V.'
DE VOLKEN DER AARDE.
Onder eenvoudigen maar 'belangstellenden eenige ttieerdere kennis omtrent de zending onder denbsp;''tolken der aarde te verspreiden is het doel van ditnbsp;Stukje, dat door meerdere zal gevolgd worden.nbsp;Aan die kennis ontbreekt het nog maar al te velennbsp;toch is zij zoo onmisbaar, om voortdurend metnbsp;^Pgewekten ijver aan het werk der zending deelnbsp;^6 nemen. Zegene God ook deze poging om zenbsp;vermeerderen en worde ook daardoor met denbsp;dankbaarheid voor eigen voorregten de wenschnbsp;het voornemen verlevendigd en versterkt, omnbsp;anderen in te doen deelen.
* Vader! uw koningrijk kome.” Zoo bidden wij naar het bevel van onzen Heer en wel moeten wijnbsp;nns gedrongen gevoelen gedurig die bede op tenbsp;^6nden tot Zijnen troon. Verre toch, zeer verrenbsp;het er van daan, dat dit reeds alomme zou.
1
-ocr page 2-gekomen zijn. Volgens de nieuwste eu meest naauwkeurige berekeningen wonen er ruim dertiennbsp;honderd millioenen menschen op aarde, van welkenbsp;naauwelijks het vierde gedeelte het Christendomnbsp;belijdt. Dit moet en zal anders worden en ooknbsp;wij moeten daartoe medewerken. Een onmisbaarnbsp;vereisohte om dit met lust en belangstelling, metnbsp;grooten en toenemenden pvcr te doen, is nu echternbsp;zoo als ik reeds met een woord u zeide, dat wijnbsp;iets van den zendingarbeid weten en daarom ganbsp;ik u ’t een en ander daarvan verhalen.
Het is eerst sedert een zestig, zeventig jaat dat .de christelijke kerk tot de levendige, volle bewustheid van hare dure verplichting in dezen is gaannbsp;ontwaken. Wel is de zending zelf zoo oud als denbsp;gemeente, maar niet altijd heeft deze aan harenbsp;Roeping gedacht,' aan hare roeping beantwoord.nbsp;Op tijden van grooten ijver zijn soms tijden vannbsp;droevige verslapping gevolgd. In de oude christelijke kerk, in den tijd der Apostelen was dienbsp;ijver groot en hot gevolg er van was dat aan hetnbsp;einde der eerste eeuw een aantal van 500,000nbsp;Christenen werd gevonden en al waren de tweenbsp;volgende eeuwen tijden van verdrukking en zwarennbsp;strijd, meer en meer breidde de kerk van chkistusnbsp;zich uit, zoodat er tijdens constantijn de.v gkoote,
-ocr page 3-300 jaar na chmsïus, wel een tien inillioen zullen geweest zijn, die naar den naam van Christus zichnbsp;noemden. Ook na dien tijd breidde het Christendom tot in de tiende eeuw met gelukkig gevolgnbsp;in ons werelddeel zich uit. Langzamerhand begonnbsp;echter de ijver daarvoor te verkoelen, wat welnbsp;hoofdzakelijk is toe te schrijven aan den treurigennbsp;toestand, waarin de kerk in de duistere middeneeuwen zich bevond. Maar ook de hervormingnbsp;bragt daarin nog weinig verandering. Er warennbsp;er wel onder de hervormers, met name de grootenbsp;iriHEB zelf, die de Christenen aan hunne dure ver-Pligting herinnerden, maar deels waren tijden ennbsp;omstandigheden niet zeer gunstig, deels haddennbsp;Velen hunne roeping in dezen zoo geheel en alnbsp;oit het oog verloren, dat zij niet zoo aanstondsnbsp;tot levendige bewustheid er van kwamen. En nognbsp;bijna drie honderd jaar kwam daarin niet veelnbsp;Verandering. Wel werden hier en daar op zich-zelfstaande loffelijke pogingen aangewend en kwamnbsp;10 1701 in Engeland zelfs een eerste genootschapnbsp;tot stand, wel waren inzonderheid de Hernhuttersnbsp;sedert 1732 pverige zendelingen, maar toch overnbsp;t algemeen sliep de christelijke kerk en zij sliepnbsp;Oenen vasten slaap. Eerst sedert den aanvangnbsp;*iezer eeuw of juister gezegd een tiental jarennbsp;Vroeger, is zij daaruit voor goed gaan ontwaken.
1*
-ocr page 4-Engeland, het zelfde land, waaruit voor elf honderd jaar de eerste zendelingen hier te lande kwamen, begon het eerst. Daar kwamen in 1792nbsp;en 1795 twee groote genootschappen tot stand,nbsp;die tot heden toe in stand bleven en naar welkernbsp;voorbeeld vele anderen in Frankrijk, Duitschland,nbsp;Amerika werden opgerigt. Ons vaderland wasnbsp;het eerste land op het vaste land van Europanbsp;waar dat geschiedde, in 1797 reeds. Sedert diennbsp;tijd is mën op eene andere wijze als vroeger hetnbsp;werk der zending gaan werken. Wat vroegernbsp;meer het werk was van bijzondere personen, is hetnbsp;toen geworden van vereenigingen. leder genootschap heeft zijne leden en begunstigers en hetnbsp;geld door dezen te zamen gebragt moet strekkennbsp;voor het onderhoud van zendelingen, voor hetnbsp;bouwen van kerken en scholen onder de heidenen,nbsp;in één woord, voor hetgeen noodig is om hetnbsp;Christendom onder hen te vestigen.
Die genootschappen werken zoo als van zelf spreekt op verschillende plaatsen in allerlei landennbsp;en met dien arbeid wilde ik u nu wat nader bekend maken. . Wel hebben wij als Nederlandersnbsp;’t meest betrekking op ons eigen , op het Neder-landsoh zendelinggenootschap; maar als Christenen,nbsp;als burgers van het Godsrijk stellen wij niet alleennbsp;belang in hetgeen door de zendelingen van dat
-ocr page 5-genootschap op een hetreklcelijk klein deel, maar in hetgeen door allen te zamen op het geheelenbsp;arbeidsveld der zending geschiedt.
Dat arbeidsveld is de wereld. De Heer zelf heeft ons dit gezegd. Alomme moet het goedenbsp;zaad worden uitgestrooid, opdat de aarde volnbsp;worde van zijne kennisse.
Wat wordt er gedaan om die kennis te verbreiden? Ziet daar nu de vraag, die wij ter beantwoording ons voorstellen en dan weet ik datnbsp;niet beter te doen dan door in den geest met unbsp;eene reis te maken door de wereld, de vele landen,nbsp;waar het nog geheel of gedeeltelijk nacht ennbsp;donkerheid is met u te bezoeken en er u van tenbsp;¦verhalen, wat er gedaan wordt om het licht desnbsp;evangelies er te doen opgaan.
In dit stukje daarmede een aanvang makende bepalen wij ons nu bij het werelddeel, waarin wijnbsp;Wonen, Europa. Maar dat is dan toch wel geheelnbsp;christelijk? Neen! mijne lezers, dat is het niet,nbsp;nemen wij dat woord in zijne ruimste beteekenis.nbsp;Niet alleen, dat er in de onderscheidene christelijkenbsp;landen van Europa ongeveer drie millioen Jodennbsp;Wonen, ook in ons werelddeel bevinden zichnbsp;heidenen en dan worden er behalve die velenbsp;beladers van den valschen Profeet mahomed gevonden. 'Van beiden wil ik u thans wat doen hooren
-ocr page 6-en daartoe twee zeer verschillende streken van Europa met u bezoeken. Eerst ligt ik uwen bliknbsp;naar het verre noorden, daarna naar het velennbsp;meer bekende Zuiden. Lapland en Turkpe; zietnbsp;daar de landen van ons werelddeel, waarin zendelingen in den engeren zin ‘des woords arbeiden ennbsp;werk genoeg vinden.
A. LAPLAND.
In de meest noordelpke streken van Europa woont een volk, de Lappen of Laplanders geheeten ,nbsp;met het welk wij nu eerst kennis gaan maken,nbsp;’t Behoort waarlijk niet onder de benijdenswaardige,nbsp;en hoe meer wij met hunnen toestand bekend worden, des te meer zullen wij ons zelven gelukkignbsp;noemen boven hen. ’t Zijn koude, barre streken,nbsp;waar zij hunne woonplaats hebben. In de zuidelijkste er van duurt de langste dag volle vier ennbsp;twintig uren, in het verste noorden volle drienbsp;maanden en even zoo lang duurt er dan ooknbsp;weder de langste nacht. De natuur is er zeernbsp;woest. Steile bergen , ijs- en sneeuwvelden , watervallen van 700 tot 2000 voet hoog vindt men innbsp;die hoog noordelijke streken, waar het Lappen-volk zich ophoudt. Hun gansche aantal zal ruimnbsp;twintig duizend bedragen, waarvan ruim de helftnbsp;in Zweden, een vierde gedeelte in Noorwegen en
-ocr page 7-lt;ie rest in landen woont, die thans tot het uitgestrekte Russische rjjk behooren. In vroegere tyden trokken zjj onverhinderd in het grootste deel vannbsp;Noorwegen en Zweden om; maar naarmate denbsp;bewoners van het zuidelyk deel dier landen vermeerderden en hooger op zich uitbreidden, wasnbsp;ook de Laplander genoodzaakt gedurig meer noordwaarts te trekken. Daar zwerft hij dan in dennbsp;zomer die in dat hooge noorden wel kort, maarnbsp;desniettemin zeer warm kan zpn, op de bergennbsp;rond en daalt eerst als de nijpende koude er hemnbsp;toe noodzaakt naar meer zmdelpke streken af. Opnbsp;al die togten is hij vergezeld van of liever nognbsp;¦verzelt hij het dier, dat onafscheidelijk van hemnbsp;is en hem alles, voedsel, deksel, kleeding geeft.nbsp;Het is het rendier, dat veel op een hert gelijkt,nbsp;maar dikker van hals is en niet zoo bevallig ennbsp;sierlijk is als dit. Dat dier maakt het den menschnbsp;schier alleen mogelpk in die koude streken tenbsp;ieven en wij hebben de wijsheid en liefde van dennbsp;Schepper, die het hem daar gaf, op te merken.nbsp;Zoo als ik zeide verschaft dit dier hem haast alles.nbsp;Met zijn vel kleedt .hij zich, van het hoofd totnbsp;de voeten er zich mede bedekkende en hij dektnbsp;zijne woning mede. De melk er van is zijnnbsp;drank en het vleesch zijne spijze. Geheel zijnnbsp;Onderhoud hangt van hem af. Doorgaans heeft hü
-ocr page 8-een groot aantal van die dieren. Een kudde van vier, -vijfhonderd is eene gewone bezitting, terwylnbsp;sommige rijken er meer dan duizend hebben. Metnbsp;die kudden d-waalt hij dan op zijne bergen rondnbsp;in den zomer of daalt met haar tegen den -winternbsp;in lagere streken af. Hij leidt alzoo een nomadennbsp;of zwervend leven, zoo als weleer een abkaham ennbsp;LOT in Kanaan, waar zij ook met hunne kuddennbsp;her- en derwaarts zwierven en zietdaar nu juistnbsp;-wat de vestiging van het Christendom onder hennbsp;zoo moeijelijk maakt. Het is nog niet zoo zeernbsp;de koude luchtstreek als wel hunne zwervendenbsp;levenswijze. De verstrooijing in kleine familiegroepen, een noodzakelijk gevolg van de behoefte,nbsp;die. elk van deze heeft aan weiden voor zijnenbsp;rendieren en het nu hier- dan daarheen reizen,nbsp;wat het bestendig wonen in de nabijheid var»nbsp;scholen of berken onmogelijk maakt, zjjn niet gemakkelijk te overwinnen zwarigheden. Van daarnbsp;dan ook, dat deze volkstam , hoewel hij sintsnbsp;eeuwen tot het gebied van Christen-koningen, dienbsp;van Zweden en Noorwegen, behoorde tot op onzenbsp;dagen min of meer heidensch is gebleven. Welnbsp;-werd er naar de w'ijze , waaropi vroeger ook in onsnbsp;vaderland het Christendom -werd gebragt, eennbsp;gedwongen Christendom onder hen ingevoerd ennbsp;¦werden zij genoodzaakt van tijd tot tijd hunne
-ocr page 9-kinderen te laten doopen en hunne huwelijken te doen inzegenen, maar door dat zij slechte voornbsp;korten tijd onder christelijk opzigt en christelijkennbsp;invloed kwamen, bleef dit zonder gevolg en langnbsp;bestond onder hen de gewoonte den doop wedernbsp;af te wasschen, en hunne kinderen plegtig dennbsp;afgoden te wijden. Neen! zouden zij waarlijk voornbsp;het Christendom gewonnen worden, dan moestennbsp;andere wegen daartoe worden ingeslagen. En datnbsp;is met gezegend gevolg geschied onder die Lappen,nbsp;die tot Noorwegen en Zweden behooren. Aan denbsp;eerste hebben voornamelijk eenige christelijke mannen zich laten gelegen liggen, en onder de laatstenbsp;is men vooral iir den jongsten tijd op eene wijzenbsp;gaan werken, die veel vrucht belooft. Needs voornbsp;een tweehonderd jaar (1658) vernemen wij vannbsp;een uit zpn bisdom verdreven bisschep eeik beb-dahl, die den Laplander in zijne hut opzocht omnbsp;hern de blijde boodschap des heils te brengen.nbsp;Een vijftig jaren later was een ander prediker,nbsp;tuomas van westen , met bijzondereu zegen ondernbsp;hen werkzaam, en door hem, van wien de Laplander nog na zijnen dood met diepen eerbied sprak ,nbsp;als van den man, die hun volk lief had, werdennbsp;er velen uit hen tot Christus gebragt. Na zijnennbsp;dood (1727) werden zij echter maar al te zeernbsp;aan zichzelven overgelaten en aan het einde van.
de vorige eeuw dacht men weinig meer aan het arme en verlaten volk der Lappen. Eerst vooreen veertig jaar is daarin verandering gekomen.nbsp;'Toen kwam weder tot hen een van die mannen,nbsp;die hunne zielen hebben overgegeven voor dennbsp;naam van den Heer Jezus. Stockfletii is de naamnbsp;van dien dienstknecht des Heeren, die zich metnbsp;zijne vrouw in 1828 onder hen begaf, en zelf drienbsp;jaar lang overal met hen rondreisde om hunnenbsp;taal te leeren. Geen moeite was hem daarvoornbsp;te veel. Des avonds, als zij na een dag zwervensnbsp;ergens aankwamen, werden eerst de tenten voornbsp;het nachtleger opgeslagen, en onder het bereidennbsp;van het avond-eten, vroeg hij naar de namen vannbsp;hem nog onbekende zaken en teekende die dannbsp;op. Zoo heeft hij zich eene vrij volledige kennisnbsp;van hunne taal weten te verschaffen, en daarinnbsp;eerst een kleinen catechismus, later eene vertalingnbsp;des Nieuwen Testaments uitgegeven, dat wel reedsnbsp;in het Laplandsch, maar nog niet in dat bijzondernbsp;dialect, dat in Noorwegen gesproken werd, bestond. Arbeidde zoo een stockfieth met zegennbsp;voor de Noorweegsche Lappen, onder die in Zwe'nbsp;den w-onen is men, zoo als ik zoo even met eennbsp;woord zeide, gaan werken op eene wijze die veelnbsp;vrucht belooft. Het ia het werk van het Zweed-sche Zendelinggenootschap. In de noordelijke
I
-ocr page 11-lt;Ustricten, -waar de Laplanders zich ophouden, heeft dit op onderscheidene plaatsen christelijkenbsp;scholen gevestigd, waarin de kinderen van hunnbsp;tiende tot hun zestiende jaar onderwezen en totnbsp;'vare, levende Christenen opgevoed worden. Zijnbsp;’noeten daartoe voor den geheelen schooltijd ondernbsp;de leiding van eenen geloovigen meester blijvennbsp;en ter plaatse, waar de school zich bevindt, gehuisvest en van kost en kleeding worden voorzien. Het Zweedsche genootschap voorziet in denbsp;kosten daarvoor, en zoo hoopt men een echtnbsp;christelijk geslacht in Lapland op te kweeken,nbsp;^Is het zuurdeeg dat daar het meel moet dóórtrekken. Na, hunne aanneming tot leden der kerk,nbsp;keeren zij tot hunne ouders terug, of treden alsnbsp;herders en herderinnen in de dienst van,anderen.nbsp;En opdat later de vrucht van den aan hen besteden arbeid niet verloren ga, heeft het genootschapnbsp;cenige mannen aangesteld, die de Laplanders opnbsp;hunne zwerftogten moeten vergezellen, en meer erinbsp;toeer met Gods woord hen bekend maken. Batnbsp;wien daarmede een’ goeden en gezegenden weg isnbsp;higeslage-n, blijkt ons treffend uit eene schets vannbsp;hunnen vroegeren en tegenwoordigen toestand, dienbsp;^k u nog wil mededeeleu, om daarmede onze beschouwing van Lapland te besluiten. » De zegennbsp;des Evangelies doet zich hier allerwege kennen:
-ocr page 12-12
¦waar vroeger de Zendeling, als de hut van den verdieriykteii Laplander naderde, begroet werdnbsp;met het blaffen van honden en het geschreeuwnbsp;vau menschen , vermengd met vloeken en zwee-ren, — daar wordt hij nu menigmalen op eenenbsp;aangename wijze verrast door het hooren vannbsp;geestelijke liederen, met gevoel en met liefelijkenbsp;stemmen gezongen ; vroeger, als men den Zendeling toeliet eene godsdienstoefening te houden,nbsp;zaten de bewoners van de hut, in welke hij zichnbsp;bevond, als zoo vele levenlooze beelden, — thansnbsp;bemoedigen zij den spreker door hunnen ernst ennbsp;hunne zigtbare belangstelling; vroeger bood denbsp;Laplandsche hut een tooneel van morsigheid, onverschilligheid en luiheid aan, — thans ontmoetnbsp;de Zendeling in die huisgezinnen, welker kinderen op de scholen geweest zijn, orde en huis-selijken vrede; nu kan hij daar rustig slapennbsp;op het vel van een rendier, of op de droogenbsp;bladeren van den berkenboom; velen hebben hetnbsp;gebruik van den brandewijn afgeschaft en stichten zich onderling in het lezen van Gods woordnbsp;en godsdienstige geschriften.” (1) Zoo gaat dannbsp;ook over dit zoo lang duister gebleven land meernbsp;en meer het licht des Evangelies op, en leert
(1) J. A. GROEN, Handleiding, bl. 18.
-ocr page 13-13
ook de Laplander Hem kennen, die ook voor hem de beste leidsman is op zijnen zoo vaaknbsp;moeijelijken weg.
B. TURKIJE.
Met dezen, maar eenen anderen niet betrouw-haren, volgen tot nu toe vele inwoners van een ander rjjk, van wie ik u nu iets ga verhalèn.nbsp;Uit het barre Noorden, waar wij, voor eenigenbsp;oogenblikken onder het volk der Lappen ons ophielden , begeven wij ons thans naar het Zuiden,nbsp;Ook daar wonen er nog velen, die den naam vannbsp;OHEisTus niet kennen. Het zpn de inwoners vannbsp;Turkije. Dat rpk, dat in drie werelddeelen zichnbsp;nitstrekt, wordt door zeer onderscheidene volksstammen bewoond, die belijders zijn van verschillendenbsp;godsdiensten. De meeste inwoners zijn Mohame-danen. Men rekent (1) dat er van deze 21 miljoenen worden gevonden tegenover ruim 14 miljoenen Christenen. Maar overtreft het aantal dernbsp;eersten in het gansche Turksche rijk alzoo datnbsp;der Christenen, niet alzoo is het in dat gedeeltenbsp;eï van, waarbij wij ons nu bepalen, Europischnbsp;Turkije. Daar vindt men wel tweemalen zooveel
(1) Zoo wordt de verhouding aaugegeven in het Baseler gezin 1859 blz. 8.
-ocr page 14-14
Christenen (ruim 10 millioenen) als Mahomedanen (4| millioen.) Toch hebben de laatste er de magtnbsp;geheel en al in handen en is de Mohamedaanschenbsp;godsdienst er de heerschende. Deze, zij ontleentnbsp;haren naam aan dien mahombd , die ruim zes honderd jaar na christus leefde en eene valsche godsdienstleer meerendeels door middel van het zwaardnbsp;verspreidde. Hij behoorde tot de Arabieren, afstammelingen van Ismaël den zoon van Abraham.nbsp;In het jaar 611 trad hij in zijne woonplaats Mekkanbsp;op met het voorgeven dat hij eene verschijningnbsp;had gehad van den engel gabeiel die hem hadnbsp;bevolen, de afgodendienst uit te roeijen en hetnbsp;ware geloof te_ prediken. Die prediking nu wasnbsp;zeer eenvoudig. Zijne hoofdstelling was: er is éénnbsp;God en mahomed zijn profeet. Overigens is zijnenbsp;godsdienstleer, die na zijnen dood in een boek,nbsp;de koran werd opgeteekend eene treurige vermen-hing van waarheid en dwaling. Uit de Joodsehenbsp;en Christelijke godsdienst, die hij beide echternbsp;niet dan zeer verontreinigd kende, heeft hij er innbsp;opgenomen. De voorschriften, die hij zijnen volgelingen geeft, betreffen voornamentlijk de onderhouding van eenige uiterlijke geboden, het onderhouden van besnijdenis, veelvuldige wassohingen,nbsp;bidden op vastgestelde tijden, de viering van dennbsp;Vrijdag als een heiligen dag en het zich onthou-
-ocr page 15-15
den van varkensvleescli, wijn drinken en alle dobbelspel. Aan allen , die zijne voorschriften innbsp;acht namen beloofde hij tot belooning eenen hemel met vele zinnelijke genietingen. En waar hetnbsp;uitzigt daarop reeds blijmoedig den dood hennbsp;moest doen tegengaan, maakte hij hen daartoenbsp;nog gewilliger door zijne leer van een onverbiddelijk noodlot, waaraan de mensch zoo onderworpennbsp;m, dat hij, als zijn dood bepaald is, sterven moet,nbsp;¦^vaar hij zich dan ook bevindt.
Aanvankelijk vond mahomed alleen bij zijne vrouw Kadischa en zijn neef au gehoor. Later echternbsp;'W'erd zpu aanhang grooter, maar toen daardoornbsp;Ook zijne vjjanden meer werden, vlugtte hij vannbsp;lÜekka naar eene andere stad, die later Medinanbsp;S^l Nabi (stad van den Propheet) of bij verkortingnbsp;olleen Medina genoemd werd. Van deze vlugt,nbsp;Bedschra genaamd, die op den 6den Julij 622nbsp;¦Voorviel beginnen de Mahomedanen hunne tijdre-ifening. Reeds bij het leven van mahomed en nognbsp;öieer na zijn dood vermeerderde het getal zijnernbsp;®'anhangers en weldra werden zij in Arabie en aangrenzende landen bij duizenden geteld. Te vuurnbsp;On te zwaard werd de nieuwe leer uitgebreid langsnbsp;de Noordkust van Afrika, in ons werelddeel innbsp;Spanje en werd daar later haar voortgang gestuit,nbsp;*0 het Oosten verbreidde zij zich met zulk een.
-ocr page 16-16
•gelukkig gevolg dat het aantal Mahomedanen thans niet minder dan 160 millioenen bedraagt,nbsp;dat is ongeveer de helft van de belijders dernbsp;christelijke godsdienst. Treurig is daarbij de gedachte , dat dit Mahomedanisne in zeer vele landennbsp;verspreid werd, waar vroeger het Christendomnbsp;bloeide. Klein-Azië, waar paulus reisde en gemeenten stichtte, Noord-Afrika waar in de derdenbsp;¦en vierde eeuw eene bloeijende christelijke kerknbsp;was, zijn thans geheel Mahomedaansch en voor eennbsp;goed deel is het zoo nu ook met het land, waarinnbsp;de Turken in Europa wonen. De hoofdstad ernbsp;van Constantinopel draagt den naam van den eerstennbsp;¦Christen-keizer, constantijn de groote en het gan-sche Turksche rijk in Europa is vroeger christelijknbsp;geweest. In 1453 hebben de Turken, een volksstam uit Azië dit Constantinopel ingenomen en zjjnnbsp;er tot op den huidigen dag heerschers gebleven.nbsp;Zij zijn Mahomedanen en als dezulken zeer vijandignbsp;tegen het Christendom, maar er komt veranderingnbsp;in hunnen toestand. Dat zp langen tijd van hetnbsp;Christendom afkeerig waren is niet te verwonderen. Dezelfde reden, die mahomed gelukkig deednbsp;slagen in het uitbreiden zijner valsche leer, hetnbsp;jammerlijk verbasterd Christendom om hem henen,nbsp;is oorzaak gebleven van der Turken afkeer. Ernbsp;wonen wel in Turkije zelfs in Constantinopel duizende
-ocr page 17-17
Christenen, maar helaas! weinig meer dan den naam Van het Christendom hehhen zy. Zy dragen verschillende namen als Armenische, Grieksche enz. maarnbsp;Onder hen allen is de beeldendienst zoo in gebruik,nbsp;dat zij den Turken haast afgodendienaars moetennbsp;schijnen. Onder deze Christenen, inzonderheid ondernbsp;de Armeniërs, over wie wij later uitvoeriger spreken zijn sedert (1831) Amerikaansche zendelingennbsp;inet gezegend gevolg werkzaam en daardoor is de-Mahomedaan het eerst opmerkzaam geworden opnbsp;het groote onderscheid tusscheii het Protestantisme,nbsp;het zuivere, reine Christendom en de verbastering er van. Van onberekenbaren invloed is daarbijnbsp;geweest de voor weinige jaren gevoerde oorlognbsp;van de Franschen, Engelschen en Turken met denbsp;Russen. De Engelschen, die van alles aanstondsnbsp;partij weten te trekken, hebben gedurende den oorlog, toen Turkije vol was van hunne troepen opnbsp;de meest bezochte plaatsen in de hoofdstad bijbel-depots opgerigt, waar de Bybel in de Turkschenbsp;taal voor iedereen verkrygbaar werd gesteld ennbsp;eindelijk is door Fransch-Engelschen invloed eennbsp;besluit van den Sultan, zoo heet de beheerschernbsp;van Turkije, uitgegaan, dat het Mohamedanisme innbsp;^ijn hart treft. Dat Mohamedanisme hoe verschillend het van het Christendom moge zijn, heeft ditnbsp;er mede gemeen dat het voor de eene ware gods-
-ocr page 18-lt;ïienst zich uitgeeft en geene andere naast zich duldt. Het wil en moet alles tot den Islam d. i.nbsp;het ware geloof bekeeren en de menschen moetennbsp;Moslemim, Muzelmannen d. i. geloovigen worden ofnbsp;sterven. Wat heeft nu echter de sultan gedaan?nbsp;Vroeger was het niet slechts voor een geborennbsp;Turk op straffe des doods verboden Christen tenbsp;worden maar ook de Christen, die Mahomedaannbsp;was geworden, dit toch werden er van tijd totnbsp;tijd uit wereldsche , zondige beweegredenen , mogtnbsp;niet meer van godsdienst veranderen. Het laatstenbsp;werd eerst vrjj gegeven en later heeft de sultannbsp;het openlijk verklaard dat geen zijner onderdanennbsp;in de uitoefening van zijne godsdienst bemoeijelijktnbsp;mogt worden. Hij heeft in een woord volkomennbsp;burgerlijke en godsdienstige vrijheid in zijn landnbsp;laten afkondigen. Nu is het wel waar, dat dienbsp;vrijheid voor een groot deel slechts op het papiernbsp;bestaat; maar toch voor eenige jaren was dit innbsp;Turkpe iets ondenkbaars en dankbaar hebben wpnbsp;daarin een groote verandering ten goede op tenbsp;merken. Van tijd tot tijd gaan dan ook reedsnbsp;Turken tot het Christendom over, hoewel het dannbsp;ook in dezen blijkt, welk eene bittere haat denbsp;Mahomedaan tegen het Christendom heeft. Tennbsp;bewijze daarvoor diene wat voor eenigen tijd metnbsp;«ongeboren Turk, fuad effendigenaamd, plaats had.
-ocr page 19-In z^n geboortestad Filippi had hij met zijne Vrouw het Christendom aangenomen; maar wasnbsp;door de haat zjjner betrekkingen genoodzaakt naarnbsp;Constantinopel zich te begeven. Om opzien tenbsp;vermpden nam hij den engelachen uaam freemannbsp;aan. Maar de moeder zijner vrouw, die te Constantinopel woonde, liet niets onbeproefd om eenenbsp;Vervolging tegen haren schoonzoon uit te lokkennbsp;en ten minste hare dochter en haar kind voor hetnbsp;in haar oogen ware geloof te behouden. Een onderzoek werd daarop van wege de regeering ingesteld of zij waarlijk uit vrije beweging, zondernbsp;dwang Christenen waren geworden. Het liep gelukkig af. Beide freeman en zijne vrouw leidennbsp;¦vrpmoedig getuigenis af van het geloof en de hopenbsp;die in hen was. Zij werden van alle vervolgingnbsp;Vrijgesteld. Maar de Mahomedaansche moedernbsp;liet het daarbij niet en wist het later zoover tenbsp;brengen dat freeman , wilde hij zpne vrouw be-liouden, zich gedrongen zag Constantinopel te verlaten en naar het eiland Malta onder Bngelandsnbsp;Ijescherming zich te begeven.
En dit is slechts één voorbeeld uit velen. De ^chte Muzelman haat het Christendom en zal ditnbsp;Ooit in Turkije zegevieren, dan zal het zeker nietnbsp;geschieden zonder menigen harden strijd. Inmid-dels gaan Engelsche en vooral Amerikaansche zen-
-ocr page 20-20
delingen voort met het zaad des -woords er te zaaijen , zoowel door openbare prediking als doornbsp;verspreiding van den Bijbel. Opmerkelijk is het,nbsp;dat in Engeland sedert eenige jaren een genootschap bestaat, dat zonder zelf zendelingen naarnbsp;Turkije af te zenden den arbeid der Amerikaanschenbsp;broederen door gebed en gaven ondersteunt ennbsp;daarin alzoo wel het bewijs levert, dat het geennbsp;eigen eer, maar alleen het heil van zondarennbsp;en de eere Gods en die van zijnen grooten Zoonnbsp;zoekt. Zoo als ik daar straks zeide, arbeiden dienbsp;Amerikaansche zendelingen niet zoozeer onder denbsp;Turken, als wel onder de Armenische Christenen.nbsp;Deze ontleenen hunnen naam aan het landschapnbsp;Armenië in Azië waar reeds in de vierde eeuwnbsp;het Christendom tot stand kwam. Nadat ook ditnbsp;aan de heerschappij der Turken werd onderworpen,nbsp;verstrooiden vele inwoners zich in naburige landennbsp;als Rusland, Europisch Turkije en hielden daarnbsp;den naani van Armeniërs. Het Christendom datnbsp;zij beleden verbasterde in den loop der eeuwennbsp;gedurig meer, zoodat het helaas! weder noodignbsp;werd zendelingen onder hen uit te zenden. Ditnbsp;nu geschiedde door een Amerikaansch genootschapnbsp;onder wiens heidenboden vooral een schaufflee,nbsp;DWIGHT en GOODELL uitmuntten, die met gezegend gevolg onder de Armeniërs arbeidden. Reeds hadden
-ocr page 21-kleine gemeenten verzameld toen er in 1845 eene hevige vervolging tegen hen ontstond. Laternbsp;«ijn echter de Protestantsche Armeniërs als een opnbsp;zich zelf staand kerkgenootschap wettig erkend ennbsp;gedurig worden er nu nieuwe gemeenten gesti chtnbsp;die in waarheid het zout mogen zijn van hetnbsp;daaraan nog zoo zeer behoefte hebbend Turkije.
Eindelijk zijn er nog enkele streken in Rusland, waar verstrooide heidenen hier en daar ook Maho-inedanen wonen. Overigens heet ons werelddeel,nbsp;dat eene bevolking heeft van 272 millioenen, Christelijk. In de meest zuidelijke staten er van vindtnbsp;naen echter haast niet anders dan een jammerlijk,nbsp;verbasterd Christendom, zoo dat zij evenals denbsp;Armeniërs wel op nieuw zendelingen noodig hebben. Al bepalen wij ons dus alleen bij dat Europanbsp;dan verkrijgen wg reeds de overtuiging; er is nognbsp;veel te doen; te doen om den heidenschen Laplander tot een waar Christen, den trotschen Muzelman tot een ootmoedig beljjder van den warennbsp;profeet uit Nazareth te maken; te doen ook omnbsp;Rome met het zuivere licht des Evangelies te bestralen. Maar ook al bepalen wij ons alleen bij Europa ,nbsp;dan verkrijgen wij reeds de overtuiging: wat zijn wijnbsp;doch rijkelijk door onzen God gezegend; gezegendnbsp;met vele tijdelijke zegeningen boven het arme,nbsp;Zwervende , zoo weinig levensgenot kennende Lappen-
¦volk; gezegend met vele geestelijke zegeningen boven den Turk, wiens geestelijke armoede ennbsp;ellende onbeschrijfelijk groot is, Ziet, dat is eennbsp;eerste, telkens wederkeerende indruk dien elke beschouwing van de landen, waar het zuivere Christendom nog niet is, ons geeft: God heeft grootenbsp;dingen aan ons gedaan. Een tweede zij: het voornemen om veel voor Hem te doen, veel uit dankbarenbsp;liefde. Onthouden wij toch onze gaven niet omnbsp;hen te ondersteunen, die zoo veel meer dan hunnbsp;geld aan heidenen en Mahomedanen geven en zijnnbsp;wij daarbij menigmaal in onze gebeden gedachtig: alle arbeiders, waar dan ook op den akker, welke is de wereld; menigmaal alle volken,nbsp;menschen van gelijke bewegingen als wij, die nognbsp;missen, wat wij hebben kunnen, God geve het!nbsp;ook waarlpk hebben: het eeuwige leven doornbsp;CHBisTüs JEZUS, Zijnen Zoon.
-ocr page 23-7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.nbsp;80.nbsp;81.nbsp;82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 30. 31. 38. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. Cents. { De kleine bewoner van het Auvergnésche Gebergte.... 10 De jonge Hutbewoonster... 28J Opwekking te Eiberfeld.... 05 John Bobins, de matroos... 10 Uitbreiding der Parabel ... 10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... 15^ De Bode met goede tijding. 15 Zonderlinge tusschenkomst Levensber. van Amelia Gale 07^ Sara Hill.................. 12^ De geschied, van Marj’Smith 12^ De waarheid van het Evang. 10 Herman de houthakker.... 12\ Laatste uren V. John Cowper 10nbsp;Het einde van den tijd..10nbsp;Wat God bewaart, is wel Wie zijt gij 1 Wat hebt gij te doen ?............... .. 10 De weêrhaan van het kasteel 12^ Eben-Haëzer inLatakko... 10nbsp;Indiaansche bekeerlingen.. 10 De Christen-feesten........ 05 Verhaal van 2 predikers... 07^ De tijd en de eeuwigheid.. 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;Johan Coenraad Ter Linden 07|nbsp;Een beroep op het hart.... 12^nbsp;De landman in den Elzas... 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen..........10 Levensloop van C.L.TÖpfer, 07^ Benige bijzonderheden uitnbsp;het leven van Morrison..... 15 |
Cents. 41. nbsp;nbsp;nbsp;Lydia 8.................07% 42. nbsp;nbsp;nbsp;Hugo Bourne............ 07J 43. nbsp;nbsp;nbsp;De christelijke viering van 44. nbsp;nbsp;nbsp;Henrl Obookiah.......... 10 45. nbsp;nbsp;nbsp;De zendelingen in Groenl.. 15 46. nbsp;nbsp;nbsp;liet bezoek bij een kranke. 15 47. nbsp;nbsp;nbsp;Brieven van een’leeraar .. 15 48. nbsp;nbsp;nbsp;Polycarpus.............. 10 49. nbsp;nbsp;nbsp;Als God w*erkt, wie zal 50. nbsp;nbsp;nbsp;De Soldaten-dochter...... 51. nbsp;nbsp;nbsp;Het gelukkige sterf bed... 10 52. nbsp;nbsp;nbsp;De weg en het middel ... 15 53. nbsp;nbsp;nbsp;De gast zonder bruiloftskl. 07$ 54. nbsp;nbsp;nbsp;Treffend voorbeeld.......071 55. nbsp;nbsp;nbsp;Levensschets v. Blumhardt 15 56. nbsp;nbsp;nbsp;Hadara.................. 04 57. nbsp;nbsp;nbsp;De oude geneesheer......10 58. nbsp;nbsp;nbsp;De roepstem des Ileeren 15 59. nbsp;nbsp;nbsp;Anna Walsh............. 07^ 60. nbsp;nbsp;nbsp;Eerste zend. te St. Thomas 15 61. nbsp;nbsp;nbsp;Thirza...................20 62. nbsp;nbsp;nbsp;Vroege godsvrucht.......07^ 63. nbsp;nbsp;nbsp;DeBussische kleermaker. 07§nbsp;61. Rermerk. v. een kind Gods 07J' 65. nbsp;nbsp;nbsp;Overtuiging verwaarloosd. 124 66. nbsp;nbsp;nbsp;Woord aan jonge moeders. 07^5 67. nbsp;nbsp;nbsp;De onbekende zendeling.. 04 68. nbsp;nbsp;nbsp;Mevrouw Bumpff.........10 69. nbsp;nbsp;nbsp;Opmerkelijke leiding Gods 07 70. nbsp;nbsp;nbsp;Een nieuw traktaatje..... 10 71. nbsp;nbsp;nbsp;De vrome landman.......07i 72. nbsp;nbsp;nbsp;Ged. over de eeuwigheid.. 074 73. nbsp;nbsp;nbsp;Maria................... 10 74. nbsp;nbsp;nbsp;William.................07*- 75. nbsp;nbsp;nbsp;De Christen in het gasthuis 03 76. nbsp;nbsp;nbsp;Lord Teignmouth........ 10 77. nbsp;nbsp;nbsp;Leven van Schwartz.....08- 78. nbsp;nbsp;nbsp;Wie zoekt die vindt.......05 79. nbsp;nbsp;nbsp;Levensb. van een’soldaat.. 05 80. nbsp;nbsp;nbsp;Pacalsdorp............... 074^ 81. nbsp;nbsp;nbsp;Onnoodlge zorgen........ 04 82. nbsp;nbsp;nbsp;Zachéüs..................06 83. nbsp;nbsp;nbsp;De twee buren........... 10 84* Bekeering v. A. H. Franke. 04lt; |
128.
129.
Blanclina................ 07^
Bede van een grijsaard ... 07i Het huisgez. te Ilaeterdale 15 inbsp;Inwendig Christendom onder Hottentotten........05
Het Paasehfeest.......... nbsp;nbsp;nbsp;10
Leven van Chrysostomus . 07^
Het geheimzinnige in den
Overeenk. Christel. Godsd. 05
Waarschuw, tegen valsclie
Triomfboog van Titus .... 06
Zijt gij gelukkig!.........07^
Uit- en inwendige zending 05
De waarde van het gebed. 07^
De toestand der heid. vrouw 07^ Middel om rijk te worden. 04nbsp;Eene oude beproefde raad . 12%nbsp;Verband ijver voor de zend. 07
Ra-Poor-Negro..........05
De zendel. onder de heid. . 05%
Iets uit het leven eener zendelingsviouw. Ie brief. 05nbsp;De Christen-vrouwen der
De zegenrijke vrucht van
Opw. tot h. werk der zend. 05
De Baron Dhijhern.......07%
Een woord tot aanbeveling Ijgg
der zendingszaak......... 07%
De toekomende wereld.. 05 hyg Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 2e brief. 07 'nbsp;Eene uit duizend........ 06
65.
60.
67.
68.
89.
90.
91.
¦ 92.
93.
94.
95.
96.
97.
98.
99.
100.
101.
102.
103.
104.
105.
106.
107.
108.
109.
110. 111.nbsp;113.
113.
114.
115.
116.
U7.
118.
120.
121.
122.
123.
124.
125.
126.
130.
131. 133.
133.
134.
135.
136.
137.
138.
139.
140.
141.
142.
143.
144.
145. UG.
147.
148.
149.
150.
151.
152.
153.
154.
155.
156.
157.
158. 1159.nbsp;!160.nbsp;il61nbsp;!lf.2
163
164
165
166
Cents.! nbsp;nbsp;nbsp;Cents.
Eene Martelaarsgeschied. 05 Een Rabbi die rust zoekt
De Christin geroepen tot deeln. aan de zendingzaak. 05
Wien te hooren ?........ 07%
Eene zwaar beproefde geloofsheldin............... 07%
Marianne, de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. 10 De dochter v. d. Landman 12%nbsp;De hoop des christens .. 07%nbsp;H et leven van v.d. Kemp. 05nbsp;Kunt gij altijd van Jezus
zwijgen?................06
Het werk v. kleine Jessie. 07%
Liefde voor liefde.......05
Heilig leven, zalig sterv. 07% Een sterfb.in den vreemde 07%nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 3e brief 05nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 4e brief. 05nbsp;Levensgesch. van eenen
lerschen knaap.......... 07%
Eene uitu.helpsterd.zend. 05
Wat een reisverhaal kan
Een blik in de Jav. huish. 05
Een Israel, tot Chr. gebragt 7% Schoone plaatsen uit denbsp;schriften vjin 3 Kerkvaders 07%
Gidion .................07%
Dankt God in alles......05
Uit onze Brievenlasch ... 07% Een andere Oom Tom ... 05
Zeventig jaren.......... 06
De Soldaat en de Landverh. 05 . Getuig, omtrent de godsv.nbsp;en het leven der ehristenen 04nbsp;2 tafereelen uit het levennbsp;en werken van een zendel. 07%nbsp;Eenzaanimaarnietverlateu 07%nbsp;Uit onze BrieventaschII. 07%nbsp;Mededeel, van lUfers I. 07%nbsp;idem idem II. 07%nbsp;Over zendingmethode I.. 10nbsp;idem idem II.. 10nbsp;. idem idem 111.. 10nbsp;. Het kruis der bespotting. 07%
127.