-ocr page 1-

c .

Eene nieuwe Kerk.

te rotterdam,

bij M. WYT amp; ZONEN,

Drukkers Tan het Nederlandsche Zendehnggenootschap.

1885.

No. 116.

-ocr page 2-

Uitgegeven door de H.U. b. j. adriani en e. laurjllard
te Amsterdam, h. brouwer te Groningen, m. d. deeleman
te Rotterdam, a. drost, dz. te Delft, b. ch. ledeboer
ie Loenen aan de Vecht, en c. sepp te Amsterdam,
Geeommiiieerden van hei Nederlandsche Zendelinggenootschap
tot het opstellen, veriameien en uitgeven van kleine Stukjes
ier bevordering van Evangelische kennis en godzaligheid,
ook bij mingeoef enden.

-ocr page 3-

Eene nieuwe Kerk.

Wij noodigen onze lezers uit, ons in gedachte te
volgen naar Tondano, zoo als zij weten zullen de
aanzienlijkste gemeente in de Minahassa van Menado,
liefelijk aan het schoone meer van Tondano gelegen.
Sinds dertig jaren arbeidt daar de zendeling - thans
hulpprediker -
H. Rocker. En hij heeft er een
recht aangenamen, gezegenden werkkring. Heidenen
worden daar in het geheel niet meer gevonden.
En onder de Christenen vindt men däär, meer dan
in menige andere streek, een opgewekt godsdienstig
en kerkelijk leven. Genoemde zendeling, die ten
tijde zgner aankomst vijftien buitengemeenten aan
zgne zorg zag toevertrouwd, mag die zorg thans
uitstrekken over vierentwintig gemeenten, die
alle gevestigd zijn, en voortdurend toenemen in
Christelijke kennis, en zich meer en meer ontwikkelen
tot zelfstandig, Christelijk leven.

Den 2den November 1884 is ter hoofdplaats
Tondano een nieuw kerkgebouw ingewijd. En
daarmee is voldaan aan eene lang en diep gevoelde

-ocr page 4-

behoefte; daarmeê is een lang gekoesterde wensch
van zendeling en gemeente vervuld. Met groote
uitvoerigheid heeft Br.
Hookee ons een en ander
beschreven wat aan die inwijding is voorafgegaan,
en wat er alzoo bij die plechtigheid zelve heeft
plaats gehad, terwijl hij door eene zeer nauwkeurige
beschrijving ons ook de nieuwe kerk zelf in
onze verbeelding van buiten en van binnen te
aanschouwen geeft.

Wij meenen den lezers onzer »Kleine Stukjesquot;
geen ondienst te doen door hun uit het bericht van
den verdienstelijken zendeling, meestal met zijne eigen
woorden, een en ander meê te deelen ; vooral omdat
er ons uit blijken kan, hoe die betrekkelijk nog
nieuwe Evangeliebelgders eene belangstelling, een
gver, eene offervaardigheid openbaren, die menigen
Christen in Nederland, misschien ook menigen lezer
van dit Stukje, beschamen moet. Vestigen wij
achtereenvolgens op den opbouw, op de kerk,
en op de inwijding onze aandacht.

DE OPBOUW.

Reeds sinds tal van jaren had zich te Tondano
de behoefte doen gevoelen aan een nieuw kerkgebouw.
Toen in Februari 1845 de geheele plaats door eene

-ocr page 5-

zware aardbeving geteisterd was, had ook de kerk
zooveel geleden, dat ze moest worden afgebroken.
Sedert dien tijd heeft men zich beholpen in eene
noodkerk, eene groote loods zonder zoldering,
opgebouwd van de afbraak der oude kerk, waar-
aan andere ruwe materialen waren toegevoegd.
Wel werd al spoedig een erf in het midden der
gemeente gelegen tot opbouw eener nieuwe kerk
bestemd; bakens werden uitgezet; eene volledige
teekening der kerk werd gemaakt; hout werd
aangekocht. Maar toen in 1864 dat erf onverwacht
op last der Regeering werd aangewezen en gebruikt,
om daar eene school voor zonen van inlandsche
hoofden te stichten, was eensklaps de hoop van
Tondano's gemeente om zich eerlang in 't bezit
van een nieuw kerkgebouw te zien gesteld, in
rook vervlogen.

Men gaf echter den moed niet op. Eene nieuwe
regeeringsverordening, dat voortaan de bouw van
scholen en kerken niet meer plaats mocht hebben
in verplichten arbeid op bevel der inlandsche
hoofden, maar dat de gemeente zelve daartoe be-
sluiten, en vrijwillig daartoe overgaan moest, gaf
in de tweede helft van 1867 aanleiding tot het
merkwaardig besluit, dat de gemeente van Tondano
zich zelve een eigen nieuw bedehuis zou stichten.
Zij had toen nog geen eigenlijk gezegden kerke-

-ocr page 6-

raad, maar hare belangen werden behartigd door
eenige oudsten. In eene vergadering nu van
tweeendertig gemeenteleden, als oudsten hare
vertegenwoordigers, werd het besluit genomen,
dat de gemeente met eigen middelen en krachten,
zich een bedehuis zou bouwen, dat een sieraad der
plaats moest worden, dat als Godshuis uitnemender
moest zijn dan eenige andere woning ter plaatse.
In de zestien kampongs, waarin het district ver-
deeld is, werd dit besluit meegedeeld in vergaderingen
van mannen en vrouwen, en aan het oordeel der
gemeenteleden onderworpen. En zie, groot en
klein was er hoogelgk meê ingenomen, en ieder
verklaarde zich bereid naar vermogen, door giften
of door arbeid, tot dat groote werk bij te dragen.

Al spoedig werden nu de handen aan het werk
geslagen. De gemeente kocht een erf, wel niet
zóó goed gelegen als het eerste, dat haar ontglipt
was, maar toch in het midden van de plaats, en
zeer geschikt voor het doel. Dit was het eerste,
en is misschien tot heden nog het éénige voorbeeld
in dit land, dat voor het bouwen eener kerk een
eigen erf gekocht werd. Een zestigtal huurlingen
werd nu aangenomen om in het bosch hout te
kappen, terwijl de gemeenteleden de aldus verkregen
balken van allerlei afmeting in vrijwilligen, onbe-
taalden arbeid over bergen en dalen naar de negorij

-ocr page 7-

sleepten. Dat was een feest en een geestdrift!
Met gejuich, soms onder het zingen van een psalm-
of gezangvers werden de zware balken met vereende
krachten uit het bosch gesleept, terwijl de paarden,
die men soms gebruikte, om ze later langs deu
vlakkeren weg tot op het kerk-erf te trekken, met
groen en bloemen waren getooid. Zelfs vormde
zich uit eigen beweging onder de leiding van de
weduwe van een districtshoofd eene vrouwen-
vereeniging om den kerkbouw te steunen. Des
Zondagmiddags kwamen de vrouwen bijéén en
hielden eene godsdienstige bijeenkomst, waarbij ééne
in gebed en dankzegging voorging en anderen, naar
aanleiding van de toespraak in de morgen-godsdienst-
oefening, een opwekkend woord spraken, terwijl
allen zich verbonden, om elk half jaar een kwartje
voor den kerkbouw af te zonderen. Ook op andere
wijs toonden de vrouwen voortdurend hare belang-
stelling in de groote zaak. Als de mannen des
morgens vroeg in massa naar het bosch waren
gegaan om balken te sleepen, zorgden de vrouwen,
dat zij na hunne terugkomst op een meer dan alle-
daagsch middagmaal werden onthaald, dat in de
ruime loodsen op het kerk-erf op voor de gelegen-
heid opgeslagen tafels stond toebereid, terwijl de
vrouwen daarbij bezig waren met veel dienens.
Soms ook werden de gehuurde arbeiders in het

2

-ocr page 8-

avonduur op koffie en gebak onthaald. Op zekeren
avond heerschte er bij heerlijk maanlicht eene
buitengewone drukte in de negorg. Eenige balken
waren bij het houtsleepeu op ongeveer een paal
afstands van de negorij blijven liggen. De mannen
hadden die niet tot aau het erf kunnen brengen.
En nu togen bij onderlinge afspraak de vrouwen
aan 't werk. Met vereende krachten trokken zij
aan dikke touwen de balken naar het kerk-erf
heen, niet zonder de noodige luidruchtigheid, maar
toch met vroolijke opgewektheid, met een waar
genot, zoodat zij zeiven verklaarden nog nooit
zulk aangenaam werk te hebben verricht,

Intusschen ging de arbeid niet altijd zóó goed
voort als in den beginne. De overeenkomst met de
eerste huurlingen moest na eenigen tijd in 't belaug
der gemeente worden verbroken; het houtkappen
moest voortaan in daghuur worden verricht. Niet
altijd kon men tijd en menschen vinden zoowej
voor het vellen der boomen, als voor het sleepen
der balken en het bewerken van het hout, welk
laatste op het kerk-erf geschiedde. Toen de eerste
geestdrift wat bekoelde, deed de zwaarte en lange
duur van den arbeid sommigen vertragen, terwijl
zich vaak geldgebrek deed gevoelen. Wel vloeiden
er bijdragen toe van nabij en verre; wel was de
gemeente steeds bereid telkens weêr wat te geven;

-ocr page 9-

maar er was voortdurend zóó veel noodig! Als het
werk in vollen gang was, gleden duizenden guldens
al spoedig door de vingers. Zóó stonden de werk-
zaamheden soms voor enkele maanden, ook wel
eens een jaar lang, stil.

Intussohen werd de oude geestdrift ook telkens
weêr opgewekt. Toen in 1875 het gebouw in
geraamte was opgezet, en de gemeente met on-
verholen blijdschap deze aanvankelijke vrucht van
hare inspanning en offervaardigheid mocht aan-
schouwen, werden, zonder dat iemand daarvoor
betaling vorderde, twaalf duizend stuks atapblad (1)
voor de dakbedekking bjjeen gebracht, eene waarde
vertegenwoordigende van ƒ 400. En het dekken
zelf werd in onbetaalden arbeid onder gejuich en
met geestdrift in één dag volbracht.

Sedert dien tijd ging het met het werk steeds
vooruit. Moest het soms voor korter of langer
tijd worden gestaakt, het werd daarna weêr krachtig
of langzaam voortgezet.

Kinderlijke blijdschap vervulde aller hart, toen
op zekeren tijd een 9Stal kisten aankwamen, die
elk een dozijn eenvoudige Amerikaansche stoeltjes
bevatten, welke men te Batavia had aangekocht.
Van Kema waar zij ontscheept waren, had de

(1} Bladen van den sago-palm.

-ocr page 10-

gemeente die kosteloos met karren naar Tondano
gebracht, terwijl men voor dien aankoop met
groote blijmoedigheid ƒ 1600 had bijeen gezameld.
Jammer maar, dat die kisten nog zoo lang op
het erf moesten blijven staan, wachtende op den
tijd, dat zij konden worden ontpakt, dat de stoelen
konden worden in gebruik genomen.

't Was inderdaad of allerlei oorzaken samen
werkten om het gewenschte tijdstip, dat men de
kerk voltooid zou mogen zien, gedurig al verder
te verschuiven. Br.
Bookek besloot dan ook
eindelijk eene krachtige poging te wagen om het
groote werk tot het lang gewenschte einde te
brengen. Den volksaard wel kennende, die de
Minahassers tot krachtig handelen zou aansporen,
wanneer maar eerst een bepaalde termijn voor
de voltooiing van den arbeid zou zijn vastgesteld,
deed hij in Mei des vorigen jaars in eene kerkeraads-
vergadering het voorstel, dat de inwijding van het
nieuwe kerkgebouw, zonder belemmering van
Hooger hand in October van dit jaar zou plaats
hebben. De kerkeraad aarzelde aanvankelgk dit
voorstel aan te nemen, omdat er nog zoo veel te
doen was. Maar op aansporen van onzen Broeder,
werd werkelyk dat besluit met algemeene stemmen
genomen. In de gemeente wekte het algemeene
blijdschap en nieuwe bereidvaardigheid om alle
krachten in te spannen.

-ocr page 11-

Ja, wel was er nog ontzaggelijk veel te verrichten.
Maar de gemeente was tot vrijwilligen arbeid en
tot nieuwe geldelijke offers bereid, en, kon men
niet alles terstond betalen, er moest dan maar
een kleine schuld op de kerk blijven rusten, die
men zoo spoedig mogelijk zou afdoen. (1) Het
kerk-erf werd nu welhaast een tooneel van ongekende
drukte en bedrijvigheid. De kerkbouw, de aanstaande
voltooiing, de daarop volgende inwijding waren
in dagelijksche en godsdienstige bijeenkomsten de
groote onderwerpen van het gesprek. Ongestoord
kon de laatste arbeid worden voortgezet. Bn
eindelijk in 't laatst der Octobermaand was alles
gereed. Tondano's kerkgebouw prijkte daar in al
den glans der nieuwheid; een sieraad van de
plaats; vrucht van veel gebed en arbeid; bekroning
van veel inspanning, strijd en opoffering der
Christelijke liefde. Was het wonder, dat de ge-

(1) Br. Rooker heeft eene nauwkeurige opgave ons toe-
gezonden van de verschillende giften, die voor den bouw en
de inrichting der kerk zijn ingekomen. Daaruit blijkt dat
een en ander ongeveer ƒ 2500Ö gekost heeft. Deze aanzienlijke
som is bijna geheel door de Christenen van Tondano bijeen ge-
bracht. Op die lijst van bijdragen en giften vinden wij onder
andere vermeld, dat het tweede zakje in de godsdienstoefeningen,
waarvan de opbrengst bepaaldelijk voor den kerkbouw bestemd
was, ƒ4150 heeft opgebracht. De schuld, die bij het afzenden van
het bericht nog niet voldaan was, bedroeg/863.

-ocr page 12-

meente haar nieuw en fraai bedehuis met innig
welgevallen beschouwde, en aller hart vervuld was
met kinderlijke blijdschap, met dank aan God, die
na veel teleurstelling het werk toch eindelijk zoo
goed had doen gelukken!

DE KERK.

Laat ons thans, lezers, het voltooide gebouw
met zijne naaste omgeving eens in oogenschouw
gaan nemen. Het uitvoerige bericht van Br.
Eookek
geeft er ons eene genoegzaam duidelijke voorstelling
van.

Het front der kerk is naar het westen. Uiterlijk
kan het gebouw zich niet in zjjn ware gedaante
voordoen door de afhangende dakbedekking, zoo
noodig voor beschutting tegen weêr en wind. Het
afhangend dak rust aan de zijkanten en van achteren
op een rij pilaren. Aan den vóórkant is eene gaanderij
van meter over de geheele breedte aangebracht-
Eene evenzeer over de geheele breedte van het
gebouw gemetselde trap leidt door drie ingangen
tot die gaanderij. Deze heeft eenige verfraaiingen
en is met drie kleine dakjes met het groote dak
verbonden. Daardoor heeft de kerk beter aanzien
gekregen. Een portaal van gelijke bewerking is

-ocr page 13-

voor de deuren aan de Noord- en Zuidzijde aan-
gebracht. Achter aan de kerk is eene kamer gebouwd,
6 meter breed en 7 meter lang, even hoog van
wand als de kerk zelve. Het dak van dit toevoegsel
loopt in het hoofddak. Uit die kamer gaat men
met een trap naar de ruimte boven zoldering en
boog der kerk. Aan den vóórkant zijn drie deuren
tegenover de ingangen van de gaanderij; aan elk
der zijwanden heeft men ééne deur, en nog ééne
is er in de achterzijde van het gebouw tegenoï^er
die der aangebouwde kamer.

Treden wij de kerk binnen, dan vertoont zich
aan ons oog een ietwat langwerpig vierkant van
23 meter op 30 meter. De wanden zijn meter
hoog, doch daar de zoldering gebogen is, vertoonen
zij slechts eene hoogte vannbsp;meter. In de

beide zijwanden staan drie vlugge boogvensters.
In den achterwand is aan eiken kant van de deur
één venster, terwijl in het aangebouwde vertrek
twee ramen zijn aangebracht, geheel gelijk van
vorm met die in de kerk. De onderste vakken
der ramen zijn van matglas. In de bogen boven
vensters en deuren, zoomede in de ronde tuimel-
raampjes boven de deuren is gekleurd en mat glas
gezet, hetgeen eene zeer eigenaardige uitwerking
heeft.

Het middenschip der kerk, 12'meter breed en

-ocr page 14-

20 meter lang, is omgeven door zestien houten
pilaren, die door den vloer heen op en in het
onderstel rusten, en doorloopen tot boven den boog,
waar de verbinding bewerkstelligd is, zoodat iu de
kerk geen enkele verbindingsbalk zichtbaar is.
üe pilaren zijn van onderen ruim een meter hoog
vierkant betimmerd, en dan met lijstwerk omgeven.
Van daar af zijn zij achthoekig en loopen ietwat
spits toe, terwijl zij van boven van eenig kapiteel
voorzien zijn.

De preekstoel, aan den achterkant van het midden-
vak geplaatst, is een fraai kunststuk. Vlug staat
hij geheel vrij op één poot, die met lofwerk en
consoles bedekt is, terwijl de trap, die van sierlijke
leuningen voorzien is, tegelijk tot steun van 't geheel
dient. De preekstoel draagt zelf het klankbord,
dat met vier stijlen er op rust.

In het middenschip zijn de stoelen zóó geplaatst,
dat zij drie vakken vormen met twee looppaden
er tusschen. Ook aan weêrszijde van den preekstoel
bevinden zich dwarsrijen stoelen. In de vakken,
die het middenschip omringen zijn oploopende banken
of eigenlijk er zijn drie rijen beschotten met lesse-
naars gemaakt, en daar tusschen zijn stoeltjes
geplaatst, terwijl tegen het laagste beschot aan de
buitenzede nog eene gewone zitbank bevestigd is.
Buim 150 stoelen kunnen er hier en daar nog

-ocr page 15-

worden bggezet, en in dat geval z^n er in de
geheele kerk ongeveer 1550 goede zitplaatsen.
Bij de plechtigheid der inwjding bevatte de kerk
nog veel meer menschen dan er zitplaatsen waren.

Merken wij bij ons rondzien nog op, dat de
vensters voorzien zijn van flinke gordijnen, waarvoor
het groene saai reeds jaren geleden in Nederland
aangekocht was, en dat de rand van den preekstoel
zoowel als die van de voorlezersbank zeer net
met groen laken bekleed is. En vergeten wij niet op
den lessenaar van den preekstoel den kwarto Malei-
schen Bijbel op te merken, indertijd door den Zendeling
Riedel ten geschenke gegeven, en nu onlangs voor
het tegenwoordig gebruik in Nederland op nieuw
ingebonden in zwart marokijnleder, verguld op
snede, met zilveren beslag. Letten wij voorts nog
op de doelmatige verlichting. Om eiken pilaar is
meter boven den vloer een krans van acht
muurlampen; ook aan de zijwanden is hier en
daar verlichting aangebracht even als op den
preekstoel, zoodat de geheele kerk 156 lampen
heeft, die voldoende licht verspreiden. Zien wij
nog eens rond, hoe keurig dat alles is afgemaakt,
hoe net dat alles geverfd is; en slaan wij, weêr
naar buiten gaande, nog eens een blik op het erf
dat het kerkgebouw omringt, dat met de grootste
zorgvuldigheid is in orde gebracht, flink omheind,

mm

-ocr page 16-

met steeuen pilaren aan de hoeken en aan de
poorten. En mij dunkt, lezers, gij hebt in uwe
verbeelding een recht aangenamen indruk van het
geheel gekregen, en gö voelt, dat het Tondano's
gemeente gelukt is het ideaal te verwezenlgken, dat
haar sinds jaren voor den geest stond, een fraai
en doelmatig bedehuis in eigendom te bezitten,
waarin zij den Eenig Waarachtige, dien ook zij
als hun God en Vader in Christus hebben leeren
kennen, op waardige wijs kunnen verheerlijken
en dienen!

DE IN W IJ D I N G.

Niet zonder reden was door den Voorganger van
Tondano's gemeente in de kerkeraads-vergadering,
waarvan wij hierboven spraken, juist de maand
October aangewezen, als het tijdstip voor de vol-
tooiing en de inwijding van het kerkgebouw. Aan
die maand toch zgn èn voor de gemeente èn voor
hem zelf eigenaardige herinneringen verbonden.
Jaarlijks herdenkt men nog altijd in October
de aankomst van den zendeling
Riedel te Tondano,
omdat, ofschoon reeds vóór zijne komst het Evangelie
in die streken niet onbekend was, en hij er zelfs
eene kleine gemeente vond, toch eigenlijk van
Riedel's

-ocr page 17-

vestiging in haar midden, de opkomst en toenemende
bloei van de gemeente te Tondano dagteekent. En
den Sisten October 1884 was het juist dertig jaar
geleden dat Br.
Eookeb aldaar zijn zendingsarbeid
begon.

Toen dan ook het werk aan den kerkbouw ver-
bonden naar wensch was geslaagd, werd de eerste
Zondag na den Sisten October, de 3de November,
als de dag der plechtige inwijding vastgesteld.
Dat groote nieuws werd spoedig ook buiten de
negorij verspreid. En welhaast vernam men van
verschillende kanten, dat zeer velen ook uit de
buitengemeenten voornemens waren de plechtigheid
ter hoofdplaats bij te komen wonen. Doch - hoe
gewenscht en aangenaam die belangstellende deel-
neming ook wezen mocht, - zij had toch ook eene
schaduwzijde. Want bij grooten toeloop van buiten,
stond het, in verband met de eischen der Oostersche
gastvrijheid, te vreezen, dat de gemeenteleden zeiven
in het ruime kerkgebouw geene plaats zouden kunnen
krijgen. Daarom achtte de Voorganger het voor-
zichtig, naar de buitengemeenten het bericht te
zenden, dat men de gebleken belangstelling zeer
waardeerde, en kerk en gemeente in de vóórbede
der broederen aanbeval, doch dat men aan de kerk-
inwijding liefst een meer plaatselijk karakter wou
geven, dat de Voorganger bij die gelegenheid liefst

-ocr page 18-

alleen z^ne eigen gemeenteleden vóór en rondom
zich wilde zien. Later zou men gaarne ook de
broeders en zusters van elders eens in het nieuwe
bedehuis zien.

In de gemeente zelve werd alles naar behooren
geregeld. De leden der huisgezinnen schikten het
onderling reeds bij voorbaat zóó, dat zij allen bij
beurten, gedeeltelijk des morgens, gedeeltelijk des
avonds ter kerk konden komen. En door de wel-
willende hulp van den Kontroleur der Afdeeling
en de beide Districtshoofden werden er zeer goede
maatregelen genomen, dat in en buiten de kerk
alle onordelijkheid werd voorkomen, en alles met
de meest gewenschte plechtigheid afliep.

De Minahasser is gewoon bij de inwijding van
kerken en huizen en andere feestelijke gelegenheden
versieringen aan te brengen van groen, gekleurde
bladeren, bloemen en eerebogen, afgewisseld met
veelvuldig gebruik van onze driekleurige vlag. Tot
Br.
Eookek kwam men dus ook met de vraag of
men de kerk tegen den inwijdingsdag versieren
zou. Hij gaf als zgne meening te kennen, dat elke
versiering van het gebouw, schade zou doen aan
den goeden indruk, dien het zóó van buiten als
van binnen op de feestvierenden maken zou. Maar
van het erf, dat de kerk omringt, sprak hij opzet-
telijk niet. Hij wilde dit aan de vrije keus der

-ocr page 19-

gemeente overlaten. Bn nu ging men weêr met
nieuwe geestdrift aan 't werk. Met kinderlijke
blijdschap werden langs den geheelen pagger (de heg)
versieringen aangebracht, zoodat het geheele terrein
een feestelijk aanzien kreeg, terwijl er op het erf
op gelijke afstanden pyramidale toestellen van
bamboe werden gemaakt, die om eene rechtstandige
as konden rondgedraaid worden; toestellen voor
eene illuminatie, die des avonds uitstekend gelukte.

Br. Rookek deelt ons meê, hoe hij alleraangenaamst
verrast en voor de feestelijkheid der kerkinwijding
dubbel gestemd werd door de hartelijkheid, die
velen hem betoonden op den Sisten October, den dag
waarop hij, gelijk wij hierboven zagen, vóór dertig
jaren het werk te Tondano begon. Hij had zich
voorgenomen dien dag stil in 't midden der zijnen
te vieren, dankbaar den zegen gedenkend zoo ruim-
schoots van God voor zijn persoon, zijn gezin en
zyn werk ontvangen. Maar zie, nadat hij reeds
des morgens van verscheidene vrienden deelnemende
brieven ontvangen had, kreeg hij des avonds ten
zijnen huize een bezoek van de Europeesche inge-
zetenen en de Districtshoofden. Hij zag ook onder
hen vrienden, die van verre gekomen waren en
wier tegenwoordigheid hem een zeer gewaardeerd
blyk van hartelijke belangstelling was. By monde
van den Kontroleur van Tondano wenschte het

-ocr page 20-

gezelschap hem geluk in hartelijke bewoordingen,
die getuigden niet alleen van achting en liefde
voor den persoon des Hulppredikers, maar ook
van waardeering en erkenning van den zegen door
de Christelijke zending aan de Minahassa en hare
bewoners geschonken.

Twee dagen later was het de lang verbeide
dag! Het nieuwe kerkgebouw stond daar geheel
gereed, te midden van het feestelijk getooide erf,
en wachtte voor het eerst den voorganger en de
gemeente, om in te gaan in 's Heeren voorhoven
en Zijnen naam te loven en te prijzen. »Het was
mij,quot; zoo schrijft Br.
Rookee, »het was mij dien
morgen zonderling te moede. Groote blijdschap
vervulde mijne ziel en heilige schroom doorhuiverde
mijn gemoed. De nu gekomene ure, het groote
werk, dat mij wachtte, de gedachte aan zooveel
wat voor mijne herinnering opdoemde van strijd
en moeite, van zegepraal en welslagen; - maar
ook de gedachte aan zoovele geliefde gemeente-
leden, die den bouw met mij begonnen, den strgd
met mij streden, maar allengs waren heengegaan
naar den zooveel heerlijker tempel in de gewesten
der eeuwige zaligheid; het besef van het gewicht
der inwijdingsure en van mijne geringe kracht; -
alles te zamen stemde mij onbeschrijfelijk blijde, maar
ook weemoedig; - tot een: »Gode zij lof!quot; maar

-ocr page 21-

ook tot eeu: »Heere, sta mij b^!quot; Dertig jaren
lang gewoon voor de gemeente op te treden en
dat zeer vele malen, overviel mg toch in dubbele
mate een schroomvol gevoel, dat ik bg eenigszins
bijzondere gelegenheden altijd bij mij zelf waarneem.
Het hart bonsde mij in de keel, toen ik het
bedehuis binnentrad, en den preekstoel beklomquot;.. .

't Was een prachtige, indrukwekkende aanblik!
De ruime kerk was geheel gevuld; geene zitplaats
ledig. De Resident en de Predikant van Menado,
de Hulppredikers
Schwaez, Louweeier en ten Hove,
enkele bijzondere vrienden van elders, al de
Europeesche ingezetenen der plaats gaven door
hunne tegenwoordigheid een aangenaam bljjk hunner
belangstelling, terwijl nu reeds terstond bij zoo
grooten toeloop het doelmatige der inrichting en
de goede regeling der zitplaatsen aan het licht
kwam. De plechtigheid werd verhoogd door de
medewerking van een zangkoor. Gaarne hadden
verscheiden kweekelingen der kweekschool voor
inlandsche onderwijzers, in vereeniging met eenige
onderwijzers en anderen zich voorbereid tot het
zingen vau doeltreffende zangstukken. De derde
onderwgzer aan de kweekschool had zich de moeite
gegeven de oefeningen te besturen, terwijl de Heer
Gka4fland welwillend de noodige wenken en
leiding gaf.

-ocr page 22-

Dit koor begon onder bet optreden van den
voorganger met het aanheffen van »SoHarEK's
Sonntagsliedquot;, door GaAAtxAND in de Maleische
taal bewerkt. Na het votum zong de gemeente
het 13de vers van Psalm 118, en daarop riep
Br.
Rook er al den aanwezigen een hartelijk welkom
toe in het nieuwe bedehuis, terwijl hij hen uit-
noodigde het met hem Gode in den gebede toe
te wijden. Nadat de gemeente andermaal gezongen
had (Psalm
42 ; 1) legde Rooker de woorden van
Psalm 118 :
24 en 25 tot grondslag eener korte
toespraak, waarin hy de geschiedenis van den
bouw in herinnering bracht, dank bracht aan de
gemeente voor de door haar betoonde belangstelling,
maar oOk aan allen van nabij of verre, die het
groote en goede werk gesteund hadden, en allen
opwekte tot blijde verheerlijking van God, die
dezen feestdag had gemaakt en wiens hulp en
zegen men ook verder zoo dringend noodig had.
Wederom volgde nu een koorgezang, en daarop
eene toespraak naar aanleiding van de woorden van
Haggai 2 : 10: »de heerlijkheid van dit laatste
huis zat grooter zijn dan die van het eerste, zegt
de Heer der heirscharen, en aan deze plaats zal ik
vrede gevenquot;, terwjjl daarna zoowel Psalm 84 :
2-5
als 2 Cor. 8:11 den spreker aanleiding gaven
om op de prediking des Evangelies in hare uit-

-ocr page 23-

nemende waarde en rgken zegen te wijzen, en de
gemeente op te wekken om die steeds hooger te
waardeeren, en aan die prediking te beantwoorden
door een Christelijken wandel, door een jagen naar
die schatten die, tegenover al wat vergaat, blijven
tot in eeuwigheid. Een woord van dank in de
Nederlandsche taal aan hooger en lager geplaatsten
voor ondervonden hulp en belangstelling en een
hartelijk nagebed besloot de plechtige godsdienst-
oefening, wier indruk gewis niet weinig verhoogd
werd door de juist gekozen liederen, door koor en
gemeente bij afwisseling aangeheven.

Hiermede was de eigenlgke inwijding der kerk
afgeloopen. »En zonder twijfel,quot; schrijft onze Broeder,
»ervoer menigeen met mij, dat de Heer Zijne
woning in dit huis vestigde. Zijne heilige tegen-
woordigheid aan deze Hem gewijde plaats werd
door velen met mij levendig gevoeld. Zijn
genadige zegen daalde in menig hart neder en
was en is ons de profetie, dat Hij in deze woning
genade en eere zal geven, en het goede niet
onthouden zal dengenen, die in oprechtheid wandelen
Onze ziel love den Heer tot in eeuwigheid!quot;

Maar - had de inwijding plaats gehad, de
feestelijke plechtigheid van den dag was nog niet
ten einde. Met groote belangstelling werd nog
de avonddienst te gemoet gezien. Dan zou men

-ocr page 24-

de nieuwe kerk verlicht zien en dan zouden ook
verschillende sprekers voor de gemeente het woord
voeren. Al vroeg stroomden in het avonduur
de scharen kerkwaarts. Het werd nog vrij wat
voller dan 's morgens. Op verschillende plaatsen
dienden twee stoelen drie personen tot zitplaats.

Ook deze godsdienstoefening werd na gezang
der gemeente door Br.
Rookek geopend met een
kort woord over Joh. 15: 8. Nahem trad Ds. W
ielandt'
Predikant te Menado, op, die vol warm gevoel
de gemeente met het haar geschonken voorrecht
geluk wenschte en haar opwekte om steeds dank-
baar gebruik te maken van haar bedehuis, en het
Evangelie te waardeeren, dat haar door haren
voorganger steeds zoo krachtig en duidelijk verkon-
digd werd. Hij richtte daarna een hartelijk woord
tot Br.
Rooker, om hem geluk te wenschen met
zijne dertigjarige Evangeliebediening, en hem
verder voor zijn persoon en zijne gemeente Gods
zegen toe te bidden.

Nadat de gemeente gezongen had werd de
vorige spreker vervangen door den Hulpprediker
Louwebier. Deze legde tot grondslag van zjjn op-
wekkend woord de woorden van Paulus (2Cor.3:2, 3):
»Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten,
bekend en gelezen van alle menschen; als die
openbaar zijt geworden, dat gij een brief van

-ocr page 25-

Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die
geschreven is niet met inkt maar door den Geest
des levenden Gods, niet in steenen tafelen, maar
in vleeschen tafelen des harten.quot; De gemeente te
Tondano ook naar het voorbeeld van den grooten
Heiden-Apostel »een briefquot; noemende, wees hg
achtereenvolgens op den inhoud, op den schrijver,
op den lezer, op het doel van dien brief, 't Was
een flink en krachtig, ernstig en gemoedelijk woord,
(te oordeelen naar de uitvoerige schets, die ons van
het gesprokene werd toegezonden), dat zeker op
vele der hoorders een diepen indruk zal hebben
gemaakt. Met een hartelijk nagebed en het zingen
van een lied uit den Maleischen vervolgbundel
werd deze tweede godsdienstoefening besloten.

//De heerlijke dag was ten eindequot;, schrijft onze
berichtgever. //Lang nog zal die blgven leven in
de herinnering van de gemeente en van mg. Gods
goedertierenheden waren menigvuldig. Hg heeft
alles wél gemaakt. Zijn heilige naam zij eeuwig-
Ip geprezen!quot;

Lezers, wij voegen niets hieraan toe dan de bede,
waarin gij voorzeker met ons instemt, dat de
stichting en inwjjding van Tondano's kerk op
den duur een zegen blijke te zijn voor die gemeente;
dat haar ijverige Voorganger nog jaren lang gesterkt
worde tot zijn gezegend werk, en dat deze zoo

-ocr page 26-

bloeiende gemeente in de Minahassa inderdaad
steeds meer een brief van Christus moge zijn,
die getuigt van de heerlijkheid van zijn Evangelie,
en van de machtige werking van zijn Geest; een
brief van Christus, die telkens weêr als Christenen
in Nederland dien lezen, hen beschaamt en ver-
ootmoedigt, maar ook hunne handen en harten
ontsluit om de Christelijke zending te steunen,
die zoo schoone vruchten draagt!

-ocr page 27-

Bij M. Wijt amp; Zonen, Drukkers van het
Nederlandsche Zendelinggenootschap^ worden ook
uitgegeven de onderstaande Kleine Stukjes,
welke tot de navolgende

verminderde prijzen

verkrijgbaar zijn.

Bij aanvrage van 25 Exx. van hetzelfde
nommer, worden de prijzen nog met ongeveer
een vierde verlaagd.

(De met * geteekende nommers zijn niet voorhanden.)

Cents

Evan». herin, aan kranken 7
Over het nuttig kerkgaan.. 5
Over h. doen van belijdenis 5
Een woord voor menschen,
die niet ter kerk kunn. gaan 5
Het Christend, beschaamd

door Heidenen............ 6

Evangelische herinneringen

aan bedroefden........... 10

Evangelische herinneringen

aan vaders en moeders..... 9

Een woord aan vaders en
moeders over den Doop... 2
Over het allerbeste Boek. 5
Onderw.over h.Bijbellezen
V2
Het leven v.d.Heer Jezus. 12
Iets over het Avondmaal.. 8
Opwekk. tot de huisselijke

Godsdienst............. 9

Zamenspr.tuss. drie vrien-
den over de Wedergeboorte ó
Het leven v. William Kelly 7
Drie zamenspr. tusschen
een'Leeraar en een Huism. 6

Het dorp Eerenhoef...... 12

Het nadeel van het bij de
straat loopen der kinderen 8
Iets voor herstelden uit

krankheid........... 9

Iets voor gevangenen .... U
Geschenk der christ. liefde

voor kinderen............ 18

Geschenk voor lidmaten der
christelijke kerk........ 10

l.

•i.

4

5.

6.
7.

20

Cents.

24. Heb ik wel genoeg voor de

eeuwigheid ? ............ 8

'35. Tweedegeschenkderchris-
telijke liefde voor kinderen 10

*26. Voor dienstboden........ 11

27. Over de feesten.......... 8

*28. Iets voor armen ......... 4

29.nbsp;Jezus, de geneesmeester
van kranken............. 5

30.nbsp;Evangelischeherinneringen
aan oude lieden......... 9

31.nbsp;Verz.van leerzame brieven
en opwekkende verhalen. 8

32.nbsp;Opw. tot weltevredenheid 8
'33. Een goed woord aan Chris-

ten-ouders over de opvoed. 10
34. Franke, de kracht des gel. 7
*35. Schets van het leven van

Afrikaner................ 5

*36. Waarschuwing tegen het
kwaadspreken.......... 5

37.nbsp;Iets over de zelfkennis ... 9

38.nbsp;Een woord v. onderrigt en
troost in sterfhuizen..... 32

39.nbsp;Men doet niet w. men kan. 8
•■40. Christelijke onderrigt. tot

moed en hope............ 10

41.nbsp;Waarom word ikniet beter? 11

42.nbsp;Wie zijn hier op aarde de
gelukkigste menschen ? .. 9

43.nbsp;Gedenk te sterven....... 10

44.nbsp;Het voorbidd. een pligt der
christelijke liefde....... 8

45.nbsp;Opw. tot getrouwe deelne-
ming in het Maandel Geb. 10

-ocr page 28-

Cents.

»46. Troostw. voor Christenen

in alle wederwaardigheden 9
47
Bijbelsch leesb.v. kranken, 10
•48. Iets
uit het leven van Felix
Neff, Pred. der Waldenzen 12
49. Het
geloof in den Heer Je-
zus Christus,
naar Joh. VI. 12
.quot;iO. De
christelijke oefenschool 12

.'il. De goede Herder........ 10

58. Bijbelsch onderwijs over
's menschen bekeering . . 10

53. Genade en pligt......... 10

».54. Geschenk aan allen, die

Godswoord moffen hooren 10

55.nbsp;De Zelfbeproeving....... 10

56.nbsp;Het wandelen als kinderen

des lichts.............. 10

57.nbsp;Het beste voorbeeld...... 10

58.nbsp;Iets over het geweten---- 10

59.nbsp;Christel, godsvrucht geen
dweeperij ............... 10

60.nbsp;Het leven van Joh. Eliot . 10

61.nbsp;Een woord over onzen gees-
telijken wasdom......... 7

63. De Christen............. 9

63. Aanprijzing van een god-
vruchtig huiselijk leven.. 9
•()4. Herin.van een dorpsleeraar 7

65.nbsp;Wenken omtrenthetgebrek
aan schuldgevoel........ 9

66.nbsp;Handl. tot de algem.kaart
der christ. zendingsposten 17

•67. Dewederzijdschepligtenin

het christelijk leven...... 10

68 De ware vooruitgang.... o
«9. Gods hoogheid en der men-
schen geringheid........ 6

70. Hoe wil de Heer, dat zijne
discipelen omtrent Hem
zullen gezind zijn en han-
delen?................... 6

•71. Godsdienstigheid uitnood. 7

73. Bidt zonder ophouden... 7

73.nbsp;Het beste Avondmaalskleed 7

74.nbsp;Daniël.................. 13

75.nbsp;De beste fakkel......... 6

76.nbsp;De vriendschap der wereld. 4

77.nbsp;Wat doet men voor Israël? 7

78.nbsp;Maria, d. moeder d.IIeeren 11

79.nbsp;De levensav.v.vad. Jacob. 7

A ^ ^i^^/o^

Centa.

•80. Het liefliebb. der verschij-
ning van Christus....... 5

81. Geef ons heden ons dage-

lijksch brood........... 7

83. Uitwendige sodsdienstigh
zonder godsd. des harten. 9

83.nbsp;Het vertrouwen op God. 8

84.nbsp;De oudste psalm........ 8

85.nbsp;Gebedsverhooring...... 7

86.nbsp;Zelfverloochening....... 7

•87. De hooge, alles te boven

gaande waarde der liefde. 10
»88. Drie eischen des christe-

lijken levens.......... 6

89. Niet in tel.......... .6

»90. Onze aardsche levenstaak. 6

91.nbsp;Nalatigheid.......... 7

92.nbsp;Bethanië.............. 8

93.nbsp;Een deksel op het hart. 6
•94. EeneNicuweZendingkaartSO

95. Een Zendingleest in de

Heidcnwereld........... 6

•96. Zaligheid............... 6

97.nbsp;God, onze Heilige Vader..

98.nbsp;Gods lankmoed.onsbehoud

99.nbsp;Ue parel van groote waarde

100.nbsp;Leef ik ala eeu christen ï..

101.nbsp;Terugbl.vau eene Zendingz.
103. Een werk Gods........

103.nbsp;Uit de gesch.van een Gezang

104.nbsp;Christend.opdeSandw.-Ljl. 6

105.nbsp;Tweedracht over Jezus .. 4
1U6. Nederl. O.-I. en het Ked.

Zendel. (Met de feestplaat). 2»

107.nbsp;Saul. een treurig beeld v.d.
ontwikkelingsgangderzonde 5

108.nbsp;Ned.Oost-lndiëenhetNed.
Zendelinggen. 2e st. le ged. 6

109.nbsp;Uizpa, of de liefde eener
moeder................. 5

110.nbsp;Ncd.O.-I. e. h. Ned. Zendel.
2de st., 2de ged........ 8

111 Teffer op Savoe......... 7

113 Ned.Oost-Indië.enhetNed.

Zendelinggen. Se st. le ged.nbsp;7

113.nbsp;ld., 3e stukje. 2e ged. .nbsp;7

114.nbsp;«Ue Ramp op Savoequot; ...nbsp;7

116. Ned.Oost-lndiëenhetNed.

Zendelinggen.3est.3eged. ï

Een volledig stel van de voorhanden stukjes is
verkrggbaar voor / 7,16.

-ocr page 29- -ocr page 30-

f-Ä,

• ■eî:

■• ■ - -J.

'M

-ocr page 31-

quot;TfHtf

. IJ-'. : :■ fr- A

■quot;-T-.r gt; -

Au

tL,

-ocr page 32-