De Heer is aan allen goed en zijne barmhartigheden zijn over al zijne werken. Zoo zong David onder den ouden dag. Wienbsp;moet dat woord niet overnemen en het uit hetnbsp;volle hart tot het zijne maken? Het is zoo, Godnbsp;bewoont een ontoegankelijk licht; niemand heeftnbsp;Hem ooit gezien of kan Hem zien. Maar zegt:nbsp;worden niet zijne onzienlijke dingen van denbsp;schepping der wereld aan, uit de schepselennbsp;verstaan en doorzien, beide zijne eeuwige krachtnbsp;ön Goddelijkheid? De gansche natuur, hemel ennbsp;aarde prediken onophoudelijk met duizend krach-•-‘ge en liefelijke stemmen het aanwezen , denbsp;grootheid en heerlijkheid Gods. Waar wij onzenbsp;cogen wenden, in de hoogte en in de diepte,nbsp;nabjj ons en verre van ons, overal ontdekken wjjnbsp;sporen van Gods hand. En niet z^ne majesteit
-ocr page 2-en heerlijkheid, niet zijne onbegrensde macht en wijsheid alleen, zien wij alom uitblinken, maarnbsp;bovenal zijne liefde. Alles dringt ons om uit tenbsp;roepen; de Heer is aan allen goed en zijnenbsp;barmhartigheden zijn over al zijne werken.
Nog meer worden wij daartoe gedrongen, als wij op ons eigen leven letten. Wanneer wijnbsp;terngzien en indenken wie God van onze vroegstenbsp;kindsheid voor ons geweest is; wanneer wij opmerken de zegeningen, waarmede Hij ons begunstigde, de gevaren, waaruit Hij ons redde, denbsp;zonden, die Hij ons vergaf, de beproevingen, waardoor Hij ons oefende, de genietingen, waarmedenbsp;Hij ons verkwikte, de zorgen, die Hij van onsnbsp;wegnam,- de vertroostingen, die Hij ons schonk,nbsp;de gebeden, die Hij verhoorde; - wanneer wij ditnbsp;alles opmerken, dan moeten wij betuigen: denbsp;Heer was niet slechts goed aan allen , maarnbsp;bijzonder aan mij; zijne barmhartigheid was overnbsp;geheel mijn leven.
Wat zou bij die erkentenis ons wel meer betamen, dan dankbaarheid jegens God? Gewis, daar is niet een, die geen reden tot dankbaarheidnbsp;heeft. En toch, hoe velen ontbreekt zij, en wienbsp;durft zeggen dat hij daarin overvloedig is? Denbsp;plicht der dankbaarheid jegens God mag aan denbsp;eene zijde licht, aan de andere zijde zwaar genoemd
-ocr page 3-Worden. Door de groote menigte, van Grods weldaden wordt die plicht ons gemakkelijk gemaakt. Waartoe vinden wij ons gedurig meer aangesx^oord,nbsp;door duizend aangename ervaringen, tallooze zegeningen , dagelijks nieuwe blijken van Gods liefde,nbsp;dan tot dankbaarheid? Wat prediken hemel ennbsp;aarde, het verledene, tegenwoordige en toekomende,nbsp;het rijk der natuur en het rijk der genade onsnbsp;dringender, dan den plicht der dankbaarheid ?nbsp;Wat is voor ons zelven aangenamer in de'gevolgen,nbsp;Han dien plicht te beoefenen ? Eu toch zwaar isnbsp;lt;lie plicht door onze ontevredenheid, begeerigheidnbsp;en aardsgezindheid, door onze kortzichtigheid, dienbsp;vaak voor kwaad houdt wat goed is, door onze zwakheid , die in bange oogenblikken aanstonds versaagtnbsp;cn Gods goedheid vergeet, door onze trotsheid.nbsp;Waardoor wij ons tegen Gods kastijdingen verzetten.
Wel is eene gedurige herinnering aan dien 1’licht dan noodig. Dankbaarheid is één met warenbsp;godzaligheid. Zonder haar geen ware liefde totnbsp;God, want zij is de openbaring van die liefde.nbsp;Als wij Gods majesteit ons vei-tegenwoordigen dannbsp;hetaamt ons eerbied; als wij Gods bevelen indenken,nbsp;dan worden wij geroepen tot gehoorzaamheid;nbsp;Onderwerping past ons tegenover Gods wijsheid;nbsp;Vertrouwen tegenover Gods beloften; dankbaarheidnbsp;tegenover Gods weldaden.
-ocr page 4-De Schrift wekt ons gedurig tot dankba«irheid op. Daar heet het; JM]f den Heer, mijne ziel! ennbsp;vergeet geene van zijne weldrulen. Wat zal ik dennbsp;Heer vergelden voor alle zijne leeldaden, aan mijnbsp;hetvezen? Weent dankbaar. Laat uwe begeerten innbsp;alles, door bidden en smeeken, luet dankzeggingnbsp;bekend tvorden bij God. Bankt God in alles, xvo.rdnbsp;dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
Laat mij, lezers, die vermaning tot dankbaarheid voor u vertolken. Denkt met mij eenige oogonblikken na over de christelijke dankbaarheidnbsp;aan God.
Dankt God. Wat onderstelt dat? Immers dat God de Bron is van alle goed? Hg heeftnbsp;ons geformeerd. Hij gaf ons den adem en hetnbsp;leven. Zijn opzicht bewaart onzen geest. In Hemnbsp;leven wij, bewegen wij ons en zijn wij. Hjj doetnbsp;zijne milde hand open en verzadigt al wat leeftnbsp;naar zpn welbehagen. Hjj geeft regen en vruchtbare tijden. Hij bewaart ons de gezette tijdennbsp;des oogstes. Hjj zegent ons met alle geesteljjkenbsp;zegeningen in den hemel in Ciikistos. Zonder hetnbsp;geloof in God en zjjne Voorzienigheid is dankbaarheid onmogelpk. Dat geloof is haar grondslag.nbsp;Het doet ons in alles God zien en bewaart ernbsp;ons voor, dat wij op tweede oorzaken of samenloop
-ocr page 5-van omstandigheden zouden hechten. Het dringt ons tot opmerken van, tot nadenken over alles watnbsp;ons geschonken is, en dat niet alleen van hetnbsp;groote en buitengewone, maar ook van het gewone , van het dagel^ks terugkeereiide, dat wijnbsp;anders zoo licht voorh^zien. Dankbaarheid jegensnbsp;G-od is dan een bestendig gevoel van Gods liefde,nbsp;geboren en gevoed door ervaring en opmerkingnbsp;der weldaden, die God schenkt. Soms uit zichnbsp;dat gevoel in ^voorden, maar hovenal heeft hetnbsp;een beslissenden invloed op het gansche leven.nbsp;Het dringt ons om alle gaven Gods tot zijnenbsp;eer te gebruiken en het leven interichton naarnbsp;zijnen wil.
De christelijke dankbaarheid beseft, dat alles onverdiend is en gaat dus gepaard met ootmoed.
¦ Zullen wij waarlijk dankbaar zjjn, ons verheugen in Gods gaven en onder het genot van de goederennbsp;dezes levens, de zegeningen in de natuur, de weldaden van menschen met christelijken zin tot Godnbsp;Opzien, dan moet het bij ons eerst tot reebte zelfbeproeving en daardoor tot zelfkennis en ootmoednbsp;zjjn gekomen. Niets is met ware dankbaarheidnbsp;®eer in strijd dan hoogmoed en zelfbehagen. Hoogmoed maakt koud en gevoelloos jegens Gods zegeningen. Dan meenen wjj alles verdiend te hebben,nbsp;on waar is daar plaats voor dankbaarheid? Dan
-ocr page 6-murmiircoren wij licht, wanneer ons naar ons inzien onrecht geschiedt, even als de arbeiders in dennbsp;wijngaard uit de schoone gelijkenis van onzennbsp;Heer. Wat men als een recht meent te kunnennbsp;vorderen, wekt geeue dankbaarheid.
Maar kent men zichzelven, dan gevoelt men zijne onwaardigheid. , En als men dan toch liefdenbsp;ontvangt, kan het anders, of men zinkt weg innbsp;bewondering daarover. 0! als men God en zichzelven kent, God in Zijne hoogheid en zichzelvennbsp;in zijne geringheid, God in Zijne algenoegzaamheidnbsp;en zichzelven in zijne diepe afhankelijkheid, Godnbsp;in Zijne heiligheid en zichzelven in zijne onreinheid ;nbsp;dan zal men waarlijk ootmoedig, maar dan ooknbsp;waarlijk dankbaar zijn. Dan acht men alles verbeurd , elke kruimel brood, eiken droppel water.nbsp;Dan zegt men uit de volheid van het hart:nbsp;Zoo Gij, Ileere! de onyerechligheden gadeslaat ,¦nbsp;lleere! wie zal bestaan ? Dan gevoelt men , hoe mennbsp;diep ellendig zou zijn, indieii God ons niet onverdiend zegende. Dan betuigt men met .Tacos :nbsp;Ik ben geringer dan al deze weldadigheden, en dannbsp;ld deze trouw, die Gij aan uwen knecht gedaan hebt,
0 lezers, is die ootmoed, dat diep gevoel uwer onwaardigheid tegenover God u nog vreemd, geennbsp;wonder dan, dat dankbaarheid u ontbreekt. Maarnbsp;daarom roepen wij dit met allen ernst u toe:
-ocr page 7-Leert u zelveu ketnen. Beschouwt u zelven in den spiegel van Gods woord en wet. Bidt God,nbsp;dat Hjj u de oogen opene voor uwen waren toestand , opdat gij met ootmoedigheid bekleed ennbsp;alzpo waarlijk dankbaar moogt worden.
De christen, die waarljjk dankbaar is, erkent bovenal Gods beste zegeningen. Daar is zekernbsp;niemand, die niet nu en dan eenig gevoel heeftnbsp;^an Gods tjjdelijke weldaden. Denkt u een mensch,nbsp;die langen tijd broodsgebrek geleden heeft, maarnbsp;ongedacht en onverwacht het noodige tot levensonderhoud ruimschoots zich ziet geschonken. Zounbsp;niet, al ware het slechts een enkel oogen-bUk, zjjn hart tot God verheffen en aan Hemnbsp;denken als den helper in zjjnen nood? Denkt unbsp;een ander, die in groot gevaar heeft verkeerd,nbsp;Waaruit menschen hem niet konden redden. Zalnbsp;bö de afwending van dat gevaar, zijne eerste gedachte niet zfln aan God, die uitkomst gaf, welkenbsp;bjj menschen onmogeljjk scheen? Denkt u eennbsp;derde, die krank geweest is tot den dood en doornbsp;geneesheeren was opgegeven. Als h^ tegennbsp;“dier verwachting wordt opgericht, zal er dan innbsp;*fln binnenste niet eene stem spreken; dat hebnbsp;’k aan God te danken? Ongetwjjfeld! ongedachtenbsp;uitkomsten hebben menigeen voor enkele oogen-blikken tot dankbaarheid gestemd. Maar dat is
-ocr page 8-niet de dankbaarheid, die het evangelie eiacht. De christen mag en kan niet alleen bij het aardschenbsp;en zichtbare blijven staan. Hij mag niet vergetennbsp;dat hij in en door Chkistus God als Vader kent.nbsp;Hij overdenkt gedurig wat hem in Chbistus geschonken is, verzoening met God, verlossing vannbsp;de zonde. hope des eeuwigen levens. Hooger dannbsp;al het aardsche wordt dit geestelijk heil door hemnbsp;geschat. En zoo dankt hij niet alleen voor hetnbsp;aardsche brood, maar ook en bovenal voor hetnbsp;brood des levens, dat de ziel verzadigt; niet alleennbsp;voor bewaring van het tüdelijke leven, maar ooknbsp;en bovenal voor zijne redding van het eeuwignbsp;verderf, voor licht en kracht en troost en heiligingnbsp;der ziel; niet alleen voor aardsche genietingen,nbsp;zoo vele bloemen op zijn pad, maar ook en bovenalnbsp;voor vergeving van zonden. het kindschap Godsnbsp;en de eeuwige zaligheid.
De christen, die waarljjk dankbaar is, laat zich door niets daarin belemmeren. Het evangelie eischtnbsp;eene dankbaarheid, die zich uitstrekt tot allesnbsp;wat God over ons beschikt. Immers er staat geschreven; dankt God in alles, dat is: onder ennbsp;voor alles, het aangename en onaangename, vreugdenbsp;en droefheid , genot en gemis, voorspoed en tegenspoed, wat met onze neigingen strookt, en watnbsp;daar tegen strijdt, Te danken voor aangename
-ocr page 9-dingen, te danken in heldere dagen. als alles ons mede loopt, dat is niet zwaar. Maar het ooknbsp;te doen in donkere dagen. als onze tranen onsnbsp;tot sppze zpn, als onze wenschen verijdeld, onzenbsp;verwachtingen teleurgesteld worden, zorgen onsnbsp;kwellen, een kruis ou.s drukt, dat is niet gemak-kelpk, integendeel zwaar, zeer zwaar. En tochnbsp;het mag niet anders zijn. Paui.us, die aan denbsp;Thessalonicensen schreef: Dankt God in alles; voegdenbsp;aan die vermaning deze verzekering toe; want ditnbsp;de wil van God in Christus Jezus over u. Ditnbsp;wilde hij zeggen: alles wat u wedervaart is Godsnbsp;bestelling pver u en wel eene bestelling in Christusnbsp;Jezus , en dus dienende tot uw waaraohtig heil,nbsp;daar God zich in Christus aiari ons tot zaligheidnbsp;geopenbaiird heeft-. Wat van dien God komt ,nbsp;moet goed zijn. Het geloof erkent dat, en vindtnbsp;dus ook in hetgeen oppervlakkig kwaad schijnt,nbsp;stof tot danken. Zegge toch niemand: het isnbsp;Ónmogelijk God onder en voor alles te danken.nbsp;Denkt aan Job, die van alles beroofd aldus zichnbsp;liet hooren: De Heer heeft gegeven^ de Heer heeftnbsp;Henomen; de naam des Heeren zy geloofd. En .Jobnbsp;kende God niet, zooals wij door het Evangelienbsp;Hem kennen. Denkt aan Pauius en Silas, die innbsp;den kerker te Filippi baden en Gode lofzangennbsp;zongen. En wilt gij nog een ander voorbeeld?
-ocr page 10-10
De geschiedenis der christel^ke kerk biedt het ons aan in den kerkvader Johannes Chbysostomus. Zgnnbsp;levensspreuk was: Gode zp dank voor alles!nbsp;Nog wordt zpne buitengewone welsprekendheidnbsp;algemeen bewonderd. Door duizenden werd hjjnbsp;in zpnen tpd wegens zijne krachtige predikingnbsp;geëerd en gevierd. Maar juist daarom ook hadnbsp;hjj vele vijanden en benjjders. Veel smaad ennbsp;smart heeft hij moeten verduren en de laatste drienbsp;jaren van zijn leven moest hjj in ballingschap doorbrengen. Toen hjj zijn vonnis vernam, sprak hjj;nbsp;Gode zg dank voor alles! Ik wil niet ophouden, bij al wat mij wedervaart, zoo tenbsp;spreken. En hij was getrouw aan dit zjjn voornemen. Zoowel onder de vele bezwaren op reis naarnbsp;de plaats zjjner ballingschap, als later toen de hoopnbsp;op eene gunstige wending van zjjn lot geheel wasnbsp;vernietigd, altjjd hield hp zich aan zjjne levensspreuk. Bljjdschap vervulde hem, toen hjj aan hetnbsp;slot van een brief, dien een zyner vrienden hemnbsp;zond, deze woorden las: geloofd zjj God voornbsp;alles! Dit was zjjn antwoord; «Houd niet op datnbsp;woord uit te spreken, en leer' het al de anderennbsp;doen. Dit woord is de doodeljjke slag voor dennbsp;Satan en voor ons in de smart de rijkste bron vannbsp;moed en bljjdschap. Het heeft Job opgebeurd ennbsp;den Satan verslagen. Als ik dat woord uitspreek.
-ocr page 11-ilan verdeelt zich elke wolk van droefheid.quot; AVeldra moest hij de stad zijner ballingschap, dienbsp;door vijandige invallen onveilig was, verlaten , omnbsp;naar eene andere plaats te vertrekken, waarnbsp;hongersnood hem dreigde. Maar zijne vijandennbsp;lieten hem ook daar geene rust. Zij wilden hemnbsp;uitsluiten van alle gemeenschap met hen die liijnbsp;lief had. Zoo werd er last gegeven om hem naarnbsp;eene geheel woeste streek over te brengen. Opnbsp;'veg derwaarts bezweek hij. En zijn laatste woordnbsp;w-as: heerlijkheid zg Gode voor alles’.
Ziedaar wat het geloof vermag. Ja! alle dingen ^ijn mogelijk dengenen, die gelooft. De christennbsp;Weet, dat God op alle paden hem leidt, datnbsp;dengenen, die God liefhebben, alle dingen moetennbsp;wedewerken ten goede. Alle paden des Hoerennbsp;^Bn goedertierenheid en waarheid dengenen, dienbsp;^ijn verbond en z^ne getuigenis bewaren. Denbsp;Hemelsche Vader kan nooit iets kwaads bedoelennbsp;'Met hetgeen hij zijnen kinderen toescliikt. Juistnbsp;^lan, wanneer Hij hun toezendt wat oppervlakkignbsp;hwaad schijnt, is Hij niet zelden ’t meest werkzaam om hen voor het hoogste heil te vormen.nbsp;h*ie dat weet cu gelooft, hoe zou hij God nietnbsp;'Pauken in alles ?.
Nog een kenmerk moet ik noemen , als he-hoorende tot de ware dankbaarheid, zooals het
-ocr page 12-Evangelie die eischt. Zij moet het gansche leven heiligen. Dankt God in alles, dat wil nietnbsp;zeggen, bloot met de lippen. Het is niet genoegnbsp;op sommige dagen, op feesten, bij de openbarenbsp;godsdienstoefeningen en in den kring der onzennbsp;God te danken en Hem te loven met psalmen ennbsp;liederen. Dat is ook goed en betamend, en denbsp;vromen in de Schrift gaan ons daarin voor. Maarnbsp;ware dankbaarheid is geen lippenwerk. Zij neemtnbsp;het gansche leven in. Zij openbaart zich in gezindheden, woorden en daden. De christen, dienbsp;dankbaar is, toont dit in gehoorzaamheid aannbsp;Gods geboden, afkeer van elke zonde, getrouwenbsp;vervulling van eiken plicht. Hoe zou hij dien God,nbsp;die hem zegent, door ongehoorzaamheid willennbsp;mishagen? Hij toont het in liefde, welwillendheid,nbsp;weldadigheid jegens de naasten en broeders. Of,nbsp;zou hjj als gezegende door God, niet een zegennbsp;willen zjjn voor die hem omringen en alzoo eennbsp;navolger Gods, als een geliefd kind des Hemel-schen Yaders? Hij toont al verder zijne dankbaarheid door nederigheid in voorspoed, want watnbsp;heeft hij, dat hjj niet ontvangen heeft? doornbsp;geduld, onderwerping en hope in tegenspoed, wantnbsp;ook tegenspoed erkent hij als beschikking Godsnbsp;cn als een zegen voor zijn geesteljjk leven. Innbsp;’t kort, de dankbare christen jaagt bestendig naar
-ocr page 13-J?.
^let vei'heerlijkeii van God in licliaain en geest, 'lie beide God toebehooren.
Lezers! wat dunkt u van u zelven , als gij aan deu eiscli der dankbaarheid, waarmede het Evangelie tot ons komt, u toetst? Wie zal zich nietnbsp;'aoeten schamen over veel ondankbaarheid? Wienbsp;''^al geen reden vinden, om zich diep te verootmoedigen voor God! Dankbaarheid betaamt onsnbsp;als meuschen en als christenen. Ondankbaarheidnbsp;'quot;'ordt altijd als snood beschouwd. Wat moetennbsp;'vij dan van ons zelven oordeelen tegenover God?nbsp;0, indien wij gevoelen, dat wp hier schuldignbsp;staan, laat ons onze schuld belijden en vergevingnbsp;'''¦ragen. Maar onderzoeken wij dan ook, uit welkenbsp;oorzaken onze ondankbaarheid voortkomt, opdatnbsp;'quot;'Ü voortaan daartegen waken. Versterken wijnbsp;gedurig ons geloof in God en zjjiie Voorzienigheid,nbsp;^^weekeii wij dagelijks bij diep besef van Godsnbsp;grootheid en majesteit, een levendig gevoel vannbsp;onze geringheid en nietigheid, ja, van onze on-¦'vaardigheid voor God aan. Gewennen wij onsnbsp;Om altpd op het goede te zien, dat ons geschonkennbsp;'quot;'ordt, en weinig op hetgeen ons kwaad toeschijnt.nbsp;Vergelijken wij ons zclvcu niet met hen die meernbsp;hebben dan wij, maar mot hen die veel mindernbsp;ontvingen. En dan, houden wij veel gedenkdagen.
-ocr page 14-Zien wij veel terug, om op te merken, hoe veel ons reeds werd geschonken, in hoe vele gevallennbsp;God zgue macht en liefde aan ons heeft verheerlijkt. Het vaderland heeft zijne feesten en gedenkdagen. De kerk heeft de hare Wie onzernbsp;zon ze in zijn eigen leven niet hebben? Dagen,nbsp;die gekenmerkt werden door bijzondere uitreddingen , bijzondere zegeningen, bijzondere gebedsver-hooringen. Herinneren 'wij ze ons gedurig. Datnbsp;zal telkens het gevoel onzer verplichting aan Godnbsp;versterken, tot dankbaarheid jegens dien God onsnbsp;dringen. Maar bovenal, vergeten wfl nooit datnbsp;wij aan Gods ongehondene liefde het grootste heilnbsp;tc danken hebben, de redding van het eeuwignbsp;verderf. In de gifte van Zijnen Zoon hebben wijnbsp;een onderpand, dat wij alles van Gods liefdenbsp;mogen verwachten. Maar ook, die onuitsprekelijkenbsp;gave dringt tot nooit verkoelde dankbaarheid, dionbsp;in de toewijding van het gansche leven aan Godnbsp;zich openbaren moet.
Lezers! God bekwame daartoe u en mij door Zijnen Geest.
-ocr page 15-zijn
lo U. 12. 13. U. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.nbsp;22.nbsp;23. 25. 26. Cents. De kleine bewoner van het Auvergnésche Gebergte.- 10 De jonge Hutbewoonster... 22^ Opwekking te Eiberfeld.... 05 John Robins, de matroos... 10 Uitbreiding der Parabel ... 10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... löj De Bode met goede tijding. 15 J ansje Allan .............. 15 Zonderlinge tusschenkomst Levensber. van Amelia Gale 07^ Sara Hill.................. 42^ De geschied.van MarySmith 12| De waarheid van het Evaiig. 10 Herman de houthakker... . 12i Laatste uren V. John Cowper 10 Het einde van den tijd..... 10 Wat God bewaart, is wel Wie zijt gij ? Wat hebt gij te doen ?............... .. 10 De weerhaan van het kasteel 12^ Eben-Haëzer inijatakko... 10nbsp;Indiaaneche bekeerlingen .. 10 De Christen-feesten........ 05 Verhaal van 2 predikers... 07^ De tijd en de eeuwigheid.. 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;Johan Coenraad ïer Linden 07^nbsp;Een beroep op het hart.... 12^nbsp;De landman in den Elzas... 10 |
Cents. 38. nbsp;nbsp;nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen.......... 10 39. nbsp;nbsp;nbsp;Levensloop van C.L.Töpfer 07i 40. nbsp;nbsp;nbsp;Eenige bijzonderheden uitnbsp;het leven van Morrison..,. 15 41. nbsp;nbsp;nbsp;Lydia S.................07^ 12. Hugo Bourne............ 07^ 43. nbsp;nbsp;nbsp;De christelijke viering van 44. nbsp;nbsp;nbsp;Henri Obookiah.......... 10 45. nbsp;nbsp;nbsp;De zendelingen in Groenl.. 15 46. nbsp;nbsp;nbsp;Het bezoek bij een kranke. 15 47. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van een’leeraar .. 15 48. nbsp;nbsp;nbsp;Polycarpus.............. 10 49. nbsp;nbsp;nbsp;Als God werkt, wie zal dan keeren 1.............. 15 50 De Soldaten-dochter...... 51. nbsp;nbsp;nbsp;Het gelukkige sterf bed... lö 52. nbsp;nbsp;nbsp;De weg en het middel ... 15 53. nbsp;nbsp;nbsp;De gast zonder bruiloftskl. 07* 51. Treifend voorbeeld.......07^ 55. nbsp;nbsp;nbsp;Levensschets v. Blumhardt 15 56. nbsp;nbsp;nbsp;Hadara.................. 04 57. nbsp;nbsp;nbsp;De oude geneesheer...... 10 58. nbsp;nbsp;nbsp;De roepstem des Heeren 15 59. nbsp;nbsp;nbsp;Anna Walsh............. 074 60. nbsp;nbsp;nbsp;Eerste zend. te St. Thomas 15 61. nbsp;nbsp;nbsp;Thirza...................20 62. nbsp;nbsp;nbsp;Vroege godsvrucht....... 074 63. nbsp;nbsp;nbsp;De Russische kleermaker. 074 64. nbsp;nbsp;nbsp;Kermerk. v. een kind Gods 074 65. nbsp;nbsp;nbsp;Overtuiging verwaarloosd. 124 66. nbsp;nbsp;nbsp;Woord aan jonge moeders. 074 67. nbsp;nbsp;nbsp;De onbekende zendeling.. 04 68. nbsp;nbsp;nbsp;Mevrouw Rumpff......... 10 69. nbsp;nbsp;nbsp;Opmerkelijke leiding Gods 07 70. nbsp;nbsp;nbsp;Een nieuw traktaatje..... 10 71. nbsp;nbsp;nbsp;De vrome landman....... 074 73. Ged. over de eeuwigheid.. 074 |
De Christen in het gasthuis 03
Leven van Schwaxt/...... 08
Levensb. van een’ soldaat.. 05
Onnoodige zorgen........ nbsp;nbsp;nbsp;04
Bekeeringv.A. H. Franke. 04
Bede van een grijsaard ... 07^ Het huisgez. te Haeterdale 15nbsp;Inwendig Christend im onder Hottentotten......... 05
Aamp;rons dood............. 15
Het Paaachfeest.......... nbsp;nbsp;nbsp;10
Leveu van Chrysostomus . 07^ Het geheimzinnige in den
Overeenk. Christel. Godsd. 05
Waarschuw, tegen valsche
Triomfboog van Titiis .... 06
Zijt gij gelukkig ?.........07^
Uit- en inwendige zending 05
De waarde van het gebed. 07]|
De toestand der heid.vrouw 07% Middel om rijk te worden. 04nbsp;Eene oude beproefde raad . 12^nbsp;Verband ijver voor de zend. 07
Ra-Poor-Negro..........05
De zendel. onder de heid. . Ü5J Iets uit liet leven eenernbsp;zendelingsviouw. Ie brief. 05
75.
76.
77.
78.
79.
80. 81.nbsp;82.
83.
84.
85.
86.
87,
88.
89.
90.
91.
92.
93.
94.
95.
96.
97.
98.
99.
100.
101.
102.
103.
104.
105.
106.
107.
108.
109 110.nbsp;111.nbsp;112.nbsp;113,nbsp;114nbsp;ll5,
110
Cents.
117. nbsp;nbsp;nbsp;De Christen-vrouwen det
118. nbsp;nbsp;nbsp;Christina en Esther....... 06
120. nbsp;nbsp;nbsp;De verhoogde Heer.......05
121. nbsp;nbsp;nbsp;De zegenrijke vrucht van
123. nbsp;nbsp;nbsp;Opw. tot h. werk der zend. 05
133. De Baron Dhijhern....... 07^
124. nbsp;nbsp;nbsp;Een woord tot aanbeveling
125. nbsp;nbsp;nbsp;De toekomende wereld,... 05
126. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 2e brief. 07
127. nbsp;nbsp;nbsp;Eene uit duizend........06
128. nbsp;nbsp;nbsp;Eene Martelaarsgeschied. 05
129. nbsp;nbsp;nbsp;Een Rabbi die rust zoekt
130. nbsp;nbsp;nbsp;De Christin geroepen totnbsp;deeln. aan de zendingzaak, 05
131. nbsp;nbsp;nbsp;Zoeken en vinden.......10
132. nbsp;nbsp;nbsp;De onfeilbare gids....... 10
133. nbsp;nbsp;nbsp;Wien te hooren?........ 07^
134. nbsp;nbsp;nbsp;Eene zwaar beproefde geloofsheldin............... 07'^
135. nbsp;nbsp;nbsp;Marianne, de Bybelver-spreidster van St, Giles.. 10
136. nbsp;nbsp;nbsp;De dochter V. d. Landman 134
137. nbsp;nbsp;nbsp;De hoop des christens 074
138. nbsp;nbsp;nbsp;Het leven van v.d.Kemp. 05
139. nbsp;nbsp;nbsp;Kunt gij altijd van Jezus
zwijgen................. 06
140. nbsp;nbsp;nbsp;Het werk v. kleine Jessie. 074
141. nbsp;nbsp;nbsp;Liefde voor liefde.......05
142. nbsp;nbsp;nbsp;Heilig leven, zalig sterv. 074
143. nbsp;nbsp;nbsp;Een sterfb.inden vreemde 074
144. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 3e brief 05
145. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit hel leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 4e brief. 05
146. nbsp;nbsp;nbsp;Levensgcsch. van eenen .
147. nbsp;nbsp;nbsp;De Thermometer.........05
148. nbsp;nbsp;nbsp;Toespraak............... 05
149. nbsp;nbsp;nbsp;Eene uitn. helpster d. zend. 05
150. nbsp;nbsp;nbsp;Niet verre..............06
151. nbsp;nbsp;nbsp;Wat een reisverhaal uitwerken kan.............0*
152. nbsp;nbsp;nbsp;Het wOnze Vader”.......05
|163. Een Israel, tot Cbr, gebragt 74
154. nbsp;nbsp;nbsp;Schoone plaatsen uit denbsp;sciiriften van 8 Kerkvaders 074