-'-^mr
• K'j .
î..
iâ
I
M
-ocr page 3-C
i —
y
■v.'-Snbsp;M
-ocr page 4-s
-ocr page 5-verbandelende de Beginfelen der
in
Waar op 48 Aftronomifche Figuuren
verklaard worden, by wyze van
VRAAGEN EN ANTWOORDEN;
zeer nuttig voor Leeilingen en allerlei
Bcminnaaren
der Sterreloop' en
Zeevaartkunde,
Tweede druk.
Te AMSTELD AM,
fly d'Erven van F. HO UTT UT iV,
MDCCLXXIX.
■ill quot; quot;
: f . .
^nbsp;A ^
r î C?
-mr
VAN DEN
JBCler mrii U, gensgen Lezers,
een Aftronornifche Oefening mede.
gedeeld, welke in navolginge van dg
Geographifche Oefening is opgejteld.
De menigvuldige Liefhebbery tot
het laatjigenoemde Werkje , wegens:
deszelfs algemeen nut voor Leerlin-
gen , heeft niet alken veroorzaakt . dat
hetzelve Jchiel]k uitverkogt en tweemaal
* 2nbsp;her'
herdrukt is geworden, maar ook dat
men het , om deszelfs algemeen Ge-
Iruik , in andere taaien , als in het
Franfch en Hoogduitlch heeft doen
overzetten. Dit nu heeft de Uitgeevers
van dat Wtrkje vervolgens aange/poord,
om ook eens een dergelyk kort Op'
fiel over eene andere fVeetenfchap te
yoorfchyn te doen komen ; en hier toe
leb ik de Sterreloopkunde verkoo'
zen y doch die, myns bedunkens , al
een van de moeyelykße fVeetenfchap-
fen is j o?n op zulk een eenvoU'
dige wyzs , dat ze voor eerß he-
ginnende Leerlingen bevatbaar zy ,
voor te draagen, wyl dezelve meer ep
denkbeelden rufi dan de Geographie
of Aardrykskunde. Hoe verre ik vu
in dit oogmerk geßaagd heb , laat
ik Uefß kundige Lieden beoordeelen,
dis in de Sterreloopkunde ervaaren
zyn, en w:l weeten , hoe dat veele
zaaken in die fVeetenfchap , door de
yerleeldinge en het Ferflani moeten he-
greepen worden , wyl dezelve in de Na-
tuur anders zyn , dan ze fchynen, of
zig voor het oog opdoen , het gesne
in de Jardrykskunde zo niet is.
By het epjlelkn van dit Werkje,
heb ik de Sterrekundige Beginze-
len van den Heer J. L. Rost tot
ten Grondflag genomen , doch alles zo-
danig gefchikt , als ik tot myn oog-
merk dienjiig oordeelde , om de Leer-
lingen de Eerfie Gronden dier Wee'
tenfchap , op een beknopte wyze ,
door Vraagen en Antwoorden , zon-
der veel omJmlen of uüweidin^en
( wyl dit kort beftek zulks niet toe-
liet ^ voor mgen te jlelkn , ■ 7net be-
hulp van 14 Gekleurds Plaatjes , waar-,
vp gezamentlyk 48 Aflronoinifche Fi-
guuren vertoond worden. De reden
waarom deze Plaatjes afgezet zyn-, is-
nkt, om dat ik zulks voljtrskt nood-
• 3nbsp;zaa-
zaahlyk 'oordeelde, maar eensdeels^
om ( tn navolginge yan de Ge-
kleurde Geojjraphilche Oefening }
het oog der jonge Leerlingen te
verhfiigen , welke , door zulke ge-
ringe byvnegzelen , dikwih des te
greetiger tot een Weetenjchup aan^
gelokt wordm; anderd els ook, om
de zaaken die vnorgejield zyn , des
te beter van elkander te Leien on-
derfcheiden en te bevatten , want
wat ondjrfckeid maalt het , welke
Hulpmiddelen men aan^vende tot hel
he-en van Weet enfj happen zo de-
zelve maar van een goed en nuttig ge.
bruik bevonden worden.
By het verhandelen van de tv/et
laatjle Hoofdjlukken over de terrcb*ïel.^
den , heb ik die Herrebe^lden ,
niet alken , volgens de Notnm^en.,
fnet hunne Naam^n aangeto-md, ak
09k de voornaamfie, m voor lm bho-
te oog zigtbaarfie Stenen in dezeU
ve genoemd , maar ook den Oorfprong
dier Naamen , volgens de F •bel-His-
torie der Oude Poëten , voorgefield ; het
welk , myns wetens , nog van geen
een Scliryver , in zulk een beknopte
orde, ge ban is, en dat buiten twyf-
fel niet onaangenaam te leezen zal
zyn , voor hen , äiz begeerig mogten
I-vezen , om te willen weeten , op wat
wyze de Sterrcbseldcn aan die
vreemde Naamen zyn gekomen , of
wat 'er aanleid'mge toe gamp;geeven heefi ,
07n dezelve met zulke vreemde en won-
derlyke Naameu van Dieren en Men-
Jchen re benoemen.
Deze eenvoudige Sterrekundige Be-
ginfelen , al hoe gering en opper-
vlakkig dezelve ook zyn mogen , zuh
len echter voor een Leer.ing , (wan--
neer Iry dezelve eerfl regt begrsepen ,
en in zmi geheugen geprent heeft ) van
4.nbsp;veel
veel nut zyn , em verder in die JVet-
ten chap te kunnen vorderen. Ja ik
Jhag -wel zeggen , dat zij voor hem van
veel groot er v-t zyn zullen , dan
men wel , in den terflen opflag , zoii
denken ; want door behulp van dezel
ve , zal hy ■ wel dra mdere fraaye , en
uitvoeriger Aßronomifche Schryfers ,
yoor een groot gedeelte , keren! ver-
jlaan , te weeten , voor zo yerre ,
die , zonder de kennijje der Meet-
kunde en Algebra , vcrßaan kun-
nen worden ; daar hem integendeel
( zo hy in deeze of dergelyke begin-
zelen geheel onkundig is ) byna al-
les , wat hy in Sterrekunciige Boe-
ken mögt willen leezen , duißer en'
genoegzaam ■ geheel onverflaanbaar zal
voorkomen ; by voorbeeld , een ge-
heel onkundige in de Beginfelen van
de Spheer , keze eens, de lÜe en
Les van Keils Inleidingc
tot de Waare Sterrekunde over
het onderwys van de Spheer: ik
b,n verzekerd , dat hy 'er weimg,
of byna niets van zal begrypen , en
integendeel zal het hem dies klaar
en ° verflaanbaar voorkomen , zo hy
deze onze , of andere dergelyke Be-
ginfelen reeds geleerd heeft ; want al-
les wat ik hier , door Foorbeelden ,
van Figuuren opgehelderd en aan-
gewezen heb , word in gemelde
Lejfen van Keil niet alleen , maar
ook in veels andere fraaye Schry-
vers , byna zonder eenige Figuu-
ren voorgeßeld , en is derhalvsn groo-
tendeels onverflaanbaar voor eerß be-
ginnende Leerlingen. - lemant die
deze beginfelen wel begreepen heeft ,
zal ook met nut het Werkje van
Vlak over de Globen kunnen ge-
bruiken , en de Foorflellen .) daar in
bevat , 'ivel op de Globen kunnen na-
gaan , het welk een zeer'inuttige en ver-
ma-
-ocr page 14-wahlyke Oefening is voor hun , die
zig eerji op de öterreiuopkunde willen
toeleggen.
Ook oordeel ik het niet ondienftig
tl zyn , hierby nog kortelyk te her-
inneren , dat Lefhebbers of Mees-
ters , die het nuttig mogten oordee-
len , de Jeugd , volgens deze Aftro-
nornifche Oefening , te onderwy-
zen , niet kwalyk Zouden doen , zo
zy een Aard- en Hemel-Globe daar
by te hulp namen , om. voor jonge
Leerlingen , het vovrgefteUe nader
op te helderen en aan te toonen , het
welk , door hit lighaamelyke van de
Globen , gevoeglyker gefclvieden kan ,
dan door PJatte Figuuren. Desge-
lyks zal het ook veel tot begrip van een
Leerling helpen , wanneer een leer-
Meejler hem de voorgeftelde Figuu-
ren op een Ley of fluk Papier voor-
fchryft j en hm telkens , by ieder
ülrkel of Streep , aantoont , wat het
verbeeld ; ef anders , dat een Leer-
^ ling , na aïvmrens cen Hoofdfluk , on-
der het opzigt van den Leer - Mees-
ter , doorgelezen , en eenigermaaten
hegrecpen hebbende , de Figuur en zelfs
op een Ley natekent , en dat de Mees-
ter hem dan telkens vraagt , wat ver-
beeld dat ?
Deze of dergeïyke Handelwy:e dunkt .
my zal veel helpen , om Leerlingen
te hulp te komen , want wyl , in de
Sterreloopkunde , dikwils van be-
weegingen , cils van den Op- en On-
dergang der Zon of vam de omloop der
Sterren , in haare Dagboogen gefpro-
ken word , zo is he-t niet wel inoge-
lyk , door Platte Figuuren , die Zaa-
ken of Bewoogen Lighaamen voor Leer-
lingen of Onkundigen , aHoos ■ even
klaar en verfiaanbaar uittedrukken. Jn-
tujfchen echter heb ik getragt deze Af-
tro-
-ocr page 16-tronomifche Oefening , of Beginfelen
der Sterrelöopkunde zo eenvoudig en
klaar voor te draagen , ah in myn ver-
mogen geweeß is , wenfchende dat de-
zelve , voor Eerflbeginnende , niet
minder van een nuttig Gebruik mogen
bevonden worden , dan de reeds bekende
Geographilche Oefening.
^nbsp;W
^ -ê-
# # ^
-ocr page 17-DER
Pag.
Hoofdst.
I.
VAn de Spheer of het Kringftelzel,
Sphara Amillaris, in 't Latyn ge-
naamt, en van de Hemel - Globe.
II.nbsp;Van:de)DagelylfcheoiSchynbaare, ende
Eigen of Waare Beweeging der Sterren;
van de Grootte der Aarde, en haargefee/e
en halve Middellyni van verfcheiden Stip-
pen aan den Hemel; van de Poolshotgten,
de Geographische Breedten en Lengten,
enz. .nbsp;.nbsp;. . 15
III.nbsp;Van de GeograpUfche Lengtéen Breedte,
op de Landkaarten ; van de LynenoiReg-
te Streepen, Stippen en Toplynen in dc
Sterreloopkunde; van de Oorden, Stree-
ken of Geweßen der Waereld; van de
Streeken van het Cmnpas, enz. . 25
IV.nbsp;Van den Schynbaaren en Waaren Hori-
zon of Gezigteinder; van den Ooßelyken
en JVeßelyken , en van den Klimmenden
€T\JSederhellenden Horizon-, van den M
HooFnsT.nbsp;Pag.
quater of Evenaar, en van den Meridi-
aan ol Mi Jdag-Cirkel. . . .33
V.nbsp;Van liet Ferfchil der Meridiaanen cn
den Aardkloot; van de Ecliptica of het
Taanrend, met den ooiTprong van dcs-
ztlfs naam; van de Twaalf Hemd-Te-
kens, en derzei ver benaamingen, van de
Voluri JEciiiinoüionm amp; Soljlitiorum y
' of Kruis-Cirkels der Evennagten en Zon-
tiejlanden-, van de Circuli Declinationum
of ^fwykings-Cirkelen,
VI.nbsp;Van de Cirkels der Lengte en Breedte,
aan den Hemel en op Aarde-, van de
^'-yticaal Cirkels of Tophoogen ; van het
■^zimutb der Sterren, en van de Uur-
Circulus gradus Nonagefmus,
Ot Cirkel van den Negentigflen Graad
des Taanronds; van de Afwykings - Cir-
kels, die den ZoiMciiitmaaken, en;bin-
nen welke de Planeeten zig beweegen;
van de 'Dagboogen der Zon en Sterren;
van de Zoiu Keerknngen; van de Fools-
Kringen; van de Zigtbaare en Omigt;
haan Dag-Krirg'n of Sterren ; van
de Cirkels der Hoogte. of Cinuli Jlmu-
cantkirat, eii \'an dö Scheelhoogs• Hoog-
'nbsp;...nbsp;.nbsp;,75
-ocr page 19-Hoofdst.nbsp;Pag.
VIII.nbsp;VandsZomo^ Luchtjlreeksn; van de
Climaaten en Parallellen of Evenwydi-
ge Cirkels ; van de Tvmalf Zodiaa-
Streeken; vsn de Hoeken, welke de
cliptka met den Equator, Meridiaan,
Horizon en Verticaal oi Tophoogvaiiiikt
van den Hoek, dien dè Horizon met den
Equator veroorzaakt,-en van den Hoek
dss Topboogs met het Middagrond. 95
IX.nbsp;Van de Driederlei Geftalte der Spheer,
te weeten de Regte, Evenwydige en
Schuinje Spheer; van den Waaren en
Schytibaaren Statid dei Sterren, en de
daar uit voortkomende Parallaxis, of
hst FerfchilzigtdeïSternn. ... 1:3
x. Een nadere Verklaaring van de Pflwi-
laxis of Verfchilzigt der Stsrrsn-, ^'an
de Dampheffing-, enyands StreeksOp-
en Ondergang icr Sterren. . . . 127
XI. VandePeè'sifchnOp-eu Ondergang der
Sterren-, van de Sterrekuniigs Of- eii
Ondergang; van de Regte Op - en Af-
Uimminge der Sterren; \?Ln de Sckün-
ze Op- en Af klimming der Sterren; en
van het Afcenjïonaal Verfchil. . . 141
XII. Van de Culminatio of Doorgang der
Sterren dooi den; Meridiaan, v'an den .
■iifftand of Ferw^dsring der Zon en
■ Ster-
-ocr page 20-Sterrentuin èm Meridiaan, en as Mor-
gen en Jvondjchemering.nbsp;151
XIII.nbsp;Van het Noorder Halfrond des Sterren-
Hemels, met de daar toe behoorende
XIV.nbsp;Van het 7.uidëlyk Halfronddes Sterren-
Hemels, met de daar toe behoorende
Sterrebeelden. •nbsp;• ^97
^ ^ f ^ ^
^ ^ ^ ^
^ ^ ^
■ V
■ ■ . sjl
«1
Tot Onderwys in de
EERSTE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat I.
INLEIDING.
v r a a -g e?
[At is op Plaat I. te zien'?
Antwoord.
Eene Aftekening van de Spbeer of het
Kringfielzel-Xdiit men in het Latyn Spbcera
■Armillaris noemt}, als (Fig. i.) en van
de Hemel-Globe, of Hemelkloot
Vr. Wat word op de Spheer en de
Hemel-Globe o/getoWV
Anbsp;Antvv.
-ocr page 24-Antw. Verfcheiden Groote en Klei-
. ne Cirkels of ronde Kringen, en eenige
Stippen, welke de Sterrekundigeu zig
aan den Hemel verbeeld hebben.
Vr. Zyn dan deze ronde Kringen en
St-'.ppen niet -wezendlyk aan den Hemel ts
zien ofte vinden'^
Antw. Neen ,dezelve beflaan flegts al-
leen in de verbeeldinge, die de Sterrekuii-
digunzig, van tyd tot tyd , daar van ge-:
maakt hebben.
Vr. Maar ^aar toe dienen die ronde
Krnigen en Stippen, en wat nut beeft
Ken van dezelve?
Antw. Zy verftrekken tot groot Nut
in de Sterre-Loopkunde , want zonder
behulp van dezelve zoude men die wee-
tenfchap niet gevoeglyk kunnen ke-
ren. Zy zyn in dezelve even zo
jjoodzaakelyk, als de letters van het A,
15, C voor de geene, die leezen willen
leeren.
Vr.
-ocr page 25-Vr. Hebben deze ronde Kringen en
Stippen ook hunne byzondere naamen ?
Antw. Ja zekerlyk, want daar door
leert men dezelve van eikanderen onder-
Icheiden, en elk tot een byzonder ge-
bruik aanwenden.
Vr. Hoe 'word dan die breecle Spaans-
groene Cirkel genaamt, welke in (Fig. i
en a) op ds bruine of roetkleurige pilaart-,
jes ruftl
Antw. De Horizon of Gezigteinder ^
om dat die het gezigt bepaald, wanneer
men op een vlak veld rondom zig ziet.
Dezelve verdeelt de Sphser cn de HemsU
Globe in twee helften; het onderlle en
bovenfte Halfrond, wordende het boven-
fte het Zigtbaare en het onderße het O/2-
zigtbaare Halfrond genaamt.
Vr. Hebben gemelde Pilaarljes met bet
plat of voetjtuk^waar aan deEoamp;izoi^'üaft
5 of op ruft , oo.i nenbyzondeien naavi'?
Antw. Ja, die worden gezaraendyk
A ünbsp;de
de Stoel van de Spbeer of Hemelglobe ge-
iiaaint, om dat dezelve daar in hangen
en ruften, gelyk duidelyk uit de Figuu-
ren te zien is, en nog duidelyker door
een wezcntlyke Spbeer of Hemelglobe
kan aangetoond worden.
Vr. Hoe noemt men die breede Roede
Cirkel, loelke in den Horizon fcbynt te
ßuitsn, of te hangen ?
Antw. Denbsp;, of Algemeene
Middag-Cirkel, om dat het Middag
is, als de Zon in denzelven komt, voor
de geene, die onder dien Middag-Cirkd
woonen , doch ieder pIaats,Ooft en Well,
heeft haar eigen Middag-Cirkel.
Vu. Wat naam bief t die breede Goud-
Gecle Cirkel in de Spbeer , op -welken
CbaraSters of Figuurtjes getekendftaan?
Antw. De Ecliptica , Taanrond of
Zonsixieg met de twaalf Hemeltekens,
die door de Charadters op dezelve ver-
beeld worden. Op de Hemelglobe word
de Ecliptica ook door een fmalle Goud-
gee-
-ocr page 27-geeU Streep of Cirkel verbeeld. Deze
Cirkel nu word Zomixieg genaamt, om
dat de Zon , gedimrende een geheel
Jaar, in denzei ven fchynt rond te loe-
pen.
Vr. Welken naam geeft gy aan den
/mallen Roetkleurigen Cirkel, die fcbuins
door de Ecliptica been loopt ?
Antw. De Equinoctiaal of Even-
tmgtslyn., om dat, wanneer de Zon op
dezelve komt. Dag en Nagt over den
gantfchen Aardbodem even lang zyn.
Deze Cirkel verdeelt ook de Spbeer of
Hemelglobe in een Noorder en Zuider
halfrond. De Zeelieden noemen dien de
Linie.
Vr. Hoe vjorden de twee £mz\\c Donker-
blaauwe Cirkels genaamt, die beide, de
eens aan den bovenjten, en de andere aan
den benedenfien kant van de Ecliptica
raaken^
Antw. De Keerkringen, zyndede
bovenfte de Tropicus Cancri of de Keer-
A 3nbsp;krini
kring van de Kreeft,en de onderfte de Keer-
kring van den Steenbok , welke naamen
zy verkregen hebben van de Hemelte-
kens by welke zy ftaan, en om dat de
Zon,aan dezelve genaderd zynde, wee-
der Ichynt te rug te keeren.
Vr. Welke naamen hebben de beide
kleine Grasgroene Cirkels, die op de
Spheer en riemelglobe, boven en bene-
denwaar ds Jiaan^
Antw. De PooL-cirkels, zynde de
bovenfte de Circulus Arcticus of de
Noorder Pool-Cirkel, om dat hy naar het
Noorden toe ftaat, en de benedenfte
de Circulus Jntarcticus of de Ztiider Pool-
Cirkel , om dat hy naar het Zuiden toe
ftaat. De Noorder Pool-Cirkel word ook,
in (Fig. 2 ),op de Hemelglobe aangetoond,
maar de Zuiderpool-Cirkel kan men daar-
op , wegens de rondte, niet wel onder-
fcheiden.
Vr. Hoe noemt gy dien /mallen Spaans-
groenen Cirkel, dfe dwars door alle an-
dere 'Cirkels loopt en hier midden in de
gool-Cirkels Jehynt te eindigen ? Antw,
Antw. De Colurus ^Equinoctio-
eui\i of Kruis-Cirkel der Evennagten, om
dat dezelve Aonrde Evenmgtspmtenv^ii
den Evennagts-Cirkel kruiffelings of dwars;
doorloopr. Maar 'er is ook nog een
CoLurus Solstitiorum, of Kruis-Cir-
kel der Zonneftanden , die Iiier op de
Spheer en de Hemelglobe,met gezien, doch
door den Meridiaan of Middag Cirkel
Verbeeld word. Deze Cirkel word zo
genaamt, om dat de Zon, in dat
punt der Keerkringen gekomen zyn-
de, fchynt ftil te ftaan.
Vr. Worden gemelde Cirkelen ook in foor-
ten verdeeld ?
Antw. Ja in groote en kleine Cirkels.
Om dat de GrooJe, de Spbeer of Hemel-
globe, in twee gelyke deelen of halve
Ronden, en de kleine in ongelyke deelen
verdeelen.
Vr. Welke telt gy onder de groote Cir-
kels van de Spheer o/Hemelglobe ?
Antw. De volgende zes. De Hori-
A 4,nbsp;ZON
zon, de Meridiaan, de Equinocti-
aal , de Ecliptjca , de Colurus
Equinoctiorum, en de Colurus Sol-
stitiorum.
Vr. Hoe veel kleine Cirkels telt gy?
Antw. De volgende vier. De Tro-
picus Cancri , de Tropicus Capri-
coRNi, de Circulus Arcticus , en de
Circulus Antarcticus.
Vr. Zyn 'er geen meer groote en kleine
Cirkels op de Hemelglobe of Spheer fe
■vinden ?
Antw. Ja, maar deze,welke wy ge-
noemd hebben, zyn de vooruaamfte,
en de andere leert men gemakkelyk na-
derhand van zelfs, door het gebruik.
Vr. Wat beduidt het kleine ronde Roet-
kleurige Klootje, of Rondt je, dat midden
in de Spbeer vertoond •word?
Antw. Onze Aardkloot , en ge-
iDelde Cirkels den Hemel, welke geza-
ment'
-ocr page 31-mentlyk rondom denzelven bewogen
kunnen worden.
Vr. Wat betekent de Roetkleurige Spil
die van beide kanten midden door de
^arde been loopt,en midden door de Noor-
der en Zuider Poolskring fcbynt by den
Meridiaan te eindigen?
Antw. De As der Waereld, welke
met de At der Aarde ineenregtelynligt,
en rondom welke de Hemel met alle
Sterren fchynen te draayen. Het uitter-
fte punt of Stip nu van deze As , voor
by de Noorder Poolskring gaande , word
de Noordpool genoemd,en het tegen
overgeflelde Stip van de As de Zuid-
pool; deze As is hier op de Hemel-
globe niet zigtbaar.
Vr. Waar toe dient dat Geel ronde
Cirkeltje, welk op de Noordpool van dg
Spheer en de Hemelglobe is geplaatfl ?
Antw. Dat is een Uurrond met een '
Uurwyzertje, tot gebruik van beide
A 5nbsp;Werk-
Werktuigen, om daarmeede eenige Ster-
. rekundigc Vraagftukken op te loffen ?
Vr. Wat hetekenen de Gedierten op de
Hemelglobe ?
Antw. Deze noemt men Sterre-
beelden, welke de Oude Sterrekundi-
gen uitgedacht hebben, om, door deze
Gedierten, een bepaald getal van Ster-
ren, (welk zy Geflernten noemen) uit
te drukken, en ze van andere Sterren te
onderfcheiden.
Vr. Ziet men dan deze Gedierten niet
Huewitlyk aan den Hemel ?
Antw. Neen, zy beftaan flegts in de
verbeeldinge der Sterrekundigen, maar
zyn echter van groot nut, om alle Ster-
ren , die men ziet, daar door van elkan-
der te leeren onderkennen.
Vr. Hoe veel Sterrebeelden zyn 'er noel
aan den Hemel te vinden'^
Antw. Daar van zal ik U in een der
volgende HoofdRukken een naaukeuri-
gerberigt mededeelen.
Vr. Maar op de Hemelglobe zie ik mg
een Spaansgroene ftreep, die van boven
naar beneden op den Horizon loopt, wat-
beteekent die'i
Antw. Die is een vierde van een Cir^
kei. De Sterrekundigen noemen het Oaa-
drant of Top-Cirkd, en hy dient om de
hoogten der Sterren boven den Horizon
te nieeten. Het Toppunt of Stip, daar.
deze Qiiadrant aan vaft gemaakt is,noemt
men het Zenitii, of Toppunt, en het
punt of ftip, dat benedenwaarts 'er regt;
tegen over ftaat het Nadir of VoETr
vuNT , doch deze zyn flippen, die men
zig flegts aan den Hemel verbeeld, ge-,
lyk wy in 't vervolg nader zullen aantoo-
nen.
Vr. Doch eer wy verder voortgaan, zo
^eg my eens, wat is eigentlyk de Sterre-
I-OOI'KunDE ?nbsp;(
Antw, Eene Weetenfchap van het
Heel-al, dat is, van alle zigtbaare He-
melfcbe Ligbaamen, welke wy aan hetF/r-
mavient^oiden Sterren-Hemel gewaarwor-
den , van derzelver bew eeging, grootte ,
orde gefl:eldheid,en meer andere verlchyn-
felen.
Vr. JVat nut en voordeel verfcbaft ons
de Sterreloopkunde ?
Antw. Zeer veel, by Voorbeeld, de
Voordeden , welke ons de Koophandel
door de Zeevaartkunde toebrengt, heeft
Eien grootendeels aan de Sterreloopkunde ts
danken. De Zeelieden zouden van
de eene plaats naar de andere, door de
wyd uitgeftrekte Zel-n, niet kunnen vaa-
ren, zo hun de Sterren en het Compas
den weg niet aanweezeii.
Ten tvceeden , heeft de Sterreloopkunde
groot nut toegebragt aan de Geogra-
phie oi-Aardrykskundemen heeft daar
door t?e grootte van onze Aarde leeren
kennen , dezelve te verdeelen, en Land-
kaar-
-ocr page 35-kaarten en Aardgloben daar door uitge-
vonden.
Ten derden,\s door behulp van deSterre-
loopkunde die nuttige Weetenfchap de
Chronologie of Tydrekenkitnde te voor-
fchyn gekomen, waar door men dentyd
in Jaaren, Maanden, Weeken , Dagen
Uuren enz. heeft weeten te verdeelen;
waar uit vervolgens ook de Zonnewy-
ZERSKUNDE is OHtftaan, als mede het
maakeii van Horologien of Uurwerken,diamp;
van de uicerfte noodzaakelykheid in de
zamcnleeving zyn.
Ten vierden, het nut dat de Tydreken-
kunde uit de Sterreloopkunde getrokken'
heeft, heeft ze verder aan de Hilioriehinde
medegedeeld. Deeze laadgenoemde
Weetenfchap zoude als blind zyn, zo
men volgens de Tydrekenkunde niet wift
te zeggen, in welken tyd dit of dat ^ge-
beurd of voorgevallen was.
En eindelyk, ten Fyfden, leert ons
de Sterreloopkunde, behalven veele andere
nuttige dingen , de verbazende Almagt
vaa
-ocr page 36-van God naaukeuriger kennen, en be-
fchoiTwen, het wefk ons tot veele God-
vrugtige Befpiegelen kan opleiden , om
,ini niet van meer andere voordeden der
Stemloopkimde te ipreeken.
'i
.1 I :
•k
TWEE-
-ocr page 37-m
\
Iquot; rr.quot;
■
. S.
i
t .
H
•tf.
-ocr page 38- -ocr page 39-TWEEDE HOOFDSTUK.
Verklaariiig van Plaat II.
Vr. Wat word 'er op de Ilde Plaat
awgetoond ?
Antw. De Dagelykfcbe of Scbynbaare ,
en de Eigen oï JVacire Beweeging der Ster-
ren-, de grootte der Aarde ,hzzT gebeele
en halve Middellyn gt; verfcheiden Stó/ipen
aan den Hemel; de Poolshoogten,de GeO'
grapbijcbe Breedten en Lengten, en meer
andere zaaken.
Vr. Wat ivord in (Fig. lO ^^^
middelflen ronden Cirkel KL MN afge-
beeld ?
Antw. Onze Aardklott ,mctde daarop
gelegene Landen en Zeën, welke een ten
naaften by bol-rond lighaam is, of een
Knolronde gedaante heeft.
Vr.
-ocr page 40-Vu. Wat verheeld de huitenfle Cirkel
AB CD met de daar beven in 'trondflaaU'
de Hemelsblaauwe Sterretjes ?
Antw. Den Sterren-Hemel, welkm wy
rondom onzen Aardkloot zien , ver-
toonende de Sterren zig op gelyke af-
Jlanden van ons af, als EF, EG, EH,
EI. Ook kan men zig den Sterren-He-
mel als een uitgeholden Kogel verbeel-
den, in wiens middelpunt E wy ge-
plaatfi: zyn.
Vr. Hoe groot is onze Aarde in baar
uitgeßrektßen omtrek ?
Antw. Bykans 8000 Hollandfcbe ilfy-
len of uuren gaans ; zo dat men ruim
tien Maanden werk zoude hebben om
de Aarde, (zo zulks doenlyk was)zon-
der ruften, rond te loopen.
Vr. Als gy eens een regte lyn trok door
het middelpunt der Aarde, als van K
door E tût Ni hoe lang ixord die lyn gere-
kend'?
Antw.
-ocr page 41-Antw. Deze geheele lyn, welke men
Diameter of Aardkloots-Middellyn, en de
helft derzelve^Semidiameter oibalve Aard.
kloots-Middellyn noemt, word op 1720
Geographifche Mylen gerekend, en de
helft derzelve op 860 dier Mylen.
Vr. Maakt bet eok by de Sterrekundigen
eenig verfcbil,of gy de Sterren aan bet Fir-
mament FGHI van de Oppervlakte der
Aarde KLMN, of uit derzelve Middel-
punt E befcbouwt ?
Antw. Neen. Dat maakt ten aanzien
van de rajle Sterren geen het minlle
verfchil, wyl de Afftand derzelve on-
eindig ver van ons af is, en de Aarde,
in haar geheel genomen,flegts als een en-
kele flip moet aangemerkt worden.
Vr. JVat verjlaat gynu door de Dagelyk-
fche qf Sohynbaare Beweeging amp;rSterren?
Antw. Stel eens, dat in QFig. i.)
A het IVeJten verbeeld, en c het Ooejln,
en dat gy, op de Aarde ftaande , de
Sterren boven uw hoofd, by nagt,van
Bnbsp;het
hetOoßen C,naar het JVeften Azag bevvee-
gen, gelyk doorgaans gefchied, als gy
naar den Sterren-Hemel ziet: dan word
deze beweeging de Scbynbaare of Dage-
lykfcbe Beweeging genoemd.
Vr. Draait of beweegt de Sterren-Hemel
dan niet wezentlyk,binnen 24 uuren, in bet
rond,mn bet Ooften naar bet Werten?
Antw. Neen, integendeel draait on-
ze Aarde binnen dien tyd rondom haar
As, van het Weßen naar het Ooflen', en
daar uit ontflaat de tegengeftelde
laare Beweeging der Sterren \ weshalve
men dit ook een Scbynbaare Beweeging
noemt, wyl 't zo fchynt, en echter
niet gebeurd.
Vr. Wat is dan de Eigen of Waare
Beweeging der Sterren?
Antw. Dat is de eigentlyke Bewee-
ging der Planeeten van het Weften A
naar het Ooften C (^Fig. i.), niette-
genftaande zy ons van het Ooften naar
het Weften fchynen tc beweegen.
Vr,
-ocr page 43-Vr. Maar gy /preekt bier van Planee-
ten, en een vaeinig te vooren /prak gy
van vafte Sterren, ü rfaar ook onderfcbeid
tujjcben V
Antw. Ja, door de vafieSterren,am
den Hemel, verftaat men zulke Sterren ,
die altoos op den zelfden afftand, teil
aanzien van andere Sterren, daar zy by
ftaan,gezien worden; maar de Planee-
ten zyn zulke Sterren, die ten opzigt
van andere Sterren , daar zy by of om-
trent Itaan, geduurig van plaats veran-
deren; gelyk men by ondervinding
kan gewaar worden.
Vr. Toon my dan nu eens aan, dat
dl Flaneeten wezentlyk van bet Weften
naar het Ooften beweegen , niettegen-
fiaande bet anders /chynt ?
Antw. Onderftel eens, in (ßig. 2.) ^
dat A het Wejlen en B het Ooflen ver-
beeld. Wanneer gy nu des A-
vonds, op een bepaald Uur, de Maan
over een Huis C,of byeen vafte Ster D
aiet ftaan, en gy wilt, den volgenden
B 2.nbsp;Avond j
Avond, op dat zelfde Uur, weder naar de
Maan zien, dan zult gyhaarniet meer op
die zelfde plaats by de Ster D vinden, maar
wel op een andere plaats, die meerder naar
het Ooflen B is ;by voorbeeld, over een an-
der Huis of Boom byE,niettegen{l:aande gy
de Maan altyd in 't Ooften ziet opkomen
en in het Weiten Ondergaan.
Vr. Wat toont ons de fsde Figuur) aan ?
. Antw. Hier ziet gy weder onze ^arif-
kloot met den 5ï«rre72-iïi?7Kf/rondsom den-
zelven, benevens eenige Lynen en Stip-
pen , welke de Sterrekundige of Wiskoii-
ftenaars tot hun gebruik noodig hebben.
By Voorbeeld, als gy eens op de Aarde
by a ftond, dan word de Stip A, die in
een regte Stiplyn boven uw hoofd aan
den Sterren-Hemel ftaat, het ZENiTuof
Toppunt genaamt, en als gy deze Stip-
lyn naar beneden van a tot B verlengt,
dan noemt men de Stip B uw Nadir of
Voetpunt. Maar zo gy eens op de
Aarde by c ftond, dan was de Stip C uw
Toppunt, ea D uw Voetpunt, en zo ver-
der by f is F uw Toppunt en E uw yöet»
punt; by è is B uw Toppunt en A uw F'oet-
punt', by d is D uw Toppunt en C uw
yoetpunt\ by e is E uw Toppunt en in-
tegendeel F uw l^oetpunt, zo dat als
gy van plaats verandert, dan veranderen
ook uw Toppunt en Voetpunt, rondsom
de geheele Aarde.
Vr. Hebben gemelde Lynen en Punten
of Stippen hier ook nog een andere beteke-
nis ?
Antw. Ja, ten aanzien van de Wa,e-
reldkloot of Sterren-FIemel, betekent dé
Stip-Lyn CD de As der Waereld, ronds-
om welke de Sterren van hec Oojien F, naar
hetrFe/ieraEjlcliynen rond te draaijen,en
de Stip C verbeeld de Noerdpool der Wae-
reld en D haar Zuidpool. Verder ver-
beeld de Lyn c d de As der Aarde rondS'
om welke de Aarde wezentlyk van het
Wefienemviï hei Ooftenf, in den tyd van
$4 uuren, ronddraait, en Stip c be-
duid den Noordpool, en Stip d den
Zuidpool der Aarde.
Vr. Wat betekent bet woord Pools-
hoogte in de Sterrekunde ?
Antw. Veronderftel eens,dat gy (iif
Fig. 3.) by a op de Aarde I1:aat,en regt
wit ziet tot aan den Horizon of de Kimmen
naar b toe, daar de Hemel zig volgens
ons gezigt, van de Aarde afzondert;en
dat gy dan den Boog, of afftand van den
Noordpool der Waereld C tot aan h be-
fchonwd, dan word deze Boog C A de
Noorder-Poolshoogte der Waereld genoemt,
De Wiskonftenaars meeten, met eenln-
ftrument,den hoek C a b, oï den Boog
C ^,en noemen hti dzxi de Noorder Pools-
hoogte , om dat de Pool C zo hoog bo-
ven b of de Kimmen verheven is. Doch
wyl ik U reeds gezegt heb, dat de dik-
te van denhalven Aardkloot aE geen ver-
fchil maakt ten aanzien van de vafte
Sterren, zo is de Boog CF zo wel de
Noorder - Poolshoogte als C A, en word op
dezelfde hoeveelheid van Graaden ge.?
rekend.
Vr. Is VeoifewZuider-PQoIshoogte?
-ocr page 47-ANTW. Ja, by Voorbeeld , als gy op
deAardebyKl^g.30ftond,ennaarde
Stippen g en D zag » dan zou de Boog
D g of DE uw Zuider-Poolsboogu ge-
noemd worden.
Vr Wat betekent de Poolshoogte in
dtf Geographie of Aardrykskunde'f
Antw. Daar betekent het zo veel als
de BREEDTE van een Plaats; want on-
derfteleens,datinCJiYg. 4-) de Bolronde
Oppervlakte der Aarde verbeeld word,
dan is S de Noordpool en M de Zuid.
pool, AQ de jEquator,oi de Linie, zo als
de Zeelieden het noemen,S L NM een
Meridiaan of Middagskring, welke over
twee plaatfen op den Aardbodem m L
en N getrokken is: dan word de Boog
ld of de Afftand der plaats L, van den
jEquator D,de NooHerlyke Geograpbifche
Breedte of Poolshoogte van de plaats L
genoemd, of de Boog PQ, welke met
LD eenerlei grootte heeft. Op dezeltde
manier noemt men den Boog DN de Zui-
der Breedte of Poolshoogte van de plaats
N, om dat de plaats N van de Linie
B nbsp;of
Inbsp;~^
;nbsp;of Mquator a%erekend , naar de ZuiA-
fool M gelegen is.
Vr. Ji'^at verßaat men in 't algemeen
door bet woord Lengte i« de Aardrykskun-
de?
Antw. Door de Lengte van de
Plaats LC%. 4.) verftaat men den Boog
CLgemeeten van den eerftenMiddags-Cir-
kei, dat is, van A tot aan D op den JEqua-
ïor, A Q ,en van L tot D overgebragt. En
door de Lengte van de Plaats N, ver-
ftaatmen den Boog B N,desgelyks van A
totDgemeeten, en van N naar D over-
i:nbsp;gebragt, op eengelyken afftand van den
Middag Cirkel S C A B M.
Vr. Wat nut is het de Lengte en Br sei-
le op de Aarde te weeten'^
'i'
Antw. Hier aan is zeer veel gelegen,
om dat men anders nooit zoude weeten
te bepaalen, waar eenScliip op Zee,een
plaats op den Aardbodem , of een Ster
: ,nbsp;aan den Hemel gelegen was. Doch hier
tnbsp;van zullen wy in het volgende Hooidftuk
Vnbsp;«ader handelei;,nbsp;PERDS;
-ocr page 49-l
i ■
DERDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat III.
Vr. Wat ivord op de IlWe Plaat ver-
leeld?
Antw. De Geograpbifche Lengte en
Breedte op de Landkaartén;fommige Ly-
nen of regte Streepen , Slippen en Top-
lynen tot deSterreloopkunde betrekkelyk;de
Oorden,Streeken of Geweflen der Waereld,
uit welke de Winden waayen, en de
Streeken van het Compas enz.
Vr. Hoe toont men dan de Lengte en
Breedte van een Plaats op de Landkaarten
«an?
Antw. Op de volgende wyze: laat
AMNQ, in (Fig. i.), een Landkaart
verbeelden, dan toonen de Mendiaa-
nen of Middaglynen A M en Q N dc
B 5nbsp;Noord:
-ocr page 52-JVoorder Breedten of Poolsverheffingen van
de Plaatfen aan. A Q verbeeld de Mquator
of vsxi Lengte, desgelyks ook de
Lyn M N, die als een Dag-Cirkel met
A Q parallel of evenwydig loopt. Om
nu te willen weeten, op welke Lengte
en Breedte een Plaats L gelegen is, zo trek
een regteLyn van D naar S,dwars door
de Plaats L heen; desgelyks een andere
Lyn van C naar P, die de eerfte Lyn
op dezelfde Plaats kruift. Tel dan de
Graaden van A tot D, welke afftand
overeenkomt met C L, en word bevon-
den op 30 Graaden Lengte voor de
Plaats L. Verder tel van A tot C, wel-
ke aflland gelyk is aan D L , en word
bevonden op 50 Graaden Breedte voor
de Plaats L. Zo dat dan de Plaats L op
50 Graaden Noorder Breedte , en op 30
Graaden Lengte gelegen is.
Vr. Wat is nu de Lengte en Breedte der
Sterren op de Spheer of Hemels-Globe ?
Antw. Deze zal ik U by nader gele-
genheid aantoonen, dan zult gy dezel-
ve wt het reeds aangetoonde in de Land-
kaart
kaart des te gemakkelyker kunnen be-
vatten.
Vr. Wat vertoont ons de tweede Fi-
guur ?
Antw. De Toplynen QLinex Direamp;i-
onis). By voorbeeld, als gy in (Fig. 2).
op de Aarde by z Haat, dan worddereg-
te lyn, die boven uw hoofd van z,
naar beneden door T naar N loopt, uw
Toplyn genaamt; en zo gy op de Aar-
de by b ftaat, dan is B A uw Toplyn,
en zo vervolgens by c is C E uw Top-
lyn-, by d is D F uw Toplyn ; by n is
N Z iiw Toplyn-, by a is A B uw Top-^
lyn-, by e, is E C uw Toplyn, by f
is F D uw Toplyn, en zo vervolgens
op alle plaatzen van den Aardbodem,
want zo dikwils gy van plaats verandert,
verandert gy ook van Toplynen, welker
uiteinden of Stippen uw Zenith en
Nadir zyn,
Vr. mlke zyn nu de Streeken, of Ge-
•weften der Waereld, uit wlke de Winden
«Wjaaijewj
-ocr page 54-•waaijen ,envan dezelve'hunne naamenont-
mngen bebben ?
Antw. Deze worden in de Qde Fig,^
aangetoondjwant verbeeld U eens, datgy
by T op de Aarde ftond,en van daar
regt uit zag naar het Lugtgewefl:, dan zou
gy, volgens de regte Lyn of Streek T
N, naar het Noorden zien,en langs TB naar
het AWd-Oq/ï; langs TG naar het Ooft;
langs T D naar het Zuid-Ooft',hngs fz,
naar het Zuiden ; langs T A naar het
Zuid-Weft-, langs T W naar het lVeft,ea
langs T C naar het Noord-Weft. De win-
den nu,die uit die ftreeken waayen, ont-
vangen daar van hunne naamen ,als,de
Oofte Wind , de Wejte Wind enz.
Vr. Hoe veel Streeken zyn '«r ixelaan
den HemeH
Antw. Oneindig veele, maar men telt
'er doorgaansjvolgens de Zeevaartkunde
sa Streekén, van welke inzonderheid
vier, naamelyk, Ooft., Weft,Ziiiden en
Noorden de Hoofdftreeken genoemd wor-
den ; de andere zyn By ftreeken, van wel-
ke
ke de Schippers zig doorgaans in hun
Compas bedienen,en dat van groot nut is in
de Zeevaartkunde,om de Schepen naar
hun bepaalde plaats te doen ftevenen.
Vr. Kunt gy my ook een naaukeuriger
deJikbeeld geven van een Zeemans Compas,
en boe de Streeken op hetzelve getekendjlaan
met de naamen daar by ?
quot;V
Antw. Ja, zie QFig. 4.) een afbeêl-
dinge van een Zeemans Compas, met
de daar bygevoegde Letters, welke de
volgende naamen der Streeken te kennen
geeven, als,
1nbsp;NOORD.
2nbsp;N T O, Noord ten Ooften.
3nbsp;N N O , Noord Noord-Ooft.
4nbsp;N O t N, Noord Ooft ten Noor-
den.
5nbsp;N O, NOORD-OOST.
6nbsp;N O T O, Noord-Ooft ten Oos-
ften;
7nbsp;O N O, Ooft Noord Ooft:.
8nbsp;O T N, Ooft ten Noorden.
9 Oost;
-ocr page 56-9 OOST.
10nbsp;O T Z, Ooft ten Zuiden.
11nbsp;O Z O, Ooft Zuid Ooft.
Z O T O, Zuid Ooft tenOoften.
Z O, ZUID-OOST.
Z O T Z, Zuid Ooft ten Zuiden.
Z Z O, Zuid Zuid Ooft.
Z T O, Zuid ten Ooften.
17nbsp;ZUID.
18nbsp;Z T W, Zuid ten Weften.
19nbsp;Z Z W, Zuid Zaid Weft.
20nbsp;Z VV T Z: Zuid-Weft ten Zuiden.
21nbsp;z W, ZUID-WESr.
22nbsp;Z W ï W, Zuid-Weftten Wes-
ten.
23nbsp;W Z W, Weft Zuid Weft.
24nbsp;W T Z, Weft ten Zuiden.
25nbsp;WEST.
26nbsp;W T N, Weft ten Noorden.
27nbsp;W N W, Weft Noord Weft.
28nbsp;N W T W,Noord-Weft ten.Wes-
ten.
29nbsp;N W, NOORD-WEST.
30nbsp;N W T N, Noord-Weft ten Noor-
den.
31nbsp;N N W, Noord Noord Weft.
3^ N T W, Noord ten Weften.
12
13
14
15
16
Vr. Wat nut is bet in de Sterrekunde
deze Streeken te weeten ?
Antw. Als men dezelve weet, datl
kan men ze met voordeel gebruiken in
de Sterrekundige waarneemingen; want
als gy eens een aanmerkelyke Ster,ofan-
der Luchtverfchynzel aan den Hemel
waarneemt, dan kunt gyzeggcn,in welk
gedeelte van het Luchtgewelf gy die ge-
zien hebt; in 't Ooflen, Zuiden, Noor^
den, Weflen, of op een andere plaats;
en dan kunt gy dezelve ook by een an-
dere gelegenheid weder vinden;inzon-
derheid als het Sterren zyn, die niet op
een bepaalden tyd van plaats verande-
ren. By voorbeeld, als gy op de Aarde
by T ftaat CFig. 3-) ^^^ ^^^
zigt naar het Noorden N ziet, dan hebt gy
altoos aanUw regterhand dcSterren in het
Oo/iew,vlak agterUde Sterren van het
Zuiden, en aan uw linkerhand de Ster-
ren van het Weßen, zo dat gy dan al-
tyd weet werwaarts gy ziet.
Vr. Welke Streeken zyn naafi de Hoofd-
ftreeken de Aanmerkelykfte ?
Antw. De volgende vier: Noord-Oofl,
Noord-lVeft, Zuid-Ooft , Zuid-lFefi ,tus-
fchen welke, en de eerfte Hoofdftreeken,
alle andere ingevoegd worden.
Vr. Wat is een Middaglyn ?
Antw. Deze is een regte Lyn,, die
getrokken word van het Noorden naar
het Zuiden, by Voorbeeld in (^Fig. 3.)
van N naar Z, alhoewel men daar ook
wel Middag-Cirkels door verftaat.
Vr. Fan welk nut is deze Lyn ?
Antw. Van veel nut, wyl dezelve de
Grondflag van alle Sterrekundige Waar-
neemingen is, gelyk de Dagelykfche on-
dervinding leert.
VIER.
-ocr page 59-Éi
-ocr page 60- -ocr page 61-Verklaaring van P.aat IV.
Vr. Wdke Cirkeh ■werden op ^de
Plaat vertoondi
Antw. De Schpibaare en JVaare 'Hori-
zon oï Gezigteinder , benevens de Oofle-
Jyke en IVefielyke, ais mede de Klimmende
en Nederhelleiide Horizon : de Equator
of Evenaar , en de Meridiaan of Mid'
dag Cirkel.
Vr. Wat verftaat gy door het ixöord Ho-
rizon?
Antw. Een groote Cirkéioi ronde krirtg,
wiens omtrek aan alle kanten even ver af iS
van het Toppunt , en wiens vlak midderi
door de Toplyn , of anders door het Middel-
punt der ^arde gaat, fcheidende het bover,'
fte zigtbaare halfrond des Hemels van heC
ondcrile onzigtbaaré Balfrondi
Cnbsp;Vr,
-ocr page 62-Vr. TVat noemt gy nu den Scbynbaaren
HoiUZON?
Antw. VeronderRel eeirs , dat , in
C Fig. I), A onze Aarde verbeeld , aan
alle kanten omringd mee den Sterren-He.
mei; Z het Zentth , N het Nadir, ZN
de Toplyn , en dat gy op de Aarde by
« ftond , en volgens regte lynen a c m
a b , romdom U naar de Kimmen zag ,
dan word de Vlakte , welke rondom'U
is , en die het Luchtgewelf aan alle kan-
ten van de oppervlakte der Aarde fchynt af-
tefcheiden , volgens de ftrekking van de lyii
b a c èe. Schynbaare Horizon genaamt, om
dat U dat zo toefchynt.
Vr. Wat verflaat gy door den Waarea
Horizon.?
Antw. Verbeeld U eens , dat gy { Fig
ï. ) by A in het Middelput der Aarde
was, en rondom U konde zien , vol-
gens regte Lynen A B en A C caar de
Kimmen des Hemels , dan word die
Kring - Vlakte , welke met den Schyn-
iaaren Horlzon Parallel of evenwy-
loopt, ofdeCirkellyn EAC (fl)de JVm-
re Horizon genaamt , wdke de Toplfi
Z A N in 't midden doorfnyd, dat de Scbyn-
baare Horizon niet doet , vermits die de
Toplyn volgens de Stiplyn b a c door-
ftyd.
Vr. Wat onderfcheul is V dan tujfcben
den Schynbaaren en Waaren Horizon ?
Antw. Ten opzigte van deszelfs gebruik
aan den Sterren - Hemel, is 'er geen onder-
fcheid tusfchen, vermits ( gelyk boven reeds
gezegt is ) de halve roiddellyn der Aarde
geen merkelyk Verfcbilzigt maakt , ten
aanzien van den oneindigen afiland der Vaï-
te Sterren.
Vr. Wat verftaat gy door een Ooftelyken
tn Weftelyken JHorizoa
Antw, Wanneer gy U eens verbeeld, dat
in Pig'
) door den buiten ft en Cirkel A
Z F N E A de Schynbaare of VVaare Horizon
Vertoont word , als gy op de Aarde by T
ftaan-
(a) Een regte lyn, clie een ÜVW verbeeld,
zullen wy in vervolg Cirkellyn noemen.
C a
-ocr page 64-(laande, rondom u ziet ; en dat Z het
Noorden., F het Ooflen., N hetZ«/Je«en
E het Weften betekent, dan word het halfe
rond van den gezigteinder Z F N, de Oofte-
lyke Horizon of de Oofler Opgangskim, en
het halfrond van den Gezigteinder N E Z,
de JVeflelyke Horizon of de Wefter Onder-
gangskim genoemd.
_ Vr. Geef my nu ook een (lenkbeeld van een
Klimmenden Horizon?
Antw. Verbeeld u eens , datgy (^Fig.
2. ) op de Aarde T, by V in een diepen
Kuil zat , en van daar naar de lucht zag ;
dan zoudt gy van de Lugt, of van den Ster-
renhemel , niet meer kunnen zien dan ter
breedte van den boog H Z O, welke als dan
Uw Gezigteinder of Klimmende Horizon
zoude verbeelden, welke boog H Z O veel
kleiner i.s dan de boog A Z B , die gy op de
vlakke Aarde, by e flaande, zoudt kunnen
zien , weslialven gy , in den kuil by V
zittende , de Zon des morgens eerft by O
zoudt zien opgaan, en des avondsbyH on-
dergaan ; daar gy in tegendeel by e op de
vlakke Aarde (taande, de Zon vroeger by B
zoudt zien opgaan , en laater 's avonds by
A ondergaan ; zo dat de Boog H Z O
hier in dit geval uw Klittfmende Hori-
zon of Gezigteinder genaamd word, om
dat dezelve hooger aan den Hemel
klimt dan de gewoone boog A Z B, die
op de Oppervlakte der Aarde by e gezien
word.
Vr Wat is dan de Nederhellcnde Hori-
zon ?
Antw. Veronderftel, dat gy in (Fig.
2.) op de Aarde T, by M op een hoo-
gen berg Hond , en rondom U naar de
Kimmen zag , dan zou uw gezigt niet
alleen kunnen reiken tot a cn h maar ook
tot D en C , of verder , en derhalven zou
gygrooter boog aan den Hemel gewaar wor-
den , dan wanneer gy by e , op de vlak-
ke Aarde flond, wane de boog C A H Z O
B D is grooter dan de boog A H Z O
fi ; gevolglyk zoudt gy dus de Zon ook
vroeger by D zien opkomen , en by C
laater zien ondergaan , dan op de Op-
pervlakte der Aarde by e. Deze Hori-
zon cu word de Nederbellende genoemd^
C 3
om dat hy laager aan de Kimmen daalt, dan
de voornoemde liorizons.
Vr. Wat verheeld de iEquator o/Evenaar
des Hemels ?
dat in (Fig.^O?
rren H
Antw. Stel eens ,
H A Z B O Q M H de Sterren quot;Hemeh
B d' Noordpool , M de Zuidpool en alzo
B M de As der Waereld verbeeld , dan
zal de Cirkel-Lyn A T Q (die gy hier als
een Cirkel , op zyn kant in te zien, moet
aanmerken , of anders den Cirkelboog A
V O daar voor neemen , gelyk de Ster-
rekundigen wel doen) den Equator of
Evenaar des Hemels vertoonen , zynde
een groote Cirkel , wiens ylak de As der
Waereld B M in tweegelyke deelen verdeelt,
welker eene deel met den boog A B Q het
Noorder , en het ander deel met den boog
A M Q het Zuider Halfrond des Hemels ge-
noemd word,
Vr, Maar ivat betekent de Equator of
Evenaar in de Geographie (?ƒ Aardrykskun-
de?
Antw. Op den Aardkloot ( Fig. ^ ver-
toont de Cirkel - Lyn a T b (die gy U ook
als een Cirkel moet verbeelden , welke
rondom de Aarde loopt) den JEquator der
Mrde , die vlak gelegen is onder den
JEquator des Sterren - Hemels A 1 U ,
en deelt ook de Aarde in een Noordtr
Halfrond a zu 0 b ( vermns u hier de
Noordpool verbeeld ) en in een /.uider Half-
rond rt i» V Z» (wyl V denbsp;aantoont).
De Aardrykskundige deden den Mquator
der Aarde , gelyk alle andere Cirl^els m
360 Graaden , van welke 15 Graad^ op
een uur gerekend worden , cn elke Graad
beaaat uit 15 Duitlche Mylen ; wanneer
gy nu 15 met 360 multipliceert dan komeii
'er 540oquot;Mylcn in; , voor den Omtrek of
Mqiiator der Aarde.
Vr' Hoe noemen de Zetlieden den iEqua-
tor ö/Evenaar da Aar de
Antw. De Lime. Wanneer zy alzo
tnet een Schip op den Evenaar der Aarde
( welk echter maar in de verbeeldmge be-
flaat) komen , dan noemen zy dit , de
Linie pa feeree. Zoo zegt men ook, ni de
C 4nbsp;^tcr-
Sterrekunde , dat de Zon , op den 23
Maart en den 32 September , de Linie
pafleert , wanneer zy aan den .Equator
des Hemels gekomen is , zynde op die ty-
den dag en nagt over den gantfchen Aard-
bodem even lang , en daarom word de M-
quator ook /Equinocliaal--Cirkel oï Even-
mgtslyn genoemd.
Vr. Waar toe dient de vEquator in de:
Aardryks - en Sterrekunde ?
Antw. Gro de Lengten en Breedten der
plaarfen op den Aardbodem , en der Ster-
ren aan den Hemel , des te gevoeglyker te
kunnen bepaalen.
Vr. Hoe kan men de Hoogte van den M-
quator des Hemels , of der Aarde hoven den
Horizon heft vinden?
Antw. Door de Poolshoogten der Plaat-
fen van po Graaden , of van het Zenith af
te trekken , vermits dan het overfchot
dier Graaden de hoogten van den /Equator
aantoom. By Voorbeeld, laat in
3.) H h T 0 O de Waare of Schyn-
baare Horifon (welke in dit geval het
plfde is) verbeelden; en Z, hec
Toppunt of Zenith, B de Noordpool , B
O en « 0 de Poolshoogten , wanneer
gy nu den boog B O of a 0 van den
boog Z O of 2 0 aftrekt, welke een vier-
de van een Cirkel, of 9Ö Graaden uitmaakt,
dan blyft de boog ZB of 2 « overig,
welke hoog even gro t is, of even veel
graaden heeft, a s de boog A H of «
die ,hier de verheffintie van den jEquator
ATQ boven den Horifon H O verbeeld»
.•^tel eens dat Amfterdam op Graaden
Poolshoogte ligt ; om nu te weten hoe
hoog onze JEquator of Evenaar Loven
onzen Horizon ftaat, zo trek 52J Graad
van 90 Graaden af, dat uw Toppunt is,
maakt 37J Graaden voor de hoogte van
den JEquator by ons , het geen men in
de Eraélyk , met een Graadboog of
Quadranty zou kunnen meeten.
^Vr. Wai iJ een Meridiaan t»/Middag-
Cirkel?nbsp;^
Antw. Wanneer in {Fig. 4.) B de
C 5nbsp;Noord-
Noordpool des Sterren-Hemels, en A des-
zelfs Zuidpool, Z het Zenith, N het Na-
dir, en H T O den Horizon verbeelden,
dan vertoont hier de Cirkel Z H A JN O
B Z den MeriaiaanoïMiddag-Cirkel,ova
dat deze Cirkel altoos gaat of loopt door
het Zenith Z en Nadir N, a's mede door
den Noordpool B en Zuidpool A , en bo-
vendien den Horizon H T O (welke gy u
hier als een Cirkel moet verbeelden) in
twee gelyke deelen verdeelt, of regt-
hoekig doorfnyd. Verder word het half-
rond B Z H A de bovenjïe halve Middag.
Cirkel of zigtbaare Meridiaan, en het half
rond B O N A de benedenjie halve Mid-
dag-Cirkel ^ of de onzigtbaare Meridiaan
genoemd.
Vr, Kunt gy den Meridiaan in deze
Figuur ook nog, op een andere layze, ver-
beelden ?
Antw. Ja, flel eens, dat P de Noord-
pool des Hemels en Q de Zuidpool h, dan
word de Meridiaan hier vertoond, door
den Cirkel z c Q N D P Z (welke gy hier
van ter zyde of in 'c Ferfpe£iiefzkt, dort
y volkomen rond moet verbeelden).
Dezelve loopt dan weder door Noord-
poolV en Zuidpool^l, als mede door het Zenith
Z en Nadiri^, en verdeelt tevens.den//or/-
zon Cwelke bier door de lyn H C n D O ver-
toond word) bv C en D in twee deelen. Het
halfrond P Z C Q is dan de bovenfte oïzigt-
baare Meridiaan, en P D N Q de onderfte-
of onzigthaare Meridiaan.
Vr. Wat is er verder by den Meridiaan
of de Meridiaanen aan te mei ken F
Antav. Dat derzelver Poolen altoos
op den Horizon komen tc lia;gen , en dac
het boveiiile Lïaifrond het Zigtbaare , en
het onderfte het Onzigthaare genoemd
word.
Vr. Hoe word een Meridiaan /«r/eAard«
rykskunde vertoond'^
Antw. Zo gy onderfteld, dat in (Fig.
4-) T de Aarde is, en b haar Noordpool,
4^aar Zuidpoof z haar Zenith^ en n haar
Nadir , dan verbeeld de boog b z a ds.
Bamp;venfte of Zigtbaare Meridiaan. m b na
de Onderfte of Oazigtbaare Meridiaan ,
dat is Dag en Nagti
Vr. Waarom noemt men dien Cirkel, den
Meridiaan of Middag - Cirkel ?
Antw. Om dat als de2k)n aandenzelven,
op deze of gene plaats der Aarde, gekomen
is, het dan Middag genoemd word, zyn-
de de Zon dan, daav terplaatze, des mid-
dags, op zyn hoogfl aan den Hemel.
Vr. Hoe veel Meridiaanen of Middag-
Cirkds zyn er?
Antw. Aan den Hemel is 'er eigsntlyk
maar één , doch op de Aarde zyn er
oneindig veele.
V YF.
-ocr page 73-J
t
gt; ■ | |
'ï* | |
lt; |
■Pi.V.
-ocr page 75-VYFDE HOOFDSTUK.
Verldaaring van Plaat V»
Vr. Welke Cirkels worden op de Vde
Plaat aangeweezenl
Antw. Het verfchil der Meridiaanen
of Middags - Cirkels op den Aardkloot; de
Ecliptica of het Taanrond', met den oor-
fprong van deszelfs naam j de twaalf He-
meltekens op hetzelve , met hunne naa-
men , verdeelingen , en de daar uit voort-
komende verdere benaamingen , als mede
de Coluri ZEquinoStiorum en Solftitiorum,
da: is de A'fM/r • Cirkels der Evennagten
en Zonnefianden, de Circuit Declinatio»
num of Jfwjkings - Cirkelen enz.
Vr. Wat is het Verfchil der Meridiaa»
nen of Middag-Cirkels op den Aardkloot quot;i
Antw. Het zelve beftaat in den afftand
-ocr page 76-derzelven van elkanderen ; en naar Hiaate
de eene Meridiaan meer JVeftwaards , en
de andere meer Oostixaards gelegen is.
Vr. Kunt gy my zulks aantoonen door
een Figuur'i
Antw. Zie ( Fig. I. ) alwaar B O Q
A W F B de Aarde verbeeld , W I O
de Horizon of Gezigteindernbsp;Weft en
O Oofi-, B E A de Eerfte Meridiaan ,
f waar over nog verfchil is onder de
Aardrykskundigen , waar die' moet ge-
trokken worden, vermits het een vrywil-
lige zaak is, en men die trekken
kan waar men wil) ; B G D A een
tweede B'Ieridiaan ; B H C A de derde
Meridiaan en zo verder , ( wyl men 'er
zo veel maken kan als men wilgt; Stel
nu eens , dat deze Meridiaanen den vE-
quator F E D C Q, van IV tot 15 Graa-
den doorfnyden , zo is ieder Meridiaan
' derhalven 15 Graaden van elkander afge-
legen , het'welk een uur verfchil maakt,
ten opzigte vun de op* en ondergang
der Zon , op die plaatfen, welke on-
der deze Meridiaanen gelegen zyn. By
Voorbeeld , laat 'er een Plaats ot
Stad op den Aardbodem en onder den
tweeden Meridiaan by G naar het Wes-
ten gelegen zyn , en een andere plaats
onder den derden Meridiaan by H wat
meer Ooftwaarts, dan zal het, als het opH
Middag of 12 uuren is, in G eeid ii
uuren quot;s voormiddags wezen , ( vtrmifs
'er 15 Graaden op een uur gerekend wor*
den. } En tüenyolgens als het, op de
plaats G, twaalf uurenis, dan zal het op
H reeds i uur zyn , om dat alle plaatfen
.na£y: het Ooßen gelegen den middag eer-
der hebben , dan die naar het Weflm
liggen. Het verfchil nu van deze beide
plaatfen G en H , of der Meridiaanen ,
onder welke zy liggen , word door den
boog D C van den /Equator aangetoond.
De Mquator, die hier als een regte lya
vertoond word, moet men zig rond verbeel-
den gaande rondsom de geheele Aarde.
Vr. Wat is de Ecliptica of het Taan-
rond?
Antw. Een groote Cirkel. Dezelve
word in (^Fig. a.) verbeeld door de Cir-
kei-
-ocr page 78-kellyn E I C E of E L C N E met
detzelver Hemeltekens , doorfnydende den
Cirkellyn of JEqmtor A 1 Q A of A L
Q N A , op twee plaatfen in het Teken
V en Ö, of by L en N, waar dooreen
fcherpe hoek A I E of AL E, oot-
ftaat , welke 25', Graaden ulrmaakt ,
zynde de verfte afiland , dien de Zon ,
( welke in één Jaar de Ecliptica rondloopt,
of fchynt rond te loopen_) van den Mqua-
tor afvvykt. Deze afrtand nu word hiet
verbeeld, door den Boog A E of Q C, en
even zo verre is ook de Noordpool D
der Ecliptica , van den Noordpool B des
2£,quotors afgelegen , of de Zuidpool F
der eerltgenoemde , van den Zuidpool M
des laaftgenoemden. De Cirkellyn H I
O H of H L O H verbeeld in deze Fi*
guur den Horizon of Gezigteinderi
Vr. Gy zegt dat de Zon de Ecliptica
[ehynt io@r te quot;ïóopen, doet zy dat dan nist'i
A^Tw,
(b) Ken hoek word doorgaans met 3 let-
ters gelezen , van welke de middelfteletterden
hoek aanwyll,
Antw. Neen; de Zon ftaat ,behalven
de Omdraaijing om haar As genoegzaam
ftil, en de Aarde loopt in den tyd van
een Jaar rondom de Zon, in een bykans
ronde Cirkel, en deze Cirkel, dien de Aar-
de rond loopt, word eigentlyk de Eclip-
tica genoemd.
Vr. Kunt gy my zulks door een Figuur
ook wat duidelyker aantoonen ?
Antw. Ja, zie (Ftg. 3.), alwaar S
de ftilftaande Zon verbeeld, en T de Aar-
de , die in den Cirkel A B P Cl A, in
één Jaar, rondom de Zon loopt, van het
JVejlen Qnaar het OoJienE. VerbeeldU
nu eens, dat de lyn S V, of het Spits
van de fchaduwe der Aarde by V, door den
omloop der Aarde T, een Cirkel VDE
MQV aan den Sterrenhemel befchryft,
waar op de Hemel-Tekens van de Eclip-
iiea vertoond worden, dan zal de Zon S,
als de Aarde op haar Cirkel tot A is voort-
gegaan , en in het teken van Cancer S3
by D, gekomen is, in het tegen over ge-
fielde Hemel-teken van Capricdrnus lt;^bY
M, door de bewooners der Aarde, ge-
Dnbsp;zien
zien worden. En als de Aarde by B, in
het Teken van Libra by E, gekomen
is, dan zal ons de Zon S in het Teken
van den Jïam T by Q, fchynen te zyn.
Vervolgens zien wy by P, in het Te-
ken van Capricornus'^hy M, de Zon in
het tegenovergeftelde Teken van Can-
cer 03 by D; en byC,in het Teken van
den Ram T by Q, zien wy de Zon in
het Teken van Libra =0. by E. En zoda-
nig ïs het ook met alle andere Tekenen
gelegen.
Vr. Waarom word die Cirkel de Eclip-
tica o/tó Taanrond gênaamd ?
Antw. Dezen naam heeft dezelve ge-
kregen van de EcUpfen of Verduifterin-
gen, die op of digte by dezen Cirkel
met de Planeeten of Hemelfche Lighaa-
men voorvallen. By voorbeeld, ftel dat
in C^'^S-SOL onze Maan betekent, wel-
ke alle Maanden in haar kring L N O I
rondom de Aarde T loopt , en ver-
duifterd word, ofEclipfeert, zo dra zy in
de fchaduwe der Aarde T by N, zal ge-
komen zyn; dan zal dit senMaan-EcUp
genoemd worden,nbsp;Vr.
Vr. In hne veel deelen word de Eclipti-
ca van de Sterrekundigen verdeeld'?
Antw. In twaalf ieelen, welke de
twaalf Hemel-Tekens aanduiden, als in
(Hg. 2.)afgebeeld ftaat, te weeten, be-
ginnende met
1.nbsp;Y' Aries, de Ram.
2.nbsp;quot;ti Taurus, de Stier.
3.nbsp;n Gemini, de Tweelingen.
4.nbsp;es Cancer, de Kreeft.
5.nbsp;Sh Leo, de Leeuw.
lt;5. tip Firgo, de Maagd.
7.nbsp;=Q= Libra, de Weegfchaal.
8.nbsp;UI Scorpio, de Schorpioen.
9.nbsp;-H- Sagittarius, de Boogfchutter.
10.nbsp;Capricornus, de Steenbok.
11.nbsp;in; Aquarius, de Waterman.
12.nbsp;X Pyies, deVilTen.
Vr. Hoe worden deze Tekens 'OerdervtU
deeld en van elkander en onderfcbeiden^
Antw. Op de volgende wyze in Elf
- foorten.
Danbsp;ï.
-ocr page 82-
I. |
In Noorder Hemel-Tekens. | |
2. |
— Zuider - |
Tekens. |
3- |
— Klimmende- |
■ Tekens. |
4. |
— Afdaalende — |
■ Tekens. |
5- |
— Lente -- |
. Tekens. |
6. |
— Zomer - |
- Tekens. |
7- |
- Herfft |
- Tekens. |
8. |
Winter •— |
- Tekens. |
9- |
Hoofd |
- Tekens. |
lo. |
— Evennagt ■— |
- Tekens./ |
II. |
— Zonneftandof | |
Keerkrings — |
- Tekens. |
Vr. Welke zyn de NoorderTekens?
Antw. De Zes eerflgenoemde. Zie
CFig. 2.) y Aries, V Taurus, rc Gemi-
ni, 23 Cancer, Leo, np f^irgo. Deze
Tekens worden Noorder-Tekens ge-
naamt , om dat zy zig in het Noorderlyk
deel van den Hemel bevinden.
Vr. Welke zyn de Zuider Hemel-Te-
kens?
Antw. De Zes laaftgenoemde, te wee-
ten
J
ten: =ü= Libra, trt Scorpio, Sagittarius,
^Capricornus, tts Aquarius, H
Die Tekens noemt men dus, om dat zy ^
iu het Zuiderdeel des Hemels ftaan.
Vr. Welke zyn de Opklimmende Te-
kens, in de Noordelyke Gewejlen^
Antw. De volgende Zes, zie QFig. 2.)
^Capricornus, de Steenbok.
txüAquarius, de Waterman.
X Pisces, de Viffen.
Vnbsp;Aries, de Ram.
Vnbsp;Taurus, de Stier.
jLGemini, de Tweelingen.
Deze Tekens worden Opklimmende Ie-
kens genaamt, om dat de Zon by ons,
in dezelve komende of gezien wordende,
hoe langer hoe hooger op den Middag
fchynt te klimmen.
Vr. Welke zyn de Afdaalende Tekens
in onze Noordelyke Genueften ?
Antw. De Zes overige, zie iFig.o..^
D 3nbsp;S3 Can-
S3 Cancer, de Kreeft,
15 Léo, de Leeuw.
W ^irgo, de Maagd.
=2= Libra, de Weegfchaal.
m Scorpio^ de Schorpioen.
?■ Sagittarius, de Boogfchutter.
Deze Tekens worden Afdaalende-Te-
lens genoemd, om dat de Zon by ons,
dezelve doorloopende, hoe langer hoe laa-
ger op den middag aan den Hemel fchynt
te ftaan..
Vr. Welke zyn rfe Lente-Tekens ?
Antw. De volgende Drie, zie 2,)
Vnbsp;Aries, de Ram.
Vnbsp;Taurus, de Stier.
H Gemini, de Tweelingen.
Deze Tekens worden Lente-Tekent
genaamt, om dat de Zon, by ons, door
dezelve fchynt te loopen in den Lente
lyd,
Vr. mik« zyn de Zomer-Tekens ?
Antw.
-ocr page 85-Antw. De drie volgende, zie (Fig. ,2 )
s5 Cawcsr, de Kreeft.
SI Leo, de Leeuw.
np Firgo, de Maagd.
Deze Tekens worden Zower-Te^enf ge-
naamt, om dat de Zon dezelve, by ons,
in de Noorderlyke Geweften, dés Zomers
fchynt door te loopen.
■ i .'
Vr. Welke zyn de Herfft-Tekens ? -
Antw. De drie volgende ^
iQ= Libra, de Weegfchaal.
tn, Scorpio, de Scprpioen. j
■B' Sagittarius, de Boogfchutter.
Deze Tekens worden Herfjl-Tekens ge-
naamt, om dat de Zon, by ons, door
dezelve in den Herfft -tyd fchynt te loo-
pen.
Vr. Welke zyn de Winter-Tekens ?
Antw. De volgende drie, zie (7%. a.)
D 4nbsp;Ca-
-ocr page 86-Capricornus, de Steenbok.
txa Aquarius, de Waterman.
X i'ï/cer, de Viffchen.
Deze Tekens worden Winter-Tekens
genoemd, om dat de Zon, by ons, dezel-
ve, geduurende Aamp;n Winter, fchynt door
te loopen.
Vr. Welke zyn de Uooid-Ttkmsquot;?
Antw. De vier volgende, zie(Fjg.2.)
y Aries, de Ram.
05 Cancer, de Kreeft.
^ Libra, de Weegfchaal.
Capricornus f de Steenbok.
Deze Tekens worden Hoofd-Tekens ge-
naamd , om dat zy de vier Hoofdpunten
van de Ecliptica aan duiden, waar mede
de vier Getyden des Jaars, Lente, Zomer,
Jlerfft en Winter, hun begin neemen.
Vr. Welke zyn de Evennagt-Tekens ?
Antw. De twee volgende, zie c|ïg. 2.)
y Aries,
-ocr page 87-V Aries, de Ram, en
éh Libra, de Weegfchaal. •
Deze Tekens worden EvennaguTekens
genaamt, om dat, als de Zon het begin
van dezelve bereikt, dag en nagt over
den gantfchen Aardbodem even lang
zyn; het welk in 't begin van de Lente
eh van den Herfjl gebeurt.
Vr. Tf^elke zyn de Zonneftand of Keer-
krings-Tekens?
Antw. De twee volgende, zie (Kg. a.)
gö Cancer, de Kreeft.
Capricornus, de Steenbok.
Deze Tekens worden Zonnejlattd of
Keerkrings - Tekens genoemd, om dat de
Zon, tot dezelve genaderd zynde, als
ftil fchynt te ftaan, en van de Keerkrin-
gen te rug begint te wyken, het welk
op den langften dag des Zomers, en
op den kortften des Winters gebeurt.
D 5nbsp;Vr.
-ocr page 88-Vr. Hoe verre is ieder Hemel-Teken
vaneen ander afgefcbeidcn2
Antw. Ter lengte van 30 Graaden, elk
op zig zelve, om dat de gantfche Eclip'
tica, met alle Tekens zamen genomen,
in 360 Graaden verdeeld wordt.
Vr. Kan men die Tekens ook aan dén
Hemel zien ?
Antw. Neen, zy beftaan flegts in de
verbeeldinge , om daar door de Star-
ren van de Ecliptica des te beter van
elkander te kunnen onderfcheiden.
Vr. Worden die Tekens nog op dezelf-
de plaatzen, aan bet Firmament of den
5terren-Hemel, veronderfleldte flaan^als
voeleer in oude tyden'?
Antw. Neen, dezelve zyn reeds een
geheel Teken van het Wefien naar het
Ooßen voort gelopen, zo dat het Teken
van den V Ram, alwaar de eerfte door-
fnyding der Ecliptica gemaakt wordt,
een
-ocr page 89-een geheel Teken van 30 Graaden is
verlopen; en derhalven in het Teken van
den V Stier ftaat, (gelyk op de Hemelglo-
ben te zien is), en zo zyn vervolgens
alle volgende Tekens verder naar het
Ooften voortgegaan, en verloopen.
Vr. Welke is de Colurus Equinoc-
tiorum of de Kruis-Cirkel der Evennag-
tenl
Antw. Deze wordt in de {Fig. 4.)
aangetoond, door de Cirkel-lyn B S L
,A B, welke door de Noord en Zuidpool
der Waereld heen loopt, en de Éclipti-
ca E L C P E in de Evennagts-punten
van den y R^m en =0= Weegjchaal door-
fnydt, van waar hy oo]j. den naam van
Kruis-Ci'r^êi der Evennagt«! ontvangen
heeft.
Vr. Welke is de Circulus Solftitioriim
of Kruis-Cirkel der Zonneflanden ?
Antw. Die word in (Fig. 4-) aange-
wezen, door den Cirkel BZEDACB
welke niet alleen door de Poolen dér
Wae-
-ocr page 90-Waereld B en A, maar ook door de Poolen
der Ecliptica F en G gaat, en laaftgenoem-
denCirkel,in heteerfte punt van denSS
Kreeft by E, en in dat van den«^ 5ïeen-
lok by C, doorfnydt; van welke punten
die ronde Kring den naam van Kruis-Cir-
Jiel der Zonnejlanden ontvangen heeft.
Het benedenfte deel van deze beide Cir-
kels is altoos onder den Horizon HL O.
Vr. IVat is 'er verder by gemelde Coluri
lt;ƒ Kruis-Cirkels aan te merken ?
Antw. Dat zy mede onder de CircuU
Declinationum of Jfwykings • Cirkels be-
hooren.
Vr. Wat is een Afwykings-Cirkel ?
Antw. Zulk een. Cirkel, die door de
Poolen der Waereld, en de Zon of een
zekere Star loopt, aanwyzende hoe ver-
re dezelve van den Equator of Evenaar
is afgevveeken. By voorbeeld, B en A
zyn in deze (Fig. 4-) ^e Noord- en Zuid-
■pool der Waereld, B E A C B de Cir-
kei der Zonne(landen, de Cirkellyn D S
Q D
-ocr page 91-Q D de Mquator; P de Plaats der Zon
in de Ecliptica ELCPE, en R een Ster bui- ^
ten de Ecliptica. Trek nu , door de Poolen
derWaereld,denCirkel BPIAB,welke door
de Zon P loopt; als mede den Cirkel BK
N R A B, die door de Ster R loopt; dan
word de eerfl: getrokken Cirkel de Decli-
natie-Cirkel vzn de Zon P, en de twee-
de de Declinatie of Afwykings Cirkel van
de Ster R genoemd, want de eerfte wyft
aan, dat de Zon terwydtevan den boog
PI, en de tweede, dat deSterR,terwyd-
te van den boog RN, van den Mquator
DSQD is afgeweeken.
Vr. Wat volgt bier nu uit?
Antw. Dat men evengenoemde Kruis'
Cirkels medé onder de declinatie of Af-
•voykings-Cirkel moet tellen. Verder blykt
hier ook uit, zo men de Cirkellyn E S
C E voor de Ecliptica aanneemt, dat
de Zonneftandspunten E en C de groot-
fte afwyking ED en CQ van dmJEqua-
tor DSQD hebben, en dat 'de Even-
nagtspunten by S in het geheel geen af-
wyking hebben.
Vr. Wat is dan de Declinatie of Af-
wyking der Zon of Sterren?
Antw. Niet anders dan hun Afwykhig
van den yS^aaJor, die door een boog aan-
getoond word, by voorbeeld, in (Fig. 4.)
is de boog K N de Afwyking der Ster K
van den Equator by N, die door den
Af'voykings Cirkel B K N R A B regtkoe-
kig doorfneden word, en de boog P I is
de Afmyking van de Zon P van den M-
quator by I.
Vr. Hoe veelderlei is de Afwyking der
Zon of Sterren ?
Antw. Tweederlei, Noordelyk en
Zuidelyk, by voorbeeld, als in deze Fi-
guur, B de Noordpool betekend, A de
Zuidpool, en D N I S Q D de Mquator,
dan heeft de Zon by P, en de Ster by K
een Noor der Declinatie of Afwyking, van
gemelden Mquator af gerekend; en de
Zon by M en de Ster by R hebben een
Zuider Declinatie.
Vr.
-ocr page 93-Vr. Waar heeft de Zon zyn-verfle Jf
•wyking van den ^Equator? . , •
Antw. In de Heinelstekens by E «n C«
zynde de Zonnejiandspmten. ,quot; ,.
Vr. Waar hebben de S,tmm f}m Vtrfle
Afwyking-inbsp;quot; •
Antw. Tot aan de Poolen by B en A
Vr. Wat nut doet het, dat r^en de Af-
wyking der Zon o/Sterren lt;weet?'
Antw. Dezelve verfchaft veel ;i«t in
de Sterreloopkunde, alsmede in de Aard-
ryks- en Zeevaartkunde, otn daar dopx de
Breedte oi Poohboegte een plaats ge.
makkelyk te kunnen vinden.
Vr. Kunt gy Mt op de C4de Fig.) wel eens
mder, met een enkè'l voorbeeld acmtoanen ?
Antw. Ja, ilel eeijs, dat een Schipper
.op Zee ?ynde, de Breedte oï'Poohhoogte
van de plaatsquot; wilde weeten, waar by met
zyn Schip is, en dat H O zyn Horizon
verbeeldde, en de Zon op den filiddag by
E
-ocr page 94-E ann den Meridiam B D A benoorden
de Linie ilondt, dan mocft hy, de Zons
hoosjte H E getneeten , en derzelver
Noorder Declinatie D E bekend zynde ,
laaft genielden boog D E van H Ë af-
trekken, wanneer 'er dan H D zal over
blyven, zynde de Mquators of Evenaars
hoogte voor de plaats daar hy is. Deze
hoogte H D trekt hy verder van 9oGraa.
den: de vierde van een Cirkel, dat isde
boogH Z, (want Z verbeeld hier hec
toppunt) , dan blyft de boog D Z ove-
rig, die gelyk is aan den boog O B, wel-
ke de Bte of de Poolshoogte van dc
plaats, daar hy is, aantoond.
Vr. Maar zo hy de Zon nu eens by T
in baar Zuider DecHt atie zag, hoe zoup dan
de Breedte van de Plaats te -weeten komen'i
hoogte
D T
jogten zamen-
H D
Antw. Als de Zons
„.Jelyke Aj
konde hy Atzt beide
hoogte H T en
h^^^ZuideWe Afwyking D T was, dan
■hoogten
voegen 'waar uit de boog H D zou ont-
flaa t . 'welke vervolgens weder van 9Ó
Graaden afgetrokken, Breedte oïVoois,
hoogte van zyn Plaats zal aanwyzen.
ZES-
-ocr page 95-P
äir
ZESDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat VI.
Vr. IVat lt;word op de Vide Plaat aange-
wezen'?
Antw. De Cirkels der Lengte, waar
door men de Lengte van een Ster aan den
Hemel, en van een plaats op den Aard-
bodem kan bepaalen; verder ziet gydaar
de Cirkels der Breedte, die de Breedte der
Sterren aan den Hemel aantoonen; als-
mede de Verticaal - Cirkels, of Tophoogen,
en wat men door het Azinmtb der Ster-
ren verrtaat; en eindelyk de Vur-Cirkels,
Vr. Wat zyn Cirkels der Lengte ?
Antw. Als gy eens onderfleld, dat in
(Fig. i.) de Cirkellyn EICE de Eclip-
tica verbeeld, en dat D haar Noordpool ^en
F haar Zuidpool is. Wanneer gy nu een
Cirkelboog uit gemeldeiVoord/oo/ Dnaar de
Enbsp;Zuid-
Zuidpool F trekt, welke door de Ster K
of de Zon O heen loopt, dan word die
Cirkelboog DKOFde Cirkel der lengte
de Ster K , of van de Zon O genaamt.
Vr. Wat volgt daar uitl
Antw. Dat een Cirkel der Lengte door de
Poolen van het Taanrond of de Ecliptica
en de Zon, of een gegeeven Ster moet
loopen, en de Ecliptica regthoekig door-
fnyden.
Vr. Op ihat ^vyze toont nu deze Cirkel-
hoog de Lengte van de Zon of Ster aanquot;?
Antw. Door de lengte van den boog
Y O, welke gemeeten zynde , de Lengte
beide van de Zo« O en de 6'fêr Kaanwylt,
beginnende de Graaden der Ecliptica te
tellen van liet eerfte punt des Rams Yquot;,
tot O, de doorfnyding der Eclipticazo
dat de Lengte van een , derzelver af-
wyking of afftand is, van het eerfte punt
des Rams Y j op de Ecliptica geteld.
Vr. Moet men dan de Lengte van een
Ster
-ocr page 99-Ster juifi altyd vieeten,'volgens de lengte des
hoogs der Ecliptica , die van bet Teken des
Rams Y' begint ?
Antw. Neen! dat is niet volftrekt
roodzaakelyk, want men kan ook van
de andere Hoofdpunten, oi Hemel-Tekens
beginnen te meeten, als, van de Weeg-
fchaal =0=, van de Kreeft gs by E, of
van den Steenbok by C. By voorbeeld,
ftel eens, dat 'er een Ster by S ftond,
die van den Cirkel der Lengte D S H F door-
fneeden wierd, zo zoude men voor haar
Lengte zo wel den boog H C (van het
Teken desnbsp;Mp afgerekend) kun-
nen neemen , als den boog H V,Cvan Ijet
Teken des Rams T afgeteld); doch de
boog H C zou men dan de Sters Lengte
van den Steenbok, en de boog H V de
Sters Lengte van den Ram moeten noe-
men.
Vr. Wat onderfcbeid is 'er nu tuffchen de
Cirkels der Lengte ot Je Sterrekuude,ra
Geographie of Aardrykskunde ?
Antw. Dat de Cirkels der Lengte 'mdtGeo-
E anbsp;gra-
grapbie als Meridiaanen aangemerkt wor-
den , die door de Poolen van den Mquator
gaan,en denzelven regthoekigdoorlnyden,
en dat vervolgens ook de boogen derLeng.
te van de plaatfen op den Aardbodem,
op den JEquatpr, van den eerden Me-
ridiaan afgerekend, gemeeten worden ,
daar integendeel de Lengte der Sterren
door een boog van de Ecliptica word
aangeduid, dewyl dcCirkels der Lengte van
de Sterren door de Poolen der Ecliptica
gaan, gelyk even is aangetoond.
Vr. Kunt gy dit met een Foorbeeld ook
nog wat nader ophelderen ?
Antw. Ja, zo gy Ueens verbeeld,dat
de binnenfte Cirkel in QFig. i.) de Op-
pervlakte der Aarde vertoont, dat A I
Q haar JEquator met deszelfs Noord- en
Zuidpool B en M is, maar de Cirkellyn
B I M B de eerfle Meridiaan, en B P
L M een andere Meridiaan , die over
de plaats P getrokken word ; dan zal
den boog I L, (wyl de JEquator by L
door den Meridiaan doorfneden word)
de Geographifche Lengte van de plaats P
aantoonen, gelyk in het III Hoofdftuk
reeds nader verÜaard is.nbsp;Vr.
Vr. Kan men de Lengte en Breedte
der plaatfen op den Aardbodem, te Water
en te Land, overal even goed vinden!
Antw. Neen, want zo men de Lengte
ter Zee overal even goed wift te vinden,
dan zoude zulks van een onnitfpreekelyk
groot nut voor de Zeelieden zyn, wyl
de Schippers dan altoos konden weeten,
waar zy op Zee met hunne Schepen wa-
ren, en zig des te beter konden hoeden
voor gevaaren van Klippen en Ondiep-
ten.
Vr. Kunnen de Geleerde Sterrekundi-
gen de waare Lengte terZte dan niet vin-
denl
Antw. Tot nog toe niet , zo het
fchynt, niettegenftaande 'er een groote
Prasmie of Belooning van onzen Staat,
Vrankryk enz. doch inzonderheid van En-
geland voor den Uitvinder beloofd is, en
men ook reeds veel moeite daar toe heeft
aangewend, om ze te vinden. Een Engels-
man intuffchen, de Heer Harrifon, zegt
men, dat een Jnjlrument of Horologie
E 3nbsp;' heeft
heeft uitgevonden, om de waare Lengte ter
Zee te kunnen bepaalen, waarvoor hy
reeds een groote Prasmie getrokken heeft ;
evenwel kan men niet zeggen, dat dit
Werktuig tot dat oogmerk in allen dee-
len volmaakt is, vermits het door zyn
Kollbaarheid niet ligt in algemeen gebruik
fchynt te zullen komen.
Vr. Welke z'j7i de Ciiktls der Y^Kedtt,
en de daar uit ontjlaande Breedte der Ster-
ren aan den Hemelt
Antw. Dc Cirkels AtxBreedtevjiXi deSter-
ren zyn dezelfde, als de Cirkels der Lengte,
by voorbeeld in (Fig. i.) is DSLHF,
zo wel een Cirkel der Breedte van de Ster S,
als Cirkel AeiLengte, doch het onder-
fcheid beftaat daarin, dat men de Breed-
te van de Ster S moet nieeten langs
den boog H S , zynde derzelver Afiland
van de Ecliptica E I H C, maar de
Lengte van de Ster S word gemeeten
(gelyk reeds boven aangetoond is) vol-
gens den boog van de Ecliptica H V of
U C.
Vr. Kan de Breedte der Sterren ook
op een andere wyze aangetoond worden?
Antw. Ja, fommige Sterrekundigeu
trekken een Lyn Parallel of evenwydig
met de Ecliptica E I H C, by voor-
beeld, de Cirkellyn V K S P, en de-
ze noemen zy den Cirkel der Breedte.
Va. Hoeveelerlei is dê Breedte der Ster-
ren?
Antw. Tweederlei, Noordelyk en Zuide-
lyk, by voorbeeld,(i^fg. i.) als D de Noord-
pool en F de Zuidpool van de Ecliptica E OI
11 C verbeeld, dan heeft de Sier S een
Noor der Breedte van de boog H S, en
de Ster N een Zuider Breedte van den
boog N G.
Vr. Wanneer beeft een Ster in bet ge-
beel geen Brcedtal
Antw. Als dezelve op het Taamond
of de Ecliptica ftaat, vermits men van
dezelve de Afwyking der Sterren begint
te tellen, zo dat de Zon eigentlyk geen
E 4nbsp;breed-
breedte heeft, wyl zy altoos op de
Ecliptica blyft. De Maan intuflchen is-
alle maanden tweemaal zonder Breedte,
wanneer zy de Ecliptica palTeert.
Vr. Hoe is bet met de Breedte der Pla-
neeten gejleld ?
Antw. Die is zeer veranderlyk, wyl
dezelve dan eens onder, dan eens boven
de Ecliptica klimmen, en geen vafte plaats
hebben, gelyk de Vafte Sterren.
Vr. Toon my zulks eens door een Figuur
aanl
Antw. Laat in {Fig. 2.) de Cirkel C
F B L Q V I X S T K Y C de Eclip-
tica verbeelden, en P haar Noord- en E
haar Zuidpool, dan verbeeld de geltipte
Cirkel (waar op de Rondjes ftaan, die
de loop van een Planeet betekenen,} de
Planeetsweg buiten de Ecliptica-, de ge-
flipte Cirkels uit de Poolen komende
zyn Cirkels AtrBreedte, die door de Stand-
plaatzen der Planeeten loopen. Stel nu
eens, dat een Planeet van het punt der
Eclip-
-ocr page 105-Eclipticah o^wwts klimt naar het iA'oor-
den, tot aan N toe, dan zal dezelve, tot aan
D gekomen zynde, deBreedle van D B heb-
ben , en hoe hooger zy kh'mt, des te
grooter word haar Noorder Breedte, want
by G gekomen zynde, is de breedteG
F, tot dat zy by N komende, degroot-
fte Noorder Breedte heeft, naamelyk de
breedte van NC, en dit noemt men
de Noürder Toensemende Breedte. Van daar
voortgaande, vermindert de Breedte we-
der als by H Y en O K, tot dat zy we-
der byTin de Ecliptica gekomen, geen
Breedte liieer heeft, en deze voortgang
van N tot T word de Afnemende
Noorder Breedte f^enoemd. Zo nu de
Planeet vzxAcï vm T mar het Zuiden, tot
A toe voortgaat, dan heeft zyv/eder een
vermeerderende Breedte tot A, welke haar
Ziddelyke Toeneemende Breedte genoemd
word , en van A tot L heeft ze een
verminderende Breedte , welke haar
Zuidelyke Afneeinende Breedte genoemd
word , gelyk in ó.t(^Figiiur 2) aangetoonde
Breedten van R S, quot;WX, AI,Z V, en
MQ nader te zien is.
e 5
-ocr page 106-Vr. mlke zyn de Verticaal Cirkels of
Topboogen?
Antw. Onderlïel eens, dat in (Fig
3.) de Cirkel I A M B O D E Cl den
Horizon verbeeld, Z bet Zenitb of Tap-
punt, N het Nadir of Ncerpunt, en dat
'tir door de Sterren H, S, F, G Cir-
kels uit Z naar N getrokken worden, die
door gemelde Sterren heen loopen, dan
worden die Cirkels, als Z H C N D G Z,
Z S A N B F Z, als mede veele ande-
re Cirkels , op dezelve wyze uit het
Toppunt komende , Fertikaal Cirkels of
Topboogen van gemelde en andere Ster-
ren genaamt.
Vr. Wat volgt bier uit?
Antw. Dat een Vertikaal Cirkel ahoos
door het Toppunt Z, en het Neerpunt N
moet loopen , en den Horizon IMO
regthoekig doorfnyden , als by A, B ,
D, en C of by E en M hier aange-
toond word
Vr. Hoe veelerlei zyn d» Verticaal Cir-
kels?
- Antw. Tweederlei, als Hoofd-rerti-
caal Cirkels en Tujfcben Ferticaal Cirkels,
zynde van eerftgenoemde llegts twee,
maar van de laaftgenoemde oneindig
veele. By voorbeeld, laat in QFig. 3.),
O het Ooften, I het Weften, M het Zui-
den , en E het Noorden verbeelden, dan
vertoond de Cirkellyn Z E M N Z de
eerfte Hoofd-Verticaal Cirkel, als een
Meridiaan , en Z O N I Z, de twee-
de Hoofd - Verticaal Cirkel , welke
door het Zeiiitb Z en Nadir N, en de .
Hoofdpunten van het Ooften O, en het
Weften I , doorloopt. Op de Globen
word een Topboog Cirkel door een Qua-
drant, of vierde gedeelte van een kope-
ren Cirkel verbeeld, die men boven aan
den Meridiaan, met een fchroefje, vaft
maakt, gelyk in het Eerfle Hoofdftuk by
{Fig. 2.) is aangewezen geworden.
Vr, Worden gemelde Cirkels ook nog
anders genoemd ?
Antw. h, Azimutbaal Cirkels het
Arabiich woord Azimutb, betekenende
by de Arabieren een uier de van een Cirkel',
wel-
-ocr page 108-welke zig van het Toppunt tot aan den
Horizon uitftrekt,
Vr. Maar wat verftaan de Sterrekun-
digen door bet woord Azimuth , of bei A-
zimuthtJan f««Ster?
Antw. Een Boog van den Horizon,
wélke tuffchen een Hoofdpunt van den-
zelven en een Verticaal Cirkel begrepen
is. By voorbeeld, als gy in (Fig. 3.3on-
derlteld, dat de Cirkel lAMBO den
Horizon verbeeld, en óat O het Hoofdpunt
van het Ooften is, I het Hoofdpunt van
het Wejlen, Mvan het Zuiden, en Evan
het Noorden, dan word de boog M B van
den Horizon, het Azimutb van bet Ziii-
den naar bet Ooflen genaamd , om dat het
zelve tuffchen het Hoofdpunt M van het
Zuiden, en den Topboog ZBN begree-
pen is , dan is ook de boog M B , het A.
zimutb van de Ster F.
Vr. Kan vien het Azimuth van de Ster
F ook niet naar een ander Hoofdpunt van
den Horizon noemen ?
Antw. Ja, als gy het Azimutb of de
boog BO van het Ooften O, naar het Zuf-
den M , toe telt, dan word de boog B O,
het Azimutb van bet Ooflen naar het Zuiden
van de Ster F genaamt. Dus kan men ook
den boog A M het Azimutb van bet Zui-
den naar het Weflen der Sterre S, noe-
men, als men van het Zuiden M,naar
het Weflen A telt, maar als men den
boog I A van I naar A, dat is van het
Weflen naar het Zuiden telt, dan word
die boog I A het Azimutb van het Wes-
ten naar het 7,uiden van de Ster S ge-
naamt, Dusdanig nu is het ook gefield
met het Azimutb van de Sterren G en H.
Doch meerten tyd voert het Azimutb zyn
naam van het 7Miden M, en van het
Noorden E, gerekend, tegens het Ooflen
O , en het Weflen I.
Vr. IVat helpt bet dat men het Azimnth
der Sterren weet'i
Antw. Zeer veel, want hetzelve te ken-
nen is van groot nut in de Sterrekunde,
gelyk de ondervinding leert.
Vr. Welke Cirkels worden Uur-Cirkels
genaamt ?
Antw. Zie (Fig. 4.) daar zult gy 24 hal-
ve Cirkels zien, met de nevensftaande Ge-
tallen , welke uit de Poolen der Waereld
B en M dwars of regthoekig door den^-
quator AQvM^ 15 tot 15 Graaden getrok-
ken zyn geworden, en deze worden Uur-
Cirkels genoemt.
Vr. Waarom worden die Uur-Cirkels
genaamt ?
Antw. Om dat 15 Graaden van den
JEquator op Cién Uur gerekend wor-
den.
Vr. Wat wil dat eigentlyk zeggenl
Antw. Dat onze Aarde alle Uuren
15 Graaden ver om zyn As draait, of
dat de Zon alle Uuren 15 Graaden voort
loopt aan den Hemel; want in den tyd
van 24 Unren heeft de Zon zyn Cir-
kel, of omloop aan het Firmament vol-
bragt,en alle Cirkels worden in 360 gelyke
deelen of Graaden verdeeld, van vveJk
15 Graaden het 24fte deel, of één Uur be-
tekent , en 15 maal 24 , maakt 360.
Deeze Uur-Cirkels zyn van veel nut in
de Zonnewyzerskunde.
X
!
i
.1
-ocr page 112- -ocr page 113- -ocr page 114- -ocr page 115- -ocr page 116-wykings-(^i'^kels venooïtm , van welke
s m, lo Graaden van de Ecliptica D G
B af, naar het Noorden N toe ftaat ,
en V R ook lo Graaden van de Eclipti-
ca af, naar het Zuiden A toe ftaat, loo-
pende beide Cirkels evenwydig met de E-
cKptica.
Vr. Wat betekent de hramp;edtamp;tujjcben de-
ze twee Uitwykings Cirkels?
Antw, De Breedte tuflchen deze twee
Cirkels befloten, word de Zoiiac, Die-
renkring of Dierenriem genoemt, binnen
welke de Planeeten zig beweegen, en
wier Omloopsvlakten eikanderen met ver-
fchillende hoeken doorkruifen. Deeze
Dierenriem nu word ook gelyk de Eclipti-
ca in twaalf gelyke deelen verdeeld,en met
gemelde Hemel-Tekem benoemd, gelyk
men op de Hemel-Globen kan nazien.
Vr. Welke zyn dê Dag-Cirkelen o/Dag.
boogen?
Antw. Als in (Fig. s.) de bnitenfte
ronde Cirkel den Hemel of Waereldkloot
verbeeld, en L de Noordpool, en O des-
zelfs Zuidpool is, dan vertoont de Cirkel
P X W Y P een Dagboog, op welken
de Ster X in haar dagelykfche bewee-
ging, rondom de Pool L , evenwydig
met den Equator Q G T K Q, loopt.
Vr. Hoe veelerlei zyn de Dag-Cirkels of
Dag - Beogen ?
Antw. Tweederlei, Dagboogen hmteri
den Zodiac of Dierenriem, en Dagboogen
binnen of in den Dierenriem,
Vr. Welke zyn de Dagboogen huiten
den Dierenriem?
Antw. De zo evengenoemde Daghoog
P X V/ Y P by de Noordpool L, en vee-
Ie andere buiten den Zodiac of Dieren-
riem.
Vr. Welke zyn de Dagboogen iinneri
den Zodiac?
Antw. Deze zyn de Dagboogen van
zulke Sterren, welke binnen den Zodiac
Fanbsp;be»
begreepen zyn , onder welke voornaame-
lyk ook de Dagboogen van de Zon gere-
kend worden, alhoewel die eigentlyk
geen Dagboogen, of regte Cirkelboogen,
raaar Schroef - Cirkels uitmaaken, welke
van hun beginzel of Middelpunt dageiyks
afwyken.
Vr. Kunt gy my zulks wel wat nader
door de (Figuur z.) aantoonen?
Antw. Ja, onderftel eens , dat de
Cirkellyn Z G W Z den Horizon ver- ,
beeld, aan welken men de Zon by G
ziet opkomen , haar loop beginnende
van het punt F,- dan zalzy, op den Mid-
dag, byl aan den Meridiaan L I Q Z O
ftaan; van daar verder voortloopende,
daalt zy onder den Horizon by K, en
haar weg vervolgende, zal ze in plaats
van by F weder te komen (daar zy't eerfl:
van daan kwam) tot het punt B van
haar Cirkel afwyken , zynde dit haar
eerfte Dag-Cirkel, of omloop van 24 uu-
ren. Uit het punt B zal zy verder voort-
gaande door G,D, K, eindelyk weder
•komen by C , in plaatze van by B,
welk
-ocr page 119-welk haar tweede Dagboog is, en van
daar al verder opklimmende door G, E,
K, zal ze vervolgens by R, in plaats van
by C, nederdaalen, zynde dit de derde
Dagboog; waar uit dan genoegzaam blykt,
dat de Zon in haar fcbynbaaren dagelyk-
fcben loop geen volkomen Cirkels, maar
Schroef - Cirkels maakt ; op dezelfde
wyze, als men een draad met de om-
flagen nevens eikanderen om den vin-
ger, of een touwetje rondom een bofch-
je pennen windt; doch wy zullen hier
van in hetverklaaren van de izFig.^nog
iets nader zeggen,
Vr. Welke zyn de Zonskeerkringen ?
Antw, Laat in (Fig. 3.) de Cirkellyn
C D L C de Ecliptica vcihtdden, ED
Q E de Mquator, B de Noordpool, en
A de Zuidpool van den Mquator, en I
de Noordpool van de Ecliptica en F de
Zuidpool, dan is de Cirkellyn C R. C de
Noorder Keerkring van de Kreeft 2s,
Tropicus Cancri, of de Keerkring van den
Zomerfcben Zonnefland by ons; en de Cir-
kellyn P L P is de Zuider Keerkring
Fnbsp;van
van den Steenbok vy^ ^ Tropicus Capricor-
nus, oi de Keerkring van den Win-
terfchen Zonnefiand, welke Graaden
van den Äquator E D Q afrtaat, ten
Zuiden,gdyli ook eerftgemeldeteniVoor-
den doet, het welk de afftanden of boo-
gen C E en P E aanwyzen.
Vr. Wät is hier hy verder aan te
merken , en waarom worden die Cirkelt
Keerkringen genomd ?
Antw. Voor eerfi, dat de Tropici of
Keerkringen niets anders dan Dag-Cirkels
of Dagboogen der Zon zyn, die dezelve
genaderd zynde, dan bykansfchynt (til te
ftaan; en ten tweeden, worden zy Keerkrin-
gengenoemt, omdat deZon als dan ver-
volgens van daar weder naar den iEgaafor
te rug begint te loopen.
Vr. Kunt gy my wel eens nader aantoo-
Tien, op wat wyze zulks gefcbied ?
Antw. Ja, ik heb u boven reeds ge-
zegt , dat de Zon in haar Afwyking van, of
'Na.
-ocr page 121-Nadering tot den Mqmtor , Scbroef-
Cirkels fchynt te maaken , wanneer gy
nu in (Fig, 3.) dit eens nader overweegt
en onderileld, dat de Zon by C in den
Keerkring van de Kreeft ® gekomen zyn-
de , en daar haar Cirkellyn of Dagboog
C R rondgelopen hebbende , weder te
rug keert, naar den Mquator, dan zal
na dien tyd haar Dagboog of Cirkellyn
a m zyn, loopende naar beneden in a;
vervolgens maakt zy de Dagboogen of
Schroef • Cirkelen, b l, c k, enz. tot dat
zy weder op den yEgwalor E DQkomt,
en van denzelven weder afvvykende naar
den Zuider Keerkring van den Steenbok^,
maakt zy de Dagboogen g f, b e, i d,
enz tot dat zy by den Keerkring P L
komt, en van daar weder te rug keert
naar den Equator, en zo vervolgens.
Vr. Wat ontftaat uit deze heen-en
weer-loop der Zon, in haar Schroef-Cir-
kels «ƒ Dagboogen?
Antw. De Cirkellyn of Afjland C
D L, welke daar van den naam van£-
fliptica oï-Zonsiasg heeft ontfangen, en
F 4nbsp;v/cl-
welke by ons de vier Getyden des Jaars
veroorzaakt : want als de Zon in de
Noorder Keerkring by C R gekomen is ,
dan is het by ons Zomer en de dagen op
zyn langst, maar op den Mqudtor E D
Q komende , is het by ons Lente of
Herfft, zynde dag en nagt overal even
lang, en vervolgens by den Zuider Keer-
kring PL gekomen zynde, is het byons
Winter en de dagen op zyn kortfl;.
Vr- Welke zyn de Poolskrlngen of Cir-
culi Polares?
Antw. Deze worden in dezelfde (Fi-
guur 3)aangetoonddoor de geffipteCirkel-
lynen O 1 O en F G F, welke even-
wydig inet den JEquator loopen, flaan-
de de eerftgenoerode Noorder Pool-Cir-
kei 23^ Graaden van de Noordpool B en
de laatfte Zuider Pool-Cir kei ook zo veel
Graaden van de Zuidpool A, zo dat de
boogenOBof BI en FA, of AG ieder
lt;23-^ Graaden uitmaaken, en de Lyn I F
of O G verbeeld de As van de Eclipti-
ca, die desgelyks een hoek van 23.1
Graaden met den JEquator maakt, wil-
ke
-ocr page 123-ke zaaken men naauwkeurig dient te wee-
ten , wyl zy in de Sterrekundige waar-
neemingen geduurig te pas komen.
Vr, Welke zyn de Zigtbaare en Onzigt'
l)aare Dagkringen, of Sterren, welke al-
toos Zigtbaar of Onzigtbaar zyn^
Antw. De zulke, welke nooit onder
den Horizon gaan, maar in hunne Dag-
hoogen geduurig boven denzelven rond-
loopen , blyvende altoos Parallel met
den Mquator of Evenaar, by voorbeeld ,
laat in (Fig. 4.) H R O H de Horizon
zyn, E R Q E de Mquator, B de Noord-
pool, en A de Zuidpool, en L een Ster,
by de Noordpool, welke dagelyks in haar
dasrboog I L K I rondloopt, blyvende
overal evenwydig met den Evenaar E R
Q E, dan blyft die Ster L met haar dag-
boog altoos zigtbaar , vermits dezelve
niet onder den Worizon nederdaalt. In-
tegendeel echter, zo gy eens veronder-
fteldt, dat by de Zuidpool een Ster P op
haar Dag-Cirkel of Dagboog M P « M
onder den Horizon H R O 11 , rond-
liep , dan zou die Ster of haar Dagboog
F 5nbsp;voor
voor de bewooiiers der Noorderlyke Ge-
weften onzigtbaar zyn, vermits zy nooit
boven de iiimmen iiomt.
Vu. Welke zyn de Circuli Almueantha-
rat of Cirkels der Hoogte ?
Antw. Zo gy u eens verbeeld ,
dat in (Figm 4.) de uiterfte omtrek met
de Sterren den Hemel vertoont, en dat
H R O H uw Horizon of Gezigteinder
is, Z xxwTuppunt, en S een Ster boven
den Horizon, Aoov welke de geftipre/-^er-
ticuul of Topboog Z amp; S G N Z getrob
ken is, dan zal de Cirkel C S D C , die
uit het Toppunt Z, als deszelfs middel-
punt getrokken is, en met den Horizon
evenwydig loopt, de Circuluf Almucan'
tbarat of dc Cirkel der Hoogte van de
Ster S verbeelden , zynde de boog
S V, van den Horjzora af gerekend, de
Hoogteva.n die Ster; maar zo 'ei- nu eens
een Ster by G onder den Horizon ftond,
dan zoude V G de Diepte v:in de Ster G
gen'iemd worden, en de Cirkel FT F,
die door de Ster G loopt,zou men de Cirkel
der Diepte van de Ster G kunnen noemen.
Vr,
-ocr page 125-Vr. Wat volgt bier uitl
Antw. Dat de Almucantbarat een Cir-
kel aan den Sterren-hemel is, welke met
den Horizon parallel of evenwydig loopt,
en vlak door den Ster gaat, wiens hoog-
te boven dtn Horizon door den boog van
den Top-Cirkel, welke ook door die
Ster loopt, bepaald wordt.
Vr. Welke Hoogten van de Zon, Pla-
neeten of Sterren zyn ivel van bet groot,
fle belang voor de Sterrekundigen?
Antw. De Zuidelyke Hoogten, omdat
daar door de eigentlyke ftandplaats der
Sterren aan den Hemel, eu veele ande-
re nuttige dingen voor de Sterreloop^
kunde uitgevonden worden.
Vr, Wat verftaat gy door de Zuidelyke
hoogte der Sterren ?
Antw. Veronderflel eens, dzt'm (Fig.
' 4.) de buitenfte Cirkel ZECHA enz.
de Meridiaan of een Middag-Cirkel ver-
beeld , en dat in of aan denzelven
^nbsp;de
-ocr page 126-de Ster X genlaatfl ftond, en dat H V
RO uwHorizM was,dan zoude de boog
HX, of de afftand der Ster X van den
Jiorizm H, de Zuidelyke Hoogte van de
Ster X zyn, zo dat de Zuidelyke Hoogte
van een Ster niet anders is dan een Boog
mn den AUddag-Cirkel, die tiiffcben de
Ster en den Horizon begrepen is.
Vr. Wat is 'er verder by de Hoogte der
Sterren aan te merken ?
Antw. Dat de Sterren, welke altoos
boven den Horizon blyven , (^elyk de
Sterren by dea Noordpool by ons ,_) twee-
maal daags, dat is, binnen den tyd van
£4 uuren, een Middaglynige Hoogte heb-
ben, hy voorbeeld, iri C^^g. 4 ) heeft
de Ster L, als zy haar kruig of dagboog
I L K rondom de Pool befchryft, twee
Middaglynige Hoogten, een booglie Hoogte,
boven de Noordpool, als zy in haar loop
by I ftaat, zynde dan haar hoogfte Hoog-
te JBDK.0 aan den Meridiaan, en een
Jaagfte Hoogte onder de Noordpool, als zy in
haar omloop by Kftaat, zynde dan haar quot;
laagjie Hoogte KO, Het midden nu van
ge-
-ocr page 127-gemelde twee Hoogten , naamelyk O B,
word de Poolshoogte genaamd.
Vr. Wat is de Schilboogs-Hoogte van
een Ster?
Antw. Be Sebilboogs-Hoogte, welk ook
CompUmentum altitudinisnbsp;word,
is de Affland eener Ster van het Zenitb
of Toppunt, by voorbeeld in (Fig 4.)is
de boog S Z van den Ferticaal-Cirkel ZS
N Z, die tulTchen de Ster S en he'tTop-
punt Z begreepen is , de Scbilboogs-Hoog-
te van gemelde Ster.
Vr. Wat volgt daar uit^
Antw. Dat de Scbilboogs-Hoogte van
een Sternieis anders is dan het overfchot
der hoogte van 90 Graaden, om dat de
boog, die van het Toppunt tot aan den Ho-
rizon toe gerekend, door een Ster loopt,
(gelyk ook hier de boog Z V) een ^aa.
drant of vierde van een Cirkel is, en 90
Graaden uitmaakt; want als men de Hoog-
te S Z weet, dan kan men die van ZV
aftrekken, zo blyft de hoogte S V ove-
ng.
-ocr page 128-rig. Doch wanneer 'er nu ook indenzelf-
den Verticaal Cirkel by b een Ster ftond,
dan is de Scbilhoog van de Sterren S en
b, de boog S ö, of de afftand der Ster
b van de Ster S.
Vr. Maar boe is hei jnet de 'voydte der
Sterren gefield, die niet op eenerlei Verti'
caal of Top-Cirkel ftaan ?
Antw. Geheel anders, want zo , bv
voorbeeld, in (i^g.4.), een andere Ster
W, naar het Noorden toe Itaat, dan is
haar Afftand van de Ster S, de boog S
W, zynde een gedeelte van een groot®
Cirkel Y W S a Y, welke men op de
Waereldkloot befchryft, loopende door
de beide Sterren S en W, gelyk de 4de
Figuur aantoont.
i-J.
-ocr page 130- -ocr page 131-AGTSTE HOOFDSTUK.
Verklaaring mn Plaat VIII.
Vr. Wat word op de Vlllfte Plaat aan-
getoond'?
Antw. De ZoncB of Lucbtjlreéken in *t
gemeen, als mede die van den Zodiac of
Dierenriem-, de Cltmaaten en Parallellen,
of Evenwydige Cirkels i de i\va.a.lf Zodiaes-
flreeken-, de Hoeken, welke veroorzaakt
worden door de doorfnydingen van de
Ecliptica met den Mq-iator, Meridiaan^.
Horizon, en Verticaal of Tophnog-, de
hoek van den Honzon met den JEquator-,
de hoek van den Topboog met het Middag-
rond enz.
Vr. Wat verflaat gy door de Zonx of
Luchtllreeken ?
Antw. Zekere breede Streepen of Rie-
men aan den Hemel en op Aarde, welke
be-
-ocr page 132-bevat zyn tulTcIien twee Cirkels , die
met eikanderen evenwydig loopen, en
die Cirkel-Streeken noemt men in 't La-
tyn Zone otFafcics, dat zo veel betekent
als Gordels, Riemen of Banden.
A^r. TVelke is de F'oornaamjle van deze
Luchtftreeken ?
Antw. De Zodiac of Dierenriem, die
op den Aardkloot in (Fig. i.) verbeeld
word, door de breedte, die tuffchen de
twee geflipte Cirkellynen IK en LH be-
greepen is, binnen welke de Planeeten
hun loop volbrengen ; deze Dierenriem
word zo wel op den Aardkloot , als,
aan den Hemel verbeeld, hebbende de
breedte van i8 of 20 Graaden, en door
welks midden de Ecliptica E C loopt.
Vr. Wat moet men hy de Tekens van den
Zodiac aanmerken?
Antw. Dat zy wel dezelfde zyn , als
die van de Ecliptica of 't Taanrond^
maar dat de Tekens van den Zodiac ook
een breedte hebben, en die van de E^
clip-
-ocr page 133-cliptica niet. Verder dat ieder van deze
Tekens reeds 30 Graaden verloopen is ,
gelyk wy te vooren al gezegt hebben.
Vr. Welke zyn de andere Lugtftree-
ken?
Antw. Deze zyn vy/in getal, welke
men echter ook Landftreeken zou kun-
nen noemen, voor zo verre zy betrekkin-
ge tot den Aardkloot hebben, op welken
zy toepaflelyk gemaakt worden.
Vr. Hoe worden deze vyf Lugtftree«
ken of Landllreeken verdeeld ?
Antw. In tvoee Koude, twee Gemaatig-
de en één Verzengde Liigtftreek. By voor-
beeld, als QFig. I.) de Aardkloot veïhedd^
dan is al het geene, wat tuflchen de
Pools Cirkellyn FGF tot aan de Noord-
pool S begreepen is , de koude Noor-
derlyke Lugtftreek, en het gèene tuflchen
de Pools Cirkellyn B D B tot aan de
Zuidpool M begreepen is , de koude
Zuidelyke Lugtftreek; bedraagende de
uitgeftrektheid of Breedte van ieder
Gnbsp;Lugt-
Lvgtfireek tot aan de Poolen 23-^ Graa-
den. Deze Landen of Geweften worden
Koude genaamt, om dat de Koude daar
op haar ftrengfte is.
Vr. Welke zyn de t'voee Gemaatigde
Lugtftreeken ?
Antw. Al wat tuffchen den Noorder
Keerkring van de Kreeft es E R, en den
Noorder Poolskring F G begreepen is,
word de Gemaatigde Noorder Lugt-
fireek genaamt, en wat tuffchen den Zui-
der Keerkring van den Steenbok T C
en den Zuider Poolskring B D begreepen
is, heeft den naam van Gemaatigde Zui-
der Lugtflreek; beloopende de uitge-
ftrektheid of breedte van ieder Lugtflreek
43 Graaden. Deze Landen worden Ge-
temperde of Gemaatigde genomd, om dat
de Lugt daar getemperd is.
Vr. Welke is de Verzengde Lu£tlt;
fireek?
Antw. Al wat tuffchen de beide reeds
genoemde Keerkringen E R en T C be-
greepen is, draagt dien naam, om dat
de Lugt of de hitte der Zon daar op
zyn fterkfte is. De uitgeftrektheid van
dezen Riem of Liigtjlreek bedraagt 47
Graaden. Sommigen echter verdeden
deze Lugtflreek ook nog in twee deelen,
in een Noorderlyke Verzengde, en in een
Zuidelyke Ferzen^de Lugtflreek, om dat al
het geene tnlfchen den Mquator A Q en
den Noorder Keerkring E 11 gelegen is, zig
naar het Noorden uitftrekt, en wat tuf-
fchen den Mquator A Q en den Zuider
Keerkring T C gelegen is, zig naar het
Zuiden uitftrekt, zo dat er dus eigentlyk zes
Lugt- of Landflreeken zyn, doch andere
weder tellen flegts drie Lugt of Land-
flreeken, en neemen twee gelykßagtige
Lugtflreeken voor één.
Vr. Welke zyn de Climaaten en Paral-
lellen?
Antw. Deze zyn ook een foort van
Zonce of Riemen als de voorgaande, doch
met dit onderfcheid, dat zy zo breed
niet zyn als dezelve, vermits derzelver
G 2nbsp;Pa-
Parallellen of evenwydige Cirkels, tuf-
fchen welke die Riemen of Streeken op de
yiarde gelegen zyn, door zulke plaatfen
gaan, welker langfte dag een half uur vau
eikanderen verfchilt.
Vr. Kunt gy my zulks ook aantoonen
met een Figuur ?
Antw. Ja, by voorbeeld, laat in (Fig.
c.) A Q de Mquator der Aarde verbeel-
den , B de Noordpool en M de Zuidpool,
dan vertoont de Spaans Groene Streep, wel-
ke tuffchen de Parallel Cirkellynen AflQ
en D F gelegen is, het eerfte Climaat of
Oord, beginnende van den Mquator A a
, alwaar de langfte dag twaalf uuren
is. De Geele Streep begrepen tuifchen
de Cirkellynen D F en G H, is het twee-
de Climaat, alwaar de langfte dag twaalf en
cen half uur is, en zo vervolgens. Wil men
de verdeelingen der Climaaten nog naau-
keuriger maaken, om dat dezelve naar
de Poolen toe fmaller worden, zo kan
men ze nog met Stiplynen , als R S
en I X in twee deelen fplilfen, en deze
Stip-
-ocr page 137-Stiplynen, als ook de andere lynen, noemt
men Parallellen, zo dat het verfchil der
langde dagen dan flegts een quartier
uurs bedraagt, vs^elk men een half CU-
maat kan noemen.
Vr. Hoe veel Climaaten zyn *er ixel op
den Aardkloot?
Antw. Men telt 'er doorgaans 48,
van welke 24 begreepen zyn tuflTchen den :
iEgwaïor AaQ(F/g.2.)lotaan den A^oor^ier-
pools Cirkel C N P, en even zo veel tuflchen
gemelden Mquator tot aan den Zuidpools
Cirkel O N P, beginnende dezelve van
den JEquator A a Q, en zig van beide
kanten uitftrekkende ten Noorden en ten
Zuiden .By voorbeeld, op den Equator
A a Q is de langde dag 12 uuren; op den
eerden Climaat-Cirkel D F, is de langde
dag la-j uuren; op den tweeden Climaat.
Cirkel GH is de langde dag 13 uuren, en zo
vervolgens tot aan den Noorder-Pools Cir-
kel C N P, alsmede van den anderen
kant des Äquators tot aan den Zuider-Pools
Cirkel O N P, op welke beide Cirkels de
langde dagen uit 24 uuren bedaan.
Vr. Zyn 'er dan van de beide Pool-Cir-
kels tot de Poolen toe gerekend, geene
Climaaten meer?
Antw. Ja , maar men kan ze daar
niet meer in balve awrera verdeelen, ver-
mits eenige verfcheiden dagen, fommi-
ge voeeken, en anderen geheele maanden
agter een, dag hebben, ja zelfs onder
de Poolen B en M duurt de langde dag
en de langfte nagt een half jaar lang.
Vr. Welke zyn de Zodiacs-Streeken ?
Antw. Deze, Cwelke ook wel Dode-
catemoria of Hemelbuizen genaamt wor-
den ,) zyn niet anders dan zes Groote
Cirkels, welke alle door de beide Poolen
van de Ecliptica loopen, en den Zodiac
of Dierenriem in twaalf gelyke deelen of
huizen , by de Stippen van het begin van
leder Hemel-Teken, verdeelen.By voor-
beeld , de Riem of Breedte, begreepen tuf-
fchen de geflipte Cirkellynen T V en
W X, verbeeld hier, in (Fig. 2.), den Zö-
diac,
-ocr page 139-diac, en de geflipte Cirkellynen uit de
Poolen der Ecliptica C en P komende, te
weeten ,C/P,CePenCaP enz. verbeel-
den de Zoiiaa - Siree^e«, welke, wyl zy
eikanderen in de Poolen C en P door-
kruiflen , een zekere ruimte of breede
Riemen, die naar de Poolen fpits toe loopen,
in zig bevatten , te weeten, E C ƒ,
/Ce, e C a, en zo ook vervolgens
naar de Zuidpool P toe , beflaande ie-
der doorfneeden boog op de Eclipti-
ca, als E f, f e, e a, enz. 30 Graa-
den, en desgelyks aan de andere zyde.
Vr. Wat nut verfchaft bet , dat men
deeze Zodiacs-Streeken of Spitsloopende
Streepen Äent?
Antw. Zeer veel , want alles, wat
tuffcrien deze Streeken, het zy van He-
melfcbe Ferfcbynfelen, of Sterren begree-
pen is, word tot de Hemel-Tekens, die
in dezelve ftaan , van de Sterrekundi-
gen overgebragt; en dus kan men al-
toos weeten , waar, of in welk geweft
G 4nbsp;des
des Hemels, men een vafle Ster, Plw
neet, Cmeet, of een anderLugtverfcbyn-
%el gezien heeft.
Vr. Kunt gy my zulks aantoonenquot;?
Antw. Ja, by voorbeeld , zo men
eens aan den Sterrenhemel (Fig. 2..) byZ
een Cornet of Staart-Ster zag,en men wilde
zulks aan een ander te kennen geeven,
waar men die gezien had, dan zoude
men zeggen, dat by ftond in de Zodiacs
Streek van den Leeww enz.; desgelyks
een Ster by Y gezien wordende, zo ftaat zy
in dc Zodiacs-Streek van de Maagd m, en
zodanig kan men alles aan den Sterren-
Hemel bepaalen, en weder vinden, als
men het wil zoeken.
Vr. Welke zyn nu de boeken waar van
gy in den beginne van dit Hoofdftuk gg.
fprooken hebt, by voorbeeld, de Hoek
welke de Ecliptica oft Taanrond met den
Aiqnator of Evenaar veroorzaakt, om-
dat die Cirkels elkßnderen doorfnyden'?
Antw. Dezen hoek te kennen is voor
de Sterrekundigen van een onbedenke -
lyk groot nut , vermits dezelve voor
de Sleutel van de geheele Sterreloopkunde
gehouden word. Dezelve word in de
C3rfB Figuur) aangetoond. By voor-
beeld , als A B Q K A de JEquator,
en E B C K E de Ecliptica verbeeld,
dan doorfnyden die Cirkels elkan-
der in B en K , en de hoek A B
E of A K E , alwaar de doorfnyding
gefchied , is de hoek van het Taanrond
met AtnEvenaar, aan den eenen kant,
en de hoek C B Q of C K Q is die
hoek, aan den anderen kant.
Vr. Hoe groot is die Hoekquot;?
Antw. Omtrent Graaden. Meh
noemt dien hoek ook de grootfte Afwyki^ig
des Taanronds of der Zorme van den JEqua-
tor , als mede de fchuinte van bet Taan-
rond.
Vp.. Welke is de Hoek, die de doorfny-
G 5
-ocr page 142-ding van de Ecliptica met den Meridiaan
maakt?
Antw, Als in (Fig. 3.) Z F D N Z
ttn Meridiaan, B C E de Ecliptica,
H B O de Horizon, en F een punt of
Ster verbeeld, die aan den Meridiaan Cui.
mineert, (of des middags op zyn hoogfi:
aan den Meridiaan ftaat,) dan vertoont
de hoek B F D gemelden hoek van de
Ecliptica met den Meridiaan, welke
door den boog van de Ecliptica F B en
den boog van den Mmdfaan D F'veroor-
zaakt word.
Vr, Wat is bier verder by aan te mer-
ken?
Antw. Dat wanneer de Zonnejlands-
punten, by voorbeeld, het punt van de
Kreeft gs, aan den Meridiaan Z E A G
H P M by E, en dat van den Steen-
hok , by G Culmineert, dat dan
de hoek, welke de Meridiaan met de E-
cliptica maakt, 90 Graaden bedraagt,
en dienvolgens een regte hoek is, als,
by
-ocr page 143-by voorbeeld, hier is in de Kreeft 25 de
hoek XEP of BE Peen regte hoek, ver-
mits de boog BE of deStiplyn XE,een
deel van het Taanrond verbeeld, R X P de
Colurus EquinoEtiorum, en E A G H P
een boog van den Meridiaan. En by het
Teken van den Steenbok , is de hoek
X G T of B G T ook regt, wyl B G
of XG het Taanrond, G H P M T een -
boog van den Meridiaan, en V X T de
Colurus EquimStiorum verbeeld. Verder
zo de punten van het Taanrond by Li-
bra en Aries V Culmineeren, of aan
den Meridiaan komen te ftaan, dan
lïiaakt het Taanrond met den Meridiaan
een hoek van 66^ Graaden, gelyk hier
in (Fig 3quot;) by A , veronderftellende
' dat S X M de Colurus Solftitiorum is,
en SZHT de Meridiaan.
Vr. Welke is de hoek, die de Ecliptica
met den Horizon maakt ?
Antw. Zie (Kg. 4-) ^^ar verbeeld H
SO de Horizon, R E S of IE S de helft van
de Ecliptica die den Horizon, by het op-
gaan-
gaande punt R of I,en by het ondergaan-
de punt S doorfnyd, en daar door ge-
melden boek E R H of E S H veroorzaakt
word.
Vr. Wat moet men bier by in agt nee-
men ?
Antw. Dat wanneer R of I hetopgaan-
punt, en S het ondergaande punt van
de Ecliptica verbeeld , dan geeft men
de hoeken , welke door deze doorfny-
ding van de Ecliptica met den Horizon
veroorzaakt worden, den naam van Oos-
telyken of Weflelyken Hoek van bet op- of
ondergaande punt der Ecliptica , zynde
deze beide hoeken even groot, en i8o
Graaden van eikanderen gelegen.
Vr. Kunt gy my dit wat nader aantoo-
nen door de 4de Figuur ?
Antw. Ja, zoESCRIEde Ecliptica
verbeeld, en R of I het eerfte opgaande
punt van de Maagd ITI, en S het cerfte on-
dergaande punt van de Viffen X is, dan
• word
-ocr page 145-word de hoek E R H of EIH, den Oofte-
lyken Hoek, en de hoek ES H den Wefte-
lyken Hoek genaamt. Maar ftel eens in-
tegendeel, dat het eerfte punt van den
Ram V by S • opging , en het eerfte
punt van Libra =ii= by I onderging,
dan zoude de hoek K S H de Ooftely-
ke Hoek, en K I H de Weftelyke Hoek
genaamd worden , en zo vervolgens met
de andere tekenen.
Vr. Wat is bier by nog verder aan te
merken ?
Antw. Dat men de hoogte van den
poften Graad des Taanronds, van den
Horizon af gerekend, ook onder de reeds
gemelde hoeken moet tellen; dewyl die
hoogte op even zo veel Graaden gere-
kend moet worden, als de grootte van
den Ooftelyken Hoek aanwyft.
Vr. Kunt gy dit ook lt;wat naauvokeuri-
ger verklaarenquot;?
Antw. Ja, als gy in (Fig. 4.) H S O
voor
-ocr page 146-voor den Horizon aanziet, en dat E I
CSE de Ecliptica , R het opgaan-
de punt van den Maagd np, en G het
begin van de Tixeelingen n, en tevens
van den 9often Graad verbééld, en dat de
boog G R van den Oojlelyken Hoek G R H ,
90 Graaden uitmaakt, dan gaat de ge-
flipte Cirkel van den gcften Graad P
GD, en de Verticaal - Cirkel Z G M
B N door het punt van den goften
Graad G , derhalven is de boog B G
gelyk aan den boog G R, van den Oos-
telyken Hoek, en gevolglyk zyn de hoe-
ken, die door beide boogen bepaald wor-
den aan malkander gelyk.
Vr. Wat nut is bet dat men een naauW'
keurige kennijfe van den Ooftelyken Hoek
of van de hoogte des Negentigften Graads
beeft'i
Antw. Dit te weeten, is van groot
nut voor de Sterrekundigen, wyl zy in
het berekenen van de Zons-Verduifle-
ringen en de Zaamen - Standen der
'Maan met de Planeeten en vafïe Ster-
ren,
ren , daar veel gebruik van maaken.
Vr. Welke is de Hoek, die door de door-
fnyding van de Ecliptica me? de« Topboog
veroorzaakt word ?
Antw. Zo in (Fig. 4.) E IR C S E
de Ecliptica verbeeld word, en Z G B
N een Verticaal of Top-Cirkel is, die
de Ecliptica of de Zon by G doorfnyd,
dan ontftaat daar uit de gemelde hoek
B G R, welker grootte door den boog
B R word bepaald. Deze Hoek nu
is ook van veel gebruik in de Sterre-
loopkunde.
Vr. Welke is de Hoek, die door den
Horizon met den ^Equator veroorzaakt
wordquot;?
/
Antw. Wanneer in (Fig. 4 ) H S O
de Horizon verbeeld , welke door den
JEquator A S Q in S doorfneeden word ,
dan ontftaat daar uit gezegde Hoek A S
H, wier grootte door.den boog A H
word bepaald.
Va.
-ocr page 148-Vr. Welke is de Hoek, dien een Topboog
met den Meridiaan maakt ?
Antw. Als in (Fig. 4-) Z G M B N
een Verticaal of Topboog verbeeld, die
door G of de Ster M loopt, en het Mid.
dagrond Z E A K H in Z raakt, dan
ontftaat daar door de gemelde Hoek H
Z B, wier grootte door den boog van
den Horizon H B bepaald word.
^ ^
^
N E-
-ocr page 149-P -'li
-ocr page 150- -ocr page 151-NEGENDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat IX.
Vr. Wat word op de IXde Plaat ver-
ieeldl
Antw. De driederlei geftalte van den
Waereldkloot of Spbeer, te weeten, de
Regte, Evenwydige en Scbuinfe Spheer,
het welk men in 't Latyn Spbcera ReEta,
Purallela en Ohliqua noemt. Verder de
Waare en Schynbaare Stand der Sterren
en de daar uit voortkomende Parallaxis
of het Ferfcbihigt der Sterren.
Vr. Wat is een Regte Spheer of Wae-
reldkloot?
Antw. Deze word vertoond in de Qifie
Hnbsp;Fi.
Figuur') en ïs zodanig gefield, dat de Poo-
len der Waereld, die hier door de Stip-
• pen by S en M verbeeld worden, op den
Horizon oi Gezigteinder liggen en rusten,
zynde de Stiplyn M G O I S de As
der Spbeer, en de Horizon. Vervol--
gans verbeeld de Cirkellyn A =0, Q A
de Equator, die den Horizon , by
de Tekens V of rii., regthoekig door-
fnyd, en de Cirkellyn L I K L is de
Noorder-pool Kring; D G F D de Zui-
der-pool Kring;EOKE Ae Kreefts Keer-
kring; P C P de Steenhoks Keerkring;
E C E de Ecliptica; het punt A het
Toppunt; en het punt Q het Voetpunt. Al-
le deze Cirkels nu van de Spheer ofHe-
mel-bol komen met die der Aarde over
een, en liggen, om zo te fpreeken, onder
eikanderen.
Vr. Welke Folkeren zien den Sterren-
Hemel in zulk een Gedaante ?
Antw. Alle de geene, die onder den
Mquator of de Linie woonen, als in de
landen tuflchen Jbyffinie en Ethiopië, op
het Eiland St. Thomas, op Sumatra,
Bor-
-ocr page 153-Borneo, de Celebes en midden m Ame-
rica , enz.
• Vr. Wat volgt detat^ idt ?
Antw. Dat zy, die onder den Mquator
des Hemels woonën, alle Sterren, wel-
ke aan den gantfchen Hemel zyn, niet'
alleen zien kiuinen, maar dat zy ook ,
het geheele Jaar door , altoos twaalf uu-
ren dag en twaalf uuren nagt-hebben,
zynde alzo de dagen en nagtsn eveniang ,
het welk by andere Volken, gelyk ook
by ons, flegts .tweemaal in 't Jaar; voor--
valt, te weeten, in het begin van de
Lente en de Herffi, dat is, den 22 Alaart,
en den 2a September.
Vr. Waarom word dit een Regte Spheer
genaamt ?
Antw. Om dat .alle Sterren in dezelr
\e ■perpendiculair, dat is, regthoekig bo-
ven den Horizon MG O IS, op- en on-
dergaan, dienvolgens moeten ook de
H 2nbsp;Dag'
c
i
Dagboogen den Horizon regthoekig door-
fnyden.
Vr. Kunt gy my dit nmt nader aan-
toonen?
Antw. Ja,als gy eens onderfleld, dat
in (Fig. I.) by E een Ster aan den Meridi-
aan ftond , dan zoude die door haar da-
gelykfchen omloop, den dagboog E O R E
befchryven, en dienvolgens by haar op-
gang in N, en by hazr ondergang in O,
den Horizon MGOIS regthoekig door-
fnyden , en zodanig is het ook met alle
andere Sterren gelegen.
Vr. mike ii de Schuinfe Spheer?
Antw. Deze ziet gy in de (ade Fi-
guur^ alwaar H B G O de Horizon ver-
beeld, S de Noordpool-, M de Zuidpool',
A Q A de' Mquator-, E G E de Eclip.
tica; L K L de Noorder-pools Kring',
D F D de Zuider-pools Kring-, ERE
de Keerkring van de Kreeft', P C P de
Keer-
-ocr page 155-Keerkring van den Steenbok; Z het Top-
punt en N het Voetpunt, die hier digter
by de Poolen ftaan, dan in de Regte
Spbeer, zynde daar 90 Graaden van de-
zelve afftaande.
Vr. Welke Bewooners zien den Sterren-
Hemel in zulk een ftandl
Antw. Alle, die in Europa en elders,
op zulke plaatfen der Aarde woonen,
daar zy niet alle Sterren, die aan den He-
mel zyn, zien kunnen; by voorbeeld,
alle zuidelyke Sterren, die in het affny-
zel H D M F N zyn, komen, (wan-
neer de Sterren-Hemel om zyn as S M
draait) nooit boven den Horizon H B
G O, en blyven dienvolgens onzigtbaar
voor de ge ene, die in de Noorderlyke Lan-
den op de Aarde woonen, en integen-
deel gaan by hen fommige Noorderlyke
Sterren nooit onder, als, by voorbeeld,
alle Sterren, die in het affnyzel Z L S K O
begreepen zyn, die blyven altoos in haar
omloop, boven den Horizon H B G O,
Hnbsp;want
wätdt dé üïterfté dagboog Z O gaat niet
onder den Horizón,
- Vil. Wilt volgt hier uit?
Antw. Dat de dagen en nagten by die
Volken., welke een fcbuinfe Spbeer heb-
ben, niet altoos even lang zyn, maar
beurtelings verwiffelen , gelyk ook by
ons ^efchied, daar de dagen des Zomers
langer éh des Winters korter worden.
Vr. Waarom noemt men bet een fchuin-
ie Spheer?
Antw. Om dat alle Sterren in dezel-
ve fchnins ,op- en onder gaan, en den
Horizon. H B G O met haare Dagboo-
gen fchuins doorfnyden, gelyk genoeg-
zaam uit de Figuur blykt, want de Cir-
kellynen Z O, EG, A V, PB val-
len fchuins op den Horizon H B G O.
Vr. Wat valt daar by verder aan te
merken?
Antw. Dat alle Sterren, die tuffchen
de Dagbogen Z O en H N begrepen
zyn, (waar onder ook de Zon in het
Taanrond E C behoort), nier even lang
boven en onder den Horizon H B G O
blyven, by voorbeeld , de opgaande Ster
G befchryft den Dagboog G E G, wel-
ke veel groorer is dan haar Nagtboog
G R G, derhalven geeft zy veel meer
Dag dan Nagt. Integendeel blyft de Ster
B in haar Dagboog P B veel korter tyd
boven den Horizon, dan in haar Nagtboog
B C ouder denzelven, vermits de laat-
fte veel grooter is.
Vr. Maar zo eens de Zon of een Ster
op den Equator des Hemels kwam, wat
zoude dan gefcbieden'i
Antw. Dan zoude die by dag even
zo lang boven den Horizon blyven als
des nagts 'er onder zyn, By voorbeeld,
als de Zon of een Ster in A op den M-
quator A Q ftond , dan is de Dagboog
• A T gelyk aan den Nagtboog Q
Dienvolgens was dezelve zo lang boven
als onder den Horizon , Wilke geheele
omtrek 24 uuren uitmaakt.
Vr. Welke is de Evenwydige Spheer?
Antw. Die word in de (^de Figuur')
vertoond, en is zulk een ftand des He-
mels, daar de Mquator A Q met den
Horizon GBVI zamenloopt, of in een
verfmelt , waar uit volgt , dat de
Noordpool S, in het Toppunt Z, en de
Zuidpool M in het Foetpunt N moet
komen te ftaan, derhaiven zyn de Naar-
der Fooiskring L li, en de Keerkring van
de Kreeft gs E H VV T R geheel boven
den Horizon, en de Zuider Poolskring D
F, en de Keerkring van den Steenbok ^
P C geheel onder den Horizon G B V 1,
en E C verbeeld de Ecliptica.
Vr. Waar ziet men den Hemel in zulk
ten ftandquot;?
Antw. Die onder of digt by de Poo-
len
len S en M op de Aarde woonen, (zo
daar bewoorers gevonden worden.)
Zy zien de Sterren altoos op eenerlei
hoogte rondloopen, de eene helft van de
Ecliptica T25 blyft geduurig boven , en
de andere helft éh onder de Aarde
pf Horizon G B V I.
Vr. tFat volgt daar wit?
Antw. Dat de bewooners omtrent de
Noordpool S yeen halfjaar agtereen,Dag
hebben , als het by de bewooners van de
Zuidpool M, een half jaar agtereen,Nagt
is. En integendeel, als het by de Zuidpoel-
bewooners, een half jaar agtereen. Dag is,
dan is het, een half jaar agtereen, Nagt
by de Noordpool-htwooners.
Vr. Wanneer gebeurd dat'i
Antw. Als de Zon de Hemel-Te-
kens, Aries V, Taurus V, Gemini n,
CWeröS, Leo gl, f^irgo np, door-
loopt, dan is het, geduurende die zes
H 5nbsp;Maan«
Maanden, Dag by de Noordpool, en Nagt
byde Zuidpool, maar als de Zon de He-
mel-Tekens van Libra gcorpio m.
Sigttarius-^^, Capricornus^, ^quariul
enPisces X, doorloopt, dan is het
al dien tyd by de ZuidDool Dag,-en in-
tegendeel Nagt by de Noordpool.
Vr. Waarom noemt men dit ee«Even-
wydige of Parallelle 'Spheer ?
Antw. Om dat alle Sterren, welke
boven den Evenaar A Q ftaan, nooit
op of ondergaan, maar evenwydigmet
den Horizon aan den Hemel in 't rond
fchynen te loopen, voor de geene, die
omtrent de Poolen zyn. By voorbeeld ,
ftel eens , dat L K of E H W T R
Dagboogen zyn, die ftaan evenwydig
met den Horizon G B V I, en draaijen
ook zo, op de As S M, in 't rond.
Vr. Wat is bier by nog aan te mer-
kend
Antw.
-ocr page 161-Antw'. Dat men in dien ftand des
Hemels niet gevoeglyk zou kunnen zeg-
gen, wanneer het Morgen, Avond, Mid-
dag, oï Middernagt\\a.vamp;; om dat de Ster-
ren daar aan den Hemel A S Q op de-
zelfde hoogten, als, by voorbeeld, Q
R, V T, W, B H of A E, in 't
rond bewoogen worden. Intuflchen,
echter kan men wel zeggen, dat S de
Noordpool, M de Zuidpool, Z het Ze-
nitb, en N het Nadir verbeeld.;
Vr. IVat is de Waare en Schynbaare
Stand der Sterren , en de daar uit. ont-
gaande Parallaxis of het verfchilzigt der
Sterren?
Antw. VerbeeldU eens, dat in (Fig.
4.) ƒ B C d de Aardkloot is , II G O
M H iiiet de rondom zynde Sterren,
de uitgeftrekfte Sterren-Hemel of Wae-
reldkloot ; Q, P, Z, T, X, eenige
.Sterren die nader, doch op verfchillen-
de afttanden van de Aarde geplaatft
ftaan, de eene hooger, of verder dan de
andere, de Stiplyn il K N O is de Ho-
ri-
-ocr page 162-rizon, S verbeeld de Maan, die zig in
haar loopbaan S I K L N S rondom de
Aarde beweegt, en zo wy deze loop-
baan voor een vlakte aanneemen , waar
in de Maan, op een bepaalden tyd, ge-
vonden word, dan is by S, of elders
waar de Maan zig mag bevinden, het
punt of de wezendlyke Stand der Maan,
voor een gegeeven tyd, het geen men
eigentlyk den Natuurleken Stand noemt
Maar als gy eens onderfteld , dat ie
mant uit het Middelpunt der Aarde A
naar de Maan S zag, dan zoude hy de
zelve aan den Sterren - Hemel, of IFae
reldvlakte by E zien, langs de gezigt
ftraal A S E, en deze plaats E word
de Waare Gezigtkundige Stand der Maan
of Ster genoemt. Integendeel zo ie-
mant op de Aarde by B of C naar de
Maan zag, dan zou hy dezelve aan den
Sterren-Hemel by F of D,,volgens de
gezigtflraalen B F en C D gewaar wor-
den , welke plaatfen de fchynbaare ge-
zigtkundige Standen der Maan genoemt
worden. Het onderfcheid nu, of gy de
Maan uit A by E in haar Waar en Stand,
of uit B by F in haar Scbynbaaren
Stand
-ocr page 163-Stand befchouwd, word de Parallaxis
of het Verfcbilzigt der Maan of Ster
genoemt. Dit onderfcbeid wprd be-
paald door den boog E F, of anders
D E, zo gy uit C naar de Maan ziet.
Ook kan men de Parattaxis volgens de
hoeken B S A of A S C berekenen.
Doch de Parallaxis vind flegts plaats
in Sterren of Planeeten, die digtfl: by de
Aarde zyn, want de vajte Sterren heb-
ben geen Parallaxis.
Vr. Is deze Parallaxis altoos even
grootl
Antw. Neen , hoe digter men de
Sterren by de Aarde en aan den Ho-
rizon ziet, hoe grooter derzelver Paral-
laxis is, by voorbeeld, een Ster X van
de Aarde aan den Horizon O gezien,
heeft de Parallaxis of Scheelboog WO,
. en een Ster op denzelfden afftand by T
gezien, heeft den Scheelboog RV, die
kleiner is, en een Ster in het Toppunt
by Z gezien, heeft in 't geheel geen
Parallaxis. De Maan intulTchen heeft
wel
I ''I
|||
tifl
wel grooter Parallaxis E F , dan de
Ster X by O W, doch die ftaat ook
ongelyk» nader by de Aarde, en niet
op zulk een afftand, als de Ster X
welke op den buitenften van de drie
geftipte Kringen ftaat.
T
^ ^ ^
^ ^
^ ^ ^
tien-
-ocr page 165- -ocr page 166-Pl.X.
-ocr page 167-TIENDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat X.
Vr. Wat word op de Xde Plaat aan-
getoond ?
Antw. Een nadere verklaaring van de
parallaxis of het Verfcbilzigt der Sterren:
de ftand der Sterren, welken zy door de
RefraBie of Straalbuiging in den Damp'
kring verkrygen, het geen men Dasmp.
beffing noemt: van den Opgang der Ster-
ren buiten het Doften en derzelver On-
dergang buiten het Weften, het welk^fm-
plitudo Ortiva en Occidua der Sterren,
of Streeks Op- en Ondergang genaamt
word.
Vr. Als twee Planeeten of Sterren op
een
-ocr page 168-één hoogte, of in een regte lyn aan den Ho-
rizon gezien worden, maar dat de eene na-
der by de Aarde is dan de andere, beeft
dan de naafle niet de grootfie Parallaxis oF
Verfchilzigt?nbsp;^
Antw. Ja ,by voorbeeld, laat in (Fig,
I.) T het middelpunt der Aarde ver-
beelden, DICBPD een Cirkel, in
welken de Maan rondom de Aarde zig
beweegt, en H T O de Horizon; wan-
neer gy nu op de^Oppervlakte der Aar-
de by A ftaat, en naar de Maan D, en
een Ster E ziet, welke beide te gelyk
aan uw waaren Horizon opkomen, en
in een regte lyn met den Waaren Horizon
ftaan, dan is de boog G O de Parallaxit
van de Maan D, en de boog F O, de
Parallaxis van de Ster E, welke boog
F O dienvolgens, wegens den verderen
afftand der Ster E, ook veel kleiner is
dan de boog G O of, de Parallaxis der
Maan O.
Vr. Wat word door de Parallaxis ver-
oorzaakt^
Antw. Dat de Sterren of Planeeten, 'en
inzonderheid de Zon en Maan, naar haar
Scbynbaaren Stand, altoos laager boven
den Horizon ftaan, dan volgens haar
Waaren Stand, By voorbeeld, als gy
(^fig, i,) op de Aarde by A ftaat, en
naar de Maan by 1 ziet, dan fchynt zy
u aan den Sterren - Hemel in L geplaatft
te ftaan, welke haar Schynbaare Stand
genaamt word, maar by K is haar Waa-
re Stand, als men onderfteld, dat de Maan
uit 'c Middelpunt der Aarde T, volgens de
gezigtftraal TIK, gezien word, zo dat
de boog K L als dan de Parallaxis, ef het
Verfchilzigt der Mam is, of gesoemd
word.
Vk. Wat moet men dan doen, om dè
Waare hoogte van de Zon, Maan en Pla-
neeten te 'Westen?
Antw. Als men de Schynbaare Hoogte
van een Ster boven den Horizon, of, by
voorbeeld, als bier van de Maan in L
weet, dan moet men de Parallaxis of de
boog K L, zynde het verfchil tuftcheti
de Schynbaare en Waare Hoogte, daar by
addeeren, dan heeft men de Waare Hoog-
te der Maan, boven den Horizon H f
O, welke hier door de hoogte of den boog
K L O word aangeduid,
Vr. Maar wyl men niet in het Middel-
punl der Aarde kan komen, om den Waa-
ien Stand o/Parallaxis Jer Maan, of dien
van een Ster te zien, wat moet men dan
doen, om denzelven te vinden'i
Antw. Dit u aan te wyzen , zoude hier
te wydloopig vallen, maar als gy begee-
rig zyt om het te weeten, kunt gy zulks
in de Jftronomie va« La Lande, het jfte
Deel 9 Boek, of in Keils Sterrekunde de
aifte Les p. 412, en desgelyks by ande-
re Aftrouomjfche Schryvers nazien.
Vr. Wat nut is alzo, dat men de Paral-
laxis van de hoogte der Sterren wset'i
Antw. Dat men daar door den Waa-
ren Stand der Sterren aan den Hemel kan
navorfchen, welke men anders niet zou-
de weeien.nbsp;,,
Vr. Word 'er ook mg iets meer dan de
Parallaxis Hoogte toe vereifcht, als men
den Waaren Stand der Maan^ of van een
Ster voeeten tu/V?
Antw. Ja, men moet ook de Paral-
laxis of het Verfcbilzigt der Lengte en
Breedte weeten, en dat daar by in agt
neemen.
Vr. Wat is de Parallaxis der Lengte
en Breedte?
Antw. Wanneer gy eens onderfteld,-
dat in (Fig,. û.) H F O de Horizon ver-
beeld, E F C het Taanrond of de Eclip-
tica; P derzelver Noordpool; K de Zuid-
pool; Z D B A N een Verticaal of Top-
Cirkel, in Welken de Blaan by B hovende
Horizon verheven ftaat j dan verbeeld de
Stip B de Schynbaare , en de Stip D
de Waare Stand der Maan , gevolglyk
is de boog B D haar Parallaxis, Verder
zo gy nu door den Waaren en Schnhaa-
ren Stand der Maan D en B , de Cirkeis
van de Lengte, naamelyk P D I L K en
P B G K trekt, en uit B een lyn B I Pa-
I anbsp;ral-
raïïel met de Ecliptica E F C maakt, dan
word de boog D I de Parallaxis van de
zigtbaare Breedte der Maan, en de boog
L G de Parallaxis van de Lengte der
Maan genoemt.
Vu. Wanneer men den Waaren Stand
der Maan of Flaneeten bepaalen wil, moet
rnen dan ook nog meer in agt neemen, dan
de Parallaxis der Hoogte, Lengte en
ijreedce?
Antw. Ja, de Dample^mg, dat is^
de Lichtftraalen van een Hemelfch lig-
haam , weliie in den Dampkring van de
Aarde gebroken, en tot het oog van den
befchouwer overgebragt worden. By
voorbeeld, veronderliel eens, dat in
(Fig. 3 ) de buitenfte Cirkel Z H N O Z
den Sterren-Hemel verbeeld, en dat DA
F E D, met de volgende geflipte Cirkels,
cf ruimte de Dampkring der Aarde is, of
de lugt, welke den Aardkloot T om-
ringt. Wanneer gy nu eens op de Aarde
by 1 ftond, en van daar de Zon by O bo-
ven den Gezigteinder H T O zag opkoo-
ien, dan zal de Lichtftraal, of het af-
beeld»
beeldzei der Zon niet in een regte lyn
O I rot uw oog voortgaan , maar Ithuins
van O naar E loopen, en aldaar in den
Dampkring gebogen wordende, in plaat-
ze van regt uit te loopen naar G, verder
uit E tot uw oog by I worden over^,
gebragt.
Vr. Wat vo/gt daar uitquot;}
Antw. Dat gy zou denken, dat gy da
Zon regt uit aan het Firmament by K zag
Raan, of dac het afbseldzel der Zon uit
K tot uw oog overgebragt wierd; maar
zulks is in der daad zo niet, want de
Zon flaat aan den Horizon by O, en do3r
behulp van den Dampkring, die haar af-
beeldzel opwaarts verheft, ziet gy de Zon
by l'C boven den Horizom verheven, waar-
om nien dan dit ook de Dampheffingmtmt.
Derhalven zo ook de Zon werkeiyk nog
onder den Horizon by W was, dan zou
gy haar evenwel aan den Horizon by O,
door behulp der Dampbeffing, kunnen,
zien. Zo dat de Dampbeffing de Heniel-
fche Lighnamen hooger aaii het Firmament
\ozx o^ls gezigt vertoont, dan zy in der
ï 3nbsp;daa.c^
daad zyn, daar integendeel de Parallaxis
die Lighaamen laager aan hetzelve doet
fchynen , dan ze werkelyk zyn; welke
twee tegenftrydige zaaken de Sterrekun-
digen naauwkeurjg , by hunne waarnee-
mingen , in agt dienen te neemen, om
den Waaren Stand der Sterren te bepaa-
len.
Vr. Wat is hier by nog verder aan te
werken'i
Antw. Dat de Dampheffing niet alleen
te weegebrengt, dat men de Sterren vroe-
ger Op- en laater Onder ziet gaan , dan
wezendlyk gefchied, maar ook, dat men
by haar Op- en Ondergang niet wezend-
lyk de Zon zelfs, maar flegts een Vertoo-
ning of Afbeeldzel van dezelve ziet. By
voorbeeld , als (Fig. 3.) de Zon by O
aan den Plorizon opkomt . dan ziet gy
haar afbeeldzel in K, en by haar onder-
gang in H, ziet gy haar afbeeldzel by
L, wyl de Ligtfl:raal uit H in B, en uit
P in E cp den Dampkring valt,
Vr. Op melke plaatfen aan den Ster-
ren
-ocr page 175-rsn Hemel vertoont zig de DampbelBng
der Sterren op haar hoogfl''i
Antw. Hoe digtcr men de Sterfen ,
of wel voornaamelyk de Zon , Maan ca
Planeeten, ( want de Vaße Sterren hebben
geen Parallaxis nog Dampbeff ne;nbsp;den
H rivm ziet, des te grooter is haarv!)*??»/»'
bejßng en Parallaxis, en dezelve worden hoe
langer hoe kleiner, hos nader zy aan het
Toppunt komen, alwaar in het geheel
geen Dampheffing nog Parallaxis plaat$
vind, By vooroeeld, als een Planeet Ster
aan het Firmament tot aan S {Fig. 3-)
gekomen is, dan zult gy dezelve reeds
door de Dampheffing in R zien Volgens
de Lichtllraal 1 C R, daar zyn Damp-
heffing dan veel kleiner is, dan aan
dennbsp;enbyZ, in'het Toppunt
eenadert zynde, heeft zy in het geheel
geen Dampheffing noch Parallaxis meer,
Vr. IVyl de Dampheffing niets anders
is dan een buigtnge der Licbtjiraalen, die uit
een Foortverp naar den Dampkring, als een
Midde'.fiof overgaan , en daar gebrooken
zwdt, tot bet oog komen, kunt gy my daar
I 4nbsp;vm
ym ook een nadère verklaaringe geven ^
die ik zou kunnen beproeven?
Antw. Ja, want zo als de. Lichlftraa-
Jen in den Dampkring , als een fyne Mid-
delftolFe, gebroken worden, zo worden
dezelve nog fterker gebroken in water ,
als een grover Middelftof. By voorbeeld,
fteek een ftok half weg in klaar of door-
fchynend water, dan zal hy met het e:nde
dat onder water is , een hoek maaken,
en zig als gebroken vertoonen. Wilt gy
nog op een andere, en tevens_aardige wy.
ze , van de buiging der Lichtllraalen,
die in een Middelftoffe, als het water is,
gebogen worden, overtuigd zyn , zo
neem een holle Kom, zet een Kaars ter
zyde van die kom op dc tafel, zodanig,
dat de fchaduw van de eene zyde der
kom, halver wege, in de kom valt; neem
vervolgens een ftuk Lood of Geld, dat
wat vaft op den grond ligt, en leg hec
midden op, den bodem van de kom, en
effen binnen de fchaduw der kom; giet
dan de kom vol water, doch zodanig
dat het fluk Lood of het Geld niet van
zyn plaats beweegt, ten welken einde m n
een
-ocr page 177-een dun Rokje, of pypefteel daar op kan
zetten, terwyl men het water in de kom
giet. Zo dra nu het water tot jftilftand
gekomen, en zonder beweeginge is, ziet
gy het ftuk lood of geld, geheel bui-
ten de fchaduwe der kom , het geene de
Straalhuiging van het water veroorzaakt.
Om u nog op een andere, en tevens
eenvoudige wyze, te overtuigen, dat din-
gen door de Straalhuiging der Middel-
ItofFen gezien worden , welke anders ge-
heel onzigtbaar zyn, zo neem een klein
'1'eekopje, dat van boven wat breed en
ylak, en van onderen wat fchuin, en niet
al te fteil oploopt; leg een Duit of iets
anders op deszelfs bodem, giet het vol
water, zodanig, dat hec water tegen
den bovenflen rand aan, of liever een
weinigje daar boven verheven ftaat, welk
ligt gedaan kan worden , als de rand
van hec Teekopje nog droog is, en meq
het water 'er voorzigtig ingiet; houd
uw oog dan Horizontaal met de opper-
vlakte van het water , dat in het Teekop-
je is, of ziet 'er een fpanbreed ter zy-
de, effentjes overheen, Zodanig dat uw
90g eea wginig hooger dan de rand van
I 5nbsp;het
het Teekopje is, dan zult gy den duit ,
om zo te fpreeken , als op de oppervlak-
te van het water zien dryven, daar gy
integendeel, in dien fïand , den duit in
het Teekopje in 't geheel niet zond kun-
nen zien , zo 'er geen water in hetzelve
was. Verder zo gy van boven loodregt
in het Teekopje op den duit 7-iet, dan zal
dezelve zig ook met den bodem van het
Teekopje veel verhevener of hooger ver.
toonen , dan hy in der daad is, het welk
desgelyks door de Straalbuiging veroorzaakt
word. Dit zal u genoegzaam overtuigen ,
dat het zodanig ook roet ds fchynvertoo-
cingen der Scerren in den Dampkring, als
cen fynder Middelftoffe , gelegen is.
Vr. JVat is ,de Amplitudo Ortiva en
Occidua o/Streeks op- en Ondergang der
Sterren ?
Antw- Da Amplitudo Ortiva of Streeks-
Opgang is een boog van den Horizon ,
bevat tuifchen de Stip of het Punc daar
een Ster opgaat aan, den Horizon, en het
Waare Ooftpitni; en de Amfdtwlo Occi-
dua
dua of Streeks-Ondergang is een boog van
den Horizon, begrepen tuffchen het Punt,
daar een Ster ondergaat aan den Horizon ,
en het Waare Weflpunt. By voorbeeld ,
in (Fig. verbeeld de buitenfte Cirkel
der Sterren - Hemd , B de Noordpool, M
de Zuidpool, HORIH de Horizon , A
OQIA de Mquator, EOClE At Ëclip.
tica, TVWST een Dag-Cirkel, gelyk
ook de overigs geflipte Cirkels Dagboo-
gen verbeelden. Hec punt van den Ho-
rizon by O Y , verbeeld het Waare Oofl-
punt, en by I het Waare Weflpunt , -
fl ten Noorden , en H ten Zuiden van
den Horizon. Alle Sterren nu, die in de-
ze punten O en i Op- en Ondergaan, gaan
vlak m 't Ooflen op, en vlak in 't Weften
onder. Maar zo nu een Ster by P in
haarnbsp;PKNXP boven den Hori-
zon komt, en by J\ weer ondergaat, zo
gaat dezelve ten Noorden van het Waa-
re Ooflpunt O op , en desgelyks ten Noor-
den van het Waare Weflpunt 1 onder. Dit
verfchil nu, of de boogen O P en IN van
den Horizon , v^oxAenAe Noorderlyke flreeks
Op- en Ondergang genaamt. integendeel zo
een Ster by V in zyn Dagboog V T S W
V, opgaat en by S ondergaat , dan gaat
dezelve ten Zuiden van het Waare Oofl-
punt O op, en ook ten Zuiden van het
Waare Weflpunt I onder, en dan worden
de hoogen V O en SI de Zuidelyke
fireeks Op- en Ondergang genaamt, zo dat
*er een Noordelyke en Zuidelyke Streeks Op-
en Ondergang \s. In de Scbuinfe Spbeer^
echter bebben veele Sterren geen Op- nog
Ondergang, gelyk dis van den Dag-Cirkel
CFDL , welke boven den Horizon yer-»
heven is.
^ ^ '
^ ^ ^ ^
É
I' '
à'/
-ocr page 182- -ocr page 183-ÊLFDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat XL
Vr. Wat word op de Xlde Plaat aart'
geweezen 9
Antw. De Po'ètifche Op- en Onder-
gang der Sterren ; de Sterrekundige Op-
en Ondergang , of Afcenfio en Defcenpo ;
De Afcenfio, en Defcenpo Re£ta, dat is,
de Regie Op- en Afklimming der Sterren
de Afcenfio en Defcenfio Obliqua, dat is,
de fcbuinze Op- en Afklimming der Ster-
ren , en de Differentia Afcenfionalis , of
liet onderfcheid der Klimmingen , dat men
ook Afcenfmaal Verfchil noemt.
Vr. Wat is de Poëtifche Op- en On-
dergang der Sterren ?
Antw. Niet anders dan de Verfchy-
ning en Verdvryning der Sterren , aan
den
-ocr page 184-Azn Horizon , of boven denzelven, voor
zo verre zy betrekkelyk toe de Zon zyn.
Vr. Hoe veelerlei is de Poëtifche Op-
en Ondergang der Sterren'i
Antw. Driederlei; I. de Ortm ^ de
Occafus Cofmicus , of de Cofmice Op- en
On-dergang van een Ster; II. de Ortus R
Occafus Chronicus of de Chronica Op- en
Oi,dergangv^xs een Ster; en III. de Ortus
^ Occajus Heliactis, of de Hcliace Op-en
Ondergang van een Ster.
Vr. Wat is de CosmiceOp- en Onder-
gang eener Sterre ?
Antw. Deze is als een Ster met de
Zon te gelyk opgaat, of boven den Ho-
rizon ryft , en op een anderen tyd on-
dergaat , als de Zon opgaat. By voor-
beeld , Iaat in (Fig. i. ) de buitenfte
Cirkel KEHOK,quot; het Middagrond
verbeelden , H S O D H de Horizon ,
EICE de JEquator, AIGOLVA de
Ecliptica, enBSFDB denbsp;van
een Ster S, die met de Zonl, te gelyk
-ocr page 185-boven den Horizon komt, en in D on-
dergaat , als de Zon weder by I. opgaat.
Vr. tVat is de Acronice Op- en Onder-
gang van een Ster ?
Antw. Die is de Opgang van een Ster
aan den Horizon , op den zelfden tyd ,
als de Zon ondergaat, en haar ondergang
is als de Zon ook ondergaat. By voorbeeld,
als de Ster by S opgaat, en dc Zon by
V ondergaat; en als de Ster by D onder,
gaat , op denzelfden tyd als de Zon ver-
volgens by V op nieuws ondergaat.
Vr. Wat is de Heliace Op- en Onder-
gang van een Ster ?
Antw. De Heliace Opgang is, als «en
Ster, die eenigen tyd onder de Straalen
der Zon verborgen geweeft is , door de-
zelve heenbreekt en zigtbaar word, en
haar Heliace ondergang is , als de Ster
zigtbaar geweeft zynde, zig onder de Zon-
neftraalen verbergt , zo dat men haar by
nagt niet meer zien kan. By voorbeeld ,
laat in (I. ) AIG Q L V A de Ecliptica
of Jaarlykfcbe Zonsweg verbeelden, fe^ E
DB een Dag-Cirkel van een Ster M of P
Stel nu eens dat de Ster M, door de Stral
len der Zon aan den Horizon by i ver-
borgen en omigthaar was, maar zi^thaar
zig vertoond als de Zon onder dtn Hori-
zon in haar Top - Cirkel K G by ftaat
dan noemt men zulks de Heliace Opgang
van de Ster M. Maar als een iter P eerft
zigthaar is, en voortgaande de Zon in
haar Top ■ Cirkel K L by L nadert en
enzigtbaar word , dan noemt men dit de
Heli ace ondergang van de Ster P.
Vr. Wat is de Sterrekundige Op- en On-
dergang ?
Antw. De Ortus yfflronomicus, oï Ster-
rekundi^e Opgang , welke doorgaans Aft
cenfio of Opklimming genoemd word, 'is
dat punt, of die boog van den JEquator j
welke met een gegeeven punt of boog van
de Ecliptica door den Ooftelyken Horizon
opgaat. By voorbeeld, in (Fis:. 2.) i«
HFOLRH de Horizon, AFOLA de
JEquator, NFCRN de Ecliptica, P haar
Noordpool en G haar Zuidpooh Wanneer
een punt F, of de boog FA van den JEqua-
tor
tör te gelyk met een gegeeven punt M,
of den boog M N van Ac. Ecliptica le. ge-
lyk aan den Ooflenlyken Horizon F O L
opgaac, dan word zulks de Sterrekundi-
ge Opgang genaamt. De Occafus Aftro-
nomicus of Sterrekundige Ondergang is,
een zeker punt of boog van den Equator,
welke met een gegeeven punt of boog
van de Ecliptica door den Weflelyken Ho-
rizon ondergaat. By voordeeld, als L
een zeker punt, of L A een boog van
den Mquator is, die te gelyk meteen
gegeeven punt, of Ster R, of boog M R
van de Ecliptica aan den Weflelyken Ho-
rizon F H L ondergaat, dan noemt men
zulks de Sterrekundige Ondergang.
Vr. Wanneer men nu de Grootte van
de Op- en Ondergang eener Ster wil -wee-
ten, hoe moet mtn daar mede te werk gaanl
Antw. Aldus, ftel eens, dit in (Fig.
i.) by het punt M een Ster of ds Zo»
aan den Horizon te gelyk met het punt F
van den Mquator opging, en dat by D
het Lente Teken van den Ram V is, dan
ttlt men de Grootte van den Opgang van
Knbsp;D
DB een Dag-Cirkel van een Ster M of P,
Stel nu eens dat de Ster M, door de Stra-
len der Zon aan den Horizon by 1, ver-
borgen en onzigtbaar was, in aar zigtbaar
zig vertoond als de Zon onder den Hori'-
zon in haar Top - Cirkel K G by ftaat,
dan noemt men zulks de Heliace Opgang
van de Ster M. Maar als een ister P eerft
zigtbaar is, en voortgaande de Zon in
haar Top • Cirkel K L by L nadert , en
onzigtbaar word , dan noemt men dit de
Heliace ondergang van de Ster P.
Vr, Wat is de Sterrekundige Op- en On-
dergang ?
Antw. De Ortus Aflronomicus, of Ster-
rekundige Opgang , welke doorgaans Jf-
cenfio of Opklimming genoemd word, 'is
dat punt, of die boog van den JEquator j
welke met een gegeeven punt of boog van
de Ecliptica door den Oofidyken Horizon
opgaat. By voorbeeld, in (Fig. 2.1 is
HFOLRH de Horizon^ AFQLA de
JEquator, ISIFCRN de Ecliptica ^ P haar
Noordpool en G haar Zuidpooh Wanneer
een punt F, of de boog FA van den JEqua-
tor
-ocr page 189-tór te gelyk met een gegeeven punt M,
of den boog M N van dt Ecliptica te se-
lyk aan den Ooftenlyken Horizon F O L
opgaac, dan word zulks de Sterrekundi-
ge Opgang genaamt. De Occafus Aftro-
nomicus of Sterrekundige Ondergang is,
een zeker punt of boog van den Mquator,
welke met een gegeeven punt of boog
van de Ecliptica door den Weflelyken Ho'
rizon ondergaat. By voordeeld, als L
een zeker punt, of L A een boog van
den Mquator is, die te gelyk meteen
geeeeven punt, of Ster R, of boog M R
van de Ecliptica aan den Weflelyken Ho-
rizon F H L ondergaat, dan noemt men
zulks de Sterrekundige Ondergang.
Vr. Wanneer men nu de Grootte van
de Op- en Ondergang eener Ster luil wee-
ten , hoe moet men daar mede te werk gaan^
Antw. Aldus, flel eens, dit f iFtg-
2.) by het punt M een Ster of de Zs«
aan den Horizon te gelyk met het punt F
van den Mquator opging, en dat by D
liet Lente Teken van den Ram V is, dan
tfclc men de Grootte van den Opgang van
Knbsp;»
-ocr page 190-D tot F op dp M.quator , en zo veel
Graaden als die boog uitmaakt, noemt
men de gmette van de opgaande Ster of
Zon in M; en zo by R een Ster in de B-
cUptica aan den Horizon, te gelyk roet
het punt van den /Equator L onderging,
dan is het getal der Graaden van den JE-
quator van D naar Q, tot in L geteld,
de groette van den Ondergang dier Ster.
Vr. Wat is de Afcenfio en Defceiifio
Recta of Regte Op ■ en Afklimming der
Sterren, in een fcbuiniè Spheer?
Antw. Dat is het punt van den JE'
quator, welke met de Zon of een Ster op
gelyken tyd door Meridiaan of Mid-
dag-Cirkel gaat, in een fehuinfe Spheer,
By voorbeeld, laat in (Fig, PAN
H G de Meridiaan verbeelden , A T Q
L A de Mquator, N F C R N de -E-
cliptica. Wanneer nu het punt der E-
cliptica. N, ia welk de Zon zig bevind,
of een Stee T. buiten de Ecliptica, zig
aan den Meridiaan P A N H G bevin-
den, daa is by A het punt van den ik-
quam i (dat te gelyk met de Zon en
de S:er aan de Meridiaan ftaat,) en de
Regte Op- en Afklimminge van de Zon
ij N, en de Ster in T.
Vr. Kunt gy my ook een denkheeld gee-
ven van de Regte Op- en Afklimininge
der Zon of van een St er in em Regte
Spheer?
Antw. Ja, in een Regte Spheer üiiX
het punt van den Mquator, welk met een
punt van de Ecliptica (in we-k de Zon
zig bevind. ) of met een Ster Op- en On-
der gegaan is , ook altoos met dezelve
aan den Meridiaan. By voorbeeld , Iaat
in {Fig. 3 ) A H Q O A de Meridiaan
verbeelden, H F O L H de Horizon., A
D Q F L A de Mquator, E G C K E da
Ecliptica , en G een opgaande punL van
de Ecliptica, M een opgaande Ster (wier
Dagboog MNRSMis,) en .D het punt
van den Mquator^ Wanneer nii de Zon
in het punt van den Ecliptica, by G met
de Ster M, cn het punt van den amp;quit'
tor by D , te gelyk boven den Hmzxtrt
H F O opgaan, dan zullen zy ook op
dcnzelfden tyd aan den Meridiaan ko-
K Xnbsp;iBétt
de Ster I; terwyl nu zo als even te voo-
ren is aangetoond, de boögB K de Schmi.
fi Opkhmminge van het punt S , en van
de Ster I aanduid, zo is bet onderfcbeid
der klimming van S, de boog K F, en
het onderfcbeid der klimminge van I, is
de boog K D. Doch dit kan men duide-
lyker op de Hemel - Globe aaowyzen.
^ Q ^ ^ m
O
^ ^ O
O
TWAALF-
-ocr page 193-O '
. i
-ocr page 194-Px.xn.
-ocr page 195-TWAALFDE HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat Xll.
Vr. Wat word op de Xllde Plaat aan-
getoond?
Antw. De Culminatio of Doorgang Atr
Sterren door den Meridiaan; de Afftand
of Verwydering der Zon en Sterren van
den Meridiaan, en de Morgen- en Avond-
fcbemering.
\
Vr. JVat is de Culminatie der Zon uf
Surrett'l
Antw. Haar gang door den Muridiaan
of Middag-Cirkel, of haar hoogfte plaats
aan het Firmament, ©p den middag. By
Voorbeeld, in (^Fig. i.) verbeeld PGE
H Q OP de Meridiaan, HISORNA de
Horizon, A B D Q A de Mquator, EB C
D E de Ecliptica, S een opgaande Ster,
K 4nbsp;met
inet haar dagboog SGIFS, 1 de opgaan-
de Zon met haar dagboog I E B C I, D
de doorfnyding van het eerfte punt van
den Ram Y, en B de doorfnyding van
het eerfte punt van Libra Wanneer
nu de Ster S, en de Zon 1, haare halve
dagboogen S G en I E doorloopen heb-
ben , dan ftaan zy aan den Meridiaan by
G en E, en zo dra zy die gepafleerd zyn,
Com vervolgens de andere halve dagbpo-
gen C JN en E B, tot aan den Hcrizonhv
N en B door te loopen,) zo zegt mén ,
dat zy Culmineeren, dat is, door'den Me-
ridiaan gaan. Verder kan de Letter A ia
deze {Fig. i.) ook het Culmineeren de punt
van den /Equator verbeelden, en E het
Culmineerendepunt van Ae. EcJiptica. Bo-
vendien als het Evennagts - teken van den
Ram V, by A aan den Meridiaan'üzu,
dan noemt men dit de Culmineering yatj
het punt van Aries.
Vr. Wat is de Afftand of Verwydering
dtr Zon en Sterren van den Meridiaan?
Antw. Daar door verftaat nien de
plaats van de Zon of Ster buiten het Mid-
dag-
-ocr page 197-dagrond of den Meridiaan, en de grootte
des Afftands van denzelven, word gemee-
ten door een boog van den /Eguator, en
den tyd, die daarmede overeenkomt. By
voorbeeld, laat in I^Fig. 2.) PAEGHM
de Meridiaan verbeelden, H R X D H de
Horizon, A R Q Y A de Mquator, K D C
Z E de Ecliptica, N de Zon in de Eclip-
tica-, S een Ster met haar dagboog GSF
Z G, en P N S M een Cirkel der Afwy-
king, welke de Zon byN, de Ster byS,
en den Mquator in de punten O en K door.
fnyd. De boog A O van den Mquator ,
zal derhalven, in dit geval, de verwyde-
ring, die de Zon N, en de Ster S van den
Meridiaan PAEGHM hebben, aantoonen.
Vr. Wat is de Morgen en Avondfche-
mering?
Antw, Daar door verflaat men , dat
zwakke en allengskens toeueemend Licht ,
dat des morgens voor de Zons Opgang,
en 's avonds na haar Ondergang, eenigen
tyd, gezien word.
Vr. Op wat wyze uvord dat Schemer-
licht aan den Hemel veroorzaakt?
Antw. Door de Zonneflraalen, welke,
wanneer de Zon nog onder den Horizon
is, in den Dampkring of in de lugt-dee-
len, die onze Aarde omringen, gebreken
of gebogen, en tot ons gezigt overge-
bragt worden. By voorbeeld, ftel eens, dat
A {Fig. 3,) onze Aardkloot verbeeld, en
dat de geltipte Cirkels, rondsom denzelven
onzen Dampkring vertoonen: wannneer de
Zon dan des 's morgens zig nog onder
den Horizon of Kimmen bevind by N,
en 'er een ftraal N H uit dezelve tot
GDzen Dampkring overgaat , dan word
die ftraal by H gebogen, en ftrekt zig van
daar uit, in een regte lyn, langs de Aar-
de by K tot aan E, alwaar zy de lugt
helder maakt, en tot aan ß weder te rug
gekaatft word, daar het oog van een Be-
fchouwer, op de Aarde ftaande, en wiens
Horizon door C D is verdeeld, het
verligte deel der lugt in E, en tevens het
begin van de Morgen Schemering gewaar
word. Zodra nu de Zon verder opryft ,
by voorbeeld tot Q , dan fchiec zy haar
ftraa'.en in den Dampkring by L, alwaar zy
geboogen wordende, voori;Ioopen, langs
K tot Ri en van daar te rug gekaatft wor-
den.
den , tot in het oog van den ziender by
B ; weshalven de Dageraat R E als dan
hooger boven de Kimmen of Ilorifon C D
begint te klimmen. Op dezelfde wyze is het
ook met de Avond ■ Scbemerifig gelegen,
als de Zon onder de Kimmen is gedaald tot
in P, dan worden de Zonneflraalen byO,
in den Dampkring, gebroken, en van O
tot S, en van S tot in het oog van den
Eefchonwer by B overgebragt; en wan-
neer dc Zon laager daalt tot in M, dan
fchiet zy haar ftraalen in den Dampkring
by G, en van daar verder naar F, en ver-
volgens tot het oog by B : dus zal hier
in F de Schemering des avonds eindigen,
gelyk zy des 'smorgens by E een begin
genomen heeft.
Vr. Word dan de Morgen en Avond-
Schemering alleen door de Zonneftraalen
veroorzaakt, die in onze Dampkring gebro-
ken, en tot ons oog te rug gekaatft worden ?
Antw. Ja, doch de zeer beroemde Kep-
ler is van gedagten geweefl:, dat de zelve
mede veroorzaakt wierd , door een fyne
vloei-flof, welke hy veronderfleld, dat het
Lighaara der Zonne omringt, op een Af-
ftand van verfcheidcn graaden. By voor-
beeld, laat in (Fig. 4,) H O de Horizon
verbeelden, op welken het oog in F ftaat,
en H L O den Sterren • Hemel aanduiden-,
L K F A B E M is een Lootlyn oiTophoo^,
in welken men onderfteld, dat de Zon Op
en Ondergaat. Stel nu eens, dat de Zon
des 's morgens voor den Dageraat, onder
den Horizon H O, by B ftaat, dan raakt
de glanzige lugt, of de fyne vloeiftof M
O F I M, welke de Zon omringt, tot aan
den Horizon H O in F , alwaar het oog
geplaatft ftaat dienvolgens begint aldaar
de Dageraad. Wanneer nu de Zon op-
klimpc tot A, dan word haar ligt verder
verfpreid, en ftrekt zig uit tot aan den
Cirkel E G C K DIE, derhalven zal ook het
Cirkel A-è C K D boven de Kimmen H O
verligt zyn , en in het Lugtgeweft H L
O gezien worden, en den Morgenftond
aankondigen. Desgelyks is het ook met
de Avond■ Schemering gefteld , die, van
tyd tot tyd, donkerder begint te wor-
den , naar maate de Zon laager onder de
Kimmen daalt.
J»-»
-ocr page 202- -ocr page 203-dertiende HOOFDSTUK.
Verklaaring van Plaat XIII.
Vr. IFat viord op de XIII de Plaat aaU'
getoond'^
Antw. Het Noorderlyk Halfrond van
den Sterren-Hemel, met de daar toe be-'
hoorende Sterrebeelden of Geflernten ,
waar van ik U in hec Eerfte Hoofdfluk be-
loofde een nader berigt te zullen geeven ,
toen gy my na de Gedierten op den Hemel-
Globe vroeg.
Vr. Hoe moet ik dit Halfrond nu aan^
merken of befcboimenl
Antw. Gy moet U verbeelden de helft
van een Hemel- Globe te zien , welke ia
hec midden op het vlak van den Mguator
is doorfneeden , en dat dit het Noorder
gedeelte is, welk gy vlak van boven af in,
op
-ocr page 204-op de Noordpool ziet, want de Stip of het
punt A daar de regce Iy„en die de Colu-
ren oi Kruis. Cirkels verbeelden., ellian-
deren in het «ndden kru lTen , 'verSd
de Noordpool-, de binnenftenbsp;S
rondom dit Srip loopt, is de Noorder
Pools-Cirkel, welke door de Noord. Pool
van de Ecliptica loopt, daar de geflipte
Cirkellynen tot eikander in een pLt bv
een komen. De tweede Cirkel verbeeld
de Noor der-Keerkring van de Kreeft S,
en de daar aan volgende geele Cirkels zyn,
de ALquator vatt dm Horizonverbeelden-
de dus een Eoenwydige Spheer, gelyk ik
U in de Q^de Figuur) van de IXde Plaat,
heb aangetoond. Verder verbeeld de halve
Ctrkel, die de Noorder Keerkring raakt,
en met «reepjes in Graaden verdeeld is
de eene helft van de Ecliptica of Zons-
■weg en de ^flipte Cirkels die rondom de
Pool van de Ecliptica loopen, zyn Breedte
Cirkels der Sterren.
Vr. Zyn daar op alle Sterreh^ vielke
men aan den Hemel zien kan.
Antw. Neen j daar is ook nog een Zui-
-ocr page 205-delyk Halfrond met Sterreleelden, welk ik
U in het vólgende Hoofdftuk, op een an-
dere Plaat, zal aan wyzen.
Vr. Hoe veel Sterrebeelden zullen op
die heide Halfronden aangetoond wordenquot;i
Antw, 77 In 't geheel, bevattende ge-
zamentlyk 1888 Sterren, welke genoeg-
zaam met het bloote oog aan den Hemel
kunnen gezien worden, en die de be-
roemde Sterrekundige Heer Hevelius ,
door zyne eigene Waarneemingen , en
door die van den Vermaarden Halley ,
in zyn lyll der Vaße Sterren heefc ge-
plaatft.^ Doch gemelde Sterren zyn op
die twee Halfronden , wegens de klei-
ne ruimte , niet alle uitgedrukt en aange-
toond.
Vr. Kan men geen meer Sterren, met
het bloote oog, aan den Hemel zien dan
en boe veel beeft men quot;er al door Ferrekykers
gezien^
Antw. Ja, naar maate iemant fcherp
van gezigt , kan men 'er wel 2000 of
mier
-ocr page 206-of meer tellen, doch het getal derzel-
ve word ontelbaar eii oneindig gerekend,
vertoonende dezelve zig in verfchillen-
lt;ie Grootten en Afftanden , weshalvca
de Sterrekundigen die verdeelen in Ster-
ren van de Eerfte, Tweede, Derde^ en
yierde Grootte en^. , om ze des te be-
ter van elkander te onderfcbeiden. De
zeer beroemde Heer Flamstead heeft in
zyn tyd een Lyft van Sterren, en dérzel-
ve grootte, volgens zyn Waarnëémingen
door Verirekykers, aamp;n de geleerde Wae-
reld medegedeeld, wier getal 3002 beloopt,
cn 'er zyn nog veel meer, die door Ver-
rekykers gezien kunnen worden, want
de Abt dé la Ca ille heeft 10000
Sterren, in het Zuider Halfrond iWeea ,
waargenomen , welke naderhand nog
met 8000 zyn vermeerderd. In hec Ster-
rebeeld van Orion alleen zyn 'er om-
trent 2000 gezien, door Verrekykers, zó
dat het getal der Sterren ontelbaar is.
Ziet hier de Lyft van den Heer FLaM-
stead , welke hy van de zigtbaare Ster-
ren van Ferfcbillende Grootte gemaakt en
in een kort beftek hy elkander gevoegd
heeft.
den ZrnSac.
Notrder
Hemelrond.
Dito in het
Zuider
Hemelrond,
Som der
■ Sterren.
Getal |
Ètdotheden van ieder Soort | ||||||
ille ide 3de 4de jde 6.de 7de | |||||||
943 |
7 |
JI |
3 |
9 |
lÉS |
44 J |
174 |
t 1511 |
2.5 |
93 |
2.Z7 |
156 |
113 | ||
J47 |
|
20 |
135 |
i y |
IS7 |
10 | |
3001 |
rr |
l 54 |
4T7 |
«70 |
1316 |
297 |
Vr. Hoe moet ik dit Tafeltje leeren ver-
ftaan ?
Antw. By voorbeeld , dat 'er in dea
Zodiac of Dierenriem 943 Sterren zyn ,
van we'.ke 7 van de Eerfte Grootte, li van
de T'^xeede Grootte , 43 van dt Derde
Grootte zyn, en zo verder tot aan de Zeewn-
de Grootte , welke gezamentlyk het getal
van 943 uitmaaken. En zo moet gy de
andere Sterren ook begrypen , zoo dat er
onder de 3002 Sterren maar van dc
Eerfte., en 54 van de Tweede Grootte ge-
vonden worden.
L
-ocr page 208-Vr. Hoe is men aan die Sterrebeelden
gekomen ?
Antw. De Ouden hebben reeds , lange
jaaren voor Cbrijlus Geboorte , verfchei-
den daar van verzonnen , welke men tot
gebruik der Ä'terreloopkunde op Globen
of ronde boilen , en platte Hemelspleinen
heeft getekend , en de laatere Sterrekun-
digen hebben 'er nog meet bygevoegd.
Vr. Hoe ixord de Sterren - Hemel ver-
deeld ?
Antw. Do Sterrekundigen verdeelen
denzelven in drie Geweßen ; het Noor der
en Zuidnr Geixtß des Hemels , tuflchen
welke beide het Middelße Gewefl van den
Dierenriem, of de Zodiac i;i 't midden is
gepiaatft, binnen het weik de Dwaal-Ster-
ren rondloopen , voerende den naam van
Dierenriem , wegens de Gedierten, diein
denzelven getekend ftaan.
Vr. H e veel Sterrebeelden ziet men op
dit iNoorder Halfrond van deze Plaat?
Antw. In 't geheel 43 , van welke ik
U, eerßelyk, Sterrebeelden met derzelver
Naamen , het getal der Sterren, die elk
Beeld bevat , en de grootfte van ibmmi-
ge Sterren in dezelve zal opnoemen , en
met Cyffer Letters ofNommers aantoonen,
behoorende die 37 Sterrebeelden tot het
Noor der Geivefl des Hemels j en dan ten twee-
den , nog 6 andere Sterrenheelden van den
Dierenriem, met Capitaale Nommers, die
tot het Middelfte Gewefi des Hemels be-
hooren. Sommige Sterrebeelden aan de
kamen worden maar half vertoocd , 'doch
de andere helft vindt gy met dezelfde
Nommers, om dat het eenerlei tekens zyn,
met die op het Zuider Halfrond, in het
volgende Hoofdfluk. Ook zyn quot;er Sterre-
beelden daar flegts alleen een gedeelte cp
het eene Halfrond van te zien is , als
No. 24. enz.
Vr. Welke zyn dan die Sterrebeelden en
hoe worden dezelve genaamd ?
Antw. Als volgt:
No. i. Urfa Minor,de Kleine Beer, heeft iS
L anbsp;Ster-
Sterren , onder welke drie zyn , by de
Zeelieden zeer wel bekend ; één Ster van
de Tweede Grootte, in het uijerile van de
Staart , welke men de Noordstar
noemt, om dat die digfl: aan de ISoordpeol
Haat, en twee Sterren in het voorfte ge-
deekc des lighaams , welke Wagters ge-
noemd worden. Deze Noordßer nu ziet
gy hier orcftreeks bykans vlak in 't Noor-
den, 5GGraadencf daar omtrent boven den
Horizon verheven ^ en een zeker punt of Stip
daar digt by gelegen, is de Noordpool der
IVaereld, waar van ik in myn voorgaan-
de Roofclftukken dikwils gefproken heb, ea
rondom hetzelve draait , of liever fchynt
he-t Firmament, met alle Sterren, van het
Ooflen naar het JVeften te draaijen; gelyk
gy alle nagten , als de lucht helder is ,
zien kunt, zo gy 'er een tyd lang agt op
geefr. Doch de Sterren vlak onder de-
ze Noordfler ftaande , fchynen van het
Weflen naar het Ooften te beweegen , _en
die boven de Nourdfler ftann , draaijen
van hec Ooßen naar het Weflen ; en dit
moet zig ook zo vertoonen , wyl alle
Sterren als in 't rond om de Noordfler
cf Pijol dr..ayen , welke het punt van de
A-
-ocr page 211-Js der Waereld verbeeld ; want zo gy,
by voorbeeld ; een hoepel in uw handen
neerat, en die om haar As draait , van
de rcgter naar de linker zyde , dan zal
het onderfte gedeelte van den Hoepel
zig naar den regter kant beweegen , en
het bovenfte naar den linker, gelyk ook
iii alle oradraaijingen van Cirkels gefchied.
De Sterren, in het Zuiden ^ ziet gy derhal-
ven alle van het Ooflen naar het Weften
voortgaan , in Cirkelboogen , welke aan
den Horizon ondergaan. Zo gy nu deze
Noordfler aan den Hemel eerft hebt lee-
ren kennen , ('t welk vry gemakkclyk te
doen is , wyl ze bykans altoos op dezelf-
de plaars ftaat , en fleg's een kleine Cir-
kel in haar omloop maakt , daar andere
Steerren rondom draaij én , ) zo zult gy
de verdere Sterren , als de Groote Beer,
die uit zeven heldere Sterren beftaat, en
daar niet yer van daan is , ook wel haaft
leeren kennen , en zo vervolgens meer
andere Sterren , waar toe het gebruik
van eene Hemel-Globe ook veel zal kun-
nen helpen , of de aanwyzingen van den
Meefter , die U dezelve aan den Hemel
toont, met het gebruik der Hemel-Globe',
of een Hemels - plyn , door Simon van
der Moolen in't licht gegeeven, dat
voor Leerlingen van ongemeen veel dienft
kan zyn , ora alle Noorder Sterrebeelden
aan den Hemel fchielyk te leeren kennen ,
die hier ter plaatfe boven onzen Horizon,
het geheele Jaar door, gezien worden,
No, a. Urfa Major, de Groote Beer, heeft
73 Sterren , van welke zeven zeer zigt-
baar , en helder blinkende zyn ; vier
van dezelve ftaan op het lyf, in een vier-
kante gedaante , en worden voor de Wa-
' gen gehouden , en de drie in de ftaart
worden de Paarden genoemd, van welke
de twee uiterfte van de tweede Grootte
zyn.
Vr. Maar -waarom word dat Gefternte
zo genoemd , en van waar heeft het dien
naam ontvangen ?
_ Antw. Ik zal U daar van eene uitleg-
ging geeven, gelyk ook in vervolg van al-
le andere Sterrebeelden , voor zo verre
men daar van reden weet te geeven, uit
de Hiftorien der oude Faheldigiers , die,
vol
-ocr page 213-volgens dc denkbeelden der Heidenen fom-
mige Voornaame Pcrfooncii na hun dopfi
vetgoed , en aan dea Ilemcl geisl^sisc
hebben.
Dé Grieken noemden den Groaten Beer,
Jrctos oi Helice , en ...den Kleinen ßep-,
Cmofura , wyl 2yn ftaart naar die vaa
ecu hond geleek- De Groote Beer was
weleer de fchoone Califlo , Dogter van
Lycaon , Koning van Arcadien, en Zaon
van den Kouiflg Pelafgus , waar op juplr
ter, ( de Oppperfte God d^er Heidenen ) ycrr
Jiefde en haar opteerde. Doch j^if^o d^
Gemaalin van Jupiter , daar over j^loeijs
en graraftoorig geworden zynde , verapquot;
derde Califlo ineen GrflotenBeer
Zoon Areas in een Kleinen Beer\ waar pp
Jupiter hen beide ten Hemel verhief, en
tot twee aanzieniyke Starren maakte , die
befleudig rondom de Noordpool draaijen 9
en in dx; Noorderlyke Landen nooit onder-
gaan , maar altoos , boven den Horizon
verheven , gezien worden.
No. 1.. Draco^di DraaklnshAo Sterren.
Deze braak w.is , volgens df Poeëten ,
L4nbsp;dc
de gene , welke Jum aanflelde om de
Tuinen der Hefperides , de Dogters van
Hefperus, welke de Broeder van Atlas
was , te bewaaken. In dese Tuinen wa-
ren boomen met gouden Vrugten, of Ap-
pelen, welke Hercules ondernam te ftee-
len , doch lloeg toen eerft dien Draak
dood , die naderhand tot een Geflernte is
gemaakt geworden.
No. 4, Cepheus; Cepbeus heefti 51 Ster-
ren. Van dit Sterrebeeld verhaalen de Ou-
den het volgende. Cepbeus en Caffiopea
(a) waren weleer de Koning en Konin-
gin van Ethiopië , en Andromeda (b) hun
beider Dogter , welker fchoonheid , door
haar Moeder , boven die der Nimphen ,
gepreezen werd , waar over de Nimphen
vergramd geworden zynde , Andromeda
aän een Rots in Zee bonden , om haar
dus door een Walvifch of Zee- Monfter te
laaten verflinden. Gy ziet C No- 07.) hoe
met de cene hand aan een Rots gekluis-
ceid
(a)nbsp;Zie Figuur 15.
(b)nbsp;Zie No. 27.
-ocr page 215- -ocr page 216- -ocr page 217- -ocr page 218- -ocr page 219- -ocr page 220- -ocr page 221- -ocr page 222- -ocr page 223-Liefde , is , maar het Teel waarfcbynly-
ker , dat men daar door het Zinnebeeld
van de Krap heeft willen aanduiden , of
de Pyl, met welke Hercules Juno en Plu-
to kwetfte , volgens het verhaal van Ho-
merus ; of dat het die Pyl betekent, wel-
ke diende om den Gi^r of Arend dien Pro-
metheus (die op den berg Caucajus geklui-
fterd lag ) dagelyks een gedeelte van zyn
lever afpikte y het geene hem tot een Hel-
fche ftraf was op gelegt , dood te fehle-
ren , zynde deze Arend tegen over Her-
cules aan den Hemel geplaatft.
No. 22. Aquila , de Arend , of vlie-
f^ende Gier , heeft 23 Sterren , van wel-
ke één blinkende fchoone Ster zig op zyn
fchouder vertoont. Deze Arend , als de
Koning der Vogelen aangemerkt zynde ,
werd ook van de Heidenen , aan den Op-
perften of Koning der Goden Jupiter toege-
wyd, en deswegen JupitersFogel gmz^m.
De Poëten verzieren , dat Jupiter, in een
Spelonk, cp het Eiland Creta, met Am-
hrofia, oi Godendrank, die de Duiven-hem
aanb ragten , is opgevoed , en dat de A-
Mnbsp;rend
renä hem NeSlar , ( dat ook zo veel als
Godendrank betekent ), die hy uit een
Rots zogt , in zyn bek toevoerde , om
welke daad hy tot een Gefternte aan den
Hemel werd verheven. Ander» Schryvers
echter willen, dat de Arend Jupiter den
Blikfem of de Donderpylen heeft verichaft,
met welke hy de Reufen , (in een ftryd
met dezelve) getroffen, en ter neder ge-
veld heeft, wanneer zy den Hemel wil
den beftormen.
* No. 23. Antinous, of Ganimedes heeft 19
kleine Sterren. Deze Antinous was een
Jongeling van eene verwonderlyke fchoon-
heid , geboren te Claudiopolis in Bytbinie,
en in den Nyl verdronken, en dien de Kei-
zer Adrianus aan de Egyptenaaren ver.
eerde, als ean nieuwe Godheid. Som-
migen «eggen , dat deze Antinous een
der Minnaaren van de vermaarde Penelope
zou geweefl zyn, waar van de DichterPro-
pertius fpreekt', in zyn 4de Boek de 5de Eleg.
.ïNo. 24. Equuleus, het Faardtie of de
-ocr page 225-kop van het Paardtje, zynde het Lighaain
onder de wolken bedekt, heeft 6 klei-
ne Sterren, en wordt dus genaamt, om het
zelve van het daarby ftaande Geflernte, het
Groote Paard, te onderfcheiden. De
Poëten zeggen, dat Mercürius dit Paard
aan Caflor heeft gegeeven, die het met
den naam van Cyllarus doopte.
No. 25. Pegafus, het Vliegende Paard,
of het Paard Att Zang-Godinnen, aan wel-
ke het is toegeheiiigd , en in Eigendom
behoort, heeft 37 Sterren, onder welke
vier helder blinkende zyn ; één van de
Tweede Grootte, Markab, of Jed Alphe
ras genaamt, midden in den Vleugel; één
van da Tweede Grootte, in de linker
fchouder, Secat Alpharas genaamt; één
van de Tweede Grootte, op het punt van
den Vleugel , Algenib geheeten, en één
in den Bek van de Berde Grootte, met naa-
me Enif. Dit Paard gaven de Zang-Go-
dinnen dikwils aan de Helden en halve
Goden, om fpoed in hunne Verrigtingen
te maaken. Perfeus heeft het bereeden.
Doch Bslleropbon (zo als de Dichters ver-
M anbsp;haa
baaien,) het zelve ook beklommen heb-
bende, wierd door de Lucht ijevoerd, en
aldaar met angft en duizeligheid bevangen
zynde, viel hy van het zelve op de Aar
de , waarom dat Paard als een Gefternte
aan den Hemel is geplaatlt.
No. 26, Delphtnus , de Dolphyn heeft:
14 Sttrren. Deze Vis is aan den Sterren-
Hemel geplaatft geworden , om dat door
denzelven veele Menfchen het leven is
gered , weshalven de Ouden hem aan-
merkten , als een Vriend der Menfchen.
Telemacbus werd door een Dolphyn
gered , alsmede Arion, een vermaard
Lierdichter van Leslpos, die door zyn
konft groote Schatten verzameld hebben-
de , te Scheep naar /talie wilde rei-
zen. Het Scheepsvolk op het Schip be-
merkende, dat hy veel Geld by zig had,
beraadfloegen , hem buiten boord te wer-
pen , om aan zyn Schat te komen , doch
hy vorzogt, dat hy eerft nog eens op zyn
Lier mog'te fpelen, het welk zy hem ver-
gunden waarop, door het lieflyk ge-
luid van zyn Muziek, terftond een Dol-
phyn
-ocr page 227-phyn by het Schip te voorfchyn kwam ,
die door dit aangenaam geluid bekoord
fcheen. Arion dit ziende, fprong daddyk
buiten boord, op den rug van den Dol-
phin, die hem met al zyn Schat gelukkig
en behouden naar Tenedos overvoerde.
De Dolphyn word desgdyks aangemerkt,
als een Zinnebedd van den God der Zee.
Apollo veranderde zig ook in een Dol-
phyn.
No. ar. Adromeda , Adromeda heeft
a6 Sterren, onder welke één fchoone Ster
in het Hoofd blinkt, die met de drie an-
dere van Pegafus een groot kenbaar ^a-
draat of Vierkant uitmaakt, en in den voet
van Andromeda h ook een helder blinken-
de Ster van de Tweede Grootte. Hoe de-
ze Andromeda aan den Sterren - Hemel is
gekomen , heb ik ü in No. 4- by het Ge-
fternte van Cepheus reeds verhaald.
No. 38. Triangulum majus , de Groote
Driehoek heeft 6 Sterken. Men weet aan
denzelven geen anderen oorfprong toe le
fchryven , dan dar hy naar de drie voor-
M 3nbsp;naam-
naamfte Sterren deszelven, welke te zaa-
men een Driehoek uitmaaken, zo genaamt
fchynt te zyn. De Poëten intusfchen ver-
haaien , dat Ceres aan 'Jupiter verzogt
zou hebberl, om de gedaante van het Ei-
land Sicilië, dat driehoekig is , aan den
Hendel te mogen plaatfen; doch andere
Schryvers zeggen . dat deze Driehoek de
Drie oude tVerelddeelen zoude beteke-
nen.
* No ao, Triangulum minus, de Kleine
Driehoek, heeft 3 kleine Sterretjes.
* No. 30. Mufca , de Vlieg heeft ♦
Sterren , waaronder één vaa de Derde
Grootte is.
No. 31. Coma Berenices, het Hoofdbair
van Berenice heeft 21 Sterren. Deze Bere-
nice was eertyds de Gemaalin van Koning
Euergetes, die ten Oorlog uitging tegen
Ptolemeus Soter, Zoon van Lagus, en
bygenaamd de Grootte , in Azia. By de-
ze gelegenheid deed Berenice een gelofte
aan de Goden, dat zy, als haar Gemaal
Over.
-ocr page 229-Overwinnaar uit den Oorlog te rug kwam
haar Hoofdhair zoude affnyden, gelyk
zy ook naderhand, toen haar Gemaal te
rug kwam , deed, en zond het naar
den Tempel van Venus, waaruit her, zo
men verdigt , ten Hemel opgenomen is
geworden, en tot een Gefternte gemaakt,
gelyk uit een fraai Gedigt van den Poeët
Catullus te zien is.
* No. 33. Lynx feu Tigris , de Linx
of Tyger heeft, onder 19 Sterretjes , maar
één van de Derde Grootte, aan het einde
van zyn Staart.
* No. 33. Leo Minor, de Kleine Leeuva
heeft 18 Sterreijes, onder welke drie zyn
van de Derde Grootte.
No. 34. Canis minor feu Canicula, de
Kleine Hond , heeft 13 Sterren , onder
welke één helder blinkende Ster is van
de Eerfte Grootte , PrOcyon genaamt, op
den buik van dien Hond. Dit Geflernte ,
alhoewel op deze Plaat getekend, behoord
M 4nbsp;tot
tot het Zuiderhalfrond. Het word zo ge-
naaiBt, om tot een Zinnebeeld van Ge-
trouwheid , Liefde , Onderdanigheid en
Leerzaamheid te verllrekken. De Poeëten
zeggen , dat het de Hond van Orion of
van Icarus geweeft is, Mßra genaamt ,
welke in een Put fprong, na alvorens den
dood van Icarus , en deszelfs Dogter,
Erigone, (die zig zelve uit wanhoop op-
hing , en wier Schoothondje hy was) ge-
zientehebben. Anderen berigten,datzy van
Paris was weggeroofd en gefchaakt; zy
verloor denzelven in Euripe , waar over
zy zulk een groote droefheid had, dat zy
Jupiter bad hem in den Hemel op te wil-
len neemen,
* No. 35. Monoceros , de Eenhoorn
heeft 19 Sterren, en behoort mede tot het
Zuider Halfrond.
No. 36. Orion, de Reus heeft 6a Ster-
ren. Dit Gefternte is een van de Ichoon-
fte aan den gantfchen Sterren-Hemel, wyl
het door veele Helderblinkende Sterren bo-
ven andere uitmunt j ea een grootfche
ver-
-ocr page 231-vertoonins maakr. Het behoort ook tot
het Zuider'Halfrond. Op ieder Schouder
heefc die Reus een heldere S er , van wel-
ke één van de Eerfte Grootte, Glénea ge-
naamt , op de regter Schouder uitmunt.
In zyn linker Voet is ook één Ster van
de Eerfte Grootte, Regel geheeten ; verder
heeft hy drie heldere S^cerren , digc by el-
kander, op den Gordel, die men de Drie
Koningen noemt , en één helderblinken-
de in de regter Knie. De oorfprong van
dezen Reus word zeer verfchillende ver-
haald : Ibmmigen berigten , dar Jupiter,
Nephtunus en Mercurius , eens zaamen
reisden , en door den nagt overvallen ,
genoodzaakt wierden by een armen Boer
Hircus of Bok genaamt, te overnagten ,
alwaar zy echter zo vriendelyk onthaald
wierden, dat zy hem beloofden, aües te
zullen geven wat hy wenfchte. Waar-
op hy antwoorde, dat hy, niettegenftaan-
de hy zyn Vrouw op haar Serfbed be-
loofd had, van niet te zullen hertrouwen,
echter zeer begeerig was een Zoon te heb-
ben. Die wenlch werd hem toegedaan, waar
op zy met hun drieën een Osfenbuid, mtc
M 5nbsp;hun-
hunne pis bevogtigden , en hem bevolen
dien te begraven , eir tien Maanden na
dien tyd dezelve weder op te graven.
Wanneer Hircus nu, na verloop van tien
Maanden, dien Huid wrilde opgraven, vond
hy in plaatze van denzelven een Eerftge-
boren Kind, het welk hy met den naam
van Urion doopt^ , om dat het uit Urlen
of Pis der Goden geteeld was, doch na-
derhand heeft men dien Naam in Orion
verandert , om zyn morfigen Oorfprong
te verbloemen. Deze Orion ging op het
Eiland Creta met de Godin Diana op de
Jagt, maar zig niet wel jegens haar wil-
lende gedragen , en haar ontceren , ver-
oorzaakte zy, dat hy door een Scorpioen
werd dood gelloken. Jupiter intullchen
deernis met zyn noodlot hebbende, nam
hem in den Hemel, en plaatfte hem tot
een voornaam Gefiernte.
No. 37, Hydra, de Water-Slang heeft
34 Sterren, onder weike één Ster van de
Tweede Grootte in deszelfs Hart is , die
ook het Hart van den Slang, of in 't Ara.
bifch , Alphard genaamt word. Dezelve
be.
-ocr page 233-behoort mede tot het Zuider - Halfrond,
alwaar gy een groot deel van dezelve zult
zien. Deze Slang heeft met de Geflern.
ten No. 8 en 9, naamelyk de Beker of Pot
en de Raave, eenerlei Oorfprong , want ,
volgens het zeggen van OviDius, wilde
Apollo een Offerhande aan Jupiter doen ,
en zond ten dien einde de Raave met een
Pot om water te haaien, doch die bleef
op een Vygeboom zitten, en befchuldig-
de de Slang naderhand , dat zy dc oor-
zaak van haar lang uitblyven was , maar
Apollo, om haar voor die leugen te ftraf-
fen , plaat fte de Raave aan den Hemel ,
vlak tegen over den Pot met Water, en
bevool de Slang, dat zy de Raave belet-
ten zoude' daar uit te drinken. Andere
meenen , dat idit de Slang van het Mcir
Lerna is, die' Hercules heeft verflaagen,
doch dezelve had verfcheiden hoofden,
deze heeft maar eén hoofd.
Vr. Welke zyn de Oorfprongen der Naa-
men van de Gedierten in den Zodiac of
Dierenriem in dit Noorder Halfrond p
Antw. De zes volgende.
No. I. Aries V, de Ram, het eerfte Te-
ken van den Zodiac, heeft 27 Sterren,
onder welke één klaare bekende van de
T-weede Grootte , in zyn Voorhoofd blinkt.
De reden van dien naam is, zegt men,
omdat de Sterrekundigen by de Chaldeeu-
wen opmerkten , dat de Velden en Lan-
den met Kudden bedekt waren, op dien
tyd, als de Zon in het Teken trad : der-
halven oordeelde men , om dit Jaargety
uit te drukken , dat men gevoeglyk dit
Gefternte of Teken met den naam van A-
ries V, of den Ram, konde doopen,wyl
die op dien tyd voor de voornaan^fte der
kudde gehouden wierd. Andere verhaalen,
dat deze de Ram cn zyn Gulden Flies , is ,
welke aanleidinge gaf tot de vermaarde
Togt der Argonauten , waarvan de His-
torie alsdus lu;d. Athamas Koning van
Theben gewan hy zyne Gemaalin Nephele
eenen Zoon , Pbrixus genaamt, en eene
Dogter Helle. Doch naderhand trouwde
hy nset een andere Vrouw Ino genaamt,
welke op zyn Zoon Pbrixus verliefde,
maar
-ocr page 235-maar van hem deswegen veragt worden-
de , vatte zy een onverzoenlyken haat te-
gen hem op. Als hec nn naderhand ge-
beurde , dat 'er gebrek aan Koorn in 't
Land kwam, maakte zy Jtbamas wys ,
dat de Goden vergramd zynde deswegen
gebrek aan Koorn veroorzaakt , en de
Veldvrugten niet gezegend hadden , en
dac deze gramichap niet konde verzoend
worden , dan door de Offerhande van
Pbrixus en Helle , zyne beide Kinderen.
Athamas liet zig hier toe overhaalen.
doch wanneer het Altaar gereed ftond om
te offeren , nam Nephele |i( dat is een
Wolk _) , hen beide weg , en plaac-
fle een Gulden Ram op het Altaar, dien
zy van Mercurius had gekreegen. Op
dezen Ram nu vloogen zy door de Lucht
uit Theben, doch Helle viel onderweegs
op de vlucht in Zee, die deswegen den
naam van Hellefpont heeft ontvangen.
Pbrixus intusfchen kwam te Baixada, al
waar de Barbaaren hem llaapende wilden
vermoorden , maar de Ram maakte hem
wakker, en voerde hem van daar naar
Colchis, alwaar de Koning Aeta hem zeer
vrien.
-ocr page 236-vriendelyk ontving , welke den Ram ver-
vol «ens aan Jupiter opoftèrde , en zyn
Gulden Vlies of Vage in het Bofch van
Mars deed ophangen , en door Stieren
met kooperen poocen, die Vuur uitbraak-
ten, en door een grooten Draak, liet be-
waaken. Naderhand , zegt men , is die
Ram in den Hemel opgenomen , en tot
een Geflernte gemaakt.
No. H. Taurus , de Stier heeft 51
Sterren , onder welke het vermaarde Ze-
vengefternte , Pleiades genaamt , op zyn
Hnis ftaat , waar onder één Star van de
Derde Grootte, met naame Jlcyone ge-
vonden word. Ook heeft hy één Ster
van de Eerfte Grootte, Aldeharan ge-
naamt, in zyn Znidelyk Oog. De Ster-
ren op zyn Neus, en het Noorderlyk Oog
zyn ir.eeil: van de Derde Grootte. Het
Jaarget'^ of de Lente, wanneer de Zon
in dit Te':en kom:, heeft de Ouden me-
de aanleidinge gegeeven , om dit Geflern'
te den naam van Stier te geeven, wyl die
Beeften in het Voorjaar van de ftallen
naar de Velden gebragt worden. Boven-
dien
dien verhaalen de Fabeldichters , dat yu-
piter op Europa , de Dogter van Agenor
Koning van Phenicie verliefd zynde , zig
zei ven in een mooye witte Stier veran-
derde, en met haar , als zy op zyn rug
was gaan zitten , om dat zy groot bebaa-
gen in dien Stier fchepte , naar het Ei-
land Creta over de Zee zwom , alwaar
hy haar zyne Godheid bekend maakte,
en den Stier aan den Sterren - Hemel
plaatfte.
No. 111. Gemini H, de Tweelingen
Caftor en Pollux genaamt, hebben 38
Sterren , onder welke één van de Twee-
de Grootte is , in het Hoofd van Caftor,
als de Weftelykfte der Tweelingen, voeren-
de die Ster den Naam van Aphellan. Pol-
lux , die Ooftelyker gelegen is, heeft ook
een Ster van de Tweede Grootte, Abra-
cbabéus genaanir. Dit Teken heeft ook
al van de om Handigheden van het Jaar-
Saifoen zyn naam ontvangen , want om-
fireeks May , ais de Zon in hetzelve
komt, beginnen de Geiten te jongen , en
dan komen 'er meeft Tweelingen te voor-
fchyn,
-ocr page 238-fchyn, weshalven de oude Herders , die
toenmaals aanzienlyke Lieden waren (wyl
hun meefte Rykdom in het Veefokken
beftond) , dit Teken dien Naam gegee-
ven hebben. Doch de Fabeldichters ver-
haalen ook, dat Caftor en Pollux twee
Zoonen van Leda waren , zynde de laat-
fte by Jupiter geteeld , dienvolgens
Onßerflyk, maar de eerfte by haaren Man
Tindarus , en alzo Sterflyk. Waimeer nu
Jazon de vermaarde Togt om het Gulden
Vlies ondernam , werd hy door Caftor
ei! Pollux, en andere Helden verzeld ,
die zig op dien reis manmoedig be-
toonden. Doch onder weg overviel hen
een Storm, en toen werd men twee
heldere Lichten tondom de Hoofden
van Caftor en Pollux gewaar , waarop
het korr daarna ftil weêr wierd. Hier
uit nu gifte men , dat in deze Jongelin-
gen iets Goddelyks was opgeflooten. Na-
derhand wilde het geval , dat de fterf-
lyke Caftor vermoord js geworden , waar
op Pollux aan Jupiter verzogt van hein
onfterfiyk te willen maaken , doch dit
niet kunnende gefchieden , verwierf hy
zo
-ocr page 239-zo veel, dat zyn Broeder de helft van
zyne Ünfterflykheid zoude genieten ,
v(/cshaiven zy om den anderen dag leel-
den , doch de een in den Hemel , èn
de ander in de Hel ; en eindelyk wer-
den zy in de gedaante van fwee naakte
Jongelingen, gelyk gy hier ziet, aan den
'sterren - Hemel geplaatft.
No. IV. Cancer ffi, de Kreeft, heeft
Sterren, onder welke één op zyn
:ßorft ftaat , die Nevelagtig is, en Prco.
fepe of de iTf/We genaamd word; de an-
dere zyn meeft alle kleine Sterren. Het
is geenzins onwaarrchynlyk, dat de Ou-
de Waarneemers aangemerkt zullen heb-
ben , dat de Zon boven de Evennagt-
Cirkel opwaarts klimmende , tot een ze-
kere hoogte kwam , van waar zy weder
nederdaalde, en als te rug keerde, en
dat zy die te rug gaande beweeginge ,
door den gang van een Kreeft belt heb-
ben kunnen uitdrukken, en dat des-
wegen dit Hemel - Teken , in welk de
Zoxi trad , zodanig is genoemd. Da
Fabeldichteis echter zeggen , dat de-
Nnbsp;ze
ze de Kreeft is, welken Juno had uit-
gezonden, om Hercules te byten en te
p:aaf!;en, als hy bezig was met den Ler-
mafche Slang te bevegten. Wanneer
nu du D'cr door Hercules vermoord was,
piaatlle Juno het aan den Hemel , onder
de Sterren; en daarom meenen fommi-
gen, dat het de Slang is, waar van wy
No. 37. gelproken hebben.
No, V. Leo Slj de Groote Leeuw ^
heeft 46 Sterren, onder welke eenige
helder blinken, in de hals, op den rug,
en twee boven andere uitftekende , de
eene van de Eerfte Grootte, Regulus ge-
naamt, in het Hart van den Leeuw , die
itien ook Baßlifcus noemt, en de ande-
re desgelyks van de Eerfte Grootte, met
jiaame Deneb, in den Staart van den
Leeuw, hi dit '1'eken ftaat de Zon als
het in de Noorderlyke Geweften des Zo-
mers op zyn heetft is, het we'.k in deCu-
dtn bnifen twyffel aanleidinge gegee-
ven heeft, om, dit Teken door een
Leeuw af te beelden , vermits hec droo-
ge en heete Temperament van dit. Dier
daarmede eenige overeenkomft heeft,
en als een Zinnebeeld van een fterke hit-
te en dorheid mag aangemerkt worden.
De Poeëien echter vernaaien, dat de^e
de Nemeefcbe Leeui» is, welken Juno uit
de Maan heeft gezonden, oift Hercules
van kant te helpen. Doch Hercules ver-
fcheurde henl , en maakte van zyn vel
een Schild , en Harnas , waarop Juno_
den Leeuw met de Hem.elfche Waardig-
heid vereerde.
No. VI. Virgo Iffi, de Maagd, heeft
50 Sterreu , onder andere één helder-
blinkende . van de Eerfie Grootte, met
naame Spica , of de K^'Ornair van de
Maagd, die 7y in haar Hand draagt.
Wanneer de Zon in dit Teken komt ,
is de Oogfttyd voor het grooftte gedeel-
te voorby , en dan ziet men dik-
wils , dat de jonge Boere - Maagden ,
de nagebkvene Koornairen op de Land^
ryen opraaptn, of na leezen ; waar uit
de Ouden aanleiding gek reegen heliben ,
om dit Gellernte door een Maa,^d te
verbeelden , met eenige Koornairen m de
]N 2nbsp;hand.
■hand. Ook tevens om te toonen, by wel-
ke gelegenheid, zy aan den Hemel is ge-
plaatfl:. Desgelyks word zy met Vleuge-
len afgebeeld, om daar door aan te duiden,
dat de Oogfttyd dan byna verftreeken of
vervloogen is. De Fabeldichters echter zeg-
gen, dat zy een QochK'cvm JupitertnTbe-
mis, en de Godin der Gerecbtigbeid\s, Af-
trea, genaamt. Zy verhaalen, dat zy in
de Gouden Eeuw uit den Hemel op de
Aarde nederdaalde, doch over de Godde-
loosheid der Menfchen gebelgd zynde,
weder naar den Hemel te rug keerde, en
tot een Geßernte gemaakt werd.
^ ^^
^ ^
^ ^ ^
I
-ocr page 245-Vr. Is dit nu het Zuidelvk Halfrond ,
ixelk gy my op deze Plaat wilde aantoonerS
Antw. Ja , hier word de andere
helft van de Hemel-Globe verbeeld, naa-
melyk het Zuidelyk Gedeelte; en hier ziec
gy van boven op de Zuidpool, te weeten
op het Stip B, im amp;t Coluren oï Kruis-
Cirkels elkander doorfnyden. De binnen-
fte Cirkel rondom dit Stip of Punt, ver-
beeld de Zuider- Poolskring , die door de
Zuid'Pool van de Ecliptica ]oopt, alwaar
desgelyks C^'s in 't voorgaande Halfrond)
de geftipte Cirkellynen tot elkander op
een punt vergaderen. De tweede Cirkel
vertoont de Zuider-Keerkring van den
Steenbok, en de daar aan volgende Cirkels
verbeelden den Mquator met den Horizon,
N 3nbsp;ver-
vertoonende een Zuidelyke evenwydi-
ge Spheer. De Halve Cirkel, diedenZ^eer-
raakt, en met Streekjes in Graaden
verdeeld is, vertoont da andere helft der
Ecliptica of Zonsweg, en de geftipte Cir-
kels rondom de Pool der Ecliptica loo-
pende, zyn ook Cirkels der Breedte.
Vr. Hoe veel Sterrebeelden worden in
dit Zuidelyk ffalfrond op deze Plaat ver-
beef
AnTw. In 't geheel 34 , te weeten 28
Sterrebeelden, die met de Cyf er- Letters
en hunne naamen worden aangewezen, en
welke tot het Zuider Gewefi des Hemels
behooren , en dan nog 6 overige Sterre-
beelden van den Zodiac of Dierenriem, die
tot het Middeljle . Gewefl des Hemels be-
hoorende, met Capitaale Nommers, ne-
vens derzelver naamen aangetoont wor-
den, als volgt.
No. ï. Cetus de Walvis, of het Zee-
Monfler, wiens Kop op het Noorder-
Halfrond gezien word, heeft 45 Sterren,
onder welke één groote op den Neus of
Snuit van hetzelve ftaat, die Menkar
ge-
-ocr page 247-genaamt word, en van de Tweede Groot-
te is. Dit is nu dat vervaarlyk Monfter-
dier, welk gezonden werd om Androme-
da, aan een Rots gebonden, levendig te
veifcheuren, en te verflinden, ( ge]y:s ik
u reeds in het voorgaande Hoofdliuii by
het Geflernte van Cepbeus No. 4. ver-
haald he;3,) doch hetzelve door Perfeus
verflagen en gedood zynde, hééft Nepb-
tunus het tot een Gefternte aan den He-
mel geplaatft.
No, 2. Eridanus, de Rivier Eridaan ,
heeft 5Ö Sterren, van welke één bei,eden
of aan het Zuid-End van den Eridaan-
Stroom ftaat, van de Eerfle Grootte, ge-
naamt Acharnar. Deze Rivier de Eridaan
was weleer dezelfde , die men nu de Po
in Italië noemt. De Ouden hebben die
aan den ^torren-Hemel geplaatft, ter ge-
dagtenis van den Ongelukkigen Va! van
Faëton, den Zoon van Apollo en Clyme-
ne, wiens naam wel eer Erldanus was.
Deze Faëton gaarne uit Trotsheid een blyk
willende toonen, dat hy de Zoon vaa A-
pollo den Wagenmenner der Zon was,
verzogt om de Paarden zyns Vaders voor
N 4nbsp;de
de Zontie-Waagen, één dag, temogen men-
nen , het welk Apollo ( uit hoofde van
een voor af gedaanen eed, dat hy een EiCch
aan zyn Zoon, zonder te weeten wat
wilde toeftaan, ) herh vergunde, dog ech-
ter met groot leedwezen. Faëton fteeg
derhalven op den Wagen, en op zyn Va-
ders Raadgevingen, hoe hy zig zon ge-
dragen , geen agt gevende , liet hy de
Paarden naar welgevallen, in hec Lugt-
gewelf voortdraven , en van den regten
Zonnenweg afdwaalen , willende hooger
ftygen dan hy moeit, waar door de Paar-
den aan 't hollen raakten, doch Juphtr
de vermetele Trotsheid van Faëton zien-
de, en deswegen toornig geworden zyn-
de, deed hem, door zyn Blikfem, ne-
der ftorten, en op de Aarde in de Rivier
Eridaan vallen , van waar die Stroom
zyn naam ontfangen heeft.
No. 3. Lepus, de Haas, heeft rö klei-
ne Sterren- De Haas was by de oude
Egyptenaaren een Zinnebeeld van Naar-
ftigheid, Voorzigtigheid, Vreeze, Een-
zaambeid en Snelheid , weshalven zy het
gevoeglyk geoordeeld hebben, om hem
in
-ocr page 249-in het Gefternte, of tuffchen de beenen
van ÖnoÄ te, plaatfen, zynde dit met de
eigenfchappep of deugden van dezen ver-
maarden Jaager overeenkomflig. Ande-
re willen , dat deze Haas aan den Ster-
ren-Hemel is geplaatd, ter gedagtenis van
eene yfelyke verwoefting der Haazen in
Sidlle voorgevallen om dat zy te flerk
voortteelden.
No. 4. Canh major, de Grootte Hond,
heeft li Scerren, onder welke een zeer
helder blinkende Ster van de Eerfte Groot-
te, en Syrius genaamt, in den bek van den
zeiven gezien word, en de grootlleofalder-
helderfte vaSe Ster is, die wy hier aan den
Hemel zien kunnen. De Grieken bewee-
ren, dat deze Hond zo genaamd werd, uit
hoofde van dien Hond, welken Aurora
Cephalus vereerde, als de allerfnelft loo-
pende van alle honden. Cephalus wil-
de daarvan een proef reemen met een
Vos, welke men zeide, dat alle dieren ,
in 't fnel loopen , overtrof: zy liepen
alzo beide een geruimen tyd, (en zelfs
zonder zig af te matien,) waar over Jw
piter zeer voWaan zynde, dien Hond on-
•nbsp;N 5nbsp;der
(der de Sterren heeft doen plaatfen. De
naam echter en gedaante van een Hond ,
weike ipen aan dit Geßernte gegeeven
heeft, fchynt veeleer afkomftig te zyn
van Anubis, eene Egyptifibe Godheid,
die men met een Hondshoofd verbeeld-
de. Volgens Phitarchus berekent deze
Hond de Horizon. Dc Egyptenaaren merk-
ten Anubis aan als een getrouwe Wagrer,
geplaatft by de Poorten van den Dag en
Nagt, dat is te zeggen, aan de grenzen
van het Verlichte Half Hemelrond, welk
zy Ifis noemden, en die van het Duifter
Half Hemelrond, Nepbta genaamd, werd
afgefcheiden.
No S-Columba, ée.Duif, heeft lo Ster-
ren, en is een Sterrebeeld van laater tyd
door den vermaarden, Edmundus Hal-
LEY zo genaamt.
No. 6. Ar go Navis, het Schip Ar go,
heeft 48 Sterren, en onder deze één van
de Eerfte Grootte, met name Campus in
deszelfs Rolt. Dit Schip zo vermaard
jn de Oudheid , was het eerfte, zege
men, dat ooit gemaakt is, en voert den
naam
-ocr page 251-iiaatn van zyn Maaker Argo, of van het
Griekfch woord Argos, welk Prompt of
Vaardig betekent. Het werd gebouwd iu
Tbejfalie, op order van Minerva cn Nepbtu-
nus, om een togt te doen naar Cokbis ,
ter verovering van het Gulden Vlies, het
welk,nbsp;Plutarchus, een Goudmyn
betekend. Jafon werd dit Schip, als C^-
perhoofd van die beiugte onderneeming,
toebetrouwd , welke met nog 56 andere
Helden of Medemakkers, welke deswegen
Argonauten genoemd zyn geworden, die
reis reeds 13 of 14 hondert jaaren voor
Chriflus geboorte, aanvaard, en in hun
voorneemen gelukkig geflaagd hebben.
N. 7. Robur Caroli, de Eikenbom
van Keizer Karei, heeft 12 Sterren, is ook
een Sierrebeeld van E. Halley , zo ge-
naamd.
No. 8. Crater, de Beker of Pot, heeft
10 Sterren. Dï; oorlprong van die Ster-
rebeeld heb ik u reeds gezegt, in het voor-
gaande Hoofdfluk , toen ik No. 37. van
de Hydrus of de IVaterflang meldde. Men
zegt, dat deze Beker een Zinnebeeld vaa
de
-ocr page 252-de Vtrgeetenheid betekent. Volgens de
Leere dtr Platonikers klimmen de Zielen,
welke in menfcheii vaaren, door de Poort
van Cancer nederwaarts , en als zy we-
der uit deze ligcbaamen verlort worden ,
ftygen zy om hoog door Capricornus,
maar ter Aarde nederdaalende, drinken
zy meer of min uit de Fot of Beker der
Vergetenheid,
No. 9. Corvus, de Raave, heeft 8 Ster-
ren, Van deze Raave heb ik n ook reeds
in No. 37. van het voorgaande Hoofd-
ftuk, den oorfprong bekend gemaakt, en
gezegt, dat Apollo haar tot een eeuwig
du Utende dorft veroordeeld heeft. An-
dere willen, dat deze de Raave is, wel-
ke aan Apollo de ongetrouwheid van Coro-
nis ontdekte, en dus de oorzaak geweeft
is van haar dood, volgens het Verhaal
van OviDius in zyn II. Boek der lierjcb.
No. 10. Centaurus Crux, Centaurus
of de Paardman en het Kruis, hebben 35
Sterren , onder welke verfcbeiden fchoo-
ne helderblinkende zyn , inzonderheid
vier in de agterfte Pooten, die het Kruis
uit-
-ocr page 253- -ocr page 254- -ocr page 255- -ocr page 256-geeft. Eeii enkele plaats van Igin'tm
berigc , dat de Inwooners van Syrië een
Vifcli als hun Huis - God aanbaden quot;, en
het afbeeldzel daar van aan den Hemel
geplaatfi hebben.
No. 17. Grut, de Kraanvogel, heeft
13 Sterren. Van dit Gefternte alsmede
van de n volgende weet men geen naau-
ke'iuigen oorfprong , waarom ze aan den
Hemel (laan , aan te wyzen, en zy zyn eerft
federt aco Jaaren uitgevonden, en by de
Catalogus der Geflernten van de Ouden ge-
voegd. .. üe vermaarde ^S^/^/er zegt (in
i, zyn Uranometrie de 49lle Fabel) dat
„ deze Geflernten gedeeltelyk zyn waar-
„ genomen door Americus Vefputius,
„ gedeeltelyk door Andreas Corfatius en
,, Pieter van Medina ; maar dat Petrus
„ Tbeodorus , een zeer bekwaam Stuur-
,, man, dezelve befchreven heefc, vol-
„ gens de wyze der Sterrekundigen, en
,, naderhand nog naauwkeuriger in 't
5, licht gégeeven.quot; Zo dat de naamen
van dit en de volgende Geflernten ze-
kerlyk willekeurig van de Zeelieden zo
ge-
-ocr page 257-genoemt zyn, om ze van elkander te kunnen
onderfcheiden.
No. Phoenix, deFö^ê/i^V«/*» heeft
13 Sterren.nbsp;. .
„ No. ,19. Indui , de Indiaan, heefc la
Sterren.
No. ao. Pavo , de Paauw , heeft 14
Sterren.
No. 2r. Avis.Indica, de Indiaanfche
Vogel , heeft ii Sterren.
No. 23. Mufca feu Apis, de Vlieg pf
Bye, heeft 4 Sterren.
N. 23. Chamteleon , de Kameleon, heeft
10 Sterren.
No. Triangulum Auftrale, de Zui'
der Driehoek, heeft 5 Sterren.
No. 2 5. Piscis Volans, de Vliegende Vis,
heeft 8 Sterren.
'^^Nb. 26. Domdo oi Xtpbias i de Zvaaart»
Vis of de Xipbias , heeft 6 Üterren.
No.: 27, Toucan, At Itidifche Exter^ of
Americaanfcbe Gans, heeft 9 Sterren.
No. aS.'.Hydrus, de Zuider-St^ng.^^esft
10. Sterren.
t- Va. Weike tyn nu de^es overige Steire-
beeldea van den Zodiac o/Dierenriem.
Antw. Deze als volgt.
■ No. VII. Libra ö , de Weegfchaal of
'Balans, heeft ao Sterren , onder welke
twee helderblinkende \ die de Noorder en
Zuider Schaal genaamt worden. Door deze
hebhen.de Onden te kennen wil-
len geeven de Gelykheid der Dflgen en
Nagten , welke over den gantfchen Aard-
bodem verfpreid worden , zo dra de Zon
ia dit Hemel-Teken komt. De Ouden
voegden de Afbeelding van Mochos daar
by , als de Uitvinder van het Gewigt en
de quot;Balans', andere tekenen de Balans in de
hand van de Maagd, die de Geregtigbeid
Verbeeld, gelyk ik U No. VT. berigt heb,
Nvant toen de Geregtigbeid de Aarde ver-
Uet, heeft zy buiten twyffel de Schaak»
met ;zig genomen.
. No. VIII. Scorpius , de Scorpioen ,
iieeft 37 Sterren, onder welke verfcheiden
in 't Voorhoofd blinken , en één groote
vuurige Ster op 't midden , Antares of
Jiet Hart van den Scorpioen genaamt. De
Ouden hebben dit Gefternte dien naam
gegeeven , om dat het doorgaans, als de
Zon in het zelve komt, flsgt weêr beginc
iic worden, waar door de Menfchen met
veel Ziekten en Ongemakken zyn gekweld.
■De Dichters vèrhaalen, dat deze de Scor-
pioen is , die Orion heeft dood gedoken ,
om dat hy dekuifcheZ)/^»« wilde onteeren,
met welke hy dagelyks ep dejagt ging, ge-
lyk ik U, in het voorgaande Hoofdfluk No.
36, reeds gemeld heb.
No. IX. Sagittarius , de Schutter ,
iieeft 43 kleine Sterren. De Schutter word
wet een Pyl en Boog afgeoeeld, om dat,
als de 2oq in dac Teken komt, het door-
0 anbsp;gaan^
gaaüs tyd is, om op de Jagt te gaan. Dit
Gefternte heeft men ook Half- Menfcb eil
Half-Paard vertoond , en daarom eigenen
foDiinige aan het plve desgelyks den naam
van Centaurus Chiron toe, welke de Zoon
was van Saturnus en Phyllyra , een ver-
maard Geneesheer en Leermeejter van A-
chilles. Hy kreeg een ongeneeflykè
wond, door de fchigt vsixi Hercules , wei*
ke in vergiftig bloed gedoopt , op zyn
voet -was gevallen , weshalve hy begeer-
de te fterven , docli zulks was onmoge-
lyk , om dat hy van Onfteifiyke Ouders
geboren was , maar de Goden namen hem
in den Hemel , en maakten hem tot een
Gefternte. Andere Schryvers echter zyn
van Gedachten , dat dit niet het Menfcbquot;
Paard Centaurus , maar de Menfcb-Stier
zal verbeelden , welke Paftphaé Gemaalin
van den Koning van Creta , ter Waereld
bragt, om dat zy op een inooije Siier
verliefd was geweeft.
No. X. Capricornus N2,, de Steenbok',
heeft 29 Sterren , onder welke twee op
zyn Staart ftaan , die titmunten. Dit Ge-
ftern-
-ocr page 261-fternte is oorfpronkelyk van de Wikle
Geit, om dat die gewoonlyk van de ee-
ne Rots op de andere klimt , om zyn
Voedzel te zoeken , her welk tot een
Zinnebeeld kan verftrekken van het ry-
zen en daalen der Zonne, wanneer zy
in dit Teken nederdaalt , en weder van
daar opwaarts klimt. De Fabeldichters in-
tuflchen zeggen , dat Jupiter door een
Geit, datis, Geite-Melkis gezoogt, en
opgevoed; waarom hy , na de dood van
die Geit, een Schild van haar Vel maak-
te , en het Ae^is noemde , het welk hy
gebruikte om de Reuzen te bevegten ,
doch naderhand maakte hy de Gele we-
der levend , fchonk haar een nieuw Vel
en plaatfte haar onder de Sterren aan den
Hemel.
No. XI. Aquarius ^ , de Waterman,
heeft 48 Sterren , onder welke één van
de Eerfte Grootte , Fomabant genaamt,
aan het einde van zyn Watervliet gezien
word , doch deze Ster word ook gezegt
tot het Gefternte van de Zuider Vis No.
16. te behooren. Dit Gefternte is een af-
0 3nbsp;beeld
beeldzei van een regenachtig Jaargety ,
vermits, als de Zon in dit Teken is geko-
men , het veel regent. De Poëet Ovr-
ijius echter verhaalt , dat deze Waterman
eertyds de fchoone Jongeling Ganimedes,
de Zoon van Tros is geweeft, die, door
een Arend, van Jupiter afgezonden, van
den Berg Ida, daar hy op de Jagt was ,
werd weggerukt, en ten Hemel gevoerd,
om Jupiters Mondfchenker op alle maalty»
den te wezen.
^ No, XII./»//m X gt; «Je Viffen, beftaati
uit 39 kleine Sterren. Als de Zon in dit
Hemel-Teken komt, is het de befte tyd
om te viffchen, weshalven zulks de Ou-
den ook aanleidinge zal gegeven bebben
om dit Teken dus te noemen. Dach de
Fabeldichters geeven nog andere redenen
aan hand , waaroin dit Gefternte dus
genaamt zou zyn. Éy zeggen , dat
Venus , Typbon aan den Oever van de
Ëuphraat gevonden hebbende , zig met
haar Zoon in de Rivier wierp , cn zig in
Vilfen veranderden j van waar de Eerbied
is ontftaan, welke men in Syrië voor de
Vis.
-ocr page 263-/
Viflen gehad heeft. Ook word gezegt,
dat Venus , in den Oorlog door de Rei»,
zea ontroerd zynde , zichzelve in een
Vis heeft veranderd. Andere weder-
om geven voor , dat een Duif op het
Ei van een Vis in de Rivier de Euphraat
zittende , eindelyk eene Godin uitbroeide,
welke den Menfchen zeer geneegen en goed-
gunftig was,
Vr. Maar ik zie, op dit Halfrond, gt-
hk ik ook op bet voorgaande gezien heb ,
«en breede en aan de kanten geflipte Streek
van boven naar heneden, voorby de Pool«
Cirkels loopen, .nioelke noel naar een Rivier
gelykt die zig hier en daar in twee armen
verdeelt', Jeze/ütf « Blaauw Gekleurd, wat
betekent diel
Antw. Deze ftreek word de Melkweg
aan den Hemel genaamt , en vertoonc
zich voor ons gezicht witachtig , en als
een Band, die den Hemel, voor een groot
gedeelte, omringt, en door veele Geftern-
te» heenloopt. De Sterrekundigen zyn
van gevoelen , dat die Witheid veroor-
' O 4nbsp;zaakt
zaakt word door Millioenen van kleine
Sterretjes , waarmede die Weg als be-
zaayd is , en van welke men eene ontel-
baare meenigte door goede Verrekykers
kan gewaar worden. Intuflchen kan men
niet met zekerheid zeggen , dat de Wit'
leid van dien weg hier uit alleen zoude kun-
nen ontflaan. De Fabeldichters fchryven
den oorfprong van den Melkweg aan het
volgende Geval toe. Hercules , zeggen
zy, was een onegte Zoon van Jupiter,
by Alcmena, de Gemaalin van Amphitryn
Koning van Theben-, weshalven Juno, de
Gemaalin van Jupiter, hem tragte om het
leeven te brengen, doch naderhand even-
wel door Pallas bevredigd geworden
zynde , zoogde zy het Kind aan haare
borften , by welke gelegenheid, als Her-
cules al te (lerk zoog , 'er eenig Zog of
Melk geftort werd. Van deze geftorte
Melk nu viel een gedeelte op het Uit-
fpanzel des Hemels , en veroorzaakte
den zogenaamden Melkweg. Een ander
gedeelte viel door de Wolken, op de Aar-
de , en bragt op die plaatfen , daar ze ge-
vallen was, Lelien voort , welke ook
des
-ocr page 265-o e f e N I n'g. Plaat XVI. 217
Vnbsp;___
deswegen wit zyn , en van eenigen den
naam van Roofen van Jam verkregen
hebben. Zie daar nu de Fabel - Htftorim
der Oude Heidenen . voor zo verre zy
tot de Cefternten betrekkmg hebben!
Vr. Hebben deze Cefternten of Sterre-
beelden, ten allen tjde, deze vreemdebenaa-
mingen van allerlei Gedierten, en van an-
dere dingen gebonden en zyn er geene
Sterrekundigen geweeft , die Je Sterren
met andere Naamen hebben willen noemen,
Zyl de Fabel-Hiftorie dier Dieren vry on-
gerymd fchynt ?
Antw. Ta , 'er zyn fommigen geweeft ,
die daar in eenige veranderingen hebben
willen maaken, doch wyl zulks^ al te veel
verwarring in de Sterreloopkunde zou ver-
oorzaakt hebben , wyl men reeds aan die
Oude Naamen gewend was, en alle Sterre-
kundige Schryvers dezelve in hunne vet-
handehngen over die Weetenfchap ge-
bruikt hebben , zo is dat achterweegea
«bleven, gelyk Wolf bericht m zyne
Grondbegin^len der Aftronomie p. 2|5.
fliS A S T R O N O M I S c H E.
„ Ter oorzaake, zegt hy, van deze On-
gt;» gerymdheden hebben eenigen , uit een
„ gewaanden heiligen yver , de Naamen
„ der Gejlernten willen veranderen. Be-
„ da heeft in de Geflernten des Dieren-
5, Riems een Proefftuk daar van gegee-
„ ven , en Julius Schiller van Aups-
„ hurg, heeft na deszelfs VoorbeeW, in
„ zyn Clt;zlum Stellatum Chriflianum Ao.
„ 1647. in 't licht gekomen, aan de Ge-
„fternten zekere Naamen uit den Bybel
„ toegeëigend , By Voorbeeld , de Ram
„ noemt hy Petrus, de Stier , Andreas,
,, enz. Andromeda is het Graf van omen
„ Zaligmaker , de Lier deszelfs Krihbe.
„ Hercules verbeeld de Heilige drie Ko-
„ ningen, deDW. Ziet Wei-
„ gelius /. c.p. 21, enz. Philip Hars-
„ dörffer heeft , in zyn Aflronomifche.
„ Speelkaart, de beelden der Ouden be-
„ houden , doch Geeftelyke Verklaariii-
„ gen uit den Bybel daar over gemaakt,
„ by Voorbeeld ; de CaJJtopaa noemt hy
,, Bathfeha; den Leeuw geeft hy uit voor
,, dien, welke van Samfm is doodgeflagen.
3gt; Weigbl ,in zyn Calam Heralèicum, heeft
„ de Wapenen der Siaaten van Europa,
in den Sterren - Hemel vtriilen plaa fen.
»J
„ by Voorbeeld , de .Groote Beer veran-
„ deit hy in den Olifant des Kofiïngs
i, van Denetnarken-, uit de Zwaan maakt
,, hy de Sacbfifcbe Ruit, met de Zwaargt;
„ den ; de Kreeft veranderde hy in een
,, Kribbe , als het Wapen der Lands-lie-
,, den', het achterfte deel van den Stier zal
„ het Eenmaal Eens zyn , als het Wapen
„ der Kooplieden , titt p'. 23. enz. Doch
„ men moet deze Lieden haare Eenvou-
,, digheid te goede houden, waar door
„ zy niet anders dan verwarring in de
„ Aftronomie veroorzaaken. En gelyk
„ men zich naar 't Voorbeeld van alle
„ verflandige Sterreloopkundigen , aan de
Verdeeling en Benaaming der Ouden
hond , zo moet men ook met Coper-
nicös (lib. 3. c. Revol. Cal.) en
Tycho ( Tom. i. Progymnafm.p. ngó.)
bekennen , dat het hoogdnoodig zy ,
om de Alïronomifcbe Schriften van den
„ beginne af tot heden toe, te kunnen
„ verdaan, en de oude Waarnemingen
.. met de hedendaagfche zonder aanftoot
'nbsp;« te
lt;„ te vergelyken ; nadeinaal 'er geen van
„ allen betere Figuuren voortbrengt ,
,, dan de Ouden. En waar toe zou het
„ dienen , het Geheugen met ine-erder
„ Naamen te] bezwaaren , en by leezing
der Oude Schriften te verwarren ?
^ ^^ Q ^ i
^^ m ^
^^ fß ^
DER VOORNAAMSTE
z A A K E N.
A.
^nbsp;Bladz,
'arde, welke gedaante die heeft.nbsp;15
hoe groot in naar omtrek.nbsp;16
hoe jjroot haar Middellyif is. 17
draait van het Weßen daar 't Ooßen. 18
^cronice. Op-en Onrfergang der Sterrennbsp;143
J':quater ofEqukomaai, boe ze verbdeld word in
de Ster- en Aardrykskunde.nbsp;38
hoe ze genoemd word van dc Zee-
_____ wairtoe ze dient.nbsp;40
^P^aniof Verwyderingder Sterren van den Meri-
afwyking der ZQticn Sterren: te weeten, van wat
^/■wykings-Cirkel, wat die IS.nbsp;60
Aimucantharat {Cirkels), welke die zyn.nbsp;90
_ __ der Hoogte.nbsp;90
-Jltaar, (het) ^^ ^nbsp;206
Amplitudo Ortiva en Ocadua der Sterren.nbsp;138
Andromeda,nbsp;ï8i
Antinous.
Aquarius,
A-.
-ocr page 270-(de)
Argo navis, het Schip Argf.nbsp;202
.Azimuthaal Cirkels.
Azimuth vap een Ster , wat het is.nbsp;jg
- waf nut in. de SterKloopkunde. 07
As der Waereld , wat ze is.nbsp;'
Auriga de fVagenaar.
21
reedte, (_Ge»graphifcie)nbsp;aj, 69
- der Sterren.nbsp;26, -»o
der 'Plmeetamp;i, is veranderijk. '
^eer, (dekleine) - ■ -nbsp;. ^f^
£eker, (de)nbsp;203
JBerente,. Hoqfdhair.nbsp;182
Meweeging {Schynbaare en iT^re) derj Sterren.
SoStes.
£ye, of Flieg.nbsp;V09
C
\-^ancer, de Kreefi.nbsp;u^
Canis (_Majtr) de groote Hond.nbsp;201
gt;-(Minor) de kleine Hond,nbsp;183
Centaurus,en het KrMfS'nbsp;204
^Cetus, de fFalvis.nbsp;198
Cir-
-ocr page 271-»ER V-OORNAAMSTdE ZAAKEN-
Bladi
Circulus Arüicus en Antarcticus.
Cirkels, grooteen kleine, waar toe zy,dienen
in de Sterreloopkunde.nbsp;2, 7
Cirkels der Lengte, worden aangetoont.nbsp;65
----van de 2^0« en Sterren.nbsp;66
Cirkel van den Negentigjlen Graad.nbsp;79
—.- hoe te vinden.nbsp;81
Cirkels ( üitwyking), welke die zyn,nbsp;81
---{Dag) welke die zyn.nbsp;8i
--hoe veelderlei.nbsp;83
Climaapen , welke die zyn.nbsp;ïjp
__hoe veele op den Aardkloot.nbsp;Jtp.i
-Colurus EquinoBiêrum, word aangetoont.nbsp;59
--Solftitiorum,. dito.nbsp;S9
- wat 'er by valï aan te merken.nbsp;60
Corona Auflralis, de Zuider - Kroon.nbsp;207
__ Borealis , de Noorder-Kroon.nbsp;170
-Cofmice Op-cn Ondergang A^i StSïiiQ'
Culminatio der Zon en Sterren,nbsp;ISI
A
'agioogen, welke die zyn.nbsp;gi
----Zigtbaare en Onzigtbaare.; ~8'9
Dampheßng, wat die is.nbsp;1311
Dampkring, in dezeLve worden de Lichtftraa-
len gehoben.nbsp;133 gt; quot;enz.
Declinatie der Zon , wat die is, tfx
----hoe veelerlei der Zon en 'Sterren. 6st
--die te weeten, van wat nut het is. 63
Igt;odecatemoria ,,oi Zodiaks Streeken.nbsp;102
——r~-van WjSt aut die,zyjD,nbsp;103
Dol'
-ocr page 272-Dolphin, (de)nbsp;i8a
Dorado,nbsp;2IO
Draak, (de)nbsp;167
Driehoek, ( Ac Zuider')nbsp;209
Driehoek, (groote)nbsp;i8i
'Duif, (de)nbsp;202
Ecliptica, waarom die zogenaatnd word. 5.50
___—^ word in twaalf deelen verdeeld. 51
Eenhoorn, (de)nbsp;18
EikeriboomV2.n'Ks\7£x Karei.nbsp;203
Exter, (de Indifche}nbsp;210
EqitinoBiad, waarom ze zo genaamd is,nbsp;5
Eridaan, (^Ae Rivier)nbsp;199
F.
Feniks, {de Vogel}nbsp;209
G.
'Cjmini, Aq Tweelingen. __nbsp;191
H.
Haa
Hagedis, (de)
Hemelhuizen; of Zodiaks-Streeken.nbsp;102
-------van wat nut die zyn. 103
' Heliace Op- en Ondergang d^r Sterren. 143
Helquot;
-ocr page 273-Helhond, fde)nbsp;i72
Hemel - Tekens, hoe veel 'er zyn.nbsp;51
-- ----- derzelven Verdeelinge.nbsp;51
■ ---- Zuider e-aNooTder-Tekmi.nbsp;52
___Opklimmende m Afdaalende.nbsp;53
---- Leflteen Zomer-Tekens.nbsp;54
__HerfßenlVintet-Tekem.nbsp;55
__ ___ Hoofden Evennagts-Tekens. 56
___ __ ZonneßandolKeerkrings-Tekeni.
57
___ __- Afftand van elkanderen.nbsp;58
____Verandörtn van plaats.nbsp;58
Hercules.
Hoek, van de EcUpticamet den Evenaar.nbsp;104
--- hoe groot die HusÄ: is.nbsp;io5
__yan de Ecliptica, melden Meridiaan.nbsp;106
____ wat daar byis aan tc merken.nbsp;106
--van de Ecliplica met den Horizon. 107
wat daar byis aan te merken. 108, 109
__.(Ooßelyke^vm wat nut dien le'kennen. iio
• —. van de Ecliptica met den Tophoog. 111
■,__ van den Horizon met den JEquator. 111
_ van eeo Topboog met den Meridiaan. . 1 r 2
Halfrond {Noor der) met de daar toe behooreade
Sterren.
--- {Zuider)nbsp;197
ifoni, (dekleine)nbsp;m
-(de groote)
Hoogte {Zuidelyke) der Sterten.nbsp;91
-^ wat'er byis aan te merken.nbsp;92
Horizon , waarom die zogenaamd word.nbsp;3
wat men 'er door verftaat.nbsp;33
-ocr page 274-„ .nbsp;-BlaJz,
Horizon Waare en Schynbaare.nbsp;34
——- onderfcheid derzei ve,nbsp;35
■- OoJlelykeenWeftelyke.nbsp;35
Klimmende en Daakndenbsp;35, 37
Hydrus, Zuiderjlang.nbsp;21 o
J.
_ agthonden (de)nbsp;169
Indiaan, (dc) Vogel.nbsp;209
K
Kameel-Paard, (heOnbsp;17$
Kamelion, (de)nbsp;209
Keerkringen , waarom die zo genaamdzyn.nbsp;6,85
Kroon, (de Noorder)nbsp;170
•—{èü Zuider)nbsp;207
Kruis-Cirkel Aqï Evennagten en Zonnefianden, wa-
romzy zo genaamd worde».nbsp;7
Kruiï-Cirkel der ^ra/w^fen aangetoond.nbsp;59
■ -AetZonnefianden dito.nbsp;59
-wat 'er by is aan tc merken.nbsp;60
l.
Landflreeken of Luehtflreeken.nbsp;97
quot; -- zyn vyfdprle'i.nbsp;97
Lesuw,
-ocr page 275-' OER 'VOORNAAMSTE ZAAKEN.
Bladz;
Leeww, (He kleine)nbsp;183
Lengte in de Aardrijkskunde.nbsp;24,69
—— op de Kaarten.nbsp;1 $
Lengte der Sterren.nbsp;s.6
- (QVto der) van de ZoïJ en Sjwrm. 65
——vaneen Ster, hoe te raceten.nbsp;67
—-van 't onderfcheid derzelve in deSfór-en
Aarirykskxinde.nbsp;67
Z.e» (de LeeMw) grootenbsp;■ 194.
Lepus, de Haas.nbsp;2co
Lihra, ie IVeegfchaal.nbsp;210
Lichtftraalen, hoe die in een middelftof als hec
water gebroken worden.nbsp;I3lt;S
Lier, (de) 172
LinxofTyger.nbsp;183
Luckjireeken, of (Zona)nbsp;9S
M.
Maagd, (de)nbsp;195
Menelaus, (de Berg)nbsp;170
Meridiaan, oorfprong van dezen Naam, wat ze is.
4 gt;41
— --wat'er by is aan te merkén. 43.
.— --- hoe ze in de Aardrykskunde vertoond
--verfchil derzelve op den Aardkloot. 45
Middaglyn, wat die is.
-ocr page 276-Bhd^
Monoceros, de Eenhoorn.nbsp;184
MUjCJ,, de Vlieg.nbsp;182
Nadir,
N.
of Foetpunt.nbsp;Ii , 20
Noordpool, wat men 'er door rerftaat. 9, 21
O
rion, de Reus.
P.
Vaardtji, (het)nbsp;178
Faauw, (de)nbsp;209
Tlaneeteny welke Steifren die zyn.nbsp;19
--beweegen van het Weften naar 't Ooften. 19
Parailaxis, of Ferfchihigt der Sterren.nbsp;123
-is niet altyd even groot,nbsp;125
--wat 'er door veroorzaakt word.nbsp;128
--hoe die te vinden is.nbsp;129
-wat nut het is die te weeten.nbsp;130
---van Lengte en Breedte.nbsp;131
Parallellen, welke die zyn.
Perjeus,nbsp;174
Pifies.nbsp;214
Poëtifche Op en Ondergang der Sterren,nbsp;141
-- hoe veelderlei die is.nbsp;142
Pool-Ci'kels, waarom zo genaamd,nbsp;6,
Paols-PIoogis, in de Sterrekimds.nbsp;22
Pools-
-ocr page 277-»ER VOORNAAMSTE ZAAKEN.
Bladz.
Poils-Hoogte, in de Aardryhkunde.nbsp;23
Pot, (de)nbsp;203
Q-
«airant, waar toe die gebruikt word. 11
R.
Raan.m
O1
»Slgto, dePyi,
Schemering, {MorgenenAvond)nbsp;153
___hoe die veroorzaakt word.nbsp;153
Schip, (Argo)nbsp;202
Schilboogshoogte van een Ster.nbsp;93
Schild van Sobieski.nbsp;206
Schroef-Cirkels, die de Zon maakt.nbsp;87
__ _ wat 'er uit on ftaat.nbsp;87
Schynbaars- Stand der Sterren.nbsp;123
Schutter, (de)nbsp;211
Senpentarius, de Slangedrager.nbsp;17S
Sextant van Urania.nbsp;205
Stang van Ophiuchus.
Slangedraager, (de)nbsp;I7S
Sfiamp;er, afbeeldzel daar van.nbsp;i
P3 Spheeri
N.
II , 20
9, 21
BladzT
184.
a82
Mmocem, de Eenhoorn.
MUjCJ,, de Vlieg.
Nadir, of Voetpunt.
Noordpool, wat men 'er door rerftaat.
O
rion, de Reus,
P.
Paard, (vliegend)
Yaardtje, (het)
Paauw, (de)
Tlaneeten, welke Stei[ren die zyn.
123
125
128
129
130
131
779
174
214
X4I
142
6.88
22
Pools-
- beweepen van het JVeflen naar 't Oojlen. 19
Parallaxis, of Fff/cMzigt der Sterren.
-is niet altyd even groot.
. wat ■'er door veroorzaakt word.
— 'noe die te vinden is.
179
178
209
19
Bladz.
Poils-Hoogte, in de Aardryhlunde.nbsp;23
Pot, (de)nbsp;203
Pyl, rde)nbsp;175
uadrmt, waar toe die gebruikt word.nbsp;11
R.
Ruan,m
S.
Sapttarius, oï Aq Schutter.nbsp;211
Schemering, {MorgenenAvond)nbsp;153
___hoe die veroorzaakt word. 153
Schip, {Argo)nbsp;202
Schilboogshoogte van een Ster.nbsp;93
Schild van Sobieski.nbsp;206
Schroef-Cirkels, die de Zo?! maakt.nbsp;87
__ _ wat 'er uit on ftaat,nbsp;87
Schyihaare Stand der Sterren.nbsp;123
Schutter, (de)nbsp;211
Serpens Opiuchi.nbsp;175
Senpcntarius, de Slangedrager.nbsp;17S
Sextant van Urania.nbsp;205
Slang van Ophiuchus.nbsp;170
Slangedraager, (de)nbsp;I7S
Spheer, afbecldzel daar van.nbsp;i
P3nbsp;Spheeri
-ocr page 280-Bladz,
Spheer, Regte, Evemvydige ert Schuinze.nbsp;113
- by welke volkeren de Rechte Spheer te
- waarom Regte genaamt.nbsp;irj
-- welke bewooners de Schuinze Spheer
zien.nbsp;1J7
—— wat'er uit volgt.
-- waarom Schuinze genaamt.nbsp;118
-■ wat daar by is aaiï te merken.nbsp;I18
nbsp;■-- welke die Evenwydige Spheer is.nbsp;120
- waar ze gezien word.nbsp;120
■nbsp;waarom ze zo genaamt is.nbsp;122
Stand, {Waare) der Sterren.nbsp;1J3
-- {Sch-j7ibaaré) det Siensn.nbsp;123
Sterren, haar Streeks Open Ondergang.nbsp;138
---— Poeé'tifche — ---j^j
--Cofmifche —— --
■- hoe men de grootte van haar Op en Onder-
gang kan weeten.
haar Regte Op- en Afklimming in een
- in een Regf. Spheer.nbsp;147
—- haar Schuinze Op en Afklimming in een
Sehiéinze Spheer.nbsp;148
—- hasr AJcenfionaal Verfchil,nbsp;14.9
.r- Culminatio.nbsp;i I
Sterrebeelden, vreemde naamen aan dezelve ge
geven door de Geleerden van laater tyd. 217
■-- - waar toe ze dienen.nbsp;10
----befchryving dcrzelve met himne
naamen en Ooi'iprongderzflve van i57tot2f9
Ster-
-ocr page 281-Bladz.
Stemn, ( Fafle), welke die zyn.nbsp;ig
- haar Verfle Afwyking.nbsp;63
- { Waarem Schynbaare Stand der) 123
- hcj die te vinden isnbsp;129
-(Fa.''?e)lyft derzelve door Vl amste ad. 161
Sterreloopkunde, wat nut ze verfchaft. 12 enz.
Sterrekundige Op-en Ondergang.nbsp;144
Steenbok, (de) ÏI2
Steenbok, (de) ' ipo
Stippen, van wat nnt die zyn inde Sterrekmde.z
Streets Op-en Ondergang der Sterren. 338
Stfêsfeen of Ge weften der Waereld. 27
- hoe veel 'er aan den Hemel zyn. 28
nbsp;■- van het Zemms Compas.nbsp;29
nbsp;■-- va'^wslknutdiezynindeSterrekunde 31
t.
Toplyn . welke die zyn.nbsp;27
Toucan.nbsp;210
Taurus de Stier. 'nbsp;190
Tophoogen, welken die zyn.nbsp;74
--hoe veelerlei die zyn.nbsp;74
---hunne verdere benaamingen.nbsp;75
Tropicus Cancri, waarom zo gcnaanjd.nbsp;6, 85
nbsp;■--— Capricorni. dito.nbsp;6
Tweelingen.nbsp;191
I^erjchilzigt {Parallaxis) der Sitsrïzxi. Ï23
---is niet altyd even croot. 125
——-wat'er door veroorzaakt word. 128
P 4nbsp;Ver-
-ocr page 282-BLADWYZER
Bladz.
Verjchüzigt, hoe dit te vinden is.nbsp;129
-wat nut het is dit te weeten.nbsp;130
Verticaal - Cirlels,nbsp;éis zyn.nbsp;74,
- - hoe veelerlei die zyn, 74
-- —- hunne verdere benaamingen. 75
Vifch. {deVliegende)nbsp;209
Vijch,.( dc Zuider}nbsp;237
l^irgo, dü Maagd.nbsp;195
Vlieg, (de)nbsp;182
Vlieg (de) of Bye.nbsp;zog
Vosje (met de Gans.)nbsp;173
Uitwyhings-Cirkels, welke die zyn. 81
Uur-Cirkels, welks die zyn. 77
■ waarom zo genaamt. 78
aare en Schynhaare Stand der Sterren, 123
Wagen-Menner, (de)nbsp;175
IVater-Slang, (de)nbsp;, 186
Waterman, (de)nbsp;213
Weegfchaal, (de)nbsp;210
^^iphias.
X.
210
enith of Toppunt.
z,
II, 20
Zo-
Zodiaks • Streeken.nbsp;. ,. ,
_______ watniithetisdietekcnnen. 103
Zon, haar Ferfte afwykingnbsp;63
Zons-Keerkringen, welke die zyn.nbsp;85
Zom ot Luchtjireeken.nbsp;PS
_ welke de voornaamue zyn.nbsp;90
Zvi-Mïi, (de)
Zwaart-Vis, (de)
rie BOEKBINDER moet aan de Plaatjes hetwit,
Hat'er aan gedrukt is, laaten blyven, opdatzy
bulten bet Boek kunnen uitQaan; en dezslven
op de volgende wyze inzetten.
By
-ocr page 284-By de Erven van F. H o u t t u y n -
zyn van de Pers gekomen de ^
volgende Boeken.
NATüüRLYKEHrsTORiE oWitvoerige Befchnvins
van Dieren , Planten , en Mineraalen, vol-
leen het Samenftel van den Ridder uLa-u,
Xir. Stu!c,bevatennde o«der arideren, debc'-
fchryvmg van de Juffers of Puijiebyters, het
Haft o^ Oeveraas, ds IVater-Uiltjes, en an-
étte Peesvliugelige: die van de B^ënen aller-
ley Soorten van Wespen, Mieren en andere
Vhesvleugehge: als ook die der Vliegen, Mus-
genen alle mdcxe Tweevleugelige Infekten ; op-
gehelderd door v^le nieuwe Waarneemin-
cen en door zeer konstige apbeeldrnsen
dienaar tLeven gemaakt zyn, enz. ƒ46-;
NB. Van de voorige Elf Stukken zyn nog eeni-
ge te bekomen.nbsp;y^i f jq'. .
CniNEEscHE GjEscHrEBENis. behelzendedeGc-
vallen .van den Heer Thieh-ckung-U, en dc Tong-
. ,nbsp;Y'^Qu^Mmy-pingfm; nevens het kort Beerip
''é .-^^P^et^Chineefch-Toneelfpel, eenige Chineefchs
•nbsp;eneene Verzameiirigvan
•nbsp;jwden-der Chineezen. OorfprOnkelyk in da
Taaie Befchreeven. Uit dezelve
^' jn'lEti^elfch overgezet, en met breedvoe-
nge Aantekeningen , vervattende zeer veele
Byzonderheden wegens de Zeden en gewoonten
derCkineezen, verrykt. Nu in'tNederduitsch
veriaald en mct;kopere platen verfierd. It
groot Oftavo. . . / 3 - 3-:
ilis.
-ocr page 285-Historische Zamenspraaken over deNoodza-
kelvUheidvanden Godsdienß in den Hmvelyken
Staat, a!s mede over de Overeenkomft in Gods-
dimßiae Gevoelins tuffchen de Getrouwden; met
em Amhangzel over deNoodzaakelykheid van
Godsdienflige Dienßboden te neemen, en wegens
het beter beftuur derzelven. Naar den Achtlleti
Druk uit'tEngelfch vertaald.MetfraiijeKonft-
plaaten. Twee dqelen in Oftavo. ƒ 2 - i6 - :
Kort begrip van (Ze Histokie der Insecten;
uit het Franfch vertaald. Met kopere Platen,
Vier Stukjes in Octavo.nbsp;ƒ 4 -10 - :
ByBELscHiGEsciiiEDENissEN.beknoptelykvoor-
gefteld by Vraagen en Antwosrden ten dienlte oer
Chriftelyke Jeu?d. In Oftavo. De prys is i5
Stuyv., en met Plaatjes 28 Stuiv.
Geork aphische Oefentnc:, fchetzende de gehee-
le Aardrykskundein XXII. Landkaartjes, naar
deNieuwfle OntdeKkingen gemaakt, en opge-
helderd by wyze van Vrsgeneu Antwoorden; zeer
nuttig voor de Leerlingen en allerlei Beminna-
len vaa de Geographie.nbsp;ƒ i -14 - :
Nuttig gebruik van het Miirorfosp.of Handleiding
totNieuwe Waarneeminsjen omtrent de Confi-
puratiên en Kryflatlenóer Zouten.de Takfchieting
der Metaalen , de Vorming van de Edele Gebeen-
ten, .^eKcraden, den Barnfteen, enz. Waar
bykomc. de Befchou .vinsi van veelete vooren
onbekende IVater- Diertjes en m^txe Injekten;
van Shimmel - Plantjes , Kapernoelje - Zaadjes j
de Vergiftige Wapenen van den Spinnekop en
an-
-ocr page 286-andere Gedierten, dc Spruitjes In de Zaaden dei
Gewaffen, enz. Als ook een Berigt van het Mi-
kroskoop, roe deezc Waarnéemin^ien gebruikt,
dat bekwaam is om de vezentlyke grottte der
Voorwerpen , op eene zeer gemakkelyke wy-
ze . naau'Tkeurig te bepaalen , enz In't En-
gelfcb befchreven door Henry Baker, Lid van
de KoninglykeSocietfjiten van hetGenootfchap
derOudhei J-Onderzoekers te Londen. Hier
agter is gevoegd de Natuurlyke Hi/lorie van de
Polypen. Alles met de noodige Afbeeldin-
gen opgehelderd, in Groot Oftivo. ƒ 4-;-;
Stichtclyke Zinnebeelden, gepaft op Deugden
en Ondeugden, in LVII Tafereelen vertoond
door A. Houbraken, en verrykt met de By-
gedichten van Juffrouw Gezine Brit, T-vee-
de Druk. Vermeerderd met eenige N'age-
laten Gedichten van dezelfde Juffrouw , in
groot Oftavo.nbsp;'/a-io-;
ft
. - »
A
-ocr page 288- -ocr page 289-Am
I; quot;
tJ
m
-ocr page 290-