^F^CHIEF
|
|||||
Nederlandscïïe Kunstgeschiedenis
|
|||||
P< JgrrEii
|
|||||
voon
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
|
|||||||||
VERZAM ELING
VAN
MEEEENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
betreffende
Nederlandsche Schilders, Plaatsnijders, Beeldhouwers, Bouwmeesters,
Juweliers, Goud- en Zilterdbijvers, Smeden, Stempelsnijders, Tapijt- wevers, Borduurwerkers, Plateelbakkers, Ivooesnijders, Glas- schildees, Ingenieurs, LandmEters, Kaartmakefs, Tekliohtebs, Lettersnijdeiis, Schoonschrijvers, Boekbinders, enz. biet bereidwillige medewerking van verscheidene archivarissen c. a. BIJEENGEBRACHT
DOOR Fr. D. O. OBREEN
Hoofddirecteur van 's Rijks Museum te Amsterdam.
|
|||||||||
6° DEEL
|
|||||||||
KOTTERDAM
W. J. VAN HENGEL
1884—1887
|
|||||||||
Gedrukt te Rotterdam bij J. jjk Jong.
|
|||||
INHOUD.
|
|||||
Bladz.
Godfried Schaixken. Medegedeeld door den Heer G. H. Veth te Dordrecht.................. I. Arent de Gelder. Medegedeeld als voren.......3.
Necrologium van Delftsche Kunstenaars, opgemaakt uit de be-
grafenisboeken in het Archief van Delft. Medegedeeld dooi- den Heer M1'. J. Soutendam, Secretaris van Delft en Oud- Archivaris dier Gemeente.............4. Nalezingen hierop.................99.
Veilingen van Schilderijen in het begin van de zeventiende eeuw.
(Met facsimiles). Medegedeeld door den Heer Mr. Ch. M. Dozy........... . . ,......29. Drie Goudsche Graveurs. Medegedeeld door den Heer Luitenant-
Kolonel N. Scheltema te Gouda..........61 • Iets over den Schilder Christoffel Pierson. Medegedeeld als
voren....................71. Oud tafereel ter gedachtenis van de Heeren Van Montfoort.
Met eene plaat en aanteekening van den Heer J. G. Frederiks te Amsterdam.............75- |
|||||
— VI ----
|
|||||
Bladz.
De Portretten van Erasmus door DÜRER. Medegedeeld dooi-
den Heer P. Haverkorn Van Rysewyk, Directeur van het Museum Boymans te Rotterdam...........81. Verbeteringen hierop................264.
Bijzonderheden aangaande den Schilder en Dichter Cornelis
Ketel. Medegedeeld door den Heer Luitenant-Kolonel N. Scheltema te Gouda............• • 100. De Gildeboeken van St. Lucas te Middelburg. (Met facsi-
miles.) Medegedeeld door den Heer A. BREDIUS, Onder-Di- recteur van het Nederlandsch Museum.........106. Het Portret der weduwe van den Admiraal ZWARTENHOND, door
Rembrandt. Rijksmuseum. Legaat-Van de Poll. (Met een e plaat en facmile.) Medegedeeld door den Heer [. G. FREDERIKS te Amsterdam.'..............265. Een laatste woord over het geslacht Crabeth. Nadere mede-
deeling van den Heer Luitenant-Kolonel N. Scheltema te Gouda....................279. Schilderij van den Zeestrijd op de Zuiderzee in 1573, te Hoorn.
Medegedeeld als voren..............294. Het Naamboek van het St. Lucasgild te Amersfoort. Medege-
deeld door den Heer W. F. N. Van Rootselaar, R. K. Priester te Amersfoort.................zo- iets over een «Anatomie" van Pieter Van Mierevelt. Mede- gedeeld door den Heer Mr. J. SOUTENDAM, Secretaris van Delft 310. Kunsthistorische bijdragen uit het Delfsch Archief. Medegedeeld
als voren................... 313. |
|||||
■— YII-----
|
|||||
Bladz.
Een Portret door Herman Van der Myn. Medegedeeld dooi-
den Heer Max. Rooses, Conservator van het Museum Plantin- Moretus te Antwerpen..............326. Arnoi.d Houbraken en zijne Kinderen. Medegedeeld door
den Heer P. J. Frederiks te Amsterdam........332. FRANgois Carree en zijne Zonen. Medegedeeld door den Heer
P. HaVERkorn Van Rysewyk, Directeur van het Museum Boymans te Rotterdam..............338. |
|||||
GODFRIED SGHALGKEN.
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer G. H. Veth te Dordrecht.)
|
||||||
OJDFRID of Godefridus Schalken is geboren te Dor-
drecht, daar zijn vader Rector der Latijnsche School was, in 't jaar 1643. Zoo lezen wij bij HOUBRAKEN, D. III, blz. 175. Cornelis Schalcken, Gohfrieds vader, was leeraar der Herv.
Gemeente te Made en werd ulto. Sept. 1654 Rector der Latijnsche School te Dordrecht. Zie o. a. BALEN, Beschr. van Dordr. bl. 677. Deze twee berichten sluiten niet op elkander. Immers, heeft de vader zich eerst in 1654 in Dordrecht gevestigd, dan is het niet waarschijnlijk dat de zoon er in 1643 geboren is. De Heer J. Smits van Nieuwi.rkerk maakte mij opmerkzaam op
eene aanteekening, die hij in de Huwelijks-Proc. der Aug. Kerk te Dordrecht gevonden had. Op zijne aanwijzing las ik daarin". »Syn alhier getroud." »üp den 31 October 1679." »Godofrii)us Schalcken j.m. van Made, woonen op dm Boom —
»met Francoisia van Diemen j.d. van Breda, woonende bij de Nieuwbrugge." VI. |
||||||
Archief v. Ned. Kunstgesch. VI, bl. 75
|
|||||||
PI. I.
|
|||||||
Tafereel ter gedachtenis der Meeren Van Montfoort
gesneuveld in den tocht tegen de Friezen
AC 1345
|
|||||||
_ 2 —
|
|||||||
Hieruit blijkt dat Godfried niet te Dordrecht maar te Made
geboren is. Hij zal met het gezin van zijn vader op omstreeks U-jarigen
leeftijd te Dordrecht gekomen zijn, en daar hij tot den geleerden stand zou worden opgeleid, de Latijnsche School onder de leiding zijns vaders aldaar hebben bezocht. Toen hij evenwel door onweerstaanbaren lust tot de beoefening
der kunst gedreven, zich hieraan zou wijden, werd hij in de leer gedaan bij den Dordrechtschen Schilder Samuel van Hoogstraten; daarna ging hij naar Leiden om zich verder te bekwamen bij den bekenden Gerard Dou. Vandaar teruggekeerd vestigde hij zich te Dordrecht. In 1665
was hij wimpel- of vaandrager bij het 7e vendel der schutterij aldaar, i) Volgens het «Quohier voor 't Lantaarngeld van Dordrecht van 1685" woonde hij toen in de Wijnstraat, tusschen de Nieuwbrug en den Boom, en naar dat van »'t Straet- en Clappclgeld", zonder jaartal, doch zeker niet van vóór 1691, woonde hij toen nog op dezelfde plaats. Den 2osten Februari 1691 werd hij in de Haagsche Schildersconfreric opgenomen; 16 November 1706 overleed hij in Oen Haag. Ik weet niet of het bekend is wanneer hij naar Engeland ging; waarschijnlijk vóór 1691. 2) |
|||||||
1) Bulek bl. 688.
,o«„2)o ,V?lgeilS0 HoBACE Walpole Anecdotes of painting ia England (Londen 1802 80) hooft fecHALCKEN twee malen in Engeland verblijf gehouden (zie t a n II 615 en 616). B D ■ "• |
|||||||
Arch. v. Ned. Kunstgesch. VI, M. 265.
|
|||||||
PI. 2.
|
|||||||
Rembrandt.
|
|||||||
Portret van Elisabeth Jacobsdb. Bas.
|
|||||||
ARENT DE GELDER.
|
|||||
(Medegedeeld als voren.)
OUBRAKEN zegt dat deze Schilder te Dordrecht werd
geboren den 26 October 1645. Hij schijnt hier goed te zijn ingelicht, want ik vind in het Doopboek der Herv. gemeente te Dordrecht aangeteekend: »Ouders". «Kinderen".
»11 November. Jan de Gelder en Maria Lotterus. Arent".
Er is toch niets onwaarschijnlijks in dat de doop 16 dagen na
de geboorte van het kind plaats had. Omtrent het jaar waarin hij overleden is, bestaat een verschil van
meening, dat ik thans in staat ben voor goed te beslissen. In de gewone begrafenisboeken der kerken is zijn naam niet
vinden. Waarschijnlijk is hij in de Groote Kerk begraven, daar juist op den tijd dat hij zou moeten zijn aangeteekend, van het register dier kerk een blad is verloren gegaan. Maar er is voor dien tijd nog een ander boek, het heet »Boek
van Begraven in klassen" en daarin leest men het volgende: «1727 Aug."
»den 28 do. ontf. van 't begrave van 't lyck van d'heer Arent de «Gelder............./ 15 . — .—
»en wegens Collateraal nog.......«15.— .—
ƒ 30 • — • —
De juiste dag van het overlijden is dus niet te bepalen; deze
zal enkele dagen vroeger moeten worden gesceld. |
|||||
- 4 —
|
|||||||
NEGROLOGIUM VAN DELFSGHE KUNSTENAARS
OPGEMAAKT UIT DE
BEGRAFENISBÖEKEN IN HET ARCHIEF VAN DELFT.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam, Secretaris van Delft
en Oud-Archivaris dier Gemeente. Extracten uit liet „Eerste Eegister" van de Doden begrauen
in de oude en de nycuwe Kercken, (1 Augs. 1593— 21 Sopt. 1002.) Onde Kereke. 27 Novr. 1595. Barnaru, Borduyerwcrckcr, aan de Geenvech.
21 Janü. 1601. Helias Lucasz., schilder, int Ryetuelt. 10 April 1601. SERUAES,wt Brabant, schilder, Int ryetvelt. 19 Novr. 1601. Een kint van Adriaen, beduyerwereker, aende oude delff. Extraeten uit het „Tweede Eegister" enz. (22. Sept. 1G02—
30 Jnnij 1013.) Oude Kereke. 27 Juny 1603. Een kint van Maerten de beeldesnyder, in de Cel-
lebroersteeg.
14 Mei 1604. Een kint van Jacob(Woutf.rsz.Vosmaer?) de schilder, aen de Verwersdijck.
31 Mei 1605 Tyntgen, Wed», van Servaes de schilder, Int Ryetvelt. 26 Deer. 1605. Een dochter van Willem de steenhouwer, aen de Coornmarkt. 1 Septr. 1606. Een kint van Ariaen de bourduyrwereker, besyden de Oude Kerck. |
|||||||
Oude Kercke.
|
||||||||
19 Septr. 1606. Een kint van Martinus de beeldsnijder, aen de Ver-
wersdijck.
25 Deer. l6;;6. Een kint van Aryen Jansz. de borduyrwercker, be-
syde Oude Kercke.
26 Jany. 1607. Een kint van Arien de bourduyrwercker, aen de
Noortsijde van de Oude Kerck.
2 Novr. 1608. Een kint van Maerten de beeldesnijder, int Rietvel'. 2 Mei loog. Een kint van Willem Willemsz.(Luyt), schilder, int Noorteynde.
17 Octr. i6og. Joris Jorisz., schilder, aen de Turffmarct. 13 Juny 1610. De huysvrou van Aryen . . . preeckstoelmaecker in de Molestraet. 20 Augs. 1610. Een kint van Adriaen, borduyrwercker.
13 Septr. 1610. Een kint van Pieter Pietersz. (Vromans), schilder,
aen de Verwersdijck.
13 Septr. 1611. Een kint van Jacob Mathysz (Been), steenhouwer, aen de Oude Delft.
9 Augs. 1612. De huisvrou van Willem Willemsz., schilder, by de Haechpoort.
|
||||||||
Kxtracten uit het „Derde Register" enz. (1 July 1613—
30 April 1628.) 12 Augs. 1615. De huysvrou van Maerten Pietersz., schilder, aen de
Verwersdcijk. 7 Oct. 1617. Claes Dircxsz, glaesschrijver, in de Molestraet.
3 Maart 1618. Een kint van Palamedes.
17 Mei 1620. Cornelis Pietersz., schilder, in de Cromstraetsteech.
12 Jany 1621. De huysvrou van mr. Cornelis. organist.
16 Maart 1622. Een kint van Pieter, tapijtwereker.
|
||||||||
Oude Kercke
|
||||||||
— 6 —
|
|||||||
Oude Kercke. 3I Mei 1622. Een kint van Karel Vehmandel.
9 Augs. 1622. Een kint van Jop Cornelisz., platyelbacker 1), aen
de xm huysen. 20 Augs. 1622. Mr. Cornelis Schoonhoven, organist. 9 Deer. 1622. Een kint van Pieter van BroNCHorst, schilder. 26 Febr. 1623 Carel Vermandel, in St. annen straet.
4 July 1623. Een kint van Volckert Jansz., plaétdrucker, opte
Voldersgrafft. 29 Augs. 1623. Jacoü Fransz.(Mussciier of Muskel), schilder, in Ja- cobgerritsesteech.
9 Novr. 1623. Een kint van Pieter Huygen, platyelbacker, Int RyeWelt. 3 Maart 1624. Mr. Pveter van der Heyden , borduyrwercker, aen
de oude Delft.
27 Augs. 1624. Hans Lichtei.ijn 2), schilder, in de Roscara.
28 Augs. 1624. Een kint van Jou Cornelisz., platielbacker, in de
13 huysen.
29 Augs. 1624. Een kint van Jan Cornelisz., platielbacker.
4 Sept. 1624. Een soon van Pallemedis, in Dircklangensteech.
4 Sept. 1624. Een kint van Willem Jansz. Decker, schilder. 9 Sept. 1624. Andries Schepper, tapijtwercker, ande Voorstraet.
12 Sept. 1624. Pieter Jansz. Vrooman, schilder, Int hoefysersteeche.
13 Sept. 1624. Matys de Schipper, tapijtw*., Int pesthuys.
4 Oct. 1624. Een kindt van Salomon, borduyerwercker. 21 Oct. 1624. Pieter Huygensz. , platielbacker.
28 Novr. 1624. Een kint van Ritser Jansz., schilder.
|
|||||||
(1 Onder platielbackers worden ook de knechts bedoeld. Hot spraakge-
bruik is althans ten dien aanzien in Delft nog hetzelfde gebleven. 2) In het Meesterboek van 't St. Lueasgild te Delft 1613—1649 heet luj
Hans Lichtlam (Vgl. I, 8.) |
|||||||
— 7 —
|
||||||||
15 Oct. 1625. De wede. van Pieter VAN der Heyden, borduyr- Oude Kercke.
werker, tot haer dochter uytgedragen by de bail-
liousteech.
20 Novr. 1625. Een kint van Harman Gerritsz., plateelbacker, Int rietvelt.
15 Juny 1627. Een kint van Antony de borduyrvvercker, aen de oude Delff.
18 July 1627. Jan Pyeterssz. Schotelman, schilder. S Febr. 1628. De moeder van Pieter Pietersz., schilder, in de Molenstraet.
|
||||||||
Extracten uit ket „Vierde Begister" (1. Mei 1628—
1. Jany. 1644). 14 Augs. 1628. Een kint van Antony de borduyerwereker.
12 Septr. 1628. Een kint van Willem Jansz , schilder, opten houck vaD de Molsteech. 2 Juny 1629. Een kint van Jacob de platielbacker, Int Rietvelt.
23 Juny 1629. Een kint van Salomon de borduyerwereker, Inde Bagijnesteech
14 Octr. 1629. Bartelmees, plateelbacker, int Rietvelt. 28 Novr. 1629. De huysvrou van DlRCK Claesz., schilder, Int Suyt- eynde.
5 Febr. 1630. Willem Willemsz., platyelbacker, Inde Pyeterstraet. 23 Mei 1630. Hans Jordaen, schilder, Inde Choerstraet. 22 Juny 1630. Een kint van Balten, plateelbacker, an den nieuwen Langendijck.
3 Novr. 1630. Een kint van CoRNELis Damen, schilder, aen de Ver-
versdyek.
8 Octr. 1632. Een kint van Jacob Lourisz. platielbacker inl Rietvelt. |
||||||||
Oude Kercke.
|
||||||||
Oude Kerck. 2 April 1634. Een kint van Andries Joosten, platielbacker.
ïg Febr. 1635. Een kint van Abram, schildev, inde Molsteech.
26 Febr. 1635. Een kint van Iserel Speenhouius, borduyerwereker.
10 Mei 1635. Salomon Pietersz., borduyerwereker. 21 Septr. 1635. Een kint van Pieter Jansz.,platielbacker,indeVestpoort.
22 Octr. 1635. Willem Jacobsz., platyelbacker, int Rietvelt.
27 Novr. 1635. De huysvrou van Claes Jacobsz., platielschilder.
31 Deer. 1635. Een kint van Pieter jANSz.,plaetyelbacker, aen de Vest.
1 Jany 1636. Een kint van Willem Jansz., platyelbacker, int Rietvelt. 16 Maart 1636. Een kint van Louris WiLLEMsz., platyelbacker, inden Achtersack. 6 April 1636. Jan Claesz., schilder, aen de oude Delff.
25 Mei 1636. De huysvrouw van Jan Claesz.van As, aerrde oude Delff.
25 Mei 1636. De huysvrouw van MaERTEN den antieksnijder, aen de Oude Delff.
30 Mei 1636. De huysvrouw van Dirck Jacobsz., platyelbacker, aen de Molslaen.
13 Juny 1636. Salomon Boot, bordeuyrwereker, aen de Geerwech.
14 Deer. 1636. Een kint van Jacob Jacobsz., platielbacker, aen de
Gasthuyslaen.
27 Juny 1637. Arien Abramsz., platielschilder, in Viou Juttenlant.
7 Septr. 1637. Abram Jansz. van RlJCK, platielbacker, op de Geer.
30 Deer. 1637. Stoffel Jansz., platyelbacker, aen de Molslaen. 28 Maart 1638. Pallamedus, schilder, aen de Voorstraet.
27 Juny 1638. CRYN Verhoocii, schilder, int Bagynhoff. 19 Deer. 1638. Een kint van Pallamedus Pai.lamedesz. , aen de
Voorstraet.
27 Deer. 1638. Een kint van Pallamedus Pai.lamedesz., aen de Voorstraet.
|
||||
— 9 —
|
|||||||
28 July 1639. Jan Lindenhuysen , schilder. Oude Kercke.
20 Septr. 1639. Abraham Pietersz. , platielbacker, aen de Molslaen.
25 Mei 1640. Een kint van Corstiaen Couwenberch, schilder. 18 Septr. 1640. Een kind van Andries Harmensz. , platielbacker.
31 Jany. 1641. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in den Achtersack.
u Maart 1641. Een kint van CLAESjANSZ.,platielbacker, opt Broerhuys. 31 April 1641. Andries Joosten, platielbacker, aen de Molslaen. 14 Mei 1641. Ziprianus Jorisz., platielbacker, inde Vlamingstraet. 17 Jany. 1642. Mr. Jan Schoonhoven, organist, ter sijden d'Oude Kerck.
11 Septr. 1642. Een kint van Reynier Reyniersz., platielbacker, in de Vlaemsche huysgens.
6 Deer. 1642. Willem Willemsz. van Vliet, schilder, aen de Turfmarct.
11 Mei 1643. Een kint van Pieter Tobiasz., platielbacker, in de Vlamingstraet.
19 Novr. 1643. Een kint van Jan Jansz,, platyelbacker, aen de
Gaslhuyslaen.
|
|||||||
Extracten uit het register van begravenen sedert
1 January 1644—31 January 1656. 10 Janij 1644. Een kint van Willem Gysbrechtsz. , schilder. Oude Kerk.
6 Juny 1644. Jacob Poolen, platielbacker, in de Vlouw. 27 Deer. 1644. Een kint van Aryen Florisz. , platielbacker, aen de
Geerwecht. 11 Juny .1645. Een kint van Aelbrecht Jansz., platielbacker, int
Achterom.
VI. 2 |
|||||||
— 10 —
|
||||||
7 Augs. 1645. Een kint van Cryn Crynsz., platielbacker, int
Achterom. 23 Novr. 1645. Een kint van Adam Pick, schilder, aen 't Marctvelt. 7 Deer. 1645. Een kint van Pieter Jansz., platielbacker, aen de Molslaen. 12 Augs. 1646. Een kint van Jan Jansz., platielbacker, int Agterom.
17 July 1647. Claes Jansz. van Roón, glaeseschrijver, in Ste Jero-
nimuspoort aen de Oude Delft.
23 Septr. 1647. Reynbrant Heyndrixsz., int Rietvelt, van Araster- dam, schilder. 7 Octr. 1647. Een kint van Aelbrecht Pietersz. , platielbacker. 18 Febr. 1648. Een kint van Daniel, den antyeksnijder, in de Vlou.
16 Junij 1648. Een kint van Dirck Tonisz., platielbacker, aen de Turfmarckt.
18 Octr. 1648. Een kint van Ary Jacobsz. , platielbacker. 2 Mei 1649. Jacob Molyn, schilder, in de Choorstraet. 15 April 1650. Heyndrick Marcelisz. van Goch, platielbacker, aen de Molslaen.
1)10 Janij. 1654. Pieter Vroman^, schilder, in de Molestraet.
14 Octr. 1654. Carel Fabrytius, in de Doelstraet.
15 Octr. 1654. Mathys Spoors, aen de Oude Delft.
Extracten uit het register v. begravenen sedert
1 Febr. 1656—31 Octr. 1666. 13 April 1660. Jeronimus van Kessel, betielbacker (sic), inde
drie astonne op de Geer.
|
||||||
1) Het bedrijf wordt niet meer genoemd, althans hoogst zelden (1650—'60.)
|
||||||
— 11 —
|
|||||||||
Extracten uit het register van begravenen, sedert
31 Octr. 1666—17 July 1671.
18 Mei 1671. Jan Jansz., plateelbacker, int Rietvelt. |
|||||||||
Oude Kerk.
|
|||||||||
Extracten uit het register van begravenen, sedert
19 July 1671—21 July| 1676. 2 Maart 1672. Johannes van Houten, plateelbacker, aen de Nieuwe
Langendijck.
16 Maart 1672. Een dogter van Ary Jansz. de Milde|, plateelbacker int Agterom.
31 Maart 1673. Ariaentge 's Gravenpolder, huisvr. van Cornelis de Heus, plateelschilder, in de Choorstraat.
5 Novr. 1673. Wessel van Leeuwen, plateelb'., in de Kokelaen, (Kerkhoff.)
4 Junij 1674. Jan Verschuer, schilder, int Oosteinde, in den witten ram l) (Keikhofï.)
30 Augs. 1674. Abram van Noorden, platteelbacker, inde Choor- straat (inde Kerck.) 26 Junij 1675. Hendrik Swanenburg, plateelschilder, aende Ver- wersdijck (Kerkhoff.)
28 Octr. 1675. Hendrik van Vliet, schilder, aende Oude Delft, over 't Bagijnhof (inde Kerk.)
3 Deer. 1675. Louys Elsevier, schilder, aende Voorstraat (inde
Kerk.)
15 Deer. 1675. Jan Vermeer, kunstschilder, aende Oude Langedijk, (inde Kerk.) |
|||||||||
1) Thans (1885) een gedeelte der fabriek van Joost Thooft &Labouchebe,
*de Porceleyne Eles"; Fab riek van Kunstaar dewerk of Delftsche aar- dewerkfabriek. Zie: Catal. d. Internat, tentoonstelling v. decoratief aarde- werk en gebrand glas, gehouden te Delft in Juni en Juli 1885, bl. 15 en de achterzijde v. d. omslag. |
|||||||||
— 12 —
|
|||||
Oude Kort. 27 Deer. 1675. Jacobus Hans de Milde, plateelscliilder. opde
Lakengraft (Kerkhof.)
Extracten uit het register van begravenen, sedert ,
28 Junij 1676—30 Novr. 1681.
24 Deer. 1676. Jan Carels Labroy, platielschilder, in de Vissteeg, in de Kerk. • 27 April 1678. Jan Willemsz. van der Burg, plateelscliilder, in't Oosteinde, Kerkhoff. 6 Junij 1678. Pieter van As, kunstschilder, in den Doelstraet, in de Kerke.
9 Septr. 1678. Marcus Andriesz, van Waesburg, plateelscliilder, in de Slijperspoorfc tusschen de Bagijne- en Dirck- langensteeg, in de Kerck. 27 April 1679. Ary Gerritsz. Santvliet, plateelscliilder, aen de Verversdijck op den hoeck van de van der Masten- straet, Kerckhof. 26 Mei 1679. Een kind, dat doot ter werelt gecomen is van Jaco- bus Cool, mr. Plateelbacker, aen de Gasthuyslaen, in de Kerck. 3 Juny 1679. Wouter van Eenhoorn, (plateelbacker), 1) aen de Oude Delft, op den hoeck van de Korte breetsteeg, in de Kerck. 22 Augs. 1679. Walraven Jansz., plateelbacker, in de Scheepmaec- kerye, Kerckhof.
3 Octr. 1679. Corn. van DER Houven, mr. plateelbacker, aen de Gasthuislaen, in de Kerck.
2 Sept. 1680. Dirck van der Sloot, plateelscliilder, op 't Marct- velt, in de Kerck. 1) Zie o. a. Delftsche courant van 16 Deo. 1870. |
|||||
— 13 —
|
|||||
26 Octr. 1680. Reympie Jans, huisvrouw van Hans Jordaen , Oude Kerk.
schilder, aen de Verversdijck, bij de Raemsteeg, in
de Kerck. 27 Octr. 1680. Daniel de Swart, beeltsnijder, aen de Verversdijck,
bij den Doele, in de Kerck.
1 Novr. 1680. Corneus Coppens, tapijtwercker, in de St. Anna-
straet, in de Kerck.
2 Novr. 1680. Arent Cousijn, mr. plateelbacker, in de Roos, aen
de Oude Delft, in de Kerck.
7 Novr. 1680. Hans Jordaen, konstschilder, aen de Verversdijck,
by de Raemsteegh, in de Kerck.
15 Novr. 1680. HeSter Pietersz. Loreyn, huisvrouw van Ruth Jansz. van Dalen, plateelsciTilder, in den Agter- sack, Kerkhof. 8 Jany. 1681. Stoffel Jansz., plateelschilder, op de Buitenwater-
sloot, Kerkhof.
13 Jany. 1681. Johannes de Vries, plateelschilder, in den Agter- sack, Kerkhof. Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Deer. 1681—30 Juny 1689.
20 April 1682. Twee kinderen die doot ter werelt gecomen sijn van Jacob Cool , plateelbacker, aan de Gasthuyslaan,
in de Kerk.
12 Deer. 1684. Annetge VAN dkr Linden, huysvrouw van DiRK VAN der Kest, mr. plateelbacker, int Agterom, in
de Kerk.
11 Febr. 1686. Jan Harmens, plateelschilder, int Rietve't, Kevkhoff. 11 Jany. 1687. Mr. Hendrick Stroombergh, organist, aen de Ver- wersdijck, in de Kerck.
|
|||||
— 14 —
|
|||||
Oude Kerk. 5 Mei 1687. Mattheus de Bergh, konstschilder, by de Oost-
indische Kamer, in de Kerck.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Juny 1689—2 Juny 1699.
27 July 1689. Cornei.ia van der Plate, wed. van Hendrick van der Vliet, konstschilder, aen de Oude Delft, tegen- over 't Bagynhoff, in de Kerck. 29 July 1689. Een baerkint van Dirck Schol, organist, in Jacob-
gerritzstraet, in de Kerck.
25 Jany. 1690. Isaack d'Niese, J. M., konstschilder, op de Laken-
gragt by de lange Raemsteegh, gevoert na Amster- dam, 8 dragers. 21 Febr. 1690. Jacomijntie Jans, huisvrouw van Ary Bartschot,
platteelschildr., aan de Molslaan, K:hof, 10 drag. 17 Maart 1690. Jacob Starrenburg, plateelschilder, aan de Gast-
huyslaen, K.hoff, sm.
27 Augs. 1691. Anna Ouwenzeel, laast huysv: van Dirck van der
Kest,. mr. platteelbacker, int Agterom in den Ham,
in de Kerck, 14 dragers. 28 Jany. 1692. Ysack Mension, platteelschilder, aen de Molslaen,
in de Kerk.
30 Maart 1692. Rochus Hoppestein, mr platteelbacker, aen de Gast-
huyslaen, in de Kerk.
8 Mei 1693. Sr- Johan Verkolie, Constschilder, in de Wijn- straat, op 't Choor. 18 Aug. 1693. Nicolaes v. d. Kest, mr. platteelbacker, int Agterom
in den Ham, in de Kerck.
1 Maart 1695. Joost DUFON,plateelbacker, op de Paerdemart, K.hoff. |
|||||
— 15 —
|
|||||
Extracten uit het register van begravenen, sedert Oude Kerk.
4 Jany. 1699—16 Jany. 1710.
29 Septr. 1699. Armkintje van Gerrit Rijcke, plateelbacker, in de
Korte Raemsteegh, op de Lakegraff, op 't Kerckhoff,
's morgens.
23 Juny 1700. Jacob Kqoll, meester plateellbacker, op de Gast- huyslaan, inde posteleyne flesyes (fleschjes), Kercke-
graff opt Koor.
12 Novr. 1701. Dirck van der Kest , wednaar ^ platteelbaeker, in den Ham int Agterom.
27 Maart 1705 Jan Tem, Platteelschilder, op de Molslaen, op den
hoeck van de Pijnepoort.
11 Juny 1705. Armkint van Michiel van der Kedt, beeltsnyder, op de Gasthuyslaen.
17 April 1706. Francoys van der Landen, Plateelschilder, in de Vlamingstraet.
5 Aug». 1709. Dirck Vos , plateelbacker, int Oosteynde, in de Kat. Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Jany. 1710—30 Deer. 1722. 16 Mei 1716. Willem Kool, mr. plateelbacker, op de Gasthuys-
laen , eygen graff, met 16 drs. (dragers). 28 Maart 1 721. Lambregt van Eenhoorn, op de Geer, in de pla-
teelbackerij de metaele pot, met 18 drs. en koetsen,
eijge graft. Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Jany. 1723—13 Novr. 1734. Nihil.
23 Augs. 1593. Die huissfrau van Adriaen, Tapijtweicker, kt de Vla Nyeuwe Kercke.
mingstraet. |
|||||
— 16 —
|
|||||
Nyeuwe Kercke. 30 Septr. 1593. Een kint van JorisJorisz., schilder, aen dePontemarckt.
20 Novr. 1593. Een kint van Guilliame Bezaen, schilder, aen de Burchwal.
13 july 1594. Een kint van Abraham Jansz., tapijtwercker, in Ag- nieten convent. 16 July 1594. De huysvrou van Abraham Jansz., tapijtwercker, in
Agnieten convent.
24 July 1594. Een kint van Willem Willemsz., schilder, aen de Verwersdijck.
15 Augs. 1594. De huysvrou van Michiel Hack, schylder, in de Vlamingstraet.
18 Augs. 1594. Michiel Hack, schilder, in de Vlamingstraet. 8 Octr. 1594. Hendrick Bastiaensz. de Koning, schilder, bezijden de Nyeukerck.
6 April 1595. Een kint van Michiel Jansz., schilder, aen de
Voldersgraft.
7 JanY 1597. Een kint >an Egbert Huygensz, platielbacker, int
Oosteynde.
27 Octr. 1597. Een kint van Hans Jordaen, schilder, aen de Molslaen. 7 Mei 1598. Een kint van Jacob Willemz., schilder, int Rietvelt. 24 Nov. 1598. Een kint van Guillaume de schilder, aen de Molslaen. 6 Deer. 1598. Een kint van Guillaume, schilder, aen de Molslaen.
29 Jan? 1599. Guillaume Besaen, schilder, aen de Molslaen. 29 Juny 1599. Een kint van Besaen , de schilder, int Oosteynde.
2 Jany 1600. Hendrick Tijssz., schilder, aen de Gasthuyslaen. 7 Mei 1601. Mi'. Jacob Willemsz., schilder, aen de Burchwal.
27 Mei 1602. Adryaen de schilder, int Oostende. 17 Augs. 1602. Een kint van Egbert de platielbacker.
|
|||||
— 17 —
|
|||||||
Extracten uit liet „Tweede Register" enz. (22 Septr. Nyeuwe Kercke.
1602—30 Juny 1613).
12 Octr 1603. Een kindt van Hans de steenhouwer.
23 Septr. 1604. Een kint van meester Hubrechï die schilder.
1 Novr. 1604. Cornelis Roelantsz. , steenhouwer, opten houck
van den Langendijck. 12 Febr. 1605. Een kint van Poüwel, die plateelbacker. 24 Sept. 1605. Een kint van Egbert die plateelbacker.
16 Jany 1606. Mathys van Pastenax, schilder, int Noordeynde.
7 Febr. 1606. Walich Bouwensz, wapensnijder, in de Vlamingstvaet.
20 Mei 1606. De huysvrou van Gouert Willemsz., plaeteelbacker, op den houck van de Hopsteech. 3 July 1606. Een kint van Jan Pietersz., steenhouwer, in de groote Broerhuyssteeg. 27 Deer. 1606. Een kint van mr. IIuybrecht, schilder, by de Doelstraet. 12 Juny 1607. Lambrecht, die beeldesnijder, int Oosteynde. 22 Novr. 1607. Een kint van Pieter de platielbacker,in de Hopsteech. 7 Febr. 1608. Een dochter van Michiei. Jansz. , schilder, an de Lan- gendijck. 1 April 1608. Een kint van Egbert Cornelisz., platielbacker, by den Ham.
3 Juny 1608. Hans Verburch, schylder, by de Hoop(Hop-)steech. 3 Aug. 1608. Een kint van Jan Jansz., platielbacker, an den Langendijck. 20 JanY 1609. Een kindt van Abraham die schilder , in sint Angniete. 17 Maart 1609. Een kindt van Daniel Maertensz., beeldesnijer, inde
Kromstraelsteech.
22 Mei 1609. Claes Jansz., schilder, ouer het Canduyt. 1) |
|||||||
1) Zie noot blz. 18.
VI.
|
|||||||
Nyeuwe Kercke. 18 Novr. 1609.
4 Deer. 1609. 31 Mei 1610. 7 July 1610. 14 Febr. 1611.
19 Juny i6ij. 1 Septr. 1611.
9 Septr. 1611. 10 Octr. 1611.
19 Octr. 1611. 4 April 1612.
29 April 1612.
19 Juny 1612. 9 Deer. 1 612. 18 Juny 1613.
|
Jan van Tylius, schilder, by de 100 fonteyn.
Een kint van Harman de plaetsnijdev.
Een kint van Frans de schilder.
Een kint van Cornelis Rocussz., platielbacker, by
den Ham.
Een kint van mr. Huybrecht, schilder.
Een kint van mr. Hubrecht, schilder, op de Ver-
wersdijek.
Jan Jansz., platielbacker, in den Achtersack
Een kint van Daniel Maertensz. , , beeldesnyder,
achter die Nyeuwekerck.
Een kint van Cornelis Jacobsz., schilder.
Een kint van Pouwels, die platyelbacker, by 't Con-
duyt 1).
Een kint van Egbert...., platielbacker op de
Molslaen.
Jan Micmelsz. , 2) goutsmllh , opt Merckvelt.
Een kint van Abraham Dauitsz.s platyelbacker.
De huysvrou van Abraham Dauitz., platielbacker,
opten houck van den Nieywenlangendijck.
Een kint van IIuybrecht Jacobsz., schilder, op de
Verwersdijck.
|
|||||||||||
Extracten uit het „Derde Register", enz. (1. July
1613—29. April 1628).
25 Novr. 1613. Een kint van Pieter Stael, schilder, opt Merctvelt. 13 Augs. 1614. Een kint van Pieter Stael, schilder, byt Stadthuys. |
||||||||||||
Nieukerck.
|
||||||||||||
1) Conduyt is de Delfsche uitdrukking voor hetgeen men overal elders
Kraan noemt. 2) De vader van Michiel Jansz. Hiebevelt.
|
||||||||||||
— 19 —
|
|||||
19 Octr. 1614. Een kint van Gerrit Harmansz. , platielbacker. Nieukerck.
12 Novr. 1614. Een kint van Egberï Gillisz., platielbacker, by
den Ham.
19 Febr. 1615. Debora Lucas, huysvrou van Poüwels Bourset,
platielbacker int üosteynde.
22 Febr. 1615. Michiel Nouts , platielbacker in de groote Broerhuys-
steech.
22 Mei 1615. Een kint van Jan Willemsz., schilder, op den Ouden
Langendijck.
1 Novr. 1615. Een kint van Pouwels de platyelbacker.
7 Deer. 1615. Een kint van Jan Steuensz. , platyelbacker.
31 Jany 1616. Harman Pietersz., platyelbacker, int Oostende.
14 July 1616. Een kint van Egbert Jansz., platyelbacker.
io Deer. 1616. Floris Balthasar, plaetsnyder.
26 Maart 1617. Een kint van Willem Jansz., schilder.
3 April 1617. Rochus Jacobsz. , schilder.
13 Jany 1618. Jan Florisz., schilder.
10 Juny 1618. Een kint van Abraham Davitsz. , platielbacker.
14 Augs. 1619. Hans Kool, platielbacker, int Oosteynde.
16 Febr. 1620. Pouwels Bourseth, platyelbacker, in Oostende.
17 Febr. 1620. Esdras de beeldesnijder, achter de Nyeu Kerck.
6 Juny 1620. Hans Claesz., schilder, int Suyteynde, in de Croon.
4 Aug. 1620. Een kint van Pouwels Pouwelsz., schilder.
9 Octr. 1620. Een kint van Cornelis Egbertsz., platyelbacker.
22 Jany. 1621. Een kint van Elias, platyelbacker.
21 Maart 1622. Pieter Stael, schilder, aen de Marct.
n April 1622. Een kint van Egbert Jansz., platyelbacker.
6 July 1622. Een kiut van Jan Jansz., platyelbacker.
14 Jany 1623. Den zoon van mr. Michyel van Myerevelt, schilder.
|
|||||
-- 20
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Jacobsz. , platyelbacker, in de broerhuyssteech.
Willem Claesz., platyelbacker, achter de Kerck.
Een dochter van mr. Michyel van Myerevei.t, schilder.
Een kint van Jan de platyelbacker.
Een soon van Willem Willemsz., schilder, Int ryetvelt.
Een kint van Corn. Egbertsz., platyelbacker, int
ryetvelt.
Een kint van Willem Willemsz., schilder, in de
Vlamingstrate.
Een kint van Jacob Woutersz., schilder, op de Ver-
wersdijk.
Jan Huybrechtsz., platielbacker, in de Molsteech.
Een kint van Gillis de schilder.
Een kindt van Gerridt Gerritsz. , platielbacker, in
den Achtersack.
Gerrit Gerritsz. , platielbacker.
Een kindt van Corn. Egbertsz., platielbacker.
Een kindt van Leendert Jansz. , platielbacker.
Pieter I.ouwersz. , betielbacker (platielbacker) in
't Oostende.
Tonis Jansz., Platielbacker.
Een kint van Pouwels Weyts, schilder, an de marct.
Leendert Jansz., plateelbacker, an de Molslaen.
Aryen Symonsz, platyelbacker, aen de Langendyck.
Jan Oor(Ur)baensz., beeltsnider, int Oosteynde.
Een kint van Gysbrecht Tonisz. , plateelbacker.
Een kint van Jan Gerritsz., plateelbacker.
De huysfrouwe van Steven Jansz., schilder.
Een kint van Heyn. Boockelsz., plaetyelbacker.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 21
|
|||||
17 Jany 1625. Een kint van Willem Jacobsz., platielbacker. Nieukerck.
27 Jany 1625. Een kint van Abraham Maertensz., platielbacker.
18 Septr. 1625. Een kint van Jacob de platielbacker int Oostende.
20 Octr. 1625. Een kint van Abraham de schilder, opt marcvelt. 4 Novr. 1625. Een kint van Egbert de plateelbacker, by den Ham.
6 Novr. 1625 Wouter Jansz., platielbacker, op de Beestemart. 23 Maart 1626. Een kint van Egbert de plateelbacker, int suyt-
eynde by den Ham.
16 April 1626. De huysvrou van Egbert de plateelbacker,by den Ham.
1 Mei 1626. Geruit Harmansz., plateelbacker, int Oosteynde. 17 Juny 1626. Een kint van Pouwels Weyts, schilder, aent marctvelt.
3 July 1626. Een kint van Jacob Jorisz., plateelbacker, int Oost-
eynde.
14 Septr. 1626. Een kint van Arien Jansz.', plateelbacker, aen de Molslaen. 4 Deer. 1626 Marcus de schilder, besyden de nieu Kerck.
6 Deer. 1626. Parent de plateelbacker, op de Geer. 17 Febr 1627. Een kint van Willem Harmensz. , platielbacker, by
de stene molen. 28 Maart 1627. Een kint van Willem Willemsz., platyelbacker, In
de Pyeterstraet.
24 Augs. 1627. Een kint van Jacob van Geel, schilder, in de
Choorstraat.
9 Septr. 1627. De huysvrou van Jan de platielbacker, op de Turfmarct. 5 Maart 1628. Den (sic) huysvrou van mr. Michiel Mierevelt, schil-
der, ande oude Delft.
4 Juny 1628. Cornelis Heynensz., plateelbacker op dea houck van de Breetsteech. 14 Augs. 1628. Een kint van Heyndrik Beukelsz. , plateelbacker. |
|||||
— 22 —
|
|||||
Nioukerck. 26 Mei 1629. Pouwels Weyts, schilder, aen tmarctvelt.
13 Fehr. 1630 Een kint van Floris Jansz., plateelbacker, in de
Pieterstraet.
18 Deer. 1630 Cornei.is Carelsz., plateelbacker, in de Vlaemse huysgens. 11 April 1631 Mr. Hüybrecht Grimani, schilder, aen d'oude Lan-
gendijek.
18 Augs. 1631. Een kint van Corstiaen van Couwenhoven,schilder.
7 Septr. 1631. Een kint van Abram de platielbacker in de Brucxstraet. 7 Febr. 1632. Elisabeth s Graven, huysvrou van Jacob van Geel, schilder, in de Vlamingstraet.
4 Maart 1632. Een kint van Corn. Jacobsz., plateelbacker. 19 Mei 1632. Een kint van Jan Pietersz., plateelbacker, aen de
Molslaen.
25 July 1632. Een kint van Jan Loocquefier , platielbacker.
26 Jany 1633. De soon van Michyel Jansen, schilder.
7 Febr. 1633. Eenkint vanCi.AEsjANSZ,platielbacker, op'tBroerhuys.
27 Febr 1633. Een kint van Melten (Merten) Aryensz., platiel-
backer op't Broerhuys.
9 April 1633. Stoffel Lourisz. , by de 100 zon, platielbacker. 6 Mei 1633. Een kint van Joost de schilder, aen de Turffmarct.
16 Juny 1633. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in de Vlamingstraet.
12 Jan5; 1634. Een kint van Pool Arentsz, platielbacker, int
Oosteynde.
15 July 1634. Een dochter van Tonis Adamsz., platielbacker. 11 Octr. 1634. Een kint van Willem Arentsz., platielbacker. 2 April 1635. Hendrik van den Tol, schilder. 7 Nov. 1635. De huysvrouw van Jan Locqüefiersz. , platielbacker
in de Kerckstraet.
|
|||||
— 23 —
|
|||||
15 Jany 1636. Een dochtei van Jan Lourisz., plaetyelbacker, aen de Nieukerck
Turffmarct.
10 Febr. 1636. Een kint van F^dewaert, de platyelbacker, aen de Susterlaen. 16 Maart 1636. Egbekï Jansz., platyelbacker, naest den Harn.
7 Aug. 1636. De huysvrouw van Willem Jansz., schilder, aen de
Verwersdijk.
12 Septr. 163Ó. Een kint van Evert Jansz. , platyelbacker, int Oost-
eynde.
13 Juny 1637. Een kint van Cornelis Egbertsz. , platielbacker, int
Rietvelt.
8 July 1637. Mabrten Pietersz., platielbacker, in de Pieterstraet.
6 April 1638. Cornelis Egbertsz. Sas, platielbacker, int Rietvelt. 14 April 1638. Willem Jacobsz. Delff, plaetsnijder, aen de Coo-
remarct
21 Mei 1638. Jacob Hendricksz., glaseschrijver, in de Cromstraet-
steech.
. io Jany 1639. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in de Vlamingstraet. 19 April 1639. Een kint van mr. Hendrick, organist van de Nieuwe
Kerck.
20 Octr. 1639. JAN JaJmsz., platielbacker, Turffmarct.
30 Jany 1640. Harmen, platielbacker in de Kockelaen.
31 Jany 1640. Een kint van Eduwaert, platielbacker, in de Hop-
steech.
22 Mei 1640. Een kint van Isaac Junius, schilder, aent Marctvelt.
29 Deer. 1640. Een kint van Arent, platielbacker, aen den Nieuwen Langendijck.
14 Jany. 1641. PlETER Mathysz., schilder, in de Pieterstraet |
|||||
_ 24 —
|
|||||
Nieuwe Kerk. 23 Jany. 1641. De weduwe van Mr. HuYBRECHT, de schilder.
15 April 1641. Een kint van Dirck Jeronimusz. , platielbacker, by
den Ham.
16 Mei 1641. Een kint van Maximii.iaen van der Gucht, tapijtsier.
30 Juny 1641. Mi'. Michiel van Miervelt, schilder, aen 't Oude Delff.
1 Deer. 1641. Elias Lievensz., platielbacker, int Oosteynde. 16 Juny 1642. Een kint van Jan Willemsz., platielbacker, in de
Cruysstraet.
11 July 1642. Een zoon van Willem van den Bundel, schilder,
in de Vlaraingstraet. 11 Febr. 1643. D'huysvrouw van Jan LooCQUefiersz , platielbacker,
in de Kerckstraet.
9 Juny 1643. Een kint van Jacob Willemsz. Delff, schilder, aen de Oude Delff. 30 July 1643. Een kint van Aelbrecht CokNKMSZ. Keyser, pla-
tielbacker, in de Cruysstraet. 17 Augs. 1643. Een kint van Jacob Barensz., platielbacker, int
Oosteynde.
29 Novr. 1643. Een kint van Eduwaert Jukens, platielbacker, inde groote Broerhuyssteech. Extracten uit het register van begravenen in de Nieuwe
Kerck, van 1 Jany. 1644—29 Jany. 1656. 3 Jany. 1644. Een kint van Frans Pouwelsz., platielbacker, int
Achterom. 18 Jany. 1Ó44. Een kint van Jan Willemsz., platielbacker, inde
Pieterstraet.
24 Maart 1644. Een kint van Pieter Jansz., platielbacker, inden Achtersack. |
|||||
— 25
|
|||||||
30 Mei 1644. Een kint van Akyen Gerritsz., platielbacker, aende Nieuwe Kerk.
Gasthuyslaen. 20 July 1644. Mei.ten Arentsz., platielbacker, opte Geer.
19 Augs. 1644. Een kint van Jacobus Delff, schilder aende Oude
Delff.
4 Octr. 1644. Een kint van Robbrecht Harmensz., platielbacker, inde Pijnnepoort.
2t Novr. 1644. Een kint van Evert Egbertsz., platielbacker, aen de Turfmarct.
8 Jany. 1645. Een kint van Michiel Jansz , platielbacker, aen
den Langendyck.
9 Juny 1645. Jan Danielsz. , platielbacker, in de Gasthuyssteech.
23 Augs. 1645. Een kint van Arent Melchiorsz., platielbacker.
' 23 Maart 1646. Een kint van Aryen Michielsz., platielbacker, opt
Broerhuys. 24 Maart 1646. Een kint van Anthonis Palmedes, schilder, aen de
Turfmarct.
27 Novr 1646. Een kint van Willem Odekercke, schilder, aen de Voorstraet.
22 April 1647, De huisvrou van Maximiliaen van der Gucht, in Spierings Clooster.
25 Mei 1647. Sara Pietersz., wed. van Abraham Jansz., platiel-
backer, aen de Appelmarct.
24 Febr. 1648. De huisvrou van Jacob Pouwelsz., schilder, aen de Turfmarct.
15 Octr. 1648. Een kint van Willem Odekercken, schilder, aende Verwersdijck.
21 Deer. 1648. Een kint van Gysbrecht Lambrechïsz. van der
Feuyck, platielbacker, aen de Molslaen.
VI. 4 |
|||||||
— 26 -
|
|||||
Nieuwe Kerk. 10 Maart 1649. Een kint van Aelbrecht Jansz. , platielbacker, inden
Achtersack.
5 Juny 1650. Cornelia van Santen, huisvrouw van Uyterant Post, schilder, in de Breetsteech. 17 April 1651. De huysvrou van Anthony Palamedf.s , schilder, aende Broerhuyslaen,
25 April 1652. Een kint van Abraham Abrahamsz. Everaer, pla- tielbacker, opt Broerhuys. 1 Jany. 1655. De huysvrouw van Joris Leëndertsz. , schilder, aen den Nieuwen Langendijck Extract uit het register van begravenen,
van 1 Febr. 1656—31. Octr 1666. 5 Maart 1656. Een kint van Jan Jorisz., schilder, aende Nieuwen
Langendijck. Extract uit het register van begravenen,
van 31 Octr. 1666—18 July 1671.
19 Sept. 1670. Grietje Jacobs, huysvrouw van Maximiliaen van der Gugt, 1) in de Spierinxklooster. Extract uit het register van begraveuen,
van 19 Julij 1671—27 Junij 1676.
10 Febr. 1674. Leendert Bramer 2), bej'aerde vrijer, aen de Coorn- markt, in de Kerk. Extracten uit het register van begravenen,
van 28 Junjj 1676—30 Novr. 1681.
10 Septr. 1679. Willem Kleffius, weduenaer, by de Rotterd. poort in de Plateelbackerye »de Sterre", opt Choor. 1) De bekende tapijtwerker.
2) De schilder Leendert of Leonard Bramer.
|
|||||
— 27 —
|
|||||||||
24 Aug. t68o. Ariaentje van der Sande, huisvrouw van Jan Nieuwe Kerk.
Harmensz. Dyssel , aen de Gasthuislaen, in de pla- teelbackerye »de Drie Flesschen", opt Choor. 5 Maart 1681. Joris van Ki.eeff, schilder, aen de Nieuwe Lan- gendijck, in de Kerck. |
|||||||||
Extracten uit het register van begravenen,
van 1 Deor. 1681—4 Juny 1689. 3 Juny 1685. Jan Joris, schilder, aan de Nieuwen Langendyk,
Kerkhoff. ^7 Jany. 1687. Willem Kleffiüs, aen de Oude Delft, in de pla- teelbackery »de Sterre, op 't Choor. |
|||||||||
Extracten uit het Register van begravenen,
van 1 July 1689—3 Jany. 1699. 9 Febr. 1692. Hendricje Corstiaens Gibbons, Wede. van Jan
Jans schilder, aen de Vest bij de Dronckesteegh,
K.hoff, 's merg.
15 Jany. 1693. Jurriaen Simons, Tapijtwercker, int Oosteinde, opt Kerkhof 's morgens.
30 Sept. 1694. Elisabeth van Swenne, huysvrouw van Louvs Fic- tor, aen de Oude Langendijk, in de Plateelbackerij
de Schenckan, op 't Choor.
10 Maart 1695. Quirijn Alderts Cleynoven, int Oosteynde, inde plateelbackerij, op 't Choor.
28 Mey 1695. Een kindt van Dirck Witsenbvjrgh, aan de Oude Delfft, in de plattielbackerij van de Sterre, in de
Kerck.
|
|||||||||
— 28 —
|
|||||
14 Jany. 1696. Allardus Ci.einoven, int Aghterom, in de plateel-
backery de Romeyn, op 't Choor. Extracten uit het register van begravenen,
van 4 Jany. 1699—1 Jany. 1710. 1 Maart 1705. Gerrit Pietersz. Kam, aen de Kooiemart, in de
Platteelbackerij de Paauw, op 't Choor, 16 dragers. 16 Mei 1705. Pieter Gerritsz. Kam, over de Geer, in de Plateel-
backerij de 3 Astonnen, op 't Choor, 16 dragers.
6 Deer. 1705. Judith Broeckerhoff, minderjarige dogter van
Bastiaan Broeckerhoff, aan de Molslaen in de
plateelbackery de Blompot, in de Kerk, 12 dragers.
16 Junij 1708. Een kind van Davit Kam, in de plateelbackerye
de Pauw, in de Kerck, eene drager, met een koets. 28 Sept. 1709. Egidius van Veen, in 't Oosteynde, in de plateel-
bakkery Rouaan op 't Koor, 14 dragers. 31 Oct. 1709. Pieter Oosterwijk, aan de Kooiemart, in de pla-
teelbackery van de Klauw, op 't Koor, 14 dragers. Extracten uit liet register van begravenen,
van 1 Jany. 1710—31 Deer. 1722. 28 Nov. 171 3. Louis Victor , aan de Oude Langendyk, in de Pla-
teelbackerye van de Schenkkan, op 't Choor, 16 dragers. 30 Augs. 1714. Adam Dirksz. van Bi.eyswijck, in 't Achterom, in
de Plateelbackerij den Ham, in de Kerk, 14 dis. 13 Juny 1716. Jacobus de Lange, aan de Oude Delff, in de Pla-
teelbakkery de Sterre, op 'l Choor, 16 drs. |
|||||
— 29 —
|
|||||||||
19 Maart 1718. Een kind oud 3 jaer van Johannes van Lokhorst, Nieuwe Kerk.
aen de Koremavt in de plateelb: de Klaauw, in de
Kerk.
19 July 1719. David Cam, aen de Cooremart, 16 drs. Extracten uit het register van begravenen,
van 1 Jany. 1723—13 Nov. 173*. Nihil.
|
|||||||||
VEILINGEN VAN SCHILDERIJEN IN HET BEGIN VAN
DE ZEVENTIENDE EEUW. |
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. Ch. M. Dozy.)
R is in de laatste jaren reeds veel opgespoord omtrent tal
van kunstenaars, wier namen door hunne werken aan het nageslacht waren bekend geworden, maar omtrent wier levensomstandigheden men aangewezen was óp de verha- len, vaak sprookjes, van Houbraken en consorten. Het is dan ook onbegrijpelijk, hoeveel er nog te doen was, toen gemeente- en rijks- archieven dan toch reeds een twintig-, dertigtal jaren voor ieders onderzoek open hadden gestaan. De meest belangrijke f< iten en data, die men slechts voor het
opslaan had waren nog altoos onbekend, alsof tot de kennis daarvan uitgebreid onderzoek of een gelukkige vondst vereischt ware. Geen wonder, dat nog altoos bijzonderheid op bijzonderheid gestapeld en daardoor wel eens tot smalende aanmerking aanleiding gegeven wordt. Men ziet daarbij over 't hoofd dat de kunstgeschiedenis zich niet enkel |
|||||||||
— 30 —
|
|||||
met de kunstwerken, maar ook met den kunstenaar heeft bezig te
houden. Deze stond allerminst in vroeger eeuwen buiten de gewone samenleving; meer nog dan nu was hij een kind van zijn tijd. Oefende hij invloed uit op gedachtengang en gevoelsleven van zijne omgeving, door haar werd hij, zijnerzijds opgewekt en geinfluenceerd. Zijne werken kan men niet begrijpen, indien men niet weet in welke om- standigheden hij leefde en opgegroeid was; de maatschappelijke ge- schiedenis is onvolledig, indien men hem niet in den kring zijner tijdgenooten op de juiste plaats zet «of erger" voorbij ziet. Is de kunstgeschiedenis eenzijdig en kan zij niet tot juiste resul-
taten leiden, zoolang zij buiten verband gelaten wordt met de algemeene ontwikkelingsgeschiedenis, dan mag zij niet bestaan uit eene reeks van biographiën, dan is zeker even belangrijk als deze alles wat ons inlicht omtrent de mate van waardeering, die ieder kunstenaar bij het nageslacht, maar vooral bij zijne tijdgenoten vond. De invloed door hen uitgeoefend wordt in zijne werken openbaar, hoever evenwel de zijne reikte is moeilijker te preciseeren. Men komt echter bij de beantwoording dier vraag een eindver door de kennis der prijzen, die zijne werken in den loop der tijden hebben opge- bracht. Deze overweging heeft mij geleid tot het samenstellen van den hier volgenden staat uit de verkoopregisters der Amsterdamsche weeskamer. Zij is slechts een kleine bijdrage tot dit nog zoo weinig stelselmatig ontgonnen terrein; had ik de opgaven uit verschillen- de plaatsen en registers bijeengebracht; ik zou allicht met het publi- ceeren er van nog gewacht hebben; nu echter vormen zij een min of meer afgesloten geheel. Ik heb slechts de stukken genoteerd, waarvan de schilder ver-
meld wordt en alleen aan het slot eenige genoemd, die door het hooge bedrag der koopsom of door de voorstelling in het oog vielen. |
|||||
— 31 —
|
|||||||
Al te dikwijls ontbreekt de naam van den kunstenaar, waar het
bedongen bedrag eene vrij groote mate van kunstwaarde verraadt. En waar die ontbreekt, is de aanduiding meestal te vaag om het aanteekenen de moeite waard te doen zijn. Eindeloos volgen zij elkander op: een zeetje, een wintertje, een tronie, poëtery of wel de geliefde bijbelsche voorstellingen van de geboorte, de engelsche bood- schap, Emaus, de verrijzenis, de deluvie, Susanna met de boeven, daar Moyses water uit den steen snijt en zoovele anderen. Devgelijken zijn alleen van belang, als zij in de nalatenschap van een schilder voorkomen, als wellicht door hem geschilderd zijnde. Auctielijsten als de hier gegevene zijn ook om andere redenen
nuttig. De bijvoeging schilder achter den naam duidt, naar mijne meening ook in de 178 eeuw volstrekt niet altijd den kunstenaar aan. Reeds in de 16e, wordt eigens hij, die voor het St. Pietersgasthuis een kistje verfde de schilder genoemd en in de I7e vond ik meer dan eens dezelfde persoon nu eens schilder, dan weer grofschilder genoemd. Omtrent hen nu, wier werken vermeld en aangeduid wor- den, is ten deze alle twijfel weggenomen. Van andere schilders zijn slechts in één genre stukken bekend, terwijl nu kan blijken dat zij zich in meer dan één beproefd liebben. Ook de namen der koopers zijn niet van belang ontbloot. Ook
toen zal zich wel een betrekkelijk vast publiek verdrongen hebben om de geveilde kunstschatten en vormen de lijsten der koopers het kunstlievend Amsterdam van het begin der 17e eeuw 1). Een naam, dien men minder vaak daarin aantreft dan men wel zou vermoeden, is die van Rembrandt. |
|||||||
1) Bepaalde schildertjkoopers vond ik weinigen vermeld in de eerste helft
der 17e eeuw (üi tegenstelling tot de zeer vele porceleinverkoopers); iu 1625 komt als zoodanig Gtjilleam Bowes iu de St. Luciensteeg voor en 6 Febr. 1648 wordt Pietek Elias aldus genoemd. ■
|
|||||||
— 32 —
|
|||||||
Slechts enkele malen treedt hij als kooper op o. a. 22 Febr.
1635 met de bijvoeging »tot Hendrik Uylenburgh" (deze komt 9 Februari 1638 voor sop Breêstraat, schilder"), dezelfde nadere aanduiding als in dato 9 Maart 1637 achter den naam van Covert Flinck te lezen staat. Bewijs van leerlingschap is die uitdrukking dus m. i. niet. Waar hadden de hier bedoelde verkoopingen plaats? Gold het
nalatenschappen, zeker veelal in het sterfhuis; in andere gevallen op zeer verschillende plaatsen. In 1611 werden schilderijen en teekeningen; in 1609 boeken
sop den Doelen" verkocht; behalve in herbergen vond de vcndutie veelal ook bij boek- en prentenhandelaars plaats. Herhaaldelijk komt het adres van de twee hammetjes op den Dam voor, en wel alleen voor de schilderijen, terwijl het huisraad elders verkocht werd 1). Dat in dit huis een boekhandel werd gedreven, blijkt uit de uitgifte aldaar van de sEuropische Donderdaeghsche Courant" 2) Men zou het allicht voor hetzelfde houden als het ook meer-
maals voorkomende huis, Dam, hoek Vogelsteeg; hier evenwel woonde de boekverkooper Nicolaes Leye in den appelbooms). Dat hij ook in kunst handelde, toont reeds de schilderij van Nieulant van den omgang der Leprozen aan. De zijgevel van den Appel- boom prijkt daarop met eenige sprentbortgens". Ook aan den Dam ten huize van Jan Jansz. Carel werden in
|
|||||||
1) 16 Ootober 1619 van Diek Gekbits in de Swarte Cater; 2-4 Augustus
1621 de schilderijen van A. Vincx, het huisraad bij de Raanibrugli. Den 28o Atig. 1612 komt voor Jeeoen Gaillabt in de hammetjes.
2) Sautijn Kluyt , Amsterd. Courant, blz. 17.
3) Door hem gekocht van Bakert Willems Ceans 17 Mei 1612. Noord-
waarts stond het huis genaamd het poortgen. Den H Mei 1638 of' vroeger, schijnt hij zijne zaken aan kant te hebbeu gedaan. Hij heette toen „eertijts boekvercoper". (Schepenkennis). Trouwens, reeds in 1632 had hij twee huizen op de Koningsgracht bij de Kaambrug gekocht, zij 't dan ook onder losrente. |
|||||||
— 33 —
|
||||||
Maart 1612 de schilderijen van Chrispiaen Colyn verkocht. Den
110 April 1656 had eene vendutie in het Heerenlogement plaats. Enkele aanteekeningen zijn hier en daar ingelascht. Mogen zij
het nut van mijn arbeid verhoogen. Lange Pier. een schilderij van . . . . 1 Maart 1607 ƒ 6— 5
» » » stuck van ..... 20 » 1612 » 12—10 » » stuck van den gloeyenden oven 29 Septb. 1622 ....
» » stuckgen van den pinckster-
dach ........Mei 1625. . . x 28.—
» » een trony.......13 Mei 1625 . » 9.—
» » schilderij van de drie ko-
ningen ........30 Aug. 1625 . » 20.— » » schilderij van Maria Magde-
lena.........18 Febr. 1626 . » 55.—
'» » schilderij van bedelaars . . 19 Apr. 1627 . » 368.—
» » twee deuren......9 Maart 1637 » 36.—
oude» » stuck van.......20 » 1612 » 17—10
Enkelen dezer stukken kunnen natuurlijk ook van den jongen
Langen Pier zijn, evenals de volgg. in het sterfhuis van Hans Bouwer in den zomer van 1607 geschat. Een tafereel van de geboorte van Pier met het rechttafeltgen,
daarby behoorende...............f 50.—
De contrefeitsels van zal. Arent Bouwer en zijn
vrouw, Pier.................» 60.—
In 1558 woonde de vader blijkens het kohier van den 100 penning
(fol. 60) van dat jaar op de N. Z. Achterburgwal, westzijde, tusschen de Lijnbaan- en Molensteeg. (Pieter Aertsz. , schilder 36 £). Mogelijk had hij het alleen in eigendom en woonde hij elders, maar zijn naam komt slechts ééns in dat register voor. VI. 5
|
||||||
f
|
||||||
— 34 —
|
|||||||||||||||
In het eerste renteboek van St. Pieters gasthuis is een losrente
geboekt, die het gasthuis had op een huis, staande O. Z. Wester- voorburgwal aan het O. Z. Kerkhof, toebehoorende den schilder Pieter Aertsz. Wanneer die rente gevestigd werd blijkt niet, maar 1573 en 1574 werd z.ij door zijne dochter, 1575 door zijne vrouw, in 1576 en volgende jaren door zijne weduwe voldaan. Immers den 3en Juni 1575 (sic) was Pieter Aertsz. schilder in de Oude Kerk begraven, met de groote klok beluid en het grafgeld door zijn zoon Pieter i) en Jacob Rauwert voldaan. De weduwe woonde in 1578 nog ter gemelde plaatse; in 1586 evenwel niet meer. Huybrecht Thonisz. lantschap ... 7 April 1614 . ƒ 43.— Aert Antonisz. . . visscherye, (synde een principael) . 19 Maart 1625 » 18—10
woonde 20 Maart 1612 in de Houtstraet »by
de snyder"; zie Archief II, 275. A. Arents .... wintertgen en so- mertgen .... 9 Novb. 1637 ƒ 38.—
Zie Archief IV , 279.
Balthas. v. der Ast bloempot . . .19 Maart 1625 » 48.— Zie Archief I, 6, 44, IV, 279.
|
|||||||||||||||
De Stomme. . . . een wintertgen . 16 Octob. 1619
|
14.—
41.— |
||||||||||||||
12 Mei 1621
|
|||||||||||||||
22 Septb. 1626 » 30
15 Jan. 1 628 . » 75
Octob. 1637 » 75
|
|||||||||||||||
Zie Oud-Holland 1, 53.
|
|||||||||||||||
1) Volgens Van Mander zou deze 1603 overleden zijn; Pieter Pieters
jonge Lange Pier, komt evenwel nog Maart 1607 voor (Verkoopboek Wees- kamer). |
|||||||||||||||
— 35 —
|
|||||
F. Badens .... eene Kersnacht . 12 Mei 1621 . ƒ 43.—
» .... stuk van (koper: A. Nieulant . . 7 April 1614. » 45.—
» .... St. Jansdoopsel . 12 Mei 1621 . » 44.— in ruimeren kring als leermeester van Brederoo bekend. Kocht in
April 1598 van Jannetje Gerrits, wede. Egbert Anthonisz. een huis in de Kalverstraat, »daer jegenwoordigh het orgeltje uythanght" , zuidwaarts Adr. Conflans, nw. Grietje Buyck, (Regr. der Sche- penkennissen in dato 20 April 1598). Er bleef een losrente op ge- vestigd van f 62—io, die reeds 20 Maart 1601 afgelost werd. Dit huis stond blijkens het kohier der capitale impositie van 1586 blz. 226, aan de Westzijde der Kalverstraat niet ver van de St. Luciënsteeg, Damwaarts. In dat kohier komt Fr. Badens niet voor. Den 15™ Juni 1607 vestigde hij een custingh op een huis op de Turffmarct (Rokin, oostzijde), onder borgstelling van den schilder Pieter Isaacks. »tot hem" komen 23 Augustur 1621 bij de verkooping van de
importante nalatenschap van Claes Rauwert (in de Warmoesstraat in de Ze ven star) vóór Corn. Jans, Anthony Barnaert, Casp. Duyff en Lenaert Gerrits. Zie ook Archief II, 273. De Zevenstar was in de Warmoesstraat tusschen de enge en
wijde Kerksteeg gelegen naast St. Maarten. Den 3e Maart 1597 was de bekende Jacob Rauwert van daar uit ter Oude Kerk grafwaarts gedragen, (2^ uur met de groote klok beluid). In verschillende acten wordt hij Jacob Engbrechts R. genoemd, o- a. in een schepen- kennis van 27 Maart 1578 waarbij hij een losrente op de Zevenstar vestigt; in dit huis woonde hij, althans reeds in November 1572. Vóór en na dien tijd heeft hij herhaaldelijk huizen ge- en verkocht. Reeds 12 Maart 1561 was hij blijkens een rentebrief van dien datum eigenaar van een huis op den O. Z. Voorburgwal, tusschen Liesdels |
|||||
— 36 —
|
||||||
en Armsbrugge. In 1565 komt hij als eigenaar voor van een huis op
den O. Z. Achterburgwal bij de Cellesusteren (Rentebrief in dato 21 Juli). Den 28 October 1571 kocht hij een langgestrekt huis in 't trouweloos (Hasselaars)steegje van St. Jacobs Capel tot aan 't Ye toe. Hendrik van Balen, een Adam en Eva. October 1637 / 183.— Dirk Barents. . . bancquet. ... 7 April 1614 . » — » » . . een Europa . .12 Mei 1621 . » 94.— » » . . een groot stuck van
den verloren soon. 19 Maart 1625 . » 50.—
» » ... tavreeltgen Marien beelt.....19 April 1625 . » 15—10
» » . . stuck van ... 7 April 1614 . » 27.—
Den 70 November 1569 koopt Meester DiRCK Barentsz. schilder,
van Mary Thomasdr. wede. Gheryt Gherytsz. Borst, zes roeden erfs buiten de Regulierspoort met vergunning daarop te bouwen. Het huis moest evenwel met zijn gevel naar den Amsteldijk toe
staan. Het pad dat van daaraf naar den openbaren weg zou loopen, zou Benninckspad heeten (Kwytscheld. in dato). Zijn vader komt als Dove Barend in het kohier van den io« pen-
ning van 1557 voor als bewoner van een huis op den N. Z. Achter- burgwal, het zevende van de Molsteeg af, zuidwaarts. Henr. Bles. stuck van......28 Aug. 1612. . ƒ 34—r o
Blogkland. Een copie van.....1 Maart 1607. » 16.—
Bloemart.....Cretae op doeck . . 20 Maart I 612. » 6—5 1)
» een ruijnken (ruïne) van . Juni 1607. » 16.—
» lantschap.......27 Maart 1613. » 33.—
» schilderij van.....22 April 1614 . » 30.—
|
||||||
1) Koper: Govebt Jansz.
|
||||||
— 37 —
|
||||||||
Bloemaert. een gaeijtje...... Octob. 1637. f 20.—
Zie Archief II, 274.
Hans Bol . . . een stuck op doeck . 1 Maart 1607 . » 9.— » » . , . een lantschap op doeck 20 Maart 1612. » 14—10 » » ... de waterdocter. . . 16 Maart 1610 . » 25.— » «... Wae . . erff (?) ... 28 Aug. 161 2 . » 5 I.— Gerriï de Bucq. Landschap .... 20 Maart 1612 . » 16. » » ,> t> .... I Maart 1607 . » 13. 1 Maart 1607 woonde een G. de B. bij St. Jans (Zuider) Kerkhof;
16 October 1619 werden op zijn verzoek eenige schilderijen verkocht op den Dam in de twee hammetjes; zie ook Archief II, 28. Kerkinteekenregister 23 Juli 1605 Geeraart de Buk van Brus-
sel, schilder, oud 28 jar., won. op de Houtmarkt in de Wijdesteeg, met zijn vader Gerrit{?) de buck en Ehsabet Luce i) van Antwer- pen, 22 jar. (18 annis), won. op de O. Z. Abwal, met Lucas Luce en Elisabeth le Roy, haar vader en moeder. Henr. ter Brugge, stuck van Marcus
Mutius Romeyn . . 19 Maart 1625 . f 44 —
Bruegel .... Bedelaars . . . . 1 Maart 1607 . » 40.— |
||||||||
<J
|
||||||||
1) Eene zuster van den schilder? Den 17e Juni 1605 kocht Lucas Luce
de jonge (geen beroep vermeld) een huis op den O. Z. "Westervoorburgwal bij St. Jansbrug; en vestigde er een custingh van 1800 Carolus guldens op; den 16e Maart 1610 werden „bij St. Jansbruch" eenige schilderijen (opbrengst der 126 stuks ƒ 3530—5) „ten verzoeke van Lucas Lus" verkocht. Den 30 Augustus 1625 vind ik Lucas Luce bij de Varkensluys vermeld en 23 September van het- zelfde jaar Lucas Luce op 't hoekje van de Doelestraat, schilder. Den 22 Juni 1639 komt Lucas Luce schilder als borg voor van Louis Luce, koopman (Schepenkennis;; eindelijk verkoopt 26 April 1650 Lucas Luce het bovenver- meld huis op den Voorburgwal, aan Hendrik Laubens. |
||||||||
— 38 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stuck van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Mostart . .
Cornelis Claesz |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schilderij van . . .
Zie Archief III, 259.
Codde.....een bancket bij . .
Conset (Gillis) . een nachtje nae . .
Archief II, 273.
Colyn (Chrispiaen) een Christus . . . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zooals bekend is, werd Christiaan Colyn van Mechelen 18 Fe-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Koper Lucas Lusse.
2) Mabia van Maakie.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 39 —
|
|||||
bruari 1586 poorter van Amsterdam. Dat hij evenwel voor dien tijd
te Rotterdam gewoond heeft, blijkt uit de huwelijksacte in dato 27 Maart 1613 van zijn zoon David, eveneens schilder. Zij is uit de aantee- keningen van M>'. de Vries in Oud-Holland III, 79, medegedeeld. Al- leen zijn daar de woorden a puero uitgevallen, waaruit blijkt dat hij hier van jongsaf gewoond had. Hieronder de handteekeningen: De vader verscheen herhaalde malen alhier voor schepenen om
zich debiteur te verklaren. Den ioen Juli 1595 van Mr. Pieter Pietersz. schilder, (1586 wonende in de Kalverstraat bij de Osjessluis) voor IOO gld. tegen 8 % geleend, daarvoor o. a. verbindende een huis in de Kalverstraat (omtrent het vierde van de Bagynesteeg af noordwaarts). Daarna 18 Septb. 1598 van de Gecommitteerden van de armen van het spinhuis voor 100 pond vl. uit saecke van be- reeckende penn. Deze schuld werd reeds 16 Octob. van hetzelfde jaar afgelost. Voorts 10 Febr. 1601 van zijn eerstgenoemden crediteur voor
104 gld. geleend geld. (20 Mei 1608 betaald); 19 Octob. 1607 van Harmen Gerrits voor 374 gld. geleend (als waarborg o. a. een zil- veren spiegel stellende); 17 Jan. 1608 van Dirck Pieters, schilder (won. 1607 in de Calverstr.; 1621 in t bonte paard) voor 108 gld. eveneens geleend, 13 Novb. 1609 evenzoo voor 374 gld. van Jan Jansz. scheepstimmerman. Een andere oorzaak had de schepenkennis van 12 Augustus 1606 Toen erkende hij schuldig te zijn wegens |
|||||
— 40 —
|
||||||
hun respect, moeders erfenis aan Janneken zijne dochter bij Maric-
ken Verpoortgen en aan Tanneken, David en Abraham zijne kinderen by Lysbeth Engelbrechts elk f 200.—. Pas den 17en Mei 1612 werd deze acte geroyeerd. Tot het voldoen van deze en andere schulden, (die van 1595 werd op denzelfden datum voldaan), werd Crisp. Colyn in staat gesteld door den opbrengst ad ƒ 1876 bruto van een aantal schilderijen, die 20 Maart 1612 op zijn verzoek ten huize van Jan Jansz. Carel aan den Dam verkocht werden. Zie voorts Oud Holland, I, 182. Conincksi.oo. Lantschap......17 April 1614 . / 40 — '
» » .....: 7 April 1614 . » 57-—
» »......6 April 1620 . » 120.— 1) •
» » ......17 Maart 1625 . » 13—10
» » ...... 18 Maart 1625 . » 13—10
» » ......22 Juni 1627 . » 38.—
» Lantschapgen.....16 Octob. 1619. » 45.—
» Stucksgen van . . . .16 Octob. 1619. » 10—102)
» Schildery van.....I Maart 1607 . » 7—5
» Stuck van Bol, met een
spiegel en schael van . . 27 Maart 1613. » 106.—
» twee cleyne stucksgens van 19 Maart 1625. » 14—10 - Hans Conincksloo. een watermolen. . 19 Maart 1625 . » 9—15
» » een capuyn . . .19 Maart 1625 » 8-15 » » een hoveerincksken. 19 Maart 1625. » 6—5
Zie Oud Holland III, 33-
Mr. CORNEUS,
van Haarlem . een stuck van de Do-
pinge Johannis naer. . '3 Mei '625 . » (32—10)
|
||||||
1) Jan van Baeele. 2) Lowïs Lusse.
|
||||||
— 41 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Evert van Amersfoort, leerling van Frans Floris?
Zie ook Archief IV 5. 27. 33. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Francois
Vrancken.
Jonghe » »
De jonge
Franck.
Breugel en
Franck .
MoMPERen
Seb. Franck
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. 12 Mei 1621
. 12 Mei 1621 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een nacht naar-
een saterstryt . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
» IO--IO
» 40—10
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marienbeelt.....7 April 1614 .
Bataillie......6 April 1620 .
Lantschap.....7 APlil l6H •
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
210.— 3)
36—10 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Abraham v. d. Vooïit.
2) Deze vijf stukken komen voor op de auctie der nalatenschap van Claes
Rauwekt (in de Warmoesstraat in de Zevenstar. Opbr. f 14411). 3) Lucas Lusse..
VI. 6
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 42 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans Florisz.
|
6 stucken geschildert van i
stuck van groote perso- nase.......27
Tronie van.....20
Dootshoofden van . . 23
een laugh stuckje na . . 20 een papegay . . . .13 een landschapsdoeckje van Lantschap van. ... 7 stuck van . . . . j » » .... | 28
twee stucken . . . J een Christus . . . . 1 tronie van Jan vanLeyden 7 schilderybord van . . 25 groot stuck daer Christus gedoopt werd . . . .19 Tempel......15
een doeck wit en zwart 28
groote schildery van naeckte beelden ... 2 landschap met beesten . stuckgen van jongen Tobias......'
landschap . . . . .
Naeckte Venus met Cupido...... |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlETER GERRITS
Goltius .
Grimer . H. Haan. Heemskerk |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hondecoter
Gillis »
» » » »
HONTHORST . .
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mei 1625
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S4-— 4)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Heneick Jacobs, Stadstimmerman.
2) Baeent v. Someken. 3) Jan Parys de jonge.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4) Robbert de Baudous.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 43 —
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hontschooten Schüdery lantschap . . 19 Octob. 1618. f 112.-
Pieter Isaacks J stuck van Coninginne |
||||||||||||||||||||||||||||
enPAULDEVries j Hester......12 Mei 1621
|
86.—
|
|||||||||||||||||||||||||||
Pieter Isaacks
|
||||||||||||||||||||||||||||
een paert
|
||||||||||||||||||||||||||||
» » » Karsnacht
|
||||||||||||||||||||||||||||
3—10
|
||||||||||||||||||||||||||||
22 Septb. 1626.
|
||||||||||||||||||||||||||||
» » twee troniën
» » twee paaiden
De laatste vier stukken wer
|
4—10
2—6
den met enkele andere schilderijen, |
|||||||||||||||||||||||||||
(op de Breêstraat over de Hoochstraat) den <:2en September 1626 ver-
kocht op verzoek van de erfgenamen van Pieter Isaacks. Deze liet vier dochters na Cathalyn, Helena, Margariet en
Mary. Haar oom heette Johannbs Pieters. Den 30 Decemb. 1603 had Pieter Isaacks, schilder van de stad een erf gekocht over de St. Anthonysluys aan de noordzijde van den dijk (voor f 1425). Zijne borgen waren daarbij Hendrik en Aert de Keyser. Den 7" Mei 1605 komt hij dan ook als buurman voor van Gerarp
van de Voorde buiten de Oude St. Anthonispoort buitendycks (Renteboek in dato.) Zie voorts Archief II, 135, 147.
|
||||||||||||||||||||||||||||
ƒ 16—10
» 20.— » 2—5 » 10—10 » 67.— 1) s> 24.-----
» 3°-—
|
||||||||||||||||||||||||||||
GoverT Jansz . Landschap.....7 April 1614
|
||||||||||||||||||||||||||||
Landschapje .... 3 Decb. 1624.
Landschap . . . . .19 April 1625 . » ..... Mei 1625 .
» met een hey 15 Jan. 1628
> » » stee-
nen brugh.....» » » |
||||||||||||||||||||||||||||
1) "Weduwe van Cornelis van der Voost.
|
||||||||||||||||||||||||||||
— 44 —
|
|||||||||||||||
Govert Jansz . Landschap.....10 Septb. 1637. — 1)
.....» » » ■ /'3°-— 2)
Den 22n Februari 1605 verklaart hij zich voor Schepenen debi-
teur van Henrick Eelkens tot een bedrag van 414 Carolus guldens. Bij de kunstveiling van Claes Rauwert in Augustus 1612 komt Gov. Jansz in 't ossenhooft voor, maar zonder bijvoeging van beroep. |
|||||||||||||||
JORDAENS. . . stuck van.....I Maart 1607 ,
» ... scheepje......7 April 1614 .
» ... wit en zwart .... 22 Juni 1627 .
» ... een oude satier met ander
personagien kopie naar . Mei 1625
» ... stuck van.....20 Maart 1612
Hans Jordaens Liefde
> » stuck van . . . . ( 7 April 1614
|
|||||||||||||||
/ 44-—
» 13 — » 5-— 3)
» 60.—
» 7 — 10 » 19.- » 39- —
' 33-—
> 10—10 » 61,— • 5 —
, 36—10 |
|||||||||||||||
» » Rovery .
» » stuck van de verradinghe 19 Maart 1625 ,
LASMAN . . . schilderijtje van . . .15 Aug. 1617 .
» .... stuckgen » : . . 13 Mei 1625 • |
|||||||||||||||
Woonde August. 1625 »over de Zuiderkerck"; kocht 14 Maart
1631 een huis in de Breèstraat hoek van 't Zuiderkerckhof, dit noord- waarts , Cornei.is ter Haer zw. ; daer de preekstoel in den gevel staet; passeerde deswegens op denzelfden datum een schuldbekentenis voor Schepenen ten bedrage van f 3475. Pieter Wybrands en Hendrik Lasman waren bij den koop borgen. |
|||||||||||||||
1) Lucas Ltjce, schilder in de hartestraat. 2) Rembrakt van Rijn.
3) Pieteb Pietebs, schilder, won. in de Wydesteeoh tegenover Nicol. Cocqü.
|
|||||||||||||||
— 45 -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JacobLenarts. stuck van de Wet . \ f 1—4
» » Hoop en geloof . . ) 20 Maart 1612 . —
» » Abraham's offerande. j » 2.—
Komt reeds in 1 563 voor (Alphabet, register rentebrieven). Ves-
tigde 22 April I 587 een losrente van 22 Carolus guldens op een huis in de Pylsteeg, noordzijde, lendenen westwaarts Adriaan Lenarts coopmansbode; o.w. Joost Cornelis. (16 Februari 1634 werd deze acte geroyeerd). Adriaan Lenarts woonde reeds in de Pylsteeg in 1557 en kocht er 14 Mei 1565 een huis achter aan zijn huis genaamd de rooden clock, met een vrijen uitgang in Jan de Vriesensteegje. In 1586 woonde evenwel Jacob Lenarts schilder, blijkens het kohier der capitale impositie (fol. 36) op de O.Z. Westerv.b.wal even voorbij de Gooyersteeg, noordwaarts aen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lucas van
Leyden . Carel van
Mander . |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stuck van . .
Mariënbeelt. . een rontgen van
een principaal een stuck Predicatie een stuck |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28 Aug. I 612
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 Maart 1612
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27 Maart 1613 ,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■Bataille .
|
7 April 1614 .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twee rondekens
|
het eene
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den armen duyvel, het
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere een
|
Juni 1607 .
2) Willem van Weely. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) CLAES VAN SWlETEN.
3) Mr. Jan Fonteyn,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 46 —
|
||||||||||||||
Carel van
Mander . |
||||||||||||||
schildery.....- 22 April 1614 . f 41.—
een ruijne.....12 Mei 1621 . » 1 2—10
schilderytje van cruys-
drager.......29 Septb. 1622. » 20—10
. de koocken van . . . 16 Maart 16 iö . » 50.—
een rontgen. . . . ) ' o—9
L , . J 20 Maart 1612 . » stuckje . . . ) » o—14
stuck van , . . . | » 26.—
Lantschap.....j 1 April ,6,4 . , ^ _
stuck van.....2 Octob. 1608. » 33.—
schildery van . . . \...... • 14.—
» 38.-
Landschap . . . . } 7 April 1614 . > 21.—
» 17.—
...... » 18—10 » met geberchte . 6 April 1620 . » 34.—
» met een paard
daarin.......22 Septb. 1626. » 20—15
Groot lantschap ... 22 Juni 1627 . » 40.—
stucksgen met een ge- berchte en een kerck daarin van.....24 Jan. 1623 . » 18.—
stucksgen van .... 16 Octob. 1619. » 26.—
Landschap.....7 April 1614 . , 36 — 10
|
||||||||||||||
Pouwels Marques
Ryck Martens |
||||||||||||||
Schele Neel i
» >
Momper
|
||||||||||||||
» en Sebas-
tiaan Franck. |
||||||||||||||
1) CoBNELis Molenaar.
|
||||||||||||||
— 47 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
f 4-5;
'IS-— |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
MonogramK.M. stuck van ; 28 Aug. 1612 f 11.—; ƒ10.—
> 26.—; » 36—
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
» I o—i o •, " 16.—
» 12—5. » vier getyen 28Aug.l6l2 «75.— |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
» rontgen . 28 Aug. 1612 » 13.— 'lo.—
|
O
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Mostert . . een cleyn tafereeltgen
van.......24 Jan. 1623 . f 11—10
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
» en Marten
van cleeff Jan Nagel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Maart 1607 . » 82.—
» o—12 » 0—17 » I___
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
een stuck van . .
een stuckje van . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 Maart 1612
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
» 2—16
* 3—15 - 3-— > 12.—
> 8—5
» 5-10 » 8.— » 8.— » 44-— |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
een manenbeelt .
» stuck van Loth stuck van |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nagel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
28 Aug. 1612
III 286 (?);
7 April 1614
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief II I
Nieuland schilderij van |
46.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
» 64.—
» 7—10 » 12.— |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Deze stukken worden verkocht uit de nalatenschap van Claes Rauwebt
in den Zevenstar |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 48 —
|
|||||
Nieuland. een predicatie van Jonas,
gemaeckt van . . . .15 Jan. 1628 . ƒ 66.— 1)
» een Susanna .... Octb. 1637 . > 30.— De jonge » twee tioniën .... 7 April 1614 . » 23.—
Kerk inteekenregister in dato 19 Mei 1609.
Adriaen van Nieuweland schilder oud 22 jaren, a puero, wo-
nende in de pylsteegh geassisteert met Tuuyken Loynsen (?) zijne moeder en Catelynken Raes Thomasdr. oud 18 jaren, wonende als voren, met Thomas Raes en Beyken Schepers haren vader en moeder. Adriaan van Nieuland was dus in 1587 geboren, woonde van
jongsaf te Amsterdam en in 1609 in de Pylsteeg. (Adriaan van Nieuland cramer, poorter 1 Decb. 1594). Den 6a Mei 1614 kocht hy van Hans Roode een huis op de Breéstraat (oostwaarts Jan Jacobs Huydecoper; ww. Pieter Martsen Houffyser). Hij passeerde deswegens eene schuldbekentenis van 2100 Carolus
guldens, waarbij Robert Baudous borg voor hem stond en vestigde op gemeld huis eene losrente, toen van 100 C. guldens en 20 Apr. 1618 nog eene van 50. Den 17 Juni 1619 kocht hij van Mr. Cornelis Sasbout een erf
van 30 voeten breedte en 109 voet lang, gelegen op de Heevegracht zw. van Aert de Coninck den bekenden juwelier. Was dit een ge- deelte van hetgeen de verkooper in 1614 van de stad gekocht had, dan lag het tusschen de Leliegracht en Hartestraat. De rente van 53_-i2 —8, die hij ten bate van Jan Jacobs, glasemaker er op 1) Hans van Loon. |
|||||
— 49 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vestigde, werd reeds 28 Novb. 1620 afgelost, zeker ten gevolge van
den verkoop door NlEULAND van een huis, dat hij op het erf had laten zetten en de hollandsche leeuw genoemd had. In 1620 hing er het wapen van Maastricht uit. Eene bouwspeculatie dus'. Den 16 April 1639 verkocht hij namens zijne vrouw met zijn zwa-
ger Henkick Verstegen, (man van Anna Raes) het huis in de Pyl- steeg, noordzijde, door zijne schoonouders Thomas Raes en Baeyken Schepers nagelaten. Hij woonde toen, althaDs 9 Februari 1638, blijkens eene aantee-
kening in het verkoopboek der Weeskamer op den Singel. Nog enkele andere acten vond ik, waarin de naam van den schilder voorkomt, evenwel zonder bijvoeging van beroep. (Schepenkennis 4 Juni 1625, 31 Decb. 1646, 25 Juli 1653). Het verdient echter opmerking dat in het quohier van den 2ooen
penning van 1631 slechts éen Adriaan van Nieuland en wel in de Kalverstraat te vinden is. (Zie Verpondingregister 18e wijk). Een ma- kelaar van dien naam woonde in 1628 vooraan op de Rozengracht, noordzijde; hij legde zijn post 31 Januari 1653 neer. Met den jongen Nieuland zal wel Jacob v. N. bedoeld zijn,
d;e 20 Decb. 1621 een bedrag van ƒ 600 van Jeronimo de Haze leende (Schepenkennis in dato); hij was althans schilder. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Bahent van Someren. De door hem nagelaten printen en teekeningen
werden 22 Febr. 1635 in 't schilt van Vrauckryck verkocht. VI. 7 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 50
|
|||||||||||||
Woonde 1586 in de Oude Doelenstraat zuidzijde (Reg: der ca-
pitale irapositie fol. 33 Arent Pietersz. schilder); wordt in een acte van kwijtschelding van 7 Mei 1605 genoemd als belendende met den achtergevel van zijn huis (Mr. Albert chirurgyn's erve, nu toecomende Arent Pieters schilder) een huis in de Prinsen- hofsteeg. |
|||||||||||||
f 89.-
» 40.—
* 235-— O » 42.— » 59.— |
|||||||||||||
Pinas . . een stuck van .... 24 Jan 1623
» . . Engel met twee perso-'
nagien .... . . 19 April 1627 .
» . . schildery van Joseph . . » » 1627 .
Jacob Pinas . Emaus......1
, , } 10 Maart 1625.
» » . Landschap.....) y
|
|||||||||||||
Jan Symonsz. Pinas komt herhaaldelijk voor in acten van het
begin der 17e eeuw, evenwel zonder aanduiding van beroep. Zie ook
Oud-Holland I, 197. De pinas hing op den Nieuwendyk uit, in een
huis bij de St. Jacobscapel, dat van ouds het gulden cruys genoemd
werd. Symon Jansz. Pinas vestigde er 12 Juli 1597 eene losrente op.
Savry . . . Landschap.....22 April 1614 . f 40—10
» .....19 Maart 1625 . > 57;—
Koeyen in de wei. . . 23 Septb. 1625. » 10.—
Woestyn......19 April 1627 . » 73-—
» met gedierten. . 19 April 1627 . » 15°-—
stuck van...... Octob. 1637. » 104— 2)
een rond landschapje van
Abraham met de engelen Juni 1607 . > 10.—
TacquesSavry. een rontgen van . . | ., , » 1—5
| 20 Maart 1612 .
» I — I
|
|||||||||||||
1) Thomas Pieteks. 2) Pieter Oütsebse by de Nieeelsluys.
|
|||||||||||||
— 51 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tobias......
vier stuckgens van de
getyden van den dach Landschap |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19.—
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stai.pert
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schildery van
Landschap |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlETER
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 » . . » op doeck
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kerkinteekenregister in dato 9 April 1611.
Peeter Stalpaert van Bruessele, schilder, wedr. Van Beyken
de Hertoge, a. m. ux., wonende in de Keysei straat. Maeyken de Walperghe van Antwerpen, oud 31 jaren (8 ans),
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Pieteb Rans.
2) Nagelaten door Dr. Claes Jansz. Wassenaer op den O, Z. Achterburgwal.
3) Benedicttjs Maïer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 52
|
|||||
wonende in de Spinhuysstrate, wiens vader zijn consente an den
secretaris verklaart heeft. 13 Novb. 1603 en 10 Mei 1607 waren in de Oude Kerk kinde-
ren van hem uit zijn eerste huwelyk gedoopt nl. eerst Johannes en Jeremias en later Styntje. In 1607 woonde hij op den Singel «achter . Jan Broeckhuysen"; 16 Novb. 1632 leefde hij nog. (Borg voor Catharina Quast weduwe Jacques Francen, zijdereeder, Schepcn- kennis in dato). Steenwyk . . stuckgen van..... Mei 1625 . ƒ 14--
*• . . verlichting......j8 Aug. 1612 . » 30 —
Tingnagel. . stuck van......17 Juni 1625 . » 30—
Zie Oud-Holland I, 196, Archief IV, 12.
Valckenborgh. stuck van......7 April 1614 . f 29.—
Valckert . . de geck.....j » 47.—
» . . een Cupido ....)-'■' » 10 —10
Kocht 13 April 1621 een lange print de Fries van Polidoor (uit
de nalatenschap van Jan Jansz., schilder over de Batavierstraat). VandeVenne. een graeutje van ... 10 Septb. 1637 f 8—5 Vinckeboom . stuck van...... Octob. 1637. > 52 — David Vinckbooms, schilder, vestigt 7 Maart 1614 tweemaal een
losrente van 75 Carolus guldens op een huis met achterhuis in de (St. Anthonte)breêstraat, zuiderhoek van den Salamandersteeg. Bor- gen waren Pauwels Buys en Jan Rogiers geelgieter. In Augustus 1625 komt Philips Vinckebooms voor »op de hoeck
van de Salamandersteeg" en in het kohier van den 20011 penning van |
|||||
•
|
||||||
— 53 —
|
||||||
1631 wordt David V. er voor ƒ10.— aangeslagen. Het verponding-
register noemt in 1650 en latere jaren eigenares de weduwe van David Vinckb. De losrente werd 17 Juni en 5 Juli 1656 afgelost. Abraham Vincks. een groote vismarckt,prin- cipael.......24 Aug. 1621 . ƒ 80.—
De schilderijen, nagelaten door hem en zijne huisvrouw Victoria
Vincks weiden toen op den Dam in de Hammetjes verkocht; het huisraad elders nl. bij de Raambrug. Joriaen Vlegel, een peeckelharing . . . 19 Maart 1625 . ƒ 10—
Corneus VAN der Voort? Bij de hier volgende stukken is niet vermeld dat zij door dezen schilder geschilderd zijn; zij maakten even- wel deel uit van zijne nalatenschap, die 13 Mei 1625 op de Breêstraet (aen de sluys) verkocht werd. Van hem heet het daar uitdrukkelijk »in zijn leven schilder". De bruto opbrengst was ƒ 2617—1. Den 30™ Augustus 1625 werd de verkooping. schijnt het voortgezet (op 't hoeckjen van de Breêstraat). Opmerkelijk is het dat juist naar Mr. Cornelis van Haarlem
vier copiën aanwezig waren nl. twee mopsus, waarvan de eene voor acht en de andere voor tien gulden verkocht werd, een Dopinge Johannis die f 32—10 en een stuck daar Christus aan 't cruys genagelt wordt dat f 31.— opbracht. Dit laatste zal zeker wel van de hand van Van der Voort geweest zijn, daar het origineel stuk ook ver kocht werd; de weduwe werd er voor f 150.— eigenares van. Voorts trekt nog onze aandacht een monnick met een bagyn (ƒ 4—10), een geharnaste ridder met een naeckte vrouw (f 2 — 15), een Venus en Cupido, copy nae Hondthorst (ƒ 9—15), een groot stuck van een satier met eenige boeren (f 22'—) en een stuck van vasten en vas- tenavond tegen malcandei te water tournoyeerende, (het Luiksch volksspel; f 23—5). Hier mogen eenige levenr.bijzonderheden van |
||||||
— 54 —
den schilder volgen, dien Van Mander in 1604 een jonggezel noemt
en die men later met een in 1648 in het Delftsche gildeboek inge- schreven naamgenoot heeft willen identificeeren. Cornelis van der Voorde Pietersz. schilder, oudt 22 jaeren,
(12 ann.), won. in Heyntjehoeksteeg, geassist. met Tanneken van der Venne zyne moeder en Hans v. d. Voort zyn broeder onder- trouwt 24 Oct. 1598 Truytgen Wili.emsdr., oudt 19 jaren, won. in den Ysell, geassist. met Evert Jansz., Bode en Clara Tyssen hare oom ende moeder (de vader Willem Jansz., Bode consentere). Wij zien hieruit dat Cornet.is de zoon was van Pieter van der
Voort en Tanneken van der Venne, dat hij in 1575 of '76 (naar wij straks zullen zien te Antwerpen) geboren was en re eds 158e hier verblijf hield. Wat zijn broeder Hans betreft, er was hier een kleer- maker van dien naam uit Antwerpen den i8pti Mei 1593 poorter ge- worden. Deze woonde later op den Nieuwendijk en was een zeer gegoed man, maar toen hij 2 Januari 1607 een losrente vestigde op een huis buiten S'. Antoniepoort aan den dijk over de groote sluys (waarvan het erf 26 Januari 1606 door hem gekocht was) stond An- dries Lamberts zijn vader borg voor hem. Ten ware dit als schoon- vader op te vatten is, moeten wij den kleermaker afdanken 1); ons blijft evenwel een gelijknamige lakenbereider, die 24 Februari 1593 poorter van Amsterdam werd, zonder dat men de plaats van heikomst aanteekende. |
||||||
1) Begraven N. Z. Capel 17 Augustus 1651 Hans van der Voort, Nieuwen-
dijk. Zie Weeskamer. |
||||||
>5 —
|
|||||||
De schoonvader van Cornelis , Willem Jansz. , was bode op
Hamburg; hij was een welgesteld man. Den isten April 1597 kocht hij een huis op de Lastage van Hendrick Hendrickszoon van Leyden (Schepenkennis in dato) en den 22" Mei 1602 een op den O. Z. Oostervoorburgwal, noorderhoek van den Minnebroêrstraat, naast Cornelis Ketel. liet ambt van bode schijnt aan zijne familie eigen geweest te
zijn, althans 24 Jan. 1606 treedt hij met Bouwe Bouwensz., bode op Embden als erfgenaam op van Evert Jansz., bode op Keulen. Truyïje Willems leefde 22 Maart 1609 nog, want toen werd
haar een dochtertje geboren (Dieuwer ged. O. K, 22 Maart; Geer- TRUYD ged. O. K. 25 Febr. 1607). Enkele jaren later trouwde Cor- nelis van der Voort van Antwerpen 1) O. Z. Voorburgwal, weduwe- naar Geertruyd Willems met Cornelia Brouwers JansFdr, , wonende te Dordrecht 2). Op den O. Z. Voorburgwal woonde hij waarschijnlijk 15 April
1610 reeds. Toen liet althans een Cornelis van der Voort aldaar (bij de Oude Kerk) een achttiental schilderijen verkoopen , die ƒ 486___■
opbrachten.
Minder waarschijnlijk acht ik het dal op den schilder betrekking
heeft een veel belangrijkere auctie (opbrengst bruto ƒ 3457—10), in |
|||||||
1) Zijn broeder Pietbe van der Vookt was 1566 of '67 te Brussel geboren,
blijkens zijne huwelijksacte in dato 11 December 1593 met Susanne Vinckbooms van Mechelen, 22 jaar oud, dochter van Phjups V. Hij was kamrnemaker. 2) Extraordinaris regr. 13 April 1613. Kinderen uit dat huwelijk waren
,i^?IA, °' K' 16 Jan- 1614; JAn 0uc1c k- ! Maart 1615: Annetje N. K. 17 Mei
1M<>; Mabia N. K. 11 Juni 1617. |
|||||||
— 56 —
|
|||||||
dato 7 April 1614. Toen werden nl. verkocht de schilderijen van
Cornelis v, D. V. op 't Water in de vier Heemskinderen. Kan men in het algemeen bij gelijkheid van namen niet te voor-
zichtig zijn, hier geldt die vermaning dubbel, immers de naam v. D. V. kwam te Amsterdam veel voor. Een naamgenoot van dei schilder was o. a. Corneüs V. D. V. in 1608 of vroeger gehuwd met Anna Michielsdr., een koopman van dien naam, die 3 Juni 1613 een huis in de Nieuwe Hoogstraat verkocht, waarbij Gerrit v. der Voort 1) en Arent Elberts substituut zich borg stelden. Zijne kinderen 2) zullen het wel geweest zijn, die 22 Octob. 1638 een waschbleekerij buiten Regulierspoort verkochten. In 1625 overleed de schilder, naar wij gezien hebben op de Breê-
straat. Naar zijn acte van begrafenis zocht ik te vergeefs; mogelijk had die in de Zuiderkerk plaats en de registers beginnen voor die kerk pas met September 1625. MartendeVos. 't hoff.......1 Maart 1607. f 10.
de Vries, een perspectief,daer Amon
dootgestooken wordt . . 6 April 1620 . » 90.—
PlETER ISAACKS en Paul. de Vries, stuck van Coninginne
Esther.......12 Mei 1621 ■ » 86.—
Archief II, 275.
Vroom . . . Amsterdam.....7 April 1614 . » 9—10
» ... een stuck van schepen . 12 Mei 1621 . > 70.—
» ...» scheepgen .... 23 Juni l6z2 • » 2—4
|
|||||||
1) Geraerd v. d. V. van Brugge, oud 40 jarcD, ondertr. 9 Mei 1592 Janne-
ken de Cock van Antwerp. 2) Carel v. d. V., als man van Cornelia, Davidt nE Wildx als man van
Elisabeth on Maeia, alle drie dochters van Corneus v. d. V, |
|||||||
— 57 —
|
|||||
Vroom . . . een scheepgen . \...... f 9—
» ... eene groote scheeps- > 7 Jan. 1625
schilderij.....)...... » 16—10
ADAM WlLt.ERS. een stuck synde schepen \...... » 61.— 1)
» een teeckeningh van > 19 Maart 1625 .
(schepen.....)...... » 5 — 5)
Jan Willens, een landschapgen ... 19 Maart 1625 . o 6.—
(6 Mei 1579 poorter, van Ter Gou, zie Anistel's
Oudheid Vil, 97).
Wouter Willems . een uyrwerk.....1 Maart 1607 . f 24—13
JocHEM
Vvttewaei. . stuck van...... Octob. 1637. » 106.— 2)
Balaams Eselinne.........12 Mei 1621 . » 36—10
Den toorn Babilons........1 Maart 1607 . » 350.— 3)
Salomon's afval.......... 19 Octob. 1618. » 134.—
Een doeck, val der engelen.....20 Aug. 1612 . » 455.— 4)
Stuck van de geboorte.......20 Aug. 1612 . » 325.— 5)
Stuck met openslaande deuren van de ge-
boorte Christi.........12 Mei 1621 . Cruysinge Christi, berch van Calvariën . 20 Maart 1612 . > 80.—
Schildery van de afneming van 't Cruys . 18 Febr. 1626 . » 92.—
Bort van 36 graven ........ 2 Octob. 1619. » 2—2
Stuckje schildery van Marcus Curtius . . 29 Octob. 1608. » 0-9
Bort van oudt Amsterdam 6).....15 Decb. 1601 . » O—13
Bortgen Rotterdam.......j » O —17
,,,..,,, , > 12 Septb. 1614.
bchilderybort Amsterdam.....) ' » 2—9
1) Philips Latjkens op den Nieuwendijk in de Son.
2) Johannes Eealme. 3) Heneick vak Os. 4) Bakent van Someeen.
5) Hans van Conincksloo. 6) Uit de nalatenscliap van Claes Hendeicks VI. 8
|
|||||
— 58 —
|
||||||||||
Oudt Amsterdam met scheepkens . . . Juni 1007 . . ƒ 12 —
't Uytvaeren van de vyf schepen. . . I » 94.---
d' Inkomst » » » > , , . \ ■ " ' » 68.—
Lotery van 't Oudemannenhuis t) • • . 7 April 1614 . » 13.—
Stuck van Bvoêr Cornelis...... 20 Maait 1612 . » 5—15
Coornhert's tronie......... 12 Mei 1621 . » 3.—
Schildery op doek van de Antwerpsche
vischmarkt........... 1 Maart 1607 . » 20.—
De vischmarkt van Antwerpen .... 6 April 1620 . » 5.—
Schildery Calis Malis 2)....... 15 Aug. 1617 . > 12—5
De Spaansche dans........ 19 Octob 1618. » 65.—
Een groote schildery, poëtery..... 3 Febr. 1625 . > 36—15
Eancquet der goden........ 7 April 1614 . » 317— 3)
Den hoywagen.......... I Maart 1607 . » 396.— 4)
Een koockenbort......... 23 Aug. 1612 . *• 101.— 5)
|
||||||||||
Prenten en Teekeningen.
|
||||||||||
Acht teekeningen van Aert van Levden . 5 Decb. 1629 . f 3.—
Kunstboek van Aldegraeff..... 9 Maart 1637 . » 66.—
Vier printen van Michel Angelo ... 9 Febv. 1638 . » 1—17
Een deel teekeningen van Brouwer . I * O—19 Vyf > op papier » . I » 0 — 16
|
||||||||||
1) Uit den boedel van Coknelis van deb Voobt op 't water in de vier
heemskinderen; de loterij vau 1600? gekocht door Jan Habmens. 2) Cadix in Spanje, zie v. Mandeb in voce Hoefnagel; Schepenkennia in
dato 12 Decb. 1620 Gabbiel Jansen van Calis Malis in Spanje. 3) Michiel de Fokt. 4) Willem Jacobs. 5) Hans van Conincksloo.
|
||||||||||
— 59 —
|
|||||||
De bedelaers van Callot...... 9 Febr. 1638 . f o—18
Kunstboek van Alber Duer..... 9 Maait 1637 . » 200. — 1)
» met printen van Alber Duer \...... » 270.— 2)
Print......» » » > Octob. 1637, » 10.—
Teeckening ... » » > J...... » 25—10
Stuck geteekent by , . . » » Maart 1607 . » 3—6
Zes printen van Alber Duer . . . \ . ...... 2—5 3)
'T vrouweleven » » » houtsneê; I
21 platen . . ,.......I...... «288—154)
'T vrouweleven van Alber Duer . . I...... » 2—17 5)
Een coperen plaet van Alber Duer, l
(De Tas Vloyer)......./ 9 Febr. 1638 . » 9—15
Een coperen plaet van Alber Duer, l
(den Droomer) ......... 1...... » 18.—-
Een coperen plaet van Alber Duer,
(een Cockje) 6)......../...... » 21.—
De vier evangelisten, (wit en swavt), van
Blommert........... 9 Febr. 1638 . » 36.—
Print van Blommert en Golsius . . . > » » . » 1—18
Een print van Buccoy....... 20 Octob. 1625. > 2—12
Bacchus met de pen gemaeckt van Goltius 12 Mei 1621 . » 14.—
'T vrouweleven van Goltius..... 17 Mei 1625 . » 5—8
Print van de bruiloft van Kana van Goltius 15 Jan. 1625 . » o—15
De passie van Goltius....... 20 Octob. 1625. • 6 — 10
|
|||||||
1) Abraham Alewtn, (in de Warmoesstraat,.
21 Advokaat Vttenbogaebt op den Cingel.
3) Bembbandt vah Eijn, i) Cobnelis Danckebts.
5) Rembb. v. Run kocht 7 exemplaren.
6) Allen op de auctie van de nalatenschap van Gommebt Spbangeb , waarin
ontzaglijk veel van Dubeii voorkwam. |
|||||||
— 60 —
|
|||||
De passie geteeckent van Goltius . . . Octob. 1637. f 36.—
» » by Goltius......\...... » 5.—
Een tronie van » ..... 1...... » 49.— 1)
'T banquet der goden van GOLTIUS . . \ 9 Febr. 1638 , » 0—15
Kunstboeck van Goi.tius.....I...... > 51. —
Teekeningh » » .....j...... » 27.— l)
Teekeningh met de pen gedaan, van \
GERR1T VAN HOFT (HOST?) ... I...... » 14.—
üvael met de pen gedaan, van Gerrit 1
van Hoft........../ 19 Maart 1625. , 2J_lo
Ovael met de pen, synde een strant van 1
Gerrit van Hoft.......]...... , 26.—
Kunstboeck van Lucas 2)......9 Maart 1637 . «637—103)
Zeven printen » » ......9 Febr. 1638 . » I—6
Een .teeckeninghe van Lucas.....9 Maart 1637 . » 18.—
Een passie geteekend van Kaf.rl Ver-
mander............9 Febr. 1638 . , 26.—
Stuckje met de pen gemaeckt van Matam . 12 Mei 1621 . » 36.— 4)
Konstboeck van Isrel MeNts .... 9 Maart 1637 . » 280.—
De hemelvaart van Muller.....22 Febr. 1 635 . » . o —1 4
Zestien printen van Rafei......1 » 2—1 2
Een teeckeningh » ,.....[ 9 Febr. 1638'. > 2,._I0
'T vrouweieven van Sadelaer.....17 Mei 1625 . > o—10
Een lieremytboeck van » .....20 Octob. 1625. » 4—3
Vier printen van Spranger .... 1 „ » o—1 q
Vijf , . , . . . . i 9Febr..6385) , ^ *
1) Rembrandt van Run. 2) Van Jan Basse.
3) Leendert Corneliszoon. 4) Lucas van Valckenborgh.
5) Auctie ten synen lmyse van de printen, teeïceningen, platen en schilde-
|
|||||
— 61 —
|
||||||||||
Zes teeckeninghen van Spranger . . \...... f o—II
...... > O—13
...... » O—17
9 Febr. 1638 1) . 1—5
» » » *• • • l...... * 2—^
Een geëtste plaat » » • • |...... * T—l^
Een plaat van Spranger.. een St. Jan. 1...... » 4—4
Kunstboeck van Subbelbeen (sic ... 9 Maart 1637 . » 45.— 2)
Acht printen van Tempeest.....9 Febr. 1638 . » 1—3
Een teeckeningh van Wttewael ...» » 1638. « 3—123)
Een coperen plaat van commotie der vrou- wen te Romen.........19 April 1627 . « 160 — Een deel printen van de Seylwagen 4) . 15 Jan. 1625 . » I—6
|
||||||||||
DRIE GOUDSGHE GRAVEURS.
|
||||||||||
(Medegedseld door den Heer Luit. Kol. N. Scheltema , te Gouda).
—if]W) UIM vier jaren geleden verzocht mij nu wijlen de hoogst
(i^| Ml verdienstelijke kunstkenner Mr. A. D. De Vries Az. , hem , (Stm^-^fy.y zoo mogelijk, omtrent de levensomstandigheden van de *><*M^<){*j Goudsche graveurs Reynier Van Persyn, Hendrik Bary en AERT Van Waes eenige inlichtingen te willen verschaffen, ten einde bij daarvan gebruik zou kunnen maken bij de door hem onder- |
||||||||||
rijen, achtergelaten by Gommer Spranger. Opbrengt ƒ 1614.—; Rembbasdt
kocht voor f 218—15. 1) Idem.
2) MlCHIEL LE BLON. 3) ClaES ELIAS. i) CHRI8T. V. SlCHEM.
|
||||||||||
— 62 —
|
||||||
nomen en ter uitgave bestemde beschrijving van de prenten van ge-
noemde graveurs. Ofschoon de Heer Mr. N. De Roever in de jongste aflevering
van het tijdschrift Oud-Holland, waarin hij eenige losse aanteeke- ningen aangaande Nederlandsche schilders en graveurs door De Vries verzameld, heeft medegedeeld, in uitzicht heeft gesteld om, voor zooverre de onder de nagelaten papieren van De Vries voorkomende beschrijvingen van werken, onder anderen van H. Bary en R. Van Persyn, daartoe stof zullen opleveren, over dezen afzonder- lijke opstellen uit te geven, heb ik, in twijfel zijnde of de door mij verstrekte familie- en andere berichten hen betreffende nog wel aan- wezig zijn, en bij het onzekere van het in het licht komen van de bedoelde monographiën, gemeend mijne niet zonder moeite heen- gebrachte opgaven, door nader onderzoek nog vermeerderd, aan dit Archief te moeten afstaan. |
||||||
REYNIER VAN PERSYN.
Reinier van Persyn van Alkmaar, plsn. oud 27/j, geen
ouders hebbende, geassisteerd met zijn broeder Aernoud van Persyn, woont op de Nieuwezijds Achterburgwal, ondertr. 18 Sept. 1642 met Elisabeth Dirks van Raemburgh van der Gouw, oud 22/j, ge- assisteerd met Dirk Cornei.isz. van Raemburgh, woont te Gouda. (Puiboek Amst. XVII.) Getr. te Gouda 12 Oct. 1642 Reynier van Persyn (plaatsnijder)
woonende tot Amsterdam, ende Ei.ysabeth Dercxs van Raemburgh van der Goude, beyde jonge luyden. (Procl.boek te Gouda.) Of Persyn vóór zijn huwelijk te Gouda gewerkt heeft en aldaar
|
||||||
— 63 —
|
||||||
zijne bruid heeft leeten kennen is zeer waarschijnlijk, ofschoon niet
stellig te verzekeren. Volgens de Burgemeesters-kamerboeken te Gouda is het intusschen
zeker dat hij in 1645 te dier stede verblijf hield. Immers werd hij aldaar den 22 Dec. aangeslagen voor 2 st. 's weeks ten behoeve van de Schutterij. Voorts vermeldt het kamerboek van 1655 dat hij op den 26» Oct. van dat jaar te Gouda als schutter beëedigd werd. Misschien was hij eerst, als mennoniet, van de dienst bij de schutterij vrij- gesteld, en later, remonstrant sch geworden, daarin betrokken. Bij de aanteekening omtrent zijn tweede huwelijk, op den 25 April
1656 te Wensveen (Waddinxveen) voltrokken, met jouffi'. Maria Cra- beth (j. d. van der Goude), dochter van den schilder Wouter Pieters Crabeth (kleinzoon van den glasscbrijver van dien naam) en Adriana Gerrits Vroesen, wordt almede gezegd dat hij te Gouda woonde. Hij schijnt aldaar tot aan zijnen dood woonachtig te zijn geble-
ven en wel in het ouderlijk huis zijner echtgenoote, (Wouter Cra- beth was reeds kort vóór 16 Juli 1644 overleden) gelegen op het Marktveld op den noordhoek van de Kerkstraat. Dit laatste huwelijk bleef kinderloos en was van geen langen
duur, daar hij reeds den 10» Maart 1662 opnieuw als weduwnaar voorkomt. Hij zelf overleed vóór 23 Nov. 1668, zoodat hij slechts den leeftijd van 53 jaren bereikte. Ten bewijze van eenige der vorenstaande mededeelingen moge
strekken het navolgend extract uit de oude weesboeken te Gouda. «10 Maart 1662. Adr. Vereyck i) Raad en Vroedschap en Wees-
meester en Revnier Crabeth voogden van Pieter Crabeth, on- mondige zoon van Wouter Crabeth en Adriana Vroesen beide |
||||||
1) Werd later Burgemeester en was zelf schilder.
|
||||||
— 64 —
|
|||||
zal., brengen in eene codic. dispositie van Maria Crabeth zal., in
haar leven huisvrouw van Reynier van Persyn , voor den not. Strafint- veld gepasseerd, bij welke zij aan Pieter Crabeth haren broeder vermaakt eene som van ƒ 2000, waarvoor Persyn verhypothekeert zijn huis op het marktveld op den noordhoek van de Kerkstraat, genaamd de Weytas. 23 Nov. 1668. Pieter Crabeth meerderjarig, nu, vermits het
overlijden van Reynier van Persyn, geregtigd tot aanvaarding. 5 Sept. 16; o. Pieter Crabeth bekent dat legaat ontvangen te
hebben uit handen- van SlVERT Caen." Overigens verdient vermelding dat, blijkens de Kamerboeken, in
1683 te Gouda nog voorkwam een Marten van Persyn, wellicht een zoon uit het eerste huwelijk van Reynier. Genoemde Marten werd den 20» Januari van dat jaar als men-
noniet van de schutterij vrijgesteld, terwijl men verder vindt aan- geteekend dat den 14 Febr. 1699 een curator benoemd werd over den desolaten boedel van Marten Persyn. Van de bij Muller vermelde portretten door Persyn gegraveerd
komen in het Goudsche museum voor die van S. Coster, P. C. Hooft, P. PURMERENT en J. VALCK.
Bovendien is aldaar aanwezig een uitstekend portret van Daniel
Witsius, Goudanus, eerste predikant bij de gevestigde Remonslrant- sche gemeente te Gouda van 1632—1652, hetwelk niet door Muller is beschreven. De beschrijving daarvan is als volgt:
1647 aet. 64. Borstb. links in toga, met platte witte kraag, grijs
van haar en baard, het hoofd gedekt met calot. Met achtreg. vers: De Wreedtheyt enz.
G. Flinck pinx. R. A Persyn sculp. fol.
|
|||||
— 65 —
|
||||||
Overigens bevindt zich in het Rott. Archief (Boymans) eene door
KraMM niet vermelde kaart in 6 fol. bladen van de Zyp, waarop men leest: Reynerös A. Persyn Alcmaiianus sculp. |
||||||
HENDRICK BARY.
Hoezeer het er, met eenigen grond, voor gehouden mag worden
dat de graveur Hendrick Bary te Gouda het levenslicht zag, is zulks, bij het ontbreken van de doopregisters waaruit dit zou hebben kun- nen blijken, niet met zekerheid te zeggen, te minder dewijl zijne ouders niet als daar gehuwd voorkomen. Zijn vader, Hendrick Bary of Barry, vermoedelijk van Engel-
sche afkomst, was getrouwd met Heyltje Aerts, werd poorter van Gouda den 2» Juli 1631 en den 17" d. a. v. als schutter beëedigd. Hij woonde op de Blauwstraat in een huis genaamd St. Lucas ,
de latere schutspatroon van zijnen zoon Hendrick, en dreef daar de nering van tabaksverkooper. Dit huis werd, blijkens Eigenboek, den 21 Juni 1630 door hem gekocht. Bij zijn overlijden liet hij zijne echtgenoote met vijf onmondige
kinderen achter, twee zonen, Aert en Hendrick, en drie doch- ters, Grietje, Christina en Maria, die onder voogdij werden ge- steld van Jan Jansz. Copers en Hevndrick Wilson. Ben en ander blijkt uit het volgend extract uit het i2«weesboek
Gouda No. 6, 1633—1649 bl. 224: »Op den I in Marty 1642 compareerde ter weescamer Heyltje
Aerts, Wed. wijlen Heyndrick Bakry, geassisteert met Jan Adamsz. haercn gecoren voocht in dezen, Jan Jansz. Copers en Htïyndrick Wilson als voochden van Aert en Heyndrick, Heyndricks Barry zonen, en Grietje, Christina en Maria, Heyndric'x Barry dm. ter |
||||||
— 66 -
|
|||||
andere zijde en heeft de voorsz. Heyltje Aerïs met consent en ten
overstaen van voorsz. voochden Tiare voorsz. weeskinderen bewesen voor haer vaders erf elck vier hondert Carolj. gis. te xl. grooten 't stuck, mits dat sij verbonden blijft, sulcx sij belooft bij desen, de- selfde voor de vruchten van dien te voeden en t onderhouden in montcosten, cleederen en allen anderen lichamelicken behouften tot haere mondigen jaren ofte huwelijcke state, na haer vermogen, met behouden goederen, onder de3e expresse conditie dat ingevalle de voorn. Heyltje Aerts comt te hertrouwen, haer voors. weeskinderen yder sal ujtkeeren in plaets van vier hondert acht hondert gin.; oock middelertijt lesen, schrijven en elck een goet ambacht ofte hantwerck te doen leeren. Den mondigen eerlijck gecleet en gereet uit te setten en voorts all daerbij te doen dat een goede Christelicke moeder toe- behoort. Tot versekerheyt van dien verbindende specialick haer huys en
erve staende op de blaeustiaet genaemt Ste Lucas, ten oosten belent mr. Jan le Feuere chirurgyn en ten westen de ghemeene gangh van de vijf huizen, en" voorts generalick alle haere goederen gewonnen en ongewonnen." present weesm"' dempto Vlacq.
J. D. Westerhout Secr» Het geval van een tweede huwelijk van Heyltje Aerts, waarin
bij voorschreven acte werd voorzien, had werkelijk en wel niet lang daarna plaats. Immers, blijkens Procl. boek te Gouda, hertrouwde zij den 28" üec. 1642 met Willem Goverts Bosboom wonende te Rotterdam. In 1667 vindt men haar weder als weduwe vermeld en in 1686 als nog in leven. Hendrick Bary , die gezegd wordt een leerling te zijn geweest
van den plaatsnijder Reynier Van Persitn, komt den 6n Maart 1666 |
|||||
— 67 —
|
|||||
en Ion Dec. 1667 voor als lid van de schildersconfrerie te 's Hage.
Het kan niet langer dan tot 1672 zijn geweest dat hij zich daar heeft opgehouden, vermits hij van 1672—75 vendrig was bij de schutterij te Gouda. Den 411 Febr. 1676 huwde hij met Margrif.ta Suys (ged. bij de
Herv. gemeente 7 Juni T652), dochter van Govert AliEl-S Suys en SüSANNA ADRIAENS HOEBEECK. i) Haar vader, een voornaam lakenkooper, was, tijdens hare ge-
boorte, Colonel der Schutterij en bij zijn overlijden in 1671 Burge- meester te Gouda. Hij wordt door De Lange van Wijngaerden in het werkje »de
Goudsche glazen bl. 52", gezegd een groot konstenaar, vermoedelijk een kunstkenner en bevorderaar der fraaie kunsten geweest te zijn. Door zijne vrouw werd Bary verzwagerd met Dr. Gisbertus Cincq,
getrouwd met hare zuster Maria Suys, en werd hij de oom van Gonardus of Govert Cincq, in 1672 uit dat huwelijk gesproten, die in Sept. 1728, ongehuwd, als Raad en oud-Burgemeester van Gouda overleed. Opmerking verdient dat Bary driejaren, en wel van 1677—1680,
gelijktijdig met den schilder Christoffel Piep.son, tuchthuisvader te Gouda was. Waarschijnlijk bood de localiteit van dat huis beiden gelegenheid aan aldaar hun atelier te vestigen, en uaar Bary gezegde betrekking tot 1703 bleef bekleeden, heeft hij 26 jaren lang van die gelegenheid gebruik kunnen maken. Uit zijn voorschreven huwelijk sproten zes kinderen, waarvan
het eerste den ion Maart 1677 en het laatste den 24» Oct 1683 in de Hervormde gemeente gedoopt werden, hoezeer Bary niet tot die, 1) Zoo Bary kort vóór 1630 geboren is, was zijne echtgenoote ruirn 22 jaren
jonger dan hij en heeft hij den leeftijd van meer dan 77 jaren bereikt. |
|||||
— 68 —
|
|||||
maar denkelijk tot de Remonstrantsche gemeente behoorde. Althans wer-
den de kinderen van twee zijner zusters, waarover hieronder nader, in deze gemeente gedoopt. In 1683 vindt men Bary als houtkooper vermeld, wonende bui-
ten de Potterspoort en wel op de Wachterstraat. Bary werd begraven te Gouda in de St. Janskerk den 16n Febr
1707, laatst woonachtig buiten de Potterspoort. Hij werd op deftige wijze, namelijk met de groote baar, ter aarde besteld. Zijne Weduwe Margrieta Suys volgde hem 26 Oct. i 713 in het
graf. Zij woonde laatstelijk op de Gouwe. Wat er van Bary's broeder Aert is geworden is geheel onbe-
kend. Van zijne zusters trouwden Christina den n« Juni 1656 met
Aernout Carlier, (blauwverwer) en Maria den 13" Nov 1657 met Cornelis Hendricksz. Van Os. Beide huwelijken werden met kin- deren gezegend. Omtrent zijne zuster Margrieta (Grietje) staat aangeteekend dat zij den 25" Nov. 1646 huwde met Hendrick Wjl- LEMs De Groot j m. van Gouda, en den 2n Sept. 168 1 als Weduwe hertrouwde met Jan Claesz. Outdoeck, Weduwnaar, almede van Gouda. Zij werd als zijne Weduwe begraven 24 Januari 1709. Omtrent de kinderen van Bary meent men, als buiten het kader
dezer bijdrage vallende, in geene bijzonderheden te moeten treden. In het stedelijk museum van Gouda bevinden zich vele der por-
tretten door Bary gegraveerd en door Muller beschreven, waaronder die van den raadpensionaris Johan De Witt en van den schilder Cornelis Ketel zich bijzonder onderscheiden. Overigens is dat museum in het bezit ven een gegraveerd krach-
tig portret van den Goudschen staatsman Hieronimus Van Beverningk, dat voor het beste werk van Bary mag worden gehouden. |
|||||
— 69 —
|
|||||||
Vermits dit poitret niet door Muller vermeld wordt, laat men
eene aanwijzing daaromtrent hier volgen. • Borstbeeld van voren met het gelaat een weinig rechts gewend
in ovaal met wapen en lofwerk, en Lat. vers van A. Lepelaar «lila Beverningkï etc." Naar J. de Bane (Baen) door H. Bary, fol.
De origineele schilderij benevens die van de beeltenis van Jo-
hanna Le Gillon, echt.genoote van Van Beverningk, zijn thans in 's Rijks museum te AMsterdam aanwezig. |
|||||||
AERT VAN WAES.
Hij was de zoon van Pieter Aerts Van Waes en Lysbeth
Dirkx, die den 2y Febr. 1653 als Weduwe voorkomt. De vader was meer dan eens deken van het bakkcrsgild, en
wordt van 1636 — 38 als luitenant bij de schutterij, in 1639 en 4° a's burgerkapitein en van 1641—48 als leproosmeester vermeld. Aert Van Waes huwde den in Mei 1639 als j. m. van Gouda
met Margrietgen Gerrits Cool, en woonde toen in de Lange Groenendaal. Uit dit huwelijk werd een éénige 20on geboren, die den 1211 Sept.
1640 in de St. Janskerk als Pieter gedoopt werd. Evenwel komt de
vader, als Arnoud Van Waes, den 24» Dec. 1641 voor als lid der Walsche gemeente te Gouda. De echtgenoote van Aert van Waes was reeds den 2 111 Febr.
1641 niet meer in wezen. Hij zelf overleed, volgens vroegere bericht-
gevers, in den bloei zijns levens in 1*649, toen nog wonende in de Lange Groenendaal. Meer waarschijnlijk is hij echter in 1650 gestor- |
|||||||
— 70 —
|
|||||
ven, daar den 14" Nov. van dat jaar ten zijnen huize, van wege het
weeskind, erfhuis werd gehouden van eenige schilderijen en teeke- ningen, waarop zijne moeder onder anderen eene schilderij kocht, een zwaan voorstellende, voor f 27—10, een ander een stel Italiaansche prenten voor ƒ 3, en Jan Van Waes, oom van het weeskind, eene voorstelling van Venus en Jupiter voor f 1 — 19. Pieter Van Waes, de zoon, huwde den 1711 Mei 1661, toen
wonende op de Gouwe, met Maria Van Middei.lant, j. d. van Ley- den, wonende te Gouda achter de vischmarkt. Zij was eene zuster van den lateren Schout bij nacht Pieter Van Middellant, die, na het sneuvelen van De Ruyter , den 2" Juni 1676 in de baai van Palermo, jammerlijk aan zijn einde kwam. Met de vermelding dat uit dit huwelijk een zoon geboren werd,
die den 1211 Febr. 1662 bij zijnen doop den naam ontving van Aert, meenen wij deze familieaanteekeningen te moeten besluiten. Wat de kunstenaarsloopbaan van den grootvader, onzen AERT
van Waes betreft, daaromtrent slippen wij aan, dat hij, naar hetgeen door De Lange van Wijngaerden in het werkje »de Goudsche glazen pag. 122 en 123"is medegedeeld, een leerling was van den olieverf- schilder Wouter Pieters Crabeth, Frankrijk en Italië bezocht, boerterijen schilderde, bij Reynier Van PeRsyn het etsen leerde, verscheiden geëtste snakerijen liet drukken, en dat van hem, in den tijd van den schrijver, nog teekeningen met potlood op perkament aanwezig waren. Onder de enkele etsen die ons van hem onder de oogen zijn ge-
komen is er één, nog al in het triviale vallende, die doet denken dat hij, vermoedelijk wegens teleurstelling, ten laatste weinig meer met zijn vak was ingenomen. |
|||||
— 71 —
|
||||||
IETS OVER DEN SCHILDER GHRISTOFFEL PIERSON.
|
||||||
(Medegedeeld door denzelfden.)
Iï de voorgaande bijdragen nopens de Goudsche graveurs
R. Van Persyn en H. Bary blijkt dat de schilder Chris- toffel Pif.rson, die de grootste helft zijns langen levens te Gouda gewerkt en doorgebracht heeft, tot genoemde graveurs in betrekking heeft gestaan, terwijl het verder bekend is, dat enkele portretten door hen naar schilderij of teekening van Pier- son gegraveerd zijn. Om die reden hebben wij het niet ongepast geacht het volgend
korte ovei zicht omtrent zijn leven en werken aan voorschreven bijdra- gen vast te knoopen, in het vertrouwen dat daarvan met eenige be- langstelling kennis genomen zal worden. Volgens Immerzeel, II, 309, werd Christoffet. Pierson den
1911 Mei 1631 te 's-Gravenhage geboren. In een ter secretarie van Schiedam berustend register van aan-
giften om te trouwen staat aangeteekend dat zich daartoe den I 211 Januari 1652 aanmeldden Christoffel Pietersz. j. ra. van 's-Gravenhage, geadsisteerd met Dirk van der Egge zijn oom en Maria Willems van VoORNE, geadsisteerd met Maertgen Jans haar moe let'. Hoogstwaarschijnlijk was deze Christoffel Pietersz dezelfde met
Christoffel Pierson bovenbedoeld en wel op grond dat de laatst- |
||||||
— 72 —
|
|||||
genoemde, die den i 6n Mei 1654 poorter van Gouda werd, aldaar
in December 1662 in de Remonstiantsche gemeente een kind liet doopen met name Anna, waarvan de moeder Maria heette 1). Pierson alzoo sedert 1654 burger van Gouda was aldaar van
1673—76 luitenant bij de schutterij en van 1674—80 tuchthuisvader. In gezegde betrekkingen kwam hij, zoo als in de bijdrage om-
trent Bary is aangeteekend, met dezen in nauwe aanraking. Den 7 Juli 1680 werd, blijkens trouwboek te Gouda, van daar
attestatie op Schiedam afgegeven tot zijn huwelijk met Joppina Ho- denpijl Wed. van Schiedam en aldaar woonachtig. Joppina Hodenpijl was in Maart 1660 getrouwd met Ghysberïus
van Buyerkn (Bueren), wonende te Gouda, van waar zij den 161 Mei 1662 naar Schiedam vertrokken. Pierson schijnt zich na zijn tweede huwelijk te Schiedam geves-
tigd te hebben, althans werd hij den 411 Aug. 1692 opnieuw te Gouda op zijn ouden poorterseed geadmitteerd. Tijdens zijn verblijf te Schiedam werd hem aldaar uit Joppina
Hodenpijl een zoon geboren, die bij den doop den naam ontving van Allard, waarbij onder anderen getuige was Johan Hodenpijl, oud-burgemeester, oom der moeder. Evengemelde verbintenis was niet van langen duur, daar zijne
echtgenoote reeds den iSn Oct. 1687 te Schiedam werd begraven. Pierson blijkt zich daarna nogmaals in den echt te hebben ver-
bonden. Immers werd den 2 in Oct. 1710 te Gouda begraven zijne huisvrouw Amarante Maria Pauw. Bijna vier jaren daarna, 15 Aug. I 714, volgde hij haar in het graf.
1) Door den geschonden toestand van het doopregister, dat eerst met
1662 aanvangt, ontbreken daarin de datums van den doop en de geslachtsnaam der moeder. |
|||||
— 73 —
|
|||||
De zoon Allard, uit zijn tweede huwelijk, trad den 22<i Scpt.
1709 in den echt met Maria Schorel, j. d. van Gouda. Voor zooveel wij hebben nagegaan zijn daaruit twee zonen ge-
boren, t. w. Christoffel, gedoopt 17 April 17 11 en Dirk, gedoopt 3 Febr. 1715. Bij den doop van den eerste was onder anderen de bijna 80 jarige grootvader, Christoffel Pierson, getuige. Het ligt buiten ons plan, ons verder op het gebied der genealogie
te begeven. Alleen willen wij nog vermelden dat Allard Pierson, even als zijn vader, driemaal getrouwd is geweest en dat ons in 1760 nog een andere Allard Pierson, vermoedelijk een kleinzoon van den evengenoemden, is voorgekomen, die omstreeks Juli van dat jaar als j. m. huwde met Cornelia Gkertruyda Boon, j. d., beide van Gouda. Van de hand van den schilder Christoffel Pierson zijn te
Gouda nog verschillende werken aanwezig. In het stedelijk museum aldaar treft men aan twee schilderijen
in olieverf in den trant der grauwtjes, t. w. 10. een gezicht op de stad van den IJselkant met onderscheiden
vaartuigen, door hem aan heeren Burgemeesteren vereerd, waarvoor hem ƒ113—8 werd geschonken; ordonn. 24 Aug. 1684, en 20. eene afbeelding van het slot te Gouda van de waterzijde
met eene schuit waarin verscheidene personen. In het werkje van De Lange van Wijngaerden , »de Goudsche
glazen" wordt vermeld dat, op bestelling van kerkmeesters der Sk. Jans Kerk, onder anderen door Christoffel Pierson in de jaren 1673— 1676 in het klein op perkament in het zwart gewasschen of in tee- kening werden gebracht een groot aantal der geschilderde glazen in gezegde kerk. Naar hetgeen in dat werkje verder staat aangeteekend werd den
|
|||||
— 74 —
|
|||||
4n Febr. 1675 aan Pierson voor het nateekenen van acht glazen,
waaronder een dubbeld, dus negen glazen, tot ƒ 40, betaald ƒ 360. Den 2811 Dec. 1676 voor zeven glazen, volgens contract, f 280,
en den 8n Nov. 1677, voor het maken van de groote teekening van het glas, verbeeldende de gevangenis van Johannes den Dooper en de zending tot Christus, f 80. Gemelde teekeningen, benevens de gekleurde van Julius Caesar
Boëtius en Arent Lepelaer, uitmakende die van al de kerkglazen, worden met zorg in de St Jans Kerk bewaard. Dat Pierson almede het glasschilderen beoefende blijkt daaruit
dat hij, volgens De Lange, den 13 Januari 1677 22f voet glas schil- derde tot ƒ 2.— de voet, waarvoor hij ontving f 45—10. Hij werd dan ook den 6n Juni 1695, na den dood van W. Tom-
BERGIUS, in diens plaats aangesteld tot het schilderen en bakken der Kerkglazen, op f 100 's jaars. Ten slotte zij nog vermeld dat in eene vroegere uitlegging van
de bovengenoemde glazen onderscheiden zinrijke verzen daarop be- trekkelijk van hem voorkomen, die van zijne dichterlijke gave en aandrift getuigen. |
|||||
— 75 —
|
|||||||
OUD TAFEREEL TER GEDACHTENIS VAN DE
HEEREN VAN MONTFOORT. |
|||||||
Met e en e plaat.
ET Rijks Museum van Schilderijen te Amsterdam
ontving in 1884 door bemiddeling van de Heeren C. J. Van Leeuwen L.z. te Woerden en J. J. Koning te Leiderdorp,, als geschenk uit de nalatenschap van Dr. H. Van der Lee te Woerden, een oud ge- schilderd tafereel ter gedachtenis van een viertal ridders uit het geslacht Van Montfoort, in 1345 gesneuveld in den tocht van Graaf Willem IV tegen de Friezen 1), In verscheidene opzichten is dit tafe- reel belangrijk, ofschoon zooals het opschrift getuigt, het herhaaldelijk «verlicht" m. a. w. bijgeholpen is geworden. Ieder, die geen vreemdeling in onze kunsthistorie is, weet hoe zeldzaam ten onzent de middeleeuwsche schilderijen zijn, en geen wonder, want doorgaans stellen zij onderwerpen van religi- eusen aard voor, en juist daardoor werden zij in de eeuw het voorwerp van vernielzucht van plunderende malcontenten, ) Door den Heer Van Leeuwen vernam ik de overlevering, dat 't stuk eer-
op de hofstede Heulesteyn bij Linschoten aanwezig was. Eed. |
|||||||
— 76 -
|
|||||||
gelijk de «beeldstormers". Wat hier en daar nog door een toeval
gespaard bleef, werd in latere eeuwen als overblijfsels van «paapsche superstitie" uit de kerken en kapellen naar elders verbannen en ver- dween alzoo uit de oogen der rechtzinnigen , maar met dat al ging menig kunstvoorwerp voor het nageslacht te loor. De zeldzaamheid van middelnederlandsche schilderijen in onze
Musea wordt hierdoor verklaarbaar en daarom is het niet zonder be- lang eenige regelen te wijden aan een dier zeldzame overblijfsels uit een langvervlogen tijdperk onzer geschiedenis, waarvan hiernevens de afbeelding gevoegd is. Het stuk is geschilderd op lijmgrond op een paneel van vier
eiken planken, te samen hoog 0.69 en breed 1.41 cM. en dagteekent uit de tweede helft der 14e of uit het begin der 15e eeuw. Met veel omzichtigheid werden dooi den Heer W. A. Hopman de vuile vernis- lagen, en voor zoover 't mogelijk was, is de in latere tijden daarop gekladde verf verwijderd, waarna door ue niet minder zorgzame hand van den Heer L. Chantai. de al te zeer beschadigde gedeelten wer- den gerestaureerd, zoodat de schilderij weder eenigzins hersteld is in hare oorspronkelijke gedaante en een ooglijk aanzien verkregen heeft 1). De Heer J. G. Frederiks, de bekende geschiedvorscher, deelde
mij welwillend mede, wat hij omtrent de Heeren Van Montfoort, die in Friesland omkwamen, bijeengegaard en opgeteekend had en |
|||||||
1) Het onderschrift, dat ook door overschildering verminkt was, is met
■liet schoonmaken tevens op twee plaatsen verstaanbaarder geworden. Voor Damianus stond Tomas, voor Zeeland Bijlant. Het onderschrift luidt: „Voor de derde mael verlicht 1770.
Int iaer ons heeren dusent drie hondert vijf en veertich op
santé cosmos en damianus dach doe bleven doot op die vriesen by grave Willem van henegouwen van hollant, vanzela.nt euheer van vrieslant, heer ian van m ontfoorde, heer roeloff van mont- foorde, heer Willem van montfoorde met veel hare magen vrien- den en onderhebben den..............f bidt voor haer allen zielen. Dit is verlicht anno 1608," Hed.
|
|||||||
— 77 —
|
|||||
volgaarne wordt een plaats voor die aanteekeningen in 't Archief
ingeruimd. Het kasteel van Montfoort, in 1170 tot beveiliging van het Sticht
tegen de invallen der Hollanders gebouwd, werd eene eeuw later verpand aan Herman van Woerden, doch hem om zijne wederspan- nigheid ontnomen. Door den invloed van Graaf Floris den Vijfden werd het burggraafschap opgedragen aan Hendrik den Rover. Onder zijne nakomelingen waren verhalen in omloop, die, opgetee- kend uit den mond van den achtsten burggraaf uit zijn huis, in 1449 overleden, meer onderhoudend dan nauwkeurig zijn. De naam Rover, schoon niet méér of minder onteerend dan die van Buter, voormen dien met PeRSVn had verwisseld, moet den verteller niet aangenaam geweest zijn, want hij maakt er een Van Rooy van, iemand uit het geslacht van Sint-OEDENRODE. Opmerkelijk is de ijver, waarmede thans nog aan den gedeclineerden eigennaam Roevere de zin wordt gehecht der roode veder, roe vere, die hun helmsieraad zou ge- weest zijn. Deze Hendrik dan wordt ons voorgesteld als een volgeling van Graaf Floris, die hem de erfdochter van de vroegere Mont- foorts deed trouwen, waardoor hij burggraaf werd. Zoo ontmoeten wij hem in twee oorkonden van 1287, als knape, en zes jaar later nog eens, telkens met zijn' geslachtsnaam De Rover. Van zijne kin- deren kennen wij als zoodanig, en ook niet meer, Meyne, Lisebet en Mechtelt; verder zijn oudsten zoon Zweder, en nog een' zoon Roelof , den broeder van Zweder , want met deze aanduidingen treden ze in de oorkonden op. ZWEDER, burggraaf van Montfoort, werd de echtgenoote van
Catharina , bastaarddochter van Floris V; hare moeder was eene Engelsche, en het familieverhaal van den nakomeling in de vijfde |
|||||
— 78 —
|
|||||
generatie zegt, dat zij, in Engeland groot gebracht zijnde, den Graaf
werd thuisgezonden. Wij weten, dat haar man haar lijftocht gaf den 2 1 April 1301; Floris was in 1254 geboren en dus moet zij jong getrouwd zijn, daar wij den oudsten zoon van haren eerstgeborenen onder de gesneuvelden bij Stavoren tellen, 44 jaar later. Zweder werd de Rijke bijgenaamd; van zijne vrouw weten we niet veel meer, dan dat Willem van Henegouwen hare huwlijksgift bevestigde en dat zij de moeder was van vier kinderen: Hendrik, Floris, Willem en Adelise. Hare dochter huwde met Jan van RosenbURG, welk- huis naast dat van Duivenvoorde stond; hij was uit een jongeren tak van het daarneven wonende geslacht en zijn slot werd vermaard, omdat het genoemd wordt bij het eerst vermelde gebruik van het buskruit in ons land. De oorkonden noemen Hendrik den oudsten zoon van Zweder
en de beide andere jonkers Hendriks broeders. Hendrik de Rover werd als burggraaf van Montfoort beleend
in 1331, door Bisschop Jan van Diest. Zijn vrouw was uit het huis van Yselstein, wier moeder Baerte van Amstel door de heldhaftige verdediging van haar mans kasteel beroemd werd. Reeds in 1334 werd deze leenvolging vernieuwd op hun' zoon Jan. Gelijk reeds opgemerkt is bij het noemen van zijn grootvader Zweder, moet hij bij den dood van Hendrik, zijn' vader, nog jong geweest zijn, en deze onderstelling wordt versterkt door eene oorkonde van 1336, waarin sprake is van zijne voogdij en het geschil of deze zal worden uitgeoefend door zijne moeder Agniese, of door zijn vaderlijken oom Willem , overgelaten wordt aan den Hollandschen graaf Willem den Derden; in 1341 komt hij als een handelend persoon op, die rech- ten van meerderjarigheid heeft uitgeoefend. Slechts weinig jaren waren hem nog toegelegd. |
|||||
— 79 —
|
|||||
Wij komen even terug op den broeder van. den rijken Zweiier,
Rudolphus, Roelof den Rover, die buiten de oorkonden en bij de naschrijvers der kronieken ook Reynout heet. In 1320 trouwde hij Ada, dochter van heer Simon Van Benthem en alzoo klein- dochter van Dirk Bokel, van het Rotterdamsch geslacht, die eenigen tijd heer van Teilingen was. Het vorige jaar werd hij door Willem III verleden met het Hueland aan de Linschoten en met land aldaar om een steenen huis op te zetten, welk leen den 6 Mei I 320 uitgebreid en bevestigd werd, onder bepaling, dat het steenen huis, Huele- stein, Heulestein, Hoelestein of Holestein geheeten, altijd voor den Graaf van Holland zou openstaan. Heer Roelof maakte den 15 Juni 1342 zijn testament, waarvan een gelijktijdig afschrift onder de stuk- ken der abdij van Rijnsburg in het Rijks Archief bewaard wordt. Zijn ons bekende zoon droeg den grootvaderlijken naam en was dus Hen- drik de Rover van Huelestein. Hier verlaten wij den weg, die ons op het gebied der genealogie
zou brengen of wel op dat der geschiedenis van onzen middeleeuw- schen adel, om alleen het oog te vestigen op vier personen, wier namen in het volgend overzicht gespatieerd gedrukt zijn. Hendrik, burggraaf van Montfoort Zweder, burggraaf (2) Roelof, heer van Huelestein
Hendrik, burggraaf. Floris. (3) Willem. Adelise (4) Hendrik
vr. v. Rosenburg.
(1) Jan, burggraaf.
Het onderschrift van het altaarstuk vermeldt (1) Jan, (2) Roe-
lof en (3) Willem. De vierde, volgens zijne wapenen, mede een afstammeling van den eersten burggraaf uit het huis van De Rover, |
|||||
— 80 --
|
|||||
wordt niet genoemd en is ook in de kronieken, die van den slag bij
Stavoren gewagen, onvermeld gebleven. Wij moeten hem dus zoe- ken buiten de ons beschikbare charters. Arend van Buchell, die in 1641 overleed, heeft eene genea-
logie van het geslacht van Montfoort opgemaakt, waarin hij (i) Jan en (2) Roelof wel voor zonen van Zweder houdt, doch daartoe het calendarium der Sint-Servaaskerk aanhaalt: »VI Kal. Oct., ob. D. Joes DE M., D. RUD. Raptor de M., D. WiLH. de M. et alii multi caesi sunt apud Frisones." Volgens hem zijn dus heer Jan, heer Rudolf De Rover, heer Willem van Montfoort met veel anderen ten Vriesen gesneuveld, den 27 September; hieruit moet hij besloten hebben, dat zij broeders waren. Aangaande den vierden persoon op de schilderij bekomen wij betere aanwijzing in het genoemde ver- haal, opgeschreven uit den mond van Jan van Montfoort «Tot Montfoort plegen te wonen Philippus Spiering en Jan Spiering, die mede .bij heer Johan van Montfoort waren, heer Roelof van Montfoort, en heer Hendrik van Montfoort, die van Huelestein, die in den jaere onzes Heeren 134° (sic) op Sinte-Cosmos en Damianusdag sneuvelden". De personen, die op dit tafereel worden voorgesteld, als dool'
Sint-Joris, den beschermheer der ridderschap, ingeleid te worden bij de Koningin des Hemels, zijn Jan, heer en burggraaf van Montfoort, zijn oudoom heer Roelof de Rover, ridder, heer van Heulestein, zijn oom Willem de Rover tot Montfoort en de zoon van heer Roelof, Hendrik de Rover, zoon tot Heulestein. Het zal een gedenkstuk geweest zijn aan de herinnering gewijd der vrome en dap- pere voorvaderen, die gevallen waren op den noodloltigen dag van Cosmos en Damianus, geplaatst in de Sint-Janskerk van Linschoten, op het altaar der Moedermaagd, waar de burggraven van Montfoort |
|||||
— 81 —
|
|||||||
eene vicarie gesticht hebben. Nog in de zestiende eeuw behoorde
die heerlijkheid aan het huis van Montfoort, tot dat ze in I 584 aan een erfdochter kwam, die ze door huwelijk in het geslacht van Merode overbracht. De aanteekening j dat de pastoor van Linschoten in 1586 daar nog inkomsten had ten bedrage van 34 gulden en lo stui- vers, toont, dat de oude godsdienst daar lang werd gehandhaafd, en van elders blijkt het, dat de. hervormde gemeente er laat geves- tigd is. Toen zal de altaartafel naar Heulestein zijn overgeplaatst, waar het stuk voor de eerste maal gerestaureerd werd. Eindelijk is het een merkwaardig gedenkteeken geworden der Nederlandsche schil- derkunst in den aanvang der vijftiende eeuw. |
|||||||
DE PORTRETTEN VAN ERASMUS DOOR DÜRER.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer P.Haverkorn van Rijsewijk, Directeur
van het Museum Boijmans te Rotterdam.) N het Museum Boijmans hangt een portret van Desiderius
Erasmus, (Paneel: hoog 0.28, breed 0.21), dat in den Katalogus aldus omschreven wordt: «Borstbeeld links, met »de doctors-baret op het hoofd, en gekleed in een zwarte *toga met bruin bont gevoerd. Groene achtergrond. Gerrerkt boven- gaan rechts: Imago Er as mi RoterodAm en het monogram van bert Dürer," terwijl bij deze beschrijving de aanteekening is |
|||||||
— 82 —
|
|||||
gevoegd: «Geschenk van den stedelijken Raad van Basel aan de stad
«Rotterdam in i 532." In dit opstel wensch ik mede te deelen den uitslag van mijn
onderzoek: 1», of Rotterdam in 1532 zoodanig geschenk van Basel ontvangen heeft, 2°. of Rotterdam een portret van Erasmus, door Dürer geschilderd, ontving, 30. of bewezen kan worden dat Dürer ooit Erasmus' portret heeft geschilderd, dan wel het tegendeel, 40. van wien het portret in 't Museum-Boijmans afkomstig kan zijn. I.
Een bewijs, dat het portret van Erasmus een geschenk der stad
Basel is, wordt in het archief van Rotterdam niet gevonden. In het archief der stad Basel is zoodanig bewijs evenmin aanwezig. Dr. L. Sieber, opperbibliothecaris der Universiteits-bibliotheek aldaar, deed er vergeefs onderzoek naar; de Staats-Archivaris Dr. Rud. Wackernagel deelde mede, dat hij vruchteloos daarnaar gezocht heeft, en D'. Ed. His, Directeur van het Museum, bekend door zijne onderzoekingen over Holbein, verzekert, dat in geen archief te Basel iets van dezen aard ontdekt is. Bij gebrek aan gezaghebbende acten, wenden wij ons tot de
schrijvers uit dien tijd En, gelukkig, er is een werk, waarin of in welks talrijke bewerkingen iets omtrent dat geschenk van| Basel moet voorkomen, of het verhaal dienaangaande wordt zoo goed als een sprookje. Wij bedoelen Guicciardini's D es critt ion e di tutti iPaesiBassi. In 1567 verscheen dit boek voor 't eerst, in 1581 ver- scheen de tweede uitgave, in 1 588 de derde, door den schrijver vermeer- derd. Bij de beschrijving van Rotterdam zegt echter Guicciardini, ook in de laatste uitgave, geen woord over een geschenk van Basel. Talrijk zijn de vertalingen, enz. van Guicciardini's werk 1). Van de 1) Vergelijk de bibliografische studie van den heer P. A. M. Boele van
|
|||||
— 83 —
|
|||||||
tweede uitgave verscheen eene Fransche vertaling, welke in 1609 werd
herdrukt, vermeerderd met aanteekeningen van Petrus Montanus,— doch ook deze zwijgt van het geschenk. In 1612 verscheen eene vertaling in het HoUandsch, door Kiliaen, eveneens vermeerderd met Montanus' aanteekeningen, — maar ook in deze uitgave geen woord. Voor het eerst wordt van het geschenk uit Basel melding ge-
maakt in de Latijnsche vertaling der derde uitgave van Guicciardini's werk, welke bezorgd en met aanteekeningen vermeerderd werd door Regnerus Viteli.ius, alias Reinier Telle, korten tijd bestuurder der L'atijnsche School te Zieriksee, wiens uitgave in 1614 werd bezorgd door Willem Janssens te Amsterdam 1). In deze uitgave wordt, p. 197, gezegd, dat te Rotterdam be-
waard wordt op het Raadhuis een portret van Erasmus, dat door Basel werd geschonken. Dezelfde mededeeling, in eenigszins beknop- ter vorm, herhaalde de schrijver in zijne Beschrijving bij het Nieuw Nederlandsch Caertboek van A. Goos, dat in 1616 verscheen; en nog eens in den tweeden »a novo revisum" druk van zijne bewerking van Guicciardini, welke ook in 1616 werd uitge- geven bij Johannes Janssens te Arnhem. Groote bewijskracht kan aan eene mededeeling, die 81 jaren achter
aan komt, mijns inziens, niet worden toegekend 2). |
|||||||
Hensbroek over Guicciardini's werk enz., in de Bijdragen en Mededee-
ling en van het Historisch genootschap te Utrecht, DL I. 1) Op het titelblad staat het jaar van den druk aldus vermeld:
Clolocxiil. De heer Boele van Hensbroek leest daarvoor CIOIOCXIII (1613) even als P. de la Rue in Geletterd Zeeland ed. 1734, p. 203. Dr. M. F. A. G.
Campbell, bibliothekaris der Kon. Bibliotheek, die een exemplaar van deze uitgave onder zijne hoede heefb, had de vriendelijkheid mij dienaangaande be- richt te geven, en meldde tevens dat het jaarcijfer , naar zijne meening, betee- kent 1614. Een verschil, voor ons onderzoek trouwens zonder beteekenis. 2) Dr. J. B. Kan betoogde in zijne Erasmiana (Febr. 1878) «erecht dat
het Leven van Desidehius Erasmus, door zijn eigen hand beschreven" enz. ?™gegeven en aan den Baad en het Volk van Rotterdam opgedragen door ^aulus Merula, Leiden 1607", onecht is, o. a. omdat het te vreemd is, dat |
|||||||
— 84 —
|
|||||
Bovendien, wat kon Basel aanleiding geven om aan Rotterdam
in 1532 een geschenk en wel een portret van Erasmus aan te bieden? Misschien zegt men: ingenomenheid met Erasmus bewoog Basel aan de geboorteplaats van den geleerde diens portret te schenken. Maar — daargelaten dat Erasmus te Basel geen officieel persoon was en er als privaat man leefde, — in 1532 was men er met Erasmus vol- strekt niet ingenomen. Erasmus had zich te Basel gevestigd in 1521, maar trok in 1529 naar Freiburg en bleef daar tot den zomer van 1535. Hij wilde toen naar Brabant terugkeeren, maar moest te Basel blijven, daar hij te zwak was om verder te reizeu. Waarom verliet hij Basel in I 529? Omdat er de Kerkhervorming zegepraalde en Erasmus hiervan niets wilde weten. Of hij de Hervormden, die tevens het bestuur over de stad in handen kregen, door zijne vlucht ergerde, dat be- hoeft men niet te vragen, als men weet hoe de godsdiensttwisten in die dagen vriendschap in haat deden verkeeren! Veilig mag men aannemen, dat de heeren van Basel, zoo van
iemand, niet van Erasmus in 1532 een portretten geschenke zouden
zenden.
II.
Uit de mededeeling van Regnerus Vitellius of Reinier Telle,
den Zierikseeënaar, kan men besluiten, dat op het Raadhuis van Rotterdam een portret van Erasmus bewaard werd sedert eenige jaren vóór 1614; maar niet dat het portret door DüRER geschilderd was. Als wij raadplegen Telle's mededeelingen in de door hem ten
jare 1614 en 1616 bezorgde uitgaven van Guicciardini's werk en in zijne Beschrijving bij het Caertboek van A. Goos, in 1616, dan treft het ons, dat hij Dürer's naam volstrekt niet vermeldt. Had Telle eene autobiographic , in 1523 opgesteld, naar het heet, eerst in 1607, d. i.
84 jaren later, gedrukt werd. |
|||||
— 85 —
|
|||||
geweten, dat het portret van EraSmus door Dürer geschilderd was,
hij zou het niet hebben verzwegen. Immers, Dürer was in ons land beroemd als kunstenaar en geëerd als Hervormingsgezinde. Zijne reis door ons land, welke hij om zijne gezondheid had moeten staken, maar waarop hij toch Zeeland had bezocht, was in Telle's woon- plaats evenmin als in 't geheele land vergeten, vijftig of zestig jaren na des kunstenaars dood. Eene schilderij van DüRER, — stad en land zou daarvan hebben gewaagd, en te Rotterdam had men het stellig niet gezwegen. Is het dus reeds bedenkelijk, dat Telle van DüRER's auteurschap
geen gewag maakt, er is eiger. In de reeds vermelde uitgave van GuicciardiNI, in 1614 te Amsterdam verschenen, schrijft TEtAE, p. 197, dat Rotterdam, behalve Erasmus' beeld, bewaart: «loco «publico ejus effigiem, fidelissime ex ipsius vultu, «quadriennio ante excessum, deliniatam, et a S. P. Q. B A s I- «liensi transmissam". Derhalve is volgens dit bericht het por- tret geschilderd vier jaren vóór Erasmus' dood, en daar DüRER den 6«n April 1528 stierf, acht jaren vóór Erasmus, kan volgens dit bericht het portret niet door Dürer zijn gemaakt. Het is waar, in zijne Beschrijving bij het Caertboek,
die in 1616 verscheen, drukt Telle zich eenigszins anders uit. Daar zegt hij, sprekende van Rotterdam en Erasmus, dat de stad was «bewarende voorts op het Raethuys syn figuere na 't leven gedaen, «ende hun omtrent vier jaren voor syn overlyden by den Raet van «Bazel overghezonden". Hier staat niet, dat het portret vier jaren vóór Erasmus' dood geschilderd is; er wordt slechts gezegd dat het vier jaren vóór Erasmus' dood overgezonden werd. Daar Telle, blijkens zijn zwijgen over Dürer's auteurschap, deze wijziging ni t heeft aan- gebracht ten behoeve van dat auteurschap, zouden wij hierbij niet |
|||||
— 86 —
|
|||||||
behoeven stil te staan. Maar er is een stellig bewijs, dat Telle
deze wijziging slechts ter wille der beknoptheid en zonder eenige andere bedoeling in zijne Beschrijving aanbracht. In hetzelfde jaar 1616 gaf hij, zooals gezegd is, bij Johannes Janssens te Arnhem een nieuwen druk van zijne bewerking van Guicciardini uit, en wel een druk »a novo revisum", en daar staat p. 308 precies hetzelfde over Erasmus' portret als in zijne editie van 1614 !)• De slotsom is dus, dat in 1614 DüRER nog niet genoemd werd
als de schilder van het portret van Erasmus , op het Raadhuis te Rotterdam; ja, dat volgens het eerste, volledige bericht dienaangaande, DüRER dit onmogelijk kan geschilderd hebben. De eerste keer, dat weder van dit portret gesproken wordt, is,
voor zoover wij weten, veertig jaren later, in 1654. In de stads- thesauriersrekeningen van dat jaar wordt nl. vermeld, dat aan Hen- rick Maertens Sorch 17 gulden en 6 stuivers werd betaald voor 't overschilderen »van het contrefeytsel van Erasmus" 2). Ook hier wordt Düker's naam niet genoemd, maar dit is thans niet van zoo- veel beteekenis, daar wij te doen hebben met een post uit eene rekening en niet met een werk, dat al het beziens- en wetenswaar- dige vermelden wil. Deze overschildering is tevens het beste bewijs dat het portret van Erasmus, in 1849 van het Raadhuis naar het Museum Boijmans overgebracht, hetzelfde is "als het portret, in boven- staande aanteekening bedoeld, en dus ook hetzelfde als het door Telle veertig a acht en dertig jaren vroeger vermelde. In de ach- tiende eeuw werd het vermoedelijk, gelijk de meeste schilderijen van |
|||||||
1) Deze mededeeling hen ik verschuldigd aan Dr. Campbell, die zoo
vriendelijk was, op mijn verzoek, de exemplaren van beide uitgaven, in de Kon. Bibl. aanwezig, te vergelijken. 2) Eott. Historiebladen, uitgegeven door de heeren J. H. Scheffek en
Fb. D. O. Obbeen, Afd. 8. Deel I, p. 689. |
|||||||
— 87 —
|
|||||
vroegeren tijd, op zolder gezet, zoodat Kortebrandt , die het Raad-
huis in het midden dier eeuw heeft gekend , in zijn nauwkeurige be- schrijving van dat gebouw, geen woord van dit portret rept i) Wanneer en hoe dit portret van Erasmus aan Dürer's naam ge-
komen is, dat weten wij niet. Zeker is het niet zonder gewicht, dat Carel Van MandeK in zijn Schilderboek, dat in 1604 verscheen, over Dürer zeer uitvoerig sprekende, niet geen woord van dit portret gewag maakt, hoewel hij belooft isoo veel ick wetenschap hebbe, sal ick ons nu verhalen zyn constige schilderye", en werkelijk een aantal schilderijen opnoemt uit het buitenland, maar uit ons land slechts één, dat te Middelburg was, terwijl hij ook Dürer's gravures en teekeningen tracht op te sommen, en uonder de laatste eene noemt, die het eigendom was van een heer in den Briel. Is het denkbaar, dat deze bewonderaar van Dürer, tevens geduldig navor- scher, een portret van Erasmus door Dürer te Rotterdam zou hebben over 't hoofd gezien-, als hij zelfs eene teekening in den Briel niet vergeet ? Ik vermoed om een en ander, dat het portret tusschen 1604 en
1614 te Rotterdam is ontvangen, misschien van een vereerder van Erasmus, die meende dat een portret van den geleerde in zijne vaderstad niet ontbreken mocht. Onwillekeurig denken wij hier aan de reeds vermelde autobiographie van Dürer, welke in 1607 werd gedrukt, en »aan den Raad en het Volk van Rotterdam" werd opge- dragen. Waarschijnlijk prijkte het portret reeds met inscriptie en monogram en ging het voor een werk van Dürer door, toen het te Rotterdam ontvangen werd. Er waren trouwens meer portretten van Erasmus in omloop, welke op Dürer's naam stonden. Niet slechts toen, maar nog in 't begin dezer eeuw, werden ettelijke schilderijen m verzamelingen en op veilingen voor werk van Dürer uitge- 1) Zie dit Archief D. V. p. 326.
|
|||||
— 88 —
|
|||||
geven, die niet van hem waren. Daar DüRER betrekkelijk weinig
geschilderd heeft, en het in vroeger eeuwen niet gemakkelijk was zijne werken te bezichtigen, omdat men daarvoor ver reizen moest, werd al spoedig hier te lande en elders zijn naam geschonken aan copiën en aan schilderijen, eenigszins in zijn trant behandeld. De Katalogussen van veilingen uit de vorige en uit het begin van deze eeuw zouden gemakkelijk meer dan één bewijs daarvan kunnen leveren. Als voorbeeld, dat er meer portretten van Erasmus hier te lande
op Dürf.r's naam stonden, diene dat tot de verzameling schilderijen, welke den ióen Mei 1696 te Amsterdam werd verkocht (Hoet I) ook behoorde een «Portrait van Erasmus door A. B. Duur", dat f 18 opbracht. Bij de verzameling , nagelaten door de schilders A. J. Brandt en D. Kerkhoff, welke den 2o,en Oct. 1821 te Amsterdam werd verkocht, behoorde een «portret van D. Erasmus, door A. Dürer, op paneel, hoog 2 p. 5 d., breed 2 p." Ter wille der curiositeit deelen wij ook mede, dat in de verzameling van den heer C. SiNGENDünck, welke te Amsterdam den 11 en Apr. 1825 werd verkocht, aanwezig was een portret van Erasmus, ongeveer van dezelfde afmetingen als het vorige, en ook op hout geschilderd, dat »naar A. Dürer en H. Holbein was geschilderd, door P, Dubordjeu en H. Steenwijk"! [Jet werd door den heer A. Lamme — zeker voor een ander — aan- gekocht voor f 21.—. Rotterdam kreeg behalve het reeds behandelde portret van Eras-
mus, nog drie andere ten geschenke. Van één dezer portretten is de geschiedenis medegedeeld in dit Archief 1). Mr. Gerard van Papenbroek, schepen van Amsterdam, bood
het in 1740 burgemeesteren van Rotterdam ten geschenke aan, en deze aanvaardden het met erkentelijkheid, onder belofte dat het in . 1) Deel V, p. 323 vv.
|
|||||
— 89 —
|
|||||
de vergaderkamer van Burgemeesteren zou worden geplaatst en aldaar
blijven. De heer Van Papenbroek deelde mede, dat het was »ge- conterfeyt in den jare 1522", dat Erasmus zelf er voor gezeten had en dat het klein van afmetingen was. Daar liet portret, dat in 1849 uit het Raadhuis naai het Museum Boijmans werd overgebracht, niet tot de kleine kan gerekend worden, is dit portret zeker verdwenen, hetzij tijdens de troebelen van 1795, betzij bij het afbreken van het oude Raadhuis tusschen 1827 en 1835. In 1849 ontving.Rotterdam weder twee portretten van Erasmus,
met het legaat van den heer Boijmans. Het eene was 35 d. hoog, 27 d. breed, en droeg het jaartal 1530. In den katalogus der vei- ling, welke de heer Boijmans in 1811 wilde houden, werd het aan Holbein toegekend (Afd. B. No. 41; op paneel, hoog 14, breed 10 Rhijnl. duimen, gemeten naar den dag.) In den eersten katalogus van het Museum (1849) werd het echter gerangschikt onder de onbe- kenden. Het moet een goed stuk zijn geweest, en het is zeer jammer, dat het bij den brand in het Museum verloren ging. Indien het derde portret van Erasmus verbrand was, zou de schade kleiner zijn geweest. Dit portret staat niet vermeld in Boijmans' katalogus van 1811. In den laatst verschenen katalogus van het Museum staat het op no. 354 vermeld, onder de «Onbekenden": Het is op paneel, hoog 0.30, breed 0.26, en een slecht werk, uit de vorige eeuw. III.
Maar heeft Dürer ooit een portret van Erasmus geschilderd?
Voor het beantwoorden van die vraag verkeeren wij in gunstiger
omstandigheden dan luttel jaren te voren. Het dagboek, dat Dürer op zijne reis door de Nederlanden hield, ligt thans voor ons, gelijk reeds vroeger Erasmus' brieven tot ieders beschikking stonden. Die |
|||||
— 90 —
|
|||||
twee zullen het toch wel geweten, en misschien ergens vermeld heb-
ben , indien de een den ander heeft geportretteerd. Een enkel woord over Dürer's dagboek. Dit kwam in het bezit
van Willibald Pirkheimer, Dürer's innigsten vriend. Na diens dood geraakte het in 't bezit der Neurenbergsche familie Imhoff, daar eene dochter van Pirkheimer huwde met Hans II Imhoff. Hun zoon, naar zijn grootvader Willibald geheeten, was ook een groot vereer- der van Dürer, maar zijne^weduwe, zoons en kleinzoons dachten er anders over, en maakten de rijke verzameling te.gelde. Ook het dag- boek verdween, en men weet niet of het nog bestaat, en zoo ja, waar het is. Gelukkig, leefde te Neurenberg een kunstenaar, JohaNN HaUER,
een groot vereerder van Dürer, (1586—1660), die de gelegenheid had het dagboek over te schrijven. Ook deze copie had vele lotge- vallen, tot zij terecht kwam in de Bibliotheek te Bamberg. Reeds vroeger waren eenige brokstukken door onkundigen medegedeeld. Maar in de Bibliotheek te Bamberg werd de copie van Joh. Hauer in 1879 teruggevonden door den Directeur der Bibliotheek Dr. Frxe- DRICH Leitschuh, die haar in 1884 hoogstnauwkeurig heeft uitge- geven 1) en voorzien van een inleiding, waaruit wij bovenstaande mededeelingen hebben getrokken. Dit dagboek leert ons, dat Dürf.r na zijne aankomst te Antwer-
pen op 2 Aug. 1520 spoedig kennis maakte met Erasmus. Hij schrijft (Leitschuh, p. 54): Mehr hat mir herr Erasmus geschenckt ein Spanioleins mentelle und 3 conterfet tisch man. 1) Albeecht dükeh's Tagebuch der Beise in die Niederlanda.
Eïste vollstandige Ausgabe, nachder Handschriftt Johan Hadee's mit Einleitung und Anmerkungen, von D r. Friedrich Leitschuh, Leip- zig, F. A.Beockhatjs, 1884. Zie verder: Dübeb, door M. Thausing, 2e uitg. 1884; Düeee's Briefe, Tagebücher und Reime door denzelfden, in het Ille deel van Eitelbebgee's Quellenschrifte enz. 1872; Ch. Ephrussi; Paul Mantz. |
|||||
— 91 —
|
|||||
D. i.: behalve de geschenken, welke Dürer van anderen ontving, schonk
Erasmus hem een Spaansch manteltje en drie portretten. Dürer be- antwoordde deze beleefdheid, want hij schrijft (p. 59): und Erasmo Roterodamo hab ich auch eine Passion geschenckt, in Kupfer gestochen. Ondevtusschen waren beiden, Erasmus den 26n Aug., van Antwerpen naar Brussel vertrokken, en onder DüRER'S aanteekeningen aldaar staat: »Ich hab den Erasmum K'otero- dam noch einmahl c onterf et." Hij deed het dus te Brussel voor den tweeden keer. Waar en wanneer deed hij het voor 't eerst? Het antwoord ligt voor de hand: te Antwerpen. En dit vermoeden klimt tot zekerheid, omdat de astronoom
Nikolaas Kratzer op een afdruk van Erasmus' portret, door Dürer gegraveerd, in het Latijn heeft geschreven, dat hij erbij tegenwoordig was, toen Dürer Erasmus'portret teekende. De Geheimrath Wolff te Bonn bezit dien afdruk. En wat zegt Dürer van Kratzer? In de eerste dagen van zijn verblijf te Antwerpen teekende hij aan : »I ch hab conterfet Herren Nicolaum, ein astronomus. Derwohnet bei demKönig vonEngland, der mir zu viel dingen fast förderlich und nutzlich ist gewesen. Er ist ein Teut- scher, von München burtig." (p. 54, 55). De mededeeling van Kratzer, dat hij Dürer Erasmus' portret teekenen zag, maakt het zeker dat het te Antwerpen vervaardigde portret niet geschilderd werd. Zou dit dan met het tweede, te Brussel gemaakt, het geval kunnen zijn? Tot antwoord strekke, dat Dürer maar zes dagen (nl. tot 2 Sept.) te Brussel heeft vertoefd en het er zeer druk had. Nog duidelijker bbjkt, hoe weinig kans er is, dat hij Erasmus toen kan geschilderd hebben, als men verneemt dat hij niet eens schildergereedschap bij zich had. Toen Christiaan II, koning van Denemarken, te Antwer- pen kwam, ontbood hij weldra Dürer, opdat deze hem »conterfeyet", |
|||||
— 92 —
|
||||||
en Dürer voegt er bij »das thet ich mit dem kohln." Te Brussel
echter wilde CHRISTIAAN dat DüRER zijn portret »von öhlfarben" maken zou, en Dürer voldeed aan liet verlangen van den vorst, maar, blijkens zijne aanteekeningen (L. p. 91, Thausing , DüRER II p. 211), moest hij daartoe paneel, verwen en een verfwrijver van een schilder leenen. Als zóó iets ook met Erasmus was gebeurd, zou Dürer niet vergeten hebben het aan te teekenen. Wat de geteekende portretten betreft; onlangs is er één uit de
verzameling van Jean Gigoux overgegaan in die van den schilder Léon Bonnaï, ierwijl de andere zoek is. De bewaard geblevene i)iseene schets in houtskool; borststuk zonder armen. Men ziet er Erasmus bijna vlak in het gelaat, want hij houdt het hoofd slechts een weinig naar den linkerkant. Hij draagt een baret, met een kwastje er boven op en met een afhangenden rand in den nek; verder is hij gekleed in een laken bovenkleed, zonder bont. De baret is tot de wenkbrauwen neêrgetrokken, zoodat het voorhoofd geheel bedekt is. De oogen zijn naar beneden gericht en zien onder de neergeslagen boven-oogleden voor zich uit, met geen aangenamen blik. De neus is nog al massief; de lippen, tamelijk breed, zijn op elkaar gesloten, en om den mond speelt een ironisch, zelfvoldaan lachje. De kop getuigt van groote scherpzinnigheid en van spotlust, maar niet van de intellectueele meerderheid en het fijn vernuft, door Holbein zóó meesterlijk weer- gegeven. Bovenaan staat in Dürer's fijn handschrift: »Erasmus f on Rotterdam" en het jaartal 1520. Erasmus had bij zijne vele uitstekende hoedanigheden, het gebrek
nog al ijdel te zijn, en hij hield niet op bij zijn en Dürer's vriend |
||||||
1) Afgebeeld in de Gazette des Beaux Arts 1879, Dl. I bij bet opstel
van Ch. Ephrussi over Düber, dat later afzonderlijk verschenen is. |
||||||
— 93 —
|
|||||
Pirkheimer aan te dringen, dat de kunstenaar zijn portret graveeren
zou. Den 3^11 Juli 1521 was Dürer uit de Nederlanden naar huis teruggekeerd, maar hij maakte met die opdracht geen haast. In 1526 eerst was de gravure gereed. Het opschrift luidt: »Imago. »Erasmi. Roterodami. ab. Alberto. Durero. ad. vivam. effigiem. delin- »iata"; hierop volgen de woorden THN KPEITTX1 TA 2VITRAM- MATA AFTHEI i), MDXXVI en Dürer's monogram. Het zal de aan- dacht niet ontgaan, dat in dit opschrift gezegd wordt door Dürer zelf, dat aan deze gravure eene teekening naar het leven, en dus geen geschilderd portret, ten grondslag heeft gelegen. Hoe weinig bevredigend dit afbeeldsel was, blijkt uit hetgeen Erasmus den 30™ Juli 1526 schreef: «Alberto Durero, quam gratiam referre queam, cogito. Dignus est aeterna memoria. Si minus respondet effigies mirum non est. Non enim sum is, qui fui ante annos quinque." Beleefd verontschuldigt hij de gebrek- kige gelijkenis met de verandering, welke de jaren bij hem hadden teweeggebracht; tevens Zegt hij er over te denken hoe hij zijn dank zal betuigen aan Dürer, die waardig is eeuwig te worden herdacht. Doch met dit ■ dankbetoon haastte hij zich niet, al herinnerde Pirk- heimer hem daaraan herhaaldelijk. Hinderde hem de weinige gelij- kenis? Men zou het denken, want nog den 20,en Maart 1528 schreef hij aan Henricus B0TTEUS2): »Dürer maakte mijn portret, maar zonder een zweem Van gelijkenis." Evenwel, in hetzelfde jaar, ja, in dezelfde maand, kwam zijn Dialogus de recta latini graecique sermonis pronuntiatione in het licht. En in dit boekje laat hij Ursus, die met Leo over het onderwijs in het schrij- ven spreekt, een boek noemen, door Dürer over de schrijfkunst in 1) D. i. „Zijne geschriften bewijzen zijne voortreffelijkheid."
2) Ekasmi Opera T. m.
|
|||||
— 94 —
|
|||||
het Duitsch uitgegeven, en over Apelles uitwijden, die ook over
deze kunst schreef. Erasmus laat Leo hierop antwoorden: Düreri nomen iara olim novi, inter pingendi artifices primae celibritatis. Qu i dam appellantho rum tempo rum Apellem. Waarop Ursus hervat: Equidem arbitror, si nunc viveret Apelles, ut erat ingenuus et can didus Alberto nostro cessurum hujus palmae gloria. Leo: Qui potest credi? Ursus: Fateor Apellem fuisse ejus artis principem, cui nihil objici potuit a caeterls artificibus, nisi quod nes- ciret manum tollere de tabula. Speciosa repre hensio. At Apelles coloribus, licet paucioribus minusque am- bitiosis, tarnen coloribus adjuvabatur. Durerus quam- quam et alias admirandus, in monochromatis, hoc est, nigris lineis quid non exprimit? Umbras, lumen, splen- dorem, eminentias, depressiones: ad haec, ex situ rei unius, non unam speciem seseoculisintuentium offe- rentem. Observat exacte symmetrias et harmonias. Quin il 1 e pingit et quae pingi non possunt, ignem, radios, tonitrua, fulgetra, fulgura,velnebulos, utajunt, inpariete, sensus, affectus omnes, denique totum homi- nis animum, in habiiu co r po ris relucentem, ac pene vocem ipsam. Haec felicissimis lineis nigris sic ponit ob oculos, ut si colorem illinas, injuriam facias operi. An non hoc mirabilius, absque colorum lenocinio prae- stare quod Apelles praestitit colorum praesidio?" Erasmus prijst dus Dürer niet als schilder, maar als toovenaar
met zwarte lijnen, als graveur en teekenaar. Hij laat Dürer's schil- derkunst aanstonds glippen, zoodat het den indruk maakt alsof hij weinig of geen schilderijen van hem gekend heeft, en zeker zou hij |
|||||
— 95 —
|
|||||
niet zóó geschreven hebben, al ware het uit ijdelheid, indien DüRER
zijn portret had geschilderd.
Of Dürer de lofspraak van Erasmus nog vernomen heeft, is
onzeker. Waarschijnlijk is het niet, want DüRER stierf den 6en April,
en dus weinige dagen nadat het boekje,' hetwelk de lofspraak behelsde,
verschenen was.
IV.
Thans rest nog de vraag, door wien het portret van Ekasmus,
dat in het Museum Boijmans op Dürer's naam staat, kan geschil- derd zijn. Spreekt men over een portret van Erasmus, dan denkt men in
de eerste plaats aan Hans Holbein Jr., omdat deze verscheidene keeren den grooteu geleerde heeft geportretteerd, en wie nog geloof mocht slaan aan de overlevering, dat het portret op Boijmans in 1532 door den Senaat van Basel aan Rotterdam werd geschonken, hij moet te eer aan Holbein denken. Was Dürer Neurenberg's kunstenaar, Holbein was de glorie van Basel. Klinkt het zeer zonderling dat Basel een werk van Dürer, nog wel een portret van Erasmus, in 1532 ten geschenke zou hebben gegeven, minder onwaarschijnlijk zou het zijn, indien Basel een portret van Erasmus door Holbein geschilderd, had verzonden. Wil men een bewijs hoezeer Basel Holbein eerde? In het- zelfde jaar J532, waarin, naar de onbewezen en onjuiste overlevering, Basel Erasmus' portret zou gezonden hebben, bood de Raad dei- stad Holbein een pensioen aan, mits de kunstenaar uit Engeland, waar hij vertoefde, huiswaarts keerde. Er bestaan verscheidene portretten van Erasmus , welke aan
Holbein worden toegekend. De kunsthistorici 1), die Holbein's 10L Vf!l'T,:Dr-, Alfbed Woltmann, Holbein and seine Zeit, 2 Dl. 18G6
en isb8. — Etjgene Muntz; Waagen, Dr. Ed. His, enz. |
|||||
— 96 —
|
|||||
werk inzonderheid bestudeerd hebben, twijfelen aan de echtheid van
verscheidene van die portretten, o. a. aan die in de Museums te Weenen en te Turijn. Eigenlijk is de herkomst van slechts vier portretten na- genoeg zeker: één daarvan is op Longford Castle, toebehoorende aan graaf Radnor , één in het Louvre en twee in het Museum te Basel. Den 3011 Juni 1524 schreef Erasmus aan ziju vriend Pirkheimer te Neurenberg: »Et rui sus nu per misi in Angliam Erasmum bis pictum ab artifice satis eleganti". — hij bedoelde na- tuurlijk Holbein — »Is me detulit pictum in Galliam." Van de naar Engeland gezondene was het ééne portret bestemd voor Washam, aartsbisschop van Canterbury, zoo als uit een brief van Erasmus aan dezen, d.d. 4 Sept. 1524 blijkt. Het andere was bestemd voor Thomas Morus, gelijk uit een brief van Thomas Morus aan Erasmus volgt. Erasmus zond ze hun, omdat zij hem finantieel on- dersteunden. Een van deze portretten behoort thans tot de verzame- ling van Lord Radnor. Erasmus is er voorgesteld, het gelaat drie vierden links gewend, van het standpunt der toeschouwers; zijn haar is grijs, zijne oogen blauw; hij draagt een kleed met bout omvoerd en de gewone baret. De achtergrond bestaat uit een pilaster met sieilijke renaissance-ornamenten en een groen gordijn, dat een weinig terzij geschoven, een plank met boeken en een karaf laat zien. Erasmus laat de beide handen rusten op een toegeslagen, in rood leder ge- bonden boek, op welks kant in Grieksche en Latijnsche letters staat: HPAKAEIOI riONOI ERASMI ROTERO. Op een der boeken, die op de plank staan, teekende Holbein zijn naam en schreef hij het jaartal 1523. Het portret in het Louvre komt uit de verzameling van Karel I
van Engeland. Het is kleiner, maar fraaier. Erasmus is er op voor- gesteld in profiel, naar de linkerzijde gewend. Hij staat achter een |
|||||
— 97 —
|
|||||
tafel, waarop eene lessenaar is geplaatst, en op die lessenaar ligt een
open boek, waarop de linkerhand rust, terwijl hij in de rechter- hand eene pen voert, waarmee hij schrijft. Hij is ook hier ge- stoken in een kleed met opslagen van bont, dat om het midden met een koord is dichtgehouden; uit dit kleed komt de wijde, staande kraag van een laken rok, waarvan de voorpanden nog even zichtbaar zijn. Hij draagt de gewone muts met een neergeslagen rand over den nek, waaronder eenig grijs haar uitkomt. De achtergrond wordt ook hier gevormd door een pilaster en een donkergroen be- hangsel, met lichtgroene leeuwen in rechtstandige plantornamenten, afgewisseld met roode en witte bloemen. Het groote portret te Basel heeft veel overeenkomst met dat in het
Louvre. Erasmus' neus is er wat langer, en de achtergrond eenvou dig groen. Op het blad papier, dat vóór Erasmus ligt, staat: In Evangelium Marci paraphrasis pu D. Erasmum Rotterudamum aucto Cunctis mortalibus ins (d. i. insitum est). In 1523 gaf Erasmus zijne Paraphrase van het Evangelie van Marcus uit. Dit portret is uit de verzameling der familie Amerbach in het Museum gekomen, en geschilderd op papier, dat op hout be- vestigd is. Blijkens deze portretten trachtte Hoi.bein Erasmus weer te geven als den grooten geleerde, den scherpen denker, den gees tigen schrijver, en daarin is hij uitnemend geslaagd. Ernst en na- denken spreken uit het gelaat. Daarvan getuigen de op elkaar gesloten lippen, het gefronsde voorhoofd, de neergeslagen blik, de plooien om mond en neusvleugel, de voorovergebogen houding. Hij schrijft, en is met zijn geheele ziel bij den arbeid. In het Museum te Basel is nog een klein, roud portret, zeven
jaren later geschilderd (1530). Het is een borstbeeld zonder scbou- |
|||||
— 98 —
|
|||||
ders; men ziet van het gelaat drie vierde deelen , want het hoofd is één
vierde links gewend. Het bovengedeelte van den hals is bloot. Een rok met bonten rand en een pelsjas met hoogen bonten kraag maken de kleeding uit. Erasmus is hier ouder, de gelaatsplooien zijn die- per, de wangen ingevallen, de jukbeenen komen meer uit. Het gelaat is echter sprekender, omdat men de levendige, verstandige oogen geheel open ziet", om den mond speelt een ironisch lachje. Ook dit portret komt uit de verzameling Amerbach. Er bestaan trouwens meer echte portretten van Holbein , waar
Erasmus is voorgesteld met het gelaal drie vierden naar voren, even als dat te Longford-Castle en het miniatuur te Basel. Vergelijkt men met deze portretten dat in Boijmans , dan vallen
dadelijk zooveel punten van overeenkomst in het oog, dat men het laatste met veel meer recht voor een werk van Holbein, dan voor een van DüRER zou kunnen uitgeven. Erasmus heeft er dezelfde positie, dezelfde kleeding, denzelfden groenen achtergrond ; slechts de oogen zijn niet blaauw, maar bruin. De heer Fr. Muller zeide in zijn «Catalogus van 7000 Portret-
ten", waar hij over die van Erasmus handelt: »de portretten van DüRER zijn kenbaar aan het ernstiger, meer verwrongen gelaat (dan op die welke van Holbein zijn), doch vooral aan de eenvoudige toga of het opperkleed, dat op alle (van Holbein) met pels omzoomd is." Fr. Muller handelde over de gegraveerde portretten. Noemt hij het bont een kenmerk van de door of naar Holbein gegraveerde por- tretten, dan mogen wij dit ook wel op de geschilderde toepassen en wij mogen ons dus ook hierop beroepen, als wij beweren dat het portret op Boijmans de type van Holbein's werk draagt. Over de manier van schilderen en over de uitdrukking van het
gelaat kunnen wij niel veel zeggen, want het portret op Boijmans |
|||||
— 99 —
|
|||||||||
heeft veel geleden", Burokr i) noemde het reeds »eene ruïne". Er
is van het oorspronkelijke .zóó weinig over, dat het moeielijk te zeggen valt of het stuk echt is dan wel eeae copie. Zoover het oorspronkelijke schilderwerk te herkennen is, mist het den warmen toon, is het niet zóó zorgvuldig en teeder uitgevoerd, als Holbein's portretten. Van deze werden reeds vroegtijdig goede copiën gemaakt, en ook hier te lande kwamen die — blijkens Hoet's katalogus — herhaaldelijk op veilingen in de i8b eeuw voor. Er zijn er in de Museums te Amsterdam, Den Haag en elders. Onze slotsom is dus dat het portret op Boijmans waarschijnlijk ook zulk eene oude, goede copie naar Holbein is, door verwaarloozing en de hierdoor noodza- kelijk geworden overschildering, helaas, bijna geheel bedorven. |
|||||||||
NALEZING OP HET NECROLOGIUM VAN DELFTSCHE
KUNSTENAARS. 2) Begraven 15 Augustus 1643, (Nieuwekerk), Cornelis Jacobsz.
Delff. Idem 17 Juni 1661, (Oude kerk), Jacob Delff.
|
|||||||||
1) W. Bübgeb, Musées de la Hollande, 1860, II. p. 348
*> vgl. hiervoren M. 4. |
|||||||||
— 100 —
|
|||||||
BIJZONDERHEDEN
AANGAANDE DEN SCHILDER EN DICHTER CORNELIS KETEL.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer IA Kol, N. Scheltema, te Gouda.)
tLLE schrijvers over Ketel komen daarin overeen dat
hij op Passie-Zondag van het jaar 1548 te Gouda werd geboren, eenigen vermelden daarbij dat hij een bastaard van Van Proijen was, terwijl De Lange van Wijngaarden, (zie de Goudsche glazen 120), daaraan toevoegt dat de vader Wil- lem Van Prooijen heette. Daar mij uit den tijd der geboorte van Ketel, noch vroeger
noch later, een Willem Van Proijen is voorgekomen, verkeerde ik in onzekerheid wie de Van Proijen was dien Ketel tot vader had, tot dat onlangs eenige aanteekeningen hem betreffende, in der tijd verzameld door nu wijlen Mr. A. D. De Vries Az. en medege- deeld in het Tijdschrift: Oud Holland, 3« jaarg. bl 74 en 75, mij op het spoor hebben gebracht. In die aanteekeningen, testamentaire beschikkingen van Ketel
behelzende, spreekt deze van de kinderen van Gerrit Govertsz., zijnen broeder, en noemt hij eenen Pieter Wouters zijn neef. De vader van Ketel kan alzoo niemand anders geweest zijn
dan Govert Jans Van Proijen, de vader van Gerrit Goverts Van |
|||||||
— 101 —
|
|||||
Proijen, en de schoonvader van den glasschilder Wouter Pieters
Crabeth, wiens zoon Pieter Wouters genaamd was i). Dat deze Govert Van Proijen, die bij zijne wettige huisvrouw,
Clara Dircxs De Vrije, vijf kinderen verwekte, een ontrouw echt- genoot is geweest, is mij daaruit gebleken dat hem, bij eene resolutie van de Vroedschap der stad Gouda d.d. 23 Maart 1574, (nog geen jaar vóór zijnen dood), onder anderen gelast werd weder by zynder huysvrouwe die hy verlaten heeft, te gaan ende mit haer huys te houden gelyck eenmanmiteerenschuldich es te doene, op pene terstont vuyter stat te moeten vertrecken. Uit de omstandigheid dat Cornelis Ketel in de familiën Ketel
en Crabeth als een erkend lid is opgenomen, mag worden afgeleid dat de misstap der moeder daarin verschooning heeft gevonden. En wie nu was die moeder?
Bij een door mij ingesteld onderzoek in de Oude Weesboeken
van Gouda, is mij haar naam bekend geworden en zijn mij verder eenige bijzonderheden omtrent de familiebetrekkingen van Cornelis Ketel gebleken, waarvan de mededeeling wellicht niet geheel onbe- langrijk geacht zal worden. Cornelis Ketel , die in het laatste testament van zijnen oom
Cornelis Jacobs Ketel, overleden vóór 13 Maart 1568, (ZieöeWeesb. pag. 194 v.) Cornelis Ketel de jonge wordt genoemd, had, blijkens eene aanteekening in het 7e Weesb. pag. 70 enz., tot moe der Elysabeth Jacobs Ketel , zuster van Cornelis Jacobs voormeld. Genoemde Elysabeth Ketel komt in het 6e Weesboek pag. 131,
onder den datum van 31 Mei 1564, voor als echtgenoote van 1) Zie de Genealogische Aanteekeningen aangaande de Cbabeths in Archief IV
tegenover bl. 276. |
|||||
— 102 —
|
|||||
Joost Cornelisz., en in het 7e Weesboek pag. 70 enz , onder den
datum 4 Juli 1584, als overleden grootmoeder van de weeskin- deren van Jacob Jacobs Ketel, kuiper. Zij had buiten en behalve voornoemden Corneus Jacobs Ketel,
in der tijd nog tot broeder Jacob Jacobs Ketel, blijkens het 70 Wees- boek pag. 70, in zijn leven koopmansbode te Amsterdam, eene be- trekking die destijds, bij het gebrekkige postwezen, niet onvoordee- lig* was. In het 60 Weesboek pag. 131 v. enz., onder datum van 31 Mei
1564, wordt Lucia Pieters (Pauw) als Weduwe van den laatste vermeld, Zooals bekend is ontving Corneus Ketel de jonge zijn eerste
opleiding op den glazemakers- en schilderswinkel van bovengenoem- den zijnen oom Corneus Jacobs Ketel, wonende in de Stoofsteeg te Gouda aan het water van de Zeugstraat op den zuiderhoek, alwaar deze reeds in 1554 gevestigd was. Op dien winkel was het dat Dirk Crabeth, die schuins daar
tegenover op de Zeugstraat woonde, hem zag werken en voorspelde dat van hem iets groots zou worden. Dat zijn oom Corneus Jacobs Ketel na het vertrek van zijnen
leerling in hem belang bleef stellen, is daaruit op te maken , dat in het testament hiervoren vermeld sprake is van eenige voorwerpen zijnen zonen Jacob en Cornelis als aanstaande erven toekomende, bestaande in patronen, cunst en prenten, destijds in gebruik bij zijnen neef de jonge Cornelis Ketel. Uit het 6e Weesboek pag. 194 v. is voorts af te leiden dat
Cornelis Jacobs Ketel niet onbemiddeld gestorven is. Immers wordt daarin vermeld dat het huis door hem bewoond geweest zijn eigendom was en dat op het erfhuis van hem en zijne vooroverledene |
|||||
— 103 —
|
|||||
echtgenoote, die Magdalena (N.N.) heette, onder anderen voor-
kwamen juweelen (kostbaarheden) van de laatste. Hij heeft dan ook aan de opvoeding van zijne zonen het noo-
dige ten koste kunnen leggen, en niet onwaarschijnlijk is het alzoo dat zijn oudste zoon de Jacob Ketel , neef van den schilder COR- melis Ketel, is geweest, die door Van Mand er (zie de uitgave van 1764 pag. 61) genoemd wordt Ingenieur des Konings van Frankrijk te Parijs, een wonder in zijne kunst, en voorheen te Milaan in Spaanschen Koningsdienst, bij wien in zijnen tijd een groot schilder- stuk van Ketel aanwezig was. Volgens Van Mander was ook de schilder in de vakken van
bouw- en landmeetkunst en van het perspectief wel bedreven. Vermoedelijk had zijn kundige eerste leermeester daartoe bij
hem den grond gelegd en heeft hij later zijne kennis uitgebreid bij den beeldhouwer en bouwkunstenaar, zijn landsman en den gemeen- zamen vriend van zijn oom, bij wien hij in 1573 te Londen zijn intrek nam. In de vermelde uitgave van Van Mander onder anderen opge-
geven zijnde in welke plaatsen Ketel zich achtervolgens heeft opge- houden, meen ik met opzicht tot zijn verblijf te Gouda, na zijne terugkomst uit Frankrijk,, en dat te Amsterdam sedert 1581, te moe- ten aanmerken dat er te Gouda geene sporen aanwezig zijn dat hij aldaar, na uit Frankrijk geweken te zijn, omtrent zes jaren gevestigd is geweest, terwijl aangaande zijn voortdurend verblijf te Amsterdam in het midden moet worden gebracht, dat het gebleken is dat hij zich sedert 1581, althans tijdelijk, te Gouda heeft opgehouden en aldaar gewerkt heeft. Zoo treft men in de Kamer- en Vroedschapsboeken van Gouda
van 1590 de volgende resolutie aan: |
|||||
— 104 —
|
|||||
»De Buigemn der stede v" Gouda hebben Corneus Ketel,
schilder, geadmitteert syne residentie alhier te moogen nemen int
Gasthuis (omme redens hunl. daertoe moverende) hem gevryt ende
geeximeert van alle lasten van waken, daermede de Schutterye ofte
burgerye wordt gechargeert.
Actum 14 Dec. 1590.
Bij Uirck Dirck Hoens,
Aert Jacobs ende Maerten
Jans Moel. burgerms."
Ook van een later verblijf te Gouda is blijk, daar hij in 1599
eene groote schilderij vervaardigde van den toenmaligen Kolonel der Goudsche schutterij Jan van Reynegom met zijne onderhebbende officieren, een kniestuk met elf figuren. Wie de hollandsche vrouw was door Ketel, volgens Van Man-
DER , naar Londen ontboden (sic) en waarmede hij zich aldaar in den echt verbond, ben ik eerst thans uit de bovenvermelde aantee- keningen van wijlen den heer De Vries te weten gekomen. Daaruit blijkt dat zij Aeltgen Jans heette en dochter was van Jan
Aertsz., die den i6en Maart 1610 woonde in een huis van Ketel op de Oudezijds Voorburgwal tegenover de Oude Kerk te Amsterdam. Naar het schijnt is uit zijn huwelijk slechts een zoon met name
Andries voortgesproten, die kort vóór den 511 November 1613 overleed. Omtrent de beroerte die Ketel in een der laatste jaren zijns
levens getroffen heeft, en waarvan WALVIS in zijne «Beschrijving van Gouda" gewaagt, blijkt uit voorschreven aanteekeningen van De Vkies dat Ketel den i6n Maart 1610 nog kloek en gezond van lichaam was, terwijl hij den 24» November van dat jaar gezegd werd ziek te bed te liggen. |
|||||
— 105 —
|
|||||
Ofschoon hij waarschijnlijk reeds vóór laatstgemelden datum door
vooisehreven beroerte was overvallen, wordt daarvan eerst in eene zijner testamentaire beschikkingen, namelijk die van 3 November 1613, uitdrukkelijk melding gemaakt. Nog bijna drie jaren lang heeft hij daarna zijn ongelukkig leven
voortgesleept, onder de naar zijne eigen betuiging trouwe zorg van zijne liefhebbende echtgenoote en tevens van hare zuster Gysbertgen Jans, als zijnde hij, blijkens eene mededeeling van den heer Mr. De Roever, vermeld in den catalogus van het Rijks Museum te Amsterdam, den &" Augustus 1616 in de Oude Kerk te dier stede begraven. Wat er nog van de vele kunstwerken van Cürneus Ketel —
groote historische schilderijen, zinnebeeldige voorstellingen en por- tretten , waarvan verscheidene, uit een kunstenaarsgril, zonder pen- seel of borstel, met vinger en duimen, en enkele met de voet zijn geschilderd,— overig is en waar deze zich thans bevinden, zou wel een onderzoek waard zijn , waartoe wellicht de zeker wel vertrouw- bare opgaven van Van Mander, zijn kunstbroeder en vriend, aan- gaande de eerste eigenaars daarvan, den weg zouden kunnen wijzen. Inzonderheid zou het wel van belang zijn te weten of zijn portret
door hem met duim, vingeren en voet alleen gemaakt, waarvan bij de testamentaire beschikking van 24 November 1610 sprake is, wel mogelijk hetzelfde waarnaar H. Bary de gravure heeft vervaardigd, nog bestaat. Voor zooveel mij bekend bezitten de steden Amsterdam en
Gouda elk van hem een groot schuttersstuk, en het Rijks-Museum de portretten van den burgemeester Jacob Bas en zijne echtgenoote, doch, zoo deze stukken al van zijne kunstvaardigheid en het ge- lukkig treffen van gelijkenis mogen getuigen, kan daaruit niets blij- VI. 14 |
|||||
— 106 —
|
|||||||
ken van de geestige opvatting en uitvoering die in vele zijner zinne-
beeldige voorstellingen geroemd worden en waarvan hij in dichtmaat de uitlegging heeft gegeven. Zonder verder te vermelden wat Van Mander omstandig aan-
gaande Ketel heeft te boek gesteld, wil ik hier enkel mededeelen de bij dien schrijver voorkomende vertaling van het Latijnsche onder- schrift op het door H. Hondius gegraveerd portret van Ketel, lui- dende als volgt: »De Goudsche Meester, door wien Holland werd vermaard, Sint men naar 't duister graf zag Luik (Lucas) van Leiden daalen,
Toont elk, hoe Schilderkunst met Dichtkunst gaat gepaard: 't Geen hij als Dichter vond, kon hij als Schilder maaien".
|
|||||||
DE GILDEBOEKEN VAN St. LUCAS TE MIDDELBURG.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onder Directeur van het
Nederlandsch Museum). OE langs zoo meer wint de overtuiging veld, dat de
geschiedenis der Nederlandsche schild er school, der Nederlandsche kunst in het algemeen, nog niet kan geschreven worden. Daartoe werd tot nog toe te weinig bronnen-onderzoek ingesteld; het materiaal, daarvoor noo- dig, is nog te onvolledig. Eerst sints niet te langen tijd, wordt |
|||||||
— 107 —
|
|||||
zulk een onderzoek meer systematisch bewerkstelligd, en geluk-
kig dikwerf met de verrassendste resultaten. Het «Archief voor Nederlandsche Kunstgeschiedenis" heeft, door het bekend maken van een aantal St. Lucas gildeboeken krachtig medegewerkt, menige tot nog toe onbekende of moeielijk toegankelijke bron in een ieders bereik te brengen. Ik meende ook niet te lang te moeten wachten met het afschrijven der hier volgende Registers. Dat ik kladschilders, steenhouwers, stoelgroenders en glazemakers der XVIIe eeuw niet overnam, zal niemand mij euvel duiden. Voor het overige gaf ik een zoo getrouw mogelijk afschrift van de navolgende registers: i. een rekeningboek van 1544—1588. 2. een do. van 1642—1685.
3. een do. van 1685—1744.
4. een do. van 1744—1802 1)
en een uittreksel uit de privilegie-brieven van 1539 en 1585 en het
zoogenaamde »Privilegieboeck". Waar mij dit mogelijk was, gaf ik enkele aanteekeningen tot
opheldering. Het onder No. I vermelde boekje bevat veel, wat schijnbaar
minder belangrijk voor onze kunstgeschiedenis is. Daarentegen is het voor de studie van ons oude Gildewezen interessant. Wij zien, hoe de broeders van het S*. Lucas Gilde der XV)> eeuw met hun beelden, hun processiewagen, waarop soms (bekeerde) Israëliten zaten, aan kerkelijke optochten deelnamen, [hoe zij zorg droegen voor hun altaar, hun geschilderd venster, hun beelden, hun altaartafel in de kerk, enz. Daarom meende ik, dit boeksken in zijn geheel te moeten
overnemen. 1) Bit laatste voorloopig slechts gedeeltelijk.
|
|||||
— 108 —
|
|||||||
Wanneer de tijd en de gelegenheid mij dit toelaten, hoop ik
later een meer uitgebreid Archief-onderzoek naar de Middelburg'sche kunstenaars, in deze Registers vermeld, in te stellen. Middelburg telde een aantal merkwaardige mannen op kunstgebied onder hare burgers. Ik noem slechts de schilders Daniël van den Queborn, Matheus Moi.anus, Willem Eversdijck, Karel Slabbaert, Hen- drick Berckmans, Daniel de Blieck, Dirck van Delen , later Philips van Dijck, Thomas Gaal enz. enz. Omtrent de meesten hunner had men geene of haast geene biographische gegevens. Mocht dus ook deze uitgave bijdragen, om licht te verspreiden over een aantal kunstenaars der Nederlandsche Schilderschool! |
|||||||
Langwerpig, smal bandje, in geperst leder met sierlijk rand-
ornament; sluiting met een gesp. Op een binnen-omslag van perkament:
Gildeboeck van St. Lucas; begonnen A°. 1554 en geheynd[icht]
Ao. 1588. Daaronder: Vrij geworden Gilgaf.n Regaets.
Hans Boeynants.
Dan op fol. 1.
Ontfanghen van Jan de Inghelman voor sijn incomste . vj ft
Item van Claes Aei.brecht voor sijn incomste . . . . vj J}
Ontfangen van Jan Brucelle, van de dootschult . . . xv gr.
Ontfanghen van Dierrick Goossen, glaesmaker, van vrije te
worden in Sinte Lucas Gilde............vj (J
Item ontfangen van de dootschult van Jacop de Glaesmaker xv gr.
|
|||||||
— 109 —
|
|||||||
Item ontfanghen van Machiel Dierrickse de schilder, van
dootschuh...................xv gr. |
|||||||
i) Pieter Mabueghe, Deken
Int Jaer van 1554, den 18 October.
In den eersten verleyt op S'e Lucasdach.......ii (f
Item verleyt aen vier dosynn vaenken........ii f}
Verleyt voor Hans van Antwerpen.........
Jacop Gysbrecht, Steboy 2) om een arme wel te doenne
eenen stuuer.
Balten de Steboy, om in te roeppen .... eenen stuuer.
Folio 2.
Balten de Steboy eenen weeten de doenne . . eenen stuuer.
Ende noch eenen stuuer om sijn winckel te sluyten.
Item ghegeven Meester Claeis de proccoruer.....iij f}
Item noch van Hans van Antwerpen Dynsdage voor Assesuen-
daech en weet om op Stadthuys te comen.....eenen stuuer. Ende voorsz. Meester CLAEts de proccoruer drye groote, ende
drye groote van teekene en noch Balten de Steeooy ghegeven eenen stuuer van syn winckel doen de sluyten. Item van omme te gaenne voorts Synte Lucas gilde om de
Augustine de vergeerne...........eenen stuuer. Voorts op Sacrament avont omme de gaenne in de processie
eenen stuuer.
ende eenen dobbele stuuer van terremuye (te Arnemuyden) weette
de doene. 1) Wat boven deze streep staat is zeker nog van 1558.
2) Stadsbode.
|
|||||||
— 110 —
|
|||||
Item ghegeven op Sacramentsdach de ei verders i) eenen stuuer.
Folio 3.
Item ontfanghen van de dootschult van Bastiaen Moer . xv gr.
Item op Sacramentsdaech verleyt smorghens ende snoon, datter
verteert wert..................xvj 1? Item voorsz dem ommeganck avont ende daechs . . .
Nogh en stuuer van de Waghen wt te doenne.
Item een hamme dye de Joden hadde op den Ommenganck
daech, wegende twaelf pont, het pont drye groote en nooit, beloopt samen xxj stuuers. Ende noch eenen stuuer van de hamme te syene (te zieden).
Item ghegeven de Cryerde eenen stuuer.
Item ghegeven van de keerse te dragen op den Ommeganck
daech...................ij stuuer. Item ghegeven om de Waghe te voerre op den Ommeganck
daech...................viij stuuer. Item ghegeven op den Ommeganck daech voor de Jode smergens
den ontbiet, dat sy aetten aen schaepvoetten ende penssen . vj gr. Item ghegeven aen meye ende naghelen......v gr.
Item op den Ommeganck daech voor de Joden dat sy hadden
aen bier...............x stuuer en halve. Item op den Ommenganck dach voor de Joden broot. vj stuuer.
Item op den Ommeganck dach voor den Deken een coppel
hoendere................. . vj stuuer. Balten de Steboe, eenen stuuer van de weete de doene de
meester in de Sterre. Folio 4.
Blanck Jan eenen grafpenninck, en weet van Hans van Ant-
1) Crieerders — uitroepers. |
|||||
— 111 —
|
|||||
werpen en weette doe wy den augustyne vergeerde eenen stuuer en
weette op Sinte Lucas dach eenen stuuer en eenen stuuer van omme
te gaenne en de rekeninge te doene eenen stuuer.
Noch ix groote van twe keersen. Noch eenen halve stuuer meer over naghel ende packgaerne (pakgaren).
Noch daertyenne stuver van luyen ende preke met de mijsse
ende mijsse van rekyem; i) veyre stuuers van Sepe ende schuer reden
autaer en lywaeet.
Folio 5. Item ghegeven op Sinte Lucas dach........ij (]
Item noch ghegeven voor desen boock.....i fj ij 6
Item noch vertert op Sakermentsdach.......xiij fj
Item noch de crider..............i fj
Item noch de crider op den Omghan........i ff
Item noch van omghan ter muden (Arnemuiden) . . . . ij fi
Item noch ghegeven op Baghin hoof van de waghen . . ix fj Item noch een hamme van xij pont beloep.....xxj fj
Item noch i st. van de hamme te sieden.
Item iij st. aen meien.
Fol. 6. Onbeschreven. Fol. "].
Item noch v grote aen Scapvoeten.
Item noch van hoefken 2) te voeren .......viij fj
Item noch voer broet......... • • • iüj fj
Item van een coppel hoenderre voor den Deken . , . . i fj
Item noch ix groete aen bier. Item noch eenen stuuer van ommegaen. Item noch ij fj van de caersen te draghen op den omghanc.
1) Mis van requiem. 2) 't Horken. |
|||||
— 112 —
|
|||||
Noch iiij dosinne vaenkens loet..........ij (f
Noch iiij weten die ick aen dede de cremmers i) ende scilders. iiij (f
Van ommegaen................ij gr.
Twe torsen.............I ... ij JJ
Van lueen (luyen)..............iiij gr.
De passtor................i fl ij ó
Van ommegaen............... . ij gr.
Folio 8. Onbeschreven. Folio 9.
Item wtgegeven op Sinte Lucas dach........ij J]
Noch als men de rekenijng dede........ . xij gr.
Item ij mael te wette (weten) te doen om te velgenen (ver-
gaderen) ..........'........ij stuuers. Als sy vergelden ellec v groet aèn bier.
Item van den weete te doene op Sacramentsdach van omme te
gaen daer sy vergaderde tot borgemeesters . . . . i st. ende j gr.
Item noch eene stuuer op Sacramenlsavont van den weete doene.
Hem noch twee stuuers op Armuyen (Arnemuiden) den weete te
doene op Sacramentsavont.
Item noch gegeven twee scillinge van vyer dossijne vaenkens.
Item noch gegeve eene stuuer op Sacramentsdach den creyder. Item noch gegeven op Sacramentsdach xij scillinge die die gulde- bruers vertert hebben, en na verter(t) ij voghele . . . v stuuers. Item noch gegeven xj st. den Steedebode Servaessen van den weete te doen doene. Item noch gegeven drie st. op het Stadthuys van ondertekenen.
Item noch gegeven drie stuuers aen penssen en scaepsvoeten tot den ontbijte. Op Sackerments dach na vertert iij Scellingen.
1) Kramers. |
|||||
— 113 —
|
|||||
Folio 10.
Item noch gegeven vj stuuers aen broot.
Item noch gegeven ix stuuers aen byer. Item noch gegeven den creyeder eenen stuuer. Item noch van een hamme, wegende thien pont, beloept xviij stuuer. Item noch eenen stuuer van die hamme te zyeden. Item noch gegeven twee st. van die Kerssen omme te dragen. Item noch gegeven ix st. op den bagynhoff van de wage te staen, ix st. om den wagen te vueren en 3 st, van de wagen te maeckene. Hem noch gegeven eenen reaell van de Wage te Scilderen. Item noch eene dobbelen stuuer van de nagelen en van de meye. Item ij st. van den Goot. (God) Noch xij st. Seruaas, van wette te doen tot borghcmester.
Folio 11. Noch x st. den notaris.
Noch ij st den notaris. Noch vjj st. den stebode. Noch i st. den stebode enz. Noch iij st. van tortsen. Noch iij st. van preken. Noch vj st. van myssen. Noch ij st. van mysse. Noch van vette (weeten) te doen. Veraccordeert by Deken ende beleeders voer elc hoeft . xij gr.
By my Eieter Mabuesze. By my Willem Sans (Jans?) By my PlETER 1'OEL. Folio. 12. Pieter Poel, Deken. Item verleyt tsanderdachs na Sinte Lucasdach.....ij st.
VI. iS
|
|||||
— 114 —
|
|||||
1557-
Item ontfangen int Jaer xv°lvij op Sinte Lucasdach meester Cornelis.
Noch ontfangen een leeriongen van Jan Geeretsen glaesmaker.
Noch een leerjongen ontfangen van Pieter Poel , genaemt
Hansken van Doorhout. Cornelis van Brugge belaelt..........vj gr.
Jan van Berge betaelt........... vj gr.
NouT Janse betaelt..............vj gr.
Pieter Poel betaelt............ . xviij gr.
Henderick van uer Heiden..........vj gr.
Maevken Cornelijs, de huysvroue van Pyeter Poel vant son
van Louen lye neter (?) doot commen zal, stelse Synte Lucas Ghylde in Myddelburch een tonne mueselaers (moezelwijn) belast huer (???) Folio 13.
Ontfangen de dootschult van Clays Pieteusen . . . . xv gr.
Noch van de pelle ende vane..........viij gr.
Noch verleit Sacramentsdach aen twee toertsen . . . ij fj ij gr.
Noch verleit ij gr. van omme te gane van de spelen wege (wagen ?)
Noch verleit Nout Jansen van twee schildekens te maken ande
toortsen..............., . . . xvj gr. Item noch verleit op den Ommegancxdach in de drie mol-
lekens. . ,............. . vj fj viij gr. Noch van de vaenkens te maken.........ij fj
Noch van de toortsen te dragen verleit.......iiij gr.
Noch ij gr. van omme te gane.
Noch de crigierder gegeven iiij gv. van op te roepen
Item gegeven van twee keertsen op den altaer . . . . vj gr
Noch gegeven van de messe op Sinte. Lucas dach ende de misse
van requiem ende van preken ...... ......xvj gr. |
|||||
T- 115 —
|
|||||
Noch gegeven den schoelmeester met de schoelkinderen van de
misse te singen.................vj gr. Noch den orgelist gegeven iiij gr. ende den blaser van den
orgel i gr. Noch van preken ende van misse te luijen gegeven . . iiij gr.
Noch voor de candelaere te scheure ende de alve te zeepen ende
aen packgaeren tsamen v gr. de dwale Noch van de wete doen op Sinte Lucas avont .... ij gr.
Noch de wete van de rekenynge te doen......ij gr.
Noch ontfangen xxix gr. van de doetschult van Geeraert Goes-
sen ende jaerpenningen ende de pelle ende vane tsamen . xxiij gr. Ontfangen van Jan Cuyck de dootschult......xv gr.
Folio. 14.
'557-
Ontfaen over de doetschult van Wyllem Sanders . . . xv gr.
Item ontfanghen van Franjoys de Bleekere van zyn vri
worden....................vj (J Item ontfanghen van Fransoys Cornelys, by den Aughostijne
voor de vry(h)eyt................vj Q Noch Voer de vriheyt van Gonsale de compas makere ontfaen vj JJ
Folio 15.
'557-
Cornelis Barbyer van Brugghe, deken, verleyt Synte Lucas-
dach.....................ij g Item om te doen vergaren ten Augustyne om een rekeste te
doen maken..................ij gr. Noch betaelt mester Cornelys Alsterssen voer de reckesste xiiij gr.
Item om de reckeste te lycten (lichten) om de Secretarys. iij gr.
Noch van de reckeste over te geven........ij gr.
|
|||||
— 116 —
|
|||||
Noch om te dachvaeiden daech voor Sacraments avont . ij gr.
Noch op Sacraments avont............ij gr.
Noch een bleek met Synte Lucas vvapene an de Kerse viij ft
Noch om ter mue (ter Muiden = Arnemuiden)te dachvaeiden v gr.
Noch om de Vaenkens.............xij gr.
Noch om de crijerders van an te roeppen......ij gr.
Noch verleyt op Sacraments dach vant inbyt (ontbijt) . . vj ft
Op den Ommeganc avent van dachvaeiden termue (Arnemuiden)
ende te Myddelburch...............vj gr. Noch om de criierders.............ïj gr.
Noch.om de Kerssen te draghen........."ij g>'.
Noch een coppel oendevs om den Deken......"ij gr.
Folio. 16.
Noch verleyt in den Ouden Sp(i)eghel vort Inbijt . xx stuuers.
Noch op Sacraments ende den Omgancdach gheschonken vj can-
nen ansche roeysche (fransche roode?).........iij ft Noch van dachvaeiden Synte Lucas avont van dachvaerden int
jaer i.viij...................ij gr. Noch een paer Kersen op den aultaer......• vj gr-
Noch van de candelaers te schueren en pacgaerne ... ij gr.
Van dachvaeiden...............ij gr.
Noch op Synte Lucas dach van de misse te Uien ent preken iiij gr.
Noch van den orghel te spelen ende blasen . . . . v gr.
Noch van de messe te synghen ende messe van requiem ende
preken....................xvj gr. Noch den scolmestre ende kinderen........vj gr.
Noch om de rekeninghe............ij gr.
Noch om Pyeter, de Steboo, om twe te veibynne (verbiedene)
schilderye te vercoepen........., .... iiij gr. |
|||||
— 117 —
|
|||||
Folio 17, 18, wit.
Folio. 19. 1558.
Jan van Barghen als Deken heeft verleit op St. Lucas dach. ij f}
Noch verleit van de uetwart (uitvaart) van den Keizer, iiij ft ij gr.
Int jaer 1559
Noch van omghen Sacrament avont........vj gr.
Noch ij gr den crieerder op Sacrament dach.
Noch drie dosyn wankens (vaenken).......xviij gr.
Noch ij gr. van omghaen.
Noch voer den inbijt op Sacrament dach......viij (}
Noch xiiij pont osse wies (vleesch). een braspenck pont voer de
Joden, beloept.............. . . xvij ft En noch ghegeven opbaghinhoef van de waghen te staen. iiij ft vj gr.
Noch vj groet aen een sparre ende naghlen aen hoefken.
Noch v groete aen meien ende naghelen.
Noch ij groete de criere op den omghanck dach.
Noch ij Scelghen aen penssen ende broet ende bier voer de
Joden op den omghanck dach. Noch ij ft voer de caerssen te draghen op den Omghanck.
Folio 20.
Uyt es den ontfanck dj'e ie Jan ontfanghen hebbe want (van 't)
Gylde vveghe. "559-
Item ontfanghen van Domynicus de glasemakere van zijn In-
commen.................ij ft vij gr. Rest noch iij ft v gr., noch ontfaen ij ft vij gr. Rest noch x gr.
Item Govaert de glasemakere van zijn wriet (vrrjheijt) ont-
fanghen..................ij 1? ij gr- Rest noch iij ft x gr.
|
|||||
— 118 -
|
|||||||||||
Item Frans Bart rest noch vtn sijn wriêl (vrijheid) . . vj (}
F». 21. Noch vj stuvers voer den Deken voer een coppel hoenderen.
Noch x stuvers van de waghen te voeren.
Noch xvj stuvers voer den ghoed (God) te spreken in den
Omghanck Noch iij )} voer ij haezen (?) ende' den Gods rock ende Judas rock
te verscilderen. Noch viij stuvers voer drie sloten
Noch vj stuvers voer de pelkens.
Noch van omghaen op Sinte Lukas avont......ij gi.
Noch van de kandelaers te scueren........ij gx-.
Noch voer iiij pont waes (was)........xxij stuvers.
Noch iij stuvers voer den scolmester.
Noch ij stuvers voer de oerghel te spelen.
T groet voer den blaser.
Noch viij stuvers van preken ende de misse ende de misse van
requiem Noch iiij groete van preken en lueen (luiden) ende de misse.
Noch ij groete van omghan om de requie(m).
F". 22. Rekeninge gepasseert by Deken ende beleeders van Sinte Lu-
cas Gilde tot x gr. vlaems elck gildebroeder, in kennisse van desen on- |
|||||||||||
derhanteekent.
|
^ r$r
|
||||||||||
A&*
|
|||||||||||
i
|
|||||||||||
— 119 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Betaelt Jan Heynderixen van Bergen de somme van iij fi
van eenen leerionghen genoemt Geert Bos. Folio 23, wit.
Folio 24. 1559.
Item ontfaen van de dootscult van Goeffert (Govert) Janssen
de ghelasmaker............ . . . xv groete. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noch ontfangen van Petrus die Palmen dootschult
Noch ontfangen van Korsïtaen die Schilder. . .
Noch ontfangen van ADOLF' die ghelaesmaker .
Noch ontfaen van j knect (knecht) ghenamt Cristoffel
Noch ontfaen van j knect ghenamt GniSHRECHT .
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noch ontfanen de dootschult van PlETKR VAN DAER Were (VAN
der Veer?) .... xv gr. Noch ontfanen iij ft van jAN Ghkrsse lerion-ghen ghenamt
Jacop Cürn. Noch ontfanen vj groet van den oeffer (offerande)
Folio 25. •559- ..
In den eersten verleit op Sinte Lucas dach.....9 "
De Stat boij als men met Franssen te recht ghingen . . 'j g1'-
Als men Petr. die Palmen te weete dede......'J k'1-
Als men om liet gaen op Sacraments avont.....• VJ gi.
Op Sacraments dach aen vaenkens ghegeven . • • l 1) VJ gr.
Noch verteert op Sacraments dach ..•■••• ' Noch van staenghelt van die wagens...... .?. g''
Noch van den wagen te maken verleet......v It "J g1'
Noch een ham wegende xiijj pont, het [pont] iij ƒ?, be-
loept ............ , v . iij Ö "UI gr- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
il iukomb'^' Beker!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 120 —
|
|||||
Die kreijeerders ghegeven........ . . . • üij gr.
Van die kerssen om te dragen....... • vj gr.
Van die ham te sieden.............iij g>'.
Aen meyen om den wagen...........v gr.
Noch ghecoeft voer die Jodc penssen........vj gr.
Aen broet.................* gr.
Aen bier...............«j fl inj gr-
Voer een copple hoenderen...........i (|
Op omganx dach van den wagen te voeren . . . i fj vj gr.
Aen den godt coem ie te coert..........viij gr.
Van die kerssen te vermanghelen (verruilen) ghegeven v gr. i oert.
Noch x groete van de waghen wt ende in te doen.
Noch iiij groete van omghaen ende de kanlaers te scueren.
Noch verleit viij stuvers van preken ende misse te doen.
Folio. 26.
Noch vj groet van den orghel te spelen; noch vj groete van
lueen ende baeieren. Noch vj groet den Scoelmester.
Rekenin gliepassett bi Deken en de beleiders, elck gildebroe-
der vij stuver. |
|||||
— 121 —
|
|||||
Folio 27. 1560.
Item den negensten in Meye bevonden aen gesellen:
Pieter Poel eenen gesellen.
Cornems Barbier eenen geselle, genaemt Jacop uwten Haghe.
Jan den Ingelsman, ij gesellen.
Roei.ant op Aremuen, j geselle.
Item Frans de gelasmaker.
Hans (Jacop de Vo(sï) van Bombel).
Op den 18 is vrij geworden:
GlLGAEM REGAETS , en
Hans Boeynants
en den 22 Augustii vry geworden
Nicolaes Smyt (Smit) Co6fermaker.
Goncale. 1560.
Ontfanghen op den 2 September:
Is vrij geworden Hans Kampephout, beeltsnijder, met Pieter
Moninckx, verrumaker, met Davyt Michiels sueen (zoon) Maer- mans, met Hans Jacops, schilder. Folio 28. 1560.
Peter Poel heft ghehet........1) ende Cornylles van
Breden ende noch een cleijn 4 vantken(?) ende noch en schever 1).
Pieter Poel gepasseert 1 knecht.
Vrans de glasmakker heft ghehet Jan Ghiei.sz. ende Tomas de
Inghlesman ende Hendryck van der Ver ende desen sche(Uing) veleyt. ij geselle gepasseert.
Goddelof de Glasmaker heft gehat Mychei, Janson, ende noch
en jonghen van Andverpen ende noch en ghesel. iij gesellen gepasseert.
1) Zeer onduidelijk schrift.
VI. 16
|
|||||
— 122 —
|
|||||
■ Jan Ghielson glasmakcr, heft gehet Hans Naelde ende Hans
van Tholen ende shoech (?) iij gesellen gepasseert.
Ende ick heb ontfanghen van Christtoffel de glasmaker iij ff
ende noch van den offer vij ortkens. Jan van Bergen, j geselle.
Folio 29. 1561.
Ick Jan Gheretsz glasmaker, Deken, heb verleyt op Sent
1 ucas dach...................ij ff Als men ommeghet Saackersments aven(t)......vj gr.
Noch van vaenkens verleyt op Sachkersmensdach verleyt j fi vj gr.
Noch verleyt op tsakersmentsdach. ........xj fl
Noch verleyt sauonts............ . iij ff
Noch van de Steboode van de luiders (?) to stelen . . . iiij gr.
Noch verleijt int begheynhof.........i ff vj gr.
Noch van de waghên te voeren..........ij ff
Noch van de chelken to toen maken........iij gr.
Noch verleijdt van de ham voer de Joden van vij pont bedraeche
x stuvers ende een gr. Noch vaenken (?)...............ij gr
Noch van ij voghelen voer de Joden........xj gr.
Noch van de penssen j ff ende iiij gr. noch aen broet viij gr. noch
aen en halef pont boeters ij gr. noch aen bier viij gr. Folio 30.
Noch van de chressen (kerssen = kaarsen) om te draghen op
Sachermensdach verleyt.....-........iiij gr. Noch coem ick to choert van de coedt (godt) . . iiij stuvers.
Noch en groet an naghlen omt hofken te versien.
Noch van en choepel hoenderen ver de Decken .... i ff
|
|||||
— 123 —
|
|||||
Noch van de chandelaeren to schoeieren ...... ij gr.
Noch van preken ende messe te doen.....viij stuvers.
Noch van de orghel te spelen . . ......iiij gr
Noch iiij groet van leuen ende baeyren, noch vj groet van de
schoelkenderen. Noeh ij groet van Ommeghen op Sent Luechas avent.
So». het vuytgheven..........xxxij JJ viij gr.
Den ontfanck bedraecht met tjaergelt van de knechten ter
So». xij g iij gr. Blijft suuers de somme van......xx 0 x gr. (? —)
Aldus ghereeckt ter presentie van Deecken en beleeders den
xxvj Octob: An». 1561 ter prtie. Ttk a8 i>ir J^ Cö^/ ~t en een zeel verward merk.
Fol. 31 wit.
Fol. 32. Nout Jansen, Deke.
Sinte Lucas dach verleyt en hoiiensculden (een hollandsche
gulden ?) Vertert op Sakermentdach...........XVJ S
Noch iij stuvers van ommeghen en kersse; viij st. met scilderen.
Drie dosynne vaenkens............ïx st.
Noch ij st. voer de Steboe.
Een (h)amme van xij poent......• • • • ij 0 vj gr.
En poent boter.............ij stuvers.
Noch iiij st. aen broet.
Noch de kerssen te draghen iiij st.
Noch aen mey................iij gr.
|
|||||
— 124 —
|
|||||
Noch aen penssen.............. ij gr.
Noch de (h)amme te sien............ ij gi'.
Noch vant hoefken int baginof......... ix st.
Noch van t hoefken te voeren......... . x st.
Noch van bier voer die joeden.......... xj st.
Noch iij st. van die sprake te crijeen (crieeren ?)
Noch twe torssen.............. ij lï
Noch twe kerssen.............. j J?
De pastoer van preken ende misse......i JJ iiij gr.
Van singhen de messe.............. v gr.
Noch van ommeghen.......;..... vj gr.
By my Pieter Poet,
Folio 33, 34, wit. Folio 35.
Ontfanghen de dotscult van Ghisbaert.......xv gr.
Ontfanghen de doetscuelt van Jan van Berghe ende zijn huys-
vrouue..................ij f7 vj gr. Ontfanghen van wegen eenen leerjonghen genaemt Mathys Maer-
TENS VAN DER GOES..............."j fT Anno xvcLxij ten tijde van NoUT Jansen deken wesende 1562.
Folio 36. 1562.
Pieter Poel.
Item voer 't eerste gegeven naer oude costume . ij JJ grote.
Item noch gegeven van de copie te lichten van de bescheet van
de jaerpenninghe te lichten met sheeren dienaers ... . xvj gr. Gegeven van de requeste van ClaYS den Hollander . . xij gr.
Gegeven de Stadtbode van de requeste over te geven . ij gr.
Gegeven van een wete te doene de stadtbode aen Clays den
Hollander...................ij gr. |
|||||
— 125 —
|
|||||
Gegeven van ommegaen op Sacramentsavont ter Muijde ende
binnen der stede................vj gr. Gegeven van ommegaen den knape........ij gi'.
Gegeven den crierder van oproepen op beyde daghen . ïiij gr.
Gegeven van de keersen te draghen op den ommegancx dach üij gr.
Gegeven ij $ üij grote om twee toortsen.
Item noch gegeven van de misse te singen ende den orgel te
spelen....................x gr. Gegeven van een wassenkeerse boven den outaer . . . ü gr.
Gegeven ij groet van ommegaen op Sinte Lucas dach ende de
misse van requiem ij gr. van ommegaen. Folio 37.
Item gegeven van de misse op Sinte Lucas dach ende de misse
van requiem ende van preken...........xvj gr. Gegeven van luyen ende baieren van dese jare ende t' oude
jaer.....................vij gr. Noch gegeven van ommegaen om de rekenynghe te doen tot
ij reijsen toe..................üij gr. Item noch gegeven ïiij grote de stadtbode van wete te doen aen
Cristopfel van zijn Jonghen. Noch gegeven ij grote van de requeste over te geven an den Raet.
Noch gegeven ij grote van orrime te gaen op de rekenynghe.
Item noch gegeven Meester Bernaerdt xij grote voer zijn vacacie
van Cristoffels weghe. Noch ij blancke van teeckenen den Secretaris gegeven.
Noch gegeven viij grote van de acte te lichten op't Stadt-
huys. Noch gegeven van de requeste te maecken om eenen Over-
deecken te hebben................xij gr. |
|||||
— 126 —
|
|||||||
den Wytgheven .... xv {f vj gr.
den oatfanck.....xiiij (] xj gr. |
|||||||
meer wytgegeven dan [ontfanghen] ... vj gr.
vij Dezember 1563 by prsent
Frans (?) Romen (?) Folio 38.
Ontfanghen van de dootschult van Ghysbrechts Weduwe xv gr.
Cristoffel eenen geselle genaemt Isaack.
Jan Geertsen eenen geselle genaemt Gillis.
Noch Symon Pauvvelsen.
Pieter Poel eenen genaemt Francoys.
Ende eenen genaemt Hans van Swol.
Nout Jansen eenen geselle genaemt Fernande.
Ontfanghen van offrande............iiij gr.
Ontfanghen van Niclaes Andriessen alias Hollander voer zijn
incomste................... vj f} Ontfanghen van Cristoffel Digemanse over condemnacie over
hem gedaen van eenen jonghen genaemt Pieter Gillissen, de sone van Gillis Heindricsen, timmerman, iiij Q iiij gr. Anno xv°lxiij. 1563 dezen ontfanck xiiij ft xj gr. Folio 39.
Item dit zijn de ghene die in boeten gevallen zijn ende overmits
de wete gehadt hebben van den knape. In den eersten Consalo Lapalme op den ommeganckx dach ende
Saci amentsdach. Item noch tselve vaa Aremuen (Arnemuiden) eenen genaemt
Frans Bart. Ende Cornelis Cuyck.
|
|||||||
— 127 —
|
|||||
Ende Heynderick de beeldesnider, op den ommegancx dach
[a]vondt. Item op St. Lucas dach ende tsandevdaechs daernaev Jan Geertsz ,
ingelsman, de wete hebbende van den knape om den deken te ver- maecken ende de misse van requiem. Item op de rekenynghe in faute bevonden en een wete hebbende
van den knape Francoys Corneussen , cruuier, Jan Geertsz, Ingelsman. Heynderick, de beeldesnijder.
Cristiaen Wallinck.
Folio 40.
1564. Adolf Jansen, Deken.
Item ghegeven op Sint Lucas dach.......... ij J]
Noch in de rekeninghe ghegeven.........vj gr.
die in de oue rekeninghe te corte camen.
Noch in de rekeninghe ghegheven.......iij (} iiij gr.
Noch gheven den statbode om te verbien......ij gi".
Om den mester van Brugge met sijn schylderie voert te
staen. Noch ghegheven den cnape van om te gaeü op Sakerments dach
ende omgancksdach ter Mue (Arnemuiden) te gaen elcke rcise. iiij gr. compt samen.................viij gr. Noch ghegheven op den Omgancksdach, de caersen te draghen vj gr.
Nóch ghegheven den oneerder op Sakermentsdach endt Omgancks-
dach nae oue costume..............iiij gr. Noch den statbode gheven om een vrou van der Gou voert te
staen met Schilderie...............ij gr. Noch ghegheven den Cnape om de man die met spieghels op de
haven stont, te verbien. ............ . ij gr- |
|||||
— 128 —
|
|||||
Noch ghegheven den cnape om te doen vïaghen den Schylder
hoe hy van sinne sou moghen wesen om vri te vorden ... ij gr. Noch ghegheven de cnape om te vei'dachverden de ghildebioers
van Ter mue en hier in stê.............vj gr. Noch aen een vasse-kerse............iiij gr.
Noch ghegheven van die misse te singhen en den orghel te
spelen....................s gr. Noch ghegheven van luien en baieren.......vij gr.
Noch ghegheven van preken en van die ij missen . . xvj gr.
Noch ghegheven den dienaar om Gillis van die boete (te)
beslaen....................üj gr. Noch ghegheven de Cnape van om te gaen om de rekeninghe
te doen op Sinte Lucas dach............ij gr. Folio 41.
Ontfanck.
Ontfanghen de dootschult van Flips de Compasmaker . . xv gr.
Noch ontfanghen van de Compasmaker van Termue van syn vri ghelt....................vj fj
Noch ontfanghen de dotschuit van Dominicus' huisvrouwe. xv gr.
lek Adolf Jansen een Knecht, Hans van Bommel . . . vj gr. Pieter Poel een Knecht............vj gr.
Ckysïoffel Diegmants een Knecht . . •.....vj gr.
Jan Gerretse een Knecht............vj gr.
Dominicus een Knecht.............vj gr.
Pieter Poel een Knecht............vj gr.
Noch ontfanghen van de offerande van beijde de missen iiij gr.
Zomma van den uwtgeef bedraecht net.....xij Q ij gr.
Ende den ontfanck bedraecht.........xj {J x gr.
|
|||||
— 129 —
|
|||||
Zomma meer uwtgegheven dan ontfanghen......iiij gr.
By my Pieter Poel
, T, „r GONSALO HeïNDRICX.
by my Dominicus Wielant.
Folio 42.
1564.
Rekeninge van wtgeven en ontfangh als ick Dominicus Wielant
als Deken van Sinte Lucas gilde gehadt hebbe, beghinnende tsinte Lucas Dage anno vier en sestich tot Sinte Lucas Dage vijffensestich Incluys. GegeveD op de rekeninge tot Adolf ten huyse . . . . iiij (}
Gegeven den cnape om de gildebroeders te verdachvarden ten
Augustynen...................ij gr. Noch gegeven den cnape op Sacramentsavont op den gildebroe-
ders te verdachvarden...............vj gr. Gegeven op Sacramensdach voor 't onbyt.......x JJ
Gegeven voer op te roepen van de twee dagen de creyders. iiij gr.
Gegeven in Bagynhof voer den wagen te staen . . . . iij (}
Gegeven aen eenen Kelc te make......iij gr.
Gegeven aen nagelen om den wagen te maken . . . . xij gr.
Noch gegeven aen twee capraven en latten en ander groot
houyt....................xvj gr. Gegeven den tymmerman voer sijnen arbijet .... xiiij gr.
Gegeven op den ommegandach aen rynflys (rundvleesch) voer de
Joden xij pont het pont ij gr. bedraget ...... ij 0 vj gr. Noch gegeven aen pensen...........xiiij gr.
Gegeven aen een pont boter...........v gr.
Gegeven aen brot...............xij gr.
Noch gegeuen aen bier tot Mijnens ten huyse en in denwa-
gengedroncken . ............ijfjix gr.
VI. 17
|
|||||
— 130 —
|
|||||
Gegeuen aen mayen..............v gr.
Gegeuen aen packgaren............ j gr.
Den Godt Compt te cort............iiij gr.
Gegeuen van den wagen te voeren in den ommeganc . . xx gr.
Gegeuen de kersedragers............vj gr.
Den wagen te scilderen.............vj gr.
Den wagen in Bagynhof te doen.......■ viij gr.
Voor den Deken naer oude costume een coppel hoenderen, xij gr.
Gegeuen den cnape om te verdachvarden op de rekeninge de gilde broeders.................ij gr.
Noch gegeuen andermael om de gildebroeders te laten weten op
de rekeninge..................ij g1'-
Noch den stebode oirt den Deken te late wete .... ij gr.
Folio 43. Noch gegeuen de cnape op Sinte Lucas avent om de gildebroe-
ders te verdachvarden...............vj gr. Gegeuen voer de candelaer te scuren........ij gr.
Noch gegeuen voer twee torsen........ ij [J iiij gr.
Gegeuen van preken en twee missen.......xvj gr.
Noch gegeuen van den orgel te spelen en de kinderen te
singen....................x gr.
Gegeuen van luyen en bayarden.....• • • • . vij gr.
Noch gegeuen van de gildebroeders te verdachvarden op de
misse van rekeëm................ij gr.
Den wtgeuen beloop ij ffi i fl ij gr.
Den ontfanck Ontfanghen van Gilis de glasmaker van sin vrijgelt . . vj {J Ontfanghen van de dootscult van Franse de glasmaker . xv gr. Noch ontfangen van de offerande.........ix gr. |
|||||
— 131 —
|
|||||
Dit sin de cnapen.
Ontfangen van Pieter Poel van vier knapen..... ij Q
Ontfangen van Dierick de glasmaker van eenen knape . vj gr.
Ontfangen van Jan Giersen den glasmaker, van eenen knape. vj gr. Ontfangen van CristoFfel den glasmaker, van eenen knape. vj gr. Nochomfangen van Gillis de glasmaker, van eenen knape. vj gr. Den ontfanck bedraecht xij Q Meer wuytgegeuen dan ontfangen xxix fj ij gr., alsoe dat elck
gildebroeder te gelden heeft xx gr., gedaen xxi November Ao 1565. GONSALO HEYNDRICX.
By Cornelys Boir, Nout Jansen, ende Jan Gersen ende
Crystoffels Dynmansen.
Fol. 44. 1565.
Rekeninge van den wtgeuinge gedaen van mij Gonsalo Heyn-
dricxsz. als Deken van Sinte Lucas Gilde, beginnende van den
18 October Ao. 65.
Item in den eersten gegeuen de knape om de gildebi-oeders te
vergaren om te looten, ende van op Sacraments dach. o — 00 — 8
Item gegeuen van op te roupen.......o — 00 — 4
Item gegeuen de Baginnen voer de wagen te staen. o — 01 — 6
Item gegeuen voer x fi? Rintvleijs tot 3 gr. { pont, beloept.................o — 02 — 11
Item gegeuen aen pensen.........o — 01 — 3
Item gegeuen om broot..........o — 01 — 4
item om een pont boter..........o — 00 — 5
Item om bier.............o — 02 — 6
Item voer meyen en nagelen........o — 00 — 7
Item van de waghen te slepen.......o — 01 — 8
Item voer een coppel hoenderen naer costume voer
den Deken................o—01— 2
|
|||||
— 132 —
|
|||||
Item gegeuen de keersdragers........o — oo— 6
Item gegeuen de knape omdat hij noch de Joden
hadde verleyt in de waghen aen bier......o — ol — 3
Item noch om een crucke en bintgaren . . . . o — 00 — 2^
Item gegeven van de wagen int baghinhof te doen. o — 00 — 6 Item gegeuen de knape om de gildebroeders te vergaren op Sint Lucas dach..........o — 00 — 6
Item gegeuen de knape van de tafel wt de kerke
te doen slepen...............O — OO — 3
Item gegeuen de knape voer sijn Salaris en de beel-
den wt de kercke te doen..........0 — 02 — o Fol. 45 wit. Fol. 46.
i565-
Ontfanck van de incompste van Sinte Lucas ghilde by mij Gon-
SALO Heyndricx ontvangen als Deken, beginnende den 18 Ocktober
Ao. 65.
Item in den eersten Gillis de glaesmaker voer een leerjongen
en een knecht............... ° — 03 — 6
Item Pieter Poel een knecht......• • ° — 00 — 6
Item Claes de schilder een knecht . . . • • • o — 00 — 6
Item Adolff de glaesmaker een knecht . . . . o — 00 — 6
Item de incomste van Niclaes AdriaensEN in d'Eenhoorn................ 0 — 06—0
Item noch Adolff twee knechten....... o—01—o
Item noch Dominicus een knecht. . . . . . . o — 00 — 6
Item Dierick een knecht.......... o — 00 — 6
Item noch Pieter Poel een leerjonghen, Hans
Tielman van Antwerpen........... o — 03 — o
|
|||||
— 133 —
|
||||||
den Wtgeef . . . . 19 fj 4 gr.
deu Ontfanck . . . 16 ƒ} o gr.
meer wtgegeven dan ontfangen 3 [f 4 gr.
GONSALO HEYNDRICX.
By Dominicus Wielant. By mi Cornei.ys Barbier.
Folio 47.
[1566.]
Ick Crystoffels Dynggemansz als Deken van Synte Lucas
Gylde, glasscrijver I). Hebbe in den eersten verscoten an de taffele in het gasthuys
te doen 2)...................ij gi-. Item noch voer dye belden tot Dyercks huys te doen . iij gr.
Item een wete te doen van die belden.......ij gr.
Item noch op Sakerments auont verscoten voer ij torssen van an-
derhalf pont het styck...............iiij J] Noch van omgaen bynnen ende buyte Ermuyeden . . . vj gr.
Item nog op Saciamentedach der stadtbode.....ij gr.
Item op den omganckdach van dye kerssen te dragen iij stijvers.
Den Stadtbode een stijver op den omganckdach.
Item om die beelden tot Heyndryck te voeren .... ij gr.
Item verlet eenen stop meselers 3) toen wij dye belden besteden.
Item van dye belden te maken gegeuen Heyndrick . . iiij (J
Ende noch ij stop meselers gegeuen toen weij deije belden opstelten.
Ende iij groet aen nagelen ende hangenkens (hengsels) . ij gr.
Ende een stijver om dye belden van Heyndryck te halen.
Ende om dye taffel wt te halen ende op dye sle een styuer.
Ende den tymmerman gegeuen.......iiij fj iiij gr.
|
||||||
1) Dit woord weer doorgehaald. 2) De altaarschilderi). 3) Moezelwijn.
|
||||||
— 134 —
|
||||||
Folio 48.
Ende om dat Iser te doen vermaken daer dye gordijne aenliangt iij gr.
Item am Pyeter Jansen sijnen wynckel te doen slijten met een
stadtboode, daeraen...............ij gr. Item om het gilde daerop te doen ombyeden, van wegen den
knecht....................ij gi-. Ifem om het myshemme (mishemd) daeraen gegeuen van wassen iiij gr.
Item noch om packgaren een oert.
Item van ij torssen anderhalf pont. daer afgegeuen „. xxi (J 1).
Noch van iiiij Keissen gegeuen.........vij styver.
Item van vegen den Cnape van omgaen, bynnen en buyten vj gr.
Noch een coppel hoenderen..........vj styvers.
Ende noch een maelslot. . . -........v grot.
Ende noch van ij syngende mysse ende preken. . . . xiij st.
Noch van dye orgelen te spelen......... iij st.
Ende noch gegeuen vj grot van luyen.
Noch van een weete te doen van dye messe van (requiem) ij gr.
Noch van omgaen om dye Rekenyenge ende noch geuen van een
Roede, daer men dye taefele mede sluet.......xiij gr. Fol. 49.
Item ontfangen van Pyeter Janse van vrij te worden . vj Q
Noch ontfangen van offergelt een braspenninck.
Item Nout Jansen j Cnaepe.
Item Pyeter Poel ij Knechs.
Item noch van Domynycus i Knech.
Item Roel i Knech.
|
||||||
1) Dit staat er duiaelijlt, maar moet een fout zijn; het zal 21 stuivers zjjn.
|
||||||
135
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Somme den Wtgeef .... xxxi fl iij grot.
Eede Ontfangen......viiij g
Meer wtgegeuen dan ontfangen . . . xxij fl iij gr.
Ende gerekent elck hooft xvj gr. tot xviij persone toe. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
këtl
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
by mij Herman Sans
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fol. 50. 1567.
Rekeninge van den Wuytgeuinge gedaen by my Herman Wil
lemsz. , borduevwercker. als Deken van Sinte Lucasgilde, begonnen den xxiiije October Ao. 1567. Item in den eersten wuytgegeuen doen men die rekeningen dede
ten huyse van Cornelis de Been.......... ij JJ Noch betaelt voer twee dwaelen, die men op den autaer leyt viij fl
Noch betaelt om omme te gaen, doen Hubrecht de Scilder
vrij gemaect wert................ij gr Noch betaelt om omme te gaen doen men processie diech (deed)
in den vasten. .................ij gr. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noch betaelt den xiiij Juny van twee Kaprauens en dl
scaeuen om twee houten Keerssen te doen maeken . . Noch betaelt van ij torssen.........
Noch betaelt van omme te gaen Sacramentsdach
Noch betaelt van omme te gaen Ommegancx dach .
Noch verleijt op Sinte Lucas dach aen twee toortsen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noch een wete te doen op St. Lucasdach, buyten en binnen vj gr.
Item noch betaelt van tsermoen en twee singende misser te doen
saemen.................ij Ö ij gr- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 136 —
|
|||||
Item noch betaelt van luijen...........vj gr.
Item noch betaelt van twee wassekeerssen ende de oude ver-
wisselt ....................xij gr. Fol. 51.
Item noch gegeuen aen den Alf te wassen en een dwaele, met
de twee kandelaers te scuyren tsaemen........vj gr. Item noch betaelt Ommegancx dach van de keersse te draeghen vj gr.
Noch van een weete te doen op de rekening.....ij gr.
Noch voor een Coppel hoenders voor den Deken . . ■ i ft
Noch betaelt NoUT Jansz. van de twee houten keerssen te scil-
deren met twee waepenen.............xi] gr.
Somma den oncost bedraecht xxvij ft x gr
Noch meer Wuytgegeuen dan ontfanghen xv ft vj gr.
Folio 52.
J568.
Onfanck van de Incomste van Sinte Lucas gilde by my Herman
Willemsz. Deken, ontfangen, beginnende den xxij Octobre xvcLxvij tich. Item in den eersten Hubrecht de Scilder van vrij te worden vj ft
Noch ontfanghen van Offergelt.......... . ■ mj Br-
Pieter Poel een leerjonghen Maerten Jansz. van Roy, met
drij knechts, saemen ............."Ü ÏT vj gr. Gillis de glaesmaker dry knechts......i 0 vj gr.
Pieter de glaesmaker twee knechts....... . • i f)
Cristoffel j knecht.............vj gr.
Adolff de glaesmaker eenen knecht.......vj gr.
Hubrecht de Scilder een leerjongen.......iij ft
Gerekent in presencie van Nout Jansz. Kerstiaen Willems,
Heyndrick Jansz., beeldesnijder, dat elck geselle te ghelden heeft xj gr. |
|||||
— 137 —
|
||||||||||
Claes de Scilder als Deken.
Herman Willemsz. Sans. by my Aernout Jansen 1568. |
||||||||||
£
|
||||||||||
(V&S-vw/ty.
|
||||||||||
th
|
||||||||||
Fol. 53 wit; fol. 54. 1569.
lek, Claes Andriesen, scilder, [als Deken van Sinte Luikeas
gilde. In den eersten verlijt op Sinte Lucasdach an den ombyt. xij st.
Noch verlijt op mij auent om twe torsten.....xxiiij st.
Noch verlyt op Sakermensauont om twe torsten . . . xxiiij st.
Noch v cannen moselaers (moezelwijn) tot den bogarde gegeuen
om den predecant..... . . . jjj st
VI. ,8 '
|
||||||||||
— 138 —
|
|||||
Noch verleijt op Sinte Lucas auent om twe torssen. . xxiiij st.
Noch van twe vasse kerssen die gebroken varen, van visselen xij gr.
Noch verlijt van tsarmoen en twe messen te doen, belopt
samen....................xiij st. Noch van luien..............vj groot.
Noch verlijt van omme te gaen, beloobt al tsamen buiten en
binnen....................xij st. Noch van seepen en scueren die candelaers.....vj gr.
Noch voer den Deken een coppel hoenders.....vj st.
Somma vj guldens tien st. een duit.
Fol. 55. 1569.
Onfanck van den Incomst van Sinte Lucasgilde, die NlCLAES
Andriesz. onfanghen heeft binnen synen voorsz tijt dat hij bedient heeft van het jaer xv°Lxix. Item in den eersten Pieter Jansz. ghlaesmaeker, een leer-
jonghen....................üj 8 Pieter Cornelisz. Poel vijf knechts tot vj gr. elcken knecht,
comt...................ij fi vj gr. Cristoffel Dijngnemans j knecht.........vj gr.
Item noch ontfanghen Jacob van Steenberghe als vrij meester
in Sinte Lucas gilde.............vj schell. Adolf den glaesmaker, eenen knecht.......vj gr.
'Den gheheelen onfanck xij Scell: vj gr.
Ende den Wuytgheef . . • xxi ff viij gr. vj 6.
gherekent tot xviij persoonen vj gr. den man comt ix st. gr. Fol. 56.
Aldus ghesloeten dese voorgaande Rekeninghe van 't jaer xvcLxix
|
|||||
— 139 —
|
|||||
drick Jansz. beeldesnyer als Deken en Herman Sans en NiCLA.es
Andriesz. als ouwen Deken en Gillis de glaesmaker. Fol. 57 wit. Fol. 58.
Rekeninge van den jare 1570 die ick Hendrick Jansen hebbe
ghedaen als Deke. Het uijtgeuen op Sinte Lucas dach voer het incomen naer
costume....................ij fj Noch iiij schelleghe op Sacrament auent voor ij tortsen.
Noch tarmuwe (t' Arnemuiden) dye wette te doene ende hyer
bynnen...................vj groet Noch den Kurerder (cryeerder).........ij groet
Noch een wette te doenne op den ommeganckavont . ij groet
Noch op den ommeganck dach den Kurerder. ... ij groet
Noch ommeganck dach van dye Kersse.......vj gr.
Noch iiij schellyghe van twe tortsen doen men dye Kannygynne
(Koningin) voervach (?) (wachtte?) Noch van ij candellers te scurren en de mysdynghen te was-
schen.....................vj gr. Noch ghegeffen van Sermoen te doenne ende ij mijssen met
sijnghen...................xiiij st. Noch iij stuver van luyghen.
|
|||||
— 140 —
|
|||||
Noch voer den Deckkenne ij hondene voer . . . . . vj st.
Noch en wette te donne............ij gr.
Fol. 59.
Hyer op ontfanghen ten ersten van Mychkl dye Schilder vj }}
Noch ontfanghen van Peeter dye glassemr......vj gr.
Gesloten den xxiiij October ende meer ontfangen als wtgeghe-
ven ij f] iij gr.
Actum als voren.
Pieter Poel, iij gesellen.
Gillis Cornelyssen , i geselle.
Pieter Jansz. , i geselle.
Harman Sans, i geselle.
Adoi.ph Jansz, ij gesellen.
Frans Back , i leerjonghe............iij fi
Cristiaen Heijndricxe, j leerjonghen.......iij (J
Fol. 60.
Rekeninghe en uwtgeuinghe gedaen by mijn Gillis Cornelisz.,
Deecken vant voorsz. Gilde van Sinte Lucas int Jaer xvcLxx tich. In den eersten het uwtgeven op Sinte Lucas dach naer ouwe
cos'.ume....................ij (} Item een acte van condempnalie van die compasmaeckers gelicht
by Gillis Cornelisz., glaesmaecker, als Deecken 1570 13™ Decem- ber, coste..................14 g'. Noch gegeuen den balliu dienaer iij groote om de schilder op
de Vlasmart een weete doen doen om met het gilde te oueicomen. |
|||||
— 141 —
|
|||||
Noch gegeuen den dienaer iij gr. om te arresteeren Mr. AnthoNIS.
Noch Laurkys de stadtbode gegeuen ij gr. om de schilder op
de Vlasmart om dat hy met het gilde ouercomen sou. Den lesten Nouember doen wy voor recht waren met Jop Jans-
sen, doen wij .werden gestelt op ons bewijs , gegeven van teijc- kenen....................üj gr. Noch gegeuen den procureur Van Dulmen......v gr.
Den xij Decembris gegeven dat ons de sententie mede geweesen
werde, van teyckenen..............üj gr. Noch gegeuen den procureur van ij mael dat hij binnen was viij gr.
Noch gegeuen den stadtbode om een weete te doen aen Job
Jansz.................... . ij gr. Fol. 61. •
Noch gegeuen voor een kiste daer men den bouck en de preve-
legie in sluydt.................xij gr. Noch gegeuen Vrydaechs voor Carsmysse aen ij toersen . iiij J]
Den i« Marcij gegeuen den dienaer die de wete aen Andries
[dede om] zijn werck te verbieden..........iij gr. Noch ghegeuen Jan Janssen , Stadtbode om de zelven (?) weete
te doen....................ij gr. Noch vuytgegeuen in gelaghe int Zwaenken by Deecken en be-
leeders doen wij de accordacie van de outbaer steen maeckte met Mr. Anthonis.................iiij fi Noch ghegeuen op Sacrements dach van de Kersse te draeghen iij gr.
Noch ghegeuen op onsen Ommeganc auont voir twee tortsen iiij Q
Noch ghegeuen aen twee Schilden die aen de tortsen zyn ij (f
Noch van de weten ghedaen te hebben Sacraments auont en
Ommegancks auent............... . i (} Noch voir het ghilde omghegaen Sinte Luykas auent . . vj gr.
|
|||||
— 142 —
|
|||||
Noch om de wete te doene om te comen in de misse van
requijem....................ij gr.
Noch van waschen en schuyeren het goedt van den autaer vj gr.
Fol. 60 bis.
Noch gheuen van Scermoon te doene met de misse . ij fi x gr.
Noch ghegeuen voir twee wassekerssen.....i fj i'ij gr.
Noch een coppel hoenders............i (J
Noch om de wete te doene dat men de rekeningh come
hooien....................ij gr.
Fol. 61 bis wit. Fol. 62.
Het vuytgeuen bedraecht 24 ft 9 groot. v
Somme dat daer drye schellinge een groet meer ontfange es dan
vuytghegeuen. By Dominicus Wielant, glasmaker.
By my P. Poel. Fol. 63. 1570.
Dit is den ontfanck die ick Giu.es Cornelisz. als Deken van het Gilde van S*. Lucas ontfangen hebbe 1570. In den eersten ontf. van Jov Janssen van zyn incompste . vj (t
Noch ontf. Ci.ays Volkersse, schilder, van zyn incomste . vj (t
Noch ontf. Abraham Fietersz. van zijn incompste . . . vi ft
■ Cristoffet. een knecht met een leerjonge, de zone van Adriakn
de goutsmet.
Pieter Poel twee knechte.
Adolf Jansz. een leerjonge genaempt Claes Fransz. met een
knecht. Pieter Jansz. twee knechts.
Den heelen ontfanck.........24 jj en 10 groot.
|
|||||
— 143 —
|
|||||
Fol. 64.
Rekemnghe en uvvtgeuinghe gedaen by my Adolf Jansen voort
gilde van Sinte Luckas int jaer Lxxj. Gegheuen na ouwe costumme...........'j ft
Noch gegeuen de knape.............vj gr'
Van drie weten te doene aen Willem de schilder omdat hij met
het gilde ouercomen soude............. Noch een paer toorseu, stick van anderhalf pont, daervoor ge-
geuen .....................U1J 9 Noch gegeuen van de wete te doen op Sakermens auent . Ij gr.
Noch de statboode op Sakermentdach ende van Ommeganck
auent....................üij gr. Noch de knape gegeuen van omme te gaen als wij dat cruyse
opsette . . . .-...............ij gr. Noch van luyen als men het cruyse opsette gegeuen ..ij)
Noch op Sinte Luckas auont een paar toorsen, van een pont stick,
daer vooren gegeuen............iij (J vüj gr. Noch een wete te docne op Sinte Lucas auent .... ij gr.
Noch op Sinte Luckas dach een vueete om de misse van reeque
(requiem) te doenne...............JJ g1'- Noch van misse en van preken ... .....ij ft * gr.
Noch een coppel hoenderen na ouwe costume.....'fl
Noch een wete als ick mijn rekeninghe dede. . . . . y gr.
Fol. 65.
Aldus den uwtgeef bedraecht xvj ft ij g»'.
Den ontfangh is groot v $ vj gr.
Aldus meer uwtgegeuen dan ontfangen de somme van x fi vnj gr.
|
|||||
— 144 —
|
|||||
Dit ces den ontfanckt vant offevgelt........ üj gr.
Pieter Poel, van de Scotse jonghen....... üj f}
Pieter Poel, een knecht........ vj gi'-
De doetschult van Coersiaen met zyn huusurouue . ij ff viij gr.
Claeis de schilder, een knecht......... vj gr.
Gesmaldeelt ouer xiij personen, comt elck..... xij gr.
Aldus geaccordeert enz. den xxij October.
By my P. Poel. GoNgALo Henriqz. jy Nj" C-
Fol. 66.
Uwtgeef van den Jare 1572 ten tijde Adolph Jansen Deken
wesende en Pieter Poel als beleeders en door abscencie van den Deken deze naervolgende pennynghen by Pieter Poel als beleeder doen ter tyt verschoten als hier naer volcht. Betaelt Gillis Royaert ouer 't schryven van de gilde kerkelycke
goeden, gelicht by Notaris en getughen en my Pieter Poel. xüij gr. Noch betaelt op Sinte Lucas dach en daechs daernaer van de
sijngende misse en de misse van Requiem te doene ende van luyen en van preken................ij 0 x gr. Noch van omme te gaen om de wete te doene van S'. Lucas
dach.....................ij gr. Noch van ommegaene op de rekenynghe.......ij gr.
Somma . . hij JJ iüj gr.
Ick.CRljsTOFFEL Dinggemans hebbe deze penningen geresteuert
(gerestitueert?) tot proffyt van haer achterstal aldus geroerter (geroyeert ?). 1574 1) den eisten September. 1) De paginatuur loopt door. In 1573/71 niets geboekt.
|
|||||
— 145 —
|
|||||||||
Fol. 67 wit. Fol. 63. Rekenynghe van den utgeeff.
In den eersten hebbe ick Cristoffel Dinggemans, Deken,
verleet ij styvers ende dat van ij weten te doen van een schijlder op de mert' om vrij te vorden, Jan Jansen den stadtboode. Ende noch gegeuen Jan Janse de Stadtboode om den winekel
te doen sluyten van Heynderyck Joryssen......i stijver. Item ick Cristoffel Dynggemans hebbe ontfangen van Cor-
nelijs van Dale over sijn incomste . .........vj 0 Ende noch van Frijps (Filips ?) Pyeterssen voer sijn incomste vj Q
Folio 69, Item ick hebbe ontfangen van Pieter van Veen
voer syn incomste........ .......vj (J Item noch ontfangen van Merten Jansen voer zijn incomste vj Q
Item noch ontfangen wt handen von Heijndrijck Jorijsz. vj JJ
Item gegeuen van dije perdicane (predicanten?) an gelage van
dese voersz. ontfan van verseyde costen vertert in het goude crusse aen de mert ,....,............vüij f} Item noch ontfangen van Antenys Jansen voer sijn leergelt
(van Adolt Jansen leerjongen)........... iij JJ Den ontfanck van 1575 bedient by Cristoffel Dygmansen als
Deken van Sinte Lucas gilde compt ter somme van xviij ƒ}. Daerteghen den uwtgeef compt ter somme van ix (} vj gr. Aldus
meer ontfanghe vüj JJ vj gr. vlaems die hy betaelt heeft in andere oncosten daer 't selve gedient heeft. 'T oorconde by ons ondertee- kent den xxiij October. P. Poel. .
|
|||||||||
^cYo
|
|||||||||
VI.
|
|||||||||
19
|
|||||||||
— 146 —
|
|||||
Folio 70. 1576.
Rekeninghe van den ontfanck als lek Cornelis Corneusz. van
Daele als Deken van S'. Lucas gilde ghehadt hebbe van den Jaeve Ao. xv°Lxxvj. Ontfanghen van Cristoffel Dingemans jonghen vuev sijn in-
compste....................iij (? Al noch van twee knechten die by mij Cornelis van Daele
gewrocht hebben......•.........xij gr.
Den heelen ontfanck.........üij fl
Hiertegens verteert doe men den nieuwen Deken den voorsz.
üij JJ aldus hier quijte. Ter presentie van Aernout Jansz. , Herman Sans , Christoffel
Dingnemans, Marten Jansz., Philips van Bourgongen. Fol. 71. 1577
Rekeninge van den ontfanck als lek Cornelis Cornei.issen van
Daele als Deken van Sinte Lucas Gilde gehadt hebbe van den jaere Ao. xvoLxxvij. Ontfangen van Adolf Janssen iij knechts tot 6 gr. elcken
knecht...................* fi vj gr. Ontfangen van Cristoffel Dingemans üij knechts, elcken knecht
6 gr......................ij f? Ontfangen van Flups Pieters eenen kuecht.....vj gr.
Ontfangen van Pieter Janssen iij knechts . . . . i ft vj gr.
Ontfangen van Cornelis van Daele ij knechts .... i fj
Ontfangen van Cornelis van Daelen's Jonge van syn incomste,
genaemt Jeronimus van der Elst..........iij fj Ontfanghen eenen gildebroer Hendryck Roelants, voor sijn
incomgelt...................vj JJ |
|||||
— 147 —
|
|||||
Den geheelen ontfanck.....xv JJ vj gr.
Voor d' incomste van den nieuwen Deken . ij (J
Somma .... xvij (J vj gr.
Folio 72.
Wtgeuen van my Cornelis van Daele veor de gilde van Sinte
Lucas Anno xvcixxvij. Iu den eersten betaelt voor het wapen van Sinte Lucas de
somme van...................x fj Item voor de stellinge betaelt om die te maken . . . . x Q
Item noch gestopt ijcLxx stucken [glas] tot eenen grote het
stuck, bedraecht..............xxij J} 6 gr. Item noch iiij glazen wtgenomen en verreparert tot . j (} iiij gr
Item noch betaelt int besteden van de stelling . . ij (] iiij gr.
Item noch betaelt int vermaken van de Ouwe Deken ende op
slot van de rekeninghe...........xxiij Q iiij gr. Somma der gehellen Wuytgeef......üj ffi ix fj vj gr.
Fol. 73-
Ende den onfanck van den voorsz. Jaere (1577) bedraecht niet
meer dan xvij {} vj gr., aldus meer wuytgegeuen dan ontfanghen ij ffi xij 0 Gesmaldeelt in xv persoonen tot iij fl iiij gr. elcken man, mits-
gaders een vrouwe persoon ij fj comt ter voorsz. somme van ij ffi xij fj. Aldus gesloten en onderteekent by den eersaemen Gonsal DE la Palma en Heyndrick Jansz. en Marten Jansz. als afgaende be- leerder. Actom desen xxe October A°. xvCLXxvij. GoNgALo Henriqz. Maerten Janssen.
Heyn Janssen. Herman Sansz.
Fol. 74. Van den Jare 1578.
De gesellen*.
Willem Jeroensen, 2 geselle. Corn. van Dale, 2 geselle.
|
|||||
— 148 —
|
|||||||
Jacob de Schilder, i geselle.
Adolph Janse, 2 x
Phlips Pieterse, 2 »
Pieter Janse, 3 »
Cristoffel Dygmans, 2 geselle.
De Anno 1578.
Den wtgeef by Pieter Poei, als Deken van Sinte Lucas Gilde
verschoten. Item in den eersten ten huse van Maerten Janse in de Nobel
opt recolement van de rekenynghe betaelt ij st. op S'. Lucas dach van ommegaen........... ......ij (J Fol. 75-
Den ontfanck daertegen:
Ontfanghe ved Willem Jeroensen voer sijn Incomen . . vj f}
Alnoch de Wede. van Mr. Gillis, Organist, genaempt Juliana, voer haer incompst op goede rekenynge. Alnoch Pieterke Jacobs van Amsterdamme voer haer incompste
peracorde van date (?) verandtwoor* voer........vj 0
Ontfanck .... xxiiij (f vj gr.
Uwtgeef..... Ü fi üj gr-
Compt voer 't Gilde . . . xxij J] üj gr.
xv October 1578. |
|||||||
^ ^
|
|||||||
Heindrick Rolant.
|
|||||||
149
|
||||||||||
Folio 76.
Hier de namen van de Gildebroeders van Sinte Lucas gilde van
den Jare 1579. Deken wesende Jacob Jacobsz.
|
||||||||||
Anthony, ten huse Wm. Jeroensen.
Gabriel de Schilder.
Hans Cristoffels.
Jeronimus de schildere.
Cornelis van den Eet, compasmaeker.
Zacharyas Pieter, glasemaker.
Jan Bastiaensen.
Adriaen van Ydeghem.
Wouter van dek Meers.
Mr. Daneel [van den Queborne].
Balten Flessiers.
Ziemoi: van der Wijcke.
Paüwels van Suerdonck.
GlLJAAM BESAEN.
|
||||||||||
Domynicus de glasemaker.
GONSALO HEYNDRXXE. Aernout Jansen, schilder.
Pieter Poel. Adolf Jansen. Jacob Jacobsen. Christofel Dygmansen. Pieter Jansen, Oorloghe. Philips Pieterse. Maerten Jansen. Heyndrick Roelantsz. Willem Jeroensen. cornelis van dale. Heyndrick Jansen. |
||||||||||
Fol. 77.
Jeronymus Willebrecht, boeckbinder.
Frederick Bertvyck (Berwick).
Pieter van der Heyden, borduerwercker.
Jan Cnibbe, gouslagher.
Clais Janssen, Beke.
Hans Willems.
Joos Joossens, Smit.
Heyndrick van.Burcken.
Pieter Bouwens
Pieter la Huusse,
|
||||||||||
— 150 —
|
|||||
Fol. 78.
Dit den ontfanck van het gilde A°. 1579 by my Jacob Jacobsz.
als Deken. Ontfanghen over het innecomen van Gabriel de schilder iij 0 üij gr.
Rest noch ij 0 viij gr. Noch van deselven......iij 0
Ontfanghen van Hans Cristoffels , glasemaecker . . ix0.gr.
Pieter Poel, 2 gesellen.
Jacob Jacobse, i geselle.
Cristoffei. Dyghmansen, 3 gesellen.
Willem Jeroensen, i geselle.
Adolph Jansen, i geselle.
Cornelis yan Dale, 3 gesellen.
Pieter Jansen, Oorloghe 1 geselle.
Fol. 79.
Den Uwtgeef daerlegens:
Eerst voer het innecomst geit by de beleeders ... ij 0 gr-
Betaelt in den gouden Helm als de gildebroeders te weten Deken
en beleeders daer vergaert waren ende deze drie voergenoemde per- sonen ontfynghen...............ix 0 gr. Betaelt de stadtbode ouer vij weten gedaen aen de onwillighen
te weten in de armen Duuel ende den man in de goude rosé op den dam ende den bouckbinder in den gouden borch tot Hij gr. elcke Wete, compt................ij 0 üij gr.
Wtgeef.
Alnoch betaelt van restitucie Pieter Poel iij 0 gr. van den
Speelman die Juliane my gecort hadde, compt .... iij 0 gr. Alnoch betaelt Cornelis van Dale over het innecomen van
Gabriel de Schilder.............. iij 0 gr. |
|||||
— 151 —
|
|||||
Den Wtgeef.......xvij $ Hij gr.
Den Ontfanck......xxxiij J] gr.
Meer ontfanghen dan uwtgegeuen . . xv (J viij gr.
Aclum den xviij October 1579.
P. Poel. Gonijai.o Henriq:
Fol. 80.
De Anno 1580.
Heyndrick Janse Deken wesende op Sinte Lucasdach ouer de
oude Costume voer de gildebroeders.........ij fi gr.
0 ' ' Den Ontfanck van den selfden Jare.
Pieter Poel, ij gesellen. Adolf Janse, 3 geselle. Cristoffel Dygmansz. , iiij gesellen. Willem Jeroensz. , ij gesellen. Jacques van Steenberge, j geselle. Pieter Jansen, j geselle. Corneeis van Dale, j geselle. Fol. 82.
xviij October 1581.
Item lek Cristoffel Dinggemans, Deken, hebbe gehadt tuee
gesellen. Pi-eter Poel, tuee gesellen.
Adolf Janssen, tuee gesallen.
Vylm Jorynssen, tuee gesellen.
Cornelis van Dale, een geselle.
Jackop de Schylder, een geselle.
Pieter Jansen OorLooge, tuee gesellen, glasmaker.
De Veedeue van Heynerick da Schylder, in de Apdye, een
leerjongen...................iij g |
|||||
— 152 —
|
|||||
De dootschult van Heyndrijck.........xv groot
Item noch Gonsael Heyndryx van sijne 3 leerjongen j 0 vj grot
En dat van leeren dat hij bestet was. Dese perselen zouden beloopen................xj f? viiij grot
Daerop wtgegeuen...............iiij (J
Dus comdt het gilde te bouen 7 (} 9 groot, enda die slodt van
de Rekenninge vertert in presensye van den nieuen Deken Hans Cristoffels met sijn beleders op de xviij October 1581. By myn Jan Cristoffels, als Deken. By min Jacos van Steneerghe. Bije CORNELYS YAN DAELE. Fol. 83. II ?
Geseten buyten dije Scrpor poort in den Hof van........
Mersije heeft beloft den invoonder met name Hans van Orsselle
heft beloft den Ambachte van de Schilders tuee orsters hamme ende een half oxoft Wijns van de beste wijn ende of den voerseijden Hans quaem te steruen bynne den lande van Wacheren soe sullen den ambachte van de gelasmakers ende schijlders [hem] eerlyck ter aerden di age, ende dije erfgenamen var. den ouerleden sullen gehouden vesen dye weete te doen aen het gijlde van die schijlders ende dye gelasmakers. Dit onderteekent bij min Hans van Orsselle,
Scheidere.
Naer alle voerschreven ondertekenynghe tusschen de Weduwe
Martijnken, Weduwe van Hans de Schilder en Deken ende belee- ders van Sinte Lucas gilde binnen der stadt Middelburch in Zeelent questie daerom gevallen was om een half ocxoft france wijn ende twee Oostersche hammen, dien hij Hans voeanoempt belooft en on- derteeckent hadde als hier blyckt, ende de voergen: Martijnghen |
|||||
— 153 —
|
||||||
in recht gedachvaert was, sob ist om alle beters wille om beter ge-
daen dan gelate, by accoerde en appointemente geaccordeert en ge- appon*. dat de voernoemde Weduwe sal betalen voer het voernoemde gilde de somme van xx $ gr. en noch x gr. voer de oncoste compt tsamen j ffi x gr. vlaems enz. Act. iiij Dec. 1581, bij ons onder- teeckent. Fol. 84.
By my Jan Corstoffei. , glasmaker, Deken van Sinte Luckas
ghillde int jaer 1582, den 18 October. den Ontfanck.
Item ten eersten van Martyntie de Wedevve . . . een pont.
Korstoffel Uinnemansz. , een knecht.......xij gr.
Adolf Jansse, een knecht ...........vj gr.
Cornelis van Dale, twee knecht........xij gr.
Jacop de schilder, een knecht..........vj gr.
Wiemen Jeroense, een knecht......, . . vj gr.
Flef van BorghoenE, dry knecht.......xviij gr.
Hans Cristoffel, een knecht..........vj gr.
Pieter Poel, een kneeht............vj gr.
De dootschulden.
Pieter Poel................xv gr.
Pieter Janse Oorloghe............xv gr.
Fol. 85.
Nout Jansse................xv gr.
Héynderijck de schilder............xv gr.
Somma den Ontfanck 1 <D xj fj.
Item den Wtgheef daerteghen ten eersten wtghegheven een pont
ende dat verteert met het heele gilde. Item noch ij Q toen ie Deken weit.
VI. 20 |
||||||
\
|
||||||
154
|
||||||||
Item noch ij Q verteert met dekens en beleyders doen wy in
Rechte stonden teghen de Weedewe van Hans de Schilder. Item noch ghegheven Corstoffel Dinnemans vj gr. ende dat ter
causen dat Pieter Jansse ghcreekent was. op twee knechts ende hij en hadde maer een gehadt. Somma den Wtghef beloept I ffi iiij Q vj gr.
Dus compt het gilde te boven xij schellinghen.
Fol. 86.
Item noch ontfanghen van Merten Hauperse van der Smissen
dry schellinghen ende dat van zijn leergelt. Item van Willem Jeroense de dootschult van twee vrouwe,
twee schellinghen en vj groote. Zoodat den geellen ontfanck es van den Jaere 1582 op den
i8« Ocktoober xij 0 en comt zuwers gheslooten. By Maerten Janssen van Roy als Deeken.
|
||||||||
Adolf fv» Janssen
|
||||||||
Ende verackordeert syn ter preecensge van Deeken en beleders,
preezent Corneelis van Daele, en Adollef Janssen en Crystof- fel Dynghemans en Merten Jansse van Roy als Deeken en Adolf Janssen als beleeders en Hans Crystoffel en alle andere gelde- broeurs preezent. Fol. 87 en 88 wit. Fol. 89.
Rekeninghe van den ontfanck als ick Maerten Jansz. van Roey
als Deeken van Ste Luycas gilde ghehadt hebbe van den Jare 1583. |
||||||||
— 155 —
|
||||||
Item ten eersten ontfanghen Jeroonemus de Schilder en heeft
betaelt voor zin incomst..............vj fj Als noch ontfanghen Corneeles van den Eet en heeft betaelt
voor zin incomst.................vj fj Als noch ontfanghen Sagerias de glaesmaeker en heeft betaelt
voer zin Incomst................viiij fj Als noch ontfanghen ouer de doetschult van MaeykeN
Adolfs..................i fj iij gr. Als noch ontfanghen ouer de doetschult van Naenken
Corneeles.................i fj iij gr. Sagerigas (sic) eenen leerjonghen Jacob Pieterse Oorloghe
en es vrij van zin leerghelt. Als noch ontfanghen Jan Bastyaense en heeft betaelt voor zin
incomst....................9 fj Fol- 90.
Den ontfanck van de Ghesellen.
Item ten eersten Adolf Jansz., een knecht.....vj gr.
Crestoffel, ij knechts............ j 8
Wellem Jeroencen, iij knechts.......j fj vj gr.
Jan Crestoffel, iij knechts.........j fj vj gr.
Corneeles van Daele, j knecht.........vj gr.
Flep van Borgoeinge, een knecht........vj gr.
Dese ontfanck van den zelfden jaere beloept 1 ff xvij fj vj gr.
En den Vtgheef belopt iiij fj vj gr., dus meer ontf•: dan vtghe-
gheven j ffi vj fj vj gr. 1). Deesse Reekenynghe es gheslooten ter prezentie van Consaerrel
(Gonsales) Heyndrickx, Adolf Jansz., Jan Cristoffels, Maerten |
||||||
1) Hier schuilt weer een fout.
|
||||||
— 156 —
|
||||||||
Jansz. als Deeken toen ter lijt en de andere gheldebroeurs. Actem
op den i8<™ Ocktober A°. 15S3. |
||||||||
Fol. 91. A». 1583.
Reekeninghe van de vtgheeuinghe als ick Maerten Jansz. van
Roey als Deeken van S'e Luicas ghilde int zelfde jaer ghehaet hebbe A». 1583. Item ten eersten verleyt op Sente Luicas dach naer behoorlycke
costume............ .......ij f} Noch betaelt de eerme (armen)........ij| J} vj gr.
En dat van de jonste van Cente Luycas ghelde en dat van de
j g 'S f? 6 gr- In alles den Wtghef . . 4 (j 6 gr,
[Item in den eersten heeft Kerstoffel Dinghemans ghelieft
ouer de dootschult van sin zoen vij (J voor de gheldebroeders van Sinte Luicas gelde vt sin vry eyghen welle A". 1584] 1). Fol. 92.
Ite-m ten eersten verleijt naer behoorlycke costume . . . ij fj
Fol. 93. A°. 1584.
Reekeninghe van den Ontfanc als ick Jacüb van Steenberghe
als Deeken van Ceinte Luickas Gilde ghehadt hebbe van den Jaere 1584. |
||||||||
1) De3e post weer doorgehaald.
|
||||||||
— 157 —
|
|||||||
Item in den eersten ontfanghen Adryaen yan Ydeghen en heeft
betaell voor zin incomst ... ..........vj Q
Cornelis van Daele een leerjonghen Abraham Cornelisz. iij fj
De ontfanck van de ghesellen:
Item ten eer-sten Kerstoffel Dynghemans, ij ghesellen . i fj
Als noch de doetscult van Janneken Kerstoffels . i fj iij gr.
Adolf Jansz., ij ghesellen, facet.........j fj
Hans Stoffels, ij ghesellen...........j fj
Fol. 94.
Willem Jeroensen, ij ghesellen.........j fj
Sagherigas, een gheselle............vj gr
Deesse somma van den Ontfanck beloept . . . . xv fj ix gr.
Ende den Vtghef...............iij fj
Dus meer ontfanghen dan vtghegheuen.....xij fj ix gr.
Deesse Reekeninghe es gheslooten ter preesencye van Domini-
cus Wylant, en Gonsales Henrickx en Jacob van Steenberghen
als Deeken toen ter tijt, Adoelf Jansz. en Maerten Jansz. en Sa-
gherias en Cerstoffel Dinghemans en voorts alle de andere gelde-
broeurs. 19 Ocktober.
Jacob St[eenbergen].
Fol. 95. Dyt syn de gyllebroeders dye lek Wyllem Jeroenssen van
Granen als Deken ontfanghen hebbe int jaer 1585. Item in den eersten Wauter van der Merssen en heeft betaalt
voor syn gildegelt................vj 0 Als noch Meester Daneel van [den] Queeckborne ende heeft
betaelti)....................vj g |
|||||||
over dezen schilder (later hofsehilder van Prins Maukitk) o. a.
Bbanden, De Antwerpselio Sehilderschool. Hij was de stamvader |
|||||||
— 158 —
|
||||||
Alsnoch ontfanghen voor gyldebroer Baltesaer Vlyssiers (Fles-
siers i) ende heeft betaelt voor t gylde........vj f? Alsnoch ontfanghen Symoen van Eijcke als gyllebroer ende
heeft betaelt..................vj ft Alnoch (ontfangen) Pauwels van Sueredonck , als gyldebroer
en heeft betaelt.................vj ft Alnoch ontfanghen als gyllebroer Geuam Besaen en heeft be
taelt....................vj ft Item alnoch ontfanghen als gyldebroer Jeronemus Wyllebrecht
de boeckebijnder ende heeft betaelt..........vj ft Fol. 96.
Alnoch ontfanghen Frederyck Ketwyck als gyldebroer en heeft
betaelt....................vj ft Alnoch ontfanghen als Gyldebroer Meester Cornelis Forestyer
Vysscher ende heeft betaelt voor sijn gyldegelt.....vj ft Dit sijn de knechten bevoenden bij de meesters :
Cornelis van Daelen, een knecht . ........vj gr.
Meester Daneel [van den Queecborne] eenen knecht . vj gr.
Alsnoch heeft Meester Daneel eenen leerjonghen, de sone van
Wyllem de Somer, ende heeft betaelt........iij ft Alsnoch heeft hij aengenomen ende by hem geleert dry maen-
den de Sone van Anthony Sevyen.........iij ft Item Wouter van der Merssen, eenen kneeht . . . vj gr.
Item Sacherias, twee knechten.........i ft
Fol. 97.
Mertten Jansz., eenen knecht. . ,.......vj gr.
|
||||||
van een talrijke kunstenaarsfamilie; zijne zonen Ceispiaen en Lots van den
Queecborne waren o. a. schilders in den Haag. 1) Zie Archief UI, Keamm enz. |
||||||
— 159 —
|
||||||
Adolf Jansz., eenen knecht..........vj gr.
Crystoffel Dinghemans , twee knechten......j jj
Wyllem Jeroenssen, twee knechts........j ƒ}
Den heelen Ontfanck.........iij ffi viij fj vj gr.
Den Wtgeef na ouwe costume...... ij 0
Dus blyf noch net de somma van . . . . iij fi? vj fj vj gr.
Aldus gedaen den xviij Ocktober 1585 ter prensensie van de be- leeders ende nieuwe Deken met de gheheele gijlde. 1 $&
Fol. 98. .
Item alnoch es ontfanghen PyeTER VAN DER HEIJDEN, es de sone
van Heyndrick van der Heyden als hyer voortyts in sijnen tijt vrij meester ende Deken geweest hebbende, es ontfanghen als vrij mis. sone mits betaelende voor sijn vrij geit.........iij fj Dits den ontfanck die ick Adolk Janssen ontfanghen hebbe als
Deken van Sinte Lucas In den jare 1585 tot 86. Item van Mr. Daneel [van den Queecborne] ontfanghen
Pieter......,1).............o — 3 — o Item ontfanghen den 30 December Jan Kniebe als
gtldebroer van St. Lucas gilde en betaelt......o — 6 — o Item tot Sagharyas een leerjonghen Jeremyas
Mattyssen.................o — 6 — o |
||||||
1) Zonder twijfel een „leerjonghen".
|
||||||
— 160 —
|
|||||
Item tot Baltens eenen leerjonghen Matteeus Maers o — 6 — o
Item noch tot Claes Janssen Beke eenen leerjonghen o — 6 — o
Fol. 99.
Item als noch ontfanghen den 4 Juny Clais Janssens
Beke van Bruchghe. (Brugge) glasemaker, als guldebroeder van Sinte Lucas mits betaelende de somme van twee pondt, afghetiocken o — 13 — 4, comt . . . ,__. . . 1 — 6 — 8 Item als noch ontfanghen den 23e Juny Hans Wil-
lem»', Schildere, van Antwerpen, als ghuldebroer van S'. Lucas mits betaelende de somme van twee pondt, aff- ghetrocken o — 13 — 4, comt..........1 — 6 — 8 Item als noch ontfanghen den 23e Juny Joos Joossen
Smit , als guldebroer van St. Lucas, mits betaelende de somme van twee pondt, afghetiocken o— 13 —4, comt. 1 — 6 — 8 Item als noch ontfanghen den 23e Juny Jannekün
Heyndricx, die de stoelen groent als guldesuster van S*. Lucas, mits dat sy belooft te betaelen als ghelt . . o — 6 — 8 Item als noch ontfanghen den 27e Augusti Heyndrick
van der Burch als guldebroer van St. Lucas mits beta- lende twee pondt, afghetiocken o—13 — 4, comt . . 1 — 6 — 8 Item ontfanghen den 27e Augusti Pieter Bouwens, de
ghlassemaker als guldebroeder van St. Lucas mits betae- lende twee pont, afgetrocken o — 13 — 4 comt. . . . 1 — 6 — 8 Fol. 100.
Item als noch ontfanghen Pieter Lahuuse, suucker-
backer, in presentie van den Ouerdeken en Deken ende beleeders als guldebroer, midts jaerlycx gheuende halfjaer- costen, also hy beuindende het hambacht gheen schade doende; en hier toe gheft hy ten hambachte . . . . o — 8 — 4 |
|||||
• •
|
||||||
161
|
||||||
Als noch ontfanghen van de Wede(we) van Chris-
toffel Dynghemans ouer de doetschult......o — 7 — o En noch van Mr. Daneel [van den Queeckborne]
een leerjonghen ghenaemt Samuel , comt......o — 6—0
Somma den ontfanck . . . . 9 — 8 — 4.
Fol. 101.
Dit zijn de oncosten die wy Deken en beleeders ghehadt hebben
int versoucken van onsse preuelegie, blijckende by de quytantien hier naer volghende, Acktum den 2oen Nouember Ao. 1585. In den eersten betaelt PiETER Querinsen ouer 't inuenteren en
grosseren van een nieuwe preuelegie met dyuerse requesten te ma- ken ..................o — 13 — 4 Noch betaelt Jan Janssen statbode ouer 't selaeras
van de ghenoechde schepens, den Secvetaryus en stadt- boode, mitsgaders noch ij Requesten ouer te dienen mette Appostillen van dien..........o — 9 — 11 Noch aen PiETER Janssen, statboode, ouer een
vergaderinghe om haer preuelegie te ouer sien en ouer het logies van de ghenoechde Heeren met myn leeges o — 7 — o Noch betaelt de clerck opt cantoor over 't celares
van Wet en Raet, vuert Vyssenteeren (visiteren) van de preuelegie................I — 16— 8 Noch betaelt ouer celares van de dry ghenoechde
Heeren om alle de poynten en artyckelen te ouersien, en Wet en Raet haer adtvys daerop zeglien, comt. . o — 9 — o Fol. 102. Noch betaelt Adriaen van Ydeghen
ouert stofferen van twee kysten , ancomende den Zecree- taris van de Baerssie (?) dewelcke hem gheschoncken waren vant Ambachtsweghen tot assestentie van de preueleghe. I — o — o VI. |
||||||
162 —
|
||||||||||||
Noch betaelt ouer vijf stoop faro als' t heel gulde
vergaderende was ouer de preuelegie te hooren leesen. o — 2 — 11 Noch betaelt Jan Cornelissen int St. Joris ouer
dyuersche ghelaghen met mijn Heeren en den Ouer- deken en Deken en beleêrs aldaer verteert deur 't ver- soecken van onsse preuelegie..........4 — 8 — 2 Noch betaelt den Deken, alsoo de kostuume was dat hij. de ij fj
verschieten moste. Het Wtgheven bedraecht...........9898
Dus meer huutghegheven dan ontfanghen de.somma van o — o — 8
Fol. 103. Aldus ghedaen enz. xviij October Lxxxvj.
Onderteekend: A. Ryckartsz.
Bye mye Coernelyes van Daelen. A. van Ydeghem. Daniel van den Queecborne.
|
||||||||||||
d<
|
||||||||||||
Is veraccordeert op deese voorgaende rekeninghe by Deeken,
beleeders en tgeheele gilde als dat den Deecken aencomende sal verschieten voor de maeltijt van de rekeninghe de somme van xx (} en soo voorts elcken aenkomende Deecken daeinae volghende en sal hetselfde pont vlaems brenghen tenden jare in syn rekeninghe. |
||||||||||||
— 163 —
|
||||||||
Act. desen xviij Octob. Lxxxvj.
■A. Ryckartsz:
Bye mye Coernelyes van Daelen. A. van Ydeghem. Daniel van Queeckborne.
|
||||||||
fr
|
||||||||
Tenseluen daghe is veraccordeert by het voorn ghilde op 't punt
van de cnaepe vant voorn, ghilde, als dat denselveu cnaepe sal pro- fiteeren ter weeten van te doen die weeten int vergaren het heele gilde sal profiteren vj gr. en int vergaren Dekens en beleeders iij gr. vlaems. Fol. 104. En indien daer eenighe vergarynghe gedaen wort van
eenighe questyen die by Deken en beleeders sullen worden gheslist, sal de cost van de weete te doen vallen tot coste van don succombant. Het nu volgende is weer doorgehaald.
[Sagarygas Pijtercen schenckt ende gheft uyt zijn vrij eiglien
welle zonder imants versouck zoe wanner hy Deeken sterft de somma van vyer pont grote vlaems ende dat tot om een jeweel te maken tot zyn godachtenisse. 1586.
Als noch zoe ghunt de zelue Zagarygas Pytercen uyt zyn
eyghen vry welle zonder imants versouck de somme van '.wee pont grote vlaems wanneer hy desser werrelt oeuerleden es tot perffijte vant ghelde om haer eyghen welle daer mede te doenel. |
||||||||
— 164 —
|
|||||
1586.
Fol. 105—108 wit. Folio 109:
Rekeninge van den ontfanck als lek Cornei.is van Daelle als
Oeeken van S. Lucas ghilde ghehadt hebbe van den Jaere 1587. Item in den eersten ontfangen Fkrnande Foukel, koffermaekei'
en heeft betaelt voor zin geldeghelt.......1 ffi vj fj viij Noch ontfangen Heinderick Kuipers, Scheilder
ende heeft betaelt voor 2in geldeghelt......I ffi vj fj viij Noch entfangen Antony Cleement, glaesmaecker
en heeft betaelt voor zin gelde ghelt......1 ffi vj fj viij Noch ontfangen Heinderick de glaesmaeker, van
der Pau (Gou?) ende heeft betaelt voer zin gelde- ghelt .................1 ffi vj fj viij Noch ontfangen Andries van den Peutte, (Putte)
Scheilder, en heeft betaelt voor zin geldeghelt . . . l ffi vj fj viij Fol. 110. '
Noch ontfangen Hans van den Bemde, schilder,
en heeft betaelt voor zin geldeghelt.......1 ffi vj fj viij Noch ontfangen Pyter Valick, Schilder, en heeft
betaelt voor zin geldeghelt..........1 ffi vj fj viij Noch ontfangen Jacob Antonessen, Schilder, en
heeft betaelt voor zin gelde geit........I ffi vj fj viij Noch ontfangen Merkeus de glaesmaker ende
heeft betaelt voor zin geldeghelt xiij fj iiij gr. met dat hy een vry mesters zoen es. Noch ouer de doetschult van Adolf Janssen ontfangen . ij fj
En noch ontfangen x fj van dat hy belooft hadde het ghelde van
Sinte Luicas naer zin ouerlijden, dus hyer ....,,.. x fj |
|||||
— 165 —
|
|||||
Fol. m.
Noch ontfangen ouer de doetschult van Heynderick van Bor-
ghem.....................ij fi Noch ontfangen ouev de doetschult van Domynekus de glaes-
maker.....................ij IJ Somma den geheelen Ontfanck xij ffi ij (? viij gr.
Fol. 112.
Rekeninghe van de vytgheef als ick Cornelis van Daelle ge-
hadt-nebbe als Deeken van Cinte Luicks gilde van den jaeve a». 87. In den eersten betaelt ouert maeken van de forme staende in
Ceint Pyters kercke, aen comende Cijnte Luicas gilde . . iij fi? gr. Noch betaelt xij fj viij gr. ouert besteden van onsse Forme pre-
zent het gilde. Noch betaelt ouert open doene van de Kerke als wij de forme
besteede...................viij gr. Noch betaelt ouer een Requeste ij fj om als wij versoechten aen
Menheeren om ontslaghen te zin van de stellinghe dye om onsse forme stont. Noch betalt i (} ouer de Appostille dye de statboode ons dede.
Fol. 114.
Noch betaelt Pyeter Jansz. statboode ouer diversche weeten bij
hem gedaen, aen Cornelis Tysz., witwercker ende aen Joes de Met en mer andere...............iüj Q vj gr. Noch betaelt onsse Knaep Jan Bastiaensz. ouer weeten te
doene.....................iüj Q Noch betaelt Pyter Qurince ouert copyeeren van de preeuelege
met dyversche Requesten gemaeckt en ander besoingen. . . xxx fj Noch betaelt Jan Janssen, Statboode, ouer de leste requeste
uyt te brenghen..........t ..... i (? |
|||||
— 166 -
|
|||||||
Fol. 115.
Noch betaelt op Sinte Lucas dach naer oude costume . . xx fj
Somma den heelen Wuytgheuen bedraecht . . vij ffi xv (f x gr. Ende den Ontfanck..........xij 8? ij ft viij gr.
Aldus meer ontfanghen iiij ffi vj jj x gr.
Aldus ghedaen enz. xviij October 1587. F. Faükel. A. Rijckarse.
|
|||||||
Achtervolghens d'oude Usancye soo wort hier voor de aermen
deser Stede ghegeven van dese boven ghenoemde rekeninghe de somma van.................vj (J x gr. Folio 116.
Joos Joosz. Smit heeft belooft in presencye van den Ouer-
deecken, Deecken en beleeders te betaelen die boete van een pont vlaenis daer hy in vervallen is gheweest achtervolghens zijn belofte, wtwijsende die preuelegie soo wanneer hy weder wynckel hout van Coffermaecker, of lemant onder zijnen name. Den 18 October 1587. |
|||||||
— 167 —
|
|||||
Fol. 117 en 118 wit. Fol. 119.
Rekeninghe van den Ontfanck die ick Ferdinande Faukel als
Deken van St. Lucas ghilde ghehadt hebbe en dit van den Jare 1588. In den eersten onfaen Cornelis Thysius, Coffermaker en heeft
betaelt voor zijn vrij ghelt.........1 ff vj JJ vüj gr. Item onfaen Jan Quelyns, Coffermaker en heeft
betaelt voor sijn vryghelt.........I ff vj f} vüj gr. Dese twee voorn, persoonen zijn onfanghen int
voorsz. ghilde den 22 October 87. Onfaen van Cornelis van der Schelde, Schil-
der, ouer zyn vryghelt..........1 ft>' vj fj vüj gr. Onfaen van Felicx Desort, quaertmaker ouer
de vvyheyt van St. Lucas gilde.......1 ft' vj fj vüj gr. Onfaen van Heynderyck Le Lou , quaertma-
ker, ouer zyn vryheyt van St. Lucas gilde . . . I ff vj fj vüj gr. Fol. 120
Onfaen van Adaem WillemssiNS, Schilder, en
vry meesters zoon, ouer zyn vry ghelt. ..... xiij fj iüj gr. Onfaen van Heynderick Crieck , Coffermaker,
en heeft betaeld ouer zyn vry ghelt......1 6.' vj fj vüj gr. Onfaen van Niclaus du Bres, Schilder, en
heeft betaelt ouer de vrijheijt ven S'. Lucas gilde . 1 ff vj f) vüj gr. Onfaen van Wauter van der Meersch , ouer
zynen leerjongen Phyps Toulouse...........vj fj Onfaen van Cornelis van Dale, over zynen zuene, ter cause
van zyn leergelt.................jij JJ Onfaen van Hans van den Bemde, Schilder ter cause van zinen
leerjonghen Dierrick Jacques............vj ƒ} Onfaen van den zeluen ouer zinen leerjonghen Claeys ClaëYSZ. vj (}
|
|||||
— 168 —
|
|||||||
Onfaen van Simoen Hykel, Schilder, ouer zinen leerjonghen
Elias de Cnoop.................vj J}
Fol. 121.
Noch ontfaen van den zelven Hans (yan den Bemde) voer zinen
leerjonghen Jan de Vos..............vj fj
Noch onfaen van denzelven ouer zinen leerjonghen Joos DE
Putter i)...................vj ƒ}
Onfaen van Anthony Clement, glasemaker, over zinen jonghen
Heynderijck Willemsz..............vj ft
Onfaen van Jeronimus Wilbrecht, bouckvercooper ouer de doot-
schult van zijn huusvrouwe.............i fi
Onfaen van Joos Joosz. Smit ouer de dootschult van zijn huus-
vrouwe ....................i f} Onfaen van Bernaert van Langhenesse, bouckebinder, over
zijn vrieheyt van St. Lucasgilde........i ffi vj j} viij gr.
Onfaen van Sakarias Pietersz. , glazemaker, over zin leerjon-
ghen Jeronimus Aughesthyns............vj fl Somma den heelen Ontfanck bedraecht:
De Somme van...........xiij fi.' xix fj v gr.
Fol. 122 wit. Fol. 123.
Betalinghe jeghens den voorsz. Onfanck die ie Ferdinande
Faukel ghehadt hebbe van den jare 1588. Betaelt eerst op Sinte Lucas dach 1587 in de Maecht van Ghent
ter presencie van den meesten deel van de ghildebroeders naer costume....................xx fj |
|||||||
1) Joos de Putter woonde later in den Haag. Ziju zoon Pieter de Put-
ter, was een goed visch-schilder; hij huwde met eene van de dochters van Daniel van den Queborn (of Queecborne). Eene andere dochter werd de echWenoote van den besten aller XVIIe eeuwsche visch-schilders Abraham van Beijeren. Later hoop ik een en ander over de geheele familie Van den Que- born mede te deelen. |
|||||||
— 169 —
|
|||||
Betaelt Jan Jansz. , statbode over weten by hem gedaen ten
huuse van Cornelis Tysius en elders.........iij 0 Betaelt Claes Jansz. , Notaris ouer 't schriuen van een Informa-
cie ghedaen ten versouke van Deken en beleeder by Hans van Brugghe en Christiaen Bastiaensz. Houterekers te laste van Cornelis Thysius, daervooren betaelt.......ij fj vj gr. Betaelt Pieter Corynsz. (Quirynsz), procureur, ouer 't schriuen
van een requeste, mitsgaders tpresenteren van de zelve en onse zake te bedienen voor mijn Heeren Burchmr. en Schepenen tsamen van weghe de sake van Cornelis Thysius......vj fj vüj gr. Fol. 124.
Betaelt Jan Knibber over 't maken van eenen stalen stempel,
mitsgaders 50 tinne teekenen die Deken en beleeder hebben doen maken tot beter reghel en orde dan voortijts int voorsz. ghilde ghe- weest es duer dien dat in de beghravinghe van eenighe ghildebroe- der veel niet ghecomen en zijn, en dat men dezelve niet onderkennen en conste, zoo ist dat Deken en beleeders mitsgaders diversche ghilde broeders goet gheuonden hebben de selue teekenen ordentelicken by den Knape wt te doen gheuen als de ghildebroeders ghedaecht zullen werden en dat op de boete achtervolghende de preuilegie, dus betaelt voor den stempel....... . j S? iij JJ iiij gr. Betaelt aen den zelven Jan Knibber over 't maken van 50 pen-
ninghen elc stic iiij gr., compt samen......xvj fj vüj gr. Item betaelt dat Deken en de beleeder verteerden ten daghe als
ij met Jan Knibber gheacordeert zyn om 't maken van de voorsz. penninghen en anders............vj fl vüj gr. E ij n d e.
Hierop volgt een: |
|||||
— 170 —
|
|||||||
Rolle van de gildebroeders van S'. Lucas gilde sedert den jare
1554 daer dit x voor staat. Dit is een extract van het voorafgaande boek; maar zeer slordig
gemaakt; slecht gelezen, terwijl een aantal namen willekeurig over- geslagen zijn. Daarmede sluit dit merkwaardige boekje.
|
|||||||
Folio-perkament band. Op den band:
Het Boeck van Sint Lucas gilde. Begonnen A». 1642 —
23 Rekeninge bewijs en reliqua van den ontfanck eude Wtgeef die
ick, Eeuwoüt Muyters, glasemaker, Deecken over S. Lucasgilde hebbe geaedt, met Allart van Loninga, fij n schil der, Ouden Deecken ende Auriaen Magyelsen, b orduerw e rcker en Jan Hardewel, beeltsnijder, beyde beleeders, den tijt van een jaar, beginnende met den 23 December 1642 tot den 8 Januari 1644 ge- stelt in ponden, schellingen groten vlams als volcht. Ontfanck. Ontfangen van den afgaenden Deecken Allart van Loninga,
fij n schild er, (het saldo)..........JL 1 —o — o
(blijckende op den voorgaenden boeck) 1). ■
Ontfangen Gullyam van Brecht, geleyert-
1) Het is zeer te betreuren dat juist dat boek niet meer aanwezig is.
|
|||||||
— 171 —
|
||||||
werckmaeckeri) omdat hy het schildert voor
sijn incomen...............JL i — 6 — S
Ontfangen Heynderick van Schullenburch, f ij n-
schilder, voor sijn incomen.........» i — 6 — 8 Ontfangen I.OWYS Blommaert, fijnschild er,
sijn leergelt afghetrocken, voor sijn incomen. . . . » i — o — 8 Ontfangen Cornelis Jansen, f ij n schil der, voor
sijn incomen 2)..............»i — 6 — 8 De jegenwoordige Deken wordt belast debvoir te doen tot inninge
van 6 sch. vis. die Thomas de Kock ....". gesegt is, te kort be- taelt te hebben. (Is verantwoord.)
Ontfanck van Doolschulden.
Ontfangen voor de huysvrouwe van Cornelis van Baerler,
glaesschr ijver.............X o—i —o Ontfangen voor Hans Willasrt, borduer-
wercker................» 0 — 2 — o
Ontfanck van schuit van vrijgelt.
Abraham yan de Sype heeft nu ten volle betaelt
'tgeen hy noch resteerend was.........»o — 5 — o De uitgaven betreffen verteeringen enz.
Curieus is nog:
Gegeven aen [een] glasemaecker ghenaemt Abraham Jans, woon-
achtich tot Loreynen in Franckrijck, also hy na denOosten- wintwachtte..............X0-7__o Aen Enoch Plasschaert, (cnaepe van het gilde)
voor sijn jaerlicxse Salaris..........» 2 _ 6 — 8 |
||||||
1) Mateelbakker. 2) Cobnelis Janson van CeuIjEN,
|
||||||
— 172 —
|
|||||||
De rekening is onderteekend »bij de Overdeke, nieuwe Deke,
en eenige Gildebroeders'' 8 Januari 1644. Willem Roelsius. Jaques de Ruyter.
Abram Criecken. Fransois Rijckhals 1).
At.art van Loeninga. Adriaen Mach[elsz.
Jeronimus Beckx. • Rekeninghe enz. als ick Jaques de Ruyter, borduer wercker
als Deecken van het Gilde van S'. Lucas hebbe gehadt, met Eeuwout Moyi'TErs, Ouden Deecken, gelaesmaeck e r, FRANgoYs Rijck- hals, fij n schilder 1) en Abraham Crieck, Coffermaker, Be- leeders van den Jare 1644, gestelt in ponden, f}, gr. vis. alsvolcht: Ontfangen van Johannes de Nant van Middelburch, fijnschi!-
der, voor sijn incom-gelt.......... d£l —6— 8
Ontfanck van Leerjongens.
Ontfangen van Isaac van der Burcht, leert
fijn schilderen by Heynderick van Schulenburch. » o — 6 — o Onifangen van Steeven van Batselaer, leert
f ij n s c h i 1 d e r e n by Heynderick van Schulenburch. » ° — 6 — 0 Ontfangen van Laureys Beernaert, leert fijn-
schilderen by Fransoys Ryckhals......» o — 6 - o Ontfanck van Dootschulden.
Ontfangen van de huysvrouw van Joos Anteu-
nissen, Compasmaker............» o—1 — o |
|||||||
1) Ik vond van dezen schilder in Haagsche en Delftsclie Inventarissen schil-
derijen genoemd. Zoo werd 1656 uit eene nalatenschap verkocht „een boe- reschuyrtge van Eijckhais" voor ƒ15.—. (Een Es. v. d. Velde bracht ƒ13.—, een van Goi-ten ƒ 18.— op). 1734 te Delft: „een binuenschuertge van Rijck- hals" ƒ 1 —10—0; maar een van G-oijek ook maar ƒ3.—, een van Beijebei? ƒ 2.— enz. |
|||||||
— 173 —
|
|||||||
Ontfang van Jaerpen ningen.
Ontfangen van 93 Gildebroeders als (=.en) Gil-
desusters (daerin beghrepen die maer half geit gheven, tot 1 ƒ} sjaers...............X 4 — 12 — 0 Ontfang vari Boeten.
Ontfangen van Johannes de Nant, fijn schil-
der, overmits hem heeft vervoordert schilderije te vercoopen op de Vendusse, aleer hy vrij was , . . » o— ro — o Ontfangen van Iemant Bogaert i) vermidts hem
heeft vervoordert schilderije te vercoopen en deselve van Buyten heeft ingebracht oDvrij sijnde.....met
ons veraccordeert tot een amende........» o— 16 - o
Ontfangen van een man van Amsterdam, onvrij
sijnde, heeft schilderije vercocht met de stocke, tegens de Ampliatie van onse Privelege, sijn geit daerover gearresteert en is veraccordeert (enz.)......»i — 13 — 4 Ontfangen van Sr. Abraham Roosebeke, 10 fj
over een amende, alsoo deselve Antwerpse Schilde- rijen hadde te coope gestelt op de Vendue .... en also de Schout execussie hadde gedaen.....heeft
daervoor genoten 3 (f 4 gr., door tussenspreeken van
den Heer Borgemr., alsoo dat noch rest.....» o — 6-8
Ontfangen van Lucas Pancras, schilder, omdat
hij in een ander schilders werck was getreeden eer de voorgaende mr. was voldaen.........»o — 5 — o Deze rekening is onderteekend door:
|
|||||||
1) Komt ook in den Haag voor, waar hij 1647 een groote «Vendue" van
schilderijen hield. |
|||||||
— 174 —
|
|||||||
Willem Roelsius, Abraham Criecken, Mattheus Molanus, i)
CoRNELrs van Barlaer en Jeronimus Beckx. |
|||||||
Rekeninge enz. als ick, Abraham Criecken, Coffermaker
als Deecken van S*. Lucasgilde, hebbe gehadt met Jaques de Ruyter, Ouden Deecken, borduerwercker. Alaert van Loeninga, f ij n- schilder, Cornelis van Barlaer, gelaesschrijver, beleyders, en dat vant jaer 1645 en 1646, en is gestelt in ponden, schell: groote vlaems, als volcht: Ontfangen van Nicola Warnier, fij n schild er, over sijn in-
comgelt.................,£1 — 6 — 8 Ontfangen van Carel Slabbert, fijnschilder,?)
over sijn incomgelt.............»I — 6 — 8 Ontfangen van Aertes Goude, fij nschilder,
over sijn incomgelt........... . . » 1 —6 — 8
Ontfanck van Dootschuiden.
Ontfangen van de huysvrou van Jeronemus Roo-
selaer, over sijn dootschult.........»o— 1—o
Ontfangen van AdriAEN Soutfr, fij n schilde r,
over sijn dootschult.............»o — 2— o
Ontfangen van Fictoor Bonden, Borduerwerc-
ker, over sijn dootschult..........» o— 2 — o Ontfangen over 1645 van 83 soo Gildebroeders
en Susters, de jaerpenningen etc........«4— 3 — o
De rekening is onderteekend: 25 Januari 1647:
Willem Roelsius, Enoch Plasschaert, Jeronimus Rooselaer, Pi eter Wou we. 1) Zie op de naamlijst der hoofdlieden van het Gilde hierachter.
2) Tot nog toe waren geene bizonderheden omtrent dezen Kunstenaar
bekend. |
|||||||
— 175 —
|
|||||
Reeckeninghe etc. als ick Alart van Loeninga, fij nschilder,
als deecken van St. Lucas Gilde hebbe gehat, met Abraham Crieck,
ouden deecken, IsaaC Fierincks, bordueiwe rek er ende Isac
Herpers, glasemaecker, beleeders, beginnende den 25 Januari
1647.
Ont fan ck.
Ontfangen van Aert Vekgouts, fij nschilder, over sijn in-
comgelt.................<£i — 6 — o Ontfangen van Jeremias Vergouts, fij nschil-
der, over sijn incomgelt...........» I—6 — o Ontfangen van Machiel de Limburri, fijn schil-
der, over sijn incomgelt...........» 1 — 6 — o Ontfangen van Daniel de Blieck, fijnschil-
d e r, over sijn incomgelt...........»i — 6 — 8 Ontfangen van Walrant Vaillant, fij nschil-
der en voor teickenaer uitgaende, voor sijn incomgelt................»l-6 — 8 Ontfangen van Gillis Boeye, gelaes-schrijver
en gelaes-maecker, [over sijn incomgelt].....» 1 — 6 — 8 Ontfanck van D 00 tschulden.
Van de huysvrouw van Jeronemis Beckx, fijn- schilder ................»o — 1 — o Van Jasper Beckx, fij nschilder.....» o — 2 — o
Van Adriaen Machielsen, Borduerwerck er. » o — 2 — o
Van Salomon van de Vijver, Borduerwercker » o—2—0 Van Aellae.rt van Loeninga, f ij nschilder . » o—2 — o Van Samuel Adriaensz,, Borduerwercker. » o — 2 — o Aen Jaerpenningen. In 1647 ,£ 4 — 9 — o; in 1648 t£ 4 — 8 — o. |
|||||
•- 176 —
|
|||||
Onder de Uitgaven:
Aan Willem Cornelisz. , Notaris, over het maken
van een Requeste omme te verbieden Schilderijen te verkoopen................j£ o— 6 — o Aen een vreemdelinck, een arm Schilder, hier
door passerende, tot een teerpenrT gegeven . . . . » o — 6 — 8 Onderteekend 5 Januari 1649 door:
Willem Roelsius, Cornelis van Barlaer, Jan Hardewel,
Karel Slabbaert, Abraham Criecken en Isack Fierens. Rekeninge enz. als ick Cornelis van Barlaer, (glasschrijver
ende glasemaker), als Deecken van S'. Lucas Gilde, hebbe ge- hadt, benevens Carel Slabbaert, f ij nschilder, en Isack Fie- rens, Borduerwercker, en Jan Hardewel, B e eltsnijder, als Beleders, in twee verschenen jaeren Anno 1649 en 1650, beginnende 5 Januari 1649 en eyndigende den laesten November 1650, en is gestelt in ponden, schell: groten vis. Ontfangen van Jeronimus Pickaert, fij nschi lder, voor sijn
vrij geit.................c£i — 6 — 8 Ontfangen van Willem Buijtenheijm, fijnschil-
d e r, voor sijn vry geit...........» 1 — 6 - - 8 Ontfangen van Jeronimus Becx de Jonge, fijn-
schilder, voor sijn vrygelt, alsoo hy een vry mees- ters soon is gheeft half geit..........» o— 13 — 4 Ontfangen van Rimbrant Loncke, fij nschil-
der, sijn vry geit, alsoo hy een vrij mrs. s00n is gheeft als voren..............» o— 13 — 4 Ontfangen van Abraham van Barlaer, glas-
schrijver en glasemaecker voor sijn vry geit, alsoo hy een vry mrs. soon is gheeft als voren . . . . . » o— 13 — 4 |
|||||
— 177 —
|
|||||
Ontfangen van Jacob Heijns, glasschrijver en
glasemaecker, voor sijn vry geit, sijn leergelt heeft hy betaelt................X I — 0—8
Ontfanck van Leerjongens.
Ontfangen van Gillis Haruewel, leert beelt-
snijden by sijn Vader Jan Hardewel.....» o— 6 — o Dootschulden.
1649. Ontfangen over de Dootschult van Hans
van Campenhout, Beeltsnijder.......» o— 2— o
Ontfangen over de Dootschult van de huysviou
van Jeremias Vergouts, Schilder. 1650. Ontfangen over de Dootschult van AERTUS
Vergout, Schilder............» o— 2 o
Ontfangen over de dootschult van Lucas Pancras,
schilder................» o — 2 — o
Ontfangen over de dootschult van Gulyaem de
Wolf, borduerw ercker..........» o— 2 — o
Jaerpenningen in 1649 en 1650 samen . . » 8— 2 — o
Ontfangen van Dirck van Delen, fijns chil- der 1), voor elf jaren jaerpenningen van het jaar 1639 tot het jaer 1650 . ............» o—11—ö
Ontfangen over Boete van een seker schilder
uyt den Hage, die hem onderwonden hadde eenige conterfeytsels te schilderen, sonder vrij te sijn int Gilde; daerover wij sijn penn. dede arresteeren, alsoo hij ongewillig was de boete te geven, ende hebben ontfangen................» o—12-6 1) Hij woonde te Aruemuyde. (Zie Kesteloo. De Stad Arnemuiden.)
VI. 23 |
|||||
— 178
|
|||||
Onder deze post staat:
Alsoo wij als dese Rekeninge was gedaen, met kennis van de
Heer Over-Deken de gemeene Confieers hebben voorgedragen, dat onse previlege soude vernieut werde en het vrij-gelt soude gehoog- menteert werde, benevens de jaerpenningen en de Dootschulden 't welck bij de Confreers is toegestaen. Onderteekend: Jacobus Peckius, Abraham Criecken, Karel Slabbaert,
Isack Fierens, Jan Hardewel, Hendryck van Schüvlenburch, D. de Swift (?), Gillis Boeye, Cornelis Keetelaer. Wtgheef .... van 6 Januari 1649—1 December 1650.
Betaelt aen de Weduwe van Salomon de Vijver in Rhetory Camer voor 't geen de gildebroeders daer hebben verteert..............JL I — 10 — o
Betaelt aen een Request om een nieuwe Beleder
te versoecken, om in plaetse van Allaert van LoeniNGA, fijnschilder (die overleden was) te helpen 't Gilde regeren...........» o — 3 — o
Ghegeven aen eenyge sollisistante die hier aen
alle gilde en alle Kercke waren gerecommandeert om eenige hantreyckinge Ie doen tot verlossing van eenyge gevangen pred.icanten in Duytslant »• o — 8 — 4 Noch aen andere sollisistanten, die mede aen de
gilde en kercke waren gerecomandeert om een liberale hantreyckinge tot opbouwinge van haerliede Kerck tot Heylborn int lant van Hessen. . » o— 12 — 6 Alsoo een seker Fransman, genaemt Bles (Blaise)
Morel, hem heeft vervordert, verscheijde Brabantse schilderijen te presenteeren om op het Kerckhoff met |
|||||
— 179 —
|
|||||||
de Stocke te vercoopen......soo hebbe wij ons
debvoir gedaen en door een Stadts Diender twee van
de voornoemde Schilderijen doen wechhalen: aan de Dienders voor haer Exsecutie betaelt . . . . . . £ o — 10 — o Ende heeft de voorn. Bies Morel .... ons
voor recht betrocken om de voorschreven schildeiije, die hy seyde sijn eygen huysraet te sijn, wederom te hebben, soodat wij hem de voorschreven schilderije hebben wederom moeten behandigen ende de coste aen wedersijde gevallen, moeten betalen. Aen de procureur Van Aller.......» 2 — 4 — o
Aen de procureur Willem Smit......» 1 — 19 — o
Aen een arm schilder die geen werck konde
krygen en oock sieckelijck was........» o -— 3 — 4 Aen de Coster van de Choor-Kercke voor het
openen van de Consistory om de Rekemnge te doen 1) » o — 2 — o Rekeninge enz. als ick, Isack Fierens, b or duer wer cker,
als Deecken over het Gilde van S*. Lucas hebbe gehadt, met Cor- nelis van Barlaer, Oude Deecken, Abraham Criecken ende Hendrick van Schuylenburch [fijnschilder] beyde Beleeders, ende dat gedurende den tijt van een jaer, beginnende den 1 Nov. 1650 en eyndigende den 2 Februari 1652.....als volcht: Ontfangen van Pieter Legouche, f ij n s c h i 1 d e r, heeft betaelt
voor sijn incomengelt.......... . . <£ 2 — 6 — 8 Ontfangen van Iemant Boogaert, Schilder,
heeft betaelt voor sijn incomengelt.......» 2 — 6 — 8 |
|||||||
1) Deze post en eenige andere over het verteeren van gelagen in verschil-
lende herbergen, laat ik verder weg. |
|||||||
— 180 —
|
|||||
Ontfangen van Davit van Stapelen, f ij nsc hil-
der, heeft betaelt voor sijn incomengelt.....<£ 2 — 6 — 8 Ontfangen van Willem van Wissen, Glaes-
schriver en glaesmaker, heeft betaelt voor sijn in- comengelt ................» 2 — 6 — 8 Dootschul t.
Ontfangen van Dootschult van Jan Otsen . . . » o — 5 — o
Ontfangen van Dootschult van Nicolaes Aertsen. » o — 5 — o
Ontfangen van Dootschult van Abraham van de
Sype..................» o — 5 — o Ontfangen van de dootschult van de huysvrouw
van Jochem Langenhouwer.........» o — 5 — o Ontfangen van de Dootschult van de huysvrouw
van Cornei.is van Barlaek [fij nschilder] ...» o — 5 — o Ontfangen van Jan Pietersen , schipper op den
Hage, alsoo hy eenige vreemde schilderien hadde hier gebracht ende gepresenteert te vercoopen 'twelck is tegen het 2e Artijckel van de prevelesi.....» I — o — o Ontfangen van Juffrou De Can , alsoo sij meenichte
van schilderien hadde becomen, ende eenige derselven verkocht, hebben Deecken en Beleeders deselve schil- derien willen verbeurt maken en sijn daerover ver- accordeert voor..............» 4 — 0—0 De Jaerpenningen bedragen......» 7 — 11 — o
Uit den »Uytgheef":
Aen twee arme Schilderen, die geen werck kon-
den krijgen, versouckende een ïeijspenninck ...» o—10 — o Aen Willem Estinck vooi het vermake van het
gildeglas, staende in de Oude Kerck......» 1 — 16 — 8 |
|||||
— 181 —
|
|||||
Aen Jeronimus Rooselaer voor het schriven van
de pvevelesye (in een bouck van maechde perkement, omdat de oude niet meer leesbaer en waren). . . . JL I — o — o Aen een armen geleyer schilder, die een reys-
penninck versocht.............» o — 3 — 4 Oeteekend 2 Febr. 1652: Abraham Criecken, Oude Deken,
Isack Fierens, P. Mortamer, als Over-Deecken, Cornelis van Bari.aer, IIendryck van Schuylenburch , Jeronimus Rooselaar, Jeronimus Beck, Enoch Plasschaert, Cornelis Keetei.aer, Jaques Fierens, J. Muytens, Joos Antonisz., Guilliaeme van de Putte. Rekeninghe enz. als ick Abraham Crieck, Co f fermaker,
als Deken over St. I.uycas Gilde, hebbe gehadt, met Isaack Fierens, Ouden Deecken, ende Heyndrick van Schuylenburch ende Jero- nimus Rooselaar, beyde beleyders, geduyrende den tydt van een jaer, beginnende den 2 Febr. 1652 ende eyndighende met den 18 April 1653, enz. Ontfangen van Willem Swinderwyck, f ij nschilder 1) voor
sijn incomgelt............... JL 2— 6 — 8 Ontfangen van Wouter Knijff, fijn schild er 2)
voor sijn incomgeldt............» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Wilhelmus Eversdijck, fijn-
schilder, voor sijn incomgeldt........» 2— 6 — 8 Ontfangen van johannis van der Straten, fijn-
schilder , van sijn incomgeld.........» 2 6 — 8 Dootschulden.
Ontfanghen over de dootschult van d'huysvrouw
van Aernoudt Stockman, fijnschilder . . . . » 0 — 5—0 1) Zie Van deb Willigen, Artistes de Harlem, p. 289. Deze landschap-
schilder leefde ook een poos in den Haag. 2) Zie V. d. Willigen , Ibidem, p. 195 en 350.
|
|||||
— 182 -
|
|||||
Ontfangen over de dootschult van de huysvrouw
van Pieter WOUWE, beeltsnijder......<£ o — 5— o Jaerpenningen...........» 7 — 7 — °
Uytgeeff. 1)
Betaelt aen dry passante Gildebroeders voor reijs-
geldt op haer wech............»o — 6 — o Onderteekend 18 April 1653 door:
Karel Slabbaert, Jeronimus Rooselaer, Isack Fierens,
Pieter Wouvve, Hendrvck van Schui.enburch , Sybrant Pietersen, Iman Boogaert, Simon Boccasse, Rembrant Loncke. Rekeninghe enz. als ick Karel Slabbaert, fij nschilder,
als Deken van Sint I.ucas Gilde hebbe gehadt, met Abraham Crieck als Oud-Deken ende Jeronimus Rooselaar ende Pieter Wouwe, beijde Beleijdeis, geduyrende een jaer, beginnende met den 8 February 1653 en eyndigende.....1654 enz. Ontfangen van Laureys Bernardts, fijnschil-
d e 1 over syn vrijgelt............JE! 2 — 4 — 0
O n t f a n c k van Leerjongers.
Ontfangen van Abraham Bastiaensen, leert
fij ns childe ren by Karel Slabbaert.....» o — 6 — o Ontfangen van Abraham Borm, leert fijn schil-
deren by Karel Slabbaert.........» o — 6 — 0 Ontfangen van Eeuwoudt Adryaensz. van Scha-
gen leert fijnschi ldere n by Karel Slabbaert . » o — 6 — 0 Ontfangen van Joseph Moorloos, leert fijn-
schilderen bij Pieter Legouche.......» o — 6—0 l) Uit deze en andere rekeningen blijkt, dat men herhaaldelijk verteerinaen
maakte op de „Rhetoricamer". |
|||||
— 183 —
|
|||||
Ontfangen van Gillis van Rikte, leert fijn-
schilderenby denselven.........i. o — 6 — o
Dootschulden van:
Daniel Cüppyn............»o — 5—0 PlETER TESSINK............«O — 5 — O
Joseph (moet zijn Jochem) Langnouvver i) . . » o— 5 — 0
Isaacq Fierens den Ouden Deken.....» o — 5 — o
JOHANNES PRINJIER...........»0—5 —O
Jacob van Doren...........» o__5 — 0
Andries Plockhoy...........» o — 5 — o
D'huijsvrouw van Anthony de Later . . , . » o — 5 — o
Jaerpenningen...........» 7 — o — o
Betaelt voor 't maken van de Nieuwe gegoten
copere penningen.............»I __ g__4
Onderteekend 18 Febr. 1654 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Abraham Ckiecken, Jeronimus
Rooselaer, Pieter Wouwe, Sybrant Pietersen, Enoch Plas-
schaert, Cornelis Keetei.aer, L. Bernards, Pieter Michielse.
Rekeninghe enz. als ick Jeronlmus Rooselaer Glasemaecker
als Deken van Sint Lucas Gilde hebbe gehadt met Karel Slabbaert,
Fijnschilder Ouden Deken, ende Pieter Wouwe, beeltsnijder
ende SlJBRANDT Pieters, Coffermaecker, beijde als beleeders, ge-
duyrende den tijt van een jaer beginnende met den 8 febr. 1654
ende eijndigende met den 17 Febr. 1655 enz.
O n i f anck.
Ontfangen van Laureyns Craen, f ij nschilder 2) en heeft be-
1) De portretschilder Jochem Lanonoüwek werd 5 Augustus 1653 in de
Oude Kerk te Middelburg begraven. 2) Zie over dezen verdienstelijken stillevenschilder mijne aant. in de Ned.
Spectator 1879, bl. 98. De schilderij van den Heer Otterbeek Bastiaansz, , werd voor cenige jaren in Amsterdam verkocht. |
|||||
— 184 —
|
|||||||
taelt voor sijn vrijgelt............JL 2 — 6 — 8
Ontfanghen van Lodewijk Vay, fijn schil der,
en heeft betaelt voor sijn vrijgelt. .......» 2— 6 — 8
Alsoo wij langhe en vele hebben geprossedeert tegen de Bleck-
slagers, om haer in ons Gilde te verkrijgen, omdat sij hun bliek besiaen te schilderen, dat tegen onse previlegie is, soo is by de eerwaerde Magistraet alhier verstaen, dat deselve hun sullen vervoegen onder ons in S'. Lucas Gilde, met desen verstande, dat de tegen- woordige blickslagers sullen toegelaten worden voor één pondt Vlaems minder dan de previllegie van't vrijgelt is meldende (dus & 1-6-8). (Volgen de namen van 6 blickslagers die elk jC I — 6 — 8 be-
talen). Dootschulden van:
Joan Kroone, borduerwereker.....JL o— 5—0
Gillis Boey, glase schrijver......» o—5 — o
Den Ouden Deken KarEL Slabbaert,
fijnschilderO.............» ° — 5 — o
De huysvrouw van S'. Jacob Keynnoudts de
Jonge, fijn schil der..... .....> o— 5 — o
Onder de boeten is die van i, o — 5 — o van
Philips van Sijpe, vlaggemaker, «omdat hij sijne ^vlaggen schildert." Pieter Coppens, medeburger deser stadt, bestaen
hebbende, veelderhande ende vremde schilaerien |
|||||||
1) De schilder-grareur Slabbaekt werd 6 November 1654 in de Oude Kerk
te Middelburg begraven. Hg schilderde behalve genrestukken als die te 's Gra- venhage, Brunswijk, Amsterdam, ook goede portretten. De kunsthandelaar Hollendeb te Brussel bezit een allerliefst meisjesportret van hem, beteekend: K. Slabbaert f 1650; het is in den trant van Jacob Gebiutsz. Ouyp geschilderd, |
|||||||
— 185 —
|
|||||
't aenvaerden uyt vremde landen omme alhier te ver-
coopen, dat directelijck tegen onse previllegie is, en tot groote nadeele van de Gildebioedeis; soo hebben Deken ende Beleyders door practijcke deselve Schil- deryen in handen gecregen, daer vele en lange om is geprocedeert en gepleyt, ende eijndelinghe.....
te meer het d'eerste reyse eade onweetende geschiet
was, goet gevonden dat de voorsz. Coppens tot amende aen 't gilde sal betalen <£ l — 13 — 4, dus ont- fangen.................d£i — 13 — 4
Onlfangen van Karel Slabbaert, Ouden Deken,
Pieter Wou we, beleyder, Jacob Heijns, Willem Hesstinck en Laureys Ckaen, absenten ter be- graeffenisse. ...............» o — 4 — o
Jaer penninghen...........> 6 — 15 — o
Uitgeeff.
Betaelt aèn Johannes Mickelfelt, Notaris, over 't maken ende beleggen van eene attestatie tegens Monsieur Craen en eenige andere oncosten . . » o— 5 — 6 Betaelt aen S'. Louys van Gallissie, Silver-
smidt, over 't maken ende leveren van eenen silveren mostertpott met sijn lepelken. ...» 6— S~~° Betaelt aen Selderslach, in de Schutterie van
de handtboge over 't gene aldaer verteert is, aengaende de saecke van eenen Van de Vinne uytdenHaegh. » o— 4 — o Betaelt in de herberghe genaempt de Hooge Deure
ende in de Munte, over 't gene in die plaetsen ver- teert is over de saecke van eenen Theniers, fijnschilder tot Antwerpen........» o— 6 — o
VI. 24
|
|||||
— 186 —
|
||||||
Onderteekend 17 Februari 1655 door:
L. Bernards, Daniel de Blieck, Lodewijck Vay, Jeronimus
Beckx, Cornelis Keetelaer, Jeronimus Rooselaer, Sijbrant pieters, pleter wouwe, jaques flerens, enoch plasschaert , P. Mortamer, als Over-Deecken. Rekeninghe enz. als ick Sybrant Pietersen Koffermaker,
als Deken over het Gilde van St. I.ucas hebbe gehadt met den Overdeken Jeronimus Rooselaer, Onder Deken en Enoch Plas- schaert met Jacop Fierens, beyde beleeders, gedurende den tijt van 8 maenden, beginnende 17 Febr. 1655 en eyndigende in October 1655 op St. Luckas; enz. Ontfangen van Hendrick Berckman i) fijn-
schilder, voor sijn vrijgelt.........<£ 2— 6 — 8 Ontfangen van Louweris Ingenraem, fijn schil-
der , voor sijn vrijgelt............» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Jeronimus Sabyno, fijn schil-
der en heft betaelt op rekeninge, alsoo hy zijn vol- komen vrijgelt niet heft konnen geven , en heft belooft te betalen................» o — 15 — o Dootschult van Aernout Stockman , 2) fijn-
schilder ................» o— 5 — 0 Ontfanck van boeten van begrafenissen.
Ontfangen van Sr. Cornelis Barlaer . . . . £ o — 1 — o Ontfangen van Sr. Eversdick.......» o — 1 — o |
||||||
1) Zie Archief V, bl. 216 en mijn artikel over dezen sehilder in Meijek's
Künstler-Lexicon. 2) Aeenodt Stockman werd den 24 April 1655 in de Nieuwe Kerk te Mid-
delburg begraven. |
||||||
— 187 —
|
||||||
Boeten.
Ontfangen van Jan Persellis i) alsoo hij hem
bemoeit heeft te schilderen en niet vrij is . . . . £ o — 5 — o Jaer penning en............» 7 — 8 — o
Betaelt aen de Stadtsbode om verbodt van werck
en arest te doen ten huise van Joris van Essen, lootgieter, alsoo Jeronemus Sabino tot zijnen huyse was schilderende en int gilde niet vrij was.....» o — 2 — 6 Noch gegeven aen Heinderick Teniers, fijn-
schilder met weten van S*. Jacop Fierens voor een reys-penninck............."O — 5 — ° Onderteekend 18 Oct. 1655 door:
P. Mortamer als Over Deecken, Sybrant Pietersen, Jero-
nimüs Beckx, Enoch Plasschaert, Jaques Fierens, Cornelis van Bari.aer, Jan Hardewel, L. Bernards, Pieter Wouwe, D. Swift, Abraham Crijnen, J. Muyters, Jan de Visscher. Rekeningh enz. als ick Cornelis van Barlaer, glasschrij ver
en glasemaecker, Deken van 't S*. Lucasgilde hebbe gehadt met Sybrant Pietersen, Coffermaecker, Ouden Deken, Jan Harde- wel, beelt snijder en Laurens Bernaerd , fijn schilder beijde beleeders van 't vooischr. gilde, geduerende de tijt van een jaer, beginnende den 18 October 1655 en eijndigende den 1 November 1656. Ontfangen van Pieter Biesman, fijnschilder
voor sijn vrijgelt..............£2 — 6 — 8 Dootschulden van
Iman Bogaert, Schilder........» o — 5 — o |
||||||
1) Wellicht zoon van J. Porcellis de oude. Deze groote zeeschilder over-
leed te Soeterwoude in 1631. De onze kwam zeker uit Leiden. (Zie Archief V, W. 217). |
||||||
— 188 —
|
||||||||
de huysvrouw van Jasper van Ei.en.....<£ ° — 5 — °
Leerjong er s.
Ontfangen van Anthony de Vries, leert glase-
maecken en glas-schrijven by Abraham van Barlaer................» o — 6 — o Jaerpennin g'e n...........»7 — 4—0
Noch ontfangen van d'Hr. Dirck yan Delen,
fij nschüder de somrne van 12 $ groten vis over 6 jaren jaerpenn: van 1650—1656; hier achter int slot gebracht, en hier per............ memorie. Onderteekend 1 November 1656 door:
P. MORTAMER,als Over-Deecken, L. Bernards, Pieter Michielsz,
Isaac Blondeels, Abraham van Barlaer, Davidt de Boy ver, Jeremias Smouwe, J. Muyters, Jan Hardewel, Cornelis van Barlaer, Sijbrant Pietersen, Lodewijck Vay, Jan Oosthoudt, Daniel de Blieck, Janus Voor Moolen. Rekeningh enz. als ick Jan Hardewei. , beeltsnijder, Deken
van Sint Lucas Gilde, hebbe gehadt met Cornelis van Barlaer, glasschrijver, en glasmaecker, Ouden Deken, en Lodewijck Vaey, fijnschilder, met Jan Hoosthoüdt, grofschilder, beijde beleijders van't voorz. gilde geduerende een jaer, van 1 November 1656 tot 18 October 1657. Ontfangen van Symoen van Dou , f ij n s c h i 1-
der 1) voor syn vrijgelt...........£2— 6 — 8 Ontfangen van Eeuwout Aryaensen van Scha-
gen, fijnschilder, voor sijn vrijgelt......» 2— 6 — 8 |
||||||||
1) Over dezen verdienstelijken schilder van ruitergevechten zie men Rotterd.
Historiebladen II, bl. 597 en Dr. Schlib, Catalogus van Schwekik, 1881, bl. 166/167. |
||||||||
\
|
||||||||
— 189 —
|
|||||
Ontfangen van Aixexander Demontjuer, fijn-
schilder, voor sijn vrijgelt.........£2— 6— 8 Dootschuiden van
Jacob Pouwelsen, borduerwercker. ...» o — 5 — 0
d'overleden huysvrouw van Dirck Swift . . . » o — 5 — o
den overleden Baton, fijnschilder 1).
Onder de absenten ter begrafenisse, die elk
I (J verbeurden: Rynbrant Loncke, Byesman, Lodewijck Vaey,
pleter kockel, daniel spyerinck. Gildepenningen...........» 6 — 17 — °
Betaelt aen Willem IIestinck over het repareren
van het gildeglas in de Oude Kercke......»i — 18 — o Betaelt in de Fortune, alsoo ons was aengeseght,
dat aldaer was gecomen een seker schilder genaemt de Bloote, die soudebij hemheb- ben verscheyde schilder ij en om alhyer wt te venten, gelijck hij wel voor desen meer gedaen hadde, maer hehben hem mondelingh ge- sproken en hem verbot gedaen en geseyt, dat het strydich was tegen den 2 Art. van onse prevelesie . » o — 2 — o Betaelt in S'. Pieter, ajsoo daer mede was geco-
men een schilder van Wtrecht met verscheyde schil- deryen (enz. als boven) en beloofde, dat hij geen soude vercoopen, maer binnen een dach 4 of 5 vev- trecken.................>, O — 2 — 0 (Nog dergelijke gevallen; er worden geen namen genoemd).
1) Willem Paton werd 17 Februari 1657 te Middelburg in de oude kerk
begraven. |
|||||
— 190 —
|
||||||
Onderteekend den 18 Oct. 1657 door:
P. Mortamer , Over-Deecken , Jan Hardewel , Cornelis van
Barlaer, L. Bernards, Abram Criecken, Willem van Wissem, Isbrant van Macheren, Jan Oosthoudt, J. Muyters. Rekeninghe enz. als ick, Laurens Bernards, fij n schilder,
Deken van S*. Lucas Gilde, hebbe gehadt met Jan Hardewel , Beeltsnijder, Ouden Dekenen Abraham Criecken, Coffer- maecker en Willem van Wissem, glasemaker en glasschrijver, beyde beleeders, geduerende een jaer, van 18 October 1657 tot 18 October 1658. Ontfangen van Johannes Becx, glas-schrij ver
en glasemaker voor sijn vrijgelt, alsoo hij een vrymrs. soon is................. £ 1 — 6 — 8 Ontfangen van Abraham Borm, i) fijnschilde r,
over syn vrijgelt, de 6 JJ affgetrocken......» 2—o — 8 Ontfangen van Abraham Bastiaensz. , fijn schil-
de r, over sijn incomgelt, de 6 fj affgetrocken . . . »2— o — 8 Ontfangen van Gillis Hardewel, Beeltsnij-
der, over sijn vrijgelt (een vrijmrs. soon, en de 6 J} affgetrocken)...............» 1 — o — 8 Ontfangen van Abraham Blommaert, fijnschil-
der, over sijn vrij geit...........»2 — 6 — 8
Dootschulden van
Güilliaem van Brecht, p e t y e Is ch i ld e r en
backer..................o — 5 — O Hans Hoskens, borduerwercker......o—5—o
Caesar Roelandts, fijnschilder......o — 5 — o
|
||||||
1) Ik zag ééns een heremiet in een grot, zwak van teekening, goei} van
kleur, gem. A. Borm. |
||||||
— 191 —
|
|||||
De huysvrouw van Pieter Biestman , fij nschilder. o — 5 — o
Rembrant Loncke, fij nschilder......o — 5—o
Lowys Blommaert, f ij nschilder......0—5 — o
De Wedue van RobbrechT van Dormaele . . . o — 5 — o
De Wedue van Caesar Roelandts......o—5-0
Jeronimus Becx, fij nschilder.......o—5 — o
Gildebroeders die versuymt hebben te begravenis te gaan:
Dirck de Swifï. Willem Eversdijck. Hendrick Berckman. Bastiaen Anteunis
Willem van Wissem. Willem Buytenheim.
Frans Jacobsz. Pense. Thomas van Dormaele.
HUYBRECHT GOETHALS. LaüRENS BERNARDS.
Joos van Leeuwen. Dirck Leerse.
Frans Pense.
Ontfangen van Juliaen Teniers, Schilder van Antwerpen, alsoo
hij hem vervoordert hadde diverse onvrije schilderijen binnen dese Stadt te brengen, welcke door Deken en beleeders waren gearres- teert, soo is daer op door aenraden van de Heer Burgemr. Reynier van der Beke met dito Teniers veraccordeert dat aen het Gilde sou- de betalen voor een amende (en hem wel expresselijck geordonneert geene meer te brengen) voor.........js 2 — 1.3 — 4 Jaerpenningen:
Ontfanghen van Willem Swinderwijck , fij n-
schilder, alsoo hy 4 jaren ten achteren was geweest. » o— 8 — o Ontfanghen van Nicolaes Warnier, f ij nschil-
der, alsoo hy den tyt van 8 jaren uytlandich en twee weder thuys geweest is, soo heeft hy halff jaerpenn: betaelt.................»o— 10 — o Ontfangen van Dirck van Deelen over 2 jaren. » o — 4 — o
|
|||||
— 192 —
|
|||||
Andere jaerpenninghen........i, T — n — o
Leerj ongers.
Ontfangen van Isaack Janssen de Vleeshouwer,
leert schilderen bij Willem Eversdijck ...» o— 6 — o Betaelt aen Lowijs VAN Calissen , Silversmidt,
over 't maken van een Silvere roose schaele met snijden van de naemen, als mede voor een nieu- wen horen aen den osse te maecken, als blijckt by de reeckeninge..............» IO— 16 — 4 Onderteekend 18 Ocv. 1658 door:
P. Mortamer, Overdeecken, Sybrant Pietersen, Abraham
van Barlaer, L. Bernards, Enoch Plasschaert, Johannes Muy- ters, Johannis Beckx, Jan Hardewel, Abraham Criecken, Wil- lem van Wissen , Pieter Wouwe. Rekeningh enz. als ik Sybrant Pietersen, Coffermaker,
Deken van S'. Lucas Gilde hebbe gehadt met Laurents Bernaerts, fijnschildei- Ouden Deken, ende Enoch Plasschaert, gr of- schilder Joannis Müyters, glasemaker beijde beleeders ge- duerende een jaer, van 18 October 1658 tot 29 October 1659. Ontfangen van Joannis Hurck, fijnschilder
voor sijn inkomgelt.............* 2 — 6 — 8 Ontfangen van Maerten van Couwenburch,
fijnschilder, voor sijn inkomgelt...... » 2 — 6 — 8 Ontfangen van Zacharias Bliof (Blyhooft)
fijnschilder, voor sijn inkomgelt........» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Joannus yan Hullaga (Hulle-
gaert?) fijnschilder, voor sijn inkomgelt.....» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Philips de Neve, fij n schilder,
voor sijn inkomgelt.............» o— 16 — 8 |
|||||
— 193 —
|
|||||
Dootschulden van:
JACOB IÏEIJNS..............O — 5 — O
Daniel Spierinck............o — 5 — o
Joris Gijsels..............o — 5 — o
De huysvvou van Jacob Heyns........o — 5 — o
Joannis Clekuwerk............o — 5 — o
De huysvvou van Beerent Ekels.......o — 5 — o
Onder de absenten ter begraven is se:
Fransois Pense, Willem van Wissen, Jan de Visser, Willem Tessinck, Thomas van Dormaei,, Joannis Beckx, Willem Evers dijck.
Leerjongens.
Ontfangen ven Jan Linthout, leert beeltsnij-
den by Jan Hardewel............0—6 — o
Boeten.
Ontfangen van Jan Handlo , over boeten van schil-
derijen, die (hij) diverse malen onder de hant aen de borgers hadde vercocht............I — 13 — 4 Ontfangen van Pieter Legouche, fijns chi ld er,
alsoo hy in een ander's raeester's begonnen werck heeft getreden 't welck strijdende is tegen Art. 10 van de ordinantie.................o — 10 — O Ontfangen van Ysebeau........1) over boete
van een stuck schilderye by Jan Miensen Molenaer,
die oock verscheijde schilderijen hadde gebracht ende doen brengen en tegen de ordinantie vercocht en in arrest genomen, veraccordeert.........1 — 13 — 4 Gildepenningen............8— o — 4
1) Opengelaten.
VI- , *5
|
|||||
— 194 —
|
|||||
Betaelt aen de statsboden over diverse wetten tegen
Meerten van Couwenburch en Van Kessel en anders, o— 14 — 9 Betaelt aen Daniel Geerlof, silversmit, over het
maken van een silveren flanbeau ofte Kandelaer ten dienste van het gilde......... . . 8— 10 — o Onderteekend 29 Oct. 1659 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Sybrant Pietersz., L. Ber-
nards, Enoch Plasschaert, J. Müyters, Hendrijck van Schul- LENBURGH, PlETER WOÜVVE, ABRAM CrIECKEN, SlMON BeCCASSE,
Pieter Kool, Zacharias Blyhooft.
Rekeninge enz. als Johannes Müyters, overleden Deken van
't S'. Lucas gilde heeft gehadt^met Sybrandt Pieters, Ouden Deken ende Hendrick van Schulenburgh en Pieter Wou we, beyde be- leeders, gedurende één jaar, van 29 October 1659 tot 15 December 1660. Ontfangen van Jan Mattheeussen , beeltsnij-
der, voor sijn vrijgelt............£ ?— o—8 Pieter Govertsz. Wouwb, beeltsnijder, voor
zijn vrijgelt................» 2 — 6 — 8 JeaN Demetrius, f ij n schilder, voor sijn vrij-
gelt ..................» 2 — 6 — 8 Dootschulden van
Jan Hardewel, beeltsnijder......» o— 5 — o
Onder de absenten ter begrafenisse:
L. Bernards, Sacharias Blyhooft, Willem Estinck, Johan Hurck, Jacob Besels (?). Jaerpenningen...........» 7 — n — o
|
|||||
— 195 —
|
|||||
Ontfangen van Jacob Reynoudtsen, fijn schil-
der, alsoo hy eecige Jaren ten achteren was, by accoort.................£ o — 10 — 6 Leer jongens:
Dammes Willemssen, beeltsnijder, by Gillis Hardewel.................»o — 6 — o
Onderteekend 15 December 1660 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Sybrant Pietersen, Hendrijck
VAN SCHULENBURGH, PlETER WODWK , ENOCH PLASSCHAERT, L. BER-
NARDS, JOHANNES OORCK, JOHANNES BECKX, BaRENT VAN EECKEL, Willem Tessinck, Pieter de Lackhet(?)
Rekeninge enz. als ick, Pieter Wouwe, beeltsnijder, Deken
van St. Lucas Gild, hebbe gehadt met Cornelis van Barlaer.
glasschrijver ende glasemaker, Ouden Deken, in plaetse van
Johannes Muijters, die overleden was, ende Lauwerens Ber-
naerds, ende Enoch Plasser, groffschilder, beyde beleeders van
het voors. Gilde, geduerende een jaer, van tl December 1660 tot
18 October 1661.
Dootschulden van:
De huysvrouw van Abraham van Barlaer . . £ o — 5 — o
Willem Wissem, glas-schrijver.....» o— 5—o Leerj ongers:
Aernout Wouwe leert beeltsnijden bij Pie-
ter Govertsen Wouwe...........»o — 6 — o Isaack Sturm leert beeltsnyden by Pieter
Wouwe.................» o— 6 — o Joris Beccasse, alsoo hij geleert heeft bij Pieter
Wouw beeltsnijden........., . » o— 6 — 0 |
|||||
— 196 —
|
||||||
Onder de Absenten ter begrafenisse:
Jan Pieters, Frans Jacobsz. Pense, Nicolaus van Santen,
Dirck Leerse, Thomas Doremael, Marcus van Lokeren, Abra- ham de Jonge, Cornelis van Barlaer, Huybrecht Goethals, Laurens Bernaerds, Pieter Wodwe. Gildepenningen...........t, 8— 7 — 4
Onderteekend 1 Nov. 1661 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, L. Bernards, Johannes Beckx,
Artus Smits, Barent van Eeckelen. Rekeninge enz. als ick Laurens Bernards, fijnschilder,
Deken van S*. Lucas Gilde, hebbe gehadt met Pieter Wodwe, Beeltsnijder, Ouden Deken, en Abraham Seys, glasemaker en Abraham Crieck de Jonge, Coffermaker, beijde beleeders, ge- durende een jaer, van 18 October 1661 tot 25 October 1662. Ontfangen van Johannes Natus, fijnschilder
over sijn vrijgelt..............je 2 — 6 — 8 Ontfangen van Fkancois Verwildt i) f ij n-
schilder over sijn incomgelt.........» 2— 6 — 8 Ontfangen van Jan van Hullegaert [fijnschil-
der] over reste van sijn vrijgelt........» 1— O — o Dootschulden van:
Samuel Grouwels.......... » o — 5 — o
De huysvrouwe van Daniel Maldere ......
De huysvrouw van Abraham Sijs . . . . . , » o— 5 — o
Samuel Wilfaert...........»o— 5 — o
De huysvrouw van Jacg;Ues Fierens.....» o — 5 — o
De huysvrouw van Willem Buytenhem . . . » o — 5__o
|
||||||
1) Zie Eott. Historiebladen, 716,
|
||||||
— 197 —
|
|||||
Absenten ter begraeffenis, o. a.:
Willem Eversdijck, Jasper van Helen, Willem Tessinck,
Johannes Vermeulen, Frans Jacobsz. Pense, Dirck Leerse, Willem Estinck, Marcus van Lokeren, Barent van Ekels. Ontfangen van dHr. Dirck van Delen, over
drye jaeren................jto — 6 — o Ontfangen van Daniel de Blieck, alsoo hij vier
jaeren aitlandich is geweest..........» o— 5 — ° Ontfangen van Abraham Born , over 2 jaren. . » o — 4 — o
Andere Gildepenningen........» 6—13 — o
Onderteekend 25 Oct. 1662 door:
P. Mortamer, Corn. van Barlaer, L. Bernards, Pieter
Wouwe, Abraham Seys, Isbrant van Macheren, Gillis Jansen Hardewel, Johannes......, Hendrick Berckman, Johannf.s
Beckx, Jannis van Noort.
Rekeninge enz. als ick, Cornelis van Barlaer, Deken van
St. Lucas gilde, hebbe gehadt met Laurens Bernards, Ouden Deken, fij nschilder, Gillis Hardewel, Beeltsnijder en Ysbrandt van Macheren, gr o f schil der, beijde beleeders ge- duerende één jaer, van 25 October 1662 tot 21 November 1663. Ontfangen van Jacobus van Barthem fij nschil-
der, over sijn vrijgelt..........,.£2—6 — 8 Ontfangen van Cornelis Belkijn , 1) volgens con-
demnatie voor de Heeren Commissarissen naer inhout de ballingschap . ............» j__18-4 Ontfangen van Sr. Huijbrecht Boone , voor boete
over schilderijen te vercoopen op de beurse . . . . » o— 16 — 9 1) Waarschijnlijk de parel-moersnijder Cornelis Belkin of Belleqüin.
|
|||||
— 198 --
|
|||||
Ontfangen van Adriaen van Heulen, alsoo hy
hem hadde vervordert te schilderen, niet vrij sijnde . * o — IO — o Ontfangen van deselve, alsoo hij weder in de
foute was gevallen van werck aen te nemen niet vrij sijnde, voor dubbelde boete.........» i— O—o Ontfanghen van Isack Gijsels, borduerwer-
cker, omdat hij hem onderwonden hadde, werck aan te nemen om te bordueren, niet vrij sijnde . . . . » o— IO — o Absenten ter begraeffenis: Willem Eversdijck, fijnschilder.....» o— 0 — 8
Le erj ongers:
Jan Hardewel leert beeltsnijden by Gillis
Hardewel.................> o — 6 — o Simon Bender voet leeit beeltsnijden by
Jan Matheusz..............»o— 6—0 Jaer penningen...........» 7 — 4 — o
Onderteekend 21 November 1663 door:
P. Mortamer, Ovei--Deecken, Gillis Jansz. Hardewel, Jannis
van Noort, Daniel de Blieck, Corn. van Barlaer, L. Bernards, ISBRANT VAN MACHEREN, JoHANNIS BECKX, JaCOBUS VAN BARTHEM,
W. Eversdijck.
Rekeninge enz. als ick Gillis Jansen Hardewel, Beelde-
s n|i der, als Deken van St. Lucas Gilde, hebbe gehadt met Cor- nelis van Barrel aer, gla se maker, Ouden Deken, ende Daniël de Blieck, fijnschilder, ende Jannes van Noort, Glasemaker, Beyde als Beleeders, gedueiende een jaer, van 21 November 1663 tot 28 October 1664 enz. Ontfangen van Pieter Saman, Compas-schil-
der voor sijn vrijgelt............i. 2— 6—8 |
|||||
— 199 —
|
|||||||
Ontfangen vao Jannes Leendertsz. van Goudts-
WAERT, Co mpas-schildei', voor sijn vrijgelt. . . £ 2— 6—8 Ontfangen van Cornelis Stangerus, fijn schil-
der ï) voor sijn vrijgelt . ..........» 2— 6 — 8 Ontfangen van Jooseph Moorloos, fijnschilder
voor sijn vrijgelt, de 6 fj afgetrocken van incomen . » 2— o— 8 Ontfangen van Wu.hellemus Stielloo , f ij n-
schilder, voor sijn vrijgelt, op reeckening. . . . » t — i — o Ontfangen van Humfri Lamberton , f ij n s c h i 1 d e r,
voor sijn vrijgelt..............»2 — 6 — 8 Ontfangen van Jacobus Schaelie fijnschilder
voor sijn vrijgelt..............»2— 6 — 8 Ontfangen van Isebeuw D'or, voor sooverre hij
gesondicht hadde tegen de pvivelege uit vercoopen van een scherm geschildert met een stuck schilderie . » i — 11 — 6 Ontfangen van d'Heer Jannes van de Perre,
over sooveel hij gesondicht heeft tegen de privelegie, van het ontbieden uyt Hollant van geslepene en gecante hitteljaense gemerbelde steenen om de vloeren te leggen in het nieuwe huys. . » 2— o — o Dootschulden van:
Pieter Legoesie (Legouche) fijnschilder 2) » o— 5 — o
De huysvrouw van Laurens Craen, f ij nschilder » o— 5 — o De huysvrouw van Jacobus van Bartem , fijn- schilder .........»......» o— 5 — o |
|||||||
1) Deze schilder komt ook te Amsterdam voor.
2) Pieteb Legoes werd 22 November 1664 op het Oude Kerkhoff te Mid-
delburg begraven. |
|||||||
— 200 —
|
||||||
Leerjongens:
Pieter Lamoote leert fijnschilderen bij Pie-
ter Legouche..............£o — 6-—o Absenten ter begraffenisse:
Jan Hurck, Frans Pense, Willem Estinck, Nicolaes van
Santen, Jan van Venedien, Dirck Leerse, Barent van Heecke- LEN, CORNELIS VAN MELLE, JANNES MoRCHOVE, AdRIAEN HeULE,
Zacharias Blihooft, Willem Tessinck, Abraham de Jonge, Cor-
nelis van Barlaer, Pieter Goversz. Wouvve, Gillis Jansz. Har- dewel. Gildepenningen...........t, 6 — 16 —O
Betaelt aen den Weert in de Kleene Zoutkeete
voor soo veel tot sijnent is verteert by Deken en be- leeders uit besoingeren met een vremt schilder} die hier in de marct gestaen hadde met schilderie; ver- sochte het overschot te mogen vercobpen op de beurse mits contentement doende aen het gilde, maer hebben 't hem afgeslagen en verboden.........» o — 6 — o Betaelt aen Pieter Cosijni), Conserge van
de Voetbooghh of, voor soo veel tot sijnen huyse is verteert................»° — 8 — 4 Betaelt aen Andries Lybbrechts [zilversmid] voor
het maken van 36 nieuwe penningen......» 3 — o — o Betaelt aen denselfden Lybbrechts over het
maecken van een silvere 6 cante teljoore.....»io— 4—2 Betaelt aen Jannes Stangeniete voor het snijden
van de wapens op de silvere teljoore :.....«3 — 6 — 8 |
||||||
1) Zou dit de Haagsche landschapschUder Pietek Cosijn zgn?
|
||||||
— 201 —
|
|||||||
Onderteekend 28 October 1664 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Daniel de Blieck als Deken,
Jannis van Noort, L. Bernards, Gillis Jansen Hardewei., Hen- drick Berckman, Johannes OorCk, F..........., 1) Isbrant
van Macheren.
Rekeninge enz. als ick, Daniel de Blieck, fijnschilder en
Deken van Ste Lucas Gilde, hebbe gehadt met Gillis Jansz. Har- dewel, Beeltsnijder, Ouden Deken en Joannes van Noort, glasemaker, met Sybrant Pietersen Coffevmaecker, beijde als beleeders, van 18 October 1664 tot 27 Januari 1666. 30 Januari 1665. Ontfangen van Abraham van Barlaer, fijn-
schilder en een vry m1-s. soon sijnde.......£1 — 6 — 8 14 July 1665. Ontfangen van Arnoi.dus van An-
thonissen, fijnschilder en merbelaer . . . . » 2— 6 — 8 5 Januari 1666. Ontfangen van Claes Boudt,
beeltsnijder..............»2 —-6 — 8
Leerjong ens..
Adriaen van de Graeff leert fijnschilde-
ren by Daniel de Blieck......., . . » o— 6 — o
Dootschulden van:
De huysvrouw van Hendrick Berckman, fijn-
schilder................> o — 5 — o Willem Buytenhem, fin-schilder . . . . » o— 5—o
Ewout van Schagen, fin-schilder . . . . » o— 5 — o
Jaerpenningen:...........» 8 — 17' — o
Ontfangen van Dirck van Deelen van dry jaren
jaerpenningen, als 'tjaer 1663, 64 en 65.....» o— 6 — o |
|||||||
1) Onleesbare handteekenmg.
VI. 26
|
|||||||
— 202 —
|
|||||
Absenten ter be graeffenisse:
Willem Eversdijck, Daniel de Blieck, Laurens Bernards,
Huybrecht Goethals, Jacob van den Eede; Johannes Oorck, Pieter Haeyman, Frans Pense. Ontfangen 23 April 1665 van de vrouw van
Schouff, omdat se schilderiën te koope stelde. . . S. o— 8 — 4 1666. 27 Januari. Voor het teekenen van de
wapens van Deken en beleeders in 't nieuw prev. boeck » o — 13 — 4 U y tgeeff. Betaelt aen Jacob des Pres , over het snijden van
de datums op de vergulde cop en lepel met de 3 schil- dekens.................£0 — 0 — 10 Betaelt aen Daniel de Blieck, voor het teeke-
nen van de tyttels in 't nieuwe Previlegieboeck. . . » 1 — 5 — 3 Onderteekend 27 Januari 1666 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Cornelis van Barlaer, Pieter
Wouwe, L. Bernards, Willem Eversdyck, Jan de Visser, Gilles Jansen Hardewel, Sybrant Pietersen, Johannis van Noort. Rekening enz. als ick Cornelis van Barlaer, glasern aecker
en glasschrijver als Deken van S'. Lucas Gilde hebbe gehadt met Daniel de Blieck, Ouden Deken benevens Pieter Wouwe en Jan DE Visser, Beleeders, geduerende een jaer, van 27 Januari 1666 tot 4 Maert 1667. Ontfangh.
Ontfangen van Abraham Buskare, Schilder,
voor syn vrijgelt..............£2 — 6 — 8
Dootschulden van
David Bosscher............» o — 5 — o
De huysvrouw van Frederick Lamberton . . » o — 5 — o
|
|||||
— 203 —
|
|||||
JACOBUS VAN BARTHEM.........& O — 5 — O
De huysvrouw van Jan Tessing......» o ~- 5 — o
De huysvrouw van Willem Hesting.....» o — 5 — o
De huysvrouw van Simon Bekas (Beccasse) . . » o — 5 — 0
Lee relingen:
Abraham de Roose leert glasschryven by CORNELIS VAN BARLAER........... »0 — 6 — O
Dominicus Mavou leert beeltsnijden by Claes
Bojt.................» o— 6 — o Boeten van de Absenten ter b egraeffenis:
O. a. JOHANNES HUICK, LOURENS CRANE (CrAEN), Pr. COQUEL,
Willem Hesting, Nicolaus Warnier, Corn. van der Ziepe,
Fr. Pense, Jan Tessink, Abraham Borm , Pr. Haeyman. Ontfangen van de Vendumr. Verstraten over
2 schilderijen die verbeurt waren van wegens Lemans l o— 17 — 6 Jaer penningen . . . .......» 9 — 8 — o
U y t g e e f.
Betaelt aen een Schots soldaet ter Vere in garnisoen liggende,
die met een attestatie aen de Diakonye en de gilden was gerecom- mandeert .... alsoo syn huysvrou in drye dragte acht kinde- renhadgebaert............X ° — 4 — 2 Betaelt int Schilt van Vranckryck over 't geen
verteert was by Deken en beleeders . . . over het aprenderen van eenyge schilderijen van Lee- mans............... . . » O — 7 — 10 Betaelt in de Rhetoryc-Camer en elders over
het beraemeD en vervolgen van eenyge onvrije schilderijen van Leemans, enz.....» o—12—10 Onderteekend 4 Maert 1667 door:
|
|||||
- 204 —
|
|||||||
Jacobus Peckius, Pieter Wouwe, Daniel de Blieck, L. Ber-
nards, Zacharias Blyhooft, Pieter Rooselaer. Rekeninge enz. als ick Pieter Wouwe, Steenhouwer, als
Deken van S*. Lucas Gilde hadde gehadt met Cornelis van Bar- laer, Ouden Deken, mitsgaders Zacharias Blyhooft en Pieter Roselaer, beleeders, gedurende wat meer als een jaer, van 4 Maert 1667 tot 22 October 1668. Ontfangen van Joris Becasse, beeltsnijder,
sijnde een vry m". soon en heeft sijn leergelt betaelt d£ I — o — 8 Leer jonge rs:
Steven Cornelis leert b eelt snij den bij
Ci.aes Bout.............. Pieter van de Cruyce leert beeltsnij den \ ieder
by Gilles Hardewel...........[ » o — 6 — o
Jacob Blommaert leert schilderen by
HUYBRECHT GoETHALS...........
Dootschulden van:
SlBRANT PlETERSEN..........
johannes goedaert i).........
Carel Gillis...........
Pieter Coquel's vrouwe........I ieder
Joos Antheunissen..........( » o — 5 — o
isbrant van macheren.......
Abraham van Barlaer.......
Abraham Borm ..........
Theunken ï'rancke...........»o—15__o
|
|||||||
1) Zie mijn artikel over hem in de Ned. Kunstbode 1881, bl 61; de Heer
Habich te Cassel bezit een fraaie teekening ilandschap) van hem. Hij werd 15 Januari 1668 in de Nieuwe Kerk te Middelburg begraven. |
|||||||
— 205 —
|
||||||||||
Absenten ter begraeffenisse:
O. a. Willem Warnier, Van Hurck, W. Eversdijck, Adriaen
Heule, Johan Ouvers, Jan Pietersen. Ontfangen van Abraham Borm , omdat hij eenige
schilderien in de Lotery geset heeft......<£ I — I — o Jaer penningen...........» • 5 — 7 — °
Is tot nieuwen Deken verkoosen Zacharias Blyhooft.
Onderteekend 23 October 1668 door:
Jacobus Peckius, Zacharias Blyhooft, Pieter Goversen
Wouw, Aernoudt Stangnieten, Pieter Wouwe, Daniel de Blieck, Sacharias Webber. Rekeninghe enz. als lek Zacharias Blyhooft, fijn schild er,
alp Deken van St. Lucas Gilde hebbe gheadt met PIETER WOUWE, Steenhouwer, (moet zijn beeltsnijdei) Ouden Deken, en Arnoudt Stangeniete, glasemaker, en Pieter Goversen Wouwe, beeldtsnij der, (moet zijn steenhouwer) beijde beleeders, gedue- rende een jaer, van 23 October 1668 tot 17 November 1669. 1669 22 Meert. Ontfangen van Zacharias
|
||||||||||
^ 3 — ° - °
» 1 — 19 — o » 3 — 0 — 0
» 3 — 0-0
ieder
» o— 5 —o |
||||||||||
Webber, fijnschilder 1), voor sijn incomen. .
1669 5 Augustus. Ontfangen van Willem Stii.lo
zyn resterende vrijgelt........... 1669 9 Augustus. Ontfangen van Poulus Foucier
fijnschilder voor sijn incomen....... 16Ó9 15 October. Ontfangen van Joannes VAN
der Hage, fijnschilder, voor sijn incomen. . . Dootschuïden van:
1669 4 April. Nicolaas Warnier......
13 » Symon Becasse.......
|
||||||||||
1) En graveur; later te Amsterdam werkzaam.
|
||||||||||
— 206 —
|
|||||||
12 Juny. PlETER LOUWYSEN .....
22 Aug. PlETER DE COKEL.....
28 » Jacob Besems........1 ieder
24 Sept. Pieter de Vries......./ <£ o— 5 — o
? De vrouw van Cornelis v an Amerens
13 Nov. Jan Maïeeusen.......
Absenten ter begrafenisse:
Huvbrecht Goethals , Pr. de Vries , Abraham Heule, Pr. de Cokel...........» 7— 5 — o
Jaarpenningen:
Ontfangen van Aernoldus van Antonissen over dry jaer jaerpenn: over 1667—1669 ....... o— 6 — 0 Uytgeef:
1668. 27 Dec. Oncosten ghedaen tegen Sr. van
Tongeren i) beeltsnijder uyt den Hage, als00 hy hier verscheyden conterfeytsels bracht en geleveidt heeft met vergulde selfs gesneden lijsten, waer over wy hem hebben in sijn herberghe ghearresteert, en daer verteert, om te vernemen . . » o— 2 — o 1669. 2 Januari. Noch aen den Stadsbode be-
taelt over het dachvaerden van onsen procureur.... tegen denselven Van Tongeren.......» o — 2 — o
|
|||||||
1) Zie Archief IV, p. 95, 104, 130, 150. V, p. 150, 155, enz. 13 Maart 1656
werd hij als burger in 's Gravenhage ingeschreven. 28 Nov. 1662 nam hij in 's Gravenhage Willem Minne voor 4 jaren als leerling aan; hij zou hem leeren „teyckenen, boesseeren en beelthouwcn". (Prot. Not. I. v. d. Plas, den Haag). Reeds 12 Maart 1659 had hij aldaar een huis gehuurd aan de westzijde der Veene- straat voor f 110.— s'jaars. (N t. P. v. Groeneweghen, den Haag.) Uit een Acte van 14 Juli 1671 'blijkt, dat hij toen Jan Jacobsz. de Vries in het beeld- houwen had onderricht. '(Not. P. Valette, den Haag.) 6 April 1676 werd Fre- derick van Tongeren, Mr. beeldsnijder, door Burgemr. en Schepenen van den Haag aangesteld tot stadsbeeldhouwer. (Appt. boeken den Haag) 1 Mey 1682 werd Johannes Hannaerdt, Mr. beeldsnijder, in zijn plaats benoemd „over- mits het overlijden van Mr, Frederick van Tongeren". (Ibidem.) |
|||||||
— 207 —
|
|||||||||||||||||
(Nog verscheidene posten wegens dezen Van Tongeren.)
Onderteekend 27 Sept. 1669 door:
Jacobus Peckius, Zacharias Blyhooft, Pieter Goversen
Woovve, Aeknouï Stangniete, Jannis van Noort, Willem Tes- sinck, L. Bernards, D. d. Blieck, Johannis Beckx, Jan Pieter- sen Saleingere, Markjs van Looker, Cornelis van Hameren, Pr. ROOSELAER. Rekeninge enz. als ick, Pieter Govertsen Wouwe, Be el de-
snijder, als Deken van St.-Lucas Gilde hebbe gehadt met Zacha- rias Blyhoüft, fijnschilder, Ouden Deken ende Johannis van Noort, glasemaker, en Willem ïessinck, steenhouwer, beyde als beleeders, geduerende den tijt van een jaer, van 27 November 1669 tot 19 December 1670. Ontfangen 1 Maert 1670 van Al-ryaen Pouwel-
sen Stael. Schilder, eüde een vry mrs. sooa synde, |
|||||||||||||||||
voor sijn vry worden............
|
j£ l_ 6 — 8
|
||||||||||||||||
Leerjongens:
30 Ocl. 1670. Jan Bos leert beeltsnijden |
|||||||||||||||||
by Claes Bout..............
|
o — 6 — o
|
||||||||||||||||
Dootschulden van:
|
|||||||||||||||||
9 Dec. 1669. Jacus Fierens, fijnschilder .
Jaerpenningen ........ . .
|
» o— 5 — 0
» 7 — 14 — o |
||||||||||||||||
Absenten ter b egra eiïenisse :
Louwerens Barnaerds, Willem Estinck , Jannes Tessinck, Heindrick van Schuilenburgh. De volgende gildebroeders betaalden iets, opdat men aen 't proses
van Abram Goversen, Silversmidt, sou appelleren: Pieter Goversen Wouw, beeldesnider . . / o—13—4
|
|||||||||||||||||
— 208 —
|
|||||||
Zacharias Blyhooft, fijnschilder . . . . <£ o — 13 — 4
Jan Bitterhoeck ........ \ Phi.ips Anseel (Angei,)......1
Aryaen Vereule........i
HöYBR. GOETHAIS.........f
Abram Bi.ommaert.......\ ieder » o — 6 — 2
louwerens bernaers......i
Jan van Hui.legaert......1
Willem Eversdijck.......1
Daniel de Blieck......./
Uit de uitgaven blijkt dat Abram Govertsz »een rouw wapen
»hadde gesildert om vor dure te angen over de doot van me vrou «Velders." Het Gilde moest ten slotte de kosten van 't proces dragen.
12 Aug. 1670. Voor 2 attestaties, voor Berckman en voor
Oorck.................<£o — 9— 4 Onderteekend 19 December 1670 door:
Jacobus Peckius, Philips Angel, L. Bernards, Gillis Jansen
hardewel, pleter rooselaer, pleter goversen wouwe, jannis van Noort, Willem Tessinck, Heyndrick de Leeuw. Rekeninge etc. als ick, Jannes van Noort, glasemaker, als
Deken van 't St. Lucas Gilde hebbe gehadt met PlETER Govertsen Wouwe, Beeldesnijder, Ouden Deken, en Phlip Angel i), als schilder ende Hendrick de Leeuw, steenhouwer, beyde als be- leeders, gedurende een jaer, van 19 December 1670 tot 25 Novem- ber 1671. |
|||||||
1) Men meende dat deze schilder-graveur in Batavia overleden was. Het
scmjnt, dat hij op zijn ouden dag naar het Vaderland terugkeerde. (Zie V. d.^Wil- ligen, les Artistes de Harlem, bl. 68 en Archief V bl. 174 en vv.). |
|||||||
— 209 —
|
|||||||
1671. ig Maart. Ontvangen van Jannis Hardewel,
beeldesnij der, voor sijn incomgelt, een vrij mrs. soon en de 6 Jj afgetrocken.....JL 1 — o — 8
29 Maert. Ontfangen van Jannis van der
Straten, schilder voor sijn incomgelt . . » 2— 6 — 8 3 April. Ontfangen van Jacobus der Kinde- ren, beeldesnijder voor sijn incomgelt, de 6 Jj afgetrocken..........» 2 — o — 8
28 Oclober. Ontfangen van Jacoisus van der
Croos (of Croes) f ij n s c h i 1 d e r. op reecke- ninge voor sijn incomgelt........» 1 — 10 >—o
16 November. Ontfangen van Jan Denens,
fijn schilder, op reeckeninge voor sijn in- comgelt ..............» I — 11 — 6 Dootsch uiden van:
14 Maert. Willem Eveksdijck, fij nschilder, i) » o— 5 — o
19 Maert. Janws van der Straten, fij nschild e 1-2) » o— 5 — o
10 Augustus. Menheer VAN Deele, fij nschilder3) » o— 5 — o 20 October. De huysvrou van Phlip Angel, (fijn-
schilder) ..........» o — 5 — o
Schilders die tol het proses bctaelt hebben:
Willem Stilo, Cornelis van der Sipe, Hendrick Berckman, elck o — 6 — 2.
Absententer begraeffenisse:
Jan van der Straten, Daniel de Blieck, Jan van der Stra.
ten de schilder, Hubr. Goethals, Bernt van Eecken, Jan Tessin.
Jaerpenningen...........jC 8 — 2 — 8
|
|||||||
1) Men zoekt te vergeefs naar den datum zyner begrafenis. Waarschijnlijk
is hij buiten Middelburg begraven. 2) Begraven den 16 Maart 1671 in de Oude Kerk te Middelburg.
3) Hij overleed 16 Mei 1671 te Arnemuijden.
VI. 27
|
|||||||
— 210 —
|
|||||
Gewillige gildebroeders die elck o — 6 — o hebben betaelt tot
het maecken van een nieuwe pelle: jannis van noort, pleter govertse wouwe, hendr. de
Leeuw, Flip Angel, Matthijs Mertense, Danyel Mertense, Adriaen van Heulen, Johan Oorck, P'\ Rooselaar, Aernoudt Stangentetë, Daneyel de Blieck, J. P. Salleinger, Willem Tes- sink, jacobus der klnderen, daneyel sijbran tsen , pleïer van de w'alle, cornelis van barlaer, abraham van den broecke, i) Gillis Jans Hardewel, Corn. van Hameren, Pieter van Oort , Jannis Jansen Hardewel, Cornelis de Keyser, Zacharias Bly- hooft, Joris Beccasse, Pieter Wouwe, Aberham Blommert, Jannes van Venetië, Dierck Angel, Corn. van Melle, Hendrick van Schulenburgh, Claes Bout, Willem Hestinck, Aberham Krieck, Gisbrecht van Stene, Willem Stlello, Jacob Swyn- berge, Samewel Winants, Jacob Berge, Jacob van den Eeden, Louweris Bernarts. Onderteekend 18 Dec. 1671 door:
Jacobus Peckius, Jannes van Noort, Heyndrick de Leeuw,
L. Bernards, Huybr. Goethals, Pr. Goversen Wouwe, P. Angel, Zacharias Blijhooft, Corn. van Barlaer, Cornelis van Hame- ren , Pr. Rooselaer. Rekeninge enz. die ick Heijndrick de Leeuw, steenhouwer,
als Deken van S*. Lucas gilde nebbe gehadt, met Jannes van Noort, glaesemaker, Ouden Deken, en Lourens Bernaerds , fijn schil- der en Huybrecht Goethals, gr of fsch ilder, beyde bcleeders van 8 December 1671 tot 18 October 1673. Ontfangen van Arnout Wouwe, b eelt snij der, voor sijn
vrijgelt • (vry mis. soon, leergelt afgetrocken) . . . jC 1 — o — 8 1) Een ïdaatsnijder van dien naam komt iets vroeger te Amsterdam voor.
|
|||||
— 211 —
|
||||||
Ontfangen van Jacobus van der Croos, het
restant van sijn vrijgelt...........<£ o — 16 — 8 Ontfangen op reeckeninge van vrijgelt van Jaco-
bus van Breen, fijnschilder.......» i — 10 — o Dootschulden van
De huysvrou van Pieter Saman......» o — 5 — o
» » » CORNELIS VAN BARLAER. . . » O— 5—O
Jannes Vermeulen........... » o — 5 — o
De huysvrouw van Jannes Verstraten . . . » o — 5 — o
Daniel de Bliecki)........ » o— 5 — o
Willem Estinck........... »o — 5 — o
Arnout Wouwe........... »o__ 5__o
Pelle-giften van:
Abraham Buskarée...... .
Lieven Tack..........
Cornelis Steevensen......
Arnout Wouwe.........) anen » 0 — 6 — 0
Jacob Wouwe.........
Isaeck Talfer(?)........
Jackus Wassenhooven......
Jannes Verstraten (o— 12 — o).
Jaerpenningen:..........» 15 — l7 — °
Betaelt aen de Hooftmannen van weegen een
besendinge aen syn Hoochheyt den Heer Prinse van Oraenje om te versoucken redres int burgerrecht stadt en (banck?) en hebben oock favorabel appostel ver- kreegen door den gemelten Heer Prins.....» 1 — 4 — o |
||||||
1) De Blieck is 6 Maart 1673 op het Oude Kerkhof te Middelburg begraven.
|
||||||
— 212 —
|
|||||
Onderteekend 18 Oct. 1673 door:
Jacobus Peckius, Hevndrick de Leeuw, Jannis van Noort,
L. Bernards, Philips Angel, Willem Tessinck, H. Goethals, Corn. van Hameren, Claes Bout. Rekeninge enz. als ick Lauwerens Barnaers, fijnschi lder,
als Deken van St. Lucas Gilde hebbe gehadt met Hendrick de LEEtw, steenhouder, Ouden Deken, en Cornelis van Hameren, Glaesmakev en Niclaes Bout beeltsnijder, van 18 October 1673 tot 18 Mey 1675. Ontfangen van Maguiel van Douw, i) beelt-
snijder, voor sijn vrijgelt..........X 2 — 6 — 8 Ontfangen van Johannes Haesenberg, goudt-
leerschilder, voor sijn incomgelt......» 2— 6 — 8
Ontfangen van Johannes van der Horst, pr ent-
schilder, voor sijn incomgelt........* 2— 6 —8
Ontfangen van Hulderick (Ulrich) Dor, goud-
leer-verkoo per, voor sijn incomgelt.....» 2— 6 — 8
Leerjongers:
Cornelis Jansen Tack, leert beeltsijden bij Jacob der Kinderen..........»o — 6 — 8
Ontfangen van .... Gillemans 2), over 't pre-
senteren te vercopen van 2 schilderijtjes, strijdende tegen onse prevelegie............» o — 8 — 6
Dootschulden: van de huysvrouw van Wil-
lem Tessinck.....» o — 5 — o van Jacob van Dorhof . , » o— 5 —o
Jaev penningen:..........» 7 — 17 — o 1) Zie Rotterd. Historiebl. 597.
2) De stilleven-schilder Jan Pauwel Gjllemajïs H. Zie V. D. Bkanden's
Antwerpsche Schilderschool bl. 1115. |
|||||
— 213 —
|
||||||
Ontfangen van verloopen jaerpenningen van ....
Limburgh i)...............X o—13 — 4 (De maaltijd kost dit jaar reeds j£ 17 — 9— 5.)
Onderteekend 29 Mey 1675 door:
Jacobus Peckius, Claes Boudt, Jannis van Noordt, Corn.
van Hameren, Jan Pietersz. Salleinger, Zacharias Blyhooft, Philips Angel, Gillis Jansen Hardewel. Rekeninge enz. alsick, Ci.aes Boudt, b eeltsnij der, als Deeken
van S'. Lucas Gilde hebbe gehadt met Lauwerens Barnaerds, Ouden Deken en Johannes van Noort, glasemaecker, mitsga- ders Jan Pietersen Slingerecht, (Salleinger) steenhouder, beyde beleeders, van 29 Mey 1675 tot 18 October 1676. Ontfangen van Zeger van Dam, fijnschilder,
en heeft betaelt voor sijn vryheyt.......£ 2 — 6 — 8 Ontfangen van Abram de Jonge, fijnschil-
der, voor sijn incomgelt..........» 2— 6 — 8 Ontfangen van Henderick Hermans, fijnschil-
der, voor sijn incomgelt..........» 2— 6 — 8 Ontfangen van Abram Bi.ommert, fijnschil-
der, alsoo hij betoont heeft by een vry mr. geleert en voldaen te hebben...........» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Walrant Vaillant , fijnschil-
der en heeft betaelt voor sijn vrijheijt in 't gilde. . » 2— 6 — 8 Al deze nieuwe leden betalen o— 6 — o voor hun aandeel aan
de pelle. Noch ontfangen van d'erfgenamen van Wedue vin Abram de
Jonge, voor 't gebruyck van de pelle, alsoo hy sijn aenpart niet be- taelt heeft enz..............^0—12__q |
||||||
1) De Haag'scbe schilder Hendkick van Limbokgh.
|
||||||
— 214 —
|
|||||
Gerrit Jansen van Hecken leert beeltsnijden
by Claes Boudt.............X o— 6 — 0
Anderen ontfanck.
Aengeklaecht van een onser Gildebroeders, hoe dat eenen Sr, Johan Pauwels Giu.emans (II), fijnschilder van Antwerpen, hier niet vrij sijnde, hem verstoute te schilderen ende te vercoopen 't vvelck is strijdende jegens onse privilegie , soo hebben wij den voorn. GlL- i.emans diverse reyse ontboode, maer en is nooyt gecompareert, maer eyndelyck door practycke 2 schilderyties bekoomen hebbende, sijn wij daerover met hem veraccordeert voor drie rycxdaelders, onder conditie dat hy binnen 4 a 5 weken soude vertrecken. £ 1 — 5 — ° Alsoo binnen Middelburgh nu 4 ofte 5 jaer gewoont heeft een fij n schilder, genaemt Raesenburgh i), niet vrij sijnde in't Gilde van St. Lucas, schoon der by de regeeringe veel devoire sijn aenge- went om hem te beletten, alsoo het was strydende jegens onse pre- vilegie so ist dat wij .... sijn te rade geworden door practijcke met den voornoemden Rasenbergh (= BURGH) te negoseren (sic) door welck middel is een schilJery bekoomen en ten proffijte vant Gilde verkocht voor veertien gulde, dus.......■ X 2 — 6 — 8
Dootschulden van:
Lauwerens Barnaers..........» o — 5 — o
De Wede van Abraham de Jonge......» o — 5 — o
Ulderick Dor.............» o — 5 — o
De vrouw van Adryaen van Huelen.....» o — 5 — 0
1) Bf.ynier Rasenbuegh, schilder uit den Haag. Hij werd aldaar in Oct.
1034 als leerling van Sybrandt Monincx in het St. Lucas Gilde ingeschreven, (Archief IV, 34). In 1648 komt hij in het Leidsehe St. Lucas Gilde voor. f Ar- chief V, 207/208.) 1049—1003 trof ik hem in den Haag aan. (Prot. Not. W. Riet- baet, J Vink enz. den Haag.) Uit de Rollen van het Haag'sche Schepeiiarehief blijkt, dat hij 0 July 1047 een eisch instelde jegens Dirck Babentsz. Barne- velt, wegens ƒ00.— „over 't schilderen vau gedaegde sijn huysvrouw ende „Kinderen." |
|||||
— 215 —
|
|||||
Onder de Absenten ter begrafenis:
Zacharias Bxyhooft, Phi.ip Ras, Adryaen Pauwelsen, Jacob der Kinderen, Zeeger van Dam. U ij t g e e f .
Betaelt aen Lambrecht van der Toren, over het maeken en
vergulden van den os booven op de kelck.....JL o — 3 — o Alsoo Jan Haesenbergh, Goutleermaeker alhier vrij geworden
sijnde in 't St. Lucas Gilde, vermits hy was schilderende met bor- stel en penseel, soo hebben Deken en beleeders op 't versoeck van den voorsz. by requeste versocht ende vercregen van de Ed. Achtb. Magistraet desen naervolgende letteren ende gestelt in ons Notitie boeck: Extract uijt het register ten raden der stadt Middelburgh in Zeclant.
Den 25 April 1676.
Deken en Beleeders van het St. Luicas Gilde te kennen gevende,
bij requeste, dat Alhier van \msterdam over vijf jaeren is koomen woonen eenen Jan Hasenbergh, en opgerecht heeft een Gout- leerhuys, in dewelcke hy sedert die tijt met 15 a 16 personen heeft gevrocht, die haer heeft te kennen gegeven, dat hij niet langer sal kunnen bestaen, by aldien 't brabants gout en silver leer 't w7elck alhier soo overvloedigh incomt, en op de buers als elders publycquc- lijck verkoft wort, niet en werde verboden, waei'op geresolveert is, goet gevonden en verstaen by provisie by placaet te interdiceren en te verbieden dat niemant, wie hy sij, sal vermoghen eenigh brabants gout of silverleer alhier op de buers of andere publycque plaetse te mogen verkoopen ofte doen verkoopen noch by de huysen daer mede gaen lueren, op een amende van vyftigh gulden voor de eerste mael en op de verbuerte van het leer en gelijcke vijftigh gulde [voor de tweede mael]. Actum utsupra. |
|||||
— 216 —
|
||||||
Onderteekend 21 Oct. 1676 door:
Jacob Peckius, Claes Boudt, Jannis van Noort, Hubrecht
Goethals, Willem Tessinck, Jan Pietersen Salleinger, Cornelis van Hameren. Rekeningh enz. die ick Claës Boudt, B eelt snij der, hebbe
gehadt door het afsterven van den Deeken Joannes van Noort met Wilhem Tessinck steenhouwer, en Huybrecht Goethals, huys- schilder en Cornelis van Haemeren, glaesmaker, beleedeis vant St. Luicas Gilde, van 21 October 1676 tot 6 November 1677. Ontfangen van Pietér Fuedemani), fijnschilder, voor sijn
vrijdom in 't Gilde.............JL 2 — 6—8 Ontfangen van Abram de Roose, glaesmaker
en glaesschrij ver, en heeft betaelt sijn vrijdom,
het leergelt afgetrocken...........» 2 —-o — 8
Dootschulden van
Joannes van Noort, Deeken .... 1
t f ieder » o — 6 — o
De vrouw van Joannes Wassenhooven )
Jaer penningen...........» 9 — 7 — o
Onderteekend 11 Nov. 1677 door:
Anthony Everaers, Willem Tessinck, Cornelis van Hame
ren, AernoudtStangniete, Hendrick Berckman , Pieter Gerritsz. Wouwe, Gillis Jansen Hardewel, Jannis Cresee, Johannes van Venedje. Rekeninge enz. als ick Willem Tessinck steenhouwer, als
Deken van St Lucas gilde hebbe gehadt met Claes Eout , Ouden Deken, en Arknout Staegeniete, glasemaker, en Heynderick Berckman, fijnschilder, beyde als beleedeis voor «en jaer, van 11 November 1677 tot 9 December 1678. |
||||||
1) Zie de aant. over Pieteb Peittemans in Rott. Historiebladen 658.
|
||||||
— 217 —
|
||||||||||||||||
Dootschulden van:
Jacob Berge ..........
Jan Wisse...........
|
||||||||||||||||
ieder <£ o — 5 ■
|
||||||||||||||||
De huysvrouw van Dirck Leerse , .
|
||||||||||||||||
Dirck Leerse........ .
Jacob van Eede ........
Jaer penningen...........» 9 — II — o
Betaelt aen Jan Stangeniete over het drijven
van de zilveve plate op de Gilderock......» I--13 — 4 Onderteekend 2 Februari 1679 in de Rethory-kamer binnen Mid-
delburgh door: a.nth. everaerïs, hendrick berckman, pleter goversen
Wouvve, Johannes van Venedje. Rekeninge enz. als ick Huybrecht Goethals, hebbe gehadt,
door het affsterven van den Deken Hendrick Berckman, met Zacharias Blijhooft , Ouden Deken, ende Jan van Venediën , glasemaker ende Pieter Goversen Wouwe, beeltsnider, beyde beleeders, beginnende van den 2 Februari 1679 '°' 2I Octo" ber 1679 Ontfangen van Seger de Vriese, fij nschilder, voor sijn vrij-
dom int Gilde...............c£ 2— 6 — 8 Dootschulden van
Van Santen...........'
Marcus van Lokeren......
|
||||||||||||||||
'ieder » o-
|
||||||||||||||||
Joris Rappert .........
Hendrick Berckman (Deken), 1). . .
Willem Tessinck.......
|
||||||||||||||||
1) Hendrick Berckman ia 27 Maart 1679 op het Oude Kerkhof te Middel-
burg begraven. VI. 28
|
||||||||||||||||
— 218 —
|
|||||
Ontfangcn o. a. van de Deken Hendrick Berck-
man voor het gebruyck van de pelle......£ o— 12 — o Ontfangen van Josias van Lokeren, leert
beeltsnij den bij Jacobus der Kinderen. . . : » o— 6 — o Boeten absenten ter begrae ffe nis:
Benjamin de Kleene, Jacois Verstraten, Sacharias Bly-
hooft, adriaen van huele, jan van wlssem,jan asenberch , Jacobus der Kinderen, Abraham Rosé, Isack ïalyers. Jaer penningen............s. 8— 6 — 5
Onderteekend 1 Nov. 1679 door:
Johan Pieter van den Brande, Pr. Roosei.aer, Barent van
Eeckei.en, Gillis Jansen IIarüewel, Pieter Goversen Wouvve, Zacharias Blyhooft, Cornelis van Hameren, Pieter Wouwe, JOHANNltS VAN VENEDIEN.
Rekeninge enz. als ick Pieter Goversen Wouwe, beelde-
snider, als Deken van Sint Lucas Gilde hebbe gehadt met Hui- breciit Goethals, schilder, Ouden Deken, ende den overleden Cornelis van Hameren, glasemaker, ende den overleden Pieter Aernoutsen (Govertsz.) Wouwe, steenhouwer, beijde beleeders, van 1 November 1679 tot 18 October 1680. Onder de Dootschulden vind ik geene Kunstenaars; of het
moest Pieter van der Walle zijn......£0—5 —o Huybrecht Hendericksen Smadelinck leert schil-
deren by Zeger van Dam..........» o — 6 — 0 Abraham Goethals leert f ij nschildere n by
Zacharias Blijhooft............»o — 6 — o Onder de absenten ter begraeffenisse:
Jacobus van Bree(n), Zeger van Dam, Zacharias Blyhooft, |
|||||
— 219 —
|
|||||
Jacobus Haeck, Jan van der Horst, Jacob van Wassenhoven,
Abram Blommaert. Jaerpenningen...........i, 7 — I2 — °
Ondevteekend 18 October 1680 door:
J. P. van den Brande, Aernoudt Stangeniete, Zacharias
Blijhooft, Huibrecht Goethals, Jacob der Kinderen, Gillis Jansen Hardewel, Pieter van Oordt. Rekeninge enz. als gehadt heeft Aerenoudt Stangeniete, gla-
semaecker, Deken van St. Lucasgilde, met Pieter WouWE, Ouden Deken ende Jannes Kresee, steenhouder, en den over- leden Zacharias Blyhooft, schilder, beijde als beleeders, ge- durende twee jaeren, van 18 October 1680 tot 14 October 1682. Dootschulden van: Cornelis van Barlaer.......\
Benjemin Hinnekins........I
Joannes Murckhoove......./ieder £ o—5 — o
Zacharias Blyhooft........1
Jan van Wissem.........
Ontfangen van Gerret Gerretsen, leert schil-
deren by Zacharias Bliehooft '........» o — 6 — o Onder de boeten, absenten ter begra eff enis:
Jan van Vyven, Zacharias Blyhooft, Zeger van Dam,
Jacob Swijnberge, Abram de Jonge. J aerpenningen in 1681........t^— 6 — o
» » 1682........«.6—10—0
Onderteekend 14 October 1682 door:
J. P. van den Brande, Jannis Kresee, Huybrecht Goethals,
Andries van Vijven, Cornelis de Keyser, Matthijs Maertens, Pieter van Oordt, Pieter Wouwe. |
|||||
— 220 —
|
|||||
Rekeninge enz. als ick Jannis Kresee, steenhouwer, Deken
van St. Lucas Gilde, hebbe gehadt met Andries van Vijven, glae- semaecker, Ouden Deken, en Gillis Jansen Hardewel, beelt- houwer, en Huybrecht Goethals, schilder, als beleeders van 14 October 1682 tot 22 October 1683. On tfan ck.
Vrijdom in het Gilde kochten: u Sept. 1683. Pieter Hoosthoudt, schilder, als vrij mrs. soon.........jtl — o — 8
» » » Jan van de Steenne, schilder,
betalende op reeckening.....» o—18 — 2
» » » Jan Huimaet, schilder, betalende
op reeckening........» o — 6 — 8
Dootschulden van
De huysvrouw van Jacob der Kinderen . Willem Styllo..........
Joris Beccasse..........) ieder je, o— 5 — o
Joannes van Haesenbergh voor sijne
huysvrouw.............
Andries Antheunissen leert beelthouwen bij
Jacob der Kinderen...........»o — 6—0
Jaer penningen...........» 6 — 8 — o
Onderteekend 22 October 1683 door:
J. P. van den Brande, H. Goethals, Pr. Wouwk, G. J. Har-
dewel, Andries van Vijven, Jannis Hardewel, B. van Eecke- len, C. de Keyser, Abr. v. D. Broecke, Abraham Blommaert, Philips Angel. Rekening enz. als ick Huibrecht Goethals, schilder, als
Deken van S*. Lucas Gilde, hebbe gehadt met Jannes Kresee, |
|||||
— 221 —
|
|||||||
steenhouwer, Ouden Deken, en Jan van Venedyen, glasema-
ker en Pikter Woüwe beeltsnider, beyde beleeders, gedurende twee jaeren, beginnende 22 October 1683 tot 26 November 1685. 1684. Ontfangen van Jan Bos, beeltsij der,
voor sijn vrijdom in 't gilde.........£2 — o — 8 Jaerpenningen, de beyde jaeren.....»I2—19 — o
Dootscliuiden van
Jacohus der Kinderen , beeltsnider.....» o — 5 — 0
Jan Hardewet. leert beeltsniden by sijn vader
Jan Hardewel..............»o — 6 — o Onderteekend 27 November 1685 door
J. P. v. d. Brande, Ci.aes Bout, Hendryck van Schui.en-
burgh. pleter wouwe en johannes van venedien. Einde.
|
|||||||
Folio-perkament band. Op den band:
Het Boeck van Sint Lucas Gilde,
begonnen den 7 September 1685.
Het begint:
Rekeninge ende Beweys van alsulcke Ontfangh ende uytgeef als
ick Claes Bout als Deecken van 't St. Lucasgilde hebbe gehad, met Huybrecht Goethals, ouden deeken, ende Anderies van Vyffen ende Ysaak vak den Broecke, byde beleeders. Beginnende |
|||||||
— 222 —
|
|||||||
van den 27 November 1685 en eyndigende den 15 Januari 1687,
ende is gestelt in ponden, schellinge, [groten] vlaams. I) |
|||||||
Ontfange van Arevaan van Goens voor sijn vreydom int
S'. Lucasgilde als fijnschilder........JL 2 — 6 — 8 Ontfangen van Nattaniel Aldewerelt voor syn
vreydom int St. Lucasgilde als compasmaaker. . » 2—6 — 8 Ontfangen van Gerrit Gerritse voor sijn vrey-
dom int St. Luicasgilde als fijnschilder, sijn leer- geit afgetrocken............../> 2 — o — 8 Ontfangen van Cornelis Tack voor sijn vreijdom
int St. Luicasgilde als Beeltsnijder, sijn leergelt
afgetrocken................» 2 — 0 — 8
Dootschulden van:
Abraham de Jonge . . . . )
t. ,,r J elk o — c — o.
FiETKR de Wint.....) J
Jaer penningen...........» 5 — 6 — o
Onderteekend 15 Januari 1687 door:
J. P. v. d. Brande, Andries van Vijven, Barent van Eecke-
i.en, Hubrecht Goethals, Isaack van den Broeck, Gillis Jan- sen Hardewel. Rekeninge enz. als ick Andries van Vijven, glasemaker,
als Deken van 't St. Lucas gilde, hebbe gehadt met Niclaes Boudt, beltsnider, Ouden Deken, IsaaC van den Broecice, steenhou- wer, Barent van Eeckelen, grofschilder, als beleêrs, gedurende één jaer, van 15 Januari 1687 tot 5 Januari 1688. |
|||||||
1) Ik teekende weer alleen de Kunstenaars aan.
|
|||||||
— 223 —
|
|||||
Ontfangen van Pieter Lathouwer, schilder, voor sijn vrij-
gelt..................£2 — 6 — 8 Jaer penningen . . .........» 6 — 2— o
Onderteekend 5 Januari 1688 door:
J. P. v. d. Brande, Is. v. d. Broecke, B. v. Eeckelen, H. Goet-
hai.s, Claes Bout. Rekeninge enz. als ick Isaack van den Brouck, steenhou-
wer, als Deken van S*. Lucas Gilde, h".bbe gehadt met Andries van Vijven, glaesemaekersbaes als houwen (sic) Deken en Gillis Jansen Hardewel, beelthouwer en IIuibrecht Goet- hals, schilder als beleeders, gedurende twee jaeren, van 6 Januari 1688 tot 29 October 1689. Jan Bodeson, schilder heeft betaalt . . . . . S. 2— 6 — 8
Dominicus Laru , beeltsnieger heeft betaelt
voor syn vrijdom.............» 2 — 6 — 8 Jaer penningen...........» 6 — 4 — o
Dootschuiden van:
Cornelis Tack..........j
De vrouw van JoaNNis Haesenbekg . . > elk » o — 5 — o
Heyndrick van Schuylenberg .... 1
Nicolaes Lauwerens , leert beeldesnyden by
Jan Boos................»o — 6 — o Roelant van de Neve leert beeltsniede
by Jannis Hardewel........... . » o — 6 — o Onderteekend 1 Dec. 1689 door:
J. P. v. ü. Brande, Isaack van den Brouck. Huibrecht
GOETHALS, JOANNES VAN VENEDIE, ANDRIES VAN VlJVKN, G. J. HAR-
DEWEL , Jannis IIakdewel. |
|||||
— 224 —
|
|||||
Rekening enz. van Huibrecht Goethals, Deken, met Isack
van den Broecke, steenhouwer, Ouden Deken en Jan van Venedyen, glasemaker, en Jan Hardewel, beeltsnyder, beleeders, van 29 October 1689 tot 20 December 1690. Ontfangen van Gillis Jansen Suppein, beeltsnider, voor sijn
vridom.................£2 — 6 — 8 Ontfangen van Abraham Gaeyers , schilder
synde een vry mrs. soone..........» I — 6 — 8 Dootschulden van:
Joris Beccasse (er staat NB. Pikasse) . . . . » o — 5 — 0
De huysvrouw van Wilhem van Wissem . . . » o — 5 — o Claes Bout.............» o — 5 — o
De huysvrouw van Jan van Hullegaert . . . » o — 5 — o
Jaerpenningen...........» 7 — 2 — 8
Onderteekend 20 December 1690 door:
J. v, d. Brande, Joannis Kresee, Gillis Jansen Hardewel,
Is. v. D. Brouck, I. v. Venedie, Joannis Hardewel, Abr. de ROOSE.
Rekeninghe enz. van Joannes Hardewel, Deeken »voor't
beelthouwers lidt" (sijnde bij affsterven van mijn broeder Gillis Jansen Hardewel), met Huur. Goethals, Oud-Deeken, Joannis Cresee, en Abr. Roose, beleeders, van 20 December 1690 tot 6 Maart 1693. 20 Sept. 1691. Van Matthijs Willemsen, schilder, voor
sijn vrijdom, het leergelt afgetrocken......& 2 — o — 8 Januari 1692. Van Pieter de Kooningh, se hil-
der, het leergelt afgetrocken...... . . . « 2 — o — 8 |
|||||
- 225 —
|
|||||||
1691. 2 Jan. Joos Doutricour,leert beelthouwen
bij Jan Bos............jto— 6 — o
1692. In apryl. Jan Bruggeman , leert beelt-
houwen bij JOANNIS HARDEWEL.....» O— 6 — O » Sept. Jannis Cryce (Kresee) de jonge, leert
beelthouwen bij Jan Bos.......»o— 6 — o
Jaerpenningen 1691...........» 6— 18 — o
ld. 1692...........»6— 2 — o
Onderteekend 6 Maart 1693 door:
J. P. VAN DI'.N BRANDE, AliR. DE RoOSE, JOANNIS KRESEE, HutBR.
Goethals, A. v. Vijven, Is. v. d, Broeck.
Rekening enz. van Abraham de Roose, Deken, JoaNnis Har-
dewee, Oud-Deken, Joannis Cresee en Johan van Haesenberge, beleeders, van 6 Maart 1693 tot 4 Januari 1694. Vrijgeworden sijn:
IIendrick Blau, beelthouuer. . . . . . X2— 6 — 8
Mier sou nog in den onfang gebraght werden £2:6:8 voor
vrijgelt van IIermanis Koes (Koets) i) als lij nschild er, maar deselve heeft geschildert een stuck schilderij meer waardig als 'tvrijgelt rendeert, en is daarvoor voor een confrater aangenomen. Deken en beleeders hebben haar verplight gevonden om niet minder te sijn dan andere gildens met beleeftheijt te versoecken dat de Heer Overdeken tot Rekompens voor sijn Edelens trouwe hulpe dit stuck geliefde te aanvaarden, welck versouck sijnEd. na veel protestatien heeft toege- staan en heeft hetselve verwaardight te plaassen 't sijnen huyse boven 't schoumantel in de voorsalet. Dit hier ter memory. Ontfangen van Daniei. Houi.yck, f ij nschild er, voor vrij-
gelt ..................j£ 2 — 6 - 8 |
|||||||
1) Portretschilder-, zie over hem Immeezeel blz. 143.
VI. 29 |
|||||||
— 226 —
|
|||||
Ontfangen van Johan van Loo, beelthouwer. £ 2— 6 — !$
Oock is vrijgemaeckt Juuus Sesar Ballioene, als schilder en heeft in plaats van vrijgelt te geven
eenig silver van 't gilde, wapens opgesneden,
bij Deken en beleeders geoordeelt soo veel waardig
te sijn als hy voor vrijgelt moest geven.
Jaer penningen...........» 6 — 14 — o
Bij deze gelegenheid wordt opgave gedaan van het zilver, het
gilde toekomende, namelijk:
Een silvere vergulde kop, gemaackt........1620
Een silvere viercante talyoortie gemaeckt......1622
Een silvere mosterpot en lepel gemaeckt......1654
Een silvere schaal, daarop S*. Lucas gedreven. .... 1655
Een silver tafelbort met de wapens der Regenten . . « 1664 Twee silvere fiambouwe, gemaeckt.....1659 en 1693
Twe silvere soutvaten gemaackt..........1693
Beneffens het model van de begrafenispenning in silver, »en de
teykening daar af gemaackt door A. v. D. Venne."
Onderteekend 4 Januari 1694 door: J. P. v. d. Brande, Joannis Keesee, Claas Bout, Joannis Hardewel, Jan van Hasenbergh.
Rekening enz. van Joannis Kresee, Deken, voor het steen-
houwers-lid, met Ai?R. Roose, gla semaeker en glaseschrij- ver, als Ouden Deken, en NiCOLaes Bout, beelt houwer in hout en Seger van Dam, schilder, beide beleeders, van 4 Januari 1694 tot 12 April 1695. De volgende schilders 1) zijn vrij geworden:
i; Daar van nu af dikwijls alleen schilders en geen fijnschilders ge-
noemd worden, moet ik ze allen aanteekenen. |
|||||
— 227 —
|
||||||||||||||||||||||||
Carel Tijdemans.....
|
||||||||||||||||||||||||
Mathis Mathissen ....
|
> elk £ 2 — 6 —!
|
|||||||||||||||||||||||
Jacob de Bye......
JOANNES DE RüITTER........)
Pieter van Bree, een vrijmrs. soon
Jacobus van Swindberge, idem
Beelthouwers:
|
||||||||||||||||||||||||
i— 6 —i
I — 6-!
|
||||||||||||||||||||||||
£ 2— 6— i
» i — o — ! |
||||||||||||||||||||||||
Jan Hardewel, (in steen). .
|
||||||||||||||||||||||||
Dezelfde , (in hout) ....
|
||||||||||||||||||||||||
Dootschulden van:
isaack van den broecke......
Adriaen Estinck..........
|
||||||||||||||||||||||||
elk » o •
|
||||||||||||||||||||||||
5 —o
|
||||||||||||||||||||||||
De huisvrouwe van Jan Hardewel de Jonge
HUBRECHT GOETHALS........
Ontfangen van Cornelis Vfser, leert schil-
deren bij Mr. Jan Fyerens, Schilder.....» o- Hubrecht van der Moere, leert schilderen
|
||||||||||||||||||||||||
6 —o
|
||||||||||||||||||||||||
bij Mr. Jacob van Swindbergen de jonge . . . . » o
|
>— 6 — o
|
|||||||||||||||||||||||
Boe ten:
Van de Wede. Harremans (Horemans?) van Antwerpen welcke
hyer eenige nieuwe schilderijen hadde verkocht . . £ i — o — o Van Anthony Maelenbranck van den Bos, welcke op de
beursse een partije nieuwe schilderijen presenteerde met den stocke te verkoopen, welcke hem met eene is belet en verbooden door een Statsboode, maar alsoo hem naar dato is toegestaan voor dese eene reise, sonder gevolgh sijn voornemen te voltrecken, mits betaalende voor een boete 9 gids -...........t, 1 — 10 — o Jaerpenningen ......., . . . » 6—15 — 0
|
||||||||||||||||||||||||
— 228 —
|
|||||||
Onderteekend 12 April 1695 door:
Steven Voet, Claas Bout, PieteR van Oordt, Jacob van
SWEEMBERGE i).
Rekeninghe enz. van Claes Bout, Deeken, beel thouwer,
met Pieter van Oordt, glaase maker en Jacob van Swijnberge, schilder, beleeders, van 12 April 1695 tot 19 October 1696. Ontfangen van Jacobus de Koninck, fijn schild er 2) voor sijn
vryheijt.................£2 — 6 — 8 Ontfangen van Pieter Lindsay, f ij n schil der,
voor sijn vryheyt.............» 2 — 6 — 8 Ontfangen van Adrianus Verdoel 3), fij n s c h i 1-
der, op rekening van sijn vrijgelt.......» o— 16—8 (Het restant van Verdoel is in de volgende rekening voldaan
en verantwoort. Jacobus de Koninck en Pr. van Bree betalen elk 0 — 6 — o
voor hun deel aan de pelle. Dootschuiden van:
Jan Hasenbergh (de goudleerfabrikant).
Jan Cresee...........\
Jan de Wint...........f
) ieder £, o — 5 — o
Andr. van Vijven.........i Jan Gavers.......... . 1
|
|||||||
1) Dit staat er, niet Swindberge.
2) Zou dit soms de Jacob Koninck zijn , van wien het Museum Boymans
een landschap met vee bezit? Of is dat van den schilder--etser, over wien Oud-Holland (I bl. 307) ons zooveel mededeelt ? 3) Van Apriaen Verdoel bezit het Museum te Schwerin 2 uitmuntende
schilderijen, varkens in een sohuur. Er zijn werken van Verkoel in Potter's omgedoopt! Ten minste ik zag er in Engeland met de valsche handteekening van Potter. Een binnenhuis van hem in het Museum te Leipzig; een ander werd onlangs te Enkhuizen verkocht. Ik zag op eene verkooping te Keulen (1886) 2 stukken, bijbelsche voorstellingen, die A, Verdoel gemerkt waren, maar zeker van een ouder meester van dien naam (omstr. 1640) geschilderd zijn. |
|||||||
229
|
||||||
Mathijs Willemse leert beeltsnijden by
Hendrick Blauw.......... ... & o — 6 — o
Ontfangen van......i) Coorde, fijnschilder, omdat hij
ondernomen hadde, niet vrij sijnde int St. Lucas, op de beurs eenige
schiiderije te vercoopen...........Jt • — o — o
J a e r p e n n i n g e n 1695 en 1696......»I4 — 14 — o
en » — 6 — o
Onderteekend 19 October 1696 door: Steven Voet, Jacob van Sweemberge, Pr. van Oordt, Andries
Stolck, Abraham de Róose, Joannes Hardewel. Rekeningh enz. van Jacob van Swijnberge, Deeken, geassisteert
met Claes Bout, Oud-Deeken, en Pieter van Oordt en Andries Stolck, beleeders, van 6 October 1696 tot 27 September 1698. Vrijgeworden sijn: Lowys Romouw, beelthouder in hout . . £2 — 6 — 8
Karei. Milet, idem . . » 2 — 6 — 8 Adryaan de Neef, Schilder......» 2— 6 — 8
Ysaak Duyvelier, Schilder, vrijmrs.soon . . » I — 6—8
Johan van L00, beelthouder in steen . . . . » 2— 6 — 8 't Restant van Adryaan Verdoet., fij nschild er » 1— 10 — o Frederick Rottier leert fij nschilderen bij Carei. Tideman..............»o — 6 — o
Willem van Wis«e leert schilderen bij
Jacobus de Koninck............f o — 6 — o |
||||||
1) Opengelaten. De schilder teekent: S. A, Coorte e» is een stilleven schil-
der, wiens werken meest tusschen 1698 en 1705 gedateerd zijn. Tk zag er o. a. bij Baron Slokt tot Olthuys te Zwolle (aspergies), bij Jlir. Mr. V. de Stueks in den Haag (kleine stukjes met mispelen, bessen, enz.), te Amsterdam iu het Broekerhuis, bij Mr. I. L,INTz, den Haag, 2 Ohinaasappelen enz. |
||||||
— 230 —
|
|||||
Jan Schouwt \
Meeren schilderen bij Jacobus
Pieter Dom } _ \ VAN SWIJNBERGE .... elk £ O — O — O
Jan Gerson )
Cornei.is de Keyser, leevt schilderen bij
Matheus Wit.lemse............* o — 6 — 0 Jaerpenningen, 1697 £ 6 — 19 — o; 1698 & 6 — 2 — 8.
Onderteekend 2 October 1698 door:
Steven Voet, Abraham de Roose, Jan Bos, Pieter van
Oordt. Rekening van Abraham de Roose, Deeken,
Jacob van Swijnberge, Oud-Deeken
Andries Stolck )
> beleeders
Jan Bos | van 2 October 1698 tot 18 November 1699.
Vrijgeworden zijn: Roelant van den Heuvel, beeltsnijder, sijn leergelt af- getrocken................=£2 — o — 8
Anthony Koeck, schilder.......» 2—6 — 8
Anselmus Weeling , idem........«2—6 — 8
Thomas Verhoeve, idem op rekening . . . » 0 — 16 — 8
Johan Andreas Bizet (er staat Beset) fij n- fijnschilder..............» 2— 6 — 8
Adriaen Meertens, sehilder......» 2— 6 — 8
Anthony van Damme, vry mrs. soon, schil-
der ..................>, 1 _ 6 — 8 Iohannes Kuypers leert beeltsnijden by
Roeland van den Heuvel.........»o — 6 — o
M A rtynus Lafeber leert s c h i 1 d e r e n by Jan
Fierens.....,........, , » o — 6 — Q |
|||||
— 231 —
|
||||||||||||
Jaerpenningen...........JL 7 — 4—2
Boete van Monsr. Schaap, van Antwerpen, over
het verkoopen van schilderiën........ . » 2 — 2 — o
Onderteekend 18 Nov. 1699 door:
J. P. v. d. Brande van Cleverskerk, Andries Stolck, Jan
BOS, PlETER LlNDZAY.
Rekeningh enz. van Andries Stolck, Deken
Abraham de Roose, Gud-üeken,
|
||||||||||||
Jan Bos,
|
I
|
|||||||||||
beleeders
|
||||||||||||
.
PlETER LlNDZAY
|
||||||||||||
van 18 November 1699 tot 7 December 1700.
Het blijkt dat Johan A.NDREAS Biset, f ij n sch ilder, het res-
tant van sijn vrijgelt bij het slot der rekening nog niet voldaan had »doch belooft hadde, de waarde van dien te betaale door een stuckie »scMlderie waardigh £ 2 — 6 — 8, 'twelck de voorn. Beset niet en «heeft gelevert en by gevolge moet afgetrocken worden " Ontfangen van Josias Kouck, over sijn vrijdom als schilder,
't leergelt afgetrocken............jL 2 — o — 8 Ontfangen van Hiïynderick van Tetere, voor
syn vrijdom, als goutleerschi lder......» -:— 6 — 8 Ontvangen van Willem Paridan, als voren als
beelthouderinhout..........» 2 — 6 — 8 Ontvangen van Jan Abrahamsk, als voren als
schilder, op rekeningh..........» I — 10 — o Daniel Katrooys, leert by Matheus Willemse,
schilder................» o — 6 — 0 Daniel Bundervoet, leert b eelt snij den by
Carel Milet..............»o — 6 — o Dootschult van de vrouw van Carel Tideman » o— 5 — o
|
||||||||||||
— 232 —
|
|||||
Jaer penningen...........JL 1 — 7 - o
Onderteekend 7 Dec. 1700 door: J. P. v. i>. Brande van Cle-
verskerk, Jan Bos, Jacok Bril, Joannis Hardewel.
Rekeningh van Jan Bos, Deken,
Andries Stoi.ck , Üud-I")eken,
Jan Hardewel i
_ \ beleeders
Jacob Bril \
van 7 Dec. 1700 tot 4 Oct. 1702.
Ontfangen van Fransois van Sweemberge voor sijn vrijdom als
schilder en vry mi's. soon.........£ 1 — 6 — 8 Ontfangen van CoRNEI.is Hertooge, op rekening,
voor sijn vrijdom als fijnschilder.......» 1 — o — o Ontfangen van Jan PAULUS Gillemans (II) een stuck schildery, en
moet nogh een dito stuck schildery aen 't gilde gclevert weide voor sijn vrijdom in 't gilde als fijnschilder, hetselve verkoft sijnde, sal in de volgende rekeninge verantwoort worden. Ontfangen van Jan Andreas Biset een stuck schildery voor sijn
vrydom in 't gilde als fijnschilder maar soo het minder vercoft wierde als 't voornoemde gilde bedraagt, sal den voorn. Biset het resterende moeten voldoen met geit, en het stuck vercoft sijnde, sal in de volgende rekenige verantwoort moete weide. Oootschulden van: • Abraham de Roose, Deeken Abraham Gruson
Matheus Willemse \ elk £ o — 5 — 0
De vrouw van Jacob van Sweemberge
Abraham Gavers
Carel Milet en Jacobus de Coninck betalen
lijk-boeten. |
|||||
— 233 —
|
||||||||||||||||||
Voor 2 schilderijen, 17 Dec. 1700 vercoft. . . ,£ o—18 — o
Jaar penningen...........» 7 — 17 — o
Onderteekend 4 October 1702 door: J. P. v. d. Brande van
Cl.EVERSKERK, JOANNIS HARDEWEL, JACOB BRIL, GlLLIS DE JAGER.
Rekeninge van Jannis Hardewel, Deken,
Jan Bos, Oud-Deken,
|
||||||||||||||||||
Jacob Bril,
|
I
|
|||||||||||||||||
beleedeis.
|
||||||||||||||||||
Gillis de Jager
|
||||||||||||||||||
Van 4 Oct. 1702 tot 4 Januari 1704.
Dootschulden van".
De vrouw van Jacobus Buvs.....>
elk jto- < — o
Antony Koeck..........) J Een schildery door Jan Pauvvelsz. Gillemans
gemaakt, is door Confrater de Kleyne gekogt . . » o__ 17__o Een stucke schildery, gegeven op rekeninge van
Jan Biset , publieck verkogt op de buers . . . . » o — 7__2 Jaa r penningenvan 1703........» 8__6__o
Ondevteekend 4 Januari 1704 door J. P. v. D. Brande van Clevers-
kerk, Jacob Bril, Deeken, Jacob van Sweemberge, Hendrick Blauw. Rekening van Jacob Bril, Deken
Jannis Hardewel, Oud-Deken
Jacob van Swijnenberge,
> beleeders
Hendrick Blauw van 4 Januari 1704 tot 17 Juny 1706.
Dootschulden van:
Claeys Bout..........
|
||||||||||||||||||
Jannes Hardewel........
|
(elk j£ 0 — 5—0
|
|||||||||||||||||
Dominikus Larey.........
Van Tetteroo..........
VI.
|
||||||||||||||||||
3°
|
||||||||||||||||||
— 234
|
|||||||||||||||
Jan Loots leert schilderen by Fransoys
van Swijnberge.............£o — 6 — o Cornelis Fierens leert schilderen by sijn
vader Jan Fierens . ............» o — 6 — o Thomas Willekes leert schilderen by Josias
Koeck.............. ...» o— 6 — o Jaerpenningen 1704 £ 7 — 14 — 6, 1705 & S — 2 — 0.
Onderteekend 17 Juny 1706 door:
J. P. van den Brande van Cleverskerk, Hendr. Blauw,
Jacob van Sweemberge, Jacobus Hendericksen. Rekeningh van Hendrick Blauw , Deken ,
|
|||||||||||||||
Jacob Swynbergen
|
I
|
||||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||||
Jacob Hendricksen
|
|||||||||||||||
van 17 Juni 1706 tot 22 Maert 1708.
Vrijgeworden zijn in 't Gilde:
Mathijs van der Ham, beelthouwer, sijn leergell afge-
trocken.................£2 — o — 8 Pieter Jacobsz., beelthouwer......» 2 — 6 — 8
Dootschult van
Jacob van Swijnbergen.......\
Seeger van Dam.........j ieder » o — 5 — o
Monsieur Koets' vrouw.......;
Pieter Schey, leert schilderen by Jan
Fierens..................» o — 6 — o Aernoudt Poppen leert schilderen by Josias
Koeck.................»o — 6 — o
Jaergelden in 1706 * 8 — 8 — o, in 1707 £ 8 — o—8.
Onderteekend 22 Maert 1708 door: J. P. v. d. Brande van
Cleverskerk, Jacobus Hendericksen, Jan Fierens, Jacob Borm. |
|||||||||||||||
— 235 —
|
|||||||
Rekeningh van Jacobus Hendericksen , Deken,
Jan Fierens i
_ > beleeders.
Jacob Borm )
van 22 Maart 1708 tot 31 October 1709.
Inkomgelden.
Ontfangen van Filip van Dyck, als fijn schild er £. 2— 6 — 8
Ontfangen van Frederick Boone , als f ij n-
schilder.............., . » 2 — 6—8 Ontfangen van Abram Toorenvliet, als fijn-
schilder................» 2 — 6 — 8 Onder de absenten ter begrafenis komt Jacob de Koninck voor,
Jaerpenningen van 1708........JL 8—14 — o
id. » 1709........»8 — 3 — o
Onderteekend 31 October 1709 door:
J. P. VAN DEN BRANDE VAN CLEVERSKERK, JaN FlERENS, JAN
Bos, Jacob Borm.
Rekeningh van Jan Fierens , Deken,
Jan Bos |
|||||||
, beleeders
Jacob Borm van 31 October 1709 tot 27 October 1711.
Jaerpenningen van 1710........,£9—18 —o
idem » 1711........» 9 — 12 — o
Onder de personen, die tegen de wet schilderijen te koop had-
den aangeboden, worden genoemd Van Veltem, Emmer, Steyns. Aen Jan Bodeson, voor 't schilderen van dHr. Overdeken's wa-
pen int prevelegie boeck volgens quitantie . . . . <£ o—17 — o Onderteekend 27 October 1711 door:
A. Rombauts, Over-Deken, Jacob Borm, Jan Bos, Jacob Hen-
dericksen. |
|||||||
— 236 —
|
|||||||
Rekening van Jacob Borm, Deken,
Joan Fierens, Oud-Deken,
Jan Bos i
> beleeders
Jacob Hendericksen 1 Inkomgelden.
1712. Pieter van Groen, steenhouwer . . . jt 3— o — o
1713. Joan Frederik Boddeker i) fijnschilder. » 3— o — o
Josephus van Gaart, fijnschilder ...» 3— o — o Jasper de Villeers, soo veel als resteerde tot fij nschilder 2)............» 1— o — o
Joan Post, beelthouwer in hout......» 3— 0 — 0
Dootschult van de Wede. Van Jan Bodeson. » o— 5—o
en Josias Koeck, (met gebruik van de pelle) . . » o— 17 —o Onder de lijkboeten :
Jacob de Koning, J. de Villeers 3).
Isaak Trevin leert beelthouwe'n by Pieter Jacobsen.
Jaer penningen...........* 8 — 7 — o
Boete van Joan Frederik Boddekker, omdat hij
onvrij sijnde, geschildert hadde........» I — 11 —4 Onderteekend 30 Aug. 1713 door:
A. Rombouts, Over-Deken, Jan Bos, Jacobus Henderiksen,
Jan Fierens. Kekening van Jan Bos, beelthouwer, Deken,
Jacob Heynderickse |
|||||||
beleeders
Jan Fierens vau 30 Augustus 1713 tot 2 Januari 1715.
II Portretschilder, leerling van J. de Baen in 's Gravenhage. 26 Mei 1684
betaalde hij zijn inkomst in de Haag3che schildersconfrerie. (Archief V, p. 149). 2) Hij was' 1704 als bleek-schilder ingeschreven. 8) Zie ook Archief II, 18. |
|||||||
_ 237 —
|
||||||||||||||
Vrij gelden.
Van Aernoldus Küppens, fijnschilder . . £ 3— 0 — 0
Van Fransoys Batiste, beelthouwer. . . » 3— 0 — 0
Van Simon Vinck, beelthouwer.....» 3— 0 — 0
Symon Wedermont leert schilderen by Ja-
COBUS DE KONINCK........'. ...» O — 6 — O
Jaarpenningen 1713......... » 8 — 18 — o
id. 1714........ » 8—17 — 0
Onderteekend 2 Januari 1715 door:
A. Rombauts, Jacobus Hendericksen, Jan Fierens, Jacob
BORM.
Rekening van Jacobus Hendericksen, Deken.
|
||||||||||||||
Jan Fierens 1
|
!
|
|||||||||||||
beleeders
|
||||||||||||||
Jacob Borm
|
||||||||||||||
Vr ij gelden van
1715. Abraham Busschop, fijnschilder . . . . JL 3 — o — o Dirck Vlietlandt, fijnschilder . . . . » 3 — o — o Dootschult van Jan Fierens en Jacob Borm, elk......» o — 5 — o
Willem Hendericksen, leert beelthouwen
by Jan Bos...............»o — 6 — o
Onwettig verkochten schilderijen o. a. Willem Lathouwer, Ary
van der Mey, Pieter Borsselaer. Onderteekend 2 December 1716 door
A. Rombauts, Jan Hardewel, Jan Bos en Pieter Borsselaer.
Rekening van Jan Hardewel, glasemaker, Deken, Jan Bos, beelthouwer |
||||||||||||||
, beleeders
Pieter Borsselaer, schilder |
||||||||||||||
van 2 December 1716 tot 30 November 1718.
|
||||||||||||||
— 238
|
|||||||||||||
Ontfangst der Inkom gelden van:
10 Juny 1718. Jan Baptist Nollekens, fijn-
schilder...............,£3 — o — o 7 Oct. 1718. Samuel Houwens, Kaart-schilder » 3— o — o
I.ijkboeten betalen: Abr. Buscop (Busschop), Jan Jansz. Hardewel e. a.
Boeten van Jan Snijders van Antwerpen over 't verkoopen van
4 gesneden beeldties............<£ o — 13 — 4 Jaerpenningen . 1717 dE 9—5—o; 1818 » 9— 3 — °
Onderteekend 30 November 1718 door
A. Rombauts, Jan Bos, Pr. Borsselaer, Jacobus Hendericksen.
Rekening van Jan Bos, beelthouwer, Deken
|
|||||||||||||
Pieter Borsselaar, schilder
|
I
|
||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Jacob Hender icksen, steenhouwer
|
|||||||||||||
van 12 November 1718 tot 13 December 1719.
V r ij g e 1 d e n van Gerrit de Grendel, beelthouwer . . . . Ji 3— o — o Jacob Neyers fijn schil der, leergelt aff . . » 2— 14 — ° Onder de betalers van I. ijkboeten zijn: Abr. Busschop, Jan Bodeson, Jacob de Koninck. Jaerpenningen van 1719.......£ 9 — 4 — °
Jan Nollekens, over verkoop van schilderijen. » o — 11 — o
Van Lauwerens , een Leyenaar, over idem . . » o — 3 — o Onderteekend 13 Dec. 1719 door Pr. de Vos van Nieuvliet, Pr. Borsselaar. Jacobus Hendricksen, Jan Hardewel.
Rekening van Pieter Borsselaar, schilder, Deken
Jacobus Hendericksen, steenhouwer)
, J beleeders
Jan Hardewel, glasemaker \
van 2 December 1719 tot 24 Juny 1722.
|
|||||||||||||
— 239 —
|
|||||
1722. )8 Januari. Van Jan Byset (Bizet) over 20 jaar verlopen
jaarpenningen...............X 2 — o — o
Vrij gelden van:
1720. 18 Maart. Jan de Quant, beelthouwer. . » 3— o—o
23 October. Jan Karre, goudleerschilder » 3— 0—0
Onder de Dootschulden:
Van Jan Lievensen i).........» o— 5 — o
» Jasper de Villeers 2)......1 » o — 5 — o
met £ jaar comp. geit.......) » o — 2 — 0
» Jan Bodezon...........» o — 5 — o
Onder de Lijkboeten nog:
Abr. Busschop, Jacob de Koninck, Jan Byset.
Arnoldus Campagne leert schilderen by
Abraham Busschop............»o__ 6—0
Jaarpenningen 1720.........» 8—14 — o
id. 1721.........» 9—18 — o
Onderteekend 24 Juni 1722 door:
Pi', de Vos van Nieuvliet, Jacobus Hendriksen, Jan Harde-
wel, Symen Vinck.
Rekening van Jacobus Hendriksen , Deken
Jan Hardewel )
f beleeders
Simon Vink ) van 24 Juni 1722 tot 6 December 1724.
Dootschulden van:
De vrouw van Jan Karre........JL o -- 5 — o
De vrouw van Jacobus de Koning.....» 0 — 5 — o
1) Tóch niet de Jonge Jan (Andeeas) Lievensz? Jan Lievensen werd
17 Maert 1721 op het Kerckeplein te Middelburg begraven, 2) Ik vond in Haagsohe Inventarissen een enkele maal: „een stuckje van
Vii.LEF.ns." Jasper Villeers is 24 Maart 1722 in de Choor-Kerk te Middelburg bijgezet. |
|||||
— 240 —
|
|||||||||||||
Onder hen die lijkboeten betalen :
Jan Andreas Byset, Abr. Busschop.
Gerrit Post, 1 leer en bee lt houden by jto— 6 — o
David Bokke ) Simon ViNCK. . . . » o — 6 — o
Jaar penningen 1722.....■ . . . » 9— 8 — o
id. 1723.........» 9—10 —o
Onderteekend 6 Dec. 1724 door:
Pr. DE VOS VAN NiEÜVLIET, JAN HARDEWEL, SYMON ViNCK,
Pr. BORSSELAER. Rekening van Jan Hardewel, glasemaker, Deken
Simon Vinck |
|||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Pr. BORSSELAAR
van 6 December 1724 tot 13 Februari 1726. Vrij ge ld en van: 1725. 4 Juny. Martinus Terriër, schilder, (?). . £3— o — o
1 Nov. Levvnus Snijders, schilder, (?) . . » 3— o — o Onder de betalers van Lyckboeten nog JAN Andreas Biset en Abr. Busschop. Onderteekend 13 Febr. 1726 door:
Pr. de Vos van Nieuvliet, Simon Vinck., Pr. Borsselaar,
Jacobus Hendriksen. Rekening van Simon Vinck, b eeltho u wer, Deken,
Pieter Borsselaar |
|||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Jan Hardewel
van 13 Februari 1726 tot 28 Januari 1728. Vrij geit van: 1727. 19 Augustus. Jan Gruyson, fijnschilder, een vrij mrs. soon, leergelt af............,£ 1 — .14 — o |
|||||||||||||
— 241 —
|
||||||||
Lijkboeten betalen:
Abr. Busschop, Jan Andreas Biset. 1726. 14 Febr. Johannes 't Hart, leert beelthouwen by S. Vinck.........x o — 6 — o
» 20 Mei. Hendrik Clase, leert beelt-
houwen bij G. de Grendel . . » o — 6— o Jaarpenningen 1726.........» 10 — o -— 9
id. 1727.........» 10 — 5— 10
Onderteekend 28 Januari 1728 door :
S. RADERMACHER, Pr. BORSSELAAR, JaCOBUS HENDRIKSEN, JaN
IIardewel.
Rekeninge van Pieter Borsselaar , schilder, Deken.
SiMON Vinck, Oud-Deken. Jacobus Hendriksen |
||||||||
. beleeders.
Jan Hardewel van 28 Januari 1728 tot 31 Januari 1731.
Vr ij gelden van:
1729. 29 Maart. Corneus Schouman, schilder . JL 3 — o — o
1731. 3 Januari. Abram Zeeman, fijnschilder . . * 3— o — o
Dootschulden van :
Abram Busschop...........» o — 5 — o
Jan Karre.............»o — 5 — 0
Gillis de Jonge leert beelthouden by
Gerard Grendel.............» o — 6 —o
J aar penningen 1728.........» 8 — 19-0
id. 1729.........»9— 4 — o
Onderteekend 31 Januari 1731 door:
S. RADERMACHER, JaCOBUS HeNDRICKSEN , SyMON VlNCK, JaN
VAN DER VlNCK.
VI. 31
|
||||||||
— 242 —
|
||||||||
Rekening van Jacobus Hendricksen , Deken,
|
||||||||
, beleeders
SlMON VlNCK
|
||||||||
!
van 31 Januari 1731 tot 1 Juli 1733.
V r ij g e 11 van:
1732. I April. Adolf GESWINT, fij n se hild er . . ,£3— o — o
(Hij betaalt ook lijkboeten).
Jaarpenningen 1730.........» 7 — 14 — o
id. 1731.........» 8— 2— O
Onderteekend I July 1733 door:
S. Rauermacher, Joh.s van uer Vinck, Simon Vinck, Jan
Oosthout. Rekening van Joh.s van der Vinck , Deken.
Simon Vinck j
„ t beleeders
Jan Oosthouut )
van I July 1733 tot 4 September 1735.
Dootschulden van:
1734. Jacobus de Koning..........JL o— 5 — o
Lykboete door Adolf Geswint betaalt.
ABRAM Fokke leert beelthouwen by Gerarü de
Grendel................» o— 6 — o Boete van Adolf Geswint, voor 't verkoopen
van schilderien met de stocke........» t — 10 — o Jae rpen ni ngen 1732, 1734......» 15 — 18 — o
id. 1735.........» 8— 4 — 0
Onderteekend 4 Oct. 1735 door:
S. Rauermacher, Symon Vinck, Jan Oosthout.
|
||||||||
— 243 —
|
|||||||||||||
Rekeninge van Symon Vinck, beelthouwer, Deken
Jan Oosthout }
} beleeders
Jacob Hendriksen ) van 4 October 1735 tot 23 October 1737.
V ty g e 11 van
1736. 19 July. Theodorus Kanen , fijnschildei . <£ 3— o — o
id. id. Cornelis Beeldemaker, fijnschil- derl) op rekening ontfange. . . . » I — 5 — 6
(doodt.) 1737. 24 Sept. WeynaNdt Landts, fijnschilder . » 3— 0 — 0
1735. 17 October. Cornelis van Hontenisse leert beelthouwen by Simon Vinck.....» o — 6 — o
1737. 6 Februari. Nicolaas Snijders Ie ert beelt-
houwen by Gerard de Grendel . . . . » o— 6 — o Jaerpenningeni735.........» 7 — '6 — o
id. 1736.........»8— 6 — o
Philippus van Dijk 17 jaar Jaarpenningen . » 1 — 14 — o
Onderteekend 23 October 1737 door: S. Radermacher, Jan
Oosthout, Jacobus Hendricksen, Joh.s van der Vinck.
Rekening van Simon Vink, Beelthouwer, Deken.
|
|||||||||||||
Tacobus Hendriksen
|
,!
|
||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
JOHAN VAN DER VlNCK
|
|||||||||||||
en Cornelis Schouman,
van 23 October 1737 tot 17 Juny 1739. Lijkboete-betalers:
Wynandt Landts en Adoi.f Geswindt. |
|||||||||||||
1) Hij kwam uit den Haag, waar hij reeds sedert het einde der XVIIe eeHw
geschilderd had. Hij was waarschijnlijk een zoon van Apbiaen Beeldemaker, |
|||||||||||||
— 244 —
|
|||||
Ij e er j on gen 3.
Willem van Groeningen leert beelthouwen by De Grendel..............<£ o — 6 — o
Jaerpenningen 1737 en 1738. ...... 14 — 6 — o
Sijn nogh vry geworden:
'739' 6 Januari. Pieter Maroden, f ij n schild er . » 3 — o—o
» 24 d». Cornelis Sleght, beelthouwer. » 3 — o — o
» Jan Terriër, leert beelthouwen by Sy-
mon Vinck............» o — 6 — o
» Andries de Waker, leert beelthouwen
by Cornelis Sleght.........» o — 6 — o
Onderteekend 17 Juni 1739 door:
S. Radermacher, Jacobus Hendriksen, Joh.s van der Vinck,
Corn. Schouwman.
Rekening van Jacobus Hendriksen, steenhouwer, Deken,
Jan van der Vinck )
} beleeders
Simon Vink ) van 17 Juni 1739 tot 25 April I742-
Vrij gelden van:
1740. 30 Aug. Hendrik van Diest, Beeldhouwer 1 3— o — o
1741. 12 April. Jacobus Vlaminck, Beeldhouwer » 3— o — o
Adolfe Geswint en Wynandt Landts betalen lijkboeten. Paulus van de Putïe leert beelthouwen by Gerrit de Grendel................ £0 — 6 — o
Pieter van Daale leert beelthouwen by G. de
Grendel................ »o— 6 — o
Jaerpenningen 1739......... » 8 — 12—0
id. 1740......... » 8— 6 — o
|
|||||
— 24Ü
|
|||||||||||||
Onderteekend 25 April 1742 door:
S. Radermacher, Joh.s van der Vinck, Gornelis Schouman,
Symon Vinck. Rekening van Joh.s van der Vinck, glasemaker, Deken,
Cornelis Schouman |
|||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Symon Vinck
van 25 April 1742 — 29 Januari 1744. Onderteekend 29 Januari 1744 door:
S. Radermacher, Corn. Schouman, Symon Vinck, Jacobus
Hendriksen. Eind e.
|
|||||||||||||
Folio-perkament band. Op den band:
liet Boeck van St. Lucas Gilde,
begonnen den 16 April 1746.
|
|||||||||||||
Rekening van Cornelis Schouman, schilder, Deken.
Simon Vink ) ,
( beleeders
Jacobus Hendriksen van 29 Januari 1744 tot 21 April 1746.
Vr ij gelden van:
1745. 11 October. N. Korthals, fijnschilder. . t, 3— 0 — 0 » Nov. Cornelis Houtenisse, beeldhouwer, leergeld aft"............» 2 — 14__o
|
|||||||||||||
-- 246 —
|
|||||
Jaar penningen 1743 en 1744.....c£ 14— 18 — 1
d'Hr. Philip van Dyk over 7 jaren achterstal-
lige jaarpenningen............» o — 14 — o Onderteekend 21 April 1746 door:
S. Radermachf.r, Symon Vinck, Jacobus Hendriksen, Philip
pus Weymaar. Rekening van Symon Vinck, b eelthouwer, Deken,
Jacob Hendriksen )
( beleeders
Philippus Weymaar j van 21 April 1746 tot 26 Nov. 1749.
Vr ij gelden van:
1747. 6 Maart. Jan van der Perre, beelt-
houwer..........£ 3 — o — o
1749. 14 Januari. Adriaan van der Bilt, beelt-
houwer .........» 3 — o — o » ....... Nicolaas Snijders, b e el th ou-
wel", syn leergelt afgetrocken . » 2—14 — 0 De doodschuld van Cornelis Schouman en diens vrouw
worden genoteerd. Jaar penningen 1745, 1746......£12 — 14— o
id. 1747, 1748......» 13 — 19—11
Uit de rekening blijkt dat men het zilver van het gilde gedeel-
telijk verkocht had en daarvoor een 4 %' Obligatie (recepisse) ten behoeve der Provincie Zeeland gekocht had. Onderteekend 26 Nov. 1749 door:
S. Radermacher, Philippus Weymaars, I.eVjnus Snijders,
Jacobus Hendriksen, |
|||||
— 247 —
|
|||||||||||||
Rekening van Philippus Weymaars, glasemaker, Deken,
Levinus Snijders |
|||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Isack Trevyn
van 26 Nov. 1749 tot 3 Mei 1752. V r ij g e 1 d van :
1751. 27 Febr. Nicolaas van der Mark, beelthouwer, het leergelt af.............t 2— 14 - o
1751. Cornelis WAGENAAR, 1 e e r t beelthouwen
by Nicolaas van der Mark......» o — 6 — o
Jaarpenningen 1749 en 1750......» 12 — 16 — o
Onderteekend 3 Mei 1752 door:
S. Radermacher, Levinus Sneyders, Symon Vinck, Isack
Trevijn. Rekening van Levinus Sneyders, schilder, Deken,
Isack Trevijn |
|||||||||||||
beleeders
|
|||||||||||||
Heyndrik van Diest
van 3 Mei 1752 tot 18 Dec. 1754. 1751. 3 December. Pietf.r Sneyders, leert schilderen by Levinus Snijders..........t, o — 6 — 0
1753. 10 Maart. Dingenis van Welsaaden leert
beelthouwen by Adu. van der Bilt. . » o — 6 — o
Jaar penningen 1751, 1752........>I4 — 8— o
Onderteekend 18 Dec. 1754 door:
S. Radermacher, Izak Trevyn, Hendrik van Diest, Philip-
pus Weymaars. Rekening van Izak Trevijn, steenhouwer, Deken,
Hendrik van Diest )
( beleeders
Philippus Weymaars ( van 18 Dec. 1754 tot 16 Nov. 1757.
|
|||||||||||||
— 248 —
|
|||||
I755- 18 Nov. Johannes Kok leert beelthouwen by Nicolaas
Snijders.............X ° — 6 —o
j aar pen ni ngen 1753, 1754.......» '5 — ° — °
'd. 1755, I756 • • • • • • ■ » 15 —8 —o
NB. Men betaalt nog jaarlijks bijdragen voor weldadige doel-
einden; het opbouwen van een verbrande kerk, het lossen van sla- ven, die by deD Turk gevangen zitten, voor de armen van een in Duitschland door den oorlog verwoest dorp enz. Ik acht het onnoodig al deze postjes afzonderlijk te vermelden.
Onderteekend 16 Nov. 1757 door; S. Radermaker, Hendiuk van Diest, Phiuppus Weymaars,
Levinus Sneyders. Rekening van Hendrik van Diest, beelthouwer, Deken,
Levinus Sneyders, Oud-Deken, Adriaen Verveer Knoop, beleder, van 16 Nov. 1757 tot 18 Maart 1761. V r ij g e 11 van:
1758. 18 Dec. Pieter Snijders, schilder, (vrij m'S. soon)............ £ 1—14—0
» 1 Dec. Barnardusvan Goosewinkel beelt-
houwer ............» 3 — o — o 1758. 18 December. Abraham van den Boogaard
leert beelthouwen by Levvn Sneyders » o— 6 — o
1759. 1 Januari. Jacohus van der Bilt leert
beelthouwen bij syn vader.
Jaar penningen 1758, 1759.......» 14— 9 — 8
Onderteekend 18 Maart 1761 door:
S. Radermacher, Jan van Valkenburg, Levienus Sneyoee,
Adriaan Verveer Knoop, Hendr. van Diest. |
|||||
— 249 —
|
|||||||||||
1761—1763.
NB. Wij zien, dat het gilde slechts weinige Kunstenaars meer
onder hare leden telde. Het bestuur bestond meest uit kladschilders, steenhouwers, glazemakers. Ik meende dus van hier aan, alleen de weinige kunstschilders en enkele korte aanteekeningen te moeten overnemen, met de jaren waarin ze voorkomen; meer plaats mocht ik van »het Archief" niet eischen. 1762. Aan Pieter Snieders, voor het schilderen van een titel- plaat ,...,..........£3 — 5 — 0
1761--1763.
Ingekomen schilders. CORNELIS JOHAN DE BRUYN. NOI.BERTUS VAN DER MEER. CORNELIS KOCK. HüEBREGT LAKROO. |
|||||||||||
1762. Jan Corstanje
|
|||||||||||
leeren schilderen by Pieter Snijders.
|
|||||||||||
1763. Hoebert Bakker
1761. April. De fij nschilder Vieaanie (Vianv) ge- kalanseert.............I 1 — 0 — 6
|
|||||||||||
1763—1765.
Ingekomen schilders. 1703. David de Jonge, Joseph Viany (29 Sept.) 1764. Jacobus Elling, Thomas Gaal (12 Dec.)
1765. Leendert van Hekken, Jan Ernst van Hellendooren.
15 Februari 1765 wordt de doodschuld van JOSEPH Viany be-
taald; hij had 13 Oct. 1763 Johannes Visscher, als leerling aange- nomen. VI. 32
|
|||||||||||
— 250 —
|
|||||
1765- 1767-
Ingekomen schilders.
1766. GYSBREGT BlTTERHOEK, PAULUS FONTEYN.
1767. PlETER VAN ERKELENS, HENDRIK LA CROIX.
8 Juny 1765 wordt Karet. Maartens leerling van den schilder
Thomas Gaal. 1767—1769.
Ingekomen schilders.
1768. johannes wagenaar, abraham adriaansen.
1769. Anïhony Wilhelmus Stevens, Willem Vervoorï, Pieïer
Smit, Huybrecht de Bel. 2 Mei 1768 wordt Laurens Lietman leerling van den schilder
Thomas Gaal. 1769—1771.
Ingekomen schilders:
1770. Arnoldus Finiee, Abr. Meertens, Gerrit Mjchielsen.
1771. Anïhony Bernard, Nicolaas Kreeft.
1770. 24 Augustus. Jan Dane, voor het Gildeboek te
verbinden...............L 2 — 10—9
1771—1774.
V r ij g e w o r d e n schilders:
1773. Cornelis de Schinkel.
1774. Willem van Leeuwen.
Doodschulden van de schilders:
1773. Jan Ernst van Hellendoorn, Jacobus Vonk.
1774. 18 Dec. Louwijs Makthijn Burgiiart, van den armen, leert
schilderen by Pieter Snijders. |
|||||
— 251 —
|
|||||||
1774—i 776.
Vr ij geworden schilders: 1774. Adriaan van Ferny,
1775. JACOBUS flESTINK.
» Pieter Dam.
1774. Jacob de Witte leert schilderen by Thomas Gaal. (i 775 overgeset op Anthony Bernard). 1776. Jan Willem Schout leert schilderen by Thomas Gaal.
,776—i779-
Vrij ge worden schilders.
1777. David de Kleene, Jan Rijke.
1776. Jan Anthony de Lelie, leert schilderen by Jan IIuys
(Deze kwam 28 April 1752 reeds in het gilde.) » Jan Schee leert schilderen by Thomas Gaal. (Zal later vervolgd worden.) |
|||||||
Het zoogenaamde Pri vilegie-Boek. Klein folio, in fraai
marokyn leeren bandje, rijk versierd met fraaie daarop geperste en vergulde ornamenten. Dit is werk van Jan Dane te Middelburg, die daarvoor & 2—10 — 9 (ruim/ 15.—) ontving. Op de eerste bladzijde, in een fraai, door D de Blieck met
O. I. inkt geteekende cartouche: Previlegie
van
St. Lvcas Gilde
met
d'Ampliatien, Acten en Accordatien
in order gestelt
door dese naervolgende Regenten van het voorschreven Gilde.
|
|||||||
— 252 —
|
|||||||||
d'H>'. Mr. Pieter Mortamer , Over-Deken.
Fijnschilder, Daniel DE BLIECK, Deken. Beeltsnijder, Gillis Hardevvel , Ouden-Deken. Glaes-maker, Joannes van Noort, |
|||||||||
Beleeders.
|
|||||||||
Coffer-maker, Sijbrant Pietersex,
Anno 1665.
Jacobus van Barthem, Schripsit. D. Bi.ieck, f.
Op de volgende bladzijde zien wij, mede door De Bi.ieck ge-
teekend , op een soort monument de wapens van St. Lucas en der 5 voornoemde Heeren. Daaronder het weinig »constrijcke" vaers: Het previlegie boeck was Roomens ziel en leven,
Die van de Keysers aen de borghers was gegeven, De goede wetten van het konstryck Amsterdam, Is oorsaeck van haer staet en oudt beroemde stam, Dit is St. Lucas boeck, met Middelburghse wetten, Om yeder recht te doen, en 't quaede te beletten. T P S. (I P. Saleingre.) Slingert rechts.
Dan volgt een Gilde brief voor het S'. Lucas Gilde van 3 De-
cember 1585 fraai op perkament geschreven. Deze brief behelst niets bizonders; men vindt in »het Archief" reeds genoeg Gilde brieven afgedrukt, om een denkbeeld van den inhoud dier stukken te krijgen. De brief heeft 16 artikelen en spreekt van de »glaesemaeckers, «schilders, glas-schrijvers, compas-maeckers, cofferschilders, borduyr- »werckers, beeldesnijders, groot leghwerckers, bouckvercierders met- sten penseele ofte boi'stel, goudtslagers en splegelmaeckers". Dan volgende de onderstaande Apostillen, Ampliatien etc:
21 Oct. 1589. Over het inbrengen van geschilderde koffers. |
|||||||||
— 253 —
|
|||||
30 Aug. 1591. Dat de schilders geen »coffers", en de coffermaeckers
geen »schüderien" mogen verkoopen. Juli 1592. Dat niemand uit Brabaud of elders schilderijen mag
invoeren, als hy geen lid van het gilde is.
30 Sept. 1600. De vry m's. zonen zullen maar half geld voor hun
vry worden behoeven te betalen. 14 Oct. 1600. De spiegelmakers zullen blijven onderhetSt.Lucas Gilde.
24 Aug. 1602. De boeten worden van 2 jj op I J verlaagd.
26 Maart 1616. Op liet verzoek der fijnschilders, om een gilde afzon-
derlijk te hebben, wordt ontkennend geantwoord; zij zullen zijn en blijven »twee soorten van schilders in één gilde". 25 Nov. 1616. Over de kinderen en knechts der borduurwerkers.
25 Jan. 1620. De boekversierders en vergulders moeten in het St. Lu- cas gilde zijn ingeschreven. 24 Dec. 1621. Over het invoeren van buitenlandsche schilderijen,
waardoor o. a. »de burgerie, geene byzondere ken- »nisse van schilderien hebbende, dickwils groffelick worden bedroghen". Dit mag dus niet geschieden, »'t en ware schilderien van oude vermaerde meesters , »en soodanige, als hier by de schilders deser stadt »niet en souden konnen werden gemaeckt;.....
»de stucken die in eene serie ofte gevolt van historie
»ofte andere wercken in actes, meer of min stucken, sbestaen als afbeeldinge van keijsers ofte diergel: »die stuck voor stuck sullen werden geconside- »reert". t6 Maart 1637. Nog over spiegelverkoopers.
15 Jan. 1639. Over steenhouwers.
|
|||||
254 —
|
|||||
3 Dec. 1639. Over goudslagers
3 Dec. 1639. Zij, die als beeltsnijder vrij willen worden, moeten
maken »een beelt, soo van de seven deughden, »ofte andere (sic) Romainsche helden". 10 Dec. 1650. Het inkomgeld wordt op 3 £ vlaams verhoogd. 25 July 1654. Over de blikslagers. 7 Juny 1664. Kleine aanvullingen der artikelen.
25 Oct. 1664. j 6 Dec. 1664. j Idem-
30 Jan. 1665. Drie proeven, door D. de Blieck met O. I. inkt ge- teekend; voor de Meesters Steen- en Beellhouwers. Daaruit kunnen de Achtbare Meeren kiezen. 1. Een Corintias (sic) cappiteel, naer d'order van
Scamozzi, met Een scheele Booge, die van binnen een halff ovaal
is, en wijt dry voet en half, en uyt den winckelhaeck loopt, vijf en half duijm, en de booghstucken breet seven duym. 2. Een Colomme Romano, naer d'order Scamozzi, in
't geheel hoog 6 voeten, ofte seven voeten. 3. Een antickx beelt, naeckt ofte gekleet, hoog dry
voet en half. 4. Een borststuck met twee kinnekens, hoogh twee
voet en half. Gemerkt: D. Blieck f. A°. 1665 den 30 Januari.
20 Maar'1665. Het-blijkt, dat men No. 2, een Colomme Romano, naer d'order van Vincent Scamozzi gekozen heeft. Jan PietersEN Salleingre zal dat stuk (tot exempel) uitvoeren en daarvoor 15 £ vlaams genieten. |
|||||
— 255 —
|
|||||||||
14 Mei 1689. Over spiegelverkoopers.
3 Maart 1691. Over het vloeken, zweren en misbruiken van Gods
heiligen naam.
31 Januari 1722. Niemand mag voortaan als grofschilder in het gilde komen, vóór dat hy een proef gedaan heeft. Hij
zal uit vier modellen mogen kiezen.
19 Maart 1763. Over de leerlingen der steenhouwers. 16 Dec. 1769. Men zal een afzonderlijk boek aanleggen voor de Leerjongens, en het inschrijven daarop zal io st.
kosten.
6 Febr. 1773. Over gesneden ruiten. 15 Jan. 1774.
|
|||||||||
Over glas enz.
|
|||||||||
14 Jan. 1775.
en nog een paar stukken zonder beteekenis. Dan, na eenige witte bladen, het fraai met kleuren geteekende
wapen van den overdeken Abr. Rombouts , waaronder de kleinere van Jan Bos, Jan Fierens, I. Hendriks, en Jac. Borm. De teeke- ning is gemerkt: I. Bodezon, 171 i. Dan: De nog fraaier geteekende wapens van Abr Rombouts,
Jan Hardewel, Jac. Hendriksen, Jan Bos, en Pieter Borssei.aar. Gemerkt: Pr. Borsselaar fecit 1717H.
Vervolgens: De wapens van Pieter DE Vos, Heer Van Nieu-
VLIET, met die van de vorige leden van het gildebestuur. 1719. Door? De wapens van het bestuur van 1727: Samuel Radermacher,
I. Hendriksen , P. Borsselaar, Simon Vinck, J. van der Vinck. Door? Een wat bonte teekening op perkament: een romeinsc^e poort,
waarin het St. Lucas Gildewap^n. Boven de poort de wapens van den Üver-Deken I. A. v. D. Perre, I. van Valkenburg (onder |
|||||||||
— 256 —
|
|||||
Pictura), H. v. Diest (onder Sculptura). Beneden die van L. Sny-
ders en A. V. Knoop. Gemerkt: Pr. Snijders F. 'Jen slotte: Het groot geteekende wapen van den Overdekcn
Ms. In. Veth van de Perre; daaronder, omringd door de attribu- ten der schilderkunst, der beeldhouwkunst, etc. de wapens van N. Muts, L. Snijders, A. V. V. Knoop, H. v. Diest. Ten slotte een verbeterde en uitvoerigere editie van den «Previ-
Isgiebrief", «Dewijl in de Ordenantie eenige ongeinackelijcke orders in het
«opstellen sijn, hebben Deken en Beleeders goetgevonden, deselve «by Kopije wat ordentelijcker te stellen, niet dat sij ondernemen in «de natuer iets te veranderen, maer tot meerder gemack de eene «Artijckel voor de ander te stellen, met de bijvoeginge van die voor- tdeden, welcke haer Ed: Achtbare by Ampliatie op verscheyden «tijden hebben vergunt." Het slot luidt:
"Soo willen wij hopen, dat Godt UI. en ons als waerde Gilde
«broeders meer en meer sal bequaem maken, om na dese en alle «Gode betamelycke wetten te wandelen, opdat wij ider in 't particu- lier met Paui.us mogen seggen Actorum 24 vers 16: Hierin «oeffene ick mijn selven om altyd een onergerlijcke konscientie te >hebben by Godt en de menschen." Uit de rekeningen blijkt, dat dit afschrift gemaakt werd door
Jacobus van Baethkm in 1665, die daarvoor £ 3.— 3 — o ontving. Daniei. de Blieck ontving £ 1—5 — 3 voor «het teekenen van de tijitels" van dit previlegie boek. Na een aantal onbeschreven bladen volgt een Register der Dekens
en beleeders van het S'. Lucas Gilde van af 1585. |
|||||
— 257 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van dien tijd af had het gilde een Over-Deken uit den Magistraat,
een Deken, Oud-Deken en twee beleeders. Van 1585 tot 1595 Over-Deken D'Hr, Arent Rykarsben, en
de volgende Dekens en Beleeders: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sacharias pieters.
Ferdinant Fockel. |
Hans Knibbe.
Symon Acke. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1589.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wouter van der Mersche. Pr. van der Heyde.
SACHARIAS PIETERS. DAVIDT MEERMAN.
1590.
Maerten Jansz. van Rooy. Mr. Daniel i).
Wouter van der Mersche. Hans Knibbe.
1591.
Bernaert Jansen. Heyndrick Crieck.
Maerten van Rooy. Albrecht Kisel.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Daniel van den Queecbokne.
VI.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
258 -
|
|||||||||||||||||||||||||
'592-
|
|||||||||||||||||||||||||
Ferdinant Fockel.
Bernaert Jansen. Pieter de Koninck.
Ferdinant Fockel. Nicolaes Beeke.
Pr. de Koninck. SlMON IKENS.
Nicolaes Beke.
|
|||||||||||||||||||||||||
(Open).
Ambrosius Bosschaert.
Anthoni Klement. Wouter van der Meersche.
Albrecht Ebel. Hans Campenhout.
Pr. Goosens. |
|||||||||||||||||||||||||
1593-
|
|||||||||||||||||||||||||
1594.
|
|||||||||||||||||||||||||
1595-
|
|||||||||||||||||||||||||
Van 1596 tot 1619 was Overdeken D'Hr. Jacob Bokeel, onder
welcke tijt sijn verkozen dese navolgende personen |
|||||||||||||||||||||||||
en Beleede is
Heyndrick Krieck.
Jan Knibbe. Pr. VAN DER HEYDE.
Pr. RUGGEVOET. joos de bruyn.
p'. bouwens. Jan Kappëlleman.
Albrecht Ebel. |
|||||||||||||||||||||||||
tot Deken
cornelis van dale.
Symon Ikens. Ambrosius Bosschaert.
cornelis van dale. Heijndrick Krieck.
Ambrosius Bosschaert. Anthoni Klement.
Heyndrick Krieck. |
|||||||||||||||||||||||||
1596.
|
|||||||||||||||||||||||||
'597.
|
|||||||||||||||||||||||||
1598.
|
|||||||||||||||||||||||||
'599-
|
|||||||||||||||||||||||||
— 259 —
|
|||||||
ióoo.
Pr. VAN DER HEIJDE.
Anthoni Klement.
1601.
Maerten van Rooy. Pr. VAN DER HEYDE.
1602.
Wouter van der Meersche. Maerten van Rooy. 1603.
Ambkosius Bosschaert. Wouter van der Meersche. 1604.
Pi'. Bouwens. Ambrosius Bosschaert. 1605.
Pr. GOOSENS.
Pr. Bouwens.
1606.
Nicolaes de Bres. Pr. GOOSENS.
1607.
Jan Kappelleman. Nicolaes de Bres.
1609.
Pr. Bouwens. Jan Kappelleman.
1610.
Heyndrick Krieck. Pi'. Bouwens.
|
|||||||
Wouter van der Meersche.
Jacques Reegaert. Nicolaes de Bres.
Pr. Goosens. Cornelis van der Schelde.
joos de bruijn. Jan Cappelleman.
Jaques Ori.og. joos de bruyn.
Pi'. RüGGEVOET.
joos de groote.
Jeronimus Harman. Jacob Claesse.
Huybrecht Cappelleman. Heyndrick Krieck.
Cornelis Witog. Adam Wilhelmse.
Symon Meerman. Mattheus Martens.
Lauwerens Jacobs. |
|||||||
260
|
||||||||||||||||||||
IÖI2.
|
||||||||||||||||||||
Ambrosius Bosschaert.
Heynderick Krieck. Anthoni Klement.
Ambrosius Bosschaert. Johan Tompsooij.
Anthoni Klement. NlCOLAES DE SMIDT.
Johan Tompsooy.
Jacob van Geel. NlCOLAES DE SMIDT.
Jaqües Oorloge.
Jacob van Geel. Hans Willaerts.
Jaques Orlog. |
||||||||||||||||||||
Pr. ROSELAER,
Jan Thomassen.
Wouter van der Meersch.
Isaak de Kamps. CORNELIS VAN SuYRENDONCK.
NlCOLAES DE SMIDT. |
||||||||||||||||||||
1613.
|
||||||||||||||||||||
1614.
|
||||||||||||||||||||
1615.
|
||||||||||||||||||||
Maerten Jans.
Jacob Jacobsen. Jaques Orlog.
Isaack de Kamps. Symon Meerman.
Hans Willaerts. Christoffel van den Berg.
Wouter van der Meersch. |
||||||||||||||||||||
1617.
|
||||||||||||||||||||
1618.
|
||||||||||||||||||||
1619.
|
||||||||||||||||||||
Van 1620 tot 1625 was Overdeken de 1B. Schotte, in welcke
tyt sijn verkozen dese navolgende personen tot Deken en Beleeders
1620.
Wouter van der Meersche. Maerten van Rooy.
Hans Willaerts. Jacob Wynandts.
|
||||||||||||||||||||
— 261 —
|
||||||||||||||||||
IÓ2I.
|
||||||||||||||||||
Christoffel van den Berge.
Wouter van der Meersche, |
||||||||||||||||||
Jacob Klaesse.
Jaques de Ruyter. Jacob Krieck.
Isaack de Kamps. |
||||||||||||||||||
1622.
1623.
1624. 1625.
:.
1626.
1627. |
||||||||||||||||||
Jacob Klaessen.
Christoffel van den Berge |
||||||||||||||||||
Open.
Isaak de Kamps.
Jacob Klaessen. Wouter van der MeerscheIsaak de Kamps.
Mattheus Molanus.
Wouter van der Meersche |
||||||||||||||||||
Open.
Adriaen Verdonck.
Tobias Meerman. Mattheus Molanus i)
Anthoni Herbrecht. Cornelis Wittog.
Hans Willaerts. Jacob Krieck.
Jaques de Ruyter. |
||||||||||||||||||
Cornelis Witog.
Mattheus Molanus. |
||||||||||||||||||
1) Molanus is een schilder van buitengewoon fijn uitgevoerde landschap-
pen , met vele figuurtjes, in den trant van Paülus Bkil , soms meer in den geest van Johannes BnuEGHEL (de fluweele Bbueghel). Het éénige mij bekende werk in een publieke verzameling, tegelijk zijne grootste bekende schilderij, berust in het Dresdencr Museum onder No. 1130 en is gemerkt: M. Molanus, 1635. 2 fraaie kleine stukjes met allergeestigste figuurtjes bezit Jhr. Mr. Victok de Stueiis te 's-Gravenhage, gemerkt: M. Molanus. Een dergeliik stukje bezit Mr. F. W. I. Geobge Snijder van Wissenkerke in 's-Gravenhage, gem. M. A. Molanus. Een ander op het Hofje te Leerdam, (onder den naam van (Brueghel) enz: Molanus is 3 April 1(345 op het Oude Kerkhof te Middel- burg begraven. |
||||||||||||||||||
— 262 —
|
|||||||||
Van den Jare 1626 tot
Roelsius, in welcke tijt sijn Deken
Jaques de Ruyter.
Salomon Mesdag. Jacob Krieck.
Jaques de Ruyter. Mattheus Molanus
Jacob Krieck. Jaques Oorlog.
Mattheus Molanus. Hans Willaerts.
Jaques Oorlog. Pr. Goosens.
Hans Willaerts. Jacob Wynants.
Pi'. Goosens. |
1648 was Over-Deken de Hr. Wilhem
verkoren dese navolgende personen tot en Beleeders
1628.
Anthoni Herbrecht.
Pr. Goosens.
1630. Mattheus Molanus.
Ewaut Muyters.
1631. cornelis van barlaer.
Adriaen Machielsen.
1632.
Hans Willaerts.
Pr. Goosens. 1633-
jochem langnouwer i)
Hans Kampenhout. 1634-
Jacob Wynants.
Jan Pietersen.
i635-
Ewout Muyters.
Jacob Pauwelijs. |
||||||||
1) Van Jochem Langnouwee bestaat het ÏGDO geschilderde portret van
Ds. Willem Teelink, predikant te Middelburg, door D. van Beemden gegra- veerd. De Hr. I. Ph. van dek Kellen had de goedheid, mij hierop opmerk- zaam te maken. (Zie Mulleb, Nederlandsche portretten, bl. 252). Lanknouweb word 5 Augustus 1653 te Middelburg iu do Oude Kerk begraven. |
|||||||||
— 263 —
|
|||||||||||||||||
>°37-
|
|||||||||||||||||
ewout muijters.
Jacob Wijnants. Jaques de Ruvter.
ewout muyters. Abraham Krieck.
Jaques de Ruyter. Allaert van Loeninghe.
Abraham Krieck. Ewout Müyters.
Allaert van Loeninghe. De lijst loopt tot 1783 elk jaar vermeld. |
Jaques de Ruyter.
Mahuw Anseel. Mattheus Molanus.
Abraham Krieck. Allaert van Loeninghe.
Corn. van Barlaer. Ewout Muijters.
Hans Wii.laerts. |
||||||||||||||||
1638.
|
|||||||||||||||||
1639.
|
|||||||||||||||||
1640.
|
|||||||||||||||||
1642.
|
|||||||||||||||||
Adriaen Machielsen.
Jan Haudewel. De volgende hoofdlieden zijn reeds bij |
|||||||||||||||||
Origineele Gilde brief van het S'. Lucas Gilde te Middelburg
op perkament; gedateerd xxjx Novembris A». xvc ende neghen en dartich. De inhoud gelijkt op dien van den ouderen, Haag'schen. Wie leden van dit gilde zijn, wordt er niet in vermeld. De leden zullen om vrij te worden betalen zes schellinge groot, voor 't gelag twee schell: gr. en nog een pond was voor den altaar. Grootere Gilde-Brief op perkament, 8 bladzijden, gedateerd
iij Decembris xvc vijffentachtig; bestaande uit 16 Artikelen. In Art. 1 worden leden van het Gilde genoemd de glaesmakers,
schilders, met olie of waterverw. glasschrijvers, compasmaeckers, cofferschildeis, bordueiwerckers en beeldesnijders. Verder is deze |
|||||||||||||||||
— 264 —
|
|||||||||
brief niet afwijkende van andere, dergelijke Gildebrieven, zooals er
reeds een aantal in »het Archief" gepubliceert zijn. |
|||||||||
VERBETERINGEN
BETREFFENDE HET OPSTEL: De PORTRETTEN VAN ERASMUS,
DOOR DüRER. I) |
|||||||||
Pag. 87, laatste regel van onder, leze men, niet »de reeds ver-
melde autobiographie van Dürer", maar de enz. van »Erasmus." Pag. 93, vierde en vijfde regel van boven. Daar de Grieksche
woorden in het opschrift van Dürer's gegraveerd portret van Erasmus, onder en ecnigszins gescheiden van de Latijnsche woorden staan, meende ik de eerstgenoemde afzonderlijk te moeten vertalen, en waagde de onderstelling, dat deze zouden beteekenen: «Zijne geschriften bewijzen zijne voortreffelijkheid." Dr. J. B. Kan wees er mij echter op, dat een beter en duidelijker zin wordt verkregen, wanneer men de Grieksche woorden in verband brengt met het eerste Latijnsche woord, aldus: slmngo Erasmi Roterodami ab Alberto »Durero ad vivam effigiem deliniata THN KPEITT.fl (imaginem) »TA SVlTBAMMATA AEIgEI", d. i. De beeltenis van Erasmus van Rotterdam door Ai.bertus Dürer naar het leven geteekend. De betere [beeltenis of afbeelding] zullen zijne geschriften toonen. P. H. v. R.
I) Vgl. bl. 81. |
|||||||||
— 265 —
|
|||||||
HET PORTRET
DER WEDUWE VAN DEN ADMIRAAL ZWARTENHOND,
door Rembrandt.
Rijksmuseum. Legaat—Van de Poll. |
|||||||
(Medegedeeld door den Heer J. G. Frederiks, te Amsterdam.)
Met een e plaat. EEN der kunststukken van het Rijksmuseum te Amsterdam
trekt zulk een groot aantal beschouwers, als deze beeltenis. Terwijl meermalen op een enkelen dag in de Rembrandt- zaal gevraagd wordt waar »de Nachtwacht" is, vereenigt men zich uit eigen aandrift voor »het Oude Vrouwtje", door veel uit- leggers aan hunne medegenietenden als de »Moeder van Rembrandt" aangeduid. Dat de donkere man, die er zoo fel uitziet met zijn gouden ketting en het kostbare zwaard, haar echtgenoot voorstelt, vermoedt men evenmin, als dat de jonge vrouw aan de linkerbovenzijde onzer matrone hare dochter, en de man met den grooten wijnroemer in de hand aan den rechterkant haar schoonzoon is. Volgens aanwijzing is de oude Dame Elisabeth Jacobsdochter , getrouwd met JOCHEM Heyndricxz., den admiraal. Niemand heeft den ge- ringsten grond of het minste belang de waarheid dezer opgave te betwijfelen. Die vrouw is inderdaad de weduwe Zwartenhond. VI. 34 |
|||||||
— 266 —
|
|||||
Vooral sinds de vrije openstelling der verzameling, waaraan de naam
Van de Poll verbonden is, neemt de bekendheid dezer beeltenis toe, welke nog voortdurend vermenigvuldigd wordt door gravure en photographie. Het is niet onnatuurlijk, dat de vraag gehoord wordt, wie de eerwaardige Vrouw is en wat men van hare geschiedenis kan weten. Elk onderzoek begint met een onbetwist gegeven: Zij was de vrouw van Zwaktenhond. Men vindt haar' familienaam als titel van het portret gewoonlijk
Bas geschreven, en dit geschiedt ook door eene hoogst bevoegde hand in Oud-Holland, 2, 82. Volgens deze zoo goed als gevestigde meening heet zij dan Elisabeth Jacobsdr. Bas, en is zij derhalve de dochter van Jacob Bas; de laatste wordt in dat geval met vol- komen recht burgemeester van Amsterdam gemaakt, want deze titel behoort aan dezen naam. Is dit nu zoo, dan hebben wij te doen met eene dochter van burgemeesterlijken bloede, beide uit de oude burgerij en uit de nieuwe; eene, wier geslacht reeds in den aanvang der zestiende eeuw in bet stadsbestuur was en dat zich daar krachtig deed gelden in de dagen, waarin Amsterdam vermocht te handelen, als eene oppermacht binnen het gemeenebest. Dan waren de groot- vader, de vader, twee broeders en tal van aanverwanten van Elisabeth burgemeesters, schepenen, raden of commissarissen, en dan was zij zelve, ook buiten hare echtverbintenis, iemand van werkelijk hoogen rang in het patriciaat der stad. Den xv Junij 1596 werden te Amsterdam kerkelijk ingeteekend,
dat is als hervormden in ondertrouw opgenomen: Jochem Heyndricksz., capiteyn op een schip van oorloge,
oudt XXX jaren, woonende op boomsloot, ter eenre, ende
Lysebet jACOBSDr. van Campen, oudt xxv jaren, thans woonen
|
|||||
— 267 —
|
||||||||
op de oudesytsafterburchwal, verclaeren geene ouders in leven
te hebben, ter andere zijde. |
||||||||
<~r~*g&iy >rj}Pi^d-w'srS.co -7L -/.
|
||||||||
Wij moeten deze inschrijving niet mishandelen, gelijk eene
kroniek, door den opsteller iets te laten zeggen, waaraan hij niet eens gedacht heeft, of door er uit te halen, wat men noodig heeft tot bewijs of verklaring. Maar eene oplettende beschouwing geeft altijd wat. De bruidegom schrijft zeer goed, zijne bruid teekent in regelmatige en nette letters, van gelijke grootte en een heel ouder- wetschen vorm. De secretaris heeft de doop- en vadernamen van ieder onderstreept, maar de toevoeging aan die der bruid niet. Er volgt: »van Campen", en dit kan nu voor eene aanwijzing der ge- boorteplaats gelden, wel te verstaan, omdat de streep niet verder gaat, dan Jacobsdochter. In elk geval staat er geen naam van Bas bij, en in dat jaar was toch Pieter Bas een der commissarissen voor huwelijkszaken, schoon hij niet over dezen ondertrouw zat. Immers dan zou de bruid de zuster geweest zijn van een der mede- commissarissen, eene juffer, door haar rang persoonlijk bekend en van wie men had kunnen ophelderen, waarom Lysebet zoo laat trouwde. Ons is het echter niet mogelijk aan te nemen, dat zij eene dochter van Burgemeester Jacob Bas kan geweest zijn en toch van Kampen geboortig, omdat 25 jaar vóór haar' ondertrouw deze Jacob Claesz. hier in de regeering was, en zijne kinderen, door eenig toeval gedurende zijn ambt buiten de stad geboren, toch |
||||||||
— 268 —
|
|||||
Amsterdammers bleven. Verder verklaart de bruid »geene ouders
in leven te hebben". Wel kunnen wij dit toepassen op Jacob Bas, die in 1589 overleed, maar ten aanzien zijner vrouw gaat dit niet. Meer dan elf jaar na het bruidschap van Elisabeth , den 20 September 1607, werd in de Oudekerk begraven Grietje Pieters, weduwe van Jackob Bas; burger- |™°'t
mester, woonde opt rokin ƒ17: 14.
De portretten van Jacob Claesz. Bas en zijne vrouw Grietie
Pieters Codde, beide door Cornelis Ketel, zijn in het Mu- seum. Over de familie Coddk schreef de Leidsche archivaris Mr. Ch. M. Dozy in Oud-Holland, en vermeldt deze echtelingen, deel 2, bl. 38. Het »geen ouders in leven hebbende" is dus in 1596
niet toepasselijk op de dochter van Burgemeester Jacob Bas , zelfs al was Grietie Pieters hare stiefmoeder geweest. De leeftijd van Elisabeth ontsloeg haar van de verplichting om »geassis teert" te wofden, doch eene verklaring, dat zij ook hare moeder verloren had, is hier afdoende. Schoon ik tot de uitkomst geraakt ben, dat wij hier geene
dochter van den Burgemeester Bas aanschouwen, ga ik niet zooverre van te beslissen, dat zij eene Van Campen was, en zeker nog niet, dat zij te Kampen geboren werd uit eene door deze gegevens niet bekend ge wordene familie, en wil zelfs het laatste punt voorshands buiten bespreking laten. Vóórdat mij de heer D. C. Groot, be- ambte op de bureau's van den burgerlijken stand en kundig onder- zoeker der oude registers, mij met zijne bereidvaardigheid en nauw- keurigheid de inschrijving van Lysebet Jacobs had medegedeeld, bestond bij mij nog een ander bezwaar tegen haar dochterschap uit de regeeringsfamilie Bas. Mr. Gerrit Schaep, van wien wij in de |
|||||
— 269 —
|
|||||
Heraldieke Bibliotheek die belangrijke aanteekeningen hebben over
de Amsterdamsche regeeringsgeslachten, spreekt niet van Elisabeth Jacobs Bas. Nu erken ik, dat Schaep niet volledig is, gelijk veelal voorkomt, wanneer men uit het hoofd schrijft, in vertrouwen op zijne kennis en zijn geheugen. Maar hij werd schepen een jaar na den dood van burgemeester Dirk Bas, ia welk jaar diens zoon Albert raad werd. De schrijver dier aanteekeningen was vroeger te Dordrecht geweest, vanwaar zijne moeder, eene Halling, afkomstig was; thans was hij reeds tien jaar in zijne geboortestad terug, en kende daar al de familièn, met welke hij in verwantschap of aanraking was. Waarom zou hij de weduwe van Zwartenhond niet opgeteekend hebben; haar echtgenoot was toch admiraal geweest, een man, wiens ver- diensten algemeen erkend worden, zelfs in de aanwezigheid der admiraliteit bij zijne begrafenis. Was zij eene burgemeestersdochter, dan kwam haar naam te dikwijls voor in de regeeringskringen, die Schaep zoo goed kende, van 1581 tot 1650. De admiraalsvrouw is wel in mijne bescheiden onderzoekingen
voorgekomen als eene Bas , maar gelijk reeds uitdrukkelijk gezegd is, met het bijvoegsel «van Camp en". Zeker kan men het ons thans bekende gedeelte van haar' naam aanvullen met dien van Bas , want er is destijds een Jacob Bas geweest, die in 1596 eene vijfentwintig- jarige dochter kon hebben, alsdan Ei.isabeth Jacobsz. Bas geheeten. Nu wij in haar geene burgemeestersdochter kunnen zien, zouden wij aan eene Van Campen denken, als we dan niet een onderstelden vader aantroffen, die ons even goed bekend was als een burgemeester. De studiën van Mr. N. de Roever over Vondel's woning, welke beide in den Gids en de Dietsche Warande verdienen nagelezen te worden als voorbeelden van goed onderzoek, leeren ons Cornelis |
|||||
— 270 —
|
|||||
Jacobs van Campf.n kennen, en zoo zouden wij met hem en zijneftijd-
genoote Lysbeth spoedig komen in het huis van Roemer Visscher. Te rechter tijd gaf de heer De Roever mij het ontbrekend licht en met de hulp daarvan was verder zoeken mogelijk geworden. In het Weesboek nr. 18, f". 108, komt eene »bewysinghe" voor van Lubbert Jacobsz. Bas, broodbakker, wiens vrouw Truytie Jans nu, den 28 Juli 1620, als overleden voorkomt; hij bewijst zijnen kinde- ren de helft van twee huizen op het Singel, op den noordelijken hoek der Driekoningenstraat; het eene is een hoekhuis, waarvan de helft toekomt Capt". Jociiem Hendricxz. Zvvartenhond, dien wij als man van Lysbeth Jacobs kennen. Nu zijn de kinderen van den bakker: Engeltje, oud 22, JACOB, oud 19 en Jan, oud 17 jaar, dat is ongeveer in 1598, 1600 en 1602 geboren, derhalve van den leeftijd der kinderen van Lysbeth. Bij den doop van Jan , zoon van Lubbert Jacobs, hacker, moeder Trijn Jans, den 22 December 1602, is getuige Capiteyn Jociiem Heyndricxz. Reeds op nieuw- jaarsdag van 1600 hadden dezelfde ouders een kind ter. doop ge- houden, Jacop geheeten, welks vader zich weder back er laat noe- men , en wiens peettante Lysbet Jacobs is. Eigenaardig, maar voor ons alleen een nader en laatste bewijs voor de bloedverwantschap, drukt dit de inteekcning in het kerkelijk ondertrouwboek aldus uit op den 22 Maart 1597: Lubbert Jacobs Bas [hij teekent baes], van Campen, [nu zeer duidelijk als plaatsnaam geschreven], bac- kersgesel, 24 jaar, op de Westeimarct; de geboden moeten te Alckmaer gaen; Tryn Jansdr., oud 28 jaar, wonende after de Gast- huyskerk, met Anna Jansdr., hare suster. [Op den kant staat:] Lysbet Jacobsdr., suster van Lubbert, heeft den 27e haer consent verclaert. [De bruidegom schrijft niet bijzonder knap; Trijn heeft blijkbaar vóór haren ondertrouw nooit eene schrijfpen in de handen |
|||||
— 271 —
|
|||||
gehad]. Lysbet heeft, gelijk wij hieronder zullen aantoonen, ook een
Engeltik; die kinderen hebben dus ééne en dezelfde grootmoeder, wier naam ze dragen, en Lubbert en Lysbeth hebben gezamenlijk een huis, dat wel hunne vaderlijke woning mag zijn, het eigendom van dien Jacob Bas, wiens doopnaam teruggevonden wordt in dien van den bakker, de kapiteinsvrouw en den bakkerszoon. Zoo be- grijpen wij, dat de latere admiraalsgade eene Kamper dochter was, en kennen haar oorspronkelijken stand uit de loffelijke nering van haren broeder. Dit alles moge niet mishagen aan wie onze tegen- woordige, veel kundiger en — zoo noodig niet minder dappere — zeeofficieren niet willen laten huwen met eene bakkersdochter. Thans slaan wij den blik op den aangrenzenden wand, waar het
portret van den Admiraal hangt. Van hem kennen wij een aantal verwonderenswaardige levensbijzonderheden, die misschien den lees- baarsten vorm verkregen in de Levens van meest Nederlandsche Mannen en Vrouwen, achtste deel. Van Wassenaer in zijn Histo- risch Verhaal, deel 13 f° 43, zegt, dat hij begraven werd den' 5 Juni; op het paneel staat, dat hij overleed den 4 Juni; de kos- ter der Oudekerk schreef zijne begrafenis in, op den 7 Junijus 1627, Jochem Hyndrycksen Swartenhondt , koomende uit den es, ƒ8:- Zijn levensbeschrijver zegt, dat hij het varen opgaf en rustig ging
leven in zijne bekende woning Den Zwarten Hond. Van die bekendheid was ons nooit veel gebleken, waarom wij daarover nog zullen spieken, maar we zien nu reeds, dat zijn sterfhuis in de Nes stond. Op het portret staat: Aetatis 62, A». 1627. Hier moet obiit wegges childeid of vergeten zijn, tenzij de man in de volle kracht des levens weggenomen werd; het kan ook naar een ouder beeld van den vlootvoogd gemaald zijn, door P. Moreelse of door iemand |
|||||
— 272 —
|
|||||
anders, 1) mogelijk uit het geheugen, want dit jaartal maakt ons even
verlegen als die naam des kunstenaars op de lijst. In de onmiddellijke nabijheid van Rembrandts kunstgewrocht
hangen twee andere portretten . toegeschreven aan T. dat is — niet Theodorus, want die bestaat niet, — maar Thomas de Keyser. Het zijn de beeltenissen van Maarten Ray en zijn echtgeuoote Maria Jochemina, dochter van den admiraal Zwartenhond. Op het mansportret staat: 1627, aet. 32; dat der vrouw heeft het- zelfde jaartal en den leeftijd van 27 jaar. Marretien, zooals ze genoemd werd, moet .dus een jaar drie vier na het trouwen harer ouders geboren zijn, doch wij hebben evenmin iets gevonden aan- gaande den doop van dit kind uit gereformeerde ouders, als van haar huwelijk. Andermaal helpt ons hier eene vriendelijke mede- deeling van Mr. De Roever. Op den 13 Augustus 1617 werden huwelijksvoorwaarden geteekend tusschen Maarten Ray, zoon van Reinier of Reindert en van Marie Jansdr., en Marritgen Jochems, dr. van Joachim Hendrixz. eu Lijsbeth Jacobs. Hij brengt 3000 — zij 5000 gld. mede Opmerkelijk is de aanwezigheid van den eersten der beide getuigen: Dr. PieriUS Winsemius, kroniekschrijver van Friesland, en Lieven van Mellema , beiden te Leeuwarden. Dit zal wel uitmaken, dat 1627' het trouwjaar niet kan geweest zijn, en bovendien vinden wij den 7 Augustus 1642 den ondertrouw vermeld van: Dirck van Cattenburgh van Dort, wijnkoper, out26jaer, geen ouders hebbende, woonende in de Niesel, geasst. met zyn neve Dirck van Cattenburgh en Maria Ray, van Amsterdam, geen ouders hebbende, geassisteert met Lysbeth Jacobsz., haar grootmoeder, woont op de Oude Schans. 1) Hoogwaarschjjnlijk is het portret door Webnee van den Valckebt, in
allen gevalle niet door Mobeelse geschilderd. Red. |
|||||
— 273 —
|
|||||
Hier ontbreekt weer de leeftijd der bruid, doch wij leeren toch
iets kennen van de wederwaardigheden der thans 72-jarige Admiraals- weduwe. Hare eigene Maria leefde niet lang na de vervaardiging van haar portret in 1627. Reeds den 20 October 1631 lezen wij de volgende kerkelijke inteekening: Marten Ray van Amsterdam, wed', van Marretje Jochems,
woont op de Voetboogsdoelen, en Orseltie Jaspers van A.,
oud 30 jaren, geen ouders hebbende, geasst. met hare pete-
moei Lyseeïh Jacobs, woont in de Nes.
Op het portret van 1627 wordt Maarten Ray voorgesteld met
een groot wijnglas", toen was hij dan ook een wijnkooper, en vier jaar later ook, maar in dien zin, dat hij wijn leverde aan de bezoe- kers van den Voetboogsdoelen, waar hij woonde, en dus kastelein was. Daar zijn wel eens pogingen aangewend om zulke betrekkin- gen van kasteleins in herbergen, schuttershoven en zoo al meer, aan- zienlijk te maken, zoo goed als het kerkelijk kosterschap. Al ging het eerste door voor een Amsterdamschen doelen, of gold het laatste voor de Haarlemsche Siut-Bavo, hier was Ray van wijnkooper tol kleinhandelaar gedaald. Daarentegen had hij gewonnen in de kans om in aanraking te komen met de groote schilders, wier schutters- beelden hen onsterfelijk maakten, en die zich ongetwijfeld meeren- deels niet ongeneigd betoonden tot eene kleine transactie met den kastelein of iemand van diens familie. Ook de kleindochter, Maria Ray, moet reeds na een kort hu-
welijk aan hare betrekkingen ontvallen zijn. Eene inteekening van Juni 1646 leert ons, dat Dirck van Cattenburg hertrouwde met Maria van Beeck. Toch bleven der oude vrouw nog enkele der haren over. Haar man, die omtrent vier jaar vóór haar geboren was, bereikte wel een aanzienlijken leeftijd voor iemand, die zooveel VI. 35 |
|||||
— 274 —
|
|||||
doorstaan had sedert zijne kinderjaren, doch liet haar als eene zeven
en vijftigjarige weduwe achter. Van hare zonen vernemen wij niets, dan dat beide in de Oude-
kerk gedoopt werden, Henderick, den 23 Maart 1603 en Jacob, den 9 Maart 1604; zij vertegenwoordigden de namen hunner beide grootvaders, en zullen vroeg gestorven zijn, en bij ieders doop is ge- tuige Marytie Heyndricxz., zeker eene ons van elders nog onbe- kende zuater van den vader dezer kinderen. Hare oudste dochter stierf, volgens het opschrift aan de rugzijde
van het portret in haar een en deriigste jaar. Hare kleindochter blijkt kort gehuwd geweest te zijn, want haar man hertrouwde in het jaar, waarin zijne schoonmoeder 46 jaar zou geworden zijn. Men heeft den sterftijd der weduwe in 1650 gesteld; het begraafboek der Oudekerk heeft echter de volgende inschrijving: 2 Augustij 1649. Eusabeth Jacobs, wede. van Jochem de Svvartenhondï;
comt van" ouwe schans van daen /' 8 : —.
Zooals nu duidelijk zal geworden zijn, was zij geene burgemees-
tersdochter, en niets van het ons bekend gewordene duidt eenige verwantschap aan met de aanzienlijken in de machtige stad. Hare afstammelingen en jongere bloedverwanten huwden in den kring der wijnkoopers, en haar schoonzoon hield niet eens zijn ooispronkelijken rang van koopman op. Zijn de portretten van hare dochter en haren schoonzoon met dat van haar man in een zelfde jaar geschilderd, het hare kan wegens de onheilen in haren kleinen kring tot later tijd uitgesteld zijn, maar het treffende en hoogst aantrekkelijke beeld kan moeilijk aanwijzen in welk jaar van haar klimmenden leeftijd dit kunstgewrocht ontstond. Zij is eene grootmoeder om veel van te houden en op zijn' tijd een weinig bang voor te zijn, Meer gegevens |
|||||
— 275 —
|
|||||
hebben wij niet en daarom blijft deze aanteekening verre beneden
hetgeen wij van haar zouden begeeren te weten. Die gegevens zijn te Amsterdam niet zoo licht te verkrijgen, als de belangstelling des onderzoekers en de hulpvaardigheid van den heer Archivaris doen vermoeden", de noodige kohieren zijn niet veel beter dan gebrekkig; er is veel weggeraakt, dat hoogst noodig was; wat aanwezig is en kan onderzocht worden, is te omvangrijk om uit een' berg van ge- schriften een en ander te verzamelen tot kennisneming van erfenis- sen, erfgerechtigden, bezitters van eigendommen en de uiterlijke wel- vaart der besproken personen. De trouwboeken zijn gelukkig uit- muntend ingelicht, de doodenlijsten voor de gegoede standen niet minder; zij staan onder voortreffelijk toezicht en zijn aan bekwame en hulpvaardige handen toevertrouwd. Aan de doopboeken schijnt een en ander te ontbreken, en aan al de registers hapert menige opgaaf. Hier missen wij eene trouwakte, daar een' leeftijd of eene ver- wantschap, de geboorteplaats of het beroep; elders is »de lay van de coster uytgeveecht" en de doopelingen of begravenen van minstens eene gansche week zijn voor eeuwig onbekend gebleven. Toen de Admiraal zich voorbereidde tot zijn'scheepstocht, waar-
voor hij het gouden eereteeken verwierf, dat zijn portret versiert en ons den tijd der vervaardiging begrenst, maakte hij zijn testament: dat stuk draagt de dagteekening van den 7 December 1621. Wij danken onzen Archivaris ook voor deze mededeeling. De »admiraal in dienst van de heeren Staten-Generaal", zooals daarin zijn titel luidt, spreekt van twee kinderen, van welke wij er reeds een kennen: Merytje Jochems, die bij haar huwelijk met Maarten Reyniersz. Rey zeven duizend gulden meegekregen had, en eene nog minder- jarige dochter, wier naam wij reeds opgaven met het vermoeden, dat zij naar hare grootmoeder Bas heette, Engeltje gedoopt. |
|||||
— 276 —
|
|||||
Aan den wand tegenover Elisabeth Bas, hangen twee portret-
ten, door Ferdinand Bot, in 1650 geschilderd, dat van Roelof Meulenaer en zijne vrouw Maria Ray de jonge. Die bijvoeging dient, om haar te onderscheiden van hare naamgenoote, die wij als eene weeze ten ondertrouw zagen vergezellen door hare grootmoeder, toen zij de bruid was van Dirck van Cattenisurch. Hoe ongewoon voor ons, die zelfs onder onze tijdgenooten twee broeders Johannes en Jan, of zusters als Catharina en Kaatje niet eens opmerken, destijds had men vaak iets dergelijks. In het huisgezin van Maerten Ray had men een Marretie en een Marytje, die door den voor- uitgang beiden Maria's werden. Wij laten nog eens eene opgave uit het archief volgen, die niet alleen verplichtend, maar bovenal zeer belangrijk is. In een der Registers van Kwijtschelding, dat 11 gemerkt is, vindt
men op f". 91, datum 16 Mei 1661 , in hoofdzaak vermeld: Roelof Meulenaer, als vertegenwoordiger zijner vrouw Maria
Ray de jonge, als voogd van Dirck van Cattenburch , het wees- kind van Maria Ray, en als gevolmachtigde van Angelica Joachimsdi1. Swartknhondt, weduwe van Jan Advocaf.t, in leven Schout van Kortenoever en aldaar woonachtig, allen erfgenamen van Elisabeth Jacobs. Bas, wedwe Van Admiraal Jochem Hendricxz. Swarten- iiondt, verkoopt voor 4000 gld. een huis op den Zeedijk, ndaer" Zwarte Houdt in gevel staet", door den Admiraal gekocht den II Juli 1616. Het samenbrengen der noodigste gegevens gaat hier, gelijk gezegd
is, met groote moeielijkheden gepaard. In eene uitgebreide en toch onvolledige massa ontdekt men vaak iets door een bloot toeval, en daarom is het dubbel te waardeeren, wanneer, zooals reeds met er- kentelijkheid vermeld werd, de wetenschappelijke mededeelzaamheid |
|||||
— 277 —
|
|||||||
eene kleine aanteekening tot een reispenning op den weg der na-
spoving toesteekt. Niet alleen uit de bijzonderheden is hier gebleken, dat eene eenvoudige doopplechtigheid of eene erfverdeeling bloed- verwantschap aan 't licht brengt, maar men ziet den kring telkens ruimer worden. Van Zwartenhond troffen we reeds eene van elders onbekende zuster aan. Niet minder verraste ons de vermelding van den volgenden doop in de Oudekerk, den 23 November 1601: Lambert Heijndricxz., lutenant, dye moeder I.ijsbet
Vrerycxz., als getuijge Lijsbet Jacobsdr., het kind Trijn.
Met zulke armelijke gegevens kan men niet veel doen, zoolang
zij op zich zelf staan. Een zeeofficiev, wiens vader Hendrik gedoopt was; eene getuige, die denzelfden naam droeg als onze Capiteijns- vrouw, dat geeft recht om iets te vragen en het geeft ook aanleiding daartoe. Lambert Heijndricxz. is tevens de naam van den zeeheld, dien zelfs de Staten-Generaal Moyen Lambert noemden; wel heette zijne weduwe niet zoo, maar hij kan eene vroegere echtgenoot gehad hebben, die Elizabeth heotte. i) Omtrent Mooi Lambert worden wij ingelicht, dat hij reeds in 1550 geboren werd, en wel te Tiel; dat hij eerst tegen zijn veertigste jaar in den zeedienst zou gegaan zijn en, 74 jaar oud, admiraal werd. Zeker is het, dat hij te Am- |
|||||||
X) V(an) D(am van,) N(oordeloos) wil iu den Navorscher 3,99 eene dochter
van Lammert Heyndricxz., Moyen Lambert, opgeven uit het Amsterdamsche trouwboek, en zegt daarvan: Cobnelis van Aldewerelt van Middelburg, tr. 10 November 3018, Tryntje Lammeets , 23, met hare moeder Jannetje Alberts Ofschoon de man, als hoog aangeslagene niet buiten eene gangbare meening ge- treden is, dat hij in zaken van wetenschap, letteren en kruist daarom en uit dien hooide gezaghebbende moest zijn, komt daartegen op hot register van on- dertrouw der toenmaals buiten alle aanspraken gestelden: het Puiboek van Amsterdam, waar op 10 November 1618 dezelfde inteekening aldus luidt: Cob- nelis van Aldewebelt [teekent Alderwerelt] van Middelburg, droog- scheerder, geen ouders hebbende, consent ons gebleecken; in de Keizer- straat; en Teyntgen Lambertsdr. , van Blocksiel, 23 jaren, met Jannetje Alberts, hare moeder; op de Brouwersgracht. [Tryntgen teekent met een leelijk figuur, dat nog niet eens een kruisje voorstelt.] En zóó kreeg de oude zeeheld eene dochter. ï\ |
|||||||
— 278 —
|
|||||
sterdam woonde, eer hij bij de Admiraliteit van de Maze in dienst
kwam. Alleen deze vraag: Kunnen JOCHEM HEYNDRIXZ en Lambert HEYNDRlKZ, broeders geweest zijn? Voor ons is de oude vrouw bovenal de gade van ZWARTENHOND,
Misschien was haar voorkomen zóó overweldigend aantrekkelijk, haar gewaad zóó deftig rijk, als Rembrandt haar gemaald heeft. Zeker behoort zij tot de grootsche gedaanten eener altijd merkwaardige eeuw. Als kind zag zij de oude kerk en het oude gezag door nieuwe leeringen en instellingen vervangen; als jongedocbJer haar Vaderland machtig worden en de Stad opbloeien, en daartoe had de man met alle kracht bijgedragen, met wien zij meer dan dertig jaar vereenigd was. Had hij tot loon voor zijne bijkans wonderdadige dapperheid den dood gevonden van Heemskerck en Piet Hein, hij zou onder een praalgraf gerust hebben, gelijk al de zeevoogden, die gevallen waren in de bloedigste der wateroorlogen. Wij zien in het beeld der Matrone, die in hare jonkheid schoon moet geweest zijn en daarvan al de trekken bewaarde in hare grijsheid, de verpersoonlij- king der Oudhollandsche Vrouw van die onvergelijkelijke tachtig jaren, welke zij bijna alle beleefde. Zij heeft den strijd aanschouwd, en den dag der vrijverklaring zien aanbreken. Daar zit zij, als een toonbeeld van kr'acht, en wij denken aan hare velerlei wederwaardig- heden, die hare rustige kalmte kennelijk beschouwt als de eenige levensvoorwaarde, waaraan onafwijsbaar moet voldaan worden door datgene te dragen, wat is opgelegd. Daarom heeft Rembrandt wel dezen indruk volkomen teruggegeven door aan hare rechterzijde dat groote Boek te schilderen, waarvan eens hare Overheid getuigde : HAC NITIMVR, — Hierop steunen wij. |
|||||
— 279 —
|
|||||||||
EEN LAATSTE WOORD
OVER HET GESLACHT CRABETH.
|
|||||||||
(Nadere mededeeling van den Heer Luit.-Kolonel N. Schei.tema
te Gouda). |
|||||||||
N de genealogische aanteekeningen nopens de Crabeths,
medegedeeld in de bijdrage voorkomende in D. IV, 274 van dit werk, hebben wij melding gemaakt van de overleve- ring dat de stamvader der beroemde glasschilders Dirk en WOUTER Crabeth een marktveger te Gouda zou zijn geweest als Pieter Crepei. of Kreupele PlETEK bekend. Wij voegden daarbij evenwel de opmerking dat ons, bij onderzoek, in de stadsreke- ningen geen marktveger van dien naam was voorgekomen. Hier- mede niet tevreden, vooral na de gebleken onjuistheid van alle schrijvers omtrent het nog in leven zijn van Dirk Crabeth in 1600, meenden wij onze naspoiingen te moeten voortzetten, ten einde zoo mogelijk te ontdekken wat er aan was van voorschreven overlevering, en tevens tot de kennis van meerdere bijzonderheden aangaande het bedoeld Geslacht te geraken. Dat nader onderzoek nu, waarbij on- derscheiden nog ongebruikte recueils van het oude Goudsch Archief zijn nageslagen, heeft het volgende aan het licht gebracht. In stede van een marktveger hebben wij een glazemaker
(glasschrijver) met name Crepel Pieter vermeld gevonden, en wel in de Thesauriersrekening van 1531, alwaar men leest: |
|||||||||
— 280 —
|
|||||
»Betaelt Crepel Pieter van die glaesen te repereren in de
raelcamer, fac. 11 sch." (NB. Deze glazen waren in 1501 door broer CoRNEUS tot
die Collatiebroeders geschilderd. Zie De Lange van Wijngaerden: De Goudsche glazen, bl. 81). Vermits de glasschilder Dirk Pieters Crabeth, zie D. III, 27,
in 1552 als Darrick Pieters Crepel voorkomt, bestaat er alle grond om aan te nemen dat deze een zoon was van genoemden glazemaker (glasschrijver) Crepel Pieter. Thans doet zich de vraag voor hoe de evenbedoelde glazemaker,
die slechts eenmaal als Ckepel Pieter vermeld wordt, eigenlijk heette, waai bij in aanmerking komt, wat vroeger onze aandacht was ontgaan, dat de drie gebroeders Crabeth door De Lange van Wijngaerden (a. w. bl. 85) in volgorde Dirk, Adriaan en Wouter genoemd worden, en Dirk alzoo de oudste was. Met betrekking tot de geopperde vraag teekenen wij aan dat wij
in de Eigenboeken in 1511 een Pieter Dircxsz. als glaesmaecker en in 1514 (22 Januari) als glaesescrijver hebben aangetroffen, en wel als kooper var huizen op de Zeugstraat te Gouda, en wat verder opmerking verdient is dat in de notarieele acte d.d. 9 Juli 1515 be- trekkelijk het S*. Lucas-altaar in de Groote Kerk te Gouda verbonden aan het Jesus-outaar, onder de dekens van het laatste genoemd wordt een Pieter Dircx de glaesmaker. (Zie D. III. 2). Hoogstwaarschijnlijk heeft men hier met een en denzelfden per-
soon te doen en tevens met dien waaromtrent men in de Thesauriers- rekening van 1521 leest: »Betaelt Pieter Dircxs de glaesmaecker voir twee glasen die de
«stede gesconcken heeft te Machelen in 't huys tot Passchier.......?
»xvi sch. vin gr."
|
|||||
— 281 —
|
|||||
Intusschen is ons van 1522—1535 'n de Thesauriersrekeningen
hier en daar nevens een glazemaker Pieter Adriaans een Pieïer die glaesmaker voorgekomen, zonder dat wij in dat tijdvak in die rekeningen of elders andere glazemakers met den voornaam Pieter vermeld hebben gevonden. Het is niet stellig uit te maken wie met dien Pieter die glaes-
maker bedoeld wordt. Bijaldien hij niet dezelfde is met Crepel Pieter of Pieter Dircx,
laat de eenvoudige vermelding van Pieter die glaesmaker zich niet anders verklaren dan dat Pieter Adriaans nu en dan onder gezegde verkorte uitdrukking werd aangeduid. Hoe het zij zooveel is zeker dat genoemde Pieter Adriaans niet
de stamvader der Crabeths kan zijn geweest, daar hij nog in 1551 met den toenaam van de G reus er als stads glazemaker voorkomt. Na al het vorenstaande valt er naar ons gevoelen niet te twijfe-
len aan de identiteit van Pieter Dircx met Crepel Pieter, en houden wij het er alzoo voor dat geen ander dan deze het hoofd was van het geslacht Crabeth. Voor wie er nog iets aan het bewijs onzer stelling mocht ont-
breken laten wij hier nog eenige mededeelingen volgen, die, men zal het wel willen toestemmen, tot versterking van ons gevoelen ver- strekken. Boven vermeldden wij dat Pieter Dircx de glasschrijver den
22 Januari 1514 een huis kocht op de Zeugstraat. Uit de Eigenboeken is na te gaan dat dit huis in 1529 aan
Dirck de Vrye toebehoorde, terwijl uit die boeken verder blijkt dat op den 8e Mei van dat jaar het huis ten zuiden daarvan gelegen verkocht werd aan Jannetgen Claes Jans de Jongen dr. Genoemde Dirck de Vrye was, het wordt hier met voordacht '
VI. 36 |
|||||
— 282 —
|
|||||
gezegd, de grootvader van moederszijde van Wouter Pieters
Crabeth. Nu leest men verder in gezegde boeken dat Jannetgen Ci aes
den l8<! Maart 1550 aan hare zuster verkocht de helft van een huis int Zeuychstraat, dus van het hare, naast Dirck Pieters noord- waarts, en voorts, hetgeen wij hier in het bijzonder onder de aan- dacht brengen, dat op den 17 Mei 1553 door Jacob Clementsz. , (zwager van de volgenden), Wouter Pieters (Crabeth) en Claer Pieters (Crabeth) aan Dirck Pieters (Crabeth) werd verkocht een huis en erve in de Zeugstraat naast Jannetgen Claes zuid- waarts, alzoo hetzelfde huis dat hij reeds in 1550 bewoonde. Op welke wijze het huis van DlRK DE Vrye, in 1529 zijn eigen-
dom, sedert aan leden der familie Crabeth is overgegaan, hebben wij, wegens de volstrekte onleesbaarheid en het ontbreken van vele der volgende Eigenboeken, niet kunnen nasporen. Denkelijk was het bij erfenis in hun bezit gekomen en werd
DlRK Crabeth, die het waarschijnlijk in huur had, of aan wien daar- van wellicht reeds een deel toebehoorde, door voormelden verkoop eigenaar van het geheel. Zooals wij na veel onderzoeks uitgevonden hebben stond het be-
doelde huis op de Zeugstraat, tusschen de Speldemakers- en Cappe- nerssteeg en was 't het zevende van eerstgemelde steeg af. Wij zouden hier kunnen eindigen ware het niet dat ",vij nog een
laatste punt der Crabeth's legende ter sprake wilden brengen, name- lijk het zeggen dat Dirk Pieters Crabeth niet getrouwd is geweest. Ter bestrijding van dat beweren deelen wij hier de volgende
aanteekeningen uit de Eigenboeken mede: »io Mei 1560. Dierck Pieters Crabet heeft verkocht en
overgegeven Dierck Jans als vader en voogd van Jan Dircks, |
|||||
— 283 —
|
|||||
Dieuwer en Margriet DiRCXDrs., elk 1/5 van een huis en erve,
mitsgaders Jan Hendricks en Bertelmkes Hendricks ook elk 1/5 van dat huis in de Soechstraat naast Dirck Jans Bos, zuid- waarts , mits opstaande op 'theele huis achtiendhalve st. t'jaers zonder meer, waarvan die wederhelft heurl. anbesturven is; en 9 Mei 1561. Jan Daems als Curator van Dirck Jans Bos ver-
koopt Cornelis Jacobs Houtman een huis en erve opt Suech- straat naast Adriaan Storm zuidwaarts, mitsgaders de beterschap van zeker huis en erve opt Suechstraat naast Dirck Pieters glaesmaeckers huysvrouwen erfgenamen noordwaarts" Naar ons inzien nu is het slot der laatste aanteekening niet
anders op te vatten dan dat de glazemaker Dirk Pieters, waarmede gelet ook op de eerste aanteekening, niemand anders dan Dirk Crabeth bedoeld kan zijn, eene echtgenoote heeft gehad, die ver- moedelijk kinderloos overleden is en waardoor hare nalatenschap aan hare eigen familie was vervallen. Wij hebben niet kunnen opsporen wie die echtgenoote is ge-
weest, doch genoeg is het dat ook voorschreven zeggen door ons wederlegd is. Met het oog op het nieuwe gezichtspunt in deze geopend en
wegens eenige andere ons gebleken onnauwkeurigheden in onze vroegere genealogische mededeelingen aangaande de Crabetiis , heb- ben wij gemeend hierbij eene verbeterde Geslachtslijst hen betreffende te moeten voegen, waarin tevens onderscheiden nadere bijzonderheden zijn opgenomen, die bij het voortgezet onderzoek ter onzer kennis zijn gekomen. |
|||||
— 284 —
|
|||||||
Het Geslacht der Crabeths.
I. Pieter Dircxsz (Crabeth) alias Pieter Crepel of kreupele
Pieter. in 1514 glasschr ij ver te Gouda, wonende op de
Zeugstraat. Kinderen zie II. |
|||||||
II a. DiRCK Pieters Crabeth, glasschrijver. Woonde aanvan-
kelijk op de Zeugstraat. Overleed te Gouda als weduwnaar vóór 8 Juli 1577 op de Gouwe neffens tegenover de Turfbrug het 4e huis zuidwaarts van het Nonnenwater af. — b. Adriaan Pieters Crabeth, schilder. (Leerling van Jan
Swart of Zwart Jan te Gouda).
Overleed vóór 17 Mei 1553 te Autun (Frankrijk).
— c Wouter Pieters Crabeth, glasschrijver. Trouwt met
Neeltje Goverts vanProyen, dochter van Govert Jans van
Proyen, pachter van den koornaccijns, (overl. vóór 15 Maart 1575) en ClaraDircxs de Vrije, 14 Apri 1578 nog in leven. Hij overleed vóór 28 Mei 1590 achter de vischmarkt NZ. naast het hoekhuis op de Gouwe. Zijne weduwe leefde nog 28 April 1594. Kind zie III a. — d. Maria Pieters Crabeth. Trouwt met Jacob Clementsz., i)
zoon van Clement Jacobs (overl. vóór 28 Juli 1529) en
Adriana van Neck (overl. vóór 17 Sept. 1547). Schepen 1565, Burgemeester 1576, 78, 80, 1584—87. Hij overleed als weduwnaar in 1593 op de Oosthaven bij de
St. Jansbrug. — e. Clara Pieters Crabeth. Trouwt met Raes Daems.
|
|||||||
1) Hij komt 2 Oot. 15C8 voor als Jacob Clementsz. de Sanger en als
weduwnaar van Neeltoen Jacobs, hij wie hij eene dochter had, Gbietgen genaamd. (Weesboek). |
|||||||
— 285 —
|
|||||||||
Den 28 April 1595 kocht zij een huis op de Zeugstraat.
Zij overleed als wed. vóór 17 October 1597. Kind zie III b. |
|||||||||
III a, Pieter Wouters Crabeth. Was meerderjarig 25 Mei 1593.
Trouwt 10 Nov. 1591 met Marritgen Jan Huygen de
Jonge van der Goude. (Proc. boek Gouda.) Hare moeder Griete Wili.ems werd in 1586 weduwe.
Hij kocht in 1593 van zijn zwager Floris Willems Steen-
beeck een huis, erf met oliemolen en toebehooren op de Oosthaven. Vroedschap 1605. Schepen 1606, 1616, 1617. Raad ter Admi-
raliteit te Amsterdam 1618—20. Burgemeester 1627, 1628, 1637, 1638. Gecommitteerd in de Staten van Holland 1634—36. Overleed kort vóór 2 Nov. 1638.
Kinderen zie IV.
— b. Pieter Raesen, glasschrijver. Overleden vóór 17 Oct. 1597.
|
|||||||||
IV a. Wouter Pieters Crabeth, olieverfschilder.
Trouwt 3 Sept. 1628 met Adriana Gerrits Vroesen , beide
jongelieden van der Goude. (Procl. boek Gouda). Beëedigd als Schutter 27 Juli 1626. Capiteyn bij de schutterij
1628, 1636—38, 1640, 1641, 1644, ook quartiermeester 1636—39. Overl. kort vóór 16 Juli 1644. Kinderen zie V. a. b, — b. Jan Pieters Crabeth. Trouwt op 1 Oct. 1623 met Annechien Erasmus, beide j.1.
van der Goude en wonende op de Haven. (Trouwb. Gouda). |
|||||||||
— 286 —
|
|||||
IV b. Hij hertrouwt op 5 Dec. 1632 met Heyltje Wouters de Veth,
j.d. van der Goude. (Procl. boek Gouda). Hij kocht 2 Oct. 1626 een huis en oliemolen op de Westhaven. Capiteyn bij de Schutterij 1628, 1629, 1635. Schepen 1636—38.
Raad 1639. Burgemeester 1640, 1641, 1644, 1645, 1649, 1650. Raad ter Admir. te Amsterdam 1646—48, 1652. Overleed 1652. Zijne weduwe overleed kort vóór 23 Maart 1674. Kinde- ren zie V. c—■ƒ. — C. GOVERT PIETERS CRABETH.
Trouwt 3 Oct. 1632 met Aeltgen Hendricx Soleer , beide
j.1. van der Goude. (Procl. boek Gouda). Beëedigd als Schutter 18 Febr. 1626. Capiteyn bij de Schut-
terij 1638, 1639. Ooelemeester (Waard in den Doelen) 30 Aug. 1640.
Hij overleed kort vóór 13 Oct. 1644. Zij kort vóór 17 Sept.
1647. Kinderen zie V. g—i. — d. Claertgen Pieters Crabeth. Trouwt 15 Aug. 1632 met
Harmen Gerrits Vermey (Weduwn. van Grietje Frans de
la Loo), beide van der Goude en wonende op de Haven. (Trouwboek Gouda.) Kind zie V j. N.B. Tot deze generatie behoort hoogstwaarschijnlijk nog
Margriet Crabeth, die den 20 Mei 1642 voorkomt als doopgetuige bij den doop van Maria Jans Crabeth. Zie Gen. V ƒ. |
|||||
— 287 —
|
|||||
V a. Maria Wouters Crabeth.
Trouwt 25 April 1656 met Reynier (van) Persyn (plaat-
snijder) wed. 1) wonende te Gouda. (Procl.-boek Gouda.) Zij overleed vóór 10 Maart 1662. Hij vóór 23 Nov. 1668. — b. Pieter Wouters Crabeth. Was 22 Nov. 1668 meerderjarig.
Overleed kort vóór 22 Mei 1673.
— c. Curnei.ia Jans Crabeth, gedoopt Herv. 1 Aug. 1628.
— d. Reynier Jans Crabeth, gedoopt Herv. 27 Juli 1629.
Trouwt 5 Oct. 1653 met Maria (Fransd.) Verrijn , j.d. van
der Goude, ten huize van de bruid/30 — 2. (Procl. boek Gouda). Vroedschap 1663. Schepen 1664, 1665, 1667, 1668, 1670,
1671, 1675, 1676. Hij overleed 28 Aug. 1676. Zij werd begraven 12 Mei 1710 van de Westhaven ƒ 15.— Kinderen zie VI a—ƒ. — e. Adryaan Jans Crabeth, gedoopt Herv. 28 Aug. 1637.
Hij overleed vóór 4 Maart 1667.
— f. Maria Jans Crabeth, gedoopt Herv. 20 Mei 1642.
Trouwt 7 Aug. 1674 met Carel Ceouwer (Notaris) beide
van der Goude. (Procl boek Gouda.) Kind zie VJ g. Zij hertrouwt Maart 1678 met Ds. Petrus de Reuver of Roever ,
Remonstrantsch predikant te Swammerdam, 30 gebod 27 Maart 1678, getrouwd te Swammerdam. (Procl. boek Gouda). Kind zie VI h. Hij vertrok 25 Met 1679 naar Woerden, in 1683 naar Alk-
maar, alwaar hij in 1692 in zijne bediening overleed. 1) Reynieb van Peusyn woonende tot Amsterdam ende Elysabeth Diecxs
van Raembuegh van der Goude, beyde j.1., getr. 12 Oct. 1642. (Procl. bock Gouda). |
|||||
— 288 —
|
|||||||
V g. Agatha (Aegje) Goverts Crabeth.
Trouwt 4 Dec. 1657 met Dirck Ariens (de Wilde) beide
j.1. van der Goude. (Procl. boek Gouda.) Kinderen zie VI. i--l. — h. Maria Goverts Crabeth.
Trouwt 21 Dec. 1660 met Hendrick Dircx Blom, beide
j.1. van der Goude. (Procl. boek Gouda). Kind zie VI. ju. Hij hertrouwt 17 Mei 1667. (Procl. boek Gouda). — i. Hendrick Goverts Crabeth, meerderjarig in 1667, toen in
Oost-Indië.
— j. GerrH' Vermey, gedoopt Hervormd 11 Sept. 1635.
|
|||||||
Vla. Johan Reyniers Crabeth (notaris en procureur 1679—1693),
trouwt als j.m. 18 Juni 1684 te Warmond met Cornelia Hennebo, j.d. van Leyden. (Procl. boek Gouda). Hij begraven kort vóór 25 Juli 1693. Zij komt nog 25 Maart
1695 als zijne weduwe voor. Kinderen zie VII. a—c. — b. Francoys Reyniers Crabeth, (apotheker).
Trouwt 19 Maart 1686 met Cornelia Eversvvinckel j.d.
van Gouda. (Procl. boek Gouda). Hij overleed kort vóór 1 Januari 1695. Zij begraven te
Gouda 25 September 1713 gekomen van Amsterdam, ƒ 3. Kin- deren zie VII d—f. — c. Geertruyda Reyniers Crabeth.
Trouwt 7 Maart 1684 met Adriaen Block, beide j.1. van
Gouda. (Procl. boek Gouda). Zij begraven te Gouda 25 Nov. 1720 als weduwe, gekomen
van Amsterdam, f 6 Kinderen zie VII. g—n. |
|||||||
— 289 —
|
|||||||||
Vla'. Adriaen Revniers Crabeth, gedoopt Remonstr. Januari 1663.
Vroedschap 1703. Schepen 1703, 1704, 1708. Capitein der Schutterij 1703—5. Ontvanger der Verpondingen 1705 — 1707. Begraven te Gouda 14 Febr. 1708. f 30. - e. Anna Reyniers Crabeth, gedoopt Remonstrantsch Sept. 1665. Begraven 2 Mei 1709 van de Haven (ongehuwd) ƒ 12. — ƒ. Maria Reyniers Crabeth, gedoopt Remonstrantsch 29 Jan. 1669.
Was overleden vóór 25 Maart 1695.
— g. Alette Clouwer, gedoopt Remonstrantsch 31 Mei 1675.
— h. Elisabeth de Reuver, gedoopt te Gouda, Remonstrantsch
II Januari 1679.
— i. Aeltje de Wilde.
Gehuwd met Elbert Jans van de Mye.
— j. Maria de Wilde.
Gehuwd met Hendrick Bochout.
— k. Claertje de Wilde, gedoopt Remonstrantsch 10 Febr. 1666.
— /. Jannetje de Wilde, » » 31 Maart 1669.
Gehuwd met Dirk Jans van der Korst.
— m. Dirk Blom, gedoopt Remonstrantsch 11 Febr. 1663.
|
|||||||||
VII a. Reynier Jans i) Crabeth, ged. ? (Notaris 7 Sept. 1708—1729).
Trouwt 12 Mei 1727 met Vrouwe Hermina Qdirina Doele- |
|||||||||
1) Bij nader onderzoek is de onjuistheid gebleken van de vroeger door
ons gevolgde opgave van De Lange van Wijngaerden (a. w. bl 91), dat Rey- nier C. hier vermeld een zoon was van Adriaen C. VI- 37
|
|||||||||
— 290 —
|
||||||||||
man, Wed. van den heer Christiaen Lodewijk de Bierman,
ten huize van de bruid. (Procl. boek Gouda). Raad in de Vroedschap 1711.
Schepen 1714, 1715, 1717, 171S, 17.20, 1721 , 1723, 1724,
1726, president-Burgemeeetev 1727, 1728, 1730, 1731. Raad ter Admiraliteit te Amsterdam 1732—48.
Bewindhebber der W. I. Comp. 1746—48.
Zij begraven 16 Aug. 1750 van de Turfmarkt ƒ 30.
Hij begraven 27 Juli 17Ó8 in de St Janskerk, Middenpand,
in het graf zijner roemrijke voorvaderen. Hij was de laatste afstammeling met den naam van
Crabeth, VII ^. Maria Jans Crabeth, gedoopt Remonstiantsch 11 April 1687. — c. Cornelia Jans Crabeth, » » 31 Januari 1089.
Trouwt 25 Mei 1722 met Jan de Kedts DiRCKsz. j.m. van Gouda. (Trouwb. Gouda).
Hij Capitein der Schutterij 1730—38.
Begraven 22 Nov. 1741 van den Kleyweg f 30.
Kind zie V11I a.
|
||||||||||
— d.
— e.
-/■ |
Maria Franijoys Crabeth, gedoopt Remonstr. 19 Jan. 1687.
ATALIA » » » » 24 Maart 1688. Atalia » » » » 8 Febr. 1693.
|
|||||||||
Trouwt met Paulus Verryn Gysbz.
Zij begraven te Gouda als zijne huisvr. gekomen van Am-
sterdam 14 Dec. 1733. /' 3°- Kind zie V11I 6. — g. Maria Bi.ock, gedoopt Remonstr. te Amst. 31 Juli 1686.
Begr. te Gouda 5 Maart 1705, gekomen van Amsterdam.
|
||||||||||
— 291 —
|
||||||||
VII h. Jacobus Block, gedoopt Rem. te Amsterdam 28 Maart 1688.
— i. Cornelta » » » » » 31 Oct. 1689.
— ». Jacobus » » » » » 21 Dec. 1691.
— k. Adriaen » » > » » 14 Febr. 1695.
— /. Gef.rtruy » » » » » 8 Juli 1697.
— .11. Joanna » » » » » 7 Febr. 1700.
— n. Paulus » » » » » 15 Jan. 1703.
|
||||||||
VIII a. Theodore (Dirk) de Kedts, gedoopt in de Walsche Kerk
te Gouda 6 Maart 1723. Begraven te Gouda 12 Maart 1751 Mr. Dirk de Kedts
Crabeth , gekomen van Amsterdam, /' 30. — />. Frans Verryn, gedoopt Remonstr. te Amst. 8 Mei 1721.
|
||||||||
Buiten eD behalve iie leden van het geslacht Crabeth hier-
voren vermeld zijn ons nog voorgekomen: 1. 13 Juni 1592 Ph. Wili.ems, messemaker, en Lysken Jans Crab-
bethsdi, omtrent wie ons verder niets is gebleken. 2. Gerardt Crabeth, Capiteyn ten dienste deser Landen, j.m. van
Gouda, getr. met Maria Catarina van Swaenswyck j.d. wonende in 's-Oravenhage, ie geb. 14 Dec. 1669. (Trouwb. Gouda). Hij was in 1675 Kapitein van eene comp. soldaten in garnizoen
te Dordrecht en overleed vóór 16 Maart 1683. 3. Huich Crabeth, overleden te Gouda op de Oosthaven kort vóór
4 Januari 1687. 4. Geertruyt Crabeth, overl. als boven kort vóór 14 April 1691.
Hoeveel moeite wij ook, zelfs elders, hebben aangewend om
|
||||||||
— 292 —
|
|||||||
aangaande de drie laatstgenoemden eenig stellig bescheid te erlan-
gen, heeft zulks ons niet mogen gelukken. Omtrent de twee laatsten bestaat er grond hen te houden voor
ongehuwd gebleven kinderen van Pieïer Wouters Crabeth, die alzoo in de Generatie IV te huis behooren, terwijl aan Gerardt Crabeth wellicht de plaats toekomt vóór Cornelia in Generatie V. |
|||||||
NASCHRIFT.
Dr P. J. Blok maakt in zijne »Hollandsche stad onder de Bour-
gondisch-Oostenryksche Heerschappij, bl. 273, 274" gewag van een schilder Jacob Clementsz, die in het midden der 15e eeuw te Leiden leefde, en verder van een ingenieur Jacob Clementsz aldaar in 1481, bij eeDe expeditie naar Gouda, onder bijvoeging dat, naar zijne meening, de ingenieur zeer wel dezelfde met den schilder kan zijn geweest. Opmerkelijk is het dat kort na dien tijd Ook te Gouda een
Jacob Clementsz voorkomt. Immers leest men daar in het Eigenboek van 1470—1495, dat
een Meester Jacob Clementsz in November 1485 van Jacob Vol- pherts een huis kocht in de Koestraat (de westzijde van de Markt). Voor zooverre met het praedicaat Meester niet bedoeld wordt dat hij rechtsgeleerde, geneesheer of heelmeester (barbier) was, ach- ten wij het niet onwaarschijnlijk dat de Jacob Clementsz door den heer Blok vermeld naar Gouda verhuisd is. Het gekochte huis was de herberg het Gulden Vlies, die
met eene andere, het Her thuis, dicht in de nabijheid, destijds |
|||||||
— 293 —
|
|||||||
en lang daarna de logementen waren alwaar vorsten en personen
van aanzien hun intrek namen. Gezegde logementen hadden doorgaans de deftigste burgers dei-
stad tot eigenaars en werden in den regel door dezen zelven bediend. Zoo vinden wij dan ook vermeld dat Jacob Clementsz in 1492
Waard was in het Gulden Vlies. Na zijn dood bleef daarin Machtelt Jacob Clementsz Weduwe
van :494—1517 Waardinne. (Zie Thesauriers-rekeningen). Als eene kleine bijzonderheid haar betreffende zij hier aange-
teekend, dat aan haar in 1497 een tonne biers (4 sch. 4 den.) werd geschonken omdat sy 'tscoenste hadde voer haer huys doen hertoge Philips alhier was 1). Den 3011 Augustus 1518 werd het huis het Vlies door haren
zoon Clement Jacobs en Clement Joosten verkocht. Evengenoemde Clement Jacobs, die in 1522 in de Vroedschap
voorkomt, in 1525 als schepen, en kort daarna overleden schijnt te zijn, was de vader van Jacob Clementsz in vorenstaande genealogie vermeld, als gehuwd met eene zuster van de glasschrijvers D. en W. Crabeth. |
|||||||
1) D. i. omdat zij haar huis het fraaist had versierd bij gelegenheid van
een bezoek aan de stad van den hertog Philips van Bouböondië. |
|||||||
— 294 —
|
|||||||
SCHILDERIJ VAN DEN ZEESTRIJD OP DE ZUIDERZEE
IN 1573
TE HOORN
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer Luit.-Kolonel N. Scheltema,
te Gouda.) N de Raadkamer der stad Hoorn is voor den schoorsteen
geplaatst eene schilderij, hoog 2.27 M., breed 2.71 M., voorstellende den Slag van Bossü, vervat in eene zeer kun- stig in hout gebeeldhouwde lijst, die, wellicht nog meer dan de schilderij zelve, de aandacht trekt. Omtrent schilderij en lijst zijn voor eenige jaren door mij een
paar te Hoorn onbekende bijzonderheden aangeteekend uit de Manus- cript-Resolutiën van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier, berustende in het Provinciaal Archief van Noord- Holland te Haarlem. Voor wie daarin eenig belang mocht stellen, laat ik die aantee-
keningen hieronder volgen : »Jan Maet, schilder te Amsterdam, neemt aan voor ƒ 800 te
maken eene Schilderij van den Zeestrijd op de Zuiderzee in 1573 te plaatsen voor den schoorsteen in H. E. M. Logement te Hoorn. Dec, 1663." »Aan Meester JohaN KtNNEMA voor de lijst van die schilderij
f 400 toegezegd. 9 Dec. 1666." |
|||||||
— 295 —
|
|||||||
»7 Juny 1668. Aan Johan Kinnema, mi', beeldhouwer te Alk-
maar, voor de lijst om de afbeelding van den Slag van Bossu boven de bedongen f 475 nog f 100 toegelegd, uit consideratie van het loffelijk en boven 't bestek opleveren van die lijst." Op de schilderij wordt J. Bi.ankenhof als de maker daarvan
genoemd, en nu leest men bij J. C. WeYERMAN, 1 evensbeschrijvingen van Nederlandsche Kunstschilders, II, dat (Jan Teunis) Blankenhofe in de Schildersbent te Rome den alias ontving van Jan Maat. i) Hij was in 1640 leerling bij Akend Cinceer te Alkm aar, werd
den t8" Oct. 1649 als gildebroeder van het St. Lucasgilde aldaar opgenomen en overleed in 1669. 2) Met opzicht tot de lijst, in welke de wapens der zeven steden
van hel Noorderkwartier, krijgs- en scheepsgercedschap en andere sieraden zijn afgebeeld, zij hier nog vermeld dat zij, door den worm sterk aangetast, door eene kunstbewerking zooveel mogelijk voor verdere vernieling is bewaard, hoezeer daaronder de oorspronkelijke houtkleur verloren is gegaan. Joiiannes Kinnema wordt reeds in 1659 als beeldhouwer te
Alkmaar en als gildebroeder van voorschreven gilde vermeld 3), terwijl het verder bekend is dat in 1662 de predikstoel in de Kerk der Hervormden te Bolsward door hem gebeeldhouwd werd. |
|||||||
1) Mij medegedeeld door den Heer Burgemeester win Hoorn.
2) Zie D. II, 311.
3) Zie D. II, 37.
|
|||||||
— 296 —
|
|||||||
HET NAAMBOEK
VAN HET St. LUCASGILD TE AMERSFOORT.
|
|||||||
(Medegedeeld door den Heer W. F. N. Van Rootselaar,
R. K. Priester te Amersfoort.) A.N de verzameling Oudheden der vereeniging Flehité
te Amersfoort, is door den Wel Edelen Heer S. C. van de GUMSTER aldaar, een niet onbelangrijk handschrift ten geschenke gegeven. Op den perkamenten band of omslag, klein-oct.-formaat, leest men: Het naemeoeck va S*o Lucas Broe- derschap. Twee onbeschreven schutbladen, zwaar papier, volgen. Het manuscript zelf bestaat uit acht blaadjes perkament, waarvan er zeven op beide zijden beschreven zijn. Van het achtste blaadje is slechts één zijde besehreven. Men leest daar de namen der leden van St. Lucas-broederschap. Ter weerszijde van de bladzijden staat naast bijna iederen naam een jaargetal, of wel het woord obiit, soms ook vtogen. Op bladz. XIII leest men dat een lid »niet contri- bueerde." Op bladz. XV, dat de broederschap er een bode op nahield. Op de vier eerste bladzijden staan de namen keurig net in Gothisch letterschrift geschreven. In 1633 verandert het schrift: het wordt met den tijd slechter, en is, behoudens een enkele uitzonde- ring, in de XVfflde Eeuw zéér slecht. Versieringen zijn niet aange- |
|||||||
— 297 —
|
|||||||
bracht. In de letter H van Het op het Titelblad staat een ossenkop
met waterverf geschilderd. Wij laten het Manuscript hier in zijn geheel volgen. De Romein-
sche cijfers wijzen de bladzijden van het Manuscript aan. |
|||||||
I. HET NAEMBOECK
va"
Ste. Lucas Broederschap binnen Amersfoort.
Ano. 1627.
II. obiit. Johan van Westrenen.
obiit vtogen. Goort van Snuel, obiit.
obiit. 1642. Gerrit Willemsz. van Dashorst.
obiit. Evert Segersz. van Achtevelt.
obiit. 1657. Hermen Cornelisz.
obiit. 1662. Frederick Jansz. van den Ham, 1607.
obiit. Symon Hendriksz.
obiit. Willem Rycxsz.
obiit. 1666. Jacob Jansz. Vlug.
obiit. Ghysbert Petersz.. 1615.
III.
obiit. Johan Goorsz, 1612.
vtogen. Hermë van Honthorst.
obiit. Johan van BitteschotÈ.
vtogen. Joha van Dashorst.
vtogen. Johan van Goetsvelt, vtogen.
obiit. Johan Breecker.
obiit vtogen. Herme Cornelisz. , pynsteren.
VI. 38
|
|||||||
— 298 —
|
||||||
obiit. Johan Hendricksz. van Oucoop.
vtooge. Ammel van Sciiaeck.
obiit. Seger Lambertsz.,. 1623.
IV. obiit. EVERT VAN MOORSELAER.
Evert Vekburch, van Bareueltt, 1626.
obiit. Pouwels Bor.
obiit. Aelt Petersè, van Bemmel.
1620. Frans Lamphsïersz.
obiit. Ghysberï Jacobsz., 1628.
vtogen. Jan Hermensz. Kok. obiit. Peter Gerritsz. Koedyck, 1632.
obiit vtoge. Cornelis Cornelisz. de Jonge.
V. 1633. obiit. 1643. Willem Zebeeck, Subsiituyt Schoudt Der Stad'.
Amersfoort.
1635. obiit. Gerrit Louwerensz. van Stellingweref. obiit. Sasbout Mol, 1642.
obiit. 1652. Peter Buyck, 1642. Jan Antonisz. i)
obiit. 1649. Sebeeck, 1643.
VI. obiit. 1653. Henderick Jans, Outcoop, 1643.
obit. Willem van Dashorst, 1643.
obit. Gerrit Cock.
Anno 1645.
obiit. 1668. Arien Gibers De Vries, A«. 1647.
|
||||||
1) In plaats van een anderen naam met groote letters, die doorgeschrapt ie.
|
||||||
— 299 —
|
||||||
obiit. 166S. Matis Jansz. Withoos.
Dirck Willemsz., van Oudewater, 1647.
VII.
Tomas Jansz., van Venendael, 1647.
Gerrit Dircksz. Cock.
1649. Antonis Cruijff.
obiit 1691. 1650.
Loodeweyck van Velzen , Anno 1652.
PriER Fredeicksz. Marot.
obiit. 1684. Anno. 1653. VIII.
obiit. 1659. Paulus Bor, 1655. Borrius Petrt, Anno 1656.
obiit. Jacobus Verhouwel, 1657. Segerus de Vries, Anno 1658.
1659. Willem Peelen. Hermen Eisen van den Tree.
Anthon Germansz., 1660.
Gisbert Jansen van Neckevelt, anno 1664.
1665. Albert van Ryn.
IX. 1666. Baernt Jansz. van Emmerick.
NlCOLARS SM1JTER, 1667.
1667. Cornelis Hendricsz.
1667. Bartholomeus Stuyvenburgh , 1667.
1667. Bartholomeus Hagen, Jsfs. i)
exivit den l8en Octobev 1704, 1667.
|
||||||
1) Jsfs. Aldus mijn opvatting.
|
||||||
— 30Ü —
|
||||||
1669. Steven van Ddyven.
Harmen Ratius, 1670.
Willem van de Gunster , 1679. X. Anno 1674.
Antonv Schut. Anno 1677.
Peter Tunis Kraack, 1677. Cornelis Ai.bertsz. Spycker. Anno 1681.
Jan Narot, 1685. Ryck Albertsen Snycker, 1686. Ian Cruyf, 1687. Jan Berentsen Loeft, 1702. Joost van Weerhorst , 1 704. Casparus Bor, 1704. XI. 174 06.
Gabert Schrieder. 17—06.
Arendt Reinniersen, Nyekerck. Lambertus.......1).
Willem van Campen, 1707.
Jacobus Schrider, 1709. WiLLEBRORDUS VAN BiRCKHOVEN, 1709.
XII. A°. 1713. Jan van Ginckel.
Ao. 1715. Gysbert van Bombergen.
Ao. 1716. Reynier van Doornmaai.e.
|
||||||
1) Onleesbaar.
|
||||||
— 301 -
|
|||||
Ao. 1717. Willem Botter.
Hermanus Sluyter.
Ao. 171 8. Joi-IANNES VAN LOKHORST.
1721. obiit. Pieter Vermeulen.
1727. A. Cruyf, overl. den 6 April 1740.
1727. Jan Ponse.
XIII.
1727. Geurt van Helmerhorst.
1730. Hendrik Mol.
1730. Wilm van Strylant, doot.
1731. Wouter van Doornmalen, die contribueert niet.
/ Aalt van de Romer. 1732. < Wilm van Sandbrink.
( Helmig Werneke. 1740. Harmanus Harthoore.
1742. Jan Tyssen.
XIV.
Op den 18 October 1751, Abraham Botter.
Op den 18 October 1751, Cornelus de Goede.
Evert van de Roemer , 1753, °P den 18 October overleden 1795-
Gerrit Kolfschoten. Anno 1753.
Gysbertus Loef, op den 18 October. Anno 1757.
Jan Cruyff Anthoni Soon, op den 23 October 1758.
XV. Gysbert Methorst, den 18 October 1760.
Antoni Warneke, den 18 October 1760.
Hendrik van Munster, den 18 October 1762.
Barent van Beek, den 10 Januari 1764.
JaCOBUS van de Gumster, den 25 February 1766,
|
|||||
— 302 —
|
|||||
(i77°- Den '8 October, bode Jan de Groot, gepermuteert)i).
Barnardus van Voorthuysen, den 13 Maart 1771.
XVI. Den 22 September 1772, Hendrik Mol.
Mattheus Evkelkamp, den 11 Maart 1775.
Jan Botter, op den 25 Sept. 1780.
Helmig Warneke, op den 21 Maay 1782.
Jan LOEFF, op den 4 Mey 1785.
HENDRrK van Sandbrink Willems zoon, op den 13 Septem-
ber 1785. en (als bode gepermuteert en aangestelt Jan Schothorst, of
gedaen als boode.) 2) XVII. Evert Velderman, op den 27 December ; 785.
(1790. Als booden gepermerteert en aangestelt Arnoldus VAN
Coot) 1). Jan Heek, op den 27 Maay 1791.
1796. Willem van de Gumster, op den 17 Maay.
1796. Nicolaas Spaan, op den 20 April.
In onderscheiden Handschriften, aanwezig in het Gemeente-
Archief, vinden wij de namen der volgende Glazemakers. Dat er onder hen ook schilders geweest zijn, daaraan valt niet te twijfelen. Van een hunner, Frederick Jans van Ham, lezen wij in het Policie- of Resolutieboek, 1627, 23 April, dat hij glazen geleverd heeft in het huis, bewoond door Joz. Ernst van Abcoude van Merthen, 1) Misschien: gepermuteert, zooals staat op de volgende bladzijde.
2) Wat tussohen ( ) staat is geschrapt.
|
|||||
— 303 —
|
|||||
schout der stad, en dat hem nog negen ponden Vlaems toekwamen,
te weten zes van het glas der stad Montfoort, en drie van het glas der stad Rhenen. Ziehier de namen die wij gevonden hebben.
Protocol I'52, 2 Jan. Henrik DirckZ., glazemaker.
1567 3 Sept. Evert Uenricxz. van Geyn, glazemaker. ge-
huwd met Lysgen Wouter van Lookhorsten, dochter. 1583, 14 Mei. Reyer van Moerselaer, schildei.
1599 I Feb. Seger Gerrttsz., glazemaker.
» 16 Juni. Willem Willemsz., glazemaker, den Oude. 1614 30 April. Willem Willemsz. , glazemaker.
Weeskamer 1620. Frans Lampherts, glazemaker.
1642. Lamphert Fransz. »
Weeskamer 1628 I
> Seger Lambekts. glasemaker.
Protocol 1635, 30 April ) Protocol 1634 25 Juli. Jan Geurts, glasemaker.
Weeskamer 1634 8 Dec. Gysbert Jacops Appel, glasemaker.
Weeskamer 1646. Peter Geruit Coedyck, glasemaker.
1 645
Weeskamer--------- Frederik Jansz. van den Ham, glasemaker.
1650
Ariaen de Vryes, glasemaker.
Gkrrit Cocqz., Glasemaker.
1657 6 Juli. Petek Frederik van Noraet, glaeseschryver.
1689 27 Dec. Antoni CRUYF, glasemaker.
1701 16 Apr. Barent Jans Loeef.
Omtrent de schilders, die te Amersfoort het levenslicht zagen, en
zich door hun werken hebben beroemd gemaakt, volgt hier een en ander, meest ontleend aan Immerzeel en Kramm. |
|||||
— 304 —
|
||||||||
Lambertös van Noort. Van de zóó beroemde glazen in de
S'. Jans-Kerk te Gouda, zijn er eenige door dezen meester geschil- derd. Bladz. i z 10 deelt Kramm mede, dat onder al de zes door hem geschilderde glazen te Gouda is gesteld : Lambertös van Noort van Amersfoort invenit et figuravit. In het Museum te Antwerpen zijn 16 stuks historische tafereelen van hem aanwezig. Hij overleed in 1571 te Antwerpen »in groote armoede ende miseriën". Of zijn zoon Adam van Noort, die Deken van het S'. Lucasgild te Ant- werpen was, te Amersfoort geboren is, wordt niet vermeld. De oudste Doopboeken zijn verbrand, Jacob Hofflack, d. i. Van Hoevelaken, een kunstenaar die
gezegd wordt te Amersfoort thuis te behooren, en aldaar in de XVldc eeuw gebloeid heeft. Verg. Kramm bldz. 708. In het Ste- delijk Archief is die naam niet gevonden. Oecoop, Jan Hendricks van. Aldus vindt men bij Kramm,
bldz. 1237, dezen schilder vermeld, die in het naamboek Henderik Jans Oötcoop 1) geheeten wordt. Zonder twijfel is hier dezelfde per- soon bedoeld. De beide Burgemeesteren toch, voor welke Hendrik Jans Oucoop,
blijkens de Kameraarsrekening der slad Utrecht, 1543 2), bij Dom', Archief lil" Deel, glazen met het stadswapen vervaardigde, leef- den in de XVIIte, en niet in de XVM" eeuw. Jr. van Wynber- gen en Bilderbeeck waren burgemeesteren der stad Amersfoort in 1641 en 1642. Verg. V. Bemm. bldz, 641. Jacob van Campen, f io57> r3 Sept. Het is onnoodig van
den beroemden Bouwmeester van het Raadhuis te Amsterdam vele bijzonderheden aan te halen. In het S'. Pieters- en Bloklands-Gasl- |
||||||||
1) Vergelijk het Handschrift,
|
||||||||
2) Vermoedelijk: 1643.
|
||||||||
— 305 —
|
||||||||||
huis werd als eigendom der stad bewaard een zeer groot schilderij,
voorstellende de opstanding van Christus, dat door Jacob van Cam- pen vervaardigd is. i) Op het Gemeentehuis hangt in de Burgemeesters- kamer een zeer schoon portret van Lenart Nicasius, den stadstim- merman, die, toen in 1651, 7 Febr. de bliksem den top van den Toren in brand had gestoken, zich moedig te midden der vlammen waagde en de spits afhakte. Het portret is een borststuk; het hoofd is rechts gewend; in de rechterhand houdt Nicasius de bijl, waar- mede hij zijn heldendaad volvoerde. Het is een prachtig stuk. Dat er nog andere stukken van Jacob van Campen te Amersfoort aan- wezig zijn, is niet bekend. VI. Mathys Janz. Withoos. Hij werd in 1627 te Amersfoort
geboren en was leerling van Jacob van Campen. Na zesjaiige oefening begaf hij zich met andere jonge schilders naar Rome. Daar werkte hij o. a. voor den Kardinaal de Medicis, die veel behagen vond in zijn tafereelen, bestaande in rijke en uitvoerig bewerkte ordonnanties |
||||||||||
1) Niet lang geleden werd deze schilderij, hoog 3 Met., breed 2 Met., een
geschenk van den vervaardiger aan de gemeente, uit het genoemde Gasthuis overgebracht naar het Raadhuis, alwaar het in de Bodenkamer geplaatst is- Ten einde beschadiging te voorkomen, werd op verzoek van Flehitë, door het Dagelijksch Bestuur het onderste gedeelte met gevlochten ijzerdraad overdekt. Het stuk stelt voor den zegepralenden Christus, die op de wolken verschijnt, als Rechter over levenden en dooden. Op taniclijken afstand van elkander ver- heffen zich de hauden een weinig boven het hoofd. In de rechter heeft hij een bundel schichten, waarmede Christus den kop van een gevleugelden, opklim- menden draak doorboort. Het bovengedeelte van het lichaam alleen is zicht- baar. Het benedengedeelte is omsluierd. Daaronder zweven onderscheiden engelen in de meest verschillende houdingen, los en ongedwongen gepenseeld, die met groote bazuinen de dooden ten oordeel roepen. Het stuk heeft veel geleden, maar kan, naar men verzekert, behoorlijk ge-
restaureerd worden. Nog op dit oogenblik, in dien desolaten toestand, maakt de grootsche voorstelling een machtigen indruk. Verheven, bovenaardscbe majesteit en waardigheid kenmerkt den Christus. Gelaat en houding ademen kalmte en rust. Het is voor ieder zichtbaar: de zegepralende Christus ver- schijnt als Rechter van hemel en aarde; zonder inspanning doorboort hij den kop van het helseh serpent. |
||||||||||
VI.
|
||||||||||
39
|
||||||||||
— 306 —
|
|||||
van wilde bloemen en planten, en daarbij menigte van grootere en
kleinere dieren en vlinders, als hagedissen, kikvorschen, slangen, muizen, rupsen, slakken, spinnen, kapellen, enz. al hetwelk hij nauw- keurig naar de natuur schilderde. In den bloeitijd zijner kunst ont- ving hij voor zijn schilderijen, naar mate van de grootte, van 300 tot 600 gulden. Slechts twee jaren bleef hij te Rome, en woonde daarop tot 1672 in zijn geboortestad. Hij verliet die uit vrees voor de Fran- schen, en begaf ;;ich naar Hoorn, alwaar hij in I7°3 overleden is. Van 1665 — 1672 maakte hij als Raad deel uit van de Magistraat dei- stad Amersfoort. Bovendien was hij in 1670, 1671 en 1672 Wees- meester. Op het Gemeentehuis te Amersfoort, in de Burgemeesters- kamer, hangt van zijn hand een zeer groot schilderij, voorstellende een gezicht op de stad Amersfoort. In het Museum van Oudheden bevindt zich een schilderij, waarschijnlijk van dezen Withoos, ge- schenk van den Heer J. P. G. Kok. Oudste zoon van Matthias was Joannes, in 1648 te Amers-
foort geboren. Hij bracht eenige jaren te Rome door, zich be- stendig bezig houdende met het afteekenen van de schilderachtige streken die Italië aanbiedt, waarvan hij zich in de menigvuldige ge- kleurde landschappen die hij teekende en somtijds ook schilderde, bediende. Zijn werk, dat schoon van koloriet en krachtig was, werd zeer gezocht en goed betaald. Hij was verbonden aan het hof van den Hertog van Saxe-Lauwenburg, en is in diens dienst overleden in 1685. Pieter Withoos, werd mede te Amersfoort geboren in 1654.
Hij teekende in kleuren op perkament dezelfde insecten, bloemen, planten, enz. welke zijn vader schilderde. Deze teekeningen waren bij de liefhebbers in groote achting.
Hij stierf te Amsterdam in 1693. |
|||||
— 307 —
|
|||||||
Het staat niet vermeld, dat de jongste der broeders Frans ge-
heeten, insgelijks te Amersfoort geboren is. In het S*. Pieters en Bloklands-Gasthuis bevinden zich twee
groote schilderijen door N.,..?? Withoos, i) VII. 1659. Paulus Bor. 1655. Bij Immerzeel I, bldz. 75, leest
men, dat hij een kunstenaar was uit Utrecht, die in 1631 aan het St. Hiobs gasthuis een schilderij schonk, op welke een Vrouwen- borstbeeld in godvruchtige aandacht was voorgesteld. Op bldz. IV van het Naamboek , en bij Kramm, Aanhangsel bldz. 142, lezen wij, dat een Paulus Bor overleden is. Een jaartal wordt niet opgegeven. Het zou zeer goed kunnen zijn, dat bedoeld is Paulus Bor , van wien wij lezen op bldz. VIII, dat hij in 1659 overleden is. V. 1635. obiit. Gerrit Louwerensz. van SteLlingwerff.
Wordt door Immerzeel, III, bldz. 114, verkeerd geheeten Stelling- merk. Dat hij een zeer bekwaam schilder is geweest, bewijst het buitengemeen fraai schilderij, door Immerzeel en Kramm, Aanhang- sel bldz 142, een Regentenstuk geheeten, dat prijkt op de Consistorie- kamer van St. Joris-kerk. Op dat stuk draagt de inktkoker, die op de tafel voor den Voorzitter der aanwezige leden staat, den naam van den vervaardiger, met het jaartal 1657. Men zou uit het middenstuk van het tafelkleed, waarop S*. Joris
staat afgebeeld, afleiden, dat de schilder de portretten der bestuur- ders van een of ander gild heeft afgebeeld. Alléén de Voorzitter draagt een onderscheiden kleeding. Hij heeft een degen op zijde. Zeer te verwonderen is het, dat van zulk een uitstekend schilder, als |
|||||||
1) Welke volmaakt overeenkomen met de beschrijving, door Immeezeel
van de werken van Joannes Withoos gegeven, en hierboven medegedeeld. Een naam of merkteeken hebben wij op die stukken niet gevonden. Het is zeer waarschijnlijk, dat beide voorstellingen afkomstig zfln van dezen meester. Beide stukken zijn thans geplaatst in de raadzaal van het Gemeentehuis. |
|||||||
— 308 —
|
|||||||
Stellingwerff zich met dat schilderij betoond heeft, niet meer
stukken bekend zijn. i) IX. 1667. B. Stuit venburgh, 1667. Het gevoelen , dat de muur-
schildering op het Noorder-muurvlak van den Toren in de St. Joris-kerk, gelijk die in de kerk zelve te zien is, en St. Joris te paard voor- stelt, op het oogenblik dat hij de Koningsdochter uit de macht van den draak bevrijdt, afkomstig is van dezen schilder, schijnt niet ver- werpelijk. Onder het schilderstuk staat het volgende:
1687. Adij 25 Junij G: A B. G: R. W: K: B. l6 B V S 82.
pinxit.
Vergeefs hebben wij gezocht naar de namen der personen, die hier met de eerste letters zijn aangewezen. In 1687 waren Predican- ten Lambertus Visvliet, Quirinus Best en Gerardus Blotenburg. Den 3osten April verzochten L. Visvliet en G. Blotenburg aan den Raad vergunning, om door het afsterven van Ds. E. Best tot het benoemen van een nieuwen Predikant over te gaan. Dien keer waren |
|||||||
1) Uit een opzettelijk ingesteld onderzoek is gebleken, dat op dit schilderij
zijn afgebeeld de Regenten van de St. Joris-kerk in het jaar 1657. De hoofdpersoon is Jonkheer Baetholemeüs van Panhuys, Heer v'an Voorn, Schout van de stad, en als zoodanig jaarlijks de rekening van de Regenten opnemende. Hij ontving zijn aanstelling in 1640. Ziehier de namen van de onderscheiden Regen- ten in volgorde: Jaar der Jaar der
aanstelling. aanstelling.
1649. NicAsius Bon. 1646. Jonkr. B. van Panhuys.
1645. Jacques l'Hébemite. 1653. Dr. Hendbik Schut. 1647. Johan Pot. 1654. Ryk Rutgebsen van Ooet
1650. "Woltek de Wys. 1656. Joost Bylo.
1662. Gijsbebt van Hoobn , Secre- 1650.- Gijsbaet (mom) van Rthjten-
taris van het Gerecht. beek.
|
|||||||
— 309 —
|
|||||||
zij vergezeld door Gerard Codde en Nicolaas Craack, Ouderlin-
gen. Den 27stcn Augs. vinden wij in hun gezelschap Pieter van Houten , (later onthoofd), als Diacon vermeld. — De geschiedenis of liever het ontstaan van deze muurschildering schijnt deze. Bij de Hren Gecommitteerden uit den Raad, nevens de Heeren Regenten van St. Joris, werd besloten, den 25sten April, 1687, om de Kerk van onderen tot boven schoon te maken, de helft van de kosten voor de stad. Die schoonmaak zou worden aanbesteed, welk besluit den gden Me; werd goedgekeurd. Aannemelijk schijnt het, dat bij die gelegenheid B. Stuyvenburgh werd uitgenoodigd, om op de Noordzijde van den Toren, die van den eersten, Romaanschen bouw, na den brand was overgebleven, en die bij vergrooting der Kerk in Gothischen stijl in de Kerk werd ingesloten, tot herinnering aan dien vroegeren bouw, den Patroon der Kerk af te schilderen. Blijkens dagteekening, 25 Juni 1687, was zulks spoedig genoeg ge- daan. Wat het jaartal 1682, tusschen hetwelk de eerste letters van des schilders voornaam en naam geplaatst zijn, aanduidt, zulks is ons onbekend. Het is een zeer goed stuk, dat echter in de laatste jaren door de vorst veel geleden heeft. Jordanus HOORN, geboren te Amersfoort in 1753- Ei" bestaan
van hem goed getroffen portretten en familiestukken; ook landschap- pen en teekeningen naar schilderijen van voorname meesters. Hij overleed, als stadsteekenmeester, in 1833 den 2den Juli, in zijn ge- boorteplaats, die hij van omtrent 1795 bewoond had. Verg.lMMERZ.il, bldz 54, Kramm, bldz. 744. Martinus Antonius Kuvtenbrouwer , geboren te Amersfoort
21 Nov. 1821, zoon van Martinus Antonius Kuytenisrouwer, Luite- nant-Kolonel kommandeerende het 4ae bataillon Nationale Militie, Ridder van den Rooden Adelaar van Pruisen, en van Johanna |
|||||||
— 310 —
|
|||||||||||
Gijsberta Sophia Kolff. Bij Kramm bldz. 923 leest men o. a.
dat Kuytenbroüwer niet is een van die flauwe modeschilders, voor wier penseelgewrochten de menigte in verrukking staat: in de natuur, zooals hij ze omvat, ligt een majesteit, een dichterlijke verhevenheid, die den geest vervoert en van alle nietige of alledaagsche zaken losmaakt. NiCOLAAS Pieneman, geboren te Amersfoort, en blijkens het
register van de Sintjoriskerk gedoopt 15 Januari 1809, was de zoon van Jan Willem 'Pieneman en van Anna Embroek. Zijn bekende talenten rangschikken hem onder de beste historieschilders van zijnen tijd. Hij overleed te Amsterdam 30 December 1860. |
|||||||||||
IETS OVER EEN .ANATOMIE"
VAN PIETER VAN MIEREVELT.
|
|||||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam , Secretaris van Delft.)
|
|||||||||||
IJ het doorbladeren van het VI. Keurboek der stad Delft,
trof ik daarin aan een besluit door de Heeren van de Weth 1) genomen omtrent eene schilderij, die weleer »op de camer van de anatomie hangende", sedert eenige jaren een plaats heeft gevonden in een der gangen van het Oude en Nieuwe Gasthuis. Ik bedoel de anatomie door Mr. Pieter van Mierevelt , den zoon van den vermaarden MlCHlEL VAN Mierevelt , 1) Dit college bestond uit de vier Burgemeesters en de zeven Schepenen.
|
|||||||||||
— 311 —
|
|||||
in den jare 1617 geschilderd, nadat het door dezen »geordonneert
en geteekent" was, volgens het zeggen van Bleyswijck i). Dat den medici en chirurgen daaraan veel gelegen lag, blijkt uit bedoelde resolutie, die ik hier laat volgen, voor zooverre zij op het schilder- stuk van Mr. Pietkk betrekking heeft. »Opt versouck vanden medicyns, zoo gegageerde (bezoldigde)
deser stadt als andere binnen deser stadt in de medicine practizerende, mitsgaders vanden chirurgijns, hebben mijnen heeren van de Weth, collegialiter vergadert, in heurluyder protectie genomen ende nemen by desen, een stuck schilderie, hangende op de camer van de ana- tomie, by tmerendeel vande medicijns en de chirurgijns deser stadt doen schilderen, begrijpend een anatomie, waarinne sy luyden nae 't leven sijn affgebeelt. Verbiedende de voorsz. heeren van de Weth de nacomelingen ofte successeurs, medicijns ofte hooftmans vant chi- rurgijns gelde (gilde) de voorsz. schilderije te mogen vercoopen, ver- vreemden ofte wt de voorsz. camere van anatomie transporteren of elders te brengen. Auctoriscrende henluyden, indyen de voorsz. schilderije waere vercocht, vervreemt ofte vervoert buyten kennisse van mijnheeren Burgemrn. inder tijt regierende, tselve tstuck schil- derie, waer men tselve buyten de Anatomie-camer kan vinden ofte becomen, an haer te trecken ende te doen hangen ter plaetse daert den voorsz. heeren goedduncken sall, sonder den coopers ofte ver- coopers daervooren yet te restitueren. Van gelijcken nemen de voorsz. 1) Beschrijv. van Delft, bl. 576. — Het schutterstuk van Michiel v. M.,
thans in de zaal opgehangen, waar het kantongerecht tot 1884 zitting hield, werd door hem geteekend en, nadat vermoedelyk een zijner leerlingen de voorstelling geschilderd had, lei hij er de laatste hand aan.' Dit blijkt uit het opschrift in den rechterbenedenhoek der schilderij, waar met gouden letters te lezen staat: Michiel a Miebevelt delineavit et perfunctoriè pinxit. Zie voorts over Mr. Michiel Jansz. van Miebevelt, de Ne ierl. Spectator, 1870 en mijn „Wandeling langs Delfts straten en grachten in 1600", Delft, "W. Beets, 1882, bl. 32 y., bl. 70 v.v. |
|||||
— 312 —
|
|||||
heei en in heur protectie ende bescherminge, etc. Actum den XXltl.
September 1619." Behalve de werkelijke kunstwaarde van het stuk, mag hier wel
een weinig ijdelheid in 't spel zijn geweest, die de gildebroeders de protectie der Meeren van de Weth deed inroepen; een motief trou- wens, dat het portretteren vroeger, thans het photographeren zeer in de hand werkt. Ofschoon de anatomische les van Pieter van Mie- revei.t een soortgelijk onderwerp voorstelt, als door Rembrandt van Rhijn in diens wereldberoemde schilderij is verbeeld, bestaat er een aanmerkelijk verschil in de artistieke waarde van de beide kunstge- wrochten, zooals bijv. tusschen een gedicht van Joost van den Vondel en een van Antonides van der Goes, of van een ander poëet van den tweeden rang, wordt waargenomen. Met dat al zijn en blijven ze beide gedenkteekenen van wat de schilderkunst toen in dat genre voortreffelijks vermocht te scheppen; latere anatomieën, waarbij »de faculteit" in korten broek en gepruikt of gepoeierd assis- teert, doen dit feit nog duidelijker uitkomen. In den ^Inventaris van de goederen sijnde op de Anatomie-Camer",
vond ik de volgende schilderijen vermeld: »Een bordeken 1) van een Anatomie; gelijst".
»Een bordeken met een kint ende dootshooft, staende in de
hant 2); gelijst". »Een bordeken met een dootshooft ende Vanitas 3); gelijst".
«Een stuck Schilderij van vijffthien personen met een sub-
1) D. i. een schilderij op paneel. Bord, berd beduidt plank en tafel, Lat,
tabula, dat ook schilderij beteekent. Het was dus een schilderij, in een lijst gevat, voorstellende een ontleedlnmdig onderwerp. — De maker wordt niet genoemd. 2) De woordvoeging is wat verward: de schilderij vertoonde een kind, dat
met een doodshoofd in de hand staat. 3) Een allegorische voorstelling van de ijdelheid der menschelijke zaken.
|
|||||
— 313 —
|
|||||||||
jectum daerin, 't wclck Mr. Michiel van Mierevelt sijn ordon-
nantie is ende syn soon, Pieter van Mierevelt, geschildert heeft int jaer 1617; met twee gordijnen daervoor". Van al de in den Inventaris opgesomde zaken is alleen de ana-
tomische les van Pieter van Mierevelt bewaard gebleven. Het overige is den weg van alle vleesch en vele collecties gegaan : het is nl. op de een of andere wijze verdwenen; hoe en wanneer valt moeilijk te zeggen. Het verbod, in de resolutie van 1619 vervat, schijnt ten langen leste krachteloos te zijn geworden voor de »suc- cesseurs" van hen, die voor ruim twee en een halve eeuw den inventaris van »alle 'tgunt de Anatomie-camer (was) aengacnde" onder de hoede stelden van den stedelijken magistraat. |
|||||||||
KUNSTHISTORISCHE BIJDRAGEN
UIT HET DELFSCH ARCHIEF.
|
|||||||||
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam , Secretaris van Delft.)
UDE testamenten, Thesauriersrekeningen, loopende me-
morialen enz., behelzen vaak belangrijke bepalingen en posten, die de geschiedenis der oud vaderlandsche kunst betreffen en haar ten goede komen. In het archief van Delft, die weleer zoo vermaarde stad, waai' kunst en wetenschap evenzeer beoefend werden, als handel en nijverheid er bloeiden, wordt legio van bewijzen aangetroffen, die op een verleden betrekking heb- ben, waarvan het S'. Lucasgilde vooral zou hebben kunnen getuigen. VI. 40 |
|||||||||
— 314 —
|
|||||||
Jammer, dat van de papieren nalatenschap diev vereeniging alles ver-
loren ging, behalve hetgeen door den redacteur van dit Archief werd aan 't licht gebracht, i) Testament van een pastoor van 1550.
In een testament van Lambrecht Willemsz. van Varick, Proost
van Namen, pastoor van de Oude Kerk te Delft, in 1550 aldaar over- leden en in de Oude Kerk begraven, komen eenige bepalingen voor, die niet van belang ontbloot zijn voor onze kunstgeschiedenis. Hij schijnt een rijk man te zijn geweest en van aanzienlijken huize. 2) Ziehier eenige uittrekselen uit zijn testament. »— Ende noch in der hoge core, over die sagerstie (sacristie),
naest inyn Vrou van Arenburchen (Aremberg) gelas 3) van die passie of leven ons heren, een gelas met myn ende myn ouders knielende daerin; daer toe maecke ick hondert cuolus guldens, ende daer in wil ick mijn sterfdach gescreuen hebben. Item men sal laten maecken op mijn graf een metale cande-
laer, gelyck tot Haerlem in St. Jans(kerk) voor die commandeur gemaeckt is, ende om die te coopen maeck ick vyftich gulden of meer, na den eysch. Ende daer sal men een caers op stellen; enz, 4) |
|||||||
1) Zie Archief, I, bl. 1—121.
2) Over de heerlijkheid en het dorp Varicq of Varix, zie o. a. V. d. Aa,
Aardrijkst, wdb. in voce Varik, dl. XI, bl. 528 v. Bij V. r». Lely, Wapenen en Stamdeelen der Veertigraden van Delft, HS. in fol. in 't Delfsch Archief bewaard, vond ik fo. 22 vs. Pieter Adriaensz. van Walenbttrch , Burgemr. van Rotter- dam, gehuwd met Maria PiETERSnn. Varick. Lambrercht v. V. was haar oudoom. Een zekere Heer Sasbout van Varicq was crfbaljuw der stede en kastelein van Byssel. 3) Geschilderd glas ot Kerkvenster.
4) De zerk met latoenen plaat, zoowel als de kandelaar, sijn „doir veran-
deringe van tijden, troubelen ofte andersins" verdwenen, even als het geschil- derd glas, waarop o. a. zijn wapen voorkwam, zijnde: van zilver, beladen met drie roode, afgesneden leeuwenkoppen, elk gedekt met een kroon van blauw; geplaatst 2 en 1. |
|||||||
— 315 —
|
|||||||
Item men sal mijn Epitaphium (grafschrift) inde kercke laten
heerlyck stofferen I) ende mijn ouders daerin maken. Ende noch stellen dat bordt2) van onze Vrouwe hemelvaevt, laten doren (deuren) 3) maken ende stofferen^, ende hangen dat voir myn alleenlijck (afzonderlijk) Epitaphium over die sagerstie 5) ende over die doir van het cleyn orgele 6), soe dat myn executoers zullen ordineren, enz. Item Haesken Aloutser .... een crues, ge dopt 7), van omtrent
een merck (mark). Item jouffrou Clara van Ci.euerdam maeck ick die dubbele
houte cop (beker, coupe) met silver beslagen, ende dat horologium mette clock ende wiser, dat sonder gewich- ten gaat 8); want ick die stucken hebbe gehadt van haer liberael donatie. Item Meester Michiel Doensoencj), pater van sinte Barbaren,
maeck ick een silueren beslegen seescip, die ick van heer Philips gehadt hebbe. Item myn groote tafel vant heylich cruys 10) sal men op
een outaer doen stellen van 't heylich cruys, enz." In een schrijven (zonder naamteekening noch datum), doch ver-
moedelijk van het einde der xvi. eeuw, na den beeldenstorm opge- |
|||||||
1) Versieren, sierlyk laten beitelen.
2) Schilderij op paneel. 3) Een zoogen. triptychon.
i) Beschilderen. 5) Zie Bleyswijck bl. 175. 6) Ibid. bl, 172 v.
7) Gedreven. Zie Kiliaen. Wdb. in voce doppen ende wt-kloppen
het silver. 8) Volgens Paul Lackoix, Les arts au Moyen-age et a 1'époque de la Re-
naissance, p. 183 v.v. zou de spiraalveer gedurende de regering van Kabel VII van Frankrijk (1422—'61) aldaar zijn uitgevonden. 9) Zie Oudh. v. Delft, bl. 190.
10) Groot schilderij van 't H. K. of de Passie ons Heeren. Ook dit schilder-
stuk is verdwenen. Men weet dat de altaarstukken, die vóó- de beeldstormerij op het Stadhuis alllier konden geborgen worden, ten Raadhuize van Haarlem zijn terecht gekomen. Zij werden in 1860 van gemeentewege in „het Huis met de Hoofden" te Amsterdam verkocht; voor hoe weinig is mij niet gebleken. |
|||||||
— 316 -
|
|||||||
steld en bij het testament behoorende, vind ik, dat het familiewapen
van Varicq snoch kenbaar (was) ende accordeert op een wapen, op een copere plaat metle coleuren, van omtrent een voet groot, en schijnt een van de wapens te zijn, die op de houcken van sijn (nl. L. V. V.'s) graf heeft gelegen en gesoudeert geweest." |
|||||||
Het spel van Jesse.
Behalve door het uittrekken der Schutterij werd de beroemde
«üelfsche orameganck", die bij gelegenheid der jaarmarkt plaats had, nog opgeluisterd door de verschillende gilden, die de fees'elijke stem- ming trachtten te verhoogen door het geven van vertooningen, waarbij naar den prijs der excellentie o ft e voortreffelijkheid werd gedongen. In de ordonnantie van tgilde van de brouwers i) wordt op dat gebruik gedoeld. Het 3 art. luidt aldus: »Item zoe en sal nyemandt die neeringe van de brouwerie doen, hij en sal int gilde weesen, ende hij sal alle Jaers den gilde geven vin gr. goids- dienst mede te doene2); hier voir sullen die hoefmens (hoofdmans) uytbrengen die helle inder spele van Jesse 3), tot coste van den gilde. In het 3e Keurboek van Delft, fo. 80 v°. wordt hel Schippers-
gilde bevolen »inde spele van Jesse uyt te brengen Sint Ursulen Schip, met alle zijn toebehoiren", enz.
Het schijnt, dat de Delfsche gilden voor dergelijke vertooningen,
1) Zio mijne Keuren en ordonnantien van Delft, bl. 173 en aldaar do noot 4).
2) Nl. op het gilde-altaar aan St. Steven gewijd.
3) Bij gelegenheid der processie op den eersten Zondag na St. Odulphus,
ter eere van O. L. Vrouw van Jesse, in de Kermisweek vertoond. Vgl. J. ter Gouw, de Volksvermaken, bl. 2G7 vv. — Maria Jesse of „hot bloemke Jesse" was een der benamingen van de H. Maagd, aangezien zij was gesproten uit do Stomme Davids, den zoon van Jesse of Isaï. |
|||||||
— 317 —
|
|||||
die tegenwoordig bij onze zuidelijke broeders nog in zwang zijn, goed
waren ingespannen. Althans zou men dat mogen opmaken uit de vol- gende extracten uit de Thesauriers-rekening van Dordt van 1506, die door Dr. Schotel in zijn Letter- en oudheidkundige avondstonden worden medegedeeld: »Item noch bet. die speelmeesters van Delft, omdat sij
leenden die duvelsaen sicht metten rocke: 1111. R.gl. — Noch bet. die duvelen met hoi ren cappeteyn Lucifer ende spoelman (speul- of speelman, muziekant) voir haer costen die sy deden: Vin R. gl. — Noch bet. Hubert die scipman van de duve- len reescapl) hier te brengen ende wederom tot Deltt te voe- ren : vi st." Den 20 Juni 1559 werd den trezorier Jan Jansz. Sasbout ge-
ordonneerd aan »die gildens", die op de Delfsche ommegang laatst- leden »hae re spelen om p rij se te winnen uytgebracht" hadden, een iegelijk van henlieden te betalen, volgens de acten, die hem van hunnentwege »onderteyckent met die Secretaris handt" over- geleverd zouden worden, te samen bedragende «hondert veertien stedekannen 2) wijns, de kanne gerekent tot 12 sis.; beloopt te samen an gelde 68 car. guld. 8 sts." Extracten uit Thesauriers-rekeningen van Delft.
»Den xixen Aprilis 1569 betaelt aen JAN Jorisz. , goudtsmit, drie ende veertich ponden van een silvere schael, wegende 1) D. i. alles wat tot de attributen en de uiterlijke gedaante der voor te
stellen duivels^behoorde, waaronder de „aensichte" of mommen (mombakkes- sen) en „rocke" of lijfrokkeu, in 't lat. tunica, geheeten, werden gerekend. Vgl. de uitdrukking: gereed en gekleed. 2) Een stedekan hield p. m. 2} flesch in. In 1636 werd de oude goede ge-
woonte om „op Kermisdach" aan verschillende corporatiën een geschenk in wijn te vereeren, afgeschaft, echter niet uit het oogpunt van bezuiniging. Dat motief werd bij de „mortificatie" van dezen of genen post van uitgave er steeds bij vermeld. |
|||||
— 318 —
|
|||||||
xxn onsen, by burgemeest. geschoncken myn heere den pastoiv van
d oude Kercke i) tot een gratuiteyt, van dat hy die stadt gedidi- ceert (sic) heeft 2) een boucxken van de hardoperie, ende voir andere diensten die stadt gedaen int reysen tot Loeuen, om te voorsien van een goet Catholyck Rectoer 3)..........xliii ,£.' »Noch ghesconcken (1571) Mr. Willem van Teïroede4), beel-
desnijder, ten tijde hij het hoochautaer in d oude Kercke ghemaeckt ende tzelve by den Kerkmeesters opghenomen werden, VI stede canne wijns, belopende.............vu X mi se." »Noch ghesconcken (1571) Mr. Gillis, walsche schoolmr., ende
Mr. Hennrick Junius, ten tijde zijluyden inde vasteauont eenighe speelen agerende waren, elcx zes stede canne wijns, belopende tsm..................xmi <£ vm se." «Betaelt (1571) Heynrick Schüyfp, Jan Jansz., Hans van der
Linden ende Daniel Woutersz., alle speelluyden, uyt zaecke dat zyluyden tot vier verscheyden reysen voir de processie op scharmeyen (schalmeyen), mitsgaders ten tijde als men tperdon 5) publiceerden, ghespeelt hebben, blyckende by quitantie. xxmi j£." «Mijnen heeren de Burghemeesteren hebben den xxvnen Juny
1584 ghecocht van Abel Willemsz. , gou tsm it, een dubbelden vergulden coppe, op den anderen sluytende wegende xxxvm oneen ende vin Engelschen (engels), tot 111 gl., omme daer mede te vereeren den doope van Zijne Excie. 1). Dus alhier, blyckende, enz. de somme van.......ie xx gl. xix st." |
|||||||
1) Mr. Maektijn Dunckanns. Zie: Foppens, Bibl. Belg. II, bl. 853 vv.
2) Heeft opgedragen.
3) Voor de Latijnsohe School.
4) Zie o. a. Bleïsw. bl. 168 vv.
6) Zie o. a. Motley, II, bl. 265 vv. (Stederl. vert).
|
|||||||
— 319 —
|
|||||||
Extracten uit de dagelijksche besognes van HH. Burge-
meesteren der Stad Delft in 1660 en volgende jaren. Ten einde »de vervallen Paerde-Marct, tot beneficie vande Stadt,
met alle mogelijke middelen te releveren" en wederom in haar ouden bloeienden staat te brengen, werden door Burgemeesters o. a. prijzen uitgeloofd en vereeringen geschonken. Zoo werd den 16 Mei 1660 aan Willem Brugman, goudsmid
»over een silveren Roscam ende een paar sporen", tegen de laatste paardenmarkt hier gemaakt en geleverd, betaald 122 gl. 16 st. Dezelfde goudsmid en de zilversmid Daniel de Berch deden in
den loop van 1661 ieder een belangrijke leverantie aan de stad. Eerstgenoemde ontving de som van 973 gl. 13 st. »over het leveren van eenigh nieuwt2) silver ten behoeve der stadt, alsmede het snijden van eenige wapens en het uytdoen van andere"; aan zijn collega werd 604 gl. 8 st. uitbetaald voor een zilver bekken met een lampet, dat p. m. ƒ 570 kostte, de rest bracht hij in rekening voor zilveren lepels, bruineren, enz. Het algemeen gebruik onder alle standen der maatschappij van
aardewerk ten behoeve van tafel en keuken is nog van betrekkelijk jonge dagteekening. In de 17e eeuw was het tini), bij Vorsten en |
|||||||
1) Prins Frederik Hendrik. Voor pillegift vereerden Burgemeesteren,
Schepenen, Eaden, Veertigen en Vroedschappen „Joncker Frederich Heyn- drick", bij zijn doop als getuigen dier plechtigheid door Prins Willem uitge- noodigd, een lijfrente van 400 gl. 's jaars. 2) Uit de spelling van dit woord met een t aan het slot blijkt de Delfsche
afkomst van den toenmaligen Secretaris Mr. Hendrik Hendricksz. Vockestahrt. Die eigenaardigheid van het Delfsch spraakgebruik ia nog niet verdwenen. Men hoort door de mindere klasse nog dagelijks spreken van wegt, rakkert, loopert, etc. De eindmedeklinker van den naam mijner geboorteplaats, die oorspronke- lijk Delf heette, tengevolge waarvan Delfland, Delvenaars, Delfshaven wordt ge- schreven, heeft aan die hebbelijkheid wellicht het aanwezen te danken. De Ha- genaars gaan juist aan het tegenovergesteld euvel mank en spieken van gezeg in plaats van gezegd, enz. Nieuw staat hier tegenover oud en heeft met de compositie, nieuw zilver genaamd, niets te maken. |
|||||||
— 320 —
|
|||||
aanzienlijken het zilver, de voorname grondstof, waarvan schotels,
tafelborden, bierkannen, kroesen, enz. werden gemaakt, terwijl het Delfsch aardewerk bij de minder gegoeden en de lagere klassen der burgerij voor hetzelfde doel werd gebezigd. Met zilver beslagen wer den Delfsche porcelein-werken, gelijk het aardewerk van fijne vorm en bewerking genaamd wordt, als «kostelijke" vereeringen aan hooge personaadjes geschonken, zoo als in 1667 aan de gravinne Van Dona, gemalin van Z. E. den extraordinaris-ambassadeur van Zwe- den , blijkens deze aanteekening. »Den 20 Nov. 1667 aan Wouter Eenhoorn, platielbacker, voor
leverancie van verscheiden po rceleyn-we reken door dese stadt vereert aan de gravinne Van Dona, enz., betaelt. . 378 gl. 10 st. »Dito op den tresoiïer Graswinckel aen Daniel de Berg, de
somme van 148 gl. voor leverancie van zilveren kannedeksels." De vergaderingen van Veertigraden schijnen), even als in onzen
tijd bij sommige gemeenteraden in zwang is, ook 's avonds te hebben plaats gehad, welk vermoeden door de volgende aanteekening wordt versterkt. »Den 15 Deer. 1662 door den Tresorier aen Ariaentgie Ro-
chus, wedue van Crijn Andriesz. tot Rotterdam, over een copere croon voor de Raetcamer 2), wegende 123 pont, tot 15 st. 't pont, 150 gl. 14 st." Evenwel is het zeer goed mogelijk, dat men zulk een kroon,
wier gedaante op die der oude koperen kerkkronen geleek, onder de 1) Hieruit laat het zich gereedelijk verklaren, dat op de rekeningen van
Heerenmalen on andere feesten "Wel een bedrag voor gebroken glazen, maar nimmer voor gebroken borden, schotels en dergelijke voorkomt. 2) Zie Bleysw., bl. 122. Bij gelegenheid der jongste herstellingen binnen
het Raadhuis geschied, kwam in de voormalige, thans Torenkamer geheeten Raadkamer een gedeelte van het antiek plafond, onder de nieuwe pleisterlaag verborgen, bloot, edoch — het werd op nieuw bedekt. |
|||||
— 321 —
|
|||||
onmisbare meubelen rekende van een deftig gestoffeerde kamer, zelfs
al werden er nooit kaarsen in de armblakers geplaatst noch ontstoken. Bij de tapisseryen en »tapyte" stoelen van Maximiliaan van der Gucht, mocht uit het oogpunt van decorum, zoo min als van deco- ratie of ornament, aan de met snijwerk versierde zaal een massief koperen kroon ontbreken. Twee posten, betreffende »het logement van de Heeren van Delff
ende Gouda" in den Haag, bewijzen, dat die beide stemhebbende steden van Holland het begrip van degelijkheid, ook in zake de in- richting van hun tijdelijk verblijf als gedeputeerden ter Statenverga- dering, niet uit het oog verloren. »Den 27 Novr. 1660 werd aan de huisvrouw van Samuel Huls,
Kastelein in het logement van gemelde Heeren, 295 gl. 16 st. uitbe- taald »over de helft in 165^5- elle goude lecren, tol 58 st. d'elle, met eenige oncosten, in 't logement, enz. opgehangen, daer van de stadt Gouda de wederhelft betrek heeft." Den 28. Deer. van hetzelfde jaar ontving MaxjmiliaeN >an der
Gucht, tapytwerker, »voir deser stadts helft in een camer met tapyten in 't logement in den Hage gelevert, tegen 7 gl. 10 st. d'elle enz., met nog ses gl. voir de knechts, 't samen . . 951 gl." In 1661 gingen de Heeren van Delft en ter Goude voort met het
meubelen van hun gemeenschappelijk logement in de Hofstad. Den 18 Januari van dat jaar werd door den tresorier Van Bleyswijck aan ABRAHAM Gosensz. , tapijtwerker te Gouda, voor de leverancie van tapijten voor 24 stoelen en voor een tafelkleed betaald 221 gl. 13 st. 12 penn., als de helft van het gansche bedrag. Tot »defroyement" of vergoeding van kosten werd den 26 Mei
1663 aan Mr Alewijn ijk Vois, organist te Leiden, Johannks VI. 41 |
|||||
— 322 —
|
||||||||
Dijckx, directe u rvanhetklokkenspel te Utrecht, Jan Dircksz.
Schol, klokspeelder in Den Briel, DiRCK Jansz. Schol, orga- nist en klokspeelder te Arnhem, die alle hadden opgenomen de ton en het beijerwerk op de Nieuwe Kerk alhier, uit Burgemi's.-kastje i) 100 gl 16 st. ter hand gesteld. Den 14. Juni daaraanvolgende werd door stads-tresoiier aan
Annetje Coerden, waardinne in De Toelast, betaald 30 gl. 10 st., volgens haar rekening »over 't gene de Musicanten op 't opne- men van 't beyerwerck 't hare huyse verteert hebben." |
||||||||
Den 2 Maart 1669 werd door den tresorier aan Dirk Scholl,
organist 2) in de Nieuwe Kerk dezer stad, uitbetaald de som van 25 gl. in remuneratie van de dedicatie door hem aan II. E. Achtbaren de Burgemeesters gedaen van de »musycq" door hem gecomponeerd en genaamd: Den spelenden Kushemel. |
||||||||
1) Dit was een particulier fonds ter beschikking vau Burgemeesteren, om
daaruit gratificatiën, douceurs, belle-chière's, vereeriugeu, prijzen enz. te bekos- tigen, waarmede geleerden, kunstenaars, industrieeten e.a, meermalen weiden vereerd. Hun spreuk was: Honos alit artes, en het aanmoedigen der be- oefening van wetenschap en kunst rekenden zij tot de regeeringstaak te behoo- ren. Zij beschouwden echter de kunst niet als een zaak, die officieel moest worden gekoesterd. Hun belooning was een vereering van en na het gewrocht, geeu premie om tot het scheppen ervan op te wekken. 2) Sedert 1665 organist en klokkeuist te Delft. Zijn portret, in zwarte kunst,
naar de schilderij van T. de Wilt, is bekend. Hij stierf op den 81. Maart 1727 en werd in de Oude Kerk begraven. Op zijn grafzerk staat het volgende te lezen: Hier rust Dirk Scholl, die ruyni twee meer als sestigh jaren,
Besielde 't klokkespel en 't Nieuw Kercks Orgelwerck,
Sijn leefftijd wierd beperkt, als ses en tagtigh waren, 't Onsterflijk leofd omhoog, en 't sterfüjk dect dees serck. Zijn zoon Hubertus Cornelis Scholl, die Dirk als organist en klokkenist opvolgde, rust in hetzelfde graf. Hij overleed den 12. Junij 174.1. Wijlen mijn neef. Dr. A. Scholl van Egmond, de boezemvriend van Njcolaas Beets, wien hij zijn Camera Obscura opdroeg, was aan gezegde „musijekaüten" vermaagschapt. Hu spreekt men van „artisten", „musici" en „maëstri"; „muziekanten" zijn „dii minorum gcutium" geworden. |
||||||||
— 323 -
|
|||||||
Tombe voor den Hr. Hugo de Groot.
Den 21 July 1663 hebben de Heeren Burgemis. en Regeerders
der stad Delft, op 't verzoek van den Hr. Mr. Pieter de Groot, pensionaris der stad Amsterdam, zoo voor hem zelven als van wegen zijn zuster, Vrouwe Cornelia de Groot, aan hun Achtb. gedaan, na ingenomen berigt en advys van de Heeren Kerkemi's. binnen de voorsz. stad, geconsenteerd en toegestaan, dat de gemelde Hr. De Groot zal mogen doen opreglen in het Choor van de Nieuwe Kerk alhier, op de graven, daar de Hr. Hugo DE Groot, hunluider vader zaliger gedachtenisse, begraven is, een tombe met de ornamenten daartoe behoorende, ter eere en gedachtenisse van den gemelden hun Heer vader; mits dat alvorens van de inscriptie daerop te doen stellen communicatie aan de Heeren Burgem™. gegeven en der- zelver approbatie daarop erlangd zal moeten worden. Vgl. Bl.EYSW., bl. 819. Het grafteeken, ter eere van het Delfsch orakel gesticht,
werd eerst in 1761 door 's mans nakomelingen opgericht en door den Delfschen Kunstenaar Van Zwol vervaardigd. In de Beknopte geschiedk. en plaatsel. beschrijving der stad
Delft, in 1840 bij J. de Groot alhier uitgegeven, wordt op bl. 41 vv. een beschrijving van De Groot's tombe aangetroffen. Van het door Petrus Burmannus Secundus gemaakte gedicht: Prodigium Europae, etc. bestaan twee Nederlandsche vertalingen, een van C. Onderde- WIJNGAERT, het andere van een ongenoemde. 1) |
|||||||
1) Onder het exemplaar der gravure van J. v. D. Spbuit, naar het ontwerp
van H. van Zwoll, in het Delfsch archief bewaard, wordt op hetzelfde blad de vertaling vau Bubmans vers door Onderdewijngaebt gevonden. |
|||||||
— 324 —
|
|||||||
Aan Jhr. ChRistoffel Delphicus van Dona, wesende stads-
pillei), door dezelve stad ten doop gepresenteerd op den S July 1631, is op zijn vertrek met zijn vrouw en moeder naar Oranje 2) vereerd een gouden ketting van zijn peters «daeraen te ge- de nek en"; wegende 4 oneen, lij engels, ten 36 JL het ons, ge- kocht van Willem de Man, goudsmid, en beloopende aan geld 170 <£ 15 st. |
|||||||
Orgel in de Oude Kerk.
Alzoo de Xleeren Burgemrs. en Regeerders der stad Delft met de Kerkmrs. deser stede goedgevonden hebben van zeker mi', orgel- maker (?) te Arnhem te koopen zeker orgel, gemaakt voor die van Venloo, om te stellen binnen de Oude Kerk aan den toorn, daar eertijds het groote orgel gestaan heeft; onder conditiën, dat de kos- ten van 't voorsz. orgel met den aankleve van dien zouden gedragen worden, half door de stad en half door de Kerken. En wesende 't voorz. orgel opgenomen door Helmbreker, organist te Haarlem, den zoon van mr. PlETER DEN Blinde, mr. organist te Utrecht, en den voorn. mr. Pif.ter, mi', organist in den Hage, op den 5 en 6 July 1633. Hebben de voorz. Meeren Burgemrs., op rekening van 't voorz. orgel, ordonnantie gegeven ten behoeve van de voorn. Kerkmre, op den thresorier van 1600 gl. Item, op rekening als vo- ren, 800 gl. In het 6e Memoriaal-boek van Burgemrn., fol». 214 v°., wordt
een aanteekening gevonden, waaruit blijkt, dat de schilderijen, die zich in 1752 ten Raadhuize bevonden — 22 stuks en 1 dubbel — 1) D. i. pupil of peetekind.
2) Zie mijne Mededeelingen uit liet Archief van Delft, bl. 77 vv.
|
|||||||
— 325 —
|
||||||
voor den prijs van f 40.— door den schilder Revnenburg i) werden
schoongemaakt en vernist, en wel bij aanbesteding! Gelukkig schijnt hij er niet aan gepenceeld te hebben, voor zoo
ver ik heb kunnen nagaan. Later, een 20 jaar geleden , werden de vier Schutterstukken hier bewaard, op uitstekende wijze verdoekt door den man, die o. a. op de Nachtwacht en den Schuttersmaaltijd dezelfde bewerking met gunstig gevolg toepaste. Jammer, dat hij zich niet uitsluitend tot het verdoeken, waarin hij uitblonk, heeft bepaald. Het restaureren is een zaak, die het slechts enkelen gegeven is naar den eisch te volbrengen. Herstellen, restaureren, zooveel mogelijk in zijn oorspronkelijken staat, met behoud van het nog bestaande en daardoor geleid, is volstrekt niet iets geheel nieuws voortbrengen, zij het ook in de manier van den schepper van het origineel of in den stijl van het tijdvak. Dit wordt echter maar al te dikwijls uit het oog verloren tot onberekenbaar nadeel van de kunst, die met geen fantasie-gewrochten van die soort gebaat noch gediend is. |
||||||
1) Hij was de schilder ecner „anatomie", die geplaatst is naast hetzelfde on-
derwerp, door de Miekevelt's, vader en zoon, behandeld, en daar een aller- droevigst figuur maakt. Zij bewijst, hoezeer de kunst is achteruitgegaan in een tijdsverloop van ruim honderd jaren. Hetzelfde verschijnsel jiedt de vergelij- king der tien portretten van de Oranjevorsten, door Miekevelt geschilderd en ten Eaadlmise alhier bewaard, met die door zijn opvolgers iu de „cuust van conterfeyten" vervaardigd. |
||||||
— 326 —
|
||||||
EEN PORTRET DOOR HERMAN VAN DER MYN.
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer Max Rooses, Conservator van het
Museum Plantin-Moretus te Antwerpen.) N de briefwisseling van Joannes Jacotsus Moretus vind ik
een vijftal stukken, welke ik hieronder mededeel en die be- trekking hebben op een portret van lord Baltimore, in 1720—1721 door Herman van der Myn geschilderd. In den eersten brief, gedagteekend Antwerpen 12 Februari 1721, bericht Moretus aan lord Baltimore, dat hij 1500 fl. voor het portret betaald heeft en vraagt langs weikeu weg zijn lordschap wenscht, dat het hem worde gezonden. In den tweeden brief, ge- dagteekend van Londen 19 Februari 1721, verzoekt lord Baltimore, dat zijn portret gezonden worde aan George Pennington te Rotter- dam en bedankt Moretus voor de moeite, welke zich deze gege- ven heeft. De rekening, gedagteekend 29 Maart 1721, bewijst dat het stuk dien dag naar Engeland over Ro'terdam werd gezonden en verklaard was voor eene som van 400 fl. Uit den derden brief van 17 Mei vernemen wij, dat Pennington het portret ontvangen had en dat Van der Myn voornemens was zich in Londen te ves- tigen. In den laatsten brief bericht lord Baltimore, dat hij het portret in goede orde ontvangen heeft, dat hij zeer tevreden is over het werk, dat alle kenners het bewonderd hebben en dat, indien de schilder naar Engeland wil oversteken, hij bereid is hem alle diensten te bewijzen, die in zijne macht liggen. Joannes Jacobus Moretus, waarvan hier spraak is, was in
1690 geboren; sedert 1716 was hij mede-eigenaar voor de helft |
||||||
— 327 —
|
|||||
van de Plantijnsche drukkerij 5 in 1730 werd hij er eenige eige-
naar van. Den 2ien April 1716 huwde hij THERES1A MECHTILDIS, dochter van den Antwerpschen bankier Franciscus Schilders. Hij stierf den 5en September 1757. Lord Baltimore was Charles, zesde baron van zijn naam, ge-
boren den 29 September 1699, die tusschen 1731 en 1745 ver- scheiden hooge ambten vervulde en gedurende eenigen tijd het graaf- schap Surrey in het Parlement vertegenwoordigde. Hij huwde den 20 Juli 1730 Maria, jongste dochter van Sir Theodoor Janssen, Baron van Wimbledon en stierf den 24^1 April 1751. Over Herman van der Myn kan men de uitgebreide levens-
schets bij van Gooi, raadplegen, Weyerman duidt hem aan als N. .. VAN der Myn en op grond hiervan wijdt Kramm hem een dubbel artikel, het eene als Herman het andere als N. van der Myn. In het tweede wordt gezegd, dat N. vermoedelijk de zoon van Herman was Volgens van Gooi, werd Herman van der Mijn in 1684 te Amsterdam geboren en bevond hij zich vóór 1716 aan het hof van den paltzgraaf. In 1718 deed hij eene reis naar Parijs, in 1727 woonde hij te Londen. Van Gool stipt een paar malen aan, dat van der Myn te Ant-
werpen gewoond heeft. Over het verblijf des kunstenaars in de Scheldestad werpen de Liggeren van de Antwerpsche Lucasgilde en onze brieven eenig licht. In 1712—1713 werd Herman van der Mijn als meester te
Antwerpen ingeschreven en in 1716—1717 werd hij voor de tweede maal in dezelfde hoedanigheid aangenomen. Tusschen die twee tijd- stippen moet hij dus in den Paltz verbleven hebben. Dat hij in 1720 en 1721 op nieuw te Antwerpen woonde zien wij uit onze brieven. Van der Myn had den naam zeer hooge prijzen te vragen voor
|
|||||
— 328 —
|
|||||
zijne portretten. Uit Moretus' schrijven leeren wij, dat lord Bal-
Timore 1500^?. voor het zijne betaalde: gewis een aanzienlijke som voor dien lijd. Mr. Lord Baltimore at Mr. Charles Lows at the
west of Wesminster-abby,
London.
Anvers, 12 de fevrier 1721
Esperant que vous jouissez d'une parfaite santé, je viens me donner 1'honneur de vous ecrire ce que j'aurois fait plutot si j'auvois seu votre addres lequel demandant de Mr. J. de Bruyn il se charga de vous demander par quel voye vous souhaitez que j'envoye votre portrait et a qui je Ie doit faire addresser a Osténde ou a Rotterdam. Je l'ai fait voir aux mellieurs connesseurs d'ici qui m'ont assuré que Mr. van der Mynen y avoit bien reussi ils m'ont conseillé de ne 1'envoyer que lorsque Ie verni soit bien sec de peur que la poussiere qui pouroit etre dans Ie vaisseau s'y tacha trop, apresant il n'y a rien a craindre tout etant bien sec desorte que la poussiere qui viende- roit desus se detachera tres facilement en Ie frotant avec une eponge remplie d'eau de pluie jespere donc d'aprandre au premier vos ordres pour pouvoir vous 1'envoyer afin que vous puissiez avoir au plus tot Ie contentement d'en juger vous meme. Mr. van de Mynen est parti pour Bruxelles dès qu'il avait achevés votre portrait depuis je ne l'ai plus vu a son depart il me dit qu'il vous auroyt donné part que je lui avoit payé pour votre compte en payement du dit portrait Ie 31 doctobre f 1500 florins argent de change en conformité de votre accord Mr. J. de Broyn m'a ecrit que je tiendroit compte avec vous pour / 600 florins d'hollande que je vous ai payé ici Ie 31 d'auoust pour compte du sudit Sieur, il vous plaira de m'adviser a votre como |
|||||
— 329 —
|
||||||||||
dité si vous souhaitez que je Ure sur vous les sudites sommes ou
que vous souhaites mieux de me les remettre en cas que vous me jugé capable dans ces quartiers a vous pouvoir etre de quelque utilité vous pouvez Milord librement disposer de celui qui fera toujouis gloire d'être un de vos etc. (Klad der brieven van Joannes Jacobus Moretus).
|
||||||||||
Londres Ie 19 Feb. 1720/21.
Monsieur. J'espere que ces lignes vous trouverons en bonne santez comme les vótres m'ont trouvez. comme vous souhaitez a sgavoir par quel voye d'envoyer mon portrait et a qui 1'adresser ( Je vous prie d'avoir la bonté de 1'envoyer sitót qu'il est possible a Rotterdam a Monsieur Geokge Pennington au Soleil d'Or. Touchant L'Argent que vous m'avez avancez vous n'avez qu'a tirer quand il vous plaira et je 1'accepteray. Au reste Monsieur je vous suis fort obligé du soin que vous avez pris de mon Portrait qu'aussi pour toutes les civilitéz que vous m'avez temoignez pendent ma duree a Anvers et s'il y a quelque chose en quoy Je vous peu rendre service Je vous prie de commander celuy qui est avec beaucoup de respect. Monsieur. Je vous prie Votres tres humble et tres d'assurer Madame Obeissant Serviteur
vötre Epouse de mes Balïemore.
tres humble Respect.
Adres: Monsieur
Monsieur Moretus,
demeurant sur Ie lombard de Vest a Anvers. |
||||||||||
VI.
|
||||||||||
42
|
||||||||||
— 330 —
|
|||||
Antwerp, 29 meert 1721.
Mynheer Joan J. Moretjs Debet aen R . Backx en Comp. en
Jan Westhuyse naer Rotterd: op Engelant transito om f 400: schilderye bestaende in een portret aen tollen . fs. 3:19
Prov........ » —:i6
op het hollans Comtoir verclaert oock om ƒ 400: — schil-
derye waervan de licente, vyf g1. tol paspt. etc. bedraegt in hollans geit £.. 4. 3. 1 d. Comt brab....... 27,18^
betaelt aen vracht & pasp'. ƒ 6,16: is brab..... !■ A
39-174
Ontfangen den inhout
deser adii 11 Julii 1721
Op de achterzijde: 11 Juli 1721 R. Backx. R. Backx ƒ. 39.17J
tol licente eta. Portrait Milord Balïemore Adres: D'heer J. J. Moretus. To the Right Honorable the Lord Baltimore att
Mr. Lows att the west end of Westminster Abby Lon don,
Antwerpen, may 17. 1721.
Mylord. Immediatement apres que je recu 1'honneur de la votre du 19 fevrier, j'ai fait addresser selon vos ordres, votre portrait adres chez Mr. PenningtoN, a Rotterdam, il m'a donné advis passé quelque temps de l'avoir regu et de vous 1'envoyer a la premier occasion , de sorte que j'espere qu'il vous sera bien parvenu sans être endomagé, Mr. vajs der Myn est fort curieux d'aprendre si vous en etes tout a |
|||||
— 331 —
|
|||||||
fait satisfait et si 1'on fait grand cas de son ouvrage, je m'imagine
qu'il a 1'envie de s'etablir un jour dans votre ville. Je prens la
liberté par cette de vous envoyer une petite memoire de 1'argent que
j'ai deboursé pour votre compte suivant laquelle sauf erreur il me
viendroit £ 211 :4 sterlings que je vous prie de faire payer a mon
beau frère Paul Franqois Schilders qui demeure actuellement a
Londres je lui ai envoyé a cette fin une assignation sur votre per-
sonne de la dte somme.
Je vous souhaite Milord longues années la continuation d'une
perfaite santé avee laccomplissement de tous vos desirs et conten-
tements si vous me jugez capable a y pouvoir contribuer vous n'avez
qu'a emploier celui qui aura toujours du plaisir et faira gloire d'être
avec respect etc.
(Klad der brieven van Joannes Jacobus Moretus.)
|
|||||||
Monsieur.
Ayant receu vótre lettre du 17 de May, Je fit recherche après
votre beau frere de sa demeure ou on m'assuroit qu'il etoit en cam- pagne. Mais sitót qu'il sera de retour Je luy payeray 1'argent que vous tirez sur moy. Mon Portrait m'est pervenu sans être endomagé, et je suis infinement Obligé pour touts vos Civilitez et aussi pour les grand soin que vous avez pris en 1'envoyant si bien conditionez. Je vous priez de dire a Mons. Van der Meyn que je suis fort content de son ouvrage et que tous les Connoisseur l'ont admiréz et en cas qu'il a envie de voir 1'Engleterre il en peut être assuréz que je Ie rendray tous les services que je peu. Monsieur, Je souhaitez que vous et toutés vótre Familie jouissiéz
d'une parfaite santé en vous prieant d'assarurer Madame vótre Epouse de mes tres humble respects et d'etre persuadé qu'en cas qu'il y a |
|||||||
— 332 —
|
|||||||
quelque chose en quoy je vous peu rendre service je me rejouiiay
de montrer que je suis.
Monsieur
Votre tres humble et tres
Obeissant Serviteur
Londres Ie 20 de May 1721 Baltemore.
Adres: Monsieur
Monsieur JOANNES Jacobus Moretus
a Anvers.
|
|||||||
ARNOLD HOUBRAKEN EN ZIJNE KINDEREN.
(Medegedeeld door den Heer P. J. Frederiks te Amsterdam).
OHAN van Gool schrijft inzijnNieuwenSchouburg
der Nederlantsche Kunstschilders en Schil- deressen: »Hij (Arnoi.d Houbraken) troude met de dochter van Jacob Sasbout, dien vermaerden opera- teur en steensnijder, en verwekte bij deze Vrou veele kinderen" en het is opmerkelijk hoe trouw alle biographen der HoubraKENS dit van hein nageschreven hebben. Allen stemmen met hem in, hoe «onzen eerlijcken Kunstenaer altijt achter het net vischte, het dorre strant ploegde en jaegde, daer niet te vangen was", en hoe deze nagenoeg even rijk aan kinderen als aan tegenspoeden geweest is. Houbraken zelf is wel de beste zegsman omtrent dit »veele kin-
deren"; geven wij hem dus het woord. |
|||||||
— 333 —
|
|||||
1685 den 3 Julij ben ik Arnoldus Houbraken met Sara Souborg
in den Houlijken Staat bevestigt, in de kerk van Alblas- serdam. 1686 den 30^Meij kwam mijn Huisvrouw in de kraam van een Doch-
ter genoemt Antonijna. 1688 Vrijdag tusschen den 11 en 12 Maart kwam mijn Vrouw in de
kraam van een Dochter gen: Geertrujj. 1691 den 4 Januarij s' morgens tusschen 8 en 9 uuren kwam mijn
vrouw in de kraam van een Dogter en is genoemt Janna Ehsabetii. 1692 den 17 November kwam mijn huisvrouw in de kraam van een
zoon, genoemt Joan. 1695 den 10 Febrewarie (sic) kwam mijn vrouw in de kraam van
een Dochten (sic) en wierd gen: Christina. 1697 op kersmis kwam mijn vrouw in de kraam van een soon, en
stierf den 9 dag, ger : Jakob. 1698 op Kersmis kwam mijn vrouw in de kraam van een soon en
wierd genoemt Jakob. 1700 den 26 November kwam mijn huisvrouw in de kraam van een
soon en genoemt Arnoi.dus.
1703 den 18 Julij, kwam mijn vrouw in de kraam van een dochter en wierd genoent (sic) Emerentia.
1706 den 16 Feberwari (sic) is mijn vrouw in de kraam gekomen van een soon genoemt JüSTiNUS.
Bovenstaande opgave, door Arnold Houbraken met flinke let-
ter geschreven, vond ik eenigen tijd geleden in een pak papieren; zij zelve licht ons in omtrent het aantal kinderen en doet ons tevens zien hoe weinig we Van Gool ook hier weer kunnen vertrouwen. |
|||||
— 334 —
|
|||||
Hij toch, die het Vervolg schreef van den Grooten Schouburg
en die getuigt Houbrakens gezin van zeer nabij gekend te hebben, blijkt ook hier zich telkens te vergissen. En anderen, die meenden hem althans op dit punt te kunnen vertrouwen, namen die onjuist- heden over, weerlegden eikaars gissingen en lieten ons in 't onzekere. De volgende aanteekeningen mogen hiervan ten bewijze strekken.
Arnold Houbraken was nauwlijks 25 jaar oud, toen hij de doch-
ter van den bekenden steensnijder 1) huwde. Ouder de gedichten van David van Hoogstraten vinden wij er een »op een ets in zeer groot formaat door Arnoldus Houbraken, voorstellende diens schoonvader Mr. Jacobus Sasbout Souborg, in huiskleeding." Het is geheel onjuist Houbrakens vrouw kortweg Sara Sasbout te noemen, terwijl we bovendien telkens in officieele stukken Sara Souburg vinden Arnold Houbraken overleed te Amsterdam den 14611 Octo-
ber 1719 en werd den l8en dier maand in de Nieuwezijds Kapel begraven. Zijn weduwe overleefde hem ongeveer tien jaren. 25 October 1729 werd Sara Souborg wede. Arnold Houbraken, komende van de Prinsengragt, tusschen de Leydse Kruysstraet en de Spiegelstraet (sic) in de Nieuwezijds Kapel begraven. Arnold Houbraken heeft zich niet «omstreeks 1706" of »in
1707" te Amsterdam metterwoon gevestigd. Eerst den 8en October 1710 betaalt Arnoldus Houbraken, van Dordrecht, het poortergeld. Het is bekend, dat niemand in een gilde kon opgenomen worden, 1) Antonius de Heijde M. D. zegt van dezen „Middelburgschen operateur"
Jacobus Sasbout Souburg , dat hij voor den besten steensnijder van Par ij s niet behoefde te wijken wat niet verhindert, dat den beroemden man den 1 Juli 1661 te Zwolle werd „geaccordeert in de markt van Sint Jacob op een toneel publijquelijk te mogen voorstaan ende zijn medicamenten te veilen." (BijdragenOverijssel 1,68). Later ging hij naar Dordrecht. Den naam Soubuhg ontleent hij aan het ouder Alblasserdarn gelegen „adellijk huis" van dien naam. |
|||||
— 335 —
|
|||||
zonder poorter te zijn en dat niemand om geld zijn beroep kon uit-
oefenen zonder in een gilde te zijn. Houbraken is hier gekomen som beter in de behoeften van zijn huisgezin te kunnen voorzien, op raad van den kunstliefhebber Jonas Witsen" , die hem wel aan- stonds aan het werk gezet zal hebben, terwijl »deze Maecenas" hem tevens wel onmiddellijk het poortergeld zal hebben laten vol- doen. Antonyna, door hare levensbeschrijvers Antonia genoemd en
tegelijkertijd aan den schilder Anthony Elliger uitgehuwelijkt, is de bij Kramm ongenoemde dochter van Arnold Houbraken. Er be- staat een dorpsgezicht van Juffrouw Houbraken, weduwe J. Stellingwerf, naar het leven geteekend in 1729. Dit is van haar hand. Alweer is het Begraafboek der Nieuwezijds Kapel onze bron. We lezen daar namelijk: 12 December 1736 Antonina Houbraken, wedwe Jacobus Stel-
lingwerf, komt van de Princegragt tusschen de Spiegelgragt en de Leydse Kruysstraet..........f 15.—.— We leeren daaruit tevens, dat Stellingwerf, door Kramm,
Van der Aa en hunne naschrijvers met eene J. aangeduid, Jacobus heette en ook dat deze teekenaar ten onrechte Johannes genoemd wordt in de Beschrijving van deStedelijke Kunst verza- meling te Leeuwarden (1875 bl. 125), welke gissing te gevaar- lijker is, daar Jan Stellingwerf werkelijk bestaan heeft. 28 Februari 1710 ondertrouwde Jan Stellingwerf, plaetsnijder van
Amsterdam, out 26 jaer, geass. met zijn broeder Jacobus Stelling- werf, met Jannetje van Bergen, van Amsterdam, out 32 jaer. Hun vader eindelijk, leeren we kennen uit de volgende aanteeke
ning in het Begraafboek der Nieuwezijds Kapel: 27 Januari 1723 begraven Engeltje Stellingwerf, bejaerde
|
|||||
— 336 —
|
|||||
dochter, komt uyt de Kerckstraat ten huyze van PtETER STELLING-
WERF, haer vader . . -.........../' 15------- Jan Houbraken, van Dort, kaertmaecker, wonende Tweede
Goudsbloemdwarsstraat, out 27 jaer, huwt 22 Juli 1720 met Annetie Roloff, van Amsterdam, 25 jaar, wonende Op't water, geassisteert met haar vader Cornelis Roloff. Jacoeus huwde 4 Juni 1733 Christina Schaak, welk huwelijk
den 2ien Juni in de Nieuwe Kerk werd ingezegend. »Syu huis- vrou Stijntje" werd 14 Mei 1768 in de Nieuwezijds Kapel begraven; terwijl zijn lijk den 18™ November 1780 in hetzelfde graf bijgezet werd, (komt van de Prins en gr aft over het Amstel- veld). Van hunne kinderen is alleen bekend hun zoon Jacobus Arnol-
dus, den I2en October 1735 m de Nieuwe Kerk gedoopt; diens zusters kwamen ook ons niet voor (Vgl. A. Ver IIuell, Jacobus Houbraken et son oeuvre, supplément, page 7). Den 130» November 1727 huwde Arnoldus Houbraken van
Dordt, 27 jaar, wonende Prinseugragt bij de Spiegelgragt en geassisteert met zijn moeder Sara Soeburg , met Magdalena de (sic) Klerk, van Amsterdam, 21 jaar. Eene dochter van dezen Arnoldus en Madeleine le Clerq, werd 22 Juli 1736 gedoopt. De gissing van Jhr. Mr. A. Ver Huell, dat de Geertruy
Houbraken, die bij dezen doop getuige was, eene zuster is van den bekenden graveur, blijkt volkomen juist te zijn. Wel komt ongeveer gelijktijdig met haar eene naamgenoote voor, doch deze is een doch- ter van een Doopsgezinden korendrager. Bovendien zal Arnolds zuster wel bij die plechtigheid de voorkeur gehad hebben , boven de dochter van Joost HoBRAECK, zooals die coorndrager eigenlijk heet. Nog rest ons Antiiony Elliger , als schoonzoon van A. Hou-
|
|||||
— 337 —
|
||||||||
braken. Vreemd is het, dat Van Gool, die haar toch van zeer
nabij gekend heeft, spreekt van de dochter van Arnold Houbraken, die met Anthony Elliger huwde, terwijl hij breed opgeeft van de bijzondere gaven van de jongste hunner 'twee dochters Christina Maria (geb. te Amsterdam 1732), bekend als teekenares van crayon- portretten. Het kerkelijk inteekenregister van Amsterdam meldt ons van
hen: 20 April 1724 Antoni Elliger van Amsterdam oud 23 jaar
wonende in de Lijdsedwarsstraat, geasst. met sijn vader Otïo (sic) Elliger en Kristijna Houbraken van Dort oud 28 jaar op de Spiegelgraft, geasst. met haar moeder Sara Sokburg. Eerst 22 Augustus 1726, dus lang nadat hij zijn 24e was inge-
treden, lezen we in het Poorterboek dier stad: Anthony Elliger, schilder, zoon van Otïo Maer (sic) Elliger,
mede schilder en poorter, is een ingebooren poorter, belasten(de), enz. Elliger schilderde te Amsterdam »tot hij rijk was", vestigde
zich toen te Haarlem en ging vandaar naar Ede (Gelderland) na den dood zijner vrouw. In het overlijdensregister der gemeente Ede staat alleen ver-
meld: Anthony Elgers (sic) van Amsterdam, begraven onder zerken in de kerk den 5 Junij 1781. Onjuist was het dus, zijn sterf- dag op 4 Juni van dat jaar te bepalen. |
||||||||
VI.
|
||||||||
43
|
||||||||
— 338 —
|
|||||||
FRANgOIS CARREE EN ZIJNE ZONEN.
(Medegedeeld door den Heer P. Haverkorn van Rysewyk, Directeur
van het Museum Boy mans te Rotterdam). |
|||||||
N nommer io van het Maandblad van het Genealogisch-
heraldiek Genootschap De Nederlandsche Leeuw, Jaargang 1886 — waarvan secretaris is de heer A. A. Vor- sterman van Oyen — staat eene genealogie, betiteld: «Geslacht Carré", door O. Gualtherie d'Aumerje. Terecht zegt de schrijver in zijn aanhef dat «er verschillende personen van dezen naam zoowel hier te lande als in België en Frankrijk voor- komen"; immers, het zou moeilijk vallen om twee personen te vin- den, die niet verschillen. Minder kunnen wij hem gelijk geven, wanneer hij vervolgens zegt, dat het niet geringe aantal menschen, die dezen naam droegen, «waarschijnlijk tot één geslacht behooren." Gaarne toch beken ik nieuwsgierig te zijn, hoe hij het bestaan van een familieband zou bewijzen tusschen den heer Jean Carré, die omstreeks het midden der 17e eeuw predikant der Waalsche ge- meente in Den Haag is geweest, en de schilders Carré of Carree, die in de residentie ter zelfder tijd geleefd hebben. Aangaande Franciscus Carree neemt de heerO.G.D'A. hoofdzake-
lijk over wat Van Gool in zijn Schouwburg der Nederlandsche Schilders, ongeveer honderd jaren na F. Carree, te boek stelde; |
|||||||
— 339 —
|
|||||||
nl. dat deze in Friesland a°. 1630 geboren werd en eerst tot de orde
der Jezuieten behoorde — hetgeen bij Van Gooi. beter aldus staat omschreven: »zijn vader zocht hem in den Geestelijken staet on- der den orden der Jezuiten op te brengen." Verder zegt hij, dat F. Carré, hofschilder was van prins Willem Frederik, stadhou- der van Friesland, en, na diens dood, van prins Hendrik Casimir; dat hij gehuwd was met Geertruyt Buys; dat uit dit huwelijk ge- boren werden: 2 Oct. 1656 te Amsterdam Hendrik Carré, in Sept. 1657 in Den Haag Michiel Carré, en dat hij te Leeuwarden aan de pest a°. 1669 is gestorven. Raadplegen wij de documenten, dan krijgen wij de volgende ge-
gevens: Op 26 Mei 1650 ontving het Haagsche S*. Lucasgild Fran- cois Carré's halve gildegeld, f 6, uit handen van den vendumeester Joris Bock, en Mei toekomende de andere helft 1). Of die andere helft werd betaald, wij vinden het niet aangeteekend, maar het is waarschijnlijk, want welke Carré dan deze zou de schilder van dien naam kunnen zijn, die 16 Oct. 1656 werd opgeroepen om met ande- ren de Confrèrie op te richten 2). Van G00L3) nu vertelt dat op 2 Oct. 1656 Franqois Carré te
Amsterdam een zoon geboren werd. Reeds Kramm 4) meende dat deze opgave fout moest zijn, en het gezag van Van Gool is onvol- doende om te doen gelooven — dat in Oct. 1656 Carree in Den Haag en zijne vrouw te Amsterdam zouden hebben gewoond, of dat de Haagsche schilders den i6en Oct. iemand als gildebroedev zouden hebben uitgenoodigd, die veertien dagen te voren nog te Amsterdam woonde. Vóór Van Gool gaat Houbraken, en deze zegt 5) dat |
|||||||
1) Obkeen, Archief V. 108. 2) ia. p. 60. 3) D. I. p. 122.
4) D. I. p. 221. 5) D. III. p. 382.
|
|||||||
— 340 —
|
|||||||
Hendrik Carré in 1658 te Amsterdam geboren werd, hetgeen
P. Terwesten in zijn handschrift bevestigt 1). Van Franqois' verblijf te Amsterdam hebben wij een souvenir in
het doopboek der Nieuwe Kerk. Daar wordt op 28 Nov. 1660 ver- meld de doop van »Anna, dochter van Fran<jois Carré en Geer- truy Büys, getuige Jan de Bruin en Jannetje de Bok." De laatste getuige herinnert ons den vendumeester in Den Haag, die Franqois bij het betalen van zijn meestergeld hielp, en zij bevestigt ons in het geloof, dat hier onze schilder is bedoeld, al waren er te Amsterdam ook andere Carré's2), ofschoon niet met dezen voornaam. Wordt geen nader bewijs bijgebracht voor de geboorte van Hen-
drik Carré in 1656, dan kan dit jaartal, m. i., nog niet als vast- staand worden aangenomen. Het is eerder te gelooven, dat Fr. Carré, na de oprichting der
Confrérie uit Den Haag naar Amsterdam is vertrokken en daar een paar jaren heeft gewoond. De prent der lijkstatie van den stadhouder van Friesland, prins
Willem Frederik , vindt men overal vermeld. Schilderijen van Fr. Carré zijn zeldzaam. De heer Mr. Nanninga Uiterdijk, Archivaris te Kampen, bezit er eene, geteekend F. Carré A». 1664. Zij stelt voor eene vrouw, die over eene onderdeur ligt en een tinnen bier- kroes in de hand houdt. Achter haar hangt een mand met een brief, geadresseerd aan: de heer J. van de Vene wonende in de Burgstr. te Antwerpen. 3) |
|||||||
1; Kbamm , D. I. p. 221. 2) Zie Oud-Holland, III. p. 306.
3) In Hoet staan de volgende schilderijen op zijn naam vermeld: 1752, 19 Apr. Kabinet M. Beükelaak, Douar. Halungius, in Den Haag Ho 284. een maneschijntje, zijnde een markt ........................ ƒ 5.—
1782, 28 Sept. Kabinet Jan Mazel, te Leiden.
Een maneschijntje, hierin vertoont sig een vrouwtje met een lantaarn
|
|||||||
— 341 —
|
|||||||
Omtrent den anderen zoon wordt het volgende gemeld:
»Michiel Carré, geb. te 's Gravenhage, ged. in de Kloos-
terkerk 21 Sept. 1657, get. Michiel Pasie, Mr. Grandyn, «officier van den ambassadeur van den Coninck van Frankrijk, »Catharina de Wit en Machteld Buys; hofsc'hilder van Fre- »derik I van Pruisen, (Zie J. VAN Gool, D. 1 bl. 125). Hij «stierf te Alkmaar A". 1728, zonder kinderen te hebben nage- »laten." Te eerder meen ik hierop de aandacht te moeten vestigen, om-
dat Olof Granberg in zijn uitmuntend werk over Les collections privées de la Suède, 1886, op gezag van den heer A. Bredius, mededeelt, (p. 49), dat Michiel Karre in Den Haag geboren is op 21 Sept. 1657 (dezelfde datum als boven), en overleden is te Alkmaar 7 Oct. 1747. Wat ons het eerst treft bij het lezen der aanteekening uit het
doopregister der Kloosteikerk, door den heer O. G. D'A. medege- deeld, is, dat noch vader noch moeder er genoemd worden; vervolgens wekt het bevreemding, dat één getuige tot den aanzienlijken stand behoort, terwijl de vader, gelijk wij gezien hebben, in 1650 moest geholpen worden door een vendumeester, en waarschijnlijk voor of in 1658 tijdelijk Den Haag verliet, Zeker niet omdat hij er aanzienlijke beschermers had. |
|||||||
in de hand, en een jongetje bij haar. Voor ............... f 1 — 16
gekocht door Cakeio, een nazaat.
1783, 18 Nov. Kabinet C. van Heemskeek, Don Haag: Boerengezelschap, p. H. 12 B. 9J Ehijnl. d.................. ƒ 310.—
Gezelschap rookende on zingende boertjes.................. „ 318—
1797, Aug. Kabinet van den Heer **** (Fizoo) te Amsterdam. No. 48, Twee
stuks binnenhuizen, bijde gestoffeerd met verscheide vrolijke rookende
en drinkende boertjes, natuurlijk fix en bevallig gepenseeld; ieder H.
13 Br. 12 dm. Pan.................................. ƒ 30 — 10
kooper: Haak.
|
|||||||
— 342 —
|
|||||
Tegenover den geboortedatum 1657 meen ik te moeten stellen
de volgende aanteekening in het Huwelijksaanteekenboek te Am- sterdam : »29 Maart 1686 Magchiel Karé, van 's Gravenhage, schilder,
»oud 24 jaren, in de Utrechtsche straat, de moeder tot Rijnsburgh, »en Antonia Steen, van A., oud 24 jaren, woont als boven, ge- assisteerd met haar moeder Geertruyt Brant." De bruidegom onderschreef deze aanteekening met zijn naam
voluit: sMichghel Carree." Was hij in Maart 1686 vierentwintig jaren oud, dan moet hij ge-
boren zijn in 1661 of 1662, maar kan hij niet geboren of gedoopt zijn in 1657. Men weet, dat dergelijke aanteekeningen niet altijd nauwkeurig zijn, maar een verschil van 4 a 5 jaren is toch te groot. Hierbij komt, dat Campo Weyerman, die Michiel Carree gekend heeft, (Deel IV p. 54) schrijft, dat deze schilder stierf te »Alkmaar in het Hofje Van Noord-Holland, op den 3™ Wijnmaand 1727, na deze woestenije des aardbodems te hebben bewandelt 65 jaren." Deze tijdgenoot en kennis meende dus ook dat M. Carree omstreeks 1662 geboren was. Maar men zal zeggen, dat Campo Weyerman slecht ingelicht
was. Immers volgens de «Naamlijst der gildebroeders van St. Lukas te Alkmaar", opgenomen in het «Archief voor Ned. Kunstgeschiedenis" Dl. II, p. 33, is M. Carree overleden den ■jm Oct. 1747, en niet in 1727. Om verscheidene redenen meende ik echter deze opgave in twijfel te moeten trekken. Ik vroeg nadere inlichtingen aan den heer J. NüHOUT van der Veen, Secretaris van Alkmaar en deze had de welwillendheid een nader onderzoek in te stellen, waarvan de uitslag was de mededeeling, dat in het doodboek van Alkmaar deze aanteekening staat: |
|||||
— 343 —
|
|||||
»6 Oct. 1727 begraven Machiel Karee, noordergang, No. 356,
gehuurd graf." In de Nederlandsche Leeuw is het jaartal 1728 eenvou-
dig Immerzeel nageschreven, zoo het niet eene bevestiging is van mijn vermoeden, dat de schrijver den in 1657 geboren Michiel Carré verkeerdelijk voor den schilder houdt. Bovenstaande aanteekening in het doodboek komt ook geheel overeen met Campo Weyerman's opgave: «gestorven 3 Oct. 1727", daar gewoonlijk minstens drie of vier dagen verloopen tusschen dood en begrafenis. Nu wij zien dat Campo Weyerman zóó goed ingelicht was, zijn
wij genegen ook te gelooven zijn bericht, dat onze schilder, «geboren ais op S*. Michielsnacht en waarschijnlijk daarom Michiel gedoopt, »eene gewoonte die zeer gemeen is onder de Roomschgezinden." Derhalve zou Michiel Carree geboren zijn in den nacht van 29 Sep- tember, en zou hij Katholiek zijn geweest, en is dit laatste waar, dan is het een bewijs te meer dat hij niet kan gedoopt zijn in de Kloosterkerk op 21 Sept. 1657. De heer O. G. d'A. zegt, dat Michiel Carree geen kinderen
heeft nagelaten. Campo Weyerman laat daarentegen op het bericht van zijnen dood volgen: »Onder andere kinders liet hij een oudste dochter na, genaamd Aliüa Carree, die een fraaie konstschilderes was in waterverw, en konstiglijk op het ivoor schilderde, en inzon- derheid op waaijers. En den konstschilder Hendrik Carree , ge- woond hebbende in 's Hage en aldaar overleden in den jare 1726". Waarschijnlijk heeft Michiel in Den Haag het eerst onderricht
in de schilderkunst genoten, en ging hij vervolgens te Haarlem bij Berchem in de leer, met wien hij later vertrok naar Amsterdam. Houbraken verhaalt (Dl. II p. 76) waar hij over Johan Visser handelt, dat deze »zich onder opzicht begaf van den konstschilder |
|||||
— 344 —
|
|||||
«Michiel Caree (geneigd tot het, verbeelden van osjes, koetjes,
schaapjes, enz,)" en braaf studeerde »want gemelde Carrêe" — zóó laat Houbraken volgen — »heeft mij betuigt, dat hij hem dikwijls »'s morgens ten vijf uren opklopten". Uit het verder verhaal blijkt dat M. Carree en J. Visser in hetzelfde huis woonden in 1692, op den i8en September. Is hij tusschen 1686 — het jaar van zijn huwelijk — en 1692
te Amsterdam gebleven ? Een bewijs van het tegendeel is er, voor zoover ik weet, niet, terwijl èn Houbraken èn Campo Weyerman over zijn verblijf in die stad spreken, alsof het geruimen tijd heeft geduurd. Volgens Friedrich NicolaÏs Nach richten von den Bau-
meistem, Bildhauern, Kupferstecher, Malern, Stukkatu- rern und andern Kii n s tle r n, welche vom dreyzehnten Jahrhunderte bisjetzt in undumBerlin sichaufgehalten haben — een aanhangsel bij zijn in 1786 uitgegeven Beschrei- bung der K önigl. Residenzstadt e Berlin und Potsdam,en naar officieele stukken bewerkt — bezweek C. A. Bega, die in 1688 uit Den Haag naar Berlijn was beroepen als hofschilder op een sala- ris van 500 rijksdaalders, den non Juni 1697 aan eene beroerte , en werd Michiel Carree door koning Frederik I in zijne plaats aan- gesteld. In 1702 werd Carree «Ausserordentlicher Adjunkt der Academie der Kunst e" en na den dood van koning Fre- derik I — welke in 1713 voorviel — »bekam er sein Abschied und ging nach Holland zurück". Carree zou dus van 1698 tot 1713 te Berlijn hebben vertoefd, ongeveer 16 jaren, wat tame- lijk wel overeenkomt met Weyerman's opgave, dat hij er »veer- tiend'half jaren" hofschilder is geweest. Waar hij, na zijn vertrek uit Berlijn hier Ie lande zich gevestigd heeft, is niet stellig te zeggen; |
|||||
— 345 —
|
||||||||
volgens de reeds gemelde biografen, te Amsterdam. Den 6en Dec.
1725 werd hij ingeschreven bij het S*. Lucasgild te Alkmaar (Archief v. Ned. Kunstg. Dl. II. p. 33). Op 30 Juni 1726 had hij nog eene verrekening met de Confrérie in Den Haag (Archief Dl. V. p. 143), »de oude Care van Alckmaar op rek: gld. 6.—." Zijn zoon Hen- drik, had zich in Den Haag gevestigd, werd er 20 Mei 1725 als meester ingeschreven, en stierf 'er — volgens Campo Weyek- man en Terwesten — het volgend jaar. ■ Zou die 6 gulden hiermee in verband staan? Het verlies van dien zoon heeft het laatste jaar van Michiei.'s leven zeker nog droeviger gemaakt, dan het reeds was, en het scheiden zal hem niet zwaar gevallen zijn, toen hij in de herberg »Hct Hof van Holland" de oogen sloot. Eene lijst van M. Carrke's schilderijen zal ik hier niet bijvoe-
gen, daar zij zeer talrijk zijn. Slechts zij herinnerd, dat hij gedurende eenigen tijd Adr. van de Vei.de althans zooveel nabijkwam, dat som tijds zijn werk op diens naam werd gesteld. |
||||||||
VI.
|
||||||||
44
|
||||||||
— 346 —
|
||||||
VERBETERING.
|
||||||
Bladz. 264, regel 6 v. b. staat: pag. 87 laatste regel v. o., lees:
regel 9 v. o.
Bladz. 272, regel 7 v. o. staat: van Dort, lees: van Tiel. |
||||||
— 347 —
|
||||||||||||||||||||||
BLADWIJZER
VAN HET ZESDE DEEL.
|
||||||||||||||||||||||
Blad
Abcoude van Merthen, J.E.Van302 Achtevelt. Ev. Seegersz Van 297 Advocaat. Jan.....276
Aert Van Leyden .... 58
Aertsen. Nic......180
Aertsz. Pr. [Lange Pier] 33, 34.
[49, 5° |
Bladz.
-263.
172.
3^3-
3H.
S.
12.
218.
34-
1, 343-
34-
|
|||||||||||||||||||||
Anseel. Mahuw . . .
Anteunissen. Joost Appel. Gijsb. Jacobsz. Aremberg. Vrouwe Van As. Jan Claesz. Van . — Pr. Van .... Assenberch. Jan . . Ast. B. Van der . . Aumerie. O. G. d' 338, Avercamp. Hendrik . |
||||||||||||||||||||||
Aldewerelt. Coni. Van
--------- Nath. . . . |
||||||||||||||||||||||
277
223 59 '79 315 |
||||||||||||||||||||||
37
|
||||||||||||||||||||||
Alewijn. Abraham . .
Aller. Van ....
Aloutser. Haesken , .
|
||||||||||||||||||||||
Baan. Jan De.....69.
Back. Frans......14°-
Badens. F.......35-
Baerle. Jan Van . . . • 4°-
Bakker. Hoebert .... 249. Balen. Hk Van.....36-
Ballioene. Jul. Caesar. . . 226.
Balthazar Florisz. Plaetsnyder 19. Baltimore. Lord. . . 326—332. Barbier. Corn. . 113, 115, 121. |
||||||||||||||||||||||
Amersfoort Naamboek Lucasgilde
[te, door W. F. N. Van [Rootselaar, 296—310. Anatomie. Iets over eene, van
[P. Van Mierevelt, door [Mr. J. Soutendam 310—313. Angel. Dierick.....210.
----------- Flip . . 209—213, 220.
Anseel. (Angel) Ph. . . . 208.
|
||||||||||||||||||||||
— 348 —
|
|||||||||||||
Bladz.
Barend. Dove.....36.
Barensz. Jacob.....24.
Barentz. Dirk.....36-
Barghen. Jan Van. . . . 117.
Barlaer. Abr. V. 176, 188, 192, 204. ---------Corn. V. 171, 203, 262, 263.
Bart. Frans . . . . 118, 126.
Barthem. Jacs. V. 197, 199, 203, 252. |
Bladz.
Becasse. Joris 195, 204, 210, 220,
[224.
--------- Zie ook Bocasse.
Beckx. Jasper.....175'
--------- Jeronimus 172, 174, I7S>
[181, 186, 187, 191.
--------- Jeronimus, de Jonge 176.
--------- Johannes . . 192—207.
Beeck Maria Van.... 273.
Beek. Barent Van .... 301. Beeldemaker. Corns . . . 243. Beeldsnijders en beeldhouwers 121, [127, 133, >36. l8zi ,87,
[189, 190, 194 —198, 20t,
[204—207, 209, 210,212,
[217,218,220—227,229— [231, 234, 236—248..
Been. Jacob Matthys. . . 5
- Comelis De..... 135
Beets. Nic....... 322
Bega. CA....... 344
Beijeren. Van..... I72
Beyeren. Abraham Van . 44, 168
Bel<e Claes Janssens . . . 160
- Nic. ....... 258
- Reynier Van der ... 19
Bel. Huybr. De..... 250
Belkyn. Corns...... 197
|
||||||||||||
Bartschet. Ary.....
Bary. Aert......
--------- Christina ....
--------- Hendrik ....
--------- Margrieta ....
Bary's portr. v. Beverningh
|
|||||||||||||
'4-
68. 68. 65. 68. 68. 269. |
|||||||||||||
Bas. Burgemeester Dirk .
|
|||||||||||||
— Elisabeth Jacobsdr. 275—278.
— Engeltie Lubbertsz . . 270.
— Burgemeester Jacob 266, 267,
[269.
— Jacob Lubbertsz . . . 270.
— Jan Lubbertsz .... 270.
— Lubbert Jacobsz. . . . 270.
— Commissaris Pieter . . 267.
Basse. Jan......60.
Bastiaensz. Abraham . 182, 191.
Bastyaense. Jan . . . 149, 155- Batiste. Frangois .... 237. Baudous. Robert De . .. 42, 48. |
|||||||||||||
— 349 -
|
||||||||||||
Bladz
Bizet of Byset. Jan . 238—241 Blanck. Jan......110
Blankenhoff. Jan Teuniss. . 295
Blauw. Hend. . 225, 233, 234 Bleekere. Fransoys De . . 115 Bles. Hend....... 36
Bleyswyck. Ad. Dirck Van 28
Blieck. Daniel De 175, 186, 205,
[207, 208, 251, 252, 254.
Blijhooft. Zach. 192, 194, 200, 204,
[207, 208, 210, 213,
[214, 217, 218, 219.
Blinde. Pr. Den, Organist . 324.
Blockland.......36.
|
||||||||||||
Bladz.
Bemde. Hans V. d. 164, 167, 168. Bendervoet. Sim.....198
Berckman. Henr. 186, 191, 197,
[201, 209, 216—218. Berckmans. Hendrik . . . 108. Berg. Christoffel V. d. 260, 261. Berge. Jacob . . . 210, 217. Bergen. Jannetje Van. . . 334. Bergh. Dan. De. . . 319, 320. — Matth. De.....14.
Berghe. Jan Van 114, 119,123,124.
Bernaerdt.......125.
Bernard. Anth. . . . 250, 251.
Bemards. L. . . 172, 182—214. Berwick. Frederick . . . 149. Besems. Jacob.....206.
Best. Quir.......308.
Beukelaar. Kabinet M. . . 340.
Bezaen. GuilR . . 16, 149, 158. Biestman. Pieter .187, 189, 191. Bilderbeeck. Burgem. . . 304. Bilt. Adr. V. d. . . 246, 247. — Jacs. Adriaansz, . . . 248.
Birchoven. Willebr. Van . 300. Bitterboeck. Jan .... 208. Bitterhoek. Gysbr..... 250. Bittescboten. Joh. Van . . 297. Bizet. Joh. Andr. . 230—233. |
||||||||||||
Bloemart. Hans.
Blok. Prof. P. J. Blommaert. Jacob --------- Lowys .
Blommert. . .
|
. 36, 37-
• • 292,
. . 2114. 171, 191.
|
|||||||||||
• • 59-
|
||||||||||||
--------- Abr. 191, 208, 2io, 213.
[219- 221.
Blon. Michiel Le . . . . 61. Blondeels. Isaac . . . . 188. Bloote. De......«89-
Blotenburg. Ger.....3°8.
Bocase. Simon 182, 194, 203,295.
--------- Zie ook Becasse.
Bock. Joris......339- '
|
||||||||||||
— 350 —
|
||||||||||||||||||
Bladz.
Borgoeinge. Flep Van 153, 155.
Borm. Abraham. . 182, 190, 203,
[204, 205.
- Jacob.....234—237.
Bom. Abr.......197.
Borsselaer. Pr. 237, 238, 240, 241.
[255-
Borst. Gheryt Gherytsz. . . 36. Bos. Geert......119. - Jan 207, 22!, 225, 230—233,
[235-238, 255,
Bosboom. Willem Goverts . 66. Boschaert. Ambrosius 258—260. Bosscher. Dav......202.
Botter. Abr.......301.
----------- Jan ...... 302.
----------- W». ...... 301.
Bourgongen. Philips Van . 146.
----------- Zie ook Borgoeinge.
Bourset. Pouwels .... 19.
Bout of Boudt. Claes 201, 203, 204, [207. 210, 212, 213, 216, 221,
[224, 226. 228, 229, 233. Bouver. Davidt De . . . 188.
Bouwens. Pr. 149, 160, 258, 259.
Bouwensz. Waüch .... 17.
Bouwer. Arent . . . . . 33.
----------Hans ..... 33.
|
||||||||||||||||||
Bladz.
Boddeker. Joan Fred. . . 236. Bodeson. Jan 223, 235, 236, 238, [>39-
Boey. Gillis . . .175, 178, 184. Boeyannts. Hans . . 108, 121, Boekbinders . . 168, 250, 251. Boekverkoopers.....168. |
||||||||||||||||||
Boëtius. Julius Caesar.
Bogaert. Iraan, 173, 179. Bokel. Dirk .... Bokke. David . . . Bol. Hans .... Bolsvvard. Preekstoel te Bombergen. Gysbert Van BommeL Hans Van Bonden. Fictoor |
||||||||||||||||||
74
2, 187. 79-
240. 37-
295. 300. 128. 174. |
||||||||||||||||||
20
|
-21.
|
|||||||||||||||||
Boockelsz. Heyn .
|
||||||||||||||||||
248.
235-
197. 8. 300. 308. , 3°7-
1 <°—
198.
258,
'65.
|
||||||||||||||||||
Boogaard. Abr. V. d.
Boone. Fred. ———— Sr. Huybr.
Boot. Salomon .
Bor. Casp. ... — Nicasius . .
— Pouwels . . . 298, 29
Borduurwerkers. 135, 149, [172, 174—177, '79;
Boreel. Jacob .... Borghem. Heynderick Van |
||||||||||||||||||
— 351 —
|
|||||||
Bladz.
Bruyn. J. De......328. --------- Joost De . . 258, 259.
Buccoy.......59.
Bucq. Gerrit De .... 37.
Buyck. Peter.....298.
Buys. Geertr......339-
— Jacs.......• 233.
— Pauwels...... 52.
Buytenhem. W™. 176, 191, 196,
[201.
Bundel. J. V. d.....24.
Bundervoet. Dan.....231.
Buren. Heyndrick Van der 160.
Burcht. Isaack Van der . . 172. Bareken. Heyndrick Van . 149. Burg. Jan Willemsz. V. d. . 12. Burghart. Louwys Marthijn 250. Burmannus Secundus Petrus 323. Buskarée. Abr. . . . 202, 211. Busschop. Abr. . . . 237—241. Bye. Jacob De.....227. Calissen. Lodewyk Van . 192.
Callot........ 59.
Campagne. Arnoldus . . . 239.
Campen. Coin*. Jacob Van. 270.
--------- Jacob Van. . 304, 305.
______ W»>. Van .... 300.'
|
|||||||
Bladz.
Bowes. Guil......31.
Bramer. Leendert . . . . 26.
Brande. J. P. V. d. . 218—226, l>3!—235-
Brecht. Guilleam Van 170, 191. Breden. Cornylles Van . . 121. Bredius. A,, Ue gildeboeken van [S*. Lucas te Middelburg 106. Bree. Pr. Van .... 227, 228. Breecker. Joh......297.
Breen. Jacs. Van . . .211, 218.
Bres. Niclaus Du . . 167, 259. Breugel......37, 38, 41.
Bril. Jacob .... 231, 233.
Broeck. Crispyn Van den . 38. Broecke. Abr. V. d. . 210, 220 Broecke. Is. V. d. 221—225, 227. Broeckerhoff. Bast. ... 28. Bronchorst. Pr. Van ... 6. Brouwer.......59.
Btucelle. Jan.....108.
Brugge. Ilenrie Ter ... 37.
Brugge of Bruggbc. Cornelis Van
[114.
--------- Hans Van . . . . 169.
Bruggeman. Jan .... 225.
Brugman. W'»......319-
Bruyn. Corns. Joh. De . . 249.
|
|||||||
— 352 —
|
|||||||||||||||||||
Bladz.
Codde........38. - Gr., Wed. Jac. Bas . . 268.
Coedyck. Pr. Gerrit . . . 303. Coerden. Annetje .... 322. Coets, Koets or Koes 225, 234. Colyn. Chr. Verk. der Schilderij- verzameling 32. Colyn. Crisp......40.
--------- David.....39.
Coninck. Aert De .... 48.
Conincksloo, Hans Van 40, 57, [58.
Conset. Gillis..... 38.
Coorte. S. A. . . . . . 229.
Coot. Arn. Van .... 302.
Coppens. Coms..... 13.
---------Pieter...... 184.
Coppyn. Daniel .... 183.
Coquel. Pr . . . 203, 204, 206. --------- Vrouw van Pr. . . 204.
Cornelissen. Francoys 115, 127.
--------- Jan...... 162.
Cornelisz, Corn., De jonge 298.
--------- Hermen . - . . 297.
--------- Steven..... 204.
Corstanje. Jan..... 249.
Cosyn. Pieter..... 200.
Cousyn. Arent..... 13.
|
|||||||||||||||||||
Bladz.
Campenhout. Hans 177i 258, 262. |
|||||||||||||||||||
Can. Juffrou De
Carel. Jan Jansz Carelsz. Corns. . Carlier. Aernout Carree. Alida --------- Fraugois e |
. 180.
32, 40. 22.
. 68. • 343-
n zijne zonen, |
||||||||||||||||||
[door P. Haverkorn Van
[Rysewyk 338—345. Carré. Ilendr. 339, 340, 343, 345 — Michel . 339. 341—345- Cattenburch. Dirck Van 272, 276. Geulen. Cornelis Jansen Van 171. |
|||||||||||||||||||
Cinceer. Arend .
Cincq. Dr. Gisbertus Clays de Hollander Cleeff. Maarten Van Cleeuwerk. Joannis Clement. Antony . Clementsz. Jacob . Clercq. Madeleine De Cleverdam. Clara Van Cleynoven. Allardus . --------- Quiryn Aldert |
295.
67.
124.
38, 47-
'93- 168. 292. 336- 3«5- 28. 27. 149.
168.
298, 309.
|
||||||||||||||||||
Cnibbe. Jan . .
Cnoop. Elias De .
Cock. Gerrit. . .
|
|||||||||||||||||||
Cocqz. Gerrit.....303.
|
|||||||||||||||||||
— 353 —
|
|||||||
Bladz.
Couwenbergh. Covst ... 9.
Couwenbuich. Meetten Van 192, ['94
Couwenhoven. Corst Van . 22. Cvaack. Nic.......309
Crabeth. Luitenant-Kolonel N
[Scheltema, Laatste woord over [het geslacht.... 279, 293 --------- Dirk . . 102, 279, 293.
--------- Maria .... 63, 64.
--------- Pieter.....63.
--------- Reynier .... 63.
---------Wouter Pieteis . . 63.
--------- Wouter . . 279, 293.
Craen. Laureyns 183, 185, 199.
Cranen. Willem Jeroensen Van 157. Crans. Barent Willems . . 32. Crepel. Pieter . . . 279, 280. Cresce. Jannis . 216, 219, 220. Crieck. De Jonge Abr. . . 190. --------- Ueyndvick 167, 257, 260.
Criecken. Abraham 172, 174—176,
[178, 179, 181 —183, 190.192,194.
Cristoffel de glasmaker . . 131. Crynen. Abraham .... 187. Crystoffels. Dynggemansz. . 133. Croix. Hendr. La ... . 250. Cioos of Croes. Jac^.V. d. 209, 2tl. VI. |
Bladz.
Cruyce. Pr. V. d.....204.
Cruyff. Ant. . . .299, 301, 303.
--------- jan Anth.z. . 300, 301.
Cuyck. Cornelis .... 126.
--------- Jan......115.
Cuyp. Jacob Gerritsz. . . 184.
Dale Cornelis Cornelisz. Van 145,
[146, 152. --------- Pieter Van . . 151, 244.
Dalen. Ruth Jansz. Van. . 13.
Dam Pr........251. - van Noordeloos, Van . 277.
- Z-eger Van . 213, 215, 2l8;
[219, 226, 234.
Damen. Corns...... 7-
Damme. Anth. Van . . . 230.
Danckerts. Cornelis ... 59.
Dane. Jan.....250, 251.
Danielsz. Jan...... 25.
Danitz. Abr.....18, 19.
Dashorst. Gerrit Wz. Van . 297.
--------- Win. Van .... 298.
Decker. W», Jansz. ... 6.
Delen. Dirck Van 108, 177, 191,
[197, 201, 209.
Delff. Cornelis Jacobsz. . . 99. --------- Jacob Wz. . 24, 25, 99.
45
|
||||||
>54 -
|
|||||||
Bladz.
Delff. W"i. Jacobsz. ... 23.
Delfsch Archief, Mr. J. Soutendam,
[Kunsthist. Bijdr. uit het.
Delfsche Kunstenaars. Mr. ]. Sou-
[tcndam, Necrologium van [4—29, 99. Delft. Orgel in de Oude Kerkte 324. Delft. Sint Lucasgilde te . 313. Demetrius. Jean . . . . 194. Demontjuer. Alexander . . 189. Denens. Jan......209.
Desort. Eelix.....1(57.
Diemen. Francjoisa Van . - 1.
Diest. llend. v. 244, 247, 248, 256. Dingemans. Christoffel . . 126. Dyck. Filip Van . 108, 235, 246. Dyckx. Joh.......322.
Dyssen. Jan Ilarmansz.. . . 27.
Doensoen. Michel . . . . 315.
Dom. Pr. . . . . . . . 230.
Dona. Christoffel Delphicus V. 324.
--------- Gravin Van . . . 320.
Doorhout. Hansken Van . 114.
Doormalen. Wr. Van . . . 301. Doornmaale. Reynier Van . 300. Doren. Jacob Van . . . 183. Dorhcf. Vr. van Jacob Van 212. |
Bladz.
Dormaele. Wed. van Robrecht 191. ---------Thomas Van 191, 193, 196.
Dou. Gerard..... 2.
--------- Symon Van . . . 188.
Doutricour. Joos .... 225.
Douw. Mach. Van. . . . 212. Dozy. Mr. Ch. M. Veilingen van [Schilderijen in het begin
[der XVII eeuw 29—61 Duimen. Van.....141
Dupon. Joost.....14
Dürer. Albert . . 41, 59, 2'
Dürcrs dagboek .... 90 --------- portretten van Erasmus
[81, 264.
Duyvelicr. Ysaac .... 229 Dviyven. Steven Van ... 300 Ebel. Abr.....257, 258
Ebels. Beerent.....193
Eecken. Bernt Van 195—197, 200,
[209, 2i 8, 220, 222, 223
Eede. Jacob Van den 202, 210, 217
Eelen. Jasper Van. . . . 188
Eelkens. Gerrit.....44
Eenhoorn. Lambr. Van . . 15
----— Wouter Van . . I 2, 320
Eet. Cornelis Van den 1491 '55
|
||||||
— 355 —
|
|||||||||||||||
Bladz.
Fabrytius. Carel .... 10. Faukel. Fernande 164, 166—168. [257, 25S-
Ferny. Adr. Van .... 251. F'euyck. Gysbr. Lambr. V.d. 25. Fictor. Louys.....27.
--------- Zie ook Victor.
Fierens. Corns. Jansz. . . 234.
--------- Isack 175—179, 181—183.
--------- Jacques 181, 186, [96, 207.
--------- Jacop.....187.
--------- Jan 227, 230, 234—237,
[255-
Finiee. Am.......250. |
|||||||||||||||
Bladz
Egbertsz. Covn.....20, 23 --------- Zie ook Sas
Elias. Claes......61
--------- Pieter.....31
Elliger. Anth. . . . 335—337
--------- Christina .... 337
--------- Maria.....337
--------- Ottomar .... 337
Elling. Jacs.......249
Elsevier. Louis..... 11
Eist. Jeronimus Van der . 146
Embroek. Anna . . . . 310 Emmer. ....... 235 Erasmus.......264
Erasmus' portretten door Hans
[Molbein den jonge 95
--------- portretten door Dürer 81
[264
Erkelens. Pr. Van. . . . 250 Essen. Joris Van .... 187 Estir.ck.Wm. 180, 194, 197,200,207 Everaer. Abr. Abrahamsz. . 26 Everaers. Anth. . , 216 217 Eversdyck. Willem 186, 191—193 [197, 198, 202, 205, 208, 209 Evert van Amersfoort . . 41 Eycke. Simoen Van . . . 158 Eykelkamp. Matth. . . • 302 |
|||||||||||||||
Fizoo. Kabinet .
Flessiers. Baltesaer Fokke. Abr. . . Fonteyn. Mr. Jan --------- Paulus . |
|||||||||||||||
34 1.
149, (58.
242.
|
|||||||||||||||
45-
250. 58.
205. 41-
41. |
|||||||||||||||
Fort. Michiel De
Foucier. Poulus.
Franck. Sebastiaan
--------- De jonge
|
|||||||||||||||
—----- Zie ook Vrancken.
Frederik Hendrik. Prins . 319.
Frederiks. J. G. Aant. op Tafereel
[ter gedachtenis der heeren [van Montfoort 75—81. |
|||||||||||||||
— 356 —
|
|||||||||||||||||||
Bladz.
Frederiks. J. G. Portret der Wed.
[Zwartenhond, door Rem-
[brandt 265—278.
---------F. J Arnold Houbraken en
[zijne kinderen 332—337.
Gaal. Thomas . 108, 249—251.
Gaart, Jos. Van .... 236. Gaeyers. Abr. . . 224, 232. ----------- Jan......228.
Gallissie. Sr. Lowys Van . 185.
Geel. Jacob Van . 21, 22, 260. |
|||||||||||||||||||
Eladz.
Goens. Adr. Van .... 222. Goes.MalhysMaertehs Van der I 24. Goe'hals. Huybr. . . 191, 196, [202, 204, 206, 209, 2io, 212, [216—218, 220—225,227. Goetsvelt. Joh. Van . . . 297. Goltius......42, 59, 60.
Goncalo. Henriqz. (Compasmaker)
[151-
--------- Zie ook Palma.
Goorts. Joh.......297.
Goosewinkel. Bain. Van . 248.
Goosens. Pr.. . .258, 259, 262. Goossen. Dierick . . . . 108. Gou. Heinderick Van der . 164. Goud- en zilversmeden 1 69, I 891 [192, 194, 200, 207, 217. Goude. Aertes.....174.
Goudleermaker. 2 [ 5, 228, 231, 239'
Goudtswaard.Jan Leendertsz.V. 199. Goyen. Van......172.
Graeff. Adr. V. d.....201.
Graveurs. Luitenant-Kolonel N.
[Scheltema, Drie Goudsche. [6 1—70. Grendel. Gerrit De 238, 241—244. Greuser. Pr. Adriaansz . . 281. Grimani. Huybr.....22. |
|||||||||||||||||||
Geerlof. Daniël
Gelder. Arent De --------- Jan De .
|
• 194-
3-
3-
■ 39
. 230.
242, 244. |
||||||||||||||||||
Genits. Harmen
Gerson. Jan .
Geswindt. Adolf
|
|||||||||||||||||||
Geyn. Ev. Ileyndricks Van 303.
Gildeboeken van St. Lucas te
|
|||||||||||||||||||
[Middelburg
Gillemans. Jan Pauwei --------- Jan Paulusse |
. 106.
2 12, 214. 232, 233. . 69.
|
||||||||||||||||||
Gillon. Johanna Le
|
|||||||||||||||||||
Ginckel. Jan Van .... 300
Goch. Heyndr. Marcelisz. Van 10 Goedaert. Joannes .... 204 Goede. Corn. De ... . 301 |
|||||||||||||||||||
— 357 —
|
|||||||
Bladz
Hagen. Barth......299.
Halling. Familie .... 269.
Ham. Fred. Jansz. Van 302, 303. --------- Fred. Jz. V. d. . . 297.
--------- Matthys V. d. . . 234.
Hameren Corn. Van 207, 210,212,
[213, 216, 218.
Handlo Jan .....193.
Hardewel. Gillis Jansz. 177, 191,
C'95) '97, 200—202, [204, 208—2 1 o, 213, [218, 220, 222—224, [22Ó; 228, 229, 252.
--------- J. . . 170,176—178,
I87, 188, 190.
--------- Jan . . 190, 192—194,
[198, 237—241, 263.
--------- Jannis . . . 210, 220,
[223—225, 227, 232, 233.
---------Jannis Jans. . 210, 220.
--------- Jan Jansz.....221.
Hart. Joh», 't.....241.
Harthoore. Harms. . . . 301.
Haverkorn van Rysewyk. De por-
tretten van Erasmus door [Dürer . . 81—99, 264. Hecken. Gerrit Jansz. Van 214.-
Heeckelen. Barent V. . . 200. |
|||||||
Bladz.
Grimmer.......42.
Groen. Pr. Van .... 236.
Groeningen W"i. Van . . 244. Groot. D. C......268. --------- Cornelia De . . . 323.
--------- Hendrick Willemsz. De 68.
--------- Tombe voor Hugo De 323.
--------- Jan De.....302.
Groot. Pieter De ... . 323.
Groote. Joos De .... 259. Grouwels. Sam......196.
Gruson. Abr......232.
Gruyson. Jan . . . . . 240.
Gucht. Max. V. d.. 24—26, 321. Guicciardini. Deacrittione di tutti [i paesi Bassi . . . 82.
Gumstee. Jacs. V. d. . . . 301. --------- S. C. V. d. . . . 296.
--------- W»i. V. d. ... 302
Haan. II.......42.
Haarlem. Cornelis Van . 40, 53.
Hack. Michiel.....16.
Haeck. Jacs.......219.
Ilaesenberg. Joh. 212, 215, 220,
[223, 225, 226.
Ilaeyman. Pieter . . 202, 203.
Hage. Jolv. V. d.....205.
|
|||||||
— 358 —
|
|||||||
Bladz
Heuvel. Roelant V. d. . . 230. Heyde. Ant. De .... 334- Heyden. Heyndrick Van der 159. ---------Pr. V. (1. 6, 7, 149, 159, [251,25S, 259.
Heynderick de beeldesnider. 127.
Heynderyck de schilder . . 1 53. Heyndricx. Gonsalo . . . 129 --------- Zie ook Palma.
Heyndricxz. Lambert 277, 278,
Heyndricx. Marytie . . . 274' Hinnekens. lïenj.....219.
Mis. Dr. Ed......82.
Hykel. Simoen.....168,
Hodenpyl. Johan .... 72-
Hoevelaken. Jacob Van. . 304.
Hoft. Gerrit Van .... 60.
Holbëin's porlrelten v. Erasmus 95.
Holbein, de jonge. Hans . 95.
Hondecoeter. Gilles d' . . 42.
Hontenisse. Corn. Van 243, 245.
Honthorst......42, 53.
--------- Herm. Van . . . 297.
Hontschooten.....43.
Hoogstraten. Sainuel Van . 2.
Hoorn. Schilderij van den zeeslag
[in 1573 .... 294. ---------Gysbt. Van . . . 308.
|
|||||||
Bladz.
Keeckelen. Zie ook Eecken. Heek. Jan Van .... 302. Heemskeik......42- --------- Kabinet C. Van. . 341.
Hekken. Leendert . . . 249.
Helen. Jasper Van . . . 197 - Ilellendoorn. Jan Ernst Van 249, [250.
Helmbreker. Organist . . 324.
Helmerhorst. Gerrit Van . 301.
Hendrickscn. Jacob . 234—237.
- Wm. ...... 237.
Ilendricxz. Corn.....299.
--------- Symon . . . . . 297.
Ilendriksen. Jacs. 245, 246, 255.
---------- Jacob . 238, 239, 241 —
[z45-
Herbrecht. Anth. . . 261, 262. Hermans. Hend.....213.
1'Hermite. Jacques.... 308.
Hertooge. Corns. .... 232. Hestink. Jacs......25:.
Hestinck. (Estinck) W». 185. 189.
[203, 210, 211.
Heulen. Adr. Van 198, 200, 205,
[206, 208, 210, 214, 218.
Heulestein......75> 79.
Heus. Corn. He .... 1 I.
|
|||||||
339 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Hoorn. Jordanus .... 309.
Iloosthoudt. Pieter . . . 220. Hoppestein. Rochus . . . 14. Horst. Johs. Van . . 212, 219. Hosltens. Hans.....191.
Host. Gerrit Van .... 60.
Houbiaken en zijne kinderen 332. --------- Antonyna . . 333, 335.
--------- Arn.....332—334.
--------- de zoon, Arn. 333, 336.
--------- Christina . . 333, 337.
--------- Emerentia .... 333.
--------- Geerlruy . . 333, 336.
--------- Jacob . . . 333, 336.
--------- Janna Elisabeth . . 333.
--------- Joan .... 333, 336.
Houffyser. Pieter Marlsen . 48.
Houlyck. Dan......225.
Uoutbrekers. Christiaen Bastiaensz.
[169.
Houten Joh. Van . . . . II. ---------Pr. Van .... 309.
Houwen. Corns. V. d. . . 12.
Houwens. Sara......238.
Huis genaamd:
Appelboom. Den . . 32.
Astonnen. De 3 . . loi 28.
Blompot. De ... • 28.
|
Bladz.
Huis genaamd: Clock. De roode . . 45.
Cruys. Het gulden . . 50. Fles. De porceleyne . 11. Flesschen. De drie . . 27. Flesyes. De posteleyue . 15. Guldenvlies. Het. 292, 293. Ham. De.....28.
llammetjes. De twee. 32, 37,
[53. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 360
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Jcronimus.......'49-
Jeroonemus de Schilder 149, 155.
Jeronimusz. Dirck .... 24. Jesse, 't Spel Van . . 316, 317. Jonge. Abr. De 196.209,213,214, [219, 222. --------- David De ... . 249.
--------- Gillis De ... . 241.
Joosten. Andr......8, 9.
Jordaen. Hans . . 7, 13, 16, 44.
Joiisz. Jan, goudsmid. . . 317. ---------Joris...... 16.
Jukens. Ed....... 24.
Juliana. Wede. van Mr. Gillis 148,
Junius. Mr. Hendr. . . . 318. --------- Isaac.....23.
Kaavtenmakers . . . 167, 238.
Kam Davit.....28, 29.
--------- Gerrit Pietersz. . . 28.
---------Pieter Gerritsz. . . 28.
Kamperhout. Hans . . . 121.
Kamps. Is. De . . . 260, 261. Kan. Dr. J. B......264.
Kanen. Theod......243.
Kapelleman. Jan . . 258, 259.
Karre. Jan .... 239. 241. Katrooys. Dan......231. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Biadz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hullegacrt. Joanncs Van . 192,
[196. 208, 224, 227. Hulst. Sa\nuel Van . . . 321. Hurck. Jan. 192, 194, 200, 203,205. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Huusse. Pieter La . .
Huybrechtsz. Jan . . Huydecooper. Jan Jacobs Huygen. Pr.....
Huygens. Egbert .
Iluymaet. Jan . . . Huys. Jan..... |
149.
20.
48.
6.
16
220.
251.
258.
186. 108. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ikens. Simon
Ingenraem. Louvveris.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inghelman. Jan de
Isaacs. Pr.....35, 43, 56.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jager, Gillis De ... . 233.
Jan den Ingelsman . . . 121. Jansz. Jan......52.
Jansen van Calis Malis, Gabriël. 58.
Jeroensen. Willem . . 147—150,
['53—155! '57, 159-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 361 —
|
|||||||||||
Bladz.
. 27. . 218. . 251. |
|||||||||||
Bladz.
Kedt. Mich. V. d..... 15.
Keetelaer. Corn. 178, 181, 183, 186.
Kessel. Jeron. Van ... 10. ——— Van......194.
Kest. Dirik V. d. . . . 13—15.
— Nic. V. d...... 14.
Ketel. Andries.....104.
— Cornelis ... 55, 100, 268.
— Portret van Cornelis, door
[H. Hondius . . 106.
— Portret van Cornelis. door hem-
[zelven .... 105.
— Aeltgen Jans, huisvrouw van
[Cornelis. . . . 104.
— Schilderijen van Cornelis 105.
— Elysabeth Jacobs . . . 101.
— Jacob.......103.
Ketwyck. Fredcryck . . . 158.
Keyser. Aelbr. Corn. ... 24. ——— Aert. De ... . 43.
——— Corn. De 210, 220, 230.
——— Hendrick De. . . 43.
——— Pr. De.....219.
---------Thomas De . . . 271.
Kinderen. Jacs. V. d. 209, 210,
[212, 215, 218—221.
Kinnema. Joh., beeldhouwer 295. ——— Joh., lijstmaker 294, 295.
VI.
|
|||||||||||
Kleeff. Joris Van .
Kleene. Benj. De . --------- Dav. De . |
|||||||||||
Kleffius W".....26, 27.
Klement. Anth . . 258—260.
Klerk. Magdalena De . . 336 Kleyne. De......233.
Knibbe. Hans (Jan) . 257, 258.
Knibber. Jan . . . 159, 169. Knoop. Adr. Verveer 248, 256. Knyff. Wouter.....181.
Koek. Corns......249.
— Thomas De.....171.
Koek el. Picter.....189.
Koeck. Anth. . . . 230, 233.
——— Zie ook Kouck.
Koedyck. Peter Gerritsz. . 298.
Kok. J. P. O.....306. — Jan Hermensz.....298.
— Johs........248.
Kolff. G. S.......310.
Kolfschoten. Gerrit . . . 301.
Koninck. Jacob De . . . 239. Koning, llendr. Bast. De . 16. -----------J. J....... 75- ——— Jacs. De . 228, 229, 232,
[235--238, 242.
Kool. Hans......ig,
46
|
|||||||||||
— 362 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz
Lamberton. Humfri . . . 199 Lamberts. Andries.... 54 Lambertsz. Seger .... 298 Lamoote. Pr......200,
Lamphstersz. Frans . 298, 303
Landen. Franc. V. d . . 15 Landts. Weynandt . 243, 244, Lange. Jacs. De ... . 28 ---------Pier Verkooping stukken
[van ... 33
--------- Van Wyngaerden. De, 67
[73, 280
Langhenesse. Bernaert Van . 168
Langnouwer. Jochem 180, 183, 262
Lapalme. Gonsalo (Compasmaker)
[126,
Larey........233
Laru. Dominicus . ... 223
Las[t]man. Hendrik ... 44 Later. Anthony De ... 183 Lathouwer. Pr. . . . 223, 237 Laurens. Hendrik .... 37 Lauwerens een Leyenacr . 238 Le Blon. Michiel .... 61 Lee. Dr. H. Van der . . 75 Leerse. Dirck . . 191, 196, 197 [200, 217 Leeuw. Hend. De 208, 210, 211 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kroone. Joan . .
Kuipers. Heinderick Kuppens. Aern. Kuypers. Johs. . . Kuytenbiouwer. Mart |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. . 1S4.
. . 164.
. • 237-
. . 230.
Ant. 309.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Labouchère. Thooft en
Labroy. Jan Carels Lackhet. Pieter De Lafèber. Mart. . . Lahuuse. Pieter Lakroo. Huebrecht Lambert. Mooi . Lamberton. Iluisvr. v |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11.
12. 195.
230. 160. 249.
277. 202. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 363 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Loeft. Jan Berentsen . 300, 302.
Loeninge Allaert Van 170, 172,
[174, 175, '78, 263.
Lokeien. Josias Van . . . 218.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. 196, 197,
[207, 217.
176, 182, 189.
[■91.
. 226, 229,
. . 22, 24.
48. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mare. Van
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Loncke. Rembrant
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Loo. Joh. Van . ,
Loocquefier. Jan .
Loon. Hans Van .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Loots. Jan......234.
Lotterus. Maria..... 3.
Louwens. Pieter .... 20.
Louwysen. Pr. . . . . 206.
Lows, Chs.......328.
Lucas van Leyden. ... 45.
Lucasgilde te Amersfoort. W. F.
[N. van Rootselaar. Naamboek [van......296—310. Lucasgilde te Delft . . . 313.
Lucasgilde te Middelburg. A. Bre-
[dius.Gildeboeken van 106—264. Lucasz. Elias..... 4>
Luce. Elisabeth.....37'
— Louis.......37'
— Lucas ... 37, 38, 41, 44.
Luyt. W™, Willemsz. . . '5. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 364 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lybrechts. Andr.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartens. Kavel . . . . 250.
Mabueghe. Pieter . . 109, 113. Macheren.Isbr.V.190,197, 201, 204. Machielsen. Adriaen . .17°! 172, [175, 262, 263. Maelenbranck. Antli. . . 227. Maermans. Davyt Michielsz. 121. Maers. Mattheus .... 160. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meertens. Abr......250.
----------- Adr.......230.
Melchiorsz. Arent .... 25.
Melle. Corns. Van . 200, 210. Mellema. lieven Van . . 272. Mension. Ysack.....14-
Ments. Isrel......60.
Mersche. Wouter V. d. 149, 15S,
[167, 257—261.
Mersseo. Wouter Van der . 157. /fg Mertense Dan......210. ----------- Matthys . . 210, 219.
Merthen. J. E. V. Abcoude V. 302.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maertensz. Daniël
Maet. Jan . . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17, 18.
• 294. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maldere. hnisvr. Van Dan. 196.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Man. W». De
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
324.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mander. Carel Van 45, 46, 60, 87.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mark. Nic. V. d. . .
Maroden. Pr. ... Marot. Pr. F red. . . Martens. Malth. . . Matham......
Matlhceussen. Jan .
Matthyssen. Jeremyas . Mavou. Dominicus Mayer. P>cnedictus . Mazel. Kabinet Jan Medicis. Kardinaal De Meer. Nolbertus V. d. Meerman. Davidt . . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
262.
301. 276.
237- 59- 1S3. 250. 25-
185 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mesdag. Sal.
Methorst. Gysb. . . Meulenaer. Roelof. . Mey. Arie Van der . Michelangelo . . , Michielse. Pieter . . Michielsen. Gerrit . . Michielsz. Aryen . . Mickelfelt. Johannes . |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
247.
244. 299. 259. 60. 194. '59-
203. 5'-
34°- 30;.
249. 257. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Middelburg. Gildeboeken van St.
[Lucas te . . . 106 volgg.
Middellant. Pieter Van . . 70. Mierevelt. Jan Michielsz. . 18. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
365 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Mostart.......38, 46.
Mortamer. P 181, 183, 186, 1S7,
[190, 192, 194—196, [201, 202, 252.
Muller........60.
Munster. Hk. Van . . . 301.
Murckhoovc. Joannes. . . 219. Musscher of Muskel.Jacob Fransz. 6. Muts. N........256.
Muyters. Ewout 170, 172, 262,263.
---------Jan 181, 187, 18S, 190, [192, 194, 195.
Mychel. dye Schilder . . 140. Mijn. Herman V. d. . 326—332. Mijnens.......129. Naelde. Hans.....123.
Nagel. Jan......47.
Nant Johannes De . 172, 173.
Narot. Jan.......300
Natus. Johs.......196.
Necrologium van Delftsche Kunste
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Mierevelt. Michiel Van 19,21,24,
[310—313. 325. --------- Pieter . 310—313, 325.
Milde. Ary Jansz. de. . . II.
---------]acs. Hans de . . . 12.
Milet. Kavel . . 229, 231, 232.
Moere. Hubr. V. d. . . . 227. Moerselaar. Reyer Van . . 303. Mol. Ilendr.....301, 302, — Sasbout......298.
Molanus. Matth. 108, 174, 261,
[-263.
Molenaar. Cornelis . . . 46. Molenaer. Jan Miensen . . 193. Molyn. Jacob...... 10.
Momper.......41, 46.
Monincx. Pieter . . . . 121.
Monogram. K. M. ... 47.
Montfoort. J. G. Fredeiïks. Aant.
[Tafereel ter gedachtenis der
[heeren van. . 75—81.
Mooi Lambeit.....277.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mooreelse. P. .
Moorloos. Joseph . Moorselaer. Ev. Van Morchove. Jannes . Morel. Blaise . Moretus. Jo. Jac. . |
. . 271.
182, 199.
. . 289. . . 200. 178, 179.
• • 332. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 36G —
|
||||||||||||||||
Bladz.
193, '99-
259, 260. . 152-
Van 68. ■ 57-
. 180.
298, -04.
298, 304.
. 6S.
5, 6, 8.
25, 26. '47. 119. 173-
308. 231. 17-
189.
2.5.
262.
207, 208.
211, 213.
. . 299. 326—332. '9'i '93,
202, 203. • • 255-
|
||||||||||||||||
Bladz.
Niese. Is. d'..... 14.
Nieuland. (dejonge) jacob Van 49.
Nieulant. Omgang der leprozen, [32, 35-
|
||||||||||||||||
Or. Ysebeau d' .
Orlog. Jaques Orsselle. Hans Van Os. Cornelis [IendricV — Hen riek Van Otsen. Jan . . Oucoop Jan flendiiksz Outcoop. Hendr. Jans Outdoeck. Jan Claesz, Palamedes
---------Ar.th. . .
Palma. Gonsal de la
Palmen. Petrus Die Pancras. Lucas . Panliuys. Barth. Van Paridau. W». . . Pastenak. Mathys Van Paton. Willem . , Pauwelsen. Adr. Pauwelus. Jacob Peckius. Jacs. ] 78, 204, [210, Peelen. W".....
Pennington. George .
Pense. Frans Jacobsz [196, 197, 200,
Pene J. A. V. d.. . |
||||||||||||||||
Nieuweland. Adr. Van
Nollekens. Jan . -------- Jan B. . . |
||||||||||||||||
48, 49.
• 238.
• 238
|
||||||||||||||||
Noorden. Abr. Van
Nooit. Adam Van. ---------Jannes Van |
||||||||||||||||
11.
■ 3°4-
I97, 201,
|
||||||||||||||||
[202, 207, 208, 210,
[212, 213, 216, 252. ---------Lamb. Van . . . 304.
Noiaet Pr. Fr. Van . . . 303.
Odekerke. W».....25.
Olivers. Johan.....205.
Onderdewyngaeit. C. . . . 323.
Oorck. Johs. 195, 201,202, 208,210. Oorlog........262.
Oorloghe. Jacob Pieteise . 155.
--------- Pieter Janse . . . 153.
Ooit. Pr. Van 210, 219, 228—230.
— R. R. Van.....308.
Oosterwyck. Pieter . . . 28.
Oosthoudt. Jan . .188, 190, 220, [242, 243.
Or. Ulrich d' . . . 212, 214. |
||||||||||||||||
— 367 —
|
|||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
40.
5°-
50.
So-
lo-,. |
|||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Perre. Jannis V. d. . . . 199. — Jan V. d......246.
— M. J. Veth V. d. . . . 256.
Persyn. Aernout Van ... 62. ----------- Marten Van . . . 64.
----------- Reinier Van 62, 65, 287.
Peteri. Borrius......299
Peutemans. Pr......216.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Pietersz. Abraham .
Pinas. Jacob . . . — Jan Symonsz. .
— Symon Jansz. .
Pyteicen. Zagaryas |
|||||||||||||||||||||||||||
Plasschaert. Enoch 171, 174, 181,
[183, 187, 192, 194, 195.
Plateelschilders..... 190.
Plockhoy. Andries. . . . 183.
Poel. Pieter 113, 114. 121, 124, 126,
[128,131, 132, 134,136,138,140,
[142, 144, 145, 150, 151, 153.
Poll. Legaat Van de . . . 265.
Ponse. Jan...... 301.
Poppen, Aern...... 234
Porcellis. Jan..... 187.
Portret door Herman Van der
[Myn . . 326.
Portretten van: Elisabeth Jacobsdr. Bas 265.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Peutte, Andr. Van den ,
Piek. Adam.....
Pickaert. Jeronimus . .
Pieneman. J. W1". . . . ----------- Nic. ..... |
1 64.
10. 176.
310.
310.
|
||||||||||||||||||||||||||
Pier. Lange. Verk. stukken van 33.
Pierson. AUard.....73.
-----------Chr. tuchthuismeester 67.
-----------Christoffel . .67, 71, 73.
----------- Lt-.KoI. N. Schcltema. l)e
[schilder Christoffel. 71—74.
Pieter. Kreupele . . 279, 280.
Pieters. Arent .... 49, 50. ----------- David.....40.
|
|||||||||||||||||||||||||||
11. Van Beverninck
Samuel Coster Erasmus . . P. C. Hooft . . Corn. Ketel . Johanna Le Gillon P. Purmerent . J. Valck . . . |
. 68.
. 64.
81, 264.
. 64.
. 68.
. 69.
. 64.
. 64.
|
||||||||||||||||||||||||||
----------- Dirck . .
----------- Janneken .
----------- Pieter . .
----------- Tanneken .
|
39-
. 40. 39. 44- . 40. 183, 187, |
||||||||||||||||||||||||||
Pietersen. Svbrandt
|
|||||||||||||||||||||||||||
[188, 201, 202, 204.
|
|||||||||||||||||||||||||||
— 368 —
|
|||||||
Bladz.
Poitretlen van:
Daniel Witsius ... 64
Jan De Wilt .... 68. Post. Gerot......240.
— Joan.......236.
— Uytcrant......26.
Pot. Joh........30S.
Preeckstoelmaecker ... 5-
Prenten en teekeningen van :
Aldegraeff..... 58.
door Barry, (niet bij Muller) 68.
Blommert.....59.
Blommert en Golsius . 59.
Brouwer...... 58.
Buccoy......59.
Callot......58.
F. Carré.....34°-
Albert Duw .... 59.
Goltius.....59, 60.
Gerrit Van Iloft (Host?) 60.
Aert Van Leyden . . 58. Karel Vermander . . 60. Matam......60.
Isrel Ments .... 60.
Michel Angelo ... 5^- Muller......60.
doorPersyn (niet bij Muller) 04.
de Fries van Polidoor . 52. |
|||||||
Bladz.
Prenten en teekeningen van: Rafel...... . 60.
Badelaer.....60.
een deel v. d Seylwagen 61.
Barent Van Someren . 49
Spranger .... 60, 61.
Subbelbeen (sic). . . 61.
Witlewaal.....61.
Lucas (Van Valckcnborch) 60.
Pres. Jacob Des .... 202. Prinjier. Jolianncs .... 183. Proyen. Govert Jansz. Van. 101. --------- Willem Van . . . 100
l'uedeman. Pieter .... 216.
Putte. Andries Van den. . 164. --------- Guilliaeme Van de. 181.
--------- Paulus V. de . . . 244.
Putter. Joos De .... 168.
—.----- Pieter De ... . 168. Quant. Jan De.....238.
Queeckborne. Daneel Van . 149,
[157—163, 168. Quelyns. Jan......167.
Quirynsz. Pieter. . 161, 165, 169.
Radermacher. S. . . 24^ 242,
[244—248, 255 |
|||||||
369
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Rembrandt. J. G. Frederiks, Por-
rtret der wed. Zwartenhond,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roloff. Annetje.....336.
Rombouts. A. . 235—238, 255.
Romen. Frans.....126.
Romer. Aart V. d. . . . 301.
Romouw. Lowys .... 229. Roode. Hans.....48.
Roon. Cl. Jansz. Van. . . 'o.
Roose Abr. De .203. 216, 218,
[224—226, 229—232.
Roosebeke. Abraham . ._ 173.
41
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 370 —
|
||||||
Bladz.
Rysewyk. P. Haverkorn Van,
[Frangois Carree en zijne zonen
[338—345-
Sabyno. Jeronimus . 186, 187.
Saddeler.......60.
Saleingre. Jan Pietersen . 207,
[210, 213, 216, 252, 254. Saman. P*.....198, 211.
Samuel. Adriaensz. . . . 175-
Sandbrinck Wz. Hendrik V . 302. Sandbrink. W», Van . . . 301. Sanders. Wyllem . . . . 115- Sandvliet. Ary Gerritsz . . 12. Sans. Herman Wiliemsz . 135, ['37, 146, 147.
Santen. Nic. Van 196, 200, 217. Sas. Corns. Egb.....23.
Sasbout. Mr. Cornelis . . 48.
---------Jacob, zie Souburg. 332.
---------Jan Jansz. . . . 317.
Savry. jacques . . . . 50, 51.
--------- Roelant.....51.
Schaak. Christina .... 336.
Schaap te Antvv. Mons1'.. . 230. Schaeck. Ammel Van . . 298. Schaeli. Jac.......199.
Schaep. Mr. Gerrit . 268, 269.
|
||||||
Bladz.
Rooselaer. Jeronimus 174, 180,
[181, 183, 186.
Rooses. Max. Een portret van
[Herman Van der Myn 326—332.
Rootselaar. W. F N. Van, Naam-
[boek Lucasgildc te Amersfoort
[296—310.
Rooy. Maerten Jansz. Van . 136,
[154, 156, 257, 259, 260.
Roselaer. . 204, 207, 208, 260.
Rover. Hendrik De ... 77.
-----■---- Roelof (Reynout) De 79.
Royaert. Gillis.....144.
Ruggevoet. Pr. . . . 258, 259.
Ruitter. Joannes De . . . 227. Ruyter. Jacques De . 172, 174, [261 — 263. Ruytenbeek. Gysb. Van . . 30S. Ryck. Abr. jansz. Van . . 8. Ryckaeits. Arent 162, 163, 166,257. Rycke. Gerrit..... 15. —------Ja»......25'-
Ryckhals. Fransois . . . 172.
Ryckz. W».......297.
Ryn. Alb. Van.....299.
Rysewyk. P. llaverkovn Van, Por-
tretten van Erasmus door [Diirei . . 81—99, 264. |
||||||
— 371 -
|
|||||||||
Bladz
Schilderijen van: Barth. V. d. Ast. . . 34.
F. Badens . . • . . 35. Hendr. Van Balen . . 36. Dirk Barents .... 36. Jan Blankenhoff. . . 295. Henr. Bles.....36.
Blockland.....36.
Bloemart .... 36, 37.
Bol.......40
Hans Bol.....37.
Chrispyn V. d. Broeck. 38.
Broer Cornelisz. ... 58. Bruegel.....37, 38.
Bruegel ende Franck 38, 41.
Henr. Ter Brugge . . 37. Gerrit De Bucq ... 37. Jacob Van Campen . . 305. Campen. Joost Alias Stoffade [38. Fr. Carré.....340.
Colyn Chrispiaen . . 38.
Cornelis Claesz. ... 38. Marten Van Cleeff . . 38- Codde......38.
Conset (nae Gillis) . . 38.
Hans Conincksloo . . 40. Al bert Durer . . . .' 41. |
|||||||||
Bladz.
Schagen. Eeuwout Aryaensen Van
[182, 188, 201.
Schalcken. Corns. . . . . I.
--------- Godfr......1,2.
Schee. Jan......251.
Scheele. Neel.....46.
Schelde. Coins. V. d. . . 167, 259.
Scheltema. Lt.-Kol. N. Ue schilder [Christoffel Pierson 71—74.
--------- Bijzonderheden aangaande
[Corn. Ketel 100— 106.
--------- Laatste woord over 't Ge-
slacht Crabeth 279—293. --------- Drie Goudsche graveurs
[6 1 —70.
---------Schilderij zeeslag op de Zui-
[derzee in 1573 te Hoorn 294, 295.
|
|||||||||
Schepper. Andries .
Schey. Pieter . . . Schilders. Franc --------- Thér. Mecht..
--------- Paul Frangois
Schildersconfrerie te
[hage .
Schilderijen van: Evert [van Amersfoort] 41.
Aert Antonisz. ... 34. A. Arents.....34. |
|||||||||
— 372 —
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Schilderijen van: Coms. Molenaar (Schele Neel)
[46.
Momper en Seb. Franck 41, 46
Mostart.....38, 47
Mostert en Maarten Van Cleeff
[47 Herman Van der Myn 326 Jan Nagel.....47
Nieuknd . . .35, 47, 48
--------- de jonge. . . 48
[Monogr.] P. en G. P. 49
Aert Pieters .... 49 Jacob Pinas .... 49 Jaques Savry . . . 49, 50 Roelant Savry ... 51 Schele Neel (Comelis Mole- [naer) ... 46
Schorel......51
Roelant Van Seyl . . 51
Pieter Stalpert ... 51 Steenwijk.....52
Gerrit I.ouwersz. Van Stelling
[werff ... 307
De Stomme (H. Avercamp) 34 Huybr. Thonis ... 34 ïengnagel.....52
Jochem Wtevvael . . 57
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 373 —
|
|||||||||||||||||
Bladz.
Schorel....... 51.
Schotelman. Jan Pietersz. . 7.
Schothorst. Jan.....302.
Schouman. Corn. 241, 243—245.
Schout. Jan W«.....251.
Schouwt. Jan.....230.
Schrider. Jacobus .... 300.
Schrieder. Gabert.....300.
Schulenburch. Hendr. V. 171, 172,
[178, 179, 181, 182, 194, [195, 207, 210, 221, 223. Schut. Ant.......300.
--------- Hendr......308.
Schutterstuk van den Kolonel Jan
[Van Reynegom, door Cornelis [Ketel.......104. |
|||||||||||||||||
Bladz.
Schilderijen van: Valckenborch .... 52.
V akkert. ...... 52.
Van de Venne ... 52.
Vinckeboom .... 52. Abr. Vincks .... 53.
Joriaen Vlegel ... 53.
Corn. Van der Voort 53, 56. Maarten De Vos . . . 56. Frangoys Vrancken . . 41. Vroom.....56, 57.
Jan Willems .... 57.
Wouter Willems ... 57.
Adam Willers ... 57.
Schilderijverkoopingen in het be-
[gin der 17e eeuw . 29.
Schilderij zeeslag op de Zuiderzee
[in 1573 te Hoorn, door
[N. Scheltema 294, 295.
Schinkel. Corn. De . . . 250.
Schipper. Matys De ... 6.
Schol. Dirck...... 14.
Scholl. V. Egmond Dr. Abr. [322.
|
|||||||||||||||||
Schuyff. Hendr. .
Scoyen. Anthony Selderslach . Servaesen . . . Seyl. Roelant Van Seys. Abr. . . Sichem. Christ. Van --------- Cornelis Van
Sieber. Dr. L. .
Simons. Jurriaen . Syebrantsen. Dan. . Symonsz. Aryen |
• • 3«8.
• • IS»-
. . 185. 112, 113.
. . 51-
196, 197.
. . 61.
. . 61.
. . 82.
. . 27.
. . 210.
. . ' 20. |
||||||||||||||||
--------- Dirck Jansz. . .
--------- Hubertus Cornelis
--------- Jan Dircksz. . .
Schoonhoven. Corns. . .
--------- Jan.....
|
|||||||||||||||||
322.
322. 322. 5, 6. |
|||||||||||||||||
9-
|
|||||||||||||||||
— 374 —
|
|||||||||||||
Bladz.
Souburg. Sara.....333'
Soutendam. Mr. J. Necrologium
[van Delftsche kunstenaars [4—29, 99-
--------- Over eene Anatomie van
[Pieter V. Mierevelt 310—313.
--------- Kunsthistorische bijdragen
[uit het Delftsch Archief 3 13—32 5-
Souter. Adriaen
Spaan. Nic . . Speenhovius Iserel Spierinck. Daniel . Spoors. Matthys Spranger. Gommer Spruyt. J. V. d. . Spycker. Corns. Albeitsz --------- Ryck. Alb. .
Stael. Adr. Pouwelsen
;--------- Pieter . . . |
|||||||||||||
Bladz
Sype. Abraham Van de 171, 180
— Philips Van .... 184
Slabbaerl. Carel .108, 176. 178, [182, 184, 185
Sleght. Corns......244
Sloet tot Olthuys . . . . 229
Sloot. Dirck V. d . ... 12 Sluyter. Herms......301
Smadelinck. Huybr. Hend.. 218
Smidt. Nic. De.....260
Smissen. Maeiten Harperse Van
[der . . . .154.
Smit. Joos Joosz. . . 166, 168
— Nicolaes......121
— Pr.........250,
— Willem......179
Smits. Artus......196
---------Van Nieuwerkerk J. I
Smouwe. Jeremias ... .188
Smyter. Nic.......299
Snyders van Antw. Jan . . 238
---------Levinus 240, 246—248, 256 ——— Nic.....243, 246
——— Pr.....247—250
Snuel. Gooit Van .... 297
Somer. Wyllem De . . . 158 Someren. Barent Van 42, 49, 57 Sorch. Hendiick Maertens . 86 |
|||||||||||||
Stalpaert. Jeremias
--------- Johannes .
------ Slymje . .
|
|||||||||||||
52-
52- |
|||||||||||||
52-
Stalpert. Pieter.....51.
Stangeniete. Aern. . 205, 207,
[210, 216, 217, 219. --------- Jannes.....200.
Stangerus. Corn.....1 99.
Stapelen. David Van. . . 180.
|
|||||||||||||
375
|
|||||||||||||||
Bladz.
Suyiendonck. Corns. Van . 260.
Suys. Govert Abels . . . 67. Stuyvenburgh. Bart. . 299, 308— [310'
Swanenburg. Hend. ... II. Swart. Daniel De .... 13. Swartenbont. Zie Zwartenhont. Sweemberge. Fransoys . . 232. ---------Jacob Van 228, 229. 232 — [234-
Swieten. Claes Van . . . 45. Swift. Dirck De 178, 187, 189, '.91. Svvindberge. Jacs. Van 227, 228. Swinderwyck. Willem . 181, 19'. Swynbcrge. Francoys Van . 234. --------- Jacob. 210, 219, 229, 230,
l>34-
Swynenberge. Jacob Van . 233. Tack. Com. Jans 2 1 2, 222, 223.
— Lieven...... . 211.
|
|||||||||||||||
Bladz.
Sterrenburg. Jacob ... 14
Steenbctghen. Jakob Van . 138.
[151, 152, 156, 157, 257.
Steene. Jan V. d. . . . . 220,
Steen vvyck......52.
Steevensen. Corns.....2II.
Stellingwerff. Engeltje . . 335.
--------- Gerrit Louwerensz. Van
[298, 307.
---------Jan......334-
---------Jacobiis.....334.
--------- Pieter.....336.
Stene. Gisbr. Van .... 210.
Stevens. Anth. Wilh. . . . 250. --------- Jan......19.
Steyns........235.
Stiello. Wilh. . . . 199, 205,
[209, 2 1 o, 220.
Stockman. Aernout . 1 8 1, 1 86. Stoffade. Joost Campen alias 38. Stolck. Andr. . . . 229—232. Stomme. De (Averka'mp) . 34. Straten. Jannis V. d. 181, 209, 211. Etrylant. W». V.....301.
Stroombergh. Hendr.. . . 13.
Stuers. Jr. Mr. V. De . . 229. Sueredonck. Pouwels V. 149, I 58. Suppein. Gilles Jansz. . . 224. |
|||||||||||||||
ïalfer. Isac. .
ïalyers. Isaac
Teekeningen, zie Prenten
|
|||||||||||||||
15-
61. |
|||||||||||||||
Tem. Jan .
|
|||||||||||||||
Tempeest .
Teniers. Heinderick . 185, 187.
--------- Juliaen.....191.
|
|||||||||||||||
— 376 —
|
|||||||||||||||||||||||
Bladz.
Tenier. Martinus.....240.
Tessinck W«. ... 193, 195,
[197, 200, 207, 208.
[210, 2 12, 216, 217.
Tessink Pieter.....183,
|
|||||||||||||||||||||||
Bladz.
Tylius. Jan Van .... 18. Tyssen. Jan......301.
Tysz. Cornelis . .165, 167, 169.
TJrbaensz. Jan ..... 20.
Uylenburgh. Hend. ... 32. Uytenbogaert. Advokaat . 59. Uytterdyk. Mr. Nanninga . 340. Uyttewael . . . . 57, 59, 61. Valckenborch. Lucas Van . 60.
Valckcnborgh ... .52. Valckert.......52. --------- Werncr V. d. . . 272.
Valick. Pyter . . . . . 164.
Varick. Lambr. Willemsz. . 314. --------- Maria Pietersdr. V. 3 14.
--------- Sasbout Van . . . 314.
Valkenburg. I. Van . . . 255.
--------- Jan Van .... 24S.
Vaillant. Walrant . . 175, 213.
Vay. Lodewyk 183, 186, 188, 189. Veen. Egid. Van .... 2S. Veer. Pieter Van der. . . 119. Veilingen van Schilderijen in <le [17U eeuw . . . 29.
Velde. Esaias Van de . . 172. Velderman. Evert .... 302. |
|||||||||||||||||||||||
,, 209.
', 233-
318. 1, 233-
260. 34-
1 1.
132.
52-
9- 22.
121
t 323.
74-
260. 206. 20.
235- 2' 5- 167. 299, |
|||||||||||||||||||||||
ïessing. Jan .
|
20
V. 2 |
||||||||||||||||||||||
Telere (Tettero) Hend
Tetroede W«, Van |
|||||||||||||||||||||||
Tettero. Van .
|
25
|
||||||||||||||||||||||
Thomassen. Jan
Thonis. Huybr. . Thooft. Joost Tielinan. Hans . Tingnagel. . . Tobiasz. Pieter . Tol. Hendr. V. d. Tomas de Inghelsraan Tombe voor Ilugo de G Tombergius. W. Tompsooy. Joh. . . Tongeren. Frcd. Van Tonisz. Gysbr. . . . Toorenvliet. Abr. . . Toren. Lamb. V. d. . Toulouse. Phlyps . . Tree. Gisb. Jz. Van den |
|||||||||||||||||||||||
Trevin. Is.....236, 247.
Tydeman. Carel . 227, 229, 231.
|
|||||||||||||||||||||||
— 377 —
|
||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
• 235.
• 299.
200, 21 o, 223, 224. 52.
226. |
Bladz
|
|||||||||||||||||||||||||||
Verstraten, vendumeester
----------- Jacob .... |
||||||||||||||||||||||||||||
Veltem. Van . .
Velzen. Lod. Van . Venetië. Jannis Van [216—218, 22
Venne. Van de. ----------- Adr, Van de
Ver. Henderyck Van
Verburch. Ev. . . ----------- Hans . .
|
||||||||||||||||||||||||||||
. 203
. 218 |
||||||||||||||||||||||||||||
Vervoort. Wln......250,
Verwildt. Fr......196
Veth. G. A. Arent de Gelder 3
----------- G. Schalcken. . . 1, 2
Viany. Joseph.....249,
Victor. Louis .... 27, 28
Villeers. Jaspers De . 236, 239 Vinck. Jan Van der . 241, 242 [244, 245, 255,
----------- Simon . 237, 239—243.
[245—247, 255
Vinckebooms. David. . 52, 53. ----------- Susanne .... 55
Vincks. Abraham .... 53
-----------Victoria .... 53
Vinex. A. Verk. der schilderijverz
[32
Vinne. Van de.....185
Visscher. Roemer .... 270
Visser. Jan De . .187, 193, 202,
[249, 344
|
||||||||||||||||||||||||||||
der
|
||||||||||||||||||||||||||||
121.
|
||||||||||||||||||||||||||||
298.
17.
8, 229. 261. 208. 63-
175, 177. 177. 230. 8. 299 14-
6, 60
11.
197, 211.
301.
40.
287.
11.
49-
|
||||||||||||||||||||||||||||
Verdoel. Adr. . .
Verdonck. Adr.. Vereule. Aryaen . ----------- Zie ook Ueule.
Vereyck. Adriaen .
Vergout. Aert. . . Vergouts. Jeremias. Verhoeve. Thomas. Verhooch. Cvyn Verhouwel Jacs. Verkolie. Joh. . . Vermandel. Karel . Vermeer. Jan Vermeulen. Johs . ----------- P»'. . . .
|
||||||||||||||||||||||||||||
. 308
• 244,
• 53
11, 14 9
48
|
||||||||||||||||||||||||||||
Visvliet. Lamb.. . .
Vlaminck. Jacs. . • . Vlegel. Jorriaen Vliet. Hendr. Van der __ Wm. Willerosz. Van |
||||||||||||||||||||||||||||
Verpoortgen. Maricken
Verryn. Maria Fransd Verschuer. Jan . Verstegen. Henrick VI. |
||||||||||||||||||||||||||||
— 378 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bladz.
Ylietlandt. Dhck .... 237.
Vlug. Jacob Jansz..... 297.
Voet. Steven. . . . 22S, 230.
Vois. Alewyn De . . . . 321.
Volckersse. Clays .... 142.
Vonk. Jacs....... 250.
Voorde. Gerard Van de . 43
Voormoolen. Isaac . . . 188.
Voort. Abraham Van der . 41.
----------- Carel Van der . . 56.
----------- Cornelia Van der . 52.
-----------Cornelis Van der 53, 55, 58.
----------- Wede. Cornelis V. d. 43.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vries. De......
----------- Adr. Gerrit De .
-----------Anthony De .
-----------Johs. De
----------- Paul De
----------- Pr. De .
----------- Segerus De
Vriese. Seger De
Vromans. (?) Pr. Pi. Vroom .... Vrye. Dirck de . Vryes. Adr. de . Vyven. Jan Van Vyffen. Andr. Van |
. 56.
. 29S. . 188. • «3- 43, 56. . 206. . 299. . 217. . 5, 6, 10. 56, 57-
. 281. • • 303.
219, 220.
21—223,
|
||||||||||||||||||||||||||||
56.
56. 54- 56. 54-
|
|||||||||||||||||||||||||||||
-----------
-----------
|
|||||||||||||||||||||||||||||
[225, 228.
Vysscher. Mr. Cornelis Forestyev
[158, 227.
Vyver. Salomon Van de . 175.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Voorthuysen. Barnt. Van
Vos. Dirck . . — Hans Jacob De?
— Jan De
— Marten De . .
— Van Nieuwvliet. Pr
|
|||||||||||||||||||||||||||||
302.
>5-
121. i58.
56.
e . 23S —
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Wackernage 1. Dr. Rud.
Waes. Aert Van . . ._ Pieter Van . . . Waesburg. Marcus Andr Wagenaar. Corus. . . ----------■ Johs..... |
82.
69. 70. |
||||||||||||||||||||||||||||
V.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
12.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
• 247.
• 250
. 271.
. 3'4-
210, 2l8. |
|||||||||||||||||||||||||||||
[240.
Vosmaer. (?) Jacob Woutersz. 4-
Vrancken. Frangois ... 41-
Vreryckz. Lysbet .... 277.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Wagenaer. Van . .
Walenburgh. Pr. Adr. Walle. Pr. V. d. . . |
|||||||||||||||||||||||||||||
— 379 —
|
|||||||
Bladz.
Wint. Jan De.....228. ----------- Pr. De.....222.
Wisse. Jan......217.
Wissem. Jan Van . . 218, 219.
--------- Willem Van . 180, 190—
['93, '95> 224, 229.
Withoos. Frans.....307. --------- Joh. Matthiasz. 306, 307.
--------- Matis Jansz, . 299, 305.
---------Pieter.....306.
Witog. (Wittog) Corns. 259, 261.
Witsenburgh. Dirck ... 27. Witsius. Daniel.....64.
Witte. Jacob De . . . . 251.
Wolf. Gulyeam De . . . 177, Woutersz. Dan......318.
Wouwe. Arn. . .195, 210, 211.
--------- Jacob.....211.
--------- Pr. Govertsz., steenhouwer
[182—221.
Wybrands. Pieter .... 45- Wycke. Simon Van der . 149. Wylant. Dominicus . . • 157- Wyllebrecht. Jeronimus . . 158. Wynants. Jacob . 260, 262, 263. ---------Samuel.....2to.
Wynbergen. Burgem. Van,. 304.
Wys. Wolter De ... . 308. |
|||||||
Bladz.
Wallinck. Chiistiaen . . . 127.
Walvis. Ignatius . . . . 104. Warnecke. Ant.....301.
Warneke. Helmig . . 301, 302.
Warnier. Nic. 174, 191, 203, 205. --------- Willem.....205.
Wassenaer. Dr. Claes Jansz. 51.
Wassenhoovën. Jac. . . . 211,
[216, 219.
Webber. Sach......205.
Wedermont. Simon . . . 237
Weeling. Anselmus . . . 230. Weely. Willem Van ... 45. Weerhorst. Joost Van . . 300. Welsaaden. Dingenis Van . 247. Were. Pieter Van daer . . 119. Wernicke. Helmig . . . 301. Westrenen. Joh. Van . . . 297. Weymaar. Ph. . . . 246—248. Weyts. P ouwels . . . 20—22. Wielant. Dominicus . .129, 133, [■42.
Wilbrecht. Jeronimus . 149, 168. Wilfaert. Sam......196.
Willaerts. Hans 171, 260—263.
Willekes. Thomas .... 234. Wilt. T. De......322.
Winsemius. Pierius . . . 272.
|
|||||||
— 380 —
|
||||||||||||
Bladz.
Ydeghem. Adriaan Van . 149,
[15.7, 161 —163.
Zacharyas. Pieter .... 149.
Zebeeck, W«......298.
Zeeman. Abr......241
Zeeslag op de Zuiderzee in 1573.
[Schilderij van de 294, 295.
Ziepe. Nic.V,. d. . . 203, 209.
|
||||||||||||
Bladz.
Zwartenhond. Portret door Rem-
[brandt van de Wede. 265—278.
Zwartenhond. Engeltie 275, 276.
--------- Heyndr. .... 274.
--------- jacob ..... 274.
--------- Jochem Heyndr. 275—278.
--------- Maria Jochems 272, 275.
Zweder van Montfoort . . 77.
Zwol. H. Van.....323. |
||||||||||||
«^
|
||||||||||||
M
|
||||||||||||