-ocr page 1-

J^IENSTBODEN.

DESDE DUCK.

TE ROTTERDAM,
bij M. WIJT amp; ZONEN.

Brakken TAJB het Kvderltndccho EendelinggoaoeUehap,

-ocr page 2-

f: i ,

vr

4'

A a T .VI. A' aJ

-

-ocr page 3-

VOORBERIGT.

Qecommittecrden van het Nederlandsche Zen-
delinggenootschap, tot het opstellen, verza-
*nelen en uitgeven van Meine Stukjes, ter
bevordering van Evangelische kennis en god-
^nligheid, ook bij mingeoefenden; —namelijk:

i. van der meulen, b. vak marken,

clarisse, a. l. m. Phil. et Theol. Doet.

Prof., a. de vries, l. egeling,
c. vorstman, r. adriani,
Predikanten te
Amsterdam, Hoorn, Leyden en Rotterdam;

-ocr page 4-

▼ oorbbrigt.

it

overeenkomstig hun ambt en hunne bediening,
dat oogmerk gaarne willende bevorderen,
en in uitzigt op des Heeren medewerkenden
zegen, bieden het nevensgaande Stukje hun-
nen landgenooten aan; erkennende intusschen
geene uitgave voor echt, dan welke door
eenen hunner, of door de drukkers dezes,
onderteekend is.

-ocr page 5-

I. Oogmerh van dit Geschrift.

seli^^''nbsp;diensthoden van onder-

j^neiden geslacht, jaren en stand! dat dit
Oekje geschreven is door eenen, u onbe-
enden, vriend, die het rest goed met u
^eent. zoo gaarne u allen gelukkig zag, en
le eenige uren van zijn gewoon werk heeft
-igezonderd om door dit geschrift onder
öen goddelgken zegen, u nuttig te zijn.

Maar waarom juist voor dienstboden P
VN at bewoog u, zult gij denken, om be-
paaldelijk
voor ons te schrijven? Hebben
p) dan zoo veel meer noodig
dan onze
jjeeren en vrouwen, of andere menschen ?
^en, niet omdat gij meer noodig hebt,
omdat er in onze taal voor u in het
izonder (zoo veel mij althans bekend is)
quot;epaald gevonden wordt, hetgeen in
Ze 1 1 bestek het voornaamste en we-
^^«^kste bevat, dat, volgens den Bijbel,
^ uwe onderrigting, bestiering en bemoe-

in uwen stand dienen kan.
bon 1nbsp;meermalen: er zijn zoo vele

innbsp;ja duizenden in ons land, die

eenen dienstbaren staat zich bevinden j
Waj^jff. dezelve zijn vele brave en achtings-
quot;'ge, maar ook vele onwetende of van

-ocr page 6-

den weg reeds afgewekene menschen; vele»
hunner zijn jong in eene dienst gekomen»
hebben weinig onderwijs genoten, en in dc
huizen, waarin zij dienen, is er soms wei'
nige opleiding; het ontbreekt hun veelal ook
aan
tgd, aan gelegenheid, en geld om goede
hoeken te lezen of te koopen. Een klei»
boekje, dat niet veel kost, dat men als ee»
zakboekje kan bij zich 'dragen, tusscheo
beide eens inziet en waarin de hoofdzaak
der pligten , die een Christelijke dienstbode
le betrachten heeft, goede raad en
gepast
onderrigt gevonden wordt, dit scheen mq
toe, behoefte, en welkom voor u te wezen.
Men schrijft zoo veel voor lieden van bequot;
schaafden stand, vooï kinderen, voor een-
voudigen, maar de goede dienstboden heb-
ben zoo niets, dat eigenlijk voor hen regt
geschikt is. Nu, dit gebrek wilde ik eeni-
germate verhelpen, en u door dit boekje
den weg aanwijzen, langs welken gij meer
te vrede, blqmoediger, getrouwer en chris'
telijker in uwen stand kunt verkeeren, e»
even daardoor uw tqdelijk en eeuwig geluk
bevorderen.

De schrijver is een vriend van den Bijbel
en van het Christendom, die geene gron-
dige verbetering van een eenig mensch, e»
geene regte pligtsbetrachting in een eenige»
stand verwacht, indien ze niet gegrond i®
op, en voortvloeit uit de vreeze Gods»
en het geloof in den Heer Jezus Christus;

-ocr page 7-

zoo met zijn Bijbel is ingenomen, dat
«lenzelven als dc beste en levende bron
eschouwt, waaruit alle vermaningen , raad-
gevingen , vertroostingen voor u en hem,
quot;Voor alle standen van mensehen kunnen
en moeten ontleend worden, en door welke
alleen kracht en leven ontvangen. Zqn
quot;^°gmerk is dus niet alleen, dat gg goede
''Oppassende en brave dienstboden zondt
gorden, die uwen heeren en vrouwen be-
maar dat gg daarenboven vrome
ebristelijke dienstboden moogt worden, die
den Heer in de hemelen moogt wel-
Sevallig zijn.

Leest en herleest dit stukje met aandacht,
beproeft u zeiven aan het geen u hier ge-
zegd wordt, houdt het voor uw handboek,
door eenen goeden vriend gegeven, die n,
naar Gods woord onderwijst en den weg,
nien gjg te gaan hebt, maakt het aan uwe
jnededienstboden bekend, en, hebt gg ge-
degenheid , spreekt met hen over het geen
daarin voorkomt; vooral denkt voor u zelve
ernstig na op het geen u hier geleerd wordt,
en bidt God, dat hij door zgnen Heiligen
^eest dit zegene voor uw harten.

! schonkt gq mij de hulp van uwen geest!
fjogt die mij op mqn paên ten leidsman strekken!
Hield dan uw' wet, dan leefd' ik onbevreesd.
Zou geen' schaamt mgn aangezigt bedekken,
Wanneer ik steeds opmerkend waar geweest,
Woe Uw' geboón mg tot uw' liefde wekken.

Ps. lig vs 5.

-ocr page 8-

II. Over den staat der Diensthaarheid.

De stand, in welken gij u bevindt, om
anderen te moeten dienen, is nochverach-
telijk, noch ongelukkig; integendeel zij is
noodzakehjk, nuttig, achtingwaardig, en
luri. quot; quot; «ienzelven vergenoegd en ge-

In een zekeren zin zgn wg allen elkander
dienstbaar, want de een werkt voor den
ander. De ambtenaar, de koopman, de
ambachtsman moeten op bunnen tijd en
in hun kring anderen ten dienste staL' de
een werkt meer met zijnen geest, de ander
meer met het ligchaam ten nutte van het
algemeen; en ieder heeft zijnen krine post
en werk in de maatschappij. Dat heeft
Orod wgsselgk alzoo verordend; want als
alle menschen elkander gelijk waren in zieis-
vermogens, ligchaamskrachten en geJdmid-
de en, dan zou de een den anderen niet
wilkn dienen ; en de maatschappij kon niet
bestaan. Gg zgt nu onder die genen ge-
plaatst, welke in een minderen staat
ziin
dan de meer gegoede, gij moet in den ei-
genliiken zm anderen
dienen; dat is de
stand, welken u de Voorzienigheid heeft
aangewezen en gg hebt alle reden, om met
die beschikking te vrede te zijn. Ik weet
wel, dat
gediend te worden aangenamer
is, dan te
dienen; maar het is niet altijd
gelukkiger, en menig dienstbode zoude
met

-ocr page 9-

heer of vrouw niet willen ruilen. Men
het zeker in sommige diensten bang en
^Waar hebben, maar men is ook vrij zulk
dienst te verlaten, en zich bij eenan-
er te verhuren; en daartegen kan men het
in sommige huizen zeer goed hebben,
la
Veel beter, dan men het ooit in zijn
vaders liuis zou gehad hebben; ja er zijn
ölet
Weinige dienstboden , die met regt onder
® gelukkigste menschen op aarde mogen
gesteld worden. Nooit moet men ook ver-
geten, dat aan alle standen, zelfs aan de
^'eest aanzienlijkste, moeijelijkheden en on-
aangenaamheden verbonden zijn; dit kan
^let anders op eene wereld, waar zonde
^^ onvolmaaktheid wonen, en er is mis-
gelden geen mensch zoo in de gelegenheid.
Wanneer het hem te zwaar vvordt,
^^nen toestand te verbeteren, als een
dienstbode. In eenen anderen stand ge-
P'aatst, en dikwijls tot niets anders
be-
i'Waani, kan men niet zoo ligt zijnen staat
^et iets beters verwisselen.
. ■'-'e dienstbare staat,
zoo als zg onder ons
heeft vele genoegens en voordeelen,
^
zeg: z.00 als zij onder ons is; want in
^de tijden, en nog, waar het Christendom
et gevestigd is, kende en kent men nJet
quot;ers
Aamp;vl slaven, die geene beschikking
hunne eigene personen hebben, maar
e^en als huizen en landerijen tot het eigen-
hunner
meesters behooren, gekocht

-ocr page 10-

en verkocht worden, in den vernederdsten
toestand verkeeren, ja meermalen
geslagen
en mishandeld worden. Hoe veel verschilt
hiervan het lot der dienstboden onder
ons! zq zijn en blijven
vrije personen,
gaan of blijven naar hunne eigene keus,
worden als menschen beschouwd en
behan-
deld, en onder de wet beschermd, indien
men hen mishandelde. Deze verzachting
van uw lot hebt
gg aan dat Christendom
te danken, hetwelk ons leert, iederen mensch
as onzen naasten, en eiken medechristen
als onzen broeder te achten en te beminnen.

Ik sprak daar van de genoegens erxvoor-
deelen
, aan den staat der dienstbaarheid
verbonden; en inderdaad deze zijn niet
weinige. Of ,s het geen
genoegen, wanneer
men met langer zgnen ouderen of anderen
menschen tot last behoeft te zijn , maar voor
zichzelven zorgen kan? Is het geen genoegen
door het dienen iu de gelegenheid te zän.
om wat om en aan te krggen, en
daar men
mets had langzamerhand wat te
kunnen
overgaren? Is het geen ^.„oe.o-.« wanneer
de brave, oppassende, spaarzame dienstbo-
de van zgne of hare verdiensten iets kan bij-
dragen , om arme ouders of aanverwanten in
derzelver nood of ouderdom te verkwikken
en te ondersteunen? Is de dienstbare niet
bevrgd van die zorgen, met welke vele huis-
gezinnen gekweld worden, om aan den
kost
te komen, en het noodige levensonderhoud

-ocr page 11-

quot;vinden ? En nu de voordeelen van dezen
stand ^ jg^e zgn waavlijk ook niet
lein; gq hebj huisvesting, kost en loon voor
^^ dienen , en trekt in evenredigheid met
en- zwaren arbeid , dien anderen moeten
^errigten , en naauwelijks droog brood kun-
nen bekomen,
veelgrooier mnst-, gq komt
°öder vreemden , onder mensehen van on-
, erscheiden humeur in een meer beschaafden
, waar gij dus veel kunt leeren, dat gij
^ders nooit zoudt hebben kunnen leeren.
Vreemde oogen dwmgen best zegt het
spreekwoord , en de ondervinding bevestigt
net. Gq inzonderheid die reeds eenige jaren
gediend hebt, kunt dit getuigen , als gij eens
nadenkt hoe onbedreven en ongemanierd ,
Althans sommigen uwer, waren, toen gq eerst
nit uw ouders huis kwaamt, hoe weinig gij van
net huishouden wist, hoe gq toen gebreken
, die als wilde loten aan eenen boom
zouden opgeschoten zijn , maar die onder
^'iquot;eemden onderdrukt zijn. Gij kunt dit ge-
üigèn, wier opvoeding verwaarloosd was ,
'e» gelqk men zegt , van God noch zijn
?ebod iets wist, en die, onder brave, gods-
lenstige mensehen gekomen, tot kennis en
elijdenis der waarheid , en sommige uwer
de vreeze Gods en bet geloof in Jezus
ïjistus gebragt zijt. Hier tegen staan wel
^nctere voorbeelden over van zulken , die in
J^et dienen verwilderd , en door het verkeer
niet vreemden verleid zgn; maar gelgk elke

-ocr page 12-

Stand Bqne verzoekingen heeft, waar tege»
men op zgne hoede zgn moet , zoo is het
ook m de dienstbaarheid. Het hangt hier,
gelgk altijd, af, in welke handen men valt,
wat men zelf kiest, en hoe men zich ge-
draagt; maar de dienstbaarheid, op zich
zehe beschouwd , is geschikt om de men-
schen tot een stil, weikzaam, huisselijk
leveD
op te leiden; nien is in dezelve meer g^e-
bonden, de gebreken worden meer door
vreemden opgemerkt en bestraft, dan door
ouders; en dit een en ander is voor den'
mcnsch en vooral voor jonge menschen een
allerheilzaamst middel om hen tot nuttige
leden der maatschappij, getrouwe huisvaders
en huismoeders op te kweeken, gelgk wij
.^•^'^quot;quot;Swaardigen burgerstand de
beste huishoudelijke vrouwen, echtgenoote»
eu de voorbeeldigste moeders uit de
klasse
der dienstboden nog vele mogen vinden.

_ Het is dus een stand , over welken zich
niemand behoeft te schamen, die zelfs zoo-
danig gewaardeerd wordt, dat brave en ge-
trouwe dienstboden bijna als leden van het
gezin beschouwd, in nood en ouderdom
zelden verlaten, maar dikwgls tot het einde
hunnes levens, liefderijk verzorgd worden.

Maar boven dit alles, het is de stand,
waarin de Voorzienigheid u geplaatst
heeft,
die Grod voor uwe opkweeking en vorming
het best geoordeeld heeft, en in welken gg
Hem moet dienen, en Zijnen wil volbrengen.

-ocr page 13-

^e^ oogpunt beschouwd wordt uwe stand
dent^^^i'^'^» en uw werk gewiglig
; ontevre-
^^ neid zou dus opstand legen God ziju,
, ^quot;trouwheid in uw werk is ongehoor-
®aaiheid aan den wil van God zeiven.
Welzalig hij, die op ü bouwt,
Geheel zijn
lot aan ü vertrouwt
En dag aan dag op IJ blijft wachten.
Die, dus gesterkt, in U zijn God,
Ook kinderlijk
üw rein gebod
•n zgne roeping blgft betrachten.

Evang. Gez. 162 : 4.

III. De leste Dienst.

Wanneer ik u eene dienst kon aanwg-
en , waar gij eenen heer vondt, die vrien-
eiijk met u steeds omging, nimmer te veel
an u vergde, die in zwakheid, ziekte en
iderdom u bgstond, die u als kind in zijn
ttis opnam, en u beloofde mede-erfgenaam
goederen te zullen maken, hoe
Wo ^ verlangen, om den naam en de
j^^onplaats van zulk eenen Heer te weten !

zoude de een den anderen voorbij
ïulT^'^» om in zulk eene dienst te komen!
^erVbeer bestaat er; het is de koning
Chrinbsp;en de heer der heeren, Jezus

bestnbsp;dienst, de schoonste en

Voor ^^ geheele wereld, staat alle dagen
i^g ,open; Hq roept u om Zgne dienst-
er is ^^ dienstmaagden te worden, en
jUgnbsp;een iegelijk uwer plaats te beko-

♦ fVaarom wil Hij u in Zijne dienst

-ocr page 14-

hebben? Niet, om Zijnen wil, Hg heef
duizende en tienduizende engelen en zalig
zielen, die Hem nacht en dag dienen, M
heeft uwe dienst niet noodig, in Wien o®
volheid der Godheid woont; maar Hq heet'
u lief, en wil u in tijd en eeuwigheid ge^
lukkig maken.
Wat verlangt H ij van U ■
Mgn zoon! Mgne dochter! geef mij
hart, zegt Hij: heb Mg lief, vertrouw W
als uwen leidsman, en gehoorzaam Mij»^
bevelen; neem Mgn juk op u, en gg zul'
ruste vinden voor uwe zielen (i). Wd'^
geeft Hij P Dat jgeen vader en moeder »
dat geen koning u geven kan, alles, wat gi)
noodig hebt, en voor uw geluk wenscheii
kunt. Zal ik het u noemen ? Maar het 1«
in geene woorden te beschrgven, vergeving
van uwe zonden, vrede in nw gemoed»
raad en troost in alle omstandigheden f
vernieuwing van hart en leven, hope of
en vreugde in God, met één woord: W
maakt vrg van de slavernij der zonden, ver--
lost van den toekomenden toorn, Hg leio'
tot en over den dood, brengt dan bij Goquot;»
in de eeuwige zaligheid, want Hg heeft be'
gezegd:
daar Ih ben zal ooh mijn dienoA^
zijn
(2), en zoo velen Hem aangenomel^
hebben, heeft Hij magt gegeven, hindere^
Gods te worden, namelijk, die in Zijnef^
naam gelooven
(3). en indien wij iaindere^
zyn, zoo z^n wg ooh erfgenamen, erfgf^'
lt;i) Matth. XI: ï9. C®) Joan. XII: 26. lt;s) Joün.Iü«-

-ocr page 15-

^men Gods, en mede-erfgenamen %an
«ristus (i), O mijne lieve vrienden! wilt
?? ^egt gelukkig zgn, begeef u dan in deze

B'^'^h' ^^nbsp;^^^ quot;nbsp;beklagen.

1 Hem is geene aanneming des persoons;
een arme dienstbode behoeft voor geen
Oöing achter te staan, want gij zijt mensch !
en in mensehen heeft God welbehagen. Gij
zondaar! en Hij kwam in de wereld
^ni zondaren zalig te maken. Voor Zijne
genade is niemand te oud of te slecht, voor
, ^öe magt is niemand te onkundig of te
edorven, maar ook niemand is te jong
zich in geloof en gehoorzaamheid aan
®ezen heer te onderwerpen, in hefde zich
Hem te verbinden, het jeugdige leven,
^ de beste krachten Hem toe te wgden.

toeft niet! wendt u naar Hem toe in
®et gebed, belijdt Hem uwe zonden, roept
Zgnen Geest, hoort naar zqn woord.
^ heeft u leeds door den doop voor
dienst opgeroepen, gij hebt betuigd
, ezelve te kiezen bg uwe belijdenis, gg hebt
aan het avondmaal op nieuw bevestigd.

Ja ! ü kiest ons hart
Eeuwig tot zgn koning.
Onder vreugd en smart
Geld' üw liefd'ons't meest,
Strekk' ons hart Dw geest
Eeuwig tot een woning.

Evang. Gez. 48 : i o,

CO Roti). VIII: 17.

-ocr page 16-

IV. Hoe behooren christelijke dienstboden
naar de leer van het Évangelie in
hunnen stand zich te gedragen?

Dat is eene gewigtige vraag, wier beant-
woording grj m het Evangelie vinden kunt-
De Apostelen des Heeren, door den Geest
van Christus geleid , hebben daaromtrent iets
belangrijks geschreven, hetwelk in den Bijbel
aangeteekend en bewaard gebleven is, al«
een onderwgs voor alle dienstboden dooï
alle eeuwen.

Het zijn vier merkwaardige plaatsen, welke
uin weinig woorden veel leeren kunnen. De
«e^e plaats vindt gq Eph. VI: 5-8.
Gij
dienstknechten
(Paulus spreekt aldaar tot de
slaven, die Christenen geworden waren)
zijt
gehoorzaam uwen Heeren naar den vleesch.
met vrees en heving
(dat is, met eerbied e»
ontzag)
in eenvoudigheid uwer harten (dat
JS, in alle opregtheid, niet in schijn, maar
met welmeenendheid) gelijk als oi^n Chris-
tus
gehoorzaam waart. Zoo behoort het ook
te zijn. Jezus Christus is eigenlijk onze op-
perste Heer en eenige Meester die ieder
zijner
discipelen zqnen plaats en stand in de wereld
gegeven heeft, die uin dat huis, onder dien
Heer, onder die vrouw gesteld heeft, eo
wiens wil gg moet volbrengen, door
gehoor-
zaamheid , ondergeschiktheid en getrouwheid
aan uwe aardsche heeren en vrouwen. Maar
hoe nu dat te doen ? Paulus zegt vs. 6: niei

-ocr page 17-

^»ar a/^iquot;nbsp;me/zscÄe« behagende,

de ^ '^^enstlnechtenvan Christus, doen-
Watnbsp;Gods van Aarfe , onder falies,

«Zie^g^ , Hem zoekende te behagen,
^quot;ec^tüvf 'nbsp;vervolgt de Apostel;
met

•sc/ie„ IVnbsp;den men-

eu j • quot;it vergeten de meeste dienstboden,
^aamnbsp;onvergenoegd, ongehoor-

Uaap tegensprekende, verrigten het werk
ë^wili; if. f'Sea zin, ten halve, en niet met
blijmoedigheid; terwijl zq,
»/Ohsens Paulus leer, hun werk
tüs t ''ten als een arbeid, dien Jezus Chris-
gehoQ^'^ oplegt, in hetwelk zq
Jïem moeten
ïOüj ''^amen, veel getrouwer en opgeruimder
Van t^*^ verkeeren. Denkt niet j dTat uw werk
''Oohnbsp;waarde en gewigt is, om het

tünjj ^og te durven beschouwen. Het komt,
^erlf^ ^quot;euden! niet aan op het soort van
Willi ? ^^ verrigten, maar op de ge-
^'olbi.nbsp;getronwheid, waarmede wg het

^»lirS®quot;.'nbsp;geringe dienstmaagd

''oen beuken zoo wel den wil van God
^'^ïiin'enbsp;leeraar op zijn post, en een

«an 5nbsp;Luther zeide eens

«latnbsp;dienstmaagd, die hem klaagde,

ren ^ S®en tijd had, om, 200 als te vo-
in de week de godsdienst bij te
'jnbsp;van den Heer

sloffen , en dat als
den jj quot;eoef'enen. Onze vaderen noem-
aarom het beroep, waarin iemand

-ocr page 18-

geplaatst was, een goddslijh beroep, waan»
God hem geroepen en geplaatst had. Mequot;
verhaalt van zekeren kluizenaar, die
meende
Gode regt welgevallig te zullen zijn, indie»
hg zich van de menschen onttrok, en naaquot;^
eene eenzame woestijn begaf; aldaar
zoud®
hij tijd hebben, om zich geheel aan lezen»
godsdienstige overdenkingen en oefeniugequot;
te kunnen overgeven, en langs dien weg
een uitstekend vroom man te worden. Maaquot;^
wat gebeurt? Iemand zegt hem: ik wil i'
eene geloovige en voortreffelijke ChrislIquot;
toonen, die het veel verder in de godza'
ligheid gebragt heeft, dan gij. Hij wijst heoj
een zeker huis aan, waar eene dienstmaagd
woonde, wier naam hq hem noemde. Vo^
nieuwsgierigheid en met hooge verwachting
ging de kluizenaar naar de stad, en von^
in het aangewezen huis eene meid, di®
bezig was een bos hout naar de keuken te
dragen. Hq vroeg naar haren naam, e®
bevond, dat het dezelfde persoon was, di®
hem was genoemd geworden. Hij
vraagde
haar: wat zijn toch wel uwe oefeuingen
de godzaligheid? Zij antwoordde: van bij'
zondere oefeningen kan ik juist niet spre'
ken; maar draag ik het hout bijeen, dai^
denk ik aan Hem, die uit liefde voor
den zwaren last des kruis gedragen
heeft »
en zoo zoek ik onder mijn werk gedund
aan Hem te denken, en op Hem te '
en dan valt mq het werk niet
moeijelqk«

-ocr page 19-

T

leerd^nbsp;kluizenaar beschaamd, en

test ^ * ^^nbsp;godzaligheid daarin

ziiu^'h* ^®nncer een ieder het werk van
gt;ftet uf^^'^^Pnbsp;een oog op zgnen Heer

Irik '^'^oedige gewilligheid, en gemoede-
den ^'^''■^nwheid verrigt (i). Dat is nu
alznbsp;Christus te dienen, en die dit

ten°°nbsp;goedkeuring te wach-

Yg ' quot;®ulus zegt daarom ter aanmoediging
Christelijke dienstboden, die alzoo han-
\ ästende, dat zoo wat goed een
-oan tinbsp;hebben, hij dat zelve

kn^ iquot;'nbsp;ontvangenyhet zij dienst'

KoTnbsp;zelfde leert hg

^^ 'Os. I[l; 22-25, waar hij het met deze
^oorden uitdrukt:
wetende, dat gij van
dernbsp;ontvangen de vergelding

q!^nbsp;, want gij dient den Heere

heir^'quot;- 'nbsp;onregt doet (zich on-

' ontrouw gedraagt) zal het on~
daarnbsp;' ^ gedaan heeft ; want

Al • S'^^^e aanneming des Fersoons.
■^lee'^V.nbsp;beeren naar den

Vera unbsp;getrouwheid niet beloonen of

en kunnen, de Heer in de hemelen
armsj^' vergeten, en al waart gij de
maaoj niinste dienstknechten of dienst-

gij ïuit^ ijjjijgjj gij yjj ijgfjg gj^

^ n*

«'«'«'end uit een Hoogdiiicscli werkje,
^quot;Itckts „quot;fquot;'^/'« Handreichnung fnr dienende weiblichen
Hoofdsr Änbsp;welk wel geschreven stukje

Q en 7 hier en dav eenifi gebruik gemaakt U

-ocr page 20-

(lainkbaarheivl aart Hem , getrouw aan uwe«
pligt in uwe roeping geweest zijt, deelen ii»
de hemelsche erlenis cn ingaan in Zqne
vreugde^

De tweede plaats is i Tim. VI: 1,2. De
Apostel stelt daar twee gevallen voor: het
eene, wanneer een Christen-slaaf eenen on-
geloovigen of heidenschen heer had; het an-
dere , wanneer zqn meester ook een Christe»
Was. Hij schrijft nu aan Timotheus, wat deze
in beide gevallen aan de dienstboden moest
leeren. Die ongeloovige beeren hadden,
moesten dezelve
alle eer waardig achtem
hun onderdanig zijn, gehoorzaam; en waar-
om?
opdat de naam en de leere Gods nie^
gelasterd wierd,
dat is te zeggen, opdat
die met het Christendom onbekende , eP
tegen hetzelve vooringenomene en vijandige
meesters geene aanleiding zouden hebben»
om uit het gedrag der Christen-slaven nog
ongunstiger over de Christelqke Godsdienst
te denken, als of dezelve voor de goede
orde en behoorlijke ondeigeschiktheid scha-
delijk was. Hadden zq daarentegen
geloovig^
heeren^
die mede Christenen waren-, dan
moesten zij
die niet verachten , omdat af
broeders waren, den eerbied, de gehoor'
zaamheid en onderdanigheid niet vergeten*
maar nog veel meer, met alle gewilligheid
en ondergeschiktheid,
hun dienen , omdlt;^^
zij geloovig en geliefd zijn, als die dea^'
weldaad mede deelachtig zijn.
Dat is gee®

-ocr page 21-

sod,^-^ S^wigtige ies, inzonderheid voor
tenbsp;dienstboden , die zeggen God

Deze ' ^nJezns Christus lief te hebben,
stel]nbsp;menschen , die weinig belang

tog^^'^ in Godsdienst en ware vroomheid.

r ^nbsp;gedrag de naam en

dat unbsp;gelasterd worde, toezien ,

kannbsp;quot; g®*^quot;^nbsp;beschuldigen

oho^®*^, ^y^sglieid, van oneerbiedigheid,
inteee H ^ of stugheid , maar zij behooren
heid Kr-nbsp;bescheidenheid, naarstig-

trouw tnbsp;♦ ™endelijkheid en ge-

godnbsp;buizen te toonen, dat de

vronl^^®'^nbsp;^'«ge« nit is , en dat

zam spreken en vroom banrlelen bij hen
l'ievnbsp;quot;nbsp;gorlsdienst-

bebgt;f dienstboden eenen heer of vrouw
denknbsp;dienen, dan nooit

iQoquot; 'nbsp;met hen op gelijken voet

Vergebenbsp;, en de ondergeschiktheid

Heid PP^l'nbsp;Voorzienig-

Sodsvrïcbr''nbsp;Christendom en de

God totnbsp;standen niet, die

lieeft • ^^i^ijn der maatschappij verordend

«evvillLerlquot;nbsp;gemoedelijker,

ten uit , getiouwer leereu aj'.e die plig-
door Godnbsp;welke in dien stand

De d», ^^Iven van ous geeischt worden.
di^natkrL jif^'''''' '' ^it. II: 9,
10. De
'^'■qcn henbsp;'i'ermaant., dat zij hunnen

quot;quot;■quot;cnageijj^. zi/n, niet legenspre-

-ocr page 22-

iende, (het zq nit eigene Tvqsheid, eigenquot;
zinnigheid ofgemelqkheid)
niet onttrekkende,
(dat is: zich niet het minste van hun 's bee-
ren goed benaderende)
maar alle goede
trouw bewijzende, opdat zij
(en ziet daaJquot;
een gewigiig oogmerk)
de leer van God,
onzen 'Zaligmaker, in alles mogen versie'
ren,
door bunnen wandel, ook in het die-
nen, toonen zouden dat een Christen-
diensbode de beste is.

De vierde plaats is, hetgeen de Apostel
Petrus schrqft, i Petr. II: i8 en vervol-
gens
Gij huisknechten ! zijt met alle vreez»
(dat is met ontzag en eerbied) onderdanig
den Heeren, niet alleen den goeden eii
bescheiden, maar ook den harden,
(dat
laatste is moeijelqk, vooral zoo als het toe»
met de slaven was, wanneer zij onder pn-
medogende meesters zich bevonden, die z®
dikwqls sloegen en mishandelden, zonde?
dat een slaaf zich daar tegen verzetten mogt»
of, volgens de wet, regt verkrqgen kon)
want, zoo gaat de Apostel voort, dat is
genade,
(een eervol gunstbewijs, hetwelk
God u schenkt) zoo iemand om de con-
sciëntie voor God
(omdat hij aan God, zq»
geweten en zqn pligt getrouw was)
zwarig-
heid verdraagt^
(mishandeld wordt) hj'
dende ten onregt.
Petrus spreekt hier i»
het algemeen van het lijden om der ge—
xegtigheid wil, om de zaak der
waarheid
«n des Christendoms; dat beschouwt h9

-ocr page 23-

en voorregt, even als wanneer een
soldaat op een moeijelgke post door zijnen
pneraal gesteld wordt, dat is een blijk, van
iet goed vertrouwen, dat zijn overste op
«em beeft. Voor Christus en om Christus
®®aadheid te dragen beschouwden de Apos-
telen doorgaans als eene eer en genade; zie
«and. V: 4i. Jezus zelf had de zoodani-
pö zalig genoemd, en beloofd dat hun
oon groot zou zijn in de hemelen (i),
''laar dan moet het ook geheel zonder eenige
®ehul(l aan de zijde van den mensch zijn,
^'nnt, zegt Petrus, vers 20, wat loj is het,
^^dien gij verdraagt, als gij zondigt, en
daarover geslagen wordt,
dan lijdt gg niet
een Christen, maar als een kwaaddoen-
rnaar indien gij verdraagt, als gg
^^^l doet, en daarover lijdt, dat is genade
^Jj (iod. Want hiertoe zijt gij geroepen,
^^iviji ooh Christus voor ons geleden heeft,
een exempel nalatende, die. als Hij
S^^f^holden werd, niet weder schold, en
^^ Hg leed, niet dreigde.
Dienstboden
evmden zich thans wel'niet in het geval,
001 soortgelijke mishandelingen te moeten
onderdaan; maar de hoofdzaak der leer,
no^quot;^ ^eti'us bier voorgedragen, is toch ook
wef dnbsp;toepasselijk, om namelijk zoo

dennbsp;barden cn ongemakkelij!lt;en, als

..za§ten cn bescheidenen onderworpen
® =«51» toe te zien, dat me» niet door
(OMatth.V: „

-ocr page 24-

eigene schuld kwalgk bejegend worde, en
dat nooit met drift en omstuimigheid be-
antwoorde, als Christenen spreken, hande-
len Jijden en verdragen, en zoo in alles
het voorbeeld van den zagtmoedigen,
aan
t^od onderworpenen, en het menschelijk gezag
steeds eerbiedigenden Heiland trachten
na
te volgen. Heeft Hij zoodanig tegenspreken
■van de zondaren, ja zelfs het kruis ver-
dragen en de schande veracht
(i), wat
behooren wg dan niet, indien wg zijne
Ihscipelen willen genaamd worden, om zij-
neni wd te verdragen?nbsp;^

Seproef, of ooit in schooner licht,
Volmaakler beeld voor uw gezigt,
Van menschelpe grootheid zweefde.
Dan d' echte Christen wezen zou.
Die aan zijn's Heilands leer getrouw
Haar met zgn hart en daan beleefde
l^n daaglijks in die deugden won,
Uie ilij door haar bereiken
kou.

. Evang. Gezang LXXXlX : 4.

V. Goerfe en hwadc voorheelden van
dienstboden, die in den Bijbel
voorkomen.

De Heilige Schrift is een onwaardeerbaar
boek hetgeen m deszelfs Goddelgk gezag en
heerlgken inhoud,
bij de minste mensehen,
regt gerekend of geschat wordt. In
hetzelve
IS
voor ieder mensch , voor eiken stand,
(O Hebr. XII: a, 3.

-ocr page 25-

alles

es te vinden, vvat men tot zijne onder-
, gting, raad en troost in allerlei omstandig-
noodig heelt. Die met zijnen Bijbel
bekend is, behoeft nooit verlegen te
ora te weten, hoe hij zich gedragen
en ieder, die den weg, daarin hem
, slechts getrouw volgde , zou
jj «aarbij regt gelukkig vinden. Het niet
ei^en , niet hooren, niet volgen van het-
ö^eft de Bgbel zegt, is de ware en voorname
jj^^aak, waarom er in alle standen zoo vele
j^i^^eden begaan worden, en zoo vele on-
Seiukkig zijn. Ook voor u, dienstboden ! is
. een schat vau wijsheid , raad en bemoedi-
in de schrift te vinden. Ik heb een en
quot;er daaruit voor u verzameld, en begin
®et de voorbeelden, zoo goede als kwade,
dienstboden die in den Bijbel voorko-
h^u geschiedenis kunt gij in de aange-
sle^K Plaatsen zelve nalezen. Ik wil u alleen
de^ aanwijzen, wat gg uit die voorbed-
n moet opmerken en ter harte nemen.

De getrouice Jmecht van Ahraham.

Genesis XXIV.

^e^en'quot;^quot;quot;' stelde een groot vertrouwen in
last or,^^quot;®'^ knecht, want hij droeg hem den
dien H^quot;^.P^e'^'eenkomstig de gewoonte van
zijnen z ' ^^ famihe eene vrouw voor
brengen'^'^n '^^eken, en die met zich te
tigp joct' ^as inderdaad een zeer gewig-
quot;S maar de man toonde ook het volle

-ocr page 26-

vertrouwen van zijnen heer waardig te zijn»
Wellt eene hartelijke belangstelling in de
zaak
hem aanbevolen ! Welk eene stipte getrouw-
heid in de uitvoeriug ! Welk eene gemoede-
lijke naauwgezetbeid ! Welk een godvruchtig
bestaan , en biddend opzien tot God, om
zgnen weg voorspoedig te maken ! Welk eene
vreugde en dankbaarheid, toen hij de verhoo-
ring zijns gebeds ondervond ! Hoe veel goeds
en edels zien wij in dezen knecht. Hij staat
daar in de geschiedenis als een goede en ge-
trouwe dienstknecht, die hetgeen bij begon,
met gebed tot God aanving, en in hetgeen
hem ontmoette , de hand van God eerbie-
digde, Ziet daar een navolgenswaardig voor-
beeld voor u, om de zaken en belangen uwer
heeren en vrouwen zoo te behartigen , ais of
zij de uwe waren, om al hetgeen u bevolen
wordt, met de meest mogelijke stiptheid te
volbrengen, en
God te Lerinen in alle uwe
wegen, wanneer Hij uwe paden regt zal
mahen
(i). Zulke dienstboden hebben aan-
spraak op de dankbaarheid en de liefde %'an
het volk, en dit zal hun ook bijna nooit
ontgaan ; zij worden de vertrouwelingen
hunner meesters, ja, bijna als vrienden van
het huis aangemerkt. Het zijn wel altijd niet
zulke gewignge zaken, gelijk
Abraham hier
aan zijnen knecht toevertrouwde , maar in-
dien hij in kleinigheden slordig, en ontrouw
geweest ware, zonde
Ahraham hem zeker
(i) Spreuk, MI: 6.

-ocr page 27-

grootere zaak niet hebben aanbevolen,
quot;t gij vertrouwen hebben, dan moet u
®gelijks bestaan blijken geven, dat gq het
^verk uwer heeren ter harte neemt, getrouw
aan uw volk, stipt en naauwkeurig in de
Uitvoering van betgeen u bevolen wordt.

Josef, of de godvreezende dienstbode.

Genesis XXXIX.

.^a! mijne vrienden! godsvrucht is ten
aller tijd en in alle standen der maatschappq ,
Oe hoofdzaak van alles: hierdoor, maar
Ook hierdoor alleen kan men doen en Ver-
i'agen wat anders onmogelijk is.
Josef
J^as als liind en jongeling, door zigne braaf-
jjeid, tie lieveling zijnes vaders: en dit was
quot;et ook, waardoor hij, waar liij was, genade
vond in dg oogen der menschen , en zich
^00 voorbeeldig in voorspoed en tegenspoed
gedragen kon. En waarin bestond nu zijne
pdvreezendbeid ? Was het alleen in bidden,
ezen en spreken? ja dit zal
Josef ooW niet
^erzuinjji hebben; maar hij toonde zqne
goosvrucht in het getrouw behartigen van
® .'es, Waartoe zijn stand hem riep. Toen
jj^ slaaf Was in het huis van
Fotifar, was
pgjj;?®? eerlijk, vlijtig, getrouw en onberis-
Vertr ®''es, dat zijn heer hem alles toe-
slaven*^^
1' en toen hij boven de andere
nietsnbsp;werd, liet hq zich daarop

»nbsp;noch veroorloofde zich

vrqheid, die hem niet toekwam. Het

-ocr page 28-

was door deze zqne godsvrucht, dat bii aan
de verleiding moedig het hoofd bood, dc
strikken , die men hem spande, ontvlood ,
en de aanbiedingen, welke bem gedaan wer-
den , standvastig iveigerde. Zoude
ih zuil ■
een groot kwaad doen, en zondigen tegen
God?
Dit was zijne taal, zijn wapen in den
strqd, de vasügheid zqner deugd. Gelooft
mij, of laat mij liever zeggen. gelooft den
^qbel en de ondervinding, dat de godza-
ligheid tot alle dingen nuttig is, en de
belofte heeft van het tegenwoordige en toe-
komende leven (i) Gq kunt en zult uiet
bestand zqn tegen de verzoekingen, welke
u omringen, indien gq, niet met uw hart
den Heere vreest, en door zulke beginse-
len, als
Josef openbaarde, niet bestuurd
wordt.

Maar 'sHeeren vrees zal altoos weiieu
'tUegin der wgsheid, wien Gods hand
Die doet betrachten, heeft verstand;

Zgn naam blijft eeuwiglgk geprezen.

I's. CXI: 6.
C. De lofwaardicje dienstmaagd,
a Kon. V : 2 , 3.

Een zeer kort berigt, maar dat toch veel
behelst, en zoo tot eere strekt van
deze
dienstmaagd, dat wq niet kunnen nalaten ,
haar hoog te achten, en ter uwer navolging
aan te prqzen. Zq was niet alleen gevoelig
(I) I Tim. UI: 8.

-ocr page 29-

getrofFen over den ongelukkigen toestand
quot; naren heer, deed vsrat zij kon, om hem
an zijne kwaal te verlossen, door hem den
•e^'' te wijzen , en het middel bekend
maken, het geen tot zijne genezing strek-
fö kon. Dit alles was braaf en goed, en
e'ruquot;*^ ieder van u, vertrouw ik, in soort-
geigk geval ook doen. Maar hetgeen eigenlijk
bq zondere eere strekt, is hare
g®®®dienstige denkwgze en geloof. Zij er-
®nbsp;voor een Profeet des Heeren,

diepen 'eerbied voor hem, en zulke
gedachten van de goddelgke magt,
^choon er nog geen een voorbeeld van
®nen melaatschen bestond, die door
Eliza
genezen was, (want Jezus leert ons, Luc.
» dat er vele melaatschen in Israël waren,
^«ter niemand dan alleen
Naäman gene-
Werd) dat zij niet twgfelde, of deze
Hilders ongeneeslqke kwaal zou door dezen
j^i'oieet kunnen weggenomen worden; zq
on , valkenhoven zulk een groot vertrouwen
quot;P de goddelijke liefde, dat, al
Naäman
u vreemdeling en een Heiden, wanneer
hg . ^od van Israël de toevlugt nam ,
''OU beschaamd worden. Door zulke
maa„d ^«'lerscheidde zich deze dienst-
nooLn^^*^ meeste harer tqd en landge-
feet e' ®nbsp;achting voor den Pro-

Dat 'wo dnbsp;geloof aan God hadden.

w-Ü onm'^PrVnbsp;^ijnbsp;wahneer

dat zq nog zeer jong was,

-ocr page 30-

want yers 2 wordt zij genoemd eene kleine
jonge dochter. Mel
zulke gevoelens ver-
vnld en aan d,t geloof ook buiten baar
vaderland, en in het huis van eenen Heiden
vasthouf ende, is zij een edel en beschamend
voorbeeld voor vele Christen dienstboden,

1nbsp;onderlijk huis ge-

leerd hebben, spoedig vergeten en de beseffen
van God
cn Godsdienst geheel verliezen.
^J allen, die dit boekje leest, neemt een

riï' oquot;'quot; llquot;nbsp;Israëlitisch

meisje. Op welke plaats, in «elk huis,

onder wat soort van menschen gij ook komen
moogt, schaamt u nooit uwe Godsdienst,
Wt vast aan den eerbied voor 's Heeren
Woord, zoekt eene vaste en levendige over-
tuiging van de goddelijke magt en liefde,
zoo als hq die door Christus en in het
Evangelie geopenbaard heeft, te bekomen,
en u in du geloof te versterken. Dit zal
u tot troost zijn, en het kan somwijlen
anderen tot zegen strekken. quot;'quot;wgien

D De begeerte om zich te verrijken eene
bron van zonde en ongeluk, of het waar-
schuwend voorbeeld van Gehazi.

3 Kon. V: 20—.27.

Wat ziet gq in Gehazi? eenen leugenaar
en bedriep, die zijnen heer,
NaLan,
en nog, het ongelukkigst van allen, zich-
xelven bedroog Hg meende zijn heer had

-ocr page 31-

het

het pi •nbsp;bij dacht niet, dat God

slim pnbsp;verbeelde zich alles zoo

kon Tnbsp;ovei-legd te hebben , dat het nooit

het„gt; ^nbsp;ziet, onverwachtst komt

daad l'nbsp;schande zijner mis-

eeisf,.nbsp;dragen. Ea wat was de

hèhlnbsp;De begeerlijk,
naar de fraaije kleederen, welke hij bij

VeSfquot;nbsp;bad. De zucht ora zich te

die mnbsp;gevaarhjke zaak,

aantr r^ tegenwoordig bq vele dienstboden
»ïake k™'^'^ wil pronken, vele vertooning
kannbsp;gekleed gaan. Dat

hetw n ' geschieden van het loon of vet-val,
schnbsp;' bedenkt dan slink-

Verknbsp;' quot;O®'quot;nbsp;bst of bedrog te

nietnbsp;betgeen men in den regten weg

t hekomen kan. Eu wat is het gevolg?
o^g of laat wordt het ontdekt, men wordt
bgejaagd , en is zijne eere kwijt! Ja het-
nog het ergste is, men heeft geen rust
Ver«'«?nbsp;' tnoet zichzelven het

is p,rnbsp;wanneer men arm en veracht

OorzaVquot;quot;^®quot;®eigen
hiddrnnbsp;Wat ik u

zuchr j quot;f®quot;'' '^Sen die ijdele pronk-
hebbennbsp;begeerte om alles te willen

hiertecel ««n ander heeft. Indien gij
»ot stanBe''nquot;'if'nbsp;Sfl vroeg of laat

Voor uw A .quot;quot;fquot;* waarvan de gevolgen
Öet is
z„ltnbsp;geducht zqn kunnen.

«»IK eene wgze les: giaai! niet naar

-ocr page 32-

hooge dingnn, maar voegt u bij c?? nede-
rigen{\)?
Doet nimmer iets, waarover gij
u, zoo het ontdekt wierd, schamen zoudt.
Een stuiver met regt en eere is beter dan
een gulden met bedrog, en laat de gedachte
bij u steeds levendig zijn.

Niets is O Oppermajesteit!

Bedekt voor üw alwetendheid.

Gij kent me. Gij doorgrondt mijn daan.

Gij weet mijn zitten en mijn staan :

Wat ik beraad' of wil betraclUen.

Gij kcpt vau verre mijn gedarhten.

Psalm CXXXIX : I.

E. De bekeerde knecht Onesiinus.

Brief aan P/iilémon,

Deze kleine brief van Paulus is voor ieder,
maar vooral voor dienstboden belangrijk,
dewgl dezelve ons berigt geeft van de teregt
brenging van eenen slaaf, die, zoohetschqnt,
zijnen Heer
Philcmon bestolen had , en toen
weggeloopen was; maar naderhand tot inkeer
en besef van schuld gekomen , door Gods
genade een geheel ander man, en ctn waar
Christen gevsorden was.
Faulus schreef de-
zen brief, om hem nu bij zgnen Heer weder-
om aan te prijzen, werdt zijne voorspraak ,
met eene hartelijkheid en aandrang, als ot
het zgn eigen broeder en zoon geweest ware.
Waarom staat deze kleine brief in den Bgbel •
Zou het niet zgn, om voor alle dienstboden,
(i) Rom. XII. 1(5.

\

-ocr page 33-

dwalnbsp;regten weg mogten af-

zijn^^* opwekking en aanmoediging te
» oni niet in de zonde voort te gaan,
len^quot;^ Goddelijke genade te vertwijfe-
teu'nbsp;opregt berouw en verla-

dien^rquot; den dwaalweg, weder te keeren tot
tot H-nbsp;menigvuldiglijk vergeeft, en

Van Zaligmaker, wiens bloed reinigt
Sed,. zonden? Is er zulk een om sleclit

ggj quot;quot; 'iuiiuen i IS er zuiK een om sleclit
dien®» uit de dienst geraakte knecht of
ha quot;'quot;aagd, die toevallig dit boekje in
ik hnbsp;lee«'? ^ denk'niet:

raad wnbsp;verloren , voor mij is geen

Ver 'l, ^een: boe zeer menschen u mogen
Ver^'^nbsp;verlaten, eu gij u zelven moet

roordeelen, Hij, die meer is dan alle
spt t de God van hemel en aarde,
tot u in zijn woord:
De godde-
ti^^nbsp;zijnen weg, en de ongereg-

siclnbsp;gedadUen , en hij bekeere

otiiFnbsp;Heere, zoo zal Hij ziek zijner

VeVJ'Vquot;'

een Hnbsp;(i)- OUESIMUS ,

SeL^nbsp;is bekeerd, en beeft

datnbsp;bij God en menschen:

feij onr ^nbsp;quot; mogelijk, en, indien
ook nief'wederkeert, zeker. Maar dan

van dennbsp;gezondigd, en de vermaning

welijk cevnbsp;28, getrou-

'^iet meer ^nbsp;' gestolen heeft, stele

Jes Lv'.nbsp;arbeide liever, werkende

-ocr page 34-

dat goed is met zyne handen, opdat hij
hehhe mede te deelen dengenen, die
nood
heeft.

■Komt gij allen! komt tot Hem,
Zondaars komt! wat zou u liind'ren ?
Jezus roept u, hoort Zijn' stem!
Hij maakt zondaars tot Gods kind'ren :
Vrij moogt gij tot Jezus gaan,
Jezus neemt de zondaars aati.

Evang. Gezang XXXIX : 4.

VI. MePhfuardiqe Bijhélplaatsen, die
bijzonder voor dièfisthoden gepast zijn.

Matth. XX: 28.

Ve zoon des menschen is {in de wereld)
gekomen, niet om gediend te worden,
maar om te dienen.

Looft en aanbidt! Hq, die hetgeen roo^
geacht heeft, Gode gelijk te zijn, heeft d®
gestalte van eenen dienstknecht aangeno'
men, eli dat om uwent wil. Zijn gansch^
leven was dienstbaarheid aan God en meO^
sehen, hq deed vrqwillig volmaakt alleS»
v»at Hem gegeven was om te doen; is
ge'
Tioorzaam geweest tot den dood, ja to!'
den dood des hruises.
Hoe moeqelijk wa«
zqn werk! Hoe veel moest big opofferei*
en lijden? Deed
hij dat voor u? Wat moét
gij dan niet om zynent wil verdragen ? Ëf
■wat kunt gq met Hem niet döorkomen ?

-ocr page 35-

OpenL, XIX: 16.

^'J Iweft op zijn Meed en di/e geschreven
desen naam: Heer der Heeren.

He^^^^i is uw ware Heer. Vergeet niet

boven alles, meer dan uwe aardsche
'eeren te eerbiedigen en te gehoorzamen,
donder Hem of tegen Hem vermag geen
jnensch iets, en waar ons geen schepsel
I e'Pt, helpt Hq. Zijn oog ziet u, waar uw
of vrouw u niet kan zien. Alle kwie
^oet voor Hem buigen . en alle tong Hem
«elqden, de Heer te zijn, tot heerlgkheid
Vaders.

Gal. IH: 28.

I^aarin (namelijk in Christus) is noch Jood
noch Griek, noch dienstbare, noch vrije,
daarin is geen man of vrouw, want gij
allen zijt één in Christus.

vreugde en eere voor u! In
christendom is geen onderscheid; uw
j^eer of vrouw, ja geen koning heeft iets
voor in het koningrijk der heme-
en., t.én God en Vader, één Heer Jezus
än'rT®' Geest, één Geloof, één Bijbel,
Dezelw ^^^ Avondmaal is voor allen,
aan all ^^lofte»* dezelfde hemel wordt
geldt ge*^' gelooven , toegezegd. Bq God
voor he*^^ Onderscheid van geboorte ofsiand,
stevvp«nbsp;zondaai-s, en als wii

iven, en in het graf liggen, is de Heer

-ocr page 36-

gelgk aaa zgneu knecht. De ware adel is
dat wij uit God geboren zqn, de ware schat
is Christus te gewinnen, en de ware vrijheid
is die der kinderen Gods. Hiervan is nie-
mand uitgesloten, dan die zichzelven moed-
willig uitsluit. Tot die eer, rqkdom eo
vrijheid roept God u door Christus;
want
er is gene aanneming des persoons bij Hemgt;

Hand. 11: 18.

Ooi op mijne diensthnechteii en dienstmaagden
zal ik van mijnen geest uitstorten.

Daar staat nu uwe naam genoemd. Daar
ziel gij wat God u geven wil; het grootste
en beste heeft de Heer voor u over. Wilt
gij dan andere en betere menschen worden
1
Gevoelt gij, dat gij u zeiven geen nieuv»
hart geven kunt? Wel dan met vrijmoedig-
heid en ernst om dien geest geroepen, dien
God op het gebed schenken wil. Welk ee»
dierbare Bijbel, die zoo veel ook voor
dienstboden bevat! Welk een beminnelijk
God, die zoo veel ter uwer aanmoediging
en vertroosting u beloofde! Zult gij het
kunnen verantwoorden, indien gq deze be-
loften Gods versmaadt? Hebt gq om de
vervulling nooit met uw hart geroepen ?
Bidt, en u zal gegeven worden.

Psalm CXIX: 125.

Ih ben uw knecht.

Kunt gq dit vrijmoedig voor den alwe-

-ocr page 37-

jenden betuigen ? Toont gg dit te znn voor
® ttieDschen? zoo niet; wilt gij net dan
orden ? wilt gij het blgven ? Deze vragen
Wel een stil uur en scherp onderzoek

baardig.nbsp;^

1 Ror. VI: 20.

^^J ^'jt duur gekocht, zoo verheerlijkt God in uw
^'Schaam en in uwen geest, welke Godes zijn.

Ja • dierb're Jezus ! vriend in smart!
Gg slechts hebt aanspraak op ons hart,
Gij hebt ze door uw bloed verkregen;
•fa ! dierb're Jezus ! ja Voortaan,
Moest elke polslag voor u slaan,
Moest gg ons meer dan alles wegen.

Evang. Gezang CX : 5.

Joan. XII: 26».

Zoo iemand mij dient, die volge mij.

Waarin? Vooral in deze v^/dingen: In
S^'^oorzaamlieid aan God, in nederigheid,
^nbsp;in liefde en in ge-

onder lijden. Een Christen moet niet
fragen, wat doen de menschen? Maar wat
eelt de Heer Jezus gedaan, en hoe is Hij
ons voorgegaan ?

Dat in mgn denken, spreken, hand'len,
alles uwe beeldtnis blgk!

Joan. XII: 26'.

°° '«««nrf mij dient, de Kader zal hem eeren.
Dat zegt wat! de Vader zal den dienaar

-ocr page 38-

van zqnen Zoon eeven, openli/L', voor de
geheele wereld, eeuwig, onuitsprelelgk
eeren. Die zulk eene verwachting heeft,
stoort zich dan niet aan het grimhigchen,
spotten en smaden van menschen, die stot
zijn, en tot stof vergaan zullen. Het lag-
chen en spotten zal eens uit zijn ; dan zal
het geschreeuw en gejammer van de dienaars
der zonde beginnen, maar dan zullen ook
de eerekroonen uitgedeeld worden aan de
getrouwe dienstknechten en dienstmaagden
des Heeren, en als de Vader hen zal
eeren, zal de wereld verstommen, zullen
de engelen juichen, en zal het Hallelujah
van alle de kinderen Gods regt beginnen.
Want, indien wq verdragen en volharden,
wq zullen met Hem heerschen.

Hand. IX: 6.

Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal?

Die vraag doet gij dikwqls aan uw heer
of vrouw, wanneer gg zoo niet bepaald
weet, wat nu het eeist moet geschieden,
en wat zq liefst hebben, dat gg doen zult;
en door zoo te vragen erkent gij hun regt
om uw werk te bepalen en uwe gewilligheid
om het volgaarne te doen. Maar doet gq
die vraag wel aan uwen Heei in de heme-
len? Doet gij ze dagelgks, inzonderheid in
gewigtige aangelegenheden uwes levens?
Waar vinden wg na het antwoord ? In z qo
Woord heeft Hij u zgnen wil bekend ge-

-ocr page 39-

»naakt, en uw geweten, benevens de om-
®'aödiglieden, waar in de Voorzienigheid
zullen het u wel leeren kennen,
j.® gq maar opregt en biddende met den
«ichter kunt zeggen:

Leer mg naar uw wil te hand'len,
'k Zal dan in uw' waarheid wand'len,

mqn hart, en voeg het zaam
Tot de vrees van uwen naam.

Psalm LXXXVI: 6.
Pred. VI: 12.

weet tvat goed is voor den mensch in
dit leven, gedurende het getal der dagen
levens zijner ijdelheid, weihe hij
doorbrengt als eene schaduw?

Dat Weet niem^d; want de ondervinding
^e^^t ons, dat hetgeen wq te voren als goed
escnouwden, inderdaad kwaad en schadelijk
.ons was, en hetgeen, waarover wg
erdrietig en bedroefd waren, regt goed
o^k*^ °ns geweest is. Gg hebt in uw leven
OK dikwgls onaangenaamheden, hetzg in
j^We familie, hetzij in de dienst; in wel-
gg u bevindt, of van uwe kameraden,
goeiT^^quot;^ dan ook; het gaat u niet zoo
geda h ^^ wenschtet, en als het naar uwe
f® naet anderen is, denkt dan: wie
is ernbsp;^nbsp;mensch? Een

uw iT*® . weet, en dat is God, die
nw lot bestier^. Zpékt te vrede te zqn met

-ocr page 40-

zqne beschikkingen, laat Hem regeren, en
tracht gqnbsp;te leeren nit zijnen 4g,

en geoefend te worden door denzelven.

O Vader! wat wg ooit bedoelen ,
Van u afhanklijk ons te voelen,
Zn onze blijdschap hier beneên !
Wonrlt g' altijd onzen wensch
verhoeren.
Dan was 't geluk yoor ons verloren,
Lfw wqsheid kent ons heil alleen.

Evang. Gezang XIX: 6.

Hand. V: 29,

Men. moet God meer gehoorzamen dan de menschen.

Alles, wat uw heer of vrouw van u vordert,
moet gq gaarn en getrouw zoeken te vol-
brengen al ,s het wat zwaar, of in uw oog
met verk.esselqk. want gij doet het niet den
menschen maar den Heere Christus.-Wordt
^ t ^nbsp;n geëischt, dat duidclqk

met den ml van Christus, in zqn Woord
ons geopenbaard strijdig is, bq voorbeeld
om door een' leugen hem of haar eenig
voordeel aan te brengen, om hem of haaf
Xd. . ''»f t« helpen, en eenen anderen

ir . hnbsp;clan moet gij God

meer gehoorzaam zijn, dan uwen heer of
vrouw; volstrekt niet doen, waartoe men
u verzoeken wil, met bescheidenheid de
reden zepn. waarom gq dat niet doen
moogt, de uitkomst aan God overlaten,
en alzoo uw geweten bevrijden.

-ocr page 41-

Phil. II: 14.

I^oet alle dingen zonder murmureeren en
tegenspreken,

^Het is niet hetzelfde, hoe men iets doet.
anneer gij bet bevel van uwen heer of
ï'ouw ai grommende, gemelqk en stootend
olbrengt, gedurig wat hebt in te brengen
®§en, en aan te merken op hetgeen zij van
willen gedaan hebben, dan overtreedt
Ute vermaning des Apostels , gij vergeet
Wen stand, gij bezondigt u tegen God, gij
aanleiding dat uw heer of vrouw in
geraken, en dat hun hart zich van u
trekt; want de gewillige knecht en meid,
het nooit te veel is, die nimmer tegen-
spreekt, al had dezelve mindere bekwaam-
zeen , neemt het hart in; bij dien ziet
tnen veel over het hoofd. Maar dat tegen-
^preken is een bewijs van eigene wijsheid,
eene zncht om in plaats van onderwor-
j: te zijn , zelf te willen regeren, en dus

omk '

eeren. Indien iemand uwer ten dezen
j^®özien schuldig is, hg trachte zich te ver-
al t 'nbsp;en tegenspreken

hed^nbsp;' bg zal zich vele onaangenaam-

meno^i ®®®paren, en meer gunst bg God en
quot;quot;cHen vinden.

-ocr page 42-

nu. IV: 5.

Vm beslt;iheideßft,ßifl i^ij gjleti^ m^jmh^n h^k^tid.

Een vriendelijk en bescheiden mensch is
ook een beminnelijk mensch; hg daaren-
tegen , die barsch en stug is, en onvrien-
delijk in zijn spreken, n^aalf,t zich geene.
vrienden, stoot de menschen van zich af.
Dat leert de ondervinding; maar bescheiden
te zqn tegen ieder,, ook tegen zijnen min-
deren , zelfs tegen onvriendelqke menschen,
ja tegen zgne vganden, tegen niemand een
hard woord te gebrniken, integendeel, elk
met minzaamheid tß behandelen, dit zegt
wat meer, en dat is het, w^t Paulus
hier bedoelt. Het is zoo betanjelijk; want
ieder mensen, ook de allerlaagste bedelaar,
is toch een schepsel Gods e» die een mensch,
al is het eenen armen , veracht, versmaadt
deszelfs maker. Dpor bespheiden,lieid kunnen
wij ^eel vyiuneni, vele oinaangenaamheden
VOprkonaen, en betrachten, ook hierin, die
gewigtige les:
nucit gy iigt;iltgt;, dat u de
mmsfihßn, zifiU^n doen, doeti hun ooh alsqo.

Rom. XII: 18.

Indien het mogelijk is, zoo veel in u. is,
houdt vrede met alle menschen.

Paulus wist het ook w'el, dat men met alle
menschen altqd geen vrede kon hebben«
of men zou dikwqls de waarheid en zqn

-ocr page 43-

geweten moeten verkrachten, en dat mogen
nooit doen. Maar een Christen moet
och den vrede, zoo veel, behoudens de
baarheid, en de gehoorzaamheid aan God
^erschuldigd, geschieden kan, zoeken te
hewaren. Men kan daartoe veel medewer-
ken» wanneer men, met ongemakkelijke
Renschen omgaande, wat toegeeft, inschikt,

quot;quot;ö zoekt voor te komen , stilzwqgt, niet
op

zijn stuk staat, noch het laatste woord
hebben. In menig huisgezin is er twist
ei krakeel onder de dienstboden, omdat
?en geene inschikkelijkheid voor elkander
neeft, en niet alles, zoo veel men kan, in
het Werk stelt, om den vrede le bewaren.

ieder gelijk wil hebben, teder op zijn
^egt staat, als men niet wat kan overgeven ,
dan moet er oneenigheid plaats hebben,
e^
Welk een naar leven is het niet, alle
dagen in t^jg^ je leven! uit het eene woord
Komt h et andere , er wordt ijonde op zonde
egaan, men verbittert zich, en men ver-
ontreinigt zgn hart.
Zalig (zegt Jezus)
^ijn de zachtmoedigen en de vreedzamen^
zullen het aardrijk beërven,, en kindß-
'■e« Grods genaamd worden '

l Petr. III: 10.

leven wil liefhebben, ^n goede dagan
di^ atille zijne tong van het kwaad.

CO^M^nbsp;^^ bedwingen, is voor ieder

-ocr page 44-

mensch, vooral voor een dienstbode zulk
eene belangrijke zaak; want door dit te ver-
zuimen , heeft menigeen eene goede dienst
verloren, en zich zelven in armoede en
ellende gestort Men kan op velerlei wijze
met de tong zondigen, niet alleen door
vloeken, zweren, schelden, liegen en las-
teren, hetwelk schrikkelijke zonden zqn,
waarvan ieder, die nog eenig gevoel van
godsdienst heeft, den grootsten afkeer heb-
ben moet, maar men kan zich ook hier
bezondigen door praatzucht en snapachtig-
heid. Men ziet of hoort wel eens in huis
van den heer of vrouw, of van menschen
die daar komen, een en ander, dat niet
behoeft, en nie^ mag verteld worden. Wan-
neer men nu zijne tong niet kan bedwin-
gen, dan wordt dit al ligt builen 'shuis
verhaald; er zqn toch altqd menschen,
hetzij in winkels, waar men iets koopt, of
elders, die door nieuwsgierigheid gedreven ,
zich gaarn met een anders doen bemoeqen,
of wat nieuws vertellen, die de dienstboden
uithooren. Indien men dan de geheimen
van het huis overbrengt, misbruikt men
het vertrouwen, men verraadt zijn volk,
is oorzaak van verdenking en
laster en be-
nadeelt dengenen, wiens brood men eet,
en wiens geld men trekt, dikwqls grootelijks.
Wacht u, om immer van hetgeen in hui®
gebeurt, tot anderen te spreken, houdt «
met menschen, die u uitvragen, niet op»

-ocr page 45-

nooit iets, dat gij in tegenwoor-
berhSen^^'^ iw volk niet zoudt durven

Zet Heer ! een' wacht voor jnqne lippen ,
Behoed de deuren van mijn mond;
Opdat ik mq tot genen stond,
tets onbedachtzaams laat oniglippen.

Psalm CXLI: 3.

i Tim. V: 22.

ff f

quot; geene gemeenschap aan anderer zonden ,
hewaar u zeiven rein,

gewigtige les! Wanneer anderen eenig
of ^ bedrgven in uwe tegenwoordigheid,
j dat ter uwer kennis komt, en gij keurt
,door woord of gebaarden goed, gij zijt
behulpzaam in het verbergen, opdat
niet ontdekt worde, gij zegt er niets
te
Weten , wanneer zq, die belang heb-
dan Knbsp;» ^ daarop navragen,

den - ' ^^ gemeenschap aan anderer zon~
neenbsp;medepligtig. Zoo ook, wan-

ijde[ ^^nbsp;ooren leeut aan zot geklap',

over^ ' onbetamelijke gesprekken , daar-
aan*^nbsp;lagcht, en uwe verontwaardiging

geeft lasteraar en spotter niet te kennen
zooda • oefent gij gemeenschap met de
Hebtnbsp;Ziet toe dat gij u rein bewaart,

geen d^*! ^^^eer van het booze, en neemt
heidnbsp;werken der ongeregtig-

-ocr page 46-

Matth. XXVI: 41.

Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt-

Alle verzoekingen kunnen wq niet ont-
wijken, maar door waken en bidden kunne»
wq ze gelukkig doorworstelen.
Tallooze
gevaren omringen n, de begeerlijkheden der
jongheid , de verleiding van kameraden , het
voorbeeld van anderen. Men zoekt u in
gezelschappen, op plaatseh en bq menschen
te brengen, die voor uwe deugd en
geluk
gevaarlqk zijn. Men doet u beloften, aan-
biedingen, die n bfekoreü, men weet n het
kwade te verbergen, en onder zulk een
schijn te doen voorkomen, dat het u aan-
lagcht. Hoe znlt gq bewaard
blijven in de
ure der verzoeking? Geen andere weg is
er buiten dien, welken Jezus heeft .lange-
prezen. Waakt, waakt te aller tqd , vooral
tegen menschen, die u zoeken te verleiden,
mijdt hunnen omgang, onthohdt u van die
plaatsen des vermaaks, waar gq zoudt ver-
wilderd worden, waakt vooral tegen die
zonde, voor welke gij het meest bloot ligt,
steunt niet op u zei ven, bidt toch zonder
ophouden, dat God
u beware en door zqne
kracht staande 'hoiide.

Wie kan mg helpen ? Gq alleen.

Gij zgt m^n' hoop, en anders geen.

Och ! dat Jngn' zwakheid immer mg ,

Tot mijnen nut voor oogen zg !

Och! dat ik op U houw in nood!

Aan ü getrouw tot in den dood!

Evang. Gezang LXXIV 7-

-ocr page 47-

Marc. XIV: vs. 13.

anneer gij in de stad kom, zoo zal u een
'Mensch ontmoeten, dragende een waterkruik.

de «eiknd tót i^ne piscipe-
dus' A natr Jeruzalem zond. Hq wiSt
en de plaats, waar die dienst-
ver- '^'eh zou beviudfen, eh itat
Werk hij
We^P^quot;®'nbsp;g«' ^ezüS alle uwte

Voo^Tï^'' bedrqven kent, dat gq üooit 'u
totnbsp;kunt verbergen., Dat strekke n

Waarschuwing voor verborgene wegen;
«ar het vertrooste ii ook bq den gering-
en arbeid, Waiinëér bei ti zwaar valt, en
riV. gehoorzaamheid aan Hem, het Ver-
Hq weet het.

1 Kor. X: Sl.

hetzij dat gijlieden eet, hetzij dat gij.
lieden drinkt, hetzij dat gij iets anders
^oet, doet het al ter eere Gods.

^kt^'lynbsp;öioét ég Gbd

heidnbsp;Met hiatigheia èn dankbaat-

desDiii'r gavbn gbnnttigd , daardoor ^ottft
'der hnbsp;Niét als de dieren, zbh-

ten r of danken, Übnder tot den groo-

voor all?*quot;nbsp;»e ïién, gegeten ! Wacht ü

goedenbsp;verachting Van dfe

ven zoo V inbsp;quot;Erkent uw voorregt bo-

daKeläkcnbsp;armen en behoeftigen, dat

oekonien kunt. Denkt Vfeelaan dén

-ocr page 48-

Heiland, die gehongerd heeft, en in zijnen
dorst, niets anders dan eene edikteug ver-
krijgen kon. Vergeet niet, dat wg elke
kruimel brood, en iederen droppel water»
door onze zonden verbeurd hebben, en gij
zult God niet alleen met schaamte voof
zgne goedheid danken, maar met aanbid-
ding, ook bij uw eten en drinken, de ge-
nade van God en de kracht van Jezus
verdiensten erkennen.

Joan. VI: 12.

Vergadert 'de overige brokken , opdat
er niets verloren ga.

Hoe bezorgd toont zich hier de Heer Je-
zus, nadat men tot verzadiging gegeten had ,
dat er van het overgeschoten niets verloren
ging. Ziet daar ons voorbeeld. Het is geen
gunstig teeken, wanneer dienstboden, of
wie het ook zgn mogen, het zij door on-
achtzaamheid de spijze laten bederven, het
zg door brooddronkenheid, of door ruw-
heid en slordigheid, het goede eten laten
verloren gaan. Elke kruimel brood, elke
brok vleesch, of wat
het ook zg, is eene
gave van God. Dat te verwaarloozen, is
de gaven Gods verachten; die dat doen»
zijn doorgaans ondankbare en
ongevoelige
mensehen, die, door hunne slordigheid e»
verkwisting naderhand veelal tot armoede
komen, en nog wel dagen beleven, dat
de brokken, te voren baldadig weggeworpen»

-ocr page 49-

T^n?nbsp;«'^hen, om hunnen

Veron unbsp;u voor zulk eene

Vul,lilnbsp;eo«^« spijze, zijt zorg-

Kiinbsp;te laten verloren gaan, want

di. 7 quot;an eene dubbele zonde schul-
Wiernbsp;^od en de menschen,

goed gij ahoo verwaarloozen zoudt.

Luc. XYI: 10.

/let minste onregtmardig is, die
^^ ooh in het groote ojiregtvaardig.

Ien r^i quot;'tsp^aak des Heeren wordt ten al-
eenp 'nbsp;naarheid bevestigd, en bevat

iTicnnbsp;J«-'®- Aau kleinigheden kan

' fJikwijls de menscl.en beproeven; zij
gewoon die minder te tellen en open-

stiiivquot;nbsp;quot;i '-'jn- D'« eenen
onivreernt, is in staat om ook een

\an ^quot;.^'.ebnbsp;te benaderen. Die in eene zaak
zal her*^quot;^!leugens behelpt,

et..„ ofquot;!quot;nbsp;gevallen doen. Die

b»er ofnbsp;buiten voorkennis van den

tiioetnbsp;buiten het huis draaf^t. dien

Oquot;» an.T''quot;nbsp;slecht genoeg beschouwen,

held O.nbsp;te vervreemden. Eeilijk-

tquot;t innbsp;en getrouwheid moet men

Want hel*''nbsp;kleinigheden betoonen,

groo?®'',nbsp;verschil, of de

S'^be en L'nbsp;quot; ^^ kleiu is. De aard-

»aor denbsp;regter oordeelen niet

quot;Uur Qe Sqnbsp;,:nbsp;i-uiutcrcii Jlici

'^et ovenr I ® ontstal, maar of de
^^'^tredeu is. De dief, die een smk

-ocr page 50-

lood, ea de dief, die eenen zak met geH
gestolen heeft, zgn beide oneerlijk, beide
schuldig, ja, de eerste kan somwijlen nog
meer schuldig zijn, wanneer hg een ver-
trouwde in huis is geweest, men zich voor
hem niet wachten kon, en hij ondankbaar
een schandelijk misbruik gemaakt heeft vaO
het goed vertrouwen, dat in hem gesteld
wordt.
I/i het minste getrouw, daartoe
beboort dan ook, hetgeen sommige dienst-
boden schijnen te vergeten, die er gee»
kwaad in zien. wanneer zij van de spgzen,
of andere dingen, iets weggeven aan armeö
of brave menschen, zonder weten van hu»
volk; dat is milddadig zgn van eens an'
ders goed, en inderdaad ontrouwheid.

Rem. XII: 21.

fFordt van het kwaad niet overwonnen, maar
overwint- het kwaad door het goed.

Belangrijk onderwijs! Wanneer andere»
u kwalijk bejegenen, in toorn en drift
tegen , u uitvaren, schelden en razen e»
gij laat u daardoor verleiden om
dat wedef ,
met schelden en drift te beantwoorden»
dan wordt gg van het kwade overwonnen .
de zonde heeft n gevangen genomen, é
zgt bezweken m den strgd. Maar,
wanneer
gij den genen, die u kwalijk behandelt, met
bedaardheid, zachtmoedigheid, ja met
goed-
heid bejegent, dan overwint gg het kwade
door het goede, gg bewaart n zeiven va»

-ocr page 51-

Je^ondigen, gij beschaamt eu ontwapent uwe
benparuj, gn bij wordt daardoor menig-
jjQ^'^o getroffen, dat hij geheel tot bedaren
dri?,-nbsp;^^ mensehen te doen, die

Ijehh^'nbsp;en onstuimig zijn, al

ïiiei 'r iquot;quot;^ ongcjgk, maakt u aan hen toch
^^ gehjk door hunne dwaasheden en zonden
züt T L^'gen. Doet gij uw pligt, zwijgt en
öen quot;nbsp;''«'•'■'^oor zult gij veel kun-

^^ Winnen , de vrede van uw hart bewaren
die quot;equot; een Discipel van Hem te zgn,
«cA f/® gescholden werd, niet weder
O'«, en als Hij leed, niet dreigde (i).

Luk. XII: S7.

Zalig zijn de diensthoden, welke de Heer,
als Hij lomt, zal wakende vinden.

hets'^quot;® vergelijkt hier zijne Discipelen bij
geen onder de dienstboden meermalen

veroor/quot;''''-nbsp;t'huis is,

wnlen w®*^ zich slechte dienstboden som-
Van 1,nbsp;ondeugendheden. In plaats

Verrbnbsp;hun» om te

en ledi^' ^fSeven was. zitten zij daar lui
eii kijvf'nbsp;(le deur uit, twisten

«larteinbsp;»laken goeden cicr, en zijn

^quot;-'er t'h •nbsp;bijeen, zoodat als de

dan'nbsp;onverwacht hen over-

een, hg,'® ®quot;es in de war: men is ver-
alies
overh ^^^^^ quot;nbsp;gedaan, het ligt

COiPe,.nbsp;en ontdekkende, wat in

* *

-ocr page 52-

zqae afwezigheid geheurd is, jaagt hq zulke
dienstboden weg. Daarentegen de goeden
en getrouwen doen hun werk, eveu of hun
heer of vrouw in huis waren ; komen deze
onverhoeds terug, zij vinden alles ia orde.
Zulke dienslknecluen zijn wakende en wach-
tende op de komst hunner heeren. Zoo
moet het met u ziju, ten aanzien van uwe
aardsche heeren, en vooral ten aanzien
van den Heer in de hemelen. Hii zal ook
onverwacht komen, om u door den dood
weg te nemen, en hoe geducht zou het
wezen, wanneer gq dan zorgeloos, te mid-
den uwer zonden, voor Hem zou lt moeten
verschijuen, en Hq u eene plaats bij de on-
trouwen en goddeloozen zou moeten geven.
Maar hoe zalig, wanneer gij dan bereid mogt
gevonden worden , bezig in uwen kring Hum
te dienen , getrouw in uw werk. Dan z il u de
dood niet verschrikken, de eeuwigheid niet
ontzetten, want als het leven voor Christus
is, dan is het sterven gewin, en de dag zijner
verschijning de dag eener eeuwige en volmaakte
zaligheid.

O Jezus ! dat ik nooit vergeel,
Pal g' over alles, w,it ik deed ,
Hierna de regler eens zuil wezen!
Opdat ik hier, bij eiken pligt.
Bij ieder werk , door mij verrigl ;
Dw' uitspraak afwacht zonder vrezen ,
En juich, daar ik uw lockornst eer,
Kom, Jezus! ja kom haastig. Heer!

Evang. Gezang CLVIIl: u

i

-ocr page 53-

' Aljemeena raadgevingen der christe-
lijlie wijsheid.
• ^ijt voorziglig in. de keus van eene dienst.

Onderzoekt eerst, of gij voor die dienst
^ enkend zijt,
of dezelve uwe krachten niet
e quot;Oven gaat, en gij wel kunt volbrengen,
'at Van u gevorderd worden zou. Onder-
^oekt vervol-ens, of die dienst ook voor
ziel gevaarlijk zou zijn, en gij daar in
y^^^eking zoudt kunnen geraken, die voor
hart en uwe eeuwige belangen hoogst
^quot;adelqk zoude worden. In beide gevallen
'Oet gij zulk eene dienst niet kiezen, ai
er nog zoo vele voordeelen te beko-
men.
/ f^'ani, wai baat het eenen 7nen.sc/i,
hij c^e geheele wereld gewon, en hij
^^fjest schade lijden aan sijne ziel {\) P

bedenkt u wel, eer gij eene andere
dienst kiest.

wilt gij verhuizen? Om meer-
zelven t® hebben? Om meer^tijd voor u

ben?nbsp;gemak, meer vrijheid te heb-

Zal 1 ^nbsp;reilen? Is ze gegrond?

ofnbsp;eene andere dienst beter gaan.

Bedenktnbsp;®^eral onvolmaakt zqn?

geene vnbsp;verandering is

anderiijkS'-quot;quot;^.- .. Wispelturigheid en ver-
boden dquot;nbsp;gebrek; en dienst-
gedurig van dienst veran-
U) Matth.
XVI; ^

-ocr page 54-

deren, krijgen esn kwaden naam; terwijl
zij, die lang in eene dienst
hlrjven, veel
beter voortkomen. Paulus schrijft, i Kor»
yil: 20—24, aan de dienstknechten va»
zijnen tijd, om niet willekeurig hunne
dienst
te verlaten, maar in dien stand en roeping, io
welke zij geplaatst waren, bij God te blijven,
dat is. God te dienen en te vreezen. Dit
mag ook door u wel ernstig nagedacht worden«

3.nbsp;Vermijdt zorgvuldig alles, wat uw volk
billijke reden tot klagen geven kan.

Bij den besten wil komen er dagelijks tocb
fouten cn gebreken, het zij uit vergeetach'
tigheid, onoplettendheid, overhaasting,
o(
uit andere oorzaken. Juist daarom moet g?
u beijveren, om het in alle dingen zoo
goed
te maken, als u mogelijk is, Ziet men dan,
dat het verkeerde nooit met opzet was, dat
gq gaarne genoegen wilt geven, en niet u**
eigen hoo'ld volgt, maar alles zoo wilt
wet'
rigten, gelijk men u zegt, dan worden die
kleinere fouten verschoond en gedragen»
en men zal veel in u overzien.

4.nbsp;Jïeit gij schuld, bekent het openhartig

en terstond.

Er is niets, waartoe de eigenliefde moeije'
lijker te brengen is, dan tot opregte schuld^
belgdenis. En er is ook niets, dat leelijkef
en verderfelijker is, dan het verschoone»gt;
bedekken of ontkennen van zqne misslage»'

-ocr page 55-

^f'^'no zeide reeds: Die zijne overiredin-
^iet voorspoedig zijn,
fVl'^ se heient en laat, zal harmhar-
in H ^^nbsp;eerste verhardt zich

de zonde, sluit zich den weg totverhe-
kan geene vergeving hij God of
enschen vinden, en zal zichzelven in het
geluk storten. Maar door nederige en
^Pregte belijdenis is er vergeving te wach-
bl ^erwigl de opiegtheid daarin moet

, oi men het bedreven kwaad ver-

volg

'gens ook zoekt na te laten.

Spreekt altijd de waarheid, en houdt
u nooit met leugens op.

Wanneer gq n gewent, om altqd rond de
gaarheid te spreken, dan zal men u steeds
®rirouwen, u op uw woord gelooven, en
zult daardoor u zeiven veel verdriet
esparen, achting en genoegen ondervin-
en een goed geweten voor God en
«lenschen behouden.

Z'jt zindelijk en net in uwe Meeding,
quot;laar wacht u voor ijdelen zwier, enute
verheffen boven uwen staat.

dat^^'' i®nbsp;groot en verderfelijk kwaad,

om ri^K ^nbsp;dienstboden is ingeslopen,

^at men ''leeding zoodanig op te tooqen,
tnc.pL ^'kwqls geen onderscheid zien kan
«sscüen de vrouw of de meid. Dat noem
05 Spreuk, xxviil: 14.

-ocr page 56-

ik een verderfelijl Iwaad^ want het is de
bron yan oneerlijkheid, van bedrog en
misleiding. Komen de zoodanige tot een
huwelijk, dan zijn zij spilzieke vrouwen,
slechte huishoudsters, en eenmaal gewoon
aan pronk en vertooning, verteren ztj vvat
zij verdienen, maken schulden, en lijden
eindelijk armoefie en gebrek. Men kan wel
net en bevallig zijn, al volgt men in alieS
de mode riet. Het is zells belagchelqk dit
te doen. Wanneer men zulke modepoppen
ziet, om het even of het onder de dienst-
boden , ol onder de meer aanzienelijken is,
dan denkt ieder verstandig mensch: dat is
een ledig hoofd en een ijrlel hart.
De
Christen beschouwt de zoodanige als* geene
discipelen van den nederigen Jezus, terwijl
een goede heer of vrouw denkt: zulk een
dienstbode wil ik niet hefgt;ben; en een braaf
man begeert zulke opgesdiikte wezens niet
voor zijne vrouw. Zij vallen dus in slechte
handen, en worden ongelukkig, want hoog-
moed komt voor den val.

7. Wac/it u voor gevaarlijke plaatsen en menschen ?

Er zijn soms huizen, in welke een goede
vriend of vriendin u zoekt te leiden en
bekend te maken , die voor de rust van iivr
hart zeer schadelik zijn. Gij ziet en
hoort
van dingen, die u te voren onbekend waren ;
gij ontmoet menschen, die n niet nuttig
zgn , die u van den goeden weg afleiden,

-ocr page 57-

m het vetw«j»f zouden storten. Men
^oort thans, dat dienstboden op plantsen
vermaaks, in huizen der verleiding,
^ooral in grootere steden, komen, waar

ordt.
ver-

7,ijn ook voor dienstboden meerder,
in vroeger jaren. Er behoort dus eene
'ihbele waakzaamheid gebruikt tc worden.

Voorbeeld van DIna, Jakobs dochter,
i® uu nieuwsgierigheid , om een vrolijk
«jcst hij te wonen, len val gebragt werd (i),
u tot waarschuwing! Gaat nergens, waar
^^nooilig hebt noch geroepen wox'dt.
Waar gij u verlegen zoudt gevoelen als
een braai' mensch alda-ar zag.

8 Zijt trouw en vertrouwt niemand.

Dit is een oud Vaderland sch spreekwoord ,
quot;eigeen men met naar de letter moet vr-
m quot;'aar dat wij doorgaans in dien zin
gt' ruiken: weest getrouw aan uwe vrienden
Weldoeners, bedekt en verzwqgt hunne
quot;^ten, en vertrouwt hunne geheimen niet
aan een ander. H«t kan ook zeggen: zijt
getrouw aan den genen, dien gij door on-
iZn^ als uwen vriend hebt leeren
nietnbsp;Seeft uw geheele verirouweii

haastquot; '' vriendelijk voor; weest

S in Uwe vriendschap weg te schenken

komtnbsp;aan eenen onbekenden , aL

T. . u vriendelnk voor- weest niet le
äastig m uwe

(O Gen, XXXIV.

jj ë' ojidslag voor veler ongeluk gelegd w
j^?j.^'®i'li'idingen , en de grondslag tot

-ocr page 58-

Hoe men het neemt, het is eene gewigtige
les. ^ Vooral moogt
grj wel op uwe hSde

vviën^runbsp;•nbsp;buitengemeene

vnendehjkheid aan u betoonen, u bq.onder

aanhalen, of zoo zonder bqzondere reden

geschenken geven Dat heeft dikwijls eene

itrtrnbsp;-

9. Hetgeen gy wilt dat u geschiede, doet
gij hun ook alzoo.

Deze les, door den Zaligmaker gegeven,
als een regel voor ieder mensch, in allé
gevallen , cn ten allen tijden , is bijzonder
voor u belangrijk. Wanneer gij u zelven
zoekt te verplaatsen in den stand van uwen
heer of vrouw, en gq vraagt u zelven ge-
durig af: hoe zou ik het van mijne dienst-
boden verlangen? Zou ik gaarne twee,
driemaal hetzelfde willen bevelen? Zou ik
die tegenspraak, die behandeling, indien ik
meester was, verdragen? En naar dien
regel oordeelende, zult gg spoedig gevoe-
len, wat goed en kwaad is.

10. rerlaat u niet op uw goed voornemen,
noch steunt op uwe eigene krachten.

Die zich hierop verlaat, zal bedrogen
uitkomen.
Buiten de verzoeking schijnen
wg sterk, maar
in de verzoeking blgkt het,
dat wg zonder Gods hoogere bewaring niel
bestand zgn. Denkt aan
Petrug. Hoe v«el

-ocr page 59-

geloofde hq • nu hq meende het opregt,

hoe spoedig hemeek hij! Hoe diep

zqn val! En dat alleen door te veel

^P zich zeiven te vertrouwen. Zoo dan,

meerit te slaan, zie toe dat hij niet
valle
(, ).nbsp;'nbsp;^

Gq vyeet het, onze kracht is klein,
De driften veel, en
't hart onrein ;
Wat
Wordt er van ons in dien slaat.
O Vader ! zoo lt;iij ons verlaat ?

Gebed des Heeren , vs. 7.

ll. Begint eiken dag met het gebed.

Niets is hetamelijker, noodiger en heil-
Her, dan eiken dag met God aan te
aiigen hij het ontwaken. Dankt God voor
, Jquot;e bewaring en de vernieuwing uwer
'achten; bidt Hem om lust, kracht en
jjj jj^ werk; beveelt u aan de
/-'quot;ling Vau Zijnen Geest, om u le bewaren
^quot;or de zonde; gaat dan, in Hem gesterkt,
« Uwen arbeid, en vergeet niet bij alles,
. gij doet, dat gij onder Zqn oog zijt,
a zoekt, zelfs onder uw weik, een bid-
^end hart tot Hem te hebben. Begeeft u
j oit ter rust, zonder Hem te danken voor
dennbsp;ei* hulp dien dag ondervon-

' „en zonder vooral de verkeerdheden,
aane?''- ®®ogt begaan hebben, voor Zqn
gevine'^,' ootmoedig te belijden, en ver-
Jezus Gh •nbsp;^^ verdiensten van

fO ' Kor. X: jJ.

-ocr page 60-

12. L'.est, kan het zijn, eiken dag iets tot
'uwe opwekkinq en stichting.

Veel tijd zult gij door de week niet vin-
den, om leu nuttigs te lezen. Maar, al
kunt gij slechts eenige weinige minuten daar-
toe afzonderen, maakt daarvan gebruik,
al ziju het slechts eenige verzen uit uwen
Bijbel, een gedeelte van een Psalm of Lied,
of ander goed boek. Gebruikt daartoe
vooral den Zondag, wanneer gij meer lijcl
voor u zeiven hebt, en zoekt langs dien
weg op te wa.^en in de kennis enVenade
des Heeren God wil het
zegenen. Eene
enkele biibelplaats, een enkel woord kan
dikwijls, door Zijnen invloed , de heilzaamste
uitwerking hebben.

13. Onderzoekt van tijd tot tijd de gesteld-
heid van uw hart, en of gij wel bereid
zijt voor den dood.

Op een Oudejaarsavond. Op uwen Ver-
jaardag... Voor het Avondmaal, of ook op
andere tijden, doet u zelven de volgende
vragen: Ben ik beter of erger geworden?
Wien heb ik liever? den Heer Jezus of
de wereld? Wien zoek ik te behagen?

, «e /»enscheu? Heb ik meer.ler
of minder indl-uk van de waarheid en nijne
eeuwige belangen? Als ik
nu stierf, wat
zoude er van mij worden? Welke zijn
mqne gronden ? en zijn ze goed ? Waarom
ben ik nog niet die ik wezen moet ? \Vat

-ocr page 61-

ik quot; ®eest in den weg ? Hoe overwin
tnonbsp;worden die ik zijn

Deze en dergelqke vragen moeten
I Van tijd tot tijd ons zei ven voorleg ;en
^ geraoedeiiiken ernst, en als onder het
tonbsp;Alwetenden aan ons geweten

rgtnbsp;Wq maken wel nu en rlan de

ening op van ons geld, van onze uit^a-
en inkomsten, en zouden wq dan onze
.oote rekening voor God en de eeuwigheid
Opmaken (

Zou die harde taak niet vrezen ,
P'e al zqn zwlt;kke zijden kent,
^'e niet bescliaamd eu treurig wezen ,
Die ,'t oog naar duizend vlekken wendt?

Maar beter, schuldig zich belriden,

Voor Hem , die hart en nieren prpeft;
D'»n trotscli een oiulerzoek te mqden;
Dal ons vernede'-t en bedroeft.

^'''esdt toe lot God! Wie is u nader,
Dan Hij , de regier van 't heelal,
quot;ar ook een regier die als rader,
Heiiv, die zicli vonnist, regten zal 7

VAN AI-.PHEM ,

Proeve van Liederen tn Gezangen.

van liefde en troost aan dienst-
{ft verschillende oinstanliijheden.

1 ^quot;

y'tt gij thans luiten dienst, en kunt
S
'J er geene naar uwen zin bekomen P

geijktnbsp;oorzaak dat gij uit uwe dienst

zgt? Misschien door uwe eigene

-ocr page 62-

schuld, en dan is dit eene gevoelige, maaf
mogelijk nuttige kastqding van uwe verkeerd-
heid, om het u at te leeren, en daartegen
nadrukkelijk te waarschuwen. Beken daf
uwe schuld voor God , zoek er vergeving
over, sta naar verbetering; en dan zal God.
die alles in zijne hand heeft, ook noquot;^ wel
uitkomst geven. Zijt gij ook te keuiTg eü
wel opgeT^ssen voor zulke diensten, als gquot;)
verlangtVt)f is het geheel buiten uwe schuld,
door een zamenloop van omstandigheden?
Bedenk dan, dat er niets hq toeval niet«
zonder oogmerk geschiedt. Vraag u 'zelve»
af: wat wil God mq hiermede leeren ? Mis-
schien gevoel van afhankelijkheid opwek-
ken, aan het bidden brengen, uw geloof,
en uwe onderwerping beproeven.
Beveeï
Hem uw lot, wacht op den Het-r, en houd
zijnen weg , en Hij zal op zqnen tqd too-
nen, dat Hij het gebed hoort, en u welligt
eene dienst aanwqzen, welke gij niet
zoudt
gevonden hebben, wanneer gij vroeger in
eene andere verbonden waart, en voof
welke gq Hem naderhand pi'ijzen en danke»
zult.

2. Ifeht gij eene goede dienst bekomen ?

En dat noem ik zulk eene, waar men
u met menschelqkheid behandelt, geeft wat
eenen braven dienstbode toekomt, en waar
men u tot godsdienst en deugd zoekt op
te leiden. Dankt God, dat Hq uw lot %oo

i

-ocr page 63-

gezin bragt, waar
heden \
k verzoekingen en onaangenaam-
integenl
I *nbsp;quot;quot;^eren ondervinden,

orde,

gewp 5nbsp;behoorhike werkzaamheid

VaneT wordt, en tevens gelegenheid ont-
öetn.nbsp;godsdienst te kunnen waar-

Uw vquot;nnbsp;dat gij dit niet kleinacht,

tijdnbsp;misleidt, dat, wanneer zij u

elder^^r'^ ^^''erk te gaan, gij u niet
dine ^ omgeeft; of wanneer uwe vrouw de
Ord naauwkeurig nagaat, en netheid en
Ver® le'^ren, zij u die vrijheden niet
het 1 **nbsp;andere diensten, waar

is • . toegaat, en ieder doet, wat goed
^ zijne oogen, zonder dat men de
^ istboden nagaat, wel eens vergund wor-
bo'^j denkt dan niet, dat gij te zeer ge-
quot;iden zijt; want dat zoude een bewijs

spri' ^^nbsp;^'quot;en

i^g ®gen, de vrqheid misbruiken, en het

Hennbsp;kinderen, die mee-

de ' 1nbsp;ouders hard handelen , wanneer

en^hnbsp;verkeerden zin niet opvolgen,

hun schadelijke dingen onthouden, terwgl
^J^naderhand hunne ouders danken moeten,
eennbsp;waren , dan zij. De boom, die in

geplant werd, aan welken
j-g®quot;®®quot; om denzelven te doen wassen,
boo ®ejiter niet deugen wil, is een kwade
Vg j^' die eindelqk wordt omgehouwen en

-ocr page 64-

3. Zijt gij in eene dienst, waar men u

geen ti) 1 of gehgenheli vergunt, om den
dag des Heeren behoorlijk te vieren en
uwe gods'Uenst waar te nemen?

Hebt gij wel ooit met bescheidenheid hieiquot;
over gesproken? Hebt gij, toen Pij u te
voren verhuurdet, wel eerst hiernaar on.ler-
zocht, en du als eene Voorwaarde bedon-
gen, om d»moe behoorlijke geh-genheiJ
te hebben ? Waarom zi]., de Roomscl.gezindquot;
dienstboden hierin getrouwer dan de Pro'
teslanten? Hebt gij zelve wel den regteö
lust ? Maakt gij van dc weinige gelege,.he-
den, die men u vergunt, wel regt gebruik
om de godsdienst waar te nemen ? Indic»
uw hart u niet veroorrieelt, en gij, ni(Hte-
genstaande uw vriendelijk en ernstig
verzoek,
doorgaans verhinderd wordt, den dag de«
Heer. n Gode waar te nemen , verlaat da»
bever zulk een huis, waar men den dienst-
boden nimmer rust geeft, en zelf God nie'
dienende, ook anderen verhindert om dit
te doen. Gods glt;
bod moet u heiliquot;fï
zijn, dan dat der mensehen, en het he''
uwer onsterfelijke zielen moet u meer td'
harte gaan, dan tijdelijk voordeel.

4. Hebt gij nog geene belijdenis van ut»
geloof aJgelegd?

Siek dat niet langer uit, zoekt naar
gelef;enhtid om het noorfig ondervNÏjs t®
bekomen, en als u de tijd daaitoe vergun'^

-ocr page 65-

Bro*^^'. besteedt dien daaraan gelrouweJjjk.
in'^''nbsp;mt dan noodig is, opdat

j ^'^ door het misbruik der vrijheid, u vei-
.^end, niet genoodzaakt worde het verlof
dacT^^ trekken. Staat liever op zulk eenen
tenbsp;vroeger op, of werkt zoo veel

y i^^^riger, opdat het tijdverlies voor uw
k door n vergoed worde; dan zal men
dat gg den regten lust hebt, en u
ondnbsp;i'i bet gebruik maken van het

dat gij ontvangen kunt. Stelt
dienbsp;belang in de kennjs der dingen,

eeuwige zaligheid betrekking
zo \nbsp;Äult gg zulk eene dienst

eken , waar men u de gelegenheiïl ver-
sonnen wil, bg bet verhüten bepaaldelijk
dit stuk spreken , en alzoo toonen,
^Wt moedwillig in een verzuim te volhar-
^fquot; ♦ betgeen te voren misschien buiten^uwe
chvild was, maajquot; nu zwaar voor uwe vcr-
antwoorclmg leggen zoude.

5. • Uebc gij reeds Belijdenis afgelegd? ■ •

See^n pi®nbsp;Sfl niet vergeet, het-

vS Pnbsp;beleden hebt, dat gij u zel-

inbsp;m het gelgove

öemen ;« ^inbsp;wassen en toe. te

Otn n- tnbsp;®nbsp;geloof der waarheid.

uiaal
tot

beleden'^hol^nbsp;^^^^geen gij eenr

tijd te u .nbsp;zeer nuttig u van tgd

Van het Enbsp;hoofdzaak der leere

vangelie, die wij tot onzen troost

-ocr page 66-

en onze zaligheid te gelooven en te be-
trachten hebben. Hiertoe wil ik n in het
volgende hoofdstuk eene handleiding geven.
Om te beproeven of gij nog in het geloove
dier waarheden zigt, moet gij u zeiven
si-
vragen, of gg hiervan in uw gemoed vol'
komen overtuigd zgt, die waarheden
met
uw hart en toepassing op u zeiven gelooft»
ze alle gelooft, en zoo als God ze u ge-
openbaard heeft in Zijn woord, dan of
gij
hiervan ook afgeweken zgt. Om op te
wassen in de kennis en het geloof der waar'
heid, moet gg u meer met den Bijbel be-
kend maken, n zeiven meer trachten te
kennen, van de openbare godsdienst ge'
trouw gebruik maken, en onder gedurig®
hede tot God, om den genadigen, en alle«
vermogenden invloed van den Heiligen
Geest»
van alle die middelen u bedienen, welke
onder uw bereik zijn, en strekken kunnengt;
om u meer van God
en den Heer Jezu^
Christus, van Zgn woord en van uw
hart»
en den weg van zalig worden te leere»»
kennen, terwgl gg ook, zoo veel u de ge'
legenheid gegeven wordt, het
Avondmaal
des Heeren, met een ootmoedig, heilbe'
geerig en biddend hart, als een van Go^
verordend middel, tot versterking van
geloof, en plegtige verbindtenis aan deJi
Heer Jezus behoort te gebruiken.

-ocr page 67-

6. Moet gij met kinderen omgaan?

eu^^*^ ^^ dezelve bigzonder aan uwe zorg
Velnbsp;zgn aanbevolen, het zij niet;

ki rl^ i^wer verkeeren toch in huizen, waar
dgquot; zijn, die dikwgls bg u zgn , en
^^gejgks met u omgaan, ziet dan zorgvuldig
^ dat gij ze noch door uwe woorden,
iio*^* door uw voorbeeld bederft. Laat hen
Vonbsp;quot; hooren of in u zien, dat

^i® jonge en teedere harten kan scha-
' zgn. Een kind is een schepsel Gods,
jp^ eene eeuwigheid geschapen. Jezus
eekt een
wee uit over hem, die een
rj ^er kleinen ergert, verleidt of bederft.

zal hg het eens opnemen, wanneer
^ eenig kind is, dat in den dag des oor-

zal moeten
den grond

!gt;eeft

Qy®®^» aan de andere zgde, vrede en zegen
gewee^ '

deren^*^ om in het hart van jonge kin-
n
een gQeijnbsp;^g strooijen, dat in

uwigheid ,
Ik bidde

verklaren: deze of die
gelegd tot mgn bederf.

hfe/4aren, en soms in de
n / J''® vruchten voortbrengt,
baa ^^'^^eer u de rust uwer zielen dier-
igg den toorn Gods niet op u
groft, ^ »nbsp;quot; ïi'et schuldig aan het

eenenbsp;g^ immer begaan kunt,

dat »nbsp;is,of een leven te bederven,

geil ''«ke gOTtigtige einden van God

-ocr page 68-

Maakt nooït dè' kinderen uang, verte''
hun nimmer onwaarheden, laat hen gee»
onordenilijk woord van u hooren, zijt steed®
vriendelijk voor hen, zoekt hun vroeg»
zoo veel gij kunt, wat goeds te leeren?
zijt gig zelve onderwezen, leert hun da»
geschiedenissen uit den Bqbel, leert hu®
eene spreuk of een nuttig versje. Zoo kun-'
nen
de dienstboden, gelijk de ondervinding
meermalen leerde, de gewigtigste dienstel»
aan de maatschappij bewijzen, en engeleU
Gods zijn in een huisgezin, tot
Welke JezU'
Christus eenmaal zeggen zal : Over weini'
gen zijt gij getrouw geweest, over vele!' '
zal ik u zetten y gaat in in de vreugde uwe^
Heeren.

7. Heht gij mede-dienstboden f

Zoekt in vrede en liefde zamen te leveUf
verdraagt elkanders gebreken, en geeft geeu^
aanleiding, dat zg u kunnen beschuldigen»
of van heerschappij te voeren, of van slugg®
onvriendelijkheid, of van een ongemakkelij''
humeur. Valt er nu en dan een wooiquot;^ ,
voor, laat de zon niet ondergaan over
toornigheid, vergeeft elkander, gelijkerwij^
God in Christus u vergeven heeft. Zoek'
elkander het leven aangenaam te makeU'
en in de dienstbaarheid tot hulp te zqiquot;
Staat daartoe niet te veel .op uw regt, noc^
op uw eigen zin. Ziet vooral toe, dat g^
elkander niet tot afleiding, maar tot of'

-ocr page 69-

zijt; en is het, dat gij onder uwe
^ede-dienstboden iemand hebt, die zich
' echt gedraagt, vermaant den zoodanigen
® hefde; wordt hij boos en driftig, zoekt
dat met zachtmoedigheid te beantwoor-
scheldt en raast hij, bidt gij voor
Jp'Q; bespot hij uwe naauwgezetheid, gods-
'eustigheid, verdraagt dit om des Heeren
en oefent u zeiven ook in het verkeer
uwe mede-dienstboden, om een oner-
ëeriijk geweten voor God en menschen te
bewaren.

8 Zijt gij nog jong ?

.Vliedt de begeerlijkheden der jonkheid,
/.«rgeet de vermaningen van uwe ouders
en zijt voorzigtig in uwe verkeering.
laakt u niet te gemeenzaam met dartele
losse menschen. Onthoudt u van den
^^Baug met personen, die zich vrijheden
Onbetamelijkheden zonden veroorlooven
^'^ent u- Gij vooral, jonge dochters! sluit
^ e ooren voor alle die jongere of meer
ejamp;arde mannen, die beginnen met vleqen.
ervülgen met onreine woordfen, en eindi-
Zouden met u ongelukkig te niakLii.
^^rbaarheid en zedigheid zijn de beste
^'penen , die den verleider terug houden,
j: ^.ht u voor de eerste beginselen der
^^'quot;innigheid, toont terstond dat gq een
dr U^ hebt van alle dubbelzinnige uit-
®kkingcn, en vermetele vrijpostigheid.

-ocr page 70-

Behoedt uw hart boven alles wat te bewa-
ren is, en bidt dagelqks :
Heer t leidt mi)
in geene verzoeMng,
Vooral vreest God,
let op de stem van nw geweten, en vergeet
nooit, dat, wanneer de eer en de schaamte
verloren wordt, de beste schat en het beste
wapen verloren is. Waakt daarom te alleï
tgd; wederom zeg ik u: waakt en bidt
zonder ophouden.

9. Wordt gij aangezocht tot een. Huwelijk P

Ziet wel toe, aan wien gg u verbindt»
want het geluk van uw volgend leven hangt
hiervan af. Van waar zoo vele ongelukkige
huwelgken en berooide huisgezinnen ? Om-
dat men zoo los en onbezonnen in di'
gewigtig stuk te werk gaat.
Men trouWt
dikwgls zonder dat er een genoegzaaPJ
bestaan is ; zonder dat men elkander be-
hoorlgk kent, en voor elkander
geschikt
is. In vroeger tijd zochten de dienstbode»
eerst eenigen tgd te dienen, en wat bgee»
te zamelen, eer zg zich in het huwelql'
begaven; maar nu begint men reeds ee»
«igen huishouden, waar de vrouw niets kaquot;
inbrengen, dan haar opschik, en de mai»
naauwelijks voor zich zelven alleen de koS^
verdienen. Armoede, verdriet en berou*^
zgn
de gevolgen, die uit zulke dwaashede»
noodwendig moeten voortkomen. IJwe eerst®
vraag moet zgn, of de persoon, die bq ^
aanzoek doet, eea braaf, oppassend, o»'

-ocr page 71-

besproken, godsdienstig mensch is; ver-
ol
hij een goed humeur heeft, of
5 een behoorlijk bestaan heeft, en gij bq
en spaarzaamheid onder den goddelij-
en zegen, uw eigen brood zoudt kunnen
Ontbreekt bet eerste, slaat dan het
®anzoek geheel af, want zonder dat is geen
''egen te wachten. Ontbreekt het laatste,
liever het trouwen uit, dan dat gij u
^Oo vroeg en terstond in jammer en ellende
storten. Verzint eer gij begint is
spreuk, die, zoo ergens, dan zeker
stuk te pas komt. Zoekt elkander
e kennen , of gij wel voor elkander geschikt
'flt. Wacht u voor het loopen met iemand,
'e n niet meent. Begint deze gewigtige
^aak met God, in zijne vreeze, en gedraagt
zoo met en bij elkander, dat gij Zijne
Soedkeuring en zegen met vrgmoedigheid
■^^ogt afsmeeken.

10. Zijt gij zwak en, ziekelijk,

dat het dienen u zwaar valt? Denkt
Qat er niets geschied buiten het bestuur der
p orzienigheid, zonder wijze oogmerken,
od plaagt of bedroeft de mensehen kinde -
en nooit van harte; zijt daarom niet on-
^evreden , het is het middel, dat de bemel-
ene genade gebruikt om u de eeuwige
^quot;igen te doen bedenken, en voor dezelve
te bereiden. Het is wel wiet aange-
naam; maar het kan voor u nuttig, ja tot

-ocr page 72-

uwe beboudcnis zgn , wanneer gn daardoor
geoefend wordt in lijdzaamheid , onderwer-
ping , gebed en geloof. Wie weet,
waar
bet met n zou henen gaan , indien gij eene
bestendige gezondheid genoot ? Zoekt zulk
eene dienst, die uwe krachten niet te boven
gaat. Doet zoo veel gg kunt, en is het dat
gg u met meer in staat bevindt om ande-
ren te dienen, ziet biddend op tot God,
die de raven hoort, voor de musschen zorfft,
en die gezegd heeft:
U zal u niet begeXn
noch verlaten.
Is uw deel dan sober en
bekrompen, zoo lang er een God in den
Hemel leeft, die aller harten in zijne hand
heeft, en uwen toestand kent, moet gg den
moed of de hope niet verliezen.
i^ferpt
aJje uwe bekommrrnissen op Hem, want
Ifjj zorgt voor u (i).

Waar ons pen schepsel helpt, helpt Hij:
Als alles vlugt , staat Hij „abij ,nbsp;^ '

vreugd, in nood on strijd,
Blqft Hg dezelfde
t' aller tijd.

Evang. Gezang XX : 7

IX. Kon o„erzißt van de leer des Chris,
tendoms die wn kennen, gelooven, lelii-
(len en betrachten moeten.

A. Omtrent 'God.

J^J'G^tTZnbsp;O»

co ' Petr. : 7,

-ocr page 73-

schiep den mensch naar zijn beeld,
•nau en vrouw schiep hij. Gen. I : 27.
quot;q Weet ons zitten en opstaan , Hij verstaat
verre onze gedachten. Ps. CXXXIX : 2.

JnX v'®nbsp;^^ begrijpen Hem nist.

quot;O. XXXVI: 26.

God zijn alle dingen mogelijk. Matth.

26.

||ii doet al wat Hem behaagt, Ps. CXV : 5.

is te rein van oogen, dan dat bij het
^aaji kunnen aanschouwen. Hab. I: i3.
is het, die den schuldigen geenszins
j^''schuldig houdt, maar ook genadig, barm-
,nbsp;langmoedig en groot van weldadig-

is. Exod. XXXIV: 6-
Hem is geene verandering of schaduw
omkeering. Jac. I: 17.
^od is waarachtig. Bom. III: 4. ]
p^ij houdt trouw tot in eeuwigheid. Psalm
^^LVI: 6.
j. moet dus den

diepsten eerbied voor
lie^ ^od hebben. Hij is waardig dat ik
on-? ^'ene, liefhebbe, mij aan Hem
Q 'V''quot;'verpe, en op Hem vertrouwe. Die
hooonbsp;vriend, mijn deel, mijn

8sie goed zijn, of ik ben ongelukkig;
isnbsp;mij, en voor mij

otL 1nbsp;l'oe het ook ga, nooit

quot;quot;gelukkig zijn.

0^gt;er Gorfs openbaring aan de menschen.

hemelen vertellen Gods eer, en hel

-ocr page 74-

uitspansel rerkondigt zgner handen werk.
Psalm XIX: i.

Zijne onzienigke dingen worden, van de
schepping der wereld aan, uit de schep-
selen verstaan en doorzien, beide zijne
eeuwige kracht en goddelijkheid. Rom. 1:
21.

Maar dewijl de menschen in de schep-
selen God niet leerden kennen, en door de
zonde dwaas en ongelukkig geworden waren,
heeft het Gode behaagd zich nader aan de
menschen te ontdekken door Zijn woord.

Hq heeft dit eerst aan Adam en zqne
kinderen, naderhand aan lYoach en zijn
geslacht gedaan 5 maar, toen zij de heer-
lijkheid des onverderfelqken Gods verander-
den in de gelijkenis van een beeld eencs ver-
derfelqken mensches, en van gevogelte of
ander gedierte, Rom. 1: 25, en de kennis van
God dreigde verloren te gaan, heeft Hij zich
Abraham, Izaak en Jakoh, benevens derzei ver
kinderen verkoren, om aan hen Zijne woor-
den bekend te maken; alzoo deed Hij aao
geen volk. Psalm CXLVII: 19 en
20'.

Dat deed Hij veeltqds en op velerlei wqze,
voormaals door de profeten, Hebr. I:
1.
Maar Hij heeft zich nu duidelijk en volledig
geopenbaard door zijnen Zoon Jezus Christus.

Wat God zoo van tqd tot üjd aan de
menschen van zqnen wil, en den weg onzeV
behoudenis ontdekt heeft, vinden wq i»
den Bqbel.

Dat boek erkennen wg voor een woord,

-ocr page 75-

Welks waarheid en goddelqkheid wig
overtuigd worden , indien wq slechts den
.e§gt; daarin voorgeschreven, inslaan, dan
gevoelen en ondervinden wq de waar-
Van deszelfs uitspraken, de zekerheid
deszelfs beloften, en het voldoende van
•^e^elfs vertroostingen.
. Dien Bqbel moet ik kennen, al, wat daar
lö staat, gelooven, naar deszelfs voorschriften
bandelen, en in nood en dood op de uit-
spraken van dat woord Gods mq verlaten.

Over de mensehen, zoo als zij naar den
Bijbel en de ondervinding zijn.

^oor éénen mensch is de zonde in de
J^ereld gekomen, en door de zonde de

Rom. V: 12.

j ^i) hebben allen gezondigd, en derven
heerlijkheid Gods. Rom. III: 23.
Het bedenken des vleesches is vijandschap
God, want het onderwerpt zich der
Gods niet, want het kan ook niet.
W VIII:
7.

^it de werken der wet kan geen vleesch ge-
^e^Vaardigd worden

voor God. Rom. III: 3o.
Zoo gij Heer! de ongeregtigheden, gade-
vvie zal beslaan? Psalm CXXX: 5.
zij dat iemand wedergeboren
worde,
9 kan in het koniugrnke Gods niet in-
gaan. Joan. IH: 3.

De geheele wereld is voor God ver-
doemelijk.
Rom. ni: 19.

-ocr page 76-

Dat is uwe en mqn rampzalige toestand,
door de zonde. Wg zijn in den
grond
bedorven, in ons zei ven geheel verloren,
en buiten staat om ons zeive te verlosse»
of te verbeteren. Wg zijn alles onwaardig,
en indien Gods genade zich over ons niet
ontfermt, eeuwig ongelukkig.

D. W2t God gedaan heeft buiten otis, om
ons zalig te maken.

Hij beelt Zijnen Zoon gezonden in de
wereld, om zondaren zalig te maken.
1 Tim. I: i5.

En er is geen andere naam, onder den
hemel gegeven, door welken wij kunnen
zalig worden. Hand. IV:
12.

Deze Verlosser, aan wien aüe de profe-
ten getuigenis geven. Hand. X: 45, is
voor ruim i8oo jaren, op den tijd, door
God te voren bepaald, in de wereld ge-
komen, heeft ons vleesch en bloed aange-
nomen, en is ons in alles gelijk geworden,
uitgenomen de zonde. Hebr. II:
17.

Het is eene verbazende en onuitspreke-
lijke liefde dat God de wereld
alzoo heeft
lief gehad. Joan. III: 16.

Deze Verlosser, welke is God. boven
nlles te prijzen in der eeuwigheid, Rom.
IX: 5, heeft ons dén Vader geopenbaard,
Joan. I:
18, want niemand kent den vader,
dan de zoon, en dien het de zoon
openbaren. Matth. XI:
27.

-ocr page 77-

beeft zichzelven aan het ged achtste
quot; en, en den vreeselijksten dood overge-
geven, ter verzoening van onze zonden.

Jo4n. IV: 10. Om ons tot Qodtebren-
1 Vnbsp;vooï de zonde geleden,

quot;etr. III:nbsp;Hg is om onze overtre-

,'Dgen verwond, en om onze ongeregtig-
^eden verbrijzeld, de straf, die ons den
^ede aanbrengt, was op hem. Jes. LHI: 5,
. heeft Hem opgewekt uit de dooden,
Alt;jen hemel gezet. Hem eere en heerlijk-
gegeven, opdat ons geloof en hope
P Hem zijn zouden, i Petr. It 21. Van
Hg eens zal wederkomen om de ieven-
en dooden te oordeelen. Hand.1: n.

Welk een licht hier schijn',
Wat wg heilrqks wenschen,
Alles, wat wg zijn,
Zgn wij U verpligt,
U alleen verpligt,
Redder van de menschen |

E«'ang. Gezang XLVIII: 9.

ff^at God aan ons doet, om ons van de duis.
'^'quot;nis tot het licht-, en van de zonde tot Hem
door Christus te doen wederkeeren.

tr?? ons zijn Evangelie, hetwelk.eene
, elu Gods is tot zaligheid voor een «egelgk,
'e gelooft. Rom. I: 16, en hetwelk onze
lejeu kan zalig maken. Jac. I: 21.
lot quot;et Ons, door den doop afzonderen
Ue gcmeönte, waarvan Jezus het hoofd

-ocr page 78-

is, en wij werden daardoor verzekerd van
de vergeving onzer zonden in Zijnen naam.
Hand. U:
08, en van de gemeenschap aan
zgnen dood en opstanding. Rom. VI- 5 4.

Hg bestuurt ons lot op zulk eene wijze,
als meest geschikt is om ons tot Hem te
trekken. Want alle de paden des Heeren
zgn goedertierenheid en waarheid. Ps. XXV :
10, en, schoon wij dikwijls moeten uitroe-
pen:
O diepte des rijkdoms, hoe onna-
speurehjk zijn zijne wegen !
Rom. XI • 55
zgn wij tevens verpligt te erkennen, d'at al
Zgn doen majesteit en heerlgkheid is. Ps.
LÄ1: 3. Al zijn zijne gedachten anders
dan onze gedachten. Jes. LV : 8.

O! mgne vrienden! denkt na, wat God
al aan u gedaan heeft. Schaamt u, dat gij
met meer dankt, en aanbidt, en dat dit
alles geene meerdere uitwerking naliet.

F. De verandering, die in ons moet plaats
hebben, om door Jezus zalig te worden.

Geloof in den Heer Jezus Christus is het
eerste en eenige middel, waardoor die ver-
andering m ons kan uitgewerkt worden, eo
Mare. XVI:
16. Hand.

De grond van dat geloof is niet in ons,
maar geheel buuen ons, in de roepstem va»
het Evangehe, die tot ons komt, Matth. XI: 38.
m de Verzekering dat hij, die tot Jezus
komt, niet
wordt uitgeworpen. Joan. VIs

-ocr page 79-

, in de onveranderlqthèid van de gena-
jnbsp;en roeping Gods , Rom. XI:
29,

j^, de kracht van Jezus verdiensten, wiens
'Oed reinigt van alle zonden, i Joan. 1:7,
lof'^ die plegtige verklaringen en be-
iten Gods, in den Bijbel voorkomende
met eenen eed bevestigd. Ezech. XXXIII:
zoodat dit niet te gelooven, genoemd
ordt God tot eenen leugenaar te maken.
Joan. V:
10.

ga 1 Selooven is een aannemen van den
manschen Christus, zoo als Hq ons van God
I geven is, tot wqsheid , regtvaardigheid
ihgmaking en verlossing, 1 Kor. I: 3o,
O overgeven van ons zelven, zoo ellendig
Wq zijn, aan Hem, als den eenigen
„Jß'igen en volkomenen Zaligmaker, eene
® heele verbindtenis en toewijding van onze
g^^onen voor tqd en eeuwigheid aan Zijne
alle*^^'*nbsp;woord niets in ons, maar

j?. »Q Hem te zoeken en te vinden,
«aam^ .geloof reinigt het hart, en is werk-
gpknbsp;liefde, het ontstaat uit het

en ^ yan het woord Gods, Rom. X: 17,
gewerkt door den Heiligen
Heg»nbsp;8. Joa«. VI: 44. Dien

WerL. G®®®^nbsp;het willen en het

Godnbsp;S®®^^nbsp;12, wil

lijt f.ehenken op het gebed aan een iege-
dan u denzelven begeert, nog veel meer

S«^««^ Jlen? Irïf: quot;

-ocr page 80-

Bidt dan, en u zr,l gegeven worden, dat
zegt Jezus, Matth. VII:
7. Bidt, zondaarI
Bidt, laat God niet wachten, geen vader
is zoo mild.

G, Die alzoo in Jezus gelooven worden
betere menschen.

De liefde van Christus dringt hen oiH
riiet meer zichzelven te leven, maar dien»
die yoor hen gestorven is. 2 Kor. V: x4, j5'
Zij hebben de wereld niet lief, nod'
hetgeen in dc wereld is, 1 Joan, II: i5.

Zij kruisigen het vleesch met deszelfs be'
wegingen en begeerlijkheden. Gal, V:

Zij verloochenen zich zeiven, en volgeP
Jezus na. Mare. VIII: 34.

Zij roemen niet iu zich, maar in Goil'
1 Kor. I:
5i,

Zij leeren matig, godzalig en regtvaardig le'
ven in deze tegenwoordige wereld. Tit. II:

Zij zijn kenbaar aan hun geloof, hoop
en liefde, x Cor. XIII: 13.

En schoon hun vleesch blijft begeeren tegequot;
den Geest; Gal. Vr 17, zij dagelijks in velequot;
struikelen; Jac. Vs 3, en niemand op aard«
zeggen kan, het alreeds verkregen te hebbe»»
of alieeds volmaakt te zijn, Phil. III: i2»
Streven zij daarna hongeren en dorsten naa»'
de .geregtigheid, en openbaren een ander®quot;
geest,, dan die der wereld , en zoeken alzoquot;
Jte wandelen, gelijkerwqs Christus gewamlellt;i
heeft.
1 Joan. 1:6.

-ocr page 81-

Die zoo gelooven, en zoo Wandelen,
zijn ooi geluhlige menschen.

hebben vergeving van zonden in Jezus
Efez. I:
7.

1 J^eregtvaardigd bij God in Christus»
®°ben zij vrede met God. Rom. V:
1.
zgn kinderen Gods. Joan. I : 12.
Orden door den Geest geleid, en zgn
p'§enamen Gods en medeerfgenamen van
Rom. VIII: i4, i5,
17. Zg kun-
liTlTnbsp;onuitsprekelijke en heer-

^^ Vreugde verbeugen. 1 Petr. 1: 8.
. öder rampen eu tegenspoeden, weten
dat alle dingen hun mede moeten wer-
ten goede. Rom VIII:
28.
zij sterven, behoeven zg niet te vree-
Psalm XXIII: 4, Want de dood is
ben gewin. Phil. I:2i.
Wanneer Jezus konjt ten oordeel, dan
zg in de eeuwige zaligheid, en ont^

—J »iJL V.V, N.V.quot;-...},-' •—D;----j

lt;Je kroon der overwinning,
is de leer , die wij belijden. Zalig,
2e met hun hart gelooven, met hunnen
y iy^er versieren, en daarin opwassen en
ZÜ quot;^en ten einde toe; over dezelve zal
Vel^ vrede en barmhartigheid. Maar, zoo
en ^nbsp;dezen rej^el niet wandelen,

iknbsp;zoon van God niet gelooven,

„„„quot;P'^deel hen niet, maar hun vonnis staat
Joan. III: 56.
Die den zoon
-Sehoorsaam
is, zal het leven niet zien.
de toorn Gods blijft op hem.
Want

6

-ocr page 82-

de goddeloozen gaan naar de eeuwige
pijn, maar de regtvaardigen in het eeu-
wige leven.
Matth. XXV t 46.

God drukke dit op uw hart, eer het te
laat is, en leere u de kracht en troost der
waarheid kennen voor u zei ven, en heilig
belevenDan zal het u eeuwig welgaan.

-ocr page 83-

V »«• WHi amp; zoggg ^ Drukkers van het Nederlandsche
^'ndelinggenoouchap, worden ook Uitgegeven
de navolgendequot;amp;leïne
Stukjes.

»«rfnnoringen un Krinksn.

4. Eo„nbsp;v»» Belijdeni».

8et pVquot;quot;quot;'''menichen.ilio niet Ier kerk lunncngaan.
Sva„ vquot;quot;'quot;'quot;quot;' •quot;'»ihaamd door Heidenen,
Bvannbsp;torinneringen aan Bedroefden.

8. Bp geujche herinneringen aan Vaders en Moeders,
Ot-,nbsp;aan Vaders en Moeder» over den JJoop.

'O, On/ f •quot;«■■beite Boek.

Lew'''quot;)'nbsp;hel Bijbellezen.

'«. 1,,. quot;Heichiedenis ran den s^ootsten Man.
'3.nbsp;Avondoiaal.

t»' de hnis.elijke Godsdienst.
lt;5,
Hm 1nbsp;tU'sehen drie Vrienden over deWedergek.

'6. J)quot;nbsp;van WiUiam Kellij.

ïlet*^'''*^®quot;'!quot;'*^®quot; tnsscten een'Iieeraar en een'Uuism.
'8. u, quot;»fp Eerenhoef, tol vorigen welvaart hersteld..
Ig, ladeel van het Lij de straat loopeu der kinderen
«O.nbsp;tegen de Ontucht.

»1, j J ^»Or herstelden uit krankheid,
»,nbsp;Gevangenen.

13. (jnbsp;der Christelijke liefde voor kinderen

u V^nenk voor Lidmaten der Christelijke kerk.
»5. T»nbsp;genoeg voor de Keuwiiheid ?

»6. v«'quot; Geschenk der Christelijke liefde voor kinderen
•7. Ovê' quot;«»«boden.
«8. , de Feesten.
gt;9.
J,!quot; Armen.

®ï«n 'i'*' e«neesmoester van kranken.
Verj*quot;nbsp;Herinneringen aan oude Lieden.

Onwnbsp;van leerz. brieven on opwekkende verhalen

Ken '.quot;f weltevredenheid.

Pran?quot;* *oord aan Christen-ouders over de opvoeding
Sch,. •nbsp;de» Geloofs,

'6. Wa.lnbsp;l«*«quot; Afrikaner,

Ut. „nbsp;'«J»quot; •'«t Kwaadspreken.

Jg over do Zelftennis.

's. M,„nbsp;van onderrigt en troost in Sterfhuizen,

40. Vriquot; 7quot;' •nbsp;l«quot;-

w,. 'quot;Jke raad aan zwaarmoedigen.

Wi*nbsp;ik quot;■«l«'- ?

op aarde, de gelnkkigste menschen ?

Voorkiddea , een plijt der Ohriitelijke liefde.

tot getrouwe deelneming in hut Maan-

OD».Li°.''quot;''ddea , een pligt der Ohriitelijke liefde.

.........

BflM.rk'ï'' Christenen, in alle wederwaardigheden.
I«U nitt I-'-koek voor Kranken.

het leven van Felii Neff, Pred, derViTaldensen.

i i5

Ct.

- lO

n

- lO

n-

- lO

- ro

»

-a^i

- fio

)i

- o5

)gt;

- so

gt;1

- i5

- gt;5

)gt;

- i5

n

- 30

gt;1

-07i

- i5

»

- x5

- s5

n

- «0

)gt;

- So

)i

— so

)t

-fx

n

- 3sJ

)gt;

- s5

igt;

- so

gt;»

- s5

- »5

11

- l5

»

-■IQ

»

- so

n

- to

n

- so

gt;1

- i5

- 10

»

- lO

II

- 10

n

- sS

- gt;74

)gt;

- gt;5

yt

- s3

gt;»

- so

gt;»

- s5

n

- «71

»

-gt;7i

- .74

- 30

- 25

-ocr page 84-

A

Bij de Drukken en Boekverkoopers M. wijt amp; zonEK
^ zijn mede te bekomen de volgende Kleine Stukjes.

1. Noodzatelijkheid dor kenm» T«n ïosua Cljri«tolt;
1. Het geluk van God tot zijnen Vriend te hebben.

3.nbsp;Het w««r gelul , go«ohet.t in drie go.prekkon.

4.nbsp;Van Eijk , iet» over de Bekeering.

5.nbsp;»» » over de Sacramenten.

6.nbsp;» ï» over de Regtzinnigheid.
7- » » voorbeelden van Vroegbekeerden.

8.nbsp;» II bij de uitdceling de» Bijbel«.

9.nbsp;Jezus , de ware ^ondaarsvriend

10. Een boekje yoor men.chen , die het niet willen le.en
»1. Ue godvruchtige Krijgsman.

12.nbsp;Iets over het Vloeken.

13.nbsp;Hartelijke opwekking en welmeenende raad.

14.nbsp;De weg de. Heli. , in zestien korte voorstellen.

15.nbsp;De godvruchtige Zeeman.

16.nbsp;Een woord tot bemoediging,

17.nbsp;Iets over de Vereeniging.

18.nbsp;Jonathan de Baggerman,
ig. Franke, l^ilige en veilige weg.
flo. Overdenking over het Wederzien.
H. Ernsligo gedachten over de Eeuwigheid.
JU. Kaadgevingen. Wenken. Middelen.nbsp;_
»3. Leven en Sterven van een vroeg godvreezend Dochtertje - gt;0
«4. Onderwijs om zalig te worden, ' _ „5

Het boerenmeisje.
«6. Jozef.

57.nbsp;Schets van Jezus leven.

»8. Vrolijk uitzigt van een g6 jarigen grijsaard,
ag. De guede Moeder.

So. Th. Hoog, over de vroege Godzaligheid.

— - opleiding van het Nageslacht..

Sa. Gedachten van een oud Godgeleerden.
53. Hogendorp, ootmoed voor God.
34. Wonderbare oogbeschouwing..
55. Resler, over de Gezangen...

36.nbsp;Een boekje voor menschen om den Bijbel te lez. desSEx

37.nbsp;Konigdroppen uit de Steenrots Jezus Christus.

58.nbsp;I,es8en dir wijsheid voor alle Christenen.,
39. Kon aestienul beknopte Preekjos.
40' Leven en b^keering van vrouw Langerveld.
41. Th. van der Groe , zaligmakend Geloof.
41. Kort Begrip der christelijke religie.
43. Bekeeringges, hiedenissen en Sterfbedden,
44- Spisg«!' der goddelijke voorzienigheid.

45.nbsp;Leven van M. vrouw Paterso».,nbsp;„

46.nbsp;Gesprekken eu Overdenkingen over des Heiland, lij den - 55

idem,nbsp;(tweede Stuk,e) _ S5

48.' idem,nbsp;idem,nbsp;(derde Stukje) .55

t 'O

-nbsp;lO
. lO

-nbsp;10
. 10

.af, Blsek, dt Schoorsteenveger,

J3, Nimmer te Laat.
C. Nimmer te Vroeg.

De kracht vaa de Godsdienst,
iï, D« Oudejaars-avond,

iio Ctgt;

-nbsp;J5 »

-nbsp;is »:

-nbsp;40 »
-10 )gt;

-45 «

-nbsp;40nbsp;)'

-nbsp;o5nbsp;lgt;

-nbsp;10nbsp;)'

-nbsp;o5nbsp;igt;

-nbsp;10nbsp;»

-nbsp;o5nbsp;quot;

-nbsp;10nbsp;)'

-nbsp;10nbsp;»■

-nbsp;aonbsp;ï»

-nbsp;07è I'

-nbsp;i5 lgt;

-nbsp;10 I'

-nbsp;o5 »

-nbsp;10 «

-nbsp;07j )gt;
II
P

)gt;
»

-10

-nbsp;i5

-nbsp;so

-nbsp;ao

-nbsp;i5

-nbsp;3o

-nbsp;5o

-nbsp;40

-nbsp;i5

-nbsp;s5

-nbsp;ao

-nbsp;«5
-lat

-nbsp;10

-nbsp;60

-nbsp;10

-nbsp;3o

-nbsp;i5

-nbsp;10