-ocr page 1-

ZEVENTIG JAEEN.

Iets uit tie geschiedenis van het Nederlandsche Zendelinggenootschap, (i)

Uitgenoodigd om dezen avond in uw midden te ^pïeken, vond ik geene vrijmoedigheid eene bedragenbsp;weigeren in het belang eener zaak die ik liefnbsp;^eb, en my te ontslaan vaii het optreden voor eenenbsp;^ereeniging die belangstelling in het zendingwerknbsp;^oont en zoo uitnemend geschikt is meerdere be-

(1) Aanvankelijk had ik geaarzeld deze toespraak (gehouden Amsterdam in eene openbare vergadering der Afdeeling, dennbsp;Isten December en te Eotterdam in eene vergadering der Ver-Geniging voor den werkenden stand, den 25sten derzell’de maand)nbsp;^n de Vrouwen-hulpvereeniging af te staan ter opneming ondernbsp;door haar bezorgde lectuur. Immers, bij den korten tijd dienbsp;spreker vergund was, moest veel oppervlakkig worden behandeld, veel zelfs geheel voorbijgegaan wat in eene, - zelfs zeernbsp;beknopte, - geschiedenis van ous genootschap niet ontbrekennbsp;^ogt. En ging ik aan het omwerken, aanvullen, betoogen, waarnbsp;het einde zijn! Eindelijk besloot ik den inhoud, maar dannbsp;den vorm geheel onveranderd Ie laten. Alleen in den vormnbsp;^ener toespraak tocli kan de onvolledigheid eeuige verschoo-vinden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C.

-ocr page 2-

langstelling te wekken, door de zaak die voorstaan meer bekend te maken. Wèl schijnt hetnbsp;vreemd dat een genootschap, dat sints 70 jaar bestaat en altijd de openbaarheid gehuldigd heeft, nognbsp;steeds heeft te worstelen, hier met onverschilligheid , ginds met vooroordeel, elders met miskenningnbsp;uit onbekendheid geboren, maar het is toch zoo,nbsp;telkens blijkt het bij vernieuwing. En is het waar,nbsp;wat in een vorig Maandberigt is gezegd: »het isnbsp;of er een muur staat tusschen het publiek en hetnbsp;genootschap, - wat het in geschrifte zegt wordt nietnbsp;gelezen- dan zijn zamenkomsten als deze zoonbsp;wenschelijk omdat wij er ons althans kunnen latennbsp;hooren, en, hen die met ons medewerken sterkendnbsp;en opwekkend, misschien bij enkele anderen misverstand wegnemen en belangstelling levendig maken.nbsp;Wie weet, misschien wordt er ook door dit woordnbsp;nog een enkel hart gewonnen voor onze groote ennbsp;goede zaak!

Toen ik besloten had in uw midden te spreken, was ik over de keuze van het onderwerp geennbsp;oogenblik in 't onzekere, ’t Zal over weinige dagennbsp;70 jaar geleden zijn dat het Nederlandsche Zendelinggenootschap werd opgerigt. Hoe zou ik beternbsp;zijn’ aard en zijn doel, zijn werk en zijn vruchtnbsp;leeren kennen, dan door zijne geschiedenis te verhalen ? ’t Zal maar een vlugtig overzigt kunnen

-ocr page 3-

, hier en daar iets uit den rijken schat genomen, maar ik hoop dat het mij gelukken zal zulke dingen te kiezen die noodig, maar ook voldoende zpn om eenig antwoord te geven op dezenbsp;vragen:

I. Wat heeft het Genootschap vóór die 10 jaar gewilde n. Wat heeft het Genootschap in die lOjaar gedaan fnbsp;Hl. Wai heeft het Genootschap door die lOjaar geleerdfnbsp;IV. Wat staat het Genootschap na die 70 jaar te doen?

I.

1797! bange tijd voor ons Vaderland! De vrede On het bondgenootschap met de Fransche republieknbsp;gekocht voor eene oorlogsbelasting van honderd-niillioen guldens en de verpligting om 40000 mannbsp;Hoepen te kleeden, te wapenen en te voeden. Denbsp;®lag van Kamperduin in October verloren, millioenennbsp;H gronde gegaan, talrijke rijk geladen koopvaardersnbsp;Jn handen van den vijand, de Amsterdamsche handelnbsp;I^erekent zijn verlies op honderd twintig millioen!nbsp;Iquot; Amsterdam - om een enkel voorbeeld van dennbsp;jammerlpken toestand te noemen, - nog geennbsp;200,000 inwoners en daaronder 81,000 bedeelden !nbsp;Daarbij de bevolking door inkwartiering uitgeput,nbsp;overstrooming in den vorigen winter, misgewas innbsp;^en zomer. En onder dat alles verdeeldheid, ver-

-ocr page 4-

bitteïing onder de burgers, felle partghaat hier, onverschilligheid eii doffe moedeloosheid daar. Innbsp;zulk een’ tijd een werk te beginnen waartoe allernbsp;medewerking gevraagd en menig belangrgk geldelijknbsp;offer geëischt werd, voorwaar dat mag een werk desnbsp;geloofs worden genoemd! In zulke dagen, waarinnbsp;alles dringen kan zich uitsliritend tot eigen behoeftenbsp;te bepalen, een open oog en hart te hebben voornbsp;den geestelijken nood van anderen, dat verdientnbsp;wel een werk der liefde te heeten! Zij Rebben datnbsp;geloof en die liefde gehad, de stichters van onsnbsp;Nederlandsch Zendelinggenootschap! - Of noemennbsp;wp het liever met sommigen, dweepende ijver, ziekelijke filantropie ? - Zp zouden zich dien naatnnbsp;hebben getroost, als hartelijke ingenomenheid metnbsp;het Evangelie dweepende ijver is en hartelijke liefdenbsp;voor anderen ziekelijke filantropie. Overigens, vannbsp;ziekelijkheid getuigt het open, rond gelaat diernbsp;mannen, wier beeldtcnisseii ons Zendelinghuis versieren , niet; aan opgewonden dweepers herinnerennbsp;de namen van Jon. Heringa en Jan van der Roksu',nbsp;Th. Hoog en Abr. Rutgers , L. Verster en Bernard Ledeboer geenszins, en gelijk de arbeid vannbsp;velen dier oprigters voor het schoolwezen, voor denbsp;letteren, voor de wis- en natuurkunde, spreekt vannbsp;een helder hoofd, zoo oppnbaart zich ook in hetgeennbsp;zij onder zending verstonden, een gezonde geest.

-ocr page 5-

Wat wilden zjj ? Eigenlijk niet zoo zeer iets nieuws, als wel het werk voortzetteu dat de O.I. Compagnienbsp;uit de handen gelegd had en voortaan het werknbsp;der gemeente moest worden. De O.I. Compagnienbsp;^ad altijd begrepen dat godsdienst en staatkundenbsp;beiden de verkondiging van het Evangelie in haarnbsp;uitgestrekte en rijke bezittingen eischten, en het hadnbsp;voor gezorgd op zeer onderscheidene wijzen ennbsp;uiet zeer verschillende vruchten. Ik kan er hedennbsp;uiet meer van meêdeelen dan dit algemeene: ’t wasnbsp;in de dagen van bloei gedaan met kracht, ’t wasnbsp;in de dagen van kwijning gedaan met zeer karigenbsp;iiand, en dit had altijd ontbroken; een geschiktnbsp;personeel en een vast plan, kennis van Indischenbsp;toestanden en behoeften en kennis der Indischenbsp;talen. Gemeenten waren gesticht, waarvan de meestennbsp;alleen nu en dan werden bezocht, niet weinigen innbsp;den vollen zin des woords vergeten. Nog bestaannbsp;er van: - gemeenten waarmede veel is gespot ennbsp;¦quot;waarop zeker alles is aan te merken , maar die tochnbsp;iö elk geval levenskracht toonden door onder denbsp;allerongunstigste omstandigheden althans prijsstellingnbsp;op christelijke vormen te bewaren. Zeker, veel isnbsp;dat niet, maar bp goede leiding had van dienbsp;inlandsche gemeenten wel iets kunnen worden.nbsp;En niet weinigen zijn verdwenen, die behoudennbsp;hadden kunnen blijven als men zich hunner in

-ocr page 6-

tijck had aangetrokkén. Denkt aan Bolaiing-Mongondou, waar het Christendom in 1689 werd ingevoerd en tot omstreeks 1830 toe nog min ofnbsp;meer werd beleden! Maar ik ga afdwalen: o, ernbsp;is over deze dingen ook zoo veel te zeggen!

In de laatste helft der 18® eeuw neigde de O.I. Compagnie .ten ondergang en liet het werk dernbsp;Evangelisatie varen. Reeds in 1777 wilden wakkere mannen het opvatten, maar hunne pogingennbsp;mislukten. »De tpdsomstandigheden waren te ongunstig.quot; Twintig jaar later, onder nog veelnbsp;ongunstiger omstandigheden, w'erd het andermaalnbsp;hepïoefd en het gelukte. Den 19 December 1797nbsp;werd een genootschap opgerigt tot bevorderingnbsp;van de hoogste belangen der menschheid. In denbsp;heidenwereld wilde het arbeiden maar ook in eigennbsp;Vaderland. De bedoeling was, wat men tegenwoordig uit- en inwendige zending noemt. Het geldenbsp;als bewijs dat hun oog niet uitsluitend voor dennbsp;nood der heidenen geopend was. Waardoor wildenbsp;het genootschap de belangen der menschheid bevorderen? Door het Christendom, door predikingnbsp;van het Evangelie, want dit stond bij hen vast:nbsp;de zaligheid is in geen' anderen. Dat maakte reedsnbsp;terstond velen afkeerig, die zelven zeer goed buitennbsp;Christus konden en niet begrepen waarom de heidenen Hem noodig hebben. Daar was met onver-

-ocr page 7-

schilligheid te kampen, maar bepaalde tegenstand kwam van andere zijde, Welk Evangelie wildennbsp;zij verkondigd hebben? Het zeer eenvoudig Evangelie van Christus zonder diepzinnige leerstukkennbsp;en afgetrokken denkbeelden, en »hoewel voor zichnbsp;zelven der Hervormde belijdenis van harte toegedaan”, zij wilden toch niet de leer dier kerk in denbsp;keidenwereld overbrengen, en zij lieten niet alleennbsp;toe, - zij noodigden bepaaldelijk uit, - leden van allenbsp;protestantsche gezindheden, Lutherschen, Remonstranten, Doopsgezinden; een zeldzaam verschijnselnbsp;^oorwaar in die dagen! Dat gaf wantrouwen,nbsp;Oïgernis, tegenwerking; zij werden openlijk bestreden, in ’t geheim verdacht gemaakt; zij blevennbsp;standvastig. ¦— Welke personen begeerden zij alsnbsp;Zendelingen ? Mannen , en vrouwen ook, vast innbsp;t geloof en rijk in liefde, daarbp wel onderwezen,nbsp;kekwaam en ijverig in allerlei werk, ten minstenbsp;Biet één ambacht grondig bekend, die zich geenszins zouden bepalen tot prediken, doopen, avondmaal bedienen. Het Christendom was hun geennbsp;her die alleen gekend behoeft te worden, geennbsp;rortn. die zalig maakt wie dien navolgt, het Christendom was voor hen levensbeginsel en levenskracht,nbsp;de bron van alle verlichting en ontwikkeling. Ennbsp;daarom moest door alle geoorloofde middelen, doornbsp;¦Woord en voorbeeld, door opleiding in handwerk.

-ocr page 8-

landbouw, nijverheid, niet het minst door schoolonderwijs, beproefd worden den heiden verstandelijk, zedelijk, geestelijk, maatschappelijk, in één woordnbsp;naar den geheelen mensch te verheffen. Zij wildennbsp;dat de zendelingen zich met ernst zouden toeleggennbsp;op de taal, op land- en volkenkunde, op kennisnbsp;van zeden, gebruiken, godsdienst. Zij trachttennbsp;zelven op allerlei wijze hunne kennis in dezen tenbsp;vermeerderen, opdat zij allengs beter zouden wetennbsp;waar het beste arbeidsveld was, wat de behoeftennbsp;dor inlandsche volkeren waren, wat de beste wijzenbsp;om te werken. En als wij dit alles bedenken, alsnbsp;wij ons herinneren dat zij in dezen geene voorgangers hadden maar een gansch nieuwe zaak opnbsp;geheel nieuv/e wijze moesten beginnen, dan verwonderen wij ons over menigvuldige misvattingennbsp;en teleurstellingen niet, maar dan verwonderen rvijnbsp;ons te meer over dien ruilden geest en dat heldernbsp;inzigt, die nevens hun rijkdom van geloof en liefde,nbsp;een fundament legden waarop wij in de meestenbsp;opzigten nog veilig kunnen voortbouwen.

II.

Hoe is op dit fundament gebouwd? Wat heeft het Nederlandsch Zendelinggenootschap gedaan?nbsp;Ik kan u weinig anders dan een dor geraamte vannbsp;die werkzaamheid voor oogen stellen, M.H.! ik

-ocr page 9-

Kloet my bij een eenvoudig verslag van zijn pogingen bepalen. Had het genootschap bij zijne oprigting ook de zoogenaamde inwendige zending innbsp;lien kring zijner werkzaamheden opgenomen, hetnbsp;keeft getracht gunstig te werken door opening vannbsp;zondagscholen, door het aanmoedigen en organiseren van bijbellezingen, door het bezorgen vannbsp;godsdienstige en zedelijke lectuur. Het heeft denbsp;Overzetting en de verspreiding van den Bijbel hiernbsp;Oil daar ondersteund eu eenige vervloeijende gemeenten in Staats-Vlaancleren en Limburg vannbsp;leeraars voorzien, ' Toen allengs uitbreiding vannbsp;ket zendingswerk het noodig maakte zich daartoenbsp;Ie bepalen en andere genootschappen de zorg voornbsp;iieel van het genoemde op zich namen, onttroknbsp;zich het Zendelinggenootschap aan den arbeid innbsp;ket Yaderlaiid zelf, al bleven bestuurders en medeleden persoonlijk dien arbeid op velerlei wijze steunen.nbsp;Alleen de uitgave der zoogenaamde kleine stukjesnbsp;kleef van dit deel der wei’kzaamheid over, omdatnbsp;lie ondervinding leerde dat die alom gaarne werdennbsp;mitvangen. Wij hopen dat eerlang op ruimer schaalnbsp;een proef tot bedeeling van lectuur zal genomennbsp;¦Worden; immers het Zendingswerk vindt zyn’ steunnbsp;m de ingenomenheid der Christenen met eigennbsp;voorregt eu heeft dus bij een bloeijend christelijknbsp;lei'en dadelijk belang, gelijk bet op zijne beurt

-ocr page 10-

10

een gunstigen invloed daarop moet uitoefenen. Wat het eigenlijk zendingswerk betreft; in denbsp;eerste jaren waren de tijdsomstandigheden verrenbsp;van gunstig; ik behoef slechts te herinneren datnbsp;dit tijdvak de jaren van 1797 tot 1813 omvat,nbsp;jaren van vernedering, afhankelijkheid, achteruitgang , onophoudelijken oorlog, gestremde gemeenschap. Toch is daar gearbeid en wel voornamelijknbsp;in vereeniging met het Londensche genootschap. Voornbsp;rekening van het onze werden in die jaren 30nbsp;zendelingen eii eene zendelingzuster uitgezonden,nbsp;enkelen naar Ceylon, de meesten naar Zuid-Afrika,nbsp;oorspronkelijk Nederlandsche, toen tijdelijk Engelschenbsp;bezittingen. In Zuid-Afrika vooral was het strevennbsp;de zwervende stammen te bewegen zich in vastenbsp;woonplaatsen te vestigen en men stichtte er volkplantingen waar een 4 of 5 tal zendelingen, bijnbsp;eenvoudige Evangelieprediking, onderwijs gaven ennbsp;landbouw en handwerken leerden beoefenen. Toennbsp;in 1813 al deze bezittingen voor goed in Engelschenbsp;handen overgingen eindigde het Nederlandschenbsp;Zendelinggenootschap aldaar zijn werk en kwamennbsp;de nog levende zendelingen in dienst van hetnbsp;Londensche. Met 1814 werd de toestand gunstiger en met groote kracht werd de arbeid voortgezet. Ben aantal zendelingen vestigden zich opnbsp;het toen nog aan Nederland behoorende gedeelte

-ocr page 11-

11

¦''an het vaste land van Indie, totdat ook dat gedeelte onzer koloniën in 1827 onder de Engelsche heerschappij kwam. De zendelingen verkozen bijnbsp;hunne gemeenten te blijven en alzoo ging ditnbsp;'''erk, niet voor de zending, maar voor het Ne-landsche Zendelinggenootschap verloren. De postennbsp;de Zuid-'Wester eilanden gesticht, moesten nanbsp;het doorstaan van ongehoorde ontberingen wordennbsp;¦''erlaten, omdat het aan de middelen ontbrak denbsp;Arbeiders aldaar geregeld van de noodige levensbehoeften te voorzien. Een tweetal broeders naarnbsp;Suriname gezonden , bezweek al spoedig en hetnbsp;Optreden der Moravische broeders maakte aldaarnbsp;Onze werkzaamheid onnoodig. Een poging om opnbsp;Sumatra een zendiugpost te vestigen mislukte o.a.nbsp;ouidat de bekende Gotzlaïï, die daarvoor bestemdnbsp;^as, liever op eigene gelegenheid arbeiden wildenbsp;®n na veelvuldige zwerftogten zich eindelijk innbsp;China nederzette, waar hij met het genootschap innbsp;Voortdurende betrekking bleef. Vooral was het oognbsp;gevestigd op de Molukken, waar sints lang Chris-^ongemeenten waren, maar in deerlijk verlaten ennbsp;Vervallen staat. Daar ondervond het genootschapnbsp;®eu ander nadeel. De aangekomen zendelingennbsp;'quot;'erden doorgaans onmiddelijk door de regeringnbsp;tot predikanten aangesteld: hetgeen voor die ge-®ieenten zijn goede, voor het zendingswerk onder

-ocr page 12-

de heidenen zijne zeer bedenkelijke zijde had. Nog zijn daar een zestal als zendeling-leeraar werkzaam , half in dienst van het gonvernemeut, halfnbsp;in dienst van het genootschap, in veel te uitgebreide gemeenten, in eene stelling vol onzekerheidnbsp;en bezwaren, waarin sints jaren - helaas tot nognbsp;toe vruchteloos! - verandering is gevraagd. Hetnbsp;is niet te zeggen hoezeer de tegenwoordige onzekerheid en onvastheid in ’t hestnur onzer O.I.nbsp;bezittingen ook ons werk verlamt! — Met het j aarnbsp;1848 - het jaar der inspectiereis van den heernbsp;VAN Eiiijn - begint een nieuw tijdvak in de geschiedenis v8;n ons genootschap. Toen werd denbsp;zending op Java begonnen door Jellssma. Het plannbsp;was, dessa’s te vormen waarin de zendeling hetnbsp;middelpunt zou zijn, voorganger en onderwijzer innbsp;alle dingen, het toonbeeld van de zegenrijke werking van het Christendom op ieder levensgebied.nbsp;Een keten van zulke posten zou Soerabaija metnbsp;Sa,marang verbinden. Die missie had te worstelen met groote moeijelijkhcden zoo wel door hetnbsp;javaansche volkskarakter, het heerschend Mohammedanisme en den maatscliappelijken toestand, alsnbsp;door onvolledige kennis en het verlies van eennbsp;aanmerkelijk getal arbeiders. Tegenwoordig werken er slechts drie, veel te ver van elkandernbsp;verwijderd, maar die nu hunne gemeenten niet

-ocr page 13-

13

¦'verlaten kunnen, zonder dat weêr alles verloren Sa. Als wij voldoende ondersteuning vinden, hopennbsp;¦quot;^ij dit getal eerlang tot zes, later tot twaalf tenbsp;lïnnnen brengen! — Ons gezegend arbeidsveld isnbsp;de Minahassa van Menado. Daar wordt sints 1820nbsp;Sewerkt, maar sedert 1848 met de noodige kracht,nbsp;kan gezegd worden grootendeels Christelijk tenbsp;geworden en eene geheele vernieuwing te hebbennbsp;Ondergaan. De ¦ omstandigheden zijn er veel gunstiger dan op Java en het verlies van zendelingennbsp;¦^vas er veel minder. Thans werken er elf, waarvannbsp;’^ntnssehen twee tijdelijk in het Vaderland zijn,nbsp;'naar waarheen ook twee nieuwe zendelingen opnbsp;zijn, een als geleider der drukpers die aldaarnbsp;in werking zal komen, een bestemd tot tweedennbsp;Onderwijzer aan de op te rigten kweekschool voornbsp;'nlandsche Evangeliedienaars. Eene bloeijende kweekschool voor ouderwijzers voorziet in de behoeftennbsp;'ter scholen, waarvan in de Minahassa 153 wordennbsp;gevonden, waaronder 123 door het genootschapnbsp;Sesticht en onderhouden.

III.

Zietdaar M.H,! in groote trekken de geschiedenis ons Nederlandsch Zendelinsgenootschap. Vannbsp;quot;te Vruchten van zijn’ arbeid spreek ik heden niet:nbsp;*quot;et omdat zij niet bestaan, niet omdat zij de

-ocr page 14-

14

belangstelling niet ruimschoots verdienen, maar omdat ik er niet van zou kunnen gewagen zondernbsp;in veel uitvoeriger beschouwing te treden dan denbsp;tijd mij vergund zou toelaten. Ik verzweeg unbsp;velerlei misrekening en teleurstelling niet. Maarnbsp;ook die zijn niet verloren. Daar is in die 70 jarennbsp;veel geleerd en veel moest er geleerd worden. Ooknbsp;hier geldt het; door schade en schande wordt mennbsp;wijs, maar ik durf gerustelijk beweren dat de schadenbsp;voor het genootschap grooter was dan de schande!

Wat is er geleerd? o.a. dit: niet te veel tegelijk te heginnen. Bén mensoh. één genootschap kan nietnbsp;alles. Meer dan ééne aanvraag om hier een’ zendeling te vestigen, om daar eene school te openen,nbsp;moesten wij in de laatste jaren afwijzen omdat hetnbsp;te ver buiten onzen kring lag en onze middplennbsp;niet toelaten alles te doen wat wij als noodignbsp;erkennen. Maar wp hebben ook geleerd; dat nietnbsp;zonder groote schade een gunstige gelegenheid wordtnbsp;verzuimd. Wij moeten naar Bolaang-Mongondou alsnbsp;wij niet tot de Minabassa bepaald willen worden,nbsp;’t Had reeds veel vroeger moeten geschieden, maarnbsp;helaas! daar was in eigen Vaderland - ik zeg nietnbsp;zoo veel te doen maar - zoo veel te twisten en tenbsp;redeneren dat de beste tijd reeds is voorbijgegaan.nbsp;Wij moeten naar Bolaang-Mongondou, maar wi)nbsp;willen er geen kwijnende zending in het leven

-ocr page 15-

15

ï'Oepen en wp zullen niet gaan als wij niet krachtig gesteund worden. — Wenschen wjj ons te wachtennbsp;''oor versnippering van krachten, wij wenschen daaren-^gen het beginsel van verdeeling van den arbeid opnbsp;ïuimer schaal toe te passen. Tot nog toe moestnbsp;de persoon van den zendeling te veel vereenigdnbsp;herder, leeraar, cathegeet, onderwijzer, schrij-geneeskundige, werkman, natuuronderzoeker,nbsp;taalvorscher, en onder zeer onontwikkelde volkerennbsp;dat mogelpk. Wij hehhen uitstekend practischenbsp;•Plannen gehad en hebben ze nog. Maar vooral innbsp;Minahassa is de tpd gekomen waarop de geestelijke ontwikkeling met den maatschappelijkennbsp;toestand in strijd komt. Personen moeten wordennbsp;epgeleid en uitgezonden die met den eigenlijk ge-^'Ogden zendeling meêwerken tot opheffing van hetnbsp;''olk, onderwijzers aan eene normaalschool, tevensnbsp;staat goede leer- en leesboeken te verschaffen,nbsp;t*®kwajne werklieden voor eene ambachtschool,nbsp;geschikte geneeskundigen die ook inlandsche jonquot;nbsp;gelingen zullen hebben op te leiden. — Wij hebbennbsp;geleerd de opleiding der zendelingen zoo goed en veel-rijdig mogelijk te maken in de overtuiging dat ernbsp;l’ovenal behoefte is aan welontwikkelde, Christelpkenbsp;*'iannen. Zij moeten voor de inlanders zooveelnbsp;*“ogelijk alles zijn, van hen hangt natuurlek innbsp;mate de goede uitslag van het zending.s-

-ocr page 16-

16

werk af, en terw^l wij liefst zoo weinig doenlijk hun wijze van arbeiden aan reglementen en instructies binden, zijn wij natuurlijk in de openbarenbsp;meening voor hen verantwoordelijk. — Wij hebbennbsp;geleerd hoe langer hoe meer den aard onzer trcrk-zaamheid te wijzigen naar bepaalde toestanden ennbsp;behoeften, ons beter dan aan onze vaderen bekend,nbsp;danknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het licht in de laatste jaren over de

Oost-Indiën opgegaan, dank zij ook de onvermoeide onderzoekingen onzer zendelingen, dank zij ook denbsp;kritiek, zelfs de niet altijd billijke en welwillendenbsp;kritiek.

IV.

Maar wij hebben ook geleerd mst te houden aan ons beginsel. Is het in dezen tijd van partijstrijdnbsp;die op alle, alle pogingen ten goede zoo verlammend werkt, ook voor ons een moeijelpke tijd,nbsp;worden wjj door de uitersten gewantrouwd, omdatnbsp;wjj den een te Christelijk, den ander niet Christelijk genoeg zijn, beproeft men ons op allerle'nbsp;wijze te dringen in eene of andere rigting, wünbsp;willen de beginselen van het Nederlandsch Zendelinggenootschap als van een algemeen Christelijknbsp;genootschap trouw trachten te bewaren. En baartnbsp;dat moeite, zorg, verdriet, kan dat ons genootschapnbsp;telkens bedreigen met verlies van leden die ons OB'

-ocr page 17-

17

^aak weinig beteekenencle redenen kunnen verlaten, 'quot;'Ü willen voortgaan, ernstig, bedachtzaam, maar zonder vrees. God heeft tot hiertoe geholpen, vaak bovennbsp;'bidden en denken geholpen en onze vreeze beschaamd! Blijft gij ons steunen. Broeders ennbsp;Zusters; blijft ons steunen met uwe gaven, ooknbsp;door uwe deelneming en uw vertrouwen. Wij hebbennbsp;Oddelijke maar wij hebben ook zedelijke ondersteuningnbsp;•loodig om den moed te bewaren, want ik verzekernbsp;dat onze taak dikwijls verre van gemakkelijk is!nbsp;^^ij blijven voortgaan, bij het gouvernement aau-dringende op regeling der Ambonsche zaken opdatnbsp;^’ij ons kunnen terugtrekken van een gebied waarnbsp;^’Ü niet behooren, beproevende de .Java-missie tenbsp;'behouden en te versterken en het werk daar allengsnbsp;^6 verbeteren naar de mate onzer toenemendenbsp;kermis, - mogt het zijn ook met toenemende krach-ten! - trachtende de Minahassa op te leiden totnbsp;'zelfstandigheid door alle middelen die ons tennbsp;dienste staan en van daar onzen arbeid uit tenbsp;kreiden naar Bolaang-Mongondou. Daar is nognbsp;^eel te doen en veel moet nog van de Christenennbsp;Nederland voortdurend gevraagd worden. Wijnbsp;'quot;billen doen wat wij kunnen, in de hoop en hetnbsp;^ortrouvï'en dat eens de tijd toch wel komen zal,nbsp;**'1 ziet ons oog dien misschien niet, dat eene zaaknbsp;deze niet al bedelend moet worden gedreven

-ocr page 18-

18

en door kunstmiddelen gesteiind, maar een krachtige Kendingsgeest in heel ons volk ontwaakt en allernbsp;oogen opengaan voor wat in onze Oost-Indie onsnbsp;waarachtig belang en onze heilige pligt is, ennbsp;althans de vaderlandsche gemeente, — haar twistennbsp;vergetend maar haar roeping begrppend, - de handennbsp;in een slaat tot een groot werk, dat een zegennbsp;wordt voor onze koloniën en een zegen voor haarnbsp;zelve!

-ocr page 19-

de Drukkers en Bockverkoojwrs M. WiJï amp; ZoNEN, Eijlii verkrijgbaar de volgende Kleine Stukjes

6.

7.

8.

9.

10. u.nbsp;12.nbsp;13.nbsp;H.

15.

16.

17.

18.

19.

20. 2l.

92.

93. 54.

95.

90.

Cents.'

I*eter Lobeck.............15

öe welbestede stuiver.....10

wever uit Welsh.......07^

kleine bewoner van het Auverg-nésche Geberg1;e.... 10

Arme Sara................ 04

jonge Hutbewoonster... 22^ Opwekking te Elberfeld.... 05

Oe lersche boer........... 10

Elisabeth Cunniughaia..... 15

John Robins, de matroos... 10 Uitbreiding der Parabel... 10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... 15^

Ue Stroopers-docliter...... 10

He Bode met goede tijding. 15

Jansje Allan.............. 15

Zonderlinge tusschenkorast oer Voorzienigheid........ 07

bevensber. van Amelia Gale 07^

Sava Hill.................. 1,24

He geschied.van MarySmith 124

He Dorps-predikant....... 10

He waarheid van het Evang. 10

Kracht des geloofs........ 10

Herman de houthakker.... 124 Laatste uren v.John Cowper 10

Het ciude van den tijd..... 10

H’at God bewaart, is w^el

bewaard.................. 15

''' ie ziit gij 1 Wat hebt gij

te doen?................. 10

He weêrhaau van het kasteel 124 Eben«Haëier InLatakko... 10nbsp;Hidiaansche bekeerlingen .. 10

He Christen-feesten........ 05

'^erhaal van 2 predikers... 074 He tijd en de eeuwigheid.. 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;Johau Goenraad Ter Linden 074nbsp;Een beroep op het hart.... 124nbsp;He landman in den Elza»... 10nbsp;öierf»evallen van zeven be-‘^©erde heidenen.......... 10

Cents.

.39. Levensloop van C.L.TÖ^fer 074

40. nbsp;nbsp;nbsp;Eenige bijzonderheden uitnbsp;het leven van Morrisea.... 15

41. nbsp;nbsp;nbsp;Lydia S.................Oti

42. nbsp;nbsp;nbsp;Hugo Bourne............ 074

43. nbsp;nbsp;nbsp;De christelijke viering van

den Zondag..............05

44. nbsp;nbsp;nbsp;Henri Obookiah.......... 10

45. nbsp;nbsp;nbsp;De zendelingen in Groenl.. 15nbsp;¦46. Het bezoek bij een kranke. 15

47. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van een* leeraar .. 15

48. nbsp;nbsp;nbsp;Polycarpus .............. 10

49. nbsp;nbsp;nbsp;Alg God werkt, wie zal

dan keeren ?.............. 15

50. nbsp;nbsp;nbsp;De Soldaten-dochter.....;

51. nbsp;nbsp;nbsp;Het gelukkige sterfbed... 10

52. nbsp;nbsp;nbsp;De weg en het middel .... 15

53. nbsp;nbsp;nbsp;De gast zonder bruiloftskl. 074

54. nbsp;nbsp;nbsp;Treffend voorbeeld.......074

55. nbsp;nbsp;nbsp;Levensschets v. Blumhardt 15

56. nbsp;nbsp;nbsp;Hadara.................. 04

57. nbsp;nbsp;nbsp;De oude geneesheer...... 10

58. nbsp;nbsp;nbsp;De roepstem des Heeren 15

59. nbsp;nbsp;nbsp;Anna Walsh.............074

60. nbsp;nbsp;nbsp;Eerste zend. te St. Thomas 15

61. nbsp;nbsp;nbsp;Thirza...................20

62. nbsp;nbsp;nbsp;Vroege godsvmcht....... 074

63. nbsp;nbsp;nbsp;De Russische kleermaker. 074

64. nbsp;nbsp;nbsp;Kermerk. v. een kind Godg 074

65. nbsp;nbsp;nbsp;Overtuiging verwaarloosd. 124

66. nbsp;nbsp;nbsp;Woord aan jonge moeders. 07.J

67. nbsp;nbsp;nbsp;De onbekende zendeling.. 04

68. nbsp;nbsp;nbsp;Mevrouw Rumpff.........10

69. nbsp;nbsp;nbsp;Opmerkelijke leiding Gods 07

70. nbsp;nbsp;nbsp;Een nieuw traktaatje..... tO

71. nbsp;nbsp;nbsp;De vrome landman.......074

72. nbsp;nbsp;nbsp;Ged. over de eeuwigheid.. 074

73. nbsp;nbsp;nbsp;Maria................... 10

74. nbsp;nbsp;nbsp;William .................07|

75. nbsp;nbsp;nbsp;De Christen in het gasthuis 03

76. nbsp;nbsp;nbsp;Lord Teignmouth........ 10

77» I.rf5ven van Schwartz.....08

78. Wie zoekt die vindt...0§


-ocr page 20-

122.

123.

124.

125.

126.

127.

128.

129.

130.

131.

132.

133.

134.

135.

136.

137.

138.

139.

140.

141.

142.

143.

144.

145.

146.

147.

148.

149. lóO.

151.

152. 158.

154.

155.

166

157

168

80.

81.

83.

83.

84.

85.

86.

87.

88.

90.

91.

92.

93.

94.

95.

96.

97.

98.

99.

100.

101.

102.

103.

104.

105.

106.

107.

108.

109.

110. 111.nbsp;112.nbsp;113.nbsp;lU.

115.

116.

117-

118.

120.

121.

CeiUü.

Levensb. van een’soldaat.. 05

Pacalsdorp...............07^

Onnoodige zorgen........ 04

ZaShéüs.............. 08

De twee buren........... 10

Bekeering v. A. It. Franke. 04

Blandina................ 07^

Bede van eon grijsaard ... 07-^

Het huisgez. te Haeterdale 15 Inwendig Christend mi onder Ilottentotten......... 05

Aarons dood............. 15

Het Pa^chfeest.......... 10

Leven van Chrysostomus . 07^

Het geheimzinnige in den

Christen................. 05

Jacob Wilson............ 15

De eerste kerkgang......10

Wanneer ben ik, enz.....06

Overeenk. Christel. Godsd. 05

Zendingsgave............ 15

De zwarte knecht........ 10

Waarschuw, tegen valsche

overleggingen............ 10

De bedelaar...,.......... 05

Samuel Mills............. 05

Triomfboog van Titus .... 06

Zijt gij gelukkig ?......... 07i

Uit- en inwendige zending 05

De twee erfenissen....... 05

De waaide van het gebed. 07^ Samuel Crowther......... 07|

Calharina Philips ........07Ï

Goodluck Day............07^

De toestand der heid.vrouw 07^ Middel om rijk te worden. 04nbsp;Eene oude beproefde raad . 12^nbsp;Verband ijver voor de zend. 07

Ra-Poor-Negro..........05

De zendel. onder de heid. . 05^

Iets uit het leven eener zendelingsviouw. Ie brief.

De Christen-vrouwen dei

Apostolische eeuw........ 06 Il59

Chiistina en Esther.......06

De verhoogde Heer.......05

, De zegenrijke vrucht van ^en rijksdjwlder.......... 03 .

Cents-

Opw. tot h. werk der zend. 05

De Baron Dhijhern....... 07i

Een woord tot aanbeveling

der zendingszaak.........

De toekomende wereld.... 05 Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 2e brief. 07

Eene uit duizend........06

Eene Martelaarsgeschied. 05 Een Rabbi die rust zoekt ,

bij Christus............. 0.)

De Christin geroepen tot , deeln. aan de zendingzaak. 0^

Zoeken en vinden.......1^

De onfeilbare gids.......

Wien te hoeren?,.......07^

Eene zwaar beproefde ge- .

loofaheldin............... quot;**

Marianne, de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. 1quot; De dochter v. d. Landman l2|nbsp;De hoop des christens .. 074nbsp;Jletleven van v.d,Kemp.nbsp;Kunt gij altijd van Jezus

zwijgen.................0quot;,

Het werk v. kleine Jessie. 0^*

Liefde voor liefde.......0^

Heilig leven, zalig sterv.

Een sterfb.in den vreemde V'* Iets uit het leven eeuernbsp;zendelingsvrouw. 3e brief 0^nbsp;iets uit hei leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 4e brief. 0»nbsp;Levensgcsch. van eenen

lerscheu knaap..'........0^

De Thermometer.........0^

Toespraak...............

Eeneuitn.helpsterd.zend.

Niet verre..............O®

Wat een reisverhaal kan .

uitwerken .............

Een blik ia deJav. huish. ^

Het '/Onze Vader”.........

Een Israel, tot Chr. gebrast * Schoone plaatsen uit denbsp;schriften van 8 Kerkvaders

Gidion..................T

Dankt God iu alles......Jy-i

Uit onze Brievenlasoh • • • aj Een andere Oom Tom - • • ^