NAAUWKE URIGE
E K
VAN ALLE BE PEEGTIGHEDEN, VBETJGBBBEDBWEN ENZ., ZO TER GEEEGENHEIB VAN BE
BONDEED VYETIGSTE TEigABING
BER
UTHECEITSCHE HOGE SCHOEE,
den ji nbsp;nbsp;nbsp;J78S aevieTi,
AES VAN
DE PB.OMOTIEN MET DE KAP
VAN VIER HEREN REGTSGEEEERBE IICENTIATEN, DAAGS BAAR AAN VOLGENDEN.
J) O OJi
men haar egter ene bredere befchryving. waardig ; zo om aan de nieuwsgierigheid van weet-gragen verder te voldoen, als om, in navol-ginge van ’t geen, by vorige gelegenheden, hier omtrent ook tot meer nuttige einden gedaan was, een duurzamer gedcnkfchrift, waarnbsp;’t mogelyk, van dit luisterryk-Feestte boek tenbsp;ilellen.
En gaarne lenen wy onze penne, om , langs dien weg, den welverdienden roem der Stigt-SCHE Hoge Schole , meer en meer, te verbreiden. Wy lieten ons des te gereder tot het opnemen van deze taak overhalen, daar tvy nietnbsp;alleen het genoegen hadden, de Plegtighedennbsp;der beiden Vreugde dagen, zo veel zulks dennbsp;gemenen man wierd toegelaten, by te wonen,nbsp;en dus oor- en ooggetuige van al het in ’t openbaar verrigte te wezen, maar daar men tevensnbsp;ons, op de vcrpligtenfte wyze, in dezen aanbood te onderfteunen, met de opgave van alles ’t geen ons ten aanzien van het min openbaar kennelyke mogte ontbreken: gelykwy dannbsp;ook deze vriendelyke hulp dadelyk ondervonden , en, by dezen, met dank, erkennen.
Dit weinige zou roisfchien tot ene genoegzame Inleiding tot ons voorgenomen Verhaal kunnen dienen; ware het niet, dat wy het nodig en voegzaam agtten, de te befchry ven zaken , immers v/at het aanleidelyke daar van betreft,
-ocr page 8-• NAAUWKEURIGE
E N
VAN ALLE DE PLEGTIGHEDENj VREUGDEBEDRYVEN ENZ., ZO TER GELEGENHEID VAN DE
DER
UTRECHTSCHE HOGE SCHORE,
Op dm 31 May 17 85 gevierd t
ALS VAN
DE PROMOTIEN MET DE KAP
VAN VIER HEREN REGTSGELEERDE LICENTIATEN, DAAGS DAAR AAN VOLGENDEN.
Offchoon men al terftond, na den afloop der PLEGTiGE Feest-vieringe , Welke de flof dezer befchryving zal oplevéren, in de Nieuwspapieren , en byzonderlyk in de Utrechtfchenbsp;Courant van 2 en 5 Juny dezes jaars, edn be-ï^nopt en naaukeurigberigt gemeen maakte vannbsp;derzelver voornaamfle byzonderheden; agttenbsp;Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;men
-ocr page 9-C 4 )
Deze heerlyke, en der geleerdheid zo gunfti-ge, omwenteling wekte reeds vroeg de lust tot onderzoek en verftandelyke oelFening, dienbsp;by de toenemende welvaart der Ingezetenennbsp;Van tyd tot tyd aangroeide. Men was des weldra bedagt, om , ook hier ten Lande , geveftig-de Kweekfcholen voor goddelyke en mensch-lyke Wetenfchappen op te regten: te meer daarnbsp;of de verre afgelegenheid van die, in vreemde Gewesten, het zoeken van onderwys voornbsp;de Vaderlandfche Jeugd zeer ongemakkelyk ennbsp;kostbaar maakte, of de Leertrant der meer na-burigen met de nu beter vei’ligte begrippen,nbsp;vooral in het Godsdienftige, weinig ftrookte.
Van alle de verbondene Gewesten ging Holland hare vrye Zusteren in dit nuttig en edel werk voor. Reeds in den jare i575,wierd denbsp;Stad Leyden, ten loon van haar verwonderly-ken moed en onbezweken ftandvastigheid, innbsp;het doorilaan van twee kort op een volgendenbsp;Belegeringen der Spaanfchen, door Willem dennbsp;jften Prince van Oranje, nevens de Stated diernbsp;Provintie, met ene bevoorregte Hoge Scholenbsp;befchonken, welke haren reeds vroeg verkregennbsp;en fints vermeerderden roem, tot heden, by alnbsp;de waereld handhaafd.
Vriesland mede de Hervorming omhelsd hebbende , wierd insgelyks, by de Staten dier Land-fchappe, tot het opregten van ene Provintiale
Ho-
-ocr page 10-treft, een weinig hoger op te halen; en ene korte fchets, zo van de Opuigting en Vroege-REN STAAT, als van den tegenwooedigen toestand der AjCADEMiE te laten voorafgaan.
Daar de edele Vryheid, zo Burgerlyke als Godsdienftige, van alle tyden, de kweekfternbsp;der Geleerdheid en der fraaye Koniten en We-tenfchappen bevonden wierd 5 kon het nietmis-fen, of Nederland moest, zo dra zy hier harenbsp;verfchuldigde hulde ontving, den weldadig’ennbsp;invloed van deze onaffcheidelyke Gezellinnenbsp;der Wyshcid ondervinden.
De verbreking der Gewetensbanden, door de kragt der meer gezuiverde Euangelie-leer, bynbsp;het doorbreken der zo nodige als heilzame Her-forming in Godsdienftige Leerbegrippen ennbsp;Praktyken , ging oudtyds, in de verenigde Gewesten , met ene kloekmoedige affchudding gepaard , der zo lang geprangd hebbende kluistersnbsp;van goeddunkelyke Heerfchappy-voering ennbsp;Dwingelandy in'het Burgerlyke. De Voorzienigheid zegende, op de kragtdadigfte Wyze,nbsp;beiden de godvrugtige en dappere pogingen onzer Voorvaderen. Bygeloof en dwaling wier-den te gelyk met de vernedcrenfte af hangelyk-heid en Slavernjs by de opregting van dit vrynbsp;Gemenebest, verbannen : en de regten van hetnbsp;Geweten en der Maatfchappy, ter goeder uur,nbsp;gelukkig herfteld.
A a nbsp;nbsp;nbsp;De-
-ocr page 11-Rnad gefchikt, om te befien ende te fprtken mitten ghenen die daer toe dienen, dat men alhyr ene Unive:fite.it brengen machte. Zie Barman, Utr. Jaarb. 3 Deel bl. 5.-
Volgens zomniigen, is Paushuizinge, door Adriaan den VI. eer hy nog den Pausfelyken Stoel beklom, binnen dezenbsp;Stad geltigt, om dezelve vervolgens tot ene Akaderaie tenbsp;doen dienen. Z. Halma , Toneel der Verenigde Ne der l.nbsp;I Deel bl. 33. a. Hoe twyfFelagtig nu wel dit iaatde oo.knbsp;moge wezen; zo veel is zeker, dat het een en ander genen
voortgang had. - In 1580 magtigde de Raad wederom
drie perfonen, uit de hunnen, om, met die van de Qodikni-zen ofte Staten, te overleggen , of men alhier ene Univer-fitejd of grote Schok zal crinnen oprechtten , ende enige ordonntmcien daer op te concipiëren. Z, Read's Dagelykschnbsp;Bock, 30 Aug. 1580. fol, 161. gelyk de Raad, opnieuw,nbsp;in het volgende jaar, twee Leden uit^eszclfs Collegia l;tstnbsp;gave, om te vervorderen, dat deze zaak ten einde gebragtnbsp;én in ’t werk gefteld zoude worden: ihid. 13 Nov. iy8t.nbsp;fol. 206. Ene poging, waarvan men zig toen, gedurendenbsp;enigen tyd, meer goeds fcbynt beloofd te hebben. Althansnbsp;ging te Leyden, \n 1582, waar, op dien tyd, merkelykenbsp;onenigheden plaats hadden tusfehen de Hooglecraars en denbsp;Kerkelyken , zodat vetfeheiden der eerften dreigden, denbsp;Stad te zullen verlaten, het gerugc, dat reeds zomniigen,nbsp;en met name Lanibertus Danaus, van daar naar Utrechtnbsp;tot Profesforen beroepen waren: gelyk blykt uk enen Briefnbsp;van J. Lipfius aan Theod. Canfertis, in A. A. Qabbema,nbsp;Epifl. Clar, Vir. Cent. 3. ep. 57. f. 683. Dan het bleek bynbsp;de uitkomst, dat ook deze poging wederom vrugteloos afliep: zo als men even weinig daar mede fiasgde in den jarc
idoö.
-ocr page 12-Hoge School befloten, en de inkomften der Klooster-goederen daar voor gefchikt; gelyknbsp;dan ook dezelve in den jare 1585 te Franekernbsp;met het beste gevolg wierd opgeregt.
Ettelyke jaren daarna volgde Groningen deze lolFelyke voorbeelden; wordende in dienbsp;Stad,op ’sLands kosten,in het jaar 1614, enenbsp;Akademie gevestigd, welke al mede van genenbsp;geringe aanhoudende vermaardheid was.
Sedert begon men in het Sticht , en voorna-melyk teUTRECHr,dat ten allen tyde op zoveer Ie aanzienlyke Mannen, door Geleerdheid vermaard, gelyk, in die dagen, op hare weergaloze en wydberoemde Anna Maria van Schur-man, kon bogen, met meerder ernst te raadplegen, om ook aldaar der Geleerdheid en Weten-fchappen enen foortgelyken Zetel te vestigen.nbsp;Reeds enen geruimen tyd te voren, (f) was
het 1
In Ge/iieriand, hidden wel de Staten van het fche Kwartier, reeds in den jare 1600, te Harderwyk, nevens de lagere School aldaar in 1372 geftigt, ene Akademienbsp;opgerigt; dan dit werk maakte, by mangel aan de nodigenbsp;onderhoudspenningen , geen opgang altoos. Zelfs na datnbsp;47 jaren daar na, door de gezamenlyke Landskwartieren,nbsp;deze Hoge School, tot ene Provintiale Akademie verheven was, liep dezelve, desniettegenflaande, by na geheelnbsp;te niet, en geraakte zy niet in bloei dan na hare iierftelling,nbsp;in den jare 1692.
C ) Reeds in den jare 1470. wierden enigen uU den A 3
-ocr page 13-cHgcFonds, tot onderhoud derzelve’t geen ook weldra gevonden wierd in de inkomftennbsp;der aan de Stad ten deel gevallen afgefchaftenbsp;Kloosters en geeftelyke Brocderfchappen — alsnbsp;met het beroepen van kundige en brave Mannen , gefchikt om onderwys in de HoOfdtak-ken der Wetenfchappe te geven,en het afzon -deren van ene bekwame plaats voor het uitdelen en ontvangen v^an dusdanig openbaar onderwys: gelyk tot het laatfhe de grotere ennbsp;kleinere vertrekken langs de Gaandery, bynbsp;St. Mariens Domkerk, die voorheen tot de vergaring van de Kapittel- of Domheren , gelyknbsp;mede tot die der Staten, en.later van de Afgevaardigden, uit de Verenigde Gewesten, ternbsp;tekening van de vermaarde Unie van Utrecht^nbsp;indenjare 1679, gediend hadden , gekozen, en,nbsp;door het affchieten van de nodige Gehoorzalen,nbsp;en het voorzien derzelver met fpreekgeftoel-tenen zitbanken, ingereedheid gebragt wier den.
Welk een en ander verrigt zynde, wierd ÓQZQ Illujire School^ den lycien '^imy 1634. desnbsp;voormiddags, met ene Latynfche Redenvoe-ring, door den Stads Gcheimfchryver 'Johannes van'der Nypoort y in de Theologifdie Gehoorzaal , openlyk en plegtig ingewyd; terwyl,
de
C*) Van ouds het PatiJ genaamd , en dienende tot ene vvandeJpiaats voor de Geestelyken.
-ocr page 14-maal, in overweging genomen. Dan, ’t zy men het onder de Drie Leden, over de Plaats, waarnbsp;zulks best en met het meefte nut gefchiedeiinbsp;konde, niet eens konde worden , en mogelyknbsp;de Stad, als derde Lid van Staat, den voorrang, iii dezen, boven Amersfoort begeerde , ’tnbsp;zy men het verfchuiven van ’t eindelyk Staats-befluit daaromtrent aan andere oorzaken hebbenbsp;toetefchnyven : het heilzaam werk wierd jarennbsp;agter een flepende gehouden, Tot dat eindelyk de Raad der Stad Utrecht, in den jare 1634.nbsp;ouder het Burgemeesterfchap van de Wel Ed.nbsp;Achtb. Heren Dirk van Veldhuizen en Anthonynbsp;de Goyer, het afzonderlyk beüuit nam, om,nbsp;op Stads kosten, binnen dezelve, ene llluftrenbsp;«of Doorlugtige School op te regten. Dit befluitnbsp;was zodra niet genomen, of men begon aannbsp;deszelfs uitvoering te arbeiden; makende mennbsp;terftond daar toe de vereischte fchikkingen, zonbsp;met het benoemen van ene Commillie uit denbsp;Vroedfehap, om regtfereeks opzigt over deze School te houden, het zoeken naar het no-
di-
1606. wanneer men, om Stads voordo! in dezen te dwarsbomen , een der kleine Steden , en byzonderlyk Amersfoort, den voorrang boven Utrecht, in het vestigen van ene Pro-viiuiale Hoge Schole, fchynt te hebben willen geven: iets,nbsp;waartoe men zekerlyk wel voor uit konde zien, darde Stad ,nbsp;3ls haar afzonderlyk voordeel in dezen mede beogende,nbsp;nimmer verdaan zoude.
A 4
-ocr page 15-I-Ioogleeraar in de Regten, zynde Bern. Schotanus, vermeerderd wierd, die ook tevens in de I-fiskunde onderwees.
Allergelukkigst flaagde men in deze geleerde ftigting. De toevloed van Leerlingen herwaarts was zodanig en vermeerderde dermate ge-ftadig, dat de Vroedfchap, nog in het jaar 1636, terwyl de Ed. Achtb. Heren Gysbert van dernbsp;lloolck, en Dirk van P^elthuizen Burgemeestersnbsp;waren, te rade wierd derzelver Doorhigtigenbsp;in ene Hoge School te veranderen. Men deednbsp;daar toe het voorftel ter Staatsvergadering,nbsp;waarmen thans minder zwarigheids fchynd ontmoet te hebben. Immers de voorftemmendenbsp;Leden gaven derzelver toeflemming; en wierdnbsp;dus tevens Staatswyze behoorlyk Octroi (*}nbsp;aan die van dc Stad verleend, den 16 February van het zo even genoemde jaar. Het is hiernbsp;van dat de Akademie wel geheel onder het be-fluur der gezam\nlykc Leden van den Raad, alsnbsp;Cujators, en het meer onmiddelyk opzigt vannbsp;derzelver Gecommitteerden tot de Akademi-fchc zaken Raat, dan dat tevens alle de Pro-motion uit naara en op gezag van de Ed. Mog.nbsp;Heren Staten ’s Lands van CJtrrrAt gerdneden.
Do
(*) Dit Octroi, of open Brief, wierd, op den dag der h’Avydinge, in de Doui-Kerk, door den Redenaar, opctiyknbsp;tién voi’^e voorgelezen.
-ocr page 16-de vier eerft beroepene Hoogleeraren , dien eigen en den volgenden dag, elk zynen afzon-derlyk opgedragen post, met gelyke plegtigenbsp;redenvoeringen, aanvaardden. Te weten eerstnbsp;Anthony Matthaus, van Herlorn geboortig ,nbsp;der beiden Regten Dokter , en Hoogleeraarnbsp;op de Hoge School te Harderwyk , den zynen,nbsp;als Hoogleeraar in de beiden Regten, metnbsp;ene verdediging der Wetenfchap van het Burger-lyk regt tegen derzelver veragters: Anihony JE-milius dien van Hoogl. in de Gefchiedenijfen ennbsp;Staatkunde, met ene Lofrede over de nieuwe ennbsp;prysfelyke Injldling van den Raad , als mede o-ver het nut van het doorbladeren der Gefchiedenis-Jen: daar na, des anderen daags Justus LyrceuSynbsp;Utrechtenaar, en tot dien tyd Reélor der La-tjmfche Schole alhier, dien van Hoogl. in denbsp;fraaye Letteren, met een Vertoog over het nut ennbsp;de waardy der Letterkundige oeffening : en einde-lyk Hendrikus Renerus, van Hoey geboortig , ennbsp;voorheen op de Deventerfche School onderwysnbsp;in de Wysbegeerte gevende , het Hoogleer-ilmbt in deze Wetenfchap , met een redenvoering over het lezen en de IFysgerige oeffenin-gen. ¦— By dezen werd, in Augustus des-zclvenjaars, nog gevoegd Gyshert Voetius, omnbsp;het Floogleeraariimbt in de Godgeleerdheid ennbsp;Hehreemvfche taal waar te nemen ; gclyk, ruimnbsp;een jaar daar na, dit vyftal met nog een twedennbsp;A 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hoogl.
-ocr page 17-( 12
Des middags op den dag der Inwydihge, gaf de Raad ene pragtige maaltyd , in het St.nbsp;Agnicten Klooster (thans het Stads Kinderhuis')nbsp;aan welke niet min dan 102 perfonen aanzaten. Des avonds wierden Piktonnen gebrandnbsp;en Kunst vuurwerken in de Stad afgeftoken,nbsp;De Akvademie behield het reeds by de doorlug-tige Schole, in 16345 aangenomen Wapenennbsp;Zinfpreiik: zynde
ENE STRALENDE ZON (in welker lighaam of midden)nbsp;STADS WAPEN
(met dit omfchrift aan den beneden rand) Sol JuJlitia, illuftra nes!
(dat is)
Zonder Geregtigheid, verligd ons!
Het zo evengenoemde Zestal Hoogleeraren werd nu weldra met nog Twee gewone, en vervolgens met nog Vier buitengewone, in onder-fcheidene takken van Wetenfehap , vermeerderd, Een der eerRe , namelyk Willem van der
Stra-
-ocr page 18-De inwyding dezer nieuwe Hoge Schole gefchiedde met veel plegtigheids, en onder gepaste openbare vreugdebedryven, op den i6dennbsp;Maart daar aan volgenden (f) : doende, bynbsp;die gelegenheid , de Hoogleeriiar Bernardttsnbsp;Schotanus, de eerlle Rector Magnificus der Aka-demie, ene beknopte Aanfpraak (7rpclt;rlt;pév/,lt;rig)nbsp;of Lofredequot; over het befluit van den Raad totnbsp;deeze Akademifche oprigting , in de Dom kerk,nbsp;in tegenwoordigheid der Staats- en Stads regeringsleden, de Raden van den Hove, en enenbsp;uitbundige menigte van verdere Toehoorde-ren , van allerleijen rang : onder welken clanbsp;drie Zonen van den gewezen Koning van Bo-hemen, de doorluchtige Paltzgraven, Maurits,nbsp;Eduard en Philips , nevens Johan Lodewyk ,nbsp;Paltzgraaf aan den Rhynen van Tweehniggm,nbsp;der vergadering niet weinig luisters byzette-den. Gelyk al mede, twee dagen te voren, innbsp;die zelfde Kerk, door ’s Stads Geheimfchryvernbsp;Mr. J. van der Nypoort, ene Dankrede was uit-gefproken, gerigt aan de Drie gezamentlykenbsp;Leden van Staat, toen insgelyks aldaar tegenwoordig, waarby derzelver weldadige zorge, innbsp;de verheffing der doorlugtigc Schole tot enenbsp;Akademie, naar eisch geprezen wnerd.
Des
(t) Te weten Ouden Styl, dien tot dus verre in alle de dagnoemingen gevolgd is, dus den 27 dier Maand, volgensnbsp;den Nieuwen of Iiedendaigfchen Styl.
-ocr page 19-ervarene Leermeesteren, van tyd tot tyd, nog vergroot, en eindelyk op Zestien, zo als hetnbsp;zich op heden bevind, gebragt.
Waren dus de Leden van den Raad, als Op-perbezorgers, bedagt der Hoge Schole een genoegzaam aantal van zo kundige en beroerride Onderwyzers te verfchafFcn ; zy waren zulksnbsp;niet minder , om dezen al het vereischte tenbsp;bezorgen, ten einde hunne Lesfen meer bevat-telyk voor ’t jeugdig verlland te maken, ennbsp;door ondcrvindelyke proeven, of zigtbare betogen , optehelderen : zo wel als om der wys-heid zoekende Jongelingfchap alle gepastenbsp;middelen, beiden ter oeffening en verpozinge,nbsp;aan de hand te geven.
Men rigtte ene heerlyke openbare Boekery op ; en vermeerde niet weinig, daartoe, den
reeds voorhanden zynde voorraad (1). -
Men
Stads Boekery wierd reeds in 1581 opgerigt, en be-ftond wel, in den beginne, alleen uit de zo gedrukte als gelchreven Boeken der gelupprim^erde Kloosters : dog wierdnbsp;weldra vermeerderd door de bykomende verzamelingen vannbsp;afzondcrlyke perfonen, by Uisterfteil Wille aan dezelve b . fp-o-ken : gelyk , onder anderen , men die van Hubrecht Emun-dus van Bucket, Kanunnik van St. Marie, in den iareispp.nbsp;te Keulen overleden, nevens die van Everhard van de Poll\nbsp;in het jnar 1602. by Testamente aan de Stad gelegateerd :'nbsp;voorts, in 1641, inet de verbeurd verklaarde Boeken vannbsp;den gewaanden Bisfehop Phtlippus Rovenius, Ook is dezelve ,
-ocr page 20-Straten , die als fints ettelyke jaren de vryheid hadde,oni de Ontleedkunde,in het Nederduitsch,nbsp;alhier te leren , was reeds den 22 Feb. desnbsp;zei ven jaars, tot gewoon Hoogleeraar in denbsp;Werkdadige Genees, en in de Ontleedkunde aan-gefteld; en nam, daags na de plegtige Inwy-ding , openlyk deezen post op zig, met enenbsp;gebruikelyke Intrereden : gelyk mede Meinarmnbsp;dus Schotanus , in de Maand April daaraan-volgenden, van de Hoge Schole tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;her
waarts beroepen , en den Hoogl. Voetfius tot Medehelper toegevoegd wierd: terwyl al verder , in November daar aan volgenden , enen
tweden Hoogleeraar der H. Godgeleerdheid verkozen wierd, in den Middelburgfchen Leeraar by de Hervormden, Corn, de Maats^ die egter,nbsp;op dien tyd voor deze aanftelling bedankende,nbsp;niet, dan opeen herhaald verzoek,in denjarenbsp;1640, de opgedragene Waardigheid aanvaardde.nbsp;By dezen wierden, in het volgende jaar, nognbsp;vier buitengewone Hoogleeraren gevoegd : tenbsp;weten Henricus Regius, om de befchouwelykenbsp;Geneeskunst, nevens de Kruidkennis te leeraren;nbsp;Arnoldus van Goor, om in de werkdadige Wys-begeerte onderwys te verlenen; Arnoldus Sen-guerdius, om over de Overnatuurkunde les tenbsp;geven, en eindelyk Martinus Schoockius , omnbsp;de jeugd in de Letterkunde en fraaye Weten-fchappen te oelFenen; wordende dit aantal van
er-
-ocr page 21-dig Toneel ¦) nevens een bekwaam nbsp;nbsp;nbsp;voor
de Scheikunst, en wees een hoamp;g verheven Wachttoren aan, met de nodige werktuigennbsp;voorzien, om den Loop der Sterren en Hemellichten natefporen : terwyl men het tevens,nbsp;den edelen Jongelingen (om my met de fierly-ke taal van den welbefpraakten Drakenborg (*)
uit-cklyk aangewezen , en aldus getekend : Hoornwerk, nu Hortus Medicoriim: waaruit men fchynt te moeten opmaken , dat deze platte grond nog ettelyke jaren tot een Art-zeny-tuin gebezigd is, na dat by ene Vroedfchaps Refolutienbsp;in het voorjaar van 1639. andere Hortus Medicus opnbsp;een der Stads Bolwerken, Zonnenburg genaamd, is aange»nbsp;legd. Sedert is deze ATörm, in 1723, opnieuw verplaatst,nbsp;aan het einde van de Nieuwe Graft, by St. Servaas hek;nbsp;waar by , in ’t volgende jaar, een fraai Woonhuis voornbsp;den Hoogleeraar in de Kruid- en Scheikunde gebouwdnbsp;wlerd. Het Scheikundig Stookhuis, de nodige Broeibakkennbsp;en Trekkasten, als mede een ruim vertrek om les te geven,nbsp;en een twede, boven de grote Trekkast, voor openbaarnbsp;onderwys in de Proefondetvindelyke Natuurkunde, en totnbsp;berging dienende van de daartoe benodigde werktuigen,nbsp;kwamen er vervolgens by. Ook wierd de Hof zelve vaijnbsp;tyd tot tyd uitgelegd , en nu laatllelyk nog in het jaarnbsp;1778 : wanneer ene ruime Behuizing en Erve, aan de langenbsp;Nieuwllraat, van agteren aan den Hortus, gelyk van vorennbsp;aan ’t Ontleedkundig Toneel, of Theatrutn Anatonicum,nbsp;liggende, daar vpor wierd aangekogt.
(*) Zie diens Redenv. over het Eeuwfeest^^der Hoge Schole te Utrecht, gehouden 27 Maart 1736. Latynfchenbsp;uitg. pag. 38. Nederd. bladz. 43.
-ocr page 22-*
ve, in vroegere en latere tyden, met aanzienlyke boekge-fchenken, door afzonderlyke perfonen, nu cn dan begiftigd geworden. Bovendien befloot de Raad,in het jaar i6Si5,nbsp;ene jaarlykfcbe fom van ƒ 200 te fehikken voor den aankoopnbsp;van Boeken in dezelve: welke fomine, in 1728, tot ƒ 500nbsp;verhoogd wicrd. Sedert enige jaren egter, word daar toe,nbsp;by de Vroedfchap , gene bepaalde fom gelds jaarlyks afge- ¦nbsp;zonderd : maar alleen by gunstig voorkomende gelegenheden , de nodige penningen aan den Bibliothekaris, telkens,nbsp;uit Stads kas toegcftaan : gclyk thans mede gefchied voornbsp;den aankoop of aanleg van het verdere benodigde voor denbsp;Akademie. Nog wierden al vroeg , by ene Ordonnantienbsp;van den Raad van 9 Jan. 1688. die van ’t Boekverkopersnbsp;Giide verpligt, om van elk boekdeel, hier gedrukt en uitgegeven wordende , een ingebonden Exemplaar , binnennbsp;een bepaalden tyd, in Stads Boekery te bezorgen. Dezelve Bond allereerst in de St. Katryne Kerk, dog is daar nanbsp;op het Koor van de St. Jans Kerk verplaatst. Zy Baat, buiten de Vacantie-tyden, des Woensdags en Zatnrdags , vannbsp;2 tot 5 uren , nadenmiddag, vooi: ieder opdn, wanneer denbsp;de Custos’, of Boekbewaarder, verpligt is,gedurende al diennbsp;tydzig te laten vinden ; gelyk men óbk, op andere dagen ,nbsp;tot bet nazien van een of ander Boek, onder toelating vannbsp;den Bibliothekaris, vryen toegang tot dezelve kan hebben.
(§) Deze Hof, of Hortus Medicus, wierd eerst op een Hoornwerk, aan den Cingel, bezuiden de Maliebaan aangelegd : zynde de platte grond nog lieden by de Hoveniersnbsp;aldaar, onder den Naam van’t Hoornwerk'oamp;Hnd. In Blaaw.dsnbsp;i^tedenboe^, ’t welk omtrent 1Ö50 ’t ligt zag, vind mennbsp;nog, in den platten grond der Stad, dat Hoornwerk diii-
de-
-ocr page 23-C I8 )
Behaiven dit alles verzuimde men geenzins, zodanige kwekelingen der Hoge Schole, dienbsp;hunne oefeningen met roem volbragt hadden,nbsp;den veixliendeii Lauwerkrans toetereiken, ennbsp;derzelver noeften vlyt met gepaste beloningennbsp;te vereren. Reeds weinige dagen, na harenbsp;inwyding , te weten op den 29 Maart 1636.nbsp;was Martimis Sclioock^ naderhand Hoo'gleeraarnbsp;te Groningen,en door zyne doorwrogte fchrif-ten vermaard, van wegen den Raad met enenbsp;fomme Gelds bsfchonken ? als de eerftenbsp;zynde, die aan de nieuwe Akademie, na gehouden Redentwist, tot Meester in de Wys~nbsp;geerte, gepromoveerd wierd. Vervolgens wasnbsp;de wakkere Jongeling JuJlus Criex, een geboren Vries, de eerfte, die, op deze Akademie, denbsp;waardigheid van DoUer, en wel in de beidennbsp;Rechten, ontfing, en uit dien hoofde zig begiftigd vond, door de Ed. Gr. Achtb, Curators , met'Stads Burgerregt, nevens een grotennbsp;Zilver-vergulden Pokaal, op welks Dekzel de-Utrechtfche Minerva, en onder dezelve denbsp;Doctorale Infignia, of Kentekens, als de Ring,nbsp;de Muts en het Boek, gegraveerd waren. Vannbsp;binnen vertoonde zig de Zon, het zinnebeeldnbsp;der Akademie; en op den Bodem las men ditnbsp;Byfchrift-
(t) Te weten tv^aalf Ponden Vlaarasch.
-ocr page 24-uittedrukken) ,, die de kennis van de beste „ wetenfchappen , in deze Oeffenfchole dernbsp;„ Wysheid, Honden te verkrygen, aan genenbsp;gelegenheid liet ontbreken , om '.de Lig-„ haamsoeffeningen te leren j welken aan lie-,, den, van aanzienlyken huize afkomftig,ennbsp;,, fatzoenlyk opgevoed , pasfen , en om dusnbsp;5, het verftand, door de langdurige infpanningnbsp;,, Homp geworden, met geoorloofde uitfpan*nbsp;„ ningen en fpelen, weder optefcherpen.” —nbsp;’Er wierden Ry- Scherm- en Dansfcholen op-geregt, en Van bekwame Meesters, op enenbsp;jaarlykfche wedde, van Stadswegen, voorzien :nbsp;terwyl, boven dien, de wydvermaarde Ma/ze-baan wierd aangelegd, en aan weerskanten metnbsp;vier Boomryen omplant, ten einde de Jonge-lingfchap , moe van het blokken , én Hompnbsp;gepeinsd, zich hier, met een verlustigend fpel,nbsp;of aangename wandeling, in de lommerrykenbsp;dreven, verpozen mogte. (*)
Be-
(*) Ey den inval der Franfehen, in den jare Kjya. ,hadde reeds deze Bosfdiaadje, welke in 1(537 is aangelegd, harennbsp;vollen groei , en maakte zulk een behaaglyk en agtbaarnbsp;vertoon, dat het, zo uit dien hoofde, als van wegen hetnbsp;doeleinde van derzelver planting, de byzondere zorg vannbsp;den Commandant tot zig trok, die, op de zwaarfle draf,nbsp;k(2c Krygsvolk , alle moedwillige fchending van bet geboomte verbood. Sedert het jaar 1768, is deze Plantaadjenbsp;nog tnerkelyk verfraaid, ’door het verlengen der Lanen,nbsp;10: aan de BUdJiraat.
B
-ocr page 25-(20 )
een gouden Gedenkpenning (f) te vereren.
Zo veel voorzorgs, een zo verftandig, als weldadig, overleg konde niet misfen,hetIdaarnbsp;in voorgeftelde doel te bereiken. De Akade-mie ftak weldra het hoofd met ongemenennbsp;luister op, en behoefde in roem en vermaardheid voorgeel! ander Nederlands Kweek-Schoolnbsp;te zwigten: ja Hak, ten dezen, niet weinigennbsp;van hare Uitheemfche Zusteren den loef af.nbsp;Groot was, by na van den beginne af,de toeloop van Studenten herwaarts, zo uit alle oorden van het Vaderland,als de wyde Waereld,nbsp;immers uit de meelle Gewesten en Ryken vannbsp;Europa; zulks het getal alleen der gepromoveerden , of tot Meesters verklaarden, (*)nbsp;binnen de eerfte vyftig jaren over de Duizendnbsp;bedroeg; terwyl het, in de volgende vyftig jaren, omtrent eens zoveel beliep ;en federt,totnbsp;heden, niet minder dan 1425;makende van de
op-
rt) Zie derzalver Befchryviirg hier na volgende.
(p'j Daar (legïs weinigen van de Theologifehe Studenten den graad van Doder verkrygen , en zig doorgawis metnbsp;dien van Candidaten vergenoegen, en ondertusfehen dezennbsp;doorgaans in getal de overigen overtreffen; daar bovendiennbsp;velen flegts voor een tyd de Hoge Sciiole bywonen, ennbsp;of hunne oeffeningen ftaken , of dezelven op andere Aka-demien voltrekken : kan men hier uit opmaken , hoenbsp;groot doorgaans het getal der Heren Studenten moe: geweest zyn.
-ocr page 26-Premium hoc, una cum Jure Civitatis, Nobilisf. Amplisf. D. D. Cosf. ac Senatus inclytcs Urhisnbsp;Trajebtince donarunt Nob. JuJio Criex , quodnbsp;primus in nova Academia Ultraject. Jurisnbsp;Utriufque DuCtor ejet renunciatus , Kalend.nbsp;Decemb. cioiocxxxvi.
Dat is:
Ter Gedagtenis. Deze Eerprys , benevens Stads Burgerregt,hebben de Edele Achtbare Heren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad \J-
trecht aan den Edelen Here Justus Criex gefchonken, daar hy de eerfte was, die op denbsp;nieuwe Akademie tot Dofler in beiden de Rechten verklaard is, den i December, 1636.nbsp;Sedert was men gewoon , gelyk ook nognbsp;heden , denzulken , die , op gelyke plegti-ge wyze , of naar den ouden tram, in enigen der Hoofdtakken van Wetenfchap promoveren i nevens het Burgerregt ( * ) ,
N nbsp;nbsp;nbsp;een
(*) Aan het gefchonken Burgerregt is ook tot heden de Vrydora van Wagten en Togten verknogt: welk laatlle mede aan alle publiek gepromov^eerden verleend word. Bovendien ontvingen oudtyds, van Stadswege, de openbaarnbsp;gepromoveerden 4 Kannen Eerwyns : waar voor egter fe-‘^Ert, en nog, alleen ene ordonnantie op de Stads Thefau-rie van f 12:10. word afgegeven, en door een Bode aaunbsp;en nieuwen Doiter overhandigd.
B z
-ocr page 27-( 22 )
pngetwyfFeldjin den beginne,het gebrek aanPro-teflantfche Hoge Scholen, vooral in Duitsch-land, gelyk al mede de liefdadige ftigtingen, of erfbeftellingen, by dezen en genen, ten behoeve van onvermogende Jongelingen, gedaan. (t) Dog inzonderheid hebbe men zulks,nbsp;onder den Goddclyken zegen, toetefchryvennbsp;aan de ervarenheid en vermaardheid van zo vele doorkundige en brave Mannen, die, van tyd
tot
over het Eeuwfeest, pag. 43. Laiynfdie uitg. eu bladz. 48 en 49 der Ncderd.
(t) De Heer johan Lucas van Frankcndale maakte by uitterften willé, van dato 8 Juny 1642. ene fonime van 30nbsp;Duizend Gulden tot onderhoud van enige Jongelingen, dienbsp;in de Theologie wilden duderen. P. van Maftricht, in leven Hoogl. in de Godgel. aan deze Akademie , befptak 24
Duizend Gulden ten gelyken einde. - Juffrouw Ever-
wyn legateerde 20 Duizend Gulden tot onderfteuning van Hongaarfche en Zevcnbergfche Studenten, d:e te Utrechtnbsp;fluderen zouden. J. David van den Enden, in leven Raadnbsp;in de Vroedfchap dezer Stad, fchikte., by Tefiamente, Vannbsp;23 Feb, 1735. 30 Duizend Gulden tot onderfteuning vannbsp;onbemiddelde Studenten in de Godgeleerdheid : gelyk denbsp;overleden Raad en Oud Burgem. 'Johan Rreyer, in dennbsp;jare 1748. zyne gehele Bezitting hier voor naüet. Nognbsp;heeft, voor ettelyke jaren, de Heer Daniël Bernard Guil-jamsz. Meer van Nieuw-Hellevoet en de Quak, ene fommenbsp;van 9 Duizend Ponden Sterlings, aan Aflien in de Koningl.nbsp;Bank van Engeland, gelegateerd ten behoeve van'enigenbsp;Studenten, die uit den Nederpaltz alhier in de Theologienbsp;komen ce ftudcren.
-ocr page 28-i.
' opregting der Akademie famen een geheel van 4423 uit.
Onder dezen, althans de ftuderende , bevonden zig doorgaans, en vooi-al oudtyds, jongelingen van de edclite en aanzienlykfte Gellag-ten: zelfs Hertogen, Graven, Prinsen, Ko-nings-zonen , en die naderhand Koning wier-den (f), Ridders, Baronnen, uit- en inheem-fche Groten en VorRelyke perfonen, en de zLilken f die naderhand, aan Keizerlyke en Ko-ninglyke Hoven, de hoogfte Waardigheden ennbsp;Eerampten bekleedden. En fchoon wel in denbsp;jaren 1672. en 73. by den inval derFranfchen,nbsp;deze luister der Akademie, voor ettelyke maanden , een weinig verdoofd wierd; fcheen egternbsp;haar Zon, fpoedig na deze korte tailing, metnbsp;des te heller gloor.
Niet weinig zekerlyk bragt, behalven de onvermoeide zorg der Groot Achtb. Beftic-recen , tot dezen bloei der Akademie toe denbsp;aangename ligging dcr'Stad , welke ah door denbsp;hand der kunstige Natuur zelve gemaakt is, orn denbsp;Leerlingen der Wysheid in haren fchoot te ontfan-
gen en te koesteren. (*} - Ook hielp hier aan
on-
ft) Van de verfcheidene zonen, die Karei, Landgrave van Hesfen , herwaarts zond , om wysheid te zoeken,nbsp;wierd de oudüe, Fredrik, naderhand Koning van Z'Scden.
(*3 Men zie deze W'oordcn aangebaald by den Ed. Hooggel. Drakctthorch, in zync reeds genoemde Redenv,
ovsr
-ocr page 29-Pi«ofefforen en Studenten , door de Stad fcha-deloos gefield wierden; dat de Vroedfchap gera* den vond, de verleende Privilegiën,de een na denbsp;andere,inte trekken:gelyk reeds in den jarei643.nbsp;omtrent het Forum of het Akademisch Regtsge-bied, en met opzigte op den vrydom van Wyn-enBier-Exfynren,2 2 Juny 1657 gerchiedde.(*)nbsp;Den I7den Maart des jaars 1686. terwyl denbsp;Ed. Achtb. Heren van Woede en Benihsm Burgemeesters waren,wierd de Eerjle vvftigstever-jARiisG der HogeSchole met gepaste flaafie,ennbsp;ongemene vreugde, gevierd, over ’t geheel, nanbsp;genoeg op dezelfde wyze en met gelyke pleg-tigheden , als nu onlangs by de viering van hetnbsp;derde halve Eeuwfeest in agt genomen wierden.nbsp;De Hoogleeraar in de Welfpekendheid Joh.nbsp;Georg. Greevius deed, op dien dag, in de Doms-kerk, ene aan de gelegenheid pasfende Latyn-fche Redenvoering; (*) en de Vroedfchap gaf
een
Alle de overgeblevene Voorregten der Heren Studen-teti beflaan eiiiglyk in Vrydom van Hoofd- Koffy en Thee-geld, als mede van Togten en Wagten: gelyk ook om de Franfche 'Wyn,met ddn anker te gelyk , van buisen te mogen invoeren; en dè huur van hunne Kamers met de 6 weken aan de verhuurders op zeggen.
Als ene misfehien weinig bekende byzonderheid nopens deze §.edevoering, en eerde Eeuwfeest-viering, kan nog geroeid worden, dat ’er kort daar na een dichcerlykenbsp;pennenüryd uit ontftond, waartoe allereerst een flekelig La-tynsch Vaersje aanleiding gaf, ’t geen de beroemde F/an-
cius.
-ocr page 30-tot tyd, de leerfloclen dezer HogeSchoIe ver-fierden: van welken ik,zonder de overigen te kort te doen , de by al de waereld bekendenbsp;wzxn.tii VdiX\ Mattha:us, Voctilis, Leusden, Grce.nbsp;vius, Witfius, Noodt Breland, Burmannen, Vader en Zoon, Lampe, van Miisfchenbroek, vannbsp;den Honert, flegts behoeve te noemen , om innbsp;deze optelling niet te zeer uit te weiden : bedragende het getal der Hoogleer'lren, federtnbsp;de opregting der Akademic tot heden ,daar onder dus begrepen de tegenwoordige Herentloog-leeraren, waar op zy niet minder, dan op der-zelver voorgangers mag roemen , het etFen ofnbsp;ronde van Eenhonderd.
Niettegenftaande egter dezen bloei der Hoge Schole derfde zy doorgaans enigen van die uitlokkende voordelen en voorregten, welke op denbsp;overige Provintiale Akadcmicn dezer Repu.nbsp;bliek, aan de Hoogleeriiren en fbuderende Jeugd,nbsp;vergund worden,zo met opzigt op een afzonder-lyk Regtsgebied, als den Vrydora van Exfynfennbsp;voor ene bepaalde hoeveelheid van Wyn , Bier,nbsp;enz. Die van de Stad poogden wel,in den beginne , haar ten dezen op enen gclyken voet metnbsp;andere Hoge Scholen te brengen: dog de twenbsp;andere Staatsleden kantten zich by aanhouden-heid en zo ernfiig daar tegen; niettcgenflaan-de, gedurende een geruimen tyd, de Provir.-tiale inkomilen, voor dc 'Wyn-Exfynfen dernbsp;B 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Pro-
-ocr page 31-Staatsleden nevens der Staten Geheimfchry ver, verfcheiden Stads-Raden, en de beide Sccreta-risfen van de Politie , als de gczamenlyk Pro-feslbren.
Dan nog luifterryker vierde men op den 27 van die zelfde maand, in het jaar 1736. ondernbsp;lietBurgemecsterfchap van de Ed. Achtb. Heren//(ïöf’E7)OTg.enMr.^drwflB van Bronkhorst, hetnbsp;VOLLE Eeuw-Feest der Akademie ,1 wanneernbsp;de Hoogleeraar in de gefchiedenisfen en Wcl-fprekcnhcid, en op dien tyd Rector Magnificus , Arnold Drakenhorch , mede in de Dopis-kerk, ene trelFende Lofrede uitfprak,by welkenbsp;hy te gelyk het Reftoraat en Akademie-belliernbsp;voor het volgende jaar aan zynen Amptgenoot,nbsp;den Hoogleeraar Petm IFesfeling, overgaf; ter-wyl van Stadswege alle de Heren der drienbsp;Staatsleden, die der Geëligeerden namelj^k,nbsp;der Edelen en Riddcrfchappc , de gezamen-lyke Leden der Vroedfehap, en de Gedeputeerden der kleine Steden, nevens de Staats-cn Stads Secretarisfén, de ordinaris Raden vannbsp;den Hove Provintiaal, de Heren Profesforen,nbsp;cn Predikanten der Nederduitfche,'Walfche ennbsp;Engcifchc Gemeenten, binnen deeze Stad,fa-
men
DomnsVenn ftmdafa efi, edita, nat a Cara ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘eternttm fic haait a ra deern.
NuUius trdventu fundata liac, edita, nata,
Ta uam Vobilcum fato ohitura pari.
-ocr page 32-cius, op dat pas Hoogleeraar in de WeirprekendheiJ aan de Doorlugtige School te Arafterdam, de lust bekroop, aan dennbsp;Hoog!. Gravius te zenden; ’t geen wel dra door verfchei-dene fcherp verfneden pennen beantwoord wierd: gelyk eennbsp;en ander federt,in een Bundel verzameld, ia ’t ligt kwam,nbsp;onder den Tytel van Bcllum Pcëticum.
Het opgemelde Vaersje van P. Fiancius was van volgenden inbond.
Georg. Gravio.
Academia Vltrajcclina Ornamcnto uniconbsp;Jiibikim Academicumnbsp;Celekranti,
Lujlra decetn Trajeüina Figtiere. Gamena,
Et celebrat magnum Gravitts, ecce, diem.
Quid facis, o Gravi? fallit te calculus: erras:
Nee fletit hxc ultra bis duo lujlra domus.
Adventu fundata tuo, iccum edita, tecum Nata fuit, fato tectiin obitura pari.
Waar op, onder meer antwoorden , het volgende, aan Bnrgem. en Raad , als Curatoren, gerigt , onzes bedunkens,nbsp;den besten weerflag inhield.
Lujlra decem Trajedinas viguisfe Camenm,,
Cenfciis, Proceres! Hinc fuit illa dies Erratifne Schola Patres? A^^Francins erret,
Cui Jletit hand ultra bis dua Lujlra Domus.
Calculus hunc fallit! Vejlra viguere Gamena Lujlra decens', ^ merito ejl hinc Cekbrata dl;;,
B 5 nbsp;nbsp;nbsp;ves.
-ocr page 33-Hendrik Frifo (die, onder meer anderen Vor-llelyke perfonen, welken de Hoge School oud-tydsonder hare kwekelingen mogt tellen,mede, in zyne jeugd, de leflen van hare beroemdenbsp;Leeraren hoorde) en diens Zoon, de tegenwoordige Stadhouder en Opperbevelhebbernbsp;der Krygsmagt, zo van deze Provintie als vannbsp;die der overige Bondgenoten; zynde het eennbsp;en ander, naauwkeurig, en in ’t brede befchre-vcn door wylen den Hr. M. Schagen, in levennbsp;Leeraar der Doopsgezinde Gemeente alhier; ennbsp;vervolgens mede in druk uitgekomen. Ik fpoe-de my veel eer, om, ter beandwoording aannbsp;myn Hoofddoel, naar cisch verflag te gevennbsp;van het laatst gehouden Feest der Honderdnbsp;Vyftigste Verjaring van Utreehtfch HogeScho-le: na vooraf nog een kort woord gezegt tenbsp;hebben van haren tegenwoordigen ftaat.
Dezelve behoeft zekerlyk,over ’t geheel, niet te wyken vóór die in enigen van hare vroegere Tydperken,’tzy met opzigteop de zorg dernbsp;tegenwoordige Beflierderen , voor alles watnbsp;den welftand en bloei der Akademie kan bevorderen,’tzy ten aanzien van de kunde,ervarenheid en bekwaamheid der Onderwyzeren, (*)
'en
(*) Men kr.n dezelve, cp een na, by name vcnneld.i'in-den in ene Lyst, ageer deze befchryving gevoegd, van * de Heren ProiFesforen, die, federt het laatlle Eeuwfeest-, aan
deze
-ocr page 34-man een getal van 94 aanzittenden uitmakende, op een allerpragtigst middagmaal, in het Stads-Kindirhuis, vergast wierdeu; gelyk al mede, ternbsp;dier gelegenheid,konflig gewrogte zilvren Gedenkpenningen , zo grotere als kleinere, de eer-llen aan de opgemelde onthaalde Heren, denbsp;laatften aan de Studenten, door de Vroed-fchap wiérden uitgedeeld. Ook vergastte zichnbsp;de Ihiderende Jeugd onderling, en gaf alle gepaste blyken ener blyde deelneming in dennbsp;voorfpoed en welvaart der Akademie. Vannbsp;welk een en ander wyflegts met een kort woordnbsp;gewag maken, om deze inleidende fchets niet tenbsp;ver uit te breiden: bovendien is de naauwkeu-rige befchryving dezer Feestviering, met dienbsp;der Plegtigheden van den daar opvolgendennbsp;dag, zo als de zelve uit de wel verfneden pen-nc van den toenmaligen Remonftrantfehennbsp;Leeriiar ter dezer ftede K. IVejierbaan vloeyde,nbsp;en federtdoor den druk gemeen gemaakt wierd,nbsp;(*) nog voorhanden, en ongetwyfeld genoegnbsp;bekend.
Ik zal, om gelyke reden, geenbyzonder gewag maken van de Akademie Plegtigheden en Festiviteiten, in dejaren 1747? en 1766. ternbsp;gelegenheid der komlte en inhuldiging , alhier, der PrincenStadhouderen, fVükm Karei
• nbsp;nbsp;nbsp;Hen-
(*) By dea Boekdrukker, P, Muntendam , in groot .po, ,
-ocr page 35-C 30 )
31. daar aanvolgenden de Honderd vyftiosté Verjaring van ’s Stads Akademie plegtig te vie-(waarvan by tyds kennis gegeven wierd aannbsp;den Akademie Senaat) en te geiyk eene Com-miffie benoemde, om daar toe de nodige fchik-Idngen en toebereidzels te maken; beflaandenbsp;dezelve uit de gezamenlyke Heren Gedeputeerden ter diredie van Stads Finantie, met en benevens nog vier Heren uit die tot de Akademi-fche zaken , te weten : de Raden van Romondt,nbsp;de Ridder f Abbema en van der Muelen tot Maars-fenbroek; welke Heren dan ook ten dezen einde verfcheidene byëenkomften hielden, en alles in die juiste orde beraamden, als niet mis-fen koude beiden de goedkeuring van Hun Ed.nbsp;Gr. Achtb. en de toejuiching van elk weg tenbsp;dragen. In gevolge hier van, wierd, zo alsnbsp;by vorige gelegenheden, ook nu wederom denbsp;Domskcrk, met toeftemming der Kapittelheren,nbsp;gcfchikt, tot het houden der gebruikelyke Redenvoering, waar toe de Hoog. Eerw. ennbsp;Hooggel. Heer S. Rau^ thans Redtor Magnifi.nbsp;cus, wegens den Raad verzogt was; geiyk deze,nbsp;by ene gedrukte, en aangeplakte latynsche Be-kendmakinge, ettelyke dagen te voren, iedernbsp;een, tot het aanhoren derzelve, en het bywo-ncn van het aanftaande Jubel-Feest, op JFoens-dag den 31 May, zo wel als tot de Promotie metnbsp;de Kap van vier Heren Licentiaten, welke des
an-
-ocr page 36-en eindelyk met betrekking tot de menigte barer kwekelingen,(t) en den roem,waarmede velennbsp;derzelven ook nu nog hunne LetteroefFenin-*nbsp;gen voortzetten en voltooijen: van welk laat-fte ook deze befchryving byzondere blyken ennbsp;voorbeelden ftaat op te leveren. Over ’t geheel genomen, is de bloei en luilter der Akade-mie zo volkomen als immer; en heeft zy, innbsp;zommige opzigten, zo veel meer voordelennbsp;voor de LetteroelFenende Jeugd, naar gelangnbsp;verfcheidene uitterlyke middelen , tot beternbsp;onderwys dienende, van tyd tot tyd vermeerderd en tot groter volkomenheid gebragt wier-den.
Het was op Maandag, den SMay dezes jaars, dat de Vroedfchap het befluit nam, om op den
deze Akademie onderwys gaven en nog geven: de mede in leven zynde Heer 'Johannes Oosterdyk Schacht, Hoogl.nbsp;in de Geneeskunde, voor dien tyd alhier beroepen, en innbsp;een vroegere Lyst, in het jaar i736uitgekomen, ie vindennbsp;zynde. Met dezen maken de tegenwoordige Profesforennbsp;een aantal van 15 uit : waar van 5 in de Godgeleerdheid,nbsp;3 in de Regtsgeleerdheid, 3 in de Geneeskunde, en 4 innbsp;de Wysbegeerte en Talen.
(f) Ene Alphabetifche naamlyst der tegenwoordige Heren Studenten zal mede hier agter volgen : waaruit men zien zal, dat het getal der tegenwoordige Akaderaie-kwe-kelingen nagenoeg dat van den jare 173Ö. hy het vo-vorig Eeuwfeest, evenaard, toen men 223 Studenten telde.
-ocr page 37-Voor de Domheren en Kanunniken, in der^ xelver eigen Banken.
Voor de Predikanten in de afgegane Kerke-raads Banken.
Voor de vreemde Profesforen en Predikanten , op floelen, binnen het Doophekje.
Voor de Heren,die,wegens derzelver Com-misfien en Charges, in’s Vroedfchaps Banken zitting hebben, als mede voor ,de Regenten ennbsp;Ministers van andere Provintien en Steden, innbsp;enige afzonderlyke Banken, voor de Vroedfchapsnbsp;Banken llaande.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/
Voor de Heren Advokaten en Doktoren,in de Advokaten en Studenten Banken.
Voor de Heren Studenten, in ene daartoe afgefchotene plaats, te midden van de Kerk, voornbsp;het Doophek.
Voor de Heren Bürger-officieren, en Regenten van de Aalmoesnierskamer, en Kinderhuis , in derzelver gewone Banken.
De Vrouwen, zo der Regenten en lieden van enigen onderfcheiden rang,als der Liefhebberen , die het Muzyk zouden accompagneren,nbsp;Ronden plaats te vinden, op vertoon van Loot-fh (*) de eerflen agter de Staten Bank, op
een
(*) Van deze Lootjes wierden aan ieder der Heren van de twe voorHeittniende Leden van Staat ^ ais ook aan denbsp;Secretarisfen van Staat, dien der Staten Finantie en van da
Rid-
-ocr page 38-( SI )
anderendaags, op den i nbsp;nbsp;nbsp;namelylc, ftond
te gefchieden, genodigd hadde. Men deed, door middel van der Stads Courant,het Publiekjnbsp;een en andermaal, de gemaakte fchikkingen opnbsp;de plaatsneming in de Kerk, voor beiden denbsp;opgemelde Feestdagen , weten: en bleek hetnbsp;hier by, dat dezelve , by Heren Burgemeefte-ren en Vroedfehap op volgende wyze was beraamd en vastgefteld; te weten.
Voor de lieren Hun Ed. Mog. Ordin. Ge-deputeerden en verdere Heren der voorllem-mende Leden van Staat (alle welke Heren, namens de Vroedfehap,tot debywoning dierPleg-tigheid genodigd wierden) in de zogenaamde Staten of Gedeputeerden Bank..
Voor de Heren Raden in de Vroedfehap dezer Stad,benevens derzelver Miniflers,in der-Zilver gejioelte, en in der Prof esforen Bank.
Voor de Heren van den Hove, Prokureur GeneraaI,Maarfchalken en Griffiers (insgelyks,nbsp;uit naam der Vroedfehap, door den Heer Oudnbsp;Burgemeester van Mufj'chenbroek, Extr. P^aadnbsp;ten Hove, verzogt zynde, om de Oratie metnbsp;hunne tegenwoordigheid te vereren) in de zogenaamde Staten Vrouwen Bank.
Voor de Heren Profesforen aan deze A-kademie , in der Predikanten en Ouderlingen Banken.) benevens de plaatfen onder de-zei ven.
Voor
-ocr page 39-( 34 gt;
dentlyke Lieden, zo Burgers als Vreemdelingen.
Ingevolge van deze fchikkingen, wierd dan ook, by tyds, het ruim der Kerke van alle Stoelen en lolie Banken ontledigd, voor het Doophek een ruim vierkant voor de Heren Studenten afgefchoten , en, ter regter zyde van dennbsp;Predikftoel, boven agter de Statenbank, endnbsp;brede en ruime Gaandery met zitbanken, voornbsp;de vrouwen van den eerften rang, opgeflagen;nbsp;terwyl tegen over dezelve, voor het Orgel,nbsp;en boven de Vroedfchapsbank, insgelyks enenbsp;Gaandery getimmert wierd, om voor het Or-chest te dienen. De Preekftoel zelve wierd innbsp;feestelyken tooi gezet: deszelfs Randen en Lezenaar wierden verfierd met een afhangend op-geftrikt Kleed van groene zyde ; het Verhemelte of de Kap , met een Koepel, overtrokkennbsp;met groene Taf, van welks beneden randennbsp;men insgelyks een zyden Kleed van dezelfde ko-leur, gordynswyze met kwasten, deed afhangen : terwyl aan de Voorzyde het Wapen dernbsp;Akademie, in doorgeflagen en bly gekoleurdnbsp;beeldhouwwerk, met hare Zinfpreuk, in vergulden letters, omrand, en boven, op den topnbsp;des Koepels, een levensgrootte blazende Faam,nbsp;geplaatst wierd.
Intusfchen waren de Heren Politieke Com-misfarisfen in den Kerkeraad verzogt en geau-
tlio-
-ocr page 40-een verheven gcftoclte of Gaandery, de laet-ften in iolTe Banken voor die der Kanunniken; en hadden, ten dien einde, integaan op hetnbsp;Munfter-Kcrkhof, door de deur van het Dom-Kapittel, terwyl voor het overige JiifFerfchapnbsp;ftoelen geplaatst waren voor de Graftombenbsp;van den Admiraal va}t Gent, naar welke plaat-fen men door de Noorder-Deur der Kerke had-de in te gaan; blyvende het ruim of buik dernbsp;Kerke ten gebruike van alle-fatfoenlyke en or-
dent-
llidderrcli?p, 2 fluks iiitgedeeld, zo voor’t Jubilé als de Promotie: gelyk mede het zelfde getal aan Burgemeestcretinbsp;eii Raden in de Vroedfchnp, nevens derzelver Secretarisfetinbsp;en Klerken , aan de Ordin. Raden van den flove Provis-tiaal, den Procureur Generaal, de Griffiers en Maarfchal-ken, en aan den Decan , Proost, en alhier wonende Kanunniken van ’t Domkapittel. Voorts aan den Reélornbsp;Magnificus, in hoedanigheid als Redenaar,vier; aan de overige Profeslbren ieder twee fluks, aan elk der vier Licentiaten vier, derzelver Paranymphen,alsmede aan de Profesfo-ren, de Predikanten der Nederd. AValfche en Engelfche Ge-inecnien , ieder één fluks, en aan de Regenten van hetnbsp;Fundatiehuis, gtfligt door de Vry Vrouwe van Renswoude ,nbsp;beneJfens derzelver Secretaris, en die van ’t Ambagtskin-derhuis,ieder 2 fluks: en aan den Refl:or,en verdere Prte-ceptoren van ’t Latynlche School, ieder één fluks: allennbsp;voor eiken dag. Terwyl aan de helpende Liefhebberen dernbsp;Muzyk onderfcheidene Lootjes voor Vrouwen zitplaatfennbsp;gegeven wierden : dog die voor de Graftombe van dennbsp;Admiraal v/m Cent ter dispofitie van de Stoelenzetters gelaten.
-ocr page 41-C 36 )
de van de Lange-Nieuwjiraaty naast het Stads-Kinderhuis, verzogt,om, daar toe, de grote Zaal van opgemelde Gebouw en verdere benodigde vertrekken te willen lenen, die zulksnbsp;ook gaarne deden. En wierden tot het by-wonen van deze Maaltyd, zo uit de Heren Hunnbsp;Ed. Mog. Ordinaris Gedeputeerden, als uit denbsp;Leden van den Raad, nevens de gezamentlykenbsp;PiofciToren, een aantal van 53 Heren genodigd ; waar van eg ter 10 Heren zig verfchoon-den , te weten de Heer van Cockengen, uit hoofde zyner hoge jaren, de Heer Secretaris Laan,nbsp;wegens deszelfs Commisfie in ’sHage, en innbsp;wiens plaats de Heer Ram, als in deszelfs afwezen den post van Geheimfchryver ter Vergadering van Staat en. van Gedeputeerden waarnemende, vervolgens verzogt wierd; de Pro-fefforen Fos en Luchtmans, wegens lighame-lyke ongefteldheid^ de Heren Oud Biirgemees-teren Berger (de enigfte| van alle de Regenten,nbsp;die de Feestmaaltyd van het honderdjarige Ju-bilé hadde bygewoond) van den Boogaard, e.nnbsp;yan der Dujfen, om gelyke reden, en de Radennbsp;Jfieling, van Westrenen, en de Leeuw ,teT oor-zakc van derzelver Commisfien in ’sHage.
' Lang egter draalde het, eer men zig bepaald hadde , welk byzondcr blyk, ter dezer gelegenheid , aan de Ruderende Jeugd, van PI. Ed. Gr.
Acht-
-ocr page 42-thorifeerd , ora, van wegen de Vroedfchap, aan de Predikanten der Nederduitfche Gemeente tenbsp;declareren: dat het aijn Hun Ed. Gr. Ach tb.nbsp;aangenaam zou zyn, indien Hun Eerw. op Zondag, den 28. May, in derzelver Gebeden,innbsp;alle de Kerken, de 150 jarige gedagtenis van denbsp;oprigting der Akademie,met dankzegging aannbsp;den Allerhoogften, geliefden gedagtig te zyn:nbsp;gelyk dan ook opgemelde Heren zig van dezennbsp;last kweten i wordende de Prèdikanten van denbsp;Walfche en Engelfche Gereformeerde Gemeenten een foortgelyk verzoek gedaan, uit naamnbsp;der Vroedfchap, door den Secretaris van Voorst,nbsp;Aan welk billyk en godvrugtig verzoek, dannbsp;ook, door alle de op dien dag den H. Dienst’nbsp;waarnemende Leeraren der opgemelde Gemeenten , de een min de andere meer uitgebreid,nbsp;dog by elk op de gepaste wyze, beantwoordnbsp;en voldaan wierd.
Wyders wierd onder meer anderen, by de Heren van de Commiine,voegzaam geoordeeld,nbsp;overëenkomftig het gebruik, by vorige gelegenheden , het aanftaande Feest met een prag-tig middagmaal, op Stads kosten, te vieren;nbsp;gelyk het zelve dan ook tegen den eerften dagnbsp;befprokenwierd:wordende de Heren Regentennbsp;quot;Van het FwnJat/e Hwir, van wylen de Vry Vrouwe van Renswouêe, ftaande aan het Zuiderein-C 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 43-voor geld bekomen , (*) en moetende, na bet affchroeven van het nodige getal, de Stempelnbsp;of schroef gebroken worden, ’t geen, uitnbsp;eigen aart, de waarde daar van moest vergroten.
Het was met een byzonder genoegen, dat de Heren Studenten dit befluit van den Raad ver-ftonden; gelyk zy dan ook, van dien tyd af,nbsp;zig met des te meer blymoedigen yver, onver-wylden fpoed,en eenparigheid aan het overleggen begaven van dewyze,op welke, aan hunnen kant, daar aan best te beantwoorden, ennbsp;mede toetebrengen, tot de luillerryke Vieringnbsp;van het'aanftaande Jubel-Feest.
De onderfcheidene Faculteiten, uit naam der Vroedfehap, verzegt zynde, in het Auditorium te willen vergaderen, ten einde een ennbsp;ander daartoe te beramen; kwamen die van denbsp;Juridifche, of Regtsgeleerde Faculteit, het eerstnbsp;by een, op maandag den 2.2 May, des namiddags ten 3 uren : wanneer, door den Heernbsp;David ^oan Mom, als oudfte Student, uitnaamnbsp;van den Raad aan de gezamentlyke Heren verklaard wierd: „ dat het der Vroedfehap aan,nbsp;,, genaam zoude wezen, by aldien de Studen-
„ ten,
(*) Sedert is deze Rerolutie in zo verre geampHeerd, dat ook aan ieder der Heren Profeslbren een gelyke zilverennbsp;Gedenkpenning is ter hand gefteld geworden.
-ocr page 44-Achtbaarhedens goedkeuring , of aanmoediging in hare vervvagte deelneming aan de bepaalde Feestviering, zoude gegeven worden:, en waarin zulks gevoeglykst, en zonder te veelnbsp;van vroegere gebruiken af te wyken, beftaannbsp;konde. Men errinnerde zig wel,dat, by denbsp;eerfte 50^2 Verjaring der Akaderaie, gene Gedenkpenningen , ’t zy aan hare Burgers, ’t zynbsp;aan de Heren vanRegcringe, waren uitgedeeld;nbsp;gclyk dit by het Honderdjarige Jubilé haddenbsp;plaats gehad; en wilde dus, ook ten dezen,nbsp;het voegzaam onderfcheid , tusfchen een halfnbsp;en heel Eeuwfeest, mede liever in agc nemen.nbsp;Dan, weldra befpeurende, dat de Heren Stude-ten, boven alle gedane aanbiedingen, den voorrang gaven aan het meer duurzaam bewys vannbsp;des Raads hoogagting en goedkeuring hunwaards, ’t geen een Gedenkpenning, van hoenbsp;geringe waarde dan ook,naar hun inzien, moestnbsp;opleveren, maakte men niet langer zwarigheid,nbsp;om, ten gevalle ener,op haar zelve loffelyke,nbsp;eerzugt der Heren Studenten, in dit opzigtnbsp;van het vorig gebruik af te gaan; en wierd,nbsp;gevolglyk, op voordragt der Commisfie; totnbsp;het doen vervaardigen van enen zilvren Gedenk-penning¦)hY den Raad befloten,met byv^oeging,nbsp;dat dezelve eniglyk aan de Studenten zou worden uitgedeeld; kunnende alleen de Leden vannbsp;denR aad, des begerende, elk tot 2 fluks daar vannbsp;C 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor
-ocr page 45-( 39 )
„ ten, op den dag van het Jubile , de Heren „ ProfelToren uit de Akademie naar het Stad-„ huis, en vervolgens de Heren Curatoren ennbsp;j5 Profeflbren van daar, naar de Domskerk, wil-,, den,vergezellen”. Waar op befloten wierd,nbsp;des anderdaags weder daar over by een te komen 5 terwyl intusfchen de voorflag gedaannbsp;wierd, om famen, en gemeenfchappelyk metnbsp;de overige Studenten , een Soupé of deftig A-vondmaal dien dag te houden, waar voor ter-ftond zig een aantal van 79 genegen verklaarden; ondertekenende daar toe de reeds tennbsp;dien einde fchriftelyk ontworjien voorwaarden , met affpraak, om gelyken voorflag aan denbsp;Heren der overige Faculteiten te doen.
Des anderdaags kwamen de Heren Juristeny op het zelfde uur, als den vorigen dag, opnbsp;nieuw by een:' gelyk mede de Theologantennbsp;en die van de Medicynfche Faculteit, ondernbsp;welken zig toen als nog de Philofophen en Lit-terators bevonden , afzonderlyk vergaderden:nbsp;wanneer ook by dezen, tot het voorgeflagennbsp;Soupé, en, nevens de eerften, mede tot hetnbsp;doen vervaardigen van ene Illuminatie y befloten wierd: en tegelyk by allen het dragen vannbsp;zyden Cocardes aan de Hoeden, en Strikken aannbsp;de Degens, beraamd wierd, onder bepalingnbsp;Van de onderfcheiden koleur voor elke Faculteit.
‘ nbsp;nbsp;nbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tot
-ocr page 46-( 4° )
Tot het laten gereedmaken van het Soupé en Illuminatie wierden uit elke Faculteit 2 Com-misfarilTen benoemd, te weten: uit de Theolog.nbsp;W. Karp en G. vanKooten, uit de ^urid.nbsp;Ja. Jquot; H. VAN Lynden ut Lunenbtirg^ en P.nbsp;van Hoogstraten, uit Ae Medic. M. Coen-RAADS en A. H. Costerus: en eindelyk uit denbsp;Philof. (welke zig eerst enige dagen later vannbsp;de Theol. en ^md.affcheidden) Jacobus Hart-WYK en M. Exalto d’Almaras : aan welkenbsp;Commisfie de fchikking en belluur van alles,nbsp;daartoe betrekkelyk,gelaten wierd.Alleen kwamen de onderfcheidcne Faculteiten nog eens,nbsp;elk afzondeiiyk,by een , op den volgenden Za-turdag, wanneer de Heren, van gelyke jaren,nbsp;onder elkandercn, over den Rang, die voornbsp;.’t overige naarden tyd, gedurende welke mennbsp;Student geweest was , wierd afgemeten, lootten.
Voorts wierden, door ene Deputatie, van 2 Heren uit hetmidden dezer Commisfie, Heren Curatoren verzogt, het Soupé te willennbsp;by wonen , gelyk mede Heren Profelforen,nbsp;door Kaartjes, daar toe genodigd wierden :nbsp;fchoon egter allen, de Hr. Profellbrnbsp;veld alleen uitgezonderd, beleefdelyk bedankten, uit hoofde van het te houden Middagmaalnbsp;op het Fundatiehuis; belovende des nietteminnbsp;elk, zo mogelyk,het gezelfchap voor een korten
-ocr page 47- -ocr page 48- -ocr page 49-ten poos met zyne tegenwoordigheid tc zulleii vereren.
Intusfchen verdedigden de beiden Rechtsgeleerde Studenten, en zo Gelderiche als Zut-phenfehe Jrs. Joan Elias Nicolaas , Baron VAN Lynden tot Hoevelaken, en Allartnbsp;Philip Reynier Carel, Baron van der Borgh,nbsp;TOT Verwoolde , de een na den ander , ondernbsp;voorzitting van den Hr. Profeiror Bondam,nbsp;opentlj'k derzelver Redentwisten ; de eerftenbsp;deszelfs Proeve de Pa£ti obftagialis Vuluntarii indole , effectu Ê? abrogatione, in primis in Gelria ,nbsp;dat is; over den aart, werking en affehaffing dernbsp;Frywlllige Gyzeling (oudtyds mryding , of lei-fting, geheten) inzonderheid in Gelderland: en dcnbsp;twedc zyne Verklaring, ad Articulum I. Ti-tidi XIII. Statutoriim Coinitatus Zutphanienfis:nbsp;dat is ; over den 13d™ Titel des ijlen Artikels der Landwetten van 't Graaffehap Zutphen.
Zo als reeds in February te voren dc Jonge-ling Albertus Gerhardus Smith, van Batavia, in dc Indi.ën, geboortig, de zyne gedaan hadde, onder voorzitting van den Hoog], 7y-denian ; da Privilegiis Societatis Indies Orienta-lis: dat is, over de Foorregten der Oost-Indifchenbsp;Maatfehappy: en nog vroeger, in het thans lopend jaar, de Regfsgeleerdc Licentiaat Egber-Tus Westenberg, Zwollenaar, onder voorzitting van den Hr. Profeiïbr Foorda,cnc open-C 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bare
-ocr page 50-( 42 )
bare Redentwist gehouden hadde, de Majes-tate Populif of de Oppermagt des yolks.
Welke vier wakkere Jongelingen dan ook, reeds, by een befluit van den Akademifchen Senaat , op deze prove hunner gevorderde kennis , het Licentiaatfchap, of den vrydom, verkregen hadden, om tot den Graad van Doktoren in de beiden Rechten ^ en dat wel more Ma-jorum, of naar de wyze der Ouden, met dé Kap,nbsp;meer plegtig verheven te worden: gelyk hunnbsp;wensch en doel was, by gelegenheid van hetnbsp;aanftaande '^uhilé, dien Eerprys hunner noeftenbsp;Lettervlyt te behalen (*},
Dingsdag den 30 May en dus daags voor het Jubilé waren alle de Studenten, byenegefchre-ven en ter gewoner plaatfe aangeplakte latyn-fche uitnodiging van den Redor Magnificus,
en
(*) Ongetwyffeld zouden nog meer Studenten, in onder-fcheiden Faculteiten, insgelyks, more niajorum, ter dezer gelegenheid, tot de Doktorale Waardigheid verheven, ennbsp;daar door de Luider dezer plegtigheid niet weinig vermeerderd, zyn geworden: ware niet deze Feestviering,welke,nbsp;anders op den Verjaardag der Adademie invallende, op dennbsp;26 Maart reeds hadde behooren plaats te hebben, tot enennbsp;onbepaalden tyd, uitgefteld geworden. Ter dezer oorzakenbsp;zagen enige Studenten, wier leerjaren geëindigd waren, vannbsp;hun eerde voornemen af, en vernoegden zig, met op denbsp;gewone rvyze te promoveren; gelyk zy dan ook, voor hetnbsp;bepalen van den dag der Feestviering, de Hoge Scholereedsnbsp;verlaten hadden.
-ocr page 51-en Akademifchen Senaat, tegen ’s avonds ten 7 uren verzogt, aan de Akademie te willen ver-fchynen: wanneer ene Commisfie uit de Vroed-fchap, beftaande uit de Raden Verschoor ennbsp;Falck, verzeld van een Stadsbode, dragendenbsp;de Penningen, insgelyks aldaar verfcheen, ennbsp;zig eerst in den Senaatkamer, dog flraks daarnbsp;na, met de Profeflbren, die reeds vooraf derwaarts gegaan waren, in het groot Auditoriumnbsp;of de eerfte Gehoorzaal begaf: alwaar dezelvenbsp;door de Studenten opgewagt wierd.
De ProfelToren in derzelver Banken gezeten zynde, en de beiden Heren der Commisfiequot;, denbsp;Catheder of het fpreekgefloelte beklommen hebbende , deed de Heer Verfchoor^ het woordnbsp;voerende, ene korte dog niet min cierlykc cnnbsp;ter gelegenheid paffende Aanfpraak, in denbsp;Nederduitfche taal , aan de letteroefenend*nbsp;Jeugd , daar by het oogmerk van derzelvernbsp;komst, en hunnen last, ontvouwende.
Na het eindigen van welke Aanfpraak de Studenten verzogt wierden, naar rang der Faculteiten , één voor één , op het horen aüe-zen van zyn naam,voor te treden tot het ontvangen van een Gedenkpenning, door den Ed.nbsp;Gr. Achtb. Raad den Akademie Burgeren toege-dagt. Waarop, de Commisfie met de Profes-foren weder naar den Senaatkamer gekeerd zyn.nbsp;de,, las de Hr. Falck de namen op, en ontving
ver-
-ocr page 52-( 44 )
vervolgens ieder , uit handen van den Heer Virfchoor, den Gedenkpenning.
Opgemelde Penning, in zilver gefchroefd, heeft na genoeg de grootte van een Galden:nbsp;op de Voorzyde ziet men het Wapen der Hoge Schole, met hare fpreuk omrand, zo alsnbsp;reeds hier voor door ons befchreven is; ter-wyl men op de Tegenzyde het volgend byfchriftnbsp;leesd.
CLffio Natali.
Anno
Academies fats.
Civihus Numum. '
Deder.
Cosf. amp; Senateres.
Trajectenfes.
CIO OCCLXXXVI.
dat is;
De Utrechtfche Burgsmeefters en Raden hebben dezen Penning y aan de Burgers hunner Hogenbsp;Schole, op hare isofie Verjaring, gefchonken.
¦ Gedurende dat deze uitdeling gefchiedde, hielden de verzogte Meesters en Liefhebbers der Miizyk, zig, ten aanhoren van ene talryke toe-gevloeijde menigte, in de Domskerke bezig,nbsp;met ene herhaling der fpeel- en zangftukken gt;
( 45 )
waar mede men voorhadde,de Plegtigheidvan den volgenden dag te veraangenamen.
Deze dag, de laatfte of sifte der voorlede-ne Maand MhY, wiens voorafgaande gerugt, by het tegenwoordig aangenaam jaargetyde, enenbsp;uitbundige fchare van Vreemdelingen , uit denbsp;meefte oorden van ’t Gemenebest, zonderlingnbsp;uit de nader byliggende Steden en Plaatzen,nbsp;herwaarts gelokt hadde; gelyk dezelve, doornbsp;ieder weldenkend, en der Wetenfehappéa gun-ftig, Burger en Ingezeten, met een heilwens-fchend verlangen,verbeid wierd;was de fchoon-fte, die ooit de lieve Lente geven konde, en
tekende dus de Natuur zelve, in ene onverpoosd fchitterende Zon, aan den helderflen Hemel, en het aanvoeren van hare koefteren-de ftralen, op de donsfche wieken vaneenzagtnbsp;Oost-wintje, als ’tware een zinneprent, hoenbsp;gelukkig Vader Pheebus zyne Zanggodinnennbsp;thans bezig was aantelachgen, en met welk eennbsp;heilfpellend genoegen hy neder zag op den Zetel, hem en zynen Maagdenftoet, zedert zonbsp;velé jaren, in Utrecht opgeregt, en het llatignbsp;Eeuw-Feest, waar mede men nu, voor de der.nbsp;dentale, deze oprichting Hond te vieren.
Geheel wierd ook deze dag aan de beraamde Akademie plegtigheden toegewyd, zo door hen,nbsp;die daar aan regtftrccks deel hadden , als die.nbsp;er flegts aanfehouwers van waren- -—
De
-ocr page 54-C 46 )
De gewone bezigheden, die niet volflrekt noodzakelyk waren, en de minfte verpozingnbsp;duldden, ftonden allen na genoeg IHi: nieuwsgierigheid en blyde deelneming lokte, geftadig,nbsp;elk ter plaatze, waar iets, tot het Feest be-trekkelyk, te zien of te horen was. De ftra-ten grimmelden van menfchen: de huizen waren , allerwegen, waar enige floet of iets pleg-tigs te befchouwen viel, tot aan de boven lienbsp;verdiepingen met Toekykers, uit opengefcho-ven venfter-ramen liggende, opgepropt. Alles was vreugde en bly genoegen; terwyl nog-thans, onder al de drukte, niets, dat naarnbsp;enige der minfte wanorde of ongeregeldheidnbsp;zweemde, plaats greep.
Dog om tot byzonderheden te komen. — Een verenigd gelui van alle Stads Toren-KIok-ken begon reeds, des morgens ten 7 uren, hetnbsp;Feestelyke van den dag aan te kondigen; wordende het zelve, ten 8 uren, vervangen doornbsp;een meer ftrelend Muzyk, op de Klokkenfpel-len ,zo van den Doms- als Nicolaas Kerktoren:nbsp;en voorts het een en ander, tot aan het beginnbsp;van de Oratie , om het uur, by afwisfeling gehoord. - Ten half 9 uren vergaderde de
Vroedfchap op het Stadshuis: zynde nu mede de Leden, die, uit hoofde van derzclver Cora-misfien , anders gene zitting hebben, buitennbsp;gewoon bcfchreven , ten einde, ter dezer ge
( 47 )
legenheid , de Plegtigheden, nevens de Oratie, by te wonen. Gelyktydig posteerde zig eennbsp;Detachement Ruitery te Paard, van het alhiernbsp;in bezetting leggende Krygsvolk, onder aanvoering van een Wachtmeefter, op het Pleinnbsp;voor het Raadhuis: terwyl een Wacht van de-zstmanfehap, te Voet, voor de grote deur postnbsp;gevat hadde, om den in- en uitgang onbelemmerd te houden: gelyk mede dusdanige Wag-ten zo aan de Noorder deur der Domskerk, alsnbsp;aan den ingang van het Kapittel, op het Oud-Munjler-Kerkhof geplaatst waren. Kwartier nanbsp;9 uren begaven zig, onder enen nieuwen aanhef van het Klokken gelui, 2 Heren uit denbsp;Gecommitteerden tot de Akademifche zaken;nbsp;zynde de Raden van Romondt en de Ridder,nbsp;nevens den Stads Secretaris de Ruever , vannbsp;het Stadhuis, gevolgd wordende door 2 Boden, met hunne Wapenftokken, en voorafgereden , zo wel als opgelloten, door eennbsp;gedeelte van voornoemde Paardevolk, om denbsp;Heren Profefforen, inmiddels in de Senaatka-mer der Akademie vergaderd , van daar af tenbsp;halen: wordende deze Heren Gecommitteerden,nbsp;aan de deur van het groot Auditorium, doornbsp;Heren Aflesfores (*} ontvangen, en binnen geleid : waar de Heer van Romondt , het woord
voe*
G) De Heren Profeflbren Voorda en Sf^sar,
-ocr page 56-Y^oerende, in ene korte en gepSste aanfpraak,-Iret oogmerk der Comraislie ontvöu\vde,en daar op, door den Reclor Magnificus , in even gepafienbsp;bewoordigingen,beantwoord wierd. Het Corps!nbsp;der Heren Studenten, zig mede tegen dien tydnbsp;naar de Akademie begeven hebben, ftond, innbsp;de beiden Gehoorzalen^ wagtende. Deze IIc-xen waren allen in net gewaad,een groot deelnbsp;in ftatig zwart uitgedost, en tevens elk ver-lierd met ene Cocarde aan den hoed, waarinnbsp;het Akademie-Wapen, en een zyden ftrik aannbsp;het gevest of,den greep van den Degen, die,nbsp;in den optogt,door elk bloot in de hand gedragen wierd, nevens óicn Gedenkpenning , daags tenbsp;voren hun door de Vroedfehap vereerd , hangende mede aan een zyden Lint op de borst. Denbsp;Linten, zo van den Hoed- als Degen ftrik, waren onderfcheiden door ene viervouwdigc bj’-koleur , ten einde de vier Faculteiten te kenmerken : dragende de Theologanten Rozenroodnbsp;en Wit, de Juristen donker Rood en Wit, de Medi-cynfche ligt, of hemels Blaauw en Wit, en denbsp;Philofofen en-Litteratores KoornUaamv en Wit.nbsp;Na enige ogenblikken toevens van de Commis-jie in de Senaatkamcr , begon de train alsnbsp;volgd:
1. nbsp;nbsp;nbsp;EenWagtraccstcr met 6 Ruiters te Paard.
2. nbsp;nbsp;nbsp;Twee Pedels, met de Akadcmic-ftaven.
3. nbsp;nbsp;nbsp;De lieer Reftor Magnificus, gaande tusfehen
de
-ocr page 57-de beiden Stads Gecommitteerden en Secretaris gt; die aan weer zyde een Stadsbode naast zig hadden.
4. De Heren Profejforen, allen, gelyk de Hr. Reélor, in derzelver ftaatfie Tabbaarden,naarnbsp;rang der Faculteiten, twe aan twe.
3. Het Corps der Studenten^ mede twe aan twe, en in den rang van derzelver onderfchei-dene Faculteiten en jaren: gaande dus de Godgeleerden vooruit,daarop de Rechtsgeleerden,nbsp;toen de Geneeskundigen en laatftelyk de Wys-gerigen en Letterkundigen.
6. Vier Ruiters te Paard.
Men ging uit de Oostdeur, naar en over de St. Martens-Dam agter St. Pkter , langs hetnbsp;Oud Kerkhof naar het .Stadshuis. Daar gekomen zynde 5 wierden de Profeflbren in de Sche-penskamer, en de Studenten in de grote Secretary gebragt: terwyl de Heren van de Cornmis-fic in de Raadzaal traden.
Een weinig na 10 uren, begaf zig de volle fbaatfie, onder een nieuwen aanhef van alle hetnbsp;Klokkengelui, van het Stadshuis, naar de Doms-Kerk, in dezer voegen.
1. nbsp;nbsp;nbsp;Een Detachement Ruitery opende dennbsp;train. Hierop volgden onmiddelyk
2. nbsp;nbsp;nbsp;De Heren Studenten ^ dan thans in enenbsp;omgekeerde orde van zo even: zulks de Phi-lofophen en Litterators nu eerst, en de Theo-
D nbsp;nbsp;nbsp;lo.
-ocr page 58-loganten laatst gingen, zo nogthans, dat de vier Heren Licentiaten, die van derzelver Pa-ranymphen verzeld waren, deze ecrfte verdeling floten. Op de Studenten volgden
3. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Deurwaarders, met derzelver Wapen Hokken: en agter dezen
4. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Letter dienaar s daar na '
5. nbsp;nbsp;nbsp;De beiden Heren regerende Burgemeesters,nbsp;met derzelver Liverei bedienden op zyde; gevolgd door de
6. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Pedellen , met derzelver flaven.nbsp;Toen
7. nbsp;nbsp;nbsp;De Rector Magnificus, gaande tusfehen denbsp;twee meergenoemde Heren Gecommitteerden totnbsp;de Akademifche zaken ,• hebbende deze Herennbsp;mede derzelver Liverei bedienden op zyde.nbsp;Thans volgden
8. nbsp;nbsp;nbsp;De verdere Heren Profesforen, in rang,nbsp;paar aan paar. Straks wederom
9. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Deurwaarders ^ met derzelver Wa-penflokken: en agter dezen
10. nbsp;nbsp;nbsp;Vier Letterdienaars. Vervolgens
11. nbsp;nbsp;nbsp;De lieren Raden in de Vroedfehap, allennbsp;in het zwart gekleed, en met derzelver Liverei bedienden op zyde ; dezen , geljflc; de overigen, in nieuw gewaad lütgcdoscht zynde: Ennbsp;daar na
12. nbsp;nbsp;nbsp;De Heren Secretarisfen^ zo van de Poli-cic, als van den Ed. Achtb. Gerechte en van
de
-ocr page 59-( 51 )
de Momboir-Kamer, paar aan paar, in rang: wordende gevolgd door
13. nbsp;nbsp;nbsp;De overige Stads-Boden, en de gehelenbsp;Train opgefloten, door
14. nbsp;nbsp;nbsp;Een Detachement Kavallery.
Men nam, in dezen llatigen optogt, onder enen verbazenden toevloed van Aanfchouwe-ren, ih wel geregelde- orde, den weg, uitnbsp;de Voordeur van het Stadshuis,over het Oud-Kerklwf,agter St.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;langs, om de St. quot;^ar-
tens-Dam henen naar de opgemelde Kerk.
De Studenten,aan de Kerk genaderd zynde, fchaarden zich in twee reyen, door welken denbsp;Train ter Noorder Kerkdeure mtmd; fluitendenbsp;ly vervolgens den Train op, en alzo mede denbsp;Kerk in flappende.
Intusfchen hadden H. Ed. Mog. zo Ordina-ris Gedeputeerden, als. verdere Heren der beiden Voorflemmende Leden v^an Staat, mede allen in flatig zwart gekleed, in train vanKoet-fen, voorgegaan door derzelver Boden, zichnbsp;insgelyks naar de Kerk bsgev'en: zo als ook denbsp;Heren Raden van het Hof Provintiaal, daartoe,nbsp;uitnaam der Vroedfchap, door den Heer vannbsp;Miijfchenhroek, alsExtraord. Raad ten Hove, genodigd zynde, mede in ftaatfleenverzeld vannbsp;den Procureur Generaal , nevens derzelvernbsp;Miniflers en. Suppoosten, derwaarts, te voet,nbsp;gegaan waren.
D 2 nbsp;nbsp;nbsp;Thans
-ocr page 60-Thans hield het Klokkengelui op, en trok de Ruitery af; blyvende nogtans de Wagten ,nbsp;te Voet, zo aan genoemde Deur, als aan dienbsp;op het Oud-Munlier Kerkhof, post houden;nbsp;gclyk zig ook, binnen de Kerk, twee fchild-wagten aan de Bank van Hun Ed. Mog. viernbsp;aan de Banken der Vroedfchap, en twee aannbsp;de afgefioten plaats voor de Studenten, bevonden , om het inkomen van vreemden, en dennbsp;drang der menigte, aldaar te beletten.
De Rcélor Magnificus , door meer genoemde Heren Gecommitteerden tot aan de trappen van den Prêekftoel geleid, en dezen, nevensnbsp;de overige Heren Raden, Profeflbren en Studenten , op derzelver plaatfen gezeten zynde;nbsp;begon het Muzyk van het Orchest, ’t geen uitnbsp;niet minder dan 70 Liefhebbers en Meesters,nbsp;zo van hier , als uit Amjlerdam en elders, be-ftond, en waar van elk, om ftryd, zo op enenbsp;verfcheidenheid van Inllrumenten, als byzon-derlyk met de flem, in de zoetiuidenfte tonennbsp;zig deed horen; gelyk dus, ten aanzien van hetnbsp;laatfle, de kunstkundige Heren Ten Bokken ennbsp;Ahr. van Duiken, zig van de overige Zangersnbsp;doorgaans onderfcheidden, door het uitvoerennbsp;van de meelle Diihs.
Men fpeeldc vooraf eene grote Ouverture: waarna een Zan^fluk vojgde , beftaande in 5nbsp;Delen , en beginnende met een zwaar Chorus ;
-ocr page 61-C 53 )
rm; terwyl het telkens met Choren wierd af-gewisfeld.
Hier mede de luifterende oren der talryke menigte, van allerleien rang, ftaat en kunne,nbsp;waarmede de Kerk was opgepropt, op de aan-genaamftc wyze, gedurende een geheel uur,nbsp;gcftreeld zynde: hief de Heer Reftor Magnificus, cene Latynfche Panegyris, of Lofrede,nbsp;aan, welker hoofdzakelykcinhoud een vertoognbsp;behelsde, „ van de grotere welvaart, endennbsp;,, toenemenden bloey enluifter, die der Ho-5, ge Schole, federt den aanvang van dezenbsp;„ Eeuw, door Gods goedheid mogt te beurtnbsp;„ vallen:” zulks meer byzonder en onderfchei-denlyk aantonende, zo met opzigt op de kundigheid en ervarenheid der Hoogleeriiren, dienbsp;van dien tyd af de Akademie vcrfierden, ennbsp;waar van enigen der meest beroemden door dennbsp;Redenaar, met den gepasten Lof, wierden opgeteld; als het groot aantal van Leerlingen,nbsp;haarvvaarts tocgcvloeyd, en de menigte vannbsp;vermaarde Geleerden, onder welken niet weinigen van de aanzienlykfte Geboorte en Rang,nbsp;Avelken zy onder hare Kwekelingen mogt tellen.nbsp;Waarna zyn Hooggel. ftil Rond op dezo aan-rncrkelyke verbeteringen , aan de openbarenbsp;Boekery, Kruidhof, en ’t geen verder zo tennbsp;nutte als fieraad der Akademie is Rrekkendc,nbsp;in'lict gezegde'tydvak tot heden, toegebragt:
D 3 nbsp;nbsp;nbsp;la-
-ocr page 62-C 54 )
latende hier op een korte fchcts van den te, genwoordigen ftaat der Hoge Schole volgen :nbsp;en eindigende, na ene korte toefpraak, aanbeveling en gelukwenfching aan Heren Curatoren , met ene hartgrondige bede tot God voornbsp;de befcherming en den voorfpoed der Akade-mie, hare Bezorgeren, Leeraren en Kwekelingen. (*)
Ruim ter helfte der Oratie gevorderd zynde, brak de Hoog Eerw. Redenaar zyn vertoog,nbsp;by ene gepaste afdeling, voor een korten wy],nbsp;af, en deed zig en zyne Toehoorders, gedurende omtrent een kwartier uurs, verpozen,nbsp;door enen nieuwen aanhef van het Muzyk; ’tnbsp;geen als toen alleen in een Inflrumentaal Ruknbsp;beftond.
Naheteindigen der Redenvoeringebegonhet Muzyk ten derdenraale;beftaande als toen in eennbsp;Zangftuk van 5 delen, eindigende meteen volnbsp;Chorus: en tot flot, door ene Ouverture op hetnbsp;Orgel en andere fpeeltuigen gevolgd wordende.nbsp;De Poëzy der Zangftukken was van den Digt-
kun-
0) Deze Latynfche Redenvoiring is federt, volgens een befluit der Vroedfehap, op Stads kosten, door den druk in knbsp;ligt gegeven: en by den uitgever dezer bifchryving, alsnbsp;Akademie-Drukker, te bekomen. — Ook is de Hooggeleerdenbsp;Redenaar voor zyne aangewende inoeyte, door den Raad,nbsp;Jnetena Gratificatie, ofvereering vica. Tweehonderd en vjf-tig Guldens, befchoiiken geworden.
-ocr page 63-( SS )
kundigcn Heer en Mr. J. P. jS^leyn (*) : der-zelver Miizyk van den Heer F. Nieuwenhuizen-) Organist van de Domskerke en .Stads Klokken-nist alhier, die mede al het Inflrumentaal Mu-zyk voor deze plegtige gelegenheid gecomponeerd had; wordende de uitvoering gedirigeerdnbsp;door den Hr- J. P. Ruloffs, van Amfterdam',nbsp;die ook de eerfte Viool Ipeelde.
Het was reeds by half 2 uren na den middag, eer'de plegtige verrigting was afgelopen, en denbsp;menigte der Toehoorderen de Kerk verliet:nbsp;wanneer de Heren Gedeputeerden Staaten zig,nbsp;nevens derzelver Minifters, de Heren Burge-meesteren en verdere Gecommitteerden tot denbsp;Akademifche zaken, die van de Financie, ennbsp;enige verdere Leden uit de Vroedfehap, metnbsp;derzelver Secretarisfen, en de gezamentlykenbsp;Heren Profefforen, als genodigden tot het, opnbsp;het reedsgemelde Fundatiehuis,bereid Middagmaal, eerst in de Confistory-kamer begaven,nbsp;cn, van daar , na een weinig toevens , uit denbsp;Oostdeur der Kerke, in een aantal aldaar wag-tende Koetzen, die, in rang, langs genoemdenbsp;deur, naar de St, Martejis-Dam,' gefchaardnbsp;flonden.
On-
(*) Deze Z.ingflukken zyn afzondedyk uitgegeven en te bekomen by den BoekhandeJaar G. T. van Paddenbui'S»nbsp;adder.
D 4
-ocr page 64-Ondertüsfchen hadden zig de Heren Raden Ml'. Willem Jan van der Does,en Mr. AN’nbsp;DRIES Sybrano Abbema , nevens den Secreta-Hs Mr. Nicolaas Theodorus van Voorst,nbsp;in de Koets van dezen laatften gezeten, zignbsp;vooruit begeven , als door de Vroedfchap gecommitteerd zynde , om de flaatie aan hetnbsp;Fundatiehuis te ontvangen, en voorts het ceremonieel aldaar , en gedurende de Maaltyd,nbsp;waartenemen. Waarop ftraks dq Train in dq^nbsp;zer voege volgde.
I. nbsp;nbsp;nbsp;Een Detachement Ruiters te Paard, waarop
II. nbsp;nbsp;nbsp;Hun Ed. Mog. Kamerbewaarder cn Con-cherge, gevolgd van de Bodens , te voet,allennbsp;met ongedekten hoofde. Toen
III. nbsp;nbsp;nbsp;De EerJleRang van 5 Koctfen, in welken de Heren Ordinaris Gedeputeerden gezetennbsp;waren : als in
1. nbsp;nbsp;nbsp;De Pi-refident van opgemeldc H. Ed. Mog,nbsp;Gedeputeerden, Balthazar, Constantyn vannbsp;Lynden, Heer van Lunenburg,
2. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. Jan Andró van Westrenen, Heernbsp;v^UiSterckenborch en Nicolaas Pesters.
3. nbsp;nbsp;nbsp;Ml'. Geraud Maximiliaan Taets van A-meroNGEN, Heer tot Deil , Vrylieer van Rens-wouDE en Ml'. Joost Taets yan Amerongen,nbsp;Hr. van Natewisch.
4. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. Fredrik Christiaan Reinhard, Ba.
ron
-ocr page 65-rm vm Reede en Agrim, Grave van Athlone , Vryheer van Amerongen en Mr. Diderik Ja.nbsp;coB yan Reede tot de Parkelaaf, Heer van Ny-
VELD.
5. Willem Methorst, Burgemeester van Amersfoort »en cte Secretaris Mr. Philips Ram.nbsp;Hier op gingen
IV. nbsp;nbsp;nbsp;V\cx $itü.ds Deurwaarders,d.gter welken,
V. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Letter dienar en : volgende daaropnbsp;wederom
VI. nbsp;nbsp;nbsp;Een Koets,waarin de twee Rcgerejide Biir-gemeesteren Mr. Arnoud Loten en Air. Adri-AAN van bronckhorst, zaten: welke dus eennbsp;tweeden Rang uitmaakte. Daar na
VII. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Pedels: waarop
VIII. nbsp;nbsp;nbsp;De derde rang van Karosfen, in dennbsp;aantal van 6 bellaande, volgde, cu in welken de Heren Profejforen zig bevonden: tenbsp;weten
1. nbsp;nbsp;nbsp;De Hrn. Reüor Magnificus Sebald Rau,nbsp;en Franciscos Bormannos.
2. nbsp;nbsp;nbsp;Gysbert Bonnet, en Ysbrand van Ha-
MELSVELD.
3. nbsp;nbsp;nbsp;Mvnard Tydeman en Joh. Hendrik Voorda,
4. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus Bondam en Alexander Petrus Na-
HUYS.
5. nbsp;nbsp;nbsp;Christophorus Saxe en Johannes Fkedeiknbsp;Hennert.
D 5 nbsp;nbsp;nbsp;6,
-ocr page 66-6. Carolus Segaar en Joh. Theod. Rossyh. Hierop wederom.
IX. nbsp;nbsp;nbsp;Vier Letter dienaars. Toen
1. nbsp;nbsp;nbsp;Oud Burgemeesteren Hendrik Verbeek,nbsp;en JMr. Ja n Willem van Musschenbroek.
2. nbsp;nbsp;nbsp;De RadenMr.Tn.ADRiAANBoDDENs en Mr.nbsp;Aüriaan van Romondt.
3. nbsp;nbsp;nbsp;PiETER Lodewyk Daünis en Mr. Fransnbsp;CoRNELIS CRA.AYVANGER.
4. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. J.AN PiETER DE Ridder cn Mr. Ry-KIER Verschoor.
5. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. OttoWillemPhilifpüsFalck en Mr.nbsp;Theodorus Arnoüd Zaal.
6. nbsp;nbsp;nbsp;Afr. Jan Carel Smissaert en Mr. Willem Jacob Woerïman.
7. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. Jan Carel van der Muelen, Heernbsp;van Maarssenbroek en Mr. Willem Jan Baptist van Dielen.
8. nbsp;nbsp;nbsp;Mr. David Jan Martens nevens den Secretaris Mr. Jan Wynand de Ruever: volgende
D % _
20 nbsp;nbsp;nbsp;- rrvcclt;l2gt;.
TT
-Z z. 3 ^ 3; 6 nbsp;nbsp;nbsp;8 d zc
JZ-
I lt;9
' 2Z |
^20 ' nbsp;nbsp;nbsp;^ E |
21 |
ZZ |
~ |
- |
zs |
Z6 |
s |
- |
Z9 |
30 |
- |
- |
33 |
34 |
~ |
- |
37 |
38 |
. |
• |
41 |
4Z\ 3J^ |
6?^
ci'.ó/^ZZ''0 CT
' nbsp;nbsp;nbsp;e^^.'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;__‘vcczzy-
iy.^)^kyoj^lt;x^ XS. nbsp;nbsp;nbsp;29---y^e^Azy^. S-Z.—«.Agoe^.^
2Z^^^4?,igt;2lt;rdori', 'ZS^oAet^xixzzj 2-f.2^^- (Azot^/^-Tyxx^r^ie^Ae^A^^
__^O- -_0*raK:^fylt;z;^^^SZ‘-_cA^^iAA^e'7l3Z.-^)^^^s^iic/zooT;
33—oCAaA^y^
t. A(^jce^^nAgt;XheAyj 3S.~~ „'T^trzzy ^AzeAAzy 39-^^' nbsp;nbsp;nbsp;^fO.Se^^k:
lt;2^ éAèce^'k^ez^ __c)gt;agt;7h' ^^Azxmst^^ 42. lt;v^elt;''(X‘n'Zgt;'j
. nbsp;nbsp;nbsp;^ 11nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tZZ^cf-zi'Zze.zeyy^ uzzyfzy^'e/t'
44~ - ^A^O^yZTtzty, nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ^zzzZ'y€yy?t^^^Z4f^zy,
-ocr page 69-' C 59 )
in den besten opfchik: gelyk ook alle de Li-verei bedienden van de Heren in nieuw gewaad j^edoscht waren. De ftaatie nam den weg agter St. Pieter langs de Westzyde van denbsp;Nieuwe-graft, door de Zuikftraat, en vervolgens over de Lange Nieuwfiraat naar hetnbsp;meergemelde Fundatiehuis. Dan begaf zig donbsp;HcerProfelTor Johannes Oosterdyk Schacht,nbsp;kort daar na, afzonderlyk, in zyn eigen Koetsnbsp;derwaarts ;‘als hebbende, uit hoofde van zynénbsp;hooggeklommen jaren, de Plegtigheid in denbsp;Kerk, en den train derwaarts te voet, niet by-
gewoond,
De aanzienlyke Genodigden, door bovenge-' melde Commislie, ontvangen zynde, wierdennbsp;allereerst op de agterlle Kamer van het Huisnbsp;geleid , waar enige ververfchingen in gereedheid flonden : en, vervolgens, mede door dezelve, aan de Tafel, die op de pragtige grotenbsp;Zaal van hetzelve, haar uitzigt op de Nieuw-Jiraat hebbende, gereed Hond, gerangfehikt:nbsp;gelykook die Heren, vervolgens, den post vannbsp;Onthalers, aan den Disch, bekleedden.
De Tafel, welker gedaante, nevens den rang van zitting, op de hier bygevoegde Plaat, is af-gebceld, en aangewezen, was voor 44 Gastennbsp;S^dekt: fchoon door het agterblyven van dennbsp;Heer Raad Eyck een Couvert open bleef.
Gezeten zynde, deed de Heer Profeffor Bur-
man-
-ocr page 70-C 6o }
tnunnus het Gebed, zo als de Dankzegging na de Maaltyd door den Hoogleeraar Bonnet ver-rigt wierd. Dezelve beantwoordde ten volle,nbsp;zo in keur van Spyzen en Dranken, als in denbsp;manieren fmaak der Opdisfchinge,aan de pleg-tige gelegenheid', by welke dezelve was aange-regt. De Geregten Waren allen toebercid, ennbsp;de gehele opdisfehing geregeld door den Mr.nbsp;Kok en Pasteibakker , Willem Gravelaar ^ alhier. Het eerste Geregl beftond uit ^y/tig ,nbsp;ZO grotere als kleinere Schotels, in welken,nevens Soupen, van verfchillende toebereidzels,nbsp;onderfcheidenefoorten van Vlsch, en Vleesch,nbsp;met de daar by pasfende Groenten, die het jaar-gety, door de konst geholpen , oplev^erde ,nbsp;en Gebakken, wierden opgedischt; terwyl denbsp;twede aanregting zo veel pragtiger dan dezenbsp;eerfte was, als zy uit een meerder getal vannbsp;agt en zestig Schotels beftond,die voor ’t niee-rcndeel met nog kostbaarder en fyner toebereide fpyzen, zo in Visch als Vleesch, gefo-den en gebraden, met de ook daar aan voegende toefpyzen, gevuld waren; terwyl zomini-gen, waarin de Geleijcn opgedischt ftgnden,nbsp;tegeiyk met den fmaak te kittelen, niet weinig het gezicht verrukten, door de kunftignbsp;gewrogte beeltenisfen van viervoetig, gevleugeld en gefchubt Gedierte, welken zy vertoonden : welk een en ander, gevoegd by de kons-
-ocr page 71-( 6i )
tig' gewrogte zinnebeeldige Desfertflukken gt; waarmede , al den tyd, de Disch pronkte , eennbsp;allerkeurigst en behagelykst vertoon oplevcrde.
Opgemelde Desfertftukken , allen van zui-ker gebakken en gevormd , en die, by het Na-geregt, onder de verdere bykoraende fieraden, in ene uitbundige menigte van Schotelen, fleedsnbsp;en keurig fclioon afltaken; terwyl zy het fgc-heel der laatfte opdisfchinge ene zonderlingnbsp;grootfche eenheid byzetten; waren geordineerd en vervaardigd door den kunftigenKon-fiturier en Deffert-werker alhier, B. van Heii-ven. Wyagten het wel der moeite waardig, omnbsp;van deeze Pronkftukken ene bredere en naauw-keurige befchryving te doen.
Het Middenftuk, ’t geen op aan elkander gehegte Spiegels Hond,éne lengte van omtrentnbsp;negentien voeten beflaande , beftond in eennbsp;Praal-Tempel , die met drie Ti-appenop ging,nbsp;en op vier Termen rustte , met een doorgefla-gen of gevdogten Koepel; hebbende de hoogte van omtrent zes en de breette van drie voeten. Men zag in denzelven, door de vier Togen, welken behangen waren met rozen rodenbsp;zyden Gordynen, alcove’s wyze opgeilrikt, opnbsp;een Gedenknaald^die in ’t midden Hond,en aannbsp;welker voorftuk het IFapen der Akademie hing,nbsp;i'uet do Letters CL. haar 150 jarige Eeuwfeestnbsp;aanduidende,boven hetzelve: Terregterzy-
de
-ocr page 72-( 62 )
de van deze Gedenknaald zag men een zittend Beeld, Minerva verbeeldende, met een Rol,nbsp;aanduidende het Inftituit Diploma der Akade-mie, waar aan Staats- en Stadswapens gehegtnbsp;waren, in haar Regter-, en een Speer in haarnbsp;Linkerhand; naast haar lag, op den grond, haarnbsp;Schild ^e.n voor haar zat de Uil. Tegen overnbsp;dit Beeld zag men dat van den Tyd, het oognbsp;houdende op de Gedenknaald, en boven, op dennbsp;top des Tempels, de Faam.
Aan den Regter hoek, van dit Hoofdftuk Rond, op enigen afftand, eenMre of doorfae^nbsp;den Tempel, in den zelven fraaak, op drie Termen , waarin de Taalkunde, houdende een o-pen Boek in de Regter- en rustende met haarnbsp;Linkerhand op een gefloten Boek, ’t geen opnbsp;een Altaar lag: op het Boek lagen Papieren,nbsp;Haildfchriftcn verbeeldende. Op den Linkerhoek een gelykfoortig Gebouw , waarin denbsp;Hijloriekunde,mede uitgebeeld door ene Vroinv,nbsp;in ene peinzende geRalte Raande,en haar Reg-terhand houdende op ene Aard-globe, welkenbsp;op een PedeRal rustte; voor haar , ter linker-zyde, lag, op den grond, een gefloten Boek.
Tusfehen beiden deze drie Rukken Ronden, aan weerskanten , vier vrouwen Beelden ; aanduidende de vier Faculteiten: namclyk, die dernbsp;Godgeleerdheid, verheeld door ene Vrouw snaaiden Hemel ziende, houdende haar Linkerhand
op
-ocr page 73-op een Bybel, die op een Altaar rustte, en op denzelven met haar Regterhand wyzende ;nbsp;2, dernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, houdende in haar Reg
terhand een Zwaard en in haar Linker ene Weegfchaal, waarop zy het oog hield, en liggende voor haar op den grond het Corpus Juris: 3. der Geneeskundei hebbende in de Regterhand een Haan, en, in de Linker, eennbsp;Knots, waar om een Slang gevlogten: naastnbsp;haar, Rond, ter regter zyde,in een tob,eennbsp;geneeskundige plant: 4. en der Wyshegeerteynbsp;welke verbeeld Rond, aantekeningen te makennbsp;in ene Portefeuille, welke zy op haar Linkerhand hield, terwyl zy voor zig enige Boeken,nbsp;lolTePapieren, nevens een Spiegel, had leggen.
Aan den Regtervleugel van de Tafel, Rond de Tempel der Zanggodinnen.) ovaalswyze gevormd, en op 10 Pilaren naar de Korintifchenbsp;orde ruRende, zynde dit Ruk vyfvoeten hoog,nbsp;en zes breet. In het midden Rond hier Jpolionbsp;met agt zyner Miifen of Zanggodinnen, zyndenbsp;de Negende CHo, als ‘de oudRe,boven op dennbsp;,top geplaatst van den Koepel, die doorgelia-gen en met zes zinnebeeldige digterlyke Bar-licfs verfierd was. Aan weerskanten van ditnbsp;zyRuk waren twee Fiz/r» geplaatst, die er aannbsp;gekoppeld waren,
De Linkervleugel van de Tafel pronkte ins-gelyks met enen open Tempel, Avelks midden-
Re
-ocr page 74-fte een vierkant was, ruftenlt;ie op vier Pilsren , met een ronde Koepel gedekt, ter hoogte van vyf en ter breette van twee voeten: terwyl beiden vleugels, boven welken de Koepel, van het iniddenftuk uitftak, elk door 2nbsp;Pilaren gefchraagd wierden; hebbende dus hetnbsp;geheel de gedaante van een langwerpig kruisgebouw van 6 voeten. Binnen dezen Tempelnbsp;welks ingang aan beiden einden der Vleugels',nbsp;langs zes Trappen, was, zag men in het midden de Deugd, in de gedaante verbeeld van enenbsp;gevleugelde Vrouw, met een Zon op haar borst:nbsp;houdende in de ene hand een Speer en in de andere een Krans: aan hare regterzyde Hond dcnbsp;Opregtheid, met een Hart in de ene, en eennbsp;Duif in de andere hand: terwyl zig aan harenbsp;Linkerhand de Eer vertoonde, meteen Speernbsp;in de Regter- en een Hoorn des overvloeds innbsp;de Linkerhand; hebbende,ter zydehaar, eennbsp;Helm liggen. Boven op den Tempel Itond hetnbsp;Beeld der Dankbaarheid, naar den Hemel ziende. De twe Eafen , aan weerskanten, dienden, gelyk de beiden vorigen, by het Nage-regt tot Fruitfchalen, die als toen met uitgelezen Druiventroffen gevuld waren.
De beiden zydilukken Ronden op beRrooi-de Spiegels, verfierd met Bloemen en andere S.ieraadien: terwyl by het Kageregt, tufTchennbsp;de drie grotere Rukken, nog verfcheidene kleinere
-ocr page 75-here gevoegd wierden, Chineefclie Tempeltjes v^ei'beeldende , van onderfcheidene gedaante , waarin Zuikergebak en Konfituren.
Onder de maaltyd, wierd het aanzienlyk Ge-zelfchap op ene aangename wyze verrascht met de komst van ettelyke Heren Studenten, enenbsp;wandeling, zo te Paard als te Voet, door dcnbsp;Stad doende.
Te weten, des Namiddags ten 4 uren, waren 36 Heren te Paard,in de Ruiter-Ryfchool, by een vergaderd: allen op gelyke wyze uit-gedoscht, met rood fcharlaken Rokken, wittenbsp;Kamizolen, Broeken en Kousfen, nevensnbsp;een breden witten Bandelier, fchuins over dennbsp;linker fchouder hangende, waarop een blaau-we Ster voor de borst,en daar aan de Gedenkpenning , vastgehegt was.
Men hadde vooraf een fraaijenStandaartdoen vervaardigen, en op denzelven het Akadcmie-Wapen ,met haar Zinfpreuk, laten fchilderen;nbsp;en vervolgens enigen verkoren, om den postnbsp;van Officieren te bekleden, en dien volgendenbsp;tot Commandunt aangelleld, den Jr. J. H. vannbsp;Lynden, tot Lunenburg, tot Lieutenants, de Heren P. van Hoogftraaten y F. J. C. Roelands.ennbsp;F. G. D. Lynden, als mede tot Standaartdra-ger, den. Heer S. C. van Musfchenbroek: ooknbsp;waren hun, op gedaan verzoek, tpegeftaan denbsp;Paukcr , nevens de 4 Trompetters, van de al-Enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hier
-ocr page 76-( 66 )
hier in bezetting liggende Ruitery, die insge-lyks, in rode Kolders, met wit ondergoed, gekleed waren: blazende twe derzelven de Trompet, entwe den Walthoren.
In de Manege by een gekomen ,wierd het Corps in drie Divifies verdeeld; als in twe vannbsp;S en een van lo man fterk. Waarop de eerflenbsp;Divifie aftrok naar het huis van den Commandant, van daar de Standaart af haalde, en zignbsp;vervolgens weder by het Corps voegde.
Omtrent half zes uren trok men gezamen-lyk, twe aan twe, met ontblote Degens , uit de Manége: voorafgegaan door enige mede aldaar by een gekomen Heren Studenten te Voet,nbsp;insgelyks met ontblote Degens, paar aan paar;nbsp;wordende de Theologanten geleid door de Heren Carp en van Kooien^ de Medici, door dennbsp;Heer IFolterbeek, en de Philofophen en Litte-rators, door den Heer Hartwyk: welke viernbsp;Heren Geleiders mede een breden Bandelier,nbsp;naar de couleur hunner Hoed- en Degenftrik-ken , fchuins over den Regter fchouder, droe-gen. Men nam den weg over de Neude, doornbsp;de Koorjiraat, langs de Kromins-Nieuwe Graftnbsp;naar het huis van den Burgemeester van Bronk^nbsp;horst; waar men een korte poos Ril hield en denbsp;Trompet liet blazen; terwyl de Heren op eennbsp;glas v/yns onthaald wierden. Van daar troknbsp;men langs de evengemelde Graft,agter St.Pieter ^
-ocr page 77-ter, naar het hais Van den Commandant, waar insgelykshet Corps een glas wyns wierd aangeboden. - Voorts langs de nbsp;nbsp;nbsp;en To
ren naar dat van den Heer eerften Burgemeester Loteni waar voor men front maakte, en de Trompetters lullig op deed fpelen. Daarna,nbsp;de Korte- en Lange-Nieuwjlraat optrekkende,nbsp;deed men het zelfde voor het huis van dennbsp;Hr. ReS:or Magnificus. Naauwlyks was men langsnbsp;delaatstgemeldellraateen weinig verder gevorderd, en in het gezigt van het Fundatiehuis,nbsp;over dwarlTende met deszelfs voorgevel hetnbsp;einde van dezelve , of de Glasramen Van denbsp;Zaal, waarop het aanzienlyk Gezelfchap ihid-dagmaalde, wierden opgefchoven, en gingennbsp;de Heren uit de venllers liggen; ’t geéii, gevoegd by de uitbundige menigte aanfehou-weren, die, of van alle Zyden het Corps omringden, of uit de venllers der Huizen lagen,nbsp;een ongemeen treffend fchouwfpel oplevcr-de.quot; Aan het Fundatiehuis gekomen zynde,nbsp;rangfehikte men zig in een regte linie voor hetnbsp;zelve: waar op de Heren Raden van der Doesnbsp;en Abbema aftraden, den Commandant en hetnbsp;gehele Corps begroetten, en het genoegen zonbsp;van hun als het overige aanzienlyk Gezelfchapnbsp;betuigden over de bevallige vreugde blyken dernbsp;Studenten; drinkende gemelde Heren vervolgens een glas wyns op den bloei der Akademlé.
Dit, met een driewerf Hoezee! beantwoord zynde, wierd aan alle de Heren wyn gefchon-ken. De Commandant hier op de voornoemde beiden lieren voor de heufehe opwagtingnbsp;bedankt ,en zich,met zyn Corps, by dezen ennbsp;het overige aanzienlyk Gezelfchap aanbevolennbsp;hebbende, trok men in vorige orde langs hetnbsp;Fundatiehuis af; wordende de lieren met Degens enStandaart gegroet. Vervolgens den wegnbsp;langs dc Nieuwe Graft, door de Brigitten-flraat,nbsp;nemende,deed men een kleinen uitftap buiten dcnbsp;Stad, trekkende, rondom de Maliebaan, en vannbsp;daar weder binnenwaarts naar de Ruiter-Mané-ge, van waar de eerfte Divifie den Standaartnbsp;naar huis bragt, terwyl intulTchen de overigen fcheidden.
Des avonds vergastten dezen, nevens de overige Heren Studenten, zich onderling in het Logement de Plaats Royaal^ den Hr. Mos toebehorende, en flaande alhier in de Minnebr oe-dersjiraatf aan ene pragtige Maaltyd, waar opnbsp;niet minder dan z6o aanzittenden, zo uit denbsp;Intekenaren, als derzelver medegebragte gasten , zig bevonden. Hier Honden in de grotenbsp;Zaal zes Tafels gedekt, waar van de middenlle,nbsp;die niet minder dan loo voeten in de lengtenbsp;belloeg, met ene verfcheidenheid van zinfpe-lende DelTertftukkeii pronkte.
Temidden zag men den Tempel der JVysheid,
van
-ocr page 79-van ene ronde gedaante, ter hoogte van 6 voeten, en ruftende op 8 Kolommen. Binnen den-zelven ftond Pallas, houdende in heur linkerhand het IFapen der Utrechtfche Akademie , waarop zy met den voorften vinger van de reg-terhand wees: op de vier Togen waren de Een-dragt, Vriendfchap, Aanbidding en Dankbaarheid geplaatst, en boven op den top des Tempels een vliegende Faam, Utrechts Lof bafui-ncnde.
Naast dit middenftuk zag men, ter weder-zyden, twe andere Tempels van ene agtkan-tige gedaante , ter hoogte van 5 voeten en rustende ieder op 8 Kolommen; in welke ene de Deugd,cn in de andere de Eer, geplaatst was.nbsp;Dezen wierden, aan beiden kanten , opgevolgdnbsp;door een Eerzuil en Gedenknaald, met Kindertjes , houdende en wyzende op zinfpclende By-fchriften.
Verder ftonden aan weerzyden vier Togen of doorgefnedennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verdeeld,allen naar de
Jöniichc bouworde, in welken de vier Faculteiten geplaatst waren. Daarop volgden weder, aan een en anderen kant der Tafel, twee Groepen , verbeeldende de ene de BisfcJwppelykenbsp;Maagd, en de andere den Rhynftroom, beidennbsp;met het gepaste bywerk verllerd. Naast dezennbsp;pronkten twe grote vierkantige Tempels,nbsp;ieder op 4 Kolommen rustende, zyncle die dernbsp;E, 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Waak-
-ocr page 80-Waakzaamheid en Naarjiigheid, die elk wederom een Groep op zyde hadden, verbeeldende de ene Apollo met de negen Zanggodinnen, ennbsp;de andere de zeven vrye Koiiften: terwyl laat-ftelyk aan de beiden einden een Toog of halvenbsp;Tempel ftond, waar in de Tyd en den Voor-fposd verbeeld was; alle welke Hukken, metnbsp;Festonnen, Bloemen en Kindertjes verüerd,nbsp;en aan elkanderen gekoppeld waren met plattenbsp;beftrooidc Spiegels.
De overige vyf Tafels waren mede allen verfierd met DelTertftukken in enen Chinee-fchen fmaak, waar van het Zinnebeeldige geheel toepaffelyk was op de vrolykheid en vergenoeging ; zyndc een en ander mede vervaardigd door den reeds gemelden kunftigen Des-fertwerker B. van Heiivtn.
Gelyk de Zaal, waar in deze Avondmaaltyd gehouden wierd , gedurende de zelve metnbsp;ene menigtekaarskronen verligt was; pronktenbsp;tevens de Voorgevel van het Logement naarnbsp;buiten met ene pragtige Illuminatie, welke,nbsp;onder het opzigt van den Mr. Schilder P. J.nbsp;Muller vervaardigd geworden was.
Dezelve vertoonde een heerlyk Tempelgebouw , met deszelfs beiden zydvleiigels over de 100 voeten lengte beüaande, en alzo, innbsp;deszelfs breette , de twe naastaangelegen huizen beftrykende: terwyl de hoogte vanhet mid-
denr
-ocr page 81-C 71 )
clenfluk meer dan 50 Voeten haalde. Drie Poorten dienden , van voren, tot ingangen in den-zclvmn; boven welker middenfte men dit By-Ichrift las;
Acavemije Trajectin^ Securalia,
Coss. Arn. Loten amp; Adr. van Bronckhorst, Rectore Sebaldo Ravio, Ceeebrata.
M. D. C. C. LXXXVL dat is:
Het Eeuwfeest der Utrechtfche ylkadeniie. Onder het Burgemeefierfchap van Arn. Lotennbsp;en Adr. van Bronckhorst,
E7i het ReÜoraatfchap van Sebald Rau, gevierd.
Aan wederzyden der Poorten zag men Kolommen, met Lauwertakken omvlogten, boven welken blaauwe Sluyers, feftons wyze, met gouden franjes hingen. De Architraaf ennbsp;Kroonlyst was gedekt met ene Baluftrade, doornbsp;4Pilafters onderfteund, die wederom zo velenbsp;Naalden droegen,opIwelken men, in verligtenbsp;Chafinetten, de beeltenis zag van de vier beroemde Hoogleeraren, Voetius, Mattheeus, vannbsp;der Straaten en Mmilius, die by de opregtingnbsp;E 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der
-ocr page 82-( 72 )
der Akademie, met zo veelrocms,in onder^ fcheidenó Wetenfchappen leflen gaven; en alsnbsp;flonkcrftarren aan haren Hemel fchitterden.
Het gekoepelde middenftuk was mede, boven den Hoofdingang, met een verligt fchilderfhuknbsp;verfierd: waarop, boven aan, de Akademie,innbsp;de gedaante ener Maagd, verbeeld was, zittende op Wolken, met haar Wapen en Zinfpreuknbsp;op een Schild; terwyl lager, aan haar regter-zyde, de Waarheid , en , aan de linker , de Gr,nbsp;régtigheid, Hond, beiden door Geniën verbeeld.nbsp;Op den voorgrond vertoonde zig,3an den reg-térkant, Eskulaap , of de God der Artzeny-konst, wieii een Genie een Bloem toereiktc;nbsp;terwyl men agter hem enige vreemde Gewas-fen ,als Aloes enz. zag: en aan de linkerzyde,nbsp;pronkte, tegen dezen over,Pallas, of de God dernbsp;Wysheid, welken eén Genie een Boek overreikte : terwyl in ’t midden een Zwaan, in een rivier, den vryen hals opftekendc en klapwiekende (een Zinnèbeeld van de Vecht^ zig deednbsp;zien,en.'agter,in ’t verfchiet,de Stad Utrecht,nbsp;lboven welke e'eh zWevende Faam, de trompetnbsp;blazende, op \veiks Wimpel het tegenwoordignbsp;Jaartal te lezen was , zig vertoonde. Onder ditnbsp;Chasfiiietlasmcn dit twe regels Latyns vaarsjc.
Dtim celebreint hilares folemnia facra Cammice.
Lumine TrdjtÜiim candidiore nitet
dat
-ocr page 83-Baar ’t Zang-godinnen CJioor vervrolykt Feestdag vierd,
IFord Utrecht met een licht van eeJler glans gefierd.
Aan weerskanten van dit Hoofdftuk zag men twe andere Chaünctten; ter regterzyde, eennbsp;Trophéé van alleriey fpeeltüigen, en, ter linker,nbsp;de Burgemeesterlyke Waardigheid of Pylbon-del, nevens een Snoeimes, Dorsvlegel en Ko-renair en ; het tegenwoordig jaargetyde verbeeldende: terwyi boven deze Chafinetten, opnbsp;de randen , twe beelden ftonden, tulTchennbsp;welke de Koepel uitfhak, op wiens top mennbsp;weder een blazende Faam zag, en op haar Wimpel de Letters ^uUlcsum. (Eeuwfeest) Voornbsp;¦t overige was het gehele ftuk van voren metnbsp;een menigte glaslampen verligt, leverende hetnbsp;geheel een ongemeen fraay gezigt op : welk dannbsp;ook,gedurende den gantfehen nagt,cnen on.nbsp;befchryftelyken toevloed van aanfehouwerennbsp;naar de plaats lokte. Terwyi de Heren Studenten aan tafel zaten, en het Gezclfchap opnbsp;het Fundatiehuis gefcheiden was, gingen Heren Burgemeesteren, voor uit getreden door 2nbsp;Stadsbodens, en verzeld van de Heren van dernbsp;Boes en Ahhema, nevens enige Raden en denbsp;meefte ProfefToren, naar het boven genoemdnbsp;Rogement, en vereerden de feestvierende Jon-
-ocr page 84-C 74 )
gelingfchap , onder gepaste pligtplegingen, voor een korten wyl, met derzelver tegenwoordigheid; de tafel rond wandelende, en dennbsp;aanzittenden hunne goedkeuring en genoegennbsp;betonende: ter welker gelegenheid deze Herennbsp;door een Commisfie van twe Studenten opgc-wagt en uitgeleid wier den.
De LetteroefFenende Jeugd bragt voorts den nagt in fchuldelpze vreugde door, en fcheiddenbsp;wel te vreden met den vroegen morgen van el-kanderen, om, na weinige uren rullens, de Pleg-tigtigheid van den tveikn dag mede by te wonen en te helpen vieren.
Dezen , zjmde Donderdag,den eerjlen der maand ^uly , gefchikt tot de Promotie dernbsp;reeds gemelde vier Heren Licentiaten, gaan wynbsp;nu insgelyks, in deszelfs byzonderheden, totnbsp;die Plegtigheid betrekkelyk, zo naauwkeurignbsp;ons doenlyk is, befchryven.
Des morgens voor 9 uren,vervoegden zig deze Heren Licentiaten met hunne Paranymphen aan de huizen van derzelver afzonderlyke Promotors: te weten Jr. Joan Elias Nicolaas,nbsp;Baron van Lynden , tot Hoevelaken , metnbsp;en nevens Jrn. D. B. J. van Heeckeren tot Langen B- F. W. Baron van TVesterholt tot Hack-fort, als Paranymphen, en Jr. Allard Philipnbsp;Reynier , Carel', Baron van der Borch totnbsp;Verwoolde, met Mr. B. P. Engelbert van Bever-
-ocr page 85-vervoerden en Mr. P. de Neufville ,na^r dat van den Hr. Profeffor Bondam : begevende zig bynbsp;den derden Licentiaat, den Wel Ed. Hr. Al-BERTus Gerardus Smith,ten huize van diensnbsp;Promotor,den Hoogl. Tydeman,woonagtig,nbsp;deszelfs Paranymphen deHrn. Mr. M. J. Eyk,nbsp;en Mr. N. H. Strick van Linfehooten vannbsp;Bunnik en Vechten^ en de WelEd. Hr. Egbertusnbsp;Westenberg,met en benevens Mr. F.Saxe ennbsp;Mr. P. S. Crommelin, mede als Paranymphen,nbsp;(*) naar de woning van den Hr. Profeffornbsp;Voorda: allen in ’t zwart gekleed, en de Heren Licentiaten met een Mantel en geplooidennbsp;Bef omhangen, gelyk de Paranymphen in Dok-torale Tabbaarden. Men ging uit de Huizennbsp;der afzonderlyke Promotors, en nu van dezennbsp;verzeld, door de beiden Pedels voorgetreden,nbsp;naar de Senaatkamer, waar zig toen mede denbsp;overige Heren Profefforen of reeds bevonden,
of
(*) Men heefc, In deze optelling der vier Heren Licentiaten en derzelver afzonderlyke Paranymphen, alleen de rangfcliikking gevolgd , welke op den dag der Promotie omtrent dezelve in agt genomen vvierd, en die ontleend vvasnbsp;v.an de volgbeurt der rerpe(5tive Heren Promotors; zynde denbsp;Heren TFeitenberg en Smith, gelyk reeds gebleken is,ouder Licentiaten, dan de beiden eerstgenoemden: gelyk ooknbsp;verfcheidene Paranymphen, uit hoofde van derzelver wer-kelyk of reeds vroeger verkregen Doktoraatfehap, voor anderen den rang hadden.
-ocr page 86-of kort daar aan verfehenen: gelyk ook de Wel Ed. Geftr. Heren, Mrs. R. l^erfchooVf O. W.nbsp;P. Falck, A. ]. Abbema , J. A. Woertman, ]. C.nbsp;van der Muelen Hr. vanMaarsfenbroekA^. P. vmnbsp;Dielen,'?. H. J. Ivoy,en D. J. Martens, Radennbsp;in de Vroedfchap dezer Stad, als Gecommitteerden tot de afzonderlykePromotien der opgemelde Licentiaten, aldaar tegenwoordig waren.
Met de Klokke lo uren, des voormiddags, begaven zig de Heren Profeffbren naar derzel-\’er rang , voorgegaan door bovengenoemdenbsp;Gecommitteerden uit den Raad, en gevolgdnbsp;door de aanftaande Doktoren met derzelvernbsp;Paranymphen y door de twe reyen der Studen
ten, die
Zig,
in dcnzelfden tooi als daags te
voren, van het groot Auditorium tot aan de Oost-deur der Domskerke gefchaard hadden, uitnbsp;deze en vervolgens ter Noorder Kerkdeure in;nbsp;wordende de train, door de Heren Studenten,nbsp;paar aan paar, naar rang van derzelver Faculteiten en jaren gaande, gefloten.
De Kerk was andermaal met Toehoorders en Aanfehouwers opgepropt: onder welke zignbsp;als nu insgelyks verfcheiden Heren van denbsp;oorilernmende Leden van Staat, en Radennbsp;uit de Vroedfchap, gelyk mede ene talryke menigte der Aanzienlykften van beide Kunnen,nbsp;bevonden: wordende, ter dier gelegenheid, denbsp;zelfde rangfehikking van plaatfen als daags te
vo-
-ocr page 87-Voren in agt genomen: gelyk ook de ingangen van buiten met Ruiter Wagteii te Voet bezetnbsp;waren. De Train wierd, by deszelfs inkomstnbsp;in de Kerk, door een fraay Muzyk verwelkomt: gelyk mede tuflehen de Promotien hetnbsp;gefpeel telkens herhaald wierd.
Na dat elk zyii plaats genomen hadde, beklom de Heer Profeffor Bondam, als eerfte Promotor , den Kanfel; zynde dezelve voor en ter hoogte van den Predikftoel, ter dezer gelegenheid, opgeflagen, en met een afhangend Tapytnbsp;verfierd. Zyn Hooggel. opende dc plegtigheidnbsp;van dezen tweden dag, met een korte Redenvoering ; De finibus Juris Rcmani, in inter-pretatione Juris Patrii regundis^ dat is : Hoe-danigen welk gebruik meninoet maken van de Room-fche Regten, ter opheldering en verklaring van onsnbsp;Vaderlandfche Regt. Ditbetoog geëindigd zynde,nbsp;nodigde de Promotor de Heren Doftorandi vöfjnbsp;Lynden i en van der Borch ^bjzig op den fpreek-ftoel, die als toen terftond opklommcn; plaat-fende de eerlle zig aan deRegter-, en de laatllenbsp;aan de Linkerhand, van den Plooglecraar. Deze , hen met het tocreiken van de regterhandnbsp;verwelkomt hebbende, deed een korte Aan-fpraak tot hen, en las vervolgens het gebrui-kelyk formulier van Promotie voor. Hieropnbsp;toog hy elk den Doktoralen Tabbaard aan,gafnbsp;hun eerst het gefloten Corpus Juris , en daarna
het
-ocr page 88-hetzelfde Boek geopend, in handen: vervolgens ftak hy hun een Ring aan den vierden vinger der flinkerhand, en zette hen toennbsp;een zwarten fluwelen Bonnet of Muts op, waarvan de bol met kunftig nagebootfte Lauwrennbsp;omvlogten was. Thans omhing hy hen metnbsp;den gouden Penning, denzelven aan een roodnbsp;zyden koord met zilver ingevlogten om hunnenbsp;halzen vastmakende: zynde deze Penning denbsp;gewone, die, van wegens de Vroedfehap , aannbsp;zodanige, naar de wyze der ouden geproveerdnbsp;wordende, Heren gefchonken word (*}, Waarnbsp;na de Promotor de Gepromoveerden een kus
(dog
(*) Zie hier een korte befchryving van dezen Penning. Op de Voorzyde ziet men de afbeelding van enen Gepromoveerden of tot Dokter verklaarden: boven wiens hoofdnbsp;een Lauwertak hangt, door twe Engeltjes aan weerskanten vastgehoiideu 5 hoger prykt de Zon der Akadcmie metnbsp;dit Omfchrift:
Me Duciarum premia Frontitim Dis miscent Superis. dat is:
De Beloningen der Geleerde Kruinen verltcjfen my ten Hcmei,
Op de tegenzyde ziet men het Stads- en Akademie Wapen, insgelyks door .een Engel van boven met een fnoer vastge-hoitdeii: om den rand,leest men : Uitr. Acad.
Het Opfclirifc is ;
Munificentia MaghtralUs amp; Decreto Senat. Acad. dat is:
Door de Mildadigheid der Magijhaat, en volgens bef uit van den Akademijchen Raad.
-ocr page 89-(dog dc Heer Voor da den zynen de Regterhand) gaf en een zegenwensch over hen uitfprak.
DelIeerProfelibr nevens één der Doktoren, na die verrigting van de Katheder tredende,nbsp;bleef de Heer van Lynden alleen daar op, ennbsp;deed ene korte Redenvoering: de ^uftitia; betogende daarin voornaraelyk : wat nut en voordeel , in het ongekrenkt handhaven van Regt en Ge-regsigheid, gelegen zy. Vervolgens trad de Heernbsp;van der Borch op, en deed mede ene korte Redenvoering; de necesfitate Studii ^uris Publicinbsp;Romani, of, over de noodzakelykheid der beoeffe-ninge van ons Nederlands Staatregt.
Dit afgelopen zynde, kwam de Hooglecr-aar Tydeman op den fpreeklloel, en hield ene rede : de prcefiantia leguin antiqiiaYum, five de Le-gibus haul temeremutandis^ dat is: Over de voor-treffelykheid der Oude Wetten, of dat men genenbsp;Wetten ligtvaardig veranderen moet: Promoverende daarop, ingelyker voege, als vorens, dennbsp;Heer Doftorandus Smith: die vervolgens mede ene korte Rede uitfprak, de prcefiantia ce-quitate Juris Romani, fecimdum verba Grotxi,nbsp;in Epiji. ad Gallos Ep. 148. quidquid a Decernnbsp;virorum ^c. of over de voortrejfelykheid en billik-heid van 't Royneinfche Regt, volgens zeker gezegden van de Groot,
Laatftelyk beklom Profeflbr Voorda den Kan-felj en deed ene Oratie, ten voornamen onder»
-ocr page 90-derwerp hebbende: Veteres ^urisconfultosRomanos ^ etiam in affiiüijfmio Reipiiblica ftatu^ amp; contra perditorum hominum, quamvis princi-pUMt injurias ^ vohmtate conftanta ac perpetua^nbsp;injiitutum yiri boni intrepidos temiijfe: öf, dat denbsp;Oude Romeinfche Regtsgeleerden, zelfs in dennbsp;meest bedorven ftaat van ’t Gemenebest ¦, en tegennbsp;de geweldenaryen van fnooddarts, hoe aanzienlyknbsp;ook,met enen fiandvastigen en aanhoudenden toeleg,nbsp;het beginzel van een eerlyk man, onverfchrokken,
vastgehouden hebben. - Na het eindigen van
welk betoog, zyn Hooggel. den Hr. Westcn-herg Promoveerde: die daar op deze plegtige handeling floot met ene korte Redenvoering:nbsp;de Advocato,bono Give: dienende ten betoge,nbsp;een Regtsgeleerde een goed Burger is.
Thans hoorde men wederom een zeer fraai Muzyk: onder het welk de nieuwe Heren Doktoren, in derzelver Plegtgewaad, uit de Kerknbsp;vertrokken: verzeld van den Senaat zo wel alsnbsp;de gehele Akademifcbe Burgery: terwyl ooknbsp;de overige vergaderde menigte, langzamerhand, de Kerk ontruimde. Men deed als toennbsp;den tour, by dergelyke gelegenheden gebrui-kelyk,door het aanzienlykfte gedeelte der Stad,nbsp;voorby de Huizen der beiden regerende Bur-gemeesteren,van den P^eélor Magnificus, en vannbsp;de vrienden en bekenden der Gepromoveerden:nbsp;gaande de twe- eerstgenoemden derzelvcn
tus-
-ocr page 91-tuflchen den Hr. ReStor Magnificus, en den PrO-feffor Bondam, en de twe overigen tuflchen derzelver refpeflive Promotors en de Profes-foren Burmannus en Bonnet: en gevolgd wordende door de andere Heren Profefforen, denbsp;Paranyraphen en het Corps der Studenten,nbsp;paar aan paar, in rang als vorens: terwyl denbsp;Train door de beiden Pedels , met derzelver Staven, voorgegaan, en, ter dezer gelegenheid, door een Detachement Ruiters te Paardnbsp;voor en agter gedekt wierd. De ftatige wandeling eindigde aan het Logement het Nieuwenbsp;Kasteel van Antwerpen , op de Ganfemarkt, toebehorende aan den Pïr. Oblet; waar men fcheid-de, na een korten poos getoefd, en enige ver-verfchingen gebruikt te hebben.
Des Namiddags, hield men zig, tot aan de fchemering, op ene by elk even zeer toegejuig-te wyze bezig met het openlyk in Triumphnbsp;omvoeren, der vier verdienstelyke Jongelingen : ten einde ieder een op nieuw zage, zonbsp;wel de verkregene Letter-eer dier Braven, alsnbsp;de hoogagting, welke de zulken waardig zyn,nbsp;die de Scholen der Wysheid met zo veel roemsnbsp;doorlopen.
Om vier uren vergaderden op nieuw 25 Heren der Cavalcade van daags te voren, te Paard, cn in ’t zelfde Uniform , in de Ruiters Manége , en trokken van daar , na dat de Standaartnbsp;Fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;was
-ocr page 92-was afgehaaki, met Paukcr en Trompetters, a]$ mede een open Wagen, met twe Paarden be-fpaiinen, waar op zes Muzykanten zaten, fpe-lende het Muzyk van Sr. Balp, (*) ’t geen denbsp;Heer Craen, die zelve de grote Trom floeg,be-ftierde, naar het Sc. ’Jam-Kerkhof: waar zynbsp;van den overigen Stoet gewagt wierden, ennbsp;zig, by derzelver aankomst, in de volgende orde fchikten , en als toen verder voorttrokken.
I. nbsp;nbsp;nbsp;De Pauker.
III. nbsp;nbsp;nbsp;Twe Waldhoornisten.
IV. nbsp;nbsp;nbsp;Jr. J. H. van Lynden tot Liinenhiirg, alsnbsp;Commandant.
V. nbsp;nbsp;nbsp;Eene Divijie van agt man , twe aan twe,nbsp;beftaande uit de Heren, J. C.van Romondt, C.nbsp;A. van Deventer ,G. van der Hoop^'P. van IKest-renen, tot Lamvrecht, PI. Thefingh, F Boy-mans , P. H. Martini Buis en C. Overgaaiiwnbsp;Pennis ; het eerste paar tusfchen en met zignbsp;voerende den Standaart ^die door den Hr. J.C.nbsp;van Miijfchenbroek gedragen wicrd.
VI. nbsp;nbsp;nbsp;Een Kratwagen met twe Paarden, waarop de zes voornoemde Muzykanten: wordendenbsp;de Paarden door Koetfiers geleid.
VII. nbsp;nbsp;nbsp;De Hr. P. Hoogjiraten, als Ordinansnbsp;O^icier van de vier Heren Doktoren, en
com-
(*) Ecrugt Paardenryder van dezen tyd.
-ocr page 93-commanderende de escorte van de drie volgende Ry tuigen,
VUL Een open Wagen, met zes Paarden befpannen, waarin de vier Doktoren ,inder-zelver Tabbaarden, en met hunne Kappen, gezeten waren; hebbende een Moor en Jager ag-ter op ftaan, een en ander in best liverei. Denbsp;Hrn. J, W. van Loon en H. A. van den Heuvelnbsp;reden, elk aan de zyde van dit Voertuig, totnbsp;escorte,
IX, nbsp;nbsp;nbsp;Een open Wagen, met vier Paarden ,nbsp;zynde Moorkoppen, waarop vier Paranymphen,nbsp;in het zwart gekleed, gezeten waren; hebbende twe Bedienden agter op,en insgelyks naastnbsp;zig aan weerskanten een escorte van twe Heren te Paard: te weten de Hrn, Taets van A-merongen, tot Renswoude, en A, H, van dennbsp;Heuvel. .
X, nbsp;nbsp;nbsp;Een open Wagen met vier zwarte Paarden, waar op zig de vier overige Paranymphentnbsp;mede in ’t zwart gedoscht,bevonden: hebbende insgelyks twe Knegts in liverei agter op,nbsp;en geëscorteerd wordende door de tirn, B, F.nbsp;D, Westerholt tot Hackfort en C, F. Sckr'óter.
XI, nbsp;nbsp;nbsp;De Heer F, J, C. Roelands commanderende , als Luitenant , de agterfle Divifie,
XII, nbsp;nbsp;nbsp;Dezelve Divifie van zes man , twe aannbsp;twe; beftaande uit de PIrn. J. C. E. van Lyn~nbsp;dentot Hoevelaken, A, J. Oosterland, P. H. Mar-
F 2 nbsp;nbsp;nbsp;ti~
-ocr page 94-Uni Buis, F. R. G. van der Capelle?i tot den Dam, N. H. Strick van Linfclioien en J. H.nbsp;Liifneü.
XIII. Jr. F. G. D. van Lynden tot Lunenburg., als Luitenant, den Train fluitende.
Men reed, van’tSr. Jans Kerkhof, doox de Minnebroederfiraat, over het Oud Kerkhof, naarnbsp;het huis van den Commandant: alwaar de Heren Doktoren, door den Heer van Lunenburg,nbsp;Prwlident van H. Ed. Mog. Gedeputeerden ,nbsp;met derzelver Promotien geluk gewenscht, ennbsp;nevens de overige Heren van het Corps op eennbsp;glas Wyn onthaald wierden. Van daar begafnbsp;zig de Stoet, voorby het huis van den Rectornbsp;Magnificus, en terug langs de Oude Graft, marnbsp;dat van den Heer Eerften Burgemeester Loten,nbsp;die insgelyks aftrad, om de Heren te begroeten en een glas Wyn aan te bieden; waarnanbsp;men , de Kromme Nieuwe Graft langs trekkende, by den Heer van Renswoude een kortennbsp;wyl ftil hield, en, aldaar, een gelyk onthaal ontving : zo als zulks mede aan het huis van dennbsp;Heer Hoofdfehout van Reede van ylmerongen,nbsp;Grave vox\.Athlone, gefchiedde. Verder voortgaande , langs het huis van den Heer Commandant der alhier in bezetting liggende Militie,nbsp;poosde men op nieuw, een en andermaal, opnbsp;de Kromme Nieuwe Graft, voor de tluizen dernbsp;Heren Taets vm Amerongen van Schalkwyk, en
Bur-
-ocr page 95-Burgemeester vm Bronkhorst, waar het gezel-fchap op dezelfde heufche wyze ontfangen en onthaald wierd: gelyk mede aan het huis vannbsp;den Heer Berchman WuytierS'i op het Jans Kerkhof, waar men, daar na, en voor ’t laatst, ftilnbsp;hield; trekkende men als toen de Witten Vrouwen Poort uit langs de Bildftraat, om de Maliebaan henen , en zo vervolgens weder in denbsp;Stad , naar cn tot aan het reeds genoemde Logement het Nieuwe Kasteel van Antwerpen, alwaar de Heren van de Wagens Hapten, en dezen weg gezonden wierden: terwyl de Pierennbsp;te Paard naar de Neude trokken, cn, na doornbsp;den Commandant bedankt te zyn, onder hetnbsp;wegvoeren van den Standaart naar huis, doornbsp;de eerfte Divifie, voor een korte poos van el-kanderen fcheidden; zyndc het omtrent 9 uren,nbsp;wanneer dit behagclyk fchouwfpel geëindigdnbsp;was.
Des avonds, gaven de vier gepromoveerde Heren ene kostbare Maaltyd, in het zo even ennbsp;meergemelde Logement, waar aan over de honderd Gasten deel hadden; beftaande uit ettclykenbsp;Heren der Regeringe, Profefforen, nevens denbsp;agt Paranymphen, Bloedverwanten en Vrienden der nieuwe Doktoren, zo uit de Stads- alsnbsp;Akademieburgery. Hier werd al weder nietnbsp;min pragtig opgedischt , dan des avonds tenbsp;voren: en was ook, ter dezer gelegenheid,denbsp;F 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ta-
-ocr page 96-Tafel met ene verfcheidenheid van Zinnebeeldige en konstig gewrogte Deffertftukken, mede door den reeds gemelden Konfiturier B. van Hemen vervaardigd, op het luillerrykst ver-flerd : gelyk tevens de Voorgevel van het Logement met ene zeer fraaije Illuminatie pronkte. Van welk een en ander v/y insgelyks enenbsp;korte befchryving zullen geven.
Aan het boven einde der Tafel, die de gedaante van een Hocfy?.cr hadde, ftond, in ’t midden, een Tempel , in den Romeihfcbcnnbsp;ftnaak , ruftende op 12 Kolommen; bcflaandenbsp;ene lengte van 9, ene breette van 3 en enenbsp;hoogte van 6 Voeten. Binnen dcnzelvcn zagnbsp;men de Geregtigheidy op een verheven Voet-ftuk: en aan wederzyde van dit Beeld, ondernbsp;de Koepels , die de zydvleugels van den Tempel uitmaakten , twe Groepen ^ waar van denbsp;Beelden met de vier Wapens der gepromoveerde Heren pronkten. Boven op den Tempelnbsp;Hond Minerva , hebbende nevens haar enigenbsp;kindertjes, die het Wapen der Utrechtfche A-kademie ten toon hielden. De Regterzydvleu-gel van den Disch was insgelyks van een agt-kantigenRomeinfchen Tempel voorzien , ternbsp;hoogte van ruim 4 Voeten, ruftende op 2 Kolommen , te midden van welken het Beeld dernbsp;Voorzigtigheicl praalde; terwyl twe Groepen,nbsp;aan eiken kant één, de Godgeleerdheid en Regts-
-ocr page 97-geleerdheU verbeeldden , en verder op naar het einde aan wederzyden tvvc halve Tempels geplaatst waren, waarin men de Geneeskunde ennbsp;Wysbsgeerte zag.
Een derde Tkmpel van gclyke hoogte , en in denzelfdcn fmaak , als de twede, verfierdenbsp;de Linkervleugel van de Tafel, zynde die dernbsp;Deugd: naast welken op verheven Voetlluk-ken, aan weerskanten, de Standvastigheid ennbsp;Naarjligheid Honden, gevolgd door twe Nis-fen, aan beiden zyden één, onder welken denbsp;Zegenen DaHitirtarZ/ezdverbeeld waren. Voortsnbsp;waren alle de grotere en kleinere Hukken metnbsp;Festonnen of Ranken, Blocmvafen, Genietjes enz. geörncerd.
Terwyl het Gezelfchap aan Tafel zat, en het duiHerc van den avond het fchcmerligtnbsp;hadde doen wyken, wierd het pragtig Gevaarte , ’t geen aan de Hraat Hond opgeregt, en welknbsp;al mede door den reeds genoemden Schilder J.nbsp;P. Muller was vervaardigd, onder diens op-zigt, zo van voren met ene menige Glaslampen, als van agteren, by de Decoratien, verligt , en in vollen luifter, voor het oog der toegevloeide menigte van Aanfehouweren, tennbsp;toon gcHeld.
Hetzelve verbeeldde den Voorgevel enesTEu-PELS 5 zeskantig uitfpringende, in welks mid-F 4
-ocr page 98-den men een ruime open Poort zag, boven welke deze woorden gelezen wierden.
Templum Sapientice. dat is:
De Tempel der Wysheid.
Inde Fries hing onder een opgelh-ikt gordyn Ttet Wapen der Stad Utrechtde gewone tenants. Boven de Poort, zag men in een verligt fchilderftuk Pallas, of de Godin der Wys-heid, verbeeld, itaande aan den ingang enesnbsp;Tempels, voor welken het Wapen der Akade-mie pronkte, en binnen welken enige Boekennbsp;Honden en verfpreid lagen : terwyl zy hare handen uitllrekte naar de vier jonge Doktoren , die, in hun plegtgewaad, elk met eennbsp;Boek onder den regter arm, haar naderden.nbsp;Boven deze vier Heren was, in de lugt, eennbsp;zwevende Faam verbeeld , derzelver lof uitnbsp;trompettende, en onder het Chasfinet las mennbsp;deze regels uit Horatius:
Nos DoÜarum hederce prceniia frontium Dit niifcent fuperis.
dat is:
De gelauwerde beloningen der Geleerde kruinen yerhejfen ons ten Hemel.
La-
-ocr page 99-Lager waren de afzonderlyke Wapens dezer vier Heren gefchilderd. in twe kleinere Chas-finetten, ter wederzyde van dit grotere, zagnbsp;men de Geregtigheid en de F'ryheid verbeeld:nbsp;terwyl de Baluflrade met vier verligte NaaUnbsp;Jen pronkte, in ieder van welke zich een on-
derfcheiden Zinnebeeld vertoonde. -- In de
eerfte zag men een Arm uit de Wolken lleken-de, houdende een Zwaard en Palmtak, met dit Byfchrift:
Pax JuJiitice altrix. dat is :
De Vrede is de voedjler der Geregtigheid.
In de twede waren twe Handen , mede uit de Wolken komende, verbeeld , de ene met eennbsp;Bul of Diploma.) en de andere met een Dokto-ralen Hoed: onder las men:
Servitus Legum Libertas.
dat is :
De dienstbaarheid der Wetten maakt de Vryheidiiit.
In de derde Naald zag men insgclyks een uit een Wolk ftekende Hand , houdende een Balans en Schalen, met dit Onderfchrift:
dat
Bilanx Adqui JuJii infigne F 5
-ocr page 100-C 9° ) dat is:
De U^cegfchaal wyst het billyke,en ’’t geen regt is, aan.
Eindelyk vertoonde zig in de vierde Naald een gelykfoortigc IIand,een ontbloot Zwaartnbsp;houdende, met dit Byfchrift:
Gladius, Facinorum Ullor. dat is:
Het Zwaard is de wreker der Euveldaden.
Boven op den Koepel des Tempels pronkte het Akademic-lFapenop een verligte Zon gemaaid.
Gedurende de Maaltyd en Illuminatie, wierd een fraai Muzyk gehoord. De afvviffclendcnbsp;menigte der Aanfehouweren toefde tot diepnbsp;in den nagt, voor het meergenoemde Logement, en de Feestelingen, binnen het zelvm,nbsp;rekten, voor ’t merendeel, de onderlinge vro-lykheid, tot aan den morgen van den volgenden dag.
Dus liepen de befchreven Plegtigheden en Vreugde bewyzen af, in ene zo wel geregeldenbsp;orde en onberispelyke betaraelykheid, als tennbsp;volle met den luifter der Akadcmie overeenkwam, en nietweinigtot ere moet ftrekken vannbsp;allen, die er deel aan haddenvan de grootagt-
bare
-ocr page 101-C 91 )
bare Sclioolbezorgcren, wegens derzelver vvyze fchikkingen en voorzorgen , - en niet min
der van de Heren Studenten, die, ter dezer gelegenheid, zo veel goeden fmaak, een zo ze-dige imborst en lofFelykedeftigheid, te midden van deze fterkere aanleiding tot uitfpatting,nbsp;hebben aan den dag gelegd,als niet genoeg geroemd kan worden: zulks deze feestelyke viering zo wel ten voorbedde voor andere Aka-demien kan dienen,als ter aanmoediging ftrek-ken van alle Ouderen , om derzelver Kroost,nbsp;voor de LetteroefFeningen gefdiikt, naar enenbsp;plaats te zenden, waar, by de gelegenheid omnbsp;het befte onderwys der beroemdfte Mannen,nbsp;in alle takken van Wetenfehap, te genieten,nbsp;ook tegelyk, zo goede orde heerscht, en denbsp;zeden zo wenig gevaar blyken te lopen, omnbsp;bedorven te worden.
Des Vrydags, na het gehouden Feest, gingen twe Heren van de Commislie , hier vorens op Bladz. 30 gemeld, by de lieren van de Voorftemmende Staatsleden rond, om de-zdven,namens den Raad,te bedanken voor der-zdver verleende tegenwoordigheid by de Pleg-tigheden van deszelfs vieringe. Gelyk ook dienbsp;van den Akademifchen Senaat niet in gebreke zoudenzyn gebleven,by de Heren regerende Burgemeesteren en verdere Curatoren, doornbsp;enigen uit hun midden, derzelver opwagting
te
-ocr page 102-C ')
te maken, met gelyke dankbetuigingen voor de eer en het genoegen, welke Hun Ed. Gr.nbsp;Achtbaarheden , ter dier gelegenheid , aan denbsp;Akademie en hare Burgery, hadden gelievennbsp;te betonen en toetebrengen : dan wierd de Com-misfie, daar voor gelast-, door den Heer eerftennbsp;Burgemeester heufchelyk onderrigt, dat zynbsp;van deze pligtpleging zig verfchonen konde,
De meelle Heren Studenten bleven nog, by-na gedurende drie weken, derzelver Hoed- en Degen ftrikken, nevens den Gedenkpenning,nbsp;openlyk dragen, tot dat ook hier mede een einde gemaakt wierd ,op Dingsdag den 20 ^uny:nbsp;wanneer, op bekomen verlof van de Herennbsp;Burgemeesteren, nevens den Ileétor Magnificus , de Standaart, by de Cavalcade omgevoerd,nbsp;in de grote Gehoorzaal overgebragt en plegtignbsp;opgehangen wierd. Ene byzonderheid, welkenbsp;ons nu nog, ten befiuite, wat breder te vermelden ftaat.
Des Woensdags omtrent 4 uren , vergaderden de Heren dier herhaalde Cavalcade, in derzelver vorig uniform, op nieuw in de Ruiters Manége, waar uit men , langs het Vrêe-iurg, naar de Neude trok, om aldaar den Standaart, die intuflchen afgehaald wierd, op tenbsp;wagten: trekkende men vervolgens daar mede, door de voornaamfteftraten der Stad,langsnbsp;de Huizen van de Heren Burgemeesteren en
Rcc-
-ocr page 103-C 93 )
Reftor Magnificus; tot dat men , omtrent half 7 uren op het Oud Munfter-Kerkhof kwam;nbsp;waar men van de Paarden atlleeg, en dezelvenbsp;gekoppeld hebbende, twe aan twe, ter Wes-terdeur van de Akademie en vervolgens hetnbsp;groot Auditorium introk. -Hier waren, op hetnbsp;Orchest, enige Muzykanten geplaatst, die hetnbsp;Muzyk van Balp fpeelden: terwyl voorts denbsp;Zaal was opgevuld met Aanfehouweren , voornbsp;’t groter deel uit de aanzienlykfte en deftigftenbsp;lieden van deze Stad , van beiderlei kunne,be-ftaande. Men hadde,om in deze ene meer uit-felezene fchaar te mogen hebben, en tevensnbsp;alle verwarring , door ene al te grote menigtenbsp;voor te komen, een genoegzaam aantal Lootjes uitgedeeld, op welker vertoon , men doornbsp;de Ruiterwagt, die om den aandrang te beletten aan de deur geplaats was , en uit een Cor-poraal met 6 gemenen beftond, wierd binnennbsp;gelaten: blyvende de overige toegevloeide menigte, welke niet gering was, in de Gaande-ryen en op de plaats zig ophouden.
Na dat het Corps in het gezegde Auditorium was binnen getrokken, en zig in twe Gelederen gefchaard hadde, begaf zig de eerfte Divd-fie, met den Standaart, naar het kleine Auditorium , en de Standaartdrager vervolgens doornbsp;het zelve op het Orchest klimmende, hing deze den Standaart in het midden van de voor-
zy.
-ocr page 104-zyde dezer fpeelplaatfe, ten aanfchoinven van éen ieder ten toon: wordende daar op ins-gelyks aan weerskanten de Pauk-kledercn gevoegd.
Dit verrigtzynde , wierd aan de Heren Roden en Rhynfchen Wyn, en aan de Dames Limonade en Orgeade gefchonken, op kosten van de Officieren der Cavalcade: waarna denbsp;Commandant op de Katheder klom, en aldaarnbsp;enige korte , dog niet min bevallige en gepaste , Aanfpraken deed.
De eerfte derzelven was gerigt aan Heren Burgemeester en en verdere Kaden in de Vroed-fchap dezer Stad, als Curatoren der Jlkademie,nbsp;en hield, hoofdzakelyk, ene Dankbetuiging in,nbsp;zo yoor derzelver blyken van toegenegenheidnbsp;in ’t algemeen aan de Studenten betoond, alsnbsp;byzondeflyk voor den gefchonken Penning, —nbsp;voor het heusch onthaal der Cavalcade aan hetnbsp;Fundatiehuis, en aan de Huizen van Heren Bur-gemeesteren : — voor derzelver tegenwoordigheid , by deze gelegenheid, en de verleendenbsp;Vryheid, tot het plaatfen van den Standaart,nbsp;ter duurzame gedagtenis van deze heuchelykenbsp;Plegtigheid. In de twede bedankte de Redenaar , den Heer Kameraar der Stad voor des-zclfs verleenden raad, en bewezene hulp aannbsp;de Studenten, en zynegoede voorzorg omtrentnbsp;hun verrigte. Gelyke dankbetuigingen wierden
ook in de derde plaats gedaan, aan de Heren ReStor Magnificus en verdere Pro/e//cre?z, voornbsp;derzelver zorgeenbyfl:and,gedurcndede Feest-vieringe, als mede voor de verleende vryheid,nbsp;om,by deze gelegenheid,van de Gehoorzaal ge-bruik^e mogen maken terwyl ene vierdeAan-fpraal^ aan de Schone Kunne gerigt was, omnbsp;ook deze dank te zeggen, voor hare betoonde goedkeuring aan de vreugde bedryven dernbsp;Letteroeffende Jeugd, en hare verërende tegenwoordigheid by ditftatigbefluit;en laat-ftelyk ene vyfde aan het Corps der Cavalcade,nbsp;waar by de Spreker zyn post als Bevelhebbernbsp;nederleide: — eindigende alle deze Aanfprakennbsp;met afzonderlyke gepalle aanbevelingen ennbsp;heilbeden. Ware de Heer Commandant vannbsp;het Stads Guarnifoen, de Colonel van ThuylLnbsp;van Serooskerken, niet door onpaffelykheid verhinderd geworden, deze laatfte plegtigheid mede by te wonen, zou de Redenaar, zo men onsnbsp;berigt heeft, niet in gebreke zyn geblev^en,nbsp;om ook dezen, voor zyne betoonde heusch-heid, en verpligtende gedienstigheid, in allenbsp;van hem afhangende vergunningen aan de Studenten , afzonderlyken dank te betuigen.
Een herhaald Muzyk deze flatige verrigting ten half 8 uren befloten hebbende, wierd denbsp;Commandant, zo voor hem als het gantfchenbsp;Corps , van wegen den Senaat bedankt voor de
by.
-ocr page 106-feyzondere eer, door hen aan de Akaderaie bewezen : waar op dezen uit de Gehoorzaal wederom naar hunne Paarden trokken, en, opgezeten zynde, nog ene kleine wandeling door de Stad deden : waarna de Heren, op de Neude^nbsp;door den Commandant bedankt, en dc^e totnbsp;aan zyn huis geleid zynde, Icheiddê alckar hetnbsp;Gezelfchap.
Dus hebben wy deze Plegtige Feestviering , in alle omllandigheden en byzonderheden,nbsp;tot dezelve betrekkelyk, met alle naauwkeu-righeid, zo verre ons bewust is, immers metnbsp;de beste getrouwheid, te boek gefield: er blyftnbsp;ons dus niets meer over, dan, ten befluite, bynbsp;al het verhaalde dezen onzen opregten en vu-rigften wensch te voegen : „ Dat de Opperflenbsp;„ van alles , Hy die alle Wysheid en Magt be-„ zit, zyne Zonne der Geregtigheid nog lan-„ ge,en tot de laatfle eeuwen, over Utrechtsnbsp;„ Hoge School wille doen fchynen; opdat haarnbsp;„ bloey en luifler flaag toeneme, en zy, zonbsp;„ in hare Onderwyzeren als Kwekelingen, altydnbsp;„ enen onbezwalkten roem behoude, tot aannbsp;« ’s waerelds
EINDE.
-ocr page 107-C I )
DER
Die van het Jaar 1736, t]gt;aarin Utrechts Hoge . School haar plegtig Eeuwfeest vierde', totnbsp;het jaar 1786, allerleie Wetenfchap-pen in dezelve leerden,
74. V V ilhelmus van Irhoven, Van Kesfel,nlt Bra-hand, A. L. M. amp; Ph. D. wierd, den 19 Juny 1737, Van Leeraat in de Gemeente tc Ede, in Gelderland, totnbsp;gewoon Hoogleeraar der H. Godgeleerdheid beroepen,nbsp;en deed,nadat hy,den 13 September van het zelve jaar,nbsp;deri rang van Theol. Doft. verkregen had, den 16nbsp;van dezelve maand, zyne Intreê rede : de Sapienticenbsp;Chrijliancs impedimentis : dat is , over de Beletzelen def
Kristelyke Wysheii, - Den 22 P'ebr. 1740; wierd hy
tot Hoogleeraar in de Kerkelyke hifloiie verklaard. Hjt (lierf den 18 November 1760. Zynenagedagtenis wierdnbsp;roet ene Lyk-rede gevierd door Frmciscus Burmannusnbsp;Franc, fil: Franc. Nep.
75. Abraham Wieling, uit den Ham. J. U, D. en gewoon Voorzitter aan de Hoge School van Frieslana*
werd
C* By gelegenheid van bet vorige Eewxfeest, in den jart I73Ö» cjw ene Lyst uitgegeven ^ te vinden a^ter de Latynfche Oratie ‘va»nbsp;den Hoogleeraar Drakenborö , gelyk mode j tn het Nsderduit^chnbsp;vertaald agter de Befchryving dier Eeüivfcest vieringe ^ de Prir-fefforen, fadert de o^regting der ^kadeihie i waar op doze tennbsp;volge diend; zynde dezelve door ons vertaald en overgenomen uit hetnbsp;voegzsl op de Latynfehe Kedenv, van den Hr» Prefejpir Rmia
O
-ocr page 108-werd den 4 May 1739 tot gewoon Hoog-leeraar in het Burger- en Leenregt verkoren , en aanvaarde plegtignbsp;dit ampt den 14 Sept. des zelven jaars , met ene redenvoering, Pra Glosjatoribits, of over da Uitleggers vannbsp;’{ Corpus Juris ,in de midden Eeuwen. Den 22 July 1743,nbsp;wierd hem bet Ploogleeraars-ampt in het algemeennbsp;Roomsch Duitscii Rcgt opgedragen, cn by hem aanvaardnbsp;met ene reden voering: De JustitiafanBtionis pragmaticinbsp;tUvi Caroli vilniperatoris,d.i. over de hiUykheid der Pragmatikenbsp;SanBie van Keizer Karei den6. Hyftierf den lojan. 1746. _nbsp;7Ó. Gys2kr2\s Mathias Elsneküs, vmGoch, Leer-aar te Utrecht, is den 15 Juny 1739 tot buitengewoonnbsp;Hoogleeraar in de Godgeleerdheid beroepen , den 10nbsp;Sept. des zehen jaars tot Theo). Doet, benoemd, ennbsp;aanvaarde dezen post met ene plegtige redenvoering,nbsp;De diverjis, fed non avorfis, in unico Corpora Chrijlinbsp;Jummi Capitis membris dat is , over de verfchil-lende dog niet vyandelyke leden , in één lighaam vannbsp;Kristus j het opperjle Hoofd. Vier jaren daarna, werdnbsp;hem het gewoon Hoogleeraars-ampt in de Godgeleerdheid opgedragen;hy hield, den 16 Sept^ i743.zynln-,nbsp;tieé-iede: De Excellentia Jdultarum, qid in verbo ju-ftitice propter hahitum exercitatos habent fenfits, pro exi-Sitate infamium la£le elementarii DoBrine alendorum: datnbsp;is, over de voortreffelykkeid der volwasfenen, die, door hunnen vlyt in het woord der geregtigheid, geoeffende zinnennbsp;hebben, boven de onervarenheid der kinderen, die door denbsp;melk der Leer van de esrfle beginzelen nog gevoed moetennbsp;worden. Hy overleed den 7 July r775-
77. Johannes Horthemels, van Middelbug, A. L.
Ph. Doet: wierd van Predikant, te IVest-zaanen, tot gewoon Hoogleeraar in de Wysbegeerte aan dezenbsp;Hoge School beroepen, den 30 July 1742: den 22'oa.nbsp;deed hy zyiie plegtige Intreê-rede: de Ubertate Philofo-phaneii debita cuinmodcjjia circa Revekta, dat is; over de
Fry.
-ocr page 109-t-^ryheii tdt TVysgirig redekavelen, met den 'veretscUen eerbied voor de Openbaring. Ily ftierf den 15 Jimy 177Ö.
78. nbsp;nbsp;nbsp;FrANCIscüs JSuRMANNas , Franc. F. Franc. Nep,nbsp;Predikant in deze Stad.wierd, den 2a July 1743, totnbsp;gew'oon Hoog-leeraar in de Godgeleerdheid verkoren, ennbsp;aanvaarde op ene pleglige wys dit ampt den 23 Sopt.nbsp;van ’t zelve jaar, met ene redenvoering; de Theologinbsp;docentis münere , of over den post van enen Godgeleerden Onderwyzer. Het Hoogleeraar-arnpt in de Kerkcly-ke Historie wierd hem den 6 May 1771 opgedragen.
79. nbsp;nbsp;nbsp;Everardus Jacobus van WAchendorff, van U-
trecht, Med. Doft. verkreeg, den 23 Sent. 1726, de
vryheid om de Scheikunde te leren; den 22 July des jaars 1743, wierd hy tot gewoon Hoog-Iceraar der Genees- Plant- en Schei-kunde aangefteld, en fprak zynenbsp;Intreó-rede, op den 26 Sept daaraan volgenden, plegtignbsp;uit: de Plantis Inmenf.tatis intelkUus divini tejlihus lo-cupletisfimis, dat is, ten betoge, dat de Planten de over-vloeiigfle bewyzen opleveren voor de grootheid van hetnbsp;Goddelyk verfland. Hy overleed den 22 Dec. 1758.
80. JoHANN’ES Fredesicüs Reitz, van Bro-isfeld IFet-teraven , Med. Doet. en Reflor van het Hieronymiaan-fche School,v/ierd den 12 Novemb. 1745 tot buiten-gewoon Ploog-leeraar der Welfprekenhcid en Dichtkunde benoemd, cn hield den 31 Jan. 1746 zyne Intreerede: de Vetcrum Oratormn, maxime Grcscorum in dicen-do libertate ^ audacia, of over de Vryheid en Jlotitheid van /preken der oude Redenaren, vooral der Grieken. Dennbsp;6 Maart 1748 wierd hy als gewoon Hoog-leeraar dernbsp;Hiilorien en Welfprekenheid aangefreld; en aanvaardenbsp;dezen post den 27 Juny daaraanvolgenden,met ene redenvoering, waarin hy betoogde; Carentem artium fcien-tia criticuin hominem ejje mere PlatoniuM,of dat een Cr -ticits, die de kennis der IVetenJ'chappen derft, een louter PloTnbsp;tonisch mensch is. Hy overleed den 21 Maart 1778.
G 2 nbsp;nbsp;nbsp;81,
-ocr page 110-St. Feedericüs Godefrious Houck , .van Steinfurt, j. U. D. wierd den 9 May 1 746 , van he: aanzienlyknbsp;Kweekfchool ts Deventer, daar hy opcnlyk ondervvysnbsp;in de Regten gaf, tot gewoon Hoog-leeraar van het Bur-ger-regt, beroepen, en hield den 2oJunydes zelven jaarsnbsp;ene Intreê-rede, de Pl-oprio ahligationumjüre, ex yariis eau-Jarum figuris, of, over detibyzonderen grond van verpligtingnbsp;volgens de hillykheid. Hy overleed den'28 July 1767.
82. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Gysbertus Woertman, van Utrecht, tunbsp;Geneesheer in dezelve Stad, wierd den 26 Febr. 1748nbsp;tot gewoon Hoog-leeraar in de Ontleed- en Heelkundenbsp;beno»md , en aanvaarde dit ampt den 16 April van dat'nbsp;jaar, niet ene reden voering , de Pulmonum meehanismo,nbsp;dat is, over de 'Werkvig der Longen, öp het einde desnbsp;jaars 1759, wanneer hy tot Ontfanger van het Zegelnbsp;wierd aangcfteld, lag hy het Hoog-lceraar-ampt neder,nbsp;cn nam den 24 Jan. 1760 van den Senaat affeheid. Hynbsp;overleed den 27 Febr. 1785-
83. nbsp;nbsp;nbsp;Sebaldus Rau, J. E. Zoon, van Herhorn in hef
JJasfaufche, wierd, nog Proponent zynde, den 4 Nov, 1749,als Lector in de Oosterfche Talen benoemd; dennbsp;zg Jan. 1750 als buiten gewoon Hoog-leeraar in dezelve Talen, en begon dezen post den ii Maart daaraan,nbsp;jnet ene plegtigc redenvoering , de Mommentis veterisnbsp;Ecclefics Orientalis , deque ujti quem adferunt Theologenbsp;Unguarum perito, dat is, over de gedenkjlukken der oudenbsp;Oosterfche Kerk, en de voordelen, die dezelve aan een taalkundigen Godgeleerden opleveren. - Den 28 I'ebr. 175a
wierd hy als gewoon Hoog-leeraar der Oosterfche Talen aangcfteld, en deed den 27 April daaraanvoigenden, ene redenvoering, de Eloquentia, ^ fublimitate diEHonisnbsp;Hebraicee fcriptarum veteris Teftamenti, dat is, over de IVel.nbsp;Jprekenhiid en verhevenheid der HehreeuwfcheTale, in denbsp;fchriften des Ouden Tejlaments. Den 16 Aug. 1756,wierdnbsp;hem het tloog-leeraars ainpt in de Joodfche Oudheden
opgedragen. Den ii Febr. i76r, werd hy met den tytel van Theologie Doftor vereerd : en den lt;j May 1771nbsp;het Hoog-lesraars-ampt der voorbeeldige en Uitleg-kun«nbsp;digo Godgeleerdheid aan hem toevertrouwd.
84. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Castiliom, van Florence, A, L. M.nbsp;Phil, en J. V. D., wierd eer.st tot Leftor en kort daarop, den 22 Nov. 1751, tot buiten gewoon Hoog-leeraarnbsp;in de Wiskunde, Proef-ondervindelyke Wysgeerte, ennbsp;Sterrekunde :aangefteld ; den 9 Dec. deszelven jaars,nbsp;vierde hy zyn Intreê-rede, ' de ufu Mathsfeos in vita hu-mano, dat is. over het nut der IVisiunde in het gemenenbsp;leven. Den jo April verwierf hy de vryheid, om denbsp;Logica te onderwyzen, Den 9 Juny 1755, wierd hem
de waardigheid vau gewoon Hoog-leeraar in de Wysbe-gecrtc en Wiskunde opgedragen; hebbende zyne Intreerede, op den 23 Juny van het zelve jaar.uitgefproken. in conncxio:iarios, dat is, tegen de oveml verhand zoekende Geleerden Eindslyk wierd hem den 15 Jan. 1759nbsp;de rang van Hoog leeraar in de Sterrekunde toegevoegd.nbsp;Op het einde van 1763 naar Berlyn beroepen, om aldaarnbsp;de 'V\''ysgecrte en Wiskunde te onderwyzen, verliet hynbsp;deze Hoge School.
85. nbsp;nbsp;nbsp;Christophorus SAX’jVan Epsndorff ir\ Saxen, A.nbsp;L. M. amp; Ph. DoA. tc Leipzig, wierd den 4 Dep. 1755nbsp;tot buiten gewoon Floog-leeraar in de Oudheden ennbsp;fraaie Letteren beroepen, welken post hy den i Febr.nbsp;1753 aanvaarde, inet ene redenvoering: amp;ro yintiq-iitatisnbsp;feientia, dat i.s, (recr de Oudheids-kennis. Den 9 Junynbsp;I75S, wierd hy tot gewoon Hoog-leeraar in de Oudnbsp;hedeu.cn befchaaiJe Letteren, bevorderd,en hield, bynbsp;hqt aanvaarden van deze waardigheid, op d?n 18 Sept,nbsp;des zei ven jaar.?, ene redenvoering , de jirtiutn Gmca.nbsp;ta,r. Roinanarumque judicia hodie regundo , dat is, vannbsp;dl noodzakelykheid , om den hedendaagjehsn finaak dernbsp;jionsten en ('Fetenfehappen , naar dien de Grieken en Ra-
O 3
-ocr page 112-meinen te regelen. Den ii Dec. 1780 is zyn voornoemde tytel, door een befluit der hoog aanzienlyke Curatoren, in dier voege veranderd en verrykt, dat hy niet meer Hoog-leeraar der Oudheden en fraaie Letteren,nbsp;maar Hoog-leeraar der Htlloriën,Oudheden, Welfprekcnd-iieid en Vaderlandfche Hiftorie,zoude genoemd worden.
86. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes David Hahn , van Heidelberg in dennbsp;Faitz, A. L. M. Phil, en Med. Doft. wierd den i Maartnbsp;J753, tot gewoon Hoog-lecraar der Wysbegeerte,Proei'-onderviiidelyke Natuur-kunde,cn Sterrekunde benoemd,nbsp;en vierde zyne Intreê-rede met ene plegtige redenvoe-ring, op den 21 Juny, ds amp;cientia Naturaii ah obferva-tionum èf experimentortim fordibus expur^anda, dat is, 0-ver de nouhakslykkeid ener zuivering in de Natuurhmdenbsp;van de nisflagen der •sraarnemingen en proeven. Den 15nbsp;Jan. 1759, verkreeg hy de waardigheid van gewoonnbsp;Hoog-leer.aar der Genees- Plant-en Schei-kundc, en hieldnbsp;den 19 Maart van het zelve jaar ene Intreê-rede, denbsp;Chemix cum Botanica cnnjunBiene utili pulcre, dat is,nbsp;ever het nuttige en fehone, in het verenigen der Scheien Flanten-kennis. In de maand Juny 1775, wierd hynbsp;aan de Leydfchc Hoge School beroepen, ora aldaar denbsp;Genees- en Schei-kunde te onderwyzsn: hy vertrok derwaarts, en overleed den ig Maart 17S4.
87. nbsp;nbsp;nbsp;Christianus H nricüs Trotz, van Colberg innbsp;F ommeren. J. U. Doft. en gewoon Hoog-leeraar in hetnbsp;algemeen en byzondcr Staats-regt aan dc Hoge Schooinbsp;van Friesland, wierd den 9 Dec. 1754 , gewoonnbsp;Hoog-leeraar van het Burger- en algemeen Neerlandsch-Staatsregt beroepen, en aanvaarde deze Waardigheidnbsp;den 22 April 1755, met ene redenvoering, de jure publico Belgico, düt is, over het algemeen Neêrlandsch Staats-regt. Hy overleed den 17 Juny 1772.
88. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus Luchtmans, van Leyden, Med. Doft,,nbsp;wierd den 3 Dec. I7S9 als gewoon Plooa-leeiaar der
Ont-
-ocr page 113-( VII )
Ontleed- en Heelkunde benoemd en vierde den 17 Maart 17Ó0 zyne Intrcê-rede met ene reden voering, de Ana-iomicis feculi XFIII increme7itis, dat is , over de vorderingen der Ontked-kunde in de agtiende Eettw. Den 29nbsp;Dec. 1777, wierd hem de rang van Hoog-leeraar dernbsp;Vroedkunde opgedragen.
89, nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Geuardus Christiands Rucker , vannbsp;ÏFinshem, in Frankenland, J. U. D. en gewoon Hoog-leeraar in het Burger-regt te Groningen, is den 7 Julynbsp;1760 herwaarts beroepen , en tot Hoog-leeraar in hetnbsp;Burger- en Hedenda.agsch Regt benoemd ; vierende zynenbsp;Intreê-rede den 22 Sept, van het zelve jaar, de Jurisnbsp;Civilis dlsciplina momm mzgiflra,dizt\%, over de leer vannbsp;het Burger-regt, als een rigtfnoer votr de zeden. Hy verliet in 1768 deze Hoge School, uit hoofde zyner wankelende gezondheid, en vertrok naar Duitschland ternbsp;woon, alwaar hy den 5 April 1780 overleed.
90. nbsp;nbsp;nbsp;Gïsbertus Bonnet, van ATaaden, wierd van Predikant in ’s llage ,X.Q'i gewoon Hoog-leeraar der Godge.nbsp;leerdheid beroepen, den 8 Dec. 1760, verkreeg denty,nbsp;tel van Theol. Doft., den 30 Jan. 1761, en aanvaardenbsp;de aan hem opgedragen waardigheid, den 5 Fcbr. desnbsp;zelven jaars, met ene redenvoering, de Fidei myjieritsnbsp;revelatam Religioncm adjrruentihus, dat is, ten bewyze,nbsp;dat de verborgenheden des Geloof s den geopenbaarden Godsdienst bevestigen,
gi. Johannes FRcnaarcus Hennrrt, van Berlyn, is den 21 Jan. 17Ó4 als buiten gewoon Hoog-lecrnar dernbsp;Wysbegeerte, Wis- en Sterrekunde benoemd, cn dennbsp;3 Febr. van hetzelve jaar tot A. L. M. en Phil. Doet.nbsp;bevorderd; op dep 6 dezer maand nam hy dezen postnbsp;aan met ene redenvoering, ds Ingenia M.ithematici, datnbsp;is, over hst vernuft van een Wiskundigen, Het gewoonnbsp;Hoog-leeraars-ampt in dezelve Wetcnfchappen verkreegnbsp;hy, den 7 Oei. 1705, en aanvaarde deze waardigheid opnbsp;ü 4 .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deh
-ocr page 114-den i8 Nov. van dat jaar, met ene reden voering, de Jolido Matliefeos Jiudio cum educatione conjungenda, dat is,nbsp;ter betoging, dot men ene naarjlige beoeffening der Wiskunde by de opvoeding hehore te voegen.
92. nbsp;nbsp;nbsp;Meinardus Tydeman, geboortig van Zwolle, J.nbsp;U, D. en gewoon Hoog-lceraar der Hiftorien, Welfpre-kondheid en Griekfche Tale aan dc Gelderfche Hogenbsp;School, wierd op den 28 July 176(5,tot gewoon Hoog-leeraar van het Natuurlyk- der Volkeren- en Rooinsch-Duitsch-regt bevorderd , en aanvaarde dezen post dennbsp;22 Sept. van het zelve jaar, met ene redenvoering, denbsp;Finibus yurisprudentice Naturalis regundis: of over de bepaling van de grenzen der Natuarlyke Regtsgeleerdheid.
93. nbsp;nbsp;nbsp;Cakolds Skoaar, van Leyden, Predikant te U-êr(jc/!t, wierd den 28 July 1766, tot gewoon Hoog-lesi;-a'ar der Griekfchs Tale benoemd , en vierde den 28 Sept,nbsp;daaraanvolgende!], zyne Intreê-rede met ene redenvoe-ïing, de egregiis fruElibus, qui ex adjidua auüorum Greecorumnbsp;leSlione ad Oraculorum divinorum interpreSem redundant,nbsp;dat is, over de uitmuntend: voordelen, dis een Uitleggernbsp;der Gewyde fchriften, uit list gejiadig lezen van Griekfchenbsp;Jchryvers , trekken'kan. Den 27 Dec. 1780, is hy totnbsp;HoOg-Ieeraar in de Uitlegkunde des N. T. aangeftdd.
94. nbsp;nbsp;nbsp;Ryklof Mici-iAëL VAN GoEKs, uit Utrecht, v.’ici'dnbsp;den 28 July 1766, als buitengewoon Hoog-leeraat dernbsp;Hiftoriën., Oudheden,', Welfprekenhcid clt;] der Griekfclienbsp;Tale, benoemd, en deed den 29 Sept. van dat jaar,bynbsp;het aanvaarden van dezen eerpost ^ ene openlyke redenvoering, rfe Incrementis, qua humaniores iilera, Hifioria-rwfi inprimis Greca Lingute fiudiu'it, fccuio hoe y.vninbsp;ceperunti dat is, over de vorderingen, welke de fraaie Letteren, en hyzondcr de beoeffening der lliftoriên of Griek-fche Taal, in deze Jgtticnde Eeuw,’gehaakt hebben. Dennbsp;ö May 1776, lag liy tüt ampt neder, en wierd den 20nbsp;dcrzclve maand,eu’t zelve jaar, totRaad verkoren. Den 2;
Pebr.'
-ocr page 115-Febr. 1777 gt; wierd hy met de vryhcden en tytels dcï beide Regten vereerd.
95. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Henriküs Voorda, uit Utrecht, J. Ü,nbsp;D., wierd van Leeuwcnrden, alwaar hy als Regtsgeleer-de pleitte, herwaards beroepen, op den 27 July 1767,nbsp;tot gewoon Hoog Iceraar in het BargeiTregt, doendenbsp;vervolgens, den 22 Nov. van dat jaar, ene redenvosnbsp;ring, de Juris Civilis fcientia ^ interpretatione pulcher-fma,fed dificili, dat is, ter betoging, dat de kennis ennbsp;het verklaren 'van het Burger-regt ene allcrfraaifie, maarnbsp;moeilyke flVeten/chap zy.
96. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Af.eertus Vos, van Utrecht, wierd, alsnbsp;Predikant te Bommel, den 18 Sept. 1769, tot gewoonnbsp;Hoog-leeraar der Godgeleerdheid, benoemd, en den 25nbsp;Nov. daaraanvolgende, tot Theo!. Doft. verheven; vierende zyne Intreê-rede op den 4 Dec.; de Prophetis ftis-¦piciendis, dat is, over de hoagclgting, tv elke men den Profeten verfchuldigt is,
97. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus Bondam, van Kampen, I. ü. D, en His-,nbsp;torie-febryver van Gelderland, wierd van de Harder.,nbsp;wykfche Hoge Schooi herwaards beroepen, den 21 Dec.nbsp;1772, als gewoon Hoog-leeraar van het Burger- Ro.nbsp;meinsch algemeen Neêrlaiids Staat- en I.eenregt, en aan,nbsp;vaarde deze waardigheid den 19 May 1773, met enenbsp;plegtige redenvocring: de fubjidiis ad foMam Juris Bd-gici CQgnitiónem necesfariis, vtilgo tarnen nimis negligi Jo.nbsp;litis, dat is, over ds hulpmiddelen, die tot ene grondigenbsp;kennis van het Nsêrlmdsch regt vereischt , dog in 't ahnbsp;gemeen te veel 'verwaarloosd, morden.
98. nbsp;nbsp;nbsp;JoHANhEs Theodorus Rossyn, uit de Zyp, A,nbsp;L. 'M. Ph. Doft., wierd, als Hoog-leeraar aan de GeUnbsp;derfche Ploge School, herwaards beroepen, den 31 Julynbsp;1775, en tot gewoon Hoog-leeraar der Wysbegeerte,nbsp;ïjatuur- en bovenNatmir-kunde benoemd; doende opnbsp;den 25 S;pt, van dat jaar zyne Intreê-rede de fcientik
Q 5 nbsp;nbsp;nbsp;Pks.
JPMlofophicis ex'veritate cBjlimandis , dat is, ten bewyze, dat men de wysgerige Wetenjchappen naar derzelver ‘Waarheid te fckatten kebbe.
99. nbsp;nbsp;nbsp;Alexander Petrus Nahuys, van Monnikkeniam_nbsp;A. L. M. Phil, en Med. Doft. en Hoog-Ieeraar der bc-fchouwende Genees- Ontleed- en Heel-kunde aan de Har-derwykfche Hoge School, wierd den 31 July 1775, hiernbsp;ter plaatfe, tot Hoog-leeraar der Genees- Plant- Scheikunde, en Natuurlyke befchouwing van ’s inenfchen lig-haam, beroepen, vierende den 23 Oft. van dat jaar zy-ne Intreerede; de Religiofa plantarum contemplatione a-cerrimo ad Divmi Numinis amorem £ƒ cultum Jiimulo,nbsp;dat is, over de Godvrugtige befchouwing der Planten ,Jlrek-kende tot ene allcrjlerkjle drangrede ter liefde en eerdienstnbsp;van het Goddelyk Opperwefen.
100. nbsp;nbsp;nbsp;Yssrandüs van Hamelsveld , van Utrecht,1)09:.nbsp;in de H. Godgeleerdheid, en te voren Predikant tenbsp;Goes, wierd den 5 Jan. 1784, als gewoon Hoog-leeraarnbsp;der Godgeleerdheid beroepen; aanvaardende detizóFebr.nbsp;dezen post, met ene plegtige redenvoering: de Statii reinbsp;Chrijliance hodierno, Iceto an trijli‘? Quidque in pojleriim denbsp;co fperare vel timere debeamus, dat is, in hoe verre mennbsp;zig over den tegenswoordigen toejiand van het Kristen-dom moge verheugen of beklagen ? en wat men in 't vervolgnbsp;desw^g^its te hopen of te vrezen hebhe.
c XI )
L Y S T
RECTOREN AAN DE UTRECHTSCHE HOGE SCHOOL GEWEEST 2YN.
.Ir^ETRüS WES,sliLI^'¦G wierd, op het hovengenoemde Eeiuv-feest den 27 Maart 1736, tot Rector benoemd,nbsp;en lag dezen eerpost neder den 18 Maart 1737, met enenbsp;reden voering, de Statu ReligianU ReipuUicx ftih Con-llantino Magno,d. i. over den toeftancl van Godsdienst ennbsp;Staat onder Conjlantyn den Groten.
Albertus Voget ontfing, den 18 Maan 1737,'net opperbewind der Hoge School, en ontfloeg zig daarvan, met het houden ener reden voering , de viJfone'Nebuchi).nbsp;donoforis, d. i. ovr het Gezigt van Netuchadnejar.
Gclielmus van Irhoven aanvaarde het hoogst bewind der Akademie op den 24 Maart 1738, bedankte voor het zelve , met eno redenvoering, de Necesjarionbsp;Linguarum eruditarum, Jatiquitatim, Hijlorim Philofophtónbsp;Artiunique Hbtralium cum Tkeologia connubio, d. i.,evernbsp;de noodzakelyke vereeniging der geleerde Talen, Oudheden,nbsp;Iliftorie, Wysgeerte, en nye Kunsten, met de Godgeleerdenbsp;heid.
Josephus SerRURIeii wierd, den 19 Maart 1739, ten jdenmale, tot Rector benoemd, en gaf deze waardigheid over aan zynen Opvolger met ene redenvocring :
C XII )
Ji comuMo Ration!} ^ experientia Midkin^, d. i, over' het verband der Rede , en ondervinding, in de Geneeskunde.
Abrahamüs Wieling verkreeg, den 28 Maart 1740,de eertekenen van het Academisch bewind, en overhandigde dezelve aan zynen Opvolger, ua het houden enernbsp;reden voering, de jure Janitionis Pragmatici divi Carolinbsp;V7. Imp. Aug. d. i. over het regt dor Pragmatike Jar.üienbsp;van Keizer Karei den VI,
Christianus Bernardos Albinus wgt;erd,den2 7Maart 1741, ten twedenmale Reftor , en ging af na het uit-fpreken ener reden voering, ie Natura huinana , ejusquenbsp;Caufis, d. ï. over de menfchslyke JSTatuur, en hare oorzaken.
David Mill , voor de twede keer Rector gewor, den , op den 9 April 1742 , lag deze waardigheidnbsp;neder, met ene. reden voering , de srudita Pietate, d. i.nbsp;ever de geoefende Godvnigtigheid,
Jacobüs Oné ontfing, den 25 Maart 1743, het opperbewind der Hoge School, en lag hetzelve neder, met ene reden voering , de Navis per^ Experimenta recentiorisnbsp;eevi inventis, d. i. over, de nieuwe ontdekkingen door proefnemingen in latere tyden.
Johannes Hortii .mels , den 23 Maart 1744 tot Rector .benoemd, deed aïïland van deze waardigheid , met ene redenvoering, de Theocratice moralis ohligationisnbsp;creciturarum rationalium ex induUtata fupremi Numinisnbsp;txijlentia vinculo indisjoluhili, d. i. ten betogc, dat denbsp;redelyke fchepfelen door het ontwyfeihaar hejlaau van hetnbsp;Goddelyk Oppem-efen als den allernaauwfien band, onderworpen zyn aan Gods zedelyk heftier.
Gvsbertus Mathias Elsnerus wierd, den 23 Maart 1745 met den post van Reftor bekleed, en gaf dit bewindnbsp;over, na het houden ener redeavoering, de Sponjalibucnbsp;Christum inter Ecckfiamque nullis umquam maik dirimen-
dis, fL i. ten hs\vyze,dat de trouwlelofun tusfchen KriS--tus en de Kerk, nooit door enige onheilen verhroken kunnen -Borden.
Franciscus Busmannus ontfingfden 28 Maart 1746, het Opperbewind der Hoge School, en lag hetzelvenbsp;neder met ene reden voering, de reRo Dcum cognoscendinbsp;^ colendi niodo,d. i. over de regie wyzs om God te kennen en te dienen.
Everaedü!) Jacobus vak WacheKdoeff wierd, den 20 Maart 1747^ tot Keftor aangefteld,en ontfloeg zignbsp;van de^e waardigheid, na dat hy in' ene redenvoeringnbsp;betoogd had : ex^rindpiü Corpus humanum confiitiientiiusnbsp;Medicum Chernies peritum hujus ignaro effe preejiantioremnbsp;d. i.) dat men uit de grondbeginfelen van ’smenfehen lig.nbsp;haam bewyzen konne, dat een Geneesheer^ in de Scheikunde ervpren,veel voortfeffelyker man is, dan die in deze fKe-tenfehap onervaren is.
Frideiucüs GoDEïrJDüS FIouck bekwam het Oppergezag der Hoge School, den 28 Maart 1748, en gaf het zelve aan zynen Opvolger over, na een openlyk onderzoek, quanam verefanilior Jit fententia de fecundo eapitsnbsp;Legis jiquilix ? d. i., welk het oraarfchynlykst gevoelen zynbsp;ever het twede hoofdftuk van de Aquilijche Wet ?
Petrcs 'Wesseltng wierd andermaal tot Reftor verheven den 27 Maart 1749» en lag dit zyn bewind neder met ene redenvoering, de Vifo bom, hono cive,d.{. dat een braaf man een goed Burger zy.
Johannes Fredericüs Reitz ontfing , den 19 Maart 1750, het Opperbeftuur der Floge School, en lag hetnbsp;zelve neder met ene redenvoering, de Cenforihus Libre-rum, d. i., over de beoordeelaars van Boeken.
Jacobus Gvsdertus Woertman wierd met bet gezag van Reétor bekleed, op den-29 Maarti75r gt;en, afgaande, deed hy ene ledenvoering, de prxtipua fede, qumn
-ocr page 120-( XIV )
éfiima in corpore humano occupat, d. i., over de voorname zitplaats der Ziel in ’smenfchen lighaam.
Johannes Oosterdyk Schacht nam deze hoge waardigheid op zig den 20 Maart 1752^ en gaf dezelve aan Zynen Opvolger over met ene redenvoering, de Arca-nis Medicorum non celandis, d. i. ten bewyze, dat denbsp;Geneesheren gene geheimen behoren te hebben,
Sebaldus Rau is tot Reftor aangefteld den 26 Maart J753, en ontfloeg zig van deze waardigheid met enenbsp;ledenvoering, de Ortu Ê? progrejjn deque impedimentUnbsp;Jliidii Literarum Orientaliuin, d. i., ever den oorfprong,nbsp;voortgang, en heletfelen van de beoeffening der Oosterfchsnbsp;Talen.
Jacobus VooRDA,ten twedenmale tot Rector benoemd,-op den 25 Maart 1754 , gaf dit bewind over met ene reden voering, in jus JuJiitiianum, d. i. over het Jufti-niaanfehe regt.
Johannes David Hahn, wierd den 20 Maart 17^5, tot Reftor aangefteld, en lag dezen post neder in handen van zynen Opvolger , met ene redenvoering, dinbsp;Logica Jingulis fcientiis priva, d. i. ter betoging, dat denbsp;Redenkimst op alleWetenJchappen hare betrekking hehbe.
Albertus Voget wierd Reftor op den 28 Maart 175Ö , en lag het bewind neder met ene redenvoering.nbsp;de vero antitypo Afylorum, Jive urbkm perfugii in Ca-naane quondam conjlitutarum, d. i., ever het ware tegen-beeldige der Vryplaatfen of IVykJleden, welke voorheen innbsp;KanaSn gejligt waren.
Christianus Henricus Trotz nam het beftuur der Hoge School op zig den 24 Maart 1757, en gaf hetnbsp;zelve over met ene reden voering, pro ^««4^ patriis pree-cipue ad exemplum Zutphanienfmm fundatis, d. i., overnbsp;de Faderlandfche Leenrechten, welken inzonderheid naarnbsp;die der Zutphenjcite ingerigt zyn.
Jo-
-ocr page 121-joHANifES CASTJWom ivierd , op den 3 April ï755?« tot Reftor benoemdj en ontfloeg zig van dezen post,nbsp;met ene reden voering, de Lsgitimo Jiudiorum nexu,di,i.,nbsp;bvev het eigenaartig verbaad der IVotenfchappen,
Wilhelmus vai^ Irhoven is, op den 26 Maart 1-759, andermaal tot Reflor aangefteld, en lag deze waardigheid neder, met ene redenvoering, de Revelationis-prce- ,nbsp;Jiar.tia dehitaque anhnorum erga earn dispofitione, d. i. jnbsp;over de voortreffelykkeid der Openbaring, en over de ver-eischte gejleldheid van het gemoed jegens haar.
Christophorus Saxe, den 27 Maart 1760 , tot Reftor aangefteld . gaf deze waardigheid over, na het houdennbsp;ener reden voering, in Jeptem artium liberaUum magifiros,nbsp;d. i., over de Meesters der vrye Konsten.
GrsBER üs Matthias Elsnerus ivierd, den a April 1761, tot Reftor benoemd, en ontfloeg zig van dezennbsp;post, met ene redenvoering: de conjunUione tiita ac fe-lid, qua gentibus feris ab noxiis intercedet cum grege Deinbsp;fub vexillo Chrijli, d. is, over de Veilige en geruste vereniging der woeste en fchadelyke Volkeren, met Gods volk,nbsp;onder de banier van Kristus.
Petrus Luchtmans is, op den 29 R-Jaart 1762, met den post van Reftor verwaardigd, en deed, afgaande,nbsp;ene redenvoering, de Mechanisino Corporis huPiani, d.i,nbsp;over het werktuigelyk famenjlel van ’smenfehen lighaain,
JoilANNES Gerardus Rucker wierd, den 24 Maart 1763, tot ReiStor ingewyd, en ontfloeg zig van dat bewind , met ene redenvoering, de jura dvili jndkiortmnbsp;norma, d. i., over het Burger-regt, ah een rigtfnoer dernbsp;Gerechtshoven.
GYS3EUTUS Bonnet wierd, den 28 Maart 1764jmet den post van Reftor begunftigd,en gaf denzeiven overnbsp;in handen van Zynen Opvolger, met ene redenvoering,nbsp;de vera jujlaque Jeju Chrilïi cognitione Jumnift mortaliumnbsp;Japientia, d. i., over de ware en regte kennis van yefus
Kris-
-ocr page 122-Kristas * ais tjnde de hoogfie W'^sheid der flervelingtn.
Johannes Horthemels is lt; ten twedernale, met het ópperst gezag der Akademie verwaardigt op den 28 Maart
76$, dan door ziekte belet^zyndc , dezen post aan zynen Opvolger, met het doen ener reden voering overnbsp;te leveren, heeft de voorgaande Reftor, Gysbertus Bonnet^ zulks in zynen naain gedaan, handelende by dezenbsp;gelegenheid, de Tolerantia circa Religionem in vitium £ƒnbsp;noxam vertente, d. i., dca men de verdraagzaamheid in hetnbsp;Godsdienstige te verre kan trekken, en haar langs dezennbsp;veg nadelig doen worden.
Franciscus Burmannus ontfing,den 26 Maart lyöö, voor de twedeinaal de certekenen van het Akadeinisch be-fiuur, en gaf dezelve over aan zynen Opvolger, metnbsp;ene reden voering, in vaerfen, de vita Chrijli, d. i., fiver het'leven van Kristus.
Johannes Fredekicus Reitz ontfing het hervind der Hoge School op den 26 Maart 1767, ten twedernale,nbsp;en lag deze waardigheid neder, met ene reden vloering,nbsp;emendandis Acaderniis, d. i,, over de verhetering der Hoge Scholen.
Johannes Fredericus Hennert wierd, den 24 Maart 1708, tot Reclor aangefteid, en overhandigde dezennbsp;post aan zynen Opvolger, met ene redenvoering, denbsp;ehieBationibas a perfona hominis bene nati mi?iitne alienis,nbsp;d. i. ten bewyze, dat de vermaken niet oniejlaanbaar zynnbsp;met het KaraBer van een fatjbenlyle man.
Sebaldus Rau is, den ö April 1769) andermaal tot Rector benoemd, en verliet dezen post, na het houdennbsp;ener redenvoering, de Judicia in PMlologio Orientali re-pundo, d- i-gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van/maak men in de Oosterfcln
Talen diend te volgen.
Meinardus Tideman wierd met het Opperbefluur der Akademie verwaardigd, oplden 2 April 1770, ennbsp;lag het zelve neder onder hst uitfpreken van ene roden-
-ocr page 123-C XVII )
den voering , de Luxu, Civibus è? Civltati noxio. d. i.» ever het nadeel der Weelde voor de Burgers en den Staat.
Carolus Secaar ontfing het bewind der Hoge School op den II April 1771, cn ontfloeg zig daar van, metnbsp;ene reden voering, de Critice, in divini N. T.'libris cequenbsp;ac in kumanis, fed circumfpeUe £f modejie, etiamnum sx-ercenda, d, i., dat men hy de Goddelyke fchriften des Nieuwen Tejlaments , zo wel als by Meltfckelyke Boeken ^ denbsp;Critica met omzigtig- en bejcheidenheid, als nog, behoordnbsp;rjüteöeff'enen.
Johannes David Hahn is, den 30 Maart 1772, andermaal rot Rector verkoren, cn lag dezen eerpost neder, met ene redenvoering, de nju Venenorum in Medicina, d. i., over het gebruik van Vergiften in de Geneeskunde.
JoHAXNEs Hsnricus Voorda bekwaïH de waardigheid van Reftor, op den 25 Maart 1773,011 afgaande, hieldnbsp;hy ene reden voering, de hls qute Iliujhis Grotius, innbsp;frolegomenis ad Hijioriam Gotborum, Vandalorum Lon-gebardorum contra jus civile Romanorum primo loco attu-lit, ^ de prcelatione, quani leges Wijigothica apud quas-iam gentes fortita: fuijfe ibidem dicuatur, d. i,, over datnbsp;geen, ’t welk de beroemde Grotius, in zyne Voorrede totnbsp;de hijlorie der Gothen, Vandalen, en Longobarden tegen’tnbsp;Romeinsch Burgerregt ,in de eerjle plaats heeft aangevoert,nbsp;f.n over de voorkeur, welke de VVifigothlfche wetten, op dienbsp;plaats gezegt worden , by zqmmige Volkeren gehad te hebben.
Jacobus Albertus Vos wierd met het eerampt van Recdor verwaardigd, op den 24. Maart 1774,011 lag deze waardigheid neder, met ene redenvoering, pro Li-iro Estherw, d. i., over het bock van Esther,
Christüphorüs Saxe wierd andermaai tot Reftor in-gevvyd, op den 27 Maart 1775. cn gaf vervolgens het bewind over met ene redenvoering, de veteris ^ medii
H nbsp;nbsp;nbsp;tevi
-ocr page 124-(sii hijioria in Acaiemiis potisfmum discenda,docendafiue, d. i. 5 dat men de hiftorie der Oude en Middel-eeuw by-zander op de Hoge Scholen moet leren en onderwyzen.
Pi;t:!üs Bondam nam het Akademiesch beduur op zig den 25 Maart t77ö,en lag dezen post neder metnbsp;ene redenvoering , de Jurhprudentia Belgica ad exem-plum Juris Civilis Romani maxime excolenda, d. i., datnbsp;men de Nede\landjche Rechtsgeleerdheid, vbornatnelyk naarnbsp;hst voorbeeld van het Romeinfchs Burger-regt, moet ieoef-fenen.
Petrus Luci^'Mans is,den ro April 1777, andermaal tot Reftor 'benoemd , cn gaf deze zyne waardigheid aan zynen Opvolger over, met ene redenvoering de Mechanismo corporis humani, fapientiis éf benignitatisnbsp;divince teste locupletisfimo , d. i., dat men in het famen’nbsp;jlel van dsmenj'chen Ughaam,de overvloedigfte bewyzen kannbsp;vinden, voor de Goddelyke wysheid en goedheid.
Johannes Theodorus Rossvn wierd, den *6 Maart 1778, tot Reftor benoemd, en lag dit bewind neder,-na het honden ener redenvoedering, de difficili fcruta-toris natures provintia, d. i., over den moeilyken taak vannbsp;enen Natuur-onderzoeker.
Gyssertüs Bonnet, ten twedeinale tot Reftor ver--hoven zynde, op den 30 Maart 1779, deed afftand van dezen post met ene redsnvoering, in Rtligionis contem-tores, d. i., tegen de veragters van den Godsdienst.
Alexander Petrus Nahuis ontSng de waardigheid van Rector op den 6 April 17So, en verliet aezelvcnbsp;met ene redenvoering, de prcecipuis recenttoruni circa aë-ra inventis, d. i., over de vóorr.aamjle en niewwjie ont-dekkhtgcn omrent de Lugt.
Johannes Fredericus Hennert is wederom tot Ree-ror verkoren,, op den 26 Maart 1781,00 deed afftand daar van met ene reden voering, de Phyfiognomia, d. i,,nbsp;aver de Cclaat-hunde.
Fkan.
-ocr page 125-( XIS )
ÉRANcrscus B(jRMANNus,tsn derdemSle tot Rector verheven zynde, op den ir April 1782, lag het beftuur neder met ene redenvoering, in vaerzen, de Aüis A-fostolorum, d. i.. ovsr de Handelingen der Apojlekn.
Meinardus Tydeman trad in het Akadeöisch be-ftuur den 27 Maart 1783, en ontfloeg zig daar van met ene redenvoering, de vera Politiea in Ac^demUs discsn-da, d. i.yovsr de regte Staatkunde, •welke men op de Hoge Scholen te leren heeft.
Carolus Segaar aanvaarde het Opper-Bewnd der Hoge School andermaal op den 23 Maart i - 84, en, lag het zelvenbsp;neder met ene redenvoering, de Hugons Grotio, illus-tri humanorum êf divinorum Novi Foederis Jcriptorum in-terprete, d. i., over Hugo de Groot, ale een beroemd Uit-legger der ongewyde, en der gewyde fchryveren des AT. T.
Ysbrandus van Hamelsveld wierd tot Reftor aan-gefteld, op den 7 April 1785, en gaf deze waardigheid over aan zynen Opvolger ,Sebaldus Rati, met ene redenvoering, de Myfleriis ad ipfam religionem Chrifiianam per-tinentibus, ejusque naturam conjlituentibus, d. i., over denbsp;Verborgenheden, als tot den Kristelyken Godsdienst behorende, en deszelfs aart uitmakende.
MAAN»
( XX )
«ER Heren Studenten , die zig aan de Hoge School van Utrecht bevonden,
BY DE VIERING VAN HAAR DERDE
Eeüvv-Feest , OP DEN 3ifl;en May 1786.
A. Iphen ( Izaak Jacob van ) b. van Rotterdam. Alpherds (Alpheid) b. van uirnhem. Ande!(A. van) b. van Briel-le. Angelkot ( Hermanns ) c. van Amjlerdmn. AUN (Ph. Ludov. ( a. uit den Paltz. ' B. Ball (P.) i. van Zirckzee. |
Barthelums (W.H.) «.van Vianen. Bechtel G. T.) a. Bennekoin (H. T. van) b. Berghoge (Hermanus) d* van Zutphen. Betmer (Ö. J.) a. van Doesburg. Boddaart (Pieter) c. van Utrecht. Boddens (Jan Arnoud) d. van Utrecht. Bodde (Dirk) a. van Zwol. Bois (J. du) c. van Am-Jlerdam. nbsp;nbsp;nbsp;• Bonnet (G. W. T.) d. van Rotterdam, |
(D In deze Lyst is, agter ieders naam, de Faculteit, waarin ’
Iiy ftudeerde, met een der vier voorftc Letters van het A. B. aan- ^ gewezen: betekende a. de Godgeleerde , b. de Regtsgeleerde, c. denbsp;Utmeskatidige Faculteit eUy/. die van JFysgeert» en fraaie Lettersa
dl
-ocr page 127-C XXI )
Boode (D.).a- van Amfler-dam. ' Booymans (F.) h. vaö Maastricht. Bopp (A.)«- nbsp;nbsp;nbsp;Pakz. Bopp (F. a. uit den Paltz. Borch tot Verwöolde (Allard Philip, Re'/nier Care, Baron van der) h. van Ztitphen Boros (S.) a. uit Honga- r^en. Bosch (H. W.) c. van U-trecht. Boursfe Q.) h. Brandenburgh (D. J - van) o. van Ny'inegen. Broeder (Gulielmus' den ) o. van .-Brielle,- Brown (L. J.) d, van U-treclit. Brugman (J.) a. van Enk-huizen. Burgh (Henrikus van b. van Ijtyeciit. |
Capellen (Frederik Robbert Godart Cornells, Baronnbsp;van der) b. van Zut-ph;n.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ Cazius (Jan Hendrik) i. van Utrecht. Clesff (jan Adriaan van) h. van Utrecht. Cock (G. E. de) a. van Kockengen. Coenraads (MattheuS) c. van Ainjierdam. Coerman (Arnoldus) ó. van Thicl Colinar (F. Ch.) a. van Mor, bacil. Costerus (A, H.) c. van JVoerden. Costerus (C.) b, van TVoer'' den. CKian (C. H.) b. Creiner (M.) a. van Dal-hem. Crommelin (P. S.) b. vrur IJaarlem. |
D.
C.
Carp (W.) a, van Am,Sterdam. |
Deinfe (A. van) a. van Sluis in Vlactiuiértn. H 4 nbsp;nbsp;nbsp;Pq. |
( SXII )
Dcn^enter (C. A. van ) b. Gelhuis(F. T'1.) a, van Am-
^ van Amersfoort.
ft er dam.
De Wys junior (Cornelis) Glashorst (A.) a. van Does-
b. van Utrecht.
burg.
Diemont (A. J. J a. van Gobius (J. S.) b. van U-
trecht.
Aalte. lykhuiznbsp;van Appeldoorn.
E.
Dykhuizen (J. Hesfels) a, ’s Gravcnweert (A. J. van)
b. van Venlo.
Grehe ¦ ( C. J.) d.
Grohe (J. C.) a. van Wie-
Egelin^(L.).'!. van Utrecht. Grendal (L.) a. van Go«'
helingen.
Erdehi ( S.) a. uit Zevert' bergen.
Exalto d’AImaras (M. F. H.) a. van Hengelo innbsp;. Gelderland.
Eyken (P. van) a. van En\-kuissn.
F.
da.
-Groothuis ( Henricus van Ysfel) d. van Anfterdam.
H.
ITucklander (T, A.) a. van Alontfoort.
Hacke (j. H.) a. vanStein-F.lad (P. W.) a. van Hei- fort.^
dslbirg.
FM (P.W.E.) a. van Hei
Hall (M, C. van) b. van Vianen.
delberg.
Hartman ( A. C.) b.
Fiafer (J.) b. uit Schot land. Hartwyk (Jacobus) d. van
Gouda.
G.
Heeckeren tot Enghuizen (J. üaron van) b.
Galan (Jasper van) b. van Hecr(P. Faasfen de) a. van
Thiei.
Dordrecht.
Hci-
IÉ
-ocr page 129-( XXIII )
( XXIV )
P* nbsp;nbsp;nbsp;Rhee (Jan Cornells van)
a. van Utrecl-it.
'Pzling{L.C.)b. van Snelle, Roelands (F. J. C.) è. van Pauw (H.) d. van Utrecht. Utrecht.
Perné (H. W.) van .i4m- Romondt ( J. C. van ) b. van Jlerdam.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utrecht.
huizen in ’t Graaffchap Benthem,
Pfannenbecker Q.F.)a. uit den Palez.
Porba (St.) o, uit iJon^a-ryen.
Pcterfen ( W.) a. van Gil- Romondt (Otto van) van
Rheenen.
Rosf. (D. P.) d. van Waal-re.
Rotzgonje (Jozephus) a, uit Hongaryen.
Roy (Ph. H. de) d. vaü Porte (Anthony Engelbert ^Aalthen.
André^de la) a. van Zut^ Ruiven (Frederik van) d.
yan Arnhem.
Ruuk (Ryk Petrps de) b-van Bommel.
Ruttinck (Wouter) a. van Rheenen.
Rutzel (F.) a.' van Heidel-berg.
Ryk (G.) a. van Amjler-
, dam.
Rysfel (N. van ) a. vaR Leerdam.
fhen.
R.
Reenen (D. van) c. van Vianen.
Reenen (G. J. A. van) b, uit ’sHage.
Reigers (...) b. van Clee-ve.
Reininks (Henricus) d. van Amjierdain.
Rcnfen (Johannes) d. van nbsp;nbsp;nbsp;5,
Amfierdam.
Retfay (J.) a, van Heidel- SchaaiF J. H. van der) b.
berg- nbsp;nbsp;nbsp;..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yan ^mjlcrdam.
W. s ' SchoJ.
-ocr page 132-C XXVI )
uit Scholten (R. A.) a. Oost-Vritsland. Schintzel (Willem) d. van Maasjluis. Schmidt (A. L.) '^Schroeder (A. L. P.) a,m( het Hmioverfche.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' Scbröters (J. H.) b. van Batavia. Schröter (Carl Fredrik) a. uit OostJndien. Schuil (David Hcnricus) 6. van Thiel, Schutter (G. ) a. van Zutpken. Sinderam (N.) h. van^Am-Jlerdam. Sluitennan (Jan) d. vanG-trtcht. Smith (Albertus Gerardus) h. van Batavia. Smith (D. J.) b. van Batavia. Snethlage (R. A. J.) d. van Varsfeveld. ¦ Snethlage (R. F.) a. van Ilengeloo. Spall (Francois Christiaan van) a. van Utrecht. Steen (A. Fr .yan 4cn) van Bommel, |
Strick van Linfehoten (N, H.) b. Styrum (A. van) b. Swellengrebel ( J. G.) b. van Utrecht. Swellengrebel (H. G.) b. van Utrecht. Swellengrebel (H. L.) h, van Utreedt. Swierink (R.) a. van Am-Jlerdam. TaetS' van Amerongen'( Jr. Jacob Adriaan) b. vannbsp;Utrecht. TaetS van Amerongen (Jr. Joost Gerrit Godard) b,nbsp;van Utrecht. TaetS van Amerongen (Jr. Leonard Jacob) b. vannbsp;Utrecht. Tetfi (M.) d. uit Zeven- bergen. Thelingh (H.) *• van U- trccht. |
Tjeenk ( nbsp;nbsp;nbsp;) a.nit’tmai. Vry (J. C. de) h. van U-
Toulon CL. van) É. van trecbt.
Gouda. nbsp;nbsp;nbsp;W.
Tfernatoni (G. W.) a. uit
Xsvenbsrgsn. nbsp;nbsp;nbsp;Wael (J. de) a. van Ve.
nendaal.
V. nbsp;nbsp;nbsp;Wagner (Cornelis) d'. van
Oosterhout in de Baron-Velde van Voorst (Gerard nis van lireda. Bartholomeus van den) Weede (Nikolaas van ) c.nbsp;h. van Utrecht.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gouda.
Velden (Andries Conftan- Weerden (W. van der) c’ tyn van den) b. van U- Westenberg (Egbertus) b,nbsp;trecht.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Zwolle.
Ven ([’. van der) a. van Westerholt tot Hackfort Jmflerdam.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(B.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F. W. Baron van)S.
Verinaafen (Johannes)' i. Westrenen (Pieter van) b.
van Nymegen. nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utrecht.
Visfeher (H. J.) b. van U- Willeumier Jz. (S.) d. van trecht.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tsfeljieyn.
Visfeher (J. J.) 5. van U- Woerden (A. A, van) e.
tpcht. nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utrecht.
Vogeienzank (Ludoviciis) Wolterbeek (J. L.) a. van a. van Rotterdam.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nymegen.
Vooght(Adriaande) fl. van ' Wolterbeek (P. A,) c. van Bodegraven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Utrecht.
Voorst (J. van) h. van ü-trecht. nbsp;nbsp;nbsp;Y,
Voort (A. E. van der) h.
van Zwolle. nbsp;nbsp;nbsp;Yfenmenger (J- G.) a. van
Vos (C. J.) c. van nbsp;nbsp;nbsp;Utrecht.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mostacb.
INGESLOPEN DRUKFEILEN,
dus te verbeteren.
ISladz. 13 Reg,
van onder • van boven -
als, 1
ftaafie
die
prove
hebben
en
den
79
8, 9
¦ geregjtghtii
geregligbeid
IN DE BYVOEGZELS
^ladz. II Reg* 22 van hov. iïatiV.zit^tiUarufn moet zyn Adultorttm
-¦ nbsp;nbsp;nbsp;- —--2$ ------------- pro--
10, II--humano -........ humaiia
19---pulcbre--pnlchra
2 nbsp;nbsp;nbsp;—'—-- conjtingenda --- conjungeud»
6 van ond. - Greeca ---^— Grac^
9 nbsp;nbsp;nbsp;vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bov. - dijïcili--difficili
--Medicinoe--i*» Medicina
IX • XII
XIV
XV
I •
16 ' - 18
8 van onder-
XVÏ
- nbsp;nbsp;nbsp;Juftinianum
- nbsp;nbsp;nbsp;quanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—
- nbsp;nbsp;nbsp;ab
—jura nbsp;nbsp;nbsp;'—
• Philologio —
y^fiinianetiui
¦ atque - jure
• Pbihhgfa„
jew.
-ocr page 136-m
T
j ». A# nbsp;nbsp;nbsp;*1.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'X,
ï
SESasr
I :
-ocr page 137-Di probos mods docili juvenc*,
Di fenecluti pladda quietem,
Romul» genti date remque, prolemque Et decLis omne.
Horatius.
Hoge School mag weór verjaaren,
Het fpeeltuig vliegt my in de hand -
Üe letterroem klinkt op de fnaaren
Die ’c dichtren choor eenftemmig fpand. M’/n Lier, omkranst met frisfche palmen,nbsp;Herhaalt den toon der Jubel-galmen,
Als dc Echo ’t bly gejuich der vreugd -
trilt alicê — myn’ vingren beeven--
Wiens Cither zou geen klanken geeven ,
Op ’t Feest van Weetenfehap en Deugd?
’t Is Hy,' die voor ’t begin der tyden Den loop der dingen beeft bepaalt.
Die jSleêrlands Kerk en Schooien beiden Met Hemel wysheid heeft beftraakl;
En Utrecht plaatlle in hogere orden -
Als Romen zc op zyn wenk deed worden :
Lof zy Gods Almacht! — mocht myn lied Hem, dankend voor zyn gunst, behaagennbsp;’t Zou blyken Vuin zyn goedheid draagen.
Zo dan mishaagt niyn Zang hem niet.
Toos
-ocr page 138-föen Deugd het wanbegrip verdreeven-
Uit Bato’s tuin gezuivert zag,
Kreeg ’t Zaad der wysheid kracht tot leeven^ Ontkernd, daar ’t zonder voedzel lag:
’t Ontfing, bevochtigt, groei en weezen —. De noeste By begon te leezennbsp;Van ’t voedzaam zoet der wetenfchap:
’t Misvormde fpoor van Kunst en taaien Werd glad gevloerd in Tcmpelzaalen;
De GoDsbtEüST zat op de eere-trap.
Men zag de wrakke puinen flechtetl
Der neêrgeftorte onvvetenheid;
En aan ’C gebouw der Roomfche Rechtem Eén meesterlyke hand geleid.nbsp;Geneeskunst vestte zig een Zetel .
Ten fpyt, van die door waan vermetel,
Zig roemde de eer der Kunst te zyn.
De WrsBEGEERTE onttoog het duister —-Ontdeed zi^ van den Schoolfcheii Kluister, Gefmeed voor het bekrompen brein.
’t Bataafsch Gewest zag School en Tempel Der Wysheid en der Deugd gefticht:nbsp;Daar ’t wanbegrip Rond op den drempelnbsp;Der doodfehe gel, beroofd van licht.
By 't lichtend rood dier gulden daagen,
Die ’t merk van ’s Hemels gunsten draagen Rees Utrechts Hoge School omhoog;
En zints den loop van zo veel jaaren Blonk, fchoon door nevlen van gevaaren,nbsp;Haar Zonlicht in Europa’s oog.
Dat
-ocr page 139-Dat nu de dankbre toonen vloeien,
Daar ’t oefFenfchool in glorie-ftand,
Zints Hondertvyftig Jaar, bleef groeien, Tot deraad van het Vaderland lnbsp;Zoms deeden wel de rainpörkaanennbsp;Het Zonlicht der geleerdheid taanen,
En ftormden op het Stichts Atheen:
Geen noodt _ de God der wysheid waakte En dreef, wanneer het onweer kraakte’,
De donderwolken voor zig heenl
Deez’ dag moet Utrechts roem verhoogen!
De rei der lettren-Priestren juicht -
De blydfchap ftraalt uit tintlende oogen.
Wier aanblik reine vreugd betuigt.
Zie, hoe der Wysheids nyvre zoonen
Hun Kunst-vermaak —• hun blydfchap toonen!
Zie hoe verrukt is ’t blyde Choor!
Het volgt zyne Ed’len op hunn’ gangen,
By ’t fchel geluid der Jubel zangen,
Het ruim van Utrechts ftraaten door.
Ik zie de Stichtfche Pallas ftaaren.
Wier oogftraal vergenoegen fpreid .
Op heur gewyde Priestren fchaaren -
De Zuilen van de menschlykheid.
Zy ziet ze omkranst met lauer kroonen,
Om hunne vruchtbre vlyt te loonen -
Zo volgt de Pryz de Kundigheên :
Het fpoorflag om vol moed te draaven —-’t Lofoffer voor geleerde gaaven Van ’c Kunsten voedend Stichts Atheen.
Roemt
-ocr page 140-Roemt, met 017, Academieüngen !
De letterbron die eeuwig leeft -
Die ons een ftroom van zegeningen In wakkre School-leeraaren geeft.
Hy, die van ’saardryks oiidfte ftonden De Wysheid heeft aan Deugd verbondennbsp;Met gadeloozc liefde en macht,
Doe ons nog lang de vruchten fraaaken Van hen, die ons verftand volmaakennbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tot heil voor ’t dankbaar nagedacht!
ó Gy! die de eer van ’t Stichts Athcenen Met onuitdoofbren-luister fchraagt.
Wier yvrig poogen, ernftig meenen,
De vrucht van noesten arbeid draagt 1 En Jonglingfchap! help fchedcls kroonen
Van Themis uitgeleezen zoonen -
Van hen, die de eer zyn van uw Choor! Volg, Jeugd! met my, die letter braavennbsp;Die proeven hunner oefF’ning gaaven. . . .nbsp;Gindsch legt hun blinkend glorie fpoor I
Dat de Almacht uwe treên beveilig!
’t Genoegen kronkle door uw’ paan!
De Deugd — de Godsdienst zy U heilig! De gulle welvaart lagche U aan!
Dat noit om U de twist-ftorm loeie! ---
Geen onweêr om uw’ tente broeie!
Groei op voor Kerk en Vaderland! Vaar voort, in uw roemruchtig poogen!nbsp;Dat Utrechts School op U mag boogen! .nbsp;Zy wacht dit offer van uw hand.
Roem
Roem Utrecht! lange op zulke zoonen —¦ Befcherm de Kunsten in uw vest,
Zo lang die op het aardryk woonen Zy in uw Kreitz heur throon gevest!nbsp;Waar hoort men niet den lof vermeldennbsp;Van uw vermaarde letterhelden,
Wier ligchaam nu in ’t zwygend ftof_
Wier Ziel der Starren ingevaaren,
J)e tinten uwer grootheid waaren ......
Of fpreekt geen grafzerk tot hun lof?
Ja ! — ’t duifter van uw dicht valleien' --
Het weenend oog der Poëzy,
Tuigt nog van ’t leed om ’t vroeg verfcheiën Van Vlisfings roem — van Bellamy,
Die flonkerftar van ons Atheenen Te laat gezien — te vroeg verdweenen!nbsp;Terwyl de Kunst heur Zoon befchreid,
Zal Utrecht zynen naain vereeren -
Zyn nagedachtenis graveeren In ’t marmer der onfterflykheid i
Zo word de zucht naar Wetenfchappen Door dankbre erkentenis betoont!
Zo klim de Kunst langs fteile trappen Naar’t Choor, daar men verdiensten loont!nbsp;Smaak Stichtfche School den rykften zegen!nbsp;Steeds vloeie op U een Hemelregennbsp;Als dau, die Hermons top befproeit!
Zo zal Uw Zo,\ heur warme Kraaien Op uwen Teinpel-fpics doen daaien.
Daar welvaart allerwege bloeitl
Zo
Zo groenen fteeds uw Kunstwaranden Langs ’t oefFenperk der Jonglingfcbap!
Zo blyft gy in de Nederlanden De vraagbaak van de Wetenfcbap!
Zo boogt ge altoos op Kunst-Megeenen —-Zo zult ge als eer bet Griekscb Atheenen Een fcbool zyn voor ’t befcbaafd Heelal!nbsp;Tot dat de wysbeid met heiire orden,
Wen ’t aardryk zal geloutcrc worden,
Tot beuren oorfprong keeren zal!.....
Den ... May 1786.
MauKrTs Cornelis van Hall.
Jur. Stud.
AAN
-ocr page 143- -ocr page 144-De wysheid groeide in deze ftreken,
Gelyk een fterke geder groeit,
Beveiligt tegen- onweersvlagen Bcfchermt voor ’t gloeiend blikfem vuur.
Zy, door uwe Almacht overfchaduwd, Prykt voor het oog van Nederland'nbsp;Teelt Kunsten, Deugd, en ed’le Zeden,nbsp;En koestert Godsvrugt in ’t gemoed.
Heb eeuwig dank, goeddoende Vaderl Dat Gy, in ’t vrye Leeuwendaal,nbsp;Een kring van driemaal vyftig jarennbsp;Haar grootheid onveranderd hieldt.
ó Waren onze vroome Vaders Getuigen van dit Eeuwgety,
Zy paarden hunne blyde Hallels Met onzen fomb’ten Jubelzang!
ó Drongen onze blyde toonen,
De galmen onzer dankbaarheid.
Door de onafmeetb’re Starrebogen
Tot voor uw eeuw’gen glorie J-hroon!
Hoor Hem, die ftatig opgetreden,
Het plechtig feestwerk heeft verrigt. Wiens mond de dankftem onzer hartennbsp;Ootmoedig naar 'uw Zetel zondt.
Hoor
Hoor Hem: — dat all’ de zegeningen, Die 2yn’ 200 wel befpraakte tongnbsp;Ons toewenschte, op 2yn fchedel dalennbsp;Op School, op Kerk, op ’t Vaderland!
ó Eeuwig, magtig, gunstryk Wezen!
Uw trouw, den Vad’ren toegezegd. Zoo zigtbaar aan hun kroost gebleken,nbsp;Blyve ons — blyve onzen naneev’ by!
Dat Utrechts Hoge School fteeds bloeie.
Door uwe Zoi'g zoo trouw bewaakt, Ach! dat haar luister immer glore.
Dan zong het nageflacht uw lof!
Leer Gy — Gy zelvs haar Kweekelingen, De,hoop van Kerk en Burgerftaat,nbsp;Verlicht, hen, door uw’ heldre ftralen,
S Heilzon der gerechtigheid l
Verleng de dierb’re levensdagen Der hooggeleerde Priesterfchaar,
Dat uwe hulp — uw gunstryke invloed Haar in hour arbeid'nooit onfta!
Laat eeuwig aan de wereld blyken,
Dat Neerland groote mannen teelt, Befchermers van den zuivren Godsdienst,nbsp;Verdedigers van ’t heilig recht!
Dan
Dan zal het erf van Bato bloeien In waare wysheid — blanke Deugd,
't Zal Burgers voor den Hemel kweeken ’t Zal ’t zout der gantfche wereld zyn.
Den ... Mey 1786,
L. VOGFXENSAKK
S. S. Th. Stud.
De Honderd en V':jftigfle verjaaring der Utrecht-fcht nbsp;nbsp;nbsp;plechtig gevierd den 31 Mey
MDCCLXXXVI.
Vaders van den ouden tyd Zagen eens de Lente bloeijen;
JVy, hun' Tempel teegewyd ,
Zien de vrugt der Wysheid groeijen!
Kleyn
D.
¦aar and’ren op een’ grootfcher toon Het Feest van Utrechts School bezingen;
Waagt naauw’ myn Lier naar de Berekroon, Die reeds hun’ kruin versierd, te dingen . . .
Dan, fpeeltuig! hef (fchoon ftaam’lend) aanl Slaa toonen, die den nyd braveeren,
Door and’ren is misfehien voldaan;
’T welk aan uw’ Zangen zal ontbeeren.
Bclagch ’t vooroordeel, en den nyd ! —^ ¦ Ontruk U der vergeetelheid!
Toe»
-ocr page 148-Toen men, na drieste onweetenheid Voor ruim eene Eeuw en vyftig jaaren,
De nevelen dier duisterheid In Utrecht luist’rylc op zag kiaaren;
Toen wierd, in dit gemyterd Sticht,
Op ’t puin van ’t Bygeloof; een Tempel Door Wysheids handen opgericht ....nbsp;Iloe fchoon verreez die grootfche Tempel!nbsp;Het Sticht ftak toen het hoofd om hoog -En blonk in aller volk’ren oog.
Igt;C Oodheicl !zag -Ut gunstig 3311 ,
Die ilortte op Wysheids effen paan
Een reeks van reine Zaligheeden! -
Zints bloeyde, tot op deezen ftond,
Deez School in een’ gewenschten zeegen.
Elk dankte God met hart en mond Voor ’t heil uit zyne hand verkreegen!
Heur roem door ’t gansch Heelal verfpreid Onttoog haar aan de ftcrilykheid!
Maar toen aan Utrechts Hoge School Een rei van Mannen wierd gefchonken —nbsp;Van Mannen, die van pool tot pool,nbsp;Als held’re hemelftarren blonken ;
Toen fchoot Geleerdheid, wyd en zyd, Door ’t waereldöord gewyde ftraalen,
Toen wierd de Wysheid uitgebreid,
En Hond met fchoonar glans te praaien — De Jeugd, die haar zyn’ hulde bood —nbsp;Wierd opgevoed in wysheids fchoot. —
Zints
-ocr page 149-Zints zag men in ’t aloude Sticht,
OnfterfFelyke lichten daagen -
Onwrikbre Zuilen opgericht.
Om Kerk en Vaderland te fchraagen —.
Aan U zy onzen Zang gewyd!
Uw’ naam moet door alle eeuwen duurent Zoo zal met waare dankbaarheid ¦—nbsp;De Naneef op uw’ naamen tuuren;
Zoo lang aan U, ó grootfche Koet 1 Het blyde Europa hulde doet.
Zoo hield tot nut van ’t Vaderland —
Door honderd-vyftig Zonnekringen — Deez’ Hoge School onwrikbaar Hand,
Nog mogen wy uw’ glorie Zingen -
Nog brengen wy U hulde en eer-
ó rt^ysheid! op uw’ heil’gen Drempel —— Daar knielen wy eerbiedig neer!
Nog gaqn wy opwaarts tot uw’ Tempel — Uw heilzon, die fteeds hooger fteigd —nbsp;Word door geen lóende ftorm gedreigd!
Geluk, ó Sticht, met uw Athcen!
Dat wy, met blyde Jubelzangen,
Den weêrglans uwer Zaligheên --
Voor ’t fcheem’rend oog ten toone hangen!
Thans vieren wy het derde Feest! -
Nu hoort men nie s, dan Vreugde-Pfalmen,
Die elk met een verrukten geest -
Doet door de dunne lucht weergalmenl --
Een reder Zinge uw groot fchen roem ! — Te groot, dat ik die Kaam’lenJ noem! !
Wy
Wy zagen nimmer fchooner dag —'
Aan ’sHemels blaaiiwe transfen klimmen.
Dan deezen blyden Jubeldag! .....
Die dag verreez uit de Oosterkimmen -
Men zag de gulle vreugd’ heur woon,
In 't bovenmaansch gewest, verlaaten --
’t Vernoegen plantte op aard’ heur’ throon -
De Blydfchap zweevde langs de flraaten! -
Gausen Neêrland juichte om dezen dag-
Die zy zoo fchoon verryzen zag!
Zelfs glocya een nefeiykc blos
Op Jeugdelyke Maagdekaaken -
En fnoerd de band der zorgen los.
En doet ze dart’len in vermaaken! -
De grysheid is gelyk verjeugd -
Men ziet de donk’re rimpels wyken — Nu ilaat in hunn.e plaats de vreugdnbsp;'Op ’s Gryzaarts aangezicht'te pryken !nbsp;De blydfchap lagcht een ydér toe —nbsp;De Stichtnaaf juicht nu bly te moe!
Juicht — juicht! ó Eed’le PaUas-ftoet! Juicht Wysheids nyvre kweekelingcn!
De Wysheid treed ons in ’t gemoet-
Nu zal zy ons met heil omringen!
Koomt — dat wy op deez’ blyden ftond -
ó Vriendenrei! — langs glorie-trappen --
Met lofgejuich in onzen mond _
Vereenigd naar heur’ 'Eempel Happen! . ; . Daar is ons ’t wenschlykst heil befeld —nbsp;Daar is de vreugd ons toegev/yd!
Daar
-ocr page 151-Daar plantte 'Wysheid heuren throon — Daar hoort men in verheeven Pfalmennbsp;Heur glorie, op een’ grootfchen toon,nbsp;Door Utrechts gryzen Tempel galmen! —nbsp;Hier brengen wy haar dankbaare eer —
Elier willen we onzen eerbied toonen -
Wy vallen voor heur’ voeten ncèr!
Zy zelf zal onze fchedels kroonen -
Ze ontvoert ons der vergeetelheid —¦ En wyd ons der onücrf’lykhciJ!
¦ Nu fiygen langs heur eere. trap
Een Viertal van heiir voedflerlingen -
De bloem van Utrechts Jong’lingfchap , 2y kroont die nyvre Kweekelingen,
Met de Eerekroon der naarftigheid!
Zoo zyn nu deeze braave zoonen .
Der nagedacht’nis toegewyd -
Zoo wil ze aan ’t Nagedacht betoonen, Hoe, Wysheid heur beminnaars loont —nbsp;Met onvenvelk’lyke eere kroont.
Roem dan, ó Stichts Atheenen! Roem Gerust op uwe braave telgen!
ó Utrecht! Hoge School! uw Roem Moet eeuwig zyn de roem der Belgen!
Uw’ Tempel moet onwrikbaar ftaan! Blyv’ Wysheid! ons altoos geheiligd!
Uw Heilzon moet nooit ondergaan! Blyv’ voor den ramp des tyds beveiligd!nbsp;Uw’ glans moet immer heerlyk zyn —nbsp;Uw’ glorie onvergang’lyk zyn!
Dat
Dat immer uwe grootheid groey!
Uw' luister ftyge tot da wolken !
Dan hoort me ó Utrecht uwen bloey — Vermelden by dc verste Volken!
ó WysheidI — dat uw’ dierb’re hand Nog veele braaven op moog’ kweekennbsp;Ten ftijt van 't wagglend Vaderland!nbsp;Zoo hoort m’ alom van Utrecht fpreeken
Zoo word heur Pantheon geroemd -
Daar yder haar met eerbied noemd!
Dat nooit ccn woeste ramp-orkaan
Moge om uw’ heil’gen Tempel loeijen!
Blyv tot des weerelds avond ftaanl
Dat Vrede en welvaart immer bloeijen -
ó Utrecht! — in uw vry gewest!
Dat Eendracht binnen uwe muuren Heur’ onverwrikb’ren Zetel vest!
Zoo moet ge ’t woên des tyds verduuren!
Dat dan deeze Aarde in damp verdv-yn -
Uw’ Roem, ó Sticht! - zal eeuwig zyn! !
-ocr page 153-VOOR HET DERDE
JUBEL FEEST
oe wordt me een ftraaltje lichts, nog door die wolk ge-
fzonden
Daar ik omfingeld hen, met duistere akligheên; -
Door wreevie Tspeedragt, als ten eenemaal verflonden, Schynt, door die donkre wolk,deez’blyde lichtliraalheên:nbsp;Een lieffelyke wind, met meerer lichts van boven,nbsp;Verdryft de donkerheid : de zwarte treur gordynnbsp;Wordt voor een korte poos uit inyn gezigt gefchooven ,nbsp;Terwyl ik op het Feest van myne School moet zyn.
Ik zal my in het wit, voor’takelig zwart, thanskleeden. Daar daalt een lichtftraal reeds op mynen Tempel neer.'nbsp;Verdwyn ó treurigheid / ’kzal fuichend feestwaards treeden,nbsp;'k Loof met het Choor gezang d’AIgosden Opperheer !
I'^eft aan j heft aan, ó Zangchoraalen ’
Men love de Oppermajefteit :
Zyn goedheid heeft noch perk notii paaien,
Hy heeft my hier een plaats bereid.
Heft aan! zyn Wysheid , Alvermogen,
Heeft my een Heiligdom gebouwd.
Heft aan.' zyn weldoend Alvermogen,
Was my een Rots, een vast behoud.
Dit tuigen Hondert vyftig jaaren.'
Deez’ Dag zy Hem ten feest gewyd.'
Met klank der luide Jubelfnaarcn,
Dat de ooren ftrcelt en ’t hart verblyd. -
Daalt.' Serafynen.' daalt beneden/
Paart aan het Choorgezang en luit,
Terwyl myn Priesters feestwaarts treden,
Uw onnaarvolgbaar maatgeluid.
ZANG
-ocr page 155-Sok
' I quot;^rlumf! triumf! triumfl wy ptyzen,
Den altoos goeden Opperheer!
Hy daalde met zyn gunstbewyzen *
Op Utrechts Hoge, Schools neer!
w
Chorus
Hy daalde met zyn gutistbewyzen.
Op Utrechts Hoge Schoole neerl
Solo
ïriumf! de Godsdienst! ja! die fchoone Treed blinkend in heurHeiligdom:
Dat zy hier juichend eeuwig woone ! Verfpreidend’ haaren glans alom.
Chorus
Dat zy hier juichend eeuwig woohel Verfpreidend’ haaren glans alom.
K nbsp;nbsp;nbsp;Éolo
-ocr page 156- -ocr page 157-0 ]ejd de Wysheid op heur trappen,
Teywyl uw glorie opwaarts gaat,
Choriv.
Ü leid de Wysheid op heur trappen,
Terwyl uw glorie opwaarts gaat.
Solo
Hier heeft zv iu dit nbsp;nbsp;nbsp;land, .
Der weetlust eenen Hof geplant:
Deez’ fchonk’haar eene reeks van vruchten j Gelyk in ,t lielByk Maifaizoen,
Door milde regens, zoele lugten.
Verkwikkend groeit het jeudig groen,
Chorus
Daal! daal! Jehovah! met uw Zegen,
Op Utrechts Hoge Schoole neer;
Daal! daal! golyk een Zomerregen,
Op haar, als op gen Kweekhof neer.
Zoo moet de zuivre Godsdienst groeijen;
Dc Maatfehappy der Burgren bloeijen! Triuraf! triuiBf! trimnf!
J, D. Waai,.
-ocr page 158-*''j nbsp;nbsp;nbsp;»quot;¦»
Herdenkt met ons Gods goede wegen!
Dat zyne gunst ons hart ontvonk’l Gewis ’t was Neerlands grootile zegen,
Dat God ons Wysheid-Tempels fclionk. Een reeks van driemaal vyftig jaarennbsp;Heeft God decz’ Tempel reeds behoed.
Dit doet ons dankbaar op Hem Haren ,
En juichen. God is Groot en Goed! —
*^^5^
My dunkt, ik hoor in ’sHemels boogen Der Eng’len dank — hunn’ vreugde-toon.nbsp;Daar zy met ons Gods Naam verhogen;
De Halles galmen voor den throon.
Dit is de flot-Zang hunner Chooren:
Dat elk God roeme, en eere geev’ !
Dien God, die Utrecht heeft verkooren: — Dat Utredrt eeuwig bloey’, en leev’!,—
My dunkt ik zie der Vad’ren zielen,
In de eeuwig reine Hemel-zaal,
Voor Utrechts God vol eerbied knielen.
En hoor hunn’ ziiivre Gee.sten taal:
,, Zo lang Uw Hand de Hemelbollen „ ó Koning.' die ’t Heel til regeert,
Doet in hunn’ juiste kringen rollen;
,, Zo lang Wfirde Utrechts roem vermeert!
Dit
Dit tweede Atheen moet eeuwig blocijeft! „ De telgen, in dit Hof geplant,
Vol vuur, en leven weelig groeijen,
„ Tot nut van Ketk, en Vaderland! --
Dan 2al het nageflagt U danken;
„ En eeuwig boven Zon en Maan
Zich paren met deez’ Hsmcl-klanken: -
„ De Hailels ü ter eere liaan*! ” -
Verfchoont, 6 braave Stichtenaren!
Myn laagen Zang, — myn Jubei-toon:
Het dof geluid van myne fnaren,
Gy hoordet geen Apollos zoon. —-Ik wierd door vreugd genoopt te zingen: ’
’t Was enkel vreugd, die my verwon -
Voert inyn gezang, ó Hemetingen! --
Waar Menfcheii flem ’t nooit brengen kon! ~
J. Hoek S. S. Th. Stud,
-ocr page 160- -ocr page 161- -ocr page 162-\ ^ wgt;‘-.-' *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;? \ • '■i nbsp;nbsp;nbsp;■■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;: - ■‘ nbsp;nbsp;nbsp;. r^-^- V ^■' nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■nbsp;nbsp;nbsp;. quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;“ 'V- : vl ■^ L |
/S'- nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*' r r- ■^ '■4. T * • A |
x'' y-' |
y â– â–
' nbsp;nbsp;nbsp;■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-» -Afc.