ONDER
DE VOLKEN DER AARDE.
1. WEST-AZIË.
Openb. II en III.
Wij willen in dit Stukje voortgaan met de beschouwing van den toestand van het Godsrijk op aarde. Gij herinnert u, hoe wij in een voorgaandnbsp;een vlugtigen blik wierpen op het werelddeelnbsp;Waarin wij wonen en de landen van Europa bezochten , waar nog zendelingen in den engerennbsp;zin des woords werkzaam zjjn. Wij wenden onsnbsp;thans naar Azië. In meer dan een opzigt verdient dit onze opmerkzaamheid en belangstelling,nbsp;t Is verreweg het grootste en meest bevolkte vannbsp;vijf deelen, die wij op onze aarde onderscheiden. Meer dan de helft des menschdoms woontnbsp;er. Wordt het geheele getal der menschen opnbsp;dertienhonderd millioen begi’oot, meer dan 750nbsp;millioen worden er gerekend in Azië te wonen.nbsp;Maar dit werelddeel is niet slechts 't meest, ’t is
1
-ocr page 2-ook het eerst bevolkte, ’t Is de wieg en bakermat van bet menschel^k geslacht; ’t is het werelddeel, waarvan wij reeds als kinderen hoorden, want tot zijne landen behoort ook dat Kanaan,nbsp;waarin eens een Abraham, Isaüc en Jakob ronddoolden en hun nageslacht eeuwen leefde. Zoonbsp;is het ook het werelddeel, waarin onze gezegendenbsp;Verlosser leefde en werkte, en van waar hetnbsp;Christendom naar andere landen zich uitbreidde.nbsp;Wekt het inzonderheid daarom de belangstellingnbsp;van alle vrienden van het Godsrijk, voor onsnbsp;Nederlanders, voor ons leden en begunstigers vannbsp;het Nederlandsche Zendelinggenootschap is er nognbsp;iets, dat ons bijzonder betrekking op Azië moetnbsp;doen hebben. Daar, in het Zuiden er van, zijnnbsp;onze overzeesche bezittingen, die vroeger aannbsp;Nederland onderworpen werden, die Nederlandersnbsp;thans onder het wijs en liefderijk bestuur van dennbsp;Koning der koningen trachten te brengen; daarnbsp;zijn de zendelingen van ons genootschap werkzaam en brengen er de blijde boodschap, die eensnbsp;uit Azië naar ons werelddeel gebragt werd: »alzoonbsp;lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnnbsp;Eengeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar hetnbsp;eeuwige leven hebbe.”
Wanneer wij nu de kaart van dat Azië voor
-ocr page 3-ons nemen, dan rust ons oog in bet Noorden op het onherbergzame, weinig bezochte Siberië, waaromtrent, wat de zending betreft, nog weinig tenbsp;zeggen is. In het midden zien wij het vastelandnbsp;van Indië, waarvan het westelijk gedeelte aannbsp;Engeland behoort. Van dat Indië naar het Oostennbsp;Ons begevende, trekt allereerst China onze aandacht , een onmetelijk, ongeloofelpk sterk bevolktnbsp;land, welks bewoners op vierhonderd inillioennbsp;¦worden geschat, en nog verder vertoont zich hetnbsp;door Europeanen nog schaars bezochte Japan.nbsp;Westelpk van Indië is op die kaarten, waaropnbsp;de verschillende godsdiensten door kleuren onderscheiden zijn, alles, geel, de kleur van het gebiednbsp;Van Mahomed, den valschen Propheet. Daartoenbsp;liehooren Arabië, Perzië, Syrië, Armenië en meernbsp;andere landen. Eindelijk liggen ten Zuiden vannbsp;Eet vasteland van Azië in den groeten Oceaan eenenbsp;menigte van eilanden, waarvan de grootste Sumatra,nbsp;Java, Borneo en Celebes zijn, die gedeeltelijk aannbsp;Nederland behooren en waar de zendelingen van hetnbsp;Nederlandsche Zendelinggenootschap werkzaam zijn.
Verre de meeste inwoners dier landen zpn heidenen of Mohamedanen en bieden alzoo een uitgestrekt arbeidsveld aan voor de christelijke zending. In de meeste zpn dan ook zendelingen werkzaam,nbsp;^aar ik er thans iets van ga verhalen, daar be-
1*
-ocr page 4-gr^pt gp ligt, dat die landen veel te veel, de arbeid daar te veelz^dig en te belangrijk is, omnbsp;alles in een overzigt zamen te vatten. Neen!nbsp;onderscheiden malen zullen vrij er ons mede moeten bezig houden, om overal ten minste eenigzinsnbsp;bekend te worden.
En waarmede zullen wij dan een aanvang maken? Toen ik die vraag mij voorstelde, had ik ze al spoedig beantwoord. Met de landen metnbsp;de gele kleur, de landen zoo als gij u herinnertnbsp;van West-Azië, waar de valsche Propheet Maho-MKD wordt gehuldigd. Zoo toch sluit onze tegenwoordige beschouwing aan onze vorige zich aan.nbsp;Wij zijn toen geëindigd met den' mahomedaanschennbsp;Staat in Europa, Turkije. Maar aan dat Turkpenbsp;zijn ook in Azië vele landen onderworpen, welksnbsp;inwoners grootendeels navolgers zijn van diennbsp;Mahomed, die ruim zes honderd jaar na Chkistusnbsp;leefde, en thans niet minder dan 160 millioennbsp;aanhangers heeft, de helft der Christus-belijders,nbsp;meerdere dan er, protestanten als wij, in de zuivere kennis van het Evangelie zich mogen verheugen. De meeste landen die wij thans zullennbsp;beschouwen, zijn aan dat Turkije onderworpen.
En dan moet ik er u er al aanstonds op voorbereiden , dat het eene treurige beschouwing is, die ons wacht. Gij vraagt niet meer: waarom?
-ocr page 5-als ik u zeg, dat wij oorden gaan bezoeken die vroeger door Christenen bewoond werden; dat wijnbsp;ons gaan verplaatsen in de eerste christenlanden,nbsp;die helaas! thans in eenen toestand zijn, dat hetnbsp;noodig is, dat op nieuw het Evangelie er gebragtnbsp;¦wordt. Gij zult bij enkele vreemde namen, namennbsp;hooren van uwe vroege jeugd af aan u bekend,nbsp;als van Smyrna, van Ephesus, van Damascus,nbsp;voor allen van Jeruzalem. Wij zullen die steden bezoeken , of hooren wat er van overgebleven is,nbsp;de steden ook van Klein-Azië, aan welke die zevennbsp;brieven uit de Openbaring gerigt zijn , waarop iknbsp;aan het hoofd dezes uwe aandacht vestigde, en wijnbsp;zullen er de vervulling aanschouwen van de ernstigenbsp;bedreigingen, die wij daar vinden: »indien gjj dannbsp;niet waakt, zoo zal Ik over u komen als een dief;nbsp;Ik zal haastelijk komen en zal uwen kandelaar vannbsp;zpne plaats nemen, indien gij u niet bekeert.”
Om dit te aanschouwen, willen wij eerst een vlugtigen blik slaan op die landen in de eerstenbsp;eeuwen des Christendoms , en dan zien, wat ernbsp;daarna van geworden is. Vervolgens deel ik unbsp;iets mede van hetgeen er gedaan wordt, om hetnbsp;er weer anders te doen worden, eindelijk willennbsp;vrp met de roepstem, die van daar tot ons komt,nbsp;¦winst doen voor ons zelven.
Het zijn dan de landen van westelijk Azië,
-ocr page 6-Klein-Azië, Armenië, Syrië en Kanaiin, of zoo als het tegenwoordig heet Palestina, waarheennbsp;zich onze blik rigt. Wij nemen in die beschouwing ook op de Noordkust van Afrika, in vroegernbsp;tijden naauw met die landen verbonden en dienbsp;eene gelijke geschiedenis heeft als zij. In dienbsp;streken nu werd het Christendom vroeg en metnbsp;een gelukkig gevolg uitgebreid. De eerste zendelingen , die er werkzaam waren, waren de Apostelen van onzen Heer en Zaligmaker. Gij herinnert u uit de oudste zendingsgeschiedenis, denbsp;Handelingen der Apostelen, de namen van Lystrenbsp;en Derbe, waar Paulus predikte en wonderennbsp;deed. van Ephesus, beroemd door zijne werkzaamheid en later door die van den Apostelnbsp;Johannes; welnu dat zijn of waren allen stedennbsp;van Klein-Azië. Galatië, aan welks inwonersnbsp;Paulus een brief schreef, was er een landschapnbsp;van, en zoo als ik u zoo even reeds zeide, denbsp;zeven brieven, die wij Openb. II en III vinden,nbsp;zijn allen aan gemeenten in Klein-Azië. Behalvenbsp;deze waren er in de tweede en derde eeuw onzernbsp;jaartelling vele bloeijende christengemeenten, dienbsp;met anderen rijkelijk deelden in de vervolgingennbsp;der Romeinsche keizers, maar ook getuigen warennbsp;van den moed van christelijke geloofshelden. Iknbsp;herinner u hier slechts aan een Polycakpus, bis-
-ocr page 7-schep van Smyrna, een eerwaardig grpsaard, die in liet jaar 169 na Cukistus den marteldood stierf,nbsp;aan hem, die toen men hem wilde overhalen omnbsp;zijoen Heer te verloochenen, het bekende, maarnbsp;altijd treffende antwoord gaf: zes en tachtig jarennbsp;heb ik Hem gediend en nimmer heeft Hij mijnbsp;leedgedaan; hoe zoude ik mijnen Koning lasteren,nbsp;die mij zalig gemaakt heeft. Geen wonder datnbsp;zulk eene trouw tot in den dood heerlijke vruchtennbsp;droeg en de gemeenten die zulke opzieners hadden , bloeiden en naar buiten zich uitbreidden.nbsp;Zoo was het toen in Klein-Azië. Zoo was het.nbsp;toen en later op de Noordkust van Afrika, ’t Isnbsp;bijna ongeloofelijk dat die landen, die zoo beruchte roofstaten, onder den algemeenen naaiiinbsp;van Barbarije bekend, eens vol bloeijende christengemeenten waren, dat daar de meest beroemdenbsp;kerkvaders hebben geleefd. En toch is het zoo..nbsp;Cypmanus, die in 258 stierf, bisschop van Kar-thago, eene stad die in de nabijheid van' hétnbsp;tegenwoordige Tunis lag, kon er eene kei’kver-gadering houden, waarop zeven en tachtig bisschoppen verschenen; en dat die kerk beroemdenbsp;kerkvaders heeft opgeleverd, bewijzen, behalvenbsp;hem, de namen van een Tebtuilianus en van dennbsp;¦'^elen nog meer bekenden Augustinus, den mannbsp;aan wiens schriften Luiheb later zoo veel te dan-
-ocr page 8-ken had. Deze en vele andere lichten hebben daar, en niet minder tot in het begin der zevendenbsp;eeuw in westelijk Azië geschenen. En toch isnbsp;het licht daar niet slechts onder de koornmaatnbsp;gezet, maar van den kandelaar genomen.
Hevig waren dan toch ook de vervolgingen van de inwoners dier landen, denkt welligt hiernbsp;deze of gene, niet ten eenenmale onbekend metnbsp;de geschiedenis der christel^ke kerk in de drienbsp;eerste eeuwen van haar bestaan. Maar ziet, nietnbsp;toen het vuur dier vervolgingen blaakte, zijn dienbsp;gemeenten verwoest, integendeel, in dien tjjdnbsp;bloeiden zij en breidden zich uit. ’t Was welnbsp;vierhonderd jaren later dat zij vervielen, en datnbsp;niet allereerst door geweld van buiten, maar doornbsp;inwendig bederf. Vele heillooze, spitsvindige twisten werden er in de vierde en vijfde eeuw in denbsp;oostersche kerk gestreden, waarbij de liefde verkoelde. Velen verlieten als die van Ephesus hunnenbsp;eerste liefde; als die van Sardes hadden zij dennbsp;naam dat zij leefden en zij waren dood. Opnbsp;¦vele plaatsen was weinig meer dan de naam vannbsp;’t Christendom overgebleven, en maakte vooralnbsp;eene vergedrevene heiligen-vereering en beeldendienst zijne belijders haast aan afgodendienaarsnbsp;gelijk. Toen trad in het Oosten op de valschenbsp;Propheet Maiiomed , met de leer: Er is één God
-ocr page 9-en Mahomeü is z^’ii propheet. Helaas! dat wij neggen moeten: zijne godsdienstleer was zuiverdernbsp;dan die der hem omringende christenen, en hetnbsp;leven zijner volgelingen was minder bedorven dannbsp;het hunne. Weldra begonnen zijne opvolgers vannbsp;het midden der zevende eeuw af zijne godsdienstnbsp;niet geweld uit te breiden en het Christendomnbsp;dier landen was tegen die proef niet bestand.nbsp;Ik zou te uitvoerig worden als ik u in bijzonderheden wilde verhalen, hoe weldra de noordkustnbsp;van Afrika, hoe Syrië en het Joodsohe land, laternbsp;geheel Klein-Azië onder de magt der Arabieren,nbsp;het volk waartoe Mahomed behoorde, kwam. Genoeg: de christelijke bedehuizen werden in moskeën,nbsp;tempels der mahomedanen herschapen; duizendennbsp;Van christenen verloochenden hun geloof, of lievernbsp;bleven die zij waren , maar noemden zichnbsp;voortaan in plaats van naar Chbistus, naar Ma-Eomed. En wilt gij nu weten hoe het daardoornbsp;toen en later aan de noordkust van Afrika, innbsp;Klein-Azië, in Syrië, in het eens zoo gezegendenbsp;Kanaan werd en meerendeels nog is, hoort dannbsp;de beschrijving van den tegenwoordigen toestandnbsp;dier landen (1). In Afrika is al het christelijkenbsp;door de Arabische veroveraars verwoest en overal
(1) Rutgers V. D. LOEEF, Handboek, bl. 144 en 156.
zoo goed als verdwenen. De inwoners, een zonderling mengsel van allerlei volken, liggen in dierl^ke stompheid verzonken en vertoonen onsnbsp;de ellende der zonde in al hare gedaanten. Innbsp;Klein-Azië ziet men thans slechts de puinhoopennbsp;van vroegere pracht en heerlijkheid. Het zoonbsp;vruchtbare land ligt woest en onbebouwd; wildenbsp;horden wonen in ellendige dorpen of leiden eennbsp;zwervend leven. Men kan dagen in het binnenland reizen zonder een enkel mensch te ontmoeten.nbsp;Het aantal christenen die er nog zijn is uiterstnbsp;gering en de volkeren die men op de gebergtennbsp;aantreft, belijden schier geene godsdienst meer.nbsp;De meeste plaatsen, waarvan in het N. Testamentnbsp;wordt- melding gemaakt, als: Ephesus, Sardes,nbsp;Laodicea, zou men er thans te vergeefs zoeken.nbsp;In Pergamus (het zijn de namen van de zevennbsp;Klein-Aziatische gemeenten uit de Openbaring,nbsp;die ik u noem,) zijn van de 15,000 inwonersnbsp;slechts 2000 christenen en onder de 10 Moskeennbsp;staat naauwelijks ééne christelijke kerk: in Thya-tire (thans Ak-Hissar,) eene plaats met enge,nbsp;morsige straten, bevinden zich onder de 30,000nbsp;inwoners 3000 christenen. Alleen te Philadelphianbsp;bestaat het grootste deel der bevolking uit Griek-sche christenen en vindt men 25 christelijke bedehuizen. Smyrna geniet desgelijks heden nog zekere
-ocr page 11-11
mate van uitwendigen bloei, en daar is dan ook het middenpunt van den tegenwoordigen Zendings-arbeid voor Klein-Azië.
Voor dat wij over dien arbeid spreken, werpen ¦wij nog vlugtig een blik op Palestina, het vroegere Kanaan, zoo als gij weet, en het aangrenzendnbsp;Syrië, naar welks hoofdstad Damascus eens eennbsp;Paulus reisde. Welligt is er geen land op aarde,nbsp;¦Waar meer verschillende godsdienstvormen wordennbsp;gevonden dan daar. Men vindt er Joden,nbsp;Mahomedanen en Christenen. Men vindt er, dienbsp;eene godsdienst belijden, die een zonderling mengsel is van deze drie. De Joden verdeden ernbsp;^ich in drie partijen; dezulken die alleen de boeken van Mozes erkennen, die het geheele O. Tes-tament aannemen en die behalve dat ook de overleveringen der Rabbijnen voor goddelijk houden.nbsp;Van Mahomedanen zijn er velerlei secten, dienbsp;alleen nog overtroffen worden door de onderscheidene afdeelingen en onder-afdeelingen der christelijkenbsp;kerk, met de opnoeming van welker namen ik unbsp;uiet noodeloos vermoeden zal. Onder de belijdersnbsp;'^an deze verschillende godsdiensten is gedurignbsp;twist en verdeeldheid en naauwlijks kan mennbsp;zich een juiste voorstelling maken van de ver-¦warring, die het gansche land kenmerkt en van denbsp;geestelijke ellende die men er vindt.
12
Wat woi'dt er nu gedaan om die ellende weg te nemen, en het er weer anders te doen worden?nbsp;en met welk gevolg? met deze vraag zonden wijnbsp;in de derde plaats ons bezig houden en gij verlangtnbsp;reeds naar hare beantwoording. Hebt er niet tenbsp;veel verwachting van want, indien ergens dan heeftnbsp;de zending in West-Azië met groote moeijelijkhe-den te kampen. Voor dat wij er onze aandachtnbsp;bij bepalen, rigten wij nog voor een oogenblik hetnbsp;oog naar dat Noordelijk Afrika, waarvan de lotgevallen, zoo als wij opmerkten, zoo veel gelijkheidnbsp;hebben met die van het deel van Azië, dat wijnbsp;thans beschouwen. Helaas! er is niet veel van tenbsp;zeggen. De duisternis, die er het licht, dat ernbsp;eens zoo helder scheen, verving, ligt nog op dienbsp;landen. Een deel er van, Algiers, behoort thans,nbsp;aan Frankrijk, maar wordt er het christendomnbsp;verkondigd, voor het grootste deel is dit het verbasterde van Rome, en de zedeloosheid der Europeanen doet er meer kwaad, dan door die predikingnbsp;goeds wordt gewerkt. Toch begint zich hier ennbsp;daar een lichtstraal te vertonnen en wordt er doornbsp;D uitschors en Zwitsers die er zich vestigen eennbsp;zuiverder christendom gebragt, en hier en daarnbsp;met gezegend gevolg de Bijbel verspreid. In eenenbsp;anderen staat Tunis, waarin zich zeer vele Jodennbsp;bevinden, vestigde zich in 1832 een engelsche
-ocr page 13-zendeling Ewald , die ei’ niet zonder vrucht arbeidde; maar tien jaren later om redenen van gezondheid het land moest verlaten. De meest verbiedende tijding nog die in den laatsten tijd van daar kwam is, dat er door de regeering des landsnbsp;Volkomen vrijheid van godsdienst zou afgekoudigdnbsp;*ijn, maar de geschiedenis van de vervolgingen,nbsp;die er nog gedurig in Turkije plaats hebben, leertnbsp;lt;^ns, hoe weinig dit soms ook bij eene goede gezindheid der regeering, onder eene dweepziekenbsp;Mahoniedaansche bevolking - beteekent.
Eenigzins verblijdeuder worden de berigteu, 'vanueer wij nu tot Azië ons wenden; vooral alsnbsp;quot;'Ü in het oog houden, dat de zending daarnbsp;bare eigenaardige moeijelijkheden heeft. Gij begrijpt het ligt, als gij denkt aan den godsdienstigennbsp;toestand dier landen. Veel spoediger mogen denbsp;Zendelingen op vrucht van hunnen arbeid rekenen,nbsp;iraar zij onder eene zuiver heidensche bevolkingnbsp;optreden dan hier, waar zij te doen hebben ofnbsp;'riet, daar als schier overal, ongeloovige Joden ofnbsp;met dweepzieke, streng bewaakte Mahomedanen,nbsp;dien het op vele plaatsen niet geoorloofd is metnbsp;christenen ook maar over godsdienstige zaken tenbsp;opreken, of eindelijk met dezulken die den naam,nbsp;maar ook niet meer dan den naam van christenennbsp;bebben. Er zijn echter ouder de laatste enkele
14
uitzonderingen. Eene bijzonder gunstige maken de Nestorianen, (1) die in het oostelijkst gedeeltenbsp;¦van Aziatisch Turkije ¦wonen, in de nabijheid vannbsp;den Tiger, in een deel van het oude Assyrië,nbsp;thans Kurdistan genaamd. Zij ontleenen hunnennbsp;naam aan den patriach Kestoeius, die in de treurige twisten, die in de vierde en vijfde eeuw innbsp;de christelpke kerk gevoerd werden, eerst verbannen , later in ellendige ballingschap stierf ennbsp;¦wiens aanhangers onder hen een schuilplaats vonden.
Een Amerikaansch zendeling en geneesheer Gr.4.nt, die in 1839 tot hen wist door te dringen, heeftnbsp;zeer belangrijke berigten omtrent hen medegedeeld,nbsp;waaruit blijkt dat de Nestoriaansche kerk zichnbsp;door hare eenvoudigheid en reinheid gunstig onderscheidt. Zij verwerpt b. v. de aanbidding vannbsp;beelden, de oorbiecht, het vagevuur, de mis, dennbsp;ongehuwden staat der geestelijken en houdt dennbsp;Bjjbel, waarvan zij toen echter slechts eene voornbsp;velen onverstaanbaar geworden vertaling hadden, innbsp;hooge achting. Later kregen zij door de zorg vannbsp;Amerikaansche zendelingen eene betere bijbel-ver-taling. Eene bijzondere belangstelling wekken dezenbsp;Nestorianen door de ontdekking, die genoemde
(1) Zie over de zending onder hen o. a. Maandb. van het Ned. Zend. 1867 no. 7.
-ocr page 15-15
Grant meende gemaakt te hebben, dat zij nakomelingen zouden zijn van de tien stammen Israels, •iie in het jaar 721 voor Christus door den Assy-rischen Koning Salmanassee gevankelijk werdennbsp;''Weggevoerd, waarvoor hij vele aannemelijke bewijzen hijhrengt. De meeste dier gevangenen werdennbsp;naar die streken henengevoerd en Geani meentnbsp;in de Nestorianen onmiskenbare trekken hunnernbsp;Israëlitische afkomst op te merken. Voorts treftnbsp;nien tallooze Joodsche namen hij hen aan, ennbsp;•laarenboven is het de buitengewone heiliging vannbsp;*Ien Sabbath, de hoogepriesterlijke betrekking,nbsp;''waarin het opperhoofd hunner kerk tot hen staat,nbsp;'Ie inrigting hunner kerken, waarin zich een aller-iieiligste bevindt, alleen voor den Priester toegankelijk, waardoor het evengemeld gevoelen nognbsp;^eer waarschijnlpkheid krijgt. quot;SVat hiervan ooknbsp;zÜ, verblijdend is het dat de Nestorianen denbsp;Atnefikaansche zendelingen die zich in die strekennbsp;westigden, zeer genegen zijn, zich gaarne door hennbsp;laten onderrigten en er naauwelijks eene kerk ondernbsp;l*®ri is j die niet door den Priester aan den zendeling wordt afgestaan, opdat het volk er zich totnbsp;l'at aanhooren zijner prediking zou kunnen verza-znelen. Dit en een nieuwe, verstaanbare , dankbaarnbsp;^oor hen ontvangen bphelvertaling geven gegrondenbsp;l^'^op dat het licht dat er nog onder hen is, steeds
-ocr page 16-helderder zal gaan schijnen en het zuivere Evangelie in Kurdistan meer en meer bekend en aangenomen zal worden.
Gansch anders is het in Armenië, een land ten noorden van dit aan de Zwarte Zee gelegen. Innbsp;het midden der vierde eeuw ging de koning ernbsp;van met zijn gansche volk tot het Christendom over.nbsp;Even als geheel Klein-Azië, aan welks uiterste oostelijke zijde het ligt, kwam het later onder denbsp;heerschappij der Turken en werden vele naam-chris-tenen er Mahomedamen. Vele ook verlieten hetnbsp;land en verstrooiden zich in andere landen, alsnbsp;Rusland, Europeesch Turkije, en Perzië. Van daarnbsp;dat men ook in die landen van Armenische Christenen hoort. Deze allen nu erkennen als hunnbsp;geestelijk opperhoofd den Patriarch die te Etsch-miazin hij Eriwan in het noorden van Perziënbsp;woont. Die Armenische christenen zijn daAromnbsp;zoo belangrijk, omdat zij voor de zendelingen óndernbsp;de Mahomedanen in het groot uitgestrekt gebiednbsp;van Turkije in Europa en Azië een arbeidsveldnbsp;aanbieden, waar zij hun werk kunnen beginnen.nbsp;In het eigenlpk Armenië is de geestelijkheid zeernbsp;op hen verbitterd. — Zendelingen uit Bazel kwamen er voor een dertig jaar. De schoonste vruchtnbsp;dier zending was de overzetting van het N. Testament in de Nieuw-Armenische taal; maar toen
-ocr page 17-17
’iok openbaarde zich vooral de vpandscliap der priesters, die op eene Synode openlpk verklaarden:nbsp;quot;quot;dj vyillen niet dat er een Bpbel in de volkstaal aannbsp;iet volk worde in handen gegeven. Welk eennbsp;trenrig onderscheid tussohen die Armenische priesters en die der Nestorianen, van wie wij zoonbsp;even hoorden. Toch is de Bpbel er nu en' alhoe-’Vel de zending in een gedeelte van Armenië, datnbsp;le-ter aan Rusland kwam, werd opgeheven, blpftnbsp;deze er zpne werking doen en wp mogen vertrouwen dat God ook daar zpne belofte zal vervullen,nbsp;dat zpn woord niet ledig tot Hem zal wederkee-*en, maar doen wat Hem behaagt en voorspoedignbsp;*hn in ’t geen waartoe Hp het zendt.
Ik sprak er zoo even van, dat de Armenische christenen daarom zoo belangrpk zijn, omdat zijnbsp;'^oor de zendelingen in Europisch en Aziatischnbsp;Turkije een arbeidsveld aanbieden waar zp hunnbsp;Werk beginnen. Op dit wpd uitgestrekt arbeidsveld zpn de zendelingen van het groot Ameri-iaansch Zendelinggenootschap werkzaam, een genootschap dat o. a. in het jaar 1858 nagenoegnbsp;®en millioen guldens voor zijn onderscheidennbsp;bendingen mogt besteden. Het had toen onder denbsp;¦^tnaenische christenen zevenendertig eigentlijkenbsp;Zendelingen, meest gehuwde, met eene menigte in-^Z'Udsche helpers. In geheel Klein-Azië en vooral
3
-ocr page 18-aan de zeekusten o. a. te Beirut hebben' hunne zendingsposten en dat nu hun arbeid daar onder de Armenische christenen ook den Mahome-danen ten nutte is, bleek nog voor eenige jarennbsp;te Aleppo, eene stad niet heel ver van Damascusnbsp;gelegen. Daar had een aanzienlijk, oud-Armeniër,nbsp;die zich nog aan zpne verbasterde godsdienst hieldnbsp;een ander, die door de zendelingen tot helderdernbsp;inzien der waarheid was gekomen, aangeklaagd,nbsp;dat hij godslasterlijke meeningen verbreidde. Beiden werden voor het geregtshof geroepen, waarvan de eerste lid en de voorzitter een Turk was.nbsp;Daar verklaarde de Protestant geworden Armeniërnbsp;zich bereid uit het N. Testament aan te toonen,nbsp;welke opvatting van het christendom de ware was,nbsp;de zijne of die van zijn aanklager, en toen hemnbsp;dit was toegestaan, ontwikkelde hij het onderscheidnbsp;tusschen het ware Evangelische christendom en denbsp;heerschende leer der Armenische kerk in betrekking tot deze drie punten: het gebruik en denbsp;vereering van heelden, de voorschriften van hetnbsp;vasten en den gedwongen ongehuwdeu staat dernbsp;geestelijken, en zoo magtig was de indruk, diennbsp;zijne eenvoudige, bijbelsohe voorstelling maakte,nbsp;dat zelfs de Mufti, een Mahomedaansch geestelijke,nbsp;wien ambtshalve de uitlegging van den Koran isnbsp;opgedragen, zich voor den Protestant verklaarde
-ocr page 19-19
hij van alle vervolging wevd vrijgesteld. En hoe meer dit zuivere Christendom onder de Armenische Christenen veld -wint, des te gezegendernbsp;de invloed zijn op de Mahomedanen, die zichnbsp;nergens meer aan ergeren dan aan de beelden-dienstnbsp;der Grieksche en Armenische kerk. —
Dat over die gemeenten in Kleiu-Aziê' door de Amerikaansche zendelingen gesticht, niet maar eennbsp;helderder licht opgaat, maar zij ook in dat lichtnbsp;¦Wandelen, daarvan kan ten bewijze strekken, denbsp;hleine gemeente van Aintab, niet ver van het zoonbsp;®ven genoemde Aleppo, die 224 leden telt ennbsp;¦^oor eenige jaren 500 gulden voor het onderhoudnbsp;^an haren leeraar, 700 voor scholen en andere behoeften en 250 voor de zending bijdroeg. Eénnbsp;®ian daar geeft jaarlijks meer dan de helft vannbsp;inkomen voor de zaak van Christus, en mennbsp;¦Verzekert, dat die gemeente slechts één voorbeeldnbsp;uit velen. —-
Een hunner voornaamste posten hebben de Ame-*^kanen in dat Smyrna, waaraan de tweede der ^6ren brieven uit de Openbaring is gerigt. Zijnbsp;hebben er zes zendelingen en acht mede-helpersnbsp;benevens eene drukkerij, waar jaarlijks velenbsp;1'urksch-Armenische Bijbels gedrukt worden. Maarnbsp;dat zelfde Smyrna bestaat nog iets anders totnbsp;'Uitbreiding van het Godsrjjk, waarvan ik u nog
-ocr page 20-¦wat moet verhalen en dat er ons als van zelf toe brengen zal, om ten slotte nog een bezoek in hetnbsp;Joodsche land en te Jeruzalem te gaan maken.
Aan het einde der Apostolische brieven, met name die van Paulus , vinden -wij vaak groetennbsp;aan en aanbevelingen van personen, die wy bijnbsp;het lezen, als voor ons min belangrijk, soms overslaan. En toch verdient eene kleine opmerking,nbsp;eene omschrijving van den persoon, over wien hijnbsp;spreekt, somtijds zeer onze aandacht. Zoo lezennbsp;wij Rom. XVI. I. van eene zekere Phebe, die hijnbsp;een dienares noemt der gemeente, die te Kenehreënnbsp;(eene voorstad van Corinthe) is. Dat dienaresnbsp;wil zeggen diacones, verzorgster van armen, vreemden en zieken. Dit diaconessen-ambt had in denbsp;tpden, toen de gemeenten in Klein-Azië bloeiden,nbsp;groote uitbreiding verkregen en wij vernemen vannbsp;Paulus van hoe ouden oorsprong het is. Laternbsp;geraakte het in onbruik en vergetelheid. In denbsp;Roomsche kerk kwam er later ¦ de instelling vannbsp;zusters der barmhartigheid (soeurs de charité) voornbsp;in de plaats. De Protestantsche kerk is tot de vroegere diaconessen wedergekeerd. De oudste meest beroemde inrigting tot opleiding en vorming van zulkenbsp;diaconessen bestaat sedert 1836 te Kaiserswerthnbsp;aan den Rijn, onder de leiding van den voortreffelij-ien (nu ontslapen) Fliedneb. Daar worden vrou-wen,
-ocr page 21-die zich vrijwillig daartoe aanbieden, gevormd tot Onderwijzeressen, ziekenvei'pleegsters enz. En uitnbsp;die diaconessen-inrigting zijn er nu ook naar lietnbsp;Oosten gegaan en wel naar Constantinopel, naarnbsp;Smyrna, waarvan wjj zoo even spraken, en naarnbsp;Jeruzalem. In Smyrna hebben zij eene school geopend, waardoor zij niet weinig den arbeid dernbsp;zendelingen daar ondersteunen en het trefifend dennbsp;inwoners dier stad doen zien, wat de liefde vannbsp;Christus vermag. Maar belangrijker nog is harenbsp;i*ierkzaamheid te Jeruzalem en zoo brengen onsnbsp;die vrouwen, die den Heer dienen met meer dannbsp;'i’an hare goederen, eindelpk in dat land en innbsp;die stad, vanwaar eens de prediking des Evangelies uitging. Zij hebben daar op den berg Sionnbsp;oen Diaconessen-hnis gesticht. De koning vannbsp;Pruissen schonk haar daartoe een hem toebehoorendnbsp;Sroot en gezond huis. Zij hebben daar een Zie-l^enhuis, waar zij menschen van de meest verschillende godsdiensten verplegen en meer dan naarnbsp;liet ligchaam trachten wel te doen, een opvoedingsgesticht, waar zij kinderen onderrigten en opvoeren, waarbij zjj bijzonder het doel hebben jongenbsp;meisjes tot Christelpke SchooRiouderessen en zie-keverpleegsters voor het Oosten te vormen, ennbsp;eindelijk eene herberg, - d.i. eene verblpfplaats voornbsp;'^i'eemdelingen, die in Jerusalem zich ophoudende,nbsp;daar hunnen intrek willen nemen. De koning van
-ocr page 22-Pruissen heeft die opgerigt in de onderste verdieping van het Diaconessen-huis, ten dienste van reizigers vooral van Protestanten. De zusters be-zoi'gen het eten voor die reizigers en de huisvadernbsp;der herberg, die tevens haar helper is bp de mannelijke zieken, bedient hen. Gaarne zou ik u nognbsp;wat meer van den arbeid dier zusters verhalen,nbsp;die zoo menige vrouw in Christenlanden wonende,nbsp;die zelden haar gebed en zelfs niet eens iets vannbsp;haar geld voor de uitbreiding van het Godsrijknbsp;over heeft, beschamen, maar ik mag niet te uitvoerig worden. Alleen moet ik nog met een enkelnbsp;woord gewag maken van den man die haren arbeid op hoogen prijs stelt en zelf in het Oostennbsp;zoo zegenrijk werkt, den voortreffelpken Gobat.nbsp;Deze, een kweekeling van het Bazelsche Zendelinggenootschap, vroeger zendeling in Abyssinië opnbsp;de Oost-Kust van Afrika, is in 1846 benoemd totnbsp;hisschop van het vijf jaren vroeger te Jerusalemnbsp;gestichte Protestantsche bisdom, dat onder denbsp;bescherming van Engeland en Pruissen staat. Bisschep geworden , is hij zendeling gebleven. Opnbsp;eigen kosten heeft hij in de steden en dorpen vannbsp;Palaestina Christelpke scholen opgerigt, bijbelsnbsp;verspreid, bekwame schriftuitleggers aangesteldnbsp;en velen het zuivere Evangelie en zelf geprediktnbsp;en door anderen doen prediken. — Voor eenigennbsp;tijd werd hij er door den Engelschen consul, die
23
tot die streng kerkelijke partij iu de Engelsche kerk behoort, die meer of min tot het Roomschenbsp;Overhelt, eenigzins in zijne gezegende werkzaamheid belemmerd; maar later heeft zijne zaak,nbsp;die de zaak is van het zuivere Protestantismenbsp;gezegevierd en het is voor die zaak te hopen, datnbsp;de Heer der gemeente dien Gobat nog lang voornbsp;Jerusalem en de geheele kerk in het Oosten spare.nbsp;Overigens ziet het er in Jeruzalem en het ganschenbsp;Joodsche land nog treurig uit. Hier en daarnbsp;vindt men Evangelische gemeenten als te Nazareth,nbsp;te Sichein than.s Nablus geheeten, waar zij voornbsp;eenige jaren nog jammerlpk werden vervolgd;nbsp;maar de meeste inwoners des lands zijn nognbsp;Mahomedaneu of Joden of beboeren tot die velennbsp;in het Oosten, die zoo als wij hoorden den uaamnbsp;van Christenen, maar ook niet veel meer dan diennbsp;uaam hebben. —
En zoo ontvangen wij uit Palaestina als uit geheel westelijk Azië op de vraag: wachter! wat is er van den nacht?” het antwoord: »de morgenstond is gekomen en ’t is nog nacht.” Maar bedroeft ons dit antwoord ter wille van hen vannbsp;¦wie het gegeven moet worden, in dat antwoordnbsp;komt tot ons, Protestantsche Gristenen van Nederland, eene ernstige roepstem. Gij vraagt niet meer;nbsp;welke ? als gij nog eens er aan denkt, dat van Jerusalem de prediking des Evangelies uitgiug, dat in
-ocr page 24-•24
geheel Klein-Azië en Noord-Afrika eens het licht des Evangelies helder scheen. Ephesus en Sardes,nbsp;waarvan niets meer bestaat roepen ons toe: ,,gedenkt, hoe gij het woord ontvangen en gehoord hebtnbsp;en bewaart het en bekeert u; houdt dat gp hebt,nbsp;opdat niemand uwe kroon neme: weest wakende ennbsp;versterkt het overige dat sterven zou!” —Van eennbsp;volk, tot hetwelk het Evangelie gebragt is, maarnbsp;dat dat Evangelie niet op prijs stelt, naar datnbsp;Evangelie niet wandelt, kan het worden weggenomen. Wie onzer zou bij het licht der geschiedenisnbsp;durven ontkennen, dat het met Nederland zounbsp;kunnen gaan, als het met Klein-Azië ging. Denbsp;Heer beware er ons en onze kinderen voor! zoonbsp;bidt gij, hoop ik. Doet dat, maar geeft daarbijnbsp;gehoor aan de vermaning: bewaart er u zelvennbsp;voor in Zijne kracht. Wat ons volk doet, daarvoor zpn wij tot op zekere hoogte niet aansprakelijk: wij zijn het wel, een eigelijk voor ons zelven.nbsp;O! dat niemand een christendom belijde zondernbsp;Christus, zichzelven den naam van Christen geve,nbsp;voor dat hij zichzelven aan Christus gegeven heeft.nbsp;Dat in onze huisgezinnen Gods woord niet in vergetelheid zij, noch het den kinderen vreemd als zijnbsp;vader of moeder anders dan des Zondags den Bijbelnbsp;in handen zien nemen. Dat wij een iegelpk onszelvennbsp;beproeven en bp onszelven het werk der zendingnbsp;beginnen, dat wp het werken om ons. Ach ik
-ocr page 25-25
Vrees dat er ook in onze gemeenten nog z^n als te Epkesus, die hnnne eerste liefde verlaten hebben,nbsp;als te Sardes, wier werken de Heer weet, dat zijnbsp;den naam hebben, dat zij leven en zij zpn dood.nbsp;Van u die dit stukje ter hand naamt, hoop ik,nbsp;dat gij belang stelt in de komst van het Godsrpknbsp;op aarde. Toont die belangstelling door in dennbsp;kring, waarin God u plaatste, het uwe te doen,nbsp;Ook aan anderen, opdat over ons volk en ons landnbsp;niet kome het treurig lot dat over Klein-Azië kwam.nbsp;Denkt er aan dat het mogelpk is, waar Christusnbsp;alleen met den mond wordt beleden. Belijden wijnbsp;Hem met het hart en met onzen wandel, en zoekennbsp;¦wij anderen voor Hem te winnen. Om de komst vannbsp;ket Godsrijk biddende, doen wij het ook voornbsp;die landen, waar zoo als wij hoorden het Evangelienbsp;Op nieuw gebragt moet worden, maar ook Godenbsp;zij dank! door Hem, w’iens goedheid altijd grooternbsp;IS dan de zonde der menschen, weer gebragt wordt,nbsp;6n nemen wij daarbp voor onszelven ter harte denbsp;ernstige roepstem, waarmede elk der brieven van denbsp;zeven gemeenten, die in Azië zijn, sluit: »Wie oorennbsp;keeft, die hoore wat de Geest,” wij voegen er bij,nbsp;ook door de geschiedenis »tot de gemeenten zegt.”
-ocr page 26-27 Cents. . Peter Lobeck............. 15 . De welbestede stuiver.....10 , De wever uit Welsh.......07^ , De kleine bewoner van het Auvergnésche Gebergte.... 10 . De jonge Hutbewoonster... 22^ . Opwekking te Elberfeld.... 06 . De lersche boer........... 10 , Elisabeth Cunningham..... 15 . John Robins, de matroos... 10 . Uitbreiding der Parabel ,.. 10nbsp;. Kolonel Jacob Gardiner..,. 15i . De Stroopers-dochter...... 10 . De Bode met goede lijding. 15 . Jansje Allan.............. 15 , Zonderlinge tnsschenkomst der Voorzienigheid........ nbsp;nbsp;nbsp;07 . Levensber. van Amelia Gale 07J . Sara Hill.................. , l)c geschied.van MarySmith 12 J , De Dorps-predikant....... 10 , De waarheid van het Evang. 10 , Kracht des geloofs........ 10 . Herman de houthakker., 12^ , Laatste uren V.John Cowper 10 . liet einde van den tijtl..... 10 ; , Wat God bewaart, is wel | , Wie zijt gij ? Wat hebt gij De weCrhaan van het kasteel 12J Eben-Haëzer inLatakko... 10nbsp;Indiaansche bekeerlingen .. 10 , De Christen-feesten........ 05 Verhaal van 2 predikers... 07i De tijd en de eeuwigheid., 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;, Johan Coenraad Ter Linden 07^ , Een beroep op het hart.... 12i De landman in den Elzas.., 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen..........10 Levensloop van G.L.Töpfer, 07^ Eenige bijzonderheden uitnbsp;het leven ran Morrison..... 15 |
Cents. . De christelijke viering van . De zendelingen in Groenl.. 15 . Het bezoek bij een kranke. 15nbsp;. Brieven van een’leeraar .. 15 . Als God werkt, wie zal . De Soldaten-dochter...... . Het gelukkige sterf bed... lö . De weg en het middel ... 15nbsp;. De gast zonder bruiloftskl. 07$ . Treffend voorbeeld....... 07J . Levensschets v. Blumhardt 15 . De roepstem des Ileeren 15 . Eerste zend. te St. Thomas 15 . De Russische kleermaker. 07J . Kermerk. v. een kind Gods 07^ . Overtuiging verw'aarloosd. 12^ Woord aan jonge moeders. 07^ . De onbekende zendeling.. 04 . Opmerkelijke leiding Gods 07 . Ged. over de eeuwigheid.. 07^ De Christen in het gasthuis 03 , Wie zoekt die vindt....... 05 . Levensb. van een’soldaat., 05 , Pacalsdorp............... 07^ . Bekeeringv.A. H. Franke. 04 |
Cents,!
85. nbsp;nbsp;nbsp;Blandina................ Ö74jl33,
86. nbsp;nbsp;nbsp;Hede van een grijsaard ... 07^1133.
87. nbsp;nbsp;nbsp;Hethuisgez.teHaeterdale 15 ‘lo4.
88. nbsp;nbsp;nbsp;Inwendig Christendom onder Hottentotten ......... 05 135.
89. nbsp;nbsp;nbsp;Aarons dood............. 15
90. nbsp;nbsp;nbsp;Het Paaschfeest.......... nbsp;nbsp;nbsp;10 136.
91. nbsp;nbsp;nbsp;Leven van Chrysostomus • 074 ^07.
92. nbsp;nbsp;nbsp;Het geheimzinnige in den 138.
Christen................. 05 139.
93. nbsp;nbsp;nbsp;Jacob Wilson............ 15
94. nbsp;nbsp;nbsp;De eerste kerkgang...... 10
95. nbsp;nbsp;nbsp;'Wanneer ben ik, enz.....06
96. nbsp;nbsp;nbsp;Overeenk. Christel. Godsd. 05
97. nbsp;nbsp;nbsp;Zendingsgave............ 15
98. nbsp;nbsp;nbsp;pe zwarte knecht........ 10
99. nbsp;nbsp;nbsp;Waarschuw, tegen valsche
inn overleggingen............ 1?
100. De bedelaar.............. Oo
JOl- Samuel Mills............. 05
102. nbsp;nbsp;nbsp;Triomfboog van Titus .... 06
103. nbsp;nbsp;nbsp;Zijt gij gelukkig?......... 074
104. nbsp;nbsp;nbsp;Uit- en inwendige zending 05
105. nbsp;nbsp;nbsp;De twee erfenissen.......05
106. nbsp;nbsp;nbsp;De waarde van het gebed. 074
107. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Crowther......... 074.
108. nbsp;nbsp;nbsp;Catharina Philips ........ 074Skcgt;
109. nbsp;nbsp;nbsp;Goodluck Day............ 074i{58;
110. nbsp;nbsp;nbsp;De toestand der heid.vrouw 074 J54*
140.
141.
142.
143.
144.
143.
146.
147.
148.
149.
150.
151.
111. nbsp;nbsp;nbsp;Middel om rijk te worden. 04 ^55
112. nbsp;nbsp;nbsp;Eene oude beproefde raad . 124
113. nbsp;nbsp;nbsp;Verband ijver voor de zend. 07 155
114. nbsp;nbsp;nbsp;Ra-Poor-Negro..........05 ]57^
115. nbsp;nbsp;nbsp;De zendel. onder de heid. . Oö^'jgy
116. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eener ]59nbsp;zesdelingsviouw. Ie brief. 05 jgo
117. nbsp;nbsp;nbsp;De Christen-vrouwen der
118. nbsp;nbsp;nbsp;Christina en Esther....... 06
120. nbsp;nbsp;nbsp;De vei hoogde Heer....... 05
121. nbsp;nbsp;nbsp;De zegenrijke vi'ucht van
een rijksdaalder.......... 02 154
122. nbsp;nbsp;nbsp;Opw. tol b. werk der zend, 05 i65
123. nbsp;nbsp;nbsp;De Baron Dhijhern....... 074 166
124. nbsp;nbsp;nbsp;Een woord tot aanbeveling 157
der zendingszaak......... 074 168
125. nbsp;nbsp;nbsp;De toekomende wereld.. 05 169
126. nbsp;nbsp;nbsp;Iets uit het leven eener 170nbsp;zendelingsvrouw. 2e brief. 07 171
127. nbsp;nbsp;nbsp;Eene uit duizend........06 172
128. nbsp;nbsp;nbsp;Eene Martelaarsgeschied. 05
129. nbsp;nbsp;nbsp;Een Rahbi die rust zoekt
bij Christus............. 05
130. nbsp;nbsp;nbsp;De Christin geroepen totnbsp;deeln. aan de zendingzaak. 05
131. nbsp;nbsp;nbsp;Zoeken en vinden.......10
Cents.
Eene zwaar beproefde geloofsheldin............... 074
Marianne, de Eijbelver-spreidster van St. Giles.. 10 De dochter v, d. Landman I24nbsp;De hoop des christens ., 074nbsp;Helleven van v.d.Kemp. 05nbsp;Kunt gij altijd van Jezusnbsp;zwijgen V................06
Hel werk v. kleine Jessie. 074
Liefde voor liefde.......05
Heilig leven, zalig sterv. 074 Een sterfb.in den vreemde 074nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 3e brief 05nbsp;Iets uit hel leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 4e brief. 05nbsp;Levensgcsch. van eenen
Eeneuitu.helpsterd.zend. 05
Wat een reisverhaal kan
Een blik in de Jav. huish. 05
Een Israel, tot Cbr. gebragt 74 Schoone plaatseh uit denbsp;schriften van 3 Kerkvaders 074
Uit onze Brievcntasch ... 074 Een andere Oom Tom ... 05
. De Soldaat en de Landverh. 06 Getuig, omtrent de godsv.nbsp;en het leven der christenen 04nbsp;2 tafereelen uit het levennbsp;en werken van een zendel. 074nbsp;. Eenzaammaarnietverlaten 074nbsp;. Uit onze Brieventasch II. 074nbsp;Mededeel, van Ulfers I. 074nbsp;idem idem 11. 074nbsp;. Over zeiidingnietliode I.. 10nbsp;idem idem 11.. 10nbsp;idem idem III.. 10nbsp;Het kruis der bespotting. 074nbsp;. De Zending onder de volkennbsp;der aaide. I. Europa..., 074
-ocr page 28-