-ocr page 1-

Cy. C-nbsp;.nbsp;y

Waarschuwing

TEGEN DE

ONTUCHT.

(derde druk)

Te ROTTERDAM, bij NICOLAAS CORNEL, Drukker van Nederlandsch Zendeling-Genootschap;' 1826.

No. XIX,

-ocr page 2-

Kerkelijk Goedgekeurd namens het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland, , 'sGravenhage den 22 Februarij 1817.

w. L. KRIEGER, President. J. SLUITER, Secretaris.

-ocr page 3-

VOORJBERIGT.

Gecommitteerden bij het Neder-landsch Zendeling Genootschap, tot het opstellen, verzamelen en uitgeven van kleine Stukjes, ter bevordering van Evangelische kennis en Godzalig-heidjook bij mingeoefenden; namelijk R. J. van der Meulen^ B. van Makken, J. Clarisse, A. L. M. Pliil. en Theol. Doet. en Prof. A. de Vries, L. Egeling en J. C. Vorstman, *nbsp;Pre-

-ocr page 4-

VOORBERIG T.

predikanten te Amsterdam, te Hoorn, te Leijden en te Rotterdam , overeenkomstig hun Ambt en Beroeping, dat oogmerk gaarne willende bevorderen, en in uitzigt op des Heerenmede-werkenden zegen y bieden het nevensgaande Stukje hunnen Landgenooten aan, erkennende intusschen geene Uitgave voor echt, dan welke door eenen hunner, of door den Drukker dezes, onderteekend is.

-ocr page 5-

Ik wilde zoo g^e velen van mijne ongelukkige Medemenschen waarschuwen tegen é^nevande schan-*^kste en verderfelijkste Zonden , waardoor dui,enen naar Ziel en Ligchaam , voor Tijd en Eeuwigheid, verdorven geworden, ik wilde u waarschuwen riefi°II' de kSe Ontucht, Hoererij, Overspel, en allo

geestachtige bedrijven der Wellust, welke men met ^ nne echte Dafflen naauwelijks duift nQemen . wjj

Me'zeT 'k k°n ' Vaquot; die Zonden tciu» roepen en ge--•—Maar, dat kan ik niet, dat kan geen dat kan God alleen; daarom schrijf ik dit Anbsp;Boek-

-ocr page 6-

-Cf ondfir Gebeden tot Hem, dat Hij mij regte Wijsheid , Liefde en Ernst geve, dat Hij de vermaningen en waarschuwingen brenge tot het hart van den on-gelukkigen Slaaf dier Zonde , om er nog velen te behouden van het verderf.

En gij, mijn ongelukkig verdwaalde Medernecsch , die aan deze Zonda schuldig staat, of gevaar loopt daardoor verstrikt te worden, als ge dit Boekje in handen krijgt, denkt , dat Gods Barmhartigheid over u het u laat in handen komen , en beschouw hetzelve als eenen goeden Engel, waal-door Hij u nog wil terug roepen van uw Tijdelijk of Eeuwig ongelnk ; ei lees en luister dan met oplettendheid, en verhard uw harte niet!

Wat is Ontucht ?

Ontucht is eene zoo leelijke, lage, vuile Zonde , dat men zich schaamt en schamen moet om het met roude woorden te zeggen; dit is ook minder noodig voor ieder, die het aan zichzelven en aan zijn geweten vrageu wil; maar helaas ! dit willen dé meesten niet doen , integendeel zoeken zij dit kwaad te bedekken , te verschoonen en een zachten naam te geven zij noemen het eene zwakkheid, een gevolg van hun temperament, en, meenen : men kan dit niet xoo

kwalijk nemen, indien zij maar zieh aan geene grové

en

-ocr page 7-

en openbare uitspattingen schuldig maken ; maar hoe bedriegt ge u zehen !

Ontucht lan op zoo velerlei wijze gepleegd worden.

O ! dit ééne woord bevat zoo vele onreinheden in Zich; hiertoe behooren niet alleen de grove Zonden lan dadelijk Overspel en Hoererij, de listige verleiding van eene onnozele Maagd , maar ook de on-kuische verkeering tusscheu twee verloofden ; hiertoe behooren niet alleen alle die oneerlijke bewegingen, Welke PaulusRom. I.' 26 , i7 optelt onder de zon! den , die bij de diepgezonkene Heidenen plaats hebben , om Jiunne Ligchamen onder elkander te ont-eo-cn, maar hiertoe behoort alles , wat maar eenig-zms strijdt tegen het eerbaar Huvvelij k , alle,, wat de hetgeen weldadige bedoelden van deze Goddelijke Instelling verijdelt en hindert,ja h.ertoebehoort alles -t maar eenigzins tot ontuchtige bewegingen aanleg

8 geVCquot; kan' lo^e dogen , oneerbare dartele ^preUen, dubbelzinnige uitdrukkingen , onbetatnen-tin amraUn8eri ' ^ houding, zedelooze ontbloo-doorX ^ Li8Chalt;lm' wulPsche Meeding, waar-zelfs de VUUr Vaquot; 0quot;kuisc,leIusten wordt aangestoken; di- ^ eerSt 0Pkomende begeerte tot oneerbaarheid, sïrafJU niemand dan aan God bekend is, is reeds d vvaardige Ontucht voor Hem ■ wie eene Vrouw

x

A

-ocr page 8-

aanziet om haar te legecran , die heeft reeds Overspel in zijn hart met haar gedaan, Matth. V. aR. Ontucht is dan een kwaad , waaraan niet slechts één enkel Lid, maar zoo vele Leden van ons Ligchaam dienstbaar zijn.

En de Ontucht is ooi onder ons eene steeds toenemende Zonde.

Dit getuigen zoo vele Boeken , opzettelijk geschreven door menschen zonder eerbaarheid of geweten , om anderen tot die Zonde aan te hitsen of te verleiden. Zoo veel ik weet, zijn 'er nog geene Boeken geschreven , om Kinderen op te stoken tegen hunne Ouders , om opzettelijk haat en nijd te zaaijetUusschen de Menschen , om te leeren , hoe men elkander best kan bedriegen en berooven ; maar aan Boeken , die alle Zedigheid kwetsen . die de Ontucht en oneerbaren Minnebandel aanvuren, die de schandelijkste en verderfelijkste Zonden, als eene aardigheid voorstellen , ontbreekt het niet; men maakt Prenten en Schilderijen , die daartoe dienen, men plaats ze in de Almanakken, om ze te beter onder ieders oogen te brengen, en men belooft zich van zulke Almanakken , niet zonder grond, een goed vertier ; men vindt in grootere en kleinere Steden zoodanige Huizen, waar de ongelukkige Sfaaf zijner driften , voor zijn geld , zijne beestachtige lusten kan voldoen , waar Meisjes en Vrouwen zijn , zoo diep

gc-

-ocr page 9-

gezonken, dat zij liuune Ligchamcn verkoopen aan iedcren Ontuchtigen, en eene kostwinning maken van de Zonde. — ls het dan wel te verwonderen, dat de Ontucht hoe langer hoe meer aangroeit, en dat het getal der Onechte Kinderen var. tijd tot tijd toeneemt, bijna in alle Plaatsen van ons Vaderland ? —Ja

'Niemand zal geheel rein zijn van Odtucht.

'Er zijn enkele Zonden, bij voorbeeld, de Dronkenschap, van welke sommige Menschen geheel , vrij zijn; maar wie heeft van zijne Jeugd af altijd in alles kuisch en tnchtig geleefd ? 'Er is misschien geene Zonde algemeener, geene Zonde moeijelqker te beteugelen, en die te gelijk meerder verschooningen vindt dan deze Zonde. Lather zegt te regt: „ Indien on» ,, geene andere goede werken waren aanbevolen, daa „ alleen die , welke tot een kuisch leven behooren , « wij hadden ons geheel leven lang daaraan genoeg « te doen.quot; Zulk eene gevaarlijke en geweldig woedende Zonde is da Onkuischeid; zij woelt in den geheelen Mensch, ip alle onze leden, in het hart met onze gedachten en begeerten, in de oogen met het Bezigt , in de ooren met het gehoor, in den mond met de woorden, in de handen, in de voeten , in het gehtele Ligchaam met daden- alle de Heiligen hebben over die Zonden geklaagd en geweend.

Eet

A 3

-ocr page 10-

Het is dan wel geen ongepast noch outijdig werk , als wij ons zeiven en elkander bepalen bij de Goddeloosheid , het gevaarlijke en verderfelijke der Ontucht, en als wij elkander de beste behoed- en hulpmiddelen aanwijzen, — Dit is dan nu verder het oogmerk van dit Boekje. Mijne lieve Medemenschen ! kon ik het u eens regt duidelijk en hartelijk zeggen! — Die God, die geen lust heeft in Onreinheid , maar in Heiligmaking , helpe mij daartoe I

Alle Ontucht is groole zonde, een gevaar» lijk en verderfelijk lcwaad.

O! jiit dit met groote Letters diep in onze harten geschreven stond! ik zal het daarom nog eens zeggen: alle Ontucht is groote zonde, een allergevaarlijkst en verderfelijkst kwaad. Mij dunkt, dit zult gij terstond al eenigzins gevoelen , als ge bedenkt, dat alle Ontucht op onderscheidene' wijzen strijdt tegen het heilige Huwelijk, hetwelk van God onzen Schepper zelf, zoo wijs, zoo vriendelijk en weldadig, is ingesteld. Dit moet ik u nog wat duidelijker maken.

Het heilige Hiuvelijk is van Gocl zeiven ingesteld.

Gij weet , wat er bij de Schepping van het eerste paar Menschen, Adam en Eva, is gebeurd. God

schiep

-ocr page 11-

echiep eerst onzer aller Vader Adam alleen; maar hoe gelukkig die mensch zich ook gevoelde in het vrolijke Paradijs, onder het oog en opzigt van zijnen goeden en heerlijken Schepper , er was toch iels,, hetwelk hij gedurig miste. Ieder Dier rondom hem vond zijns gelijken, waarbij dat Dier zich voegde, waarmede het zich vereenigde en wel te vrede was ; maar de mensch Adam stond daar zoo alleen , hij vond niemand voor zich geschikt, waar bij hij zich voegen , waaraan hg zich mededeelen, waar mede hij leven konde ; nu deed de Heere God eenen diepen slaap op Adam vallen , en hij sliep , en Hij nam een van zijne Ribben , en sloot der zeiver plaats toe mei vleesch. en de IUere God bouwde de Ribbe, die Hij van A~ dam genomen had tot eene Vrouw , en Hij bragt ze tot Adam. Gen. 2 : si, 11. Nu ontwaakt hij; en ziet j daar staat eene lieve schoone vriendelijke Ge-zellinne naast hem, Menseh, gelijk hij, zijn eigen beeld , waarin lig zich zeiven zag , zich zeiven vond , een tweede ik. Hoe blijde was hij, veel meer nog. dan wanneer de Vrouw te gelijk met hom geschapen ware. Vrolijk riep hij uit : deze is ditmaal been van mijne beenen, en vleesch van mijnen vleesche, tneti zal ze Manninne heetan., omdat ze uit den Man genomen is vs , Met die Vrouw wilde hij uit leveu, en zij met hem , alles wilden zij zaniendee'leo , door den uaauwsten band bh elkander verbonden zijn;

a 4nbsp;zij

-ocr page 12-

aq gevoelden het, dat dit tot hun leven en geluk noo-dig was, daartoe had hen de goede en vriendelijke Schepper zamengebragt. Moses voegt er daarom ook tot leering voor zijn Volk en voor het geheele Mensch-dom bij vs. a4, daarom zal de Man zijnen Vader 'en mjne Moeder verlaten, en zijnen Wijve aanhieven . en zij zullen tot één vleeach zijn , dat is te zeggen, de band tussehen Man en Vrouw zal nog naauwer zijn, dan tussehen Vaders en Kinderen, en het is nog veel onnatuurlijker en slechter , wanneer Man en Vrouw elkander verlaten en ontrouw worden, dan wanneer Kinderen ontrouw worden aan hunne Onders.

Ziet dan de allernaauwste verbintenis tussehen Man en Vrouw, welko wij het Huwelijk of den Echten Staat noemen; zij is van God zeiven oorspronkelijk. Onze Schepper heeft het niet alleen met woorden gezegd en bevolen , maar met de daad door de formering van de eerste Vrouw uit het eigen Ligchaam van den Man getoond, dat Hij wilde, dat iedere Man met Zijne Vrouw, en ieders Vrouw met haren Man, on_ verbrekelijk vereenigd leven zouden, om, niet als de Beesten in het woeste , maar als redelijke Schepselen Kinderen ter zijner eer voort te brengen en voor zijpen dienst op te voeden, om met hunne Kinderen daarin hun tijdelijk en eeuwig geluk te hebben-

Zoo Dok heeft de Heer Jesus van bet Huwelijk gespogen Miitth. XJX: vs. i — 6. en Paulus zegt 1 Cor

VU}

-ocr page 13-

VII VS. 3. om der hoererijen wil, dat is , omdat de Mensch buiten het Huwelijk voor velerlei Onkuisheden

tl°ot staat, zal een iegelijk Man zijn eigen Wijf

'eiien ' en een quot;gelijk Wijf *al haren eigen Man' nebben,

En deze Goddelijk Instelling van het Hu-weli]l is eene zoo wijze en weldadige Instelling.

Kt is zoo duidelijk, dat zelfs sommige Heidensche Volken, die geenen Bijbsl hebben, en niets van de gesch,edenis der Schepping van Adam en Eva weten , d.e Instelling onder zich gemaakt en het Huwelijk onder z,ch beschermd en ineere gehouden hebben. Kuisch-he.d en Huwelijkstrouw wa, bij Grieken en Romeinen eene groote deugd, en zij zelve maakten Wett bij

welke straffen tegen Echtbreuk en schending van het want PMW Werdea- Ea dit * -' vreemd!

Het eerbaar Huwelijk homt geheel overeen met de larigtin^ oan onze Menschelijhe Natuur.

Wij Menschen hebben, 20o wel als de Beesten, Ge aKemeequot; en «erk. neiging, een instinkt, ons

toe'ook 1 V0°rt 16 Plailten' °nZe SchePPer heeft daar-dat °° °DZe L'gchamea WP ' en er worden tot oogmerk doorgaans ook een gelijk getal Kinderen

va»

A 5

-ocr page 14-

van het Mannelijk en van het Vrouwelijk Geslacht geboren; maar wij zijn geene redelooze Dieren , wij hebben eene redelijke en onsterfelijke Ziel; wij zijn niet enkel geschapen om onzen lusten te voldoen, maar om voor ons redeiijk geluk en dat van onze Kinderen tc zorgen ; het is dus niet genoeg, dat wij, gelijk de Beesten , ons Geslacht voortplanten ; neen ! wij moeten als Vaders en Moeders ook helpers en verzorgers worden van de zwakke en behoeftige Kindertjes, aan welke wy het leven gegeven hebben, die, gelijk wij, zoo wijs, zoo goed, zoo nuttig, zoo gelukkig worden kunnen, en die het eerste onderwijs , de eerste opwekking en handleiding daartoe ontvangen moeten en verwachten mogen van hunne Ouders , door welke zij het leven ontvangen.

Ziet ge nu niet, hoe wijs en weldadig het Huwelijk is? daardoor wild» God één Man, enééneVrouw voor het geheele leven ann elfcender verbinden met den teedersten band, om niet enkal in dierlijken lust tot elkander , maar met eene veel odeier en duurzamer liefde en vriendschap , de oen den anderen aan te hangen, elkander in alle* dagelijks te helpen, vooral in de Opvoeding van hunne Kinderen , op welke zij beide zoo naauwe betrekking hebben , om dus te zamen een aangenaam Huisgezin uit te maken van Man en Vrouw, Ouders en Kinderen, Broeders en Zusters, die, niet als de Beesten ieder op zich zeiven , maar als de Menschen

-ocr page 15-

schei, voor elkander te zamen leven. O! hoe vele zoete genoegens, hoe vele en hoe groote voordeelen men dus genieten, die buiten het Huwelijk geena PJaats kunnen hebben !

En dus is deze Goddelijke Instelling, niet alleen van het grootste belang voor het nut en genoegen van ons en onse Kinderen, maar

Het Huwelijk is ooi Z00 noodig en heilzaam vo*r de geheele menschelijke Maatschppjj.

Wij zijn immers geschapen, om als redelijke en gezellige Menschen met en voor elkander te leven om, als zulken , die ^ God en yader ^ ^

^el aanroepen, ook als Broeders ons aan olkander te

verbinden, voor elkander, elk in ^ werk en

zijn vermogen , nuttig te 2 - pn . * ^ Mar rgt;nbsp;. ,nbsp;z9n» en met, om als c!lt;•

Beesten, ieder alleen, Inaar VoQr onj ^

- voor o„g ze,ven te zorgen , dat leerde de Heidenen te Athene. Har.d XVII *

gemaalt, om op den geheelen Aardbodem '

Scheiden hellende de tijden te

en de h„ ,.nbsp;] n tË ^quot;verordineerd,

'ne /?tnge'1 ^lUnne won'figen, opdat zij den

T r;En hoe wijs en,dad*'

Huwe%ksnLn0°d:a'e,ljk »nbsp;het heilige

welükl' ] T 9 g°VOeIt h6t Zehe' da£ de Hu-Welijksband de eerste grondslag is van al,e andere tan-

den

-ocr page 16-

den van bloedverwantschap, van gezelligheid en ver-bindtenis onder ons Menschen. Uit het ongeschonden Huwelijk ontstaan er naauw verbondene Huisgezinnen, uit deze weer de Familien , uit de Familien de Slam-men , uit de Stammen de geheele Maatschappij. Naar mate dus onder een Volk het Huwelijk heiliger is en meer beantwoordt aan de goede en heilige bedoelin~ gen van den Goddelijken lnsteller, paar die mate zal er meer zedigheid j liefde , nuttige werkzaamheid en geluk onder é*eu Volk wonen ; maar zoodra ge het Huwelijk wegneemt en onteert, ziet ge de Menschen vernederd tot den staat der Beesten. Dit leert ons de geschiedenis van de levenswijze en zeden van geheel onbeschaafde Heidensche Volksn, bij welke men eene woeste domheid, allerlei beestachtige onreinheid, uilteeing van het Mensclidoxn. verdriet en ellende, zonder wetten en zonder banden ziet plaats hebben.

En dus is de Ontucht eene van de groot-ste, gevaarlijkste enverderjelykste Zonden.

Ja gewis! dit ziet ge nu zelve. Het Huwelijk is de eerwaardigste, de weldadig«te, de gewigtigste verbindtenis , die er op Aarde onder de Menschen kan plaats hebben , van God zeiven oorspronkelijk; van zoo veel belang voor het nut en genoegen van ons leven , voor het ligchamelijk en geestelijk welzijn van onze Kinderen, voor het bestaan vau het mcnschelijk

Ge-

-ocr page 17-

Geslacht, voor het welvaren van de mensebelijlie Maatschappij. Maar wat doet de ontuchtige Mensch? hij ontheiligt, hij veracht, hij verbreekt deze wijze cn weldadige Instelling van zijnen Schepper , hij berooft moedwtllig zich zeiven, en anderen van alle die aangenaamheden en voorregten , die het ongeschonden Huwelijk ons aanbrengt , en stort zich zeiven en anderen in alle die ellenden , welke noodzakelijk uit de verachting van Gods goede Instellingen moeten voortvloeijen.

Maar het zal wel nïet overtollig zijn, als ik ü, mijne lieve Medemenschen ! wat nader bij de onderscheidene soorten van Ontucht bepale , en doe zien , op hoe velerlei wijzen wij tegen de heilige Instelling van het Huwelijk zondigen kunnen, en wat al schande en schuld , wat al jammer en ellende wij daarmede over ons halen. Mogt dan nu ieder Ontuchtige zijn eigen naam hier hooren , zijne slechtheid en ongeluk opmerken en gevoelen, om zich daar over te schamen ja daarover te weenea voor God! want, waarlijk! het is eene Zonde zoo schandelijk, zoo ondeugend zoo verderfelijk, dat ze wel met vele tranen beweend mag worden.

'Er is natuurlijke en onnatuurlijke Ontucht. De natuurlij le Ontucht is die , welke men overeenkom-stlg de najuurlqke aandrift onzer Ligchamen begaat met een Persoon van het andere Geslacht. Hier is

O-

-ocr page 18-

Overspel de eerste en ergste Zonde,

Men doet Overspel, wanneer een gehuwd Man met eene vreemde Vrouw, of eene gehuwde Vrouw met een vreemd Man leeft als of het zijn eigen Man of Vrouw ware. Dat is da eigenlijke en dadelijke Echtbreuk , waar tegen God Israël waarschuwde , Exod. XX : 14-, gij zult niet Echtbreken. Dit is eene vree-selijke Zonde , een zamenknoopsel van ontrouw en onregt, van w^edheid en boosheid. — Onder Israël ion , naar de Zeden en inrigtingen van dien tijd, eene gehuwde Vrouw zich eerder , dan een gehuwd Man aan Echtbreuk en Overspel schuldig maken ; maar naar de oorspronkelqke Instelling des Huwelijks ; en de méér gezuiverde Lessen van lier Nieuwe Verbond, heeft Man en Vrouw hier dezelfde regten en pligten ; de een zoo wel als de andere begaat hierin eene schrikkelijke Zonde.

En aan zulk eene-wreede verbreking van den Echt maakt inen zich niet alleen schuldig door heimelijk Overspel , schoon men bij elkander blijft wonen en Vriendelijk met elkander omgaat5 maar Echtelieden worden ook Echtbrekers, wanneer zij zonder wettige redenen zich scheiden van Tafel en Bed, of de een den ander verlaat, daar zulk eene scheiding hen zoo gcreedelijk lot trcuwelooze Ovcrspelers maken kan.

Een

-ocr page 19-

Een °Ve^PeUr schendt de Eu*gt;eli,kstrou».

trek? 8ij' g6hUWie Lieden!b9 ^ plegtige vol-en M r quot;W nquot;Weltjk' U niet ^willig voor God

- Menschen verbonden, dat ge i„et uwen M,n of

Viouw heilig en getrouw zoudt j mand anders uwe Echtelijke liett zoudt geven? raaar deze belofte I T' lijks-zegen over unbsp;^^

verbreekt gij willens c„ ^ '£ '» ^

wien ge de grootste Liefde equot; tr ,, ^

' 6 denbsp;niet zijn.

Misschien weet een beeledW to , echte Yronw gij verleidt eZ^nT^'^ ontrouw niet, en 2o0 neeiat hij ï' e*

^en schandelijken binnenband 1 se] ' ^

het zquot;jne aa}lil , * geboietl wordt, ais

°pvoorj;n , als' a ^ ^ ^nbsp;, Hulp ,

amp;nbsp;doennbsp;3De 6lgenenbsp;iL

Hiet doen kunr ' *** pLgt Was' maar wat gij ontsteelt J™ ' T durft gt; doen wilt - zoo

besteedt, en wat uw Kind van hem .

erft —

-ocr page 20-

erft— zoo wordt gij door uw Overspel, niét alleeri een Bedrieger, maar ook een Dief voor God, en gij zijt door deze élt;?ne daad schuldig aan drie der afschuwelijkste Zonden.

Maar misschien vermoedt, of weet uXve Medemensch uwen schandelijken handel met zijne ontrouwe Vrouw; wat zal hij nu doen ? Gij hebt hem nu nog te ongelukkiger gemaakt. —Of kan hij aan een xreemd Kind, hetwelk hem dagelijks errinnert het gruwelijk en bitter ongelijk, dat gij hem hebt aangedaan, nu de behoorlijke liefdeen zorg betoonen ? Kan hij het als zijn eigen Kind Behandelen ? en evenwel moet hij hetzelve dagelijks onder ztjne Oogen zien. Of zal hij het onnoozel Wicht verlaten.quot; Ja, dit kon hij doen, maar zoo wordt de schande van zijne Huisvrouw bij elk openbaar — zoo brengt hij zich zeiven en zijne eigen Kinderen op ieders tong — zoo doet hij ook zijne Kinderen treuren over de boosheid hunner Moeder - hoe hij het ook make , gij Overspeler , gij Overspeleres! gij hebt hem en zijn Huisgezin grooter ongelijk en bitterheid ^aangedaan, dan dat gij hem de helft zijner bezittingen had ontstolen.

Een

-ocr page 21-

« e/W« M de Huisgezinnen, « oorzaak van rampzalige Echtscheidingen,

Hebt ge dit niet reeds ondervond o ten braaf Man of Vrouw griev quot; '10e m0et het verregaande Ontrouw yahunne ^ ^ ^ «quot;e

— ' I- ^t bijna mogelijk Z^ ^Tquot; ^ gezindheid met elkander b■ , J LlCflt;le Cquot; EeDS~ d* - verloren, zij isnbsp;? '' de Lief~

-Verfoeijm/JJ^^Xr^r',quot; ^

en gekijf-men scheinbsp;r ^elqta misnoegen

^--denwer^XrtrV^

Ie. zijt gjr Overspeler Ov ,nbsp;™ dlt alquot;

—te, de Jder:; Ojerspeleres de oorzaak. De scHeurd, zij is „„„ , eerwaardigste B d

ingelroLr^t T ^ ^ 5f

Huwelijksbed van uwe^M f ^ ^

Z'JCe amp;**quot;oot. ontsMen^r;1; 'nbsp;W

ccr- gescheiden , wnf C i i ,nbsp;trouweloos van

-

u't zulk eene FM f gt;nbsp;g quot;a uwennbsp;,

1 ;Dg kumien voartko- • ^ 7 de ^-deren,.wier Ouders ij

VCrvl0 -nbsp;hebt, zullen u

keWd ' en vwë V■ UW LigC,,aam reeds t0t stof «f-levenden God. glt;!yallel1 iS in de haquot;den ran deö

En dit ia no .

deZflr ZoriJe l nie' ' Wat Van dc a^chuwelrjkheül 1nbsp;worden. Neen !

-ocr page 22-

j)P Overspeler begaat eene Zonde, die hij niet lan herstellen, en waarmede hij zijnen Naasten levenslang pijnigt.

Met reden noemt men eene Zond» zoo Teel zwaarder en onverschoonelijker , als men het nadeel , daardoor. aan anderen toegebragt, nooit kan. herstellen of goed maken; maar hoe zal de Overspeler herstellen wat hij -verdorven heeft? Een Dief kan het gestolen Goed naderhand wedergeren, soms dubbel vergoeden. On-gehuwden , die met elkander in Ontucht geleefd hebben, kunnen door het Huwelijk de schande en het nadeel vair hunne Onfcuischheid,, althans gedeeltelijk., verminderen , maar dit kan de Overspeler niet doen ; de Schandelijkheid is bedreven , en de eanige weg , om dezelve «enigermate uit te wisschen', is hem toegesloten. Gij hebt uwen Medemensch in zijn Vleesch gestoken met een Doorn, dien gij er niet weder kunt uittrekken , maar die hem zijn gansche leven pijnigen zal ; ïri) heeft u , in de bitterheid zijner Ziel , aangeklaagd aan Gods Gerigt, en die regtvtardige God f die den Echt beschermt , heeft zijne klagt gehoord eir zal het aan u t'huis zoeken.

Onder het Israëlitische Voll werden Overspeler snaar de. 1 Vet van Gcd met den Dood gestraft.

Gij leest die Wet TA fit. XX. 10. Ben Man coli

di'

-ocr page 23-

tXtlTXIiaisVT0UW zal 0verspel ^laan

aJn.,Jftnbsp;gt;r*f overspti^

Ier en / ^nbsp;wordeh ,

f(:troin ; ^^ - Ja al was het ook geene g trouv.de Vrouw, maar eene verloofde Maagd , die -en outeerde , ook dit zelfs werd voor Overspel Z '.ouden, hetwelk den Dood verdiende. Deu XXH

Cïnbsp;beid* uitbr,.nbsp;tot U X

derzefper Stad, en zvU ze metnbsp;' *

~ — - Zoo gruwelijk is d J^tl ^ r fonkel

dEquot; «f»™*- God niet zult ontvlieden.

Uch ! mogten dan de Ontrouw u » b , Onrcgt, de wreede LieTd^oTeid ' V ^' ^ ten van ,.et schand ^ ^nbsp;Vruch.

«udt |ij heven v /ü ,7 ^ ^

Gods verschrikkelijke Straf l d ^ ^ —

^e boetvaardige en\-erh; ,7e til0quot; ^ ^

dervallen en uitroepen : L t ™*. ^ fHe» Goedertierenheid , U^ ^\ ^' ^

den Jfn inbsp;° enz- gt; lecs eens

Zondenbsp;6n I!C Wat SmUekiquot;Sen ^^^n die

ernst wie ) 6n Man heCft eckost- Ja' * het U 00k het on °m.dle Z°nde tC VCrlaten ' d«» «ondt ge «Pel heigt;t°n8eIUkklSe Scl,CpSel ' waajn»e'de gij het Over-

diep VernedePleeSd ' *aarsclluwen ~ dargt;nbsp;Sc U

teil8r öü,nCC tren ' niet alleen voor den Iioogcu God' voor uwen Medemensch , dien ge zijne Echt.

B 2nbsp;CH.

-ocr page 24-

genoote en hare liefde en tronw tot zijn bitter rer-driet ontstolen hebt , Opdat liij het U mogte vergeven en voor U bij God om vergeving bidden.

Er is ooi velerlei Ontucht tusschen On-gehuwden.

Tot hier toe sprak ik van de Ontucht, die door Gehuwden of met Gehuwden wordt bedreven , maar 'er is ook Velerlei Ontucht tusschen Ongehuwden. Deze is dikwijls geheel grof en ongebonden; als namelijk Ongehuwden met iedere Persoon van het andere Geslacht , die zij daartoe kunnen bewegen , leven en omgaan , als of zij wettig gehuwd waren. Zulle Menschen noemt men Hoereerders en hunne Zonde Hoererij.

De Hoererij is schandelijke Ontucht.

Of, komt zulk een Leven Overeen met de waardigheid van een redelijk. Wezen ? Necu ! zulke Men» sehen stellen zich geheel aan de redelooze Dieren gelijk , die hunnen lust boeten ,waar en zoo als zij maaf wallen , ja zij vernedeTen zich beneden sommige van dezelve , die paren om hun Geslacht voort te planten * en gepaard zijnde zich bij elkander houden; maar deze Mensehen leven zonder band of teugel, en, tvaiU' zij komen, daar vinden zij even diepgezonkenen als zij , met welke zij Onreinheid bedrijven en als hc.' Vee leven.nbsp;jquot;»

-ocr page 25-

schande lom» allerlei verderf en eliende.

Hoererij verderft de Mensohelijle Maat. schappij.

Zulke ongelrkkige Meschjen toch doilUn nie{ aa

«ene betamelijke voortplanting van hun Geslacht. Neen! Zi, wenscben veel mee,, dat dit bet gevoIg van Wn Onkuischen liandsl met zijn rooge. _ En ineien Kinderen .u,t verwekt worden , welke ongelukkige Schep, seis ! de noodige zorg en opvoeding kan hun met worden gegeven,- de Moeder moet aJra , verlaten , en te schande gemaakt, 'er mee pmzwerven, dat beUagelijke Wxcht draagt de bittere vrucht van de Zonde der Ou-

KCt W°rdt Mldennbsp;Lid der Moatschap-

P , en men moet die Kindertjes gelukkig noemen als vroeg uit hunne «cbande en e„ende dir denDood worden weggenomen.

En wat wordt 'er van zulke Hoereerders zei*? De Hoererij ondermijnt de Gezondheid.

'Er is geene Zonde, die.Let Ligcfcaam meer vernieit

mJT' dan aIle gr°Ve 0ntUCht- ZulU teestaehtige quot;schen verspillen juist datgene , hetwelk het eerste RlDspl

zich b Vaquot; quot;ieUW LeVCquot; V°°r een SshePsel ia

Mie GVat' CmergC,en dus hun e'gen -Ligghaam uit-ka 1, aCeestundiSen zeggen ons , en dc Ondervinding . quot; . Ct bevestigen , dat liet Ontuchtig Leven eene na-CCh.Se uitwerkiiïg heeft op de Maag en Longen , die

t«e«

B 3

-ocr page 26-

iwet déclcn Tan ons Ingewand * welker goedj gesteldheid en werking vau zoo veel belang zijn voor onze Gezondheid. En vooir welk eene vuile besmetting staat zoo iemand bloot, die met onderscheidene ontuchtige Vrouwen zich vermengt? Hebt gij het wel niet eens ondervonden onrein Mensch ? Zonder dat gij het wist had gij het verschrikkelijkst vergift ingezogen , enn Tergift, hetwelk niet alleen het Leven moet verkorten , maar waarvan ge in uw Ligchaam de stinkende en pijnelijke Wonden dragen moest. Of hebt ge wel niet eens in een Hospitaal of Ziekenhuis zulk een ellendeling zien liggen , zonder Neus, zonder Haarén , zonder Verhemelte wegrottende , tot dat hij den adem uitblaast ? Zoo loont dit Kwaad reeds Jiier zijnen Meester. — Nog meer

J}e Ontuchtige Hoereerder verderft zijne kostelijke Ziel.

Reeds hier in dij Leven doet hij dit; want hfiknakt de edelste Vermogens, die hij bezit , en waarin hij van het redelooze Vee onderscheiden is—hij verzwakt zijn denkvermogen — hij verliest vroeg zijn geheugen , üaijne schranderheid — hij wordt stomp , ongevoelig , ouvatbaar voor al wat goed, wat rein, wat edel is — hij heeft geen lust am aan God en zijnen Dienst tc denken ; dat kan hij niet , dat wil hij niet, dat durft hij niet; en zoo wordt hij ook in zijne redelijke Ziel , zoo wel als in zijn Ligchaam , meer en meer aan de Icesteu gelijk. — C?ij zult het misschien niet geloo-

• VCB j

-ocr page 27-

*en, arm M«nsch! eer gij het ondervindt, dat niet*

zoo zeer en zoo onheratelbaar de schoonste Zielsvermogens vesderft als deze Zonde. — En als gij dan sterft cn herschijnt yoor Gods Rigterstoel; die in het licht 2al brengen wat in de duisternis geschied is , hoe zult gjj dan uwe onreine lusten moeten boeten { hoor dan , wat Paulus zegt: 1 ICor. VI : 18, Vlied de Hoe-rer'J i alle Zonde, die de Mensch doet, is buiten zijn Zigchaam, maar die Hoererij bedrijft , die zondigt tegen zgn eigea Ligchaam. Ja niet alleen tegen zijn liigcliaam , maar tegen zijne Ziel , want geene Hoereerden zullen het Koningryk van God beërven. 1 Kor. V: 10.

Er is oeh eene fijnere en meer beschaafde Ontucht tusschen OhgeTmwderu

Niet altijd is de Hoererij zoo geheel grof en ongebonden ; dan namelijk, als Ongehuwden hunnen vlee-schelijke lusten steeds met éénzelfde Voorwerp voldoen , schoon zonder voornemen of uitzigt, om zich immer met elkander door een wettig Huwelijk verbonden te zien. Dit schijnt niet zoo schandelijk , zoo verderfelijk en slecht te zijn, omdat bet eene meer kicsche en beschaafds Ontucht is , want eok in het bedrijf der onreinheid zelf kan dé Onreine nog kiesch Zlln i en, naar mate de Mensch eene meer kiesche eh beschaafde Opvoeding heeft gehad , is hij soms ook beschaafder en kiescher in het zondig voldoen zijner lustenj hij is geen openbaar en ongeteiigeld Dronkaard B 4nbsp;of

-ocr page 28-

of Hoereerder , neen , hij doet het meer stil, meer wel smaak en oyejleg.

Er zijn Ontuchtigen, die eene andere huuren eri onderhouden, en zulke, die zich la~ ten huuren en onderhouden voorde Ontucht.

Het is voor kiesche , beschaafde en voorzigtige Zondaars te gevaarlijk , om zich met ieder Meisje of Vrouw, die zich daartoe aanbiedt, in te laten. Zij zoeken er dus eene voor zich zeiven alleen, deze koo-pen of huuren, deze onderhouden en verzorgen zij; en dat ongelukkige en misleide Schepsel te lui of te bqt om door eerlijken Arbeid haar bestaan te zoeken , en te zedeloos , om haren tijd tot een eerbaar an gelukkig ■Huwelijks-leyen af te wachten , laat ztch huuren , om haar Ligchaam aan de Ontucht over te geven; voor Geld en schopne Woorden verkoopt zij harp Eer , hare Zielerust, haar Tijdelijk geluk , ja misschien hare Eeuwige Zaligheid. Nu vermaken zich die beide ongelukkige Menschen, de Hoereerder en de gehuurde met elkander in Dierlijke Wellust, zoo dikwijls en zoo ïang zij genoegen daarin vinden. — En meent Gijlieden, dat gij minder slecht, minder ongelukkig zijt dan anderen, srndat gij boven hen gelegenheid hebt , om uwe onreine lusten op eene meer kiesche wijze te voldoen?

Neen •'

13 tn

-ocr page 29-

Dezulken ZIJn niet \er ong3lnhlig en slecht.

ik Trees, dat ge nog te schuld ger zijt, want gij 0 doet, even zeer als de ongehondeaste Hoereerders , ®we onreine Lusten - Gij schendt evenzeer de God-del.jke Instelling van het Heilige Huwelijk _ Gij zon, digt evenzeer tegen de Maatschappij , tegen „ zeIven eQ uwen Medemensch, met wien gij de Ontucht bedrijft-en boven dit alles doet ge nog die groote Zonde daartoe. dat ge het Geld en Goed, hetwelk Gods Liefde * geeft, om hetzelve ter zijner eer en tot nut T« uwe Medemenschen te besteden, misbruikt, om te meer, der, te gemakkelijker en te ruimer tegen Hem te zondigen en uwen Kaasten te verderven.

En wat moet 'er yan U worden , diepgezonken MenschJ die nw eigen Ligchaam en Ziel, welke a»u God toe-behooren, verkoopt aan de beestachtige Lusten van een wulpsch Man, die u zoekt en aanhaalt, niet omdat hij er, maar omdat hij zijne onreine Driften lief bedt - die u verzorgt en belieft, opdat gij een te gewilliger en aangenamer werktuig zoudt zijn ter voldoening yan zijpen Lust? _ Wat moet 'er yau u wor-^«n , als hij u haast zat zal zijn ? dan laat hij u varen, JU Vreest lliJ u tc Ontmoeten — dan leidt gij misschien

reTel^ °PenharC Schande ~ dannbsp;zijt gij op der, amp; en Weg om eene openbare Hoer tc worden , die uw JL^EChaani

ovorgeeft aan ieder, die Unbsp;da« rvoor betalen en u vonr li

^ 'ionger en gebrek bewarennbsp;wil. Wat moet

^P n Worden, als uwe Jengd ennbsp;Bevalligheid ge-

13 5nbsp;heel

-ocr page 30-

lieel zal zijn vergaan , dan is nwe ligcliaams kracht en bloei in de Zonde verteerd , uw Menschelijk gevoel verstompt , uw Geweten toegeschroeid , en zoo gaat gij de Eeuwigheid te gemoet, om voor God te verschijnen , die een iegelijk vergelden zal naar zijn werk.

Nog erger zijn de opzettelijke Verleiders van de luische Onschuld.

Ook hieraan kan men niet dan met schrik en rer-foeijmg denken. Men vindt Jongelingen , die 'er zich op toeleggen , om eene onnozele Maagd , op welke hun wellustig oog gevallen is , tè verstrikken en met vlei-jende woorden , met aanhoudende liefkozingen , met schoone ïrouwheloften te verleiden , enkel ter voldoening van hunne Dierlijk» lusten, schoon zij niet voornemens en soms niet in staat zijn , om die belofte ta yervullen. Hoe zal men zijnen afkeer yan zulk eene «nmenschelijke wreedheid , van zulk esn Dnivelsch be-,drog sterk genoeg uitdrukken! Wee u , gij Verlei -4er en Verderver der Onschuld! die, in plaats van al $i et aangename , dat uwe listige tong belooft, de oorzaak zijt van 7.00 vele bange zuchten en btttere tranen. Gij hebt cen onschuldig Meisje, dat zonder uw Jielsch bedrog , eene brave en gelukkige Echteenoote «n Moeder zou zijn geworden, voor haar geheele Le-iren , misschien voor de Eeuwigheid ongelukkig gemaakt. Gij hebt haar bewogen tot den eersten stap op den weg des Vcrderfs , en nu , van u bedrogen , geschonden , verlaten , beroofd van de gelegenheid , om immer

tol

-ocr page 31-

tot cen eerlijk Huwelijk te komen , komt zij uit radeloosheid en wanhoop, wie weet waartoe? Misschiea kwijnt zij Jlaar ]even iang voort om u te verfoeijen en Z1ch zelve te beklagen — misschien wordt zij , daar ze eenmaal door ij van eer en Schaamte beroofd is, eene openbare Hoer — misschien, ja waarschijnlijk klaagt zij u aan in den Jongsteu Dag VOor den ftig-terstoel van Christus , en daar zult gij , laaghartig Bedrieger ! dan uw Vonnis hooren.

Jongeling! diepgezonken Jongeling! nu misschien reeds een cehuwd Man! kent gij er zoo eene? zoek haar weer op , belijd haar uwe gruwzame mishandeling, die gij haar hebt aangedaan _ vraag haar , wat ge voor haar doen kunt ter verzachting van haar leed - ter verzachting, zeg ik , want herstellen, goedmaken kunt ge dit nooit. Ei! doe wat ge kunt, heb medelijden »et dc gene , die door u verdorven is , val Gode f roet, en ween daar tranen van berouw, van schaamte, van zelfverfoeijing ! bid daar om Genade; of kunt ' ooit een gerust uur hebben? kunt ge ooit Gods zegen an uw Huis, in uw Werk verwacht», zoo lang ge die Zonde op uw Geweten hebt? _ of zijt ge reeds teveel verstokt en verhard van harte? leef dan zoo voort .1. e t U IuSt' tot dal Gods Langmoedigheid over u ge-;;; isgt;dan ^ «ü .

vinder ddri Mw deS 6edr0gs een 8ruwel heeft, I*

Er

-ocr page 32-

Er is ook Ontucht tusschen ongehnwde, maor aan elkander verloofde, Menschen.

Hoe algemeen is dit kwaad onder ons, «n daar door wordt het hoe langer hoe minder voor Zondeen Schande gehouden. Jonge Menschen , die aan elkander door Welgemeende Trouwbelofte verbonden zijn, veroorloven zich vóór het voltrokken Huweiijk een omgang e» gemeenschap, die niet dan aan Gehuwden vrij st.-at; men geeft aan zich zelve en aan elkander vrijheden, di.e de driften gaande maken — men gaat'van stap tot stap , en schoon het Geweten waarschuwt , dat dit niet betaamt, dat bet gevaarlijk is voor Eerbaarheid e« Deugd, men gaat ,er echter in yoort — de zoete Zonde verblindt en verstrikt — ja , dit gaat niet zeidei) «po ver , dat de Schande en Onkuischheid ook bij d.e Wereld openbaar wprdt, en nu komt het berouw te jlaat — Of meent gij , Lieve Menschen! dat dit «en JUein kwaad zijn zoude ? dan bedriegt ge u zeer.

Dezulken enteeren en bederven elkander.

Gij zegt, dat ge eilander lief hebt, elkanders geluk lt;zockt , en met elkander genoegelijk wenscht te leren , «nar gij werkt hier tegen in — gij ontneemt de een den ander de eerbare schaamte , die de Zedigheid en ÏDeugd beschermt. — Gij brengt u zeiven en elkander jn het grootste gevaar van de achfing te verliezen van alle zedige en eerbare Menschen — Gij zondigt tegen God , wiens hulp en zrgen gij immers zoo gaarne in

-ocr page 33-

aan alnbsp;' g'J quot;W'CO °uclquot;en en Bloedverwante*

hoehin8 UWe °nkuischheid ^nn openbaar wordt! ft

genot Vr ^ njSmaak ^ da' »«quot;»-tijdi,

: 7nbsp;«•quot;»* ** niet zelden , dat zulk ei

elknbsp;d Verkeering, in plaaf9 Yfln Liefdc

«Uander te vermeerderen , dezelve , , mindert 3 de een beschuld gt den a' ,nbsp;Verquot;

- ™ volgend Hule LI

Maar hoe veel Jnbsp;«quot;mgmaal door lijden.-

^toeCpi: :::t:iisznog'ai3mead^

00k dlt ka° gebeuren. Want

Wat wordt

Lb er soms «w de Huwelijks-Belofte?

haar te verlaten, hi leeftnbsp;-

Lust voldaan; nu mijdt hii b ^ 0quot;beta«e*d™ tranen , die W J^T'' T ^nbsp;-

-rdt onverschdlig 0,«1T ' quot; ^ ' 4* misschien ,JtZ quot; \ ' ^ ^ ~ -orden • hnbsp;' C°r ^nbsp;kan vo.trok-

te 'chande U^nnbsp;'nbsp;^ ' dat

W. W ' f ' en aan We,kenbsp;On

aangedaan , niet kan vergoeden.

-ocr page 34-

En hoe ongelukkig is dan zuil eem Verlatene

Zij heeft hare Eer ert Goeden Naam verloren — daar dwaalt zij nu om met haar ongelukkig Kind —• hare Ouders willen haar misschien niet weer' aannemen in hun Huis , of, zoo ze dit al doen , zij doen het met tegenzin en verdriet — hare Broeders en Zusters zien liaar met verachting aan , omdat zij ook hun schande hij de Wereld heeft aangedaan — meermalen moet zij het bitter verwijt van hare Misdaad hoorcn. En had zij nu nog hope , om eens tot een gewcnsclit Huwelijk te komen ! maar welk een braaf Jongman zal zulk eene tot Echtgenoote voor zich kiezen ! zij moet, of altijd ongehuwd blijven en eenzaam omzwerven , of zich getroosten eenen Man te nemen , die geene brave Vrouw voor zich vinden kan.

En wat word 'er van die ongelullige Kindertjes, die in Onecht gfloren zijn?

Zij kennen hunnen Vader niet , en kunnen 'er ook nimmer naar verlangen , om hem te leeren kennen. — Zij hebben geenen behoorlijken , geenen echten Vu-der. _ Zij missen, van de Geboorte af, de Vaderlijke hulp , verzorging en besturing. — De ongelukkige Moeder moet alleen met die arme Schepsels voortsukkelen ; zij heeft haar Kind lief, maar kan aan hetzelve niet geven, niet doen, wat zij zoo gaarne wilde, zij moet soms zien en hooren , dat het wordt veracht en gescholden om hare Zonde, en als het grooter worde, moet zij zich schamen voor haar cigcu Kind ,

'.lt

-ocr page 35-

want zij zelve heeft hét gebrandmerkt. Is liet bijna mogelijk , dat zulke Kinderen immer Liefde en Eerbied hebben voor hunne Moeder. die hun eene schandelijke Geboorte heef* gegeven , en de oorzaak is T dat zij zich levenslang hunner Ouderen en afkomst schamen moeten ?

Zoo veroorzaakt de Ontucht der Jeüqd, ja soms ééne enlcele mis tap, wel eens verdriet voor het geheele Leven.

Ja f voor het. geheele Leven , want al ware het ook , afgedwaald Mensch! dat gij tot waar berouw kwaamt over uwe Zonde voor God — als ware het ook , dat gij bij Hem vergeving zocht en vond om Jezus wil — dit kan evenwel alle die 'bittere gevolgen , die zoo natuurlijk nit uwe Ontucht voortvloeijen , niet wegnemen — gij heht daarmede uwen Goeden Naam bij uwe Medemenschen niet terug - nw Kind is daarom geen ochf Kind geworden. Neen f uwe Zonde blijft een Angel , die u steekt , zoo dikwijls gij 'er aan denkt, en het in onecht geboren Kind staat telkens voor u , om u quot;w misdrijf te erinneren — Mogt dan dit alles die-11011, om UI. Jonge Menschen! te waarschuwen voor 6ene '00 groote en verderfelijke Zonde! Misschien quot;k g6 ' k°mtnbsp;verzoeking — meent niet —

Z''' m,j wel hoeden; want dat kunt ge niet doen wdijn God u niet bewaart — indien Hij u niet het verderfelijke der Zonde op het harte drukt — die meent te Ktaan , zie toe , dat hij niet t-alle !

Ook

-ocr page 36-

•Ooi Bloedschande is cijschuwelijhe Ontucht'4

Het is Btöedschande , als naaibestaande Bloedver-Vanten mét elkander Ontucht drijven ; als Ouders en Kinderen, Schoonouders en Schoonkindereu , Broeders Cn Zusters , halve broeders en Zusters met elkander Omgaan en leven , zoo als alleen aan wettige Eclitge-nooten vrij staat. — Van de bepalingen, die de Goddelijke Wet bier omtrent voor Iaraël maakte, en die grootendeels ook in onze Burgerlijke Maotschappij zijn overgenomen , zal ik niet spreken; het zij ons genoeg , dat Mosee zulke Huwelijken, af laat mij liever zeggen, ïulk eene zamenwoning en Gemeenschap met onze naaste Bloedverwanten telde onder de Gruwelen der Kanaanieten , en dat flie Bloedschande tusschen Ouders en Kinderen, Broeders en Zustejs onder Israël met den Dood gestraft moesten worden , zie Lev. XVIII- 24 enz. Lev. XX: 22—24.

En waarlijk dit is r.ict vreemd. Immers , daar cen Ontuchtig leven , (gelijk v.e hoorden) zulke verderfelijke gevolgen heeft , zoo slecht en gevaarlijk is , hoe Veel erger wordt dit dan, als Naastbestaanden , die door Bloedverwantschap eene dubbele verpligting heb-ten, om elkander hut leven aangenaam en nuttig te maken, laag , en vuil , en boos genoeg zijn om den een den ander door Ontuchtige verkeering te ontreinigen cn in allerlei verderf te storten ? Hoe aSschuwelijk , als de Vader zijne Dochter , de Broeder zijne Zuster

-ocr page 37-

Verleidt tol dierlijke Wellust ? «Is zij , die beschermers der Kuischheid moesten zijn , hare Verdervers worden, °m ZIch quot;lven el» hunne naaste en teederate betrek-nSen te schande té maken!

En hier kan geen Huwelijk die seliande bedekken of üitwisschen — neen ! zoodanige Huwelijken telt dé H. Schrift onder de Gruwelen der Heidenen • i Kor. V-1-5. Zoodanige Huwelijken verbiedt en Terfoeit dc Heilige God, omdat ze eene wijde Deur voor allerlei Ontucht openen, en dezelve voeden en. wettigen zou. den. Verbeeldt U, wat 'er wel zou worden van Huisgezinnen en Familiën, en daardoor van de geheele Maatschappij , indien zoodanige Huwelijken geoorloofd ^ren! Vader en Dochter, Moeder en Zoon, Broeder en Zuster wonen jaren lang iu gemeenzamen om. jang met elkander ouder ée'n Dak. Zij zien elkandel, h.) allerlei gelegenheden, gekleed en ongekleed - zij deelen zamen in menige vréugd en droefenis. - Denkt

ge nu met) dat , bij ^ ^ ^ ^^ gt; ^

dierljjkt, aan zinnen en l„sten overgegeven Mensch-dom, onder deze Bloedverwanten ett Huisgenooten al-lerlei onreine Lust, Ontucht en Hoererij zou plaats Jhben, indien er bij hen, gelijk bij anderen, het VreZIgt °p eene Huwelijksverbindtenis zijn konde ? ik den S CIlnsten Huisgezinnen zouden Hoerhuizen wor-eerste^ ' 7quot;° ™ quot;quot; ^nbsp;ontwikkelende Jeugd da

youde dllf' t0t ,1Ct andere GesIacht gevoeld werd, en Broeders en Zusters naanwelijks in kuisclie Broederlijke en 7

zusterlijke genegenheid kunnen blijven za-eni Waar, hier is geene Huwolijksyerbindteni3

C

n.o •

-ocr page 38-

mogelijk; Goddelijke en Menschelijke Wetten zouden dit Goddeloosheid noemen; de Wereldlijke Overheid zou het niet dulden in de Maatschappij; en zoo blijft nu Kuischheid en Zedigheid bewaard onder.de naaste Bloedverwanten , Door de van Jongs af inwortelende gedachte —wij zijn Broeders en Zusters , en kunnen nooit in eeue andere betrekking tot elkander komen — wordt iedere onkuische begeerte tot elkander voorgekomen, of, zoo ze eens oprees , ras en gemakkelijk verbannen, ja ! deze gedachte wordt nu door den tijd als een Instinkt onzer Natuur , en heeft ongemerkt zoo veel invloed ter bevordering van eene zedige zamenwoning en verkeering tussclien Bloedverwanten, dat er doorgaans bij hen , veeleer tegenzin , dan eene neiging tot vlec-schelijke lusten nu plaatshebben. Hoe zeldzaam hoort men nu van Ontucht tusschen Bloedverwanten. Maar, wat zou het integendeel zijn , indien ook tot zoo* ver , en tusschen Ouders en Kinders , tusschen Broeders en Zusters die Zonde doorbrak ? O ! het is niet te berekenen , wat schande en jammer , wat zonde en ellende , hoe groote natuurlijke en zedelijke verbastering van het Menschelijk Geslacht daaruit zoude voortkomen. De zoo natuurlijke en heilzame betrekking tusschen Ouders en Kinderen zou daardoor ellendig worden verlamd — eene menigte Jonge Menschen zou verdorven zijn , nog eer zij volwassen waren — zeldzaam zou men zedige kuische Jonge Dochters vinden — door eene dagelijksche gezellige verkeering met hare Broeders , als r.u t Jongelingen , aan welke zij door den naauwen Huwelijksbaud konden verbónden worden , zou

-ocr page 39-

ongemerkt, ook hij de beste , de schaamte worden verdoofd ; bet Land Zou voi oneerbare Meisjes , vol Koeien worden, en, waar de Vrouwen schaamteloos en on-^ tuchtig Zijn ( Wat zal daar van jiet Mannelijk Geslacht worden ? £„ wat }ie(,ft mcn dan te waclitén van de Opvoeding der Kinderen uit zulke Huwelijken ? Wat ^ordt ervan liet Huwelijksleven tusschen zulke schaam-telooze Menschen ? _ Ziétnbsp;niM ^ ^ dd

eene Zöndq de andere zou naar zich slepen , tot ver derf van eene geheele Maatschappij ? Ziet ge niet', hoe wijs en liefderijk deze Goddelijke en Menschelijke verordening is, die allen Minnenhandel, alie Huwelijks-Verbindtenis tusschen Bloedverwanten gruwelijk noemt en verbiedt? De Geschiedenis van woeste Vol-*en , die zich zelven ook door deze soort van schandelijke Ontucht verteren, kan hier ten bewijze strekken en een ieder, die eenigea onreinen lust van dien aardin zïch voelt opkomen, zie toe, dat hij geene Pest worde van zijn eigen Bloed, en een Gruwel in het oog van God !

En nu heb ik nog niet alle Ontucht genoemd, Weert! naartoe behoeven niet altijd twee Personen Van hei-

hjn 1.nbsp;ht zamen te kombn ; men kan ook alleen-*

grTwnbsp;^ eeU Persoon van zVn quot;gen Geslacht

. ,WC ' affirijsclijke , onnatuurlijke Ontuchtigheden

quot;edrijyen __ Zqq

Cj

-ocr page 40-

De Zelfbevlekking, ooh schrikkelijke Lig-chaam en Ziel verdervende Ontucht.

Maar , ik schroom daarvan te spreien , en evenwel mag ik er niet van zwijgen , daar deze Zonde bij zoo vele jonge Menschen plaats heeft en zoo velen verderft.— Deze Onreinheid heeft, hoven alle reeds opgenoemde Ontucht, nog die schrikkelijke eigenschap, dat zij eene Onnatuurlijke Zonde is, dat is te zeggen, eene Zonde, waartoe men zijn Ligchaam, tegen deszelfs natuurlijken aanleg, met geweld en inspanning van krachten dwingen moet. En dit is reeds genoeg om het schandelijke, het fiadeelige, liet hooze van zulk een wanbedrijf te doen gevoelen. Of zoudt gij meenen , ongelukkig Slaaf uwer Driften ! dat het hetzelfde is, of men de Buitensporigheden zijner onkuische Lusten op eene Natuurlijke wijze met een Persoon van het andere Geslacht, of zoo Onnatuurlijk bedrijft? daii bedriegt Gij U zeer. De onnatuurlijke Zelfbevlekking, bij Mannen en Vrouwen, sleept in tiendubbele mate met zich alle die Ligchaams-Kwaleir en Uitteering, welke altijd in eene of meerdere mate gevolgen zijn van een ontuchtig leven — het onnatuurlijke dier prikkeling verzwakt en verlamt de Zenuwen , en krenkt daardoor ons geheerle gestel._Zulke Menschen verwelken als eene Bloem , die men v:gt;n haren Steel, waarop zij blceiien en tieren moest, heeft

af

-ocr page 41-

geplukt —alle vuur, leven en ■werkzaamheid wordt Uitgedoofd —meo tan ])et zien aan hunne flaauwe ingevallen Oogen, aan hun dood bleek Gelaat, aan hunnen tragen wankelenden Gang, aan hunne bevende Handen, aan hun pjgnelqk en ziekelijk Gestel , van WCLt z°nde zij het Slagtofier zgn geworden —En hoe 13 het in het binnenste van dien Mensch ? O! het smartelijk gevoel , dat hij in zijn loom, zwak, ziekelijk , uitgemergeld Ligchaam omzaagt , en dat hem overal vergezelt, verwijt hem, hoe hij zelf de verschrikkelijke oorzaak is van zijne ellende , en dit doorjaagt zijne Ziel; hg heeft verdriet in zijn leven, en sleept in jammerlgk naberouw zijn lastig Ligchaam v°ort, tot dat hij in eenen ontijdige dood zijn rampzalig einde vindt —O! hoe verschrikkelgk wreekt zich de Natuur, als men haar zoo moedwillig en geweldig verkracht! of Iaat mij liever zeggen-hoe ver-schnkkelzjk straft een heilig en regtvaardig God hier reeds den Zondaar, die stout en boos genoeg is, «m de weldadige inrigtingen en bedoelingen van zijnen chepper in de formering van zijn Ligchaam omver e werpen en met de voet te trappen 1 Komt dan dit Boekje in handen van een dier On-U 8en. die in de strikken van deze zonde ee-

raakt is „r j •nbsp;B

Waar V gt gerakeil' ik b'dde U' lees deze 1)31 scquot;Uwing nog eenmaal. O ! al ware 'er geen God

Eeuwigheid, bedenk om uw Tijdelijk wel-0 en ^eluk, wat gij doet; wroet niet langer in C 3nbsp;UVy

-ocr page 42-

uw eigen Ingewand, val voor God neder en belijd voor Hem met schaamte uwe schandelijke Onreinheid, bid Hem , dat hij die kluisters der Zonde verbreke , die u als eenen gebondenen Slaaf wegslepen naar uw tijdelijk en eeuwig verderf.

Misschien denken sommigen: ik zie echter niet vele zulke ongelukkige uitgeteerde Jonge Menschen; deze Zonde is zeldzaam, ën behoeft zulke scherpe waarschuwingen niet.— Ik wenschte , dat Gijl. gelijk hadt; maar die Zonde is niet zoo zeldzaam , als gij wel denkt, en waardoor is het, dat dezelve zich niet in alle hare verschrikkelijke gevolgen nog meer openbaart ? Juist daardoor, dat die gevolgen zich zoo verschrikkelijk laten gevoelen; en dit gevoel brengt menig een nog terug van die Zonde , eer dat hij geheel verdorven en verloren is , «— Maar zoudt gij , die hier schuldig staat, daarin nog voortgaan , cn het uiterste wagen ? Wilt ge nog langer ü ln het ingewand steken , als maar die steken U den Dood niet aandoen ? Rampzalige Dwaas! Gij wondt toch U zeiven, Gij verteert U zeiven , gij ontsteelt U uwe Levenskracht , uwen bloei, en kunt nimmer die Gezondheid, die Stevigheid , die Werkzaamheid en dat gebruik van uwe Ligchaam en Zielvermogens hebben, in uwe volgende Levensjaren , zoo als gij anderzins , indien gij uwe beste Levenssappen niet verspild hadt, zoud' gehad hebben. — Nog eens dan, bid ik D, liev^ Mensch ! edel Schepsel van God! houd op U beneden

(to

-ocr page 43-

da Bersten te verlagen, houd op God te tergen, houd op ü zeiven te verderven.

aar 'k noemde straks nog eene andere Onnatuur-

l9ke Zonde.

Ooh Mannen hunnen met Mannen, en Vrouwen met Vrouwen schande-lijhheid bedrijven.

Dit is eene tweede Onnatuurlijkheid, een bedrijf zoo Onrein zoo Onnatuurlijk, dat het ook onder de Beesten niet bekend is - eene Zonde , zoo afschu-Welijk, zoo verwoestend voor het Menschelijke Lig-aatn' 200 verderfelijk voor de Maatschappij en zoo ondragelijk in het oog van God. Het was deze Zonde onder andere, «Jiein Sodom zoo onbeschaamd heersch-te m dat Sodom , hetwelk om zijne Gruwelen met

le end Tnbsp;^ Vuu' * *» Hemel

llat,nbsp;„ ' Uat dlt Boekje zou komen ir.

handen van zulk een vergelijk Mensch, die dit

h°ppunt van schandelijke Onreinheid zou beklommen

ZeuT' °m VaU ^ Deer geSt°rt 16 W01'den in het

lerciT- VUUr' dat de'1 Daivel «»'£gt;«« Engelen

En

daartegen 6 *** nu alle 0lUucht opgenoemd, én dene H .,KRWaarschuivd hebben ? — Ja de onderschei-quot;ofdsoorien dier Zonde heb ik u zoeken te

c 4nbsp;braud-

-ocr page 44-

brandmerken, opdat me» er van wegvlugte; maar alle Ontuchtigheden, die wij met gedachten, woorden, daden begaan kunnen, en die duizendmaal begaan worden , kan en mag en durf ik niet noemen, ff at 'er al in het Huwelijk geschiedt en wat er al door Wellustelingen verzonnen wordt, om hun onkuische Vleesch te kittelen, is schandelijk te zeggen. Ik mag en moet 'er dus hier een einde van maken.

Alle Ontuchtigheid, hoe genoemd, | is schandelijk y gevaarlijk, verderfelijk en moet gemijd worden.

Meent toch niel, dat gij onschuldig zijt, als ge u vrij kent van alle die opgenoemde uitspattingen van natuurlijke en onnatuurlijke Onreinheid-?—en hoe weinigen zullen zich hier in alles kunnen ontschuldigen ? —• Klaar 'er is nog zoo vele en velerlei Ontucht buiten dien , welke , schoon niet zoo openbaar , zoo niet met eenen bijzonderen naam te noemen , echter zeer schandelijk, laag en verderfelijk is voor Ligchaam en Geest. Ik noemde reeds in den beginne het een en ander hiervan op, bij voorbeeld, Ontuchtige Verbeeldingen, dartele Gesprekken , dubbelzinnige Uitdrukkingen , het zingen van Onkuische Liederen, onletamende Aanrakingen , zedelooze Ontblooting van het Ligchaam, ivulpsche Houding, ij de le Dansen , lonkende Oogen. En hierbij kon nog al meer gevoegd worden, dat,

zoo

-ocr page 45-

zoowel^, als luiten het Huwelijk, 200 wel tusschen Echte Lieden, als tusschen Ongehuwden kan plaats hebben, maar niet met name mag of kan genoemd worden.

En -vraagt ge nu, hoe zal ik dan weten, wat on-kuisch en onbetainende is ? ik antwoorde : Vraag dit, met aan mij, maar aan Uw Geweten, aap uw eigen Gevoel, en, indien dit nog niet geheel aan de On-reinheid is gewoon geworden, zal het u zeggen-al wat strijdt tegen de Eerbaarheid, legende natuur!

Iqk aangeborene schaamte-alles, waarover gij,

»n bedaarde oogenbhkken, ais de driften en lusten awqgen.u bij u zelven schaamt - alles, wat den redelijken geest verdierlijkt, de gedachten en zinnen verstrooit en onvatbaar maakt voor ernstige gedachten-d.t alles is kwaad, onrein, laag , scharjdeJljk d;t

betaamt met, dit onteert, benadeelt den Mensch Of is dat nu nog niet duidelijk genoeg bepaald? Denk dan, dat dat alles, waaromtrent wij , bij een stil e« bedaard nadenken, twijfelen, of het. wel kuisch, wei rem, cn voegzaam zij, «1, onrein .en onbeta.nend van

ons moet verworpen worden-En welk Mensch is 'er

^n hier zonde,- Zonde! - 0f zou men dit zoo naauw

nlnnbsp;temen ? Jawel, het heilig Euangelie

Gee, Z0° MaUW' ^^ Eph' IV' 29 Iioofdst: V. 3, 4, lieiT VUile 'ede'1 §(l UU UWËn Mond' Oneerbaar

equot; °f zot geklap of gekkerj, welke niet betamen. — iaa[ ónder u niet . genoem({ wor(je,u

h wq dit zoo naauw niet nemen willen , dan zijn wij

rnbsp;daar-

-ocr page 46-

daardoor reeds heimelijk vrienden en verdedigers van da Zonde. Of moet dan niet dat alles van ons worden verfoeid, wat onze Ziel besmet, haar van God aftrekt, en ons den lust, den smaak en de vrijmoedigheid heneemt, om hartelijk tot Hem te bidden? Keen! wij willen ons niet verschoonen , maar allen met David b'dden Ps. XXV: 7. Gedenk niet der Zonde mijner Jonkheid, gedenk niet der Zonde van mijne volgende Jaren, der Zonde, die ik, ook in den Echten staat, begaan heb !

Er is dan ook geene Zonde, waartegen wij zoo dikwijls en zoo nadrukkelijk in de Heilige Schriften gewaarschuwd worderi.

De menigte van Wetten , oudstijds aan Israël gegeven , niet alleen om de grove uitspattingen der Ontucht te keer te gaan, maar ook om de kuische ingetogenheid, de zedige Schaamte te bewaren, en te vermeerderen , zijn reeds een bewijs, hoe zeer de heilige God onder zijn Volk de Reinheid bevorderen, ien zelfs de eerste beginselen van alle Onkuischheid te keer gaan wilde. — Maar nog veel duidelijker blijkt dit uit het Nieuwe Testament, niet alleen uit de veelvuldige Vermaningen, die ons waarschuwen tegen de vleeschelijke begeerlijkheden, en ons in tegendeeropwekken tot Matigheid, b, v. Tit. II: 11,

-ocr page 47-

12. i Joan, II: n_j7. , Tetr- 4: ï— 3. maar oofc ut zoo vele andere Waarschuwingen , waarin de Zon-le der Ontuchtigheid met name genoemd worden. J®! 'er is niet éiine Zonde, waartegen het Nieuwe Testament ons zoo dikwijls waarschuwt- En geen Wonder , daar er geene Zonde is, die ons geweldiger en geduriger aanvalt, spoediger verstrikt en wegsleept, dan deze Zonde. Van hier komt het, dat overal « waar onderscheidene Zonden worden opgeteld , de Zonden der Orikuischheid pok altijd genoemd, en zelfs op de

eerste plaats gesteld wordt. En , neem uw N. Testament eens in de hand, en lees langzaam en aandachtig Mare. VII: ai. Rom. XIII: l3, i4. i Kor. VI: 10. Gal. V: Ig. Eph. V= 3, 4, 4. Kol. 111=5,6. 1 Thes. IV: 3, 4, 5. — O! l,oe gevaarlijk , hoe verderfelijk, hoe Goddeloos moet de Zonde van Ontucht zijn, waartegen Paulus in alle zijne Brieven aan de Christelijke Gemeenten zoo dikwijls en zoo nadrukkelijk waarschuwt!

De Ontuchtige Lidmaten moeten dan ooi van de Gemeente afgescheiden worden.

ï'aulus zegt, 1 Kor. V: 11. dat, wanneer iemand een -Broeder, dat is een Lidmaat der Gemeente, genoemd wierd, en hij was een Hoereerder , men zich met 200 iemand niet mogt vermengen, dat is, zich 'liet met hem gemeen maken , geene vriendschap met

hein

-ocr page 48-

lieiB houden; ja dat men ook met zoodanig een niet mogt eten , dat is, dat men zulk eenen niet tot zijne tafel en verkeering moest toelaten, en vers i3. jsegt hij van eenen bekenden Ontuchtigen onder hen: doet gij dezen Boozen uit Vlieden weg. — Zoo wil liij , dat dezulken reeds hier als Onreinen, die anderen besmetten, zullen geschuwd en als zulken, die geen deel aan Christus hebben, uit zijne Gemeente weggedaan zullen worden. —• De eerste Christenen waren dan ook zeer streng in de uitoefening van deze Tucht, en de zoodanigen , die berouw beleden en betoonden, werden niet, dan van trap tot trap, en na lange beproeving, tot de Gemeente weder aangenomen. Welk een onderscheid tussehen den toen-maligen en den tegenwoordigen Tijd, daar bij vele Lidmaten allerlei Ontucht zelfs een spel en gewoonte is geworden! — Maar, wat zal het zijn, als zij eenmaal van den Heere Jesus Christus zeiven zullen afgescheiden en voor eeuwig uit zijne onbevlekte Ge-pieente zullen uitgeworpen worden ?

JDe Echtbrekers, de Hoereerders, de trou-fvelooze Verleiders der iuische Onschuld, allen, die Onreinigheid bedrijven,hebben geen deel aan de Hemelsche Zaligheid.

Neen! voorzeker niet — behalve al het Onheil en

den

-ocr page 49-

den Jammer, die zij hier ?irh zeiven en aöderén ver-o^rzaken, sluiten zij nog zich zeiven buiten den

~oquot;d'' ^ leV6n' geliik de I1eiJeoen ' niet aI]cen

er God, maar ook zoWe/- , ja! zij zijn veel verdoemelijker en ellendiger dan deze, zij hebben eene schrikkelijke verwachting, dat hun deel zal zgn b, de rampzaligen i„ het eeuwig verderf. Paulus zegt i Kor. VI= . dwaaltnbsp;.

en vleit Ü zeiven niet, noch Hoereerders, Zch Overspeler*, noch Ontuchtige», nock dte ^

nen liggen zullen het Koningnj, Gods beërven. Hetzelfde leest gij nadrukkelijk Gal. yf Iq_21. e

V: 5( 6. ]aat de Apos(elwnog J

at * niemand kleide ydole woorden _ dat niemand u wijs make , dat deze s,raf n;e£ zoo er„ en zwaar zgn zoude -nbsp;0/„ ^ lt;unbsp;»

de toom van God over de K;,„? ƒ

- , . .nbsp;r de Kmderen der Onge

hoorzaamheid, Zie ook Hebr. Xill- 4 Ppt

2 Petr. II: g, jo. God weet dj0 'rel ^

*e bewaren tot den »ag des Oordeels ^JJl/t

/e worde»'nbsp;uumw de genen L

het .,/ / ■nbsp;.nbsp;genen, die naar

lt; vleesch ,n onreine begeerden wandelen. 8 ook /S ^ ^quot;ann5s zeS'» Openb. XXI.

Jpj 7™ H°e,'eerderS' dat llunnbsp;^ in den

waars'ch 'hlar ^^ VM VaUr ennbsp;Zoo

zoo tla,lquot;WCquot; a31S lt;1C ApoSle3en uns 200 eenstemmig, a rukkelijk voor die verschrikkelijke Straf, wel.

m ciQ V • i •»

eeuwigheid over dc Ontuchtigen komen

zal.

-ocr page 50-

zal. O! hoe betiaauwende zal die geduchte Oordeelsdag zijn voor velen , als dan ook die Zonden » welke zij hier in het geheim en in de donkerheid ple«gden, in het licht zullen komen —- als dan ook zulken, die hier voor zedig en deugdzaam, ja misschien wel voor vroom gehouden werden, zullen openbaar worden ab Ontuchtigen, en hun deel en 6traf vinden bij alle Goddelooze Menschen 1 — Daar zal geene voldoening van vleeschelijke Lusten meer zijn. Neen ! daar in tegendeel zal benaauwdheid en droefenis, en schande, en wroeging Ziel en Ligquot; chaam doorknagen — daar zal de dartele Wellus telling zijne onreine driften jnet eindelooze Pijnen boe1-ten moeten.

Wat denkt Gij, mijne lieve Medëmetschen! moesten wij om al dat gevaar, om alle die schande, om al dat bederf en jammer, in Ligchaam en Ziel, voor dit en het Eeuwige leven, niet beven voor alle Ontucht ?

Ècfi

-ocr page 51-

Een Kuisch Mensch daarentegen is zod beminnelijk , zoo aangenaam, zoo eerwaardig, zoo edel, zoo Gode behagelijk, zoo gelukkig.

S,laat uw oog eeos yoor eenige oogenblikken op hem, Een Kuisch Mensch is zoo iemand, die zich reinigt fan. alle besmetting des vleescLs en des geestes , 2 Kor. VI. i. die zyn Vat, dat is zijn Ligoh,am, Weet te bezitten , te bewaren en te gebruiken in Heiligma king enEere. Hij is dus , niet alleen geen Echtbreker , geen Hoereerder, geen Ontuchtige, maar hij wil dit ook niet zijn van wege de laagheid en verfoeijelijkheid dier Zonden, van wege de voortreffelijkheid zijner Natuur , en de Heiligheid van God; hij wenschte wel , dat nimmer «enige onreine gedachten opkwamen in zijn binnenste; zoo ras hij dit bemerkt , heeft zijne ziel daar van een afkeer, en hij zoekt dezelve te kefer te gaan en te dooden; hij onthoudt zich van de vlee-sehelijke Begeerlijkheden, die strijdt voeren tegen de Ziel. i Petr. II. 11. Gij kunt het hem aanzien, als gij met hem omgaat. In zijn zedig gelaat, in zijn on-quot;chuldig oog , in zijne eerbare kleeding, houding en gesprekken openbaart zich altijd en overnl de kuische _Jquot;iheid van 2ijn hart.—Hoe gelukkig is zulk een tn^}^ ' ^ ' Z0° verderfelijk , schandelijk , laag , vuil eestachtig alle Ontucht is , even zoo heilzaam . j^eClendgt; rein, edel cn hemelsch is de Kuischheid. — 191 Ontuchtige zich laat jagen en voortzweepeu

doot

-ocr page 52-

dóör iijne Dierlij le Lusten, alle Smaalt en liefde voor God en zijnen Dienst uit zijne Ziel verbant, en dan den botte ongevoelige Beesten gelijk wordt, ziet gé in deri heminnaor der reine Kuischheid een gelieel anderen Menscli. Hij wordt niet geschokt door liét gewoel zijner Lusten , zijne aöndacht wordt niet van God afgetrokken door wellustigë verbeeldingen , maar zijne kuische Ziel staat open voor de Gemeenschap-Oefening inet Gód in Gebeden en Dankzeggingen — Zoude er wel eenige Menschelijke Ziel rustiger, kalmer lunneiizijri dan de reine Ziel van den kuischen Mensch ? bij hem Vöert de geeSt heerschappij over het vleesch , en houdt de lusten gevangen; dit kon soms wel strijd kosten , maar hoe kloekmoediger die strijd was, des te aangenamer en heerlijker is de overwinning; het nadenken van den Strik , die hem had kunneti vangen , van de Onreinheid, de Schande , de Schuld, de knaging van het Geweten, die hij zich zoude hebben verodrzaakt, als hij aan de verzoeking had toegegeven , maar waarvaii hij is bevrijd gebleven , geeft hém nu achterna eene veel grootere vreugde, een Veel zuiverder genoegen , dan de aangenaamste voldoening van vleesc^elijke lusten boit kan aanbrengen. — En hoe veredelt dc Kuischheid onze Menschelijke Natuur ! zij verheft dezelve even zoo zeer, als de Ontucht haar verlaagt De Kuischheid maakt ons hier reeds in de beginselen gelijk aan de Engelen en de Hemelingen — de Kuischheid maakt ons welgevallig in het Oog van den Heiligen God, vaji den vlekkeloos reinen en kuischen Jesus , die gezegd heeft Matth. V : 8 'Zalig zijn, de Reinen, dat is de Kuischen

van

è

-ocr page 53-

*gt;o» kart, want zij zullen God zien , zij zu lm dc Heer-ij kkeid Gods van nabij aanschouwen , Hem kennen , enin gemeenschap met Hem leven.

Ik heb dan nu , mijne lieve Menschen ! U de onder, scheidene Zonden der Ontucht voor de aandacht ge-Wgt-ik heb de Overspelers.de Hoereerders , de Verleiders der Onschuld, de onkuische Verloofden , de Onremen, die zelfs tot onnatnurlijken Wellust wegzinken , met name genoemd-ik heb U de schande, dc vuilheid , het gevaar , de goddeloosheid dier zonden, e» de velerlei ellenden en jammeren, die zij ons zeiven en anderen in ziel en ligchaam, voor tijd en eeuwigheid veroorzaken, onder het oog gebragt. _ En dit waren geene enkele redeneeringen ; neen , uit eene menigte bergingen van Godswoord heb ik het U aangetoond , en de Ondervinding zelve heeft het, rondom ons, zoo dikwijls en zoo aandoenel,jk bevéstigd.

En waartoe dit alles ? - Aileen om n tcgm dx schrikkelijke zonden te waarschuwen, U daarvoor te jhoeden, of daarvan terug te roepen. - Ik hope, dat a, g0ede Voorzienigheid dit Boekje brengen zal in han-dcn van vele Jonge Menschen , die tot hier toe voor verleiding dier zonden bewaard bleven , en dat Maa^h 6er Vaquot; dezelve 'er door versterkt zal worden.— die reedsVendien h®d°elde ik°ok vooral dieongelukkigèn, - m de Strikken van die zonde vervallen zijn ,

n gevaar ln

„.,nnbsp;00Pen meer en meer in dezelve werward te

quot;ten.nbsp;..

, S'! , beklagenswaardige menschen ! nog zoo

e Voor U zelyen, nog zoo veel gevoel van

ze-

-ocr page 54-

sedighehl en deugd, nog zooveel ernst hebt behouden, dat gij deze onderrigtingen en waarschuwingen bedaarde lijk hebt willen lezen , — als nw Geweten daardoor eenigzin s is,geraakt — als gij U gedrongen gevoelt om tc zeggen: XOO een ben ik— Ei! leest dan nu voort. Voor Vlieden schreef ik dan niet geheel te vergeefs. Gijzijt dan nog niet geheel verstokt in de zonden. Mij dunkt —ik zie U stilstaan op het rampzalig pad, dat gij bewandelt — ik zie U op dit oogenblik in beraad om terug te kee-

ren )_Ik hoor ü bij u zeiven zeggen : Och kon ik mij

losrukken.' — Lieve mensch! het is goed , ja het is goed gt; dat dit in uw hart is — alsikbijU was in uwe eenzaamheid_als ikU dos zag en hoorde—ik zou totU zeggen : —

kom laat ons nederknielen voor God op dit oogenblik , schuld belijden , om genade bidden , hulp , kracht, moed, opregtheid, volstandigheid vragen'; want waal-lijk, het zal niet gemakkelijk gaan. Neen ! het zal moeite , strijd , inspanning, ernst, welmeenenden ijver , hot zal dagelijksche waakzaamheid en gebeden kosten.—

Evenwel , hoe moeijelijk het ook zij, om van deze zonde los -te komen, hetisniet onmogelijk, ó Neen! — Gij kunt , gij zult er van los komen. God zelf zal 'er U van los maken , als het U opregt gemeend is.

'Er is goede raad', 'er zijn behoed- en hulpmiddelen tegen cle Ontucht.

Ik wil U de voornaamste aanwijzen. Mogelijk zijn dezelve alle niet even zeer op U toepasselijk, maar let ian het meest op diegene , welke gij voelt, datü vooral

-ocr page 55-

«1 aangaan; gce„ yan aUe we, , , 0 onbruikbaar y00r ü zijn.nbsp;S

Zoel meerdere en betere Kennis te ver-

Irijgen van God en zijnen Dienst. Ontuchtige menschen aij„ dikwijls Qot ^

weinige godsdienstige kennis en be™, Z

zijt gij , die dit leest, e'én yan tS^^

mensch, die „we Belijdenis nog niet deedt, „f ^

vergeten zijt die den Openbaren Godsdienst verzuim quot;

£ --^elzelden, of nooit, ind£handneemm;__

Mogelijk zijt gij zelfs hang voor uwen Bijbel , en beü

«« heimelijken afkeer van de Kerk .JL

dat ge daar uw vuilen zwarten n^ lleof' iTquot;

Zoudt» uw Geweten zou beginnend,

^t gij dus ontrust en eeUnderTTlnbsp;^ ' quot;

onbezorgd bedrijven va! dT z 'ndennbsp;quot; quot; ^

hebt —Of, zoo „ii „ ■nbsp;' gt;S'J ZO° lief

- beseffen uiTeneZTquot; ^^

lt;«. -dt gij; quot;:rjyoedinsbeht

°nder uwe ^^«nbsp;of begraven

Zorgeloozer daarin yoo e' ^tJl

ïlet eii n.Vt i •■nbsp;nonen Arme mensch!

dient d , ^ met 3116 UWC —ogensde Zonde

handel i ^nbsp;^ ^nbsp;om in die

jen der ynbsp;^ MijVen' t0t «5 onder deboei-

0m v ^nbsp;zult ? — Als het U dan ernst

dan van quot;quot; °ntuchtiSnbsp;verlost te worden, neem

Uat u qU Sf aan dagelijks uwen Bijbel in de hand _ onderwijzen—maak getrouw gebruik van den

D 2nbsp;Open-

-ocr page 56-

Openh«ren Godsdienst, dan zult gij leéren ,~wie God rs, de alwetende en alomtegenwoordige , voor wien gij nietsK hoe heimelijk het ook geschied zij , kunt bedekken— de heilige en regtvaardige , die wel langmo\sdig is, maar van groote kracht, en die de schuldigen geenzins onschuldig houdt. Nah. I •quot; 3. Dan zal IJ errinnerd worden die geduchte Oordeels-dag, wanneer gij en ik zullen verschijnen voor Gods gerigt, en iederenmensch zal vergolden worden naar zijne werken, i Kor. V. 10 — dan zult gij hooren van dat aandoenelijke lijden en aïamp;rven van den onbevlektenJesus , die, uit liefde voor on», onreine en rampzalige zondaren , onze zonden in zijn ligchaam droeg op het smartelijke en vervloekte Kruis , opdat wij zouden zien yÜoe schrikkelijk de Zonde is , en dat wij niet meer naaj/den wil en de lusten van ons onrein vleesch leven zouden. 1 Petr. IV. i — 3 , — dan zullen U errinnerd worden uwe Doop — uwe plegtige Belijdenis — die naam , dien gij , als Christen , draagt, dat gij den Heer Jesus Christus , die ons Zoo duur gekocht heeft, toebehoort, dat gij U zeiven in Belijdenis aan Hem hebt opgedragen, dat uw ligchaam een Tempel des Heiligen Geestes moet zijn , en dat gij die ligcliaamsleden , die aan Christus toehehooren , niet tot leden ecuer Hoere maken moogt. ï Kor. VI. i5 — 20;—■ dan zult gij ook onderrigt worden van de krachtdadige 1 hulp en invloed des Heiligen Geeites , om den diepgc- : zonken slaaf der zonde op te beuren, en hem regtc» moed, lust en ijver te geven , om te strijden enwaken tegen de zonden, en de bewegingen van onreine vleesch te dooden. Kom. VIII. 12 , i5.—J» '

in;

-ocr page 57-

in onzen dierbaren Bijbel, in dat heilige Woord ran God, daar vinden wij de ware , de beste, de krachtigste wal penen , om onzen biftersten vijand te bestrijden en te bedwingen. Het is wel waar, dat het enkel weten daartoe niet genoeg is; maar het is ook waar , dat die verregaande onkunde van alle deze zoo onbedriegelijke en allergewigtigste Waarheden een aantal menschen, zoa geheel zonder reden , zonder nadenken , zonder zelfs-beschuldiging laat leven naar hunne dierlijke zinnen en lusten , als of zij geene menschen , veel min Christen-menschen, maar beesten zelve waren. - Ontuchtig mensch! en uwe Doop , en uwe Christelijke Belijdenis , en uwe Bijhei is een tegengift, een behoedmiddel tegen uwe Onreine driften, en als gij dit middel verwerpt en blijft verwerpen, zult gij in uwe zonden quot;verteerd worden.

Denk echter niet, dat het genoeg is; ter kerke t. «aan, en in den Bijbel te Wn , om van de heerschappij dezer zonde verlost te worden; neen; wij moeten ons dan ^ook, zoo veel in ons is, hoeden van alles, wat Aanleiding tot Onkuischheid geven, van alles, wat ons

m geVaar kannbsp;, om die zonde te Led™.

Daarom.

D 5

JBW

-ocr page 58-

Hoed U van alles, wat Oneerbare Lusten kan gaande maken — van dartele Boe• ken en Prenten — van los èn ij del Gezelschap — van allen gevaarlijken Omgang.

Gij weet het bij ondervinding, hoe ligtelijk de onreine begeerlijkheden in ons gaande worden door liet— gene wij rondom ons zien, hooren , tasten. — Denk aan den Koning David —hij zag de schoone vrouw van Uria •zich badende , en zijne onkuische drift ontvlamde. O ! Iiad hij 'er zijn oog van afgewend , ware hij terstond weggegaan, maar hij doet het tegendeel, hij laat haar halen ; cn nu is de ongelukkire man gevangen , de zonde is hem meester, hij begaat oen kwaad, dat hem jaren lang zijn leven verbitterd , dat hem duizende bange tranen gekostheeft. 2 Sam, XI.— Waarlijk! zoo lang wij niet leeren onze oogen te bestieren en terug te houden , is het onmogelijk , om in eene wereld , zoo vol van verleidingen, kuisch te leven. Lees eens Wat Je-sus , die wijze liefderijke cn trouwe Leeraar en Vriend der menschen, ons zegt. Matth. Vi 28 — 5o. Ik zeg 1/, dat , zoo wie eene vrouw aanziet, om haar te begeeren, die heeft reeds overspel, onkuisehheid, in zijn hart met haar gedaan ; indien dan uw regter oag of uwe regter hand U ergeren, dat is, U hinderen, U tot zonde , tot onkuisehheid verlokken , trek ze uit, houw ze af, ontzeg U het gebruik van zulk eenscba-'dplijk en verderfelijk lid, ja gij moet het liever geheel

-ocr page 59-

missen, cn Wegdoen , dan dat gij daardoor tot zonde v erleid zoudt worden , want het is ff nut en beter , dat één uwer leden verga , en dat niet uw g.-heel lig-ehaam in de Hel geworpen worde. Of dunkt U die «i.sch al te streng ? maar hoe dikwijls laat een mensch zich eene kwade verrottende hand of voet afzetten , om met ééne hand , met ééne voet in het leven te blijven? en zouden wij voor het eeuwige 2alige leveii, indien dit noodig ware, dat oog, die hand , die ons aan de zonde en de verdoemenis zou brengen, niet missen willen ? Met dit alles, deze verminking van ons ligchaam vergt Jesus niet van ons, en wij zouden daarmede ook niet geholpen zijn; want het linker oog , en de linker hand. Zoude ons dan nog hetzelfde nadeel doen kunnen , eri al waren wij ook geheel blind cn lam , dan nog kan de zondo in onze ziel woelen; maar Jesu» drukt zich zoo sterk uit , om ons te doen gevoelen het lelijke en verderfelijke der onkuische lusten, om ons te leeren, hoe zeer oog en hand ons daartoe kunnen aanlokken, en niets , hetwelk ons tot ontucht of andere zonden verlokt , al ware het dan ook zoo lief als de kostelijkste leden van ons ligchaam , ons zoo lief moet zijn, dat wij hetzelve zouden willen hebben en behouden ten kost; Van de zaligheid onzer zielen.

En hierbij errinncr ik mij die menigte onkuische en dartele Boeken en Prenten , waarin menig jong mensch Z0° yeel behagen vindt, omdat ze zijne wellustige vergelding streelen, en een zoet voedsel geren aan zijne onreine driften. — Hebt gij zulke Prenten ? hebt gij ïlilke Boeken ? werp zq terstond op hst vuur 5 u« it D 4nbsp;le

-ocr page 60-

Ze rleugaa tot nietJ , lioe aangenaam ze 0' 00k zjjn; 'er is een doodelijk vergif in, verbrand ze , al hebt ge ze ook duur gekocht—zoo zult gij eene weldaad bewijzen aan U zeiven en aan anderen , wien ze soms tot Imn verderf in handen komen konden.

En behoef ik U wel te waarschuwen voor losse en dartele menschen ? voor menschen , bij welke geen de minste ernst of Godsdienst is , die spotten kunnen met deugd en ondeugd , die een behagen hebben in oneerbare gesprekken , die lagchen kunnen over de zonde ? Helaas! zoo is de eene mensch eene pest, een verleider , een ondier, een duivel voor den ander, gelijk Jonadah voor Amnon was. 3. Sam. XIII. Hoe menig Jongeling en jongedochter heeft door zulk gezelschap, in één uur, meer verloren, dan alle dieven hun ontstelen konden ? — Jonge lieden ! hoedt U voor zulke vordervers van uw ligchaam en ziel! zij zijn U een Duivel in Menschen gedaante.

Ik moet nog meer zeggen.— Alle geheime omgang met personen van da andere Kunne is gevaarlijk voor de Jeugd. Al is ook deze omgang in het eerst onschuldig , al heeft ze ook goede bedoelingen , het is gevaarlijk; wij zijn aan ons zeiven niet vertrouwd , en er ontstaat ligtelijk door den tijd eene vertrouwelijkheid en gemeenzaamheid , die niet rein is , die soms in groote zonden eindigt-—Die kuisch wil leven, moet ook voorzigtig leven , en zich onthouden van alle aanleiding ja van den schijn des kwaads.

Maar , weinig zal het ons baten de aanleidingen tot Ontucht te vermijden, wij znlleu daartoe zelfs geen

lust

-ocr page 61-

lust hebben , als wij niet te gelijk aan de zonde en ons haar voedsel en kracht benemen • daarom voeg ik 'er nog eeu derde hulp en behoedmiddel bij.

Zijt matig in het gebruik van spijs en drank — onthoudt U vooral van sterke dranken.

Ontuchtige menseben zijn meermalen ook onmatig menschen , vraten en dronkaards. _ En is dit dan ^

een regt beestachtig leven? Gelijk de beesten hun geslacht voortplanten, zoo als het hun lust, dus ook eten en drinken zij, wat hun lust, en zoo veel hun lust; maar de bedachtzame mensch eet en drinkt, wat hem nut is , en zoo veel hem nut is , doet hij dit niet, « een onmatige, dan misbruikt hij de goede SP1JS.' Gods liefde tot onze gezondheid en ver»e -egmg geeft, tot verderf van zie! en ligebaam , I„C ^ met anders, of de eene Zonde brengt ook hier de andere voort. ^nbsp; J,nbsp;*

Boven alle dmgen is het gebruik van ,terke dranZ C -^^kheid en deugd, a,s ^

heeldLnbsp;quot;quot; WOlden3 toegt; verwildert de ver-

vooral o 7nbsp;°öamp;ereSeIdenbsp;. en

vendien°°V °nkuische lusten 6™nde; zij bedwelmt bo-raensch 1CdcIijt verstand , en berooft daardoor den ten cn ^ vermogen cn de kracht, om zijnedrif-'sten te beteugelen. Tot welke onreinheden D 5nbsp;kan

-ocr page 62-

tan de dronkaard niet vervallen ? daarom voegt de Bijbel Ontuchtigheden , Begeerlijkheden , en Wijnzuiperijen, Brasseriën , en Drinker ij e n bij elkander , omdat de Wijnzuipers doorgaans ook ontuchtige menschen zijn. 1 Petr. IV: 3.— Gij, ongelukkige mensch! die hier schuldig staat, weet door uwe eigene ondervinding , dat ik de waarheid zeg.— En zult gij U dan niet laten waarschuwen , daar uw Geweten U al [meermalen heeft bestraft? Of wil gij voor één glas bedwelmenden drank. uwe gezondheid , uwe redelijkheid , uwe deugdzaamheid, uwe zaligheid in gevaar brengen ?

En al zijn wij geene dronkaards, geene onmatige liefhebbers van den wijn, dat is nog niet genoeg — ie» der , die zijne onreine driften wil beteugelen — ieder , die zoekt kuisch te leven , moet in' het gejiruik van allerlei spijs en drank dagelijks voorzigtig en matig zijn-hij moet zich onthouden van alle verhittende dingen, en zich doorgaans aan eene matige levenswijze gbwennen. Wij moeten in onze spijs en drank niet zoo zeer op onzen zin en smaak gezet zijn , maar liever ons somtijds het een en ander , dat wij begeeren, al is het ook onschadelijk , gewillig ontzeggen. De Bijbel spreekt meermalen van vasten , als eent nuttige oefening Voor ons, al te zinnelijke menschen, en schoon dit vasten ons nergens als een volstrekte pligt is opgelegd, wordt bet ons meermalen door het voorbeeld van de voortreffelijkste menschen, javandenHeer Jesus christus zeiven aangeprezen — niet als of het op zich zelve eequot; jrijge waardij en verdienstelijkheid had, dat men zijquot; ligchaam plaagt en zich onthoudt, van spijs en drank »

die

-ocr page 63-

di. God ten onzen nutte geschapen heeft; maar omdat het goed is , dat wij ons vleesch en deszelfs begeerlijkheden kruisigen , dat wij onzen zin te keer gaan , ons ligchaam leren bedwingen cn van den bnik onzen God met maken, en dat hij , die zijnen lust in spijs en drank weet te keer te gaan, ook te gemakkelijker andere ongeregelde lusten zal weten te bedwingen-Hoe zeldzaam wordt er aan deze matiging, aan deze soberheid en ingetogenheid in spijs en drank gedacht, vooral ook onder jonge menschen! daarom is het dan ook met vreemd, dat hunne ligdhamen en zielen door a'. Jerlei ontuchtige gedachten , bewegingen en bedrijven ontreimgd worden.nbsp;1

Maar hoe moeijelijkis het-dus zultgij wel denken-on ZOO matig en sober te leven 1-dat is zoo -maar het is nog duizendmaal moeijelijker, om zijne onmat.g-ncid en ontucht in bet he]^ln„ .

den -Fnhnbsp;. elSche vuur geworpen te wor

den - En hoe moegelijk het ook zij , bet is echter

met onmogelijk; al doende zal me« hier ook Wn

ja , men kan zich door den tijd aan eene matige ^

vensw.zezoo zeer gewennen, dat men in eenen een.

- digen en soms scheren maaltijd meer smaak en ge-

«gen vindt dan m een overvloed van lekkernijen. -

«^«enschen! hoort dan ook hier, niet enkel den

v„„ CJr'r Vriend' maar de les vau eenen AsteI

Roin- XlIJ !lUS ' Ja de vermanins van' God zeiven. ■quot;quot;indelen . ' 10 ' l4' Laat °nS ah in den daS 'quot;-lijk in Slaa' 'Uet in brasseryen en dronlcenschappen ,niat P quot;nieren en ontuchtigheden, maar doet aan.

den

-ocr page 64-

den Heer Jesus Christus , en verzorgt het vleesch niet

tot begeerlijkheden.

Ik moet er nog een vierde hulp , en behoedmiddel tegen de Ontucht bijvoegen.

Gewen V aan gedurigen Arbeid.

Een lui en gemakkelijk leven opent de deur voor allerlei Ontucht. De mensch is niet geschapen , om ledig'' maar om bezig te zijn; dat leert ons de geheele annleg van ons krachtige, vlugge, buigzame ligchaam, en de onophoudelijke werkzaamheid van onze ziel , die zelfs in den slaap niet stil is; wij moeten bezig zijn; hij derhalve, die niets goeds doet, moet kwaad doen; dan zoniet de mensch , die geschapen is voor een eeuwig zalig leven , en ieder kostelijk uur daaraan moest denken , daartoe zich moest voorbereiden, die mensch zoekt dan tijdverdrijf, helaas! tijdverdrijf!—Ongelukkige ! hebt gij waarlijk tijd te veel ? Gij die morgen misschien sterven moet ? Ja ! die luije, tot arbeid trage mensch, zoekt tijdverdrijf, zijne ziel weet geene wezenlijke gedachte te denken, zijne banden weten geen werk ; nu dwalen zijne oogen rond , nu zoekt hij ijdel gezelschap van menschen, zoo nietig en traag als hij zelf is , nu voert hij dartele gesprekken , nu leest hij E onkuische Boeken , nu zoekt hij de plaatsen der Verleiding , en zoo drinkt hij , uit Tijdverdrijf, het zoete maar doodelijke, Vergif in als Water, een Vergif, dat langzaam, maar zeker, Ziel en Ligchaam verteert. —

Ziet!

-ocr page 65-

-n'eent- en 7 ^ ,Znbsp;* ^«

«iJd r ierDearheiddaarente^^

waartoe God f' ^ ^ ^^

Wh n n^ heeftnbsp;^ geeft aa„ onze

inspanning — hij

tijd en de gelegenheid ora W ' WcI ^ den

veelvuldige booze gedaehten en lusten Iquot;quot;' ' zonden tegen Godnbsp;.. jnbsp;' °° veelvuldige

«ent aan David. Toen feinbsp;^ ^^ £

Üjk leven had vol innbsp;^ Jequot;sd ™lt;gt;i°-

Wh, 1 «nbsp;-nbsp;toen leefde

loj in de volgend? Z quot; ^ G°d ' toen

vloed woonde , toen ^ f; ™nbsp;* quot;en over_

van zijn huis wandelde quot; ennbsp;^ Phtte

« quot;Hjgshendea tegen ^ T ™ ^ ' ^

en in het open veld lagen quot;T*nbsp;,

«ril; zijne onreine dnften' 1 7 ^nbsp;de»

«en echtbreker, en le,« • T ga,nde' ],iinbsp;werd - Z ^ quot; -anden lang.

diiur heef h 1 1 ^^kkelijk levCn. O '

nettt h,j het betaald! _ W r „ . , ■ ■■ , rro.,f „ , . ..nbsp;gt; die Kuisch

«;ee : aw Zoodra -«»-Wijn l'evenbsp;geachte' bij ü opkomt,

U' ^lijk quot;CdelYnSc!l ! werp ze Oogenblzkkelijk van «w°'pen wi'e':e 001 ™gt; die U in den schoot «d, met schrik, en zonder eendogen-

blik

-ocr page 66-

.blik bedenkcns , v»n u werpen zoudt. OniVlügt de ledigheid , de eenzaamheid , de stilte — ga tot den arbeid , om U te ontdoen van den vijand , die U wel vriendelijk aanlacht, maar die op uwe ziel loert.

Intussthen is het eene gansch moeijelijke, en voor vele menschen, eene onmogelijke zaak , om buiten het Huwelijk bestendig kuisch en eerbaar te blijven. Daarom dan.

Zoele tijdig tot een eerlijk Huwelijk te komen.

Hét is niet voor één' gezond mensch volstrekte pligt, ; maar in tegendeel voor zeer velen zonde en eene bron van zonde , in den ongehmvden staat te blijven voortleven. Paulus zegt t Kor. VII : 2. Om der Hoererijen wil en om dezelve te . ontgaan , zal een ieder man zijne eigene vrouw hebben , en eene iedere vrouw zal haren eigenen man hebben. Zulke menschen derhalve , die buiten het Huwelijk verkiezen te blijven , moeten , of hunne natuur een onnatuurlijk geweld aandoen , o/in een ontuchtig leven de onreine voldoening van hunnefl natuurlijken aandrift vinden, welke men alleen doot' bet Huwelijk in eene kuische zamenleving zoeken mag-Kulke menschen beantwoorden dan ook niet aan hunne bestemming , want zij ontstelen aan de wereld en aatf de nakomelingschap die nuttige leden , welke zij doof een eerbaar en godsdienstig Huwelijk aan dezelve hadden kunnen cn moeten geven.

JE 11

-ocr page 67-

En ran soms die afteer van die heilige en aa„ gename verbintenis ? Zeker niet uit de beste beginselen. De dartele en losbandige dienaar zijner onreine lusten beschouwt in zijne dierlijkheid en verblinding het Huwelijk als een band , waardoor hij niet wil gebonden «ija , omdat dezelve hem in zijn oukuisch leven belemmeren zou; zijne gemakkelijkheid cn aardsgeaind-heid schuwt de zorgen en lasten , die hij vreest dat eene huwelijksverbindtenis op zijne schouderen 'zou den leggen; de luije lediglooper kan ook niet ,oo gereedelijk eene vrouw vinden , die aanvallig en tevens rijk genoeg is om , met haar, op zijn gemak en naar Jijnen Inst te leven, en daarom wil hij liever doen ge-'Jk de beesten, en onverbonden blijven.-Maar , mijn ongelukkige medemensch, die dus denkt en handelt, W laat zich niet bespotten - God laat zijne heilige en Weldadige Instellingen niet ongewroken vertrappen-Hij kent ons waar belang. Hij meent het in alles wet met ons , daarom ook heeft Hij het Huwelijk ingesteld-

en alsgy nu deze zijne goéde en heilzame instelling moedl v~dt'ea u d»»« zult ,let

eg of laat gewaar .worden , dat gij God zelven ver-tQt en zijne welwillendheid omtrent ü verworpen hebt ^ eigen verderf.

ken tijaidan ' d'C WenScllt kuisch te leven ' moet zoels niet' ^ t0t eCn Cerbaar Huw®Hik te komen ; en dit

diV „„ 'n°eiielijk voor een jong mensch , die zich ze-

o *-« braaf gt; Wat K0 i gedraagt, die zumig en naarstig is , die

b C' s en nuttigs geleerd heeft, —Diezelfde goede

God,

-ocr page 68-

God , die aan Adam zijne Eva , en aan Eva haren A« dam gaf, wil en zal ook UI , die dit van hem begeert en wacht , een Echtgenoot naar uwe begeerte beschikken.— En hoe veel aangenamer en zoeter is dat huiselijke Huwelijksleven , dan een ongebonden wandel in allerlei Ontucl t! —• In het Huwelijk alleen kan welgemeende en omerdeelde liefde en trouw wonen — daar geeft men zich zeiven geheel en al aan elkander over , om niet slechts als één vleesch , maar als één hart cn ééne ziel te zijn en te blijven, om niet enkel dierlijken lust naar het ligchaam , maar ook redelijk genot voor onzen geest van elkander te hebben — daar alleen deelt men eerst regt in elkanders vretlgd cn droefenis — daar leeft men zamen — daar woont men zanien—daar bidt en dankt men zamen—daar werkf men zamen in één belang, tot één doel, terwijl die teedere band al naau-■wer wordt toegehaald bij ieder Kind , waarmede men Zijne Echtverbindtenis gezegend zitt— daar herleeft men in deze zijne Kinderen, die niet gelijk liet ongelukkige schepsel in Ontucht geboren , tot onzej schande , maar tot onze vreugde zijn— Kinderen , die ons gelegenheid gev«n , om , door hunne Christelijke opvoeding , regt wat goeds te doen op aarde — Kinderen , die ons tot eene lieve dagelijksche liulpe worden bij volgende Jaren , een steun en troost van onzen Ouderdom — Kinderen , waarin wij nog ten zegen zijn, nog spreken en werken en nut doen, als ons gebeente reeds lange rust in het Graf—quot;Wie zal dan nog een Ontuchtig leven buiten het Huwelijk kiezen, daar onze wijze en goede Schepper ons zoo veel genoegen en

-ocr page 69-

ïegenjn eene kuisclie en deugdzame Echtverbindtem's heeft toebereid ?

Ziet daar vijf Hulp- en Behoedmiddelen tegen de Ontucht. Ik zal ze ü nog eens opnoemen; want ■Wij kunnen ze ons niet te dikwijls erinneren , niet diep genoeg in het harte prenten. — 1 Zoek meet-dc,'e eti hetere kennis te verkrijgen van God en zijnen Dienst — 3 Hoed U van alles, wat oneerbare Lusten kan gatinde maken — van dartele Boeken en Prenten — van los en ijdel gezelsb/iap — van allen gevaarleken Omgang. — 3. Wees matig in het gebruik van Spijs en Drank.—i. Gewen Vaan gedurigen Arbeid. — 5. Zoek tijdig tot een eerlijk Huwelijk te komen. — O! konde ik nu daarmede UI, die nog staat, wapenen en hoeden tegen deze vuile en verderfelijke Zonde, en UI, die 'er in gevallen zijt, daaruit oprigten! — Maar helaas! ik durf, ik mag het niet verzwijgen — wat zuUen alle de-e vermaningen en Waarschuwingen op zich zelve baten bij Menschen als wij, die de vleeschelijke Lusten 2oo lief hebben, die dezelve liever koesteren, dan dat wij die zouden bedwingen; die daardoor dikwijls zijn overrompeld, eer wij aan eene van deze vermaningen en opwekkingen denken? Ik zoude daarom bijr,a alle hope opgeven, als ik bij alle die opgenoemde en aangeprezene IIulp- en Behoedmiddelen n.et n0g een ander Middel konde en mogt hij-voegen.

E

De

-ocr page 70-

De vreeze Gods alleen is in staat, om de onreine Lusten in ons te onder te brengen en ons staande te houden in de Verzoekingen.

Ja! mijn zwakke en meer dan zwakke Broeder, die met mij uit één Yleesch geschapen zijt, en eenzelfde , verdorvene, al te zinnelijke, al te dierlijke Natuur omdraagt — wij zijn in ons zeiven niet bestand tegen deze verleiding; daartoe moet 'er eene hoogere kracht, een edeler geest in ons wonen; de Vreeze Gods moet in ons hart eene plaats hebben — dat is te zeggen — wij moeten bezield zijn met een teeder ontzag voor dien beminne-lijken, heiligen en heerlijken God, zoodat wij beschaamd zijn om tegen zijnen wil te handelen, en integendeel ons gedurig voelen aangespoord, om Ilein welgevallig te leven; de vreeze des Heeren is een Springader des Levens, OTïi af te wijken van de strikken des doods. Spr. XIV: 27. — Ja! dat is zoo; want alleen door dit ontzag voor God hebben wij regten lust, moed en ijver om van die Hulpmiddelen, welke ik U tegen de Onkuischheid heb aangeprezen, gebruik te maken, en ons op de kennis van. God , en zijn Woord en op een matig , arbeidzaam en zedig leven toe te leggen. Als de vreeze Gods in onze harten is gt; dan denken wij gedurig aan Hem als

d cn

-ocr page 71-

den Alwetenden en Alomtegenwoordigen God, diö ook in de Eenzaamheid en de Duisternis ons ziet en hoort; dan stellen quot;wij Hem ons voor, als.onzeft heiligen en regtvaardigen Wetgever en Rigter, die de overtreding zijner Wetten gewisselijk zal straffen —-maar dan ook hebben wij indruk van zijne Goddelijke Goedertierenheid, Langmoediglieid en Genade , die ons zoo langen tijd het Leven en de Gezondheid bewaarde — die ons voedde en kleedde — ons hielp en weldeed— ons onderwees en vermaande lot onze eeuwige behoudenis — ja! die ons in den heiligen en zaligen Hemel brengen wil, en aan wien dus alle onze Liefde, Dankbaarheid en Gehoorzaamheid toekomt. — Ziet, zulke gedachten, zulke beseffen maken ons bang voor de Zonde , en sporen ons aan , om kuisch van Hart en van Wande] voor God te leven. — Gij kent de geschiedenis van den kuischen Toaef in Egijpte. Hij was daar in een vreemd Land,' en door zijne braafheid Opziender geworden over het Huishouden en de Goederen van een voornaam en rijk Heer. Deze Man had ongelukkig eene zeer wellustige cn onkuische Yrouw , die den juugdigen Jo -*«f dag aan dag , zoo dikwijls zij alleen met bem in Huis was, vriendelijk aanhaalde, en met vleijende woorden tot Ontucht, tot Overspel zocht te verleiden. Denkt eens, in welk eene zware verzoeking de edele Jongeling zich bevond, hoe aanlokkend zich alles liet aanzien. Als hij haar ten wille is, heeft hij hare gunst en voorspraak in alles te wachten, E -anbsp;maar

-ocr page 72-

maar als hij haar afslaat, dan stilt hij zich bloot aan hare nijd en -wraakzucht. — Wat zal Josof doen ? O! duizende jonge Menschen zouden bezweken zijn in zulk eene zware verzoeking, daar van eene zqde alles aanlacht en lokt gt; en aan de andere zijde alles dreigt; maar Josef staat pal , het komt bij hem zelfs niet in bedenking , wat te kiezen, hoe zich te gedragen ? want — hij vreesde God, de onderwijzingen en vermaningen van zijnen vromen Vader hadden wortel geschoten in zijn hart; hoor eens, hoe bescheiden , maar ernstig , hij, bij herhaalde weigering, deze Vrunw antwoordde s Hoe zoude ik dit een zoo groot kwaad doen, en zondigen tegen God! — En, hoewel zij onbeschaamd hem bleef aanhalen en vervolgens zelfs geweld wilde gebruiken , de Godvree-zende Josef bleef volstandig, niets kon hem win-jicn , hij waagde 'er alles aan, en bewaarde zijn Ligchaam en Ziel kuisch en rein door de Vreeze Gods! — O! beminnelijke, heilige, edele Godsvrucht 1 hoe gelukkig is die Mensch , hoe gelukkig die Jongeling en Jonge Dochter , in wier hart dezelve dus woont en heerscht ! — De Vreeze Gods beteugelt de Zonde.

Ma*r — nu moet evenwel niemand, die ontuchtige bewegingen cn lusten in zich voelt woelen, en dezen eerbied voor God nog niet in zich bemerkt, daarom de hope opgeven, als of hij het nooit zou kunnen te boven komen. Neen ! verban die valsclie

-ocr page 73-

en gevaarlijke gedachte, die U allen moed zqn benemen, om te waken en te strijden, en U even daardoor meer en meer eene prooi van de Zonde zoude maken. — Ik beken : het is onmogelijk voor ons , en in onze kracht, om eene eenige Zonde te overwinnen , en deze Zonde is nog geweldiger dan vele andere; maar denk, wat Jesus eens zeide Matth, XIX: 26. TTat onmogelijk is bij de Menschen , dat is mogelijk bij 0a d. En wat Hij kan doen, dat wil Hij ook doen, ook aan U doen ; duaroiu laat Hij Ü nog door dit Boekje waarschuwen. Hij maakt zich in Zijn Woord aan U bekend, als den Almagtigen en Ontfermenden. — Hij vraagt U, gelijk Jesus eens aan eenen melaatschen mensch vroeg : Wat wilt gij dat ik U doen zal? Zeg tot Hem biddend een smee-kende : Heer! dat ik rein , dat ik kuisch worde. Ja, lieve Mensch! Zoo ras de eerste opwelling der onreine drift bij U opkomt, ga alleen , kniel oogen-blikkelijk neder voor God en roep: lieer! red mij uit de kaken der Zonde , die op mij aanvalt 1 Help mij! leg het ontzag voor U in mijn hart, Uer mij waken, leer mij strijden. Hervat dit Gebed, en Verlaat uwe Eenzaamheid niet, voor dat gij gevoelt, dat de booze drift gestild is, en dat. andere en betere gedachten post hebben gevat in uwe ziel. — Ga dan heen, en begeef ü tot nuttigen Arbeid, en laat de Zonde, geen tijd of gelegenheid om U op nieuw aan te randen.— Zeker! indien het ons maar op» regt ernst is, God ziet ons pogciv, ous bidden, ons E 3 .nbsp;stiij-

-ocr page 74-

strijden ; zijne Heiligheid en Goedertierenheid kan en zal niet gedogen, dat eenig Mensch, tegen -wil en dank, een Slaaf der Zonde worden zoude.

Na alles, wat ik gezegd heb, weet ik 'er niet meer bij te voegen, om te waarschuwen, en te wapenen tegen de vuile verderfelijke Ontucht. En waar toe zou dit ook dienen? Het is niet de veelheid, of de kracht van mijne woorden, maar de kracht van Gods goeden en heiligen Geest, die ons in het hart moet grijpen, om ons in waarheid en volstandigheid vijanden te maken van de Zonde. — En bierbij denk ik met blijdschap aan de kostelijke belofte van onzen Heer Jesus Luc. XI: i3. Indien gij, die boos zijt, Weet UWen Kinderen goede gaven te geven , hoe veel te meer zal de Hemclsche Vader den Heiligen Geest geven den genen , die Hem bidden Ik herhaal het daarom , ongelukkige Slaaf der Wellust! kniel neder, op dat oogenblik, terwijl God. zelf U door mij deze belofte errinnert — kniel neder en roep : ö God , dat is de belofte van uwen eigen Zoon! Overwin gij door dien Geest de heerschappij van mijn onreine Vleesch , opdat ik leere U met eene reine en kuische Ziel te dienen ! — Die Tcuiscli wil leven , moet biddende leven.

Misschien zijn er wel onder mijne Lezers, die, hoezeer in hun Geweten overtuigd van hunne Ontuchtigheden, echter geen den minsten lust of drang gevoelen, om daarvan af te staan, maar , die inte-

geu-

-ocr page 75-

gendeel allerlei verschooningen zoeken om hun Geweten te stillen én onbezorgd in hunne Zonden voort te gaan. Ik wil ten overvloede de voornaamste van die uitvlugten en bedekselen der schande opnoemen , en U, ongelukkige! die een verdediger der Zonde zijt, het nietige en schadelijke van alle uwe verschooningen doen opmerken.

'Er zijn velerlei Ontschuldigingen en TJit-vlagten, waarmede men de Ontucht zoelt le bedekken, te verdedigen en vrij te pleiten, maar ze zijn alle ijdel en schandelijk.

Ja! zegt de een: iJc le»f in Ontucht; maar dat is zoo mijn Temperament — Weet ge wel, dat gij , dus sprekende, de schuld van U af, en op God werpt , die ü geschapen heeft ? Zoo maakt gij dien heiligen God heimelijk tot de oorzaak van uwe Onreinheid — zoo wilt gij de eene afschuwelijke zonde met eene andere, die niet minder afschuwelijk is, bedekken. Wat zoudt gij meenen van iemand, die U in drift een slag in het aangezigt gaf en zeide: het is mijn driftig Temperament ? Zoudt gij D door zulk eene ontschuldiging niet nog meer beleedigd rekenen ? En evenwel, daarmede wilt gij U verschot»-nen voor den hoogen God ! En hoe is uw Temperament zoo wellustig? als gij matiger, soberder, ar-E 4nbsp;beid-

-ocr page 76-

beidzamer leefdet, zouden die wellustige bewegingen wel wat bedwongen worden ; maar neen , gij vreest God niet, gij hebt de Zonde lief, en daarom wilt gij haar liever verdedigen, dan dat gij haar bestrijden zoudt. — Verblind Zondaar ! waar gaat dat heen ?

Maar, het is toch heter eene Natuur/ijle , dan Onnatuurlijke Zonde te begaan. Welk eene schandelijke vërschooning! — Gij moogt .het geen van lieide doen, en God zal u, zoo wel voor de eene, als voor de andere straöèn. Het is ook beter, dat is te zeggen , minder slecht te stelen, dan een moordenaar te zijn, maar moogt gij daarom een dief worden ? Schaam ü dan over zulke gezegden , beschuldig U zeiven niet ten halve, maar geheel,veroordeel U zeiven voor God; dat is de weg, om, met zijne hulp, de Zonde te fnuiken en meester te worden.

Of zult gij nog zeggen: ik schade 'er niemand mede ? dit hebt gij anders gehoord. En al bedeeeft ge ook de Onreinheid alleen, dan schaadt gij U zeiven, en helpt uw Ziel en Ligchaam ten verderve. En schaadt gij dan ook de Maatschappij niet , aan welke gij uwe krachten en gezondheid ontsteelt ? Schaadt gij uwe Ouders, uwe Vrienden niet, die treuren over uw ongeluk en schande ?

Maar — zegt een ander — ik ben verleid. Moest gij niet liever zeggen : ik beb mij laten verleiden , ik wilde wel, verleid zijn ? — Of, hebt gij bij den

-ocr page 77-

eersten misstap opregt berouw gehad, en U voor nieuwe verleiding gehoed ? Ei! beantwoord deze vraag eens voor den Alwetenden God, voor uw Geweten — dan zult gij de ijdele verschooning — ik len verleid — wel terug houden; dwaal niet; God laat zich niet bespotten.

Nog een ander zegl: ik wist nief, dat 'er zoo veel kwaad in stak, dar er zoo veel onheil uit zoude voortkomen. — En even daarom, dat gij dit niet wist, hadt gij des te voorzigtiger moeten handelen. — En hadt gij het niet kunnen weten, indien gij dit hadt gewild ? In allen geval: het gebod van God, dat U bekend was, de stem van uw Geweten, die in U sprak , had U moeten terug houden. Gij hebt gezondigd, tegen beter weten gezondigd; verschoon U dan niet. Ja dat zij zoo! zegt gij, maar David zelf was niet vrij. En kan dit U verschoo-nen ? staat dit daarom in de Heilige Schrift aangetee-kend, opdat gij een bedeksel te meer voor uwe schande zoudt hebben? Zoo maakt gij den heiligen Bijbel zelf dienstbaar aan uwe Onreinheden. Gij moest integendeel uit die aandoenelijke Geschiedenis opmerken, hoe ligtelijk de Mensch voor ontuchtige bewegingen en bedrijven bloot staat, en tot welk eene schrikkelijke diepte van de afschuwelijkste Zonden David door onkuische drift is neergezonken , wat jammeren en ellenden hij daardoor over zich en zgn Huis gebragt, en hoe vele bange zuchten en tranen E 5nbsp;het

-ocr page 78-

het bem gekost lueft. Na dien val heeft David misschien nooit weer die groote vreugde in God gehad, die hij voor disn tijd, ook midden in beproevingen en gevaren', zoo rijkelijk genieten mogt — Davids Geschiedenis moet ons doen beven voor alle Ontucht 5 en gij, verblinde Slaaf uwer lusten gt; wilt daarmede U zeiven verschoonen ?

ftog is 'er geen einde aan de verschooningen , want arglistig is het hart, meer dan eenig ding— Wij zijn. voor God getrouwd—dus spreken aan elkander verloofde menschen , en staan zich daarop allerlei onbe-tamende vrijheden in den omgang toe — Gij bedriegt U ; want God wil, dat alle dingen ordelijk en betamelijk geschieden , en dat ieder aan de Overheid en dèraselver wettige inrigtingen onderworpen zij ; en deze Overheid heeft, om wijze redenen, in alle Landen bepaald, dat eene Echtelijke Verbintenis openlijk bekend en bekrachtigd zal worden; hierdoor alleen kan het 'eerbare Huwelijk in stand blijven , en van iedere andere willekeurige bijwoning onderscheiden worden. Zulke, daartoe vastgestelde , plegtigheden hadden , van ouds , zelfs bij beschaafde Heidensche Volken , plaats , en als deze worden veracht en verwaarloosd, dan zal de menschelijke zamenwoning ras aan die der beesten gelijk worden.

Maar —• de Oudvaderen Abraham, Isaak en Jakob hebben wel Bijwijven gehad ? dat is zoo — maar die Bijwijven waren geene Maitressen, geene onkuische

Bij-

-ocr page 79-

Bijzitten; neen ! de Kinderen, uit haar geboren, ren, naar de zeden en -wetten van dien tijd, echt» Kinderen ; omdat hunne Moeders , schoon Bijwijven en minder in aanzien dan de eigenlijke en eerste Huismoeders , niet te min ook echte Vrouwen van den Huisvader waren. — Deze Bij wig ven werden dan ook in vervolg van tijd niet verstooten met hare Kindertjes, gelijk de ontuchtige Hoereerder zijne Bijzit verstoot ; integendeel men moest levenslang bij haar blijven, en haar verzorgen. Exod- XXI: 7—11.— En, meent gij nu, dat deze Veelwijverij een voor-regt en geluk was in die oude tijden ? Neen waarlijk , het was eene afwijking van de oorspronkelijke instelling des Huwelijks tussehen éénen Man en ééne Vrouw, eene afwijking door Gods langmoedigheid verdragen, en in die tijden zoo algemeen , dat ook godvruchti ge mannen, zonder eenige zelfbeschuldiging , hierin de zeden van dien tijd volgden.; maar de ondervinding heeft aan Abraham,aan Jakobenjele anderen geleerd, dat zij daarmede tweedragt en verdriet, in plaats van vrede en zegen in hun Huis gebragt hadden. Erken dan liever de verbeterde zeden en lessen van het Christendom, en denk, wat Jesus zeide , Mare. X: 6. enz. Van liet begin, der Schepping heeft God Man en Wijf gemaakt — en die twee, niet drie , 0f vier, zullen tot één vleesch zijn.

En hebt gij nu nog meer verscliooningeri ? Misschien wel; maar al wist'ik die alle tot ééne toe,

-ocr page 80-

in hare nietigheid en schande open te leggen, wat zoude het baten ? Zoo lang gg ü niet schaamt om de blij kbaarste zonden tegen de stem van Gods Gebod en van uw Geweten te ontschuldigen, zijt gij niet te helpen. Ik althans moet LT, mijn arme me-demensch, die als een Os ter slagting gaat, op den weg der Ontucht en des verderfs laten voortwandelen, en kan niet, dan ü aan Gods barmhartigheid opdragen, opdat Hij D in hel harte grijpe en rukke uit de xnagt der zonde, die ü ter Helle slepen zal.

Nog iets ligt mij op het hart.

Een woord aan Ouders, Meesters en allen, die aan de Opvoeding van Kinderen . en Jonge Menschen arbeiden.

Gij -gevoelt van zelfs, hoe veel wij soms kunnen toebrengen, om Ontucht in onze Kinderen en Kwee-kelingen te keer te gaan; of te bevorderen. Het is het oogmerk niet van dit Boekje, om dit in bgzon-derheden uit te breiden. —- Een enkel woord slechts, eene vriendelijke vermaning — Waakt voor de Kuischheid der uwen , zoo veel in D is. Het is zoo; wij kunnen hen niet bewaren tegen de Zonde, en althans niet tegen eene Zonde, die zoo nabij ligt , als de Ontucht; dit doet Gods kracht en genade; inaar wij kunnen echter hen verwaarloozen, en door

-ocr page 81-

onze onoplettendheid en verzuim hun de deur voor de Zonde openzetten; of integendeel door oplettende zorg en gt; liefde vele verleidingen voorkomen en min gevaarlijk maken.

I. Zijt dan uwen Kinderen en aanvertrouwden Kweekelingen behulpzaam in het aanwenden van alle de Behoed- en Hulpmiddelen, die ik tegen de Ontucht heb aangeprezen. Voedt hen op in de leer en vermaningen des Heeren, naar zijn heilig Euangelie , en maakt hen vroeg bekend met de liefde van den Heer Jbsus Christus , en zijn lijden en strijden voor onze zonden. Leert hen God te vreezen J O ! eene Godsdienstige en ernstige Opvoeding is van zoo veel belang voor onze Jonge Menschen, voor hun Tijdelijk en Eeuwig welzijn, vooral in zulke ligtzinnige Tijden. — Gewent hen ook aan de bezigheid, aan eene matige levenswijze en zedige kleeding. — Let op hunne verkeering, en geeft hun geene gelegenheid tot heimelijken omgang met Jonge Menschen van hel andere Geslacht —Let op hunne Slaapstede. Laat uwe Kinderen niet bij lederen dienstbode, of vreemden slapen, ja! het ware goed , indien ieder onzer op-gi-oeijende Kinderen voor zich eene bijzondere Slaap-P'aats konde hebben»

If' Maar dat wij daarbij dan ook zelve zoeken voor onze Kinderen een Voorbeeld van Godsdienstigheid , van Naarstigheid , van Matigheid en Zedigheid te wezen , opdat wij bij onze vermaningen en bestraf-

fin-

-ocr page 82-

fingen hen op ons gedrag en leven wijzen kunnen. Het goede Voorbeeld doet meer , dan vele vermaningen en zal nooit geheel nutteloos zijn. — Ja , Vaders en Moeders! Meesters en Opzienders! niet alleen om Gods , en om Christus, en om onzer eigene Zielen •wil, maar ook om onze lieve Kinderen 'moeten wij zorgvuldig acht geven op al onzen wandel.

XII. En daar ons oog hen niet overal kan nagaan, veel min hun hart bespieden, dat wij hen dan dagelijks in onze Gebeden opdragen aan dat alomtegenwoordig eb steeds wakend Oog van God, die in de duisternis en in het verborgene ziet, die de gedachten en overleggingen van het hart weet. Neen ! wij zijn niet waardig Kinderen te hebbenen op te voeden, en zij zijn slecht aan ons vertrouwd, als wij niet dikwijls voor hen , ja! mag en moet ik niet zeggen ? — ook ntet hen bidden.—Hoe menig,Vader en Moeder, die zijn Kind in de Ontucht zag wegdwalen , is achterna door zijn eigen Geweten bestraft voor zijne Onvoorzigtigheid en Ontrouw! En wat zou het zijn, lia/e Menschen! als, in het laatste Oordeel, onze Kinderen tegen ons opstonden en zeiden : —Gg Vader ! Gij Moeder! zijt mede de oorzaken van mijnen oudergang , van mijne zedeloosheid, van mijn eeuwig verderf!

Ik leg de Pen neder, en beveel dit Boekj e en des-zelfs gebruik aan de overtuigende en verbeterendé kracht van Gods Genade.

-ocr page 83-

Bij N. CORNËL, Di ullci- van het Nederlandsch Zendeling-Genootschap te Rotterdam , zijn gedrukt e» worden uitgegeven de navolgende KLEINE STUKJES.

I. Euangelifche Erinneringen aan

Kranken. . . . è 3nbsp;ft.

II. Over het nuttig Kerkgaan. a 2nbsp;—-

UI. Over het doen van Belijdenis, a 2nbsp;—. IV. Een Woord voor Menl'chen ,

die niet terKerke kunnen gaan. a anbsp;— V. Wet Christendom befcbaamd

door Heidenen. , . è anbsp;— VI. Euangelifche Erinnenngen aan

Bedroefden. . . 1 3nbsp;—» VII. Euangelifche Erinneringen aan

Vaders en Moeders- . i 4 __

VIII. Een Woord aan Vaders en Moeders, welke een Kind ten

Doop brengen. . » è 1nbsp;—.

IX. Over het allerbeste Boek. è 2nbsp;,

X. Onderwijs overhetBijbellezen.d 5nbsp;i—-XI. Levensgefchiedenis van dan

Groorften Man. . . i 5 __

XII. Iets over het Avondmaal. amp; j __

XIII.nbsp;Opwekking tot den Huufelij-

ken Godsdienst, . . a 3nbsp;-

XIV.nbsp;Zaraenfpraalc tusfchen drie Vrienden over de Wedergeboorte...... _.

XV. Het Leven van William Kellij. a 3 __

XVI. Drie ZaroenfprakeH, tusfchen eenen Leeraar en eenen Huis-

man.....amp; D --

-K-VII. Het Dorp Eerenhoef, uit het * diepst verval tot vorige wel-

yvttt vaarc herlteld- • • è 5 » A v ui. HetNadeel van het bij de Straat

loopeij der Kinderen. . 14 _

-ocr page 84-

t/0 1 V

XIX.nbsp;Waarfchuwing tegen de Ontucht.....è 6 —»s

XX,nbsp;Iets voor Herftelden uit Krankheid. . . . , . è 4 —

XXI Iets voor Gevangenen. . amp; g —

XXII. Gefchenk der Christelijke Liefde aan Kinderen. . *nbsp;_

XXIII.nbsp;Gefchenk voor de genen , die tot Lidmaten der Christelijke

Kerk zijn aangenomen. . a 5 «—-

XXIV.nbsp;Heb ik wel genoeg voor de Eeuwigheid? . . . 34 —.

XXV.nbsp;Tweede Gefchenk der Christelijke Liefde voor Kinderen, è 5 —•

XXVI.nbsp;Voor Dienstboden. . . è 5 _

XXVII. Over de Feesten. . . è 4 —

XXVIII. Iets voor Armen. . . è a _

XXIX. Jesus, de Geneesmeester van

Kranken, . . . è _

XXX. Evangelifche Erinneringen aan

oude Liedennbsp;. . è 4! ——

XXXI.nbsp;Verzameling van Leerzame Brieven en opwekkendeVer-

halen. . . . . è 4 —

XXXII.nbsp;Opwekking tot Weltevredenheid. . . . , a 4. —,

XXXIII. Een goed Woord aan Chris-ten-Ouders over de Opvoe-ding hunner Kinderen . amp; 4 —

AXXIV. De Kracht des Geloofs, der Liefde en des Gebeds, of de Gcfcfciedenis van August Heiman Franke. . . . 43 ;

XXXV- Schets van het het Leven van Afrikaner, een Opperhoofd bij deNamaqua'sinZuiD-AFRiKA.^ 2 «_