Een Israëliet tot Christus gebracht. Wekt niet ‘lat opschrift boven dit stukje uwe aandacht ,nbsp;lezer ? Een Israëliet, een die behoorde tot hetnbsp;aloude volk Gods , tot hen voor wie de zegeningennbsp;''an het Messias-rijk allereerst bestemd waren,nbsp;maar die ze verworpen hebben , die den Beloofdenbsp;aan de vaderen , den Heer der heerljjkheid aannbsp;bet kruis genageld en gedood hebben. En zulknbsp;®en tot Christus gebracht , dat is : voor Hein ge-'^onnen , in Hem geloovende, in Hem zpn Messiasnbsp;erkennende , en daardoor den hoogsten vrede, dennbsp;vrede met God deelaohtig geworden. Waarlijk,nbsp;mdien wij eenigszins belangstellen in de uitbreidingnbsp;Van het Godsrgk, indien wp Israël niet kunnennbsp;gadeslaan dan met diep medelijden omdat het nognbsp;wnmer de gevolgen zijner Christus-verwerping ondervindt , indien de nakomelingen van den vadernbsp;der geloovigen ons waarlijk beminden zjjn om dernbsp;vaderen wil, dan zal het bericht aangaande eennbsp;Israëliet, die in Jezus van Naza.reth zijn Zalig-
-ocr page 4-maker en Heer leerde erkennen, met ingenomenheid. door ons ontvangen worden.
Wij weten uit de Schrift, dat God groote dingen met Israël voor heeft. God heeft zijn volk nietnbsp;verstooien, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Ooknbsp;zij, indien zij in het ongeloof niet blijven, zullen ingeënt worden; want God is machtig om hen weder innbsp;te enten (Rom. xi; 2», 23). Nog wel blijft hetnbsp;gros der Joodsche natie in ongeloof volharden,nbsp;maar wat God beloofd heeft, zal geschieden, wantnbsp;Hij is getrouw en de genadegiften en de roepingnbsp;Gods zijn onberouwelijk. Hij heeft alle wegen ennbsp;middelen in Zijne hand, om ook Israël tot be-keering te brengen en Hij kent zijnen tijd. Nietnbsp;de Pinksterdag alleen doet ons zien, dat er eennbsp;overblijfsel is geworden, naar de verkiezing der genade.nbsp;Ook latere tijden, ook onze dagen hebben datnbsp;overtuigend gestaafd. Elke Jood , die den geloovenbsp;gehoorzaam werd, is een bewijs voor de trouwnbsp;van Gods beloften en voor de almacht van Hem,nbsp;die steenen harten kan verbreken, en het gemoed,nbsp;hoe ook met vooroordeelen bebolwerkt tot overtuiging der waarheid van het Evangelie kan brengen.
Ook de persoon, van wien in dit stukje gesproken wordt, doet ons de leiding van God met hen die Hij tot geloof wil brengen , aanbiddendnbsp;bewonderen. Het verhaal , hier medegedeeld , be-
-ocr page 5-hoort niet tot onzen tijd. Neen, het dagteekent uit den vroegsten tgd van de Christelijke kerk.nbsp;Het verplaatst ons in de vierde eeuw na de geboorte van Christus, toen het Christendom reedsnbsp;vele overwinningen had behaald en na een tijd vannbsp;heftige vervolging, rust genieten mocht. Hetnbsp;brengt ons in kennis, niet alleen met den bekeerdennbsp;Israëliet, maar ook met een uitnemenden dienaarnbsp;van Christus, die in de hand des Heeren, hetnbsp;gezegende werktuig was om velen voor hét Chria-lendom te winnen. Maar genoeg ter inleiding; onsnbsp;Verhaal spreekt voor zich zelf en behoeft geenenbsp;verdere aanbeveling.
Onder de mannen , die in de vierde eeuw onzer christelijke jaartelling tot zegen waren voor denbsp;berk van Christus, behoort ook basilius de gkoote.nbsp;lu het jaar 330 werd hij te Caesarea geboren ennbsp;vvas onder acht broeders en zusters de oudste dernbsp;*onen. Zoowel zijn vader als zijne moeder emmeiianbsp;onderscheidden zich door godsvrucht. Vooral denbsp;laatste en zijne grootmoeder aan ’s vaders zijde,nbsp;“acsina, strooiden in het kinderlijk gemoed denbsp;zaden van het christendom. Zijne eerste studiënnbsp;volbracht hp te Caesarea , waar hij in kennis kwamnbsp;®et GttBooRivs van Nazianzus. die later zijn boezem-
-ocr page 6-4
vriend werd. Eerst zette hij te Konstantinopel. daarna te Athene zijne studiën voort. En ondernbsp;deze kwam het besluit b^ bem tot rapheid zichnbsp;aan den dienst van God en de waarheid te wjjden.nbsp;Na geruimen tijd gereisd en vervolgens drie jarennbsp;in eenzame afzondering te hebben doorgebracht,nbsp;riep de bisschep van Caesarea bem tot den dienstnbsp;der kerk, en wijdde hem tot presbijter, ennbsp;in het jaar 370 beklom hij zelf den bi.sgchop-pelijken zetel, hoewel niet zonder sterken tegenstand , dien hp echter door zachtmoedigheid ennbsp;vergevensgezindheid wist te overwinnen. Slechtsnbsp;8 jaren mocht hij in deze betrekking werkzaamnbsp;zjjn, daar hij reeds den 1 Januari 379 bezweek,nbsp;diep betreurd door velen, die hem als een getrouwen herder der kerk hadden leeren kennen ennbsp;liefhebben.
Ten tjjde nu, dat hij bisschep van Caesarea was, leefde aldaar een Jood , met name joseph ,nbsp;die als natuur- en geneeskundige zoo beroemdnbsp;was, dat geen ander geneesheer des lands metnbsp;hem kon vergeleken worden. Vooral had dezenbsp;JOSEPH een helder inzicht omtrent den afloop vannbsp;krankheden. Als hjj bij ongeneselijke zieken geroepen werd, wist hij uit de bewegingen van dennbsp;pols en uit andere verschijnselen den tpd vannbsp;sterven, drie, ja .som» vijf dagen vooniit te
-ocr page 7-bepalen. Geen wonder dat de roem zijner geleerdheid en ervaring verre verbreid was; maar geen wonder ook, dat hij voor andere geneesheeren ennbsp;bunnen aanhang een voorwerp van nijd en haat was.
Basiliüs de gboote , die in zijn studietijd zich ijverig op de wijsbegeerte en natuurkunde hadnbsp;toegelegd, gevoelde zich tot dezen man getrokkennbsp;®n ging veel met hem om. In weêrwil hunnernbsp;verschillende geloofsovertuiging, hadden zij elkandernbsp;als vrienden lief. En basiliüs koesterde den wensch,nbsp;,ia de vaste hoop , waarvan hij menigmaal tot zgnnbsp;vriend sprak , dat deze nog eenmaal Jezus Christus als zijn Heer en Heiland belijden en in Zijnennbsp;Haam gedoopt worden zou. Maar zoo vaak basiliüsnbsp;van deze zijne verwachting sprak, verzekerde denbsp;Jood , dat hiervan niets komen zou, daar hij zichnbsp;vast had voorgenomen in het geloof zijner vaderennbsp;te blijven leven en eens te sterven. En ofschoonnbsp;Onze bisschop, die door groote welsprekendheidnbsp;uitmuntte, zich vaak alle moeite gaf, om zjjnennbsp;vriend te bewijzen , dat Christus het begin en hetnbsp;einde der geschiedenis , het verlangen en de hoopnbsp;aller volkeren, de vervulling der wet was, tochnbsp;bleef JOSEPH onbewogen. Hij volhardde bij zijnenbsp;overtuiging en zijn oor was gesloten voor alles watnbsp;zijn vriend bijbracht om hem tot Christus te leiden.
Daar naderde het einde van basiliüs, Niet zoo.
-ocr page 8-dra gevoelde hij dit, of hij liet Joseph tot zich roepen, voorgevende dat hp hem over zijn lichame-lijken toestand wilde raadplegen. De Jood kwam,nbsp;beschouwde den stervende en voelde z^n pols.nbsp;Basiiiüs vroeg lachend: s zeg, wat dunkt u welnbsp;van mijne krankheid?” - Maar Joseph wenddenbsp;zich diep bewogen tot de omstanders en zeide:nbsp;» bereidt n en doet wat gij noodig mogt achten ,nbsp;want zijn einde is nabij.” Toen sprak de bisschep :nbsp;» hoe! zou ik niet tot morgen in leven kunnennbsp;blijven ?” - De geneesheer hernam: k Mijnheer! ditnbsp;kan niet geschieden; met dé eene zon zal hedennbsp;eene andere ondergaan; - basilujs de gkoote zalnbsp;den volgenden morgen niet meer beleven. Indiennbsp;mjjnheer dus nog eenige schikking voor de kerknbsp;of de zijnen te maken heeft, moet hij zich haasten,nbsp;want over een uur zal hij niet meer leven.” -De stervende zeide daarop ; » hoe dan, indien iknbsp;tot morgen-middag blijf leven ?” - » Dan ,” zoonbsp;antwoordde joseph wel verzekerd van zijne zaak,nbsp;ï dan zou ik willen sterven.” - » Ja,” spraknbsp;BAsiLius, » sterven, afsterven der zonde en desnbsp;ongeloofs , en leven voor den Heer Jezus , die ooknbsp;tot redding van uwe ziel mensch geworden ennbsp;aan het kruis gestorven is.” - De Jood gevoelde.nbsp;hoe goed zijn stervende vriend het met hem meendenbsp;ep antwoordde daarom ; » welaan . mpnheer ! het
-ocr page 9-zoo; wanneer dit tot uwe rust kan dienen, zoo beloof ik u, dat, indien uw leven tot morgennbsp;¦'^ordt verlengd, ik mij zal laten doopen in dennbsp;oaam van Hem , die alleen door een. wonder vannbsp;goddelijke almacht, het hart dat reeds bijna stilstaat , op nieuw doen kloppen en aan het gebroken oog de aanschouwing van het licht hergevennbsp;kan.” Nu vertrok joseph , maar basiiius vouwdenbsp;^0 reeds stijfgeworden handen en bad: » Heerenbsp;Jezus ! Gij die aan dit ellendige lichaam leven ennbsp;«¦dem geschonken en mij krachten gegeven hebtnbsp;Om dien adem menig jaar in Uwen dienst en totnbsp;ket aanwinnen van zielen voor Uw heilig rijk tenbsp;gebruiken , schenk Gij aan de stervende leden nognbsp;voor eenige uren leven en adem , opdat ook denbsp;ziel van dezen man Uw heil, o mijn God! ennbsp;tJwe zaligheid deelachtig worde !”
He volgende morgen brak aan, basilius leefde •log en beval den geneesheer te roepen. Dezenbsp;Vulde niet gelooven wat de bode hem zeide. Welnbsp;itrong hem zijne veeljarige vriendschap met dennbsp;kissohop om met den bode mede te gaan; dochnbsp;kp ging in de vaste meening, dat men hem doornbsp;ket zien van den geliefde doode, tot omhelzingnbsp;van het christendom wilde bewegen. Maar toennbsp;kp in de kamer van den zieke kwam en basiliusnbsp;'*og levende, hem met zgne gewone vriendelijkheid
-ocr page 10-10
den dienst, des Heeren. Zoo heeft hij de kracht zflns geloofs in zgii leven getoond. Ook dezenbsp;Israëliet bleek in den echten zin des woords eennbsp;zoon van Abraham’, den vader der geloovigen, dennbsp;vriend van God te zijn. Eere dien getrouwen belijder ! Eere den man, die in des Heeren handnbsp;het middel was, om dezen Israëliet tot Christusnbsp;te brengen. In hem zien wij wat het geloof vermag en hoe het geloovig gebed niet wordt afgewezen. Maar eere bovenal Hem , die het geloofnbsp;van zijnen dienstknecht niet heeft beschaamd. Onsnbsp;vertrouwen zij op Hem, die niet laat varen denbsp;werken zijner handen, die zijne dienaren sterkt,nbsp;zpne zaak handhaaft, zijn Rijk uitbreidt.
-ocr page 11- -ocr page 12- -ocr page 13- -ocr page 14-