-ocr page 1-

J

OVER BESTRIJDING
VAN GESLACHTSZIEKTEN

SOCIAAL-GENEESKUNDIGE BESCHOUWINGEN
OP GROND VAN DE ERVARINGEN
TE ROTTERDAM

door

L. MULLER

amsterdam — h. j. paris

-ocr page 2-

m

V

■ ^

.. r

' ( t

■«■^•■fir.ï^ï.iï - :

- ; ^ V

■..'äic

...

-, ^

vv /■■-cij';;

-ocr page 3-

-quot;s

• y
t

M

m

V

^ :
j

\

f ... i
Sil

• f

-

M-:''

Ifîfe ■

' ■■■

-ocr page 4- -ocr page 5-

OVER BESTRIJDING
VAN GESLACHTSZIEKTEN

sociaal-geneeskundige beschouwingen
op grond van de ervaringen
te rotterdam

„Z)ie Moral hat es mit dem wirklichen Handeln
des Menschen und nicht mit apriorischem
Kartenhäuserhau zu tun, an dessen Ergebnisse
sich im Ernste und Drange des Lebens kein
Mensch kehren würde, deren Wirkung daher,
dem Sturm der Leidenschaft gegenüber, so viel
sein würde wie die einer Klystierspritze bei einer
Feuersbrunstquot;.

Schopenhauer - Zweite Preisschrift

-ocr page 6-

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

0490 8897

-ocr page 7-

OVER BESTRIJDING
VAN GESLACHTSZIEKTEN

sociaal-GENEESKUNDIGE BESCHOUWINGEN
op GROND VAN DE ERVARINGEN
TE ROTTERDAM

PROEFSCHRIFT

ter verkrijging van den graad van
doctor in de geneeskunde aan de rijks-
universiteit te utrecht, op gezag van
den rector magnificus
Dr. f. h. quix,
hoogleeraar in de faculteit der ge-
neeskunde, volgens besluit van den
senaat der universiteit tegen de
bedenkingen van de faculteit der
geneeskunde te verdedigen op dinsdag
19 september 1939, des namiddags te
4 uur, door

leendert muller

geboren te rotterdam

AMSTERDAM - H.J.PARIS - MCMXXXIX

-ocr page 8-

im.

^ ' 1

'S:»- f

-ocr page 9-

Het verschijnen van dit proefschrift schenkt mij de gelegenheid,
mijn dankbaarheid uit te drukken jegens hen, die, op welke wijze
dan ook, hebben medegewerkt aan mijn academische vorming aan de
Utrechtsche Universiteit.

M.ijn dank gaat vooral uit naar mijn ouders, die mij de gelegenheid
boden, arts te worden.

U, Hoogleeraren, Oud-Hoogleeraren en Docenten der Medische
Faculteit ben ik dankbaar voor alles wat Gij tot mijn opleiding als
arts hebt bijgedragen. Mijn gedachten gaan daarbij bovenal uit naar
Zwaardemaker, Eykman, Kouwer, Snellen, Magnus, Hijmans van
den
Bergh, de Josselin de Jong, Haverschmidt, Bouman, Winkler,
Aldershoff, Van Herwerden, die het tot een bijzonder voorrecht
maakten, aan de Utrechtsche Universiteit te mogen studeeren.

Hooggeleerde Baart de la Faille, Hooggeachte Promotor, U ben
ik grooten dank verschuldigd voor de wijze, waarop Gij, leiding hebt
willen geven aan de bewerking van mijn proefschrift.

Zeergeleerde Feisser, U dank ik ten zeerste voor den steun, dien
Gij mij gegeven hebt bij de keuze van mijn onderwerp en voor de
verdere belangrijke hulp, die ik van
U mocht ontvangen.

Ik stel het op hoogen prijs. Zeergeleerde Bloemen, dat ik in Uw
Polikliniek alle mogelijke gastvrijheid mocht genieten en steeds mocht
rekenen op
Uw raad.

Mijn bijzonderen dank betuig ik U, Zeergeleerde Hermans, voor
het te mijner beschikking stellen van het materiaal van Uw Polikliniek,
met minder ook voor Uw waardevolle adviezen.

Voor de gelegenheid, die Gij, Zeergeleerde ten Berge, mij boodt,
kennis te maken met Uw sociaal zoo belangrijke werk ter bestrijding
van de congenitale syphilis, zeg ik U hartelijk dank.

-ocr page 10-

Zeergeleerde Harders, Uw onmiddellijke bereidheid, een onder-
zoek in te stellen naar geslachtsziekten bij de
U toevertrouwde blinden
en het enthousiasme, waarop Gij
U op dien taak wierpt, zullen bij mij
in dankbare herinnering blijven.

Weledelgestrenge Den Hartog, U dank ik zeer voor de moeite,
die Gij
U gaaft, de juridische knoopen met mij te ontwarren.

U, Zuster Romeyn en Zuster Van Dijk, zeg ik van harte dank voor
alles, wat Gij mij in onze vele gesprekken hebt willen mededeelen
over Uw moeilijk sociaal werk.

Ten slotte dank ik allen, die op eenigerlei wijze behulpzaam waren
bij het tot stand komen van dit proefschrift.

-ocr page 11-

INHOUD

inleiding...............

Gonorrhoe.......

Syphilis ................................^

Lymphogranuloma inguinale ...........................^

BHndheid en geslachtsziekten.....lo

quot; - K^N DE BESTRIJDING DER GE-
SLACHTSZIEKTEN DOELMATIG GEREGELD WORDEN?

A- Maatregelen ter bescherming van hen, die

nog met besmet zijn.
Opvoeding..........

Gezinsopvoedingnbsp;.........Jg

Sport, ontspanning, vereenigingsleven .............L

^escherming van de jeugd .nbsp;....... Z

Zorg voor den zeeman...................

Het vroege huwelijk ...nbsp;.................

Geneeskundig onderzoek voor'hét'huwelijk' ! ! !.......'o

1 revenueve behandeling .nbsp;......

Gebruik van prophylactica .... .............„

Maatregelen, die de prostituées nemennbsp;^

B - Maatregelen tot opheffing van alle uiter-
iiJKe omstandigheden, die de verbreiding
van venerische ziekten in de hand werken.

Onderdrukking der prostitutie . .

—• • • • • ■ • • • • •

Bestnjdmg der pornographie ...nbsp;1

Toezicht langs de verkeerswegen .............^^

^org voor de ongehuwde moeder . .............„

Keclasseering van prostituées .nbsp;.............f

Alcoholbestrijding .... .................

Zorg voor goede woongelegenheid.'nbsp;quot;

I

-ocr page 12-

c - Maatregelen tot opsporing en behande-
ling van en tot toezicht op personen, die
reeds besmet zijn.

Zoo vroeg mogelijke behandeling..........

Behandeling en controle tot de besmettelijkheid is g'eweken

41

------------„ ---------— L'i-aiiicLicii^Kiieiu IS geweken . .nbsp;42

Opspormg van geïnfecteerden......................^

Kostelooze behandehng......... ].........

Contrôle op geïnfecteerden.......................

Bestrijding der kwakzalverij.................^

„Follow-up-werkquot;.......... ...........

Het centraUseeren van het sociale wérknbsp;.......1q

Prae-natale zorg......... .............

....................

quot; quot;quot;âsçrimvnrgeslachtsziekte-
bestrijding te rotterdam

A-De Gemeentelijke Polikliniek........59

Leeftijd, geslacht, en burgelijke staat.

De beroepen der vrouwen ....nbsp;..........^

Volledige behandeling . . .................

Resultaten van den arbeid der'sociale w'erksier'snbsp;67

De prostituée........

Amatrices........ .................

Combinaties van geslachtsziekten...............11

Extra-genitale infecties ... ..............I

Contrôle van het ruggemergsTOch't bij'syphilis! !!.'.' .' .' .'nbsp;Si

82

B - De Havenpolikliniek

samenvatting. . .

....................108

Zusammenfassung.......

Summary........ ...................

Résumé...............................

.......................

geraadpleegde literatuur

-ocr page 13-

INLEIDING

geschiedenis

De beteekenis van een infectieziekte voor de volksgezondheid hangt
af van de frequentie dier ziekte en van de schade, die zij kan toe-
brengen aan het individu, aan de gemeenschap of aan het ras der
menschen.

De geslachtsziekten vormen op dezen regel geen uitzondering; zeer
zeker zijn er ziekten van gróóter omvang en van nóg ernstiger sociale
oeteekenis, maar wat de geslachtsziekten een bijzondere beteekenis
verleent is, dat deze vermijdbare ziekten zijn.

Wil men een strategisch plan opbouwen om dezen volksvijand te
bestrijden, dan dient men zich allereerst af te vragen: „Waarom is een
intensieve bestrijding der geslachtsziekten noodzakelijk?quot; Met andere
woorden: Wat zijn de sociale gevolgen van de geslachtsziekten?

Een volgende vraag is: „Hoe heeft men elders den strijd aange-
bonden, hoe is in andere landen de bestrijding der geslachtsziekten ge-
organiseerd?quot;

Komende tot den strijd zèlf, dient men zich dan nog af te vragen:
«Welke maatregelen kimnen worden getroffen tot genezing van hen,
die reeds geïnfecteerd zijn en tot bescherming van hen, die nog niet
werden besmet?quot;

Eindelijk moet men, om den vijand met succes te kunnen bekampen,
hem goed kennen, weten, waar de vijand stelling heeft genomen en
in welken getale. Gegevens moeten dus worden verzameld omtrent
leeftijd, geslacht, beroep, burgerlijken staat, enz. der geslachtszieken.

Doel van deze verhandeling is, de verschillende bestrijdingsmogelijk-
heden naar hun waarde te schatten en te pogen een bijdrage te leveren
tot de kennis van de verbreiding der geslachtsziekten.

Wat het laatste betreft heeft schrijver dezes zich beperkt tot een
onderzoek naar de ervaringen, die gedurende een reeks van jaren wer-
den opgedaan aan de beide Poliklinieken voor huid- en geslachtsziekten
te Rotterdam, die tot de grootste in den lande behooren en die een rijk
materiaal verzamelden.

-ocr page 14-

Daarbij is geen poging gedaan, een onderzoek in te stellen naar
de frequentie der geslachtsziekten, in Nederland evenmin als te Rot-
terdam, aangezien zonder een omvangrijke enquête daartoe geen be-
trouwbare gegevens te verkrijgen zijn. Trouwens, gegevens omtrent
de frequentie der geslachtsziekten in Nederland werden over het jaar
1935 reeds verzameld door Prof. Dr. Th. M. van Leeuwen en Dr.
E. H. Hermans, waarbij duidelijk de grootere frequentie der geslachts-
ziekten in de provincies Noord- en Zuid-Holland aan het licht kwam
en de enorme invloed van de beide havensteden Rotterdam en Amster-
dam naar voren werd gebracht. Daarbij bleek, dat in de provincies
Noord- en Zuid-Holland ongeveer vijf maal meer geslachtsziekten
voorkwamen dan in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, welke
grootere frequentie voor een belangrijk gedeelte voor rekening van de
steden Rotterdam en Amsterdam komt, beide met groote poliklinieken
voor zeeheden. Tevens bleek uit deze enquête de veel geringer fre-
quentie der geslachtsziekten per 100.000 inwoners in Nederland, ver-
geleken met enkele andere landen:

Aantal nieuwe besmettingen in een jaar per 100.000 inwoners:

S|

■21

A

c a
« Ö

•0

quot;SM
z

1

2
0

co

quot;3
Q

■c
£

S

ë

0
Q

T3

a
.3

W

syphilis........

congenitale syph.....

gonorrhoe.......

ulcus molle.......

15

4
89

4

8
I

34
0,4

II

2

59
2

39
6

242
5

56
34

200
10

21
2

272
3

15

Totaal per 100.000 in-

woners ........

112

43

74

292

300

298

De veel geringer frequentie in Nederland kan echter geen reden
zijn, minder waakzaam te worden, speciaal ten opzichte van de groote
havensteden.

Voor een nadere bestudeering van de vraagstukken, die de bestrijding
der geslachtsziekten stelt, leveren de beide Rotterdamsche poliklinieken
een interessant materiaal, niet alleen om de grootte ervan, maar ook
om de eigenaardigheid van het feit, dat de Gemeentelijke PoUkliniek
verschillende phasen heeft doorloopen, die kenmerkend zijn voor de

-ocr page 15-

veranderde inzichten in de bestrijdingswijze der geslachtsziekten.

e Polikliniek, het oorspronkelijk uitgangspunt van deze studie,
werd reeds in 1903 gesticht en vormt een belangrijk evenement in de
geschiedenis der Gemeente-poHtiek.

De Polikliniek dankt feitelijk haar ontstaan aan het medisch toezicht
op de prostituées, zooals dit vóór het jaar 1903 geschiedde door den
pohtie-arts.

Hoewel dit medisch toezicht op geen enkel wettelijk voorschrift be-
rustte, werd het toch uitgeoefend uit naam van den toenmaligen burge-
meester, die de opvatting huldigde, dat controle moest worden uit-
geoefend op de gezondheid der bordeelbewoonsters.

In 1902 werd te Rotterdam de reglementeering afgeschaft en daar-
me^ het geneeskundig toezicht op de prostituées; tegelijkertijd besloot
e Cjemeenteraad tot de stichting van een kostelooze Polikliniek voor
oehandeling van geslachtsziekten.
De behandehng aan de nieuw opgerichte Polikliniek was geheel
osteloos en vrijwiUig, maar wanneer men de oude fohanten van de
eerste jaren na de oprichting doorbladert, treft het telkenmale, dat de
ehandeling slechts zelden geheel voleindigd werd: een pijnlijke
salKyl-kwik-injectie was reeds dikwijls een argument om weg te blijven.
Merkwaardig uit dezen tijd is een klein onderzoek naar de bron
an infectie, dat zich uitstrekte over twee maanden van het jaar 1909.
^^lerin wordt onderscheid gemaakt tusschen bordeelprostituées en
andestiene prosthuées, waarvan de volgende omschrijving wordt
gegeven:
„Een bordeel is wat een werkman een „kastjequot; noemt, dus
cafe-achtige gelegenheid met meer dan één vrouw. Een clandestiene
prostituée IS een vrouw, die de zaak alleen, voor eigen rekening en risico
»rt^t, ook al heeft ze een souteneurquot;.

^ an 130 mannen met een geslachtsziekte werd de bron van infectie
reSatTn-'quot;^^'^^^^'^nbsp;^^^^ ^^nbsp;^^nbsp;volgende

quot;fcw molk: totaal 25, waarvan 5 verkregen in een bordeel te Rot-
terdam, 14 bij clandestiene prostituées te Rotterdam,
I onbekend (dronken), i Italië, i Spanje, 3 eigen vrouw.

syphihs: totaal 16, waarvan 2 verkregen in een Rotterdamsch bor-
deel, 7 bij clandestiene prostituées te Rotterdam, 2 on-
bekend, I Duitschland, i Rusland, i Amerika, i Schot-
land, I eigen vrouw.

-ocr page 16-

gonorrhoe: totaal 89 gevallen, waarvan 20 verkregen in een bordeel
te Rotterdam, 46 bij een Rotterdamsche clandestiene
prostituée, 5 eigen vrouw, 5 dienstmeisje, 2 verloofde,
I concubine, i Duitschland, i Moordrecht, i Lobith,
I Engeland, 2 Rusland, 2 Amerika, i Amsterdam, i on-
bekend.

Dit onderzoek, een voorlooper van wat later meer systematisch wordt
nagegaan, strekte zich uit over 130 gevallen, waarvan 27 werden ver-
kregen bij bordeel-prostituées en 67 bij clandestiene prostituées te
Rotterdam.

Na de opheffing van de bordeelen brak een tijdvak aan van algeheele
vrijheid van behandeling: men was vrij, zich te doen behandelen en
vrij om de behandeling te staken.

In 1935 kwam aan de periode van volledig vrijwillige behandeling
een einde, toen alom de gedachte veld won, dat nieuwe wegen moesten
worden ingeslagen om den strijd tegen de geslachtsziekten met succes
te voeren: In dat jaar werd bij de Gemeentelijke Polikliniek een sociale
werkster aangesteld, wier voornaamste werk bestaat uit het opsporen
van patiënten, die zich aan een geregelde behandeling hebben ont-
trokken.

Te Rotterdam zijn aldus drie phasen in den strijd tegen de geslachts-
ziekten te onderkennen:

1nbsp;- gedwongen behandeling voor prostituées;

2nbsp;- vrijwillige behandeling;

3nbsp;- vrijwillige behandeling met opsporing.

-ocr page 17-

HOOFDSTUK I
DE SOCIALE GEVOLGEN DER GESLACHTSZIEKTEN

De geslachtsziekten vernietigen niet alleen veel levensgeluk, maar
van velerlei sociale lasten, die op de gemeenschap

Deze lasten, in het kort vermeld, zijn de volgende:

gonorrhoe

f ^^Secompliceerde gonorrhoe geeft in het algemeen geen ar-
ei s-ongeschiktheid; de complicaties daarentegen, die meestal eenige
efeen na het eerste ontdekken van découlement optreden, de epidi-
ymrns en de prostatitis, kunnen een, zij het vaak kort durende in-
aüditeit veroorzaken, die in het meerendeel der gevallen de 5—7
dagen niet te boven gaat.

Af en toe, vooral bij de epididymitis duplex, zijn de pijn en de tem-
Peratuursverhooging van dien aard, dat ziekenhuisverpleging ge-
wenscht is.

dnbsp;aandoeningen der gewrichten echter kunnen wel

^egehjk aanleiding geven tot blijvende gedeeltelijke of geheele arbeids-

^ngeschiktheid. Deze arthritiden, die in ongeveer 2% der gevaUen

u en voorkomen, geven soms aanleiding tot verstijving met blijvend
gestoorde functie.

voo^' ^^^^'^zoek van het materiaal van de Gemeentelijke PolikHniek
1921— quot; geslachtsziekten te Rotterdam werden in het tijdvak
vLnbsp;gevallen van gonorrhoe gevonden 75 gevaUen

van arthritis, d.i. in 1,8% der gevallen.

eewr-^?'-nbsp;meerdere gewrichten getroffen in 22 gevallen, één

Lt k ^^ gevallen. Onder de aangedane gewrichten werd 39 maal
^^^ Kniegewricht gevonden, 14 maal het talo-cruraalgewricht, 10 maal

gewr^°hnbsp;vingergewrichten, 8 maal het eUeboogs-

icüt, 7 maal het schoudergewricht, 4 maal het heupgewricht.

-ocr page 18-

2 maal het kaakgewricht, 2 maal het gewricht van Lisfranc en i maal
het sterno-claviculair-gewricht.

Het was hierbij niet mogelijk, na te gaan, in welk percentage der
gevallen een blijvende verstijving van één of meer gewrichten optrad,
aangezien patiënten met een geslachtsziekte toch al moeilijk te volgen
zijn en bovendien de lijders voor verdere behandeling meestal naar
chirurg of huisarts werden verwezen, waardoor zij uit het oog werden
verloren.

De endocarditis gonorrhoica en de gonorrhoische algemeene sepsis
zijn gelukkig relatief zeldzame ziekten, maar bieden een dubieuse
prognose quo ad vitam.

b - Steriliteit bij man en vrouw

Getallen hieromtrent zijn moeilijk te verkrijgen.

H. Haustein zegt in „Statistik der Geschlechtskrankheitenquot;, band
XXII van het groote „Handbuch der Haut- und Geschlechtskrank-
heitenquot; dat men schattenderwijs kan aannemen, dat rond 10% van
alle gonorrhoes bij den man gecompliceerd is met een epididymitis
en dat hiervan weer een tiende deel dubbelzijdig optreedt. Steriliteit
kan het gevolg zijn van een dubbelzijdige epididymitis; terwijl men
het ook kan verwachten in die gevallen, waarin slechts één zijde is
aangedaan geweest; hier kan de steriliteit het gevolg zijn van een on-
opgemerkte funiculitis aan den anderen kant, die aanleiding heeft ge-
geven tot bemoeilijkte passage voor de sperma-vloeistof.

Hoeveel van deze gevallen later ongewild steriel blijven, is niet in
getallen vast te leggen.

Haustein meent slechts te kunnen zeggen, dat van alle steriele huwe-
lijken in een vierde tot een derde deel de oorzaak bij den man ligt;
in 70—90% der gevallen vindt men gonorrhoe in de anamnese en 40—
90% der mannen, die een dubbelzijdige epididymitis hebben gehad,
waren blijvend steriel.

De gonorrhoe kan oorzaak zijn van steriliteit der vrouw langs ver-
schillende wegen. In de eerste plaats kan vóór het huweUjk een infectie
hebben plaats gehad en in aansluiting daaraan een dubbelzijdige sal-
pingitis, die aanleiding geeft tot afsluiting der eileiders.

Wordt daarentegen de vrouw bij het aangaan van het huwelijk ge-
ïnfecteerd door den gonorrhoischen echtgenoot, dan treedt wel een
conceptie op, maar zien we vaak in het kraambed gunstige omstandig-
heden ontstaan voor de ontwikkeling van een salpingitis, waardoor de

-ocr page 19-

/

Ss?aatnbsp;en de bekende „één-kind steriliteitquot;

be?ik-nbsp;^^ S^äii' lioe groot de jaarlijksche „uitvalquot; van de

ben dnbsp;van de gonorrhoe; men kan immers nooit

dertalhoeverre er sprake is van bewuste regehng van het kin-

c - Ooginfecties bij de baring

^ Tot de ernstige gevolgen van de gonorrhoe behoorde vroeger de
ectie van het oog van de pasgeborenen, de blenorrhoea neonatorum.

aan 7nbsp;^^nbsp;op 300-000 neemt

2nbsp;30.000 gevallen gonorrhoe de oorzaak is.

^^ Prophylactische indruppeling volgens Crédé met 2%
isnbsp;algemeen goed der artsen en verloskundigen

ë orden, komen sporadisch toch nog wel ooginfecties voor.

d - Vulvovaginitis

ken Ïnbsp;tot op zekere hoogte als een sociale last aanmer-

dier^®,.nbsp;O'quot; de kosten van de langdurige behandehng,

die^met zelden klinisch moet geschieden.

van ^ciJn^^ ^^^ - gewezen op het groote belang van het aanleggen
Amsterd ^^^ v- ^^^ onderzoek op gonococcen: Bij 126 kinderen te
gesteld'^ hi^'i ^^^^^ ^^ diagnose vulvovaginitis gonorrhoica was
bevesti'n ? ^^^^ diagnose in slechts 22 gevallen te kunnen worden
van Loghem°^ ^^^ cultuur-onderzoek en de Gram-kleuring volgens

ï'-^'nbsp;^932, blz. 2197: „De waarde van cultuur-

«zoek bij vaginitis infantumquot; door Dr. A. Charlotte Ruys).

syphilis

opgavenbsp;gerubriceerd) bedroeg volgens

over . . Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek te Rotterdam
quot;ver een reeks van jaren:

De'sieffL'^^^' ^ unbsp;'935: 22; 1936: 37; 1937: 38.

dezelfH» ,nbsp;dorsalis en dementia paralytica bedroeg over

czeitde reeks van jaren:

^931: 25; 1932: 28; 1933: 20; 1934: 7; 1935: 18; 1936: 31; 1937: 31.

-ocr page 20-

b - Vermindering van het arbeidsvermogen

De primaire syphilis zal slechts zelden aanleiding geven tot arbeids-
ongeschiktheid.

Een interessante, doch bescheiden rol speelt het extra-genitale
luetische primair-affect als ongeval.

Kaufmann schrijft in zijn „Handbuch der Unfall-Medizinquot;, 4e druk,
1925, 2e deel, blz. 134, dat Eysel in een dissertatie van 1896 bericht
over twaalf gevallen, alle aangestoken door één enkelen arbeider. Het
betrof hier het overbrengen van s3rphilis door het glasblazen, waarbij
de blaaspijp vaak van mond tot mond gaat. In de twaalf gevallen, in
genoemde dissertatie vermeld, zat het primair affect 5 maal aan de
lip, I maal aan den mondhoek, 3 maal aan de tonsillen, i maal aan de
tongbasis, i maal in de keelholte en i maal niet te bepalen.

Bernacchi nam een kleine epidemie waar van 7 gevallen in een glas-
blazerij te Milaan.

Het archief van de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam beschikt
niet over dergelijke gevallen, echter zouden, blijkens mededeeling
van den Medischen Advisem- Dr. L. Smit, deze infecties als ongeval
in den zin der wet moeten worden aanvaard.

De secundaire syphilis geeft in verscheidene gevallen door het alge-
meen ziek-zijn aanleiding tot tijdelijke arbeidsongeschiktheid, vaak
zal ziekenhuisopname noodig blijken.

Dikwijls is ook khnische behandehng van floride secundaire syphilis
gewenscht om infectie van huisgenooten of anderen te voorkomen.

Belangrijk is ook de rol, die de tabes dorsalis speelt in de onge-
vallengeneeskunde. Een tabes kan aan het hcht komen, doordat een
wond slechte neiging tot genezing vertoont, pseudarthrose-vorming
ontstaat of sterke vormverandering van gewrichten zich voordoet.

In een door Dr. L. Smit geschreven artikel over „Tabes dorsalis
en ongevalquot;, voorkomend in het Geneeskundig Tijdschrift der Rijks-
verzekeringsbank van Febr. 1936, blz. 33, kan men lezen, dat spontaan-
fracturen niet door de Bank als ongeval worden aanvaard.

Een ongeval in dienstbetrekking, indien daar althans een letsel het
gevolg van is, wordt wèl schadeloos gesteld, ook al kan met vrij groote
waarschijnlijkheid worden aangenomen, dat de tabes de oorzaak van
het ongeval is.

-ocr page 21-

De getroffene is nl. verzekerd zooals hij is, d.w.z. met al zijn kwalen
en gebreken.

c - Groote kosten van verpleging bij de paralue s

Om een indruk te verkrijgen van de groote sociale lasten, die het
gevolg zijn van de verpleging van patiënten met dementia paralytica,
worden eenige gegevens vermeld omtrent verpleegduur en kosten be-
treffende de patiënten, die gedurende de jaren 1935 tot en met 1938
m de Psychiatrische Inrichting „Maasoordquot; der Gemeente Rotter-
dam werden verpleegd.

In die jaren werden 56 vrouwen verzorgd met een totale verpleeg-
duur van 50 jaar, i maand en 25 dagen; de kosten hiervan, berekend
naar den laagsten verpleegprijs, dien van het jaar 1938, bedroegen
•/37-5I3.58.

Gedurende hetzelfde tijdvak werden 137 mannen verpleegd, te
samen 109 jaar, 7 maanden en 3 dagen lang; de kosten hiervan, naar den
zelfden maatstaf berekend, bedroegen ƒ81.974,48.
Voor mannen en vrouwen samen bedroegen de kosten dus

ƒ119.488,06.

d - Congenitale syphilis

Het overgaan van de syphilis van de moeder op het nog ongeboren
^d beteekent in vele gevallen een vroeggeboorte of de geboorte van
een dood kind.

Wordt het kind levend geboren en blijft het in leven, dan is de kans
groot, dat het vroeger of later verschijnselen van geestelijke of lichame-
ujke minderwaardigheid gaat vertoonen en het kind doof, bünd of
zwakzinnig wordt.

Simons vermeldt, dat in de inrichting voor achterlijke kinderen te

Voorgeest van de 180 patiënten er 12 congenitale lues hebben, d.i.
bijna 7%.

lymphogranuloma inguinale

Deze „vierde geslachtsziektequot; ontleent haar sociaal belang aan het
Chronisch verloop en vooral aan de late gevolgen, die bekend staan
onder den naam „genito-ano-rectale syndroomquot;, onder welk symp-
omencomplex wordt verstaan de elephantiasis anorectalis met ulcera
en stricturen van het rectum en perianale fistels.
De ziekte, die in tropische landen vaker voorkomt, wordt de laatste

-ocr page 22-

jaren te Rotterdam nogal eens gediagnostiseerd, terwijl ook gebleken
is, dat eenige Rotterdamsche prostituées ermee besmet zijn.

blindheid en geslachtsziekten

Oudere medische werken geven aan, dat de blenorrhoea neonatorum,
veroorzaakt door den gonococcus Neisseri één van de meest voorko-
mende oorzaken van blindheid was: Blaschko vermeldt, dat in Budapest
in 1876 het aandeel van de blenorrhoe in gevallen van blindheid 42%
bedroeg, in 1907 — na invoering van de prophylactische indruppeling
met 2% nitras argenti-oplossing volgens Crédé — nog 27%.

Deze ernstige oogziekte is door het algemeen invoeren van de be-
handeling volgens Crédé van de oogen van pasgeborenen zóó zeer
teruggedrongen, dat zij op groote ophthalmologische poliklinieken
slechts zelden meer gezien wordt en dan nog wordt meestal een gunstig
resultaat geboekt bij de behandeling. Geen wonder, dat thans onder
de blinden nog slechts weinig gevallen te vinden zijn, die op gonorrhoe
zijn terug te brengen, meestal zijn die dan nog door verwaarloozing
ontstaan.

Een onderzoek naar de beteekenis der geslachtsziekten als oorzaak
van blindheid werd verricht bij een aantal blinden, werkzaam aan de
„Werkinrichting voor hulpbehoevende blindenquot;, waar uitsluitend te
Rotterdam hun domicilie hebbende blinden kunnen worden te werk
gesteld.

Dit onderzoek, welwillend verricht door den oogarts Dr. Harders,
strekte zich uit over 151 blinden.

Onder deze menschen werden er 28 aangetroffen, waarvan door
anamnese en klinisch onderzoek als vaststaand kon worden aange-
nomen, dat een geslachtsziekte de oorzaak was van het verlies van het
gezichtsvermogen.

Van deze gevallen van blindheid waren er:

4nbsp;ontstaan na gonorrhoische besmetting van het oog bij de ge-
boorte;

2 gevallen waren ontstaan na iridocyclitis bij congenitale syphilis;

5nbsp;na chorioiditis bij congenitale syphilis;

I door atrophia nervi optici bij congenitale syphilis;

16 door atrophia nervi optici bij syphihs acquisita.

In totaal waren onder de 151 gevallen van blindheid door geslachts-
ziekte 28 gevallen ontstaan, waarvan 16 geacquireerd en 12 bij de ge-
boorte meegekregen.

-ocr page 23-

HOOFDSTUK II

HOE KAN DE BESTRIJDING DER GESLACHTSZIEKTEN
DOELMATIG WORDEN GEREGELD?

Vele progranima's voor de bestrijding der geslachtsziekten zijn reeds
opgesteld, één der doelmatigste schijnt wel te zijn het program, op-
gesteld in een conferentie van de Roode Kruis-Liga, gehouden in Aprü
1919 te Cannes.

Dit program, aangevuld met een aantal punten, dat door een ster-
retje is aangeduid, volgt hier voor een betere overzichtelijkheid eerst

m zi)n geheel, zonder commentaar, om daarna punt voor punt bespro-
ken te worden:

1nbsp;- Maatregelen tot bescherming van hen, die nog niet besmet

zijn.

2nbsp;- Maatregelen tot opheffing van alle uiterlijke omstandig-

heden, die de verbreiding der geslachtsziekten bevorderen.

3nbsp;- Maatregelen tot opsporing en behandehng van en tot toe-

zicht op reeds besmette personen, overal waar dat noodig
zal zijn.

4nbsp;- Maatregelen tot nauwkeurige kennisneming en registratie

van de gegevens betreffende pogingen, die gedaan zijn ter
bestrijding van de geslachtsziekten.

5nbsp;- Maatregelen ter bevordering van onderzoekingen en ter be-

proeving van nieuwe methoden, die het tegengaan van de
verbreiding dezer ziekten ten doel hebben.

6nbsp;- Maatregelen van onderwijs en voorUchting.

De volledige toepassing van de hierboven genoemde beginselen
ai waarschijnlijk de volgende maatregelen noodig maken, die niet
naar volgorde hunner belangrijkheid gerangschikt zijn:

-ocr page 24-

i - maatregelen tot bescherming van hen, die nog

niet besmet zijn

a - Opvoeding.

1nbsp;- Zedelijke vorming.

2nbsp;- Sexueele opvoeding der jeugd.

3nbsp;- Onderrichting van het groote publiek betreffende de

beginselen, die aan den strijd tegen de geslachtsziekten
ten grondslag liggen.
b - Ontspanning en vermaak, bevordering van het vereenigings-
leven, sport.

c - Instandhouding en bevordering van de genoegens van het

huiselijk leven.
d - Bevordering van het vroege huwelijk.
e - Voogdijschap over zwakzinnigen.
ƒ - Spoedige preventieve behandeling.
*g - Gebruik van prophylactica.
*h - Geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk.
*t - Maatregelen, die de prostituées kunnen nemen.
*j - Bescherming van de jeugd.

ii - maatregelen tot opheffing van alle uiterlijke
omstandigheden, die de verbreiding van venerische
ziekten in de hand werken

a - Onderdrukking van alle officieele erkenning of toelating der
prostitutie en van alle promiscuïteit in het geslachtsverkeer.

b - Beteugeling van het aanlokken tot ontucht op den openbaren
weg.

c - Toezicht op restaurants, hotels, dansgelegenheden enz.,
voor het publiek toegankelijk, in zooverre deze gebruikt
worden tot bevordering der prostitutie.
*d - Bestrijding der pornographie.

*e - Toezicht van gemotoriseerde Rijkspohtie langs de groote
verkeerswegen.

ƒ - Toezicht op het alcohol-gebruik door opvoeding en wettelijke
regeling.

- Zorg voor goede woongelegenheid, vooral voor ongehuwden.
Tegengaan van samenwonen. Woninginspectie. Decentra-
lisatie van groote steden, aanleg van tuindorpen.

-ocr page 25-

*h - Hulp aan ongehuwde moeders.
i - Reclasseering van prostituées.

ENnbsp;quot;^ot opsporing en behandeling van

rot toezicht op personen, die reeds besmet zijn,
overal waar dat noodig zal blijken.

*a - Zoo vroeg mogelijke behandeling.

- Behandeling en controle tot de besmettelijkheid is verstreken,
c - Opsporing van geïnfecteerden door inlichtingen, ontleend
aan de volgende bronnen:

1nbsp;- laboratorium-diagnoses.

2nbsp;- poliklinieken en ziekenhuizen.

3nbsp;- artsen in hun privé-praktijk.

4nbsp;- medische ambtenaren, werkzaam aan publieke instel-

lingen, bestuurslichamen en industrieele ondernemingen,
in verband met door hen verrichte keuringen en con-
troles.

d - Voorziening in de gelegenheid tot kostelooze behandeling
aan goed ingerichte poliklinieken, ook en vooral voor zee-
lieden.

e - controle op geïnfecteerde personen.

1nbsp;- onderricht van patiënten.

2nbsp;- opname in ziekenhuizen in zekere stadia der ziekte.

3nbsp;- strafbepalingen tegen het blootstellen van anderen aan
^ het gevaar van infectie.

ƒ - Bestrijding der kwakzalverij.
*g - Opsporingswerk.

1nbsp;- het zonder dwang weer onder behandeling brengen van

nog onvoldoend genezen geslachtszieken, die zich aan
de behandeling onttrekken.

2nbsp;- het opsporen van infectiebronnen, die als zoodanig wor-
^ den aangeduid door lijders aan geslachtsziekten.

« - Wettelijke dwang tot behandeüng van onwillige, gevaarlijke
infectiebronnen.

Î - De wenschelijkheid, dat ook de particuliere artsen gebruik

maken van het sociale werk.
] - Prae-natale zorg.

-ocr page 26-

iv - maatregelen van onderwijs en
voorlichting van:

1nbsp;- medische studenten, artsen, verplegend personeel, vroed-

vrouwen, apothekers.

2nbsp;- maatschappelijke werksters.

3nbsp;- onderwijzers, leeraren, geestelijken.

4nbsp;- wetgevers.

a - maatregelen tot bescherming van hen, die nog
niet besmet zijn

opvoeding

Sexueele opvoeding der jeugd

Ongevraagde sexueele voorUchting van het kind moet verwerpelijk
geacht worden, in het bijzonder het richten van de aandacht van het
kind op de cohabitatie is funest. Daarbij komt, dat sexueele voor-
Hchting door de ouders — indien deze er althans zelf iets van weten
en de tact hebben, de dingen juist te zeggen — verkeerd kan werken,
omdat het kind daardoor de ouders in een ander licht gaat zien. De
bekendheid van het kind met het sexueele leven der ouders kan het
kinderlijk respect geheel verloren doen gaan.

Sexueele voorhchting kan dan ook alleen op haar plaats zijn, indien
deze niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van de sexueele op-
voeding in haar geheel.

Aan de jeugd behoort een sexueele moraal te worden bijgebracht,
waarbij de nadruk dient te worden gelegd op het aankweeken van
sexueel verantwoordelijkheidsgevoel in dezen zin, dat men zich voor
iedere daad, die het sexueele leven raakt, dient af te vragen: „wat is er
eigenlijk vóór?» in plaats van: „wat is er eigenlijk tegen?»

Zooals tevoren werd uiteengezet, zijn de ouders meestal niet de
beste voorlichters te achten op sexueel gebied, maar kan dit in de
meeste gevallen beter worden overgelaten aan leeraren of leiders
in jeugdvereenigingen.

Te Rotterdam houdt jaarlijks de leider van den schoolartsendienst
op de Middelbare Scholen der Gemeente lezingen over dit onderwerp.

Daarbij blijft vanzelfsprekend een beschouwing over geslachts-
ziekten achterwege.

Kennis van de geslachtsziekten voor jeugdige personen en voor
minder ontwikkelde ouderen is feitelijk ook in het geheel niet noodig.

-ocr page 27-

Waarnbsp;^^^ prikkelt de nieuwsgierigheid,
staan lnbsp;^^^ ^^^ geslachtsziekten be-
bonde^nbsp;geslachtsziekten gevaren zijn ver-
boer'?nbsp;deze gevaren bestaan, is ook alweer over-
loer liggefnbsp;^^^ ^^ hameren, dat de gevaren op de

ka!f mnbsp;op een doeltreffende en toch kiesche wijze.

Ter Tnbsp;quot;quot;nbsp;Duitschland veelvuldig toegepast systeem,

dert. runbsp;sportgebeurtenissen, muziekfeesten en

Dem lnbsp;Oostelijke naburen zoo rijk zijn, laat de

stro. Gesellschaft zur Bekämpfung der Geschlechtskrankheiten
irooibiljetten uitreiken, bij een schuttersfeest bijv. luidende:

der sichern hand

dem klaren augen

des schützen

droht gefahr!!

ps^rs-'^x^t^® verlockungen der groszstadt!
ansp^sesi^ unbekannten personen, die euch

kölner tage in
innbsp;erinnerung behalten und
gesund

iänotnbsp;eu^r familie zurückkehren

sbequot;?nbsp;augenblick kann ein ganzes

leben von leid und sorge zur folge haben.

R^^Ti^rinbsp;woorden - er wordt aUeen met den vinger

eedui?nbsp;.^geslachtsziektequot; niet genoemd, noch nader aan-

PamfletT 'quot;quot;^'^^^Sen hadden, bleek reeds na de eerste verspreiding der
dat 7iinbsp;'^^^Ss prostituées zich kwamen beklagen,

dat^zi) mets te doen hadden gehad!

die vInT!5 ^^nbsp;^^nbsp;een inwerking hebben,

plakken ? T ''nbsp;steeds in Parijs geschiedt: het aan-

hSw?''nbsp;venereologische pohklinieken in urinoirs!

is het rnbsp;buitenland veel goeds ziet van deze propaganda

keliik 1 ■ ' «methodes ook voor Nederiand, waar zoo betrek-
m wemig geslachtsziekten voorkomen, aan te bevelen

-ocr page 28-

l6

Men dient zich n.1. af te vragen, of dit soort propaganda niet juist
aanwijzingen kan geven in de richting van de zedeloosheid.

Wèl kan men, zooals in Nederland reeds veelvuldig geschiedt, aan
geslachtszieken of aan personen, die door hun leefwijze meer in de
gelegenheid zijn dan anderen, geslachtsziek te worden, populaire ge-
schriften uitreiken, waarin de gevaren der geslachtsziekten worden
verklaard en uiteengezet.

In de praktijk leert men echter, dat het verkrijgen van een infectie
lang niet altijd afschrikwekkend werkt en ziet men heel dikwijls, dat
de eerste geslachtsziekte al gauw door een tweede wordt gevolgd.

gezinsopvoeding

Het milieu, waarin het kind wordt groot gebracht, is van grooten
invloed op zijn lateren levenswandel. Ouders dienen te bedenken,
dat zij van hun huis een „tehuisquot; moeten maken, dat niet mag degra-
deeren tot een eet- en slaapgelegenheid, waar men noodgedwongen
even vertoeft, om daarna zoo gauw mogelijk naar bioscoop of dancing
te gaan.

Dit gevaar is vooral aanwezig bij het winkelmeisje, dat vaak uit
minder gegoede kringen komt: overdag speelt zij het dametje, 's avonds
keert zij terug in een geheel andere omgeving. Al spoedig komt dit
meisje ertoe, de ouderlijke woning te ontvluchten en haar heil te zoeken
in mondain vermaak, waarbij alleriei gevaren op de loer liggen.

sport. - ontspanning - vereenigingsleven

^derzijds dient te worden vermeden, dat de kinderen al te zeer
„bij moeders pappot opgroeienquot;: gematigde beoefening van sport
— zonder de gebruikelijke excessen een gezond vereenigingsleven,
ontspanning en ontwikkeUng kunnen daarbij van groot nut zijn.

bescherming van de jeugd

Wie wel eens gesprekken heeft kunnen beluisteren tusschen jeugdige
fabrieksmeisjes en zich heeft geërgerd en verbaasd over de openhartig-
heid en kennis van zaken, waarmede over sexueele dingen, speciaal
over het voorkomen en verstoren van zwangerschap, wordt gesproken
kan zich verheugen in de thans — April
1939 — in den Hoogen Raad
van Arbeid ingediende voor-ontwerpen betreffende het verbod van

-ocr page 29-

Jn arbeid van 14- en 15 jarige meisjes. Ter toelichting van het ont-
erp zegt de minister van Sociale Zaken o.m. het volgende:

»Het is voor het meisje, dat zich tot vrouw begint te ontwik-
kelen, voor haar geheele verdere leven van groot belang, dat die
ontwikkeling niet door nadeelige invloeden van buiten wordt ge-
stoord. Omstandigheden nu, welke die ontwikkehng lichamelijk
of geestelijk ongunstig kunnen beïnvloeden, vloeien in dikwijls

met geringe mate voort uit het verband met het ondernemings-
miheu.

Eenerzijds toch is voor een gezonde lichamelijke ontwikkeling
van het jonge meisje het gejaagde tempo, dat in vele ondernemingen
wordt gevolgd, niet zonder bezwaar, terwijl anderzijds dit meisje
in de onderneming licht in aanraking komt met personen, die,
bewust of onbewust, door hun woorden de kinderlijke fantasie
overprikkelen en daardoor de moreele belangen van het meisje
schaden.

Kan binnen de ondernemingen hierop nog een zeker toezicht
worden uitgeoefend, ten aanzien van hetgeen geschiedt bij het
gaan naar en het komen van de plaats van den arbeid, zoomede
als gevolg van het ingeschakeld zijn in de sfeer van het bedrijfs-
leven, is iedere controle uitgeschakeld.

Hierbij behoeft nog niet te worden gedacht aan de mogelijkheid
van opzettelijke verieiding, een gevaar, dat overigens ook zeer
zeker ten aanzien van het jonge meisje in verband met haar be-
trekking tot het ondernemingsmilieu aanwezig is, en dat uit zeker
oogpunt ten aanzien van haar zelfs ernstiger is, dan met betrek-
^ng tot oudere meisjes, aangezien, zooals deskundigen verklaren.
Dl) het jonge meisje nog geen innerlijke remmen aanwezig zijn,
de levenshouding passief is en zij een grooten drang heeft naar
het geheime en verbodene. Daarbij komt nog, dat juist in deze
hTbbe^^quot;quot;'^^ ou^lers en goede leiders zeer weinig vat op haar

Deze overwegingen moeten tot de overtuiging brengen, dat het
jeugdige meisje in het algemeen in het ondernemingsmilieu minder
op haar plaats is. Dat zij niettemin in de eerste helft der vorige
eeuw haar intrede deed in de fabriek, vond dan ook geenszins
zijn grond in een opvatting, die deze plaats geschikt voor haar
oordeelde: het was de bittere armoede der ouders, gepaard aan
het aanbod van concurreerende ondernemers en het wegvallen van

-ocr page 30-

i8

tradities (aldus de minister), dat haar hier heeft gebracht. Doch
niet alleen in fabrieken of werkplaatsen, ook in andere soorten
van ondernemingen, als koffiehuizen en hotels, winkels en kan-
toren, staat haar ontvankelijke kinderziel bloot aan indrukken,
die zij beter nog niet kon ontvangen. Zijn echter de eerste jaren
der bovenbedoelde ontwikkeling onder voor Hchaam en geest
gunstiger omstandigheden voorbij gegaan, dan zal het weerstands-
vermogen van het meisje tegenover voor haar nadeehge invloeden
in den regel beduidend grooter zijn dan bij den aanvang van die
ontwikkeling.

Het is daarom de meening van den minister, dat arbeid in onder-
nemingen ten aanzien van veertien- en vijftienjarige meisjes in
het algemeen dient te worden verboden. Deze maatregel zal, be-
halve dat hij haar beschermt tegen nadeelige invloeden van buiten,
bovendien dit gunstige gevolg hebben, dat hij haar richt op arbeid
in en voor het gezin, hetzij dit in het gezin is, waarin zij worden
opgevoed, of in een ander gezin. Want niet alleen zullen zich ver-
scheidene meisjes van veertien of vijftien jaar wegens het voor haar
geldende verbod van ondernemingsarbeid in de htiishouding be-
geven, verwacht mag ook worden, dat velen van haar na het be-
reiken van den zestienjarigen leeftijd daarin werkzaam zullen
blijven.quot;

In de groote stad houden verscheidene instanties zich bezig met
het moreele peil van de bevolking, in het bijzonder met het jeugdige
gedeelte daarvan: de kerken, de zeden- en kinderpolitie strijden naast
verschillende vereenigingen, die zich op zedelijk en maatschappelijk
terrein begeven.

De kinderpolitie behandelt gevallen als: prostitutie door minder-
jarigen; slecht gedrag; ontucht, waaruit de ouders voordeel trekken;
criminaliteit; bedelarij; onmacht der verzorgers enz. en zoekt daartoe
contact met reclasseerings-instellingen. Voogdijraad, Pro Juventute,
Leger des Heils en andere vereenigingen.

Verscheidene vereenigingen houden zich bezig met het behartigen
van de belangen van jonge meisjes en richtten daartoe clubhuizen op,
waar de meisjes kunnen vertoeven en zich verpoozen.

Als zoodanig zijn te Rotterdam werkzaam:

Het „Sterhuisquot; van de Nederiandsche Vereeniging ter Behartiging
van de Belangen der Jonge Meisjes, waar zij, die onderdak zoeken,

-ocr page 31-

kunnen worden geholpen, waar ook een bureau voor arbeidsbemidde-
hng is en de meisjes 's avonds gelegenheid vinden, zich te ontspannen.

Daarnaast bestaat het grootere R. K. „Maris Stellaquot;, dat meer uit-
sluitend logeergelegenheid is.

Een zeer moderne en zeer groote instelling is het tehuis „De Zee-
meeuwquot;, waar talrijke fabrieksmeisjes den maaltijd komen gebruiken
en den avond komen doorbrengen, samen gaan zwemmen enz.

de zorg voor den zeeman

Onder de zeelieden wordt veel goed werk gedaan ter verbetering
van het moreel peil.

Organisaties, die te Rotterdam zich met deze taak bezig houden,

21) n: de „Nederlandsche Zeemanscentralequot;, het R. K. „Apostolaat

ter Zeequot; en de „Missions to Seamenquot;, vereenigingen, die zeemans-

uizen oprichten en in stand houden en die zorgen, dat de zeelieden

go^ onderdak krijgen en worden bezig gehouden.

e Rotterdam blijkt een voldoend aantal tehuizen aanwezig te zijn,

Waar de zeebeden tegen een kostprijs van ƒ 10,50 per week kunnen

^^'quot;'ler is er voldoende gelegenheid tot ontspanning en ont-

Weling, alleen de sport-beoefening is slecht bedeeld.

en laatsten tijd wordt een nauwe internationale samenwerking

gestreefd en is een „Rotterdamsche commissie tot verbetering van

^e verblijfsvoorwaarden der zeelieden in de havenquot; opgericht. Sub-

nnnissies gaan na, wat te doen valt om misbruik van alcohol en ver-

^oovende middelen tegen te gaan; bescherming van de havenzóne

^ gen ongewenschte personen te verkrijgen; voorzorgsmaatregelen

^^en ziekte te nemen; geslachtsziekten te bestrijden; voor huisvesting

te zorgen; het sparen en overmaken van loonen te be-
vorderen enz.

bevordering van het vroege huwelijk

VOOnbsp;sluiten van een huwelijk schijnt de eenvoudigste oplossing

r het probleem der geslachtsdrift van het groote aantal ongehuwde
beneden de 25 jaar, dat zich jaarlijks venerisch infecteert.
lich° r-?^^ ^^^nbsp;moeihjkheden: In de eerste plaats gaat de

zek^™^ rijpheid niet gepaard met de geestelijke rijpheid, die toch
er noodig is voor het sluiten van een huwelijk; verder is daar het
s_oote vraagstuk van werkloosheid en lage loonen en .... ten slotte
niet vergeten te worden, dat in zeer vele gevallen de huwelijks-

-ocr page 32-

datum niet bepaald wordt in idyllisch overleg, maar met de ijzeren
vuist van den dwang.

Ten einde aan te toonen, dat het onverantwoordelijk zou zijn, aan
te moedigen, dat het huwelijk op nóg jeugdiger leeftijd zou worden ge-
sloten, volgt hier een overzicht van de leeftijden van man en vrouw
bij ruim 5000 huwelijken, in één jaar tijds te Rotterdam gesloten.

In dat jaar had ruim 11% van het aantal huwende vrouwen den
20-jarigen leeftijd nog niet bereikt, terwijl 51% van het totale aantal
tusschen de 20 en de 25 jaar was.

Wat de mannen betreft, deze huwden gemiddeld op wat lateren
leeftijd: 1,7% trouwde vóór het 20e jaar en 40,5% van het totale aantal
huwde tusschen de 20 en de 25 jaar.

(Zie Tabel pag. 21)

geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk

Hoewel in het algemeen van het geneeskundig onderzoek vóór het
huwelijk weinig kwaads valt te zeggen, moet feitelijk een uitzondering
gemaakt worden ten aanzien van de geslachtsziekten.

Mannen, die lijdende zijn geweest aan gonorrhoe, dienen zich vóór
het aangaan van een huwelijk nauwkeurig te laten onderzoeken of
zij vrij zijn van gonococcen en in staat, kinderen te verwekken. Me-
dische toestemming tot het sluiten van een huwehjk zou dan slechts
gegeven mogen worden wanneer: le. de ziekte reeds geruimen tijd
geleden bestaan heeft; 2de. de urine helder en vrij van vezels en vlok-
ken is; 3de. leukocyten in sediment en prostata-secreet ontbreken of
slechts in geringen getale voorkomen; 4de. het niet gelukt, niettegen-
staande provocatie, gonococcen aan te toonen. In twijfelgevallen kan
herhaalde provocatie en bacteriologische cultuur noodig zijn.

Wanneer alle bevindingen negatief zijn, is nog een onderzoek op
necrospermie of azoöspermie gewenscht.

Bij vrouwen levert het onderzoek nog meer moeiUjkheden op en
is een zorgvuldig, liefst herhaald onderzoek, vlak na de menstruatie,
noodig van preparaten van cervix, uterus, urethra, rectum en slijm-
klieren.

Zijn de moeilijkheden groot in geval van gonorrhoe, nog grooter zijn
zij bij de syphihs. De syphihs kan gedurende langen tijd latent blijven,
waarbij de patiënt meent, geheel genezen te zijn. Voor de beoordeehng
of de patiënt al of niet genezen is, is het noodig dat alle klinische symp-
tomen ontbreken eenige jaren na het staken van de kuur, dat de serolo-

-ocr page 33-

Huwelijken, naar den leeftijd, in 1934 in Rotterdam gesloten:

de

man

de vrouw

ben.
20 jr.

20-25

25-30

30-35

35-40

40-45

45-50

50-55

55-60

boven
60 jr.

Totaal

beneden 20 jaar

61

410

84

16

I

I

573 %

20—25

27

1432

972

146

33

10

4

2

I

2627 (51 %)

25—30

221

648

215

72

21

8

5

3

I

1194

30—35

22

ICQ

108

61

33

12

8

2

I

347

35—40

I

16

37

36

44

25

6

5

I

171

40—45

I

15

20

14

14

15

6

2

87

45—50

2

5

8

18

14

10

II

68

50—55

2

I

3

7

12

5

30

55—60

I

6

7

II

25

boven 60 jaar

2

5

16

23

Totaal

88

2086

1821

539

229

132

86

65

51

48

5145

(1,7%) (40,5%)

-ocr page 34-

gische reaaies negatief blijven en dat het onderzoek van den liquor
cerebrospinalis geen abnormale bevindingen geeft.

Tot deze onderzoekingsmethoden zal men alleen dan overgaan,
wanneer de anamnese van den patiënt of de klinische symptomen het
waarschijnlijk maken, dat er sprake is geweest van venerische infectie.

Anders wordt het, wanneer de huwelijkscandidaat reden heeft, zijn
doorstane geslachtsziekte te verzwijgen.

Wanneer overigens alle klinische symptomen afwezig zijn, kan men
in zulke gevallen den candidaat toch moeilijk onderwerpen aan pro-
vocaties, bloed- en liquor-onderzoek. In dit verband dient er op ge-
wezen te worden, dat het herhaaldelijk voorkomt, dat bij vrouwen,
die door meerdere mannen met beslistheid als infectiebron zijn aan-
gewezen, niettegenstaande herhaald onderzoek na de menstruatie geen
gonococcen worden gevonden, eenvoudig doordat de vrouw zich
vóórbehandeld heeft (of ook zonder dat).

Het moet dan ook gezegd worden, dat het geneeskundig onderzoek
voor het huwelijk, juist met het oog op de geslachtsziekten van twijfel-
achtige waarde kan zijn.

Het invoeren van wettelijke bepalingen, zooals in sommige landen
voorkomen, waarbij verlangd wordt, gezondheidsverklaringen te over-
leggen, is derhalve ongewenscht.

spoedige preventieve behandeling

Bij verschillende rijks-marin^ zijn systemen ingevoerd van ver-
plichte Prophylaxis, waarbij de soldaat of schepeling na den suspecten
coitus een behandeling toe moet passen of laten toepassen, die in het
algemeen neerkomt op: grondig wasschen der genitaliën met water
en zeep, urineeren, reinigen met watten, gedrenkt in sublimaat, in-
jecties in de urethra met protargoloplossing en invetten met des-
infecteerende zalf.

f. J. H. Deinse bericht in zijn proefschrift over „Het vraagstuk der
Venerische Ziekten bij de Marinequot; over zeer gunstige resultaten,
waarbij hij opmerkt, dat de persoonlijke prophylaxis alleen dan een
waardevol hulpmiddel kan zijn, indien zij verplichtend kan worden
gesteld, wat uiteraard slechts mogelijk is bij leger en vloot. Afdoende
blijkt de behandeling niet, vooral het aantal lues-infecties wordt er
niet genoeg door verminderd.

Algemeene invoering van deze prophylactische behandeling, zooal
niet onmogelijk, zou ongewenscht zijn uit moreel oogpunt: het mede-

-ocr page 35-

geven van kokertjes met protargol-oplossingen of -staafjes zou den
r^er daarvan de suggestie geven, dat hij nü moet gaan cohabiteeren.
Vanzelfsprekend is er geen enkel bezwaar tegen, in apotheken der-
geh)ke middelen verkrijgbaar te doen stellen, maar te propageeren,
at ieder er mee in zijn vestzak behoort te loopen, is onjuist.

en andere poging, langs preventieven weg iets te bereiken, is gedaan
op voorstel van Blaschko: In de „Rettungsstellenquot; van het „Grosz-
ziS™^^ V^^band für das Rettungswesenquot; bestond de mogelijkheid,
IC te desinfecteeren en in verschillende openbare gebouwen werden
reclamebiljetten opgehangen van den volgenden tekst:

Schutz vor Geschlechtskrankheitenl

Bei jedem auszerehelichem Verkehr ist die Gefahr einer Ansteckung
eine grosze. Die Gefahr wird verringert, wenn man sich möghchst
oald, spätestens zwei Stunden nach dem Verkehr, in einer der
^Rettungsstellen des Grosz-BerUner Verbandes für das Rettungs-
^^^en desinfizieren lässt. Die nächste Rettungsstelle befindet

Ook in Engeland heeft het aan deze pogingen niet ontbroken, maar
toen na korten tijd bleek, dat de nachtelijke conversatie der bezoekers
van dien aard was, dat meer kwaad dan goed werd aangericht, heeft
men de „eerste hulpstationsquot; met bekwamen spoed weer gesloten.

het gebruik van prophylactica

Dit wordt niet aangeraden, zeker niet in den vorm, waarin ook

aschko dit propageert, nl. de verkoop van condooms in automaten,

le langs den openbaren weg geplaatst zijn; waarbij hij opmerkt dat

jjdiese Automaten zum mindesten so hoch angebracht sein müszten,

asz sie nicht von unreifen Knaben nach Belieben benutzt werden
könnenquot;!

Wanneer men het gebruik van prophylactica zóó krachtig propa-
geert, moet dit noodwendig een sterke stijging der onzedelijkheid ten-
gevolge hebben.

Een actueel argument, dat deze bezwaren nog accentueert, is het
volgende: Aan de Gemeentelijke Pohkliniek voor huid- en geslachts-
ziekten te Rotterdam bleek, dat er reeds verscheidene mannen zijn,
le frequent cohabiteeren omdat zij meenen, voldoende tegen de ge-
volgen gewapend te zijn met een kokertje van een bekend Duitsch
anti-gonorrhoicum in den vestzak.

-ocr page 36-

maatregelen, die de prostituées nemen

Mirabele dictu speelt ook de prostituée haar rol in de bestrijding
der geslachtsziekten en wel voornamelijk uit een oogpunt van zakelijk
belang, want indien zij geïnfecteerd wordt, is zij in vele gevallen tij-
delijk niet in staat, haar brood te verdienen.

Het is een bekend feit, dat vele prostituées meer aan de persoonlijke
hygiëne doen dan sommige amatrices of andere vrouwen.

Zoo ervaart men door het sociale werk aan de poliklinieken voor
huid- en geslachtsziekten en door het nauwer contact, dat men langs
dezen weg met de patiënten kan verkrijgen, dat de meeste prostituées
tegenwoordig condoom-gebruik eischen. Bovendien inspecteeren de
prostituées dikwijls hun bezoekers op verschijnselen van geslachtsziekte
en eindelijk weten zij vaak zoo te manipuleeren, dat het in het geheel
niet tot een inmissio penis komt.

De oplettende prostituée zal daardoor minder kans hebben, ge-
infecteerd te worden, dan de amatrice.

In dit verband is het wel van belang, er op te wijzen, hoe gering de
kennis is van amatrices en leeken in het algemeen van de geslachts-
ziekten: vroegen de sociale werksters aan meisjes, die bekend stonden
als amatrice, of zij nooit bang waren, een geslachtsziekte te krijgen,
dan luidde het antwoord algemeen: „neen, daar ben ik nooit bang voor
geweest, dat kun je immers direct aan iemand zien, aan z'n roode
oogen en aan de puisten in zijn gezichtquot;.

Juist door haar vaak volslagen onwetendheid inzake geslachtsziekten
is de amatrice een groot gevaar voor zich-zelf en voor anderen.

Men zou het aldus kunnen formuleeren: de prostituée is zoowel
bedacht op zwangerschap, als op geslachtsziekten, de amatrice is alleen
op zwangerschap bedacht, terwijl de man, tot op zekere hoogte althans,
de prostituée wantrouwt, maar in de amatrice een bijna kinderlijk ver-
trouwen stelt.

b - maatregelen tot opheffing van alle uiterlijke
omstandigheden, die de verbreiding van venerische
ziekten in de hand kunnen werken

onderdrukking van alle officieele erkenning of toe-
lating der prostitutie en van alle promiscuïteit in
het geslachtsverkeer

Hoewel hier en daar nog wel stemmen gehoord worden van hen,
die terug zouden willen naar de reglementeering, die een officieele

-ocr page 37-

erkenning der prostitutie inhoudt, zij het dan een teruggaan tot een
gewijzigden vorm van reglementeering, in de meeste landen is men
et er wel over eens, dat de reglementeering niet aan de verwachtingen
eeft voldaan. Toch kan ook de tegenwoordige toestand, waarbij de
^jkswetgever het vraagstuk der prostitutie volkomen negeert, geen
bevrediging geven. De eenige bepaling in het Nederlandsch Wetboek
van Strafrecht, die zou kunnen worden toegepast, is vervat in Art. 241:

»Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden wordt gestraft:

1.nbsp;de gehuwde die overspel pleegt.

2.nbsp;de ongehuwde die het feit medepleegt, wetende dat de medeschul-
dige gehuwd isquot;.

Wanneer een gehuwd man geslachtelijken omgang heeft gehad
met een publieke vrouw, kan hij strafbaar zijn, maar de prostituée is
net alleen dan, wanneer zij wist, dat de man gehuwd is.

Het feit is echter alleen vervolgbaar, indien de beleedigde echtgenoot
een Wacht indient en bovendien binnen 3 maanden echtscheiding of
scheiding van tafel en bed aanvraagt. Voordat die aanvrage is toe-
gewezen, wordt de zaak niet vervolgd. Dit artikel is dus zoodanig door
Di)-bepalingen „verankerdquot;, dat het vrijwel nooit wordt toegepast.

Prostitutie en het gebruik maken daarvan moet als onmaatschappelijk
worden beschouwd en dit maakt het onverklaarbaar, dat het Neder-
landsche Wetboek van Strafrecht geen enkele bepahng bevat, die recht-
streeks tegen de prostitutie is gericht.

Landlooperij, vagebondisme zijn terecht strafbaar gesteld wegens
net onmaatschappelijk element, erin gelegen en wegens het gevaar
voor criminaliteit ten plattelande, gevaar voor de maatschappelijke
orde dus.

Is in de prostitutie en in het mannelijk aandeel aan de prostitutie
niet een veel grooter gevaar gelegen, maar nu één voor de volksgezond-
heid, en is de prostitutie niet onmaatschappehjk?

Men kan met M. H. E. Nolthenius de Man, Commissaris van Rijks-
politie te Amsterdam, die zijn denkbeelden uiteenzet in een artikel:
»Welk element van de prostitutie eigent zich voor repressiequot;, dat voor-
komt in het „Maandblad van den Bond van Hoogere Politieambtenaren
in Nederlandquot; van Januari 1934, een vergelijking maken van prosti-
tutie met pornographie: Bij den handel in ontuchtige uitgaven worden
geschriften in voorraad gehouden, ten toon gesteld, verkrijgbaar ge-
steld, kortom openlijk aangeboden; hetzelfde zien wij gebeuren bij de

-ocr page 38-

prostitutie, ook hier stelt de prostituée zich ten toon, maakt zich althans
kenbaar als zoodanig en biedt zich openlijk aan. Wat in het eerste geval
strafbaar is, is het niet in het geval van de prostitutie. Nolthenius de
Man beveelt dan ook aan, in het Wetboek van Strafrecht een nieuwe
bepaling op te nemen, bijv. als Art. 451 quinquies:

„Hij, die openlijk, of door verspreiding van eenig geschrift, hetzij uitlokt
tot het plegen van ontucht, hetzij de gelegenheid daartoe aanbiedt of aan-
wijst, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen.

Indien de schuldige van het plegen van het feit een beroep of een ge-
woonte maakt, kan hij bovendien, 200 hij tot werken in staat is, tot plaat-
sing in een rijkswerkinrichting worden veroordeeld voor ten hoogste een
jaarquot;.

Niet geheel duidelijk is, of het voorgestelde artikel naar de bewoor-
dingen toepasselijk is op den mannelijken component in de prostitu-
tioneele verhouding. Er is nl. steeds sprake van prostituée en „prosti-
tuantquot;, de één is er, omdat de ander er is. Gevoelt men aanvechtingen,
de ééne strafbaar te stellen, dan kan men den ander niet ongestraft
laten gaan.

Om allen twijfel hieromtrent weg te nemen, zou men de eerste
alinea van het artikel aldus kunnen redigeeren:

„hetzij de gelegenheid daartoe vraagt, aanbiedt of aanwijstquot;.

Voorts zou het aanbeveling kunnen verdienen het begrip „kenne-
lijkquot; in te voeren, zoodat de eerste alinea van het artikel zou moeten
luiden:

„Hij, die openlijk, of door verspreiding van eenig geschrift, hetzij kennelijk
uiüokt tot het plegen van ontucht, hetzij kennelijk de gelegenheid daar-
toe vraagt, aanbiedt of aanwijst, wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste twaalf dagenquot;.

Door deze redactie zou het dus mogelijk zijn, op te treden tegen
de befaamde advertenties in de pornographische bladen, tegen den
man, die openlijk vraagt, tegen prostituée en bordeel- of hotelhouder
en tegen chauffeurs of wie ook, die den weg naar de prostituée aan-
wijzen.

De bedoeling kan natuurlijk niet voorzitten, alle prostituées op te
pakken en naar een werkinrichting te zenden, maar de bepaling zou
de excessen kunnen onderdrukken en daarmede een beter resultaat
boeken, dan thans kan worden bereikt met de gemeentelijke tippel-

-ocr page 39-

en vigeleerverboden. Nauwelijks is te verwachten, dat door het in-
voeren van een dergelijke bepaling het kwaad der prostitutie in den
wortel zou worden aangetast en het aantal pubheke vrouwen sterk
zou verminderen; daarvoor is het prostitutie-vraagstuk te veel een
Kwestie van vraag en aanbod.

Indirect verband met het prostitutie-vraagstuk houdt ook het sou-
teneurschap. Dit is strafbaar volgens art. 432, sub. 3 van het Wetboek
van Strafrecht.

3gt;Met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen wordt gestraft, hij die als
souteneur uit de ontucht van eene vrouw voordeel trektquot;.

Volgens art. 434 kan ook plaatsing in een werkinrichting volgen
voor ten hoogste drie jaren. Van deze wetsbepaHngen kan ook al weer
etrekkelijk weinig gebruik worden gemaakt, want de prostituée zal
aar „pooierquot; nooit verraden, tenzij er oneenigheid komt. Het aantal
processen-verbaal in Rotterdam bedroeg dan ook slechts 12 in 1935,
3 m 1936 en
4 in 1937.

Wat de niet-beroepsmatige promiscuïteit betreft, hoe betreurens-
waardig deze ook moge zijn, zoolang het geen omgang betreft met
meisjes beneden de 16 jaar en de openbare orde niet wordt gestoord,
zal de wetgever zich niet kunnen mengen in het particuUere sexueele
leven en handen af moeten laten.
Wanneer echter bhjkt, dat in rendez-vous huizen of hotels bij her-
ahng gelegenheid gegeven wordt tot het plegen van ontucht, kan het
aanbevehng verdienen, bevel te geven tot sluiting. Veel is aan dit vaak
voorkomend euvel evenwel niet te doen, aangezien het bewijs moeilijk
te leveren is.

De eenige oplossing zou zijn de invoering van een „carte d'identitéquot;,
zooals in België bestaat en die de hotelhouder verpUcht is ter inzage
te vragen bij het inschrijven in het hotel-register (indien daar althans
de hand aan gehouden wordt!)

beteugeling van het aanlokken tot ontucht
quot;p den openbaren weg

WetteUjke bepahngen bestaan niet op dit punt, wel hebben de
grootere gemeenten in hare verordeningen bepahngen betreffende de
straatprostitutie opgenomen.

-ocr page 40-

De Rotterdamsche bepaling luidt als volgt:

„Het is aan vrouwelijke personen, die zich aan ontucht overgeven, ver-
boden op of aan den weg mannelijke personen door woorden of gebaren
aan te lokken of aan of nabij den ingang eener woning post te vattenquot;.

De praktijk heeft geleerd, dat de waarde van de tippel- en vigeleer-
verboden niet zoo heel groot is en de bepalingen in het geheel niet
afschrikkend werken. Zoo zijn er in Amsterdam, waar men hiernaar
een onderzoek heeft ingesteld, vrouwen, die meer dan 40 keer beboet
zijn wegens overtreding van het tippel-verbod. Bij navraag bleek, dat
de prostituées het boetestelsel als een soort bedrijfsbelasting beschou-
wen en het eensluidend antwoord op de vraag, wat zij doen om zich
ertegen te verweren is: „de boete betalen en nog harder tippelen!quot;

HET BORDEELVERBOD

Dit is te Rotterdam vastgelegd in de 2de Ontuchtverordening van
1913 en luidt als volgt:

Art. i

„Het is verboden in eenige inrichting, waarover men de beschikking
heeft, hetzij bij herhaling, hetzij uit winstbejag, anderen de gelegenheid tc
geven onderling ontuchtige handelingen te plegenquot;.

Art. 2

„Het is verboden eene inrichting als bedoeld in art. i te bezoeken, nadat
de sluiting daarvan door Burgemeester en Wethouders is bevolen en in
het openbaar is bekend gemaakt. De sluiting wordt geacht in het openbaar
te zijn bekend gemaakt, zoodra een afschrift van het bevel tot sluiting
aan het perceel, waarin de bedoelde inrichting zich bevindt, is aangeslagen.
Een ieder is verplicht toe te laten, dat het in het vorige lid bedoelde af-
schrift wordt aangeslagenquot;.

In de laatste jaren behoeft van deze bepahng weinig gebruik te
worden gemaakt en werd bijv. in 1937 slechts 4 maal bevel gegeven
tot sluiting van panden.

Hoewel dus wettelijk de bordeelen opgeheven zijn, lijden sommige
prostituées toch nog een leven, dat weinig verschilt van dat in de ouder-
wetsche bordeelen: Een Rotterdamsche prostituée vertelde dezer
dagen, dat zij voor een zeer armelijk kamertje in een steegje ƒ 1.50
huur per dag moest betalen, voor maaltijden ƒ i.— per stuk, terwijl
zij verplicht was, kleedingstukken te koopen bij de hospita.

-ocr page 41-

toezicht op CAFÉ'S/bars/openbare dancings/cabarets

Deze inrichtingen spelen een belangrijke rol voor bet tot stand
komen van „contactenquot;, vele der aanwezige vrouwen zijn amatrices en
ae ervaring leert, dat het vooral hier is, dat afspraken worden gemaakt
om naar hotels of rendez-vous-huizen te gaan. In de dancings zelf
worden als regel geen ontuchtige handeUngen gepleegd, dank zij de
bepalingen van de Drankwet.

De hierop van toepassing zijnde bepalingen der wet zijn:

jjHet is verboden in een voor het publiek toegankelijke localiteit, waar-
voor een vergunning of een verlof A is verleend, in de aanhoorigheid van
zoodanige localiteit, die met zoodanige localiteit binnenshuis gemeenschap
heeft, zonder toestemming van den burgemeester gelegenheid tot dansen
te gevenquot;.

De voorwaarden, waaronder die dansvergunning wordt verleend, zijn
vastgelegd in het Dansbesluit van 1933:

dansvergunning A, betreffende het dansen in openbare dancings:

sub 10: „personen, beneden de 18 jaar mogen gedurende den tijd, dat
daarin gedanst wordt of gelegenheid tot dansen wordt gegeven, niet in de
lokaliteiten of in de aanhoorigheid aanwezig zijn, terwijl evenmin aanwezig
ïnogen zijn gemaskerde personen, alsmede personen van verdachte zeden
of die zich als zoodanig voordoenquot;.

Door deze bepalingen heeft men de houders van bars, dancings of
cabarets in zijn macht en kan bij overtreding langs eenvoudigen, admini-
stratieven weg, dus zonder den langen weg te bewandelen van een
strafprocedure, de vergunning worden ingetrokken. Zoo kan ook bij
mmder ernstige overtreding voor bepaalden tijd een vervroegd sluitings-
uur worden opgelegd of de muziekvergunning worden ingetrokken.

Op deze wijze heeft men de verantwoordelijkheid in handen van de
eigenaars-zelf gelegd en is het dier eigen belang, ervoor te waken, dat
er geen ongerechtigheden voorvallen. Jammer genoeg wordt niet in alle
gemeenten aan deze bepalingen even streng de hand gehouden.

bestrijding der pornographie

De bestrijding van den handel in ontuchtige uitgaven is van indirect
belang voor de geslachtsziektenbestrijding, daar er van deze lectuur

-ocr page 42-

een sterk erotische prikkel kan uitgaan en vooral perversiteiten in de
hand kunnen worden gewerkt.

Op het gebied van de pornographie heeft Nederland eenige decennia
geleden een weinig fraaien roem genoten. Zoo werd in 1908 in één
der Amsterdamsche bladen een ingezonden stuk opgenomen van een
zee-officier, die zich ergerde aan het feit, dat in deze stad in de omgeving
van den Dam om het andere huis de winkels pornographische afbeel-
dingen voor het raam hadden hangen; het was in Amsterdam even
erg als in Port-Said.

Zelfs stonden in dien tijd pornographische afbeeldingen en geschriften
op de internationale markt bekend onder den verzamelnaam: „articles
d'Amsterdamquot;.

Wettelijk valt het verspreiden van pornographische geschriften
onder art. 240 van het Wetboek van Strafrecht, hetwelk luidt:

„Hij die eenig geschrift waarvan hij den inhoud kent, of eenige hem ge-
kende afbeelding of voorwerp, aanstootehjk voor de eerbaarheid, hetzij
verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, hetzij om verspreid, openlijk
ten toon gesteld of aangeslagen te worden, vervaardigt, invoert, door-
voert, uitvoert of in voorraad heeft, hetzij openlijk, of door verspreiding
van eenig geschrift, ongevraagd, aanbiedt of als verkrijgbaar aanwijst,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van ten hoogste drieduizend gulden. JVlet dezelfde straf wordt gestraft
hij die den inhoud van een zoodanig geschrift, indien hij deze kent, operdijk
ten gehoore brengt. Hij die eenig geschrift, eenige afbeelding of eenig voor-
werp, aanstootehjk voor de eerbaarheid, hetzij verspreidt, openlijk ten toon
stelt of aanslaat, hetzij om verspreid, openhjk tentoongesteld of aangeslagen
te worden, invoert, doorvoert, uitvoert of in voorraad heeft, hetzij openhjk,
of door verspreiding van eenig geschrift ongevraagd aanbiedt, of als ver-
krijgbaar aanwijst, wordt, indien hij ernstige reden heeft om te vermoeden
dat het geschrift, de afbeelding of het voorwerp aanstootehjk voor de eer-
baarheid is, gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes
maanden of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.

Met dezeücie straf wordt gestraft hij die den inhoud van een zoodanig
geschrift, indien hij ernstige reden heeft om te vermoeden dat deze aan-
stootelijk voor de eerbaarheid is, openlijk ten gehoore brengt.

Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf omschreven in het
eerste lid een beroep of eene gewoonte maakt, kan gevangenisstraf van ten
hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden worden
opgelegdquot;.

Aan de wettehjke bepalingen werd echter lang niet in alle arrondisse-
menten met even groote gestrengheid de hand gehouden: wat in het

-ocr page 43-

eene deel van het land toelaatbaar werd geacht, werd streng gestraft
in andere deelen. Hierin is verandering gekomen, toen in 1930 werd
opgericht het „Rijksbureau betreffende de bestrijding van den handel
in vrouwen en kinderen en van den handel in ontuchtige uitgavenquot;,
gev^tigd in het Bureau van de Zedenpolitie te Amsterdam, waarvan
e Hoofdcommissaris ambtshalve directeur is en v/aaraan als Commis-
saris de Heer M. H. E. Nolthenius de Man verbonden is.

iitond het vroeger aan de Rechtbank zelf ter beoordeeling of een
geschrift al dan niet tot de pornographie behoorde, door de oprichting
an net Rijksbureau werd het mogelijk een beteren maatstafaan te leggen:
n strafzaken in verband met art. 240 wordt thans de commissaris
zkhnbsp;als deskundige aanpwezen en de rechtbank richt

naar diens oordeel. De commissaris wordt zoo noodig bijgestaan
^oor een commissie van advies, die in gevallen van twijfel gevraagd
en hnbsp;te vellen. Deze commissie is veelzijdig samengesteld

^n bestaat uit leden van verschillende beroepen, godsdiensten en poli-
le e richting, zooveel mogelijk in overeenstemming met de samen-
ste^ng van het Nederlandsche volk.

^ Het bureau heeft een lijst aangelegd van geschriften, welke als aan-
s ootehjk voor de eerbaarheid zijn te beschouwen. De pornographie-
^estnjding werkt echter in hoofdzaak preventief: het bureau oefent geen
^ensuur uit, maar waarschuwt zoo noodig uitgever of handelaar, binnen
epaalden termijn op te houden met het verspreiden van de lectuur,
aar anders kans bestaat, met den Strafrechter in aanraking te komen
^n veroordeeld te worden. Zoo kan men zelfs den invoer van buiten-
^andsche pornographische bladen beletten, zonder eerst een gerechtelijk
sSuwe^^^^ ^ä'^liten, eenvoudig en alleen door den importeur te waar-

scMl ^^^^^^^nbsp;gebied ook internationale samenwerking; ver-

üillende landen, waaronder Nederland, hebben een verdrag aangegaan

b^ndnbsp;^^ bestrijden, zulks met toezicht van den Volken-

^ In de bibhotheek van het ruim 8 jaar bestaande Rijksbureau, bevinden
ich meer dan 3000 deelen, waarvan vele op het gebied der perversi-
vooral flageUantisme. In de buitenlandsche pornographische
Jdschriften komen vaak advertenties voor, die kennelijk aanlokken
ot het koopen van ontuchtige fotografieën, voorwerpen en films. In
e weinige nog bestaande Nederlandsche „pikantequot; tijdschriften, die
meestal equilibreeren tusschen wat nog juist is toegestaan en wat nog

-ocr page 44-

net verboden is, maar overigens veel zouteloozer zijn dan hun buiten-
landsche collega's, stempelt juist de aanwezigheid van bepaalde adver-
tenties deze bladen tot ontuchtige lectuur. In deze advertenties wordt
op doorzichtige wijze reclame gemaakt voor „Russische conversatie-
lessenquot; (geopend van lo—23 uurl), „Fransche, Zweedsche of Russische
massagequot;. In werkelijkheid wonen aan de in de advertenties genoemde
adressen prostituées, die zich veelal specialiseeren in het bedrijven
van perversiteiten.

Tal van heden trachten te profiteeren van de vraag naar de schaarsch
geworden pornographische lectuur; zoo is in de bibhotheek van het
Bureau aanwezig een aantal 100 % pornographische boekjes, niet eens
gedrukt, maar gestencild en enkele tientallen bladzijden dik, die in
beslag genomen werden in den Haag in een leesbibliotheek, waar ze
ä ƒ I.— per stuk werden uitgeleend.

Een veel voorkomend geval is ook het koopen van een boek met
een veelbelovenden titel, maar dat bij de lezing blijkt tegen te vallen.
De handelaar is dan wel zoo goed het boek tegen de helft van den kost-
prijs terug te koopen, waarna zoo'n boek telkens van eigenaar verandert
en een zoet winstje oplevert voor den handelaar.

In het algemeen kan men echter zeggen, dat de handel in pornogra-
phische literatuur in Nederland krachtdadig wordt uitgeroeid; clan-
destien zal er nog wel hier en daar wat te koop zijn, maar het openhjk
karakter is zeker onderdrukt en tal van geschriften zijn van de markt
verdwenen. Merkwaardigerwijze rijst verzet vaak van hteraire zijde en
wordt van dien kant opgemerkt: „Waarvoor hebben we onze zinnen
anders dan om ze van tijd tot tijd te prikkelen?quot;. Men vergeet echter
dat het niet gaat om werken van hteraire waarde, die volgens de thans
geldende mode vrijwel alle iets bevatten, dat zinneprikkelend kan wer-
ken, maar dat het hier betreft geschriften, die kennelijk zijn geschreven
met het doel, zinneprikkelend te werken en die als volksvergif zijn
te beschouwen.

TOEZICHT VAN GEMOTORISEERDE RIJKSPOLITIE
LANGS DE GROOTE VERKEERSWEGEN

De laatste jaren is gebleken dat vele prostituées hun arbeidsterrein
hebben verlegd van de groote steden naar het platteland, waar zij
automobihsten plegen aan te houden, met het verzoek om mee te mogen

-ocr page 45-

njden, waarna dan meestal duidelijker voorstellen volgen (zgn. „lorry-
girlsquot;).

Tevens is gebleken, dat de kleinere gemeenten door hun in verhouding
tot de grootte van het grondgebied kleine politiemacht, niet in staat
zijn, op te treden tegen deze „openlucht-prostitutiequot;. Invoering van
^jksmotorpohtie, belast met het bekampen van dit euvel, zou dan ook

zeer gewenscht zijn.

Hier dient tevens gewag gemaakt te worden van de groote rol, die
e auto is gaan spelen in het buitenechtelijk geslachtsverkeer. Wettelijk
IS hiertegen niets te doen, zoolang er geen sprake is van betrappen
op openbare schennis der eerbaarheid.

ZORG VOOR DE ONGEHUWDE MOEDER

Het bezit van een onecht kind, waarvoor de moeder moet zorgen,
Wordt algemeen als één der sociale oorzaken van de prostitutie aanvaard.
Blaschko schrijft hierover in zijn werk „Hygiene der Geschlechts-
krankheitenquot;:

j^as Liebesverhältnis, mag es mm dauern so lange es will, endet immer
gleich.
Der Mann zieht sich schliesslich aus der Affäre. In einer
Reihe von Fällen — unter den untersuchten in 25 % — entstammen
Kinder diesen Liebesverhältnisse.

Das Dienstmädchen oder die Arbeiterin, die im Anfange ihres Liebes-
verhältnisses in höchster Glückseligheit ist, fühlt sich plötzlich Mutter,
die Mitteilung an den zuständigen Mann genügt meistens für denselben
die Bande der Liebe zu lockern, das Verhältiüs noch vor der Entbindung
der Gehebte, die natürUch ihre Beschäftigung jetzt meist aufgeben muss,
zu lösen.

Sie entbinden fast alle im Gebärhaus, vmd hier reift in diesen Fällen
fast durchschnittlich der Plan, zur Prostitudon zu greifen. Die Gründe, die
hierbei massgebend werden, sind die gleichen, die für die übrigen Mädchen
in Betracht zu ziehen sind, denen, ohne dass sie Mutter geworden sind,
die Liebe von ihrem Verehrer gekündigt wurde.

In der Zeit, während welcher das Liebesverhältnis bestanden hat, hat sich
rast immer das Mädchen wesentlich verändert, sie ist nicht mehr dieselbe,
die sie früher war. Und jetzt ist der Zeitpunkt gekommen, wo oft geringe
äussere Veranlassungen das Individium zur Prostitution führen. Das
Bekanntsein mit Mädchen, die bereits bei der Prostitution gelandet sind
mit dem tägUchen Beispiel, dann der fortwährende Anblick der auffallend
^rlockenden Kleidungen, dazu kommt häufig noch der Zuspruch von
Personen beiderlei Geschlechts, die daran Interesse haben und stets zur
rechten
Zeit sich finden, mit Vorspiegelungen von Glanz imd Reichtum
und angenehmem Leben in der Ztikunft, all dass sind Pünkte, die erwähnt

3

-ocr page 46-

werden müssen. Unter diesen Einflüssen nun wendet sich das Mädchen,
wohl immer ohne selbst klare Vorstellimgen über die Bedeutung ihres
Schrittes zu haben, der neuen Lebensführung zu, sie ergreift einen neuen
Erwerbszweig, die Prostitutionquot;.

Moge in vroeger jaren de ongehuwde moeder bijna steeds ten prooi
zijn gevallen aan de prostitutie, tegenwoordig is ook aan de ongehuwde
moeder een kans geboden, zich met haar kind staande te houden in
de maatschappij. Vijf en twintig jaar geleden getuigde het nog van
grooten moed, er voor te durven uitkomen, dat een ongehuwde moeder
geholpen dient te worden. In 1939 is men er in breede kringen van
overtuigd, dat wie buiten het huwelijk een kind ter wereld brengt, de
kans moet geboden worden met dat kind in het leven een behoorlijke
plaats te veroveren.

De Vereeniging „Onderlinge Vrouwenbeschermingquot; trekt zich het
lot aan van vele ongehuwde aanstaande moeders, die door welke oorzaak
dan ook, uit het ouderlijk huis worden verstooten en aan hun lot
overgelaten.

De aanstaande moeders, wier leeftijd wisselt tusschen 14 en 41 jaar,
worden in het tehuis van de tevorengenoemde Vereeniging opgenomen,
wanneer zij zeven maanden zwanger zijn. Zij blijven daar tot minstens

3nbsp;maanden en ten hoogste 14 jaar na de bevaUing. Ondertusschen wordt
niet stilgezeten: de meisjes worden opgeleid voor dienstbode of kunnen
indien zij lust hebben, studeeren voor examens als verpleegster enz.

Er gaat geen één ongehuwde moeder de deur uit, of zij heeft een
betrekking, waarbij gestreefd wordt, de meisjes zooveel mogelijk in
hun oude beroep terug te brengen.

Dit levert vrijwel nooit moeilijkheden op, en omdat de meisjes in
het tehuis hebben leeren werken en goed opgevoed zijn, overtreft de
vraag steeds het aanbod.

Het kind blijft, indien er geen andere goede oplossing gevonden
wordt, tot het een jaar is; de moeders komen dan nog 334 maal per
week naar de baby kijken, waarmede tevens bereikt v/ordt, dat het
contact bewaard blijft. Ook daarna wordt er dikwijls nog jaren contact
gehouden om te voorkomen, dat de meisjes opnieuw struikelen. Dit
komt echter hoogst zelden voor, de groote meerderheid der meisjes
komt in de maatschappij goed terecht. In 11 jaar tijd kwam het maar

4nbsp;maal voor, dat een in het tehuis verpleegd meisje, prostituée werd.
Zeer zelden komt het voor, dat een moeder afstand wenscht te doen
van haar kindje. De zorg voor de ongehuwde moeder is te Rotterdam

-ocr page 47-

ook nog in handen van het Leger des Heils (Moederzorg) en de R.K
Stichting „Maria Magdalenaquot; te Overschie.

Reclasseering van prostituées

Vaak zijn pogingen ondernomen, prostituées uit „het levenquot; te halen
en ze weer binnen de perken van de maatschappelijke orde terug te
brengen. Vrijwel steeds is op deze zeer menschelijke en zeer edel-
moedige pogingen diepe teleursteUing gevolgd. Zeker zijn er onder de
prostituées wel enkele te vinden, die hun métier verafschuwen en er
Wel mee zouden willen ophouden. De moeilijkheid schuilt echter
hierin, dat wij de prostituée niets hebben aan te bieden, dat haar lijkt.
Zij wil „het levenquot; wel den rug toedraaien, maar haar eerste vraag is:
jjWat heb je voor een baantje voor me en wat verdien ik ermee?quot; De
meesten zijn weinig ontwikkeld en komen voor geen andere beroepen
m aanmerking dan: dienstbode, werkster, fabrieksarbeidster enz., be-
roepen, die slecht beloond worden en onaantrekkelijk zijn. Is het
Wonder, dat de prostituée platweg opmerkt, dat ze nu in een paar uur
Veel gemakkelijker verdient, dan wat zij als dienstbode met hard ploeteren
nog niet in een week zou verdienen? Dit maakt de reclasseering van
prostituées tot een zeer moeilijke, zooal niet tot een hopelooze taak.
Daarbij komt, dat prostitutie een kwestie van vraag en aanbod is, zoodat,
mocht het al gelukken een paar prostituées uit „het levenquot; te halen,
aan den anderen kant er weer evenveel klaar staan om er in te gaan.

In ons land houdt de overheid zich niet bezig met de reclasseering
Van de meerderjarige en niet-misdadige prostituée. In enkele plaatsen
bereiken dames, die het reclasseeringswerk op
eigen initiatief doen, wel
eens een enkel resultaat, wat echter niet meer beteekent dan een druppel
m een emmer water.

Overigens dient nog te worden opgemerkt dat de prostituées ook
Zichzelf reclasseeren: vele vinden een man, waarmede zij een fatsoenlijk
huwelijk sluiten. Andere zoeken zelf werk, wanneer zij ouder beginnen
te worden en minder gezocht, weer anderen vinden emplooi in het
Verhuren van kamers aan prostituées of worden caféhoudster.

alcoholbestrijding

Alcohol-gebruik is steeds in verband gebracht met zinnelijkheid en
niet ten onrechte. Een kleine dosis alcohol geeft het gevoel van welzijn,
geanimeerde stemming, neiging tot motorische prestaties, tot veel

-ocr page 48-

spreken: een zekere euphorie ontstaat, waarbij alles den drinker ge-
makkelijker en vrijer schijnt af te gaan. Het intellect is daarbij gedepri-
meerd; bekend is de proef met de rekensommetjes: ze worden vlugger
gemaakt, maar met meer fouten. In dit eerste stadium van de alcohol-
werking vallen moreele en ethische remmingen weg en zoo kan het
gebeuren, dat de anders beheerschte zinnelijkheid lichter tot uiting
komt dan in nüchteren toestand. Dat in dezen toestand gemakkelijker
infecties tot stand komen, is duidelijk, te meer daar de potentie door
den alcohol is verzwakt en de coitus langer duurt.

Het aantal contacten, dat tot stand komt in bars en café's, is dan
ook aanzienlijk, al staan in vele steden deze café's onder strenge controle
der politie.

Onder prostituées wordt steeds een aanzienlijk aantal aangetroffen,
dat aan den drank verslaafd is: in het jaar 1937 bijv. werden te Rotter-
dam 37 vrouwen geverbaliseerd ter zake van openbare dronkenschap,
onder deze vrouwen waren 27 prostituées.

De laatste jaren is door de sociale werksters aan de poliklinieken voor
geslachtsziekten nog een nieuwe ervaring opgedaan, die verband houdt
met de correlatie alcohol-geslachtsziekten: Bij het vragen naar de bij-
zonderheden omtrent de bron van de infectie blijkt, dat er een aantal
mannen is, dat geen enkele bijzonderheid weet mede te deelen en dat
zegt, zóó dronken te zijn geweest, dat zij in het geheel zich niet meer
kunnen herinneren, in welke straat, in welk huis, zij zijn geweest, noch
hoe de vrouw eruit zag.

De laatste jaren is het alcoholgebruik dalende, als oorzaken neemt
men aan: de uitgebreide propaganda en de verhooging van het econo-
mische, moreele en intellectueele peil der bevolking. Deze vermindering
spreekt duidelijk uit het volgende staatje, voor zoover het betreft het
gebruik van sterken drank:

Verbruik per hoofd der bevolking van Nederland in Liters en per jaar

1885—

1900—

1919—

1923—

1928—

1889

1904

1922

1927

1932

Bier..........

25.90

30.87

20.7

25.5

26

Wijn..........

2.06

1.67

1-35

1.68

1-59

Gedestill. 50 %.....

8.97

7-97

3-79

2.18

2.22

Absolute alcohol in bier.

wijn en gedestill. samen

5.90

5-57

3 —

2.45

2.40

De cijfers zijn ontleend aan de jaarverslagen van het Consultatie-bureau
voor alcoholisme te Rotterdam.

-ocr page 49-

Buiten deze statistiek vallen de frauduleus vervaardigde of ingevoerde
s e^e drank en de onbelaste binnenlandsche vruchtenwijn,
lie dnbsp;^^^ terzake van openbare dronkenschap geverbaUseerden

iep de laatste jaren sterk terug, vermoedelijk onder den sterken invloed
er werkloosheid. De officieele Rotterdamsche cijfers bedragen:
1930: 1645nbsp;1934: 864

1931: 1319nbsp;1935: 818

1932: 918nbsp;1936: 753

^nbsp;1933: 984nbsp;1937: 817

zi rv opbrengst van den drankaccijns in ons land nog zeer aan-
enlijk en bedroeg deze over het jaar
1932 ƒ32.849.724.

gelnbsp;bepalingen ten opzichte van het alcoholvraagstuk zijn

va ^nbsp;beteugehng van de openbare dronkenschap, het verbod

^ n het verkoopen of toedienen van bedwelmenden drank aan iemand,
maknbsp;kennelijken staat van dronkenschap, het dronken

totnbsp;beneden de zestien jaar en het met geweld dwingen

net gebruiken van bedwelmenden drank.
^ oorts wordt door het vergunningsstelsel de gelegenheid geschapen,
aantal gelegenheden van klein-verkoop in te krimpen, terwijl in
eKchülende steden bepaalde wijken „drooggelegdquot; worden.

eeh^-t ^^^^^^ ^^ propaganda ter bestrijding van het alcohol-
g teuik, wordt in Nederland sinds
1842 veel goed werk gedaan.
^ e consultatiebureaux voor alcoholisme, zooals ook Rotterdam er
en bezit, boeken prachtige resukaten:
^ an de
275 nieuwe patiënten, die in 1937 onder behandehng kwamen,
ouH ? ^^ geheelonthouder,
43 verbeterden veel, 8 vielen terug in hun
ae drinkgewoonte, terwijl
132 op het einde van het jaar nog onder
oeüandehng waren.

doM^ ƒnbsp;die naar deze bureaux toevloeien, worden gezonden

r den rechter, de pohtie, voogdijraad, reclasseeringsinstellingen,
lamiiie enz.

Voor het trekken van een parallel tusschen alcohol-misbruik en
geslachtsziekten is het interessant, na te gaan, hoe het staat met de
nrr ^^^ geverbaliseerden wegens openbare dronkenschap en met

leeftijden van de bezoekers van het consultatie-bureau:
vanbsp;werden
817 verbalen opgemaakt terzake van art. 453 Wetb.

n Jjtrafrecht (kennehjken staat van dronkenschap op den openbaren
^egj, 18 terzake van art.
426 Wetb. van Strafrecht (in staat van dron-
enschap verkeerend, in het openbaar het verkeer belemmeren of de

-ocr page 50-

orde verstoren, hetzij eens anders veiligheid bedreigen).

Van deze 835 personen waren de beroepen, vergeleken bij die van
het vorig jaar (tusschen haakjes geplaatst):

% van totaal

Mannen van de straat:

172

(182)

waaronder

93

( 73)

kooplui

14

( 16)

bezorgers

13

( 15)

reizigers

20

20

( 10)

chauffeurs

8

( 8)

voerlieden

4

( 8)

colporteurs

Varensgezellen

150

(129)

waaronder

21

( 19)

schippers en schippers-

knechts

17-4

Havenarbeiders

131

(133)

losse arbeiders

15.6

Bouwvakarbeiders

67

( 60)

waaronder

19

( 9)

timmerlui

7-9

13

( 10)

schilders

12

( 14)

metselaars

Huisarbeiders

91

( 82)

waaronder

II

( 24)

met eenig intellectueel

beroep

10

( 13)

kantoorbedienden

10.8

7

( 10)

kleermakers

7

( 6)

schoenmakers

Fabrieksarbeiders

30

( 50)

waaronder

3.6

8

( 14)

bakkers

9

( 14)

sigarenmakers

Metaalarbeiders

42

( 36)

5--

Werkzaam in het al-

coholbedrijf

24

( 22)

2.9

Landarbeiders

18

( 17)

2.1

Zonder beroep of on-

8.7

bekend

73

( 62)

Vrouwen

37

( 19)

4-4

-ocr page 51-

De leeftijd der nieuwe patiënten, die zich aanmeldden aan het
consultatiebureau was over een reeks van jaren:

Totaal

ben. 21

21-30

31-40

41-50

1 51-60 [61-70 1

bov. 70

1930

393

37

73

90

98

57

37

I

Ï93I

340

16

75

90

86

45

23

5

Ï932

272

8

52

71

63

55

19

4

1933

279

18

50

58

80

51

21

I

1934

246

II

34

57

73

50

16

5

1935

247

10

33

62

57

49

34

2

1936

229

14

43

40

73

47

12

0

275

8

53

86

68

46

13

I

1930-

_i?37

2281

122

413

554

598

400

175

19

In %

100

5-3

18.1

24.3

26.3

17-5

7-7

0.8

Wanneer men deze gegevens overziet, bemerkt men, dat de grootste
^oep, 50.6 % uitmakend, wordt gevormd door personen tusschen de
30 en 50 jaar.

Beschouwt men daarnaast de gegevens omtrent den leeftijd der
i)ders aan geslachtsziekten, dan komt men tot een geheel andere ver-
ouding (zie blz. 60) en ziet men, dat een aanzienhjk gedeelte daar
eneden de 30 jaar hgt. Dit lijkt vreemd, want indien alcoholmisbruik
en zinnelijkheid werkelijk hand in hand gaan, dan zou men kunnen
Verwachten, dat de gevolgen van dat misbruik en die zinnelijkheid ook
parallel hepen, terwijl het hier schijnt alsof „Wijntjequot; aanmerkelijk
ater komt dan „Trijntjequot;. Deze conclusie kan echter niet juist zijn:
1) den eerste suspecten coitus kan iemand zich infecteeren, maar bij
et eerste glas alcohol komt men nog niet in aanraking met een con-
sultatiebureau voor alcohohsme, daar kan een ontwikkehngsgang van
jaren voor noodig zijn.

Vn^^ VOOR GOEDE WOONGELEGENHEID,
^«JORAL VOOR ONGEHUWDEN

In den strijd tegen de ontucht en de geslachtsziekten is de zorg
yoor een goede woongelegenheid van groot belang. Het samenwonen
in beperkte ruimte, waarbij volwassenen en kinderen, vaak ook vreem-
en, in één vertrek en ook meerdere personen in één bed slapen, is
niet alleen psychologisch verkeerd, daar de aandacht van de kinderen
Veel te vroeg in de richting van sexueele dingen wordt geleid, maar

-ocr page 52-

verhoogt ook het gevaar van venerische infectie. Het is dan ook een
gelukkige omstandigheid, dat de centra der groote steden, waar nog
vele ouderwetsche, te kleine woningen en krotwoningen te vinden
waren, hoe langer hoe meer worden ontruimd. Deze ontvolking van de
oude stadskernen is een in vele steden bekend verschijnsel, dat vol-
komen natuurlijke oorzaken heeft. Eerstens worden talrijke woonhuizen
vervangen door winkels, kantoren, garages enz. In de tweede plaats
zijn tallooze woningen onbewoonbaar verklaard of ten offer gevallen
aan doorbraken en straatverbreeding, maatregelen tot stadsverbetering.

Ten slotte voelen de moderne jonge gezinnen zich in de verouderde
wijken niet meer thuis en trekken deze naar de nieuwere wijken.

Wanneer men de cijfers overziet van het aantal inwoners van den
ouden „stadsdriehoekquot; van Rotterdam, liggend binnen de rivier en de
singels, dan blijkt, dat de centrahsatie hier wel zeer krachtig heeft
doorgewerkt:

Aantal inwoners
Jaarnbsp;in den

stadsdriehoek
1849nbsp;65.311

1859nbsp;69.119

1869nbsp;69.558

1879nbsp;67.382

1889nbsp;63.494

1899nbsp;58.927

1920nbsp;circa 43.500 (berekend)

1930nbsp;21.355

De in de laatste helft van de vorige eeuw rondom den stadsdriehoek
gebouwde wijken werden van deze decentralisatie mede het slachtoffer
en verloor in de periode 1919—1932 het geheele oude stadsgedeelte
niet minder dan 70.000 inwoners. In hetzelfde tijdperk vermeerderde
het inwonertal eveneens met een kleine 80.000, waarvan blijkbaar ook
de meesten zich in de buitenwijken vestigden: 89.000 personen vestigden
zich in de nieuwe wijken aan den Linker Maasoever, 52.000 in het
Westelijk Stadsgedeelte. Toch zal het nog wel geruimen tijd duren,
alvorens de geheele oude binnenstad gesaneerd is.

De vorming van tuindorpen is een fhnke schrede vooruit in de
richting van de ideale woongelegenheid. Als principe staat hierbij
voorop: ieder gezin een afzonderlijke woning, die noodt tot blijven
en daardoor rust geeft. Het bewonen van een eigen huisje en vooral

Cijfers onüeend aan „De Maastunnelquot;.

-ocr page 53-

het bezit van een eigen tuin bevordert het gezinsverband en gaat de
uithuizigheid tegen.

Rotterdam is zoo gelukkig in tuindorp „Vreewijkquot;, gelegen aan den
Linker Maasoever, een ideaal woonoord te bezitten, dat het grootste
IS van het vasteland van Europa. Dit dorp, dat een oppervlakte beslaat
van 75 H.A. en ruim beplant is, bestaat uit 3292 éénsgezinswoningen,
292 benedenwoningen, 185 vrije bovenwoningen, 252 gezamenhjke
bovenwoningen en 79 winkels, totaal circa 4100 woningen. Alle huizen
hebben een tuin, vele daarbij een vóórtuin. Het tuinieren wordt krachtig
bevorderd, doordat jaarlijks een groot aantal prijzen in den vorm van
boUen, planten, stekken enz. wordt uitgeloofd aan winnaars van wed-
strijden in verzorging der tuinen.

Het tuindorp wordt bewoond door 8272 ouderen en 8570 kinderen,
tezamen 16842 bewoners; de gezinssterkte is gemiddeld 4.11, (in de
stad is de gemiddelde gezinssterkte 3.90).

Wat de aard van de bewoners betreft, zij vermeld, dat 85 % uit
arbeiders in alle mogehjke beroepen bestaat, 13 % wordt gevormd
Uoor den kleinen middenstand (kantoren, fabrieken, handel) 2 % vormt
de groep van den, middenstand, bestaande uit artsen, ingenieurs, leeraren,
handelsmenschen. Gemiddeld blijft een bewoner circa 10 jaar gevestigd
in het dorp, terwijl vele huurders 20 jaar of meer hun dorp trouw
blijven. In de steden verhuist de bevolking eens in de 3—4 jaar.

Interessant is, dat de sociale werksters der beide poliklinieken voor
huid- en geslachtsziekten vrijwel nooit in tuindorp „Vreewijkquot; komen.

c - maatregelen tot opsporing en behandeling van

tot toezicht op personen, die reeds besmet zijn,
overal waar dat noodig zal blijken.

200 vroeg mogelijke behandeling

Het belang hiervan is nog zeer onvoldoende tot de patiënten door-
gedrongen. In populaire geschriften, die een waarschuwing inhouden
ten opzichte van het gevaar der geslachtsziekten moet er steeds op
gehamerd worden, dat geneeskundige hulp dient te worden gezocht
bij het minste vermoeden op een infectie. Mannen zijn in dit opzicht
altijd optimistisch en zoeken steeds argumenten, die kunnen aantoonen,
dat zij niet besmet zijn („die vrouw zag er toch zoo keurig uitquot; of „ik
vertrouw die vrouw als mezelfquot;).

^y^^^izonderheden zijn ontleend aan mededeelingen van de directie van

-ocr page 54-

Talrijk zijn de gevallen, waarbij de echtgenoote werd geïnfecteerd
in den incubatietijd, waarin de man zelf nog geen enkel symptoom
vertoonde.

Onnoodig te wijzen op het belang van een abortiefkuur bij gonorrhoe,
op de directe, voUedige behandeling van de sero-negatieve primaire
syphilis.

BEHANDELING EN CONTRÔLE

TOT DE BESMETTELIJKHEID IS VERSTREKEN

Bij het nagaan van ziektegeschiedenissen treft het telkens weer, dat
de patiënten dikwijls wegblijven, nadat de voor hen waarneembare
symptomen genezen zijn. Worden zij later opgespoord, dan blijkt vaak,
dat de patiënten absoluut niet begrepen hebben, dat de behandeling
nog niet beëindigd was. Voor de sociale diensten is het dan ook een
dankbare taak, deze menschen weer onder behandeling en controle
te brengen.

Een sociaal belangrijk werk is ook de nazorg van lues-patiënten.

Bekend is, dat een percentage patiënten met oude lues bij negatieve
serologische reacties in het bloed, positieve reacties van den liquor
cerebrospinalis vertoont. Indien men deze patiënten kan opsporen en
bij hen kan aantoonen, dat in het ruggemergsvocht verschijnselen zijn
te vinden, die in de toekomst een tabes dorsaUs niet uitsluiten, kan
men trachten deze te voorkomen, door een malaria-kuur te geven.

Nadere gegevens hieromtrent zullen volgen in Hoofdstuk III.

OPSPORING VAN GEÏNFECTEERDEN

door inlichtingen, ontleend aan de volgende bronnen:

a - laboratorium-diagnoses.
b - poliklinieken en ziekenhuizen.
c - artsen in hun privé praktijk.

d - medische ambtenaren, werkzaam aan pubheke instellingen, b e-
stuurslichamen en industrieele ondernemingen, in verband met
door hen verrichte keuringen en controles.
e - controle van zwangeren.
ƒ - controle van gevangenen.

Het is in het algemeen wenschehjk, dat bij het vinden van venerisch
geïnfecteerden, langs welken weg dan ook, melding wordt gedaan bij

-ocr page 55-

het plaatselijk adviesbureau, zonder dat hierbij sprake behoeft te zijn
van een wettelijk verpUchte aangifte.

Dit heeft het voordeel, dat de geslachtsziektebestrijding vanuit één
jjZentralstellequot; kan worden overzien en ook een inzicht kan worden
verkregen over de frequentie, wat thans nauwelijks mogelijk is.

voorziening in de gelegenheid tot kostelooze
behandeling aan goed ingerichte poliklinieken,

Vooral ook voor zeelieden

De langdurige medische behandeling, die vaak noodig is in geval
van venerische ziekten en de dure medicamenten zijn oorzaak van het
feit, dat steeds weer de nadruk wordt gelegd op de wenschelijkheid
Van kostelooze behandeling.

Te Rotterdam bestaat de gelegenheid tot kostelooze behandeling
reeds sinds i November 1903, op welken datum de Gemeentelijke
Polikliniek voor huid- en geslachtsziekten werd geopend.

Naast deze pohkliniek, die zich spoedig in een grooten bloei ver-
heugde, werd in 1925 opgericht de Havenpolikliniek, uitgaande van
het Instituut voor Tropische Geneeskunde Rotterdam-Leiden en
Speciaal bestemd voor zeeheden.

Beide poliklinieken ontwikkelen een krachtigen strijd tegen de ge-
slachtsziekten.

Naast de noodzakehjkheid van kostelooze behandeling dient een
polikliniek voor geslachtsziekten aan nog meerdere eischen te voldoen:
In de eerste plaats dient zij door centrale ligging en tijden der spreek-
uren het den patiënten mogelijk te maken, zonder arbeidsverzuim de
polikliniek te bezoeken; verder moet het ziektegeheim veilig zijn, wat
kan worden bevorderd door in één gebouw verschillende diensten
onder te brengen.

In het in 1941 te Rotterdam te openen „Centraal Gebouw voor de
Volksgezondheidquot; zijn deze eischen op ideale wijze verwezenlijkt en
Wordt tevens door de aanwezigheid van een groot aantal poliklinieken
op ander gebied, de gelegenheid geboden, overleg te plegen met de
leiders dier poliklinieken.

De behandeling van zieke zeeUeden is voor een havenstad van het
grootste belang, aangezien aldus een groot aantal infecties wordt opge-
vangen, waardoor de gezinnen der zeelui of prostituées worden be-
schermd.

-ocr page 56-

De in Rotterdam binnenkomende zeelieden worden op de mogelijk-
heid van kostelooze behandeling opmerkzaam gemaakt door middel
van in verschillende talen opgestelde „foldersquot;, die ligging en tijden
der spreekuren aan de polikhnieken aangeven, (zie bijlage.)

De behandeling van geslachtszieke zeeheden is geregeld bij de
Brusselsche overeenkomst van i Dec. 1924, waartoe het „Office Inter-
national d'Hygiène PubKquequot; den stoot gaf.

De partijen kwamen overeen, in elke belangrijke havenstad polikli-
nieken te openen, kosteloos toegankelijk voor varensgezellen van welke
nationaliteit ook; tevens moest de mogehjkheid tot klinische behande-
hng aanwezig zijn, terwijl voor de reis voldoende medicijnen moesten
worden meegegeven.

De patiënten krijgen een „carnetquot;, waarop diagnose, behandehng,
resultaten van serologisch onderzoek enz. worden aangeteekend. (zie
bijlage.)

Zestien landen traden tot de Brusselsche overeenkomst toe en 24
betuigden hun adhaesie, terwijl sedertdien steeds weer nieuwe landen
zich hebben aangesloten.

CONTRÔLE OP GEÏNFECTEERDE PERSONEN
a - onderricht van patiënten.

b - opname in ziekenhuizen in zekere stadia der ziekte.
c - strafbepalingen tegen het blootstellen van anderen aan infectie.

Tot het werk van de adviesbureaux behoort ook het onderricht aan
de patiënten. Dit dient te geschieden op de meest populaire wijze,
daar telkens weer blijkt dat anders de uiteenzettingen niet worden
begrepen. Zoo dient er bijv. de nadruk op te worden gelegd, dat de
patiënt lijdende is aan een
besmettelijke geslachtsziekte, aangezien het
is voorgekomen, dat de patiënt(e) in ernst meende, dat het „jeuk in het
bloedquot; was.

Den patiënt dient goed onder oogen te worden gebracht, dat de
ziekte nog niet genezen is, wanneer hij geen verschijnselen meer waar-
neemt; leefregel, hygiënische maatregelen, behandelingsmethode,
alcoholverbod, dienen in den breede te worden verklaard. Met vrouwen
heeft men in dit opzicht de meeste moeite, omdat de infectio gonor-
rhoica bij haar weinig of geen verschijnselen geeft en de fluor albus
door haar als een vrijwel physiologisch verschijnsel wordt opgevat.
Ook is typeerend, dat zoo weinig vrouwen onder behandehng komen

-ocr page 57-

ölet een ulcus molle of een genitaal luetisch primair-affect, in de meeste
gevallen dan nog alleen, wanneer het uitwendig waarneembaar is.

Een ander belangrijk punt is de zorg, dat de patiënt de hem voorge-
schreven behandehng kan en zal nakomen.

Zooals reeds eerder besproken werd, is het hierbij noodzakelijk, dat
de patiënt de pohkhniek kan bezoeken op een tijdstip, waarbij hij geen
Werk behoeft te verzuimen. Zelfs is de wenschelijkheid geuit, een
spreekuur te houden na acht uur 's avonds voor geïnfecteerde winkel-
meisjes.

Prostituées geven weer bijzondere moeilijkheden, men ervaart vaak,
dat deze zich schamen op de pohkhniek te komen; bang zijn, dat ze
m hun bedrijf geschaad worden, als ze gezien worden; in hun kring
spoedig den naam krijgen van ziek te zijn; bovendien kunnen de voor-
schriften vaak niet worden opgevolgd, omdat de prostituée dikwijls
Verplicht is om te drinken. Daarbij komt nog, dat de gonorrhoe een
Ziekte is, die door de
prostituée zelf wordt behandeld.

De verleiding is groot, te propageeren, dat strafmaatregelen dienen
^ Worden ingesteld tegen het blootstellen van anderen aan infectie,
quot;lerbij zou dan niet het infecteeren op zich zelf, maar het
hlootstellen
aan infectie strafbaar moeten worden gesteld. De moeilijkheid hier is

et bewijs te leveren, dat de betrokkene wist, dat hij gevaar opleverde,
Welk bewijs alleen zou zijn te leveren door schending van het medisch

beroepsgeheim.

En hoewel zich herhaaldelijk gevaUen voordoen van ergerlijk-
roekeloos, bijna opzettelijk blootstellen aan het infectiegevaar, weegt
het argument van het beroepsgeheim zwaar genoeg om het strafbaar-
steUen van de hand te wijzen.

bestrijding der kwakzalverij

In hun angst voor ontdekking loopen de patiënten dikwijls naar
^ogist of sanitas-winkel, waar altijd wel urethra-spuiten, protargol- of
ahumpermanganaat-oplossingen te verkrijgen zijn, zoowel als in-
wendige middelen. Helaas zijn er ook apothekers, die zich hiertoe
leenen.

Het zou dan ook aanbevehng verdienen, te bevorderen, dat medi-
camenten voor behandehng van venerische ziekten uitsluitend op recept
mogen worden afgeleverd, waarbij dan nog te vermelden: „ne itereturquot;.

-ocr page 58-

Tot voor enkele jaren prijkten nog in tal van dagbladen advertenties
voor „geheime middelenquot; als „Kawasanquot;, dienende om geslachts-
ziekten per os te genezen. Hieraan is thans vrijwel een eind gekomen,
doordat kranten, die zich zelf respecteeren, dit soort advertenties niet
meer opnemen.

OPSPORINGSWERK

De bestrijding der geslachtsziekten is langen tijd een vrijwel hope-
looze taak geweest voor degenen, die ze ondernamen, omdat het uit-
zondering was, als een geïnfecteerde zich liet behandelen tot algeheele
genezing was ingetreden en er geen enkel middel bestond, den patiënt
te bewegen, de behandeUng weer te doen hervatten. Hierin is ver-
andering gekomen door het te werk steUen van sociale diensten naar
Amerikaansch voorbeeld en die te Rotterdam in werking zijn getreden
in 1930 aan de Havenpolikliniek, in 1935 aan de Gemeentelijke Poü-
kliniek.

De zorg van den socialen dienst strekt zich uit over:
den patiënt
de infectiebron

het milieu, waarin de patiënt verkeert.
Indien men de ziektegeschiedenissen naslaat uit den tijd der vrij-
willige behandeling, dan blijkt, dat de patiënten om allerlei redenen de
behandeling ontijdig afbraken; soms is het gemakkelijk na te gaan, wat
daarvan de oorzaak kan zijn en staat vermeld:
„kan niet geregeld komen, gaat varen, verhuizen, ziek enz.quot;
In andere gevallen kan men er slechts naar gissen, wat de oorzaak
is van het wegblijven en moet men aannemen, dat een pijnlijke injectie
de oorzaak is of een zich ontwikkelende epididymitis, die door een
veel voorkomend bijgeloof van de patiënten door de locale therapie
ontstaan zou zijn.

Sedert het te werk stellen van de sociale diensten, waarbij getracht
wordt, de wegblijvers op te sporen, na te volgen
G/ollow upquot;) en ze
weer onder behandeling te brengen, heeft men hierin een beter inzicht
gekregen.

In het jaar 1938 bijv. moesten door de sociale werkster aan de Ge-
meentehjke Polikliniek 760 personen worden opgespoord; daarvan
kwamen er 621 weer onder behandeling.

6 % was onvindbaar, ook niet ingeschreven in het bevolkingsregister.

-ocr page 59-

had dus vermoedelijk opzettelijk een verkeerden naam opgegeven
2 % ging onder behandehng bij een particulieren specialist.
^ % verhuisde naar een andere stad en kon meestal worden over-
gedragen aan een ander adviesbureau.

2nbsp;% was langdurig ziek.

3nbsp;7o was gaan varen.
6 % was onwillig.

Enkele waren overleden; enkele gingen naar de gevangenis.
De techniek van het opsporingswerk munt uit door eenvoud en
oeltreffendheid en, wat van groot belang is, het raderwerk loopt
geruischloos: Door het kaartsysteem der patiënten van „ruitertjesquot;
te Voorzien van verschillende kleur, is met één oogopslag te overzien
of een patiënt verzuimd heeft, terug te komen in de bepaalde week.
Waarin hij of zij is terugbesteld.
De sociale werkster tracht nu, met den patiënt in verbinding te
omen door een neutraal briefje te schrijven, zóó, dat niet uit envelop
O inhoud van het schrijven zou kunnen blijken, dat het briefje afkom-
stig is van een pohkliniek.

lu andere gevallen wordt de patiënt persoonlijk bezocht, ook alweer
zoo min mogelijk opvallend en vindt het gesprek plaats, vaak onder de
eigenaardigste omstandigheden, bij den patiënt thuis, in een café, in
een logement of boardinghouse en zelfs bij een lantaarnpaal.
Wet is duidelijk dat dit alles zoo weinig mogehjk in het oog loopend
ent te geschieden, om het ziektegeheim van den patiënt veilig te stellen
^^ het is gelukkig, dat hoewel herhaaldelijk navraag werd gedaan,
iiog nooit is gebleken, dat ook maar één patiënt moeilijkheden heeft
gekregen door het opsporingswerk. Integendeel uitten de opgespoorde
patiënten vaak hun dankbaarheid voor de moeite, die voor hen werd
gedaan.

Een van de vragen, die de sociale werkster den patiënt stelt, is die
naar de bron van zijn ziekte, kortweg aangeduid als infectiebron.

Men is gewend, deze infectiebronnen te onderscheiden in prostituées
en amatrices. Het onderscheid tusschen deze beide is gradueel en aan
en anderen kant ook weer principieel, want een vrouw mag nog zulk
een slechten roep hebben als amatrice, de eerste keer, dat zij voor een
^slachtsdaad geld aanneemt, is van geweldige beteekenis voor haar.

e begrippen prostituée en amatrice zou men aldus kunnen om-
schrijven:

-ocr page 60-

Prostituée is iemand, die er haar of zijn beroep van maakt, uit
overwegingen van geldelijken of stoffeUjken aard, tegemoet te
komen aan sexueele verlangens van anderen, zulks zonder of met
geringe selectie.

Amatrice is iemand, die er min of meer een gewoonte van
maakt, hetzij uit overwegingen van stoffelijken (of zelfs cuhnairen!)
aard, hetzij uit hbido, tegemoet te komen aan sexueele verlangens
van anderen, zulks mèt selectie.

De rol, die onderscheidenlijk prostituées en amatrices spelen als
infectiebron, respectievelijk sociale gegevens, voor zoover die te ver-
krijgen zijn, zullen nader worden bezien in het volgend hoofdstuk.

De moeihjkheden, die de opsporing van de infectiebronnen geeft,
zijn groot.

Zooveel mogelijk wordt daarbij gebruik gemaakt van de diensten
van den patiënt-zelf, al zijn de gegevens vaak buitengewoon vaag;
dikwijls is — zoowel bij amatrices als bij prostituées — slechts een
korte kennismalüng op straat voorafgegaan en weet de geïnfecteerde
eenige dagen of weken later al niet veel meer, dan dat zij „blond en
slankquot; was of „klein en met zwarte krullenquot;, soms ook een bij- of voor-
naam. Door langdtirige ervaring geleerd, kunnen de sociale werksters
uit enkele spaarzame gegevens vaak al te weten komen, wie dan de
infectiebron is geweest, in andere gevallen moeten zij over ware detec-
tive-eigenschappen de beschikking hebben om de betrokkene te kunnen
opsporen. Eigenaardig is, dat de meeste geïnfecteerden, zoodra bekend
is, wie de infectiebron is, dadelijk bereid zijn, hun medewerking te
verleenen tot de opsporing. Vaak moeten zij zelfs in hun enthousiasme
geremd worden, omdat zij anders in staat zouden zijn, aan ongemoti-
veerde wraakgevoelens uiting te geven. Indien het den patiënt niet
gelukt, de infectiebron te bewegen, onder behandehng te komen, trekt
de sociale werkster er op uit. Een groote moeilijkheid hierbij is, de
infectiebron ervan te overtuigen, dat zij een geslachtsziekte onder de
leden kan hebben, zonder dat zij daarvan verschijnselen heeft bemerkt.

Een andere moeilijkheid, tevens groote onaangenaamheid, is gelegen
in het reeds eerder vermelde feit, dat het nogal eens voorkomt, dat de
als infectiebron aangeduide zich vóór het onderzoek behandelt, zoodat
niettegenstaande herhaald onderzoek geen gonococcen worden ge-

-ocr page 61-

vonden. Niet alleen heeft men dan geen vat op den patiënt, maar
®oet men nog hooren: „Ziet U nu wel, dat ik niets mankeer? Daar
heeft U mij nu al die last voor bezorgd!quot;

Het is duidehjk, dat dwangmaatregelen bij het opsporingswerk uit
en booze zijn. Zou men in individueele gevallen al eens hier toe geneigd
^Mn, aan de geslachtsziektebestrijding in haar geheel zou dwang nooit
ten goede komen. Hoofdzaak is, het vertrouwen van de patiënten te
binnen en hen te doen inzien, dat het om hun gezondheid gaat. Zou
®en dwangmaatregelen invoeren, dan zou men aan den eenen kant
zeker patiënten krijgen, die nooit spontaan onder behandeling zouden
gekomen, maar aan den anderen kant zou men er vele afstooten.

Ten slotte dient de sociale werkster haar medewerking te verleenen
tot het beschermen van het miUeu, waarin de patiënt verkeert, ten
opzichte van vrouw en kinderen dus. Op dit gebied komen de ergerlijk-
ste hygiënische misstanden aan het Ucht: zoo besmette een gonorrhoicus
iiiet aUeen zijn vrouw, maar kregen na korten tijd ook de beide jongens
Van vier en zes jaar een urethritis en een meisje van acht jaar een vulvo-
vaginitis. Het is de taak van de sociale werkster, de(n) patiënt deze ge-
Varen onder de oogen te brengen en in den breede, maar vooral op
evattelijke wijze, de te nemen hygiënische maatregelen aan te geven.

Het zou ook zeer gewenscht zijn, dat de artsen in de particuliere-
^ fondspraktijk algemeen gebruik maakten van het sociale werk.

aarom zou men overtuigd zijn van de heilzame werking van het
oUow-up systeem en het alleen toepassen in de kostelooze poliklinieken
^^ niet in andere maatschappelijke kringen?

Het centraliseeren van het sociale werk in de ge-
=^lachtsziektebestrijding

De organisatie berust bij provinciale Commissies, benoemd door de
esturen der provinciale Groene- of Wit
-Gele-Kjuis-vereenigingen;
cze commissies exploiteeren de zgn. „adviesbureauxquot;, aldus — en
zonder eenige verdere aanduiding — genoemd om de bureaux te onder-
scheiden van consultatiebureaux, op ander terrein werkend.

Doordat de Geneeskundige Inspecteurs der Volksgezondheid ambts-
halve zitting hebben in deze Commissies, heeft de Staat zijn aandeel

-ocr page 62-

in dit werk en heeft de Staat ook controle op de geldmiddelen, die
grootendeels verkregen zijn uit subsidie van den Staat.

De richthjnen voor de sociale bestrijding der geslachtsziekten zijn
vastgelegd in een tiental punten, die zijn aangenomen in een vergade-
ring van de Nederlandsche Vereeniging
voor Zedehjke Volksgezondheid,
gehouden op i6 April 1937 te Utrecht:

I-De sociaal-hygiënische bestrijding der geslachtsziekten ge-
schiedt door de in iedere provincie of door de Kruisorganisaties
samengestelde commissie onder toezicht van de Inspectie der
Volksgezondheid, die daaraan zoo noodig leiding geeft, en met
medewerking der Nederlandsche Vereeniging tot Bestrijding

der Geslachtsziekten.

2nbsp;- Iedere provincie wordt in één of meer districten verdeeld. In

ieder district komt een Adviesbureau. Voor ieder Adviesbureau
wordt aangesteld een medisch leider en één of meer sociale
werksters. Het practische bestrijdingswerk geschiedt door de
sociale werksters onder leiding en toezicht van de medische
leiders.

3nbsp;- Het Adviesbureau wordt bij voorkeur zoo gevestigd, dat de

voor behandehng komende lijders aan geslachtsziekten het
gemakkelijk kunnen bezoeken. De sociale werkster houdt
spreekuur in het Adviesbureau en zal in overleg met den
medischen leider vaststellen, wanneer dit dient te geschieden,
daarbij rekening houdend met de spreekuren van den speciaUst
of specialisten van het district.

4nbsp;- Daar we bij de bestrijding der geslachtsziekten in ons land geen

gebruik maken van dwang, zijn we aangewezen op den goeden
wil der patiënten. Het geheele bestrijdingsstelsel moet er dus
op gericht zijn het vertrouwen der patiënten te winnen. Maat-
regelen, die dit vertrouwen kunnen benadeelen, dienen achter-
wege te blijven.

5nbsp;- De sociale werkster legt een archief aan, waarin ze aanteeke-

ningen plaatst en gegevens verzamelt betreffende naar haar
verwezen personen. Tevens zal zij in overleg met den medi-
schen leider een inzicht trachten te krijgen in de mate van
verbreiding der geslachtsziekten in haar district en de hierbij
het meest van beteekenis zijnde factoren. Voor haar archief
maakt zij gebruik van de ter beschikking gestelde kaarten.

-ocr page 63-

Fig. 11-3669 gevallen van nieuw-verkregen geslachtsziekten, van 1921 tôt en met 1925 behandeld aan de Gemeentelijke
Pohklimek voor huid- en geslachtsziekten te Rotterdam, ingedeeld naar geslacht, leeftijd en burgerlijken staat.

LEEFTIJD

SYPHtUS len II

(729 gevallen)

LEEFTIJD

LEEFTIJD

ongehuwd
gehuwd

1 hokje is 25 gevallen

GONORRHOE
(2503 gevallen)

ULCUS MOLLE

(^37gevallen)

-ocr page 64-

6nbsp;- Er moet krachtig op worden aangedrongen, dat de artsen, voor

zoover zulks mogelijk is, de lijders aan geslachtsziekten, die
onder hun behandeling komen, ook verwijzen naar het Advies-
bureau. Ook daar, waar schijnbaar geen sociale hulp noodig is,
blijkt dit bij nader beschouwen toch dikwijls het geval te zijn.
De sociale werkster verzamelt de gewenschte gegevens en zal
maatregelen nemen, die ertoe kunnen leiden, dat verdere van
den patiënt uitgaande infecties zullen worden voorkomen en
hij in de gelegenheid wordt gesteld, de door den behandelenden
geneesheer voorgeschreven behandeling te volgen.

7nbsp;- Het verdient aanbeveling om een controlestelsel in te voeren,

waaruit bhjken kan, welke patiënten zich aan de behandehng
onttrokken hebben. Indien de geneesheer meent, dat dergelijke
patiënten nog verdere behandehng noodig hebben, zal hij aan
de sociale werkster opdragen, pogingen aan te wenden, om den
patiënt weer onder behandehng te brengen. De sociale werkster
zal deze opdracht uitvoeren, steeds echter op zoodanige wijze,
dat daaruit nimmer voor den patiënt eenigerlei moeihjkheid
kan voortspruiten.

8nbsp;- Bij ieder geval van besmetting, dat ter kennis komt van de

sociale werkster, zal zij pogingen aanwenden om de infectie-
bron op te sporen. In de eerste plaats zal zij dit trachten te doen
met behulp van en door middel van den patiënt. Gelukt dit
met, dan kan zij ook rechtstreeks een voorzichtige poging
aanwenden om de infectiebron onder behandehng te brengen.
Onvoorzichtige opsporingspogingen, vooral in de gevaUen, dat
niet geheel en al vaststaat, dat wij met de infectiebron te doen
hebben, schaden het bestrijdingswerk en dienen daarom te
worden vermeden.

9nbsp;- De taak der Adviesbureaux is in de eerste plaats een advisee-

rende. Om redenen van practischen of localen aard kan het
gewenscht zijn, dat het Adviesbureau verbonden is aan een
venereologische pohcliniek of chniek. Dit mag echter nim-
mer leiden tot oncollegiale handehngen. Particuheren, of elders
recht op behandehng hebbende patiënten, dienen naar hun
geneesheer te worden verwezen, tenzij zij zelf nadrukkehjk ver-
klaren dit niet te wenschen. Het Adviesbureau dient alleen dan
zorg te dragen voor behandeling:

-ocr page 65-

I - indien geen enkele andere instantie daarvoor zorgdragen
kan of wil;

II - indien sociale omstandigheden dit noodzakelijk maken;
III - indien nationale of internationale voorschriften, conven-
ties, of wettelijke bepalingen zulks verlangen.

10 - De provinciale commissies kunnen bij de Inspectie der volks-
gezondheid voorstellen indienen, die ertoe kunnen leiden, dat
hetzij in de geheele provincie of een gedeelte daarvan een
onderzoek wordt ingesteld naar den omvang van het geslachts-
ziekteneuvel.

GESLACHTSZIEKTEN EN PRAENATALE ZORG

Een veel omstreden vraag is, of het systematisch bloedonderzoek op
syphilis behoort te worden ingelascht in de praenatale zorg.

Het is van belang, alvorens deze vraag te beantwoorden, eens na te
gaan, hoe het staat met het voorkomen van de aangeboren syphilis.

Aan de Gemeentelijke Polikliniek voor huid- en geslachtsziekten te
Rotterdam wordt jaarlijks een niet onaanzienlijk aantal congenitaal-
luetische kinderen ingeschreven, zooals uit de volgende getallen te
zien is: 1921 — 17; 1922 — 10; 1923 — 21; 1924 — 12; 1925 — 13;
1926 — 15; 1927 — 10; 1928 — 9; 1930 — 8 gevallen.

Bij de reeds eerder vermelde enquête van Prof. Van Leeuwen en
Dr. Hermans, betreffende de frequentie der geslachtsziekten in Neder-
land, bleek, dat in geheel Nederland in het enquête-jaar 1935 188
gevallen van congenitale sypMis waren behandeld.

Deze cijfers wettigen de meening, dat de congenitale syphilis volstrekt
niet zoo'n zeldzame ziekte is, tegen welk euvel dus ingrijpende maat-
regelen moeten worden genomen; trouwens ieder medicus zal het
erover eens zijn, dat de syphiHtische vrouw in de zwangerschap dient
te worden behandeld om de geboorte van een gezond kind te verzekeren.
Om de syphilitische vrouw op het spoor te komen is er maar één
middel: bij alle gravidae serologisch bloedonderzoek verrichten. Aan
het somatisch onderzoek en de anamnese heeft men niet voldoende:
ieder symptoom kan afwezig zijn en de vrouw kan van de infectie
totaal onkundig zijn.

Het positief uitvallen van de Wassermann-reactie is — gelijk be-
kend — niet in alle gevallen bewijzend; bij uitzondering kan, vooral
tegen het einde van de zwangerschap, de Wassermann-reactie „on-
noodigquot; positief uitvallen.

-ocr page 66-

Anderzijds kan een positief serum in de zwangerschap tijdehjk
negatief worden: Klaften vond, dat op 27000 gevallen de Wassermann-
reactie 26 keer tijdehjk negatief werd (Wiener Khnische Wochen-
schrift 1926, blz. 863).

Om deze moeilijkheden te ontloopen, moet men tegelijk met de
wassermann-reactie andere specifieke reacties verrichten en tevens het
onderzoek eenige malen herhalen, aangezien gebleken is, dat het on-
noodig positief uitvallen der Wassermann-reactie geen blijvend ver-
schijnsel is.

Hoe de resultaten zijn, indien de gravide vrouw met positieve serolo-
gische reacties gedurende de zwangerschap onbehandeld bhjft, blijkt
quot;Uidelijk uit een mededeeling van Lees (Edinburg) in Venereal Disease
nformation van Sept. 1933. Hij doet daarin mededeeling van 1000
onbehandelde zwangeren met positieve WA, waarbij hij vond, dat
% der kinderen dood geboren werd, in 36,2 % der gevallen stierven
de kinderen vóórdat de leeftijd van 5 jaar werd bereikt, terwijl 24,5 %
schijnbaar gezond was en in leven bleef

Bij een gelijk aantal gedurende de zwangerschap behandelde moeders
Was het aantal gezonde kinderen 89,2 %.

Hij geeft als zijn meening te kennen, dat luetische a.s. moeders niet
®oeten worden behandeld op een polikliniek voor huid- en geslachts-
ziekten.

Harold H. Cole brengt in een artikel, getiteld: „Syphihs in Pregnan-
cy , Voorkomend in het Maart-nummer van 1934 van het zoo juist
genoemde tijdschrift, verslag uit van de resultaten van een „coöperatief-
^nische studiequot;, ondernomen door vijf groote universiteitskhnieken.

nder meer worden hierin de resultaten medegedeeld van die gevallen.
Waarin de vrouw lues heeft gehad, maar de reactie thans negatief
iSj zwanger wordt en niet antiluetisch wordt behandeld.

Onder de vrouwen, die in vroegere zwangerschappen werden behan-
eld, rnaar niet in de tegenwoordige, bleek 11,5 % der kinderen met
congenitale syphihs geboren te worden, terwijl in die gevallen, waarbij
c vrouwen niet waren behandeld in vorige zwangerschappen, maar
Wel in de tegenwoordige, slechts 2,7 % der kinderen syphilitisch werd
geboren.
Bij behandehng gedurende beide zwangerschappen bleek dit
percentage 3,1 %, bij onbehandeld Wijven gedurende beide zwanger-
schappen werd ii,i % der kinderen syphihtisch geboren.
Een overzicht van de uitkomsten der graviditeit bij de totaal 182
ehandelde syphihtische vrouwen met negatieve Wassermann-reactie
®oge hier worden opgenomen:

-ocr page 67-

Outcome of pregnancy among treated syphilitic -women with negative Wassermann reaction on beginning
or during pregnancy.

treated

in pre-

untreated in

treated in

untreated in

vious pregnan-

previous preg-

both previous

both ;

previous

total

results of

cy, but imtrea-

nancy, but treated

and present

and present

pregnancy

ted in present

in present

pregnancy

pregnancy

number

percent

number

percent

number

percent

number

percent

number

1 percent

born alive:

non syphilitic . .

i6

6i,6

55

74,3

48

75,0

5

27,7

124

68,1

syphihtic ....

3

iigt;5

2

2,7

2

3,1

2

II,I

9

5,0

died (some from

syphilis) . . .

3

4,1

I

1,6

4

2,2

born dead:

miscarriages . . .

3

II.5

8

10,8

6

9,4

9

50,0

26

14,3

still births ....

2

1,1

4

5,4

4

6,2

I

5,6

II

6,0

abortions ....

2

1,1

2

2,7

3

4,7

I

5,6

8

4,4

total. . .

26

100

74

100

64

100

i8

100

182

100

-ocr page 68-

De antiluetische therapie bleek in 't algemeen goed te worden ver-
*^ragen, lichte toxische reacties op arsenic-preparaten kwamen meer
Voor, indien een gecombineerde salvarsan-bismuth-kuur werd toegepast
en bestonden meestal uit een voorbijgaande lichte nier-prikkeling.

Salvarsan-therapie alleen werd door gravidae zelfs beter verdragen
dan door niet-gravidae.
Cole's conclusie uit dit onderzoek is de volgende:
jjledere syphilitische moeder, wat voor behandeling zij vroeger ook
heeft gehad, hoe haar gezondheidstoestand ook moge zijn of hoe haar
Wassermann-reactie ook is, moet zoo vroeg mogelijk een krachtige
antt-luetische kuur krijgen gedurende
iedere zwangerschap om de
geboorte van een levend, niet-syphihtisch kind te verzekerenquot;.

Een, eveneens Amerikaansch, onderzoek wijst op het belang van de
vroegtijdige anti-luetische behandeling. Dit onderzoek werd verricht
door Norman R. Ingraham, werd onder den titel „The Importance of
i^reatment in the Control of congenital syphilisquot; gepubhceerd in het
Mei-nummer van 1938 van „Venereal Disease Informationquot;, strekte
Zich uit over de jaren 1933 tot 1936 en betreft 386 gravidae, die in het
Philadelphia General Hospital antiluetisch werden behandeld. De
resultaten zijn in onderstaande tabel verwerkt:

behandeling begonnen

vóór de zwangerschap en doorbehan-

deld tot aan den partus......

^sschen le en 4e maand......

gedurende de 5e maand ......

»6e „ ......

»76 „ ......

» ,3 8e „ ......

I!?^i_^ndeling..........

aantal

ge-
vaUen

m

%

5

67
62
86
48
59
59

17.3
16,-
22,5
12,3
I5gt;3
I5gt;3

percentage
syphih tische
kinderen

o
5

35
35
50
70
80

Totaal

386

100,-

De resultaten blijken dus het gunstigst te zijn, indien vroegtijdig
met de behandehng wordt begonnen, althans vóór de 5e—6e zwanger-
schapsmaand. Hoe later begonnen wordt, hoe minder resultaat te
verwachten vah.

Verschillende Amerikaansche schrijvers bevelen dan ook aan, het
serologisch bloedonderzoek op syphilis als routine-methode in te voeren
IQ de praenatale zorg en zich daarbij niet te beperken tot de minder
gegoeden.

-ocr page 69-

Typisch drukt J. E. JMoore (Baltimore) zich uit in het meer genoemde
tijdschrift van Juni 1930:

„In summary, congenital syphilis is as nearly a preventable
„disease as small pox. It can be wiped out completely or nearly
„so, by the routine adoption of a simple procedure. Surely the
„fact that a woman belongs to a family of sufficient financial
„prominence to entitle her to the private services of a physician
„during pregnancy, should not entitle her to less consideration
„in this respect than the charity clinic patientquot;.

Het verdient aanbeveling, ook in Nederland, — al zijn hier de syphilis-
cijfers minder groot — over te gaan tot het systematisch verrichten van
bloedonderzoek bij zwangeren.

Voor Rotterdam is het nut van dit onderzoek bewezen door de onder-
zoekingen van Dr. B. S. ten Berge bij de zwangere vrouwen, die zich
aanmeldden bij de afdeeling „Verloskundige Verzorgingquot; van den
G.G. en G.D.

Alle vrouwen, die voor het eerst zwanger zijn en de multiparae met
een op s5Tphilis verdachte anamnese worden hier onderzocht.

De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in het onder-
staande staatje:

Jaar: |

Verlossingen:

Onderzoekingen: |

Positieve reacties:

1930

1742

437

5,3 %

1931

2408

652

2,5 %

1932

3146

922

3 %

1933

3256

959

6 %

1934

2997

938

1,4 %

1935

2980

932

1,4 %

1936

3187

746

1,7 %

De op het eerste gezicht merkwaardige afname van 5,3 % positieve
gevallen in 1930 op 1,4 % in 1935 is te verklaren uit de omstandigheid,
dat het hier gedeeltelijk dezelfde vrouwen geldt, waaronder er zijn,
bij wie in 1930 een latente syphihs werd ontdekt, behandeld werden
en bij een latere zwangerschap negatief bleken.

De behandeling der syphilitische vrouwen geschiedt zooveel mogelijk
door den gynaecoloog; bij verwijzing naar een polikliniek voor geslachts-
ziekten zouden Ucht onaangenaamheden kunnen ontstaan.

Complicaties door de ingestelde therapie zijn nooit voorgevallen,
hoogstens wat brakingen.

Een onderzoek naar den gezondheidstoestand van de uit de luetische
moeders geboren kinderen is gaande.

-ocr page 70-

De richtlijnen, waaraan men zich hier houdt, zijn de volgende:
le-Bij een goede praenatale zorg is onderzoek op lues noodzakelijk.
2e - Het onderzoek kan herhaald worden bij een reeds herkende luetica,
maar noodzakelijk is dit niet, omdat deze vrouw toch onder be-
handehng genomen
moet worden.
3e - Hoe vroeger men met de kuur begint, hoe beter het is.

-ocr page 71- -ocr page 72-

HOOFDSTUK III

de praktijk der GESLACHTSZIEKTE-BESTRIJDING
TE ROTTERDAM

A - HET WERK VAN DE GEMEENTELIJKE POLIKLINIEK

Gegevens omtrent het werk van deze polikliniek konden worden
Verzameld vanaf het jaar
1921, in welk jaar het nieuwe gebouw aan
en Nieuwen Haven in gebruik werd genomen en tevens een kaart-
systeem werd samengesteld, dat op eenvoudige wijze in staat stelt,
van den inhoud kennis te nemen.

e enorme werkzaamheden, die aan de pohkliniek zijn verricht, kan
het best beoordeelen naar de jaarlijksche aantallen der nieuw-
ingeschreven geslachtszieken.

Deze werden naar den aard hunner ziekte ingedeeld en in een
»steook-diagramquot; verwerkt (zie fig.
I).

^^ eziet men de op die wijze gedemonstreerde gegevens, dan treft in
eerste plaats de groote vermindering in frequentie van de syphilis
net ulcus molle. Kwamen in het jaar
1921 nog 200 gevallen van
quot;i^aire syphilis onder behandeling, in het jaar
1937 was dit aantal
gedaald tot
20; in dezelfde periode daalde het cijfer voor het ulcus
°»olle van
290 op 16.

^^ Waaraan de groote vermindering van de syphihs-frequentie is toe

schrijven, is moeilijk uit te maken; drieërlei oorzaken kunnen hier
aanwezig zijn:

e ~ de opening van de Havenpohkliniek, die een groot aantal zeeheden
tot zich trok;

~een mogelijke vermindering van de virulentie van de spirochaeta
pallida;

3e~de intensieve therapie bij de syphüis.

Wet aantal gonorrhoe-patiënten vertoont eveneens een dalende lijn,

oewel m veel geringere mate dan bij de syphihs en het ulcus moUe
'^et geval is.

Wanneer men naast deze gegevens de getallen beschouwt van de

-ocr page 73-

6o

Havenpolikliniek (blz. 82), dan is het wel duidelijk, dat de grootste
gevaren dreigen van den kant van de zeevaart: van een vermindering
is daar geen sprake.

In dit verband zij er dan ook hier normaals op gewezen, dat een
intensieve bestrijding der geslachtsziekten onder de zeeheden voor de
bevolking van een havenstad van het grootste belang is.

Achtereenvolgens zullen nu worden besproken: de leeftijden der
patiënten, burgerlijke staat, beroep, geslacht, infectie-bronnen, resul-
taten van het follow-up-systeem, combinaties van geslachtsziekten en
extra-genitale infecties.

LEEFTIJD, GESLACHT EN BURGERLIJKE STAAT

Om een indruk te krijgen van de leeftijdsverhoudingen der geslachts-
zieken, het geslacht en den burgerlijken staat, kunnen deze gegevens
het best worden verwerkt in een diagram, naar het model van de
bevolkingspyramide, wat het voordeel boven een cijferreeks heeft, dat
de resultaten der telling overzichterlijker worden.

Gedurende vijf jaren, waarin een aanzienlijk aantal geslachtszieken
onder behandehng kwam, werden de gegevens gerangschikt naar de
drie voornaamste ziekten: gonorrhoe, syphihs en ulcus molle. Daarbij
werden de zeeheden en andere varensgezellen geheel geëlimineerd,
omdat men hier te doen heeft met een groep, die in hoofdzaak uit
jeugdige personen bestaat, die zich meer dan andere burgers aan het
gevaar van infectie plegen bloot te stehen en bij wie het vaak min of
meer van toevalligheden afhangt, waar zij zich het eerst onder be-
handeling stellen.

De diagrammen geven dus weer, hoeveel inwoners van Rotterdam,
niet-varensgezel zijnde, gedurende de jaren 1921 tot en met 1925
onder behandehng kwamen met nieuw verkregen geslachtsziekten
(zie fig. II.)

Beziet men de drie diagrammen, dan valt allereerst op, het in veel
grooter mate voorkomen van gonorrhoe boven syphihs en ulcus molle;
voorts treft de groote discongruentie tusschen mannen en vrouwen, die
wel het grootst is bij de gonorrhoe en het ulcus moUe, minder groot
bij de syphihs.

Bij de gonorrhoe is het geringe aantal vrouwen, dat zich onder
behandeling stelt, te verklaren uit de geringe waarde, die men algemeen

-ocr page 74-

hecht aan den fluor albus of zelfs aan het ontbreken van ieder verschijnsel.

Direct na het bereiken van den geslachtsrijpen leeftijd ziet men het
aantal infecties in niet geringe mate ontstaan, om na het 20e jaar ge-
weldig toe te nemen; daarna komt voor beide geslachten een regel-
quot;latige daling.

Bij de mannen overtreft het aantal ongehuwden dat der gehuwden
'^ot het dertigste jaar, om daarna geleidelijk te verminderen, zoodat
het 30e jaar het aantal gehuwden in de meerderheid is. Dat hieraan
öiet die beteekenis mag worden gehecht, alsof gehuwden percents-
gewijs méér aan het infectie-gevaar zijn blootgesteld dan ongehuwden,
®oge later blijken (blz. 62).

Bij de vrouwen ziet men het aantal ongehuwden na het bereiken
^an het 25e jaar in de minderheid komen; de oorzaak hiervan zal wel
Selegen zijn in het op jeugdiger leeftijd huwen van de vrouwen.

Bij de syphilis ziet men een geheel andere verhouding: de „pyramidequot;
aan de basis veel smaller dan die van de gonorrhoe, terwijl de geheele
iguur meer neigt tot een gelijkbeenigen driehoek. Na het bereiken
^an het 25e—30e jaar ziet men ook hier een geleidelijke vermindering.

Bij het ulcus molle treft weer een groote discongruentie, het aantal
Vrouwen is zeer klein ten opzichte van het aantal mannen. De verklaring
®oet hier wel te vinden zijn in het feit, dat het ulcus alleen locale
Verschijnselen geeft, die bij de vrouw vaak onopgemerkt blijven.

Eenzelfde verschijnsel doet zich voor bij de syphilis; ook daar
^ordt het primair affect door de vrouw dikwijls niet ontdekt: op 878
gevallen van nieuw ingeschreven, geacquireerde syphilis bij mannen
amen
393 gevallen voor van primaire syphihs, terwijl bij 287 vrou-
Wen, (^e voor 't eerst onder behandehng kwamen met geacquireerde
ypmhs, 29 gevallen van syphihs I voorkwamen, of bij mannen 44,7 %
en bij vrouwen 10,1 %.

j J^anneer men een poging doet, te berekenen, hoe het staat met de
ectiekansen van de mannen, verdeeld naar leeftijd en burgerlijken
at, verkrijgt men een merkwaardig resultaat,
de ^nbsp;van de drie geslachtsziekten te zamen werden voor

innbsp;inwoners van Rotterdam, gedurende het jaar 1921 verdeeld

eeftijdsgroepen van 5 jaren en naar burgerlijken staat en vervolgens

-ocr page 75-

.sam^-

e »

Èt-

ö»

-ocr page 76-

De vraag rijst: wat zijn het voor menschen, die zich infecteeren,
hoe leven zij, wat is hun bezigheid, tot welke klasse behooren zij?

Vanzelfsprekend krijgt men op de kostelooze poUklinieken vrijwel
uitsluitend te doen met hen, die tot de minst draagkrachtigen behooren.
Zeker is ook wel, dat het aantal van de tot deze groep behoorenden het
aantal beter gesitueerden, dat als particulier patiënt hulp zoekt of dat
recht heeft op hulp van ziekenfondswege, verre overtreft.

Een beroeps-indeehng van de patiënten, die de Gemeentelijke poli-
khniek bezochten, zal dus geen getrouwe afspiegeling zijn van alle lagen
der bevolking, maar zal slechts te zien kunnen geven, hoe het staat
met de verdeehng der infecties over de klasse der on- en minver-
mogenden.

Men zou deze pohkliniek-bezoekers kunnen rangschikken naar be-
roepen en bedrijven op de manier, zooals bij de volkstellingen gebeurt,
maar waardoor lange, onoverzichtelijke hjsten worden verkregen, die
niets zeggen.

Of bijvoorbeeld iemand banketbakker is of bloemist, heeft weinig
uitstaande met meerdere of mindere kans op een geslachtsziekte, maar
wèl is het van belang, of die banketbakker bij zijn patroon in Rotterdam
werkt, of aan boord van een oceaanstoomer de wereld intrekt.

Het schijnt daarom beter, een beroeps-indeeling te kiezen, waaruit
naast het beroep van den patiënt, iets blijkt omtrent de leefwijze en
b.v. allen, die hun beroep uitoefenen langs of op de straat, of zij koop-
man zijn, chauffeur, incasseerder, expeditieknecht of melkbezorger,
samen te vatten onder één groote groep van „mannen van de straatquot;.

Volgens een dergelijke indeehng werden looo nieuw-ingeschreven
manlijke patiënten, die onder behandehng kwamen na i Jan. 1930,
gerangschikt:

Varensgezellen

Zeevaart: 316, w.o. 123 matrozen, 85 stokers, 20 bedienden,
17 koks, 14 machinisten, 12 stewards, 10 tremmers, 8 stuurlieden,
27 in diverse beroepen.

Binnenvaart: 48, w.o. 19 schippers, 14 schippersknechts,
6 matrozen en 6 anderen.

Rijnvaart: 49, w.o. 22 matrozen, 11 schippers, 5 stokers
en
ii anderen.

Totaal aantal varensgezellen: 413.

-ocr page 77-

Mannen van de Straat

139, w.o. 43 straatkooplieden, 33 chauffeurs, 27 expeditieknechts
en voerheden, 8 reizigers, 7 sjouwerlieden, 5 melkbezorgers en i6,
verdeeld over verschillende beroepen.

Huisarbeiders

80, w.o. 27 kantoorbedienden, 8 bakkers, 6 slagers, 5 magazijn-
bedienden, 5 winkelbedienden en 29 anderen.

Bouwvakarbeiders

79, w.o. 23 schilders, 19 monteurs, 13 timmerlieden, 8 metselaars,
6 grondwerkers, 6 opperlieden en 4 anderen.

Fabrieksarbeiders

104, w.o. 14 bankwerkers, 12 ijzerwerkers, 8 lasschers, 5 scheeps-
bouwers en 65 werkzaam in verschillende bedrijven.

Havenarbeiders
34

Los werkman
56

Hotel-Café- en Restaurant-Bedrijf

45, w.o. 28 kellners, 5 buffetbedienden, 5 hotelbedienden, 5 koks
en 2 portiers.

Land- of Tuinbouwarbeiders
6

Diverse beroepen
20

Werkloos
24

Opvallend is het groote aantal varensgezellen, dat echter ten deele

uit buitenlanders bestaat. Vooral het aantal matrozen en stokers is

bijzonder groot; de geringe ontwikkeling, die voor de uitoefening van

deze beroepen noodig is, zal hierbij wel een rol spelen.

Van de niet-varenden komen dan in de eerste plaats de „mannen

-ocr page 78-

van de straatquot;, het spreekwoord: „De gelegenheid maakt den diefquot;
schijnt ook hier op te gaan.
De havenarbeiders daarentegen zijn met hun
34 aan den zeer lagen
ant en het moet gezegd worden, dat de bijna spreekwoordelijke ruw-
eid en pootigheid van den „bootwerkerquot; op zijn minst overdreven zijn
en men onder de tegenwoordige havenarbeiders zeer vele beschaafde
«Renschen aantreft.
Dat de aantallen landarbeiders en werkloozen in het jaar
1930 gering
behoeft geen verwondering te wekken.

Van I Jan. 1932 af werdeenpoging gedaan, te berekenen, hoe het stond
®et de verhouding: betaald- en niet-betaald geslachtsverkeer ten
opzichte van werkenden en werkloozen. Ofschoon de cijfers niet groot
geven zij toch een interessant beeld:
Van de
136 mannen, die hierop ondervraagd werden, werkten er 73,
daarvan 39 zich hadden geïnfecteerd tijdens betaald geslachtsverkeer,
31 tijdens niet-betaald verkeer, terwijl
3 de infectie bij hun eigen vrouw
hadden verkregen.

Van de 63 werkloozen hadden er 20 betaald geslachtsverkeer gehad,
^ niet-betaald en
3 hadden de infectie bij de echtpnoote verkregen,
e behoefte aan buitenechtelijk geslachtsverkeer blijkt bij deze men-
^nen dus zóó groot te zijn geweest, dat de toch al niet royale steun-
Selden eraan gewaagd werden.

BEROEPEN DER VROUWEN
Zooals reeds eerder werd opgemerkt, bleek het niet wel mogelijk,
^en goeden indruk te verkrijgen van het beroep van de vrouwelijke
patiënten, zoolang men niet in staat was, de mededeehngen hieromtrent

controleeren.

Toen in 1935 een sociale werkster werd aangesteld,was de mogelijk-
geschapen, controle uit te oefenen.

och komt het ook nadien nog wel eens voor, dat de sociale werkster
ouwen er ernstig van verdenkt, prostituée te zijn, maar dat dit of
in ^^ontkend wordt óf de sociale werkster beschroomd is, verder
le richting te vragen. Het is dus best mogelijk, dat in onderstaand
' Je onder de niet als prostituée aangeduide vrouwen er nog wel enkele
nilen, die metterdaad toch wel prostituée zijn, temeer daar een
uw alleen dàn als prostituée werd genoteerd, indien dit als absoluut

vaststaand was aan te nemen.

-ocr page 79-

Van 500 vrouwen, na 1935 ondei behandeling gekomen met een
geslachtsziekte, werd het beroep nagegaan; de resultaten van deze
telling worden opgenomen in onderstaande tabel:

Onder deze 500 vrouwen waren er:

huisvrouw

282 of 56,4 %

prostituée

96 „

19,2 %

dienstbode

24 «

438 %

buffetjuffrouw

17 »

334 %

werkster

15 »

3-0 %

fabrieksarbeidster

10 „

2.0 %

huishoudster

6 „

I32 %

winkeljuffrouw

6 „

I32 %

naaister

4 »

O38 %

pensionhoudster

2 „

0,4 %

dienster

2 „

0,4 ?/o

strijkster

2 „

034 %

typiste

2 „

034 %

kantoorjuffrouw

I }}

0,2 %

koopvrouw

I 55

O32 %

kinderjuffrouw

I 33

O32 %

kamermeisje

I 33

0,2 %

mannequin

I 33

0,2 %

linnenjuffrouw

I 33

0,2 %

musicienne

I 33

O32 %

kapster

I 33

0,2 %

toilet juffrouw

I 33

O32 %

waschvrouw

I 33

0,2 %

zonder beroep

22 „

434 %

VOLLEDIGE BEHANDELING

Vóór de aanstelling der sociale werksters had men herhaaldelijk te
kampen met wegblijvers onder de patiënten en beschikte men over
geen enkel middel, de patiënten weer onder behandehng terug te
brengen.

Van een groot aantal patiënten, behandeld tusschen 1921 en 1930
voor nieuw verkregen geslachtsziekten, kon worden nagegaan, welk
percentage zich afdoende liet behandelen.

-ocr page 80-

Voor de mannen is een scheiding gemaakt tusschen burgers en zee-
lieden, welke laatsten door hun reizend en trekkend bestaan al heel
gauw uit het oog werden verloren.

Van 3786 mannelijke gonorrhoe-patiënten werden tot volledige
genezing behandeld 1291 patiënten, d.i. 34,1 %, van 2201 varensge-
zellen werden volledig behandeld 343, d.i. 15,6 %.

De syphihs blijkt wat meer gevreesd te zijn, althans van 548 mannen
Werden er voUedig behandeld 244, d.i. 44,3 %; de varensgezellen hggen
Ver achter: van de 677 werden er 134 volledig behandeld, d.i. 19,7 %.

De cijfers voor tilcus molle zijn: 537 burgers, waarvan 198 volledig
behandeld werden, of 36,6 %; varensgezellen 588 en 152, of 25,8 %.

ßij de vrouwen blijkt de gonorrhoe al heel weinig serieus te worden
genomen: ®/4 gedeelte der patiënten onttrok zich aan behandehng; van
477 vrouwen werden er 116 volledig behandeld of 24,1 %.

De lues blijkt ook hier weer gevreesd te zijn: van 363 patiënten heten
Zich
133 voldoende behandelen of 36,9 %, wat toch nog aanzienlijk
minder is dan het overeenkomstige cijfer bij de mannen met lues

(44,3 %).

resultaten van den arbeid der sociale werksters
Tot één der belangrijkste onderdeelen van het werk van den socialen
^enst aan de pohklinieken voor huid- en geslachtsziekten behoort
net follow-up-werk, het opsporen en weer onder behandeling terug-
rengen van patiënten, die, om welke reden dan ook, de regelmatige
behandeling ontijdig afbraken.

Het is duidelijk, dat dit werk niet alleen een zeer delicate zaak is,
Waarbij het ziektegeheim van den patiënt onder geen beding in het
Sevaar mag komen, maar ook een veelomvattend werk, waarbij veel
Sepraat en veel geschreven moet worden. Anderzijds maken de goede
resultaten dit werk tot een zeer dankbare taak.
Beschouwt men de cijfers van de Gemeentelijke Polikliniek voor
uid- en geslachtsziekten te Rotterdam, dan blijkt reeds onmiddellijk
na de aanstelhng van een sociale werkster in Maart 1935, dat er goede
resultaten zijn geboekt: in dat jaar moesten 390 patiënten worden
opgespoord, waarvan er 262 of 67 % weer onder behandehng konden
Worden gebracht. Hiervoor was het noodig, dat 520 bezoeken werden
gelegd, 256 brieven werden geschreven, terwijl de sociale werkster
712 personen op haar spreekuur ontving.

-ocr page 81-

De volgende jaren waren de resultaten nog fraaier: in 1936 moesten
764 patiënten worden opgespoord, waarvan er 571 terugkwamen, d.i.
ongeveer
75 %; voor 1937 waren de cijfers: 770 op te sporen met 677
terugkomers, d.i. 87 %.

Sommige patiënten gaven bij het opsporen herhaaldelijk moeilijk-
heden; er waren erbij, die in den loop van een jaar tien maal moesten
worden gemaand. Steeds zijn dit dezelfde soort patiënten, vaak gevaar-
lijke infectiebronnen, prostituées en souteneurs, die onwillig zijn en
weinig verantwoordelijkheidsgevoel bezitten.

Een telkens terugkomende moeihjkheid vormen de lues- en gonorrhoe-
patiënten, bij wie de zichtbare symptomen verdwenen zijn. Een patiënt
met lues latens, die zich gezond voelt, maar van de injecties ziek wordt,
is moeilijk te overtuigen van het nut van een voortgezette behandehng,
vindt de zorg, welke aan hem wordt besteed, belachelijk.

Van degenen, die niet tot de behandehng konden worden terug-
gebracht, was
5—12 % onwillig; overigens waren er onvindbaar, ver-
huisd, langdurig ziek, gaan varen, onder behandeling van een anderen
arts, in de gevangenis of overleden.

In den aard van de infectiebronnen van de mannelijke gonorrhoe-
patiënten, die in het jaar 1935 onder behandehng kwamen, werd het
volgende inzicht verkregen:

20 % werd geïnfecteerd door prostituées te Rotterdam
5 % 53nbsp;3jnbsp;,5 ,, elders in Nederland

5 % 35nbsp;33nbsp;33 33 in het buitenland

22 % „nbsp;„ bij niet-betaald geslachtsverkeer te Rotterdam

5 % 33nbsp;33 33 33nbsp;„ elders in Nederland

3 % 33nbsp;33 33 33nbsp;„nbsp;in buitenland

40 % 33nbsp;33 door de echtgenoote te Rotterdam

In 1936 was de verhouding:
20 % werd geïnfecteerd door prostituées te Rotterdam

2nbsp;% 33nbsp;33nbsp;33nbsp;33 elders in Nederland

3nbsp;% 33nbsp;33nbsp;33nbsp;„ in het buitenland
60%

33nbsp;33 bij niet-betaald verkeer te Rotterdam

4nbsp;% 33nbsp;„ „ „nbsp;„ elders in Nederland
^ % 33 33 33 33 33 ïu hct buitenlaud

10 % „nbsp;„ door de echtgenoote te Rotterdam

Totaal werd dus 25 % geïnfecteerd bij betaald geslachtsverkeer.

-ocr page 82-

In 1937 werden geïnfecteerd:
% door prostituées te Rotterdam

4nbsp;% „ „ elders in Nederland

5nbsp;% „nbsp;„ in het buitenland

^^ 7o bij niet-betaald geslachtsverkeer te Rotterdam

6nbsp;% 55 „nbsp;„nbsp;elders in Nederland
^ % 5, „ „ in het buitenland

% door de echtgenoote te Rotterdam
3 % onbekend

Ook hier dus weer slechts 37 % infecties bij betaald geslachtsverkeer.
In
60—80 % der gevallen was de patiënt niet in staat, gegevens
Voor opsporing mede te deelen, aangezien het meerendeel der con-
tacten op straat, na een korte kennismaking, tot stand was gekomen.

Doordat van de onder behandeling komende gevaarlijke infectie-
bronnen zooveel mogelijk gegevens werden verzameld, kon een inzicht
borden verkregen in voorgeschiedenis, eigenschappen en sociale om-
standigheden van sommige prostituees, amatrices en souteneurs.

Lang niet alle prostituées gaan in op een ondervraging naar hun
evensgeschiedenis en vaak moet de sociale werkster gedurende de
behandeling, wanneer langzamerhand het vertrouwen is gegroeid,
stukje bij beetje de bijzonderheden te weten komen, die een levens-
geschiedenis kunnen opbouwen.
Verscheidene dezer vrouwen zijn zeer gesloten en zeggen ronduit,
at zij niet op de pohkhniek zijn gekomen om uit hun persoonlijk leven
te Vertellen; anderen zijn blij, hun hart eens te kunnen luchten.

Dikwijls echter moet men de losgekomen verhalen met een korreltje
2out nemen, want verscheidene dezer vrouwen trachten zich te omgeven
'^et een romantisch waas en probeeren het te doen voorkomen, of alles
mooi is in hun leven: prachtige kleeren, gemakkelijk leven, deftige
ezoekers, enz. Door ervaring geleerd en door het herhaaldelijk stellen
strikvragen weet de sociale werkster echter wel Wahrheit van
ichtung te onderscheiden en kunnen belangrijke gegevens omtrent
Verschillende prostituées worden verkregen.

ï^e prostituée

Hoeveel van deze vrouwen in Rotterdam rondloopen is ten eenen
'^ale onbekend. Wel beschikt de Zedenpolitie over een uitgebreid

-ocr page 83-

kaartsysteem van al degenen, die wel eens met haar in aanraking zijn
geweest, ook van prostituées, maar verscheidene van deze vrouwen
zijn weer binnen de grenzen van de maatschappelijke orde teruggekeerd.

De Zedenpolitie zou zich trouwens ook niet wagen aan het houden
van een enquête onder de vroeger met haar in aanraking geweest zijnde
prostituées, uit vrees daardoor schade toe te brengen aan hen, die
geheel zijn gereclasseerd.

Naar de wijze, waarop de prostituées hun beroep uitoefenen, kan
men hen onderscheiden in:
a - straatprostituées;
b - café-prostituées;
c - huiszittende prostituées;
d - gelegenheidsprostituées.

Tot de straatprostituées rekent men die vrouwen, die voornamelijk
op straat haar slachtoffers zoeken. Men doet goed, hier geen verwarring
te stichten met het begrip „straatprostitutiequot;, waarmede bedoeld wordt
de prostitutie, zooals die zich vooral in tijden van woningnood afspeelde
op straat, in parken en portieken. Dit is een vorm van prostitutie, die
in Rotterdam gelukkig niet meer schijnt voor te komen.

Door het „tippel-quot; en „vigeleer-verbodquot; kan men de werkzaamheid
der straatprostituées eenigermate beïnvloeden, hoewel men hier zeer
voorzichtig te werk gaat en alleen bij zeker bewijs ingrijpt.

Onder de „hxiiszittendequot; prostituées zijn er met vaste bezoekers.

De zgn. „raamzittendequot; prostituées kent men tegenwoordig te
Rotterdam bijna niet meer, althans in veel mindere mate dan te Amster-
dam; het verdwijnen van dit onsmakelijke verschijnsel behoeft wel niet
te worden betreurd.

Vele contacten komen tot stand in café's en bars, hetzij dat de
vrouwen daar werkzaam zijn als buffetjuffrouw of als animeermeisje.

Gelegenheidsprostituées noemt men die vrouwen, die bij wijze van
bijverdienste zich nu en dan prostitueeren. Hiertoe behooren niet alleen
verschillende gehuwde vrouwen uit omliggende plaatsen, die op markt-
en beursdagen naar de stad gaan, maar ook meerdere vrouwen van
werkloozen en zeemansvrouwen.

Wat de huizen betreft, die gebezigd worden voor het plegen van
ontucht, kan men een verdeeling maken in:
a - verkapte bordeelen;

b - andere huizen, die kennelijk het karakter van ontucht dragen;
c - rendez-vous huizen;
d - „mondainequot; inrichtingen.

-ocr page 84-

Verkapte bordeelen vindt men te Rotterdam veel; men verstaat er
onder huizen, waar meerdere prostituées een kamer huren. Een oudere
of ex-prostituée huurt meestal het huis en verhuurt de kamers onder
aan andere prostituées, die daarvoor meestal een hooge huur moeten
betalen.

De andere huizen, die „kennelijk het karakter van ontucht dragenquot;,
Zijn die, waar slechts één prostituée woont en haar bedrijf uitoefent.

Ook komt het vaak voor, dat de prostituée een zgn. „avondkamerquot;
huurt in de buurt van een bar of dancing, waar ze haar slachtoffers
^oekt, terwijl zij zelf in een heel fatsoenlijke buurt woont.

Verder behooren tot de rubriek b. de reeds eerder besproken „mas-
sage-inrichtingenquot;.

Onder rendez-vous-huizen verstaat men de talrijke hotels en parti-
culiere woningen, waar tegen betaling tot het onderhng plegen van
Ontucht gelegenheid wordt gegeven. Zij worden eensdeels bezocht
door prostituées met hun klanten, anderdeels door personen, die zich
Voor gehuwden uitgeven.

De zgn. „mondaine-inrichtingenquot; zijn café's, bars, cabarets, waaraan
een schijn van intimiteit is gegeven door het aanbrengen van bij voor-
eur roodzijden lampekappen, dikke gordijnen, enz., in welke inrich-
tingen vaak contacten tot stand komen.

De politie houdt streng toezicht op deze inrichtingen om er over
te Waken, dat althans daar geen ontoelaatbare dingen gebeuren. Dit
Soort inrichtingen vindt men te Rotterdam in veel mindere mate dan
bijv. te Amsterdam.

Eenige bijzonderheden over de prostituées, zooals die in de laatste
jaren aan het licht kwamen, volgen hieronder:

Wat allereerst treft is, dat vóór de aanstelling van de sociale werkster

et aantal prostituées, dat de polikliniek bezocht, zeer gering was.

aat men de lijst van beroepen na van de vrouwen, die voor behandehng

onderzoek kwamen, dan treft men slechts zelden aan, dat als beroep

staat aangegeven: prostituée. Wèl bleek Rotterdam verdacht rijk te

aan „werkstersquot; en het is dan ook wel duidelijk, dat een groot deel

Van degenen, die zich als werkster voordeden, inderdaad prostituée
Was r\ 1 1.

vJok thans komt dit nog wel vaak voor en het kost wel eens moeite,
quot;e vrouwen te ontmaskeren; maar toch blijkt dikwijls uit diverse bij-
omstigheden, dat men met een prostituée te maken heeft. De sociale

-ocr page 85-

werksters hebben hiervoor een fijnen neus gekregen en herkennen de
prostituée aan het type, aan de kleeren, het minder gunstig bekend
staande adres of aan de mannen of vrouwen, met wie zij omgaat.

De laatste vier jaren werden gegevens bekend over 129 prostituées,
die de Gemeentehjke Pohkliniek bezochten. Indien men deze vrouwen
verdeelt naar leeftijd en burgerlijken staat, verkrijgt men het volgende
overzicht:

leeftijd

gehuwd

onge-
huwd

geschei-
den

weduwe

ver-
laten

totaal

ben. 20 jaar

3

3

I

7 )

20—25 jaar

5

27

9

41 [ 82

25—30 „

17

II

5

I

34)

30—35

12

7

3

I

23

35—40 „

4

5

4

13

40—45 »

3

3

I

7

45—50 „

2

I

3

55

I

I

Totaal

46

56

25

I

I

129

Bijna Vs der vrouwen was dus beneden de dertig jaar, 7 zelfs nog
niet volwassen. Voorts blijkt ook een niet gering aantal huwelijks-
moeilijkheden te hebben gehad en gescheiden te zijn. Onder de onge-
huwde prostituées bleken er slechts zeven te zijn, die een kind hadden,
waarvan één met drie kinderen en één met twee kinderen.

Hoe is het te verklaren, dat de meeste der onder behandeling ge-
komen prostituées niet ouder zijn dan ongeveer 25 jaar?

Allereerst is de jonge prostituée het meest in trek, zoodat er meer
jeugdige dan oudere zullen zijn. Dan zijn deze jonge, nog niet zoo héél
ervaren vrouwen erg bang voor een geslachtsziekte en komen bij de
geringste verdachte verschijnselen, b.v. een furunkeltje, voor onderzoek
op de pohkliniek; ja zelfs zijn er vrouwen, die, eenmaal ontslagen
zijnde uit de behandehng, toch weer herhaaldelijk voor onderzoek
komen en aldus voor zichzelf een soort medische reglementeering
hebben ingesteld! De oudere prostituées, die er toch ongetwijfeld zijn,
staan geheel anders tegenover hun ziekte: de lues is latent geworden,
de gonorrhoe behandelen zij zelf, deze zijn dus zeer moeilijk te be-
wegen, de pohkliniek te bezoeken.

Veel prostituées „werkenquot; met een souteneur, bij de gehuwden is
dit meestal de echtgenoot, terwijl de ongehuwde prostituées meestal
dan met den éénen, dan met den anderen souteneur in concubinaat

-ocr page 86-

leven. De meeste prostituées willen echter niet toegeven, dat zij met
een souteneur leven en noemen hem hun „verloofdequot; of „manquot;.

Bij de niet-gehuwde prostituées bleken er slechts i8 te erkennen,
®et een souteneur samen te wonen. Typisch voor de verhouding
tusschen prostituée en souteneur is de vaak groote aanhankelijkheid
en de bijna slaafsche onderworpenheid, waarmede zij zich onhebbelijk-
heden en mishandehngen laat ondergaan.

Van de 129 prostituées waren er 7 tevens werkzaam als buffetjuffrouw
(tegen een laag loon), terwijl 11 zijn te beschouwen als gelegenheids-
prostituées, d.w.z. dat zij hun bedrijf alleen uitoefenen, als er geld
te kort is, b.v. door werkloosheid.

Van een aantal vrouwen volgen hieronder zéér in 'tkort eenige
bijzonderheden over hun voorgeschiedenis, tegenwoordig leven of
andere merkwaardige bijzonderheden.

De 19-jarige A komt uit een gezin van 8 kinderen; vader en moeder
leven gescheiden, zij zelf is opgevoed in een gesticht, is daarna dienst-
bode geworden in een ziekenhuis. Later gaat zij naar Rotterdam, werkt
op een fabriek en gaat met vele jongens uit; zij woont dan nog bij haar
moeder, welke met een anderen man samenleeft, die veel drinkt en ruzie
maakt. Zij kan het thuis niet uithouden en wordt prostituée, krijgt al
spoedig gonorrhoe. Duitsche zeelieden hadden haar gezegd, uliron le
slikken, dan behoefde zij niet naar een poUkliniek. Zij vindt haar leven
prostituée prettig, kan doen en laten wat zij wil, heeft geen geld-
gebrek.

De 22-jarige B was tot haar 20e jaar dienstbode, had een stiefi^ader
en een moeder, die niet naar haar omkeken.

De 23-jarige C is tot haar 20e jaar dienstbode geweest, daarna in
concubinaat gaan leven met een Zweedsch zeeman; deze zou over de
grens gezet zijn voor een smokkelaffaire; uit nood is zij toen prostituée

geworden.

De 24-jarige D was dienstbode, verdiende daartoe niet genoeg om
naar onecht kind te onderhouden.

De 2i-jarige E werd geboren uit een onwettig huwelijk; moeder is
prostituée geweest, 4 zusters van het meisje zijn het ook. Wegens
^efstal en onzedelijk leven gaat zij op 17-jarigen leeftijd naar een
*^)ksopvoedingsgesticht; drie weken na ontslag uit deze inrichting
Wordt zij prostituée, krijgt spoedig gonorrhoe en een jaar later lues.
... 22-jarige F is dienstbode geweest, is thans in huis bij twee vrouwe-
homo-sexueelen, samen met nog 5 prostituées; zij wordt zwanger.

-ocr page 87-

bevalt van een levenloos, voldragen kind, stopt dit in haar radeloosheid
in de vuilnisbak en holt naar de pohkhniek, een half uur na de bevalling!
Zij wordt opgenomen in een kraaminrichting om onmiddellijk na
ontslag weer
terug te gaan in het leven. Verdiende eens in een week
ƒ 170,—; rookt 's avonds op straat sigaren!

De 23-jarige G is gescheiden, moet opbrengen voor twee kinderen,
die in een inrichting zijn.

De 24-jarige H is gelegenheidsprostituée; haar man is zonder werk,
met 4 kinderen krijgen zij ƒ 13,50 steun, voor bijverdienste prostitueert,
zij zich zoo nu en dan.

De 23-jarige I is tot haar 21e jaar opgevoed in een R.K. gesticht;
is te zwak om huishoudeUjk werk te verrichten, is daarom prostituée
geworden.

De 23-jarige J was voorheen kamermeisje in een hotel; is debiel
en een zwerfster en heeft 3 kinderen van verschillende vaders.

De 23-jarige K is door haar man verlaten, hij is weggeloopen met
een andere vrouw; om voor haar 3 kinderen te zorgen is zij toen prosti-
tuée geworden.

De 22-jarige L is op i6-jarigen leeftijd gehuwd, had al spoedig een
moeilijk huwelijksleven; de man is alcohohst en psychopaath, verricht
in het bijzijn van kinderen telkenmale onzedelijke handehngen en
dwingt zijn vrouw, zich te prostitueeren.

De 27-jarige M is door haar man verlaten en vindt zich te jong om
— volgens haar zeggen — „als een non te levenquot;, gaat met verschillende
mannen om als amatrice, infecteert er drie; wordt daarna gelegenheids-
prostituée, leeft in concubinaat met een steuntrekker. Hier hebben
wij dus het zeldzame „Nana-typequot;, zooals Zola het beschrijft.

De 29-jarige N is gehuwd, haar man werkt en verdient ƒ20,—
hetgeen hij niet genoeg vindt om een motor te kunnen houden en goed
gekleed te gaan; dwingt zijn vrouw, zich te prostitueeren.

De 27-jarige O is gehuwd, haar man wordt verpleegd in een krank-
zinnigengesticht; om voor haar 4 kinderen te zorgen gaat zij „het levenquot;
in, leeft met een souteneur in concubinaat.

De 26-jarige P is gehuwd en heeft 3 kinderen, haar man drinkt veel
en mishandelt haar. Zij loopt weg en gaat in concubinaat leven met
een gescheiden man met 9 kinderen; deze dwingt haar later, zich te
prostitueeren. Zij wordt ziek en gaat weer naar haar eersten man terug.

De 29-jarige Q is gehuwd, haar man heeft een zaak in motor-
fietsen; deze vrouw heeft het geheele huis, bestaande uit drie verdie-,

-ocr page 88-

pingen, onderverhuurd aan talrijke prostituées met hun souteneurs.

De 25-jarige R is op een kantoor gevs^eest, stal geld van haar ouders,
^eeg 1/2 jaar gevangenisstraf en is direct daarna prostituée geworden.

De 25-jarige S is gehuwd, haar man dwong haar tot prostitutie,
had geen zin in werken; de man krijgt gevangenisstraf voor chantage;
een van haar klanten, een advocaat, wil haar doen scheiden om ver-
volgens met haar te trouwen. Inderdaad werd de scheiding voltrokken,
niaar de advocaat verdween van het tooneel.

De 30-jarige T vertelt, met meerdere prostituées samen in één huis
te wonen en de verdiensten samen te deelen.

De 35-jarige U was tijdens den wereldoorlog op een kantoor, werd
prostituée toen de salarissen minder werden en zegt soms per avond
hiermede meer te verdienen, dan vroeger in een maand. Zij maakt
een beschaafden indruk en zegt nooit spijt te hebben en niet uit „het
levenquot; te willen. Drinkt veel en gebruikt verdoovende middelen.
De 45-jarige V heeft uit haar eerste huwelijk een dochter, die thans
jaar is en geheel verlamd en die veel verpleging noodig heeft. Haar
man is zeeman en weinig thuis; voor bijverdienste bezoekt deze overi-
gens keurige vrouw dancings en prostitueert zich.

Wat de ziekten betreft, waarvoor de prostituées hulp zochten, waren
er 106 lijdende aan gonorrhoe, 10 aan floride syphihs, 5 aan latente
Syphilis en 8 aan combinaties van beide ziekten; 69 vrouwen staakten
de behandehng, 60 werden genezen ontslagen of waren nog onder
behandehng.

amatrices

De hieronder vermelde gegevens werden uitsluitend verzameld van
die vrouwen, die als gevaarlijke infectiebron zijn te beschouwen, veel-
vuldig wisselend geslachtsverkeer hadden, waarvoor geen betaling
Werd aangenomen. Dit geldt dus vrouwen, die in den waren zin des
Woords amatrice (liefhebster) zijn, welke uitdrukking dus iets mis-
Pnjzends inhoudt. Het gaat namelijk niet op, al die vrouwen, die niet-
Prostituée zijnde, een enkele maal geslachtsverkeer hebben en ge-
ïnfecteerd raken, over één kam te scheren en amatrice te noemen.

De amatrice is zoo mogelijk nog minder gemakkelijk tot praten te
brengen dan de prostituée, zoodat de gegevens spaarzaam zijn.

Gedurende de laatste vier jaar kwamen er onder de behandelde
Vrouwen 66 voor, die veelvuldig wisselend geslachtsverkeer hadden.

-ocr page 89-

waarvoor geen betaling werd aangenomen. Hiervan waren er 33 onge-
huwd, 16 gehuwd, 10 gescheiden, 4 in concubinaat levend en 3 weduwe.

De leeftijden wisselden van 17 tot 54 jaar en waren als volgt verdeeld:

ben. 20 jaar ........11

20—25 » ........21

25—30 » ........ 9

30—35 » ........ 7

35—40 „ ........ 7

40—45 » ........ 5

45—50 „ ........ 5

50—55 » ........ I

De beroepen waren de volgende:

huisvrouw of bij de ouders thuis 31

dienstbode ....................12

buffetjuffrouw.................. 5

winkeljuffrouw................. 4

werkster ...................... 4

fabrieksarbeidster .............. 3

dienster in lunchroom.......... 2

kamermeisje in hotel...........

toiletjuffrouw..................

naaister ......................

kantoorjuffrouw................

kinderjuffrouw.................

mannequin-schildersmodel.......

Van deze 66 vrouwen hadden er 63 gonorrhoe,
één lues latens en één tertiaire lues.

De behandehng werd door 49 vrouwen voldoende gevolgd, terwijl
er 27 ontijdig de behandehng afbraken.

Enkele bijzonderheden zijn de vermelding waard:
Het 22-jarige kamermeisje A heeft met verschillende jongens ge-
cohabiteerd; aan de gemeente-polikliniek alleen zijn 4 van haar slacht-
offers voor gonorrhoe onder behandehng.

De 2i-jarige werkster B gaat uit met allerlei vreemde typen van
Schiedamschendijk en Katendrecht, vraagt geen betahng.

De 2i-jarige C, dienster in een lunchroom, gaat veel uit naar dancings,
cohabiteert met onbekenden.

floride lues II,

-ocr page 90-

De 47-jarige gescheiden vrouw D, die volwassen kinderen heeft,
^ijgt veel bezoek van vrienden; weet geen infectiebron.

De 24-jarige weduwe E kan niet buiten cohabiteeren; zoekt zich
uit hartstocht te bevredigen.

De 23-jarige dienstbode F infecteert verscheidene jongens, die zij
niet dan bij voornaam kent; zij zegt te cohabiteeren „omdat de jongens
het zoo graag willenquot;.

De 24-jarige dienster G is in een gesticht opgevoed; heeft voor
onderwijzeres gestudeerd.

De 17-jarige H cohabiteert met schilders en beeldhouwers, voor
wie zij model staat.

Twee zeemansvrouwen, 31 en 39 jaar oud, cohabiteeren veel met
kennissen tijdens afwezigheid van hun echtvriend.

De 23-jarige K gaat bij voorkeur om met negers, die in een cabaret
optreden.

De amatrices, die onder behandehng zijn gekomen, maken slechts
een gering percentage uit van het totale aantal infectiebronnen. Vaak
Zijn de gegevens, die de patiënten kunnen verschaffen, zóó vaag, dat
'net geen mogelijkheid valt uit te maken, wie de infectiebron is geweest,
Een bloemlezing van de mededeelingen, die de mannen hieromtrent
doen, moge volgen:

ï ~ Het was een donker meisje, ontmoet op de kermis in Utrecht; ze
nioet dienster in een lunchroom zijn. Kent geen naam of adres.
Blond meisje, ± 19 jaar, waarschijnlijk uit Schiedam, heet Cor.
3 - Eenmaal ontmoet op straat, zij zou uit de ouderlijke woning zijn
weggeloopen, meegenomen naar huis; zij heette Jopie, zou nog eens
terugkomen, is echter niet meer geweest.
4-Eenmaal ontmoet op straat, geen gegevens.
5 - Eenmaal ontmoet in een „automatiekquot;, meegenomen in auto;

blond meisje, ± 22 jaar.
® ~ Donker meisje, eenmaal meegereden op duo van motor, heette

Annie, wilde niet zeggen waar zij woonde.
7 ~ Patiënt is schoenwinkelier, de infectiebron is één van zijn klanten,
die hem niet betalen kon; haar naam wil hij niet mededeelen.

^^ souteneur

Vanzelfsprekend werd het beroep van souteneur nooit als zoodanig
opgegeven door den patiënt, evenmin als ooit iemand van beroep

-ocr page 91-

opgeeft: inbreker of valsche munter. De souteneur geeft als zijn beroep
op, het beroep dat hij vroeger heeft uitgeoefend of als bijkomstigheid
nóg uitoefent. Eerst later blijkt dan, dat hij inderdaad souteneur is en
nog vaker zal dit in het geheel niet aan het licht komen. Van 40 mannen
bleek in de laatste 4 jaar, dat zij als souteneur optraden.

Ook deze groep menschen is meerendeels van jeugdigen leeftijd:
tusschen 20 en 25 jaar zijn er 12,

25—30 jaar

30—35
35—40
40—45
45—50
50—55

10,
%

3,
3,
2,

I.

Negentien hunner zijn gehuwd en leven hoofdzakelijk van de ontucht
van hun echtgenoote.

De soutenems bleken een lastig volkje te zijn: van de 40 volgden
er slechts 11 de geheele behandeling, 17 bleven weg of waren onwillig,
3 gingen naar de gevangenis, 3 waren verhuisd, 2 zoek en 4 zochten
elders behandeling. Van deze 40 mannen hadden er 36 alleen gonorrhoe,
2 een syphilitisch primair affect en gonorrhoe, i alleen primaire syphilis,
I tertiaire lues en i latente lues.

De mannen bleken uit allerlei beroepen te zijn gerequireerd:
3 gaven als hun feitelijke beroep op: chauffeur.

2

33

33

33

33

55

33 •

schilder.

2

33

35

33

33

53

33 •

kellner.

2

33

33

33

33

33

33 •

koopman.

gaf

33

zijn

33

33

33 •

orgeldraaier.

33

33

33

33

35

35 •

fabrieksarbeider.

33

33

33

33

35

55 •

kok.

33

33

33

33

55

33 •

smid.

33

33

33

33

33

33 •

varensgezel.

33

33

33

33

33

55 ■

havenarbeider.

33

33

33

33

35

33 •

lakspuiter.

33

33

33

33

35

53 •

metselaar.

33

33

33

33

33

35 •

tuinder.

33

33

33

33

33

33 •

slager.

33

33

33

35

33

55 •

sigarenwinkeher.

33

33

33

33

35

33 •

groentenhandelaar.

-ocr page 92-

Inbsp;gafnbsp;alsnbsp;zijnnbsp;feitelijknbsp;beroepnbsp;op: stuurman,

^nbsp;5gt;nbsp;gt;3nbsp;55nbsp;55nbsp;35 55 : kantoorbediende,

Inbsp;35nbsp;33nbsp;53nbsp;55nbsp;33nbsp;35 = TCiziger,

^nbsp;gt;5nbsp;„nbsp;53nbsp;35nbsp;53 33 : sigarenmaker.

Verscheidene van hen waaren zeer onmaatschappelijk en gingen naar
gevangenis of zaten er; vaak werd vernomen, dat de prostituées
Werden mishandeld of dat chantage werd gepleegd, bezoekers werden
beroofd, enz.

In één geval bleek, dat een gehuwd man (winkeher) zijn vrouw
eiken avond met de auto naar den Schiedamschendijk bracht,
2ij op een „avondkamerquot; wat bijverdiende.

waar

combinaties van geslachtsziekten

Voor het numeriek belangrijke jaar 1921 werd nagegaan, welke
combinaties waren voorgekomen onder de nieuw-ingeschreven patiën-
ten van de Gemeentelijke Polikliniek te Rotterdam.
Onder de manlijke patiënten werden de volgende combinaties

aangetroffen:

gonorrhoe met ulcus molle en primaire syphihs........................i

55 55 53 secundaire „ ........................i

primaire syphihs..........................................y

„ en secundaire syphilis..........................6

secundaire syphilis ........................16

ulcus molle...............................20

latente syphihs........................................................3

2e en 3e en chronische gonorrhoe met primaire syphihs..............9

„ „ prim, en sec. syph..........9

35 55 secundaire syphihs.....10

53 55 tertiaire syphilis................2

33 35 latente syphihs.........16

„ „ congenitale syphihs..........2

55 33 ulcus molle ......................8

33 35 35 33 en

tertiaire syphilisnbsp;i

-ocr page 93-

ulcus molle met primaire syphilis .......................................4

« » „ „ en secundaire syphihs ............................i

gt;3 53 35 secundaire syphihs....................................................3

33 33 33 latente syphilis............................. 4

Bij de vrouwen deden zich de volgende combinaties voor:

vulvovaginitis gonorrhoica met ulcus molle ......................................i

33 33 33 secundaire syphihs..........................i

infectio gonorrhoica met primaire syphilis..........................................4

33nbsp;33 33 secundaire „ ...................10

33 33 33 latente „ ......................................2

ulcus moUe met latente syphihs..........................................................2

Bij dit onderzoek werd tevens een indruk verkregen van de veelvuldig-
heid van het optreden van her-infecties:

500 mannen werden ingeschreven, die voor den eersten keer gonor-
rhoe hadden, 168 hadden reeds een of twee keer een gonorrhoe gehad.
Verscheidene mannen gaven aan, reeds 5, 6 of zelfs 14 maal een gonor-
rhoe te hebben gehad, maar voor de juistheid daarvan kan niemand
instaan, meestal zijn zij na de 3 gonorrhoe's den tel kwijt!

extra-genitale infecties

Onder 855 gevallen van primaire syphihs, die onder behandehng
zijn gekomen tusschen 1921 en 1938, werden 28 gevallen aangetroffen
van extra-genitale infecties, waarbij dan niet meegerekend die gevallen,
waarbij het primair-affect niet aan de genitalia zelf was gezeteld, maar
toch in de genitaalstreek, zooals lies, mons veneris enz.

Deze 28 extra-genitale primair-affecten waren op de navolgende
plaatsen tot ontwikkehng gekomen:
bovenlip 7
onderlip 6
mondhoek links i
tongrug 2
tongrand 2
rechter tonsil i
linker tonsil i
kin
I

linker wang i

-ocr page 94-

8i

rechter bovenooghd i
hnker borsttepel i

linker middenvinger, middelste kootje i
buikhuid, bij den navel i
rechter dij i
linker dij i

De meeste gevallen, twintig, kwamen dus in of bij den mond voor,
eén hiervan betrof een vijfjarig meisje met een syphilitisch primair-
affect op den tongrug, wier moeder lijdende was aan floride syphihs.

In verhouding tot het vóór-oorlogsche Rusland, waar de syphihs
haar karakter als geslachtsziekte grootendeels verloren had en in
Sommige streken tot 90 % der gevallen extra-genitaal was ontstaan,
^s het Rotterdamsch percentage zéér laag, nl. 3,3 %.

Extra-genitale infecties met het ulcus moUe-virus kwamen in zéér
geringe mate voor: op 1148 gevallen van ulcus molle werd er één
gezien aan den linker voetrug en één aan den rechter wijsvinger.

controle van het ruggemergsvocht bij syphilis

Sinds korten tijd worden in de Gemeentehjke Polikliniek door
Dr. M. van Schouwen alle lues-patiënten, bij wie khnisch geen aantoon-
bare afwijkingen van het centrale zenuwstelsel aanwezig zijn, op
pathologische veranderingen van den liquor cerebrospinalis onderzocht.

Deze veranderingen zijn reeds zéér vroeg na de infectie in het rugge-
'nergsvocht gevonden en bestaan vooral uit vermeerdering van cellen,
Welke veranderingen grootendeels later weer verdwijnen, spontaan of
Onder invloed van de therapie.

Elijven de reacties 3—5 jaar na de infectie positief, dan is de kans
groot, dat deze patiënten later een neurolues krijgen.

Oni het ontstaan van neurolues te verhoeden, moeten deze menschen
een malaria-kuur worden behandeld.

Van de eerste honderd patiënten, bij wie klinisch ieder verschijnsel
Van neurolues ontbrak en bij wie de infectie minstens vijf jaar geleden
Was, hadden er elf veranderingen van den liquor cerebrospinahs (de
reacties van Pandy, Nonne en Wassermann werden verricht, benevens
het aantal cellen geteld).

Van deze elf patiënten hadden er vier zóó geringe afwijkingen, dat
nog

niet tot een malariakuur kon worden besloten, echter blijven zij
onder geregelde controle.

-ocr page 95-

De overige zeven hadden afwijkingen, die een malariakuur recht-
vaardigen.

De voorloopige indruk is, dat de patiënten met positieven hquor
zich destijds aan een geregelde behandehng hebben onttrokken (dit
onderzoek is inmiddels gepubhceerd in het N. T. v. G. van 22 Juli
1939. pag. 3706).

B - de havenpolikliniek

Deze, in 1925 opgerichte pohkhniek, is meer speciaal bestemd voor
de behandehng van zeeheden, zeemansvrouwen en -kinderen en van als
infectiebron aangeduide en opgespoorde vrouwen.

Deze inrichting bleek al dadelijk in een behoefte te voorzien, gezien
het groote aantal Nederlandsche en buitenlandsche zeeheden, dat zich
liet inschrijven.

Naast deze pohkhniek werd in 1930 de z.g. Katendrecht-polikliniek
geopend in het stadsgedeelte van dien naam, dat een zeer exotische
en wisselende bevolking telt; deze pohkhniek verkreeg de eerste jaren
van haar bestaan een behoorlijken toeloop, maar moest ten gevolge
van de verminderde scheepvaart, waardoor een groot aantal der Chinee-
zen naar hun vaderland terugkeerde en een ander deel ons land verrijkte
met den welbekenden „pinda-manquot;, in 1936 worden gesloten.

Het aantal nieuw-ingeschreven patiënten aan de Havenpohkliniek
bedroeg de laatste jaren gemiddeld ± 1900.

Het volgend overzicht toont aan, welk een belangrijke bijdrage de

Aantal gevallen van lues (beginstadium), ulcus molle, gonorrhoe en
lymphogranuloma inguinale:

S.

I

Jaren

S.

II

ulcus molle

gonorrhoe

lymphogr.

S.

I en II

inguin.

1927

159

84

467

10

1928

203

87

472

II

1929

142

118

424

14

II

1930

285

195

668

1931

242

107

682

16

1932

159

45

522

12

1933

178

51

456

17

1934

154

59

450

II

1935

282

65

589

II

1936

222

53

553

14

1937

232

89

608

26

1938

152

121

625

25

-ocr page 96-

Havenpolikliniek levert in de bestrijding van de geslachtsziekten en
geeft aUeen weer, welk aantal besmettelijke gevallen van geslachts-
ziekten onder behandeling kwam

Hoewel de cijfers voor het lymphogrannloma inguinale klein zijn,
blijkt uit dit overzicht toch wel, dat deze aandoening veld begint te
winnen.

Een overzicht van het patiëntenmateriaal, naar de nationaliteiten
ingedeeld, geeft een bonte mengeling van allerlei landsheden weer;
het aantal Nederlanders, dat aanvankelijk ± 30 % uitmaakte, is thans
gemiddeld iets minder dan de helft van het totaal aantal nieuw inge-
schrevenen.

De volgende tabel geeft een beeld van de merkwaardige verdeehng
der nationaliteiten:

^ieuw ingeschreven patiënten, verdeeld naar de voornaamste natio-
naliteiten:

1925
2md.

1926

1927

1928

1929

1930

1931

1932

1933

1934

To-
taal

39

297

433

510

547

844

988

961

943

968

6540

40

665

983

916

851

1529

1465

1156

965

1014

9584

2

20

61

42

48

335

305

230

265

213

1521

0

0

5

5

I

239

234

179

208

165

1036

14

207

303

245

219

283

204

133

142

119

1869

3

70

95

149

117

159

125

204

163

213

1298

7

93

96

62

Ï15

212

219

148

95

108

quot;55

8

lOI

117

IOC

65

128

167

98

82

93

959

2

47

75

76

80

106

III

71

36

41

645

2

33

43

33

33

51

54

59

38

34

380

I

9

23

15

II

19

49

33

48

72

270

I

4

28

29

43

44

37

17

15

24

252

2

20

28

41

32

61

18

18

15

15

250

I

29

16

17

13

40

15

20

25

24

200

Nationaliteiten

ï?®derlanders .
^^^mdelingen

(totaal)
^^quot;flingen .
(totaal)

^oren

gieken :nbsp;•
J^tschers ■

J^eden .nbsp;.

S^^anders
finnen

Hnen' quot;

n'^^andersquot;

^ögelschen .

Hieruit blijkt, dat van de vreemdelingen de Noren in de meerderheid
2ijn; verder zien wij veel Grieken, Zweden, Esthlanders en merkwaardig
Geinig Engelschen, terwijl de Franschen, die toch uit een land stammen.

De hier vermelde statistieken zijn ontleend aan de jaarverslagen van de Haven-

Polikliniek.

-ocr page 97-

waar de geslachtsziekten wehg tieren, zoo gering in aantal zijn, dat dit
de moeite van het vermelden niet waard is.

Dit schijnt nog vreemder, indien men van de genoemde landen over
een enkel jaar, b.v. 1934, het aantal schepen, dat Rotterdam aandeed,
of beter nog den totalen MMnhoud, die een juister beeld geeft omtrent
de grootte der schepen en de grootte der bemanning, overziet.

Inklaringen uit zee op Rotterdam uit de landen van herkomst over
_het jaar
1934;

Aantal schepen

Land

M® bruto

128nbsp;686.840

35nbsp;249.335

1838nbsp;9.948.509

568nbsp;3.271.405

33nbsp;133-294

247nbsp;1.350.265

134nbsp;I.733.395

68nbsp;369.669

89nbsp;240.725

2737nbsp;8.872.578

Het aantal schepen en de inhoudsmaat geven dus een geheel andere
verhouding te zien: Engeland en Duitschland gaan vooraan, terwijl
Noorwegen, dat het grootste contingent bezoekers van de pohklinieken
oplevert, ver achteraan komt.

De oplossing van dit raadsel is gelegen in de omstandigheid, dat te
Rotterdam vele Noren, Grieken, enz. afmonsteren en dus längeren tijd
aan den wal verblijf houden, dan Engelschen, Franschen, enz., die één
of twee dagen later in het dichtbij gelegen eigen land afmonsteren en
zich dan daar onder behandeling stellen.

Dit blijkt o.a. uit een overzicht van het aantal door de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs geplaatste zeeheden, ook alweer over het jaar 1934:

Duitschers .......299

Noren............249

Zweden..........139

Chineezen........ 91

Itahanen......... i

Denen........... 19

Esthlanders....... 9

Engelschen.......geen

Franschen........geen

Noorwegen
Griekenland
Duitschland
Zweden . .
Esthland .
Finland . .
Italië . .
Lethland .
Denemarken ,
Engeland . .

-ocr page 98-

Onderzocht werd ook, hoe het stond met de besmettingskansen der
zeeheden ten opzichte van binnen- en buitenland. Hierbij werd nage-
gaan, welk deel der onder behandehng gekomen Nederlanders zich had
oesmet in Nederland of in het buitenland en welk percentage vreemde-
lingen de infectie had opgedaan in Nederland of in het buitenland:

Van IOC besmette Neder-
landers werden ziek:

Van loo besmette buiten-
landers werden ziek:

In

Nederland

In 't
buitenland

In

Nederland

In 't
buitenland

Ï928

1929

1930

1931

1932

1933

1934

1935

1936
193(7
1938

Gemidd.

38.1

33-4

42.2
51-9
49-2

48.5
39
56.7
39.2

36.6

33-9
42,6

61.9
66.6

57-9
48.1
50.8
51-5
61

43-3
60.8
63.4
66.1
57gt;4

38

36

54

35-6

30.6

26.3

15.5

18
13-5
16.3
23-5

27.9

62
64
46
64.4

69.4
73-7

84.5

82
86.5

83.7
76.5
72,1

Hieruit blijkt dus, dat het aantal besmettingen, zoowel van Neder-
landers als van buitenlanders, in den vreemde, het aantal besmettingen
m Nederland verre overtreft; maar tevens is duidelijk, dat het aantal
vreemdehngen, dat zich in Nederland infecteert, niet onbelangrijk aan
net verminderen is. Wat hiervan de oorzaak is, is moeilijk na te gaan.
Het kan zijn, dat de duurte van ons land een rol speelt, het zou ook
hogelijk zijn, dat het verblijf van de vreemdelingen in ons land korter
duurt dan voorheen, zoodat zij alweer op reis zijn vóór de eerste ver-
schijnselen van hun ziekte zijn uitgebroken en ten slotte bestaat de
^Mogelijkheid, dat door intensieve bestrijding der geslachtsziekten de
'nfectiositeit van de Rotterdamsche prostituée in het algemeen minder
IS geworden.

E)e volgende tabel doet zien, uit welke landen de meeste der onder
ehandeling gekomen geslachtsziekten geïmporteerd zijn. Nederland
Werd hier buiten beschouwing gelaten en alleen werd nagegaan, welk
percentage in ieder land, berekend naar alle buitenlandsche infecties,
^erd besmet.

-ocr page 99-

Per 100 onder behandeling gekomen besmettingen werden verworven:

in:

1928

1929

1930

1931

1932

1933 1

1934

1935

1936

1937

1938

Gem

Duitschland. . . .

11.2

15-5

16.4

14

13.1

II.I

11.7

5,7

6.4

3-7

2.8

10,2

België......

6.1

6.4

3-7

4-3

1.8

3-5

i.i

1

3-9

3-4

2.8

3.5

Frankrijk.....

6.1

10

7-7

12.5

7-5

9-4

6

4.2

8.2

9.9

13.1

8,6

Engeland-Ierl. . . .

6.6

4-5

6.1

3-1

6.8

3.8

4

4.6

4.2

4-5

7

5

Scandin. landen . .

2-7

51

4-5

4

1.8

2.6

3-7

5-4

6.1

4-7

6.4

4gt;3

Finl., Estl., Letl. . .

7-5

4-1

1.2

4-3

2.5

10.5

3-4

2.9

3-7

3-7

2.5

4.2

Rusland.....

4-2

4-5

3-3

5.6

10

7.6

18.2

9

3-7

2.6

1-3

6A

Spanje en Portugal .

6

5-1

7-7

9-7

8.6

91

7-4

3.8

6.1

10.3

6.2

7.1

ItaUë.......

6

4.5

2.2

0

0

4-7

2.5

5.8

4.2

3

4-1

3.4

Roemenië.....

3-3

5-4

8

13-3

10.6

11.7

9-7

3-5

9.8

6.4

3.6

7.8

Afrika......

5-4

5-3

91

6.5

6.8

3-5

3-4

2.7

9-3

6.8

16.5

6.7

3

1.2

1.6

2.1

1.8

ï-7

4.6

2.5

2.3

3

4-9

2,6

Zuid-Amerika . . .

15-3

10.3

1.2

12.5

11.2

11.7

11.7

13.6

17.2

24.4

17.8

13.4

N.W.-Indië. . . .

1-5

0

1.2

0

0

i.i

i.i

2.9

2.1

I

1.6

1,1

N. O.-Indië ....

3.6

6.7

7-4

4

6.8

3.8

3-7

2.9

2.3

5-9

5.8

4,8

Japan.......

0

0

0

0

0

0

i.i

0

0

0

0

0,-

Britsch-Indië . . .

3

2.7

0

1-5

2.1

0

0

0.6

0.8

0.8

1-3

i.i

China......

0

0

0

1.2

0

0

1.4

1.2

1.6

2

1-3

0,8

Andere landen. . .

8.5

8.7

18.7

1-4

8.6

4.2

5.2

27.8

8.1

5

1.6

8,9

Hoewel de cijfers vanzelfsprekend in nauw verband staan met de
intensiteit van het scheepvaartverkeer met de genoemde landen, is het
percentage voor Zuid-Amerika wel opvallend hoog, terwijl ook Duitsch-
land en Frankrijk hooge percentages te zien geven.

Het belangrijke verschil tusschen Noord- en Zuid-Amerika is ander-
zijds gelegen in het verschillend karakter van het scheepvaartverkeer:
de verbindingen met Noord-Amerika zijn in hoofdzaak in handen van
vaste lijnen, terwijl de vaart op Zuid-Amerika voornamelijk „wildquot; is,
wat een ander soort en vooral een andere mentahteit der zeeheden
met zich medebrengt.

De gevallen van onder behandehng gekomen geslachtsziekten, die
in Nederland waren ontstaan, werden gesphtst naar infecties te Rotter-
dam en naar infecties, die in Nederland in zijn geheel waren ontstaan.

Uit de volgende tabel ziet men, dat verreweg de meeste infecties van
Nederlandschen oorsprong in Rotterdam zijn verkregen. Voorts ziet
men bij de Rotterdamsche gevallen eerst een vrij regelmatige daling,
de laatste jaren weer een stijging optreden, die mogelijk samenhangt
met het toenemende scheepvaartverkeer; misschien is ook de waarde-
vermindering van den gulden oorzaak, dat ons land de laatste jaren

-ocr page 100-

Per 100 onder behandeling gekomen gevallen van
geslachtsziekten was de besmetting ontstaan in:

Rotterdam

Nederland (met in-
begrip van R'dam)

1928

35

37

1929

34-5

36.2

1930

36.7

40

I93I

37-7

41.8

1932

31.6

32.9

0

1933

32.6

34-7

gt; ^

1934

23-7

27.2

3

1935

24.6

27

1936

17-5

19.4

1937

21.3

24.8

1938

27.4

28.9

Voor den vreemdeling minder duur is geworden, waaraan dan de toe-
name in de laatste jaren zou kunnen worden toegeschreven.

De besmettingskans, die Rotterdam aan de zeeheden biedt, werd
nagegaan ten opzichte van syphihs, gonorrhoe, ulcus molle en lympho-
granuloma inguinale.

■Per ICO te Rotterdam verkregen gevallen van geslachtsziekte was
de verdeeling naar den aard der ziekte:

in:

Syphilis

Gonorrhoe

Ulcus
molle

Lymphogr.
inguinale

1928

20

67.5

12.5

1929

15.8

70.5

13-7

1930

16

79-5

4-7

Ï931

13

74-9

12.1

1932

6.3

89.9

3.8

1933

18.3

75.6

6.1

1

gt; n

Ï934

7.6

84

8.4

3

1935

17.2

78.9

3-9

Ï936

6.1

89

4-9

1937

9-3

86.1

3-7

0.9 (bij prost.)

1938

8.8

81.2

8

2 (alle bij prost.) ,

Duidelijk blijkt hier, dat de besmettingskans ten opzichte van de
syphihs in korten tijd sterk is gedaald van 20 % in 1928 op 8,8 %
^ 1938; de kans op ulcus molle is ook niet onaanzienlijk verminderd,
niaar de kans op gonorrhoe is in Rotterdam nog groot.
Daarbij is als vierde mogeHjkheid gekomen het lymphogranuloma

-ocr page 101-

inguinale: de laatste jaren zijn eenige patiënten onder behandeling
gekomen, die geïnfecteerd waren door Rotterdamsche prostituées.

De hierna volgende tabel geeft een inzicht in de verhouding tusschen
de besmettingskansen bij betaald en bij niet-betaald geslachtsverkeer:

Per ICO onder behandeling gekomen gevallen
van geslachtsziekten werden gevonden:

1 1930

1931 1

1932

1933

1934

1935

1936

1937 1

1938

Besmettingen bij prostituées

85.3

78.3

77-9

85.1

86.6

81.2

89.4

88.1

90-9

Besmettingen bij niet-prost.

14-7

21.7

22.1

14.9

13-4

18.8

10.6

11.9

9-1

BESMETTINGEN IN

NEDERLAND:

Besmettingen van Neder-

landers bij prostituées .

11.7

13

8.3

II

10.8

8.6

6.8

8.3

10.5

Besmettingen van buiten-

landers bij prostituées .

23-5

18.2

16.2

13-4

8.1

7-5

5-9

8.9

10.8

Besmettingen van Neder-

landers bij niet-prosti-

tuées .........

6.3

6.7

5.8

7.7

7-1

9

5.8

7-3

7

Besmettingen van buiten-

landers bij niet-prosti-

tuées........ .

2

3-8

3

1-7

1-3

1-9

0.9

0.4

0.5

BESMETTINGEN IN

HET BUITENLAND:

Besmettingen van Neder-

landers bij prostituées .

23-7

14.9

11.2

18.4

25

27.6

34-4

24.8

32.6

Besmettingen van buiten-

landers bij prostituées . .

27.7

34.3

44.1

41.3

43-1

37.6

42.3

46.1

37

Besmettingen van Neder-

landers bij niet-prosti-

tuées .........

2

4-3

3

3-7

2.8

3-1

2.3

2.6

1-3

Besmettingen van buiten-

landers bij niet-prosti-

tuées .........

4

7.3

3-7

2.5

3-3

4.8

1.6

1.6

0.3

Wat hier in de eerste plaats treft is, dat de verhouding van het
percentage besmettingen bij prostituées tot dat bij amatrices zich gaat
wijzigen: gedurende de jaren 1930—1935 is het aantal besmettingen
bij prostituées ongeveer 7 maal grooter dan dat bij amatrices, in de
latere jaren is het 9—10 maal grooter.

-ocr page 102-

Daarnaast valt in het oog, dat het aantal infecties van Nederlanders
in Nederland vrijwel constant blijft, terwijl dat der buitenlanders, dat
zich in Nederland heeft geïnfecteerd, sterk is gedaald.

Wij zien n.1., dat het aantal besmettingen van buitenlanders bij
Nederlandsche prostituées gedaald is van
23,5 % in 1930 tot 10,8 %
in 1938, terwijl het aantal besmettingen van buitenlanders bij Neder-
landsche amatrices is gedaald van
2 % in 1930 tot 0,5 % in 1938.

Tevens blijkt, dat het aantal infecties van buitenlanders bij amatrices
in het buitenland is verminderd en wel van
4 % in 1930 tot 0,3 %
in 1938.

Moeilijk is na te gaan, wat van deze duidelijke vermindering de
oorzaak kan zijn.

Ten slotte werd nog onderzocht, of er wellicht verschillen bestaan
naar den aard der ziekte, naarmate de infectie was verkregen bij prosti-
tuées of bij amatrices.

Duidelijke verschillen treden daarbij niet aan den dag, terwijl ten
aanzien van het ulcus molle de cijfers te klein zijn om het verschil
Van
6,8 % bij prostituées en 1,2 % bij amatrices te waardeeren.

öe infectie was ontstaan in Nederland gedurende de jaren 1935 t/m 1938,
verdeeld naar amatrices en prostituées, naar den aard der ziekte:

bij amatrices

bij prostituées

Jaar

lues

gonor-
rhoe

ulcus
molle

lym-
phogr.
inguin.

lues

gonor-
rhoe

ulcus
molle

lym-
phogr.
inguin.

1935

1936

1937

1938

II

2

3

39
29

39
37

I
I

11
5

II
10

61

51
71

92

4
4
4
II

I

3

Totaal

16

144

2

37

275

23

4

in %

9-9 %

1 88.9 %

1.2 %

1 10.9 %

8i.i %

6.8 %

1.2 %

totaal-cijfers

Het kan van belang zijn, het totale aantal nieuw-ingeschreven ge-
slachtszieken van de beide Rotterdamsche Poliklinieken, eens in oogen-
schouw te nemen.

In een tijd, waarin verscheidene venereologen verklaren, geen of
nauwelijks enkele syphilitische primair-affecten per jaar onder be-

-ocr page 103-

tutie ingevoerd; in het kort behelst dit een verbod, eenige plaats op

te richten of te exploiteeren met het doel, prostitutie uitte oefenen;

het verbod, eenig persoon op een dergdijke plaats te ontvangen met

prostitutie als doel; ook het brengen van personen naar zulk een plaats
IS strafbaar.

In eenige andere Staten is het aan ongehuwden verboden, sexueele

gemeenschap uit te oefenen met personen van het andere geslacht en

aan gehuwden, gemeenschap uit te oefenen anders dan met de eigen
partner.nbsp;^

De wet op de geslachtsziekten stelt aangifte van ieder geval van
geslachtsziekte bij den Hygienischen Dienst verphcht, stelt het bloot-
stellen van anderen aan infectie strafbaar, terwijl de overheid de

macht heeft, een onderzoek in te stellen, of suspecte personen te
isoleeren.

In onze oogen vreemde bepahngen ontmoet men er ook, in den staat

Idaho bi,v. heeft de gezondheidsdienst het recht, een papier „ii inches

hoog en 14 mches breedquot; met de woorden „Venereal Diseasequot; aan
te plakken.

In ,Le siècle médicalquot; van 15 Nov. 1937 staat een photo van
Dr. H. Bundesen te Chicago, die een plakkaat aanbrengt op de deur
van een persoon, die hjdende is aan een geslachtsziekte en die zich
met heeft gehouden aan de voorgeschreven geregelde behandehng
Met vette letters staat te lezen:

Gonorrhea
venereal disease
keep out.quot;

Argentinië

Tot voor kort bestond hier reglementeering; dit is in 1933 in Rosario
en Santa Fe afgeschaft; een wet is aanhangig om in het heele land het
systeem te abohtioneeren.

België

Hier bestaat nog reglementeering, hoewel in 1925 de stad Antwerpen
de reglementeering afschafte.

Het toezicht op de prostitutie, administratief en medisch, is geheel
toevertrouwd aan de gemeenten.

-ocr page 104-

Brazilië

In dit land is geen gereglementeerde prostitutie, echter worden
personen van beide geslachten, die door hun levenswijze geslachts-
ziekten kunnen overbrengen op anderen, onder toezicht gesteld van
den openbaren gezondheidsdienst, ten einde een behandeling te onder-
gaan, zoo noodig dwangbehandehng in een ziekeninrichting.

Verder is een wettehjk geformeerd opsporingssysteem ingevoerd,
terwijl de staat zorgt voor propaganda, inrichting van pohldinieken
en het onderzoek van zwangeren.

China

Geen wettelijke bepahngen, echter treedt in verschillende steden de
pohtie zeer krachtig op tegen de prostitutie.

I^enemarken

Dit land met 3.700.000 inwoners telt meer dan 80 havens, wat zeker
Van invloed zal zijn op het groote aantal geslachtszieken.

Reeds in 1788 bestond er een verphchte aangifte en vrije behandeling
van geslachtsziekten.

Na verschillende aanvulhngen van de staatsregehng van 1788 kwam
het in 1906 tot een wet, die de pohtioneele reglementeering der beroeps-
Prostituées afschafte en het houden van bordeelen verbood.

De wet voorziet in een groot aantal punten, die in het kort aldus
kunnen worden samengevat:

1nbsp;- Iedere geslachtszieke heeft recht op een kostelooze behandehng

en is verplicht zich te doen behandelen, hetzij particulier of op
een kostelooze pohkhniek.

Geslachtszieken kunnen gedwongen worden, een behandehng
te ondergaan in een ziekenhuis, als zij door hun leefwijze gevaar
opleveren voor de samenleving.

2nbsp;- iemand, die weet of geacht kan worden te weten, dat hij lijdende

is aan een geslachtsziekte en die een ander aan het gevaar van
infectie blootstelt, is strafbaar met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaar.

Eveneens strafbaar is het zoogen van een syphilitisch kind,
anders dan door de moeder of het zoogen van een gezond kind
door een luetische vrouw.

3nbsp;- de behandelende arts moet wijzen op het infectieus karakter van

de ziekte en den patiënt waarschuwen, geen huwelijk aan te gaan,
zoolang er infectiegevaar bestaat.

-ocr page 105-

4nbsp;- ieder arts moet wekelijks aangifte doen van besmettelijke en veneri-

sche ziekten bij den gezondheidsdienst.

5nbsp;- de patiënt maakt zich schuldig aan een strafbaar feit, indien hij

een verkeerden naam of adres opgeeft.

6nbsp;- de arts is verplicht, het wegblijven van een patiënt te rapporteeren

bij den gezondheidsdienst, die daarna zorgt voor het weer opvatten
van de behandeling, zoo noodig met behulp van de politie.

7nbsp;- artsen, die niet voldoen aan de wettelijk opgelegde verphchtingen,

kunnen worden beboet met 200 Kronen.

8nbsp;- de politie kan prostituées onder behandeling stellen.

9nbsp;- iemand, die ervan beschuldigd wordt, een ander te hebben ge-

ïnfecteerd kan, indien hij of zij erin toestemt, worden onderworpen
aan een medisch onderzoek. Bij weigering beslist de rechtbank.
10 - Bij het aangaan van een huwelijk moeten beide partijen een schrifte-
lijke verklaring onderteekenen, waarin zij naar eer en geweten beves-
tigen, niet lijdende te zijn aan een besmettelijke geslachtsziekte.
Zoo noodig kan een medische verklaring geëischt worden.
Het huwelijk kan ontbonden worden, indien blijkt, dat één der
partijen bij het sluiten van het huwelijk lijdende was aan een
besmettelijke geslachtsziekte.

Kissmeyer deelde mede, dat in Kopenhagen in 1931 op 5200 gevallen
van geslachtsziekte, 80 % der patiënten de volledige behandeling volgde.
Van de 1050, die de behandeling niet volgden, werden na interventie
van de zedenpolitie, allen — op 91 na — teruggebracht onder be-
handeling.

Indien men het aantal gerapporteerde gevallen van geslachtsziekten
nagaat over eenige jaren, blijkt dat de syphilis sterk vermindert in
frequentie, terwijl de cijfers voor de gonorrhoe, afgezien van de oorlogs-
jaren, minder groote schommehngen vertoonen:

Aantal gevallen van syphilis en gonorrhoe per
10.000 inwoners in Denemarken:

1 verkregen syphilis

1 gonorrhoe

1900

8.8

24.8

1905

6.5

25.2

I9I0

10.9

31.2

I9I5

10.8

37

1920

13-3

38.1

1925

6.2

34-5

1930

4-7

32.9

1935

2.1

27

-ocr page 106-

Duitschland

Prostitutie op zichzelf is niet verboden, maar de prostituées staan
onder pohtie-contróle.

De wet op de bestrijding der geslachtsziekten, die thans nog van
kracht is, dateert van 1927.

De uit medisch oogpunt belangrijke bepalingen volgen hier:

1.nbsp;Geschlechtskrankheiten im Sinne dieses Gesetzes sind Syphihs, Tripper
und Schanker, ohne rücksicht darauf, an weichen Körperteilen die
Krankheitserscheimmgen auftreten.

2.nbsp;Wer an einer mit Ansteckungsgefahr verbundenen Geschlechtskrank-
heit leidet und dies weisz oder den Umständen nach annehmen musz,
hat die Pflicht, sich von einem für das Deutsche Reich approbierten
Arzt behandeln zu lassen. Eltern, Vormünder uns sonstige Erziehungs-
berechtigte sind verpflichtet,für die ärzthche Behandlmig ihrer geschlechts-
kranken Pflegebefohlenen zu sorgen („Behandlungspflichtquot;).

4- Die zuständige Gesimdheitsbehörde kann Personen, die dringend ver-
dächtig sind, geschlechtskrank zu sein und die Geschlechtskrankheit
weiterzuverbreiten, anhalten, ein ärztliches Zeugnis, nur in begründeten
Ausnahmefällen ein von einem durch die zuständige Gesundheitsbehörde
benennten Arzte ausgestelltes Zeugnis über ihren Gesundheitszustand
vorzulegen oder sich der Untersuchung durch einen solchen Arzt zu
imterziehen. Auf Antrag des imtersuchendes Arztes können solche Per-
sonen angehalten werden, wiederholt derartige Gesundheitszeugnisse
beizubringen.

Personen, die geschlechtskrank und verdächtig sind, die Geschlechts-
krankheit weiterzuverbreiten, können einem Heilverfahren unterworfen,
auch in ein Krankenhaus verbracht werden, wenn dies zur Verhütimg
der Ausbreitimg der Krankheit erforderlich erscheint.

Soweit andere Mittel zur Durchführung der in Abs. i en 2 vorgesehenen
Massnahmen nicht ausreichen, ist die Anwendung immittelbaren Zwanges
zulässig. Aerzdiche Eingriffe, die mit einer ernsten Gefahr für Leben
oder Gesundheit verbunden sind, dürfen nur mit Einwilhgung des
Kranken vorgenommen werden. Die Reichsregierung bestimmt, welche
ärztlichen Eingriffe insbesondere hierunter fallen.

(Hierher gehört Behandlung mit Salvarsan-Quecksilber- und Wismut-
präparaten, Liquorpunktion, Zystoskopie, Ureterenkatherismus und

Dehnung der Harmröhrej doch wird der Arzt diese meist leicht erreichen)

5. Wer den Beischlaf ausübt, obwohl er an einer mit Ansteckungsgefahr
verbundenen Geschlechtskrankheit leidet und dies weisz oder den Um-
ständen nach annehmen muss, wird mit Gefängnis bis zu drei Jahren
bestraft, sofern nicht nach den Vorschriften des Strafgesetzbuchs eine
hänere Strafe verwirkt ist.

-ocr page 107-

Die Verfolgung tritt nur auf Antrag ein. Ist der Täter ein Angehöriger
des Antragstellers, so ist die Zurücknahme des Antrags zulässig.

Die Strafverfolgimg verjährt in sechs Monaten.

6.nbsp;Wer weiss oder den Umständen nach armehmen muss, dass er an einer
mit Ansteckimgsgefahr verbimdenen Geschlechtskrankheit leidet und
trotzdem eine Ehe eingeht, ohne dem anderen Teil vor Eingehtmg der
Ehe über seine Krankheit Mitteilung gemacht zu haben, wird mit Gefäng-
nis zu drei Jahren bestraft.

Die Verfolgtmg tritt nur auf Antrag ein. Die Zurücknahme des Antrages
is zulässig.

Die Strafverfolgimg verjährt in sechs Monaten.

7.nbsp;Die Behandlimg von Geschlechtskrankheiten imd Krankheiten oder
Leiden der Geschlechtsorgane ist nur den für das Deutsche Reich appro-
bierten Aerzten gestattet. Verboten ist, solche Krankheiten anders als auf
Grund eigner Wahrnehmung zu behandeln (Fernbehandlimg) oder in
Vorträgen, Schriften, Abbildimgen oder Darstellungen Ratschläge für
die Selbstbehandlimg zu erteilen.

8.nbsp;Wer eine geschlechtskranke Person ärztlich untersucht oder behandelt,
soU sie über die Art der Krankheit und über die Ansteckungsgefahr sowie
über die Strafbarkeit der in §§ 5 u. 6 bezeichneten Handlimgen belehren
und ihr hierbei ein amtlich genehmigtes Merkblatt aushändigen („Be-
lehrungspHchtquot;).

Fehlt dem Kranken die zur Erkenntnis der Ansteckungsgefahr erforder-
liche Einsicht, so soll die Belehrung und die Aushändigimg des Merk-
blattes an denjenigen erfolgen, der für das persönliche Wohl des Kranken
zu sorgen hat.

9.nbsp;Wer eine Person, die an einer mit Ansteckungsgefahr verbundenen Ge-
schlechtskrankheit leidet, ärztlich behandelt, hat der im § 4 bezeichneten
Gesundheitsbehörde Anzeige zu erstatten, wenn der Kranke sich der
ärztlichen Behandlung oder Beobachtung entzieht oder wenn er andere
infolge seines Berufes oder seiner persönlichen Verhältnisse besonders
gefährdet.

10. Wer als Beamter oder Angestellter einer Gesundheitsbehörde oder einer
Beratungsstelle unbefugt offenbart, was ihm über Geschlechtskrank-
heiten eines anderen oder ihre Ursache oder über die sonstigen persön-
lichen Verhältnisse der Beteiligten dienstlich bekannt geworden ist, wird
mit Geldstrafe oder mit Gefängnis bis zu einem Jahre bestraft.

Die Verfolgung tritt nur auf Antrag ein. Den Antrag kann auch die
Gesundheitsbehörde stellen.

Die Offenbarung ist nicht unbefugt, wenn sie von einem in der Gesund-
heitsbehörde oder in einer Beratungsstelle tätigen Arzte oder mit Zu-
stimmung eines solchen Arztes an eine Behörde oder an eine Person

-ocr page 108-

gemacht wird, die ein berechtiges gesundheitsliches Interesse daran hat
über die Geschlechtskrankheit des anderen unterrichtet zu werden.

13.nbsp;Die Reichsregierung kaim das Inverkehrbringen von Mitteln oder Gegen-
ständen, die zur Verhütung von Geschlechtskrankheiten dienen sollen,
von dem Ergebnis einer amtlichen Prüfung abhängig machen imd das
Inverkehrbringen hierfür nicht geeigneter Gegenstände verbieten.

14.nbsp;Mit Gefängnis bis zu einem Jahre und mit Geldstrafe oder mit einer
dieser Strafen wird bestraft, sofern nicht nach den Vorschriften des
Strafgesetzbuches eine härtere Strafe verwirkt ist,

1.nbsp;eine weibliche Person, die ein fremdes Kind stillt, obwohl sie an einer
Geschlechtskrankheit leidet imd dies weisz oder den Umständen nach
annehmen muss;

2.nbsp;wer ein syphilitisches Kind, für dessen Pflege er zu sorgen hat, von
einer anderen Person als der Mutter stillen läszt, obwohl er die Krank-
heit des Kindes kennt oder den Umständen nach kennen musz;

3.nbsp;wer ein sonst geschlechtskrankes Kind, für dessen Pflege er zu sorgen
hat, von einer anderen Person als der Mutter, ohne sie vorher über
die Krankheit und die gebotenen Vorsichtsmasznahmen durch einen
Arzt mündlich unterweisen zu lassen, stillen läszt, obwohl er die
Krankheit des Kindes kennt oder den Umständen nach keimen musz;

4.nbsp;wer ein geschlechtskrankes Kind, obwohl er die Krankheit kennt
oder den Umständen nach kennen muss, in Pflege gibt, ohne den
Pflegeeltern von der Krankheit des Kindes Mitteilung zu machen.

Straflos ist das Stillen oder Stillenlassen eines syphilitischen Kindes
durch eine weibhche Person, die selbst an Syphilis leidet.

15- Mit Geldstrafe bis zu einhimdertfünfzig Reichsmark oder mit Haft wird
bestraft:

1.nbsp;eine Amme, die ein fremdes Kind stillt, ohne im Besitz eines unmittel-
bar vor Antritt der Stellung ausgestellten ärztlichen Zeugnisses darüber
zu sein, dass an ihr keine Geschlechtskrankheit nachweisbar ist;

2.nbsp;wer zum Stillen eines Kindes eine Amme in Dienst nimmt, ohne sich
davon überzeugt zu haben, dass sie im Besitze des in Nr. i bezeich-
neten Zeugnisses ist;

3.nbsp;wer, abgesehen von Notfällen, ein Kind, für dessen Pflege er zu
sorgen hat, von einer anderen Person als der Mutter stillen läszt, ohne
vorher im Besitz eines ärztlichen Zeugnisses darüber zu sein, dass
eine gesundheitiiche Gefahr für die Stillende nicht besteht.

In een — van Duitsch standpunt bezien — idealen vorm is de
geslachtsziektebestrijding te Keulen geregeld onder leiding van Dr. B. J.
Morschhäuser.
Het Centraal Bureau aldaar omvat twee afdeelingen:
le. een afdeeling van den G.G.D., belast met de administratie en

-ocr page 109-

de medische bemoeiingen, voortvloeiend uit de wet 1927 en tevens
met de controle op de prostituées.

2e. een adviesbureau, belast met het verstrekken van raad aan de
patiënten en het toewijzen van behandeling (men behandelt er zelf
niet); het adviesbureau houdt toezicht en controle op de behandehng
en spoort infectiebronnen op.

Het bureau is gehuisvest in een ziekenhuiscomplex, waardoor
het bezoek aan het bureau op weinig in het oog loopende wijze kan
geschieden. Geregeld informeert het bureau bij de behandelende
particuliere artsen of de toegezonden patiënt blijft komen. Komt de
patiënt niet, dan stuurt het bureau een weinig opvallend, niet bedrukt
met eenig hoofd en geschreven briefje, waarin de patiënt wordt opge-
roepen. Kleur van envelop en postboxnummer veranderen steeds.

Komt de patiënt niet, dan wordt dit schrijven nog eenige malen
herhaald — soms tot zeven keer toe — om ten slotte te worden gedreigd
met dwangmaatregelen.

Van de prostituées bezit men een uitgebreide kartotheek met naam
en adres, persoonsbeschrijving, portret en bijnaam. De foto's zijn
gerangschikt naar de straten, waarin de prostituées zich meestal op-
houden, zoodat een geïnfecteerde direct de bron kan herkennen. Wordt
een prostituée als infectiebron aangewezen, dan gaat er dadelijk een
politiebeambte, die bij den G.G.D. is gedetacheerd, in burgerklee-
ding heen, om de bron voor onderzoek mede te nemen. Blijkt de
prostituée geïnfecteerd te zijn, dan gaat zij steeds naar het ziekenhuis;
ambidante behandeling wordt alleen toegestaan in geval van herhalings-
kuren bij lues, voor zoover er geen uitwendige contagieuse verschijn-
selen aanwezig zijn.

De prostituées worden regelmatig gecontroleerd, maar krijgen geen
gezondheidsattest, wèl een bewijsje dat zij bij den Gezondheidsdienst
bekend zijn, tevens vermeldend op welken dag zij voor controle zijn
terugbesteld. Om te voorkomen, dat dit bewijsje als gezondheidsattest
zou worden gebruikt of opgevat, staat er met roode letters op gedrukt:
„Keine Gewähr für Gesundheitquot;.

De vrouwen worden aanvankelijk twee maal per week onderzocht,
later — als zij zorgen voor goede lichaamsverzorging, hygiënische
woningtoestanden, gebruik van desinfecteerende middelen — éénmaal
per week of zelfs ééns in de veertien dagen.

Dat het in Duitschland ernst is met de wettelijke bepalingen blijkt
uit eenige cijfers over vergrijpen tegen de wet 1927, die worden opge-

-ocr page 110-

somd in een artikeltje van Pohlen „Die Vergehen gegen das Gesetz
zur Bekämpfung der Geschlechtskrankheiten im Deutschen Reich im
Jahre 1933quot;, dat voorkomt in het „Deutsche Medizinische Wochen-
schriftquot; No. 48 van 1934, blz. 1966. Er werden in dat jaar in geheel
Duitschland 346 personen aangeklaagd wegens overtreding der wet op
de geslachtsziekten. Wegens overtreding van par. 5 (uitoefenen van den
bijslaap door geslachtszieken) werden 196 personen aangeklaagd, waarvan
163 veroordeeld (52 mannen en iii vrouwen), 137 tot een gevangenis-
straf (3 tot een jaar of meer, 25 tot 3 maanden—een jaar, 109 minder
dan drie maanden), 25 personen kregen een geldboete.

Wegens overtreding van par. 6 (sluiten van een huwelijk zonder
mededeehng van de ziekte) werden veroordeeld één man en één vrouw
(i gevangenisstraf minder dan 3 maanden, i geldboete).

Wegens overtreding van par. 7 (onbevoegd behandelen van geslachts-
ziekten) werden 135 personen aangeklaagd, waarvan iii veroordeeld.

De resultaten van de bestrijding der geslachtsziekten in Duitschland
kunnen worden afgelezen uit de jaartellingen, die gehouden werden
in de jaren 1919, 1927 en 1934.Van de beide laatste jaren volgen hier
de cijfers:

1927

1 1934

gonorrhoe, acute......

248900

159600

gonorrhoe, chron.......

26500

15100

ulcus molle........

7000

3200

sjfphUis I.........

19500

10000

syphilis II met klinische ver-

schijnselen ........

29700

16000

syphilis II, latent......

25900

16700

aangeboren syphilis.....

7100

4000

totaal ....

364600

224600

Engeland

Geen reglementeering; het houden van bordeelen is verboden,
souteneurschap wordt streng gestraft. De behandeling van geslachts-
ziekten is geheel vrijwillig. Er bestaat een tiitgebreid systeem, dat
onder oppertoezicht van den Minister of Health een intensieve propa-
ganda beoogt en de medische en moreele prophylaxis regelt. Wanneer
nien de cijfers beschouwt van het aantal gevallen van geslachtsziekte,
dat na den wereldoorlog voor het eerst onder behandehng kwam in de
groote behandehngscentra in Engeland en Wales, zien wij, dat de

-ocr page 111-

de medische bemoeiingen, voortvloeiend uit de wet 1927 en tevens
met de controle op de prostituées.

2e. een adviesbureau, belast met het verstrekken van raad aan de
patiënten en het toewijzen van behandeling (men behandelt er zelf
niet); het adviesbureau houdt toezicht en controle op de behandehng
en spoort infectiebronnen op.

Het bureau is gehuisvest in een ziekenhuiscomplex, waardoor
het bezoek aan het bureau op weinig in het oog loopende wijze kan
geschieden. Geregeld informeert het bureau bij de behandelende
particuliere artsen of de toegezonden patiënt blijft komen. Komt de
patiënt niet, dan stuurt het bureau een weinig opvallend, niet bedrukt
met eenig hoofd en geschreven briefje, waarin de patiënt wordt opge-
roepen. Kleur van envelop en postboxnummer veranderen steeds.

Komt de patiënt niet, dan wordt dit schrijven nog eenige malen
herhaald — soms tot zeven keer toe — om ten slotte te worden gedreigd
met dwangmaatregelen.

Van de prostituées bezit men een uitgebreide kartotheek met naam
en adres, persoonsbeschrijving, portret en bijnaam. De foto's zijn
gerangschikt naar de straten, waarin de prostituées zich meestal op-
houden, zoodat een geïnfecteerde direct de bron kan herkennen. Wordt
een prostituée als infectiebron aangewezen, dan gaat er dadelijk een
pohtiebeambte, die bij den G.G.D. is gedetacheerd, in burgerklee-
ding heen, om de bron voor onderzoek mede te nemen. Blijkt de
prostituée geïnfecteerd te zijn, dan gaat zij steeds naar het ziekenhuis;
ambulante behandehng wordt alleen toegestaan ingeval van herhahngs-
kuren bij lues, voor zoover er geen uitwendige contagieuse verschijn-
selen aanwezig zijn.

De prostituées worden regelmatig gecontroleerd, maar krijgen geen
gezondheidsattest, wèl een bewijsje dat zij bij den Gezondheidsdienst
bekend zijn, tevens vermeldend op welken dag zij voor controle zijn
terugbesteld. Om te voorkomen, dat dit bewijsje als gezondheidsattest
zou worden gebruikt of opgevat, staat er met roode letters op gedrukt:
„Keine Gewähr für Gesundheitquot;.

De vrouwen worden aanvankelijk twee maal per week onderzocht,
later — als zij zorgen voor goede hchaamsverzorging, hygiënische
woningtoestanden, gebruik van desinfecteerende middelen — éénmaal
per week of zelfs ééns in de veertien dagen.

Dat het in Duitschland ernst is met de wettehjke bepalingen blijkt
uit eenige cijfers over vergrijpen tegen de wet 1927, die worden opge-

-ocr page 112-

somd in een artikeltje van Pohlen „Die Vergehen gegen das Gesetz
zur Bekämpfung der Geschlechtskrankheiten im Deutschen Reich im
Jahre 1933quot;, dat voorkomt in het „Deutsche Medizinische Wochen-
schriftquot; No. 48 van 1934, blz. 1966. Er werden in dat jaar in geheel
Duitschland 346 personen aangeklaagd wegens overtreding der wet op
de geslachtsziekten. Wegens overtreding van par. 5 (uitoefenen van den
bijslaap door geslachtszieken) werden 196 personen aangeklaagd, waarvan
163 veroordeeld (52 mannen en iii vrouwen), 137 tot een gevangenis-
straf (3 tot een jaar of meer, 25 tot 3 maanden—een jaar, 109 minder
dan drie maanden), 25 personen kregen een geldboete.

Wegens overtreding van par. 6 (sluiten van een huwehjk zonder
mededeeling van de ziekte) werden veroordeeld één man en één vrouw
(i gevangenisstraf minder dan 3 maanden, i geldboete).

Wegens overtreding van par. 7 (onbevoegd behandelen van geslachts-
ziekten) werden 135 personen aangeklaagd, waarvan iii veroordeeld.

De resultaten van de bestrijding der geslachtsziekten in Duitschland
kunnen worden afgelezen uit de jaartellingen, die gehouden werden
in de jaren 1919, 1927 en 1934.Van de beide laatste jaren volgen hier
de cijfers:

1 1927

1 1934

gonorrhoe, acute......

248900

159600

gonorrhoe, chron.......

26500

15100

ulcus molle........

7000

3200

syphilis I.........

19500

10000

syphilis II met klinische ver-

schijnselen ........

29700

16000

syphilis II, latent......

25900

16700

aangeboren syphilis.....

7100

4000

totaal ....

364600

224600

Engeland

Geen reglementeering; het houden van bordeelen is verboden,
souteneurschap wordt streng gestraft. De behandeling van geslachts-
ziekten is geheel vrijwillig. Er bestaat een uitgebreid systeem, dat
onder oppertoezicht van den Minister of Health een intensieve propa-
ganda beoogt en de medische en moreele prophylaxis regelt. Wanneer
naen de cijfers beschouwt van het aantal gevallen van geslachtsziekte,
dat na den wereldoorlog voor het eerst onder behandehng kwam in de
groote behandelingscentra in Engeland en Wales, zien wij, dat de

-ocr page 113-

syphilis aanzienlijk in frequentie is gedaald, terwijl het aantal gevallen
van ulcus molle, afgescheiden van de jaren 1919 en 1920, vrijwel
constant blijft en ook het aantal gevallen van gonorrhoe niet vermindert.

syphilis

1 ulcus molle

1 gonorrhoe

I9I9

42134

2164

38499

1920

42805

2442

40284

I92I

32733

1654

32433

1922

25762

1108

29477

1923

23927

IIIO

30908

1924

22010

1098

31272

1925

22588

1106

33463

1926

22550

1150

35052

1927

23395

1063

38242

1928

22761

1138

42032

1929

22019

1298

44166

1930

23120

1324

45001

I93I

22934

1163

42460

1932

22215

952

41251

1933

21525

926

43226

1934

20692

960

43391

1935

19335

1112

41332

1936

18609

1000

42230

Finland

Geen reglementeering.

Gezondheidsbureaux kunnen suspecte personen voor onderzoek
oproepen en in behandehng nemen; indien de patiënt in gebreke blijft,
kan de politie dwangmaatregelen nemen.

Frankrijk

In dit land zien wij een merkwaardige combinatie van de meest
ouderwetsche en ingeroeste reglementeering met de modernste sociale
bestrijdingsmethoden. De Fransche reglementeering is gebaseerd op
een wet van 1790, die het toezicht op de prostitutie opdraagt aan de
gemeentelijke overheid, in Parijs den prefect van politie, in andere
gemeenten den burgemeester.

De belangrijkste punten van deze reglementeering zijn:

1nbsp;- de inschrijving van prostituées, die vrijwillig is, maar verplicht

wordt na herhaald contact met de overheid.

2nbsp;- erkenning van bordeelen.

3nbsp;- geregeld geneeskundig onderzoek der publieke vrouwen.

-ocr page 114-

4nbsp;- ziekenhuisverpleging voor geïnfecteerde prostituées.

5nbsp;- regels voor het aanroepen door prostituées op den openbaren weg

en voor het bezoeken door deze van openbare gebouwen en pubheke
plaatsen.

VerschiUende middel-groote steden in Frankrijk hebben in den loop
der laatste jaren gebroken met het bordeelstelsel, dat herhaaldelijk
aanleiding had gegeven tot ergerlijke wantoestanden als het toeschuiven
van steekpenningen aan burgemeesters, van welke overheidsfunctio-
narissen immers de toestemming tot het openen en houden van
bordeelen moest uitgaan.

In een ministerieele circulaire van 1929 werden voorsteUen gedaan,
die controle op de geregelde behandehng van geslachtsziekten beoogen
en tevens het opsporen van infectiebronnen mogelijk maken. Bovendien
bestaan er tegenwoordig bepahngen, die de oprichting van pohklinieken
voor syphihs- en gonorrhoe-behandehng beoogen in alle steden boven
de 40.000 inwoners.

Propagandistisch wordt in Frankrijk veel goed werk gedaan, o.a.
door het vertoonen van films als „Le baiser qui tuequot;.

Griekenland

De wetgeving is geheel volgens de lijnen der reglementeering.
Hongarije

De bordeelen werden opgeheven bij wet van 1929. Een speciale
Zedenpolitie houdt toezicht op de prostituées en bepaalt de condities.
Waaronder deze hun beroep mogen uitoefenen, terwijl tevens zorg
Wordt gedragen voor een geregeld medisch onderzoek.

Italië

Hier is nog reglementeering.
Japan

De prostitutie draagt een openlijk karakter; de pubheke vrouwen,
de in Westersche operettes geïdealiseerde geisha's, staan onder medische
controle. Clandestiene prostitutie is strafbaar.

Mexico

De gezondheidswet van 1926 verphcht de artsen, aangifte te doen
van besmettelijke ziekten, ook venerische en voorziet ook in de isolatie
Van voor de gemeenschap gevaarlijke personen;

-ocr page 115-

Sexueele omgang is aan vrouwen, lijdende aan een geslachtsziekte,
verboden.

Alle publieke vrouwen zijn verplicht, zich aan medisch onderzoek
te onderwerpen.

Nederland

Wettelijke bepalingen, rechtstreeks gericht op de prostitutie, of de
geslachtsziekten betreffende, bestaan in ons land niet.

Die bepalingen, die indirect verband houden met het prostitutie-
vraagstuk, als het bordeelverbod, het souteneursartikel enz. worden
elders uitvoerig besproken.

In de Nederlandsche Wet komt het woord prostituée niet voor, wat
volgens velen de beste wetgeving op dit gebied is.

In de groote Gemeenten bestaan bepalingen, gericht op het sluiten
van verdachte huizen en de z.g. „tippel- en vigeleerverbodenquot;.
Nederland is partij in:

1nbsp;- De internationale overeenkomst van Parijs in 1904, betreffende den

handel in blanke slavinnen.

2nbsp;- De internationale Conventie van Genua voor het onderdrukken

van den handel in vrouwen en kinderen, 1921.

3nbsp;- De Brusselsche overeenkomst van 1924, betreffende de behandehng

van schepelingen.

Op vele plaatsen in ons land is de gelegenheid geschapen tot koste-
looze behandeling van geslachtszieken.

De organisatie van het sociale werk berust bij Provinciale Commissies,
benoemd door de besturen van de Provinciale Groene- of Wit-Gele
Kruisvereenigingen.

Van Staatswege wordt jaarlijks een subsidie, groot ƒ3000—ƒ4000
per provincie, verstrekt.

Ook de vereeniging tot bestrijding der geslachtsziekten, de „Neder-
landsche Vereeniging voor Zedehjke Volksgezondheidquot;, wordt jaarlijks
gesubsidieerd met een bedrag, groot ƒ4150.

Wat de kosten tot instandhouding van een pohkhniek betreft, zij
medegedeeld, dat deze voor de Gemeentelijke Polikhniek te Rotterdam
over het jaar 1933 ƒ55.497,47 bedroegen.

Noorwegen

Dit groote land met slechts 2.900.000 inwoners bezit geen speciale

-ocr page 116-

jjlex venerisquot;, maar de geslachtsziekten worden geacht, te vallen onder
de
Wet op de besmettelijke ziekten, waaruit voortvloeit, dat er verphch-
ting tot aangifte van ieder geval van geslachtsziekte bestaat. Maandelijks
moeten de artsen bij den Inspecteur van de Volksgezondheid het aantal
onder behandehng zijnde gevallen rapporteeren.

De bordeelen werden in 1890 opgeheven.

Het sluiten van een huwelijk is verboden aan hen, die in een infec-
tieus stadium van syphihs verkeeren; inbreuk op dit verbod is een
grond tot echtscheiding tot drie jaar na den datum van de huwelijks-
voltrekking.

Het Noorsche stelsel geeft geen gelegenheid tot kostelooze be-
handehng aan alle lagen der bevolking, alleen zij, die on- of minver-
mogend zijn, hebben hiertoe het recht.

Wanneer de patiënt de behandehng ontijdig afbreekt, wordt hij twee-
maal aangemaand door den gezondheidsdienst, geeft de patiënt dan
nog geen gehoor aan dien oproep, dan wordt politiehulp ingeroepen
en kan een dwangbehandehng in een ziekenhuis worden ingesteld.

Het volgende overzicht toont aan, dat de syphihs sterk in frequentie
vermindert, terwijl de gonorrhoe niet daalt in getal.

Aantal gevallen van syphilis en gonorrhoe in Noorwegen van 1922-1935;

verkregen syphilis

gonorrhoe

totaal

aantal

totaal

aantal

aantal

gevallen

aantal

gevallen

gevallen

per 10.000

gevallen

per 10.000

inwoners

inwoners

1922

1106

4.1

5001

18.5

1923

1099

4.0

5020

18.5

1924

1189

4-3

6116

22.-

1925

1157

4.2

6171

22.4

1926

lOIO

3.6

5715

20.6

1927

1404

5.1

6984

25.1

1928

1239

4-4

7550

27.2

1929

899

3-2

6694

23.9

1930

724

2.6

6429

22.8

I93I

543

1-9

6061

21.4

1932

435

1-5

5383

18.9

1933

393

1.4

5095

17.8

Ï934

390

1.4

5653

19.7

1935

396

1-4

5470

19.-

-ocr page 117-

Polen

De publieke vrouwen staan onder toezicht van een zedenpolitie,
waarbij ook medische controle wordt uitgeoefend.

Portugal

Ook hier bestaat nog voUedige reglementeering.
Roemenië

Alle plaatsen, waar prostitutie wordt uitgeoefend, zijn bij de wet
verboden. Er is verphchte behandehng, terwijl bij het zich onttrekken
aan de behandeling een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar
kan worden opgelegd. Zij, die door hun leefwijze zich blootstellen aan
het gevaar van infectie, of die mogelijkerwijs geslachtsziekten kunnen
overbrengen, kunnen gedwongen worden, zich aan een medisch onder-
zoek te onderwerpen en krijgen een inschrijfkaart. Een beperkte regle-
menteering dus.

Sovjet-Unie

Talrijke polikhnieken zijn opgericht in de geheele Unie, waarbij
gestreefd wordt naar kostelooze behandeling. Men tracht de prostitutie,
die beschouwd wordt als een uitvloeisel van het kapitalisme, kracht-
dadig uit te roeien. Door de prostituées in werkkampen onder te
brengen, poogt men ze weer in te schakelen in het productieproces.
Ook werklooze vrouwen tracht men zooveel mogelijk aan werk te helpen.
Tot nu toe is het ondanks alle pogingen nog niet gelukt, de prostitutie
te onderdrukken.

Het overbrengen van geslachtsziekten is strafbaar met zes maanden
gevangenisstraf. Medisch onderzoek van suspecte personen kan ver-
phchtend worden gesteld.

Spanje

Ook hier bestaat nog de oude reglementeering.
Yugoslavië

De prostituées worden ingeschreven en staan onder controle. De
bordeelen zijn in sommige steden afgeschaft.

Zweden

De wet op de besmettelijke ziekten van 1918 sluit syphihs, gonorrhoe

-ocr page 118-

en ulcus molle in, zoo lang deze ziekten in een infectieus stadium
verkeeren.

Ieder, die aan een venerische ziekte hjdende is, is verphcht zich
aan medische behandehng te onderwerpen, zich te houden aan de hem
gegeven instructies ten opzichte van zijn eigen gezondheid of met het
oog op het voorkomen van infectie van anderen.

De behandehng moet worden voortgezet tot de patiënt niet meer
besmettelijk verklaard wordt. Vrije behandehng is voor iedereen te
verkrijgen, ongeacht in welken financieelen toestand hij verkeert.

De arts, die een geslachtszieke voor het eerst onder behandehng
krijgt, is verphcht binnen 24 uur aangifte te doen bij den „Gezondheids-
Inspecteurquot;, waarbij moeten worden medegedeeld: de aard van de
ziekte, geslacht, leeftijd en domicihe, echter wordt de naam niet ge-
noemd.

Tevens dient de arts te vragen door wie(n) en onder welke omstandig-
heden de patiënt geïnfecteerd werd. Indien de patiënt in staat is en
bereid, hiertoe zijn medewerking te verleenen, rapporteert de arts
binnen 24 uur ook naam en adres van de infectiebron.

De arts moet ook den patiënt mededeehng doen van den infectieusen
aard van zijn ziekte en hem waarschuwen voor het aangaan van een
huwelijk zoolang de besmettelijkheid nog niet is verdwenen.

Hij, die een ander blootstelt aan het gevaar van infectie, is strafbaar
met gevangenisstraf.

Bij het sluiten van een huwelijk moeten beide partijen een schrifte-
lijke verklaring overleggen, waaruit blijkt, dat hij of zij niet lijdende
is aan een geslachtsziekte in een infectieus stadium.

Bij ontijdig staken van de behandehng moet de arts aangifte doen,
waarna zoo noodig de patiënt verphcht kan worden tot behandehng
in een ziekenhuis.

De arts, die zich niet houdt aan de hem opgelegde wettelijke ver-
plichtingen, is strafbaar met een boete, niet hooger dan 200 kronen.
De geneeskundige overheidsdienst heeft het recht, personen die als
infectiebron zijn aangewezen, te doen opnemen in een ziekenhuis. Bij
de wet van 1915 is de behandeling van geslachtsziekten door onbe-
voegden verboden.

Zooals reeds gezegd, heeft in Zweden ieder recht op kostelooze
behandeling, die verkregen kan worden in klinieken, pohklinieken of bij
speciaal aangewezen artsen. Iedere stad met meer dan 20.000 inwoners
moet de beschikking hebben over een voldoend aantal pohkhnieken.

-ocr page 119-

met behandelingsmogelijkheid voor mannen en vrouwen afzonderlijk
en met spreekuren, die den patiënten passen.

Poliklinische kostelooze behandehng kan in het geheele land worden
verkregen, klinische alleen in het district, waarin de infectie werd
verkregen.

De staat neemt de kosten der medische behandeling op zich en
betaalt de artsen volgens een vast tarief. Dit deel van den strijd tegen
de geslachtsziekten in Zweden, behalve de ziekenhuisbehandehng,
komt te staan op:

Kronen

I

Juh 1931—I

Juli

1932

742.711

I

„ 1932—I

35

1933

699.861

I

„ 1933—1

35

1934

588.656

I

„ 1934—1

35

1935

548.673

I

„ 1935—1

33

1936

548.401

-----------------i.'wAAOinav-jLixi^ oxil^v^ll iliwgtlljr^ lö ^UUldll^ IICL

infectieuse stadium bestaat, kunnen vrouwen, die lijdende zijn geweest
aan syphihs, in de zwangerschap altijd staat maken op kostelooze
behandeling.

Tot slot nog een overzicht van het aantal geslachtszieken in Zweden,
waaruit ook al weer blijkt, dat de gonorrhoe stand houdt, terwijl de
syphihs sterk terugloopt.

Geacquireerde syphilis en gonorrhoe in Zweden

Syphilis I en II

1 Gonorrhoe

totaal

aantal per

totaal

aantal per

aantal

10.000

aantal

10.000

inwoners

inwoners

1915

2457

4-3

10.968

19.2

1916

2549

4-4

11.982

20.8

1917

2720

4-7

12.554

21.6

1918

4006

6.9

16.626

28.6

1919

5976

10.2

20.651

35-3

1920

3284

5.6

14.894

25.1

1921

2257

3.8

12.646

21.3

1922

1480

2.5

11.053

18.5

1923

1087

1.8

10.337

17.2

1924

853

1.4

10.197

16.8

1925

698

1.2

11.444

18.9

1926

937

1-5

12.911

21.2

1927

1212

2.-

12.654

20.8

-ocr page 120-

1928

1162

1-9

13.402

22.-

1929

1000

1.6

14.085

23--

1930

III6

1.8

14.408

23-5

I93I

1189

1-9

12.903

20.9

1932

811

1-3

12.306

19.9

1933

543

0.87

11.274

18.1

1934

447

0.72

11.594

18.6

1935

421

0.67

11.175

17.9

Zwitserland

De prostitutie wordt stelselmatig onderdrukt, waartoe in de ver-
schillende kantons allerlei bepalingen van kracht zijn.

-ocr page 121-

SAMENVATTING

I - algemeen gedeelte

Het vraagstuk van de bestrijding der geslachtsziekten werd bezien
als een ingewikkeld probleem, dat de belangstelling vraagt, niet alleen
van den arts, maar eveneens van zoovele andere werkers op maatschap-
pelijk terrein.

Aangetoond werd, dat de paedagoog, de jeugdleider, de jurist, de
politieman, de drankbestrijder en nog tallooze anderen hun aandeel
hebben in de sociale bestrijding van deze volksziekte.

Daarbij is het niet altijd gemakkelijk eens anders aandeel in dat werk
in het juiste hcht te zien en naar zijn waarde te schatten. Al deze werkers
hebben hun eigen visie op dit vraagstuk en slechts door ieder aan het
woord te laten komen en door eendrachtig samen te werken, is het
mogelijk een doelmatig bestrijdingsstelsel te organiseeren: „Du choc
des opinions jaillit la véritéquot;.

De tegenwoordige organisatie van de geslachtsziekten-bestrijding
in Nederland maakt het niet gemakkelijk, kritiek uit te oefenen; deze
organisatie namelijk is, hoewel werkend met minimalen regeeringssteun,
gekomen tot een vrijwel ideaal stelsel.

Dat dit systeem is opgebouwd zonder eenig dwangmiddel, is van
groot principieel belang en dat maakt het tevens voor den HoUandschen
geest tot een aantrekkelijker stelsel dan bijv. het Duitsche, dat, hoewel
door sommigen met gloed en charme verdedigd, in piincipe toch onjuist
moet worden geacht. De persoonlijke vrijheid moet buiten het geding
blijven en een bestrijdingsstelsel, dat gebaseerd is op uitzonderings-
gevallen, kan niet goed zijn.

Daarom is iedere poging om te komen tot gedwongen behandehng
van onwillige, gevaarlijke infectiebronnen — hoe begrijpelijk het ook
is, dat hierop wel eens wordt aangedrongen — af te keuren.

Ook de verphchte aangifte is slechts voor één ding goed: voor de
statistiek. En hoewel het zeer wenschelijk zou zijn, dat er een goede
statistiek der geslachtsziekten in ons land bestond, is verphchte aan-
gifte niet het juiste middel daartoe. Gevreesd moet worden, dat er bij
de verphchte aangifte menschen zullen zijn, die daarin een inbreuk
zien op hun intieme levensgeheimen en zich daarom aan iedere be-
handehng zullen onttrekken.

-ocr page 122-

Er is echter een ander middel om tot een statistiek te geraken en
dat middel is: het stelselmatig doorzenden van
iederen patiënt naar
de sociale werkster van het adviesbureau, waarvoor de medewerking
van eiken arts noodig is.

Voor het opsporen van geslachtszieken moeten op grooten schaal
onderzoekingen worden gedaan bij zwangeren, gevangenen, bewoners
van kindertehuizen, recruten, enz. en moeten intensieve pogingen
worden gedaan, bronnen van infectie te achterhalen. Naast de medisch-
therapeutische bestrijding van de geslachtsziekten, behoort in de
eerste plaats de verhooging van het moreele peil van de bevolking te
worden nagestreefd, zonder welke uitroeiing dezer ziekten niet mogelijk
is. De tragiek van de geslachtsziektenbestrijding is juist hierin gelegen,
dat wij ons in een circulus vitiosus bevinden: worden de geslachts-
ziekten uitgebannen, zoodat de kans op infectie geringer wordt, dan zal
men ongetwijfeld roekeloozer gaan leven, zoodat er weer méér geslachts-
ziekten komen. Zouden de geslachtsziekten geheel van den aardbodem
verdwijnen, dan zou eerst recht een groote toeneming van het buiten-
echtelijk geslachtsverkeer te verwachten zijn.

Verbetering van het moreele peil moet het eenige middel zijn om uit
dien circulus vitiosus te geraken.

Talrijke vraagstukken bleven onbeantwoord: zoo zou een onderzoek
naar het verband tusschen conjunctuur en geslachtsziekten gewenscht
zijn; evenzeer een vergelijking van de resultaten der geslachtsziekte-
bestrijding in de verschillende landen, speciaal tusschen die met ge-
dwongen en die met vrijwillige behandehng; verder zou een onderzoek
naar geestelijke en hchamelijke gesteldheid van prostituées en amatrices
gewenscht zijn; een onderzoek naar den invloed van de nieuwere
therapeutische behandehng van de gonorrhoe, een onderzoek naar den
invloed van het foUow-up systeem (hetgeen uiteraard pas over bijv.
10 jaar mogelijk zal zijn), enz.

2 - eigen onderzoek

Het aantal geslachtszieken, dat jaarlijks te Rotterdam behandehng
zocht, bleek nog zeer aanzienlijk te zijn. Gelukkig dalen de syphihs-
cijfers sterk, terwijl die van de gonorrhoe geen vermindering doen zien.
Duidelijk bleek, dat de grootste gevaren dreigen van de zijde der
scheepvaart.

Dat de jongeren het gemakkelijkst bezweken voor de verleiding.

-ocr page 123-

bleek ook hier weer: het grootste contingent der mannelijke gonorrhoe-
lijders was niet ouder dan 25 jaar.

Bij de scheiding naar het geslacht, bleek er een groote discongruentie
te bestaan, die wel het sterkst is bij de gonorrhoe en op te vatten zou
zijn als een bewijs voor de steUing, dat de fluor albus een zoodanig
algemeen verschijnsel is, dat hieraan geen bijzondere beteekenis wordt
gehecht. Een groote discongruentie werd ook gezien bij het ulcus molle,
dat bij de vrouw ook dikwijls onopgemerkt zou verloopen.

Bij de syphilis bleek, dat de vrouwen in een later stadium der ziekte
onder behandehng komen dan de mannen, behalve in die minderheid
der gevallen, waarbij het primair affect uitwendig waarneembaar was.

Bij de rangschikking naar het beroep, bleek de grootste groep der
mannen te worden gevormd door de varensgezellen, op den voet ge-
volgd door „de mannen van de straatquot;; bij de vrouwen bleek een be-
roepsindeehng pas mogelijk nà 1935, toen de aanstelling van een sociale
werkster het mogelijk maakte, controle uit te oefenen op de mede-
deelingen der patiënten.

De rangschikking naar den burgerlijken staat deed zien, dat in abso-
lute cijfers de gehuwde mannen in de meerderheid zijn; de percents-
gewijze berekening, hoewel loopend over slechts één jaar, schijnt aan
te toonen, dat onder de ongehuwde mannen naar verhouding meer
infecties voorkomen dan onder de gehuwde.

Dat een éénmaal doorstane geslachtsziekte weinig afschrikwekkend
werkt, bleek uit het feit, dat een groot aantal mannen zich herhaalde
malen infecteert.

Een onderzoek naar de infectiebron bewees, dat het aantal besmettin-
gen van schepehngen bij niet-betaald geslachtsverkeer 10—20 % van
het totaal aantal infecties bedroeg, terwijl van de bezoekers van de
Gemeente-Polikhniek zich 60—70 % der mannen had geïnfecteerd bij
niet-betaald geslachtsverkeer.

Een opsomming van het aantal gevallen van extra-genitale syphilis-
infectie bij patiënten, die op de Gemeente-Polikhniek zich onder be-
handehng stelden, deed zien, dat 3,3 % der primair-affecten extra-
genitaal was ontstaan.

Wanneer één ding uit het onderzoek is gebleken is het wel, dat de
beide Rotterdamsche polikhnieken volkomen aan het gestelde doel
beantwoorden. Herhaalde malen werd geconstateerd, dat vreemde
schepehngen zich bij voorkeur onder behandehng stelden van een
Nederlandschen arts.

-ocr page 124-

ZUSAMMENFASSUNG

I - allgemeiner teil

Die Frage der Bekämpfung der Geschlechtskrankheiten stellte sich
als ein verwickeltes Problem dar, das sich nicht nur an den Arzt
sondern auch an die vielen andren herandrängt, die in der Wohlfahrts-
pflege tätig sind.

Es wurde dargetan, dass der Pädagoge, der Jugendleiter, der Jurist,
der Pohzeibeamte, der Abstinenzler und noch zahllose andere Per-
sonen sich an der sozialen Bekämpfung dieser Volkskrankheit beteihgen.

Es ist dabei nicht immer leicht, den Anteil, den andere an dieser
Arbeit haben, in der richtigen Weise zu beurteilen und nach seinem
Wert zu schätzen. Alle diese Personen haben ihre eigene Anschauung
von dieser Frage und nur wenn ein jeder zu Worte kommen kann und
wenn einträchtig zusammengearbeitet wird, ist es möghch ein zweck-
mässiges Bekämpfungssystem zu organisieren: „Du choc des opinions
jaillit la véritéquot;.

Es wird nicht leicht an der heutigen Organisation der Geschlechts-
krankheitenbekämpfung in den Niederlanden Kritik zu üben, ist sie
doch, obwohl mit minimaler Regierimgshilfe arbeitend, zu einem fast
vorbildlichen System gelangt.

Es ist von grosser grundsätzhcher Bedeutung, dass man bei dem
Ausbau dieses Systems keine Zwangsmittel verwendete, und das ist
auch der Grund, weshalb es dem holländischen Geist besser zusagt
als das deutsche; dieses musz, obwohl von einigen
leidenschaftlich
befürwortet, grundsätzlich als unrichtig betrachtet werden.

Die persönhche Freiheit darf nicht in Mitleidenschaft gezogen werden
und ein Bekämpfungssystem, das sich auf Ausnahmefälle gründet,
kann nicht gut sein.

Jeder Versuch zu einer zwangsmässigen Behandlung widersetzhcher
gefährhcher Infektionsquellen zu gelangen, ist daher, wie sehr es sich
verstehen lässt, dass sie gelegenthch mit Ungestüm gefordert wird, zu
verwerfen.

-ocr page 125-

Auch die obhgatorische Anzeige ist nur in einer Beziehung nützhch:
nur in Bezug auf die Statistik. Und obwohl es besonders zu wünschen
wäre, dass es eine gute Statistik in unsrem Lande gäbe, so ist Anzeige-
pfHcht nicht das richtige Mittel dazu. Es lässt sich befürchten, dass es
im FaUe der Anzeigepfhcht Leute geben wird, die diese Pflicht als einen
Eingriff in ihre intimen Lebensgeheimnisse betrachten werden und
sich deshalb jeder Behandlung entziehen werden.

Es gibt jedoch ein anderes Mittel zu einer Statistik zu gelangen und
zwar durch die systematische Weiterleitung jedes Kranken an die
Sozialbeamtin der Beratungsstelle, was die Mitarbeit eines jeden Arztes
erfordert.

Zum Zwecke der Aufspürung Geschlechtskranker müssen in grossem
Umfange Untersuchungen bei schwangeren Frauen, Gefangenen, Be-
wohnern von Kinderheimen, Rekruten, usw. angesteUt werden und
müssen eingehende Versuche gemacht werden, die Infektionsquellen
zu ermitteln.

Nebendermedizinisch-therapeutischen Bekämpfungder Geschlechts-
krankheiten soll an erster Stelle die Hebung des morahschen Niveaus
der Bevölkerung angestrebt werden, ohne welche Ausrottung dieser
Krankheiten nicht möghch ist. Die Tragik der Bekämpfung der Ge-
schlechtskrankheiten liegt gerade darin, dass wir uns in einem circulus
vitiosus befinden; wenn es gehngt, die Geschlechtskrankheiten auszu-
bannen, sodass die Infektionsgefahr geringer wird, so wird man zweifels-
ohne anfangen, leichtsinniger zu leben, sodass die Geschlechtskrank-
heiten wieder zunehmen werden.

SoUten die Geschlechtskrankheiten ganz vom Erdboden verschwin-
den, dann wäre erst recht eine grosse Zunahme des ausserehehchen
Geschlechtsverkehrs zu erwarten.

Hebung des moralischen Niveaus muss das einzige Mittel sein, aus
diesem circulus vitiosus zu geraten.

Zahlreiche Fragen sind unbeantwortet gebheben; so wäre eine Unter-
suchung betr. des Zusammenhangs zwischen Konjunktur und Ge-
schlechtskrankheiten erwünscht; ebenfalls eine Vergleichung der mit
der Bekämpfung der Geschlechtskrankheiten erzielten Resultate in den
verschiedenen Ländern, wobei spezieU zu berücksichtigen wäre ob die
Behandlung eine freiwilhge oder eine erzvrangene ist; weiter wäre eine
Untersuchung betr. der geistigen und der körperhchen Beschaffenheit
der Prostituierten und „amatricenquot; erwünscht; eine Untersuchung
nach dem Einfluss der neueren therapeutischen Behandlung der Gonor-

-ocr page 126-

rhoe, eine Untersuchung nach dem Einfluss, welchen das quot;foUow-up-
Systemquot; hat (was natürhch erst nach etwa lo Jahren möghch sein

wird), usw

2 - eigene forschung

Die Anzahl der Geschlechtskranken, die jährhch in Rotterdam
ärzthche
Behandlung suchten, war noch sehr bedeutend. Zum Glück
gibt es einen grossen Rückgang der Syphihs-ziffer, während die Gonor-
rhoe nicht
zurückgeht. Es stellte sich klar heraus, dass die grössten
Gefahren von der Seite der Schiffahrt drohen.

Es konnte festgesteUt werden, dass die jüngeren Leute am leichtesten
der Verführung eriiegen; die Mehrzahl der männhchen Gonorrhoe-
Kranken war nicht älter als 25 Jahre.

Bei der Beurteilung nach dem Geschlechte ergab sich eine bemerkens-
werte Diskongruenz, welche wohl bei der
Gonorrhoe am stärksten ist
und als ein Beweis für die
These, dass die Fluor albus eine dermassen
allgemeine Erscheinung ist, dass ihr keine besondere
Bedeutung bei-
gemessen wird, gelten kann.

Eine grosse Diskongruenz wurde auch beim Ulcus molle, welche
Krankheit, wie gesagt wird, bei der Frau auch oft unbemerkt verläuft,
festgesteUt.

Bei der Syphilis stellte es sich heraus, dass die Frauen in einem
späteren Stadium der Krankheit sich zur Behandlung melden als die
Männer, ausgenommen in der Minderzahl der FäUe, in denen der
Primäre Affekt auswendig wahrzunehmen war.

Bei der Rangordnung nach den Berufen wurde festgestellt, dass die
grösste Gruppe der Männer von den Schiffsgesellen gebildet wird, der
sich
die des Strassengesindels unmittelbar anschliesst; was die berufliche
Rangordnung der Frauen
betrifft, ergab sich, dasz diese erst vom
Jahre 1935 an
möghch war, denn die im diesem Jahre erfolgte Ernen-
nung einer Sozialbeamtin gab erst die Möghchkeit, die Mitteüungen
der Kranken
zu kontrolheren.

Die Rangordnung nach dem bürgerhchen Stand zeigte, dasz, wenn
die
Ziffer absolut genommen wird, die verheirateten Männer die Mehr-
heit bilden; eine Prozentrechnung, die sich immerhin nur auf ein Jahr
bezieht, scheint zu zeigen, dass der unverheiratete Mann verhältnis-
mässig häufiger
als der verheiratete Mann infektiert wird.

Die Tatsache, dass eine grosse Anzahl der Männer sich wiederholt

8

-ocr page 127-

infektiert, beweist wie gering die abschreckende Wirkung war, die die
Erkrankung an sich ausgeübt hatte.

Bei der Untersuchung nach der Infektionsquelle stellte es sich heraus,
dass die Anzahl der Infektionen von Schiffsgesellen bei nichtbezahltem
Geschlechtsverkehr lo bis 20 % der Gesamtzahl der Infektionen betrug,
während 60 bis 70 % der männlichen Besucher der Gemeinde-
Pohklinik sich bei nichtbezahltem Geschlechtsverkehr infektiert hatte.

Eine Zusammenzählung der Fälle von extra-genitalen SyphiUs-
Infektionen bei Kranken, die in der Gemeinde-Poliklinik behandelt
wurden, zeigte, dass 3,3 % der Primäraffekte extra-genital entstanden
waren.

Als Ergebnis der Forschung trat deutHch hervor, dass die beiden
Rotterdamer Polikliniken vollkommen dem Zwecke entsprechen.

Zu wiederholten Malen wurde festgestellt, dass fremde Schiffs-
gesellen sich vorzugsweise von einem niederländischen Arzte be-
handeln Hessen.

-ocr page 128-

SUMMARY

1 - GENERAL PART

The problem regarding the campaign against venereal diseases was
considered in all its aspects, as one which ought to claim the attention,
not only of the physician, but equally of a great many other social
workers.

The fact was estabhshed that, besides the pedagogue, the pohceman
and the fighter of alcohohc excesses there are numberless other cate-
gories of people who take part in the fighting of this widespread disease.

It is not always easy to view the share of others in the work in a
proper Ught, thus to arrive at a just estimate of its importance to the
general scheme. Each of these workers views the problem from a
different angle and no effective system of fighting the scourge can be
organized unless each is granted an opportunity to utter
himself freely
on this subject in a spirit of loyal cooperation. quot;Du choc des opinions
jaillit la véritéquot;.

The present system of fighting venereal diseases in the Netherlands,
indeed, leaves little room for adverse criticism, for its organisation,
almost without any support whatever on the part of the Dutch Govern-
ment, has accomphshed results that can almost be termed perfect.

It is important to note that this system has been evolved without
any kind of coercion. This alone renders it more attractive to the Dutch
mind than e.g. the German system, which, in spite of the fact that
some have sought to defend it with great fervour and enthusiasm, must
nevertheless be held to be less effective in its entirety.

The hberty of the individual should not be encroached upon, nor
can any system deserve recommendation which is based upon ex-
ceptional cases.

It is for this reason that any attempt to estabhsh compulsory medical
treatment of dangerous sources of infection in unwiUing patients
— however natural the insistence made upon this by some — should
be firmly disapproved of and resisted.

-ocr page 129-

Likewise, to render an official notification of any case which may
occur obligatory can only serve the purpose of obtaining full statistics.

And, however essential it may seem to dispose of such statistics in
this country, a compulsory official notification does not seem to be the
right means of attaining such a result. For indeed it is to be feared that
such compulsion would have the effect of making the sufferers dispense
with the necessary medical treatment rather than to have what they
regard as an intimate secret made public property.

There are, however, other means of obtaining the much desired
statistics. One of these would be to pass on every patient to a bureau
of general statistics, which, of course, would only be practicable with
the support of doctors in general.

For the purpose of tracing cases of venereal disease it is essential
that pregnant women, those who live in Children's Homes, mihtary
recruits, and suchlike, should be subjected to a thoroughgoing medical
examination, and that strenuous attempts should be made to discover
the sources of infection. Next to the medical-therapeutic campaign
against venereal diseases, the chief endeavour should consist in stimu-
lating the moral conscience of the population, without which the
stamping out of these diseases wiU be practically impossible.

The tragedy of venereal diseases hes in the fact that here again
we find ourselves in a vicious circle. For indeed, should the attempt
to stamp them out more or less completely succeed, and the chance of
becoming infected decrease proportionately, then undoubtedly many
people will grow more reckless in matters of sex, wliich must result
in an increase of venereal diseases. If they were to disappear utterly
from the collective civilised hfe, there is no doubt that the first result
would be a tremendous increase of illegitimate sexual intercourse.

A raising of the moral standard, therefore, seems the only way of
getting out of this circulus vitiosus.

Quite a number of questions remained without an answer. Thus a
systematic inquiry into the relationship between conjuncture and
venereal diseases would seem most desirable. Likewise a comparison
ought to be made of the results attained in fighting venereal diseases
in various countries, those in which medical treatment is compulsory,
and those in which it is not. Again, an inquiry ought to be made into
the mental and physical condition of prostitutes, and other women who
indulge freely in matters of sex, the results of the new therapeutic
treatment of gonorrhoe should be subjected to a severe test and the

-ocr page 130-

influence of the follow-up system should be clearly estabhshed after
an inevitable lapse of some ten years or so.

2 - INDIVIDUAL RESEARCH WORK

The number of patients with venereal diseases treated annually at
Rotterdam proved to be very considerable. Fortunately the figures
for syphihs are now showing a marked decrease, those for gonorrhoe
on the other hand do not show any signs of diminishing. It
appeared very clearly that the gravest dangers come from those con-
cerned with navigation.

As was to be expected, the younger men succumb more readily to
temptation of a sexual kind: by far the greater number of the gonorrhoe-
patients were not older than twenty-five.

When considering the sexes separately, there proved to be a marked
discrepancy, especially in gonorrhoe, which may be regarded as proving
the vahdity of the theory that fluor albus is of such general occurrence
that it is tHjnecessary to attach any importance to it. The same dis-
crepancy is fbund in regard to ulcus molle, which in the case of many
women will pass unnoticed.

Where syphihs is concerned it was found that women are generaUy
slower to seek medical advice than men, save for those exceptional
cases in which the symptoms were very dearly
perceptible.

In the classification of patients according to their profession, the
largest group among the men consisted of sailors, the quot;men of the streetquot;
being a close second; in the case of the women a classification of this
nature was not practicable until 1935, when the appointment of a female
„social workerquot; rendered it possible to register the information supphed
by the patients.

A classification based on social standing and position showed that
in an absolute sense the married men form the majority, a
calculation
based on percentage however, although considering only one single
year, seems to suggest that, relatively speaking, the cases of infection
among unmarried men exceed that of married ones.

That a once-sustained infection generally does not withhold people
from further amorous pursuit appears from the fact that a large per-
centage of the sufferers became infected on more than one occasion.

An inquiry into the source of infection brought to light the fact
that in the case of sailors from 10—20 % of the number of infections
occurred in sexual intercourse for which no money was paid, whereas

-ocr page 131-

in the cases treated at the Mtinicipal Polychnics from 60—70 % of
the men had become infected under the above-mentioned circumstances.

An enumeration of the number of cases of extra-genilal syphihs-
infection among patients treated at the Municipal Polychnics showed
that 3,3 % of the primarily-affected people had become infected extra-
genitally.

What has been proved beyond all manner of doubt is the fact that
the two Rotterdam polychnics fully answer the purpose for which they
were estabhshed. Again and again it appeared that foreign sailors
showed a preference for medical treatment by Dutch doctors.

-ocr page 132-

RÉSUMÉ

I - PARTIE GÉNÉRALE

On a considéré la lutte contre les maladies vénériennes comme un
problème compliqué, qui demande l'attention non seulement du
médecin, mais aussi d'un grand nombre d'autres gens qui travaillent
dans le domaine social.

On a montré que le pédagogue, les personnes qui s'occupent de jeunes
gens, le juriste, le policier, l'antialcoolique et encore nombre d'autres
personnes, prennent part au combat livré à cette maladie publique.

De plus, il n'est pas toujours facile de fixer la part exacte que prennent
d'autres personnes à ce travail, ni d'en estimer la valeur réelle. Chacun
de ces travailleurs a sa propre idée sur cette question, et ce n'est qu'en
permettant à tout le monde de s'exprimer ouvertement et en coopérant
en harmonie, qu'il est possible d'organiser un système de combat
conforme au but, car „du choc des opinions jailht la véritéquot;.

Il n'est pas facile d'exercer une critique contre l'organisation actuelle
de la lutte contre les maladies vénériennes dans les Pays-Bas, parce
que cette organisation, quoique travaillant avec un minimum d'assis-
tance de la part du Gouvernement, a réussi à créer un système presque
idéal.

Le fait que ce système a été édifié sans aucun moyen de coercition
est d'un intérêt capital, et c'est pour cette raison aussi, que pour l'esprit
néerlandais ce système est plus attrayant que par exemple le système
allemand qui, malgré qu'il soit défendu par quelques-uns avec chaleur
et
charme, doit pourtant être considéré comme défectueux. Il est certain
que la hberté individuelle doit continuer d'exister, et un système de
combat basé sur des cas exceptionnels ne peut être bon.

C'est pourquoi il faut désapprouver tout effort fait en vue d'arriver
à un traitement forcé de sources d'infection, revêches et dangeureuses,
bien que l'on comprenne facilement qu'on y insiste parfois. La décla-
ration obligatoire n'a également de valeur que pour une seule chose:

-ocr page 133-

la statistique. Et quoiqu'il fût bien à désirer qu'il y eût une bonne
statistique des maladies vénériennes dans notre pays, la déclaration
obligatoire n'est pas le vrai moyen d'arriver à ce but. Il est à craindre
qu'en cas de déclaration obligatoire, il y ait des gens portés à considérer
cette obligation comme une violation des secrets intimes de leur vie,
et qui par conséquent se soustrairont à tout traitement.

Il existe un autre moyen propre à obtenir des statistiques, et c'est
d'adresser systématiquement chaque malade au bureau social chargé
d'en aviser. Pour cela, la collaboration de chaque médecin est indis-
pensable.

En ce qui concerne la découverte de malades vénériens, il est néces-
saire de se livrer à des recherches approfondies auprès des personnes
suivantes: femmes enceintes, prisonniers, membres d'asiles pour
enfants, conscrits, etc. De plus, il faut déployer des efforts intensifs
pour la recherche des sources d'infection. Outre le combat médical-
thérapeutique hvré aux maladies vénériennes, il convient tout d'abord
d'améhorer le niveau moral de la population, parce que sans cette
améhoration il est impossible d'exterminer cette maladie. Le côté
tragique de la lutte contre les maladies vénériennes est justement
constitué par le fait que nous nous trouvons dans un cercle vicieux:
si les maladies vénériennes sont bannies de telle sorte que le risque
d'infection devienne peu important, on recommencera indubitable-
ment à vivre d'une manière plus imprudente, et ainsi les maladies
vénériennes augmenteront de nouveau. Si elles disparaissent complè-
tement de la terre, il y a toute raison de s'attendre à une augmentation
prononcée des rapports sexuels extra-conjugaux. Le seul moyen de
sortir de ce cercle vicieux doit être l'amélioration du niveau moral.

De nombreuses questions n'ont pas encore été résolues, et il serait
par exemple désirable de faire des recherches au sujet de la relation
entre la conjoncture et les maladies vénériennes. Il faudrait également
étabhr une comparaison entre les résultats de la lutte contre les maladies
vénériennes obtenus dans les différents pays, spécialement entre les
résidtats acquis dans ceux où le traitement est obligatoire et ceux où
il est hbre. En outre, il serait désirable de faire des recherches concer-
nant la condition mentale et physique des prostituées et des „amatricesquot;,
des recherches relatives à l'influence du plus nouveau traitement
thérapeutique de la gonorrhée, des recherches concernant l'influence
du système „follow-upquot; (ce qui ne sera naturellement possible qu'après
par exemple lo années), etc.

-ocr page 134-

2 - RECHERCHES PERSONELLES

Le nombre des malades vénériens traités chaque année à Rotterdam,
a été très considérable. Heureusement, les chiffres relatifs à la syphiUs
ont accusé une réduction, tandis que ceux qui se rapportent à la gonor-
rhée sont restés au même niveau. On a pu clairement constater que
les plus grands dangers proviennent de la navigation.

De nouveau, on a pu remarquer que les tout jeunes gens succom-
baient plus facilement à la tentation. L'âge de la plupart des hommes
souffrant de gonorrhée ne dépassait pas 25 ans.

En étabhssant un classement d'après le sexe, on a pu constater une
grande divergence, qui était la plus forte pour la gonorrhée et qui
pourrait être considérée comme une preuve en faveur de la thèse
d'après laquelle la fluor albus se présente d'une façon tellement géné-
rale, qu'on y attache peu d'importance. On a également constaté une
grande divergence en ce qui concerne l'ulcus molle, dont le progrès
passerait aussi très souvent inaperçu.

Quant à la syphihs, on a constaté que les femmes se mettaient en
traitement dans une phase plus avancée de la maladie que les hommes,
excepté dans la minorité des cas où l'affectation primaire était visible
extérieurement.

En procédant à un classement d'après la profession, on a constaté
que le groupe le plus important des hommes est constitué par les marins,
puis viennent immédiatement après „les hommes de la ruequot;. Pour
les femmes, il n'a été possible d'établir une classification d'après la
profession qu'après 1935, lorsque par suite de la constitution d'un
organisme social, on a pu procéder au contrôle des informations fournies
par les malades.

La classification d'après l'état civil a démontré qu'en rapport avec
le chiffre absolu, les hommes mariés constituent la majorité. Le cal-
cul du pourcentage, bien qu'il se restreigne à une année, parait démon-
trer que l'homme non-marié est infecté relativement plus souvent
que l'homme marié.

Le fait qu'im grand nombre d'hommes sont infectés à plusieurs
reprises, permet de conclure qu'une maladie vénérienne une fois
terminée, revêt un caractère peu inquiétant.

Une recherche relative à la source d'infection a démontré que le
nombre d'infections des marins, en ce qui concerne les rapports sexuels
non-payés, s'élève de 10 à 20% du nombre total des infections, tandis
que sur les malades de la polyclinique municipale, 60 à 70% des

-ocr page 135-

hommes ont été infectés pendant les rapports sexuels non-payés.

Un énumération du nombre des cas d'infection de syphilis extra-
génitale en ce qui concerne les malades en traitement à la polychnique
municipale, a démontré que 3,3 % des affections primaires étaient
causés extra-génitalement.

On a très bien pu se rendre compte d'une chose: c'est que les deux
polycliniques de Rotterdam répondent en tous points au but envisagé.
A plusieurs reprises, il a été constaté que des marins étrangers se
faisaient traiter de préférence par un médecin néerlandais.

-ocr page 136-

LITERATUUR

Titel van het artikel
of boek

Schrijver

Naam tijdschrift of
plaats uitgave

Baker, E. M.
Beek, C. H.

ten Berge, B. S.

de Bie e.a.
Blaschko,A.

Bloemen, J. J.

Bloemen, J. J.

Bottema, C. W.

Buschke, A. und
Langer, E.

Centrale Gezond-
heidsraad

Cole, N. H.

Comité de la Traite
des Femmes et
des enfants

Deinse, F. H.

Flexner, A.

GarIe, H. E.

Goedhart, C.

Scope of activities of the follow-

up-worker
Het belang van het gezinsonder-
zoek bij de bestrijding van
lues

Prophylaxis van congenitale sy-
philis

Het Zedelijkheidsvraagstuk
Hygiene der Geschlechtskrank-
heiten

De gevaren, die de openbare ge-
zondheid van de zijde der
koopvaardij bedreigen
De kostelooze gemeentelijke poli-
kliniek voor huid- en geslachts-
ziekten te Rotterdam.
Het venerologisch Archief der

Marine
Lehrbuch der Gonorrhoe

Bestrijding der geslachtsziekten

Syphilis in Pregnancy

l'Abolition des maisons de tolé-
rance

Het vraagstuk der venerische

ziekten bij de Marine
La prostitution en Europe
Social Hygiene To-day
Aangeboren syphilis

Venereal Disease Infor-
mation, Juni 1938.
Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde, 24
Juni 1939.
Tijdschrift voor Sociale
Geneeskunde 1930, blz.
84.

Delft 1930.
VIII Band Weyls Hand-
buch der Hygiene.Leip-
zig 1920.
Sexueele Hygiene, Juli
1927.

Sexueele Hygiene, Juli
1927.

Proefschrift Utrecht 1931.

Berlin 1926.

Den Haag 1919.

Venereal Disease Infor-
mation, Maart 1934.
Geneve 1934.

Proefschrift Amsterdam

1918.
Paris 1919.
London 1936.
Geneeskundige Gids, 8
April 1938.

-ocr page 137-

Graafj A. de
Harrison, L. W.

Harrison, L. W.

Hecht, H. und
Haustein, H.

Hermans, E. H.

Hermans, E. H.

Hermans, E. H.

Hermans, E. H.

Hermans, E. H.

van Herwerden,
C. H.

Hoffmann, E.
Hoffmann, E.

Hoffmann, J. M.

van der Hoog,

P. H.
Hijmans, A.

Schrijver

De souteneur

The work of the venereal disease
schemes in Engeland and
Wales

Report on Anti-venereal Mea-
sures in certain Scandinavian
countries and Holland

Soziale Bedeutung, Bekämpfung-
Statistik der Geslechtskrank-
heiten

De bestrijding der geslachts-
ziekten in Frankrijk

De noodzakelijkheid van sociaal
werk bij de geslachtsziekten-
bestrijding

Geslachtsziektenbestrijding en
reglementeering in Frankrijk

Geslachtsziekten en dwangmaat-
regelen

Nieuwe wegen bij de bestrijding
van geslachtsziekten

De geschiedenis der stichting
van de gemeentelijke koste-
looze pohkhniek voor huid- en
geslachtsziekten te Rotterdam

Die Behandlung der Haut- und
Geslechtskrankheiten

Wie kann die Menschheit von
der Geisel der Syphilis befreit
werden?

Bestrijding der geslachtsziekten
bij zeelieden

De bestrijding der geslachts-
ziekten

Oorzaak en bestrijding der zede-
loosheid onder de tegenwoor-
dige jeugd

Titel van het artikel
of boek

Sexueele Hygiene, April

1934-
London 1936.

London 1938.

Deel XXII van J. Jadas-
sohn's Handbuch der

Haut- imd Geslechts-
krankheiten Berlin
1927.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde, 10
Mei 1930.

Sexueele Hygiene, Juli-
Oct. 1936.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde, 7
Aug. 1937.

Sexueele Hygiene, Oct.
1937-

ZwoUe 1933.

Tijdschrift voor sociale
geneeskunde, October
1924.

BerUn 1937.

Berlin 1927.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskimde, 3
Jan. 1931.
Proefschrift Leiden 1922.

Leiden 1931.

Naam tijdschrift of
plaats uitgave

-ocr page 138-

Titel van het artikel
of boek

Schrijver

Naam tijdschrift of
plaats uitgave

Ingraham, N. R.

International La-
bour Conference
v. Leeuwen Th. M.
en Hermans, E.

van Leeuwen,
Th. M.

van Leeuwen,
Th. M.

Louwerse, J. J.

Maus, Is.
Moore, J. E.

Morschhäuser,
B. J.

Morschhäuser,
B. J.

Morschhäuser,

B.nbsp;J.
NeviUe-Rolf Mrs.

C.nbsp;and May O.
Nolthenius de Man

M. H. E.
Nolthenius de Man
M. H. E.

Pappritz, A.

The importance of treatment in
the control of congenital sy-
philis

Promotion of Seaman's Welfare
in Ports

De frequentie der geslachtsziek-
ten in Nederland

De maatschappelijke beteekenis
der geslachtsziekten

Twintig jaar bestrijding der ge-
slachtsziekten in Nederland

De bestrijding der geslachtsziek-
ten bij de zeemacht in Oost-
Indië

De Officieele Reglementeering
van de prostitutie en het So-
ciale Vraagstuk

Syphilis and the Wassermann-
reaction in the private practice
of obstetrics

Uit de praktijk van een achtja-
rigen strijd tegen de geslachts-
ziekten te Kexilen

Praktische Erfahrungen auf dem
Gebiete der Infektionsquellen-
forschimg

Ztir Frage der ärztlichen Uber-

wachung der Prostitution
The mercantile marine and the
problem of venereal disease
Behoort Prostitutie te worden

strafbaar gesteld?
Welk element van de Prostitutie
eigent zich voor repressie?

Einfühnmg in das Studium der
Prostitutionsfrage

Venereal Disease Infor-
mation, Mei
1938

Geneve 1931.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde,
17
Oct. 1936.
Tijdschrift voor sociale
geneeskunde
1933, blz.

III.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneesk., lo Nov.
1934-

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde,
7
Nov. 1931.
Brussel 1938.

Venereal Disease Infor-
mation,
20 Juni 1930.

Rede, uitgesproken op de
dermatplogen-vergade-
ring Nov.
1935, Sexu-
eele Hygiene, Jan.
1939.

Mitteilungen der Deut-
schen Gesellschaft zur
Bekämpfung der Ge-
schlechtskrankheiten.
Nov./Dec. 1934.

Idem.

London, zonder jaartal.

Sexueele Hygiene, Juli
1932.

Maandblad van den Bond
van Hoogere Politie-
ambtenaren in Neder-
land, Jan.
1934.

Leipzig 1921.

-ocr page 139-

Titel van het artikel
of boek

Schrijver

Naam tijdschrift of
plaats uitgave

Parran, Th.
Pohlen, K.

Ritter Jr., P. H.
Rüge, H.

Schamberg J. F. en

Wright, C. S.
Scherber, G.

Schokking, C. P. H.

Simons, R. D. G-
Ph.

van Slobbe, J. F.
Smit, L.

van der Spek, J. e.a.
Spiethoff, B.

United States Go-
vernment
Urban, A.

Veldhuyzen, W. F.

Verslag

Control of syphiUs

Die Vergehen gegen das Gesetz
zur Bekämpfung der Ge-
slechtskrankheiten im Deut-
schen Reich im Jahre 1933

De drang der ziimen in onzen
tijd

Die Einwirkung der Schutzbe-
handlung auf das Verhalten
der Geslechtskrankheiten bei
der Reichsmarine

Congenital syphiUs

Die Bekämpfung der Geslechts-
krankheiten und der Prosti-
tution.

De organisatie van de sociaal-
hygienische bestrijding der ge-
slachtsziekten in Nederland

Het serologisch onderzoek naar
syphiUs in de zwangerschap

Bijdrage tot de Geschiedenis en
de Bestrijding der Prostitutie
te Amsterdam

Tabes dorsaUs en ongeval

Het Zedeüjkheidsvraagstuk
Zur Statistik der Geslechts-
krankheiten

Proceedings of Conference on
venereal disease control work
Staat und Prostitution in Ham-
burg

De sociale balans der geslachts-
ziekten

Verslag van de assemblée der
Union Internationale contre le
Péril vénerien in Nederland

Venereal Disease Infor-
mation, Juli 1937.
Deutsche Medizinische
Wochenschrift, no. 48
1933-

Amsterdam, geen jaartal.

Khnische Wochenschrift,
12. Jahrgang no. 28.

Venereal Disease Infor-
mation, 20 Oct. 1929.
2 Auflage, Wien 1939.

Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde,
6 Nov. 1937
Nederlandsch Tijdschrift
voor Geneeskunde,
22 Oct. 1938.
Amsterdam 1937.

Geneeskimdig Tijdschrift
der Rijksverzekerings-
bank, Febr. 1936.
Rotterdam 1931.
Dermatologische Wochen-
schrift Bd. 100, Nr. 17,
27 April 1935.
Washington 1937.

Hamburg 1927.

Sexueele Hygiene,
Jan. 192I

Sexueele Hygiene, Juh/
Oct. 1936 en Jan. 1937.

-ocr page 140-

Schrijver

Titel van het artikel
of boek

Naam tijdschrift of
plaats uitgave

Waters,L.enBrown
Ingraham, L.

Woltring, F. J. L.

The organisation and Function
of FoUow-up Service in Vene-
real Disease Clinics
West-Europeesche conferentie
over de bestrijding der ge-
slachtsziekten 1921 te Parijs
De individueele prophylaxis van
geslachtsziekten

Veneral Disease Infor-
mation, Juli 1938.

Sexueele Hygiene, 1923.

Sexueele Hygiene,
Jan. 1927.

-ocr page 141-

il

-ocr page 142-

STELLINGEN

Iedere poging, dwang in te voeren in het stelsel der geslachtsziekte-
bestrijding, is af te keuren.

II

Het middenstuk van de clavicula is van primordialen oorsprong.

IH

Het verdient aanbevehng, ook bij patiënten, die nooit in de Tropen
zijn geweest, te letten op de aanwezigheid van,, tropischequot; darmpara-
sieten.

IV

Bij personen, die zich aanmelden als donor bij een bloedtransfusie-
dienst, schenke men bijzonderen aandacht aan den toestand, waarin
het lympheklierstelsel zich bevindt.

De z.g. „tropische syphihsquot; bij de gekleurde bewoners van onzen
Archipel berust niet op ras-eigenschappen.

VI

Als methode van maagresectie verdient die volgens Billroth I de
voorkeur boven die volgens Billroth II.

L. MULLER

-ocr page 143-

ï-pf.

-ocr page 144-

Het ulcus cruris varicosum behandele men bij voorkeur met het z.g.
„gummispons-verbandquot;.

VIII

Voor transport van patiënten met vermoedelijke rugwervel-fractuur
verdient de „Nieuwland-baarquot; de voorkeur.

IX

Aan het, overigens uit sociaal oogpunt nuttige, ziekenfondsstelsel
kleven eenige ernstige fouten, die nadeehg zijn voor de volksgezondheid.

X

De controleerende arts kan zijn functie niet naar behooren uitoefenen,
indien hij den aard van het werk van de onder zijn controle staande
arbeiders niet nauwkeurig kent.

XI

Particuliere kraaminrichtingen, rust- en verpleeghuizen e.d. be-
hooren onder toezicht van overheidswege te staan.

XII

Een mogehjke toepassing van „labyrinthgassenquot; zal geen ver-
andering van het gasmasker noodzakelijk maken,

XIII

Lessen in Eerste Hulp Bij Ongelukken zijn het meest leerzaam voor
den arts, die de lessen geeft.

-ocr page 145- -ocr page 146-

^ ^ r

if'

.' ' / r' ■ '

' ' - .nbsp;im

-ocr page 147-

m

J

K'

'v» I lt;

S.

- T

(V quot;

•■„fc

!

lt;1 ^ lt;nbsp;t Siar^

-ocr page 148-

- i ï?

-A -r, ■

-ocr page 149-

™nbsp;-quot;vf „„ JCv ^

t, quot;quot; f«.
r n -

t Anbsp;---SA-

Xif ^tt^v^

T

---b.^ Ji

Jr. ,SÏ -V

li

-..•-•.--.il--quot;;quot;-':!.-»:

f^ *nbsp;Zr.''nbsp;Inbsp;Jïf-^nbsp;X

Z-^nbsp;^ ^ _

-3Ç j. ^vçr™