 326 —
|
|||||
te plaatsen, terwyl wy na UWEd. Gestr: in de protectie Godes be-
volen te hebben, blyven Wel Edele Gestrenge Heer
Burgemeesteren en Regeerders der Stad Rotterdam. Rotterdam Ter Ordonnantie van deselve den 25 October 1740. J: V: Belle.
Het opschrift luidt: de Heer Mr. Gerard van Papenbroek
tot Amsterdam. Bij het afdrukken dezer brieven, had ik tevens gaarne gewild
het bestaan van dit portret van Erasmus te kunnen aanwijzen, ma;ir het stuk schijnt verdwenen te zijn. De vraag blijft hier dus onbeantwoord of wellicht in de troebele
dagen van 1795 een der «afgaande Heeren", dan wel een of ander in zijn plaats gekozen »Citoyen" het voovloopig onder zich genomen heeft 1). Bekend is het, dat lang voor dat de Schepen Van Papenbroek het
stuk aan Rotterdam ten geschenke zond, er reeds een portret van Erasmus op het stadhuis aanwezig was, want in de stads-rekening van 1654 fo. 327 boekte de Thesaurier-Ordinaris 37 £ 6 stuivers, aan Henrick Maertensz. SorCH, voor het «verschilderen" van het conterfeitsel van Erasmus 2). Dit laatstgenoemde portret moet m. i. hetzelfde zijn dal 1) Ook de verbouwing van liet oude Stadhuis, tusschen 1827 en 1835, zou
oorzaak der verdwijning kunnen geweest zijn. Vreemd is het dat de nauwkeurige Jacob Kortebrandt , die het gebouw in het midden der 18e eeuw gekend heeft, in zijne Ms.. beschrijving van liet oude Stadhuis, geen enkel woord rept over een portret van Erasmus; men leest bij hem: „Breder bericht van den bouwtrant en de kamers acht ik noodeloos, dewijl
hier bij mijn weten niets te vinden is dat de Liefhebbers der Bou-, Beitel- of Schilderskunde bekoren kan, alles gedijd hier slechts tot zeer noodzakelijk gebruik." 2) Eotterdamsclie Historiebladen. Afd. 3, Deel 1. bl. 689.
|
|||||
— 327 —
|
|||||
nu nog aanwezig is in het Museum Boymans, en bij welke verzame-
ling het gevoegd werd met andere schilderijen, die aan de stad toe- behoorden, toen het Museum opgericht werd. Het stuk draagt Dürers monogram, maar het portret heeft geleden door hier en daar te zijn overschilderd. Een jaartal is er niet op te vinden en daar uit den brief van Van Papenbroek is af te leiden dat de door hem geschon- ken Dürer gejaarmerkt was 1522, zoo meen ik te kunnen vaststel- len dat men zijn geschenk elders moet zoeken. Zeer waarschijnlijk is de overlevering juist, dat het voorhanden
portret hetzelfde is, dat in 1532 door den Raad van Bazel aan de geboortestad van Erasmus vereerd is geworden. Omtrent de herkomst van nog een geschilderd portretje van
Erasmus, door een onbekend kunstenaar, ook aanwezig in hetzelfde Museum, kan niets met zekerheid gezegd worden. (Zie over beide aanwezige portretten de Beschrijving der Schilderijen in het Museum te Rotterdam. Uitgaaf 18S3 nos. 74 en 396). |
|||||
— 328 —
|
|||||
CONTRACT
VAN DEN SCHILDER JOOST DROOCHSLOOÏ MET EENEN
UTRECHTSCHEN KUNSTKOOPER, 1620. (Medegedeeld door den Heer Mr. S. Muller Fz. , Archivaris van
Utrecht.)
Anno 1620 den Vlen Aprill.
AN WlLLEMSSOON van Riienen, erffhuysmeester deser
stadt Utrecht 1), ende transporteerde ende gaff voir hem ende zijne huysfrouw, daer hij op dese tijt blyckende geboorte bij heeft, ende voor zijne eiffgenaemen als recht was, over Joost Cornelissoon Droochslooth, schilder ende bor- ger tUtrecht ende zijne eiffgenaemen, een huijssinge erft ende hoff met het getimmer, bepotinge ende geboomte daerop staende, glaesen, glaesraempten ende mit alle zijne toebehooren aert ende nagelvast, staende ende gelegen binnen Utrecht tegens die Magdalenenbrugh over aen de oostzijde van de Nyeuvve graft op den noorthouck van de Magdalenenstraet, zulcx ende in zulcke voegen ende met met zulcke gerechticheyt alse hij comparant dselve van de regierders van de con- vente van Maria Magdalena gecoft heeft. Ende hij comparant ver- teech daeroff ende claerlijcken van alle rechts ende toeseggens hij daeraen hadde, ende mede van alle brieven daervan spreeckende ten behouve als voren. Ende belooft hij comparant hem tselve te vrijen ende te waeren op achthondert gulden hooftsoms lossrenten den penninck twijntich alse tvoorseyde convent daerop ende wt heeft, 1) De erfhuismeester was de houder der publieke verkoopingen: de door
D. geleverde schilderijen werden dus gewis jaarlijks in het openbaar verkocht, zooals dat destijds meer met schilderijen geschiedde. |
|||||
— 329 —
|
|||||
ende alle lasten offdoen, bij hem comparant daerop gedaen, sonder
voor eenige vorder evictie, vrijdinghe ofte waringe inne testaen, zoo den voorseyden ontfanger hem zall moeten contenteren met die vrijdinghe ende waringe, bij die van de convente belooft. Bekennende hij com- parant hiervan met zeeckere acte van condemnatie, bij Joost Corne- lissen op huijden tzijns comparants behouve van de cooppenningen gepasseert, verneucht ende gecontenteert te zijn, sonder arch. Anno et die ut s(upra).
Joost Cornelissoon Droochslooth, schilder ende borger tUtrecht, ende bekende voor hem ende zijne erffgenaemen belooft te hebben, als hij belooffde mits desen, aen Jan Willemssoon van Rhenen, erff- huysmeester ende borger tUtrecht, ende zijne erffgenaemen ofte zijns rechts hebbende, voor ende in voldoeninge van de cooppenningen der huyssinghe ende hoffstede staende op den noorthoeck van de Magdalenenstraet binner: Utrecht, bij hem comparant van Jan Wil- lemssoon van Rhenen gecoft ende op huijden gcrechtelijck ontfangen, boven die lasten van achthondert gulden hooftsoms daerop staende , bij hem comparant boven die cooppenningen tot zijne lasten genomen, alle jaers tot twaelff jaeren naestaenvolgende te leveren aen schil- derijen bij hem geschildert ter zomme van hondert ende vijftich gul- den, daervan den eersten termijn vervallen zall den Vlen Aprill XVIo ende een ende twijntich, ende alsoe voirts van jaer tot jaer tot twaelff jaeren toe. Ende zoo hij comparant ende den voorseyden Van Rhenen ofte zijns rechts hebbende in de prijse van de schilderijen nyet en conden accorderen, sall tselve bij hemluyden gestelt wor- den aen twee onpartiedigen meysters, dies verstant hebbende, om daer- van wtspraecke te doen. Is mede geconditioneert, zoe hij comparant binnen dvoorseyde twaalff jaeren overrede, dat in zulcken gevalle |
|||||
— 330 —
|
|||||
zijns comparants erffgenaemen boven dvoorseyde aohthondert gul-
den, daerop hij hem comparant tot zijne lasten genomen, alsdan ter- stont aen Jan Willemssoon van Renen, zijn erffgenaemen ofte zijns rechts hebbende, gereet betaelen zullen die zomme van eens duysent Karolus gulden, mits dat daeraen affslach strecken zullen die schilde- rijen bij hem comparant alsdan gelevert, reeckenende bij deselve duysent Karolus gulden den interesse jegens den penning sestien van Paesschen nu naestcomende ingaende tottenselven daege toe, daervan gerabateert den interesse van de geleverde schilderijen. Ende alsoe alsdan, te weten ten overlijden van hem comparant, meer aen schil- derijen mocht zijn gelevert als ter zomme van duysent Karolus gulden boven den interesse van deselve duysent gulden, sall all tselve comen tot profijt van Jan Willemssen van Renen, zijne erffgenamen ofte zijns rechts hebbende, sonder eenige restitutie daervan te doen. Ver- souckende hyerinne gecondemneert te worden ] volgens welcke ver- souck heeft tgerecht hem comparant gecondemneert ende condem- neert mits desen etc. (In margin e van den laatsten brief staat:)
Compareerden HEYNDRICKGEN VAN FlTSSEN, weduwe ende boedel-
harster van zaliger Jan Willemssoon van Rhenen, geassisteert mit Jan Janssoon van Rhenen haer overleden mans voorsoon ende gecoren voocht in desen, ende bekende, dat Joost Cornelissoon Droüchsloot aen haer comparantes man in syn leven voldaen had de achtienhon- dert gulden met schilderijen in desen geroert; consenterende alsulx in de cancellatie deses ten registre, ende cassatie van den principa- len brieff. Actum den VII Julij 1634. |
|||||
— 331 —
|
|||||||
CONTRACT
VAN HET KAPITTEL VAN ST. MARIE TE UTRECHT EN JAN
VAN OEN, OVER HET MAKEN VAN HET OXAAL IN DE
KERK,
volgens het ontwerp van Jan van Scorel. i)
('543?) |
|||||||
(Medegedeeld den Heer Mr. L. Van Hassf.lt te Utrecht.)
p voirwairden hyërnae bescreven hebben deken ende
capittell tsinte Marien tUtrecht aenbestaet ende Jan van Oen borger tUtrecht aengenomen te leveren een oxaell voir tchoor derselver kercken. In den yersten dat hij naevolgen sall tpatroon, dat Meyster Jan Schorell, canoniek derselver kercken, in drie bladen papiers dair-
van ontworpen ende die notarius derselver kercken onderteyekent
heeft.
Well verstaende dat hij in twerek, dat bijnnenwairts tchoor staen
sall, een altair wereken sall mijtt een taffell ende twee dueren, nae
1) Het hier beschrevene feit was in hoofdzaak reeds bekend. Zie: Tijd-
schrift voor geschiedenis en oudheden van Utrecht. I (1835) p. 311. De schrijver van het aangehaalde artikel deelt het echter slechts zeer kort mede en maakt bovendien bij die mededeeling nog eenige fouten. Het scheen dus wenschelijk, dit stuk in zijn geheel te reproduceeren volgens een gelijktijdig afschrift in het archief van hét kapittel van St. Marie. Volgens Vak Engelen Grafs en wapens. (M.S. Stadsarchief van Utrecht) II p. 154: „supra fngressum chori ad tabulata porticus pensilis (hoogezaele dicti) sequentia scuta depicta sunt." Onder de vijf daar afgebeelde wapens neemt dat van Scoeel delven de vierde plaats in. (Mulle», Schild, van Jan van Scoeel. p. 24.) Het.oxaal is afgebroken voor 1641: op eene schilderij van Saeneedam van dat jaar in het Nederl. Museum te Amsterdam ziet men het koor van het schip afgescheiden door een laag muurtje met eenvoudige balustrade. |
|||||||
— 332 —
|
|||||
die plaitz eysschen sall ende die voirseyde Mr. Jan Schoreli, ordi-
neren sall. Item dat hy oick leveren zall den aern i), groot ende cliyerlick
nae den eyssch, daer men datt evangelie op singen sall. Item dat hij twerck soe zwair leveren zall als tbesteck vermeit,
dat die voirseyde Jan van Oen den voirseyden deken ende capittell gelevert ende die voirseyde notarius onderteykent heeft. Item ende dit all van droich goet eyckenhoudt sonder knoosten ,
spijnt, rodollen offt anderen gebreecken. Well verstaende dat hij behalven den solder sall all eyckenhoudt
van buyten ende van bijntien, dat vooirt oogen comen sall, becleeden mijtt goett droich schoon wagenschodt. Ende geheell werck leveren well vast geslooten, ende nae der
const meysterlick gewrocht. Well verstaende dat, soe wes materie men aent selve werck
behooven sall meer dan houdt, betaelt ende gelevert sall worden bij de ffabrijckmeyster der voirseyder kercken. Oick zijnt voirwairden, dat hy twerck opgemaickt leveren zall
voir Odss Lieffcr Vrouwen dach halffoogst anno xliiii. Ende voir tvoirseyde oxaell sall Jan van Oen betaelt werden
driehondert Philippus gulden, tstuck van xxv stuvers. Te weeten aen gereeden gelde van stonden aen hondert drie
gulden, ende Jacobi toecomende tsestich golde gulden, ende tPaes- schen dairnaist volgende nae advenant dattet werck gevordert zall ziin noch tsestich golde gulden. Well verstaende indien in middeler tijdt dattet werck gestelt zall
zijn, enige van den canonicken deser werlt overleden, die voor dese 1) De lectrijn had dikwerf de gedaante van een arend met uitgespreide vleu-
gels. Eed. |
|||||
- 333 —
|
|||||||
ure zijn pallum nyet betaelt en hebben, sall denselven Jan van Oen
van hoeren executoeren trecht vant pallum, te weeten dartich golt- gulden, in minderinge der geheele somme gelevert worden. Ende indien hy dan noch 'te cort quaem ende op gheen ander
manyer betaelt en werde, sall van den canonicken derselffder kercken, die yeist zullen deser werelt verlaten, ontfangen tvoirseyde recht van tpallum ter geheele somme toe. Ende die voirseyde Jan van Oen sall borchstellen, dair den
voirseyden deken ende capittell aen genuegen zall, allen dese voir- seyde puncten ende voirwaerden te voldoen. Beholdelick indien hy middelertijdt offlijvich worden, sullen sijn
erffgenaemen optie ende kuer hebben, bijnnen twee maenden nae zijn sterffdach alsulcke penningen als hy ontfangen sall hebben te leveren in tcapittels handen, ofte twerck te doen voirt opleveren achtervolgende die voirseyde puncten ende voirwairden deur sulck een meyster-werckman, dair sich capittell aen genoegen zall. |
|||||||
IETS OVER ABR. BLOMMAERT OF BLOEMMAERT.
(Medegedeeld door den Heer C. A. De Kruyff te Utrecht.)
N de «Levens en werken der Holl: en Vlaamsche
kunstschilders" door Kramm, komt bij Abraham Bloemart voor, dat volgens het Puiboek van Am- sterdam van 1578-1749, Abraham Bloemart, oud 27 jaren, wonende in het Clarissenclooster, geassis- teerd met CoRNELis Bloemaert, zijn vader, ter eenre en Judith |
|||||||
— 334 —
|
|||||
Schoonenberg van Utrecht ter andere zijde toestemming was verleend
door de ouders der bruid om te huwen. Onmiddelijk daarop volgt: deze bruid was Geertruyda de Roy.
Bij een onderzoek in de nolariëele protocollen blijkt echter, dat
dit eene vergissing is, want in de acten van J. Van Herwaerden vindt men, den 22 Nov. 1593,het testament van Abraham Bi.ommaert en Joncffr. Judith Van Schonenburch, waarbij zij elkander weder- keerig lijftochten bijaldien zij zonder kinderen overlijden. Het testament, dat 9 folio bl. groot is, is opgemaakt ten huize
van de comparanten «staende op de Oostzyde van de Nyegraffte tusschen de Bregitte ende S'. Pouwels bruggen int byweesen van heeren ende mr. Egbert van Kersbergen ende Victor Schorel prebendaet S*. Peters tUytrecht." Is geteekerd:
«Abraham Bi.oemmaert. Judit van Schoonenburch. Egbert Kersberch. Victor Schorel.
J. v. Herwaerden , Nota."
Dit huwelijk is niet van langen duur geweest, want den 8 Novem-
ber 1601 komt bij den bovengenoemden notaris weder een testament voor van Mr. Abraham Blommaert en Gerarda Henrick De Roy- en-dochter — dit is dus zijn tweede huwelijk. Dit testament is opge- maakt aten woonhuyze van den Heer Johan van Hauten, staende aen St. Niclaes kerckhoff int byweesen van denselven heer, Jan Dircks- soen van Schayck ende Gerrit Isackss Knyff, mede notaris." Abraham Bloemmart had nog vijf broeders en zusters, blijkens
eene acte van 26 Dec. 1599, voor denzelfden notaris gepasseerd, in welke acte voorkomt, dat Sara Cornelis Blommerts dochter, weduwe van Steven Romain, verklaart, dat: »Isacic Corneliss. Blommert, haeren halven broeder van svaders sijde, die hy vercreegen |
|||||
335 —
|
||||||||
heeft by Maria Cools syne laetste huysfrou, deeser werrelt overlee-
den is sonder geboorten nae te laaten ende oversulx syne goederen vuer eene seste paert geërft heeft op haer comparante syne sustere, — dat voorts Abraham Blommert haeren broeder by den eersamen Raedt gestelt is mombaer over syne broederen ende susteren" — en dat zij voldaan was van het haar toekomende erfdeel. |
||||||||
DE FAMILIE MOREELSE
|
||||||||
(Medegedeeld als voren.)
E hiervolgende acten zijn eene aanvulling op hetgeen
KRAMM van deze familie vermeldt.
7 Januari 1603.
«Meerten Morelisz , Pauwels Morelisz. ende Henrick Joriss van Stamhorst, borghers t Utrecht, alse voochden ende mombaers over Joost Morelisz: haerluyder omnundighen broeder ende neeff respecüve. Ende renuntchieerde ende verteghen in dier qualite, ten behoeve van Jan Willemss. van Zuiji.en, borgher t Utrecht, ende zijnen erfgenaemen van alle goets, erffenisse ende besterffenisse, ruerende ende onruerende nyet van als uutghesondert alse d' voorseyde Joost Moreels enichsints aenghecomen ende aenbestorven is overmits dode ende overlyden van Rychgen Joost Bruyness dochter, zijns Jan |
||||||||
— 336 —
|
|||||
Willemss huysvrouwe was, zaliger gedachten, ende dit volghens ende
in confoimite van seeckere uutcope, tusschen hem comparanten ende dvoorseyde Jan Willemss ter andere zyde gemaeckt wesende van date den XV Decembris sesthienhondert ende twee. Welcke uutcope d'voor- seyde momboir ter eenre, ende Jan Willemss. voorseyt mede com- parerende ter andere sijde, beloven malcander respectivelyck voor hoere ende hoeren erfghenaemen te achlervolghen, nagaen ende vol- doen, tot welcken eynde oock dvoorseyde Jan Willemss. renuntieerde ende verteech, tot behoef van Joost Moreelss. en zijnen erfghenae- men van alsulcke renthebrieven ende obligatie alse hij in de voor- seyde uutcope aen Joost Moreelss. in beiaelinghe ende voldoeninghe van zyns moeders -voorseyt goet aenghegheven ende bewesen heeft, sonder arch. (Uit het Schepen-archief te Utrecht.)
t6 Januari 1629.
De Eersame Marten Moreels, wyncoper, deser stadts borger, als man ende voocht van Joffrou Lutte van der Borch, dochter van za: Johan van der Borch, syo huysffrou , ende dselve Joffr: Lutte van der Borch echteluyden, ende verclaerden zy comparan- ten by desen te constitueren ende machtich te maken die Edele Johan de Ridder , residerende tot Amersfoort, haerluyder neeff, acht dammaten lants te vercopen, als haer [off. Lutte van der Borch aengecomen is uut crachte van den testament van Willem van Lelaar, haer za: neeff. Meerten Moreelsen. Lutgen van der Borch.
Jacob Crooch. Johan Putman.
Nic: van Lostadt, Not*.
|
|||||
— 337 —
|
|||||
Op huyden den thienden dach der maent December naer dalde
style des jaers XVI" negen en twyntich compareerde voor myn Nico- laes VAN Lostadt, openbaer notaris by den E. Hove provintiael van Utrecht geadmitteert, residerende binnen der stadt Utrecht, ende ge- tuygen hieronder genomineert, die Eersame Marten Moreels, bor- ger ende coopman van wynen alhier tUtrecht, als man ende voocht van Joffrouw Lutgen van der Borch syn huysffrou als een mede geïnsti- tueerde erffgename van za: WlLLEM VAN LlLAER, ende welcke Joffr: Luytge van der Borch, alhier neffens d voornoemde haere man mede compareerde. Ende verclaerden zy comparanten echteluyden te constitueren ende machtich te maeken bij desen S>\ Dirck van Lommetsum , een medegeinstitueerde erffgenaem van den voornoemden Lielaer, omme in de qualite als neve ende feudale successeur van voornoemden Lielaer, te compareeren voor den Stadthouder en Leen- mannen van den Leenhove van de Ed. Mo: Heeren Staten slands van van Utrecht ende aldaer op zynen name alleen te ontfangen tverly van acht dammaten lants, zoe groot ende cleyn, die gelegen zyn in Neder- seldert, genoempt d'Vogelcampen, van za: Willem van Lielaer voornoempt, haer Joffrou Luytgen van der Borch voorseyt, neffens d voornoemden Sr. van Lommetsum ende andere mede-erffgenamen gelyckelick by den testamente van za: Willem van Lilaer gemaeckt. Ende tselve gedaen synde, dselve acht dammaten wederom te trans- porteren te behoeve van Henrica, onmundige dochter van za: Henrick Brant , ende d selve daermede te laten investeeren ende belofte van vriinge ende waringe te doen als erffcoopsrecht is, ram potestate sub- stituendi. Belovende zy comparanten by haer voor goet vast en van waerde te houden all tgene by de voornoemde naere geconstitueerde int gunt ende ten fine voorseyt zal worden gedaen, onder verbant van haerl. personen ende goederen, present ende toecomende, tot submissie V. 43 |
|||||
— 338 —
|
|||||
van allen heeren hoven rechteren ende gerechten, versuekende hier-
van gemaect endè gelevert te worden acte in forma. Aldus gedaen t Utrecht ten oomptóire van myn notaris, synde onder die Snippe- vlucht, ter presentie van Roeloff Steenberch, tinnegieter en Jan Peters/,, advocaet, beyde woonende binnen Utrecht, als getuygen tot dezen versocht, die dese beneffens de comparanten ende myn notaris onderteyckent hebben ten dage maent jaer ende plaetsche voorseyt. Meerten Moreelsen. Lutgen van den Borch.
1629.
Roelof Steenberch. Jasperssz., Advocaet.
Nic: van Lostadt, Nots.
Op huyden den Xllen dach der maent Augusty naer dalde style
des jaers XVIc eenendeitich, compareerden etc. die E. Pauwels Moreels, oudt-schepen mitsgaders raedt in de E. Vroetschap deser Stadt, Johan Moreels, haeffmeyster ende Joost Moreels, appo- tecaris alhier tUutrecht, alle dry e elcx voor een vycrdepart erffge- naemen van Makten Moreels za: in zyn leven wyncoper ende borger tUtrecht, haerl: overleden broeder, mitsgaders Thomas Ver- schie, als man ende voocht van Jannichgen Colyns de Nole, zyn huysffrou, ende alle zy comparanten haerluyden in desen sterckma- kende ende de rato caverende voor Jacob Colyn de Nole uutlan- dich, als wesende denselven Jacob ende Jannichgen beyde kynde- ren van Willem Colyn de Nole ende Maychgen Moreels, in haer leven echteluyden ende beyde za: gedachten, ende mitsdien beyde te samen, by representatie, insgelycx voor een vyerde part erffge- naemen van den voornoemden Marten Moreels haerluyder za: oom. Ende verclaerden zy comparanten in dier qualite geconstitueert ende |
|||||
— 339 —
|
|||||||
machtich gemaeckt te hebben, gelycx zijluyden constitueerden ende
machtich maecten by desen Ryndoi.ff Cleynhoudt, wonende bin- nen Utrecht, omme in de name ende van wegen haerluyden compa- ranten , tsy mitter minne ofte by forme van justice, te vorderen innen ende ontfangen alle sodanige incomende schulden als den voornoem- den Marten Moreels achtergelaten heeft, enz. Gepasseert binnen der stadt Utrecht ten sterffhuyse van den voor-
noemden Marten Moreels, zynde onder die Snippevlucht, ter pre- sentie van Frans van der Houve, laekencoper, ende Henrick Berntz, ysercramer, beyde borgers alhier t Utrecht. P. Moreelse. Jan Moreelssen. Joost Moreels.
Frans van der Houve. Thomas Verschie.
Henderyck Berrenssen.
Nic: van Lostadt, nots. (Protocol van den notaris Nic. van Lostadt.) |
|||||||
JAGOBUS VAN DER SLUYS,
SCHILDER TE LEIDEN, ao. 1660—1732. |
|||||||
(Medegedeeld door Jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, Archivaris
van Leiden.) IJ Johan Van Gool, Schouwburg der Kunstschil-
ders, wordt vermeld dat deze schilder in Amsterdam zou zijn geboren en aldaar in het Weeshuis zijnde, tegen een' anderen weesjongen uit Leiden zou verwisseld zijn, en eindelijk dat hij in het S*. Elisabetsgasthuis te Leiden, a°. 1736
is overleden.
|
|||||||
— 340 —
|
|||||
Bij nader onderzoek is echter gebleken, dat al deze berichten
onjuist zijn. Ofschoon zijne ouders mij tot nog toe onbekend zijn, moet hij omtrent 1660 .te Leiden zijn geboren, en volgens Immerzeel het schilderen bij Arie De Vois en Pieter Van Slingeland hebben geleerd. In 1685 is hij als m>'. schilder in het St. Lucasgild Ie Leiden
ingeschreven, waarvoor hij / 6 betaalde. Als Hooftman en Deken
komt hij daar tot 1722 voor, waarbij men zijne handteekening ook vindt.
Dat hij te Leiden is geboren, blijkt uit zjine twee huwelijken
aldaar voltrokken, Het eerste luidt aldus:
»i6 Mei 1687. Jacobus van der Sluys, schilder, jm, van
»Leyden, wonende op de Oude Cingel, vergeselschapt met Adriaen »van der Wali.e, zyn bekende, wonende in de Santstraet; met »Marya van Oosten jd. van Leyden, wonende op den Ouden Rijn, vergeselschapt met Jannetje Teunis, haer bekende, mede aldaer." Na het kinderloos overlijden van deze Maria Van Oosten,
ging hij een tweede huwelijk aan met Niesje Boom, waarvan de Kerkelijke inteekening aldus luidt: 7 April 1695. «Jacobus van der Sluvs, wed", van Marva
geene kinderen. »van Oosten; op de Oude Vest, vergeselschapt
»met ... van Wieringen zyn bekende; met Niesje
»Boom, jongedochter van Leyden, wonende in de
«Pellikaensteeg, vergeselschapt met Josyntje Boom
»haer zuster op de Hooygracht."
Zij overleed te Leiden, is tusschen den 141—21" November 1722
in de Pieterskerk begraven, en was in de 4e klasse aangeslagen voor
f 6, ten behoeve van het gemeene land.
Volgens de registers der collaterale successie heeft Niesje Boom
haar man tot universeel erfgenaam gemaakt. |
|||||
— 341 —
|
|||||
Hij deed toen den eed op den 24 Feb: 1723:
en erfde: 10. de helft van een huis in de Kleistraat, getaxeerd op ƒ 75. 2e. de helft van een huis op de Marendorpsehe achter- gracht, getaxeerd op ƒ 25. 3e. de helft van 7 obligatiën, tersomme van ƒ 2043 — 8—10. Aan collateraal met 10% verhooging is betaald/61— 13 — 14.
Jacobus Van der Sluys is te Leiden overleden, en den 1 5 Sept.
1732 in de Hooglandsche kerk begraven, makende Nicülaas Boom , denkelijk zijn zwager^tot universeel erfgenaam, zoodat hij kinderloos is overleden. Dat hij in het Weeshuis opgenomen en ontslagen is kan niet
betwijfeld worden, ofschoon de tijd waarin dit heeft plaats gehad, mij tot nog toe onbekend gebleven is. In 1687 woonde hij daar niet meer. Dat hij met eene Regentes van het Weeshuis, wie hij een zijner
schilderstukken aanbiedt, zou zijn gehuwd is ook niet waar, omdat zijne twee vrouwen nimmer Regentessen van het Weeshuis ge- weest zijn. Ofschoon niet zeer bemiddeld, behoefde hij niet in het gasthuis
opgenomen, of door de armen begraven te worden. Van hem bezit het stedelijk Museum te Leiden drie schilder-
stukken, in bruikleen door de Regenten van het Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden afgestaan. Het eerste is eene zinnebeeldige voorstelling waarbij Jacob
Van der Sluys, als een Leidschen weesjongen, knielende eene schil- derij aan eene dame aanbiedt, die onder een troonhemel gezeten, met de rechterhand naar den Heiligen Geest wijst, het zinnebeeld van het Weeshuis waar Van der Sluys werd opgevoed , rechts een tafel met boeken, perkamenten en inktkoker, waarbij een bejaard |
|||||
— 342 —
|
|||||
man in een blauw fluweelen kamerjapon staat; ter linkerzijde een
klein gedenkteeken met het opschrift: jElieii! quam durum est Tutelaribus orbari! L. d. B.
»Sev." en op een pilaar: Accepta beneficia gratitudinem »pariunt" get. Jacobus van der Sluis invenit 1684 in Oct. Het tweede is ook eene zinnebeeldige voorstelling. Eene sier-
lijke gekleede dame geeft aan een in het zwart gekleeden jongeling een geschrift over; de Tijd staat vermanend tusschen beiden. Achter zit een bejaard man in een boek te schrijven; het geheel in een vestibule met zinnebeeldige versierselen, liet stuk doelt op het huwe- lijk van den Schilder. Met derde vertoont een heer en dame in een lusthof zittende
op eene ballustrade; de dame houdt een schoothondje, de heer leunt op den rechterarm; een donker fluweelen kleed is achter hen tegen een boom opgehangen, a<>. 1699. Vermoedelijk het portret van den schilder en zijn tweede vrouw
Nieste Boom. Dit laatste stuk is door Frederik Eduard Day De Rivet De
Monderie, organist der Hooglandsche kerk in 1764 aan het Wees- huis gelegateerd (Zie Van Mieris, III Deel. Noodig naabericht tot het aanhang-
sel op de Beschrijving der stad Leyden, bl, 93*). Misschien heeft Jacobus Van per Sluys ook een boomvijk land-
schap geschilderd, waarin twee fatsoenlijk gekleede jongelieden bezig zijn met mezen; ter rechterzijde ligt een dorp in het verschiet. Dit schilderstuk is in het stedelijk Museum onder n». 1358 be-
kend , en afkomstig van het Weeshuis. |
|||||
— 343 —
|
|||||||
DOMINIGÜS VAN TOL,
SCHILDER TE LEIDEN, GEB. 163! + 1676.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
ET geslacht waartoe deze schilder behoorde, schreef zich
eerst Van der Tol en later Van Tol, zoodat het niet tot het adelijk geslacht van dien naam behoort. De vader van den schilder, Simon Van Tol ge-
naamd, is te Bodegraven geboren en huwde te Leiden 1) in 1630 met Cathakina Vechters, die ecne dochter was van Vechter Vechtersz. en Marytgen Jansd. Van Rosenrurg, (de huisvrouw van Doüwe Jansx. , glazenmaker). Door dit huwelijk werd hij zwager van den schilder Gerrit
Dou. In 1632 is hij door de Regeerders van Woerden als notaris aangesteld. 2) Hij vestigde zich vervolgens te Leiden, alwaar hij op den 17 Juli 1643 het poortersrecht verwierf 3). Nadat hij dit verkre- gen had, verzocht hij aan de Leidsche Regeering, om binnen de stad het notariaat te mogen uitoefenen, dat hem op den 24 Dee. 1643 1) Aangetcekend: 16 Juni 1630 Simon van dee Tol, jm. van Bodegraven,
vergeselschapt met Doüwe Jansz. , zijn toecomende schoonvader; met Catha- eina Vechtees, jd. van Leyden op Kort Rapenburg, vergeselschapt met Mabyt- gen Jansd. haar moeder, mede aldaar. 2) Zie zijn verzoek in het gerechtsdagboek W. van Leiden, bl. 56 van
24 Dec. 1643. 3) Poortersboek G. bl. 46 verso. Simon van dee Tol, notaris te Bode-
graven is op getuigenis van Douwe Jans, glazemaker, en Jan Douw als poorter aaugenorneu. |
|||||||
— 344 —
|
|||||
vergund werd. Van hem zijn geene Protocollen op het Leidsch
Archief aanwezig.geweest. Uit het huwelijk van Simon Van Tol en Catharina Vechtersd.
is de schilder Dominicus Van Tol te Bodegraven tusschen 1631 en 1642 geboren; want na 1642 komt hij in de Leidsche doopboeken niet voor, terwijl de doopboeken te Bodegraven voor dien tijd niet aanwezig zijn. Na met zijne ouders te Leiden gekomen te zijn, heeft hij naar alle waarschijnlijkheid de schilderkunst bij zijn oom Gerard Dou geleerd. In 1664 is hij in het S'. Lucasgild te Leiden ingeschreven en
vertrok in 1669 naar Amsterdam. Den 31 Maart 1670 huwde hij te Leiden met Maria Pollion,
geboren te Woudenberg. Na den dood van zijn oom Gekard Dou (den 9e F eb. 1675 in de S'. Pieterskerk te Leiden begraven), vestigde hij zich weder te Leiden en werd in dat jaar opnieuw in het St. Lucasgild ingeschreven. Het schilderen schijnt hem geen genoegzaam bestaan opgeleverd
te hebben, want in 1676 verzocht hij aan de Regeering van Leiden om de nering van bier steker te mogen uitoefenen in een huis op de Bierkade, genaamd de blauwe wereld, dat hem op den 6e Feb. van dat jaar werd toegestaan. Hij overleed echter nog in hetzelfde jaar en werd den 26" Dec. 1676 in de Pieterskerk begraven, met den naam Tol, b i e r s t e k e r. Zijne wed», vestigde zich in West- zaandam, alwaar zij op den i6<i Juni 1679 hertrouwde met Pieter MlUUS, (denkelijk Apotheker in Amsterdam.) Uit het huwelijk ven Domtnicus van Tol en Maria Pollion,
zijn twee kinderen geboren 1), te weten: 10. Simon Petrus, geb.
1) Voogdenboek A. bl. 233 v. Jacobüs Pollion , predikant te Woudenberg,
oom, en Herman Cramer, kamerbewaarder, voogden over Simon'Petbus, oud 5 jaren en Catharina oud 3 jaren, -weeskinderen van zaliger Dominicus van Tol , gewonnen bij Maria Pollion, dato 15 Oct. 1677. |
|||||
— 345 —
|
|||||
te Amsterdam in '672; predikant te Lissabon. Hij overleed onge-
huwd te Edam en werd den 22 Juni 1720 in de Pieterskerk begraven. 20. Catharina geb. te Amsterdam in 1674, huwde den 8n Mei
1710 met Jacob Van der Codde, Med. Doctor te Leiden. Uit het testament van Gerard Dou, (ongehuwd overleden) den
24 Dec. 1674 voor den notaris Nicolaas Paets gepasseerd , blijkt o. a. dat hij aan zijn' neef Dominicus Van Tol f 1000 legateert, en aar» diens moeder de drie huizen die hij op Kort Rapenburg bezit, terwijl na haar dood het huis ten noorden gelegen aan Domi- nicus vervalt. Hij maakt verder zijne nicht Antonia Van Tol, die bij hem inwoont, tot universeel erfgenaam en krijgt/ 15000; doch als zij kinderloos overlijdt, dan komen die f 15000 voor 1/3 part op Maria Jansdr. Dou, en de 2/3 part op Dominicus Van Tol en Maria Van Tol, zoon en dochter van zijn halve zuster Trijnïge (Catharina) Vechters. Volgens de collaterale successie liet Gekard Dou 4 huizen te
Leiden en een speeltuin te Oestgeest na, getaxeerd op f 4000, ter- wijl zijne obligatiën ƒ 23955 bedroegen. Aan collateraal (20e Penning) is toen betaald 1397 gl. 15 St. Kramm en Immerzeel hebben een artikeltje over Dominicus van
Tol geleverd en eenige schilderstukken vermeld. In 's Rijks Museum te Amsterdam bevindt zich een stukje van hem, genaamd: De ge- vangen muis. In het Museum Boymans te Rotterdam het portret van Gerard
Dou, door Van Tol geschilderd, terwijl diens portret bij Immerzeel voorkomt; maar deze schilderij, benevens nog twee stukken door Van Tol, voorstellende een bejaard man die zijn pijp aansteekt en het pendant hiervan, een oude vrouw die haring koopt, zijn omge- komen bij den brand van het Museum in 1864. Even als de ge van- V. 44 |
|||||
346 —
|
|||||
gen muis waren ook deze drie tafereelen omlijst door nissen in den
smaak van Gerard Dou. In het stedelijk Museum te Leiden bevindt zich onder no. 1374
een schilderstukke dat op zijn naam doorgaat, voorstellende eene vrouw die pannekoeken bakt. REKWEST VAN DOMINICUS VAN TOL,
constschilder, om bier steker te worden, a°. 1676. Geeft met behoorlicke eerbiedigheyt te kennen Dominicus van
Toll, constschilder, hoe dat hy suppliant jegenwoordich is wonende op de Bierkaij in de Blaeuwe Werelt, alwaer voor deesen de neeringh van Biersteecken ende Wyncoopen is gedaen, ende alsoo hy suppliant tot voorstant van syn familje meede seer gaerne de neeringh van Biersteecken inde voorss. huysinge soude willen doen, doch also sulx niet kan geschieden dan met speciael consent van U.E.E. Achtb:: Soo is hy suppliant hem by deesen keerende tot U.E.E. Achtb.: oodmoedelyck versoekende dat hy suppliant in de voorss. huysinge de neeringh van Biersteecker sal moogen doen. Twelck doende etc. In margine staat geappostileert: Die van den gerechte der stadt Leyden hebben by deesen aen den suppliant ge- consenteert ende toegestaen dat hy in de huysinge breeder hier neven gemelt, sa', moogen doen de neeringe van Biersteecker, mits doende alvoorens aen handen van den Burgemeesters ende Regeerders deeser steede den behoorlicken eet, ende hem gedragende naer de keure ende ordonnantie op het Biersteecken aireede gemaekt ofte alsnoch te maecken, ende ter secretarije deser steede ten behoeve van de armen betalende eene somme van vijftich stuyvers. Actum den VI» Feb: 1676 get.: R. van Groenendyck. (Gerechtsdagboek Q. Q. bl. «96.) |
|||||
— 347 —
|
|||||||
BARTOLOMEUS MATON,
SCHILDER TE LEIDEN, ao. 1643—1682.
|
|||||||
(Medegedeeld als voren.)
N het begin der XVIIe eeuw heeft te Leiden een ge-
slacht Maton, Mathon of Matton geleefd, afkomstig uit Henegouwen, Vlaanderen, Antwerpen, Calais, Ar ras, Wesel enz., waarvan de bloedver- wantschap bezwaarlijk is na te gaan; doch het geslacht van den bovengenoemden schilder dat zich Maton schreef, is afkomstig uit Meenen en behoorde tot de Waalsche gemeente. De grootvader van den schilder heette Jean Maton Philipsz. , en huwde te Leiden op den 4 November 1600 met Jeanne Bayart i) en hertrouwt op den 22 September 1634 met Maria Des Roussf.au, wede. Van Cornelis Des Rousseau. Hij bewoonde een door hem gekocht huis op de Voldersgracht
(thans Langebrug) naast den Leidschen schilder Cornelis Stooter en achter de Penshal. Uit het Register van het Hoofdgeld a°. 1622 leert men dat hij uit het eerste huwelijk vijf kinderen had. 2) Deze kinderen zijn allen in de Waalsche Kerk te Leiden gedoopt, behalve 1) Aangeteekend en in de Waalsche Kerk gehuwd den 4 Nov. 1600: Jan
Maton, slootemaecker, jongesel van Menene (Meenen), vergeselschapt met Philippe Maton, zjjn vader; met Jeanne Bajep. , jd., de Table, in Vranck- ryck, vergeselschapt met Pyron Face en Makgbiette Kiddeks haer bekenden. 2) BoN Wolhuis, Yoldersgracht bl. 27. Jan Maton, smit, Janne Boja,
zjjn huysvrou-w; Jacqces, Mabia , Jan , Philippe en Janne haerluyder kinderen. |
|||||||
— 348 —
|
|||||
Jan of Jean, die in het doopboek denkelijk is vergeten. Hij is in
1607 of 1608 geboren, want op den 27 Februari 1619 is hij als student ingeschreven, oud 12 jaren. Deze Jan of Jean Maton is den 12 November 1641 alhier aange-
teekend als predikant onder het Regiment van Graaf Maurits van Nassau, wonende op de Langebrug en te Dordrecht op 311 Decem- ber gehuwd met Sara Grouwels, geboortig van Aken. Op den 6 Mei 1647 is hij als predikant in het Album Stu-
diosorum ingeschreven, oud 39 jaren, wonende bij de Waalsche Kerk op de Haarlemmerstraat. Hij is dus in 1607 of 1608 geboren.
Uit het huwelijk van Jean Maton en Sara Grouwels is de
Leidsche schilder Bartolomeus Maton tusschen 1643 en 1646 ge- boren, benevens Daniel en Jean i). In de Leidsche en Dordrechtsche doopboeken der Waalsche
gemeente is zijne doopacte niet te vinden, zoodat hij elders moet zijn gedoopt. Den 16 Maart 1666 heeft Bartolomeus Maton den eed als
Leidsche schutter gedaan, en daar men op zijn 20e jaar als schutter kon worden benoemd, moet hij tusschen 1643 en 1646 zijn ge- boren. Op den i» Nov. 1671 is hij in het St. Lucas-gild te Leiden in-
geschreven, waarvan hij in 1675 Hooftman was en verliet in 1678 de stad. Dat dit vertrek werkelijk heeft plaats gehad, blijkt uit een verzoek door hem aan de Burgemeesters gedaan, om naar Zweden te mogen reizen, dat hem dan op 3 Juni 1679 is toegestaan. 1) Over deze drie kinderen waren in 16G0 voogden; P. Du Boia, fransen
predikant te Utrecht en Jean Louis Gbouwels, fransen predikant te Naarden. Zjj waren de eenige afstammelingen van Jan Maton en Jeanne Batabi , omdat al hunne overige kinderen kinderloos overleden waren. |
|||||
— 349 —
|
|||||
Zijn vader was reeds vóór 1660 overleden. Zijne moeder woonde
toen te Leiden en was in de 200e penning aangeslagen voor f 10.— In de Rekening van de 200e penning van II October 1681
bl. 192 leest men: »De weduwe van Ds. Johannes Maton ƒ 10, »is overleden en verdeeld als volgt: Daniel Maton voor de helft »ƒ 5, is tot Zweden woonachtig, zonder eenige goederen in Holland «gelaten te hebben. Bartolomeus Maton voor de wederhelft/ 5, »heeft bij eede verklaart, tot geen ƒ 1000 gegoed te zijn". Hij komt in deze Rekeningen niet meer voor.
Op den 18 April 1682 verkoopt hij, als erfgenaam van zijn
grootvader, het huis op de Langebrug voor ƒ 1000 aan Sara Van Mussenbroek. Na dien tijd vind ik niets meer van hem vermeld; misschien is hij toen weder naar Zweden vertrokken. Van zijn huwelijk is mij niets bekend. Zijn broeder Jan was in 1669 als adelborst met het schip Edam naar Oost-Indië vertrokken; deze leefde nog in 1674, volgens eene procuratie door zijne moeder Sara Grouwels voor notaris Nicolaas Paats te Leiden gepasseerd, waarbij haar zoon Bartolomeus Maton gemachtigd werd om de gagie zijns broe- ders te ontvangen. Den 13 October 1719 is te Leiden gehuwd Bartolomeus Maton,
wijnkooper uit Stockholm, met Maria Ras uit Alkmaar. Deze zal waarschijnlijk een zoon van den Schilder of van diens
broeder Daniel geweest zijn. Immerzeel en Kramm hebben eenige van zijne werken vermeld,
zonder zijnen voornaam op te geven. |
|||||
— 350 —
|
||||||||
VERBETERING.
|
||||||||
Bladz. 24I, 257, BARTHOI.OMEUS PlECART of PiCARD,
moet zijn: Bartholomeus Pjerart of Pirart.
|
||||||||
— 351 —
|
|||||||||
BLADWIJZER
VAN HET VIJFDE DEEL.
|
|||||||||
Bladz
Aa. H. Van der 255, 258, 272. - junior. Van der . . . 163
Aanbesteding van een sacraments- huisje 9 --------- van Tromps tombe. 62
Abrahams. Jannetie ... 18
--------- Lijsbeth. . . 13
Abrahamsz. Jacob .... 98
Abramsen. Tobias .... 224 Academie te Leiden . . . 268 Achthoven. Cornelis Arentsz. Van [218 noot
Ackersloot. Willem Outgert 39 Adamsz. Adam.....215
Admiraliteit op de Maas 170
[171
Adiiaensz. Henrick 116, 127, 128
--------- Jan......95
■--------Nicolaes .... 207
Adrichem.......143
|
Bladz.
Adriensen. Joannes Baptista 277.
Aeck. Johannes Van der 216, 223,
[250, 251.
Aecken Hans Pietersz. Van 203.
—------ Zie ook Van Aken.
Aerntsz. Philips.....97.
Aertsen. Pieter . 292, 300, 301.
Aertsz. Ryckaert . . 117 noot. Aken......297, 348. --------- Anthony Van 68—70,
[73-75, 77 , 78, i°°.
--------- Hans Van .... 297.
Albers. Jaapje.....15.
Albertina te Weenen . 202 noot.
Albinus. Prof......276.
Album Studiosorum . 268, 348.
Albus. Johannes .... 4. Aldegraef......314.
Alexander. Cosmo . . . 160.
Alkemade. Van .... 273- |
||||||||
— 352 —
|
|||||||
■ Bladz.
Alkmaar 12, 16, 20, 143, 202
[noot, 265, 349.
Allaert. Pieter.....20.
Alphen. Johannes Van. 178, 180.
Alsem. A. A. Van ... 52. Alzenbach. Gerrit . . 270, 271. -----— Willem.....271.
Ambrosiana te Milaan. 304 noot.
Ambrosius. Frederik . 224, 225. --------- Hendrik.....II.
Amerika.......165.
Amersfoort.......264.
Ammon......32, 33.
d'Amour........12.
Ampzing. S. . . 114, 117 noot.
Amstel. Heynderick Van 173—181, [183—186, 199.
Amsterdam 2, 30, 34, 40, 62, [142, 154—156, 185, 198 [noot, 199, 200 noot, 214 [noot, 216, 252, 263, 266, [272, 276, 278, 280—283, [288, 317 noot, 321, 323, [326, 333, 339, 344, 345-
--------- Beeldhouwers te. . 19.
--------- Plaatsnijders te 17 volgg.
--------- Plateelbakkerij te . 19.
—------- Schilders te . 11 volgg.
|
Bladz.
Amsterdammer. De 218 noot.
Amsterdamsche registers. Sparsa
[uit II. Andries. Machtelt .... 18.
Andriesz. Barent .... 105.
Andromeda..... 57-
Angel. Philip 174/ "75, '77,
[179, 186. Angelo. Michel.....306.
Ansloo. Pieter Lourensz. Van II,
Anthonissen. Aernoldus Van 246,
[247- Anthonisz. Gerrit . . . . 11.
---------■ of Theunisz. Jan 68, 70, 72.
Antwerpen. 12, 13, 15, 18, 120
[noot, 203 noot, 204 noot, [205 noot, 262, 263, 270, [273, 274. 281, 282, 347. Appelman. Bartholomeus . 87.
-------- Francina .... 272.
Aquinius. Leven van Thomas 305.
Archief van 's-Gravenhage 33, [39, 66 noot, 95.
------der Schepenbank te 's-Gra-
[venhage 291.
---------derWees- en Momboirkamer
[te 's-Gravenhage 292.
-------- van Leiden . . 344.
|
||||||
- 353 —
|
|||||||||||||||
Bladz.
Archief v. Rotterdam. 65 noot, 320. ---------Rijks. . . . 37, 171.
---------van Utrecht . 331 noot.
-------- van het Domkapittel te
[Utrecht 8, 10.
--------- d. Schepenbank te Utrecht.
[336.
■-------- v. h. kapittel van St. Marie
[te Utrecht 331 noot.
Archieven Notariëele . . 260. Architect......1, 4, 9.
Arenius.......143.
Arents. Aryaentje . . . . 221.
Arentse. Claes.....19.
Ariens. Annetgen .... 320.
Ariss. Claes...... 19.
Arondel. Erasmus .... 146.
Arondeits Erasmus . . . 146. Arras........347.
Asch. Pieter Van . 57, 168, 169.
Asperen. Anthony Van . . 153. Assendelft. W. Van . 220 noot. Atlas der gemeente Utrecht 9. Attendern. Henricus De. . 8. Auctiën.......166.
Augustini.......159.
Avondt. Elisabeth Van den 128.
[(Geslachts tafel.) V. |
|||||||||||||||
Bladz.
296, 298, 300. |
|||||||||||||||
Aytsma .
|
|||||||||||||||
Baan. Johan De 85—89, 131,
[135, 148, 150, 155. Bachus en Ceres .... 120.
Backer........157.
-------- Beatrix.....315.
--------Chrisostomus De. .288,
[293, 294.
Baden, flans Jeuriaen Van. 13.
Baden-Durlach.....163.
Baeck. Jeuriaen.....265.
Bagyn. Abraham . . . . 216.
---------Zie verder Bega en Begeyn.
Bailly. David . .41, 172, 176,
[178—180, 182, 585, [187—189, 196, 242. Baltensz. Floris ... 37 noot.
|
|||||||||||||||
Balthasar. Floris
Balthasar de Schilder Bamberg .... Bann. Garbrand. . Baptist. Jan . Barbiers Junior. Piete Barents. Dirk --------- Jan . . .
Barentse. Samuel .
Barjollet .... |
|||||||||||||||
37-
99. 165.
n. ui.
280.
300.
'9-
228.
277. 45 |
|||||||||||||||
— 354 —
|
|||||||
Bladz.
Barnards. N.......<57-
Baron. Abel Francoys . . 147.
Barotius.......308.
Barrevoet. Aernout. . . . 210.
Bartels. Bartel.....320.
Bary. Hendrick.....134-
Bascow. Van......100.
Bassan........3'4-
Bassen. Bartholomeus Van 73, 74.
Bastingius. ....... 154- Batavia.......277.
Baudovillez. Jacobus . . . 277,
Bayart. Jeanne . 247, 348 noot. Beaudoux. Jeremias De . . 40. --------■ Robbert De . . . 40.
Beauvois. Lucretia De. 116 volgg.
--------- Zie ook Bevois.
Be. Pieter La.....183.
Beckerath. Von . . . 202 noot.
Beeck. Ant. Van. Zie Verbeeck. Beeld van Maria .... I. Beeldemaker......4°-
--------- Adriaen Cornelisz. . 212.
-------- Frangois .... 137.
Beelden. Antieke .... M3-
Beeldgieter . . . . 107, 257. Beeldhouwwerk aan het Gemeene [landshuis v. Schieland. 45.
|
|||||||
Bladz.
Beeldhouwers en beeldsnijders te
['s-Gravenhage 75 volgg., 97;
[l°3, 105, "o, 133—135.
[138, 139, '42, 143, 148,
[»5°i '5'. I5S—IS7-
--------- te Amsterdam . . 19.
---------te Leiden 241, 254, 257,
[273, 282 , 283.
Beeldhouwersleerlingen . . 152. Beeldsnijders . . 34, 35, 263. Beemt. Bartel.....301.
Beeren. Jan Van . . . . 274.
Beest Abraham Van ... 24. --------- Sybrant Van 81, 84, 154.
Bega. Abraham 136, 152, 216
[noot.
Begeyn. Abraham . . . . 216. Beham. Barthel.....301
Belle. J. Van . . . 324, 326.
Belvedère te Weenen . . 293. Ben. Maertje Jans V. d. . 230. Bennet. Jan...... 103.
Bentem. Jacobus .... 150.
Bentfort. Karel . . . 164, 280. Bentinck. Gravin Van . . 162. Berch. Maria Wolphertsd. V. d. 60. Berchem. Nicolaes. . 304, 317. Berck. Willem.....176. |
|||||||
— 355
|
|||||||||||||
Bladz.
|
Bladz.
Beyn. Tomas......222
Bianchi. Jacobus.....278
Bibliotheek te Leiden. . .271
Bilt. Jacob Van der . 131 , 154 Binnenhof te 's-Gravenhage . 96 Biorgia. Pouwels.....233
Biscop. Willem ... 48 noot
Bisschop. Cristoffel 336 noot, 282 ---------- Jacobus.....152
—------ van Utrecht.... 7
Blaauw. Johan. . . . 267, 268
Blanckert. Abraham. . 237, 257 Blankert. Abraham . . . .237 Blaseris de Stoute. Adriaen . 222 Blaserus. Simon.....233
Blauwe Wereld. Huis gend. de 344
Blazoen met het LeidscheSchilders- [wapen 184, 249,
[251, 253, 254. Bleeck. Risaert . . . 139, 152. ---------- Baptiste De. . . . 139.
Bleiswijck.....166, 316.
---------- Cornelis Pieterz. 167, 268
[noot.
Bles. Herry De.....297.
Bleyswijck. Van.....316.
Blinckvliet. J. Van. . 205 noot.
Block. Abraham .... 227. |
||||||||||||
Berckenrode. Meester.
Berckhout. Cornelia . Berckman. Hendrick . Berendrecht. C. Van . Berge. Mathys Van den Bergh. Matheus De . |
|||||||||||||
IOI.
64.
216. 3°-
202. 202 noot. |
|||||||||||||
Berkhey. [oh. Le Franc Van 277.
---------- Maria......277.
Berlijn . . 30. 199 noot, 200
[noot, 202 noot, 216 noot, [232 noot, 273, 277, 285. Bern.......278, 281.
Bernard de Coclars. Le . .271.
Bernoille. Theod.....146.
Berntz. Henrick.....339.
Berthems. Michael Van 262, 266.
----------Susanna.....266.
Bertoen. Andries.....138.
Bertolotti. Artisti Belgi ed Olandesi
[a Roma 262.
Besetter of deurwaarder 99 noot.
Bets. Johan......131.
Beunicus. Geerloff . . . .113.
Beurs. Uitstalling van schilderijen [op de 126. Bevois. Carel De .... 206. Beyeren. Abraham Van 84, 156, [174. 181. |
|||||||||||||
— 356 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
Black. Pelgrom .... 265 —------- A. Van der . 204 noot
--------- Gerrit Van der . . 151
Blocklandt.....119, 297
Bloem. Jan. ...... 11
Uloemaert of Blommaert 57, 119
---------Abraham 305, 309, 313,
[333—335
|
Bladz.
Boeken der Ilaagsche Schilders-
[confrerie 129.
Boekverkoopers 74 volgg. 96 volgg.
[98, 107—109, 112.
Boekverkoopers gildeboek . 114.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis
Isaack Cornelisz
Sara Cornelisd
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
333
334 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
334
'35 -'53 165 224 257 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bloemendael ....
Blommendael, Jan 135,
Blonay Des Suchaux .
Blondael. Isaack
Bloneel Vincent .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Blook. Gideon Van den
Bloot. Pieter De . . '18, 122
Blooten.......118
Bly. Benjamin.....238
Bock. Joris . . . . 108, 133
Bode. W. . 202 noot, 289, 292 Bodecker. Joh. Fred . 149, 273 Bodegraven .... 343, 344 Bodel. Nyenhuis J. T. 270, 271 Boekbinders 73, 96, 104—106 [108, 109, ui Boekdrukkers . . 34, 110, 112 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 357 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
163 239 '37 9, io noot 12 185 '51 .213 255
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boom. Nicolaas . .
---------- Niesje
Boon. Marretie Jacobs
---------- Jan Van der .
Boonhof. Claes .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bouloir. Du . . . .
Bourchet. Jan .
Bourgonjon. Pierre Le
Boutsvert. Iienric Van
Bouwensdi'. Maritge .
Bouwers. Janneke .
Brabant.....
Braecken. Jacobus Van
Bramman. Hendrick
Brand. Adriaen . . .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
197
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Borch. Lutgen of Lutte Van der
[336-338.
■---------Gerard Ter . . . 317
Bordieu. Pieter Du 173, 178, 180,
r L
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brande. V. d. Antwerpsche schil-
[derschool 120 noot, 203 [noot, 205 noot, 217 noot. --------- Johs. Van den . . 136
Brandon. Jan.....138
Brandt........150
--------— Pieter Pietersz. . . 225
Brant. Hemic.....337
---------- Henrica. . ... 337
----------- N. N......136
---------- Wouter.....102
Brasser.......158
Biecht. Willem. .128 (Geslachts-
[tafel)
Breda . . . 23, 65, 274, 279. Bredael.......142
Bredius. Abr. 23, 56, 62, 66, 67,
[99 noot, 114,129, 172, 2S4. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Borduurwerkers .
Borduyr. Evert Jans Borreman. Abraham --------- Johannes .
|
34, 35
• 15
101 . 218
101 '5. 76
. 280. >8—72 101 ■ 301 . 298 . 298 • '52
297 — 299 d. 296
. 161
• 97
305, 3°6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Borsman ....
----------- Johan
Bos. Adrianus . .
- Adriaen Cornelisz
- Zijne weduwe .
Bosch..... ----- Brouwer . . .
----- Hieronymus .
----- Corn. Van den
------ Gerrit Van den
-----Lodewijck Jansz.
Bosman ....
Bot. Herman. Both. Jan ....
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
358
|
||||||||||||
Bladz.
. 232.
104, 106.
• '39-
. . 208.
202 noot. • 5«-
. . 234.
. . 1 12.
. . 2.
|
||||||||||||
Bladz.
Breemen. Johannes Van 256, 258, [273 noot. Breen. Adam Van . . 23—26. Breenbetgh . . 202 noot, 307. Bvekelingkam. Quiringh Gerritsz. [Van 31, 206, 207. Brekevelt Johannes . . . 106. ---------- Wilhelm .... 106
Breucker. Benjamin De. . 151.
Breugelen. Lysbet Van . . 20 Breughel . . 117, 295, 312. Briant......280 noot.
Brief v h. S*. Lucas-Gild te 's-Gra-
Tvenhage. De oudste . 33
—-------- van Will. Van Mieris . 32.
Brielle......163, 167.
Briemen. Johannes Van . . 273.
---------• Zie verder Van Bi eemen.
Bril. P........314
Brink. Albert Ten. . 265, 266.
Broeckhuyse. Pieter . . . 257. Broeckman......299.
Broek. Bartholemeus Van den 282.
Broers. Jaccb Adriaensz 128.
[(Geslachtstafel.)
--------- Pieter.....21.
Bronckhorst . . 57, 58, 309.
Bronsvelt. . . 295—300. 302.
|
||||||||||||
Brooswinckel.
Broun. Samuel . Brouwer . ---------Abraham
----------Adriaen.
---------Jan .
■----------Justus
|
||||||||||||
Bruchman. Pieter
Bruesels. Jan Van
|
||||||||||||
Brugge. Gisbert Adriaensz Van
[der 226.
---------• Zeger. V. d. . . . 128
[(Geslachtstafel.)
Brunswyk.....202 noot.
Brussel ... 2, 272. 277, 282
Bruyn. Cornelis De. . 138, 150 ----------Henrick De ... 19
Bruynen. Michiel .... 267
Bruynessedochter. Rychgen loost [335
Bruyning. Lourens. . . 149 Bruyninx, Daniel . . . . 150
Bryan-Stanley ..... 26 Bugge Van Ring. Uenric 211> noot Bulderen. Johan Wolphart Van 11 1 Bulletin de 1'Jnstitut archéologi- [que Liègeois 271 Bundel. Willem v. d. 1 74, 1 80, 181 |
||||||||||||
— 359
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Burch. Jan Bastyaen Van der 106. Burckhardt. Johan Christiaen 283. Burg. G. Van der .... 257- Burgers. Melchior 241, 254 , 255, [257, 258-
Burgert. Everard .... 281.
Burgh. Van der .... 142. --------- Hendrick V. d. . . 221.
--------- Heyndrick Corslyaensz.
[V. d. 78.
--------- Jac. Van der 236, 238,
[256, 257.
Burghoorn. Abraham . . , 137. Burgindis. Bartholomeus Van 146. Bus de Gisignies. Auctie Du 199 [noot. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Byensz. Matheus
Byl. Davit De . |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Cabbeliaeuw. Samuel. . . 146.
Cailliou.......96.
Cal. Van.......143.
Calais........347.
Calot. Jaques . . . 304, 305.
Calvinus. Johannes. . . . 118. Cameryck. Johan Van . 50. Campen. Cornelis Van 174, 177.
--------- Gysbert Van . , . 268.
--------- J. Van ... 64 noot.
--------Levi Van .... 152.
Campenhout......274.
Camper. Claes Jansz ... 16.
—— Govert.....208.
Camphuys. Jan Jansz. . . 15.
--------- Jan...... 15.
Cainphuysen......125.
--------- Jannetje .... 15.
--------- Zie ook Kamphuysen.
Capelle. Joannes Van. . . 12.
Caraccio. Hannibal . 304, 309. Carels. Jacus ..... 107. Caron. Madlle.....162.
Carpentier. Andreas . . . 276.
Carré . . . 139, 143. 'S2- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
81.
268.
268. 268. 268 268.
268. 101. 152. 87, 134- |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Busch. Mathieu De .
Buyl. Adiiaan Van -------- Catharina Van
--------- Elisabeth Van
--------Geertruyt Van
-------- Petronella Van
--------Willem Van .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Buys. Maurits . .
By. ülivier De . . Bye. Gijsbert De |
||||||||||||||||||||||||||||||||
— Juff. De . 295, 298, 299, 301.
— Marcus De 132, 145, 154,295.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
— 360 —
|
||||||||||||||||||||||||
Bladz.
'43-
iói.
143-
277.
108. 277. 19. |
||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Claesz. Jeurian..... 12. --------- Zie ook Nicolaes.
Claeuw. Jacobus . . . . 214.
--------- Geertruyt De . 214 noot.
Claudius Civilis.....67.
Cleef. Sotte ...... 296.
Cleeff. Van......51.
--------- Adam Jansz. . . . 320.
--------- Adriaen Adamsz. . 320.
Cleynhoudt. Ryndolff. . . 339.
Coclers. Bernardus . . . 282. --------Guilielmus of Guilleame. [281, 282
Cocq. Johan......38.
|
||||||||||||||||||||||||
Carré, de oude
--------- de jonge
---------Gebroeders
--------- Abraham
---------Frangois
•--------- Hendrik
Carstëns, Hans .
|
||||||||||||||||||||||||
Carstiaensz. Theunis
Carulle. Pieter . Casse Major. Samuel De Cassiopyn. Ferdinandus . Casteel van Romen. Huis gen Castel. Cornelis Danielsz --------- Daniel Van |
||||||||||||||||||||||||
noot.
241. 275. 145. a.'t 18.
04. |
||||||||||||||||||||||||
85
219. lijn 3 1.
274.
280.
204 noot.
I 2.
|
||||||||||||||||||||||||
Codde. Charles .
-------- Jacob Van de
Coeck. Geraert .
Coelentier. Johan . Coert. Martinus De la Coerte. Gerrit . Colier. Edewaert . Colster. Willem Van |
||||||||||||||||||||||||
Gastele. Maertje Van de
Catalogus v. h. Museum te BCatel. Pieter Cave. La . Ceel. H. Van Centen. Dirck . |
||||||||||||||||||||||||
I32/I55-
• ■ 345-
. . 18. • • 9-
. . 272.
177, 178,
• . 232.
|
||||||||||||||||||||||||
Cerpi ........I42-
Challas. D. F. Le . . . . 164.
Chalon........276.
Chesne. Louis Du. . . . 159
Chevalley.......279.
Chimaer. Nicolaes 178, 180, 182,
[183.
Claes. Lysbeth . . 15. |
||||||||||||||||||||||||
74, 75. 77-
[79-84- |
||||||||||||||||||||||||
Colyn. Zie De Nole.
Comanskolf......232.
Compas. Dirck Jansz ... 20.
Coninck. Gerrit . . . . 178. -------- zie ook Koninck. |
||||||||||||||||||||||||
— 361 —
|
|||||||||||||||||
Bladz.
dacht, ïymon Aicntsz. 70, 71, 73. Craft. Tymon.....74-
Cramer. Uermanus. . 344 noot.
----------N.......240. ---------- Petrus . . . 256, 272.
Cranenburg......282.
Craij........97.
- Zie ook Kraey.
Crefelt. Adolff.....153.
Crepé. Jan......156.
Croix. Isaak De La . 278, 279.
---------- Zie ook Croijx.
Cioni. Dirck .... 204 noot.
Crooch. Jacob ..... 336.
Croonsbergen. Joris Pietersz. 209.
Croos. Anlhony Van der . 84. Croyx. De la.....158. --------- Zie ook Croix.
Crynsz. Hendrick .... 37.
Cruys. Cornelis . . . 211 nopt. Cuvenes of Cuevenis. Joh. 107, 236. Cuyk. C. Van.....159.
Cuyl. Nieolaes.....24 1.
Cuyp. Benjamin 176, 177, 179,
[182.
Cuyper. Jan .... 263, 264.
Cuypers. Diderik Heimanus 144.
--------- Zie ook Kuypers.
46
|
|||||||||||||||||
Blad
67 — 169.
335
105 108 12 158 93
116 J5
19
20.
202 noot
|
|||||||||||||||||
Cooge. Meynavdus De
Cools. Maria. Coolyns .... Coomans. Rosier . Coops. Hendrick . Copius .... ----------Gerard . .
Cornelisd''. Lyntge.
—------- Lysbeth
---------Nelle . .
----------- Tryn
Cornelisz. Jacob
|
|||||||||||||||||
---------Zie ook Oostsaenen.
Corstiaensen. Hendrick . . 102
Cort........ 309
Cortgeene. Lysbeth Jacobsd. Van
[220 noot
|
|||||||||||||||||
Couck. Geraert
---------- Sivaert .
|
18
18 "51
105 277 |
||||||||||||||||
Coulers. Pieter.....
Couper.....103
Court. Joh. Francisc. De La
|
|||||||||||||||||
Cousyn. Pieter . . . 130, 155
Couturier. Hendrick . . . 205 Couwenberch. Clnistiaen V. 60, 61 [78, 79 Couwenburg ...... 295 Crabbe. Frangois .... 301
V.
|
|||||||||||||||||
— 362 —
|
|||||||
Bladz.
Czernin, Gallerie . . 200 noot. Dabbe. Johannes .... 148.
Daelens of Dalens .... 249. --------- Dirck ... 96, 155.
-----— Johannes . . . . 228.
--------- Willem.....2 14.
Daelen of Dalen. Antoni Van 147.
--------- Junior. C. Van. 64 noot.
Darmen. Johannes. . . . 227.
Dammer. Andreas Den . . 275. Danckers. Jan .... 78 — 81. Dantzig....... 2.
Danyelsen. Cornelis ... 82.
Dassonville. Gerard ... 12. Davidts. Michiel. . . 230, 233. Day. Gamaliel.....144. - Johannes . . 239, 253—256.
- De Rivet De Mondeiie Fr. 342.
Dedel. Dr. . . 295, 296, 298. ---------Jacob.....296.
Deensch schilder .... 279.
Deil. Tielman Van . . . 109. Dekens en Hoofdmannen v. h. S'. [Lucas-Gild te 's-Gravenhage 67.
Delbare. Louis Francois. . 280. i Delcourt.......165. [
Delmanhorst. Salomon . . 201.
|
Bladz.
Delde. Harmanus .... 235. --------- Johannes Van . . 240.
-------- Porcellis Van . 217, 248.
Delfos. Pieter Leonard . . 28 r.
Delft 21, 37, 38, 56, 62, 64, 153, [167, 174 noot, 202 noot,
[203 noot, 204 noot, 205
[noot, 216 noot, 220 noot,
[283, 284, 295, 324.
--------- Beschrijving van . . 316.
--------- Oude kerk te . . 62.
■--------- Princenhof te . . 169.
--------Springen v. h. krnithuis
[te 168.
--------- Stadhuis te . , . 167.
Demele. Malthias .... 136.
Denner........144.
Deurwaarder of besetter 99 noot.
Deventer.....276, 283.
Dey. Johannes.....239.
- Zie verder Day.
Deyl. Jacob Luycasz.. . . 20.
Diest. Jan Jansen Van . . 237. --------- Weduwe Jan Van . 257.
--------- Jeronimus Van 86, 132, 156.
-------- Willem Van . . 99, 154.
Dietz........282.
Dinter. Arnoldus .... 279.
|
||||||
— 363 —
|
|||||||
Bladz
Dou. Een en ander omtrent 26 volgg. — Leerlingen Van . : . 259.
— - Testament van 26 volgg., 345.
— Testament van zijn vader 28.
— Jan . . . 28, 29, 343 noot.
— Maria Jansd. . . . 27, 345-
Doudyns. Willem 85—89, 131, [135. !38, 146-151, 154-
Dozy. Cb. M.....11, 260.
Drago. Joost.....278.
Drapentier. Raphael . . . 39.
Dresden 32, 200 noot, 202 noot. Drift. A. Van der . . 291 noot. Drillenbergh......1 37.
Drocchsloot. Joost Cornelisz. 328—
[33°-
Drugulin.......12.
Druyf. Dirck......207.
Drnyfhout. Barthelmeus Francen
[98.
Drijfhout. Bartholt Fransz. . 98. Dubois. Mathys . . . . 237_ Duck of Ducq.Jacobi55, 288—292. Ducq. Aldert Le . . . . 289. — Antonia Le.....289.
— Frederick Le . . . . 289.
— Jan Le . . . 86 , 1 31, 1 54.
— JohanLe288—290,292,313,315.
|
|||||||
Bladz.
Dinter. Gerardus Van . . 279. Dishoek . . .... . 157. Disponteyn. Pieter 295—297,
[299—302.
Dobben. Pieter Van . . . 137. Dodt Van Flensburg. Archief [37 noot.
Does. Mons'. Vari der . . 136. — Jacob Van der 84, 11 o, 130,
[144—146, 153.
Dol Christoffel. . 82, 83, 106. — Jasper.....109, 113.
Dolaet. Petrus . . . 307.
Domer. 1 .ambert .... 13.
Domus. Jan ...... 257. Donck........299
Dongersdeel. Jan Dircksz. Van
[210.
Dordrecht. 159, 214 noot, 220
[noot, 348.
Dormael....... 4.
Dorssen. R. J. Van ... 58.
Dorsten. D. L. Van . . 50, 52. Doornecroon. Huis gend. de 11. Doorschodt . . . . 140, 153- Dou. Gerard 31, 172, 178, 198, [259, 343, 344, 34Ó-
— Begraafplaats van . . 344.
|
|||||||
— 364 —
|
|||||||||||||||
Bladz.
Ducq. Margretha I.e . . . 289, Duinen. Pieter Van . . . 274. Duinmeyer te Loosduinen . 95. Dujardin. Carel [6, 84, 130, [144, 154.
Dürer. Alb. 293, 294, 300, 310,
[3ii, 314, 315, 323, 324.
Durispy. Jan . . . . 178, 180.
Dusart. Christiaen 12, 132, 156
---------■ Francisco , 105.
Dusat........142.
Uusseldorp......277.
Dussen. Van der .... 46.
Duval. Robbert 88—91, 136, 138,
[140, 142, 151, 152.
Duvelant. Jacob.....154-
Duyck. Jacob.....29].
—-----Zie verder Duck.
Duyff. Claes of Nicolaes 41, 208.
Duynen. Isack Van . 133, 156. Dyck of Dyk. Abraham Van 241. ---------Ant. Van 292, 308—311.
--------Ary Van .... 257.
--------- Floris Van . . . 114,
--------- Hendrick Van 148, 254,
[255,257.
. Jan Gerritsz. Van . 210.
--------Linden Van . . . 138. |
Bladz.
Dyck. of Dyk. Petrus Van . 274 -------— Pieter Janse Van 250—252.
Dyckmans. Sacharias 74, 77, Ho.
Dyest. Johannes De . . . 8. |
||||||||||||||
Ebbelaer. Jan . . .
Echtenius. Salomon . Eek. Jeronimus Van der Edam...... |
|||||||||||||||
150.
268.
151. 345-
349- 163. noot. 301. 320. 20. '9-
226. 177,
226. 157-
20. 276.
223.
276.
20. 294.
274.
156.
|
|||||||||||||||
Schip genaamd
|
|||||||||||||||
Edenberger ....
Edenburgh. R. Van . 204 Eduard koning van Engeland Eduwaerts. Tryntje Egberts. Jannetie .... ----------Marvide . . . .
Egeven of Eegeren. Jan Van
--------- Nicolaes Van 176,
[186, 205,
Eggevs. Bavtholomeus. 133, Egrnont. Harmen . . -------- Johannes .
--------- Pieter Corn. Van
---------Willem ....
---------Wyntje . . . ,
Eindhoven. . . 293
F.landsbergen. Willem Van
Elants. Cornelis .... |
|||||||||||||||
- 365 —
|
|||||||
Bladz.
Enschedé. A. J.....170.
Erasmus. Portret van . 297, 323.
Ernst. Gysbrecht .... 98. Essen. Hans Van .... 13. Everaerdt.......141.
Everhaidij. Nicolaes . . . 235.
Everdingen. Allard ... 12. Everdinghen. Stephanus De. 4. Exercitiën v. d. garde van Zijne [Excellentie 23. Eyck. Jan Van.....301. --------- Levyn Van . . . 112.
--------- Matthias Van der 274, 275
Eyde. Jeremias Van der. . 145.
Eynden en V. d. Willigen. Van [232 noot.
Faber........158.
Fabiitius. Barnart . . . . 218.
--------- Barent......218.
--------- Carel 167-169, 218 noot.
Face. Pyron .... 347 noot.
Faes. Pr........I 52.
Faille. Anthony La . . . 109.
Fargue. Jacob Elias La 1 59, 279. --------- Karel La . . . . 161.
---------Paulus Constantijn La 1 59,
[279-
|
|||||||
Bladz
Elberts. Hendrick . . . 12, 13 Eldevhuys. Gabriel Van . . 100 Elin. Johan Christiaan , . 277 Elmishoorn......19
Eloy-Gild te Rotterdam. S*. 46
Elsevier. Aernout 172 noot, 180
[182
--------- Barbara.....320
--------- Louis.....178
--------Symon.....320
--------W. I. C. Rammelman 175
[noot, 339
Eist.......... 4
Elzheimer. . . 293, 306, 3II
EmaiHchilder. . 134, 163, 165 Embden . . 15, 17, 230 noot, Emblemata Aratianus . . . 315. Emmerseel. Cornelis . . . 239, Emmery. Pieter.....1 5 '■
Enchs. Johaunes . . . . 110
Engeland 149, 154, 171, 230. [266, 301,
Engelen. Handschrift van Van [331 noot,
Engels. Louris . . . 178, 181. Engelsche oorlog..... 53.
Engelsen schilder 160, 165,166,
[278, |
|||||||
— 366 —
|
|||||||
Bladz.
Fargue Van Nieuwland. Isaac Lo-
[dewijk De la 278.
--------- Zie verder Lafargue.
Felbier. Dorothea .... 16.
Fency. Joannes Baptistajosefus 282. Ferdyn. Arent.....257.
---------Weduwe .... 257.
Feuter. Lowis De ... . 16.
--------- Zie ook De Pheutev.
Fever. Hendrik Le 282.
Feys. Frans . . ... 254.
Flaman. Adriaen Klaesz. . 223.
Flessiers. Balthasar . 217 noot. -----— Joanna . . . 217 noot.
--------■ Joris . . . . 217 noot.
Flinck. Govert . . . 265 noot.
Flipart........163.
Floortge.....2 12 , 233.
Floris. Frans. . . . 162, 305.
Floris V graaf v. Holland . 48. Foec. Everardus .... 4 Fournier.......158.
Franc Van Berkhey. Joh. Le 277.
Francen. Jacob.....70.
Franck. De IIr......157.
Francke. Poulus .... 240.
Francken.......158. --------- de oude. Frans 117, 123.
|
|||||||
Bladz.
Franckfort.....32 noot.
Francks. Sebastiaen . . . 119.
Frangois. Doms......283.
Franken Dz. D.....114.
Frankrijk.....347 noot.
Fransch schilder 160—163, 165,
[166. Fransz. Jacob.....69.
Frederik Hendrik prins van Oranje.
[220 noot. Frederik. J. H......164.
Frederiks. Hendrik . . . 276.
Freese........1 58.
Fyck. Notaris . . . 204 noot.
Fykemans. Machtelt . . . 158. Fyssen. Heyndrickgen Van . 330. Gabel........278.
Gaesbeeck. Adriaen Van 30, 31,
C'73, 174, '77.
[183, 211, 226,
Gallacini. Josephus . . . 274-
Galois. Carel..... 1 52.
Gasc Lisiewska. Madame Du 161.
Gast. Ambrosius . . . . 263.
Geeraerts. Marcus .... 315.
Gelder. Marya De... . 320.
Gelton........ II o.
|
|||||||
— 367 —
|
|||||||
Bladz. !
Geltsack...... 302.
Geltswaerden. Baerent . . 223.
Genelon. Egbert .... 274. Gent........160.
Gericot. Jean.....134
Gersdorff. Freule Van . . 161.
Gene's. Antony.....1 37.
Gerrit. Mr....... 51.
Gerrits. Annetie.....14.
•--------- Guertie.....13.
--------- Jannetje.....268.
Gerritsz. Claes.....210.
Geschiedenis d. Antwerpsche Schil-
[derschool 120 noot.
Geslachtstafel der Saftlevens 128.
Geus. Cornelis Claesz. De . 77.
Gevaer. Jan......224.
Gewysjes. Fransoys . . . 151.
Geyn of Gheyn. Jacqties De 40, 41. [3<>5i 3o6.
Ghysberti. Carolus. . . . 145. Güdeboeken ...... 172. Güdebrief.....34, 172.
Gildegeld.......95.
Gildeknecht......126.
Gilderekeningen . . 157, 242.
Ginkel. Gerrit Jansz. . . . 223. Glas. Gebakken . . . 34, 48. |
|||||||
Bladz.
Glas. Jan..... .113. - Nicolaes Van der . . . 241.
Glasschildering.....48.
Glasschilderingen door of naar Lu-
[cas Van Leyden
[3°3i 304 noot, 305. Glasschrijvers .... 68 volgg.
Glazemakers.....34, 35.
Glimmer. Anthony De 257, 258.
Goddteus. Iiermannus. 316 noot.
Godyn. Michiel.....138.
--------■ Van Dormael. . . 4—7.
Godtske Jonas . . . 298, 300.
Goest. Gerrit Van ....155.
Goetkint.....203 noot.
Goltzius . 302—307, 309—311.
Gommers. Bastiaen. . . . 50.
Gooi. Van......141.
--------- J. Van Schouwburg der
[Kunstschilders 339.
Goor. Hans Gerrits Van. . 14. --------- Steven Jans Van . 14.
Goossens. Adam .... 22.
Gorinchem......283.
Gossaer. Andries .... 233.
Gouda . . . . 34, 126, 127. Gouda. Arnoldus .... 150 Gouden bal. Huis gen11, de 278. |
|||||||
— 368 —
|
|||||||||||
Bladz.
[66, 67, 95, J29, 170,
[177 noot, 196 noot, 199
[noot, 214 noot, 222 noot,
[274, 277, 278, 280, 282,
[288, 291, 293, 294.
's-Gravenhage. Binnenhof te 37,
[66, 96; 170.
--------- Confrerie Pictura te 129.
-------- Mauritshuis te. 141 noot.
---------Teeken Academie te 129.
Grebber. Anthony De : . 214.
Greenwood.......I 57-
Greevenbrouck.....156.
Greevesteyn.Harinan Van 78, 79-85.
Griffier. Joannes .... 272. Glimmer de oude . . 297, 301 Groen. Herman Van 24 1, 255 , [256, 258, 274.
Groenendyk. R. Van . . . 346. Groenevelt. Zie Gruenevelt. Groeneweegen. Jan . . . 154. Grol. Ludolph Van ... 98. Groningen......40.
Groot. Johannes Dirck . . 275.
------- Uugo De ... . 325.
--------- Johan De . . . . 1 59.
---------Johannes De , 273, 278.
,--------- Pieter De ... . 282,
|
|||||||||||
Bladz
• • 54
297, 302
. • 156
137, 149 • . 154
• • 155
|
|||||||||||
Goudledev
Goutappel . . Goutbeeck. Eisse --------- Hubrecht
Gouteris. Antoni
--------- Maria .
|
|||||||||||
Goyen. Jan Van 58, 59 noot,
[72—74,102, Ho, 214 [noot, 175, 181, 183. --------- Maria Van. . 214 noot.
Goyer. Jac. De . . . 296, 298
Graauw.......163.
Gracht. Jacob Van der 70, 73—77.
Giaef of Graaff. Cornelis De 19-
--------- G. De.....2S5.
Graeff. Jan Willetnsz. V. d. 61.
---------- Willem Jansz. V. d. 60, 61.
Graefschap. Isack Van . . 257.
Graet. Barend.....13.
Graft. Jacob Van der 74, 77, 78.
Grafteeken voor M. H. Tromp 62,
[64 noot. Graham. II........I 57-
Gram. Johan......129.
Grau. Augustinus .... 283.
Grave.......57, 60.
's-Gravenhage 12, 23, 24, 26,
[33 volgg., 39, 40, 43, |
|||||||||||
— 369 —
|
||||||||||||||
Bladz.
Groot. Willem De. . . . 281 Grouwels. Jean Louis. 348 noot -------- Sara ...... 348
Grouwtje door Blocklandt . 119
--------- door M. F. V. d. Hulst 176
[179, 182
Gruenevelt. Philippus De . 4, Grutten. Willem .... 99 Gucht. Maximiliaen V. d. 48, 55 Guérin. Jacob . . . . 91, 92 |
||||||||||||||
Bladz.
Habercorn......33.
Hacen. Petrus Van . . . 277.
Hacke. Jacob Jansz. 72 — 74, 77. Hackes. Johannes .... 219. Hackius. Otto Marius . . 156. Haeften. Leendert Van . . 76. Haen De.......119. -------- Andries De . . . 101.
--------- Antoni De . 145, 155.
Haerlem. Cornelis Van 117, 118.
[294—297, 300, 301.
Haesbrouck. Philips Arentsz. E69-73-
Haestert. Van..... 156.
Hagen. Pieter . . . 279 noot.
-------- Joris Van der . . 101.
--------- Zie ook Verhage.
Hagerland...... 41.
Hals. Dirck...... 119.
Hamburg....... 276
Hamer. Brouwerij gerW. de. 27.
Hammaker. Cornelis ... 99.
Hanau........ 18.
Ilanff........ 162.
Hannaert. Johannes . . 137.
Hanneman. Adriaeu 76, 77,84, 86, [106, 130—133
[144—147, 153'. 47 |
||||||||||||||
Guicherit. D. J. .
Gulde slot. Huis gend Gustaus . . . . Gutsky. Andries Gysbrecht. Franciseas Gysbrechtsz. Pieter Gysels. Philips . |
||||||||||||||
94
14
1
148
234
100 107 |
||||||||||||||
't
|
||||||||||||||
Haag. T. Ph. C. . 93, 94, 159
Haansbergen.Johan Van 87, 88, l 35 --------- Pieter Van . . . 144
--------- Willem Van 91—93, 141
Haarlem 11, 17—19, 34, 40, 114,
[126, 1*7, 159, 170,
[214 noot, 275, 285. --------- Beschrijvinge ende lof der
[stad 114 nopt, 117 noot.
Haarlemsch trijp .... 48. V. |
||||||||||||||
370 —
|
|||||||||||
Bladz.
Hebraerdt...... . 276.
Heems........142.
Heemskerck. Hendrick Cornelisz.
[222. --------Maerten Van 58, 299—301,
[305, 306, 312, 313.
Heering. Abraham Van . . 279. Heinzius.......161.
Hel of Helle. Leendeit Van der
[80—83, i°4-
Hellebuyck. Paulus . . . 154.
--------- Pieter.....208.
Hellemans. Catharina Cornelisd. 40.
Helmus. Jan .... 240, 257. Hemelryck. Huis gend. het. 99. Hemer. Ernst Van. . . . 149. Hendricsd. Lysbet .... 22. Hendricksz. Christoffel . . 20. --------- Juriie.....ioo.
--------- Vincent.....71.
-------— Zie ook Heijndricks.
|
|||||||||||
Bladz.
Hanot of Hannot. Johannes 213,
[246, 247, 249, 251—253.
Haünover.....200 noot.
Hans. Jan......16, 20.
Hardenbroek......150.
Hardimee. Petrus .... 140.
Hari. Johannes.....94.
Haringh of Haai ing. Daniël 88 — 90,
[135, '381 '47-
Haimes. Metjie..... 15.
Hart. Dirck Van der . . . 232.
Hartmans. Zie Hertmans. Hartsoeker......157.
Hartvelt. Johannes .... 185.
Hasenbaert. Olivier ... 289. Hasersloot......162.
Hassel. Jan Gillesz. Van 205 noot.
Hasselt. Mr. L. Van . . . 331. Hauck. Aug. Christ. . . . 278. Hauten. Johan Van . . . 354. Havard. l-lenry. L'art et les artis- [tes Holl. 218 noot, 285. Havelaer. Alexander . . . 145 llavennan. Baitholomeus Gerritsz. [24—26. Haye. Jan Van der . . . 135. —------ Keynier La . . . 131.
-------- Keinier De la . . [56.
|
|||||||||||
Henegouwen ...
Hennes. Abraham . . . Henrotte. N. . Hessen-Cassel .... lleusden. Maeyken Van . Heusen. Gqrrit .... Heuvel. G. Van den . . |
|||||||||||
347-
104. 271' 275-
168. 209. 162. |
|||||||||||
— 371 —
|
|||||||
Bladz.
Heuvel. G. G. Van den 205 noot. Herding. Hendrik .... 275. Hermanni. Rembrandus . . 271. Hertmans. Hartman . . 85, 87. Hertoghe. Johan De . . . 87. 's-Hertogenbosch 57, 60, 204 noot, [275, 279, 281. Herwaerden. J. Van . . . 334. Herwe. Reynier Van . . . 199. Heyde. Van der .... 143. --------- Jan Van der . 148, 151.
Heyden. Catharina V. d. 128 (Ge-
[slachtstafel)
Heymans. Johannes 60, 94; 165. Heyndricks. Anna .... 20. --------- Grietie..... 14.
Heyndricksz. Kelder . . . 100.
--------- Zie ook Hendriks.
Heyster. Barent.....239.
Hillegersberg .... 55 noot.
Hin. Abraham.....275. --------- Adrianus .... 275.
Hirschman. Johan .... 165.
Historisch Genootschap te Utrecht [172 noot.
Hoeck V. d. Goes. Jannetje Pie- [terd. 264.
Hoecken. Van . ; .... 157. |
|||||||
Bladz.
Hoeckgeest. Jochim . . 69—72. Hoeke........157- --------- Jannetje.....263.
Hoekingh. Jeuriaen . . . 263.
Hoet......33, 141.
Hogemade. Catharina Van 198 noot.
Hogendorp. Daniel Van. . 45. --------- J. Van . . . (17, 127.
Hogenhuysen. Jacob Van . 135.
Hogervorst. Cornelis . . . 20. Hogeveen. Dr. Gerrit Aelbertsz. [Van 197.
Holbein . . . 301, 307, 310.
Holblock. Jan Cornelisz. . 13.
Holck. Cathalyntje Willems Van
[der 211.
Hollar :.......313.
Holsteen. Pieter Raemsdorp Van
[206. Hondecoeter of Hondekooten. Mel- [chior De 130, 154, 288, 297. Hondius . . . . . 104, 306. --------■ Henricus 68—71, 75 — 77. --------- Willem.....97.
Honingh. Johannes ... 55.
Honthorst. Cerrit ... 73, 98. Hooch. Cornelis De . . . 99. -------- Gerrit De . . . . 154.
|
|||||||
— 372 —
|
|||||||
Bladz.
Hooch. Van der . . 295, 298. Hooft. Nicolaas . 90, 138, 139. 't Hooft zie Thooft. Hoogeveen. Corn.....279. --------- Doctor 175, l12-, «79,
[181, 182.
Hooghe. Romeyn De. 318 noot, Hoogheveen. A. Van. . . 190. --------- D. Van . . . 192, 195.
Hoogschilt. Davidt. . 250, 253,
Hoogstraten. Abraham Van 138. --------- S. Van . 134, 161, 163,
Hooren. Dirk Jacobsz. De 204 noot
Hoorn .....14, 15, 20 --------- Willem.....264
Houbraken 56, 202 noot, 214
[noot, 285, 288
Houck. Laurens Van den . 140 Ilouper. Willem . . . 87—91 Houthuysen. Jan Van . . 105 Houtuyn. Job.....148
Houwaert.......107
Honwe. Frans Van der . 339
Howart........157
Hoynck. Otto . . . 131, 154
Huchtenburgh.....142
Huet........280
Hullegaerde. Karel Van . 109
|
Bladz.
Hulsdonck......115.
Hulst. Jan......97.
--------- Van......153.
--------- Maerten Fransz. Van der
[173—177, 179—183.
-------- Peter Van der . . 136.
Hulster. Johan.....155.
Ilumbert.Jean of Johannes 94, 159.
Hurter........163.
Husson. Abraham 133, 297, 299.
Huy. Lambert De. . 133, 156. Huybrechts Clara . . . . 18. Huydekoper. Jan . . 265 noot, Huygensz. Hendrick . . . 145, Hyger. Den .... 205 noot. leen. Walraef Van . . . 212.
Imbrechts. Martin .... 13. Immerzeel 15. 65. 340, 345, 349. Indië. Oost ...... 349 --------- Zie ook Batavia.
Inventaris van Joh. Chris. De Bac-
[ker 294.
--------- van Thomas Robyn 292. --------- v. d. advocaat Rosendael
[292.
--------v. Herman Saftleven II 116. --------- van Jacob Vosmaer 56.
|
||||||
— 373 —
|
|||||||
Bladz.
Isebout. Rartholomeus . . 272.
Italiaansch schilder . 139, 274,
[278, 282.
Italië........114.
Jacobsdf. Brechtie. ... 13.
--------- Gviet..... 19.
Jacobsz. Daniel..... 88.
-------- Frans..... 145.
--------- Huych . : 22.
Jacot. Daniel . . . 136, 148.
Jansdr. Anna . 13, 204 noot. — Baerlie...... 17.
— Hillegont..... 20.
— Neel....... 14.
Janson........ 282.
--------- Jacobus.....277.
---------Johs. Chvistiaan 279, 283.
——— Heter.....281.
Janssens. Casparus.... 274.
Jansz. Barent..... 14. — Broer....... 70.
— Cornelis...... 40.
— Dirck..... 14, 222.
— Douwe. . . . 28, 29, 343.
— Gratiaen...... 72.
— Zie ook Soetens.
— Hans....... 13.
|
Bladz.
Jansz. Hendrik.....52. — Jacob .....20, 70.
— Jan........ 19.
— Leendert ...... 20.
— Lowys......51, 53.
— Pieter...... . ij.
— Samuel . . . . 17, 320.
— Willem......257.
Janzon. Gaspar . . . . . 273.
Jaspersz....... . 338.
Joannis. Casparis .... 273.
Jobse Job......239.
Johannes bisschop van Utrecht 7.
Jolly. Jeau Frangois . . . 283. Jones........165.
Jong. Maria De.....321.
— Zie ook De Jongh.
Jonge. Jacob De .... 39.
— J. Martsen De . . 200 noot.
longeneel. Cornelis . . . 127. Jongh. Leuf of Ludolf De 48, 55, [302.
Jordaens. Abraham. . 204 noot.
-------- Hans of Jan 57, 125, 203
[noot, 204 noot, 205
[noot, 299, 301. ——— De lange . . 205 noot.
——— Philips 204 noot, 205 noot.
|
||||||
374
|
|||||||||||||||||
Bladz
178, 181
. . 105
62, 64
48 noot
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Jordaens. Symon. 203, 204 noot,
[205 noot.
Joseph. Schilderij met 120, 123.
Junius. Jacobus.....39.
Kaartspelers door J. Ochtervelt
[Plaat 2.
Kaersgieter. Christiaen . . 14.
---------Johannes De ... 14.
Kamper. Covert . . 208 noot.
Kamphuize. Gerrit . . . 159. Kamphuysen.....118. --------- Zie ook Camphuysen. -
Karssendonck.....257.
Keersgieter. Christiaen . . 14.
Keiler........143.
Kelmingy . .... 110.
Kemphuysen. Silletie Andries 19.
Kerckhoff. Geertruyt Sybille 289. Kerk van S'. Marie te Utrecht. 2. — te Utrecht. Sacramentshuisje
[in de 9.
Kermis. Rotterdamsche 121, 126. Kermt. Jaecques Van. . . 40. Keisberch of Kersbergen. Egbert [Van 334.
Ketelhoet. Willem. . 164, 283. Keuningh. Jan De . . . 234. |
|||||||||||||||||
Keyser. Heynderick
--------- Jan . . .
--------- Willem De
|
|||||||||||||||||
Keysers. Trijntje .
|
|||||||||||||||||
Kievit. Johan.....64
Kilian......159. '6o
Kilsdonk. Adrianus Van. . 280
Kinderman......142
Kindt. Dirk 92 , 93, 140, I43i «59
Klatboeck v. h. Haagsch St. Lucas
[Gild 95
|
|||||||||||||||||
Klau. Jaques De . .
Klauw. Zie Claeuw. Klemend. Pieter . . Kleuters.....
Kleynders. M. . . .
Klitsaert.....
Kloek. Huis gend. de.
Kloeke. Willem Ter . Knibbergen. Catarina Knol. Fransz. Evertsz. Knyff. Gerrit Jsaacksz. Kobell. Johannes . . Koek. Hans .... Koernken. Willam. . Koerten. Gerrit. . . -------- Zie ook Coerte
Koets. R......
|
|||||||||||||||||
. 104
• 257
. 283,
• 277,
100 • 97
■ 145
• '55
■ 239
■ 334
180 noot 17, 123
10
. 178
|
|||||||||||||||||
76, 186.
|
|||||||||||||||||
— 375 —
|
|||||||||||
Bladz.
Kolster. Zie Colster.
Koninck. Genit De . . . 181.
-------- Zie ook Coninck.
Koning. Coniadus Henricuj 283.
Konsé. Genit.....280.
Konstantyn. Monsi'. . . . 141.
Koolwyck.......54,
Koppenhagen.....164.
Korsendonck. Isack Arysz. 232.
Kortebrandt. Jacob . 326 noot.
Kouvvenhoove. Jan. . . . 227.
Kracht. Zie Cracht.
Kraekhorst. Lodewyk. . . 276.
Kraey........156.
--------- Zie ook Cray.
Kramm. C. 11-13, 17, 2b, 37
[noot, 39 noot, 40 noot, [65, 170, 172 noot, [333, 335, 345, 349- |
|||||||||||
Bladz.
Kuil. Melser Pieterse 224, 252,
[254-
Kunstbode Nederlandsche 12 , 40
[noot, 230 noot.
Kunstenaars in het Album Sludio-
[sorum te Leiden 268.
Kunstverzamelaar der 17e eeuw.
[Een 293.
Kurpershoek ...... 240.
Kussens. Geborduurde . . 55.
Kuyck. Mr. Van . . 141, 157. ■------■— Zie ook Van Cuyk.
Kuyper. Hendrick Meynderts 14.
--------- Jan . . 262, 263, 266.
Kuypers. Dirk.....159.
---------Zie ook Cuypers.
Labelle.......307
Lacourt........257
Laeck. Van der. .... 99
--------- Maria Van der . . 155
--------- Reynier Van der 300, 302
Laeckeman. Martinus. . . 144
Lakwcrkers ...... 257 Lambers.. Grietie .... 17
Lambert.......125
Lambillol of Lambilo. Frans 27,
[241, 257-
|
|||||||||||
Kransz. Simon Andreas
Kroost. Antoni . Kruif. liarmen De. . Kruil. Jan .... Kruiskerke .... Krulle. Jan .... Kruyf. Johannes Van der Kruyff. C. A. De . . Kruys. Corns. . . . |
|||||||||||
165.
154
240. 241. 258.
241. 282. 333-
211. |
|||||||||||
— 376 —
|
|||||||
Bladz.
Lambillot. Henricus De. . 272. Landsbergen......277.
Lange. Aeltje De ... . 21
Langelaen. Corn.....153.
Langele.......105.
--------- Zie verder Lengele.
Langendyck. Gerrit Jacobs. Van 13
Lange pier. 202 noot, 294 -301 Langevelt. Dirck Van . . 257 Langkamp. Nicolaes . 139, 151 Langue Willem De ... 64 Lapis. Hyronimus ... 159 Larmenens. Mattheus. . . 137 Laromeus. Matthys . . . 151 Larson. Johan.....155
Larsson. Guliaem . . 107, 108
Lastman. P.....162, 163
Lau. Cornelis La .... 281
Laurier. Jan Symensz . . 232 Lausanne.....160 noot
Learber. Thomas . . . , 275
Leclryn in den vorm van arend 332 Ledeboer. De boekdrukkers enz [in ISioord Nederl 112 noot
Leducq.......295 --------- Zie verder Duck en Ducq
Leenderts. Leendert ... 14
Leene. Hernianes . . . . 241 |
Bladz.
Leeuwarden 199 noot, 272, 289. Leeuwen. Adriaen Van . . 150. -------- Janneken Jacobsd. Van
[196 noot.
--------- Johannes Van . . 219
---------Pieter Dircksz. Van 217.
Leeuwen de Gouda. Dirck Van 26.
Leiden 26—31, 40, 41, 56, [65, 126, 127,
[172, 339—347- -------- Academie te . . . 268.
--------- Luthersche Gemeente te
[197 noot
--------- Pesthuis te . . 218 noot.
Leissen.......282.
Leiaar of Lilaer. Willem Van
[336, 337-
Lelyenberch. Cornelis. 104, 156. Lemmens.......163.
Lengele. Maerten 84, 105, 131 .
[145^ 153-
Lens. Lourens.....109.
Leopoldus. Abraham . . . 238.
--------- Arent.....203.
--------- Bastiaen .... 203.
--------- Dirck . . . 250—252.
---------Jacobus Marcusz. . 235 ,
[254-256.
|
||||||
- 377 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Leopoldus. Marcus 241, 246, 247,
[249, 257, 258, --------- Willem.....202
Lettre. Pieter De . . 102, 103
Leupe. P. A......23
Leyden. Aeitgen Van. . . 57
--------- Lucas Van 293—295.
[298-303, 314, 315
Lieftinck. Gualtherus . 6l Liegie. St.......165
Lier. Gerrit Jansz. '. . . 102
- J. G. Van.....59
Lievens. Jan 131, 155, 183, 308
Lievyn. Manasse .... 21 -------- Susanna .... 21
Liggeren v. h. St. Lucas gild te
[Antwerpen 203 noot
Liinburgh.....14O, 159 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
Liotard.......158
Lis. Dirck Van der . . 77, 103
Lisiewska. Mad". Du Gasc . 161 Lissabon.......345
Lissant. J. . 288 noot, 315 noot
--------Kicolaes . . 135 , 146
-------- Philemon 295-297, 299
[301
294 noot. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Lisse ....
— Dirck Van der
Loedingh. Halman Lois. Jacob — Samuel
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
49 noot
153
241
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
42
|
volgg
|
||||||||||||||||||||||||||||||
44
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Van
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Lommetsum. Dirck
Londen . , |
337
2 noot
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Loo. Van. .
Lood. Duurte van het . . 53 Loon. Hujbert Van . . . 152 Loosdrecht Jacob Van. 198 noot [263.
Loosduinen......95
Lorée. De......278.
I ostadt. Nic. Van . . 336—339,
Lotin. Johannes , ... 137 Lotte. Jacobus.....280
Louis........142
Loukers. Johan.....87
48
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Linde. Jan Van der . .
-------- Karel Van der .
--------- Marcus Van der.
-------- Mauritz. Van der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
55
239 146 149 127 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Linden. Abraham Van der
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
---------■ Zie ook Verlinden.
--------- Hendrick V. d. 239, 257
I.ingelbach. Johannes. . . II
Linschoten......57
---------- Zie ook Lynschoten.
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
— 378 —
|
||||||||||
Bladz.
Lourier. Jan De .... 232. Louwyck. Jacob . . 178, 181. Lucas. Trijntje , ■. . . . 21. Lucasgild te Alkmaar. St. . 265. --------- te Delft. S't. 21, 57, 202
[noot, 203 noot.
--------- 's-Gravenhage. St. 33 volgg.
[67, 95.
.-------- te Leiden. S*. 172 volgg.,
[340, 344, 348.
--------- te Leiden. Instelling v. h.
[St. 188.
--------- te Leiden. Meubelen v. h.
[St. 184.
--------- te Rotterdam. St. . 320.
Lucasz. Jacob.....20.
Ludieke. David.....14.
Ludiking. David .... 14.
Ludolph van Grol.... 98. Lugano.....278, 2S2.
Luik . . . 4, 141 , 270, 271.
Lunach. Ary......'37-
Lundens. Gei rit. . . 119 noot.
Luthersche Gemeente te Leiden. [197 noot. Luydingh. Harmanus. . . 229. Lybergen. Gysbert Van 130, 155. Lynschoten. Johannes Van . 283. |
||||||||||
Bladz.
■ 275 |
||||||||||
Lyon
|
||||||||||
Mabuse.......296.
Madrid......178 noot.
Maerschalck. Gerrit . . . 239.
Maertensz. Corstiaen . . . 103. Maes. Gerrit......259. — Joost.......215.
— Coenraet Van der. . . 103.
— Evert Crynsz. Van der 68, 69,
[74, 75, 84-
Magnus. Jacob.....104.
Maisin. Franciscits .... 273.
Malet. Charles.....139.
Man. Boudewyn De . . . 59.
Mander of Vermander. Karel Van
[1, 296, 298 — 302, 304 noot.
Mannes. Franchois . . . 149.
Mannheim......278.
Marceus. Otto..... 15.
Marchand. Elisabeth . . . 264.
Marck. Jacob Van der . . 73. --------■ Zie ook Van der Merck.
Mare. Pieter De ... . 281.
Marée. Henricus De . . . 277. ——— Hendrik Godart. . 282.
Marescbal. vEgidius of Gilles 270.
——— Helias . . . . . 27°-
|
||||||||||
— 379 —
|
|||||||||||||||
Bladz.
Mauritshuis te 's-Gravenhage 43,
[141.
Mechelen......65, 66.
Medailleur......282.
Meeden. Van.....106.
Meenen.......347-
Meer. Dirck La . . . .' 74.
— Adrianus Van der . . 279.
— Gerrit Van der . . . 251.
— Jacob Cornelisz. Van der 76, 77.
— Jannetie Van der. . . 13.
— Mathys Van der . . . 240.
■— Noach Van der . . . 276. Meere. Johannes De . . . 282. Meersche. Van der . . . 259. Meester. Martinus De 148, I 5 I. Meestergelden . . . 129, 130. Meesters. Andries . . 317, 318. ——— Dirck . . . 318—320.
---------Dirkje . . . 317, 3*1-
---------Jan .... 319, 321-
---------de jonge. Jan . . 319
---------Joris. . . . 317, 318.
.-------- Maria.....320.
-------- Mathys.....3 19.
--------- Tiyntj 2.....321.
Megge. Fr....... 298.
Meier. Stoffel.....106.
|
|||||||||||||||
Bladz.
Marinus Johannes 130, 153, 154 Marken......13, 2 1
Marken. Van.....158
Marott........142
Mars Casparus.....1 34
Martsen de jonge, J. . 200 noot,
Matham.......312
---------Adr.....103, 104
--------- Dirck . . 18, 19, 155
--------- Theodore .... 19
Mathenesse. Willem Van . 49,
Maton. Bartholomeus 231, 250, [2SI, 259,
[347—349 -------- Daniel . . . 348, 349
--------- Jan . . 347 noot, 348
|
|||||||||||||||
--------- Jan Philipsz.
--------- Janne
-------- Jacques .
-------- Maria .
-------- Philippe
Mattheus. Annetie
--------- Jaques .
|
|||||||||||||||
• • 347
347 noot 347 noot 347 noot. 347 noot ]5
18 274
18 348
|
|||||||||||||||
Matthys. Vincent
Matthysen. Jan . Maurits graaf van Nassa |
|||||||||||||||
-------- prins van Oranje 171, 220
[noot.
|
|||||||||||||||
— 380 —
|
|||||||||||
Bladz.
Meilan. Felix.....281.
Merck. Jacob Van der . . 96.
---------- Jacob Fransz. Van der
[173, 220.
---------- Zie ook Van der Marck.
Merckelbach .... 278, 280.
Meriam. Malhias .... 306, Mes. Magdaleentje Bartels . 2 1. Metsu. Gabriel 14, 172, 178, 183, [206, 317.
Meubelen v. b. S'. Lucasgild te
[Leiden 184.
Meulen. P. Van der . . 23, 24.
Meurs of Meuris. Aert Van 24,
[76.
Meyburch. Bartliolomeus 131, 154. |
|||||||||||
Bladz.
■ • 3°°-
. . 285. , . 200. 220, 246, 273, 317-
t tot het d. Beschr. • • 342.
. . 240. , 33, 238, 256, 272. • • 7-
304 noot. . . 227. • • 344-
. - 283. . • 283. 160, 1 63, 277, 283. 147.
275- !59- 45- 3°5- • '5-
300, 301. • • 274.
|
|||||||||||
Middelgeest. Advt. .
Mierevelt.....
Mieris. Van ....
Mieris. Frans Van 209, [247,
----------Noodig naberig [aanhangsel v.
[van Leiden
---------- Jobannes Van
---------■ Willem Van 32
[255,
Mierlaer. Henricus De Milaan . . 274; 275 , Milde. Gerrit De . , Milius. Pieter . . . Millies. Jacobus —— Weduwe . Miniatuurschilders 134, [165, 166, Minnel. Willem . . Minola. Dominicus Moens. Taats Rutger . Moercapelle . . . .. Moeyaert. Claes . . ----------Zie ook Moyert
Molenaar. Johannes .
Molenyser. . . Molina. Carolus. |
|||||||||||
Meyer. Christiaen . . .
---------- Hendrik
---------- Iserael ....
------— Künstler Lexicon
.---------- Harmen De .
---------- Pieter Jansz. De
Meyerinck. Frederik
Micbarius. Corn«. . Michel. Louys . . Michiels. Cornelis . -----------Harmen |
|||||||||||
257.
28p. 240. 2 16 [noot. 18. 11 3-
'5-
138. J35-
2 1.
21. |
|||||||||||
— 381 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Moreelse. Maychgen . . . 338. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Molleman of Mollenians. Junien
[Hendricksz. ioo, 103.
--------- Zie ook Nollemans.
Molyn en De Molyn. Johaa 37 ,
[38, 212, 224.
--------de Jonge. J 204 noot. --------- Pieter . . 57, 182, 212.
Momper. Joost De . . . 119.
Moné........141.
Money. Isack De ... . 289.
Moni. Isaau De.....279.
■-------- Zie ook Mony.
Monincx.....156, 304.
---------Covnelis 74, 76, 77,82—84.
--------- Sybert . . 68, 70, 71.
--------- Zie ook Municx en Mun-
[nekes.
Montfoort. Gabriel Van 73, 74,
[77, 78, 96.
Montin. Emanuel .... I 20.
Mony........142.
— Ludovicus De .... 274.
Mookerheide......58.
Moor. Carel De 213,253—256, 258.
— de jonge. Carel . . . 238
Mooyweer. Coenraet 240, 257, 258. Moreelse. De familie . . . 335 -------- Johan . . . 338, 339.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
--------- Nederl. Historieplaten. 23
[noot.
--------- F.z. S. 1, 291, 328, 33 I noot.
--------- Schildersvereenigingen te
[Utrecht 38 noot, 1 55 noot.
Multor. Johannes .... 8.
Municx . . , . . . . (17. Munnekes.....>°3, 126.
Munster.......280.
Munts. Louys.....151.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 382 —
|
|||||||
Bladz.
Naamlijst van Meesters . . 153. ---------- van Schildersleerlingen [r44-
Naarden 208 noot, 276, 348 noot. Nachenius......143.
Nagel......117, 122.
— Jan........302.
Nagler........27 1.
Naiveu. Zie Naveu.
Namen .... 272, 278, 280.
Nason. Pieter . 78, 82 — 85, 99. Nassau. Jonker.....297. ---------- Juffr. Van .... 299.
Nassousche Waperhandelinghe 24.
Natalis......1 98 noot.
Naveu of Neveu. Math. 231, 251,
[252, 259.
Neck. Jeronimus Van der 151. Nederseldert. ..... 337. Neefs. Pieter......30 I.
Nes. Pieter Van .... 221.
Nesse. Johannes Van . . . 151. Netscher. Casper 13 I, 1 50, I 53 ,156. ----------Constantyn 90, 91, 137.
Neurenberg .... 200, 324.
Neys. Jacobus De .... i 38. Nicolaesz. Zie Claesz. Nievelt. Blasius Van . . . 263 |
|||||||
Bladz.
Museum te Amsterdam 30, 66, 216.
[noot, 265 no jt, 292 , 345.
---------- te Berlijn 30, 232 noot,
[317 noot.
----------Boymans te Rotterdam 42,
[216 noot, 317 noot,
[322, 327, 345. ---------- British ... 32 noot.
—------ te Franckfort . 32 noot.
-------— der Gemeente 's-Graven-
[hage 220 noot.
----------- der Gemeente Leiden 220
[noot, 230 noot, 34 r. 346.
---------- te Madrid .... 1 78. ---------- Nederlandsen . . 62 noot,
[331 noot.
Mussenbroek. Sara Van. . 349. Muyden. Gerrit Willems Van 1 7. My. Hieronymus Van der . 273. Mytens. Daniël 87, 88,135,149,1 50. ---------- Isaack 70—72, 84, 134,
[' 54
----------' Jan of fohannes 82, 84, 86,
[100, 135, 145- '47, 153-
---------- Martinus .... 134
Naamlijst van Dekens en Hoofd-
[mannen 67. |
|||||||
— 383 —
|
|||||||
Bladz.
Oest. Philip De .... 337. D'Oir. Petronella . . 264, 266. Olis........57, 5.8-
Olofsen. Jan......102.
Onkruit.......157.
Ooms. Reyer. . 176, 181, 182.
Oosten. Maria Van . . . 340.
Oosterdyck. Wybrant Van 229.
Oosthoorn. Abram. . . . 137.
Oostsaenen. Jacob Cornelisz. 202
[noot.
Ophoven. J. Van 56 noot, 60, 61,
[287 noot.
Ordonnantie op het veikoopen van
[Schilderijen etc 172, 187.
rOrme. Dirck De .... 2 19.
D'Orsta.......133.
Os Van.....; . 161.
Otsz. Pieter......21.
Oude prins. Uuis gen1!, de. 19.
Ouderogge. Flip Van . . 111. -------- Johannes . . 184, 201.
Oudtnhousen. Hubrecht . . 272.
Outersterper-polder ... 15 Outshoorn. Jan Cornelisz. Van 27. Ourick........1 58.
Ouwater. Isack.....1 58.
Overbeeck. Gerrit Jacobsz.. 147.
|
|||||||
Bladz.
Nieulant. Hendrick . . . 149. Nispen. Nicolaus Van . . 273. Nole. Jacob Colyn De . . 338. — Jannichgen Colyn De . 338.
— Willem Colyn De . . 338..
Nollemans. Juryaen . ■ . 82. ——— Zie ook Mollemans.
Noorderwiel Hendrik 83 - 85, 105.
l'54-
Nooit. Adam Van . . 203 Doot. — Gilles Van ..... 222.
— Jan Van......282.
— Pieter Van.....201.
Noorthey. Jacob .... 50.
Noortwyck. De heer van . 55. Noorves. Jan.....152,
Nyl. N. Van.....97.
Nymegen of Nimweegen. Elias
[Van 240.
——— Jan Van 254—256, 258.
Nyst. Gerard De . . . . 148.
Obreen. Fr. D. O. . 217 noot.
Ochtervelt. Jacob . . 316 volgg. ——— Jan Lucasz. . . . 320-
Octrooi voor R. Verhuist 64 noot.
Oegstgeest. . . 197 noot, 345 Oen. Jan Van . . . 331—333. |
|||||||
— 384 —
|
||||||||||
Bladz
Overgaeuw. J. Van. . 204 noot Overschie.......115
Overijssel.....1 76 noot
Overzee. Marcus Dircksz. Van 226
--------- Matheus Dircksz. Van 226.
[256, 257
--------- Pieter Dircksen Van 225
Oyens. De Marez. . . 109 noot
Pachs....., . . 160
Padbrugge. Dionys ... 39
Padthuysen ...... 267
Paeké........ 230
Paen. Lowys...... 146
Paets. Nicolaes . . . 345, 349
— Styntie Claes .... 14
Paeu. Harman Cornelisz. . 69 Palamedes...... 180
Palingh. Isaac 228, 234, 235,
[250—253.
--------- Monsr......149.
Palth. Joannes.....276.
Panhuysen. johannes . . . 208.
Pape. De.......31. — Abraham De 173, 178, 179,
[199, 242—248.
— Adriaen De . 173, 199 noot.
Papenbroek Gerard Van 323—326. |
Bladz.
ephus. 280. 3°5i 3°6-
200. |
|||||||||
Parant. LambertusJos
Parelle ... Paret. Pierre. Parkinson. Thomas Parmantier. Jaques Parsyn. Jan Van Paschini Pastoor. Hermannu
Patbrugge. Denys Patyn .... Paul. Bernard . Pauls. Tryntje . Paye. L. La . . Pee. Van . Peel. Willem . Peenen. Van Pellecum. Mattheu Pellegrini. Penning. Andties Pensters. Hendrik Pepyn. Marlyn . Perera .... Perseyn . . . Persyn. Ida Van --------- Zie ook Parsy
Petyt. Alexander 78
Pheuter. Jacob De ---------I.owys De . |
||||||||||
84, 104, 144.
. . . 16. |
||||||||||
— 385 —
|
|||||||
Bladz.
Philips. David.....42.
Picard........108.
Picard of Piecart. Bartliolomeus 350.
Picardié.......280.
Piek. Adam......216.
Picot........165.
Piereno........I 58.
Pieters. Aeltie.....17.
-------- Cilletie.....17.
--------Clara......117.
--------- Jannetje.....16.
Pieterse. Petrus.....280.
Pietersz. Heyndrick ... 15.
--------- Jan.....18, 338.
--------• Pieter.....235.
Pincede. Johannes. . 178, 182.
Piquet. Pierre Henry . . . 279. Pirart of Pierart. Bartholomeus 272. Plaat van Tromp's tombe 65 noot. Plaatsnijdeis te Amsterdam 17 [volgg.
te 's-Gravenhage 69 volgg., [I34i 140, 155. l63-
—------ te Leiden 241, 257, 258,
[276, 2S2.
--------Varia omtrent. . . 37.
Plaet. Cornelia Van der 286,287.
Plafond, Geschilderd . 141 noot. V. |
|||||||
Bladz.
Plateelbakkerij te Amsterdam 19.
Platen door A. Van Breen. Kope-
[ren 24, 25.
— door Hans Strick ... 38.
— Zie ook Prenten.
Pluvier. Jan Joosten . . . 212.
Pluym Carel Van der . 200, 243 Poel. Adriaen Van der . . 221. — Jan Mattheusz.Van der 116, 127.
[128.
Poelenburgh .... 306, 313. ——— Maria Van. ... 18.
Polidoor . 305, 308, 309, 313.
Pollion. Jacobus . . 344 noot. --------Maria.....344-
Pook........158.
Pon. Jacobus Du ... . 279.
Ponsen. Quiring .... 176 ---------Zie verder Slingerlandt.
Pool. Jurriaen.....140.
— Mejuffrouw . . . . . 140.
Porcellis Van Delde . 217, 248. ——— Johannes 217, 248, 249,
[255, 257.
Portretten door of naar P. Du Bor-
[dieu 198 noot.
---------door of naar A. Van Dyck
[297, 3°7-
49 |
|||||||
__ 386 —
|
|||||||||||||||||||||
Bladz.
Praam. Jacobus.....257.
Prenten door of naar Aldegraeff 314.
-------- Michel Angelo . . 306.
---------; Bassan.....314.
|
|||||||||||||||||||||
Bladz.
Portretten door of naar Holbein [3°«i 3°91 3'°
---------J. v. d. Merck. 220 noot --------- G. Schalcken. . . 170
■---------Hendrick Cornelisz. Van
[Vliet 286
Portret van Joh. Calvinus . 118 -------- van R. J. Van Dorssen 58 --------- van Gerard Dou. . 345
---------■ van Eduard koning van
[Engeland 301
---------■ van Erasmus . 297, 323 -------- van Floris V . 48
--------- van Hugo de Groot 22 .'
______van prins Maurits . 171
—■— van een Jerusalemtpries
[ter 58 --------■ van li. Saftleven I. 120
______ vanH.Saftlevenszuster 117
_____. van de stadhouders . 170
,______. van Willem III 48, 17°
Post. Magdalena . • . • 3'9
- Pieter.......43
—- Utrant.......llt
Pot. Huis gend. de . . . 101
Potheuck. Jan 214, 215, 248, 249 Potter. Paulus . . . 289, 305 Pourbus.......298 |
|||||||||||||||||||||
--------Barotius
--------- Berchem .
--------A.Bloemaert
--------- Bolswert
|
308.
3°4-
305-
306.
|
||||||||||||||||||||
---------Jan Both .
|
3°5-
|
306.
|
|||||||||||||||||||
• • 3°7-
314-
. . 3°6-
3°4, 3^5-
Hannibal Caraccio 304,309.
Cort......309.
Petrus Dolaet. . . 307.
Alb. Dürei 310, 311, 314
A.Van Dyck 307,309—311.
Elzheimer . . 306, 311.
Frans Floris . . . 305.
J. De Gheyn . 305, 306.
Goltzius 302—307, 309—
[3"-
Maerten Van Heemskerck [3«>S 1 3o6.
Hollar.....313.
Hondius .... 306.
Labelle ..... 307. |
|||||||||||||||||||||
---------
---------
---------
---------
|
|||||||||||||||||||||
— 387 —
|
|||||||
Bladz.
Prenten door of naar Lucas Van
[Leyden 302, 313, 314.
--------- Jan Lievens . . 308.
--------■ Mattham .... 302.
--------- Mathias Merian . . 306.
--------- Claes Moeyaert . . 305.
--------- Parelle . , . 305, 306
--------- Poelenburgh . 306, 313.
--------- Polidoor 305, 308, 309.
--------- Potter.....305.
--------- P. Quast .... 306.
--------- Raphael . . . . 307.
—----- Rembrandt 304 , 305 , 307.
--------- Ribera.....314.
---------• P. P. Rubens. 307—311.
—------ Sadeler.....307.
---------Segers.....308.
---------Tempeest 303, 305, 308.
---------Titiaan . 307, 310, 311.
--------- Oct. Van Veen . . 305.
--------- Jan Van de Velde 305, 306.
--------- Esaias V. d. Velde . 306.
--------- Moyses Wttenbroeck 305.
--------- Italiaansche . . . 307.
—-------- Verkoop van. . ■ 112.
.-------- Zie ook Platen.
Prentenkabinet te Berlijn 202 noot.
_------ te Brunswyk . 202 noot. |
Bladz.
Prentenkabinet te Dresden 32. Prez. Philipes Des. . . . 26. Prins. Christaen . 48 noot, 49. — Johan Hendrik. . . . 165.
— Jan Huibert.....94.
Prinsje.TobiasAbramsegezegd 224.
Processie der Gilden . . . 36. Pulver. J. G.......166.
Putman. Johan.....336.
Putter. De .... 181 , 183.
——— Joos De .... 96.
--------• Pieter De . . . 73, 74.
---------Simon De. 76—80, 85.
Pyl. Abraham.....21.
— Jacob Jansz. . 21, 130, 154.
Pynacker. Adam .... 15. Quadal. M. F......166.
Quast......176, 306.
Queborii. P........297-
Quellinus.......3*3-
Haemsdorp van Holsteen. P. 206.
Raep. Pieter De .... 152. Ragueneau. Abraham. 133, 156. Ram. Adam...... 3.
Ranck. Johannes .... 169.
Raphael .......307. |
||||||
— 388 —
|
|||||||
Bladz.
Rappard. F. A. Ridder Van . 114 ---------F. A. L. Ridder Van 4
Ras. Maria......349
Rasquert.......49
Rasenburgh. Reynier. . . 207
Raven. A.. . . 198, 199 noot -------- J. . 27, 28 noot, 31, 40
--------- Notaris ; . . 218 noot
Ravens. Jasper.....101
Ravesteyn. Aernout, ArentofAr
[noldus 84—87, 131, 134 [135, 146—148, 153. ---------■ Anthony Van 68, 71, 153
■---------Jan Anthonisz. Van . 292
-------— Joan Van . . 68, 70, 72
Ree. Hendr. Van .... 153
Reenen. Pieter Van . . . 147 Reeneman of Reneman. Fop 276 -------- Jan .... 276, 279
Regnier. Frangois .... 159
Rekenkamer van^Holland . 37 Reinhard. George .... 278 Reinsburgh. Cornelis Van . 221 Rembrandt.. 175, 214 noot, 261 ---------Ingeschreven als student
[271
--------. Verkoopsprijzen zijner pren
[ten 293, 304, 305, 307
|
|||||||
Bladz.
Renesse. Graaf De . . . 115. Rens. Johan De .... 318. Renodi........163.
Renody. Andries .... 280.
Requesten a/dStaten-Generaal 171. Reumonte. A......164.
Reyersz. Harmen . . . . 21.
Rhenen. Jan Jansz. Van. . 330. --------■ Jan Willeinsz. Van 328— [33°-
Ribera........314.
Ridder. Johan De. . . . 336.
Ridders. Margriette . 347 noot. Riegel Beitrage zur Nederl. Kunst- [gesch. 218 noot. Rietvelt. Cornelis .... 15. Rieu. W. N. Du .... 268. Ringh. Pieter De . . 173, 200. Ripo...... . 278 noot.
Ripperda W. . . . 65 noot.
Riverlinck. Iienricus . . . 271. Rische. Reynier La . . . 140. Riviere. Jan......99.
Robert. Prins.....266.
Robyn. Joost......219
-------- Thomas. . . . . 292.
Rochel........ 241.
Rode. Gotfried Hendrik . 165.
|
|||||||
— 389 —
|
|||||||
Bladz.
[216 noot, 273, 317
[volgg,323 volgg.,245
Rotterdam. Admiraliteitshof te 170.
--------- Beschryvinge der Stad 45,
[316.
--------- Beurs te .... 126.
--------- Cronycke ofte korte waere
[beschryvinge der Stad 44.
--------- Gemeenelandshuis van
[Schieland te 42.
-------- Plattegrond door Romeyn
[De Hooghe 318 noot.
--------- Stadhuis te. . 326 noot.
Kotterdamsche Historiebladen 37
[noot, 116 noot, 217
[noot, 326 noot. --------- kunstenaars ... 45.
Rottermont. Peeter . . . 99.
Roaaau.......96.
Rousseau. Cornelis Des . . 347.
--------- Maria Des. . . . 347.
Rousseaux. Joh.....273.
Roy. De.......142.
Royen. Willem Fiedeiixsz. Van
[146.
Rubbens. Meester .... 142. Rubens Petrus Paulus 58,307—311. Rut.........232. |
|||||||
Bladz.
Rode Niels .... 279 noot. Roedig. Joh. Christ. ... 164 Roelofswaart. Adolf . . . 157. Roepel. Coenraet 91, 92, 141, 152. Roest. A. Van . . . 254, 256. Romain. Steven.....334,
Roman. Peeier .... 97, r55
Romburgh......152
Rome .... 204 noot, 266
Roode. Nelis.....164
Roon. De Heer .... 143
— J. De . . . . 220 noot
Root. Svmon......104
Rooy. Geertruida De. . . 334
Kooyen. A. J. Servaas Van. 95 Roquelte. Jan La 145, 147, 156 Roryck. Anna Jansd. . 204 noot Rosels. Carolus.....274
Posenburgh. Maritgen Jansdr. Var
[28, 29, 343
Rosendael. Adv*.....292 -------- Barent Adamsz Van 103
Rosnaege!. Johannes . 133, 157
Roswinckel. Abram . . . 232 —------ Jacobus.....257
Rothe. Niels......279
Rotterdam 34, 38, 65 noot, 116
[120 noot, 121, 155
|
|||||||
- 390 —
|
|||||||
Bladz.
Saegmoolen. Maerlen. 175, 206.
Saenredam 304 noot, 308, 331 noot.
Saftleven. Abraham 115 , 116, 120,
[126, 127.
-------- Cornelis 48 noot, 115, 116,
[120, 124, 126, 127.
--------- I. Herman . . 115, 120.
--------- II. Herman . U5volgg.
-------- Zijne zuster . . 117.
---------Inventaris van . . 116.
--------- Rekening v. d. boedel 121.
---------III. Herman . 115 , 120.
--------- Maria Jacoba 128 (Ge-
slachtstafel.) -------- Sara 128 (Geslachtstafel.)
Saftlevens. Geslachtstafel der 128.
Sage. Le.......160.
Saksisch schilder .... 162.
Salomo's gebed.....38.
Sam. Jan Pietersz.. . 77, ü3.
Sandbeeck......152.
Sanders. Samuel .... 39-
Sandrart. Christiaen Van . 156. Sandtwyck. FransoysVan 132, 155. Sangles. De......143.
Sard. Francisco De . . 105.
Sauvenier. Johannes Michael 277.
Saverie. Gerardus Josephus . 157. |
|||||||
Bladz.
Rut. Willem......99.
Ruve. Pietei' Van .... 147.
Ruys. Simon......136
Ruysch. N......65 noot.
Ruyven. Herm. Pietersz. Van 205
[noot.
---------Pieter Van. . . . 147.
Ryck. Pieter...... 21.
— Zie ook Rycx
— Jacob De...... r 5.
— met de stelt.....117-
Rycken. Gysbart ... 83, 85.
---------Josyntje.....16.
Ryckenburch. Dirck Van . 218.
Ryckert. Jan......210.
Rycx. Pieter.....45, 52.
— Zie ook Ryck.
Ryk. Weduwe De . 283.
Ryneman. Pieter .... 274.
Rynenburg. Nicolaus . . . 275. Rys. Pedro of Pieter Van 136, 148. Ryswyck. Catharina Van . 3'- Sachtleven. Zie SafUeven.
Sacramentshuisje in de Kerk te [Utrecht.- 9. Sacx. Thomas.....134.
Sadeler. Egidius of Gillis . 307.
|
|||||||
— 391 —
|
|||||||
Bladz.
[schilderijen v. h. Raadhuis [te Amsterdam 321 noot. Schellus.......144.
Schepp. Johan Heinrich. . 282.
Schieland. Bouwen van het Gemee-
[nelandshuis van 42 volgg.
Schilderij door Pieter Aertsen 295,
[299, 300.
--------- door Hans Van Aken 297.
-------- door P. Van Asch . 57.
--------- door Backer . . . 157.
------— door Jan Baptist 111 noot.
--------- door Dirck Barents. 300.
--------- door Bartel Beemt . 301.
--------- door A. V. Beyeren 174,
[181.
-------- door Herry de Bles . 297.
-------- door Bloemaert . . 57.
--------door Blocklandt 119, 297.
--------doorP. De Bloot 118,122.
-------- door D. Bondt. 230 noot.
-------— door Gerrit Van den
[Bosch 298.
--------- door Lodewyck Jansz. V. d.
[Bosch 296.
--------■ dv.or Bronckhorst 57, 58. --------- door Ad. Brouwer 202 noot.
-------- door Brueghel . . 295.
|
|||||||
Bladz.
Savery......142, 143. --------- Roelant. 117, 126, 299.
--------- S......198 noot.
--------- Zie ook Xavery.
Schaaf. Jan Van der . . . 281.
Schaasberg. Simon. . . . 166. -------- Jr.......164.
SchaaUbevgen.....158.
Schade. Jacob.....264.
Schaeck. Andries .... 16.
Schaeffs. Grietie Heyndricks. 17. Schaep. Dirck Cornelisz. . 60. Schaephuysen. Geertiuyt Jacobsd. [van 220 noot. Schaer. Huis gend. de . . 99. Schaffhausen ..... 163. Schagen. Van.....159.
Schalcken.......138
--------- Godfried . . 170, 171.
--------- Jacobus.....141.
Schalgh. Jan Jacob . 160, 161.
Schayck. Jan Dircksz Van . 334. Scheen. Hans Jorrien . . 106. Scheerkens. Gerrit. . . . 274. Scheffens. Jacob . . 318, 319. Scheffer. J. H. . . . 217 noot. Scheltema P. . . 214 noot ---------Historische beschrijving der |
|||||||
— 392 —
|
|||||||
Bladz.
Schilderij door Jan VanGoyen 58 , [183-
---------■ door Glimmer den oude
[297.
--------- door De Haen . . 119.
--------- door Corn. Van Haerlem
[117, 118, 125,295,
[296, 300, 301. --------- door Dirck Hals . II9.
--------• door Maerten Van Heems-
[kerk 292, 299, 301.
--------- door Hondecoeter . 292.
-------- door Melchior De Honde-
coeter 297.
--------- door Honthorst . . 292.
---------door S. Van Hoogstraten
[161, 163.
---------dooi'K. V.Hullegaerdeiog. -------- door M. F. Van der Hulst
[173.175. 176, 179--I83-
-------- door Den Hyger 205 noot
---------■ door Leuve Dejongh 55,
[302.
--------- door Jordaens . . 57.
-------- door Hans Jordaens 119,
[125 , 205 noot, 299, 301.
--------- door G Kamper 208 noot.
--------- doorKamphuysen 119,125.
|
|||||||
Bladz.
Schilderij door W. V d. Bundel 174,
[181.
-------- door W. V. d. Bundel, ge-
stoffeerd d. Palamedes 180 --------- door Marcus De Bye. 295.
——— door J. De Claeuw 214 noot.
---------■ door Sotte Cleef . 296.
---------■ door Ed. Colier 232 noot.
--------- door Couwenburg . 295
--------- door Frangois Crabbe 301.
--------door Corn. Cruys 211 noot.
---------• door J. Cuvenes 236 noot.
-------- door Benj. Cuyp 176, 177,
[182.
------— door Dalens . . . 249. -------- door Joost Cornelisz
[Dr oochsloot 329, 330.
------— door Jacob Duck . . 292.
---------door Jan Le Ducq. 292.
---------door Albert Dürer3l5, 323.
--------door Floris Van Dyk II4.
--------- door Jan Van Eyck 301.
--------- door Frans Francken den
[ouden 117, 123
--------- door Seb. Francks . 119.
-------- door Frans Floris . 162.
■---------door A. Van Gaesbeeck 30,
[174.
|
|||||||
— 393 —
|
|||||||
Bladz.
Schilderij door P. Van Noort 201 [noot.
--------■ door Jacob Ochtervelt 317
[noot, 32_'l, 322.
--------- door H. Ten Oever 201
[noot.
--------- door Olis . . .57, 58.
--------- door Reijer Ooms 176,
[181, 182.
---------door A. De Pape 199
[noot.
-----■ door Adam Piek 216 noot. ----- door Q. Ponsen. . 176.
----- door Pourbus. . . 298.
---- door De Putter. 181, I 83.
----- door De Ringh 200 noot,
---- door Ryck met de stelt
[117-
----- door Maerten Saegmoolen
[175-
----- door Saenredam 331 noot.
----- door C. Saftleven 48 noot
---- door H. Saftleven I 120.
----- door H. Saftleven II II8,
[120, 122, 123, 125, 126.
----- door R. Savery . 117, 126,
[299.
-----doorj. Van Scorel 331 noot.
5°
|
|||||||
Bladz.
Schilderij door Hans Koek 11 7, 123. ------— door R. Koets 176, 186. --------- door Ph. De Koninck 292.
-------- door R. V. d. Laeck 300,
[302.
--------- door Lambert . . 125.
--------door Lange Pier 295, 299,
[300.
--------■ door P. Lastman 162, 163. --------- door Aertgen Van Leyden
[57.
--------- door Lucas Van Leyden
[296, 298—300, 302,315.
■--------- door Jan Lievensz.. 183. |
-------— door Lindens . . 119.
-------- door Linschoten. . 57.
--------door Mabuse . . . 296.
-------- door Karel Van Mander
[296, 298, 300—302.
■-------- door J. Van der Merck 220
[noot.
-------- door Molyn. . 57, 182.
---------■ door Monnix of Municx
[117, 122 , 126.
--------• door Mostert den oude 296.
---------door Jan Nagel 117, 122,
[302.
--------- door Pieter Neefs . 301.
|
|||||||
— 394 —
|
|||||||
Bladz.
Schilderij door Fl, Van Schooten
[117—119, 122, 123.
---------door Hercules Segers II9,
[296.
■-------- door Q P.Slingerlandt 175,
[176,179-181, 183,184.
■-------- door Jacobus V. d. Sluys [341, 342.
--------- door Snyders . . 143.
--------- door Stalpert. . . 119.
--------- door P. Steenwyck 179
[noot.
■--------- door Th. Steenwyck 297. --------- door J. J. Van der Stoffe
[200 noot.
---------■ door Claes Van Swanen-
[burch 177.
-------- doorJac. Swanenburch 174.
--------- door Swanenburgh . 58.
--------- door Van Thielt . 302.
--------■ door Tibout . . . 300.
--------- van Dominicus Van Tol
[3451 346.
■-------- door Hubert Tons . 119. -------- door C. Troost . . 162.
-------- door Wernaert Valckert
[118.
-------- door O. Van Veen 57, 66. |
Bladz.
Schilderij door P. Van Veen 57,
[58, 299, 302.
-------- door Es. V. d. Velde 117,
[126, 178.
--------- door Joris Verhaegen 48
[noot, 55.
---------door Verhardt . . 249. --------- door De Vos. . . 143.
--------- door gebrs. Vosmaer 167.
--------- door Jacob Vosmaer 295.
--------- door Jan Vosmaer . 57.
--------- door M. De Vries 215 noot.
--------- in de Vergaderkamer v .d.
[Staten-Gener. 66, 170.
--------- met bloemen . . 58, 59.
--------- met honden . . . 119.
--------- met Joseph 120, 123, 124.
--------met Paulus bekeering 123,
[124.
.-------- naar Bloemaert 119, 125. --------- naar Brueghel . . 117.
-------- naar Clara Pieters . 117.
■-------- naar Snyders. . . 120.
.-------- naar Hans Wildens. 118.
■-------- op het Stadhuis te Delft
[167.
Schilderijen. Uitstalling op de beurs
[van 126.
|
||||||
— 395 —
|
|||||||
Bladz.
Schilderijen. Verkoop van 110,
[166, I 72.
Schilders te Amsterdam. . II.
---------te 's-Gravenhage. Gilde-
[brief der 34.
-------- te Leiden .... 1 72.
-------- Zie ook Email- en Minia-
tuurschilders.
Sohildersconfrerie. De boeken der
[Haagsche 129.
--------- leerlingen .... 144.
-------- wapen. Huis gen<l. 't 16.
Schilderijlijsten.....173.
Schinckels. Anlony . . . 144.
Schindelaar. II. P. ... 163. Schleissheim......292.
Schlie. Dr.......285.
Schneyder.......158.
Schobyn. Johannes. . . . 151.
Schoemakcr......281.
Schoenmaker.....142.
Schoenpasser. Huis gen'k de 99.
Scholtens. Martinus . . . 147, Schombog. Dan. Conr. . . 275 Schoolboeken.....UI.
Schoonderwoert. Notaris 290 noot.
Schoonenburch of Schoonenberg. [Judith 334.
|
Bladz.
Schoonhoven......280.
Schooten. Kloris Van. II 7—119.
Schotel. G. D. J.....268.
--------- Joris Van .... 197.
Schouman. Aart . 93, 94, 158.
Schouten. Roeland. . . . 284. Schregardus. Adriaan. . . 161. Schrijfheer. Cornelis . . . 278. Schuur. Theod. Van der 86—90, [138, 150, 156. ---------Zie ook Verschuijr.
Schweickhart. H. W.. . . 164.
Schwerin 199 noot, 200 noot, 285. Scorel. Jan Van I, 2, 331, 332. --------• enGustaafWasa.Jan Van I.
---------Victor Van . . . 334.
Seghers.......308.
--------- Hercules . . 119, 296.
Selling. Ysbrant Pieters . . 13.
Seman. Ary...... . 257.
Seryn........142.
Seuntjes of Suenrjen. Dirck 142,
[•5°, !52. 153-
Seylevelt. Antonius Van. . 272. Silla.........97.
Silverschcon. Pieter . . . 237.
Sinjeur. Hendrik .... 152. Sitter....., 220 noot. |
||||||
— 396 —
|
|||||||
Bladz.
Six. J. P......215 noot. Six zie. ook Syx.
Slingelandt of Slingerlandt. 166.
--------- Cornelis Van. . .291.
---------Jan Pietersz. Van . 21.
--------- Pietev Cornelisz. Van 226,
[253: 254-
--------Pieter Jansz. 21, 31, 340.
--------- Q. P. Van 175—177, 179,
[181, 183,184,187,197.
Sluys. Jacobus Van der 239, 255,
[256, 258, 339—342.
Smeedwerk a. h. Gemeenelands-
[huis v. Schieland 45, 54.
Smeets. Nicolaes .... 225. Smets. Antoni . . . 132, 156. Smids-Gild te Rotterdam . 46. Smidt. Jar. Jansz.....145.
Smit. Christianus .... 276.
— Michiel......75-
Smith........164.
Smits. Pieter 172, 177, 184, 185,
[188-190, 195,
[196, 242—249.
—' Samuel......80.
— Zie ook Smets.
Snellinck of Snelling. Hans I 20.
Snewints, Joost Hendricksz. 69, 73. |
|||||||
Bladz.
Snoek. Alexander Van der. 151. Snyders. . . . . .120, 143. Soben. Job......257.
Soetens. D....... 50.
--------- Gratiaen Jansz. . 72, 73.
Soeterwoude .... 2 17 noot.
Soignes. Casp......275.
Solingen. Joannes Van . . 275.
--------- Josua Van .... 273.
Sompsois. De.....164.
Son. Geurt Van .... 1 56.
Sonmans. A......319.
Sonneman. Joan .... 137.
Sonnemans. Pieter. . . . 117. ---------beeldhouwer . 150,151.
Sonnenberg. Jan .... 163.
--------Joannes.....281.
Sonnevelt. Jan Van . . . 108.
Sonnius. Fredrick . . 130, 154. Sorch. Henrick Maertensz. . 326. Soury. Juffrouw.....52.
Sovefh . . •.....27'
Spaan. G. Van . . . 45, 316.
Spanjoletto......314.
Sparsa uit Amsterdamsche regis-
ters 1 1 Specht. Herman .... 38. Speek. Van......301. |
|||||||
— 397 —
|
|||||||
Bladz.
Spectator. Nederlandsche 37 noot.
Spelt. Adriaen Van der . . 2 19. Spiek. J........136.
Spiegels.......55.
Spierinck. Zie Spyrinc.
Spinny........159.
Spoeder. Christoffel Hendricks 22
Spoors. M.....286 noot.
Sprang........318.
Spranger.......304.
Sprong........258
Spruyt. Francq...... 96.
Spyck. Jacob Van der 80—82,
[85, "3.
Spyckerman......104.
Spyk. Joannes Van der . . 275.
Spykenisse......41.
Spyrinc. Johannes .... 4.
Stael. Michiel.....106.
Stalpert.......119.
--------Zie ook V. d. Wiele.
Stam. Adam Goosensz. . . 22.
■— Goosen Adanis. . . . 22. — Joannes Van der . . . 281. Stamhorst. Ilenrick Van. . 335. Stangerop. Christianus . . 283. Staveren. Joh. Van 175, 178, 197, [198. |
Blad:
Staverenus......97
Steekei. Andries .... 139
Steen. Cornelis . 237, 253—255 -------Jan 172,207,214 noot, 237,250. ------- Thadeus.....237
Steenberch. Roeloff . . . 338
Steenwyck. Abr.....I 52 -------- Th.......297,
--------Pieter . . . 178, 180
Steffens. Johannes .... I 52.
Stephanus. St...... 8
Sterre. Huis gen<'. de . . 12
Steucker. Johan.....112
Stevens, Abraham .... 18
Stochius.......270
Stock. Hendr. Van der I 74 - 1 77'.
[179, 181-183, ------- Johannes Van der . 155
Stockholm......349
Stoel. Pieter Van der. . . 80,
Stoelen. Aschgrauwe en groene 54 —----- Rus lederen ... 54
Stoffen. Jan Jacobsz. V. d. 1,73
[175,177,200, 248, 249
Stolker........158
Stooter. Cornelis 172, 173, 177,
[186—189, 196, 221, [242-244, 247. |
||||||
398 —
|
|||||||||||||||||
Bladz.
174. 52-
230. 209. 22.
16.
16.
16.
151. 65.
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Storck. Andiies.....140,
Stoute. Adriaen Blaseris . 222.
Straatsburg ......271.
Strick. Hans.....37, 38.
Strytvelt. Vechter Van . . 27.
-------- Victor Victorsz. Van 30.
Studer........158
Sluckers. Daniel .... 109.
Stuecker. Johan.....112.
Stuers. Victor De . . 236 noot.
Stüver........162.
Subalbeen .... 309, 310.
Suchaux. Blonay Des. . . 165, Sunderen. Van.....151.
Sureau. Daniel.....100.
Suriname.......283.
Suyderhoeff .... 198 noot.
Suyleri Van derHaer.J. G.Van 145. Swaef. Hendrick De . . . 108. Swaen. Eva De. . . 3'7; 3'S. --------- Huis gen'1. de . . 99.
Svvammerdam. Aeltgen Henricx
[Van 286. Swanenburgh......$S.
--------- Agneta Van . . . 41.
---------Claes of Nicolaes Ysacksz.
[Van 177, 196.
.--------Heyltgen Van . . 41. |
|||||||||||||||||
Swanenburgh. Jacob . .
Swanevelt. Willem Claesz. Swankert. Jacobus. --------- Willem Jansz. .
Swartmoul. Floris . . .
Sweerman. Harman Courten -------- Jan.....
|
|||||||||||||||||
Swelingh. Pieter Jansz
Sweys. Filips Cornelis Swieten. Van. . . . |
|||||||||||||||||
--------Corn. Van 201, 245,246
--------- Jan Van . . . . 215,
Swilda. Johannes a. . 199 noot.
Swijnen. Everd Van 241, 257, 258, Sybelius.......163
|
|||||||||||||||||
Sybrants. Marretie . .
Sybrantsz. Jan . . . Symonsen. Pieter . Symonsz. Corstiaen . Syverts. Cornelis Syx. Monsr..... |
3, 19.
234-
22.
73-
22.
158.
|
||||||||||||||||
Taats of Taets. Rutger Moens 159.
---------Nataniel .... 108.
Table......347 noot.
Tangena. Johannes. . . . 239.
Tant. Salomon.....112.
Tapijten.......55.
|
|||||||||||||||||
- 399 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Teekeningen door M, V. d. Berge
[202 noot.
—------door A. Bloemaert . 313.
--------- door Brueghel . . 312.
--------- door J. Le Ducq . 313.
--------- door H. Gelive . . 313.
--------- door J. V. Goyen 175, 181.
-------- door M. Van Heemskerck
[312, 3'3-
---------door Lucas Van Leyden [314.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Tentoonstelling te Zwolle 176 noot,
[201 noot.
Terwesteri. Augustinus 87—89, 93,
[136, 138, 143-
--------- Mattheus 90—93, 138,
[140—143, 152, 153.
---------- Pieter 65, 85, 93, 94,
[129, 141 noot, 160.
Testament van Gerard Dou 27. --------- van Dou's vader. . 28.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van A. Van Gaesbeeck
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. 16.
32, 33- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teunissen. Willem. . ,
Thamar ...... Theunisz. Zie Anthonisz
Thibaut. Zie Tibout. Thielt. Van . . . --------- Zie ook Tielt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
--------- door Monincx .
--------- door Polidoor
-------- door Quast . .
--------- door Quellinas .
|
3°4-
313. 176. 3'3-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
------door Rembrandt.
------ door Tybout .
------ doorTobias Vernacht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
302.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
175-
3'3- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3i3-
Teissier of Tessier J. G. 94, 164.
Tellier. Johannes . . . . 135.
Temminck. Leonardas . 94, 165.
Tempel. De heer Van den. 325.
—— Abraham Lambrechtsz.Van
[den 198, t99, [244, 245, 272. --------- Jacob Van den 199 noot.
Tempeest . . . 303, 308, 314.
Tentoonstelling teNaarden 2o8noot.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 400 —
|
|||||||||||||||
Bladz.
HO.
155-
22.
136. 234. |
Bladz
Tongerloo. Johan . . . 80, 81. .--------- Pieter.....113.
Tons. llubert.....119.
Toorn. Jacob .... 46, 47.
Torenvliet. Abram 2 11, 250, 252—
[254, 273.
--------. Jacob 240,255,256,258,
[273-
288. 282. 228. 161. 64.
62.
62.
162. 246, 248. 132 , 156. • 48, 54- . . 163. 59 noot. 18.
|
||||||||||||||
Tideman. M.
Tiel. Van ...
— Hendrick Van .
Tielius. Johannes . Tielt. Johannes Van |
|||||||||||||||
— Zie ook Thielt.
Tierhout. Warnoult . . . 237.
Tiers. Johannes.....183.
Timmerman. Gilles ... 18.
Timmermans. P. W. . . . 282- Tischbein.....1 58, 165.
Titiaan . . . . 307 , 3 10, 3 11.
Tol. Antonia Van .... 345. — Catharina Van 344 noot, 345.
— Dominicus Van 26, 27, 29,
[229, 343-346.
— Reqtiest van Dominicus. 346.
— Jan Van ...... 276.
— Maria Van.....345.
— Symon Van .... 27, 29,
[343. 344-
— Zie ook Thol.
— Van der......343.
Tongeren. Frederik Van 110, 147,
[155-
--------- Lowys Van . . . 110.
--------■ Monsr. Van . . . 150.
Tongerloo.Anthony 73—76, 82—84.
|
|||||||||||||||
TTT
T
|
|||||||||||||||
Twee gieters. Huis gend. de
Tyken. Daniel . Tyman. Claes Dircxsen Tymonse. Joris . . . Tynsyn. Cornelis . . Tyssens. Jan Batist |
|||||||||||||||
17-
275- 97-
224 3*
148. |
|||||||||||||||
— 401 —
|
|||||||
Bladz.
Uiteneng zie Wtteneng.
Uittenhorst zie Wittenhorst.
Uterda. Joseph.....278.
Utrecht 1, 2, 4—io, 17, 38, 155
[noot, 277, 288^ 290— [292, 328, 331, 333, [335—339, 348 noot. --------- Kapittel ten Dom te 4,9.
--------- Oxaal in de kerk van S'.
[Marie te 331.
-------- Tijdschrift voor de Gesch
[en Oudh. van 33 I noot.
Uytenbrouck. Zie Vuytenbrouck en
[Wttenbroeck.
Vaillant. Jacques . . . . 1 35.
Valck. Huis gend. de. . . 95. ---------Jacob Van der . . 102.
--------• Michel Van der . . 150.
Valckert. Wernaert . . . 118.
Valette........299.
Varia omtrent plaatsnijders. 37.
Vasseur. Jan .... 273 .noot. Vastrick. Allert.....289.
Vecht. Bernardus V. d. . . 147.
Vechters. Catharina 26—28, 343— [345-
Vechtersz. Vechter. 28, 29, 343. V, |
|||||||
Bladz.
Veely zie Wely. Veen. Anthony Van . . . 152. — Balthasar Van der . . 16.
— Cornelis Van . . . . 84.
— Jan Van......271.
— Octavio Van. . . 57, 305.
— Otto Van ... 57 noot, 66.
— Pieter 57, 58, 66, 67, 299,
[302.
— Procureur Van . . . . 151.
— Secretaris Van 129, 144, 153.
Veenen. Johan.....270.
Veereem of Veiheem. Hendrick
[255, 257, 258.
Vegelaer. Johannes . . . 110. Velde. Arn. Van de . . . 236. — Bartholomeus Van de . 225.
— Dirk Van de ... . 275.
— Esaias Van de 117, 126. 178,306.
— Jan Van de . . . 305, 306.
— Pouwels Van de . . . 148.
Veilhoven. Hendrik Van . 276. Venckel. Casper .... 17, Venetië......16, 161.
Venius. Otto ... 57 noot, 66.
Venne. Adriaen Van de 68, 69, [71—74., 96, '°2.
[133 noot, 153. 5' |
|||||||
— 402 —
|
||||||||||||||||||||
Bladz.
VenDe. Hubrecht Van de 133, 157. Vennekool. Jacob . 260 volgg. --------- Steven.....265.
222.
'33, 156-
282. |
||||||||||||||||||||
Bladz
Verlichtere , . . . . 34, 35 Verlinde. Abrakam 116, 127, 128 Vermaazen. Joh. . . . . 164 Vermy. Philips.....257
Verschie. Thomas . . 338, 339
Verschoten zie Van Schooten. Verschuuring. Hendrik 92, 93! ['59, «6o. Verschuyr.....'34i «49'
---------• Zie ook Van der Schuur.
Verver, Philips De . . 60, 61.
Verwey. Jac. Jansz. . 197 noot. ---------Notaris 29 noot, 31 noot, 41.
Vespré. Victor.....160.
Vezus. Claude.....166.
Victors. Tryntje.....29.
Victorschouw. Sint. . . 52, 53.
Victorsz. Victor..... 29.
---------Zie ook Strytvelt.
Villette. De la.....157.
--------- Joannes Daniel De la 275
Vin. Sebast......275.
Vincent. Pieter.....23.
Vincentius......161.
Vinck. Captein D.....277.
Vinckeboom......296.
Vinie. Elias......149.
Vinne. Laurentius Van der. 275.
|
||||||||||||||||||||
Verboom. W. J.
Verbruggen. Abram --------■ Caspar Pedro
Verbuys ....
Verdeyn. Aelbert Jan -------— Jan Pietersz. |
||||||||||||||||||||
238.
141. 140. 238. 238. |
||||||||||||||||||||
Vereist ........102.
|
||||||||||||||||||||
Harmanus .
Pieter . . Symon . . |
132, 156.
145, «54-
. 156.
|
|||||||||||||||||||
Vergulde bijl. Huis gend. de 14.
Verhaecht. Tobias . . . . 313. Verhaegen. Joris 48, 55, 80—82, [«45, «54. Verhagen zie ook Van der Hagen. Verhart......228, 249.
|
||||||||||||||||||||
Verhoef. Abraham .
Verhoeve. Guilliam Verhoeven. Jan . Verhulst. Anthony . --------• Pieter . . |
||||||||||||||||||||
214.
22. 97-
66.
136.
|
||||||||||||||||||||
Verhulst. Rombout 62, 64—66,
[86-89, «33, 156. |
||||||||||||||||||||
— 403 —
|
|||||||||||||
Bladz.
Voet. Karel Borghart... 89. Vogel. De......273.
—:------ Harmanus De . . 237.
——— Zie ook Voogel.
Vogelaer. Michiel .... 233.
Voigt. Joannes Fredericus . 277. Vois. Adriaen De 215, 216, 245— [248.
— Arij De......340
— Zie ook Des Voys.
Volleevens. Johannes 92, 93, 135, [148.
---------de jonge .... 141.
Vondel ....... 261.
Voogel, Pieter De . . 257, 259.
——— Tielman De . . . 259.
Vooght. Claes Gerritsz. 223, 210.
Voorburg.......156.
Voorn. Mattheus Van, . . 281.
Voorslat. Adriaan Willem . 281. Vorst. Jacob Ariensz. Van der 286. Vorsterman. I,. . . . 198 noot. Vos. Roeloff...... 17. — De........143.
— Hendrick De ... . 238
— Jan De . . . . 178, 180.
— Johan De 237, 242—249, 251 —
[253-
|
|||||||||||||
Bladz.
Visscher. Anna.....267. --------- Geertruyt .... 267.
--------- Pieter Roemersz. . 267.
---------Roemer . . . 262, 267.
---------Tesselschade . . . 267.
Vlaanderen......347.
Vlack. Adryaen.....107.
Vlaem. Adriaen Claesz. De. 210.
Vliet. Abraham Van , . . 235. --------- Anna Van 128 (Geslachts-
[tafel).
---------• CatharinaHendricksd'. Van
[287.
--------Cornelis Van. . . 287.
--------- Mi. Dirck Vaa . 128 (Ge-
[slachtsiafel.)
--------- Hendrick Cornelisz. Van
[284 volgg.
--------- Heyndrick Willemsz. Van
[284
|
|||||||||||||
--------- Johannes Van
--------- Willem Van . 2
Vlooswyck. Cornelis Van
--------- Jan Gysberts. .
Vlucht. Jacob V. d. .
---------Joost Jacobsz. V |
287
287 17 17 236, 2IO >52 139 |
||||||||||||
Vluerden. Cornelis
Voet. Borger . . |
|||||||||||||
— 404 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
• 203. ■ 234. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
. . 271 De 68, 77— 5o, 82, 83. • • 235-
168, 169. 215 noot. 215 noot. . • 215. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vos. Johannes De .
— de oude. De |
Vries. Az. A. D. De
-----------Albert Albertsz |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Vossenburg. J. De 249,
[250, 252, 253. • 23.
• l6-
. 267. 60, 61. 60, 168.
167—169.
, 168.
167.
295.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ Jacob De .
Jochem De. ■ Michiel De
Reynier Van Roelant De |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VosVos
----------
Vos
-----------
----------
----------
----------
----------
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrieswoudt. Dirck Jansz. . 137.
Vrolik. Gerrit.....279.
Vromans Jacobus .... 134.
Vryer. Abraham De . 137, 151. Vryhoeven. Van .... 143. Vucht........138.
Vuonthomme. Jaques . . . 107
Vuytenbrouck. Moyses Van. 72. Vuyttenbrouck. F. Van 204 noot. Vyfhuysen.......301.
Vygens. Pieter . . . . . 139.
Vyver. J. Van de . . 290 noot. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boedel inventaris van Ja-
[cob 56 volgg: Jan......57-
. 60.
67—169.
60, 61.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
----------
---------- N
---------- W
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---------- Notaris
Vosmeer. Jacob Wouter!
Voys. Jacobus Des. |
25-
277. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waalswyck. Pieter Van
Waardt. Pieter De. . Vv'aelewyns. Daniel Waerdt. De . ... Waert. De .... ■--------- Hendrick Van
----------Pieter Jansz. V. d.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
257.
277.
'47-
142. .58. 151. 2 33- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrancks. Zie Francks.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8.
239- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrenke. Johannes .
Vrense. Rodevvyck Van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vriendt. De. Zie Frans Flons.
Vrient. Johannes De . . . 234. Vries. Abraham De . . 77, 102. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 405 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
Wesel........347
--------Romano Van . . . 267
Wessel.' Adriaen Van. . . 138
Westerbaen. Isaeck Jansen . 109 --------Jan 73, 75, 70, 79-81, [«4, '54
Westhuyse. Levina Van 128 (Ge
[slacht stafel/
Westzaandam.....344
Wet. Gerrit De. . . 229, 232
Weyda. Henricus De. . . 4, 7 Weyerman .... 289, 290 Weyt. Jacob Van der . . 18 — Susanna Van der ... 18
Wiele. Adriaen Van der . 145 -----— Zie ook Stalpert.
Wielick. Matheus Van . . 138
Wieringen. Van . . . . 340. Wildens. Hans.....118
Wildeveenen ...... 45
Wildt. Cornelis.....146.
Wilhelmi. Paulus .... 10
Willebrordus..... 8,
Willem II prins van Oranje 220 noot
---------III koning van Engeland [48, 170
--------- V prins van Oranje. 93
Willem de scheepsschilder . 99
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weenen 200 noot, 202 noot, 293
Wely. Jan 77, 80, 82, 83, 98 ["3
Werda. Antony.....282
--------- Petrus AntOnius . . 283
Werson. Mathieu .... 283
Werve. Van der . . 295, 300 ---------Nicolaes Van der . 39
Werven. Jacobus Van, . . 274
Wes. Kerdinandus 82—84, 9;, 154 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 406 —
|
|||||||
Bladz.
Willigen. Van der. Les artistes de
[Havlem 114, 174 noot, 215 [noot, 217 noot, 232 noot. Willingh. Nicolaas 85. 131, 154.
Wilmart Carolus Franciscus 278.
Wilt. Frans . . . ■ . . . 164.
Wiltens. Wouter .... 12.
Winden. Van.....113.
---------Michiel Van . . . 240.
Winsen zie Wynsen.
Wissing. Willem .... 148.
Wit. Andryes De ... . 148.
— Dirk De......276.
— Jacob Jansz. De . . . 219.
— Jan Tyssen De .... 148.
Witges. Pieternelle Jans. . 40
With. Bruyn De ... . 50 Witser. Alexander. . . . 231.
Wittenhorst. Maertynus De . 207.
Witte peert. Huis gend. het. 97. Witthe. Egb. De . . . 40, 41. Woerden ....... 343. Wolschodt. Hendrick. 132, 155.
Wolters . . .... 143. Worm. Nic. Van der. . . 279.
Woudenberg......344.
Wouters. Rensje .... 13.
Wouw. Van......144. |
Bladz.
Wouwerman. Philips ... 17. --------- Pieter . . . . 17, 111.
Wltenbroeck. Moyses. . . 305.
Wtteneng. Beernt . . . 9, 10. Wijland.......282.
VVyneel. Pieter . . . . . 249.
Wynen. Dorninicus Van. . 148. Wynsen. Ros'er Van ... 9. Xavery. Franciscus . . . 162.
--------- Zie ook Savery.
Ydiersd. Maria . . . 204 noot
Yperen. Urbanus Van. 130, 154 Ysbrantsd'. Mergriet . . . 2, 3 Zaandam.......51
Zalm. Jahrbücher .... 289
Zale en gallerie van den hove 37 Zanten. Pieter Van . . . 278 Zaven. Johannes ... 15 Zee. Maerten Maertensz. V. d. 174
[175, 177, 209. 210. Zeitschiift fiir luidende Kunst 217 [noot Zeppel. Christiaan .... 162 Zeter. Paulus De .... 18 Zeuntjes zie Seuntjes. |
||||||
— 407
|
|||||||
Bladz.
Ziesenis. Johan Georg . . 162.
Zilveren blazoen met het Leidsche
fschilderswapen 184, [249, 251, 253. Zon. D. Van . .... 50.
Zweden . . . 1,2, 348, 349.
Zweedsch schilder . . 160, 162.
Zwitsersch schilder 160, 163, 278.
|
Bladz.
Zatfen......279, 283.
Zuylen van dei Ilaer. J. G. Van
['45-
--------Jan Willemsz. Van 335, 336.
Zwolle .• . 176 noot, 201 noot.
Zyrk. Fredericus De ... 8. ---------Philippus De ... 4. |
||||||