E D E S C H E
VERLÜSTINGEN,
Of Geefielijcke
GEZANGEN en LOF-ZANGEN,
Op
verfcheyden Voorvallen en Gelegent-
heden t' zaamen gefteldt, en ten dienfl der
Zang-lievende in't licht gebracht,
DOOR
J O ANNES CLOECK,
Herder der Gemeente Chrifti tot Ede.
|
|||||||
Tot UTRECHT,
|
|||||||
y ^illem'ClercKi Boeck-
driicker en Boeck-verkoper op de Neude, in Kintjens-Haven. Anno 1677. |
|||||||
: Koa-4- 3*. Salomon maackte duyfeiit en vijf Liederen.
SC ii9> Ï4' Uwe Infertinge zijn mijne Gezangen geweeft ter plaatlê mijner rreemdelinckfchap. 1 Cor. 14. te. Heeft ymandt van u een Pfalm, heeft by te°
Lere &c. Iaat alle dingen gefchieden tot tticbtin ge. €0!. i.itf. Leerten vermaant malkanderen, metPCdmen, e0
Lof-zangen, en Gei-ftelijcke Liederen, zingende denHere met aangenaamheit in uwe herten. Apoe. 14.}. En zy zongen een nieuw Gezang voor dea Troon»
en voor de vier Dieren, en voor de Ouderlingen, en n*" mandt kon dat Gezang leercn , dan de hondert en vier e° veertig duyfendt, die van de Aarde gekoft waren. Jef. 41.10. Zinget den Hereeen nieuw Liedt.
Pf. 8i.i,en4. Zinget vrolijckSodt onfcfterckte, &c. vt0*
dat is een Infettinge in Ifrael, en een Recht van de Goo1- Jacobs. Math. ii. 9. De Schare zong het Hofanna.
Bph. f. 18.15. En wordt niet droncken in Wijn waar i17
Overdiat is, maar wordt vervult met den Geeft, fpreecfcent!e onder malkanderen, met Pfalmen, en Lofzangen > t0 Geeftelijcke Liedekens, zingende en Pfalmende den Hef in uwe berte. |
|||
OP-DRACHT
Aan die
Hoog-Edel-geborene en Godsvruchtige V R O UWE, Vrouw J O ANNA
MARGARETA van ARHEM,
Geheten van Arnhem,
Vrouwe tot den Roofendaal en
Harfleloo.
Hoog-Edel-gehorene Vrouwe,
Et was niet reden-Ioos, dat voormaals
een uytftekent Godts-geleerde wenfchte, | dat alle die gene die de Heere in defe We- „JJ relt tot grootheit van Staat gelieft te ver- heffen, en met een ever-edele Geboorte te bekroonen: Zlg gedurig moghren erinneren het zeggen van dien. grooten ApoftelderHeydenen, i. Cor. i.z6. dat de "eere niet vele Grooten, niet vele Machtige, niet Ve'e Edele uytverkoren heeft. Buchananus Meefter VandenConinckJacobus, ter opvoedinge der zelve verordent, liggende onder het geweldt van een doo- * z delijckè
|
||||
OP-DRACHT.
delijcke zieckte, verzocht van een van desConincks
Raaden, die van den Coninck tot hem gefonden was om naa zij n gezondtheit te vernemen, dat hy den Co- ninck zijnen 't wegen zeggen zoud dat hy ging naa een plaats daar weynig Coningen quaamen. Vanlfraels Edele wordt gewaaght, dat zy haren hals niet brach- ten ten dienft des Heeren. Neh.i- 5. Ick zal gaan tot de Groote zeghtjeremias, maar die hadden het jock des Heeren verbmocken.Jer. 5. 5. Vermits de luyfter van de grootshey t dezer Wereldt gedurig in haare 00- gen fchittert,en de Prince defcr eeuwe alle deConinck- rijeken delès Wereldts haar zoo fmaackelijck aan- biedt , indien zy nedervallende hem willen aanbid- den , f daar het verdorden hert des Menfchen fteedts na hunckert:) vermits zy zoo veel gelegentheden heb- ben ten quade, zulcke ftereke befoeckingen, (gelijck de hoogfte Boomen de Storm-winden 't meeft onder- hevig zijn,) wat ifler niet een kraght en fterekte van genaden van nooden om die alle te boovén te geraac- ken ? niet vreemt dat het den rijeken zoo zwaar valdt in het Coninckrijck der Hemelen in te gaan! Mat.19' 23. O wat valdt het moeyelijck een vollen Beecker zonder plengen te draghen ! En wat is het niet een fware zaack een hemelfch hert te hebben in aardtfche voorfpoet ? van Godt verheven zijnde echter een hert te hebben dat niet verheven is, nog oogen die wet en zijn na hoghe dingen als dat van David was. Pf.i 3l' 2. En in een overftrominge van alle onder-aardtfcne zegeningen zijn herte daar van gefpeent te houden als een gefpeent kïndt \ en zoo in de Wereldt boven de |
||||
Ó P - D R. ACHfi
Wereldt te leven ? Hierom ziet men veeltijts dat meri*
fchen van dien rang gelijckde vetfte gronden het mee- fte onkruyt voortbrengen. Hoghe plaatfên en tijde* *ijcke geluckzalicheden vervoeren haar ten mceftert' "eel in zodanigen waan en hooghmoedt des Geefts, "at Zy zig niet buygen konnen na de eenvoudigheitdès ^Uangeliums, en heylige fingulariteit eens Chriftens» )aa dat zy wel zouden zeggen (zoo niet met den mon- "eJ noghtans in hare herten, ('waar van zy uytdruck- Jelen vertoonen in haar leven) wie is de Heere dat ick nern Zoude dienen ? Exod. 5. z, zijnde te hoog ont 2'8 Zoo laag als onder des Heeren gezegende Wetten Jfc buygen. Waar wordt het leven der Atheiften (be- gaande in laat ons eten en drincken morghen fterven ^y>) levendiger verheelt, en die maximen van dien ■"•"affert in zig, dagelijks koftelijck tekledcn * en zig z«lven feeftelijck te traéèeren nauwpuntigcr nagebotft a'sveeltijts onder de zelve? en dat zelfs in zodanige; 'Juen wanneer ons Godt roept tot rouwklaagh en ge- V/een, en tot omgordinge eenes facks. Waar vindtmen" H'erderverfpilling van dien koftelijckcn tijt inledig- eit> onnodige Zaletten, en geveinfde Complementen,' Jaar van Salomon zeght als hy met zijn ftemmt* , 1ecckt gelooft hem niet, Spr.26. 25. als even on- , r de zelve ? Hele uten kan' men onvermoedeüjck _arm hefteden, 't prachtige optoyen deslichaams; j 'ar ttauwiixs een uertjen afbfeecken om die te beftc- tot een nauwkeurig onderzoeck van ons hert en saen, in hert-breeckende beweninge van onsey-
&en^ j « 'c en aesLaiidtsoverftromendezonde, inheylige * 3 Me-
|
|||
O P - D R. A C H T.
Meditatien, onderzoeckvanGodtsWoordt, zingen
van Pfalmen , en ernftige gedachten der e wicheit. En dat het voornaamfte is dat gemeenlijck lieden van Staat endiehaarzelvenmetdie bedrieghelijcke en ziel-ver- dervende gedachten voeden, dat de Godtfalicheit met Grootheit niet compatibel en is, en de Godtsdienftig- heitden luyfter van hare Grootheit beneemt, daar zy den rechten glans en vernis aan de zelve geeft. Salvia- nusklaaghdein zijnen tijt, indien ymandt der Edele tot Godt bekeert wordt, terftondt verlieft hy de eere van zijn 'Adeldom , en zoo waanen zy genoodt- faackt te zijn om quaadt te wezen, op dat zy nie£ in verachtinge geraacken. En helaas! hoe gemeen zijn die gedachten by de Grooten van onze tijt, dat het al- leen voor geringe menfehen is Godts-dienftig te zijn, gelijck die wereltfche Michol David daarover befpot- tede, keurende het beneden zijn Hoogheit te zijn met zijn Dienftknechten en Dienftmaachden voor de Arc- ke des Heeren godtsdienftelijek te huppelen, 2 Sat»>6' 20. Daar in der daat den menfeh niet verachter maackt, als d'ongodtsdienfticheit en godtlooshert» verdovende den luyfter van alle hare aenfienlijckheit, Pf 15.5. De ziele van een godtloofe ( al was het va» een Coninck^) is weynigh weerdt, Spr. 10. 20. H°e' wel van adclijcken bloede afkomftigh, Godt de Her achtfe niet meer dan de Kinderen der Mooren, A**° 9.7. Daarom wordenfe vergeleecken by fchu)7fn' Ez£ch. 22. 19. kaf, Mat. J. 12. by Honden e" Zwijnen , Matth. 3. 12. by Slangen en Adders» Mat. 2j. 35. Luther fpreeckende eens van den Turc |
||||
OP-DRACHT,
|
|||||
ièn Keyfèr en zijn Rijck, zeydedaar van, het is maar
een broek die Godt dien grooten Hondt toewerpt. En voorwaar, wat zijn alle aardtfcheheerlijckheden zonder godtzalicheit ? maar ydele droomen, naght- fchaduwen, fantafien, AU. 15. ï 5. windige nieten , waar mede de Heere zelfs de moodtfte deughnieten begïfticht. Het was beter voor haar gewoont te heb- ben in een Spelonck dan in een Hof, van deur tot deur haar Broodt bedelende gezocht te hebben, dan volle Beeckers en Tafelen godtloos zijnde genooten te heb- ben, dewijlezyde grootfte reeckening te verwachten hebben, want dien veel heeft van Hien zal veel ge-eift worden, L-ttc.i 2.48. Philippus de derde, Coninck van Spanjen, een man die anderzïns onberifpelijck ten aanfien van uytwendighe zonden geleeft hadt, zijnde in doodts nooden, overpeinfènde diegrootereecke- ninge die hem ftondt te geven , brack uyt in defê ziel- roerende klachte, agh dat ickdiejaarendieickinhet Regeren doorgebracht heb, als een befonder Pérzoon geleeft had! hoe geruft zoud ick dan fterven ! hoe vrymoedig zoud ick dan gaan tot den Troon Godts! wat nutticheit heb ick nu van all'de heerückheit des 'Wereldts, als dat ick daar door nu meer benauwde en ppraamt word' in mijn doot ? En zeeckerlijck, hoe «ooghcr wy in den ftoel der eere hier op der Aarde verheven zijn, indien wy godtloos geleeft hebben : "et zijn woorden aller opmerekinge weerdig die wy vinden, Apoc. i'è. 17. daar Joannes hoorde $en ftemrrie uyt den Hemel van Babyion, zeggen- de, zoo veel als z.y haar zelfs verheerlijckt heeften * 4 wed»
|
|||||
OP-DRACHT,
Weelde gehadt, zoo grooten pyniginge en rouwe doet haar aan. Aan de and're zijde, iffêr niets dat den Menfch meer
veredelt en verheerlijckt als de heyligheit, zy is een ftraal van de Hereder heerlijckheit, die wordt gezeydt verheerlijckt in heylicheit, Exod. 15.11. de eygene Print en beelteniflèGodts,hoe meerder wy die deelach- tich zijn, hoe dat wy oock meerder verheerlijckt zijn» deHere woude haar maacken boven alle Volckeren, haar hoog fetten, tot lof, tot een name en tot heer- lickheit,en waardoor? opdatghy eenheylig Volck zijt den Here, Deut.16. 19. O! de Heylige dat zijn de heerlijcke op der Aarde, die koftlijcke kinde- ren Sions tegen fijn Goudt op te wegen, Klaachl. 4.2« hebbende zulcke koftelijcke en dierbare genade, z. Pet. 1.1. koftelijcket dan fijn Goudt, en al waC men wenfchen mag is daar by niet te vergelijcken 5 Spr. 3.15- En daarom geeft de Here de rechte xftima- tuer van alle heerlijckheit zulcken hoogachtinge van haar, van doen af zijt ghy koftelijck geweefl: en ver- heerlijckt in mijne oogen, jff/743.4. Jezus het af- fchijnfelvan Godts heerlickheit, kendtzein zulckefl weerde, dat hy zig niet en fchaamt haren Broeder ge- naamt te worden, Hebr.z.n. De Engelen die ge- zegende en verheerlijckte Geeften, bieden zig aan tot hare Trauwanten en Dienftknechten, Hebr. i- u'r' Lutheruskon meerheerlickheits zien in den plomp»0" Boer, den Here vrefende, dan in Alexander of de» grootften Monarch van de Wereldt godtloos zijnde. De Keyzer Theodozius fchattede zinmeer verhfer*
. J - ° H;ckC
|
||||
OP -DRACHT.
.%kttezijndathy was een Lidt van de Kerck als het
Hooft van een geheel Coninckrijck. Ick ben verzeeckert U Hoogh Ed. mede van dien
ielven imborft en gevoelen te zijn. De Here heeftdef- tige Juwelen aan uwe aartfche Kroon gehangen , U Hoogh Ed.-gezegent met een zeer al-oude en voortref- te'ijcke Afkomft, verrijekt met uytmuntende Goede- ?% maar ick weet dat ü Hoogh Ed. zig met deze Jjjngen niet laataf-fetten, gelijck eens Luther in zijn vebedt tot Godt zeyde, als hem den Hartog van Saxen met enige duyfenden begiftight hadt. O ) wat « het heerlijck als die gene die het Bloedt der Edele «oor hare Aderen lopende hebben, gelijck U Hoogh ££. een hooger Geboorte konnen opreeckenen, en Jj« uyt den bloede en wille des Vleefch nog uyt' den . ille des Mans, maar uyt Godt geboren zijn ? en niet een konnen vertonen van een over-oude Stamme plprooten te zijn, maar oock met UHooghEd. ^onrien reeckenen een Afkomft van dien Ouden van vaghen ! en zoo met die van Berëen recht Edel te zijn • ertoonende In hare Chriftelijcke Wapenen deLeeinv' ^beeldende hare Chriftelijcke moedicheit, Spr.z g. /. de siÜyf'verbeeIdende hare onnofelheit, Mau\o.\6. ■ i s n§c'verbeeldende hare voorfichtigheit.^/. i o. faa* !cn schaap verbeeldende harefadhrmoedigelijdt- het 22 \ J°h- IO-l6' De Here heeft u verrijekt met
met f ° 7oftel'Jcker is dan fijn Goudt, begenadight Verbor ^endl8 §eloof > grondige kennifle van de en 0nfgentl!eden des Hemel* > en meteen nedrigen °<Hrnoedigen Geeft. O wat is het een gefègende |
|||||
con-
|
|||||
OP-DRACHT.
conjunöie als men zoo Grootheit en Nedricheit ziet zaamen gepaart! en men zig weet te voegen by defl nedrigen en die van minder ftaat in den weg van zijnen Godt te verheerlijcken! en zoo in zijn Hoog' heit degrondt-deuchtvan nedricheit laat uytblinc- ken, geiijckhy die in het hoge en het verhevene zij" nen zetel heeft, noghtans woont by die gene die nedrig en ootmoedig van herten is. O ! wat is het Godt verheerlijckendt als de Tabernaculen der Grooten zijn Tempelen Godts, ware Bethels gelijk het uwe, daar de Here woont door Gebeden, dage- lijcks lezen van Godts Woordt, en andere Ziel* {lichtendeoeffeningen! Ickzouw vanll HooghEd; Huys mooghen zeggen, het geen van Wi elrrl eert van de Landt-Graaven van Heffen gefeyt wierdt > dat fijn Huys was een Hof van Wijsheit, en eert Kerckvan godtsdienftige oefeningen. Dit heeft myde vrymoedicheit doen nemenorr*
met eennedrigeeerbiedicheitdefe mijne Geefte»Jlc' ke Gezangen (vruchten van mijn ledige uren/ <-* Hoogh Ed. op te dragen, om onder den luyftef va0 U Hoogh Ed. aanfienlijcken Naam te fchuyle0 etl het Licht te zien. En zeecker ick zoude gefchroort1 kebben zulcks te ondernemen, ten ware ick my vct' zeeckert had U Hoogh Ed. als eertijts Artaxer^ gc-aartte zijn, die het hem betamelijck oordeel niet alleen groote maaroock kleyne dingen a3"] nemen. DaarwordtverhaaltvaneenMan,die grooten Auguftus een Boeckjen aanbiedende,zu,': niet als zidderende en bevende dede, zijn Handt |
||||
O P - D R A C H T.
|
|||||
«ensuytfteeckende, dan eens weder re rughhe tree
kende, waar op hem zeer aardig van den Keyzerge- vraaght wierdt, of hy meende-dat hy een kleyn Pen- "incksken aan den Oliphanr gaf., lerende dat het onbe- ïaamelijckis datmendanaande weerdigheit van de gif- te, ofindien die te gering mocht zijn, de goetheit van {■jen Ontfanger mistrouwen zoude. Deze kieynheriig- "eit zal ick niet navolgen, of ick fcho >n van des felfs on- ^Veerdïcheit en geringheir genoechfaa n verfekert ben, evenwel heb ick van U Hoogb Ed. beUeidenheir zo- . n'£ gevoelen, dat ick niet en twijfel 't zy dan zooge- r'ngals hetzy, het zal van U Hoogh Ed. j.'unftig aange- nomen, en het geen aan de Konft ontbreeckc in de ftofFe vervult worden. Ick zal befluyten op dat ick niet te groot een Portaal
voor dit kleyn Werck enmaacke. De Godt der Gooden ^°e U Hoogh Ed. in kracht van Godtzalicheit meeren ^eer doorbreecken.' hy vermeerderein U Hoogh Ed. 2Jt werck zijner genade! hyoverftorteU Hoogh Ed. "uys met alle geeftelijcke en tytlijcke zegeningen , hy 2^geneU HooghEd.met een vruchtbare Baar-moeder» °f zo0 dat de Here in zijn Heylige Wijsheit niet moght . enagen , ten minfte niet een vruchtbaar herdt, op dat •"een goeden zin op U Hoogh Ed. mooghen gepaft „ 0rden de woorden lefai* f4-. i. de Kinderen der een- anie zijn meer dan de Kinderen der getrouwde, dit ïs enherteli;cken wenfeb van die altoos verblijven zal "oogh.Edelgeborene Vrouwe,
U Hoogh Edelheits Ootmoedïgen en tot al'en
dienft-bereyden in Chrifto °<»z9.D<c,l676. JOANNESCLOECK.
Op-
|
|||||
Op de
EEDISCHE GEZANGEN Van den Eerwaerdtgen, Godtfaligett, endefeer
geleerden Heer, J O H A N N E S C L O E C K-
IWEden was de loof e Slange kloeck,
Om over 't menfchelick, Geflacht den vloeck^ Te brengen: maer der Vromven Zaedt, met Eede Ons toeirefeyt, bracht wederom den Vrede. Des Satans Woordt was , EDE , g'hebt geen noot;
Doch eylaes! 't Eeten deed' den Menfch den doodt. Maer Chriftm feyt oock., EDE, 'kfalu geven Afijn eygen Vleefch, om eettwighlickje leven. O Eede ! wat gelttckjs dit, datghy Oockjme'e tot defen Boom des Levens vry Toe-treden mooght, hoorende KLOECKprmget* Met kloecke ftemm', en Eedische Gezangen , Dat elck, die fijne Saligbeyt bemind, Met Eede fich aen fijnen Godt verbind', Om't Hemelfch Eden kloeck'lick te beftrijden, En als geveeldt hetfelve te doen lijden- Wel aen dan Eede , EDE van dit Broodt, De Heer belooft met Eede, dat de Doodt 1) met f al houden uyt het Hemelfch Eden, Sooghyjijnflemm hoort, nu het noch is Heden. JACOBUS STEEN, V.V-M'
Scherpen&elanHS.
|
|||||
M0&*
|
|||||
Pi
|
ag.E
|
|||||||||||
M O R G E N-G E S A N G,
Eenige Zielzuchten, in den MorgeflftonÉ
onder het gezang tot Gódt uitgeftört* |
||||||||||||
fPfalm
Coft>6I
|
||||||||||||
vin,
ocksvoetje fpeelt.
che Forttiyn. m xvu i. twee verfen by een gCVoegt* |
||||||||||||
| I.
■ jïoct-maentig i%m ! en nopt t>oïp|«frtc
©aöav!
1 fontein DesS goetg / en allee ïjtM fpïinfr» aöec! _ S€otub2engicnterö?oegermt>?gentï0m/ wijn mojgen-offer / j$eeu! met firn en rti'ont* <©e?s fmo?gen0 bioeg 30 öaajï ten noom t'onttoaaï*
«»» fien/
=~0 3ai mijn tonge 3UI) tecfïont opmaa&en/
^»n uit te jtipcïjen met een 5oet gefiianö/
"cot unien 53$$ / m ^m geren-3anft.
<<5pp Koomt nip alle nacDten t'otoerlaüen!
«« f nio?gensf mem goetfjeit te Derfaöen! «en peöec öag / een peöec nacljt të toeec «en mein» gettipg- ban utoe goetfieit $cet J 98 «Ë>P
|
||||||||||||
I V.
45P 3tjt Bet bie mp befe nacöt Bebefet Hebt/
€n utoe bleccfeen ober mp gejïrecbt tjebt / ©ooj^atanglift/ boojfietfet/ boo?tegenfpOet/ ï^eeft utoe gum? mp befe nacöt Beöoet. v.
3$oe fal ith utoen naam genoegfaam pjijfen i 'h €n fèan u geen genoegfaam eer Betoöfen! 3lofeeutoigï)lof! 3p<S5cbt/ biebefenacïjt a©anneec kh fïiep geijouben geeft be toatïjt. VL
©e jgomte fioomtöetaawnjcft tocctBefcDönetv Jgetnieutoe lictjt boet bupjtemig betbbujneu / Blaat oocfi mijn 3iel met 5iel-betauit&ent iitöt fttiliOit 3üit ban u Ijeilig aangeficfjt! VII-
25efcftijnt bog ^emeïfrt) Eon met utoe ftïaarïjeit
ailSijn bupft're 3iel I beiliclKfe boo? u toaarfjeit / <©oet mp op aarb 30 toanbelen t'n ben bacD / 5©at ith f)et eeutoig Ucïjt Be-erben macf). viii. attB bat mön 3iel met €ïj?ifio mogfit Beftleebt 5W -
!©an3aïtnmpgeen30ub/ geenfmet/ gecnleeb3ÖI,; aBeerbt b' pbeljjeib bog bet ban mön getoaat / ©etciett mijn jiei met beugöben-rijCR «ciaat. 1 x. <ö5eïett mp boo? ben <ö5eefl in utoe toegen /
gjn mijn Beroep betleent mp utoen 3egen: ©etjoet mijn oog / mön tong / mijn öert / mütt P»*' «pat geen ban ai 3tcD tegen u en aam. x, 3©i!t riuaat gefelfcgap bejre ban mp toeeren /
^e J^emcUngen licbet tot mp feeeren / Êo fai ith ban ben gua'en niet 3ön belet/ maecbanbegoëntecöÉU(öt5flna9naefet. • ^aflt |
|||
V O O RvZ A N G.
XI. Haat al mijn boen na utoe toet gericDt 3ön/
©p bat mijn naafien mag ban mp getïicljt 3ün/ €ngpmoogl)tlof/ enp?ij£/ en eet ontfaan/ ©an al Det geen öat ban mp toert geöaan. |
||||||
AVÖND-GESANG,
'<©f
ÏLenige Ziel-fucHten, in den A vondt onder he<"
gefangtot Godt uytgeftort. Stem Pfalm 4.2.
i.
1 &t'm getoet öte öe toatfit fiouöf •* ©00? 11 ötergeö ofte ftljaat / ^oofip öage alss öpnadjt Bouöt/ €n beb?ijöt boo? al gebaat; « 25?eng mijn 2fibont-offet toeet / ö ïeg öet boo? u boeten neet / Haat l)et boo? u ï|eet gep?efen %\8 een Hefïtjcli te'ucfetoetcft toefen* II.
, 't^octclicïitöatiggetoeecïten/ «' 3tbonöt-ute öie Itomt aan / ^n öc öagO öie «s betfïreecöen / §eer toilt öocö niet ban mp gaen! 25IÖffc mp met u goetgeit bp/ «toe gun|i toetttoofïe mp / «-set bug nagl)tg öe foete ftralen ©an tt aanfcfign op mp öalen* önaoetfielaasa metftfjaamtöeïüöett
^attrtünonOeilicïjepDt/ «k&w l* oefen öatïj m 3ijöen |
||||||
4 EDISCHE
©an u toet ften afgelepDt ,-
<$ati met fpjeccften ban een tooojDt/ Het geDaefiten cngcl)oo?Dt / €n met ïipterincfte DaDe 3©ecï-ftnsf Re& öctragftt öw quaDe. I V. 'ft 3©«t üeer Dat gp 3ijt recfitbeerDtg/
3©i(öt gp mp te gronDt Doen gaan / g[tftöen(ïraf/ gpeeretoeerDig IEP too?öt Dan maar reeftt geDaan •, IBaar teft fieim op €ft:ifïi Moet / Sn ftem grijpt mijn 31de moet / 3Me mijn fiiaffe uptgeffaan geeft/ €n booj mijne ftfiu&t boiöaan ijteft. v. ïionb itft nu met mijne ftleD'ren
<#ocft af-Ieggen D'ouDenmenftft! €n mp reept boo? <S5oD berneD'ren ©at të mi jneiS '£ fierten toenfeft J Ifêaer tft Ben aïj* fon&er ftratftt / Eebenlooö en 3onDer maeftt/ übKn <0eeft moet mp optoefificn <£n ftet 3onoen-ft(eeD upt-treftften. V 1. 'ft Eal mp nu ter ruft begeben/
JloeDer üjfr'etë toaaftt boe? mp / ©atnocjjfonD/ nocftfcfianbbeD?ebcn ©an mp Defe natftt en 3P; ELaat ftet goeD noeft 3iin Detracftt / ©an mp in De Dupft're nacfit/ 3©ant boo? u aifienö' gefieftte 3$ De Duitfernifle licftte. v 1 1.
Eaatmijn ftooft Docft neergrfeiDt 3ün <©p De peufuto Der genaa/ <enu bleuo/len uptgefpjept3ijn |
||||
V O O R-Z A N G.
<©betmp/ bat alle fcïjaa
giedtt/ pefi/ öjattö/ enmoo?betp/ ©et ban mp getoet et 3p. ' satans liften toiitbetb?eetben/ ij^aaöt tot niet 5ön fnobe fiteec&en. VIII.
3©erb UB toacbet in be nacBte/
3&oet De toetelt bupten (laan / 3laat aanftonbg ban mijn gebacfite sCot u na ben gentel gaan: 3©ant 't t0 goet bp u te 3jjn / 3a geen 3oeter joet boo? mön/ mis mp felben na be tufte 3|n ben èeete te berlufte. I X.
IBaabt mp boo? ben flaap inbatfltig JBijne b?ocfe ftetfïtRöepb 3 ©bertupgt mp baat boo? nracötig ©an mijns lebend nietiggeibt * '©at tb mp in ttjtg berep / «Eet ie» upt be toetelt fcöep / <En foo na een 5aüg (letben / t €eutoig leben mag be-etben, |
||||||
Eindeloofe Eeuwigheitter Elende-
Stem: Repicavan. I.
0€eutoigtjepbt.'
<©npeilbte <£eutoiööepbt! 3©at too?b gptoeinigïjopöetaatbfiebacrjt! ^attjeeftmenWepnbefeffenban tt btacftt! %e toemtQfi/ toeinig/ too?b g'ïjelaajs bettatfit ! e ©oei fcö?ib en beben/ fnijbing boo? mön Dett/ » l 2tl#
|
||||||
6 È D I'S C H E
M8 «6 Dentonen/
Ceutoig te lenen in ï^el-angfï en fmert! I i. <® cnb'ïoosS enö! 25egimtenö nopt bol-enb \
© booö öie fïernenö nimmermeer m fterft! fBaer *£5oösf uerquicnenö' aanftQp eetoig öcrfU © tojeeöe baar men nopt genaa fcertoerft! «©öooöenö lenen! lenenöige öooö! <0p ölijft geftïjjetoen/ ^tec 'ssgeen öerlenen/ maer een eeto'ge noot».
I I I. ï|oe meer men benfit/-
ï^oeminöer men öelcnrfet / ö' «©neinö'ge fjoogftt/en ötept baar uan nerftaat/ ^aar njjöt/ Baar lengt/ Daar üjecöt' té ^onöer maat/ a^oe beroer bat men in öee.e 5« öocl)toaaö 3$oe mtnöer groitöe / meeröer ötept men binö / fBentoo^öberfïonöe §n 't enö'looss ronöe / al$ mm bat ncrftnö!
i v. ©nltjöö're pjjn! <©te nimmer uit moet 5ött;
ïfert-l^eecwenö toeenen l nimmer uitgetoeenö/ €rDerm'ïti& fteenen.' nimmer uttgefieenö/ €rDerm'ljjcfi <? c €Ienöig fiermcn! bjoefftepö nopt nerftooIgDt /
<©aargeen cruermen / of 3oet ontfermen <®f 3oet ontfermen immermeer op nolgfit. v. ^ticu-öupft'renatfit! «Die nimmer licfjt aanu?acut / 3©tenss buijleinië öat nopt toojö opgenlaarö/ <£f'tminjtelicfitficI)opt in openbaacö/ ^©at eeutoig' eetitoig öontft'rc neftoaait! ft, ©aar Eon notft Jifêaan-licftt een'ge Beijing %K"'
330x1) «0OÖS joct aa n3icftt f, '#en mcnfcft öpt aanlirlit / maar in 't öoncfi're pw*
|
||||
VOO R-Z A N G. ?
V I.
©nlefb're gloet i
<&k bacnent nopt beröoet / 3©tenö fcljjocnenD bier öat nimmer uit en gaat/ %etoel (ieeös b?anüenö nimmer too?ö berfaat/ <£n alg ïjct ö?aam-bofci) ö?anöenö niet bergaat/ ^at nopt geblufcDt too?t/acö toat öjoeb'ge pijn; <kienoptgefu|itoo2ö! <©aar nopt gcrufi toojö! moet baar eetoig 3ijn.
V I i. <i5?ontftoofafgronö
<©aer niemanö gronD in bonö l «©nmeetbaar öiep / öaar men nopt upt en raafit/ «©nfluprtfte nltipfierg ötcmen nopt ontfiaant I *0ebancfienisï ötc nimmer toojö getfaant i Mtn ntagöt beginne / maar bJ0?ï> öopeloog / <©ieöaarteöinne ïiaacnt / blijft öaar irine / eeutoig en altoog \
v 11 ï. 25ejtenö'ge tp!
3Ne nimmermeer berfnjt/ <©oo? geen berloop ban jaren minöer too?t/ ^cfjoort öupfenöen bergaan 3ijn nietberftotf / ^ie altoog groent/maar nimmermeer be?öo?t/ %>e langf) itüjöen öuert ïjetminöert niet ; ©öjoeb'getfjïien! ^cöoon fteeöss bergljjöen/tjurenij in't berfcöiet!
i x. ©bïoetöie bloeit!
®> Qloet ïuealtoosï gloeit! Wim$ (irooiu fteetg loopt/ en nimmer fiille fïaat/ !©»e flaötg bjanö en nimmer onöerlaat/ f~onüer berpoofen altoos?! altoos* fïaat• ^ic niet een qtiidtje in öe eeuto'ge tjjö/ JEn niet een öiietye/ lameteenfnicïijefonïier.pijnberf(iit! % 4 SBÖ«
|
||||
8 EDI'SCHE
x,
flSijnfiertöeftoicftt/ mijn jiel en (ieftaam fc|j?tcftt / '6 33erïie# mp 5elbcn altf ieft baar in tree / '6 ©erfineft in bcfe enbeloofe ?ee / <© b?oebig/ bjoebig/ tyocbigeeutoigfitoce» |[rt plaat0 ban 't ftjöen geef mp b?eugflt in ftee/ ftëiltmp betojben/ $eutoigDfücftberöInöen/ tëmijn ernft'geöee, |
|||||
Triujnphedes Gelqofsoverde
Wereldt.
Stemme: Ey kom mijn Flora.
I.
't Geloof.
T\7€g/ toeg toereït/ 'ft Oeö cenbet'renj|cer«
vv ötoen beraeftten DienfHuft mpnietmeeVi ft 2Sen u Dinfpjcngen/ 'ft ben nu los en b?p ffian u bupl en fnooöe fïabemp; 'ft 25en lang genoccft in n toen Dienfi getoeefi / 3©anmtaan/ <©ntfegiftuboo?taan/ IKijnen üjenftcm&etyeeft, I i, Wereldr.
ifêp u berlaten! fulften goeben tyienb/
'U 25iö ubc rfint eer bat gp fulfttf begint: *ft<0eef mijne Dtenaartf toeeiö/b^eugt/en bermaaft/ $V)P te berlaten tó een bitt're jaarft! <©aeiom befceneftt te reeftt toat batje boet l jjietöantojengftt/ £11 aangenaam geneugftt/. 42#ft iTbjnen bj?nft t gemokt» fl |
|||||
V O O K-t A N G. 9
I I I.
jjtëptebetfaten! öanenfiefitgpmet
ffité acupjS en fmett en aHerlep beröjiet,- Ban raacsf aan treuren / fuffen / en getoeen / Bat té ftet lot öer b?omm in 't gemeen / Baarom bermaan ica u / ep leer mwö toeer / 't©al(3003uec/ gieteen bjoiüaeuer/ ^zbt gp on aaröen meer. l V. 't Geloof.
jpoep toeg toerelti / met tien polen fcijijn
©an ti bermaarft en öertetbjoüiajijn! 't !p maat een fïicB'ring / öte in't eerfï toat fcfjöne JfêaarOaafïeujCBaté rooca en öampbecötoijnt/ Bief1 ïjeöen Tjeeft öie iffe mojgen quijt/ B©inögeen fmaaca 3n al u bj'ulpss bermaata / 3'30booieenao?tentijö. v. a balfcöe bjeugööe fmaatat tn 't eerft toel 30W
Haar té in 't enöe ötttteröer öan roet: Öfio:tetoellufi/ Wtjfcöap/ cu(ienb?ee/ «Ctnbtgöt tn een rampfalig eeutotg toee; p latften atftt «6 maar boo? fotttgfiepö/ 3©antin'tenö/ ©olgfit'er niet öan elenö/ l&a 's toerelté b?oltr afieiö. v i. BMgeiHcafaltgl) té öe menfcft beeleer /
Bte (600 berao?en heeft tot 3rjnen %er: © <Soö; té De fontein ban aiie b?eugfit/ Jn <©oö $ mijne 3«! eerft retf)t berBeugöt/ f p ts öet soet ban alle soetigfieiö / |téfiniag?jji leunen ötnul/ öaftfmijn |
||||
|o EDliCHE
©e gwottfe fc?ouc&DeiD.
v ƒ i. 't <$$ tóaac bat kb myn jonb' öetoecncn moet'" ©te bttteröeiD öte is? mijn 3tcï2 5oct / <©! mijtte ttanen Die ich Daacom gujjn / ©te Doen mp öobenmaten Djofp jijn / öptDen eter gaatfjteroot&3oetig8eiD/ ©002 DjcefljetD/ 3©o?D fjtec Den menfdi geletD / (€er plaats DecjafigfietD. VIII.
»0oD geeft aan 5tjne DienaarjS eecfi rjet guaatfl /
©entwfiert \aijnDrefpaact fip op [jetfaatfï - <Setfi D?enc&t Ijp 3jjne IttnD'ccn met a3ijn / jfèaac tnfjjetetiD Dan boigfttbenteengjibentoün ©ten IjpalöDanooeftobcrbloeDeujcft/ SSonDecmaat/ ©002 ïiaac tnfcftenelten Iaat/ 3Jn 't ïfemel.tf Conmtfmjö. I I. Deel.
I X. Wereldr.
iBptebetfaten* icfi geef geit en goet
Sïan mijne Dienaar^ luenn oDecbloct/ ©te mp botl tcouto'hjcft Dienen Die geniet iSijtöDom en frtjatten 500 men Daag'lnc&s^tet/ ©e ïtontncftrtjcBên Defec aacDe fcfioon / ©te geef icn/ Siïhiet feu milDeïtrtt IBijn Dienaars* tot een (oom X. 't Geloof.
^oeptoeg toereltmctljetpll getop
©an ulne goeDeren! fcfjoon Dat 3P mop ^n 't oog Deö toerelDS frijnen / neen ieft 3al 3iiteeutt)tgöeiöom 'fiwrcJOg goei foo mal |
||||
VOO R.Z A N G. il
$iet 3'3n / bat 'b mp tn «toen ötcnfl Begeef /
^cbontfeg/
Ö fonbct obedeg /
<$en ötenfi (oo lang tcft leef.
x i.
36! utoe goeö'rc-n bie gp mp aanbied / 3©at3ijn5e3onöec<!3oöi eennoï/ een niet; 3©atisugelö/ ugoubt* een Dttncftcnö fltcö/ €n cijcftbom fóribec €>oö i een goube flrtcö / 3©eg! 'l\ acl)t liet toepnig/ 't Decft ooft 3ijn befdjet't/ 't HijtHt toeliet/ ilaat ais men 't to?l üefict / 3Ltf bet maar pöelöeib. x I I.
^eemtöatufcïjueten 3ijn berbultmetboo?n/ U 30löer£ bol / jaa öat u bup£ een ï)oo?n ®an obecbioeb té / en u baft bol geit / Ö goeb'ceri becl / u fjupfen ongetelt / g'%jbtlanb/ en3anö/ engoetinoberbloeöf <&atenban/ <©otb niet cenig man/ ©et3aben 3ijn gemoct. XIII.
<© boe betgantb'hjcft is bet aarbftfje goet f
^et bomt en gaat en is maat eub en bloet / %t maabt 3ttfj bleug'len en beclaat 3|jn J£etr/ 25efit gp 't beben / mo?gen mift gp 't toeec / 't-W onge(iaöig/ cvt ïjeeltoancbelbaac/ ïüebew njcb / <En mozgen mogchjf ö <£en amien bcöelaar. X I V.
ïtiichbom en fcljatten iaa 3P «wt ben jjjijsJ
3©aac boo? men boont een becl in 't $araöijö/ 3pat 30U mp baten al bes toerclö.tf goeb ^mtjne3iel Sier na fïïjaabjöcn moet j |
||||
is EDTSCHE
©fmenfcfioongouö/ ofgelD/ ofgoetaanbieö/
SflnDeDooD/ <©finDelaatfïenooD/ €n Delpen 3ponsf niet x v. 3©eg met De ffcecn Die in Der fjaafï berlooot! gjc6minöeöt?n/ Diefcfloton fcöattm öoopt,- 3|n «©oö igaüejï nol in oberbfoet; O <0oD tö mp in plaats? banalie goct■' <öntfeecc6t mp pet ten biuD öet toet t in <0ob, 'fe 3©enfcb niet meer / *JnDien ica maat be lieer. ï£eö tot mijn teel en lot. I I I. Deel.
XVI. Wereldt.
pp te berlaten! icb geef eer en fïaat /
g&ie mp niet Went Wc it>02ö ban elcft ge&aat / <5p too?D een floon'een fcf)imp/een (pot/een fnmv ISoo ftaajt alss gp maar mijnen bienfl beriaat/ jfêpte berlaten ó Dat 3iet 300 beet! ^ietbjeltoe/ 4Sp too2ö foo öaefl toeer moe <®en öteniï ban utoen Keer. x v 1 r. 'r Geloof,
5f oep toeg toerelD met u eer enfïaat!
3' §10 atë een bloem De$ befog Die Jjaafi bergaat/ ^taat men berjjeben 't neemt foo litfjt een neer/ jlSen raacfft 300 licfjtelp ban fioben neer / 3F>ie Ijeben baojD ban peDer een ge-eect / ©Dietoo?D 3©eï lirt)teftjt&opeen fiojt
^>enecHCtoegeJ6ecrti XVIII.
a©cgmetDienupterlifHengloo?enfcï)ijn! ^,a
|
|||
VOO R-Z AU G: Ij
£Ss$H0?t/ trttttoetöücïieentf beriatenspn/
snoten tcït Seöen fctjoon en BeerljjCH p?aal / 3©ie toeet fioe Saaft icf$ toeec tec neDer öaal 4 3patt!$fH5laa$öe£ö««lD£ Beetfic&öetö»* ^fóöenmenfcö/ ^cötsïijtK tegettiï 3jjn toenfelj / 4©o?ö in Detgraft gelept* x r X. ©! <0oö te öienen 10 öe grootfïe eet! 3|een/ fttjaam rap niet öen ötenfï ban mijnen tym/ lea 5ai óem öienen in tjet openDcat / üsn fpijt öeg toerelös/ fcfjaon-ïjet b?ptoatftoaac €n moep cïöcö balt boo?'t bleefcB / ten jal öaarom 9fn'tberö?iet/ Mm i^eec betfaten niet / «kaar hom öan ïvattei Bom' x x. 't <en nan niet fcfiaöen öat men ftier öen ftaaöt ^es toeceltg om öet goeö been op fttf) laaö / 361S tcfi öe gttnfï ban u mijn 43oö neniet / ,« ©?aag öan oocn na öe gunft öe£ toerclöS niet / 13s beter <0oöö alö 'f toecelö.ö bjienö te 5Ön/ 3l3©erelö0öaat psnietö/ noen fiacen fmaaö «P <©oöjs bertoojnöt aanfcfjyn. X X J.
,_ Slaat mutej» een uptbaagufei $w op aaröV
fis icn maac toefen magö &P >©oö in toaacö'/ !>oo? <aoö gefmaat te toojöen öat i$ eet/ Jp acöt öe fmaaöljepö ban mijn gfefUtf mm |f analle onöec-aacöftge Deeciicuöeiö/ Jaöienfioon ^atöttcaalsfeenfetoon
^angcootetoeetöigfieiö» XXII»-
^maab öan bip öappet / fóaacöt u gal to&» w/
^c&tmp*
|
|||
i$> E D IS C H E
^cDïmpt ööofe toerelö / fjpot b?p oüetfirot /
&een 'ft ftoot mp öaac Oct alDer-mm|ï met aan/ ®oo? üefert toeg moet men ten J|emel caan/ <®P 3ult mp toel-ftom 3yn / toaut foo 'U berjïaa/ ©efeöaan/ gjisgicfuöüoojöegaan/
gjefe totlfjem bolgen naa» |
|||||
Eens Chriftens klagce over dat droe-
vig eygen lek. Stem: Pfalmtf.
1, ACfJ mijn <©oü ith itom ti Blagen l
lEetmtëïjagen/ ©at itat tyoebtg epgen i ck jfêp nocö Douö foo bafï geöonoen/ 3{anlie30ttöen/
€n «otD U«ö* tf tot een fïriclt * I i. W$ teft mp öeneft te Begeben «©mtefeben Kcpi tgiijf fJ na u geöoon: <© üat lek fiomt mp Metten i «faitcjBetten/
^toutettjefi ep «toen troon* I I I. Cnjoecfit u ?elf0' t' obecDeewn / J^ecöer peeren! Zitlj te maten tot een <©oö / ©oo? 't epgen te betrachten / <£nJtber&racltten
#an it <©0ööeigc& <@e/&9t. ^t. |
|||||
V OOR-ZA N G.
I V. <©aac Det niet toil onDer öupgen /
IBaac geDutig tegen-fcant;
iPogenDeop3nnetoi)fe/ 5Foep icft grijfe!
<©oD te 3ettcn na 3jjn öanD. V. 28cB ftft öen Dat ick foo moe&e i 'k itan Dat toocDc
ISict meet DulDen ban Dat lek, ïïeD mp ban mijnfelben ï§eere / 3©ilt fj« toere /
't 3[# mijn 3tef|300 fcfjaDeliCH. V I.
Hiaat ftfi Dort) niet meer lek leben/ USaac beletten
Etjn al 't geen na epgen fjaaïtt - <£n upt mp betöannen toefen / ^teeD^naDefen/
3filtoatna3irtj 5elbenfmaaftt. vil.
Eeert mp ifeece niet met all 3tjn / <0pïjetal5ün/
^?ijift ïjet mijne Doel) Daac upt ; €pgen toil / en epgen Iwfien / g^iebaaroiflen
f$n mp / met toat Daar ttpt fp?upt. VIII.
«©at ieft mp in u beriicfe / «Ênbetniefe/ Ö tosn toil oocB boo2 De mijtv «2n h mp 3eïben 300 macg Djagen/ 311 mijn Dagen/
^at ic& een met u maclj sm |
||||
tS E D I S C H Ë
I X»
€n '6 taoo?taan mp peltten eent'g
JÜjeelalleemg
mm u ï^eer, mp overgeef/ €n öoo?"t mijne te begaaften/ 't§Soomatf)htaaKen/
^attcButcceercnlc^ |
|||||
VUEUGHDE-GEZANG
over eens Chriftens groot intreft, of zijn deel
aan God zijn eenigh All.
Stem: Cupido onlangs geleên.
I.
tl/ %t tè itijin stel tetjjeugïjt!
v v €n Dol üaa J|emel-tyeugljt! ©mtiat«©oti gis mijn loot / fjoogB-gepjefen/
5©at tjES al mijrt Qeneuggt: ^ptjsmrjneemgall/ ifêijtttcoofltnongetoauV 3lil Bet geen/ ®at beneen fsf / Dat acljt «ft
23p Dein maar ntet met all» i i.
3©eg aartfcöe fdjepfetë Wiet! €naï{jet geen öat met €S0D3elf^tsS/ <©: getoig/ SatnetracBt icfi/
3|oe fcljoon Bet $icB aanöict: <©! «0oDt35 mp alleen OenoegB / en anöetS geen/ Sets öegeec 3&a*trtt«trweec/ atëtc&Bmtntaac « & |
|||||
V 0 O R..Z A N Q. ïf
i|eBtotmjjnïieef/ oneen!
i i u
$piS mijns Bertenüifï/ <©e center ban mijn cufï / <©aac mjjn fin €n mijn min / opgefïelt is/ 3£ie mp in ojoefftciö 3 u|t j 5|eb icR op aato niet Ueel/ 'Rj|eD<0oö(jetöe(ïeDee(/ 't<©eenicHmiS/ <£>! öat is/ mpbe^cerc/ ÜPiSöetaigeBeeU €n Bp 331 tooo?taan mijn /
5fln plaats ban aUeSsön/'
3£p fieUat
2tüeSöatiSin'tfcBepfcl/
©nepnöig in 't berfcBijn:
Ifypië öieöoanallepn/
3MeboHeBepi-fontepn/
HpttoienSbloet
2tt ftet 3oet tot Bet fdjepfel
Igeöecblietin'tgemein.
V.
SfêiS icR in 't fcfjepfel kt/ ge» mis oen fcBeppec niet / j|et is maar SWtegaacatóeeh o?uppel/
25p 't geen 'l\ in Bern geniet j 3|piSonepnötggoet/ ©iebolftonien'tgemoet ©an oen menfeï) jga fijn toenfef) fian uetfaoen / 3^003 3ijnenobecWoet. v r.
mm al B#goeööer aaiö/ 30 mt
|
||||
E D I S C H E
<€e saam 6p een toergaatt /
jfeanmeteen
Sïait mpgeen rufïuptlen'ren/
3|ettS mptoepmg toaaw:
3(Baac ais mijn <®oö maat uit l
gjcöDenu3altgBetö/
dfengoet/
(© i öat öoet mp «etnoegt jjjrt /
jBetmonö're b^oltcftïjeit.
I I. Deel. -
V I I. 3M ö?oeg temant eenïtwion/
2(113atBP on een troon/ '&3©ouBetmijt 3©oo? Bet 3p jètetnertotfFlen/ mtm 'fe aggt Bet met een öoon! 3Bant 'ftoürelögfieetltcBöetü/ J&areBegeerltc&Betö/ ®te feet fcBoon 2toB ten toon feomt te fieUen/ 2BS mets Dp Rem gelett. vil. 't <3!S maat een «lepne ftcaal
©an <0ob / öte bmfentmaal IBeecöec Beeft/ €n uptgeeftnoo?öe fijne/ 25oben in 't l|emeis-3aal t 281 't onöec-aartfcBe mop ©at i$ maar ffecBt getop/ €n Komt gans 2El5ün glans m te trecnen ©oo? <©oö / 't Uccflenfï afS W- i x, ,§cïjoon iaat Bet «ecifjcn fiaat/
ignmop enöeertöcniaat/ |
||||
V O O R-Z A N G.
mtëöetgrass 3öomt fiet ras? te berbojren /
^aac' ïjeerliCRïjetbbergaatf jfeaac <0obe$ fjeeritffijjetö/ 3£siemptebeelgeietb g»/ bie blijft/ <gn bcftiijft 3eec tefïenbig/ CottnbereeutoigDeib. x. jBijn beel ijs tóonber3oet J
^eöYnjerelbSteetigfibe roet/ j§cljoonbat3P/ Etctj aan mp / geljeef Uepijclf €n aangenaam boojboet: 3|aac goet en ïjeeft geen buer / =$aat 3oet tö toaatliicn 3uet7 'ft i|eb fiecoiito / €n ten öoum fjaar boe? aifem/ I|aac bujbfcfjap ten öetruec- x i. IBaar <0ob mijn bierbaai: panty
<©ieijs aan alle bant/ <©oo2enöoo?/ 5i5aac en boo? / niet ban 3oetöéf b /
Eoo meccftt Jjem mijn becfïatïö j «Jen bina in fjem geen gal / l§pigmpöeelen al 3©aai;'6mpfteec/ San mp 3eec ^oet en KeflijcS/ €n300öpblijben3al. x I I.
«©'BbenföonMteteeênl USetu! enanberggeen/ 3lnu3al ^enigaltcfioüfP?ingén
Ban bjengbe ïjier fierteên • |
||||
2o EDISCHE'
StLö 'b u gei) öatt ftan mi) /
^et3pöanfioeöet3P/ " «ÖJeenbecmaacn/ ^aar'anaöaacB/ ottontbjee&en/ gfnuicBmpbecfilp. XIII.
paa3elf$?mtegenfpoet/
^Öt OP nip toonöec 3o^t/ 1i2&eninnoot $iet ontbloot ban u gunfie / jBijn ftepl tö obetgtoot / fjn tuoeffjepö en in ö?uc&/ ginfmertenongeluca/ ^Ötgp mp / eenbemoofter:/
€en (luenfel en een Bruut. x i v.
<0<®oöt! öoegoet! öoeeeü fanaat een saligöeel* fbmtgpïjiec/ <tf5oeöecttei: mp te gcben / 3©aac boo? itn lof upt-quecl: a^egen-cncnefiantit/ 3|ceft in een fiofi'lijCB lanD/ ^cDoonenrtjCB/ jBübelöcamönfnoecen «©cbjojpen en geplant. |
||||||
STERVENS LUST-
Stem: Petite Royaal.
I. W<Êg/ toeg/ ica Ben &e toerelt moe!
5ficft toenfeö met meer te Bep&en/ |
||||||
VOOR-ZANG. zi
IBaac taan Bier te fcBepöen
Saöen^emeltoe; SgcnbinDopöeraaröe S^ietboojmtjngemost g&at genoegen baaröe/ 'tlgeenBoogergoet/ SM nip öug toenfcBen boet. £ I. 3©ee mp bat tcfe m Hefeg fien.'
gjch tooon onber be öoofen / 3£te niet eeng en bloofen 3ïl£3P3onbigen: 2flcn moet met mijn oo?en l^aar gobloog gerei 5&aage!ijcs.ö aanfioojett/ '&23enaI$ftneenD^' 3©aarobericnmpcjuel. I I I 3©aar ith mijn oog / bog toenb of feeet /
Het i$s al looi goblooöBeib/ €h betbuit met UoojSBeiö / 3&atfieö?oeftmp3eer: M$ kh Bare baben met mgn oog BefcBoutW 3©aar mee 3p u fmaöen/ «©anteöjöficfetouto/ <2ntoeenen3utBttottitü. 1 V.
a©ie 3ig biet ban ben öoofen fcBeib /
€n met Baar ootft tien Djeebcn 3©ca niet totl fictreöcn / <©ie ter pellen leib; 3ïjaarmet30?genb?eefe SBanbelt boo? 3ijn <ü5obt / 3Mc3aI altoos toefe ®ot een fcBimp en fp.ct ®an Bet goDloofc vot.
v. Icö'. b?anneer&o»Ttfbte3oetetijb/ 25 3 sDat
|
||||
as EDISCHE
©at f tb ban öte Bepïoofe
3BercKers$ ban Bet öoofe <0anfcfi 5al 3i)n öeb?ijt: ©at ten met oe repen 3lnu=l|eniels-öof/ «geurotgjalberDjepen ütoenprö0entof/ 3©aar toe gp mp geeft <lof.
v i. 3©at ü$ Bier op tut aacöfcöe öaï *
^tetoangeöeeleöenöen ©analleelenöen/ €nbanongebal; j^eïetojater-bioeben ©an3tel0öttt'refmert/ <€nbantegenfpoeöen 3©erü men mee bcnert/ 3|et balö op aarD 300 öew / v 1 1. IBaar ïsobcn fn ïjet %mel6,-ö«P$-
©aar3ullenaüe pijnen/ «ÖanfcOelgcfe beiDtoijnen/ ©aar tg fmert noco ft?upg: ©aar fiomt <©oö öe oogen / ©te bo! tranen 3ijn EacBtjenjï af te omogen/ ©aar 3aï geen gequynl ©an quaal of jtet&t meer 3ijn. VIII.
IBaar met een bolïjepö ban geneugfJÉ
Eaïmyn3iéUnöterufÏ!$ Eigtn€>ot> berlufte/ 3M ban if emei-lwigöt: "tentet te bebaten 3©at een Beerïtc&Beto! meu0it sonöer raaaten/ |
||||
VOO RZ A N G. aj
©atöaactöfiecetö/
€nboo?ong toeg-geleiö. i x. Eoo langicfe Biet op aaröen 3S/
<£n Ben icö niet ontbonben ©an Bet pack tiet 3onöen/ '6 3!??aag Bet om met mp; 'B©tnö een toet öecleöen ^icp in mijn gemcet/ 3Bte tegens* öe 3eben «gteeössgetoelöigtooeti/ €nmp3onöigenöoeu x. IBaac ais icft gaï ontBonöen 3ön /
<©an 3al icft Beel gefiepligt / €n bolmaafet gebepligt ^onöec 3onöen 3ön: 'K^alöansijnontflagen ©anmijn3onïi1icftBeiïj/ hierop plagt te plagen 3H3©c?üineeutoigBeiD Met toeet ban Baac berlett! X I. 2HcB Boe tooeb Bier öien BelfcBen <ö5eeft!
©P 3oec6t mp te berbueren / §aamptebecftBuecen Ml$ een fijsiefc&enti Beeft: 'fi©inb3(jnBelfcBenette <©becalgefp?eit/ 3©aac icft imjn boet&m Eijnjïritfeengeïeit/ IBetgtootelijiigBetti. XII.
IBaar upt Bet lemeis «romncKrgeB
^al öp 3fjn uptgefloten/ €nban<©obbet|looten gjneetïjelftBenjCR: 3Htë icn baat 3al toefen 35 4 moef
|
||||
14 E D I S G H E
Hoef ich fiem niet meer
f Stuften/ ofteb?efen/ jitëaaröelaajstoannerr Éal Die tyb nomen &eer * xin. €p Room boel) ï|eere Sfiesu «oom! üijaa laat De boot b?p nomen / 'h Eal Daar 3onber fclj?oomen petten toelle&öm! 3©ant al mön Begeeren g* bat ieft berfcljijn 25j»u/. tit'ontfieeren ^sS mijn grootfïe pijn/ t^oet mp fjaafi öp u 30" 2 |
||||||||||||
Jefus den goeden Herder.
Stetfi' Roofcbloemen aan mijnen boet.
I. |
||||||||||||
A
|
%$ get ftïiaapjen t»a# ber!oo?en
©anben ijelfcften <d5eefïberboert/ |
|||||||||||
310 ben ^erbet om sebo?en /
SRefitf/ Sflefitf nu al lang bertoacfit/
3©ierb rjeöo?en in Der nacl)t / 't 30elcB fiet DcIfcD geD^ogtjt ontroert. 11. #p bat Op 3tjn fcfiaapjeng toeber 2S?iEhcen jou in 't ^cmcl-rijCK / Somt ben geroer tot ott.ö neber / deftig/ ' Sefïtë beriaat 'f ^emeis troon /
3$o?5een toare/menfrBen «&oon / |
||||||||||||
VOOR-ZAN G.
$ngmaUebrnggeujcït. in* <®m 3öii fcïjaapjeng op te queecïten
«ESeeft OpDaac be groene toepö' / SEepb tjaat aan be toatec-beecKen/ lefus/ gefuü felfStg bjancfe en fpjjsr/
(©p een öccfleltjcfec totjjS/ €n noeb jfel en ItcDaam bepb'. i v. <®p bat 't fcfjaap je niet jou raacften
©an öet fpoo? bes* ^etneïö af/ ^telö öp tn 5tjn 3©oojb öe öaacaen/ Sflefnö/ <3>cfu# öoo? 3ön ftercfie l)anb/
3lepb on£ tn een effen fanö / SErccftt on.ö ban ben booï-toeg af. v. ïiomt Det egtec af te btoaalen /
Hp neclaat Det baarom niet/ <€erltonb 3al gp 't toeberöalen/ gfefuss joecïtt 't berboolbe toeer/
23?engt Det tot jijn recïjtcn ïfeer / ©an toten 'tonbecfonnen toltet* v i. fteeft Ijet fdjaap jen boo? be 3onbe Etg nertoonb of 3eer gebaa» / 3§pgtetoIpmbetoonbe/ 3cfu.SjiSbe|Beb!cün
%{etöareftnertcnpijtt. Më een reeDt .Samaritaan. v i i. 33efen ifctbcc Ijoub be toacfitó %>m Baat'few gebulöelijcn/ 25 ? |
||||
EDISC'HE
^oo bj» öage ais öpnacljte / 9WM/
3Dsfuö too?ö niet mat nocö moe /
%vtX geburig neerfïig toe / 3©aac6t öoo? Daar 30?göulbelijcïf. VIII.
3Bo?ï> Set fenaapje fel Befpjongen/
©fbetfcDmnt / öoo? 't toolfg-gegupï / «©een entóo?t'ecöem onttojongen / fefusê/ giefujs t$ bien flcrcfeen tjelb/
<Pie On ftïjaapjeng met gefcoelb JïtitBet upt beg leeutoen mupl. I x. <%$ ïjet frijaapjm afgeb?eben /
©oo? bei'boïging moe gemaacöt / MP en 5al öet niet begetoen / ïJefuö/ gefuss laat Bet niet in noob /
<©?aaat Ijet ftoacïte in fijn feïjoot / ©at 't toeec aan jp abem raac&t, x. Etet öoe ttouü) 10 Defen leciiec {
i|oe geboelig ban naat toee i gjaa net gaat al b?p boat berbec 3[cfii!S geeft öemtn't berbjiet/
^paatt fjem epgen 3elben niet/ ®oo? be toeïfïanb ban 3ijn bee. X I. <©m fijn paap jeng te betojpm ©oozijetpijnenb (jelfcfte biet / ^tclö öen ^eïbec sig in 't ijjben / 3l*fM/ gefug gaf sig in be noob /
Stierf een fcijanbettxHen booD / |
||||
VOO R-Z A N G.
Bso? 3ön ftöaapjens tcct en fc.
XII.
t©p bat f)P öaac 't nutoig knen
n fijn ï^emeis <£omntnrtjt&/ inöefoofe bjeugt 30U genen / üeftuS/ gfefuS iS ons üoo?gegaan /
<£n ïjeeft ons baat boo? be öaatt (Coeöerepbtot'tïgemel-rgck |
||||||
Eens Chriftens hert na Boven.
£>«/«: Belliris.
I. H<©og om Boog / bog op mijn Bat/
Eoecnt neneben ttitteniuft niet/ 3©ant op aarben i$;be rufi niet / 25oben leeft men jonber fmert; 3Bilt u tfeebs na bonen genen / 25r>bcniSu©abertfïtupS/ ^aar geniet men 't jalig lenen/ «Eonöer tegenfpoet of örups» i i. Eeg tnat öoetje ban fieneeni <©p ber aarben is u goet niet/ 't 2üacbfcöe bat berfaaö 't gemoet niet/ ^tft u Bert na boben Reen / 2ÜI ïtie onberaarbfeBe bingen Biejpboojuaïteflegt/ <© baat 3tjn boo? ^jenteüngeit SSet're goeb'ren toeg-gelegt! r i i. i|oog om Boog bog op om Boog / 3©ant be iiemelen botten |
||||||
i8 EDISCHE
. «©nüÊCberfclijcïtc fcDatten /
«gcljoon onfigtbaat booj bet oog/ 23oben moet u ftect gebeft 3ön / ötoen fcftatDte tg ötecnict/ 25oben 5al ïjet ber ïjct beft 3ön / Onbectë öetbol bcrDjiet. I v. Jgoog om öaog na boben Dan/
3Bmmet# Deöj' op aacD w Deel niet i SOcnt De toetelD Dan foo beel niet / (Ctec&t ti bert en 3in Daar ban ; <2n geDentfet Dat gp öencDen jiKaar gelijcn een tyecmD'Itng leeft / emmers beeft Det Dan 5ijn reDen 3Datg' u öoog om Boog begeeft, v. 25obeni?Su©aDerlanb/
^aaac 3ijn utoe liebe b?inDen / «|efii0 utoeg 3ielö beminDen feit Daar aan <ö3oDö recfiter-fjanö ■, g^aar is utoen trontoen ©aDer/ 21 toen jiiaaacber en « ifêan/ m u liepl en troofl te gaber/ ©oog om boog na boben Dan. v i. maat mijn fiertitf nog 300 bafl *
Sfan DcesonDeraarDfcrie Dingen/ ©aftaanntet'gebcufemtgen/ ** %t\) toat iö mn Dat een (aft ï %l$ mijn 3iel 3ig totl berficifen SJcntel-toaarb tot <0ob Den ï^eer / <&m Oet l£emel.ö te Defcffcn / (SLtt ftonö baalt 5n toeDer neer. v 11. jBaar ïfeer maatftt mp Dog eens' W/
Ban Dit on&er-aarDfcDe 3teniycft/ |
||||
VOOR.ZANG.
€rt ombinb me / toant 't i& bienlpcfi/
Ban bit nietig aatbfcfje b?os? ; Wilt mijn 3tcïe 300 betoewfien ©at itfi mp na boben geef/ €n (ïeebö als? met arenbg blettfien ïgoog om Doog na Boben ftoeef. VIII.
3©ant tcR Ben be aacbe moe /
'B 3|eb genoggelpcfi be mollen gjn be aacbe liggen jollen/ (Crecfit mijn öert na Boben toe ■, €n geeft batïcfi (reebs na befen 3|oog om fioog bp u beefcfiijn / é toat 50U bat tcoolflijcfi toefen! üa 00 aatb een =^emel ?ijn. |
||||||
Klaghte over de onnodige buyck-2org.
T9Qn. f Als een uytgeftorrenbalfem.
\ Laat een ander klagen, kreunen.
I.
A% ben atbepb ban be menfrtjen /
©ie men Ijeën ten bage jtet/ 5fos maac om een nietig niet; %\ ftaat pogen/ al ftaactoenftöen/ Hl tiet geen men benefit of boet/ gissom'ttijbelöc&egoet.
1 1. IBaac be 3tele bïe gans? öccrïgcït /
itoft'lettëban al tjetgeen ^n be toerelt iS met een / <©ie bergeetmen boa aanö beerljjtK / S?oe men bie beftoubén 5al / waar op let men niet met al. |
||||||
E T> I S C H E
III. <© Boe töoelt men en gce E^aafï mm 1
'f |Bo?gen£ &?oeg en 'fabonDg (aat/ <©m fiet geen Dat niet berfaat: 5foepfjoc bjoet men/ en fjoe fïaaftmen! jBen bergeet Den ganfcDtn Dag / Üfoe De 3tefe baten mag. I v. $|eïe Dagen jal men Roeten
%\$ De moffen in De aarD' / EonDer öat f eens* ï|cmel- toaarö jlBet geDagten <0oD begroeten/ <©f Haar fierten ban fieneên beffen na Den l^emel fieên. V. ö' KtarDe fieeft fiet fiert befetm/
't WH Dog na De toerelt gaan/ 't Jtemelfcfie moet acfiter fïaan * 't Jïoöige Dat bwD bergeten/ 381« men 't aattfcfie maat geniet/ 't ^emelfcfje Dat agt men niet. v i. gjffer maar fiet minft te toimten/
45enen arttepD i# te ftoaar/ <Ên men acfit Dan geen gebaar > jfêen Derft alles te beginnen / •gjnDien Dat men maar Daar ban «Êenig boojDeel fiebDen ïtan. v I I. iüaar Ooe traag i$ men m 't goebe /
2B10 men Daar in 't minft $al Doen/ *Jn fiet ^emelfcïje jtcf) fpo£n / <® terftonD 300 too?D mm moebe \ €n upt baDf'ge Itipicfieiö üoept men toat een moeplijcwfietD. |
||||
VOO R-Z A W <S. rt
VIII.
3fic& met toat een pber loopt wen I ©m 8et aaröfclje i£ men gauto/ gin ïjet ^emeis tg men lauto/ gja 3tjn epgen jiel Pec&ooptmen/ ©oo? een toepnig ölincnenö 0ijjft / 5f oep toat i# öat fcöanöelp! IX.
<©f men gaat öoo? recgte toegen
<©f becfeeecöe toegen in/ 3©aar 0002 bat men jrjn getoin/ <gn 3i)n rijrftöom Öeeft betferegen/ a^oe 3P tot on# tss geDjactjt/ g^aac op flaat men toepnig aeftt. x. jisaac toat totnfle jouö'Bet toefen/
,§cöoon icfe al öejs toerciögfcöat' ©ter op öefér aacö' be^ati SJnöten öat öe 51c! na oefen €eutoig 3ijn molt in 't beröJiet* |Bp iufi 3UlcKen toinfte niet. X I. '6 ntfyt bet bjomen öeel feftoon 't fclepn i&/
%5at tjaac <Ê>oö op aarb' toeleg ©2P ban gcootet toeetötalKpö/ %l$ 't gemoeö maat Mand? en repn Uf t 3&an oec boofen oberbloeb/ Ifèet een guelienö guaat gemoet. XII.
daarom 3011b ten t>u$ Deneöen
3®oelen i al Det geen men tuint 3©at rê t * pöelljeiö en toint ,- ÏNif)eiööerpöeiöeöen/ ^n öoe öat men 'r meer befiety löelfietb/ enanöensniet, . xiii. 'tm
|
||||
3* E-DISCHE
XIII.
't ï%errteÏ3S tóil tcfi Booger acBten/ 't latijfcö? tss maat ö:ecft en jïijcn / 't l^emcLö ontoecgancftdücft -, 'b Eal na julcïte goeöeren tracBten / ®aar men nimmer af en feUepö / Ifêaar ueBouö in eeutotgBepö. |
|||||
ËensChriftensZo'er, beftaande in zijn na
by Godttezijn. Toon: Alkazar.
I. ACD toat të öe toerelt lufhg I
©jolijcfc in een nietig niet: StoeberBeugt! Boeblp! enrufïig/ gin Bet geen öe aarö aanbiet; iflBaar Bet $ mp te gering / 'ö Hiaat Bet boo? een aaröeling / 3^ie geen öeel aan 't J|emcIsgoet Beeft/ 3fïocB geen fmaatn in t ^emetë 5oet Beeft/ lUSp aangaanöe öet iss mg» <0oeö na öp mijn <©oö te 3ijn. 11. "b Kaat een aarö-toojm 3icB ömiwacfifl» Het Bet tojceten in öe aarö' 3©eg«. Bet 3P te flecBte ?aacBen/ jBtjn niet 300 beel moeptetijs toaarD: <© öat tonelen geeft geen cufi l '6 3taat Bet öie öoen öie Bet ïufi / 'h Haat Die bjoeters* loopen ö?atoen / '&&aat3etoö&en/ tooelen/ (ïatën/ 3HSp aangaanöe Bet i$ mijn ^^ |
|||||
V O O R-Z A N G.
•<©oe& na fip mijn 40oD te jijn,
lil. . 'ft Éaateen gter'gaart 3icft beimepöen
Jfêet 3tjn goeö'reit t' oberen/ ©olie fcïjuten / bette toepöen / <0eben brengt beo? aattfeïje iien/ «©ie geen bet're goeö ren geeft/ jBaar alleen öp 't jtcfjtö'rc leeft/ 'ft Eaat öe 5ttïclie toeisgljt begijnen/ al9et Det ram'ien ban Ijaac fcijyben / liBijn aangaanöe list i& mijn <ü5ceü na öp mijn <0ot> te sym l v. <©at pemanö op aarö 300 mal i#
<©at jjp 3icö in 't aacfeft beeïjeugt/ 'ft Eaat fiet toe öie 't aacftïj fnn al té/ Haat teft min een ftoog're tyeugt/ <©ie tipt <0oöjS gemeenfeftap rijft/ üEot een hemels (eben toijfï / 'ft Eaat ftaat in fiet aaröfcOe bïp 5ön/ jfèaar ijet 3a! 300 niet met mp 3ijn/ jjBp aangaanoe fiet i$ mijn <5oeö na öp mijn <0oo te 3ijm v. 3finö're mogen 51CÖ beiltiften
M$ 3p bp ïjaat macft'erê 3ijn/ IBaac mijrt jteï en ftan nier rtifiert m& ith onöec fiaac becfetjijn / Sficfi toat is" mp öat een fmert! ga een öooD-fleetfi &002 mijn ftett/ 'ft Eaat be boofe famen ïeben / 'ft Êal mp niet bp fiaac Oegeben / fBp aangaanoe fieti.3 mijn *©oeö na fip mijn <®oö te 3P. v 1. Wilt \)2p Dapper rHuntftele«n /
€ |
||||
EDISC HE
jlp aangaanöe 't luff mp niet/
Spelen/ lacfien/ öomineren/ Htoe b?eugt tg mp beröjiet / '6 25en tap ban een booger <©ee|ï / 't i|emel(cfie berbeugt mp 'tmeefl/ 'h Èaat öie öloejen öannuetteren / dingen / fpjingen / lujltg fmeerert / lip aangaanöe bet i$ mijn <öoeö na öp mijn <©oö te 5tjn. v i i. 'ft Eaat öe fïemperö öp öe glafen Etg bermaacben in öen toijn / «Êttöieö^oogeötijfi'ge fiafen «©urgulenöe b?öïijCH3ijn; Ifêaar öie b?eugt té mp te laf/ 'b Eaat üie jbjjjnen oefen ö?af / 3E>ie geen floog'te b?eugt en Bennen / 3&og?ig aan ben leer getoennen/ Mp aangaanöe betbs mijn. <É5oeö na öp mijn «Boö te 3ön. VIII.
'& ïöö bat beïe gratig baac&en
^aeentoelgefbecbteöisS/ <©ie afê eertööö §Mri laaben ©ol ban alle bieren iss/ €n jig 3Elber lecbet boen/ '6 ï|eb geen liifl om bat te boen / Slaat baar b?p op groote malen <©agelijcbs$ baar bert opbalen / Ifêp aangaanöe bet i$ mijn <0oeö na öp mnn <®oö te 5jjn. i x. 25?a(l b?p ötoafe menfcb / ja ö?a|t b?ï> /
©oeö u 3elben feeflebjcb / SEeeftinletbernp/ enga(lb?p/ fötm f cft to02ö ii niet gelöcb: |
||||
VOO R-Z A N G. 3j
% ï|eD een anb're fpijg gefmaacftt /
<©aat mijn 3iele (ïeebö na ijaacRt/ 35 ie eensï %meté aangeregt té/ meet bat öcfc fpjjjs te fïegt té/ IBp aangaande ijet té mijn <6ocb na bp mijn <©oöte 3ijn. x. 3ïnb'cc laat ith bjelijtfe guekn
2Sp liet pö'Je öaarte-t-ïaSi / <€n betlicuQïjt 3yn met&tt (pelen ©anbentcerïtng/ iüibm5St ©an öié jonb'ge pöelljeen/ 'fc ïaat tiie b^usöte boaz öte geen © ie nuenigfteiö aöto té/ €n niet met fijn <8at> gemeen té/ IBp aangaanöe Ijetté mp «èoeö na Dp mijn <©ob te 3jjn. x i. 'fiïaat toe bat heel arme tikten
©an ben Doof bc tot ben top i|are licftamen tewtercn/ &téeen30ttc netmtépop/ 2ïcf) toat jijn 3p ban niet mop! 3£oe öermaacBt met bat getop ï Weg bat 3ijn te flecljte öingen ■! jBaac bo'02 3otte toerelbïingen/ IJBp aangaanbe ïjet té mijn «0oeb na bp mijn <ü5ob te 3ijn. X I I.
fj^oncKt tep ioerelb^ totcïitecg pjoncfit b jp/
<©p 3üt bog maat (lof in a# / &ttitiiï en fïtcftt / en ctew / óiloncöt b|p l^eïe uren boo? Het.glaiS / 'h Eaat ijet befe bjicliterg tos/ <&iegccnï»ehntéï)ebben Soe Jftai-e 3ielen op te fdücuen/ _ C 4 S®!
|
||||
E D I S C H E
liet een aar mop te berrtcnen/
jïap aanaaanbe bettg mijn «E5oeb na lip mijn <©ob te sijn. XIII.
<© baar tg geen 3oeter Jebett
2CÏSS 300 enig om te gaan! €n tot <6ob jïgte begeben/ 2lHeg moet ban agter paan / 3^at tg 't 3oet(ie 3oet boo? mp/ ba Sïarbfclje bjcugötig roet baar bp/ 3©at bat anb're oo?belen 3©il ten mp niet mee berbelen/ jiBp aangaanbe öet tg mijn Ooeö na öp mijn <d5ob tejijn. |
||||||
DROEVIGE KLACHTE
eens Chriftens over de dodigheidc
zijner ziele. Toon. Wat is de menfeh helaas!
I. A5finfcflout Heer mijnen noob i
It&benalglebenbboob/ ©an geefl'iijcR ieben ganfcD ontbloot/ IBijn ftert bat is? foo loom / 300 (af/ %th lig alg iebenb' in (jet graf. 1 1. 3JCK binb geen Uifi of fmaatft <©een bujfcDap of bcrmaacït 3in «toen bien(i / ö bjoebe 3aacli l Sth pleeg5e 5onber 3oetigf)eib l mat tg mp bat een mocpiicniietb / 3©at
|
||||||
V O O R-Z A N G. 37
I I J.
3©atöattc&oorft begin i ©ftoatöaticlibersitU 3i£& binö mijn öer t öaat öog niet in; %>t igs of icn tjet niet en Dee/ 3|cn ftfjaf öaat öog geen baucfiten mee. i v. 110 icn mijn ?onö' bctoeen/ IBijn Öect i0 a$ een fieen/ Sch leef al ongeboeligïjeen: 3!Bijn oog öat toeenö / maar 't Bert Blijft trot?/ €n ongeboelijcö a$ een rot5. <0eeficftmptot'tgeöeti/
Sjjtfe tDOJö aan|ïono0 belet IBet aar geoacïjten / 500 öat Bet jBaar ïjetteloofe tooo?öen 5ijn / jBijn biïfoen is maar biööeiiö fcDijn» VI.
3lee0 telt u öeilig tooojö /'
3&at Bert en 3iel öoo?boo?ö / 3£et bjengt in mp geen to?ucBten nco?t \ jfeijn oog i0 toel in 't Bcplig boeeft / IBaar 't fierte maacötjtg oer te 3oecfi« v 1 1. ©oegicfimpbpufcBaar/
<©m met gefp?etït alüaar (€e jïicöten onöcrling malfcaar/ 3Batoati*8oo?/ toatöatiffsnont/ mijn Bert Dat blijft al eten «out. VIII.
SEelfgöeroereniKfïem
€en0 ïionceraar0 al0 'k Bern SJianïjoo? / B^ft op mijn Bert geen filem; lelt \»o?ö niet meer ontroert öaar toan <©an al0 een fteen / of öooöe man. C 3 IX. Sft
|
||||
EDISCHE
I X. £itic6 aan utoenbi0/ 't 310 of itn mpfelben mts? / <£n t Itcöaam 3onber 3iel baar 10 j jBijn 3tc!e too?ö baar ntct gcboeb Sèat of een boo'n aan tafel boet i x. <©fgaait8een0 alteen/ <0m <0oöe0 ftepl'ge re'en / (3Ee oberbencnen in 't gemeen / Jfyet t0al0 of ten niet en bartjt / 3|etpepnfen Reeft op mp gecn&ratfjt. X 1. #f 300 ten Ö002 een JJfalm/ €n aangename galm pp5elfoptoec&/ 'tiè maar getalm/ <Ên niet ban enfcete toiït- 5ancn/ Het fiert ï0 niet öp Ijet sefiiancft. x 1 1. 3©at i0 mp bat een fmert l €n ö2oef ïjcïö bat mijn ijert £00 boobtf blijft! en niet iebcnb toert & JRaar ©eer ich toeet bat iefc baar ban IBijn jribe niet ontftean en Ram x 1 1 ï. waarom almatfn rg tjeer! «©ie 3elf0 be boöen toecr" ©ntóeeften ftonb/ ftomt tot mp neer/ 3©>cbt op bien booeu öo?ren fsicnip / <£u boet öcrïeben mijnen romp. x 1 v. ïiomt machtig *0oö! biaafi gp fpbaticfii'ebenö'5p/
en «®eeft be0 lctoen0 bog in mp •, itëaacfet bat öen «Beeft 5ig bog tocreent pet mijn geraamt en booö-gcBcemt. |
||||
V O O R^Z A N G. 39
X V.
3Ntmotien sullen l^eeu
Sfooben nimmermeer/ ^ie in oen gtabe 3ön u *et Utet meten / neen maas öte öf e leeft/ ©e iebcnöe u eere geeft. |
||||||
De na-volginge Chrifti.
700«:, tAmo tebenignejefu.
I. y <©ete 3jcfu'. lemetë boo?-&eeJÖ!
■^5©te 3upber jonöer fmet/ Slergeng in ban 3onö' beroojöeelt / ©olmaacHteljjcö <d5oö0 3©et ©nöerflouöenöeBt/ ïueöaat Ztjt ïjet netfte ejremplaar/ €p maacat mp / ep maacat mp ©anulebeneentopp! €p maacftt mp/ ep maacat mp ©anulebeneeacoppl i i. Hceöcge fefu! öie oïjtmoeötg
^lcgt jonDer Deeriicaïjetö/ ^£t]oon tniseugöen oberbloeötg Eeeföeinneö'rigijeïD,- <©ie öe aaröfcïje p?aal en p?acï)t / %üf ban menfcïjen fieM berar ï)t / €p maacat nip! ep maacat mp Bannlebeneencopp/ €pmaaat$c. <©at icn neö'rig Den atö gp! i I i. 2Seef ge <3jefu J öte nopt leöt'g
€4 S«'t
|
||||||
EDISCHE
gjtt 't goeöe 3tjt getoeefï: YI©o?gea« tooeg en 'fabönïtf befïg, '{ffiatljtg tóaart gp in öen vdïeefi« <© toat toaart np onbermocD J Mltïjb fieftgmfietgoeo' €p maacfit mp l €p maacfit mp ©anulebeneencopp! <ep maacfit etc Wat icö öeftg ben aW gp ï i v. ©emel$"3fefu •'. Die tipt ïfaarbs €n^ttoecclDfcèebtf$Jf/
^tee&s fietïfemelfcïje bcrgaarbe / €n tot fïicfitingsf gertjf / m$ een %tnel$ 2JIcfiiniift ^aac upt iet te treeften toifï/ <£p maacfit mp! €p maacfit nip ©an u icben een copp i €p maacfit etc. 3£>atitfi i|emelsi ben ars? gp/ ^tilfe^efff J fere wïjtmöcDig
5Jn'tlyöett5ütgeb.icefï! ^cfjoon u fmert fbiaac toagen bfoebig/ ■©ittflacftnopttitöen »0eefl; ijpt ti mono jacfitmocbig Jam / liJopt een toornig tooo2ö boo?t quant/ <£p maacfit mp; €p maacfit mp ©an u Ie ben een copp! €p maacfit mp etc, 3M tcfi bj&faam ben aïss gp! V i. Etcbe <$efu bic fiet fiebeii
2£n 't fiert toa^ ingeprent! €ti sleïicen ^ogfit te belicben 3©aac öatgptiiiaamt ontrent s Wk niet alleen uboen bjtht/ Haar libianti fiebt bemint! #> maacfit mp! €p maacfit mp _ |
||||
VOORZIN G. -4*
©anulebeneencopp!
«Gpmaacfetmp! €pmaac&tmp tg&atttfelicuenD'fcenalggp. v i i. Wü'Qe%cfui iriegeenepgen 3©üi)aö/. ofsogtaUttet/ iJiBaatöenutoenquaamttenepgen 3&a 't <©9ööeïijcn öefïscc ; %e geruft IMiaatt/ enfttl/ 23oogt gJ u onöer 'f ©aöerg totl I €pmaacïttmp: €pmaac&tmp Banu lenen een coup! €p maaefct mp! <£p maacfit mp ^aticntoilltgDcnalsgpl VIII.
©tec'geüMu! öteberteecttoferö
^002 'js Hemelt totcr en gloeö i <gn pberöe Dat «ètoö beteert bnerb 3Pet fjert en niet gemoeö; Ülopt en toaart gp nout of Slam/ jfêaac ftceöë tn een %>mel-fïam ï €p tnaactó mp! <S5p maac&t mp ©anulebenecneoppl €p maatftt mp! €p maacfit mp 3Dat icn Dteng üen ais gp! I X, Eob'2egef«! öteïtt'tete».
©f ïutnc&en nopt öc maat %ut Dan foöeiUeiö bergeten / Sopt öceö op obecöaab/ Eonöec üeft'le leeftemp / Eonöer tongen Ijcei-fcljappP / €p maacltt mp! €p maacöj: mp ©artulebeticencopp'. €p maaeftt mp! <ep maacfet mp, € y X. (€e#
|
||||
4* EDtSCHE
X.
<€cbte3!efït! ftocbetooogen
3Baartgp met'fnaaiïenSfmecti ]$oe bermbertig! en mebogen i l|oe naamt gp öie tet fiat! goets ttoofi / en buln in nooö! 3©at toas u raee-lijben g?oot I <£p maaebt mp! €p maaebt mp ©an u lenen een copp! €p maaebt mp! €p maaebt mp ©atiebteöerbenalsïgp! x i. Utipfcbegiefn! 3tipbteöuptoe
Eonbec be minfïe fmet / «©ie tt beften tcpn te bupge 3©ifi na öcö peeren 3©et; gin u oog toass'nopt een lonen! gin u bert toasS nopt een bonen! <£p maaebt ttip! €p maaent mp ©anu lenen een eopp! €p maaebt mp! <£p maaebt mp ©at ieb 3upbet ben als gp! X I I. ©jomegiefu! öiemetbiööen
©icbtoilö ben öeelen naefit / êSeec Pbtig in ïjet mibben ©an 't toeltbebt boo?geb?acbt ,- <© I met toat een flepl'g getoelb 3Baö ti btööen ban beitelt! €p maaebt mp! €p maaebt mp ©anti ïeben een conp! <»?» maaebt mp' <Cp maaebt mp Eulcben biïtoct ^eer alss gp! x i i i. <0eefi'ge üjefu! 6 boe g«jïlötïf
en%tmd$tD90utósA!. |
||||
VOO K-l A N G.
ö tooojö en mag nopt bleefcö'IjjCH /
'tafêaö ^emelg-altemaal; Jgoe 3tel-pttljteiiö' laag Bet tooojö <©at iiptume mono rjuaiti boo?t! €p maacat mp; €pmaa£fttmp ©anu lenen een copp.' <êu maacnt rap / €p maae&t mp Wat ith fpjenen mag al£ gp.» x i v. HeprgeSflefu! toiitupmtifea Spt mp öesï EatBan0 fceelö / «2n Bet unje ötep tnö?utBen,/ *©e$$ EatBans mp bcrneelb; g^at tcB met u een mag 3ijn; H geöaanteoocn öe mrjn.' €p maacht mp.' «2p maacöt mp ©anti lenen een copp! €p maatnt mp.' €p maatBt mp «©attCB3Jef«öenalégp.' |
||||||
£ E N S A A M H E I D S TROOST,
Stem: Schoonfte Nimphje van het woudt.
I. ACB Boe jtttefe Biet alleen t
Stfgefriêcn €n Dan bjoomen en ban l$nijen t 'k Zit bp naa alö in eeiiölosW 3!n mijn B»P#/
ISonöer eentg menfcB te tomben.' i L <€reurt nietïsatje 3'ijt alleen / ©neen/ oneen.' Ptfj'e bjoomen / mi$e tojtnöen / |
||||||
EDISCHE
Ifêt'f/e in Bet fcljepfet toat/
€pleectbat
gfn öen ^cifjepper toeer te bmben. I I I. <©ob bt'e fcbepb u ban ben menfcD / (Cegengtoenftfr/ jBaat [jet tö op bat na befen W$ g' bet ftfjepfel niet en W l Hoo geniet/
föracDten 3011b bp <®ob te toefen. 1 v. dimmer i$ be mcnfcïje meet 23pb£nl§cec/ 3Bfe$ toanneec bp toojb gebonben gin een (Mie eenfaamftetb/ <&aannictt
%eex becl joetfteib opgetoonben. v. %\» tcB bt't ecng oberleg/ 3©eg.' toeg! toeg Hetbet fcbepfeïBlepn ban toaarbe! %\$ icb na bp <©ob mag 5ijn/ «©at tjS mijn
ificr een ï'jemel op ber aatbe. V I. $een itn ben niet meet 300 bot / ®toaa?efcn30t/ 's mem niet 1 ith ben aar$s beraben/ ^cDoon ïcft 't aartje gefeifcbap mts' / $ecrt getoi-s
me <0ob bjeec ftnjo&t lijï> geen fcDabe. v i J. *a 3Beet bat <©ob mijn eem'g all/ ©emtocenal/ ."Stellen tn bei* menfcQen fiebc/ spooj Dein 3elbe 't toèer beqjo'en/ |
||||
VOO R-Z A N G 45
2tan mp boen
®at öe menfctjen emijttè oeöen» VIII.
T$£al mijn ijerteöattoel eer Sfiltejeèt;
$a 't gefelfcljap plagftt te fiaatften/ ÓSctoen een toer öet're flee/ 'bS^alöaarmee 25p <©oö tracijten te geraacfeen- 1 X. 25eter té t>t immermeer/ Haetüen%er/ <©an met mcnfcfjen te ber&eeren ■, a©te <ü5oö ïjccft tot 3ijn gesel / &anöantuel
't SCattë gefelfcfiap giet ortt&eren. x. 3Baar ten jtt / of toaar ten gaa / 3©aartcftfïaa/ '8 ^tel ben %ere mp te tooojert •, SCISf mp ooeft geen oog en 3tet/ Jïiemanöniet/
'Ij <©entn gr' fconö mp 3ten en öoo?en» X I. $imm«r Ben itn 300 alleen/ Of 'hbtnöecn <©ie mijn 3ieïe ftan toetmaacfeen•, 3CISS mijn *6oö en icfe alleen/ StnoersSgeen
^anö'len mogen onfc saachen. x ï 1. ^altg tss Die menfcïi tooojtoaat ©00? en naar/ 3?ie in 3ijn eenfame jtonöen Ml$ sjp Zoomen / tyinöen goet jjBiflfenmoet/
^an na &p 45^ too?ö gebonüen. Broof-,
|
||||
4<S EDISCHE
Broosheitdes menfchen levens.
/•Ietwcs moet ick Laura vragen»
Setm: «J ^T?'dic !# g^ff-
J 4 Is de boogc noodt by tijden.
> Jonge dochters vol van jeugden. I.
ACÖ! Öoe ö?oog i£ 'fmcnfcOen lebcn I
^taat men ffföen bafi berbeben / 't Meemt 500 lictjteiijcK een feeer i 't f 0 niet anöettf ban een bjaöem/ ifêet een fnic&je nliptben aöem ^een/ en 3iet öp të niet meer t 1 1. ^aeftmen niet tael fegoonc roofen/ ün Het mtötien ban öaar bloafm SifoepUiCHt * geruebt ter neer ; ©f een tomötien guam en moobet Ifêaar eenö 3acfitjcn£ effen ober/ <£n 3yn plaats en bws niet meer J i f u <© / Doe ottberb)?icfi1öcïf (iaat flp» Sltë een Ceöer-Ooom 300 iaat bP/ Ifêaar fip benclit niet öat De Jgeer M18 Op frtë en bjc( te pass is/ Üem ban toonen Dat fip glas is/ €enen fïag berbjeeebtfiem bieer. I v. %tfy. floebafi! onfterflticbfcfijjntftp/ jBaar fioe rafeft / en beftt betötóijM DP * 2EIS een ramp / en t i# geüaan: 't aertbereft bat iö afgeloopen / Eijnetööbooj-tipgéfïopen/ . h 't^iasfsupt/ mijpmmwfn. V»
|
||||
V O O R.Z A N G.
V. <Ser f)p fiomt ter ïjelft öer öagen /
3Men ïjp fiem Baö boo?gefïagen/ 3©o?o fjct lenen gem gejtaatfet t Eeg ban öfcoafe menfdj / ep 5eg öan / 3©at raat met Ute* 3egtoattoegöan/ ^lequaareec&'nmg geeft gemaac&t* v i, aaaatflateertg/uöen* toattfreeltg'ul 3©at Belooft ge* toatöer&eeiög'u €enen langen letoeng tytii ^gttefïerca/ gptoojötoelteeecner/ =&kt een uertjen 3gtje3eecfter / Etet toe öat f u niet ontglgt! V I L
f mmers tëï)ét Boo? u toaadgcFt ©ol pergtöelg! feer gè&tórlgcfe 't Ceutotg / eeutoig toel 3p ban Etel en Ucïjaam on 't oritoife üpt te ffelien * ïiönö* lïcljt miffe/ ïjjoe rampfalig toaart gp öan * v i ï t. ïfêentg fteeft 'er 3«Ö öeöioogcn/ ^tefe fcnïelücfe tg ontWfoogen/ €er 3p 't totfien toa# 3P öowt/ gp fion u ootït tod owfïftppert/ <©oö ti lenensi ö?aat af-fcnippen / Üieoen fijne fïemtne g«s|k i x« €tt toercfit tertoijl öat get öag •$/ 3©ant net al te ïaat öefilag $ ©jucgteloois / nn mm ö' ïjetöom ■> 3tangeften u toercft ?eer beel tjS / €nbatutoettjö teeelig ©mtelupren/ moetö'U#o*'n. |
||||
48 E D I S C H E
X.
&ttlt ti boo? öe ötsafe maagöen/
35te öaac faecl te Iaat Defclaagöen / 311 tjaac ütööctt ijielp Ijaac niet: «Sreeö terbrijl öe öeiic ijs open / 3§eöen moetje olp ïfoopcn / (Cectoül öatf' u «iödti aanbieö. |
|||||
Een Geeftejijck Mey-liedc.
Toon: Pfalm 24.
I.
D€ ueffeüjcne tjjö ttonit aan /
iaomt! feom laat ons na bupten g^tv (©m in öes peeren toonö're toeft Eten W uptb?ucöf Jen ban 3ijn fiKafefïcpt / Egn macïjt / en ban 5ön neerïk&Ueiö Stlöaar aanöatötïijtR aan te raeccfien. I I. €en poer fp?upt jen öat bermelö / €en poer feoiptjen bat berteiü «SobSlof/ en3epötoilttnmpleecen 3|oe totjs öat <ü5oö i$ 1 en ïjoe goet * i^oe aangenaam/ enober-5oet! l©at g' in mp 3tft is ban öen I9eem 1 1 1. 3§et aartterijcïi öat Ö02 en öooö/ ©an glans en Beerlicnïtepö ontbloot / <£n ganfcö ber jïo?ben fclieen boo? öefe» / Hoegjoeni DoecieriijCB* öoefdjoon* ^oe aangenaam ftomt öat ten toon i üet fcBijnt ais ban öen öooö bccwfen! 1 V. ,„ti
%ttiw$tIJM vmit 1 m ts bolww %\
|
|||||
V © O R-Z A N G.
381 toat men 3iet Dat të berlreugjjt/
«en jcecftt mp tot b?cugöt op te toetnen: gfiipcljt öan/ 3ijt bjolijcn tn öen ©eec / g[n<©Qö/ m <©ób becDeugt u 3eec J Hiaat o' aarbfcöe b?eugt u tot <23ob trecnem v. <&t fpecerien ïoopen upt /
3Uen 3iet Dat 'taangenaame Fmtpt ©oojtnomt met lieffel ijcfte genre j ©oe lief' lijch bat be ©eere 3P / ©oe minnelncn / Dat nonnen top Hpt ftaren 3oeten reuen befpeueen» i v. jfêet toateén fjcecöjcb gctoaat!
3iBet toat een obee fcDoon cieraat / Eietmen be bloemptienjS in De Ijoobeit j ^eglaniS/ begtooVöefjeeriicnljgiD/ 3©an ^alomon Daar bp geleit / g^icn luplïec moet öaac boo? berDooben. v i i. ©oe fcfloon! beel-bcrbig ban tolmt/
©oe 3oet en aangenaam ban geur/ ©ertoonert 3p 3icÖ in De bclöen.' ©aat fefjoonfieiD Die berrucfit mort <©eefï/ €n poer ban Ijaar ftrijö toie 't mee|ï ©ejs j§cDeppets ftljoonöeiD 3al bermelDem v l ii ©etÖojgeDoomtöerleeftengroept/
©et groent/, en «nopt/ cnteaft/ enfiloepÉ ^eer fcfjoon / 't belooft 0110 bele b2ucl)ten; ©et tè becanöert ban gelaat/ ©et b02cc nu Ijeel cierlijrt$ fïaat / Wk aan ïjtt 3icn 5onb<r genueöten i i x. ^c Deemöert Doen tebefer tijb
^ig op gelürti een groen tapijt/ ©. mm
|
||||
jo EDISCHE
Ulijn geeft berrucnt 5tg in 't BefclicubMt.'
jj^et Hrieit bol Heeften obec al / «éts <0ob Daar t'n een groot getal (Cot 'f menftöen nut ftomt t' onöetDoutocn. x. Z&e athetg fïaan nol H0O?n-getoa$/
35c tocpben 5tjn bol Blaber-grajï/ (3Tot fpij.3 noo? te en menfcijcn; © §eez! ipat 3Ütgp milt i fioe goetï <©e aatö berleent ons oberbloeb/ 3©ie 30UÖ' nogmeecber brillen toenfcfjen i x 1. 3©aac bat ten 31e rontfom en 't om/
3©aar bat icngaa/ toaacbatieftnom/ n <£n nan u goetgeib niet onttojjeuen! ^elf£ fiet gebergte bat i# bol/ 3jBen3tetöanin/ öanupt3ijnf)ol jfet toilt gebiett gefïabig (iröcnen. x 1 1. «©e fiooge bjooge fcfj?aie Dep /
©erfcOaft be fcDaap/ens* ftare toep / <ên beel bermaacuelycfie Boffen: 3Bat binö men al fontepnen baar i Wie toater altf firifial foo «laar <©oo? ulare fieeeft/enss fieebsi tiptloffen. XIII.
%ei bee bat op 3tfn bierenen b?ijft/
3©iens monb boo? noube ganferj berfïijft/ <£n toegebjojen toa£ boo? öe?en/ ©at3ingöt/ enfp?ingt/ eribomineert/ <©atfïiipt/ enjupetjt/ enrjuinc&eleert/ €n fcljpt üet fdfö' niet meer te togen. XIV. <
ïfet Seeutoercnje bat filimt om fjoog/
9!cn bolg Det bïrttbjilö met mijn oog / mawtijmmm*. toilmetna öoben; |
||||
V O O R-Z A N G.
tftjtvmp! mijn ömtë nog 300 bafï
2tan b' aacö / acö mateen ftoaten laji; 5b <£n ban n niet beröemelt fooben. x v. Haar 't uacljtegaaltte fnant öe broon/ s^et gueelt en tieriliect 5eec fctjoon / €n 't uan 3tg 3elbcn met bebtoingen -, MW buncftt 300 bicutoilg tcft ijét Ö002/ Mijn logge 3tel befioojt baac öoo? <ü3etoetnt te 3ijn om na te singen» XVI.
3f oep mp.' icn oen fleftfiaanit 6 ^eec 1
^aar poer fcncpfeltje öe ni %\y\$ ^cfrenneoS (leeöö ftomt te bermeibeiV ^at icft bie reben en berflanb «©ntfangen üeb ban utoe Ijanö/ <©aac mee nog be3ig ben 300 3tfben! XVII,
IBijn 3tel öte té 300 Do? en ftfjcaal!
gicB oenen öp nip toel menigmaal I§oub'beef tooefujutoel toeet tomfy gebenf Ifèaac gp rnün €fob en 3011b gp niet <®elijc& men nu meet allesS 3ict/ UBp oocB 300 Bonnen boen ïjer-leben I XVIII.
®efeinjntmaarl$emel£&on! mijn B«*t
©ec5acljttjet/ toantïjettébetfjett / €n toilt mp met ben bauto befp?oejen ©anutDen«0ee(l/ banjalicBtöeec 3©ceïb2UE|)ten ö?agent;utoeceec €n tn Bennie en beugben groeien* |
||||
5* EPISCHE
Bede voor de Maaltijdt,
Toon- /pfalm ioo. 0F154. «■ Chrifte die du bift dag en licht.
I. O<©roote <0oD 1 Die al iwat keft
© p aarDen (ieeöt^ 3|jn boeier wft I €n ftotiDt l)oo? alte£ open Di$/ $ec3aDet ail toatlebenD' i#. . l I- Ö gurtfï fleeft toeDecom goebelijcn/ 35cep tafel otoectotoeDeijjcft ffêet fpi# en tranen on# toeberepb/ (Cot onDerDouD in matigftepD. 1 1 1. ^to?t utoen rijcfien 3egen %m l <®p Defe utoe gatoen neer / 3©ant 't f $ öe fpüfe niet Die baeb / IKaar utoen 3egen ietoen Doet. 25eöoeD mp Docfi tooo^otoerDaaè
38IStcnugoetf)epbp?ocf/ 300 Iaat jBijn fieit niet Rangen aan De aarD'/ ïfêaor- 3t0 toerftcffen ^emel-toaacD. v. 3£aat oocfi mijn 3tele3i)n begaat/
ifêet fpj# Die nimmermeer bergaat / €n 't fjert met J£emds* ffêan berguicfit/ Ifêtjn 3tele met genaa toerricfet. v 1. Op Dat t'cfi in n üonincftrijcB /
jEag met u fiinDren ectitoicmjcö 3lan3itten/ en Doo? u aanfcDön IBetl»^M0taöoojS^r3aDi0Ot3Ört' , f- |
||||
VOOR-ZANG. 55
Lof-fang na de Maaltijt.
Toon: Pfalm 5.
I, H<epI-cöc6e<©oï»! mtlöatiig©aöec!
*0p iieöt upt utoc nolJjeiö leer / gn goetDepöujelnenal tocec 3Can mp betupgt / menfcöen 2Setoaartrcr/ daarom «6 naöee. 11.
!Jck 3al ti goetfiepö eeutoig p?öfen l <©aac ten öet min|te ftrupmnen niet 3©eerDfg öen / ban 't geen tta geniet/ &omt gp tnp op een rijene totj3c/ «©aagölijc&jstefpijfe. i i I <6p öebt mp nu weet oberfaöe! mu fpij.ö en Djancfe m onecMtoeö/ ©eaacöV öe ïocfit / öe5eeötemoet ^pyö genen om mp te toedoe / <©oo?ugenaoe. V I.
2Crt)! öat ten öoeü öeef utoe goetfjciïi ^teicftp?oef/ enfmaac&öagbpöag/ Jltet te bergeefS ontfangen mag.' Maat geeft öat mp fieeö.ö utoe 3oetöeit> fCottoaceöoetleiöt, 3©erftt tn mijn 3ieïe een negeren /
3&at ien u gqetöeiö metgefang 33öag roemen al mijn lenen tang/ <®m met mijn lenen u nereeren/ ®^eeröec peeren! 5^ 3 Eeni-
|
||||
54 EDISCHE
Eenigebedenckingenoverde woorden van den Mar-
cjuis van Vico , die wanneer hem zijn vriendea
door het beloven van groote goederen, van God
en de belijdenis der waarheide Tochten af re
trecken, aan haar fchreef, dat hy ineen uer
gemeenfehap met fefüs meer zaligheid
gevonden had,dan ia geheel Italien,
Toon:
Engelfehe Kloeken-dans.
I.
O Roeten %cm l büjfmp ban mijn Bert!
ö te miffen iö mijn grootfïc fmert! 't ©oetmpjoofere! ja mijn örootfïcntjtj 2P ö _gfefu 5onDer u te 3ijn! <©P5ijtmijnb2eunBt/ liBijngeneugöt j3opt geniet teft Oeter öag/ m# toamcet icft bp u toefen mag/ 2£[ö ten maat Dp u berneer €enuertjen/ acfjt ten beer 23obcn alle toereik (iaat en eer. i i. Wilt mp befcfiijnen met ftet iiefïïjcïi ücftf 39an u alDersoetfïe aangeficöt / 35an 5al beröwijnenal We bupftemtë ©ie nog in mijn 3iele obtig is? ;• ïiomt tot mp heer i Eoetfic ||eee / 3©ant gp fjefuis <©oö en menfeft
JE'ijt alleen mijn Depl en 'fljerten toenfïft/ J2 effens* u mp niet en ïufï/ Snii bint mijn jieJerirft / Wm iitooi&oerionDenUijrrieWufr. |
||||
V O O R-Z A N G. 55
III.
25p nip toiït bïtjben / of mp met u leiö <©aar icfc met u leef in ccutoigljeiö/ <©oet mp befcïijben in gemeenfaamljeiö Jlfêetuingena?./ enfieerlicfefteiö: ©anmp nopt gaat/ Hogberlaat/ «©eeftöat'ftoerelögpöelfieiö
jfêpnopt banu fcbeiö / of af en leiö/ <&n in boo?fooeö en in nooD/ €ninlcben/ eninöooö/ JKP öog nimmer ban u gunfi ontbloot! IV.
211$ tcft mag toefen bp u mijnen ï^eer /
h Wenfcl) in t|emcl ofop aarö niet meer! %l$ u 3oet toefen mp in gunjl toelacfit/ 3&at ten boben 'f toerelö$ bjeugfiöe atljt ? €>eeneerof(ïaat jfêp begaat/ IBaar alleen ttjoetaanfeïjijn
<©oet mp boben maten bjolncö 30n/ M# ith öat bier maat gemet/ Eeï f$ in 't Stup$ en in 't beröjiet / 31$ öe öjoeföeiö mp geen teoeffteiö niet. v. ^cfitjm öotfi ban boben 6 gn üemelö &on:
©eil-fontein / en toaar' aenaöe 25?on.' ^an 3al 'ft u looben / toant 't mp meer berquif fit 3M$r toanneet gp mp met goet beraeftt/ <!5ecntoerelö$goet/ ■Scboon 3eer 3oet/ 3&aar in ten 't bernoegen gocöt/ %éft mp ow öe rufie toe.geb?od)t/ JKaar alleen bet ^emelss 3'oet Itan benaöen mijn gemoet/ &i$ gp nip öat bier maar fmaacfeen öoet. f4 VItfaat
|
||||
5<£ E D I S C H E
V I.
%m öocïi mijn oogen afgetrotfien 3jjrt
3Dan be toerelt / en öaac pblen fcDijn/ ©P i$ öebjogen öie op be3e aarb' gjettoeg neffenö u Dier Ijeeft m toaarb'; <ü5pómön<iI5ob> ^jjtmijn lot/ 2|n n fcDep tcft mijn betmaata/
'b mtïjtïjetam öpü fcijcit lBaacboo?ö?ecft^eec/ enboo?(ïijt&/ SSonber u mijn 5iele fcDabelijcft. v [ r. ©oet mp arfiepben bat kb eeub>igïijt&
2&P u toe3en man in 't feemd-rijrft/ ©at iCB mp frtjefbe ban (jet geen mp l^eec 3©an u 3ibecKt te fefjeiöen immermeer; Saatmetbjeugt ©ogbefceugt ©ie ban <©ob iö fioog aeacijt/ 5©an mp altijb pb rtg 3ön üetracDt/ <«ctt tnanneer bat ten ban fierf/ <©eef bat icfi ban niet m berf ü öp 5ijn / maat ben J^emei erf* . v i n. '83©enfc9metberfangen/ na bien so^n Dag/
gin be toeicfi mijn arme 3tele mag a©o?ben btitfangen in öet ïfeme!£ plein / ©aac men 3ig begaat upt be ïjeil-fontein/ <£n mét <®ob 3ict / $|cm geniet/ <Ên upt 'f toelltifï tecnen D^incltt / «Ênïjet %melj8 3|alclu}a (ïngt; *§pocb u J|eere / Bomt bog D?aa! 30ant mijn' 3icl betïangt baat na/ ©at teft mee fing flet '|jaj?Ui;a. KEE&T-
|
||||
VOO R-Z A N G. 57
HERT-STERCKING
tegensdebefportingedes Weréldts.
„ ' . Wel op wel op ick gaa ter j acht.
w: S Windeken daar bet bofch at trilt. I.
D«je met op W öeugöen pat/
aaan ruil na öe Jij>emetë &taö/ Ifêoettet öcgen «©rjectoegetr/ ^Dat !)p toeel fcljimpg 5al ontfaan/ €n öoo? ö?utn ten ^emel saan. 1 1»
3f tëemetë toeg të nau en net/
<Êntcr5Üöcnooc«&e3et Actueel fmaööerS/ 25oofeaööer$/ 'gj>te öe b?oottien fteecnen fteeöss/ Stëet öaac* tongen Doen üeeï leeö& ^oo lang atë öe menfcn 3icö ftil
jlrt öe toecelö boegen totl / . laat geitenen / €n 3tg fcöfcBc» (CotfteöjjjfUanaUeguaaö/ 3©o?ö W fan Daar met gefiaat. Ifêaar 300 Fiaafï men3«Ö afTcfieitiy
€n öe aacöfcöe PöelD«ö SStettoilpItgcn/ |Baat3tg tegen éacefiooöï)eiö5et/ enttant/ g« men tot eenfrijtmp in 't laoö. • v. €neenpöcccenöt'e3al
föectcnö ftett» 3iin fetttte gal (€oteenöole-rjjitbanfpot
|
||||
E D I S C H E
V I. I|eelebfoeDen sal bicn ö?aadt fCegena' ftaac ^t Stoot bermaatft <©an uptfpoutoen / l|aac öenoutoen IHet beel fmaaws aait alle nant/ ©it '3$ De toegna 't ©abeclanb.' \ VII. Haaac tch fïoot mp baar niet aan /
<$tfu$ i0 mp toegegaan / 'ft Zal fjem bolgen «©nberbofgen 3Jn berfmaatfteiö en becbJiet/ % %Qt bess toereHtë fmaatïjnö niet / VIII.
3lfê ith maat beo: giefutf lp /
't %p \xtat fmaatOeib bat Oet 5P/ 'K23en'tgetoogen m gebogen/ t Zp ban goebof guaabgecueftt/ gicft ben baac boo? nietüeöucDt! I X. ïBaac t'cft ïjoub' bet boo2 een m/
^aticB jfjier boo? mijnen j|eer 2CHe guaaü&eib/ ©uple fmaatljeiö/ Eijöen mag / ieft atftf bien ïjoon M$ een peeel aan mijne nroon! x. €n Set baart in mp beel bjeugt /
Zoo toanneer mp om be bengt g&re ferpenten / gjnfftumenten ©an öe ^atan toornig 3ijn/ <£n uptfputoen ftaac fenijn. x i. a©ant bat mp öe toerelö fjaat /
€n mp om Oet iael-boen fmaab / g^iec tipt toeet tcf; / <£n af-meet ith *©at be <£5eefï ber fieeclicftbeib <©p mp ïufi in eentoigbeiö. XII»
|
||||
VOO R-Z A N G. 5?
X I I.
Ealig $ öie menftfj booztoaar! ^Die Ueci fmaatljettss booj en naat ïiomt te Igoen / iBct bcrblpen/ <£en uptnaagfei tsS geatfjt/ 281« men maar üe öeugnt öerracBt. XIII.
3EI ïrfcfmaatïjetööiementtjü/
31ö maat Mm een öo?ten tijö! 't 3lss een Micfije / Haat een fmtïne 25ptrte eeunygeïjecrliCBljetö <©ie onsS<0oti fieeft toeöeretö. |
||||||
Vrolijcke famen-komfte der Vroomen,
Stem: PetiteRoyaal.
I. E ff Iaatonss oocfe eenjSU?olijcB jijn;
cn O' arme toetelölingen ©ie in flecötc Dingen »©ieganfd)üUjCB3tjtt ©lp 3tjn jonöer maaten Jt ©elrts DocD niet geDijt/ j^iettegoeDelaaten/ Haar tot '0 toecelög fjnjt 3jn <©oö rccfit sjjn öerüfjjt f 1 1. Immers? tg f jet utnncmcnajoetf ©at 3omti)ö.ë oocft De taoomen <©ocït eenö famen öomen Met een blr» gcmoet/ ®m mctööog'resaacïtcn •«Srnïiet'regeneugt/ laar
|
||||||
E D I S C H E
ijaat b?oftjc& te maaeften/
Wat i£ bat een bjeugt i Hoe3{jii3i>öanbcr(jcugt! V. ïjom ïaat on£ öan op on5e tonoV
^onbecangftentyefe/ SEufltg^oIjjcfttoefe (€ot<©oööêecenp?ijSfJ 3Ttir|)t ts üoo? b' oprekten/ ©?eïigJibetocöerept ©002 bie/ öie»©obgrofiten ^oubmftepIfgFjepb/ «©tetffetoegefepb. i v.
3Bat meent gp arme toerelblwg/
<©m bat topmetafê btóafen %atl)m/ tieten/ tafen/ jiaanc&mpfiebtDtng ©anbtejottecnpen ©teteftaefttenmeen 35atcen€0?tfïenmpen *■ USoet/ bat baatom geen ©jeugfit tip on# spi o neen! v. <een Igemenng ftan taortjtft 3yn/
üJa ftan jelfö iufttg3tngcn/ €n &antyeugl)topfp2mgett/ ^onbecWecoftoyn,- ©teeengoegetotfFe 23innentnftem0eeft ïsan geen toeunbe miffe/ 3©ant bc bmtfit isie geeft ©at Op fïcebs fcefï'üjCH leeft., v i. <©aar is op aacben meraanö niet
©tc3ooteol]jc&enlwfïtg/ |
||||
VOO R-Z A N G, 61
3Bcl-gemoeb / enruftig/
jleeröer b?eugt geniet/ fttëoiealtijti pogen l$oe3Pï)ciligï)lycfi <©oöbeï)agen mogen/ 't^enieistfonintH-njcfi ^inyaarinnerlijcni
V I I.
3©at bjeugt genieten 3p te 3aam 4
2Blö 3p een gefp?ccn maactjsn / ©an l^cmelfcïie 3aacnen/ 3©at is 't aangenaam i 't &anöe3ieie roeren/ 't 5©erchticHtoeet niet fjoey l^etftanmpberboeren $aöcn©emeltoe/ <3jcn too?b niet licDtcljjtu moe. v i i i. 3©ie 30uö' niet al 3im aaröfcf) ber maatft/
Eynfïapen/ bjintnen/ eten/ 3tttfttelijc& bergeten/ ©oo? beef 3amenfp?aatfi I "6 ^e&nopt betre (lonöen ©oo? mijn 3tel genat/ jBaar öïcfttoiljsbebontien 3n8etfp2eecHen/ bat ^ettjtberliepterat. I X.
€en uer tss ban maar een mmupt/
<©etijöt>ieis$berloopen/ <En berbp-gefloopen / <Eer'tgefp?etfii0upti «©öatpeöerure «Dan een baglj motljt 3jjn 1 <£n toat lang motfit uure/ 'tpsmp3ultKenptjni «©aar moet gefcgepöen 3fitt. II. Deel» |
||||
6z E D I S C H E
I I, Ded.
Af-keer van hetgezelfchap Jergodloofcra.
X.
W<£gi toegmetUetgoDtooferot!
"b Man onöcr Ijnar niet Ducren: ©iempteberbucren SEoecèen ban mijn <0oD; 2ClSic&öpl)aarmcrcKc 3£atge3onDigttocrD/ EienD' ftaar boo5ebjertficn/ 3©ati0Datccnfmcrt* €m öootfïeecK öoo^ mjjn Ijert! x i. jBön 3iel Boom' niet in Baren raat l 'ft Zal met Oaar niet bcröecren <©te mpn <©oü onteeren/ jBetl)ct3onDtgguaat,- 'ft ^efi een groot mi#jagcn 2Cfó3pöpmijn3ijn/ 'h Uanfeniet ber Dragen/
't§$êmp3«fcficnpjjn/ fWS 'b onDerfiaar berfïjjijn. x 11. 42en uer Dat balt mp ceutoen lang ^ISicö het niet beöoebc/ &an Daar niet bertoebe / 't^ji&mpDaarteöang; ïioom' terfïonD te fcflepDen / '6 25en niet in mijn fcfticïi/ ïtan Daar niet lang ucpDen / IBaaricB ban gaar toycfi / 'h ïfêoet 3ü« &P mijns gclijcB. XIII.
Mm fioo?t Daar niet Dan Boog gerei /
lleec laat mp fcocö na Defw ^ |
|||
VOORZANG. «5
©nöct Baar niet toeffen
3a 30uö'icK niet Baten
3&ie u gaten §mi "h ^aatffcuptemtaten/ 3Beertfe / toeertfetoeer ! ©aac lp'3ön öoet mp feer. xiv. IBjjn uifï Baar ötoa3e b?cug&e niet/ ©aar öobbelen / fneelen / öjincnen/ ^tacfjen^ öanfftn/ SlincSen/ «Issmpeentoeröjiet/ 'e ©inö öaac geen toermaacK in / 'ft %ti)t Bet maat tooo? ö?af / 'K J|eb öaac ganfcB geenfmaacK m/ 't^mpteelteïaf/ mp IteccKt öc toalg öaar af. XV.
^tc taeugt öeeft toel een 3oeten fcBön /
3nöien k ïtfc niet nenöey jBaar ith toeet in 't enöe ^al3ebitter;3ijn; 3©eg ten ben 300 Bot niet i akenfiaar üepnfcrije/ aieenicB ben (00301 niet/ ^aticaöaacommp 25?cttgineeneeuuriglp. |
||||||
hemels geweldt.
Stem.- Schoonfte Nimphjevanhefwoudt.
I. A CD Boe mocpeftjcfi! Bojaar!
**. ©alt set Baar / _
|
||||||
E D I S C H E
<©ie op '£ ï^emclg nautoe toeoett
3©anö'{en toiilen / 't Halt 300 Sang / USetgeü?ang
g©o?ö 8« &emci-njc& berlu-egen. I 1. <©encfit niet poef toerelïtë btgnt ©atljetltcftt Eonoec moepte tocwö benomen; ,gto?men moet men a$ een ^elt jfêetgetoelt/
3©ant 50 too^D §et ingenomen f I I. luier en gelö geen laffe jugfjt / 3Jn öefurtjt/ _$een / 't tnojD firrjöentic berffregen 5- *töomncftctj£Ke <©oï>s befïaat $tet ingaat/
USaac pet ijs tn ncacöt gefegen. 1 v. jfêeèntje ban berötoaafoe menfefi jBeteentoenfcfi '0 i^emetë Jjonmcnnjcft te toinnen i ijgeen/ maacbiemetaffemadjt €nmetaracfjt
gingen/ raacnen&aacte&tmtein v. <®öe poo?te ban öe ï|el ïtrijgt men biel StcDt en 3onöer arbepö open.' jfêen ïfomt Daac ban 5elfS genoeg 2tlteb?oeg/
't Sijs onnoöig Bart te loopen. v 1. 't ^elftïie pat i$ tupm en b#eb / ^nmcntreeö Zoögemacöefücft&aai: «wn» |
||||
v o o R.z ang; , Cf
«Ja men Daalt ban 5elfg al Deen
Ijïa oeneen/
gonöec moepefic&ÜeiD of (ïeenen v i u t Igemeus paaDtje gaat ftepl op/ ©ie Den top
.©aac ban te oeftlimmen poogeiv <©.' Die too?De 'ft toeet niet Jjoe jBatenmoe/
^5>tc Daar 3ijn toil moet Dat mogen. VIII.
^aliöiööpDielöD/
©apperftnjD (CegenjS 5ijne nepf-DianDen; <£n met macfjt getoelDelijclt 'tremel-rijen
Ucrnen/ enmptoer DjanDcn. i x. <05oD3ai naac een eeunyge ïtroon <€ot een loon <©p {jaar DIoeD'ge fjoofDen settert/ €n feec fcqopn in 't tuit Deftleên/ itotfiewên
bonter bupltgöeftiof fmetten. x. <©m ten epnDe ban Den ffetjt/ ^ EeerterWfit 25oDenöpDen %ecDer^jeecett Ifêet paim-tacften tctumpöant . SInDeöanD «Êematgijjcn te mumpSewn. |
|||||
4£ Zae*
|
|||||
66 EDISCHE .
Zoetigheidt en nutrigheidt der een
Meditatien. Toon: F [alm 77.
T. N<®pt en 8eD ten Oet're ff onöen /
©002 mijn nare3ielgebonDen/ 2Msi toanneer ten Deel alleen fpet mijn «öoö mag 3ijn gemeen: <©.' toanneer icnfïit en eensaam/ §Soo met <j5oö mag 3ijn gemcenfaam / batist aller 3oetjïe3oet/ 3£at gemeten aan 't gemoet l 1 1. BHeBmpöic&toitë afgcfcBepDett ©an 't getooel / öat af te lepöen itomt De 3ttinen ban oen Heer/ €n fïeeöö öjucnt na ö' aaröe neer/ <©m 300 b?pban 't aaröfcD getoemey €>p te fiijgen na oen Hemel/ <Sa fjet Derte ban öe aarö' <©pte3«noen Hemcl-toaarö. 1 1 1. <0! ïjoefïiller! fjoe eenfamer! Hoe gefegtcfiter / Ijoe Dequamer.' <©at mijn 5iele 3iclj fiebinD/ (€ct öat fjeplige octoint l ïian m» toonDerlijcn beriufïe 3fnöefït(te/ müerttfïe/ ^elfg oocK in ïjet eenfaam belö/ 3&aar Bet fcöepfel «ü5oö bermelö. 1 v.
' |9öer Diertje/ poer miertje/ ffDergraafje/ pöerfiertje/ mmm t' 3aamen upt De eer |
||||
V O O R-Z A N G. éf
©an ben grooten <©ppec-ï^eer
flöec fiecmjen / pöer3antjen/ fiber boomptjen/ pöetplantjen/ €)otfi be MoemptjenS in ben Dof/ <6eben cPeiPloeöig (lof/ V.
<©m De toonberlijcfiefcDoonïjepb /
<®ie baac mbsg naacöt ten toon lepö / ©an öcn ^cöeppec te berftaan / ;©an500öt,ncft itk onöelaan gjnbien 't fc&epfeï tg öiijS fjeerujeft/ ©ijoefcpaon! enonbaeeibeeriijCR! 3©atecnglan$n enbjateenfcöön IBoetcc in ben maaeftee 3ön i v I. i|oo? itk baar pet ttrilieren
©an bè bogeltjeng / Die 3toieren ^oo? be lucjjt / of op een tacft Etngenbe op ïjaat gemaeft/ '6 <©encft poe 3p metOelb're fteelert 'jS peeren 3oeten lof uptgueelen / 'ftjjeuuneena/ epiicPepoojt! 3©at rnaaent bat een 3oet accoojb l v i L üoom ten b' aarbe tebefepoutoen/
'6©inbbe beraenenlanöjS-Doutoert/ 'ft ©inb l)et ganfefie aattecöca Ötoec goeb'cen nol en rpeft! > ^cfjaapjens 30nöcc in be pepbe/ 25ee(ien 3ijnöet in be toepbe / 3fêaat'nmptoenöe/ üjaac'SmpBeec/ 't SS tooi utoec goetgeib !|cer r VIII.
<©aa tcftö' oogeh eens opïjeffen
3m ben £)eitiel / met befeffen/ Pa be Zm / of na be iBaan/ .,.. ■
|
||||
E D I S C H E
^oo moet ith bertoonDert fïaan: <gn icft toep upt met betöaaftöeiD/ 3MöeDagt/ ennietinöaafl'fieit/ 45tQQt 5öt op in msai'efiept! 3©onDecfijc& in fjcerlicftöept > I X. <®finDien icft eettis ban toer»
Süfa/ fioeDupfcnDenbanfïerre * 5f loncfteren en p?alen 3rtf gflan ïjet buptenlïegetoelf; <Dan 300 Dencfi ith met bettoonD'ring/ ÜJnbien De fiuptenfïe 3olD'ring groobercicrtiss/ oöoefpn IBoet ïjtt öinnenfie toel3ün. x. <©f 3üo tcft De Diepe paben
<©aa ban D' bolle 3ee Doojtoaöen/ W>aat DebinD ith nog beel meet atoetoonDerenö 8|eer! Wm iö Diepte 3onDec maten/ ^aac i$ boette niet t' ombaten/ 3&an3oo3egic6ö! fjoe groot Ept rtp ©eere ^cöaoot •' X I. 'ft ^ie Daar in De ^cpepen toanD'Ien/
<©ie in bette lanDen öanD'ïen/ <®ïc op <©oDS genaDegaan iSaa De H3oo? / en Siöiaan ■, 'h ©inD Daat in De Eebiatljan/ 35aar De menfcDe fieeft beel baat ban/ sfelepne biffcfjen 3onbcttal/ ö toe bjonö'ren ober all x I i. 'ft <®aa mp 3omtijbö ootfi toel 3et«n /
<©m u J|eplig 3©oo?D en 3©etten / gin Du eowmfï ban mijn Duptf |
||||
VOOR-ZANG. <S5>
Sïfgefonöerö ban 't geö^nptf/
fïïet mp 3e0)en eens ter öegen t' <©bcrleggen / t' cbertoegen / €n t' Ijerftaiitocn oocft öat 3©ox»?ö «©at itft tooo?maal$s öeö gefioojt. XIII.
m$ icft aan öat peinfen fioome /
5ft 3©o?ö' öaat öoo? a$ opoenome / 'ft a©o?ö' öan toonöerltjcft toeefteugt/ 'ft ©oei öan niet öan l§etnel-t>?engljt; 3£aac en té geen aaröfcfte jaacfie / <©ie mijn 5tel 300 ftan bennaatfte / gulcften 3oeten soettgfjeitj / giss in 't pepnfen opgelepö. |
||||||
gelatenheidt
eens Chriftens onder de droevige oor-
deelen Godts. Toon: Uytverkooren lam &c.
I. LSïat oocft ftonten toat öat op aarö' toil fiomen!
'ft Zal net 5onöer fcDjotnentoacötenbanniijtt €SOÖt; « ïtëeet öat alnjö op öec aarö öe n?oomen
HJ*PS en lijöen Ijcbfien tot fiaat lot t } -£p öan töat Ijet 3? / 'ft toil ftet geern toetöjagen! 'h ^cn niet heUïiS to« o<* 3ön *>oo? plagen / H ^ai mijn tegenfpoet / lijöen met een goet SSeftagen.
1 1*
^*?P té ö' <©pper-JS|eec / tote 3a! ftctn öan tyagen
*w fip 5enö 3ün plagen / toaarom öoetje öat i
<g 3 «^tDoon
|
||||||
7« EDISCHE
beltoon bat fiet bat t'n fïucnen toojD gcfiagcn
t ©at jjeeft ebentoel geen tooo?D in 't Dat/ <©m t'n ongeDufD tegen.tf <0oD té moeren/ 't paft geen fcfiepfei tegcn.ö <0oD te ftnontn / ffêaar tot UjDfaamDoiD / moet on$s 3yn öooööctö I I l.
W ftet geen tcfi Ben fjefi tcfi maar ter ïeene / 't ïJomt <©oD al met eene / 't t'j» tiet mijne niet I <»fn mag De §eet Dan oocfi niet me.- liet gene 3^at Ijem tocDcfioo?t / fcfioon icfi itct aentct 35ocmtoat ijem belieft i IjanD'len na 5tjn toilfe i %a\ 3jjn toel-beftagen mp wiet itilkni «En 3ijn toil De mijn / niet Doen ban De 3ön ©erfcL'tuW
I v. %t\y mogfit mijnen toil in <&&$ 3fjn berloo^en! Cn<©obï$toilberftoo?en! Datbatepgen lek öpt mpberöannen 3ön megtna freijoojen! <En mijn toil Des ïf eeren totï gelijcfi! <®p Dat afê tcfi 3P tn efenD na Dcfen / Htocn toil oock mijnen toil mag toefen / $n at 't geen gp Doet / ban mp 3ün boo? goeö <&ep2t(M>.
v. €ugtfip mp tcfi toeet 'tiö tot mijnen Beften/ €n ftetjal ten leften mp nog 3ijn ten goe: $|p ftomt 3ijn fiepl Daar Dooz in mp te beften: <& Daar i£ nog ftonig aan De roe! ^eijoon Dat icfi Dat in 't cerft niet toel fcan nierenen/ i>p fsomt mijn 31e! inö'oeffictb te berfierefcen/ <en Doo? 3ün? tucljt / tït mp nog beel b?ucfit ($e toereftcn.
vi. . .
'B EtW oocfi \nat tcfi njö'Dccr gp 3ijf regtbccrDtgt
?S 25en yet DuÊBelt toeecDig atë gp mp naftijD; |
||||
VOO R-Z A N G. 71
€n 3al ith öan niet toiilig 3jjn en neejöig
^atteinöen! öaargpmpfectsjtjt ©an neel groot're fmeit / en fienauö're plagen.' €n mp genen mogöt Deel öerö'je fïagen.' 't ©aft öan immers niet / ober 3ijn »erö?tet ®enlagen.
VII.
^aiig i$s öe menfeï) öie öe leer natfijöet/
<En neel fmerten lijöet met geöulöigïjeiö/ ülnöien öat öp fitec na mag 3ijn öetojjjöet ©an öe0 peeren too?n en gjimmigDetö.' 3|et i# maar een blieft bp öat eeutötg ö?anöen / €n een nnip Dp 'tgelfcïje nnappertanöen / '6 ©2aag' niet öat icn nu üjö' 500 's maat fip u VIII.
25eter té ïiet Bier öan öier na te tpen /
't $$rupggaatlioo?'t ner&lpen/ ö?oefgeiö tooo? öu teeugljt/
Staat mp op öer aarö'öao? ö2oef8eiöP?pueftrööcn/ 2üiS ten maar ftier na mag 59Ï1 nerfieugfit t 3©ilt mp op öer aarö' teanöen / fnijöen/ nerpen / 3&oet mp w?p Ster alle öagc fïertoe/ 2lïss ieft maar u rijen / Uier na eeutoigölijcn |
||||||
Kederlandts klaag-liedt
in den Jaare 1672.
Toon : Pfalm 79.
I. A 4EB öat itn geel en al mogut toater toefen'
**<£n öat mjjn oog een traan-fontepn na öejet^ € 4, |
||||||
EDISCHE.
fiaogt 3ijn.' toaar upt fïeeba? tranen mogftten bf oejen/ «zen 't 3if ttg nat mijn bo^re toang bcfp;oej'en / 31 cf) Konö ten met bebfag.' «©eDurignagbt enöaglj ^eberfanbtfelenb'betreuren! €n om Baar nare fmert / Ifêynongeboeb'aftert j©anb?oefftetba{£ berfefteuren! ï i. 45p yebt be Ijrygtf-baniere opgefiebcn/ «£n een uptfanbig bof eb ficbel gegebcn Haar öobefytb gereebftfjap toe te rufïe n/ <£n boo? te bjeeecben binnen onfe feujlety Eoo bat men niet en fioo?t Stlïf brtjgS-gefc&epen moo2t/ Stfg blagen/ en als? bermen/ jfêensucfit/ menblugt/ menjaagfit/ |Benrooft/ menbjanb/ menplaagbt/ <©atö?£ «f om t' erbermen i I I I- <®xi$ fanb öet toefcb een bo?ten tyb gelcDcn, «en#arabi#/ eenfufi-boftoatf/ een€ï>cn/ <£en canan bat bof bonig en bof mef eb tnasr / ^oo fepoon bat bet een toonber als* ban cïcïi toaaV «©es toerefftf fuft-pjiecf/ «©ateertöbsbangefjeef «Curopa febier be ftroon toa.tf / <©at fyebt nu een tooefïyn/ «Êenüjtfbemisftejtjn/ «Pat eerfoop ober-fcfjoon toa.ö I <®M &ere ben baar bc toaarfteib in gepletW w i«x
«Sn totbenbiaren <t5obaffecn gefinecfbt toiert/ ©aar &>o:b een beetf ben 3Cfgoö aanccfteccben/ «en ïjoo2t men niet atë 25abel0 taïe fp?eecficn / m® tbojbfietbjare ligt l(? |
|||
VOORZANG 75
4Befelufï/ eneenberöigt
©an 'f menfcBen epgen bcnöcn <0ep?eöic&tengelhjft/ ScB groutoel! foep men ö?ijft «©aar Banöel met öe 3onöcn, v. Hen roept repn af/ repn af 5elfsJ tot öe gwmö toe / ^aac i& Bet nu öe recöte tijö en ftonö toe / <©P öat öe naam ban <lacob niet bermelö toojö / ^n 3ünen lof op aaröen meer bertelötoojö / ffêen jupgt nu met gelag / m'. ijaöaartéöeöag/ *©aar lange na getoagljt is \ ^jtbjolijc&enberblüö/ - gaantöaarusnuöetijö Hsaar lange naa getrae Bt té. V I.
^ ïteijn öuncat Set tss een öoot-fleecfe in mijn fieenen! Je» 3ouö' mp 3elfsj toe! fcBier tot toater toeenen/ *g$ ten geöenca Boe fiouteïijcB en bermeten/ !^ns öaagBlücftss toojö 3eer fmaö'löcft toege&reten/ ©an 't frcpl-Ioosê 25aöeté rot / 2©aatiSnuutoen<öoö/ ^Öpureö'enöelpe/ •Pün nioeö öie too?ö öaac ban ^oo bol / %eröaticnönn ««ön ö^ocffietö niet Ban fïclpcn I 1. Deel.
^ederlandt rechtveerdighc Godc in zijn
oordeclen. V I I,
Oct^L00-' ö,?5Üt recBtöeevbsg in u plagen J
JCB ben ge&illia utoen too:n tn öjagen/ € s 3©ant
|
|||
74 EPISCHE
3©ant ith bm 't toeert / fjet m %m! utoe fcïjult niet/
mn ons en öielp u toacïjten en gefculö niet /
3Bat öeüje niet gcöaan i
3^oe 't met ons aangegaaan i
ifeaai' alles mocöt niet öaten /
aèatöatieöceöofttet/
lïeen / Det en Stelp öog niet/
ItSen toilti5 ïjet miaaö niet laten!
VIII.
<©nS lanö fjao gp uerfïen J^eec! ntet een fcDaare /
$an pn'rige 3iel-30?genöe ©ienaw/ © ie Hi-acötcïtjCK aïss Rinöercn DejS DonüetS / CoöS toefeïijtne too?n tegens öe sonöcc.sy «gntnanenüefieöecf/ éeer öiCRCtt mentgljtoetf jfêet ernft Detitten nertionöigt / jBaac toatet toietö gep?eecnt/ «Én fjoe öaai' toiecö gefmeeent / ^aactoietö niet min gc3onDigt! I X. Wat l)aö ap ons niet toonöerlijcfi ge3egent!
IBet alle fjcpi / en rycnöom oöec-regent / ^oo öat ons ïanb een Hoorn Dan alle goeö toaS / €en mage3ijn fean alle öPec-uloeö toas / H&aarttoaSal b2iicl»telooS! 3iBen bleef al eben üooS/ 2Jn bte toöo?fpoeö en cti(ïe/ §a eiJüc goètsïjctö üjcer / mSiss-fijiiptHte men' toe! eet (€ot bccïifel Pan 3ijn lufte. X. H/
3ÏIS 't töel öoen niet en öielp öoen gaaft gp ftagen /
SSegonfï onp fineren eer)! ronts cm te plagen/ «ö5p liet ons 3ien öat IPuptf-IanD omgeltcert mtcm «cri 25?ttten- tanb beo? öurgcr- türfft Pmeerö totct» / $|et £ó*$eu ging niet P;p / ^en |
|||
VOO R-Z A N G. 7S
^enangertoasfin'tip/
*25priept/ 3iet$eoer lanö/ 3tet öog Infiaarberöerföetuto; 2Sel?eerö/ ueiieeröuttu/ 8 nafeenö guaaö ontblieö öog> x i. 't a©aö al bergeefs / top jagen in Daar ftrotte
<t>e onfe niet / top namen 't niet ter fjerte / daarom fiegonft' gp ootfs on$s jeifjste plageu / ^oo öat men occït een poer öoo?öe Magen <©atooj!og/ pefï/ enb?anö <©?oogt/ ÖD02 fi?enctt/ mupfen'tlanö €n 't minöeren ban nering ©ntfcnutoöe ban Rradjt / %t toagnict alsSOetpiacïjt/ ■t <©ing gujjnen aaneen tering, x i i. 35tttoagfjêta!. jlaaracïj! men onöer3ótf)t niet-
3Sa ö' ooo?5aaca ban W quaab/fjelaaö j men oogt niet 3&at epgen 3onb' öe ooyaacfe ban öic fmert toasr/ %at öet boo? $eöer-lanö 300 öittter/en 500 ïjert toag/ IBen bleef nog onöeneerö / *&e 3onb toierö niet getoeert/ Jlen toierö berljerö in boofBeiö/ liet 't meerö'ren ban öe fïraf / <En nam öe 3onö'niet af/ Haar brie£ nog öe goöloofIjeiö, x 1 i i. <3Tot öat öeg peeren too?n 500 toierö ontfieetKety
«En5ijnegjimmigöeiö300 aan 't öoo?b?eetnen/ «©eigen een bier öat niet en toaö te Beeren / *©oo? ecnin miööel ban 0110 af te toeeren / ilaar alfeö 0002 3ijn Wam sBatöat'crcotKboo: quant, ©ernielt/ en neer-nebelö toierö ; fntopganfcDobcröcert/ |
|||
7<J E D I S C H E
I§et 2Canb aïtfomgefieert/
§n Tbianotf mac|ft gefielt totecö.
III. Deel.
Nederland bid God vierig om verloffing.
X I V.
O430ÏM tcB ben beö?oeft.' ith fcfi?ic&! tcfipfe!
Mm Hel berfrnclt i mijn bert bcftoncbt.' tc& g2tjfe SCiïf itn geöentb Doe 't lanö in öiepe fcfiulö tjef / <€cit i^emel toe met3onöen opgebult tjee / Sc&too?öic6toeet niet Doe/ Ifêijn bert en mono gaat toe / ücïi nan mijn tong bat Ut niet 25etoegèn met befcbepb/ J?ettö atë of gp3cpb/ ©oo? J3ebec-lanb en bitiniet. X V.
Haar ebenbiel en ban ten niet bergeten
Öto'0 ^ionji ^eer / Dat Deerlijcb en Dcftreten / 2Cmec|irig in een öobelijc&e fmert iepb/ <en u ncicfjtóngjoo DicDten na bp 't ijmlepti/ <£rbcrmt/ erbermtö<tfïoöi <Ên toont nog öatjte tot ^et3elbe3üt genegen/ «önttoaac&t/ onttoaac&t metbraebt/ gin ftoae&Deiö toont u macDt/ 3©ant top 3ijii 3eer berlegen. x v r. «öntf febeepjen të in grooten nooö ber baren /
fyet Houd bet effen boben in bet baaren / . met fïrncbt bet 3ep!.,§o gu 't triet fiib/Oet 3inbt Meet!
éfitoc banbtoerepebt / u bolcb be:D?inc&t ^eeri 3Baacht op / 't i.ö meet ban tijö/ (€oont batjetoacbet 3»t / ^tiUöebiUö'renöetoinben/ , mt |
|||
V 0 O R-Z A N G. 77
^ctü?upfcBenbattöe5«
«©elijtH eens CBlifiujs öee/ 3©ilt met een tooojö inbinöen. XVII.
Haat niet toe öat öe 3onö' öes XanöS 30t«n toecren
8 goetBetö ïgeer! en utoe Bulp affeeren / ©ergeeft öoo? utoe goetBetö 'f 3lanö# goölooSBeiö/ Etet ober onfe ober-groote boosSDeiöy CnfcBcltgenaöigouiit/ ©m!IefutotHe3öt ©erjoenö in 3ijnen Woeöe Mn Dtt0 en met ons lanö/ <En laat öan utoe Banö «iMeert 3ön ons ten goeöe. x v 1 I f.
<©eöentat öog aan Bet 3ucBten en Bet (leenen/
<£n mercfet öog aan Bet Wagen en Bet tocenen / ©an öie öie 313 geöuriglijcn ontfïellen/ €n om öe 3onö öes 3tanöS Baar 3telen guellen/ ©mBarenttotlueBouö/ <©el0c& gp tooo?maals toouö <©m tien tooomen toerfcBoonen / ^aat3önöer nog toel tien/ 3ja tienmaal tien mificBten ©eel meer öie op ons tooanen. x 1 x. Haat ons geroep u ingetoanö Betoegen/
<2n (irijö met utoe fïercfie Banö eens tegen 3£ie lafïeraarS / öie 3eggen <0oö öie Baat Baar / 3©aar is Baar rot3 * %m Ducgt * ö öie toerlaat Baar! ©etfcBijatteröeferfionö €enöfi(tncftenö7 flopt Baar mono/ ©etloflenöe 300 3egt Baar/ ■ ^atgpnogonfenftBilt/ ^n Belper tojesentoilt/ wet toercuen toeöer-legt Baar, xx. <en
|
|||
7§ E D I S C H E
X X
«mtoecptiiettt^oottDe.s Stmtcfijtfï terneoer/
5©$ft upt u ï!|up£ De fcooperS öorl) eens tueöer/ «©oet <©agon plat tec aaiDen necec-baüen / ©erötaaafi oen aintttfetfi/ €n maacfet tec fcfianö jjjn lift / .glaatftem-met fctytcft en tweefe/ jföaac iaat u ftanD en öcacfit «Mycfe üjeleectijöspiaoöt/ 2Ean 0113e 3iJöe toe5en. XXI.
<0P 3ijt toan ouïtë ffcaelsf fjulp in nuöen /
3&te onfe ©aöei# ftebt upt öttpfenD öooöen Êeer toonöeïbaac gereo / als f' op u öoutoöen/ ün Date nooö op u alleen bmnuitttten/ 3Bp (leunen oocR op u/ ©erlotf ong öan ooeft nu / 3©tlt onss Dog niet öefeftamen / IBaac reö/ en öelpt ons Mm \ Üerlielö/ Ijcifïeïö on$s toeec/ <©pons<0eüeö5egt SCmen. |
||||||
TWIST des HEEREN
met zijn Volck in denjaarc 1672.
Toon'. Pfalmyj.
I. Hm Bomt fiet bat gp ï|eer!
aepgenbolCK3003eec 23enaut met ö?oebe plagen i €n geeft 3oöangefïagea 35te treffen tot in't fiert! €n toe&oegt fmert op fmert/ £00 öafet ftreucfi op RteucR/ ^, |
||||||
VOOR-ZANG. 75S
SSeer b?oetoig b?eucR op Bjeucö
&m$8 uptgeroepen toette ï I. Eeg%er.' öoeftan bat gaan* <©nö! onsïfoaöarttefïaan! 3£ie naa u naam genoemt 3ijn / <£n toijb en 3jjb beroemt 3ö«V 3£at top betoare leer öto# 3Boo?D.ö genieten ^eer i Eeg! tjoeïianbatbeftaan/ ^at top te gronden gaan/ IBet uto'gjfjaamjï p?ij£ m m i Godt antwoordt Neder-Landt.
1 I f.
3^aagt gp toaarom bat ic&
H plaag Dus fmertelijcfe / <£n b?oebig fiom te toonbett i ^et 3ijn u fnoobe fonöen / <©ie tergen mijn gebult) / 3©aar mee gp 5Üt berbuib/ ^atïjet 300 bitter i#/ <©eoo?3aa&#geto$ Uieen«5onbenftD«li. iv. ,m
<ö5p roemt toel met be mono
5©atgp3ijtin'tberbonb IBet mp/ maaruptutoercficn/ 3&m men nietë minber mertïïen ' 2(1$$ bat gp mijn "bolcft mt/ ^§cfjoon bat gp wlcfeis Mijt/ <©emcrcRt bat gp get quaaö ^eer fioutelijCR begaat / <£n't3elbenietcnmöb. |
||||
*• EDISCHE
V.
't <a$ toaac Dat tcfi mijn tooojö
5©at tjert en 5tel Doo?-öoo?D/ 3©el aan u fteö gegeben / Sfèaac'tfjepïtgteMeben ^jSüpuntetgetoecfi/ gm'trmn|ïeofm'tmeefï/ IBaac fiebt fteeDsf obertreên / IBjjn CtoDDelijcBe reên/ S^eer Hout en onbebjee jr. v L •
€n.fitelDmetlofTtgDetb/
^nongerecfittgöetD jBijn stel-öepl'genDe toaaröetö / €n ftaac' Öelb're BlaacfieiD ©etDoncftecö en öeftlaö / USet 't jonben-bupl öefnat/ 2SooDat3eertafïelijrfi/ 5©oo? u Doen lafleciiicit Ifèijn toaarnetD i$ gefmat. v i r. daarom om bejen Blaam
ö' <©nt£OTing ban mgn jSaam / &ecfitbeerbelijcft te toeeren/ €n ban mp af te Beeren / ïionD'ic&mp langer niet <®ntfiouDen/ maarep5«t msijn gjimmtgïjetö ontflacft/ ;©ie al$ een bier uptöjacB 3&at3ig niet Beeren Uet. VIII.
'6 3©a0 beS ontfermend moe /
daarom nam tcfi De roe / €n toonDe mün mtsf-ftagen/ ifêet u 3eer Bert te plagen / <Ên5epö'jiet iwac'0 De b?«(Bï |
||||
VOORZANG,
<©cc 5onö/ Daac g'onöeDugt mv fteeDg öcöt meeD'getergt/ <£n tot öeef tojaacn gebergt/ «BaaconbecgpnMsucïJt. I x. €n3oogpnuboo2taan/ «©encnt langer boojï te gaan «fn 3onDen en goöioossfjeib/ ©olïiacDetin u öoo$$etD/ ^oo3alt£Rbannuaan ö nog beei fiecösc (laan / iCotDatgpemöeïijtft «©oen toel eens» ganfcfieltjcfc IBogtettegconDegaan. I I. Deel.
Neder-lands Schuldt-bekenteni&
x. ACtj^eec.' 'a Benen Dat gp
<®enaDtgljjcHmetmp ïlanDelt / gp 3Öt cecfjtbeerDtg/ ^cft tc« Den to?p meet toeecWg! <tf5p ftraftmetna De maat/ <©f beelljeiöban on# quaat/ jfêaac mogt beel DecDcc fïaan/ €n laat beel obergaan / ®oton3ecnutenöaat. x !♦
't 3(0 toaat J&ecc! Dat on£ Hanö f&s bol aan alle ftanö/ v
«0eo?opt met fnooöe 3onbecg /
't fp b2eemt / en b?p toat toonbers? /
3Hat top niet ganfcD berteecb/
2WS ^oDom omgelteerD/
<0eBeelberntcttgt3ön/
%tisialleen$0öön
f 6t
|
||||
E D I S C H E
<©enaa/ toptoawn'ttoem.
x i i. ©erfjalbentnöiengp
3j5aaöe3enbJou&etmp Ifêet öarö're roe'n ftafiüDen/ $og fjeftiner öefïnjöen/ IBön3iel3alfïfHe3ön/ '6 gal fiom 3jjn m öfe pijn/ <£ntracj)ten bat icfi niet g?n 'tljjDenöe berö?iet «©ngeönlöigenfcpiin. x i i r.
<£nicfi3albannuboo?t
©eel lieber 300 't &efjoo?t/ Ifèp aan mün 3onöen nj^ecacn, <ên öoöen mijn gefijeeclten / Wz froot&eos ban öie tbjifi/v gMe<®oö30oaangefiiJï «ênfieböenon-gereiD/ «E»at3altneeutotgijeiti |Bct mijn niet 3ijn öefïifï. x 1 V. IKaar ith 3al met Demoet/
S ballen ^eei-te boet; jfêet klagen en met toeenen/ IKet 3ut*)ten en met fïeenen/ jfêet fcDulö-öe&entenisf/ sÉoecftenbergiffenüï/ ^n'fleeren^efuWoeb/ 33ie 'talles toeer beboet/ €nonf bedoening f £.
X v. 30tetoeetBetdfgp^eer/ 3©ienSingetoanö 300 teer/ JSarm&erttg/ enmeöogenö/ 3©tenjs fianö Dat i$ almogenö/ |
||||
VÖÖ Ü-Z ANG. È$
«BpmogBtuobec'tlanö
ontfermen * enuBanD ^t$t BouDen toan Bet (laan/ öto toojn mogtjt obergaan/ 3Bïe al$ een Die»; oittb?anö. I I I. Deel.
Godt antwoordt Neder-landc
XVI. H<©o?t3&eDec-lanD/ 500 gp
anogöeecttotmp/ IBet bafien en met treuren / Hto' Bette te toerftBeuten / (gnutoesonDenöaat/ ©pjecöteljjtïs berlaat/ (€ot mijnen Dienfï begeeft; <Ö5oö3aligüjcïsenieeft/ <£n sulcis toont met'er Daat. x v 1 1. g&an 3al 'ft mün fïaanDe Banö 3&ietegen$ugefeant 3©a$/ toeöetöanuïöenöen/ €ntoeecenuto'elenDen; liB jjn tom saJ 30« geöiulï / ïBijn g?immigljeiö ge3u|i/ 8to' plagen tot een enö/ 3©ant alsTft Die tot it fenö 3cïiDoe Dat niet met lup. XVIII*
iBaar eet om Dai ith moet /
131$ tegen mijn gemoeö 3fclï p!aag u niet ban geiten/ 'b ©oef fmecten in uto' fmerten/ 8 Pijnen Doen mptoee/ 5ïl$ 'n ti fïaa jïaa 'ft mp mee/ f 2 ©»*
|
||||
'EDISCHE
<®P3ttteljjtJi tocrlaat 28enu*»ietum*>?ee. XIX.
€n 3al oei* plageng moe/
3üanftonfcsSjDfln ootït öe roe Sn 't bier öer itefD belanden/ 8 tr?aoÉn op tnftn Jtanöen/ iïreööenboojDenbal/ H3eg'nenoberal/ Soo Dat u quaaö tn gocö / a öittcr 3elfS tn 30« ©eranöert too?oen5ai. Neder-landt fpreeckt rot Godt
X X.
•y3tt ïjtet (iel t'cfi mp ^wc!
^©oo? u op?ecöt'l0f& neer/i <©m tn 't berbonö te treoen jjfêetu/ 'ft Beloof uljcDett 3Nt ten ban öeep uer aan/ 25eoucf)t en toet Dera'an/ IlSeternfrtgoberleg/ IKtjn3onö' öen Dtcntf op3cg / €h Daar 3al tegenfïaam XXI.
gjt&3alnaatie3et{jö
iBet meet öer iozq en bigt <©pu gebooen letten/ €npb'rigu toetten 25etoaren alsf boo? Oeen; gjf&3almp3elfsitngcen 35e6enoe3onöÖoe5oet! Coegebcn/ ooenfioegoet! Ep bco^maatë nip toefcfieen. XXII.
ï^aaracB! toat gaat mp aan * -
|
|||
VOOR-ZANG. 8?
^eg tg ijct tocl gebaatt /
©at feteup'len 313 becöinöen/ €e!oopenï|eer.' alSDinöen* €n tamme in upa'an 25elobenboo?ttegaan* M$ tcfe mp 5rtfsS ten go'ett ©etbintieietgteöoen/ 25en ten ootfc toel öera'an * XXIII-
'b Wttt l|eete bat s6 in mp
2Clsnunmp5tftoen3P/
(Cengoeöeganfcfigcen macfjtSeö/ €n 3onöec u geen btacBt Beo (€e boen laat gpgebieö; IBaac ten beloof bet niet ^jnepgentoilenficacöt/ 'a ^teun op geen epgen macöt/ 3' 3j$ alsï 't €gpptifcïj riet. XXIV.
SUSaar^eec'. opuicbleiuV €>p utoe öracfit icït fleun/ 3©ilt gp mnn 3tel bezetenen/ ©oo? utoe brachtboen toewben/ ©at '6 maentig in ben leer / Eoo boojtaan tmmermeeu <©oo? utoe fierebte ftetcb/ <©oo?u bet goebe toeren/ €n leef tot utoereer.' |
|||||||
ZE-
|
|||||||
F3
|
|||||||
8<S E D I S C H E
ZEGEN-ZANG
pver de onverwachte uyt-tocht, en des
Heercn wonderbare verloffinge van onzetyran-
nijcke Vianden, gefchied den 7. April 1674.
Toon: Cupido onlangs geleen.
|
||||||||||
K
|
||||||||||
am laat om nu te jaam
e$ petten %pl'gen jjaam |
||||||||||
Haetgesancn/ engeüIancueeregeDcn/
©oo?3nngDetljetöfjeguaam; «gnnuinöefetijö/ 3,'ntoeeïtotieninfpijt
©an öte geen / öte rmt een onë öcnnöen/
Sn<aoöKcDt5önb?cfii9t
^upcBt tyoftjen / 3t"ngt ben I^eer/
ïïoemt/ p2jj(i/ tiüooftïjemseèt/ ffêaacfttfiemgjoot/ ötetnnooö/ jag mctö'oogett ^nnsf goeöftetöS op u necc «enujootoonöecöaac ©eclotfDeeft/ bat beef maar/ ©oo? ons fcöeen beel eet een ö?oom te toefen / f-Ö» öïinfi öltncöt 5onne-Rlaat. III- 3M toas t'cfi niet öan tong /
l&rtloon 'b ais een €ngei 3ong / fflizt mijn monb / upt ben g?onö mijneS Derten / gn tcfe ban u?eugt opfp?ong/ »£00 3ouö gp nog naa toeerb ^tet ban mijn 3jjn Uereerb/ Boó? fiet goeö / 't geen g' on£ boet in öeeS öagen / f?0Mn(ligöeutberfcOeecb, m |
||||||||||
V O O R.Z A N G. 87
I V.
€>pBatiomome3onO
©n$f Sanb toel ftoaar getoor.ö/ 3Bel m nooö / niet ter Dooö toe getucBtigBt/ <©p öacljt aan u DeröonD: <En BeDt öen toojn getoeert/ Üto' g2immtgBepï> gefteert <€egeri0 Baar / toelcfce Daar ais (Cp?annen ©nsSBaööen ober-Beert. v.
€n ïjcöt Baat toonöerltjcB
©emebert/enöetoijcö ^eer met fcBanöupt ons Xanb3elfg Doen nemen
't 3|ss onöefeffeiijcfe i i§P blucïjt Daar memanDD?tttgt'. ©EClaat ünar niemanö Dtoingt Eijnenbupt! moeterupt/ baar Bent ntemanb <©ns©aberlanbontto?ingt! v i. ©?aarjtnuafgoöifcB tot
3©aarn$bogutoe<©ob/ ^iein 't lp / aan h 5P PiagBt te toe5en i ^?Öft nu Den Boon en fpot! lp blurBt Daar niemanb jaagt! %& boo? Bern 5clf behaagt! €nfecerttoeer/ met oneer/ 3tetje nog niet «Dat 't <6ob i$ Die Bern plaagt i vil. %vx Boe Dat <©agon toeer
©altboo? oe %ttbt neer/ god3ijnlitipö/ Dan 't gefpups Der ©ernooperg
^elfs 3upDcrt alg toel eer.' *©ebuprtcrnt|Te3toigBt/ ^n Bet 5tel-3upDtenD'ligt ^aar 't boo? Been / Beloer fcBeen op Den Banb'laar/ 3Bo?b Bet toeer opgerigBt f 4 VIII. 3&itt
|
|||
%% EDISCHE
Vilt.
^fetong/ niet ongeveer!
830 alleen öe eet ©an ött goeö / gp ontöoet on3e öanöen/
«®p Qp fjettfelö onss toeec: j|ier i$ geen menfcöen magt / «êeen onöecaacöfc&e Ircacnt/ '©ie (iaat ftfl / <0ooc$s toii / 3önen bingec ©eeft ons* mt 8epl getoet. I X. gCcB-'tiattitigöeepgenaa
&m W ons iject en gaa i , ©atfjennacnt/ (ïecög geöacïjt ban ottsf 3Ü« niocöt/
©at €fcö onjS upt tre fmcrt ^oo gunfïig neeft netflelü «föereö upt naat getuelö! ©nbecinacljt geeft getyacïit tocec in typïJeiD / Eaat ijat (ïceösJ 3jjn bertneiü. x. ©at 't bolgenöe gefïaefjt / >
<É5oi$ goeööejö en 3#tt macöt
jBeeö' er&ent / jig getoenü u te bjecfen / <en nm* geöo'on Detrac öt; <2£ninonrecntigneiö <©oö macB 3pn öancö gescib/ .,. óih f
©an3önfcl)aac/ boo^ennaac/ boo? 30» goecy£lM
(Cotinöeeee^toUJöeiö. |
||||
HISTO
|
||||
VOO R-Z A N G. $9
HISTORISCHE UYTBREIDINGE
over de heyl-zaamc Geboorte onzes
Heeren Jefu Chrifti.
fPfalmi?o,eni28.
; In 't zoetfte van cie Mey. Toon • { Het viel een Hemels dauwe. » QueltadokeSirena. (^ Wilhelmus van Naffouwen. I.
Wgjltnuntöejetpen
®an Betten 3Ü11 UeröeugBt * <gnum<©oötocrMjaen/ ©etbulo met ^emel-n?eugï)t - %aat nu en mono en ïteelcn 3£e£ peeren ?oeten lof ©olmonüelöK uptqueelen / IBufiebjerecöteftof. <Ziet öaar i£ nu gefeoomett
«©etang-gettienjïetijt! ©erbepo ban alle to?oomcn/ €n ïjeugJjujcfitn berfclijt ■, "Biet öaat! jtet öaac öet toonbec ©an o' €ng'len lang toertoarUt! Etet öaac nu Doe Den 50110«: 3©eet toecötot €5oögc^ac9t! 1 1 1. %t toasï al lang te booten
©oo?3epö/ booJJlBtcf)? ftem/ <©at gjefujs 3011U) geDooMt 3©o?bente25etljleljcm <©P2&etlj lem/ ftupjSöeöö?oo&#/ ^nutoojöWeiicsbiooo/ f 5 3l*(ua
|
||||
EDISCHE
giejttgbe.goone 45obt$ *0eBaart in grcote noob. I v. mt\l JHeere^ti! batgp
Ce 25et81em niet alleen / |Êaac ootn ban Binnen in inp 43eboo?en toierb! ith meen / . 3?atinmpmo£ötneb2uc&t5tjn H5öetenïie»ug6celb! ©es$ ^Satans uptgerutfi:: 3ijn / 3&oo? utoen <J25e£|t gsieeit. V. <© taonber.' Bsben bjonber!
©at<tf$obejïepgen Eoon/ <©p aarben bomt fjier onber/ $crïaatbeg $ienietë troon! ©at b' alberljoooÖfie Coning ©e gebaanf ban een anerDt/ gin neb'?iöï)eib.ö Betooning SJan-neemt / 3ijn glans af-legt. V I. Het toasgeen&ofrie toooning/
«Ö5een üonincRlijc&e 3aa( / 3fêaar in ijatütfe ïüoning <0eOoo jen toierb / geen yjaal ,- ï?et toaffcr niet Beperelb / &kt ïfoft'üjcKtoegeriift/ $?p toas niet ban be toerelb/ «0een aartftlje njaal Öem lufl. v i i. iKaac in een (ïal ?eer armlijcn
23pöetbccleati)pneer/ <£n in een B?iïr erBcrm'ftjcft/ Segt befe gcooten ^eer! ïÊen Ditib ïjent niet in boeeften ©iefiofi'Iörtfjöncnwop/ |
||||
VOOR-ZANG^ 91
iBen moet hem öaaE «iet 3cecfeen/
%». Ijaat tiet aarbfeft netop. VIII.
poetst lefum niet in ftnpfcn
3Me fcfioon sün opaetopt I Sin tïaUe/ fïecfite ïtiupfen/ ©an DeerliicBhepö beropt/ <©aar toi! ïip3tcö bertoonen/ ïïp fiaat öe aatbjtïje »?atflt/ <©aar toiï öe l|eei*e tëoonen g^aac ö' fiobaarö u>02ö beracfit. i X. 3©eg: roegöanaatöfcïjemopïieiö!
aBegmetöatplfgeftricK'. giet tjoe öat fip in 't flop ïetö * 3©eg met öat aattrfcö geflic&.» I^etneö'rigeftetlage 2&eminööeï|eece3eet/ SBpöienfteeftljpöefiage ®e öjoonen immermeer- Pa usb.
Chriftus wordt herberg geweygerÊ
te Bethlehem , en verfchooven
by de beeften in een ftal.
X.
O5poep! toateen nlepnacDting
%eft 't Depl-IoojS 28etfileftem.' ï|oe fcljanö'lijcö met beracflting Berjiooteenpeöerfiem! 82fet öoe öen leer öer peeren 1 l^tt goöijcloojï gefuupö / wl-iooftijcH ftomt te neerer* ^iutpt Daar Bert/ enflupsü XI. $|oe
|
||||
91 ED'ISCHE
X i.
$oe too?ö gp niet berftooten JÖefttteubanljetaH ©an ft u pncn en ban gzootcn / Berftfjooben in een fïal!< ötoilic&JleerbeEljebenï Hocljtan.s mijn Befte jaal (Cot een becBlüf-plaatg geben/ 3Heemtöietotuom[)aaf» XII» ^ictöaaeö3oete3!efu! me beftt '$ StemclSÊ i€coon/ SJjcftoffecenicageefu jBtjrt fjecte tot een tooon / ©ertoeecöigt fjet na oefen <£n laat öe3ieie mijn <gen FmBBe U002 u toefen/ Cen cuft-piaatè boo? u 50«! XIII.
HSöcrjt maar mön 3M Beguaam3ijn
©00? 3«lcnen grooten ga|t! jIS0n fjert u aangenaam 5Ü« 1 «gen Berte tooon u paft/ 'ft 35en onBerepö niet bcetbig/ <genont>etciecD gematft/ <©p 3üt te n?oot / te toeecDig / €e3ünottöermijnöac8! X I V-
3$aar I|ecre «Jcfu ft fjicfit gp
<Sn tuft mijn3iele toe/ met öeugts? cieiaat beratfit mp/ gfcftDenöe5onöemoe/ 25erepöucpgentuflftee iSepnigt 't oi^upuer nert/ üebt öaac öog «toe tuft mee JBatöatbemetfstoei-ö. |
||||
VOO R-Z A N e.
X V
3©at nfrtö men niet al toonöew? i
©ie ö' ©em'ien niet omnat/ <gp ?ïet gier iet Besonöecjï! l£oe fïecBt en arm'ljjtft öat gin Doecfeen tsf getoonöen ©at&lepne3oetetoigl)t! ©ie'talBoojt/ omöe3onöe 25? 't nee berfcUootoen ttgt« xv i. 5tcö M&t'. toat lieföe öjaagflt ö8p
©en armen ^onSaar toe i <©! ftoe nerfcljonen laagt gp .' ^ntoateenarremoe'J ©it Jeeö gp 3onöec fdfcoomen ©at icli tn 't ^emel-rijrfs Eouin teo?tum fngenoomen/ 8to' armoe maacBt mp cücB. |
|||||
I I. Deel.
Zijnde de Openbaringe Chrifti aan de
Herders, met den Lof-fang der Engelen.
Stem: < Den Lof-zang Mariar.
• Den Lof-zang Zimeonïs.
I.
y®t> ïjaafl öe S£emefê Eon/
^©e toaar' genaöe 25?on/ <©p aaröen toass gerefen; 3aonöJïiaareï)el&er4)eia ï^aac gïanjj en Seerïic&Seiö <©oc& niet tertojgen toefen, I i.
Mmt garen Belö'ren fcUön/ ««*« |
|||||
EblSGHÈ
€nj)aceffralertttjn let öupft're öoo?gefi2üot&en / €n 't jiel-betgntt&enö ligt Boo? 5ommtgec ge3tgt 3Jss meet en meer ontloo&en. I i I. ©e$tecöerj$öiem'tbelï (Cer toacQt toaren gefieit/ ©etaonötgt meitöeef' maate ,- Sn 't mtööen ban öe nacfjt / gin 't öouöen ban öe toacöt toornt men 't öaart* openbare. IV.
€en €ngel öaar bene'en ^tcötöaaretijcö betfcgeen/ 3©aac öoo? f' fjaar jeet ontpelöen/ 3©at5egtï)p3«tgj>5oo 25eb?ee(l / ten ben een Boo <©ie ftlpe tnötng roelöe. SSgt b?oujc« en bertjeugt /
'6 3©echonötgg?ooteb«2eugt/ 3Me öen bolcae jal b»?en; 3taat öan öie b2eef en fcöJicfc aptu öogganfcöeltrft ©etfiannen 5ün na öe3en. v I. a^amöeöenigtjet öat
giefug in ©abiöss ^taö Ce 25etfflem W geboo?en / Etjtnutetöefecftonb gfifergeenbjeep/ maatgjonö 3©an b?eugt boo? ö' uptbernoojen. V I L
«©aatüefuöinDetfiect
<©p nfeutarë gcboo?en toecö/ |
||||
V O O R-Z A N G. 95
35aat moet Bet al Dol to?cugBt jön -,
^>ie €\Mi% öcelö bettoonb/ <©aat Bp in 't Bette tooont / <©aat moet Bet tooi geneiicBt jijn. VIII.
Eoo Baafl öeuf bltjöe maar
©etnonötgt toa0 aan Baar/ 3&e engelen ban fiotoen ©eelboubigin'tgetal/ met b2eugljben tps gefcBal <€e saam' ben #eere lotoen. g&e toept tytunt toan't ge«mc&!
IflSen Boojt niet ban geMancö / Ep 3jjn alö upt-gelaatcn; €n 3ien met ölpfcljap aan 3§aare begeert' toolöaan/ ^aac bjeugBt të 3onïrer maaten! x. 3ïcB! bat mijn logge jtel
3»u mee aan 't neuten biel! €n itli in tiitsr mogfjt ïceren ^at ©emelfcBe Jluftjcfe \ €n Biet na eeutotgftfijfft SEofaingenb' u toereeren! x i. 3©ant u &omt p?y.ö en eet *
alof3ptien©ppet-^eet! <enopbetaatbeto?ebe,- <© •' <©ob Beeft ban nu aan <£en toelgetoai tooojtaan 3ïn ben menfcBe beneben. XII-
8S|eet! bailieSalleen
^eeetenanöerögeen/ wan trnjn saligöepb getoen: 5©e5*
|
||||
EDISCHE
<©e?c ber&ojgcnt&eiö/ «Öoöin'tbleefeD/ 3ijnmmftïjciti ©eöt gp fleöatfit ten icben. XIII.
<©p <0oö getoojben menfcfj/
<&pallet $£epb'nen tocnfclj J£ebt on£ ben b#eb' bcrteegen ; 3&ebianbft[Mpfteütgp Ce niet gemaacftt/ en mp ïïethteQcn be3en5egen> X I V.
<£emjbg toacf itït geljaat
<£n ban mijn <0ob berfmaat/ agugefujStsfgeKoonien |5u bm ten toeec bemint/ €n met mijn <©ob bebjinbt / 3&at ïjaat tse toeg-genomen. X V. ©tt «engelen gejang
Cnbuerbenietfieeüang ^P fijooc&en afin 't fooben/ ©e Oootfc&ap toa$ geöaan/ ^P 5ijn toeec fjeen gegaan <2n trotften toeei* naa önoben. XVI. ©e toeugt bic <0oö onjS geeft
«©obeseaacb/ Dicöeeft «Beenbuer/ sptgseectoeecH'ujCR/ ïfêaann betfTHemetëSbaoon ©eranbert men geen toon/ ©aar të $p on-affye ecft'n jefc. |
||||
V O O R-Z A K &
|
|||||
III. Deel.
Hoe de Herders Chriftum hebben
gezoght en gevonden. Toon'. Pfalmiq.
I. ymïfa&^nttf' ttjönigtoagge&jacöt
*^mn ö' i£eröer£ in öe naare nacgt/ gM öe iBeftïasS toasf geöo?en/ «ÖSelycB <0oö öte toaaracBtig «f/ 3©ien0 tooojö niet lengenac Bttg iss/ Éaar ooca tooo?-5epö Daö lang u öoo?em i I* ^oo BeB&en 5P ött nieitta 6eftBep&
Ifêet WeefcS en öloefc ,tet otoertepö/ Ifêaac öoo? 'tgelootoeaangenoomen/ €n Beö&en alUS laten paan/ €n 5ijn aanfïonöö 300 Been gegaan <©m Bp Bet ïiin&e&en te noornen. 1 11. 2CcBöattcBooc&300totiltgtoass /
Eoo&eerötg/ pberig/ enrajs ©m utoen toil in st toewïi te fleHen! 3©at ais ten maar ijet minjie tooojö ©anuontfang/ ieliöatooc&lioojt ©eerötg BetracBt / en nopt uptpelle '■ 1 V. laat WeefcB en bioeö berloot Bent 5ijn/
%t toelch riip onöec soeten fïDfi'n <©eern ongeBoo?3aant maac&en souöe 1 ffêaac&t öat icft alt jjö toilüg jp/ 311 te berlaten 't gene mp l>an öejen gjefug joecBt te Bouöe. 43 V»
|
|||||
EDISCHE
V.
<©p / op ban nu mijn trage $M!
3©oïgt be3e herberg op be bief/ ^oecbt gfefum öog «toen beminbett/ ^oetftt 3?efum in 3bn fiepiig tooo^b/ <@ocft baar men 3öne tóoo^ben boo?t/ ^Pb'l|emeiin0en3ult0'bem binben. V I. &oom bnenben laat on# 3aamen gaan /
<©e een öte po? be anb're aan/ 3©ilt öem malbanb'ren bogaanpanfen -, <©ie öe3en 9fefu# 't eerfte binb/ 3&fe ?al ban oocfi bit 3oete &int <©nar na aan anberen toeer tobfen. v 1 1. 3£e I|erber0 beftDenbem0e3og9t/
<£n tooien embelijtft oefyorbt 2Sp3Jefum; föebbenbemgebonben ^atet boft'Itjcft opgetopt/ maat fïedjt / 25p flet bee in een «rib' geïegt/ Sn arme boetften opgetoonben. VIII.
<©ieboo23ïjn öracfjt ben gentel b?aagt/
<0p toienjs tooo?b bat bet alles1 toaagt / ISegt bp 't onreb'ujcb bee betfebooben l 5©e menfeb berfïoot öem in een (tal / saoebtam? een ober-gjoot 0ctal ©an 'f $emei0 bepr bat moet ftem fooben 1 1 x. ©an fïjngcboo#' toaitf öp berfmaat
<Ên 3onber glans toa.«3yit gelaat/ ©eeftbooben in 3ijn eerfïe bagen: ÜP beeft bc fcDanb' en fmaat beracDt / én ons? baar öoo? ter eer geb^aebt / mt öceft fjcm m boen toillig b?agen. |
||||
V O Ö R-Z A N'G $9
X.
ïteiaag! öoebicöbrils^tetmenDog
<©at^eftrëitt3ijnleDennog ©eiacbt / ber jïooten too?ö / berftöoobm I <©ie €D?#t öeelD ytec Dragen bril/ «©te moet Doo? De3en toeg na öooben. XI.
^©e ^eroeus toaren al met een
%lg opgetogen / in fjet geen ^p jaagen / en De cng'ien 3epDen j €n IjebDenobeé alaltoaat Epguaamen / DefeDIjjDemaat ©euUonDigt / en brillen berfpjepben. X I I. 3©aac üefitë in {jet fierte tooont/
€n 3ig met 3ijn genaaD' bectoont <©aat moet De tong oocfi ban fiem f&eecSett i 3|et ïjm Dat të 300 bol Daac ban/ 3£>at Det 3ig niet infiouDen ftan/ ©et moet ban ootn ter monD uptö?eecfien» X ï .M» 2HCÖ ^eec! Dat gp in mijnen monb
<®oc& niettf Dan De3en fjefum bonb'. maai quaaDc u'én mocfjten getoeert 39« i <©at (leeD0 ban mp bermelD/ €n fijnen lof ban mpbertelD «©001 mijne tongemogtit beteert 3jjn! x 1 v. j®aa Dat Dit alles toaë geDaan/
■&Ün D' %ibei# toeet na yupsï gegaan/ <£ngab£n<©oDe lof en eeie. ■^p toarai uptermaten 3eeu 3[n De5en nie»b)-geDoo?ett Igeét ©eiöeugfjt / bol b?eugl)t3P toeDer-fieeten". X V.
€(p fieDt miin 3iel nn oocfi üet tooojb /
|
||||
joo E D I S C H E
©an CIj?i(ït 9epl53me geboo?t
45eBoo?t/ öettëuooc&beriionöigtj Stupcfit nu met blusten rijene fïem/ ïBet tong en mono becBeerttjc&tnem/ g&t toe öat gp u niet 6e5onöigt ; XVI.
€ece 3P <*5oö in 'f ^emeljs (Croon/
<®oöt©airec/ !Jeprgen»8eefï enEoon Ép fteeöiS metfiert en tong gen?efen! Hem 3P lof/ p?ö.öenfteerlic&öetti/
©an eetiVDioUetb tot eetotöïjetö IBoet fip ban mön öetöeerlijcnt toefen. |
|||||
NIEUW-JAAR.S-GEZANG»
<®f
't Voornemen van een nieuw leven m£t
bet Nieuw-jaar te leyden.
Toon: Pfalmjj.
I.
U T -T<ÊBöelaa!S! mijn toooj'gBeffon&ert /
I—I ïBet'töeïRiJfnanfnoöe 3onioen ■*- -*■ gn goötlooföett Doo? geö?agflt.' 8b^ langjjmoeöigfieitberagfit!
Eoo bee! fdjoone noft'le Dagen
('B Wil Bet geënt met fcïjanö' fieBlagen 5
geer onnuttelijcfi nerfpilöt /
Ifêaar ftet goeöe nietgetoilüt.
I i. gt& Beften fiet i$5 een toonoer / <©at gfip 3ulcBen fnoöen 3onüer
3&ie uto goeöfleit 300 mifb?upcHt /
Mtt al lang neöt toegB-gwwtftf! ^n
|
|||||
V O O R-Z A N G. ior
€n ten pjoje Begaan (teilen
©oo? be blamme ban be Belle / <©ien berguiiter toagjBet toeerbt 3£>at Bp toass al lang berteerbt. I I I. iEaarnog buert Bet soet ontfermen!
$og (laat gBp met open ermen! 3Sog en tëbetöt niet tipt! 3Sog all roept gBp ober-lupt.' 3©aarom / toaatom toilt gBP (ierben.' Eeeftbat gBp ben ï|emel erben jfêioogftt/ enumetboetteno?t/ ©f een bjanbt ber pellen too?bt. i v. % Eal boojtaan ban utoe goetBeit
g^ie ben menfcB tot toare boet leit/ ^tetitiifö?utcBen/ maar beel eer g&ie befteben f utoer eer: 't g# genoeg bat ttfe te boojen / Sulchen ftBonen tijt berloojen |§eb / ten öten(i ber jonb befïeebt / 3^at berliesï bat t$ mijn leebt. V. 'a gal't met 't $teub>e-^aar bégütneny
Mm $?eer fcBeptbog eerlt ban binnen <£en nieuto ïject en <©ee(l in mp/ Wat itU Deel beranbert 5p/ €n Bet rnibe mag boo? bp 50« / JBaac ben nieutoen mcnfcl) in mp 39«/ ïfeel beranbert boo? be <©eefi/ Mtt bte 'h boojmaalg ben gettresfï. v i. 3£at ten niet meer ith mag toe5en /
Mmt een anber menfcB na besen / 't <®ube icït bat moetter tipt / liBet Bet geen bat baar upt fpiupt: ^ •0 3 &w |
||||
1QZ EDISCHE
3tm bat tcft niet meer 3al tcft $w i
3^08 altoog mp 3eïfö gelijcft 3ijn / 'b Eal met öit |jieuto-3?aarj$ begin Heel beranberen ban 3in / V I i. <£n een anber leben feben /
t' (©uöejonb'een feftepttf-briefgeben' $Kt meer boen gehjeft tcfi plagt/ jjtet meer beneften atë icfe bagfjt / $iiet meer fp^eecftenalsf te booten / USaar met nieutoe oo?en ljoo?en / €n 3ten meteen nieuto gejtgfjr/ «fferft berbnpitert/ nu berligfit. Viii. b' <©ube lufï bte 3aï gebluft 3ijn/
<£n in mp een nieutoe lufi3ijtv Hieutoe bjoeffieib in bet geen €ertijb# g2oote bjeugbc ftfieen: ^ijfen / bat itb bcojmaafss laacfite / ^ctjntoen / baar tcfi eerfi na Ijaacfite/ 3©(teben bat tcfi eertijbjï jogt/ IBinnen bat mp öaatftjcfi bogt. i x. I^ieiito gefelfdjap &l tcfi 3occften/
3©eg met b' oube pb'le boeeften.' Ëjoncfien met een nieuto getoaabt/
oecfien een fieel aar cieraabt: <En beoogen nieutoe enben/ giaamjTjeelenal omtoenöen/ ^§00 bat tcfi m toaarfieib febtjn «Sren gefjeel nieuto menfclj te 3jjnf x. t^eer toflt mpbog300 betoereften! €n tn 't nteuto booüiemen (lercfien 5i»at tcfi 300 ïtit jaar gaa m/ 5©at een 3afigen begin I |
||||
V O O R-Z A N G.
3©at een enb' 30U baar op toolgen!
©?eugtbie nopt en taojb berfojolgen Sfiiij tcft toesen 3a! öp gent 2jjn Bet nteuto SSernsaiem. |
||||||
Op het Lijden Chrifti in het Hofken
Getbzemane. fArundel. Toon: ^ Zoo men een vers in tween verdeeldt. ( Als ick als een 4uy ve kirre. I. R<©o0 ban g&aron! 5oete %ety \
'0 Zie ti tojiemlen in Bet fiof / 'k Zal Bet 300 3«n Dat icïsmee-fy Met u in Dien Djoeben Bof/ !f n Den Softë b' eerfie 3onDe 3©an onsf <®uberg uptgebioer/ 5En Den Bof tg D' eerfie toonöe ügefiagenin'tgemoeb. 1 1 1.
't 3©ag De plaatse Daar b' olijben
€ert0D$ê tmetben tiptgeperft/ a®aar Da? onsen lefttë fjlijben iBofl / en 't Moebig 3toeet uptberfi/ «©aar mofl Dp De top-perss treöen ©an €foD£too?n en gjimmigijepD/ ^ibD'ren ?ie ten al 5ijn leben/ «gnn ge3t£i)t met DIoeD befföepb. I 1 1. 'b&ie nu (ïrengett sonDen-tojcecne*/
35at o? 3ettet aan 5ijn ntonb 32>en begaiD' en öitt'ren beecner/ liegeen monDop aarben monD: Reiner l m öem 300 bewvö Beeft/ |
||||||
EDISCHE
©at pp 3ö0t ter aarDen neer l
VSmheti Dieljem 300 gefmert geeft/ ©at öp nietg ftonD' lijDen meet i 1 v.
'ft ©m&3ün 5tel Die fit Bet Ipben 't fptfjaam onDerfteunen sotito/ ©eel öeD?ucat aan alle 3ööen iêeer beD?oeft en bol ban routo; ^00 geperfï Doo? fmert ban binnen! «goo beangft l m julcfien nooö! ©at bet met fg te ber5tnnen/ 9fa gefieel BeDjoeft ter D00D! V.
't & on mijn jonöen Die ben l|cere-
't 25loeö-3toeet fie&öen uptgeperfl/ ©te fienautoben flem 300 3eere ©at ftem 't bloeb tipt D aab'ren fierfï ; 't ^§ön mijn soriben öie ben Jgeplanöt ©esen blanco ftabben fcerepb/ ©at fip biajs Denaub aan al-banbt ifêijnen bloecft op öem gelepb. v j. SCcfi toat grooter ItefDe Draagt gp
(€ot Den armen 3onbaar $eer l Jb 25iD u / 3egt mp Dog / tuat 3aagt gp 9Jn Den menfefte immermeer/ ©at u mag fieBBen Betooogen <0m Dit ItjDen t' onDergaan i 't 3©a£ alleen u grootmeDoogcn ©aar gp meeD' toaart aangebaan. V 1 J. 'ft g>ie mi Dat gp jijt Dien goeDea.
€n l|emelfcljen |mï tfiaan / ©te om mp met BloeD te boeDen ötoe b02fï laat open fïaan f; $Mm tiïtftmmgfi en &loeb-3bW •' |
||||
VOOR-ZANG. 105
t&ie ï|el-angfï en naaic fmett!
<&ie gp boo? mp in Den Dof leeö f&oonenu genegen Dert.' V I I L
.Scïjept nu moeD mijn ?tel en rwjie/
<©m t»at fip gebjontfien beeft <&ien bjancn öie geen menfcf) en lufle/ USaat aan u liet leben geeft/ 'ft ïgoo? öunent mp De ^eec tueec neobert ïlomt in mijnen Sof mnn bupf/ 3&aac op ban mp ?jjt geblooben / ^?incHt mijn uptgepecfie ö?upf. 1 x. 3Me 3al utoe 3iel berfteeeïten
9|n amecfitf gïjeib en pijn / 3laa becijeuging in u toercaen / gnutoteeniSectaïjön:
feomt eetbog ban mijn oiijben/ IBet beef b?ucfjt ute' 3ief berjaaö/ ^efe 3ön öet bie betbjüben $ fenijn «n jonbig quaaö. |
||||||
Op de zendinge des Heyligen Geeft.
Toon: Hoe fchoon lichtet de Morgen-fter.
I. AHë 3|efug triumpïjantelijCK
©etiatenDeïjet aarterijcfe 5en%mcltoasigebare/ 3$£$M $nm ^*1 rÖcBelijcft öpt $$ ^cmejjs tcoon öaacblijCBeïijcR/ Wo?tobec3önfcöa«; «0 j ©a»
|
||||||
iofi E D I S C H E
mn 3ip ftromng l öat öeef ïionmg
^eergenaötg fijnen <©eeft Baar fcftoncn mtïDaöt'g.
I i. SEcft bat Bet bter ban 't pnjwer-feeft
©ntfteet&en mocöte mijtten <©eefï.' <£n 't al t'n blamme (ieüen! ©an 5ouö'Ote ftouöe fautofgfjeiö/ ï©te febcn-loofe fïautoigüetö lilSijn $ieie ntet meer guelien <ÊpqueecBt! ontfïeec&t ^ert en öanöen / öat 'ft mag bjanöcn 5êoo?ueere/ ^fa ben pber mp bertcre! I I h OTaafï m mij» 5tel gp $oo?öen-tonit
€n 3upbect al jjet geen gp bint Het 't sonöen-bupl befmettet ■, fjaat utoe fïerx&e noo^öer-öraröt ^eer-öonfen al öec^onöen macfjt/ ^te3tgtegenssu5ettet: <£pj|eer! toerptneer 3Elï)etgene/ öat meteene ^§tggaat3etten (Cegen^ utoe toïï en toetten! I V. g^oojtoaept mijn öo? ontyutfjtöaar ïjett
<0P5upöeny Dat net öergutcRt toert/ <©p bat tca mag opfcjiteten 91n toare Deugt en öepligDeiö / <£n op?ecf|te goö5aünöetö/ 2ür$ Doornen bp öe bJtcten : 23laaftDanffercnaan ijptöetsupDeit/ öatöenrupöctt HKogen groepen €nöefpecerfenWcepen. « |
||||
V O O R.-Z A N G. iSjt
V.
% aat ïjiet Dog op Dit aarDfcfte Dal <©p Dat tcft niet en noem ten Dal i©en <0ee(ï mijn 5tept$-man toefen ! Saatöp mijn 3tjn Die toolcft-nolom/ ^ie mp gelcpD' tot Dat ieft. öom gjnCanauptgelefen: 3©epDmp/IcpDmp <®p De paDen Der genaöen ©oo?geftö2eben g^en menfeö ten eeutoigen leben.
v i- 25eï)oeD mp Dat tcït niet ten guaa
«£e öoofe toerelö Palge naa / «©ie mp 3oec«t te toeilepöen j fïaat Date 3oete bleperij / $og Bare DarDe Djepaerp iBp nimmet ban u fcljcpöen i '< a©ecfitmp/ ttetatmp/
<Bat t£B loopc ïjiet in öoope/ ginuto'toegen/ 2M0 reeftte puecaarg plegen, v I i. <©$eprge<©ee!t.' toijjlmpöepa'an
«©ie ieft op aatöen l)eü te gaan/ €n Doet mp Die betreDcn ■, 3|ouD mijne boet op 't fmallc paDt/ <©at moepïjjcft iö en fliöu'rig gïaty SSefjoeD mp bao2 Den üjetvn: 3£tlt mp DocjEj fip «BcïjanDfjouDcn/ Dan500 50uDen IBijnetreDen ©aft 3jjn en niet uptgegleDen. ^ viii.
<©oet mijn3ien 3onDen«fc9?i(MitBÖeiD/
ifoe Dat 3p Wp m ëeutoigDetö _ '••■ (feti
|
||||
EDISCHE
<Cen berbetf5oet&t te tcetBen; Igare buple berfoeplijcftfieib/ «git ober-g^oote ^routolicBBeiö 3Bilt booj mijn oog ontöecBen: Coontrap/ öoejp gfnbeljeïlc/ |ïeeö.$3alflueUe <©en goöïoofe/ ©te toanö'len in Bet boofe. i x: W$ mp öoo? utoen <®eefï jal 3tjn
«©ntöecBt / fioe f onber 3oeten fcéfiit jfêijn 3tel legt Oitt'te lagen/ ©an 5af tcfe met een gaooten Baat 't ©ecfoepelijcBe 3onbig ijuaat ®itt ötilben nog berb?agen: ©anjaltcBal ffèijne öoof Beiö en gobloogfietö
«©oob'lijcB Baten/ €n oocB ttaenten te berlaten. x. ginbien tcfc in isit tranen bal
2tfn b?oeffieib of in ongebal <©pt fioome te getaacBen / Eaat öan ben <0eefi ben Croofïer $ijn / ©ie in 3iel0 bitt'te öjucB en pp Ifêtjn Berte mag becmaacBen/ IBilt'tfctt/ inftnert ^oo bctoercBen en berfïetcBcn/ <Dat tin 't lijben SÈts in <0o& nog mag berbBjöen. x i. «De aaröfcfie bwugt i<$ mp te laf/
Sfcö acöt3e maat booj 5tonnen b?af/ ©ie Ban mp niet bermaacBen -, %' 30 ^emeljS baat mijn 3iel na fiaatfu/ 3©oJb ban be toerelö niet gefmaacfit/ |
||||
V O O R-Z A N G. io$
<© te San ïjct fjecte raacften:
3©tltmpal3S'6ip <©ee(ïe0goetfieiB/ 'f kerneis 3oetïjet&
kanooen fmaacfeen/ Eoo 3al icft 't örups öoben raac&en. |
||||
GEESTELICK GEZANG,
tot overcuyginge der bloote Naam-chri- ftenen, dieop harenyterlicke voor- deden hare zaligheidt grond-veften. Toon : Als een uytgeftorcen balfem.
I. W3§t Beleeft men fnoobe tSBen i
3©te Ban 't 3onöer BjoeffjeiB 3«u i i|oe ber&ojben Bat öe Urn Eijn/ öte'tCÖ?tfïenöombdi)öenJ 't€Seen Bat Bare motiBboo:geeft 3©o?B in 't mtnfte niet Beleeft r f öer een Bic 3oec6tte n?oncfien
Ifêet Ben naam Ban 't CimfïenBora/ <£n men Bencitt niet eens bwarom ;©at Bien naam ons i# gefcBoncfien/ <©f toaar toe 5p ons berBinB/' $ecn/ BatfiaatmeninBetemtbi 1 1 1. CoJiflcn 300 bril peBcr fteeten/
iHaar te Boen ais W geBaan / ^ön boetfïapnen na te gaan/ ï©at toecB fcfianBelncB betgeten ■, <Cn upt 't ganfclie leben Blijcnt ^at men fiem öetminflgelötRf' IV ^^ |
||||
Ê'D rs'C HÈ
I V. g?eg mat 50110 Bet mp oog Baaten
3Wt ith mp een €B?i|ien roem i <£n m» na 5tjn naame noem t ^00 ith 't qttaab niet ttacin te laatm i ^§cfjoon icB metjtjn naam berfcfiijn 'fi gfouto Bem tot een fcDanö-bfcrB 5yn. v. 't Zijn niet alle kranten
^te ban gfe'elnaa oen MeefeD t' ^aam af-fiomftig $ijrt gctoeeff .♦ 3&og geen Cfijifr'nen öte 500 Weten/ ^cfioon f'Bet roemen met ben mon; <£n geftjft 3ün in 't beröonb. V 1. 't g# maar sotternie te (reunen
<£n te fretten al 3iinBoop <©p oen upterlijcfien g&oop; ï©ie op 5u[cfie (iaaben leunen/ <©p Bet teecBen ban 't beröonb SSoubjen op een ioffen g^ono. v 1 L '£25Ioote teecBen Ban niet gebeii/
<&en 3? öat men oocB Bet geen <©aar 0002 b>o?ö ber&eelo met een gfnst'öbt'nb/ enoocBjünleben $aar Belofte boen geoaan mtfyt / 't i# anbersï maar een iöaan. VIII.
<©f men roept be$ peeren (Ccmpcl!
3©P u Srr'eï5ön tt bolcB/ j$oo?en fïeebjS bes? peeren tolcB/ €n öetreöcnuhjenbsempel/ ^00 baar niet meer öj» en ijef/ ^at i$ b$» een (ïerfit Beujij?! |
||||
V O O R-Z A N G. lij
I X»
't gst seet goeö cöoög 3©oo?t te 8joo?en/
Itë men 't geen ons toojb geleert fiïSct 5ijn leben p?acti jeert: ïfèaar öie menfclj öie gaat berloojen <©ie op 't Uloote fjoojen nifi/ IBaar tot 't öoen en liitiö geen tuft. x. 't 30 maar pöelDetö te jeggen
%ere! $eere/ 300 men niet <©oet ïjet geen öat <J5oö geöiet/ €n öat tot een g?onö te leggen ©an 5ijn recöt ter 3alig[?eiö / 35at iss toel een lïecfit Defeöeiö! x 1* €>oöt öte fiouö niet ban Det pjaaten /
«gfautos Jjanöen %atoW fïem Eeecner öie mtéfjagen öem: Jfèaar ban sonöeh te berlaaten/ <©at ig <*5oö tecïjt aangenaam/ 3©oo?ö en toerffe moet jaamen gaan, X 1 h 't 25aat niet öat men öiepe fienniö
©an «öoöjS 3©oo?ö en JDetten fjeeft/ 3[nöien öat men 't niet Deïceft 5 Bern/ öaniffe maar tot fcïjenntS <En onteering ban 3ön <0oö / ^uicBe toijfen öie 3ön 3ot. XIII.
©eletotlten in te öjingen
3jn0etinnigjïcaBinet ©an <0oö£ ©eplig 3Boo?ö en Wet/ €n fcöoon öat 3? öe^e öingen 3©i(ïen/ boeren ebentoel 3fêetöie&enn$naöe©el X I V. «£oö te Hennen t# mcf^eerigcfi SK£
|
||||
EDISCHË
aCïsB men boet ftet geen men toeet /
5©at be rectjte Kennis beet; Eulcnen Bennie itf begeerljjcfi/ © te oen menfcfie fieebö aanzet (&ot tjetfiouben ban <Oot$ 33et. X V.
22eg toat öaat I)et bat geteecfient
^taat mijn naam tn 't iseccfte-fioecfe/ ginbten tcfi niet meer en 3oecft i 25eter tö 't te 3ijn gereccft ent «©nberbiegeteerfient (taan gn ben gentel / nomt op aan! xvi. 't Eijn niet alle toare feben/
^omtjjöiS toe! een bouten libt fCan een lebenDt ücflaam 3it; ffêenfcfien ban berbojben 3eben bullen 5omttjbö toel befïaan Süanbeg peeren mftïj te gaan. XVII.
UI bat untetfijc&e boojöeel
gjönietjs/ ingebal öetflert ©aar boo? niet geBepltgt mtt; 't ^outo maac in tiet laatfïe oo?öecI €ot bermeerbering ban pp/ <£n berstoarmg ban mijn 3ü»i» XVIII-
^eplig! fiejHig moet men toHtfen'
HepIiGfJeibbieis bebaan 3©aac boo? top ten gentel gaan: ©ie niet tcacgt te gaan boo? bejert 3©eg/ biebinbsiginfletenb gnrcnfcfttcMncfi'elenb. |
||||
V O O R-Z A N G. 113
Een
CHRISTENS BIEGHT. Wetwesmoetick Lauwra vragen.
Stem • < R-OO^mondc die lag gedoken. f Als de hooge noodt by rijden. N Jonge Dochters vol van jeughden. I.
Ag mijn «©00 ! icft ben tooi fcfianöen.'
u g^ccf nog tong/ nog oog/ nog Dcmöctf €ot u beffen / Jgepltg ^eec! '6 3©eet Dat gp öen 3onöaac fiec 3ijt/ ©00? bem een betteerenD nier jijt/ <©at berfcfijicöt en Djucfet mijn 3eer. , 1 1. 'ftitan mijn ecfjtec niet infiouoen/ 'n Man niet fhnjgen fcfioon icft toouDe / 't^toijgenmaac&tmptebenert: 'tIBoet'ecupt/ toantfietlepöboonen/ 'a Öan t betbergen niet geöoogen/ 't 3tepö mp weel te bang 00 't öew- 1 i I. 'e ïioom'om to?pIjjcH te bernlatett / <©m mijn 3onö2tt t'openbacen ^oo?eenfcl)ulö-beïientemS; 't ©erte boo? u bloot te leggen/ «Êri'u ronö'ltjr ft aan te 3eggen 2CISS 't met mp gelegen i& 1 v. '& ©en Doo? ^löamö 5ont>' Dedoojen/ €n een {jelle-tüictjt gcboojen / <©oot in ongetetfitigfjeiö: BanöetDiegafaaneen 3onöeï/ ©an naturen leg M onöec |
||||
114 E D I S C H E
W»m too?n en gjf mmigfieib.
'fi 25en ban bobcn tot beneben
©olbanongerecljtigfjeben / ©aar tënictsï ge3onDg aan mp: 'ft ©inb mp boo? en öoo? bol buple ©ol ban fttncftenb' etterbuple / $iet een Deeltjen iflec b?p. V I.
Mijn becfïanb Dat ig berbupfïetb/
€n ben toti He legt gehiupjiert <©nber 2&tan.ö fïabecnp: ©e memorp iss gefdjonben/ 't ^ect bol boofe fnooöe bonben/ iCelcncntf 300 bebjiegt fjet mp. v i i. 'ft ©oer mp 5eIfiS 300 fiarbt ban fierten/
©at bet toel be fleenen terten ^outo/ bebo?ben mijn gehrig: ©at ö' affecten ganftfj becbeerb 3tjn/ ©an be 3onben obetfieert 3ön / <£nftetalbeDo?ben«s. VIII.
'«©inb'ïjet guaabe fïeebggebloogen
©oo?be benfïeus ban mijn oogen mt tn 't fterte boo? 't gestcfjt: ©at mrjn oo?en toegep?opt5jjn/ ©00? u tooo?ben toegefïopt 3Ïjn/ ïfêaac fiet guaab bat ftoo? teft licfjt. 1 X.
IKijne tong të bol gebjeecfien / g?n be belle aangefieecfien / €n mijn heel een g^aft gelijcft / 3©aar bat teft een buplen toabcm ^tcebss uptDlaajS met mijnen abem ( lïijnetongontemmelijcft. |
||||
v ooR-ZA N e:
5|aa mijn sanfcöe 3tóVonmac9tt"0
Cot De beugïjt / roaac obec-öracïittg <€atbeong*Eecbtigöeib: fêTot Bet g.tiaabe3eer: begeerig/ ©an öct öoetu? Heel af-teig / ®oojmpï9ettj$beiDo?bentDeiD; I I. Deel.
X I.
A CS toat bittre jonöen ffroomen
** Eijn öaac Daag'löefef boojt-geBomert aptiitetoeU eenfieele3eeï Zoo öat '& 3onö' op 5onö' gefjoopt fieb / D' €ene 3onb aan D'aar gebnoopt f)eb/ 't €ene guaabnaa 't anD're Dee. x i u SlietalleenfginDiejaaren
©an mijn jeucfit / Doe'B onccbaren ünutooojötoass/ enniettmfï 3©atteDoen/ oftoattelaaten/ JBatteblfeben/ toatteïjaaten/ èeu ten 't mfye paöt gemifï. X I X h ïBaar naa Dat icn al toeriigt ötf$ /
<£cn ban utoe toil berigt toasS / ^eu itti ftoutelijcb geöaan st «©een itb bjift te 3ijn becDooDen $teB bet guaaöe niet geblooDen / Slaat 0P3ettel«cö begaan. XIV.
_ 't *$& toaac utóen «Deetf fteto^gBt mr /
<©•' Öoe3iel-betoegenö3og8tf)P Mp te raöen ban bet guaab i <£n tec DeugDen aanu&itm \ . ■ |
||||
EDISCHE
'h ïgeB Baar op niet bullen (ettert /
IBaar IjalfïetreUjcB berfmaaö. x v. ^cBoon 'h mp btcfitotïsf BeB berbon&en 5©oo?öeloften/ omöe5onDen $a te laatett / 'ft Beb terfionü öEotnujnboo?ig3cnöigleben Jfêijn troutotoofcltjcB begeben / <£n berb20ocften mijn berbonb. XVI.
2ïpntp.r ttB fien 3eer clenöiö '-
ïfêütte 3onöen 3Ön onettbtg;
jBeerber Ban fjet 3anb Ber 3e*: aBaar 'ft mp toenb' tcft bütb' geb?eecftcn / 'ft 25en ten fialfc toe gefteecften gjnBesonB': «©toateenbiee! XVII.
3©ateen ftraf 30UB' baar op bolgen!
Snoten bat gp 300 berftolgen Slet mgn in 't gericBt toouD tre'en i Biet ban 't eeutoig.' eeutoig bjanben! 't ^elfcö gefmecfclj en ftnapper-tanben / Ojootgefjupl/ enbjoefgetocen. XVIII. •ft 2öen Ut bubbelt ober toeecbig/
Straft gp mp gp 3öt recBtbeerbig 3&at Beltjb' icB ronbeljjcft: ï|ebt gp litfl mp te bcrflooten/ €eutoigban u gunft t' ontBlooten / <©P Boet mp geen ongelijcft. X ï x. Iiaaar toat eer 5ult gp beöaalen
Eoo gp mp (aat neberbaalen 2Bn be af-g^onb ban Be J£el * ünbten Bat g' u toilt ontfermen/ €n u mjjner totlt erbermen / |
||||
VOOR.ZANG.
Üefitgpueerebentoeï. X X.
igeet! neötöanöogmeöelijöctt*
2,et u flrafijetö öog ter 3ijöen / ï^anüelt niet na mijt met mp: ^oecfet in utoen ^oon toolöoening/ ^batsw Ipcn een toerfoening ©0o?münacme3tele3p! XXI.
Eaat 3ijn öooö mijn leben toi^en /
Eijne fmecten mijn genefen/ Eijn getccötigöeiö mijn Deugflt/ SSijne fcanöen mijne tt&Deiü I %mt ö?oeft)etb mijne filpöetö Eïjne Ijel-angfï mijn geneucöt. |
||||||
BEDE om HEYLIGHEIT.
Levit. ii : 44, 45%
Zijt heyligh , wanc ick ben heylig. Toon: Roofemond die lag gedooken.
I. H<gplig! fiepltg! Qeplt'g Befen!
3©e3entIijCBe ^cpligfjetü! 3Me ban ^erapDtmiS genden Jïoem-rucïjtigtoo?& upgetKeiD,- ï^epligt/ gepligt / öepltgthip/ ^at ten toefen mag aijs gp. 1 I. 3©te is? Heer af0 gp betrjecrlijc&t i ^icftoon infjepligöefo^riecaat-} %>e uw Bepligïjetömp meet Dlijtnt n 5 %&
|
||||||
E D I S C H E
Hoe gp mp ootft fcïfoonöer laat:
Jfeplïgt/ fiepligt/ nepügtmp/ ©at ten toesen mag atë gp. I I I.
ötoen glans cngïowüKyfïiupjtet: ©eeö' &et niet uto' Oepiig&etü / Jgepltglietö öte geeft ben upfïer aian air utoc öecrUcfitaiD: %pltgt fcpltgt/ üepligtmp/ ©at ten toe35;» mag m gp. ■ ■ f v. ^upner ïtcftt öat niet fofmet «s ffêetöe mtnfii öuprïèrntsr / Wieng oog' nopt ten o6c gesettss ©n fjet geer» öat sonötg ië: igeptigt/ fjepltgt/ fiepügtmp/ ©at ten toesen mag a$ gp. v.
45p 5öt V ftcplt'gfietüg ^pjmcn-aöet; / V «aniiptputtelycïse 2$2on/ «gcftepfelen tjcpügtjejö te gaöec «J0 een fïcaai nan titoe 2on: ^epltgt/ Umi&/ Öcpltgt mp/ ©at itn toefen mag atë gp. i ...:-., . v u
^epltg 3tjt gp met af? een Jfym
gin n seinen maat toot öat ö oocfc fiepfgen 531 öte geen 3§eer / ©te opt naiwenö tot u ttat: ^eprtgfjt/ Jjepligt/ fiepltgtmp/ ©at ten toesen mag afs gp. VI I.
3BanncerJ)oo^maató sonöer ftfcoomcii
«Jmanö rcttc&cïoosf befïonö «©rtiieplïg tot u te fiooinen/ è' 2§arö Dem feuenöig nerilonö: |
||||
VOO R-Z A N G.
Hepligt/ öepltgt/ fiepügtmp/
35at ith to^en mag al£ gp. I I. Deel.
VIII.
V<©0 gp .gaaï'mong gunfï mp toejepb/
■^«©eben toouö u»at fc» belegt/ 'B Eouto berjoec&en öat g' mptoelepö <©at icö fiepiig toejen moc5t: ^cpitgt/ fjepligt/ bepligtmp/ 5£at kb toesen mag ató gp. i x. 'B 25tD u om geen aatöfcge fcfjatten/
$een/ maacöatitBfiepligsp/ ®te ïjet bat öie mag tiet batten/ 'EP 3ijn beel te fïecöt öaac Dp: lepligt/ öepltgt/ fjepligt mp/ <©at tcïf toefen mag ais gp. x. 'b IBin een frfjat ban meecDec toaatöe /
3Me geen bief nog roobet tooft / 3©aat boo? allen (dm bet aarbe ©arenlupiïerganfd) becöooft: ïiepligt/ ïjèpligt/ fjepligt mp/ ^attelt toesen mag atö gp. x i. 3Nen fcfjat We boo? toerelblntgett
©eel te RofilöCB t3ï en t3 cel / 't €pgen lot öec Wemelingen/ £§eec laat Dat bog jijn mijn Deel I ïfepltgt/ fjepligt/ fjepligt mp/ «Pat telt toesen mag al.ö gp. x I i. 3b iBtn een ftfjat bie na bitieben
<öns nog nuttigden baat/ <©te aïjs 't aaröfcli onjs moet bcgeben |
||||
E D I S C H E
<©ng ban ntetaüeenig Iaat: ïfepligt/ D^Pltat/ ftepligtmp/ ©at tcft toejen mag altf nr». X i ï I. 'ft 2Siö u om geen ampt of (foitcn/
<®m geenaaröfcfje fteerfcftappp / 'ft 3©t"l öte geern aan anören iaatcn / Igouö maar Ijepltgfteiö boo^ mp: ï^epltgt/ ftepJigt/ ftepligtmp/ ©aticft toefen magaftfgp. x I v, *ft 3©eet öat öaar niet beel aan bafï të
3f 1$ men öie totl toef Beftle'en / ©at een ampt öan maar een lafï t'# / <£n beef onriift fiaact met een: ïjjepu'gt/ ftepligt/ ftepligtmp/ «©at icft toe3en mag alë np. x v. gfcft artit öat öie top toat meet i$
Sïlï? een Öoning/ $ultU cm man/ ©ie ban $fcn jciben een ©eet ijs / <£i\ 3ptt lujïeit temmen ftan ; ^cpligt/ ftepligt/ öepligtmp/ ©at tcft toejen mag als? gp. XVI.
'ft $oef geen lanöen te rcgeeren/
|Ret a'ec toertftrn mp te mo'en/ ïjan öat rttfïeJijtfi ontöecrcn/ 'ft l|cD genoeg met mp te öoen / Depliat/ ftepügt/ ftepligt mp/ ©at itU toejen mag afê gp. I I I. Deel.
XVII.
'ft n lö u om geen aaröftfte iwonfteiö/
D mwtM eer of fjeerücfiljeiö / |
||||
VOO R-Z A N G. xxx
3È>teben aatb'lingftecbg in't.ooQïcplV
©eet neeft mi» maat ftepligftetb. Ijkpunt/ ftepitgt/ ftepligtrap/ 3É>at ttft toe3cn mag clss gp. x v i 11. 't acattfeïje Hoog bat ujcftt nip fiel-laag
SSuftetïliemelsiftoog/ getoiS ïïlag ieft öat genieten'. 300 to?aag gicftniet toat 'ft boo? ftoogfteit mtóf. lêeplint/ ïjcpUgt/ ftepligtrap/ 32at ieft toï3en raag stë gp. xix. Staat mp tap op aatben ftlepn 3ün /
€enuptbaagfel3öngcacftt/ 1 %\# fict i}ctt mag blancft en rein 3Ön /
€n be ftepligftetb ftettacftt: 3|epitgt/ ftepligt/ ftepligtrap/ 3j>at Uft toe3cn mag atö gp. x x. b' ï^eplligfteib bie ftjcftt mp fteetlöcft/
^aten alanö en fcfioonen feftftn «©te tötooo? mijn 3iel begeetlncft/ 3tcii moeftt ieft maat ft plig 3P ï ^epligt/ ftepligt/ ftepligtrap/ «Bat icfi toe3en mag atë gp. XXI. 'ft beften geen tyeugt'in feftoon' getoabei*
't >©2oot gcfleep ban lang en bjeet/ ft ataat be toctelb üit tietabcn/ <0eeftmp maat fterbeugben-ölett: Wligt/ ftepitgt/ ftepligtrap/ *>at «6 toe3eu mag alss gp. XXII. wf)! toatttg 't een pbel pjaalen
©Ptoattooiss/ oftoo?m-gcfpin! 3©at eet jal men baat boo? ftaalen * Ifc Y '©aar
|
||||
in E D I S C H E
Zbaat ftmht toet een öcttg-niet m.'
Hfepïigt/ ftepïigt/ fiepligtmp/ g^at tcft toe3ett mag als gp. XXIII.
Eoo öe ^eec 5ton3igö'# mope
2Can öe toefefö te 5t'en gaf/ 2üiïiatcterfel/alöattope ©ter ban toet ban seïbet af: ^epligt/ fiepiigt/ fiepligtmp/ g&at tcft toe3cn mag al£ gp. XXIV.
3£eer geeft mptrintoenö'gefcljaonfjeiö/
©aar toe JïcetSt bog al mijn ?tn / 5©tc tooo? ö'oogcn ntet ten toon (epö / <®at 'S een mopfteiD öre tcft min: ï^epligt/ ftupfigt/fiepligtmp/ g&at tcft toejcn mag atë gp. I V. Deel,
XXV.
'ft D Ü& u om geen ftoft'ie toöontng
D <®ntoaacDeerljjc& toeöereiö/
(©pgefmucfit met all' berfcfiooning/ 2M mijn 3iicfit ië ficpïigfieiD: J|epligt/ ftepltgt/ fiepltgtmp/ g^at tc6 toe5en mag afsf gp. XXVI.
'ft 3©eet tat SefttjS in een (Me
3fs geöo?en in een ftlups? / 'ft icljt bat topfef met met alle/ ^eb icft üefum maac in fiupg! I^cpJigt/ fiepiigt/ ftepligt mp/ , <©at itk toe5en mag als gp. XXVII.
't m?$&l ïicDt boo? fcftoon bcrftttcftert^.
|
|||
V O O R-Z A N G.
©002 een b?eemD'littg op 5B« «pg/
3&te maar Dencftt Daar aoo? te treeften jjaa een fconiraftüjcli palcps: öepligt/ ftppitgt/ ïjepltgtmp/ *®at icfi to^en raag ais gp. X X V I I T.
'6 25iö u om geen toftempcn/
<©m geen ftolteiScftc öiö / '6 San rap 3onöer Die toel Ipen / m$ icft 't öepTge raaar niet mts: $tep!tgt/ öepligt/ öepligtmp/ 3Bat tcft ïxiejcn mag ats gp. xxix. 3©te Die fpijfe eertsS gefmaacftt Beeft
5©te öeineteiti ntct en feenö/ Jfèet 3ün tong maat aangetaacfct Beeft / 3jS Dat iecftte öaajt onttoenö: ïlepligt i öepligt / öepligt mp / <©ai ten toejen mag m gp XX X.
Ü^ijnJ'eefien/ ftotf'Ie maaien
^sltcate fi?afïerp/ 23p öat 45oöbeujcfc-ontBaalen l 'ft %cljt Beat 3oetmaac roet baar&p: depligt/ öepligt/ Öepligt rap/ *©at teft toesen raag ais gp. XXXI.
Eoo De tnerelD Die eens fraaaeften
<£n ijaar ?oetfje«ö poenen ftojl / 'Is 3©eet 3P 3ouD' De aacDfcfte laacften / l^ouöen Doo? een ftciïte ftofi t öepligt/ ftepügt/ öcpligtrap/ <©at ith toe3en raag aiSgp. x x x I I. 3£cö Doet mp Dat 3oet Dog fmaaeften l
Boert ra? in u &ijn-D*»P# ïteer / |
||||
ii4 E D I S C H E
'B Zaljoogjattgöanmetfjaacften
iSaa öat aacöfrtie f ecB'ce meer: ïgeuligt/ fiepltgt/ fiepligtmp/ ©at tcb tot&n mag a$ gp. XXXIII.
ftaatmp &tc&tottë3tjn Gefcfionc&en
!fneenöeprge6?afiïrp/ «£n öesS ü|epï'gen .©eetfess tHOncfien / ©at t£ 't 3oetfte 3oet boo? mp / J$epttgt/ Ijepugt/ ftepltgtmp/ «©at tcfi ttie3en mag alss gp. |
||||||
Eens
CHRISTENS HOUW-VAST
aan Je sus.
Rotn. vin; 3f, 36, 37, 39.
yj • ƒ Ach'W3t za' 'ck zondaar maacken.
X Als een uytgcftorten balfem. I.
LSCatoocB Bomen toattotl Boomen!
©upbel f aSecelD / toat ïjtt *p/ dampen/ fmerteit/ BrupjSenlp/ 'fi Eal niet (brieften / fdijicfien/ fcteoomert ©00? al 't geen bat bfeefcirinc» fjfet/ giefumen bcrlaatttft niet. I I. 25ttecen/ ©jin&en/ ©aöer/jEjceöec/ jfêanof©?ottto/ floenabebjmöt.' «j;n Boe teöec oocft fccmtnöt J Eoonof g&ocöteiv ^«flec/ 25?oeöer/ <0fbrieöatDctoptaanriet/ |
||||||
VOOR-ZANG ii$
3!efum en berlaat tcft niet.
i I J. HBoetoel öat selfjS een pDec
31cftun oocft berlatcn toouto/ «ccfjter ebentoel icfi 30uto 3|eiumnietberlaaten/ toieDcr 2öp tjem blijft of ban Rem Wet/ 3!efum en berlaat ten niet. l v. gin fiet 3oet en in ftet jiicce
25lijf ieft mijnen giefUS üp / 'li fiijD' öan oocft toat Dat ie6 lp t 33ooo nog sooo 3al mp bcmteren / 't Ep oocft toat 't 3P boo2 berb?iet/ üefum en berlaat itU nïet. V. Staatse <©upbel tooeöen raa3en!
giefïijS i$ mijn ruft / mijn rot5/ jBet ftem iih De q&upbel tcot5 ïaat fiem bier en moojö uptblasen/ 3!efti$ mp 3ijn fitilp aanbiet / Mefum en berlaat Jcft niet. VI a©at icfi lijb'of niet en lijöe/
a?ene fiug ban 3(ef usS mono <©ie bec3et Dat toeer terjionD / 'ft ïijD' Dat lijDen met bcrblijDen / %l$ ftp maar een (iraal uptfcDiet / 3|efum en berlaat ith niet. V I i. '6&cR?icfi nocö 3toift boo? 'f toereltoS Djcpgen/
'ft 3ücftt fjaar 3uec 3ien niet met al / ïjaren too?n en ongunfl 3al IE? Dog nimmer tot ftaar nepgen / goc berg2imt 3P mp aan3ict/ Sefum en berlaat wft niet. V1II,W* |
|||
ËÖISGHE
VIII. '(mmm jwt 5ten i$ mp mi jtöt f
Wee! inöjen ith Den gaar uiïnD! ©anöe üjecelötoojti bemlnö! T3©erelö^ lacfien iö mijn fluec jten/ «Efoö mp 'f toetelöjs gumt uerbiet / gefum en beclaat tcö niet. I X. €ensoet aanstenbanjön oogeh
3£at terjoetuerjet fieellieljt 'f 3©erelD£ öoncftec 5uer ge3itöt■, HU0 top öat genieten mogen mile ö?oeföeiüöie tatWiet/ gjefum en üerïaat tcö niet. x. 3®ilD öe toetelö footten fioonen *
git» en (loot mp öaar niet aan / 't ^elfö' ijs 3jefum oocft geöaan; Wem fmaatfte'en 5ön mjjn ftrooneh/ <©f3P nog 300 Wnnig frljiet / giefum en toelaat itb niet. I Ii Deel.
X I. L3ïat öe toerelb locfien tornen
gicft en geef Daar geen gefioo? / ©oo? baar tcoonen 'ft flop mijn 003 / fjeen / 3P 3a! mp niet berlorften / <©f 3P nog 300 ftoop'liicu Biet / giefum en üerfaatienniet. x 11. 'fWttelW Wepen i& mp Woecfiw f ©ueelengueflcn/ (li-elen3ön ^teeeften/ al öaac 3oet fenijn / ©lemen Wiemen / laat f Set 5oetfiM / $*e 30« ftaar geW«p geftfiict/ |
||||
V O O R-Z A N G. if}
ijefum en toelaat ten niet
XII L
281 fiaar liegt batig mijn bupfïec/
ïtcoonen/ tcoonan/ gjootenfïaat; Sdirgaac' geeïlic&geibtoetgaat; 3&ie betoonerenben lupfiec ^oe 5p fïonenert/ öte becfegiet / 3>efum en betlaat ieft niet. x I v* 3©at 3ijn fcgepterg l üonintntijeRen J
aleeme nieten / jjïupme-ïïcfjt / 25p ïjat eeutoig jtoaac getoicgt -, <©! öie moeten baat boo? bnjenen / <©f mp 't aaröfcöe g?oot ontftgiet / 31efum en betlaaticnniet. x v. 'B ï|eö een anber gloo? inö' oogen /
3&ie men 5ienbe niet en 3iet/ €n niet gebbenbe geniet , ^ie al 'f toeeelbg fcfioon Doet Dooben / 9tlS men Die baac fip öefiet/ Sefum en betlaat ten niet. XVI
Stltoouö' pemanDaan mpfcfiencBetf
©oo? 3ijn liefDe al getgoub ©an 5tjn giwg / boojtoaae icïs ?ouö «Banfcg beracgten/ en niet Bencnen lem te fcfiatten tegeng iet / 9!e|um en betïaat teït niet. -TV XVII.
©f fcfjoon pemanö naaent en Moot tg /
^autDeitcSjs een penning ïjeeft / ©P De gunfï ban anb're leeft / «seen üoning 500 tijen en g?oot tg/ «p ÖP üüefum maat geniet / OTm en beilaat ith niet. ' "' - - xviiï. Se*
|
||||
uS EDISCHE VOOR-ZANG.
X V I IL
3fe5ti.s jal mijn gotiöt mjjn goct3ün /
&ofteiec Dan all fjet geen t' Saam gebonDen too?öt benem/ ÜJn fiem 3aï mijn cbecbioet5ijn / J|P mijn all 3ijn / 3£iebe 3iet! 3fe3um en bctlaat icli niet. x i x <®f men fcfjoon ali' bjciicftö' bec aacDcn
<£n öaac Dltjfcfjap aan mp gaf/ g|cfti 3oet öat maacHt3e laf, ^p isf mp ban genec toaaiDen/ ^oe3o«3P3igmpgciiet/ Sflefum en beclaat itU niet. x x. 'f Weteling 3ingen i$ mp 3UcBf en
Eepenfcfiiepen/ lacüentë fBijnc3ielc fiittemiö/ 'h jStBep geen b?eugöt inijace aiucDten ^n een pDel toecelDö liet/ üefum en beclaat im niet. xxi. 33aa Dat iacften bofgt een toeenen /
<& \ Die bicugbc Die bjeecfit op l 3£oe fiittec i$ fjace g?onb-3op! Jlaa Dat3ingen bolgt een jteenen/ Hoe Die toeng&e mp oocfe bnet / Hefurn en beciaat icn niet! XXII.
USag icö maac Daac Dooben 3ingcn
't ïtemefê ^alleluja üjeec! Sficft en toenfcf) geen b^eugöe meet/ <£n Daac ^abiö0fp?ongenfp#ngcn/ 3©eg Dan toecelDö bjeugDe! bliet/ Sefum en beciaat ich niet. BLAP'
|
||||
BLADT-WYZER
|
|||||||
der
Igezangen.
|
|||||||
MOrgen Gezang. t
Avondt Gezang, 3
Eyndelooze ewigheit ter Elenden. c/
Triumphe des Geloofs over de Wereld, g
Het rweede Deel. io
Het derde Deel. 12
Eens Ghriftens klachte over het eygen lek. I4,
Vreughde Gezang over eens Chriftens groot Interelt of zijn deel aan Godr. ïtS
Het tweede Deel daar van. 18
Stervens Luft. 20
Jezus den goeden Herder. 24
Eens Chriftens Hert na boven. 27
Klachte over de Buyck-forg. 29
Eens Chriftens Zoet, beftaande in zijn nabyGodt te zijn. 32
Droevige klachte over eens Chriftens Dodicheit. 7,6 De Na-volginge Chrifti. • ^p
EenfaamheitsTrooft. 4.2
, Broosheit des Menfchen levens. a&
Een Geeftelijck Mey-liet. 4.8
Bede voor de Maal-tijdt. e%
Bede na de Maal-tijdt. {3
Zoeiicheit in de gemeenfehap met Jezus. {4.
Hert-itercking tegens de befpottinge des Wereld:s. <;y Vrolijcke Samen.komfte der Vroomen. {9
Afkeer van *t Gcfelfchap der Godtloofen. öz
Hemels Geweldt. 63
Zoetïcheit der eenfame Meditatien. 66
«J. Gela-
|
|||||||
BLADÏ.WYZER.
Gelatenheidc eens Chriftens onder de Oordelen
Godts. 69 ^lederjandts Klaag-Vliedt. 71
Het twede Deel. 7; |
Het derde Deel- 761
Twift des Heeren met zijn Volck. 78
Het twede Deel. 81
Het derde Deel. 85
5£egen-zang over de onverwachce Uyt-tocht der
Vianden. 86 Hiftorifche uytbreidinge over de Geboorte Chrifti. Sp
Het twede Deel. 91 De Openbaringe Chrifti aan de Herders. 05
Het vinden van Chriftus door de Herders. 97
Nieuw-jaars Gezang. 100
Op het Lijden Chrifti in het Hoflcen Geth-zemane.103
Op dezendingedes Heyligen Geeft. iof Geeftelijck Gezang tot overtuyginge der bloote Naaffl-
Chriftenen , op haar uyterlijcke voordeden hare Zalicheit grondtveftende, 109 Een Chriftens Bieghc. 113
Tweede Deel. 11?
Bede om Heyligheit, U7
Tweede Deel. U9
Derde Deel. iï°
Vierde Deel. m
Eens Chriftens Houw«vaft aan Jez us. i*4-
Tweede Deel. W
■E Y N D E,
|
||||