VAN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN, DE
MUZIEKWETENSCHAP BETREFFENDE,
AANWEZIG IN DE BIBLIOTHEEK DER
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT

Hierna meer niet verschenen wegens de overbrenging
naar het Instituut voor Muziekwetenschap, opgericht
in october 1950.

j ^ -H,nbsp;«fe^

VAN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN, DE
MUZIEKWETENSCHAP BETREFFENDE,
AANWEZIG IN DE BIBLIOTHEEK DER
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT

gevestigd te Utrecht, goedgekeurd bij Kon. Besluit van
13 Juli 1912 N° 53............

BESTUUR:
JOH. WAGENAAR,
A. BROM Jb.,
W. PETRI,
Prof. Dr. A. A. NIJLAND
Fe. A. BEUNKE
WOUTER HÜTSCHENRUYTER

Het Centraal Muzieklitteratuur-Ponds stelt zich, volgens art. 2
van de Statuten „ten doel, de studie van de muziekwetenschap
en de beoefening der muziek te bevorderen door den aankoop van
muziek en geschriften over muziek, welke in eigendom worden
overgedragen aan de Bibliotheek der Rijks-Universiteit te Utrecht.quot;

Een der eerste zorgen van het Bestuur in het oprichtingsjaar
nu was, de aanwezige werken over muziek in de Universiteits-
bibliotheek meer toegankelijk te maken door middel van den
catalogus, die hierbij leden, begunstigers en overige belangstel-
lenden aangeboden wordt.

Over de inrichting van dezen catalogus, die geen bibliografische
of streng wetenschappelijke pretenties heeft, alleen dit.

De volgorde is in willekeurig gekozen groote groepen, zooveel
doenlijk, stelselmatig of in tijdsorde gerangschikt. Het register zal,
alfabetisch', iedereen bevredigen.

Niet opgenomen zijn tijdschriftartikels of ondertitels van uit-
gebreide vervolgwerken, omdat dan de toch al hooge drukkosten ver
boven de krachten van onze jonge Vereeniging zouden stijgen en
het bovendien de bedoeling is voort te gaan met bet uitgeven van
catalogi, die naarmate zij meer omvang krijgen, ook eene betere
onderverdeeling moeten hebben.

De werken aangekocht door het Fonds, of daaraan geschonken
zijn met 'n * aangeduid.

Laat ons hopen dat door 'n druk gebruik van deze eerste publi-
catie, door 'n groote toename van het aantal leden en begun-
stigers, en de daaruit voortvloeiende uitbreiding van het Fonds,
het verschijnen van een nieuwen catalogus in de toekomst niet
tot de uitzonderingen zal behooren.nbsp;A. BROM Jr

Bibliotheca Musica oder Yerzeichniss aller im Bezug auf die
Musik in 1847 —1866 in deutschen Buchhandel erschienen
Bücher und Zeitschriften. Mit Ausschluss des Liederbücher
wie überhaupt der Musikalien . . . Bearb. von A. Büchting.
Mit Sachregister. Nordh. 1867.nbsp;A.A. oct. 165

Catalogus. Amsterdam. — Catalogus van de bibliotheken der
Maatsch. tot bevord. der toonkunst en der Vereen, voor Noord-
Nederl. Muziekgeschiedenis. Amst., 1884. C. oct, 1313
It. Supplement. Amst., 1895.

Catalogus. 's-Gravenhage. — Kon. Bibliotheek. Catalogus van
schoone kunsten en kunstnijverheid. 's-Gravenh. 1905

Catalogus. Luik. — Catalogue de la Bibliothèque musicale de
la Société libre d'émulation de Liège. Liège 1861,

Catalogus. Washington. — Dramatic music. Catalogue of full
scores. Compiled by Ose. Geo. Th. Soaneck. Washington 1908.

[Catalogus. Washington. —] Orchestral musicnbsp;catalogue. —
Scores Prepared under the dir. of Ose. Geo. Th. Sonneck.

Catalogus. — Catalogue of the musical library of Wm. Euing,
bequeathed to Anderson's University, Glasgow (now called
Anderson's College). Glasgow 1878.nbsp;A.A. oct. 234

[Catalogus. —] Catalogue de la collection musicale J. B. Lau-
rens, donnée à la bibliothèque d'Inguimbert. Carpentras 1901.
Av. portr. et facs.nbsp;A.A. oct. 566

[Catalogus. —] Musik. — Kirchengesang. Welti. Musik. Alte
seltene Musikwerke. Autographen. Mss. Mozart, Wagner,
Liszt. Katalog 121. Lu. Rosenthal's Antiquariat. München
[1907].nbsp;.nbsp;A.A. qu. 247

Catalogus der muziekbibliotheek van D. F. Scheurleer [door
hemzelven bewerkt]. Met 2 vervolgen. 's-Gravenh. 1893—1910.
3 dln.nbsp;A.A. oct, 445

Ohevalier, Ulysse, Repertorium hymnologicum. Catalogue des
chants, hymnes, proses, séquences, tropes en usage dans
l'église latine depuis les origines jusqu'à nous jours. Louvain
1892-97. 2 tom.nbsp;V.V. 9 0; H. G. oct. 2392

Doueu, O., Clement Marot et le psautier Huguenot, étude
histor. littér. musicale et bibliographique, contenant les
mélodies primitives des psaumes . , . Par. 1878—'79. 2 tom.

Eck Jr., G. îî. van, Ivatalogus van in Nederland verschenen
muziekuitgaven, benevens boek- en plaatwerken betreff, de
toonkunst. Alphab. gerangschikt ... en van een system,
overzicht voorzien. 's-Gravenb. 1.889.nbsp;C. oct. 1495

Goovaerts, Alph. , Histoire et bibliogr. de la typogr. musicale
dans les Pays-Bas. Av. 9 phototyp. Anvers 1880. C. oct. 1195
Ook in :

Nieuwealmysen, W. J. P., Catalogus van eene . . . verzameling
muziek, boeken over muziek en muziekgeschiedenis, benevens
eenige . . . muziekinstrumenten, nagelaten door W. J. F. N.
Utr., 1870.nbsp;C. oct. 907

Wackeruagel, Ph., Bibliographie zur Geschichte des deutschen
Kirchenliedes im XVL Jahrhundert. Frankf. a. M. 1855.

Bijdragoii tot een repertorium der Nederlandsche muziek-
literatuur, bijeengebracht [door J. W. Enschedé en A. J. de
Mare] onder leiding van D. F. Scheurleer. Amsterdam
1902— Dl. I—nbsp;V.V. 34 G

Catalogus der tentoonstelling van muziekinstrumenten, prenten,
photografieën en boeken daarop betrekking hebbende [door
D. F. Scheurleer], den Haag 1893.nbsp;A.A. oct. 450

Catalogus. — Oude muziekinstrumenten en prenten en foto-
grafieën naar schilderijen en teekeningen tentoongesteld te
Rotterdam. (Door D. F. Scheurleer) s-Gravenh. 1898.

Liedboeken (Nederlandsche). Lijst der in Nederland tot het
jaar 18Ü0 uitgegeven liedboeken samengesteld onder leiding
van D. F. Scheurleer, 's-Gravenh. 1912.nbsp;191. 0. 10

Album van Caecilia. 2e-4e Jrg. Utr., 1845-'47. V.V. 71
Berifften Vereeniging voor JSTederlandsche Muziekgeschiedenis.
Maatschappij tot bevord. der Toonkunst. Berigten. Ie blad.
15 April 1869. Amst. 1869.nbsp;A.A, oct. 140

Klayiee-Lehrer , Gesangspädagog. Blätter. Zentralblatt
für das gesamte musikal. Unterrichtswesen . . begr. von
Emil Breslaüer. E-ed. .Anna Morsch. Jhrg. XXXIII—
Berlin 1910—nbsp;155. B 1-

Bouwsteenen. 1« -3e Jaarboek der Yereen. voor Nederlandsche
muziekgeschiedenis. 1869/72-1874/81. Amst. 1872—1881.
^nbsp;AA. oct. 162

Caecilia. Algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland onder
red. van F. C. Kist. Utr. 1844-nbsp;1^- ^ ^

Geschiedenis en handelingen van de Maatschappij tot bevor-
dering der toonkunst. III« Rks., n° 3—nbsp;V® Rks., n° 3.
Amst., 1874-1894. 214. C. 19_

Hierbij de Wet der maatschappij van 5 Juni 1873, het Huis-
houdelijk Reglement der afd. Utrecht van 1873 en het Reglement
Yoor de muziekschool derzelfde afd. van 1875.
Jaarboek [van het] Peter Benoits-fonds, gesticht te Antwerpen,
over 1902-1903nbsp;Antwerpen 1904—nbsp;Jg. I—

der Musiklebens der Gegenwart. Begründer : Otto Lessmann.
XXXI— Jhrg. Berlin 1904—nbsp;149. A. 1 —

*Muziekboae (De). Geïllustr. weekblad voor toonkunstenaars en
vrienden der muziek. Hoofdred. Rich. Hol, C. tan der Linden.
XVII—nbsp;Jrg. Tilburg 1908—nbsp;153. A. 2—11

Tiidscbrift (Nederlandsche muzikaal), [tot Aug. 1844] onder red.
van F. C. Kist. Utr., 1841-48. 3e—IQe jrg. V.V. 71 B
Zie: Caecilia.

Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederlands muziek-
geschiedenis. Amst. 1882— UI. I—nbsp;V.V. 34 G
Weekblad voor Muziek. Onder red. van H. Noltheniüs. Met
medewerking van R. Hol , Akt. Averkamp e a. Tevens
orgaan van de Amst. Toonkunstenaarsvereeniging onder red,
van Wi. Hütschenrütter. I-XVI. Jrg. Amst., 1894—1909.
16 dln. 99 A

freunde. Hrsg. von E. W. Eritzsch, Ca. Kipke, XXXII—
XXXVn Jhrg Leipzig 1901 — 1906.nbsp;149. B. 1—

Vereinigt mit Musikalisches Wochenblatt. Vereinigte musi-
kalische Wochenschriften. LXXlH (XXXVIH)— Jhr^'.
Leipzig 1906.nbsp;149. B. 1— °

pädagog. Vereins. Redakt. Leitung Hans Wagner. Jhrg.
I— Wien 1911-nbsp;156. D.1 —

Zeitung (Allgemeine musikalische). Jhrg. 32 - 44, Leipzig
1830 42. M, Portr. 13 Bde.nbsp;A.A. qu. 165

VERZAMEL WEBKEN.
Sweelinck, Ja. Ptz., Werken Uitgeg. door de Vereen, voor
Noord-iNederlands Muziekgeschiedenis.'s-Grav, enz. 1894 - 1901.
12 din. Met portr.nbsp;A.A. iol. 112

I. Werken voor orgel of klavier, uitgeg. door Max Sjsiffebt.
II. V. Psalmen, uitgeg. door Max Smffkkt.
VI. Cantiones sacrae, uitgeg. door Max Skiffbht,
VII. Chansons, uitgeg door Max Seifpert.
VIII Eimes frangoises etitaliennes, uitgeg. door Max Seiffbrt.
IX. Verschillende gelegenheidscompositiën, uitgeg. d. M. Sbiffert.
X. Composition-Eegeln, uitgeg. door H. Gbuhmakn.

Horae belgicae. Studio atque opera H, Hoffmann Fallers-
lebensis. Vratislav 1830—62. 12 vol.

C. oct. 149; Mr, 5. G. 67—78
Palestrina, Pierluigi da, Werke. — Nachtrag, Ergän-
zungen, Diminutionen, Lautentabulaturen, Textaufäuge sämtl,
Kompositionen Palestrinas und themat. Katalog, ders. Aus-
gearb. von Era. X. Haberl. (Werke XXXIIL) Leipzig
1893. M. Bildn.nbsp;153. A. 1

Analecta hymnica medii aevi. Herausgeg, von Guido Mar.
Dreves. Leipzig 1886— Th. I—nbsp;V.V. 72 E

Van dit belangrijke vervolgwerk zjjn de ondertitels niet opge-
nomen. Men raadplege ze evenwel ter Bibliotheek.

Conversations-Lexikon (Musikal.) Eine Encyklopädie der ge-
sammten musikal. Wissenschaften. Unter Mifcwirk. der literar.
Commission Berliner Tonkünstler Yereins . . . bef^ründet von
Herm. Mendel, vollendet von Aug. Keissmann. Berlin
18 -18 . 11 Bde. ( vol.)nbsp;153. D. 1—

Fischer, Alb. Fri. Wl, Kirchenlieder-Lexicon. Hymnologisch-
literarische Jfachweisungen über ca. 4500 der vsrichtigsten
und verbreitesten Kirchenlieder aller Zeiten in alphab. Folge,
nebst einer üebersicht der Liederdichter. Gotha 1878, 79.

2nbsp;Thle.nbsp;B. oct 2772
Tiotta, Hen., Lexikon der toonkunst, met medewerking van

Julian, John, A dictionary of hymnology, setting forth the
origin and history of christian hymns of all ages and nations ...
London 1892.nbsp;F. oct. 1942

With biographical notices.
Eiemann, He., Musik-Lexikon. VI« Aufl. Leipzig 1905.

Tivell, coelestinus, — Initia tractatuum musices ex codd.
editorvm collegit et ordine alphabet, disposuit — Graecii
1912.nbsp;Hss. Leesz. V B

BlaiöTille, Ch. de, Histoire générale critique et philologique
de la musique. Paris 1767.nbsp;A.A. qu. 11

Roussier, P. Jos., Mémoire historique et pratique sur la
musique des anciens . . . Paris 1774.nbsp;A.A. qu. 10

Seriptores ecclesiast. de musica ex var. codd. mss. collect et
nunc pr. publica luce donati a Mart. Gerbert. Typis San-
Blasiavios 1784. 3 voll. c. tabb.nbsp;A.A. qu. 7—9

Kalkbrenner, C., Kurzer Abrisz der Geschichte der Tonkunst,
zum Vergnügen der Liebhaber der Musik. Berlin 1792.

Brendel, Fr., Grondtrekken van de geschiedenis der muzyk ...
Uit het Hoogd. . . . vertaald door F. C. Kist. Utr. 1851.

Reissmann, A., Allgemeine Geschichte der Musik. Mit Noten-
beispielen . . . München 1863—64. 2 vol. A.A. oct. 90

Schneider, K. E., Das Musikalische Lied in geschichtlicher
Entwickelung. Leipzig 1863—64. 2 vol.nbsp;A.A. oct. 95

Schneider, K. E., Zur Periodisirung der Musikgeschichte.
Leipzig 1863,nbsp;A.A. oct. 97

Lobe, J. C., Consonanzen und Dissonanzen. Gesammelte
Schriften aus älterer und neuerer Zeit. Leipzig 1869.

Fetis, F. J., Histoire générale de la musique, depuis les temps
les plus anciens jusqu'à nos jours. Paris 1869—76. 5 tom.

Lind, Ka. , Ein Antiphonarium mit Bilderschmuck aus der Zeit
des XI. u. XII Jahrh. im Stifte St. Peter zu Salzburg befindl.
beschrieben und hrsgeg. Mit Holzschn. u. Taf. Wien 1870.

Kehrein, J., Lateinische Sequenzen des Mittelalters aus Hss.
und Drucken herausgeg. Mainz 1873.nbsp;F. oct. 1405

Gregoir, Ed. G. J., Littérature musicale. Documents historiques
relatifs à l'art musical et aux artistes-musiciens. Brüx.,
1874-76. T. H-IV.nbsp;A.A. oct. 147

*Hanslick, Ed., Die moderne Oper. Kritiken und Studien.
Berlin 1875.nbsp;153. p 9

Graf, Ernst, De graecorum veterum re musica quaestionurn
capita duo. HabilitatiouFschr. Marburg 1889.

Kraiisse, Bernh. Rud., Studie zur altchristlichen Yokalmusik
in der Griech. und Lateinischen Kirche und ihr Zusammenhang
mit der altgriechischen Musik.

Inscription de Delphes Nouveau fragments d'hymnes accompagnés
de notes de musique. La musique des hymnes de Delphes.

Dettmer, W., Streifzüge durch das Gebiet alter und neuer
Tonkunst. Hamburg 1900.nbsp;A. qu. 251.

Gelehrten-Schule des Johanneums zu Hamburg. Beiffabe. z. Bericht
Schuljahr 1899/1900.nbsp;^

Musikgeschichte (Einhundert Jahre) [1800-1900]. - Sonder-
beig. iür die Abonnenten der „Musikquot;. [Berlin o. J.J

Jolizza, W. K. von, Das Lied und seine Geschichte. Wien .. ,
1910.'nbsp;209. E. 2

Mit Notenbeispielen u. Liedern der frülieren Epochen his zum
Ende des XYIIL Jahrh.

Fétis P. J-, Mémoire sur cette question: Quels ont été les
mérites' des Neerlandais dans la musique, principalement aux
14e, 15e et 16e siècles. Amst., 1829.nbsp;A.A. qu. 67

Kiesewetter, R. G., Die Verdienste der WieMnàev um die
Tonkunst. In Beantw. der... Frage: Welche Verdienste
haben sich die-Niederländer, namentl. den Uten, 15ten und
16ten Jahrh., im Fache der Tonkunst erworben. Amst., 1829.

Gré^oir, Ed. G. J., Essai historique sur la musique et les
musiciens dans les Pays-Bas. Bruxelles 1861. A.A. qu. 58

Heve J. P-, Een klein jokkentje. De Maatschappij ter bevor-
dering der toonkunst en Mr. Pietek Wttenhage. (Door
Dr. Jan yan Amstel, Amst. 1862.)nbsp;B. oct. 1100

Straeten, E. van der, La Musique aux Pays-Bas avant le
XIXe siècle. Documents inédits et annotés. Compositeurs,
virtuoses théoriciens etc. Avec pl. de musique et table alphab.
Brüx., 1867—1888. 8 vol.nbsp;A.A. oct. Ufa

Moll W., Berigten aangaande den staat van het kerkgezang
in Nederland tijdens de opkomst en den bloei der oud nederl,
muziekschool. Amst., 1869.nbsp;A.A. oct. 141; V.V, 9O B

^ToÄ- musicum Ultr'ajectinum) 1631-1881. Eene bijdrage
tot de geschiedenis der toonkunst in Nederland Utr., 1881.
m. pl.

Ambros A. W., De Nederl. toonkunstenaars der 15e en 16e
eeuw 'Fragmenten uit de geschiedenis der muziek. Rott.,
1882.'

Hnygens, Const. , Correspondance et oeuvres musicales. Publ
par W. J. A JONCKBLOBT et! P. J. N. Land. (Société pour
J Hist musicale des Pays-Bas. Musique et musiciens au
AYlIe siecle. Leyd. 1882., av. pl. et facs.

A.A. qu. 119; Mr. 4. C. 24; 153. C. 2
Scheurleer, D. F., Mozart's verblijf in Nederland en het muziek-

Miei-lo Jr., J. van, Een ütrechtsch antiphonarium. - Bijdrage
tot de geschiedenis van bet liturgisch drama in de Neder-
landen. Overgear. uit de „Leuvensche Bijdragenquot; Lier enz.

Scheurleer D F., Het muziekleven in Nederland in de lie helft
der XVlüe eeuw in verband met Mozart's verblijf aldaar,
s Gravenh., 1909 M. frontisp. afb. en facs. 212. B. 40

Baker, Theod. Ueber die Musik der Nordamerikanischen Wilden.
Eine (Inaug.) Abh. Leipz. 1882.nbsp;a. qu. 252

Meurs, G L. tan, De arte musica apud Graecos. Spec, liter
inaug. Hag. Com. 1879.nbsp;a. qu. 200^879

Lombard, Loms, Observations d'un musicien Américain. Traduit
de l'anglais par Raoul de Lagenardière. Paris 1895. Av.
pl.nbsp;A.A. oct. 579

[Warengbien, De, La musique à Douai du XVI^ siècle. (Mé-
moires de Soc. d'agriculture , sciences et arts ... à Douai.
S. 111. Tom. Vm.)]nbsp;A. oct. 1578

Mailly, Nie. Ed., Les origines du Conservatoire royal de
Bruxelles. Bruxelles 1880.nbsp;V.V. 50 C

Mémoires cour, et autr. mém. coll. in 8°. XXX, 6.
Van Bnyse, Pl., Plet eenstemmig Pransch en Nederl. wereldlijk
lied in de Belgische gewesten van de Xle eeuw tot heden
uit een muzikaal oogpunt beschouwd. (Mémoires cour. et
autres mém. T. XLIX, 6.) Bruxelles 1896. V.V. 50 E

Hammerich, Aug., Musiken ved Christian den fjerdes Hof.
Et Bidrag til dansk Musikhistorie. Inaug. diss. Kjöbenhavn
1892.nbsp;A. qu. 219

Keiss, Geg., Det norske Rigsarchivs middelalderl. musikhaand
skntter. En oversigt. (Videnskabs-Selskabets bkrifter. Hist.-
filos. Kl. 1908. N° 3.) Christiana 1908.nbsp;V.V. 83 B

Launis, Armas, Über Art, Entstehung und Verbreitung der
Estnisch-Finnischen Runenmelodien. Akad. Abb. Helsingfors
1910.nbsp;A. qu. 244

Krome, Ferd., Die Anfänge des musikalischen Journalismus
in Deutschland. Inaug.-Diss. Leipzig 1896. 1896. 11. 14

Valentin, Caroline, Geschichte der Musik in Frankfurt a. M.
vom Anfang des XIV. bis zum Anfange des XVIII. Jahrh.
Frankfurt a. M. 1906. M. Facs. u. Bildn. H.G. oct. 2743

Galino, Titus, Musique et versification françaises au moyen-
âge. Diss. Leipzig 1891.nbsp;1891. IL 12

* Brendel, Fra. , Geschichte der Musik in Italien, Deutschland
und h'raukreich. Von den ersten christ. Zeiten bis auf die
Gegenwart. 25 Vorlesungen. 3e Aufl. Leipzig 1860.

Weber, H., Geschichte des Kirchengesanges in der deutsehen
reform. Schweiz seit der Reformation. Mit genauer Beschrei-
bung der Kirchengesangbücher des XVI. Jahrh. Zürich 1876.

Nef, Karl, Die Collegia musica in der deutsehen reformierten
Schweiz von ihrer Entstehung bis zum Beginn des XIX. Jahr-
hunderts. Inaug.-Diss. St. Gallen 1896. Leipz., 1896. III. 9

Musiker-Briefe. Eine Sammlung Briefe von C. W. von Glück,
Ph. E. Bach, Jos. Haydn, C. M. ton Weber, und F. Men-
delssohn-Bartholdy. Nach dem Origin, veröffentlicht von
L. Nohl. Leipzig 1867nbsp;B. oct. 1380

Cle'ineiit, F., Beroemde toonkunstenaars van de 16« eeuw tot
op onzen tijd. Voor Ned. bewerkt door Mevr. van West-
rheene. Met portr. Haarlem 1870, 71. A.A. oct. 163

Toonkunstenaars (Onze hedendaagsche). Met bijschriften van
Hen. Viotta, Amsterd. [1890, 95.] 2 dln. Met portr. en
muziek.nbsp;A.A. fol. 100

Letzer, J. H., Muzikaal Nederland 1850—1910. Bio-bibliogra-
phisch woordenboek van Nederl. toonkunstenaars en toon-
kunstenaressen, alsmede van schrijvers en schrijfsters op
muziek-literarisch gebied. Utr., 1911.nbsp;Leeszaal 12 F

Brüder. Mit Portr. etc. Berlin 1868. 2 vol. A.A. oct. 127
Groszer, J. E., Lebensbeschreibung des Kapellmeister . . ,
J. Ö. Bach. Nebst einer Sammlung interess. Anekdoten und
Erzählungen ... aus dem Leben berühmter Tonkünstler etc.
Neue Ausg. Breslau, 1834.nbsp;C. oct. 752

Mosewius, J. T., J. 8. Bach's Matthäus-Passion, musikalisch-
aesthetisch dargestellt. Mit Musik-Beilagen, Berlin 1852.

Forkel, J. N., Ueber J. S. Bach's Leben, Kunst und Kunstwerke.
Für patriotische Verehrer musikalischer Kunst. Neue Ausg.
Mit Bach's Bildnisz. . . . Leipzig 1855.nbsp;C. qu. 209

His Wi., Anatomische Forschungen über Joh. Seb. Bach's
Gebeine und Antlitz, nebst Bemerkungen über dessen Bilder.
Leipzig 1895. M. Textfig. u. Taf.nbsp;Y.Y. 45 0

*Scliweitzer, Alb., J. S. Bach le musicien-poète. Avec la col-
laboration de Hub. Gillot. Préface de Ch. M. Widor. 2e ed.
Leipzig 1905. Avec portr.nbsp;153. D. 10

*Hartog, Jac., Johann Sebastian Bach. Amst., 1911. M. portr.
pl. en facs.nbsp;154- D. 1

*Fricke, W., Ludwig van Beethoven. Ein Lebensbild. Bielefeld
1870.nbsp;154. H. 2

Jahn 0. F., Ludwig Tan BeethoTen als Mensch und Künstler.
Ein Lebensbild etc. Mit Portr., Illustr. u Beil. 2e Aufl.
Elbing 1877.nbsp;A.A. oct. 255

*Hartog, Jac., Ludwig van Beethoven en zijne negen sym-
phonieën. (De thematische ontwikkeling grootendeels vrij
gevolgd naar Langhans en H. Rëmann). (Grootmeesters der L /
toonkunst I) Amst., 1904. M. portr.nbsp;153. F. 6 H ^

*Frimmel, Th. ton, Ludwig Ton Beethoven. 3e Aufl. (Berühmte
Musiker, hrsg. von Hei. Eeimann XIII.) Berlin 1908. M.
Bildn. Taf. Abb. u. Facs.nbsp;154. C. 2

quot; Rolland, Romain, Tie de Beethoven. 5e éd. Paris 1911. (Avec
bibbographie.)nbsp;154. I'- 3

Mannen v. beteekenis XXIII.
Berlioz, H., Mémoires — compr. ses voyages en Italie, en
Allemagne, en Russie et en Angleterre. 1803—1865. Avec
portr. de l'auteur. Paris, 1870.nbsp;B. qu. 287

Badeniaker, L. Alb., Didericus Camphuysen. Acad. proefschr
^ GoudaJ898. M portrnbsp;A. qu. 192 (1898) '

Liszt, Fr., Frédéric Chopin. 5e éd. Leipzig 1906. 154. D. 2
*Poirée, Elie, Chopin. — Biographie critique. Paris 1907
Av. pl. facs.nbsp;153 F 7

Datheni vitam exhibons . . . Utr.,
A. qu. 192 (1858)
Hall, J. N. van, Een „question brûlantequot; (over G. J van
Lyken) op muzikaal gebied (te Utrecht) Utr., 1862.

* Sarau, Aug., Robert Franz und das deutsche Volks- und
Kirchenlied. Mit 6 Chorale für eine Singstimme mit Begleit,
d. P.He bearb. von Rob. Franz. Leipzig, o. J. 153. 0:4
Nolthenius, Hugo, Robert Franz. Haarlem 1893. M. portr.

Beier, Fra., Ueber Johann Jacob Froberger's Leben und Be-
deutung für die Geschichte der Klaviersuite. Diss. Leipzig

Marx, A B., Gluck und die Oper. Mit dem — Portr. Gluck's
einem Autogr. und vielen Musikbeilagen. Berlin 1862. 2 vol.'

Forssmann, Ca. A.üg. , Om Joh. Chr. Fred. Haeffners verk-
samhet, för tonkonsteiis utveckling i Sverige. Akad. afh.
Upsala 1872.nbsp;A. qu. 273

Scripta acad. Univ. Upsalae 1871—72. V. 7.
Chrysander, F., G. F. Händel. Leipzig, 1858—'60. 2 tom.

*KretscliTnar, Herm., Georg Friedrich Händel. (Musikal. Vor-
träge V.) Leipzig 1883.nbsp;153. E. 4

Félix Meritis, 25 Febr. 1810 gevierd door J Kinker. Amst.,
1810.nbsp;A A. oct. 354

Mannen v. beteekenis Vil.
Nolthenius, Hugo, Richard Hol. Haarlem 1906. M. portr.

Mannen v. beteekenis XXXVI
Christern, J. W., Franz Liszt. Nach seinem Leben und Werken
aus authent. Berichten dargestellt. Mit Portr. Hamb, u.s.w.
1841.nbsp;C. oct. 751

Schilling, G., Franz Liszt. Sein Leben und Wirken, aus
nächster Beschauung dargestellt. Mit Portr. Stuttg., 1844.

Ramann, L., Franz Liszt als Künstler und Mensch. Leipz,,
1880—1894. 2 Bde.nbsp;B. oct, 2802

Mannen v. beteekenis XVIII.
Miliigen, S. van, Jules Massenet. Haarlem 1892. M. portr,

Mannen v. beteekenis XXII.
Mendelssohn-Bartholdy, Fél., Briefe aus den Jaren 1830 bis
1847. Hrsg. von Paul u. Ca. Mendelssohn-Bartholdy. 4e Aufl.
Leipzig 1878.nbsp;B- oct. 2795

Hartog, Jac., Felix Mendelssohn-Bartholdy en zijne werken.
Leiden 1908. M. portr. pl. afb. en facs.nbsp;158. E. 5

Nohl, L., Mozarts Briefe. Nach den Originalen herausgeg
Mit einem Facs. Salzburg 1865.nbsp;C. oct. 753

Jahn, 0., W. A. Mozart. 2e Aufl. Mit Bildn. Leipzig 1867.
2 vol.nbsp;A.A. oct. 115

ving en zijne werken. (De thematische ontwikkeling van: 2
ouvertures, 4 symphonieën en van „eine kleine Nachtmusik.quot;)
(Grootmeesters der toonkunst IL) Amst., 1904. M. portr en

Breithaupt, Heinemann, Heuss u. A. Sonderausg. der in der
„Musikquot; erschienen Mozart-Aufsätze. Amst., 1906. M. Bildn,
Taf. u. Facs.nbsp;I54. c. 3

leven en werken geschetst. Omslag en bandvers. van Frans
Hutschenruyter. Rott., 1909. M. portr.nbsp;153. H. 2

Lyra, J. W., Andreas Ornithoparchus'aus Meiningen, der Zeit-
genosse Luthers , und dessen Lehre von den Kirchenaccenten.
Nach der — Schrift derselben: Musicae activae Micrologus.
Lips., 1517 dargestellt und mit Bemerk, über die Anwendung
der Lehre auf den liturg. Gesang der luther. Kirche begleitet.
Mit einer lith. Beilage. Gütersl., 1877. A.A. oct. 212
Baumker, W., Palestrina. Ein Beitrag zur Geschichte der
Kirchenmusikal. Reform des 16. Jahrh. Freib. i. B. 1877.

bammlung hist. Bildnisse. IVe Serie. I.
Lange, Dan. de, Anton Rubinstein.quot;Haarlem 1884. M. portr.

Mannen v. beteekenis, XIV.
Liitzelberger, E. K. J., Hans Sachs. Sein Leben und seine
Dichtung. Eine Festgabe zur Errichtung des Denkmals in
Nürnberg etc. Mit dem Bildn. des Hans Sachs etc. Nebst
einem Anhange: Geschichte des Denkmals mit einer Abbild,
desselben und der Beschreibung der Enthüllungsfeierlichkeiten
Nürnberg 1874.nbsp;Z. oct. 2166

Mannen v. beteekenis. XXVII.
Hellborn, H. Kreiszle von, Franz Schubert. Wien 1865.

Werke. Mit Portr. u. s. w. Berlin 1873, A.A. oct. 463
Wa^ielewski, J. W. von, Robert Schumann. Eine Biographie.
Mit Medaillons etc. Dresden 1858.nbsp;C. oct. 727

Reissmann, A., Robert Schumann. Sein Leben und seine
Werke. Berlin 1865.nbsp;C. oct. 759

Schmitz, Eug., Der Nürnberger Organist Joh. Staden. — Bei-
träge zur Würdigung seiner musikgeschichtl. Stellung. Inaug.-
Diss. [München] Leipzig 1906.nbsp;A.A. fol. 178

Mannen v. beteekenis XXIX.
Milliseu, s. van, Giuseppe Verdi. Haarlem 1902. M, portr.

Mannen v. beteekenis XXXII.
Riemsdijk, J. C. M. van , Johannes Josephus Herman Verhulst
Haarlem 1886. M. portr.nbsp;V.V. 56 F

Mannen v. beteekenis XVII.
Müller, P., Richard Wagner und das Musik-Drama. Ein Charak-
terbild. Leipz., 1861.nbsp;B. oct. 1179
Haau, W. de, Richard Wagner. Haarlem 1876. M. portr.
' V.V. 56 P

Mannen v. beteekenis VII.
Kufferath, Mau., Tristan et Iseult. 2e éd. (Le théâtre, de R.
Wagner de Tannhäuser à Parsifal. Essais de critique littér.,
esthét. et music.) Paris etc. 1894. Av. facs. A.A. oct. 517

Fries, Alb., Aus meiner stilist. Mappe. — L Hei. von Treitschkes
Stil. — II. Rieh. Wagners Stil in Vers und Prosa. Mit einer
Beil.: Anmerk. zu den von Billeter veroffentl. Proben aus
„Wi. Meisters theatral. Sendung.quot; Berlin 1910. 189. D. 36
Istel, Edgar, Das Kunstwerk Rieh. Wagners. (Aus Natur u.

Geisteswelt. Bd. 330.) Leipzig 1910. M. Bildn. 203. H. 5
Chamberlain, Houston Stewart, Rieh. Wagner. Vt« Aufl.
München -1910. M. Bildn.nbsp;221. D. 35

Beattie, James, Essai sur la poesie et sur la musique consi-
dérées dans les affections de l'ame. Traduit de l'Anglais
Paris etc. An Vienbsp;^

Tex, C. A. den. Diss, inaug. de vi musices ad excolendum
hominem e sententia Platonis. Traj. a. R. 1816.

Ambros, Aug. Wi., Die Gränzen der Musik und Poesie. Eine
Studie zur Aesthetik der Tonkunst. Prag 1856. 153. F. l

Kullak, A-, Das Musikalisch-Schöne. Ein Beitrag zur Aesthetik
der Tonkunst. Leipzig 1858.nbsp;Y. oct. 750

*Hanslick, Ed., Vom musikalisch-Schönen. Ein Beitrag zur
Revision der Aesthetik der Tonkunst. 4e Aufl. Leipzig 1874.

*Laiirencin, F. P., Ed. Hanslick's Lehre vom Musikalisch-
Schönen. Eine Abwehr, Leipzig 1859, Y, oct. 751; 153, H. 1

Gei'vinus, G. G., Händel und Shakespeare. Zur Aesthetik der
Tonkunst. Leipzig 1868.nbsp;A.A. oct. 126

Hasenclever, R., Die Grundzüge der esoterischen Harmonik
des Alterthums, im Anschlüsse an die Schrift des Freih.
A. von Thimus über die harmonikale Symbolik des Alterthums'
Köln 1870.nbsp;B. qu. 261

beitungen älterer Tonwerke namentl, BACH scher und Hän-
del'scher Yocalmusik, Leipzig 1871,nbsp;153. E. 7^

Krisper, Ant,, Die Musiksysteme in ihren Principien, ihrer
Entwickelung und ihren Consequenzen dargestellt. Inaue.
Diss. Graz 1882.nbsp;^ A. qu. 252

Steinitzer, Max, Über die psycholog. Wirkungen der musikal.
Formen. [Inaug.] Diss. München 1885.nbsp;215. G. 28

Seidl, Arth., Vom Musikalisch-Erhabenen. Prolegomena zur
Aesthetik der Tonkunst. Inaug. diss. Regensburg 1887.

*Seydel, Ma., Arthur Schopenhauer's Metaphysik der Musik.
Em krit. Versuch. Leipzig 1895.nbsp;quot; 153. B. 6

Rodt, Walth. E. von, Musik und Narkose. Inaug. Diss. Bern
A, qu, 247; Bern 1903 med. XXVI, 13

ÉcorcheTille, Jo., De Lulli à Eameau. 1690-1730. - L'esthé-
tique musicale. Thèse. Paris 1906. Av. bibhogr.
^nbsp;A.A. qu. 253

Stieslitz Olga, Die sprachl. Hilfsmittel für Verständnis und
Wiedergabe von Tonwerken. Eine ästhetische Untersuchung.
Inaug. diss. [Bern.] Stuttgart 1906.nbsp;A. qu 247.

Bindseil, Hei. Ernst, Akustik mit sorgfält. Berücksichtigung d.
neuern Forschungen bearbeitet. Potsdam 1839. Q. oct. 764

Drohisch, M W., Ueber die mathematische Bestimmung der
musikalischen Intervalle. Leipz. 1846.nbsp;A. qu. 92

Drohisch, M. W., Zusätze zum Florentiner Plobem. Mit 1
Taf. Über musikalische Tonbestimmung und Temperatur.
Nachträge zur Theorie der musikalischen Tonverhältnisse.
Leipzig 1852-57.nbsp;^07

Abhandl. math.-phys. Cl. d. Kön. Sachs. Gesellsch. d. Wiss.
L 1852, IL 1855, IIL 1857.
Fétis, Fra. Jos., Mémoire sur cette question: Les grecs et
les romains ont ils connu l'harmonie simultanée des sons?
En ont-ils fait usage dans leur musique? Bruxelles 1859.

Ritter, Elie, La gamme dea musiciens et la gamme des
géomètres. Genève 1862.nbsp;A. qu. 306

Helmholtz, H., Die Lehre von den Tonempfindungen ale
physiolog. Grundlage für die Theorie der Musik. M. Holzschn
Braunschw. 1863.nbsp;q. „ct. 955

Yalérius, H., Sur les vibrations de fils de verre, attachés par
une de leurs extrémités à un corps vibrant et libres à l'autre.
Bruxelles 1865.nbsp;V V 50 C

Yiertli, E. H., Geschichte der Chladnischen Klangfiguren und
Angabe einer Methode, die Klangfiguren von Luftscheiben
darzustellen. Stettin 1870.nbsp;Q. qu_ 3^7

Pyzel, E. D., Geschiedenis van het problema der trillende
snaren. Acad. proefschr. Leeuw. 1871. A. qu. 198 (1871)

ïyndall, John, Der Schall. Acht Vorlesungen gehalten in der
Royal Institution von Grossbritannien. Autor. Deutsche Ausg.
hrsg. d. H. Helmholtz u. G. Wiedemann. 2^ Aufl. Braunschw'
1874. M. Fig.nbsp;Q_ J411

Blaserna, Pt., Die Theorie des Schalls in Beziehung zur Musik.
10 Vorlesungen m. Abb. Leipzig 1876.nbsp;Q. oct. 1516

Progr. Realgymn. Johann. Hamb. 54. 1887/88.
Melde, F., Akustik. Breslau 1891. M. Abb. R. oct. 1704
Handbuch d. Physik. Hrsg. von A. Winkelmann. I.

Helmholtz, H. von , Theorie der Luftschwingungen in Röhren
mit offenen Enden. 1859. Hrsg. von A. Wangerin. Leipzig
1896.nbsp;V.V. 22 B

Beiträge zur Akustik und Musikwissenschaft, hrsg. von Ca
Stumpf. Leipzig 1898— Hft. 1—nbsp;188. E, 1 —

Helmholtz, H. von, Vorlesungen über die mathemat. Principien
der Akustik. Hrsg. von A. König u. C. Runge. Mit Fig.
Leipzig 1898.nbsp;r, qu, 94I

Ehrenfeld, Al., Studien zur Theorie des Gleichklangs. Habili-
tationsschr. Zürich 1904.nbsp;A. qu. 255

Minkema, Hakmen Fred. , De gevoeligheid van het menschelijk
oor voor de verschillende tonen der toonladder. (Acad.) proef-
schrift. Arnhem [1905].nbsp;A. qu. 192 (1905)

Mens Joh. Fra. Ant. van, Minimum aantal trillingen voor
toongehoor bij verschillende intensiteit. [Acad.] proefschr.
[Utrecht] 's Hertogenb. 1908. M. fig. A. qu. 192 (1908)

Herrmann E., Ueber die Klangfarbe einiger Orchesterinstru-
mente und ihre Analyse. Stuttgart 1908. M. Abb. 197. C. 34

Auerbacb, F., Akustik. M. Abb. Leipzig 1909. Leesz 13 B
Handbuch d Physik hrsg. von A. Winkelmann. II.

Nunes, Abr. Vas, Experimenteel onderzoek van klokken van
F. Hemont. Acad. proefschr. Amst., 1909. M. fig.

Wätzmann, Erich, Die Resonanztheorie des Hörens. Als
Beitrag zur Lehre van den Tonempfindungen Braunschweig
1912. M. Abb.nbsp;189. D. 47

Jahrhunderts. Diss, inaug. Berlin 1870. A.A. oct. 155
Kretzschmar, H., De signis musicis quae scriptores per primam
medii aevi partem usque ad Guidonis Aretini tempora florentes
tradiderunt. Diss, inaug. Lipsiae 1871.nbsp;A.A. oct. 158

Habilitationsschrift. Leipzig 1878. M. Taf. A. qu. 252
Bernoulli, Ed., Die Choralnotenschrift bei Hymnen und
Sequenzen in späteren Mittelalter. Inaug.-Diss. Leipzig 1897.
M. Notenbeil.nbsp;A.A. oct. 749; A. qu. 252

Wagner, Pt., Neumenkunde. Palaeographie des Gregorian.
Gesanges. Freib. (Schw.) 1905. M. Facs.nbsp;V.V. 43 B

Collectanea Freiburg. N F. Fase. VI
Diettrich-Kalkhoff, Fra,, Geschichte der Notenschrift. Jauer
1907. M. Tab.nbsp;A.A. oct. 597

(iaforius, Franchinus, Theorica musicae. Neapolis, Franc, de
Dino Florentinus. 1480. d. 8 oct.nbsp;A.A. qu. 95

et migliorate. Venetia 1588. 4 tom. 1 vol. A.A. fol, 2
Kirclier, Athanasius, Musurgia magna universalia, s., ars
magna consoni et dissoni in libb. X. digesta. Eomae 1650.
2 vol. C. tabb.nbsp;A.A. fol. 15, 16

Afflllard, M. l'. Principes tres-faciles pour bien apprendre la
musique, qui conduirent promptement ceux qui ont du naturel
pour le Chant jusqu'au point de chanter toute sorte de Musique
proprement, et à livre ouvert. 7. éd. rev. corr. et augm. à
Amsterdam. Aux dépens d'Estienne Roger. [(1697—1719)].
Marchand Libraire, chez qui l'on trouve un asortiment général
de toute sorte de musique, très correcte, et qu'il vendra
toujours à meilleur marché que qui ce soit, quand même il
devroit la donner pour rien, s, a.nbsp;A.A. oct. 119

Euler, Leonh, , Tentamen novae theoriae musicae ex certissimis
harmoniae principiis dilucide expositae. Petropoli 1739.

lustig, J. W., Muzykaale spraakkonst: of duidelijke aanwyzing
en verklaaring van allerhande weetenswaardige dingen. Amst.,
1754.nbsp;A.A. oct. 118.

Albrecht, Joh. Lev., Gründliche Einleitung in die Anfangs-
lehren der Tonkunst. . . . Langensalza 1761. A,A, qu. 53

Hoogli, Di, van der , Grondslag van het vocaalmuzyk, waarin
de grondreegelen en alle soorten van transpositien aange-
weezen worden. Om binnen weinig tijds tot de muzykkunde
te geraken. Amst. 1770.nbsp;A.A. oct. 362

Musik . . . Berlin 1774, 1776. 2 vol. A.A. qu 47,48
Kulenkamp, G. E., lieber Modulation, besonders zum Gebrauch

für Pianofortespieler Inaug. Diss. Marburg 1839. B. qu. 229^
Fink, G. W,, Musikale spraakleer of. , . onderrigt in de toon-
kunst. Uit het Hoogd. Utr. 1840.nbsp;H. G. oct. 605
Reissmann, A., Allgemeine Musiklehre. Berlin 1864.

Bartsch, K., Die lateinischen Sequenzen des Mittelalters in
musikalischer und rhytmischer Beziehung. Rostock 1868.

* Hauptmann, Mo., Die Lehre von der Harmonik. Hrsg. von
OscAK Paul. Leipzig 1868.nbsp;153. B. 3

RueHe, Ch. Em., Elements harmoniques d'Aristoxéne, traduits
en franç. pour la première fois par E. C. E. Ouvrage cour.
Paris 1871.nbsp;A.A. oct. 262

Tagore, Sourindro Mohun, Theory of 'sanskrit music, com-
piled from the ancient authorities. Calcutta 1875.

Bouvy, Edm. L. a., Poètes et Mélodes. Etude sur les origines
du rythme tonique dans l'hymnographie de l'Eglise grecque.
Nimes 1886.nbsp;A. qu. 384e. (Paris Th. lit. 1885-86)

Eglinger, G., Die Kinderstimme und ihre erzieherische Be-
handlung. Basel 1889.nbsp;A. qu. 213
Wiss. Beil. z. Bericht der Realschule zu Basel. 1888/89,

Wolff, Leonh., Geschichtliche Studien über das musikalische
Motiv und seine Durchführung. Inaug. Diss. Leipzig 1890,

Wolf, Joh., Ein anonymer Musiktraktat des XI. bis XII.
Jahrhunderts, Beitrag zur Geschichte der Musiktheorie des
Mittelalters, Inaug, Diss. Leipzig 1893,

Müller-Brunow [pseud. von Bruno Müller], Tonbildung oder
Gesangunterricht? Beiträge zur Aufklärung über das Geheimnis
der schönen Stimme. N. Aufl. Leipzig u, s, w. 1898.

Polak, A. J., Ueber Zeiteinheit in Bezug auf Konsonanz,
Harmonie und Tonalität. Beitrage zur Lehre der Musik.
Leipzig 1900, M, Taf,nbsp;A.A. oct, 503

Polak, A. J., Über Ton-Rhytmik und Stimmenführung. Neue
Beiträge zur Lehre vom musikal. Hören. Leipzig 1902.
M. Fig.nbsp;A.A, oct, 538

Van Duyse, Fl., De melodie van het Nederlandsche lied en
hare rhytmische vormen. (Mémoires cour, et autres mém.
Coli, in 8°. T. LXI, 6,) Bruxelles [1902]. V,V, 50 D

Aristoteles, Les problèmes musicaux d'Aristote, Texte grec
avec trad, franç., notes philolog,, comment, musical et appen-
dice [par] F. A, Gevaert et J. C. Vollgraff, Gand 1903,

Bruno, Théorie exacte et notation finale de la musique. Porto
1903.nbsp;A.A. oct. 565

Polak, A. J., Die Harmonisierung Indischer, Türkischer und
Japanischer Melodien. Neue Beiträge zur Lehre von den
Tonempfindungen. Leipzig 1905.nbsp;A.A. oct. 567

Polak, A. J., Die musikalische Intervalle als spezifische Gefühls-
erreger auch in Bezug auf Tonarten und Akkorde. Neue
Beiträge zur Lehre von dem Tonempfindungen. Aus dem
Nachlasse des Verfassers als Fragment hrsg. Leipzig 1909.

Letzer, J. H., en Leon. C. Bouman, Praktische muziekopgaven
met voorbereidende schrijfoefeningen. 4e druk. Schoonh.,
1910.nbsp;153. E. 2

Barth, Ernst, Einführung in die Physiologie, Pathologie und
Hygiene der menschlichen Stimme. Leipzig 1911. M. Abb.
u- Taf.nbsp;195. D. 40

Blanchlnus, Fra. , De tribus generibus instrumentorum musicae
veterum organicae diss. Romae, 1742. Utenh. qu. 302

Chladni, E. F. F., Beyträge zur praktischen Technik und zur
Lehre vom Instrumentbau. Leipzig 1821.nbsp;P. oct. 659

Quantz, Joh. Jo ach. , Grondig onderwijs in de behandeling der
dwarsfluit. . . Vertaald door J. W. Lustig. Amst. 1752.

Groneman, J. en J, P, N. Land, De gamëlan te Jogjakarta,
met eene voorrede over onze kennis der javaansche muziek.
Amst. 1890. M. pl.nbsp;y.y. 46 C

Jacobson, Edw., en J. H. van Hasselt, De gong-fabricatie te
Semarang beschreven. Leiden 1907. M. afb. A.A. fol. 167
Publicatie uit 's Rijks Ethnogr. Mus. Serie II Nquot; 15.

Tagore, Sourindro Mohun, Harmonium-sutra: or a treatise
on harmonium. (Bengaalsch.) Calc., 1874. A.A. oct. 230

Fischer, J. P. A., Verhandeling over de klokken en het klokke-
spel . . . Utrecht 1738.nbsp;A.A. qu. 32

Calckman, J. J., Antidotum, ... van 't gebruyck ...van
't orgel, 's Gravenh. 1641.nbsp;F. oct. 646

Huygens, Const., Ghebruik, en onghebruik van 't orghel in
kerken der Vereen. Nederlanden .... Verrijkt met eenighe
zanghen. 'tAmst. 1660.nbsp;p. oct. 645

Haringlia, Gerh., Oorspronk en voortgang der orgelen, met de
voortrefFelijkheit van Alkmaars groote Orgel bij gelegentheit
van deszelfs herstellinge opgestelt t'Alkmaar 1727.

Veldcamps, Ae. E., Onderriehtinge, wegens eenige perioden
tégens hem uitgegéven in het Boek, gen. Oorspronk en
voortgang der orgelen van Gerh. Havingha. t'Alkmaar 1727.

Wognum, Jac., Verdédiging tégen de lasterende voor-reden
over de oorspronk en voortgang der orgelen .... van Gerh.
Havingha. t'Alkmaar 1727.nbsp;F. oct. 645

Heura, Jan van. De orgelmaaker, behelzende eene uitvoerige
beschryving van alle de uit- en inwendige deelen des orgels,
en handleiding tot het maaken etc. derzelven. Benevens do
beschrijving en afbeelding der werktuigen, welke tot deze
kunst gebezigd worden. Uit de nieuwste uitlandsche schrijvers
etc. M. pl. (Volledige beschrijving van alle konsten etc.
19e_21e stuk.) Dordr. 1804, 5. 3 dln. A.A. oct. 242

Brockmann, Wi, Beobachtungen an Orgelpfeifen. Inaug.-Diss.
1886.nbsp;Berlin 1886. I. 25

* Töpfer, J. G., Die Theorie und Praxis des Orgelbaues. —
2e Ausg. des Lehrbuches der Orgelbaukunst. Hrsg. von Max
Allihn. (Neuer Schauplatz der Künste u. Handwerke CCVHI).
Weimar 1788.nbsp;153. B. 2 ; C. 1

Scbaick, W. C. L. van, Ueber die Tonerregung in Labial-
pfeifen. M. Taf. ßott., 1891.nbsp;V.V. 44 A.

Rietscbel, Geo., Die Aufgabe der Orgel im Gottesdienste bis
ins XVIIL Jahrhundert. Leipzig 1892.

Locher, Ca., Erklärung der Orgel-Register und ihrer Klang-
farben. 2e Aufl. Bern 1896. M. Bildn. u. Fig.

Locher, Ca., Beschrijving der registers van het Orgel en hunne
klankkleur. Yoor Nederland bewerkt door Corn. Immiq Jr.
Dordrecht 1900. M. flg.nbsp;A.A. oct. 534

Wasilewski, J. W. von, Die Violine und ihre Meister. Leipzig
1869.nbsp;A.A. Oct. 133

Götze, Geo. Hen., De odio pontificorum in hymnos ecclesiae
Lutheranae commentariolus. Lips. 1703. F. qu. 400. XII, 30

Andriessen, A., Aanmerkingen op de psalmberijmingen van
Petrus Dathenus; in welke derzelver onbestaanbaar gebruik,
en Noodtzaakhjkbeidt der Veranderinge vertoont en aange-
drongen wordt. Middelb. 1756.nbsp;129. D. 5

Datheeniana of ophelderingen en aanmerkingen over de ver-
maarde psalmberijmingen van P. Dathenus nit oude ... ge-
denkstukken . . . verzamelt; met de nodige bijvoegsels
uitgegeven door Jüvenalis Glaücomastix. s. 1. 1758.

Baumaun, J. G., Schediasma hist. theol. de hymnis et hym-
nopoeis vet. et recent, ecclesiae vera atque Cbrist. religioni
inservientibus. Brem. 1765.nbsp;p. oct. 999

Berg, A. van den, Leerreden over Psalm 92: 2 uitgesproken ...
toen de nieuwe rijmpsalmen in de kerken van Gelderland
werden ingevoerd. Dordr. 1774.nbsp;Br. XXX. 6

Gerbert, Mart., De cantu et musica sacra a prima ecclesiae
aetate usq. ad praesens tempus. Typis San-Blasianis. 1774
2 vol. C. tabb.nbsp;A.A qu. 5, 6

Ipereu, Jos. van. Kerkelijke historie van het psalmgezang der
Christenen v. d. dagen der apostelen tot op onzen tijd, en
inzonderheid v. onze verb. nederd. psalmberijming M pl
Amst. 1777, 2 vol,nbsp;H, qu. 79, 80

Berg, A. van den. Gedachten over de geestelijke oden en
liederen inzonderheid tot gebruik bij den openbaren gods-
dienst. Utr., 1802.nbsp;Br. CCXCVIIL 1

Berg, A. van den, Leerreden over Efeze V: 19 met het oog-
merk om dezelve bij het invoeren der evangelische gezangen
bij de Ned. Herv. Gem. te Arnhem, uit te spreken. Arnb
1807.nbsp;Br. CCXXXIV, 1

Moll, quot;W,, Comment. de musica sacra in ecclesia. Protestantium
ad exemplum vet, Cbrist. emendanda, Lugd, Bat, 1834,

Kist, F. C., De toestand van het protestantsche kerkgezang
in Nederland, benevens de middelen tot deszelfs verbetering.
Met muzijkpl. Utrecht 1840.nbsp;B. oct. 38

Janssonius, B. Bennink, Geschiedenis van het Kerkgezang
bij de Herv, in Nederland. Arnh. 1860.nbsp;F. oct. 1162

Oordt, A. M. VAN, Proeve eener geschiedenis van het Protest,
kerkgezang. Deventer 1863. 2 dln.nbsp;A.A. oct. 93

Schlosser, J. p. H-, Die Kirche in ihren Liedern durch alle
Jahrhunderte, 2e Aufl. Preib. i. B. 1863. 2 Bde. 1 vol.

Hageman, F., Het kerkgezang der protestanten in Nederland...
's Grav. 1864.nbsp;B. oct. 1293

Wackernagel, Ph., Das deutsche Kirchenlied von der ältesten
Zeit bis zu Anfang des XVIL Jahrhunderts. Mit Berücksich-
tigung der deutschen kirchlichen Liederdichtung im weiteren
Sinne und der latein. von Hilarius bis Georg Fabricius und
Wolfgang Ammonius. Leipz. 1864—1876. 5 tom.

Wildschut, D. H., Proeve van herziening der Evang. Gezangen,
bij de Chr. gemeenten der Ned. Herv. Kerk in gebruik.
Amst. 1865.nbsp;F. oct. 1116

Gezangboek (Het Oudste) voor de openbare godsdienst-
oefeningen in de Nederl. Geref. Kerk uitgeg. door A. van
der Linde. 's-Gravenh. 1869.nbsp;E. oct. 1409

Rhyn, L. J. van, en H. J. Koenen, De anti-gezanggeest in
onze Nederl. Herv. Kerk.' Met aanhangsel. Openb. brief van
ds. Brummelkamp aan ds. van Rhyn en beantwoording ervan.
Middelburg 1869.nbsp;F. oct. 1330

Voor driehonderd jaren. Volksbladen. II N° 7.
Ullman, ü. L., Om den Kyrkliga Psalmboken med särskild
hànsyn till den sveaska kyrkans psalmbok af âr 1819. üpsala

Antiphonaire de Saint Grégoire. Fac simile du ms. de Saint
Gall, (uopie authentique de l'autographe écrite vers l'an 790).
A ccompagné 1° d'une notice histor. ; 2° d'une dissertation
donnant la clef du chant grégorien, dans les antiques notations;
3° de divers monuments, tableaux neumatiques inéd. . . . par
L. Lambillotte. 150 planches. Brüx. 1872. A.A. qu. 93

Bovet, F., Histoire du psautier des églises reformées. Neuch.
1872.nbsp;F. oct. 1408

Boogert Gzn., J. van den, Onpartijdige uitspraak over het
kerkgezang in de Herv. Kerk, volgens Bijbel, geschiedenis
en ervaring. Utr. 1873.nbsp;F. occ. 1512

Hei'ziening van de Psalmberijming. Door P. Hofstede de Groot,
W. Francken Azn. en J. J. L. ten Kate. Voorloopige proeve
als hs. gedrukt. 1874.nbsp;112. E. 5; Mr. 7. D. 25

Bachmann, Joh., Geschichte des evangel. Kirchengesanges in
Mecklenburg insbesondre der Mecklenburgischen Gesangbücher.
Ein hymnolog. Beitrag. Rostock 1881.nbsp;A. qu. 225

Kayser, Joh., Beiträge zur Geschichte und Erklärung der
ältesten Kirchenhymnen. 2^ Aufl. Paderborn 1881, 1886.
2 Bde.nbsp;F. oct. 1161

Sittard, Jos., Compendium der Geschichte der Kirchenmusik
mit besond. Berücksichtigung des kirchlichen Gesanges. Yon
Ambrosius zur Neuzeit. Stuttg. 1881.nbsp;A.A. oct. 291

Hyumeu (Latein) des Mittelalters. Als Nachtrag zu den Hymnen-
samml. von Daniel, Mone u. A. aus Hss. und Incunabelen
hrsg. von F. W. E. Roth . . . Augsb. 1887.

Eppink, Fr., Het Katholiek kerkelijk volkslied in onze moeder-
taal. Voordracht ... Utrecht 1892.nbsp;Mr. 7. C. 47

Fischer, A. F. W., Die kirchliche Dichtung haupts. in Deutsch-
land. Gotha 1892.nbsp;Mr. 2. L. 25
Zimmer's Handbibl, der prakt. Theologie. Bd. Via.

Earger, H. H., Ons kerkboek. Met een aanhangsel, gesteld
door J. W. Enschede. Groningen 1900. F. oct. 2157

Wieder, F. C., De Schriftuurlijke liedekens, de liederen der
Nederl. Hervormden tot op het jaar 1566. Inhoudsbeschr. en
bibliographie. Acad. proefschr. 's-Gravenh. 1900.

Geer, Lod. de. Ontstaan, invoering en ontvangst van den
evangelischen gezangbundel in de Nederd. Herv. Kerk. (Acad.)
proefschr. Groningen 1902.nbsp;A. qu. 192

* Stahl, Wi., Geschichtl. Entwickelung der evangel. Kirchen-
musik. (Hesse's illustr. Katechismen. 33.) Leipzig 1903.

Knuttel, Joh. Adr. Nelinüs, Het geestelijk lied in de Neder-
landen voor de Kerkhervorming, [Acad.] proefschr. [Leiden].
Rotterd. 1906.nbsp;Z. oct. 3201

Paul, Ph., Die Liederdichter des neuen Gesangbuches für die
evangelisch-protestantische Kirche der Pfalz nebst einem Anh.
über die dem alten und neuen Gesangbuch gemeinsamen
Lieder. Kirchheimbolanden 1907.nbsp;Br. 1907. HL 38

Gunning JHz., J. H., De gezangenkwestie in de Ned. Herv.
Kerk. Utrecht 1910. 2 dln. (1 vol.)nbsp;214. F. 23

Psalmen, aanwezig in ongeveer 80 verschillende uitgaven,
waarvan er enkele hier volgen :

ed. Hess 1530 en 1578; ed. Wïenhove 1559, 1560, 1566;
ed. Latomus 1562; ed. Campen 1566; ed. Dathenus 1566,
1567, 1578; ed. Marnix v. St. Aldegonde 1580; ed. Marot
en Beza van af 1587 enz. enz,

Gezangen (bij de Hervormde en andere gemeenten in gebruik)
aanwezig in verschillende uitgaven.

Expositie hymnorum cum familiari commente. (Editio aucta
Coloniae, Hen. Quentell 1499. 10 Mart. (Hain 6793.)

Fol. 77 (78) et seqq., quae textum sequentiarum cum expositione
continent, desunt.

Lnther, Ma., In divae virginis Mariae et Zachariae; odas.
Magnificat puta et Benedictus, comment. Argent. 1526.

Obrecht, Jac., Missa „Fortuna desperataquot; 1503. Bewerkt door
Rob. Either. Amst. 1880.nbsp;Y.V. 71 A

Obrecht, Jac., Passio Domini nostri Jesu Christi secundum
Matthaeum. (Vierstemmig.) Partituur. Stel zangstemmen. [Met
inleid, van Dan. de Lange.] Amst.nbsp;V.V. 71 A

Textns sequentiarum cum coinmento. S. 1. et typ. n. Editio
germanica 1489.nbsp;F. qu. 396

Boecxken (Een devoot ende profitelyck), inhoudende veel
gheestelycke liedekens ende leysenen . . . Geestelyk liedboek
met melodiëen van 1539 . . . uitgeg. en van eene inl., re-
gisters en aanteek. voorz. door D. F. Scheurleer, 's Gravenh.,
1889.nbsp;Z. oct. 2533

Hortus. Horti musarum secunda pars. continens selectiss. quae-
dam .. . carmina . .. jam recens collecta et impressa Lovanii,
Pt. Phalesius 1553.nbsp;A.A. fol. 283

Liedekens. Veelderhande gheestelicke Liedekens, gemaeckt
wt den ouden ende nieuwen Testamente, nu nieus anderwerf
ghecorigiert, vermeerdert ende verbetert met meer ander
godlicke liedekens, die noyt in druk en zijn gheweest ende
zijn op den A. B. C. bij den anderen ghevoecht. . . 1558.

Souter-Liedekens, ghemaeckt ter eeren Gods, op alle die
Psalmen van David, tot stichtinge ende een geestelycke
vermakinghe van allen Christenmenschen [door quot;Wi. 'van
ZüVLEN van Nyevelt]. Thantwerpen 1559. D oct. 1299

Souter-Liedekens, ghemaekt ter eeren Gods op alle die
Psalmen van David [d-or Wi. van Zutlen van NyeveltI.
Gheprint Thantwerpen 1564.nbsp;D oct. 498

Souter-Liedekens, gemaeckt ter eeren Gods, op alle die
f salinen van David... [door Wi. van ZüTLEN van Nyevelt].
Eerst t'Hantwerpen by S Koek. Ende nu wederom herdruct
't'Jtrecht, by H. van Borculo 1613.nbsp;D. oct. 499

Liederen (Oude Nederlandsche), melodieën uit de Snuter-
liedekens, uitgeg. met inleid., aanteek., en klavierbegeleiding
door Pl. Van Duyse. Gent 1889. 2 dln. H.G. qu. 293
Maatsch. d. Vlaarasche Bibliophilen 4e Reeks n° 8.

Theatrum musicum in quo selectissima optim. quorum libet
auiorum ac excellentiss. artificum . . . carmina . . . oculis
proponuntur, eet. Lovanii, Pt. Phalesius 1563.

Hymni et cnllectae, item evangelia, epistolae, introïtus gra-
duaha, et sequentiae . . . quae ... in eccl. Dei leguntur . . .
Colon., haeredes Jo. Quentel Gerv. Calenius 1566.

Boecxken (Dit is een schoon suyverlyck), in den welcken ghy
vinden suit veel schoone leysenen ende gheestelijcke liedekens...
Op een nieu gecorrigeert ende verbetert . , . Antwerpen Th.
Pietersz Baert[l570?]nbsp;'nbsp;212. H. 6

Lieder (drei schone) oder Gesang vom heiligen Nachtmal , . .
ausz einhelliger Lehre der H. S. . . . verfertigt . . . Newstadt
1591.nbsp;E. oct. 346

Beza, Th. , Het Boeck der H. Schriftuerlycke Gesangen, wt
den 0. en N. Testamente byeen ghetoghen . . . Midtsg. een
Paraphrase ... int Lat. beschr. Ouergeset door Joa. Gerobulum
[Oudraadt]. Amsterdam 1596.nbsp;131. 0. 392

Hymni ofte loff-Sangen op de Christel, feest-dagen ende andersins
's Gravenhage 1615 (2e druk?)nbsp;F. oct. 171

Liedt-boecxken (Een geestehjck), inhoudende nieuwe liedekens,
nu anderwerf ghedruckt, verbetert ende vermeerdert met
eenighe nieuwe leysenen, nae ghelegentheyt der Hoogh-
tijden. . . . Loven, J. Maes 1616.nbsp;212. H. 2

Desen . . . druck ... van nieus oversien. . , . T'Hantwerpen
1618.nbsp;212. H. 4

Liedt-boecxken (Een nieu geestehjck) inhoudende veel nieuwe
liedekens, die welcke noyt in druck en zijn gheweest. Loven,
J. Maes 1618.nbsp;212. H. 3

Eumoldus Batavus , Niev liedt-boecxken . .. Illde dr. T'Hant-
werpen 1618.nbsp;212. H. 5

Litauiae (Sacrae) variae c. brev. plaque quotidiana exercitat.
Huie ed. accedunt litaniae sanctiss. crucis et psalmi aliquot
et oratt. . . . Antv. 1619.nbsp;E. oct. 536

Gulde-Jaer ons H. Jesu Christi. dl. op alle Zonnendagen
des jaers. (Door Jan Stalpeet.) Cantus. 's Hertogenbosch
J. Scheffer 1628,nbsp;F. qu 34

Camphuysen, D. R., Stichtelycke rymen, om te lezen oft' zingen.
Op veele, zijn in plaets van d'ouwde nieuwe zangen gemaekt;
en alle gecoraponeert om te Zingen en Speelen, met twee
Stemmen. Door J. Butler. Amst. 1652.nbsp;Z. qu. 183

Achter-Hofken ('t Groot) Beplant ende op nieuw vermeerdert
met verscheyden seer stichtelijke Liedekens. . . . 't Alckmaer,
J. P. Moerbeeck 1664.nbsp;Z. oct. 1739

Kruidt-Hotken ('t Geestelyck) Beplant met menigerleye Ge-
sangen , . . . 9e... dr. Gemaeckt door verscheyden Auteuren.
't Alckmaer, J. P. Moerbeeck 1664.nbsp;Z. oct. 1739

Liedthoecxken (Het Ryper). Inhoudende veel schriftuerlycke
Liedekens, bij verscheyden Authenren gemaeckt, ende nu
tot stichtinge van een yeghelijck t'samen ghestelt t'Alckmaer,
J. P. Moerbeeck . . . 1664.nbsp;Z. oct. 1739

Liedthoeck ('t Kleyn Hoorns), inhoudende eenige psalmen
Davids, lofzanghen, en geestelycke liedekens. Met Aenhangsel
en vermeerderd Aenhangsel. Amst. 1675. Mr. 6. E. 32

Gezangen of geestelijke liederen tot opwekkinge en stigtinge.
Vert. en uitgeg. door [Hier. v. Alphbn Sr.pT Leeuw. 1738.

Liederen (Evangelische) uit het Hoogd. vert. door Joh. Dek-
natel . . . Amst. 1738.nbsp;Z. oct. 2257, 2257a, 2258

Liederen (Troostrijke lams) behelsende de heerlykheit Jesu
Christi, in de kracht van zijn dierbaar bloed. Z. pl. en j.
[1760?]nbsp;Z. oct. 2259

Gezangen (Christelijke) ten gebruike der Doopsgezinde gemeente
te Amsterdam. Amst. 1793.nbsp;111. L. 4

Cantique pour Ie culte public, recueillis et intpriniés par ordre
du Synode Wallon. Dordr. 1803.nbsp;F. oct. 1722

christlicher Gesänge' aus
al en Jahrh der Kirche. Nach der Zeitfolge geordnet und
geschichtl. Bemerk, bogleitet. Altona... 1817-33.

KirchengesMge. Psalmen und geistliche Lieder. Aus den besten
evanpl. Gesang- und Liederbüchern des XVI u XVII
il iß.fnbsp;herausgeg. von G. von Tüchee. Leip-

lieder (Niederländische geistliche) des XV. Jahrhunderts. Aus
gleichzeitigen Handschriften herausgeg. von Hoffmann von
■fallersleben. Hannover 1854. C. oct, 149: Mr. 5. G 76
Horae Belgieae. X.

Lieder (Niederdeutsche geistliche) und Sprüche aus dem Mün-
sterknde nach Hss. aus dem XV. u. XVI. Jhh. Hrsg. von
B. Hölscher. Berlin 1854.nbsp;z. oct. 2510

Lieder (Geistliche) der Evang. Kirche aus dem XVI. Jahrh
nach den ältesten Drucken . . . hrsg. von Jül. Mützell.
Berhn 1855. 3 Bde.nbsp;A. oct. 813

Lieder der Niederländischen Reformierten aus der Zeit der
Verfolgung im 16. Jahrh. Herausg. von Phil. Wackernagel.
Frankfurt a. M. 1867.

H. G. qu. 132; Mr. 7. C. 1; B. oct. 1394
Beiträge zur niederländ Hymnologie. I.

Thierfelder, Alb., De Christianorum psalmis et hymnis usque
ad Ambrosii tempora. Lips. 1868.nbsp;p. oct. 1290

Hüraer, Jo., Untersuchungen über die ältesten lateinisch-christl.
Rhythmen. Mit Anh. von Hymnen. Wien 1879.

Bäuniker, W., Niederländische geistbche Lieder nebst ihren
Singweisen aus Hss. des 15 Jahrh. Leipzig 1888.

Sweelinck, J. P., Cantio sacra „Hodie Christus natus estquot;.
Vijfstemmig. Amst. 1888.nbsp;V.V. 71 A

Liederen (Middeleeuwsche geestelijke) en leisen, met eene
klavier-begeleiding naar den aard bunner tonen door J. G.
R. Acquoy, 's-Gravenh. 1888.nbsp;Z. qu 265

Liederen (Vier en twintig) uit de 15e en 16« eeuw, met geestel.
en wereldl. tekst. Voor eene zangstem met klavierbegeleiding
bewerkt door J. C. M. van Riemsdijk. Amst. [1890].

Boeexkeu (Dit is een suyverlyck), inh. oude Nederl. geestelijke
liederen met klavierbegel. door Ploe. Van Düyse. Gent
1899.nbsp;Z. oct. 3000

Liederen (XXV driestemmige Oud-Nederl.) uit het einde der
XVde eeuw, naar den Codex London Brit. Mus. add. mss.
35087 uitgeg door JoH. Wolf. Amst. 1910. V.V. 71 A
Yereen. N. Ned muziekgesch, XXX.

Musyck boexken (Het ierste) van Tielman Susato, naar de
uitg, van 1551 in partituur gebracht en opnieuw uitgeg, door
Pl, van Duyse, Amsterd. 1908.nbsp;V.V. 71 A

[Muziekboek. —] Een Duytsch musyck boeck. Naar de uitg.
van 1572 in partituur gebracht en opnieuw uitgeg. door
Pl. van Düyse. Amsterd. 1903.nbsp;V.V. 71 A

Wanning, Joh., — Bloemlezing uit de 52 Sententiae van
J. W. — 1584. Bewerkt door Rob. Eitner. Amst. 1878.

Geuzeliedjes (Twaalf) uit de Geusennbsp;Liedenboecxkens van
1588^ en later. Met de oorspronkelijke wijzen waarop ze in

Tollius, Ja. , Zesstemmige madrigalen. Naar de uitg. van 1597
in partituur gebracht en op nieuw uitgeg. door Max Seiffert.
Amsterd. 1901.nbsp;V V 71 A

Schuyt, CoRN., Drie madrigalen (1600). Bewerkt door R. Eit-
ner. Klavieruittreksel. Zangstemmen. Amsterd. 1873.

Sweeliuck, Jan P., Twee chansons (1598), Bewerkt door R.
Eitner. Klavieruittreksel. Zangstemmen. Amsterd. 1873.

Apollo of ghesangh der Musen, wiens lieflycke stemmen meren-
deels in vrolycke en eerlycke gheselschappen werden geson-
ghen. [Uitgeg. door G, A. Bredero], Amsterd, 1615,

Bloemhof (Den) van de Nederlantsche jeught, beplant met
uytgelesen liedekens en dichten, vergeselschapt met eene
May-wagen. Amsterd. 1610.nbsp;Z, oct. 2816

Cupido's lusthof ende der amonreuse boogaert beplant en ver-
ciert, enz. [door W. I. StamJ. Amsterd, 1613,

Lusthof (Den nievwen verbeterden), gheplant vol uytgelesene,
eerlycke, amoreuse ende vrolycke ghesanghen, als Mey,
bruyiofts, tafel, ende nieujaers-liedekens . . . [door Hans
Mathysz , Willem de Gorïtee e, a.] Item ... een Bruy-
iofts Bancket , . , Van nieus in druck ghebracht ende ghe-
maeckt door M, V[lacq], Den 4en dr, ghebetert. Amst,
[c, 1620J, M. pl.nbsp;Z oct. 2824

Valerius, Adr., Neder-landtsche gedenckclanck ,., openbarende
de voornaemste geschiedenissen van de XVII. Ned Prov
Verciert met , . . platen ende . , , rimen ende liedekens, ! .
De hedekens , , , gestelt op musyck noten , . . benefifens de
tablatuer van de luyt ende cyther, , , , Haarlem 1626,

Yalerius, A., Oud-Nederl. Liederen uit den „Nederlandtschen
üedenck-clanckquot; van Adrianua Valerius (1626). Met toelichting
en klavierbegel. van A. D. Loma.n. Utr. 1871.

Pegasus (Amsterdamsche), waer in (uyt lust) by een vergadert
zyn veel minnelycke liedekens (noyt voor desen gedruckt)
gestelt op verscheyden nieuwe stemmen: by een gebracht
door . . . M. C[AMPANas]. Veld-deuntjes. J. J. C[oleyelt].
Oupidoos Dartelheydt. J. R[obbertsen]. Herderszanghen
A. P. C[raen]. Pastorellea ofte bosch-gezangen. Verciert
met . . fier. en . . . musycke . . . Amstelred. 1627.

Belleroplion, of lust tot wysheyt: door sinne-beelden leerlijck
vertoont. Waer by. . . De vrohjcke stemmen: of, Stichtige en
vermaeckhjcke liedekens en dichten, ghenomen uyt de gheoor-
lofde vrolijckheydt, tot opweckiage der goede zeden. Waer
by noch ... het tweede-deel Urania of Hemel-sang, als mede .
het derde-deel, Ghesang der zeden. Van nieuws vermeerdert
en met de . . . voysen op musijck-nooten ... en met konst-
platen .. . Amst. [1648j. 3 dln. (1 bd.)nbsp;Z. oct. 3104

Scharre-zoodtje (Medenblicker), ghevangen en ontweydt van
verscheyden visschers: overgoten met een sanghers-sausjeu,
door H. J. Prihs. Medenblick 1650.nbsp;Z. oct. 2815

Geuse liet-boeck, waer in begrepen is den oorsprongh van de
troubelen der Nederl. oorlogen, en 't gene daer op gevolght
is . . . Amst. 1661.nbsp;2. oct 2902

Minnen, Liviuus van der, [pseud. van . . .], Den eerelycken
pluck-voghel ghepluckt in diversche pluymkens van minne-
liedekena ende andere vrolijckheden. 4e dr. Bruamp;sel 1684.

Lied-boecxken (Enchuyser) behelsende eenighe bruylofts-psal-
men, en verscheyden seer vermaeckehjcke bruylofts iiedekens.
Op nieuws . . . vermeerdert ende verbetert, fincbuysen [1686].

TMrsis Minnewit. Bestaande in een versameling der moyste
minnezangen en voysen. Amst. 1721. 3 dln. 1 bd. Mr. 6. E. 9

Zang-godin (De vrolyke), opheffende veelerhande ernstige en
boertige gesangen, kusjes en drinkliederen. Amst. 1721.

Apollo's Kermisgift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeucht,
(Liedeboek.) 's-Gravenh., J. van den Bergh 1740.
^nbsp;Z. oct. 1716

Apollo's Nieuwejaarsgift aan het bekoorlijke Ilollandsche juffer-
schap. (Liedeboek.) Dordr., H. Walpot 1750. Z. oct. 1714^

Apollo's St. Nicolaasgift aan Minerva. Voorzien met... minne-
herders- en mengelsangen. .. Leiden, J. v. Kerekhem. [1730?].'

Apollo's Vastenavondgift, voorzien met de nieuwste... minne-,
harders- en bruylofsgezangen. Dordr., H. Walpot [1745?].

Praatvaars (Den Hollandszen). Nieuwjaarsgift aan het bevalligen
Stichtsze jufferschap. (Liedeboek). Amsterd., Abr. Cornelis
[1745?].nbsp;Z. oct. 17143

Oraiigje nieuwjaarsgift, opgeofferd aan het jufferschap der Vereen.
Provintien. [Door Jac. v. Egmont Jzn.] 2e dr. Amst 11750»!
2 dln. 1 bd.nbsp;Z. oct. 1511

Lied-boekje (t' Nieuw groot Hoorns), bestaande in veel stigtige
en vermakelyke bruitofts liedekens. Hoorn, Rein. Beukelman
Z. jr-nbsp;Z. oct. 1712

Liede-Boek (t'Groot Hoorns, Enkhuyzer, Alkmaarder en Pur-
merender), vercierd met veel mooye Bruilofts-liedekens en
gezangen. Amst., Abr. Cornelis. (1769?)nbsp;Z. oct. 995'

Liede-boek (t' Groot Hoorns, Enkhuyzer, Alkmaarder, Edammer
en Purmerender), zijnde ,ean vervolg op 't voorgaande. Ver-
cierd met verschelde Nieuwe en aangename Bruylofts-Liedekens
en snaakze Gezangen. t'Amst., Abr. Cornelis (1769?)

Liede-Boek (t'Groot Hoorns, Enkhuyzer, Alkmaarder en
Purmerender), Vercierd met veel mooye Bruylofts-liedekens
en Gezangen. Amst., Joa. Kannewet (1762?).

Liede-boek, (t'Groot Hoorns, Enkhuyzer, Alkmaarder, Edam-
mer en Purmerender), Zijnde een vervolg op 't voorgaande.
Vercierd met verscheyde Nieuwe en aangename Bruylofts-
Liedekens en snaakze Gezangen. t'Amsteldam, Joa. Kannewet
(1762?).nbsp;Z. oct. 17132

Liederen (Vaderlandsche) voor het Genootschap van wapen-
handel, ter spreuke voerende: Voor vrijheid en vaderland te
Leyden. (Door P. Vüeede, P. tan Schelle e. a. 4e dr
Leyden 1786.nbsp;Z. oct. 2318

Oranjeboom (De van den Hemel afgebeeden . . .), of Verzame-
ling van eenige liederen, ten dienste en gebruik der waare
ouwerwetse patriotten, beminnaars van ... 't Orangehuis ..
's Hage (c. 1792).nbsp;Z. oct. 2643

Liederen (Bataafsche) voor vaderlandsche jongelingen en meisjes.
Leyden, M. Cyfveer Jzn. Ie jaar der Bataafsche Vrijheid
(1795).nbsp;Z. oct. 2307

Wilhelmus van Nassouwen (Het origineele volkslied), deszelfs
oorsprong, vermoedelijke dichter en noodige opheldering.
Dienstig der verzameling van stukken over de verlossing van
Nederland. Leyd. 1813.nbsp;S. oct. 3669ci

Bilderdiik, W., Over een oud amsterdamsch volksdeuntje.
Leyd.; 1824.nbsp;Z- »ct. 1963

Jeune, J. C. W. Ie, Letterkundig overzigfc en proeven v. d.
nederlandsche volkszangen sedert de XV. eeuw ... 's Gravenh.
j^g28 ^^^

Volkslieder (Holländische). Gesammelt und erläutert von H.
Hofpmann von Fallersleben. Breslau 1833. C. oct. 149
Horae Belgieae II.

Schotel, G. D. J., Gedachten over het oude volkslied Wilhelmus
van Nassouwen en den vervaardiger van hetzelve. Leyden
lg34nbsp;C. oct. 257

Someren, R. H. van, Over het volkslied Wilhelmus van
Nassauwen. Met eene bijdr. door P. A. Brügmans. Utr. 1834.

Liedehoek (Nederlandsch) uitgegeven door J. van Vloten.
's Gravenh. 1850, 51. 2 dln.nbsp;Mr. 2. P. 35, 36

Geschiedzangen (Nederl.) naar tijdsorde gerangschikt en toe-
gelicht [door J. van Vloten]. Amst. 1852. 2 dln.

liedies (Oude en nieuwe) bijeenverzameld door F. A. Snellaert.
Gent 1852.nbsp;H.G. oct. 1614

Liedjes (Oude en nieuwe) byeenverz. door F. A. Snell^rt.
2e uito- met begel. voor piano door L. Hemelsoet. Gent
1864.nbsp;Mr. 4. D. 13

Loverkens. Altniederländische Lieder hrsg. von H. Uoffmann von
Fallersleben. Göttingen 1852. C. oct. 149; Mr. 5. G. 74
Horae Belgieae VIII.

Heiie, J. P-, Een feestdag voor het volks-zangonderwijs. 30 April
1852. Amst. 1853.nbsp;B- «^t. 1809

Brill W. G., Het Wilhelmus van Nassouwe, de oorkonde van
Nederland's tweede geboorte. Harderwijk 1869. S. oct. 3221
Voor 300 Jaren. Volksblaadjes. 1.

Geuzenlied-boek (Nieuw),... beginnende anno 1564 uit allo
oude geuzenlied-boeken bijeenverzameld. Versierd met schoone,
refereinen en liedekens, te voren nooit in eenige Liedb(^ken
gedrukt. Uit versch. uitg. óp nieuw bijeenverz. door H. J.
tan Lummel. Utr. 1871.nbsp;Z- oct. 2147

Baker- en kinderrymen (Neder!.), verzara. en meegedeeld door
J. van Yloten. 3e dr. Met melodiën, bijeengebr. door M A
Brandts Buys. Leiden 1874.nbsp;Mr. 5. B. 57

Liederen (Nederlandsche) nit vroegeren tijd, uitgeg. door J H
Bcheltema. Leiden 1885.nbsp;z. oct. 2650

Eeinken, J. A., Partite diverse sopra 1'aria: Schweiget mir
von Weiber nehmen. Amst. 1887.nbsp;Y.V. 71 A

Riemsdijk, J. C. M, van, De twee eerste musyckboekskens van
ïielman SusATO. Bijdrage tot het Ned. Volkslied in de
16e eeuw. Amst. 1888.nbsp;A.A. oct. 381

Liederboek (Nederlandsch) uitgegeven door het Willems-Ponds
Gent 1891, 92. 2 dln.nbsp;Mr. 2. N. 27 28

I Vaderlandsche en plaatselijke liederen.
II. Balladen en verhalônde liedôrôn enz.

Frederic^, Pau., Onze historische volksliederen van vóór de
godsdienstige beroerten der 16de eeuw. Met 18 zangwüzen
Gent 1894.nbsp;C. oct. 1740

Volksliederenboek (Nederl.) Kleine eenst. uitg., samengesteld
door D. DB Lange en G. Kalff. Amst. 1897. Z. oct. 3307

Graft, C. Cath. van de, Middelnederl historieliederen toege-
licht en verklaard. Acad, proefschr. Epe 1904.

Liederen van Groot-Nederland. Verzameld door P. ß. Goers PRzn
Amsterd. enz. [1909--19 ,]nbsp;z. qu. 244a

Brousson, H. C. C. Clockener, 't Oranje boekje. Liederen
voor janmaat en soldaat, voor school en volk. Amst. 1910.

Studentenliederen. In muzijk gebragt door B. Warstadt
Utrecht z. J.nbsp;^ oct. 222

Studenten-liederboek van Groot-Nederland. [Met de melodieën 1
Verzam, door F. R. Coers Fzn. Utrecht 1897—1902. 4 dln.

Livre (Premier) des chansons a cincq et six parties, nouvellement
composez et mises en musicque . . . Quinta et sexta pars
Louam, par Piere Phalese 1556.

Composés par Clemens non Papa, Crespel, Chastelain, Hollandre,
Cams, Crequillon, Larchier, Jan Loys, Josquin Baston, Gerard
le Coeq, Manchicourt Tubal, Bahy, Denis, Vuisines

Liedereu (Oud-vlaemsche) en andere gedichten der XlVe en
XVe eeuwen. Gent [1849].nbsp;H. G. oct. 1832

Maetsch. der Vlaemsche bibliophilen. 2e Serie n° 9.
Liederen (Oude Vlaemsche), ten deele met de melodien, uit-
gegeven door J. F. Willems. [Uitgeg. met inleiding van
F. A. Snellaert.] Gent [1849].nbsp;Z. oct. 2505

De inleiding behelst een lijst van Liedeboeken.
Liederbuch (Antwerpener) vom Jahre 1544. Nach dem einzigen
noch vorhandenen Exemplare. Hrsg. von H. Hoffman v. Fal-
lersleben. Hannover 1855.nbsp;C. oct. 149
Horae Belgicae XI.
Chants historiques de la Flandre 400 —1G50. Recueillis par
L. De Backer. Lille 1855. Z. oct. 1870 ^
Chants populaires des Flamands de France. Recueillis et publiés
avec les mélodies origin., une trad, franç. et des notes par
E. De Coussemaker. Gand 1856. Mr. 4. B. 11
Liederen (100 oude Vlaamsche) met woorden en zangwijzen
verzameld en voor de eerste maal aan het licht gebracht
door Ja, Bols. Namen 1897. Z oct. 2818
Uitg. der Zuid-Ned. Maatsch. v. Taalkunde.

Hoffmann von Fallersleben, H., In dulci iubilo. Nun singet
und seid froh. Ein Beitr. zur Gesch. der deutsche Poesie.
Mit Musik beilage von L. Erk. Hannover 1854. Z. oct. 1755

quot;Volkslieder (Die historischen) der Deutschen vom XIII. bis
XVL Jahrh. gesamm. u. erläut, von R. v. Lilienceon. Leipz.
1865-69. 4 Bdenbsp;C. oct. 1508

— It. Nachtrag. Die Töne und alph. Verzeichniss. 1869,
Liederbuch (Altdeutsches). Volkslieder der Deutschen nach
Wort und Weise aus den XII. bis zum XVII. Jahrh. Gesamm.
u. erläut. von Frä. M. Böhme. Leipzig 1877. Z. oct. 2436
Volkslieder (Nassauische). Nach Wort und Weise aus dem
Munde des Volks gesammelt, mit litterarhist. Anmerk. versehen
und hrsg. von Ernst H. Wolfram. Berlin 1894.

Volks- u. Gesellschaftslieder des XV. u. XVI. Jahrh. I—
Berlin 1905—nbsp;V.V. 32 B

Bach, J. Seb. Cantaten und Messen, im Klavier-Auszüge mit
Text bearbeitet von G. Rösler. (Ed. Peters. n° 1014 Trauer-
Ude) Leipzig u.s.w. o. J.nbsp;212 B 5

Bach, [J. See], Magnificat. Klavier-Auszug mit Text. (Edition
Peters n° 40.) Leipzig u.s.w. o. J.nbsp;212. B. 6

*Bach, JoH._ Seb., Matthäus-Passion. Klavierauszug von Jul.
Stern. Leipzig o. J.nbsp;f54 4

Beethoven, L. van, Missa solemnis. Klav.-Auszug. von Jul
Stern. Leipzig 0. J.nbsp;(.. 5

Boskoop, Corn., 50 psalmen Davids met vier partijen. Naar
de ui^. van 1568 in partituur gebracht en op nieuw uitgeg.
door Max Seipfert. Amsterd. 1899.nbsp;V.V. 71 A

Vereen. N. Ned. Muziekgesch. XXIL
Hol, Rich Feestcantate bij de viering van het CCL-iarig
bestaan der Utr. hoogeschool. Woorden van Nic. Beets
Utrecht 1886.nbsp;A.A. qu. 208 '

*Helnze, G. A., Sancta Caecilia. Dramat. Ged. ... von Henk
Heinze-Berg. Op. 49. Amst., 1869.nbsp;153. c. 6 '

Heije, J. P., Griekenlands Worstelstrijd en Verlossing. (Grie-
chenlands Kampf und Erlösung.) Eine neue niederländische
Dichtung zu L. van Beethoven's Ruinen von Athen. Deutsche
metrische Uebers. von - Henriette Heihze-Berg. Klavier-
auszug, neu bearb. von H. A. Viotta. Amst. 1868°

Heije, J. P., Een onwelkbre krans van liederen (Ein Immor-
tellenkranz von Melodien.) met hoogd. vertolking van Mevr
W. Heinze-Berg. Zilvren-feestzang in muziek gebr. door W
ömits. (Nagelaten werk.) Utr. 1870.nbsp;A.A. oct. 151

Hall, M. C. van, Jubel-cantate ter gelegenheid van het Ilde
eeuwfeest der Utrechtsche Hoogeschool, verrijkt met een
hoogd text door Von Eichstorfp, in muzyk gebrast .
door Joh. Herrn. Kufferath. Gearrangeerd voor de pianoforte
door den componist. Utrecht [1836].nbsp;A.A. fol. 133

Nicolai, W. F. G., Bonifacius. Oratorium. Dichtung von Lina
Schneider. Op. 17. Ciavierauszug. Leipzig 0. J

Nicolai, W. P. G., Feestcantate voor den dag der onthulling,
17 Nov. 1869, van het nationaal gedenkteeken voor 1813.
Woorden van Nie. Beets. Utrecht 1869. A.A. qu. 207

Sweelinck, J. P., Regina Coeli. (1619.) Naar een Hs. nit de
Eibl, der Maatsch. tot bevordering der Toonkunst. — In
nieuweren Partituurvorm gebragt door H. A. Yiotta. Utr.
1869.nbsp;V-V. 71 A

Sweelinck, J. Pieters, Acht zes-stemmige psalmen (1613 —
1619) bewerkt door R. Eitner. Met nieuwe levensschets van
den componist door F. H. L. Tiedeman; en met Sweelinck's
Portr. Klavier uittreksel. — It. Zangstemmen. 1876.

Sweelinck, j. Pif,ters, Zes vier-stemmige psalmen bewerkt
door Rob. Eitner. Amst. 1884.nbsp;V.V. 71 A

Löwenfeld, Hans, Leonhard Kleber und sein Orgeltabulatur-
buch als Beitrag zur Geschichte der Orgelmusik im ... XVL
Jahrh. Inaug. Diss. Berlin 1897.nbsp;Berlin 1897. L 23 .

Sweelinck, J. P., Zeven Orgelstukken. Naar een Hs. uit de
Bibl van het „Graue Klosterquot; te Berlijn. Bewerkt en toege-
licht door R. Eitner. Utr. 1871.nbsp;V.V. 71 A
Vereen. N. Ned. Muziekgesch. III.

Écorcheyille, Ju., Vingt suites d'orchestre du XVII^ siècle
franç. 1640 — 1670. Publ. d'après un ms. de la bibliothèque
de Cassel et précédées d'une étude bist. Thèse. [Paris] Ber-
lin etc. 1906. 2 tom. Av. pl.nbsp;A.A. fol. 169

I. Introduction et texte. — II. Partition d'orchestre et réduc-
tion pour le piano.

Reinken, J. A., Hortus musicus, üitgeg. door J. C. M. van
Riemsdijk. Amst. 1886.nbsp;V.V. 71 A

Bach, J. Seb., Compositions pour piano seul, revues et doigtées
par czerkt, Griepenkerl et Roitzsch. (Éd. Peters n° 213
217.) Leipzig etc. s. a. 2 fasc. (1 vol.)nbsp;214, B. 8 '

1. Ill sonates. — 2. XVI concerts ä deux mains,
Marpurg, P W., Anleitung zum Ciavierspielen, der schönem
Ausubung der heutigen Zeit gemäsz. Nebst XVIII Kupf. taff
2 verb. Aufl. Berlin 1765.nbsp;A.A. qu, 68

Marpurg, F. W,, Aanleiding tot het clavier-speelen volo-ens
de l^dendaagsche luisterrijker manier van uitvoering. Met
VII Nooten-Tabula's, Uit het Hoogd. verfc. en met ophelderende
Bijvoegselen voorzien door J. W. Lustig, Amst. 1760.

Dauswi)zeu (Oud-Nederlandsche) bewerkt voor vierhandig klavier
door J. C. M. van iiiemsdijk. Amst. 1882, V.V, 71 A
Vereen. N. Ned, Muziekgesch. X,

Msu-schen in gebruik bij het Nederl, leger gedurende den
bpaanschen Successie-oorlog. 1702-1713. Verzameld door
J. W. Enschedé, voor piano tweehandig bewerkt door Ant.
Averkamp. Amst. 1898.nbsp;VV 71 A

Dansen (Nederl.) der XVIde eeuw.quot; Voor vierhandig klavier
bewerkt door Ju. Röntgen, met een inleid, van D. F Scheur-
leer. Bundel I— Amsterd..,. 1902— V,V, 71 A
Vereen. N. Ned. muziekgesch. XXV—
Galston, Gfr., Studienbuch. Berlin 1910.nbsp;208. B. 36

Bach, Beethoven, Chopin, Liszt, Brahms.
Hurlehusch, Corr. Fed., Compositione musicali per il cembalo
divise in due parti, uitgeg. door Max Seifpert, Amst. 1912.

Boerenliedjes (Oud-Hollandsche) en contradansen, bewerkt
voor viool met begeleiding van klavier door Ju. Röntgen,
Amst. 1897.nbsp;VV 71 A

Vereen. N. Ned. Muziekgesch. XXIII.
Schenk, Joh Scherzi musicali per la viola da gamba con basso
continuo ad libitum. Op nieuw uitgeg. door Hu. Leichten-
tritt. Amsterd. enz. 1907.nbsp;v.y_ 71 ^

Vereen. N. Ned. Muziekgesch. XXVIIL
Locatelli, pietro, Twee sonates voor viool met pianobege-

SteTin, Sim., „Van de spiegeling der singkonstquot; et „Van de
Molensquot;. Deux traités inédits. [Réimpr. publ. par D. Bierens
de Haan]. Amst. 1884.nbsp;A.A. qu. 121

Ruloffs, B., Muziekstukjes voor de Proeve van kleine gedigten
voor kinderen van H. van Alphen. Amsterd. [1795].

Kamp, H. A. v . Der jugendliche Sängerchor. Bine Auswahl
aus den Liedern für die Jugend, drei- und vierstimmig in
Musik gesetzt von W. Nedelmanjt. Essen 1830 A A. oct. 576
Slüter, J., Joachim Slüter's ältestes rostocker Gesangbuch vom
J 1531 . . Hrsg. von C. M. Wiechmann-Kadow. Schwerin
1858. quot; 'nbsp;E. oct. 1475

Heüe, J. P., Nederlandsche liederen. Zangwijzen van W. Smits,
J. J. H. Verhuist, J. J. Viotta enz. I. Bundel, 's Hage
[1864.]nbsp;A.A. qu. 76

Winter, P. W., Javaansche gedichten op zang, voor school-
gebruik. Batavia 1874. T. I.nbsp;A.A. oct. 204
Musik-Album (Norsk). Warmuth's collection Norwegian national

Liederen (6 Oude Nederlandsche) bewerkt door Flor. Van
Duyse, voor koor met begeleiding van harmonium. Brussel
1891.nbsp;A.A. qu.124

21e Nederl. taal en letterkundig congres.
Lied (Het oude Nederl.) Wereldlijke en geestelijke liederen
uit vroegeren tijd. Teksten en melodieën verzameld en toe-
gelicht door F. Van Duyse. 's-Gravenh. 1900 1907. 3 dln.
Met register.nbsp;Leesz. 8 F; Z. oct. 3008

Tagore Sourindro Mohun, Hindu music. Repr. from the „Hindoo
Patriotquot;, Sept. 7, 1874. Calc. 1874.nbsp;A.A. oct. 217

— — —, Yantra kosha or a treasury of the musical instruments
of ancient and of modern India, and of various other coun-
tries. (Bengaalsch.) Calc. 1875.nbsp;A.A. oct. 231

Tagore, Sourindro Mohun, English verses, set to hindu music
in honour of the Prince of Wales. Calcutta 1875.nbsp;'

~ ~ —, A few lyrics of Owen Meredith, set to Hindu music
C^I«- 1877.nbsp;A.A. oct. 229

Bengab verses, composed and set to music in commemoration
ol the assumption of the imperial title by the queen Victoria.
Calc. 1877. Part I.nbsp;^.A. oct. 232

. —' Six principal Ragas, with a brief view of hindu
music. 2d ed. Calcutta 1877.nbsp;A.A. qu. 88

*Brous, S., De leer van den muzikalen vorm verklaard en
toegelicht. Amst. 1903.nbsp;153_ ß, 12

quot;Evers J. W. Staats, Het St. Caecilia-Concert te Arnhem,
ODffericht in 1591. Uit het Archief beschreven. Arnhem 1874.
^^nbsp;153 E. 8^

*Kullak, Fra., Der Vortrag in der Musik am Ende des 19.
Jahrh. Leipzig 1898.nbsp;153. D. 13

Muziekpaedag. Verbond. Eed. Ary Belinfahte. XH—
Jrg. Amst. 1911—nbsp;155. A----

Nagel, willib., Die neueren dramat.-musikalischen Bearbei-
tungen der Genovefa-Legende. Ein Beitrag zur Geschichte
der Oper. Phil. diss. Zürich 1888. (Litt. II. 3.)

^''iS^zif 5888^'' Entstehung einer Mozart'schen Konzertarie.
. n •nbsp;A.A. oct. 379

kahschen Humors meist mit und selten ohne ernsthaft fïrquot;
und scherzhaft gegen Richard Strauss. Stuttgart Tgro

Achter-Hofken, 29.
Acquoy, J. G. R., 31.
Affillard, M. 1', 20.
Albrecht, J. L., 20.
Album, 3.
Allihn, M., 23.
Alphen, H. van, 29, 41.
Ambros, A. W., 5, 7, 16.
Ammouius, W., 25.
Amstel, Jan van, 7.
Analecta, 4.
Anderson, 1.
Andriessen, A., 24.
Antiphonaire, 25.
Apollo, 32.

Apollo's Kermisgift, 33.
Apollo's Nieuwejaargift, 33.
Apollo's St. Nieolaasgift, 34.
Apollo's Vastenavondgift, 34.
Aristoteles, 21.
Aristoxenus, 21.
Auber, 10.
Auerbach, P., 19.
Auteurswet, 8.
Averkamp, A., 4, 40.
Bach, C. Ph. E., 10.
Bach, Pr., 10.

40, 43, 44.
Beethovenjahrbuch, 11.
Beets, N., 38, 39.
Beier, P., 12.
Beiträge, 18.
Belinfante, A., 43.
Bellerophon, 33.
Bennink Jaussonius, R., 24.
Benoit, Pt., 3, 5, 11. .
Berg, A. v. d., 24.
Berigten, 3.

Berlage, Nzn., H. P., 11.
Berlioz, H., 11, 43.
Bernouilli, E., 19.
Bèze, Th. de, 27, 28, 39.
Bibliotheca, 1.
Bilderdijk, W., 35.
Bindseil, H. E., 17.
Biörn, C. A., 30.
Bitter, C. H., 10.
Blainville, C. de, 5.
Blanchinus, F., 22.
Blaserna, Pt., 18.
Blätter (Gesangspädag.), 3.
Blein, 17.
Bioemhof, 32.
Boecxken, 27, 28, 31.
Boerenliedjes, 40.
Böhme, F. M., 37.
Bols, J., 37.

Bruylofts Bancket, 32.
Büchting, A., 1,
Burkhardt, M,, 42,
Busoni, Ferr., 17,
Butler, J., 29.
Bijdragen, 2.
Caecilia, 3.
Calckman, J. J., 22.
Campanus, M., 33.
Campen, 27.

Camphuysen, D., 12, 29.
Cantique, 29.
Catalogus ,1,2.
Chamberlain. H. S., 15, 42.
Chants, 37.
Chevalier, Ü., 2.
Chladni, E. F, F,, 17, 22,
Chopin, F., 12, 40.
Christern, J. W., 13.
Chrysander, P., 13, 42.
Clément, P., 10.
Coenen, F., 5.
Coers F.Rzn., F. R,, 86.
Colevelt, J, J., 33.
Colizzi, J, A, K,, 17.

Collegium Mus. Ultr., 7.
Complaincte, 27.
Conrad, M. G., 42.
Conversations-Lexikon, 5.
Coussemaker, E, de, 37.
Craen, A. ?,, 33,
Cupido's lusthof, 32,
Czerny, C., 40.
Daniel, H. A., 30.
Dansen, 40.
Danswijzen, 40.
Datheeniana, 24.
Dathenus, P., 12, 24, 27.
De Backer, L , 37.
De Coussemaker, E., 37.
Deiters, H., 42.
De Mont, Pol., 11.
Densmore, F.,
Deitmer, W., 6.
De Warenghien, 9,
Dictionary, 5.
Dieren, B. H. J. van, 42.
Diettrich-Kalkhoff, 19.
Douen, O., 2.
Dreves, G. M., 4.
Drobisch, M. W., 17
Eek Jr., G. H. van, 2.
Ecorcheville, J., 17, 39.
Eglinger, G., 21.
Egmont Jzn., J. van, 34.
Ehrenfeld, A., 18.
Eichstorff, von, 38.
Eitner, R., 27, 31, 32, 39.
Enschedé, J. W., 2, 26, 40.
Eppink, F., 26.
Ertel, P.. 43.
Euing, W., 1.
Euler, L., 20.
Evers, J. W. Staats, 43.
Expositie, 27.
Eijken, G. J. van, 12.
Fabricius, G., 25.
Fantasio, 8.
Fétis, F. J., 6, 7.

Feije, M., 30.
Fink, Gr. W., 20.
Fischer, A. F. W., 26.
Fischer, J. P. A., 22.
Forkel, J. N., 10.
Forssmann, C. A., 13.
Franck, Cés. A., 12.
Francken Azn., W., 26.
Franz, E., I2, 16.
Fredericq, P., 36.
Fricke, W., 11.
Fries, A., 15.
Frimmel, Th. von, 11.
Fritzsch, E. W., 4.
Froberger, J. J., 12.
Gade, Niels W., 12.
Gaforius, 19.
Galino, T., 9.
Galston, G., 40.
Gazzaniga, 42.
Geer, L. de, 26.
Gehrmann, H., 4.
Gerbert, M , 5, 24.
Gerobulus [Oudraadt], 28.
Gervinus, G. G., 16.
Geschiedenis, 3.
Geschiedzangen, 35.
Geuse liet-boeck, 33.
Geuzeliedjes, 32.
Geuzenlied-boek, 35.
Gevaert, F. A., 21.
Gezangboek, 25.
Gezangen, 27, 29.
Gigch Jr., L. van. 43.
Gillot, H., 11.
Glaucomastix, 24.
Glück, C. W. von, 10, 12.
Goovaerts, A., 2.
Gortter, W. de, 32.
Göthe, J. W. von, 12.
Götie, G. H., 24.
Gounod, Ch., 12.
Graan, J. de, 12.
Graf, E., 6.

Graft, C. C. van de, 36.
Grégoir, E. G. J., 6, 7.
Grétry, 12.
Grieg, Edv., 12.
Griepenkerl, 40.
Griggs, J. C., 9.
Grimschl, E., 18.
Groneman, J., 22.
Groot, P. Hofstede de, 26.
Groszer, J. E., 10.
Guide-Jaer, 29.
Gumprecht, O., 10.
Gunning, J.Hz., J. H., 26.
Haan, D. Bierens de, 41.
Haan, W. de, 15.
Haar, H. ter, 12.
Haberl, F. X., 4.
Haberlandt, M., 43.
Häffner, J. C. F., 13.
Hageman, F., 25.
Hall, J. N. van, 12.
Hall, M. C. van, 38.
Hammerich, Aug., 9.
Handel, G. F., 13, 16.
Handleiding, 19.
Hanslick, E., 6, 16.
Hartog, Jac., 11, 13, 14.
Hasenclever, R., 16.
Hasselt, J. H. van, 22.
Hauptmann, M., 13, 21.
Hauser, F., 13.
Havingha, G., 23.
Haydn, Jos., 10, 13.
Heinemann, 14.
Heinze, G. A., 38.
Heinze—Berg, Henr., 38.
Hellborn, H. K. von, 14.
Helmholtz, H., 18.
Hemelsoet, L., 35.
Herrmann, E., 19.
Herziening, 26.
Hess, 27.
Heugel, H., 3.
Heurn, J. van, 23.

Willem, 4, 11.
—, Wouter, 8, 14, 15, 43.
Huygens, C., 8, 22.
Hymnen, 26.
Hymni, 28.
Immig Jr., C., 23.
Initia. 5.

Iperen, J. van, 24.
Istel, Edgar, 15.
Jaarboek, 3.
Jacobson, E., 22.
Jacobsthal, G., 19.
Jahn, C. F., 11.
-, 0., 6. 14,
Jahns, F. W., 15.
Jan van Amstel, 7.
Jansen, Nie., 28.
Jeune, J. C. W. lo, 35.
Jolizza, W. K. v., 7.
Jonckbloet, W. J. A., 8.
Jonquière, A., 18.
Juvenalis, 24.
Kaiser, J., 26.
Kalff, G., 36.
Kalkbrenner, C., 5.
Kalkhoff, F. Diettrich-, 19.
Kamp, H. A. v., 41.

Kate, J. J. L. ten, 26.
Kipke, C., 4.
Kehrein, J., 6.
Kertbeny, 37.
Kiesewetter, R. G., 7.
Kinker, J., 13.
Kirchengesänge, 30.
Kirchenlieder-Lexikon, 5.
Kircher, A., 20.
Kirnberger, J. P., 20.
Kist, F. C., 3, 5, 24.
Klavier Lehrer (Der), 3.
Kleinecke, R., 15.
Knapp, A., 30.
Kneppelhout, J., 12.
Knuttel, J. A. N., 26.
Koenen, H. J., 25,
König, A., 18.
Konzertsaal, 43.
Krausse, B. R., 6.
Kretzschmar, H., 13, 19, 43.
Krisper, A., 16.
Krome, F., 9.
Kruidt-Hofken, 29.
Kufferath, J. H., 38.
Kufferath, M., 15.
Kulenkamp, G. E., 20.
Kullak, A., 16.
Kullak, F., 43.
Lagenardière, R. de, 9.
Lambillotte, L., 25.
Land, J. P. K, 22, 39.
Land, P. J. N., 8.
Lange, D. de, 14, 27, 36.
Langhans, W., 11, 16.
Latomus, 27.
Launis, A., 9.
Laurencin, F. P., 16.
Laurens, J. B., 1.
Lavoix, H., 6.
Leichtentritt, H., 40.
Le Jeune, J. C. W., 35.
Lessmann, O., 3.
Letzer, J. H., 10, 22.

Lied-boecxken, 33.
Liedboeken, 2.
Lied-boekje, 34.
Liedeboek, 34, 35.
Liedekens, 27.
Lieder, 28, 30, 37.
Liederboek, 36.
Liederbuch, 37.
Liederen, 28, 29, 30, 31, 34,

36, 37, 41.
Liedersehatz, 30.
Liedjes, 35.
Liedtboeck, 29.
Liedt-boecxken, 28, 29.
Liliencron, R. von, 37.
Lind, K., 6.
Linde, A. van der, 25.
Linden, C. van der, 3.quot;
Liszt, F. von, 12, 13, 40.
Litaniae, 29.

Livinus van der Minnen, 33.
Livre (le'), 36.
Lobe, J. C., 6.
Locher, C., 23.
Loman, A. D., 32, 33.
Lombard, L., 9.
Loverkens, 35.
Löwenfeld, Hans, 39.
Lulli, 17.

Lustig, J. W., 20, 22, 40.
Luther, M., 27.
Lützelberger, E. K. J., 14.
Lyra, J. W., 14.
Maandblad, 43.
Maatschappij tot bevordering

der Toonkunst, I.
Mahler, G., 44.
Mailly, N. E., 9.
Mare, A. J. de, 2.
Marnii v. St. Aldegonde, 27.
Marot, Cl., 2, 27.

43, 44.
Mühlbrecht, 0., 11.
Muller, Br. 21.
Müller, F., 15.
Muller—Brünow, 21.
Musicalia (Ned.), 3.
Musik (Die), 3.
Musik-Album, 41.
Musik-Zeitung, 3.
Musiker-Briefe, 10.
Musikgeschichte, 7,
Musik-Lexikon, 5.
Musyck boexken, 31.
Mützel, J., 30.
Muziek (De), 43.
Muziekbode, 3.
Muziekboek, 31.
Nagedachtenis, 13.
Nedelmann, quot;W., 41.

Nicolai, W. r. G., 38, 39.
Nieuwenhuysen, W. J. F., 2.
Nieuwjaarsgift (Orangje), 34.
Nohl, L., 10, 11, 14.
Nolthenius, H., 4, 13.
Noordt, A. van, 39.
Nunes, A. Vas, 19.
Obrecht, J., 4, 27.
Oordt, A. M. van, 7, èS, 43.
Orangje nieuwjaarsgift, 34.
Oranjeboom, 34.
Ornithoparchus, A., 14.
Oudraadt (Gerobulus), 28.
Palestrina, P. da, 4, 14.
Palmer, C., 25.
Paul, O., 20.
Paul, Ph., 26.
Pegasus, 33.

Pellecom, J. E. A. van, 8.
Plutarchus, 5.
Pohl, L., 43.
Poirée, E., 12.
Polak, A. J., 21, 22.
Praatvaars, 34.
Prins, H. J., 33.
Psalmen, 27.
Pijzel, E. D., 18.
Quantz, J. J., 22.
Raabe, P., 43.
Rademaker, L. A., 12.
Ramann, L., 13.
Rambach, A. J., 30.
Rameau, 17.
Rau, S. J. E., 31.
Rayleigh, J. W. Strutt, 18.
Recueil, 37.
Rees, R. van, 17.
Reimann, H., 11, 13.
Reinach, Th., 6.
Reinken, J. A., 39, 43.
Reisch, Aem., 8.
Reiss, G., 9.

Renesse, E. van, 13.
Repertorium, 2.
Rhyn, L. J. van, 25.
Rial, L. van, 15.
Riemann, H., 19.
Riemsdijk, J. C. M. van, 7,
15, 81, 36, 37, 89, 40, 43.
Rietschel, G., 23.
Ritter, C. W., 42.
-, E., 18.
Robbertsen, J., 33.
Robert, G., 43.
Rodt, W. E. von, 16.
Roitzsch, 40.
Rolland, R., 11.
Röntgen, Ju., 40.
Rooleouw, 29.
Rosenthal, L., 1.
; Rösler, G., 38.
! Rossini, 10.

Roth, F. W. E., 26.
Roussier, P. J., 5.
Rubinstein, A., 14.
Ruelle, C. E., 21.
Ruloffs, B., 41.
Rumoldus Batavus, 29.
Runge, C., 18.
Ruppe, C. F., 41.
Sachs, Hans, 14.
Saint-Saëns, C., 14.
Sammelbände, 43.
Sarau, A., 12.
Schaick, W. C. L. van, 23.
Schelle, P. Tan, 34.
Scheltema, J. H., 36.
Schenk, Joh., 40.
Schering, Arn., 42.
Scheurleer, D. F., 2, 13, 27, 40.
Schiller, F. von, 38.
Schilling, G., 13.
Schindler, A., 11.
Schlosser, J. F. H., 25.
Schmidt, L., 13.
Schmitz, E., 15.

Schneider, K. E., 6.
— , Lina, 38.
Schotel, G. D. J., 25, 35.
Schubert, F. von, 10, 14,
Schubert, F. L., 20.
Schumann, Rob., 4, 7, 14, 15.
Schuster, B., 3.
Schuyt, C., 32.
Schweitzer, A., 11.
Seriptores, 5.
Seebeck, A., 17.
Seidl, A., 43.

Strauss, Rich., 15, 44.
Studentenliederboek, 36.
Studentenliederen, 36.
Study of music, 21.
Stümeke, H., 44.
Stumpf, C., 18.
Susato, Tielman, 36.
Sweelinck, J. P., 4, 31, 32, 39, 44.
Tagore, S. M., 21, 22, 41, 42.
Tex, C. A. den, 16.
Textus seqq., 27.
Theatrum mus., 28.
Thesaurus, 30.
Thierfelder, A., 30.
Thimus, A. von, 16.
Thirsis Minnewit, 33.
Tiedeman, F. H. L., 39.
Tollius, J., 32.
Toonkunstenaars, 10.
Toonkunstnieuws, 44.
Töpfer, J. G., 23.
Trip, H., 12.
Tschaikowsky, P., 44.
Tuchor, G. von, 30.
Tijdschrift, 3, 4,
Tyndall, J., 18.
Tzetzes, J., 8.
Ullmann, U. L., 25.
Urania, 33.
Urban, E., 44.
Valentin, C., 9.
Valentin, K., 9.
Valerius, A., 32, 33.
Valerius, H , 18.
Vanderstraeten, E., 7.
Van Duyse, Fl., 9, 21, 28, 31, 41.
Vas Nunes, A., 19.
Veldcamp, A. E., 23.
Verdi, Gius., 15.
Vereeniging v. N. N. Muziek-
gesch. 1, 3, 4, 31, 32, 36, 38,
39, 40.

Viotta, H., 5, 8, 10, 38, 39.
Viotta, J. J., 41.
Vlacq, M., 32.
Vloten, J. van, 35, 36.
Volkmann, R., 5.
Volkslieder, 35, 37.
Volksliederenboek, 36.
Volks- u. Gesellschaftslieder, 37
Vollgraff, J. C., 21.
Vreede, P., 34.
Wackernagel, Ph., 2, 25, 30.
Wagner, F., 11.
Wagner, Hans, 4.
Wagner, Pt., 19.
Wagner, Rich., 15, 42, 43, 44.
Wangerin, A., 18.
Wanning, J., 31.
Warenghien, De, 9.
Wasielowski, J. W. von, 14, 23.
Wätzmann, E., 44.
Weber, C. M. von, 10, 15.
Weber, H., 10.
Weekblad, 4.
Weingartner, F., 15, 44.
Westhreene, P. A. van, 10, 12.

Ainory, A. H , Iets over muziekonderwijs. .. . Ilde dr. Arnhem
1900.nbsp;153. E.

Annuaire internat, de la musique. Ile année. Baudouin la
Londre Dir. Paris 1898. Av. portr. 4°.nbsp;154. D. 8

[Bacb, JoH. Sbb. , Matthäus-Passion. Klavierauszug von Ju.
Stern. Leipzig, Peters o. J. 8^ maj.]nbsp;154. D. 4

Opera u. Oratorien im Klavier-Auazug mit Text, bearb. von
Brissler, Horn, Stern, Ulrich.

Bach-Jahrbuch. Jg. I— hrsg. von Arn. Schering. Ber-
lin u. 8. w. 1904— 8°.nbsp;V.V. 127 G

Barbedette, H., Stephen Heller, sa vie et ses oeuvres. Paris
1876. M. facs. 8°.nbsp;153. E. 7i3

[Beethoven, L. van, Missa solemnis. Leipzig u. s.w. Peters,
o. J. 8° maj.]nbsp;150. C 5«

Opern u. Oratorien im Klavier-Auszug mit Text, bearb. von
Brisslor, Horn, Stern, Ulrich.

[Beethoven, L. van, C dur-Messe. Leipzig u. s. w. Peters, o. J.
S-' maj.]nbsp;_nbsp;153. C. 51

Opern u. Oratorien im Klavier-Auszug mit Text, bearb. von
Brixsler, Horn, Stern, Ulrich.

[Beethoven, [L. van], Symphonie. 9, Dmoll. Orchest-Partitur.
(Edition Peters. N'' 1020i.) Leipzig.]nbsp;154. A. 1

Benoit, Pt., Feestrede op het huldefeest voor de verheffing
der VI. muziekschool van Antw. tot K. VI. Conservatorium.
Maldeghem 1897. 8^ min,nbsp;153. E. 8'

Brons, S,, De leer van den muzikalen vorm verklaard en toe-
gelicht. Amsterd. 1903. 8°.nbsp;153, D. 12

Burkhardt, Max, Führer durch die Konzertmusik, — Volks-
tüiul. und allgemein verständl. Ausführungen über ca. 1500
Werke von 114 Komponisten und 260 Musikbeispielen. VI. bis
X. Tausend. Berlin [1909]. M. Portr. 8° min. 154. H. 4

Busoni, Ferruccio, Entwurf einer neuen Aesthetik der Ton-
kunst Triest 1907. 8°.nbsp;153. E. 6»

Chamberlain, Houston Stewart, Das Drama Rieh. Wagner's.
Leipzig 1892. 8°.nbsp;153. B. 10

Concerts (Les) populaires de Bruxelles [sous la direction de
Jos. Dupont]. Bruxelles 1898. Av. portr. 8° maj, 154, D. 6
Avec une notice histor. par Mau. Kupfebath.

Conservatorium der afd. Amsterdam van de Maatschappij tot
bevord. der toonkunst. Bericht van het Iste_ schooli
1884-1885— Amsterd. 1885- 8°. 153. B. 16

Dam, L, J. van, Credo. Christel, lieder-bundel, voor gemengd
koor. De muziek van M. Wolthuis e a. Rotterd. 1908.

Deiters, Heem., Joh. Brahms. (Samml. musikal. Vorträc^e
23, 24 u. 63.) Leipzig 1898. 8°.nbsp;153. E. 9 '

Dieren, B. H. J. van, Een korte beschouwing over de betee-
kenis der composities van Joh. Brahma . . . Rotterd. [1911 ]

® • 153. E. 7» '
Ehrlich, H., Wie übt man am Klavier? Betrachtungen und
Rathschläge----Berlin 1879. 8° min.nbsp;153. E 67

Ensched(!, J. W., Dertig jaren muziek in Holland (1670-1700)
Haarlem 1904. M. titelpl., pl. en bijl. 8°. 153 E. 8'3

Ertel, Paü., Künstler-Biographieen. Berlin 1898—1901 4 Bde
M. Bildn. 8°.nbsp;153. B. li-14'

Fastré, J., Eerste gronden der toonkunst; gevolgd van kleine
solfeges of zangoefeningen voor een of twee stemmen 's-Gra-
venh. 1831. M. pl. 4° min.nbsp;154. e. 1

Franz, Rob., Offener Briefan Ed. Hanslick. Über Bearbeitungen
alterer Tonwerke namentl. Bach'scher und Händel'scher Vocal-
musik. Leipzig 1871. 8°.nbsp;153, e. 7*

Fricke, W., Lu. van Beethoven. Ein Lebensbild. Bielefeld
1870. 8quot; min.nbsp;jg4 jj g

Gigch Jr., L. van, De mislukking van den Parsifal van Rich
Wagner. Amsterd. 1905. 8°.nbsp;153^ e. 78 quot;

Graf, Max, Rieh. Wagner im „Fliegenden Holländer.quot; Ein
Bei rag zur Psychologie künstler. Schaffens. (Schriften z. anlt;^ew
Seelenkunde. H. IX.) Leipzig u. s. w. 1911. 8°.nbsp;° '

Gregorius-blad (St.). Tijdschrift tot bevordering van kerkelijlie
toonkunst . . . bestuurd door M. J. A. Lans. Haarlem 1876—
Jg. I— 4°.nbsp;V.V. 133 B

Guide (Le) musical. Revue internat, de la musique et des
théâtres. Paris 1905—10. 8° maj.nbsp;153. C. 9—11

Haberlandt, Michael, Hu. Wolf. H»«^ Aull. Darmstadt 1911.
M. Bildn., Taf. u. Facs. 8^ min.nbsp;154. E. 2

Hanau, Hei., Dr. Ploch's Conservatorium zu Prankfurt a. M.
Pestschr. zur Feier seines XXVjähr, Bestehens. (1878—1903).
Frankfurt a/M. 1903. 8^ maj.nbsp;154. D. 7

Hauslick, Ed., Die moderne Oper. Kritiken und Studien. Ber-
lin 1875. 8°.nbsp;153. F. 9

Hauslick, Ed., Vom Musikalisch-Schönen. — Ein Beitrag zur
Revision der Aesthetik der Tonkunst. Vite Aufl. Leipzig
1881. 8° min.nbsp;154. H. 1

Heer, Joh. de. De psalmen en eenige lofzangen. Rhytmisch
gezet voor driestemmig vrouwenkoor. Rotterd. [1909]. 8°.

Heer, Joh. de, De nieuwe harmoniumschool. V^e dr. Rotterd.
[1911]. fol.nbsp;154. A. 2

Heinze, G. A., — Sancta Caecilia. Dramat. Gedicht von Hene.
Heinze-Berg. In Musik gesetzt von —. Op. 49. Klavierauszug
vom Komponisten. Amsterd. 1869. 8° maj.nbsp;153. C. 6

Henuig, Rich., Die Charakteristik der Tonarten. Histor., krit.
und statist, untersucht vom psycho-physiolog. und musikal.
Standpunkt aus. Berlin 1897. 8°.nbsp;153. E. 6«

Hol, Rich., Feestcantate bij de troonsbestijging van H. M.
Wilhelmina,... koningin der Nederlanden (31 Aug. 1898.) Solo-
stemmen, koor en orkest. Tekst van C. F. PI. Klokke F.Wzn.
Leipzig 1898. 8° maj.nbsp;153. C. 14

Horovitz-Barnay, Ilka, Berühmte Musiker. Erinnerungen.
Berlin 1900. 8°.nbsp;154. F. 4

Hiiffer, Fra., Rich. Wagner and the music of the future.
History and aesthetics. London 1874. W. append. 8'.

Hurlebusch, Corrado Fed., Compositioni musicali per il cem-
balo. üitgeg. door Max Seipfert. (Yereen. voor N. Ned
muziekgesch. Uitg. XXXII.) Amsterd. enz. 1912. C. ritr. fol

Hutschenruyter, Wouter, Orkest en orkestspel na 1600
Utrecht [1903], 8° min.nbsp;^ 153_ 8»

Hutschenruyter, Wouter, Programma van den Beethoven-
cyclus, April 1911 ... te 's Gravenhage [Amsterd.l 1911. M
portr. pl. en facs. 8°.nbsp;153 ß g '

Hutschenruyter, Wouter, Wolfg. Amadeus Mozart, zijn leven
en werken geschetst. Eotterd. 1909. M. portr. 8° min.

Jahrbuch der Musikbibliothek Peters für 1895— Hrse
von Emil Yogel. Leipzig 1896— Jg ii_ |ó

Mit Verzeichniss der im J. 1895- erschienenen Bücher
u. bchriften über Musik. - Einzelne Ende mit Bildn.

le Maistre, niederl. Tonsetzer und chur-
lurstl sachs. Kapellmeister, geb. 15 . ., gest. 1577. Ein Beitrag

Kiesewetter, R. G., en F. J. Fétis, Yerhandelingen over de
vraag: Welke verdiensten hebben zich de Nederlanders vooral
in de XIYe, XVe en XYI« eeuw in het vak der toonkuÏÏ
verworven; en in hoeverre kunnen de Nederl. kunstenaars
van dien tijd, die zich naar Italien begeven hebben, invloed
gehad hebben op de muziekscholen, die zich kort daarna in
Italien hebben gevormd? Bekroond en uitgeg. door de lYde
klasse van het Kon.-Nederl. Instituut van wetenschap, letter-
kunde en schoone kunsten. Amsterd. 1829. A.A. qu. 67

De verhandeling van Kieswetter in het Duitsch met muziekbiil
die van letis m het Fransch, beide mot afz. paginatuur.

Kinderzangbundel, voor school, zondagschool en huis bewerkt
door A. J. Hoogenbirk. Rotterd. [1907], 8°. 154. F. 6

Klauwen, Otto, Musikal. Gesichtspunkte. Aphorist. Bemer-
kungen. Leipzig 1882. 8° min.nbsp;153. E. 6«

Kretzschmar, Herm., Musikal. Zeitfragen. X Yorträge Yolks-
ausg. Leipzig [1903]. 8°.nbsp;I5I \ §3

Kullak, Pra., Der Yortrag in der Musik am Ende des XIX
Jahrh. Leipzig 1898. M. Anl. 8='.nbsp;153. d. 13

Langel, Aug. De stem, het oor en de muziek. Naar het
Fransch. Gouda 1873. 8°.nbsp;I53. e. 8^2

Lussy, Mathis, Die Kunst des musikal. Vortrags. Anleitung
zur ausdrucksvollen Betonung und Tenipoführung in der
Vocal- und Instrumentalmusik. . . Übersetzt und bearb. von
Fel. Vogt. Leipzig 1886. 8=.nbsp;153. B. 17

Maandblad (Muziekpaedagogisch). Orgaan van het Nederl. Muziek-
paedagogisch Verbond. Red.: Ary Belinpakte. Amsterd.
1912— Jaarg. XII— fol.nbsp;V.V. 133 A

Maandblad voor muziek, tevens orgaan dor Wagner-vereeniging
te Amsterdam, onder red. van H. Yiotta. Jg. I—V. Amst.
1889—1894. 5 dln. 8°.nbsp;154. D. 9-13

Ménestrel (Le). Journal du monde musical. Musique et théâtres.
H. Heugel dir. Paris 1907— 73«— année, fol.

Monatshefte für Musik-Geschichte, hrsg. von der Gesellschaft
für Musikforschung. Jg. I—IX. Red. von Rob. Eitneb. Ber-
lin 1871—1877. 8 Bde. 8°.nbsp;154. B. 1 8

Moser, Andreas, Jos. Joachim. Ein Lebensbild. Neue Ausg.
Berlin 1908, 191 . 2 Bde. M. Bildu. u. Faks. 8=.

Mozartiana. Portretten en herinneringen aan zgu verblijf in
Nederland. [Door D. F. Scheurleer.] Z. n. v. pl. en dr. Z. j.
8° min.nbsp;153. E.

Musik-Zeitung (Allgemeine). Red. Otto Lessmann. Charlotten-
burg 1903— Jhrg. XXX— fol. V.V. 132 B

Musique (La) à Paris, 1896-1897. Études sur les concerts-pro-
grammes-bibliographies des ouvrages musicaux parus etc.
111« année. Paris 1898. 12°.nbsp;154. H. 7

Muziekkalender (Nederl.), onder leiding van Rich. Hol, Dan.
de Lange, A. Belinfante Jb. en I. Mossel. Jg. III—VIII.
's-Gravenh. 1898-1903. M. portr. en muziekbijl. 4°.

Nachruf an ... A. W. Berlijn, von Philharmonicüs [ps. von .. .]
Redig. und corrig. von P. Ca. Böhm. Amsterd. u. b. w. o. J.
[c. 1870]. 8°.nbsp;153. E. 7io

Nicolaiquot;, W. F. G., Bonifacius, Oratorium. Dichtung von Lina
Schneider. Op. 17. Ciavierauszug vom Componisten. Leipiig
o. J. 8° maj.nbsp;154. C. 1

Oordt, A. M. VAN, Schetsen uit de geschiedenis der muzijk.
Deventer 1865. 8° min.nbsp;153. H. 8

Overzicht van de werken, .. op de concerten der afd. (Leiden
[van de] Maatschappij tot bevord. der toonkunst) ged. de
25 eerste jaren van haar bestaan (1875—-1900)... uitgevoerd.
Leiden z. j. 8° maj.nbsp;153.0.7'

Nibelungen in Bayreuth. Neue Bayreuther
Fanfaren. Dresden u. s. w. 1897. 8°.nbsp;153. B 18

imgrarnma's der abonnements-concerten gegeven in het Con-
cert-gebouw [te Amsterdam] 1 Nov. 1900- ^ fe I-
Amsterd. 1900- 8°.]nbsp;VT 126 G

Ein Beitrag zu ihrer Motiv-
^estaltung und Deutung (Schriften z. ang^ew. Seelenkun^e.

Bevue musicale mensuelle, publ. par Ia Société internat de
musique (Section de Paris). Paris 1906- Hme _

Richter, Ernst Fri., Lehrbuch der Harmonie. XlVte Aufl
1880. Çnbsp;der Musik. Bd. I) Leipzig

Rnbinstein Ant., Die Musik und ihre Meister. Eine Unter
redung. Ute Aufl. Leipzig 1892. 8° min.nbsp;154 3 9

Rijken (Gebr«.) en De Lange, Beknopte beschrijving der heden-
daagsche pianino. Ilde dr. Rotterd z. j. M. Ifb 8°

Sammelbände der internat. Musikgesellschaft. Leipzig quot;l910;
1911- Jg. Xli- 8°.nbsp;V.V. 126 P

Sai'an, Aug., Rob. Franz und das deutsche Volks- und Kirchen-
lied. Mit Notenbeil, enthaltend: 6 Choräle für gemischten
Chor und 6 altdeutsche Lieder für eine Singstimme mit
Begleitung des Pianoforte. Bearb, von Rob. Franz. Leipzig
o. J. 4°.nbsp;153. C. 4

Schilling, Gust. , Lehrbuch der allgem. Musikwissenschaft.
Karlsruhe 1840. 8°.nbsp;153. B. 19

Schubert, F. L., Het orgel. Naar het Hoogd. Met eene voor-
rede van Joh. Bastiaans. Amst, [1868]. 8° min, 154. F. 8

Schweitzer, Alb,, J. S. Bach, le musicien-poète. Préface de
Ch. m. Widoe. Ile tirage. Paris 1905. Av, portr 8°.

[Seiffert, Max, Pau. Siefert (1586 -1666), Biograph. Skizze.
(Sep,-Abdr, a. d. Vierteljahrsschr. f. Mus,-Wiss, Jhrg, 1891,
H. 3.) Leipzig 1891. 8°.]nbsp;153, E. 7'

Seififert, Max, J, P, Sweelinck und seine direkten deutschen
Schüler. Inaug.-Diss. Leipzig 1891. 8°.

Standard (The musical), A newspaper. [Conducted by J, II. Q.
Baughan.] lllustr. Series Croydon 1909—nbsp;Vol.

Stefan, Paul, Gustav Mahlers Erbe. Ein Beitrag zur neuesten
Geschichte der deutschen Bühne u, des , . , Fei von Wein-
gartner. München 1908. 8°,nbsp;153. B. 9

Steinitzer, Max, Straussiaua und Andres. Ein Büchlein musi-
kal. Humors. , . Stuttgart 1910. 8°.nbsp;153. F. 10

Steinitzer, Max, Rich. Strauss. Iste—iyte Aufl. Berlin u. s. w.
1911. M. Titelb. u. Bild. 8° maj.nbsp;154. D. 5

Stimme (Die). Centralblatt für Stimm- und Tonbildung, Gesang-
unterricht und Stimmhygiene. Hrsg. von Theod. S. Flatau,
Ka. Gast und Alois Gusinde. Berlin 1905/1906— Jg.
I— 8°.nbsp;V.V. 126 C

Times (The musical) and singing-class circular. London 1906—
Vol. 47— W. portr. 8° maj. V.V. 127 E

Toonkunst. Weekblad . . . Orgaan der Algem, Nederl, Toon-
kunstenaars-vereeniging. Adres van redactie : M. C, van de
Roovaaet, Amsterd. 1905— Jg. I— fol,

Toonkunst-nieuws. Geschiedenis en handelingen der Maatschappij
tot bevordering der toonkunst. Amsterd. 1909/1910—
Jg. I— 8°,nbsp;V,V. 126 D

Tfldschrift (Goosen en Swagerman's) : De muziek. Onder red
van S. Brons, 's Gravenh. 1904/1905-1911. Jg I_VIl'

F^^tspiele von Bayreuth, ihre religiöse,
künstlerische und nationale Bedeutung. Leipzig 1889. 8^ min!

W'ochenblatt (Musikalisches). Neue Zeitschrift für Musik Ver-
einigte musikal. Wochenschriften. Hrsg. von Ka. Kipke, Lu
Frankenstein. Leipzig 1901- jg. XXXn(LXVlil)-
maj.nbsp;V.V. 134 A

Zeitschrift (Musikpädagogische). Red.: Hans Wagner. Organ
des Österreich musikpädagog. Verbandes. Wien u. s.w. 1912/
1913- Jg. ii_ 80nbsp;^ ^ B '

Zeitschrift der internat. Musikgesellschaft. Leipzig 1910-
Jg. Xll- 8^nbsp;V.V. 126 E

Ahele, Hyacinth, Die Violine, ihre Geschichte und ihr Bau. Neu-
burga. D. 1864. M. Abb. u. musikal. Beil. 8' min. 155. G. 7

Bouman, Leon. C. , De pianoforte. Het ontstaan en de ont-
wikkeling van stijl en techniek. Vrij naar het Duitsch vert. van
Ado. Ruthardt e. a. 's-Gravenh. 1892. M. titelpl. 8°.

Beethoven, Lu. van, Missa solemnis. Ddur, für vier Solostimmen,
Chor, Orchester und Orgel. Op. 123. Mit einführ. Worten
von Arthur Smolian. Leipzig [1902]. 8° min. 154. F. 13
Eulenburg's kleine Orchester-Partitur. Ausg. Chorwerke N° 1.

^ Beethoven, L. van, Quartet 11. F-moll für 2 Violinen, Viola
und VioloncelL Op. 95. Leipzig o. J. 8° min. 154. F. 12i
Payne's kleine Partitur-Ausg. N° 14.

Beethoven, Lu. van, Symphonie in C dur mit Lu. van Beet-
hovens Namen überliefert... hrsg. von Fritz Stein. Taschen-
partitur. Leipzig u. s. w. [1911]. 8= min.nbsp;154. F. 122

/ [Beethoven, Lu. van. Ouverture „Egmont.quot; Op. 84. Leipzig
X 0. J. 8° min.]nbsp;154. F. 10^

[Beethoven, Lu. van, Symphonie Nquot; 9 mit Chor. Op. 125.
Leipzig o! J. 8° min.]nbsp;154. F. 11

[Beethoven, Lu. van, Symphonie N° 7. Op. 92. Leipzig u. s. w.
o. J. 8° min.]nbsp;154. F. 9

[Beethoven, Lu. van, Symphonie 8. Op. 93. leip^igu s w.
0. J. 8° min.]nbsp;^^ 154. F. 10^

Beethoven-Haus (Verein) in Bonn. Bericht über die ersten
fünfzehn Jahre seines Bestehens, 1889-1904. Bonn [1904].
M. Bildn., Taf. u. Facs. 4°.nbsp;153. C. 15

Belpaire, M. E., Beethoven, een kunst- en levensbeeld. Ant-
werpen 1911. M. titelpl. 8°.nbsp;155. F. 4

Brons, S., Algemeene muziekleer. 's-Gravenh. [1896]. M. mu-
ziekbijL 8° min.nbsp;154. H. 24

Bruns. Pau., Neue Gesang-Methode nach erweiterten Grund-
lehren vom primären Ton. Berlin [1906]. 8^ 153. F. 12

Chamberlain, Houston Stewart, 1876—1896. Die ersten
zwanzig Jahre der Bayreuther Bülinenfestspiele. Bayreuth
1896. 8°.nbsp;153. E. 17»

Chop, Max (M. Charles), Führer durch Rieh. Wagner's Ton-
dramen, VIT. Parsival. Leipzig 1893. 8°,nbsp;153. E. 17*
Vademecum für Wagnerfreunde.

Chop, Max [M. Charles , Leiddraad voor Rich. Wagner's
werken, in het Nederl. bewerkt door Wilhelmine van
Westrheene. Amsterd. 1895—1896. 8°.nbsp;154. B. 10

Conrad, Mich. Geo., Wagner's Geist und Kunst in Bayreuth,
lite Aufl, München-Schwabing 1906. 8°.nbsp;153. E. 173

Dantzig, Branco van. Spreekoefeningen ten gebruike bij het
onderwijs in spreken en zingen. Il^e dr, Groningen 1905,
M. fig. 8^ min.nbsp;153. E. 8i5

Dantzig, Branco van. Beknopte handleiding bij het onderwijs
in spraakontwikkeling en het verbeteren van spraakgebreken . . .
Groningen 1908. M. fig. 8° min.nbsp;153. E. 8'»

Dommer, Arrey von, Elemente der Musik. Leipzig 1862. M.
musik, Beisp, 8°,nbsp;153, B. 24

Drenth, E., Beknopte handleiding tot de kennis van de theorie
der muziek, voorzien van opgaven en oefeningen. Uit het
Hoogd, door E. Drenth. Amsterd, 1874, 8°. 154. F, 19

Dureau, Th., Cours théorique et pratique d'instrumentation et
d'orchestration... Harmonies et fanfares. Paris s. a. 2 tom.
(1 vol.) 4°.nbsp;154. A. 41

Ergo, Em., Eene ingrijpende hervorming op muzikaal gebied.
Eene studie over de theoriën van H. Riemann en C. Puchs.
Overgedr, uit Caecilia, 1886/1887. 's-Gravenh. 1887. 8°.

Ergo, Em., Leerboek voor het contrapunt. Amsterd. 1896—
1900. 2 dln. (1 vol.) 8°.nbsp;154. E. 8i

Ergo, Em,, Elementair-muziekleer in overeenstemming met
den wetenschappel, vooruitgang der toonkunst, Arnhem enz,
[1903.] M. pl. 8° min.nbsp;155. F. 3

Ergo, Em,, Themaboek ten gebruike bjj het gelijktijdig (simul-
taan) onderwijs van harmonie en contrapunt naar de „con-
centrische methode.quot; Amsterd. 1897. M pl. 8°,

Fuchs, Ca., Die Freiheit des musikal. Vortrages im Einklänge
mit H. Riemann's Phrasirungslehre. . . . Dantzig 1885. M.
Notenbeil. 8= maj.nbsp;154. D. 15

Garms Jr., J. H., Inleiding in de theorie der muziek. Amsterd.
1897. 8°.nbsp;153. B. 26

Geraets Jr., J. H., Theoretisch-praktische muziekleer. Leeuwar-
den 1895. 8°.nbsp;153. B. 28

Gutzmann, Herm. , Stemvorming en stemhygiëne. Populaire
lezingen. Vertaling door Branoo tan Dantzig. Groningen
1907. M. fig. 8°.nbsp;153. F. 13

Harlog, A. H. de. Bolland en de muziek, open brief aan den
heer Wi. Hutschenruyter. Amsterd. 1907. 8\ 153. E. 81»

Hartog, Jac., Open brief aan den heer Hu. Nolthenius, redac-
teur van „Weekblad voor muziek.quot; Amsterd. 1903. 8°.

Imlbert, Hugues, La symphonie après Beethoven. Réponse à
Fél. Weingartner. Extr. du Guide musical. Paris 1900. 8°
min.nbsp;154. F. 21

Jadassohn, S., Lehrbuch der Harmonie. Vte Aufl. (Die Lehre
vom reinen Satze. Bd. 1.) Leipzig 1898. 8''. 154. E. 9

Kapp, Ju., Rieh. Wagner. Eine Biographie. Iste—iyte Aufl.
Berlin 1910. M. Titelb., Abb. u. Facs. 8°. 154. D. 17

Kapp, Ju., Fra. Liszt. Eine Biographie. Ilpe Aufl. Berlin 1911.
M. Titelb., Abb. u. Facs. 8^nbsp;154. D. 16

[Klokkenspel. — Verzameling overdrukken van tijdschrift-
artikelen enz. handelende over het klokkenspel, van 1901
en vlg. jaren. 8° en fol.]nbsp;153. E. 11

Kothe-Forchhammer, Führer durch die Orgel-Literatur . . .
neubearbeitet . . . von Otto Burkert. Leipzig 1909. 8'' min.

La Mara, Joh. Brahms. Neubearbeit. Einzeldr. a. d. „Musika-
lischen Studienköpfen.quot; Vllpe Aufl. Leipzig 1911. M. Bildn.
8°.nbsp;155. H. 3

La Mara, Joh. Seb. Bach. Neubearbeit. Einzeldr. a. d. „Musi-
kaiischen Studienköpfen.quot; Vte Aufl. Leipzig 1912. M. Bildn.
8°.nbsp;155. H. 2

La Mara, Rich. Wagner. Neubearbeit. Einzeldr. a. d. „Musi-
kalischen Studienköpfen.quot; Xte Aufl. Leipzig 1912. M. Bildn.
8°.nbsp;155. H. 1

Langbans, Wi., Geschiedenis der muziek. Vrij vert. en....
van kantteek. voorzien door Jac. Hartog. Ilde dr. Amsterd.
1893. M. notenvoorb. en ill. 8^nbsp;155. P. 2

Leeuwen, [J.] van, Het probleem der oude Italiaansche viool-
bouwers en de Cremona-Hollandia. 's-Gravenh. 1912. 8°.

Moolenaar, Frieso , Handleiding voor de beoefening der har-
monie- en melodie-leer (met opgaven). Groningen 1912 —
1913. 3 dln. (1 vol.) 8^nbsp;154. E. 102

Musikbuch (Das). Eine nach Gruppen und Gattungen geordnete
Zusammenstellung von Büchern über die Musiker, die Musik
und Instrumente mit erläut. Einführungen. Leipzig [1913].
M. Bildn. u. Paks. 8°.nbsp;153. E. 10

Muziekbode (De). Geïlluatr. weekblad voor toonkunstenaars . . .
Hoold-red. C. van der Linden. Tilburg 1911— Jg.
XXVI— fol.nbsp;V.V. 128 A

Pome, Edm., Fanfare scolaire. Méthode nouvelle pour l'enseig-
nement simultané des instruments à pistons. Paris s. a. 4quot;.

Richter, Ernst Fri. , Lehrbuch der Harmonie. XVIIPe Aufl.
mit Anmerk. und Ergänzungen versehen von Alpr. Richter.
(Die prakt. Studien zur Theorie der Musik. Bd. 1.) Leipzig
1888. Squot;quot;.nbsp;153. B. 25

Riemann, Hu., Vereinfachte Harmonielehre oder die Lehre
von den tonalen Funktionen der Akkorde. London etc. [1893].
8°.nbsp;155. E. 2

Riemann, Hü., Grosse Kompositionslehre. Berlin u. s. w. 1902,
1903. 2 Bde. 8°.nbsp;155. E. 3, 4

Bd. L Der homophone Satz. (Melodielehre u. Harmonielehre.) —
Bd. II. Der polophone Satz (Kontrapunkt, Fuge u. Kanon).
Riemann, Hu., Der Ausdruck in der Musik. (Samml. musikal.

Riemann, Hu., Handbuch der Harmonielehre. Ute ^ufl. der
„Skizze einer neuen Methode der Harmonielehre.quot; Leipzig
1887. M. Notenbeisp. 8°.nbsp;155. E. 5

Riemann, Hu., Katechismus der Musikinstrumente (Instrumen-
tationslehre), Leipzig 1888. 8° min.nbsp;154. H. 13
Max Hesse's illustr. Katechismen. 1.

Riemann, Hu., Katechismus des Klavierspiels. Leipzig 1888.
8° min.nbsp;154. H. 15

Max Hesse's illustr. Katechismen. 6.
Riemann, Hu., Katechismus des Generalbass-Spiels. Leipzig

Riemann, Hu., Katechismus der Kompositionslehre. Leipzig
1889. 2 Bde. (1 vol.) 8° min.nbsp;154. H. 16

Max Hesse's illustr. Katechismen. 8, 9.
Riemann, Hu., und C. Fuchs, Katechismus der Phrasierung .. .
Leipzig [1890]. 8° min.nbsp;154. H 20

Max Hesse's illustr. Katechismen. 16.
Riemann, Hu., Vademecum der Phrasierung. [Hte Ausg.]
Leipzig [1900]. 8° min.nbsp;154. H. 19

Max Hesse's illustr. Katechismen. N° 16.
Riemann, Hu., Wie hören vyir Musik? Grundlinien der Musik-
Ästhetik. Ute Aufl. Leipzig 1903. 8quot; min. 154. H. 21
Max Hesse's illustr. Katechismen. 17.
Riemann, Hu., Katechismus der Fugen-Komposition. (Analyse
von J. S. Bachs „Wohltemperiertem Klavierquot; und „Kunst
der Fuge.quot;) Leipzig 1890, 1891. 2 Bde. (1 vol.) 8° min.

Max Hesse's illustr. Katechismen. N° 18, 19.
Riemann, Hu.^ Katechismus der Gesangskomposition (Vokal-
musik). Leipzig 1891. 8° min.nbsp;154, H. 23
Max Hesse's illustr. Katechismen. Nquot; 20.
Riemann, Hu., Handboek der harmonieleer. Yoor de beide
Nederlanden bewerkt.... en met eene „inleidingquot; door
Emil Eego. 's-Gravenh. 1894. 8quot;. 154. E. 7
Riemann, Lu., Populäre Darstellung der Akustik in Beziehung
zur Musik. In Anschluss an Herm. von Helmholtz' „Lehre
von den Tonempfindungen.quot; Braunschweig 1896. M. Fig. 8°.

Riemann, Hu , Handbuch der Musikgeschichte. Leipzig 1904—
1913. 2 Bde. (4 vol.) 8°.nbsp;153. D. 15-18

Bd. I. Altertum u. Mittelalter (bis 1450). — Bd. II, 1. Das
Zeitalter der Eenaissance (bis 1600). — Bd. II, 2. Das General
bass-Zeitalter. — Bd. II, 3. Die Musik des 18. u. 19. Jahrh.
Rubinstein, Ant., Die Meister des Klaviers. Musikal. Vorträge
über die Entwicklung der Klavier-Komposition. Übers, von
M. Bessmertny. Berbn [1899]. M. Bildn. 8° min. 154. F. 17
[Scliiedei-mair, Lu., Beethoven und die französ. Revolutions-
kunst. (Beethoven-Feier. XI. Kammermusik-Fest, Bonn.) Bonn
1913. M. Musikbeil.] 8°.nbsp;153. E. 7'7

Schröder, Ca., Katechismus des Dirigierens und Talitierens.
(Der Kapellmeister und sein Wirkungskreis.) Leipzig 1889

Schuré, EnoüARD, Das musikalische Drama. Verdeutscht von
Hans von Wolzogen Ute Aufl. Leipzig [18791. 2 Bde. (1
vol.) M. Titelb. u. Bildn. 8° min.nbsp;154. F. 14

Setaccioli, Giacomo, Debussy. Eine kritisch-ästhet. Studie...
Ubers, nach der Ilteu Aufl. des Italien, von Fri. Spiro.
Leipzig 1911. 8°.nbsp;154. F. 18

Breitkopf amp; Härtels Musikbücher.
Stöwe, Güst., Die Klaviertechnik dargest. als musikalisch-phy-
^olog. Bewegungslehre nebst einem System gymnast. Übunsren.
Berlin 1886. 8°.nbsp;I53. ß. 30

Strauss-feest (Het). [door A,.J. de Wal]. Overgedr. uit Het
Vaderland, 's Gravenh. 1911. 8° min.nbsp;153. E.

Thihaut, Ant. Fri. Jüst , Über Reinheit der Tonkunst. Illte
Ausg. Heidelb. 1851. M. Bildn. 8° min.nbsp;155. G. 1

Vogel, Bern,, Rob. Schumanns Klaviertonpoesie. Ein Führer
durch seine sämtl, Klavierkompositionen mit Bild und biogr
Abriss, Leipzig 1887. 8°.nbsp;153. e, 715 quot;

Volkszang. 20 liederen, gekozen door „Het comité voor een-
heid in den volkszang,quot; üitg, in notenschrift, Bussum 1911
mm,nbsp;gi7

Wagner, Rich,, Gesammelte Schriften und Dichtungen. IUe
Aufl, Leipzig 1887—1888, 10 Bde. (5 vol,) M. Plän. 8° min,

Waper, Rich,, Der Ring des Nibelungen. Text mit den haupt-
sachl, Leitmotiven und Notenbeisp. hrsg. von Jü. Burghold,
Mainz u. s, w. 1897, 4 Hfte, (l vol.) 8° min, 154, H, 11

Wagner, Rich., Parsifal, Ein Bühnenweihfestspiel. Text mit
den hauptsächl. Leitmotiven und Notenbeisp, hrsg, von Ju.
burghold, Mainz u, s, w, [1897], 8quot; min, 154. H. 12

Hierbei: Champfi.eobï, Rich. Wagner in Paris. (Aus dem
J^ranzos. ubers.) Leipzig u. s. w. 1860. 8° min.

Weber, Wi., M. Enrico Bossi, sein Werden und Wirken. Son-
derabdr. a, d. „Musikalischen Wochenblatt.quot; Leipzig 1905
M. Bildn. 8°.nbsp;j^l I 7,6

Weingartner, Fel., Die Symphonie nach Beethoven Ein
Vortrag. Berlin 1898. 8° min.nbsp;I54. p. 21

Werdegang und Erlebnisse eines Orchester-Musikers, von ihm
selbst erzählt. Leipzig 1906. 8° min.nbsp;153. E. 71^

Wolff, C. A. Herm., Methodische Unterrichts-Briefe der Har-
monie- und Kompositions-Lehre. Leipzig [1899], 8°.

Wolfruin, Ph., Joh. Seb. Bach. (Die Musik, hrsg. von Eich.
Strauss. Bd. XIH-XIV.) Berlin [1906]. M. Bildn. u. Paks.
8° min.nbsp;153. H. 8

Worp, J., Algemeene muziekleer. Herzien en uitgebreid door
S. van Milligen. vide druk. Groningen 1905. 8quot;.

Zangboek (Neerland's). Keurbundel van volks-, school- en ge-
zelschapsliederen voor gemengd koor . . . Verzameld door
Joh. de Heer. Rotterd. enz. [1913]. 8°.nbsp;154. B. 11

Elk lid van het Centraal Muzieklitteratuur-
Fonds neme zich voor in het volgende jaar
minstens 3 leden aan te werven.

Jnü MQ't .-gbié-.AhnU «C£gt; .daß?! AÙ\ ^mf-ùWM ^
.fiMÄ M .faocî} âil-iôS f.YîZ-ni,? .6a .HHumrn
«Jt .fcfanbsp;.fjtjai

Bach, Joh. Seb. , Brandenburgisches Konzert 4, Gr dur
(C. Schröder). Leipzig o. J. 8°.nbsp;153. E. 8^0

Borchgreving, Melchior, Bbned. Grep en Nio. Gistow,
Paduanen en galliarden, naar de uitg. van 1607 en 1609
in partituur gebracht en met eene inleid, op nieuw uitgeg.
door Herm. Pel. Wirth. (Orkestcomposities van Nederl.
meesters van het begin der 17^6 eeuw — Vereen, v. Nederl.
muziekgesch. Uitg. XXXIV.) Amsterd. enz. 1913. M. facs.
fol.nbsp;V.V. 71 A

Bottenheim, S., Het concertgebouw te Amsterdam, 1888 —
11 April 1913. (Overgedr. uit het tijdschr. „Eigen Haard.quot;)
Amsterdam 1913. M. pl. en afb. 4°.nbsp;154. A. 6

BriCTen (Muzikale), tevens bevattende de handelingen van de
vereeniging „Het Beethovenhuis,quot; onder red. van Wi. Hut-
schenruyter. Amsterd. 1911— Afl. 1—nbsp;M. pl.
8°. 153. D. 23

Cucuel, Geo., Étude sur un orchestre au XVille siècle. L'in-
strumentation chez les symphonistes de La Pouplinière.
Oeuvres musicales de Gossec, Schencker et Gaspard Procksch.
Thèse. Paris 1913. 4°.nbsp;206. A. 37

Curzon, H. de. L'évolution lyrique au théâtre dans les différents
pays. Tableau chronol. Paris 1908. 8^ maj. 153. C. 7»

Ella, John, Musical sketches abroad and at home. London
1869. W. portr. a. ill. 8°.nbsp;155. P. 5

Festblätter (Bayreuther) in Wort und Bild. Gesamm. Beiträge ...
mit Pacs aus den Original-Partituren Rich. Wagners. Hrsg.
von der Centrai-Leitung des allgem. Rich. Wagner-Vereines.
Ute Titel-Aufl. München 1884—86. M. Abb. fol. 207. A. 29

Fourcaud, L. de, Arthur Pougin et Léon Pradel, La salle
Pleyel [1867-18931. Paris 1893. Av. pl. et portr. 8°.

Glasenapp, Ca. Pri., Rich. Wagner's Leben und Wirken.
Cassel u. s. w. 1876, 1877. 2 Bde. 8°. 153. D. 20, 21

Halévy, Ludovic, Notes et souvenirs. 1871—1872. Paris 1889.
12°.nbsp;180. H. 2

Hehemann, M., Max Reger. Eine Studie über moderne Musik.
M. e. Bildn. u. Notenbeisp. München 1911. 8°.

Hutschenruyter, Wi., Het concertgebouw-conflict. Bgdrage tot
de geschiedenis van het muzikale leven in de hoofdstad.
Amsterd. 1904. M. bijl. 8°.nbsp;153. E. 6'8

Janho, Pau. von. Eine neue Claviatur. Theorie und Beispiele
zur Einführung in die Praxis. Wien 1886. M. Taf. 8° maj.

Kalischer, Alfr. Chr., Musik und Moral. Ein kulturhistor.
Essay. Abth. L (Deutsche Zeit- u. Streit-Pragen. N. P. Jg.
IL H. 14/15.) Hamburg 1888. 8°.nbsp;153. E. 6i5

Kietz, Gust. Ado., Rieh. Wagner in den J. 1842—1849 und
1873—1875. Erinnerungen aufgezeichnet von Marie Kietz.
Dresden 1905. 8°.nbsp;153. P. 14

Kritik der Kritik. Herausgeber: A. Halbert, Leo Horwitz.
Breslau 1905—1909. 2 Bde. 8°.nbsp;156. D. 1, 2

Lavignac, Alb., La musique et les musiciens. Paris 1895.
Av. fig. 12°.nbsp;154. P. 23

Lichtenlberger, Hen., Rich. Wagner, poète et penseur. He éd.
Paris 1898. 8°.nbsp;153. B. 32

Louis, Ru., und Lu. Thuille, Harmonielehre. IPe Aufl. Stutt-
gart [1908]. 8°.nbsp;154. B. 13

Makler, Gust., Ein Bild seiner Persönlichkeit in Widmungen.
München 1910. M. Bildn., Abb. u. Notenbeisp. 8°.

Marx, Ado. Bern., Lu. van Beethoven. Leben und Schaffen.
Berlin 1859. 2 Bde. (1 vol.) M. Anh. 8°.nbsp;156. E. 2

Moolenaar, Prieso, Het harmonisch contrapunt. De sleutel der
moderne harmoniek. Groningen 1913. 8°. 154. E. 10®

Musiker-Kalender unter Red. von Herrm. Krigar. IV, V. Jg.
Leipzig 1877, 78. 2 Bde. 8° min.nbsp;153. G. 5, 6

Musiker-Kalender (Allgem. deutscher) hrsg. von Ose. Eichberg.
L—VL Jg. Berlin 1879—1884. 6 Bde. 8° min.

Musiker-Kalender (Deutscher) für das J. 1886. Mit dem Portr.
und der Biographie K. Eeinecke's. Leipzig [1886]. 8° min.

Muziekcollege (IJet) Halfmaandelijksch tijdschrift voor rauziek-
vrienden en beoefenaars. 1«— Jrg. Haarlem 1913—
4°.nbsp;V.V. 132 C

Naumann, Emil, Zukunftsmusik und die Musik der Zukunft.
(Deutsche Zeit- u. Streitfragen. Jg. VI. H. 82.) Berlin 1877.
8°.nbsp;153. E. 6t8

ßiemann. Hu., De kunst der phraseering en het muzikaal
dictaat. 's-Gravenh. 1892. 8°.nbsp;153. E.

Schering, Arnold, Die Anfänge des Oratoriums. Habilita-
tionsschr. Leipzig 1907. 8°.nbsp;153. E 8^1

Schönherg, Arn., Mit Beiträgen von Alban Berg, Paris
von Gütersloh, K. Horwitz u. A. München 1912. M. Portr.,
Taf. u. Notenbeisp. 8^nbsp;153. B. 31

Schreyer, Jon., Harmonielehre. Völlig umgearb. Aufl. der
Schrift „Von Bach bis Wagner.quot; Dresden 1905. M. Noten-
beisp. 8°.nbsp;154. B. 12

Séré, Oct., Musiciens français d'aujourd'hui. Notices biograph.,
suivies d'un essai de bibliographie et accomp. d'un autographe
musical. Ile éd. Paris 1911. 8°.nbsp;155. G. 8

Specht, Rich., Gust. Mahler. I—IV« Aufl. Berlin u. s. w. 1913.
M. Titelb., Abb. u. Paks. 8=.nbsp;155. D. 4

Thomas-San-Galli, Wolpg. A., Joh. Brahms. München 1912.
M. ïitelb., Abb., Notenbeisp. u. Paks. 8= maj. 155. D. 3

Thomas-San-Galli, Wolfg. A., Lu. van Beethoven. München
1913. M. Titelb., Portr. Notenbeisp. u. Paks. 8° maj.

Valerius, Adr., „Nederlantsche gedenckclanckquot;(1626). (Liederen
van Groot-Nederland, verzameld door F. R. Coers Przn.)
Apeldoorn [1914].nbsp;Z. qu. 244a

Wagner, Rich., Pamilienbriefe, 1832—1874. L bis V. Tausend.
Berlin 1907. M. Bildn. 8°.nbsp;153. D. 19

Wagner (Der junge). Dichtungen, Aufsätze, Entwürfe 1832—
1849. Hrsg. von Ju. Kapp. Berlin u. s. w. 1910. 8°.

Wagner, Rich., Briefe an Th. Uhlig, Wi. Fischer, Ferd. Heine.
Leipzig 1888. 8° maj.nbsp;155. D. 1

Wagner, Rich., Bayreuther Briefe (1871—1883). IPe Aufl.
Berlin u. s. w. 1907. 8° min.nbsp;155. F. 6

Wayeren, A. J. van, Nogmaals kritiek. Een voorstel tot reor-
ganisatie der moderne kunstkritiek. Amsterd. 1906. 8°.

Weigand, Ernst, Die Wurzeln des musikalisclien Ausdrucks.
Eine reine Klangtheorie auf Grund einer neuen Notation.
Oppenheim a. Rh. 1887. M. Taf. 8° maj.nbsp;153. E. 6^0

Welt (Fromme's musikalische). Notiz-Kalender redig. von Theod.
Holm. L—VII. Jg. Wien 1876—1882. 7 Bde. 8° min.

Witte, G. H., Der Essener Musikverein, 1838—1913. Essen-
Ruhr 1913. 8°.nbsp;153. E. 822

Wolzogen, Hans von, Grossmeister deutscher Musik. Bach,
Mozart, Beethoven, Weber. Berlin [1897]. M. Bildn. 4°.

Zimmermann, L., Rich. Wagner in Luzern. Hrsg. von Gust.
Kanth. Berlin u. s. w. 1910. M. Abb. u. Faks. 8quot; min.

Bach, Joh. Seb., Matthäus-Passion. Oratorium. Klavierauszug
von Jul. Sterît. Leipzig, o. J. 8°. 153. C. 35; 154. D. 4.

Beethoven, Lu. van. Messe in C-dur. Op. 86. Clavierausz. mit
Text. Braunschweig, Litolff o. J. 8=.nbsp;153. E. 18

Beethoven, Lu. van, Septett. Op. 20. für Piano solo übertr.
von Gust. Rösler. Leipzig, Peters o. J. 4°. 154. A. 16^

Beethoven, Lu. van, Symphonie n° 1 C-dur. Op 21. Leipzig,
Eulenburg 0. J. 8°.nbsp;156. P. 1'

Beethoven, Lu. van, Symphonie n° 2 D-dur. Op. 36. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P. P

Beethoven, Lu. van, Symphonie n° 3 Eroica A-moll. Op. 55.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P. P

Beethoven, Lu. van, Symphonie n° 4 B-dur. Op. 60. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P. 1*

Beethoven, Lu. van. Symphonie n° 5 C-moll. Op. 67. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8^nbsp;156. F. P

Beethoven, Lu. van, Symphonie n° 6 Pastorale in F-dur. Op.
68. Leipzig, Eulenburg o. J. 8^nbsp;156. P.

Beethoven, Lu. van, Symphonien für Pianosolo arrang. von
Aug. Horn. Leipzig, Peters o. J. 2 Bde. (1 vol.) 4°.

Beethoven, Lu. van, Variationen für Pianoforte, hrsg. von
Lo. Köhler. Neu revid. Ausg. Leipzig, Peters o. J. 2 Bde.
(1 vol.) 4°.nbsp;154. A. 19

Beethoyen, Lu. VAN, Violin-Concert D-dur. Op. 61. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P.

Beethoven, Lu. van. Ouverture zur Oper Pidelio (Leonore).
Op 12b. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P. 2^

Beethoven, Lu. van, Leonors-Ouverture n° 3. Op. 72«. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. P. 2®

Beethoven, Lu. van. Serenade D-dur für Plöte, Violine und
Viola. Op. 25. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°. 156. P.
Payne's kl. Partitur-Ausg. 103.

Beethoven, Lu. van, Sonate nquot; 9 (Kreutzer-Sonate, A-dur)
für Violine und Pianoforte. Op. 47. Leipzig, Eulenburg o. J.
8°.nbsp;156. P. 25

Beethoven, Lu. van, Quintett C-dur für 2 Viol., 2 Viola und
Violoncell. Op. 29. Leipzig o. J. 8°.nbsp;156. P. 2^

Beethoven, Lu. van, Septett Es-dur fürnbsp;Violine, Viola Violon-
cell, Kontrabass, Klarinette, Pagottnbsp;und Horn. Op. 20.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°. 156. P. 2^
Payne's kl. Partitur-Ausg. 12.

Beethoven, Lu. van, Symphonien für Pianoforte zu 4 Händen
arrang. von Hu. Ulrich. Leipzig, C. F. Peters o. J. 2 Bde.
4° obl.nbsp;153. B. 35, 36

Beethoven, Lu. van, Trio[s] für Violine, Viola und Violon-
cell. Op. 9. n° 1—3. Leipzig, Eulenburg o. J. 3 Hfte. 8°.

Beethoven, Lu, van, Trio n° 1. Es-dur, n° 2 Serenade, D-dur
für Violine, Viola und Violoncell. Op. 3, 8. Leipzig, Eulen-
burg 0. J. 2 Hfte. 8°.nbsp;156. P. 3^ s
Payne's kl. Partitur-Ausg. 41, 45.

Beethoven, Lu. van, Trio n° 4 D-dur für Pianoforte, Violine
und Violoncell. Op. 70, n° 1. Leipzig^ Eulenburg o. J. 8°.

Beethoven, Lu. van, Quartett[e] für 2 Viol., Viola und Violon-
cell. Leipzig, Eulenburg o. J. 15 Hfte. 8°. 156. P.

Bellini, V., Norma. Oper in 2 Akten. Klavierausz. [mit Text].
Leipzig, Peters o. J. 8° maj.nbsp;153. C. 32

Bergmans, C., Le conservatoire royal de musique de Gand. Étude
sur son histoire et son organisation. . . Gand 1901. Av. portr.
8° maj.nbsp;153. C. 41

Berlioz, Hector, Grande Ouverture de „Waverleyquot; Op. 1.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8^.nbsp;156. F. 4'

Berlioz, Hector, Grande ouverture des „Francs jugesquot; Op. 3.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 4^

Berlioz, Hector, Grande Ouverture du „Roi Learquot; Op. 4.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156, F. 4^

Berlioz, Hector, Ouverture caractéristique „Le Carnaval
Romainquot;. Op. 9. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°. 156. F. 4^
Eulenburg's kl. Orchester-Partitur-Ausg. Ouvert. n°. 20.

Berlioz, Hector, Ouverture du Corsaire. Op. 21. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 4^

Berlioz, Hector, Ouverture de l'opéra „Benvenuto Celliniquot;.
Op. 23. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 46

Berlioz, Hector, Ouverture de P opera-comique „Beatrice et
Bénédictquot; Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 47

Berlioz, Hector, Symphonie fantastique. Rêveries. Op. 14.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 5

Berlioz, Hector, Harold en Italie. Op. 16. Leipzig, Eulenburg
0. J. 8°.nbsp;156. F. 6

Bilder-Atlas zur Musikgeschichte von Bach bis Strauss, hrsg.
von Gust. Kanth. Berlin [1911]. 4° obl.nbsp;207. A. 30

Brahms, Joh., Pianoforte-Quintott P-moll für Pianoforte, 2 Viol.,
Viola und Violoncell. Op. 34. Leiozig, Eulenburg o. J. 8°.

Brahms, Joh., Ein deutsches Requiem nach Worten der hl.
Schrift. Op. 45. [Klavierausz. mit Text.] Leipzig, Rieter-Bieder-
mann 0. J. 8° maj.nbsp;153. C. 37

Bruch, Max, Arminius. Oratorium für Chor, Solostimmen und
Orchester. Op. 43. Dichtung von J. Cüppers. Transi, into
English. Clavier-Ausz. [mit Text]. Berlin, Simrock o. J. 8°
maj.nbsp;153. C. 28

Bruneau, Alpk., Geschichte der französ. Musik, übertr. von Max
Graf. Berlin o. J. M. Portr. u. Paks. 8°.nbsp;153. H. 9

Ciicilia. Ein Taschenbuch für Freunde der Tonkunst hrsg. von
[J.] liyser [ps. von Joh. Pt. Theo. Bürmeister]. Jg. I. Ham-
burg 1833. M. III. u. Notenbeisp. 8° min. 153. H. 10
Nicht weiter erschienen.

Clementi, Muzio, Gradus ad Parnassum ou l'art de jouer le
pianoforte démontré par des exercices. Vol. I Leipzig, C. P.
Peters, s. a. 8° maj.nbsp;156. A. 1

Bokkum, J. D. C. van, Schets van het muziekleven in N.-Ne-
derland in de Iste helft der XIX^ eeuw. (Nederl. muziek in
de XIXe eeuw. I. — Populair wetensch. Nederl. N° 4.)
Amsterdam [1913]. M. pl. en portr. 8° maj. 153. C. 7*

Dupuis, Alb., Le petit musicologue. Ce que tout musicien
doit savoir. 3« éd. Vervier» 1911. 8°.nbsp;156. E. li

Eldar, A. M., [pseud. van Anna Fles], Spreken en zingen in
verband gebracht met de Nederlandsche taal. 2e dr. Tiel
1891. Met fig.nbsp;B. oct. 3010

Fleischer, Osk. , Die spätgriechische Tonschrift (Neumen-Stu-
dien. Abh. über mittelalterl. Gesangs-Tonschriften III.) Berlin
1904. M. Notenbeisp. u. Faks. 4°.nbsp;156. C. 2

Franck, César, Les béatitudes. Poëme de Mad. [J. B.] Colomb.
.... Partition chant et piano Nouv. éd. Paris, Ph. Maquet
amp; Cie., s. a. 8° maj.nbsp;153. C. 42

Gade, Niels W., Erlkönigs Tochter. Ballade nach dänischen
Volkssagen für Soli, Chor und Orch. Op. 30 Clavierausz.
[mit Text]. Leipzig, Kistner o. J. gr. 8° maj. 153. C. 27

Germer, Hei., Die Technik des Ciavierspiels nach den ver-
schiedenen Materien methodisch geordnet. . . . Op. 28. Leip-
zig [1882]. 8° maj.nbsp;153. C. 40

Mit Anh. : Die musikalische Ornamentik. Didakt.-krit. Abh. über
das gesammte ältere wie neuere Verzierungswesen u. s. w.

Gevaert, F. A., Neue Instrumenten-Lehre. Ins Deutsche übers,
von Hu. Riemann. Paris u. s. w. 1887. M. Notenbeisp. 4°.

Händel, Geo. Fei., Herakles. Oratorium. Clavierausz. mit Text
Leipzig u. s. w., Rieter-Biedermann o. J. 8° maj. 153. C. 36

Haydn, Jos., Sonaten mit Fingersatz versehen von Louis
Köhler und F. A. Roitzsch. Leipzig, Peters o. J. 4 Bde.
(1 vol.) 4°.nbsp;154. A. 24

Haydn, Jos., Die Schöpfung. Oratorium. Vollständ. Klavierausz.
[Arrang. von A. E. Müller.] Neue Ausg. Leipzig, Breitkopf
u. Härtel o. J. 8° maj.nbsp;153. C. 38

Haydn, Jos., Quartett n° 15. G-dur für 2 Viol. Viola und Vio-
loncell. Op. 3 n° 3. Leipzig Eulenburg o. J. 8°. 156. F. 8i
Payne's kl. Partitur-Ausg. 183.

Haydn, Jos., Quartette n°. 31—36 für 2 Viol., Viola und
Violoncell. Op. 20'-ß. Leipzig, Eulenburg o. J. 6 Hfte. 8°.

Haydn, Jos., Quartett (C-dur) für 2 Viol., Viola und Violon-
cell. Op. 33, n° 3. Leipzig, Eulenburg o. J. 8'. 156. F. 8»
Payne's kl. Partitur-Ausg. 53.

Haydn, Jos., Quartett D-dur für 2 Viol., Viola und Violonccll.
Op. 50 n°. 6. Leipzig, Eulenbnrg o. J. 8°. 156. F. 8»
Payne's kl. Partitur-Ausg. 156.

Haydn, Jos., Quartett a°. 67 D-dur für 2 Viol., Viola und
Violoncell. Op. 64 n°. 5. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Haydn, Jos., Quartett n°. 77 (Kaiser-Quartett) C-dur für 2
Viol., Viola und Violoncell. Op. 76 n°. 3. Leipzig, Eulenburg
0. J. 8°.nbsp;156. F. 812

Haydn, Jos., Quartett n°. 74. G-moll für 2 Viol., Viola und
Violoncell. Op. 74 n° 3. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Haydn, Jos., Quartett n°. 79. D-dur für 2 Viol., Viola und
Violoncell. Op. 76 n°. 5. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Hegar, Fri., Manasse. Draniat. Gedicht von Jos. Viot. Wid
mann für Solostimmen, Chor und Orcb. Op. 16. Klavierausz.
[mit Text]. Leipzig u. s. w.. Hug o. J. 8° maj. 153. C. 30

Heinze, G. A., Die Auferstehung. Oratorium. Op. 42. Klavier-
ausz. [mit Text] Amst., G. Alsbach amp; Co. o. J. 4°.

Hol, Eich., De Klavierspeler. Theor. en pract. handleiding.
Op. 50. 8e uitg. Utrecht [1893]. 8° maj.nbsp;156. C. 1

Hol, Rich. , Feest-cantate bij de viering van het 250 j. bestaan
der Utrechtsche Hoogeschool 21 Juni 1886. Op. 103. Woorden
van Nie. Beets. Klavieruittreksel. Utrecht, z. j. qr. 8°

Kongress (HL) der internat. Musikgesellschaft, Wien, 25 —29
Mai 1909. Bericht vorgelegt vom Wiener Kongressausschuss!
Wien u. s. w. 1909. M. Taf. u. Fig. 8°.nbsp;154. B. 14

Liederbundel (Hollands-Afrikaanse), . . . verzam. door N Mans-
velt. Amsterd. enz. [1907]. 4°.nbsp;153. Q. 34

les airs notés ... nouv. éd. La Haye 1787. 12quot;. 153. H. 12
Contient aussi des chansons nécrl.

Mahler, Gust., ite_ivte Symphonie. Partitur. Wien u s. w
Universal Ed. 0. J. 4 Bde. 8=.nbsp;153. D. 24—27 '

Mahler, Gust., ite_ivte Symphonie. Klavierausz. zu 4 Hän-
den, arrang. von Bruno Walter und J. V. von Wöss
Wien u. s. w. 0. J. 4 Bde. fol.nbsp;154. A. 8—11

Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Elias. Oratorium. Op 70
Klavierausz. [Bearb. von Rob. Wittmann, mit Textl. Leipzig
Peters 0. J. 8° maj.nbsp;15^0.33

Mendelssohn-Bartholdy, Fel. , Lieder ohne Worte für Piano-
solo, reyid. von F. A. Roitzsch. Leipzig, Peters o. J. 8°
maj.nbsp;153. C. 31

Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Musik zu Antigone von Sophokles
für Männerchor und Orch. Op. 55. Klavierausz. Leipzig,
Peters o. J. 4°.nbsp;154. A. 22

Mendelssohn-Bartholdy , Fel., Der 42ste Psalm Op. 42. Cla-
vierausz. mit Text revid. von Fra. Abt. Braunschweig u. s. w.
Litolff o. J. 8° maj.nbsp;153. C. 39

Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Märchen von der schönen Melu-
sine. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 9^
Eulenburg's kl. Orch.-Partitur-Ausg. Ouvert, nquot; 6.

Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Ouverture zu Ruy Blas. Op.
95. Leipzig, Eulenburg o. J. 8^nbsp;156. F. 9^

Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Ein Sommernachtstraum. Leip-
zig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 93
Eulenburg's kl. Orch.-Partitur-Ausg. Ouvert, n® 13.

Mozart, [W. A.], Quartett-Sätze für Pianoforte, zu 2 Händen
übertragen. Leipzig, Peters o. J. 4°.nbsp;154. A. 25^

Mozart, [W. A.], Quintett-Sätze für Pianoforte, zu 2 Händen
übertragen. Leipzig, Peters o. J. 4°.nbsp;154. A. 25®

Mozart, W. A., Sonaten, revid. und mit Fingersatz versehen
von Loüis Köhler. Leipzig, Peters o. J. 4°. 154. A. 21 quot;

Mozart, Wolfg. Amad. , Requiem. Klavierausz. [mit Text] von
F. Brissler. Leipzig, Peters o. J. 8° maj. 153. C. 23

Mozart, W. A., Quartett n° 1. G-dur für 2 Yiol., Viola und
Violoncell. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 10'

Mozart, W. A., Quartett n° 3. Es-dur für 2 Viol., Viola und
Violoncell. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 10«

Mozart, W. A., Dorfmusikanten-Sextett. Ein musikalischer
Spass für 2 Hörner, 2 Viol., Viola u. Bass. Leipzig, Eulen-
burg 0. J. 8°.nbsp;156. F. 103
Payne's kl. Partitur-Ausg. n« 217.

Mozart, W. A., Quintett (Serenade: Eine kleine Nachtmusik)
G-dur für 2 Viol., Viola, Violoncello und Bass. Leipzig,
Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. f. iqi

Mozart, W. A., Die Hochzeit des Figaro. Leipzig, Eulenburg
o. J. 8°.nbsp;156 ^ 1Q7

Mozart, W. A., Symphony E flat major. Leidzig, Eulenburg
0. J. 8°.nbsp;156, los

Mozart, W. A., Symphony in C. Jupiter. Leipzig, Eulenburg
0. J. 8°.nbsp;156. p. iogt;o

Musikführer (Der). Gemeinverständl. Erläuterungen hervorra-
gender Werke aus dem Gebiete der Instrumental- und Vokal-
musik . . . redig. von A. Morin. Frankf. a. M. [1894— ]
Hft. 1— Mit Notenbeisp. 8°.nbsp;156. F. 30—

19, 20. Bach, Joh. Seb., H-moll Messe.
53. „ „ „ Johannes-Passion.
39. „ „ ^ Matthäus-Passion.
34. Beethoven, Lu. van, 1. Symphonie in C. dur. Op. 21.

«nbsp;»nbsp;» Phantasie für Pianofte, Chor und Or-
„„ ■ ehester. Op. 80

18. Brahms, Joh., Klavierkonzert in ü-moll. Op. 15.
16. „ „ Serenade für kleines Orchester, Op. 16.

40, 41. „ „ Ein deutsches Requiem, Op. 45
44. „ „ Alt. Rhapsodie mit Text. Op. 53.
37. „ „ Schicksalslied mit Text. Op. 54.
3. , „ Variationen über ein Thema von J. Haydn,

45.nbsp;, , Trio für Pianofte, Klarinette. Op. 114.
45. „ „ Quintett für Klarinette u. s. w. Op. 115.

79, 80. Draeseke, Fei , Requiem, in H-moll. Op. 22.
32.nbsp;„nbsp;„ Symphonia tragica. Op. 40.

11, 12. Franck, Gesar, Die Seligkeiten. 2 exx.
60. Fuchs, Roh., Symphonie in C. dur. Op 87.

70.nbsp;Grieg, Edv., Klavierkonzert in A-moll. Op. 16.
21, 22. Händel, Geo. Fri., Samson.

26,nbsp;27. „ DD Frohsinn, Schwermut und Mässigung.
31. „ „ „ Cäcilienode.

71.nbsp;Liszt, Fra., Ce qu'on entend sur la montagne (Berg-symphonie).
47, 48. Solemnis.

82. „ , Tasso Lamento e Trionfo.
87, 88. Mendelssohn-Bartholdy, Fel., Elias. 2 exx.
74, 75. „nbsp;„nbsp;„ Paulus.

58.nbsp;»nbsp;»nbsp;» Symphonie, A-moll. Op. 56.
54. Mozart, W. A., Symphonie in C-dur. (Jupiter-Symphonie).
69. „ „ „ , , Es-dur.

8. „ „ „ G. moll-Symphonie 1788.
49. Saint-Saëns, Camille, Die Sundflut (le Déluge). Op. 45.

7. Schubert, Fra., Grosse Symphonie in C-dur.
15. „ „ Unvollendete H-moll Symphonie.
89. Schumann, Rob., Das Paradies und die Peri. Op. 50.
97. „nbsp;„ Ouverture, Scherzo und Finale. Op. 52.

93, 94, 95. Smetana, Friedr., Mein Vaterland.
115. Strauss, Eich., Tod und Verklärung. Op. 24.
67. „ „ Wanderers Sturmlied. Op. 14.
2. Tinel, Edgar, Franciscus.

17. Tschaikowsky, Pt., Serenade für Streichorchester. Op. 48.
5-nbsp;„nbsp;„ Suite N® 3. G-dur für Orchester Op. 55.

96. Volkmann, Rob , Ouverture zu Shakespeare's Richard III,
für grosses Orchester. Op. 68.

46. Wagner, Rieh., Das Liebesmahl der Apostel.
109, 110. Wagner, Rieh., Siegfried. 2. Tag aus der Trilogie:
Der Ring des Nibelungen III.

Muziekcollege (Het). Halfmaandehjksch tijdschrift voor muziek-
vrienden en -beoefenaars. Haarlem 1913— Jg. I—

Nicolai, Otto, Die lustigen Weiber von Windsor. Ouverture.
Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.nbsp;156. F. 15'

Niecks, Fred., Programme music in the last four centuries.
A contribution to the history of musical expression. London
[1906]. 8°.nbsp;153. B. 34

Niemann, Walter, Das Klavierbuch. Geschichte der Klavier-
musik und ihrer Meister. Mit Übersichten über den Klavierbau
und die Klavierlitteratur. IHt® Aufl. Leipzig 1913. M. Abb.
u. Titelb. 8°.nbsp;155. f. 9

Nohl, Lu., Allgemeine Musikgeschichte populär dargestellt.
Leipzig 0. J. 8quot; min.nbsp;153. G. 21'

Nohl, Lü., Beethoven. Leipzig o. J. 8° min. 153. G. 21^
Musiker-Biographien. II.

Pirro, André, Joh. Seb. Bacb. Sein Leben und seine Werke.
Vom Verfasser autorisierte . . . Ausg. vonquot; Bernh. Engelke.
Berlin u. s. w. 1910. M. Portr., Abb. und Notenbeisp. 8° maj.

Kappard, A., De toonkunst en hare beoefenaren. Beknopt
overzicht van de ontwikkeling der muziek. Met een hoofdst,
over de beoefening der muziek door Dan. de Lange, Haar-
lem 1911, 8°,nbsp;154, B. 15

Register op de geïllustr. programma's van de concerten, ge-
geven door het Concertgebouw-Orkest onder leiding van
Wi. Mengelberg te 's Gravenhage. [door Fanny Simons.]
Jrg. I-VIL 's Gravenh. [1914]. 8quot;.nbsp;156. E.

Röhner, J. C., Muzijkaal zakwoordenboek, bevattende eene . . .
verklaring en beschrijving der voornaamste . . . kunsttermen
en instrumenten , . , Zwolle 1820, 8° min, 153. H. 11

Rossini, G,, Wilhelm Teil, Ouverture. Leipzig, Eulenburg
o. J. 8^nbsp;156. F. 15«

Rubinstein, Ant., Moses. Geistl. Oper in 8 Bildern von II.
Mosenthal. Op. 112. Leipzig, Senff o, J. Lief, 1 u. 4. 8°
maj.nbsp;153. C. 44

Rubinstein, Anton, Sammlung beliebter Klavierstücke. Ham-
burg, Cranz o. J, 4°.nbsp;154. A, 20
Edition Peters Nquot; 1189.

Sabbe, Ju., P. Benoit, Zijn leven, zijne werken, zijne betee
kenis, Gent 1902. M. portr. en pl. 8° min. 212. G, 18

ScLaik, J, A, S. van, Sint Joseph. Oratium met levende
beelden voor soli, koor en orkest. Op. 4. Gedicht van J. H.
Vaas. Deutsche Uebersetz. von Leo van Heemstede. Klavier-
uittreksel. Utr., v. Rossum 1898. 8° maj.nbsp;153. C. 24

Schubert, Feanz, Berühmte Compositionen für Pianof. solo.
Leipzig, Peters o. J, 8° maj,nbsp;153, C. 25

Schubert, Fra,, Sammlung der Lieder für eine Stingstimme
mit Pianofortebegl, revid, von Max Friedländer. Bd. I.
Leipzig, Peters o. J. 8° maj.nbsp;153, C, 22

Schubert, Fra., Quartett A-moll [und] D-moll für 2 Viol.,
Viola und Violoncell, Op, 29, posth. Leipzig, Eulenburg o, J,
2 Hfte, 8°,nbsp;156. F, 111,2

Schubert, Fra,, Quintett (Forellen-Quintett) A-dur für Pianoforte,
Viol,, Viola, Violoncell u. Kontrabass, Op, 114, Leipzig,
Eulenburg o, J, 8°,nbsp;156, F, Iis

Schubert, PßA., Quintett C-dur für 2 Viol., Viola und 2 Vio-
loncelli. Op. 163. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°. 156. F. ll^-

Schubert, Fea., Trio B-dur für Pianoforte, Violine und Violon-
cell. Op. 99, Leipzig, Eulenburg o. J. 8°. 156. F. IP

Schumann, Rob., Genoveva. Grosse Oper in 4 Akten. Op. 81.
Klavierausz. mit Text von Clara Schumann. Leipzig, Peters
o. J. 8° maj.nbsp;153. Q. 19

Schumann, Rob., Das Paradies und die Peri. Dichtung aus
Lalla Rookh von Th. Moore für Solostimmen, Chor und
Orch. Op. 50. Klavierausz. [mit Text]. Leipzig, Peters o. J.
8° maj. .nbsp;153. C. 26

Schumann, Rob., Scenen aus Goethe's Faust für Solostimmen,
Chor und Orch. Klavierausz. mit Text. Leipzig u. s. w. Breit-
kopf amp; Härtel o. J. 8° maj.nbsp;153, C. 16

Schumann, Rob., Quintett Es-dur für Pianoforte, 2 Viol., Viola
und Violoncell. Op. 44. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Schumann, Rob., Quartett A-moll für 2 Viol., Viola und Vio-
loncell. Op 41, n° 1. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Seiffert, Max, Geschichte der Klaviermusik. Hie ... Ausg
von C. F. Weitzmann's Geschichte des Klavierspiels und der
Klavierlitteratur. Nebst einem Anh.: Geschichte des Klaviers
von Osk. Fleischer. Leipzig 1899 — 19 . Bde. M. Noten-
beisp. 8°.nbsp;156. B. 2—

Stanford, Cii. Villiers, Quartett n° 1 G dur für 2 Viol.,
Viola und Violoncell. Op. 44. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Strauss-Album. Sammlung der beliebtesten Tänze von Joh.,
Jos. und Ed. Strauss. Bd. VL Hamburg, Aug. Cranz o. J. 4°.

Strauss, Jon., Der Carneval in Rom. Klavierausz. für Piano
zu 2 Händen. Hamburg u. s. w., Aug. Cranz o. J. 8° maj.

Tschaikowsky, P., Quartett n° 1. D-dur, n° 2 P-dur, für
2 Viol., Viola und Violoncell. Op. 11, 22. Leipzig, Eulen-
burg 0. J. 2 Hfte. 8°.nbsp;156. P. 16i 2

Tscbaikowsky, P., Morceaux célèbres pour piano. Nouv. éd.
par Clemens Schültze. Braunschweig, Litolff o. J. 4°.

Tscbaikowsky, P., „1812quot;. Ouverture solennelle. Arranged by
I. A. de oiiellanda. Op. 49. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Verdi, Qius., Requiem (Todtenmesse) für Soli, Chor und
Orch. Clavierausz. mit Text von Micii. Saladino. Deutsche
TJebertragung von Mart. Röder. Mailand, Ricordi o. J. M.
Portr. 8^ maj.nbsp;153. C. 17

Volkmaim, Rob., Quartett n° 2 G-moll für 2 Viol., Viola
und Violoncell. Op. 14. Leipzig, Eulenburg o. J. 8°.

Volksliedereuboek (Nederl.) samengesteld door Dan. de Lange,
J. C. M. tan Riemsdijk [en] G. Kalff. 134 liederen voor
zang en klavier. Amst. 1896. 8° maj.nbsp;156. C. 3

Wagner, Rich., Lohengrin. Romantische Oper in 3 Akten.
Klavierausz. mit Text von Th. Uhlig. Leipzig, Breitkopf amp;
Härtel, o. J. 8quot;^ maj.nbsp;153. C. 20

Wagner, Rich., Parsifal. Ein Bühnenweihfestspiel. Klavier-
auszug zu 2 Händen mit Hinzufügung des Gesangstextes
und der xenischen Bemerkungen von Rich. Kleinmichel
London, u. s. w. Schott amp; Co. o. J. 8° maj. 156. C. 4

Wagner, Rich., Tristan und Isolde. Handlung in 3 Aufzügen.
Vollst. Klavierausz. mit Text von Hans von Bulow. Leipzig,
Breitkopf amp; Härtel o. J. 8quot; maj.nbsp;153 C. 21

Weber, C. M. von, Oeuvres compl. pour piano, revues et
doigtées par Louis Köhler. Leipzig, Peters o. J. 4°.

Weber, C. M. ton. Der Freischütz. Oper in 3 Akten. Klavier-
ausz. Leipzig, Peters o. J. 4°.nbsp;154. A. 262

Weber, C. M. von, Preciosa. Ouverture. Leipzig, Eulenburg
o. J. 8°.nbsp;156. F. 131

Weber, C. M. von, Oberon. Ouverture. Leipzig, Eulenburg
0. J. 8°.nbsp;156. p. 132

Weber, C. M. von. Der Beherrscher der Geister. Ouverture.
Leipzig, Eulenburg o. J. S''.nbsp;156. F. 133

Weber, C. M. von. Der Freischütz. Ouverture. Leipzig, Eulen-
burg 0. J. 8°.nbsp;156. F. 134
Eulenburg's kl. Orch.-Partitur-Ausg. Ouvert. n° 2.

Weiugartner, Fel., Akkorde. Gesammelte Aufsätze. Leipzig
1912. M. Notenbeisp. 8°.nbsp;155. p. 8

Wüllner, Fra., Chorübungen der Müuchener Musikschule,
le Stufe. 14e Aufl. München 1892. 8° maj. 153. C. 43

Adler, Guido, Josef Haydn. Pestrede .v. . Wien u. s. w. 1909.
8°.nbsp;153. E. 720

Bélart, Hans, Pri. Nietzsches Preundschafts-Tragödie mit
R. Wagner und Cosima Wagner-Liszt. Dresden 1912. 8°.

Blätter (Bayreuther). Monatschrift des Bayreuther Patronat-
vereines, unter Mitw. Rich. Wagner's redig. von Hans von
Wolzogen. Chemnitz 1878— Jg. I—nbsp;8°.

Bokelmann, R. P., Ter afwisseling van arbeid en ernstige
studie. Een en ander naar aanl. van het hedendaagsch muziek-
onderwijs. Zwolle 1901. 8°.nbsp;153. E. 12'

Brabms, Joh., The Herzogenberg correspondence, ed. by Max
Kalbeck, transi, by Hannah Bryant. London 1909. W.
portr. 8°.nbsp;155. E. 8

Bronnen en nederl. bewerking van den voll, tekst der Opera
„Freischützquot; [van C. M. von Weber]. 's-Gravenh. 1894. 8°.

Chambrun [Aldebert de Pineton de], Wagner à Munich,
Francfort, Nice. Paris 1898. [1897]. Av. frontisp. et pl. 8^.

Commers-Bucli für den deutschen Studenten. XH'e Aufl. Leip-
zig 1866. 8° min.nbsp;153 H. 13

Devrient, Ed., Meine Erinnerungen an Fei. Mendelssohn-Bar-
tholdy und seine Briefe an mich. IPe Aufl. Leipzig 1872.
M. Frontisp. 8°.nbsp;155. G. 11

Durand, Em., Traité d'accompagnement au piano de la basse
chiffrée . . . Paris s. a. 4°.nbsp;156. C. 6

Durand, Ém., Théorie musicale. Paris s. a. 4°, 156. 0. 5
Bibliothèque-Leduc.

Eldar, A. M. [ps. van Anna Ples], Spreken en zingen in
verband gebracht met de Nederl. taal. Ville dr. Tiel 1902.
M. afb.nbsp;155. lo

Helder, Maiue, Klankvorming en zangkunst. Praktische lessen
bij stemstudie. Amsterd. 1906. 8quot;,nbsp;153. E. 12^

Hess, Joachim, Disposition der merkwaardigste Kerk-orgelen .. .
in de 7. Vereen. Provinciën als mede in Duytsland en elders...
Benevens eene beschrijving van het , , . orgel in de St. Jans-
kerk te Gouda . . . Gouda 1774. 4° min.nbsp;155. P. 11

Hollm, Lydia, Gesangunterricht. Konservatorien. Examenfragen.
Berlin 1911. 8°.nbsp;153. E. 12^

Ipes-Speet, Maria, Wie ich über Sprechen und Singen denke
Berlin 1907. 8°.nbsp;153. B. 12'3

Krause, [Luise], Rhytmische Übungen unter Anwendung der
verkörperten Noten als Anschauungsmittel für den Gesang-
und KlavieruQterricht. Leipzig 1903. 8°.nbsp;153. E. 12^

Ladestein, A. P., Zangoefeningen voor 't van blad zingen.
Ie cursus. 's-Gravenh. [1903]. 8^nbsp;153. E. 12^

Ladestein, A. P., Handleiding bij do zangoefeningen voor 't van
blad zingen. 's-Gravenh. [1903]. 8°.nbsp;153. E. 12quot;'

Lecocq, C., La fille de M'»quot; Angot, Opéra com. en 3 actes.
Paroles de Clairville, [S.] Siraudin et [Vict.] Koning.
Ed. ill. . , par A, Gré vin. Paris 1875, 8° maj. 154. C. 5
Geïllustreerd tekstboek.

Liederbuch für deutsche Aerzte und Naturforscher. Gesamm. . .
von Korb, Hamburg 1890. 8° min.nbsp;153. H. 14

M[ac] Arthur, Al., Ant. Rubinstein. A biographical sketch.
Edinb. 1889. W. frontisp. 8^nbsp;154. P. 24

Melchior, Th. A., Handleiding ter beoefening van het prima
vista-spel. Rotterdam [1909]. 8° maj.nbsp;154. D. 18

Miliigen, S. van, De kerkzang van de eerste christelijke peri-
ode tot onzen tijd. (Voorstel tot invoering van een nieuwe
rhytmiek bij de Protestantsche koralen.) Groningen 1908. 8°.

Noväk, ViTëzsLAV, Quartett fur 2 Viol., Viola und Violoncell.
Op. 35. Partitur. Leipzig, Breitkopf u. II. o. J. 8°.

Oort, IIen. C. van. De grondbeginselen der muziekleer . . .
benevens . . . aanwijzingen en opmerk, over den zang. Utrecht
1900. 8°.nbsp;153. E. 12!»

Oranjebloeni (De). 45 nationale liederen voor school en volk
bijeenverzameld . . . door Clockener Brousson. Nijmegen
[1895]. M. portr. 8°.nbsp;153. E. 12i7

Passion play (The) at Ober Ammergau 1910. [German text
and English translation by W. T. Stead.] London [1910].
W. ill. 8°.nbsp;155. G. 9

balladen, gezelschaps- en volksliederen met accomp. van
pianofte. Leiden [I860]. 2 dln. (1 bd.). 8°. 155, G. 10

Reinecke, Ca., Rathschläge und Winke für die musikal. Jugend.
Leipzig u. s. w. [1896]. 8°.nbsp;153. E. 12 lo

Reinecke, w., Die Kunst der idealen Tonbildung. Studie...
Leipzig 1906. M. Abb. 8^nbsp;153. E. 12quot;

Reinink, Jt., Methodisch spreken. Leerboek met oefeningen
ademhaling, stemvorming en uitspraak. Gron. 19U. M. afb. 8°.

I. Gesch. der Musikinstrumente und Gesch. der Tonsysteme und
der Notenschrift. — II. Geschichte der Tonformen.

Schuberth, [Ju.,] Woordenboek voor termen ... op muzik.
gebied omgewerkt. .. Benevens een aanhangsel.... door Jac.
Hartog IXe druk. Haarlem 1891. 8°.nbsp;154. H. 26

Tan Biel, Leo, Frydenjk Chopin. Eene studie. Antwerpen
[1910J- 8°.nbsp;153. E. 72

Vretblad, Patrik, Job. Hei. Roman, 1694-1758, Svenska
musikens fader. Stockholm 1914. 2 bd. 8° maj.

Wagenmann, J. IL, Neue Ära der Stimmbildung für Singen
und Sprechen. Berlin [1903]. 8°.nbsp;153. E.

Walser, Ado., Sturmglocken! Ein freies Wort über den Char-
latanismus im Gesanglehrtum der gegenwärtigen Zeit. München
[1908]. 8°.nbsp;153. E. 1215

Weber, Wi., Beethovens Missa solemnis. Eine Studie. Neue. ..
Ausg. Leipzig 1908. M. Bildn. 8°.nbsp;153. B. 37

Weingartner, Pel. , Ca. Spitteier. Ein künstlerisches Erlebnis.
München u.s.w. 1904. 8°.nbsp;153. E. 722

Weitzmann, C. F., Geschichte der griechischen Musik. Berlin
1884. Mit e. Musikbeil. 4°.nbsp;153. c. 75

Wickede, Fri. von, Elemente der natürl. Tonbildung Berlin
1903. 8°.nbsp;153. E. 12'G

Op de laatste Jaarvergadering is gebleken, dat verscheidene
leden, niettegenstaande de kennisgeving van October 1914^
tóch de jaarlijksche bijdrage wenschten te storten. Natuurlijk
is dat onzen Penningmeester W. Petri [Stadhouderslaan 38,
UtrechtJ zéér welkom, maar er zij hier aan herinnerd, dat
(ie lidmaatschapskaart niet wordt aangeboden: de bijdrage iamp;
in dit geval geheel vrijwillig.

Dit zesde toevoegsel bevat een gedeelte van den aankoop uit
de toelage van het Provinciaal Utrechtsoh Genootschap van
Kunsten en Wetenschappen, verder voor het grootste gedeelte
geschenken van den Heer Hugo Nolthenius, en ten slotte ge-
schenken van de Heeren Wouter Hutschenruyter en F. A. Beunke.

Bahr, Herm., Parsifalschutz ohne Ausnahmegesetz. L V. Aufl.
Berlin 1912. 8quot;.nbsp;153. E. 17»

Bässler, K. M., Alte und neue Vorschläge zur Vereinfachung
unserer Tonschrift. Zwickau 1903. M. Taf. 153. E. 20^

Bayer, J., Manuel de pédagogie musicale pratique. I. Pédagogie
orale. Paris [1908]. 8°.nbsp;156. E. 4

Bellaigue, Camille, L'année musicale! 1886/87, 1887/88,
Paris 1888, 89. 2 tom. 8° min.nbsp;153. H. 19, 20

Bie, Ose., Het klavier en zijn meesters. Uit het Duitsch . . .
door Joh. de Veer. Met eene inleid, van Dan. de Lange.
Leiden [1904]. M. afb. 8° maj.nbsp;155. D. 10

Bovet, Alpr., John et Viénot, La Société d'émulation de Mont-
béliard en 1889. Montbéliard 1890. 8° maj. 153. E. 218

Brahms-Texte. Vollst. Sammlung der von Joh. Brahms compo-
nirten und musikal. bearb. Dichtungen, hrsg. von G. Ophülb.
Berlin 1898. M. Portr. 8°.nbsp;155, F 16

Briefwechsel zwischen Wagner u. Liszt. HL.. Aufl... hrsg. von
Erich Kloss. Leipzig 1910. 2 Bde. (1 vol.) 155. F. 17

Brons, S., De muziek in haar wezen. Proeve eener Nederl.
muziek-aesthetiek. Amsterd. 1902. 8°.nbsp;154. B. 20

Bühne (Bunte). Fröhliche Tonkunst, gesamm. von Rich. Batka,
Hrsg. vom Kunst wart. München 1902. 2 Bde. (1 vol.) 8°.

Caland, Elis., Die Deppesche Lehre des Klavierspiels erklärt
und erläutert. Stuttgart 1897. M. Portr. u. Abb. 8°.

Caland, Elis., Die Ausnützung der Kraftquellen beim Klavier-
spiel, physiol.-anatom. Betrachtungen. Stuttgart 1905. M.
Abb. 8°.nbsp;155. E. 9i

Clodomir, P., Manuel complet du chef-directeur. Harmonie et
fanfare ... ou traité de l'organiBation des sociétés musicales.
15« éd. Paris s. a. 8°.nbsp;156. E. 5

Courroisier, Ka., Die Grundlage der Violin-Technilr. Berlin
1873. M. Abb. 8°.nbsp;153. E. 82*

Curscli-Biihren, Pra. Th., Kleine Compositionslehre. Leicht-
fasel. Anleitung zum Componiren . . . Leipzig [1903]. 8°.

Dahms, Walter, Schubert. utes Tausend. Berlin u. s. w. 1913.
M. Bild. u. Faks. 8° maj.nbsp;155. D. 13

Dautzig, Eva van, Aanteekeningen over algemeene muziek-
leer en klavierspel. Rotterd. [1896]. 8°.nbsp;153. B. 20i

Dekorationen aus Parsifal ([im] R. Wagnertheater). [VI Pho-
togr.] Bayreuth [1889]. In Mappe. 8° min. 155. G. 17

Diepenbrock, Alph. J. M. , Hymnus stabat mater speciosa
Jac. Da Todi quatt. voc. inaeq. [Partituur.] Amst. s. a. 4°
min. obl.nbsp;I55. c. 1

Dinger, Hu., Rieh. Wagners geistige Entwicklung. Versuch
einer Darstellung der Weltanschauung R. Wagners... Leip-
zig 1892. 8° maj.nbsp;155. D. 17

I. Die Weltanschauung R. Wagners in den Grundzügen ihrer
Entwickelung. — Nicht weiter erschienen.

Dokknm, L. A., Yn 't wald (fers fen Rixt. [ps. van ... . .]).
Sankje for 1 sjongst. mei pianolied. In 't woud enz. Amsterd.
Alsbach z. j. 4° maj.nbsp;160. A. Ii®

Eccarins-Sieber, A., Vorschläge zur zeitgemässen Reorganisation
des Unterrichtes an den Akademien und Konservatorien für
Musik. Zürich u. s. w. 1896. 8°.nbsp;153. E. 121«

Ehrlich, H., Die Musik-Aesthetik in ihrer Entwickelung von
Kant bis auf die Gegenwart. Leipzig 1881. 8°. 156. E. 6

Eisenberg, Lu., Job. Strauss. Ein Lebensbild ... Leipzig 1894.
M. Portr., Paks. u. Notenbeisp. 8'.nbsp;155. G. 19

Eituer, Rob., Quellen- und Hilfswerke beim Studium der
Musikgeschichte. Leipzig 1891. 8°.nbsp;153. E. 833

Elling, Catharincs, Yore kjämpeviser belyst fra musikalsk
synspunkt. (Yid.enskapsselskapets Skrifter. Hist.-filos. Kl. 1913.
n° 4.) Kristiania 1914. maj.nbsp;Y.Y. 83 B

Evenepoel, Edm., Le Wagnériame hora d'Allemagne. (Bruxelles
et la Belgique.) Paris etc. 1891. 8°.nbsp;155. P. 14

Festschrift zum 90. Geburtstage des Rochus von Liliencron,
überreicht von Yertretern deutscher Musikwissenschaft [hrsg.
von Herm. KretzschmarJ. Leipzig 1910. M. Portr., Abb. u.
Paks. 8° maj.nbsp;155. D. 19

Finck, Hei. T., Wagner und seine Werke. Die Geschichte
seines Lebens mit krit. Erläuterungen. Deutsch von Geo. v.
Skal. Breslau 1896. 2 Tie. (1 Bd.) M. Portr. 8° min.

Franke, P. W.., Theorie und Praxis des harmonischen Ton-
satzes. Köln u. s. w. [1898]. M. Notenbeisp. 8quot; maj.

Fuller-Maitland, J. A., Brahms. Autoris, deutsche Bearb. von
A. W. Stürm. L—IY. Aufl. Berlin u. s. w. 1912. M. Abb. u.
Faks. 8^ maj.nbsp;155. D. 12

Gasparini, Fern., Ephémérides de la Société royale La Légia.
1853-1903. Liège 1903. 8®.nbsp;154. F. 26

Olasenapp, Ca. Fb., Das Leben Rich. Wagners . . . Hie . . .
Ausg. Leipzig 1894, 96. 2 Bde. (3 vol.) M. Bildn. 8'.

Goldschmidt, Hu., Handbuch der deutschen Gesangspädagogik,
nte Aufl. Leipzig 1911, 19 .2 Bde. 4®.

Gounod, Ch., Faust. Opéra de J. Barbier et M. Carré. Partit.,
chant et piano transcr. par L. Delibes. Paris, Choudens. s. a.
8° maj.nbsp;156. C. 9

Hagemann, Ca., Regie. Studien zur dramatische Kunst. Ber-
lin u. 8. w. 1902. 8°.nbsp;153. F. 15

Hanslick, Ed., Over het begrip van schoon in de muzijk. Bij-
drage tot de herziening van de schoonheidsleer der toon-
kunst . . . Yoor Nederland bewerkt . . . door Dan. Kiehl.
's Gravenh. 1892. 8°.nbsp;155. F. 15

H^segger, Fei. von, Unsere deutschen Meister Bach, Mozart
Beethoven, Wagner. München 1901. 8° maj.' 155. D. 20 '

Helm, Joh., Die Formen der musikal. Composition in ihren
lirundzügen . . . dargest. Erlangen 1872. 8°. 153. E. 20io

Hubert, J., Autour d'une sonate. Étude sur Eob. Schumann.
Pans 1898. 8° maj.nbsp;153_ 77

HutscL^enruyter, Wi., The „Beethoven Housequot; scheme and the
dutch „Beethoven Housequot; Society attempt to reform the
modern concert-system. Amst. 1910. W. ill. 8^ 153. B. 42

Jahrbücher für musikalische Wissenschaft, hrsg. von Fei
Chetsandee. Leipzig 1863, '67. 2 Bde. 8° maj.

quot;^quot;îooo'Berlioz, sa vie et ses oeuvres. Paris
1888. Av. hth., grav., portr. et facs. 4°.nbsp;154. A. 28

Kapp, Jcj., Eich. Wagner und die Frauen. Eine erotische
Biographie. Iste_Yite Aufl. Berlin 1912. M. Abb. 8°.

Kleyn, J. C., Zangwijzen tot de proeve van stichtelijke mengel-
poezij door H. van Alphen en P. L. van de Kasteele
voor zang, violino en basso continuo, 's Gravenh 1774*
2 dln. (1 bd.) 8°.nbsp;154.E. 12 ■

Koch, Hei Cph., Versuch einer Anleitung zur Composition.
Leipzig 1782-1793. 3 Bde. 8° min. 153. H. 16-18

Köhler, Louis, Der Ciavierunterricht. Studien, Erfahrungen
und Eatschläge. IV----Aufl. Leipzig 1877. 8° min.

Köstlin, Hei. Ado., Geschichte der Musik im ümrisz ute
Aufl. Tübingen 1880. 8°nbsp;154. E. Iiquot;

Kraus, Al. Une pièce unique du musée Kraus de Florence,
ii-aris [1907J. 8 .nbsp;ggg

Krause, Emil, Die Entwickelung des einstimm. Liedes am
Clavier und dessen Abarten. Mit liter. Hinweisen . . . Ham-
burg 1891. 8°.nbsp;I53, ^

Kretzschmar, Heem., Führer durch den Konzertsaal. Leipzig
1905-191 . 2 Abt. (3 Bde). 8°.nbsp;155. E. 10-12

Kruys, M. H. van 't, Jaarboekje voor musici. Jg. I, II.
Rotterd. 1896, '97. 2 dln. 8quot; min.nbsp;153. Œ 23, 24

Leiddraad (Verkorte) door Rich. Wagner's Lohengrin . . .
Amsterd. 1896. 8°.nbsp;153. E. 17«

Liederschatz (Erk's Deutscher). Eine Auswahl der beliebsteten
Volks-, Vaterlands-, Soldaten-, Jäger- und Studenten-Lieder
für eine Singatimme m. Pianof. . . . revid. . . . von Lu. Erk.
Leipzig 0. J. 4°.nbsp;155. B. 10

Loman Jr., A. D., Hanneke's hemeldroom. Oratorium voor
solostemmen, koor en orkest. [Tekstboek]. Amst. 1912. M.
ill. 8^nbsp;153. P. 16

Marx, Ado. Beenh., Die Musik des XIX. Jahrb. und ihre
Pflege. Metbode der Musik. IL . . Aufl. Leipzig 1873. 8°.

May, Florence, Joh. Brahms. Aus dem Engl, übers, von
Ludmille Kirschbaum. Leipzig 1911. 2 Bde. (1 vol). M. Abb.
u. Faks. 8°.nbsp;156. B. 8

Moreira de Sâ, B. V., Theorie mathémat. de la musique. Essai
de syathématisation . . . Porto 1911. 8'.nbsp;153. E, 20'i

Musik-Instrumentenkunde in Wort und Bild. . . Hrsg. von
Emil Teuchert und Erhard Walt. Haupt. Leipzig 1910 —
1911. 3 Tie. (1 Bd.) M. Abb. u. Tab. 8°.nbsp;156. B. 7

Neitzel, Otto, Cam. Saint-Saëns. Berbn 1899. M. Portr., Paks,
u. Abb. 8° maj.nbsp;154. C. 6

Nicolaiquot;, W. ï\ G., Handleiding bij het onderwijs in de theorie
der muziek, 's Gravenh. 1878—1885. 3 dln. (1 bd.). 8°.

Petherick, Horace, The repairing and restoration of violins,
London 1903. W. ill. 8°.nbsp;155. G. 16

Pougin, Arthur, Verdi, Hist, anecdotique de sa vie et de ses
oeuvres. Paris 1886. Av. portr. et facs. 12°. 155. G. 12
Biblioth. contemporaine.

Eeissmann, Aug., Illustr. Geschichte der deutschen Musik.
Leipzig 1881. M. Abb. u. Pacs. 8'.nbsp;154. B. 19

Rieraann-Pestschrift. Gesammelte Studien Hu. Riemann zum
60. Geburtstage . . . überreicht. [Hrsg. von Ca, Mennickb 1
Leipzig 1909. M. Portr. 8° maj.nbsp;155. D. 16

Robert, Gust., La musique à Paris 1897—98. 4e année. Paria
[1898]. Av. portr. 8°.nbsp;154. F. 25

Sachs, curt, Die Musikinstrumente Indiens und Indonesiens,
zugleich eine Einführung in die Instrumentenkunde. (Handb.
d. Kgl. Museen zu Berlin n° XVL) Berlin 1915. M. Abb.
u. Krte. 8°.nbsp;y.y. ßO B

Schäflfer, Ju., Seb. Bach's Cantate: ,Sie werden aus Saba
Alle kommenquot; ia den Ausg. von Rob. Franz und dem Leip-
ziger Bach-Verein kritisch beleuchtet. Leipzig 1877. 8quot;.

Schäffer, Ju., Neue Bearbeitungen Händel'scher Vocalcom-
positionen von Rob. Franz besprochen und mit nachträgl.
Bemerkungen über die Ausführung des Bassocontinuo versehen,
Leipzig 1880, 8°,nbsp;I53. e, 728

Schelle, Ed,, Der Tannhäuser in Paris und der dritte musikal.
Krieg, Eine histor. Parallele. Leipzig 1861, 8quot;.

Schering, Arn., Die niederländ. Orgelmesse im Zeitalter des
Josquin. Eine stilkrit. Untersuchung. Leipzig 1912, M Abb
Notenbeil, u. Faks. 8°,nbsp;156. B, 6

Schmitz, Eugen, Giov, Pierluigi Palestrina. Leipzig 1914
M. Portr. 8'.nbsp;I55. h. 4

Selva, Blanche, Quelques mots sur la Sonate. (Évolution du
genre.) Paris 1914. 8° min.nbsp;153. H. 21

Serrtóres, Geo., Rich. Wagner jugé en France. Paria [1887].
Avec portr. 12quot;.nbsp;155, G. 18

Servièros, Geo., La musique française moderne. II® éd. Paris
1897. Av. portr. 8°.nbsp;153. G. 13

Sonneck, Oscar Geo. Th., ,The Star Spangled Çannerquot; (revi-
sed and enlarged from the „Reportquot; on the above and other
air«, issued in 1909). Washingt. 1914. W. frontisp., portr.
a. pl. 8^ maj.nbsp;155. D. 9

Specht, Rich., Vollständ, Verzeichniss der im Druck erschie-
nenen Werke von Rich. Strauss, m. Portr. u. biograph.
Daten, sowie einer Einführung. Wien o. J. 153. E. 8^5

Speenhoif, J. H., Liedjes, wijzen en prentjes. Met klavier-
begel. van Wouter Hutschenruyter e. a. Ie— bundel.
Rott. z. j. dln. 8° obl.nbsp;155. C. 2—

Symphonie (Eene) in woorden. Gedachten uitgesproken... op
het gebied der paedagogie en der muziek. Bijeenverzam. . . .
door Jac. IIaetog. Amsterd. [1897]. 8°.nbsp;155. F. 12

Taylor, Franklin, Die Elemente des Klavierspiels. Aus dem
Eugl. von Mathilde Stegmayer. Leipzig 1881. 8° min.

Vantyn, Sidney, L'évolution de la musique en Angleterre.
Bruxelles 1900. 8° maj.nbsp;153. E. 21^

Yerzeichniss (Themat.) sämmtl. . . . erschienenen Werke von
Joh. Brahms. Nebst system. Verzeichnis und Registern. Neue
Ausg. Berlin 1902. M. Notenbeisp. 8° maj. 153. 0. 46

Wagner, Rich., an Mathilde Wesendonck. Tagebuchblätterund
Briefe, 1853—1871, hrsg... von Wolfg. Golthbr. 49® Aufl.
Leipzig 1915. M. Bildn. 8^nbsp;154. P. 27

Wagner, Rich., Fünfzehn Briefe. Nebst Erinnerungen und
Erläuterungen von Eliza Wille, geb. Sloman, Berlin 1894.
8°.nbsp;155. F. 13

Wagner [Wi. Rich.], und [Pra.] Liszt (Briefwechsel zwischen).
Leipzig 1887. 2 Bde. 8°.nbsp;153. D. 33, 34

Watzel, Oskar, Richard Wagner in seiner Zeit und nach
seiner Zeit. Eine Jahrhundertbetrachtung. München 1913.
M. Abb. 8°.nbsp;154. F. 29

Wasielewski, Wi. Jos. von, Das Violoncell und seine Ge-
»chichte. II. . . Aufl, von Waldem. von Wasielewski. Leip-
zig 1911. M. Abb. 8°.nbsp;156. B. 5

Weissmann, Ado., Chopin. IL Aufl. Berlin u. s w. 1914 M
Bild. u. Faks. 8quot; maj.nbsp;156. 0/5

Wohlfahrt, Hei., Theor.-prakt. Modulation-Schule. Die Aecord-
fojge in den verschied. Stellungen... IL Aufl. Leipzig 1871.
^ 'nbsp;153. E. 209

Wolzogen, Hans von, Die Sprache in E. Wagners Dichtungen.
Illte Aufl. Leipzig [1878]. 8°.nbsp;153. e. 179

Wolzogen, Hans von, Eich. Wagner en de wereld der dieren
Bijdrage tot eene levensgeschiedenis. Vrij naar het Hoogd.
door Hu. Nolthenius. Amsterd. 1890. 8° min.

T*^® ^ dictionary of foreign musical terms and
handbook of orchestral instruments. Leipzig 1907. 8°.

[Beethoven, Lu. van, Eigenhändiges Siiizzenbuch zur 9. Sym-
phonie Orig.-getreue Palis.-Wiedergabe in Lichtdr. Leipzig,
Engelmann 1913. 4° obi. M. Portr.]nbsp;149. B. 2

De fransche binnentitel luidt: „Recueil thématique de L. v. Beet-
hoven. Autogr. cont. 37 pp. de musique.quot;

Bennke, Pr. A., Q-oethe en de muziek. [Amst. 1915]. 4° min.
obi.nbsp;153. C. 79

Böhme, E. E. H., Die Geschichte der Musik ... in synchro-
nist. Tabellen unter Berücksicht. der allgem. Welt- u. Kul-
turgeschichte. . . . Leipzig 1890. 4°.nbsp;154. A. 27«

Combarieu, J., Histoire de la musique. Paris 1913—191 .
3 tom. 8°.nbsp;156. B. 17—19

I. Des origines ä la fin du XVIe siècle. — II. Du XVIIe siècle
à la mort de Beethoven — III.

Eijsinga, L F. Humalda van. Leed ind wille. Frysk rym fen
E. Halbertsma. Ljouwert 1907. 8°.nbsp;160. A. 228

Germer, Hei., Die Technik des Clavierspiels für den Studien-
gebrauch . . . Xte Aufl. Leipzig, Hug 0. J. 4 Hfte. 8° maj.

Germer, Hei., Wie studiert man Klavier-Technik? Method.
Anleitung für das prakt. Studium. Leipzig, Hug 1902. 8quot;
maj.nbsp;154. C. 72

Gjin malder güd as minsken. Fryske foardracht mei sang.
Ljouwert, Dykstra s. a. 4°.nbsp;160. A. 22i

[Halbertsma, T. E., Flaggeliet. Wirden fen Jan fen 'e Gaest-
mar [ps. van J. J. Hop]. Ljouwert s. a. 8° maj.]

Hnll, A. EaglefIeld, Modern harmony, its explanation and
application. London [1914]. W. fig. 8°,nbsp;156. B. 11

Kalbeek, Max, Job. Brahms. 2® . . . Aufl. Berlin 1908—19 .
8 Bde. M. Bildn., Faks. u. Abb. 8°. 154. B. 21-28

Kochel, Lu. von, ChronoL-thematisches Verzeichnis sämtl.
Tonwerke Wolfg. Amade Mozarts. ... He Aufl. bearb. . . .
von Pau. von Waldeusee. Leipzig 1905. M. Notenbeisp. 8°
maj-nbsp;155. B. 14

[Koster, C., Omheecb. Wirden oerset fen O. H. Sttstra.
8. 1. t. et a. 8° maj.]nbsp;160. A. 22«'

(Koster, C., Sang. Wirden oerset fen O. H. Sytstea. S. J. t.
et a. 8° maj.]nbsp;160. A. 22»

Meer, Wybe J. van der, Simmerjoun yn 'o frjemdte. Liet
for Igii sJongGtiinnio m6i piEmoIiGdin^ niGi in tw^iddG stimmG
en twastimmig koar nei forkiezing. Amst., Alsbach [1915J.
maj.nbsp;160. A. liT

Schönherg, Arn., Harmonielehre. Leipzig u. s. w. 1911. M.
Notenbeisp. 8°.nbsp;156. ß. 10

Schurig, Arthur, Wolfg. Amad. Mozart. Sein Leben und sein
Werk auf Grund der vornehml. durch Nik. von Nissen ge-
samm. biograph. Quellen . . . Leipzig 1913. 2 Bde. M. Portr.,
Faks. u. Notenbeisp. 8°.nbsp;155. ß. 15, 16

Thayer, Al. Wheelock, Ludwig van Beethovens Leben...
weitergeführt von Herm. Deiters. Neu bearb. u. erg. von
Hu. Riemann. Leipzig 1901—1911. 5 Bde. M. Notenbeisp.

[Wolters, G., Nacht. Frysk rym fen J. H. Halbertsma. Ljou-
wert [v. d. Velde.] s. a, 8° maj.nbsp;160. A. 223

Brahms, Joh., Briefe an J, V. Widmann, E, und F. Vetter
und A. Schubring, hrsg. von Max Kalbeck. BerUn 1915.
M. Portr. u. Paks.nbsp;156. G. 8

Dureau, Th. , Vademecum du directeur-ehef de musique (har-
monies et fanfares). Paris 1908.nbsp;153. H. 24

Eitner, Eob. und Eeinh. Kade, Katalog der Musik-Sammlung
in der kgl. öffentl. Bibliothek zu Dresden. Beil. zu den Monats-
heften für Musikgeschichte. Leipzig 1890. 8°. 171. G. 20

Goldschmidt, Hü., Die Lehre von der vokalen Ornamentik.
Charlottenb. 1907. 2 Bde.nbsp;149. D. 2, 3

Glebe, Ka., Was hat Job. Seb. Bach unserer Zeit zu sagen?
(Kirchenmusik. Archiv. Hft. 3.) Leipzig 1910.

Graf, Max, Die innere Werkstatt des Musikers. Stuttgart
1910. M. Paks., Notenbeisp. u. Partiturbeisp. 154. B. 29

Haberl, Fb. X., Bibbogr. und themat. Musikkatalog des päpstl.
Kapellarchives im Vatikan zu Eom. (Bausteine f. Musikge-
schichte. IL) Leipzig 1888.nbsp;167. B. 30

Hazay, Ol. von, Entwicklung und Poesie des Gesanges und
die wertvollen Lieder der Gesamt-Musikliteratur. 2« Ausg.
Leipzig 1915. 2 Bde.nbsp;156. E. 8, 9

Is de Gregoriaansche zang eentonig? Een kort en eenvoudig
woord over maatgevoel en maatbeweging bij den Gregori-
aanschen zang [door] J. B......Helmond [1910].

Kastner, Emerich, Bibliotheca Beethoveniana. Versuch einer
Beethoven-Bibliographie, enth. alle vom J. 1827—1913 erschie-
nenen Werke über den . . . Tondichter. Leipzig 1913.

Laan, G. C. F. van der, Ons toonstelsel. Eenvoudige theorie
der muziek. V« herz. druk. Groningen 1914. M. afb.

Mennes, W. J., Nieuwste methode voor het pianospel. ïheoret.
en prakt, handl. voor het piano-onderwijs. Utr, 1908.

Miliigen, S. van, Ontwikkelingsgang der muziek van de oud-
heid tot onzen tijd. Groningen 1912, M. afb.

Powell, Alma Webster, Music as a human need. A plea for
free national instruction in music. [Dissert.] New York 1914.

Rice, Wi. Gorham, Carillons of Belgium and Holland. Tower
music in the Low Countries, London 1915. 156. E. 7

Sachs, Curt, ßeal-Lexikon der Musikinstrumente, zugl. ein
Polyglossar für das gesamte Instrumentengebiet. Berlin 1913.
M. Abb.nbsp;154. C. 10

Scheidemantel, Ka., Gesangsbildung. Leipzig 1913. M. Pig.
u. Notenbeisp.nbsp;154. B. 30

Scheidemantel, Ka. , Stimmbildung. 4® . . . Aufl. Leipzig 1913.
M. Notenbeisp.nbsp;153. IL 25

Schulzweida, Rich., Wie soll ich singen? Ein Leitfaden für
Gesang-Studierende und Sänger. 5« . . . Aufl. Berlin 1909.

Steenhnis, H. P., De harmoniumspeler. Theoret.-pract. hand-
leiding voor het leeren bespelen van het Amerik. orgel. YIe
herz. druk. Groningen 1913.nbsp;Kerk. Bibl. 436. A. 14

Thouret, Geo., Katalog der Musiksammlung aus der kgl. Haus-
bibliothek im Schlosse zu Berlin. Leipzig 1895. 191. C. 32

[Verzameling overdrukjes uit couranten en tijdschriften, be-
vattende kritiek over het werk der ateliers voor kerkorgel-
bouw van A. Standaart te Rotterdam. Goes enz. 1908—
. M. afb.]nbsp;155. G. 20

Yeth, Johanna, Voor de eerste leerjaren aan 't klavier. De
beginselen der muziek toegepast op het pianospel. Gron. 1910.

Worp, J., Algem. muziekleer, herzien en uitgebreid door S.
van Milligen. Vlle.....druk. Groningen 1911.

Voor den komenden winter wordt in 't bizonder de
aandacht gevestigd op de volgende werken:

Symphonien für Pianoforte zu 4 Händen, arrangirt von H.
Ulrich.nbsp;153. B. 35, 36

Symphonie n° 1 C dur. Op. 21. Leipzig, Eulenburg. 156. F. 1'
Eulenburg's Orch.-Partitur-Ausg.

Symphonie n° 2 D dur. Op. 36. Leipzig, Eulenburg. 156. F.
Eulenburg's Orch.-Partitur-Ausg.

Symphonie n° 7. A dur. Op. 92. Leipzig, Eulenburg. 154. F. 9
Eulenburg's Orchester-Partitur. Ausg.

9.nbsp;Symphonie D moll mit Schlusschor über Schiller's Ode an die
Freude, Op. 125. Orchest-Partitur. Leipzig, Peters. 154, A, 1

Symphonie n° 9 mit Chor, Op. 125, Leipzig. 154. p. 11
Eulenburg's Orchester-Partitur. Ausg.

Eigenhändiges Skizzenbuch zur 9. Symphonie. Orig.-getreue
Paks.-Wiedergabe in Lichtdr. Leipzig, Engelmann 1913. M.
Portr.nbsp;149 g g

De fransche bmnentitel luidt : „Recueil thématique de L. v.
Beethoven. Autogr. cont. 37 pp. de musique.quot;

Hartog, J., Ludwig van Beethoven en zijne negen sym-
phonieën. (De thematische ontwikkeling grootendeels vrij
gevolgd naar Langhans en Heimann). Grootmeesters der
toonkunst I) Amst., 1904. M. portr.nbsp;153. F. 6

Hutschenruyter, Wouter, Programma van den Beethoven-
cyclus, April 1911 .. , te 's Gravenhage.nbsp;153. B, 8

Kretzschmar, H., Führer durch den Konzertsaal. 155, E, 10
Bd, I, blz. 190 enz.; Bkbthoven, Symphonien.

Beethoven, Lu, van, Violin-Concert D dur. Op, 61. Leipzig,
Eulenburg.nbsp;156_ 31

Beethovenjahrbueli, Hißg- von Th. v. Frimmel. München u.s.w.
1908— Bd. I— M. Bildn. u. Faks. 154. E. 1—

Jîelpaîre, M. E., Beethoven, een kunst- en levensbeeld. Ant-
werpen 1911. M. titelpl.nbsp;155. P. 4

Jahn, C. F., Ludwig van Beethoven als Mensch und Künstler.
Ein Lebensbild etc. 2« Aufl. Elbing 1877. A A. oct. 255

Marx, Ado. Bern., Lu. van Beethoven. Leben und Schaffen.
Berlin 1859. 2 Bde. (1 vol.)nbsp;156. E. 2

Bolland, Romain, Vie de Beethoven. 5e éd. Paris 1911. (Avec
bibbographie.)nbsp;154. F. 3

Thayer, Al. Wheelock, Ludwig van Beethovens Leben . . .
weitergeführt von Herm. Deiters. Neu bearb. u. erg. von
II. Riemann. Leipzig 1901—1911. 5 Bde. 156. B. 12—16

Der Messias. Oratorium im Klavierauszug mit Text von
Julius Stern. Leipzig. Peters.nbsp;266. B. 26

The Messiah. Sacred oratorio in complete vocal score, with
accomp. for the organ, or pianofte by John Clarke.

Der Messias, mit Text, erläut. von J. Sittard. 156. F. 30
Der Musikführer 42, 43.

Der Messias. Oratorium. Metrische navolging van J. P. Heye.
4e dr. Amst. 1899. 8°.
Duitsche en hell, vertaling.

Mahler, Zweite Symphonie C moll. Klavierauszug zu 4 Händen
arrang. von Bruno Walter. Leipzig. Univ. Ed. 154. A. 9

Kretzschmar, H., Führer durch den Konzertsaal. 155 E 10
Bd. I blz. 793 enz.: Mahlbb, 2. Symphonie.

Hehemann, M., Max Reger. Eine Studie über moderne Musik
München 1911.nbsp;153. B. 33

Robert, G. Zur Beurteilung der Kunst Max Regers.
Die Musik VII. 1. (25). S. 3-9.

Barbedette, H., Beethoven, sa vie et ses oeuvres. 2« éd. Paris
1870. 8° maj.nbsp;155. B. 44

[Beethoven (Lu. von).] — Beethovens Persönlichkeit. Urteile
der Zeitgenossen gesammelt und erläut. von Alb. Leitzmann.
Leipzig 1914. 2 Bde. M. Portr. 8°.nbsp;153. F. 19, 20

Berlioz, Hegt., Correspondence inéd. 1819—1868 avec une
notice biograph. par Dan. Bernard. 2^----éd. Paris 1879. 8°.

Berlioz, Hect., Lettres intimes. Avec une préface de Ch.
Gounod. Paris 1882. 8°.nbsp;155. G. 22

Berlioz, Hect,, Traité d'instrumentation et d'orchestration
Nouv. éd, suivie de „l'Art du chef d'orchestrequot;. Appendice
par Ch. M. Widor, Paris s, a. 4°.nbsp;155. A. 44

Berthelé, Jos., Enquêtes campanaires. Notes, études et docu-
ments sur les cloches et les fondeurs de cloches du YlIIe au
XXe siècle. Montpellier 1903. Av. portr. et fig. 8° maj.

Caecilien-Kalender redig. von Pr. X. Haberl. Regensb. 1876—
1885. 5 Bde. M. Abb. 8°.nbsp;155. D. 23-27

Draheim, H., Goethes Balladen in Loewes Komposition. Eine
Erklärung des Tonsatzes. (Musik. Magazin, 10.) Langensalza
.1905,8°.nbsp;156. E. 10

Eitner, Rob., Biographisch-bibHogr. Quellen-Lexikon der Musiker
und Musikgelehrten der christl. Zeitrechnung bis zur Mitte
des XIX. Jhrh. Leipzig 1900—1904.nbsp;10 Bde. 8°.

I. Aa-Bertali. — II. Bertalotti-Oocherau. — III. Cochet-Flitin. —
IV. Flixius-Haine. — V. Hainglaise-Kytsch. — VI. La-Milleville,
Bamaba. — VII. Milleville, Francesco-Pluvier. — VIII. Po-Scheiffler.
— IX. Schein-Tzwiefel. — X. Ubaldi-Zyrler. Nachträge

Encyclopädle der gesammt. musikal. Wissenschaften oder Uni-
Tersal-Lexicon der Tonkunst, bearb. von Fink, de la Motte
Foüqué... und Güst. Schilling. Stuttgart 1835—1841. 6
Bde. u. Supplem. M. Notenbeil. 8°.nbsp;154. B. 31—37

Encyclopédie de la musique et dictionnaire du conservatoire.
Dir.: Alb. Lavignac. Paris [1913 — 19 ..]... tom. Av. ill
maj.nbsp;156. A. 2— quot;

Fëtis, F. J., Biographie universelle des musiciens et bibliogra-
phie générale de la musique. 2e éd. Avec supplément et
complément... par Arth. Pougin. Paris 1883—1884. 10 vol

Friedrichs, Elbb., Der erste Musikunterricht in Form von Kin-
derchören (Musik. Magazin. 22.) Langensalza 1909. 8°.

Giltay, J. W., De strgkinstrumenten uit een natuurkundig oog-
punt beschouwd. Leiden 1916. M. fig. 8°. 153. B. 39

Girschner, Otto, Kepetitorium der Musikgeschichte. Das Wich-
tigste aus der Musikgeschichte aller Kulturvölker in Fragen und

Grabner, Fra., Die moderne Orgel. Leichtfassl. Darstellung der
modernen Registeranlage. Graz usw. 1912. M. Abb. 8°.

Hartmann, L., Das Harmonium umfassend die Geschichte, das
Wesen, den Bau und die Behandlung des Druck-und Saug-
windharmoniums nebst einer Abh. über das Harmoniumspiel
Leipzig 1913. M. Abb. 8°-nbsp;153. E.

Jahrbuch (Kirchenmusikal.) redig. von Fr. X. Haberl. (XI—
XXIX. Jhrg. des Caecilienkalenders) Regensb. 1886—1905
10 Bde. M. Abb. 8°.nbsp;156. D. 28-37

Jean-lubry, G., La musique française d'aujourd'hui. Préface de
Ga br. Fauré. Paris 1916. 8°.nbsp;155 q. 25

Kerstzangbundel voor koor en buisgezin, bevattende 180 oor-
spronkelijke kerstbederen van af de vroegste eeuwen . . .
bijeenverz. door Joh. de Heer. Rotterd. [1916]. 8°.

Klauwell, Otto, Tb. Kirchner, ein Grossmeister musikal. Klein-
kunst. (Musik. Magazin. 29.) Langensalza 1909. 8°.

Klinkhardt, F. A. T., Die Kunst insonderheit die Tonkunst als
Dienerin im Heiligtum____Leipzig 1883. 8°. 153. F. 25

Koch, Max, Richard Wagner. Berbn 1907, 1913. 2 Bde. M.
Abb. 8°.nbsp;153. F. 23, 24

König, A., Die Ballade in der Musik. (Musik. Magazin. 9.)
Langensalza 1904. 8°.nbsp;156. E. 10

Kothe, B., Abriss der allgem. Musikgeschichte. 9«=... . Aufl. von
Rüd. Prochazka. Leipzig 1915. M. Abb. 8°. 149. D. 15

Krause, Emil, Kurzgef. Darstellung der Passion, des Oratoriums
und modernen Konzertwerkes für Chor, Soli u. Orchester.
(Musik. Magazin. 5.) Langensalza 1902. 8°. 156. E. 10

Lange, Dan. de, Lioba. Dramat. scene van Fred, van Eedbn,
voor sopraan-, tenor- en baritonsolo, vrouwenkoor en orkest.
Orkestpartituur. Amst. Alsbach z. j. 8°.nbsp;156. B. 21

Loosjes, A., De torenmuziek in de Nederlanden. Amsterd.
[1916J. M. portr. en pl. 4°.nbsp;172. A. 17

Magazin (Musikalisches). Abhandlungen über Musik und ihre
Geschichte, über Müsiker und ihre Werke. Hrsg. von Ernst
Rabich. Langensalza 1901— H. 1— 8^

Maîtres de chant et organistes de S.-Donatien et de S.-Sauveur
à Bruges. Documents recueillis par Désiré Van de Casteele
et annotés par Edm. Van der Straeten. Bruges 1870. 8°.

Extr. des Annales de la Société d'émulation pour l'étude de l'his-
toire et des antiquités de la Flandre, 3™« série, torn. Y.

Meinardus, Lu., Mozart. Ein Künstlerleben. Berbn u.s.w. 1883.
M. Portr. 8°.nbsp;156. E. 16

[Molkenboer, B. H., Inleiding op Jeptha, treurspel van Joost
van den Vondel. Utrecht 1914. 8° maj.]nbsp;153. C. 712

Ottingen, A. von, Die Grundlage der Musikwissenschaft und
das duale Reininstrument. (Abh. d. mathem. phys. Kl. d.
sächs. Ges. d. Wiss. XXXIY, 2.) Leipzig 1916. M. Taf.
maj.nbsp;45 q

mit den Orig.-Partituren, vergl. von Alfr. Dörffel. Leipzig,
Heinze 0. J. 4°.nbsp;155. A. 45

Prümers, Ado., Berühmte Thomaskantoren und ihre Schüler.
(Musik. Magazin. 20.). Langensalza 1908. 8°. 156. E. 10

Puttmann, Max, Jos. Haydn als Vokalkomponist. (Musik. Maga-
zin. 28.) Langensalza 1909. 8°.nbsp;156. E. 10

Rabich, Ernst, Der evang. Kirchenmusikstil. (Musik. Magazin
26.) Langensalza 1909. 8°.nbsp;156. E. 10

Richter, Otto, Volkskirchenkonzerte und liturgische Andachten
in Stadt u. Land. Leipzig 1904. 8°.nbsp;153. E. 20«

Sonderabdr. a. d. Denkschrift des 17. deutsch-evangel. Kirchen-
gesang-Vereinstages.

Riemann, Hugo, Handbuch der Akustik (Musikwissenschaft)
2e Aufl. Leipzig 1914. 8°.nbsp;155. G. 23

Riemann, Hu., Verloren gegangene Selbstverständlichkeiten in
der Musik des 15. —16. Jahrh. Die Musica Acta. Eine Ehren-
rettung. (Musik. Magazin. 17.) Langensalza 1907. 8°.

Rijken, Ja., De études van St. Heller. Op. 47, 125, 46 en 45
's Gravenh. 1906. 8°.nbsp;153. E. 202

Schäfer, Ka. L., Musikalische Akustik. 2« Aufl. Berlin u s w
1912. M. Abb. 8° min. 'nbsp;153. h. 26

Schmid, Otto, Joh. Mich. Haydn. (1737-1806.) Sein Leben
und Wirken. (Musik. Magazin. 16.) Langensalza 1906. 8'.

Schmitz, Eug. , Musikästhetik (Handb. der Musiklehre . . . hrsg.
von X. Scharwenka. XIII.). Leipzig 1915. M. Notenbeisp.
8°.nbsp;156. B. 20

Schweitzer, Alb., Deutsche und französ. Orgelbaukunst und
Orgelkunst. Leipzig 1906. 8quot;.nbsp;153 E. 222

Snoer, Jon., Die Harfe als Orchesterinstrument. Winke und
iiatschläge für Komponisten.... nebst einem Anhang: Harfen-
Litteratur. Leipzig [1898]. 8^.nbsp;153. E. 221

Spitta, Ph., Job. Seb. Bach. Ute ... Aufl. Leipzig 1916. 2
Bde. M. Beil. 8°.nbsp;156. D. 7, 8

Stefan, Pau., Gu. Mahler. Eine Studie über Persönlichkeit und
Werk. 3e.... Aufl. München 1912. M. Portr. u. Abb. 8°.

Strauss, M., Inhalt und Ausdrucksmittel der Musik. Eine musik-
ästhetisehe Skizze. Berbn [1908]. 8° min. 153. E. 20^

Tapper, Tho., and Percy Goetschius, An illustr. history of
music. London 1915. W. frontisp. a. ill. 8°. 156. G. 9

Thayer, Alex. Wheelock, Chronolog. Verzeichniss der Werke
L. van Beethoven's Berlin 1865. 8°.nbsp;156. B. 22

Thibaut, Ant. Fbi. Just., Ueber Reinheit der Tonkunst. Mit
einem Vorwort von K. Ch. W. P. Bähr. Heidelberg 1875.
M. Bildn. 8° min.nbsp;154. H. 29

Tonktinstlerlexikon (Kleines) enth. Kurze Biographien der Ton-
künstler früherer und neuerer Zeit.... hrsg. von Paul Frank.
11*=.... Aufl. bearb. von Ca. Kipkb. Leipzig 1910. 8° min.

Tottmann, Alb., Repertorium der Violinliteratur. Ein krit.
progressiv geordn. Verzeichniss der instruct., sowie der Solo-
und Ensemble-Werke für Violine. Nebst einem Repertorium
der Bratschenbteratur und einem bibbogr. Anh. Leipzig 1873.
8°.nbsp;155. F. 19

ünger, Max, Von Mendelssohn-Bartholdys Beziehungen zu Eng-
land. 5 engl. Briefe des Meisters . . . (Musik. Magazin. 30.)
Langensalza 1910. 8°.nbsp;156. E. 10

Van de Casteele, Desire , Une expertise de la Tour des Halles
à Bruges, le 31 dec. 1722. Bruges 1869. Avec pl. 8°.

Ten, D. J. van der, De torens zingen! Nederl. torens en hunne
klokkenspellen. Amsterd. 1916. M. titelpl. en afb. 8° min.

[Yen, D. J. van dbr, Van Nederl. klokkenspelen en zingende
torens. Amst. 1916. M. portr. en afb. 4°.] 154. A. 27*
Overdruk uit Caecilia, 1915.

[TerzameHng programma's der uitvoeringen van het Collegium
musicum Ultrajectinum van 1874 en later. 8° en 4=.]

Wierts, J. P. J., 0ns Hollandsch lied en de muzikale declamatie.
Amst. [1916]. 8°.nbsp;156. D. 9

Wolfrum, Phil., Joh. Seb. Bach. 2«.. . . Aufl. Leipzig 1910
2 Bde. M. Portr. u. Abb. 8°.nbsp;153. P. 21, 22

I. Die Instrumentalwerke. — II. J. S. B. als vokaler Ton-
dichter. — Breitkopf amp; Harteis Musikbücher.

Years (Sixty) of music. A record of the art in England during
the Victorian era. Edit, by Edw. A. Baughan. London
1898. W. portr. 4° obl.nbsp;154. A. 275

Zenger, Max, Entstehung und Entwicklung der Instrumental-
musik. (Musik. Magazin 12, 13.) Langensalza 1906. 2 Hfte.
® •nbsp;156. E. 10

1. Von den ältesten Zeiten bis inkl. Beethoven. — 2. Von Beet-
hoven bis inkl. Joh. Brahms.

Alembert, [J e a n 1 e R o n d] d', Systematische Einleitung in
die musicalische Setzkunst nach den Lehrsätzen des Herrn
Rameau. Aus dem Französ. übersetzt und mit Anmerkungen
vermehret von Friedr. Wilh, Marpurg. Leipzig
1757,. 4o.nbsp;154. E. 28

Altmann, W i., Kammermusik-Literatur. Verzeichnis von seit
1841 erschienenen Kammermusikwerken, 2e Aufl. Leipzig
1918. So.nbsp;156. B. 33

Apeldoorn, J, C. van, Het orgel in de Groote- of St. Mi-
chielskerk te Zwolle. Zwolle [1896]. M. afb. So,

Archives des maîtres de l'orgue des XVI, XVII et XVIIIe
siècles, publiées d'après les manuscrits et éditions authen-
tiques avec annotations et adaptions aux orgues modernes
par Alex, Guilmant avec collaboration pour les no-
tices biographiques d'A ndré Pirro, Paris 1898— . ..
Vol. I—.,. fol.nbsp;.nbsp;N. O. V. 269. A. 20

Aubry, G. J e a n, Fransche muziek. Vert, van M a. J, P r e m-
s e 1 a. Leiden 1922, So,nbsp;AA. Bo 760

Bach-Fest (1,—... deutsches), Festschrift und Programm-
buch. Berlin 1901—......Bde, M, Portr, u. Abb. 8o,

Bartels, W, H, M,, Nederl, schoolliederen gerangschikt vol-
gens de verschillende klassen der school, Groningen 1BB6—
1888, 4e—6e st, Bo.nbsp;154, H. 5B

Bechler, L e o, u. B e r n. R a h m, Die Oboe und die ihr ver-
wandten Instrumente nebst biograph. Skizzen der bedeu-
tendsten ihrer Meister. Eine musikgeschichtl, Betrach-
tog. [Mit] Anh.: Musikliteratur für Oboe und Englisch
Horn ,., von P h, L o s c h. Leipzig 1914. M, Abb, 80,

Becker, Ca. Ferd., Alphab. und chronolog, geordn. Ver-
zeichniss einer Sammlung von musikalischen Schriften,
bin Beitrag zur Literaturgeschichte der Musik ,., 2e
Ausg. Leipzig 1846. 80.nbsp;I49 E, 50 2

Belinfante, Ary, Muziekgeschiedenis. Leiddraad bij het
onderwijs. 3e deeltje. Amsterdam 1897. 80,

Bendelern, J O h. Phil., Orgelbaukunst oder Unterweisung
wie eine Orgel nach ihren Haupt-Stücken als Mensuriren ..,
aus wahren mathemat. Gründen zu erbauen .., Franckfurt
4o.nbsp;n. O. V. 271, B. 19

Blareau, Lu„ Histoire de la création et du développement
du drame musical particulièrement en Italie depuis „l'Euri-
dice de Pen jusqu'à r„Orfeoquot; de Gluck. Bruxelles 1921
Av, suppl, 80.nbsp;y Y 50 Q

Bonnet, G e o. E d g a r, Philidor et l'évolution de la musique
française au XVIIJe siècle, Paris 1921. 80,nbsp;154, p. 50

Bruggen, R, van, Bonte bloemen. Twintig twee- en drie-
stemmige liederen, Groningen 1900. 80,nbsp;154. H, 54

Bruggen, R, v a n, Uit de natuur. Geill. twee- en driestemmige
liederen voor zangschool... Woorden van M. Weersma.
2e dr, Groningen 1908. 80,nbsp;154_ 53

Buys, J, S, Brandts, Over het onderzoek der Javaansche
en daarmede aanverwante muziek. Weltevreden 1920. 80.
^ ^ T. .nbsp;154. D. 3211

Calvocoressi, M, D„ Mussorgsky. Dtsche .,, Ausg, von C a.
See Hg. Leipzig u.s.w. 1921. M. Portr, 80,

Catalogus der muziekuitgaven van G, Alsbach en Co. Am-
sterdam 1912, 80,nbsp;154. F, 48

Cellier, Alex,, L'orgue moderne. Les jeux de l'orgue, le
mécanisme et les combinaisons ,, . suivi d'un supplément
sur l'orgue expressif,,, préface de L o u i s V i e r n e 3e éd.
rev, et corr. Paris 1921. Av. portr. et fig. 80.

Clément, F é L, Beroemde toonkunstenaars van de 16e eeuw
tot op onzen tijd. Voor Nederland bew, door [P, A.] van
Westrh 'e e n e, Haarlem 1874, M. Portr, 8°,

Coeuroy, André, La musique française moderne, 15 musi-
ciens français. Av. portr, Paris 1922, 8°,nbsp;154, F. 49

Combarieu, Ju,, La musique et la magie. Etudes sur les ori-
gines populaires de l'art musical, son influence et sa fonction
dans les sociétés, Paris 1909, 4o,nbsp;232. A, 5

Datheeniana of ophelderingen en aanmerkingen over de ver-
maarde psalmberyminge van Petrus Dathenus .,, door ,.,
Juvenalis Glaucomastix [ps, van Jean Guepin],
Z, pl, 1758, 40,nbsp;154. E, 29

Denijn, J e f, Inrichting en behandeling van het klokkenspel,
met een woord vooraf door A, L o o s j e s, [Londen?] 1919.
80,nbsp;153, E, 116

Destranges, E t i e n n e, Les Troyens de Berlioz, Etude ana-
lytique, Paris 1897, 80,nbsp;155, G. 40 2

Dienel, Otto, Het moderne orgel en de orgelmuziek van
Joh, Seb, Bach naar het Hoogd, bew, door Corn, Immig
Jr. Rottei-dam 1891. M. pltn. 80. N. O. V, 271, B, 14 l

Douwes, B, J., Tweestemmige liedjes voor de lagere school,
Groningen 1903, 80,nbsp;154, H, 56

Drenth, E. H,, Vijf en twintig driestemmige liederen, In
noten- en cijferschrift voor de lagere school,,, Groningen
1904, 80,nbsp;154, H. 55

Eichborn, Her m., Die Trompete in alter und neuer Zeit,
Ein Beitrag zur Musikgeschichte und Instrumentationslehre.
Leipzig 1881. 80,nbsp;156. B, 31

Fuchs, A1 b,, Taxe der Streich-Instrumente, Anleitung zur
Einschätzung der Geigen, Violen, Violoncelli,., nach Her-
kunft und Wert, Leipzig 1907, 80,nbsp;156. B. 35

L'hygiène du violon, de l'alto et du
violoncelle, 5e éd. Av. portr. Paris 1921. 8°.

Handleiding voor den nieuwen Gregoriaanschen zang door
een priester der Capucijnen-orde [...], 2e dr. Helmond 1914

Have, J, J. ten, Theorie van den zang. Leerboekje vooral
ten dienste van normaalscholen, 's Gravenhage 1896 8o

M-^Ïf^^t^^' Gerster, Jos. Fri. Perkonig
E d. M o ri k e. Stuttgart 1921. M, Abb. 8o. 155. H. 39

Herinnering aan het 325-j. bestaan van het concert St. Cae-
cdia te Arnhem, 1591—1916. [Arnhem] 1916. M. pl. 80.

Heron-Allen, Edw, De fidiculis bibliographia being the
basis of a bibliography of the violin and all other instruments
played with a bow in ancient and modern times. Catalogue
raisonne. ,., London 1890—1894, 2 vol. 80.

in Periodical pubhcations. — IV, Belles lettres. — V. MétLdes
and instruction books. — VI. Miscellanea.nbsp;letnodes

Hipkins, A J. Musical instruments historic, rare and unique.
London 1921, W, pl, 2o,nbsp;ß g

Hol, Rich,, De jeugdige zanger, Theor, en prakt, handl. bij
het zangonderwijs inzonderheid op de scholen. Op, 71, Gro-
ningen 1876—1903, (4 dln,) 1 bd, 8o,nbsp;154, H, 46
I, 11e dr, Groningen 1903, — II, 3e dr. Groningen 1880. — III. 6e dr.
Groningen 1909. — IV. Ie dr. Groningen 1876.

Hutschenruyter, Wouter, Moduleeren, Een handleiding
voor hen die zich voorbereiden tot de examens van de
Maatschij tot bevord, der toonkunst enz. Rotterdam 1920. 8o,

Immig Jr,, Corn,, De voornaamste plichten van een orga-
nist naar aanleiding van Türks werkje,,, Rotterdam 1890,
8o.nbsp;N, O. V. 269, B, 8

In die festo Alph. Diep enbrock,,, 'sHertogenbosch
1921, M. afb. en portr. 8o,nbsp;154. D. 33

Jadassohn, S,, Lehrbuch des einfachen, doppelten ,,. Contra-
punkts, Leipzig 1884. 8o,nbsp;154, D, 32 15

KerstbundeL Oude en nieuwe kerstliederen saamvergaard
met medewerking van A, J. H o o g e n b i r k, Rotterdam z, j,
8°.nbsp;154, H, 47

Kslischer, Alfr, Chr., Beethoven und seine Zeitgenossen.
Beiträge zur Geschichte des Künstlers und Menschen, Ber-
lin u.s.w. o.J, 4 Bde. M. Abb. 8o,nbsp;156, G. 22—25

I. Beethoven und Berlin, — II/llI. Beethovens Frauenkreis. —
IV. Beethoven, Wien und Weimar.

Kornerup, T h o r v a 1 d, Musical acoustics based on the pure
third-system , .. Transl, by Phyllis Aug, Petersen,
Copenhagen etc, W. fig, 4o,nbsp;149, E, 50

Kothe, Bern,, Abriss der Musikgeschichte nebst einem
Wegweiser für den Klavier- und Orgelunterricht, 4e Aufl,
Leipzig 1885. M. Abb. 8o,nbsp;N. 0, V. 271, B. 5

Kruys, M. H. v a n 't, Verzameling van disposities der ver-
schillende orgels in Nederland, benevens eene korte be-
schrijving van het orgel in de Groote kerk te Rotterdam.
Rotterdam 1885. M. pit. 8o.nbsp;N. O. V. 271. B, 6

Kruys, M, H, v a n 't, Het orgel der Groote of St, Laurens-
kerk te Rotterdam. Haarlem 1886, M, pltn, fol,

Kruys, M H. van 't, Beknopt overzicht der muziekgeschiede-
nis, korte verklaring der instrumenten. .. Rotterdam 1892

Kufferath M auric e, Les maitres chanteurs de Nuremberg,
rans etc. 1898. 8o,nbsp;G 41

Tannhaeuser a Parsifal.' Essais de
critique litteraire, esthétique et musicale.

Kurth, Ernst Grundlagen des linearen Kontrapunkts. Ein-
tuhrung in Stil und Technik von Bach's melodischer Polv-
phonie. Bern 1917. 8o.nbsp;I49 p 23

Laudes vespertinae sive cantus diversi excerpti ex antipho-
nario, gradual! et rituali romano, quae curavit sacrorum
rituum congregatio. 3a ed. Ratisbonae 1885. 80.

Lederer, Victor, Ueber Heimat und Ursprung der mehr-
stimmigen Tonkunst. Ein Beitr. z, Musik- und allgem. Kultur-
gesch. des Mittelalters. Leipzig 1906—19 .. . Bd I— M

Leopold, K a t h„ Zeggen en zingen, in school en huis. Ge-
legenheidsvers) es. Groningen 1907, 80,nbsp;154, H. 52

Liederenbundel van de Nederl. reisvereeniging. 's Graven-
hage 1918. 80.nbsp;^ ^154 H 49

Liederkeur voor zang en piano. Voor de school en het leven.
Bloemlezmg door G. C. We er en. Groningen 1907. 80.

Linden, G. A. J, t e r. De psalmspeler.. Theor. en pract. hand-
leiding cm de psalmen en gezangen... te leeren spelen.
Ermelo [1892]. 80.nbsp;n. O. V. 269. B 10

Maarschalkerweerd, Michael, Technische beschrijving van
bet orgel in de St. Bavo te Haarlem. Utrecht 1907. 80.

Manuscrit (Le) de Bayeux, Texte et musique d'un recueil de
chansons du XV® siècle [éd. par] T h, G é r o 1 d. Strasbourg
1921. Av. facs. 80.nbsp;V. V. 92 F

Mengelberg (Wi 11 e m). Gedenkboek 1895—1920. 's Graven-
hage 1920, M. fig., pl, en portr. 4o,nbsp;221. D. 2

Mittlieilungen für die Mozart-Gemeinde in Berlin, hrsg.. von
Rud, Genée. 7. Hft, März 1899, Berlin 1899, 80,

Monte, P h, de, Quatorze lettres inédites du compositeur —
publ, par Pau, Bergmans, Bruxelles 1921. 8°.

Musica e musicisti, Rivista ill, bimestrale, Milano 1902.
Anno L 8o,nbsp;154, F. 44

Musik-Zeitung (Süddeutsche), Red, u, Verlag von B, Schott's
Söhnen, Mainz 1852—1859, Jrg, I—VIIL fol,

Nicolai, W, F. G,, Handleiding bij het onderwijs in de theorie
der muziek, 3e dr, verm, door A. J, A c k e r m a n n. 's Gra-
venhage 1902, 8o,

Niemann, Walter, Meister des Klaviers, Die Pianisten der
Gegenwart und der letzten Vergangenheit, Berlin [1919],
80.nbsp;155, F, 35

Nottebohm, Gustav, Ein Skizzenbuch von Beethoven
aus dem Jahre 1803, In Auszügen dargestelt, Leipzig 1880,
8o,nbsp;155, D. 39 2

Nottebohm, Gustav, Ein Skizzenbuch von Beethoven.
Beschrieben \md in Auszügen dargestellt, Leipzig o, J, 8°,

NouHIard, G e o., Heet. Berlioz et Ie mouvement de 1'art con-
temporam. Ile éd. Paris etc. 1885. 8°.nbsp;155, G 40 ?

der Italiaansche woorden en bewoordingen,
van welke men ach m het notenschrift bedient, vert om
schreven of verklaard in de Fransche, Hoog- en Nederóuï'
sehe talen. Utrecht 1839. 80.nbsp;n. V 269 ß 4

Organistenblad (Het). Gratis maandblad voor de Prot kerk-
organisten m Nederland [onder red. van J. Zwart ! iZl
dam 1918— Jrg. I_ 40.nbsp;n. O. V. 271. A. 4

Or^el (Het). Maandblad voor organisten onder redactie van
M: Sb. 80.quot; ^nbsp;Rotterdam 1886-1894. Jrg. 1-8.

~vJn'r'S ^oo»-de nederlandsche toonkunst onder redactie
van Rich. Hol. Rotterdam 1900-1902. Jrg. 15, 16. M.

-Maandblad gewijd... aan orgelspel, orgelbouw, orgel-
litteratuur. [Orgaan van de] Nederl. Organisten-Vereeniging

Orgel (Het) van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam door
t u b u 1 u s [ps. van . ..], Amsterdam 1875. M. pit 80

^Tnh ^^^ koarsangen ... for mitigd koar, op wir-
den ten J. fen e Gaestmar. Ljouwert [1920?]. 4o,

Prosniz, A d o. Handbuch der Klavier-Literatur 1830 bis 1904
Histor.-krit. Uebersicht. Leipzig u.s.w, 1907. 80,

^T^A ^^^^ musicale. Direct. H e n r y P r u n i è r e s. Red.
Andre Loeuroy. Paris 1920—.., 1_... année. 4o,

Riemann, Hu., Handbuch der Harmonielehre, 3e Aufl
Leipzig 1898. So.nbsp;N. O. V. 271. B. 11

Riemann, H u., Theorie van de muzikale versieringen (orna-
mentiek), Naar het Hoogd, bew, door Corn, Immig Jr.
Amsterdam z. j. Bo,nbsp;N, O. V. 271, B, 14 3

Riepma, D,, Vreugdeklanken. Een veertiental feestzangen
voor Neerlands kroningsfeesten in 1898, Groningen 1898, 8o.

Sachs, Curt, Die Musikinstrumente des alten Aegyptens.
Berlin 1921. M. Abb. u. Taf. fol.nbsp;224, A. 14

Scheibler, H e i,, Der physikal. und musikal. Tonmesser, Mit
Taf, Essen 1834, So,nbsp;154. D. 32 16

Schellink, S., Zóó leer ik van 't blad zingen. Twintig kinder-
liedjes om met behulp van noten of op gebqor te leeren,
Groningen 1911, 8o,nbsp;154, H, 51

Schering, Arnold, Bach's Textbehandlung. Ein Beitrag
zum Verständnis Joh, Seb, Bach'scher Vokal-Schöpfungen,
Leipzig 1900, So.nbsp;I53, 21 22

Schilling, G,, Musikal, Conversations-Handwörterbuch ,,, für
Künstler,,, amp; Lernende der Musik. 2e Ausg. Stuttgart
1856. So,nbsp;N. O. V, 269. B, 7

Schlosser, J u., Die Sammlung alter Musikinstrumente [in
Wien], Beschreib, Verzeichnis, Wien 1920. M. Abb, u. Taf,
fol.nbsp;152, A. 71

Schmidt, H e i,, Die Orgel unserer Zeit in Wort und Bild. Ein
Hand- und Lehrbuch der Orgelbaukunde ,,, Mit einem An-
hang: das Wichtigste von der Glockenbaukunst,,, Mün-
chen u.s.w. 1922, M Abb, 80,nbsp;156, G, 22

Schnitzer, Ignatz, Meister Johann, Bunte Geschichte aus
der Johann' Strausz-Zeit,,,, Buchschmuck von B. Lark
Wien u.s.w. 1920, 2 Bde, 80,nbsp;155. E. 42, 43

Schubert, F r a,, Symphonie in Bmoll, (Die unvollendete) für
Orchester, Orchester-Partitur. Leipzg o,J, 8°,

Seidel J oh J u., Die Orgel und ihr Bau. Ein system. Hand-
buch fur Organisten .... 4e... Aufl. bearb. von Bern
K o t h e. Leipzig 1887. M. Abb. 8°.

Seidel J o h. J u., Het orgel en deszelfs zamenstel. System,
handboek ., Naar den 2den dr. u. h. hoogd. vert, door S
M e 1] e r. Groningen 1845. M. pl. 8o.

Starcke, Herrn Die Geige, ihre Entstehung, Verfertigung
.., und die Meister der Geigen- und Lautenbaukunst mit
Angabe aller Zettel-Inschriften,., Dresden 1884. 8o,

Stöhr, Rieh,, Musikalische Formenlehre, 3®.., Aufl Leio-
zig [1917], 4o,nbsp;156. 73

Tiersot, J u 1 i e n, Un demi-siècle de musique française. Entre
les 2 guerres 1870—1917, Paris 1918. 8o,nbsp;155. G, 16

Tschaikowsky, P t,, Fünfte Symphonie in E-moll für Orches-
ter, Op, 64 Orchester-Partitur, Leipzig o,J, 80,

Urania, Musik-Zeitschrift für Orgelbau, Orgel- und Harmo-
niumspiel,,, Hrsg, von A, W, Gottschalg. Erfurt
1888-1894, Jrg, 45-51, fol,nbsp;N, 0, V, 271, A, 2

Verhandeling van de klokken en het klokken-spel.., [door
J,. P. A, F i s c h e r]. Utrecht 1779, M, pl. 4o,

Verheyen, Jos, A,, Het orgel in het concertgebouw te Am-
sterdam ,, . Uitgeg. ten voordeele van het Ondersteunings-
tonds der JNed, Organisten Vereeniging, Amsterdam 1891
M'Pltn-80.nbsp;N, O. V, 271. B. 14 4

Verzeichnis der in der Leihanstalt für musikalische Literatur
von Alfred Dörffel in Leipzig enthalt. Bücher, Schriftwerke
und Musikalien. 2e Abt. Partituren, Orchesterstimmen und
Klavierauszüge mit Text, Leipzig 1886, 80.

Voigt, Alwin, Exkursionsbuch zum Studium der Vogel-
stimmen. Praktische Anleitung zum Bestimmen der Vögel
nach ihrem Gesänge, Berlin 1894, 80,nbsp;155 G 42

Vries, B. d e, Fryslan boppe, Wirden fen W, D ij k s t r a; foar
mingd koar mei pianolieding, Boalsert 1909, fol,

Vorträge und Referate, Hrsg, von dem Vorstande des Musik-
pädagogischen Verbandes, (2ter Musikpädag, Kongress Oct.
1904 zu Berlin). Beriin 1904. 8o,nbsp;154. F. 48

Wagenaar, J o b,, Dagelijksche oefeningen op het gebied van
algem. muzikale ontwikkeling,., Utrecht 1921. 8o.

Ward, Wm, C., De Nibelungen Ring. Een studie van de in-
nerlijke beteekenis van Richard Wagners muziek-drama.
Uit het Eng, door A. K e r d ij k. Amsterdam 1907., 8o.

Westra, W., en Y. Schuitmaker, Sjirk Walles of de
keningspriis fen it keatsen. Toaniel- en sjongstik .,, Frents-
jer z. j. 8o.nbsp;160. C, 114

Widmann, Benedict, Formenlehre der Instrumentalmusik
nach dem Systeme Schnyder's von Wartensee
,,, Leipzig 1862, 8o,nbsp;156. B. 36

Widmann, Benedict, Die Methode des Schul- und Chor-
gesang-Unterrichts in ihrer geschichtl. Entwickelung ,..
Leipzig 1878, So.nbsp;154. H. 45

Wiegman, J. J., Theorie van den zang in verband gebracht
met het cijferschrift. Leeuwarden [1908]. 8°.

Worp, J., Kleine muziekleer ,,, Bew, ,. . door S. van M i 1-
1 i g e n. 14e .,. dr. Groningen 1911. 8o.nbsp;156. G. 21

Zuylen van Nyevelt, J. A. H, v a n. Muzikale studiën, 's Gra-
venhage 1892. 8o,nbsp;N, O. V. 271, B. 13

Abert, Her m,, Robert Schumann, 4®,,, Aufl, Berlin [1920],
M. Portr. und Abb, 8o,nbsp;151. C, 2 (1002)

Allix, G., Sur les éléments, dont s'est formée la personnalité
artistique de Berlioz. Grenoble 1903. 8o,

Archiv (Kirchenmusikalisches), Sammlung gemeinverständ-
licher Vorträge hrsg, von Fritz Lubrich, Leipzig u.s.w,
1891— ... Heft I— ,,,nbsp;N, O, V, 268. B (1001; 1007)

Audsley, Geo, Ashdown, The art of organ-building. A
comprehensive historical, theoretical, and practical treatise
on the tonal appointment and mechanical construction of
concert-room, church, and chamber organs. London' [1905],
2 vol. W, ill. fol.nbsp;151. B. 9, 10 (1005)

Audsley, Geo. Ashdown, The organ of the twentieth cen-
tury. A manual on all matters relating to the science and
art of organ tonal appointment and divisional apportion-
ment with compound expression, London etc. [1920], W,
ill, 8o,nbsp;149. D. 30 (1005)

Balthasar, Karl, Grundsätze und Richtlinien für den musi-
kalischen Teil des evangelischen Gottesdienstes. Konferenz-
vortrag. Bremen 1913. 8°.nbsp;N. O. V. 268 B (1007)

Bas, J u,. Leerboek voor begeleiding van het Gregoriaansch
en voor compositie in de acht kerktonen met een aanhangsel
over het antwoord in de fuga. Naar het Italiaansch.., door
J, C, W. V a n d e W i e 1. Nijmegen enz, 1923. 8o,

Becker, A., Die Verflachung des Volksgesangs und ihre Be-
kämpfung durch die Kirchengesangvereine. Vortrag ... Leip-
zig 1910, 8o.nbsp;N. 0. V. 268. B (1010)

Bedos de Celles, F r a n ç,. L'art du facteur d'orgues, [Paris]
1776, 1770, 2 vol. Avec pl. fol.nbsp;AB 412 (1005)

Bendix, H e r m a n n, Der kirchliche Chorgesang nach seiner
Bedeutung, Pflege und Förderung mit besonderer Berück-
sichtigung der dörflichen und kleinstädtischen Verhältnisse
Vortrag.. . Leipzig 1910. 8°.nbsp;N. 0. V. 268. B (472)

Bendix, Hermann, Zur Theorie und Praxis des Choral-
gesanges. Bremen 1912. 8o.nbsp;N. 0, V. 268. B (472)

Bethge, R., Der deutsche evangelische Choral, seine Bedeu-
tung für das religiöse Leben, seine Gestaltung in der Gegen-
wart. Vortrag .., Leipzig 1909. 8o,

Blavignac, J. D., La cloche. Études sur son histoire et sur ses
rapports avec la société aux différents âges,, , Précédées
d'une notice sur l'auteur par [A.] F I e u r y. Genève 1877. 8o,

Buck, Dudley, The influence of the organ in history,. Inau-
gural lecture of the department of the organ in the College
of music of Boston University. New ed. London [1911]. W
ill-. 8o,nbsp;155. H, 43 (lOoV)

Bulletin de la société „Union musicologiquequot;. La Haye 1921—
.., Ue—,, , année, 8o,nbsp;V. V, 147, E (1001)

Busse, H,, Ueber kirchliches Orgelspiel. Vortrag.,, Bremen
1911.80.nbsp;N. O. V. 268. B (1007)

Busse, H,, Ueber liturgischen Gesang der GeistUchen und
kirchlichen Sologesang. Vortrag . . . Bremen 1913. 8o,

Coradini, F., L'organo del Duomo di Arezzo e i suoi possibili
restauri, Arezzo [1923], C, ill, 4o,

Decsey, Ernst, Bruckner, Versuch eines Lebens, Berlin
[1919], 80,nbsp;149, D, 31 (1002)

Diapason (The). Official journal of the national Association of
Organists, Official paper of the Organ Builders' Association
of America, Chicago 1921—,, , 13th_ ,,. year, fol,

Dictionary (A) of music and musicians (A. D, 1450—1880) by
eminent writers, english and foreign . ,. ed, by G e o. G r o v e.
London 1879—1890. 5 vol. W. ill. 8o,

With appendix, ed. by J. A. F u 11 e r M a i 11 a n d. — Index by E d m.
R. Wodehouse.

Dictionary of organs and organists [by Andr, Freeman,
Herbert Westerby and G. Bédart a. o,]. 2d ed.
London 1921, W. ill. So, N. 0. V, 271, B, 22 (1001; 1007)

Dobberke, F r e d, C a,, Ueber vokal und instrumental musi-
kalische Störungen bei der Aphasie, Inaug,-Dissertation
(Freiburg i, Br,), Haag 1899, 8o,nbsp;149, D, 34 (1286)

Engl, J o h, E V,, W, A, Mozart in der Schilderung seiner Bio-
graphen, in seiner körperlichen Erscheinung im Leben und
im Bilde, nebst Mittheilungen: ,,Aus dem Salzburger Mozart-
Albumquot;, Salzburg 1887, M, Abb,nbsp;149, D. 36 (1002)

Fischer, Walter, Die Entwicklimg des Choralvorspiels bei
Joh, Seb, Bach, Bremen 1911, 8o, N. 0. V, 268, B (1007)

Fourcaud, L o u i s d e, Richard Wagner. Les étapes de sa vie,
de sa pensée et de son art (1813—1883). Paris 1923. 8o,

Franke, H,, Der Vortrag des liturgischen Gesanges, Ein Hand-
buch für evangelische Geistliche, Leipzig 1891, 8o,

Glebe, Karl, Was hat Joh. Seb, Bach unserer Zeit su sagen?
Vortrag ,,. Leipzig 1910. 8°,nbsp;N. O. V. 268. B (1002)

Göllerich, A u g,, Beethoven. 5® Aufl., Leipzig 1923. M, Abb.
8o,nbsp;155, H, 47 (1002)

Guédon, J o s,, Nouveau manuel complet du facteur d'orgues,
Nouv, édition contenant l'orgue de Dom Bédos de Celles et
tous les perfectionnements de la facture jusqu'en 1849,
Précédé d'une notice historique par ,, , H a m e 1 et complété
par l'orgue moderne. Traité technique, historique et philoso-
phique ,, , suivi d'une biographie des principaux facteurs
d'orgues français et étrangers, Paris 1903, Avec atlas, 2 tom
4o. et 8o,nbsp;149, C, 10; 151, B, 11 (1005)

Honold, Eu g. Von der Geige. Herkunft, Abriss der Geschich-
te des Baues und Spieles, Handel, Winke für den Kauf, der
Bau vom rohen Holz bis zum fertigen Instrument. Stuttgart
80,.nbsp;155 F 39 (iqoç. 1005)

® ? L'esthétique de l'orgue. Avec préface de C h.
M. W 1 d o r. Paris 1923. Avec fig. 4o.nbsp;152, B. 3 (1005)

H^schenruyter, W o u t e r, De geschiedenis der toonkunst,
iwaali voordrachten gehouden in de Volksuniversiteit te
Rotterdam. Amsterdam [1921]. 80,nbsp;155, H. 42 (1004)

Indy, Vincent d'. César Franck. 2e éd. Paris 1907. 80,
-nbsp;^ ,nbsp;156. G. 30 (1002)

Johner, Do mini eu s. Neue Schule des gregorianischen
Choralgesanges. 5e , . , Aufl. Regensburg 1921. 80,

Johner, Dominikus, Der gregorianische Choral. Sein
Wesen, Werden, Wert und Vortrag. Stuttgart 1924. 80.

Jöricke, Gerhard, Was uns not tut. Zeit- und Streitfragen
m der Organisten- und Kantorenwelt. Vortrag,,. Bremen
1913. 80.nbsp;N. O. V. 268. B (472)

Keller, Otto, Geschichte der Musik. München u.s.w. 1923
2 Bde. M. Portr., Taf. u. Faks. 80. 149, D. 32, 33 (1004)

Knock, Nic, Arnoldi, Dispositien der merkwaardigste
Kerk-orgelen, welken in de provinciën Friesland, Groningen
en eiders aangetroffen worden. Kimnende dit werk ver-
strekken tot een vervolg van het werk van J, Hess. Gro-
ningen 1788, 40,nbsp;154, E, 30 (1005)

Konzert (Histor.) am 12 Jänner 1918,,, veranstaltet von der
Musikhistor. Zentrale,., Leitung: Bernhard Paum-
g artner. Wien 1918. M. Abb. u. Portr. 4o,

155. D. 41 (1010)
Kunst, J., en C. J. A. K u n s t - V a n W e 1 y, Over Bali'sche
muziek. Bandoeng 1923. M. afb. 4o, 151. A, 42 (1011)
Overdruk uit Djowo I.

Kunst, J., en C. J. A. Kunst-van W e 1 y, Over toon-
schalen en instrumenten van West-Java. Bandoeng 1924 M

Mahler, Gust., Neunte Symphonie. Orchester-Partitur, Leip-
1912. 80nbsp;153_ D 30 (1008)

Matthews, John, The restoration of organs, A practical
guide to the organist in country and isolated parishes. 2d ed
London 1920. W. ill. 80.nbsp;155. H. 44 (1005)

Mengelberg, R u d., Gustav Mahler. Leipzig 1923. M. Portr.
8°.nbsp;155. G, 44 (1002)

Musik im Bild, Hrsg, von Ha, HeinzEwers, Begleitender
Text von J. E. Poritzky. 3e Aufl. München u.s.w. 1914.
M. Abb. fol.nbsp;150. B. 12 (1004)

Richter, Max, Choralkunde im Dienste des evangelisch-
christlichen Lebens. Ein Mahnwort an das deutsche Protes-
tantentum. Bremen 1912, 8°,nbsp;N, O, V, 268. B (472)

Ritter, Max, Der Stil Joh. Seb. Bachs in seinem Choralsatze,
Bremen 1913. 8o.nbsp;N. O, V, 268. B (1007)

Rohloff, Hermann, Die Heranbildung und Sicherung eines
tüchtigen Schülerchors für kirchliche Zwecke. Vortrag.,,
Bremen 1913. 8o.nbsp;N. O, V, 268. B (472)

Rolland, Romain, Paris als Musikstadt. Übertragen von
M a X G r a f. Berlin 1922. M. Abb. So.

Rupp, J. F, Emil, Die elsässisch-neudeutsche Orgelreform,
Leipzig 1910, M. Abb. 80,nbsp;N, 0, V, 268, B (1005)

Rupp, J, F, E m i 1, Charles Marie Widor und sein Werk, von
seinem Schüler. Bremen 1912. M. Abb. 8o,

Schräder, Bruno, [George Friedrich] Händel. Leipzig
[1916]. So.nbsp;155, H, 45 (1002)

Specht, Rich., Johann Strauss, 2e Aufl, Leipzig 1923. M
Abb. u, Notenbeispielen, 80.nbsp;155, H, 49 f10021

Strad (The), A monthly journal for professionals and amateurs
oi all stnnged instruments played with the bow, London
1923—,,, Vol. 33—... W, pl. 8o.nbsp;147. D (1001)

Sunol, Grégoire, Méthode complète de chant grégorien
d après les pnncipes de l'école de Solesmes. 5e éd____Tra-
duction et préface par M a u r. S a b 1 a y r o 11 e s. Paris etc
1922. 80, 156. G, 28 (1007; 474)

Vogel, B e r n h., Robert Volkmann in seiner Bedeutung als
Instrumental- und Vocal-componist, Leipzig 1875, 80,

149, D. 35 (1002)
Vuillermoz, Em,, Musiques d'aujourd'hui, Paris 1923, 80
A .nbsp;..nbsp;155, H, 41 (1004)

Weber, Max Maria von, Carl Maria von Weber. Ein
Lebensbild. Leipzig 1864—1866. 3 Bde. M, Portr, 80,

Weimar, G., Zur Erleichterung des Notensingens. Bremen
8°.nbsp;N. O. V. 268, B (1006)

Widor, C h,. M„ und A, S c h w e i t z e r, Ueber die Wieder-
gabe der Präludien und Fugen für Orgel von J, S. Bach.
Leipzig 1910. 8o.nbsp;N, O. V, 268, B (1011)

Widor, Ch. M., und A. Schweitzer, Vorschläge zur
Wiedergabe der Orgelpräludien und Orgelfugen Joh. Seb.
Bachs. Bremen 1911. 8o,nbsp;N, 0, V, 268, B (1011)

Wollrum, Philipp, Die evangelische Kirchenmusik, ihr
Stand und ihre Weiterentwickelung, Vortrag,, , Bremen
1914, 8o.nbsp;N, O. V, 268. B (472)

Abaco, Evaristo Felice dall'. Ausgewählte Werke ... (1675—
1742), eingeleitet und hrsg. von Ado, Sandberge r.
Leipzig, Breitkopf amp; H. 1900 [1925]—......Bde. fol.

Adrien, J[eanne]. Essai de chironomie grégorienne d'après
les principes de Solesmes, Revu par [André] M o c-
q u e r a u. Précédé de brèves explications sur le rythme
grégorien. Longwy, 1924. 4o, /nbsp;152, B, 17 (472)

,.. hrsg. von Gust. Bosse, Regensburg, 1920— ,,, M,
afb, en facs, 8o,nbsp;150, G. 1— (1001)

Anrep-Nordin, Birger. Studier over Josef Martin Kraus,
Gradualavhandling. Stockholm, 1924. M. afb., facs, en
notenschr. So,nbsp;A. qu. 243, 1924 (1002)

Auer, Max, [Anton] Bruckner, Zürich u.s.w., [1923], M,
portr., facs. en notenschr. So.nbsp;154. G. 43 (1002)

Bach, Joh. Seb. Sämtliche Orgelwerke. Eine kritisch-prak-
tische Ausgabe. ., Mit einer allgem. Vorrede zur Orien-
tierung über die Prinzipien der Ausführung der Praeludien
und Fugen und mit Rat- und Vorschlägen für die Wieder-
gabe ... versehen von Cha, Marie Widor tmd A 1 b,
Schweitzer, New York, Schirmer, 1912—,., S Bde
4o obl,nbsp;N, 0. V, 274, A, 2—9 (1007)

Baldensperger, Fernand. Sensibilité musicale et romantisme,
Paris, 1925, Met pl. So,nbsp;V, V. 17 H (1003)

Bär (Der). Jahrbuch von Breitkopf und Härtel auf das Jahr
1924—... Leipzig, 1924^. . , Met portr, en facs, 8°,

Baudet-Maget, A. Guide du violoniste. Oeuvres choisies
pour violon ainsi que pour alto et musique de chambre,
classées d'après leur degré de difficulté, Lausanne etc z
8o,nbsp;156, G, 37 (1001; 1009)

Beiträge (Berliner) zur Musikwissenschaft. Hrsg. von Herm.
A b e r t. Leipzig, 1925— .. , Band I— ... 80. ,

Beiträge zur Organistentagung Hamburg-Lübeck 6. bis 8. Juli
1925, Klecken, 1925. M. notenschr, 80,

Bekker, PauL [Über die h-molI-Messe von Bach. Berlin,
1913], 80,nbsp;156. G. 36 (1007)

Bekker, PauL Musikgeschichte als Geschichte der musika-
lischen Formwandlungen, Berlin u,s,w,, 1926, 80,

Biehle, [Job.], Raumakustische, orgeltechnische und bau-
liturgische Probleme. Untersuchungen am Dome zu Schles-
wig. Mit 7 Abb. und einem Literaturverzeichnis. Leipzig,
1922. 80,nbsp;151. C. 22 (1005)

Bistron, Ju. Friedrich Smetana. Wien, 1924, M. portr. en
facs, 80,nbsp;155. F, 402 (1002)

Blessinger, Ka. Grundzüge der musikalischen Formenlehre,
Mit 100 Notenbeispielen, Stuttgart, 1926, 80,

Blume, Fri. Studien zur Vorgeschichte der Orchestersuite im
15, und 16, Jahrhundert, Leipzig, 1925, 80.

Borren, Gh. van den. Guillaume Dufay, Son importance dans
l'évolution de la musique au XVe siècle, Bruxelles, 1926,

Acad. royale de Belgique. Classe des beaux-arts. Mémoires. Coll. in
8», II, 3,

Bouvet, Cha. Une dynastie de musiciens français. Les Cou-
perin. Organistes de l'église Saint-Gervais, Préface de
Ch, M, Widor, 16 planches hors texte, Paris, 1919, 80.

Brancour, René. Histoire des instruments de musique. Pré-
face de Ch, M, Widor, 16 planches hors texte, Paris
1921. 80,nbsp;151, C, 21 (1005) '

Bücken, Ernst. Führer und Probleme der neuen Musik, Köln
a. Rh,, 1924, M. notenschr, 80,nbsp;154, G. 37 (1004)

Buch (Spemanns goldenes) der Musik, Eine Hauskunde
für Jedermann, Hrsg, unter Mitwirkung von K a, Grüns-
ky, Otto Hollenberg, Ca, Reinecke u,A, Berlin
u.s.w,, 1900, Mit Portr, und Abb, 80.

Burgemeister, Lu. Der Orgelbau in Schlesien, Mit 30 Abb,
Strassburg, 1925. 80,nbsp;151, C, 15 (1005)

Catalogus. Catalogue de la bibliothèque de feu Hector
C o 1 a r d, lere partie. Musicologie et partitions modernes,
Bruxelles, 1924, 80.nbsp;151. C, 11 (42)

Chennevière, Dan. Claude Debussy et son oeuvre, Paris,
1913, M, portr, 80,nbsp;156. G, 39 (1002)

Conservatorium (Koninklijk) voor muziek te 's Gravenhage
1826—1926, Gedenkboek uitgeg, door de commissie
van toezicht .., [Samengesteld door G, A, van H a e f-
ten], Z, pl„ 1926, M, afb, 4o,nbsp;152, B. 19 (1004)

Courtonne, Marcel. L'orgue de la cathédrale de Nantes. L'or-
gue dans le passé. L'orgue actuel. Les organistes, [Nantes,
1924], Met afb. 80.nbsp;151, D, 5 1 (1005)

Couturier, Louis. Beethoven, Vrij bewerkt naar Th, von
F r i m m e 1, 's Gravenhage, 1926, M, portr, en pl, 80,

Debussy, Claude. Monsieur Croche antidiletante, Paris, 1921,
40,nbsp;151, C, 8 (1002)

Denkmäler der Tonkunst in Bayern veröffentlicht durch die
Gesellschaft zur Herausgabe von Denkmälern der Ton-
kunst in Bayern unter Leitung von Ado. Sandberger

Densmore, Frances. Mandan and Hidatsa music. Washington,
1923. M. pl. en fig. 8°.nbsp;V. V. 60 B (1011)

Dienel, O. Die moderne Orgel, ihre Einrichtung, ihre Bedeu-
tung für die Kirche und ihre Stellung zu Sebastian Bach's
Orgelmusik. Neue Ausgabe, Berlin, 1903, So,

Dören, Rombaut van. Etude sur l'influence musicale de
l'abbaye de Saint-Gall. (Ville au IXe siècle). [Avec] 3 plan-
ches. Louvain, 1925. 8o,

conférences d'histoire et de philologie. 2me Série, 6.
Ook versehenen in: Acad. roy. de Belgique, Classe des beaux-arts.
Mémoires. Coll. in 80, II, 2,

Dubois, Théod. Traité d'harmonie théorique et pratique, Paris,
40,nbsp;152. B, 12 (1005)

Durand, Jacq. Abrégé historique et technique de l'édition
musicale. Paris, 1924. Met pl. 80.

Durand, Jacq. Quelques souvenirs d'un éditeur de musique,
Paris, 1924. 80.nbsp;154, D, 32 17 (1002)

Duyse, FI. van. Wilhelmus van Nassouwe, Tekst, vertalingen
en melodie. 3de uitg, verm---- door Fr. Kossmann,

Einstein, Alîr. Beispielsammlung zur älteren Musikge-
schichte. Leipzig u.s,w., 1917, M. notenschr. 80,

Fabian, Ladislaus. Claude Debussy und sein Werk, Mit be-
sonderer Rücksicht auf den musikalischen Impressionismus,
München, 1923. M. portr. So,nbsp;154, G, 9 (1002)

Page, J. Adrien de la. Orgue de l'église royale de Saint-
Denis, construit par Cavaillé-Coll père et fils,,, Rapport
fait à la société libre des beaux-arts, 2e éd. Paris, 1846. 80

Findeisen, Kurt Arnold. Lockung des Lebens. Drei musika-
lische Geschichten, Mit 3 Original-Lithographien von
Erich Gruner, Leipzig, 1924, 80.

Forkel, J. N. Ueber Johann Sebastian Bachs Leben, Kunst
und Kunstwerke. Nach der Originalausgabe von 1802 neu
hrsg. mit Einleitung und .,. Nachwort von Jos, M. M ü I-
ler-Blattau. Augsburg, 1925. M. portr. So.

Ganche, Ed- Dans le souvenir de Frédéric Chopin, Illustra-
tions et documents inédits, Paris, 1925, Met portr, 8o.

Gatard, Augustin. La musique grégorienne. Etude descrip-
tive et historique illustrée de 12 planches hors texte. Paris,
[1913], 8o,nbsp;156, G, 41 (1007)

Gedenkboek aangeboden aan Dr. D, F, Scheurleer op
zijn 70sten verjaardag. Bijdragen van vrienden en vereer-
ders op het gebied der muziek, 's Gravenhage, 1925. M,
portr., pl, en notenschr, 8o,nbsp;151, C, 23 (1001)

Geyer, Jos, Studien über zeitgemässe Fragen der Orgelbau-
kunst. Einsiedeln, 1926. M. afbn. So,

Gnirs, Ant, Alte und neue Kirchenglocken, Als ein Katalog
der Kirchenglocken im österreichischen Küstenlande und
in angrenzenden Gebieten mit Beiträgen zur Geschichte der
Gussmeister, Wien, 1917, M, afb. So. 151. D, 3 (1005)

Grand-Carteret, John, Richard Wagner en caricatures, 130
reproductions de caricatures françaises, allemandes, an-
glaises, italiennes, portraits, autographes (lettre et musique),
Dessins,,. de J. Blass, Moloch et Tiret-Bognet.
Paris, 1891. 8o.nbsp;156. E. 27 (1022)

Haapanen, Toivo. Die Neumenfragmente der Universitäts-
bibliothek Helsingfors, Eine Studie zur ältesten nordischen
Musikgeschichte. Helsingfors, 1924, Met afb. So,

Haecker, Valentin, und Theod, Ziehen, Zur Vererbung und
Entwicklung der musikalischen Begabung. Leipzig, 1922.
M, afb. 8o,nbsp;151. D, 1 (1213)

Handbuch der Musikgeschichte, unter Mitwirkung von Fach-
genossen hrsg. von GuidoAdler. Frankfurt a, M., 1924
M. afb. So,nbsp;152 B. 13 (1004)

Handel, [G. F.], Sacred oratio „The Messiahquot; (composed in
the year 1741), in vocal score, with a separate accompani-
ment for the organ on pianoforte arranged by Vincent
N o V e 11 o. London Novelle, z. j, 8°,

Herrmann, Hei, Der freie Ton. Grundsätzliches über die Be-
handlung der Stimme. Leipzig, 1924. M. fig. So,

H^ss, Alfr. Kammermusikabende, Auf welche Weise kann
Kammermusik dem Volk geboten werden? Erläuterungen
von Werken der Kammermusikliteratur, Leipzig, 1919. So,

Hohberger, Curt R, Einführung in das Verständnis der Musik.
2e Aufl, Bielefeld u,s,w„ 1924, So,

Hol, J, C. Muzikale fantasieën en kritieken. Amsterdam,
1904. 2 dln. So.nbsp;154. q 29, 30 (1001)

Honegger, Arth. Le roi David, Psaume dramatique en 2 par-
ties de R ené Morax. Partition pour chant et piano,
Lausanne, Poetisch Frères, 1921, 4o.

Hullebrocck, E. Beiaarden, Met eene inleiding van J, D e-
n ij n, Brussel, [1924], Met pl, 4o,nbsp;152. B, 6 (1011)

Hurigny, Fra. D'. Tout ce qu' il faut savoir de l'histoire de la
musique des origines à nos jours, ISe éd. Paris, 1925, 80,

Indy, Vincent d'. Cours de composition musicale. Rédigé
avec Ia collaboration de Aug. S é r i e u y x, d'après les
notes prises aux classes de composition de la Schola can-
torum, Paris, 1912—.. , 2 livres (3 tom,), 4o,

Jahre (25) neue Musik, Jahrbuch 1926 der Universal-
Edition, Hrsg, von Hans Heinsheimer und Paul
Stefan. Wien u.s.w,, 1926—,,, I_, ,, M, pl, en portr. So,

Kapp, Ju. Franz Schreker. Der Mann und sein Werk, Mün-
chen, 1921. Mit Portr. 80.nbsp;154, G, 4 (1002)

Keller, G. Joh. Seb. Bach. Vrij bewerkt naar Alfr. P i r r o.
's Gravenhage, [1926]. M, portr,, pl, en notenschr. 80.

Knappe, Hei. Friedrich Klose. Eine Studie. München, 1921,
Mit Portr, 8»,nbsp;154, G, 3 (1002)

Kretzschmar, Herm. Bach-Kolleg. Vorlesungen über Johann
Sebastian Bach. . . Leipzig, 1922. 80,

Kunst, J., en C. J. A. Kunst-van Wely. De toonkunst van
Bali, Beschouwingen over oorsprong en beïnvloeding,
composities, notenschrift en instrumenten. Weltevreden,

Kuypers, A. Handleiding tot stemvorming en vloeiend
spreken op practische ervaring gegrond. 3e druk, Deven-
ter, [1898], 80,nbsp;154, G, 28 (1237)

Lang, Osk. Anton Bruckner, Wesen und Bedeutung, Mün-
chen, 1924, M, portr, 80,nbsp;155, H. 51 (1002)

Lehr, Ka, Die moderne Orgel in wissenschaftlicher Beleuch-
tung. Mit 40 Textabb. Leipzig, 1912, 80,

Locher, Ca. Die Orgel-Register und ihre Klangfarben sowie
die damit verwandten akustischen Erscheinungen nebst
Vorschlägen zu wirksamen Mischungen mit Berücksichti-
gung der modernen Anlagen und Spielhilfen. Ein Nach-
schlagewerk für Organisten, Physiker und Physiologen.
5e . ,, Aufl, besorgt von Jos. D o b 1 e r. Bern, 1924 Mit
Fig- 80,nbsp;N. 0. V, 271, B. 23 (1005)

McColvin, Lionel Roy. Music in public libraries. A guide to
tbe formation of a music library, with select lists of music
and musical literature. London, 1924. Bo,

Mahler, Gust. Kindertotenlieder, Songs of the death of in-
fants, Chants sur la mort d'enfants. Gedichte von Fri
Kuckert, English words by John Bernhoff. Or-
chester-Partitur, Wien, Kahnt, 1924. M, Portr. So,

Mahler, Gust. Lieder eines fahrenden Gesellen. Songs of a
wayfarer. Chants d'un garçon errant. English words bv A.
Graf and M. W. Pur se y. Orchester-Partitur, Wien,
Weinberger, 1924. Mit Portr. So,

1879-1911. Hrsg. von Alma Maria
Mahler. Mit 4 Bildbeigaben und einem Brieffaksimile,
Berlin u,s,w,, 1924. So.nbsp;156. 28 (1002)

Manuel, Roland. Maurice Ravel et son oeuvre. Paris, [19141.
M. portr., afb, en notenscbr. 80. 156, G. 38 (1002)

Marliaye, Jos. de. Les quatuors de Beethoven. Publié avec
une introduction et des notes par J. E s c a r r a. Préface de
GabrielFauré. Paris, 1925. M. notenschr. 80.

Tobias. Die ersten Grundsätze des Klavierspiels
L w,^®^, Pquot;nciples of pianoforte playing). Auszucs aus
dem Werke des Verfassers „The act of touchquot; (Der Vor-
gang des Anschlags) nebst zwei neuen Abschnitten: An-
leitungen und Erklärung für Schüler. Ratschläge für Lehrer
r.«.?,®nbsp;■ • ■ Übers, von T o n i C o h e n. Leipzig,

Melchissédec, Léon. Le chant, la déclamation lyrique, le mé-
canisme et 1 émission de la voix. Paris, [1925]. M. afb en
notenschr. So.nbsp;154_ q 34 (iqjÖ)

^^'quot;ühmte Geigen und ihre Schicksale. Musi-
kalische Plauderei. 3e erweiterte und verbesserte Aufl. mit
zahlreichen Abb. Köln a. Rh., 1920. So,

Meyer, Kathi. Das Konzert. Ein Führer durch die Geschichte
des Musizierens in Bildern und Melodien. Stuttgart, [1925]

Mies, PauL Die Bedeutung der Skizzen Beethovens zur Er-
kenntnis seines Stiles. Leipzig, 1925. M. notenschr, 8°.

Milne, H, F, How to build a small two-manual chamber pipe
organ. ,. London, 1925. M. pl. 8o.

Moser, Hans Joachim, Geschichte der deutschen Musik,
Stuttgart u.s.w., 1923, 1924. 2 dln. in 3 bdn. M. notenschr. So,

I. Von den Anfängen bis zum Beginn des 3ü-jährigen Krieges. 3e Aufl,
II, 1. Vom Beginn des 30-jährigen Krieges bis zum Tode Joseph
Haydns. 2e u. 3e durchgesehene Aufl. 2. Vom Auftreten Beethovens
bis zur Gegenwart.

Mozart, W. A. Die Briefe W, A. Mozarts und seiner Familie.
Erste kritische Gesamtausgabe von L. Schiedermai r,
Leipzig, 1914. Met pltn. 5 dln. So, 150, D, 3—7 (1002)

I, II, Die Briefe W. A. Mozarts. — III, IV. Die Briefe Leopold
Mozarts. — V. Mozart-Ikonographie hrsg. und erläutert von
L. Schiedermair.

Mozart-Jahrbuch hrsg. von Herm. Abert. München,
1923—.,. Jhrg, I—... So,nbsp;V. V. 147, D (1002)

Müller-Blattau, Jos, Grundzüge einer Geschichte der Fuge.
Königsberg i, Pr., 1923. M. notenschr. So,

Munter, Fri, Ludwig Thuille, Ein erster Versuch. München,
1923. Mit Portr. So,nbsp;154. G. S (1002)

Muziek (De), Tijdschrift onder red. van Paul F, Sanders
en W i. P ij p e r. Tevens officieel orgaan van de Federatie
van Ned. Toonkunstenaarsvereenigingen, Jrg, I—.,, Am-
sterdam, 1926—... M, pl. So,nbsp;V, V. 146 E (1001)

Muziek amp; religie. Handelingen van het genootschap „Muziek
en religiequot;: Muziekconferentie 28—31 Augustus 1925 in het
Oolgaardthuis te Arnhem, Amsterdam, 1925, M, pl. So.

Nagler, Fra, „Flûte d'amourquot;. Eines Orgelbauers Romanze,
Mit 3 Original-Lithographien von A. Kolb, Leipzig, 1924, So

Nejedly, Zdenek. Friedrich Smetana, Übersetzt von Elsa
B r o d, Prag, 1924. Mit Portr, und Abb. 8o.

Oppenheim, Hans, Hermann Zilcher. München, 1921 M
portr, 80,nbsp;J54 q' g - • '

Orgue (L') et les organistes, Revue mensuelle. Rédacteur en
chef: JeanHuré. Orléans, 1924—. .. le_. ,, année. 80.

Palestrina, Pierluigi da, Werke. Erste kritisch durchgesehene
Gesamtausgabe Hrsg, von T h. d e W i 11, J. N, R a u c h,
f. Ä. H a b e r 1 u, A. Leipzig, 1878—......dln. fol.

I-VII. Motetten _ VIII. Hymnen. - IX^ w'fettori^ _ X-^XXIV
Messen. _ XXV. Lamentationen. — XXVL Litaneien _ ^11
Magnificat. - XXVIII, XXIX. Madrigale. _ XXX- Nacht™

Peters, Illo, Die mathematischen und physikalischen Grund-
lagen der Musik. Leipzig, 1924, 80,

Pirro, André. Dietrich Buxtehude, Paris, 1913, M, noten-
80,nbsp;151 c. 14 (1002)

Vogel, Eine Beethoven-Novelle.
Mit 3 Ongmal-Lithographien von Alice Schimz. Leipzig,
1924. 80,nbsp;153 G. 40 (170)

Pols, André M. Modest Petrowietsj Moessorgskie, de grote
zanger van Rusland, Antwerpen, 1924, Met portr, 80,

155. G. 49 (1002
Raugel, Félix, Les organistes, Paris, 1923. Avec ill. 80.
.nbsp;, , N. O. V, 271, B. 25 (1002; 1005)

Reîardt, Edgar, Verzeichnis der Aufsätze zur Musik in den
mchtmusikalischen Zeitschriften der Universitäts-bibliothek
Basel abgeschlossen auf den 1. Januar 1924. Leipzig, 1925,

Reger, (M a x). Eine Sammlung von Studien aus dem Kreise
semer persönlichen Schüler. Hrsg, von R i c h. W ü r z Mün-
chen, [1920]—,,. 7 Hfte, 8°, N, O, V, 271, B. 34 (1002)
L Regers Harmonik von Herm, G r a b n e r. — IL Regers Persönlich-
keit. Der Lebensgang von R. Würz. Reger als Lehrer von Jos,
Haas, Reger als Mensch von Herm. Unger. — IIL Regers
Chorwerl« von Hugo H olle, — IV. Reger und die Orgel von
rt er m, Keller. — V. Regers Liedlyriek von R. Würz. — VI
Kegers Instrumentalwerke von A1 e x. B e r r s c h e. Anhang: Reger
im Zeitverständnis von Vikt. Schwarz,

Richard, Aug. Max Schillings, München, 1922, Mit Portr, 80,
•7 . .. . r.nbsp;154. G, 7 (1002)

Riemann, Hugo. Musikgeschichte in Beispielen, Eine Aus-
wahl von 150 Tonsätzen, geistliche imd weltliche Gesänge
und Instrumentalkompositionen zur Veranschaulichung der
Entwicklimg der Musik im 13,—18, Jahrhundert, In Notie-
rung auf 2 Systemen, Mit Erläuterungen von Arn. Sche-
ring. 2e Aufl, Leipzig, 1921, 4o.nbsp;152, B, 18 (1004)

Riemann, Hugo. Handbuch der Orgel (Orgellehre), 5te Aufl,
Berlin, 1923. Mit Abb. So,

Rimsky-Korssakow, Nik, Grundlagen der Orchestration mit
Notenbeispielen aus eigenen Werken. Redaktion Max.
Steinberg, Deutsche Übersetzung von Alex, E1 u k-
h e n. Berlin u.s.w., 1922. 2 dln. 8o.

Roth, Herm, Heinr, Kaspar Schmid. München, 1921, Mit
Portr. 8o.nbsp;154, G. 6 (1002)

Rudolz, Rud, Die Registrierkunst des Orgelspiels in ihren
gnmdlegenden Formen, Leipzig, 1913. 8°,

Rupertus, Otto. Der Geiger, Kurzgefasste Zusammenstellung
der wichtigsten Fragen der Geigentechnik, sowie allgemeiner,
den Geiger interessierender Abhandlungen. 4e verbesserte
Auf], Köln a. Rh,, 1914. M. notenschr, 8o.

Rupp, Emile. Abbé Vogler als Mensch, Musiker und Orgel-
bautheoretiker imter bes. Berücksichtigung des sog, „Simpli-
ficationssvstemsquot;, Ludwigsburg, 1922. 8°,

Ruppe, C. F, Zangwijzen der Evangelische Gezangen bij de
Hervormde Kerk in gebruik, geschikt voor het orgel, forte-
piano of clavier, Amsterdam enz,, 1818, 8°.

Sanders, Paul F, De piano. Het instrument en zijn meesters.
Met pentekeningen van Jordaan [en pl,]. Amsterdam, 1926,
So.nbsp;151. C. 24 (1004; 1005)

Sauer, Fra. Handbuch der Orgel-Literatur, Ein Wegweiser
für Organisten, Wien, 1924, So,

Schemann, Lu. Cherubini. Berlin u.s.w., 1925. M, portr facs
en notenschr. 80.nbsp;151. 5 (io02)

Schlosser, Ju. Unsere Musikinstrumente. Eine Einführung in
ihre Geschichte. Wien, 1922. Mit Abb. 80.

Schmidt, Hei. Anhang zu S e i d e 1 - K o t h e. Die Orgel und
ihr Bau. Leipzig, [1905]. Met pl. 80.

Schneider, Bernh. 101 heitere Volkslieder aus dem 15.—19.
Jahrhundert ausgewählt und für 3-stimmigen Frauenchor
bearb. op, 20. Leipzig, 1920, 80,nbsp;156. G. 43 (1006)

Schweitzer, Alb. J. S. Bach. Vorrede von C h. Marie
W i d o r. 4. u. 5. Aufl. Leipzig, 1922. M. oortr. en notenscbr.

Scgmüller, Fridolin. Glocken und Glockenweihe. Bedeutung,
Geschichte und Technik der Glocken, Disposition der Ge-
läute und Weiheritus. 3e ,, , Aufl. Paderborn, 1923. 80

Snowdon, Jasper Whitfield, Rope-sight; an introduction to
the art of change-ringing, 6th ed. rev. and corr. by Wi.
Snowdon. Leeds, 1910. With ill. 80.

Sohle, Ka. Sebastian Bach in Arnstadt. Ein musikalisches
Kultifbild aus dem Anfang des 18. Jahrhunderts. Neue
Ausg. (Vollständig neubearbeitet und um ein neues Kapitel
— Den grossen Praecedenz-Streit — erweitert). Leipzig,
1922. 80.nbsp;155. H. 54 (1002)

Sohle, Ka. Die letzte Perfektionierung. Eine Bach-Novelle,
Mit 3 Original-Lithographien von Paul Horst-Schulze. Leip-
zig, 1924. 80.nbsp;153. G. 43 (172)

Sondheimer, Rob, Die Theorie der Sinfonie und die Beurtei-
lung einzelner Sinfoniekomponisten bei den Musikschrift-
stellern des 18. Jahrhunderts. Leipzig, 1925. 80,

Specht, Rieh. Julius Bittner. Eine Studie. München, 1921.
Portr. 80.nbsp;154, G. 10 (1002)

Specht, Rich. Richard Strauss und sein Werk, Leipzig u s w
1921, 2 Bde. Mit Portr,, Faks. u. Thementaf. 8o.nbsp;' quot;

Specht, Rich. Gustav Mahlers IL Sinfonie. Thematische Ana-
lyse. Wien, [1924]. So,nbsp;155, E, 46 (lOOS)

Stanley, Alb. A, Greek themes in modern musical settings,
New York etc., 1924. M. fig., pl. en notenschrift, 4o.

Stephani, Herm. Der Charakter der Tonarten, Regensburg,
[1923], So,nbsp;154, G, 42 (1005)

Stöhr, Rich. Über die Grundlagen musikalischer Wirkungen.
Populär-wissenschaftliche Studie. Leipzig, 1924. So,

Storck, Ka. Musik und Musiker in Karikatur und Satire. Eine
Kulturgeschichte der Musik aus dem Zerrspiegel. Mit 502
Textabb., vielen Notenbeispielen, 39 Kimstbeil. \md 10
Notenstücken, Oldenburg, 1910, 4o,

Stoeving, Pau. Allerlei Geiger-Geschichten, Novellen und
Skizzen. Berlin, [1908]. So.nbsp;154. G. 40 (172)

Strauss, Rich. Ariadne auf Naxos. Oper in einem Aufzuge
nebst einem Vorspiel von Hugo von Hof mannsthal,
Op. 60. Vollständiger Klavier-Auszug mit deutschem Text,
Berlin u.s.w., Fürstner, 1924. 4o,nbsp;151, B, 12 (1007)

StriHling, Louis. Musique et musiciens de France, Paris, 1921,
So.nbsp;154. G. 35 (1002)

Sunyol, Gregori M.a. Introduccio a la paleografia musical
Gregoriana, Abadia de Montserrat, 1925. M, fig, en facs. So,

Sutton, Fred. Heathcote. Some account of the mediaeval or-
gan case still existing at Old Radnor. South Wales, With an
appendix, containing 15 etchings, illustrative of the construc-
tion of Gothic organs, London etc,, 1866, fol,

Tanzbrevier, Weise, Bild und Meinung aus vier Jahrhunder-
ten. Ausgewählt von Wi. Fischer und Ka. Geiringer
Wien, 1925, M. pl. So obl,nbsp;155, H. 17 (959)

Telman, T. Het orgel. Een hand- en leerboek der orgelbouw-
kunst ,, . Enschedé, [1925], M, pl, 80,

Unger, Herm, Max Reger, Darstellung seines Lebens, Wesens
und Schaffens, München, 1921. Mit Portr, 80,

Urania oder das unentbehrliche Buch der Orgel für Deutsch-
lands Organisten ... In Verbindimg mit W, A 11 m a n n,
J. M. Anding, C. F. G. Baake hrsg. von H, Wi. Kör-
ner. Bd. XIII. 1856. Erfurt u.s.w., 1856. 80,

Verslag van het verhandelde op het Volkszangcongres uit-
geschreven door den Nederlandschen Volkszangbond en
gehouden op 27 Juli 1921 .,. te Amhem. Z, p., 1921. 8°.

Von neuer Musik. Beiträge zur Erkenntnis der neuzeitlichen
Tonkunst. Hrsg, von H, Grues, E, Kruttge und E.
Thalheime r, Köln a, Rh,, 1925. M. portr., facs. en noten-
sclurift. 80.nbsp;151. C. 12 (1004)

Wagner, [Wi,] Rich, Die Meistersinger von Nürnberg, Voll-
ständiger Klavierauszug von K a. T a u s i g. London etc.,
Schott, z. j, 40,nbsp;150. B. 13 (1007)

Wagner, [Wi,] Rich, Parsifal. Ein Bühnenweihfestspiel . . ,
Orchester-Partitur. Mainz, Schott, o. J. 3 Bde, 8°.

Walcker, Paul, Die direkte, elektrische, funkenfreie Orgel-
traktur. Frankfurt a. O., 1914. Met afb. 80.

Walcker-Orgel (Die grosse) im städtischen Saalbau in Reck-
linghausen. Köln, 1926, M. pltn, en tabn. 80.

Wall, Wi, van de, The utilization of music in prisons and
mental hospitals. Its application in the treatment and care
of the morally and mentally afflicted. New York, [1924],
M. portr. en pltn. 80,nbsp;155, H, 52 (704; 1010)

Waltershausen, Herm, W. von. Richard Strauss, Ein Versuch.
München, 1921, Mit Portr, 80,nbsp;154, G, 1 (1002)

Weissmann, Ado. Giacomo Puccini. München, 1922 Mit
Portr. 80,nbsp;154. q ^ nÓ02)

Wessem, Const, van. Inleiding tot de moderne muziek, 2e
druk, Amsterdam, 1924. 80,nbsp;155. G, 47 (1005)

Westerby, Herbert. The history of pianoforte music. With
musical ill, London etc., 1924. 80.nbsp;150. D, 2 (1009)

Wiehmayer, Theod, Musikalische Rhytmik und Metrik, Mag-
deburg, [1917], 80.nbsp;156, B, 37 (1005)

Williams, C, F. Abdy, The story of organ music, London, 1905
With ill. 80,nbsp;N, O. V, 269, B, 14 (1007)

Williams, C F. Abdy. The story of the organ. 2nd issue. Lon-
don, 1916. With ill. 80.nbsp;N, 0, V, 269. B, 15 (1005)

Wolirum, Phil. Text- und Programmbuch zur Jubelfeier des
Bachvereins ... in Heidelberg 23—25 Okt. 1910. Mit Bil-
dern ,,. Heidelberg, 1910. 8o,nbsp;156, E, 32 (1001)

Worp, J, Algemeene muziekleer. Herzien en uitgebreid door
S, van Milligen, 6e druk, Groningen, 1905, 8o,

Zeitschrift für Musikwissenschaft hrsg. von der deutschen
Musikgesellschaft, Leipzig, 1925— ... Jg. 8— ,,, 80.

[Zelling, A,], Claude Debussy, [Moussorgsky], Z. pl, en j, M,
portr, 80,nbsp;156, E. 29 (1002)

_nbsp;^nbsp;•'.„à.-..nbsp;'rgêm

^(mtyn .a .ças ,y .o m ^^ quot; ^

•nbsp;y.'}.nbsp;fc-Hs^î -SiSf

.20eî ^jsohooâ -.mûtia ttsjiio îo ytbßlwff .'^A ^ ,a«îsa05W

■ jtmiH Mnbsp;M ..........'

'.«flilifi

jfSrâiÂ'.nbsp;riLHift:jy r;

- -nbsp;l^ttstt^' Wîctt

# :nbsp;.e8quot; j Jif^ -if ^

-ïisiï^ i^nbsp;lîhdîœiiaS

yjip-.nbsp;m ti, st

Abert, Herm. Zu Beethovens Persönlichkeit imd Kunst.
[Leipzig, 1924]. Met portr, 8o,

Zum 26. März 1927. Den Freunden der Edition Peters gewidmet von
C, F. Peters, Leipzig.

Addenda [ps, van...]. Over geluidsleer, anatomie en phy-
siologie, toegepast bij het onderricht in het vioolspel. Met
een voorbericht van Joh. Wagenaar, Utrecht, 1924,
Met notenschrift, 80,nbsp;150, D, 18 (1011; 1237,2)

Adrien, J. Proeve van Gregoriaansche chironomie volgens
de regels van Solesmes, Herzien door AndréMocque-
r e au, vertaald door Jos, Lennards. Herz,^,, uit-
gave voorafgegaan door een korte verklaring van het Gre-
goriaansche rythme, Tilburg, 1928, Met muziekbijln, 4o,

Airs italiens. Transcription et réalisation de la basse con-
tinue par G, Tailleferre, Paris, Heugel, 1924, 80,

Albrecht, Felix. Die Orgel, Schauspiel in 3 Akten, Berlin
[1925], 80,nbsp;271, B, 14 12 (165)

Amphion, een tijdschrift voor vrienden en beoefenaars der
toonkunst, le—4e jrg,, 1ste stuk, Groningen, 1818—1822
4 dln. Met bijln, 80,nbsp;156, E, 34—37 (1001)

Antiquary, The musical, Vol, 1—4, London, 1909—1913,
4 dln, M, notenschrift, 4o.nbsp;154, D. 37—40 (1001)

Averkamp, Ant. De zangkunst en hare sterren. Met.., por-
trn. en afbn, 's Gravenhage, [1928], 80,

Bach, Joh. Seb. Die Kunst der Fuge, 1750. In der Neuord-
nung von Wolfgang Graeser, Leipzig, Breitk, amp;
Härtel, 1927. 4o,nbsp;148, A (1005)

Bachmann, Alb. Le violon (Lutherie, oeuvres, biographies).
Guide à l'usage des artistes et des amateurs. Avec une
préface de Hen, Gauthier-Villars, Paris 1906,
Met afbn,, fign, en facs, 80,nbsp;151, C, 33 (1011)

Balfoort, Dirk J. De viool en hare meesters, Ten deele vrij
bewerkt naar Jos, Wil h, von Wasielewski, Met
,,, afbn, en portrn. 's Gravenhage, [1926], 8°.

Bäuerle, Herrn. Orgelspiel mit Orgelkunde, Stuttgart, 1926,
80,nbsp;271, B, 14 13 (1002)

Becking, Gust. Der musikalische Rhythmus als Erkenntnis-
quelle, Augsburg, 1928. Met notenschrift, 80,

Beethoven, L. van. Seine an den Verlag von Hoffmeister und
Kühnel, später C, F, Peters, Leipzig gerichteten Briefe,
Verzeichnis seiner in der Edition Peters erschienenen
Werke. Leipzig, 1926, Met portr, en notenschrift. 80,

Bekker, Paul. Gustav Mahlers Sinfonien, Berlin, 1921, M,
notenvoorb, 4o,nbsp;152, B, 22 (1005)

Berlioz, Hector. La damnation de Faust, Légende drîima-
tique. Partition piano et chant. Réduction nouv, par C h,
Malherbe, Paris, [1920], Av, portr, 4o,

Berthelé, Jos. Archives campanaires de Picardie, Tome I
Les Cavillier et les Gorlier. Abbeville enz,, 1911, Met pltn,
80,nbsp;150. D, 22 (1376)

Overdruk uit: Mémoires de la société d'émulation d'Abbeville,
XXllI (4e S. Vil),

Bie, Oscar. Das deutsche Lied. Berlin, [1926], M, pltn, en
notenschrift, 80,nbsp;155, F, 44 (1004)

Blessinger, Ka. Die musikalischen Probleme der Gegenwart
und ihre Lösung, Stuttgart, [1919], 80,

Bonura, Nic. Terminologie musicale (Italien-Français), Petit
dictionnaire pratique ,,, Paris, [1928], 80,

Bruckner, Ant. Symphonie I—IX. Neu revidiert von J o s, V.
Wöss. Wien, Philharmonischer Verlag, [1927, 1928]. 9 ^n,
M. portm. 8°.

Buck, Rud, Wegweiser durch die Männerchorliteratur, Dres-
den, [1926]. 8o.nbsp;155, C. 2 (1010)

Caro, Jac, Ph, Inleiding tot de studie van de stemvorming,
A. Theoretisch deel, B, Prakt, oefeningen voor lage stem.
Rotterdam, 1926, Met notenschrift. 8°.

Caro, Jac, Ph, Noten „lezen en zingenquot;. Leergang voor het
van 't blad zingen .., Met aanduiding van ruim 600 der
meestgebruikte schoolliederen... 2e druk. Gouda, 1927.
3 dln. (1 bd.). Met notenschrift. 8o,

Coubé, Stephen, Cloches et canons. Un hiver à Nice pen-
dant la guerre (1915), Paris, 1917. 8o,

Dalcroze, E. Jaq, Le rythme, la musique et l'éducation, Paris
enz., [1920]. Met notenschrift, 8o,

David, Ernest, La vie et les oeuvres de Jean-Sébastien Bach.
Sa famille, ses élèves, ses contemporains. Paris, 1882, Met
notenschrift. 8o,nbsp;150. G, 33 (1002)

Debussy, Claude, Lettres à son éditeur [Jacq, Durand], pu-
bliées par Jacq, Durand, Paris, 1926. Met portr, 8o,

Densmore, Frances, Handbook of the collection of musical
instruments in the United States national musetun. Was-
hington, 1927, M, pl. 8o,nbsp;149. D. 7; V. V, 1 D (1008)

Dörffel, Alfred, Thematisches Verzeichniss der Instrumental-
werke von Joh, Seb, Bach, Auf Grund der Gesammtaus-
gabe von C, F, Peters verfasst, Leipzig, Peters,

Tamme, Carl Thematisches Verzeichniss der Vocalwerke
von Joh. Seb. Bach. Auf Grund der Gesammtausgaben von
C. f-, Peters und der Bachgesellschaft verfasst. Leipzig.

Dresden, Sem, Het muziekleven in Nederiand sinds 1880
Amsterdam, 1923—......dln. (1 bd.). 8o.

Dwand, Jacq, Quelques souvenirs d'un éditeur de musique.
Pans, 1924, 80,nbsp;15LB, 18 5 (30)

Durand, Jacq. Abrégé historique et technique de l'édition
musicale, Paris, 1924, M. pltn, 80,

Duverger, E. Spécimen des caractères de musique gravés,
fondus, composés et stéréotypés,,, Précédé d'une notice
sur la typographie musicale par [F, J, F é t i s), Paris, 1834
Met notenschrift, fol,nbsp;151, ß, 18 1 (30)

Duvosel, Lieven. Sanctus voor knapenkoor, gem, koor, or-
kest en orgel. Klavieruittreksel met tekst, Leipzig, Breit-
kopf amp; H„ [1920], 80,nbsp;156, C, 23 34 (1007)

Elling, Catharinus, Vore religi0se folketoner. Oslo, 1927 M
notenschrift. 4o,nbsp;y.V. 83, C (211; 472)

Ephemeris campanographica. Archéologie et histoire cam-
panaires. Notes, études, inscriptions et documents. Biblio-
graphie critique, iconographie, etc. Recueil trimestriel pu-
blié par Jos, B e r t h e 1 é. Montpellier, 1910—1920, 14
stn, (2 dln.). Met portrn., afbn,, fign, en pltn. 80,

Eschweiler, Franz. Der Chordirigent, Praktischer Ratgeber
für angehende Dirigenten, 2, Aufl, Köln a, Rh,, [1920], Met
fign, en notenschrift, 80,nbsp;155, G, 52 (1011)

Fétis, F. J. Curiosités historiques de la musique, complé-
ment nécessaire de la musique mise à la portée de tout le
monde, Paris, 1830, 80,nbsp;150, G, 32 (1004)

Fmcsinger, Sol Baruch. Musical instruments in the old tes-
tament. Baltimore, 1926. M. fign. 80,

Flade, Ernst, Der Orgelbauer Gottfried Silbermaim. Ein Bei-
trag zur Geschichte des deutschen Orgelbaues im Zeitalter
Bachs. Mit Taf. Leipzig, 1926. 4o,

Veröffentlichungen des Fürstl. Inst, für musikwiss. Forschung zu
Bückeburg. 5e Reihe. Stilkrit. Studien. III.

Fleischer, Osk, Die germanischen Neumen als Schlüssel zum
altchristlichen xmd gregorianischen Gesang. Frankfurt a.
M., 1923. M. notenschr. 80,nbsp;L M. G, (1005)

Fleischer, Osk, Führer durch die Sammlung alter Musik-In-
strumente [der] Kgl, Hochschule für Musik zu Berlin. Ber-
lin, 1892. 80.nbsp;145, C, 40 (966; 1376)

Freeman, Andr. Father Smith otherwise Bernard Schmidt,
being an account of a 17th centtuy organ maker. With a
prologue by M, R. James, Illustrated with drawings and
diagrams by H. T, Lilley and with reproductions ,,, Lon-
don, 1926. 80.nbsp;N, O, V, 268, A, 29 (1002; 1005)

Frimmel, Theo. Beethoven-Handbuch, Leipzig, 1926, 2 din,
80.nbsp;156, D, 36, 37 (1001; 1002)

Grove, Geo. A dictionary of music and musicians (A.D. 1450—
1800, bij eminent writers, English and foreign. With ills,
and woodcuts), London, 1879—1890. 2 dln, (5 stkn.). 80,

— 3d. ed. Edit, by H. C. C o 11 e s. T. z, pl., 1927—1929. 5 dln.
M. portrn,, pltn, en notenschr, 80,nbsp;Leesz, 20 D,

Grüninger, Benjamin. Der Werdegang einer Bronzeglocke,
Mit Bildern. Baden, 1927, 80,nbsp;155, H, 58 (1376)

Haarman, W. C. Th. De viool. Beknopte handleiding voor
den aankoop, de verzorging en het onderhoud. Leiden
[1927]. Met pltn. 80,nbsp;155, F, 46 (1011)

Handbuch (C. F. Whistling's) der musikalischen Lite-
rati^ oder allgem. systematisch-geordnetes Verzeichniss der
m den ^grenzenden Ländern gedruckten Musikalien, auch
musikalischen Schriften uud Abbildungen, mit Anzeige der
Verleger und Preise. 3te, bis .,. 1844 ergänzte Aufl. bearb.

Musik f. streich- u. Blas-Instrumente u. Guitarre. — II. TMusik
M M® P'fMforte, die Orgel, Harfe u. Harmonika]. - III, Vocal-
Musik. Nebst Anhang: Auswahl theoretischer Werke, Zeitschrif-
ten, Sammlungen vorzugl. Werke. Textbücher u. Portraits.

I. (IV). Die vom Januar 1844 bis Ende des Jahres 1851 neu erschie-
nenen u. neu aufgelegten musikalischen Werke enthaltend. — II fVl
1852—1859. — HI. (VI). 1860—1867.

—nbsp;ivter_vnter Ergänzungsband. (Bd. VII—X). In alpha-
betisch^ Ordnung (mit systematisch geordneter Ueber-
sicht). T. z, pl,, 1876—1892, 4 dln, 4°.

Voor de later versehenen literatuur zie: Verzeichniss der,,, erschie-
nenen Musikalien,

Verzeichniss der im Jahre 1887—1902 erschienenen Musika-
lien, auch musikalischen Schriften und Abbildtmgen, mit
Anzeige der Verleger und Preise, In alphabetischer Ord-
nung nebst systematisch geordneter Uebersicht, 36, (6. R 2)
—51. (8,R.5,) Jahrg, Leipzig, [1888—1903], 16 dln. 8o,
® Anbsp;X. .nbsp;150, C, 12-26 (1001)

Haba, Alois. Neue Harmonielehre des diatonischen, chroma-
tischen viertel-, drittel-, sechstel- und zwölftel-Tonsystems,
Aus dem Tsechischen übertragen vom Autor. Revision von
Erich Steinhard. Leipzig, 1927, Met notenschrift, 8o,

Harzer, Fr, Die Glockengiesserei mit ihren Nebenarbeiten
nach ihrem jetzigen Zustande ,,. Mit 83 Fign, und 5 lithogr,
Foliotafn, Weimar, 1854, 8o,nbsp;156. Q, 3 (1376)

Hevesy, André de, Beethoven. Een menschenleven. Arnhem,
1927, Met portr, 8o.nbsp;I55. p, 48 (1002)

Heyking, Elisabeth von. Die Orgelpfeifen aus dem Land der
Ostseeritter, Zwei Erzählungen, Leipzig, [1918], 80,

Hutschenruyter, Wouter. [Gustav] Mahler, 's Gravenhage
[1927], Met pl, en portr, 80,nbsp;151, C, 30 (1002) '

Hutschenruyter, Wouter. Mozart, 's Gravenhage, [1927]. M,
portm. en facs, 80.nbsp;151, C, 31 (1002)

Hutschenruyter, Wouter. De geschiedenis van het orkest en
van zijn instrumenten, [Amsterdam], 1926, M, afbn. 80,

Hutschenruyter, Wouter. Chopin. Vrij bewerkt naar Hugo
Leichtentritt, 's Gravenhage, [1926], M, portrn,, pltn.
enfacs.nbsp;151, C, 27 (11; 1004)

Jahrbuch [des Verlages] N, Simrock G.m,b,H. Hrsg. von
E r i c h H, M ü 11 e r, I— ,,, Berlin, 1928— ,,, M, portn,,
pltn. en facs, 80,nbsp;V, V, 146 F (1004; 30)

Jansen, J. Methode van 't zangonderwijs op de R, K, lagere
scholen, 2e druk. Tilburg, z. j. 3 dln. 8°,

Keller, G. [Franz] Schubert, 's Gravenhage, [1927], M, pl, en
portr, 80.nbsp;151, C. 29 (1002)

Kling, Wi. Ansprachen, Predigten und Skizzen für Cäcilien-
feiern und Orgelweihen, sowie Gedanken und Aussprüche,
Unter Mitarbeit von E, Beck, K, Blaser, St, Fink
U.A, hrsg, Paderborn, 1926, 80, 155. F, 49 (468; 1011)

Kinsky, Geo. Musikhistorisches Museum von Wilhelm Heyer
in Cöln. Katalog, Bd. I. Besaitete Tasteninstrumente. Or-
geln tmd orgelartige Instrxunente. Friktionsinstrumente,
Cöln, 1910, M, fign, en pltn, 80.

Kinsky, Geo, Musikhistorisches Museum von W, Heyer in
Cöln. Kleiner Katalog der Sammlung alter Musikinstru-
mente. Cöln, 1913, Met pltn. 80, 156, G, 2 (966; 1376)

Kobald, Ka, Franz Schubert und seine Zeit, Mit 70,,, Tfln
Zürich, [1928], 80,nbsp;150, D, 15 (1002; 1004)

Bah (Beschouwingen over oorsprong en beïnvloeding, com-
posities, notenschrift en instrumenten). Weltevreden 1925.
M. pltn., tabn. en notenschr. 80,

— Aanvullende beschouwingen naar aanleiding van nieuwe
vondsten en v^ Von Hornborstels blaaskwinten-theorie.
l.z,pl., 1925, M. plattegr,, tabn, en notenschr, 8°.

Lully, Airs. Transcription et réalisation de la basse continue
par G, T a i 11 e f e r r e. Paris, Heugel, 1924. 80.

Lustig, Jac. Wi. Muzykaale spraakkonst,., Amsteldam, 1754,
Met muziekbijln, 80,nbsp;150. G, 31 (1005)

Lied von der Erde. Eine Syphonie für
eine Tenor- und eine Alt- (oder Bariton-) Stimme und Or-
chester. Nach Hans Bethge's Die chinesische Flöte. Partitur,
Wien, Univ. Edition,nbsp;153, D, 28 (1008)

Mahler-feest, 6—21 Mei 1920, ter gelegenheid van het 25-j.
jubileum van W, Mengelberg als dirigent van het Concert-
gebouw te Amsterdam, Amsterdam, 1920, Met portm., pl.,
facs. en notenschrift, 80.nbsp;149. D. 37 (1002; 1004)

Mahrenholz, Christhard. Samuel Scheidt. Sein Leben und
sein Werk. Leipzig, 1924, Met notenschrift, 80.

Mdosbucherei. Eine Sammlung musikalischer Zeitfragen
Hrsg, von H a n s M e r s m a n n, 1_. .. Mainz f 1928
. -,]. M, portrn, en notenschr. 8°,nbsp;'

Monde, Le, musical. Année 38—.,. Paris, 1927— M
afbn,, facs., portrn, en notenschrift. 4o.nbsp;• gt; • .

Nestmann, AH. Der Pedal-Gebrauch, Eine Am-egung für den
Liebhaber des Klavierspiels. [Braunschweig, 1926] 8o

Nodnagel, Ernst Otto. Jenseits von Wagner und Liszt. Profile
und Perspektiven. Königsberg i, Pr., 1902, Met portrn, 8o

Ochs, Siegfried. Über die Art, Musik zu hören. Ein Vortrag
... Berlin, 1926, Met notenschrift, 8o,nbsp;^

Otte, Hei. Glockenkunde, Mit Holzschn. und 2 lithoör Taf
2e .,, Auflage. Leipzig, 1884, M, fign,, pl. en tabn. 8°

Pfitzner, Hans. Gesammelte Schriften, Augsburg, 1926, Met
notenschrift. 2 dln, 8°.nbsp;149, D, 5^ g (1001)

Piano tone building. Proceedings of the piano technicians'
conference,,, 1916—1919, [Chicago], z, j, 2 dln. Met afbn
en fign. 80,nbsp;150. D. 15, 16 (1376)

Ply, H, J, La facture moderne etudiée à l'orgue de St Eusta
che, Lyon, 1880. Met pltn., plattegrn. en tabn. 4o,

Po^rtaïès, Guy de, Chopin ou le poète. Paris, 1927. M. portr.
Vie des hommes illustres. 7.nbsp;• • 37 (1002)

Pourtalès, Guy de. Franz Liszt. Roman des Lebens. Deutsch
von Herm. Fauler. Freiburg i. Br,, 1926. M, portr. 80.

Prunières, Henry. Les maîtres du chant. Répertoire de mu-
sique vocale ancienne publiée d'après les textes originaux,
2 dln, Paris, Heugel, 1924, 80.nbsp;152, B, 25 (1010)

Reger, Max. Briefe eines deutschen Meisters, Ein Lebens-
bild hrsg, von Else von Hase-Koehler, Leipzig,
[1928], M. pltn. en facs. 80.nbsp;150. D. 19 (21; 1002)

Riemann, Hugo. Studien zur Geschichte der Notenschrift,
Leipzig, 1878, Met notenschrift, 80, 150. D. 17 (1005)

Robert, H, Nouveau catalogue. Outillage pour graver et
autographier la musique. Paris, 1903. M, fign, 4o,

Röder, C, G. .., Gravure et imprimerie de musique ,,, His-
toire des établissements. Prix-courant]. [Leipzig, 1907]. Met
bijln, 2o.nbsp;151. ß 132 (30)

Sachs, Curt. Die Musikinstrumente, Breslau, 1923, M, pltn,
80.nbsp;154, G. 24 (1011)

Sammlung heiterer und emster Lieder für drei- und vierstim-
mige Schul- und Frauenchöre.,, hrsg, von W, G. C, L o h-
mann, Amheim, 1875. 80.nbsp;Br, 1875, IV, 2 (1006)

Santen, Rient van. [Claude] Debussy, 's Gravenhage, [1926],
M, portrn., pltn. en facs, 80,nbsp;151, C. 28 (12; 1004)

Schallenberg, Evert Wi, Studiën over Frédéric Chopin. Met
een portr, 's Gravenhage, 1929, 8°,

Schmidt, Joh. Michael, Musico-theologia, of stigtelyke toe-
passing van muzikaale waarheden. Uit het Hoogduitsche
vertaald door Jac. Wilhelm Lustig. Amsterdam,
[1756]. 8o.nbsp;156. G. 5 (485; 1005)

Schmidt-Phiseldeck, Kay. Musikalien-Katalogisierung. Ein
Beitrag zur Lösung ihrer Probleme. Leipzig, 1926, Met facs,
8o,nbsp;154. C. 36 (37; 1001)

Schwers, Paul, imd Mart, Friedland Das Konzertbuch, Ein
praktisches Handbuch für den Konzertbesucher, Stuttgart,
1926. 8o.nbsp;155. H. 56 (1003)

Schumann, Ka. Erich. Akustik, Breslau, 1925, Met pltn,, fig
en notenschrift, 80,nbsp;154, G, 22 (1006; 1121)

Seidenfaden, Theod. Das Glockenspiel, Rheinische Geschich-
ten, Mit 6 Holzschn, von Pt, Gitzinger, Saarlouis, 1925 80

Skinner, Ernest M. The modern organ. With illustrations,
drawings, specifications. New York, 1917, 4o,

Stainer, John. The organ. A manual of the true principles of
organ playing for beginners, Ed, and enlarged by J, H,
Rogers, Boston, 1910, M, fign. en notenschrift. 4o,

Stein, Rich. H. Tschaikowskij, Berlin enz,, 1927, M. portr, en
notenschrift, 80,nbsp;151, D, 26 (1002)

Strobel, Hei. Paul Hindemith, Mainz, [1928], M, portr, en
notenschr, 80.nbsp;150, F. 3 (15; 1002)

Studiën over Javaansche en andere Indonesische muziek.
I— .. . Weltevreden, 1925— .., M, pltn., plattegr,, tabn. en
notenschr, 80,nbsp;151, C, 20 (1001)

Urberg, E. Die Orgel der Universitätskirche zu Dorpat, Dor-
pat, 1926, M. pl, 80,nbsp;271, B, 14 H (1376)

Ursprung, Otto. Restauration und Palestrina-Renaissance in
der katholischen Kirchenmusik der letzten zwei Jahrhun-
derte. Vergangenheitsfragen und Gegenwartsaufgaben, Mit
7 Bildtfn. Augsburg, 1924, 80,nbsp;149, D, 4 (468)

VeUas, Léon. Debussy, (1862—1918. [4e éd.]. Paris, [1927],
80,nbsp;150, G, 38 (1002)

Volbach, Fritz. Handbuch der Musikwissenschaften, Münster
i. W„ 1926—,,, 2 dln, Met portrn,, fign,, tabn, en noten-
schrift, 80,nbsp;150, D, 13, 14 (1001)

Wagenaar, Joh, De schipbreuk. Voor gemengd koor en piano.
Stemmen, Op, 8a [1905], fol,nbsp;152, A, 72 (1007)

Wal, A, de. De Matthäus-Passion van Joh. Seb. Bach. Een
kleine studie, 's Gravenhage, [1927], Met portr,, pl, en
notenschrift, 80,nbsp;150, G, 40 (1003)

Walter, Ka. Kleine Glockenkunde, Praktisches Handbuch
für Kirchenvorstände und Kirchenmusiker, Mit 12 Abbn,
Regensburg, 1916. 80,nbsp;156, G, 4 (1376)

Wessem, Constant van. Franz Liszt, 's Gravenhage, [1927].
Met portrn., pltn,, facs. en notenschrift, 8°,

Wit, Augusta de. De avonturen vein den muzikant. Amster-
dam, 1927. 80,nbsp;150, D. 12 (205)

Omwerking van „De avonturen van den muzikant aan het waterquot;,
in „De Gidsquot; 1926.

Wit, Paul de, Kurzgefasster Katalog aller im musikhistori-
schen Musetun ,,. vorhandenen Musik-Instrumente, Gemäl-
de und anderen Merkwürdigkeiten, die auf Musik oder Mu-
sik-Instrumente Bezug haben, Leipzig, 1893. 80.

Wit, Paul de. Katalog des Musikhistorischen Museiuns,,,
Mit ,., Abbn, ,,, Leipzig, 1903 [op den omslag 1904], M,
portm. en afbn, 80,nbsp;145, C, 42 (966; 1376)

Woensel Kooy, Maria van. Wijding in de kinderkerk. Met
aanhangsel van eenige aanvangsdiensten. Rotterdam, [1925],
Met notenschrift. 4o.nbsp;152, B, 24 (469; 483; 1007)

Wolf, Joh. Musikalische Schrifttafeln, Für den Unterricht in
der Notationskxmde, Bückebxrrg u,s,w,, 1923, 4o,

Veröffentlichungen des Fürstl. Instituts für musikwissensch. For-
schung zu Bückeburg. 2e Reihe. II.

Wolf, Joh. Die Tonschriften, Breslau, 1924, Met facs, en
notenschrift, 80,nbsp;154, G, 23 (1005)

Wolff, [Erich, und Ca,] Petersen, Das Schiksal der Musik von
der Antike zur Gegenwart. Breslau, 1923. 2 dln. (1 bd.). 80.

Wolfurt, Kurt von, Mussórgskij. Stuttgart enz,, 1927. Met
portrn., pl. en notenschrift. 8°,nbsp;151, D. 27 (1002)

Altenburg, Wilhjelml. Die Klarinette. Ihre Entstehung und
Entwicklung bis zur Jetztzeit in akustischer, technischer
u. musikalischer Beziehung. Heilbroim a, N., [1904], M,
notenschr. 8o,nbsp;151, D, 45 (1376)

Averkamp, Ant, Uit mijn practijk. Wenken en raadgevingen
bij het onderwijs en de studie van den solozang. Groningen,
1916. Met fig. So,nbsp;267, B, 1 (1010)

Averkamp, Ant, Grootmeesters der toonkunst. Met 73 portm.
's Gravenhage, [1930]. 8o,nbsp;149, E, 54 (1002)

Baake, Ferdinand. Beschreibung der grossen Orgel der Ma-
rienkirche zu Wismar sowie der grossen Orgel des Domes
und der St, Martinikirche zu Halberstadt, Ein Beitrag ztir
Beleuchtung imd Würdigung der eigenthümlichen Ansich-
ten und Grundsätze des,,. Musikdirektors Wilke in Be-
zug auf die Orgelbaukunst, Halberstadt, [1846], 8o,

Bach, Anna Magdalena, EMe kleine Chronik, Leipzig, 1930,
M, portm,, pltn,, facs, en notenschr, 8o,

Bach-Verein, Der, zu Leipzig in den Jahren 1875—1899, Be-
richt, erstattet von dem Schriftführer des Vereins, Leip-
zig, [1900], So.nbsp;152, E. 2 2 (1004)

Bachelin, Henri. Les noëls français, Paris, 1927, M, fign,, pltn,
en notenschr, 8o,nbsp;150, G. 46 (472)

Bämwick, Franz. Die grosse Orgel im Münster zu Weingar-
ten (Württemberg) erbaut von Josef Gabler. ,. Eine Ein-
führung in das Verständnis des Werks. Kassel, [1922]. M.
pltn. en. tab, 80,nbsp;269, B, 72 (1376)

Bastiaans, Johannes. Vierstemmig koraalboek voor koor , ..
en orgel of piano-forte; bevattende al de melodiën der
evangelische gezangen ,,. Nieuwe uitg. Amsterdam, 1863.

Beethoven, [Ludwig van]. Persönliche Aufzeichnungen. Ges.
und erl, von Albert Leitzmann. Leipzig, [1918]. 80,

Beier, Franz, Über Johann Jacob Frohberger's Leben und
Bedeutung für die Geschichte der Klaviersuite, Leipzig,
1884,80,nbsp;152, B, 391 (1002; 1011)

Bender, Herm. Het muziekonderwijs en de muziek in 't alge-
gemeen, benevens eene bloemlezing uit brieven van be-
roemde paedagogen en kunstenaars op 't gebied der mu-
ziek. Heusden, 1893, 80,nbsp;264, B, 9 (1004)

Bericht [des] Verein[s] Beethoven-Haus in Bonn über die
ersten fünfzehn Jahre seines Bestehens, 1889—1904, Bonn,
1904, M, portm,, pltn, en facs. 4o,nbsp;152, B, 42 (1002)

Bericht über den deutschen Kongress für Kirchenmusik vom
19.—22. April 1927 .., hrsg. von der staatlichen Akademie
für Kirchen^ und Schulmusik in Charlottenburg. Kassel,
1928. M. notenschr, 80,nbsp;266, A, 28 (1007)

Biehle, Johannes. Theorie des Kirchenbaues vom Standpunk-
te des Kirchenmusikers und des Redners, mit einer Glok-
kenkunde , ,, Mit 14 Abbn, und 2 Tabn, Wittenberg, 1913,
4o.nbsp;149. E. 53 (1376; 987)

Birch-Pfeifier, Charlotte. Der Glöckner von Notre-Dame.
Romantisches Drama. .. nach dem Roman Victor Hu-
gos frei bearb. Leipzig, [1926]. 80,

Brandts Buys, M. A. Problemen bij Matthäus-Passion uit-
voeringen, Arnhem, 1929, M, notenschr, 80.

Briessen, Maria vaa. Die Entwicklung der Musikalität in
den Reifejahren, Langensalza, 1929, M, grafn. en tabn, 80,

Brom-Stniick, Willemien« Lied en luit, Nederlandse volks-
liederen, Rotterdam, 1929, M, notenschr, 8°.

BronsTeld, A. W, Vervolgbtmdel op de Evangelische ge-
zangen, Verzameld in de jaren 1847—1866 en in gebruik
bij de Ned, Herv, Kerk, Historisch en letterkundig onder-
zoek, Wageningen, 1927, 8°.nbsp;264, B, 32 (474)

Bruckner, Anton. Scherzo aus der nachgelassenen Symphonie
D moll,., hrsg. von Josef V, Wöss, Partitur, Wien
enz,, Universal-Edition 1924. 80,nbsp;156, G, 57 (1008)

Catalogus. — Vollständiges Verzeichniss des Musikalien-
Verlages [1838] bis 1877 von Ed, Bote und G, Bock,
Berlin, 1877, 4o,nbsp;152. B, 35 (43)

Catalogus. — Katalog der Musikbibliothek Peters, Leipzig,
1894, 2 afdn, (1 bd,), 4o,nbsp;152, B, 36 (42)

Catalogus. — Katalog des Musikalien-Verlages nebst Schrif-
ten über Musik, Textbücher, Porträts von J. Rieter-
Biedermann, [Leipzig, 1896], 80,

Catalogus Utrecht. — Catalogus Vein de bibliotheek der
Nederlandsche organistenvereeniging, ondergebracht in de
bibliotheek der rijksuniversiteit te Utrecht, samengest,
door A, B r O m J r, 2de druk, Steenwijk, 1929, 80.

Cavaillé-Coll, Cécile et Emmanuel. Aristide Cavaillé-Coll.
Ses origines, sa vie, ses oeuvres. Paris, 1929. Met portm.
en pltn. 4o,nbsp;145, B. 31 (1002; 11; 1368)

Cellier, Alexandre. Les passions et l'oratorio de Noël de J. S,
Bach, précédé d'une notice biographique, Paris, 1929, m!
portm,, pltn,, facs, en notenschr. 80, 150, G, 43 (1007)
Collection des grandes oeuvres musicales.

Chop, Max. Frederick Deliws. Berlin, {1907]. M. portr, en
facs. 80.nbsp;152, E. 1 4 (1002)

Choralmelodieetii, Vierstimmige, zu dem Gesangbuch für die
evangelische Kirche in Württemberg ,,, 10, Stereotyp-
Aufl. Stuttgart, 1873. 80,nbsp;264, B. 24 (474)

Classification [of] music and books on music. M: music, Ml:
literature of music, Mt: Musical introduction and study,
Washington, 1917, So,nbsp;149, £, 55 (33)

Collet, Henri. Albéniz et Granados, Nouv, éd, Paris, 1929,
M, notenschr. So,nbsp;155, F, 55 (1002 (2))

Diary, The music trades, directory, and yearbook, 1930, Lon-
don, 1930, 40,nbsp;152, B. 38 (1001)

Dokkiun, J, D. C. van. Honderd jaar muziekleven in Neder-
land, Eene geschiedenis van de Maatschappij tot bevwde-
ring der toonkunst bij haar eeuwfeest, 1829—1929, Am-
sterdam, 1929, M. portrn., pltn. en facs. 80.

Dosch, L. Die Orgel der Neuzeit. Mit besonderer Berück-
sichtigung der Seraphon- und Labialztmgenregister. Erläu-
tèrt durch Zeichnungen und Notenbeispiele. Leipzig, 1908.
80,nbsp;145. C. 45 (1368)

Dumesnil, René. Le Don Juan de Mozart, Paris, 1927. Ml.
pör'trn., pltn., facs. en notenschr. 80,nbsp;150, G, 42 (1007)

Eitner, Robert. Quellen- und Hilfswerke beim Studium der
Musikgeschichte, Leipzig, 1891. So, 151. C, 35 (1004)

Eist, W. van der. De klokken van den domtoren te Ütrecht,
Amsterdam, [1929], M. pltn., facs., tabn. en notenschr. So,

Enkraaiiud, Maurice, César Franck, Étude critique, Paris,
1930, M, portm,, afbn,, facs, en notenschr. So,

Fischer, Martin. Die organistische Improvisation im 17, Jahr-
hundert. Dargestellt an den Vierundvierzig Chorälen zum
Präambulieren van Johann Christoph Bach. (BA 285),
Kassel, 1929. So,nbsp;145, D. 48 (1004)

Frankenstein, Ludvrig, Arthur Seidl. Ein Lebensabriss, Mit
einem Abdruck von „Meine Vorlesungen am Leipziger kgl,
Konservatorium für Musikquot; van Prof, Dr, ArthurSeidl]
einer Porträtbeil, tmd einem Verjseichms sämtlicher Werke
,,, Regensburg, [1913], 80,nbsp;152, E, 3 2 (1002)

Franz, Robert, Mittheilungen über Johann Sebastian Bach's
„Magnificatquot;. Halle, 1863, 80.nbsp;152, E, 21 (1007)

Gabeaud, Alice. Histoire de la musique. Préface de Roger
D u c a s s e. [Avec] six planches .,, Paris, [1930], 8°,

Gattringer, Franz, Die Schleifwindlade und ihre Verwendung
im Orgelbau, nebst praktischen Winken für Organisten
und Behörden, Leipzig, 1928. M. fign, en afbn, 80.

Girod, L, Connaissance pratique de la facture des gfahdes
orgues, 2nde éd. enrichie de documents,., ainsi que de
planches,,, Namur, 1877, 80,nbsp;145, D, 41 (1376)

Glocken, Die neuen, von St, Jakobi. Treue-Einigkeît-Hoff-
nung. Gedenkblätter ges. van Günther Wendt, Stet-
tin, 1925. M. pltn. 80,nbsp;153, E, 22 H (1376)

Goebel, J, Grundzüge des modernen Klavierbaues, Mit 42
Abbn, Beriin, 1921, 80,nbsp;145, D, 45 (1368)

Günther, Siegfried, Moderne Polyphonie, Berlin enz,, 1930,
M. notenschr. 80.nbsp;155, H. 61 (1005)

Hartmann, Ludwig, Die Orgel, Leichtverständliche Darstel-
lung des Orgelbaus und Orgelspiels nebst einer kurzgefass-
ten Geschichte des evangelischen Kirchenliedes,,, 3,, ,,
Aufl, Mit 17 Textabbn, Leipzig, 1921, 80,

Helmholz, H, Die Lehre von den Tonempfindungen, als phy-
siologische Grundlage für die Theorie der Musik, Mit,,,
Holzstn, Braunschweig, 1863, 80,

Hcmony, Pieter. De on-noodsakelijkheid en ondienstigheïd
van Cis en Dis in de bassen der klokken. Vertoont uyt ver-
scheyde advysen .,. Met twee brieven van P i e t e r H e-
m o n y en een korte toelichting door A. B r o m J r. Am-
sterdam, 1927, M. facs. en notenschr. 80.

Hollmann, Th. Lehrbuch der Stimmkunst für Berufsstimmer.
Hamburg, 1902. 80.nbsp;I45. c. 49 (1368)

Hoyy, J. Over het belang van de kennis der muziek van onze
liederen uit de gouden eeuw. Groningen, 1930. 80.

Höweler, Casper. Inleiding tot de muziekgeschiedenis. 2de...
druk. Amsterdam, 1929, M, fign,, notenschr, en bijln, 80.

Hutschenruyter, Wouter. De dirigent. Hilversum, [1927], M,
notenschr, 80.nbsp;154_ g. 44 (1005)

Hutschenruyter, Wouter. Wagner, 's Gravenhage, [19281. M.
portm., pltn. en facs. 80,nbsp;V. V. 22 E (24; 1002)

Hutschenruyter, Wouter. Brahms, 's Gravenhage, [1929]. M.
portm., facs. en notenschr. 80,

Hutschenruyter, Wouter. Een en ander uit de geschiedenis
der militaire muziek, Hilversum, [1930], M. portm., afbn.,
fign. en notenschr, 80.nbsp;I54. G, 45 (1011)

Hutschenruyter, Wouter. Grepen uit de geschiedenis van de
piano en van het pianospel. Hilverstun, [1930], M, portrn,,
afbn, en fign, 80,nbsp;I54. G, 46 (1011)

Indy, Vincent d'. Richard Wagner et son influence sur l'art
musical français, Paris, 1930, M. portr., fign, en notenschr.
8°. .nbsp;150. G. 41 (1002)

Jahr, Das, des Kirchenmusikers, 1929—.,. Hrsg, von Karl
V Ö 11 e r 1 e. Kassei, 1929— .,. 80,

Keller, Otto. Die Operette in ihrer geschichtlichen Entwick-
lung. Musik, Libretto, Darstellung. Mit 54 Tfln. Leipzig
enz„ 1926. 80.nbsp;150. D. 23 (1012)

Kleczynski, J. Chopin s grössere Werke. Praeludien, Bal-
laden, Nocturnes, Polonaisen, Mazurkas. Wie sie verstan-
den werden sollen. Einschliesslich Chopins Notizen zu der
„Méthode des méthodesquot;. Ins Deutsche übertr. von A, C,

Kobald, Karl. Der Meister des deutschen Liedes Franz Schu-
bert. Ein Wiener Volksbuch. 2te .., Aufl. Wien enz., 1928.
M. portr., afbn. en facs. 80.nbsp;150. G. 29 (1002)

Krejci, F. V. Friedrich Smetana. Berlin, 1906. M. portrn, en
facs. 80,nbsp;152. E, 13 (1002)

Kunst, J. Over Soendaneesche zangmuziek. Weltevreden,
[1928]. M. pltn. en notenschr, 80,

Kunst, J. Een Overwalsche bloedverwant van den Javaan-
schen gamelan. [Den Haag, 1929]. M, afbn. en pl. 4o,

Kunst, J, Over eenige Hindoe-Javaansche muziek-instru-
menten. Weltevreden, 1929, M. pltn. 80.

Leichtentritt, Hugo. Musikalische Formenlehre. Dritte .,,
Aufl, Leipzig, 1927. M. notenschr. 80,

Lert, Emst. Otto Lohse als Opemleiter. Mit einem Bildnis.
Leipzig, 1918. 80.nbsp;154. G. 19 (1002)

Liebig, Fritz, und Christian Knayer. Handbuch des christli-
chen Chordirigenten. Sttutgart, 1930, M, fign,, notenschr,
en tabn, 80.nbsp;264, B, 31 (1005)

Liliencron, R. von. Liturgisch-musikalische Geschichte der
evangelischen Gottesdienste von 1523 bis 1700. Schleswig,
1893. 80.nbsp;266. A. 30 (1007)

Lobe, J. C, Lehre von der Fuge, dem Kanon und dem dop-
pelten Kontrapunkte,,, Leipzig, 1860. M. notenschr. 80,

Lorenz, Alfred. Abendländische Musikgeschichte im Rhyth-
mus der Generationen, Eine Anregung, 1, Aufl, Berlin
1928, 80,nbsp;^150, G, 28 (1004)

bew. naar de „Grundriss der Harmonielehrequot; door Emma
M a 11 a. Stuttgart enz., 1928. M. notenschr, 80.

Mahler-Fest, Das, Amsterdam Mai 1920. Vorträge und Be-
richte hrsg. vonC. RudoIfMengelberg. Wien enz.

Mahrenholz, Cbristhard, Die Orgelregister, ihre Geschichte
und ihr Bau, Kassel, [1929—...]. . .. dln. 80,

Manuel, Roland, Maurice Ravel et son oeuvre dramatique.
Paris, 1928. M. portm., pltn. en notenschr. 80,

Mecke, Friedrich, Heinrich Werner, Ein Beitrag zur Ge-
schichte des Liedes. Duderstadt, 1913. M. portr. en noten-
schr. 80.nbsp;152, E, 3 1 (1002)

Meyer, Max F, The musician's arithmetic. Drill problems for
an introduction to the scientific study of musical compo-
sition. Columbia, 1929. M, fign., pltn. en notenschr. 4o.

Miller, Harry Colin, Lectures on musical bibliography and
history, Glasgow, 1914, 80,

Moresco, M. Onduldbaar,,, De knechting van het Nedter-
landsch muziekleven, 's Gravenhage, 1930, 80,

Musica divina. Moimtsschrift für Kirchenmusik, Hrsg. von
der Schola Austriaca unter die Oberleitung von Alban

Musik und Kirche. Herausgeber; Christhard Mahren-
holz, Wolfgang Reimann, Johannes Wol-
gast. I. Jahrg. (1929)—,,, Kassel, 1929—.,, M, fign, en
pltn, 8o,nbsp;V, V, 146, F (469; 1376)

Muziek, De. Tijdschrift onder redactie van Paul F. San-
ders en W i. P ij p e r, tevens officiëel orgaan van de
Federatie van Nederl. Toonkunstenaars-Vereenigingen.
le— -.. jrg. Amsterdam, 1926— ,,. Met portm. en pltn, 4o

Nuyen^ N. J, W. M. Gedenkboek [van het] eeuwfeest 1930
[van de] koninklijke zangvereeniging „Ceciliaquot;, Met bij-
dragen van J. K. v a n d e r H a a g e n, J. C. H o 1 en W.
N. vanderHout, 's Gravenhage, 1930. M. portm,, pltn,
en facs. 4o,nbsp;152. B, 41 (1004)

Oi^eldisp^itionen. Eine Handschrift aus dem XVIII, Jahrh,,
im Besitz der Sächs, Landesbibliothek, Dresden, Mit Bei-
trägen von Chr, Mahrenholz und E. F1 ade, nebst
orgelgeschichtlichen Mitteilungen hrsg, von PaulSmets,
Kassel, 1931, 4o,nbsp;265, A, 15 (1376)

Orgue, Le grand, de la nouvelle salle de concert de Sheffield
en Angleterre, construit par Aristide Cavaillé-Coll, Paris,
1874. M. pit. 4o,nbsp;275. A. 72 (1376)

Padbrué, Cornelis, I. v. Vondels Kruisbergh op musijck
gebraght. In partituur gebracht en van een inleiàng voor-
zien door A. S m ij e r s. Amsterdam, 1918, M. facs. en
notenschr. 4o,nbsp;V, V. 71, A (196; 1006)

Pirro, André. J. S. Bach. 6me éd, Paris, 1924, M, notenschr,
8o.nbsp;155. F, 54 (1002)

Psalmen, — Volledige verzameling van psalm-, lof- en evan-
gelische gezangen met voor en tusschen speelen bij de
gereformeerden in Holland in gebruik. Vierstemmig voor
het orgel gezet door J, G. Werner, Nijkerk, [1816],
2 dln. So, obl.nbsp;264, B, 29, 30 (1007)

Ramin, Günther. Gedanken zur Klärung des Orgelproblems,
Kassel, 1929, 80,nbsp;I45. igt;, 49 {1376J

Rauchheld, A. Glockenkunde Ostfrieslands, Unter Mitwir-
kung von F. Ritter, Mit 78 Abbn, Emden, 1929, 80,
^^ _nbsp;V, V, 128 F; H. G, v. 72 (856; 947)

Upstalsboomblätter für ostfriesische Geschichte, Heimatschutz und
Heimatkunde, 14,

Raugel, Felix. Les anciens buffets d'orgues du départe-
ment de Seine-et-Marne, [Avec] 8 pis____Paris, 1928, 80.

Raugel, Félix. Palestrina, Paris, 1930, M, portr,, aibn,, facs,
en notenschr, 80,nbsp;I55, p, 56 (1002)

Reinecke, Cari. Zur Wiederbelebimg der Mozart'schen Cla-
vier-Concerte. Ein Wort der Anregung an die clavier-
spielende Welt, Zweite Aufl, Leipzig, 1910, M, notenschr,
8°.nbsp;152, E, 35 (1011)

Riehm, W. Das Harmonium, sein Bau und seine Behandlung,
Mit 14 Figurentfln, 3e ,,, Aufl, Beriin, 1897, 80,

Sakolowski, Paul. Emst von Schuch, Leipzig, 1901, M,
portrn, 80.nbsp;152. £ H (1002)

Schiedermair, Ludwig.nbsp;Gustav Mahler. Eine biographisch-
kritische Würdigung, Leipzig, [1900], M, portr, en noten-
schr, 80, 152, E, 12 (1002)

Schiedermair, Ludwig. Einführung in das Studimn der Musik-
geschichte, Leitsätze, Quellen, Zusammenstellimgen und

Schultz, Helmut, Die Karl-Straube-Orgel des musikwissen-
schaftlichen Instituts imd Instrumenten-Museums der Uni-
versität Leipzig, Einführungsschrift, Neue Ausg, Mit 2
Bildtafln, Leipzig, 1930, 80.nbsp;264. B, 25 1 (1376)

Schwebsch, Erich. Joh. Seb, Bach und die Kunst der Fuge,
Stuttgart enz,, 1931, M, notenschr, 80,

Seidel, Emst. Egt;ie Glocken der Heimat. Ein Glockenweihe-
spiel, lote Aufl, Beiersdorf, 1926, 80.

Servières, Georges. Saint-Saëns. Nouv, éd, Paris, 1930, M,
notenschr, 80.nbsp;150, G, 48 (1002)

154. G.' 21 (1002)
Stwn Adolf, Gluck in Versailles. Nanon. Zwei Novellen
Mit einer biographischen Einleitung von Friedrich
Bernt. Mit einem Bildnis ,,, Leipzig, [19051. 80,

Symphonia. Tijdschrift gewijd aan de (instrumentale) muziek
7de jaarg. (1923/1924)-... Hilversum. 1924-... M. poSra'
en notenschr. 4o.nbsp;V. V. 146. A (10011

Terry, Charles Sanford, Johann Sebastian Bach. Eine Bio-
graphie. Mit einem Geleitwort von Karl Straube
Mit 55 Abbn,, [Tabn. und Notenschr.]. Leipzig, [1929]. 80'

Thrane, Carl, Friedrich Kuhlau, , ,, Deutsche Übers, aus
„Danske Komponisterquot;. Leipzig, 1886. 80,

152, E. 3 3 (1002)
Trio, H, Een heroën-kwartet. Schubert, Schumann, Berlioz,
Wagner m hun leven en werken geschetst, Sneek, 1890
M. portm. 80.nbsp;155_ h, 59 (1002)

Ungarn, ein Land der Musik, Ungarische Künstleralmanach,
Chefredakteur: Julius Vâsârhelyi, Redaktion:
Julius Fodor, Stephan von Gajâry. Andreas
von Spur, Verantwortlicher Redakteur: Karl von
Mârffy, 2, Aufl. Budapest, [1930]. M. portm. en afbn
8°.nbsp;151, C, 34 (1004)

Vallas, Léon, Les idées de Claude Debussy, musicien fran-
çais, Paris, 1927, M. portr., facs, en notenschr, 80,

Verslag van het eeuwfeest en handelingen van de honderdste
algemeene vergadering der Maatschappij tot bevordering

Verzeichnis der Sammitmg alter Musikinstrumente im Bach-
hause zu Eisenach, [Zusammengestellt von Edward
Buhle], Leipzig, 1913. Met pl. 80.

Vonka, Rudolf, De Cechische muziek. De ontwikkeling der
beeidende kunsten in Cechoslovakije. [Naarden, 19301
80.nbsp;• 150. F, 41 (971; 1004)

WaU, Wdlem van de. Methodische toepassing der muziek bij
de behandeling van ongewone personen. Geautor, vertaling
van een drietal zijner geschriften voorafgegaan door een
mleiding van W. H. C o x. Amsterdam-Sloterdijk, 1929 M
notenschr. 80.nbsp;I49, jy g (1003; 1283.1)

Wandrey, Conrad, Hans Pfitzner. Seine geistige Persönlich-
keit und das Ende der Romantik, Leipzig, 1922. M. portr

Wangemann, Otto, Geschichte der Orgel und der Orgelbau-
kunst von den ersten Anfängen bis zur Gegenwart. 2. Aufl
Demmin, 1881. 80.nbsp;I45. £gt;, 45 (1376)

Weingartner, Felix, Lebenserinnerungen. Zürich enz., [1928,
1929]. 2 dln. M. portrn., pltn. en facs. 80,

Welcher von Gontershausen, H, Der Ciavierbau in seiner
Theorie, Technik und Geschichte, unter Hinweisung seiner
Beziehungen zu den Gesetzen der Akustik. 3.... Auflage.
Mit 80 Abbn. Frankfurt a. M., 1864, 80.

Wiel, J. C, W, van de. Leergang in den Gregoriaanschen zang
. .. Nijmegen enz., 1930. M. notenschr. 4o,

Wichmann, Heinz, Der neue Opernführer, Mit einem Geleit-
wort von MaxvonSchillings [und] 12 Bildbeigaben.
Beriin, [1930]. 80.nbsp;150. F, 42 (1007)

Wohlmuth, Leonhart, Mozart, Künstler-Lebensbild, Drama
., , Nürnberg, 1856, 80,nbsp;156. H. 4 (154; 1002)

Wolf, Johannes. Geschichte der Musik in allgemeinverständ-
licher Form. Leipzig, [1925]. 3 dln. (1 bd.). M. notenschr, 80,

Wolkan, Rudolf, Wiener Volkslieder aus fünf Jahrhunderten.
I, 1: Einleitung. [Mit] 13 Tfb. Wien, 1926. 80.

voor da algemeene vergadering van de vereeniging op Woenadag S5
tJovmber, dea avonda half negen in Hotel Terminus, Stationeplein.

Tijdens de besprekingen tusschen het Bestuur van het Fonds en den
hoogleeraar in de muziekwetenschap inzake het gebruik der muziek-
boekerij heeft de Bibliothecaria der Rijksuniversiteit, Cr. A.
Hulshof, twee vragen geateld t.w.:

1. „Gaat de vereeniging acooord met de overbrenging van de niu quot;
„ziekboekerij van de Wittevrouwenstraat 11 naar het muziek- »
..hiatorisoh Instituut, Biltstraat 17S (voormalige Veeartse-«
„nyechooDquot;?

2' «Int^isn het Fonds daarmee aoooord gaat, wil het Fonds danquot;
„^wnalen ae wensohelljkheid dezer overbrenging uitsprekenquot;.
„meaeTH^verbana met de toekomstquot;?

Het zyn deze twee belangrijke vragen, die het Bestuur van het
Fonds in eene ledenvergadering behandeld wil zien. Vragen van
verstrekkende beteekenie voor het vervolg, die ü nopen zullen do
algem. vergadering, waartoe wy U beleefd, doch met klem van rede-
nen uitnoodigen, by te wonen.

In deze vergadering moet tevens voorzien worden in de vacature
van een bestuurslid. Komt allen!

'KV.- quot;■iAi^./

-,.-,'»•■ 1 ,, .jf •• Ä

SUPPLEMENT 1	maart	1915
2	november	1915
5	- juli	1914
4	october	1914
5	maart	1915
6	october	1915
7	februari	1916
8	october	1916
9	november	1917
10	- (juli)	1925
(11	- niet in druk verschei
12	- april	1924
13	-15 - december	1926
16	- juni	1929
17	augustus	1951

gt;

	' ' ■ ' ' .


	.»}■ • -i« - ■fett ' ;



	/