-ocr page 1-

UIT ONZE BRI�VENTASCH.

Wie gereisd heeft, moet vertellen; dat is z�� natuurlek, als dat wie overvloed heeft, van hetnbsp;iiijne meedeelt. En waar het hart vol van is,nbsp;daar vloeit de mond van over.

�t Zou dan ook niet goed zijn van onze zendeling.s-vrouwen, als zij ons niets mededeelden van hare �Ervaringen! Daar is eerst de reis van hier naarnbsp;Indi�. Ruim drie maanden in een houten woning'nbsp;Over de groote wateren te zwalken, met de diepte,nbsp;die reeds zooveel verzwolg, onder zich, met denbsp;�inbegrensde ruimte, waar zon en maan en sterrennbsp;lichten en tintelen, om zich heen, - en dan nietsnbsp;gewaar te worden, dat men ook in de ziel vannbsp;cen ander, van dierbare vriendinnen wil overstorten!nbsp;Wel, dat is niet mogelijk! Een hond zelfs doetnbsp;soms moeite om te spreken! Hoe jammer dat hijnbsp;het niet kan, misschien zou hij meer weten te

-ocr page 2-

vertellen, dan vele menschen, die als zij van de reis terug komen, alleen zeggen; �O! �t was zoonbsp;mooi!� of anders; �Och! wat zal ik u zeggen,nbsp;dat laat zich im zoo niet vertellen.�

Met alzoo moet het zijn met onze zusters. Zij hebben wat mede te deelen van de lange reis, ennbsp;later nog veel meer van haar leven in dat verre,nbsp;vreemde land. Zij moeten ons wat vertellen, ennbsp;als zij het uit zich zei ven niet doen, dan willen wijnbsp;het haar verzoeken, haar bidden en smeeken: �Och,nbsp;toe! lieve zirsters! vertelt ons nu toch wat! Wijnbsp;zijn zoo nieuwsgierig, en toen gij van ons zijtnbsp;uitgegaan, hebt gij het ons beloofd, dat gij ons nnnbsp;ook eens zoudt berigten, hoe het in dat verre landnbsp;gesteld is, - en hoe die arme Heidenen leven, - ennbsp;wat de Heer reeds onder hen gewerkt heeft, - ennbsp;of wij nog voort moeten gaan met geven en bidden,nbsp;dan of gjj ��k meent, dat wij dat wel kondennbsp;laten ? Ziet, zusters! onze harten zijn brandende ,nbsp;om iets van u te vernemen. Weest dan nietnbsp;onbarmhartig, maar vertelt ons ?�

Als dan die zusters antwoorden: sWjj hebben zoo veel niet te vertellen,� of �Wij moeten dat aannbsp;onze mans overlaten,� of �Wg verstaan de taalnbsp;van het land nog niet genoeg,� dan willen wijnbsp;eerst regt aandringen, want dan zoeken de zustersnbsp;zich van ons af te maken.

-ocr page 3-

��Wij hebben zooveel niet te vertellen!�� Dus wilt gij ons doen gelooven, dat gij bij de grootenbsp;vera,ndering in uwe levenswijze niets in u zelvenbsp;hebt voelen veranderen? - Och! als de natuur ofnbsp;uw huishouden niets belangrijks oplevert, verteltnbsp;ons dan wat in uw hart omgaat. Wordt het daaronder die heete zon warnier, of bekoelt het dooide aanraking met de naakte werkelijkheid? Watnbsp;moet er niet veel zijn mede te deelen van watnbsp;er in dat altijd zwoegende hart omgaat! - En bemoedigt de Heer op dezelfde wijs bij u, als bijnbsp;Ons? - Hoe staat gij tegenover de beproevingen?nbsp;Kunt gij het met de menschen vinden? En zoonbsp;al meer. Zusters! indien er eene gemeenschap desnbsp;geestes is, dan moet die zich openbaren ; ennbsp;kunnen wij elkander niet spreken, dan moeten wijnbsp;elkaar schrijven.

���we mans,�� ja die moeten ook schrijven; maar die zien heel wat anders en geheel andersnbsp;dan gjj. De man ziet veel verder, maar daardoornbsp;ook dikwijls veel minder juist. De man wilnbsp;gaarne overal zpii verstand bij gebruiken, zelfs alnbsp;keeft hij niet bijster veel; de vrouw gevoelt, ennbsp;komt zoo niet alleen achter de waarheid, maarnbsp;dringt door tot in hare binnenste schuilhoeken.nbsp;''Kat hebben die voelsprietjes, waarmede de vrouwnbsp;IS toegerust niet al veel ontdekt! Hoe hebben zij

-ocr page 4-

vaak gediend om onheil af te weren, vrede te bewaren, liefde te bevorderen! Of, hebt gij welligtnbsp;dat gevoel niet? Vindt ook gij beter uw verstandnbsp;te gebruiken, en dat gevoel maar te laten rusten?nbsp;Ja, zusterlief! neem het ons niet kwalijk; maar,nbsp;maar � dan beklagen wij u en meer nog uwenbsp;mans en hun werk; en dan weten wjj niet, of zijnbsp;op den duur wel anders te schrijven zullen hebben,nbsp;dan : �Het gaat niet, het gaat niet! Wij moetennbsp;dat werk maar opgeven.�

�oDe taal!�� ja, dat begrijpen wij, en hoe gij daar nog in komt, is ons waarlijk een raadsel.nbsp;Wat heeft het vele meisjes een moeite gekost,nbsp;een mondje Fransch te leeren, en hoe hebbennbsp;zij het vergeten! Maar wij bedenken ook, datnbsp;komt in de huishoudens weinig te pas; en hadden zij het noodig gehad, dan zouden zij haarnbsp;fransch niet verleerd hebben. Wij moeten zeggen; �t is wel wat vreemd, dat men in Rotterdamnbsp;de zendelingen maleisch en javaansch laat leeren,nbsp;en dat de vrouwen z�� maar naar Indi� gaan,nbsp;als of zij daar de taal van hare mans wel zoudennbsp;overnemen. Lieve zuster! daarin geven wjj nnbsp;volkomen gelijk, dat het wel jammer is, dat gijnbsp;de taal des lai\ds niet verstaat! Maar troost n,nbsp;de vrouw leert alweer veel beter talen dan denbsp;man; het hart helpt hier ook al, en als men vol

-ocr page 5-

liefde liet heil van zijne medemenschen bedoelt, dan wordt zelfs het oog welsprekend.

De brieven van onze zusters in Indi� moeten ons veel waard z^n, en als wij voor alsnog nietnbsp;zoo heel veel belangrijks daaruit kunnen medenbsp;deelen, wij willen toch laten lezen, wat sommigennbsp;van haar ons schreven. Het eerst komt ons daarnbsp;in handen een brief van zuster van ce Lie�de ,nbsp;geschreven op hare reis naar Indi�, grootendeelsnbsp;aan boord van het schip de stad Delft, datnbsp;haar in 1866 naar Batavia overbragt. De briefnbsp;is gedagteekend 1 Maart 1806. Wij lezen daar:

�Tot op dezen oogenblik mogen wij wel spreken van geluk. De Heer was bijzonder en kenneljjknbsp;met ons; tot hiertoe heeft Hij geholpen, en Hjjnbsp;zal ook verder helpen. Wij mogen deelen in dennbsp;schat der gezondheid, en hoe zou ik weuschennbsp;thans te kunnen weten, dat dit voorrogt ook hetnbsp;deel mag zpn van dien geachten en geliefdennbsp;zusterkring, aan welken ik mjj door Gods genadenbsp;verbonden gevoel met onverbreekbare banden desnbsp;geloofs en der liefde, doch met welke ik, helaas!nbsp;zoo zou ik zeggen of liever klagen, zoo kortnbsp;persoonlijk kennis heb kunnen maken. Dewdjl ditnbsp;echter door den wil van God niet anders konnbsp;en mogt zijn, hoezeer leeft mijn hart in hetnbsp;vooruitzigt op eene toekomst, die ons eenige ver-

-ocr page 6-

gocding voor dat gemis zal schenkel� door onze briefwisseling. Mogt het ons geschonken wordennbsp;vele goede en gewenschte tijdingen van elkandernbsp;te vernemen, opdat ook daardoor de uaam desnbsp;Heeren verheerlijkt, de bede �TJw koningrijk kome!�nbsp;steeds ernstiger en alzoo de band der liefde totnbsp;den Heer en elkander inniger worde.

sAllereerst, geliefde zusters! wil ik u nogmaals hartelijk dank zeggen voor alle liefde en zorg mijnbsp;bewezen. De Heer zegene u ook daarvoor, ennbsp;geve u veel vrede en blijdschap des harten tenbsp;smaken, vooral wanneer gij eenmaal in waarheidnbsp;zult mogen betuigen: �het was niet te yergeefs.�nbsp;Dit toch kan ons zeer dikwijls ontmoedigen, datnbsp;onze pogingen niet met de vruchten bekroondnbsp;worden, waarop wij hadden gemeend te kunnennbsp;rekenen. En indien de Heer ons bij zulkenbsp;ervaringen niet troostte en bemoedigde, zoo zoudennbsp;onze handen dikwijls slap hangen. Maar dank zijnbsp;Gods genade, die ons hjj dat alles geleerd heeftnbsp;zich te ontfermen over onze medemenschen, omdatnbsp;Hij zich ook onzer ontfermd heeft; daarom twijfelnbsp;ik ook niet, of in zulke wegen van beproevingnbsp;zullen de woorden �diQ met tranen zaajjen, zullennbsp;maaijen met gejuich� en �die het zaad draagt, datnbsp;hij zaajjen zal, gaat al gaande en weenende:nbsp;maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen,

-ocr page 7-

dragende zijne schovenu wel eens moeten vertroosten en bemoedigen; terwjjl ik u altijd weder de Evangeliebeden hoor toeroepen; �Zaaijer! zaaitnbsp;in Gods naam voort!�

�Dagelijks mogt ik Gods nabijheid smaken en gesterkt worden in mijn geloof, zoodat de bergennbsp;van bezwaren, die onwillekeurig telkens als voornbsp;wijne oogen verrezen, voor mij ge�ffend werden.

�Dikwijls werd ik onvoorbereid geroepen om dekenschap te geven van de hoop, die in mijnbsp;leeft, en altijd ontving ik veel vrijmoedigheid omnbsp;'dljjmoedig daarover te spreken.�

Er worden in onze dagen maar al te vaak gesprekken gevoerd, die elke geloovige diep krenken. Dat is aan onzen tijd z�� eigen, als het makennbsp;^an onzedige toespelingen aan de gezelschappennbsp;Van vroegeren tpd. Het toont al weinig kieschheid,nbsp;rvanneer men met verhalen gaat spotten, die onsnbsp;christelijk geloof heilig zjjn. - Wat heeft de vrouwnbsp;het meisje in tegenwoordigheid van zulkenbsp;^potters te doen? In den regel zal zij beter doennbsp;'loor stilzwijgen van hare verontwaardiging te doennbsp;l�lijken, dan door redeneringen den spotlust tenbsp;prikkelen. Br zijn woorden, die geen antwoordnbsp;Verdienen. God zelf zal eenmaal den oppervlak-Irigen ongeloovige in de ziel grijpen, en voor zoonbsp;Ver wereldlust bij hem de aanleiding is, om zjjn

-ocr page 8-

8

geweten door groote woorden tot zwijgen te l)rongen, zal hij langs den weg der beproevingnbsp;tot ernst gedrongen , zich over zijne vroegerenbsp;loszinnigheid diep gaan schamen. Maar waar bjjnbsp;den man eenmaal eene overtuiging is d��rgedrongen , die hem afkeerig maakt van onze godsdienst,nbsp;daar zullen niet de redeneringen van de vrouwnbsp;en van het meisje hem terug brengen; daar zalnbsp;hare zelfverloochening, haar eenvoudig geloof, harenbsp;liefde zjjne ziel kunnen vermurwen, welligt denbsp;ijskorst doen versmelten, die z^n gemoed houdtnbsp;ingesloten.

Is men nu echter aan boord van een schip, drie maanden lang met dezelfde personen als opgesloten, dan valt liet zwjjgen wel eens moeijelijk,nbsp;en dan kan ook voor het meisje spreken gevorderdnbsp;worden. En zoo ging het ook onze zuster. Toennbsp;zjj bij zulk eene gelegenheid wees op de waardenbsp;van Gods woord, en niet onduidelijk te kennennbsp;gaf, dat velen, �die al zeer beperkte gedachtennbsp;omtrent dat Woord koesteren, het zeker nog nimmer heilbegeerig ter hand hadden genomen en nognbsp;veel minder behoefte hadden gevoeld, om uit datnbsp;boek hooger licht van den Heer te putten,� spraknbsp;zij een woord, dat in onze dagen meer dan eenignbsp;ander behoorde gepredikt en verklaard te worden.

Wjj kunnen ons voorstellen met welk een gloed

-ocr page 9-

II

Onze zuster bij die gelegenheid gesproken heeft, en het is ons aangenaam er bi] te kunnen voegen,nbsp;dat haar woord niet zonder goede vrucht bleef.nbsp;Een der toehoorders zeide zoo: �Nu jufvrouw! iknbsp;'venschte w'el, dat ik had, wat gij bezit,quot; en toennbsp;zij daarop vroeg: �Wel, Mijnheer! wat bedoelt gijnbsp;daarmede,�' was zijn kort antwoord: �dat geloof.quot;nbsp;�Ik gevoelde,� zoo gaat onze briefschrijfster voort,nbsp;�dat het beter was thans te zwijgen, dan tenbsp;spreken van de zwakte van dat geloof, waarovernbsp;ik mijzelve telkens heb te schamen; maar ik mogtnbsp;hem toch wijzen 0]i den Vader, die ons allennbsp;dat geloof scheuken wil, iudieu wij ons slechtsnbsp;kinderlijk aan hem overgeven en ons door hemnbsp;laten leiden, onvoorwaardelijk, zoo als wdj zijn ;nbsp;f'n wat mij hij die gelegenheid zoo al meernbsp;gegeven werd te spreken.

�Werd alles toegeschreven aan noodlot, toeval �^f fortuin, dan moest ik spreken van alwetendheidnbsp;�n voorzienigheid, van Gods bestuur, wetende datnbsp;alles in zjjne band is, en getuigende, dat het zoonbsp;Waar is wuit Paulus schrijft. da.t uit hem en doornbsp;hem en tot hem alle dingen zijn, dat hem denbsp;�er en heerlijkheid is tot in alle geslachten vannbsp;�n tot alle eeuwigheid; en hoe men dan eerstnbsp;i'-ich gelukkig kan en mag noemen, wanneer mennbsp;�n de gunst des Hoeren nia^ deelen en aan hem

-ocr page 10-

10

de eev geeft, die hem alleen toekomt. Dan verwacht men alles van hem en niets van zichzelven. en alle roem is uitgesloten; dan leert men. innbsp;genade roemen, omdat men niet langer het levennbsp;vindt in zich zelven, maar steeds behoefte gevoeltnbsp;aan een� algenoegzamen Verlosser, die alleen volkomen kan zalig maken degenen, die door hemnbsp;tot Godnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gaan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dan wastnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in ons,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wij

gevoelen nbsp;nbsp;nbsp;steeds,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat wij mindernbsp;nbsp;nbsp;nbsp;worden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zijn

wij dan nbsp;nbsp;nbsp;zwak,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dan leerennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hopen o^) denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be

lofte: mijne kracht wordt in uwe zwakheid volbragt.

Op 8 Maart vervolgde onze zuster haren brief aldus: �Alles aan u medenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deelen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zounbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mij

voor alsnog onmogelijk zijn, want wij hebben thans zeer korte dagen.� De lezeressen moeten hierbijnbsp;bedenken, dat in Indi� de zon het geheele jaarnbsp;door �s morgens ongeveer om zes uur opgaat ennbsp;dus ook omstreeks het zelfde uur �s avonds ondergaat. Het zijn daar dus altpd Maart of Septemberdagen, wat de lengte betreft, hoewel zij overigensnbsp;niet met de onze te vergelijken zijn; reeds hetnbsp;volgende bewijst dit genoeg. �Het is nu hier innbsp;de hutten� (de zeer kleine slaapvertrekjes aannbsp;boord) �niet uit te houden. Daarbij ben ik sedertnbsp;een paar dagen zeer zenuwachtig, waartoe denbsp;warmte vooral het hare bp draagt. �s Morgensnbsp;lezen wij te zamen veel, en na 12 nre kan ik een

-ocr page 11-

11

poosje schrijveii, tot wij om half 5 ure aan tafel gaan, en clan is het donker als het middagmaalnbsp;is afgeloopen. Terwijl dan de heeren zich in denbsp;kerk� (de ruimte in het schip, waarin alle huttennbsp;uitkomen, en die tot algemeene verzamelplaatsnbsp;dient) �bezig houden, gaan wij naar het dek,nbsp;alwaar het dan overheerlijk is. De zon gaatnbsp;onder, en vreldra ziet men die lieve maan, alsnbsp;uit de zee verrijzen; het is friseb en zeer aangenaam, en wij zitten als een koppeltje schapennbsp;bij elkander. Nu en dan zingen wij liederen ofnbsp;psalmen en gezangen. en dan worden wij wolnbsp;eeus onwillekeurig tot deu uitroex' gedrongen:nbsp;Hoe groot zijn uwe werken, o Heer! Gij hebt zenbsp;allen met wpsheid gemaakt, alles kondigt ons uwenbsp;grootheid, uwe magt en majesteit aan.

�Zeer onverwachts zijn wij het einde onzer reis genaderd, en die reis was zeer voorspoedig ennbsp;regt genoegelijk, zoodat wij ruime stof hebbennbsp;den Heer te danken voor zoo veel liefde. 0!nbsp;mogt zijne trouw en hulp mij verder nabij zijn,nbsp;en mg bekwamen tot het gewigtige werk, dat mijnbsp;^vacht, opdat ik met en zonder woord met mijn�nbsp;lieven vriend vereenigd, onzen dierbaren Zaligmaker moge verheerlijken daar in de heidenwereld.nbsp;Blijft ons, waarde zusters! in uwe gemeenschap-Pelgke en bijzondere gebeden gedenken voor den

-ocr page 12-

12

troon der geniide, waiirheon ook de onze worden opgezonden.

�Te Batavia hoop ik dezen to eindigen. en daarom voor ditmaal genoeg. Ik blpf steeds gevoelen , dat ook ik op do vleugelen des gebedsnbsp;gedragen ben, en ook weet ik, dat mijn vriendnbsp;en ik steeds in de gedacliten der geloovigeunbsp;zullen blijven leven. Uit troost mij, en doet mij,nbsp;al wonen wij dan ook op verren afstand van u,nbsp;gemoedigd voortgaan op bekende en onbekendenbsp;paden. Hij is bp ons en zijne hand zal ons geleiden.

�27 Maart. De morgenstond van 15 Maart was voor al de passagiers der Stad Delft regt aangenaam. De kapitein wekte ons met de woorden ; gt;�Wij zijn door Gods goedheid in Straatnbsp;Sunda gekomen, komt nu eens boven!�� Hoenbsp;heerlijk was het, na zooveel dagen land te zien;nbsp;mijne ziel loofde den Heer, die ons tot hier toenbsp;had geholpen. Het gezigt op al die overheerlijkenbsp;bergen was treffend. Wij zagen zooveel, dat onsnbsp;geheel nieuw was, en wij konden van blijdschapnbsp;niet spreken, . . . wel schrepen. De bergen vannbsp;Sumatra en van .lava en zooveel gezigten verblijdden ons, en al .spoedig kwamen Javanen innbsp;hunne praauweu (inlandsche vaartuigen) indischenbsp;vruchten en kippen tc koop aanbieden. Wij zeildennbsp;langzaam voort, en in den nacht passeerden wjj

-ocr page 13-

Anjer, en Vrjidag den 16'^� Maart viel het anker op de reedc van Batavia. 0! welk een geluid,nbsp;on dat geroep van allen: welkom, welkom opinbsp;Batavia! Er ging onuitsprekelijk veel in mijnenbsp;ziel om, te veel om op liet papier te zetten.nbsp;Het was juist 5 ure, en de tafel stond gereed,nbsp;maar er werd bijna niets gegeten.

�.\andoenlijk was voor mjj het gezigt van de verschillende bewoners van Java, dat Java, zoonbsp;rijk aan aardsehe schatten , zoo arm aan dcnbsp;goederen des eeuwigen levens. Hoe zeer verlangnbsp;ik, geliefden! met de menschen te kunnen spreken;nbsp;ik zou tot allen zoo g'aarne veel van mijn� Hoernbsp;on Heiland willen spreken, en wanneer zal de tijdnbsp;daar zijn, dat ik dit kan.�

Wij spraken boven al met een woord over die taal, en wij zouden in ernst kunnen verlangen, datnbsp;elke zendelingzuster, v��r haar vertrek uit Europa,nbsp;ten minste z�� veel maleisch of javaansch leerde,nbsp;dat zij zich in den eersten tijd behelpen kon. Maarnbsp;dan moest zij ook wat van het volk leeren, waarheen zij gaan zal. Het zon haar den overgangnbsp;gemakkelijker maken ; want niets is pijnlijker, vooralnbsp;voor eene vrouw, dan zich met niemand te kunnennbsp;onderhouden. En hoeveel aanleiding bestaat er dannbsp;niet voor onwillige leerlingen en bedienden om, vannbsp;misverstand misbruik te maken. Hoe ligt ontstaat

-ocr page 14-

14

(Jan niet van weerszijden eeiie verwijdering, die raoeijelijk w��r in toenadering overgaat, en dienbsp;later, als de eerste geestdrift bekoeld is, in ontevredenheid en bij sommige karakters ook wel innbsp;gemelijkheid overslaat. Lieve zusters! die de uwennbsp;verlaat, om een� geliefden echtgenoot te volgen innbsp;het land der vreemdelingschap, maar die daarbpnbsp;ook gaarne van uwen Heer en Heiland getuigennbsp;wilt, laat het u toch nooit te veel moeite zijn omnbsp;dc taal des lands te leeren; en zoo lang gij dienbsp;nog niet genoegzaam verstaat, moet gij toch vooralnbsp;niet de inlanders hard vallen, zij kunnen het nognbsp;niet begrijpen, dat gij niet uw eigen voordeel, uwnbsp;eigen gemak en genoegen zoekt, maar uzelvenbsp;geheel aan hen wilt geven.

En voorts hebt gij uw leven aan uw huisgezin te wijzen. In dien stillen kring, waarin gij zekernbsp;zooveel mogeljjk inlandsche meisjes en kinderennbsp;opneemt, en die dus geen kleine kring is, moet gijnbsp;vooral liefde en tevredenheid trachten te stichtennbsp;en te bevorderen. Uw man, die in het openbaarnbsp;en dus meest buiten �s huis moet werken, en dienbsp;in den huiselijken kring van zijnen arbeid moetnbsp;kunnen uitrusten, zal u er dankbaar voor zijn.nbsp;Maar bovenal zult gij zoo doende de goedkeuringnbsp;van den Heer verwerven, die zoo schoon en waarnbsp;gezegd heeft: �Zalig zjjn de zachtmoedigen, want

-ocr page 15-

ir

�ij zvtllen het aardrijk be�rven,� en �Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderennbsp;genaamd worden.�

In een' lateren brief schreef onze zuster: �Ik heb thans 9 meisjes van 12 tot 18 jaar hij mij,nbsp;en ik mag mij bij voortduring (kleine struikel-blokjes uitgezonderd) over haar verheugen. Zijnbsp;betoonen zich ijverig en leerzaam, en begrijpennbsp;nu reeds goed, hoe ik het gaarne heb, zoowelnbsp;met het huishouden, als met het naaijen, strijken,nbsp;wassohen, koken, enz. enz.; maar altijd moet iknbsp;er zooveel mogelijk bij zijn. Zij zijn altijd regtnbsp;blijde met mij, als van df. Lik�de van de reis isnbsp;terug gekomen. Dan roepen zij allen. zoowel alsnbsp;onze goede jongens, als om strijd: ��Salamatnbsp;datang toewan!�� (Heil uwe komst, Mijnheer),nbsp;dan is het ook veel vr�lijker, omdat ik tot mijnenbsp;smart nog niet veel met haar spreek. O, iknbsp;verlang er zeer naar dat te kunnen. Als van denbsp;Liefde niet t�huis is, zitten zij bij mij; dan zingnbsp;ik met haar psalmen of gezangen, ook wel anderenbsp;liedjes; maar ik altijd in 't hollandsch. Zij zingennbsp;ook soms allen, de meisjes en de jongens bij hetnbsp;orgel. O ! dat gaat zoo heerlijk, geliefde zusters!nbsp;en wat dan soms daar binnen bij mij omgaat,nbsp;kan ik n onmogelijk beschrijven. Mijne meisjesnbsp;hebben met mij al veel afgenaaid, en vooral wat

-ocr page 16-

16

zij nu onder handen hebben geeft haar veel pret, omdat daaronder zoo veel kleine stukjes zijn,� enz.

Doch wp mogen niet te veel vooruit loopeu, eii onze lezeressen zullen toch ook wel,-willen weten,nbsp;welke ontvangst � aan onze zuster in de Mitiahassanbsp;bereid was. Een brief van Br. van oe Likede . waaraan ook onze zuster een en ander toevoegde, stelt on.snbsp;in do gelegenheid hare belangstelling te bevredigen.nbsp;Op 2d .Tulij 1866 schreef onze broeder als volgt:

�Door Gods goedheid mag het mij lieden gelukken , n in welstand eenige regelen te schrijven. Ik had dit gaarne reeds vroeger gedaan en ernbsp;met de laatste boot ook bepaald op gerekend.nbsp;doch er kwamen toen zoovele verhinderingen,nbsp;dat ik weder tot uitstel werd gedrongen. Mogennbsp;door Gods genade deze regelen thans u allen innbsp;welstand vinden en onder de rjjke ervaring vannbsp;�Jezus zalige nabijheid.

�Hoe gaarne zou ik u allen, hooggeachte vriendinnen ! eens ooggetuigen willen doen zijn van het geluk ons door God geschonken. Hij heeft wedernbsp;op nieuw grootelijks zijn woord bevestigd: �Worpnbsp;al uwe bekommernissen op mij, want ik zorgnbsp;voor n�, en genadig heeft Hij onze gebeden verhoord. Tn welstand heeft Hij mijne innig geliefdenbsp;Beestje den 5'''�quot; Mei te Menado doen aankomen, onnbsp;sedert den 2.0quot;*'�� Mei zijn wij te zamen op Amoorang.

-ocr page 17-

17

�it een In-ieQe van Batavia verzonden, hebben de dames vernomen, hoe goed zij het op de �Stadnbsp;Delft� heeft getroffen. Ook hare verdere reis w;isnbsp;''oor.spoedig, en overal waar zij kwam heeft zijnbsp;�eer veel liefde ondervonden. De 23**� Mei wasnbsp;de gelukkige dag waarop wij met elkander doornbsp;den band des huwelgks werden vereenigd. Br. Line-, bij wiens familie mijn bruidje toenmaalsnbsp;gelogeerd was, had Menado juist voor een paarnbsp;'quot;'eken moeten verlaten, om zijne gemeente tonbsp;Dorontalo te bezoeken, en onze Br. SciiAArsMi,nbsp;die met Br. �ifkrs bij het burgerlijk trouwen onzenbsp;getuige was geweest, zegende ons hnwelpk ker-Mijk in, naar aanleiding van de woorden: �ennbsp;J�ziis was ook genood.� Den dag na ons hnwelpknbsp;be gaven wij ons op reis naar Amoerang. Wijnbsp;gingen per praauw tot Tanawangko, waar wp bijnbsp;�i'. G-UAAn.AND bleven overnachten, en den daarop-^olgenden morgen, vroeg, ging de reis verder tenbsp;haard tot wij 's avonds in welstand in onze woningnbsp;aankwamen, waar wij door eenige gemeenteledennbsp;'an Amoerang werden verwelkomd. Ik behoef unbsp;**iet te schrijven, hoe verblijd wij waren, nu denbsp;Deer ook het einde der reis zoo goed had geblaakt ; en wij hebben over niets te klagen, dannbsp;dat wij onzen getrouwen God niet genoeg naarnbsp;b'aarde kunnen groot maken en danken. De dagen

-ocr page 18-

na onze aankomst wjren al spoedig regt drukke dagen, die gebruikt werden om de fraajje uitrusting, die zoo ruimschoots van uwe hartelijke belangstelling en liefde getuigt, uit te pakken, ennbsp;waarin wp elk oogenblik door bezoeken gestoordnbsp;werden, want vele personen (zoowel van Amoerangnbsp;als vooral ook van mijne buitengemeenten) toonden,nbsp;dat zij regt verblpd waren met hun� verblijdennbsp;leeraar, en velen kwamen nu eens zien of denbsp;langverwachte persoon geleek op het portret,nbsp;dat ik hun vroeger al eens had laten zien. Iknbsp;mag hier deze gelegenheid niet voorbij laten gaan,nbsp;om u, hooggeachte vriendinnen, mijnen harteljjkennbsp;dank toe te brengen voor alle liefdebewijzen, dienbsp;ik en mijne geliefde Leen�je van u hebben mogennbsp;ontvangen. In bijzonderheden hoopt mgne geliefdenbsp;u daarover nog te schrijven. Voor heden kan iknbsp;u melden, dat al de bewijzen uwer zorgende liefdenbsp;zeer veel hebben bijgedragen om mjjne Leentje denbsp;reis te vergemakkelijken en te veraangenamen, ennbsp;dat zij ons thans in ons huishouden bijzondernbsp;goed te pas komen, zoodat wij er voortdurendnbsp;een dankbaar gebruik van hopen te maken. Wijnbsp;bidden, dat onze lieve Heiland, al wat gij ennbsp;andere vrienden en vriendinnen aan ons hebtnbsp;gedaan om ons verblpf alhier gemakkelijker ennbsp;aangenamer te maken, rijkelijk vergelde, allereerst

-ocr page 19-

19

�*gt; i�flke zegeningen aan uw aller harten en ook '*gt; zijne voortdnrende goedkeuring op al den arbeidnbsp;'i'ver liefde.

�Dat wij nog voortdurend druk bezoek krpgeu Zult u gemakkelijk kunnen nagaan, evenzeer alsnbsp;dat wij die bezoeken, waarop dan ons fraaije orgelnbsp;'�^ordt bezien, alsmede verscheidene kleinighedennbsp;die Iieentje heeft medegebragt, zoeken dienstbaarnbsp;maken aan de verheerlijking van den Heernbsp;Jezus. Voor mpne lieve vrouw levert de taalnbsp;daarbij nog eenige moeijelijkheid, docb met Godsnbsp;^�ilp zal ook dit wel spoedig komen. Zij weetnbsp;*icb overigens in alles al zoo goed te schikken ,nbsp;'dsof zij al lang in Indi� was geweest.�

En zuster van de Liepdb schreef: �Ons huis 'beviel mjj dadelijk zoo goed, het is zoo ruim ennbsp;irisch en netjes, als ik het maar verlangen kan.

had niet durven denken, dat het er z�� netjes quot;it zou zien. De vrouw van den Penoelongnbsp;(hulpzendeling) had dan ook mede trouw haarnbsp;igt;est gedaan, alsmede al onze jongens. Zij zongennbsp;*^i) onze aankomst ons een psalmversje toe, e:nbsp;**^aakteu mij hunne namen bekend.�

En nog in een� anderen brief schreef onze zuster:

* Gaarne voeg ik bij dezen brief van mijnen ^'even man een paar regeltjes, en wel, om denbsp;dames nog een en ander van mijne gelukkige

-ocr page 20-

30

omgeving, alsmede van de goede overkomst ook van onze goederen, ons door n geschonken, enz,,nbsp;mede te deelen.

�Wat eerstgenoemde betreft mag ik door Gods goedheid daarvan melden, dat ik my nimmer zoonbsp;iets had durven voorstellen. Onze huishouding is,nbsp;zoo veel zulks in Indi� mogelijk is, op hollandschenbsp;wpze ingerigt. Terstond na mijne aankomst alhiernbsp;kTOinen er reeds van alle kanten der negerpennbsp;in den omtrek meisjes, om ons te verzoeken bijnbsp;ons te zpn; het getal was de eerste tien dagennbsp;reeds tot 9 geklommen, en wij oordeelden, dat zulknbsp;een getal voldoende was; vele van haar haddennbsp;reeds reikhalzend naar mijne komst verlangt, ennbsp;zij toonen ook wel te willen werken, en leerennbsp;reeds goed; wp blijven biddend hopen, dat zjj,nbsp;zoowel als onze jongens, bij voortduring zich zoonbsp;mogen blijven gedragen, dan zijn er voorzeker nietnbsp;alleen nuttige leden der maatschappij van te maken , maar dan zullen zjj door 's Heeren liefde ennbsp;genade ook innige discipelen en discipelinnen vannbsp;ronzen lieven Heiland worden. Ja! dit is steedsnbsp;onze vurige bede voor hen en allen die ons liefnbsp;en dierbaar zijn, en die zal voorzeker genadigenbsp;verhooring vinden, tot roem van 's Heeren naam-

�Bijna al de goederen, ons door u, hooggeschatte vriendinnen, geschonken, zijn goed in orde over-

-ocr page 21-

21

gekomen, en alleen is daarvan de soepterrine met eenige kleinigheden verongelukt, doch voor hetnbsp;Overige is alles zeer netjes; wat de provisies be-*^reft, zij zijn overheerlijk, en wij hopen van allesnbsp;steeds een dankbaar gebruik te maken.

�Dat wij overgelukkig zijn in elkanders bezit heeft mjjn beste man u, geliefde zusters innbsp;Heer, reeds geschreven.

Voor ditmaal leggen wij de briefwisseling ter ^bde. Spoedig hopen wij brieven van Zr. Wiebsma,nbsp;PoENSEN, Zr. VAN uER Wai., Zr. DE Vbies ennbsp;^Dderen mede te deelen. Die uitingen der zuster-^�ke liefde zijn ons eene verkwikking, en eennbsp;Soiiot is het aan anderen van het goede te ge-, dat men zelf geniet. Dat intusschen onzenbsp;Onderlinge liefde vermeerdere, onze hoop levendignbsp;, ons geloof vast sta! En de Heer gevenbsp;Ons yogi ig doen igr bevordering van de komstnbsp;'*''0 Zjjn koningrijk! Zoo zij het!

Naschrift. Reeds eenige weken v��r het at-quot;^^okken van dit stukje, werden wij verontru.st '^Oor onbepaalde berigten aangaande eene zwarenbsp;''nekte van Zr. van de liefde. Eerst dezer dagennbsp;bij het Bestuur des genootschaps het vol-Sonde herigt in van Br. van de liefde ; �Onze

-ocr page 22-

blijde verwachting is in droevige teleurstelling veranderd, toen mijne innig geliefde vrouw dennbsp;ggsten Maart j.1. van een dochtertje beviel, datnbsp;evenwel slechts eenige teekenen van leven heeftnbsp;gegeven, en toen door den Heer ons werd ontnomen. Door Gods genade mogen wij bij diennbsp;pjjnl^ken slag ook den troost ervaren, die w'nbsp;gelegen is in de verzekering, dat onze lievelingnbsp;bij den Heer Jezus is.

�Na dien tjjd heeft de Heer ons ten tweeden-male ernstig beproefd in eene zeer zware en zorgelijke ziekte van mjjne dierbare vrouw, die haaf aan den rand des grafs gebragt heeft. Genadig'nbsp;heeft God thans het grootste gevaar afgewend,nbsp;en verblijdt Hjj m^ bij aanvang met de hoop,nbsp;dat de zeer groote ligchaamszwakte en de zwaktenbsp;van het hoofd, die zeer langzaam in betef'nbsp;schap toenemen, door zijne ontferming ook wijke�nbsp;zullen. � Hoe innig wensch ik, dat ik u latefnbsp;een regt verblijdend berigt van volkomen herstelnbsp;mag doen toekomen en dan ook meer in bpzon-derheden u melden, zoo wel van de bange uren,nbsp;die ik doorleefde, als van de vertroostingen vannbsp;God ondervonden.

-ocr page 23-

de Drukkers en Boekverkoopers M, Wijt amp; ZONEN, zya verkrijgbaar de volgende Kleine Stukjes

Cents.

foeter Lobeck............. 15

De welbestede stuiver..... l�

Oe wever uit Welsh....... 07^

Oe klAne bewoner van het

Auvergn�sche Gebergte____ 10

Arme Sara,,........ 04

De jonge Ilutbewoonster... 22^ Opwekking te Elberfeld� 05

De lersche boer........... 10

' Dlisabeth Cunningham..... 15 ^ohn Kobius, de matroos... 10nbsp;' Uitbreiding der Parabel ... 10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... 15^nbsp;De Stroopers-dochter...... 10

* nbsp;nbsp;nbsp;De Bode met goede tijding. 15

'dansje Allan.............. 15

iJonderUnge tusschenkomst

der Voorzienigheid........ 07

beveusber, van Amelia Gale 07J

* nbsp;nbsp;nbsp;Hill..................

Degesc.hied.van MarySmith 12ij

* nbsp;nbsp;nbsp;De Dorpa-predikant....... 10 ;

De waarheid van het Evang. 10 ;

Kracht des geloof�........ 10 nbsp;nbsp;nbsp;�

Hermande houthakker... , 12 baatste uren v.John Cowpev 10 ^

Het einde van den tijd..... 10 i

Wat God bewaart, is wel bewaard.................. 15

� nbsp;nbsp;nbsp;^ Wat hebt gij

^�doen?............... .. 10

We�rhaan van het kasteel 12% ^ben-HaSzer inLatakko... 10nbsp;Hidiaansche bekeerlingen .. 10

De Christen-feesten........ 05

orhaal van 2 predikers,.. 07-^ � tijd en de eeuwigheid .. 10nbsp;orl en heilzaam berigt... 10nbsp;ohan Coenraad �er Einden 07^

beroep op het hart____12J

. nbsp;nbsp;nbsp;in den Klaas... 10

Hgevalien van zeven be-heidenen nbsp;nbsp;nbsp;10

Cents.

Eevenaloop van O.L.T�pfer 07^ Eenige bijzonderheden uitnbsp;het leven van Morrison.... 15

Lydia S.......... 07^

Hugo Bourne............ 07^

De christelijke viering van

den Zondag.............. 05

lienri Obookiah.......... 10

De zendelingen in Groenl.. 15 Het bezoek bij een kranke. 15nbsp;Brieven van een� leeraar .. 15

. Polycarpus.............. 10

Als God werkt, wie zal

dan keeren 1.............. 15

De Soldaten-dochter......

Het gelukkige sterfbed... 10 . De weg en het middel ... 15nbsp;. De gast zonder bruiloftskl. 07�

. �reiFend voorbeeld....... �TJ

Levensschets V. Blnmhardt 15

, Hadara..................04

. De oude geneesheer...... 10

, De roepstem des Heeven 15

. Anna W alsh............. 07^

. Eerste zend. te St. Thomas 1.5

. Thirza...................20

. Vroege godsvrucht.......07^

, De Eussische kleermaker. 07i . Kermerk. v. een kind Gods 07'|nbsp;, Overtuiging verwaarloosd. 12^nbsp;, Woord aan jonge moeders. 07^nbsp;. De onbekende zendeling.. 04

Mevrouw Euraptf......... nbsp;nbsp;nbsp;10

. Opmerkelijke leiding Gods 07

, Een nieuw traktaatje..... l�

. De vrome landman....... 07^

. Geel. over de eeuwigheid.. 07^

. Maria................... 10

William.............. 074

De Christen in het gasthuis 03

. Lord Teignmouth........ 10

. Leven van Schwartz.. ... 08 . Wie zoekt die vindt........ 05


-ocr page 24-

CenU-

123. Opw. tot h. werk der zend. O�

123. nbsp;nbsp;nbsp;De Baron Dhijhern....... 0^1

124. nbsp;nbsp;nbsp;Een woord tot aanbeveling

der zendingszaak.........0�t

135. De toekomende wereld..., (K'

Cunts.

79. nbsp;nbsp;nbsp;Lerensb. van een�soldaat.. 05

bO. nbsp;nbsp;nbsp;Pacalsdorp............... 07^

81. nbsp;nbsp;nbsp;Omioodige zorgen........ 04

82. nbsp;nbsp;nbsp;Zach��s.................. 08

8d, Detweebiiien .......... 10 nbsp;nbsp;nbsp;eener ^

84. nbsp;nbsp;nbsp;Bekeering V. A, H. Franke.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;04nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zendelingsvvouw. 2e brief.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0*

85. nbsp;nbsp;nbsp;Blandina................^^^Il27. nbsp;nbsp;nbsp;Eene uit duizend........06

80. nbsp;nbsp;nbsp;Bede van een grijsaard ...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;07^^28,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Eene Marteiaarsgeschied.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0^

87. nbsp;nbsp;nbsp;Het huisgez. te Haeterdalenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;15

129. nbsp;nbsp;nbsp;Een Rabbi die rust zoekt ,

bij Christus.............

130. nbsp;nbsp;nbsp;De Christin geroepen tot ,nbsp;deeln. aan de zendingzaak. Oi?

88. nbsp;nbsp;nbsp;Inwendig Christend gt;m onder Hottentotten........ 05

89. nbsp;nbsp;nbsp;Aarons dood............. 15

90. nbsp;nbsp;nbsp;Het Taaschfeest.........10

91. nbsp;nbsp;nbsp;Leven van Chrysostomus . 07^

92. nbsp;nbsp;nbsp;Het geheimzinnige in den

Christen................. 05

93. nbsp;nbsp;nbsp;Jacob Wilson............ 15

94. nbsp;nbsp;nbsp;De eerste kerkgang...... 10

95. nbsp;nbsp;nbsp;Wanneer ben ik , enz.....06

%. Overeenk. Christel. Godsd. 05 97. Zendingsgave............ 15

96. nbsp;nbsp;nbsp;De zwarte knecht........ 10

99. Waarschuw, tegen valsche

overleggingen.............10

100. nbsp;nbsp;nbsp;De bedelaar.............. 05

101. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Mills............. 05

102. nbsp;nbsp;nbsp;Trloinfl)Oog van Titus .... 06

103. nbsp;nbsp;nbsp;Zijt gij gelukkig?......... 07%

104. nbsp;nbsp;nbsp;Uit-en inwendige zending 05

105. nbsp;nbsp;nbsp;De twee erfenissen....... 05

106. nbsp;nbsp;nbsp;De waarde van het gebed. 07i

107. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Crowlher......... 07%

108. nbsp;nbsp;nbsp;Caiharina Philips . ......07%

109. nbsp;nbsp;nbsp;Goodluck Day............07%

110. nbsp;nbsp;nbsp;De toestand der heid.vrouw 07%

111. nbsp;nbsp;nbsp;Middel om rijk te worden. 04

10

10

07%

131. nbsp;nbsp;nbsp;Zoeken en vinden.......

132. nbsp;nbsp;nbsp;De onfeilbare gids.......

133. nbsp;nbsp;nbsp;Wien te hooren?........

�7%

134. nbsp;nbsp;nbsp;Eene zwaar beproefde geloofsheldin ...............

1-3% (i7%nbsp;�5

06

zwijgen. ................^-,1

140. nbsp;nbsp;nbsp;Het werk v. kleine Jessie.

141. nbsp;nbsp;nbsp;Liefde voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;liefde.......jj-i

142. nbsp;nbsp;nbsp;Heilig leven, zalig sterv.

!43. F/O� sterfb.in den vreemde

144. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eener -zendelingavrouw. 3e brief

145. nbsp;nbsp;nbsp;iets uit het leven eentf ^nbsp;zendclingsvrouw. 4e brief-

146. nbsp;nbsp;nbsp;Levensgcsch. van eenen

lerschen knaap..........

147. nbsp;nbsp;nbsp;De Thermometer...........

148. nbsp;nbsp;nbsp;Toespraak............. ^3

149. nbsp;nbsp;nbsp;Eeneuitu.helpsterd.zend.

150. nbsp;nbsp;nbsp;Niet verre.............�

151. nbsp;nbsp;nbsp;Wat eeu reisverhaal kannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^5

uitwerkeu .........� -53

152. nbsp;nbsp;nbsp;Een biik in de Jav. liuish* -

1.3.5. MariJinne, de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. 1^

136. De dochter v. d. Landman 137nbsp;138,

De hoop des christens .. 11 ot leven van v. d. K emp.nbsp;139. Kunt gij altijd van Jezus

113. nbsp;nbsp;nbsp;Eene oude beproefde raadnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l'-ijug; -Ome Vader�'......� nbsp;nbsp;nbsp;��-1

113. nbsp;nbsp;nbsp;Verband ijver voor de zend.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;07 154^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Een Israel, tot Chr. gebragt

114 nbsp;nbsp;nbsp;Ra-Poor-Kegro..........05 lia�. nbsp;nbsp;nbsp;Schoone plaatsen �i*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o7%

115. nbsp;nbsp;nbsp;De zendel. onder de heid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;05%;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;schriften van 3 Kerkvaders

116. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eener 1156. ..........................

zendelingsviouw. Ie brief. 05 |157. Dankt God in alles

U7. De Christen-vrouwen dei

Apostolische eeuw,....... 06 *

118. nbsp;nbsp;nbsp;Christina en Esther....... 06

120. nbsp;nbsp;nbsp;De verhoogde Heer....... 05

131. De zegenrijke vrucht van

een rijksdaalder.......... OS