y-'nbsp;. (l
• /
VOOR DE
ARMEN,
inbsp;Te ROTTERDAM,
1 bobkdkakkjbnrj van n. cornel amp; J, PIPPW^.
1823.
——— .
N» XXV|II.
-ocr page 2-aaafju «aa
t /
Vf-
■ m S K ji i
\y\ er-
'ij^w
-ocr page 3-Gecommitteerden hg het Neder^
^^ndsch Zendeling- Genootschap, tot
^^t opstellen, i)erzamelen en uitgeven
^^n kleine Stukjes, ter bevordering
Evangelische kennis en Godzalig-
^'■^id,ook bij mingeoefenden; namelijk
J. van der Meulen , B. van
Barken , J. Clakssse , A. L. M.
en Theol. Doet. en Prof. A. de
^hies en L. Egeling, Predikanten
* lli
VOORBERIGT.
IV
te Amsterdam, te Hoorn, te LeijdcH
en te Rotterdam, overeenkomstig
hun Ambt en Beroeping, dat oogquot;
merk gaarne willende bevorderen i
en in uitzigt op des Heeren medewet'
kenden zegen, bieden het nevenS'
gaande Stukje hunnenhandgenoote^.
aan ^erkennende intusschen geene Uit'
gave voor echt, dan welke door ee'
■nen hunner , of door den Drukkel
dezes, ondeHeekend is.nbsp;^
Wordt het Euanget.ie Verkondigd.
A.rme Menfchen! die naauwelijks genoeg
^lebt om uwen Honger te stillen, uwe Naakt-
behoorlijk te dekken! Arme Menschen!
het noodigste ontbreekt, en die mec
^'^ood, dat de Barmhartigheid u toercikt%
gespijsd worden! Arme Menschen, die
het nijpend gebrek nog met Krankheid of
^^Schaamskwalen moet worstelen! o! alle gij
Armen, Geringen, Ellcndigen! hoort dit Woord,
^^^ het, peinst er over: den ^rmen wordt
' Euafjgeiie verkondigd. Hoort het; leest
denkt er over: en wischt uwe tranen
Werpt uwe bekommernissen weg; tuoost
in uw lot; ja verblijdt u ; verheugt U met
Anbsp;dank»
( » )
dankzegging, — i)«« jUrmm mrit fm Etta^'
fi* verkondigd', dat heeft Jesus zelf gezegd»
Gij kunt het nalezen Matth, ir. vs. 5.
Gij verwondert ü welligt. Het diep nedef'
gebogen hart zegt: wat troost, wat ftof va^
blijdschap zou hier in voor ons liggen ? Komt'
wij zullen U dat beduiden, wij zullen ü dasf
vto trachten te overtuigen. Merkt op, eH
leest onbevool'ooFdeeld.
Och! dat die Barmhartige Jesus, die da'
Woord gefproken heeft, het U regt te ver'
staan geve, cn uw hart opene voor den troost,
die w voor U in ligt!
Dan ik hoor, dankt mij, weder sommif«
Armen zeggen: Raakt dat Woord ons wel?
Behooren w/ wel tot die Armen, welke de
Heiland bedoelt? ai! Gij kunt er van verz«'
kerd zijn, dat de Zaligmaker zoodanige A''
men, als Gij zijt, op het oog heeft.
Wij bekennen: behalve de Armen, in éc
acn dgealijken zin, •waarender Gij behoort*
zijO
-ocr page 7-( ï )
er ook GoeatelijRe Artaen, en Armen va«.
Secst; deze beide zijn arm in eenen onei-
^^'^lljken zin i nogtans verschillen zij. -
Geestelijke Armen zijn zulken, die gebrek
^t-'bben aan het gene voor hunne Ziel noodig
Geen licht hebben zij, om God regs te
^nncn, geene geregtigheid om Hem behoor-
Jk cc dienen , geene kracht om hunnen pligt
Volbrengen. En nu begrijpt Gij, dat in
^^en gin alle menschen waarlijk arm zijm
^ant wij komen allen zondig ter werell,
^ derven de heerlijkheid Gods, entotzalken^
^^^ die niet begrijpen, en metsaen, dat hun
^''^ts ontbreekt, wordt gezegd: Gij zegtt ik
^^ *'ijk en vefrijkt geworden ^ en heb geenes
gebrek} en gtj- weet r-iet, dat gij xijt el-
en jammerlijk, en arm, en blind^ eri
l^e Armen van geest aijn geheel andere
^ ®Jischen. Zij kennen hun gemis,zij gevoelen
quot;nne ellenden , zij zijn beschaamd^ verlegen,f
begt;
-ocr page 8-bedroefd, zij zien uit naar hulp en redding'
Derzelver getal is niet groot in vergelijking
van de genen, die rijk in hunne eigene oogeff
zijn. Van hen fpreekt de Heiland: Zalig zi'f
de uirmen van geest, want hunner ts het Ko'
ningrijk Gods. Matth. 5:3.
Nu is het wel waar, dat het Euangelie aaö
allerlei Mensehen wordt verkondigd, aan al'
lerlei Zondaars, en inzonderheid ook aaO
de Armen van geest; maar nogtans zijn
de Armen in een eigenlijken zin de voor'
name voorwerpen, welke de Zaligmaker be'
doelt.
Had Hij dezen niet op het oog g,ehad, daO
zoude Hij eenvoudig gezegd hebben: Ae;
gelis wordt verkondigd. Nu zegt Hij: he''
wordt den .^rmen verkondigd.
Joannes de Dooper had eenigen afgezonden
om Hem te vragen, of Hij waarlijk de Chri'
stus ware,de beloofde Verlosfer? Op die Vraag
antwoordde Jesus niet regtftreeks: maar Hij
beriep zich op het geen Hij gewoon was tc
iloen, en nu werkelijk deed, toen zij tiiJ
Hem kwamen. „ Gaat henen, boodschapt fquot;'
af!»
-ocr page 9-'»(innes weder het geen gfj hoort en ziet: de
'»^linden worden ziende, en de Kreupelen wan-
»J , cie Melaatfchen worden gereinigd, en ds
»^ooven hooren, de Dooden worden opgewekt,
»^n den jirmsn wordt het Euangelie verkondigd'
die trekken waren bewijzen, waar uit
die dezelve zag en hoorde, moest be»
^'uiten, dat Hij de Verlosser was. En mea
^oest Imniers de vijf eerste in eenen eigen-
lijken zin verftaan? Ligchamelijk Blinden,lig-
^hanielijlc Kreupelen, Melaatschen naar het
^'Schaam, Dooven in een eigenlijken zin,
natuurlijk gestorvenen, worden door Jesus
Beholpen en opgewekt, en op wat grond zou
dan den laatsten trek in eenen oneigCn-
'ijken of geestelijken zin verstaan moeten ?
^^en: aan eigenlijlc gezegde Armen,in den
gewonen zin van dat woord, werd het
^quot;angeiie verkondigd.
Euangeiie! wat is dat? —ö, erinnert
ÏJ slechts, wat gij wel eens gehoord, of gele-
A 3nbsp;zm
zen hebt. Gij zak er toch we! iets van wC'
ten. — Het Euangdie is ceae blijde, cenö
,goede, eene aangenam« boodschap uit deO
HBmel aan de raenschen , door God welven»
^n van Gods wcge gedaan. En welk eenC
^ t)oodscbap? Deze: „Alzoo hef heejt God dt
,, Wereld gehad, dat Ihj zijn eentggtboren Zooi^
gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem
„gelooft, tiiet verJerve^ maar hi» eeuwig leven
^ hebbe:' ]oza. 3: „OiMstuf Jesus is indi
Wereld gekämmt om Zondaars zalig te trn*'
„ken.quot; I Tim. I: I5. „Gehofl ir. den Heef
Chrisiut, en gij tu/g zaiig worden!
Hand,. 16: 31.
Die aangename boodschap komt uit dcfl
Hemel, yan God, den barmhartigen en gena-
dlgcn Heer als den Vader. Van waar, van
wien zou zij anders kunnen komen ? De wij'
een der wereld konden geen midd£l van ver^f
lossing voor gevallene menschen uitdenken,
dat beproefd was. De Rijken koiïden het niet
verwerven, de magtigen en grooten der aarde,
Isondeo het niet dwingen. Neen! God alleeO
koa T^iimi Bij alleen icon hu middel daa'
' ...........
-ocr page 11-Uitdenken, en daarstcUen; Hij aUccn kon
aan de mensehen bekend maken.
^ Welk eene blijde boodschap is het Eu»
^''Selie! ^^elk een troost, -welk eene oj)beu-
H voor ellendige Adamskinderen! Jesus
in de wereld gekomen om Zondaren zalig
R»aken, en elk, die in Hem gelooft, wordt
^^'ig. Zijne zonden zijn vergeven. Zijn
wordt veranderd. Hij komt weder in
Eünst van God; hij yerl^rijft het ecuwig
leven J
Dan, wij moeten bij de hoofdzaak blijven.
Euangelie wordt verkondigd. Hier oycr
wij ook wel eens denken.
Het was te voren reeds verkondigd. 0(?d
^If heeft tot Adain e;^ Eva, en daar na tot
^^raham en David yan dien Verlosser ge^
oproken, en de Profeten hebben ?eer yeol
omtrent die Verlossing voorzegd.
Daarna heeft Joannes de Dooper^ ea
Voorts Jesus zelf dat Euangelie verkondigd;
quot;^aot jqannes maakte aan het Volk bekend,
de Messias gekomen vs(as, en wekte he»
tQt Bekeeriag cn tot GÄpof, cn Jeftis
A4nbsp;8*«?
ging het geheele Land door, leerende eö
goeddoende, en predikende het Koninkrp
Gods.
Vervolgens zijn de Apostelen, op bevel de^
Heeren, uitgegaan door de geheele Wereld»
en bebben het Euangelie gepredikt aan all''
Volken, en hen onderwezen in de kenni^
van den Vader, den Zoon en den Heilige^
Geest, en daar bij gezegd: „Zoo wie gelooß
hebben en gedoopt zal zijn, die zal zaf^
worden; maar dis niet geloofd zal hebben^
,,die zal verdoemd worden,quot; Matth. 28: IP'
Mare. i5: lö.
Dat Euangelie is in alle de volgende Eeu'
Wen verkondigd door den Bijbel aan allen»
die den Bijbel hadden en lazen, en door dc
Leeraars, welke daar over spraken en pre-
dikten, aan allen, die naar dat onderwijs,
en die prediking kwamen hooren; en dat Eu-
angelie wordt nog op die wijze verkondigd
in onzen leeftijd, cn het zal verkondigd
.•worden tot aan de voleindiging der Wereld.
3a het is zoo. Het Euangelie wordt vcr-
kojidigd, In alle Christenlanden worden op
A
-ocr page 13-eiken eersten dag der week, en vaak ook
^oor de week openbare Godsdienstoefeningen
S^houden: dan wordt alóaar over het Woord
Gods gepredikt. De Leeraars, die daar over
pi'ediken, verkondigen het tuangeliè.
Tot de Heidenen, zelfs tot Joden en Mu-
^amedancn, worden, van wege de Zende-
^^quot;g-Genootschappen, Zendelingen afgczon»
welke ook aan hen het Euangelie ver-
■^OQdigen.
Er zijn Bijbel'Genootschappen, welke den
wijd en zijd verspreiden, en aan allen,
binnen als buiten ons Land, aan allen,
onder Christenen, als anderen, cUe dat
lt;^i^rbaar Boek nog niet kennen. Bijbels be-
^quot;^■■gen, en daardoor het Euangelie aan hen
quot;^^fkondlgen.
zoo wordt het Euangelie verkondigd
.^'^or die menigte van stichtelijke Kleine
Stukjes^ en Blaadjes, welke voor een gerin-
prijj tg jjQQp 2ijn, en bij menigten aan
■'^'quot;tten voor niet gegeven worden.
Op hoe velerlei wijze, en aan hoe
duizenden, ja millioenen vsn mensehen
A 5nbsp;wordt;
wordt derhalve het Euaögelie verkondigd!
En, dia dit alles zoo bestuurt, is Jesus de
Verlosser, de Heer van alle dingen. Hij i«
het, die door alle die wegen en middelen iid
Euangelie verkondigt.
Bedenkt dat toch, zoo vaak gij hoort pre-
diken, of in den Bijbel leest — zoo dikwerf
gij eenen Bijbel, of stichtelijk Boekje krijgt-'
zoo menigmaal men U over uw wezenlijl'
belang aanspreekt — denkt dan toch« „ötf/S
„ mj wordt het Euangelie vsrkondigd.
Nog eens. Ds» .Armen wordt het Euangell'
verkondigd. Dat moet wel iets bijzonders;
^et moet wel iets groots zijn, om dat Jesu«
het alzoo zegt.
Maar wordt het Euangelie dan ook nietaaö
de Rijken dezer wereld verkondigd? — o ja!
wie ook tot Jesus mogten komen, Hij spraK
tot hen het Euangelie. Er waren een josef
yan Arlmathea, een Nicodemus, en meef
aadwe aaaaicalijJce menschcn, welke bet Eu'
, de blijde boodschap vaft Genade cn
^äligheid, uU den roond van Jesus hoordcm
Apostelen, en die na hen geweest zijn,
''^'^fen niet zelden in dc gelegenheid om het
Euangelie zelfs aan Koningen cn Vorsten
^^kcnd te maken. Ook nog in onze dagen
^ORicn de Rijken cn Aanzienlijken, zoowel
de Geringen en Armen in de Godsbuizen,
hun het Euangelie wordt verkondigd.
^Pch over het algemeen genomen, is het ge-
der Armen, wien het Euangelie wordt
Verkondigd, veel grooter dan dat der Rijken.
Gewissclljk. Hier moet iets bijzonders,
groots in zijn, omdat Jesus .het alzoo
den ^rmcn wordt het Buangdie verton-
— ja. — Trouwens,
'Vooreerst: Wanneer wij het antwoord dtfs
^^ilands in zijn geheel lezen: de Blinden wor-
ziende, en de Kreupelen wandelen,^ de Mem
^^'Hschen wordengersinigd, en de Doovenhooren^^
Sooden worden opgswekt, en den jlrmsh
het Euangelie verkondigd. Dan Alen wij
»in of meer eene opklinimifig ia; ten
WUsfe: het reinigen van melaatscJicaisgrooter
wonder cn grooter weldaad/ dan hetgenezequot;
van Blinden en Kreupelen, het opwekken va»
Dooden zegt nog veei meer, dan het zieflii'^
maken der Blinden, het doen wandelen def
Kreupelen, het reinigen van de Melaatschefl»
het openen van der Dooven ooren, — sH
nu die: Jm Armen wordt het Euangelie vef'
kondigd staat geheel achteraan. Jesus houd'^
dat voor het laatst, dus moet dat immerS
nog veel meer te zeggen zijn, dan alles, wai
Hij vooraf had bijgebragi ?
Ten tweede, Joannes had laten vragen»
of Jesus de Christus ware? In, het antwoord
beroept de Heiland zich, gelijk wij te vorefl
opmerkten, op hetgene Hij deed, als waaf
uit men mogt besluiten, dat Hij de beloofde
Verlosser was. Alles, wat Hij opnoemde,
was bewijs van zijne Goddelijke Zending;
alle die dingen deed Hij als de Messias, uit
dat alles, was Hij als de Zaligmaaker kenbaar.
Noemt Jesus nu het verkondigen van het Euan«
geile aan de Armen in de- laatste plaats, eO
is er eene opklimming In zijn Voorstel, daß
tiehoort dit laatste althans onder de grootste
^'quot;gen, welke Hij deed als de gene, die ge-
komen was, om te zoeken en zalig te maken
hetgene verloren was.
Ket was ook als eene der grootste welda*
'^^n Van de Koninklijke regering des Verlos-
voorzegd Ps. 72: 12, 13. Hij zal den
^'^oddrafiigen redden, die daar roept-, mitsgaders
^^^ ellendigen, en die geenen helper heeft. Hij
lt;len armen en nooddruftigen verschoonen ^
da zielen der nooddruftigen verlossen, enna-
^^^ ]es. 61: I. de Geest des Heeren Heeren is
Mij^ omdat ae Heer Mij gezalfd heeft, om
^^ne blijde boodschap te brengen den zachtmoedig
Hij haefl fnij gezonden om te verbinden de
S^^i'okenen van harten, om den gevangenen vrij'
uit te roepen, en den gebondenen openiug
gevankenis.
. Wat groots, wat bijzonders ligterverder
dat Jesus juist zegt: den jjrmen'wordt het
^^^gelie verkondigd^ Waarlijk zeer veel,
^anncer wij het in het algemeen beschouwen.
Is
-ocr page 18-Is het niet eene verecrcnd« onderfoamp;eiJinS
voor de Arvm, dat zij zoo uitdrulckelijlc ge'
dacht en genoemd worden?
De menschelijke wijsheid zou die ander^
geschikt hebben. Naar derzelver denkwijz^
zouden de Rijken en Aanzienelljken alleen di'
groote voorregt hebben moeten genieten, eö
de Armen moeten voorbijgegaan zijn; of dc
menschelijke wijsheid zou gezegd hebben-'
„Eerst moet het Euangelie aan de Rijkefl
„verkondigd worden, en schiet er dan éoé
„eene gelegenheid over, dan zal men ook aa«»
„de Armen kunnen denken.quot;
Maar neen. Bij den hoogen God was dit
anders. Gelijk de blijde tijding van Jesus komst
in de wereld niet aan de Grooten van Jerufa'
lem, maar aan arme Herdersknechten werd
bekend gemaakt, zoo was het het weibeha'
gen des ontfermenden Vaders, dat zijn lieve
Zoon het Euangelie vooral aan de Armen zo«
verkondigen. De Armen waren de uitdruk-
kelijk bepaalde voorwerpen, aan welke di®
blijmaar mocsc gemeld worden; het was niet
slechts: „zij mogen niet voorbijgegaan wor-
den.
'»^n, zij moeten oofc eene beart hebbea;
•»maar het was; zij moeten voornamelijk be-
kkend gemaakt worden met het heil des
»gt; Heeren.quot;
Paulus gevoelde dit, toen hij fehreefj Het
^'^aze der wereld heeft God uitverkoren, op-
kilj da wijzen beschamen zoude, en het zwakks
-ivereld heeft God uitverkorm , of dat Hij het
zouds beschaamen, en het onedels der
quot;^^ela^ en het verachte heeft God uitvetkoren,
^t gene niet is, opdat Hij het gena iet it
«»«a zoude maken, i Kor. 1: 27, a8.
^ Armen! beschouwt dit groote voorregt.
Welk U te beurte valt, cn erkent en ziet
^et verwondering, welk eene plaats gij hebc
Gods liefderijk en ontfermend aandenken.
Waarlijk, indien gij er behoorlijk op
en het in de bijzonderheden nagaat, dan
gij, hoe arm of ellendig gij anders we-
^^^ moogt, dankbaar zijn, en U verblijden,
^■^oiers dit, dat U het Euangelie wordt ver-
kondigde is ruime vergoeding voor uw ge-
Het toont U Gods barmhartigheid en
liefJe. Het bewijst U zijne schuldvergevende
gc-
-ocr page 20-lt; )
genade. Het biedt U troost onder al uW ^ef
driet cn lijden. Het geeft ü uitzigt op vol'
komene ontheffing van uwe armoede, en quot;f;
genot van eenen v;ezenlijken en onuitputt^'
lijken rijkdom.
Laat ons deze bijzonderheden van stukto'
stuk opvatten!'
* « *
Ja, Armen! Het Euangelie wordt U vef'
kondigd. Dat is eene ruime vergoeding voO^
uw gemis.
Wat mist gij? aardsche dingen, het noodi'
ge voor het Ligchaam , en het tijdelijk leveH'
Maar wac is het Ligchaam? vergankelijk stof'
wat is dit Leven ? een Damp, welke voorb')
vliegt en verdwijnt! Binnen kort wellig^'j
hebt gij die aardsche dingen nietméernoodi^'l
Wie weet hoe ras uW leven zal afgesnedei'
worden ? cn dan komen die dingen niet mec'
te pas.nbsp;'
En wordt in weerwil van uwe armoed^
nogtans uw leven cict gespaard? wor'^'
doof
-ocr page 21-öoor de verborgene ondersteuning Gods; én
öoor de hulp van menschelijke barmhartigheid
'liet nog gezorgd, dat gij, hoe bezwaarlijk,
ïiet ga, en hoe kommerlijk het zij, echter van
^ag tot dag er doorworftelt, en niet van ge-
brek vergaat?
En is niet het Euangelie, dat U verkondigd
^ordt. veel meerder waard , dan al het goed
^ezer Wereld?. Dit Euangelie is voedsel voor
Ziel, dat is Spijse voor het eeuwig leven.—
Wanneer Gij door den Dood worde weggeno»
Oïen, en niets van het wereldsche ü meer te,
Passe komt, dan komt het Euangelie nog te
pas, dan geeft dat nog licht, en troost en
leven.
Gij zijt arm. Dus mist gij het aardsche
Soed, hetgeen de minste waarde heeft. Het
ï^uangelie wordt U verkondigd; dus geniet
§ij een voorregt, dat meer dan alle schatten
Vaardig ig. De Heer had ook dit voorregt
tJ kunnen weigeren of ontnemen: dit deed
ïlij niet. O! Indien gij er wel over denkt,
^Ult gij moeten bekennen: „liever arm met
^et Euangelie, dan rijk zonder hetzelve.quot;
Bnbsp;Én
É
-ocr page 22-Eqj'inlien gij het Euangelie, d«t U ver-
kondigd wordt, eenigzins verstaat, indiefl
gij het gelooft, indien het door Gods Genade
zijne werking op ü doet tot bekeerlng, daU
zult gij onder de zwaarste Armoede U geluk-
kig kunnen achten. Leest dan de gelijkenis
van Lazarus en den Rijken Man. Luc. i6:
19—31. Let vooral op de aanmerking, wel-
ke daarin voorkomt vs. 25. Gij, Rijke! hebi
uw goed ontvangen in uw leven, en Lazarus deS'
gelijks het kwade: en nu wordt hij vertroost, en
gij lijdt smarten.
Voor zoo verre derhalve U het Euangelie
wordt verkondigd, hebt gij veel meer, dan
zulke Rijken, tot welker oor en hart het Eu-
angelie niet komt.
Het Euangelie wordt U verkondigd. Dat
toont U Gods Barmhartigheid en Liefde.—
Is de oorzaak van Uwe armoede buiten U,
zijn het trouweloosheden en bedriegerijen van
menschen , zijn het rampen en wederwaar-
dig-
''^gheden, welke U in Armoede hebben gè-
^oitpeld; klaagt niet — twist niet tegen uwen
blaker — zegt niet: „ds Heer handelt hard
om.quot;^ Het Euangelie, het voorregt, dat
Ij^tzeive U verkondigd wordt, moet Ü Van
tegendeel overtuigen. Indien God geen
'^^'ielijden met U had, indien Hij hard op^ U
^^^e zijn, indien Hij U van harte plaagde of
'^quot;Jroefde* dan zoude Hij U dat voorregt niet
Sünnen
Ai! merkt eens o|) dat Euangelie, hetwelk
. ®cnen Jesus voorstelt, die om uwentwille
arm geworden, daar Hij rijk was, opdat
door zijne armoede zoudt rijk worden a
8: 9.
ÏS (Jat ggjjg Barmhartigheid, is het geene
lefde? Komtl het hoofd uithet treurenopge-
^Veti! Brengt het voorregt, dat U hetEuangelie
^ ordt verkondigd, in verband met uwe Armoe-
■^en zegt: „de Heer leidt ons wel in eenen
'' ^eren weg, en opeenmoeijlijkpad; maar
quot; laat het ons niet ontbreken aan ondersteu-
Bijgeeft ons het Euangelie, hetwelk ons
B a
I»
den
-ocr page 24-;,den besten troost in onze ellende biedt.quot; wa'
.„ ren wij in ruimer omstandigheden geplaatst,
„wie weet hoe wij zouden uitspatten? Nö
„ wij aan de Wereld en van de Wereld nietS
„hebben, nu is het Euangelie balsem voof
„ons hart. Door onze Armoede wil Hij on«
„gewis doen zoeken en begeeren dat goed,
„dat eeuwig blijft, want in onze Armoede laat
„Hij,ons het Euangelie verkondigen.quot;
Ja Armen! het Euangelie bewijst U Gods
schuldvergevende Genade.
Velen hebben het aan zich zeiven te wijten,
dat zij arm zijn. Hunne eigene traagheid, ach*
teloosheid, overdadigheid, of onregtvaardig'
heid hebben hun dat regtvaardig oordeel op
den hals gehaald. Is dat uw geval, en wordt
U nogtans het Eaangelie verkondigd, dit
is U een bewijs van Gods schuldvergevende
Genade.
Indien Hij niet alle uwe dwaasbeden en
verkeerdheden , waardoor Gij arm geworden
zijtgt;
-ocr page 25-^ijt, vergaf, dan zoude Hij, bij de billijk
Verdiende straf der Armoede, niet het groo-
ve voorregt Van het vertroostend en zaligend
ï-üangeUe voegen. — Ja, indien God geenen
i^st had, om Ü genadig te zijn, en alle uwé
Zonden en overtredingen U te vergeven,quot;
Zoude Hij dan zoo bijzonder werkzaam zijn,
Otn ook Chet Euangelie te doen verkondi»
Sen, en U Jesus bekend te majcen, die eene
Verzoening is van onze zonden, ja van de
Zonden der geheele Wereld? Zoude Hij door
^at Euangelie U de verzekering iaten doen,
dat ook voor U, bij Hem, door jesus Chri-
stus vergeving en zaligheid is?
Maakt de aanhoudende last der Armoede
^ niet hard en stug en ongevoelig — zijt gi^
integendeel zoo gelukkig, dat uw gemoed
öoor de Armoede nedergebogen, week eji
gedwee is, 6 hoe welkom moet U .dan dat
®*iangelie zijn, dat U verkondigd wordt! hoe
Veel welkomer en treffender voor U, dan voor
^enig eenen Rijken, die meent dat hij van
niemand afhangt, en geene genade bij God
^öodlg heeft!
Gelukkige Armen! U wordt het Euangelie
verkondigd. Het biedt U troost onder al uW
verdriet en lijden.
pewls-selijk de Armoede op zichzelve, het
gemis van het verkwikkelijke niet alleen,
niaar zelfs van het noodige, ^valc onaange-
naam. En veel kan er bij komen, dat dien
kelk nog bitterder maakt. — Ziekten, Ligchaams
kwalen, en welligt gebrek aan genoegzame hui-
pe.—minachting of smaad yan menschen.—
verachting en verdrukking allerlei verdriet
en het bangst vooruitzigt.
Dan, welk een troost biedt U het Euangelie!
Dit alleen, dat het U verkondigd wordt, mag
jFijkelijk opwegen tegen al den smaad, dien
gij verduren moet. Wat heeft het niet al in!
De menschen mogen U om uwe slechte
jfejeeding of uwen geringen staat 5c»uwen,of
met verachting op U nederzien,de hooge God,
|d6 He^r van Hemel en van Aarde, denkt aan
.17 j en trekt zich uwer aan; w^ijt hij laat U
het
-ocr page 27-Euangelie vetfcondlgcn.-r-De Gods^-Hui-
staan voor U zoo wel, als voor anderen,
®Pen. En al zijt gij zoo diep in Armoede
^^quot;quot;zonken, dat schaamte U te rug houdt van
Openbare Bijeenkomsten, de ontfermende
blijft zich nwer aantrekken, en wil niet
het Euangelie voor ü verborgen zij.
^oor zijne bestelling, zijn er Zondag-Scho-
Armenpreeken , en andere gelegenheden,
J'iist voor ü geschikt, om U dat Euangelie
doen kennen, hetwelk Hij wil, dat den
zou verkondigd worden.
Al zijt gij van elk verlaten, al komt nie-
®i»nd naar U omzien, dan wil God nog
®9ar u omzien. Hij beschikt U eenen Bij«
waarin het Euangelie staat. Gij kunt
^ien voor niet bekomen, zoo gij het slechts
'^^geert, en door dat Euangelie komt God zelf
U, en spreekt tot U in uwe lage stulp,
bet donker en afgelegene verblijf, waar
Niemand U zou kunnen vinden.
als gij nu dat Euangelie leest, cn er acht
geeft, kunt gij het U dan niet gemakke-
getroosten, wanneer d» menschen U sma-
P 4
:lt; J4 )
den, ja U geheel- vergeten ? Het EuangeÜ^
toch zegt U, dat Jej^Liïi zich;niet schaamt
Broeder genoemd te,-^worden,
' Het leen ü, da^ Jqs.us uw Vriend, uw Hel'
per, uw Bevrijder zijn wil. Het getqigt Ü-
dat hij y niet begeven, niet verlaten zaW
indien gij op Hem vertrouwt.
Het verzekert ü, indien gij Hem door een
opregt Geloof aanhangt, dat dien genen, di^
Qod lief hebben, alle dingen medewerlc?Ji
ten goede.
Ja trouwens, het Euangelie, dat U ver
kondigd wordt, geeft U uitzigt op volkomenquot;
ontheffing van uwe Armoede, en op het ge'
not van eenen wezenlijken en oopitputtelij'
ken Rijkdom.
Zoo gij eenigzins bekend zijt met den in'
houd van dat Euangelie, dan behoeven wij
U dit niet in bijzonderheden aan te tooncD'
Gij weet het immers, dat Woord, hetwelK
van Jesus getuigt, als dtn Verzoener van de
(Schuld der Zonde, en als den Verwerver vaU
het Leven en de Zaligheid, dat zegt oók tot
U: die God, die zijn eigen Zoon «iet g^'
spaart
è
-ocr page 29-^paard heeft, maar voor ons heeft overgege«
zal Bij ons ntet met Hem alh dingen
^'^henken? Rom. 8: 32. — Indien wij vija»-
^^^ zsjtide met' God verzoend zijn door den
^quot;odnbsp;Zoons, veel meer zullen wij, ver-,
^oena zijnde, behouden wordendoor zijn leven.
5: 10.nbsp;zal ons scheiden van de
^^Jde van Christust Verdrukking, 0} Benaauwd-
of Fervolging , of Honger af Naaktheid,
^f Gevaar, of Zwaard? Want ik ben ver.
^^kera, dat noch Dood, noch Leven, noch En^e.
noch Overheden, noch Magien, noch tamp;-
Senvuoordige, noch toekomende dmgen, noch hoog-
y noch diepte, noch eenig ander Schepsel ons
kunnen scheiden van de Ltefde Qods, die in
^''isitis Jesus is. Rom. 853 5,38,39.
En datzelfde Euangelie zegt U, dat Gij,
200 lang gij hier op Aarde den last der Armoe-
moet dragen, hulp en ondersteuning zult
°htvangen, ora er niet onder te bezwijken:
dat gij met den Dood van uwe Armoede
verlost zijn. In den Dood toch houdt de
^'jïce op rijk en de Arme arm te zijn. De
( 2Ö )
sdiatten volgen den mensch niet in het Graigt;
en het gebrek aan^.. aardsch goed -vKordt Ji' ^
den Dood niet gevoeld.
Maar, indien Gij waarlijk met uw haf'
Jesus aanhangt, en lief hebt, dan zegt U b^''
Euangelie, hetwelk U verkondigd wordt, d»quot;^
Gij hier namaals geenen last, geene moeice»
geene onaangenaamheid, geen gebrek mec'
zult gevoelen: want dat de Heer alle tranequot;
van uwe oogen zal afwisselen, en ü verza'
diging van vreugde zal geven voor zijn aangC'
zigt, en liefelijkheden aan zijne regtehan''
eeuwiglijk en altoos. Het zegt U, dat Gij
dan met alle de Verlosten, en heilige Engelen
altijd bij den Heer zult zijn, uw Ligchaad
aan het verheerlijkt Ligchaam van ChristuS
gelijkvormig, uwe Ziel geheel gereinigd efl
onbesmet, verrijkt met eene opgeklaarde
kennis, waardoor Gij zult kennen, gelijk gij
gekend zijt, uw hart vol vreugd en aanbid'
ding over de verkrijging van het einde uW^
Geloofs, en de vervulling van de wenscheo
uwer hope; uwe Ziel geheel volmaakt in de
Liefde! Ziet daar schatten, welke geenenio*^
•quot;oest verteert, welke geen dieven kunnen
welke geen ramp kan' doen verliezen,
het genot van den onuitsprekelij-
^^^ Rijkdom van Christus! en die wordt ü
. ^^ het Euangelie beloofd, en die is uw
en zal uw deel zijn, indien Gij waar-
niet uw hart in Jesus gelooft en God
Armen! hoe gelukkig zijc gij! welk
^'icn dank zijc gij schuldig aan den genadi-
God, en den dierbaren Zaligmaker daar.
dac ü het Euangelie worde verkondigd!
hit
boven de Rijken. Hec is wel waar,
het verkondigen van he; Euangelie aan
^ Armen een voornaam deel was van de
^ aan Jesus opgedragen, maar, zoo gij
^aaruit; zoudt willen besluiten, dat de Heer
dat voorregt schonk op grond van uwe
'inoede, als of die U daar op eenige aan-
opraak gave; — of, indien pij de Rijken uit
Verbeeldt U intusschen niet dat
giJ, om
Voorregt, vrijheid zoudt hebben ü te ver-
( 2S )
den Hemel zoudt willen sluiten, omdat
het bevel om het Euangelie te verkondigdquot;
wel van de Armen, maar niet van deRijk«^quot;
wordt gewaagd; dan zoudt gij een jamm'^''
lijk misbruik maken van de Genade, welK'
aan U geschiedt.
Neen! bedenkt veeleer, dat die God, di'
de Armen maakte, ook de Rijken heeft
maakt, opdat zij de Armen zouden kunfl«quot;
bijstaan en verkwikken; en weet voorzeker»
dat schoon het Euangelie uitdrukkelijk asquot;
de Armen wordt verkondigd, nogtans
Rijken niet worden voorbijgegaan, en dä'
zij ook zullen zalig worden, indien zij
naar hooren. — En voor zoo verre zij
mogten onttrekken, bidt gij dan voor htJO'
opdat zij, die aan U, óf aan andere Arni^quot;
tijdelijke gaven toevoegen, de gaven
Heiligen Geestes mogen ontvangen, om
bekennen hetgeen tot hunnen vrede dient.
In plaats van de Rijken te veroordeelen»
mooi'
-ocr page 33-Gij veql liever toezien; dat Gij de
G
^nade, welke U door de verkondiging van
^^quot;^Euangejig wordt toegebragt, nietversmaadt,
^•^rwaarlüosfc
■ .Geljk men onder de Rijken menschen vindt,
belang stellen in het Euangelie, er achquot;
Voor hebben, het gaarne hooren, ja zelfs
geloovig aannemen, alzoo zijn er, helaas!
^'^«Jer de Armen menschen, welke naar de
^'^'■'ïondiging van het Euangelie niet willen
De gelegenheid wordt hun verschaft;
onder allerlei voorwendsels onttrekken
^ 2lch. Men geeft hun eenen Bijbel, zij
^^^ denzelven niet in, maar verkoopen dien
drinkgeld. Zij willen liever in schan-
'Jke luiheid en morsigheid hun ellendig
doorkwijnen, of tot laagheden, be-
^^'^gerijen, ja dieverijen de toevlugt nemen,
^ dat zij den raad van het Euangelie zouden
^Ach! wat moet er van de zoodanigen
Qen! A.rm zijn zij naar Ligchaam en ^el.
Euangelie onder lig.
^'«elijke Armoede biedt, verachten zij, de
ondersteuning verwerpen zij; door hufli*®
luiheid, morsigheid of goddeloosheid tasX^^
zij, dat God en menschen tegen hen moetequot;
zijn, en verzwaren hunne ligcfaamelijke
geestclijfce Armoede, om eenmaal in bef
volgend leven, voor eeuwig, naar Llgchaaquot;'
cn Ziel beide, duizendmaal armer en,ellend''
ger te worden, dan zij hier op aarde ge wecS'
zijn.
Ö Gij Armen! die dit Boekje leest, Jpiegd'
U aan deze voorbeelden, volgt dezelve nie^'
opdat het ü niet alzoo gal
Neen! Armen! zoekt te beantwoorden aaH
de Genade, welke U geschiedt.
Dankt God hartelijk, dat Hij U het Euangc
lie laat verkondigen, en laat de erkentenis
van zijne Barmhartigheid, waardoor Hij zicH
Ä00 zeer aan U laat gelegen leggen, U op'
beuren!
Laat die erkentenis alle klagt, alle misnoe-
gen en wrevel, alle wangunst jegens de Rijk^^
bij U verJooven en tegengaan 1
De
-ocr page 35-Armoede brengt niet zelden zekere
'Moedeloosheid met zich; maar de erkentenis
Hetgeen Jesus aan en V'oor ü doet, be-
. °ort ook dat bij U te overwinnen, en U tot
'JVer
en werkzaamheid aan te sporen,
■^il de Heer U met zoo vele liefde voor-
quot;^■^en, schept dan moed, om van uwen kant
lot dragelijk te maken. Houdt de hand
u^e kleeding, hoe versleten die zij, en
u toe op reinheid van Huis, Gewaad en
^Schaam; dan zult Gij U minder over uwe
fftioede schamen. Weest dankbaar voor het
Gij geniet, en U wordt toegevoegd,
■Reinig het zij, en U zal meer gegeven
^ord
O
^egte ___________________________ _
^®fdiencn, dan ziult Gij meer barmhartigheid
^U de Heer, dat het Euangelie U zal ver-
«ondigd
worden, maakt dan toch, zooveel
^ kunt, gebruik van de gelegenheden, wekke
daar toe aanbieden.
Weest
k,
hoe
en. Wacht U voor Leugens, Bedrog en
en zoekt, zoo veel Gij kunt, op eene
wijze no g iets rot levensonderhoud te
Weest dan oplettend op dat Euangelie, oe-'
fentU, opdat Gij het moogt kennen, begrij'
pen en gelooven. Dan zult Gij vatbaar zijquot;»
voor alle die vertroostingen, welke in h^'''
Euangelie voorkomen. Gij zult in hetzeiv«!
opleiding vinden, om de gewigtigste Lessei' j
uit uwe Armoede af te leiden, en ervoorde«'
uit te trekken voor uwen onsterfelijkef
geest. Gij zult er door leeren uwe hop^ i
stellen op den algenoegzamen God, en nie^ j
beschaamd worden; en Gij zult een beter ef
blijvend goed hebben, dan U de Wereld
geven of ontnemen kan, een goed, hetwell'
voor U bewaard wordt in de Hemelen, j