-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4-

GISBERTIJS VOETIUS was geboren in 1589 be Heusden. Hij studeerde Theologie in Leiden, Aanwezig bij de Synode van Dordrecht ( 1618 - I619) was hij eennbsp;aanhanger van de streng orthodoxe partij aldaar. Zijn hele leven zou hijnbsp;verder wijden aan de verdediging van de in Dordrecht vastgestelde leerstellige'nbsp;opvattingen, In I634 werd hij hoogleraar aan de Illustre School te Utrecht.

Deze Illustre School werd al in I636 een volwaardige Academie. Tot 1815 bleef deze Academie een stedelijke instelling. In 1815 werd zij één van 's Lands Hogescholen. In 1877 werd zij de Rijksuniversiteit te Utrecht.

Voetius stierf in I676. Hij was toen 42 jaren hoogleraar en 66 jaren predikant geweest. Hij was een fel bestrijder van o.a. Descartes (1596 ~ I650) geweest.

Had Descartes een nieuw denken gepropageerd, Yoetius hield vast aan de oude opvattingen. Het nieuwe denken, dat zich steeds meer van kerkelijke ,dogmatischenbsp;banden zou bevrijden, heeft uiteindelijk gezegevierd en de invloed van Voetiusnbsp;nam al tijdens zijn leven gestadig af.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

-ocr page 5- -ocr page 6-


-ocr page 7- -ocr page 8- -ocr page 9-

H o N D E R T-J A A R I G E

JUBEL-GEDACHTENISSE

ACADEMIE van UTRECHT.

Beftaande in een beknopt Varhaal, van derfelver Oorfprong, Ophtnjl, Inwydinge en Jubel-Feeften-,

Als meede, in een

REEDENVOERINGE.

Tot derfelver Inwydinge, den 15 Maart O. S nbsp;nbsp;nbsp;van de Nuttigheit

der Academiën en Schooien, gedaan door wylen den Heere Profeffor

GYSBERTUS VOETIUS,

Van nieuws befchaaft.

Voorts in

Een NAAM-LYST van alle de Heeren nbsp;nbsp;nbsp;defergcduurende de

ICO Jaartn, federt derfelver Stichtinge tot nu toe, enz.; betieffcns een korte Levens-Befchryvinge van den voorlz Heere Profejfbr G. VÜETIUSnbsp;En eyndelyk mlgt 'er een

LYSTE, van alle de ACADEMIËN en van de meelt voornaamlte ILLUSTRE SCHOOLEN in ’t Chrijienryk

Eerft ontworpen door den meergemelden Heere Profeffor G. VOETIUS Thans grootelyks vermeerdert, door

ISAAC LE long.

Te UTRECHT,

By MATTH.^US VISGH, Boekverkoper 173Ö,

ii

-ocr page 10-

X ¦ - ^ nbsp;nbsp;nbsp;*

ii.'.¦ i..»


'. . nbsp;nbsp;nbsp;;;..v .;¦ ;'inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f^quot;-0 \

t- c


li


;I . -v:


... nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦ I .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. c

-•¦¦¦•• nbsp;nbsp;nbsp;V quot; . ¦ . .;ij.(--!:i •rt gt;

.'. nbsp;nbsp;nbsp;..‘j •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....

.o Vl (j a

:i d O h


-ocr page 11-

AAN DE

quot;STEL-EDELE GROOTACHTBAARE HEEREN de HEEREN

ISAAC U B I N G H,

E N

Mr. ADRIAAN VAN BRONCHORST,

REGEERENDE BURGEMEESTEREN, BENEFFENS DE VERDEREnbsp;WEL-EDELE GROOTACHTBAARE HEERENnbsp;RAADEN IN DE VROEDSCHAP DER STAD^

CURATEUREN VAN DE UTRECHTSE ACADEMIE.

WEL-EDELE, GROOT-ACHTBAARE HEEREN.

s het waaragtig, gelyk het in der daat is, volgens het zeggen van Gods onfeilbare Geeft door de Penne van den Wyften der Konin-

gen,

-ocr page 12-

' it

gen , dat een ziele zonder wetenfchap niet goet is * heuchelyk is het dan ook voor een Volk , 't welkenbsp;zodanige middelen mag genieten , waar door het totnbsp;dezelve kan opgeleid werden , en tot het toppuntnbsp;der kennilTe zo van Goddelyke als menfchelyke vve-tenfehappen (zo veel het in een eindig verftand vallen kan) kan geraken, ja heuchelyk is het voor de zodanige die na wysheid tragten te graven als na verborgene Ichatten, dat ze mogen leven onder zodanige O've^nbsp;rigbedeny welk haren Roem daar in ftellen, dat ze alles wat tot verkryging derzelve kan, ftrekken in ’t werknbsp;ftellen; waar toe zeker de ftigting en aankweking dernbsp;Schooien en Academiën , verciert met Wyze en Ervarenenbsp;Mannen, niet wynig voordeel bybrengtj pp zodanigenbsp;Overigheden mag ons Land, ja ook deze Stad billyknbsp;roemen , welke nu al zedert hondert jaren. onder hetnbsp;opzigt en wys beleit der zelver het geluk gehad heeft,nbsp;een Kweekfchool der geleerdheid binnen haar te zien,nbsp;voorzien zynde met deftige Gamaliels, uit welkersnbsp;mond die gene wysheid konde hooren en verzamelen,nbsp;die daar na begeerig waren, ja welkers roem zo verrenbsp;klonk , dat Uitlanders (gelyk wel eer na het vermaartnbsp;^thenen^ wel haaft in menigte daar na toe vloeyde,nbsp;en zulk een fchat van Wysheid hebben weggedragen,nbsp;daeze in ftaat gefteld wierden wederom andere daarnbsp;toe op te leiden, waar van de heuchelyke ondervinding

ons

i-

-ocr page 13-

ons tot een onfeylbaar getnigenis ftrekt; ja Utrecht draagt daar op nog haar roem, dat wysheid en wetenlchapnbsp;binnen haare muuren , door ü Wel Ed. Groot Achtbé.nbsp;beleit en zorge word aangekweekt; getuigen daar vannbsp;zijn zoo veele geleerde Mannen in alle Faculteiten ennbsp;Wetenfchappen, welke dezelve als nog vercieren, getuigen daar van zo veele deftige Jongelingen, welkenbsp;hier na toe gevloeit zijn om een fchat van wijsheidnbsp;te verfamelen- Ja overvloedige getuigen, de omftan-digheden van dezen tijd , die Wy thans beleven , innbsp;welke UEd. Groot Achth. wel duidelijke blijken gee*nbsp;ven , en daar in haar eer en roem ftellen , dat hetnbsp;de Utrechtfe Hooge Schoole wel gaat, door zodanigenbsp;vreugde bedrijven aan te rigten en fulke gedenktekenen te bezorgen , die dezelve als het ware konnennbsp;vereeuwigen j omftandigheden , die wy oordeelden nietnbsp;alleen hier beperkt te moeten blyven binnen defe Stadsnbsp;muuren t maar ook alle Liethebberen van Godvrucht ennbsp;geleerdheyd door den druk te worden mede gedeelt ennbsp;vereeuwigt, als ftrekkende zulks tot een dankelyke er-kentenilfe van Gods zegeningen en weldaden over ons gt; ennbsp;roem van U Wel Ed. Groot Achth.-, waarom ik ooknbsp;te raden geworden ben dit tegenwoordig werkje het ligtnbsp;te doen zien , en de Vryheid te nemen aan U JVelnbsp;Ed. Groot tAchth. op te dragen, hopende zulks UEd.nbsp;Groot Achtb, niet onaangenaam te zullen zyn, als be-

t 3 nbsp;nbsp;nbsp;hel-

-ocr page 14-

helzcncJe in zig, behalven eene Redenvoennge ovcv dc mttigheid der Academiën en Schooien opgefteld en oyt-gefproken , door den Vermaarden Hoogleeraar GYS»nbsp;BERTUS VOETIUS, (een man wiens naamby de latere nakomelingen in zegeninge blyve , van welkers geëertnbsp;en talryk Nageflagt ondQt ÜEd Groot Achtb. den ftoelnbsp;der Eere nog bekleden,) waar by ook nog komt eenenbsp;Lyfte der meefte en voornaamfte Academiën en Illuftrcnbsp;fchoolen, niet alleen der 17. Provinciën, maar zelfsnbsp;van geheel Chriftenryk, als ook een beknopt verhaalnbsp;van den Oorlpronk, opkomft en Inwydinge dezernbsp;cademien.

Ontfangt nbsp;nbsp;nbsp;Ed Gr. ^chtb. Heeren dit werkje

hoe gering het zelve ook mogte zyn, als een teken myner eerbiedige Hoogagting ontrent V Wel Ed. Grootnbsp;Achtbaarheden ; met toewenlchinge dat God ÜJV^l Ed,nbsp;Groot Achtb. Perzonen, Hoogaanzienlyke Regeeringe ennbsp;dierbare Familien met de uitmunftenfte zyner zegeningen en heil-goederen ten nutte van het gemeen, aan-kweekinge der geleerdheid , tot in lengte van dagen wilnbsp;bekroonen amp;c. , roet welke beede ik eyndige.

WEL-EDELE GROOT-ACHTB A AREN HEEREN,

Den 14 Maert

Uwer Wel Edele Grootaclitbaare Ootmoedigflen en onderdaanigen dienaar»

MATTH.EÜS VISCH.

-ocr page 15-

BERICHT

Van den Uytgevcr defer Verhandelingen.

yn mezninffe is niet, Lefer! u met een wydtluftige

Voorreeden op te houden, waarom ik terftondt ter faake fal komen, 't Is reets verfche-yde Jaarennbsp;geleeden, dat tk de Reedenvoeringe quot;van IVylen den Heerenbsp;Profejfor G. Voetius tn ’t ooge hadde, dewyl ikfe feernbsp;fraay en faakelyk bevondt, om my daarvan tot het tegenwoordige Jiibel-feeft te bedienen. Maar wanneer ik defel-«ye voat naauwer onderfocht, bevondt ik, datfe een geringe verandennge omtrent eenige'DnytÜchQvoor Onduydtfchenbsp;Woorden vereyfchte ; als meede hier en daar een kleyne ver-fchikking , om duydelyker te zyn. Daarenboven was ’ernbsp;in den Eerften Druk van Ao. 1^36 in Qiiarto, oudenbsp;GvQrrettin^G der üyhel ^ebruykt, 'tgeene n^an ’s gelyken

verandert, en in de nieuwe Overfettinge verwijfelt moe-fte worden; enz. Dit is wel eenigfintsgefchiedt^ in eenen tweeden Druk, uytgegeven te Amfterdara Ao. 1655:. innbsp;Duodecimo; doch oude en nieuwe Overfettinge onder malkander, en buyten dien foo for dig en gebrekkelyk, datnbsp;felfs de drukfouten van den eerften Druk noch meer ver-meenigvuldigt, geheele Woorden uytgelaaten , ook de Aan-teckenmgen .^meeft Latyn zynde-^ en die onder aan behoorden,nbsp;op de kant gebleven zyn., en dus een groote duyfterheitnbsp;veroorfaakten; waarom ik grootelyks twyjfele, of wylennbsp;de Heere Profejfor G. Voetius wel de handt daaraange-hadt heeft; terneer'^ dewy Ie de oude Eoorreeden daarvoornbsp;gebleven is. Dit alles heb ik getracht, foo veel als mogelyknbsp;was, te verbeteren^ cn op eengemakkelyker wyfe te jchik-ken, gelyk Uhier by werdt meedegedeelt. Om de gelykheitnbsp;der Stojfe, en om defelve foo veel te aangenaamer te maa-ken, heb ik ’er verfcheyde Byvoegfelen by gedaan, die buy-

ten


-ocr page 16-

BERICHT VAN DEN UYTGEVER. tm twjjfd niet onfmaakelyk fallen zyn; namentlyk daarnbsp;vooren: (i) beknopt Verhaal van den Oorfprong,nbsp;Opkomft, Jnwydinge en Jubel-gt; Vreugde defer Akade-mie, tot nu toe. En daar achter (^) Naam-Lyftnbsp;van alle de Heeren ProfelForen, foo wel der Illuftre Schoo-le, als Akademie alhier,, met Aanwyfinge van derfelyernbsp;Vovtxüt\.tn ,dieop de Akademie- lt;ƒSenaat-kamernbsp;hmeffens een Lyft der Heeren Redores Magnifici, federtnbsp;de Honder't Jaaren dat de Akademiegeflicht is, tot nil toe;nbsp;(5) Voorts, etT/korte Lev^ens-Befchryvinge, van wylennbsp;den Heere Profeflbr Gisbertus Voetius ; benejfens- een'nbsp;Gellacht-Lyft, van dejfelfs talryke Nazaaten, en andere wetenswaardige faaken, dej'e aanfienhke Familie be-^nbsp;treffende. En eyndelyk : (4) Een Lyfte van alle de Aka-demien of Hooge Schooien, en van de vermaardtftenbsp;Jlliiftre Schooien in ’t Chriftenryk; eerjt ontworpennbsp;door wylen den Heere Pr ofefforGhh^ximVooiius^en thansnbsp;grootelyks^/öör my vermeerdert; waarin ik het voetfpoornbsp;van dien groot en en geleerden Man, foo veel immers doen-lykwas, heb op gevolge, en feer veele nieuw igheeden ennbsp;veranderingen daarby gevoegt, welke federt een Eeuwezynnbsp;voorgevallen ; met een (5) Aanhangfeï , ’tgeene in den twee-den Druk gevonden wordt, fonder te weten van wie; wordende dit alles bejloten met een Bladwyzerwwrf^ Akademien ennbsp;lllnfrre Schooien, na de crdrevart’tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Is'er door de

veelvuldige veranderingen der Stoffen, hier of daar tegens gedachten eenige rnisfljxg onder gefioopen; de Lefer houde my falks teng oede, en ver bet ere denfelven na fyn befcheydenheit;nbsp;doendeg elyk hy in defen omtrent hem felven wenfchtegehandeltnbsp;te zyn ; dan hoope ik mynen tydt niet qualyk bejleedt te hebben.nbsp;Gebruykt dan defen arbeydt, niet alleen om uwe JVeetlüfi tenbsp;voldoen, maar voornaamentlyk omGodt, als den Autheurnbsp;van alle de veelvuldige JVeldaaden hier in verhaalt, daarnbsp;voor te verheerlyken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;BE-

-ocr page 17-

BEKNOPT VERHAAL,

VAN DEN

OORSPRONG, OPKOMST, INWYDINGE en JUBEL-VREUGDE

Der Beroemden

AKADEMIE VAN UTRECHT,

Tot nu toe.

^^^^tVereemgde Provmtien Nederlanden, na eenlang-daurigen en fwaaren Oorlog , tot verdeediginge van Vrj'heic en Geweeten , tegens de bloedtdorftigenbsp;Verdrukkingen dermacht, veeleJaaren ge-worftelt hebbende , en eyndelyk ’t hooft allengskensnbsp;wederom beginnende op te fteeken, lieten haar voornaamftcnbsp;forge gaan, niet alleen om den Oprechten Godtsdienft te her-ftellen; maar ook om even foo hóognoodige Plant- en Qiieek-Schoolen daartoe op te rechten.

Ho/teit was d’eerfte, welke binnen de Stade , totver-geldinge van de getrouwe forge en wonderlyke kloekmoedig-heit van derfelver Burgers, in twee kort na malkander gevolgde beleegeringen der Spaanfehen, door Willem d’eerfte Prins van Oranjen en de Heeren Scaaten van Hollandt, in den Jaare 1575.nbsp;meteen gepriviügeerde Akademie wierdc begiftigt; welke metnbsp;gewenfcht gevolg voortgang hadde.

Frieslandt^ de Reformatie Yolkomen omhelfï hebbende, wierdc ’er by de Heeren Staaten defer Provincie, in den Jaare 1584.nbsp;het loffelyke befluyt genooraen, de Inkomften der Kloofter-Goederen tot oprcchtinge eener Akademie te belleeden , ’t gee-ne het volgende Jaar, meede met gewenfcht gevolg, binnennbsp;de Stadt Franeker voortgang nam.

Groeningen , volgde dit loffelyke Voorbeeldt, en rechtte in den Jaare 1614. binnen haare Hooft lladtop ’s Lands koffen,nbsp;meede een Akademie op.

Utrecht, het goede Voorbeeldt der voorgemelden Provinciën fzende, begon meede de genccgentheit by haar te wakkeren,nbsp;om het leeren van Taaien en Wetenfehappen in haar Provincienbsp;aan te queeken. Hiertoe gaf te mèer aanleydinge, dewyl' ’er

* a nbsp;nbsp;nbsp;hier

-ocr page 18-

OORSPRONG, OPKOMST EN JUBEL-FEEST, hier ten allen tyden veele aanfienlyke en Geleerde Mannen ge-bloeyt, en zich door haare Schriften vermaardt gemaakt hebben; waarvan ik flechts eenige fal opnoemen. Adriamis denbsp;fesde Paus van Romen, Guill. en Theod. Canterus, Joh. en Ottonbsp;Heurnius, Joh. Antb. en.Timannus Couchius, Cornelius Valerius,nbsp;Lamb, en Adrianus van der Burchius, Adrianus van WinJJen, Heri-bertiis Rosweidus, Otto Zylius, Joh. Cnyfius, Franc. Hara.is, Gys~nbsp;bertus Longolius, Joh. Cotovicus, David Goriceus, Guill. Radellantius,nbsp;Georgius Ratalkrus ,Paulus Montanus, Guill. Dyemenus, Henr. Agylceus,nbsp;Arnoldus Buchelius, Gysb. Lappius d Waveren , Petrus Borrius ,nbsp;Timannus Gejjelhts, Chrijlianus Rodenburgius. Lambertus Felthufius,nbsp;Martinus Schoockhis, Abr. Fefelius, Gerardus PFaJJenaar, de uyt-muntende Juffrouw Anna Maria van Scburman, en veele andere.

Daar was reets voor den Jaare 1606. b^ de Heeren Staateii geraadtpleegt, om een Provintiaale Akademis, het zy te Utrecht,nbsp;of binnen Amersfoort op te rechten, ook dies aangaande een ontwerp overgegeven ; maar dewyle dit lange Jaaren fleependenbsp;bleef, nam de Magiftraat van Utrecht (de Heeren DirkvanFelt-huyfen en Anthony de Goyer Burgermeellers zynde;) het lofièlykenbsp;belluyt, in den Jaare 1634. een Illujlre of Doorluchtige Schoolenbsp;•binnen haare Stadt op te rechten; ’tgeene terftondtwierdtin’'tnbsp;W'erkgeflelt, en de Inauguratie gefchiedde den lyden Juny O.S.

De goede voortgang van dit werk, en groote toeloop van Leerlingen derwaardts, deedt den Magiftraat van Utrecht vervolgens Ao. 1636. (geduurende het Burgermeefterfchap van denbsp;Heeren Gysbert vander Hoolck en Dirk van Feltbuyfen-,') befluyten,nbsp;derfelver Illujlre Schoole in een Akademie te veranderen. De Heerennbsp;Staaten defer Provintie gaaven daar toe niet alleen haar toe-llemminge, maar ook behoorlyk Oflroy, in de maandt vzn Fe-Iniary des gemelden Jaars. Daar door ftaat de Akademie welenkei onder ’t beftier van de Stadt, en de Heeren van de Magiftraat zyn ’er de Curatores van, doch alle de Promotien gefchie-den in den naam van de Heeren Staaten der Provintie, en uytnbsp;derfelver Authoriteit. Men benoemde terftondt de eerfte Heeren Curatores, ftichttede ftekere Inkomften tot onderhoudt dernbsp;vereyfchte Profejfooren, en ftelde ordre om Geleerde en waardige Mannen daar toe te beroepen. Te gelyk wierdc ’er ooknbsp;een begin gemaakt, om een bequaame plaats tot de Akademie

'te

-ocr page 19-

DER AKADEMIE VAN UTRECHT, te bereyden ; namentlyk den Kruysgang by St. Martens Doin'-Kerk^ de geweefene Capittel-Kamer, denEet-Zaal, en anderenbsp;daar by zynde vertrekken , welke in den Jaare ij’yp. by denbsp;Gedeputeerde der Vereenigde Provinciën gedient hadden , omnbsp;’er de Vermaarde foogenoemde Unie van Utrecht te teekenen.nbsp;Defelve wierden behoorlyk gerepareert, met de noodige Catbe-ders en Banken voorfien, en verder genoegfaame plaats inge-ruymt, ten dienfte van de Juditores in alle de Faculteiten in ’tnbsp;byfonder.

Alles in volkomen gereedheit zynde, wierdt ’er tot de In-mydinge toeftel gemaakt. Des Sondaags te vooren, zynde den 13 Maart O. S. 1636. wierden ’er , door laft van de Heerennbsp;Burgermeefteren en Vroedtfehappen , in alle de Kerken dernbsp;Stade opentlyke Gebeeden gedaan, om den Zeegen des Heeren over dele onderneeminge af te fmeeken. De alom beroemde Heer Gisbertus Foetius, eerlt Profeflbr in de IHuftre Schoolcfnbsp;en toen in de Nieuwe Akademie, ook te gelyk Predikant delernbsp;Stadt, (van wien wy hier een korte Levens-befchryvinge hebbennbsp;bygeveegt,) deedt op dien felven dag , in de Doni-Kerk^ eennbsp;feer toepallelyke Predikatie of Reedenvoeringe, tot voorbereydin-ge van dit loffelyke Werk , handelende in ’t breede, van dénbsp;Nuttigheit der Akademien en Schooien, mitsgaaders der Wetenfehappennbsp;en Konften, die in defelve geleert 'oiorden', neemende daar toe fy-nen Text uyt Lucas ii. vers 46. welke verhandelinge wy omnbsp;deffelfs deftigheit van nieuws befchaaft hier by hebben doennbsp;drukken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Den löden Maart, gefchiedde de iKttiydfKgf, in de voorgemelde Dom-Kerk, met veel, plechtigheit; wordende de Heeren ProfelToren, met fhatie en een groot gevolg derwaarts geleydt.nbsp;Defelve waren , hernhardus Schotanus , eerllen ReSior Magnificus , en Anthonius Maithmis, ProfelTooren in beyde de Rechten;nbsp;Gisbertus Voetius , in de Theologie ,• (wien ten eerllen Mein-bardus Schotanus tot Amptgenoot wierdt toegevoegt;) Guilkhmisnbsp;van der Straten, in de ]\fedicynen ; Henricus Renerius , in denbsp;Philofophie ; Antimius Mmiliiis, in de Hillorien en Politica;nbsp;en JuJlus LyrcEus, in de Taaien en Befchaafde Wetenfehappen.nbsp;Onder de Inleydinge, hoorde men geftaadig een feer heerlyknbsp;Muzyk , foo wel van Hemmen als Inllvumcnten ; terwyle de

Klok-

-ocr page 20-

OORSPRONG, OPKOMST EN JUBEL-FEEST, Klokken op een ongemeene wyfe daar onder {peelden en luyd'nbsp;den. Des avondts wierden’er Vreugde-vuuren gemaakt, ennbsp;Pik-tonnen voor ’t Stadthuys, op St. Martensbnig , en voor denbsp;Akademie aangeflooken ; ook duyfenden van Vuur-pylen ennbsp;andere konftige Vuur-werken afgefchooten. De Pik-tonnennbsp;fagmen, voor derfelver verteeringe, alom met groene kranlTennbsp;omvlochten en opgetooyt. In ’t Agnieten-l\\ooamp;.tv hadde denbsp;Magiflraat een feer koftelyke maaltydt doen bereyden, by welke 102 Perfoonen verfcheenen. Defe ongemeene plechtighee-inbsp;den hebben de volgende Doorluchtige Perfonagien met haarenbsp;tegenwoordigheit vereert , en de felve daar door niet weinignbsp;luyfler bygefet; als, de DoorluchtigflePrincenMzaridwr, Edu‘nbsp;wardus en Philippus^ Soonen van den geweefenen Koning vannbsp;Boheeimn , Paltsgraaven aan den Rhyn , Hertogen in Beyeren;nbsp;enz. als ook ^ohan Lode'wyk, Paltsgraaf, Hertog van Beyeren,nbsp;Tweebruggen, enz. Alles gefchiedde in een gewenfchte ordre^nbsp;en met aanfienlyken toeftel.

Tot haar gewoone Waapen nam Akademie aan, eenlt;Son»tf» met dit Omfchrift;

SOL JUSTITIiE ILLUSTRA NOS.

Dat is:

SONNE DER GERECHTIGHEIT, VERLICHTE ONS.

Martims Schoock, naderhandt Profeflbr te Groeningen,enz. ver-maardt door fyne doorwrochte fchriften, was d’eerfte , die op de nieuwe Akademie Difputeerde en gepromoveert wierdt, na-mentlyk den 2^amp;en Maart., en alfbo weinig daagen naderfelvernbsp;Inwydinge, tot Magijler Pbilofopbia; wordende deswegen doornbsp;den Magiflraat met een fluk Geldts befchonken.

D’eerfte welke op defe Akademie de Waardigheit van Doblor, namentlyk in beyde de Rechten ontfing , was de Heer ^ujiusnbsp;Criex-, ter gedachtenilTe daar van, begiftigde hem de Magiflraat met ’s Stadts Burgerrecht, en een grooten filver-vergul-den Bokaal; hebbende op fyn dekfel de Utrechtfche Minerva, ennbsp;daar onder de Do^oraale Injignia of Kenteekens , als dennbsp;Ring , de Muts en het Boek. Van binnen vertoonde zich denbsp;Sonne , als ’t Sinnebeeldt van óe Akademie}, en op den boodemnbsp;las men defe Infcriptie:

M. S.

-ocr page 21-

BER AKADEMIE VAN UTRECHT.

M. S.

9?

in

Pramium hoc, una cum Jure Civitatis NohiliJ]'. JmpIiJJ] D. D. Cojf. ac Senatus inclytce Urbis TrajeSlince donarunt Nob. Do. Jujlonbsp;Criex, quod primus in nova Academia UltrajeSt. Juris Utriusquenbsp;Dobtor ejjet renunciatus, Kalend. Decemb. cioiocxxxvi. “’tGeenenbsp;’c Nederduytfch beteekent: „ Ter Gedachtenifle. Defe gifte,nbsp;benefièns’s Stadts Burgerrecht, hebben de Eedl. Achtbaarenbsp;Heeren Burgermeefleren en Vroedtfchap der Stadt Utrecht,nbsp;aan den Eedl. Heere Juftus Criex vereert; dewyle hy de eerftenbsp;geweefl; is, welke op defe nieuwe Akademie tot Do^or innbsp;beyde de Rechten verklaart is, den i. December 1636.nbsp;Terftondt heeft defe Akademie met veel luyfler’t hooft be-inbsp;gonnen op te lleeken, foo datfe voor geene andere in de Ver-eenigde Nederlanden behoefde te fwichten. Sedert die tydt heeftnbsp;de felve ook geduurig hoe langer hoe meerder toeloop vannbsp;Studenten, uyt alle de bekende deelen van Europa gekreegen;nbsp;beflaande in Duytfchers , Switfers , Boheemers, Hongaoren , En-gelfchen. Schotten., Franfchen, Italiaanen , Deenen, Sweeden, en

andere vreemde Naden, onder welke zich meermaals Hertogen , Graven en voornaame Edellieden bevonden ; behalven een meenigte van Nederlanders, uyt dele en andere omleggendenbsp;Provintien. Ook komen ’er jaarlyks veele uyt alle Geweftennbsp;herwaarts, om foo wel in de Theologie, als in de Rechten,nbsp;Medicynen en Philofophie haar Promotien te haaien.

Ten dienlle van de Itudeerende, is hier meede een heerly-ke openbaare Boekerye aangelegt. Het beginfe! daar van was, dat Hubrecbt Emndus van Buchel eertydts Canonyk Imperiaal vannbsp;St. Marien , Ao. 1599. binnen Keulen gellorven , (zynde denbsp;Groot-Vader van ArnoldiisBuchelius, welke de geachte Utrecht-fche Hiflorie-fchryvers Beka en Heda heeft uytgegeven;) allenbsp;fyne Goederen, bedraagende meer dan 9000 Guldens ’s Jaars,nbsp;tot onderhoudt der Armen maakte, en fyn Bibliotheek aan denbsp;Akademie legateerde. Ter gedachtenifle van dien , liet mennbsp;noch heedensdaags fyn Af beeldinge boven derfelver Ingang, metnbsp;defe Infcriptie:

Anno Domini 1574.

Effigies Domini Hubert! dBuchel, cstatisfuce ói.Obiit 28 May 1599.

Dai is: „ In den Jaare i574. Af beeldinge van den Pleere

Biy-

-ocr page 22-

OORSPRONG, OPKOMST EN JUBEL-FEEST,

_ Hmbert van Buchel, fvn ’s ouderdoras 6i. Jaaren. Sterft zg „ Mey 1599. ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

Defe talryke Boekfchat is daar na, door de mildtdaadigheit van den Magiftraat, ten beften van de Studenten , van tydtnbsp;tot tydt merkelyk vergroot geworden.

Tot opwekkinge van de ftudien, zyn’er ook verfcheyde flich-fingen gedaan, om onvermoogende Jongelingen tot defelve ge-legenheit en aanleydinge te geven. Hier van fullen wy flechts defe beyde aanhaaien, dat de Heere Johan Lucas van Franken-dak, getrouwt aan Vrouwe Johanna Pels, in den Jaare 1Ö42.nbsp;een fomma van dertig duyfendt Guldens , en daar na de Heernbsp;Petrus van Maajiricht, in lyn leven S. S. Theol. Doólor ennbsp;ProfelTor deler Univerfiteit, de fomma van vier en twintig duyfendt Guldens, gelegateert hebben , ieder tot een byfonde-re Beurs , om daar uyt eenige Jongelingen in de Theologienbsp;te doen ftudeeren. Andere diérgelyke, om de kortheit thansnbsp;voorby gaande.

In de Jaaren 1672 en löy'S. toen de Franfchen de Vereenig-de Provinciën met eenen fwaaren inval overftroomden, en onder veele andere Utrecht méede in haare macht hadden , heeft de Akademis, welker gebouw zy tot een Magazyn beefigden,nbsp;geduurende derfelyer verblyf van feventien Maanden binnennbsp;defe Hooftfladt, wélgrooten aanftoot geleeden , maar nochtansnbsp;niet geheel ftil gëflaan; ook terftondt na het vertrek defer onaan-genaame gallen, haaren voorgaanden luy lier wederom gekregen.

DenTydeh der maandt Maart des Jaars 1686. (Geduurende het Burgermeellerfchap van de Heeren van Weede en Benthem;)nbsp;wierdt het Fyftig-Jaarige Jubilceum defer Akademie , met veelnbsp;praaien vreugde geviert. Des morgens van fes tot feven uu-fen hoorde men alle de Klokken van Kerken en Toorens in denbsp;geheele Stadt luyden, om daar meede een gemeen teeken totnbsp;het beginfel te geven. Van feven tot acht uuren wierdt hetnbsp;geluydt van Trompetten en Trommels van den Doms-Tooreitnbsp;over de Stadt gehoort, daar het welliiydende geklank van denbsp;Ipeel-klokken op volgde. Ten negen uuren wierdt wederomnbsp;met alle de klokken van de geheele Stadt geluyc. Ten tiennbsp;uuren hoorde men wederom van buyten het geluydt van Trompetten en Keteltrommen , en binnen in de Doms-Kerk een

uyt-

-ocr page 23-

DER AKADEMIE VAN UTRECHT, uytmuntendt fraay Muzyk. Omtrent elf uuren quaamen denbsp;Heercn Burgermeelleren en twaalf Raaden , den welken denbsp;forge der Akademie is toebetrouwt, beneifens den Secretaris jnbsp;in den Senaat van de Akademie , daar de Profellbren defelvenbsp;in haar Plechtgewaadt verwachteden. Vandaar geleydden dènbsp;Heeren Burgermeefteren den Reftor Magnificus, en de ovc-T(ige Heeren Raaden de verdere Profeflbren , twee aan tweenbsp;tüflchen haar gaande , naar de Doms-Kerk, in welke reecs denbsp;Heeren Staaten, Geëligeerden, Ridderfchap , verdere Magi-ftraat, Raaden van ’t Hof Provintiaal, en voornaamfte Burgersnbsp;van allerley Staat en Waardigheit, beneffens de vreemdelingennbsp;zich bevonden. Vervolgens beklom de Profeffor Joh. Georg.nbsp;GrcBvius den gewoonen Predikfioel , welke met Tapytennbsp;bekleedt was, terwyle de overige Profefloren aan weérzydennbsp;van den felven plaats namen; wordende ondertufichen een feernbsp;heerlyk Muzyk van Remmen en Inftrumenten gehoort. Ditnbsp;geëyndigt zynde, deedt hy een fraaye Reedenvoering ter faa-ke, in de Latynfche Xaale, onder eenen grootert toevdoedc vatï

menfchen. Tüflchen beyden hoorde men nochmaals een fraay IVluzyk; ’t welk geëyndigt zynde , ging men wederom ter eerft-gemelder plaatfe, van waar de Akademifche Senaat, door Burgermeefteren en Raadt, in defelve ordre als zy gekomen waren , wierden te rug geleydt. Vervolgens begaf men zichnbsp;naar ’t Stadthuys, daar een koftelyke middagsmaakydc bereydtnbsp;was -, daar toe men ook de Heeren Staaten verfocht hadde,-Siet hier de Naamen der Heeren , welke tot defe Maaltydtnbsp;van het Akademifche Jubilceum waren verfocht, en defelve hebben bygewoont. Van wqgens de Heerennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de Heer

i^an Dykvek. (Abfent.) Dé Heeren Schade en Maarshergen. Van wegens de Heeren Edelen: De Heeren van Amerongen , Sanden-burg em Zuykn. Van wegens de Stadt Amersfoort: De Heernbsp;Senapius. De Secretaris van de Heeren Staaten, de Hr. Voetnbsp;van Winfen. Van wegens de Stadt Utrecht: De Heeren vannbsp;Weede en Benthem Burgermeefteren. Voorts de Heeren Raaden : Gerobulus, Zypejieyn, Nypoort, Martens^ Van der Meiden',nbsp;vanJalJl, Baarie, Spoor, Gentman, Breyer , Domburg, De Vry;nbsp;en de Heeren Secretariflèn De Reuver en Harscamp.: Eyndelyknbsp;de Heeren Frofeffören : Mumiks als Reëlor Magnificus, van

** 2 nbsp;nbsp;nbsp;Maas-

-ocr page 24-

OORSPRONG, OPKOMST EN JUBEL-FEEST,

Maafirkht, Ley dekker, JVitfms, Halen, Cyprianus, Noodt, Muy-den , Fallan, Leusden, Grcevius , de Fries en Luyts-, van de Pol abfent zynde.

Des namiddags wierdt alle uuren een aangenaam Klokken-' fpel , foo wel van den Doms-als Stadthuys-Tooren , en Trompetten geklank gehoort, en alfoo deiè plechtige dag in vrolyk-heit geëyndigc , ook de volgende en derde dag met allerleynbsp;Vuurwerken en Vreugde-vuuren beflooten.

Wy hebben dierhalven niet konnen nalaaten , by geleegent-heit van het Hondert-Jaafige Jubilxum , het geene den zyfteir Maart defes Jaars 1736. Raat geviert te worden, dit korte Fer-haal thans meede te deelen; beneffens een naauwkenrige Lyfinbsp;van alle de beroemde Heeren ProfeJJores, welke in alle de Faculteiten , geduurende defe Hondert Jaaren, tot nu toe , defenbsp;Akademie met veele Zeegeningen hebben bedient, en noch bedienen. ó! Dat men eens fuik een ontelbaar Heyrieeger vannbsp;I^tter-Helden by een fag, welke defe Meefters, van Difcipe-len tot Collegaas en Leeraars van andere, hebben bequaam gemaakt 5 die zich door de geheele Wereldc hebben verlpreydt,nbsp;en den faam haarer Geleerde Profeflbren meede in alle Ge-weften uytgebafuynt ! ó Gelukkige Jongelingen, die dus haa-rcn tydt befteeden, datfe in Raat geraaken van Kerk en Staatnbsp;met Godtvruchtigheit en Wysheit te helpen onderfchraagen.

Dit Jubilceim wordt onder anderen door twee Medailles vereeuwigt , van v/elke wy debefchryvinge hier fallen meede deelen.

Deeetjle, heeft omtrent de groote van een Dukaton, en verheelt aan d’eene zyde: (i) Eenen grooten Zaal, en in het verfchiet doornbsp;een Poort fiet men de Stadt Utrecht; verbeeldende de Akademie^nbsp;zynde defelve Zaal, in welke eertydts alle de Staats-Vergaade-ringen gehouden wierden.

(2) Hercules met een bondei van feven Pylen ;verbeeldende de Unie, eertydts in dien Zaal geflooten , dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;January

en den zpRen binnen Utrecht gepubliceert.

(:^) Met den voet vertreedt hy de Tyrannye, Vervolginge en Wreedheit; finfpeelende op de Spaanfche tyden , zynde denbsp;\oorfz. Unie het fondament van onfe Vryheit.

(4) Met de {linkerhandt wyR hy op Pallas; dewyle Hercules op de oude Penningen en by Infcriptien dikwils voorkomt als

Her-

-ocr page 25-

DER AKADEMIE VAN UTRECHT.

Hercules Muf arum; en Pallas verheelt de Jkademie, of wel de Konden en Wetenfchappen, die in defelve geleert worden.

(5) nbsp;nbsp;nbsp;Defe Pallas fit tegens een Pedeftal, daar tegens aan fietnbsp;men het Waapen van de Akademie, en daarop den Bybel, ennbsp;een brandende Lamp ; beteekenende de TIjeologie, of Godtge-Jeertheit.

(6) nbsp;nbsp;nbsp;Om haar fiet men de Wet, Tafel, Sweert en Balans;nbsp;verbeeldende de Juftitie, of Gerechtigheit.

(7) nbsp;nbsp;nbsp;Voorts een Diftileer-Ketel, en een Pot met Kruyden;nbsp;beteekenende de Medïcyney of Geneeskunde.

(8) nbsp;nbsp;nbsp;En eyndelyk eenSphera, beneffens eenige Antiquiteiten;nbsp;finfpeelende op de Philafophie of Wysbegeerte, en de Literaturenbsp;of Letter-kennifle.

(9) nbsp;nbsp;nbsp;Boven aanilaatdefeInfcriptie: Olim libertatis atrium, nunanbsp;Sapientice. Dat is: De Zaal, daar de Vryheit eertydts haar fondament nam, is nu in een Tempel der Wysheit verandert.

(10) nbsp;nbsp;nbsp;En onder aan leeft men: Monftris domitus artes receptainbsp;Dat is: De Gedrochten bedmongcn %,ynde, heeft men de Konften in der-

felver plaatfe aangenomen.

Op het Revers fiet men:

(1) nbsp;nbsp;nbsp;Boven aan, het Waapen van de Akademie, met Olyf-takkennbsp;verciert; verbeeldende, Vreedein’t Landt en op de Akademie.

(2) nbsp;nbsp;nbsp;Onder aan, een Rhyn-Godt, drenkende uyt fyn Water-kruyk de blanke Vecht-S'VJaan; een finnebeeldt van defe Stadt,nbsp;als leggende aan Rhyn en Vecht.

(3) nbsp;nbsp;nbsp;Rontom leeft men dit Randtfchrift: Sol Juflitice illuftranbsp;ms-. Dat is: Sonne der Gerechtigheit bejlraak ons! zynde het Devysnbsp;van de Akademie.

(4) nbsp;nbsp;nbsp;In ’t midden van een opgehangen doek, leeft men defenbsp;Infcriptie: Primus Academice TrajeSlince facris Scecularibus, ad diemnbsp;XXVII. Martii, Anni CID13 CC XXXVI. celehratis, votisque pronbsp;novi Seeculi fmlicitate nuncupatis. Confides S Senator es, ejus Ciira-tores Icetijfitni feftimemoriam hoe monumento confecrarunt. Dztis: Hetnbsp;eerjle Jubel-feeft der Akademie van Utrecht, geviert op den ciyftennbsp;Maart 173 d. en gebeeden voor den gelukkigen voortgang van een nieii-vte Eeuixe uytgejlort zynde, hebben Burgermeejieren en Raaden, als

** o nbsp;nbsp;nbsp;Cu-

-ocr page 26-

OORSPRONG, OPKOMST EN JUBELFEEST, amp;c. Curatoren derf elven, ter ge dacht enijje van defen blyden dag, met de-Jen Gedenk-penning ‘willen vereeuwigen.

Een diergelyken Medaille, fal op den Dag van ’t Juhilcewn, aan ieder der Heeren van de Regeeringe en de verfochte Gasten tot de Maaltydt, vereert worden.

De t'weede Medaille, ter gro.ote omtrent van een Gulden, welke aan de hier Rudeerende Studenten fal vereert worden inbsp;verbeeldt aan d’eene zyde: Een Rhyn-Godt, drenkende uyt fy-nen Water-kruyk, de Fecht-Jlroom, vertoont door een blankennbsp;Swaan.; verbeeldende de Stadt Utrecht, als leggende aan Rhynnbsp;en Vecht', finfpeelende ook op de Akademie, als zynde de Rhynnbsp;een voornaame en aanfienlyke Rivier, welke in S'witjerlandth.'a.'a.-ren corfprong neemt,, onderwegen verfcheyde Landen doorloopt , en door veele Rivieren geformeert werdt, gelyk defènbsp;Akademie door Geleerde Mannen uyt veele Landen by een ver-zaamek, tot haaren luyfter gekomen is ; en de Vecht, finfpeeltnbsp;opdejeugdt, welke bier uyt den bron-ader der Geleertheit,nbsp;tot aanfienlykheit gebragt kan worden.

Op ’t Revers leeft men defe Infcriptie:

Confulum ^ Senatorum Trajedlenfimn munificientiainStudiofos ,cum Academia fua prima Saciilaria celebrarent. A. D. XXVII. Martiinbsp;CID ID CCXXXVl. Dat is : Door mildtheit van Biirgermeejleren ennbsp;Raaden der Stadt Utrecht, aan de Studenten vereert, wanneer defelvenbsp;heteerfie Eeuw-getyde van haar Akademie vierden, op den 2‘jJlen Maartnbsp;des Jaars 1736.

Het overige van het Ceremonieel, mitsgaders de promotie der Heeren Cartdidaten met de Kap , en verdere omftandighedennbsp;dies aangaande, hopen wy den Leezer in ’t kort mede te deelen.

REE-

-ocr page 27-

REEDENVOERINGE

Van de Nuttigheit der

AKADEMIEN en SCHOOLEN,

Mitsgaaders der

WETENSCHAPPEN ep KONSTEN,

Die in defelve geleert worden;

Gedaan in de Dom-Kerke der Stadt Utrecht, den 15 Maart O. S, 1636.’ Des Sondaags voor de Inleydinge van denbsp;Nieuwe Akadetnie aldaar ;

DOOR

GISBERTUS VOETIUS,

Profejfor, der H. Godtgeleertbeit in de voornoemde Univerfiteit. Van nieuws befchaaft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

d

-ocr page 28-

B E R I C H T

Van den Heere ProfefTor

GISBERTCJS VOETIUS,

Aan den Chriftelyken Lefer.

Chrifielyke Lefer!

Lfoo haar Ed. Groot Achtbaare, de Magiflraat van U-I trecht, dat noodige en heerlyke Werk van de nieuwe Aka-¦ demie, met Godt wilde beginnen; is van my, nefFenshet Gebedt in de Gemeynte, by haar Edl. Groot Achtb. verfocht, ooknbsp;defe Predikatie gedaan, om dat alle liefhebbers van Godt, denbsp;Kerke en het Vaaderlandt, (die defelve Predikatie mogtennbsp;hooren;) te 'beter foiiden korinen' verflaan , wat van foo eennbsp;Chriftelyk werk te houden waar , en hoe wy alle daarin onfenbsp;Oogen op en tot onfen Godt , als de fonteyne alles Goedts,nbsp;behoorden te hebben. Defe Predikatie gedaan zynde, hebbennbsp;haar Ed. Groot Achtb. om reedenen verflaan, en my doennbsp;aanfeggen, dat defelve in druk behoorde verveerdigt te worden. Ik hebbe niet konnen nalaaten haar Ed. Groot Achtb.nbsp;meening in defen te dienen. Dit wilde ik den Chriflelyken Lefer bekent maaken ;'op dat niemandt door misduydinge, ofnbsp;anderfints my nahoude, dat ik hier of daarom een ongewoonenbsp;onnoodige parade met het uytgeven van defe Predikatie Ibekenbsp;aan te flellen. Vaart wel!

Defen 15 Maan 16^6.

Uwer E. E. Dienflwil'lge GISBERTUS VOETIUS.

-ocr page 29-

OP DE REEDENVOERINGE

Gedaan voor de Inleydinge van de

AKADEMIE van UTRECHT,

Door den Eerwaardigen Hooggeleerden

D. GISBERTUM VOETIUM,

ProfeJJor in de H, Theologie aldaar.

G,

\y die van verren koomt, om Landen ende Steden ^

Of om een fehoon Gebouw, en anjer wonderheden Te hoor en en te fien, en door de Faam gejliert,

Soekt wat in defe Stadt dTnwoonders meefi verdort: Laat niet op kalk of fteen uw finnen lange fpeelen ;

Maar fiet wat dieper in, daar zyn haar befte deelen.

Geen Silver , Goudt of Peerl, of kojlelyk Gefteen,

En quam oyt iy den prys, van ’t geene dat ik meen. Want jPALLAS is alhier op haaren throon gefeten ;

Gelyk gy uyt dit Werk kant lichtelyk afmeten ,

Siet dit is bet Portaal, dat tot de Wysheit leydt,

En tot het nieuw gebouw is konjiig toebereydt.

Gelyk des Hemels top heeft veelderhande Lichten,

TPit naar een feeker maat het Aardtfche dal verlichten:

Soo is het Firmament, dat in ons’ Zielen Jlraalt,

Seer aardig in dit fiuk na ’t leven afgemaalt.

De Son van Godes Woordt Jiaat boven al verheven ^

Op datfe haaren Jchyn te beter foude geven;

Het Licht van ons verjtandt dat Jiaat recht over haar, En als een volle Maan vertoont zich wonder klaar.nbsp;Minerva met haar Volk, uyt Griekenlandt gefprooten,nbsp;Staan onder haar beleydt, als haare bondtgenooten,

Soo datfe van het jok der Heyd’nen los en vry Ontkenen haaren glans van Godes livery.

Het

Soo nu het fehoon Vertoog van defe hooge dingen Niet heeft genoeg ontfags, om in uw hert te dringen:

***

-ocr page 30-

Het is noch heel bedivehnt, en houdt het voor gewis,

In Tiwen boefem fchuylt een droeve duyjternis.

Indien gy boven dat u (keelt in uw gehreeken,

’t Is feeker dat van u de reeden is geweeken ;

(fa Jinnen en gevoel begeven uwen Geeji,

En gy maakt uwen Jlaat veel erger dan een beefl.

Maar Jho daar ieinandt is, die verder wil betrachten IVai uyt des dVereldts flyk kan rukken ons' gedachten.

En met een Jacht gemoedt naar Godtgeleertheit Jiaan,

Die fiet hoe dees' Irinces na haaren Jlaat moet gaan:

Hier vindt hy haar Ge/lacht, hier vindt hy haar Trawanten; De Konjien altemaal; het blykt van alle kanten

JVat voor een vaften handt verknoopt dees' Borgerye ;

Soo wie een lidt verbreekt, die fcfnndt den gantfchen rey. Het is geen kleyne faak' te weten veels dingen,

Met een geleerde tong der menfehen herten dwingen,

Te jliilen twift- en kyf, te fcheyden op een draadt,

Naar 't Borgerlyke Recht, de vrucht van goedt of quaadt; Te weten wat den tydt in foo veel duyjmdt jaarennbsp;Heeft uyt des Wereldts jehoot voor wond'ren kannen baaren j

Of met een kloek beleydt te Jïisren naar het wit,

Waar door een Stadt of Landt fyn Hoogfte Goedt bejit.

Het is geen minder kunji, de kracht van veele Kruyden Te paffen op de fuebt van veelderhande luyden.

Te vinden . uyt wat gift een felle Koorts ontjlaat,

Waar dat de Wortel leydt, en wat haar tegen gaat.

Wat kander hooger zyn, als door verfcheyde vonden.

Van Hemel en van Aard' de diepten te doorgronden,

Wat voor een Wonder - punil in 't midden van de locht^ Heeft in dit woejle rondt een vafien Jlandt gewrocht?

Wat voor een' feldtfaam' drift doedt Jiroomen en rivieren,

Of door het Lichaam heen, of om de Wereldt fwier en?

Wat wonderlyken handt te zaamen heeft gevat De warmte tnet dt houw, het drooge met het nat ?

Ja dat een helder oog, altydt otn hoog verheven.

Let op des Hemels loop, let hoe de Sterren fweeven,

Wat Jireek een ieder houdt, wat Ampten ieder pleegt,

Wat

Lsi hoe dit groot gewelf al even fnel beweegt ?

-ocr page 31-

Wat hier den regel breeh, en doedt de Wetten Jlryden,

Soo dat de Son en Maan haar duyjlernijje lyden ?

Maar ivie niet hooger poogt, die heevtt noch niet al.

Waar dat een mys gemoedt fyn rujie nemen fal.

Wie niet en heeft te recht den Schepper keren kennen,

Die fal fyn herte nooyt tot rechte Wysheit exennen.

Dit maakt een vajler werk, dit is een hooger licht,

Dat tot de gronden toe ons in den Geefi verlicht.

Siet hier van is de Ziel een vroom en Heylig leven,

’t Geen ieder een betaamt, en waare ruft kan geven.

Dit is het noodig deel, dit is de laatfle paal;

Het ander is wel veel, maar dit is ’t al te maal.

Gy fiet van hooger handt gekooren wyfe Mannen,

Om Wetenfchap en Deugdt te zaamen in te Jpannen,

Om haar begeerig volk met leer en met der daadt Door onvermoeyden vlydt te teyden tot dien flaat.

Hier onder is een Man, die door Godes Geeji gedreven,

Die heeft aan defe Wet een fchoonder glans gegeven ;

Die leydt den rechten grondt, en na der Helden wys

Stelt hier op een Tooneel den hoog^Jlen eeren prys.

Wie naar dees' Kroone Jlaan, die fitten op den Waagen Van eer en van Triumph, die fiiet men Lauw'ren draagen.

Siet CHRISTUS is haar Vorfit, en treedt hier eeift vooraan, Hy heyligt defen weg, en maakt een effen baan.

Het Goddelyke Recht gaat aan haar rechter zyden.

Aan d'ander, het gevolg van nieuw’ en oude tyden,

Die als uyt eenen mondt, en met een bly gefichall Verbreyden haar en lof, die eeuwig blyvenfal.

Het licht van Godes Woordt geeft fyne klaare fitraaien,

En dryft de dampen wech, en laat ’et heyr niet dwaalen.

Daar volgt een lange fieep van eer en heerlykheit,

Van rujl, van foete vreugdt, van enkel nuttigheit.

Die blind’ onwetenheit, die leyd' men hier gevangen,

En al het Jnoo gefpuys en wat 'er aan mag hangen.

Der dommen loffen fin, der dwaafen fpot en fpyt,

De trotje hovaardye, en fichaadelyke nydt.

Hier leydt het firn gedrog, hier leggen al de plaagen,

Dit

Van dip verdoemde nacht, gantfch onder hun verfiaagen:

-ocr page 32-

Dit is het fchoone werk het geen u werdt vertoont,

En met geen kleyne roem fyn eygen Meefter kroont. So» hy der wyfen troon heeft boven al verheven,

Wie jfdl der fpaarfaam zyn, om hem fyn eer' te geven ? Komt dan, wie dat gy zyt, bekent in onfe Taal;

De deuren ft aan hier op van PALLAS binnen-zaal. Haar fchatten zyn gemeen, het dekfel is verdweenen,nbsp;En dat verborgen was, is ieder een verfcheenen.

ii ¦

Gy, die een vanxken hebt noch van een hooger moedt, Ik fêg van ons gefacht, als wel een flaave doedt:

En zyt foo beefig niet in 't eieren en par eer en,

Of aan uw vluchtig heyr, of aan uw' fchoone kleêren; Soo u den Hemel geeft de ruyrnte van den tydt,

Geeft die den fpiegel niet, die geen gebreeken Jlyt. Hier is de fchoonheit veyl, die eieren kan van binnen ^nbsp;En die met meerder kracht kan aller gunfte winnen.

Gy vindt hier, wat gy foekt, een ongemeenen vondty Hoe dat gy alle daag noch fchoonder worden kondt.

ANNA MARIA van SCHURMAN.


REE.

-ocr page 33-

Pag. r

REEDENVOERINGE,

Van de Nuttigheit der

AKADEMIEN

E N

SCHOOLEN.

OVER

LUCAS, Cap. II. vers 46.

Ende het gefchiedde, na drie dagen, dat ly hem vonden in den Tempel, fittende in het midden der Leer-aaren, haar hoerende, ende haar ondervraagende.

Aandachtige ende 'aaarde Toehoorders, in den Heere Jefus Chrijliis!

let is een gedenkwaardige Spreuke van Salomo , wanneer defelve van de Wysheit fegt: Haar en prov. Hl;nbsp;koophandel is beter dan den koophandel van Silver-, en-14, 15.nbsp;de haare inkomjie dan het uitgegraven Goudt. Zy isnbsp;kojielyker dan Robynen; ende al 'wat u lujlen mag ennbsp;is met haar -niet te vergelyken.Tot defe Wysheit nu moet men komen door leeren. Niemandt van ons (fegt een feeker Leeraar *nbsp;te recht,) weet het, dan die leert. Dit is het geene de Koningnbsp;Salomo vermaant: Leert den JVyfen, foo fal hy noch wyfer worden:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jx; 9.

Onderwyji den Rechtveerdigen, foo Jal hy in leere toenemen. Doch men kan qualyk leeren fonder Leeraar. En daarom heeft denbsp;Goddelyke voorfienigheit, welke volgens de gemeene fpreuke,

A nbsp;nbsp;nbsp;om-

* IJidtrus, lib, I, Origin, c. i.

-ocr page 34-

2 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN omtrent geene der noodige dingen in gebreeke blyft, maar alles krachtelyk en lieflyk befliert en fchikt, in defe wereldt in-geftek, en altydt onderhouden, foo wel de Polityke en Kerkely-ke, als de Sehool-Ordeninge; dat is, een t’Zaamenfleüinge,nbsp;Vereeniginge en Vergaaderinge van Menlchen , dieleeren, ennbsp;geleert worden ; ten eynde door en uyt defelve, als een ge-duurig Ipringende fonteyne, de Akker der Politie en der Kerke bevochtigt en vruchtbaar gemaakt mogte worden; en daarnbsp;door aan delelve foodaanige Mannen nooyt komen te ontbree-ken, welkers Wysheit, Tucht en Leere, als een vroege ennbsp;fpaade Reegen, over haar foude druypen. Ende dit alles totnbsp;dien eynde, op dat de Heere de Wereldt en het Menfchelykenbsp;Gedachte mogte ftaande houden, en in defelve altydt eennbsp;Heylig Zaat en Overblyffel fyner Geraeynte voor zich behouden.

Defe noodtlaakelyke Ordre der Leeraars en Schooien onder de Menfchen, heeft Godt, door verfcheyde Bewys-reedenennbsp;en Teeltenen willen vereeren, en ons ten hoogften aanbevee-len. Onder anderen door k Voorbeeldt van fynen eygenennbsp;Soone; dewelke om onfent willen op Aarde gekomen zynde,nbsp;een Difcipel is geworden, en onder de Leeraars heeft gefee-ten , defelve hoorende en ondervraagende: Om ons door lynnbsp;Exempel te leeren, fulke middelen niet te verachten, maarnbsp;aan de handt te houden, en gaarne te gebruyken. De Gefchie-deniffe daarvan befchryft ons de Heylige Euangelift Lucas jnbsp;j.uc. lX;4i.feggende : Dat de Heere Chrijius, twaalf Jaaren oudt gewor-den zynde, met fyne Ouders op het Feeft na gewoonte wasnbsp;opgegaan, en ondertuflchen, buyten haar weten, het Collegienbsp;of de Vergaaderinge der Leeraars te Jemfaïem heeft gaan be-foeken; foo dat de Ouders , bekommert zynde, hem langenbsp;fochten, tot dat zy hem eyndelyk op den derden dag vonden,nbsp;fittende onder de Leeraars; amp;c. gelyk men Luc. II: 46. kannbsp;nafien. Dit hebben wy by defe gelegenheit kortelyk willennbsp;verklaaren, eh daar na eenige voornaame Leeringen daaruycnbsp;trekken. Laat ons dierhalven in defen Text defe tme Deelennbsp;aanraerken:

L Waar

-ocr page 35-

EN S C n O 0_L E N.

Afdeelinge van dennbsp;Text.

I. nbsp;nbsp;nbsp;JVaar Chrijius geweeji is?

II. nbsp;nbsp;nbsp;Wat hy gedaan heeft?

De Euangelifl: Lucas betuygt van hem , datfe hem hebben ge- j-jeteerfle

vonden in den Tempel, fittende in het piidden der Leer aar en. nbsp;nbsp;nbsp;Deel Waar

Chriftus ge-

• nbsp;nbsp;nbsp;weeft 1S«

Daar in werdt ons aangeweefen:

(1) nbsp;nbsp;nbsp;De Plaatfe waar hy was.

(2) nbsp;nbsp;nbsp;Het Gefelfchap, met en by ’t welke hy zich bevondt; en

(3) nbsp;nbsp;nbsp;De Gejlalte en ’t Pofluur van Chrijius, hoedaanighy daarnbsp;ge weeft is, en zich vertoont heeft.

(i) quot;Dq Plaatfe is geweeft, de Tempel te Jenifaleni. ’tis on-(i;DePlaat-noodig, immers nu ontydig te verhaalen , de Timmeringe nbsp;nbsp;nbsp;’

Oorïprong des Tempels, deflelfs Figuur, Grootte en Geflalte, beneffens delTelfs gebruyk in den Godtsdienft. Voorts deflelfsnbsp;weder-optimmeringe na de Bahylonifche Gevangeniffe, daar vannbsp;men leefen kan in het Boek Ezra en by de Propheten Zachariasnbsp;en Haggai; als meede van deflelfs heerlyke verbeteringe doornbsp;den Koning Herodes, daar van men Flavius Jofephus * kan na-lien. Dierhalven fullen wy flechts aanmerken , tot beternbsp;Begrip van onfen Text, dat defe Tempel, behalven hetnbsp;Heylige , daarin alleen de Priefters quaamen, en ’t Heyligenbsp;der Heyligen, daar' de Hooge-Priefter maar eenmaal ’s Jaarsnbsp;inging, veele Kameren, Vertrekken, Portaalen , Voorzaaiennbsp;en Voorhoven hadde; ten deele tot vertrek en gerief des Volks,nbsp;gelyk uyt de volgende Texten blykt: i Reg. VI: 3d. en Cap.

Vil; 12. aChron. IV: 9. Ezra VIII: 29. Joh. 11:14. Cap. VIII:

2. en Cap. X: 23. Als meede 2 Reg. XI: 3. (daar gefegtwerdt, dat de Koning joas, in den Huyfe des HEEREN fes faar en ver-Jieeken en opgevoedt was;) met malkander vergeleeken zynde;nbsp;gelyk ook uyt het geene men in den gemelden Flaviits Jofephus,nbsp;mitsgaaders in andere Oudtheeden of Antiquiteiten der Jooden

A 2 nbsp;nbsp;nbsp;leeft,

* nbsp;nbsp;nbsp;Jud. lih, XV. cap. i.

-ocr page 36-

4 VAN DE NUTTIGHElï DER. AKADEMIEN leeft, welker overblyffelen noch in den JoodJchen Thalmud ennbsp;by de Thalmudijlen * gevonden werdt. Soo dat men zich nietnbsp;moet verbeelden, dat defe Vergaaderinge in’t Heylige gehouden wierdt; of in het binnenfte des Tempels, ’t geen ey-gentlyk de TEMPEL genoemt wierdt, want daar binnen mog-te het Volk niet komen; maar in de Vertrekken of Voorzaaien en Voorhooven, die ook met den naam van den Tempel,nbsp;en van V Huys des Heeren genoemt worden ; (fiet 2 Reg. XI: 2,nbsp;3. en cap.XXflI; 11. ItemLuc.XXI; i. vergeleeken met 2 Reg.nbsp;XXII: 3, 4.) en aldaar plagte men te keren, te difpiiteeren ennbsp;It confereeren. Siet Luc. XXI: 37. Joh. V: i. 14. en cap. VII:nbsp;14. Hierop doelt ook Paulus, feggende: Zy en hebben my nochnbsp;in den Tempel gevonden tot iemandt fpreekende, (Gr. «JjaAsyajWêvov)nbsp;ofte (eenige) t’zaamenrottinge des Folks mankende, noch in de Synagogen, noch in de Stadt. Hand. XXIV: 12.

(2) Het Gefelfchap, daar Chrijlus onder was, werdt genoemt de Leeraars. Na ’t ophouden der Propheten, van welke Ma-

(2^ ’t Ge-fcifchap,


welke hy zich benbsp;vondt.

by’tde laatfte was, zyn by de Jooden verfcheyde naamen opgekomen, en gebruykt, die in de Schriften des Nieuwen Testaments gemeldt worden, met welke de geene genoemt wier-den, die andere leerden; als van Scbryvers, Schriftgeleerde, Leeraars, Rabbi, Rabboniftn Leeraars der Wet. Siet Matth. II: 4.nbsp;cap. XXII: 35. en cap. XXIII; 7. Luc. V; 5. Joh. XX: 46.nbsp;Hand. V; 34. en i Cor. I: 20. Wat onderfcheydt dat’er tus-fchen defe was; waarom zy defe Naamen hadden, en welkenbsp;haare wyfe van Promoveeren en van Leeren was ? fullen wy nu,nbsp;uyt vergelykinge der Schriftuiire met de Joodtfche Oudtheedennbsp;of Antiquiteiten, mitsgaaders fommige Chriften Schryvers f,nbsp;ten naauwften niet uytpluyfen , dewyle wy ons tot iets anders fpoeden. Dit fal ons genoeg zyn, dat’er, behalvenhetnbsp;Ampt der Priefteren en Leviten, om de Offerhanden, benef-fens het overige van den Ceremonieelen Dienft te beftellen;nbsp;als raeede, om aan het Volk in de Synagogen of Vergaaderin-

gen

* TraB. Tbalmui. Midilot. cap. I. feB. 4. 6- cap. z. Jett. 6. f Vide notas Bezce £f Drufii ad loc cit. Druf. de feBis. Tudxorum , lib- It.nbsp;cap. 12, 13. Scnlig. Eler.cb. Trihcerrf. cap lo, II. Cafaub, Exercit. I. in Ba-ion. JeCl. 9.9 Sculuti Exerc. Euang. lib. I. cap.

-ocr page 37-

EN S C II O O L E N. nbsp;nbsp;nbsp;5

gen opentlyk Godts Woordt voor te jefen en te verklaaren, volgens Mal. II; 7. en 2 Chron. XVII: 9- vergeleeken metnbsp;Hand. XIII; 27. noch eenonderfcheyden Ampt was, om opnbsp;een beftemde vvyfe, tydt en plaatfe te keren', waarvan degee-ne, welke het felve bekleedden, op een byfondere wyfe , ennbsp;als by uytneementheit Leeraars in Ifra'él of Rabbhien genoemtnbsp;wierdenj gelyk men fien kan Joh. III; 10. Gelykerwyfein denbsp;Kerke des Nieuwen Teftaments, de Leeraars of DoStoren, ooknbsp;de Propheten, onderfcheydentlyk gemeldt worden. Hand. XIII; r.

Eph. IV; II. En fulke Uytleggers en Leeraars der Wet mog-ten niet alleen uyt den Stam Levi, maar ook uyt alle de andere Stammen genomen worden *.

(3) Sittende in het midden. Hier meede werdt het poftuur en f3) De Cede gellalte van Chrijiiis aangeweefen. Doch dit fitten den, beteekent juyft niet te gelyk, de gelegenheit ten opfichtenbsp;van de plaats, of van het getal der geenen die by hem faaten, vertoontnbsp;dat hy gevolgelyk op de waardiglle, Honorabelfie en hoogfte heeft,nbsp;plaats gefeeten foude hebben; maar enkel en alleen , dat hy

onder de Leeraars, en in derfelver Vergaaderinge meede ge-feeten heeft; gelyk het woordt in het midden aldus gebruykt werdt,

Matth. XIV; 6. 24. cap. XVIII; 2. Joh. VIII: 4. Hand. IV; 7. en XVII; 22. Soo dat men denken moet, dat Chrijtus, welke metfyn Voorbeeldt alle needrigheit, eerbiedinge en ont-fach, omtrent de Ordre van Godt gellelt, heeft willen leeren,nbsp;fchoon hem door een bylbnder inlicht vergunt was om ondernbsp;de Leeraars te fitten, nochtans op een laager plaatfe, als zyn-de een Difcipel, heeft gefeeten; gelyk hilks hier ter plaatfenbsp;door geleerde Uytleggers ** feer wel is aangemerkt. Want uytnbsp;de Oudtheeden de Jooden J- is het bekendt, als meede uyt denbsp;Schriftuure, dat de Leeraars hooger, en de Difcipelen laagernbsp;faaten, of veel meer op haar zyde laagen , (foo als andere Jnbsp;flaande houden ;) gelyk als aan de voeten der DoStoren. Hierom zeyde Paulus, dat hy opgevoedt was aan de voeten Gamaliels,nbsp;ondet'weefen na de bejcheydenfie wvfe der Vaderlyke JVet. Hand.

, nbsp;nbsp;nbsp;A 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;XXII:

* Druf. de SeBis Jud. lih. 11. c. la.

** Calvinus ^ Maldonatus in Comment.

f Scalig. 6? Tribcer. cap. lo. p. 77. 78.

J Pirkeavet cum not. FagU, p. 4. Scalig. ^ Trihar, c. 10.

-ocr page 38-

e VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN XXII; 3. En Maria fat aan de voeten van Jefus. Luc. X: 39.nbsp;Hierom plagte men onder de Jooden, den Leeraar Jofcheb, datnbsp;is, Sitter of Sittende, en den Difcipel Mittabbeck, dat is, Stof-ligger of liggende in het Jlof, te noemen ; en het ftudeeren, ofnbsp;ter Schoole te leggen, \YÏtxóx. pulveriferen, of in het Jlof van denbsp;voeten der Pffjfen te verkeeren genoemt.

Het tweede Deel.

Wat Chri-ftus gedaan heeft.

Wat Chrijtus aldaar onder de Leeraars deedt, befchryft de Ileylige Euangelift met defe woorden: Haar (de Leeraars) hoo-rende, ende haar ondervraagende. Sommige 1 verklaaren dit, datnbsp;hy gedifpiiteert heeft. Hy heeft defe twee dingen gedaan: Ge-hoort ende ondervraagt; te weten, vanhooge, voovtreffelyke ennbsp;Goddelyke dingen, daar aan de Eere Godts en de Zaaligheitnbsp;der menfchen gelegen was, en geene ydele, beufelachtige, ofnbsp;nieuwsgierige Vraagen, die meerder verwerringe dan ffcichtin1nbsp;ge aanbrengen.

Dat ’er fulke dingen in defe Schoole verhandelt zyn, blykt uyt het 47fl:e vers. Hier komt in bedenkinge: Of hy ook ge-antwoordt heeft ? Dit kan wel wefen, en fchynt uyt het volgende 47fl:e vers beüooten te mogen worden, daar van fynnbsp;Her/landt en antwoorden gefprooken wordt. Echter kan mennbsp;fulks hier uyt met geen feekerheit befluyten, dewyle het woor-deken Antwoorden, volgens ’t gebruyk der Hebreeuwfchen Taaie,nbsp;(in de Boeken des Ouden Teflaments ,) dikwils met of tot ie-mandt fpreeken beteekent, fchoon ’er geen vraagen of fpreekennbsp;van een ander is vooraf gegaan. Dus werdt ’er Job III: 2. ge-fegt: ^ob antwoordde, ende zeyde; daar hy nochtans fyn reedennbsp;eerft ophief, en begon te fpreeken. Alfoo ook Dan. II: 15,nbsp;1(5. 20. 26. daar ftaat, dat Daniël ann Nebucadnezar antwoordde.

wil'


Dit blykt ondertuffchen klaar en feekeruyt onfen Text, dat Chriftiis foo wel gehoort, als wyfelyk voorgeflelt en gevraagt heeft.nbsp;En dit wierdt den jongen lieden in de School-Synagogen mecdenbsp;toegelaaten ; gelyk fulks uyt de Oudtheeden en Overleveringen der Jooden door fommige f ook is aangemerkt. _ Dit enkele Verhaal van het Leven onfes Heeren Jefu Chrifii in fynenbsp;kindtfche Jaaren, heeft de Ileylige Geeft in de Schriftuure

1

Jinhrof. Theopbylatl. Thomas in Catena. f Drtif, prceterit. tib.IH. p. 83.

-ocr page 39-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;7

willen nalaaten. Meer wordt ons niet befchreven, wat hy voor en na defen tydt in fyne Jongheic gedaan heeft: Meer moetennbsp;wy ook niet begeeren te weten; laaiende die van het Pausdomnbsp;haare Legenden en Verdichtfelen *, daarmeede zy de Hiftorienbsp;van de Jongheit Chrfjii, en voorts fyn gantfche leven, en al-foo haare Rollen of Comedien pogen te volmaakennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het

befte is , dat men in fulke dingen met maatigheit oordeelt, ook met Eerbiedigheit en alle Voorfichtigheit daarvan Ipreekt, ennbsp;fulks niet buyten of fonder de Schriftuure.

Uyt dit doen van den Heere Chrijius, ’t welke dc EuangeliftLei-Lucas ons hier befchryft, werdt van de oude i en nieuwe leggers feer bequaamelyk defe noodige Leeringe getrokken:

Dat Needrigheit, Stilligheit en Zeedigheit, volgens dit Voorbeeldt van Chriftus, allen Chriftenen betaamt; in’t byfonder den Difcipelen, of die van andere geleert en geleydt worden;nbsp;en onder defe allermeeft de geene die jong zyn. Defe Stilligheit moeten zy betoenen, in het eerbiedig en neerftig hoorennbsp;en vraagertj en niet in het veele, haaftige en al te meefterlykenbsp;Ipreeken.

I. Het Exempel CM/Zi behoort ons daar toe genoeg te vermannen: Want Hy heeft na en in fyne Menfchheit een Discipel willen worden, en onder de Difcipelen fitten, om te hoo-nn en te vraagen; daar hy anderfints, na fyne Godtheit, de Wysheit Godts felve , en ’t 'waarachtige Licht was, het welk wr-Joh. I: p.nbsp;licht een iegelyk menfche komende in de wereldt; ja felfs na lynenbsp;Menfchheit was hy reedts met fuik een Kennilfe begaaft, datnbsp;hy alle de Wyfe en Dodloren verre te boven ging.

2. Hier

* Bonaventura ^ Ludolpbus de Saxonia de Vitd Cbrijiu Macropedius Comced. cui tit. Jefus Scholqfticus.

t De Geleerde en beroemde Joh. Atb. Fabricius, Profeffor te Hamburg, heeft in fyn Werk onder den Tytel Codex .^pocryphus Novi Tejiamenti, Ao.

1703 en 1719. een geheele reeks van fulke verdichte Schriften in’t licht gegeven; welke door de Geleerde konnen nagefien worden. Van ’s ge-lyken heb ik, in myn Boekzaal der Nederduytjcbe Bybels, Ao. 1732. gedrukt,nbsp;pag. 344 tot 360. een geheel Regifler der geenen die in de Nederduytjcbenbsp;Taaie bekendt zyn , meedegedeelt.

J Greg. Magn. Pajloral. part. lil, c. 2(5. Inter alios eleganter Beda, in Comment. Homil.

-ocr page 40-

Jac. Ill: I. Jac. 1; 19.

Co!. IV; 6.

JobXXXII: 4. 6.

Nuttigheit en Toepas •nbsp;finge van de-fe Leere. totnbsp;Bejkaffinge.

Prov.

XXVL-I2.

8 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN

2. Hier by komt de Vermaaninge der Schrifcuure. Als: En zyt niet veele Meejlers, myne Broeders! En: Een iegelyk menfchenbsp;zy rafch om te hoor en, maar traag om te fpreeken: Welke Vermaaninge in’t byfonderdie geene raakt, welke, by gebrek van Jaa-ren, en door onervaarentheit van faaken, noch foo wel nietnbsp;geleert- hebben, om haare moorden met zout te befprengen, en tenbsp;rechter tydt te fpreeken. Waarom ook Elihu , de Soone vannbsp;Baracheël, (op J'ob en fyne drie Vrienden) met fpreeken gemacht,nbsp;en gcfchroomt heeft, om dat zy ouder van daagen -waren, dan hy.nbsp;Dit was de reeden, dat Pythagoras een flilfwygen van vyf Jaa-ren voorfchreef, allen den geenen die de Pbilofophie by hemnbsp;quamen leeren; als ook dat AriftoteJes allen Leerlingen defege-meene Regel of Maxime voorfchryfc; Die leert, moetgelooven.nbsp;En Auguftinus * fegt: Dat den Dwaafen of Eenvoudigen, nuttely-ker is, de Leeringen of Beveelen der Wyfen te gehoor[aamen , dannbsp;na haar eygen oordeel te leven.

Defe Leeringe dus geftelt zynde, fal konnen dienen, omhec algemeene en doorgaande gebrek en de fiekce van onfe be-dorveneEeuwe te bellraffen,daar men, foo wel in de Pplitie,nbsp;als in de Kerke en Schooien, ook in de andere Coilegien ofnbsp;Vergaaderingen van Menfchen, meerder Doftoren, dan Discipelen vindt. Ik fegge Dodloren, en veele die Meefters in haarnbsp;eygene oogen zyn. Veele zynder, die haar verbeelden allenbsp;Wysheitte befitten, en daarom komen zy daar toe niet; wantnbsp;zy meenen defelve reets te hebben, en fchaamen haar te lee-ren; willende elk in fyn bedryf al Meeher zyn, eér hy halfnbsp;Knecht of Difcipel is. Men hoort ’er dikwils weinige met eer-biedigheic vraagen, en met luft en eergierigheit hooren; maarnbsp;men hoort’er overal veele alles meefterlyk keuren, berilpennbsp;en oordeelen, en gelyk als om haar ooren flingerende, op ennbsp;neder werpen f. Op defe meenen wy niet quaalyk te pas-fen, ’t geene Salomo zeydt; Hebt gy'eenen man gefien, die wysnbsp;in fyne oogen is ? Han eenen Sot is meer verwachtinge dan van hem.

Dit

Libr. de Utüitat. tredend, c. f2.

f Hieronymus, infyntn Bngt;/m/i Paulimis, haalt dit gebrek dapper over den keekel, aanwyftüde, dat ba veyliger is te keren , dan arJere te leeraaren.

-ocr page 41-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;9

Dit feggen wy nochtans niet tot dieneymde, om de jonge Lieden tot blinde Navolgers en Slaaven te maaken , of om de gaaven,haar van Godt verleent, eenigfints te verkleynen. Nie-1 Tim. IV:nbsp;mandt en verachte uvoe jongheit; zeyde de Apoftel Paulus aan fynen 12-Timotheus. Wy w’enlchen flechts, dat elk zich binnen de paaiennbsp;van zeedigheit en maatigheit mogte houden , foo dat hy doornbsp;een al te roekloos en vermeeten gevoelen en meefterlyk oor-deelen, niet en kome te ftruykelen.

Uyt dit bedryf des Heeren Chrijii, kan tnen ook defe Leeringe Tweede trekken, dat jonge Lieden, na ’t Voorbeeldt des Heeren Chrijii,totnbsp;in haare jonge Jaaren , met allen ernfl; en yver , foodaanige^P'''^'^’^*quot;nbsp;Plaatfen , Gefelfchappen, Vergaaderingen en Gelegentheeden^ ’nbsp;behoorden te foeken en by der handt te nemen , daar zy totnbsp;Wysheit, Geleertheit en KennilTe mogen komen. Dan is hetnbsp;de rechte tydt öm wat te leeren, als de Sinnen, ’t Verftandtnbsp;en de Geheugenifle noch het vaardigfte en bequaamfte zyn;nbsp;eer dat de quaade daagen komen , ende dc jaaren naderen, tan de-welke Zcd XII; r.nbsp;zy feggen Jullen : Ik en hebbe geenen hifi in defcive. Doch dewylc

van dele 'Leeringe elders bequaamelyk gefprooken is, en verder noch gefprooken fal worden, fallen wy fe thans niet vervolgen,nbsp;dewyle wy ons tot iets anders fpoeden.

Wy fullcn dan, ten derden, uyt het Exempel van Chrijlus lee-D-r* Lee. ren : (.’1^ Geenc eygentlyk en nader op defe tegenwoordige ge-f”%7«. toenbsp;legentheit paft;) Dat den aardt of ftyl van leven, ftaat,nbsp;cn beftel in de Schooien , dat is, de Beroepinge , Ordre, t’Zaa ^nbsp;menkomfte, Behandelinge en Werk van de Leeraars, en volgens dien ook van de Difcipelen, een Goddelyke en eerlykenbsp;Beroepinge, ook een feer nutte en voortreffelyke faake is, doornbsp;Godts Goedtheit en wys Bellier ingeftelt, en onder de Menfchennbsp;onderhouden, tot welftandt van het Menfchelyke Gedachte,nbsp;ook tot behoudenilTe van Kerk en Staat.

Defe Lefle bewyfen wy voor eerft uyt onfen Text; uyt -wd-Eerjle Ret-ken wy konnen afnemen , dat Chrijlus de Hooge Schoole te Jeru-'!jquot;’' jalem heUocht, en in defelve zich onder de Leeraars gepiaatft|,5j”£^,'’,J^P^;nbsp;heeft, haar hoorendc, ende haar ondervraagende. Dat nu hier ttxienden Ftor-Hooge Schoole was , bewyfen wy daar uyt, dewyl ’er een Gefel-ittquot;tf tquot;»'»nbsp;fchap, Sociëteit, Vereeninge en t’Zaamenkomfte was, beftaande

B nbsp;nbsp;nbsp;in

-ocr page 42-

10 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN in Toehoorders of Diicipelen, die hoorden en vraagden, en vannbsp;Leeraars, die leerden en antwoordden. In defe Vergaaderingenbsp;nu, onder dit Gefelfchap, en by defe Oeffeninge, heeft zichnbsp;de Heere Chrijlus laaten vinden, ja ’er felfs aandeel in gehadü;nbsp;achtende dit ook foo waardig en noodtlaakelyk , dat hy hetnbsp;Luc, II; 49. noemde, te zyn in de dingen, of in de plaatje (gelyk fomraige * hetnbsp;liever uytleggen ;) fyns Vaders. Indien nu de School-Oeffenin-gen en Byeenkomlten , de ordre van Leeraars en Difcipelen,nbsp;de Studiën , met den gevolge van dien, een onbehoorlyke ofnbsp;onnutte faake, of ydele en leedige handelingen waren, Chrijiusnbsp;Pf. I; I. foude zich niet daar by hebben laaten vinden : Want hy en fatnbsp;niet in het gefioelte der fpotteren, noch ydel-lpreekers, of onnuttenbsp;leedig-gangers; ookfocht hy geen ydele en nieuwsgierige tydt-Joh. IX; 4. verquiftinge; maar, in tegendeel, m'/de hy werken foo lange het dagnbsp;Joh. IV;34. was; als zynde fyne fpyfe^ te doen den wille desgeehen die hem gefon-den hadde. En gelyïcerwyfe door alle de Godtgeleerde, ook bynbsp;ons Formulier van Trouwen, de cerlykheit en waardigheit van ’tnbsp;Toh. II; I Houwelyk daar uyt beweefen werdt, dat Chrijhis tot Canah. Ga-tot II. Ulea ter Bruyloft geweell is; ’t geene hy niet gedaan foude heb'nbsp;ben indien het een onbehoorlyke of onnutte faake geweellnbsp;ware: Alfoo mogen wy ook van de Sociëteiten en Byeenkom-ften feggen, die men Akademien of Schooien noemt; dat Chrijlusnbsp;die dan nooyt met fyn tegenwoordigheit foude vereert, en voornbsp;die tydt fyn Vader en Moeder verhaten hebben; en nooyt foudenbsp;hy zich met de verhandelingen van fulke Lieden ingelaaten,nbsp;en zich foo veele en lange onder en met haar geoeffent hebben.

Indien iemandt mifichien hier mogte tegenwerpen , dat dit een Kerkelyke Oeffeninge van Godtsdienft in de Openbaarenbsp;Gemeynte geweell zy: Dien geven wy te bedenken, dat fuiksnbsp;met dé omllandigheden, welke hier voorkomen, niet overeen-ftemt. Want hoe foudenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;die maar een Kindt van twaalf

Jaaren oudt was , door de Opfienders der Kerke zyn toegeiaa-ten geweell, om aldaar onder de Leeraars te fitten, te hooren, te vraagen en te fpreeken ? Waarom fouden ook fyne Godt-

vruch-

* Origen. Epipban. jiuguflin. Euthym. fjf ex recentiorib. Fuller. Mifcell- Lib, IÉ, c, 17. Sculiet. exerc. Eumg. L. I, c. 56. Lui. ie Dien in noth.

-ocr page 43-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;n

vruchtige Ouders den openbaaren Godtsdienft, en de gewoone Oeffeningen in de Gemeynte Godts nietmeede bygewoont hebben ? Soo dat dit een Collegie der Geleerde, een Madcmie of Hoogtnbsp;SchooJe geweeft: is; alhoewel defelve in de uyterlyke wyfe, formenbsp;en ordre mogelyk vry anders was , dan de heedensdaagfche Aka-demien en Schooien. Doch dit neemt de faake felve niet wech.

Gelyk ’er ten tyden en in de Familien der Patriarchen, Burger-iyke Politie en Regeeringe geweeft is, fchoön het beleydt en de ordre juyll niet een en deièlve, met de hedensdaagfche Ko-ningryken , Vorftendömmen en Republyken defer wereldt ge-'weeft heeft; alfoo is het ook’met de Akademien en Schooiennbsp;gelegen. Soo dat wy, ten voordeele van de noodtfaakelykheitnbsp;en nuttigheit der Schooien,wel mogen befluyten,dat deSoonenbsp;Godts) onfe Heere en Zaaligmaaker ^efas CHiftus, ons in denbsp;Akademifche Oeffeningen en Studiën een Voorganger geweeftnbsp;is, en fuik een heylfaam werk met fyn Voorbeeldt ¦heeft willennbsp;heyligen, 'jamp ’t_ höogfte aaribevcelén. 'En dif is-opk het ge.-•voeien van andere'voöi-tt'eiFelyke Leeraats'in de Schrift-uure eiTnbsp;-Oudtheeden der Joodcw feer wel bedreven *; Gelyk fulks meedenbsp;uyt de volgende Reeden naader fal blyken.

Plier komt by, dat èo Akademien en Schooien^ mitsgaaders Studiën en de Oeffeningen welke op en in de felve gefchieden, rfm, oatieaifnbsp;van Godt den Pleere, als de Fonteyne van alles Goedts, en den ba God.nbsp;inilden Geever van alle goede gaaven, felve zyn ingeltelt; Qn^elykeRi^cbt.nbsp;datfe by gevolge op bet Goddelyke, Natuurlyke en Menfchelyke ofnbsp;aller Volkeren Recht gegrondtvefl zyn.

Dat defelve van Godt ingeftek, en gelyk als met het Goddc-/yfe iierfo gewaapent zyn, (fullende van het nbsp;nbsp;nbsp;en Men

fchelyke Recht in ’t vervolg gefpropken worden;) fulks werdt hier uyt klaar beweefen , dewyle defelve onder Godts Volk,nbsp;onder de oogen van de Godtvruchtige Patriarchen, Rechters,

Koningen, Priefleren, Propheten , ja felfs onder ’t opfichte van de Propheten geweeft zyn, foo lange als ’er eenige Politie

B 2 nbsp;nbsp;nbsp;en

* prater. Lib. III.p. 83. Scaliger El. Trihacef. c. 10. p. 78, 79. Brong’ ibonius in Daniel, p. 44, Ckrijlns Sclolas Tbeologicas Synedrii fuaprafentia co'bo-nejlavit. _ Brentius Hom. zo. in Lucgt; Confedit in Sctola literaria, in cathedra Donbsp;Sorum, inter Rabbinos.

-ocr page 44-

12

VAN DE NUTTIGHEID DER AKADEMIEN en Kerke des Heeren onder haar gebleven is. Dus leefen wynbsp;I Sam. I; 24 tot 26. en cap. 11: 11. dzt Smmel te Silo, onder hetnbsp;opficht van den Priefter Eli opgevoedt en onderweefen is. Wantnbsp;fyn dienen, kan daar van niet verflaan worden, dat Samuel vannbsp;die tydt af aan als Levyt in het Huys des Heeren gedient foudenbsp;hebben, dewy Ie hy de vereyfchte Jaaren noch niet en hadde.nbsp;j Sam. X: 10. leelt men, van de Kinderen, of van een hoop derPro-pheten, dat is , van Leerlingen , Studenten of Difcipelen ,nbsp;welke den Propheten als haaren Meefteren volgden. Dus verklaart het de Chaldeeuwfche uytbreydinge : Den Hoop der Schrift’nbsp;geleerden, dat is, der Wyfen en Doftoren; en dit is degemeenenbsp;uytlegginge des Joodtfche en onfer Leeraars *. i Sam. XIX. versnbsp;20 tot 22. werdt ’er gefegt, dat Samuel o.tvi.Vergaaderinge, Col-legie of Schoole te Karna hadde, daar van hy felve het opfichtnbsp;waar nam, en daarin leerde. Dus Haat’er ook, van de Kinderennbsp;der Propheten , in de Schooien te Bethel en Jericho, 2 Reg. 11.nbsp;alwaar zy by Fyftigen getelt worden; vers 7: 16: 17. en Cap.nbsp;IV: 38: 43. ’t Welke geenfints te verflaan is van buytenge-woone Propheten, die geleert fouden hebben toekomende dingen te voorfeggen; maar wel van ordinaris Studenten, uyt allenbsp;de Stammen, maar meefl uyt de Leviten genomen; welke innbsp;feekere Collegien en Vergaaderingen, onder het bellier endennbsp;voorgang van feekere Leeraars, in de Wysheit van Goddelykenbsp;en Menfchelyke faaken zich oeffenden jquot;. Want dit is bekende,nbsp;dat by den Hebreen, de Difcipelen, Kinderen, cn de Leeraars,nbsp;(zynde toen de Propheten,) Vaaders genoemt worden. Jef.nbsp;Vni: 16: 18. Pf XXXIV; 12. Om nu voorby te gaan, ’t geenenbsp;Flavius Jofephus § getuygt, van de Studiën van Seth en deffelfsnbsp;Nakomelingen, welke de kenniffe der Sterren en Hemelfchenbsp;dingen hebben uytgevonden , en haare uytvindingen in tweenbsp;Columnen gefchreven; foo dat de forme van Schooien en vannbsp;Kerkelyke Vergaaderingen, door eenen en den felven Godt-l}cn.lV;26. vruchtigen Man te gelyk fchynen aangeflelc te zyn. Laat hier

by

* Vide Rahbin. ad loc a cit. nbsp;nbsp;nbsp;Drufium, imprimis etiam Martyrem,

^dcadem. cap. x. Hofpin. de Monaebis, cap. 8.

t Cimeeus de Republ. Hebraor. Lib. IL cap, p.

$ Antiquit. Judak, Lib, 1. cap. 3.

-ocr page 45-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;13

by gevoegc worden, dac Shncon Chrijhis in fyne armen heeft ge-hadt, en dat Godt irem fulks van te vooren belooft hadde. ^ ' Nochtans was defe een der voornaamfte Leeraars in de Joodtfchenbsp;Schooien *. Aft. XXIl: 3. gctuygc Paulus van zich felven, datnbsp;hy aan de voeten Gamaneh o;gevoedt was. En ftaat hier by v/el aannbsp;te merken, dar defe Schoolc te JeruJalem geweeft is, in welkenbsp;Paulus geftudeert heeft, en van Gamaliel onderweef en is : Wantnbsp;defe voornaamfbe Leeraar dier tydt, woonde toen te JerufaJem^nbsp;gelyk men lefen kan Aft. V: 34. Wanneer men nu defe lextennbsp;der Schriftuure vergelykt,met het geene by ons in de Verklaa-ringe van onfen That, van de DoBoren of Leeraars gtkgi is; ooknbsp;het geene men leeft van veele Synagogen f te Jcrufalem , voornbsp;allerhande Naden. Aft. VI: 9; dan kan men lichtelyk belliiytetJ,nbsp;dat onder Godts Volk, en in ’t byfonder te 'ferufalem., aitydt denbsp;ordre van Schooien en Akademien geweeft is. Want de Synagogen, daar Godts Woordt van meldt, waren niet alleen Ker-kelyke, maar ook Akademifche- of School-Vergaaderingen ; gelyk by de Joodtfche Scliry vers het ^voordt Schoole daarvoor bekentnbsp;is ; en zy verklaaren, dat het felve een Synagoge beteekent, innbsp;welke de Jeugdt geleert wierdt: Gelyk fulks wel verftaan kannbsp;worden by de geene, die in de Oudtheeden en gewoontens vannbsp;het Joodtfche Volk ervaaren zyn f. Hierom verachtten de Joodennbsp;Chrifhts ^ als een die geen óeleertheit in de Schooien gehaaitnbsp;hadde. Hierom noemden zy de Apoftelen , Ongeleerdenbsp;fihen; om datfe haare Wysheit in de Hooge Schooien niet ge- ’nbsp;leert hadden. By de Joodtfche Rabbynen en Thahnudifien § zyn uycnbsp;de oudtfte Aanteekeningen, meede eenige verfchillen van Ge-voelens en Leeringen noch huyden ten daage bekendt, die ’ernbsp;tuITchen de Schooien waren; waarvan d’eene genoemt wierdt,nbsp;t HuysSchammaiyamp;n de andere ’t Huys Hillel; noch waren daar de

B 3 nbsp;nbsp;nbsp;Oojier-

* Dus gevoelen van defen Simeon, niet fonder reeden, Buxtorfius, in ahbrevia-tUT. A S2 cum p. 15 I. Scuhetus Exercit. Euang. lih. L cap. 6t.

] Sigonius de Repuhl. Hehr. lib. II. c. 8. verhaalt, uyt de Joodtfche Scbryvers, dat el' toen kinnen Jerufakni 480. Synagogen waren,nbsp;y, Pbilo de Vita Mo/is , lih. III. Druf. prater, lib. III.’p. 83 Uh, V. p. rgö.nbsp;j Stder Olam abbreviat. Trad:, Thalmud. de Sabbatbo , cap. i.feti. 5, 6, 7.nbsp;Ruxtorf. abbreviatur. p. .^3,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tiberiad. lib, I. cap. ig.

-ocr page 46-

Derde Ree-den, van het Onderwerp,nbsp;of 't Werknbsp;der Schooien.

Ï4 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN Oüjlerfche en cle Wcfterfche; d’eene noemde men de Kinderennbsp;Ajfer ^ en de andere i/e Kinderen Naphtali.. Wy konnen hier ooknbsp;niet voorby gaan , ’t geen ’er A61. XIX: 9. Haat, dat de Hey-Hge Apollel Pauhis, in de Schooien van fekeren Tyrannus heef. saannbsp;ïeeren ; dat is, van een Man welke Tyrannus genoemt v'/as.nbsp;’tGeene ons ten minffcenter aanwyfinge ftrekt, dat Paulus zichnbsp;niet binnèn defelve hadde begeven, ’t en ware dan, dat fulkenbsp;Plaatfen , en bygevolge ook fulke Vergaaderingen , eerlyk ,nbsp;fonder opfpraak, en onberucht geweell waren.

Prov. XXIII: 23.nbsp;Cap. VII:4nbsp;en C. III:

Doch men kan de confcientien, van de nuttigheit, eerlykheit en Goddelykheit der Akademien en Schooien niet beter over-tuygen, dan als menaanwyfl;, welke noodige, eerlyke en God-delyke faaken in defelve verhandelt en geleert worden. Wysheitnbsp;en JVetenfchap zyn daar de ftoflfe of ’t onderwerp, daar meedenbsp;men beefig is; en derfelver Leeringen, maaken het begiafel,nbsp;midden en eynde van alle de Akademifche Studiën en Oeffe*nbsp;ningen uyt. Wanneer ik flechts de Wysheit van Goddelyk.eennbsp;noo\itfaakelyke Menfchelyke dingen noeme, dan is de waardig-heit en uytnementheit der Schooien daarmeede genoeg voor-geltek. Want wie is ’er, (behalven uytfinnige en Godtloofenbsp;Menfchen;) die de koftelykheit der Wysheit niet en erkent,nbsp;welke defelve niet en omhelfl, en die niet na haar foude verlangen ? Salomo heeft den lof der Wysheit in fyn Spreuken ennbsp;Prediker foo veel verdeedigt, dat den tydt ons foude ontbreeken,nbsp;om daarvan flechts een gedeelte aan te haaien. Van het begiri-fel fyner Spreuken, tot aan het Tiende Capittel toe, doedt hy anders niet, dan de Wysheit den Menfchen aanbeveelen. Laatnbsp;ons onder anderen nu flechts defe weinige hier voortbrengen.nbsp;Koopt de Waarheit , ende en verkooptfe niet: (mitsgaders) Wysheit,nbsp;ende Tucht, ende Ferftcmdt. Segttot de Wysheit, gy zyt mynefufter,nbsp;ende heet het Verjiandt uwen Bloedt- vriendt. Welgelukzaalig is denbsp;Menfche (die) Wysheit vindt; ende de Menfche (die) verftandigheitnbsp;voortbrengt. Wy fullen hier noch flechts een of twee Spreukennbsp;uyt de oude Leeraars en Schryvers byvoegen. Nazianzenus *nbsp;fegt: „ Dat de geene,die de Geleerdheit verachten, wenfehen

„ dat

* Orat. 30. in kudm BafilH, pag. 496.

13.

-ocr page 47-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;15

,, dat aile haar’s gelyken waren; op dat haare eygene onwe-,, tenheit met de diiyllernifie der algcmeene onvvetenheit mogte jj bedekt worden, en op dat niemandt haare onwetenheit foudenbsp;„ konnen ontdekken en bellraffen.” Dit fegt de voortreffelykenbsp;Nazianzems, cn niet ik; dit fiaar op fyn reekeninge, en hy isnbsp;het, die daarmeede alle Verachters, Befpotters enHaatersvannbsp;Studiën en Geleertheit, welke zich op haar luyigheit en onwetenheit verhoveerdigen, louter over den heekel haalt.

Defelve Kazianzenus zeydt ook *: „ Dit verbeelde ik my by „ allen Verftandigen buyten twyfFel te zyn, dat de Geleertheitnbsp;,, onder alle de Menfchelyke Goederen de eerfhe plaats bekleet:nbsp;„ Ik fpreeke niet alleen van defe onfe Edelder Geleertheit, amp;c.nbsp;j, {Aqx Theologiemaar ook van de andere Geleertheit buytennbsp;», haar, dewelke veele'Chriftenen door een quaadt of verkeertnbsp;,, oordeel verwerpen, als offe liftig, gevaarlyk, en van Godt af-„ koerende was. ” En Gregorius NyJJenus f fegt: „ Door dit be-,, dryf der Hebreen, worden wy vermaant, datwy de Rykdom-„ men der Wetenfchappen, die de Heydenen befitten, nietnbsp;„ moeten verachten, als der Wysbegeerte, der Zeeden, dernbsp;„ Natuurlyke dingen, der Sterrekunde, der Meetkunde, dernbsp;„ Muzyk, der Reedenkavelinge, en andere meer; in welke denbsp;geene, die van de Kerke vervreemt zyn, pronken en bloeyen:nbsp;gt;, Ons wordt gebooden, die van haar te ontfangen, en haar,nbsp;„ diefe misbruyken , daarvan te berooven, enfe tot beter ge-5, bruyk te fchikken. ” Meer diergelyke Ipreuken foude mennbsp;uyt de Schriften, voornaamentlyk van Nazianzenus, Hieronymus,nbsp;Bafilius, en alle andere Oudtvaders konnen aanhaaien. Omnbsp;Q_ok iets tot aanpryfinge van defe Geleertheit uyt de Ongeloo-yige te verhaaien, foo is aanmerkenswaardig de Brief van Phi-lippus Koning van Macedonien, Vader van Alexander de Groote,nbsp;aan den feer Geleerden Wysgeer Arijioteles ^, tvaar in hy aldusnbsp;fcliryfc: „ Weetet, dat my een foone, (te weten Alexander,)nbsp;,, gebooren is; daar voor ik de Goden danke; niet om dat hynbsp;„ gebooren is, maar om dat hem gebeurt is ten tyde uwes le-

„ vens,

* In defelve Oratie. -j- De vita Mofis, pag. 22. i A. Gellius noQ. Ank, lib, IX. cap. 3.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

-ocr page 48-

ï6 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN ,, vens gebooren te worden. Want ik hoope , dat hy van uop-,, gevoedt en onderweefen zynde, ons en iret aanvaarden vannbsp;„ foo groote faaken waardig fal zyn. ” Hier fal ik flechts nochnbsp;iets byvoegen , deihnnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Alexander, dat defelve plagte te

feggeti *: ,, Dat hy Arijloteles fynen Meeiler, geen minder liefde „ toedroeg, dan Philippas fynen V’ader: Dat hy van fynen Va-„ der het leven , maar van Arijloteles de wyfe en oorfaak om hetnbsp;„ leven te bekomen, ontfangen hadde.” Defelve Alexander,nbsp;toen hy met fyne Waapenen geheel AJicn beroerde, en Darius,nbsp;Koning van Perfien, met ftryden en zeegepraalen in ’t naauwnbsp;hielp , liet echter niet na aan den voornoemden Arijloteles tenbsp;fchryven , toen hy vernam, dat defelve Dekere hooge en diep-finnige Hukken, van de kennifle of befpiegelingen der Natuur-lyke dingen, in het licht gegeven hadde f. „ Gy hebt (zeydehy,)nbsp;„ niet wel gedaan, met de Acröamatifche Disputation uyt te geven.

„ Want in wat faaken fullen wy boven andere konnen uvt-,, munten , indien fulke Geleerde Hukken, die wy van u gehoprt en geleert hebben, ieder een gemeen worden? Want ik wilnbsp;„ liever met Geleertheit, dan met Waapenen, Macht en Ryk- .nbsp;„ dommen overtreffen. ”

Uytwydin- Doch op dat niemandt, door enkele Onwetenheit, of door ge,totVer Misleydingen, of door Verkeerthcit, en eenig quaadt vooroor-mog.vandenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mogte verbeelden , dat de Studiën en Geleertheit,

geleert

worden.

en wlfardig-ten aanfien van dat deel, ’t welke eygentlyk en voornamentlyk heit aller de kenniffe van Goddelyke dingen, en dén Godtsdienfl uyt denbsp;Konften en pjeylige Schriftuure betreft, wel nuttelyk en vorderlyk zyn ;nbsp;)S'pg„inmaar dat de overige Konften en Wetenfchappen in geen beden-’rbyfonder,kinge behoorden te komen; en dat tot dien eynde geene Aka-die op de demien en Schooien, met groote moeyte en kollen opgerechtnbsp;en onderhouden behoorden te worden: Soofeggen wy . en fullennbsp;kortelyk, als met eenen vinger aanwyfen, dat de H. Geeft innbsp;de Schriftuure leert, niet flechts net foo veel als een iegelykternbsp;Zaaligheit noodig is te gelooven; maar ook in defelve de fondamenten en beginfelen van andere goede Wetenfchappen ennbsp;Konflen legt, als raeede van allerleye Wysheit, welke in de

Schooien

* Plutarch, in Alexandre. Plutarch. Hid. £f A. Gellius lib, XX. cap. 5.

-ocr page 49-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;17

Schooien en Akademien geleert, geftudeert en verhandelt werdt: Immers dat de H. Geeft, ten minften eenige Zaaden daarvannbsp;en daar tuflchen ftrooyt, om ’er ons eenige proefkens van tenbsp;geven, delufttot defelve op tefcherpen, na defelve de tandennbsp;waterig te'maaken, en alfoo het walgen en verachten van fulkenbsp;nutte en heerlyke Gaaven Godts wech te nemen. En dit is ’tnbsp;alleen niet; maar de H. Geeft heeft ook de Schriftuure foodaa-nig met eenvoudigheit en Geleertheit doormengt, dat een Lam,nbsp;(dat is, een vroom en eenvoudig Chriften;) defelve doorwaa-den kan, en een Olifant, (datis, een Hoog-Geleerde;) in defelve fwemmen moet. Hy heeft de hoogfte Dingen met denbsp;laagfte , de Goddelyke met de Menfchelyke , de Onfienlykcnbsp;met deSienlyke, de Eeuwige met de Tydelyke feodaanig t’zaa-men, en d’eene met of door gelegenheit van de andere voorge-flelt, dat wy de Schriftuure neerftig leefende, in alle Weten-fchappen en Konften te feekerder konnen vorderen ; ook totnbsp;grondig verftandt en voltooyinge van defe, uyt de Schriftuurenbsp;niet weinig toebrengen ; en dat wederom van ’s gelyken , uytnbsp;andere Konften en \Xfetenfchappen veel kan bygebracht worden,nbsp;tot klaar en duydelyk verftandt veeler dingen, die in de Schriftuure feer geeftig en fraay zyn ingevoegt, by forme of wyfenbsp;van Gelykenifle, of van Tuflchen-reeden, of van Byreeden ennbsp;Uytbreydingen , of by trappen, opklimmingen en aanleydingennbsp;tot hoogere dingen, en tot de Kennifle van den Grooten Godt.nbsp;Soo dat wy de Schriftuure te recht mogen noemen : Het Bocknbsp;uan alk PVetenfchap ; de Zee van alle Wysheit, en de Akademie dernbsp;Akademien. ’t Welke van ons aangevveefen zynde, na gelegent-heit van defen tydt, van defe Plaatfe, en van defe Vergaade-ringe, foo dat het alle Vroome, felfs de eenvoudigfte Chrifte-nen wel verftaan konnen , welke eenigfints den Godtsdienft liefnbsp;hebben, en de H. Schriftuure in waarde houden ; foooordeelenbsp;ik , dat de noodtfaakelykheit en waardigheit der Akademien,nbsp;der goede Konften en Wetenfehappen, en by gevolge ook vannbsp;het loffelyke Werk en Voornemen der Achtbaare üverheedennbsp;alhier, haar genoegfaam aanbevoolen fal zyn. Om hier van dennbsp;lof aller Studiën en Wetenfehappen voornaamentlyk te fpreeken,nbsp;is thans myn werk niet, maar, dit fal toekomende Woensdag

C nbsp;nbsp;nbsp;volko-

-ocr page 50-

ig VAN DE NÜTTIGHEIT DER AKADEMIEN voikomentlyk gedaan worden, door den geenen die fulks tos^nbsp;Raat; Dies fai iiet ons genoeg zyn, uyt de Schriftuure heconfenbsp;daar van toe te brengen.

Als,van de Om dan tot de byfondere Konffcen en Wetenfchappen , die Schooien en Akademien geleert worden, over te gaannbsp;foo beginnen wy van de RECHTSGELEERTHRIT , of hetnbsp;'Studeeren in de Rechten. Sommige Menfchen verachten defe Studie, feggende tot een Ipreekwoordt; Wat komt 'er van het Krom^nbsp;men en Rechten^? Ja zy verbeelden zich ook, dat de Rechtsgeleerde enkele Verwerders en lt;^uel-Geeften van het Menfche-lyke Geflachte zyn ; en dat dierhalven defe Faculteit en Studie onniutelyk en te vergeefs geoeffent en aangehouden wordt.nbsp;Het betaamt my niet alhier te verhaaien., de reedenen en eer.nbsp;lyke Getuygeniflen , welke men uyt de Keyferlyke Rechten.* ennbsp;andere Schriften, ten voordeele van defe Studie foude konnen:nbsp;aanhaaien; maar ik wyfe dies aangaande alleen op de Schriftuure.

Wat is doch de Rechtsgeleertheit'anders, dan de Wetenfchap, wat Recht en Onrecht is, om elk hetfyne tekonnen toe\yyièn2nbsp;Defe Wetenfchap nu werdt in veele Texten der Schriftuurenbsp;verhandelt, en in ’t byfonder in de Boeken van Mofes; foo datnbsp;het Boek Exodus, dat van Deuteronomium, een gedeelte van Le*nbsp;viticus en Numeri, ten meeftendtele in de Rechten befteedt wor»nbsp;den. De Schriftuure is de fuyvere en onvervalfchte fonteynenbsp;van alle Rechtsgeleertheit, en van alle goede Wetten j byge-volge ook van de Roomfche Wetten of de Keyferlyke Rechten y welkenbsp;op de Akademien verklaart en geleert worden. Tot die fon-,nbsp;teyne moet men alles brengen, en van daar de Beekskens wederom afleyden. Dies werdt ’er door Geleerde Theologanten fnbsp;niet qualyk gefegt; Dat de Roomfche Rechten daar uyt haaren eer-ften Ooriprong hebben. Alle Rechtsgeleertheit fondqr S.chrif;nbsp;tiiure, gaat mank, en is gelyk een tak van een.boom gefnee-den, die in zichfelven verdroegen moet. Het zyn geen grondige Rechtsgeleerde, die van haare Rechten geene reedenennbsp;konnen geven, en tot dien eynde defe font.es juris ofoorfprong-lyke Wetten der Rechten niet en kennen , noch delèlve nagaan j

* Tit. C. de Advoeatis.

f Dit zeydt en beiv^ji Z'epperus, in explanUe^. Mcd'aic, Ub, JU. cap;. 13,

-ocr page 51-

E N SCHOOL E N. nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;19

gaan; i'naar ’t zyn veel meer enkele Memorijien oï Hiftorici, dit de Roomfche Wetten en Rechten Hechts weten foo alslè volgen,nbsp;en gelyk men een Hiftorie weet *. Die haare Studiën van denbsp;Rechten maaken , of zich verbeelden vry veel kenniiTe van de-felve te hebben, maar ondertuiTchen het lefen en de Studiënnbsp;der Schriftuure niet achten, gelyk als of haar defelve niet aan-ging; die handelen evenaleens., alsof zy haarfelven het rechter ooge uytftaaken , of haar rechter voet afhiemven , en dannbsp;dus wilden haaren weg vervolgen. Dit hebben felfs de befte ennbsp;voornaamfte Meefters in de Rechten moeten bekennen f: Waarnbsp;om zy niet hebben nagelaaten, haare Rechten met de Schriftuure te vergelyken, en uyt of door de onfeylbaare Reegelennbsp;der Schriftuure, defelv'’e te v'erklaaren en te beveftigen.

De geene, welke dierhalven defe Studie onder de Chrifte-nen foude willen verachten of nalaaten ; foude te gelyk een groot gedeelte van den Bybel moeten verbannen , in welke vannbsp;Erffeniflen, Panden , Leenen, Wedergeven, Koopen, Loflen,nbsp;enz. en diergelyke Rechtsgeleerde ftoffen gelprooten wordt;nbsp;en welke door de Theologanten felve verklaart , met de Por-gerlyke en Roomfche Rechten vergeleeken , ja door derfelvernbsp;behulp foo veel te klaarder uytgelegt worden f. Soo doende foude men eerft die voortreftelyke Schoole van beyde de Rechtennbsp;moeten Huyten , welke Godt felve nochtans geopent heeft.

Deut. XVII: 8, 9-

Wilde men de Rechtsgeleerden, ’t zy Antecejfores of Voor-gangers , ’t zy PraStfyns of AdvoLaaten veroordeelen , dan foudO men te gelyk een Seittentie of Vonnis moeten vellen, te-.gens die uytgeleefene uyt de Leviten des Ouden Teftaments,

.^en onder defe, den Man Godts Ezra^) welker werk het was EzraVII: 5, in de Rechten té ftudeeren ; gelyk blykt uyt Deut XVII: 8. 9.nbsp;en I Paral. XXVL 29 tot 32. daar gefegt wordt: Dat David eennbsp;groot getal van Leviten over de Officieren en Amptlieden ,¦ inits-

C 2 nbsp;nbsp;nbsp;gaaders

FzVe in banc fenteritiam Ant. Fahrun. I. C. etiam cit. ab Aviefio, in Techno-snetT. n. 125.

I Conrad. Hereslachius in J'urisprud. Chrijliana, Althiftus in Decalo'^o, Hegen-dorpiui , Oldendorpius, nbsp;nbsp;nbsp;‘

Siet de üytieggingen over de Boeken van Mofes.

-ocr page 52-

20 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN gaaders over de Kerkelyke en Polityke faaken des Koningryksnbsp;aanftelde j ook is fulks verder uyt de Oudtheeden der Jooden *nbsp;Col. iV;i4.bekende. De Apoftel Paulus maakt foo wel van Lucas, den Me~nbsp;^icyn-meefier, als van Zenas, den Wet-gekerden of Rechtsgeleerdennbsp;gewag ; en daar meede heeft hy haar Beroep , als eerlyk ennbsp;Goddelyk goedtgekeurt: Want % foude geen bekeerde en ge-loovige Chriftenen defen Tytel gegeven hebben , indien hetnbsp;een fchandelyk Ampt of godtloos bedryf geweeft was. lemandtnbsp;Jdvyjeeren, Raaden, Confultatien geven, Jdvocateeren, dis Yoor^nbsp;fpraak dienen, fyn goede faake waarnemen, en fyn Deugdelyknbsp;Recht voorftaan , zyn geene dingen welke na iets quaadts ofnbsp;Pf. XVI: 7. onbehoorlyks taaien. Godt werdt onfe Raadt-gever , en lynnbsp;Pf. CXIX; Woordt onfe Raadts-lieden genoemt. En Salotno fegt .* Dat denbsp;24-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;behoudeniffé is in de veelheit der Raadtslieden. Chrijlus was in fyn

Prov. XI: ^nipt een Foorfpraak of Advokaat by den Vader. De gebreeken ijoh. II: I misbruyken, welke in defe Studiën en in dit Beroep dikwilsnbsp;’ meer dan al te veel omgaan, moeten evenwel de faake en denbsp;goede Gaave Godts niet verachteren. Hoe een faake en Beroepnbsp;noodiger en voortreffelyker is, foo veel te meerder en te fchandelyk zyn dikwils de misflaagen in de felve , door de liftigheit desnbsp;Satans. Indien men daarop fag, dan fouden de Kerken-Dienftnbsp;en de Kerken-Dienaaren, het Ampt der Overheeden, de Koophandel , en voorts ailerleye Staaten , Standen , Hanteeringennbsp;en Beroepingen der Menfchen verworpen moeten worden, de-wyle in alle dingen veel gebrek by de Menfchen gevonden wordt.nbsp;Ja, om kort te gaan, willen wy den Godtsdienu, Godts Kerke,nbsp;en de Chrülelyke Huyshoudingen welgereegelt en in goede or-dre houden ? Willen wy tot geen Cychpifche en erger dan Bar-haarfche Verwilderinge vervallen ? Dan moet Politie en Borger-lyke Regeeringe ftaande gehouden worden; dewyle de Kerke innbsp;de Politie, en niet de Politie in de Kerke is, gelyk Optatus Milevita-nus te recht fegt. Nu kan ’er immers geen Politie fonder Wetten en Rechten zyn, noch fonder Mannen die haar de Wetten

en

¦* Cunaus de Repull. Heb. lih. II. cap. 9- Sigonius de Repuhl. Hebr. Ub. V, eap. 10. Idem in notis ad Sulpit. Sever, pag. 395- daar by fegt, dat de foogeneemdenbsp;Schriftgeleerden , eygentlyk Reebtsgekerden en Theologanten viaren.

-ocr page 53-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;21

en Rechten verflaan , om in alle voorvallende en raadeloofc faaken te oordeelen, wat Recht of Onrecht is.

De Rechtsgeleertheit ftrekt ons ook tot geen kleyn behulp, om verfcheyde Rukken van de Godtgeleertheit en Schrifcuur-Tex-ten foo veel te beter teverftaan, en defelve uytte leggen;als,nbsp;het Ruk' van de Foldoeninge en der Borgtochte van Chrijins voornbsp;ons; van de Rechtveer digmaakinge •, van de Aanneeminge tot Kinderen , enz. en voorts de gantfche Tbien Gebooden. Boven dit allesnbsp;foo is de Rechtsgeleertheit, ja de wyfe en kloeke Rechtsgeleertheit, (bygevolge foo zyn ook de Wyfe en Kloeke Rechtsgeleerden-^) een noodtïaakelyk middel, om den waaren GodtsdienRnbsp;en de oprechte Kerke te behouden, voort te planten en uyttenbsp;breyden; het vervallcne te herRellen en te Reformeeren; ook denbsp;quaade faaken en misflaagen der Ketteren en des AntichriRs tenbsp;achterhaalen, en defelve te keer te gaan. Haaren Raadt heefcnbsp;men dikwils van doen , in het voorfichtige beRier van de Kerke,nbsp;en in het naauwe onderfcheyden van het Kerkelyke en Polityke:nbsp;Waartoe zy dan felfs in het Corpus van de Roomjche of Keyferlykenbsp;Rechten, wanneer zy daarin Rudeeren, en dat wel praftifeeren,nbsp;feer fchoone aanleydinge, groote gelegenheit, ja noodtfaakelyk-heit vinden *. Soo dat onfe Kerken geen voortreffelyker THjeo-loganten, en geen meerder Lichten en Voorgangers, lbo wel innbsp;den GodtsdienR als in den Kerken-DienR hebben gehadt, dannbsp;foodaanige, die te vooren Studenten in de Rechten of Rechtsgeleerden geweeft waren; gelyk de Voorbeelden van Calvinus,nbsp;Beza^ Francifcus Junius, en meerandere fulks geleert hebben!nbsp;En niet alleen defe, die haare Studie en Profeffie verandert hebben , maar ook felfs die Rechtsgeleerden gebleven zyn f. Ondernbsp;anderen Raat ons te noemen de Vermaarde JuriR Hieronymusnbsp;Scurfius tot Wittenberg, welke met den Man Godts MartinusLu-

C 3 nbsp;nbsp;nbsp;therus

* Fit. C. de fumma Trinitate fide Cnthol, tit. C. de faero Ecclef. tii. C. dt Epifc. £5“ Cleric, tit. C. de Epifcop. audient. tit. C. de Eet. Novell. 5. 6. 7. 16.46.nbsp;56. 58. 59. 67. 83. 123. 127. 146. 173.

f Gelyk daar zyn Marfilius de Menandrino Patavimis, Nicolaus Crellius , Kantzelier van Saxen , Georgius Tradelius , Penfionaris van Augs'burg , Reyniernbsp;Backbovius Echtius, Schout tot Heydelherg , Melchior Goldajlus, en meer andere,nbsp;die ik in myn Jnkydinge of Oratie in de Akademie alhier , den 10 Angujly 1634.nbsp;gedaan, hebhe aangeweefen.

-ocr page 54-

2S VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN thei'us in den Jaare 1521. op den Ryksdag tot Worms trok, eanbsp;hem defe groote en forgelyke faak hielp beleggen , zichindefennbsp;als delTelfs mondt en ooge gedraagende, nademaal Lutherus Hechtsnbsp;een Monnik gevveeft was, die meeft in de Kloofteren en Schooien verkeert hadde, en daarom het beleydt en de formaliteitennbsp;niet wille, om voor fuik een Vergaaderinge in tyden en na be-hooren te antwoorden, of zich te verantwoorden. Behalven defe,nbsp;zyn ’er noch veele andere geweeft, welke, of met raadt en daadt,nbsp;of met voortreifejyke Theokgifche Schriften, of met beyde, dennbsp;Godcsdienft en de Kerke des Heeren wel deegelyk te recht geholpen hebben. * Hier Het gy dan , ó beminde Chriftenen!nbsp;een van de voornaamfte en grootfte deelen van de Studiën,nbsp;welke op de Akademien verhandelt , en waartoe defelve metnbsp;groote kollen opgerecht en onderhouden worden.

POLITI- Tot de Rechtsgeleenheit moet ge voegt worden , de Konjl CA,ErHI-van Politie.^ of Borgerlykc Regeeringe. Daarmeede is vereenigtnbsp;CA.enOE gg ggf Zeeden , of de Zeedekunde, fpreekende van Bofger-cONOMi-jyj^g Deugden, goede Zeeden en Welgemaniertheitf; van ’tnbsp;Phil.IV;8. gQQrie dat eerlyk is en ‘wel luydt; lessende, beforgen het geenenbsp;eerlyk is voor alle Menfchen; zich uyterlyk te gedraagen foo alsnbsp;’t betaamt, ook ’t geene na gelegenheit van faaken en omftandig-I Tim.lllïh^den wel voegt. Hierby moet ook niet vergeten worden, denbsp;Hi.S.i'Yhed. Hiiys-houdinge, of Hiiys-bejlieringe, leerende een iegelyk om fynnbsp;Hiiys evel te regeeren. Dat defe alle nu feer nutte endenbsp;bequaame Studiën en Wetenfebappen zyn, heeft by welgeree-gelde fchikkelyke lieden , in ’t byfonder by Chriftenen , nietnbsp;veel bewys noodig. De eygen licplaatfe nu , en llaapel, (omnbsp;foo te fpreeken,) van defe Konften , is in de Schriftuure;nbsp;beyde de Methoden of Wyfen , volgens welke die ten allennbsp;tyden op de Akademien en door de Geleerden gewoonlyk ge-leert worden , fal men in defelve vinden. Wildt gy de alge-meene en vafte Regelen , Preecepta of Axiomata, van Politica,nbsp;en derfelver aankleevende Wetenfehappen kennen? Defe worden

* Vide ^ egregiam Orationem Melanthonis , in laudem Jurisprudentie, feu de Legibus.

^ Van de Zeeden-konfi en goede Manieren, fiet Phil. IV: S. en i Cor: XA 13, ,14. en 2Rsg. IV: 26. als mede de Verklaaringen daarover'san Petrus Martyr.

-ocr page 55-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;£3

den op veele plaatlen der H. Schrift, doch allermeeil in de Spreuken Salomons gevonden. Hebt gy ook luft, om de Politica,nbsp;door Vermaaningen , Voorbeelden, Raaden en Daaden*, innbsp;haar eygen gedaante en met levendige verwen vertoont tenbsp;fien , foo leeft maar de Boeken van Mofes , Jofiia , der. 'Rech-teren, van Sa?nuel, der Koningen , der Chronyken , Ezra en Nehe-inia. Ik kan u verfeekeren , dat gy alle de ftukken en leedennbsp;van een rechte Politica , daarin overvloedig fnk vindengelyknbsp;daar zyn , de Wettelyke en Deugdelyke Regeeringen dernbsp;Vorften en Overheeden; het inftellen tot, defelve , het zy bynbsp;Erfvolginge of Verkiefinge ; het Recht ;en de Privilegiën dernbsp;Vorften en des Volks, ook der Dienaars en Amptenaars, fopnbsp;van een Ryk , als van een Vorft ; de Ryks-daagen of Landt-daagen ; de Óorloogen, en de middelen tegen de Tyrannen,nbsp;Voorts de openbaare en byfondere Deugden ; als de Voorfichrnbsp;tigheit , Maatigheit , Verdraagfaamheit , Rechtveerdigheit,nbsp;Billykheit, Mildtdaadigheit, enz. Eyndelyk, den Landtbouw,nbsp;Koophandel j Scheepvaart, enz. GeJylc dan een feeker Re~nbsp;gijier , op de Boeken van Salotno gemaakt ; als meede denbsp;Aanteekeningen van Schriftuur-plaatfen door de geheele Pofenbsp;ticq en Ethica, ja het Opftellen van een Ethica en Politica Chii-[liana , vo.ornamentlyk uyt de Schriftuure , door Geleerdenbsp;Mannen , daarvan tot een getuygemfle ftrekken f. Hierom isnbsp;het , dat de Theologanten dele Konften en Wetenfchappen.nbsp;meede verhandelen , omfe met de. voorgemelde Schriftuur-Boeken te vergelyken , en veele Texten der PI. Schriftuurenbsp;beter en ruymer te verftaan , gelyk fommige Geleerde Verklaringen over de Schriftuure wel aanwyfen §. Aan de andere z,yde , lbo bekennen voortreffeJyke Politici, hoe feer haarenbsp;Konft of Wysheit uyt het leefen der PI. Schriftuure, en in ’tnbsp;byfonder van de Boeken der Rechteren, der Koningen, enz. verlicht

* Monita exempla Politica , hoe ejl Conjilia, diSta, falia.

j Vide Lamberti Dancei Indices in Proverb. ^ Ecclef. edit, cum Comment. Merceri : Ejusdem Daim, Altbufii, Kecktrmanni Etbicas ^ Fblitkas.' '

5 Hierin munten uyt, boven andere ,¦ de Commentaria van P. Martyr, over de' Boeken der Rechteren, Samuels, en der Koningen. By hem kan gevoegt wordennbsp;Lavaterus over de Spreuken Salomons, en der Chronyken. [Behalven veele an--dere, federt die tydt in verfcheyde Taaien in het licht gekomen.]

-ocr page 56-

24. VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN licht en verrykc wordt ; foo dat ’er een Spreekwoordt of Sin-IpeeJing van het tegendeel onitaan is : Dat iemandt in de Boekennbsp;der Koningen niet viel gefludeert heeft, dat is, dat hy geen goedenbsp;Politicus of Staatkundige is ; gelyk fulks eens de hooggeachtenbsp;Elifabeth , Koninginne van Engeilandt, aan een feekeren Am-balfadeur van Poolen in ’t aangefichte zeyde , toen hy, na haa-ren ün , een al te trots en meefterlyk Vertoog voor haarnbsp;deedt, niet anders als of hy een Heraut geweeft ware. Denbsp;Koning van Groot-Brittannien, Jacobus de Vide, in fyn Koninglyknbsp;Gefchénk *, vermaant fynen Soone , toen de verhoopte Erfgenaam van fyn Kroon : „ Dat hy, om kennifle van de Regee- ringe te hebben , de meelle en feekerfte Wyshek in denbsp;„ Heylige Schriftuure foude vinden; en daarom ook defelve,nbsp;,, voornaamentlyk de Boeken der Chronyken en der Koningen, neer-,, ftig moede lefen.” Dit foo noodige deel der Wysheit nu,nbsp;ik meene de Politica, wordt op de Ak^ademien feer breedt ennbsp;grondig, en dat op veelderhande manieren geleert , en moetnbsp;daar ook altydt geleert worden : Want biiyten dien fouden denbsp;Menfchen tot den Haat der Beeften , of noch erger , komennbsp;te vervallen ; dewyle Godt, de Schepper der Natuure, haarnbsp;defen Aardt heeft gegeven, datfe Animal Politicum, of een Ge-felfchappelyk en Burgerlyk Dier zyn , gelyk de wyfe Arijioteles tenbsp;recht gefegt en beweert heeft f; dat is, een Dier, ’t geenenbsp;tot verfellinge, t’zaamen-wooninge, omgang, overeenkomingenbsp;en ordre met andere Menfchen geneegen is.

HISTO-

RIA.

Betreffende de Hijiorie, en de Kenniffe van Oude Gefchiedeniffen ; defe heeft haar beginfel, hooft, en voorts een groot gedeeltenbsp;des lichaams , enkel uyt de Schriftuure. In defe vindt mennbsp;de alleroudtfte Antiquiteiten of Oudtheeden , van den Oorfprongnbsp;derWereldt en der Menfchen; van het verhuyfen der Volkeren;nbsp;van de eerfle Regeeringen en Monarchyen; van d’eerfle Vindersnbsp;van verfcheyde Saaken en Konlten; van Stryden en Oorloogen;nbsp;van den Opgang , Ondergang en Veranderingen der Republy-ken; van de machtigfle Koningen ; van vroome Vorften en Over-heeden ; van de voortreffelykfle Krygs-Helden; van heerlyke

Wet-

In Dono Regio, lib, I. cap. 49. f Politic. Ub. I. cap. z.

-ocr page 57-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;25

Wetten; ja het volmaaktfte Model van een Borgerlyke Regee-ringe ; van de Voortplantinge des Godtsdienftes, en der Ker* kej van derfelver Vervolgingen, Verval en weder Oprechtin-ge. Defe Wetenfchap wordt ons met uytdrukkelyke woordennbsp;aanbevoolen : Pil LXXVIII: 3. Die wy gehoort hebben^ ende we-tenfe, ende onfe Vaders ons vertelt hebben. De uytmuntende vruchten, van het fchryven en onderfoeken der Hiflorien, EJihernbsp;VI; I. en EzraYl: 1,2, enz. door den H. Geeft aangetee-kent , ftrekken niet minder om ons defelve aan te pryfen.

Daarby komt, dat Godt fyn gemeenfaamfte Vrienden tot fuik een Werk heeft willen gebruyken 5 als Mofes, Samuel, en andere Propheten. Dierhalven moéten die geene, welke denbsp;Studie der Hiftorien verwerpen , ook een groot gedeelte dernbsp;Schriftuure verachten. Aan d’andere zydc, foo zyn immersnbsp;die geene, welke fonder het neerftig leefen van den Bybel,nbsp;goede, algemeene Hiftorie-kundige willen worden ; ik fegge,nbsp;die niet alleen van de KerkeJyke , maar ook van de fVereld^chenbsp;Gefchiedeni[Jen grondige kennifle willen krygen , defelve gaannbsp;even als een blinde fonder ftok. Hoe fullen zy de eerfte Mo-narchye der AJfyriers en Babyloniers, mitsgaaders de tweede dernbsp;Perfen en Meden eenigfmts konnen verklaaren ? Hoe fullen zy,nbsp;fonder den Bybel, verfcheyde palTagien in Xenophon, JuJliniis,nbsp;Diodorus, Tacitus, Suetonius, enz. grondig konnen uytleggen ennbsp;verftaan ?

De Chronologie of Tydt-Reekeninge is de Waagen, of veel meer CHRO-de Ziele van de Hiftorien. Derfelver nuttigheit blykt hier uytrNOLO-Dat men , fonder de Schriftuure , van de Eeuwen en Tyden der Wereldt gantfch geen befcheydt of reekeninge kan hebben ; dat men ook wederom , fonder hulpe van de Chronologie,nbsp;ontallyke Texten van Godts Woordt naauwelyks recht verftaannbsp;kan. En dit is foo klaar , en door de Verklaaringen van allenbsp;de Theologanten over de H. Schrift, mitgaaders door denbsp;meenigvuldige Schriften der Chronologen of Tydt-Reekenaars,nbsp;foo overvloedig beweefen , dat het onnoodig foude zyn hiernbsp;een woordt meer daarby te voegen. Soo dat defe Spreuke vannbsp;den Ouden Leeraar Tatianus * te recht gepreefen werdt: „ By

D nbsp;nbsp;nbsp;,, welke

* Tatian. XJJyriui, in Orat, ad Gracos, pag. Ii. Ortbodixogr. edit. Bafil.

-ocr page 58-

£6 VAN DE NÜTTIGHEIT DER AKADEMIEN ,, welke de Aanteekeninge der Tyden niet aan een hangt, bynbsp;„ defelve kan ook geen valt befcheydt van’ de waarheit en ge-„ trouwigheit der Hiftorien wefen.”

ORATO

RIA.

RHETO-, De Konft der Wëlfpreekeniheii, werdt wel niet door Regelen RIGA amp; in de H. Schrift geleert ; maar evenwel heeft ’er- de H. Geeftnbsp;hier en daar fulke levendige Exempelen en Proeven van gegeven, dat hyfe daar door genoeglaara buyten verachtinge ftelt.nbsp;Die hooge en verrukkende Welfpreekentheit van Jefaias, in’tnbsp;byfonder in fyn Eerfie Capittel;¦ het Donderen van Jereffiias_; dienbsp;G'eeftige en Konftige Welfpreekentheit van Paulus , in fynenbsp;Vertoogen, Aft. XXIV en XXVI; dat krachtige en doordringende Spreeken van Petrus , Aft. II en III. zyn in ftaat, -van aannbsp;Demojthenes, Cicero, en andere welfpreekende Redenaaren metnbsp;alle recht den Prys te konnen betwiften. Betreffende den be-quaamen en cierlyken Styl; Augujlinus * durf ftaande houdennbsp;en bewyft het ook, dat Paulus denfelven in allen manieren ge-hadt heeft : (welverftaande, foo veel de verheventheit dernbsp;Stoffe , en het begrip der Eenvoudigen fulks toeüet, of ver-eyfchte;) en dat dierhalven de Heylige Schryvers niet alleennbsp;Wys, maar ookgeweeft zyn.

FOESIS.

De Poëfie , dat is , de Konft van Dichten , gf de Dicht-kunde, die meede in de Schooien geleert en geoeffent wordt, is, nanbsp;’t oordeel van fommige Lieden, foo veel als een grillige ,en oubollige Phantafye, en als een dwaafe ydelheit gereekent. Maarnbsp;datfe een goede Gaave Godts is, hebbende liaare merkelykenbsp;Buttigheit, heeft de Heylige Geeft willen betoonen , met denbsp;Gedichten en Poëfien van Mofes-\, Exod. XV. Deut. XXXII,•nbsp;van Debora, Richt. V; van Habakuk, cap. Ill, en van Sakmonbsp;in fyn Hooge Liedt; voorts in de Pfalmen Davids, in de IGaag-Liederen van Jeremias, en in andere , die men Poëtifche Boekennbsp;noemt. Wat een Geleerde en hoogdravende Poëfie heeft mennbsp;Biet in het Boek van Job §? Welke cierlyke,. beknopte en ge-

bon-

* De DoUrim Cbrijlima Uh. IF- cap. 7-

t Jofepbus Antiquit. lib. II. in fine: Moyfes Carmen Landes Dei, ^c. continens, iexamètro verju compöfuit.

§ Hieronym Ptol. in pfohum : Qaod ficut ‘uidetur incredulum, metra ejje apud Metiycsts d? w morem 'mfiri Flacci, Grtecique, Pindari, £ƒ Alccei, £f Sappbo,

vel

-ocr page 59-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;s?

bondene woorden en redenen vindt men daar niet? En hoewel \vy heedensdaags de volkomene Dichtkunde der Hebreen nietnbsp;konnen uytvinden ; nochtans verneemt men wel, dat ’er hiernbsp;en daar foete welluydentheit van Rymen , ook elders feekerenbsp;maate en fneede tuOchen loopt; gelyk fulks Hieronymus reedtsnbsp;in fynen tydt ook heeft waargenomen, en daarvan getuygeniffenbsp;gegeven.

De wyfe Koning Salomo hadde in de Poëjie foo yverig beefig geweeft, dat fyne Liederen -waren duyfendt ende vyve. In’t Boek'quot;•nbsp;Jofua^ cap. X: j2, 13. worden ’er eenige woorden, uyt eenquot;^nbsp;feeker Gedicht of Boek, aldaar Boek des Oprechten genoemt,nbsp;aangehaalt. Daar en boven, foo heeft de Heyhge Geeft ooknbsp;andere Poëten, van de geene diebuyten zyn, namentlyk Heynbsp;denfche, of derfelver Verfen en Liederen willen aanhaaien ennbsp;gebruyken, gelyk blykt uyt Num. XXL vers 27 tot 30. Ook,nbsp;volgens ’t gevoelen van fommige, vers 14, 15. En in’t Nieuwe Teftament vindt men aangehaalt, een half vers van den Poëetnbsp;Aratus , Ac5l. XVII: 28- ook een geheel vers van Epimenides^

Tit. I: 12. en een geheel vers uyt den Poëet Menander^ i Cor.

XV: 33. De Geleerdtfte en Godtvruchtigfte Leeraars der Ouden Kerke, hebben in het Dichten of de Poëterye haar felven veel geoeffent; als oordeelende , dat de Menfchen daar doornbsp;niet weinig tot het Geloove en de Godzaaligheit geprikkelt ennbsp;opgeleydt wierden * : Waaromfe haar ook in bet byfonder vannbsp;de Poëfye bedienden, om de Kenniffe en Geleertheit onder denbsp;Chriftenen te behouden , toen Keyfer Julianus haar daarvannbsp;poogde te berooven; mits haar verbiedende, hethanteeren vannbsp;Geleerde Schriften der Orateuren, Poëten,

Tot dien eynde bragt. eenen Apollinarius, de Hiftorien en Stukken des Ouden Teftaments in Griekfche Ver-fen; om door middel van defe Heilige Stoffe , niet alleen denbsp;Geleertheit , maar te gelyk ook de Geeftigheit van Homerus^

D 2 nbsp;nbsp;nbsp;Me-

Vil Pfalterium, vel Lamentationes Jeremice, vel mnia ferme Scripturanm Contka comprehendi, legntu Pbilonem, Jojepbum, Origenem, Ccefarienfem, Eufebium ^c.

Vide Mafii Comment, ad Jofuce X: ii, 13. ^ Drujium ad Num. cap. 89.

* Vide H-j er on. Erafm. Bezam, ad loc, cit, Clem. Alexand. Stromat. I. p. 23 r-Ö* Ub. V. p. 436.

-ocr page 60-

28 VAN DE NUTTIGHEID DER AKADEMIEN Menander, Euripides, en andere Heydenfche Dichters, op denbsp;Nazaaten der Chriftenen voort te planten *. Behalven hetnbsp;geene Nazianzenus gedaan heeft, met weKpreekende Oratien ofnbsp;Reedenvoeringen te fchryven f; enz.

Zy hebben ons ook het lefen, verdaan en uytieggen van de Oude Dichters aanbevoolen en aangepreefen, dewyle zyhaarenbsp;Schriften voor den Chridelyken Godtsdiend, tegens de Jtheijien,nbsp;Heydenen, Epicurëen en diergelyken gelchreeven, met de Lee-ringen en Spreuken der Poëten gedoff ert en vervult hebben;nbsp;gelyk daar zyn onder anderen Clemens Alexandrinus, Theodoretus,nbsp;Lahantius, Origenes, Augufiinus, Arnobius, Eufebius, Cafarienjis^nbsp;en meer andere diergelyken.

MEDICI

NA.

Daardoor nu konnen de Schriften defer voortreffelyke Leeraars , fonder ’t verdandt van de gemelde oude Poëten, qualyk met nuttigheit geleefen worden. Dit felve inficht bewyd ooknbsp;de nuttigheit van ’t leefen der Griekfche en Latynfche Hidorien;nbsp;fonder welker behulp niet alleen de Oudtvaaders, en de Leerin-gen der oude Conciliën, maar ook felfs veele plaatlen derHey-liger Schriftuure niet wel verdaan konnen worden.

De Genees-kunde of MEDICINA , welke meede op de Akademien geleert werdt, verachten fommige , even als offenbsp;een geleerde Qiiellinge voor ’s Menfchen leven, een moeye-lyke Pynbank van deffelfs lichaam , en een kleyn vertrouwennbsp;op de huipe Godts ware. Ik fal thans niet ophaalen, hoe noodt-faakelyk defelve is; dat de Natuure ons daar toe dryft; dat felfsnbsp;de Beeden ons defelve leeren; dat elk een fyn werk daar vannbsp;maakt, en defelve oeffènt, foo wel aan hem felven, als aannbsp;andere, en allermeed de geene, die de Medicynen het meedenbsp;verachten ; want dit alles is op andere tyden en plaatfen doornbsp;Geleerde ^ klaar genoeg beweefën. Maar ik ftelle dit enkel daar

tegen,

* Sutdasin Apollon. Sozom. Ub. V. cap. 17. Socrat. lib. JI. cap. 14.

t Sia Tertullianus, Nazianzenus, Synefms , Projper, Paulinus, Arator, Si-dulius, Juvencus, Prudentius.

\ Tiraquellus Comment, de Nobilit. c. 83- Com. a Lapide Comment, in Eccle-JiajHc. c. 38. Valejii de Philof. facr. cap. 74. Beverovicn Epiftola apud Crucium Epifl- iilgt;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;282. H^ejterburgii Epijlola apud Beverovic. in Epiji. jueji. dt

Termino vitee. pag. 444. Aretii probl. part. 3. de ufu Medkince.

-ocr page 61-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;29

tegen, dat de Heere onfe Godt defe Studie en Profeffie in de H. Schriftuure geheel anders vereert heeft , dewyle hy zichnbsp;felven haaren naamtoeeygent; feggende: IkfalderKrankheeden'S.Yioi. XV;nbsp;geene op u leggen , die ik op Egyptenlandt gelegt hebbe: Want ik bennbsp;de HEERE uwe Heelmeejter. Hy geneeji Ziele en lichaam. Gen.

XX: 17. Num. XII: f 3. vergeleeken met Pf. VI: 3. en CIII: 3.

De Eeuwige Soone Godts werdt by een Medicyn-meejler vergeleeken , Matth. IX: 12. en het groote Werk der Verloflinge, by deflelfs cure of geneefingen. Jef. LIII: 5. i Petr. II: 24. Godtsnbsp;Woordt erkent de krachten der Kruydenen Medikamenten. JePnbsp;1:5. en Cap. XXXVIII: 21. Jer. VIII; 22. en XLVI: ii. Ezech.

XLVII: 12. Luc. X: 34. Het Beroep, de Verrichtinge en de Kond der'Medicynen, heeft Godt de Heere ook goedt gekeurt,nbsp;en wil defelve gebruykt hebben , als fyne Dienaars en- Werk-tuygen tot de lichaamelyke Geneefinge; gelyk hy de Kerken-Dienaars en derfelver Werk tot de Geneefinge der Ziele gehey-llgt heeft. Aldus heeft de Heylige Patriarch Jofeph zich vannbsp;derfelver konft en raadt bedient. Gen.L: 2. Daarom is derfelvernbsp;Beroep onder Godts Volk altydt gebruykelyk geweed; gelyknbsp;wy konnen afneemen, uyt het geen ’er Exod. XXI: 19, 2 Par.

XVI: 12. Jer. VIII: 22. Mare. V: 26. Luc. IV: 23. gefegtwordt.

Onder defen eerlyken Tytel werdt gewag gemaakt van Lucas den Medicyn-meejier , als een eerlyk en onbefprooken Man in denbsp;Gemeynte Godes. Hier dient ook niet voorby gegaan, dat denbsp;EJJeën, onder de Jooden, met de belpiegelinge der Medicynennbsp;ten eenemaal ingenomen waren , (felfs foo, dat zy door defenbsp;en andere haare bedryven, felfs onder de Heydenen en by denbsp;Heydenfche Schryvers feer vermaart wierden *;) en nochtansnbsp;door den Apoftel Paulus, Col. II. daar over niet berifpt zyn geworden ,fchoon hy daar geen van haare misllaagen voorby gaat;nbsp;maar defelve alle , en dat wel ernllelyk doorhaalt f.

Boven dit alles heeft Godt de Heere felfs, in de Schriftuure ens iets van de heerlyke konfte der Medicynen willen leeren,nbsp;geen deel van defelve overflaande; foo dat door de Iludie der

D 3 nbsp;nbsp;nbsp;Medi-

* JoJepii- lii- n. de Bello yudaico, cap. 7- Ceel. Rbeding. Antiq. LeS, Ub. V. cap. 9-

f Cbemnit.Exam, CeneU.Trident. Part. 4.pag.2oS-Scalig. Eisncb.Tribter, cap ^7-

-ocr page 62-

30 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN Medicynen verfcheyde Schriftuur-plaatfen , (voornaamentlyknbsp;aangaande de Wonder-werken van Chrijlus-,) haar licht en rechtenbsp;verklaaringe ontfangen, in welke by wyfe van leeringe, of ge-lykenifle, of verhaalender en Hiftorifcher w'yfe, van de Medicynen gewag gemaakt werdt. En dewyle het geneefen dernbsp;Ziele, dat is, de Theologie of Religie, en de Medicynen desnbsp;Lichaams, malkander veel gelyken , foo werdt het een door ’tnbsp;ander feer bequaamelyk verklaart 1 Uyt dat deel der Medicynen, ’t geene men Pathologia, of Siek-kmde noemt, vinden wynbsp;iets Deut. XXVIII: 22. 2 Paral. XXI: 15, 18, 19. en voorts innbsp;de Euangelifche Gefchiedeniïïen, Matth. IX: 2. Mare: V: 25,29..nbsp;Luc. XIII: II. en elders, daar verfcheyde foorten van.fiekrennbsp;genoemt worden. Voegt hier by Lev. XIII. Richt. Ill: 21,22.nbsp;1 Sam. V: 6. f en Aft. XII: 23. Uyt dat deel, ’t geene mennbsp;Therapsutka , of Geneeskonjielyk noemt, leefen wy Luc. X: 34.nbsp;in de gelykenifle van den Samaritaan. Als meede i Sam. XVI:nbsp;if, 16, 23. en Jef. I: 6. maar in ’t byfonder Jef XXXVIII: 21.nbsp;daar de Propheet jefaias felve als Medicyn-meefler handelde,nbsp;en ordoneerde, om eenen klomp vygen te nemen, tot een plaajler tenbsp;inaaken, en op het gefwel van den Koning Hizkia te leggen. Voortsnbsp;uyt dat deel, ’t geene men Phyjiologia of Natuur - kimde noemt,nbsp;werdt in de H. Schrift feer veel aangehaalt , ’t geene niet tenbsp;pas komt hier alles in ’t breede aan te wyfen. Tot dat deel,nbsp;’t geene men Hygicina noemt, dat is , van ’t hezvaaren der Ge-fundheit, en welke goede ordre men in fyn levens-wyfe behoortnbsp;te houden, behooren de Texten i Cor. 111:2. Hebr. V:i2, 14.nbsp;en het Voorfchrift of Medicynfche Advys van den H. Apoflelnbsp;Paulus, I Tim. V: 23. Tot dat gedeelte, ’t geene men Semioticanbsp;noemt, dat is, handelende van de Teekenen der Siektens, en denbsp;voorfegginge van derfelver uytkomfte, behoort Lev. XIII; 10nbsp;tot 13, 17, '19. en Joh. XI: 12,13.

En gelykerwyfe de tl. Schriftuure eenige dingen aanhaalt, waar door de Dodloren haare Konll konnen vermeerderen en

ver-

1

Keckerman. Syftem. Tbeolog. lib. U. cap. i. pag. zi4. Joh, Abrenetbii in Medicina fpirituali per mum. ¦

l Fide F. Martyrem incomm. ad i Sam, F. ex Ceifo ^Galeno illa explicantem.

-ocr page 63-

EN S C H O O L E N. verflerken, immers uyt vergelykinge van het eene met het andere eenig genoegen van Wysheit fcheppen : Alfoo werdt wederom aan d’andere zyde bevonden, dat de Theologanten ennbsp;alle aandachtige Leefers der Schrift , door de fludien ennbsp;ervaarentheit van geleerde Medicynen, haar merkelyk geholpen vinden , om verfcheyde verfchillen der Godtgeleertheit,nbsp;en de hierboven gemelde Texten klaar te verdaan; daar zy an-derfints als door eenen nevel fouden iien , of zich met een ini-¦^licita of ingewikkelde Theologie moeten te vreede houden *.nbsp;En zyn niet alleen hier en daar by gelegenheit , fulke Schrif-tuur-plaatfen door Geleerde Medicyn-meefters verklaart, maarnbsp;ook door fommige alles in byfondere Traftaaten byeen gebragt f.

Daar en boven, foo geeft de Wetenfchap der Medicynen, en derfelver behandelinge , groote gelegentheit tot de grondigenbsp;kennifle en ’t gevoelen van de Geeftelyke Pathologm, dat is,nbsp;Van dat gedeelte van den Godtsdienft, ’t geene ’s Menjcben Ellende genoemt werdt; en de Menfche werdt, ingevolge van dien,nbsp;tot alle needrigheic , kleynachtinge defes levens , en verach-tinge van zich felven vermaant. Om defe reeden fiet men,nbsp;dat de oude Leeraars in haare Gefchrifcen en Reedenvoeringen,nbsp;haare Gelykeniflen foo meenigmaalen uyt de Medicynen ontkenen , ook loftelyk van defelve fpreeken. Onder anderen fegtnbsp;Augujiinus i: „ Men kan niet vinden, dat de konfte der Me-,, dicynen tot de Menfchen elders van daan zy gekomen, dannbsp;„ van Godt, dien men den welftandc en ’t hey] van alle faakennbsp;j, moet toefchryven. ” Daarom befluyt ook Bajilius^;. „ Datnbsp;„ men derfelver konften wel mag en behoort te gebruyken. ”nbsp;Defelve pryft feer een feekeren Medicyn-meefter, Eujtathiusnbsp;genoemt, en in hem alle andere, welke dit Amptwel waarnemen; feggende onder anderen: „ Gj alle, die de Medicynen.nbsp;„ hanteert, betracht de liefde tot de Menfchen. My dunkt’nbsp;ook, dat de geene, die uwe konft boven alle, andere bedry-ven defes levens geftelt heeft, daar in een bequaam Vonnis

M velt,

* Vide Jmii, Bezce. Corn, a Lapide, F- Martyris aliorumqus commentotiones ad loc. ci.. amp; Lfjfi Hygiajlicon pag. 25gt;

1 Valefius de Fbihf. Sacra. Levin, Lmnius de verbis fcript. f Citat Fojjevims in Bibliotbeca. § In fyn Queji,

-ocr page 64-

PHILO-

SOPHIA.

32 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN „ velc, en van de betaamelykheit niet afdwaalt. Want hetnbsp;„ Leven de koftelykfte faake zynde, is droevig en verwerpelyknbsp;„ fonder de Gefondtheit. Nu is immers uwe konft de Voor-„ ganger , en als de Meefter (of Prins) der Gefondtheit.”nbsp;* Elders zeydc hy: „ Indien gy de Medicynen doorloopt, dannbsp;„ fult gy bevinden, welke groote dingen zy ons uytleydt, vannbsp;,, de nuttigheit der deelen onfes lichaams; enz.

Dus moeten wyook oordeelen, van de nuttigheit en waardig-heit van alle andere Wetenfchappen, welke onder de naam van PHILOSOPHIA of fFysbegeerte begrepen worden Sommigenbsp;hebben ’er een vreemdt gevoelen van , en zyn byna van dennbsp;naam vervaart, als of het enkel verwerringe, een onbefchofdenbsp;fubtylheit, ja een vreemde Toverye ware: Daar het, in tegendeel, een uytneemende Wysheit , een edele kennilTe van denbsp;Werken en Schepfelen Godcs, en van noodige Menfchelyke dingen , een aanleydinge tot de kenniffe Godts, en een behulpmiddelnbsp;is, om de Heylige Schrifcuure en de Godtgelecrtheit foo veel tenbsp;. gemaklyker en klaarder te verltaan , delelve anderen te ver-klaaren ,' en tegens alle Teegenlpreekers te verdeedigen. Nochnbsp;een fleacel, om de Schriften van veele Oudtvaaders, en anderenbsp;Leeraars die haar gevolgt zyn , te openen , welke anderfmtsnbsp;van ons niet wel fouden begreepen worden; gelyk uyt alle der-felver deelen kan nagegaan worden.

PHYSICA. Laat ons eerll fpreeken van de edele kennilTe der natuurlyke Dingen , ik meene de PHYSICA , anderlints de Natuurkundenbsp;genoemt. Wy fullen thans niet feggen , dat delèlve tot denbsp;kennilTe, vreefe en liefde Godts groote gelegenheit geeft; volgens Pf VIII: I tot4. Item XIX: i tot 4. en CXLVII: 12,16,17.nbsp;Aft. XVII: 26, 27. Rom. I: 19, 20. Daarvan foude men veelenbsp;Boeken moeten fchryven, en het gellel van de Natuurlyke Theologie te voorfchyn brengen maar wy feggen dit alleen, datnbsp;de Heylige Geeft, genoegfaam een volmaakte Idea of grondt-

teeke-

* Vide ^ Epifl. liölEt Nyjfen. de creatione bominis, cap. 2. Clemmtis Jlle-xandrin. Pcedagog. lib. IL •f Hexaé'mer. Hom. 10.

i Vide Raymundi de Sabwide, Hlfledii Êfr. Tbeologias naturalis; (ook veele nieuwe Schryvers, federc in het licht gekomen.)

-ocr page 65-

E N S C H o o L E N.

teekeninge van defe kennifle geeft, Gen. I en 11. als meede in den voortreffelyken CIVden Pfalm ; in welken hy van bovennbsp;begint, van de Hemelfche Lichaamen, en van daar alle de Elementen nederwaarts doorloopt; tot de dingen toe voorcgaande,nbsp;die uyt de Elementen bellaan , als de Kruyden , Dieren, enz.

Tot defe Fondamenten en Beginfelen van de Phyftca, kan men voegen, foo veele diepe befchouwingen, en foo veele verbor-gentheden derNatuure, in andere Texten der H. Schriftuure,nbsp;doch meeft in het Boek van Job. Wanneer nu defe dingen opnbsp;de Akademien en in de Schooien geleert worden, wat doedtnbsp;men anders, dan de Schriftuure verklaaren, en deLeerftukkennbsp;van de natuurlyke dingen daar uyt trekken ? Wanneer verdernbsp;een Student in dePhyjka, in defe Wetenfchap veel onderfoekt,nbsp;en wel bedreven poogt te worden ; wat doedt hy anders, dannbsp;zich over de Werken van den grooten Godt te verwonderen,nbsp;en defelve te overdenken ? Als meede, om allen Leeferen ennbsp;Liefhebbers der H. Schrift (welke in derfelver overdenkingenbsp;nacht en dag vermaak icheppen;) de handt en huipe aan tenbsp;bieden, om dies te beter foo veele Capittelen en Spreukennbsp;derfelven te verftaan; gelyk dit de Schriften der Natuur-kun-digen uytwyfen , in welke zy alle de Natuurlyke en Philofophi-fche dingen, die’er in de Schriftuure gevonden worden, uyt-getrokken, en feer voortreffelyk verklaart hebben. Tot watnbsp;een voorbeeldt ftrekt ons niet de wyfe Salomo in defen, en watnbsp;een aanlpooringe vindt men niet by hem tot de Studie, wanneer men van hem leeft , dat fyne Wysheit grooter was , dan de i Rfg. iv;nbsp;iVysheit van alle die van het Oojlen, ende van alle fVysheit der Egyp^so.nbsp;tenaaren. De Wysheit van defe nu , beftondt meeft in de Natuurkunde, Sterrekunde en Geneeskonft. En een weinig verder werdt’er gefegt; Hy Jprak ook van de Boomen, van den Cedtfr-Ibid. vs. 33.nbsp;loom aan, die op den Libanon is, tot op den Tfop, die aandenWandtnbsp;uytwaji : Hy fprak ook van het Vee, ende van het Gevoogelte, endenbsp;van de kruypende {Dieren,) ende van de ViJJchen. Deflelfs voet-ftappen hebben nagevolgt, alle de Geleerde en Godtvruchtigenbsp;Oudtvaders, beneffens de volgende Theologanten , welkersnbsp;Redenvoeringen, Difputen en Schriften ons verfeekeren, datnbsp;zy haar in defe Wetenfchap niet alleen treffelyk gequeten heb-

E nbsp;nbsp;nbsp;ben;

-ocr page 66-

34. VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN ben; maar ook andere willen leeren, dat defelve door de Chri-llenen tot de Kenniffe der Schriftuure behoorde gevoegt te worden 1. Doch daar toe behoeven wy niet de getuygeniffen ennbsp;aanpryfingen van veele te voorfchyn te brengen , builende onsnbsp;flechts een of twee daartoe genoeg zyn.

Pf. XIX: I tot 5-Rom I;nbsp;19, 20.

en

CXLVIII.

Want men kan defe heerlyke Wetenfchappen niet kleyn achten, fonder Godt den Heere, als den Werkmeefler van denbsp;Natuure en van alle natuurlyke dingen , te verkleynen. Hynbsp;heeft ons defe Wereldt als een Spiegel van fyn Goedertierent-heit, Moogentheit en Wysheit voorgefet, om daarin ’tgeenenbsp;in Hem onfienlyk is, te befchouwen. Hy felve gaat ons voor,nbsp;in het befchouwen van de Natuure, en roemt op defe fynenbsp;Kenniffe, Job, cap. XXXVIII tot XLII. Hy noodigt ons totnbsp;defe Kenniffe , dcordien hyde rechte Fondamenten endevaftenbsp;Beginfelen daarvan in de Heylige Sehriftuure gelegt heeft. Iijnbsp;defe kondt gy leefen,- van den Hemel, en delTelfs Lichten} vannbsp;^^.CXLViijg Elementen; van de onvolmaakte Natuuren of Lichaamennbsp;om hoog en om laag, als Donder, Blixem, Haagel, Sneeuw,nbsp;Windt, Draaywindt , Vierigen of Swaavelachtigen Windt,nbsp;Aardtbeevinge, Reegenbooge, Licht en Duyfternifle; van denbsp;Wateren, Zeen, Fonteynen , Beeken en Rivieren; van denbsp;Aarde en derfelver Grondt, de Bergen , Valleyen en Steenrot-fen; van de Metaalen, Gelleentens en andere Dingen ondernbsp;' de Aarde ; van de Boomen en Kruyden; van allerley Dieren ;nbsp;van den Menfche, het korte begrip van de gantfche Wereldt,nbsp;ja als een kleyne Wereldt op zich felven ; van deflelfs Zielenbsp;en Lichaam; mitsgaaders van deffelfs Eygenfchappen, waarvannbsp;nu in ’t byfonder geen bewys, met aanteekeningen en verklaa-ringen van alle die Paflagien, hier kan noch behoeft te gefchie-den , nademaal daarvan geheele Boeken gefchreeven zyn f,nbsp;Soo dat de Nuttigheit van defe Kenniffe, tot de Kenniffe vannbsp;Godt, en tot openinge van veele Schriftuur-plaatfen, door de

Oude

1

Dit is bet gevoelen van alle de Oudtvaaders en Natuurkundige, by ons aang^quot; baalt in Therjite Heautontimo. SeB. 3. cap. 2- pag. 107 , 268.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , '

1 Valejii Pbüofopb. Sacra, Bartbolom. ydnglicus de Proprietat, rerum, ie Animalibus Sacr. Script. Zacbius de operib. creat. Dawei Pbyf. Cbrijl- Cojn-mentatores in GeneJ. cap. I en II. Ruteus de gemmis Script.

-ocr page 67-

EN SCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;35

Oude Leeraars en alle verftandige Theologanten wel te recht is aangepreefen, „ De Schyth (fegt Chryfojtomus*en de Barbaar,nbsp;en de Indiaan ^ en de Egyptenaar, en voorts alle Menfchen,

,, die op der Aarde wandelen , hooren defe ftemme der Na-„ tuure , uyt het aanfchouwen van den Hemel , en van de „ Sterren, en van de geheele Wereldt: Want defelve dringtnbsp;„ in ons Gemoedt, niet door de Ooren , maar door.de Oogen.

„ Want zy hebben alle te zaamen gelykelylc deel aan Aie fien-„ lyke dingen, en daar in is geen verfcheydenheitgelyk in „ de Taaien. Dit Boek kan foo wel de Weet-niet, als de Gc-„ leerde eenpaarig infien; enz, ” En Jugüjlipus t ftgt: „Datnbsp;5, defe kennilTe daar toe dient, om de duyftere Reedenen ennbsp;j, Plaatfen der Heyligen .Schriftuur uyt te l eggen. ” Hieromnbsp;is het ook , dat alle’ de Geleerde Oudtvaaders en Theologantennbsp;fbo veel in defe Natuur-kunde gefltideert, geleert en daar van

gefchreven hebben; als ooirdeelende, dat defelve vandeTheo^ . .

Ipgie dat is , dat de Eennifle der Werddt van AerKennifle deS Werkmeellers, de KeiM-iifleder fierflykenWerötdt''vaw de Kén-nÜTe des onfienlyken Godrs, niet konde afgefcheyden worden.

De Geleerde Boeken en Stukken van-defelve Oudtvaaders §, die ’er tegenwoordig noch in weefen' zyn, fallen van ’t geenenbsp;ik fegge tot een getuygeniUe ftrekken. Söo dat wy van dit gedeelte der Akademifche Wetenfchappen en Studiën, niet minder behooren te leggen, dzn'Nazianzemti in {yn-Oratie, uytge-Iprooken ter eere van den Philofooph Hero, zeyde :¦ ,, Ik’ oor-„ deele, dat wy een van beyden doen moeten, of dat wy innbsp;„ de Philofophie ftudeeren; of immers dat wy de Philofophienbsp;,, met eere en lof verheffen: Üp dat wy'anders niet ten' éene-,, maal afwyken, van ’t geene dat recht én eerlyk is, en vannbsp;„ de beveftigde dommigheit pvertuygt mogen worden. ” ,

Laat ons nu iets feggen, van de nbsp;nbsp;nbsp;Studiën, dat ASTRO-

is, van de Waarneeminge, Tellinge , Afmeetinge en Vefge-iykinge, van de Lichaamen, groote, beweegingen, Lichten en of/cOM.

Es. ' nbsp;nbsp;nbsp;Wer- purus.

Henil. IX. ad Pop. .Antiocba, f De Doür, Chrijl. Uh. II, cap. 29.

§ Nyiïertus de creatione bominis ö* Pbilef. lib. Fill, .tlugujl, Ub. XIL de Gen.

Pafiln amp; Ambrtfii Cbryfofiomi de opere Jex dierum : Et' pojl illos Rabanus Maurus, Anjelmus, GuUelmus Parijknfis , Vincentm Bellovdcenfis , ad hetenbsp;DeStres Sckloftici fere innumeri.

-ocr page 68-

Pialm

CXLVII.4

JeCXL: 26,

Jef.XL;i2 26.

Pfalm CXLVII:4

?f. XIX.-2 cot ö.

Pfalm CXLVIII:nbsp;3: 8.

35 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN Werkingen des Hemels en der Sterren. DeHeere hadde defenbsp;Studiën niet meerder konnen vereeren , dan met Hemfelven alsnbsp;den Hoogften Jfirononiifi of Sterrekundigen, (indien het geoor-loft is dus te fpreeken;) voor te ftellen, feggende; Hy telt hetnbsp;getal der Sterren; Hy noemtfe alk by naamen. Als meede, dat hynbsp;daarbenevens alle fchrandere Geeften en Vernuften , ja allenbsp;Menfchen , een iegelyk na fyn begrip en gelegentheit, daartoenbsp;noodigt, feggende : Heft urne eoge op om hooge , ende fiet, veienbsp;defe dingen gefchaapen heeft , die in get alle haar heyr voort brengt,nbsp;diefe alle by naaine roept, van wegens de grootheit {fyner) krachten,nbsp;ende {om dat) hy jlerk van vermoogen is, daar en wordt 'er niet eennbsp;gemijl.

Hy noodigt ons daartoe, fegge ilc, niet om uyt nieuvvsgie-righeit alles te willen weten , ’t geene wy niet in allen deele noch foo volkomen konnen weten: Want dit heeft Godt alleennbsp;• voor zich felven behouden ; of om fuik een kenniffe tot byge-loovige Voorfeggingen te misbruyken, tegens Jer. X: 2, 3.nbsp;Maar, om door behoorlyke middelen en een eerbiedig onder-‘foek, foo veel daar van te vernemen als mogelyk is 1, en datnbsp;tot onderfcheydinge van Tyden en Stonden ; ook om langs dienbsp;trappen op te klimmen , tot KennilTe en Verwonderinge van denbsp;Wysheit, Moogentheit en Schoonheit van dien Godt, die ditnbsp;alles in fuik een Ordre , Schoonheit en Volmaaktheit foo welnbsp;gefchikt heeft, om opgewekt te worden tot den Lof des Hee-ren. En wanneer men binnen defe paaien blyft , dan behoeftnbsp;men zich niet aan te trekken het gemeene feggen : Quce fupranbsp;nos, nihil nos; dat is: Wat boven ons is, dat raakt ons niet. Gelyknbsp;dan gebeurt is, dat een Oude Vrouwe eertydts denPhilofoopbnbsp;Democritus, die , terwyle hy de Sterren befchouwde, in eeneonbsp;kuyl nederftortte, daarover belpotte, om dat hy die dingen,nbsp;welke om hooge en verre van hem waren, wilde doorkyken ennbsp;cnderfoeken , en ondertulTchen niet fag , het geene ^er voornbsp;fyne voeten en naby was. Doch men moet inaate houden, ennbsp;oordeelen, dat een kleyn gedeelte der Kenniffe van de heer-

lykfte

1

Vide Jerem. XXXI: 37 XXXIII: 22. Genef.Xt^: 5. cum Hilario in Pf.CXXGl-Êf Jugujiin. de Civit. Dei, lib. XVI. eap. 23. Cmnment. in Gen. XG' lt;51

-ocr page 69-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;37

Ivkfte Lichaamen cn lichun hierboven, veele andere Weten-fchappcn en Konften verre te boven gaat. De Heere onfe Godt nu, willende ons iets van defe heerlyke Kennifle meededeelen,nbsp;heeft het Toonneel of den Schouwplaats des Hemels en vannbsp;den Tydt , als tot een vaft fondament van de JJtronomie ennbsp;Tydt-meetinge in klaare uytdrukkingen aangeweefen, wan-neerder Gen. I. 14. gefegt werdt: Godt zeyde : Dat ’er lichtennbsp;zyn in het uytfpanfel des Hemels , om fcheydinge te maaken tujjchennbsp;den Dag, ende tujjchen de Nacht; ende datje zyn tot Teekenen , endsnbsp;tot gefette Tyden , ende tot Daagen, ende Jaaren. Vergeleekennbsp;met Jer. XXXI: 35, 36. en Pf. CIV: 19-

Hierop worden voorts gevefligt, alle de andere Aflronomi- Hypathefes fche Stellingen, welke door de Schriftuure gezaayt zyn. Als,nbsp;van verfcheydene Hemelen. Hebr. IV. vergeleeken met 2 Cor. XII.

Van verfcheydene Sterren, en het verfchillende Licht in defelve.

I Cor. XV: 41. Van de Planeeten of Dviaal-Jterren, in ’t byfon-der die twee groote Lichten, Sonne en Maane. Pf CXXXVI: 7.

Ook van den Planeet, welken men Venus of Lucifer noemt. Tef.

XIV. * Van den Loop der Sonne. Pf XIX: 5, 6. Pf CIV: 22. Ecclefiaft. I: 5. Van de andere Geflerntens, welke men Fajienbsp;Sterren noemt; als Orion, Arcturus, en de Plejades of het Seven-gejiernte. Job IX: 9. vergeleeken met Jef XIII: 10. Van denbsp;Krachten der Hemelen, en de Influentien of Invloeijingen der Sterrennbsp;op de Elementen , en alle andere Lichaamen hier beneeden.

Richt. V: 20. Pf. XIX: 2. Hof II; 21, 22. enz. A£l. XIV: 17.

Van Tyden en Sayfoenen, Stonden en Uur en , faar en en Maanden,

Daagen en Nachten , Daageraadt en Scheemeringe , ïVinter en So-tner. Gen. VUI: 22. Pf CIV: 19. Joel 11: i enz. Amos IV: 13.

Matth. XXIV: 25. cap. XXVIII: 1. Marc. XVI: 2. Joh. XI: 9.

Aft. II: 15. cap. XIV: 17. en cap. XVII: 26. NnndeEcclipfen, Verduyfleringen en Taaningen , der Sonne en andere Sterren.

Job IX: 7. Jef XIII: 10. Ezech. XXXII; 7,8. Van de Jfhange-lykheit der beneedenjle van de middelfie, en van defe van de boven-jle dingen, mhsgaaders van de PFerkingen, foo wel der eenen, als der anderen, Richt. V: 20. f Hof II: 21,22. Op welken grondt

E 3 nbsp;nbsp;nbsp;ons

* Fenus of iMcifer noemt Jef. XIF;. 12.

f Fide in prteleB. Georg. Mboti egregiam explkat, Judie. V. vers 20.

-ocr page 70-

38 Vx\N DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN ons de Natuurlyke Prognojlkatien in de Schriftuure geleerc worden.'nbsp;Matth. XVI: 2, 3. Luc. XII: 55,56. vergeleekeumecGen. 1:14. :

Soo dat, niet fonder reedenen , eenige voortrelfelyke Mee-fters in defe Konfte * gaarne bekent hebben, dat men uyt de Schrifcunre de waarheit van alle JJlronomi/chs. Vondamentea kannbsp;en behoort te bewyfen , en dat de Schriftuure de veyligftenbsp;Haaven is , om uyt denfelven in de Zee der JJlronomifcbe Be-fchouwingen te Ilevenen. Om defe reeden , hebben zich denbsp;Heylige Mannen Godts in defe Befpiegelingen geoelFent; ge-lyk daar zyn Mofes, Daniel tn Salotiw. Van den Patriarchnbsp;en delfelfs Familie, hebben wy hier vooren uyt Flavius Jofephusnbsp;aanwyfingen gedaan. Defe Schryver betuygc f van Abraham,nbsp;dat hy in den Loop der Sterren bedreeven was, en de Egypte-naars eerll daarin onderweefen heeft. Hy legt verder : Dat denbsp;Patriarchen voor de Sondtvloet, onder de Menfchen d’eerfte Uy t-vinders van de Afironomia of Sterrekunde en van de Geometrianbsp;of Meetkunde geweeftzyn, en dat Godt haar tot dien eynde ooknbsp;fuik eenen hoogen Ouderdom en Leef-tydt verleent heeft. Denbsp;Leeraars van de Oude Kerk , hebben van defe Konft meedenbsp;niet vreemdt geweell, gelyk men uyt haare Schriften.kanlien,nbsp;die zy over de eerlle Capittelen van Genefis gefchreven hebben.nbsp;Ja onder haar zyn ’er eenige, welke een Kort Begrip of Inley-dinge tot denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hebben nagelaaten. Veele andere Theor

loganten , die na haar geleeft hebben , foo wel in d’oude , als in onfe tyden , hebben aan defe Konfl de handt gehouden, janbsp;fommige hebbenfe met haare Obfervatien of Waarneemingen,nbsp;en andere Schriften niet weinig verrykt g: Want zy faagennbsp;Jof. X;23.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fonder derfelver behulpe, veele Plaatfen der Schrif-

XXXVIII: nbsp;nbsp;nbsp;gevoeglyk verklaart konden worden;; gelyk daar

8. nbsp;nbsp;nbsp;zyn , van het Jtille Jlaan der Sonne ; van derfelver achterwaarts

Exod. X: keeren van haar Ferduyjïeringe in Egypten , en ten tyde van Lyden ; benelFens meer andere hier vooren verhaalt.

XXVli:4S-

* MeflUnus in prcefat. AJlrtn. Keplerus in paralip, ad Vitell. Lydiat. allii^^^ anmtati in Tberfite., p. 258.

J Antiquit. lib. I. cap. rs £ƒ 16. Ibid. cap. amp;.

j Als daar zyn, Cajgiodorus, Petr. de Aliaco, Gerfon, Cirvellus, Maurolydns, Munfterus, MelantbQu , Marinus Merjemus , Scultetus , Pitifm, BaranzMus,nbsp;Lambergius, enz.

-ocr page 71-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;39

Behalven noch , dat de Schriftuurlyke Tydtreekeninge , of Chronologie^ micsgaaders die van de Feejlen der ^ooden, derfelvernbsp;Nieu'we-Maanen , Jubileën , Pa/i^a-houden, en voorts derfelvernbsp;geheele Almanak ,• benefFens de Uytreekeninge der Weeken vannbsp;Daniël; ook de tydt van den handel en wandel Chrifti hier opnbsp;Aarde, niet opgemaakt kan worden, fonder den vallen Grondtnbsp;der Solflitienoi Sonnen-wendingen en EccHpfen, dewelke door denbsp;AJtronomia geleert moeten worden Soo dat Clemens Alexan-drinus f- defe Konft den Chriftenen te recht aanpryft , „ alsnbsp;„ handelende, van de Geftalte der Wereldt, van den Omloopnbsp;„ des Hemels , en van de Beweeginge der Sterren ; tot denbsp;„ Scheppende Kracht Godts de Ziele naader opleydende, ennbsp;s, ons de Tyden de Veranderingen van de Lucht, en dennbsp;„ Op- en Ondergang der Sterren , gemakkelyk verllaan lee-j, rende. ” Augujiinus § fegt: „ Dat’er in de Konfiie dernbsp;,gt; Sterrekykers, met geen bondige reedenen iets beweefen, ofnbsp;,, door klaarblykelyke ondervindinge bevonden is, ’tgeene vannbsp;,, de Goddelyke Schriftuure verfchilt , of defelve tegen is janbsp;„ dat de meelle Leerftukken der AJlronomie, met defelve fêernbsp;„ wonderlyk overeenkomen.

De PerfpeSlive of Doorficht-Konfl, met den aankleeve van dien, optica , kan niemandt verwerpelyk zyn, welke de fchoone en vermaa-GNOMOnbsp;kelyke Schepfelen Godts , het Gcfichte en fyne Dogen, flechtsnbsp;lief heeft. ’tGeene dat men eygentlyk fiet, daar meede menRicA.nbsp;fiet, en waardoor men fiet, is gefaamentlyk van den Opper-ften Werkmeefler; te weten, het Licht, Gen. I: 3, 15. de ver-fchillende Ver-men , Matth. VI: 29, 30. de Lucht en ’t fVater,

Gen. I: 6. en het Doge. Pf. XCIV: 9. De Heere felve noodigt ons , Gen. XV: 5, en Jef. XL: 26. om hooge te Jien. En de Per-fpeSihe-KonJi is daartoe nuttelyk , om toe te fien, hoe dat wynbsp;üen? Hoe wonderbaarlyk is immers de Natuure, de Verfprey-dinge , de Doordringinge, de Beweeginge, de Werkinge, en

de

* Vide Munjieri Kalend. Helr. Item Lifputatior.es Chronologicas Senligeri,

Capelli, Calvijii, Mercatoris , Lpdiat. TemtiirarU, Clavü , Paul. ab Adenflet.

Dêckerii, Brougbtoni, Helvici, LanshergU.

t Smm. lib, VI. pag. 475. g Lib. II- de Genef. ad liter, cap. 9.

-ocr page 72-

Jac. I; i7-i Tim. VI: llt;5.

40 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN de Krachc van het Licht? Hoe aangenaam is het, daarin eenig-fints te aanfchoLiwen, dien Fader der Lichten, die een Ontoegan-gelyk Licht bewoont ? En van dit Licht, geeft de Heylige Schriftnbsp;ons meenigmaalen gelegenheit, om daaraan te denken , ennbsp;daarvan foo veel te begrypen , als ons eenigflnts begrypelyknbsp;is. Leeft onder anderen Gen. I; 3, 14. Exod. X: 23. 2 Sam.nbsp;XXIII: 4- Job XXXVIII: 19, 20. Pf. CIV: 2. Prov. IV: ig.nbsp;Eccleh XI: 7. Dan. XII: 3. Hof. VI: 5. van de DuyJlerniJJen,nbsp;van de Schaduwen , van de Scheemeringen of Twyfel-Lichten , vinden wy iets, Gen. I: z. Exod. X; 21,22. Richt. IX: 36. Pfnbsp;LXXX; ii. Item CII: 12 en CXLIV: 4. Cant. II; 17. Van denbsp;lieflyke en verfchillende Ferwen , kan men bequaamelyk overdenken , Cant. V: 10 tot 15. Thren. IV: 7. Matth. XVII. 2.nbsp;Mare IX: 3. Apoc. I: 14. en XXI: 19,20.

Cotoptrka.

Mefoptica.

De verfchillende foorten van:het Sien, zyn daarin ook niet vergeten. Yz.n de Reflexie, of weêrftuytinge overdenkt i Cor.nbsp;XIII: 12. en 2 Cor. lil: i8- Jac. I: 23. Beyde de Reflexie ofnbsp;Verbuyginge , en de Refratïie of Verbreekinge in het Ilen,nbsp;komt ons voor in den Reegenboog. Gen. IX; 13,14. Apoc.IV; 3.nbsp;en X: I. en over de Feederen der Duyven, is Pfalm LXVIII; 14.

Scioterka. gefchreven 1. Van de Sonne-wyfers en derfelver maakfel, is ons meede wat voorgeftelc, Jef. XXXVIII: 8. vergeleeken metnbsp;2 Reg. XX: 9 tot ii. daar de Sebaduwe op den Sonne-wyfer vannbsp;Achaz, achterwaarts gegaan is.

Daar zyn ook eenige Schrifmur-Texten, die men allerbeft door behulp van de PerfpeStive kan verklaaren. By voorbeeldtnbsp;Luc. XXIV: 16. Haare Gogen wier den gehouden, dat zy hem niet ennbsp;kenden; en Joh. XX: 15. Zy meende, dat het de Hovenier was f.nbsp;Hier over werdt gereedentwift, hoedaanig dit te verftaan zy?nbsp;De Vyanden van het Chrillen-Geloove, Lucianus en Porphyrias,nbsp;zeyden eertyds :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, Dat Chrijlus een Proteus, dat is , een

„ Goochelaar was. ” Andere fouden heedendaags gaarne ver-anderinge in Chrijli Lichaam Ibeken. Doch de naafte opening^ daartoe geeft ons de PerfpeStive aan de handt, als ons leerende jnbsp;dat ’er verfcheyde Fallacies of Feylen in 't lien zyn j waar'^^^

1

Vide Lorini Comment, ad Pf. LXVIII.

f Vide Au%uflin, de confenf. Emngel. lib, UI, cap, 25.

-ocr page 73-

EN S C H O O L E N. nbsp;nbsp;nbsp;41

de Oorfaaken aangeweefen worden , fonder dat daarom de Lichaamen , welke gefien worden , omtrent haar Natuure ofnbsp;natuurlyke Eygenfchappen veranderen. Dus kan dan Godc denbsp;Heere, het zy in ’t midden waardoor men fiet, of in de fien-lyke Gedaanceiis , Specien en Verfchynfelen , of in de Oogennbsp;des Sienders, of in alle te gelyk, op een wonderdaadige wyfenbsp;wel eenige veranderinge maaken. Üyt hoofde van defelve Konftc,nbsp;fal men openinge vinden, tot ophelderinge van ’t geene mennbsp;leeft Num, XXll: 27,31. * en zReg. Ill: 22, 23.

De goedtheit en nuttigheit van de Tel-Konjl^ leert ons Godt ARITH-de Heere , wanneer hy zich zelven het Tellen toefchryft.

XIV: 5. Pf. LVI: 9. en CXLVII: 4. Matth. X: 30. Dewylehy alles in getalle gefchaapen heeft, ook den Menfchen het Tellen,nbsp;als een byfondere Gaave gegeven en geleert heeft. Daarom heeftnbsp;hy ook in de H. Schrift verfcheyde Tel-ftukken laaten befchry-ven ; gelyk onder anderen, in het Vierde Boek Mojis, cap. I.nbsp;de Optellinge en Somma van het gantfche Leeger der Ifraëliten,nbsp;feshondert en drie duyfendt, vyfhondert en vyftig. Allbo ook de^'-}'''-1; 4S-Somma der Eerjlgeboorene en der Leviten in ’t lilde CapitteT,]^’^^'nbsp;en van de Lecgeringen in de Woeftyne, Cap. XKXIIL Waarom ib.’xxxi'd;nbsp;ook het voornoemde Boek door de Grkkjche en Latynfche Over-i. enz.nbsp;fetters Tellingen genoemt is. „ Het Boek Numeri, (fegt Hiero-nymus f,) begrypt het niet de verborgentheeden van de ge-)gt; heele Telkonft, {Arithmetice,) en de Prophecye van Bilelim,

en de twee en veertig Verblyfplaatfen in de Woeftyne?”

Diergelyke Stoffen ontmoetten wy Exod. XXXVIII. Num.

XXVI. I Paral. XXVII. Ezra II. Apoc. VII: 4 tot S. en elders.

Genef. VI: 15. is het onderwerp van een Multiplicatie of Ver-meenigvuldiginge , g wordende daardoor de ruymte der Arke uytgevonden, om alle de Beeften enz. daarin te konnen bergen.

E)oor Divifie , kan men ook uytreekenen , den tydt der Bedie-ninge van de Priefterep in ieder Jaar. By voorbeeldt van Za-charias, by Lucas I: 8, 23. en dat uyc i Paral. XXIV. wanneer

F nbsp;nbsp;nbsp;men

* Vide Comment. Corn, a L^pida ad Num. XXII: 27.

I InProleg. Caleat. c. 7.

g Drie honden Ellen de lengte , gemultipliceert met vyftig de hreette, en het komende met dertig di hoogte, komt daarvoor vier bondert en vyftig duyfendt Ellen.

-ocr page 74-

43 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN nien de Daagen van het Jaar door Vierentwintig afdeelt. Daarnbsp;vak ook vry wat op te merken , over Apoc. XIII; 17,18-cap. XV: 2. van het Getal des Beejls, zynde het Getal eenes Menfchen.

Daar zyn verfcheyde Schrifcuur-Plaatfen , tot welker Uytleg-ginge de huipe van de Reekenkonji vereyfcht werdt; voornaa-menclyk fulke , in welke van de Chronologie of Tydt-Reekeninge, en van Genealogien of Geflacht-Reekeningen gehandelt wordt;nbsp;ais Gen. V; i. Par. ItotX. Dan. IX; 24,25. Matth. I: i tot 18.nbsp;Aél. VII: 6:14. en cap. XIII: 20. fonder defelve Telkonft kannbsp;men de Vergelykingen en RediiStien derMaaten, Ellen, Gemcbtennbsp;en Munten in de Heylige Schriftuure niet verrichten, van welkenbsp;op foo veele plaatfen werdt gewag gemaakt : Onder anderennbsp;Gen. VI: I. Exod. XXVI. cap. XXVII.XXX: 13. encap.XXXVInbsp;tot XXXVIII. Lev. XXVil: 25. Num. III: 47. i Reg. VI ennbsp;VII. Ezech. XL. en cap. XLV: ii, 12. enz. waarom de Uyt-leggers der Heylige Schrift en andere Geleerde Mannen ennbsp;Theologanten louter gearbeydt, en geheele Traftaaten daarnbsp;van gefchreven hebben foo dat men niet behoeft te denken,nbsp;dat dit niet'ge Studiën en Tydt-verquiftingen zyn. Geheel anders hebben de oude Leeraars daarvan geöordeelti ahNyJJenus,nbsp;(hiervooren aangehaaltj) Ircneus , Tertullianus en Hieronymus,nbsp;die vervolgens fullen genieldt worden en CaJJiodorus, welkenbsp;felfs de Cylfer-konfb befchreven heeft.

GEOME-TRIA , STATICA,

Van de Meet-kunde, de Weeg konfi^ en de Boim-kunde, heeft Godt, als deOudtfte ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ArchiteB of Werkmeefter,

IVIECHA- Elementen en de Stoffen eerft aan de handt gegeven f, toen NICA, Jeu Hy de JVaateren met Jynen vuyft heeft gemeeten , ende van de Heeme-ARCHI- lenmet de /panne de maate genomen, ende heeft met eenen drieling het

hegreepen , ende de bergen gewoogen in een waage, Jef XL: 12.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heuvelen in eene weegfchaale. Soo dat Godt de Heere wel

’ te recht de groote Meeter , Weeger , en Bouwmeefler ge-noemt mag worden; Bygevolge, gelyk het volmaaktfle in eiken foort en Ipetie van faaken altydt de Maate en de Reegel

van

* Buddiius, Geor. Agricola, Troftius , ^Iciatus, Portiis , Scaliger, SneUiur gt; iVaJerus, Jac. Capellus, ^dngehcrator, Mariana , Gr. Sepjius, Villalpandi^nbsp;Ezecbielem, ^c.

I Sist Frov. Fin. 27. è? Job XXXFIll 4. enz.

-ocr page 75-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;43

van de andere is; alfoo moeten wy ook denken, dat Godt de Heere, met en’in fyne werken, het Model eii Exemplaar vannbsp;alle Wiskonftige Meetinge , Gewicht en Bouwinge is. Soo datnbsp;(de faake wel begreepen zynde,) de Philofooph Plato * feer geeflignbsp;gefegt heeft: Dat Godt altydt csffert en meet, of meetkundig werkt.

Om alle de deelen der Wereldt niet te doorloopen, laat de Menfche zich felven flechts aanfchouwen , als zynde de klcymnbsp;Wereldt. In fyn lichaam ontmoet hy een welgepafte en volmaakte Afmeetinge en Proportie of Evenreedigheit; en daaromnbsp;hebben felfs de befte Meefters in defe konften wel durven fchry-ven, dat geen Gebouw of Huys eenige Proportie kon hebben,nbsp;dan by aldien het net overeenkomt met de leeden van een welgemaakt Menfche f. Het Gebouw der Arke hadde defelve Proportie , als ’er in ’s Menfchen lichaam is , gelyk Jugiijtinus ennbsp;Ambrofius hebben aangemerkt :j:. Dit lichaam nu des Menfchen, q^^xiX-heeft Godt de Heere dus gebouwt en toegeftelt.

Daarenboven , foo heeft Godt den Menfchen defe konften felve geleertj en door gewoone behulpfelen en licht denfelvennbsp;ingeplant. Ja hy heeft ook aan eenige, op een buytengewoonenbsp;wyfe, door fynenGeeft, het Voorfchrift en de Grondt-Teeke-ninge van fulke Werken geopenbaart; als aan Mofes, David ennbsp;Salomo. Andere heeft hy met Wysheit, Verftandt en KennilTenbsp;vervult, om diergelyke werken na de gemelde Voorfchriftennbsp;op een Wiskonftige wyfe te maaken. Als Nodch, Gen. Vl: 14, 15.

Bezaleel, van wien men Exod. XXXI: 2 tot 5, leeft; welke dan in defe deelen voor geenen Arebytas Tarentinus, noch Archimedes,nbsp;noch. Proclus, noch andere Wiskonftenaars of Ingenieurs, hebben behoeven te fwichten.

Om ook defe Wetenfehappen ons fmaakelyk te maaken, heeft de Heylige Geeft meenigmaalen, als in het voorbygaan, of bynbsp;wyfe van Gelykeniflè , de Termen en Hukken derfelven, te pasnbsp;gebragt. Onder anderen Eph. III: ig. worden ons alle de Gedaanten van Grootens, of alle de Dimenfien indachtig gemaakt.

* Refert Plutarchus in conviv. lib. VIll cap. 2.

¦j- Vitruvins de .drehiteSura, lib. Ill cap. 1. i Augufiiru lib. XF. de Civit. Dei, cap, 26. Amhtftus de Area l.

T 2 nbsp;nbsp;nbsp;Ja

I. c. 4.

-ocr page 76-

44. VAN DE NÖTTIGHEIT DER AKADEMIEN Ja Ply heeft met opfet, geheele Geometrifche en Mechanifcht Be-ichryvingen , Afteekeningen en Werkingen in de Schriftuurenbsp;willen voegenals van de Jrke, Gen. VI: i f. van den Tabernakel, Exod. XXVI tot XXVIII. van dm. Tempel, i Reg. VI ennbsp;VIL en voornamentlyk Ezechiel XL tot XLV. van het Aardt-fche Jerufakm, Neh. III. en van ’t Hemelfcbe of Nieuwe Jerufa-knif Apoc. XXL

Indien eenige Konfte, van wegens derfelver Uytvinder, Au-theur en Meefter,welke defelve behandelt, ooytgeachtwierdt, foo behoort men defe in waarde te houden, welkers oorfprongnbsp;niemandt dan Godt kan toegefchreven worden. Van defennbsp;hebbenfe Seth, Abraham,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Jofua, David, Salomo, Bezaleel

en ZoTobabel ontfangen, en het geene zy daar van geweeten of vermogt hebben*.

ARCHl-

TECTU-

RA MILI

TARIS amp;

CASTRA-

META-

TIO.

Wy bevinden meede, dat defe Konden merkeljk dienftig zyn, tot een volkomender Verklaaringe der Schriftuure, foo welnbsp;van de Plaatfen hier vooren gemeldt, als van meer andere. Denbsp;Meeftcrs van defe Konden, hebben de handen der Theologantennbsp;meenigmaalen verderkt, om fulke Texten foo veel te beter tenbsp;verhandelen. Ondertuflchen hebben de Theologanten, ook nietnbsp;nagelaaten , om defe Konden meede teleeren , en alfoo uythaarnbsp;eygene oogen te den ; gelyk derfelver Commentarien of Verklaa-ringen, en andere fchriften daar van tot getuygeniffedrekkenf.

Wy voegen hier noch by, dat de Sterkten-bouwinge, het Naderen of Approcheeren , het Influyten, het Beleegeren , en diergely-ken , in de Boeken der Oorloogen Godts, dat is, in de Boeken des Ouden Tedaments, meenigmaal aangehaalt worden. Alsnbsp;Richt.IX:48, f2. 2Sam. XI: ij. aParal. XIV: 7. en XXVI; ifnbsp;Ezech. XVII: 17. Siet ook onder anderen Luc. XIX: 43. j ennbsp;XXL 20. en leed daar by Flavius Jofephus van de Joodtfche Oorloogen, in ’t FIde Boek, Cap. ii tot 14. Wil men eens naden.,nbsp;het fatfoen van het Campeeren of Veldtleeger-flaan, itemvanhetnbsp;Opbreeken en ovdentlyk Marcheeren des Leegers, men leefeNum-

II en X.

* Tob. Buteo Mathematicus in TraB. de Arce dimenjione.

t Jac. Capell. Hipor. pag. 29, 30. hfr. Arias Montan. in ArchiteB. Sacr- VH-Islpandus in Ezechiel.

J Vide ad Luc. XIX: 4.3. Verfionsm Arabic, f? notas Ltid. de Dieu.

-ocr page 77-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;45

I[ en X. daar vindt men alle de Qiiarderen ordentlyk afgeftoo-ken, alle de Trouppen verdeelt, en alles in fuik een goeden ordre, dat men oorfaak heeft van geen minder vermaak daarnbsp;in te fcheppen, dan in het aanfehouwen van de Cajlrametatien ofnbsp;Leeger-meetingen en Krygs-Tochten der Oude Romeynen, vannbsp;welke inde Boeken van Polybius, Fegetius en diergelyken werdtnbsp;gewag gemaakt *. Wel te recht hebben dan Clemens Alexandri-nus, Ireneus, Tertullianus, Nyjjenius, en andere hier vooren ge-noemt , de Geometrie of Meetkunde onder de goede Konften ennbsp;Wetenfehappen gereekent, welke den Menfche nuttelyk zyn.

Daarom hebben ook fommige, foo wel oude als laatere Theologanten , fiende de nuttigheit defer Konfte, haar felven daar in geoeffent, ja felfs eenige Schriften daar van nagelaaten f, omnbsp;anderen voor te gaan , en haar tot defelve op te leyden.

De Cosmographie of IVereldt-Befchryvinge, konnen wy niet ou-COSMO-der, noch ook feekerder hebben, dan Genefis I. waar uyt daar-om ook alle Wereldt-Belchryvers haare beginlelen moeten haa- ^ len, omdegroote, Situatie, ftandt of gelegenheit, en de dee-len der Wereldt te onderfoeken. Elders vindt men iets, hetnbsp;geene de algemeene Befchryvinge van den Aardtboodem betreft ; als, van derfelver grondt; van haare eynden en bepaalingen;nbsp;van haare Streeken cn Gezveften. Als Job XXXVIII: 4, 5, ö. Pfnbsp;LXXII: 8 tot 10. LXXXIX: 12, 13. CIII: ii, 12. en CIV: 5.

Eccl. I: 6. Van haaren Oinloop, Cirkel en Compas, Jef XL: 22.

Tot een byfondere Befchryvinge ftrekt ons de Kaart van het Paradys, Gen. IL f Na de Sondtvloet zyn de Landen van nieuwsnbsp;gecarteert, en onder de Nakomelingen van IKoach verdeelt; daarnbsp;van men kan naleefen Gen. X. vergeleeken met Acl. XVII: 26.

In de uytdeelinge van ’t Landt Canaan, Jof. XIV tot XIX. verhaalt, worden formeele Landt-kaarten gemaakt, met bepaalingen, aan-grenfmgen, lengtens en breetens der Plaatfen. By de Euange-liften vindt men een nieuwe Carteeringe van het Landt Canaan, ge-lyk het felve ten tyde van Chrijlus was.

F 3 nbsp;nbsp;nbsp;De

* Polybius Hifi, lib. VI. Vegstius lib. 111 cap. 6.

VideGeemetr. CaJJiodori, Nicol. de Orbellis, Fitifci, Lambergii, Wc.

4 Vergilykt bier meede Ezeeb. XLV, XLVll en XLVIII.

-ocr page 78-

46 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN

TOlPO nbsp;nbsp;nbsp;T)q hyfbndere Befchryvingen van Plaatfen^ alsFelden^ Valleyen,

-Bergra, Rotfen, JVilderniffen, Steeden amp;n. Geboimen, zyn foo veel-Drogra nbsp;nbsp;nbsp;in de Heylige Schriftuure, dat men daar vaneen byfon-

PHIA. der JVoorden-Boek of Didtionarium foude moeten maaken, indien menfe alle wilde verhaalen *. Hierby komt noch, de Befchry-v'mge. de.x Waateren-, alsZem, Rivieren, Meeren, Beeken en Fon-teynen. SieC Gen. I: 9,10. en Cap. VII: ii, 19. Exod. XIV: 21,nbsp;22. Jof III: 15, 16, 17. Job XXXVIII: 8 tot ir. Pf. CIV: 6 totnbsp;10. en CVII: 35. Eed. I: 7. Luc. V: i. en VIII: 22.

Modoepori De Handelingen der Jpojiekn, zyn ten meeften deele als een cum,vellti. geduurig Itinerariuni of Reys-boek va.n den Heyligen Apollel Paii-fwranim.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;XXVII en XXVIIIIle Capittel hebben wy een Pas-

kaart, en eenfraay Model, immers een goedt gedeelte van den Spiegel der Zeevaart. Soo dat iemandt zich , fonder hulpe vannbsp;defe Konften en Wetenfehappen, tot geleerde en grondige Ver-hlaaringe van veele Schriftuur-plaatfen begevende , even foonbsp;veel doedt als de geene, die een lange reyfe fonder reys-geldtnbsp;aanvaart. Dierhalven moet men by zich wel in achtinge houden,nbsp;alle de Meefters , welke in fulke noodige Konften gearbeydt hebben ; in ’t byfonder de geene f, welke haar Talent belleet hebben , tot vercieringe van ’t Heyligdom der Schriftuure, en totnbsp;befchryvinge van ’t Heylige Landt f. Daar zyn ook Theologanten geweeft, welke de nuttigheit defer Konften foo verre hebben ingefien, dat zy niet alleen proeven van haare Wetenfehap,nbsp;in het verklaaren van de H Schriftuure, maar ook anderfintsnbsp;ons hebben nagelaaten.

MUSICA. De Mufyke of Sang-konfte, heeft Godt de Heere haar plaatfe gegeven in den Ceremonieelen Godtsdienft des Ouden Tefta-rnents. Dit werk was den Levyten aanbevoolen , ja felfs dennbsp;foodaanigen onder haar, die met den Prophetifchen Geeft begaaft

geweeft

* Siet onder anderen Gen. VIL 19, lo. en cap. Fill: 4, Si n- Fhm.XXXlIL.

I enz. 1 Reg. VI en P'II. Neb. UI. jonalIL^, 4. nbsp;nbsp;nbsp;^

f Andr. Majitisin Commentary ad 'Jofuctm ^Ortelius viTbefnuroGeograpb. JEytJtnger pecuL Traêt. Mercator, in Athnte. Mde ex Tbeologis Jriam Mentanumtnbsp;jidricbomium , Petrum Plancium. Nee preeter eunda Mappa Hebraka judieinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

redam. Abraham Zaddik.

f Eujiatii Arcbiepifc. Tbejjalanic. Comm. in Dio}iyf. periegeren. Lamh. Danm Geograpb. Poëtica, GuU.Stuckiicomm. inArriani periplos maris Èuxini^Erytbrau

-ocr page 79-

EN SCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;47

geweeft zyn ; als ^faph, 2 Paral. XXIX: 30. en Heman, i Par.

XXV: 5- l ot verftandt van eenige plaatlen in de Pfalmen, van den groeten Propheet David, is het, dat defe konfl te pas komt.

Uyt haare gronden kan men verneemen , wat een Schetninith , dat is , een 0£tave, of een Achteling , of een Jlitk met achten is;

I Paral. XV: ai.Pf. VI: r. wat de beteekenifle van andere Too-nen en Wyfen van Liederen is ; als meede het onderfcheydt van eenige Mnfikaale Injlrumenten , i Paral. XV: 16. Pf. XXXIII: 2,

3. en CL: 3, 4,5. 1 Cor. XIV: 7, g. Den aardt en de kracht der Mufyke , omtrent de Sinnen en Herts - tochten des Menfchen ,nbsp;geeft ons de Geel! Godts te bedenken, i Sam. XVI: 23. ennbsp;2Reg. Ill: 15, Clemens Alexandrinus heeft de nuttigheit defer konjienbsp;feer breedt verheven *, doch deflelfs woorden fouden te langnbsp;vallen hier aan te haaien. Diergelyken hebben ook gedaan Au'^nbsp;giijiiniis en Casfiodonis, ja felfs geheele Boeken van de Mufykenbsp;gefchreven.

De DialeBica of Reechnkonjl, kan geen reedefyk Menfche ver-LOGICA werpen i“. Delelve leert , hoe men alle dingen recht fal ver-of DIAnbsp;Haan en begrypen, ook bepaalen en befchryven, en van mal-l-l^vriCA,nbsp;kander wel onderfcheyden; alle Spreuken en Sententien wel be pjjysica'nbsp;paaien, inhaaien, en omfchryven j eygentlyk en duidelyk allesnbsp;fpreeken en oordeelen, met goede en vafte Reedenen of Argumenten de waarheit daar van bewyfen en befluyten ; de valfchenbsp;Meeningen wederleggen; verkeerde Argumenten achterhaalen ennbsp;oploopen; en voorts alles ordentlyk verhandelen. Dus is dannbsp;defe Konfl: de algemeene Sleutel, en een Inflrument tot allenbsp;Studiën en Wetenfehappen. Waarom eertydts een vermaardtnbsp;Man f te recht van haar gefegt heeft: „ Dat Menfchen, welkenbsp;,, Wetenfehap fonder Dialeëtka befitten, het vuurgelyk zyn, ’tnbsp;,, geene brant, fonder het te w^eten.” Om de getuygeniflen vannbsp;Hieronymus en andere Leeraars § thans voorby te gaan, laat onsnbsp;Hechts hooren, hoedaanig de voortreffelyke Man Godts Augufii-nus ons defe konfl aanbeveelt: ,, Zyis, (fegthy,) de Wysheit

jgt; belve,

? In otrom, lih. VL pag. 474. f Hieronym. in Ezeeb. cap. 25.

^IhCTtus IMagniis. inL Topic. cap. 3*

f Contra Academ. lib. IIL cap. 3. lih. 11 de Doür. Chrijï. c. 31. lih. I ^^efconium, cap. 14; zo. Tick ^ Bez^s preef, ad Ifagog, Dancsi,

-ocr page 80-

, i:


Mi

4§ VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN „ felve , of immers is zy het geene, fonder’t welke de Wysheitnbsp;j, nietzyn kan.” En elders: ,, Defe konfte, óit men DialeStkanbsp;), noemt, enz. heeft de Chriftelyke Religie nooyt gefchroonac jnbsp;j, of daarvan af keerig geweeft. ” Noch elders: „ Zy vermag veel,nbsp;„ om allerleye queflien , die in de Schrifcuure zyn, op te lollen. ”nbsp;Het gebruyk van de Injlrumenten defer Konlte, werdt in denbsp;ontleedinge en openinge der Schrifcuure , van alle Theologantennbsp;aangeweefen, en ’t is onnoodig daarvan eenige proeven te tcc-nen *. Hoe vaardig en welbedreven die geene daarin moetennbsp;wefen , welke de Schriftuure verhandelen , leert de Heyligenbsp;2Tim.II;i5. y^poffel Pazc/ar, wanneer hy vereyfcht: Dat een Leeraarhet zvoordtnbsp;der fVaarheit recht moet fnyden. Dit nu kan hy niet wel doen, tennbsp;zy dat hyhet felve Inftrument gcbruykt, met het welke het isnbsp;t’zaamengeftelt. Dat dit nu de DialeStica is, kan men uyt Matth.nbsp;XXII. Aélor. XVII. en ontallyke andere plaatfen meer, met dennbsp;ouden Kerken-leeraar Auguflinus belluyten; welke ook krachtignbsp;beweert, dat Paulus een groot DiaMkus geweeft is. De gemelde Aiigujiinus heeft meede Boeken in defe Konft befchreven,nbsp;die noch in handen zyn. Syn voorbeeldt hebben Damafcenus, ennbsp;andere, foo oude als hedensdaagfche Theologanten nagevolgtf.

By de Reedenkaavelinge of DialeStica, voegen wy de Wee-fens-konfte, Metaphyjica of de Over-natuur-kunde genoemt; handelende, van de Natuur en Eygenfchappen der dingen in ’t gros of in ’t,algemeen, en van alle wyfen of manieren, dewelke en opnbsp;welke men daar van kan denken, begrypen of Ipreeken j als:nbsp;Weefen en Weefentheit, Eenheit, Verfcheidenheit, Goedtheit,nbsp;Waarheit, Volmaaktheit, Oorfaake en Werkfaamheit, Geduu-righeit,’t zy Tydt of Eeuwigheit .Eenvoudigheit en Compofitie oinbsp;t’Zaamenftellinge, Noodtfaakelykheit, Gebeurlykheit, Mooge-lykheic ,SubJlantie, offelfs beftaandenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Jccidentie oi Toc-

valligheit, nbsp;nbsp;nbsp;of Hoedaanigheit; enz. Dat nu defe Termen

en begrippen', in de Wysheit van Goddelyke en Menfchelyke

dingen

Difinitio , Divi/td , Limitatio enmtintiones , SyHogismm . Induamp;io , Soritus , Mstbodiis: Siet van elks een Exempel, i Joh. lil: 4. i Cor. XF: 39,40,40nbsp;VIL II, 13- en Fill; 30. Hebr. XI en VI: I, 2,nbsp;j- Fr.eter Scbolaflkos, Urfinus, Pifcator, Farms, Folanus, Sturmiusgt; Stuge-lius, üanms, Amefius, Sc-

-ocr page 81-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;49

öingen te pas komen, is klaar, en heeft geen bewys noodig, gelyk dat ook hier eygentlyk ons werk niet is. Dies geef iknbsp;Hechts aan de liefhebbers van Godts Woordt te bedenken, hoenbsp;dikwils fulke Termen in Godts Woordt voorkomen, en hoe be-quaamelyk dat men , door behulpe van defelve , veele Paflagiennbsp;der Schriftuure, tegens alle vyanden enfpotters, welke defelvenbsp;Ibeken te achterhaaien, kan voorftaan en verklaaren * ?

Daar zyn ook eenige van de noodtfaakelykfte jtiikken onfes GeloofSy die door den dienft van defe konfte merkelyk onder-fleunt worden, tegens alle nieuwigheeden en bedorvene reedennbsp;en fubtiliteiten van de valfchelyke genoemde Wysheit; als, vannbsp;de Goddelyke Natuure ¦) Eygenfchappen, Perfoonen en Werken', vannbsp;Chrijlus Immanuel, Godt en Menfche in een Perfoon; van denbsp;goede en quaade Engelen; van de Sonde, en de Foor/ienigheitGodtsnbsp;omtrent de Sonde; van de Predejlinatie, de Werkingen van Godtsnbsp;Genaade in en met den wille des Menfchen; van de Opftandmgenbsp;des Vleefche%; van de Trans/ubjlantiatie; amp;c. waar van de diep-finnige Disputen van Auguftinus tegens de Maniche'én, Arrianen,nbsp;Pelagianen, en de Schriften der heedensdaagfche Theologantennbsp;tegens verfcheyde Dwaal-geeften, in ’t byfonder de Socinianen,nbsp;tot overvloedige getuygeniflen ftrekken f.

Het Critifeeren, dat is, het naauwe oordeelen en acht geven op CRITICA, allerhande Schryvers, Gedichten , Traftaaten en Boeken, der-felver StoflFe of Materie, mitsgaaders haaren flyl,.ordre, ilel-linge, en beleydt; ja felfs de letteren , fyllaben en woorden fcher-pelyk te keuren, te weegen en te tellen; dit alles is een voor-deelige OelFeninge, ook in fommige gelegentheeden een noodt-faakelyk werk. Sonder dele kond foude men de Schriften vannbsp;allerleye konflen, en in ’t byfonder de Boeken , Papieren, Stukken en GelchiedenilTen van d’oude Leeraars en Conciliën nietnbsp;konnen bewaaren, noch de rechte ftukken van de nagemaakte ,nbsp;noch de deiigdelyke Copyen en uytgiften van de bedorvene of

G nbsp;nbsp;nbsp;ver-

* Alf Matth. Ilh g. en XIX: 17. Gal. IE: 8. Apoc. I: 8- vergeleeken met Exod.

IILtA- iJob.lF: 8- Rom.XFL^i. Lite. XXII 22. vergeleeken met AB. /K-28.

1 Vide, prester Scholajlicos , Plefyum de vritate Rsligignis Chrillinnee , Z(in-chium de Natura Dei tribus Elobim, Fr. Junii Scripta eknUica, ^Amefii,

Fèrrii, Zadeelis, Broeckeri, Job.Jiinii, amp;‘c.

-ocr page 82-

LINGUA

IIEBREA,

rum CH AL-

DAICA,

SYRIACA,

ARABICA.

Nuttigheit

van deHe

breeuwfche

Taaie;

50 VAN DE NUTTIGHEIT DER AiCADEMlEN vervalfchte, konnen onderfcheyden. Hoe foude men fonder dienbsp;de Heylige Schrifcuure in haar geheel en fuyver dus lange behouden hebben, ofnoch verder konnen behouden, tuffehenfoonbsp;veele liften der Ketteren en verfaymeniften der Uytfchryveren?nbsp;Het is niet vreemdt, dat defe Konfte door fommige Geleerdenbsp;Mannen van Ezra, dien grooten Wetgeleerden en Cruicus, af-geleydt werdt1. Welke voetftappen de oudtfte Leeraars dernbsp;Jooden, met fuik een Religieufe neerftigheit hebben nagevolgt,nbsp;datzy niet een poftuure van een letter, noch een ftipken,nochnbsp;eenige dikte of dunte ongemerkt voorby hebben laaten gaan;nbsp;foo datfe, om de Schriftuure te beter ongefchonden te bewaa-ren, alle de Letteren en Syllaben hebben getelt, en daaromnbsp;ook Letter-Telders genoemt zyn.

Van de kennifle der Taa/w, behoeft men niet veel te feggen. Op de Akademien worden ’er drie geleert, welke men Cardina-les oiHooft-Taakn noemt, fonder welke geen volkomen Geleert-heit onder de Menfcben beftaan, noch onderhouden kan worden.

De Hebreeuwfehe Taak plagt men niet onbeqtiaamelyk de Heylige Taak te noemen; dewyle Godt felve in dele tot de Patriarchen en Propheten gelprooken heeft, en de Verborgentheden des Geloofs in defelve doen befchryven. Soo dat de kennilfenbsp;en het rechte verftandtvan de Schriften des Ouden Teftaments,nbsp;die in ’t Hebreeimfche befchreven zyn, ons die Taaie noodtfaake-}yk maaken. Sal men de Origineek of Oorlprongelyk© Schriftnbsp;bewaaren, verhandelen, wel overfetten in bekende Taaien,denbsp;Overfettingen, dat is de Copyen onderfoeken, en met het Oor-Iprongelyke vergelyken , en, ten allen tyden aan de Geleerde te-genlpreekers daar van reekenfehap konnen geven, dan is ’t ooknbsp;noodig, dat fulke Taaien in de Schooien geleert worden. Hieronymus en Augufiims getuygen f: „ Dat de noodtfaakelykheitnbsp;,, vereyfcht, in alle de Queftien en Twyfièlingen , tot d^He-breeuwfche en Griekfche Texten fynen toevlucht te nemen. ”nbsp;En in alle gevallen, foo is ’t heugelyk, ook al vry wat arbeydtsnbsp;en kaften waardig, dat men den H..Geeft in fyn eygen Taaie

mag

1

Bmigtbofi in Dan. IX. Buxdorf. Tiberiad. lib. I.

1 Hieroii, in Epig, ad Smim. (^Fretel. Augnjlin. Ub, 11. DoUr, Chrijl. cap. ï4)

-ocr page 83-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;5t

mag hooren fpreeken: Waar vzn Hieronymus feer geeftig zeyde:

Het fVater der Fonteyne vloeyt foeter, dan’t Heater inde Beekskens.

Eh defe Taaie is niet alleen noodig tot het Oude Tejiament^Tothetsr maar ook tot het Nieuwe Tejlament, ’t geene wel te recht gefegt verftandt,nbsp;mag worden, als de Glojfe en Uytiegginge van den Text desnbsp;Üuden Teflaments te zyn*. ’t Is allen Taal-kundigen en Ge-ais Nieuwenbsp;leerden bekendt, en thans foo klaar als de Sonne door Voor-Teftament.nbsp;treffelyke Mannen beweefen, dat het Nieuwe Teftament vol isnbsp;van Hebreeuwfche manieren van fpreeken , wel met Griehfchenbsp;Woorden uytgedrukt, maar welkers grondig befcheydt denbsp;Griekfcbe Taaie niet en kendt, noch geven kan.^

Betreffende verder , de Studie en Geleertheit der Hehreeuzv- Als meedc fche Taaie, die boven en buytende Woorden of denStylder Schrif-^'^^^^nbsp;tuure gaat, defe moet men ook voor feer nuttelyk houden f.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c n u

Vooreerft, dewyle door de Rabbynfche en Thalmudifche Onder- Tot onder-foekingen, veele Woorden en Oudtheeden, die wy in de Schrif-tüure vinden , foo veel te beter verklaart konnen worden; dat niet alleen in het Oude, maar ook in het Nieuwe Tefla-'i'haimudi-ment. Ja de Heere Chrifius en fyn Apollelen hebben de oude fche Schrif-Rabbynfche Studiën, die voor haaren tydc geweeft zyn , willen ten.nbsp;vereeren, met vcrfcheyde Woorden, Termen, Spreekwoordennbsp;?n Parabelen of Gelykeniffen, uyt haareLeere en Theologie tenbsp;cmtleenen, en defelve by haaren Toehoorderen, (die aan de-felve buyten twyffel wel gewendt waren;) te pas gebragt §ïnbsp;Diergelyken zyn, onder meer andere , het woordt Paradys, Luc.

XXIII:43. vergeleeken met 2Cor.XII:4. Gehenna, Matth.V: 22.

Defe ende toekomende Eeuwe, Matth. Xll: 32. Het fpreekwoordt,van de Kemel door de ooge van een naaide te gaan, Matth. XIX: 24. vannbsp;jota of Titèl van de fVit. Matth. V: i g. Met welke tnaate gy meetet,nbsp;fal u weder gemeeten worden, Matth. VII: 2. De GelykenilTe vannbsp;den Ryken Man en Jrmen Lazarus, Ene. XVI: 19 tot 31. Watnbsp;een licht ontfangtniet,uyt de voorverhaalde Studiën, de Textnbsp;Joh. VlI: 37,als meede 2 Cor. XI: 24? Item, \a.n het houden

G 2

* l^ide mtas majores Bezce in Nov. Tejl-,

¦f- Vtde Merceri, Drufii, Fagii Jinfwoni Notas in libros aliquot Vet. Tejl.

Vide jcnpta Munjleri, Brougtboni, Drujii, Buxdorfii, Schindleri, Amama;,

Cobii, l'Empereur,Lud, Capelli, Adds Scaligeri, Cafauhni, Cumi,Heinfn , Seldsnü

-ocr page 84-

Enverandt-woordinge van dennbsp;Qyrirtelynbsp;ken Godtsnbsp;dienft tegen s denbsp;Jonden.nbsp;Rom.XI;26

Nuttigheit van denbsp;Chal-

deeuwfche

Taaie.

Joh. Lï, 14

52 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN van 't Pa/cha, Matth. XXVI: i. enz. van de uure des Gebedts Afton:nbsp;III: I. en diergelyken ontelbaar veele andere, welke door ver-.nbsp;ftandige worden waargenomen , of uyt de Schriften van Geleerde Mannen opgefocht?

Ten Tweeden, foo zyn defe Studiën geheel noodtfaakelyk, omlt; den Chriftelyken Godtsdienft tegens de te verantwoorden,nbsp;en waar ’t mogelyk, eenige van haar daar.toe over te haaien;,nbsp;immers om alle toebereydtfelen te maaken tegens dien tydt,nbsp;wanneer t/e VerloJJeruytZwnfal komen, en geheel Ifraëlzaalig worden.nbsp;Dit hebben alle de geene, die haar bemoeyt hebben , het zynbsp;mondelyk of fchriftelyk tegens de Jooden te dispiueeten, doornbsp;ondervindinge geleert. Men leefe flechts diesaangaandede voor-trelfelyke Vermaaninge aan de Jooden, van den Heere van PleJJy *.

Het ocffenen van de ChaUeeuwfche Taaie, is noodig, om eenige. Capittelcn in Daniël en Ezra te verflaan , welke in defelve be-fchreven zyn; als meede verfcheyde woorden, welke hier ennbsp;daar in den Hebreeuwfchen Text,, in ’t byfonder in ’t Boek Job,nbsp;in defelve taaie tuflchen loopen; voorts , om den oorfprong en denbsp;beteekenifle van Ibmmige andere woorden foo veel te beter uytnbsp;te vinden.' Hier by komt , dat de Chaldeeiiwfche Overfettingenbsp;des Ouden Teflaments feer voordeelig geleefen wordt; fooonanbsp;dat de fin van veele paffagien daar in wel uytgedrukt Haat ;nbsp;als ook , dewyle de Jooden daar meede allerbeft pal gefet ennbsp;overtuygt konnen worden , doordien zy defelve bykans voornbsp;Authentyk houden f; en voorts, nademaal de Schryvers desnbsp;Nieuwen Teftaments, in ’t byfonder de Heylige Euangeliliyo-bannes, meenigmaalen de Phrafes of manieren van Ipreeken dernbsp;gemelden Chaldeeuwfche, Overfettinge fchynen te gebruyken, ofnbsp;immers de. felve in ’t ooge te hebben. Als, daar hyinfyn Eerftenbsp;Capittel, Chrijius het Woordt noemt, en Ipreekt van dejjelfs Heer-lykheit, en dat hy onder ons gewoont heeft; en meerandere dierge-lyke. En dit was niet vreemdt, dewyle, gelyk fommige Geleerden meenen §, de Synagogen en Kerken, welke onder ’t Gebiedt

vafi’

Vide ^ Galatin, de Jrca. Catb Verit. almque antagonifli Juitsorum-t Siet Pieffy Vèrmaaninge aim de Jooden, en Hsinjii exercit, Siicras..

£ Ita Jentit Scaliger, in notis ad Nov, Tefi‘

-ocr page 85-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;53

van Jerufakm en Babylonien behoorden, de Chaldeeu'xfche Over-feitinge gebruykten.

Betreffende die Taak , welke men tegenwoordig de 5'3T;y£:/ji^Nuttii;heit

noemt, defelve werdc door de Geleerde meede aangehouden ,vande Syri-om de overeenftemminge in de Leere, Ordre en Schriften der‘^‘’® Kerken en Chriftenen van die Taaie in het Oojieii; fonderlingnbsp;om derfelver Overfettinge der Schriftuure te konnen gebruyken;nbsp;doch VQornaamentlyk om met dies te meerder grondt , alle denbsp;¦Syrifche woorden , welke in het Nieuwe Teftament gevondennbsp;worden, te konnen verftaan : Als Matth. V: 22. Mammon,

Matth. VI: 24. Boanerges, Mare. III: 17. Talitha Kami, Mare. V:

¦24. nbsp;nbsp;nbsp;Mare. VII: 34. Jkeldama,AQ:.l:ig. Abba,Rom.

VUIiiy. Maranatha, i Cor.XVI: 22. enz. Soo dat tot dieneyn-de, niet fonder reedenen, het licht der gemelde Taaie in Europa , in ’c byfonder door eenige vermaarde Rechtsgeleerden * ontfleeken, en te voorfchyn gebragt is. Om nu niet te fpree-ken , dat de Wetenfehap defer Taaie , tot ruymer en volmaakter Kennifle van de Hebreewwfche ons behulpfaam is , als dewelkenbsp;daar uyt gefprooten is, en féer na met defelve overeenkomt.

De Arabifche Taak, dient meede tot dien felveneynde; als j^uttigheit wordende door derfelver Studie thans veele dingen in de bo-van,de Ar»-vengenoemde Oo^e;/c/;e Taaien lichtelyk verklaart f. ook veele bifchenbsp;Woorden der Schriftuure-, in ’t byfonder in ’t Boek Jobste beter verftaan §. Gelyk het ook een groot vermaak is, dat mennbsp;de Boeken en Schriften veeler Kerken van die Taaie, handelende van den Godtsdienft, en in ’t byfonder de Overfettingenbsp;der Schriftuure, gemeenfaamlyk kan gebruyken. Ja ’t is felfsnbsp;Boodtfaakelyk, dat die Taaie onder de Chriftenen geleert wordt,,nbsp;orn den Alkoran der vertwyfelde Mahinnedijien of Saracynennbsp;(dien zy voor Godts Woordt, en in de plaatfe van den Bybelnbsp;houden j) in- Mahömeths eygene, dat is, in de Arabifche Taaie,nbsp;te mogen lefen; en voorts andere Boeken van dat flag, tot ver-klaaringe van den gemelden Alkoran dienende. Om defe reeden

G 3 nbsp;nbsp;nbsp;is

* Guido Fahkius Boderianur , ^ibertus IVidmanJladius Cancellarius Auftri^

Andreas Map.us ConfiUarius Ducis Clivia.

I Vide Erpenii Oratio de lingua Arabica,

i Vide Prafat. Merceri in Johm, pajm cotment, R. EJra.

-ocr page 86-

J.INGUA

GlUiCA.

54. VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN is’er, felfs in’c midden van de duyfterniffe des Pausdoms, omtrent den Jaare 1302. in het Concilie van Viennen een feer lof-felyk Befluyt genomen , (ware het felve maar loffelyk uytge-voert en onderhouden geworden!) dat op de voornaamfte Aka-demien , te weten, te Oxfort, Paryr, Bononien, Salamanca, ennbsp;ter plaatfe daar de Refidentie van den Paus foude zyn, (zyndenbsp;toen te Avignon^ Mannen fouden aangeftelt en onderhoudennbsp;worden , die in de Hebreewwfche , Chaldeeuwjche en Arabijchenbsp;Taaien wel bedreeven waren, namentlyk van elke Taaie op ieder Akademie twee; die aldaar de Studiën en Akademien foudennbsp;beftieren ; voorts Boeken overfetten ; de gemelde Taaien aannbsp;de Studenten leeren , en alfoo de Chriflenheit in kenniile dernbsp;genoemde Taaien doen overvloeyen , tot onderwyfinge en bc-keeringe der Ongeloovigen *•

De Kennifle der Griehfche Taak , is de Chriflenheit noodig, voornaamentlyk van wegens het Nieuwe Teftament, als zyndenbsp;in het Griekfche befchreven; waarin veele Woorden, Spreukennbsp;en Sinlpeelingen voorkomen, welker verflandt uyt de Griekfchenbsp;Schryvers en Oudtheeden gehaalc moet worden f. Behalvennbsp;dit, foo is het ten hoogften vorderlyk , dat men de Griekfchenbsp;Overfettinge des Ouden Teftaments neerflig vergelyke, metnbsp;de overeenkomende Spreekwyfen in het Nieuwe Teflament,nbsp;die foo wel op de gemelde Griekfche Overfettinge fien en doelen, als haar licht uyt defelve ontfangen :j:. Hier by komt,nbsp;dat men door middel- van defe Taaie , met foo veele Griekfchenbsp;Kerken in het Ooflen correlpondentie kan onderhouden ; gelyknbsp;defelve federt onlangs , meer dan ooyt te vooren , ddttr Godtsnbsp;zeegen gelukkig is begonnen, waarvan wy met dertydt de uyt-werkinge van grootere dingen verwachten. Eyndelyk foo moetnbsp;men defe Taaie hoog achten , al was ’tmaar, om alle die voor-trelFelyke Boeken en Schriften der Oudtvaaders, Conciliën ennbsp;Kerkelyke Hiftorien ; voorts van alle Geleertheit in Goddelykenbsp;en Menfchelyke faaken, die van de Grieken tot ons is gekomen.

om

* Exftat in Clement, lib. V. tit. de Magiftris.^ _

•j- Fïde natas Bezce , Erafmi, Camerarii, lUyrki, in Nov.TeJi,^ prefat. Aenr» Stepbani Edit. Nov. Tejl. in \6. Jnno 1576. prafix,nbsp;f Vide Heinjii Exercit. Sscr. in Job.

-ocr page 87-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;55

Om binnen onfe paaien te blyven , lbo moeten , foo wel wy, als de JVeflerJche en Afrikaanfche Kerken, gaarne met Augiifimusnbsp;* bekennen : „ Dat zy van de Griekfche Kerken zyn voortge-,, komen , en dat het Euangeliura en ’t Geloove van daar ge-„ fprooten is. ”

De Latynfche Taak is noodig , om foo veele Schriften der lingua. Oudtvaaders, foo veele Kcrkelyke Hiftorien , foo veelenbsp;ken en Gedenk-Teekenen , federt eenige hondert Jaaren herwaarts in de Afrikaanfche en Wejlerfche Kerken gefchreven, tenbsp;bewaaren, te leefen en te gebruyken. Behalven noch, dat hetnbsp;thans de gemeene Taaie is, in welke de Geleerde van Europanbsp;malkander haar Geleertheit onderling meede deelcn.

Dit zyn de Wetenfchappen , Konften en Taaien, welke de Schooien geleert worden , en tot welkers voortplantingenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

onder de Chrillenen, de Akademien en lUuJlre ScWe» opgerecht bonnen en zyn. Dat defe alle feer bekoorlyk , en den Menfchen ten Taaien zynnbsp;hoogften nuttelyk zyn, hebben wy nu aangeweefen ; en fulksa’’Jerenbsp;is ook het gemeene gevoelen van alle oude Chrillenen geweefl;

’t welke de Oudtvaaders in haare Schriften tegens deHeydenen altydt beleeden hebben; beftraffende wel het misbruyk dernbsp;Konften en Wetenfchappen , maar pryfende de Saake felven.

Sulks doen onder anderen Irenms, TertuUianus, Clemens Alexan-ürinus, Athanafms en Hieronymus f; noemende in ’t byfonder de volgende Faculteiten , de Grammatica of de Spraakkonft, denbsp;Ehetorica of de Reedenrykkonll, Poëjis of de Dichtkunde, Philofo-phia of de Wysbegeerte , Arithmetica of de-Reekenkonft, Geo-metria of de Meetkunde, AJlronomia of de Sterrekunde, Muficanbsp;of de Sangkunde , Dialehica of de Reedenkonft , en Medicina ofnbsp;.de Geneeskunde. Tot defe moeten alle de andere gebragtnbsp;worden , wanneer men fomtydts de eene of d’andere Weten-fchap wat uytgeftrekter of IbnderJinger wil verhandelen. Bynbsp;voorbeeldt, de Chymie , welke onder de Medicynen ; de Beeldt~nbsp;lionji, Schilder-konjl, Graveer-konjl, beneffens andere fchranderenbsp;Konften , welke onder de Mathefis; de geoorloofde Phyfiogno-

mia

* Epidol. 170 ggt; 178.

I Lib. II. cap. 58. de Pallia, in fitte Strom, Ub, VI, p, 473,474,475, Orat,

Hntr. Idol. Prol. Galeato. cap, 6.

-ocr page 88-

56 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN mia * en Magia-Naturalis f , dat is , de Natuw-Koppelinge , dienbsp;onder de Phyjica begreepen zyn ; van welke men ook, desnbsp;noodt zynde, eenige Spreuken in de Schfifcuure foude konnennbsp;aanwyfen.

De vierde Van de Waardigheit en Nuttigheit der Akademien en Schoo-Reeden, vanlen, worden wy ook overcuygt , door derf elver noodtfaakelykheit oogmerk j-q,- gt;g Menfchen Leven , en tot behoudenifle van den Staat,nbsp;werkilll' Godtsdienfi en Kerke. Daardoor blykt ons dan , derfelver drie-derSchooien voudig Natuurlyk Recht: Dewyle noch het Natuurlyke, noch hetnbsp;ontleent. Burgerlyke, noch het Geejlelyke Leven, derfelver huipe en voortgang kan miflen. Dat men een gefondt Lichaam , eenen eer-lyken en gerullen Staat , ook een gefonde en wel getrooRenbsp;Ziele mag hebben, daarna trachten wy alle. Daartoe dienen denbsp;drie Faculteiten, der Medicynen, Rechts gek ertheit en Theologie, Diesnbsp;moeten ’er geleerde , wel ervaarene en getrouwe DoSloren ofnbsp;Medicyn-Meefters , Juriflen en Theologanten zyn , welke iedernbsp;het haare verforgen. De Akademien en Schooien nu, zyn denbsp;gewoone Springaaderen; als zynde Plant-Hooven daarfe geplant en aangequeekt worden , en als geduurig aangroeyendenbsp;Goudt- en Silver-Mynen , uyt welke men de Schat-kaamerennbsp;t’elkens van nieuws voorllen kan. In defe wordenfe gefatfoe-neert en wel afgericht, ook met Promotien, Titulen en Getuy-geniflen voorfien , en aldus de Kerke en Republyk toegefon-den 3 om onderfcheydt te maaken , tuffehen het kollelyke ennbsp;flechte ; tiiifchen Vliegers, fwervende en lichtveerdige Gee-ften , ongereegelde' Omloopers of Roem-wyfen , en fulke dienbsp;haaren Loop voleyndt, en haar behoorlyke Proeven gedaannbsp;hebben §.

Defe ordre van Promotien en GetuygenilTen op de Akademien , dienen daartoe , om dies te beter verfeekert te zyn, wien men fyn Gefondtheit en Lichaam mag toebetrouwen?nbsp;Wien men fyn faaken fal laaten vorderen en beflellen ? Ennbsp;wien men het Werk des Dienftes fal opleggen ? Soo dat wy

dur-

* Siej van de Fhy/iognomia Prov, VI'. 13 j i7' vergeleeken met Pf. CXXXI- i-CoJJiodor. Variar. lib. VJ. cap. g.

f 'Siet van de Magia Naturalis, Gen. XXX: 37, 38,39. j Vide Jpologiam Prémotienum, apud Fr. Junium, in ylcad. cap. 6. Sf

-ocr page 89-

ENSCHOOLEN. nbsp;nbsp;nbsp;57

durven feggen, dat het alsdan met Godts Kerke, met de Politie , en het leven der Menfchen wel fal gaan , wanneer de Schooien wel beforgt worden , foo datfe geduurig den eenennbsp;Voorraadt na den anderen uytleveren ; te weten , verftandigenbsp;cn bequaame Medicyn-Meejiers, die met goede reedenen en be-fcheydt van de Siekten konnen oordeelen , en de Genees-mid-delen voorfchryven; verftandige en vroome Rechtsgeleerde, om tenbsp;raaden , te advifeeren, te oordeelen, en alle voorvallende faakennbsp;te helpen bellieren j Geleerde en Godtvruchtige Theologanten , oranbsp;met geleertheit, een goedt geweeten en voorfichtigheit denbsp;Geloovige te verflerken, de Ongeloovige te bekeeren, en dennbsp;Tecgenfpreekeren den mondt te'iloppen. Daar geene, of immers geen welgefcelde Schooien zyn, foo dat het gebrek in Kerknbsp;en Staat niet vervult kan worden , daar moet het alom quaalyknbsp;gaan ; daar moeten de Fondamenten des Landts waggelen jnbsp;daar moet eyndelyk de gefonde Leere , de kracht der Godt-zaaligheit, en alle goede Ordre in Godts Kerke befwyken ennbsp;vervallen. En dit is de meeninge van onfen Chriflelyken Cate-chifmus', waarom defelve , in de verklaaringe van het Fierdenbsp;Gebodtf den School-Dienfl by den Kerken-Dienft voegt, ’tis welnbsp;foo , dat Godt de Heere fomtydts wel door buytengewoonenbsp;Wegen, en fonder de gewoone Middelen, de Kerke en Politienbsp;eenig Heyl kan toebrengen , gelyk ten tyde van het beginfelnbsp;des NieuwenTeflaments gebeurde, toen deApoftelen tendeelcnbsp;van het Vifch-net gekomen zynde , de Kerke geplant hebben;nbsp;doch dit verllrekt tot geen reegel, en wy moeten altydt geenenbsp;fulke Wonderwerken verwachten, gelyk hy maar eens op dennbsp;Pinxterdag gedaan heeft.

- Ja Godt de Heere heeft felfs in die tyden , en ook daarvoo-ren en daarna, de Akademifche Studiën en Geleertheit buyten kleynachtinge willen Hellen; toen hy dat byfondere Inftrument,nbsp;ik meene den Heyligen Apoftel Pau/us, uyt de Hooge Schoolenbsp;van Jerufalem , beyde in de Joodfche en Heydenfche Geleertheitnbsp;wel bedroeven, in fynen Oogfl heeft uytgeflooten, welke dannbsp;in geen ding minder dan de andere Apoflelen, ja meerder ge-arbeit en geplant heeft dan zy alle. Dus heeft Godt ook eer-tydts groote dingen door andere gedaan ; als door Mof es, ko-

H nbsp;nbsp;nbsp;men-

-ocr page 90-

58 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN A£I.V1I:22, inende uyt de Schoole der Egyptenaaren, en door Daniel, in denbsp;Dan. I; 4.. Studien der Chalde'en onderweelen. Hoe wel quam het de Chri-llelyke Religie te pas, in de oude Kerk , dat Godt de Heerenbsp;verwekte, en uyt de Schooien dor Fhilofophen haar toefondt,nbsp;Jufiinus Martyr, Athenagoras , Hernias, Origenes en Augujiinus;nbsp;(die den vermaarden Philofboph Themijlius tot Meefter hadde;)nbsp;en uyt de Schooien der Oratearew, Tertullianus, Arnobius, LaStan-tius , Chryfojionius , Bafilius, Nazianzenus en Hieronymus ; vannbsp;, welke fommige geduurende haar Heydendom, openbaare Pro-fefforen of Leeraars van de Philofophie en Wehpreekentheitnbsp;geweeft waren? Het voordeel, de voorftandt, luyfter en ont-fach, welke de Chriftelyke Godtsdienft haarenthalven by der-felver Tegenflreevers ontfing , was onuytfpreekelyk. Derfel-ver Schriften , die noch in weefen zyn , llrekken nu noch totnbsp;een getuygeniife daarvan, en de faake felve heeft het toen ge-leert, geJyk de Kerkelyke Hiftorien*, hier vooren aangehaalt,nbsp;beveiligen. Soo dat fommige Oudtvaaders hierdoor zyn be-woogen gew;orden, niet alleen om de Konden en Wetenfchap-pen, als voordeelig in haar felven, te pryfen; maar felfs ook,nbsp;foo verre die door Heydenfche Schryvers , enkel door hetnbsp;Licht der Natuure begaaft, befchreven, en in haare Schooiennbsp;geleert waren.

Ten tyde van de Reformatie der vervallene Kerke in ’t Wefien, heeft Godt de Heere die geene, welke de baniere fouden opwerpen , de eerde bafuyne tot defe Heylige Oorloogen blaafen, ennbsp;andere daartoe opwekken, van de Akademien willen haaien. Lu-therus, ProfefTor te Wittenberg, begon in Saxen; Thomas Wittenbach,nbsp;Profeflbr te Bafel, hadde Ulrik Zwinglius en Leo Juda geleert ynbsp;dgeene zy daarna te voorfchyn bragten; Petrus Martyr, Generaal Vifitator der Regulieren van St. Augujiyn , en Lefer dernbsp;Theologie in derfelver Collegie te Luca, vervulde bykans geheel Itdienmet fyne Deere : Soo dat de vyanden der Waarheitnbsp;lang werk hadden om dat vuur te fmooren, en daarmeedenochnbsp;niet gedaan hebben. Met en na dek Reformateurs, zyn ’er veele

an-

*, Socrates lib. II. cap. 14. BaftL CondoneQuanam utilitas ex Greeds AuSbi-ribus capienda, Tom. i. '

-ocr page 91-

E N S C II o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;59

andere Geleerde opgeilaan , Oui de Waarheic, die door de Ongerechdgheit verdrukt wierdt, wederom te voorfchyn tenbsp;brengen , al het welke te lang foude vallen tiians in t breedenbsp;te verhaalen *.

Nochtans konnen wy hier niet verfwygen te feggen , dat door het herftellen en reformeeren der Schooien , Studiën,nbsp;Konften en Wetenfchappen , en in’t byfonder door de Geleert-heit der Taaien , Hiftorien , en beyde der Griekfcbe , als La-tynfche Oudtheeden, de weg tot Reformatie van den vervallenennbsp;Godtsdienfl gebaant is. De Heere liet het Licht der Taaiennbsp;en van andere noodige Wetenfchappen, uyt die dikke duyfter-nifle der Barbaarfche Onwetenheit fchynen, en als een Morgen-Sterre voorloopen, alvoorens de Sonne dtr Reformatie quamnbsp;doorbreeken. Na dat de luyfter der Akademien, Schooien ennbsp;Studiën in Griekenlandt, door de Turkfche Waapenen yerduyftertnbsp;en vertreeden was , heeft Godt de Heere, om eenig over-blyffel ten dienfte van fyn Kerk te behouden, in Italien (zyndenbsp;toen ter tydt midden in Barbmyen;') een andere openinge gegeven. Daar fag men voor den dag komen, behalven de vermaarde Grieken, Trapezunthis, Mifurus , Lafcaris, en andere,nbsp;eenen Politianus, eenen Hermoïaiis Barbaras, eenen Pictis Miran-dola, eenen Ccelius Rhodingins; enz. in Vrankryk, eenen Budceus;nbsp;in Engekndt, eenen Thomas Linacer; in Hoog- enNedQV-Duytfch-landt, Reuchlinus, eenen Rechtsgeleerden, door welken de GrieTnbsp;fche , en voornamentlyk de Hebrceuwfche Taaie den Duytfchersnbsp;eerft is ter handt gekomen; benevens eenen Erafmus Roteroda-mus, Beatus Rhenanus , Ludovicus Fives , enz. Door defe Helden zyn de Studiën en Akademien van nieuws tot fuik eennbsp;voortreflFelyk en nieuw fatfoen gebragt, ook de Threfoorennbsp;der Ouden Tydt en der Ouden Geleertheit geopent ; ennbsp;dit naauwelyks gefchiedt zynde , heeft zich het werk der Reformatie begonnen te openbaaren : Soo dat defe aanmerkingcnbsp;alleen genoeg behoorde te zyn , om de Studiën en Hoogenbsp;Schooien , als koftelyke Gaaven Godts , in groote waarde tenbsp;houden.

U 2 nbsp;nbsp;nbsp;De

* Fide Catalogm, in nojlra defper, caufa Papatus, lib, II. fiU, i. cap. i.

-ocr page 92-

60 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN De vyfde Ge geduurige praftyk , en ontelbaar veele voorbeelden ,nbsp;Reeden, ï-wj ftrekken tot een wolke van getuygen , om ons van de Nuttig1nbsp;Voorbeelden hg],- Schoolcn te verfcekeren. Daartoe ftrekt het Menfche-tnteent.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Recht, het Recht der Volkeren, als meede de mceninge

van alle Godtvruchtige , Wyfe en Verflandige Lieden. Het foLide niet minder dan een verfufte dulligheit zyn, zich tegensnbsp;defe gemeene ondervindinge , en het algemeene gevoelen tenbsp;willen aankanten. Wy fullen thans niet alle de Eeuwen, allenbsp;de Volkeren en Republyken gaan doorweyden , om geheelenbsp;Heyrleegers en Troupen van Perfoonen, of derfelver raadennbsp;en daaden, tot dit oogmerk dienende, voor den dag te haaien;nbsp;fullende het ons genoeg zyn, dewyle wy hier in de Chriüelykenbsp;Gemeynte fpreeken, uyt de Chriftenheit flechts eenige weinigenbsp;voort te brengen,

De Geleerdtfte en Godtvruchtigffce Oudtvaders, hebben niet alleen de Akademien en Studiën met woorden gepreefennbsp;maar fe ook felve befocht; en eenige onder haar hebben zich,nbsp;felfs voor haar bekeeringe tot deh Chriftelyken Godtsdienft,nbsp;met voordeel van defelve bedient; gelyk hier vooren reets isnbsp;aangeweefen ; en fulks is ook na haare bekeeringe gefchiedt.nbsp;Onder anderen hebben zy een geruymen tydt een vermaardenbsp;Schoole te Akxandrien gehouden ; daar vervolgens Pantenus,nbsp;Clemens , Origenes, enz. geleert hebben f. Daar wierden ooknbsp;door de Chriftenen , na gelegenheic van dien tydt, toen ’tnbsp;Ryk noch Heydenfch was, veele Jfceteria, ofPlaatfennbsp;ên Collegien van Oefïeninge aangeftek, in welke bequaamenbsp;Lieden konden Studeeren , in de Godtzaaligheit onderweefen,nbsp;en vervolgens tot den Kerken-Dienfl gebruykt worden , wanneer menie van nooden hadde : Doch defe Collegien zyn in denbsp;volgende Eeuwen allengskens ontaart en vervallen, en tot Kloo-Reren en t’zaamen-wooningen van leedigeMenfchen geworden»nbsp;gelyk men noch hedensdaags fiet in de Rooomfche Kerke J.

De Keyferen, het Chriften Geloove pngenomen hebbende, hebben niet minder haaren Godtvruchtigen yver getoont,

het

1

Nazianz. Orat. 30. in Bafil. f Eufeb. Hifi. lib. VI. cap. 6.

g Hofpinianüs de MonacUs, lib. II. pag, 34, S3gt; 3e. lib. IV. cap.

-ocr page 93-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;6i

het aanflellen , vermeerderen en doen houden van de Schooien, dan in het bcfchermen van de Chriften Kerke. Conjlantinus ennbsp;Theodüfius hecben veeie andere in defen te boven gegaan, gelyknbsp;Nicephorus in fyn Hiftorie betuygt *. Juflinianiis heeft de Ge-leertheit en de Geleerden, met veeie Privilegiën en heerlykenbsp;GetuygenilTen voorfien , die in het Boek der Roomfcbe Rechtennbsp;ftaan aangeteekent ; gevende daarin te verftaan , dat Geleerdenbsp;en Wyfe Mannen, (welke in de Schooien toegerufl; worden;)nbsp;het zout en ’t licht der JVereldt zyn f. Na hem heeft Carel denbsp;Groote veel gearbeidt, om de Smdien, Schooien en Collegien tenbsp;onderhouden, befchermen en vermeerderen. Wanneer CarelAqnbsp;Vierde op de Akademie van Praag , eens na de Disputen ennbsp;OelFeningen luyfterde , en het wat laat wierdt, zeyden fynenbsp;Hovelingen: Dat het tydt was om Maaltydt te houden', maar hy gafnbsp;haar ten antwoordt : Dit is niyne Maaltydt. Diergelyke Voorbeelden van Geleerde Keyferen , Koningen enVorften, of immers Liefhebbers en Begunftigers van Geleertheit, foude mennbsp;feer veeie konnen aanhaaien; als yllphonfus, Koning van Arra-gon; Matthias Hunniades, Koning van Hongareyen-, Laurens de Me-dices. Hertog van Florengen; enz. \ Wy fullen ’er hier maarnbsp;een bybrengen. Lodewyk de Twaalfde Koning van Vrankryk, tenbsp;Pavien in de Lefle van den vermaarden Rechtsgeleerden Jafonnbsp;komende, nam onder de Studenten plaats, en luyfterde na denbsp;Lefle tot den eynde toe; waar na hy den voornoemden yafon metnbsp;gedekten hoofde aan een zyde deedt gaan, en hem een voor-treffelyke vereeringe gaf Om kort te gaan, hoe meerder denbsp;Vorften den Godtsdienft , of immers het Recht en de Deugdenbsp;behertigt, hoe meer zy de Welvaart van Kerk of Staat, of vannbsp;beyde beforgt hebben ; hoe zy ook in het planten en opqueekennbsp;der Schooien , in het beftellen van behoorlyke middelen , in hetnbsp;veréeren en begunftigen van Geleerde en Studenten zyn voortgegaan ; daar van wy ons hier niet begeeren uyt te breyden §.

H 3 nbsp;nbsp;nbsp;Soo

* X. cap. 52. 0= lib XIF. cap. 3. Tit. C. de Profejf.^ Medic. Novell.^, 6, 7i '3^- _ t Crantzius lib. X. Vandalice.

^ Vide Lipfii Monit.i^ Exempl.Politic. cap.58. Chaffan. Catal. ^kr. pag. 10 cap.j. . 5 Vide Alciat. in parerg. lib. V. cap. 27. Cbaffaneum Catal. Glor. Mundi, parte I.nbsp;confid. 7-

-ocr page 94-

quot;ADEMIEN

neede ten tyde der

62 VAN DE NUTTIGHEIT D ^ i

Soo dat in de laatfle Eeuwen , fonderiin;

Reformatie , en door den yver der Clir ^ en-Vorften en Repu-blyken , de Studiën , Akademien en Schooien tot fuik een hoogte geklommen zyn , dat ik my verbeelde, federt de ty-den der Apoftelen, nooyt fuik een licht in dien deele de Chri-ftenheit befcheenen heeft. Bedenkt Hechts, wat een huipe ,nbsp;wat een ruymte en gelegenheit, om tot de Geleertheit te ge-faaken, thans voor een iegelyk open flaat, door het geryf vannbsp;foo veele Akademien en Illuflre Schooien ; daar ecrtydts in ’tnbsp;geheele Roomfche Ryk niet meer dan twee Akademien of Gene-raale Studiën (gelyk men fe noemde) vermogcen te wefen; na-mentlyk te Romen en te Conjlantinopolen ; daar naderhandt eennbsp;derde, te Berythos in Phosnicien wierdt bygevoegt *.

Wykonnen niet voorby gaan hier aan te haaien, dat felfsin de tyden der Barbaarifche Onwetenheit en Verwerringe, voornbsp;de Reformatie, Godt de Heefe de herten van fommige heeft verwekt , om eenige gewoontens en ordre te houden, (die men innbsp;de Pauflelyke Rechten f kan nafien j) waardoor noch iets vannbsp;de Studiën en Geleertheit behouden konde worden. Onder anderen vindt men daar: Dat ’er in de Capittelen der Canonyken,nbsp;(die te vooren, en na haar eerile Inftellinge, Schooien en Col-legien van Theologifche Studiën waren ;) niet alleen Predikers,nbsp;Catechiilen en Leefers in de Godtheit, maar ook Rechtsgeleerden en Doctoren in de Medicynen fouden aangeftelt, en metnbsp;een Wedde vooriien v/orden ; foo dat noch heedensdaags elders, (gelyk ’er een van defe Ordre fchryftj) Prebenden voornbsp;de Do6toren in de Medicynen en Rechtsgeleerden bekendt zyn.nbsp;Om iets te verhaalen, ’tgeene ons hier ter plaatfe naader raakt,nbsp;foo is verwonderens- en te gelyk pryfens-waardig, de mildtdaa-digheit en goede yver van de Rhodifche Ridders, (nu de Riddersnbsp;van Malta,) anderfints de St. fans-Heer en genoemt, hier ternbsp;plaatfe; welke, fchoon zy voornaamentlyk van den Oorlog haarnbsp;werk maakten , evenwel op haar koften eenen Lejer in de H-

Schrift

* Proëm. digejl. ^ inde ^ordaniis Brunus I. C. de Hareticis, lib. VI. cap. S*

I Vide yus Canonic. ^ Bullarium, Molanus de Canonic, lib. II. cap. iS, 24.

26, 27' Hofpin. de Monaehis lib. IV. cap. 24. jiltbuf, in Qrat, de Scbolis, P^K' 999. Keckerm, Syftem. Politic, lib. I. cap. 9,

-ocr page 95-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;63

Schrift in haar Huys hebben aangeftelc, om defe uyt de Oor-Iprongelyke Taaien en de uytleggingen der Oudtvaadereii te verklaaren; en alfoo het geene, ’t welke zy , na ’t voorbeeldtnbsp;en algemeen gebruyk van dien tydt, en onder lieden van fuiknbsp;foort, aan haar felven, of aan de haare hadden te koft konnennbsp;hangen , liever hier toe hebben willen befteeden. Dit is ge-fchiedt omtrent den Jaare I5f6.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* ó V'oortreiïelyk werk in

die tydt! Hoe kon men een beter Voorboode en Voorlooper hebben , van de volkomender Reformatie , welke weinig Jaarennbsp;daarna te voorfchyn quam , dan de LelTen en Verklaaringennbsp;over de Schriftuure, met en uyt de Oorlpronglyke Taaien?

Dit behoort ons ook de Studiën en Schooien te meer aan te pryfen, dat de vyandt van hetMenfchelyke Geflachte, de Duy-vel fegge ik, met alle fyne Werktuygen, defelve heftig tegen- Tegenjlree-ftteeft, foekende omfe alom uyt te roeyen, of immers te ver-vinge.nbsp;werren en te verderven. Is ’er ergens een Tyran, een Alafiornbsp;of Quel-Duyvel onder de Menlchen, een Vyandt van het rechtenbsp;Geloove, van Godtzaaligheit enDeugdt, defelve fal zyn bitter-heit en fenyn, en dat wel meeft tegens welgeflelde Schooiennbsp;uytfpouwen; ’t geene tot een vafl teeken ftrekt, dat ’er van denbsp;Schooien Heyl en Voordeel komt; ’t welke met het gedrag dernbsp;Godtloofen gantfeh niet overeenkomftig is, ja alfoo weinig alsnbsp;de Arke Godts met den Afgodt Dagon, of Chriflus met Belial.

De Rechtsgeleerde en Staatkundige!, Rellen dit onder de Kenteekens der Tyrannen , dat zy de Schooien vernietigen.nbsp;Niemandt loopt haar meer in ’t ooge, en flrydt haar meer tegens de borll, dan Geleerde en Verflandige Mannen. „ Altydtnbsp;„ zyn de goeden (zeydt Salujlius,) by haar verdadit, en denbsp;„ Deugdt eenes anderen is voor haar fchroomelyk. ” Daaromnbsp;arbeyden zy, door het verllrooyen der Schooien, om van Geleerde en Wyfe Mannen, de Republyke en de Kerke te beroo-ven; doende aan het Volk even fooveel quaadt, als eertyds denbsp;Animonhen aan die van Jabes in Gilead meenden te doen , toen

zy

* Hieronymus Ferlenjus was Ltjtr in de Heylige Sdrift ly de St. Jans Heeren tot Utrecht, Anno 1556.

! Taris de Puteo, £ƒ ex eo Althuf. dicaklog. lïh, I. c. 113; 9, Uem in Politic, cop. 28: it-

-ocr page 96-

6 VAN DE NUTTIGHEID DER AKADEMIEN zy defelve onder haar bedwang wilden hebben, en haar het rechternbsp;ooge uytftaaken. Jntiochus, Caligula, Heliogabahis en Nero, kon-nen in defen ten voorbedde dienen; van welke de laatRe dennbsp;Rechtsgeleerden CaJJiiis Longinus de oogen deede uytfteeken j ennbsp;alle de Schriften der Rechtsgeleerden wilde vernietigen. Denbsp;Keyfer Licinus * was foo ongelettert, dat hy naauwelyks fynennbsp;Naam ter deegen konde onderteekenen, en te gelyk fuik eennbsp;vyandt van alle Geleertheit, dat hy defelve eenfenyn en peji dernbsp;Republyk noemde. Julianus de Apoftaat, poogende den Chrifle-lyken Godtsdienfl; met fubtylheit en lilligheit te dempen, (de-wyle by wel fag, dat ’er met.geweldt nooyt gevordert was;) bedacht onder anderen defen raadt,dat men haar allengskens vannbsp;Geleertheit en van Geleerde Mannen moefle ontblootentennbsp;welken eynde hy aan de Meefters of Profeflbren in de Konflennbsp;en Wetenfchappen verboodt, de Chriftenen tot haare Leflen toenbsp;te Jaaten, of denfelven in haare Schooien plaats te vergunnen;nbsp;gelyk ’er, behalven in de Kerkelyke Hiftorien, ook door Au-gujiinns en Nazianzenus getuygt wordt f.

Paus Paulus de tweede was fuik een vyandt van de Studiën en Geleertheit, dat hy alle de Studenten, Heretyken of Ketters noemde; ook felfs de geene die den naam van Akademie maar eensnbsp;gebruykten; waarom hy meede die van Romen vermaande, haarenbsp;Kinderen niet te laaten Studeeren, feggende, dat het genoegnbsp;was, indienfe Hechts leefen en fchryven konden. Genebrardus,nbsp;Profeflbr tot Parys^ hoewel een eenzydige Pausgefinde , geeftnbsp;hem deswegen defen Lof: „ Dat hy een vyandt van Deiigdtennbsp;,, Geleertheit was §. ”

De Tegenllanders van d’eerfhe Reformatie, te weten de Irre‘ formabile (dat is de onverbeterlyke) Clergie, Monnikken, en datnbsp;overfchot der Nacht-uylen, fonderling in de Schooien van Parys,nbsp;Geulen, Leuven, enz. hadden haar felven, te vooren en omtrentnbsp;dien tydt, fulke groote vyanden van de rechte Geleertheit betoont , als zy haar toen van den Waaren Godtsdienft betoonden.nbsp;Wat een fchandelyk gewoel, en welke befpottelyke Batamen^'

fpellen

* Flay. Vovifcus in ejus vitê.

I Nazianz. Orat. I. in Julian. Êf ad eam Not. Montacüt. uli refutat Bartniun.

j Platina devitis Fontif. Genebrard. in Chrono!.

-ocr page 97-

EN S C H O O L E N. nbsp;nbsp;nbsp;65

fpellen dat by haar omgingen, daardoor zy haar felven heerlyk ten toon en ter befpottinge fielden, hebben Ludovicus Fives ^

Erasmus, en derfelver Navolgers, ons levendig befchreven, en eenige Devote Roomfchgejinden daar na beklaagt *. Het was nietnbsp;vreemdt, dat de Satan dus raasde tegens het aanflellen of her-ftellen van allerhande Geleertheit en Studiën: Want hy fag welnbsp;waar dit op doelde, en wat ’er in de Kerke en Politie volgennbsp;foude, indiende Schooien en Studiën in goede ordre quaamen,nbsp;en de Geleertheit doorbrak. De Duyvel hadde, Iprak de Mannbsp;Godts Lutherus, het gebraadt wel gemken, en defe fyne gedachtennbsp;hebben hem niet bedroegen.

Om kort te gaan, is ’er ergens een vreemde Geeft, die wat quaadts praftifeert; die wat wonders of wat nieuws in den finnbsp;heeft; die van dc Godtzaaligheit of Deugdt een vyandt is; dienbsp;de verbeeldinge heeft, het fyne niet te konnen bouwen, dannbsp;met ruïne van het Vaderlandt; die in ’t Heyligdom niets fietnbsp;dan de Aarde, en in het Geeflelyke niets foekt dan de Wereldt;nbsp;die fyn eygen gierigheit, eergierigheit of moedtwil boven hetnbsp;Publyk en boven de Republyk ftelt: Van fuik eenen denktnbsp;vryelyk , dat hy in den grondt geen Vriendt van Vroome ennbsp;Geleerde Lieden, geen Liefhebber van welgeftelde Akademien,nbsp;en geen bevorderaar der Oeffeninge van Wysheit is. De Ree-den is , dewyle fyn quaade praftyken en ondeugden daardoornbsp;ontdekt , en hem fyn fober licht daardoor betimmert wordt.

Doch hoe ’t daar meede ook zy, ’t is met die Lieden , ook met die Landen of Republyken qualyk geftelt, daar men zich tegensnbsp;Rilke goede en noodige Gaaven Godts aankant. Koning Xerxesnbsp;zeyde, niet fonder reeden: ,,Dat hy fynen Vyanden geen groo-„ ter quaadt toewenfchte, dan dat zy foo dwaas wierden, omnbsp;,, Wyfe Mannen van haar te vervreemden en te verftooten.”

Aldus de nuttigheit en deugdelykheit der Akademien en Schoo.£^yj,.^_^„^;. len genoegfaam beweefen hebbende, fal fulks dienen tot over-

1 nbsp;nbsp;nbsp;tuy-

¦* Fives^ in Dialogis nbsp;nbsp;nbsp;de catdis corrupt. Art. Erafm. in Eiicamio Marice, Anti-

lar. 6f alibi. Epiftolce obfcuror.'^ Firorum. Efpeitf. in 7. Tim. HL Canm de locor.

Tbeolog.lib 11. 2,1'^. JordanusBnmusdeHaret. lib.F.cap. 5, Fids Diiïertationem Lutberi in Sixtini Amamce Antibarbar. pag,7Z%.

-ocr page 98-

(S6 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN tuyginge en bellraffinge van alle verachtinge en verachters der-felven. Sommige doen fulks, uyt een byfonder gevoelen ofnbsp;Opinie van haar Religie, foo ’t fchyntals , de foogenoemde Men-noniten, fchoon Menno Simons felve geftudeert hadde *. Maarnbsp;dewyle nueenige Jaaren herwaarts, foo nu, foo dan, fommigenbsp;der gezeyde Mennoniten op de Akademien hebben begonnen tenbsp;Studeeren; andere by haar felven de Latynfche, Grie^che of He-breeuwfche Taaie te leeren ; foo hoopen wy, dat zy in defen vannbsp;beter gevoelen zyn. Andere zyn ’er, welke de Geleertheit,nbsp;Studiën en Akademien niet al te veel achten, en dat uyt een-voudigheit, of enkel onwetenheit. Defe fullen wy kortelyk vannbsp;haar twyfFelingen of ergernilTen poogen te ontheffen.

Het eerjïe, ’t geeneby fommige Vroome Lieden de Geleerde en de Akademien eenigfints verdacht maakt, is, datfehaar foonbsp;krachtig tegens het licht der Waarheit, en de noodige Reformatie der Kerke hebben aangekant. Maar wy bidden, dat men ditnbsp;gebrek of misbruyk niet algemeen reekene, en alfoo de Geleertheit en de Akademien in haaren aardt en natuure fuik eennbsp;quaadt toefchryve; gedenkende aan d’andere zyde, dat de ge-heele Akademie van Wittenberg en andere, zich ten deele dernbsp;faake Godts hebben aangenomen, en den Man Godts Lutherusnbsp;dapper geftyft.

Het meede, ’t geene fommige wat afkeerig maakt, is de ver-wertheitenverkeertheitvan veele foogenaamde Geleerde, waardoor zy in oude tyden dit Ipreekwoordt op ’t lyf gekreegen hebben: De Geleerde, de verkeerde. Wy antwoordden: Dat ditnbsp;flechts een quaadt accident of toeval is; foo fchaadelyk als ave-rechtfche Geleerde zyn , foo nuttelyk zyn wederom oprechtenbsp;Geleerde. Laatfe maar onderfcheydt maaken, tulTchen Geleerdenbsp;en Geleerde. „ Daar zyn ’er (fegt Bernhardusfdie iets we-„ ten willen om te weten, en dit is een nieuwsgierigheit 5 daarnbsp;„ zynder die iets weten willen , om datfe haare Wetenfchapnbsp;,, louden verkoopen, voor Eere, voor Staat, of voor Geldt»nbsp;,, dit is vuyl gewin; daar zynder die iets weten willen om t®

flich-

* Jmma Antiiarl, lib. I. pag, 208 t kn Cantic. Sirmon, 36.

-ocr page 99-

E N S C H o o L E N. nbsp;nbsp;nbsp;67

„ ftichten, en dit is liefde; en daar zynder die iets willen weten „ om gefticht te worden, en dit is Voorfichtigheit. ”

Het derde^ ’t geene dikwils verweten wordt, is, dat de Apo-ftelen Viffchers waren, en haare Wetenfchap geenfmts van de Akademien gehaalt hadden. Hierop feggen wy; Dat Paulus innbsp;de Schooien geftudeert hadde ; en alle de andere waren eerftnbsp;door den grooten Meefter Jefus Chrijlus foodaanig bereydt, ennbsp;daarna door den H. Geeft op een buytengewoone wyfe foodaanig geleert, dat zy de Akademien by en binnen in haar felvenbsp;hadden, en alfoo meede droegen waar zy quaamen. Dies behoefden zy geen Akademie te foeken ; want waar zy waren,nbsp;daar was een Akademie, daar waren Doftoren, in alle Taaien,nbsp;Konften en Wetenfchappen, om alle Menfchen te leeren; foonbsp;Wel wyfe als onwyfe, Grieken en Barbaar en ; om aller monden tenbsp;floppen; om met alle Teegenftreevers te handelen, ’t zy defelvenbsp;Joodtfche Rabbynen, of Heydenfche Reedenaaren,Philofophen,nbsp;Rechtsgeleerden of Taalkundigen waren; en wat dies meer is.nbsp;’t Geene zy nu binnen fuik eenen korten tydt fonder de gewoonenbsp;middelen geleert hadden, fulks moeten wy, foo veel ons mo-gelyk is, door de gewoone weegen gaan foeken, dat is, by denbsp;Geleerden op de Akademien en in de Schooien; foo dat hetnbsp;feer onverftandig gezeydt werdt, dat de Apoftelen Idiooten, Ongeletterde of Ongeleerde en flechte lieden waren. Dit warennbsp;zy niet na het Pinxterfeeft, toen zy alle de Taaien Ipraaken *.nbsp;Laat ons maar arbeyden, om in fuik een Idiootfchap (indien mennbsp;’t dus wil noemen;) haar gelyk te worden.

Het vierde, \ geene veele Vroome Lieden ergert, is, dat zy veel Ongebondenheit, Dwaasheit, Ydelheit, Heylloosheit,nbsp;Dertelheit, Spottemyen en Lihertinijleryen fien, welke onder denbsp;Geleerden en Studenten op de Akademien omgaan. Ik bekenne,nbsp;dat ’er fomtyds al vry wat aan is, en ’t fal haar fwaar vallen tenbsp;verantwoorden, die daar aan fchuldig zyn f. Maar dit moet

I 2 nbsp;nbsp;nbsp;noch-

* Vide mjlnm Therfn. Heautontim. JeB. 2. c. 9. £ƒ D. Kelkri Mifcellanea, hhr, II. c. 9.

t Vide Oratimm mjlram inauguralim babitm Septcmh. 1634.

-ocr page 100-

C8 VAN DE' NüTTIGREIT DER AEADEMIEN nochtans de geene, die fulks niet en doen, in geen minder ach-tinge, veel minder de gaaven en goede ordre van onfen Godtnbsp;toteen inftal brengen. Soo doende , foude men alle de Staaten,nbsp;Beroepen en Bedieningen onder de Menfchen te gelyk moetennbsp;verwerpen, dewyl ’er in alle ftaaten gebrek is. Wie is ’er vannbsp;ons , die fyne oogen foude willen uytfleeken en wechwerpen,nbsp;om datfe foo veele gèbreekcn onderheevig zyn? Hoe noodigernbsp;en edelder eenig deel in ’s Menfchen lichaam is-, hoe gereedernbsp;ook tot ontfteltenilTe.

Opwckkinge Dit foo. zyiide , W^aarde Chriftenen! wie oordeelt het niet

Taafbdu nbsp;nbsp;nbsp;onfen Godt by defe gelegenheit wel hertelykbe-

hooren te danken, dat het hem gelieft heeft, in defe bedorvens en bedroefde tyden, fuik een goedt alhier te geven, en fuiknbsp;een nieuw en ongewoon licht uyt het-midden van de duyfter-niffe te doen fchynen ? Wanneer Godt een Landt verderven,nbsp;of den (laat omkeeren wil, dan berooft hy gemeenlyk de Over-lieeden van haar Wysheitt Wanneer hy in tegendeel denOver-heeden eenigen heylfaamen Raadt inboefemt, dat mogen wynbsp;voor een groote hoope houden, dat ’er iets goedts voor ons innbsp;Godts Vaaderlyke Herte, voor onfe Nakomelingen, voor onsnbsp;Vaaderlandt en Kerke op handen is; foo dat wy eenigfmtskon-

Richt.XIlI: neh feggén , gelyk de Moeder van Simfon.: Soo de HEERE luji

23- nbsp;nbsp;nbsp;hadde ons te dooden, /;y en hadde ons dit alles niet getount. Och ! daar

zyn foo veele teekenen, die droevige veranderingen van faaken, omkeeringen van defen bloeyenden Staat, of ten minften eennbsp;groote beroeringe van denfelven klaarblykelyk fchynen te drey-gen. ’ Uyt de verdorventheit of flechtigheit van het Chriltelykenbsp;leven , in den Volke , in onfe Kerke , in den Kerkelyken ennbsp;Polityken Staat, kan men niets goedts prognojliceeren of voorfeg-gen. Godt de Heere die liet vaft, en heeft in onfen Koningen,nbsp;Propheten , Priefteren en het gantfche Volk , geen geringenbsp;Verflappinge, Wereldtsheit, Ydelheit en Dwaasheit, foo nietnbsp;erger, verdraagen; waarom het ook met de gemeene faaken desnbsp;Landts in.’t voorleedene Jaar foo qualyk gegaan is. Plet geeftnbsp;evenwel geen kleyne hoope van adem-haalinge , welke de Barni'nbsp;hertigheit des Heeren, die geen eynde heeft, ons nieuwelvks laat

‘fchep-

-ocr page 101-

EN S C H O O L E N. nbsp;nbsp;nbsp;69,

fcheppen ; mits gevende aan onfe Chriftelyke Overheedeti ee-nen Heyligen Moedt, om in defe bekommerde tyden , in ’t midden van fuik een fwaaren en koftelyken Oorlog, fnlk een lofFe-lyk Werk aan te vangen, tot opbouwinge van den 'Eabernakel, tot onderfchraaginge van de Republyk , en tot befchermingenbsp;van het Landt. Wy durven ons fel ven en u allen moedt geven,nbsp;dat met des Heeren Zeegen , wanneer men dus voortgaat, allenbsp;de Staaten en Conditiën van Menfchen hierdoor verbetert, ennbsp;alfoo het gemeen geholpen fal zyn, als ’er Wyfe en Godtvree-fende Rechtsgeleerden; fchrandere en confcientieufe Medicyn-meefters*, Geleerde en Godtvruchtige Philofopben,vee]e Hey-Hge Nazirëen, machtig in den Woorde, ook y verige en ver-Itandige Theologanten, van tydt tot tydt te voorfchyn komen.

Dan fal de Heere fynen Heert en Vuur noch by ons houden; dan fal hy ons aan den moedtwil onfer vyanden, of van onfenbsp;eygene felfs verwerringen niet overgegeven; ja, dan mogen wynbsp;denken , dat het ons, na lang ooidoogen en bloedig ilryden,nbsp;noch eens gaan mag, gelyk eertydcs Keyfei Leo eenen van fynenbsp;Dienaaren toewenfchte, die voorgaf, dat fulke onkoften, dienbsp;men aan de Studiën en de Dodtoren hing, aan d^ Krygsliedennbsp;en tot den Oorlog behoorden befteedt te wordem „ Och ofnbsp;„ het noch gebeurde (zeyde hy,) in myne tyden, dat de Sol- ,

3, dyen der Krygslieden, aan de Dodloren der Konden en We-„ tenfchappen befteedt en uytgedeelt wierden!

Ondertuflchen fullen wy onfe Dankbaarheit niet beter kon-Femaanin-nen betoenen, dan dat wy ons vermaant houden , om dit loffe-ge-lyke Werk gunftelyk, elk na fyn vermoogen te bevorderen, als zynde de pilaar en vaftigheit van Godtsdienft en Godtzaa-ligheit, van Rechten Gerechtigheit, van Leven en Gefondt-heit, van Deugdt en Eerbaarheit, ja om het met een woordtnbsp;te feggen, van ons en onfer Nazaaten Heyl en Welvaart.

Dat dan de goede Gemeynte, en die Godt en fyn Woordt de Ge.

I 3 nbsp;nbsp;nbsp;bemin'™«ï”f^'

* De Medici confeientia, vide TraB. Condtoebi; cujus {ummmn refert PoJJev. liiUiotb. lib. XIF, cap. 26. Et Aretius probl. part. III. de ufu Medic. Refert Lip-fius monit. politic, c, 18. m. 26.

-ocr page 102-

70 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN beminnen, met beyde haare handen alles mogen toebrengen, ’tnbsp;geene tot defen Tabernaakel dienllig is ƒ Dat zy Godt dennbsp;Heere voor deflelfs welllandt en aanwas vieriglyk bidden! Datnbsp;zy haare jonge Jeugdt daar na toe fluuren, om, in de plaats vannbsp;onnutten leedig-gang , of ander fnoodt bedryf, Wysheit ennbsp;Deugdt te leeren. Immers, dien fulks niet gebeuren kan, datnbsp;zy ten minllen anderen aanraaden , om defe fchoone gelegen-Prov.VIII:heit waar te nemen, terwyl de Wysheit op onfe flraaten roept,nbsp;I. amp;c. en zich voor onfe dorpelen vertoont; en eyndelyk, dat zy innbsp;een Chriftelyke Liefde, Eendracht en goede Correfpondencienbsp;met die geene leeven, welke defe Akademie tot bevorderingenbsp;van haare Studiën fullen betreeden.

Aan de Laat doch de Chriftelyke Overheeden in dit begonnen werk Overheeden; kloekmoediger voortgaan, en in alles een goeden moedt gry-pen; fiende dat de Heere boven Menfchen hoope en verwach-tinge tot noch toe foo genaadiglyk met haar geweeft is. Datnbsp;zy voor al wel toefien, om altydt waardige en bequaame Mannen tot Leeraars in defe Hooge Schoole te onderhouden en tenbsp;bevorderen ; dat is , foodaanige die , behalven haare Weten-fchap. Vroom van Godtsdienfl, Getrouw voor de Waarheit,nbsp;en Godcvruchtig in Handel en Wande! , by ervaarentheit ofnbsp;vafte en klaarblykelyke Documenten bevonden zyn *. Indiennbsp;men eenige Loofe Hoofden, Libertynfche Wargeeiten , Godt-loofe Spotters, Ongereegelde en Vleefchelyke Menfchen , ofnbsp;Menfchen van verdorvene linnen , daar in laat komen ; watnbsp;Raat ’er van defulke anders te verwachten , dan dat zy metnbsp;haaren quaaden kanker of vuyle Itreeken, de Jeugdt bederven,nbsp;alles op de Akademie overhoop helpen, en voorts de Kerke ennbsp;den Staat in verwerringe brengen ?

Aan de Dat doch de Leeraars, aan welken defe Schoole is toebe-om Waarheit en Godtzaaligheit, Wysheit en Deugdt» Konft en Trouwe daar in voort te planten, ook na confcientie»

als

L. 7. C de iis qui num. liber, vel paupert. Art. Imp. Doüores excellere opoS' tet,moribusprimtm, deinde facundid. Ad lt;jfKS veria Cujac, Prius Atiirnes, ^poji^^nbsp;linguas eruditas fieri opartet.

-ocr page 103-

EN S C H O O L E N. nbsp;nbsp;nbsp;71

als voor denHeere, foo wel in publyke, als particuliere Oeffe-ningen, haar ter deegen mogen quyten , en altydt met der daadc betoonen, datfe niet alleen in Geleertheit, maar ook in Godt-vruchtigheic, Vroomigheit, Deftigheit en alle Billykheit ,nbsp;waare JnteceJJores (dat is, Voorgangers) mogen zyn ; ilaandenbsp;altydt naar dien onflerflyken Lof, dien zy by Godt hebben,nbsp;en niet by de Menfchen; liende altydt op de vergeldinge desnbsp;loens, en op het wel onthaalen van den getrouwen Dienflknecht.

Eyndelyk foo worden alle de geene , welke om de Waare de Wysheit te vinden , op defe Akademie gekomen zyn ,nbsp;maant, dat zy de Twaare koflen, welke aan haar, door derfel-ver eerlyke Ouders of Vrienden gedaan worden, wel beileeden,nbsp;en den koftelyken tydt wel waarnemen, in de Vreefe Godts,nbsp;als zynde het beginfel der Wysheit j altydt haar Ipoeden, omnbsp;voorttegaan , van Kenniffe tot KennilTe, en van Deugdt totnbsp;Deugdt; de Gaaven Godts en llilk eenen overvloedigen Zee-gen, met geen ydelheit, luyigheit, onhebbelykheit en woeftig-heit vertreeden of verwaarloofen : Want zy zullen Gode eennbsp;duure reekenfchap daar van moeten geven. Wanneer zy, innbsp;tegendeel , in defe haare jonge Jaaren in ’t haare getrouwnbsp;bevonden worden : Wanneer voorts elk het fyne , op en totnbsp;defe Akademie doedt; de Gemeynte met bidden, en voortsnbsp;met gunde , met raadt en daadt te vorderen, daar zy konnen:nbsp;Wanneer de Chriftelyke Overheeden met getrouwelyk voor-ftaan, vermeeideren en beneficeeren; de Leeraars en ProfelTorennbsp;met neerflig leeren , planten en voorgaan ; en dit alles nietnbsp;fonder het opficht tot onfen Godt: Dan mogen wy eenen rykennbsp;Zeegen over onfen arbeydt van Godt verwachten; dan fullennbsp;wy het goede genieten; dan fullen wy, na dat de Akademifchenbsp;loopende Studiën hier ten eynde gebragt zyn , in een beterenbsp;Akademie verplaatft worden , en in de Hoogde Schoole hiernbsp;boven malkander gefaamentlyk vinden ; daar geen Difcipelnbsp;noch Leeraar meer fal wefen , maar Godt felve fal de Leeraarnbsp;zyn, en het Lam. Daar fullen wy weten fonder leeren, geleertnbsp;zyn fonder te Studeeren , verdaan fonder moeyte, vinden fonder fbeken, kennen fonder gebrek, gelyk wy gekent zyn ,

van

-ocr page 104-

Pf. XC; i6, 17-

7 3 VAN DE NUTTIGHEIT DER AKADEMIEN amp;c. A?an Aangefichte tot Aangefichte. Om alle defe Gevolgen ennbsp;Zeegeningen, wenfche en bidde ik, met de woorden van dennbsp;Pfalmift : Laat uw werk aan uwe Knechten gefien worden, ende uwenbsp;Heerlykheit over haare Kinderen. Ende de lieflykheit des HEERENnbsp;onfes Godts zy over ons; ende bevefligt gy het werk onfer handen ov^rnbsp;ons: ja het werk onfer handen bevejtigt dat! A*.men ! Amen!

NAAM-

-ocr page 105-

N A A M-L Y S T,

Van alle de Heeren

PROFESSOREN,

E)ie in verfcheyde Faculteiten, eerll in de Illujlre Schooky en vervolgens in de

AKADEMIE VAN UTRECHT,

Geduurende de Hondert Jaaren, federt derfelver Stichtinge tot nu toe^ van tydttot tydt zyn beroepen, met de Plaatfen vanwaar,nbsp;en derfelver Sterf-tydt, of 'maar heenen fommigenbsp;wederom zyn vertrokken ; .

BenefFens een Lyft van alle de Heeren

rectores magnifici

federt die tydt;

Ah raeede aannisyfinge van alle de Portraitten der Heeren Profeflbren, voaar mede de Akademie- of Senaat-kamer en de Bibliotheeknbsp;verciert zyn, tot nu toe, 1736.

-ocr page 106- -ocr page 107-

Pag. 75

NAAM-LYST

Van alle de Heeren

PROFESSOREN,

Van de llluftre Schoole en

AKADEMIE tot UTRECHT,

In der tydt^

En voor eerft de ILLUSTRE SCHOOLE, opgerecht den I? Juny 1634. O. S.. wanneer Burgermeefteren waren,nbsp;de H E E R E N

DIRCK VAN VELTHUYSEN,

E N

ANTHONY DE GOYER.

jNTHONiUS MATTHSUS, Htrhrnmfu, Ooz-tor in beyde Rechten. Is eerffc Profeflbr in de Rechten in de Akademie van Harderwyk geweefl;nbsp;en den 10 Feb. 1634. in defe llluftre Schoolenbsp;beroepen,(i)engeinangureert den 17Juny; heeftnbsp;in Maart van den Jaare 1641. den Tytel van eerfte Profeflbrnbsp;in de Rechten gekreegen , en is den 25 December 1654.0. S.nbsp;ovpleden, oudt 53 Jaaren min 2 daagen.

n. ANTONIUS AÜMILIUS, Ultrajedt., in het begin van het Jaar i 634. tot Profeflbr in de Hiftorien en Politica beroepen, (i)mede geinangureert den 17 Juny, en den leNovem-ber i(5(5o. overleeden, oudt 70 jaaren en ii maanden.

III. JUSTUS LYRiEUS, Ultraje^. Is alhier beroepen tot Profeflor Humaniorum Literarum, of befchaafde Wetenfchap-pen , (2) den 23 December 1633. en geinangureert den iSnbsp;Juny 1634. en in Notremb. van den jaare 1646. overleeden.

K 2 nbsp;nbsp;nbsp;IV. HEN-


-ocr page 108-

76 nbsp;nbsp;nbsp;NAAM-LYST VAN ALLE

IV. nbsp;nbsp;nbsp;IIENRICUS RENERIUS , geboortig van Huy aan denbsp;Maas ^ PhiJ. Doft. en Profr. in de lüuflre Schoole te Dewn-ter, is alhier tot ProfelTor in de Philofophie beroepen (i)in hetnbsp;begin van den jaare 1634 en geinaugureert den 13 Juny, ge-ftorven den 3 Maart 1639. oudt 46 jaaren. Siet meer van fynnbsp;Leeven in de Lykreden van Anton. MniUius, gedrukt onder fy-he andere Redenvoeringen. Num. 5.

V. nbsp;nbsp;nbsp;GISBERTUS - VOETIUS, Heusdanus, Doftor in de Theologie , is van Heusden , alwaar hy Predikant was, op den 9nbsp;Juny '1634. alhier beroepen tot ProfelTor in de Theologie ennbsp;l lebreéuwfche Taaie (i); en heeft den 21 Augufty 163/] fyne in-treede gedaan , hy is den i November 1676. O. S. overlee-den , oud 87 jaaren,

-VI. BARNARDUS SCHOTANUS, Franeq. Doftor in bey-de Reehten en Philofophie, is den 27 Augully 1635. vanFm-neqiier alhier beroepen(2), en geinaugureert den 3 November; en den 17 Feb. 1641. mzx Leyden vertrokken, alwaar hyindennbsp;jaare 1652. overleeden is.

Volgt nu van de

A K A D E M IE,

Opgerecht den lö Maart 1636. wanneer Burgerraeefteren waren, de PIEEREN

GYSBEKT vANDER HOOLCK,

E N

DIRCK YAN VELTHUYSEN.

VIL GUILIELMUS van der STRATEN, UltrajecX, Heer van fFilles-kop en Kort-Hees‘wyk, Doft. in de Medicynen, is totnbsp;ProfelTor in de Medicynen , Praftyque en Anatomie (i) beroepen den 22 Febr. 16^6. geinaugureert den 17 Maart, cnnbsp;met den Tytel van eerlle ProfelTor in de Medicynen vereertnbsp;den 6 Oftob. 1641. is Lyf-Medicus van den Prince Fredenk

Hendrik geworden in den jaare 1646. en deswegen naar ’sGra^

° nbsp;nbsp;nbsp;ven-

-ocr page 109-

DE HEEREN PROFESSOREN. nbsp;nbsp;nbsp;77

venhage vertrokken; is naderhandt in dien felfden dienfl geweeft van de Princen JVillem de tweede, en de derde. Wyders totnbsp;Burgermeefter defer Stadt verkooren in den jaare 1674. is innbsp;den jaare i68r. overleeden, oudt 88 i^^ren.

Vin. MEINARDUS SCHOTANUS, Frifnis, Doa. in de Theologie , is van Franequer alhier tot Profeflbr in de Theologie (2) beroepen, den 6 April ilt;537. en geinaugureertden 16nbsp;May, is den 6 April 1644. geflorven.

IX. nbsp;nbsp;nbsp;HENRICUS REGIUS, Ultraj. Doft. in de Medicynennbsp;en Philofophie, is tot Profeffor Extraordinair in de Medicynen,nbsp;Theorie en Botanie aangeftelt (2) den 10 of ii July 1638. ennbsp;geinaugureert den i g Maart, Ordinair geworden den 18 Maartnbsp;1639. eerlte ProfefTor in de Medicynen den 2 Decemb. 1661.nbsp;en geflorven den i§ February 1679. oudt 8° jaaren. Siet breder van fyn Leven in de Lykreden van den Heer Gravius.

X. nbsp;nbsp;nbsp;ARNOLDUS van GOOR, Meurfenjis , Ph. Do5t., is

tot Profeflbr Extraordinair in de Phiiofophia Praftica (2) beroepen den II July 1638- en geinaugureert den 6 Septemb., geworden zynde Thefaurier van den Prince van Grange te Meurs, is den 8 Oöob. 1638. naar Meurs vertrokken.

XI. nbsp;nbsp;nbsp;ARNOLDUS SENGUERDiUS, Amftehd., Ph. Doft.nbsp;is tot Profeffor Extraordinair in de Metaphyfica en Phyfica (3)nbsp;beroepen den ii July 1638. ook geinaugureert den 6 Septemb.nbsp;en Ordinair geworden den ii Maart 1639. den 28 Febr. 1648.nbsp;naar Amfterdam beroepen, is aldaar overleeden den 8 Maartnbsp;1667. N. S.

XII. nbsp;nbsp;nbsp;MARTINUS SCHOOK, Ultraj., is tot Extraordinairnbsp;Profeffor in de Welfpreekentheit (3) alhier beroepen den 11 July 1638. mede geinaugureert den 6 Septemb. en naar Deventernbsp;vertrokken den 13 Oftob. desfelven Jaars.

XIII. nbsp;nbsp;nbsp;CAROLUS DE MAATS, Zelandus, Predikant teikffd-delburg, is tot Profeffor in de Theologie (3) beroepen den 17nbsp;November 1636. maar heeft het beroep in Decemb. idspeerflnbsp;aangenomen , geinaugureert den .... 1640. is in het jaarnbsp;1651. geflorven. iEtat. 54.

XIV. nbsp;nbsp;nbsp;DANIEL BERKRINGER , Palatinus, is tot Profeffornbsp;in.de Philofophie Prablica (4) beroepen den . . . . 1640. en in

K 3 nbsp;nbsp;nbsp;de

-ocr page 110-

7g nbsp;nbsp;nbsp;NAAM-LYST VAN ALLE

de Welfpreekentheic in den jaare 1Ó4Ó. is den 22 TulvriJ(57*

overleden.

XV. nbsp;nbsp;nbsp;CYPRIANUS REGNERI ab OOSTERGA , Zmlla^nbsp;nils , Doft. in beyde Rechten, is Profeffor Injlitutionum Jurisnbsp;(3)geworden den 3 Maart 1641. geinaugiireert den 19 Maart,nbsp;en geftorven den 25 Oftob. i687- Aiitat. 73.

XVI. nbsp;nbsp;nbsp;JACOBUS RAVENSBERG, Groeninganus, Ph. Doft.,nbsp;is tot ProfefTor Extraordinair in de Mathefis (5) beroepen dennbsp;3 Maart 1641. ook geinaugiireert den 19 Maart, en Ordinairnbsp;geworden den 17 Juny 1644. is in April 1650. overleden.

XVII. nbsp;nbsp;nbsp;PAULUS VOET, Gisb. Fil. Heusdanm, Doft. in beyde Rechten en Philofophie, is tot Extraordinair ProfefTor in denbsp;Metaphyfica (6) aangelleit den 24 May 1641. en Ordinair dennbsp;17 Juny 1644. is Profefloi- in de Rechten (4) geworden den 25nbsp;April 1654. en geftorven den i Augufty 1667. Aitat. 48.

XVIII. HEINRICUS AIOREELSEN, D/triy., Doft. in beyde Rechten, is tot ProfeflTor in de Rechten (5) aan geftelt den 25 Maart 11544. geinaugiireert den 25 Juny; is Raadsheer vannbsp;het Hof van Utrecht geworden den 24 April 1654. en Raadt innbsp;de Vroedfchap defer Stad den 26 Oftob. 1661. den i Oftobernbsp;1662. Burgermeefter der voorfz. Stadt, in Oftober 16154. weder Raadsheer ten Hove, is denzi May 1665. geftorven. Sietnbsp;van defen de Lykreden van den Heer GrceUms , gedrukt ondernbsp;fyne andere Redenvoeringen. Altat. yo. 5. M.

XIX. nbsp;nbsp;nbsp;JOHANNES HOORNBEEK, Harlemenfis, Doft. innbsp;de Theologie , is alhier tot ProfelTor in de Theologie (4) beroepen, van Mulkeim hyKeulen, en geinaugureertden 13May 1644.nbsp;en in het jaar 1654 naar Leyden vertrokken, alwaar hy den 23nbsp;Aufriifty i656. overleeden is.

XX. 'ISBRANDUS de DIEMERBROEK, Ultraj., Doft. innbsp;de Xledicynen, is tot Profeflbr Extraordinair in de Medicynennbsp;(3) aangeftelt den 8 J™y 1649. en geinaugiireert den 6 Sept.»nbsp;en tot Ordinair den 14 April 1651. is den 4 November 1674*nbsp;overleden. Mizt. 65. Siet de Lykreden van den Keer GreeviuSynbsp;onder fyne andere Redenvoeringen gedrukt.

XXL JOHANNES LEUSDEN, Ultraj., Phil Doft., is Extraordinair ProfelTor in de Hebreeuwlche Taaie geworden O)

^ nbsp;nbsp;nbsp;2 July

-ocr page 111-

DE HEEREN PROFESSOREN. nbsp;nbsp;nbsp;79

S July i^so. en geinaugureert den 5., en Ordinair den 3 January 1653. is geftorven den 30 Septemb. 1699. ^tat. 75.

XXII. JOHANNES de BRUYN, Gorcomo - Batav., Doól. in de Philolbphie, is tot Extraordinair Profeflbr in de Phyllca ennbsp;Mathefis aangeltek (7) den 21 April 1652. en geinaugureert dennbsp;3 Juny, Ordinair geworden den 31 Maart 1656. is geftorvennbsp;den 21 06lob. 1675. ALtat, 55. Siet de Lykreden van dennbsp;Heer Gravius, onder fyne andere Redenvoeringen gedrukt.

XXIII. GUALTIIERUS de BRUYN. Amersfurtenfu , Do£l. inde Theologie, is tot Profeflbr in de Theologie (5) aangefteltnbsp;den 18 Decemb. 1652. geinaugureert den 8 Febr. 1653.endennbsp;7 July 1653, geftorven.

XXIV. nbsp;nbsp;nbsp;ANDREAS ESSENIUS, Bommela ¦ Gelms, Doft'in

de Theologieis beneffens Gmltherus de Bruyn^ Profeflbr in de Theologie geworden (6)den 18 Decemb. 1652. ook geinaugureert den 3 Febr. 1653.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;18 May 1677. in den ouderdom

van 58 jaaren overleden.

XXV. nbsp;nbsp;nbsp;DANIEL VOET, Gisb. Fil. Heusdanus, D06I. in denbsp;Philofophie, is tot Extraordinair Profeflbr in de Philofophie aan-gefteit (8) den 18 Decemb. 1652. geinaugureert den 9 Febr.nbsp;165-3. tot Ordinair den f April 1656. is den 29 July i66q.nbsp;geftorven. iEtat. 30. 7. M.

XXVI. nbsp;nbsp;nbsp;MATTPIIAS NETHENUS, Re/enfis, Doft. in denbsp;Philofophie en Theologie, is tot Profeflbr in de Theologie (7)nbsp;beroepen den 24 April 1654. geinaugureert den 26 May, ennbsp;door een Refolutie van de Vroedfehap van den 14 April 1^62nbsp;afgefet; is naderhandt Profeflbr te Herborn geworden, en den 9nbsp;Oftob. 1686 geftorven. Altat. 68-

XXVII. ANTHONIUS MATTHJIUS, Jnt. Fil. Jnt. Nep. Ultraj. der beyde Rechten Doft., is tot Extraordinair Profes-for in de Rechten aangeftelt (6) den 6 Augufty 1660., geinaugureert den 29 dito, en tot Ordinair den 14 Novemb. 1662. isnbsp;in den jaare 1672 of 1673 naar Leydew vertrokken, en aldaar dennbsp;25 Auguftus 1710 overleden. AEtat. 75. 8- M.

XXVIII. ABRAHAMUS WYKERSLOOTH, Ultraj., der leyde Rechten Doft., is Extraordinair Profeflbr in de Rechtennbsp;(?) geworden den 13 Augufty 1660. geinaugureert den.29 Au-

guftv

-ocr page 112-

so nbsp;nbsp;nbsp;NAAM-LYST VAN ALLE-

gufly, is den 2 Feb. 1653 tot Raadt in de Vroedfchap , en den 28 .0£bb. 1669. tot Raadt Ordinaris in het Hof verkooren, e»nbsp;den 5 Febr. 1673. geilorven,

XXIX. nbsp;nbsp;nbsp;REGNERUS aMANSVELT, Ultraj,, Doa. indenbsp;Philofophie, is tot Profeflbr in de Logica en Metaphyfica aange-flelt (9') den 7 Novemb. 1660. geinaugureert den 28 Novemb.;,nbsp;en geftorven den 29 May 1671. Siet de Lykreden van den Heernbsp;Grcevius, onder fyne andere Redenvoeringen gedrukt.

XXX. nbsp;nbsp;nbsp;JOHANNES GEORGIUS Gl\JFNl\JS,Naumhirgen-fa, is tot Profeflbr in de Hiftorien en Welfpreekenthèit vannbsp;Deventer alhier beroepen (4) den 7 Augufty j 661. geinaugureertnbsp;den 18 Oaob. en den it Januari 1703 geftorven.

XXXI. nbsp;nbsp;nbsp;FRANCISCUS BURMANNUS, Lt/gi. Pa-rav., Doa.nbsp;in de Theologie, is tot Profeflbr in- de Theologie alhier beroepen (8) den 16 July 1663. geinaugureert den 12 Novemb., ennbsp;den 12 November 1679 overleden. Aïtat. 51.

XXXII. LUDO VICUS WOLZOGEN, Germanus, Doa. in de Theologie, en Predikant inde Walfche Gemeente alhier, is dennbsp;21 July 1664. tec Profeflbr Extraordinair in de Kerkelyke Historiën (i) beroepen, geinaugureert den 21 September, en dennbsp;5 Septemb. 1670 tot Ordinair aangeftelt, is in het eynde vannbsp;het felve jaar naar Amjierdani vertrokken , alwaar hy den 13nbsp;Novemb. 1690 overleden is.

XXXIII. HUGO RUYSCH, Doft. in de Philofophie, is tot Extraordinair Profeflbr, om de Geometrie in ’t Nederduytfchnbsp;te onderwyfen (i) op den 26 Sept. 1664 aangeftelt.

XXXIV. PHILIPPUS MATTHAiUS, Jnt. Fil UltrajeB., Doa. in de Medicynen, is tot Leaor in de, Medicynen aange*nbsp;ftelt(4) den 5 Decemb. 1667. en tot Extraordinair Profeflbr dennbsp;24 January 1670. en in dat felve jaar naarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vertrokken-

XXXV. LUCAS VAN DE POL, Ultraj., der beyde Rechten Doa., is den 5 Decemb. 1667. Ledtor in, de Rechten aan-geftelt(8); tot Extraordinair Profeflbr den 24 January 1670. gf^nbsp;inaugureert den löFebr., en tot Ordinair den 11 May 1674-den 24 Nov. 1713 overleden. jEtat. 83* 9- M. Van fynnbsp;flacht zyn eenige dingen aangetekent door den Heer Burnian,nbsp;Not.- ad Lipf. Epiftol. Tom. I. Ep. 119.

XXXVI. jo.

-ocr page 113-

DE HEEREN PROFESSOREN. nbsp;nbsp;nbsp;8i

XXXVI. JOHANNES VOET, Paul Fil Ghb. Nep. Ultraj., Dcft. in beyde Rechten, is tot Profeffor Ordinair in de Rechtennbsp;(9), alhier van Herhorn beroepen de 11 May 1674. geinaugureertnbsp;den 25 Augufty, en naarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vertrokken den 6 February lögo.

alwaar hy den ii Sepcemb. 1713 overleden is. AEtat. 66.

XXXVII. GERARDUS de VRIES, U/traj., Doft. in de Phi-lofophie, tot Profeflbr Ordinair in de Philofophie (10) beroepen den II May 1674. geinaugureert den i Sepc. en tot Extraordinair Profeflbr in de Theologie den 2 Maart 1685. is den I Decemb. 1705 overleden.

XXXVIII. JACOBUS VALLAN. Amjleïodam., Dc61;. in de Medicynen, is tot Ordinair Profeflbr in de Medicynen, Pradlyknbsp;en Anatomie (5) beroepen den 8 Maart 1675. geinaugureertnbsp;den 20 May, heeft den 15 Febr. i(58o. den Tytel van Profes-for Praxeos amp; Injlitutiomm gekregen, en is den 16 May 1729nbsp;overleden.

XXXIX. PETRUS VAN MAESTRICHT, Colonienfu, Do6t. in de Theologie, is van Duisburg tot ProfelTor in de Theologie alhier beroepen (9) den 12 Junyi677. geinaugureert den 6nbsp;Sept., en den 8 Febr. 1706 overleden. iEtat. 75.

XL. MELCHIOR LEYDEKKER, Medioburgo-ZeL, Doft. in de Theologie, is tot Ordinair Profeflbr in de Theologie (10)nbsp;beroepen den 21 Januari 1678. geinaugureert den 8 April, ennbsp;den 7 January 1721 overleden.

XLI. JOHANNES _ MUNNIKS, U/trajea., Doft. in de Medicynen, is tot Leftor in de Anatomie aangeftelt (6) den 29 Oc-tob. 1677. geinaugureert den la Decemb., tot Extraordinair Profeflbr den 2 Decemb. 1678. en den 9 Febr. 1680. tot Ordinair Profeflbr in de Medicynen, Anatomie en Botanie, is dennbsp;10 Junyi7ii geftorven.

XLIL JOHANNES LUYTS, Hornams, Doft. in de Philofophie, is tot Profeflbr Extraordinair in de Philofophie aangeftelt (i i) den 20 Oftob. 1677. geinaugureert den ii December, en tot Ordinair den 9 Febr. i68o- is den 12 Maart 1721 overleden. iEtat. 65. 5, M.

XLIII. HERMANNUS WITSIUS, Enchufams, Doa. in ds Theologie, is van Franequer tot Profeflbr in de Theologie,

L nbsp;nbsp;nbsp;al-

-ocr page 114-

82 nbsp;nbsp;nbsp;NAAM-LYST VAN ALLE

alhier beroepen (i i)in April 1681. en in hetjaar 1Ö98 naarX.i?y-

den vertrokken, alwaar hy geftorven is.

XLIV. JOHANNES van MUYDEN, Ultra]., Doft. in beyde Rechten, is op den 26 Decerab. 1680. tot Extraordinairnbsp;Profeffbr in de Rechten aangeftelt (10), geinaugureert den 10nbsp;Febr. i68i- en tot Ordinair den 8 Oftob. 1683. geftorven dennbsp;25 May 1729. ALtat. 77. 4. M.

XLV. HERMANNUS van HALEN, Ultraj., Doft. in de Theologie, en Predikant alhier, is op den 14 Maart 1681 totnbsp;Extraordinair Profeffbr in de Theologie aangeftelt (i 2), geinaugureert den 20 April, en tot Ordinair den 30 April 1683. is dennbsp;4 Maart 1701 overleden

XLVI. GERARDUS NOODT , Neomagenfa , der beyde Rechten Doft. is van Franeqiier alhier tot Ordinair Profeffbr innbsp;de Rechten beroepen (ii) den 8 Oftob. 1683. geinaugureertnbsp;den 12 Febr. 1684. en in Augufty 1686. naar Leyden vertrokken , alwaar hv geftorven is.

XLVn. PAÜLUS BAULDRY, d'Iberville, Gallus,Doa. in de Theologie, is tot Extraordinair Profeffbr in de Kerkelykenbsp;Hiftorien aangeftelt (2) den 4May IÖ85- en tot Ordinair den 15nbsp;Maart 1695. is den 16 Febr. 1706 geftorven.

XLVIII. HENRICUS COCCEUS , Bremenfis, der beyffe Rechten Doft. is tot Ordinair Profeffbr in de Rechten, (12)nbsp;van Heidelberg alhier beroepen den 9 April ilt;588- geinaugureertnbsp;den II Febr. 1689. en weder naar Frankfort aan den Oder vertrokken in den jaare 1691.

XLIX. CORNELIUS van ECK, Arenaco Gelrus, der beyde Rechten Doft. , is van Franeqiier tot Ordinair Profeffbr in denbsp;Rechten alhier beroepen (13) den 27 July 1^93. en geinaugureert den II September, is geftorven in February i73^-

L. PETRUS BURMANNUS, Ultraj., der beyde Rechten Doft. is tot Extraordinair Profeffbr in de Hiftorien aangefteltnbsp;(5) den 10 Decemb. 1696. en tot Ordinair den 18 April löpS-tot Profeffbr Politices den 19Maart 1703. enden 29 May 17'^nbsp;naar Leyden vertrokken.

LI. CONRADUS BARKHUSIUS, Doft. inde Medicynen, is totLeftor in de Chymie aangeftelt den 6 Oftober 1698-

-ocr page 115-

DE HEEREN PROFESSOREN. nbsp;nbsp;nbsp;83

en tot Extraordinair Profeflbr den 19 Maart 1703. is den l October 1723. geftorven.

UI. HENRICUS PONTANUS , Steinfort. Doft. in de Theologie, is van Lingen tot Profeflbr in de Theologie (13)nbsp;alhier beroepen den 15 Febr. 1700. en den 15 Decemb. 1714-overleden.

LUI. HADRIANUS RELANDÜS, Amflelodam. Doft. in de Philofophie, is van Harderwyk tot ProfeflTor in de Oofterfchenbsp;Taaien (2)alhier beroepen den 21 Febr. 1701. en den5 Febr.nbsp;1718- geftorven. .Aitat. 41. 6. M.

LIV. RUDOLPHUS LEUSDEN, Joh. Fil.UItraj., D06I. in de Philofophie en Medicynen, is den 19 Maart 1703. Extraordinair Profeflbr in de Anatomie en Chirurgie geworden (8) gt; ennbsp;den 16 Maart 1705. tot Ordinair aangeftelt, is den 29 Maynbsp;1726. in het Lit der Heeren Geëligeerden verkooren.

LV. HERMANNUS ALEXANDER ROËL, Marco mft-phal. D06I. in de Theologie, is van Franequer alhier tot Ordinair Profeflbr in de Theologie (14) beroepen , en geinaugureert den 22Septemb. 1704. en is den 12 July 1718 geftorven.

LVl. JOSEPHUS SERRURIER, Amjielodam. Dofl:. in de Medicynen en Philofophie, is tot Ordinair Profeflbr in de Philofophie en Mathefis (12) aangeftelt, en geinaugureert den 3nbsp;Febr. lyod. en daarenboven tot Profeflbr in de Medicynen ennbsp;Botanie (9) den 6 April 1716.

LVII. JOHANNES JACOBUS VITRIARIUS , der beyde Rechten Doft., is van Heidelberg tot Ordinair Profeflbr in denbsp;Rechten (14) alhier beroepen, en geinaugureert den 17 Sept.nbsp;1708. en is in heteyndevanhetjaar 1719 naar LeyJmvertrokken.

LVIII. HIERONIMUS van ALPHEN , Hanou. Doft. in de Theologie, is Ordinair ProfeflTor in de Theologie gewordennbsp;(15) den 25 Febr. 1715.

LIX. FRANCISCUS BURMANNUS, Fr. Fil. Pet. Fr. UI-trajeEt., Doft. in de Theologie, is Ordinair ProfeflTor in de Theologie geworden (16) den 26 Febr. 1715. en geftorven den 22 September 1719. *^tat. 48-

LX. ARNOLDUS DRAKENBORGH, ültraft, der beyde Rechten Doft., is tot Ordinair Profeflbr in de Hiftorien en

L 2 nbsp;nbsp;nbsp;Wel-

-ocr page 116-

8i, nbsp;nbsp;nbsp;NAAMLYST VAN ALLE

Wellpreekendieic (ó) aangeftelt den 6 April 1716. geinaugu* reerc den 25 Mav.

LXI. CAROLUS ANDREAS DUKERUS, Marco mjiphaL is tot Ordinair ProfeiTor in de Hiftorien en Welfpreekentheitnbsp;(7) aangeftek den 6 April 1710. geinaugureert den 28 May.

LXII. DAVID MILLIUS, Regio Mont, is Ordinair Profeflbr in de Ooflerlche Taaien geworden (3) den 21 Maart 1718. innbsp;de Joodfche en Oofterfche Oudheden den3Novemb. 1727. ennbsp;in de Theologie den 10 Oélob. 1729.

LXIII. JOHANNES ENS, Batams, Dodl. in de Theologie, is van de Illultre Schoole van Lingen, alwaar hy Profeflbr was, tot Predikant in de Nederduytfche Kerk alhier beroepennbsp;in den jaare 1719. en tot Profeflbr Extraordinair in de Theologie aangellelt (i7)den ii Juny 1720. en voorts tot Ordinairnbsp;den4 January 1723. is gekorven in January 1732. -

LXIV. FREDERICUS ADOLPHUS LAMPE, L/pp., Doft. in de Theologie , is Ordinair Profeflbr in de Theologie geworden (18) den 24 Juny 1720. en in het jaar 1727. wedernbsp;naar Bremen vertrokken.

LXV. EVERARDUS OTTO, Hamman. der beyde Rechten D06I., is van de Akademie v?Ln Duisburg ^ tot Ordinair Profeflbr in de Rechten alhier beroepenfiy), en geinaugureert den 18 November 1720.

LXVI. PETRUS VAN MUSSCHENBROEK,EMgi. Batav.^ Doft. indeMedicynen en Philofophie, is van de Akademie vannbsp;Duisburg, alwaar hy Ordinair Profeflbr in Philofophie, en Extraordinair in de Medicynen was, tot Ordinair Profeffor in de Philofophie enMathefis alhier beroepen (13), en geinaugureert dennbsp;13 Septemb. 1723.

LXVII. CHRISTIANUS BERNARDUS ALBINUS, Ber^ 7iard. Fil. Doft. in de Medicynen en Philofophie, is tot Extraordinair ProfeflTor in de Medicynen, Anatomie en Chirurgienbsp;(10) aangeflelt, en geinaugureert den 20 Septemb. 1723. isnbsp;Ordinair geworden den 17 January 1724.

LXVIir. JACOBUS ODE, Zutph. Gelr. Doft. in de Philofophie, is tot Extraordinair Profeflbr in de Philofophie (14,1 aange-

Ilelc, en geinaugureert den 20 Septemb. 1723. is Ordinai^^ê^'


-ocr page 117-

DE HEEREN PROFESSOREN. nbsp;nbsp;nbsp;S5

worden den 17 January 1724. en Profeflbr Extraordinair in de Theologie (20) den 15 Decemb. 1727-

LXIX. JOHANNES van den HONERT Batavus, Toko Hap Fil. is tot Ordinair Profeflbr in dc 'llieologie aangefleltnbsp;(19) den 20 Odfob. 1727. vertrokken naar Leyden i7S4-LXX JOHANNES OOSTERDYK SCHACHT,Lwgi. Bulnbsp;Hem. Fil. Philok amp; Med. D06I. en Profeffor, (ii) beroepennbsp;van Franequer, en geinaugureert als Ordinair ProfeAorindeMe-dicynen den 12 Septemb. 1729.

LXXI, JACOBUS VOORDA, nbsp;nbsp;nbsp;Do£l. inbeydeRech

ten en Profeflbr, beroepen van Franequer, (lö) en geinaugureert den 12 Septemb. 1730.

LXXII. PETRUS WESSELING, Stdnfurtenfis , beroepen van Franequer, tot Ordinair Profeflbr Hiftoriarum, Eloquentiaenbsp;amp; Linguse Grsecae (8) ¦gt; en geinaugureert den 12 Juny 1735-LXXIII. ALBERTUS VOGET, Bremenjis, beroepen vannbsp;Groningen, tot Ordinair Profeflbr in de Theologie (22)is geinau-gureert den iz Septemb. 1735.

lYS-

L3

-ocr page 118-

86 nbsp;nbsp;nbsp;LYSTE VAN DE HEEREN

L Y S T E

Van de Heeren

R E C T O R E i

M A G N I F I C I,

Van de

A K A nbsp;nbsp;nbsp;Dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E M Inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E

In der tydt,

Welke Jaarlyks geinJlaUeen worden ontrent half Maart^ als:

Anno 1636.1nbsp;J637- (

1638. nbsp;nbsp;nbsp;^Bernardus Schotanus.

1639. nbsp;nbsp;nbsp;1

1640. nbsp;nbsp;nbsp;j

1641. nbsp;nbsp;nbsp;Gisbertus Voetius.nbsp;1641. Antonius Mattha^tis,

1643. nbsp;nbsp;nbsp;Guilielm. vanderStraten

1644. nbsp;nbsp;nbsp;Antonius iEmilius.

Anno

*656. nbsp;nbsp;nbsp;Effenius.

Antonius iEmilius. 1660. Gisbertus Voedus.nbsp;j66i. Johannes Leusden.

1662. nbsp;nbsp;nbsp;Henricus Regius.

1663. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes de Bruyn.

1664. nbsp;nbsp;nbsp;franciscus Burmannus.

i6f8- Cypr.Regt^abOolterga. 1659.

1645. Arnoldus Senguerdius, 1665. Regnerus van Mansvelt.

1646. nbsp;nbsp;nbsp;Henricus Moreelfe.

1647. nbsp;nbsp;nbsp;Carolus de Maats.

1648. nbsp;nbsp;nbsp;Daniel Berkringer.

J649. Henricus Regius.

1650. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Hoornbeek.

1651. nbsp;nbsp;nbsp;Cypr. Regn. ab Oofterga.

1652. nbsp;nbsp;nbsp;Paulus Voet.

^Antonius Matthaeus,

1054' * Obiit zs Decemb. iSj ,

1655- Ysbr. van Diemerbroek.

166Ö. Ant. Matthseus,

1667. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Georgius Graevius.

1668. nbsp;nbsp;nbsp;Ysbr. van Diemerbroek.nbsp;1Ö69. Cypr. Regn. ab Oofterga-

1670. nbsp;nbsp;nbsp;Franciscus Burmannus-

1671. nbsp;nbsp;nbsp;Gisbertus Voetius.

^Johannes de Bruyn-^ ® 7 3 • j Tot den 20 April 1674. •ueriAtr de Franfche Invaltnbsp;1^74. Andreas Eftenius-

IÖ75'

-ocr page 119-

RECTORES

Anno

1675. nbsp;nbsp;nbsp;Gisbertus Voeciiis.

1676. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Leusden.

1677. nbsp;nbsp;nbsp;Cypr. Regn. ab Oofterga.

1678. nbsp;nbsp;nbsp;M. Gerardus de Vries.nbsp;^*^79- Joannes Voet.

1680. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Georgius Graevius.

1681. nbsp;nbsp;nbsp;Lucas vande Poll.

1682. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus van Maaftricht.

1683. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Vallan.

1684. nbsp;nbsp;nbsp;Melchior Leydekker.nbsp;i68f. Johannes Munniks.

1686. nbsp;nbsp;nbsp;Hermannus Witfius.

1687. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes van Muyden.nbsp;1688- Johannes Luyts.

1689. nbsp;nbsp;nbsp;Hermannus van Halen.

1690. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Georgius Graevius.

1691. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Vallan.

1692. nbsp;nbsp;nbsp;M. Gerardus de Vries.

1693. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Leusden.

1694. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Munniks.

1695. nbsp;nbsp;nbsp;Cornelius van Eek.nbsp;Ï696. Lucas vande Poll.

Ï697. Hermanus Wiefms. 1698- Jacobus Vallan.

1699. nbsp;nbsp;nbsp;Hermannus van Halen.

1700. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Georgius Graevius.

1701. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes van Muyden.

1702. nbsp;nbsp;nbsp;Henricus Pontanus.

1703. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus Burmannus.nbsp;I7°L Cornelius van Eek.nbsp;1705- Lucas van de Poli.

MAGNIFICL nbsp;nbsp;nbsp;87

Anno

170Ö. Herm. Alexander Roel.

1707. nbsp;nbsp;nbsp;Rudolphus Leusden.

1708. nbsp;nbsp;nbsp;Hadrianus Relandus.

1709. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Vallan.

1710. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Munniks.

1711. nbsp;nbsp;nbsp;Petrus Burmannus.

1712. nbsp;nbsp;nbsp;Jofephus Serrurier.

1712. Johannes van Muyden.

1714. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Jacobus Vitriarius.

1715, nbsp;nbsp;nbsp;Melchior Leydekker.nbsp;1710. Cornelius van Eek.

1717. nbsp;nbsp;nbsp;Hieronymus van Alphen.

1718. nbsp;nbsp;nbsp;Franciscus Burmannus.

1719. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes van Muyden.

1720. nbsp;nbsp;nbsp;Rudolphus Leusden.

1721. nbsp;nbsp;nbsp;Jefephus Serrurier.

1722. nbsp;nbsp;nbsp;ArnoldusDrakenborgh.

1723. nbsp;nbsp;nbsp;CarolusAndreasDukerus.

1724. nbsp;nbsp;nbsp;Everardus Otto.

1725. nbsp;nbsp;nbsp;David Mill.

1726. nbsp;nbsp;nbsp;Freder.AdolphtisLampe.

1727. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Ens.

1728. nbsp;nbsp;nbsp;Chrift. Bernard. Albinns.

1729. nbsp;nbsp;nbsp;Petr.vanMuflchenbroek,

1730. nbsp;nbsp;nbsp;Jacobus Ode.

1731. nbsp;nbsp;nbsp;Johannes vandenHonert.

1732. nbsp;nbsp;nbsp;Joh. Oofterdyk Schacht.

1733. nbsp;nbsp;nbsp;Hieronymus van Alphen.nbsp;1734- Jacobus Voorda.

1735. ArnoldusDrakenborgh.


LYSTE

-ocr page 120-

83

Van alle de Heeren Profeflbrenj met welker AfbeeUingt de Akademie- of Senaat-Kamer verkiert is.

Anthonius Matthseus. Anthonius Aimilius.

Gisbertus Voedus.

Bernardus Schotanus. Guilielmus van der Straten.nbsp;Mienardus Schotanus,nbsp;lienricus Regius.

Arnoldus Senguerdius.

Carolus de Maats.

Daniel Berkringer.

Cyprianus Regneri ab Ooflerga. Paulus Voer.

Henricus Moreelfen.

Johannes Hoornbeek.

Isbrandus de Diemerbroek. Johannes Lensden.

Johannes de Bruyn.

Andreas ElTenius.

Daniel Voet.

Matthias Nethenus.

Anthonius Matthseus.

Regnerus a Mansvelt.

Johannes Georgius Graevius. Franciscus Burmannus.

Lucas van de Pol.

Johannes Voet.

Gerardus de Vries.

Jacobus Vallan.

Petrus van Maeftricht. Melchior Leydekker.

Johannes Munniks.

Johannes Luyts.

Hermannus Witfius.

Johannes van Muyden. Hermannus van Halen.

Gerardus Noodt.

Cornelius van Eek.

Petrus Burmannus.

Henricus Pontanus.

Hadrianus Relandus.

Rudolphus Leusden. Hermannus Alexander Roel.nbsp;Tofephus Serrurier.

Johannes Jacobus Vitriarius. Hieronymus van Alphen.nbsp;Franciscus Burmannus.nbsp;Arnoldus Drakenborgh.

Carolus Andreas Dukerus. David Milüus.

Johannes Ens.

Fredericus Adolphus Lampe. Everardus Otto.

Petrus van Muflehenbroek. Jacobus Ode.

Johannes van den Honert. Johannes Ooflerdyk Schacht.nbsp;Jacobus Voorda.

N.B. Het Portrait van den Hec-re Profeflbr Conradus Barkhufius^ M. D. bevindt zich op de Bibliotheek.

KOR-


-ocr page 121-

TuUcka Pag. $o èn jiiy


Hr. BERENT VOET,

Hr. van den Voets-huyfen, Kolvenburg en Overwater , gecompareerde wegensnbsp;de Edelen en Riddet-ichappen des Sticlitslt;nbsp;van Munftet op denbsp;Landdagen, en Cryts-dagen des Weftphaal-Ichcn Kryts, Trouwde omtrent den Jare

lAlt.Jonkv.....

van Weltclr.


Jonkvr. Hildegonda Voet, trouwd Ao. 1447. met Hr. Gerard van Kep-pel. Hr. van U edderen , en Maneii-hurg, Maarfchdk van ’t Hattogdomnbsp;Cleve, welke b-yde,(om dat haar oud-fte kind , ,onkhr. Herman van Keppel,nbsp;in de Belegen g van Nuyts doodt bleetnbsp;Ao. 1475', htbl’ ii van haar Kafteel ennbsp;goederen , als Wedderen en Matienburg,

Ao. 1477.) een Carthuyfer Kloolter ge-ftigt, die Carthuyfèrs met haar goederen begiftigt. Ao. 1478 IS dit Clooller geheel en al uytge Jundert, en de Goederen , Graanen en Beeden , altemaainbsp;na Lochem gevoert, en aldaar verkogt.

Zedert die tyd is ’er geen mans oir van de Familie van Voet in Munfterlandtnbsp;gebleven.

)onkvt. Voet , trouwde den Heer ^

van Beveren , Comparerende wegens de I nbsp;nbsp;nbsp;^ uauuv

Edelen en Ridderfchappen op de Kryts- Yfouwen, waarvan en Landdagen , des Weftphaallchennbsp;Kryts, wiens zoon geweelt is Domheer , en Prrebendair van den Dom totnbsp;Muiifter.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I

Jonkhr. Hendrik Voet , Heere van | den Voetshuyfen, Kolvenburg, en 0-1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

verwater, hy trouwde ontrent den Ja-1 _ j, nbsp;nbsp;nbsp;gt;

re 1480 Ida Dirks van Oudheusden ^y de derde geen ,

Jonkvr. Gofewina Voet, tot den Uy jg nbsp;nbsp;nbsp;een, en

Voetshuyfen en Kolvenburg, nbsp;nbsp;nbsp;• by de vyfdc driekin-

1478 Heer Wernar van Mönfter, Door l dit huwelyk is het Stamhuys uyt de j Hadrianus Voet ,nbsp;^_Fai«ilie getaakt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;| Prior van het Kloo-

jlter der Wilhelmiten l^in s’ Hercogenbokh.


Dirk Hendrikszoon Voet , hadde vyf


{- Eerfte bedde.

* Paul Voet de Oude. Heytv.aii Ditksz.nbsp;Voet, Ridd«.

Sophia 'oet trouwt Gysbert vannbsp;Aelfte.


f Agnes Voet,

J nbsp;nbsp;nbsp;I’ll-! won


de


Capellen.

Bartholomeus Voet, R'dder, ongetrouwenbsp;VoM^tronquot;'' johan J geÜotvcn ui Yranfc-

. A... , nbsp;nbsp;nbsp;1


Tweede Bedde. Gysbert Dukr


ons 3. onbekentzyn, de vierde was ge-naamt Arikje , en de ^ ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ ^

vyfde was genaamt) „^yan AÜ^ndelft Catharina vanStewig, \


I '

kvan Kriekenbeek.

Vierde Bedde.

Hendrik Duksz. 1 Johanna Voet, Voet , trouwde “y trouwt Jan Campenbsp;1 Arkje van • • . ¦

1 Vyfde‘^Jdde- r Cornelia Voet,

I Paul Voet de jonge, lt; trouwde Gysbert van

l rroUWC • • • • nbsp;nbsp;nbsp;i- ¦


gt;Jicolaas biri^fx

Voet, Ridder,

trouwde Ltcilia van Calydt.


Cornelia Voet, trouwt Lcoiiatd van

^Stewigj Ridde


der.


Geerttuyd Voet,


AdriaanVoet, 1

deMaria SpruyK trouwt Johan Centen

... nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦ C-ivch/»rr AHrtoonrr


. Gysbert Adriaauz. vVoet,trouwde . .

f Daniël Voet, on-getr. geftorven.

Daniël Voer, on-getr. geftorven.

Nicolaas Voet, ongetr. geftorven.

Dirk Voet, Pred. te Duflen,nbsp;trouwt Clara van*nbsp;Calyd.

Cecilia Voet,


Ryerda.

C Dirk Voet,

1 trouwt.....

I Met vrouw en kinde-V ren aan de peil ge 1 ftorven.

1 D '44 nbsp;nbsp;nbsp;, jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geftorven

I Ridder , trouwt Ma-^ ^YSBERTÜS

^na de Jageling,


GYSBERTUS VOET,

Eerfte Profeftor ia


. , Jan Voet, ongetr. geftorven.

I Elilabet Voet, trouwde Nicolaas Gln--Uyt 't eerfte Bedde. nbsp;nbsp;nbsp;|nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ Dtoflaart van Harftal en Subfti-

DirkVoer,Pred.tocMaftricht,trouwdelt;( tuit Hooft-Officier van de Stad en Lan-Jenette Breberinus van Dyk. nbsp;nbsp;nbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mallticht.

Deliana Voet, ongetr. geftorven.

Elbert Lodewyk Voet.

Wilhelraiiia Voet, jong geftorven.

Gerard Card Voet, ongetr. geftorven.

Paul Voet, jong geftorven.

Elilabeth Wynanda Voet, jong ge- -ftorven.

. nbsp;nbsp;nbsp;Derde Bedde.

Arnoud Waltaad Card Voet, Pred. te Aiikeveen.

Clara Elilabeth Voet.

Paul Gysbert Voet, Pred. tot Beul en ^Caltel, ongetr. geftorven.

r Anna Elilabeth Voet, Troude Gysbert Eetfte Bedde.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j Voet van Winflen, Secret, van de Ed.

Johan Voet, geb. 3 Oiftob. 1647.1 M.og. Heren Staten’s Landsvan Utrecht, Prof-in de Regten tot Leyden, trouwde'j mitsgaders van de Gedeputeerden ennbsp;Magdalena de Saddare, hy geft. 1714. I Ridtkrlchap , en Griffier van de Lee-GysbertVoet, geb. 1 Sept. 1049. on- ^nen.nbsp;getr. geftorven.

Paul Voet van Winden, geb. 3 Feb. p^ui nbsp;nbsp;nbsp;yaj, -vViuflen , ongetr.

lööj. Oud Borgermeefter en Secret. | „p(^oj.ygn_

van Haar Ed. Mog. de Heeren ScatenJ Hendrik EVr.f.-'-h Voer van win/Jen,

t’Utrecht,Pvaadsheerd La„as van Utrecht , mitsgaders vanJ „ouwde Ifaac üb ngh,Raad en Gede-van de Souveraine jg Gedeputeciden en Riddetfehap , en nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

Kamer van Juftitie Griffier van de Leenen , en trouwde Engelberta van Brieneu.

Twede Bedde.

Gysbert Voet, ongetr. geft.

Elifabeth Voet, trouwde Adolf Tie-leman.

Thomas Voet, ongetr. geftorven.

Maria Voet.

Johanna Voet.

Paul Gysbert Voet, Raadt en Vroed-fchap der Stad Utrecht , trouwde Yda “de Barra, by ftierf 1708.


f Paul Voet,

I trouwde eerft Elila beth van Rheneii ,nbsp;ide Maria Dotzzutznbsp;^}de Jouere . .


de H. Theologie cn'j Pred. te Utrecht,nbsp;trouwde dén 5 Maynbsp;1611 Deliana vannbsp;Dieft.

Elilabeth Voet, trouwde Hendriknbsp;Schryvets vannbsp;Zweerts , Ingenieurnbsp;ten dienfte der Vet-eenigde Nederlanden.nbsp;V Paul Voet,nbsp;geft. 1604,


r Maria Voet, gcb. I 8 Meert 1613. ou-I getr. geftorven.

Maria Voet , geb. 13 Maart 1014. ongetr. geftorven.

Elilabeth Voet, geb.4. Januat. 1Ö17.nbsp;ongetr. geftorven.

Paul Voet , Pro-fedor in de Rechten


tot Vianen , gcb. 7. Juny löip. trouwdenbsp;eerft den 13 Dcc. 1046.nbsp;Elilabeth van Winl-len , en ten tweedenbsp;Elilabeth Ruffert.

Nicolaas Voet, geb.

7 Oftob. 1(5x1- 011-

Igetr. geftorven.

Johannes Voet, geb. x8 Januat. 16x4.011nbsp;getr. geftorven.

Nicolaas Voet, gcb.

7 Febr. 16x7. ongetr. geftorven.

Daniel Voet , Pro-feflor in deMedicincn tot Utrecht, gcb. i.nbsp;Jan. 1630. trouwdenbsp;Wynanda Junius.

Anna Voer , geb, ioJau.iö}5. trouwdenbsp;Cyprianus Rufferc ,nbsp;Sec. van Oiideborcn.nbsp;Nicolaas Voet, gcb. .nbsp;ri April 1635.Pred.4nbsp;J tot Utrecht, trouwdenbsp;I^Geerttuyd Kryccts.


dementia Voet, ongetr. geftorven.

Daniela Voet, trouwde Daniël Ruyn-vclt, Pred. tot Delft.

Daniël Voet, Rencmr. van St. Pau-lus te Ucrechc, ongetr. geftorven.

Deliana Voet, trouwde JanHuychel-bos.

Gysbert Voet, Klerk van de Ed. Mog. Heren Staten ’s Lands van U-trechc , ongcr. geftorven.


pureerden in ue ataten Generaal Borgermeefter der Stad Utrecht. Sjnbsp;geft. 15. Decemb. 1713.

Deliana Voet van Winflen , ongetr,

geftorven. nbsp;nbsp;nbsp;. „nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ r Paul Voet van

Gysbert Voet van Winnen, Secret. | van de Ed. Mog. Keren Staten‘s Lands I joham,a Magda-van Utrecht, mitsgaders van de Gede-J Voet van Wuft-pureerden en Riddcrichap, en Griffiernbsp;van de Leenen, trouwde Anna Ehfabetnbsp;Voet.

Deliana Margareta Voet van Winfl-feu, trouwde Jacob Martens, Raad in de Vroedlchap , en Borgermeefter dernbsp;Stad Utrecht.

Johanna Magdalena Voet van Winf-en , trouwde Ifaac Ferdinand Godin,

Secretaris van Haar Ed. Mog. Heren

Staten Collegie van den Lekkcndyk

Bovendams, naderhand Raad in de Paul Engelbert

Vroedfehap der Stad Utrecht. nbsp;nbsp;nbsp;IVoct van Winflen ,

Paul Engelbert Voet van Winflen ,J Juftus Jan Voet Klerk van Haar Ed. Mog. Heren Sta-1 van Winflen , on*nbsp;ten ’s Lands van Utrecht, trouwd Ag- Lgetr. geftorven.nbsp;nes Ormea van Papendorp. Hy geit.


7 January 1714-

,,1.1. v.iiec‘1 i'ciiu.v,.!. nbsp;nbsp;nbsp;• Cornelis Evert Voet van Winflèn,

Abraham' Voe'ï, Luytenant ter Zee, gt; Raadsheer van den Raade van Vlaan-ongecr. geftorven. nbsp;nbsp;nbsp;' deren en Griffier van de Leenen van

jan Voer, Volontair ter Zee, ongetr. ^Vlaanderen, geftiirvcn.

Nicolaas Toet, trouwde Maria Yfen-^ Nicolaas Voet. l,,doorn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jl Deliana Voet.


-ocr page 122- -ocr page 123-

89

KORTE LEVENS-BESCHRYVING

van den Heere Profeflbr

GISBERTUS VOETIUS.

By gelegenheit van defe herdrukte Reedenvoeringe, en verdere Jubel-gedachtenilTe, heb ik geoordeelt den Lefer geen ondienft te doen , met hem hier een korte Levens-Befcbryvingnbsp;van defen Beroemden Hoog-leeraar, welke defe Akademie doornbsp;fyn 42 Jaarige Bedieninge, ongemeene dienften gedaan heeft,nbsp;meede te deelen.

Gisbertus Voetius , was gebooren tot Heusden , den 3 den Maart des Jaars 1589.

Defelve wierdt 1611. hevoe^enteVlymenin ’t landt volVIHeusden 1 tot Predikant, en heeft aldaar Engelen meede bedient. Tot Sprang 1613. verfocht zynde, heeft het felve geweigert. Hetnbsp;beroep van Rotterdam hem naderhandt, benefFens dat van Heusden te gelyk aangebooden wordende , verkoos hy defe fyn Ge-boorte-ftadt, en vertrok 1617.-derwaarts.

Hywierdt i6i8.uytde Synodus van, beneffens andere tot de Synodus Nationaal tot Dordrecht afgefonden ; welkenbsp;hy heeft bygewoont, en is tien Jaaren lang de langftlevendenbsp;geweeft van alle deleeden der gemelde Synodus, fooKerkelykenbsp;als Polityke'quot;, in- en uytlandtfche, die defelve hebben bygewoont.

In den Jaare 1619. wierdt hy wederom door de kerk van Rotterdam tot Predikant verfocht, ’t geene Prins Maurits vannbsp;Oranjen hem fchriftelyk aanriedt; gelyk ook door den Praefes,nbsp;de Afleflbren en Scribenten van de Nationaale Synodus tenbsp;Dordrecht gefchiedde ; doch te vergeefs. Vier Jaaren daar nanbsp;(1623) verfocht hem de Magiilraat van Rotterdam van nieuws,nbsp;’t geene hem nochmaals door den gemelden Prins wierdt aan-geraaden ; doch hy wees het wederom van de handt. Dierge-lyken beroep wierdt hem 1626. in de Haag aangebooden, ennbsp;dit verfoek door Prins Frederik Hendrik onderfteunt; van ’s gely-

M nbsp;nbsp;nbsp;ken

-ocr page 124-

po KORTE LEVENS-BESCHRYVING VAN DEN ken verfochten hem de fteeden Haarlem , Dordrecht, ’j Herto-genbofch en Middelburg tot den Predikdienft: ; doch hy weigerde alle defé Plaatfen , nademaal hy niet befluyten konnbsp;iyn Gebcorte-ftadt te verlaaten.

Hy is over verfcheydene en feer gewichtige Kerkely-ke, Clafficaale en Synodaale Saaken elf-maal in befendinge ge-bruykt. Dit gefchiedde byfonder 1629. in den Leeger-dienft voor ’s Hertegenbofch-, en toen de Stadt verovert was, heeft hy,nbsp;op ’t verfoek van de Gedeputeerden der Staaten Generaal ennbsp;van den Raadt van Staaten , voor haar gepredikt. Hy bleefnbsp;daar ook nocheenigen tydt, om, benelFens Henricus Swalmius,nbsp;Godefridiis Udeinans en Samuel Everwyn, Predikanten va.n Haar^nbsp;letn, Zierikzee en Dordrecht, de Gereformeerde Religie te helpennbsp;invoeren.

Eyndelyk wierdt hy 1634. den 9 Juny naar Utrecht beroepen , tot Profeflbr in de Theologie en Philologie in de nieuwe Illuftre Schoole dHdaav •, ’t geene hy aannam , en derwaarts vertrok ; wordende den 21 ften Augujly geinaugureert, en begonnbsp;den 13 September fyn Profeffie met een Oratie.

De voorgemelde Illufire Schoole 1636. den 16 Maart O. S. in een Hooge Schoole verandert zynde, deedt hy den 13 Maart O. S.nbsp;zynde des Sondaags voor de Inleydinge van defe Nieuwe Akade-mie, in de Dom-Kerk aldaar de Reedenvoeringe over Luc. II: 4(5.nbsp;die wy hier, van nieuws befchaaft, meede deelen.

In de Somer-Vacantie deslaatftgemelden Jaars, deedt hy,in gefelfchap van fynen Soon Paulus, eene reyfe naar Engelandtfnbsp;om de Akademien en Bibliotheeken aldaar te befoeken, ennbsp;met verfcheyde Voortreifelyke Mannen te fpreeken , met welke hy, foo wel te Dordrecht op de Nationaale Synodus, als doornbsp;Brieven, hadde kenniffe gemaakt. Van daar te rug gekomennbsp;zynde, ging hy naar Groeningen, daar hem de Tytel van Theo'nbsp;ïogice DoStor, door Dr. Franciscus Gomarus, fynen Ouden Leer-meefter, wierdt opgedraagen, en quam wederom binnen Ut*nbsp;recht.

Den 6 April i6p,‘]. wierdt hy, hene^em Meynardus Schotaritt^ ^ meede ProfelTor Theologise der laatllgemelden Stadt, tot predi*nbsp;kanten beroepen, om met haar beyde eenen Predikdi^^h:

waar

-ocr page 125-

Heere PROFESSOR GISBERTUS VOETIUS. pt waar te neemen. Hy heeft fynen dubbelden dienö; eenea reeksnbsp;van Jaaren met alle getrouwigheit bekleedt, niet alleen woordelyknbsp;met veel Richting,maar ook fchriftelyk door veele beroemde Werken in het licht te geven. Na dat de Franfchen zich Ao 1672 ondernbsp;anderen van de Stadt Utrecht hadden meeRer gemaakt, maar de-felve den 13 Ncroember 1673. verlieten , deedt hy den i6dennbsp;diermaandt wederom d’eerRe Gereformeerde Predikade in de Dom-Kerk , (welke geduurende de Franfche Befettinge , door denbsp;Rootnfchgefinden was befeeten;) over Pfalm cxxvi: i tot 3. dochnbsp;dit was genoegfaam de laatRe Predikatie van fyn leven; dewy-le hy acht daagen daar na in de Catbarina-Kerk predikende, opnbsp;den Predik-Roel befweek , ,en naar huys gebracht wierd. Dennbsp;17 den Odtober 1676. wierdfhy bedtieegerig, en heefteyndelyknbsp;den I- Novetnber O. S. daar aan volgende , door eentn fadhtennbsp;doodt defe wereldt verlaaten; in den Ouderdom van 8? Jaaren,nbsp;8 Maanden en 9 Daagen; na dat hy met fyn Huysvrouwe De-liana van Dieji, ( die in haar 85 Re Jaar is overleoden;) omtrentnbsp;6f Jaaren in den Echtenftaat geleeft, en fes Soonen en vier Doch-teren by haar gewonnen; de waardighéir van Predikant 66, ennbsp;die van ProfeRbr 42 Jaaren, met feer veel lof bekleedt, denbsp;Akademie ongemeen veele dienRen gedaan , ook fyne tweenbsp;Soonen Paulns * en Daniel, tot Meede-ProfeiTooren op defenbsp;Akademie gefien, doch beyde overleeft hadde. Syn Soon Ni-colaus, in ’s Vaders plaats tot Predikant van Utrecht beroepen,nbsp;is twee Jaaren daarna komen te Rerven.

LYSTE

• De Soon vandefen,3foia«M^jgenoemt, hnadeihandt aieede Profeflb» te Utrtcit en te Laden geworden.

-ocr page 126-

ja BERICHT VAN DEN HEERE PROFESSOR

L Y S T E

Van alle de

AKADEMIEN

Of

HOOGE SCHOOLEN

En van de vermaardfte

ILLUSTRE SCHOOLEN

In Chriftenryk j

Eerfl: ontworpen, door den Hecre Profeflbr

GISBERTUS VOETIÜS,

Thans gmtelyb Vermeerdert.

Bericht van den Heere Profejfor Gisbertus Voetius aan den Leefer.

Gunftige Leefer!

k hebbe de hier voorflaande Reedenvoeringe , voorna-mendyk tot geryf der geenen , die de Akademifche “p Studiën niet doorgeloopen hebben, hier en daar watnbsp;1“' vermeerdert en uytgebreydt, fonderling daar ik totnbsp;alle de Konften en Wetenfchappen overgaa; dewyi^nbsp;ik voor de Gemeynte, volgens myne Notulen , alles nietnbsp;breedften mogtc voorftelJen, om het niet te lang te maaken;

° waar-

-ocr page 127-

GISBERTUS VOETIUS, AAN DEN LEESER. 95 waarom ik genoodfaakt was in elks wat te bekorten , ook eenigcnbsp;Wetenfchappen ten eenemaa! over te flaan , als de Miifm,nbsp;Metaphyfica en Critica. Dewyle het dan wat lang gevallen is,nbsp;om ook den ongefludeerden eenigen fmaak en befcheydt vannbsp;onfe Akademifche Konllen en Wetenfchappen te geven ; foonbsp;dacht het ons niet ongeraaden, met eenen op defelve papieren,nbsp;tot geryf als vooren, de Akademien en Schooien in het Chrijlenryknbsp;in een LYSTE te vertoonen. Tot dien eynde fochte ik bynbsp;een , foo veel my de gehetigenifle , onder foo veele beefighee-den» en voorts het inllen van eenige Geographifche, Politifche ennbsp;Hifiorifche Schryvers, ook de Titulen en Voorreedens van ver-fcheyde andere Boeken, en ten laatften van de Bullen en Conjii-tutien der Roornfche Paufen , konden toebrengen. Men houdenbsp;my ten goede , indien ik ergens een Illujlre Schoole voor eennbsp;Akademie, of een Akademie voor een Schoole genoemt mogtenbsp;hebben; ofte ook, indien ’er eenige overgeflaagen zyn, ’twelke ik vreefe dat in de Illujlre Schooien niet dan al te veel ge-fchiedt fal wefen ; te meer, dewyle geene Autheuren of Boeken defelve dus aanteekenen , en geenen tydt was om eldersnbsp;daar na te verneemen. Betreffende de Aanteekeninge der Jaa-ren; defe moet men niet ten naauwflen fiften , dewyle de Autheuren in defelve verfchillen , gelyk ook andere * dat aangemerkt hebben. Willens hebbe ik ook voorby gegaan , fulkenbsp;Illujlre Schooien , welke het eertydts geweefl waren , doch nunbsp;niet meer zyn; ais ook de Conventen of Collegien, foodaanige alsnbsp;die noch by de Griekfche Chrlftenen mogten overig zyn ; daarnbsp;benevens de Schooien en Seminaria Epifcoporum , (op welke in hetnbsp;Concilie van Trenten eenige ordre beraamt is f,) en voorts alle denbsp;Abdyen , Conventen en Collegien , van allerleye Religieufen ennbsp;Ordens in de Roornfche Kerke ; (in ’t byfonder de nieuwe ennbsp;machtige Collegien der Jefujten , die thans wel het meefte uyt-fteeken, gelyk eertydts de Collegien der Regulieren van St. Aü-gujlyn;) daar men gemeenlyk alleen in de Theologie^ en in eeni-

M 3 nbsp;nbsp;nbsp;ge

Conr. Rittershujius in Catalogo Jcademiarum Germanis, prcemijfo Commentar. in Salviamm.

t SeJftQM I. de Reformat. £? SejJ. c. 18.

-ocr page 128-

94 BER. VAN DEN HEERE PROF. GISB. VOETIUS, enz. ge deelen va.n de Philofophie Leffen doedt; hoewel Paato de vyf-de, met een exprefle Bulk Ao. löio. belafl; heeft, dat men daarnbsp;ook Leeraars in de Latynfcbe, Griekfche, Hepreeuwfche en Arabijchenbsp;Taaien foude hebben. (Doch dit, meen ik, is alleen een Bulk,nbsp;en verder niet.) Defe Studia Reguïarium nu, gelykfe genoemtnbsp;worden , hier alle te verhaalen, foude een werk fonder eynde,nbsp;en van weinig voordeel zyn. Het is genoeg , dat men fulkenbsp;Plaatfen met naame noemt, daar voor een iegelyk publykenbsp;Leffen en Oeffeningen in allerhande , of immers in verfcheydenbsp;Konften en Wetenfchappen gedaan worden. Betreffende denbsp;Heydenen, derfelver Schooien of Colkgkn in China ^ Japan en elders ; der Mahumethijlen in Africa ; der Jooden, eertydts in Ba-hylonien en Judea, en nu noch bykans door de geheele Wereldt 1,nbsp;der nieuwen Anianen of Photianeefen, te Claufenburch in TransfyUnbsp;vanien , en te Rakow in Poolen , defe komen hier in geen aan-merkinge ; veel minder de Schooien en Colkgien der Toovenaars,nbsp;die voor eenige Jaaren in Spanjen en Italien plagten gehouden tenbsp;worden, gelyk de Jefuyt Martinus Delrio betuygt f.

ll

Volgt hier dierhalven, een volmaakte Catalogus van die Plaatfen, in welke, behalven andere Konften, de dw hooge Faculteiten , te weten, de Theologia, Jurisprudentia en Medicina geleert, en in defelve, als ook in andere Wetenfchappen, Promotienge-daan en Tytukn verleent worden; diergelyke Schooien tot onder-fcheydc Univerjiteiten, Akademien, Hooge Schooien en Studia Generalianbsp;genoemt worden. Daarby is ook aangeteekent den tydt, wan-neerfe eerft ingefteltzyn, of immers hebben beginnen te bloeyen,nbsp;of bekent te worden. Ook worden hier opgetelt, de ver-maardtfte Profefforen, welke in elke Akademie geleert hebben.nbsp;De letter R.beteekent, dat de Gereformeerde Religie aldaar geleert werdt§, ^^e de ^iwdexe zyn Roomfchgefinden. De letters P. P.nbsp;beteekenen, datfe van dc Roomfche Paufen gepriviligeert zyn.

Utrecht 163 ff.

G. VOETIUS.

Bericht


1

Buxdorff. in Tybertade, Psrte 1. t Disquijit. Magie, Hb, J, eetP‘ 5 Of liever, datfe van de Preteftantjebe Religie zyn.

-ocr page 129-

Bericht, aangaande de Vermeerderinge defer Lyfie.

Wy hebben ons omtrent defe nbsp;nbsp;nbsp;foodaanig gedraa-

gen , dat wy het voerfpoor van wylen den beroemden Heere Profeflbr, foo kort als mogelyk was, hebben Opgevolgt;nbsp;genoegfaam niets overllaande , van ’t geene fyn Eerw. heeftnbsp;aangeteekent; en voorts overal foodaanige vermeerderingennbsp;bygevoegt, als wy ter faake noodig en nuttelyk oordeelden,nbsp;en dit bellek wilde gedoogen , fonder al te wydtloopig te zyn.nbsp;Volgen hier dierhalven eerfl de Hooge-Schoolen of Akademietiy ennbsp;dan de lUufire Schooien van ’t Chriftenryk.

L Y S T E

DER

HOOGE SCHOOLEN

o F

A K A D E M I E N,

Van ’t Chriftenryk.

L In ITALIEN 3 en de Vorfiendommen daar onder gereekent.

R O M A of ROMEN.

In den Jaare 3248. na de Scheppinge der Wereldt, is hier reedts een vermaarde Hooge Schoole geweeft, doch heeft,nbsp;gelyk de Stadt feive , veeltydts aanftoot geleeden. Daarna isnbsp;zy door Paus Bomfdcius de VlUfte Ao. 1303. van nieuws her-ftelt, en èyndelyk door JEugenius de IVde Ao. 1432. verder

ver-

-ocr page 130-

Il

9(j LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF verbetert, foo dat op defelve in alle dc Faculteiten LefTen gegeven tvierden.

Het foude onmoogelyk zyn alle de Geleerde Mannen op te tellen , die hier geleert hebben; waarom het genoeg fal wefennbsp;flechts eenige te verhaalen , die in de twee iaatfle Eeuwennbsp;vermaart waren.

Onder de Jefuyten, die in het Collegium Romammi , of fooge-noemde Romeynfche Collegie de Theologie en de Philofophie on-derweefen hebben , zyn defe wel de voornaamlle. Robertas Bellarminiis, Alphonfus Rif anus, Francifcus Toletus, Gabriel Fasqiies,nbsp;Johannes Jzorius, BenediStus Pluterius, Paulus Ledesma j EmanulSa,nbsp;Johannes Maldonatus, Johannes Mariana, enz.

In de Mathematifche Konften is wydtberoemdc geweefl, Chrijiophorus Clavius, een Jefuyt, te Bamberg gebooren , en Johannes Taifnierius, een Henegouwer.

In de Medicynen zyn feer vermaarde, Alexander Trajanus Petronius, Hippolytus Salvianus, Archangelus Piccolominms, Andreasnbsp;Cosfalpinus, Realdus Columbus, en andere.

In de Welfpreekentheit en Vrye Konften munten uyt, Latinus Latinius , Francifcus Bencius, Marcus Antonius Muretus, Johannesnbsp;Fazmotta, Johannes Antonius Faltrinus, P'randfeus Cardulus, Aldusnbsp;Minutus, enz. Hier moet men by voegen Petrus Ciacconius, ennbsp;Fulvius Urjinus.

In de Rechtsgeleertheit, alle die voortreffelyke Juriften, welke in de Rota geleefen hebben, van welke Farinacius geennbsp;van de minfte is.

Hedensdaags poogt men hier den ouden Roem van Geleert-heit te behouden, ten welken eynde men thans noch de volgende Akademien daar fiet.

Academia Lynceorum, gtB.\ch.t door Fredericus Cecus, Vorftvan St. Angelo, in den Jaare 1630. overleeden; welke deAkademienbsp;met een Porphyrfteen vereerde , daarop een Lynx (een Diernbsp;’tgeene feer fcherpfiende is;) ftaat ingegraveert; waarvan denbsp;Akademie haaren naam draagt. Op defelve werdt de Natuur-lyke Hiftorie verhandelt, zynde onder anderen de bekendenbsp;Baptifia Porta en Galilceus de Galibeis Leeden daarvan geweeft-

Academia Humorifiorum, geftichc in den Taare 1660.

heeft

-ocr page 131-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. nbsp;nbsp;nbsp;9?

heeft veele Kardinaalen en andere voornaame Heeren tot Lee* dengehadt; onder anderen Gabriel Naudaus, Bibliothecaris vannbsp;Chrijtina Koninginne van Sweeden. Het Sinnebeeldt defer Aka-demie is, een Wolke uyt Zee opkomende , en wederom Ree-gen van haar gevende.

Collegium Sapientia Rojnants, of Academia, gedicht door Jofe-phus Carpanus, J. U. DoStor, in den Jaare 1Ó42. daarin over de Theologie en Zeeden-leere gehandelt wordt.

Academia Palatii Apojlolici, gedicht omtrent den Jaare 1622. daarin veel over de Politica en Ethica gehandelt wordt. Ondernbsp;veele beroemde Meedeleeden van dele reekeiit men Mafcardi,nbsp;groot Gunfteling van Paus Urbams VIII.

De Akademie van den Koning van Frankryk alhier, op welke gemeenlyk over de Wiskunde gehandelt wordt. In defe isnbsp;Jordanus de Bitonto beroemt geweed.

De Akademie van Chrijiina Koninginne van Siueeden, door haar opgerecht, daarin van de Dichtkunde gehandelt wordt. In defenbsp;heeft zich Benedidltus Menzinus voornaamentlyk gequeten.

Academia Ciampmi, door Johannes Ciampimis gamp;iiicht, en infyn eygen Huys gevedigt, in welke de Mathematifche Phyfica ennbsp;Kerkelyke Hiftorien verhandelt worden. Op defe bevindennbsp;zich ook veele voornaame Leeden.

Noch meer andere diergelyke Akademien vindt men binnen Romen, tot bevorderinge van verfcheyde Studiën en Konden,nbsp;die wy om korcheits wille voorby gaan.

MEDIOLANUM, of M I L A A N E N.

Defe Hooge Schoole, welke thans doorgaans Collegium Dodlo-Tum genoemt werdt, en feer ruyra en aanllenlyk is, feggen fommige , dat al in den Jaare 3800. na de Scheppinge foudenbsp;begonnen wefen. Doch ik oordeele, dat men dit Jaar quaJyknbsp;kan bepaalen. Nochtans is het feeker, datfe eene van de aller-oudtfte Akademien is, welkeheedensdaags noch in weefen zyn.

Eertydts hebben hier gebloeyt, Hermolaus Barbaras, Francijeus Philelphus, Georgius Merula, Ceelius Rhodiginiis, Marcus Antoniasnbsp;Majoragius , Cireejus , Hieronymus Donatus , Jacobus Antiquarius,nbsp;Anwius Codrus Urceus; als meede JaJon Maynus, en Andreas

N nbsp;nbsp;nbsp;Al

-ocr page 132-

LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Alciatus, Vermaarde Rechtsgeleerden; ook Hieronymus Car dams, een voortreffelyk Do6lor in de Medicynen en Philofooph.

Onder de geene , welke feer veel tot bevorderinge defer Hooge vSchooIe hebben toegebracht , werdt de Kardinaal £or-romcBüs boven andere gepreefen.

NEAPOLIS of NAPELS. P.P.

Sommige reekenen , dat defelve in den Jaare 3870. na de Scheppinge der Wereldt haar begin genomen heeft. Doch fee-kerder is het, dat Key {er Fr ederik de tweede Ao. 1224. haar eerftnbsp;ter deegentot een Akademie heeft gemaakt,en met veele Privilegiën begiftigt, welke Koning Robertus , en daarna Alphon/usnbsp;Koning van Arragon , hebben vernieuwt en grootelyks vermeerdert ; en onder Koning PhUippus de tweede is defelve in nochnbsp;beteren Raat gebragt.

Onder de Geleerden defer Hooge Schoole,worden met veel lof gemeldt,de vermaarde Regtsgeleerden NkokusNapolitanus,Alexander ah Alexandro en Stephaniis Cajeta-, ook de fchrandere Wiskon-ftenaars en Philofophen Lucas Gauricus, Johannes Albiofus, Fran-cifcus Branchaleonis , Francifcus Puccius, Baccius Ugolinus , Bernar-dinus Caraffa en Johannes Valdejfus. D. JofephusFaletta was meedenbsp;hier een feer Geleerde Man, welke de Studiën met veel vlydtnbsp;bevorderde, en Vergaaderingen van Geleerde Lieden tot diennbsp;eyiide beleyde, walke de voome{{e]jkeReg!:sge]cerdeFrancifcusnbsp;Andria meede heeft bygewoont.

MESS A NA of MESSIN A. P.P.

In ’t Eylandt Sicilien gelegen , is feer oudt, doch eenen ge-ruymen tydt lang verduyflert geweeffc, foo datfe naauwelyks meer bekendt was ; maar Paus Paulus de derde heeftfe innbsp;den Jaare 1548' beginnen te verbeeteren , en defelve dennbsp;Jefuyten aanbevoolen. Onder de Geleerden aldaar , die veelnbsp;roem verkreegen hebben , worden onder anderen de ver*nbsp;maarde Griek Petrus Bembus, en onder de Theloganten Johan •nbsp;nes Gatius genoemt.

CA-

-ocr page 133-

AKADEMIEN van ’T CHRISTENRYK. 99

CAT H ANA of CATANEA.

Meede op’t Eylandt Sicilien gelegen, fchynt ook feer oudc te wefen, doch tot noch toe weinig bekendt. Men fegt, dat denbsp;vermaarde Abt van Panorniitanen hier geleert heeft, en dat de-felve in de voorgaande Eeuwe wederom heeft beginnen tenbsp;bloeyen, en Profefforen in alle Wetenfchappen gekreegen.

BONONIA, BOLOGNA of BOLONIEN. P.P.

Volgens het fchryven van Folateranus , opgerecht door Key-fer Theodojius, Ao 447. of 422. of Ao. 428- volgens anderen , by gelegenheit dat Keyfer Theodofius de jonge, onder Paus Calejlï-msé' Eerfte , een groot Concilie aldaar beleyde, tegen Neftoriusnbsp;in de tegenwoordigheit van verfcheyde Koninglyke Gefandten.nbsp;Allengskens vervallen zynde, is defelve door Keyfer Corel denbsp;Groote herftelt. Doch Keyfer Frederik de tweede , tegensnbsp;Paus Cwjiinus de vierde oorloogende, verplaatfte defe Hoogenbsp;Schoole naar Padua. Andere Paufeii hebben defelve daarnanbsp;wederom herftelt, terwyle die van Padua ook in weefen bleef.nbsp;Eyndelyk hecftfe Keyfer Carel de Vyfde met veele Vryheedennbsp;en Privilegiën begiftigt.

Onder andere Weldoenders, heeft haar de Spaanfche Kardinaal Mgidius Jlbermtius Ao 1^6^. by Teflament begiftigt, met een Collegie voor de Spaanfche Natie, van 31 Aliimnos of Leerlingen; van welke drie uyt Jrragon, een uyt Portugaal^ en denbsp;overige uyt Cajlillien fouden zyn. Vier van haar fouden in denbsp;Theologie, vier in de Medicynen , en de overige in de Gee-ftelyke Rechten ftudeeren, en van alles vry onderhoudt genieten.

De Duytfche Natie heeft naderhandt hier ook een byfondere Sociëteit uytgemaakt, hebbende vier Raaden en twee Procuratoren , over welke de Re6lor van de Univerfiteit geen gefacbnbsp;hadde.

Het Gebouw van de Akademie is feer prachtig , van gehou-wene fteenen opgehaalt , en met finryke Infcriptien verciert. Van binnen fiet men het groote en k'eyne Auditorium dernbsp;Juriflen, als meede een voor die in de Medicynen en Philo-ïbphie fludeeren.

N 2 nbsp;nbsp;nbsp;iTier

-ocr page 134-

loo LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Hier is ook een Akademie, door den Jurift Celfus Sccinus in dcnjaare 1454. gedicht, onder de benaaminge van Sitientes.nbsp;Uyt defe zyn feer veel voortrefFelyke Italiaanfche ^ Spaanfée,nbsp;Franfche en Duytfche Juriden voortgekomen.

De Akademie Della Traccia, Jndagantiuin genoemt, is door D. Geminianus Montanori opgerecht, welke ook van Ao 166$nbsp;tot 1668. derfelver Voordander was, doch daarna tot Profeflbrnbsp;naar Padua wierdt beroepen. Op defe Akademie gefchiedennbsp;meed Experimenten in de Phyfica en Mechanica.

Seer vermaardt is ook de Academia Marjiliana , opgerecht in den Jaare 1687. door den Aarts-Diaaken Anthony Felix Marjigli,nbsp;meede tot bevordering van de Experimentaale Philofophie.

Verfcheyde andere diergelyke Akademien,gaan wy om kort-heit voor by.

De Rechtsgeleertheit heeft anderfints op defe Hooge Schoole boven andere feer gebloeyt; lbo dat ’er in de voorgaande Eeuwennbsp;naauwelyks een Voortreffelyk Regtsgeleerde gevonden wierdt,nbsp;die hier niet gedudeert of geleert hadde. Onder veele anderenbsp;ProfelToren in de Rechten, zyn defe wel de vermaardtfte doornbsp;haare Schriften: Irnerius, Azo y Accurfius Florentinus, Johannes denbsp;Blanasco, Orthofredus, Dinus Mugelanus, Mortinus de Sulmannis,nbsp;Rolandinus de Romanicis, Bartholomeus de Pratis, Johannes Andrea ynbsp;Cyniis, Bartholomaus de Saliceto , Petras de Anchorano, Antoniusnbsp;de Butrio , Paulus de Cajlro , Ludovicus Bologniniis, Alexander denbsp;Tartagnis, Alexander de Jmola, Hippolytus de Marfiliis, Ludovicusnbsp;Gozadinus , Jogannes Crotus, Auguftinus Berojus, Augujlinus Za-nettus, Hieronymus Pruntellus, Martinus Sulimanus, Hieronymus Gra-tus, Marianus m Bartholomeus Socinus, Vader en Soon, Angelusnbsp;Spamchius, Tiberius Decianus en meer anderen.

In de Medicynen zyn vermaardt, Cafpar Tralcacotius, UlyJJes Aldrovandus, Mneas Vezanius, Johannes Cojlaus, en meer anderen.

In de Hillorien en Taaien zynhcroemt ,Phi!ippus Beroaldus en Carolus Sigonius.

De Philofophie hebben hier eertydts geleert, Dominicus de Flandria, een vermaardt Leeraar en Dominikaaner Monnik,ennbsp;Petrus Pompnatius.

In de Mathematifche Koaften is feej bekende, de alom beruchte

-ocr page 135-

AKADEMIEN VAIS T CHRISTENRYK. loi ruchte Antonius Maginus , wiens fchriften noch in verfche ge-heugenifle gehouden worden.

Men fegt, dat tot de Jaarlykfche Wedde der ProfeiToren defer Akademie , eertydts wel veertig duyfendt Ryksdaaldersnbsp;vereyfcht wierdt.

Geduurenden het Reftorfchap van den vermaarden Rechtsgeleerden reekende men het getal der fludenten op defe Akademie wel tien duyfendt fterk te zyn.

Onder andere groote Gerechtigheeden , welke defe Hooge Schoole geniet, is de Crimineele en Civile Jurisdiftie, gelyknbsp;de Univerllteit te Perufa.

Van defe Hooge Schoole hebben de Paufen altydc veel werks gemaakt , en fonderling wierdt door Clemens de Vyf-de in ’t Concilie van Vienne bevordert, dat deOsJierfche Taaiennbsp;aldaar fouden onderweefen worden.

P A T A V I U M, of P A D U A. P. P-

Volgens ’t bericht van fommige, is defe Akademie door Key-fer Corel de Groote in den Jaare 791. opgerecht , doch door KeyftrFrederik de tweede voornaamentlyk vernieuwt, en bekendtnbsp;Ao 1222. De Paufen Plus de tweede , Urbanus de vierde ,nbsp;Clemens de fesde en Eugenius de vierde, hebben defelve nader-handt met veele heerlyke Voorrechten begiftigt.

In den Jaare 1405. heeft de Kardinaal Pi/rar, uyt fyn eygene Middelen, het foo genoemde Collegium Fratenfe aldaar gedicht.

Eertydts waren de Duyt/chers gewoon defe Akademie veel te be-foeken,en voornaamentlyk plagten de Doéloren inde Medicynen haar aldaar te laaten promoveeren; als hebbende de Regtsgeleert*nbsp;heit en Medicynen hier altydt het meefte gebloeyt. Het getalnbsp;der ProfeiToren , welke de Venetiaanen hier onderhouden, wordtnbsp;op Vyfdggereekent.

Onder de vermaardtlte ProfeiToren in de Rechten , welke hier eertydts eenen grooten naam verworven hebben, telt mennbsp;Rkhardus de Malumbra, Raynerius de Faro Livii, Leermeefter vannbsp;den beroemden Bartholi, Angelus Perufmus , Raphael Fulgofmnbsp;Raphael Comenfis, Paulus de Caftro , Jafon Maynus , Jacob Aha-rotus, Decius, Franciscus Zabarella, daarna Kardinaal geworden } Johannes Antonins Rubens, Hieronymus Cagmlus, jacobus

N 3 nbsp;nbsp;nbsp;‘ Mor-

-ocr page 136-

ï02 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Mmiochius, Viglius Zuichemus, een Fries van geboorte $ daarna Raadtslieere van Keyfer Carel de vyfde in de Nederlanden. Voorts Johannes Fincentius Pinellus, Bartholomeus Salicetus, Chris-tophorus de Cajlalione , Jacobus Aluarotus , Antonius Rofelus, Ro-fclliis de Rofellis , Bartholomeus Cepolla , Baptijla de St. Blafio, ennbsp;Bartholomeus Sozinus. Enz.

In de Medicynen zyn feer vermaarde, Petrus Aponenjis, Hieronymus Fracajlorm, BaJJlanus LandusGabriel Fallopius , Oddits de Oddis , Johannes Cornarius van Ghendt , Andreas Fefalius vannbsp;BruJJel, Hieronymus Capivaccus, Hieronymus Fabricius de Aquapen-dente, Minadceiis, Radius, Hieronymus Mercurialis, Adrianas Spiege-lius, een Brabander, Joh. Mich. SavanaroJa , Francifus Capuanus,nbsp;Gabriel Zerbus, Johannes Montanus , Baptijla F^ronenjis , Hieronymus Accoromborum, Eugubius, en meer andere.

Onder de geene welke de Philofophie geleert hebben, zyn de voornaamfte, Zimara, Leonkus Thommis , Lazarus Bonami-cus, Jacobus Zabarella , Bernhardus Petrella , en Francifus Picco-lorninceus.

In de Welipreekentheit en Hiftorien zyn meefl bekende geworden, Johannes Marchanova , Johannes Calpurnius, Franciscus Robortellus en Antonius Riccobanus.

Voorts hebben daar noch feer vermaart geweefl, Raphael Regius, Philofooph, Reedenaar en uytmuntende Poëet, Scipionbsp;Corthsromachus Pijlorienfis , Profeflbr , in de Griekfche Taaie,nbsp;Chrijiophel Longolius, in alle Geleercheit uytmuntende bedreven,nbsp;en Nicolaus Leoniceniis , Philofooph en door fyn Taal-kundenbsp;vermaardt.

Heedensdaags bloeyen noch in defe Stadt verfcheyde andere Akademien. Als, de Akademie Conftanti genoemt, zynde door dennbsp;Adel van Padua gefticht, in den Jaare 1556. in welke de Phi-lofophia Naturalis en Moralis de Reedenkunde en Dichtkonft, be-neffens de Muzyk, met Hemmen en Ipeeltuygen geoeffent werdt.

De Akademie Ricovrati genoemt, is den Jaare 1678 gefticht, door den vermaardenFranfchroan Carel Pi3h’«, hebbende haarennbsp;oorfprong uyt een andere Della of Dein genoemt , welke omtrent den Jaare idog. haaren aanvang heeft genomen. Dpnbsp;defe worden veelderley Oudtheeden verhandelt , en verfcheyde Geleerden van Duytfchlandt, als George FFolfg. FFedel, Profeflbr

-ocr page 137-

AKADEMIEN van ’T CHRISTENRYK. Ï03 feffor te Jem , Lucas Schroder, Prefident van ’t Coüegienbsp;Curioforum genoemt, Gunther Chrifloph. Schellaiinmwr, Profeflbrnbsp;te Kiel, en Juffrouw Helena Sibylla Wagenfeil, zyn Leedennbsp;daarvan geweeft.

TICINUM, of PAPIA, dat is PAVIEN. P.P.

Defe is kort na die van Parys geflicht, door Keyfer Card de Groote , in den Jaare 792 of 794. welke Johannes Mailrofiwn,nbsp;een Schotlander van geboorte , Collega van Alcuiniis en Difcipelnbsp;van den Eerwaardigen Beda, derwaarts fondt, om dit werk tenbsp;bevorderen. Defe Akademie vervallen zynde, is door Johannesnbsp;Gakatius eerden Hertog van Milaanen herftelc, welke ook dennbsp;vermaarden Rechtsgeleerden Baldus de Ubaldis, (Difcipel vannbsp;Bartholi, en Leermeefter van Gregorius de tweede , alvoorensnbsp;hy Paus wierdt;) tot dien eynde derwaarts beriep, daar defelvenbsp;veele Jaaren lang Leffen gegeven heeft, en ook aldaar geftor-ven is. Voorts zyn hier noch in de Rechtsgeleertheit vermaardtnbsp;geweeft : Jafon Maynus , Philippas Decius , Lancelottus Dedus,nbsp;Andreas Alciatus, Hieronymus Torniellus en Francifcus Curtius.

In de Philofophie zyn beroemdt geweeft, OStavianus Ferrarius en Hubertinus Crefcentinus.

In de Medicynen munten uyt, Antonius Cynacinerius, Johannes ie Concoreglo, Antonius Fauentimis, Francifcus Bobius, Marcus Cati-naria, Leonhardus Legius, Mattheus Curtius, Blafus Ajiorius , Cesfarnbsp;Ladulphus, Johannes Matthaius en Coslius Secundus Curio.

Men fegt, dat Paus Pius de vierde tot herftelling van den iuyfter defer Akademie veel heeft toegebragt; en dewyle defelvenbsp;foo veele Geleerde Mannen uytleverde , heeftfe daar door dennbsp;naam van Felkijfima, of de Allergelukkigfie verkreegen.

M U T I N A , of MODENA. P. P.

Defe heeft reets omtrent den Jaare 1200. haar begin genomen. De Rechtsgeleertheit plagt hier eertydts meeft te bloeyen , in welke onder anderen de vermaarde Azo Leffennbsp;gegeven heeft; zynde van Bolonien daartoe herwaarts beroepen, met verbetevinge fyner Wedde van 100 Marken Silvernbsp;’s Jaars. Want in oude tyden wierdt nergens dan te Confian-

tim-

-ocr page 138-

10 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

tinopolen en te Romen de Rechtsgeleertheit onderweefen ,* welke gunft de Keyferen daarna ook :Sid.n Bolonkn ^ en eyndelyk raeedenbsp;aan Modena toeilonden.

FERRARA, of F E R R A R E N. PP.

De Hooge Schoole hier is opgerecht door Keyfer Frederik de tweede, ten fpydt van die van Bologne, Ao. 1216, of volgensnbsp;andere in den Jaare 1316 of 1319 , door de Markgraven vannbsp;^Jli of EJien. Immers meent men, dat defelve na eenig verval , door Aïbertus van Afii wederom in een bloeyenden ftaatnbsp;gebragt zy. Door ’t aangeven van Banholomeus de Saliceto, (eennbsp;vermaardt Jurift, welke hier de eerfte Inleydinge en Leflên gedaan heeft;) verkreeg defelve omtrent Ao. 1300. by Paus Bo-nifacius de achtfle heerlyke Privilegiën. Defe Akademie werdtnbsp;in drie Hooft-Collegien afgedeelt; namentlyk, in’t Collegie dernbsp;Rechtsgeleerden by de Kerk van St. Framifeus , in dat van denbsp;Medicynen by die van St. Dominicusj en in dat van dePhilofo-phen by die van St. Georgius.

In de Rechten zyn alhier de volgende ProfelToren vermaart geweell, Alexander de Tartagnis , Felinus Sandeus , Joh. Marianbsp;Rimunaldus , Ludovieus Bologninus , Philippus Corneeiis , Ludovicusnbsp;Sardus, Angelus Aretinus en Andreas Akiatus.

In de Medicynen hebben uytgemunt , Johannes ArcuIariuSj Nicolaus Leonicenus, welke do Jaaren lang ProfelTor in de Phi-lofophie en Griehfche Taaie geweeft , en in den Ouderdom vannbsp;p6 Jaaren overleeden is , Johannus Manardus , Antonius Mufanbsp;Brafavolus, Ludovicus Bonoeiolus, Hugo Bencius en Dorninicus Bondius.

In de Mathematifche Konllen, de vermaarde Johannes Taifnie-rius^ een Henegouwer, enz.

In de Philofopie, Fulvius Moratus, wiens Dochter geweell is Olympia Fulvia Morata, door haar Geleertheit en eenige Schriften feer vermaardt.

Voorts hebben hier noch geleert, Guarinus Veronenfis, Theo-dorus Gaza , Rudolph Agricola , Joh. Dalburgius , Biflchop yan Worms, Baptijia Guarinus, (van wien Jodocus Radius in de Grieh-fche Taaie onderweefen is;) Curius Lancilotus, Lilius Gregori^^nbsp;Gyraldus, Antonius Antimachus en Cceljiis Calfcagnïnus ; welke alle

in

-ocr page 139-

AKADEMIEN VAN ’T CHRfSTENRYK. loj in de Griekfche Taaie , Dichtkunde en andere Befchaafde We-tenfchappen by uytneementheic wel bedreven waren.

Onder de Theologanten munt uyt , de Godcvruchtige en Geleerde Hieronymus Sauonarola , door bedryf van Fans Alexander de fesde ten vuure gedoemt, welk Vonnis ook inden Jaa-re 1498. is voltrokken. Van hem worden noch eenige kleyhenbsp;ftichtelyke Werken geleefen , die in verfcheyde Taaien zynnbsp;overgefet.

P E R U S I U M, of PERUGIA. P.P.

Heeft beginnen vermaart te worden , omtrent den Jaare 1234. of volgens andere Ao 1290 of 1307. Het Collegiealdaarnbsp;is feer cierlyk opgebouwt, en voor desfelfs Ingang flet men eennbsp;Marmeren flandt-beeldt van Paus Sixtus de Vyfde. De ReStornbsp;defer Hooge Schoole voert den Tytel ^mPrior, en aldaar hebben diergelyke groote Privilegiën plaats , als van oudts te Con-jlautinopolen; ftaande gefamenclyk in L. unica C. deProfeJf. qui innbsp;urbe Conjiant. doe. mer. comit.

Hier hebben altoos voortreifelyke Rechtsgeleerden geleert. Onder defe is de oudtfle en eerile Doftor Hofpertus Cremo-nenfis. Hem zyn gevolgt, Petrus de AJJifio , Ledrmeefler vannbsp;Bartholi, Dims Mugellanus j Jacobus de Butrigarns, (by welkennbsp;Bartholus meede lellen gehadt heeft,*) Cynus Pifiorienfis, Rayne-rus Foroliuienjis, Petrus de Ubaldis , Vader van Baldus en Angelusnbsp;de Ubaldis Gebroeders , Johannes Petrucius , Leermeefter vannbsp;veele Geleerde lieden, Petrus de Ancharano, Philippus Franchus,nbsp;BenediStus Capra, Paulus de Perufio, en Philippus Corneus. Hier isnbsp;gebooren Bartholus de Saxoferrato, een voorbeeldt van Geleert-heit. in de Rechten.

In de Theologie heeft onder anderen leflen gegeven, Ludo-vicus Carbo, bekent uyt veele Schriften; en in de Philofophie enz. Francifais Maturathis , welke te gelyk een goedt Reede-naar en Dichter was.

F I R M U M , of F O R M I A N O. p. p,

VandefeAkademie vinden wy niets byfonders aangeteekent, dan dat defelve door Pausnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deachtilein den Jaare 1305.

O nbsp;nbsp;nbsp;iquot;»

-ocr page 140-

loö LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OP is opgerecht, en daar na door Paus Sixtus de vyfde in den Jaarenbsp;JJ8J. vernieuwt.

S A E N A , S E N A, of SIENA. P.P.

Defe Akademie roerat federt van ouds op haar voortrefllyk-heit, en ouderdom. Sommige willen , dat zy bykans tot haaren ondergang helde , toen de Paus in den Jaarenbsp;1330. defelv’e met eenen nieuwen luyfter herftelde. Anderenbsp;fchryven, datfe eerfl omtrent den Jaare 1387- foude hebbennbsp;beginnen te bloeyen. Dit isfeekerder, datzy defelve Privilegiënnbsp;geniet als Bolonien.

Hier hebben eertydts geleert, defe vermaarde Rechtsgeleerden : Nicolous Siculus de Tudefcis , Chrijlophorus Cajlaïionenjis , Fbilippus Decius , Richardus de Petronibus , Albertus Odofredi ,nbsp;Fredericiis Petrucius, Recuperius de Sanblo Miniate, Johannes Plagia-nenfis, Paulus de Cajlro , Ludovicus Pontanus, Thomas Doblius, Joh.nbsp;Baptijia de Gazaïupis, Bartholomeus Sozinus , en meer andere.

Hier is ook vermaardt, in de Philofophie Francifcus PatriciuSf welke aldaar gebooren is, engeftudeert heeft; inde Theologienbsp;Hugo Senenfis, meede een groot Philofooph en Medicus; Mneasnbsp;Sylvius was ook hier gebooren , en een feer Geleerdt Man,nbsp;welke naderhandt tot Paus verkooren is , en den Naam Pius denbsp;tweede heeft aangenomen ; Francifcus Philephus, Johannes Antho-nlus Campamis, Aretinus, Petrus Andreas Matthceolus en AuguJlUnbsp;nus Dathus, welke alle in verfcheyde Wetenfchappenengrootenbsp;Geleertheit hebben iiytgemunt.

Hier fludeeren doorgaans veele Duytfche en Poolfche Edellie» den ; daar toe de fuyvere en nette Italiaanfche Taaie , welke,nbsp;hier gefprooken werdt, veel aanleydinge geeft.

Men vindt alhier noch verfcheyde andere Akademien, als eene GU Intronati genoemt , gedicht in den Jaare 1525. opnbsp;welke,behalvende Griekfche, Latynfche en Italiaanfche Taaien,nbsp;ook de Reedenkunde en Dichtkonlt geleert en geoeffent werdt.

Eenige andere gaan wy met voordacht voorby, als buyten ons bedek zynde.

P I S A.

Defe Akademie is gedicht in den Jaare 1330. maar daarna

ver-

-ocr page 141-

AKADEMIENVAN ’T CHRISTENRYK. 107 vernieuwt door Laurens de Medices Ao 1437- en noch eens feernbsp;treffelyk door Cofmus de Medices, in den Jaare 1543. Defe totnbsp;Groot Hertog verheven , raadtpleegde diesaangaende metnbsp;Alciatus en Mattheus Curtius , twee Geleerde Mannen in fynennbsp;tydt, en ftichtedeeen Collegia voor veertig Florentynfche Jongelingen , welke behoorlyk met vrye wooning en de koil voorfiennbsp;worden, en Vryheit hebben, om fes Jaaren lang onder goedt op-ficht voor niet te ftudeeren.

Alhier hebben in de Rechtsgeleertheit gebloeyt, Philippus Cor-neus, Philippus Decius, Felynus Sandeus, Antonius Ciofius , Reynerius Pifanus, Andreas de Pifa, BenediStus de Plombino, Bartholomeus denbsp;Saxoférrato, Francifcus Tigrini, Framifcus Aretinus, en veele andere vermaarde Jurillen.

In de Medicynen zyn beroemt, Nicolaus Tignojias, Leorihardt yachinus, voormaals Doftorte Florence, en Mattheus Curtius', alsnbsp;meede Cyriacus Strozza , een vermaarde Philofooph, en Bartko-loineus Pijanus, ¦wiens Geleertheit, foo wel dn de Xheologie ,aisnbsp;in de Philofophie en beyde Rechten feer gepreefen werdt.

SALERNUM, of SALERNO, in ’t Koningryk Napels.

Dat hier eertydts de konll der Medicynen feer gebloeyt moet hebben, blykt uyt het vermaarde Boek 'Medicina of Scholanbsp;Salernitana genoenit ,diQOT Johannes de Mediolano ,Aoc\\ \n de naamnbsp;van defe geheele Akademie , ten diende van een feekerennbsp;aanïla'anden Koning van Engellandt, Robbert, Soon van Koningnbsp;jVUlem de Veroveraar , reets voor omtrent feshondert Jaarennbsp;opgeftelt, daarna door Arnoldus de Villanova met Aantekeningennbsp;vermeerdert, in de meefte bekende Taaien overgefet , en fe-dert de vinding van de Drukkonft oneyndig maaien herdrukt;nbsp;doch defe Akademie is tegenwoordig byna geheel verduyflert.

FLORENTIA, of FLORENCE N.

Defe heeft haaren meeften luyfter omtrent den Jaare 1460. gekreegen, van den Groot Hertog Cofmus de Medices, die vee-je Geleerde en bequaame Mannen uyt Griekenlandt derwaartsnbsp;ontboodt, en tot ProfelToren aanftelde. De volgende Groot

O z nbsp;nbsp;nbsp;Her-

-ocr page 142-

ros LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Hertogen hebben meede tot voortplantinge van de Geleertheit getrouwelyk de handt gebooden, waar door defe HoogeSchoo-

feer beroemt is geworden.

In de Rechtsgeleertheit hebben hier gebloeyt, Francifcus Ac-curfms, Paulus de Caftro, en Philippus Decius.

In de Medicynen hebben uytgemunt, Thaideus Florentinus, Crufianus Italus, Dims de Garbo, Thomas de Garbo, en Nicolausnbsp;Florentinus.

In de Philofophie, Taal- en Dichtkunde zyn vermaardt, D-jh-tes Aligerus., Francifcus Petrarcha, Johannes Boccatiüs, Leonhardus en Carolus Aretinus ^ Johannes Poggius FlorentinusAngelus Politiu:-nus, Johannes Picus Mirandola, Marfüius Ficinus , Philippus Calli-jnachus, Bartholomeus Scala, Baptijla Leo FlorentinusCbriflophelnbsp;handinus, Petrus Crinitius, Cyriacus Strozza, Francifcus- Philelphus,nbsp;Johannes Argyropylus, Gregorius Tiphernas , Petrus ViSiorius , ennbsp;meer andere.

De Bibliotheek te Florencen, door den Groot-Hertog Cofmus de Medices, in den Jaare 1571. voornaamentlyk gefticht, isnbsp;feer voortrelFelyk,, en met een grooten fchat van Oude Handt-fchriften voorfien-.

Verfcheyde andere Akademien , tot hetleeren van veeleWe-tenfchappen en Taaien, in defe ftadt gefticht, gaan wy voorbedacht elyk voorby.

VENENTïA, of VENETIEN.

Defe is omtrent den Jaare 1460 bekent geworden , toen Ema-r nuel Chryfoloras de Griekfche Taaie in Italien overbragte, en tenbsp;Fenetien opentlyk leerde. Niet weinig behulp ontfing hier ooknbsp;de Geleertheit, toen de Kardinaal BeJJdrion fyn Boekerye, ternbsp;waardye van wel dertig duyfendt Ryksdaalders, aan defe Hoo-ge Schoole naliet. Eygentlyk beftaat defelve in drie foogenoem-de Sociëteiten , van welke ieder in een byfonder Palleys vergaa-dert, en haar eygene Inkomften heeft; welke Sociëteiten vannbsp;Mfericordia, St. Maria en St. Rochus de naam draagen; wordende de pracht van defe laatfte voornaamentlyk feer geroemt.

Voorts hebben defe Hooge Schoole een reeks van Geleerde «n Vermaarde Mannen grooten roem aangebragt, van welles

-ocr page 143-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. loj) wy eenige hier opnoemen , Hermohus Barbanis, Guarinus Vero-ncrjis. Aldus Manutius ,Paiilus Manutius, Antonius Sabellicus ,PaU’nbsp;lusFenetus, Laurcntius JuJliniams , Francifcus Phikiphus , Gener.nbsp;Chryfolwa Omni bonus, Leontcenus Vincentinus , Petrus Paulus Ver-gerius, Ambrofnis Florentinus, SanSles de Arduino, Francifcus Bar-barus, Francfcus Diclus, Francifcus Niger , Hieronymus Donatus ,nbsp;Georgius Alerula, Doniinicus Bolanus, Marcus A7itonius Coccejus Sa-heïïkus, Antonius Mancinellus, Antonius Cahus, Andreas Nauge-rius, Georgius Falla, Petrus Bembus, Chriflophorus Longolius, Marcus Mufurus, Scipio Carterromachus, Alexander Paccius, Lazarusnbsp;Bayfius, Alexander Trajanus Petronius, Francifcus MaJJarius, Guilel-mus Dorctheus, Joh. Bapt. Egnatius, CAius Secundus Curio, Nicolaus Majfd , Andreas Lacuna , Martinus Cuena, beneffens eennbsp;meenigte andere;

V E R O N A, of V E R O N E N.

Dat defe feer oudt is, kan men onder anderen daar uyt be-fluyten , dewyle Keyfer Frederik de tweede defelve, even als Bolonien, van haare Privilegiën heeft berooft, en fe aan de Hoo-ge Schoole van Padua opgedraagen. Andere (lellen haar beginnbsp;omtrent den Jaare 1460. doch is het waarfchynelyker, datfenbsp;toen wederom herdelt zy.

Eertydts zyn hier vermaardt geweeft, in de Medicynen-, Guilelmus- Placentinus, Joh. Bapt. Cotifahnerius, Alexander Benedicrnbsp;tus en Antonius Fumanellus. Voorts Doniinicus Chalderims, als eennbsp;Vermaardt Reedenaar, Francfcus Diedus m de Theologie ennbsp;Philofophie, Bartholomeus Cepolla in de Rechtsgeleertheit, Petrus Pitatus in de Mathefis, als meede Johannes Jucundus, Johan .nbsp;Bapt. Montanus, en veele andere.

Thans bloeyt hier noch een Akademie, onder de benaamin-ge van Academia Aletophili, in den Jaare 1606. gefticht, in wei-ke de Geheymen der Medicynen en Philofophie onderweefen worden.

BERGOMUM, of BERGOMO.

Van defe Akademie, behoorende onder ’t Gebiedt der Fene-üanen, getuygt Leander, dat aldaar geen andere Profefforen gevonden worden, dan haar eygene Burgers en Ingefeetenen.

O 3 nbsp;nbsp;nbsp;MACE-

-ocr page 144-

no

LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

M A C E R A T A. P. P.

Defe behoort onder’t Gebiedt van den Hertog van Parma en Piacenza, gefticht omtrent den Jaare 1540. door Pans Paulusnbsp;de derde. Naderhandt heeft Paus Smus de vyfde Ao. 1589.nbsp;hier ook een Rota, Hooge Vierfchaar of Kantzelerye ingeftelt.

PARMA. P. P.

Is een Akademie, welke niet feer oudt is, en de Profesfien worden meeR door de Jefuyten bekleedt. In de Rechten isnbsp;hier Bernhardus Parmenjis vermaardt geweeft.

L U C A.

Dit is een vrye ftadt in Italien, welke de heerichappye van geen Vorfl: erkent, en alfoo thans eenRepublyk óp haar felvennbsp;uytmaakt; fchoon de Keyfer wil, dat hem de Souverainiteitnbsp;daar van toekomt. Daar door heeft die Radt ook uyt haarey-gen gefach een Akademie geRicht, en defelve met bequaamenbsp;Profefforen voorfien ; behalven noch twee andere Akademiennbsp;of Sociëteiten , tot het leeren en oeffenen van verfcheyde We*nbsp;tenfchappen.

Sommige hebben noch, Syracufa en Panormus in Sicilien, Ancona en Placentia in Italien, onder de Akademien geftelt; maar dewyle andere die ongemerkt voorby gaan, en defelve ooknbsp;meeR vervallen , of immers verduyRert zyn, valt hier daar vannbsp;niets aan te merken.

TAURINUM, TURINO, of TURYN.

Eygentlyk in P/mowt gelegen, is feer oudt, doch heeft omtrent den Jaare 1490. eerR beginnen te bloejen; zynde in ’c voorgemelde Jaar de wydt beroemde Erafmus van Rotterdam alhier tot Doftor in de Theologie gepromoveert.

In de Rechten Hebben hier eertydts geleert, Johannes Grof-Jus, Hieronymus Cognoliis, Hndreas Jlciatus, en Carolus SucquetiuSy uyt Vlaanderen van geboorte.

In de Philofophie en Medicynen zyn hier Vermaardt, tbolomeus Fiottus, en Hieronymus Gemufaus, uyt Svoitferlandt-

-ocr page 145-

AKADEMIEN VAN T CEIRISTENRYK. in

Vevfcheyde andere Akademien van Konften en Wetenfchap-pen, zynhier daarenboven opgerecht, dochbuyten ons bellek.

In des Paus Gebiedt van Avignon.

AVENIO, of AVIGNON. P. P.

Eygentlyk in Vrankryk gelegen, doch eertydts de Refidentic van 'fommige Pauflen, welke defelve met een Akademie hebben begunlligt, ’t geene fommige aan Bonifacius de achtfle, ofnbsp;Urbanus de vyfde toefchryven. Immers fchyntfe omtrent dennbsp;Jaare 1307. in een bloejenden Haat geweell, endoor dePaus-fen met heerlyke Privilegiën begiftigt te zyn. In de Theologie leefen gemeenlyk drie, in de Rechten vier, en in de Me-dicynen drie ProfelToren of Dodloren, en in de Philofophienbsp;werdt door de Jefuyten voorfien.

Hier hebben eertydts geleert, de Vermaarde Regtsgeleerden, i4ndreas Alciatus , Johannes Regnaudus, Johannes Garonius, Antoninsnbsp;de Tremulis, JEmilius Ferretus, en Paulus de Caflre, wiens Pree-leBiones Juenïonicce met den druk gemeen gemaakt zyn, en feernbsp;gepreefen worden.

Met veel lof hebben hier in de Theologie uytgemunt, Fran-cijeus Lamhertiis Juenmenfis, en Richardas Radulphi een Engeljch-fnan, welke daarenboven in beyde de Rechten en andere We-tenfehappen wel bedreven was.

11. In Y Koningryk VRANKRYK.

BURDEGALA, of BORDEAUX. R P.

Nagedachten van fommige, is defelve reets Ao. 340. opgerecht. Datfe op eenen feer hoogen Ouderdom kan roemen, is feeker, nademaal het een bekende faak is, dat ten tyde vannbsp;de uytmuntende Dichter Aufonius, (hier gebooren,) en van dennbsp;Oudtvader Hieronymus ^ rects veele Geleerde ProfelToren hiernbsp;waren, welker naamen eensdeels by Aufonius., als ook by iS/'do-nius ApoUinaris , en Eufebhis in fyn Chronyk gevonden worden.nbsp;Doch gelykerwyfe alle dingen door langheit van tydt lichtelyknbsp;Vervallen, alfoo is ook defe Akademie verduyllert geweell; tot

dat

-ocr page 146-

m LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

dat zy in den Jaare 1442. op ’c verfoek van den Magiftraat der lladt, van nieuws door toedoen van Vaus Eugenius de vierde her-ftelc wierdt.

Alhier is een Collegie, ’t geene Aquitunicum genoemt wordt, verdeelt in negen Claffen, in welke de geheele PhiJofophie ennbsp;de drie Taaien met grooten toeloop geleert worden.

De vermaardtfte, welke eertydts hier LelFen gegeven hebben, zyn, Robertiis Britannus \an Atrecht, Andreas Goveanus, Melchior dVolmarus^ Jacobus Colinus, Johannes Gelida, (een Leer*nbsp;meefter van den Doorlucjidgen en Wydtberoemden Julius Cce-far Scaliger;) Theodorus Langius gebooren te Enkhü‘}fen, M. An-tenius Muretus, Johannes Cojianus ^ Georgius Buchananus een Schotsman , Nicolaus Gruchius , Guilelmus Guerentceus , Jacobus Tevius,nbsp;EUas Vinetus en Robertas Balfureus een Schotsman.

Daar is noch een oudt vervallen Collegie, in ’t welke in de Rechten geleert wordt.

Hier is meede een groot Collegie der Jefuyten , opgerecht in den Jaare 1573.

Alhier heeft ookgewoont, de Doorluchtige en Wydtberoem-de Francifcus Flufcas, de laatfte van de Prinffen Candala, een voortreffelyk Mathematicus en Chymicus. Defe heeft by fynnbsp;leven uyt fyne Goederen Jaarlyks 500 Kroonen aan de Akade-mie gegeven, om daar van een ProfelTor in de Mathematifchenbsp;konften te onderhouden. Hy is in den ouderdom van §i Jaa-ren, Ao. 1594. overleeden.

P A R I S I I, of P A R Y S. P. P.

Defe Akaderaie werdt gefegt door Keyfer Caret de Groote opgerecht te zyn, door aanfpooringe vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fynenLeer-

meefter. omtrent den Jaare 79 r. Naderhandt is defeive door KoningFrangois d’eerfle , en andere, allengskens geweldig verbetert. De Redlor is feer aanfienelyk, en heeft de Jurisdiftienbsp;en ’t Patroonfchapover verfcheyde Plaatfen , Kerken en Schooien in de ftadt. Defeive werdt alle vierendeel Jaars door denbsp;Procuratores der vier Naden uyt de faculteit der Philofoophennbsp;verkooren; maar de drie andere faculteiten hebben ieder haar

Decanos, en Haan onder den Rector. Defe vier Natiën zyi’

gent-

-ocr page 147-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. ns gentlyk (i) de Franfchen, (2) de Picarders, (3) de Normannen,nbsp;en (4) de Duytfchers; doch onder defe laatfte behooren noch denbsp;Engelfchen , Schotten , Tren, Deenen, Sweeden, enz. Alle maanden houdt de Redlor een Procesfie naar St. Denys, By alle Plechtigheden heeft de Reéfor den voorrang, felfs boven de Legaa-len van den Paus en de Kardinaalen. Wanneer de Koningeennbsp;cpentlyke Intreede doedc, of by Lykflatien , dan is de Reftornbsp;de eerfte, en gaat met den Aarts-Biflchop van Parys. De Pro-felToren in de Rechten mogen flechts in het Jus Canonïcuni lef-fen geven ; nademaal het Jus Civile te Orleans geleert werdt.

Defe Hooge Schoole vm Parys werdt in verfcheydefeerheer-lyke Collegien afgedeelt. Als:

De twee Collegien van PleJJls en Marmoujlier, opgerecht Ao. 1322. door Godefroy de Plefjis, Secretaris van Koning Philip Le Long.

Het Collegie van Clermont,, door Willem Pratenfis, Biffchop van Clermont , van daar naar Parys verplaatft.

Het Collegie van Camhray , werdt gefegt door drie BifTchop-pen van Lor.gres, Laon en Cambray geflicht te zyn. In het lel-ve leefen gemeenlyk de Koninglyke Profeflbren, voornament-]yk in de Griekfche Taaie en Wiskunde.

Het Collegium Triqueticum, anderfints Lndovkknuni genoemt, dewyle het felve door Koning Lodemyk herllelt is. Hier in lee-ren de Koninglyke Profeflbren meede in verfcheyde Faculteiten.

Het Collegie de Lifieux genoemt, geflicht door Willem de EJlontevUle, Biflchop van Lijietix, en fyne Gebroeders, in dennbsp;Jaare 1620.

Het Collegie van Navarre, ’t geene voor ’t fraayfte gehouden wordt, geflicht Ao. 1304. door Johanna, Koninginne van Navarre, Gemaalinne van Koning Philip de fchoone. Het felvenbsp;werdt gewoonlyk Mufceum Navarrceum genoemt, en daar innbsp;een feeker getal van arme Studenten onderhouden. Men fietnbsp;daar ook een fraaye Bibliotheek.

Het Collegie van Laon, geflicht in den Jaare 1313. door Gui de Laon, en M. Raoïtl de Presles-, wordende hier by kans ianbsp;alle Wetenfchappen lefTen gegeven.

. Het Collegie Bellovacenfe,de Beauvais, en de Dormans ge-noemi, zyn twee geweefl, maar tot een gefinoltenj nademaal

P nbsp;nbsp;nbsp;Johm-

-ocr page 148-

114 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF Johannes van Dormans, Kantzelier van Ftrinkryk en Biflchop vasnbsp;Beauvais, naderhandt Kardinaal, dat van Laowgekocht, eii eetinbsp;nieuw Gebouw aldaar getimmert heeft, waarom het felve thansnbsp;het Collegie van Beauvais genoemt werdt.

Het Collegium Prceleum, beftondt uyt de helft van ’t Collegie van Loon. In het felve hadde de vermaarde Petrus Ramus eennbsp;byfonder Auditorium.

Het Collegie de Marche, of Vuinville, na desfelfs Richter dus genoemt.

Het Collegium Canonijlarum, anderfints La Salie de Decret ge* noemt, heeft het grootlle Auditorium.

Het Collegium Lombardicum, of Italicum, is in den Jaare 1333. geflicht, door Andreas Chini, van Florenfe, Biflchop van Arras,nbsp;en daar in ftudeeren de Italianen.

Het Collegie Montis Acuti, of de Montagu, niet verre van St. Genoveva, is Ao. 1314. geflicht, door Gilles EJJelin, uyt hetnbsp;Geflachte van Montagu, Aarts-BilTchop van Rouaan.

Het Collegium Cluniacenfe, of de Cliigny, is geflicht in den Jaare nbsp;nbsp;nbsp;door Pieter Tres, Abt van Clugny, in ’t welke die gee-

ne ftudeeren moeten, welke zich in den Orden van St. Bene-diSlus willen begeven.

Het Collegie de Bourgogne, geflicht in den Jaare 133!. door de Gemaalinne van Koning Philip de Valois, Johanna van Bour-gondien , onz.

Veele andere Collegien alhier,als van Ie Moyne,de Tournay,AJema-mrum.Calvoren, RbemenJe,Carnovallenfium,St. DionyJii,het groot Collegie in de Medicynen, en andere, gaan wy met ftilfwygen voorby.

Doch boven defe alle heeft te recht den voorrang , de-foogènaamde Sorbonne.- Volgens fommige is defelve inden Jaare 1253. geflicht , door Doélcr Robbert de Sorbonne , en heeft van hem defen naam ontfangen. Dit Collegie is federt fynnbsp;beginfel , beneffens fyn ProfefToren , en de Sorbonijien, feernbsp;vermaart geweefl. Toen Paus Clemens de fesde het groote Jdrnbsp;bilemn uytfchreef , en zich groote macht over de Zielen in ’tnbsp;Vaagevuur aanmaatigde, kantede zich de Sorbonne tegens defenbsp;Paufelyke Bulle. Diergelyken deedt zy ook tegens Paus Leo denbsp;tiende. Zy kantede haar meede tegens de veelvuldige

ten

-ocr page 149-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. uj ten van Paus Bonifacius de Achtfte, en verwierp den Orden dernbsp;Hereniyten. En alfoo heeft de Sorbonne ten allen tyden de Vryheitnbsp;derKerke'van Fratóryè tegens den Paus verdeedigt, fchoondefenbsp;dingen federt de voorgaande Eeuwe al vry wat zyn verandert.

De Koningen van Vrankryk hebben de Akadeinie vanPr/ryr, van tydt tot tydt met byfondere Vryheeden begunftigt; waarnbsp;door het getal der ftudenten foo geweldig is aangegroeyt, datnbsp;men eens meer dan dertig duyfent te gelyk aldaar getelt heeft.

Het getal der vermaarde Profefforen, die hier geleert hebben, is niet te befchryven, waarom wy ons vergenoegen fullen met flechts, eenige op te tellen.

In de Sorbonne hebben in de Theologie en Philofophie Leflen gegeven, Bonaventura^ Scotus^ Occanus, Guilielmus deSt. Amore,nbsp;Henricus 'Gandavenjis , Almain , Alexander Alenfis, Gisbertiis denbsp;Tornaco, Simon de Tornaco ^ Petrus de Alliaco, Johannes Gerfon ,nbsp;jélanus de Rupe, Johannes Barcethus een Henegouwer, Nicolaus denbsp;Lyra, Petrus de l.eydis een Hollander, die het Jus Canonicuninbsp;heeft geiefen, Petrus Bums een Vlaaniing, Petrus Dore, PMlip-pus Montanus een Nederlander, Guilelmus Hicet, Shnon Pontanus,nbsp;Jacobus Faber Stapulenfs , Simon de Qiiercu, Guilielmus Parvi, Gerardus Rujl, Jodociis Clichthovms een Plaaming, Johannes Barathus,nbsp;Johannes Lethmatius van Ter Goude in Hollandt, Claudius EJpen-ceeiis, And. Fallac, Philippus Gaviachesus, Johannes Gualtius, be-neffens veele andere.

In de Hebreeuwfehe Taaie, Quinquarborreus, Francifcus Vatablus, Johannes Mercerus en Gilbert Genebrardus.

In de Griekfche Taaie, Paiilus Danefius , Jacobus Tujjdnus, Johannes Straefelius een Vlaaming, Johannes Auratus, Frederms Ja-fnotius en Fredericus Morelhis.

In de Latynfche Taaie en Wellpreekentheit, Dionyfius I-am-hinus, Johannes PaJJeratius, Petrus Hollandinus van Atrecht, Fk-Tens Chriflianus, Tbeodotus Marcilius van Arnhem, en Thomas Dem-Jlerus een Schotsman.

In de Philofophie, Adrianus Turnebus, Jacobus Carpenterius, Francifcus Picomercatus, enz.

In de Mathematifche KonRen, Orontius Finceus, Johannes Pena, Johannes Stadias een Brabander, enz.

P z nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 150-

xi6 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Medicynen, de vermaarde Gorrcsus, Silmiis, Riolanus , enZ Seer vermaardt zyn ook de volgende Geleerden in haarennbsp;tydt geweeft. Petrus I.ombardus, Doélor in de Theologie ennbsp;Biflchop van Parys, welke uyt een byfondere eerbiedigheit Ma-gijler Sententiarum genoemt wierdt. Als meede 'Albertiis Biflchopnbsp;van Regensburg, welke van wegens fyn verftandt en uytmun-tende leeringen , den By-naam Magnus of de Groote kreeg. Nochnbsp;Johannes Duns uyt Schotlandt, welke DoStor SubtilisJi;nMS, of denbsp;AllerfcberpjinnigjieDobtor genoemt wierdt. En Johannes Guaknjis,nbsp;welke met foo veel Goedtkeuring de Theologie onderwees, dacnbsp;hem fommige den by naam van Arbor-Vitce, of Boom des levensnbsp;begonnen te geven. Item Francifcus de Bachone, welke den By-naam van Dodtor Sublhnis, of de Hoogverhevene Do^or kreeg.

Hier hebben van oudts noch gebloeyt, Alexander Halenfis^ Leermeefter van Benaventura en van Thomas Aquinas, Stephanasnbsp;Langton, Richardus van St. ViSlore, Johannes de Lapide, Guilelmusnbsp;de Ouercii, Johannes Oiiintiis Heduiis, Emilius Perottus, Petrus Re-buffiis, Antonins Sylviolus, Conradus de Montepuellarum, Giiilielmusnbsp;Cajtellus, Henricus Glareanus, GuUielnius Pojiellus, Guilieliniis Co-pus, Chrijlophorus Longolius, BartholomamsLatonus , JohannesRuellius,nbsp;Georgius Hermonymiis, Jodociis Radius Afcenfms, Johannes Tagaultiusnbsp;Ambianus , Bartbol. Marlianus, Johannes Major , Joachim Perionius,nbsp;Johannes Sturmius, Jacobus Ompbalius Andernacus, Ibauftus Andre-‘liniis, en foo veele andere , ook in laatere tyden, dat wy felfsnbsp;met derfelver enkele opnoeminge den Lefer fouden verveelen.

In de voorleedene Eeiiwe hebben verfcheyde voornaame Mannen in Hrankryk, het voorbeeldt der Collegien of nieuwe Aka-demien in Italien opgevolgt , en te Parys meede diergelyke geflicht.

Dit deedt onder anderen de vermaarde Kardinaal Richelieu, met den aanleg van de foogenoemde Academie Francoife of Fran-fche Akademie, onder de Regeeringe van Koning Lodewyk de dertiende , welke zich Protector van defelve verklaart, enfe metnbsp;heerlyke Privilegiën begiftigt heeft, in den Jaare 1(537. w'or-dende dit alles door het Parlement van Parys beveiligt. Defenbsp;Akademie beflaat in 40 Leeden, onder welke zich felfs Kar-dinaalen, Vorften, Graven, en andere aanfienlyke Perfonagif*^

pevm-

-ocr page 151-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 117 bevinden. Defelve houden haar Vergaaderingen in een grootenbsp;Zaal in de Lotivre, cn haar tpeleg is, om de fuyverheic, cier-lykheic, enz. van denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Taaie te bevorderen. Alle twee

Jaaren, op amp;. Louis-d'dg, worden aan de geene, welke op fee-kere voorftellen in de Dichtkunde en Wellpreekentheit den prys behaalen, twee Goude Medailles vereert.

Koning Lodewyk de XlVde heeft in den Jaare 1666. noch een andere Akademie gedicht, met den Tytel van Academie desnbsp;Sciences^ ofHooge Schoole der Wetenfchappen , onder het bellier van den Heere Colbert, op het aangeven van Mr. Duclosennbsp;den Abt De Bourzay. In den Jaare 1699. heeft de Koning de-fe Akademie grootelyks verbetert, en met heerlyke Statutennbsp;vereert. Defelve bellaat in 20 voornaame Leeden, van welkenbsp;de Abt Bignon de eerde Prefident geweed is. By defe wordennbsp;Natuurlyke en Wiskondige dingen verhandelt, en tot deSter-rekunde is een heerlyk Obfervatorium gebouwt. Alle weekennbsp;vergaaderen de Leeden op een Zaal in de Koninglyke Bibliotheek.

In de Louvre is meede een foogenoemde Academie des Devifes, hebbende vier Claffen van Leeden, die het opficht hebben,nbsp;om Sinnebeelden op de Medailles en dé Infcriptien uyt te vinden.

In den Jaare 1671. heeft Koning Lodewyk deXIVdenoch een Akademie voor de Architecture of Bouwkunde gedicht, onder’tnbsp;bedier en opficht van den Heer Colbert, en den Opper-Kantze-lier den Graaf van Fontchartrain.

Daar is ’er ook noch een bylbnder voor de Schilders en Beeldt-houwers, UAcademie de Sculpture genoemt. De eerde Autheur derfelver is Martin Charmois, Heer van Laure, en derfel ver eerde Protector es of BefcheTmers waren de Kardinaal Mazarin, ennbsp;de Kantzelier Seguvier. Derfelver Leeden zyn gefaaraentlyknbsp;kondige Schilders en Beeldthouwers, welke onder haaren ey-genen Kantzelier en Redtor daan.

THOLOSA, of THOLOUSE. P.P.

Defe Hooge Schoole heeft kort na die van Parys begonnen, foo men meent omtrent den Jaare 800.immers werdt verfee-kert, dat ’er reets Ao. 1200. Dottores in de Theologie aldaarnbsp;gepromoveert zyn. De PaulTen Johannes de tweeentwindigde

P 3 nbsp;nbsp;nbsp;en

-ocr page 152-

ï i8 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF en Innocent!,us de fesde, hebben defelve mee meerder Vryhee*nbsp;den vereert.

Defe Akademie werdt in twee.Hooft-ColIegien afgedeelt. In ’£ eerfte werdt de Rechtsgeleertheit feer flerk geoeffent, foo.nbsp;dat men fbmtydts wel meer dan duyfendt Toehoorders getelcnbsp;heeft. Over het andere hebben de Jeluyten het Opficht, daarin de jonge Studenten zich in de Theologie oeffenen, en aannbsp;defëlve worden Jaarlyks fchoone Premien uytgedeelt.

In de Rechtsgeleertheit hebben hier eertydts uytgemunt, Antonins Goveanus, Johannes Corafius, Enimundus Bonefidius , Laveri-mis, anderfints Flamingus genoerat, Aymarus Riuallnis AUobrox, (welke voornaamentlyk in de Paufelyke Rechten ongemeen bedreven, en met een leer groote Geheugeniffe begaaft was;) £er-nardus Lauretus, Guilielmus de Cugno, Jacobus ab Arena ^ Mattheusnbsp;Pachus en Petrus Rebuffus.

In de Theologie heeft hier met veel lof gelefen, Johannes Fi-gueriüs een Spanjaardt en Dominikaaner-Monnik, nyt fyne fchrif-ten genoeg bekendt. Daarenboven heeft Raitnuudus Sebeide, meede een Spanjaardt, uytmuntendt Doftor in de Theologie ,nbsp;in de Medicynen en andere Konflen ook bedreven, tot eennbsp;groot cieraadt defer Hooge-Schoole geftrekt.

Voorts werdt noch met veel lof op defe Akademie gemeldt, V3in Jacobus, by gemremt Magnus van Toledo, feer geleert in denbsp;Theologie en Natuurlyke Philofophie; Antonius, bygenaamt vannbsp;Padua, xan Lijfabon gehoonig; Riidolphus Brughenjis, vermaardtnbsp;Philofooph en BilTchop; Alexander Cejlrienfis, welke hier in denbsp;Theologie heeft onderweefen , en reets in den Jaare 1238»nbsp;overleeden is.

LUGDUNUM, of LYONS.

Hier hebben de Studiën reets by de Romeynen, en voor Christus geboorte gebloeyt, doch de oprechtinge der Akademie werdt op ’t Jaar 830. geftelt; van welke tydt, tot Ao. 1328-defe Hooge Schoole in een bloeyenden Haat geweefl is. Al-iengskens is defelve daar na in verval geraakt, doch heeft metnbsp;der tydt begonnen, niet alleen ’t hooft wederom op te fleeken,

maar felfs vermaart te worden. nbsp;nbsp;nbsp;,

Onder

-ocr page 153-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. ÏI9 Onder de Geleerde Mannen, die aldaar gebloeyt hebben,nbsp;worden gereekent, ^odocus Jjodius een Nederlander, Petrus ToJe-tus, Bartholonieiis Nrgenterius, Petrus Bellapertica, Johannes Cana-pceus, Nicolaus Leonicenus ^ Johannes Gerfon, Eucherius Biflehop vannbsp;Lyons, FaujiusLugdunenfis , Joachim Fortius Ringelberchius,Leonardusnbsp;Pomarus, StephanasDoktus, Aurelius Gallus, beneffens veele andere.

Hetftrekc meede tot roem van defe Akademie en Stadt, dat niet alleen Keyfer Caracalla, maar ook L. Protius, eerfbe Ree-denaar in de Latynfche Taaie te Romen, en Leermeeftervandennbsp;beroemden Cicero, aldaar gebooren zyn.

MONSPESSULUS, of MONTPELLIER. P. P.

Defe is opgerecht door Paus Urbanus de vyfde, omtrent den Jaare npö. volgens ’t bericht van fommige; waarom ’er eennbsp;Collegie het PauFfelyke genoemt wordt. Daarenboven is ’er eennbsp;Koninglyk CoWegïe, gefticht doox Hendrik de fesde ofdefevende,nbsp;en met goede Inkomften voorden; ook een, ’t geene het Collegie vaiynbsp;Vergier genoemt werdt; in welk laatfle de Studenten wel tiennbsp;Jaaren lang voor niet fludeeren , en vry gehouden worden.

Defe Akademie munt voornamentlyk in de Medicynen iiyt , waaromdefelve meteen heerlyk Theatrum Anatomkumoi^ehomsr-burg der Ontleedtkunde, en met een diergelyken Hortus Medicus of Kruydthof voorden is. De Kantzelier, Deeken en Rector der Akamie, genieten veel eere en ontfach. Van oudtsnbsp;was daar een groote toevloedt van Studenten , uyt alleiley Natiën in Europa^ felfs quaamen ’er Sarace’enen, toen de Arabieren Avicenna en Averoes aldaar lellen gaven. De Rechtsge-leertheit heeft hier in den beginnen ook veel gebloeyt, en in defenbsp;onder anderen felfs de vermaarde Azo,en delTelfs Meeller Placenti-mis geleefen; ook hebben Julius Pacius.d Beriga, Stephanas Pro-vincialis, Stephanas Troches, Petro de Stagno, Nicolaus Boëtius Mon-tispejjorlanns, Petrus Jacobus, Petrus Rebuffus, en veele andere,nbsp;in defe Wetenfehap aldaar onderweefen,

Naderhandt hebben ’er de Medicynen de grootfle Iludie ge weed;, en in defelve veele uytrauntende Mannen eenen grootennbsp;lof verdient. Onder defe worden getelt, het gedacht? vannbsp;Saporta, van welke vier na malkander het Hoogleeraarlchap bekleedt hebben , namentlyk Ludovicus Saporta, D. Ludovicus Saporta

-ocr page 154-

no LYSTE DER HOOGS SCHOOLEN OF porta , F. Antonins Saporta en Johannes Saporta. Daar beneiFensnbsp;liaan de 'volgende als vermaarde Medicynkundige op defe Aka-dernie htktndt ,GidUehnus Rondeletius, Laurentius Joubertus, Dio~nbsp;nyfiiis Foiitanonus, Ranchinus, Andreas ^Laurentiiis Cabrolius^ Ada-mus Abrcenethus, Johannes de Santlo Mgidio , Bernardus Gordonius,nbsp;Guido de CauUaco , Gerardus de Solo , Johannes Jambus ^ Johannesnbsp;de Tornatnira, enOrona: ;s Piquetus deffelfs leermeefter, Johannesnbsp;Falco, Johannes Tremuleti, Lohardus Serra , Stephaniis Dittenbhsus,nbsp;en Arnoldus de Villa nova, benelFens veele andere, die in defenbsp;heerlyke konft hebben uytgeraunt. quot;Wy voegen hier noch by,nbsp;den vermaarden Spotvogel Rabelais, door fyn Boek Gargantuanbsp;en Pantogruel genoeg bekende, welke aldaar ook Profeflbr innbsp;de Medicynen geweelt is. Deffelfs gedachteniffe werdt aldaarnbsp;noch in verfche geheugeniffe gehouden, dewyl ’er geen Doftornbsp;gepromoveert wordt, als in fyn Bonet en Kap of Tabbert, dienbsp;daartoe thans noch bewaart worden.

BITURGES,of BOURGES. PP.

Ter Slinkerhandt, Jacobus Cujacius.

Johannes Mercerius. Francifcus Raguellus.nbsp;Egidius Hortenjius.nbsp;Johannes Rencardus.nbsp;Antonius Bengeus.

Jacobus Mercerius, Joh. fil.

Ter Rechterhandt. Andreas Alciatus.nbsp;Eguinarius Baro.

Francifcus Duarenus. Francifcus Balduinus.nbsp;Nicolaus Bongerhis.

Nicolaus RuJJardus.

Hugo Donellus.

Francifcus Hotomannus. Antonins Contius.

Defe Akademie is opgerecht door Koning Lodewyk de Hey-lige, Ao. 1236. doch leer verbetert door Carolus, Broeder van Koning Lodewyk de elfde, en door Paus Paulas de tweede metnbsp;deftige Privilegiën begiftigt. Daar door heeft defe Werkplaatsnbsp;der Geleertheit en Vrye konflen , aan geheel Europa veele Geleerde meedegedeelt. 'V’oornaamentlyk heeft de Rechtsgeleerc-lieit hier altydt boven andere gebloeyt, waar door op geen Akade-mie in geheel Vrankryk, in defe Faculteit vermaarder Profeffo-ren geweeft zyn. Ter gedachteniffe daar van , fiet men derfel-ver Naamen boven den ftoel in ’t Auditorium aangeteekent, innbsp;devolgende ordre:

De-

-ocr page 155-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. 121

Defe lyft is ’er geplaatft, toen de vermaarde Petrus Rebuffus aldaar Reftor was. Hier hebben ook gebloeyt de beroemdenbsp;Theobaldus Fagotius Bituricus , beneffens meer andere Geleerdenbsp;Mannen.

A Ü R E L I A, of ORLEANS. P- P.

Defe is opgerecht door Koning Philip de Schoone, in dea Jaare 1312. en daarna door PmsGemens de vyfde , welke in fynnbsp;Jeugdc hier geftudeert hadde , Ao. 1367. beveiligt. Op defenbsp;Akademie onderwyfen vier Profefforen in de Rechten , ennbsp;geen in de Medicynen.

Sedert de tyden van Koning Francois d’eerile , worden dc ftudenten hier in vier Naden afgedeelt, namentlyk: (i)nbsp;Franfchen^ onder welke de Aquitaniers en Burgundiers begreepennbsp;zyn. (2) De Duytfche, daar zich de Lotharingers hj voegen. (3)nbsp;De Picafders, onder welke die uyt Champagne behooren. En (4)nbsp;de Normandicrs , daar zich de Schotten byvoegen.

De Duytfche Natie geniet aldaar grooce Vryheeden , waar door hiervan tydt tot tydt, niet alleen veele Duytfchers ^ maarnbsp;ook veele Nederlanders iludeeren en verkeeren, die ook als eennbsp;byfondere Sociëteit, en een foort van een Republyk formee-ren , welke door verfcheyde Koningen van Frankryk is beveiligt. Daar is ook een wel geiloffeerde Bibliotheek, ten behoeve van defe Natie, welke gefegt wordt, door raadt van dennbsp;vermaarden Rechtsgeleerden en Philolboph 'Obertus Gifanius ,nbsp;noch iludent zynde, eeril opgerecht te zyn.

De vermaardtile ProfeiToren in de Rechten zyn geweeil, Johannes Robertus, Guilelmus Fornerius, en deffelfs foon Rudolphusnbsp;Fornerius; ook hebben in defe wetenfchap boven andere aldaarnbsp;uytgemunt Petrus Stella, en deifeifs Soon Lodewyk Stella , Stephanies Boletus , Nicolaus Beroaldus ^ Johannes Pyrrhus Anglohermms ^nbsp;Johannes Brunellus, en Rufeus Parifienfts.

Hier heeft eertydts ook geleert, de Eedele Annas Burgia^ een volilandig en getrouw Martelaar voor ’tEuangelium Chrifii.

CADURCUM,of CAHORS.

Defe heeft omtrent den Jaare igio haar begin genomen.

Q nbsp;nbsp;nbsp;Eer-

-ocr page 156-

122 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF Eertj^dts was defelve in eenen bloeyenden ftaat , voornaament-lyk terwyle de vermaarde Petrus Rebuffus hier leerde, dochnbsp;defelve is door den luyfter der Akademie van Thohiife geweldignbsp;verduyflert.

Onder de vermaarde Rechtsgeleerden, die hier geleert hebben, worden de volgende getelt: Jntonius Goveanus, Francifcus Roaldeftus en Petrus Gregorius; daar men noch mag by voegen ,nbsp;Johannes Baptijta Hanfeniusy te Haarlem gebooren.

ANDEGAVUM,of ANGIERS.

Volgens fommige , is defe Akademie opgerecht Ao. 1348* door Lodemyk Koning van Sicilien en Hertog van , of volgens andere Ao. 1398- door Lodewyk de tweede, Hertog vannbsp;Jnjou-, ja daar zyn ’er, die de Richting aan Koning Carel denbsp;vyfde toefchryven.

Defe Akademie werdt in verfcheyde Collegien afgedeelt,in welke ieder Faculteit in ’t byfonder geoeffent worden.

De Juriften, als welker Faculteit hier ’t meefte bloeyt, hebben haar Collegie by St. Pieters Kerk; Maar de Theologanten. Geneeskundigen.en Philofoophen , hebben drie Collegien, Ienbsp;Colley neuf, dela prte de fer ^ en de la Formagerie genoemt.

Hier heeft eertydts met grooten toeloop geleert , de vermaarde Rechtsgeleerde nbsp;nbsp;nbsp;Balduiniis, een Nederlander i als

meede Lazarus Bayfius, Enguinarius Barden Johannes Bodinus. enz.

CADOMUM.of CAEN.

Defe is opgerecht, volgens fommige , Ao. 1418. door Hendrik de vyfde, of Ao. 1431. door Hendrikde fesde Koning vanEwge-landt, welke toen v^n Frankryk meefter waren; doch eenige Rellen de Richtinge op ’t Jaar 1421. en noch andere willen defelve aan Care/Koning.van E'ratóryÉ toefchryven, en leggen, dat-fe in verfcheyde Collegien was afgedeek.

Doch in ’t laatRe van de Seventiende Eeuwe ,heeftfe de bekende en vermaarde Huëtius, met bewilliginge van den Koning van Vrankryk , in een geheel ander form_ gegooten. Voornaa-mentlyk heeft hy in defelve twee Collegien opgerecht, in eennbsp;van welke de Pbyfica, en in het andere de Matkjis onderwde-

fen

-ocr page 157-

AKADEMIEN van T CHRISTENRYK. 123 fen wordt. De twee Abten van Marfiliac en van Molfac^ zynnbsp;de Confervatores der Privilegiën defer Hooge Schoole,

AUGUS TORITUM, of PICTAVIA, anders POICTIERS. P.P.

De Akademie alhier is in den Jaare 1430. of 1431. opgerecht , door Carel de fevende , Koning van Vrankryk, kort na dat defelve de Engelfchen uyt het Ryk verdre.ven hadde; ennbsp;Paus Eugenius de vierde beveiligde defelve, en verleende haarnbsp;veele Privilegiën , foo dat fommige haar terflondt na Parys den.nbsp;rang hebben gegeven, om haares bloeyenden ilaats halven.

De Rechtsgeleertheitis voornaamentlyk op defe Hooge Schoole geoeffent, en in defelve hebben van tydt tot tydt veele voor-treffelyke Mannen uytgemunt; gelyk daar zyn : Giiiliehnus denbsp;Monte Lauduno, Petrus Rebuffus, Renatus Garnerius, Hellas Regnter,nbsp;en Chrifiophorus Longolius. Is ook vermaardt door fyn voortref-lyke Rechtsgeleertheit,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tyraquellus ,we.\k£ eertydts Pre-

iident van den Raadt aldaar gevvéeil is.

Voorts hebben daar onder anderen noch de volgende Geleer-i de Mannen in verfcheyde Faculteiten gebloeyt. 'Johannes Picta-vienJiscQuEngelfchman, Theologant, Mathematicus, Philofooph,nbsp;Reedènaar, enz. Nicolaus Dorbellus, Theologant en Philofooph;nbsp;Johannes Capnio, anderiints Reuchlinus genoemt , zynde nietnbsp;alleen uytnemende geleert in de Keyferlyke Rechten, maar ooknbsp;de voornaamfte die de Hebreeu'wfche Taaie wederom in Duytfcb-herftelt heeft. Chrijlophel Longolius yeQuNederiander vox\ g^-boorte, en veele andere.

Voornaamentlyk werdt hier ook aan Gislebertus , Biflchop van PoiSlierSydis Magijier Scholarum,Qen grooten lof toegefchreven.

V A L E JNT T I A, of V A L E N C E N, in het Delphinaat.

Defe Akademie heeft omtrent den Jaare i47o. voortrefFe-lykbegonnentebloeyen,dochis alleengsken wederom vervallen.

Voornaamentlyk hebben hier de vermaardtfte Juriilen, die er ooyt geweeil zyn,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Philippus Decius, (met

een ongemeenen toeloop, f00 wel van Eranjcken, als Italiaanen;) jJntonius Goveanus , Jacobus Cujacius , Julius Rucius d Beriga ,nbsp;Andreas ab Exea, enz.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I»

-ocr page 158-

124 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Theologie zyn hier vermaarde, St. Dominicus cnSt.Fin~ centi'is Ferrerius, enz.

In de Medicynen, Jacobus Stephaniis, enz.

Voorts hebben de volgende Geleerden in andere Faculteiten hier noch gebloeyt, Jmlreas Semperius, Mattheus BoJJutus en Bar-tholomeus Ledesma, vermaardt Profeflbr inde Griekfche Taaie,

GRATIANOPOLIS, of GRENOBLE.

In defe Hooftlladt van het Delphinaat, iseertydts een Akade-mie geweeft, doch van welke men weinig bericht vindt. Dit weet men nochtans, dat de Rechtsgeleertheit hier eertydts groo-telyks gebloeyt heeft, toen daar in leflen gegeven wierden, doornbsp;de uytmuntende fakkels defer Weetenfehap, Jacobus Cujacius,nbsp;Atitonius Goveanus,enRivallius Allobrox, Doch defe HoogeSehoo-le is tegenwoordig feer vervallen en verduyflert.

' RHEMI, ofRHEIMS.

Wanneer Paus Eugenius de derde zich Ao. 1148-hier bevondt, en ’er een Concilie hieldt, ftichtede hy ’er een Hooge Schoo-le. Doch andere willen , dat dit flechts een Illujlre Schook was,nbsp;welke eerft door Carel, Kardinaal van Lotharingen , Aarts-Bis-fchop van Rheims, Ao. 1545. met Toeftemming van Koningnbsp;Hendrik de tweede en Paus Pauliis de derde, tot een Akademienbsp;verheven wierdt. Hier leeren de Jefuyten met grooten toeloop,

NEMAUSUM, of NISMES. R.

Omtrent den Jaare 1600. is hier een Akademie gefticht.

Op defelve hebben geleert, in de Rechten, de vermaarde Ju-riften Julius Pacius en Chriftophel Piftorius een Duytjcher.

Hier is ook vermaardt geweeft Adamus Abrencethus een Schotsman, een heroemdt Medicus enPhilofoo-ph.

MONTALBANUM, of MONAUBAN. R.

Van defe vindt men niets anders van belang aangeteekent, dan dat de vermaarde Theologantnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Chamierus hier geleert heeft.

D I A, of D I O N. R.

In het Dauphine.

Hier is eertydts meede een Akamie geflichr.

SAI-

-ocr page 159-

125

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

SALMURIUM, of SAUMUR. R.

Defe is door de Gereformeerde gefticht in den Jaare icJoo of 1(504. en heeft eenen byfonderen luyfler genooten, door de tegen woordigheit van den geleerden en wydtberoemden Philipnbsp;Mornay, Heere van-PleJfy, Gouverneur der Stadt, die metfynnbsp;Geleerde Theologifche fchriften veel roem verdient heeft.

By de opkomll defer Akademie, was defelve met uytneemen* dc geleerde Profeflbren befet.

Onder anderen hebben in de Theologie geleert, Johannes Ca-mero een Schotsman. In de Philofophie, Franco Burgersdyk, voor-maals ProfeiTor te Leyden. In de Griekfche Ta.3.]e Georgius Bent’ di£tus. In de Medicynen en Philofophie Marcus Duncamis, enz.

Doch defe, gelyk de andere Gereformeerde Akademien in Vrankryk, daar veele Duytfchers, Engelfcben en Nederlanders plag-ten te ftudeeren, hebben door de Geloofs-vervolginge in denbsp;voorgaande Eeuwe een eynde genomen.

NANTES. R.

Hier heeft meede eertydts een Hooge Schoole gebloeyt, doch het felve noodtlot, gelyk de andere Akademien der Gereformeerden in ’t Koningryk, moeten ondergaan.

Sommige reekenen hier noch by:

MASSILIA, of MARSEILLE,

Daar de Inwoonders van oudts fuik een aanfienlyke Akademie hadden opgerecht, dat ’er felfs de Romeynen haare Jongelingen deeden ftudeeren, gelyk men uyt Plautus belluyt.

ORTHESIA, of ORTHES. R.

In de Souverainiteit van Bearne.

Eertydts is hier een Gereformeerde Akademie gefticht, door Johanna, Koninginne van Navarre.

Onder de eerfte Profeflbren is geweeft, dé Geleerde La??2Z)er-tus Danceus, een vermaarde Godtgeleerde.

Aldaar heeft ook geleert, Claudius Beteurgens, welke in de Griekfche Taaie feer ervaaren was.

3 nbsp;nbsp;nbsp;Dele

-ocr page 160-

126 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Defe heeft het felve noodlot met de andere Akademien vaa Vrankryk ondervonden.

DOLA, of DOLE,

In Hoog-Bourgogne, of Franfche Comté.

Wanneer defe Akademie eygentlyk gefticht zy, is ons niet gebleeken, maar wel, datfe reets in denjaare 14S4. vermaardtnbsp;was , toen de Geleerde Bernhardus Roilktus van Parys tot Reélornbsp;op defelve wierdt beroepen, ep door fynen vlydt veele Studen-'nbsp;ten derwaarts lokte. Niet minder is haar roem vermeerdert,nbsp;door Wilhelmus Caflellus, en andere Redlors.

Hier hebben eertydts geleert, de vermaarde Rechtsgeleerden, Carolus Molincsus en Johannes Ramus een Rechtsgeleerde van Tergt;nbsp;Goes in Zeelandt, als meeds Nicolaus BellonuSy Gilbertus Cognatusnbsp;NozorenuSy enz.

Geduurende de binnenlandtfche Oorlogen in Frankryk, hebben hier feer veele Frdnfchen geftudeert.

MUSSIPONTUM, of PONT A MOUSSON, P. P.

Tn \ Hertogdom Lotheringen.

Defe Akademie is in den Jaare 1574. opgerecht, door Carol de derde Hertog van Lotharingen. Geduurende de langwyligenbsp;Diiytfche Oorloogen, hebben ’er veele Dwytfchers hier komennbsp;ftudeeren.

Defe fladt is door de Rivier de Moefel in twee ongelyke dee-len gefcheyden. In het grootfle Haan eygentlyk de Collegien, welke de bovenflaande Akademie uytmaaken.

In hetkleynfte, of de nieuwe ftadt,ftaat meede een Collegia van de Jefuyten, doch ’t geene Hertog Carel van Lotharingen,nbsp;Ao. 1608. eerfl heeft begonnen te Richten, en deflelfs Soonnbsp;Hertog Hendrik voltrokken.

Onder de vermaarde Mannen, welke tot roem van dele Akademie hier geleert hebben, worden getelt: Godefchalcus Stew-cbius van Heusden, een der eerRe Profellbren, door lyn Schriften genoeg bekendt.

In de Theologie hebben hiér geleert, de vermaarde Jefuyt^®» Frenti Duceus en Lucas Pinellus.

-ocr page 161-

akademien van ’T christenryk. 127

In de Rechten, Petrus Gregorius Tholofanus.

En in de Philofophie en Hiftorien , de bekende Willem Barclajus. Op defe Akademie mogten geen andere Studenten ftudeeren,nbsp;dan die van de Roomjche Religie zyn.

ARAUSIO, AURENGE, of ORANGE,

In ’t Prinsdom van Oranje.

Hier is een feer oude Akademie, geflicht, fbo gelooft werdt, jdoor Keyfer Carel de Groote, maar door Keyfer Frederik Barba-beveiligt, en derfelver Privilegiën vernieuwt. Echter zynnbsp;’er al federt een feer geruymen tydt weinig of geene Studentennbsp;op geweefl;; waar uyt reets voor meer dan een Eeuwe dit Spreuk-jen is ontftaan: Dat te Oranje drie Perfoonen de Akademie en deCoï-legien uytmaaken ,* namentlyk, de PkeSlor, de Pedel en de Secretaris.

SEDANUM, ESDUN, of SEDAN, R.

In ’t Prinsdom defes Naams.

Hier is een Akademie opgerecht, door Hendrik Graaf van Tu-raine. Hertog van Bouillon, en Prins van5'e^id:«,indenjaarei592. en met geleerde Profeflbres wel voorfien, waar door defelvènbsp;van tydt tot tydt door verfcheyde Duytfche Prinffen en anderenbsp;groote Heeren is befocht; hebbende onder anderen Paltsgraafnbsp;Frederik de vyfde, noch Keur-Prins zynde, hier geftudeert.

Onder de eerfte Profeflbren , die hier geleert hebben, is ge-weeft de vermaarde Philofooph en Rechtsgeleerde Julius Pacius d Beriga.

In de Theologie hebben hier onderweefen, de vermaarde Mannen Daniel Tilenus, Andreas Melvinus en Jacobus Capellus.

En in de Philofophie , JonJionus en Gualterus Donaldfonus , twee geleerde Schotten.

Dit Prinsdom daar na in handen van den Koning van Frankryk gekomen, en de Gereformeerde Godtsdienft: verdreven zynde,nbsp;heeft defe Akademie meede moeten vervallen.

III. In ’t Koningfyk Don SPANIEN.

HISPALIS, of SEVILIE.

Defe Akademie is foo oudt, dat oiis derfelver oorlprong niet is gebleeken.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 162-

128 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Medicynen hebben hiereertydts geleert, de vermaarde ¦Avicenna, wiens fchriften noch in hoogé achtinge zyn, en denbsp;beroemde NkoJaus Monardus.

In defe fladc is opgevoedt Paus Sylvejler de tweede. Noch is hier gebooren en geftorven, de Wydtberoemde BenediEtusnbsp;Arm Montanus, door fyn Geleertheit en Schriften alom bekendt.

SALMANTICA, of SALAMANCA. P. P.

Sommige willen, dat de Akademie, door Koning Alphonfus de achtfte te PallentiaAn. 1200. opgerecht, door Alphonfus denbsp;negende, weinige Jaaren daar na, uyt aanmerkinge dat de ftadcnbsp;Salamanca daar toe bequaaraer was, derwaarts ^ overgebracht.nbsp;Andere fchryven dat dit door eenen Yionin^Ferdinandus gefchiedtnbsp;zy. Volgens Decreet van Paus Clemens die vyfde, in het Concilie van Vienne, fouden hier in de Hebreeumfche, de Chaldeeuwfchenbsp;en de Jrdinfche Tzeden leden gegeven worden. Eenige Hellennbsp;de ftichting defer Akademie eerll in’t Jaar 1404. mogelyk,nbsp;om dat Paus Martinus de vyfde defelve kort daar na geprivili-geert heeft.

Dit is feeker , dat defe Akademie niet alleen door geheel Spanjen, maar felfs in gantfch Europa feer vermaardt is geworden ; en de Spanjaarden gaven haar dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt; datle de Moeder

en Foedtfer van alle Deugden en Konjlen was. Uyt defe beriepen de Koningen haareMinifters,Raaden,_Prelaaten, Geeftelyken,nbsp;Geneesmeefters, Rechtsgeleerden, Ridders enDoEtores. Mennbsp;wil, dat tot defe bevorderinge de Aarts-BifTchop Johannes te Se-vilienveeX heeft toegebragt; foo datfe door vreemde enlnboo-relingen veel befoch^t wierdt, onder welke veele Mannen vannbsp;naam waren ; onder anderen, Ignatius Loyola, Richter van dennbsp;Orden der Jefuyten, Didacus en Antonius Covarruvia , Dominicusnbsp;Soro, en veele andere.

In de Theologifche Profeffie, zyn hier vermaardt, Jacebus Simanca, Johannes Genejius Sepulveda, (welke , volgens ’t vet-haal van Thuanus, om feeker Boek, door hem gefchreven, vannbsp;foo genoemde Ketterye verdacht was;) Francifcus Stumel, Sebafll-anus P ere flus, Leo Caftrus, Ferdinandus Vellofillus, Didacus Dez^^fnbsp;Martinus d Corduba, een Augujiyner Monnik, en Ludovicus de

En

-ocr page 163-

AKADEMIEN van ’T CHRISTENRYK 1S9

Eti uyt de Dominikaaner Monnikèn , Dominicus Bannes , tmius Dominicus, Ludovicus Soto Major en Melchior Cams.

Onder de Tefuyten , die in de Theologie en Philofophie geleert hebben, zyn wel de vermaardtfte , Francifcus Suanz ,nbsp;Henricus Enriquez, Francifcus Toletus , Francifcus liiheia eii rratt-cifcus Bonaventura.

In de Rechten zyn wel meeft door haare Schriften bekendt. Petrus Peralta, fob. Baptijta d Fillabos, Petrus Duennas , Antoniasnbsp;Qttefada en Antonius 'Gomejms.

De PaufTelyke Rechten heeft hier ook eertydcs geleert, de vermaarde Marünus de Azpilcueta Navarrus , geweefene Penfnbsp;tentiaris onder Paus Gregorius de dertiende.

In de MathematifcheKonften isbekendtdoorfyne Schriften, Hieronymus Minos.

De Welfpreekentheit en Taaien heeft onderweefen, Nicolaus Clenardus een Brabander , Ferdinandus Nonius, en Johannesnbsp;Vafeeus een Vlaaming.

In de Medicynen heeft hier gebloeyt , BencdiStus Buf amente, zynde te gelyk in de Philofophie feer bedreven.

VALENTlA,'of VALENCE N. P.P.

Dit is een oude Akademie , doch omtrent den Jaare 1470. voornaamentlyk bekendt geworden. Haar Privilegiën heeft zynbsp;van Paus Alexander de fesde verkreegen , welke daarna doornbsp;Sixtus de vyfde Ao. ifSö. zyn vermeerdert.

De Medicynen en de Philofophie hebben hier doorgaans cn voornaamentlyk gebloeyt. In de eerftgeraelde Wetenfchapnbsp;zyn feer bekendt, Petrus Pintor Valentinus, daarna Lyf- Medicusnbsp;van Paus Alexander de fesde, en Petrus Paulus Pereda. En innbsp;de andere zyn door haare fchriften wydtberoemt , Johannesnbsp;Monlorius, Francifcus L ofcus en Johannes Celaya.

In de Theologie zyn hier vermaardt, Johannes Ferrufms welke ook het beruchte Concilie van Prenten heeft bygewoont, en Johannes Blafius. .

In de Welfpreekentheit en de Griehfche laaie hebben hier gebloeyt, Johannes Nutninefius , Jofephis Pafchaüus , Honoratusnbsp;UIzitna en Laureniius Palnierinus.

Voorts

-ocr page 164-

230 LYSTE DER HOOGE SaiöOLEN OF ’¦

Voorts hebben noch op defe Akademie gebloeyc, de vermaaf* de joh.'Ludoviciis Fives , en Petrus Johannes OlhariusFalentims; enz..

COMPLUTUM, of ALCARES de IIENERA.

Dit is wel een feer oude Akademie, doch voornaamentlyk wederom herftelt en bekendt geworden, in den Jaare 15ij. door de naarftighek en mildtdaadigheit van den weydtberoemdennbsp;Francifciis Ximenius, Kardinaal en Aarts-BilTchop van Toledo; doofnbsp;wiens yver ook de vermaarde foogencemde Bybel van Complu-ten, in de Grondt-Taaien met derfelver£i2t37^/;eoverfetdnge,innbsp;het licht is gekomen. Allengskens heeft defe Akademie foo toegenomen,datfe de aller vermaard t'fte van geheel Spanjen is geworden^.

In de Theologie hebben hier geleert, de vermaarde Jefiiy-ten , JiphonfusDeza en Gabriel Fasqiiez , heneffens Johannes Medina In de Medicynén is feer verraaardt, Francifcus Falefuis.

In de Wellpreekentheit worden geroemt, Liipus.Alphonfus de Herrera, Alpbonfus Torres, Johannes Petrejus, Amhrofius Moralesnbsp;Atphonfiis Mdtantorus en Cyprianiis Suarez- een Jefuyt,

In de Hebreeimfche Taaien waren hier feer bedreven,. FerdU nandusnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,. anderfints Niinnes Pinciqnus genoemt, Alphonfus

de Zemora, 'ATphonfus Medicus Cómplut'enfis , en Petrus Coroncllus-, welke ook de Boeken des Ouden Tellaments uyt de Grondt-Taale hebben overgefet, gelyk defelve in de Bybel van Complu-fen gevonden wordt. .

In de Griekjehe Taaie waren hier feer geleerdt, Demetrius Lucas Cretenjis ; Mines Antonins NebriJTenfis^ Didacus Lopez Stunicaen Johannes de Fergera ^ welke alle de Boeken des Ouden en Nieuwen Teftaments ,uyt de Griekfche Taaie in de.I.atynfche hebbennbsp;overgebracht, gelykfe in de voorgemelde Bybel gedrukt zyn.

P I N C I A, of V A L L A D O L I D.

De oorfprong defer Akademie is onbekendt, mogelyk door derfelver hooge ouderdom. ¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

In defe Stadt is ook een van de vier hooge ColJegien der Rechtsgeleerden in Spanjen, of gelyk defelve eygentlyk ge-noemt worden , Kanzeleryen.

Hier heeft in de Theologie geleert, de- vermaarde Minne*

broe-

-ocr page 165-

'AKADËMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 131 ¦broeder NkolauS Ramos, en in de Medicynen de wydtbercem-de Ludovicus Mercatus.

¦- nbsp;nbsp;nbsp;T O L E T U M, of T O L E D O. ¦

Defe Akademie is in den Jaare 1499. opgerecht, door Benir iMrdus Sandovall, Aarts-Biflchop, van lo/edo, doch anderefchry-ven hem falks eerft op ’t Jaariyig. toe. Defelve genieteender-ley Privilegiën als de Akademie van Parys.

In de Rechtsgeleertheic zyn hier feer vermaardt geweefl: , Didacus en Antonius Covarnma.

• In de Medicynen is doorfyn Schriften bekendr, Johannes Fra-gofus , en anderfints vermaart Andreas Lacuna, LvPMedicus van verfcheyde Pauflen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•

In de Griekfche Taak zyn beroemt, Andreas Schottus en Petrus Pantinus, beyde Nederlanders, als meede Alvares Gomefms.

En in de Welfpreekentheit wordt feer gepreefen Johannes Pe-'trejus. nbsp;nbsp;nbsp;...

COMPOSTELLA, of COMPOSTELL,

In ’t Koningryk Gallicien.

Defe Hooge Schoole is in den Jaare Ï570 eerft opgerecht, 4doch niet feer vermaardt geworden.

. Hier heeft eertydtsin de Theologie geleert, Francifcus Bona-ventura.

. , nbsp;nbsp;nbsp;, G R A N A T A,

' nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In ’t Koningryk Granaten.

¦ Dè' oorfprong defer vermaarden Akademie is ons niet geblee-¦ken. Hedensdaags Raat defelve onder de Jefii-yten, welke daar leifen geven, . -

Hier heeft eértydts in 'de.Theologie geleert, de vermaarde Dominikaaner Monnik Liidomcur Grahdenjis , en in de Wellpree-¦kentheit Johannes Latinus JEthiops, als zynde een Moor; beydenbsp;•door haare fchriften wel bekendt.

TARRACONUM, of TARRAGONA.

Defe Akademie is in den Jaare 1572. door den Kardinaal Cas-

¦par Cervantes gedicht. -

R 2 nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 166-

i3i LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Theologie heeft hier onderweefen, de vermaarde mïnikaaner Monnik Francifcus Garzias.

Defe Akademie is ook feer vermaarde geworden, door den voortrefFelyken Rechtsgeleerden AnÈonius Augujlinus, welke denbsp;waardigheit van Aarts-BilTchop hier ook bekleedt heeft..

SEGUNTIA, of SIGUENZA^

In \ Koningryk CafiUien.

Defe Hooge Schoole heeft omtrent den Jaare 1574. haar begin genomen.

Hier heeft in de Theologie geleert, de beroemde Theologant en Philofooph Petrus Martinez d Brea.

O S S U N A, of U R S O,

In ’t Koningryk Granaten,

Defe Akademie (fegt men) is gedicht, in den Jaare 1549. door Johannés de tweede, Graaf van Urenna , met heerlyke Privilegiën begiftigt,en met geleerde ProfelToren in alle Faculteiten befet.

In Arragon en Catalonien.

I L E R D A, of L E R I D A.

Dit is een oude en vermaarde Akademie, opgerecht omtrent den Jaare 13C0. welke voornaamentlyk in de Rechten en de Theologie gebloeyt heeft.

Alpbonfus Borgia, die naderhandt tot Paus verkooren wjerdt,. en den naam van Calixtus. de derde heeft aangenomen, is hiernbsp;tot de waardigheit vatt Doftor in de Rechten, en de vermaarde Fincentius Ferrerius ,.tot Doólor in de Theologie gepromoveert.

BARCINON, of RARCELONA,

In Catalonien.

Defe Akademie is omtrent den Jaare 1500. gefficht, om de Jeugdt in de Welipreekentheit, Philofophie en Theologie tenbsp;onderwyfen.

Dit heeft in de Theologie gedaan, de vermaarde DidacusPf' fez d Vildivia ; in de Medicynen en Philofophie, de voortrrffe'

lyke Antichius Rochanus, Francifcus Scobatius QXt Petrus Joh. Nunefi^

¦' nbsp;nbsp;nbsp;CA1gt;-

-ocr page 167-

AKADEMIEN van ’T CIIRISTENRYK. 133 Cj:SAR AÜGUSl’A, CARAGOCA, ofSARAGOSSE. P.R

Dele Akademie is door Keyfer Carel ie vyfde, omtrent den Jaare 1520. opgerecht, van Paus Adriamsde iesde bevestigt, ennbsp;met Privilegiën voorfien,daar na verval]en,doch Ao. 15 84’herftelt.

Hier heeft in de Rechten geleert, ^hannes Cojia.

In de Medicynen hebben onderweefen, Hieronymus Xymenez, door fyne fchriften vermaardt, en Hieronymus Tavarius.

In de Philofophie is beroemt geweeft, Johannes Serranus.

De Griek/che 7’aale heeft hier ook geleert, Andreas Schottus een Geleerdt Brabander, door lyn fchriften wel bekendt.

Men vindt noch aangeteekent, dat te MURCIA, deHooft-ftadt van het oude Koningryk defes naams, van oudts ook een Hooge Schoole geweeft is, daar de vermaarde Sterrekundigenbsp;Koning Alphonfus fyn ReGderttie hadde, de beroemde Sterrekundige Tafelen, doorgaarrs Tabulcg Alphonfince genoemt, op-ftelde, en de AJlronomie liet onderwylèn; en dat de Jefiiytennbsp;thans het opGcht defer Akademie hebben.

Andere feggen, dat meede te OSCANA; in ’t Koningryk Arragon, ten tyde van de Romeynen , door Scrtorius een Hoogenbsp;Schoole is gefticht geweeft, in welke de Spaanfche Jeugdt in goede konften wierdt onderweeièn, volgens ’t gctuygeniffe vannbsp;Blutarcbus..

IV. In ’t Koningryk ‘uan PORTUGAAL.

CONIMBRICA, of CONIMBRA.

Defe feer vermaarde Akademie is gefticht, door den Ko-mng Hionyflusin den Jaare 1279 of 1280. en met voortreffe-lyke Profeftbren in de Theologie, Rechten en Medicynen vocr-Cen, aan welke hy een recht Koninglyke Wedde toeftondt.

, In de Theologie zyn hier vermaardt geweeft, Hieronymus Pin-tus , Pautus de Palatio, Francifcus d Chrijlo, en de Geleerde Domi-nikaaner Monnik Martinus Ledesmius.

Onder de Jefuyten, die hier de Theologie en de Philofophie geleert hebbenzyn wei de vcortreffelykfte, Francifcus Suarez,nbsp;Sebajiiams Barradas, Petrus Johaims Perpinianus, en Petrus Fon-

R 3 nbsp;nbsp;nbsp;fecat:

-ocr page 168-

134 LYSTE DER HOOGE SCIIOOLEN OF' feca: Ook is hier door de Jefuyten uytgegeven, het welbekende Werk, Collegium Conimbricenfe genoemc.

, Hier heeft ook met grooten toeloop het Canonyke Recht ge-leefen, de vermaarde Martims de Jzpikueta Navanus.

In de Hebreeuwfche en Griekfche Taaie heeft geleert, Emanuel Alvarez, een welbekendt Jefuyt.

In de Welfpreekentlieit en Yrye konften zyn vermaardt,M-colaas Gnichius een Franfchman, Andreas Goveanus, en Eduardus een Jefuyt, ook Georgius Buchananus een Schotsman.

E B O R A, of E V O R A.

Defe Akademie heeft omtrent den Jaare 1515. begonnen, en foo ’t fchynt, heeft de Kardinaal Hendrik van Liifit'ankn de eer-fte fondamenten daar toe gelegt. Allengskens in defelve feernbsp;vermaardt geworden, fonderling na dat de Jefuyten aldaar hebben begonnen te leeren.

Onder dele zyn wel de voornaamfte, Ludovicus Molina, Fer-dinandiis Rabelhis, Blafius Viegas, en Cyprianus Suarez.

Hier heeft ook geleert in de Medicynen, de vermaarde r/;o-mas Rodericus d Feiga.

. En in de Vry^e konden, de welbekende Poëet en Theologant Andreas Refendius.

BRACARA, of BRAGA.....

Dit is een oude Akademie, maar niet feer vermaardt, en daar door ook weinig bekendt.

Hier heeft in de Vrye konden geleert, Jacobus Tevius, door fyne fchriften vermaardt.

' Sedert eenige Jaaren herwaarts, heeft de Koning van Portu-gaal, even als in Italien en Vrankryk, tot bevorderinge van Gc-leertheit. Konden en Wetenfchappen, nieuwe Akademien opgerecht , tot derfelverdiend een ongemeene Bibliotheek verzaa-melt, en tot bekodiginge van ’t een en ander, eenige Tonnen Goudts bedeedt.

In de Middelandfche Zee.

BALEARIS, MALLORCA , of MAJORCA.

Op defe Hopge Schoole op ’t Eylandt en in de dadt defes

naams

-ocr page 169-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 135 naams gelegen , en onder Spanjen behoorende, doch tegenwoor-dig.in ’t befir der Engeljchen, worde voornaamentlyk de Philofophienbsp;van den vermaarden Raymundus LulHus ge]een, welke hier ge-booren is, en eenen groeten naam by veele verkreegen heeft.

In JVeJl-Indkn.

M E X I C A, of M E X I C o:

In de Hooftftadt defes naams, hebben de Spanjaarden een aan-fienlyke Akademie, welker opficht aan de Jefuyten is toebetrouwt, die aldaar voornaamentlyk in de Aftronomie en Theologie onderwyfen.

Onder haare Leeraars aldaar, is feer vermaardt geworden, de fchrandere Philofooph Antonins Riivius,

Zy hebben aldaar, gelyk meede te Lima, haareygeneDruk-kereyen, daarfe Boeken in de Spaavjche en /«dz/rk Taaien doen drukken.

V. DUYTSCHL A N DT.

TREVIRIS, of TRIER.

' Dit is de alleroudtfle Kktidevme vzn Diiytjchlandt, als zynde, volgens het fchryven van fommige, reets in den Jaare 350. nanbsp;Chrifiiis Geboorte opgerecht. Doch door oudtheit van tydt ennbsp;gebrek van aanteekeningen, valt ’er weinig van te feggen. Mennbsp;vindt nochtans, dat David Obugeujt Trlandt, in fynen tydt, omtrent den Jaare 1320. op defe Hooge Schoole een groot Mee-fter niet alleen in de Theologie geweeft is, die met leerenennbsp;difputeeren grooten roem behaalde; maar hy was te gelyk eennbsp;groot Philofooph, Redenaar, en in de PanfTelyke Rechten ongemeen bedreven, waarom hem fyne Landtgenooten een Lichtnbsp;en Cieraadt van Trlandt noemden.

Naderhandt fchynt defe Hooge Schoole een geruymen tydt vervallen, doch omtrent den jaare 1450 of 1460. herflelt tenbsp;zyn , als wanneer Henninghis Rubemvicis de eerfte Reófor derfel-ven geweell is.

Echter fchyntfe niet lang gebloeyt te hebben, en is felfs tot noch toe geheel verduyftert; behalven dat de Jefuyten in haarnbsp;Collegie de Theologie en de Philofophie leeren; onder welkenbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Johan-

-ocr page 170-

13d LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

Johannes Gibonus een Engelfchman, en Chjiflophoms Brouixerius , door haare fchriften voornaamendyk zyn bekende geworden.

ERFORDIA, of ERFORT. R.

Sommige willen, dat defe Hooge SchooJe reets Ao. 650, ge-ftichc zy, door DagobertKonmgéQ.x Franken, doch fuik eenhoo-gen ouderdom werdt door andere niet fonder reedenen tegenge-fprooken. Het waarfchynlykfte is, datfe onder de regeeringe van Key/er JVenceJlaus omtrent Ao, 1590. haar begin beeft genomen , en dat door het verval van de Hooge Schoole van Praagsnbsp;veele Studenten van daar naar Erfort en Leipzig zyn getrokken.nbsp;Tot derfelver oprechtinge, hadde Paus Clemens de fevende reetsnbsp;Ao. 1378- een Bulle van Privilegiën verleent, welke door Pausnbsp;Urbanus de fesde , op voorlpraak van Jdólpb Keurvorfl; en Aarts-BifTchop van Mentz An. 1389. vernieuwt wierden. Daaropnbsp;volgde de Inwydinge in den Jaare 1392. en de eerfteReftor aldaar was Lodewyk Muller, Decrctorim Baccalaureus. Nader-handt hebben veele Graven en Vryheeren, niet alleen uytT/fe-ringen, maar ook elders van daan, defe Waardigheit bekleedt.

Defe Akademie beftaat in fes verfcheyde Collegien, van welke Ibramige door den Magiftraat, en de andere door dele en geene Patroonen gebouwt zyn ; welke van tyde tot tydt met be-quaame Profeflbren in alle Faculteiten voorfien worden.

In de Theologie hebben eertydtsmet veel roemgeleert,Go^/(»-fchalcus de Mefchede, Johannes de Mylbach, Guïlielmus Aquifgranen^ fis , Nicolaus de Bibera, Henricus de Erphurdia , Conradus de Mon~nbsp;tepuellarum. Joh. Zach. Maternus, Georgius P(Etiis Forhemius, Be-nediSlus Stendel, Godefchalcus Grefinundt, Joh. de Lutria, Angelusnbsp;Saxo, Georgius Molitaris, Joh. Bertram, en delTelfs Difcipel Jacobus fVim^elingius, Jujlus Menius, Conradus Mutianus Ruffus,nbsp;en Johannes Groningus, benelFens veele andere.

In de Rechten heeft onderweefen, Johannes Saxonius een Hollander.

In de Griekfche Taaie hebben hier lelTen gegeven, Suffridus Petrus, een vermaarde Hiftorie-Schryver, Llpius Cijfieus uyt Friejlandtnbsp;geboortig, en Mattheus DreJJerus, uyt haare fchriften genoeg be-kendt: Voorts Georgius Sturciades en Euricius Cordus, welke tenbsp;gelyk in de Medicynen feer bedreven waren.

-ocr page 171-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. 137

In de Mathefis hebben geleert, Valentinus Engelhardus m Hen-ricus Boppen', als niesdc Adam Rife een uytmuntende Reeken-konftenaar.

In de overige Faculteiten hebben hier geen minder Geleerde Mannen gebloeyt; onder anderen, Adam Crato, Ludovicus Chri-jiianus, Leermeeiler van Eobanus Heffus; ook defe Eobanus febnbsp;ve, welke niet alleen de befchaafde Wetenfchappen geleertnbsp;heeft, maar te gelyk een vermaarde Dichter in fynen tydtwas;nbsp;Johannes Langus, Barthol. Arnoldus, Johannes Curio, Georgius Stur-ciades en Euricius Cordus, feer geleerde Geneeskundigen ; Hen-ricus Aperbachius, Joh. EccUius, Andreas Niitbenus , en Joachimnbsp;Ca7nerarm, wegens fyn Geleertheit alom vermaarde.

Op defe Akademie is het gebeurt, dat de vermaarde Dodlor Mart. Luther, in fyn twintigfte Jaar Ao. 1503. gveduurendedatnbsp;Johan Werner Redlor was, tot Magifier of Meefter der VYye'nbsp;konften verklaart wierdt; zynde toen tot de Rechtsgeleertheit ge-Ichikt, doch hy veranderde door feekergeval van ftudie , begafnbsp;zich tot de Theologie , en wierdt Ao. 1505. hier tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mon

nik van St. Auguftmus Orden.

Dat defe Hooge Schoole in een feer bloeyenden fcaat was, blykf onder anderen daar uyt, dat’er federt derfelver Inwydin-ge tot Ao. 1615. gepromoveert zyn, 119 Doftoren in de Theologie, 8 Doftoren in de Medicynen, 40 Dodloren in de Rechten, 1033 Magifters en 11809 Baccalaiiri. En wanneer denbsp;twee Edellieden Joh. van RJrynhoth en Joh. van Saxen, tot Doctoren gepromoveert wierden, gefchiede daar by fuik een plechtige PrccelTie, dat defelve 271 Ridders by woonden.

Om van de heedensdaagfeh doogt ons beftek niet.

Geleerde alhier teipreeken, ge-

In den Jaare lógz. wierdt het derde Hondert-Jaarige Jubel-feeft federt de ftichtinge defer Akademie geviert, door den Redfor Magnificus George Chrijloph Petri vzn. Hartmfels, Med.nbsp;Dod. Raadt- en Lyf-Medicus van den Keiirvorft van Ments.

HEIDELBERGA , of HEIDELBERG. R.

'U, enHer-toa:

Defe Akademie is opgerecht door Rupertus de tweede, ander de Aosd^genoemt, Keur vorft en Paltsgraaf aan den Rhy —nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

-ocr page 172-

138 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF tog van Beyercn, in den Jaare 1346. (cnnietAo: 1348 ofi376.nbsp;gclyk fbmmige fchryven;) foo dat dit in der daadt d’eerfte ennbsp;oudfte- Hooge Schoole in Duytfchlandt is , op welke men denbsp;Philofophie, Phyüca, Medicynen , PauflTelyke Rechten en denbsp;Theologie , door geleerde ProfelToren heeft onderweefen. Ao.nbsp;238Ó. heeftfe Keurvorll Rupertus d’oude met meerder voorrechten en vryheeden voorfien, en na die van Parys gefchiktjfoonbsp;datfe derfelver Dochter genoemt wierdt.

De eerlle Reélor defer Hooge Schoole was Marfilius van Ingen, qqu Nederlander van geboorte ( en niet een Duytfcher,nbsp;Engelfchman oïItaliaan, gelyk fommige willen;) Magijler Jlrtiumnbsp;te Parys, Cannonyk te Geulen, Thefaurier van St. Andries-Kevknbsp;aldaar, en eyndelyk Raadt van Keurvorll Rupertus ,• overleedennbsp;Ao. 1394. of 1396. volgens andere,

De eerfle Doftor welke hier gepromoveert is, was Coenraadt van Geilnhaiifen, ProoB: tv Worms, en Kantzelier defer Akade-mie, Ao. 1390. welke aandefelve 1000. Guldens, en anderenbsp;Goederen maakte, om daarvan eenige Beurfen ten voordeelenbsp;van arme ftudenten te (lichten; daartoe een aanfienlyk Gebouwnbsp;wierdt opgerecht.

Ao. 1393. wierdt het Collegie van Dionjius gedicht; ’t gee-ne daarna door Job. Cafimirus , Adminidrateur van Keur-veel verbetert, en na lynen naam het Cafimirifche Collegie genoemt wierdt.

Daarna wierdt hier een Collegie voor Juriden , en onder het felve een Auditorium voor de Geneeskundigen , beneffensnbsp;een Iloeatrinn Jnatomicum met fyn toebehooren gereedt gemaakt.

Een feeker Klooder , de H. Maaget in de Woejiyne genoemt, van oudts buyten Hcydelberg gedicht , daarna binnen de dadtnbsp;getrokken , van St Jugujlimis Orden, wierdt vervolgens, metnbsp;toedemming van de PaulTen Paulus de derde, en Julius de derde, door Kearvord Prederik de tweede, beneffens, alledelTelfsnbsp;Inkomden, met de Akademie vereenigt, en daar van het vermaarde Collegium Sapientiee geüichtdaar zich vervolgens veelenbsp;dudenten onthielden ; van welke fommige niets , andere denbsp;halve kod betaalden, welke Leerlingen men Sapientiflen noem-de. Onder defe bevonden zich veele SwitferspMzn welke eenige wel

vyr

-ocr page 173-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 139 vyf en fes Jaaren lang in de Philofophie en Theologie fbudeerden*

Naderhandt heeft eenen Gerlach van Homburg, fyn huysi tegens over dit Coilegie flaande , ten behoeve van arr^e ftu-denten gemaakt, en defe flichtinge is vervolgens met anderenbsp;Inkomften verbetert.

Defe Richtingen zyn van tydt tot tydt, door de Keurvorften met groote Inkomflen, en door verfcheyde Pauflen met veelenbsp;Privilegiën begifcegt en verbetert, en daar door in een bloeyen-den Raat gekomen ; voornaamentlyk zyn haar ten tyde vannbsp;de Reformatie, veele Geeftelyke Goederen toegevoegt.

Daarenboven wierdt ’er in de H. Geeft Kerke te Heydelberg , een ongemeen groote en heerlyke Bibliotheek aangelegt, ennbsp;van tydt tot tydt, foo door aankoop , als legaaten, loo geweldig vermeerdert, dat de Geleerde Scaliger haar boven die vannbsp;het Faiikaan te Romen den voorrang gaf.

Na dat nu foo wel de Akademie als het Collegiun Sapienüm e-n de Biblotheek, tot in de voorleedene Eeuwe meeR in eennbsp;bloeyenden Raat gebleven waren, ontfingen defelve ongemeennbsp;fwaare rampen; niet alleen in den foo genoemden dertig Jaa-rigen Oorlog, en den inval der Franfchen in de Palts Ao. 1622.nbsp;daar door de Bibliotheek gerooft en naarvervoert wierdt;nbsp;maar ook door eenen nieuwen inval der Franfchen Ao. 1693. innbsp;de Palts, daar door alle de Collegien der Akademie in puyn-hoopen verandert wierden. En fchoon de KeurvorRen vannbsp;tydt tot tydt het een en ander eenigfints hebben trachten tenbsp;herRellen, nochtans heeft fulks nooyt w^ederom in den oudennbsp;luyRer konnen gefchieden; temeer, door den inbreuk en ver-anderinge van Religie daar op gevolgt, waar door allengskensnbsp;Roomlchgefinde Profefforen in verfcheyde Faculteiten zyn ingedrongen ; welke dingen buyten ons beRek zyn om hier breeder te verhandelen.

hier met grooten toeloop geleer

Op defe Akademie heeft, federt derfelvereerRe beginfclen , de Iheologie voornaamentlyk gebloeyt. In defe is feer vermaart ge weeR, Hcnriciis de Gouda of Goudanus , om dat hy .Ternbsp;Goiide in Hollandt gebooren was, die omtrent den Jaare 1440.

litdolph

leert heeft. Daarna heeft Rudo

ylgrkola, gebooren to Groeningen, een wydtberoemt Man , door

S 2 nbsp;nbsp;nbsp;fvn


-ocr page 174-

140 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF fyn groote geleertheit en fchriften defe Akademie feer vermaarde gemaakt. In dele Faculteit hebben hier ook met veelnbsp;lofgebloeyt, Nicolaus van fVachenheim, Johannes Plaetb, Rudolphnbsp;de BiWcella , Nicolaus de Sufato, en veele andere.

Doch haaren meeften luyfter heeftfe na de Reformatie ont-fangen, en tot haar droevige veranderinge toe altydt feer ver. maarde ProfelToren gehadt. Als, in de Theologie, Vidlorinusnbsp;StrigeUus, Cafpar OJevianus en Zacharias Urjinus, twee der voor-naamfte Autheurs of opftelders van onfen beroemden Heydel-bergfehen Catechifmus; Fredericus PVidebramus, Hieronymus Zanchius,nbsp;een Edelman uyt Italien, Francifcus junius, Jacobus Kimedonciusnbsp;camp;n Brabander, Georgius Zohnins , Petrus Calaminus , Joan. Jacobus Grynceiis, Daniel TaJJemus, David Parceus, Ouirinus Reuterus,nbsp;Abraham Schultctus; gefaamentlyk door haare fchriften vermaart.nbsp;In de felve Faculteit hebben hier meede een grooten naam ver-kreegen , Jodocus Gallus, de Oom van Conradus Pellicanus, Jacobus iVimphelingius, Johannes Oecolanipadius, en veele andere.

In de Rechtsgeleertheit hebben hier gebloyt, Francifcus Baldui-nus, Julius Pacius d Beriga, Dionyfius Gothofredus , Marquards Fre-herus, Reinerus Bachovius, Johannes Dalburgius, Florentinus d penningen Ridder, Vendelinus Schilling, Adam Weinerus, Henricus Stollius , Leonhordus MarJlellerus,Nocolaus Appellus en Philippus Rheyneriiis,enz.

In de NLcddcyn^n , Johannes Langius, Petrus Lotichius , Joh. Ja-cobus Tabernmimtanus , Thomas Eraflus ^ Henricus Smetius een Edelman uyt Plaanderen, Lucas LoJJius, Joh. Pirdungus, enz.

In de Philofephie, Joh. Jungnitius , Eortunatiis Crellius, Job. Papius en Jacobus Cbrijltnannus.

In de Mathematifche konden , Johannes Witikindus , enz.

In de Hebreeuwfehe 'I’aale, Sebajlianus Munjlerus en Emanuel Tre-mellius, van een Joodt een Chriften geworden zynde.

In de Grielfche Taaie , GiiiUehniis Xylander, Simon Stenius, JEmi-liiis Portus, en Johannes Hartungus.

Voorts noch Paulus MeliJJiis, Joh. Pojlhius, Fredericus Sylburgius, Jlippolytus d Collibus Raads-IIeer van Keurvorf; Frederik de vierde, en Johannes Gruterus, fchoon zy geen openbaare leffen gedaan hebben, hebben niette minde Akademie door haare fchrif*nbsp;ten feer vermaard t gemaakt.

Noch

-ocr page 175-

AKADEMIEN van ’T CFIRISTENRYK. nbsp;nbsp;nbsp;141

Noch hebben Jodocus Calve ^ Joh. Brentius Jacobus Mycillus, tot een groot cieraadt defer Akademie geftrekt.

In den Jaare 1686. heeft men op defe Hooge Schoole het derde hondert Jaarige Jubileum feedert der feiver ftichtingmetnbsp;vee! plechtigheit geviert, onder het Reftoraat van den Keur-vorftelyken Prins, PaltsgraafWilhem.

Meerder byfonderheeden, of de naamen van veele Geleerden defer Akademie, die in laatere Jaaren hier gebloeyt hebben , hier aan te teekenen , gedoogt de bekrompentheit van ons beftek niet.

COLONIA AGRIPPINA, of KEULEN. PP.

Defe Akademie is in den Jaare nbsp;nbsp;nbsp;door den Stadts Magt-

ftraat opgerecht, en door Paus Urbaniis de fesde met veele Privilegiën begiftigt. Defe onderneeminge gefchiede voornaa-mentlyk, op de aanpryfinge van de drie beroemde Mannen in haaren tydc, Albertus Magnus, Thomas Aquinas en Johannes Scottus.nbsp;Daar door hadde defelve eenen gewenfchten voortgang, foonbsp;dat men haar billyk een Dochter van de Akademie te Barys,tnnbsp;eene Moeder van die te Leuven noemt.

In den Jaare igSp.’ deedt hier de eerfte LelTe, Dr. Gerardus Cakaricnjis^ uyt Jef. LX: i. Maakt u op, ‘uiordet verlicht, ‘mantnbsp;urn licht komt; ende de Heerlykheit des HEEREN gaat over u op! enz.nbsp;En de eerfle Reftor was Hertlimis de Marca.

Voor de Theologie , de drie Hooft-Taalen, Hebreeimfch, Griekfch Qn Latyn, deMedicynen, Wellpreekentheit, Wiskunde en Rechtsgeleertheit, zyn byfondere Collegien, daar iedernbsp;geoeffent wordt; doch de Rechtsgeleertheit fchynt hier ’t mee-ite te bloeyen.

In de Theologie hebben hier eertydts geleert, Johannes a Mech-linïa, Henricus Gorcomius, Jacobus Hoogflratamis , Gerardus Matbi-Jius, Cunerus Petrus, geweefene Biffehop van Leeimarden, Johannes TinEtor, Henricus Gorriken , Jacobus de Stralen, Laurens Gervafius, Jacobus Spreager, Simon deSpira Carmelyt, en Joh. Coch-lams, die veel tegens Doftor M. Luther gefchreeven heeft.

In de Rechten hebben gebloeyt, Haringus Suffridi Sinnama, gebooren te Sneek in Vrieslandt, reets omtrent den Jaare 1490.

S3 nbsp;nbsp;nbsp;en

-ocr page 176-

142 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF en Nicafius JVoerdanus , of d Woerda, van Mechelen in Brahandt,nbsp;welke van fyn derde Jaar af aan blindt geweell zynde, nochtans de Canonyke Rechten met grooten toeloop geleert, ooknbsp;eenige fchriften in defelve uytgegeven heeft. Voorts Herman-nus Maurus , ^h. Oldendorpms , Johannes Omphalius, Adolphusnbsp;JLtholtz, en Johannes l ilias.

i. i i!'

[

In de Medicynen hebben onderweefen, Theodorm Graminceiis, Johannes Cwfarius, welke te gelyk een vermaarde .Mathematicusnbsp;was; Gisbertus Longolius een Nederlander, en GuUielmus Turner asnbsp;een Engelfcbman.

In dé Philofophie hebben eertydts geleert, JuJlus Velfms Ha-ganus , een Nederlander, en andere.

In de Hebreeinofche TcLsde, Johannes IJaac, een bekeerde yooamp;.

In de Griekfche en Latynfcbe Taaien, Gisbertus Longolhis Ultra-jedtiniis, een Nederlander.

In de Mathematifche konflen , Nahodus.

’t Heeft hier ook aangeene Dichters ontbrooken, 'gelyk daar zyn, Henrkus Glareaniis, en Rkhardus Shnilhis Forohilianus.

In andere Konften en Taaien hebben hier noch gebloeyt, Johannes Matthceus Fhryfemhis, Johannes Ccefarhis Juliacenfis, Joh.nbsp;Monhemius, EberhardusTappius, er\ Joachim Ringelbergius.

Ten dienfte van defe Hooge Schoole is elders een bylbnder Iluys gehicht, in welke de fieke Magillers en Studenten nanbsp;nootdi'ufc verforgc worden.

HERBIPOLIS , of WURTZBURG. P. P,

Volgens fommige, is hier reets Ao. 942. door BilTchop Pop-po de derde, Graaf van Rennenberg, een Hooge Schoole opgerecht , ten dienfte van de Adelyke Jeugdt. Andere voegen daar by, dat Winricus, Abc van ’t ryke CifiertierlilooPiüv Ebrach,nbsp;Ao. 1282 of 1284- by de Akademie te iViirtzburg, als de ver-maardtfte in fynen tydt, een Collegie gefticht^ heelt. Indennbsp;Jaare 1384- of volgens andere i39S- ontftondt ’er een binnen-landtfchen Oorlog, tuiTchen den iiiffchopen fyne onderdaanen,nbsp;waar door de Akademie naarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verlegt wierdc, en de Stu

denten trokken alle derwaarts. Biffchop Johannes poogde defelve wel Ao. 1403. te herftellen, en Paus Bonifacius de negende

-ocr page 177-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. i43 de verleende daar toe verfcheyde Privilegiën; maar met dennbsp;doodt van defen Biflchop Ao. 1410. verliep de Akadcmie wederom , dewy! ’er nieuwe verfchillen tulfchen den volgendennbsp;Biffchop en de Burgers reefen; foo dat defe Akademie nooyt innbsp;een bloeyenden Baat heeft konnen gebracht worden. Doch mnbsp;den Jaare 1582. quamen ’er de Jefuyten , door welker neerftig-heit defeiveeerft heeft begonnen vermaardt te worden. Ao. 1589.nbsp;heeft Biffchop Jidius Echter van MefpeJbnm groot geldt btfteedt,nbsp;om heerlyke Collegien te bouwen , die beter een Vorftelyk Hof,nbsp;dan een Hooge Schoole gelyken; foo dat daar in hondert Studenten in de Theologie, en vyf en twintig Edellieden ftudee-ren, en vry onderhoudt genieten; daartoe defelve heerlykenbsp;Inkomften ilichtede, en de Profefforen met goede Wedden be-forgde.

De vermaardtfte Jefuyten, die hier geleert hebben, zyn ge-weeft, Nicolaus Scrrarius, Petrus Tyrceus, en Maxmilianus San-dcE2is, gebooren van Ainjlerdam.

In de Rechten heeft hier geleert Petrus Gilkenms.

En in Medicynen , Adrianus Romanus, die te gelyk een vermaarde Mathematicus was; enz.

LIPSIA, of LEIPZIG. R.

Defe Akademie heeft haar Opkomfl uyt het verval van die vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gekregen, daar Ao. 1409. door verfchil tiiBchen de

Boheemfche en Diiytfche Studenten, welke laatfte door d’eerfhe in haare Rechten verkort wierden, 2000 te gelyk wechtrok-ken, en zich onder de aanvoeringe van Johan Hoffman uyt Si-lefien, (die Ao. 1413. Biffchop vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wierdt;) naarleip-

zig begaven , daar Frederik d’eerfte Hertog van Saxen haar feer wel ontfing, en een Akademie voor haar ftichtede, door’t aan-raaden van den feer Geleerden Vincentius Grunerus, welke daar-,nbsp;na d’eerffe Profeffor in de Theologie wierdt. Keyfer Riipertus,nbsp;en Paus Alexander de vyfde begunftigden defe nieuwe Akademie met verfcheyde Privilegiën. Defe wierden daar na doornbsp;Keurvorft Mauritz van Saxen beveiligt, en Joh. Otto van Mim-Jlerherg tot den eerften Reftor aangeftelt. Defe Akademie be-Baat thans in fes voornaame Collegien, namentlyk, het groote

Hor.

-ocr page 178-

144 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

ybrjien, kleyne Forjlen, Roode, Vrouwen ^ Petriner en Pauliner-Col-legie. De Leflen wierden aldus gefchikt, dat in de Theologie, eerffcvier, en daar na vyfProfefforen leerden, en onder defenbsp;een in de Hebreeuwjche Taaie: In de Rechten, eerft twee, ennbsp;daar na vyf: In de Medicynen eerft twee, welke daar na totnbsp;vyf toe zyn vermeerdert: In de Philofophie waren ’er eerftnbsp;twaalf, doch defeive wierden daar na tot acht verphndert.

Sedert de Reformatie hebben op defe Akademie vermaardt geweeft, in de Theologie, Conradus JVimpina , Cafpar Bornerur,nbsp;Èernardus Ziegknis, ^oh. Pfeffingerus, Alexander Alefius een Schotsman, Erafnuis Sarcerius, Nicolaus Seheccenis, en andere.

In de Rechten , Jacobus Thomïngius, Johannes de Auerbach, Johannes Eberhaufen, Sixtus Pfeffer de Wcrdea , Henrkus Scheibius ^ Simon Pijlorius, Ludovicus Fochfiiis, Paiilus LohewaJJer, Joachimnbsp;Knottling, Joh. Stamlnirger, Modcjiiniis Pijloris, Lconhardt Bade-horn, Ambrofius Schirerus, Mart. hojjelius, en Petrus Loriotus.

In de Medicynen, JVolfgang Meurerus, Simon Simonius, Mar-tinus Hunnus, Sebajl. Auerbachius, Joh. Pfeil, en Cafpar Ncsvius.

In de Griel’fche Taaie hebben hier eertydts geleert, Richardus Crocus een Engelfchman, ^o/;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;die vervolgens naar Leu

ven \s vertrokken , Jacobus Ceratinus, en Petrus Mqjfelanus. Daarenboven is defe Akademie feer vermaardt geworden, door Joa-chhnus Camerarius, uyt veele fchrifcen wel bekendt.

In de Matheraatifche Konften hebben hier geleert, Valentinus Meder, George Joachim Rheticus, Cafpar Landtjiedel, Johannes Ho-milius, enz.

In de Philofophie hebben hier onderwefen , devoortreffelyke Rechtsgeleerden Joh. Neldelius, en Paulus Niavis.

Voorts hebben hier noch in de Befchaafde Wetenfchappen en Taaien gebloeyt, Adam Crotus Rubianus, George Heltus Vor-hemius, (wel eèr Leermeefter van den vermaarden Joachimusnbsp;Camearius. ) Joh. Regius ALJticampianus , Joh. Stiirmis, Vitus Ber-lerus, Georgius Aubanus, Johannes Langiis , enz.

Met het optellen van heedensdaagfche Geleerden, konnen wy ons in dit korte begrip niet ophouden; doch van derfelvernbsp;grooten vlydt, bequaamheit en Geleertheit, getuygen de bekende ylcta Eniditoruni, welke door de Geleerden defer Akademie

-ocr page 179-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. i45 inïe uyt alle Faculteiten worden opgeftelt, en alle Maanden innbsp;’t licht gegeven j welk Verk door geheel Europa grooten roemnbsp;behaalt,

ROSTOCHIUM, of ROSTOCK. R.

Deefe Hooge Schoole is Ao. 1419. gefticht, (fchoon Mun-fierus defelve op ’t Jaar 1451. fielt;) door de Hertogen Johannes en Albertus van Mekknburg^ benefFens den Magiftraat der fladt Rojiok^ welke ook t’zaamen de ProfefToren beroepen, ennbsp;derfelver Wedden betaalen. Defe Akademie wierdt op den fel-ven voet gefchikt, gelyk die te Erfort en Leipzig ^ en foo welnbsp;door Keyfer Sigismundus als Paus Martinus de vyfde met verfchey-de Privilegiën begiftigt. In de oude Stadt flaat het groote Ju-rijlen Collegie, en inde nieuwe Stadt acht andere Collegien. Ofnbsp;defe Collegien met den beginne der Akademie haaren aanvangnbsp;heblaen genomen, of daar na geflicht zyn , is onfeeker. In dennbsp;beginne heeft defe Hooge Sciioole fèer gebloeyt, doch is doornbsp;tegenfpoeden wederom vervallen. Ao. 1437. verlegde Keyfernbsp;Sigismundus, van wegens de beroerte der Inwoonders, defelve naarnbsp;Gryps^mldt^ daarfe ruym vyf Jaaren bleef, eérfe w^ederom teRo-fiök herflelt wierdt.

Hier hebben eertydts gebloeyt, in de Theologie, foo wel voor als na de Reformatie, Cornells de Snecis, gebooren mVries-landt, Simon Pauli, Albertus Crantzius, David Chytrceus, Johannesnbsp;Frederici , Lucas Bachmannus, Paulus en Job. Tarnovius, Henricusnbsp;Schmedenjiede f Joh. Aiirifaber, Joh. Draconites, enz.

In de Rechtsgeleertheit Laurens Kirchovius, Joh. Oldendorpius, Nicolaus Adarefcalcus, Albertus Knopperus, Adarnus Tragicerus, Joh.nbsp;Hoffinannus, Joh. Strubbius, Anthonius Freudemannus, Joh. Wal.nbsp;therus , en Joachim Phryjiiis.

In de Medieynen en Mathematifche Konflen, Levinus Eattus, Henricus Briicceus een Vlaaming, Johannes Bronekhorjtius van Ny?n-voegen, janus Cornarius, Gisbertus LongoUus, Jacobus Burdingus , -Matth. Roslerus Lucanus, en Joh. Chryfis.

In de Philofbphie en Taaien, Armldus Burenius., Johannes Pof-jelius, Nathan Chytrceus, Matthias Fladus, EUbardus Lublnus, en meer andere.

T ¦ nbsp;nbsp;nbsp;Voorts

-ocr page 180-

145 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

A/^oorts hebben hier noch de volgende Geleerde Mannen ge-bloeyt, Johannes Noviomagus, llenrkus Guelphus, Conradns Pigel-lius, Paulus ab Etzen y Bernhardus Holtorpius Hagenfis, Gerardus Mennius, Andreas Martinus, Bernardus Menjingius, enz.

VIRITIUM, of GRIPSWALDT. R.

Volgens fommige, foude men reets Ao. 1310. toeftel gemaakt hebben, om hier een Akademie op te rechten. Doch andere Hellen derfelver begin op ’t Jaar 1437. of 1460. maar de meefte in den Jaare 1456. door Wratislaus de negende Hertognbsp;van Pomeren, zynde door Keyfer Frederik de derde met Privilegiën begiftigt; na dat Keyfer Sigismundus alvoorens Ao. 1437.nbsp;de Hooge Schoole van Roftok voor den tydt van vyf Jaaren herwaarts verleydt hadde, gelyk in ’t voorgaande Arty kei is aan-ge teek ent.

De ccriuC Reftor hier is geweeft:, Henningius Rubenovius, Pro-feflbr in de Rechten, byfonder bevorderaar defer Akademie, en Biirgermeefter der ftadt, welke Ao. 1461. op ’tRaadthuysnbsp;vermoort wierdt.

Hier hebben met veel roem in de Theologie geleert Jacobus Riingius, (gebooren Ao. 1527.) Bartholdiis Krakewitz, Abrahamnbsp;Battus, BAthafarus Rhau of Ravius, Joh. Fred. Koning , Johannesnbsp;Beringus, Joh. Fred. Meyer, Joh. Snipjirovius, Joh. Frederus ^nbsp;en SebaJluAn Glaferus.

In de Rechtsgeleertheit zyn hier vermaarde, Laurens Linde' man, Banhol. Amantius, Joachim Moertz, enz.

In de Befchaafde Wetenfehappen Sigismundus Schröckel, Eufe-Mus Menius, N. Keutherus, enz.

FRIBURGUM, of FRIBURG.

Defe Akademie is opgerecht, omtrent den Jaare 1450. door Albertus Aarts-Hertog van Oojlenryk, en met goede Inkomftennbsp;voorfien. Nadeflelfs doodt, Ao. 145? of ^472. heeft dcOoJien-Regeeringe defelve grootelyks verbetert; voornament-lyk in de twee Faculteiten van de Theologie en Rechtsgeleertheit , ook nieuwe en bequaame ProfelToren aangellelt, die va»nbsp;IVeenen derwaarts beroepen wierden.

In

-ocr page 181-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. 147

In de Theologie heeft hier eertydts met grooten toeloop ge-'leert, Johannes Pheffer de Widenberg^ een feer geacht en geleerdt Man in fynen tydt.

In de Rechtsgeleertheit is hier vermaardt, Johannes Kmpus, Paulus de Cittavis 1 Leermeefter van Za/tus^ vervolgens defe vermaarde Rechtsgeleerde Ulderkus Zafiusnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;alsmeede Joh. UI-

dericus Zajius deffelfs Soon, en Georgius Funccius, deflelfs Schoon-foon; Gecrgius Amelius , Joachim Mynfingerus^ Scbajliaan Derrcrus^ en Johannes Jeger.

. In de Medicynen Philippus Ujjladius, en andere.

In de Taaien en Vrye konften , zyn hier door haare fchriften bekende, Eraftnus Ofualdus Schreckenfuckfius, in de Mathefis ennbsp;Hebreeuwfche Taaie; in de Dichtkonft Gylbertus Nozorenus, ennbsp;Henricus Glareanus, een groot Vriendt van Eraftnus van Rotter-dam; Johannes Hartungus, een voortreffelykPhilofoophenGnV^-fche Taalkundige; als meede Joh. Jacobus Pteiirerus.

Wanneer ih'iterg, in den Ja are 1673. in Franfche hz.nAcn g(t~ Taakte, wierdt de Akademie van daar naar Conjtants verplaatil.

TÜBINGA, of TUBINGEN. R.

Defe Akademie is in den Jaare 1477. opgerecht, door Fler-tog Everhardt van Würtemberg, en na de gewoonte van die tydt, -door Keyfer Frederik de derde en Paus Sixtus de vierde bevestigt. De^erfle Reftor aldaar is geweeil;, de vermaarde Pliftorie-Schryver Johannes Nauclerus.

In den Jaare lySP- heeft Hertog Lodewyk van PPurtemherg een foogenoemt Collegium Illuftre begonnen te bouwen, ’tgeeneAo.nbsp;1592. is ingewydt, hebbende lyn eygene ProfelToren, Taal- ennbsp;andere Meefters, tendienfle van fiudeerendeVorftelyke en andere Itandisperfoonen; waar van ’er een groot getal van tydtnbsp;tot tydt hier gefludeerc hebben.

Binnen Tubingen is noch een groot Gebouw, waarin van tydt tot tydt tuflehen de 200 en 250 Studenten op ’s Hertogs koftennbsp;ftudeeren, en onderhoudt genieten.

Onder de Geleerden defer Akademie, is federt van oudts feer vermaardt, Johannes Reuchlinus ^ anderlints Gapwiö genoerat, welke de Hebreeuwfche en Griekfche Taaien genoegfaam ’teerfle we-

T 2 nbsp;nbsp;nbsp;derom

-ocr page 182-

148 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF derom in Duytfchlandt gebracht, en hier geleert heeft. Hem is gC'nbsp;volgt Robertus Wakefelde een Engelfchman , welke doorgaans dsnbsp;tweede Capnio genoemt wierdt, zynde in de Hebreeuwfche, Syri-fche, Griekfche en Latynfche Taaien by uytneementheit bedreven.

Voorts hebben al vroeg hier inde Theologie geleert, Conra-dus Sommerhardus Caluenfis Suevus, Johannes de Lapide, de vermaarde School-Leeraar Gabriel Biel, en Pauliis Sariptoris. Eli na de Reformatie Theodoras Snepfius, Jacobus Heerlnandius, Jacobus Andreas Smidelinm eii Lucas Ofiander.

In de Hebreeuwfche Taaie was hier by uytneementheit bedreven, de beroemde Conradus PeUicanus.

In de Griekfche Taaie, de vermaarde Philip Melanchton, Ao. 1518- van hiernaar fVittenberg hexoQ'^en'^ Martinus Crujius, joa-ehim Catnerarius y enz.

In de Rechten hebben hier gebloeyt, N. Lupffdicb, N. Eb'm-gerus, Johannes Sichardus, Hieronymus Schuirpsfius, Joh. Alex. BraJJicanus, Cafpar Vollandus, Barth. Aniantius, Jacobus Henrich-inannus, Michael Coccmus alias Köchlin , Sebaldus Hauenreuterus ,nbsp;Georgius Simlerus, enz.

ir:

In de Medicynen zyn hier vermaardt, Leonhardus Fuchfius, Ja^ cehus Schegkius, en andere.

In de Mathematifche Konften ,dewydtberoemde nbsp;nbsp;nbsp;StoJ~

krus, N. Scheuhelius, MichaelMejllinus, PetrusPitatus HeronenJis,enz.

In de Philofophie zyn door haare fchriften bekendt, Georgius Lieblerus en Andreas Planerus.

In de Welfpreekeniheit, de wydtberoemdeMtoamp;arFr^Mwwr.

Voorts zyn hier noch door haar Geleertheit vermaardt ge-weeft, Johannes Hofpinianus, Jacobus Mycillus yCuilieltnus BigotiuSy Georgius Loxanus , Melch. Fohnarus, enz.

Het Ilrekt raeede defe Akademie tot roem, dat door derfel-ver Geleerden het Nieuwe Tejlament, de Catechifmus van BrentiuSf en de Pfalmen Davids, in de Slavonifche Taak zyn overgelet, tenbsp;Tubingen gedrukt, en van daar in Stiermark, Croatien, en andere afgelegene Ge welden, tot bevorderinge vanden Godtsdienftnbsp;verfonden.

MOGUNTIA, of MENTZ.

Defe Akademie, welke eerft een geruymen tydt maar

Jllupe

-ocr page 183-

AKADEMIEN van T CÏIRISTENRYK. 149

lïïuftre Schoole was, is geflicht door Thcndorus of Dirk, Graaf van Ifenburg en Budingen, nadatdefelve tot defe KeurvorRelykcnbsp;Waardigheit verheven was; omtrent den Jaare 1482. fchoonnbsp;andere wiilen, dat fuiks Ao. 14Ó1, 1475 of 1477, gefchiedtnbsp;foude Z’s n; en is door Paus Sixtus de vierde met veele Privilegiën begiftigt. De vermaarde Gabriel Biel en Thomas Rvjcher^nbsp;zyn hier in de Theologie van de eerfte Profesforen geweeft.

In de fefliende Eeuwe heeft de Aarts-BifTchop Brendel defc Akademie , die aan ’t vervallen was , wederom getracht te her-Rellen. Tot dien eynde droeg hy derfeiver Oplicht Ao. 1561.nbsp;aan de Jefuyten op; vergrootede Ao. 1568. het Jlgssheymifchenbsp;Collegie, met nieuwe aangekochte Gebouwen, deedt ’er veelenbsp;Koftgangers ten fymen laften in ftudeeren, en Relde tot eerftennbsp;Reftor over haar *, Lambertus Jvenis, Theologiae Doftor. De volgende Aarts-BifTchopnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deedt ’er Ao. 1598- noch een

geheel nieuw Collegie by Richten.

De vermaardtlle onder de Jefuyten alhier, reekent men ,^ö-hannes Bujcsus Neomagns een Nederlander, Nicolaus Serrarius, Balt-hajar Etzelhis, Petrus Tyrceus, Petrus Sylvius, en Martinus Becanus.

Van oudts is hier beroemt geweeR, Mariams Scotus, geRor-ven Ao. logd. en kort voor de Richtingder Akademie Toban-nes Ruchradus de Wejalïa.

In laatere tydt hebben hier noch de volgende Geleerde Mannen gebloeyt, Steplmnus Brulefer, Theodorus Gresmundt de Mefchede, Joh. Bertram, Otto Brunfclfius, Gualterus Hermenius Rifftis, Att-tonius Junior^ J'acobus Curio, Joh. Khuffnerus, Conradus MicrofiuSynbsp;Georgius IVicelius^ en de beroemde Ulricas van Hutten, Ridder.

DefeRadt evgenthaar de vinding van de DrukkonR toe. INGOLSTADIUM, of INGOLSTADT. P.R

Defe Akademie Rellen de roeeRe opgerecht tezynAo. 1472. door Hertog Lodeivyk van Beyeren, en met PauRelyke Privile-¦ gien beveRigt. Die de flichtinge vroeger nemen , verfchillennbsp;feer in de Jaaren, willende dat dit Ao. 1410, 1420, of 1459.nbsp;foude gefchiedt zyn ; doch ’t eerRgemdde fchynt bewyfelyker.nbsp;Ao. 1501. is defe Akademie door Hertog Georgiar de Rykê veelnbsp;-verbetert, het Colle^him Georgianum vmnitmvs daar bygeRicht,nbsp;en met goede InkomRen voor de Rudeerende Jeugdt begiftigt;

T 3 nbsp;nbsp;nbsp;ook

-ocr page 184-

150 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF ook daarna Ao. 154.0. door Hertog Albertus de wyfe grootelyksnbsp;verbetert. Naderhanck Ao. 1556. heeft Hertog Albertus d^vyi-de de Jefüyteii herwaarts beroepen, een nieuw Collegie voornbsp;haar gebouwt, en haar ’t opficht der Akademie overgegeven.

Van tydt tot tydt hebben verfcheyde Geleerde Mannen hier gebloeyt. Als;

In de Theologie, Gregorius Zwingel, de eerfte Reftor defer Hooge Schoole j 3oh- Eccius, een groot tegenfrrever van Dodt.nbsp;Mart. Lutherook heeft de Geleerde Johannes Reuchlims of Cap~nbsp;nio, de Hebreeimfcheennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Taaien hier onderweefen. Voorts

Fr e der ik Staphylus, Martinus Eifengrein, Cafparus Francuscn Petrus Stavarthis. Als meede defe vermaarde Jefuycen, Petrus Ca-nijius gebooren te Nymwegen, Alphonfus Pifanus een Spanjaards^ Theod. Anth. Peltanus, Hieronymus Torrenjis, Gregorius de Falen-tia , Julius Prifciamnfis, 'Joh. Pclecyus, en Jacobus Gretzerus.

Hertog Erne/lus van Beyeren heeft meede den beroemden Erafmus vtxn Rotterdam, tot ProfelT(;)r defer Akademie beroepen,nbsp;en veel moeyte gedaan om hem daar toe te bewegen, doch tenbsp;vergeefs.

In de Rechtsgeleertheit hebben hier geleert, Obertus Gifa-nius, gebooren te Buren, Raphael Minguarda, Hieronymus Fachi-mens. Joh. Duthfenrad, Nicolaus Eberhardus Phryjius, tob. Blatisla JVeber , Wolfg. Hunger , Franc. Sannatus, en Bartholomeus Rosnukus.

In de Medicynen, Philippus Menzelius, en Joh. Agricola, welke te gelyk de Griekfche Taaie onderwees.

In de Philofophie, Taaien enYry^kovAtn., Vitus AmerbachiuSy Hanardus Gomericus, Valentinus Rotmarus, Jacobus Gislerus ThaloJiuSynbsp;en Sebajlianus Linekius.

In de Mathefis, Petrus Appianus, enz.

WITTEBERGA, of WITTENBERG. R.

Defe Akademie is opgerecht in den Jaare 1502. door Frede-n^de derde, Keurvorll: van Saxen, bygenaamt de FVyfe-, met hulpe van fynen Broeder Hertog Ernejius, Aarts-BilTchop vannbsp;Maagdenburg, en Raadt van de Geleerde, Do6lor Johan Staupitznbsp;en Martin Polichius, Doftor in drie Faculteiten, en omnbsp;groote Geleertheit het licht der Weereldt genoemt, welke hier ooknbsp;de eerlle Redlor is geweeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De

-ocr page 185-

I5Ï

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

Keurvorft ftichtede A o. 1514- de heerlyke


De voorgei

'ae


Bibliotheek te JVittenberg, en droeg derfelver opficht aan den vermaarden Georgius xSpalatinus op. De volgende Keurvorllennbsp;hebben defe Akademie van tydftot tydt met milde ftichtingennbsp;grootelyks verbetert en verciert.

Ao. 1508. wierdt de beroemde Mart. nbsp;nbsp;nbsp;onder den Rec

tor Nicolaus Firidimontatii/s, in de Univerfiteits matricul inge-fchreven , enAo. 1512. de waardigheit van Do6lor in de Theologie aan hem opgedraagen, ten kollen van Keurvorft Frederik de VVyfe. Ao. 1518. wierdt ook de vermaarde Philip Melanch-ton van Tubingen herwaarts beroepen. De veelvuldige dienftennbsp;welke dele twee Geleerde Mannen met vereenigde krachten,nbsp;aan ’t werk der Reformatie en de Overfettinge van de H. Schriftnbsp;ix\\ Hoogduytjch uyt de Grondt-Taalen, befteedt hebben, zynnbsp;door andere breedt genoeg befchreven , en ftrekken defe Akademie tot een groote eere. Gelyk meede, dat defe Hoogenbsp;Schoole van tydc tot tydt feer veele beroemde Mannen heeftnbsp;uytgelevert, waar van wy ’er flechts eenigen konnen optellen.

In de Theologie zyn de vermaardtfte, behalven de gemelde Mart. Luther en Philip Melanchton., Andreas Carohfladius, 3oh.nbsp;Bugenhagius, Georgius Major, Cafpar Criiciger, Paulus Eberus,nbsp;Mart. Henricus, Georgius Mylius, Fred. Balduïnus, Egidiiis Him-nius, Salomon Gefnerus, Wojfgangus Franzius, Nicolaus Amsdorf-fius, Juflus Jonas, Franc. Lambertus Aiienionenfis, Theod. Fabri-cius , Joh. Forfterus en 'Joh. yjgricola van Eisleben.

In de Rechtsgeleertheit hebben van oudts gebloeyt, Melchior Fendius, Georgius Cracovius , Joh. Schtieidewinus, Matheus WeJenheciüS van Antwerpen, Mich. Teuberus,, Joh. Brederodius, Fa-lentinus Forfteriis, Hieron. Schiiirpffius, Wolfg. Stechelin, Cafpar Fol-landus, Petrus en Fincentius Raphinatus, beneffens veele andere.

In de Medicynen, Jacobus Melchius, Cafpar Peiicerus , (de Schoonfoon van Philip Melanchton,) Augiijl. Schuirpffius , Cafp.nbsp;Lindenianniis, Joh. Curio, enz.

In de Taaien, JiJ, Forfceriis, Frederik Taubmannus, Matth. Au-rogallus , Jch. Macellus , Matth. FlaccusIllyrkus, en veele andere.

In de Philofopbie, Joh Fekurio, Henricus Mollerits, Efromus Rudingerus, Daniel Clapius, Daniel Cramerus, Balthafar Meifnerus,nbsp;Hitus Amerbacbius, enz.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 186-

152 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Mathefis, Erafmiis Reinholdus, Georgius Joachim Rheticus , enz.

Meerder Geleerden, of breeder bericht Van defe Akademie hier aan te haaien , gedoogt ons bellek niet.

FRACOFURTUM ad Oderam, of FRANKFORT aan de Oder.' R.

Defe Akademie is indenjaare 1506. opgerecht, door n’ö'J* ehim., Keurvorft van Brandenlmrg ¦, na dat hy Ao. 1499. de fon-damente.n van het groote Collegie hadde doen leggen, en des-felfs Vader reets kort na Ao. 148Ö. de toebereydtfelen tot eennbsp;Akademie begonnen , en daar toe van Paus Alexander de fesdenbsp;de vereyfchte Privilegiën verkreegen , welke daar na door Pausnbsp;Leo de tiende, Ao. 1515. zyn beveiligt. De eerfte Reftorhiernbsp;is geweell Conradus Winipina , ProfelTor in de Theologie , eennbsp;onverfoenlyke Vyandt van M. Luther, en een haacer vandelfelfsnbsp;leere.

DefelIoogeSchooIeis in vier Natiën onderfcheyden: (i)De Markifche, (2) De Frankifche, (3) De Silefifche, en (4) De Prayr-Jifche', van welke ieder haare ^’fondere Voorflanders heeft.

Allengskens is defe Akademie geweldig verbetert, ook met bequaame en Geleerde Profeflbren na behooren voorfien geworden.

In de Theologie hebben hiergeleert, Andreas Muf cuius ,Chri-floph. Cornerus, Chrifloph. Pelargus, Johannes Bergius, Johannes Fijiius iiyt Flaanderen, beneffens veele andere.

In de Rechten, Andreas Zechius, Mattheus MoUer, (welkeop fyn eygen kollen een Collegie voor Rechtsgeleerden heeft ge-liicht, en Ao. ifi8- gellorven is;) Joh. Eberhardus Lucanus,nbsp;Hieronymus Schuirpffius, en meer andere.

In de Medicynen en Philofophie, Jodocus WiUichius, JVolfgan-giis Jufius, Mattheus Hofius, welke meer dan 53 Jaaren in de Griekfche Taaie Lellen gegeven heeft, ’t geene feer felden gebeurt ; de beroemde Jodocus JFlllichius, Eberhardus Guttenberger,nbsp;en veele andere.

In de Welfpreekentheit zyn hier bekendt, yo/;i3?2«w Schojfcrus,

Tobias Magirus, enz. nbsp;nbsp;nbsp;,, „

MAR-

-ocr page 187-

AKADEMIENVAN ’T CHRISTENRYK. 153 MARPURGUM, of MARBURG. R.

Defe Akademie is begonnen, door VhUip Landt-Gr-af van HeJJen, in den Jaare 1525. of liever 15 27. en voltrokken Ao.nbsp;1535. met toeilemminge van Paus Clemens de^fevende, en Privilegie van Keyfer Card de vyfde Ao. 1541 ^ den beginne afnbsp;aan'heeft de vroome Landt-Graaf het op de Reformatie in dennbsp;Godtsdienft toegeleydt; gelyk daar uyt blykt, dat hy de Kioo-fters in Collegien veranderde. Daar door wierdt aan de Theologanten het foogenoemde Koegel-Huys, aan de Rechtsgeleerdennbsp;hetwydtluhigeDomimkaaner KlooJier,én aan de Geneeskundigennbsp;en Philofophen het Barvoeter-Kloojler mgerayvat ¦, en deProfelTo-ren met behoorlyke Wedden voorden. Daarenboven ftichtedenbsp;hy een Beurs voor 50 onbemiddelde Landcs-kinderen, om voornbsp;niet te ftuderen, enz. De volgende Landt-Graven hebben defenbsp;Akademie met nieuwe Gunftbewyfen onderfleunt. Ao. 1627.nbsp;wierdt het eerfte Jubel feeft defer Akademie geviert , en bevonden, dat binnen defe Eeuwe op defelve geprornoveerc waren,nbsp;meer dan if00Studenten; namentlyk 28 Boftorenin de Theologie, ipö Doftoren in de Rechten, 45 Doftoren in de Medi-cynen, en 1300 Magihers in de Philofophie.

Sedert den beginne, heeft defe Akademie, welker eerhe Rector Johannes Ferrarius Mmitanus geweefl; is, met feer bequaame en Geleerde Mannen vooiTien geweefl.

In de Theologie hebben hier feer vermaart geweefl, Antonins Corvinus ZytogaHus ¦, Joh. Draconites, Patricius Hamilton, (welke in fyn Vaderlandt Schotkndt, om de Euangeiifche Waarheit Ao. If28- verbrant is;) Francifais Lambertus vzn Avignon, Andreas Gerardus Hiperius een Vlaaming, Egulius Hunnhis, en meernbsp;andere.

In de Rechten , Joh. Oldendorphis, Hermanniis Vultejus., Hie-ron. Treutlenis, Joh. Gceddceus, Philip. Matthceus en Joh. Ferra-' rius Montanus.

In de Mathematifche Konflen en Medicynen , Johannes Dry-andere^n Spanjaardt, Joh. Hartmannus, Eiiricms Cordus Smefufms, Valerius Cordus deffelfs Soon, Theodorims Dorflenius, Joh. Leonice-ms ,en Janus Cornarius Zuiccauienfis; welke twee laatlle ook in denbsp;Griekfche Taaie onderweefen hebben.

V nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 188-

154 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Hebreemvfche Taaie heeft geleert Jufius Fultejus.

In de Pliilofophie zyn beroemt, 'Johannes Magirus, Rudolphus Cocknius en Vidtonnus Schonsfelt.

In de Fliftorien en Welfprekentheit, hebben hier noch van oudts gebloeyt, Gerhardns Geldenhauwr Noviomagiis, Hermannusnbsp;Biifchhis, en Hermannus Kirchnerus.

In de Konften en Taaien ftaan hier noch voor uytmuntende Profeflbren bekendt, Helius Eobanus HeJJlts, een feer vermaardenbsp;Poëet, Reinhardiis Lorichius, Cafpar Rodolphus Sueviis, Nicolausnbsp;Jfdeplus Barbarus, en Theobaïdus Thamerus.

ARGENTORATUM, of STRAATSBURG. R.

Defe Hooge Schoole is geflicht door den Raadt der ftadt,in den Jaare 1538. op ’t aangeven van den Geleerden Jacobus Sturm,nbsp;kundig Rechtsgeleerden en Meede-Regent, met Toeftemmingnbsp;van Keyfer Maximilianus de tweede Ao. 1566, welke haar daarnbsp;toe heerlyke Privilegiën verleende, die vervolgens door Keyfernbsp;Ferdinandus Ó.Qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ko. 1621. grootelyks zyn verbetert.

Sedert den beginne heeft de Magiftraat tot de Reformatie ge-helt, en de Kloofters affehaffende, het wydtluftige Gebouw van de Prediker- Monniken tot de Akademie gelchikt, ook geene andere dan Euangelifche Profeflbren aangenomen; van welke Joh.nbsp;Sturmius de eerUe Reëtor gevveeft is: Doch defe Iladt federtnbsp;Ao. i68i- in Franfche handen gekomen zynde, heeft de Aka-demie ‘al vry wat veranderinge moeten ondergaan.

In de Theologie zyn hier federt van oudts vermaardt, Johannes Taulerus, Joh. Gelder van Keyfersberg. Joh. Creutzer, Otterus Nemetenfis, Mattheus Zeil, tVolfg. Fabricius Capita, Sebafiianusnbsp;Meyer, Petrus Vicramius, Cafpar Hedio, Martinus Bucerus , Petrusnbsp;Martyr, Petrus Schottus, Johannes Calvinus, Paulus Fagius, Hieronymus Zanchiiis, Joh. Mctrbachius, en veele andere.

In de Rechten , Georgius en Ulricas Obrechtus, Nicolaus Gerbe-lius, Francifcus Balduinus, Dionyfius Godofredus, Joh. Henr, Felt-zius, Johannes Schilterus, enz. '

In deMedicynen , Joh. Guinterius, Joh. Jacob. Havenreuterus^ Ulricas Geigerus, Melch. Sebitius, Otto Bnmfelfius, Juftus Feljius,nbsp;en veele andere.

In de Philofophie, Johannes Sturmius, Andreas Jocifcus, Ober-

tus

-ocr page 189-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 155

tus Gifanius van Bueren, TheopMlus Golius, en veele andere.

Inde Welfpreekentheit, Melchior Jiinms, Joh. Sturmius , enz.

In de Mathematifche Wetenfchappen, Conradus Dafipodhis, Chrifiianus Herlinus, enz.

In de Grickfche Taaie, Jacobus Sapulus, Jacobus Berlrottus BIu-tenius, enz.

In verfcheyde Weienfchappen zyp hier noch beroemt, Nicolaus Epifcopius, Beatus BBenams, Jacdbus Mycillus , Valentinus Ery-thraus ^ Joh. Angelus Odorus^ Joh. Adelpbus, en veele andere.

REGIOMONTIUM, of KONINGSBERGEN. R.

Defe Akademie is Ao. 1544. door Mark-Graaf Albert van Brandenburg opgerecht, na datdefelve Ao. 154^- cctft Gym-nafiuni gefticht hadde, ’t geene hy ook in fyn weefen liet. Ao.nbsp;1552. gaf hy aan de nieuwe Akademie verfcheyde heerlyke Statuten , welke Koning Sigismundus Augujliis van Poolen beveiligde , en met de Vryheeden der Univeifiteit Cracaim vermeerderde.

De eerfte Reftor is hier geweeft, de Geleerde Georgius Sabi-nus, Doftor in de Rechten, en Schoonfoon van den vermaarden Pbilippus Melanchton.

In de Theologie hebben hier geleert, Job. Brismannus, Stanislaus Rapagelanus, Joachim Marling, Petrus Hegemon, Georgius Venetus, Melch. Infniderus., Frandfcus Stonccerus ^ Fredericus Staphy-lus, Joh. Aurifaber; als meede Andreas Ojhnder, Joh. Funccius,nbsp;en Joh. Behm, alle drie door haar fbnderlinge gevoelens en Ichrif-ten bekendt, enz.

Inde Rechten, Chriftoph. Jonas^ Chrifioph. Kodderitius, Her-mannus Fechteldius, enz.

In de Medicynen, Joh. Brijius, Joh. Placothomus, Andr. Aurifaber , Ofianders Schoonfoon , en Joh. Pontanus.

In de Wetenfchappen en Taaien, Guilielmus Gnapheus en Ber-nardus Hóltorpius., beyde Nederlanders, uyt den Haag, Joh. Hop-pius, Barth. JVagnerus, Jacobus Mittag, Fabianus Stocferus, Andreas JVeislingius, Joh. Tetzelius, enz.

In de Dichtkunde, Alexander Schuttenus, Felix en Valerius Fid-ïerus, Andreas Muncerus, Michael Hechtus, David Milefius, enz.

In de Mathematifche konften, Martinus Kemnitz, Johannes Sciurus, Michael Lautewaldt, en veele andere\

V 2 nbsp;nbsp;nbsp;JE-

-ocr page 190-

LYSTE DER HOÖGE SCHOOLEN OF

JENA, of J E N E N. R.

I*

Na dat Johannes Keurvorft van Saxen in den Jaare 1548. hier een Ilhijlre Schoole hadde opgerecht, wierdc defelve thienjaarennbsp;daarna, door dellelfs Soon Johan Fretier'ik, tot een Akademienbsp;verheven, en met Privilegie van Keyfer Care! de vyfde beves.-tigt; 00k vervolgens door verfcheyde Richtingen van Vorllely-ke Perfoonenveel verbetert, lot de Collegien wierdthetoudenbsp;Prediker Kloojier gereedt gemaakt, in’t welke in alle de drienbsp;Idooft Faculteiten geleert wordt; en op’t aangeven van dennbsp;Wiskonftenaarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Weigel, is tendienfte van de Sterrekun-

dige , door Hertog Willem van Saxen , op den Tooren een Oh-Jervatorium gebouvvt.

De eerfte Redtor alhier is geweeft Johannes Schrötentsvan WeU mar, Med. Dodlor, enz. En de vermaarde Mattheiis Wefenbeeknbsp;vnnJntwerpen, is d’eerfle geweeft, welke Ao. 1558. tot Doctor, namentlykin de Rechten gepromoveert is, 00k Ao. lydd.nbsp;de Waardigheit van Reftor bekleedt heeft, in welke hem daarna felfs verfcheyde Prinflen en Graaven zyn opgevolgt.

Voorts hebben hier federt van oudts veele Geleerde Mannen gebloevr. Als :

In de Theologie, Theodorus Snepfius, welke ook Profeffor in de Hebreemafche Taaie was, ViStorinus, Georgius Mylhis, Johannesnbsp;Gerardus, Job. St'oJJelius, Job. Major, en meer andere.

In de Rechten, Mattheiis Wejenbecius voorgemelde, Mattheus Colenis, Jrnoldus de Reyger een Nederlander, Nicolaus Reujnerus ,nbsp;Dominicus Arumceus, Daniel Eulenbecius, enz.

In de Medicynen, Job. Cornarius, Guernerus Rolfink, Godofr. Meebius, Chrifioph. Schelhammer, enz.

In de Welfpreekentheit en Vrye konften , de vermaarde Poëet Johannes Stigelius, Elias Re'ifnerus, en veele andere.'

Hier heeft ook eertydts de vermaarde Jujius Lipfius, noch feer jong zynde, in de Hiftorien geleefen; als meede Cafp. Sagittarius , Georg. Schubart , ¦ enz.

In de Philofophie zyn beroemt, Joh.Rofa, Thomas Sagittarius, en Wolfgangus Heideriis.

41,1,

Inden Jaare 1648. is hier htijubilaum defer Akademie met veel plechtigheit geviert,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;DIE-

-ocr page 191-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

DILLINGA, of DILLINGEN, in 'waben.

Defe Akademie isgefticht, door Otfo Freyheer van Biffchop van Aimhurg^ in den Jaare 1549nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^504-

gelyk andere v/iBen;) waar roe hy van Leuven en Ingoljfadt vev-maarde Profefforen beriep; engafAo. If63. derfelver opüchc aan de Jefuyten , die ’er noch rneefter van zyn.

In de Theologie hebben hier eertydts geleert, Guilielmus Lïn-dams van Dordrecht, welke daarna Biffchop van Roermondt is ge-, worden; en Martinus Rythovius een Brabander, welke daarna totnbsp;Biffchop van Tperen wierdt verheven. Als meede noch veelenbsp;vermaarde Jefuyten; als Petrus Sotiis, Jlphonjus Pifanus, Gregorius de Falentia en Hieronymus Torrenfis, welke alle vier Spanjaarden zyn geweefl; voorts i ucas Pinellus en Julius Prifeknen-Jis twee Jtaliaanen; Henricus Mayer, enz.

ALTORPHIUM, of ALTORFF. R.

Defe Akademie, behoorende onder’t Gebiedt der Stadt en Republyk van Neurenberg, is in den Jaare 157y. opgerecht, ennbsp;d’eerfte Reftor daar van is geweelT: Valentinus Erithreeus.

¦ A'aderhandc isdefelve, door AoKtyTers Ferdinandiisée tweede Ao. 1622. en leopo/awr d’eerfle Ao. i6g6. en 1697. met verfcheydenbsp;heerlyke Voorrechten begiftigt en verbetert; volgens welke aldaar Promotien in alle vier de Faculteiten gelchieden.

Voor dele ftichtinge, hebben de Ncurenburgers reetsdele vermaarde Mannen onderhouden, Vitiis Theodorus, Bilibaldus Birc-kaimer, Eobanus HeJJlis , Joachim. Camerarius, Hieron. Befoltus, Andreas OJiander , Weneejlaus Linekius, Johannes Schonenis, ennbsp;meer andere.

Sedert den beginne der Akademie, hebben hier in de Theologie gebloeyt, Joh. Piccartus , Georgius Sigelitis , Georgnis Pfa-letus, Georgius Volkartus , Joh. Saubertus Vader en Soon, be-neffens veele andere.

In de Rechtsgeleertheit, Hugo Donellus , Petrus LVefenhechis, Joh. Harprechtus, Conradus Ritterhufius , Scipio GentUis , Matth.nbsp;Hubnerus, Joh. Them. Freigius, Obertus Gipbanim, enz.

V 3 nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 192-

153 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Medicynen, de Vermaarde Nicolaus Taiirellus, Philip-pus Scherbins, Ernejlus Sonerus, Lud. Jungerman, Cafpar cn Mauritius Hoffman^ enz.

In de PhiJoIbphie, Joannes Pratorius een Vermaarde Matthe-maticus, Georgius Glacianus, Henricus Rijius, en veele andere.

HELMSTADIUM, of HELMSTADT. R.

Hertog Rudolph van Saxen Ao. 34.2. in ’t oude Stift Ganders-heini een beroemdt Gymnajium geflicht hebbende , wierdt het felve met der tydt door Hertog Julius van Bronswyk , van wegens de ongefondheit der Plaatfe, naar Hehnjiadt verleydt, ennbsp;na fynen naam Jiüia Schok genoemt ; doch hy verkreeg Ao.

1575. nbsp;nbsp;nbsp;van Keyfer Maximilknus de tweede Privilegie , om de-felve, op den voet van de Univerjiteiten van Bolonien, Padua ^nbsp;Periifaen Leipzig, in een Akademie te veranderen; \ geene Ao.

1576. nbsp;nbsp;nbsp;onder de benaaminge van Academia Julia gefchiedde.

De eerfle Redlor is geweeft ’s Hertogen Soon, Henricus Jur

lius, Biffehopvan Halberjladt, fchoon defelve maar 13 Jaaren oudt was, en heeft defe Waardigheit tot fyn fterfdag toe bekleedt. Defe bouwde, na’s Vaders doodt, een nieuw heer-lykCollegie, tendienfte van deHooge Schoole , midden in denbsp;Stadt, ter breette van 123 voeten , geheel van gehouwenenbsp;fteenen ,’t geene Ao. 161 z. wierdt voltrokken, en flierf Ao. idr 3.

Onder de Geleerde Mannen alhier, zyn verraaardt, in de Theologie, Bafilius Sattler, Timotheus Kirchner , Joh. Mebeftus,nbsp;Tikmannus Heshujius, Georgius Calixtus, Daniel Hofmanniis , Michael Waltherus , en veele andere.

In de Rechten, Joh. ‘Borcholdus, Valentinus Forjlerus, Arnol-dus de Reyger, Joh. Loperus , Hermannus Niger, Georgius Engel-hrecht, Dethardus Horjlius een Vries, enz.

In de Medicynen , Johannes Bokelius van Antwerpen , Jacobus Horjiius, Arnoldus Freitagius, Henricus Meibomius , enz.

Tn de Phi/ofophie , Ovenus Gunterus , Cornelius Martinus van Antwerpen. Hartwicus Schmidtefietus, Magnus Pegelius, enz.

In de Griekfche 1'aale, Johannes Cafelius Durantius', in deHifto-rien Reinerus Reineccius; in de Mathefis Paulas Heigelj enz.

gies-

-ocr page 193-

159

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

GIESSA, of GIESSEN. R.

Na dat Landt-Graaf Lodewyk van HeJJen Ao. 1605. binnen Giejfen een Gymnajiiim hadde opgerecht ; vvierdt hy door hetnbsp;gewenfchte gevolg defer faake aangemoedigt, omhetfelve Ao.nbsp;1607, in een Akademie te veranderen , daar toe hy van Key-fer liudolphus de tweede in ’t felve Jaar de vereyfcihte Privilegie verkreeg ; en in ’t volgende Jaar (1608) een nieuw ennbsp;heerlyk Collegie bouwde. Maar dewyl ’er over defe ftichtin-ge tuITchen de Vorften van HeJJen - CaJJel en Hejfen-Darmjladtnbsp;groot verfchil rees , wierdt defe Hooge Schoole Ao. 1614. naarnbsp;Marburg gebracht, daarfe tot Ao. 1650. is gebleven, en toennbsp;wederom herftelt, ja felfs noch veel verbetert.

Op defe Akademie hebben van tydt tot tydt verfcheyde vermaarde Mannen gebloeyt, waar van wy Hechts eenige weinige fuilen noemen.

In de Theologie, Johannes fVinckelman, Balthafar Mentzerus ^ Cafpar Finckius en Chrijioph. Helvicus, ProfelTor in de Hebreeww-fche Taaie.

In de Rechtsgeleertheit, Theodorus Reinkingk, Joh. Strauchius, Joh. Helvicus Simld, bygenoemt Schütz, Job. Nicolas Hartius, enz.

In de Medicynen, Jofeph. Lauterbachius , Georgius Horatius, Michael Doringus, enz.

In de Philofophie , Conradus Dietericus , Conradus Bachman , Joh. Stiiphius, en de beroemde Godfridus Arnold, Hiftorie-fchry-ver. enz.

PADERBORNA, of PADERBORN. PP.

Defe Akademie is indenjaare 1616. door Theodoricus Van Paderborn opgerecht, en den Jefuyten Z2.ï)bQV ooÏQXi, die ’ernbsp;noch ’t opücht over hebben.

RHINTELA , of RUINTELEN. R.

Graaf Ernjl van Schauenburg , Ao, 1601. te Stathagen een Gymnafium opgerecht hebbende , verkreeg Ao. i6ip. ennbsp;1620.^Privilegie, om het in een Hooge Schoole te veranderen ; ’t geene fonder plaatsbepaaling gefchiedt was , en dier-

hal-

-ocr page 194-

160 nbsp;nbsp;nbsp;LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

hah'en naar liin.ekn wierdt verlegt, en Ao. 1621. geopent ; met promotie van vyf Doéloren , .namenilyk twee in de I heo-logie, twee in dc Rechtsgeleertheit en een in de Medic}nen;nbsp;zynde d’eerfte Redlor Joh. Eichrodhis, J. U. Doctor, enz. Nanbsp;’c uytfterven van de Graven van Schaiienkivg •gt; is defe Akadeniienbsp;den Landi-Graaf van HeJJhi'CaJ]el toegeweefén.

In de Theologie hebben hier gebiceyt , Jafua Stegnianniis , Jch. GieJJenius, en Johannes Hennichiiis , welke tegens het bekende Boek van Hugo Grotius^ van de H^aarheit des Chriftelykennbsp;Godtsdienjies, eenige aanmerkingen heeft uytgegeven; en veelenbsp;andere.

In de Rechtsgeleertheit ^ Antonins Nefenus, Job. MolJenbeek « Jufius Reiffenberger, daar na naar Franeqnet' beroepen , en Henri-cus Ernejl. Kejlnerus, wiens ongemeen e vjytiglieit geroemt werdt.

In de Medicynen, 'Joh, Ravius, Joh. Retr. Lotickius , Petrus Finxnis, Matth. DiUJng, enz,

In de Piiiioruphiefranc. Gerhardus Syhejler Pribenius, Herm. Vajielabius, Georgius Wernerus , enz.

CASSELLiE, of KASSEL.

Dit is eygentlyk een Forfielyke Ridder Schoole, aangelegt Ao. 1595. door Manrits Landt-Graaf van HeJJen-CaJJel , Ao. ifpp.nbsp;vermeerdert meteen Collegium lUuflre, ’t geene na fynen naam

Mmritianum genoismt wierdt , enAo. 1618. kreeg het den naam van ’t Ridderlyke Cpllegie; ’t geene Ao. 1633. door Landt-Graafnbsp;IVilhelm de vyfde grootelyks is verbetert.

Onder de'Vermaardequot; Profeflbren die hier geleert hebben, worden getelt;

In de Theologie , Johannes Crocius, Georgius Cruciger, Johannes Combachius, enz.

In de Rechtsgeleertheit , Joh. Matthceus , Ericus Grovius en Johannes Kleinfchmidt.

Voorts noch de volgende Geleerde Profeflbren , Crato SeUe-nis, Med. Doèbor, en Uiüoricus, Joh. Petrus Daubertus,Poeët, Reedenaar, amp;c. Sebajiianus Curtius , in de Plebreeuwfcbe Taaie, enz.

Doch kort na den doodt van Landt-Graaf Willem de Vyfd^gt;

Ao.

-ocr page 195-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK ilt;5i Ao. 1640. zyn de Coüegien van Cajfel naar Marburg verplaatft,nbsp;mee de Akadeinie aldaar vercenigt, de voornaamfte Profeflb-ren derwaarts beroepen, en het groote Gebouw der Coüegien,nbsp;tot gebruyk van ’t Hof benaaderc.

De Ridder-Schooien, te Wolffen-buttel , ïVeenen en Berlyn , zyn voornaaiiientlyk ten dienife van Vorfielyke , Gravelykenbsp;eii andere hooge Perfonagien , en tot het leeren van alkrleynbsp;Exercitiën voor Edellieden gefchikt, en alfoo genoegfaam buy-ten ons beftek 5 waarom wy defelve voorbedachtelyk voorby gaan.

• VRATISLAVIA, of BRESZLAUW.

In den Jaare 1505. verkreeg Johan Haunold, Raadtsheer defer Stade, van Uladijlaus Koningvan Hongaryen enBoheemen verlof om ’er een Hooge Schoole op te rechten; maar dewyle hy lot derfelver onderhoudt aanwyling op Geeftelyke Goederennbsp;gaf, fpande de Geeftelykheit met de Hooge Schoole te Cracatmnbsp;aan , vereerden Paus Jidius de tweede 300- Dul;aaten , ennbsp;verhinderen daar door deffelfstoeftemming, enom liet noodigcnbsp;Pr'vilegic te verkenen; waar door defe Richting Hechts een //-luftre bleef. Sedert die tydt hebben de Jciliyten verfchey-de poogingen gedaan, voornamentlyk na den Mmfterfchm Vroede Ao. 1648 , tot datfe van Keyfer Ferdinandus de tweede innbsp;den Jaare lóff. Vryheit kreegen, om in defe Stade een Semi-mrhim op te rechten; ’t geene eyndelyk in den Jaare 1702. innbsp;een Akademie is verandert , en na ’s Keyfers Lcopoldus naamnbsp;Univerfitas Leopoldina genoemt wordt, waar toe de Keyfer haarnbsp;een gedeelte van de Keyferlyke Burgt tot de Collegicn deedtnbsp;inruymen. Het opficht defer Akademie blyft dierhalven in handen van de Jefuyten, die aldaar met grooten toeloop leeren.

Van oudts hebben hier twee uytmuntende Theologanten de Kerke gefticht, te weten Johannes Hejfus en Ambrofius Moiba-nus, alsmeede Joh. Metzlerus; en in de Schoole Johannes RuHusnbsp;cn Andreas WincUerus, feer geleerde Taalkundigen van haaren tydt.

KIEL, in nbsp;nbsp;nbsp;R.

had-


-Na dat Hertog Frederik van HoIJtein van Keyfer Ferdinandus de derde Ao. 1652. Privilegie tot oprechting defer Akademie

-ocr page 196-

1Ö3 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF hadde verkreegen , vvierdt defelveeyndeiyk, door deffelfs Soonnbsp;Chrijliaan Albertiis, in den Jaare 1665. opgerecht , met veelnbsp;p’.echtighedeningewydt, en nahem ACADEMIA CHRISTIAN-ALBERTINA genoemt. Volgens ’s Keyfers Privilegie, blyftnbsp;altydt de regeerende Hertog van Heljhin-Gottorp perpetiieelenbsp;Redlor en KantzeJier; wordende Jaarlyks een uyt de ProfelTo-ren verkooren , die voor hem de Waardigheit van Pro ReEtornbsp;en Pro-Cancellarius bekleedt , foo wel uyt de Theologifche alsnbsp;andere Faculteiten ; gelyk reets Bernardus Schultz, J, U, Doft.nbsp;en Prof. Prim, als meede Chrijiianus Kortholt S. S. Theo^Doft.nbsp;en Prof. Prim, gedaan hebben. Onder de Profeflbren , welkenbsp;hier geleert hebben, is onder anderen geweeft de Vermaardenbsp;Morhofias, van Wifzmar, welke ten dienft van de Alcademie innbsp;de Nederlanden en innbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geweeft is, om de leerwyfen der

Akademien aldaar te onderföeken, en hier ook in te voeren.

DUISBURG, in’t Hertogdom Cleef. R.

Defe Hooge Schoole is door Frederik JVilhem , Markgraaf van Brandenburg ïn den Jaare 1655. gefticht,* daar toe deflelfs Voor-zaaten veele Jaaren te vooren reets Keyferlyke Privilegiën hadden verkreegen, maar door opkomende Oorloogen en ander-fints aan de uytvoeringe waren verhindert.

Onder de eerfte Profeflbren bevinden zich defe Vermaarde Mannen.

In de Theologie, Chrijtoph. J-Fittichhis, Martinus Hondius, Hen-ricus d Dieji , Joh. Jac. Ganterweiler , Chrijloph. Fred. Crellhis, David Huguenius, Joh. Godfr. Badman, en Henrictis Huljius.

In ÓQ KechtsgeleQïtheit, Herin. Rhani'tker, Joh. fVeyerJiraJJiiis, JVilh. Cru flus , Joh. Maur. Crellius, Carol. Otto Thylius , Georg.nbsp;Hartni. d Bergen en Cafp. Theod. Summerman.

In de Medicynen , Joh. Bernh. Danielius , Fred. Godfr. Bar-beck, en Henr. Chrijiianus de Hennin.

In de Philofophie, Joh. Claubergius en Jdr. Ludolph. dBecker, Mathematicus.

Voortsis noch geweeft Henr. Chrijl. de Hennin, Hift. amp; Eloq. Prof. Clemens Berg, Moral. amp; Politicos Prof. en Henr. ab Erber-fgjdt, Philolog. Orient. amp; Ling. Sanft: Profeflbr,

-ocr page 197-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 163

Defe Akademie is federc haaren aanleg in hoe langer hoebloe-jender flaat geraakt.

HALL. R.

Defe Akademie legt op Saxifchen bodem, in ’t Hertogdom Maagdenburg, en niet meer dan vyf mylen van Leipzig. Defei-ve is gefticht met Privilegie van Keyfer I eopoldus van den )a:i-re 1693. door Freder-ik de derde, Keurvorftvan Brandenburg , ennbsp;in den Jaare 1694. met veel plechtigheden ingewydc, en wordtnbsp;na fynen naam de Frederiks-UniverJiteiP genoemt.

De eerfle Profeflbren alhier, zyn geweell, in de Theologie, yoh. Guilh. Beyer, yoach. JiiJl. Breiihaupt, Pauhis Jntanius, ennbsp;Augujlus Herm. Francken.

ln.de Reehtsgeleertheit, Samuel Stryckius, Cbrifiiamis. Thomd-Jïus, Joh. Georg. Simonis, Henr. Bodinus, en Joh. Sam. Stryckius.

In de Medicynen, Fred. Hoffman en Georg. Ernejl.

In de Philofophie , Chrifloph. Cellarhis, Joh. Franc. Buddcus.yj(th. Sper lette, Joh. Petr. Ludwig en Joh. Mkhaelis, en'z.

Gefaamentlykdoorveeleuytgegevene Geleerde fchriften vermaard t. ¦

GOTTINGEN. R.

Defe Stadt, in ’t Hertogdom Kalenkcrg gelegen, behoort aan het Keurvorftelyke Huys van Hanoner. Reets voor veele Jaa-ren heeft de Magiftraat aldaar, uyt het geweefene PauUner-Klooller, een voortreffelyk Gyninafium gQmoakt, ’tgeene voornbsp;omtrent twee Jaaren door fyn Koninglyke Majt. vzn Groot-Brit-tamien tot een Akademie is verheven.

VIENNA, of WEENEN, P. P. in Oojlenryk.

Defe Hooge Schoole is eerft opgerecht, door Keyfer Frederik de tweede, omtrent den Jaare 1236. naderhandt door Alter-tor de derde en Rudolphus de vierde Aarts-Hertogen van Oojlenryknbsp;Ao. I3f 6. en 1365. vernieuwt en veel verbetert, .ook door Pausnbsp;Pius de tweede en Keyfer Carel de vierde met Privilegiën begiftigt , welke vervolgens door Urbanus de fesde zvn beveiligt.

X 2 nbsp;nbsp;nbsp;‘nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;On-

-ocr page 198-

r64 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF Onder de eerfte vermaarde Mannen defer Akaderaie worden-J^creekent, Jchannes Biiridanus ^ voormaals Difcipel van ïVilleninbsp;Öccani; /dh meede Henricus Euta of Oyta; Henricus de Langenjiein,nbsp;Nicolaus Dinckelfpuel , Reftor defer Hooge Scdoole , Georgiusnbsp;Zuingel, Nicolaus de Creutzenach, en Fredericus Naufea. Voortsnbsp;we' dt feer gepreefen , feekere Scholaftyke Leeraar Tto?nasde Ida-Jelbach, in de Theologie en Philofophie feer bedreven. Defenbsp;heeft over den Propheet Jefajas openbaare Leffen gehouden ,nbsp;doch ’t geene aanmerkelyk is, defelve foo wydt en breedt iiyt-gebreydt, dat hy binnen den tydt van eenentwintig Jaaren , hetnbsp;Eerfle Capittel van defen Propheet noch niet ten eynde gekomen was.

In de Rechtsgeleertheit hebben toen gebloeyt, Joh. Alexander Brajficanus, Joh. Fabri, daarna BilTchop van tVeeneUf en Jacobus Spiegelius.

In de Medicyncn, de voortreffelyke Doftoren, Jndrcas Ma-thiolus, Petrus Monavius, Joh. Crato d Craftheim, Carolus Clufius, Nic. Biefius, Rembertus Dodonceus, Thadd. Hagecius ab Hayk, dienbsp;te gelyk een Geleerde Mathematicus was; Job. Gavinetus, Gon-difahus Toledo, Hieron. Ferrara, Joachim Fadianus, enz.

Hier hebben ook geleert, de vermaarde WiskonRenaars Georgias Peurbachius y Paulus Fabrichis, Andreas Perlacbius, en Bartho-lomeus Reifocherus.

Voornaaraentlyk is defe Akademie vermaart, door de Geleerde Hovelingen en Raaden der Keyferen, welke hier in t Hof plagten te woonen, en door haare fchriften, beyde de Akademie en de Stadt, grooten roem hebben toegebracht. Gelyknbsp;daarzyn, Johannes Cufpinianus, WolfgangusLazius, Johannes Satn-bucus, Augerius Gifeliniis Busbecius, Gerardus Veltcuyckius, Johannesnbsp;Leunclavius, en ontalJyk meer andere, alle door haare fchriftennbsp;vermaart.

De Theologie en Philofophie is meefl in handen van de Je-fuyten, maar de Juriften en Medici zyn noch vereenigt, en verkiefen alle half Jaar eenen Redtor, by welke zich de Prote-Jlantfche Studenten laaten infchryven.

GR^'

-ocr page 199-

i6s

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

GR^CIUM, of GRAITZ, PP.

in Stkriiiark.

Defe Hooge Schooleis opgerecht, Aooi'Carel, Aarts-Hertog van Oojlenryk^ in den Jaare iJZd- oo door Paus Sixtus de Vyt-

de geapprobeert.

Hier hebben onder anderen geleert de twee Vermaarde Je-fuyten , Martinus Jntonius Delrio, cn Johannes Pontanus, uythaa-re Schriften genoeg bekendt.

In ’t Koningryk -van B O HEEM EN.

PRAGA, of PRAAG. PP. R.

Franfchen , Engeljchen, Italiaanen , Lombarden , Hongaaren, Poo

Keyfer Carel de Vierde, een liefhebber van de ftudien zyii-de, hadde in fyn Jeugdt te Parys geftudeert ; ’t gcene hem daar na aanmoedigde, na derfelver Voorbeeldt, en op het bevinden van de goede gevolgen der nieuw opgerechte Schoolenbsp;te Heydeluerg, te Praag, Hooftfladt van Boheemen, meede een Aka-demie op te rechten , ’t geene hy in den Jaare 1357 of 1367nbsp;(of volgens andere Ao. 1348- 1353- 13*55 of 1370.)'in ’t werknbsp;Relde, en daar toe uyt de nabuurige Koningryken bequaame.nbsp;Profeffores en Doftores derwaarts beriep. De Standen van Bo-heenien begunfligden ook niet alleen fyn voornemen, en beforg-den een genoegfaam fonds tot onderhoudt der Profefforen ; maarnbsp;Paus Innocentius de fesde begifcigde defek’e ook met veele Privilegiën en Voorrechten. Daar doorquam ’er ten eerften eennbsp;ongemeene toeloop van fludenten , van alierley Naden, als

len, en voornamentlyk Duytfchers. Voor haar bouwde de Key-fer veele aanfienlyke Collegien, als dat van Carel de Groote, het Keyferlyke, het Koninglyke, het Boheemfche, Bethlehem, en andere. 'Daar door groeyde het getal der fludenten foo geweldig aan, dat derfelver getal, na gefegi werdt, Ao. 1409. meernbsp;dan 44000 Vreemdelingen fterk was. Maar de Boheemers daarnbsp;op flout wordende , begonnen de Duytfcbers in haare Rechtennbsp;en Vryheeden te verkorten , en by Koning Wenceslaus uyt tenbsp;werken, dat de Akademie vervolgens op den felven voet als

X 3 nbsp;nbsp;nbsp;die

-ocr page 200-

166 LYSTE DER HOOGE SCHOOIEN OF die te Parys beftiert foiide worden; ’t geene de Duytfchers foo-daanig verdroot, dat ’er op eenen dag 2000 naar Leipzig trokken ; waar uyt de Hooge Schoole aldaar haar begin heeft genomen. Ten dienfte van de Akademie van Praag , ftichtede denbsp;eerftgemelde Keyfer C^r?/de vierde aldaar ook een heeflyke Bibliotheek. In den Jaare 14.00. bouwde ook Hedwig, Konin-gmne van Poolen, ten dienfte van haare Lithauers , te Praag eennbsp;e-ygcn Coücgie, en beforgde het van genoegfaame Inkomften.nbsp;Maar wat moeyte ook gedaan wierdt, federt den eerften aftocht der DuytJ'cbe (ludenten , welken geftaadig noch anderenbsp;volgden , de Akademie, en gevolgelyk ook de geheele Stadenbsp;begon allengskens wederom te vervallen, en heeft federt nooycnbsp;wederom ter degen herftelt konnen worden.

Van defe Akademie is eertydts Reftor geweeft, de Vermaarde Johannes Hiifz, welke de leere van Joannes Wicleff \xyi En-gellandt ontfangen en omhelft hebbende , daar over op bevel van ’t Concilium van Conflans , tegens het vrye geleyde vannbsp;Keyfer Sigismundus, in den Jaare lyiy. gelyk meede ’s Jaarsnbsp;daar na fyn l.eetïmg Hieronymus van Praag, openclyk verbrandtnbsp;zyn. En niet tegenftaande de fwaare vervolgingen tegens denbsp;Belyders fyner leere, hebben echter derftlver Voorftanders totnbsp;op 'den huydigen dag niet konnen nytgeroeyt worden. Voortsnbsp;hebben hier noch de volgende Geleerden en Profeflbren in groo-te achting geweeft: Mr. Stephanus de Colonia , Johannes Monfler-herg, Theol. Doftor, Johannes de Wefalia, meede Theo). Doctor , Mattheus de Cracovia, Mattheus de Aulcsregia, Fincentius Gru-ner, Bartbolomeus Roballus , Mag. Przihram, Procopius de Pilsna,nbsp;Petrus de Mladomievoitz , Krzijianus Medicinae Dodlor , Johannes Jejfenius Reftor Magnificus en Med. Doftor , Daniel Bafi-lius J. U. Dodlor en Profeflbr, beneffens veele andere.

In SWITSERLANDT.

BASILEA, of BASEL. PP. R.

Defe Akademie is door den Raadt der Stadt gefticht, in den Jaare 14.60. mat Privilegie van Paus Pius de tweede ; welkenbsp;haar daarenboven noch met de Inkomften van St. Pieters-Co\^^

gic

-ocr page 201-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 167 gie begiftigde, ten dienfte van de geene die in de Theologie,nbsp;Rechten en Medicynen ftudeerden ; ja hy verleende haar de-felve Privilegiën als de Stadt Bolonien genoot j Jchannes van Ven-ningen, BilTchop der Stadt, verklaarde hy tot Kantzelier , ennbsp;den hoog Geleerden Edelman Ge'ürgfHi’Andlaiv tot den eerflennbsp;Reöor defer Hoogen Schoole. Defelve is eygentlyk in twee,nbsp;namentlyk het O^er-en Onder-Collegie verdeelt. Het getal tiernbsp;ProfelToren hier is gemeenelyk achden , doch haare Weddensnbsp;niet groot ; waarom veele gewenfcht hebben , dat het getalnbsp;wat vermindert en de Inkomilen verbetert mogten worden ; tenbsp;meernademaal detoevloedt der buytenlandtfche ftudenten hiernbsp;niet feer groot is.

Hier hebben altoos feer Vermaarde Mannen in alle de Faculteiten geleert; waar van wy flechts eenige weinige Tullen op • noemen.

In de Theologie, Johannes Geyler van Keyfersberg , GuUielnnis de Aquisgraniy Joh. de Lapide , Augujiinus Dodo thryjius , Joh.nbsp;Cono , Beatus Rhenams , Joh. Cahinus , Sebajiianus Munjlems ,nbsp;Simon Gryneem, Joh. Oecolampadius, Joh. Gajiius , OfuaJdus My-conhis, fVolfg. IVeijJenbiirgius, Simon Siilcerus, Martinas Borrhaus,nbsp;Joh. Jacobus Grynwus, Amandus Polanus a Polansdorff, Conradusnbsp;Pellicanus, Petrus Martyr, en meer andere.

In de Rechtsgeleercheit, Bonifachis Jmerbachius, Francifciis Hottomannus, Samuel Grynams , Seb^ianus Titius alias Branuis ,nbsp;Ulricas Crafftus, Hieronymus Schuirpfius, Joh. Wilerus , Claudiusnbsp;Cantiuncula, Joh. Cynus^ Francifcus fJnaldus, enz.

In de Medicynen , Thomas Eraftus , Andreas Vefalius van BruJJel, GuiUiehtius Gratalorus, Theodoras Zuingerus, Henricus Pan-taleon, (die ook een Vermaard Hiftorie-Schryver gevveefl is;)nbsp;'Felix Platerus, Joh. Nicolaus Stupanus , Joh. en Cafpar Bauchinus,nbsp;Joachim. Schillenis , Franc. MaJJariiis Venetus , Albanus Torinus ,nbsp;Guill. Copus, Hieronymus Gemufaus, Sebajl. Sinkeleriis ^ joh. Sichar-dus, Phil. Uljladms, enz.

In de Hebreeuwjche Taaie, de Vermaarde Sebajiianus Munfie-rus, en Johannes Biixtorjfhis de Oude.

In de Philofephie, de beroemde Symon Grynmis en Crnlhis Secundus Curio, een Italiaan.

In

-ocr page 202-

168 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

In de Griekfche Taaie zyn door haare fchriften bekendt, SebaJl'tA-nus Cajlalio, Johannes Hofpinianus, Jndronkus Cantoblaca, enz.

Jn de Mathematdche Konften, de hovQi\gQme\dG Setsajlianus Munfterus , Chrijlianus Urjiijius, enz.

In verfcheyde Taaien en Wetenfchappen hebben hier noch gebloeyt, Sigismundus Ge'enius. Ludovicus Fergerius, Beatus Rhe-namis, Ludovicus Carinus , Nkolam Briferus, Paulus Phrigio , Ma)'cusnbsp;Berjius, Hieron. Marius , Rudolphus Berzhis, Jofeph, TeCiander, alsnbsp;meede Oporimis en Barth. fVeJihenierus ^ twee Geleerde ennbsp;Taalkundige Boekverkoopers.

Defe Akademie is eertydts ook feer vermaarde gexveeft, door de tegenwoordigheit van den wydtberoemden Dejiderius Erafmusnbsp;van Rotterdam, welke hier den meeften tydt fynes levens geüee-ten heeft; woonende ten huyfe van de vermaarde Boekverkoo-pet Johannes Frobenius, en dèflelfs Soon Hieronymus Frobenius^nbsp;daar hy ook in den Jaare 153Ö. is overleden.

GENEVA, of GENEVE. R.

Wanneer de Raadt defer Stadt in den Jaare 1535. opentlyk de Reformatie invoerde, en de Roomfche Religie affehafde, wierdtnbsp;terftondt een Hooge Schoole opgerecht, om jonge Lieden, nietnbsp;alleen in de Theologie, maar ook in andere Konflen en Wetenfchappen te onderwyfen ; ten welken eynde de noodige Colie-gien, als meede een heerlyke Bibliotheek wierden bequaam gemaakt. Sedert die tydt heeft defe Akademie, door haar gele-gentheit eenen grooten toevloedt 'van Studenten gehadt, en al-tydt behouden; waar toe ook niet weinig heeft toegehracht,nbsp;dat van tydt tot tydt foo veele vermaarde Mannen hier geleertnbsp;hebben.

In de Theologie zyn beroemt, de wydtvermaarde Johannes Calvrnus^ welke hier ook Ao. I5d4. isoverleeden; TheodonisBeza,nbsp;Lanibertus Danesus, Francijms Junius, Antonius Sadeel, Baron vannbsp;Chande, Antonius Fayus, Joh. Bapt. Rotanus , BenediStus Turreti-nus, Johannes Deodatiis^ Theodoras Trenchlnus , Guiüehnis Farel-Jus , en veele andere.

In de Rechtsgeleertheit hebben hier gebloeyt, Francifcus Bal-duinus een Artoyfer, Jacobus LeSthis, Julius Pacius d Beriga, enz.

Tra

-ocr page 203-

AKADEMIEN van T CHRISTENRYK. I5p

In de Philofophie, onder andere Trigautius, enz.

Inde Gnekfche Taaie, Francifcus Portus, Ifaacus Ca/auhomSf Cafparus Laurentius, enz.

In de HebreeuwfcheTsL^ls j Petrus Cevallerius ,Bonaventura Corner lius Bertramus, enz.

Defe Hooge Schoole hebben ook met haar tegenwoordigheit vereert, de feer Geleerde en vermaarde Drukkers Robertus Ste^nbsp;phanus en Henricus Stephanus,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Johannes Crejpinus van Ar

tois, een Nederlander, door haare Geleerde en heerJyke uytge-gevene Werken genoeg bekendt: Gelyk haar dan ook van tydt tot tydt veele andere , foo wel Geleerden als Edellieden, uytnbsp;alle de (^uartieren van het Gereformeerde Chrijtenryk, befochtnbsp;hebben.

Het ftrekt den Godtgeleerden defer Akademie meede totgroo-te eere, dat zy federt den beginne ongemeenen vlydt befteedt hebben , om de Gereformeerde Kerke, fuyvere Overfettingeanbsp;der By bel in de Franfche en JtaViaanfche Taaien te beforgen.

LAUSANNA, of LOSANNE. R.

Defe Akademie is door den Magiftraat met den beginne van de Reformatie, of volgens andere in den Jaare 1530. opgerecht.nbsp;Boven alle andere Faculteiten worden in defelve de Theologienbsp;en de Philofophie meefl gelefen; doch met geen grooten toe-vloedt van Leerlingen ,nademaal defelve niet fterk door Vreem*nbsp;delingen befocht wordt. Echter heeft zy den roem , van tennbsp;allen tyden met Rechtfinnige Gereformeerde Profefforen befetnbsp;geweefl te zyn.

In de Theologie zyn hier verraaardt, Petrus Viretus, Augustinus Marloratus, Johannes Collado, Guilielmus Bucanus, Conrndus Gernerus, Johannes Ribittus, Petrus Rietus, Beatus Comes, enz.

Inde Hebreeuwfche Taaie, N. Himbertus, enz.

In de Griekfche Taaie, Theodorus Beza en Joh Serranus.

VI. In A Koningryk POOLEN,

en Groot-Hertogdom LITHAUV' LN.

CRACOVIA, ofCRACAUW. P.P.

Defe Akademie heeft in den Jaare 1400. haar begin genomen,

Y nbsp;nbsp;nbsp;en

-ocr page 204-

170 LYSTE DER HOOGE SOTOOLEN OF

en is gefticht door nbsp;nbsp;nbsp;, Koning van Poolen, te vooren Groot--

Hertog van LithawöJen, en de éerfte welke uyt defelve tot de Koninglyke waardigheit wierdt verheven, trouwende met Hed-wig, Koninginne Weduwe vm Willem, Aarts Hertog van Oo/?fw-ryk, jonglle Dochter van Jodeivyk Koning van Hongaryen en Poó-len‘, en het Chriftendom omhelfende, wierdt hy gedoopt ennbsp;Ulaclijlaus^ genoemt, Ao. i38lt;5. en is geftorven Ao. 1434. wel*nbsp;ke llichting door de voornoemde Koninginne Weduwe, voornbsp;haar overlyden Ao. 1399- by Teftament grootelyks is begun-ftigt. Ingevolge van het felve, beriep Uladijïaus daartoe veelenbsp;Hoftoren en Magifters uyt Boheemen, Poolen en Duytfchlandt,- alsnbsp;meede van Praag, tot Profefforen, met toeftemminge en Privilegiën van Paus Bonifacius de negende, beveiligt doornbsp;de 23fte en Martinm de vyfde. En offehoon defe Akademienbsp;veele Jaarente vooren reets begonnen was, namentlyk Ao. 1361nbsp;en 1304. en geopent door Cafimirus de tweede, Soon van Ula*nbsp;dijlaus Locketeck, Koning van Poolen, ook door Paus Urbaniis denbsp;vierde Ao. 1361. en Koning Cafmiinis Ao. 13(54. met Privilegiën begiftigt j nochtans heeft defelve eerft Ao. 1400. eenennbsp;aanvang genomen, en de eerlle Leffe is gedaan in de Canony-ke Rechten, door D. Petrus Fifzh , J. U. D. Biffchop van Cra.-cavii, en Kantzelier defer Univerfiteit; met gewenfcht gevolg,nbsp;foo dat ’er van toen af aan in alle de Faculteiten, metgrootennbsp;toevloedt van Studenten, Keffen gegeven wierden. Thans be-ffaat defe Akademie uyt de acht volgende Collegien; het grootrnbsp;Theologijche Collegie, het klcyne Collegie, daar in de Philofoophennbsp;leeren, het JuriJlen Collegia, het Medicynfche Collegie, het Collegiumnbsp;Blugojjdnum, andeffints Burfa Jurisperhanm genoemt, ’tJrmennbsp;Collegie, of Burfa .Jagellonka', het Collegie der Plnlofoophen of Burjanbsp;Nofeoviana, en’t Collegie Jenifalem, of Burfa Olefniciana genoemt.

In alle Faculteiten zyn hier vermaart geweeft, de Geleerde-Johannes Cantietifis, o{ de Cardhi, Albertus de Prufa , Mathias Mi-chouienfis, Andreas Critius, Jodocus Liidovicus Decius, Stanijlaus Hofiiis, Joh.Velfzy Philippüs Callimachus, Nicolaus Plonius, enz.

Van de Jefuyten hebben hier noch geleert, de vermaarde Martinus SmigkriiiSj Simon fijocttus en Stmiflaus Graditius.

VIL-

-ocr page 205-

Ï7l

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

VILNA, VILENZKI, of WILDE. P. P

Defe Hooge Schoole is omtrent den Jaare 157^- gefticht, door K.on\ng Stephaniis Bathori, en daarna door Paus Gregorius denbsp;XlIIde beveiligt. De Profeflbren welke hier leeren, bellaaanbsp;in fes in de Theologie, vyf in de Philofophie, vier in de Rechten, en feven in de Befchaafde Wetenfchappen. Metdertydcnbsp;heeft Biflchop Valeriams de Jefuyteii hier ingeleydt, en defenbsp;hebben eyndelyk de Akademie onder haar bellier gekreegen.nbsp;Men bevindt, dat onder anderen noch Ao. 1676. de Rechtennbsp;en Vryheeden defer Akademie door den Koning Johannes Sobies-ky van Poolen beveiligt zyn.

Hier hebben onder andere geleert, de vermaarde Jefuyten iMurentius Arturus en Albertus Cajalovicius.

STRAGONA, POSNANIA, of POSEN, j De oorlprong defer Akademie is onbekendt: Men weet Hechts,nbsp;datfe neoyc door eenig Paus of Keyfer beveltigc is, en heeftnbsp;daarom ook niet veel gebloeyt. In de Rechten enSterrekundenbsp;worden noch de meelle Leflen gegeven. De Theologie wordtnbsp;by de Dommikaanen geleefen. Anderlints hebben daar de Jefuy-ten genocgfaam alles onder haar bellier.

ZAMOSCIA, ofZAMOSKY.

. Johannes Zamosky ^ Groot-Kantzelier en Veldtheer van Pöo/cb , defe Plaats en Veiling nieuw aangelegt hebbende, heeft aldaarnbsp;meede een Akademie gellicht; na wiens doodt Ao. idoy. des-felfs Soon Thomas Zamosky dtMvQ heeft beveiligt, en fyn Ge-maalinne Catharina Ilichtede daar by noch een nieuw Collegie,nbsp;en vermeerderde het getal der Profeflbren.

VIL InT Konmgryk van GROOT-BRITTANNIEN.

In Éngelandt.

CANTABRIGIA, of CAMBRIDGE. R.

De oudtheit defer Akademie heeft de onderfoekers daarvan tot verdichtfelen doen vervallen. Het feekerlle fchynt, datfenbsp;in de Jaaren 630 en 636. gellicht is, door Sigebert Koning dernbsp;Oofi'Angekn, op d’aanmaaninge van den feer Geleerden Felix

Y 2 nbsp;nbsp;nbsp;Bur-

-ocr page 206-

172 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF Burgundus, welken den Koning daarna tot Biflchop van Dun'wichenbsp;verklaarde. Daarna is defelvc door de Pauflen Homrius d’eerflenbsp;en Sergius d’eerfte beveiligt, en met verfcheyde Privilegiën begiftigt. Defelve beftaat thars ten minften in feflien Collegienjnbsp;van welke de oudtfte zyn, St. Pieters Collegie of Huys, geftichtnbsp;Ao. 1280- het Univerjiteits Hiiys of Hall, nu Clare Hall genoemt,nbsp;A o. 132Ö. Pembroke s Hall ,Ao. 1343. Catharinen- Hall, Ao. 1475.nbsp;Jefus Collegie , Ao. 1496. Chrijius Collegie, Ao. 150J. enz. Jedernbsp;is met tufTchen de 100 en 150 Studenten befet.

Hier hebben federt van oudts veele vermaarde Mannen ge-leeft, van welke de voornaamfte Godtgeleerde waren. Onder defe munten uyt Beda, doorgaans met den By-naam Venerahilis,nbsp;of de Eerwaardige Dodlor bekende; Alcuinus, of gelyk anderenbsp;hem noemen Albuinus, Alphrediis Beverlacenfis, Hugo de Sandto.nbsp;Neoto, Guilielmus de Sandta Fide, Gualtherus DyJJe, Alarms de Lymna,nbsp;Radulphut Spalding, Johannes Baretus, Johannes Tzetzis, Joh. Se-tmius, Joh. Chekus Medicus, enz.

Na de Reformatie zyn hier beroemt geweefl, onder anderen, Martinus Bucerus, Thamas Cartwkhtiis, Guiliel. fVhitakerus, Guiliel.nbsp;Perkinjius , Paulus Baynes, Robbertus Abotus , Hugo Latamerus ,nbsp;foh. Fidelis, Thomas Crammerus, en veele andere.

Hier hebben ook geleert, de vermaarde Guill. Tempellus in de Philofophie, en Thomas IJnacer in de Medicynen en Taaien, enz.

Hier heeft de Hooggeleerde Erafmus van Rotterdam de Theologie en Griekjehe Taaie geleert.

Hier heeft ook gefludeert Francijeus Bacon, Baron van Verw-lan, Kantzelier van Engelandt, door fyn fehriften feer vermaart.

OXONIUM, of OXFORT. R.

Volgens de befte aanteekeningen, is defe feer vermaarde Aka-demie gefticht door Koning Alfredus, omtrent dénJaareSSo. op d’aanpryfinge van Neotius Edulphus, fynen Leermeefter. Immers ’t is bekendt, datfe reets Ao. 1050. in een bloeyendenftaatnbsp;was, en Mattheus Paris betuygt, dat Ao. 1257. wel- 3000nbsp;Studenten daar waren. Waarom ook Paus Bonifacius de achtftenbsp;Ao. 1298. het beruchte Boek Sextum Decretalium genoemt, aannbsp;de vermaardtfte Akademien fendende, aan defe terftondt naar

Parys


-ocr page 207-

AKADEMIEN VAN T CHRISTENRYK. 173 Parys den rang gaf, en volgens bevel van Paus Ckmens de vyfde»nbsp;in ’t Concilie van Vinne, Ao. 13 ii. moeften toen hier reets denbsp;Hebreeuwfche ^ Griekfche, Arabifche sn Chaldeeuwfche Taaien onder-weefen worden.

Defe Akademie , die altydt in een bloeyenden Haat gebleven is, heeft achtien Collegien, in welke omtrentduyfendtStudenten ten kollen van de llichtingen Iludeeren; behalven een veelnbsp;grooter getal, welke op haar eygen beurs haare Studiën vervorderen.

Behalven de ongemeene groote en heerlyke Boekzaal defer Akademie, heeft ieder Collegie ook fyn byfonder Boekery.

Onder een meenigte van voortreffelyke Dodloren, die hier gebloeyt hebben, worden getelt, Alexander Alenjis, bygenaamtnbsp;Do^or Irrefragabilis, Adamits de Marifco ^ anderfints DoSlor lUa-Jlratus, Rogerus Bacon, anderünu Dodlor Mirabilis, Richardus denbsp;Media Villanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Doctor Fimdatijjlmus, Godfridus Cumiihien'

fis, anderfints DoBor Sulernnis, Johannes Bacon, of Baconthorp, an-, DoBor Refolutus , enz. Voorts Malthens Paris, Johannesnbsp;Duns, Nkolausde i yra, Guiliehnus Occam, Biirlceus, Buridanus ennbsp;Holcot, joh. Langtónus, Thom. Gascoigne, Richardus Maidefcon,Richardus 1 abinham en Thomas Lonibe, alle drie Carmelyten, de vermaardenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Meefter en voorganger van JoLHuJz, enz.

En na de Reformatie,, de vermaarde Godtgeleerdeii, Petrus Martyr, Joh. Raynoldus Fulco, Thomas Raynoldus, en veele andere.

Hier heeft ook geleert, de vermaarde Phüolboph en Theologant, Guillielmus Pembell en Johannes Cafceus; als meede dc welbekende Rechtsgeleerde Albericus Gentilis •, beneffens veelenbsp;andere, te lang om hier te verhaalen.

Noch hebben hier gelludeert, de vermaarde Thomas Morus, Erafmus van Rotterdam, Joh. Ludovicus Fives, Richardus Facceus, enz.

In Schotlandt.

SANCTA ANDREA, of St. ANDRE. R.

genomen, door het Richten

nodus, daar naderhandt noch een van Johannes Hakornus is byge-komen, en door haar op eygen gefach met eeiüge InkomRen

Y 3 nbsp;nbsp;nbsp;voor..

Defe Akademie heeft in den Jaare 1409 of 1411. eenbegin genomen, door het Richten van een Collegie door Jacobus Ken-nodus, daar naderhandt noch een van Johannes Hahornus is bygC'nbsp;koniÊn ^ cn dooi* h^Qrnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0'prj?r*h mpt

-ocr page 208-

t74 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF voorfien. Eyndelyk trok zich Koning Jacobiis do. eerftedefefaaknbsp;aan, en maakte daarvan een formeele Akademie.

Onder d’eerfte ProfelToren , die hier beroepen zyn, waren Laurens Lundoris en, Richardus Corvell, in de Rechten.

Voorts hebben hier in de Theologie geblocyt, Hugo Spence, Johannes Major, Petrus Cappelanns, Fatrkius Hamihon , (welkenbsp;Ao. 1538. om de verkondiginge des Euangeliums doornydtdernbsp;Biffchoppen verbrant is;) Alexander Seton, Johannes Wynrem, ennbsp;vecle andere.

In de Philofophie hebben hier geleert, Gmiguinus legy, Gyl-bertus fVym'em, enz.

GLASCONIA, GEASSENBURY, of GLASGOUW. r.

Defe Akademie is geffcicht Ao. 1454. door TurnbullAarts-Pgt;iirchop defer Stadt, doch niet feer rykelyk begiftigt, en ook nooyt van veeie Studenten voorfien.

Evangeliiims

Nochtans hebben hier van tydttot tydt veeie Geleerde Lieden in allerley Faculteiten het ProfelToraat bekleedt; onder welkenbsp;iiytmunten Alexander Logen, uyt een Edel Gedachte, zyndeeennbsp;voortreffelyk Philofooph, welke om de liefde tot de Waarheitnbsp;veeie vervolgingen ondergaan heeft; cn Georgius Wlmishart,Gennbsp;deftig Godgeleerde, welke om de Waarheit des ~

Ao. 1547. te St. Andrea verbrandt is.

ABREDONUM, of ABERDENA. R.

Sommige willen, dat defe Akademie Ao. 1240. door Koning Alexander en deflelfs Sulfer Ifabella gedicht zy. Doch waarfchyn-lyker werdt derfelver oorfprong op ’t Jaar 1480. gebracht, alsnbsp;wanneer Guiliehms Elphinjlon, BilTchop defer plaatfe en Kantze-lier van Schotlandt, hier een Collegie flichtede, ’t geene Koningnbsp;Jacobus de derde tot een Hooge Schoole vermeerderde.

Hier heeft gebloeyt, de vermaarde Pliftorien-Schry ver HeEior Bo'èthius, en te gelyk in de Theologie en Philofophie met veelnbsp;lof onderwefen; als meede Johannes Mecalpius, welken eenigenbsp;Macbabeus noemden.

In


-ocr page 209-

175

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK.

In Terlandt.

DUBLINUM, ofDUBLYN. R.

Volgens fommige, hadde de Paus reets in den Jaare 1320. aan dele ftadt Privilegie verleent, om ’er een Hooge Schoole in opnbsp;te rechten , doch dit werk bleef iteeken.

Naderhandt, in den Jaare 1591. heeft de Koninginne Elifa-heth hier een Akademie gefticht, en daartoe het oude Kloofter van Alle Heyligen gefchikt. Zy verleende, tot meerder voort-fettinge van ’t werk, heerlyke Privilegiën aan defelve , metnbsp;vryheit, om in alle Faculteiten te leeren, en de waardigheitnbsp;van Doftor aan bequaame Mannen te mogen opdraagen; waarnbsp;door de Inwoonders niet meergenootfaakt waren, haare kinderen met groote koften elders te laaten ftudeeren.

Vlir. B ’t Koningryk DEENEMARKEN.

HAFNIA of COPPENIIAGEN. R.

Na dat Koning Erik, geboorene Hertog van Pameren, willens geweeft was hier een Akademie te Richten , wierdt fulks-door fynen Opvolger Koning Chrijliamis d’eerRe Ao. 1478- in ’t werk geftelt, door Paus Sixtus de Vierde beveiligt,, en met defelve Privilegiën als Bolonien begiftigt. Naderhandt hebben denbsp;Volgende Koningen de Akademie van tydt tot tydt vee! verbetert, de Inkomften vergroot, en haar beft gedaan om Geleerde Profeflbres herwaarts te beroepen.

In de Theologie hebben hier gebloeyt, Johannes 'Biigenhaa-gen, Johannes Macaïpius, ook wel Machabeiis genoemt , Petrus Palladius , Johannes Chrijiierni , Nicolaus Henmingius , Jacobusnbsp;Matthias, Erafmus Lcetus, en veele andere.

Jn de Rechtsgeleertheit zyn hier bekendt, Nicolaus Theophilus, Nicolaus Cragius, enz.

In de Medicynen, Jacobus Bordingus van Jntwerpen, door fyn: Ibhriften vermaardt; Johannes Pratenfis, Johannes Francifcus, An-dj-eas Cragius, enz.

Ao. i6c)0. heeft Koning Chrijliamis de Vyfde hier een nieuwe Koninglyke Akademie gefticht, en ’t opficht daar van aan

een

-ocr page 210-

176 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

een feeker Silejifch Edelman, van Schindel genoemt, opgedraagcn*

SORA, of SCHELSOIR. R.

Dit was eerft een oudt Kloofter, ’t geene Frederikde tweede Koning van Deenemarken na de Reformatie tot een Adelyk Schoolnbsp;aanlegde, welke hy te Frederiksburg hadde begonnen, maar hiernbsp;verplaatfte. Chriftianus de Vierde maakte daar een Formeelenbsp;Ridder-Schöok van, en voegde daar Ao. 1623. een Ilhtjire Schoolsnbsp;by, in welke de Adelyke Jeugdt, niet alleen in allerley Ade-lyke Oeffeningen, maar ook in de Hebreeuwfche, Griekfche, La-tynfche, Franfche, Italiaanfche , en andere Taaien , en allerleynbsp;Wetenfehappen onderwefen wordt, welke thans den naara ee-ner Akademie voert.

Van de Profefforen alhier zyn onder anderen vermaardt geworden , Chriftianus Matthias , in de Theologie en Hiffcorien, Joh. Lauenberg in de Rechten en Wiskunde , Joh. Biirferus innbsp;de Philofophie , Georgius Mitzleben meede in de Theologie, ennbsp;Henricus Erneflius in de Rechten.

In Yslandt. R.

Te Hola, Stadt en Bisdom defes naams, is hier over veele Jaaren reets een Akademie geweefl;, om de Jeugdt in defe Ge-weflen te onderwyfen. Daar is ook een bequaame Drukkerye,

in welke de Bybel, ’tPfalmboek, en andere Boeken in de Islandtfche Taaie gedrukt worden.

IX. In T Koningryk S WEE DEN.

UPSALIA, of UPSAL. R.

Sommige reekenen defe Akademie reets in de dertiende Eeu-we gefticht te zyn, doch fulks wordt door andere tegengelproo-ken; beweerende , dat dit ten tyde van Koning Steno Sture^ Ao. 1477. doornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aarts-Biffchop van üp/a/gefchiedt zy,

en dat Paus Sixtus de Vierde haar defelve Privilegiën als die te Bohnien toellondt. De volgende Koningen hebben defe Akademie van tydt tot tydt meer beguniligc, en de dappere Guflet-%us Adolphus vereerde haar verfcheyde Bibliotheeken, door hem

m

-ocr page 211-

AKADEMIEN van ’T CHRISTENRYK. 177 in den dertig Jaarigen Oorlog verovert, en uyt verfcheyde Plaat-fen in Duytfchkndt derwaarts gevoert.

Ten tyde van de Reformatie, quam defe Akademie den Pro-teftanten fonderling te pas, foo datfe voornaamentlyk Ao. 1540. door ’t beroepen van veele geachte Mannen nyt Duytfchkndt,nbsp;in een bioeyenden Raat was.

Onder de Vermaarde Geleerden van die tydc, munten hier nyt, Jacobus Zieglerus een Nederlander, Olaus Magnus en deflelfsnbsp;Broeder Johannes Magnus, Johannes Forbefius, Johannes Loccenius,nbsp;Johannes Freinshemius, Johannes Schefferus , Olaus Rudbeck , ennbsp;veele anderem

Hier is ook noch een byfonder Collegie tot onderfoek van Oudtheeden gefticht, en een diergelyken is ’er ook te Stokholm,

TORPATUM, of DORPT,

In Lyfiandt. R.

Inden Jaare 1632. heeft Johannes Skytte, Sweedtfche Raadt en Scadchouder van EJllandt hier een Akademie gefticht,nbsp;van welke de Koning hem daarna ook Kantzelier maakte. Defenbsp;Hooge Schoole is naderhandt door Koning Carel de elfde naarnbsp;Pernauw overgebracht; maar van derfelver verderen en tegen-woordigen ftaat, hebben wy geen verfeekert bericht.

A B O A, in Finlandt. R.

Wanneer Lilienhöck Ao. 164®. Gouverneur in Pmneren was, en den ftaat der School-faaken aldaar aan de Koninginne Cbrijiinanbsp;naar S'weeden berichtede, wierdt haar door den Graaf Pieter Brahenbsp;Gouverneur in Finlandt geraaden, te Abo een Akademie aan tenbsp;leggen; ’t geene noch in ’t felve Jaar gefchiede, en de gemelde Graaf wierdt daar van tot Kantzelier verklaart ; welk werknbsp;gewenfchten voortgang hadde.

De twee laatftgemelde Akademien fullen waarfchynlyk, in den iaatften Oorlog met de Rujfen, veel laft geleeden hebben.

X. In R u s L A N D T.

St. PETERSBURG.

Defe Stadt legt eygentlyk in Ingermanlandt, doch dit geweft

Z

-ocr page 212-

i^g LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF is in den laatften Oorlog door devan de Siveeden verovert,nbsp;door Petrus d’eerfte Keyfer van Ruslandf, welke defe Plaats niet.nbsp;alleen geheel nieuw aangelegc, maar ook na fynen naam ge-noemt, en het ontwerp geformeert, ook ten deele begonnennbsp;hadde, na ’t voorbeeldt van andere Geweften , hier eenKey/eV'nbsp;lyke Jkademie der tVetenfchappen te Richten; maar door delïelfsnbsp;fchielyken doodt achter uyt gefet zynde, is voornamendyk doornbsp;deflelfs nagelaatene Gemaalinne Catharina Ao, 1726. in een ge-wenfchten ftaat gebracht, om jonge Studenten in de Medicy-nen, Natuurkunde, Wiskonfl, en andere Belchaafde Weten-fchappen en Taaien te onderwyfen. Daartoe zyn de volgendenbsp;tot de eerfle Profeflbren beroepen: Jacobus Hermanms in denbsp;Wiskunde, Johan Pieter Kohl in de Wellpreekentheit, Joh. Simon Beckenjtein in beyde de Rechten en Hiflorien, MichielBurger in de Medicynen en Chymie, Joh. George Du Vernoy in denbsp;Medicynen, Ontleedt- en Heel-konffc, George Bernard Bulfingernbsp;in de Phyfica, Chriji. Fred. Grofz in de Philofophia Moralis,nbsp;Fred. ChriJl. Majer in de Mathefis, Jofeph Nicoï. de VIjle in denbsp;Aftronomia, enz. Voorts foude noch Car el Fred. Schefjler innbsp;de Reeken- en Meetkunde, Chrijiophel Marfellus in de Burgerlykenbsp;Bouwkunde, George GJell in de Teeken-en Schilderkonft, ennbsp;Coenraadt Ofner in de Beeldthouw-kunde onderwyfen.

Daarenboven wierdt ’er noch voor de Jeugdt, een byfonder Gymnafmm aangelegt.

Doch verdere aanwyfinge van ’t een en ander, gedoogt ons

beftek niet.

XL nbsp;nbsp;nbsp;NEDERLANDEN.

In de Spaanfche Nederlanden.

LOVANIUM, of LEUVEN. P.P.

Defe Höoge Schoole is opgerecht door Hertog Johannes van Brabandt Ao. 1424. met toeftemminge van Paus Martinusde vyf-de, en naderhandt door Paus Eugenius de vierde met breederenbsp;Privilegiën begiftigt.

^ De Plaats daar de ProfefToren haare Leffen doen, noemt men hier gemeenlyk Zfo/ar, of Hallen, om dat de Drapeniers, die

eer-

-ocr page 213-

AKADEMIEN VAN TCHRISTENRYK. 179

eertydts veel in defe Stadt plagten te vvoonen , hier haar by-eenkomflen hadden.

Hier worden de drie Faculteiten der Theologie , RechtsgeJeert-heit en Medicynen geleert; daar toe hier federt van oudts altoos feer Vermaarde Mannen beroepen zyn , doch van alle welkenbsp;wy Rechts eenige weinige fullen opnoemen, om niet te wydt-luftig te zyn.

De Vermaardtfte Dodloren in de Theologie zyn geweeft, A-drianus Florentius van Utrecht, welke daar na Paus geworden is, onder de benaaminge van Adrianus de fesde; Johannes Beetzim,nbsp;Ruardus Tapperus van Enkhuyfen, Martinus D'erpius , Joh. Triedonbsp;van Turnhout, Joh. HeJJelius, Jacobus Latomus , Michael Bayusjnbsp;Jodocus Tiletanus , Auguflinus Hunnceus , Joh. Molanus , Cornelisnbsp;Janfenius , daarna geworden BilTchop van Ghendt ; Henricusnbsp;Cruyckius , gebooren te Cuylenburg , daar na Biflchop te Roer-mondt geworden ; Johannes Malderus, daar na Biflchop te Ant-‘Werpen , Joh. Lenjceus , Jacobus Janfonius van Anifterdarn , ennbsp;meer andere.

In de Rechtsgeleertheit zyn hier meefl; door haare fchriften bekendt, Guiliehmis Bontius , Gabriel Mudceus , Joh. Wamefius,nbsp;Philippus Suerius, Joachimus Hopperus , Eilbertus Leoninus , daarnbsp;na Kantzelier van Gelderlandt geworden; Petrus Pecquius, Gregorius Tengnagel, Gerardus Corfelius , Petrus Gudelinus, Albertusnbsp;Hartenbergenfis, enz.

En in de Medicynen de volgende , Hieremias Bracbellus Bra-bantus, Jeremias Trevelius, Thomas Fienus, Petrus Pierius ab Imen-ga, Antonius BuJJenius , Jacobus Bogardus, Nicolaus Biejius, Gemma Phryfius, en deffelfs Soon Cornelis Gemma, die beyde ook feer beroemde Wiskonftenaars waren.

Onder de geene , welke in de Hiftorien onderweefen hebben , zyn wel de Vermaardtfte, Johannes Stadius en Jujius Lipfius.

De Philofophie wordt hier geleert in vier Collegien, die van de teekenen , welke zy voeren , zynde de naam der Huyfennbsp;in welke zy gehouden worden, den naam hebben. Het eerftenbsp;iiamp;mgenoemt, is gefticht Ao. 1493. door Carolus ViruU, ge-fegt Mameken j het tweede Poreus genoemt is gefticht Aolt; 1491-

Z 2 nbsp;nbsp;nbsp;door

-ocr page 214-

ISO LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF door Henrkus de T oe of Zoera; het dtxdtCaflrum genoemC, is gC'nbsp;ftichr door Godefridus van Compel Ao. 1457. en. het vierde Fakonbsp;genoemt, door Marünus BaUuini Rithovius en Joh. Fenduillius,nbsp;enz. Ao. 1543. Daar is noch een ander Collegie, geftichtdoox'nbsp;Joh. Standonck, Ao. 1491. ’t geene na hem-den naam draagt,nbsp;en ten deele met dat van Poreus vereenigt is.

Noch is ’er een vermaardt Collegie, gefticht door Hieronymus BusUdius, gellorven Ao. 1517. welke daar toe alle fyne Goederen heeft gelegateert, en daarom ook na hem genoemt is.nbsp;In het felve worden de drie Taaien , Hebreeuw/ch , Griekfch ennbsp;Latyn opentlyk geleert; en hebben daar in van tydt tot tydtnbsp;veele voortreffelyke Mannen lellen gegeven; van welke wel denbsp;voornaamfte zyn , Conradus Goclenius , een groot Vriendt vannbsp;Erafmus, Jdrianus Barlandus, Nicolaus Clenardus, Hugo Babelus,nbsp;Sebafiianus Foxius een Spanjaardt, Cornelius Valerius , Petrus Nan-nius, Rutgerus Refcius, Johannes Campenfis, Valerius Andreas y ennbsp;meer andere, te veel om te verhaalen.

Daarenboven zyn ’er noch meer dan 28 andere Collegien , welke meefl: den naam van haare ftichters draagen; doch tenbsp;lang om hier meede te deelen.

Met de optellinge van meerder Geleerde lieden defer Akade-mie ons hier op te houden, gedoogt ook ons bellek niet.

De Jefuyten hebben hier meede over lang getracht leflen te

geven, en ook wel gedaan, doch niet in ’t openbaar, en Hechts by oogluykinge; waarom zy eyndelyk gedwongen wierden wederom öp te houden. Onder haar is hier wel meefl door fynnbsp;fchriften. vermaart, Leonardus LeJJïus.

DUACUM, of DOUAY. PP..

De Jefuyten liende, datfe te Leuven geen plaats in de Aka-demie vonden, hebben reets met het begin van haaren Orden, getracht te Douay een Akademie aan te leggen, en daar toenbsp;Collegien opgerecht; maar dit voornemen wierdt door de Aka-demie van Leuven verhindert. Eyndelyk bragten zy het evenwel foo verre, dat Philippus de tweede , Zoning van Spanjen,nbsp;in den Jaare 1562. hier een Akademie llichtede, tegens willenbsp;en dank van die van Leuven y door aanpryfinge van den Kardinaal

-ocr page 215-

AKADEMIENVAN’T CHRISTENRYK. i8i naai van Granvelle den Prefident VigUus en den Raadtsheernbsp;Nigfi, en Paus Paulus de Vierde verleende daartoe de bevefti-gingc, Naderhandt is defe Akademie met noch twee Collegiennbsp;verbetert, namentlyk het Collegium Marehenfe en ’t Collegium A-quacinSlenfe , door twee Abten gefticht. De eerfte Reftor isnbsp;hier geweeft Waïrandus Hang'wardus, en de eerfte leflen zyn gedaan door Francifcus Richardotiis, Biftchop van Atrecht.

• Van de geene die hier in de Theologie geleerc hebben, zyn wel de voornaamfte, Thomas Stapletonus een Engelfchman, GuiUnbsp;Helmus EJihius van Gornkhem^ Johannes Ruims ^ Matheus Gaknus^nbsp;Philippus Montanus , Bartholomeus Petrus, en meer andere.

In de Rechtsgeleertheit, BoëtMus Epo een Fries, Jacobus Ree-vardus, Lavinus Pontanus, Johannes Ramus, en eenige andere.

In de Medicynen is meeft door fyn fchriften vermaardt, Johannes Sylvius.

In de Philofophie en Vrye feonften hebben met luvfter ge-leert, Johannes Otho , Johannes Mirceus , daar na BilTchop van Antwerpen, Framifcus Sylvius^ Johannes OUvarius, en Andreas Hoyus.

De Jefuyten leeren hier ook met grooten toeloop de Theologie en de Philofophie; en zyn onder haar welde voornaamfte geweeft, Robertas Bellarminus I Johannes Deckerius, Johannes Ha-jus Servius, Nkolaus Bonartius, en Jacobus Bonfrerius.

Omtrent den Jaare 1608. is hier ook een Collegie van En-geljchen in de Theologie gefticht, door welke het Oude Tefta-menr uyt de Latynfche Vulgata in de Engelfche Taaie is overge-fet, en in ’t licht gegeven, zynde Thomas Worthington een der voornaamfte van defen arbeydt.

In de Fereenigde Nederlanden.

LUGDUNUM BATAVORUM, of LEYDEN. R.

In Hollandt.

Na dat defe Stadt, van de tweede fwaare beleegeringe der Spanjaarden Ao. 1574. verloft was, hebben de Prins van Oran-jen en de Staaten van Hollandt Ao. 1575. goedt gevonden, binnen defelve een Akademie op te rechten, en uyt de Goederennbsp;van de Abdye van EgmondP, met genoegfaame Renten en In-

Z 3 nbsp;nbsp;nbsp;komften

-ocr page 216-

183 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF komften te begiftigen; met Oélroy op de naam van PMIippiisnbsp;Koning van Spanjen, van in alle Faculteiten en Taaien te mogen leeren, en uytdrukkelyk verbodt,van ooyt inHollmdt nochnbsp;Zeelandt eenige andere diergelyke Hooge Schoole te mogen oprechten. De eerfte aanleg gefchiede in ’t gevveefene St. Barbaren Convent, doch is reets Ao. 1578- in ’t Kloofler der Wittenbsp;Nonnen overgebragt, en federt gebleven.

Ten dienft van defe Akademie is ook een ongemeene heer-lyke Bibliotheek opgerecht« welke van tydt tot tydt, niet alleen door gelegateerde, maar ook door aangekochte Boeken groote-lyks is vermeenigvuldigdigt; behalven noch, dat alle de geenenbsp;welke van den Staat eenig Oftroy op Boeken verfoeken, gehouden zyn van ieder een Exemplaar in defe Boekerye te leveren.nbsp;. In den Jaare 1592. hebben de Heeren Staaten noch gedicht,nbsp;een Duytfch Collegie in de Theologie, voor 31 Jonge Studenten,nbsp;het felvc met een jaarlykfche Inkomfte van 8000 Guldens begiftigt, en daartoe het voor defen geweefene Celle-Broeders Khojlernbsp;gefchikt. De eerde Regent van dit Collegie is geweed Do. Johannes Cuchlinus, Predikant tot Amfierdam. Defe dichting is na-derhandt veel v'ergroot en uytgebreydt.

In den Jaare 1605. is ’er binnen Leyden ook een Francoyfeh Theologifch Collegie gedicht, met goedtvinden van de Heeren Staaten van Hollandt, die tot deflelfs onderhoudt byprovifie meede

Jaarlyks een feekere fomma toedonden. D’eerde Regent daarvan is geweed, Do. Daniel Cohnius, Predikant van de Duytfche en Walfche Gemeente te Rotterdam.

Defe Akademie van Hollandt mcxdt van tydt tot tydt met uyt-muntende Mannen in alle Faculteiten voorfien, eh derfelver eerde Redlor is geweedPefreyar Tiara, Profeffor in de GriekfcheTnsXQ.

De eerde Profefforen zyn geweed, in de Theologie, Lam-bertus Danceus, Giiill. Feuguerceus, Adriamis Zaravia, Lucas Trel-catius Vader en Soon, Francifcus Junius, Francifcus Goniarus, Philippas Marnixius , Jacobus Arminiiis, genoeg bekendt door fyne Schriften en hevige Diiputen in Hollandt ^ welke van hem dennbsp;naam draagen, Johannes Coccejiis, enz.

In deRechtsgeleertheit, Hugo Donelhis, Cornelius Grotius ,Dirh-van Nieuwburg, JooJl de Menyn, Thomas Sojius, Julius Beyma,

Gerat'-

-ocr page 217-

AKADEMIEN VANT CHRISTENRYK. 183 Cerardus Tuninghis, Guill. Bontius, Everhardiis Bronkhorft, liiigunbsp;Crotius, Cornelius Pynakerus, Petrus Ciineus, Job. Linderhaufes, Corn.nbsp;Swnenburgius, enz.

In de Medicynen, Hadrianus Junius, Petrus Forefius, Reniber-tus Dodoneus, Gerardus en Reinerus Bontius, Joh. Heurnius, Carolus Clufius, Ever ar dus Forjlius, Petrus Pawius, enz.

In de Philofophie, Rudolphus en Willebrordus Snellhis, Gilber-tus Jacheus , Franco Burgerdicius, Petrus Molinwus , enz.

Inde Hiftorien en Taaien, Petrus Tiara, Bonavent. Fidcanius, Franc. Raphelengius, Thom. Erpenius, (die een eygene Drukkeryenbsp;in deJrabifche Taaie hier heeft opgerecht; ) Jacobus GoHus, Ba-filius Fithodaus f Dominicus Baudius, Paulus Merula, Guill. Cod-dceus, Joh. Meurfius, enz.

Eten Wel-Edelen Douja, Heere van Noordtvoyk, Cura-teur defer Akademie, delTelfs Soon en naamgenoot, Bibliothecaris derfelven, en de Doorkichtige Jofephus Scaliger, gelproo-ten uyt de Vorften van/^razis, hebben defe Akademie door haa-re fchriften ineede eenen grooten luyfter bygefet.

Hier heeft ook het eynde fynes levens verfleeten, de Geleerde en door fyne fchriften feer vermaarde Edelman, Philip Mar-nix, Heere van St. Allegonde, beefig zynde om de Bybeluyt de Hebreeiiixfche en Griekfche Grondt-Taalen in onfe Nederduytfchenbsp;over te fetten; doch is ondertuflehen komen te fterven, na datnbsp;hy een gedeelte van de Boeken Mofis gedaan hadde. Naderhandtnbsp;is dit hooglofFelyke Werk, volgens ’t Befluyt van de Nationalenbsp;Synode Dordrecht vm de Jaaren 1618 en 1619. door verfchey-de Gedeputeerde Predikanten, alhier voltrokken, en inden Jaa*nbsp;re 1636. voor d’eerftemaal in ’t licht gegeven.

Ten dienfte van die in de Medicynen lludeeren, is hier een heerlyk Theatrum Anatomicum en een Hortus Medicus’, voorts eennbsp;Obfervatorium met de noodige Inflrumenten voor de Sterrekun-digen, en ’t geene verder tot een welgeftelde Akademie ver-eyfcht werdt.

FRANEKERA, of FRANEKER.

In Frieslandt.

R.

Defe Akademie is door de Heeren Staaten van Vrieslmdt ge-‘

Richt,,

-ocr page 218-

lU LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF fticht, inden Jaare 1585.60 tot derfelver kollen en onderhoudt,nbsp;d€ Inkomllen van een deel Kiooller-Goederen gefchikt. Defel-ve is met drie Auditorien en een Akademie-Kerk voorden, welkenbsp;luchtig en ruyra genoeg is, om daarin de noodige plechtigheden te verrichten. Hier by is ook een fraaye Bibliotheek, eennbsp;Hortus Medicus en een Theatrum Amtomicum, voor dff lludeerende

aangelegt.

Daarenboven is hier ook een Collegie voor fellig Studenten gellicht, die geene middelen hebben om op haar eygen beursnbsp;te Iludeeren. Voor defen betaalde ieder 45 guldens voor de tafel; maar hedensdaags is de prys door deHeeren Staatenopgonbsp;guldens geilek, dewelke uyt de gemeene Schat-kill het daaraan ontbreekende goedt doen.

- In den beginne waren hier niet meer dan leven ProfelToren beroepen, namentlyk drie in de Theologie, en van ieder dernbsp;overige Faculteiten maar een; doch dit getal is door den toe-vloedc van Studenten daarna vermeerdert.

Onder de eerlle ProfelToren welke hier geleert hebben, zyn de volgende;

In de Theologie Henricus Antonides van der Linden, Martinus Lydius, Sibrandus Lubertus, Guillieïmus Atnejius, en meer andere.

In de Rechten, Henricus Schotanus, Paulus Bujius, TtmceusFaber , enz.

In de nbsp;nbsp;nbsp;Taaie, Joh.Drufius, ShtimsAmama^ enz.

In de Griekfche Taaie, Petrus Tiara, Johannes Arcerhis, enz.

In de Hiltorien en Welfpreekentheit, Pierius Winfemius, J. U. D. enz.

In de Philofophie, Arnoldus Verhel, Joh. Hachtingiiis, Johannes Schotanus, enz.

In de M.edicynen ,Menelaus Winfemius, N. Frencelius, enz.

In de MmhePis, Adriantis Metius, Bernhardus Fullenius, Job. Phoeylides Holvoarda, enz. door haare fchriften genoeg bekendt.

GROENINGA, of GROENINGEN. R

Defe Hoöge Schoole is door de Heeren Staaten van Groenin-gen en Ommelanden, binnen de Hooft-lladt Groeningen gellicht, onder den Tytel van Akademie van Groeningen, in den Jaare i6t4-

om

-ocr page 219-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK. igj om in alle de Faculteiten te lefen en te onderwyfen. lïet oplicht derfelven Haat aan vier Curateuren, welke alle Jaaren ver-kooren worden; namentlyk, twee uyt den MagiftraaAder Stadtnbsp;Groeningen, en twee uyt de Gedeputeerde v'an óz Ommelanden.

Defe Akademie heeft drie Auditorien, en een ruyme en ge-makkelyke Kerk, in welkers Choor de openbaare plechtighee-den gefchieden. Defelve is ook met een noodige openbaare Boekereye, Theatrum Anato^nicum en Hortus Medicus voorfien.

Ten l^hoevevan 40 arme Studenten, welk getal daarna tot 60 is vermeerdert, is een byfonder Collegie gellicht, in’t welke een iegelyk eerfl; 45 , maar nu 55 Guldens betaalt, en daarnbsp;voor een vrye Tafel en onderwys in de Studiën geniet; wordende het overige door de Heeren Staaten van Groeningen en Ommelanden, uyt de Inkomften der Geeftelyke Goederen goedt gemaakt.

Voor de Jonge Jeugdt is hier ook een byfonder Gymnajium , in t welke defelve in de Gronden van de Hooft-Taalen wordt on-derwefen , en bequaam gemaakt om op de Hooge Schoole tenbsp;verkeeren.

Tot de eerfle Profeflbren defer Akademie zyn beroepen, Dr. Hertnannus Ravensbergerus in de Theologie, Cornelius t^yna-kerusixi de Rechtsgeleertheit, Nicolaus Mulerius, Med. Doftornbsp;in deMathefis, Ubbo Emmiusm de GrkkfckeTzz'e enHiftorien,

Gnillielmus Mackdowwel in de Logica , Phylica en Metaphylica , en Dodtor Epinus Huninga in de Phylofophie en Ethica, enz.

De eerfte Reftor defer Akademie is geweeell, de beroemde Hiftorie-Schryver Hhbo Emmius.

Meerder Heeren Profeflbren defer Akademie hier op te noemen , gedoogt ons bellek niet.

Het llrekt Groeningen tot groote eere, dat reets in de vyftien-de Eeuwe, de twee uytmuntende en Geleerde Mannen , Wes-fel Gansfortius, die den heerlyken Tytel van htt Licht der‘oeereldt om fyn Geleertheit hadde verkreegen, en Rttdolphus Agricola,nbsp;d’eerlle binnen, en d’andere naby Groeningen gebooren zyn, ennbsp;door haare Schriften getoont hebben, dat ’er een Reformatienbsp;noodtfaakelyk was, fchoon zy defelve niet beleeft hebben.

Aa

UI..-

-ocr page 220-

iSö

LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN OF

ÜLTRAJECTÜM, of UTRECHT. R.

Reets Ao. 1459. ten tyde van Biffchop David van Boiirgon-dien , is hier een Gymnafiim opgerecht , en het opficht daar van aan de foogenoemde Hieronymus - Broeders toebetroinvt ;nbsp;waar van het federt den naam van Gymnafium Hieronymiannmnbsp;behouden heeft. In het felve hebben fed(?rt van oudts verfchey-de Geleerde Mannen geleert; ouder anderen, Georg/wr Macro-pedius, anders gefegt LanckveUius , die niet alleen in de La-tynfche, Griekfche, Hebreeuwfche en Chaldeeiiwfche Taaien, maarnbsp;ook by uytneementheit in de Wiskunde bedreven, een goedtnbsp;Grammaticus en Poëet was. Defe hadde eenen feer Geleerden meedeleeraar Arnoïdiis Trichtius genoemt. Haar zyn gevolge Antonins Caiicius en Cornelius Lauermannus , door haarenbsp;Geleerde Schriften bekendt. Daar na Theodoras Cornelius Ber-gius en Armldus Eickius. Verder Theodoras Arcerius, daar nanbsp;tot Profeffor naar Franequer beroepen, (wiens Soon Johannesnbsp;fomtydts openbaare Lellen in de Rechtsgeleertheit deedt ; )nbsp;en Johannes Lontius , een neerftig Üpfpeurder der Nederlandt-fche Oiidcheeden.

Dat van oudts ook de Ridders van Rhodus , nu van Malta, anderfints dt. j^attr-Heeren genoemt, hier op haare kollen eenen Lefer in de H. Schrift hebben aangeftelt, om delelve uyt denbsp;Oorfprongiyke Taaien en de Uytleggingen der Oudtvadersnbsp;te verklaaren , blykt , dewyle Hieronymus Verknjus Ao. ifs6.nbsp;defe waardigheit bekleede; gelyk door den Heere Profeffor G.nbsp;Voëtius hier vooren {pag. 63.) is aangeteekent.

Na de Reformatie heeft men reets voor den Jaare 1606. in beraadt genomen, om een Provintiaale Akademie, het zy hier ofnbsp;te Amersfoort op te rechten; maar dit fleepende blyvende, be-llootde Magillraat van Utrecht Ao. 1634. op haar eygene koffennbsp;by provifie een Illujlrc Schoole te ftichten, welke door den ge-wenfchten voortgang , tweejaaren daarna (Ao. 1636.) tot eennbsp;Akademie is verhoogt. Van al het welke , als meede de Lyflnbsp;van alle derfelver Profe^foren, wy den Leefer hier vooren breeder verflag gedaan hebben , en daarom onnoodig hier te her-haaien.

Ten

-ocr page 221-

AKADEMIEN VAN ’T CHRISTENRYK 187 Ten dienfte van de ftudeerende, vindt men hier ook eennbsp;heerlyke Openbaare Bibliotheek, Theatnim Anatomicum en Hortus Medicus.

Wy fiillen hier alleen noch byvoegen , dat Paus Adrlanus de fesde, de eenigfte Nederlander welke ooyt defe Waardigheit verkreeg , binnen haare Muuren gebooren is.

R.

HARDEROVICUM, of HARDERWYK. In Gelderlandt.

Volgens oude aanteekeningen, foude hier reets in den Jaare 1372. een Gymnajium geflichc, en Ao. 1441. in fuik een bJoe-yenden Haat geweetP zyn, dat zich in het felve 300 uytheem-fche Scholieren bevonden ; en fouden in den fvvaaren brandt dernbsp;Stadt Ao. I f03. omtrent 3 f o Latynfche Leerlingen gefneuvelt zyn.nbsp;Dit School wierdt Ao. 1540. door de Heeren Staaten van dcnbsp;herflelt; Ao. 1590. door deceive met den Tytel vannbsp;IHuJlris Gymnajium vereert ; Ao. 1600. veel verbetert, en ternbsp;eere van Prins Maurits van Oranjen GymnajiumNq(p}vium genoemt.

Omtrent den Jaare 1616. wierdt hier ook , op ’c aanraaden van Prins Maurits, een Openbaare Beurs voor behoeftige ftuden-ten, voornamentlyk uyt de Fchraie opgericht, maar is in dennbsp;Jaare 1641. wederom afgefchaft.

Behaiven de laageSchoole , hebbende Heeren Staaten van’t Quartier van de Vtlwode, in den Jaare 1600. binnen defe Stadtnbsp;meede eenHooge Schoole geflicht; maar dewyle defelve, by gebrek van noodige middelen tot onderhoudt der Profeflbren, totnbsp;verval en ondergang helde, hebben de Heeren Staaten defer Pro-vintie Ao. 1647. beflaoten, defe Hooge Schoole tot.Gcn Provintiaaknbsp;aan te nemen, en daar toe te beroepen twee Profeflbren in denbsp;Theologie, twee in de Rechten, een in deMedicynen, een innbsp;de Hillorien en Welfpreekentheit, en een in de Philofophie, totnbsp;welkers onderhoudt by de drie Quartieren een Jaarlykfe fommanbsp;wierdt toegeftaan. Maar dewyle de Heeren Staaten van’t (^uar-tier van Nyfii'wegen Ao. 1651. haar gedeelte tot onderhoudt defer Akademie weigerden te betaalen, verliep defelve foo verre, datnbsp;de Heeren Staaten der Provintie Ao. idjj. bellooten, de Akade-

A a 2 nbsp;nbsp;nbsp;m.ie

-ocr page 222-

188 LYSTE DER HOOGE SCHOOLEN amp;c. mie af te fchaffen , en de Profeflbren te laacen uytflerven ; dochnbsp;op Voor.'praak van wylen William de lilde, Koning van Groot-Brit-iannien, als Erf Scadthouder defer Provintie, wierdt defelve Ao.nbsp;1692. van nieuvs herftelc, en is thans in een bloeyenden ftaat.

Onder de eerde Profeflbren, die hier beroepen zyn , worden getelc , in de Theologie, Anthonius Tloyfius, Conjlantims rEnipereur, Henricus van Diefi, Joh, Cloppenhirg ^ CL Salmafius,nbsp;Abdias Witrnarius, enz.

In de Rechten en Ethica, jacobus Fernerius, Bernhardus Sut-holt, Lambertus Goris, Everardus Balck, enz.

Inde Medicynen, Joh. Andr. Smits, Franc. Jacobus Kochius, H. Smetius, enz.

In de vrye Konden , Joh. Ifackis Pontanus , Jacobus Zeveco-tiiis, Antonius Deujing, enz.

NEOMAGUM, ofNYMWEGEN. R.

Omtrent den Jaare 1658- hebben de Heeren Staaten van ’t (^uartier van Nymwegen in defe Stadt een Akademie beginnennbsp;te dichten, en Chrijiophorus Wittichius tot ProfeflTor in de Theologie beroepen, welken Abrahamus Gulichius gevolgt is ; dochnbsp;dit werk geen rechten voortgang willende nemen , liep haaftnbsp;ten eynde.

Dus verre de Hooge Schoeien en Akademien van ’t Chriftenryk verhandelt hebbende, volgt nu een Lyfi der Plaatfen, daar mennbsp;Schooien en Profeflbren heeft, doch by welke alle Konden ennbsp;Wetenfchappen niet geleert worden ; voornamentlyk niet denbsp;drie hooge Faculteiten, der Theologie, Rechten en Medicynen,nbsp;of immers daar geene Tytels en Promotien verleent worden;nbsp;die men dan tot onderfcheydt Illujlre Schooien of Gymnafia plagtenbsp;te noemen.

LYSTE

-ocr page 223-

189

Y S T E

DER

ILLUSTRE SCHOOLEN

GYMNASIEN,

Van ’t Chrijienryk.

In I T A L I E Nj enz.

MANTUA. ofMANTOA.

Jefe Illujire Scboole werdt gefegt omtrent den Jaare 1480.

' opgerecht te zyn. Andere leggen, damp;tjob. Francijco Gonzaga, d’eerfte Mark-GraafvanMawfwa:, het fondament daarvan gelegt heeft, en datfe door Idertognbsp;Frederik Ao. 1530. is voltrokken.

Hier_ hebben eertydts geleert, ViBorinus, Marius PUklphus Franc ifci-Soon^ Baffianus en Francifcus Premola.

ANNECIUM, in Savoyen.

De oorlpronk defer Doorluchtige Schoole is onbekendt. De-felve wordt door fommige een Akademie genoemt, en leeren aldaar de Regulieren van St. Paulas, onder welke de vermaarde Phi-lofooph Baranzanus, feer bekende is geworden.

A S T A, of A S T E, in Piemont.

’tls onfeker, of dit een Akademie of Illuftre School is. In de Rechten zyn hier door haare Schriften bekendt geworden, Johannes Neviamis en Bonaventura de Ecckjia.

In VRANKRYK en BEARNE.

RUPELLA, of ROCHEL. R.

De llichtinge defer Illujire Schoole is ons niet gebleeken. Hier

Aa 3 nbsp;nbsp;nbsp;hebben

-ocr page 224-

190 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN hebben eertydcs in de Philofophie geleert, Nicolaus Gruchius ennbsp;Petrus Martmius.

NERACÜM, ofNERAC. R.

Defe Schook'hceh begonnen omtrent den Jaare 1590. door begundiginge der Moeder van Koning Hendrik de vierde, welkenbsp;tot dien eynde onder anderen den Git\(e.amp;xdmLambert Danaus herwaarts beriep, om in de Theologie te onderw}'ren.

Doch door het affchafFen van de Gereformeerde Religie in dit Koningryk, ftillen defe Schooien ook wel vervallen zyn.

CESSERO, of CASTRES, in Jlbigeois. R.

Defe Schoole heeft in den Jaare I594' haar begin gehadtj doch van haaren tegenwoordigen Raat is ons niets bekendt.

VESONTIUM, of BESANSON, m Hoog-Bourgogne. R.

Defe Schoole is omtrent den Jaare if7o. opgerecht, door yhnbonius Perrenot, Aarts-BifTchop vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kardinaal Gr;?»-

¦oelle, zynde door Keyfer de vyfde en Paus 'Julius óq derde bevefligt.

In DUYTSCH LANDT.

MERSEBURGUM, of MERSEBURG, in Mei/fen. R.

Defe Schoole is opgerecht in den Jaare ir43. door Hertog

Maiirits van Saxen ^ die aan defelve veelegunllen heeft beweefen.

AUGUSTA VINDELICORUM, of AUGSBURG.

De oorfprong van defe Schoole is ons niet gebleeken. Marcus en Jntnnius Felferus hebben beyde, foo wel de Stadt, als de Schoole, door haare Schriften feer vermaardt gemaakt. Hiernbsp;hebben ook geleert, Xyfius Betulejus, Hieronymus Wolffiiis, uytnbsp;veele Schriften bekendt, en David Hcefchelius.

COBURGTM, of COBURG in Saxen. R.

Defe Illuflre Schoole is omtrent den Jaare nbsp;nbsp;nbsp;door Johan

Cafvnir, Hertog van opgerecht, en daartoe een fraay Gebouw gefticht. Onder andere heeft hier geleert, AndreasLiba-, vius, een vermaarde Medicus en Philofooph.

SER-

-ocr page 225-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 191 SERBESTA, of ZERBST, in Jnhalt. R.

De Illujlre Schook hier is feer vermaarde, en opgerecht Ao. i j-gj, door joacbim Ernji, Vorfl van /Inhalt, zynde de eerfle Refternbsp;geweelt, dit blt;txoi:VL\dc Georgius Bersmannm. Hier heeft ook felfsnbsp;alvoorens en daar na noch geleerc JVolgangus Amlingus , welkenbsp;de Kerke meede veele dienften heeft gedaan.

HAILBRUNNUAf, of HAILBRON , in Frankenlandt. R.

In den Jaarei582. h.tQix.GeorgeFrederik, Markgraaf vm Brandenburg , dit Gytnnafium opgerecht , met noodige Profeflbren voorfien, en een Beurs gefticht voor onvermogende ftudenten,nbsp;die hier voor niet leeren en een vrye tafel hebben.

CORBACHIUM, of CORBACH, in IValdek. R.

Dit Gymnafiam is begonnen , omtrent den Jaare 1579. door Jofias en fVokadt Grd.vm van Waldek^ welke daar toe een ge-weefen Franciskaaner Kloofter gebruykten. De eerfle Reftor hiernbsp;is geweelt, Lazarus Schonerus , een vermaarde Mathematicus,nbsp;door fyn fchriften bekendt.

MISNA, of MEISEN, in Meijfen. R.

Defe Doorluchtige Schoole is Ao. 1543. uyt de Inkomflen der Reguliere Canonyken van St. Af ra opgerecht, door Mauritsnbsp;Hertog van Saxen, ook met onderhoudt van een goedt deel on-vermoogende Scholieren belbrgt. Hier hebben onder anderennbsp;geleert, Georgius Fahrichis en Adamiis Siberus, door haare fchriften vermaardt; als meede Johannes Rivhis ^ Hermanusnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;enz.

STETINUM, of STATYN, in Borneren. R.

Dit Gymnafiim is opgerecht, door Philip Hertog van Pameren, in den Jaare 1543. en daar roe de Inkomflen van de twee Kerken van St. Otto. en Maria befteedt. Tot den eerflen Reftornbsp;wierdt aangeflelt Antonius IVahenis, een Geleerdt Man 5 hem isnbsp;gevolge Cafparus Landtfiedel, daar na ProfefTor te L eïpzig enErffbrt.nbsp;Hier heeft ook geleert de vermaarde Petrus Artopoeiis.

STADA, of STADEN. R.

De oprechtinge van dit Gymnafium is door den Magiflraat Ao.

1588.

-ocr page 226-

192 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN 1588- gefchiedc , en met goede Profefldren voorden, ondernbsp;welke vermaardt zyn, de Geleerde Severinus Sluterus en Ottênbsp;Cafmannus, een bekende Theologant en Philofooph.

BREMA, of BREMEN. R.

DefeSchoole heeft reets met de Reformatie in den Jaare 152?. een begin genomen, in het geweefene Dominikaanernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

en is met een Inkomlle uyc St. Geertruydts Hofpitaal verfterkc. Tot Scholarch wierdr verkooren Luder Hals, die defe Bediening totAo. 1554. heeft bekleedt. Een der eerden Leermeeftersnbsp;was Ericus Cordus Med. Do6lor, die het Schoolbeilier hielp innbsp;ordre brengen, en de eerde Reftor was Joh. Oldenburgius.

Naderhandt is ditGymnafumibo veel verbetert, dat het felve voor veele Hooge Schooien niet behoeft te fwichten.

Hier in hebben geleert, de Vermaarde Theologanten Chrijlê-phorus Pezelius, Mathias Martinius en Nath. Chytraus , uyt veele Ichriften bekendt; als meede Joh. Efychius, en veele andere.

NEUSTADIUM, NEAPOLIS NEMETUM, of NIEUWSTADT, in de Palts. R.

Dit Gymnafiuni is Ao. 1579. opgerecht, door Johannes Cafimi-rus Paltsgraaf, en heeft federt den beginne ook tot aan delfelfs doodt feer gebloeyt. Hier hebben een tydt lang geleert, de

Vermaarde Theologanten Zacharias Urjinus, Hieronymus Zanchius, Francifcus Junius, Henricus Smetius en Fortunatus CrelHus, alomnbsp;door haare fchriften bekendt.

PORTA ad SALAM, of SCHOOL POORT, aan de Saai. R.

Eertydts was dit een Cijlercienfer Klooder, doch is door Hertog Maurits van Saxen Ao. 1543. in een Vordelyke of Landts-Schoole verandert, en de Inkomften der Monniken tot onderhoudt van 100. Studenten en noodige Leermeefters befteedt.

LAVINGA , of LA VINGEN, in ’t Palts-Nieumburgjche. R.

Dit Gymnafium is eet^ in den Jaare ijdo. opgerecht, door Paltsgraaf Wolfgang van Tweebruggen en Nieuwburg. Hier heeft

on-

-ocr page 227-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 193 onder anderen geleert, de vermaarde Mathematicus Cyprianusnbsp;Leovicius; als meede de beroemde Philippiis Hcilbrunms.

ZWICCAVIA, of ZWICKAUW, in Thurmgen. R.

Defe Schoole heeft reets voor den Jaare 1550. een begin genomen. Onder anderen hebben daar van het bellier gehad^t,nbsp;de Vermaarde Petrus Plateanus , Guanis H^igandi, Guarinus ennbsp;Stephams Wüdius.

GRIMA, of GRIMi in Meijfen. R.

Dit was eertydts een ryk Jugujliner Kloofter , ’t geene Hertog Maurits van Saxen Ao. 1550. in een aanfienlyke Landts-Schoole veranderde, en daarin een groot getal onbemiddelde Scholieren deedt onderwyfen. Naderhandt heeft Joh. George denbsp;derde Keurvorfl van Saxen, defe Schoole noch meerder luyilernbsp;bygefet.

HERBORNA, of HERBORN. R.

Defe lïïufire Schoole is geflicht in den Jaare 1585- door Graaf Johannes van NaJJaum, Broeder van den Vermaarden Prins PVil-bem d’eerfle van Oranjen, op ’t aangeven van den beroemdennbsp;Godtgeleerden CaJ'par Olevianus, door fyn fchriften genoeg be-kendt; doch die de vruchten van fynen vlydt niet lang beleeftnbsp;heeft, als zynde reets Ao. 1587. oyerleeden.

- Hier heeft voornaamentlyk de Theologie gebloeyt; in vvelke

leer vermaarde geweeit is, de Geleerde Johannes Plfcator, door

fyn Overfettingen en Uytleggingen van de Bybel , en andere fchriften genoeg bekendt. Als meede Jodocus 'Nahum, en Willem Zepperus. En in de Rechtsgeleertheit, Jntonius Mattheeus,nbsp;Joh. Goeddeiis en Joh. Althufius, meede door veele fchriften ver-maardt. Hier hebben ook geleert, Joh. Henricus Aljledius ennbsp;Georgius Pafor, welke ook door haar uytgegevene Boeken veelnbsp;dienft gedaan hebben.

MONASTËRIUM, of MUNSTER.

Men fegt, dat de Magiflraat defer Stadt reets in den Jaare 1500. tot voortfettiiige van de vrye Konllen , een Gymnafiimnbsp;bouwde. Andere feggen, dat hier Ao. 1580. fuik een Schoolnbsp;is opgerecht, of mogelyk vernieuwt geworden.

Bb nbsp;nbsp;nbsp;HAM-

-ocr page 228-

194- LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN

HAMBURGUM, of HAMBURG. R.

Na de Reformatie ^ toen die van Hamburg de Klooflers af-fchafden, heeft de Magiftraat het Kloofter der Prediker-Monnik-ken in een Gymnafium verandert.

OSNABRUGA of OSNABRUGGE.

Den oorlprong defer Schoole is ons niet gebleeken.

SCHLUSINGA, of SLUYSINGEN. R.

Het Gymnafium alhier wordt het Hennebergfche genoemt, zynde door den Vorfl: George Ernjl van Henneberg^ van de Inkomftennbsp;der afgefchafde Kloofter-goederen aangelegt, en worden daarnbsp;van 30 onbemiddelde Landtskinderen in het felve tot de ftudiennbsp;opgebragt 5 over welke hy Ao. 1577. Wolfgangs Mollerus tolden eerften Reólor aanftelde. Hier heeft ook geleert, fVolfgan-.nbsp;gus Siberus, door fyn fchriften wel bekendt.

STEINFURTUM, of STEINFORT. R.

Defe Illuflre Schoole wierdt door Graaf Arnoldus van Benthem, Ao. 1585. eerft te Scbuttorp in ’t Graaffchap Benthem opge»nbsp;recht, maar door de ongelegenheit derplaatfe Ao. 1589. reets

naar Steinfort verlegt.

Een van d’eerlle Profeflbren hier is geweeft Hermannus HauS'

mannus. In de Theologie hebben hier geleert, ConradusForJiius, beroepen totProfelTor te Leyden, doch die om fyn onrechtfin-nigheit nooyt befit daar van genomen heeft; beneffens de vermaarde Henricus Altingius, Anthonius Perizonius, enz. In de Phi»nbsp;lofophie Clemens Tmplerus. enz.

TREMONIA, of DORTMONT. R.

De Richting defer Schoole is ons niet gebleeken. In de Phi-lofophie heeft hier eertydts geleert , de Vermaarde Ramill jjiierhufius.

VESALIA, of WESEL, R.

^ Met de opkomft van de Reformatie wierdt hier een braaf School opgerecht, ’t geene inden Jaare 1633. wederom fchyntnbsp;vernieuwt te zyn; doch is daar na wederom tot een gemeene,nbsp;maar welgeflelde Schoole geworden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;BEU-


-ocr page 229-

195

GYMNASIEN VAN T CHRISTENRYK.

BEUTHENA, of BEUTHEN, in Neder-Sileften. R.

In den Jaare i6i6. heeft George, Baron van Schönek hier een heerlyk Gymnafium Acaiemicum gefticht, en met foo veele In-komften begiftigt, dat 70 Adelyke en Onedele Jongelingennbsp;op fyn koften onderweefen wierden; doch door opkomendennbsp;Oorlog , wierdt defe heerlyke ftichtinge reets Ao. 1629. geheel geruineert, en dejefuyten hebben zich federt van deinee-fte Inkomften meefter gemaakt.

LINGA, of LINGEN. R.

Voor weinig Jaaren is in de Hoofcftadt van ’t Graaffchap de-fes naams, door den Koning van Pruyjfen een vermaarde Illujlre Schoole opgerecht, en met Geleerde Profeflbren in alle Faculteiten befet.

HANAVIA, of HANAUW. R.

In de Graaflyke Refidentie-Stadt defes naams , is reets over lang een heerlyk Gymnafium Illujlre gefticht, en met Geleerdenbsp;Profeflbren in allerley Faculteiten wel voorfien, waar door zichnbsp;hier doorgaants een talryke meenigte van l.eerlingen bevinden.

HALLA, of HALL, in Saxen. R.

Béhahen de Frederiks-Univerfiteit, hiervooren gemeldt, heeft Frederik de derde , Koning van PruAfin, de Gereformeerde La-tynfche Schoole alhier, in den Jaare 1711. in een Gymnafium Il~nbsp;verandert; om de Difcipelen door bequaame Leermeeftersnbsp;en Profeffores in de ftudien foo verre te doen vorderen, datfcnbsp;behoorlyk op de voorgemelde Univerfiteit konnen ftudeeren.

Ten dienfte, foo wel van defe Laage als Hooge Schoole, heeft de vermaarde Profeflbr Augujlus Herman Franken , in ’tnbsp;Weeshuys teGlauchabj Hall, ten voordeele van hetfelve, doornbsp;deflelfs yver federt den Jaare 1694. nieuw aangelegt, ook eennbsp;eygene Drukkerye en Boekwinkel begonnen , welke thans innbsp;een feer bloeyenden ftaat zyn.

BARRUTUM, ofBAREUTH. R.

Dit Gymnafium is Ao. i66i. gefticht, door Hertog Chrljtiaan

B b 2 nbsp;nbsp;nbsp;Fs-

-ocr page 230-

19(5 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN Ernefius, en daarom na fynen naam Gymnafium ChriJliam-ErneS'-tinum genoemt; • voorts met het noodige fonds voorfien, tot onderhoudt van de Profeflcren, om Jongelingen in allerley Faculteiten te onderwyfen.

K E M N I T S. R.

Van dit Gyninafiurn heeft eertydts Georgius Agricola, een ge-leerdt Man in fynen tydt, het beftier gehadt.

B R I X E N.

IndiitGymnaJiumis vermaardtgeweeft, de voortreffelyke/f/oy-fius Mmdella, Medicus.

S T A R G A R D, in Pomeren. R.

Defe Schoole is in den Jaare 1549. geflicht, en door den Geleerden Mag. Georgius Schernierus geopent.

MAAGDENBURG. R.

Ten tyde van dit Reformatie is hier een Gy/wKa/zam geflicht, in ’t welke veele voortreffelyke Mannen geleert hebben; onder anderen, Nicolaus Amsdorff, Georgius Major, Erqfmus Albertus, Mahnbsp;thias Flaccius Illyricus, en Nicolaus Gallus.

K E U L E N.

Behalven de Hooge Schoole , hier vooren pag. 141. gèmeldt,

werdt ’er gefegt, dat 2ich hier noch drie byfondere en aanfien-lyke Gyninafien bevinden.

A M B E R G. R.

In defe Hooft-ftadt van de Opper-Palts, heeft de vroomePalts-Graaf Frederik de derde, Keurvorfl van de Palts, een Gymnafium opgerecht, en uyc de Inkomften van eenfèeker oudtStichtver-forgt; van’t welke hy Ao. 1566. den Geleerdennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iScamp;7-

ling, Leenneefler van den beroemden Parceus, tot Reftor aan-ftelde.

BERGEN. R.

Dit was eertydts een Benedidtyner- Kloofler by Maagdenburg; maar toen de laatfte Abt Pater Ulnerus dé Euangelifche Religienbsp;Ao. 1565. omhelsde, rechtede hy hier te gelyk een braaf School

op

-ocr page 231-

GYMNASTEN VAN T CHRISTENRYK. 197 op, welker opficht hy aan Hcnricus Homefius opdroeg. In ditnbsp;geweefene Kloofler is het bekende Luiherfcte Boek, FonnidaCon-eordicB genoemt, door eenige Theologanten opgeftek..

B R I E G, in Sikfien. R..

Dit Gymnajium is gefticht Ao. 1504. doorHertog nbsp;nbsp;nbsp;de

tweede, en met geweefene Kloofter-goederen rykelyk voorfien. De eerde Redlor daarvan is ^eweefl jacobus Schickfufms, J. U. D.

EISENACH. R.

Reets voor de Reformatie is hier een braaf School geweeft, in welke Lutherus in fyn jonge Jaaren geleert heeft. Ao. 1532.nbsp;wierdt defeive in ’t Predikcr-Kloojler verlegt. De eerde Euan-gelifche Reéior hPetrus Aviamis geweeft.

FRANKFORT aan de Mayn. R.

In den Jaare 1528. wierdt reets het Barvoeter-Kloojler in een Gymnafiuni verandert, daarvan Jacohis Micyllus- de eerfte Redbornbsp;was; zynde federt die tydt en thans noch ineenenbloeyendennbsp;ftaat.

GOTHA. R.

Na de Reformatie, heeft JohanFrederik, Keurvorft van Saxen, een feeker Kloofter hier in een Gymnafnim verandert, in’t welke 24 Jongelingen, behalven ’t noodige onderwys , ook vrye

tafel fouden hebben. JSTaderhandt hebben de Hertogen Joban

Cafimir en Ernfl defe Schoole veel verbetert.

H E R S F E L D T. R.

In dit Sticht is reets in den Jaare 736. by de BenediByner Mon-nikken een beroemde Schoole geweeft. Doch na. de Reformatie heeft Willem de fesde Landt-Graaf van Heffen, met Privilegie van Keyfer Maximilianiis de tweede, van Ao. 1570. defeive in een welgefteldt Gymnfl/iMm verandert. Ao. 1687. deedtLandt-Oraaf Card d’eerfte het oude Gebouw afbreeken , en van nieuwsnbsp;-eer fraay herbouwen.

J O A C H I M S D A L, R.

Van oudts een Kloofter, dóch Ao. 1607. dooxjoachm Frede-

Bb 3 nbsp;nbsp;nbsp;rik

-ocr page 232-

IPS LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN rik Keurvorfl van Brandenburg in een fraay Gymnajiuni verandert,nbsp;’c geene in fulk een bloeijenden ftaat quam, dat ’er, nagefegcnbsp;werdt,*2oo Landts kinderen op eenen tydt aldaar geftudeertnbsp;hebben, behalven de Vreemdelingen. Keurvorfl Frederik denbsp;groote vermeerderde derfelver Inkomflen; maar daarna is de-fe Schoole in de Vorflelyke Refidentie te Ceulen aan de Specnbsp;verlegt,

mariendal. nbsp;nbsp;nbsp;r.

Eertydts een Kloofler, in’t Hertogdom Bronswyk, is Ao. 1569. door Hertog Julius van Bronswyk in een Euangelifch Gymnajiumnbsp;verandert.

MAULBRUN. R.

Eertydts een aanfieiilyk C^emet^r-Kloofter, is door den Hertog van fVurtenberg in een beroemt Gymnafium verandert. In den Jaare 1564. is hier het vermaarde Colloquium TheologicumgQ'nbsp;houden, in tegenwoordigheit van Frederik de derde Keurvorflnbsp;van de Palts, en Chrijlophel Hertog van fVurtenberg.

NEUHAUSEN. nbsp;nbsp;nbsp;R.

Eertydts een ReguUers-lüooJler by Worms, is door Keurvorfl Frederik de derde Ao. 1565. tot een heerlyk Gymnajium heïhonwt,nbsp;waarvan Levinus Codde uyt Vlaanderen de eerfle Redlor was, welke door den beroemden Frederik Sylburgius gevolge wierdt.

NEURENBERG. R.

In den Jaare 1526. veranderde de Magiflraat defer Stadt het oude Sticht van St. Egidius, in een Euangelifch Gymnafium, ’t geene door den vermaarden Melanchton wierdt ingezeegent, en Ao.nbsp;1575. naarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verplaatfl; maar door den opkomenden Oor

log Ao. 1633. wederom binnen Nrarrtóerg gebracht, daar het thans noch is. Ao. 1531. heeft de vermaarde Poëet Eobanus Hef-fus hier ProfelTor geweeftjookin laateretydtde beroemde Godt-geleerde Jo/^. Michael Dillberr, doorfyn flichtelyke Schriften feernbsp;bekendt.

SCHLÜCHTER. R.

Eertydts een vermaardt Benediêlyner Kloofier, is na de Reformatie door de Graven van Hanamo in een aanfienlyke Gereformeerde Schoole verandert. nbsp;nbsp;nbsp;WAL.


-ocr page 233-

GYMNASIEN VAN 'T CHRISTENRY^.

WALCHENRIEDT. R. Van oudts een Cijlercienfer Kkojler by Northaujen.

is kort na

den Jaare 1546. in een voornaame Euangelifche Schoole veran* dert, in welke veele onvermoogende-voor niet ftudeeren en onderhouden worden; welke ftichtinge naderhandc door ’t hoog-VorflelykeHuys van Bronsmyk-Lunetiburg veel verbetert is, Denbsp;eerfle Reólor hier is geweeft de Geleerde Johmnss Mylhis.

y L V E L D T, R.

Eertydts meede een C^ercienfer Kloojier in ’t Bronswykfche, doch door den laatften Abt Thomas Stange, op ’t aanraaden van Philip Melanchton en ^ujius Jonas^ in een School verandert, waarin defelve 36 Leerlingen heeft aangenomen, en den vermaarden Michael Neander tot eerften Reftor aangeftelt.

Meer andere diergelyke Schooien onder Duytfchlandt behoo-rende, hebben wy voorby gegaan; dewyle fommige van weinig belang, andere weinig bekendt, of door oorlogen vervallen zyn.

In ’t Koningryk van HONGARYEN.

TIRNAVIA, of TYRNAUW.

Een Steedeken omtrent feven mylen van Presburg^ heefteen bequaam Gymnajium.

LEUSSOVIA , of LEUS. R.

Een Steedeken op de grenflen van Poolen, is meede van een Cymnafium voorfien geweeft.

BURIDIENSIS, of WARADYN. R.

Een Stadt, ook wel Grooi-Waradyn genoemt, op degrenffen van Hongaryen en Sevenbergen, heeft een braaf Gymnajium, in ’tnbsp;welke eertydts verfcheyde Gereformeerde ProfelToren in de Theologie en Philofophie gelefen hebben. In den Jaare 1655. wasnbsp;hier Andreas Syhanus Tarpoi Reélor en Profeflbr, welke meton-fen vermaarden Profeffor Joh. CoccejusBricvewiffeling onderhieldt.

DEBREZENIUM, of DEBRITZ. R.

Tuflchen Tockary en Waradyn gelegen; Hier is eertydts een roortrefièlyke lUuJlre Schoolt geweefl, van de Gereformeerde

Re-

-ocr page 234-

200 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN Religie, van welke veele Studenten, voornamentlyk in de Theologie, naar defe Landen plagten te komen, en te/.eyden, Utrechtnbsp;en Franequer haare fludien te voltrekken, om vervolgens haarnbsp;Vaderianctt in Kerk en Staat te dienen.

PATACHUM, ofPATACH. R.

Eertydts een Vefting van de Vorffcen Rcigoczy; van welke George d’eerfte defes naams, hier een heerlyk Gyrnmifiim heeft ge-fticht, ivaarin voornamentlyk de Theologie en Pnilofophie ge-leert wierdt. Veele Studenten van haar plagcen meedein^o/-landt haare Itiidien te komen vervorderen. Doch in den Jaare 1670. kreeg Ragocxy een fwaaren flag, nademaal hy van defenbsp;bloeyende Schoole, in welke omtrent 4^0 Studenten waren,nbsp;berooft wierdt,

TEUTOBURGUM, of FUNFFKIRCHEN.

Een Biflchoplyk Steedeken, waarin een fraay Gymmfmm is, van ’c welke de Profeflbren door den BilTchop aangeftelt worden.

VACIA , of WAITZEN. R.

Een Steedeken tulTchen Offen en Gran. Hier heeft eertydts een vermaardt Gymnajium Academkum geweefl:, doch is reets Ao.nbsp;1632. geheel geruineert.

E P E R I E S. R.

Een Stadt in Opper-Hongaryen, betoonde Ao, i666. foo veel liefde tot de Euangelifche Lutherfche leere, datfe voor haar eennbsp;Gymnafiuni oprechtten, en den vermaarden Mgidins Strauch totnbsp;ReÊlor beriep ; doch hy bedankte, en wierdt Samuel Pomariusnbsp;in fyn plaats beroepen, welke veele Studenten kreeg,

In ’t Vorfiendom vdti TRANSYLVANIEN,

of SE VEN BERGEN.

ALBA JULIA, GULAFEIFAR, of WEISSENRURG. R.

• I-Iier is een heerlyk Gymnafiuni gefticht, in het welke onder anderen eertydts de Geleerde Johan Hendrik Alfedius, van Her-horn tot Profeflbr is beroepen. De Profeflbren woonen in hetnbsp;liathorianifche Huys by malkander. Het Gymnafnim heeft ook fynnbsp;eygen floekdrukkerye,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CLA

-ocr page 235-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 201

CLAUDIPOLIS, of CLAU5ENBURG. R.

In defe vermaarde Stade, niet verre van de GrenlTen van Hon-garyen gelegen , hebben de Gereformeerden een beroemde Gym-najium gehadt. De Bhotiaanen plagten hier meede een openbaar Collegie te houden.

CZIBINIUM, of SASBURG. R.

Hier is meede een Gereformeert Gymnajium geweefl:.

bistritia, bistrizium, bestercze,

of NOESEN-STADT. R.

Een Stadt op de grenflen van Hongarym en Poolen, heeft een aanfieulyk Gymnafmn gehadt.

CORONA, of KROON-STADT. R.

Een Stadt, aan de uyterfle grenflen van Sevenbergen, meefl door Euangelifche Duytfchers bewoont, heeft reets met het'nbsp;begin van de Reformatie Ao. 1525. een vermaarde Gymnajium gehadt, in’t welke onder anderen defe beroemde Protefforen ge-leert hebben, fob. Hunterus in de Theol. en Mathefis, Valentinus Wagnerus meede in de Theol. Matth. Fronius in d'OoJlerfchenbsp;Taaien , Joach. Eberhardus en Mich. Reidelius in de Philofophic.

In SILESIEN en LAUSZNITZ.

GOLTBERGA, of GOLTBERG. R.

Hertog Frederik de tweede van Lignitz, heeft niet alleen de Augsbur^che Confejfte omhelft, maar ook Ao. 1520 of i ƒ 23. hiernbsp;een Gymnafmn opgerecht, ’t geene uyt de nabuurige Plaatfeunbsp;door veele befocht wierdt. De eerfte Profeflbren waren de Geleerde, Hieronymus Ferimontanus, Francifciis Sihius, Georgius Hel-merius, Valentinus Friedelender Trotzendorpius, MartinusThaburnus ennbsp;fob. Langius, enz.

GÓRL ITZ, in OpTper-Laufznitz. R.

Koxtnz de Reformatie, Ao. i5^5- heeft de Magiflraat defer Stadt, uyt feeker Kloofter een Euangelifch Gymnajium gefticht,nbsp;en daar toe Petrus Vincentius tot den eerften Reftor aangeftelc.nbsp;Hier hebben noch geleert, behalven Petrus Vincentius, Joachimusnbsp;Meijterus, Laurentius Ludovicus Mylius ^ en meer andere.

Cc nbsp;nbsp;nbsp;In

-ocr page 236-

.202 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN In S W I T S E R L A N D T.

TIGURUM, of ZURICH. R.

Dit vermaarde Gymnajimn heeft met deo aanvang der Refor-matie , of Ao. 1528. begonnen , en altoos feer beroemde en Geleerde ProfelToren gehadt.

In de Theologie hebben hier geleert , de vermaarde Ulderi-eus Zwinglhis ^ Jacobus Ceporinus, Leo fuda, Felix Mantius, Con-radus Pelicanus, Petrus Martyr rermilius etn Italiaan» JoJias Sim-ïerus, Joh. Wolffius, Joh. Wilh. Stuckius, Joh. Jacobus Frijius, Theodoras Bibliander , Joh. Henr. Heydeggerus en Joh. Henr. Hot-tingerus, beroepen naar Leyden, doch in de Zurkher-Zee verongelukt : Alle door haare fchriften vermaart , beneffens vee-le andere.

De Philofophie hebben hier geleert , de vermaarde Medicus Conradus Gesnerus en Eberhardus Schleujingerus.

De Griekfche Taaie, Rudolphus en Petrus ChoRnus , Petrus Da-fypodius, enz.

Defe Schoole is ook beroemt geworden, door de Geleerde fchriften van veele vermaarde Predikanten, van welke de voor-naamfte zyn, Henricus Bullingerus , Ludovicus Lavaterus ennbsp;dolphus Gualtherus.

BERNA , of BERN. R.

Hier is ook terftondt met ét'Reformatie een lUufire Sthoole ge-Richt, in welke van tydt tot tydt veele Geleerde Mannen geleert hebben. Onder andere zyn hier in de Theologie ver-maardt geworden, Wolfgangus Mufculus^ Benedidtus Jtetius, en Blafnis Marquardus.

In POOLEN.

SENDOMIRIA, of SENDOMIR. R.

Hier hebben de Gereformeerde in de feftiende Eeuwe een Cymnajium gehadt. Hier is het vermaarde Confenfus Sendomirien-Jis Ao. 1570. geteekent.

LUBLINUM, of LUBLYN.

Hier is me ede een bekende Gymnafmm.

WAR-

-ocr page 237-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 203

WARSA VIA, of WARSCHAUW.

Hier heeft men ook een Gymnajiiim gefticht.

In PRUYSSEN.

THORUNIUM, of THOREN. R.

Na dat Sigismundus Jugu/lus, Koning van Poolen, in denjaa-re 1557- de vrye oeffeninge van de Euangelifche Religie aan defe Stadt hadde toegeftaan, wierdt ’er eenige Jaaren daar nanbsp;een fraay Gymnafium hy St. Mwa-Kerkaangelegt, enAo. 156S.nbsp;door Simon Mufceus Theo]. Doftor, de Geleerde Mag. Mattheusnbsp;Breu, met een Latynfche Oratie tot Redlor geinaugureert. De-fen zyn in die Waardigheit gevolgt, Joh. Girck d Girckau, Cafp.nbsp;Frijius, Johannes Regius, door fyn fchriften bekendt, Matthiasnbsp;NizoliuSf Petrus Zimmerman, Conradus Grajferus, yvdke-voor rcQ-keninge van den Kzsidt Italien en Vrankryk doorreysdej enz.

Omtrent den Jaare idig. Richteden de Jefuyten hier ook een Collegie, zich beroepende op ’s Konings gefach en ’c Biflchop-pelyke Recht: Doch reefen daar uyt veele verfchillen.

Maar in den Jaare 1724. by gelegenheit van een voorgewen-deberoerte, welke een iegelyk noch in verfche geheugenifle ial zyn, willen de Jefuyten uyt te werken, dat by vonnifle van eennbsp;Koninglyke Comraiffie , den Euangelifchen de Mtria-Kerkmet

derfelver fraaye Bibliotheek wierdt afgenomen, en het Gymna^ fium, ’t geene tot die tydt toe in een feer bloeyenden Raat gc-weeffc was, buyten de Stadt verbannen.

Binnen defe Stadt is Ao. 1645. door aanleydinge van Koning Uladislaus, een vermaardt Colloquium of t’Zaamenfpraak tus-fchen de Proteflanten en Roomfchgefmden gehouden , doch vruchtloos gefcheyden.

ELBINGA, of ELBING. R.

Na dat de Raadt defer Stadt de Lutherfche Religie hadde om-helft, deedt defelve Ao. 1536- een fraay Gymnafium bouwen, en Relde daar over tot eerRen Reélor Gidlielmiis Gnapheus, eennbsp;Nederlander uyt den Haag. Doch wanneer Hertog Albertus liem

Ao. 1543. in het nieuw geRichtede nbsp;nbsp;nbsp;innbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be-

Cc 2 nbsp;nbsp;nbsp;riep,

-ocr page 238-

204 LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN riep, verkool' de Raadt Johannes Hoppms in de plaats van Gna~nbsp;pbaus. Hier over murmureerde de Kardinaal Hofius, en wildenbsp;Hoppius als een fchaadelyk Man afgelchaft hebben. Doch denbsp;verdeedigden hem, foo goedt zy konden, maar onder-tuffchen wierdt hy tot Re£lor naar Dantzig beroepen. Ao. 1577.nbsp;begunftigde Koning Stephanus dit Gymnajium met eamp;n byfondernbsp;Privilegie, en Johamies Mylius wierdt tot Reélor beroepen. Tennbsp;lynen tyde bouwden de Efómgerytiet nieuwe Gymnafium, foofraaynbsp;als ’er weinig elders gevonden fal worden; en het felve wierdtnbsp;met een eygen Oratie geinaugureert. Daar na hebben het Pro-fefloraat noch bekleedt, Michael Myhus, Johannes Cranerus, Fredericas Hofmanniis, enz. Volgens Privilegie van Koning Sigis-jnundus de derde Ao. 1588- vermogten zy het getal der Pro-feflbren vermeerderen , en beneffens de drie Hooft-Taaien,nbsp;Hebreeuwfch, Griekfch en Latyn , ook de Hooft-Eaculteiten dernbsp;Theologie en Philofophie onderwyfen.

DANTfSCUM, of DANTZIK. R.

Dit vermaarde Gymnajium, is door den Raadt der Stadt, in den Jaare 1558. in ’t Kloofter van de H. Drie-vuldigheit opgerecht , rneefl; door toedoen van Conflantinus Faber , Burger-meefter der Stadt. Tot eerften Redlor wierdt aangeftelt Johannes Hoppius. Hem volgden Henriciis Mollerus , Andreas Francken-herger, Chrijlophorus Pezelius, Jacobus Schmidt, Joh. Botfack, Abraham Calovhis, Joh. Maukifch , Mgidius Strauch , Samuel Schelm-gius, enz.

Onder verfcheyde Vermaarde Mannen, hebben hier gebloeyt, Joachim ob Hirtenberg Pajlorius , de wydtberoemde Philofoophnbsp;'Bartboloineus Keckermannus , en na hem Johannes Aidius , eennbsp;Schotsman.

In ’t Koningryk van GROOT-BRITTANNIEN.

In EngeJandt.

LONDINUM, of LONDEN. R.

De lllujlre Schook alhier is opgerecht ten tyde van Koning Hendrik de fevende, in den Jaare 1489. door Johannes Coletus,nbsp;Doélor in de Theologie, Deekenvan St. Paulus-Kexk, en eerfte

Ree-

-ocr page 239-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 205 Reélor; ten dienfte van de Burgers-kinderen , welke hierinnbsp;voor niet fouden loeren. Hier uyt zyn met der tydt wel vyf-tiên of meer CoHcgien in defe Stadt en derfelver Voorfleedennbsp;gefprooten , daarin de Jeugdt met veel toevloedt onderwe-fen wordt.

Daar toe heeft niet weinig geholpen, dat hier foo veele Geleerde Mannen alsProfeflbren geleert en gebioeyt hebben; als, Johannes Milverton, Joh. Sovule, Richardus Paccsus , Thomas Lina-eer., Guil. Lutamerns., Joh. Ludovicus Fives, Guil. Lilius, Thomasnbsp;Morus, Joh. i elandus, Guil. Montivius, Guil. Gloccinus, Polydorusnbsp;Firgilius, Dejiderius Erafmus, Hadnanus Junius, Livikjus en Joh.nbsp;Dee, een Vermaarde Mathematicus , beneffens veele andere,nbsp;van welke de meelde door haare fchriften bekendt zyn.

L I N C O L M. R.

Hier is een aanfienlyke Illujire Schoole , welke reets ten tyde van de Koningen Hendrik de fevende en de achtfte in een bloe-yenden Raat was. Ten tyde van Koninginne EUfabeth washiernbsp;vermaardt Johannes Stubbo, ProfefTor in de Rechten ; maar hynbsp;maakte een Pasquil tegens haar, ’t geene zy door Beuls handennbsp;deedt verbranden , en hem de rechterhandt afkappen.

WINDSOR. R.

Hier is een heerlyk Gymnafiimi, onder de benaaminge van Collegium Mtona, in ’t welke 60 koftgangers op’sKonings koldennbsp;onderhouden en geleert worden.

EDIMBURGUM, of EDENBURG. R.

In Schotlandt.

Hier is een Illujire Shook of Gymnafiuni, doch waar van wy niets anders weten te feggen , als dat onder anderen de Vermaarde Robbertiis Rolkeus in de Theologie hier geleert heeft.

In de VEREENIGDE NEDERLANDEN.

MIDDELBURGUM, of MIDDELBURG. R.

In Zeelandt.

Na den doodt van den ProfefTor Arminius, wanneer de ver-deeltheit over verfcheyde fyner Leerflukken in de Gereformeerde Kerke groote opfehuddingen veroorfaakte , vondc de Magiftraat defer Stadt goedt, in den Jaare 1611. hier een

Cc 3' nbsp;nbsp;nbsp;Gym-

-ocr page 240-

20Ó LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN Gymnafum op te rechten , ten eynde daar in de Jeugdt voornaa-mentlyJc in de Rechtfinnige Godtgeertheit ondertveefen mogtenbsp;worden. Daar toe beriepen zy den Vermaarden Godtgeerdennbsp;D. Frandfcus Gomarus, wien zy het beflier van ’t geheele Werknbsp;aanbevoolen, en hem tot eerften Reftor defer Schoole verklaarden ; maar defe Geleerde Man kort daar na naar Frankryk beroepen wordende , ftremde den voortgang. De Geleerde D.nbsp;Jnt. Wilcsus, hier meede beroepen zynde , bleef ’er ook nietnbsp;lang , en vertrok naar de Akademie van Leyden. Dies droegnbsp;men het ProfeiToraat aan Francifcm Meyvartus uyt Vhanderen op;nbsp;doch defe Geleerde Man bleef meede niet lang, en wierdt totnbsp;Profeffor naar Groeningen beroepen. Hier door begon dit pasnbsp;begonne Gymnajiim, wederom te vervallen, foo dat daar vannbsp;niets meer dan de geheugenilTe , en een welgeftelde Latynfchenbsp;échook is overgebleven.

Eenfaak moet ik hier noch aanteekenen, dat Ao. 1562. een paar Egtgenooten van Burgerlyken flaat in defe Stadt, al haarenbsp;goederen tot onderhoudt van een Armen Schoole gemaakt hebben; vrelke nalaatenfchap foo wyfelyk beftiert is, dat daar vannbsp;meer dan 200 Jongens en Meysjes onder een bequaamen Leer-meefler in ’t lefen en fchryven onderwefen worden.

AMSTELREDAMUM, of AMSTERDAM. R.

In de Veertiende Eeuwe, en al vroeger, is reets hier een Vermaarde Latynfche Schoole geweeft; ja felfs de Oude en Nieuwenbsp;zyde der Stadt, hebben ieder haar byfonder School gehadt, daarnbsp;in de Jeugdt aan het onderwys van bequaame Meefters wasnbsp;toebetrouwt.

Onder defe zyn van tydt tot tydt verfcheyde Geleerde en beroemde Mannen geweeft:; als AUardt van Amjlerdan , Johannes Sartorius, Cornelius Crocus, Johannes Monfenius, Johannes Tim-mannus, Nicolaus Cannius y Pompejus en Sihrandus Occo, Frandfcusnbsp;Vormundus, Godefridus Berganus, Petrus Vlotinus. enz.

In de voorledene Eeuwe zyn defe twee Latynfche Schooien tot Teen gefmolten, doch in een feer bloeyenden ftaat.

In den Jaare 1632. vondt de Regeeringe goedt, hier, na 'c voorbeeldt van andere Steeden, meede een Illujire oFDoorluch-

Tige

-ocr page 241-

GYMNASIEN VAN ’T CHRISTENRYK. 2C7 tige Schook op te rechten, om de Jongelingen binnen haar ey-gen muuren foo verre in de ftudien te doen vorderen , datfenbsp;bequaain wierden van op de Hooge Schooien te verkeeren;nbsp;daar toe de Kerk van het geweefene Jgnieien-Klooilex wierdtnbsp;gereedt gemaakt, en Geleerde ProfeiToren beroepen, Dq Inauguratie gefchiede door den beroemden Profeffor Cafpar Bar-Ixus^ met een welvoegende Oratie, onder den Tytel van Mer-eator Sapiens , of de JVyJe Koopman ; en de Geleerde Gerardusnbsp;Johannes Bojjius , welke te gelyk tot Profeflbr hier beroepennbsp;wierdt, verkoos tot de floffe van fyn eerfle Oratie , de Hijio-rice utilitate, of van de Nuttigheit der Hijiorie.

Siet hier een Naam-lyji van alle de Profefforen, die van tydt tot tydt in defe ïllujtre Schook zyn beroepen , met aanwyfingenbsp;in welke Faculteiten: Gerardus Johannes VoJJius in de Hiftorien ,nbsp;Cafp. Barlceus in de Philofophie, Martinus Hortenjïus in de Ma-thelis, Petrus Cabeljauw en Albertus Rufius in de Rechten , Janus Klenkius, Arnoldus Senguerdius, Alexander de Bie en Johannesnbsp;de Raay in de Philofophie , David Blondel en Alexander Mornsnbsp;in de Hiftorien , Gerardus Leonh. Blafnts in de Medicynen, Joh.nbsp;Cbrijienius in de Rechten , Robertas Kuchenius in de Hiftoriennbsp;Ma reus Meibomius in de Welfpreekentheit en Griekfche Taaie,nbsp;Abraham Faber in de Rechten , Ludovicus Wolzogenm de Hiftorien,nbsp;Petrus Frandus in de Hiftorien , Eloquentie qïïGriekfdje Taaie,

Do. Gerbrandus van Leeuwen in de Theologie, Do. StephanasMo-Anus in de Oojierfche Taaien , Job. van den Broek in de Rechten , petrus Bernage in de Medicynen, Joh. Theod. Schalbruch in denbsp;Hiftorien , Guilielmus Surenhufius in de Oojierfche en Griekfchenbsp;Taaien , Tiberius Heemjierhuys in de Philofophie en Griekjehenbsp;Taaie, Jacobus Philippus d'Orville in de Hiftorien , Eloquentienbsp;en Griekfche Taaie, Cornelius Siebe in de Rechten , en Corneliusnbsp;Hugo Vonkin de Oojierfche Taaien; van welke veele door haarenbsp;Geleerde fchriften vermaardt zyn.

Ten dienfte van de ftudeerende , is hier ook een heerlyke en talryke Boekzaal verzaamelt , welke van oudts in de Nieu-‘we Kerke, maar nu boven de Lees-plaats van de Illujlre Schooknbsp;geplaatft is , en noch daagelyks vermeerdert wordt.

In den Jaare 1732. is ’t Hondert-Jaarige Eeuw-Getyde defer

-ocr page 242-

208 LYSTE DER ILLÜSTRE SCHOOLEN EN fer Llluflre Schook, door den Profeflcr Jacobus PMIippus d'OrmUenbsp;met een heerlyke Oratie gevieit.

Buy ten de lUiiflre Schoole, zyn hier noch twee Profeflbren aan-geftcit; namentlyk een in de Anatomie., en een in diQ Botanie-, welke Waardigheit tegenwoordig bekleeden , Doftor Guilielmusnbsp;Roel in de Anatomie, en Doéhor ‘Joannes Burmannus in de Botanie.

Daarenboven is ’er een Collegium Medicum, ’t geene Ao. 163(5. met het lofFelyke invoeren van een Pharmacopcea of üifpenfatorium,nbsp;nu voor honcdert Jaaren fynen aanvang heeft genomen, en totnbsp;heden in trein is gehouden; onder het beftier van daartoe doornbsp;de Edl. Achtbaare Heeren van den Gerechte gemachtigdenbsp;Doftoren en Apotheekers, onder den naam van Infpethres CoUnbsp;legü Medici, thans beftaande in vierDo6loren en twee Apothee-'nbsp;ken ,• welke waardigheit tegenwoordig bekleeden, als Do(Soren,nbsp;Daniel van Buren, Decanus, Guilielmus Röell, Samuel Seullyn ennbsp;Jan Hanedoes, en als Apotheekers, Jeronimo de Bofch en Joannesnbsp;van de Poll Defe hebben het opficht over de Medicynen, totnbsp;s’menfchen gefondheit dienende, en houden haar Vergaaderin-ge boven de kieyne Vleefch-Hali in de Nes.

Voorts is’er ten gebruyke van defe alle, een feer koftelykc Hortus Medicus, in de Plantagie.

Noch is ’er een Collegium Chrirurgicum, by ’t welke deiaaken

aangaande de Anatomie en Chirurgie verhandelt worden , ver-

gaaderende op deSt. Anthony’s Waag; totgebruyk by zich hebbende, een heerlyk Theatnim Anatomicum, met de noodige Inftru-menten; aldaar leflen gevende, niet alleen in de Anatomie en Chirurgie, maar ook aan de Vroedtvrouwen, tot het oeffenennbsp;van haar ampt.

DAVENTRIA, of DEVENTER. R.

In Overyjjel.

Van oudts hebben de Regulier Canonyken hier Schoole gehouden , doch feer achteloos, tot in het laatfte van de veertiende Eeuvve, wanneer devermaardeGerardwriWagrar, anders genoemtnbsp;Meejier Gerrit de Groot, door fynen yver de Schoole fyner Ge-, boorre-5tadt begon te herltelien, in betere ordre te brengen metnbsp;noodige Wetten te voorfien, en bequaame Mannen tot den

' nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;School-

-ocr page 243-

GYMNASIEN VAN T CHRISTENRYK. 209 Schooldienft te beroepen; onder welke al vroeg als ReBoren bekende flaan, Wilhelmus Preden^ reets beroepen Ao. 1378. Flo-rentius Rodiginus, Joh. Bohemus, Alexander Hegius , (een Difcipelnbsp;van Agricola, enLeermeeller van denGrooten Erajmus;)Barth.nbsp;Colonienjis, JohannesFenraadt, Lubbertus Alexandria Joh. Murme-liüs, Gysbertus Langerackiusenz. Daar door wierdt dit Schoolnbsp;feer vermaardt, foo dat daaruyt een meenigte van Geleerdenbsp;Mannen gefprooten is, van welke wy flechts eenige fullen noemen. Als; Defiderius Erafmus, Adrianus Florentius, naderhandtnbsp;Paus vznRomen, Joh. en Servatius JEdicoUius, Joh. Faber, Gerardus Lijlrius, Petrus Mojfellanus, Hermannus Bujfchius, Ortwinusnbsp;Gratius, Joh. Hagemannus. Joh. Gymnkus, en veele andere, tcnbsp;lang om te melden.

Hier heeft ook geftudeert, Nicolaus de Cufa, namaals Kardinaal, welke te fynergedachtenifle hier een Beurs gefticht heeft, genoemt Domus Cufana, daarin eenige foo wel Edele als onedelenbsp;Jongelingen voor niet ftudeeren; welke Beurs daarna doorlbm-mige vermeerdert is.

In denjaare 1630. is de Doorluchtige Scheole alhier, door den Magiftraat, als Erfgenaam zynde van de Goederen van Martennbsp;en Balthafar Bodeker, Vader en Soon , geopent en ingevvydt, ennbsp;de eerfte Profeflbren Guthberlet en Scanderus ingehuldigt* Vervolgens hebben hier noch als ProfelToren geleert, Cafpar Sibelius,nbsp;Johannes van Dieft, Jacobus Revius , Henrkus Heidenthal, Marti-nus Schookius, Jon. Henr. Uronovius, Gisbertus van Ifendoorn, Anto~

nius Perizonius, Fücolaus Gurtlerus, enz. de meefte door haare Schriften bekendt.

Hier zyn tweeruyme en gemakkelyke Auditorien, in welke in de Theologie, Rechten,Medicynen, Philofophie en Hiftoriennbsp;leflen gedaan worden: Ook is ’er een feer fraaye Bibliotheek,nbsp;ten dienfte van de ftudeerende gefchikt.

DORDRACUM, of DORDRECHT. R.

In aloude tyden plagten de Priefters de Jeugdt hier Latyn te leeren: Maar na de Reformatie, ih den Jaare 1579. heeft denbsp;Magiftraat defer Stadt een Illuftre Schoole opgerecht, in het ge-weefene Graauvje Sujieren Kloofter, oin Jongelingen in de Griek-

D d nbsp;nbsp;nbsp;fche

-ocr page 244-

ara LYSTE DER ILLUSTRE SCHOOLEN EN fche en Latynfche Taaien, als meede in de Philofopbie te onderwy-fen. Doch dit werk geen gewenfchte gevolgen hebbende, nietnbsp;tegenftaande het felve in den Jaare 1634. met een Profeflbr innbsp;de Hifiorien aan te Rellen, van nieuws wierdt hervat, is eynde-lyk allengskens vervallen, en alleen een welgefteldt Latynfchnbsp;School gebleven.

Ten dienft van de Liefhebbers van Geleertheit, is hier ook een openbaare Boekerye opgerecht; als meede een Anatomie ofnbsp;Ontieedt-kamer, voor de Geneeskundigen.

Onder andere Geleerde Mannen hebben hier eertydts LelTen gegeven, Francifcus Nanfius uyt Vlaanderen, (in de Griekfche Taaie) , en na hem Adrianus Marcellus, Gerardus %h. Voffius, Eryciusnbsp;Puteaniis, J^amis Rutgerjius, Antonins Mmilius, Gerardus Bomeus,nbsp;en meer andere.

BREDA, in Brahandt.

Binnen defe Stadt, denHuyfevan Oranje» toebeboorende, is een Gymnajium gedicht, in den Jaare 164.6. door Frederik Hendriknbsp;Prins van Oranjen, om door feven Profefloren, in de Theologie,nbsp;Rechcsgeleertheit, Medicynen, Philofophie en Philologieleflen tenbsp;doen. Ten dienfte van de ftudeerende is hier ook een Akade-mifche Hof en Theatrum Anatomicum aangelegt; als meede een

Boekerye , beftaande in de aanfienlyke Bibliotheek van dort voor-

geraelden Prins, vermeerdert met die van den beroemden D. Johannes Polyander.

Daarenboven is hier een aanfienlyk Collegie gedicht, onder de benaaminge van Collegium Auriacum, of ’t Collegie mn Oranjen^nbsp;ten diende van Edele ènandere Welgeboorene Jongelingen,omnbsp;in het felve, onder het bedier van een Opper-Regent in denbsp;Theologie, en een Onder-Regent in de Philofophie, haaredu-dien te vervorderen; wordende te gelyk in andere Riddermaa-tige oeffeningen onderweefen.

’SHERTOGENBOSCH, in Brahandt. R,

Hier is een Gymnafium aangelegt, na ’c veroveren defer Stadt

door de Heeren Staaten Generaal, in den Jaare 1637. en mee

de

-ocr page 245-

GYMNASIEN VAN T CHRISTENRYK. 211 de noodige Profeflbren voorfien, van welke de vermaarde Samuel Marejius, Theol. Doftor, d’eerfte Profeffbr in de '1'heolo-gie geweefl, doch daarna in defeive waardigheit naar Groeningennbsp;beroepen is.

AANHANGSEL.

Wy voegen hier by, voor den weetgierigen Lefer, de Jka-demien en lUuJire Schooien, door die van den Orden der Jefuyten in ’t Pausdom alreedts befèt, en die by gevolge alleen van haar,nbsp;of in ’t geheel ,of ten minden aangaande de Theologie, beftiert warden; waar van zyfelve roemen in haar Boek, ‘genaamt Imagonbsp;StsculiSocietatü Jefu, uytgegeven Ao. ló^o.lib.IILpag. 429,nbsp;440. en zyn de navolgende, Weenen, Praag, Grats, MoUheim,nbsp;ïngoljiadt, Pont a Moufpon, Dillingen, Tirnauw, Turnon, MctÉZ,nbsp;Trier, Wurtsburg, Paderborn, Olomiers, Pofnan, Keulen, Madril,nbsp;Parma, MeJJina, Gandia en Evora. Hier by voegen zy Heydel-herg en Augsburg, doch zyn defe twee Plaatfen, ingevolge Vannbsp;den Vreede van Munjler, Ao. 1648. gefiooten, haar wederomnbsp;afgenomen.

E Y N D E.

AAN-

-ocr page 246-

AANWYZINGEiVAN ALLE DE NA AMEN DER

AANWYZINGE

VAN ALLE DE NAAMEN DER

A K A D E M I E N

E N

ILLÜSTRE SCHOOLEN

In ’t CHRISTENRYK, hier in Terhandelt.

A.

Bremen.

19a

Brefzlauiv.

i6i

\ berdena.

174

157

Brieg.

Brixen.

197

196

Amberg.

196

Arafterdam.

106

a

St. Andre.

173

Anglers.

Annecium.

122

189

/^aen.

V vCahors.

122

121

Afta.

189

Cambridge.

I7I

Augsburg.

XC)0. 211

Caftres.

190

Avignon.

IH

Catanea.

99

Claufenburg.

201

B.

Coburg.

190

Tgt;arcelona.

fyBareuth.

132

Complutum.

130

»95

Compoftel.

151

Üalël.

1Ö6

Conimbra.

133

Bergen.

196

Coppenhageiï.

175

Bergomo.

109

Corbach.

191

Bern.

202

Cracauw.

169

Befangon.

190

D.

Beuthen.

195

Boheemen.

i6s

pXantzik.

L/Debritz.

Bolonien.

99

204

Bordeaax.

lil

199

Bourges.

120

Deenemarken.

T-IS

Braga.

134

Deventer.

208

Breda.

210

D’lliiigen.

157-

Dion.

-ocr page 247-

AKADEMIEN EN ILLUSTRE SCHOOLEN enz.


Dion.

Dole.

Dordrecht.

Dorpt.

Dortmont.

Douay.

Dublyn.

Duisburg.

Duytfchlandt.


1Z4

126


E.


Edenburg.

Eifenach.

Elbing.

Epernies.

Erfort.

Evora.


Ferraren.

Finlandt.

Florengen.

Fortniano.

Franeker.

Frankfort aan de Mayn. Frankfort aan de Oder.

Friburgum.

Fünffkirchen.


G.


Gripswaldt.

Groeningen.

Groot-Brittannien,

H,

Hailbron.

Hall.

Hamburg,

Hanauw.

Harderwyk.

Heidelberg.

Helmftadt.

Herborn.

Hersfeldt.

’s Hertogenbofch. Hola.

Hongaryen.


Jena.

Ingolftadt.

Joachimsdal.

kallen.


afTel.


146 184nbsp;171. 204


M9-


Geneve.

Gieffcn.

Glasgouw.

Goltberg.

Görlitz.

Gotha.

Gottingen.

Graitz.

Granata.

Grenoble.

Grim.


____.Kemnits.

Keulen.

Kiel.

Koningsbergen.

Kroonftadt.


ï6o

196

141. 19(5. 211 161


Laufanna.

Laufznitz.

Lavingen.

Leipzig,

Lerida.

Leus?

Leuven.

Dd 3


-ocr page 248-

AANWYZINGE VAN ALLE DE NAAMEN DER


Leyden.

Lincoln.

Lingen.

London.

Lublyn.

Luca.

Lyflandt.

Lyons.


181

205-

204.

201

110

177

111


Ni'^rr^cs.

Nocfcnftadt-

Nymwegen.


124

201

i88


O.


M.


'aagdenburg. _^Macerata.nbsp;IViadrid.

Majorca.

Mantua.

Marburg.

Mariendal.

Maffilia.

Maulbrun,

Meiffen.

Mentz.

Merfeburg.

Medina.

Mexico.

Middelburg.

Milaanen-

Modena.

Molsheim.

Montauban.

Montpellier.

Münfter.

Murcia.

N.

Nantes.

Napels.

Nederlanden.

Spaanfche.

--Vereenigde.

Nerac.

Neuhaufen.

Neurenberg.

Nieuwftadt,


148.

98.


196

110

211

*34

189

198

I2f

I9S

19«

2II

190 211nbsp;135-

205

07

103

2II

124

lip

193

*33



Olomiers.

Orange.

Orleans.

Orthes.

Ofcana.

Osnabrugge.

Offuna.

Oxfort.


211

127

121

125

133

194

*31

172


F.


TJaderborn.

JS9gt; au

Jl Padua.

lOI

Parma.

IIO. 211

Parys.

II2

Patachum.

200

Pavien.

103

Perugia.

lOJ

Petersburg.

*77

Pifa.

lOS

Poi£tiers,

123

Pont cL Mouflbn.

126. 21 f

Poolen.

169. 202

Poofen.

I7I. 211

Portugaal.

*33

Pofnan.

2ir

Praag.

I6jf. 211

Pruyflen.^

203


R.


Rheims.

Rhintelen.

Rochel.

Romen.

Roftolc.

Ruslandt.


124

159

*89

9T

I4S

177


-ocr page 249-

AKADEMIEN EN ILLUSTRE SHOOLEN, enz.


S.


Salamanca.

Salerno.

Salmur.

Saragofle.

Sasburg.

Schlüchter.

Schlufinga.

School-Poort.

Schotlandt.

Sedan.

Sendomir.

Sevenbergen.

Seville.

Siena.

Siguenza.

Silefien.

St. Andre. Sora.

Spanjen.

Staden.

Stargard.

Steinfort.

Stettyn.

Straatsburg.

Sweeden-

Switferlandt.


128

107

izS

133

201 J98nbsp;194nbsp;192

173

127

202

200 127nbsp;106nbsp;13^

201

173

176

127

191

196

194

191

m

176 166. 202


Tuvyn,

ÏIO

Tyrnauw.

199. 211

U.

TTpfal.

Utrecht.

176

i8é

V.

T Talengen, in Vrankryk. 123 V Valencen, in Spanjen. 129

Valladolid.

130

Venetien.

1Ö8

Veronen.

109

Vrankryk.

iii. 189

W.

'ITT' aitzen.

?Walchenried.

200

199

Waradyn.

199

Warfchauw.

2,05

Weenen.

163. 211

Wefel.

194

Weiflenburg.

200

Wilde.

171

Windfor.

205

Wittenberg.

IJO

Wurtzburg.

142. 211


T.


Tarragona.

Tholoufe.

Thoren.

Toledo.

Trier.

Tübingen.

Turnon.


131

117

203

131

135'

147

211


Yerlandt.

Ylveldt.

Yslandt.


Zamosky.

Zerbtt.

Zurich.

Zwickauw.


E Y N D E.


lyy

199

176


Z.


171

191

202

193


-ocr page 250- -ocr page 251- -ocr page 252- -ocr page 253- -ocr page 254-