-ocr page 1-
^ /. 1 •
GE ES SE L
VOOR DEN
Z O T.
OF
VADERLANDSCH BERIGT AAN DEN
SCHRYVER VAN HET WEEKBLAD
VAN DIEN NAAM.
Byfonder tot Logenftraffing van de in desfelfs
Nummer o 5 geplaafte brief", get eekend
Q.N.
Te ROTTERDAM,
By HENDRIK WYT, Boekveikooper
in *t Hang, 1794.                      4
De prys is 2 Stuivers.
-ocr page 2-
AAN DEN
S C H R Y V E R
VAN HET
WEEKBLAADJE
D E Z O T
M Y N HEERÏ
D e Nummers die van U Weekblad het
LigC'zien, geleefen hebbende^ vond ik de'
e^rfle van defelve fo fraay, dac ik meende
te: mogen befluiten, dat gy waarlyk toe
die Clasfe van Menfchen behoorde^ waar
^an gy den Chara&erfchetfende Naam,
Voor uw Weekblad heb geplaatst, en in
dat geval, meende ik de Les van Salomon
te volgen, als hy zegt: En antwoord den
Zot na zyne dwaasheid niet, op dat gy ook
**ni niet gelyk mword.
— Dan uw No.5.
"e<3ft my op éénmaal de oogen geopend,
en my de eerde Nummers, met meerder1
aandagt, dan wel in den beginnen, doen
tyerleefen , en nu meen ik met grond w-
A &                          mö»
-ocr page 3-
(O
mogen 'befluiten, uw niet fo feêr» in ,'den
kring der Zotten te moeten plaatièn, niaar
by die geenen, waarvan'denfelven wyzsn
Koning in zyne Spreuken, Cap. 6 vs. i f
tot 15 , het volgende zegt: Een Beh&s
menfcbe, een ondeugd/aam man,, gaat;^^
verkeer dbeid des monds otnme ; wenkt .W&t
fyne oogen, /preekt met fyne voeten, leeft
met zyne vingeren. In zyn herte zyn vef-
keerdbëeden. Hy [meed f cMentyde kwaad 9
hy werpt twisten in. Daarom f al fy'n ver
haajlelyk koomen, hy [al fcbielyk verbroofaw
worden, dat; er geen gemefën aan en zj-
Ja, Myn Heer ! de qnsfie aan Uw
^gefonden Brief, geteekend Q. N., ges ft
rny de volléédigfte vryheid uw als fo&ianig
te befchouwen, d^Eëre hebbende de Het^
by uw geteekend Q, N. , en des feil rs
hoogstgeëerde Gade, en loffelyk Gèflagt»
■zeer wel te kennen , öffchoon ik geen e
QageTykfche opwagting by fyn Ed.' maal-i»
ï&'' moet ik uvv 'voor 't oog van *t gantfche
"piiblicq zeggen, dar uw brief in No. f5
Van"üw Weekblad geplaatst, een%rdigfiel
is. Zo't my aan den flyl voorkomt, van
uwe eigen vinding, 'k'Zal my niét nader
verklaren, wie" door den Heer Q- N:'mdj#
Verftaan worden'te zyirr deftilke, ónfëf
■ ■ .. .                                                           eeiv
-ocr page 4-
( 5 )
eenvoudige Landgenooten, welke by hét
leefen van dien brief, enkel fancter verdere
opmerkfaamheid eens gelagenen hebben, om
deefe geene ip'enneflreek} of Jaage uit-
drukking, en; die gy dus geen geleegenheid
gehad hebtf?,' te vergiftigen, vind ik niet
nuttig, hunne rechtmaatige wraak op. üw
en uwe aanhangers wakker te maaken. En
voor die geene die uw brief verdaan heb-
ben , is het niet noodig, defèlve fullen ook
my verilaan.
Ik noemde die brief een verdigtfel, om
dat de Heer Q. N., (ik zal f dog met eer-
bied) hem zo blyven noemen) nimmer dien
heeft kunnen fchryven, diens ziel is te veel
verheeven, dan dat hy de laagheid fouden
hebben aan uw te fchryven, en ook is hy
in 't geval niet, waarin uw No. 5 hem
plaatst. Ik fal, uw brief volgende , uw
eenig nader berigt van den Heer Q- N.
geeven, voor welks egtheid ik uw, in myn
perfoon verantwoordelyk blyf.
Die Heef is ter goeder uur in 't Huuwe-
hk getreeden met de beminnelykfte vrouw
der Weereld, in haare jeugd meer dan mid-
delmaatig fchoon,- 't is waar, zy heeft ftaande
haar gehuuwden Haat, de Kinderfïekte ge-
^ad, en is ook daar van een weinig gefchon-
A 3
                       den,
-ocr page 5-
( 6 ) .
den , dog dit belet rr'et dat haar Ed. des
niettemin, met het volkomenst regt, eert
fchoon mensch mag genoemd worden. Een
fraaye geftalte, meer dan gewoon, ja Kx>-
minglyk voorkomen, eene innemende vrien>
delykheid, een doordringend en eerbied ?
achting en liefdeverwekkend oog, genoeg
meen ik, om te ftellen tegens uw ba! zo
leelyk;
maar iets dat meerder afdoet, iets
op het welk. geene fiekte of yerioop der
X-ente van de jeugd eenige invloed had. —
Deefe Vrouw, die het volkomenst geluk
van haare Echtgenoot en Einders uitmaakt,
is door den Hemel begaafd met de fchoon-
fte Ziel. — Verfland en deugd hebben
daar haaren zetel. — Met één woord, zy
is gefchikt em gelukkig te maaken, al die
haar omringen. — Voor het overige is zy
van een deftig Geilacht, die üker.heel •&&
in het Capittel te feggen -hebben.
Mis.ï*
wel? als ik er byvoeg, fo als gy tot nw
leedwefcn in den jaare 1787 ondervonden
- hebt, toen die aanilenlyke Familie, zulke
gewigtige dienften aan den Hesr Q- r*-*é
en zyn geliefde Gade, en Geflaeht, en
met hun, te gelyk aan alle eerlyke N0"
derlanders, beweefen heeft. — 't He.u§
uw immers,hoe.eenige kwaadaartige knegts.
-ocr page 6-
C 7 }
die door de Heer Q.N* meestal iiit het Hof
waren groot gemaakt, een vloekgefpan met
den anderen hadden aangegaan, dat niet
minder bedoelde, als om hetgantfche Ge-
llacht van den Heer Qv N. geheellyk te
verdelgen, alle Eer en Liefde, -die zy hem
fchuldig waaren, verkeerende in de verre-
gaanfte minagting en haat, en eindelyk
hem openbaar aanvallende, hem noodfaak-
te, om Huis en Hof te verlaaten, wilde
- hy fig niet blootftellen om geguillotineerd
te worden. Maar neen, zo verlicht was
men toen nog niet, 't zoude waarfchynlyk
nog maar onthoofden zyn geweest, — is
toen de vermogende Familie van de Ega
van de Heer Q. N. regt tydig te pas gekoo-
men ? — Heeft niet haar Oom al die vloek-
genooten, binnen weinig tyds, uit den an-
deren gejaagd ? en de Heer Q. N. herfteld
by desfelfs wettig gefag en eigendom, en
is het niet. aan het Edel Characler van de
Ega van dien Heer te danken, dat die
vioekverwanten nog gelukkig de welver-
diende flraf ontgaan zyn ? Heeft zy niet
Zelve, toen het fwaard der wreekende ge-
rechtigheid reeds was opgeheeven, voor
hun pardon gevraagd ? Ik vraag uw dit,
om dat ik my overtuigd houde dat gy er
A 4
                      uwe
-ocr page 7-
c 8 )
uwe toeftemming niet aan "weigeren kunt.
Maar gelooft gy wèl, dat de meefte van
die, lo genaadig behandelde boosdoenders?
nog geftaadig hun' best doen, om de Heer
Q. N. en zyn Gefiacht, en al die hem
zyn toegedaan , in het allerakeJigsr ong£'
luk te ftorten ? Ja! ja! dit geloofd gy met
nadruk.
' Het verhaal dat wyders in uw brief voor-
komt , nopens het verfchil tusfchen de bloed-
verwant van de Vrouw van de Heer Q» ?V
en een z'yïier Nabuuren, is in eengeheel
verkeerd ligt geplaatst, het is er zeer verre
Van daan V dat het volkomen eeeker /oude
weef en dat de bedrfzieken, trotfchenen wraak'
fugiigen aard van die Plrouw
, dit fpe!!etje
'aan haar Man gebrouwen heeft
, :fo ais het
"by iiw No. 5 genoemd word — om hem
in dat verfchil'te wikkelen, jas het is el'
fö verre van'daan, dat er voor die gedag:
'tin geen waarfchynlykheid blyft; hoe toch
km het in gefonde heffenen* vallen, cat
1 een Vrouw "van dat Charaéïer, - fo als ik
haar hier vooren befchreeven heb? haar
M&n , in een 'verfchil Tonde inWJk .efo>
't welk op het tydfdp dat •zulks gëfcïiieuc,
■zyn geheel verderf, ha'i God zulks irec
verhoed, flónd na zig te zuilen' flcep^i;
neen
-ocr page 8-
C 9 J)
neen, eenige weinige , om hnnne boeve-
ftukken uitgebanrie , of om onbetaalbaare
" f chulden uitgeweekene vloekverwanten, die
hunne toevlugt genoomen hadden tot den
voorgelegd e/Nabuur, endaar nog bleeven
hoopen, en vergeefs verwagten, op hun
beloofde hulp; meende de gelegenheid waar
te neemen, om na dat by dien Nabuur, zig
een party huns gelyken, had beginnen te
doen gelden , en het defelve gelukt was,
hun Heer hec gantfche bewind uit de han-
den te wringen, en dat niet alleen, maar
om hem op de onmcnlchelykfte wyze te
vermoorden ; van deele moordenaars ge-
holpen, zeg ik, meende zy de geleegen-
heid waarteneemen , dat de Heer Q. N.
door noefte werkfaamheid, onvermoeiden
yver, en vlyt, befig was, en zeer goede
vordering maakte, omdat geene weder uic-
tefbaaren en overtewinnen^ dat door het
vlóekgefpan verkwist, of gefloolen was»
om Hem en zyn Huis te overvallen, van
alles te berooven, en dan eindelyk hunne
m c ordzugtige handen in zyn dierbaar bloed
ie wasfen.
Ik hoop niet, myn Heer! datgy fo on-
gelukkig zyt, van even als die moorde-
naars, waarvan ik fo even.fpcak, het aan-
A 5                     zyn
-ocr page 9-
( *o 3
* zyn van een oneindig God te loochenen»
fo gy er aan mpgt twyfFelen, koomt dan
hier: —» Hier is het beftaan van een God,
die een alvermogend Redder in gevaaren
is, als in een fpiegel te leefen, menigvul-
digmaal ondervond de Heer Q. N. en zyn
gantsch Geflacht, zigtbaar, dat het almag-
tig Opperweefen over hun ten goede waak-
faam was, maar in dit oogenblik bleek fulks
klaarder dan ooit, toen de bende muiters
en moordenaars, voorafgegaan door een ry
banditen, aanrukten, wierden fchielyk de
deuren, en toegangen, die naar het ver-
blyf van den Heer Q. N. flrekken, ge-
floten , en fo veel volk door hem by de
hand gebragt, als mooglyk was, om geweld
met geweld te keeren; alle, op één na,
die uit domheid, of lafheid, een deur open
deed, toen een hoop van dat gepeupel maar
wat brutaal begon te fchreeuwen, deeden
eerlyk hun pligt, ja er waren er onder,
die Cmag & het fo noemen) wonderen
deeden, egter had dit alles tegen de groote
overmagt op den duur niet beftand geweest.
Maar! en dit was genoeg, de God des He-
mels fprak! en in een oogenblik was h^
met angst en fchrik vervuld addergebroet-
fel, uuren ver, teruggeweeken, de Woed-
ver-
-ocr page 10-
C u )
verwanten van de Huisvrouw van de Heer
Q. N., en zyne vrienden, wierden door
God, als middelen in Zyne hand gebruikt,
om hun met bebloede koppen , en niet
weinig dooden, tot binnen hun moordhol
te rug te jaagen.
Wat het verfchil tusfen den bewusten
bloedverwant, en den gezegden nabuur aan
belangd, ik wil my niet uitlaaten, ook niet
onderzoeken, of dien bloedverwant al of
niet recht had, zig in de zaeken van dien
nabuur te mengen, dat is de taak niet, welke
ik my hebbevoorgefchreeven, om dat zulks
niet rechtftreeks de Heer Q. N. of zyn
Ega raakt , alleen kan ik niet voorby,
uw te zeggen, dat de Schoone boomen,
en Heerlyke Vrugten, die volgens uw
daar aan groeijen, buiten uw, van weinige
gezien zyn , wel vind men in dit nieuw
plantfoen, een menigte doornagtig kreupel-
hout, dat laag by de grond wast, van verre
befchouwd, uitwendig wel iets fraays heeft,
maar dat by de aanraakinge geweldig Scherp
is, en daar het kwest, een vergiftigend vogt
meede deeld, de vrugten zo verre die tot
nogioe bekend zyn, is niets dan een kleyne
zwarte befie, van een zeer bittre nafmaak
en die uitgeperst zynde een Zwymelwyn
                    geeft,
-ocr page 11-
geeft','dié'dé zinnen bedwelmd en de men-'
ichen herfchept, in dolle raazende dieren.
Ook groeyt aan de toppen, een zeer ligt
zaad, dat, door de minftë wind bewoogen,
zig allezints verfprëid , en nedervallende
niet nalaat, zig hier en daar onder goed graan
te vermengen, ên dat te verfcikken, of nu
bewufle bloedverwant, geen reden had om
zig te beklaagen over zo een befmettend
gewas, in de riabyheid van zyn, van de
uitmuntendegewasfen, zó vrugtbaar Land,
laat ik ieder onpartydige oofdeelen. ■-----
Indien ik op myn beurt, met het natuurlyk
recht, en rnetide waarfchynlykheid te raade
gaa, zoude ik mceten antwoorden, neen,
niemand heeft recht, om vergiftende, en
befmettende, dingen, zodaanig teplaatfen,
dat elk onkundig befchouwer niet alleen,
maar zelvs ook de nabuiiren, gevaarlozen
de doodefyke gevolgen daarvan tefmaaken;
zoude ik op een dor,onvruchtbaarftukgrond,
tusfchen uwe rykgelaaden koornfchuuren»
vryelyk een hoop flroo mogen in den brand
fteeken, en daar door uw in het gevaar ftel-
len van geruineerd te worden, alleen op
grond, Mag ik op myn eigen vryen grond niet'
poten
, planten en doen wat'ik wil, als ik het
•voor myn belang het befte keur.
Antwoord
gy zelve myn Heer.
                            ^
-ocr page 12-
C 13 /
Ik meen dat dit genoeg zal zyn, om,uw
te doen zien, dat wy over de Heer Q. N. in
zyne omilandigheden, en in het byzonder
over het Charaóler van zyn LoirelykeSga,,
zeer''Verfchiliende^ denken , en wyl.gy'
hebt kunnen goedvinden, die lieden in éen
* publicq 4aghjad, ^o fehandel^k te hoonden,
eisch ik,' nu gy iJëter' geinfófmeerd zytTdat
gy dit repareerd (zo uw weekblad zo lang
geduld wórd) , in een volgend Nummer,
ik hadde deeze direét aan uw gezonden, zo
gy het had durven waagen, uw Naam, of
die van den Drukker van uw blad, voor
het zelve te plaatfen, dog op dat gy my
in deezen, niet met iiw.inogt in gelyken
rang Hellen,-;-vind gy des Drukkers naam
by den Titel,--en ten huizen van deü zelven,
myn adres — vind gy góéd over den inhoud
van deeze, rn> in perfótm te fpreeken,
hebt gy uw flegts aantemelden, ik verlang
om uw te verklaaren, $y monde , wat ik
bedoelde toen ik zeide j dac ik voor de Egtheid
van dit berigt, uw in myn perfoon verant-
Woordelyk blyf.
\ Lust my verder niet uw brief, uit het
beterhuis in te zien veelmin te beoordeelen
uw bedoeling is van deeze, tog niets
beter als van de voorige, alleen raad ik uw,
en
-ocr page 13-
C 14 )
en deeze raad is goedkoop , wanneer uw
knaagend geweeten (by aldien hetzelve niet
geheel istoegefchroeid} iiwzoms doed vree-
zen voor de bullepees, bedenk dan dat &
roede is voor de rugge der, Zotten.
O...,..*, den i<a Februdry 1794
J. H. R...»