-ocr page 1-

UIT ONZE BRIBVENTASCH.

II.

Kinderen.

»Laat de kinderkens tot mg komen , want der-^ulken is het koninkrijk Gods ! ” Zoo sprak jezus tot zijne discipelen, die meenden, dat de Meesternbsp;quot;^61 wat anders te doen had , dan zich met kin-‘teren in te laten. Zij hadden het te voren misschien nooit zoo opgemerkt, hoeveel jezus vannbsp;hinderen hield. Nu moesten zij het tot hunnenbsp;t'eschaming leeren. Wat meer is, zij moesten vei'-®emen, dat, gt; wie het koninkrgk Gods niet ont-^angt gelijk een kind , geenszins daarin zal gaan”nbsp;pas had jezus nog gesproken over de echtscheiding , en wat de Meester daarover tegen hetnbsp;^olk gezegd had, vonden de discipelen zoo belang-'^lih, misschien wel zoo vreemd, dat zg hem tenbsp;huis gekomen nog eens daarover vroegen. En

1

-ocr page 2-

daar komen nu eenige moeders, met hare kindertjes, om die te doen zegenen! De discipelen waren nog Joden in hun hart. De vrouw had voornbsp;hen niet veel te beteekenen. Zij vonden hetnbsp;daarom zeer natuurlijk , dat de wet aan den mannbsp;het regt gaf zijne vrouw een’ scheidbrief te geven.nbsp;Zij waren het nog maar half er mede eens, datnbsp;man en vrouw in den echt gelijk staan, en datnbsp;al verschillen de pligten aan ieder opgelegd , denbsp;band des huwelpks voor beiden van evenveel krachtnbsp;en waarde is.

En daar komen nu die vrouwen, die naar de meening van de discipelen niets van die zakennbsp;wisten, die daarover dan ook niet behoordennbsp;mede te praten, en nog wel met kinderen, dienbsp;zoo hinderlijk zpn, als men eens wat te besprekennbsp;heeft! Het zou mij niets verwonderen, als dezenbsp;of gene van de leerlingen gezegd had: gt;Ga weginbsp;vrouwtjes! Wij hebben wel wat anders te doen,nbsp;dan ons met kinderen bezig te houden! Watnbsp;komt gij ons nu storen?”

En de Meester wijst hen te regt: »Neen, mannen ! gp hebt het mis. Gij verbeeldt u heel wat te wezen, en op het oogenblik weten die vrouwtjes het beter dan gp; zij hebben hare kinderennbsp;lief, en daarom brengen zij ze tot mjj. Zij stellennbsp;vertrouwen in mij; zij gevoelen, dat ik wat goeds

-ocr page 3-

quot;''Oor hare kinderen heb; dat noem ik geloof, en ^at ontbreekt u nog maar al te zeer. En dienbsp;Irinderen! Wel verre dat zij mij zouden hinderen , sluit ik ze in de armen, en voeg er nognbsp;bij, dat voor u een eerste vereischte is, te -wordennbsp;als die kindertjes, die zich geheel aan hunnenbsp;moeders overgeven, die bij haar hulp, en toevlugt,nbsp;en troost zoeken; die niet redetwisten over afge-trokkene waarheden, geen groote gedachten vannbsp;zich zelven hebben, maar zich geheel overgevennbsp;aan de moeders. Geeft u zoo ook aan mij over ,nbsp;dan zult gij burgers worden in mijn koninkrijk.nbsp;Kinderzin is het eerste vereischte van hem, dienbsp;in het koninkrijk Gods wil ingaan.”

Daar stonden de discipelen nu met al hunne wijs-Keid , al hunne mannenwaarde , beschaamd tegenover eenige moeders.

Wij willen aannemen, dat deze moeders nu ook bet hoofd niet hebben opgestoken tegen de disci-•Pelen , en niet zullen gezegd hébben: » Ziet ge wel,nbsp;dat wg meer zpn dan gij?” Hadden zij dat gedaan,nbsp;dan zou de Meester haar ook wel een woordjenbsp;bebben toegevoegd, en dan zouden de evangelie-^chr^vers dat woord zeker niet vergeten hebben.nbsp;Kij waren tevreden, dat de Heer ze 'toeliet.

En de kindertjes! ja, die hebben het niet eens 'begrepen., dat die groote mannen ze eenvoudig

1*

-ocr page 4-

aan de deur hadden willen zetten. Die hebben den lieven Heer maar toegelagchen, en zijn toennbsp;stilletjes met de moeders weêr meêgegaan, alnbsp;hebben zij dien goeden, vriendelijken Heer, alnbsp;omziende nog eens en nog eens toegeknikt ennbsp;toegelagchen.

» Predikt het Evangelie allen creaturen! ” heeft de Meester gezegd in een der gewigtigste oogen-blikkeu van zijn reeds verheerlijkt leven. Hij heeftnbsp;niet gezegd: predikt het Evangelie aan alle vol-virassenen; hij heeft dus de kinderen niet uitgesloten. Moeders! Vaders! bedenkt dit.

Maar bedenkt meer. Jezus sprak tot het volk in gelijkenissen, en aan de discipelen verklaarde hijnbsp;die. Maar tot die zelfde discipelen zeide hij ook:nbsp;gt; Het komt u niet toe te weten de tijden en denbsp;gelegenheden , die de Vader in zijne eigene magtnbsp;gesteld heeft.” Geloof is een noodzakelijk ver-eischte in het koninkrijk der hemelen; en dat kannbsp;nooit te groot zijn; maar het weten heeft zijn©nbsp;maat.

Als gij nu, naar uwe roeping, het Evangelie aan uwe kinderen predikt; als gjj ze opvoedt innbsp;de kennis en vermaning des Heeren, volgt dannbsp;het voorbeeld van jezus. Hebt uwe kinderen Hefinbsp;met eene heilige liefde; leert ze n vertrouwen gt;nbsp;opdat de kiem des geloofs, door God in hunno


-ocr page 5-

ziel gelegd, voorspoedig vvasse. Laat ze maar ^len, dat gij dagelijks tot den Heer gaat, datnbsp;§ij niet uzelven, maar Hem leeft. Zij behoevennbsp;^et niet te begrijpen; dat komt eerst als ze oudernbsp;i^orden; ze moeten het gevoelen. Praat dus nietnbsp;i'sel met uwe kinderen over jezus; maar laatnbsp;¦^Ezus in uw huisgezin leven , dan zult gij gedurignbsp;gelegenheid hebben, om hen den Meester in denbsp;¦armen te voeren; en Hij zal ze zegenen! Eekentnbsp;¦daar maar op!

Hoe gemakkelijk zou het vallen hier eenige ''Oorbeelden aan te halen van ouders , die meenen,nbsp;i^at ze hunne kinderen tot den Heer brengen , alsnbsp;hun stipt hunnen catechismus laten opzeggen ennbsp;dik-wijlg met hen praten; maar die vergeten, datnbsp;*^it en nog veel meer vervliegt als rook voor dennbsp;'Vind; dat echter kindertjes, ja heel kleine kin-dertjes al voelen (begrijpen doen zij het niet)nbsp;maar voelen, of de adem der ouderliefde , dan ofnbsp;togt van ouderpligten hun te gemoet komt.nbsp;Ia den adem der liefde wassen zij op, als denbsp;plant, die door de liefelijke lentezon gekoesterd,nbsp;door den nachtelijken dauw verfrischt wordt. Denbsp;koude togt van de ouderpligten doet ze wegkwijnen en versterven. Geen school, geen kerk,nbsp;Soea catechisatie , geen toespraak, zelfs geen da-Solijksch gebed , hoe trouw ook verrigt, kan gebrek

-ocr page 6-

aan innige , vurige, heilige ouderliefde vergoeden. Preekt dan niet , maar leeft met uwe kinderen ennbsp;voor uwe kinderen , en gij zult ware evangelie-pradikers voor uwe kinderen worden; gij zult dannbsp;volkomen beantwoorden aan het bevel des Heeren!nbsp;En wat nog meer zegt, gij zult hoe langer hoenbsp;meer gaan beseffen, wat het zegt: gt; wordt gelijknbsp;de kinderkens ! ”

Nu wilt ge wel eens weten, wat toch aanleiding geeft tot zulk eeue lange voorafspraak. Misschiennbsp;meent gij wel, dat de schrijver van deze bladennbsp;al genoeg geredeneerd heeft. Dat kon ook welnbsp;zjjn, maar hij spreekt niet tot kinderen; wel totnbsp;ouders, dus als tot verstandigen, en die willennbsp;nog wel eens een woordje hooren, waïirover tenbsp;denken valt.

Gij hebt echter volkomen regt te verzoeken, dat er nu iets uit de brieventasch te voorschijnnbsp;kome, en de Dames van het Hulpgenootschapnbsp;hebben die den schrijver niet ter hand gesteldnbsp;om er over te praten, maar om er er wat uitnbsp;mede te deelen. Hij vond er ditmaal zooveel innbsp;over kinderen, dat hij besloot dit eens tot eennbsp;geheel te brengen; maar dan laat hij nu ook voor

-ocr page 7-

een poos de zendelingsvromven zelveu optreden.

Wat zou Zr. VAK de uefde niet over hare kinderen hebben medegedeeld? Maar helaas! zij verloor haar eerste kind kort na de geboorte, en haar tweede mogt zelfs het levenslicht niet aanschouwen ; en de arme moeder! Ach! haar geestnbsp;is in nevelen gehuld! Zij heeft het gebruiknbsp;harer verstandelijke vermogens verloren. Was zijnbsp;nog maar als kachel , die hare kinderen beweendenbsp;nn niet vertroost wilde zijn! Heer! ontferm Unbsp;Over haar en over haren zwaar beproefden echtgenoot !

Zr. wiEBSMA moest ook herhaaldelijk hare moeder-vreugd verstoord zien door het verlies van hare hinderen; maar op het eind van 1866 kon zijnbsp;het volgende schrijven:

»Allereerst moet ik u verschooning vragen voor mijn langdurig stilzwijgen, ’t geen te verklarennbsp;13 uit den buitengewonen zegen, die ons dit jaarnbsp;io beurt is gevallen, en die u allen, hoop ik,nbsp;leeds bekend is. Ik kan u thans mededeelen,nbsp;dat het ons zeer wel gaat], en dat onze kleinenbsp;jongen zeer voorspoedig is. Gij kunt denken, datnbsp;hij eene geheele verandering in onze vroeger zoonbsp;stille huishouding heeft gebragt, waardoor ik totnbsp;®og toe verhinderd ben om veel van belang uitnbsp;tc voeren; want daags is de kleine graag in de

-ocr page 8-

handen, en dan ’t liefst bij mij; ook geef ik hem niet gaarne veel over, ofschoon al mijne meisjesnbsp;even graag met hem spelen.

ïWaar wij ook met den kleinen komen, overal zijn de menschen even nieuwsgierig om hem tenbsp;zien; ’t is waarlijk of het een wonderding is. WÜnbsp;konden ons dat in ’t eerst volstrekt niet begrijpen»nbsp;maar wij zijn er toch achter gekomen. Het i®nbsp;eenvoudig, omdat men hier in onze streken nognbsp;geen hollandsch kind gezien heeft. Vóór on®nbsp;waren hier nog geen Hollanders geweest, 'welnbsp;hollandsche afstammelingen.’’

Onze zuster woont te Ratahcm, in een wat afgelegen gedeelte van de Minahasa, en doornbsp;hollandsche afstammelingen verstaat zy de kinderennbsp;van Hollanders en inlandsche vrouwen, en ooknbsp;de van dezen weder afstammenden.

Om het volgende goed te verstaan, moet men bedenken, dat de Maleijers breede neusvleugels ennbsp;een’ eenigszins platten neus hebben.

»Men had den menschen hier wijs gemaakt, dat de Hollanders hunnen jongen kinderen den neus metnbsp;een ijzeren tangetje lieten knijpen, en dat mJnbsp;daardoor hooge neuzen hebben. Dit werd mónbsp;verteld door de vrouw van een Hoofd; zp voegd®nbsp;er bij, dat zij het altijd geloofd had, maar oonbsp;toch zag, dat het niet waar was.

-ocr page 9-

=gt;Ik vroeg haar, hoe zij nu zóó iets had kunnen gelooven, waarop zp mij vertelde, dat nog nietnbsp;lang geleden de gewoonte was afgeschaft, dienbsp;Onder de Alifoeren van adel bestond, om hunnennbsp;tónderen het voorhoofd met een plankje plat tenbsp;'Irukken. De oudste dochter van het districtshoofdnbsp;'te Ratahan, een meisje van ongeveer tien jaarnbsp;was de eerste, die deze bewerking niet onderging,nbsp;meende zij, en dat was toch niet onnatuurlijk,nbsp;daar deze gewoonte onder hen bestond, ietsnbsp;*^ergelijks ook wel bij de Hollanders kon plaatsnbsp;tiebben. Hoe kwamen zij anders aan zulke geheelnbsp;andere neuzen?quot;

Die goede vrouw moest eens geweten hebben, dat de gewoonte bij de Hollanders nog wel bestaatnbsp;^“1 de kindertjes heel stijf in te bakeren, en datnbsp;de hollandsche moeders er vooral van houden, datnbsp;de oortjes door de keelbandjes goed tegen hetnbsp;^eofd sluiten. Het is werkelijk maar goed, datnbsp;de Alifoeren niet alles van ons weten, of zijnbsp;^euden nog wonderlijker gedachten van ons krijgen.

Hoe men op Ceram over de vrouwen en meisjes denkt bhjkt ons uit een’ brief van Zr. de vbies,

Amaheij, zjj schreef:

‘De vrouwen worden hier voor weinig of niets gerekend; daar zal ik u eens iets van vertéllen,nbsp;eene moeder een’ zoon en eene dochter heeft,

-ocr page 10-

10

dan moet voor den zoon veel beter zorg gedrage» worden, dan voor de dochter: dat was voor milnbsp;vreemd om te hooren. Toen onze kleine jan wa®nbsp;geboren, zei de vrouw, die mij geholpen bad:nbsp;»Zorg nu toch vooral goed voor den kleinen jongen’nbsp;voor nonna (jongejufvrouw) claba komt het er nietnbsp;op aan, laat die maar aan haar lot over, dienbsp;komt teregt; maar voor den jongenheer moet alle®nbsp;gedaan worden.” Ik zeide; »Neen, dat is eennbsp;dwaas begrip van de menschen hier; de kinderen,nbsp;ons van den Heer geschonken, zijn ons beidennbsp;even lief, en moeten verzorgd worden, zoo al®nbsp;het behoort; zij hebben beiden nog evenveel be-hoeften, en waarom moeten wij den een’ meernbsp;zoi-g toedragen als de andere? Het zou den Heernbsp;niet aangenaam zijn, als wij dat deden.” Dat konnbsp;zij zich maar niet begrijpen. Zij zeide maar, datnbsp;was geen gewoonte hier. Ik antwoordde:nbsp;dat is in Holland wel de gewoonte, en daar zullennbsp;wij ons maar aan houden.”

»De vrouwen,” zoo schrijft zjj op eene andere plaats, «moeten dan ook hier het zwaarste werknbsp;doen, houthakken, bamboes halen en alles vatnbsp;zjj verder voor de huishouding noodig hebben^nbsp;Dit ziet men een’ man zelden doen. Soms ziennbsp;wjj wel vrouwen uit het bosch komen, met houtnbsp;beladen en in een’ toestand, dat ik denk: hoe

-ocr page 11-

11

is het mogelyk vrouw, dat gü dat neg doen kunt!”'

Als eene van de zusters uit de Minahasa op *iit onderwerp gekomen was, dan had zij ooknbsp;®®n boekje open kunnen doen. Daar dragen denbsp;®aoeder8 de kleine kinderen in een’ doek op dennbsp;^*^8 gebonden overal mede. Hun hoofdje hangtnbsp;^ian te bengelen, dat men er akelig van wordt,nbsp;moeten zij b.v. rijst stampen, dan schudt hetnbsp;en neer met het rijzen en dalen van dennbsp;stamper. Niet alle moeders zorgen bij ons evennbsp;goed voor hare kinderen, maar zoo erg is hetnbsp;toch zelden. De broeders in de Minahasa hebbennbsp;veel beproefd om die akelige gewoonte te doennbsp;^tschaffen, maar tot nog toe is hun dat niet geijkt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;behoeft niet te vragen, of in die

tanden veel jonge kinderen sterven.

Maar toch, lieve moeders! die dit leest, gg t'oht ook nog veel te verbeteren. Het uren langnbsp;*toen zitten in den kinderstoel, het langdurig wiegennbsp;is echt heidensch, en daarmede worden alnbsp;®^en veel kinderen vermorst of naar het kerkhofnbsp;geholpen. Ik geloof heusch niet, dat de Alifoerennbsp;t'ünne kleine kinderen ooit slaapgoed in geven,nbsp;^ lgt;en ik wel onderrigt, dan is die gewoonte innbsp;Mland geheel afgeschaft, omdat de moeders, dienbsp;zeker met geen kwade bedoeling gaven, nunbsp;haren schrik geleerd hebben, dat dit een

-ocr page 12-

12

zeker middel is om de kinderen voor hun leven stompzinnig te maken.

De kinderen vol te proppen en te overvoeren i dit verstaan de inlandsche moeders zoo goed aDnbsp;de beste hollandsche moeder. Doch genoeg overnbsp;de verzorging van kinderen. Onze zusters hebbennbsp;meer te doen.

Zr. TENDEtoo, die eene dochter van Br. vii-KEf’ en in de Minahasa geboren is, schrijft ons beiquot;nbsp;volgende:

dal


j’Om de meestersvrouwen, die vroeger bij onS als meisjes aan huis waren eenigszins aan te moe'nbsp;digen, geven wij van tpd tot tijd aan haar veï'nbsp;zoek toe, om bij den doop van hare kinderen al®nbsp;getuigen op te treden. Zij zjjn daarop zeer gestel^'nbsp;en schijnen dit als eene groote eer te beschouwen-Ik ga dan met tendeloo méde naar de gemeentelnbsp;waar hij de doopplegtigheid moet verrigten, ennbsp;dan worden wij altijd met de grootste ingenomen

heid ontvangen. Daara.an is echter verbonden,


men het kind van een behoorlpk doopkleedje en mutsje voorziet. Die kleedjes en mutsjes zh®

meestal zóó bont opgeschikt, dat ik er u moepelD eene beschrpving van zou kunnen geven.nbsp;ik hun geef is altpd zoo eenvoudig mogelijk epnbsp;gemaakt; nogtans kan men zien, dat het do®!nbsp;enkelen bewonderd wordt, terwijl echter andere”

-ocr page 13-

13

hfit niet mooi genoeg zullen vinden, omdat de ^onte kleuren daaraan ontbreken, die naar harennbsp;®iuaak onverm^delijk zijn.”

De meisjes, van welke onze zuster hierboven schreef worden in de Minahasa anak pi ar a (voed-**terkinderen) genoemd. De zusters nemen meisjesnbsp;yan verschillenden leeftijd bij zich aan huis, dienbsp;huiswerk verrigten en onderwjjs ontvangen innbsp;allerlei huiselijken arbeid en handwerken. Eigenlijke naai- en breischolen hebben zij niet, maarnbsp;l*®!' getal, dat iedere zuster van die meisjes bjj,nbsp;2ich heeft tegen genot van kost, kleeding en onder-is groot genoeg, om een klein schooltje tenbsp;'^Oïïuen. Na afloop van het gewone huiswerknbsp;^ordt het naai-, haak- en borduurwerk opgeno-*'*®*gt;i daarbij wordt dan ook wel gezongen, datnbsp;het algemeen goed gaat, en voor een ge-®Ptek of een verhaal zal de gelegenheid dan ooknbsp;Worden aangegrepen. Zuster tendbloo schrgftnbsp;i*ieromtrent het volgende:

*ïk wil u het een en ander van onze meisjes jongens vertellen; daaruit kunt gp dan welnbsp;^enigg^ins de menschen hier leeren kennen. Maarnbsp;^®enit wel in aanmerking, dat wat ik u vertel,nbsp;alleen van de jongens en mensjes in Toncea geldt,nbsp;'ie bovenlanden zijn zij over het algemeennbsp;'¦er. Zy zijn daar niet zoo brutaal en eigen-

-ocr page 14-

14

¦wijs, meer volgzaam en kinderlijk, hetgeen ¦wÖ van onze bedienden zoo niet kunnen zeggen. BrU'nbsp;taal z^n zij soms in de hoogste mate, vooral denbsp;meisjes, en daarb^ komt nog, dat wanneer dezenbsp;jonge dames bij ons komen, zy liever geen huiS'nbsp;werk doen, maar heel gaarne, net als jonge jquot;^'nbsp;vronwen, alleen handwerken zouden willen leereo-Nu wil ik dat dan ook gaarne, maar het spreek*'nbsp;van zelf, dat ik eerst mijn werk wil geda»®nbsp;hebben, en dat verkiezen velen niet. Dus is he*nbsp;dikwijls gebeurd, dat zoo’n meisje op eens me*nbsp;pak en zak verdwenen was. Maar nu moet gÜnbsp;niet denken, dat zij allen zoo zijn. Neen!nbsp;hebben ook enkele goede meisjes gehad; Be**nbsp;paar zpn reeds uit ons huis met meesters getrouwd'nbsp;Met de jongens is het over het algemeen betmnbsp;gesteld; misschien omdat zij meest allen de booPnbsp;koesteren van vroeg of laat op de kweekschool *®nbsp;Tanawangko geplaatst te worden.”

Men zegt wel eens; »Eerst als men ziek leert men de waarde der gezondheid kennen.”nbsp;eveneens zou men kunnen zeggen: »Eerst als m®**nbsp;in eene onbeschaafde maatschappij verkeert, 1®®’|^nbsp;men de voorregten der beschaving op prijs stell®'^'nbsp;Er zpn een aantal zaken, die 'wg hier overalnbsp;de winkels voor weinig geld kunnen koopen,

-ocr page 15-

15

''¦He onze zustevs daar moeten missen, als ze haar *'iet van hier worden toegezonden. Het is dannbsp;¦'^ok sedert vele jaren reeds eene gewoonte ge-¦^orden, dat de Bestuurderessen van het Vronwen-^nlpgenootschap van tijd tot tijd eenige kistennbsp;öaar Indië zenden. Welke schatten die kistennbsp;i^ihouden kan u volkomen blijken uit een’ briefnbsp;^an Zr. EooKEK, die gp u nog wel herinneren zult,nbsp;^Is Mejufvronw hieeink. Zp schrijft;

* nbsp;nbsp;nbsp;O, geachte Dames! gij weet niet welk eennbsp;S'^oot genot het voor ons is, als wjj dergelijkenbsp;^3'ken ontvangen; want wij kunnen ze hier met

besten wil niet koopen, en als wij soms een ander krijgen kunnen door de Chinezen, dannbsp;het zeer duur en slecht.

* nbsp;nbsp;nbsp;Zoo ontbraken ons met Kersttjjd van het vorigenbsp;JS'ar (ie noodige voorwerpen, om een’ kerstboomnbsp;°P te rigten.

die kerstboomen, die een ware kindervreugd schaffen, komen wij beneden terug.

**3elnkkig hadden wij eenigen tjjd te voren het ®*^ote voorregt van eenige goederen te ontvangennbsp;de Dames van het Vrouwen-hulpgenootschapnbsp;s Hravenhage. Maar die bad eookee moeten

*®hrui]jgjj voor de leerlingen, der scholen. De

^ersti

'gevorderden krijgen dan gewoonlijk een of

^ader

¦waarmede zij o, zoo gelukkig zijn.

-ocr page 16-

»0ok had hij -wat medegenomen voor de kinderen van de meesters, die wij van tijd tot t^d van de noodige kleedingstukken moeten voorzien, daarnbsp;die goede menschen een zeer gering tractementnbsp;hebben.

»Zoo is het minste en geringste, dat gij ons zendt, reeds een groote schat voor ons, daar wijnbsp;er anderen mede kunnen helpen en verblijden.nbsp;Dus nogmaals hartelijken dank voor de gezondennbsp;goederen.

»Het katoen is zeer mooi en volkomen geschikt r het blaauwe linnen eveneens; zoo ook die moop®nbsp;witte en gekleurde zakdoeken; die knoopjes, scha'nbsp;ren, messen, naalden, spelden, wit en zwart garen,nbsp;pennenhouders, potlooden , griffels, naaldenkoker^rnbsp;vingerhoeden. Dat alles is zeer gewenscht. Bandnbsp;gebruiken de menschen hier niet, maar dat konjtnbsp;ons zeer te pas.

»Zoo gij eens weer iets zendt, weest zoo goe^ en doe er dan eenige ongekleede poppen bp, dannbsp;zal ik die door mpue meisjes laten kleeden,nbsp;als de menschen hier. Het horologie zal ik foo^nbsp;onzen gerakd bewaren voor het Kerstfeest, en di®nbsp;zal er zeer gelukkig mede zijn, daar hjj zegtnbsp;horologiemaker te willen worden. Dat zjjn va®nbsp;die kindervoorstellingen, daar nog niets van tenbsp;zeègen valt. Zijn tijd nadert, dat hij naar Holland

-ocr page 17-

17

ttoet, dat ons zeer hard zal vallen, maar het moet, tot zijn welzijn, en daarom moeten wij berusten.”

Het blijkt reeds uit dezen brief, dat de Dames *;icb goed op de hoogte moeten houden van denbsp;®'genlijke benoodigdheden. Als zij dat niet deden,nbsp;‘tan zouden zij zeer ligt dingen sturen, -waaraannbsp;•*ieinand iets had, en dat was moeite en kostennbsp;‘'erloreu. Voor Java is gedeeltelijk wat ander.snbsp;Uoodig als voor de Minahasa. Oordeelt uit denbsp;'‘‘'Igende regelen, door Zr. kkuït , te Mddj6-v;arnlt;i

geschreven:

»Ik wil u thans iets schrijven over de goederen quot;tt® wij ontvangen mogten. Onze kinderen zijnnbsp;in hun schik met de verwdoos en legkaart,nbsp;'tö teekenhoekjes en ongekleurde boekjes en prentennbsp;^an Mevr. ***, waarvoor wij u vriendelijk verzoe-haar voorloopig onzen en hunnen dank over

brengen, schoon wij later hopen Mevrouw zelve te schrijven.

*De drie stukjes sits hopen wij aanstaande kerstmis onder de kinderen uit te deelen. Kleurnbsp;*** patroon vallen zeer in den smaak van de men-«ehen hier, en zoo ook het stukje paarsch netel-'toek. Ook het rosé neteldoek is heel mooi, schoonnbsp;‘te Javanen liever bloempjes of sterretjes dan ruitjes

hebben.

** Wat het witte goed aangaat, dat komt meestal

2

-ocr page 18-

18

voor de Javanen en hunne kinderen goed te pas, daar zij het naar welgevallen kunnen verwen. Ooknbsp;de mesjes en een deel van de scharen, potloodennbsp;en griffels, vingerhoeden en knoopjes hopen wpnbsp;onder de javaansche kinderen uit te deelen. D®nbsp;naalden, spelden, rijgpennetjes, haakjes, kluwentje®nbsp;en kaartjes garen, de klossen wit en zwart garennbsp;en het band en de teekenlapjes houd ik vooreerstnbsp;onder mijne berusting, daar dit alles mij zeer tenbsp;pas komt bij het onderwijs in naaijen, haken ennbsp;teekenen, en ook de vrouwen uit de gemeentenbsp;mij meermalen om naaibehoeften komen verzoeken,nbsp;en gij begrijpt, hoe aangenaam het is, als mennbsp;dan helpen kan.

»Alleen rijgpennetjes en band worden door iJ® Javanen weinig of niet gebruikt, doch des te meeinbsp;naalden en garen en ook heel breed, wit katoen tnbsp;om sarongs te batiken en voor baadjes. Overigen®nbsp;zou ik niet meer weten te noemen, dan alle®®nbsp;zwart goed (orleans), voor mans baadjes.”

het


Maar wat zijn baadjes en sarongs en beteekent batiken, vraagt hier deze of gene lezere®'nbsp;Wjj verstaan hier in Holland door een haadj®nbsp;soms een buis, maar juister een meestal hlaan'**^nbsp;gestreept, katoenen bovenkleed, dat omdat ke^

alleen aan den hals en de borst open is over


hoofd aangeschoten moet worden. Dit woord

-ocr page 19-

19

¦öu het maleisclie badjoe, en dat beteekent het lgt;ovenkleed, dat door de inlanders gedragen wordt-,nbsp;liet heeft verschillenden vorm, voor mannen ennbsp;vron-wen, en kan best vergeleken worden bij eennbsp;jak zonder mouwen.

De sarong is niet anders dan een stnk doek, dat eenige malen om het ligchaam geslagen en dannbsp;hoogte van de middel met eene punt ingesto-ken wordt, om het vast te maken; van daar ooknbsp;'dat men daarbij geen band noodig heeft. Mannennbsp;vrouwen dragen op Java de sarong, die vannbsp;middel tot aan de voeten reikt, en opper-‘''lakkig gezien vrp wel gelijkt, op de naauwenbsp;mokken, die tegenwoordig onze dames zooveelnbsp;keter dan de breede crinolines staan. Die sarongsnbsp;Vooral moeten fraai gekleurd en gebloemd zyn.

En die kleuren en bloemen weten de javaansche 'Vrouwen en meisjes aan het wit katoen te gevennbsp;eene zeer vernuftige wijze, en die bewerkingnbsp;’'®emen zij batik en. Uit allerlei planten wetennbsp;Javanen velerlei schoone kleuren te vervaardi-en ook de Maleijers verstaan dat. Aan verw-®foffen ontbreekt het dus nooit. En om nu denbsp;bloempjes te teekenen, wordt het doek gespannen.

hatiekster heeft naast zich staan een pannetje S®smolten was, waaruit zij van tijd tot tpdnbsp;een zeer klein koperen potje, dat een zeer

2*

-ocr page 20-

20

fijn tuitje heeft, schept; en dan brengt zij die was op dat gedeelte van het doeh, dat niet gekleurd moet worden. Men begrijpt, dat dit veel'nbsp;zorg en geduld vordert. Nu worden later denbsp;kleuren aangebragt, en nadat de was weer verwijderd is, heeft de stof de figuren, die de hatiek-ster daarop wilde aanbrengen. Daar echter tegenwoordig onze fabrieken, en vooral ook de engelsche,nbsp;de op Java meest gewilde patronen uitstekend ennbsp;veel goedkooper leveren, zal het niet lang durennbsp;of de Javanen laten hun hatiken geheel varen.nbsp;Dit zou dubbel jammer zijn, als zij niet iets andersnbsp;daarvoor in de plaats leerden, want het hatikennbsp;oefent den smaak en is een zeer gepaste vrouwelijke arbeid.

Daarom vooral moet men op prijs stellen hel onderwijs, dat door onze zusters aan de meisjesnbsp;gegeven wordt. In den brief van Zr. kruït lezennbsp;wij daaromtrent nog het volgende:

»Van mijne naaimeisjes heb ik veel genoegen-Als zij allen kwamen, zou ik er bijna dertig hebben, doch meestal komt slechts de helft van dal getal, daar zij nog al eens verhindering hebbennbsp;op het veld of in de huishouding, ’s Maandag®nbsp;vertellen zij mij in het maleisch , wat er zondag®nbsp;gepreekt is; en op andere dagen vertel ik haainbsp;wat, of leeren zij al nazeggende javaansche g®'

-ocr page 21-

21

-zangversjes, die wij dan te zamen zingen. Vóór Isijna twee maanden overleed eene mijner naaimeisjes , de eerste met wie ik mijne naaischoolnbsp;begon, en ook de liefste. Zg was sedert vijfnbsp;maanden hij mij aan huis, en slechts vier dagennbsp;*iek. Spreken kon zij kort voor haar verscheidennbsp;met, doch zij ontsliep zacht en kalm, en wijnbsp;houden ons vast overtuigd van haar zalig ontwaken , daar zij gaarne van den Heer jkzvs hoorde ,nbsp;6n deed naar wat haar onderwezen werd.”

En nu moeten wij ten slotte nog eens zien , ¦Wat de kersthoomen bij onze Broeders en Zustersnbsp;m Indië uitwerken. Laat ons daartoe dé zaaknbsp;iets hooger ophalen.

Wij Nederlanders kennen eigenlijk den kerstboom alleen uit verhalen. Wp weten, dat die meer eigenaardig in Dnitsohland te hnis behoort.nbsp;M^aar wie kent bg ons niet het St. Nikolaasfeest?nbsp;Koe oud mag dat wel zijn ?

In een boekje, dat reeds in het jaar 1692 werd Uitgegeven, lees ik: » Nicola as. Dat is een kinderheilige, die jaarlijks met verlangen verwacht wordt.nbsp;Omdat hij onder gruwelijke leugens, bedrog ennbsp;verschrikking veel zoetigheid medebrengt, ¦ ’t welknbsp;men den kinderen wgs maakt en van jongs afnbsp;mplant, dat claas al dat goed tot de deur of

-ocr page 22-

22

sclioorsteen inwerpt, of in de schoenen of kousen bij nacht steekt, dat de ouders wel beter weten rnbsp;maar de kinderen gelooven, dat die goederen vannbsp;Sinterclaas komen, en alzoo wordt de leugen,nbsp;superstitie (bijgeloof) en afgoderij den kinderennbsp;in de pap te eten gegeven. Dit noemen wij dannbsp;met regt een van de leugenachtige dagen, zooalsnbsp;dezelve wordt onderhouden ’s avonds voor Claas,nbsp;waarmede de menigte duizenden verspilt.”

Hoe opmerkelpk, dat ons protestantsche Nederland dien dag maar niet heeft kunnen vergeten. Kan het ons dan verwonderen, dat Javanen ennbsp;Maleijers aan hunne feesten gehecht blijven, en-zou het wel verstandig zijn, die zoo maar te willen uitroeijen. Veeleer zouden we verlangen, datnbsp;die geheiligd werden, en zoo doet immers menig®nbsp;huisvader en huismoeder, wanneer zij op St. Ni'nbsp;colaas-avond hunnen kinderen een eenvoudig huiselijk feest bereiden?

St. NicoLAAs kon het zeker niet helpen, dat zijne nagedachtenis misbruikt werd, evenmin alsnbsp;wij het den Heer zullen toeschrijven, dat somruig®nbsp;feestdagen der christenheid, ook onze zondag, voornbsp;velen tot dagen van uitspatting dienen; evenminnbsp;als wij op naam van het Evangelie zullen schrijvennbsp;de gruwelen , die christenen jegens christenen ennbsp;mohammedanen en heidenen hebben gepleegd. D®'


-ocr page 23-

23

¦ware christen breekt niet zoo ligt af; hij bouwt op, en veredelt wat hij vindt. Maar gij weet hetnbsp;unmera toch ook, dat onze christenfeesten nietnbsp;alleen met joodsche, maar ook met ronieinsche ennbsp;grieksche heidensche feesten zamen vallen?

St. NicoLAAS, die in 342 overleed, was bisschep Van Myra, (Hand. 27 : 5 vermeld). Hij was »denbsp;trooster van bedroefden, de leidsman van afge-’^^'waalden en zwakken, de krachtige boetpredikernbsp;van verkeerden van hart, en wat hem tot kinder-Patroon verhief, was het voorbeeld , dat hij gafnbsp;Van kinderlijke eenvoudigheid en de vreugde, dienbsp;vond in den omgang met kinderen, in wiernbsp;Eenvoudigheid hij menigmaal meer wijsheid ont-•^ekte, dan in de wijsten onder de volwassenen.

»Niet tevreden met het helpen van nooddruf-^igen zocht hij veeleer den nood te voorkomen, ^e kennisneming van de huiselijke zorgen vannbsp;anderen was voor hem genoeg, om hart en handnbsp;ontsluiten. Eens zond hij aan een’ onbemid-*^elden krijgsman een uitzet voor zijne verloofdenbsp;*^Echter, ten einde hem voor beschaamdheid desnbsp;^Dgezigts te bewaren, en deed het zoo. dat dennbsp;^IJlïelyk begiftigden man niets overbleef, dan hetnbsp;°ffer van zijn’ dank neer te leggen voor den troonnbsp;God. Hij had namelijk de soldatenschoenen

-ocr page 24-

24

des bekommerden vaders des avonds laat in stilte met geld laten vullen, ten einde hem den volgenden morgen bij het ontwaken eene aangenamenbsp;verrassing te bereiden, en hieraan knoopt zich denbsp;gewoonte der kinderen, om op St. Nicolaasavondnbsp;hunne schoentjes bij ouders of vrienden neêr tenbsp;zetten.quot; (1)

In Duitschland weet men niets van deze gewoonte; maar met kerstavond staat de kerstboom gereed,nbsp;waaraan dan allerlei kleine geschenken voor denbsp;kinderen hangen. Wij zouden niemand in onsnbsp;land aanraden, die gewoonte na te volgen, datnbsp;ook voor de menigte bezwaarlijk zou gaan, omdatnbsp;althans in onze westelijke provinciën de noodza-kelijke dennen- of mastboompjes schaars voorhanden zijn.

Maar in Indië, onder de Javanen en Maleijers, waar men van St. Nicolaas niets weet, en waarnbsp;overvloed van allerlei schoone, groene hooinB''nbsp;gevonden worden, ja! daar vinden wij het gansobnbsp;natuurlijk, dat onze broeders en zusters daar deonbsp;duitschen kerstboom hebben overgebragt. En ho®nbsp;nu zulke feesten gevierd worden, dat verteltnbsp;Zr. poENSEN, te Kediri ons, en zoo als zij bet

(1) Thoden van velzen, Christus in zijne heiligen.

-ocr page 25-

25

Ons vertelt, gaat het bijna overal in onze zen-¦lt;^ingen. Zij schrijft als volgt;

»Reeds lang, hooggeachte Dames! ben ik u ^veêr een schreven schuldig, te meer daar ik unbsp;iiog mijn’ hartelijken dank moet toebrengen voornbsp;het kistje met zoo veel geschenken voor de Javanen. Herinnert gy het u nog, dat ik in mjjnnbsp;^Orig schrijven hoopte, dat het ons vóór hetnbsp;Kerstfeest mogt geworden, omdat wij een’ kerstboom wilden maken, en daarvoor waren zoo veelnbsp;kleinigheden noodig? Tot onze groote blijdschapnbsp;het ons nog in tijds in goede orde geworden.nbsp;»Zal het u aangenaam zijn, eene kleine beschrjj-ving

van het Kerstfeest, zoo als het bij ons gegierd werd, te vernemen? Verbeeldt u dan een S'^oot achtervertrek (pandoppo), luchtig, frisch,nbsp;°Pen, met het uitzigt op een bloemperk, overalnbsp;^n ’t groen. Dat vertrek wordt in ’t midden gesteund door vier pilaren, die van boven vereenigdnbsp;^'Jn met dwarsbalken. Die pilaren waren geheelnbsp;^niwonden met slingers, donker groene bladerennbsp;^^^n (ten waringin (een boom), boven over denbsp;*twarsbalken heen, en zoo weer tot elkander,nbsp;^nodat het alles één geheel uitmaakte. Tusschennbsp;bladeren prijkte hier en daar eene enkelenbsp;^oos of eene moope, donker roode bloem. Tn

-ocr page 26-

26

’t midden van het veidrek stond eene tafel en daarop in eene groene kuip de kerstboom. Hpnbsp;was zeer groot, de kruin reikte tot aan de zoldering, en hjj was versierd met gouden en zilverennbsp;vlaggetjes, gekleurde kettingen van papier, ruimnbsp;dertig waskaarsen en de kleine geschenken. Denbsp;grootere kon ik er niet aanhangen, om den boomnbsp;niet te overladen. Kortom met zelfvoldoening zeidennbsp;wij ’smiddags om 4 uur: ihij is klaar!quot;

»Alleen was het weer niet al te gunstig; het regende zóó hard, als men het in Holland zekernbsp;zelden ziet, en onze gasten moesten drie, zes,nbsp;ja tien uur ver komen. De regen hield aan,nbsp;maar dat belette niet, dat één van de kweekelin-gen mij kwam zeggen, dat er reeds 50 gasten,nbsp;zoo groot als klein, gekomen waren.

»Toen ik hoorde, dat er reeds zóó velen waren, was ik bang, geen goed genoeg te zullen hebbennbsp;om elk iets te geven. En daar zij toch het meestnbsp;in hun schik zijn met een lap goed voor eennbsp;broek of buisje of de meisjes voor een kleedje,nbsp;had ik, bij het door u gezondene nog tweenbsp;stukken goed gekocht, een stuk keper en een stuknbsp;sits. Nu liet ik van een droog half uurtje gebruik maken, om nog een stuk goed te halen;quot;nbsp;(op de hoofdxjlaatsen van Java gaat dat beter.

-ocr page 27-

27

dan in de Minahasa). »’t Was hun toch wat waaïd geweest, daar zij zoo veel uren kwamen wandelen,,nbsp;en dat nog wml ouder zulk eene regenbui.

»Eindelijk was alles gereed, en het getal gasten ^as tot een tachtigtal aangegroeid. Zij mogtennbsp;evenwel nog niet binnen komen. Om zes uurnbsp;hield poENSEN kerk, na afloop waarvan de lichtennbsp;ep den kerstboom aangestoken werden, en nunbsp;kwamen de gasten allen binnen. Eerst zongen denbsp;kweekelingen en schoolkinderen, met begeleidingnbsp;^an de piano , den Engelenzang, toen sprak poensennbsp;een enkel woord over de beteekenis van dennbsp;kerstboom, en daarop namen ze allen plaats, opnbsp;JB'Vaansche wijze gehurkt op matten. Er werdnbsp;koffij met gebak gepresenteerd, en daarbij haddennbsp;''flf kweekelingen, de vrouw van den voorgangernbsp;sii-VANus en ik het regt druk met schenken ennbsp;**^et te zorgen, dat elk zijn deel kreeg, ’t Was eennbsp;^^-flgenaam gezigt, zóó veel mensohen op mattennbsp;?®zeten, tusschen groen en bloemen. Met denbsp;lampen en luchters aan de pilaren mede, branddennbsp;^iigeveer 50 lichten. In den loop van den avondnbsp;l^leld de regen op, en de maan vervrolijkte nunbsp;quot;^^k daar bniten alles met haar schijnsel. Hetnbsp;^as in een oogenblik half twaalf geworden. Nunbsp;®*Ogten eerst al de trouw opgekomen schoolkinderen

-ocr page 28-

28

uit de dorpen voorkomen, en ieder van ken mogt zeggen, wat kij of zij gaarne kad. De jongensnbsp;kun eerste woord was een mes, dan volgde eennbsp;potlood, dan een gouden griffel, enz. De meisjesnbsp;vroegen ket eerst eene sckaar, zelfs mannennbsp;vroegen daarom, en daar ik niet al de sckarennbsp;en messen aan den boom gekangen kad, zoo konnbsp;ik nog dezen en genen teleurgestelde bevredigen.

»Onbegrijpelijk hoe goed ze gezien hadden waai' iets hing, dat ze gaarne wilden hebben. Zoo wasnbsp;er een kleine jongen, ook hij wou een mes hebben;nbsp;roENSEN zei: »»ze zijn op!”” Maar hij wist hetnbsp;beter, en riep: »»neen! in de hoogte, daar hangtnbsp;er nog een!”” En ja, hij had gelijk, heel in denbsp;hoogte had het kleine kereltje nog een mesnbsp;voor zich gezien! Nadat ze hun deel van dennbsp;boom gehad hadden, kwamen ze bij mij, ennbsp;scheurde, al naar de grootte, lappen voor eennbsp;broek of voor een buisje. De armsten, waarvannbsp;ik gehoord had, dat ze voor die gelegenheid vannbsp;een ander een buisje of een broek geleend hadden gt;nbsp;kregen beiden, en zóó hield ik van al mijn goelt;tnbsp;niets over, dan een paar lapjes voor een’ jongennbsp;die niet had kunnen komen, omdat hij niets hadnbsp;om aan te trekken. Eeeds was het over twaalv®,nbsp;toen wij allen dankten met het zingen van den

-ocr page 29-

29

apostolischen zegen. Allen bleven dien nacht bij ons, om den volgenden dag weêr heel vroeg tenbsp;vertrekken. Mogen ze allen voldaan z^n geweest,nbsp;en met de stoffelijke gaven ook eene geestelijkenbsp;gave hebben mede genomen van Hem, wiensnbsp;geboortefeest wij vierden! Mogt Hij geboren worden in hunne harten, opdat ze als nieuw geborennbsp;hinderkens Hem leeren kennen en liefhebben!

»0, ik vind het toch zoo aardig, dat ze den dag vóór het Kerstfeest niets zeggen, niets vragen;nbsp;maar tegen 4 of 5 uur verrijzen aan de deurennbsp;van de zendelingswoning eerepoorten, en ook voornbsp;hunne eigene huisjes. Zóó gedenken zij de geboortenbsp;Van den Heer jezus. Ik heb het nog geen enkelenbsp;heer gezien, of mijn hart werd week, en ik konnbsp;met nalaten onlangs te zeggen; » gt; Heer jezus gedenk hunner! ze denken toch ook aan U! Zenbsp;doen hun best, en maken met kinderlpke eenvoudigheid schoone eerebogen!”” Wat doen velenbsp;Europeanen voor Hem?

»Hij zie in welgevallen op hen en op ons allen ueder, en geve ons een’ rijken zegen!”

Zóó zij het, en zóó mogen dan ook in Nederland de harten der christenen warm gaan kloppen voornbsp;de Javanen, de Maleijers en de Alifoeren! Waar-het is hunne schuld niet, dat ze den Heiland

-ocr page 30-

30

nog niet of nog zeer gebrekkig kennen. Had Nederland gedaan wat het vermogt, zoo zou het loflied van Ephrata’s velden thans door ganschnbsp;Indië klinken.

Denk daar eens aan, lezeres! en vraag u zelve af, wat gij kunt doen, om de bede te helpennbsp;vervullen: Uw koninkrijk kome, dat koninkrijk,nbsp;waarin ook voor de kinderen plaats is, welksnbsp;burgers zich moeten onderscheiden door kinderzin.

-ocr page 31-

‘Bij de Drukkers en Boekverkoopers M. WiJX amp; Zonen, zijn verkrijgbaar de volgende Kleine Stukjes

6.

7.

8. 9.

!0,

U.

13.

U.

15.

16.

17.

18. 19.nbsp;¦20.nbsp;21.nbsp;22.nbsp;23.nbsp;2i.nbsp;¦25,nbsp;26.

27.

¦98.

29.

30.

31.

32.

33.

34. ‘35.

36.

37.

38.

-39.

40.

Cents.

Peter Lobeck.............15

De welbestede stuiver.....10 '

De wever uit Welsh.......07^

De kleine bewoner van het Auvergnésche Gebergte.... 10

Arme Sara................04

De jonge Hutbewoonster... 22^ Opwekking te Elberfeld.... 05

De lersche boer........... 10

Elisabeth Cunningham..... 15

John Robins, de matroos... 10 Uitbreiding der Parabel ... 10nbsp;KolonelJacob Gardiner.... 15%

De Stroopers-dochter...... 10

De Bode met goede tijding. 15

J ansje Allan.............. 15

Zonderlinge tusschenkomst

der Voorzienigheid........07

Levensber. van Amelia Gale 07^

Sara Hill..................

De geschied.van MarySmilh 12^

De Dorps-predikant....... 10

De waarheid van het Evang. 10

Kracht des geloofs........ 10

Herman de houthakker.... 12J Laatste uren v. John Cowper 10

Het einde van den tijd..... 10

Wat God bewaart, is wel

bewaard.................. 15

Wiezijtgij? Wat hebt gij

te doen?................’ lO

De weêrhaan van het kasteel 12^ Eben-HaSzer inLatakko.., 10nbsp;Indiaansche bekeerlingen.. 10

De Christen-feesten........ 05

Verhaal van 2 predikers... 07^ De tijd en de eeuwigheid.. 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;Johan Coenraad Ter Linden 07^nbsp;Een beroep op het hart.... 12^nbsp;De landman in den Elzas.., 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen.......... 10

Levensloop van C.L.Töpfer. 07^ ^enige bijzonderheden uitnbsp;“et leven van Morrison.,... 15

Cents.

41. nbsp;nbsp;nbsp;Lydia S.................07^

42. nbsp;nbsp;nbsp;Hugo Bourne............ 07^

43. nbsp;nbsp;nbsp;De christelijke viering van

den Zondag.............. 05

44. nbsp;nbsp;nbsp;Henrl Obookiah.......... 10

45. nbsp;nbsp;nbsp;De zendelingen in Groenl.. 15

46. nbsp;nbsp;nbsp;Het bezoek bij een kranke. 15

47. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van een’leeraar .. 15

48. nbsp;nbsp;nbsp;Polycarpus..............10

49. nbsp;nbsp;nbsp;AU God werkt, wie zal

dan keeren ?.............. 15

50. nbsp;nbsp;nbsp;De Soldateu-dochter......

51. nbsp;nbsp;nbsp;Het gelukkige sterf bed.., lö

52. nbsp;nbsp;nbsp;De weg en het middel ... 15

53. nbsp;nbsp;nbsp;De gast zonder bruiloftskl. 07^

54. nbsp;nbsp;nbsp;Treffend voorbeeld....... 074

55. nbsp;nbsp;nbsp;Levensschets v. Blumhardt 15

56. nbsp;nbsp;nbsp;Hadara..................04

57. nbsp;nbsp;nbsp;De oude geneesheer......10

58. nbsp;nbsp;nbsp;De roepstem des Ileeren 15

59. nbsp;nbsp;nbsp;Anna Walsh.............074

60. nbsp;nbsp;nbsp;Eerste zend. te St. Thomas 15

61. nbsp;nbsp;nbsp;Thirza...................20

62. nbsp;nbsp;nbsp;Vroege godsvrucht....... 074

63. nbsp;nbsp;nbsp;De Russische kleermaker. 074

64. nbsp;nbsp;nbsp;Kermerk. V. een kind Gods 07i

65. nbsp;nbsp;nbsp;Overtuiging verwaarloosd. 124

66. nbsp;nbsp;nbsp;Woord aan jonge moeders. 074

67. nbsp;nbsp;nbsp;De onbekende zendeling.. 04

68. nbsp;nbsp;nbsp;Mevrouw Rumpff......... 10

69. nbsp;nbsp;nbsp;Opmerkelijke leiding Gods 07

70. nbsp;nbsp;nbsp;Een nieuw traktaatje..... 10

71. nbsp;nbsp;nbsp;De vrome landman.......07^

72. nbsp;nbsp;nbsp;Ged. over de eeuwigheid.. 071

73. nbsp;nbsp;nbsp;Maria................... 10

74. nbsp;nbsp;nbsp;William.................074

75. nbsp;nbsp;nbsp;De Christen in het gastlmis 03

76. nbsp;nbsp;nbsp;Lord Teignmouth........ 10

77. nbsp;nbsp;nbsp;lieven van Schwartz.....08

78. nbsp;nbsp;nbsp;Wie zoekt die vindt....... 05

79. nbsp;nbsp;nbsp;Levensb. van een’soldaat.. 05

80. nbsp;nbsp;nbsp;Pacalsdorp...............074

81. nbsp;nbsp;nbsp;Onnoodige zorgen........ 04

82. nbsp;nbsp;nbsp;Zachéüs..................08

83. nbsp;nbsp;nbsp;De twee buren........... 10

84. nbsp;nbsp;nbsp;Bekeeringv.A. H. Franke. 04


-ocr page 32-

Cents.I

85. Blandina................Ö7ijl28.

80, Bede van een grijsaard ... 07-Jj^*^*


87. nbsp;nbsp;nbsp;liet huisgez. te Haeterdale 1.5

88. nbsp;nbsp;nbsp;Inwendig Christend )m onder Ilottentotten.........0.5

89. nbsp;nbsp;nbsp;Aarons dood............. 1.5

90. nbsp;nbsp;nbsp;Het Piiaschfeest.......... nbsp;nbsp;nbsp;10

91. nbsp;nbsp;nbsp;Leven van Chrysostomus . 07^

92. nbsp;nbsp;nbsp;Het geheimzinnige in den

Christen.................05

93. nbsp;nbsp;nbsp;Jacob Wilson............ 15

94. nbsp;nbsp;nbsp;De eerste kerkgang...... 10

95. nbsp;nbsp;nbsp;Wanneer ben ik, enz.....06

96. nbsp;nbsp;nbsp;Overeenk. Christel. Godsd. 05

97. nbsp;nbsp;nbsp;Zendingsgave............ 15

98. nbsp;nbsp;nbsp;De zwarte knecht........ 10

99. nbsp;nbsp;nbsp;Waarschuw, tegen valschc

overleggingen............ 10

100. De bedelaar.............. 05

tOl. Samuel Mills............. 05

102. nbsp;nbsp;nbsp;ïriomlboog van Titus .... 06

103. nbsp;nbsp;nbsp;Zijt gij gelukkig?......... 07^

104. nbsp;nbsp;nbsp;Uit-en inwendige zending 05 I

105. nbsp;nbsp;nbsp;De twee erfenissen.......05 j

106. nbsp;nbsp;nbsp;De waarde van het gebed, 07^

107. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Crowther......... 074

108. nbsp;nbsp;nbsp;Catharina Philips ........07^

109. nbsp;nbsp;nbsp;Goodluck Day............074

110. nbsp;nbsp;nbsp;De toestand derheid.vrouw 074

111. nbsp;nbsp;nbsp;Middel om rijk te worden. 04

112. nbsp;nbsp;nbsp;Eene oude beproefde raad . 1241

113. nbsp;nbsp;nbsp;Verband ijver voor de zend. 07 ii57*

114. nbsp;nbsp;nbsp;Ra-Poor-N’egro.......... 05

115. nbsp;nbsp;nbsp;De zendel. onder de lieid. . 054i]59*

.ifi T..*, nbsp;nbsp;nbsp;V.*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r


i:«.


1.31.

la-i.

33.

134.


135.


136.

137.

138.

139.


140.

141.

142.

143.

144.


145.


146.


147.

148.

149. lóO.nbsp;151.


152.

158.

U4.

155.


156,


116. Iets nit het leven eener zendelingsviouw. Ie brief. 05

U7* De Christen-vrouwen der | Apostolische eeuw........ 06 nbsp;nbsp;nbsp;I

118. Christina en Esther.......06

120. nbsp;nbsp;nbsp;De vei hoogde Heer....... 05

121. nbsp;nbsp;nbsp;De zegenrijke vrucht van

een rykedaalder....... 02

122. nbsp;nbsp;nbsp;Opw. tot h. werk der zend, 05

123. nbsp;nbsp;nbsp;De Baron Dhijhern....... 074

124. nbsp;nbsp;nbsp;Een woord tot aanbeveling

der zendingszaak.........074

125. nbsp;nbsp;nbsp;De toekomende wereld.... 05

126. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendeliugsvrouw. 2e brief. 07

127. nbsp;nbsp;nbsp;Eene uU duizend........ 06


161.

162


Cents

Eene Martelaarsgeschied. 05 Een Rabbi die rust zoekt

bij Christus............. 05

De Christin geroepen tot deeln. aan de zendingzaak, 05

Zoeken en vinden....... 10

De onfeilbare gids....... 10.

Wien te hooren ?........ 074

Eene zwaar beproefde geloofsheldin............... 074

Marianne , de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. 10 De dochter v. d. Landman 124'nbsp;De hoop des christens .. 074nbsp;IJetleven van v.d.Hemp. Ü5nbsp;Kunt gij altijd van Jezus

zwijgen....... .......... 06

liet werk v. kleine Jessie. 074

Liefde voor liefde.......05

Heilig leven, zalig sterv.

Ken sterfb.in den vreemde 074 Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsviouw. 3e brief 05nbsp;Iets nit het leven eenernbsp;zeiulelingsvrouw. 4e brief'. 05nbsp;Levensgcsch. van eenen

lerschen knaap.......... 074

De Theroiometer.........05

Toespraak..............Oo

EeneuLtn.helpsterd.zend. 05

Kiet verre.............Oö

Wat een reisverlmal kan

nitwerken ............ 0»

Een iilik in deJav. huish. 05

Het ‘*Oiize Vader”.......05

Een Israel, tot Chr. gehragt Schooiie plaatsen uit denbsp;schriften van 8 Kerkvaders 074

Gidion .................074

Dankt God in alles......05

Uit onze Brieveutaseh ...

Een andere Oom Tom • • • ^

Zeventig jaren..........

De Soldaat en de Laudverli. 05 Getuig, omtrent degodsv.nbsp;en het leven der rhristenen ü4nbsp;2 tafereelen nit het levennbsp;en Werken van een zondel. Wènbsp;Eenzaammaarnietverlaten 07g


ii