-ocr page 1-

eenige aanmerkingen

OVER HET

allerbeste boek.

TIF.NDÏ. DEBK.

te rotterdam

l)ij M. WIJT amp; ZONEN,

Bfolleri T«n Int N«clerl«nd»c!ie Zentieliitggcnuolscihsp,

N». IX.

4834

-ocr page 2-

, ' Ï.U-ÎÎS-quot;----.,-

w- y . ''

r 'J ;

■ tW

JU.:

f «mS^qÇ^

;

•V '

* ji.-

__

äs'

-ocr page 3-

VOORBERIGT.

Gecommitteerden van het Nederlandsche Zen -
delinggenootschap, tot het opstellen, verza-
'nelen en uitgeven van kleine Stukjes, ter
bevordering tgt;an Evangelische kennis en god-
^^■ligheid, ook hij mingeoefenden; —namelijk:
j- van der meiilelf, b. vaw marken,

clarisse, a. l. m. Phil. et Theol. Doet.

en Prof., a. de vries, l. egehng,

j. c. Vorstman, r. adriani. Predikanten te
Amsterdam, Hoorn, Leyden en Rotterdam;

-ocr page 4-

voorberigt.

iv

overeenkomstig hun amht en hunne bediening gt;
dat oogmerk gaarne willende bevorderen,
en in uitzigt op des Heeren medewerkenden
zegen, bietden het nevensgaande Stukje hun-
nen landgenooten aan; erkennende intusschen
geene uitgave voor echt, dan welke door
eenen hunner, of door de drukkers dezes,
onderteekend is.

-ocr page 5-

De inwoners der stad Ephese beroemden
^ich ten tijde der Apostelen , dat zij een beeld
hadden van de Afgodin Diana , hetwelk uit
den hemel was gevallen (i). fVij zien met
medelijden neder op dat blinde bijgeloof der
misleide Heidenen.

fFij hebben iets, waarop wij met meerder
grond roem Ttunnen dragen, het is een boek,
hetwelk wij kunnen aanmerken, als een we-
zenlijk geschenk des hemels, en waarvan wij
kunnen zeggen: God zelf heeft het voor ons
geschreven. Duizenden van menschen kennen
het niet eens : wij hebben het, en elk onzer,
die het nog niet heeft, kan het bekomen. Het
is dat boek, hetwelk gij , zoo dikwijls gij ter
^erk gaat, mede neemt, of in de bank,
'Waarin gij zit, vindt liggen, waarover de
leraars gedurig prediken , waaruit de leer
der Zaligheid gehaald en bewezen, en hetwelk
(I) Hand. XIX: 35.

-ocr page 6-

yi

alle have en welopgevoede menschen in hun
huis hebben, en dagelijJss lezen. Het is de
BIJBEL.

Gij mijne vrienden l die , zoo wel als ih in
de christelijke kerk zijt gedoopt, met mij den
naam van christenen draagt, en, zoo ik
hope , den Bijbel voor het beste boek houdt,
ontvangt hier eenige aanmerkingen over dat
kostelijke boek. Leest hetzelve, en denkt er
wel over: misschien zult gij er wel het een en
ander in vinden, waarop gij nooit hebt gelet
en hetwelk u aangenaam en nuttig zijn kan.
De Heer gehiede daartoe Zijnen zegen.!

-ocr page 7-

I.

Wie weet, hoe oud de schrijfkunst is ?
De wereld heeft nu omtrent
6000 jaren
Gestaan. Misschien heeft men reeds geschre-
ven voor den Zondvloed, gewisselijk kort
daarna, 't Is 4000 jaren geleden , dat Moses
leefde,
en toen was het schrijven geene
nieuwigheid meer. Voor omtrent 3ooo
jaren merkte Salomo aan: van vele boeken
te maken is geeu einde, en veel lezens is
vermoeijinge des geesles(i). Intusschen is
er van alle lt;le boeken , welke in de eerste
tijden der wereld, tot aan Moses, gemaakt
zijn, niet ée'n eenig overgebleven. Wij
mogen dan zeggen : de Bijbel is het oudste
boek. Moses heeft er aan begonnen voor
4000 jaren; en het zal meer dan 1700 jaren
geleden zijn, dat het boek, hetwelk wij
i» de Bijbel hebben, geschreven is.

Duizenden , ja honderdduizenden van boe-
.en, welke in dienzelfden tijd; en daarna
^'ÏQ gemaakt, zijn verloren gegaan , versle-
t^ö, door de mot of de vlammen verteerd.
CO Pred. XII: 12.

É

-ocr page 8-

Van zeer weinigen zijn afschriften bewaard.
Van vele weet men naauwelijks, van sommi-
gen in het geheel niet, dat zij 'er ooit ge-
weest zijn. Is het niet opmerkelijk , dat de
Bijbel overgebleven is? Is dit niet Gods
vinger? Wie, mijne vrienden! zou durven
denken, dat dit bij geval ware ?

Het Joodsche volk had eerst den Bijbel
in bewaring; maar hoeveel heeft dat Volk
ondergaan! Door woeste en barbaarsche na-
tiën beoorloogd , uitgeplunderd, verwoest,
verjaagd, in ballingschap weggevoerd ! Daarna
was de Bijbel het boek der Christenen.
Maar hoe geweldig zijn de Christenen door
de Joden en Romeinen vervolgd 1 Hoe vele
moeite hebben sommige Keizers van Home
zich gegeven om hen uit te roeijen, en alle
hunne Bijbels te verbranden, en ziet! even-
wel hebben wij den Bijbel nog ! Is dat niet
opmerkelijk ? Is dat niet eene bijzondere
zorg der Goddelijke Voorzienigheid, waar-
door de Bijbel bewaard gebleven is ?

Mij dunkt, iemand, die nooit veel ach-
ting yoor den Bijbel had, zal nu, vranneer
hij dit in overweging neemt, bekennen, de
Bijbel moet toch een gewigtig boek zijn ,
dewijl God daarvoor zoo heeft gezorgd, en
elk ,die eenige liefde voor den Bijbel heeft,
zal dat boek daarom zoo veel hooger schat-
ten, en hetzelve met verwondering en dank-
baarheid beschouwen.

-ocr page 9-

9
II.

Gij gelooft, vertrouw ik, dat de men-
sehen , welke de boeken, in onzen Bijbel
vervat, geschreven hebben, door den Hei
ligen Geest zijn geleid geworden in alle
Waarheid — zoo, dat alle die schriften van
God zijn ingegeven. Ook stemt gij mij bui-
ten twijfel toe, dat God in deze schriften
zichzelven en Zijn welbehagen aan den
mensch bekend maakt, inzonderheid ons
Jezus Christus, Zijnen Zoon, als den eeni-
gen Middelaar en Verlosser, ontdekt, en
leert hoe wij door het geloof iu Hem kun-
nen behouden , en zalig worden. Voor zoo
verre gij het een en ander gelooft kunt gij
immers niet anders dan den Bijbel aanmer-
ken als een Goddelijk Boek, als een onwaar-
deerbaar geschenk van God, ons menschen
gegeven tot onze zaligheid; dan zult gij
zekerlijk, aan den eenen kant u minder
behoeven te verwonderen over de bijzondere
voorzorg der Voorzienigheid, welke dit
boek zoo vele eeuwen lang, en door zoo
vele vei-anderingen der tijden, tot op onzen
dag bewaard heeft ; doch, aan den anderen
kant, zal, naar mate uwe verwondering
hierover vermindert, uwe achting voor den
ß'jbel rijzen. En , mij dunkt, indien gij
eenige bedaardheid en ernst op deze
dingen let, zult gij lust hebben om te we-

-ocr page 10-

ten, wat de Heer daarin tot u spreekt, gij
zult u doordrongen vinden om te gelooven
hetgene daarin staat, gij zult opgewekt zijn
lot hartelijke dankbaarheid aan God, die
zoo veel heeft gedaan , om ons , onwaar-
dige stervelingen, moedwillig gevallen en
diep bedorven Adams-kinderen tot kennis
en tot zaligheid te brengen.

III.

Hoe diep onkundig, hoe onbeschaafd,
hoe ongelukkig zijn een aantal heidensche
volken , welke de Bijbel niet hebben ? Is
er wel veel onderscheid tusschen hen en de
redelooze dieren ? Hoe jammerlijk leVen
zij! Naauwelijks weten zij wat een mensch
toekomt, hoe ruw , hoe driftig, wreed,
wellustig zijn zij 1 Welke wonderlijke en
akelige begrippen hebben zij omtrent de
godsdienst! Hoe kwellen en peinigen zij
vaak zichzelven om rust voor hun gemoed
te vinden , en hope te hebben op een beter
leven na hunnen dood !

Ghristenmensch ! erken uw voorregt! gij
hebt eenen Bijbel, In dat dierbaar boek
kunt gij leeren , hoe gij welgevallen in Gods
oogen kunt vinden , hoe gij van alle zonden
en ellenden kunt verlost worden, en na
uwen dood eeuwig gelukkig zijn. — Hoe
goed is de Heer , welke ons dat alles in den
Bijbel openbaart! Hoe goedertieren is Hij,

-ocr page 11-

daar Hij reeds van de vroegste tijden af,
mannen verwekte, en door Zijnen Heiligen
Geest aandreef, om die dingen te beschrij-
den, en dat Hij daarmede door zoo vele
volgende eeuwen voortging , tot dat de
Bijbel, zoo volledig was, als die nu is.
Welk eene trouw betoonde God daar Hij,
door het aanbiddelijke bestuur Zijner Voor-
zienigheid , alle die boeken heeft bewaard
en zoo vele dingen heeft doen zamenloopen,
om voor te komen, dat dezelve niet door
ongeluk, of door opzet verloren gingen.
Hoe groot is Zijne liefde tot menschen , ook
tot ons , dat Hij dien Bijbel, welken nie-
mand, zal hij zalig worden , missen kan ,
en welke in het hebreeuwsch en grieksch
geschreveu was , ook al onder het bestuur
Zijner Voorzienigheid , heeft laten overzetten
in andere talen, zoodat elk denzelven in
zijne eigene spraak waarin hij geboren is,
kan lezen. Èn, welk eene ontferming!
Voorheen moest alles geschreven en nage-
schreven worden ; toen koste een enkel af-
schrift van den Bijhei, op zijn minst, vier
of vijf honderd kroonen ; maar in het jaar
i44o werd de drukkunst uitgevonden , en
toen kon men weldra een Bijbel voor. vijf
ki'oonen koopen (i); en, hoe weinig gij
thans voor eenen Bijbel behoeft uit te geven,
weet gij.

CO Martinet, Hist. der Wereld, 4e dl. Ijladz. 353.

-ocr page 12-

IV.

Een aanzienlijk Heer , zijnde tevens een
voorbeeldig Christen, verhaalde mij eens
van een zeker mensch uit den burgerstand,
welke altijd vrolijk van geest zijnde, haar
huiswerk doorgaans al zingende verrigte , en
vervolgens in eene stille droefgeestigheid ver-
keerde. De zoon van dien Heer welke in haar
huis eenige kamers bewoonde, deze verande-
ring bemerkende, vraagde naar de oorzaak ■
zij gaf dit antwoord: » ik heb weinig in de
wereld, en ben allengs verarmd, ëén van
mijne schuldeischers heeft mij zoo lang ge-
drongen, dat ik mijnen Bijbel heb moeten
verkoopen, om mijne schuld te kunnen
betalen.quot; Hij gaf haar een van zijne Bijbels ,
en toen keerde hare vrolijkheid weder.

Indien wij regt begrijpen, welk eene on-
waardeerbare schat de Bijbel is, zullen wij
dan. Indien het niet anders zijn kan, niet
liever al wat wij in de wereld hebben, wil-
len missen, dan den Bijbel.

En een Bijbel kost thans zoo weinig geld.
Is iemand nogtans zoo arm, dat hij er gee-
nen koopen kan, en heeft hij niet eenen
enkelen vriend, die er hem eenen wil ge-
ven , zal hij dan , indien hij het stuk slechts
wel begrijpt, niet gaarne eenige reizen
minder in de herberg, bij ijdel of slecht
gezelschap zijnen tijd nutteloos doorbrengen ,

-ocr page 13-

of minder strikken en linten koopen tot op-
schik van zijne kleeding, ten einde iets uil
te zuinigen, opdat hij toch eenen Bijbel
bskome ?

Ik ben wel eens bij menschen geweest,
Welke eenen grooten Staten-Bijbel hadden,
IQ eenen fraaijen band gebonden, met blank
geschuurden koperen sloten, maar ik zag
dien Bijbel alzoo In een pronkvertrek ge-
plaatst , dat dezelve voor niets anders scheen
te dienen, dan voor een cierlijk huisraad,
en ik merkte daarbij, dat de lieden er nooit
in lazen en niet wisten wat 'er in geschre-
ven stond. Ik bedroefde mij. Het is wel
braaf dat men achting voor den Bijbel heeft
en dat boek zindelijk bewaart; doch de Bij-
bel is een boek, en een boek moet gelezen
worden. Wat hebt gij aan den Bijbel, In-
dien gij daarin niet leest.? Als niemand in
den Bijbel leest, dan kan niemand zalig
worden. Het geloof (het eenig middel
om
zalig te worden) is uit gehoor, en het ge-
hoor door het woord Gods (i).

Wanneer een ver afgelegen vriend u eenen
orief schreef, zoudt gij dien brief ter zijde
heggen en bewaren, zonder denzelven te le-
? Qjjnbsp;immers willen weten wat

quot;aarin stond? De Bijbel is gelijk een brief,

« Rom. X: 17.

-ocr page 14-

welken God aan u heeft geschreven, en
dat, om n te verzekeren, dat Hij u lief heeft;
pm u te leferen wat gij doen moet; om u
den hesten troost, en den besten raad mede
te deelen: en zoudt gij niet willen weten
vFat God u hieromtrent zegt? Zoudt gij den
Bijbel niet lezen?

Wanneer iemand u een boek gaf, waarin
voorschriften stonden, om ongelukken voor
te komen, smarten te verzachten, uw beroep
met minder moeite waartenemen, en 'er
meer geld mede te winnen dan voorheen,
zoudt gij zulk een boek niet gretig inzien,
en vlijtig lezen? Zulk een boek is de Bij-
kei. God de Heer geeft u daarin voorschrif-
ten , om ongelukken voor te komen, gehard
te zijn tegen rampen en smarten, met gemak
en genoegen uw werk te verrigten, voorspoed
en zegen te genieten, gelukkig door de we-
reld te komen: ja Hij geeft u daarin een
onfeilbaar middel tegen den dood, zoodat
gij, dat middel gebruikende, den dood niet
zult behoeven te vreezen en zult kunnen
zeggen: de dood is mij geen dood, maar
een' doorgang tot het eeuwig leven. En
zoudt gij daartoe den tijd niet uitkoopen ?
In den Bijbel staat het Evangelie, en naar
het Evangelie zullen wij, die onder het licht
van het Evangelie léven, geoordeeld wor-
den (0; maar verbeeld u eens, hoe akelig
Cl) Rom. II: 16.

-ocr page 15-

vele mensclien in den laatsten oordeelsdag
zuilen opzien, wanneer zij zullen geoor-
deeld worden naar het Evangelie, hetwelk
niet gelezen en niet gekend hebben! en
hoe onverantwoordelijk de zulken alsdan
zullen zijn, welke dat woord niet hebben
willen onderzoeken! Lieve vrienden! wacht
gij u toch voor zulk een lot.

VI.

Sommigen zijn in dit stuk zoo onverschil-
hg, zoo traag, zoo
nalatig, dat men wel-
haast zou moeten denken:
»Zij achten het
; der moeite niet
waardig in den Bijbel te le-
; zen,quot; maar zij weten niet wat zij versmaden, en
■ hun gedrag is zoo onverstandig als onredelijk.
Hoe vele geleerde mannen hebben hunnen
geheelen leeftijd, en alle hunne vermogens
besteed aan het onderzoek van den Bijbel,
om dat boek wel te begrijpen, de woordeii
der zaligheid, de vertroostingen en heilzame
lessen, welke daar in zijn, 'er uit op te za-
melen: tegen de
ongeloovigen, dat boek,
als een Goddelijk boek, en de leer daarin
Vervat,^ als de ware leer der zaligheid te
Verdedigen? Indien het niet der moeite waar-
is den
Bijbel te lezen, en de Schriften
onderzoeken, dan zijn alle die geleerden
grootste dwazen.
• ^ Hoe vele martelaars hebben de leer, welke
quot; en Bijbel wordt voorgedragen, met hun

-ocr page 16-

bloed bevestigd, en zijn in vertrouwen op
dat woord, getroost en gemoedigd, van bet
scbavot of den brandstapel, de eeuwigheid
ingestapt! Zouden dan alle die martelaars
dweepers of ki-ankzinnigen zijn geweest?

De hooge God, de Schepper van hemel
en aarde, heeft het niet beneden zijne Ma-
jesteit gerekend, zichzelven en zijnen wil in
den Bijbel te openbaren. Hij heeft het niet
te gering geacht, onder het hoog bestuur
over de geheele wereld, ook aan dat boek
te denken, om daar voor te zorgen, en bet
te bewaren. Ja, wat zeg ik ? Hij beeft de
lotgevallen der volken, daaraan ondei'geschikt,
de afzondering van het geslacht van Abra-
ham, Izaak en Jakob, de ballingschap der
Joden, de verstrooijing der natiën, de heer-
schappij der Romeinen, de koopmanschap en
scheepvaart, de uitvinding van de drukkunst,
en wat niet al, dienstbaar gemaakt aan de
bewaring en verspreiding van dat boek; en
het was Hem wel der moeite waardig, om
door zijne Voorzienigheid ook u eenen Bij-
bel te beschikken: en zoude iemand uwer
dan ooit durven denken, het is niet der
moeite waardig, dat wij in den Bijbel lezen?

VII.

Kom! zoo iemand uwer zich nog nooit
'er toe gezet heeft om bedaard en ernstig in
den Bijbel te lezen, begin het nu, neem 'er

-ocr page 17-

eens de proef van, maar doe het met aan-
aacnt, en bij aanhoudendheid, en lees met

verstand.

Ik durf u belooven, wanneer gij het alzoo
doet, dat gij er vermaak in zult vinden, dat
het u eene aangename uitspanning zal wor-
den. Groote , wonderbare gebeurtenissen ,
^elke de weet-en leeslust gaande houden en
opwekken, zullen 'er u in voorkomen,
jooral zult gij 'er heerlijke dingen omtrent
den Heer Jezus in aantreffen Vooral zult
8M er woorden naar uw hart, troostrijke , op'
beurende, bemoedigende woorden in lezen:
Alzoo lief heeft God de wereld gehad , dat
Hij zijnen eenig geboren Zoon gegeven heeft,
opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet
verderve, maar her eeuwig leven hebbe (i).
Gelijk zich een vader ontfermt over zijne
kinderen, alzoo ontfermt zich de Heer over
Regenen, die Hem vreezen
(2), Jezus de Zoon
des menschen, is gekomen om te zoeken en
^ig te maken, hetgeen verloren was (3).
^endt u naar mij toe, en wordt behouden,
gij einden der aarde (4). Komt her-
waarts tot mij, allen die vermoeid en belast
en ik zal u ruste geven (5).
Gij 2uit gr de schoonste lessen in lezen,
elke de goedkeuring van uw hart moeten
egdragen; onder anderen: leert van mij,

C') Joh. lUf ,ö. Ps. cni: 13. (3) LUC. XIX: 10.
Jes. XLV: ii,nbsp;Matth. XI: s«. '

-ocr page 18-

dat ik zachtmoedig ben eA nederig van har-
te (O- Gij zult den Heer uwen God lief-
hebben met geheel uw hart, met geheel uwe
ziel en met' gèheel uw verstand, en gij zult
uwen naasten liefhebben äls u zeiven (a).
Hèbt uwe vijanden lief,
Zégent ze die u
vervloeken, doet wel dengenen die u haten,
en bidt voor de genen, die u geweld doen
en die u vervolgen (3). Verblijdt n 't aller
tijd, bidt zonder Ophouden, dankt God in
alles (4).

Om kort te gaän: léést gij den Bijbel met
aandacht, gij zult moeten bekennen: » de
Bijbel is een steun dés oüderdoms, een leids-
man der jeugd, een troost der kranken, de
hope der stervenden.quot; Ja waarlijk alle de
Schrift is Van God ingegeVen, en is nuttig tot
leering, tot wederlegging, tot verbetering,
tot ónderwijzing die in de regtvaardigheid is;
opdat de mensche Gods volmaakt zij, tot
alle goed werk Volmaaktelijk toegerust (5).

En niemaïtid zeggè: » Ik heb veel iu den
Bijbel gelezen, maar dat er nooit in gevon-
den:quot; Ik wil dat gaarne gelooven van velen,
niaat de schuld is bij hen zeiven; zij hebben
den Bijbel niét regt gelezen, gelijk redelijke
en Verständige nienschen
zulks behooren te
dóen, eri zoo veel méér wordt het tijd, dat
zrj zich daarin oefenen. Dan, dewijl som'
(l) Matth. Xls 29. (Ja) Matth. XXfl 37, 39»
(3) Matth. V: 44. (4) Thess. V:nbsp;18.

Cs) 2 Tim. III: , 17.

-ocr page 19-

neigen welligt niet welen, hoe dit aan le
vaugen, rade ik hun te lezen het Boekje
getiteld:
Onderwijs over het Bijbellezen, uit-
gegeven en te hekomen bij de drukkers dezes.

Vlll.

Woi'dt iemand door het voorbeeld derge-
nen , die den Bijbel verachten, en de god-
delijkheid van dat boek loochenen , ia zoo
verre geslingerd, dat het hem van het lezen
zoude terug houden. Overweeg de zaak toch
ernstig, eer gij den Bijbel ter zijde legt.
Laat het u althans niet ontrusten, dat gij,
als min geoefend, geene reden hebt, en u
buiten staat bevindt, om zulke waanwijze te-
gensprekers te wederleggen en den
mond
te stoppen.

Gaat eens in een winkel van den eenen of
anderen voornamen boekverkooper, en vraag
om eene lijst te mogen zien van geleerden,
die over en voor den Bijbel geschreven heb-
ben. Wanneer hij eerlijk is, en aan uwe be-
werte voldoet, zult gij zien, dat, ofschoon
het getal der tegensprekers groot is, er niet
ginder geleerden zijn, welk« de goddelijk-
heid des Bijbels verdedigd hebben, en nog
Verdedigen. Het zal u tevens gerust kunnen
«tellen, daar gü er dit uit zult kunnen be-
^ttitea, dat, ofschoon ^j als niet genoeg be-
geven zijnde, al eens moet zwijgen, het ech-
er aan geene gronden, aan geene genoegzame

-ocr page 20-

gronden ontbreekt, waarop dc waarheid en
het gezag des Bijbels kan gestaafd worden.

Ja, ga bij menschen, welke over het alge-
meen, zelfs door lieden van de wereld, voor
verstandige en biave christenen gehouden
worden, spreek met hen, en oordeel. Ik
twijfel niet, of gij zult u verwonderen over
den vertroostenden en heiligen invloed, wel-
ken de Bijbel heeft op elk, die dat woord
gelooft, en gij zult moeten zeggen: « Elk die
den wil van God wil doen, moet bekennen,
dat deze leer uit God isquot; (i): eene leer wel-
ke zulk eenen invloed heeft op eenen
mensch, moet wel eene goddelijke leer zijn.

Bedenk eindelijk, wat God voor den Bij-
bel heeft gedaan, en hoe Hij door teekenen.
wonderen en menigerlei krachten en bedee-
lingen des Heiligen Geestes, naar Zijnen
wille , heeft medegetuigd , en dit woord be-
vestigd (2). Lees de wonderwerken, welke
Moses en de Apostelen hebben verrigt; het-
geene in Egijpte is gebeurd, voor en bij den
uittogt der Israëliten, de geschiedenis van
het Manna , van Korah , Dathan en Abiram
enz ; hetgeen Petrus en Joanues aan den
kreupelgeborenen hebben gedaan; en, oor-
deel of God door deze menschen, zulke
groote dingen zou hebben gedaan, indien
zij bedriegers waren geweest. En zoude
dan de Bijbel geene waarheid zijn ?
(i) Joan. VII: ,7. (o) Hebr. II: 4.

-ocr page 21-

21
IX.

Wilt gïj U nog meer wapenen tegen alles,
jat u onverschillig of ongeloovig omtrect
Bijbel zou kunnen maken. Geef acht
op den Persoon, welke het voornaamste
Voorwerp, de voorname inhoud van deze
heilige Boeken is. Let op dien Persoon
^elke door Zijnen Geest deze Schriften
heeft ingegeven (i), merk op dien Persoon,
op welken de Schriften van het oude Ver-
bond wijzen van wien de Schriften des
^leuwen Verbonds getuigen. Lees het gene
ae Profeten hebben voorzegd omtrent het-
gene de Messias zoude doen, wanneer Hij
op de aarde zoude zijn, en het lijden, het-
welk over Hem zoude komen : vergelijk dan
daarbij hetgene de Evangelisten verhalen van
den Heer Jezus ; mij dunkt, gij zult moeten
peggen: immers is Hij waarlijk de Christus
quot;e Zoon van God, de Zaligmaker ; want nT-
.es, Wat de Profeten hebben voorzegd, is
riem vervuld.

Volgt het ge-schiedverhaal eenvoudig. Het
u de Heerlijkheid vau Jezus ontdekken
«ij zijne geboorte waren de Engelen tegen-

woordig, en juichten de Hemelingea. Vro-

herders kwamen het kind begroeten
hidde? quot;ï verre landen kwamen Hem aan-
een. Toen Hij gedoopt werd; getuigde

' rctr. 1: ,1.

-ocr page 22-

God zelf, met eene stem uit den Hemel:
Deze is mijn Zoon, mijn Geliefde, in wien
ik mijn welbehagen heb. Toen Hij 12 jaar
oud zijnde in den tempel zat, onder de leer-
aars, ontzetteden zich de schriftgeleerden over
zijn verstand.

Hij trad als leeraar te voorschijn, en elk
verwonderde zich; zijne vijanden zelfs, moes-
ten bekennen: nooit heeft een mensch alzoo
gesproken als deze! Jesaia schrijft (i): De
Geest des Heeren Is op mij, omdat de Heer
mij gezalfd Jieeft, om eene blijde boodschap
te jjrengen den zachtmoedigen. Hij heeft mij
gezonden, om te verbinden de gebrokenen
van harten, om den gevangenen vrijheid uit
te roepen, en den gebondenen opening der
gevangenis, om uit te roepen het jaar van het
welbehagen des Heeren.

Zijn geheele leven was eene aaneenschake-
ling van weldadige wonderwerken. Nooit
was het Hem te veel, menschen te helpen;
geen ellendige ging ongetroost van Hem he-
nen. Het bleek, van dag tot dag, dat het
Zijne spijze was, te doen den wil van Zijnen
Hemelschen Vader , en dat Zijnen vermakin-
gen waren met de menschenkinderen. Hei-
lige Jezus! Hemelsch voorbeeld! quot;^Vat wijze,
wat Heilige heeft het ooit zoo verre gebragt,
als de Evangelisten u beschrijven ? Met hoe-
veel geduld en zachtmoedigheid heeft Jezus

(OJes. LXI; 12».

-ocr page 23-

het tegenspreken der zondaars, en de ver-
keerdheden van Zijne apostelen verdi-agen!

Getsémane' bad Hij, terwijl het zweet Hem
als groote droppelen bloeds werd uitgeperst:
Vader! indien het mogelijk is, laat deze
, drinkbeker van mij voorbijgaan, doch niet
gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt. Wanneer^
Hij gescholden werd, schold Hij niet weder.
Toen een geregtsdienaai- Hem in het aange-
zigt sloeg, zeide Hij alleenlijk: zoo ik kwa-
lijk gesproken heb, betuig van mij het kwa-
de : zoo neen , waax'om slaat gij mij ? Toen
Hij aan hel kruis werd opgehangen , schreeuw-
de Hij niet, vloekte Hij zijne moordenaars
niet, maar bad voor hen: Vader vergeef het
hun, want zij weten niet wat zij doen!

En deze stille , deze beminlijke, deze hei-
lige Jezus is aan het kruis gestorven, maar
Ook weder opgewekt, ten Hemel gevaren, en
2't Tiu aan Gods regterhand, en heelt den
Heiligen Geest op , de apostelen uitgestort!
Mij dunkt, die deze dingen leest en opmerkt,
lïioet bekennen: de Bijbel, welke van zulk
«■enen Jezus getuigt, kan geen leugen zijn:
dat
Woord, waarvan zulk een Jezus het
Voorwerp is moet getrouw en aller aanne-
^iiig waardig zijn. ,

Vrienden ! .wanneer ,gij zoo .eényóudig den
Bijbel leest, en opmerkt op hetgene daarin
den Heer Jezus staat, zult gij moeten

-ocr page 24-

hetuigen. de helft is ons niet aangezegd (i).
Vooi'waar: Jezus is het Lam Gods, dat de
zonden der wereld wegneemt (a). Laten an-
deren, met den Bijbel spotten, Jezus ver-
smaden; wij weten niet, tot wien wij anders
zullen heengaan. Hij alleen heeft de woor-
den des eeuwigen levens (3).

X.

Wilt gij, nog al meer tot uw eigene over-
tuiging. Welaan! vergelijk u zeiven bij het-
gene gij in den Bijbel leest.

Het zal u gaan gelijk de Samaritaansche
vrouwe, welke Jezus ontmoet hebbende,
verklaarde : ziet daar een mensch, welke mij
gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb. Is
«leze niet de Christus (4)?

Wanneer gij leest; uit het hai-t komen
voort booze bedenkingen, overspelen, hoe-
rereijen, dieverijen , valsche getuigenissen ,
lasteringen (5). Arglistig is het hart, meer
dan een ding, ja doodelijk is het, wie zal
het kennen(6)? Het goede dat ik wil, dat
doe ik niet
(7). Wanneer ik het goede wil
dan ligt het kwade bij mij (8), Een iegelijk
wordt verzocht, wanneer hij van zijne ei-

(I) I Kon. X-: 7. (O Joan. I: ap. (s) Joan. VI: ÖR.
(4) Joan. IV;
29. fs) Matth. XV: ig,
(6) Jerem. XVIIi 9. (7) Rom. vii ; jp.
(s;) Rom. VlI; SI.

-ocr page 25-

gene begeerlijkheid afgetrokken en verlokt
wordt (O- Vindt gij dan niet juist de be-
schrijving van hetgene in uw eigen hart
omgaat ? Is de raad , welke aan de oude
Israëlieten in den Bijbel wordt gegeven, om
gelukkig te zijn, niet verstaanbaar en uit-
voerlijk , ook voor u ? Stemt uw geweten
het niet toe: dat ook gij vrede hebben zult,
■Wanneer gij den Heere vreest , én dat het u
zal welgaan, wanneer gij Zijne geboden
onderhoudt ? Kan eenig mensch u wel zulke
krachtige vertroostingen geven, in allerlei
omstandigheden als die, welke in den Bijbel
voorkomen? Vele wetten van aardsche vor-
sten worden onbruikbaar, door de veran-
dering der tijden. Vele geneesmiddelen ko-
men , om de verandering van landstreek en
luchtsgesteldheid niet meer te pas. Maar de
Bijbel, het oudste Boek, beschrijft de ge-
moedsgesteldheid van alle menschen, door
alle eeuwen, geeft lessen, welke voor alle
aatiën en menschen goed zijn, en vertroos-
tingen , waaraan ieder , wie Lij zij, en in
Wat weg hij zich bevinde , genoeg heeft.
Zou die Bijbel geen goddelijk Boek zijn?
Geene achtmg en geloof verdienen ? Lees
en oordeel en zegt dan: » o Heer! wat Gij
ook ontneemt ontneem mij toch den
quot;'j'iel niet! Met den Bijbel wil ik leven :
den Bijbel wil ik mijn beroep waar-

(4: Jac. I: ,4.

-ocr page 26-

nemen : met den Bijbel wil ik mijnen bate-
ren het hoofd bieden: met den Bijbel wil
ik sterven.quot;

XL

Ontmoet gij op reize in de herbergen , of
in gezelschappen , zulke ongelukkige lieden ,
■welke den Bijbel niet achten, en lust heb-
ben tot spotten of tegenspreken , zwijg lie-
ver , dan dat gij door verkeerde redenerin-
gen uwe eigene onkunde zoudt aan den dag
leggen, de spotlust opwekken en voeden,
en den Bijbel smaadheid aandoen. Zijn de
omstandigheden van zulk een aard, dat uw
geweten u dringt om iets te zeggen, houdt
udan alleenlijk aan den Bijbel zeiven en zeg :
» het woord des kruisses was te voren reeds
den Joden eene ergenis, en den Grieken
eene dwaasheid, maar hun, die gelooven, is
het beide de kracht Gods en de wijsheid
Gods(i). Alle de Profeten geven getuigenis
aan Jezus, dat een ie,gelljk die in Hem ge-
looft , vergeving der zonden zal hebben (3).quot;

Wilt gij er nog iets bijvoegen? laat het
dan van dezen aard zijn, » Wij hebben juist
zulk eenen Hoogenpriester noodig als Jezus
om onze schuld te verzoenen, en voor ons
te bidden; onze verdorvene natviur heeft
juist die vBrnieuwing van den H. Geest noo-
dig, Waarvan de Bijbel spreekt: ons hart

O) Cor. I: 23., Cï) Hand. X: 43.

-ocr page 27-

vindt alleen rust in die vertroostingen, wel-
daarin staan: onze kwijnende ziel, onze
bezwijkende krachten worden alleen opge-
beurd door de hope, welke de H. Schrift voor-
stelt op het leven en de onsterfelijkheid.quot;

En hoe zalig zijt gij wanneer gij in waar-
heid kunt zeggen, (en wanneer het zonder
de paarlen voor de zwijnen te werpen, of
aanleiding tot spotternij te geven kan ge-
schieden) , » ik schaam mij niet over het
Evangelie van Christus, want het is eene
kracht Gods tot zaligheid voor mijne ziele;
het heeft mijn hart week gemaakt, en mij
tot berouw gebragt : het heeft mijnen zondi-
gen aard veranderd , en mijn geweten , on-
der de beschuldigingen over de zonden,
gestild; het heeft mij gegronde hope op
vergeving gegeven, en den grondslag tot het
eeuwig leven in mij gelegd. Men moge mij
bespotten; omdat ik onbekwaam ben alle de
zwai-igheden tegen den Bijbel op te lossen,
dan hiervan houde ik mij verzekerd, dat die
leerstukken, welke zulk eene krachtige uit-
werking op mijne ziel hebben, van God
komen moeten.quot;

» Ik verblijde mij, dat geleerde mannen
mijnen Bijbel tegen de aanvallen der ongeloo-
vigen verdedigen; doch God zij gedankt,
dat mijn geloof en hope niet gevestigd zijn op
bijzondere vertalingen van enkele teksten,
maar op den voornamen en hoofdzakelijken

-ocr page 28-

inhoud van het Evangelie. Iedere overzet-
ting , elk boek in mijnen Bijbel , bevat in
zich de heilzame waarheid , dat Jezus Chris-
tus in de wereld gekomen is, om zondaars
zalig te maken, en dat zonder heiligmaking
niemand den Heer zien zal. EJk boek be-
vat eene belofte des eeuwigen levens aan
de zulken die geduldig volharden in het
goede, naar heerlijkheid en onverderfelijkheid
zoeken, maar bedreigt met verdriet en fol-
tering de ziele van een ieder, die het kwade
betracht.

» Indien een wijsgeer durfde ondernemen
om te bewijzen dat brood ongezond ware,
en water nutteloos tot verdrijving van den
dorst, zou zoude ik echter stoutmoedig
staande houden, dat het gebruik van brood
en van water noodig en heilzaam is: want ik
worde dagelijks door brood gevoed, eu mijn
dorst telkens door water gelescht. De
kwinkslagen der wereldwijsheid zijn tegen
de ondervinding der ware Christenen, gelijk
pijlen van stroo tegen koperen schilden.
Men zegge wat men wil, ik kan dat brood
hetwelk aan mijne ziel het leven geeft, niet
missen.

» Men spreekt van verborgenheden, men
ergert zich daaraan, doch die zijn ook in
de natuur; Een kind begrijpt niet, wat zijn
Vader tot zijn toekomstig welzijn doet. Ik
ben in dc kindsheid van raijn beslaan, ea

-ocr page 29-

kaa weinig doorgronden van de wegen de
Goddelijke Voorzienigheid, nog minder van
den gang der genade; maar mijn
Hemelsche
Vader heeft mij genoeg ontdekt om van Zijne
hefde en trouw overtuigd te wezen, en mij
delven op Hem veilig te verlaten. Ik weet
quot;»vien ik geloofd heb.quot;

XII.

Laat ons, mijne vrienden! nu terug zien
op ons eigen gedrag, en oaszelven afvragen:
lezen wij den Bijbel? Gelooven wij het Evan-
gelie ? En wat getuigenis hebben wij ter
Verheerlijking van hetzelve, afgelegd ? Hebben
wij ook eerder ais vijanden, dan als vrien-
den van het Christendom gehandeld? Zijn
Onze daden ook eerder vlekken dan getuig-
schriften geweest, en misnoegend in plaats
Van aanlokkend voor anderen?

Lieve lezer I indien gij een onheilig Chris-
ten zljtj indien gij behoort tot die soort van
Menschen, welke de waarheid in ongeregtig-
.eid onderhouden, dan zoude het u beter
, nooit onder het licht van het Evangelie
den dag aanschouwd te hebben. Het zal
Voor de Heidenen verdragelijker zijn in den
dag des oordeels j dan voor u, indien gij u
?»et bekeert. Leg toch uwe aardschgezind-
n^g ondankbaarheid af, onderzoek
e Schriften , welke van Jezus getuigen , en

-ocr page 30-

zoek Hem bij wien vergeving en vele ver-
lossing is.

Maar wilt gij bet Evangelie eere aandoen,
en hetzelve trachten voort te planten. Leef
dan waardiglijk naar het Evangelie ,, vertoon
aan de wereld, wat dit Woord voor uw
hart is: laat dit inwendig getuigenis Gods
openbaar worden voor de wereld ; laat het
eeuwig leven, hetwelk door het Evangelie in
uw hart gewerkt is , zich vertoonen in uw
uitwendig gedrag onder de menschen. Zoo
deden de eerste Christenen. De Heidenen
«n andere ongeloovigen werden daardoor
gewonnen. Zoo zal het nog zijn. Wanneer
ongeloovigen uw geloove , uwe trouw, uwe
bedachtzaamheid , uwen ijver voor God,
uw vermaak in Zijne dienst, uwe nederig-
heid, vriendelijkheid, liefdadigheid, hulp-
vaardigheid en regtvaardigheid zien , zpo
zullen zij overtuigd worden , en uwen Vader,
die in de Hemelen is, verheerlijken.

Vindt gij waai-lijk het leven uwer ziele in
bet Evangelie, houdt er dan aan vast. Bind
dat woord aan uwe harten. Neem het met
u in uwe binnenkamer. Lees het als uw
handvest voor de eeuwigheid, als uwe reis-
kaart naar den Hemel. Lees en overdenk
het biddende , dankende en geloovende , en
laat het beeld van Jezus daardoor meer en
meer in uw hart en wandel worden uitge-

-ocr page 31-

drukt, opdat gij opene brieven van Chris-
tus moogt zijn , bekend en gelezen van alle
menschen.

Welk een oneindig getal van de bevlt;?ijsre-
denen zoude de zalige leer van Jezus on-
dersteunen en versleren , indien ieder belijder
van het Evangelie dit inwendige . getuigenis
daarvan krachtig in zijne ziel had geprent.
Hoe zouden de onbeschaamdste tegenstrevers
moeten zwijgen en verstommen , indien gij
en wij allen, die den Bijbel als Gods woord
eerbiedigen , hen konden uittarten , om
onder degenen, die de Heilige Schrift ver-
achten , zulke huisvaders en huismoeders,
zulke ouders en kinderen, zulke beminnaars
van God en hunnen naasten, als onder
ons
gevonden worden , aan te wijzen.

Die 't Bijbelwoord gelooft en 'mint.
Daarin zijn troost en sterkte vindt,
Met Jezus zegt : daar staat geschreven :
Het daar beloofde heil verwacht.
Het daar bevolen goed betracht,
Zal nu en eeuwig zalig leven.

-ocr page 32-

A -

Bij H. WIJT amp; ZOHK»» Dnikkcrs van hef liedcrlana$cke
Zendelinggenootschap, worden ook Uitgegeven
de navolgende
Kleine Stukjes.

1. Svangeliicfae herinneringen aan Kranken4
ft. Over het nuttig Kerkgaan,
Over het doen Tan Belijdenis.

4.nbsp;Ben woord voor menschen,die niet ter kerk Lunnengaai

5.nbsp;Het Christendom beschaamd door Heidenen«
6* Bvangelische herinneringen aan Bedroefden*

7.nbsp;Evangelische herinneringet^- aan Vaders en Sloeders*

8.nbsp;£en quot;woOrd aan Vaders en Moeders over den Doop*
Over het allerbeste Boek.

10.nbsp;Onderwijs over het Bijbellezen.

11.nbsp;lievensgeschiedenis van den ^rootsten Man.
aft. Iets over het Avondmaal.
t5. Opwekking tol de huisse)i|ke Godsdienst.

14. Samenspraak tusschen drie Vrienden overdeWederseb. • 07è

Het leven van William Kellij.

Brie samenspraken tusschen een'Leeraar en een'Haism.
17. Het dorp Eerenhoef, tot vorigen welyaart hersteld.*
ib* H«t nadeel van het bij de straat loopen der kinderen

Waarschuwing tegen de Ontucht,
sö. Iets voor herstelden uit krankheid.
Iets voor Oevangenen.

Geschenk der Christelijke liefde voor kinderen
s3. Geschenk voor liidnaten der Christelijke keik.
«4« Heb ik wel genoeg voor de Eeuwigheid 7
%5, Tweede Geschenk der Christelijke liefde voor kinderen
l6. Voor Dienstboden,
ty. Over de Feesten,
»8. Iets voor Armen.

9Q. Jesus f de geneesmeester van kranken.
5Ö» Evangelische Herinneringen aan oude Iiieden.
Si. Verzameling van leere, brieven «n opwekkende verhalen
St. Opwekking tot weltevredenheid.

55.nbsp;Ben goed woord Christen—ouders over de opvoeding

54.nbsp;Franke ., do kracht des Geloofs.
55*
Schets van het het leven van Afrikaner.

56.nbsp;Waarschuwing tesen het Kwaadspreken.

57.nbsp;lats over de Zelfkennis.

55.nbsp;Ben woord van onderrigt en troost in Sterfhuiien.
Sq. Men doel niet, wat men kan.

40.nbsp;Vriendelijke raad aan zwaarmoedigen.

41,nbsp;Waarum word ik niet beter?
Wie lijn gt; hier op aarde, de gelukkigste menschen 7

45,nbsp;Gedenk te Sterven.

44, Het Voorbidden » een pligt der Christelijke liefde.

46,nbsp;Opwekking tot getrouwe deelneming in hot Maan-
deUik«c^e Gebed.

46» Troostwoor»! voor Christenen, in alle wederwaardigheden

47,nbsp;Bijhclsch Leesboek voor Kranken.

(

k i5

Ct.

- 10

n

- 10

n

. - 10

M

- ro

N

-«t

H

- so

- o5

gt;»

- 10

- «5

M

- »5

»

- l5

))

- «0

»

-07J

M

- i5

- i5

M

- t5

1gt;

- «O

lgt;

- ïo

)gt;

- 10

-45

«

- gt;5

»

- «O

gt;»

- «S

M

- »S

M

- ,5

11

- 10

H

-«i

U

- 30

ft

- BO

n

- io

- i5

gt;»

- 10

- 10

»

- SC

n

- s5

n

- I7i

11

- 15

11

- a5

))

- «O

n

- «5

»

- i7i

)gt;

- t7f

n

- so

)V