-ocr page 1-






mm





■ nbsp;nbsp;nbsp;' .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.,;.^ - 1-vv ■'‘'lt;gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

■ nbsp;nbsp;nbsp;4.V. :■■■?-•quot;■'’■ ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-

' ■ nbsp;nbsp;nbsp;‘-f -iy '^ .yyy

-ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4- -ocr page 5- -ocr page 6- -ocr page 7-

Ir

M. G U Y O T%

I-

NIEUWE NATUUR- EN WISKONSTIGËnbsp;VERM A AKLYKHEDEN.

Betreklyk den Zeiljleeriy de Getallen^ de Gezigt^ kunde, de Scheikunde en eene ineenigtenbsp;anderen nooit voor dezen innbsp;’t licht gégeeven.

Uit bet Franfcb Vertaald en m^t eenige Aantel-* keningen vermeerderd.

EERSTE DEEL.

Met Koperen Platen.

te ROTTERDAM,

By REINIER ARRENBERÖ,

M. DCC. L X X I.

-ocr page 8- -ocr page 9-

VOORREDE

VAN DEN

VERTAALER.

T^at de Natuurkundige Weteri-^ fchappen in onze dagen in vpel algemeener achtinge zyn, en met oneindig meer yver beoefFend en bevorderd worden, dan in voofige tyden,nbsp;is genoegfaam een ieder bekend; ook

Si, !?¦

-ocr page 10-

IV VOORREDE is de feden hier van niet verre tenbsp;zoeken. De Menfch, uit zynen aartnbsp;traag tot arbeiden en niettemin weetgraag en nieuwsgierig, bemint in allenbsp;zyne navorfchingen het gemaklcely-ke, het ligtbevattelyke; de Menfchnbsp;daarenboven word tot onderzoek hetnbsp;allermeell aangefpoord door de ken-nisfe en het gevoel van het nuttigenbsp;en vermaakelyke; en niets is ’er datnbsp;zynen aandagt geweldiger trekt, en zyne weetluft fterker uitlokt, dan hetnbsp;nieuwe en verwonderlyke. De Na-. tuurkundigen van onze eeuw, vannbsp;dat alles be wuft, en verlangende datnbsp;de waarde van hunne wetenfehap algemeen gekend en hooggefchat wor *

den

I

-ocr page 11-

wm


Van den VERTAALER. v den mogt, hebben hunne befte poo-gingen aangewend om dezelve naar allenbsp;die gemoedsneigingen te fchikken;nbsp;en men mag zeggen, dat zy ’er by uit-neemenheid in geflaagd zyn, Zy hebben de Natuurkunde in alle opzigtennbsp;gemakkelyk gemaakt, zoo veel lichtnbsp;bygezet en zoo duidelyk verklaard,nbsp;dat zy voor een groot gedeelte ondernbsp;het bereik zelfs der eenvoudigftenbsp;Verftanden valle; zy hebben al denbsp;Waereld doen zien, dat de kennisfenbsp;der Natuur voor een ieder van ’tnbsp;grootfte belang, nut en voordeel zy,nbsp;dat zy ons voorziet van allerley be-»nbsp;hoefcens en genoegens; dat zy in*-vloed heeft op den geheelen Menfch,nbsp;* ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat

-ocr page 12-

V] VOORREDE dat zy het lighaam gemak en veiligheid bezorgt, en te gelyk deszelfsnbsp;zintuigen fcherpt en de alleraange-naamfte gewaarwordingen doet ondervinden ; dat zy den geeft te eenemaalnbsp;herfchept cn veryiert; dat zy hetnbsp;verftand opklaart cn duizende, dage-lykfch in de menfchelyke Samenlee-ving voorkomende gevallen, zoo welnbsp;als allerhande cn overal in ’t oog loo-pende vcrfehynfeien der Natuur leertnbsp;verftaan; dat zy ons oordeel vannbsp;nieenigvLildige fchaadelyke vooroor-dcelen , ongelukkige dwaalingen, kin-.dcrachtige bygeloovigheden en ydelenbsp;angften bevrydt; ja dat zy zelfs onzen wil en wyze van doen merkelyk,

ver-

-ocr page 13-

VAN DEN VERTAALER. vij verbetert en regelt, het befte leertnbsp;verkiezen, de dingen beter behandelen, gevoegelyker fchikken en metnbsp;meer nut gebruiken; in ’t kort datnbsp;zy een Menfch eerft regt tot eennbsp;Menfch maakt, dewyl zy hem te ge-lyk opleidt tot de hoofdeindens vannbsp;zyne fcheppinge, de kennisfe en denbsp;eere des Scheppers, wiens onbepaalde almagt, ondoorgrondelyke wys-heid en onbegrypelyke goedheid, zynbsp;allerduidelykft ten toon fpreidt. Bynbsp;dit' alles hebben onze hedendaagfchenbsp;Natuurkenners getoond, dat haarenbsp;wetenfchap de allerredelykfte uitfpan-ningen, de alleraangenaamfte tydvef-dryven en de allerwezenlykfte ver-mai

-ocr page 14-

VIIJ VOORREDE maaken aan de handj geeft; dat zy da-gelyks nieuwigheden ontdekt, telkensnbsp;wonderen aan den Geeft vertoont,nbsp;dc verborgenfte geheimen der Natuurnbsp;ontvouwt, en alle de beguichelingennbsp;en behendigheden der Konft het masker weet af te trekken. Geen wonder derhalven, dat eene Wetenfehapnbsp;zoo ligt verftaanhaar, zoo nuttig,nbsp;zoo aangenaam en verrukkelyk, thansnbsp;zoo algemeen geacht en bemind, ennbsp;by alle befchaafde Volkeren met zoonbsp;veel yver, door Gezelfchappen vannbsp;Geleerde Mannen aangekweekt ennbsp;beoeffend word; ja geen wonder datnbsp;de Vorftenhaar om ftryddoor magt ennbsp;ciildaadigheid onderfteunen en bevor

derei^

1

-ocr page 15-

VAN DEN VERTAALER. ix deren, Verfcheide uitmuntende Ver-flanden hebben aan dat groote ennbsp;nuttige Werk gearbeid, en ieder hunner heeft het zyne tot dien opgaan-den luifter en bloey der Natuurkunde toegebragt. Een Descartes ennbsp;Newton hebben haar geheel heivnbsp;voi-mt 5 en van het juk der onkunde, by-geloof en vooroordeelen ontheft; eennbsp;’s Gravesande , Musschénbroek ,nbsp;Desaguliers , Nieuwentyd , Der-HAM, Martin en anderen hebbennbsp;haar meer en meer licht by gezet ennbsp;op de huishoudinge der menfchelykenbsp;Maatfchappye allezins toepasfelyk ge-ïiiaakt; maar niemant heeft haar aannbsp;alle de opgetelde eindens te gelyk be-* 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ter

-ocr page 16-

X VOORREDE ter doen beantwoorden dan de wyd-beroerade Nollet , die door een ge-meenfamen leertrant, aangenaame,nbsp;klaare cn eenvoudige wyze van voor-ftcliinge deze \vetenfchap eene taalnbsp;heeft doen fpreeken die al de Wae-reld bemint en verftaan kan, en dienbsp;daar door dezelve in eene algemeenenbsp;fraaak gebragt, en van eene wyduit-geftrekte nuttigheid gemaakt heeft;nbsp;en niemant heeft haar het laaftge-. noemde oogmerk beter doen bereiken dan de Schryver v'an dit Werk.nbsp;De Heer Guyot heeft door deze zy-ne Natuurkundige en Mathematifche Ver-maaklykheden aan al de Waereld eennbsp;redclyke Uitfpanning en een alleraan-

ge-

-ocr page 17-

\ VAN DEN VERTAALER. Xj ^enaamfl: Tydverdryf willen verfchaf-fen; hy heeft zynen evenmenfch willen verlichten omtrent de zoogenaamde begoochelingen, en allerley behendige Konftgreepen en gaauwighe-den, die het Gemeen verblinden; hynbsp;heeft hem langs dien weg willen be-vryden van meènigvuldige bygeloo-vdgheden, vooroordeelen en onkunde ; hy heeft verders beoogd hem denbsp;wonderbaare kragten en werkingennbsp;der Natuur, entegelykde fchrande-re vindingen en gelukkige ontdekkingen van het menfchelyk vernuft tenbsp;leeren kennen; en hy heeft eindelyknbsp;bedoeld offl door dat alles de luft ennbsp;yver tot beoeffening der Natuur- en

Wis»

-ocr page 18-

XIJ VOORREDE Wiskunde in hem op te wekken, Ie-vendig te houden en te vergrooten,nbsp;om daar door de lief hebbery en achting dier twee voortreffelyke en al-lernuttigfte Wetenfchappen te ver-meenigvuldigen en uit te breiden: ennbsp;deze zyn ook de waare bedoelingen,nbsp;die ik my in het vertaalen van ditnbsp;Werk voorgefteld heb, ^

Wat de Vertaaling zelve betreft, ik tW3’^lFel of ’er ooit een Werk in onze Taal overgebragt zy, waar in mennbsp;meer vryheden heeft moet gebruikennbsp;om het een duidelyken en volledigennbsp;zin te geeven, niet alleen wegens denbsp;veelvuldige Konftwoorden, verbloemde

-ocr page 19-

VAN DEN VERTAALER. xiij de Benaamingen, en franfche Spreekmanieren, maar inzonderheid wegensnbsp;verfcheide duifterheden en fouten, dienbsp;in de befchryvingen van den Toeftelnbsp;der Vermaaklykheden op veele plaat-fen in het Oorfpronkelyke en in denbsp;Plaaten voorkomen; welken ik verbeterd , en waar voor ik klaare en ver-ftaanbaare befchryvingen in plaats gefield heb; waar by ik nog hier ennbsp;daar verfcheide Aanteekeningen gevoegd heb, die gedeeltelyk tot op-helderinge, gedeeltelyk tot vermeer-deringe van dit Werk ftrekken; om alnbsp;het welke ik meene, dat deze Vertaa-hng het Oorfprongelyke overtreft;nbsp;terwyl ik my vleye, dat zy deswegens

-ocr page 20-

XIV VOORREDE amp;c. gens, zoo wel als om de fraaye uiC*nbsp;voering van den Druk en Plaaten nietnbsp;minder behaagen en aan de bedoeldenbsp;öogmermerken ruim zoo vëeF voldoen zal.

VOOR-

-ocr page 21-

4- nbsp;nbsp;nbsp;«A-^ ^6Alt;gt;

^ lt;^gt;gt; nbsp;nbsp;nbsp;^'Sgt;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;#

4 nbsp;nbsp;nbsp;^95 V«3^ ^

VOORREDE

De Natuur- en JVtskundige Weten-fch ppen, zoö nuttig en noodza-ike-lyk voor alle andere Konjlen en Weten-fchappen, dat zy het voornaatnjie viezen der2elven in zig bevatten, firekken zignbsp;ook uit tot onze Fermaakelyke Tydkortin-gen, en deze Tydkortingen, daar zy dienbsp;Wetenjchappen tot haaren grondjlag hebben, zyn daarom zoo veel te aangenaa-mer, omdat zy louter verjlandelyk zyn,nbsp;en de geejl ’er alleen deel in beeft \nbsp;viaarom zy ook van alle tyden de mt-fpanning geweeji zyn van de aanziene-lykjie Perfoonengt; *

Eene

* Keizer Karel de XII, Koning van Zweeden, die oorlogzugtige Vorft, wift zig

zeer

-ocr page 22-

VOORREDE.

Eene te langduurige wfpanning op ern-Jiige onderwerpen, of op de heoeffening van afgetrokkene en moeijelyke zaaken,nbsp;veroorzaakt op 'c laatji veivceling en ver-nioeijing, die de gecjlen zouden uitputten , zoo men dezelven niet weder verlee-vendigde door vermaaken, welken bekwactmnbsp;zyn om die order en geregelde huishou-dmg ie her feilen, die zoo noodzaakelyknbsp;is om het Ughaam in zynen voorigen Jiaotnbsp;te bewaarenquot;, met alk recht kan mennbsp;derhalvên deze Tydverdryven aanmerhennbsp;ah onfchuldige Geneesmiddelen, welken denbsp;Natuur f die altoos zig uitjlrekt naar het

gene

zeer wel vafi alle vermaaken te ontflaan; hy verbood het Spel aan zyn Krygsvolk; maarnbsp;hy prees hun het Schaakfpel aan, dat hynbsp;aanmerkte a's eene wetenfchap noodzaakelyknbsp;voor Oorlogshelden. Dé Heer de Voltairenbsp;verzekert ons, dat deze Vorll dat Spel dik-wyls fpeelde met den Geneiaal Popiatoskinbsp;en met zynen Schatbewaarder GaoTHusiN-

-ocr page 23-

VOORREDE, 'xvrj

gene tot ons welzyn medewerkt, ons aan-^ biedt om die nadeelige gevolgen voorte-komen^ welken ongetwyffeld onjlaan zournbsp;den uit eene te fterke infpanning op denbsp;Letteroeffening, waaraan onze natuurlykenbsp;gejleldheid niet lang zoude weerjiaannbsp;kunnen.

Dog dit is niet bet eenige voordeel ddt 'er uit voortvloeit, het is wel zeker datnbsp;dit foort van Tydverdryven zeer veel toebrengen om onzen geeji op te eieren, ennbsp;aan onze wyze van denken die Meetkon-jlige juijiheid te geeven, welke zoo nuttig is in alle de andere verrigtingen desnbsp;leevens’, zy geeven ook een grooter uit-geflrektheid aan onze kundigheden, énnbsp;hebben daarenboven het voordeel van onsnbsp;dikwyls te leiden tot nuttige erntdekkin-gen.

Deze Uitfpanningen zyn gefehikt voor

allé

-ocr page 24-

xvnj VOORREDE.

alle Standen en Staaten, voor allerky Ouderdom t, alles wat iets wezenlyks toe-brengt om onze kundigheden te vermeerderen en het licht van ons verjland te ver-grooten^ doet ons aan op eerie aangenox-me wyzcé

De geejl heeft buiten tegenfpraak zy-ne byzondere Vermaaken^ die hem alken eigen zyn: men fchept bebaagen in eenenbsp;tnoeijelykheid te ontwarren, en in een geheim te ontvouwen^ ’t welk anderen nietnbsp;verjlaan nog ontdekken kunnen; men heeftnbsp;zelfs een geheime voldoening van doornbsp;eenige uitiverking in verwondering te ge-raaken, door het plaizier dat men zig voor-fielt te hebben met 'er de oorzaak van tenbsp;doorgronden-

Alles wat men over het onderwerp van dit PVerk, zedert veele Eeuwen y heeftnbsp;in 't licht gegeeven., is altoos ganfiig

m-

-ocr page 25-

XIX

VOORREDE,

ontvangen t en de Schryversy mlkendeze Stoffen hebben verhandeld, hebben toequot;nbsp;juiching en achting behaald i men heeftnbsp;egter reden om veelen van bun te verwy--teny dat zy ons eene meenigte dingen hebben over geleverd op het berigt van die geesten^ 'melken ben voorgegaan zyn^ en zonder de mogelykheid 'er van zelve onder-zogt en beproefd te hebben *. Het licht ^nbsp;dat door de beoeffening der Natuur- ennbsp;ÏViskunde^ zeden dien tyd, over die onderwerpen verfpreid is, heeft al het onge-ryinde en vermonderlyke in hunne Schriften voorkomende , verbannen , , hoewelnbsp;men erkennen moet, dat ’er veele dingen in gevonden morden ^ die niet alleennbsp;aangenaam maar ook ten uitterjie nuttignbsp;zyn.

Df

* Onder de dingen die men b.y de Oude Schryvers vindi, gelyk Porta en Cardaw,nbsp;2yn ’er veelen, die zelfs nj£t de minjlenbsp;waaxfchynlykhcid hebben.

-ocr page 26-

- XX VOORRED E .

De Heer Bachet de Mesiriac, heroemd door verfcheidene fVgt;.rken j heeftnbsp;iet eerjlverfcheide weetenswaardige Fraag*nbsp;jlukken en Vermaaklykheden omtrent denbsp;Getallen uitgegeeven^

Niematit heeft de FermaaUykheden en iuitengemone Begukhelingen der Gezicht'nbsp;kunde beter befchreven dan Vader Nr-CERON, die ons eene zeer uitgebreidenbsp;Verhandeling over die Stof heeft nage-laaten»

De Heer Ozanam, Hoogleeraar der Wiskunde^ heeft uit de Schryvers^ dienbsp;hem voorgegaan 'wceren^ ’t geen van Vnbsp;meejie belang was, by een gezameld, ennbsp;^er zeer veel van het zyne by gevoegd; ennbsp;een volledig Werk van Wiskundige Vermaaklykheden uitgegeeven. Hiemant éasnbsp;zekerlyk bekwaamer om die Sloffe keurignbsp;en grondig te behandelen} trien kan nog»

'thans

-ocr page 27-

y o o R R E D E. XAJ *

thans niet ontveinzen., dat zyn Werk irt verfcheide opzigten te diep innig is. voornbsp;den Tytel, dien bet draagt: zoodra mennbsp;onderwerpen opgeeft tot loutere Tydkor-tinge, moet men noodzaakelyk alles uit.,nbsp;zonderen, te groote infpanning ver-eifcht, of het geen te uitgejkekte kundig.,nbsp;heden veronderjielt. Zedert de dood vannbsp;OzANAM, heeft men verfcheide nieuwenbsp;Uitgaaven van zyn Werk gezien, die allenbsp;zeer wel mtfangen zyn; maar het is tenbsp;verwonderen, dut men het zoo aanmerke-iyk vermeerderd heeft, zonder ’er by tenbsp;voegen het voornaamjle het nuttigjle, datnbsp;in dien tusfchentyd ontdekt

Ik ben wel verre van my te verheelden , een Werk gefchreven te hebben zoo geleerd als dat van dien Meetkundigen;nbsp;maar ik heb eene byzondere oplettenheidnbsp;gehad om dingen voor den dag te brengen,nbsp;die tiiSUW en aangenaam en van eem ge-**nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mak--

-ocr page 28-

xiïj VOORREDE.

makkelyke uitvoeringe zyti’, ook heb ik my moeite gegeeven om verfiaanbaar te zytinbsp;aan hun zelfs ^ die niet dan eene ztet ge»nbsp;rifige kennijfe van de Natuur- eii JVii*nbsp;kunde hebben f ik heb daarom etger niet-verzuimd de beginfeien en de eórzaaken tenbsp;verklaar en en aan te wyzcn, welken de*nbsp;ze nieuwe Wonderen vóórtbrengen i maarnbsp;ik heb getragt dezehen eenvoudiger ténbsp;maaken\ ik heb uit Imnne uitwerkingennbsp;êe Fermaaklykheden getrokken j netkmnbsp;my het bekwaamjle fcheenen om te ver-rasfen en te verwonderen y en ik heb dezelve gemaakt en toégejleld indierveegen ynbsp;dat zy hen, voor wie men haar vertoonennbsp;wily ten uiterfle nieuwsgierig maaken; ditnbsp;was het wezenlykjle, waar op ik tny moejinbsp;toeleggen om dus meerder voldoening tenbsp;geeven aan hun, die V zig mede zoudennbsp;willen vermaaken.

Het eerjle Deel bevat alle die Fer-' nbsp;nbsp;nbsp;maak-

-ocr page 29-

VOORRED E., xxirj

maakljkheden i welken door de kragt van den Zeil/leen gefchieden; het is door dennbsp;zehen, om zoo te fpreeken, in een Werk-tuigelykSamenJlel in te lyven, dat ik gekomen ben tot dezelven onder verfcheide ge^nbsp;daantens te vermommen» en viel indiervoe-gen, dat het gt; ten zy men dezelven ken-tle ^ niet natmrlyk aan ons oog en begripnbsp;voorkomt y dat zy allen dezelfde oorzaaknbsp;hebben. Ik heb in dit Deel ingevoegd ynbsp;niet alleen alle de Fermaaklykheden metnbsp;den Zeiljleen y die in de laatfie Jaarennbsp;verwondering en zelfs verbaazing verwekt hebben', maar ook eene meenigtenbsp;anderen y welken nooit gemeen gemaaktnbsp;zyn, en welken ik zelve voor ’t groot-Jle gedeelte toegejield en bedagt hebbe.

Het tweede Deely waar in ik meer StoJ gebod heb van my uit te breiden, ban-delt van die Fermaaklykheden, die door denbsp;eigenfcbappen en evenredigheden derProgref

fier4

-ocr page 30-

XKiv ' VOORREDE.

fien^Talreijen, endoor de famenvoegin-gen en verzettingen van Getallen gefchie-den; deze bewerkingen hebben tny eene meenigte nieutve Fermaaklykheden ver-fehaftj welken te gelyk aangenaam ennbsp;leer faam Zyn; men zal ’er onder anderen in vinden, ver/cheide zeer buitenge'^nbsp;woone zetten van het Schaak/pel, en zeefnbsp;ongemeene Jlagen van het Piquet-Spel;nbsp;Samenvoegingen en Spelen, die niet bekend zyn; veelerbande manieren van metnbsp;Cyffers te fchryven, en om zondernbsp;Sleutel te ontcyfferen ’t geen gefchrevennbsp;is. De Fermaaklykbeden van dit Deelnbsp;zyn voor ’t grootjle gedeelte zoo nieuwnbsp;als verwonilerlyk. En om aan de begeerte v m heUf die voor dit Werk ingefchre-ven hebben te voldoen y beb ik my toegelegd om ’er by te voegen ver/cheide aan-genaaine, weinig bekende en nieuwe Ver-maaklykheden y die met de Kaarten ge^nbsp;fobieden.

JPS

-ocr page 31-

VOORREDE. XXV

De aangenaame Begoochelingen, die de Gezichtkunde aan de hand geeft, maa-ken het derde Deel uit. Ik heb geoor^nbsp;deeld hier in te moeten brengen al bet gee-ne van dit onderwerp bekend en van belang is; niettemin zal men ’’er zeer veelenbsp;byzondere dingen in vinden, welken,nbsp;fchoon zy het zelfde beginfel hebben, nog-thans onder verfchillende gedaantens voorkomen ^ die bun een zeer groote verfcheunbsp;denheid geeven.

Het vierde Deel zal bejlaan uit Vmnaah lykheden, welken door de fcheikonjiige Men.,nbsp;gingen en SamenfielUngen gefchieden ^ en dienbsp;men door Phosphoren of Vuurwerken kannbsp;vóórtbrengen. De Sympatheti/che InStennbsp;hebben my mede verwonderlyke verfchei-denheden opgeleverd. Daarenboven zalnbsp;dit Deel bevatten de Vermaaklykhedenynbsp;die door middel van de Lucht ^ het Wet.nbsp;ter en bes Vim gefchieden; men zal ’er

lt; nbsp;nbsp;nbsp;ook

-ocr page 32-

XXVJ VOORREDE.

oaè de Konjl in vinden om Vtatrwerken te maaken, die de Natuur volmaakt na^nbsp;hootfen, en vielken zeer verre overtreftnbsp;jen alle de voortbrengfels, die over ditnbsp;onderwerp tot hier toe het licht geziennbsp;hebben.

Ik heb niet fpaar/aam geweeji in bet gebruik van Plaaten, zj zyn in een vrynbsp;groot getal; om dezelven verjlaanbaardernbsp;te maaken, heb ik by ieder, derzehen gevoegd haare byzondere uitleggings onaf-h^tnkelyk van ditf welke in het lighaamnbsp;van het werk zelve bevat zyn; in't kort.nbsp;ik heb gezorgd dat men niets meerdernbsp;konde begeeren's ik heb zelfs beter geoordeeld in eenige herhaalingen te vallen ^nbsp;dan het gevaar te hopen van my niet uit-voerig genoeg verklaard te hebben.

Elke Vnmaaklykheid bevat haaren toe-Jiel, baar ukwerkfel j en bet vermaak

dat

-ocr page 33-

VOORREDE, xxvij

dat men ’er uit trekken kan, om een ieder te vervrolyken en eene algemeene verwonderingnbsp;ie verwekken.

Ik hoop dat het Gemeen my eenige erkentenis zal bewyzen voor hun alle die Wonderen en Tovergreepen ontvouwd tenbsp;hebben, en ik kan verzekeren dat ’er geennbsp;eene van deze l^ermaaklykheden is, welkenbsp;men niet met weinig kojlen toeflelkn ennbsp;ter uitvoer brengen kan. Om daar toe tenbsp;geraaken, moet men alleen zorg draagennbsp;dat men zig van handige en kundige W^rk-lieden bediene: Ik heb haar allen ten ver-maake van eene aanziénelyke Perfonaadjenbsp;in ’t werk gejield, en zy hebben allenbsp;naauwkeurig de vereifchte uitwerking gedaan.

Myn voornaamjle doelwit met dit Werk uit te geeven is geweejl, niet alleen omnbsp;te vermaaken, om te keren, en eene aan-

ëf'

-ocr page 34-

XKviij VOORRE DE;

genaame tydkorting te verfchaffen, nmi^ tevens om vooringenomene Lieden te doennbsp;zien dat ’er niets bovennatuurlyks in dezenbsp;Vermaaklykheden en Konjljes is opgejlo-ten; en of ik aan deze bedoelingen voldaan hebbey laat ik kundige Lieden beoor-ieelen.

VRR-

-ocr page 35-

VERKLAARING

DER

PL A ATEN,

in dit eerjle Deel bevat.

EERSTE PLAAT. Bladz. 44.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Een Zeilsteen. BB denbsp;twee yzere Stukken die de Wapeningnbsp;’er van uitmaaken, en die vaftgehoudennbsp;worden door den koperen Band F. E denbsp;Ring om hem op te hangen; G de yzere of ftaale Draager die men voegt aannbsp;de twee Poolen van den Zeilfteen ofnbsp;deszelfs Wapening, dat is aan de vierkante Voetjes of Hieltjes D D. H de Haak ,nbsp;waaraan men het Gewigt hangt, dat denbsp;Zeilfteen opligten kan.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Konstige Zeil--ïteem, beftaande uit vier of vyf ftuk-ken van Schermdegens, aan elkanderennbsp;verbonden door kopere Banden of Ringen,

-ocr page 36-

go VERKLAARTNG

gen: van het onderfte end A bedient men zig om NaaMens te bekragtigen.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Magnetische Kt-»nbsp;KKR van buiten, en doorgefneden tenbsp;zien. A het Oogglas. D het Voorwerp*nbsp;glas, dat ’er alleen voor de leus aan is.nbsp;B, dc glaze Schyf, die de aangeftreke-ne Naaide C belet van haare Spil tenbsp;gaan.

bb. Eene aangestreken Naalde, gefchikt om ingevoegd te worden in denbsp;bordpapiere Kringen, die in verfchei-dene Vermaaklykheden van dit Deel tenbsp;pas komen, d d dezelve op haare Spilnbsp;geplaatst.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Magnetische Wic-CHEUROEDE dootgefneden. C het fiaalenbsp;bekragtigde Roetje, dat ’er in moet gedaan worden. A en B de twee yvoorenbsp;Knopjes, welken dat Roetje tegenhouden , en eene verfchillende gedaante hebben om de Poolen ’er van gemakkelyknbsp;te kennen.

V. en

-ocr page 37-

ai

DER plaaten;

V. enVI Ficudren. EeaHoEFyzEB, onbekleed, en met bout bekleed. BEnbsp;deszclfs Wapening, als men ’er eennbsp;groote kragt om aan te trekken aan gee-ven wil.

II. PLAAT. Bladz. 56.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A B C D , Het onderftenbsp;binnengedeelte van de Doos met Bloemen, Eerjte F'ermaaklykbeid j in welknbsp;men de twee Bloemen F en G legt. Enbsp;het Vaasje, waar in het onderend vannbsp;het bekragtigde Roetje, dat voor Steelnbsp;van die twee Ruikers dient, gezet word,nbsp;en welke Poolen verfcheidenlyk ge-fchikt zyn.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A B C D, het ondetfienbsp;binnengedeelte van de Cyfferdoos,nbsp;Tweede l^ermaaklykbeidjVfaar in de tweenbsp;Blaadjes C en T moeten gelegd worden. C C de Staaven die in ieder dezernbsp;Blaadjes moeten gevoegd worden. 18,nbsp;*7 gt; 36 en 45 de Getallen, welken mennbsp;in die zelfde aangewezene order ’er opnbsp;fchfyven moet, nadat men de Blaadjes

be-

-ocr page 38-

VERKLAARING

beplakt heeft om de Staaven 'er vail te verbergen.

III. PLAAT. Bladi. 70.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A. De Vlakleggendenbsp;Magnetische Wyzer van de Berdenbsp;Vermaaklykheid. B. zyn beweegbaarenbsp;Voet. C de bordpapiere Kring, waarnbsp;onder het zeilfteenkragtige Stuk E is,nbsp;’t welk op den Wyzer A valt is.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur De Wyzer, op welken denbsp;Kaarten geteekend flaan.

III. Figuur. A en D de twee Naai-dens,die beurdings voor deze Vermaak* lykheid dienen,' en aan wier punt vannbsp;de eene het Zuiden en van de anderenbsp;het Noorden is.

IV. PLAAT. Bladz.

I- Figuur. D D De Regtstandige Wyzer van de F'ierde F’ermaaklyJétid ^nbsp;van beide zyden en opzynen kant te zien.nbsp;E F zyn Voet. A en B de bordpapiere

Krin-

-ocr page 39-

Kringen, waar op de Getallen aangewezen zyn inoeten. L de aangeftreken Naaide. 1 denbsp;Spil, waar op zy ftaat.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. M het binnenfte van denbsp;Cerfte Doos van de P^yfde Vermaaklyk'nbsp;beid de Behendige Schilder; waar innbsp;een geverwd bordpapiere Blad legt,nbsp;dat in D open is, N, het binnenfte vannbsp;de tweede Doos, waar in men de viernbsp;Êlaadjes O P Q R leggen kan, V. de ftandnbsp;van de Staaven, die ’er in verborgen zynnbsp;moeten.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Da bordpapiere Kring,nbsp;waar in eene aangeftrekene Naaide O Qnbsp;is, en waar op in ’t klein getekend zynnbsp;de vier Schilderytjes O P Q R. T, hetnbsp;Profil van de eerfte Doos, waar in dienbsp;Kring befloten is.

VI.

-ocr page 40-

34 VERICLAARING VI. PLAAT. Bladz. -jog.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A, de Dubbelde Cyf-FERDOos van de Zesde F'ermaaklykhcid ^nbsp;waar in men geheimelyk de Blaadjesnbsp;legt. C D E P de vier Blaadjes onbeplakt, op welken men ziet de bcfcra^-tigde Staaven en haare rigting, en denbsp;CyfFerlecters, die men op de Blaadjesnbsp;zetten moet, nadat men dezelvenomnbsp;de Staaven te verbergen, beplakt heeft.nbsp;B, de tweede Doos, en haare vier ope-ningen O, waar door men ziet de Cyf-ferletters, die verfchynen moeten; mennbsp;ziet ook in deze Figuur den ftand dernbsp;CyfFerletters en cier Naaldens, die verborgen zyn onder, het bórdpapiere Blad,nbsp;dat het boven binnengedeelte van dezenbsp;Doos bedekt, en de Kringen waar opnbsp;zy geplaatfl zyn.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het binnenhe van denbsp;Doozen met de Twee Tover-Getallen van de Zevende Vermaaklykbeidy.ennbsp;de legging van de twee Kringen in denbsp;Doos G. C en D de twee Kringen en

huQ.

-ocr page 41-

35

DER PLAATEN.

hunne aangeftrekene Naaldens. A en B de twee Blaadjes in hunne Staaven.

VII. PLAAT. Bladz. 128.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Vier Tover-Getallen van de ^gtjie P'ermaaklykbeid. A ennbsp;B de twee Blaadjes en de ftand van hunne Staaven onbedekt te zien. 2 en 8 denbsp;twee CyfFerletters, welken op die Blaadjes moeten gefchreven zyn.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD de Doos van dennbsp;Wonderbaaren Wyzer van de Negende V^rmaaklykheid y waar in men de viernbsp;Blaadjes EFGH leggen moet. PQRSnbsp;hunne bekragtigde Staaven in haare be-hoorlyke rigting. 2, 8, 6 en 12, de Getallen die men op die vier Blaadjes fchry-ven moet, nadat men de Staaven der-zelven bedekt heeft.

MNOP. De Wyzer, dien men op het Dekfel van deze Doos zet, rondomnbsp;welken geteekend ftaan de vier Getallen, die op de Blaadjes zyn, hunne helft,nbsp;hun dubbeld, en hun drie dubbeld.

2 nbsp;nbsp;nbsp;III.

-ocr page 42-

3S VERKLAARING

III. Figuur. A B de Trommel van de KLEINE WiGCHELDOOs van de Tiendenbsp;yermaaklykbeid y D zyn Dekfel. EF denbsp;bekragcigde Staaf, die ’er in verborgennbsp;zyn moet. G deWyzer die op het Dekfel D geteekend is.

VIII. PLAAT. Bladt. 134.

f

I. Figuur. A , de Betoverde Put van de Elfde f^ermaaklykheid, van buitennbsp;te zien. BC de Voet waar op hy ftaat,nbsp;en waar in de Laade T is.

G, de Put vanbinnen te zien, waar van de holte de gedaante heeft van eenennbsp;omgekeerden Kegel. RQ de bordpapie-re Kring, waar op in ’t klein gefchjl-derd zyn de Kapfels van da Hoofden,nbsp;.die op de Schilderytjes afgebeeld ftaan,nbsp;derde Figuur. H, de holle Spiegel. D.nbsp;de opening waar in de Laade gefchovennbsp;word.

. II. Fjguür. Die zelfde bordpapiere Kring. X Y Z amp; de vier Hoofden innbsp;’t klein, waar van de plaats van de Aan.

ge-

-ocr page 43-

DER PLA aten. ' nbsp;nbsp;nbsp;57

gezigten uitgefneden zyn moet. RQ de aangeftrekene Naaide, welke in diennbsp;Kring befloten is.

III. Figuur. XYZ amp; de vier SchiF derytjes, op drie van’ welken verfchü-lende Hoofden afgebeeld zyn, en waarnbsp;in aangewezen word de Rand der Staa-ven, die ’er in befloten zyn.

IX. PLAAT. Bladz. 140.

I. Figuur. Het Werktuig voor het Vernuftige Zwaantje van de Tiende .nbsp;Vermaaklykheid, van buiten te zien. Bnbsp;het Ey, met een Scharnier opengaande.nbsp;C zyn voet. F het beweegbaare Rolletjenbsp;dat ’er in befloten is. Y X de Doos ofnbsp;het Voetlluk, waar in het werktuigelylcnbsp;Samenftel van de tweede Figuur gezetnbsp;word. M het Plat van het Bekken ennbsp;van de zes Vaasjes a aaaaa. Y Y YY YYnbsp;de zes Kokers van verfchillende lengte.

het getande Quadrant, dat door middel van het Rondfel P, en van het Radnbsp;N, dat aan het andere end van deszelf*nbsp;*?*0nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;As

-ocr page 44-

38

VERKLAARING

As vafl; is, het vlakleggende Rad M en het bekragdgd Hoefyzer OC, doetbe-weegen. R H, de twee Stukken, opnbsp;•welken dit werktuigelyk Ceftel ruft,nbsp;R de Veer, die het Rolletje C wedernbsp;doet opkliz-nmen, ’t welk op den Staartnbsp;van het Qjiadrant ruft.

X. PLAAT. Bladz. 164.

I. Figuur, De Dcos met Doup.ei.-••'TEENEN van de Vyftiende y'ermaaklyk-heid, van buiten en van binnen te zien. A het holle Voetftuk. B de Wyzer opnbsp;een van de enden geplaatft, rondomnbsp;welken geteekend zyn de verfchillendenbsp;Gogen, die men met twee Dobbel-fteenen werpen kan.

M, dezelfde Wyzer met zyne be-weegbaare Staaf in ’t middelpunt M, binnen in de Doos verborgen.

E, de blikke of bordpapiere Doos, waar in men de twee Dobbelfteenen laatnbsp;werpen, als men het Konftje doet. H G Fnbsp;haare drie Verdiepingen. I baar Dekfel.

O

-ocr page 45-

39

DER PLA-AT'EN.

O haar Kap, die men afneemt om ’er de Steenen in te werpen.

II. Figuur. De Doos voor de Vier Ruikers van de ZeJUende T-'''ermaakljk-keid. A B C D, de twee Blaadjes met tweenbsp;Vlakken, waar op de plaats der Bloenbsp;men en de rigting der vStaaven aangewezen flaan. E, het Profil van dezenbsp;Blaadjes. GGGG de Groeven om’ernbsp;de Glazen in te plaatfen, die dezelvennbsp;bedekken moeten.

XI. PLAAT. Eladz, 178.

binnenge-

I. Figuur. Het onderfte deelte van de Doos met Metaa-LEN van de Zeventiende F'ermaaklyklxid.nbsp;AB CDEF, de plaatfen waar in de Me-taalen leggen moeten. AFBDCE, denbsp;Blaadjes waarop men de Metaalcn piaatft,nbsp;hunne gedaante en de rigting van hunnenbsp;Staayen.

II- Figuur. Het onderfie binnen-gedeelte van de Doos, welke dient tot de Toverkonst der Metaalen van denbsp;***4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Agu

-ocr page 46-

VERKLAArING

yjgtiende yermaaklykheid. A,B,C,D,E,F de plaatfen waar in zy zonder onder-fcheid gelegd kunnen worden.

GG amp;, de zes Glazen in gedaante van een driehoek gefneden, wóar op zynbsp;geplaatft zyn moeten , en alwaar de Randnbsp;en rigting van hunne Staaven aangewezen word.

XII. PLAAT. Bladz. 184..

f

L Figuur. Het binneufte van de Doos van het Magnetisch Orakel, de Negentiende Nermaaklykheid. B, de plaatsnbsp;daar de Blaadjes gelegd worden. A en Cnbsp;die, daar men de genommerde Olyvennbsp;legt, waar in bcflooten zyn de Antwoorden op de Vraagen, die op de agtnbsp;Blaadjes Haan.

II. Figuur. D, E,F, G , H,I,L, M de agt Blaadjes, waar op de Vraagennbsp;moeten gefchreven zyn, en waar aangewezen word de plaats en de rigtingnbsp;clpr bekragtigde Staaven, die ’er in moeten gedaan worden.

III.

-ocr page 47-

41

DER PLAATEN.

III. Figuür. N o de Wyzer, die op het DekCel van de Doos moet geplaatftnbsp;zyn, en waar aangewezen worden denbsp;agt Nommers, welken betrekking hebben tot de genen, die op de Olyvennbsp;ftaan.

XIII. PLAAT. Bladz. 192.

I. Figuur. Het Planeetgestel , de Twintigjte Vermaaklykbeid, van buiten te zien, waar op geteekend is denbsp;middelfte Wyzer A, rondom welk liaannbsp;de Vraagen, de Dagen der Maand, innbsp;de zeven Wyzers der Planeeten, ennbsp;welkers Verdeelingen men geteekendnbsp;heeft de Getallen, die de plaats aannbsp;wyzen, alwaar gefchreven moeten worden de Woorden van twee verfchillen-de Antwoorden op iedere Vraage- O denbsp;Naaide, die zig plaatst op de Vraagennbsp;van den middelften Wyzer , en die metnbsp;zig voorttrekt den bordpapieren Kring,nbsp;welke ’er van binnen in verborgen is, waarnbsp;op geplaatst zyn de zeven Staaven, dienbsp;men bier veronderftelt door die eerllenbsp;^ ^ ^

-ocr page 48-

42

VERKLAARING

Wyzer heen gezien te worden. P, de Naaide der Maanden , welken draaitnbsp;zonder den bordpapieren Kring te doennbsp;beweegen.

II. Figuur. De Doorfnede van dit Stuk en QR de twee verfchillcnd aan-geftrekcne Naaldens, ten einde, doornbsp;de eene of andere op die zeven Wy-zers re laatcn draaijen, van Woordnbsp;tot Woord naar begeeren te verkrygennbsp;een van de twee Antwoorden, ’c welknbsp;dit Plandetgeftel op iedere Vraage op-gceft.

XIV. PLAAT. Bladz. 208.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD, de Doos vannbsp;de Twee Toverkaarten de Een-en-t'wintigjle Vermaaklykheidy geplaatst opnbsp;twee plaatfen, en tusfchen de twee uit-eirdens van de Magnetifche Wigchel-roede, om ’er de uitwerking van tenbsp;doen zien.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het buitenfte bovengedeelte of het Blad van de Tafel, waar

op

-ocr page 49-

43

DER PL A ATEN.

op geplaatst zyn de twee Eenstemmige Wyzers van dc t’wee-en twintigjle Ver-maaklykheid. S, de Naaide die het Binnenwerk met zig voert. Y, de aange-ftreken Naaide op haare Spil ge-fteld, die de beweeging voJgt van denbsp;Staaf O P.

de, Het vlakleggende Rad, waar van de As dwarfch door het Blad van denbsp;Tafel gaat, en ’t welk zyne beweegingnbsp;mededeelt aan het Rad GE, door middel van de Roede en de twee Rondfels F G. OP, de bekragtigde Staafnbsp;ruftende op den As van het Radnbsp;GE, en welke van binnen in de Tafelnbsp;verborgen is.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De twee Eenstemmigenbsp;Wyzers , die in de twee overgefteldenbsp;Hoeken van een Kamer of in tweenbsp;naaft een gelegene Kamers ftaan. X YZnbsp;de gemeenfchap maakende Raderen.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Katrol met dennbsp;Trommel, vraar in de Veer voor het

an-

-ocr page 50-

4 VERKLAARING

andere Samenftel van deze Wyzers be. floten is.

XV. PLAAT. Bladz. 232.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Ficoür. Het bovenüe van het Stuknbsp;voor de Toverkosstige Wyzers, vannbsp;de Drie - entwintigjie F'ermaaklykbeid.nbsp;A B die twee Wyzers , welken ge-ineenfchap met elkanderen hebben doornbsp;den dwarfchbalk C C. By gebrek vannbsp;plaatsj zyn zy op de Plaat doorge.nbsp;fneden.

AB , Dit Stuk van buiten te zien met zyn Binnenwerk D E.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figdur. X, Het bordpapierenbsp;Blad, waar in gelegd is en glyden kannbsp;het Stuk Z, voorzien van zyne tweenbsp;Staaven. Y, het Bordpapier, dat hetnbsp;bedekt en deszelfs drie Wyzers A,B,C,nbsp;rondom welken de Letters ftaan van denbsp;drie Geheimzinnige Wyzers van denbsp;J/ier-en-tnaintigjie F’ermaaklykbeid.

-ocr page 51-

4J

der PLAATEN.

¦ III. Figuur. De drie Kokers en hunne kleine Klosjes A, B, C, in twee van welken twee aangeftrekene Naaldens gedaan zyn.

XVI. PLAAT. Bladz. 240.

1. Figuur. Het bovenfte binnenge-deelte van de Magnetifche Tafel, voorzien van haar zeilfteenkragtig Stel, en de Staaven OP, OM, ruftende opnbsp;haareKatrolfchyven, waaraan deKoordennbsp;vaft zyn. NN de Veeren, die hen heennbsp;en wéér doen gaan. A B de plaats vannbsp;de Magnetifche Sleê, die van B tot Anbsp;voortgaat. S de plaats boven welke gezetnbsp;worden de Stukken, die werken doornbsp;middel van de Staaven, welken in denbsp;Magnetifche Sleê gelegd zyn.

A, het Bekken rondom welk deWyzer met Letters geplaatst is. B, de Wyzernbsp;met Kaarten.' C, de Wyzer met Getallen. QR, de Katrolfchyf waar opnbsp;het Stel X geplaatst is, als ook het

Hoef-

-ocr page 52-

46

VERKLAARING

Hoefyzer YZ. Sde Katrölfchyf. X, de Trommel. T, .het Rondfél.

II. Figuur. Deze Tafel van ter zy-de te zien. E F G H, haarePooten die ho! moeten wezen. G, het Gewigt datnbsp;de Sieê voortfleept. MN, de Voetbank,nbsp;die digC by het Befchoc geplaatst is.

XVII. PLAAT. Bladz. 248.

Het Bord of Tafereel verdeeld in drie Kolommen, ’t welk agtcr, het Befchoc geplaatst word.

AB, de ruimte, weT’e de Naaide, die aan het Koord vad is, doorloopt,nbsp;geduurende dat het Hoefyzer onder hetnbsp;Bekken geplaatst, eens rond gaat. Ternbsp;zyde is het zelfde Tafereel van op zynbsp;te zien, daar men geceekcnd vindt denbsp;¦ Naaide E, die aan het Koord vall is, ennbsp;het Gewigt. D, dat aan deszelfs eind isnbsp;valt gemaakt.

XVIII.

-ocr page 53-

»BR PLAATEN.

XVIIL PLAAT. Bladz. 294.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. AB, Het Slaande Uurwerk van binnen te zien. E, het bo-venfte dat open gaan moet. C zyn boute gedraaide Voet. F, bet Klokje waarnbsp;op de Naaide met haare Knopjes Dnbsp;flaat.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A B, De Magnetischenbsp;Weegschaal van de Zes-en-dertigjlenbsp;Vermaaklykbeid, waar van de Schaalennbsp;van verguld Scaal zyn.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Een van de twee Eenstemmige Uurwerken van de Zeven-en-dertigjle yermaaklykbeid, van buitennbsp;en binnen te zien. I. de Trommel,nbsp;A BCD. het Raderwerk. F, de Waaijernbsp;of Windvleugel. FH, de onderfte Plaat,nbsp;waar op het geheele Binnenwerk ftaat.nbsp;LNM, de bekragtigde Drukker, dienbsp;tegenhoudt of los laat den Waaijer van

welke op de Magnecifche Tafel geplaatst is.

Merk

-ocr page 54-

.48

VERKLAARING

Merk op, dat bet tweede Uurwerk van het zelfde Samenjtel is, uitgezonderd datnbsp;de Drukker meer zigtbaar is en buiten denbsp;Doos uitkamt, en niet bekragtigd is.

IV. Figüur. De Magnetische Slee mee haare Verdeelingen, en de rig-ting der Scaaven, die ’er in beflo-ten zyn.

XIX. PLAAT. Bladz. 330.

I. Figuur. M N A B, De Verwon, derlyke Kyker. B, de bordpapierenbsp;Kring voorzien vaneeneNaaide, die in

zynen Voet gedaan word. F, de Glazen, die het licht van binnen in den Kykernbsp;laaien. V het Oogglas. O R de Kringnbsp;met zyne Naaide, welke dient voor hetnbsp;onbegrypelyk Troef-Spel van de Agt-en-dertigfte Fquot;srmaaklykheid.

l-V» nbsp;nbsp;nbsp;VVÖCll '-'r

de Kyker ftaat. £, de Opening waar

door

A, de Voet van dezen Kyker van binnen te zien.' Q, de Schuif waar op

Xr TTI^Q^ nbsp;nbsp;nbsp;tP iXnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;MA r.... A.

é

-ocr page 55-

lïl' Figuur. A B C D, de Doos van de Geleerde Vlieg, en haare Wyzernbsp;met Letters te zien van boven en vannbsp;binnen. C. het Glas dat dezelve dekt;nbsp;L de Naaide die van de eene zyde denbsp;Vlieg draagt.

I. en II. Figuur. De Doos, die voor de Vier -en ¦ veenigfie Vermaaklykbeid^nbsp;DE KLEINE Jaager , dient. A B de Valnbsp;of het Plankje, dat op zynen ent. Cnbsp;beweegbaar zyn moet. R de Veer dienbsp;dat Plankje opligt. D, D, D, D de viernbsp;houte of bordpapiere Regels, die 'ernbsp;de zyden van bedekken. II de tweenbsp;I. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;****nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ko’

-ocr page 56-

JO

VERKLAARING

kopere Ringen, waar van de Ring B aan hec Plankje valt is, en het doet neêrnbsp;gaan. E de Opening waar door het ftuk .nbsp;Geld uitkomt.

III. nbsp;nbsp;nbsp;FiGUUR. Het DekTcl van de bo,nbsp;veng ’melde Doos en deszelfs vier Luikjes A B C D, die aan het punt S beweegbaar zyn. T V de bekragtigdenbsp;Staaf,, die in het bovenlle van dat Dek-fcl is. RR de Vteren, welken dieLuik-jes ophouden.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. M, de [tweede Doosnbsp;welke voor deze Vennaaklykheid dient,nbsp;waar in de bordpapiere Kring L is^nbsp;voorzien van eene aangeftrekene Naai.nbsp;de , en waar op de Beefljes afgeteekendnbsp;zyn.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. M, Het bovenfte binnen-gedeelte van deze Doos, waar op denbsp;Jaager gefchilderd is, en waar in- denbsp;Opening A is.

xxr.

-ocr page 57-

51

ï)ER PL A AT EN.

XXI. PLAAT. Bladz.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuür. De Doos waar in men legtnbsp;de agt Blaadjes van de Onbegrypely-KE Ontdekking, de F''yf ¦ en - veertigjtenbsp;Perrnaaklykbeid, en waar op aangewezennbsp;is de rigting der Staaven met becrek-kinge tot de agt Woorden van het La-tynfche Vers.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Plankje. A, B, C,nbsp;D, E, F, G, Hde agt Wyzers dienbsp;’er op geteekend zyn, rondom welkennbsp;gefchreven zyn de agt Woorden, tennbsp;aanzien. van de rigdnge, welke denbsp;Naaldens, die ’er op gezet zyn, nee-men.

III. Figuur. Dit Blaadje te zien ,nbsp;wanneer het bedekt is met zyn Gla-I L M N, en de twee Oogglazen O o.

* ^ nbsp;nbsp;nbsp;2nbsp;Merk

-ocr page 58-

52 VERKLAARING

Merk op, dat men, om dit Konflfluk-jc te doen, zig ook bedienen kan, van den Magnetifchen Kyker in ’t beginnbsp;van dit Werk befchreven, met ’er, onder de aangeflrckene Naaide, aan tenbsp;voegen een kleinen Wyzer, verdeeld innbsp;agc deden , waar in gefchreven zyn denbsp;agt Woorden; in acht neemende datnbsp;iT.cn w'el onthoade de eerfte rigting,nbsp;die men aan den Kyker gceven moet.

XXII. PLAAT. Bkd%. 354-

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Tover-Spiegel vannbsp;de Zes-en-veertigjle Verviaakl'^kbeid, vannbsp;buiten te zien. AB zynOnderftel,waarnbsp;in de bordpapiere Kring M is.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. T De Spiegel op zynennbsp;Voet. C D de doorfchynende glaze Stukken. L de Opening boven het Onder-ftel. EF de Kyker, M de fchuins ftaan-de Spiegel.

III.

-ocr page 59-

53

DER PLAATEN.

III. Figuur. De Doos waar in men de vier Blaadjes X Y Z doet, en denbsp;rigting van hunne Staaven.

XXIII. PLAAT. Bladz. 360.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Binnenwerk van hetnbsp;Magnetisch Uurwerk van binnen tenbsp;zien. T de Trommel. F de Snik. GHnbsp;de middelfte Raderen. I het Kroonrad.nbsp;L het Schakcirad. M het Onruft. N hetnbsp;Uurrad, waar op het Hoefyzer ftaat,nbsp;en ’t welk in hqc Rondfel van de Sniknbsp;vat.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het zelfde Binnenwerk,nbsp;vlak te zien.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Doos waar in het be-floten is. O het Bekken met Waternbsp;gevuld.

xxiy.

-ocr page 60-

54 VERKLAARING XXIV. PLAAT. Bladz. 394.

I. nbsp;nbsp;nbsp;FiGüua. AB de Plank, op welkenbsp;de twee Staaven F E en C D fchuinsnbsp;hellende op den Horizon leggen. G denbsp;Wapening. HI de ftaale Staaf die mennbsp;bekragtigen wil, zonder zig van eenennbsp;Zeilfteen te bedienen.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. B C, het kleine ftaalenbsp;Staafje, dat men met twee andere be-kragiigde Staaven bekragtigen moet.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het onderfte van denbsp;Doos voor de Gelukkige Waarzegging , de Agt - en - veertiglle V°.rmaak-lykbeid. A B, de twee Scharnieren.nbsp;CD E, de plaats voor den Driehoek,nbsp;Fig. 5.

ly. Figuur. Het Dekfel van deze Doos met zynen verdeelden Wyzer.

V.

-ocr page 61-

SS

üEè PLAATEN.

V. Figuur. Het driehoekig Blaadje en de negen Verdeelingen deszelfs.

VT. Figuur. De gedaante der Staa-ven, die in de Blaadjes zyn moeten.

VII. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. A B C D, de Door-zigtbaare Doos met Dobbelsteeïien,nbsp;van de F'yftigjle Vermaaklykheid ^ vaö

. ter zyde te zien. lE, de twee teerlings* wyze Doosjes, waar in men de Dob-belfteenen legt. OP, Q R de tweenbsp;Spiegels.

VIII. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Dit zelfde Stuk aannbsp;een van deszelfs einden te zien,* M, 'nbsp;het kleine Schuifje, dat op en neêrge-fchoven word, en het Gat N bedekt,

IX. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het onderfte van eennbsp;dier twee Doosjes, met zyne dubbeldenbsp;Naaide.

X.

-ocr page 62-

^5 VERKLAARfNG derPLAATEN.

X. Figuur. Deze zelfde Naaide van ter zyde te zien.

XL Figuur. Een der Vlakken van den Dobbelfteen, met zyne zes Verdeelin-gen.

XII. Figuur. De twee bekragtigde Staaven tegen een leggende.

Einde van de V’‘.rklaaringe der

PLAATEN.

MAG-

-ocr page 63-

MAGNETISCHE

VERMAAKLYKHEDEN

OF HET

2EILSTEENSPEL.

Van de Zeilfteenkragü, befchouwd met betrekking tot het vermaak datnbsp;men ’er uit trekken kan.

Van den Zeiljleen.

:gS5©!SgE Magneet, Zeilfteen (*) is van dkn ^ D ^ Delfftof, een Steen van «raiN.nbsp;isstsS een zwartachtige kleur (i),nbsp;vry zwaar en zoo hard als het Yzer,

in

(*) In ’t Franfch noemt men hem VAiman, waarCehynlyk. ter oorzaake van de genegenheid of liefde die hy beftendig voor het yzernbsp;toont; in ’t Latyn is zyn naam Magnes, Ave-gens zyne groote kragt, of Avel met toefpec-hng op de plaats Magnejia, daar hy in over-\ loed gevonden word.

( l) Zyn kleur is overal dezelfde niet; iii de Ooft-Indien, in China en in alle de Noor-

I. DfiEL. nbsp;nbsp;nbsp;Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de-

-ocr page 64-

2 Magnetische

VAN tiËN in welkers mynen hy gewoonlyk gcvo*-siÏen. nbsp;nbsp;nbsp;word. Een byzondere kennis van

dcszelfs voornaamfte eigenfchappen is ten hoogde noodzaaklyk om wel te be-grypen de uitwerkingen van de ftukken,nbsp;en den toedel der vermaaklykheden,nbsp;welken in dit werk befchreven worden.nbsp;DMion. Het is vooral noodig te kennen zynenbsp;Comm^unl' Streekwyzing, Aantrekking ^ Kragtsme-Tc’uThiliom dedeeling, en de uitwerkingen van zynenbsp;magnéti- Magnttifcbe Draaikringen. Daarenboven

quet»

dient men te weeten de verfchillende ma-nieren op welken men de Naaldens en daale Staaven maakt, en met de Zeildeen-kragt bezielt, hunne uitwerking en denbsp;wyze van hun gebruik, om dus alle denbsp;hinderpaalen te vermyden , die zig innbsp;den verfchillendcn toedel en dukken der

Ver-

delyke Landen heeft hy de kleur van ongc-polyft Yzer, in Macadonien is hy bruin of Ewartachtig, in onze Landen trekt zyne kleurnbsp;doorgaans op, het zwart, men vindt ’er zelfsnbsp;die grysachtig wit zyn: dog de kleur doetnbsp;volftrekt niets tot de kragt.

-ocr page 65-

Vermaaklykhedek. 5

Vermaaklykheden kunnen opdoen, en otn van dew in ftaat te zyn van naauwkeurig de order steden.nbsp;en fchikking te bepaalen, die men hunnbsp;behoort te geeven, om ’er de vereifchtenbsp;uitwerking van te zien.

Streekwyzing van den Zeiljleen.

Een Zeilfteen of Naaide met de Zeil- stribk-fteenkragt bezielt, vry opgehangen, van den

• Zeil-

DireSim.

rigt zig volftandig met dezelfde zyde of steen. met het zelfde end naar het Noorden,nbsp;en met het andere naar het Zuiden. De-ze rigting, welke men Streekmyzingnbsp;noemt, word voortgebragt door de ftoffenbsp;of liever Zeilfteenige VloeyftofFe, dienbsp;onophoudelyk en met een verbaazendenbsp;fnelheid van den eenen Pool der Aardenbsp;naar den anderen vloeit. De Heer Hui-GENs geeft ’er reden van; hy befchouwtnbsp;de deeltjes van de Magnetifcbe ftoffe alsnbsp;kleine pyltjes ; en de poriën van dennbsp;Zeilfteen of het Zeilfteenige Staal, alsnbsp;zoo veele kleine buisjes, waarvan de inwendige oppervlakte beftaat uit kleine ,

A 2 nbsp;nbsp;nbsp;buig-

-ocr page 66-

Magnetische

sLtresk- buigbaare en hellende deeltjes, die altoos gereed zyn om zig op te ligten en te ver-Zi'iL- zetten tegen den terugvloed der Magne-tifcbe ftolFe.


Zoo men boven een ftaale Zeilfteen-kragtige Staaf op eenen kleinen afftand, houdt een aangeftreeken Naaide, die opnbsp;zyn fpil vry draaijen kan, neemt zy altoos dezelfde rigting aan, welke de Staafnbsp;heeft, en te vergeefs zal men aan dezelve een anderen ftand tragten te geeven.nbsp;’t Is hier dezelfde uitwerking, fchoonnbsp;de Naaide, in plaats van zig naar de Poolen der Aarde te keeren, zig rigt naarnbsp;de lengte van de Staaf, langs welke dcnbsp;Magnetifcbe VloeiftofFe onophoudelyk tenbsp;rug vloeit, gaande gelladig uit den ee-nen Pool van de bekragtigde Staaf naarnbsp;den anderen; ’t is daarvan dat de aange-ftreeken Naaide op de Staaf gelegd naarnbsp;deszelfs Noordpool haaren Zuidpool ennbsp;naar deszelfs Zuidpool haaren Noordpool

rigt-

^an-

J

-ocr page 67-

VERMAAKLtKHËPEN.

Aan-

TKEKKINÖ VAN DEN

Zeil

steen.

Aantrekking van den Zeiljleen.

Indien men den Zuidpool van een Zeil- jttranion. fteenige Naaide, vryelyk opgehangen,nbsp;aan den Noordpool van een Zellfteen ofnbsp;bekragdgde Staaf aanbiedt, trekken zynbsp;malkanderen aan, en vereenigen zig.

De Magnetifcbe Vloeiftof, die rftet een buitengewoone fnelheid uit eeneünbsp;der Poolen van deze Zeilfteenen, uitgaat, vindt als dan een vryen toegangnbsp;in de Poriën van den anderen , en ver-dryft de lugt die’er zig in bevindt, waar. inbsp;door het komt dat beide die Zeilfteenennbsp;elkanderen naderen en zig vereenigen inbsp;zelfs, hoe zy fterker zyn; (dat is wanneer zy aan een grooter hoeveelheid vannbsp;Magnetifcbe ftoffe toegang geeven^hoe denbsp;lugt rftet meer geweld word uitgedreven;nbsp;en dan vereenigen zy zig ook zoo veelnbsp;fterker en trekken elkander op een grooter afftand aan; en hier in beftaat eigen-lyk de meerdere of mindere kragt dernbsp;Zeilfteenen.

A 3 nbsp;nbsp;nbsp;Zo©

-ocr page 68-

6 Magwetiscmr

Aan- Zoo men integendeel by den Zuidpool VAN™BNnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Zeilfteenige Naaide den Zuidpool

Zeiigt;

STEEN.

vaneen Zeilfteen houdt,wykt de Naaide, beweegt zig op en neer en keert zignbsp;om, tot dat zy haaren Noordpool naarnbsp;den Zuidpool van den Steen geheel toegekeerd heeft.

By aldien men aan den Noordpool vaa de Naaide den Noordpool van een Zeil-lleen aanbiedt, beweegt zy zig op dezelfde wyze, en keert ’er haaren Zuidpool naar toe..

De Magnetifcbe ftof, welke (gelyk boven gezegd is) met een groote fnel-heid uit eenen der Poolen van die Zeil-fteenen uitvloeit, ontmoetende denzelf.nbsp;den Pool van den anderen, en 'er nietnbsp;kunnende ingaan ter oorzaake dat deszelfsnbsp;Poriën niet gefchikt zyn om ze in dienbsp;ftreek te ontvangen, floot daarom denbsp;Zeilfteenige Naaide metkragt weg, welke vryelyk ophangende voor dien indruknbsp;wykt, zig keert en wendt tot dat haarenbsp;andere Pool 'er naar toegekeerd zy; ennbsp;dan houdt zy zig ftil omdat de Magnetu

/fbe

-ocr page 69-

VerMAAKLYKH EDIN. 7

-- nbsp;nbsp;nbsp;trekkiks

fteen uitgaat, daar een vryen toegang

VAN DEN Zeilsteen,

fcbe VloeiftofFe die uit den anderen Zeil- Ai^N-fteen vindt.

Kragtsmededeeling van den Zeiljieen.

Wanneer men een wel geharde en ge- kragtj-polyfte ftaale Naaide of Staaf, die dun “ede-

DEELINfr

ner is aan het eene end dan aan het ande- van den re, zagtjes van ’c midden naar haaren punt steen.nbsp;ftrykt over een der Poolen van eenen „

Cemmunf

gewapenden natuurlyken of konftigen cafio». Zeilfteen; zoo zal deze Naaide of Staafnbsp;zelve een lbort van Zeilfteen wordennbsp;hebbende zyne Poolen en dezelfde kragtnbsp;als de aatuurlyke Zeilfteen (2^.

De

(2) Zoo veele eigenfchappenen zooveele Werkingen als men in den Zeiilleen waarneemt, zoo veele wonderen ontdekt men,nbsp;die. den fchranderften Natuurkenner zoo welnbsp;als den onkundigften Menfch in verwonderingnbsp;®Pgetoogen houden: onder dezen mag men metnbsp;recht tellen dat de Zeilfteen, ’t zy Natuur-lyk, t zy dpor Konft gemaakt, door zynenbsp;vigenfchappen aan ’t Yzermedete deelen nietsnbsp;A 4-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van

-ocr page 70-

M AGNETISCHJE

KRAGTs- De Maenetifcbe \loeiftof, dringend® DEEMNG met een groote fnelheid in de Ponen vannbsp;‘^oor zig zelve en natuurlyknbsp;STEEN, een gedaante hebben zeer nabykomendenbsp;aan die van den Zeilfteen zelfs ^ volmaaktnbsp;dezelven nog meerder, en bereidt voornbsp;zig een vryen toegang; waar van dannbsp;die Naaide of Staaf zelve een Zeilfteennbsp;word.

Indien men vervolgens deze Staaf in een tegengeftelde ftreek over den Zeilfteen laat gaan , verheft dezelve al haarnbsp;kragt, om dat de Magnetifcbe Vloeiftofnbsp;gedwongen langs een verkeerden weg innbsp;de Poriën van deze ftaale Staaf te vloei-jen, de deeltjes van die Poriën averegtsnbsp;oprigt en de eerfte gedaante ’er van verandert , en dus den doorgang voor dcnbsp;Zeilfteenige Stoffe toefluit.

Die Naalden, of Staaven wel aangeftre-

kea

van zyne kragt verlieft: nooit word hy uitgeput hoe groot getal van Staaven men aan een en denzelfden Zeilfteen en zonder tusfliiesnbsp;poozing llryke.

-ocr page 71-

Vermaak lykheden. s

ken zynde, behouden haare kragt veele ^®agts-Taaren, hoewel zy ongevoeliglyk vermin- reeling dert; deze vermindering ontftaat gedeel- ze,i,-telyk omdat zy niet beftendig geplaatftnbsp;worden in de ftreek van de Magnetijchenbsp;Vloeiftoffe , welke altoos van den eenennbsp;Pool der Aardenaarden anderen loopt; I3)

’t is daar van dat wanneer van twee Staa-ven, uit het zelfde ftaal genomen en even

fterk

( 3 ) Onder de oorzaaken die de kragt van •en Zeilfteen verzwakken of doen verliezen,nbsp;telt men ook ruwe fchuddingen en ftootcn,nbsp;het verroeften der Wapening, een geweldigenbsp;trap van Hitte, het lang ledig blyven en zonder Yzertezien; het achteloos bewaaren vannbsp;denzelven inzonderheid op een vogtige plaats.

Men heeft ook waarneeiningen waaruit men fchynt te moeten hefluiten dat de Donder ’ernbsp;invloed op heeft. Men heeft verder opge- ¦nbsp;merkt dat de Zeilfteenkragt levendiger is ennbsp;beter werking doet in den Winter als ’er eennbsp;Noordewind waait dan in eenig ander Jaar-gety en by regenachtig weer. Nog heeft mennbsp;waargenomen, hoewel zeldfaam, dat hy innbsp;kragt aanwint.

A y

-ocr page 72-

io

Magnetische

KKAGTs- fterk bekragtigd, de een langen tyd naar DEELiNG den Pool gekeerd is, en de ander in eennbsp;tegengeftelde ftreek, de eerfte haarenbsp;STEBN. kragt behoudt, en de laafte dezelve vrynbsp;fchielyk verlieft; men geeft haar die kragtnbsp;weder door ze op nieuws te ftryken.

Magnetifche Draaikring.

MAGNE- Men verftaat door Magnetifche Draai* DRA AI- kring of Draaikolk den weg welken dezenbsp;kring, vioeiftof doorloopt, gaande (gelykbo-TourbiUons yen aangemcrkt is} onophoudelyk uit ee-ques. nen der Poolen van den Zeilfteen uit, ennbsp;weder door den anderen in. Het is buiten kyf dat deze Vloeiftof, fchoon wynbsp;ze door onze Zintuigen niet gewaar worden, een bewogen VloeiftofFe is; vermits zy den indruk van haare beweegingnbsp;mededeelt aan lighaamen die uit zig zelve buiten beweeging zyn. Deze ftof uitnbsp;eenen der Poolen van den Zeilfteen uitgaande, word door den wederftand dernbsp;lugt te rug gekaatft, maakt een omloopnbsp;over de oppervlakte van den Heen, en in

den

-ocr page 73-

Verm aaklykheden. ir

den tegenovergeftelden Pool een gemak* Magnk-kelyken toegang vindende, dringt zy ’er Sjaai-op nieuws in. nbsp;nbsp;nbsp;kring.

Zoo het haar mogelyk waar weder in te gaan door den Pool, waaruit zy gekomen is , zoii zy geenen omloop maaken.

De Magnetifcbe Vloeiftof, die door den Zuidpool uitkomt, gaat 'er weder in doornbsp;den Noordpool; en die welke uit dennbsp;Noordpool uitvloeit, komt ’er weder innbsp;door den Zuidpool.

Dit heeft Descartes doen zeggen, dat ’er uit beide de Poolen der Aarde eennbsp;Magnetifcbe ftoffe komt ( * Die ge-

leer-

(*) De miswyzing van den Zeilfteen, welke op onderfcheide tyden en plaatfen merkbaar verfchilt, heeft dit gevoelen van Descartes over den Omloop der ZeilfteenftofFe doen verbannen; Edog gemerkt de verfchei-de ftellingen waar mede men naderhand isnbsp;voor den dag gekomen, geene meerdere zekerheid hebben, en voor ’t overige onver-fchillig zyn voor het onderwerp dat ik mynbsp;voorgefteld heb, zal ik ’er my niet verdernbsp;iolaatea.

-ocr page 74-

ï2 Magnetische

magne

tische

Draai

kring.

leerde Natuurkenner begreep dat de deeltjes van den Zeilfteen zoo veele klei-*nbsp;ne fchroefjes waren, de eenen anders gedraaid dan de anderen, zoo dat dezennbsp;gefchikt waren om te ontvangen de Zeil-fteenige StolFe die van het Zuiden naarnbsp;het Noorden vloeit, en geenen die welke van ’t Noorden naar ’t Zuiden gaat.nbsp;J let is egter zeker dat duizenderley ge-daantens, het zy van de Poriën van dennbsp;Zeüfleen, het zy van de Magnetifcbenbsp;StofFe, die uitwerkingen welken wy bewonderen, eveneens kunnen vóórtbrengen ; en dat het niet mogelyk is iets be-fliflcnd omtrent dat onderwerp valt tcnbsp;itellen.

Ik zal ’er hier niet verder over uitweiden. Het kan zelfs, om de volgende Ver-maaklykheden te begrypen, volftaan dat men de reeds verklaarde uitwerkingennbsp;kenne; en om dezelfde reden zal ik maarnbsp;zeer weinig zeggen van de Miswyzingnbsp;en Helling van den Zeilfteen; zy die deze StofFe dieper willen doorgronden ,nbsp;zullen geen gebrek vinden aan Werken

die

-ocr page 75-

VURMAAKLYKHEDEN. I3

die zoo geleerd als uitvoerig zyn over de magne-oorzaaken, welken die verfchillende uit-dIa™ werkingen voortbrengen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kring.

De Misviyzing van den Zeiljieen.

Wy hebben boven gezien dat een Zeil- De Mi*-fteen vry opgehangen, of een bekragtig- va'^ de Naaide op zyn Spil geplaatft, zig vol-Handig naar de Poolen rigt; deze llreck-wyzing verfchilt egter verfcheide graa- J^^ainas-den, en het is dit verfchil ’t wrelknbsp;Mislt;wyzing noemt.

Zy is niet dezelfde aan alle Oorden van de Aarde; zy verfchilt op dezelfde plaat-fen; voorheen was zy te Parys zeer gering, en in deze laatfle Jaaren is haarnbsp;verfchil van ’t Noorden naar 't Ooftennbsp;zeer groot geworden. Het is onnoodignbsp;over dit onderwerp hier eenige verklaa-ring te geeven, vermits het op deze Wiskundige en Natuurkundige Vermaaklyk-heden geen invloed altoos heeft; ook isnbsp;de oorzaak, waar van dit verfchil afhangt , niet zeer bekend.

De .

-ocr page 76-

14

Magnïtisché

PB HEL-

denZeil- -De Helling van den Zeiljleen.

STEEN.

jadinaifoH. De Helling van den Zeilfleen, waar van de oorzaak niet minder moeijelyk tenbsp;verklaaren valt, is de neiging, welke eennbsp;opgéhangen Naaide toont om neder-waards naar de Poolen over te weegen.

Een zeer ligt ftaale roetje, in een volmaakt evenwigt gefield en met zyn middelpunt vry opgehangen , verlieft zyn evenwigt, zoo dra het met de Zeilfteen-kragt bezield is, en fchynt zwaarder naarnbsp;den kant van ’t Noorden; 't is daaromnbsp;dat men oplettende zyn moet om denbsp;Naaldens aan den Zuidkant een weinignbsp;zwaarder te maaken.

Het zelfde neemt men waar in een aan-geftreken Naaide, die op haaren Ipil ruft, en onder welke een Zeilfteen of een Zeil-fteenige Staaf legt, zy helt zoo lang totnbsp;dat zy zoodanig geplaatft zy dat zy doornbsp;beide Poolen van den Zeilfteen of Staafnbsp;even fterk aangetrokken word, en als

dan

-ocr page 77-

Vermaaklykheden. 15

dan bevindt zy zig in evenwigt (*). ’c Is de hel-daarom dat men In het famenftellen van denzeiiI de Stukke die tot de Vermaaklykhedennbsp;in dit Werk bevat noodig zyn, de oplec-tenheid moet gebruiken om deStaaven ennbsp;Naaldens behoorlyk te plaatfen.

Keuze der Zeiljleenen.

De befte Zeilfteenen en die ’t meeft keuze gezogt worden (t) gt; zyn die welken ge- sieenen.nbsp;wapend en even groot zynde, de fterk-fte kragt toonen om het Yzer aan te trekken

(*) Een aangeftreken Naaide heeft onder d^n Evenaar geene Helling, vermits zy daarnbsp;ter plaatfe door beide Poolen even fterk aangetrokken word; hoe jnen by een der Poolen nader komt, hoe het eind van de Naaide,nbsp;dat ’er betrekking op heeft, meer helt.

( t) Men moet ze verkiezen die zwart van hleur zyn, glinfterende, hellende naar ’tnbsp;roffe , zeer valt en met geene vreemde ftof-'nbsp;fen vermengd.

-ocr page 78-

IS

Ma g n etis chk

K*os« ken, en het zwaarfte gewigt opligtcn (4). DER Zeil- pjgj; onderfcheid tulTchen dezelven isnbsp;51EENEN. gyQot dat ’er zyn wier kragt en aantrekking twintig maaien grooter is (5 ).

Men

(4) In ’t algemeen zyn de kleinfte Zeil-(leenen naar evenredigheid kragtiger dan de grooten. Maar men moet niet denken, gelyknbsp;men zonder onderzoek gereedelyk doen zou,nbsp;dat de Zeilfteenen die het meelle gewigt draa-gen kunnen, altyd de befte zyn om een groo-te kragt aan ’t Yzer mede te deelen. Daarnbsp;is ’er die weinig zwaarte opligten, en nietnbsp;te min zeer mild zyn in ’t mededeelen dernbsp;Zcilfteenkragt, en anderen die veel gewigt*nbsp;draagen, maar weinig kragts overgeeven; denbsp;eerfte noemt men Edelmoedige, en de laatftennbsp;Sterke Zeilfteenen.

( 5 ) In het Kabinet der Zeldfaainheden van hctKoninglyke Genootfehap van Londen heeftnbsp;men een Zeilfteen die zeftig Ponden weegt,nbsp;dog die echter, wel is waar, geen groot gewigt in evenredigheid van zyne zwaarte op-hgft; niettemin trekt hy een Naald op eennbsp;afftand van negen voeten tot zig, De Hiftoric

van

-ocr page 79-

VERMAAgLYK heden. Vr

Men vindt vry gemeen Zeilfteenen die kiu$« gewapend zynde twee-of driemaal hun stsenenquot;.'nbsp;eigen gewigt opligten ; maar zeldennbsp;vindt men ’er die zulks twee of drie honderd maal doen (*}. (ö).

De

\'an de Academie der Wetenfchappen van Pa-rys fpreekt van een Zeilfteen die elf Oneen woeg, en agt en twintig Pond Yzcr opHgte :nbsp;men bood hem in Holland voor vyf en twin-¦ tig honderd guldens te koop aan.

(*) Ik heb een ge wapenden Zeilllcen, weegende 3» dragmen, een gewigt van Sponden zien opligten. Men vindt ze zelden wiernbsp;aantrekking zoo groot is.

(6) Dat de wapening de kragt der Zeilfteenen aanmerkelyk vergroot, kan men onder anderen afneemen uit het geen Nollet (*) verhaalt dat een zyner Zeilfteenen, bloot ennbsp;ongewapend , naauwlyks een half Pond Yzcrnbsp;kan opligten; daar hy gewapend zynde go-makkelyk een gewigt van zeven en twintignbsp;en een half Pond draagt.

(•)Zie Nollet Natuurk^ LeJJtn } PT. Deel,

Ijle Stukje bladz. 272,

L DlËL. nbsp;nbsp;nbsp;B

-ocr page 80-

iS

Magnet iscHf

Parallelo*

grawma.

KEusB De wyze van ze te wapenen brengt ri* enen.' zeer veel toe om ze fterker te maakcn;nbsp;men kent zelfs hunne kragt niet volkomen dan wanneer zy toegeruft zyn. Omnbsp;de Poolen van een Zeilfteen wel te ontdekken j houdt men by denzelven denbsp;aangeftreken Naaide van een Compas,nbsp;die op zyn Spil vryelyk draaijen kan (7).nbsp;Men flypc ze tot de gedaante van 'eennbsp;Evenwydig Vierkant, waar van de tweenbsp;kleine zyden de twee tegen elkandernbsp;overftaande gevonden Poolen zyn moeten; om ze te flypen bedient men zignbsp;van een Meftemaakers Slypfteennbsp;Men neemt vervolgens twee platte

Yze-

(*) De twee zyden CC van de Poolen van den Zeilfteen moeten op een Steen metnbsp;het Poeder Amaril opgezoet zyn.

( 7 ) Of men beftrooit denzelven met Vyl-fel van Yzer of Staal; ’t welk aan twee tegen elkander overftaande kanten , die dan de Poolen zyn, by wyze van Ruig of kleinenbsp;Baardjes van byna loodregt opgeheven Yzer-deeltjes hangen blyft.

-ocr page 81-

E N. IJ)

¥zere plaatjes,'B P:; -dezen Jegt men keusb opide twee 'Poolen C G .van den Steen, SÏen?n,quot;nbsp;iD; acht neemende .dat zy dezelven ee-

*' nbsp;nbsp;nbsp;° Pl j,

heel van alle z^ydep inaauwkeurig bedek- Fjg. j,

ken.-Zy moeten-naar de groote van den Steen één of twee linien dik zyn,nbsp;en buiten de benedenfte oppervlaktenbsp;van den Steen uitfteeken, en om denzel-ven in een foort van een vierkant klompje, of voetje D uitloopen. Deze Yzerenbsp;Stukjes moeten in D zeer glad gepolyftnbsp;en zeer vlak zyn. Het is niet ndodzaa-kelyk dat deze wapening of plaatjes gehard zyn; dit kan nergens toe dienen dannbsp;om den Steen te verzwakken; maar hetnbsp;is noodig dat hel Yzer zeer zagten fyn is.

Men maakt de wapening vaft met be-flag of een kopere Plaat, die hetboven-ftevan den Steen bedekt, cn ’er van rond-fom ingelaaten is; aan deze Plaat voegt men een koperen Ring E; en naar beneden houdt men de wapening door eennbsp;koperen Band F: ’t een en ander moetnbsp;zeer vafl en naauwkeurig verbonden zyn.

Men maakt ook een foort van Yzeren B 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Draa-

-ocr page 82-

20

Magnetischï

REUSE Draagers G, die gepolyft en aan deö MENEN*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wapening moet

raaken, omgerond zyn moet; men voegt ’er een Haak H aan, die dienen moetnbsp;om het gewigtj dat de Steen ophoudennbsp;kan, te draagen.

Deze Sceenen dus gewapend deelen hunne kragc mede aan Staale Naalden ennbsp;Siaavenj men heeft daartoe dezelvennbsp;alleen over een van de Poolen te ftry-ken (_*), in acht neemende dat men hetnbsp;altoos in dezelfde (treek doe, en vervolgens de Staaf of Naaide, die men bekrag-tigt, telkens van den Steen verwyderenbsp;om dezelve voor een tweede reis te ftry-ken amp;c. Deze oplettenheid is noodzaa-kelyk om wel te bekragtigen. Dog hetnbsp;is niet noodig dat men deze bewerkingnbsp;doe over de ganfche lengte van de Naaide of Staaf, maar alleen over een goednbsp;gedeelte van dezelve. Men moet ze ook

niet

(*) De twee Staale Voetjes DD die beneden den Steen uitfteeken , zyn de twee fooien.

-ocr page 83-

VE-RMAAKLYKHEDEK. 21 niet te lang over den Zeilfteen ftrvken,

DER ZEIL-

gemerkt zy daar door geen grooter kragt steensn. krygen zou; zelfs zouzy ’er minder krag-tig door kunnen worden C*); voor ’tnbsp;Overige hoe de Naalden of Staaven langer zyn, hoe zy grooter kragt hebben (^8^.

Pt. I. Fis- 2.

Men maakt konftige Zeilfteenen uit verfcheide Staale Roedtjes of Plaatjes vannbsp;de Enden van Schermdegens, die wel Fieums.nbsp;gohard, gepolyftj aangeftreken, en doornbsp;vier of vyf Kopere Ringen vaft verbonden zyn, en waar van het uiteinde A,nbsp;zeer gelyk en glad is.

De-

(*) Sommige Zeilfteenen fchynen milder te zyn in hunne kragt aan Staale Naaldens ofnbsp;Staaven mede te deelen; dog fomtyds hangtnbsp;dit ook af van de deugd en harding der Naaldens óf Staaven.

(8,). Om dat dan de Afftand der beide Poolen zoo veel grooter is, ’t welk zeer veel voordeel doet, waarom de befte gedaante dienbsp;men aan den Zcilfteen geevcn kan, is datnbsp;deszelfs grootfte-lengte bevat is tulfchen denbsp;twee Poolen.

B 3

-ocr page 84-

keuse Déze Zeiifteenen hebböfl dSkWyls irEENEN^ veel en zelfs meer kragc dan de gewapettlt;nbsp;de Steenen, en .fcunnetf-ook di6iieo ónl

weer aan anderen de Zeilfteénkfagt ;té geeven (9): meii möét wel zofg draa*nbsp;ged van ze voor roeft te bewaafeö;. vér*nbsp;mits deze de kragt 'er van VerittJndert ennbsp;vernietigt.

Een andere kosttigé- Zeiïfteen is dié welken men Hoefyur noemt, om dat

hy

(9) De kragt egter van dezeKonftige Zeil-fteenen is niet evenredig aan ’t getal der Roetjes of Plaatjes ; gelyk men zig ligtelyk zou kunnen verbeelden : zoo één Plaatje afzon»nbsp;derlyk vier loot draagt, Zullen ’er agt tot eennbsp;Bosje aan een verbonden geen Pond draagen;nbsp;maar altoos minder ; waar van men de waarenbsp;reden niet weet; maar het is zeker dat dezenbsp;bondels van met de Zeilfteenkragt bezieldenbsp;Plaatjes naar evenredigheid merkelyk meetnbsp;kragt aan ’t Yzer mededeelen dan een Natuur-lyke Zeilfteen , invoegèn men beft doet*nbsp;wanneer men een Kompaènaalde, Degen»nbsp;Mes enz. wil bekfagtigeh, dat men daartóénbsp;zoodanige!! Konft Zeilfteen bezigt.'

1

-ocr page 85-

V E R M A A K t V K H E D E N.

hy beftaat uit een ftuk Staal, aan men de gedaante van een Hoef- stÊenekCnbsp;yzer geeft C lo )• Men maakt ze jnbsp;van verfchillende grootte, en breeder Fig. j,nbsp;dan dik ; men kan ze ook faamftellennbsp;(evea gclyk de voorige Zeilfteenen)nbsp;uit verfcheide Staale Plaatjes , doornbsp;Kopere Ringen vaft aan een verbonden:nbsp;hoe zy grooter zyn, hoe zy meer kragtnbsp;hebben.

De Staaven, waar van men zig behoort te bedienen voor de Stukken en t’Samen-Helder Vermaaklykheden, welken in ditnbsp;Werk befchreven worden, moeten vannbsp;zeer fyn, en wel gehard en gepolyft En-

gelfch

( lo) Voorde vyfde Figuur, die men in ’t Franfche Werk vindt, heeft men hier eennbsp;Hoefyzer van een nieuwer fmaak laaten af-teekenen; Fig. $. vertoont hetzelve bloot:nbsp;en 'Fig. 6. zoo als het met hout bekleed word:

Deze' Zeilfteen heeft dat voordeel dat de beidé Poolen door eenen Draager D vannbsp;week Yzer kunnen vereenigd worden, waardoor hy zoo veel grooter gewigt kamdraagen,

B 4

-ocr page 86-

24

Magnetisch*

Fleurtts,

keüse gelfch Staal zyn; vooral wanneer men ïtÉenbn.' g^^noodzaakt is zeer kleine Stukken te gebruiken. Men kan egter, by gebrek hiernbsp;van j ’er toe neemen de kleine enden vannbsp;Schermdegens; ook moeten zy een weinignbsp;fmaller en dunner zyn aan het eene endnbsp;dan aan het andere; en het is met ditnbsp;dunne end dat zy geftreken moeten worden, op de Noordpool van een goedennbsp;natuurlyken of konftigen Zeilfteen.

Men kan de kragt der Staaven of Hoef-yzers aanraerkelyk vergrooten, met ze te wapenen even gelyk de Zeilfteen zelfs;nbsp;’t geen men doen kan in dezer voege:nbsp;men heeft alleen ieder der twee eindennbsp;der Staaven te verdunnen en tot eennbsp;Vaarfchroef te maaken van vier of vyfnbsp;linien lengte, waarop men een klein Yzernbsp;Voetje B van dezelfde grootte fchroeft*nbsp;zorg draagende dat het end der Staavennbsp;den grond raake van dat VoetftukjCj 'tnbsp;welk van zagt en ongehard Yzer zynnbsp;moet. Deze Zeilfteenen dus gewapendnbsp;zyn veel fterker, men maakt ’er ook uitnbsp;verfcheide aan een verbondene Staaven,

die

-ocr page 87-

Vermaaklykheden. 2jr die tot honderd Ponden Gewiets draa* keuse

° nbsp;nbsp;nbsp;DBRZEIt-

gen. nbsp;nbsp;nbsp;ttEBNEN.

De verfcheide Gebruiken van den Zeiljleeny de Oudheid van de Ontdekkingen des-zelfs y en de yerdigtfelen die men 'ernbsp;van verhaalt.

De eerfte ontdekkingen van de gehei* Da ter-men der Natuur, doen ’er niet altoos ter- gbbrui-ftondalle de wonderen van kennen j daar blyft doorgaans nog veel van te door- zeil-gronden, en men dringt niet geheel totnbsp;de kennifle van de oorzaaken en uitwerk-lelen derzelven door, dan na een diep onderzoek en herhaalde Proefneemingen :nbsp;dusdanig is het ook gegaan met den Zeil-fteen; men merkte 'er in ’t begin nietnbsp;anders in op dan alleen de eigenfchap vannbsp;het yzer aan te trekken; en bet was eerftnbsp;omtrent de veertiende eeuw dat men denbsp;anderen ontdekte C * ^ gt; cn byzonder

die

(ii) De Hiftoriefchryvers zyn het nog niet ten vollen eens op welken tyd en in wel-B snbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ke

-ocr page 88-

mm

z6

M a c netische

‘SCHEIDE

Gebruiken VAN

DEN Zeilsteen jnbsp;enz.

De ver- die van zyne kragt aan het yzer mede te deelen; en van zig beftendig naar eennbsp;van de Poolen te rigten: deze ontdekking , een van de gewigdgfte die ’er innbsp;deze laafte eeuwen gedaan zyn , gaf aanleiding tot het uitvinden van het Kompas, zonder welk het zekerlyk onmo-gelyk zoude geweeft zyn om zulke langenbsp;reizen op zee te onderneemenj ’t is aan

deice plaats het Kompas ’t eerft uitgevonden zy. Sommigen ftellen dat men eerft in de dertien-eeuw Kompaffen in Europa gezien heeft. Nol-LET ( 1 ) melt dat dë Franfche Stuurlieden zignbsp;reeds in de twaalfde eeuw Van een Kompasnaaldnbsp;bediende, die tóen den naam droeg van Marinette of ZeenaaM, om ’t gebruik dat men ’efrnbsp;van maakte op Zee. En wat de Natie betreft,nbsp;die de eer dezêr uitvinding toekomt, hy merktnbsp;het als een gunftige verklaaring ten voordeelenbsp;van Frankryk am, dat op alle Zeekompaffennbsp;van allerhande verfchillende Natiën het Noorden altoos met een Lelie geteekend en aangewezen word.

1

Zie Nollet JSamri, Lejfen, VUDetlt Ifte Stukje, blaJz, 318,

-ocr page 89-

V É R M A A r t Y K H E D E N. 27

deze heilfaame uitvinding dat wy ver- de vek-fchuldigd zyn de ontdekking en de ryk- gebrux-dommen der nieuwe Waereld.

Voor ’t overige is het met den Zeilfteen zeil-gegaan, gelyk gewoonlyk met alle on- enz. * gewoone zaaken; paen heeft het verwon-derlyke 'er van onmaatig vergroot doornbsp;vertelfels en verdigtfels vol van onwaarheden en óngerymdhedenj en dieegternbsp;by ligtgeloovige lieden ingang gevondennbsp;hebben. Men vertelt, by voorbeeld,nbsp;dat de Graftombe van Mabomety die zoonbsp;men verhaalt van yzer is, door de aan-trekkings kragt van een gewelf van Zeilfteen in de lugt hangende is; deze Fabel , weerfproken door allen die te Meckanbsp;geweeft zyn, neemt zynen oorfprong uitnbsp;het geen Pliniüs verhaalt van den Bouw-konftenaar Dimocrates, die te Alexandrienbsp;het gewelf van een Tempel uit Zeilfteennbsp;veilde maaken, om *er in de lugt op tenbsp;kunnen hangen het beeld of de Graftombe van Arjinoéf Zufter van Ptolomeus,nbsp;welke deze Vorft voorneemens was daarnbsp;door onfteriFelyk te maaken. De doodnbsp;van Ptolomeus en die van Dimocrates ver-

hin-

-ocr page 90-

28

Magnetische

pE VER- hinderden de uitvoering van dat IieriTen-fchimmig ontwerp ’c welk zekerlyk KEN VAN oQk nimmer zouden gelukt zyn (12}.nbsp;Zeil- Men ffioct onder het getal van deze

stekn , nbsp;nbsp;nbsp;„

enz. nbsp;nbsp;nbsp;^

(*) Het is te denken dat Dimocrates, die van den Zeiltleen niets anders kon dan dekragtnbsp;van ’t Yzcr aan te trekken , zig verbeeldnbsp;heeft, dat, wanneer het beeld van Arjinoe in ’tnbsp;midden van een kringswys gewelf, uitZeilfteennbsp;gemaakt, werd,opgehangen, de Yzerdeelen.nbsp;waaruit het zelve zou moeten beftaan, alsnbsp;dan gelyklyk door alle de punten van dat gewelf, zouden aangetrokken worden, en datnbsp;het dus in evenwigt aan zyn middelpunt zounbsp;blyven hangen ; ’t geen hy nooit zig zou verbeeld hebben, zoo hy de andere eigenfehap-pen van den Zeilfteen gekend hadden.

(12) Veclligt moet men het ook onder de Verdigtfels tellen't geen Plinius van de ont-.nbsp;dekking.van den Zeillleen verhaalt; dat eennbsp;Herder by geval gewaar wierd dat de Spykersnbsp;van zyne Schoenen en het einde van zynennbsp;Staf die met Yzer heilagen was, aan eenRotsnbsp;van Zeüfteen , _ over welke hy ging , aan-kleefdcn.

-ocr page 91-

VerMAAKLÏKH EDEN. 89

Fabelen ook plaatfen, ’t geen Sérapion de vfr. yerhaalt, die ons wil doen gelooven dat gÏbrui”nbsp;de Zeilfteen de Schepen met volle zeilen den'^^^nbsp;voortfnellende weerhoudt, en ’er deyze- zeil-re nagels uitrukt (13).

An-

(13 ) De Autheiir doelt hier óp die verdig-te Bergen van Zeilfteen, waar van men vertelt dat zy de Zeilende Schepen als mctkragt uit hunnen koers trekken en huns ondanksnbsp;aan Land doen komen. Het is te overbekend zegt Kollet (?) dat dergelyke ingebeelde en ongehoord kragtdaadige Bergen innbsp;de Natuurlyke Hiftorie geen plaats hebben,nbsp;en dat hunne gewaande uitwerkfels als zoonbsp;weinig plaats verdienen in de Natuurkunde.

Ik heb het Eiland Elba, dat mogelyk, om dat het zeer veel Zeilfteen in zig bevat, tot der-gelyk foort van vertellingen aanleiding gegee-ven heeft, bezigtigd; .maar ik heb meer dannbsp;zes Kwintaalen van die Zeilfteen onderzogtnbsp;zonder een enkel Stuk te vinden, 't welk dernbsp;uioeite waardig was dat het bereid en gewapend

(?) Zie Nollet Natuuri. Lejfen VI, Deel, ijle Stuk , bladz. 281, 282,

-ocr page 92-

mm


30

M A G N E T t S e H E’

pe VER. Anderen hebben 'er nog verwonderly-Gnmm- uitwerkingen aan toegefchreven, KEN VAN geevende hem het vermogen van dennbsp;ZEiir den Duivel te verdryven, en verzeke-rende dat hy het allerbefte minvcrwek-kend middel is.

Famianus Strada overtreft dien alle nog in ongerymdheden, willende ons dietsnbsp;maaken, dat men door middel van den-zelven kan fchry ven en onderhoud hebbennbsp;met zyne Vrienden, fchoon ver van de-

zel-

pend wierd .* en in den ganfchen Staat van Florenfen, daar dit Eiland aan behoort, hebnbsp;ik niemand gevonden die in de verbeeldingnbsp;was, dat dit Eiland in ftaat zou zyn om opnbsp;het Yzerwerk van een Schip te werken, datnbsp;zig in de nabuurfchap bevond of voorby zeilde. Hier tegen (voegt ’er de Vertaaler by)nbsp;ftrydt evenwel niet dat ’ër Rotfen in Zee zynnbsp;van zulk een Magnetifche kragt, dat, in ’t naderenof voorby zeilen, de Kompasnaalden vannbsp;haare ftreek getrokken en tot grooter Miswy-zing of zelfs geheel in de war gebragt worden; hoedanige Rotfen ’er by ’t inkomen vannbsp;de Loire zouden zyn.

-ocr page 93-

Verm aaklykhedëjSt. 31

zelven verwyderd. Dit laafte verdigt- ver. fel, zedert eenige jaaren herleevende, ^nbsp;fchoon volftrekt valfch, heeft ester ietsnbsp;waarfehynlyks voor zig: reeds langen zeil-tyd geleden, heeft de proefneeming ge-enz!quot;^’nbsp;toondnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat een vriend door middel

van den Zeilfteen onderhoud kan hebben met zynen vriend van de eene kamer innbsp;de andere, fchoon door een muur vannbsp;een halve voet dik gefcheiden; maar ’tnbsp;is onmogelyk dat men zulks doen kan opnbsp;een grooter afftand en buiten de werk-faamheid van den dampkring der Magne-tifebe Draaikringen; ten zy men zig be;nbsp;dient van een, bygevoegde werktuigelykenbsp;gerneenfehap, gelyk men zien zal in vetitnbsp;fcheide Vermaaklykheden in dit Werknbsp;bevat.

Men heeft den Zeilfteen zekerlyk al in vroeger tyden gebezigd tot verfcheidenbsp;min of meer aangenaame Tydkortingennbsp;en Spelen, die een ieder toefcheenennbsp;iets verwondcrlyks in zig te bevatten;

ge-

(*) Zie L’Ainian myflique 4e Souciii i?© Rejtnefort, Imprimé a Paris en iö8p.

-ocr page 94-

32

Magnetische

BB vaa-

SCHEIDB Gebruiken tan

DEN

Zbil-

•tben,

enz-

gelyk zulks blykt uit het geen S. gujtinus verhaalt, dat een BilTchop genaamd Severus y by een Africaanfchennbsp;Stedevoogd ten eeten zynde, hem eennbsp;Zeilfteen zag neemen, en denzelven onder een zilver tafelbord houden, waaropnbsp;een ftuk yzer lag, ’t welk naauwkeurignbsp;volgde alle de verfchillende beweegin-gen van de hand die den Zeilfteen bewoog; hy voegt ’er by dat hy, wanneernbsp;hy fchryft, onder zyn oog heeft eennbsp;Naaide in een kom vol water, geplaatftnbsp;op een tafel van zes duimen dikte, ennbsp;dat deze Naaide zig keert naar den eenennbsp;of anderen kant ingevolge de beweeging,nbsp;die hy geeft aan een Zeilfteen, welke zignbsp;onder de tafel bevindt.

Dezelfde Souebi de Rennefott, hier boven aangehaald, zegt in zyn Werk: onder de Gochelgreepen , de Spelen en de Vertooningen waarmede de Kwakzalvers 'tnbsp;volk vermaakeny zyn zy gewoon te laatennbsp;zien een aangejlreken Naaide, in een Jtuknbsp;kork verborgen, en op ’t water in een bekken dryvende; welke, zonder door iemantnbsp;aangeraakt te worden, zig beweegt naar

de

-ocr page 95-

33

Vermaaklykheden.

de ml van den Zeiljleen, die zy in hunne De ver^

handen verborgen houden en rondom het bek-

ken laaien omwandelen. Men heeft in on- ken van

DEN

ze tyden hetzelfde gedaan; maar veel zeil-geeltiger is het geen men, volgens ’t ver- en^^‘ haal van Ozanam^ te Lyon zag in hetnbsp;Kabinec van den Werktuigkonftenaarnbsp;Croüier de Servieres, een ftaande Uurwerk naamelyk, waar op een Bekken ge-plaatft was; en in ’t welke een gemaaktenbsp;Kikvorfch op de Wyzerplaat die hetnbsp;-zelfde omringde, de uuren aanwees; hetnbsp;geen, voegt hy ’er by, gefchiede door middel van een Zeilfteen, die onder het Bekken beweegbaar en verborgen Was (14).

Men

(14) Nollet zegt (’•'). Kameruurwerken gezien te hebben, die geen anderen Wy-zer hadden om de uuren aan te wyzen, dan een Vlieg van glad geflepen en in ’t vuur ge-blaauwd Staal, die op een zeer dun en volkomen effen Blad Geel Koper, dat den bodem

(*) Zie Noluet VI. Deel, jjie Stuftje, Uadz. 288.

fe


-ocr page 96-

Magnetische

DE VEE-SCHEIDE

Gebrui-

ZEIE-STEEN 9 6BZ»

Men heeft zedert verfcheide Vermaak-lykheden van dit foort gezien, door ver-VAN fcbillende perfoonen uitgedagt ; een Schip, by voorbeeld, dat op ’c bevelnbsp;van de Aanfchouvvers, zig wende en begaf naar den kant dien men het aanwees,nbsp;en dat door middel van een zeer vernuftig werktuigelyk konftgeftel, ’t welknbsp;een Zeilfteen deed beweegen, die ge-plaatft was onder het Bekken, waar innbsp;het Schip dreef; en van nog laater tyd,nbsp;een Sireen, welke door de verfcheiden-heid van eenige byvoegfelen en door andere behendigheden, zeer aartige ver-tooningen maakte, en die men met grootnbsp;vei-maak befchouwd heeft.

De-

dem van de Wyzerplaat uitmaakte, voort-gleet, zonder dat men zag wat haar deed voortgaan en rondloopen. Zy volgde eennbsp;Zeilfteen die agter de Wyzerplaat draai-tle, en daar zy alleen van afgezonderd wasnbsp;door dat Blad zelfs van effen en glad gefle-pen Koper, waar op men haar langs de uu-rên heen de ganfche_ Wyzeriftaat ïond zagnbsp;vöortglyden.

i

-ocr page 97-

Vermaaklykheden. 3j

Deze Vermaaklykheden en Tydkortin- de ver-gen zyn zedert eenigen tyd in de fmaak gebrot* gekomen; veele lieden hebben ’er op datnbsp;beginfel meer of min aangenaamen ge- zeil.nbsp;maakt; maar het is een dwaaling te ge- enz.' ’nbsp;looven dat iemand van hun nieuwe ei-genfchappen van den Zeilfteen ontdektnbsp;hebbe; het zyn dezelfden, die by alle denbsp;Natuurkundigen bekend zyn, welken allenbsp;die wonderen voortgebragt hebben; ge-lyk men zig hier van zal kunnen over.nbsp;tuigen door de befchryvinge van het fa-menilel en de Hukken der Vermaaklykheden die in dit Werk bevat zyn; waarnbsp;van het grootfle gedeelte , fchoon opnbsp;denzelfden grondllag {leunende, doornbsp;hunne uitwerkfelen veel verwonderlykernbsp;zyn dan alle die, welken men tot hiernbsp;toe gezien heeft; daar is niet aan te twyf-felen ofzy, welken het met oplettenhcidnbsp;zullen leezen, zullen zig ligtelyk in flaatnbsp;gefield vinden om uit hun zelve nognbsp;nieuwen te maaken , overeenkomfllgnbsp;met hun vernuft en de denkbeeldennbsp;welken deze verfcheide Vermaaklykhe-C 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 98-

3Ö Magnetische

De ver- den hun zullen kunnen verfchalFén;

ge^brui- nbsp;nbsp;nbsp;Sroot

KEK VAN getal ingebragt; als ik wel zou heb-

ZE?A- ben kunnen doen; om hun het genoe-gen te laaten van’erzelven eenigen te bedenken.

SAMEN'

-ocr page 99-

Vermaaklykhebin. 27

SAMENSTEL en GEBRUIK

Van de verfchillende Stukken der Magnetifche Vermaaklykhcden.

^magnetische .

K Y K E R.

SAMENSTEL,

^at eenyvooren KyUr draaijen, dun magne,. genoeg om het licht in zyn bin- Kïker.

aenfte door te laaten, van omtrentderde ,

Lunettem

aalve duim lengte, en van gedaante zoo ds aangewezen word in de derde Figuurnbsp;'^an de eerde Plaat.

Laat ’er aan beide einden van dezen Py- i-Kyker zyn twee kleine fponningtjes op plaatfen A en B. Dezen Kyker moetnbsp;men door een fchroef aan beide eindennbsp;C 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kuq-

-ocr page 100-

38

Magnetische

Magnb-

TISCHE

Kïker.

kunnen openen en fluiten; in de boven-fte opening moet men plaatfen een Oogglas A, van omtrent twee duimen brandpunt, en in de bcnedenfte eenig ander glas D.

Maakt te hebben eene kleine aange-ftreken Naaide, gelyk aan die welke men in een Kompas doet; maar zy moetnbsp;zeer roerbaar of ligtaandoenlyk (15)nbsp;zyn, en in het onderfte van den Kykernbsp;gezet vryelyk kunnen draaijen; zet dezelve op haarefpiJ, geplaatfl: in’t middelpunt van een yvooren Ring, C, die omtrent de dikte van een gulden heeft, ennbsp;op het voorwerp glas van dezen Kykernbsp;gefteld word, zynde zwart geverwd aannbsp;de zyde, waar mede hy op dat glas ruil;nbsp;zet hem valf door een kleinen kaartennbsp;Ring, zoo breed alsnoodigis, opdat denbsp;Naaide niet van haare fpil afglyde,

wan-

(iS) Door zeer roerbaar of Hgtaandoen-lyk (in ’cFranfch JenfMe) verftaat men hier dat dc Naaide op de geringfte aannadering ennbsp;aantrekking van eenigenZeilftcen zig terftondnbsp;beweegt, en denzelven gereedelyk volgt.

-ocr page 101-

V E R M A A K L Y K H E D E N. 39

wanneer men ’er boven zal geplaatft hebquot; Magne* ben het glas B, om dezelve tegen te kySs?nbsp;houden even gelyk men in de Kompas-fen gewoon is te doen. Deze Kyker isnbsp;dan eigenlyk een Kompas befloten in ’tnbsp;onderfte gedeelte van een yvoore Buis,nbsp;die doorfchynend genoeg is om de rig-ting van de Naaide onderfcheidenlyk tenbsp;kunnen zien; het Oogglas boven in dennbsp;Kyker geplaatft, dient om het voorwerpnbsp;te beter te ondeiTcheiden; het Voorwerp-glas onder in den Kyker dient alleen omnbsp;aan dit foort van Kompas geheel de gedaante van een gewoonen Verrekyker tenbsp;geeven, ten einde daar door te meer tenbsp;mifleiden en te grootcr verwondering tenbsp;verwekken, wanneer men dcnzelven gebruikt om te ontdekken de dingen die innbsp;verfchillende Doofen. opgcfloten zyn.

uitwerking.

Volgens de beginfelen die in dit Werk ten grondilag gelegd zyn, zoo zal, wanneer deze Kyker op eenen kleinen afftandnbsp;C 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ea

-ocr page 102-

40

Magnetischs

Magnb-

TISPHE

Kyesr.

en boven eene met de Zeilfteenkragt bezielde Staaf, of boven iets anders, waar in dezelve opgefloten is, geplaatfl: word,nbsp;de Naaide, die iii dezelve bevat is, zignbsp;noodzaakelyk plaatfen in dezelfde rig-tingals deze Staaf, cn gevolglyk aan-¦wyzcnaan welken kant het Noorden ofnbsp;het Zuiden is van de ingefloten Staaf;nbsp;het Noorden van de Naaide zal aanwy-zen het Zuiden van de Staaf.

Deze uitwerking zal ftand grypen, offchoon deze Staaf opgefloten zy innbsp;hout, of zelfs in metaal welk metaalnbsp;het dan ook zy vermits de Magnetifcbenbsp;Stof van dien aart is dat zy onverfchillignbsp;door alle lighaamen heen dringt (i6).

Men

(i6 ) Tot nog toe zyn ’er geen lighaamen bekend, ’t zy dan vloeybaare, ’t zy dannbsp;vafte, door welke de Magnetijche vloeyftoiFenbsp;aiiet heen dringt, cn die de werking van dennbsp;Zeilüeen kunnen affluiten. Men beveiligtnbsp;dit doorgaans met eenvoudige, dog nietteminnbsp;vermaaicelyke Proevmn: Een gewapenden Zeilreen bewogen onder een Metaale Plaat, Por-celein-Bord, glazen Ruit, Stuk Bordpapier,

Hout

-ocr page 103-

Vïrmaakltkheden. 4*

Men moet egter in acht neemen, dat de Magne-,

tische

Staaf niet te ver van de Naaide verwy- kïker,

dcrd

Hout Plankje enz. met yzer vylfelbeftrooid, ziet men alle die kleine yzérdeelen zig op-rigten; een kleine Naaide ’er opgelegd volgcnbsp;overal deszelfs beweeging.

Een klein yzer Wyzertje ruftende op een fpilletje, dat op den bodem ftaat van eennbsp;Glas, vol met water of eenige andere vloey-ftolFe, word, in weerwil van ’t glas en ’tnbsp;vogt dat ’er in is, in de rondte omgevoerdnbsp;door een Zeilfteen die men ’er rondom gaannbsp;laat. Indien men dit Glas met dien tocftel innbsp;een ander wyder Glas plaatft, tulTchen beidenbsp;deze Glazen Brandewyn 'doet, en dezen innbsp;brand fteekt, belet de vlam niet dat de Zeilfteen het Wyzertje even als te vooren doetnbsp;draaijen. Deze doordringende werkfaamheidnbsp;der Zeillleenkragt is de eigenlyke grondflagnbsp;van ’t vcrwonderlyke en ’t vermaakclyke, ’tnbsp;welk de Vertooningen, waar van de Zeilfteen de diyfveer is, verwekken; vermitsnbsp;zy het oog van Onkundigen bedriegt ennbsp;Kundigen zelfs veraangenaamt, als men ’erzignbsp;met behendigheid van weet te bedienen,nbsp;e j

-ocr page 104-

4*

Magnetische

magne

tische

Kïker-

derd zy, vooral indien zy klein is, ten einde de Magnetifcbe Draaikolk, die zignbsp;dan maar tot een kleinen afftand uic-ftrekt, de Naaide in haare ftreek gemak-kelyk met zig zou kunnen voeren.

ANDER SAMENSTEL.

Dit verfchilt niet van het voorgaande dan in zoo verre de Naaide regtftandignbsp;geplaatft word, en in zyn midden regt-hoekig doorboord is door een zeer kleinnbsp;Asje, door middel van welkzy, in plaatsnbsp;van op eene fpil te draaijen, op dezen As,nbsp;draait, die zeer dun moet zyn, en gemak-kelyk omwentelen tuflchen twee kleinenbsp;kopere ftukjes aan beide zyden van dennbsp;Kyker geplaatft j voor ’t overige moetnbsp;deze Naaide volmaakt in evenwigt hangen.

uitwerking.

De Naaide word naar beneden getrokken met haaren Noordpool door den Zuidpool van de Staaf, en met haaren

Zuid-

-ocr page 105-

43

Ver MAAKLYKH EDEN.

Zuidpool door den Noordpool van de Staaf, magne. Voor ’t overige is het dezelfde uicwer-king als van den voorigen Kyker; de eennbsp;en de ander kunnen derhalven qjenennbsp;voorde Magnetifcbe Vermaaklykheden»nbsp;in welken zy gebruikt worden; maar mennbsp;moet den eerften den voorrang geeven ;nbsp;vermits zyn Samenftel gemakkelyker is,nbsp;en de rigting van de Naaide, die’er innbsp;bevat is, veel beter kan gezien worden.

MAGNETISCHE WIGCHELROEDE.

Laat van Ebben-of ander Hout een magne-klein Wigchelilokje draaijen , omtrent negen of tien duimen lang, en vier chel-

° ^ nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ROEDE.

of vyf linien dik ; m zyn ganfche lengte doorboord met een gat vannbsp;twee of drie linien middellyns. Neemnbsp;een klein rond yzer Roetje C van Pr., i.nbsp;engelfch en zeer fyn Staal; bekragtignbsp;het zeer fterk op een goeden Zeilfteen;nbsp;fteekt dit Roetje of Staafje in ’t gat vannbsp;het Stokje, en fluit het zelve aan beidenbsp;einden met twee kleine yvoore Stopjes

A en

-ocr page 106-

TISCHE

WlG-

CHEL-

ROEDE

44 Magnetische MAGNB- A en B, die ’er met een Schroef moeten

XlSCHE

ingaan, en van een verfchillend gedaante zyn, om gemakkelyk te kunnen ontdekken aan welk eind de Poolen zyn vannbsp;het ftaale Staafje, dat gy ’er in opge-floten hebt.

UITWERKING.

Wanneer gy den Noordpool van dit Wigchelftokje houdt by den Zuidpoolnbsp;van eene aangeftreken Naaide, vryelyknbsp;op haare fpil hangende, of aan eennbsp;ander ligt lighaam, dat vry op ’t waternbsp;of eenigc andere VIoeiftofFe dryft, ennbsp;waar in gy een klein aangeftreken ftaalnbsp;Staafje geftoken hebt; dit lighaam zal dannbsp;tot het Wigchelftokje naderen en zignbsp;met die zyde ’er naar toekeeren , waar innbsp;het Zuiden van het ingefloten Staafje is.

Integendeel indien gy aan een van de ¦Poolen van die Naaide of dat Staafje aanbiedt den Pool van het Wigchelftokjenbsp;die denzelfden naam draagt, dan zal denbsp;Naaide of het Staafje met het lighaamnbsp;waarin het befloten is wegwyken.

Men

-ocr page 107- -ocr page 108- -ocr page 109-

VëRMAAKJLYKÖEDEN. 45

Men ziet in die geval dat de Naaide , magne-nadat zy weggeweken is, vervolgens we- wig^ der haar anderen Pool naar het Wigchel- RofpÉ.nbsp;Hokje keert, en dat het lighaam op ’cnbsp;water dryvende het zelfde doet; ’t isnbsp;daarom dat men moet opletten , zoodranbsp;de Naaide weggeweken is, dat men hetnbsp;WigchelHokje moet te rug trekken, ofnbsp;hetzelve geduurig blyven houden by dennbsp;Pool van denzelfden naam.

Dit Wigchelllokje dient maar voor een zeer klein getal van Vermaaklykheden.

Om het zelve meer kragt te geeven, kan men aan beide einden een yzere Wapening doen in dier voegen als in ’t beginnbsp;van dit Werk verklaard is. Zie Bladz. 24.nbsp;daar de manier van de Wapening aan tenbsp;voegen aangeviezen is.

-ocr page 110-

46 Magnetische

EERSTE

VERMAAKLYKHEID.

MAGNETISCHE

BLOEMDOOS.

SAMENSTEL.

Magne

tische

Bloem-

DOOS.

Pl. ir. Fig. I.

Laat maaken een ligte houte Doos A B C D, met fcharnieren fluitende, omtrent negen of tien duimen lang,nbsp;vyf of zes duimen breed, en éénen duimnbsp;diep; maakt ’er in vaft een klein gedraaidnbsp;Bloempotje E, dat half doorgefnedennbsp;is, en in ’t midden met een gaatje,nbsp;om ’er twee door konftgemaakte ennbsp;van elkanderen verfchillende Bloemen innbsp;te fteeken. Neem, voor de twee hoofd-fteelen van deze Bloemen, twee kleinenbsp;Roetjes van fyn engelfch Staal, en die

fterk

-ocr page 111-

Vërmaakltkhedèn. 47

fterk bekragtigd zyn, oplettende dat in magk»-een van de Bloemen het Noorden van ’t bmem-Roetje het onderftc van den ftecl zy, vs-aar “o®*-mede zy in ’c Bloempotje fteekt, en in de andere het bovenfte. De twee Stee-len moeten bewoeld zyn met groene Zy-de, en voorzien ter weerzyde met uit-fpruitende takjes van yzerdraad, op dezelve wyze met Zyde bewoeld, en waarnbsp;aan de blaadjes en bloempjes moetennbsp;valt gemaakt zyn.

UITWERKING.

Een van deze twee Bloemen in het Bloempotje geplaatft zynde, zal het Noorden van het Roetje dat ’er den voornaam-ften Steel van uitmaakt, zig bevinden aannbsp;de zyde van het Bloempotje; indien hetnbsp;de andere Bloem is, zal het Zuiden vannbsp;bet aangeftreken Roetje aan die zelfdenbsp;zyde zyn; wanneer men dan, de Doosnbsp;gefloten zynde, den Magnetifchen Ky-ker , wiens Samenftel boven befchrevennbsp;is» op deszelfs dekzel zet, zal de rigting

van

-ocr page 112-

MAGNE- van de Naaide die ’er in is, aanwyzeb


welke van de twee Bloemen men in de Doos gelegd heeft, zoo men ’er geennbsp;Bloem in gedaan heeft, zal men zulksnbsp;weeten, wanneer de Naaide naar geenenbsp;vön de zyden van de Doos een vaftenbsp;plaatfing neemt Ci?)-

Men tnOet hier in acht neemen éac de Kyker, waar van men zig bedient , zeer ligtaandoenlyk dient tenbsp;zyn; ook behoort men de kragt en denbsp;uitwerking van het Roetje, voor dat mennbsp;het met Bloempjes verciert, door de aan-,geftreken Naaide die in den Kyker is,nbsp;beproeven.

HET

i

-ocr page 113-

VEaMAAKLYKHÊOÉN. 40 HET VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Dat men met deze Bloetndoos in *t •merk Jlelt-

Men geeft deze Doos en een van de

twee Bloemen aan iemant van ’t konst* Gezelfchapj men laat hem de vryheid stukje*nbsp;van denzelven 'er niet of al in te leggen j het geen hy in *t geheim doen moetnbsp;en vervolgens de Doos wel gefloten over*nbsp;geeven; men ziet dan door den Kykernbsp;dwarfch door het bovenfte van de Dod?jnbsp;€n men zegt of hy ’er een Bloem in ge^nbsp;daan heeft.

Men geeft daarna de twee Bloetüen öan iemant j laacende hem de keus omnbsp;den eenen of den anderen geheimelyknbsp;in de Doos te doen, en men zegt hemnbsp;insgelyks welke Bloem 'er in is.

OPMERKING.

Men kan , indien men het ver-» kielt, zig van drie verfchillende Bloe-I. DêEL.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mefl

-ocr page 114-

50

M A G N E TI S C H E

KoNsr-

STUKJE.

enz.

men bedienen; maar dan moet men dc fteel van den derden Bloem niet met dennbsp;Zeilfteen bekragtigen, om hem van denbsp;twee anderen te kunnen onderfcheideninbsp;men geeft dan de keus van drie Bloemen; dog in dit geval moet men nietnbsp;de vryheid laaten om ’er geen Bloem innbsp;te leggen (i8 ).

(i8 ) Men zou zelfs vier Bloemen kunnen gebruiken. Ten dien einde zou de middenftenbsp;fteel van de vierde Bloem ook onbekragtigdnbsp;moeten zyn, dog overkruift: door een dwarsnbsp;fteeltje, uit eert bekragtigd en bewoeld Haalnbsp;ftaafje beftaande. Indien dan de Kyker op denbsp;Doos gezet word, zal de Naaide in denzel-ven belloten, dezelfde plaatfing aanneemen,nbsp;te weeten over dwars de lengte van de Doos.nbsp;Men zou langs dezen weg de Bloemen kunnen verincenigvuldigen; dog dit doende zounbsp;men het geheugen miflchien te zeer bezwaa-ren; en daar door het konftje moeijelyk maa-ken en de aartigheid ’er van verminderen.


TWEE-

-ocr page 115-

Vermaa Kt TKHEDEN. St

T W E E D E

vermaaklykheid.

CYFFERDOOS.

sAmenstel.

T aat van ligt hout een Doos AB C D cïffer.

' maaken, met fcharnieren en een haak fluitende, omtrent zes of zevennbsp;duimen lang, vier of vyf duimen breed, Fig. ainbsp;en zes of zeven linien dik; zoo dat mennbsp;in deze Doos kan leggen twee houtenbsp;Blaadjes Ö en P van gelyke grootte, ennbsp;een halven duim dik. Maak dat ’er op denbsp;eene zyde van ieder dezer Blaadjes eennbsp;Groef C zy j indiervoegen dat gy ’er innbsp;kunt fluiten een aangeftreken ftaal Staafje van dezelfde lengte ; zoO dat hetnbsp;Noorden en Zuiden van deze twee Staafjes geplaatst zy op die wyze als in denbsp;tweede Figuur word aangewezen; bd-D 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de'k

-ocr page 116-

Cyffer-

cuos.

dek en beplak vervolgens zindelyk dC' ze groeven en de geheele Blaadjes metnbsp;dubbeld en gefchilderd of gekleurd Papier, of, zoo gy dit verkieft, maaknbsp;ieder Blaadje van twee zeer dunne plankjes die op eikanderen gelymd worden jnbsp;leg de Blaadjes, dus klaar gemaakt zyn-de naaft eikanderen, in acht neeraendenbsp;de Poolen van de bekragtigde Staafjesnbsp;die ’er in zyn, te plaatfen in dien itandnbsp;als de tweede Figuur aanwylt: fchryfnbsp;vervolgens aan de twee kanten van dezenbsp;Blaadjes de Getallen, i8, 36» 27, en 4j.

UITWERKING.

Wanneer de Blaadjes op gezegde wyze opgemaakt en in de Dobs geplaatft, tenbsp;onderfte boven gekeerd en in malkandersnbsp;plaats gelegd worden, kunnen de viernbsp;Getallen die ’er op gefchreven ftaan,nbsp;door de verfchillende famenvoegingennbsp;die men ’er door ze dus te verplaatfennbsp;mede maaken kan, agt andere Getallennbsp;voortbrengen, naamelyk 1836, 2745,nbsp;3618, 4527, 1827, 2718, 364J, 45.86.

In-

-ocr page 117-

V E RM A A K L Y K H E D EN. 53

Indien het Noorden van de twee Staa Cypfbr.

- , nbsp;nbsp;nbsp;DOOS.

Ven aan de zyde der icharnieren en naar de kanten van de Doos geplaatft is, ge-lyk in de Figuur van de Plaat, zal hetnbsp;getal in ’t bovenfte van de Does zynnbsp;1836; zoo integendeel het Zuiden vannbsp;dien (land geplaatft is, zal het getal zynnbsp;2745-

Zoo het Noorden van de twee Staaven zig aan de zyde der fcharnieren en omtrent het midden van de Doos bevindt , zal het getal in het bovenftenbsp;van de Doos zyn 3618 j zoo in tegendeel het Zuiden van de twee Staaven opnbsp;die wyze geplaatft is, zal het gpcainbsp;zyn 4527.

Zoo wanneer ( altoos aan de zyde der fcharnieren) het Noorden zig bevindtnbsp;naar de regter kant van de Doos, ea hetnbsp;Zuiden naar het midden, zal het getalnbsp;zyn 1827; en zoo integendeel het Zuidennbsp;aan de regter kant en het Noorden naarnbsp;het midden, zal het getal zyn 2718.

Indien het Noorden aan de regter kant van de Doos en naar ’c midden gelegdnbsp;is, en het Zuiden aan de linker zyde

D 3 nbsp;nbsp;nbsp;en

-ocr page 118-

S'*

MagnetiscH®

Cyfper-

boos.

ennaar den kant, zal het getal zyn3ff45; zoo het Noorden aan de linker zyde ennbsp;naar den.buiten kant gelegd is, dogshecnbsp;Zuiden in ’t midden aan de regter zydenbsp;van de Doos, zal het getal zyn 4^36.

Waar uit volgt dat men, met den Magnetifchen Kyker naauwkeurig lettende op de plaats alwaar de Poolen van denbsp;bekragtigde Staavenzig geplaatfl vinden,nbsp;terftond weeten zal, fchoon de Dóos gefloten is, het Getal dat men ’er geheime-lyk ingelegd heeft.

OPMERKING.

Om let geheugen te hulp te komen, beeft men de Getallen van 9 en 9 opge-geeven\ men kan 'er egter alle andere Getallen toe gebruiken

(19) De Talletters naamelyk van ieder der vier Getallen, die hier genomen worden,nbsp;by elkanderen geteld maakeii altoos 9; ooknbsp;klimmen zy met S op, want 18 9 n: 27nbsp; 9 = 3Ö -h 9 — 4S; of zy zyn bet be-ïpop van 9 vermeenigvuldigd met 2, 'met 3,nbsp;^et 4 en met 5,

HET

-ocr page 119-

VeRMA AK t YKHÏ DiEN. fS

HET VERMAAKLYK

KONSTSTUKJE.

Dat men met deze Doos in ’t mrk Jielt.

Men geeft deze Doos en Blaadjes kon»t-aan iemant van 't Gezelfchap, laatende hem de vryheid van ’er zoodanig een Getal van te maaken als hy goedvindt; en de Doos gefloten zynde, zietnbsp;men met den Magnetifchen Kyker door \nbsp;het bovenfte van het dekfel, en mennbsp;zegt hét Getal dat ’er in gelegd is; datnbsp;is te zeggen het Getal ’t welk zig aan denbsp;zyde der fcharnieren bevindt (20).

OP.

( 20 ) Indien men zyn geheugen eenig werk wil geeven, kan men, het bovenfte Getalnbsp;of dat’t welk zig by de fcharnieren bevindtnbsp;weetende, ook ligtelyk zeggen welk het on-derfte is; men heeft ten dien einde alleennbsp;D 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op

-ocr page 120-

Konst-?tukjb. enz.'

jö Magnetische OPMERKING.

Men dient zig een vaeinig geoeffend te hebben om dit Konstjiukje met vaardig-¦beid uit te voeren', ’t lt;welk als dan zeernbsp;geheimzinnig voorkomt, en ben zelfs tennbsp;uitterjie verwonderd die reeds vernioedennbsp;hebben, dat bet door middel van den Zeil-Jteen gefchiedt.

op deze twee kolommen van Getallen te letten:

^6i8 = 4527 1836 —. 2745nbsp;1827 = 3645nbsp;2718 = 4536

Want als by voorbeeld 3618 bet bovenfte Getal is, dan is 4527 het onderfte; en zoonbsp;4527 het bovcnfte is, dan is 3618 het o^-derfte; en di|s ook met de overige Getallen,


der.

-ocr page 121- -ocr page 122- -ocr page 123-

Verm AAKLYKHEDEN* ^

DERDE

vermaaklykheid.

Z f: L A K L E G G E N B E MAGNETISCHE

W Y Z E R.

SAMENSTEL.

Laat door een Draaijer een Wyzer magnb-maaken van vyf of zes duimen mid-dellyns; in acht neemende dat de voet derzelve B, beweegbaar moet zyn, ennbsp;gelyklyk draaijen in den Ring A die 'ernbsp;opftaar. Plaats op dezen Ring A een Wyzer van bordpapier, waarop de Getallennbsp;van I tot 12 getekend ftaan in twaalfnbsp;gelyke Verdeelingen even als op een Uur-wyzer. De Ring D, die dezelfde isnbsp;b'st; A, moet in de rondte eene kleinenbsp;groef hebben om dien bordpapieren Wy-zef te ontfacgen; voor ’t overige moetnbsp;Dynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ite?

-ocr page 124-

Magnetische

Magne- het Stuk zoo lameögefteld zyn, dat^ wanneer men den voet draait, de papie-re Wyzer tevens draait zonder de ]y(inbsp;of Ring, waar mede dezelve omgeevennbsp;is (21).

Plaats

( 21) Ten dien einde moet de Bordpapier® “Wyzer vaft zyn aan de pen, die in ’t boveneind van den voet fteekt, en door hetnbsp;gat van de Staaf E, gelyk ook door hetnbsp;Bordpapier heen gaat, en vervolgens fpitsnbsp;boven het zelve uitfteekende tot de fpilnbsp;'Vefftrekt van de Naaide, die *cr ‘op'draaijennbsp;Tnoet. Dog dit draaijen van den voet komtnbsp;toy'wat werkfaam en te zigtbaar voor; be-Ter, dunkt my, en geheimer zou de uitvoe-¦jing van dit Konstftukje zyn, .indien mennbsp;-den Toeftel op deze wyze vervaardigde ;

¦ Taat de bordpapiere Wyzet C onbeweegbaar vaft zyn in de ronde Lyli of Ring D . ^n te gelyk met de gemelde pen; dog laatnbsp;in dezelve Lyft in eenv^oeg, en genoegzaamnbsp;tegen het Bordpapier, ingelaaten worden eennbsp;dunne ligte houte fchyf of rond Blad , draa-^gende de Staaf E, zoo dat dezelve met eennbsp;cnkelde vinger kan rond gevoerd worden,

^oot

-ocr page 125-

Vermaaklykheden. Plaats vervolgens tuflchen

dezen mignb. Bordpapiere Wyzer en het onderfte van wv-fp^nbsp;deszelfs Lyft»nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bekragtigd ftaal

Staafje E, in ’t midden met een gat voorzien, of een weinig ingebogen, en maakt het onder den Bordpapieren Schyf aannbsp;de lyft vaft; en Iaat ’er buiten op de lyftnbsp;¦een klein Merkje P zyn dm de plaats tenbsp;Icennen daar de bekragtigde Naaide I.nbsp;ftil moet blyven ftaan, die geplaatft moetnbsp;zyn op een Spilletje O, in’t ihiddelpuncnbsp;van den Wyzer.

Deze Naaide moet vryelyk draaijen op een kléin gaatje van gedaante als een ke-?nbsp;gel, gemaakt in een klein koper knopje,nbsp;dat in ’t midden van de Naaide is, dienbsp;voor ’t overige naauwkeurig in evenwigtnbsp;hangen moet.

Ook

door middel van een knopje dat onder aan het zelve weinig zigtbaar geplaatft is, ennbsp;juift aan den Zuidpool van het Staafje,nbsp;t welk men dus geheimer en met mindernbsp;moeite zal kunnen draaijen onder het Getal jnbsp;waar mede men het fpel doen wil.

-ocr page 126-

insgelyks een dozyn of meerder derge-lyke Kaartjes , in acht neemende dat in ieder derzelven alle de Talletters ofnbsp;Getallen dezelfde zyn moeten.

UITWERKING.

Wanneer men den Wyzer gefield heeft, door denzelven in diervoegen tenbsp;'draaijen dat één vandeszelfs Getallen zignbsp;bevindt regt tegen over het Merkje P,nbsp;welk op den rand van de Lyft is, en

wan-


N E T I S C HE

Ook Is het noodzaakelyk om dit Konst-ftukje in ’t werk te ftellen, dat men een kleine Zak heeft, die in vyf of zes on-derfcheiden Vakken verdeeld is, en vannbsp;maakfel omtrent als de Breizakken dernbsp;Juifrouwen, dog veel kleinder; men kannbsp;dezelve maaken van welke ftoffe men begeert , mits dat zy niet te doorzigtig zy.

In de eerfte Verdeeling van deze Zak doet gy kleine bordpapiere Kaartjes,nbsp;waarop gy de Getallen van i tot 12 ge-fchreven hebt, en die gy zoo meenig-jnaal 'er in doet als gy wilt; en in iede-andere Vakken , doet gy

-ocr page 127-

VÈRMAAKtYKHEbÉN. öï

'Wanneer men vervolgens de aangeftre- Magkb-ken Naaide op haare fpil doet draaijen, Wyzer. zal zy noodzaakelyk op dat Getal blyveanbsp;ftil ftaan, vermits zy, volgens de verklaarde eigenfchappen van den Zeilfteen,nbsp;dezelfde rigting zal neemen als de Staafnbsp;die onder den Wyzer geplaatft is ,nbsp;en gevolglyk zal het Noorden van denbsp;Naaide, dat is de punt derzelve , zignbsp;zetten op het Getal dat naar het Zuidennbsp;van de Staaf geplaatft is.

VRRMAAKLYK

K o N S T S T U K J E.

Dat men met dezen JV)zer in ’t werk Jlelt.

Nadat gy den Wyzer op een geheime Wyze gefteld hebt op een van dienbsp;Getallen, welken bevat zyn in eenevannbsp;dieVerdeelingen van de Zak, waarin al denbsp;Getallen gelyk zyn; zoo trek uit de eerlle

Ver-

-ocr page 128-

6a

MACNÈtlSCHE

KONTT-

nVKJB,

Verdeeling de Getallen die verfchillendé zyn , en laat ze aan ’t Gezelfchap zien;nbsp;doet ze vervolgens weder in de Zak.

Houd dan voor den eenen of anderen perfoon die Verdeeling van de Zak, waarnbsp;in alle de Getallen gelyk zyn aan dienbsp;. waarop de Wyzer gefteld is; en zeg hemnbsp;dat hy ’er één naar geval uitneemt,nbsp;cn het in zyne hand verborgen houdt.nbsp;Plaats vervolgens of laat plaatfen, denbsp;Naaide op haaren Spil, en draak dezelve op kaande voet rond; wanneer zynbsp;ophoudt met draaijen, zal men bevindennbsp;dat zy het Getal aanwyfl:, ’t welk denbsp;perfoon in zyne hand verborgen houdt.

Dit konftje kan men terftond herhaa-Tcn, door den Wyzer, zonder dat het gemerkt word , te draaijen en te ftellennbsp;op een ander Getal dat in een van denbsp;andere Vcrdeelingen van de Zak bevat is.

-ocr page 129-

VïRM AAKLYKHEDEW. 6^

ANDER VERM AAK LYK

KONSTSTUK JE.

Met denzelfden fVyztr.

aat door twee Perfoonen uit ver-ANUE»

K0NST“

fchillende Verdeelingen van de Zak, stukje4

door ieder één Getal trekken, en zeg hun, indien de twee Getallen die zy af*nbsp;zonderlyk getrokken hebben, meer zynnbsp;dan twaalf, dat de Naaide het meerde-dere zal aanwyzen; en zoo zy in tegendeel minder zyn , dat de Naaide de fomnbsp;der twee Getallen zal aanwyzen; het isnbsp;genoeg om dit Konftje in ’t werk te Hellen , dat men den Wyzer te vooren fteltnbsp;op y, indien men uit de Zak wil doennbsp;trekken de Getallen lo en 7, of hem tenbsp;Rellen op g, indien men de Getallen 7nbsp;en 2 zal doen trekken.

Wanneer men dit Konflje onmiddelyk na het voorgaande doet, zal de uitwerking van dezen-Wyzer nog veel verwon-derlyker voorkomen.

AN-

-ocr page 130-

54 Mas iï e t I s lt;5 k k

'ander SAMENSTEL;

Waar medemin een f^ertnaaklyk Konst' Jlukje in ’t werk fielt., van hetnbsp;voorige verfchillende.

Andsr

SAI^EN-

STEt.

In plaats van de 12 Getallen in de twaalf Verdeelingen van denWyzer,nbsp;zoo zet ’er op de naamen der vier kleuren van Speel-Kaarten, en de naamennbsp;van de agt verfchillende Kaarten , dienbsp;een Piquet-Spel uitmaaken, en wel in*nbsp;diervoegen in de twaalf Verdeelingennbsp;van den Wyzer, als volgt, en zoo als danbsp;tweedeFignur van de derde Plaat aanwyft.

Aas.

Koning,

Boer.

Hart.

Koningin* Rui te.

Agt.

Schoppen.

Tien.

Zeven.

Klaveren.

Negen.

Neem

Eerde Verdeeling -

2de nbsp;nbsp;nbsp;.. .

3de ----

4de---

jd« ---

gle--.-

yde ——--

gde--

pde ----

JOlt;ie---

Ilae --

12de ---

-ocr page 131-

Vermaaklykheden. 6s

Neem twee gelyke Naaldens A en D, Ander die gy egter van elkanderen kunt onder stelT*nbsp;kennen, en neem in acht dat de eene metnbsp;haar punt, en de andere met haar agter inj, j’nbsp;end aangeftrekcn zy, dat is te zeggen ,nbsp;dat de punt van de eene het Noorden,nbsp;en van de andere het Zuiden zy.

UITWERKING.

Wanneer gy, op den Spil van dezen Wyzer , de Naaide plaatst, aan wiernbsp;punt de Noordpool is, en dezelve draai'nbsp;jen doet, zal zy aanwyzen die der viernbsp;kleuren van de Kaarten, welke gy tegennbsp;over het bovengenoemde Merkje, naarnbsp;het Zuiden van de ingellotene Staaf ge-gefteld hebt, ( welke kleur men hiernbsp;veronderfteld te zyn Schoppen') zoonbsp;®en daar na, deze Naaide wegnee-mende, de andere Naaide 'er op zet, zalnbsp;zy de Koning aanwyzen. Het zelfde zalnbsp;gebeuren met de andere Kleuren en Kaarten, die op den Wyzer regt tegen overnbsp;elkanderen ftaan.

OP-

I. Deee.

-ocr page 132-

6(5 Magnetische

OPMERKING.

Ander

Samen-

SlEL.

Van de agt Kaarten op den Wyzer aan-gevoezen, zyn ’er maar vier die bier dienen kunnen C*)j nbsp;nbsp;nbsp;anderen zyn ’er

alleen op geplaat[t om het getal der Kaarten van bet Piquet - Spel volkomen te hebben y en kunnen in dit Konstfiukje niet gebruikt voorden; dog zy zullen te pas komen in bet Konstfiukje, dat op dit volgt.

(*) Die naamelyk waar van de naamen op den Wyzer legt tegen over de Eleureanbsp;ftaan.


VER-

-ocr page 133-

Vermaaklykheden. 67

vermaaklyk

K O N S T S T U K J E.

Dat men met dezen W'^zer in ’f

''oterï Jlelt.

aat iemant uit een Piquet - Spel die

SXUKjBbk

Kaart trekken, op welke gy den


Wyzer gefteld hebt; het geen ligt te doen is, wanneer men zig bedient vannbsp;een Spel, waar in die Kaart breeder isnbsp;dan de anderen, om dezelve door het gevoel te onderfcheiden en voor anderennbsp;te kunnen aanbieden; zeg aan den Per-foon, die dezelve getrokken heeft, datnbsp;hy die niet moet laaten zien.

Geef vervolgens den gemelden Wyzer aan een anderen Perfoon, en geef hemnbsp;tevens eene van de twee Naaldens, gebiedende hem dezelve op haaren Spil tenbsp;zetten en rond te draaijen; doet dan opmerken dat deze Naaide de Kleur van denbsp;getrokken Kaart aanwyft: neem daarnanbsp;E 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 134-

70 M A G N E TI SC H E

70 M A G N E TI SC H E

Ander

KONST-

STUKjfe.

fel dezelve zonder dat men het faemerke, en geef ze met den Wyzer aan den tweeden Perfoon, ten einde zy aanwyze denbsp;Kaart, welke de eerfte Perfoon uit heünbsp;Spel genomen heeft.

OPMERKING.

Dit Konstjlukje wyjt niet de kleur aan van de twee Kaarten 3 die men uit bet Spelnbsp;getrokken beeft.

VIER-

-ocr page 135- -ocr page 136- -ocr page 137-

vermaaklykheid.

REGTSTANDIGE

MAGNETISCHE

\y Y Z E R.

Laat een Wyzer maaken en draaijen rcct-met twee Oppervlakcens, reetftan- standige

* *¦ nbsp;nbsp;nbsp;-» onbsp;nbsp;nbsp;nbsp;MaGNE-

dig gefteld op zynen Voet F. Laat op tische ieder van deze Oppervlakcens een groef

om ’er in te plaatfen twee Bordpa- pt. iv. piere Schyven of ronde Bladen van ze- *'nbsp;yen of agt duimen middcllyns, welkennbsp;in hunnen omtrek bedekt en vaflgehou-den moeten worden door houte Ringennbsp;D D j die voor dezelven tot Lyflen ver»

E 4 nbsp;nbsp;nbsp;Brek-

-ocr page 138-

72 Magnetische Regt- llrekken, zoo dat de Bordpapiere Bladen

SrANDIGE , , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•

TISCHB

WïZER,

magni- vryelyk in hunne groeven kunnen draai-jen; verdeel ieder van deze Bladen in zeftien gelyke deelen, nadat gy ’er tweenbsp;eenmiddelpuntige Cirkels op befchrevennbsp;hebt, en plak in iedere verdeeling denbsp;twee en dertig Kaarten van een Piquet-Spel, of alleen de naamen derzelven, innbsp;acht neemende dat gy’er zeftien plaatstnbsp;aan de eene, en zeftien aan de anderenbsp;zyde, en zonder eenige order te volgen;nbsp;plaats binnen in den Wyzer, tulTchennbsp;de twee Bordpapiere Schyven, een Asnbsp;C C, op welke deze Schyven vaft zynnbsp;moeten indiervoegen, dat zy te gelyknbsp;kunnen draaijen zonder dat hunne ftandnbsp;ontfteld raake.

Pi,. IV. Fig. *.

Maak aan de houte Lyft D, welke op ^n Voet van den Wyzer F ruil, en tus-fchen de twee Bordpapiere Schyven,nbsp;vaft een bekragtigde ftaale Staaf G, dienbsp;de gedaante heeft van een halven Cirkel, zynde drie iinien breed, en ééne

linie

-ocr page 139-

VERMAAKtTKHKDIN. 73

linie dik, en hellende op die wyze als in de eerfte Figuur -word aangewezen.

Plaats in ’c middelpunt van iedere ein- Wï»s*. de van den As des Wyzers eene Spil, ennbsp;maak te hebben een aangeftreken Naaide L , die in haar midden voorzien isnbsp;van een Koper Bosje, het welk vryelyknbsp;op iedere Spil kan gezet worden; dognbsp;laat dezelve volkomen evenwigdg zyn,nbsp;op dat zy zoo veel te aandoenelyker zynbsp;voor de aantrekking van den bekragtig-den halven Staalen Cirfel G,1 welkennbsp;in den Wyzer verborgen is.

Deze Naaide moet ook gehouden worden door een Koper Knopje I, dat men gemakkelyk afneemen en op het eindnbsp;der twee Spillen zetten kan; dit Knopjenbsp;dient om de Naaide, op haare Spil rond-draaijende, voor 't afvallcn te bewaaren.

UITWERKING.

Wanneer men de Naaide L naar den eenen of anderen kant van den Wyzernbsp;draaijen doet, zal hy zig altoos ftil hou-E 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 140-

^4 Magnetische

TISCHE

S.EGT- den volgens de hellende rigting van den MèGNE^^ bekragtigden Cirkel, welke in den Wy-zer opgefloten is; en gemerkt men denbsp;beide Bordpapiere Schyven te gelyk kannbsp;doen draaijen zonder dat deze Zeilfteennbsp;draait, zoo kan men by deszelfs Poolennbsp;brengen zoodanige Verdeeling van dienbsp;Schyven, als men goedvindt; dat is tenbsp;zeggen, alle de Kaarten op die tweenbsp;Wyzers uitgedrukt ftaande; en gevolg-lyk by dezelve naar willekeur de Naaidenbsp;doen ftil houdSi, mits onthoudende denbsp;Kaarten op welken men den Wyzer ge-ftcld heeft.

VER.

-ocr page 141-

Vermaaklykheden.

vermaaklyk

K O N S T S T U K J E. ,

Dm men met dezen Wyzer in ’f vtcrk Jielt.

Men laac uit een Spel Kaarten (op

dezelfde Wyze als in de voor- stokje. gaande Vermaaklykheid gereedgemaakt)nbsp;twee verfchillende Kaarten trekken,nbsp;welken zyn moeten de twee Kaarten,nbsp;die op den Wyzer boven het Zuiden vannbsp;de bekragtigde Staaf, cn tegen over elkander ftaan , dat is te zeggen , aan we-derzyden van den Wyzer op iedere Schyfnbsp;één; laat vervolgens de Naaide draaijen,nbsp;eerft op de eene en dan op de anderenbsp;zyde van den Wyzer, zoo zal zy On-twyffelbaar aanwyzen de twee Kaartennbsp;die men heeft laaten trekken, en welken de twee Perfoonen zullen meenennbsp;vryelyk uit het Spel gekozen te hebben.

OP-

-ocr page 142-

KONST-

SIUKJE.

70 Magnetisch® OPMERKING.

Vwr dat men de Naaide doet draaijen, moet men ivel in acht neenien dat men denbsp;Perfoonen, die de Kaarten getrokken hebben , vraagt aan voelke zyde van den Wyzernbsp;zy Jlaan; zonder dit zou men zekerlyk ver-dagt voorden uit zig zelven te voeeten datnbsp;’er aan beide zyden één is, ter oorzaakenbsp;van de noodzaaklykbeid, voaar in men is omnbsp;de Naaide op beide zyden van den Wyzernbsp;te zetten. Zoo men maar eene Kaart trekken laat, moet m^n altoos dezelfde vraagnbsp;doen.

ANDER SAMENSTEL.

Met alleen de twee Bordpapiere Schyven te veranderen.

Men verdeelt twee andere Bordpa-

piere Schyven in agttien gelyke

deelen, en men ftelt op iedere Schyf de

Getallen van i tot 9 tweemaal herhaald,

jn acht neemende dat men dezelven ie-¦*

der

-ocr page 143-

Vermaak LïK öEN. 77

der in hunne Verdeeling plaatfe, volgens konst-de order in de hier ageer volgende Tafel gefteld;,nien bedient zig verder van eennbsp;kleinen Zak, op dezelfde wyze gemaaktnbsp;als die van de derde Vermaaklykheid. Innbsp;de eerfte Verdeeling van dezen Zaknbsp;plaatft men kleine vierkante Kaartjes ,nbsp;waar van op ieder gefchreven ftaat denbsp;Som der Getallen die tegen elkanderennbsp;op beide Bordpapiere Schyven over-ftaan; en in twee andere Verdeelingennbsp;plaatst men de Getallen, die aan elkande-len gelyk en ieder één van die Sommennbsp;zyn, op welken gy den Wyzer gefieldnbsp;hebt.

VER-

éi

-ocr page 144-

78

Magnetische

V JE R M A A K L Y K

K O N S T S T U K J E.

Dat 7nen met dezen JVyzer en deze Getallen in ’t werk fielt.

Konst*

snroKjB.

enz.

Gy Iaat eerlt zien de verfchillende Getallen, welken in de eerfle Ver*nbsp;deeling van den Zak bevat zyn, en gynbsp;doet ze weder in den Zak; dan vertoontnbsp;gy die van. de andere Verdeelingen vannbsp;den Zak j welke alle de gelyke Getallennbsp;bevat, en gy zegt aan iemant van ’t Ge*nbsp;zelfchap dat hy ’er één neeme, welkenbsp;die zynde, op welke gy ( volgens de on-dergeftelde Tafel) den Wyzer gefteldnbsp;hebt; zoo zal volgen, wanneer gy denbsp;Naaide op beide de zyden van den Wyzer draaijen Iaat, dat de Som van denbsp;twee Getallen, die zy aanwyft, die zalnbsp;zyn welke men uit den Zak getrokken

OPMERKING.

Men moet zorg draagen om niet te laaien bemerken, dat ’er Verfcbillende Ver-deelingen in den Zak zyn,

T A-

-ocr page 145- -ocr page 146-

KONÏT-

STUKJB.

8o Magnetische OPMERKING.

In bet zetten •van de Talletters op de heide bordpapiere Wyzers, ‘welken in denbsp;tvaee eerjle Kolommen van dezen Tafelnbsp;Jtaan^ moet men opletten dezelven in dienbsp;zelfde order te plaatfen, en daarenbovennbsp;in acht noemen dat de Talletters van denbsp;eerjle Kolom malkanderen in de rondtenbsp;van den eenen Wyzer moeten volgen, vannbsp;de regter mar de linker bandy en die vannbsp;de tvoede Kolom op den anderen Wyzer ynbsp;van de linker naar de regter hand; hetnbsp;geen madzaakelyk ü, om te niaüken datnbsp;zy op beide Wyzers regt agter elkanderennbsp;overgeJleU zyn.

A Ns

-ocr page 147-

ANDER VERMAAKLYK

KONSTSTUKJE

Mtt de fVyzers der Getallen in eent andere order te Jlellen,

ly^anneer men van de Tafel, die hier akder ^ na volgt, zig bedient om twee^°J^j“nbsp;Talwyzers te raaaken, welken verdeeldnbsp;zyn in twaalf gelyke Verdeelingen, innbsp;ieder van welken mön de Getallen i totnbsp;12 plaatst, in die order als zy in die Td-fel voorkomen , zoo zal volgen dat ieder der Getallen

van den eerften Wyzer, en dat, ’t welk vlak agter ieder derzelven op den anderen Wyzer ftaat, een getal zal maakeünbsp;gelyk aan dat, ’t welk öp den eerften ennbsp;tweeden Wyzer regt tegen over de voo-rigen zig bevindt, en op beidedè Wy-zers het zelfde is; en gevolglyk, Wanneer men zig van de twee bekragtigdenbsp;Naaldeüs bedient, waar van de eerftenbsp;het Noorden, en de tweede het Zuidennbsp;I* Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan

-ocr page 148-

82

Magnetische

ander

KONST-

STUKJB.

aan haaren punt'heeft, en, wanneer men naar willekeur, een van die tweenbsp;Naaldens op den eerflen Wyzer draaijennbsp;laat, zoo zal dezelve aanwyzen een getal gelyk aan dat, ’t welk de andere Naaide op beide dé Wyzers aanwyfl; hetnbsp;geen gemakkelyk. te begrypen is uit denbsp;order, in welke men de Talletters opnbsp;de volgende Tafel gefield heeft.

UITWERKING.

Tot regt verftand van de uitwerkinge welke dit Konstftukje voortbrengt, ennbsp;van het Saracnftel der volgende Tafel,nbsp;moet men aanmerken dat de Getallen i,nbsp;2, 3 5 4 j 5 9nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eerfte Kolom,

welken tegen de Getallen ii, 9, 7, j,

en I van de tweede Kolom overftaan , 'by elkanderen opgeteld zynde famennbsp;uitmaaken de Getallen 12, ii, 10, 9,nbsp;8 en 7 van de derde Kolom, welken dienbsp;zyn die in iedere Verdeelinge van denbsp;Zak afzonderlyk moeten gedaan worden;nbsp;nog moet men aanmerken dat deze zelfde laatfte Getallen ook op beide de Wyzers

-ocr page 149-

VERMAAKLYKÖEDEïr. ^3

zers regelregt overftaan tegen die van de Ander eerfte eü tweede Kolom; waar uit volgt, stukje.nbsp;wanneer men uit de Zak het Getal 12nbsp;heeft laa ten trekken ( men veronderfteltnbsp;hier dat m en by voorraad de Getallen inbsp;en 11 gefteld heeft op het Zuiden van denbsp;Staaf, welke tulTchen de twee Wyzers be-floten is), en wanneer men vervolgensnbsp;de Naaide, waar van het Noorde aan denbsp;punt is , op iederen Wyzer draaijen laatgt;nbsp;dat zy dan de Getallen l en li zal aan-wyzen; en zoo men integendeel de andere Naaide, wier punt het Zuiden is, opnbsp;den eenen of anderen Wyzer laat draaijen , dat zy dan op iederen Wyzer opnbsp;het Getal 12 zal ftaan blyveh.

-ocr page 150-

«4 Magnetische

vermaaklyk

K o N S T S T U K J E.

Konst

STUKJE.

pen laat eerfl de Getallen zien van tot 12, welken in de eerfte Vernbsp;deelinge van de Zak moeten gelegd zyn.nbsp;Men fteekt hen wederom in de Zak; ennbsp;men laat uiteeneder andere Verdeelingennbsp;(in iedere van welken alle de Getallennbsp;dezelfde zyn moeten) trekken het Getalnbsp;7, 8j 9, 10, II of 12, ingevolge hetnbsp;Getal waar op men de Zak en den Wy-zer toebereid heeft.

Men vraage, voor dat men de Naaide op eenen van de twee Wyzers plaatst,nbsp;of men begeert dat zy het Getal in eensnbsp;of in twee reizen op de twee Wyzersnbsp;zal aantoonen ; en als dan bedient mennbsp;zig van de Naaide die gefchikt is omnbsp;het Getal zoo aan te wyzen als het gevraagd is.

TA-

-ocr page 151- -ocr page 152-

Magnetisch»

KONST-

9IUKJE.

De overbrenging der Getallen van deze Tafel op de twee Wyzers irioet op dezelfde wyze gefchiedenalsby de voorgaande Tafel vermaand is; dat is te zeggen, met dezelven op den eenen Wy-zer over te fchryven van de regter naarnbsp;de linker hand, en op den anderen vannbsp;de linker naar de regter hand. Men kannbsp;met dezen Wyzer ook het voorgaandenbsp;Konstftukje doen; invoegen het niet noo-dig is, dat men 'er twee laat maaken.

OPMERKING-

De famenvoeging der Getallen ^ gepaard met de uitwerkinge door de Magnetifcbenbsp;kragt mortgebragt, 'kan deze Konjijes zoonbsp;veel te vervoonderlyker doen voorkomen,nbsp;als de oorzaak en reden ’er van in dit geval moeijelyker zyn na te gaan.

Maar vermits de voornaame uitkomfl en de aangenaame vervoondejing, vaelken zynbsp;voortbrengen, byzonderlyk afhangt van denbsp;famenvoegingen en veranderingen der Getallen y is het noodzaakelyk dat men dezennbsp;piel kenne. Men zal ’er eerjt in bet tweede

-ocr page 153- -ocr page 154-


• S v' ' y»'» ^ »




\


N i v 5.


¦ • (l


I,,


*m-^

' ¦'^:*

t, - t V

V


gt; c,


Ci-.


\y


•V N •'

-ocr page 155-

VfcRMAA KLiTKHEDEN. 87

de. Deel van gevoaagd ^nden^ alwmr, /^^konst-de eigenfcbappen, evenredigheden,

T'^en, veranderingen, en famenvoegingen der Getallen vry uitgebreid behandel; alnbsp;bet voelke niet alleen niewexi, maar te ge-lyk aangenaam en ver wonder lyk zyn zal,nbsp;wegens de verjcbeidenheid der P^ermaaklyk-beden, waar toe dat onderwerp gefcbiktnbsp;is (22).

(22) De Autheur heeft in de bovenftaan-de Konftjes met de Getallen zig alleen bediend van de Optellinge; dog zy, welken zig eenige moeite willen geeven, zullen lig-lelyk Tafels kunnen maaken, om met de Af-trekkinge, Vermeenigvuldiginge en Deelingenbsp;der Getallen, door middel van dusdanige Wy-zers dergelyke Konftjes te doen.

F4

VYF-

-ocr page 156-

88 Magnetische

V Y F D E

VERMAAKLYKHEID.

DE BEHENDIGE

S C H I L D E R,

SAMENSTEL.

De Behendige Schilder.

Pl. V. Pig. I.

T aat twee kleine Doofen M en N 4-^ maaken, van omtrent vier en eennbsp;halve duim lengte, vier duimen breedte.nbsp;De eerfte moet een halve duim, en denbsp;twee zeven of agt linien diep zyn: bei-4en met feharnieren openende, en vannbsp;vooren voorzien van haaken om geflotennbsp;te worden.

Neem vier kleine Blaadjes van ligt bout O, P, Q en R, vier linien dik,nbsp;en zoo groot dat zy in de eerfte Doosnbsp;net en gemakelyk paflen. Maak in iedernbsp;Blaadje een Groef AB, GD, EF, GH,nbsp;ig ’t midden van hetzelve, en evenwy-

dig

-ocr page 157-

Vermaaklykhed en.

dig aan deszelfs zyden; in twee naar de ke be-lengte, en m twee naar de breedte, ge- schie-lyk uit de Figuur duidelyk te zien is.

Leg in de Groef van ieder Blaadje een wel bekragtigde Staaf V, en waar vannbsp;de Poolen behoorlyk gefchikt zyn, metnbsp;betrekkinge tot den ftand van de viernbsp;Schilderytjes, die’er op moeten gefchil-derdftaan, gelyk die zelfde eerfte Figuur aanwyft.

Beplak deze Blaadjes met dubbel papier, om die Staaven te verbergen, en draag zorg, dat de ftyffel dezelvennbsp;niet kan doen roeften; ’t welk haare kragtnbsp;zeer verminderen zou.

Laat vervolgens op die vier Blaadjes verfchillende ftukjes fchilderen, gelyknbsp;Bloemen, Vogels, Dieren enz.; leg ’ernbsp;over, zoo gy dit verkieft, een zeer dunnbsp;wit glas, en verfier hen met een lyft^nbsp;of loofwerkje.

Plaats in ’t midden op den bodem van de tweede Doos een Spil T, op welkenbsp;een bordpapiere zeer ligte Schyf O P Q Rnbsp;vryelyk draaijen moet, bevattende eennbsp;F 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan*

-ocr page 158-

Magnetische

PE Behendige SCHID-PEK.

aangeftreken Naaide S. Verdeel die Schyf in vier Verdeelingen, die gefchikt moeten zyn naar de Poolen van de Naaidenbsp;indiervoegen als de tweede Figuur aantoont; en fchilder in dezelven die zelfdenbsp;vier Stukjes, die gy op de Blaadjes ge-fchilderd hebt, in ieder derzelven naa-melyk één, met dit onderfcheid alleen-lyk dat zy verkleind moeten zyn; bedeknbsp;deze Doos en het geen ’er in is met eennbsp;bordpapiere Blad M, in het welk eennbsp;opening D zyn moet, vier of vyf liniennbsp;van het middelpunt van de Doos af, tennbsp;einde men ’er door heen en agtervolglyknbsp;zien kan de vier Schilderftukjes, welkennbsp;op de bordpapiere Schyf, die binnen innbsp;deze Doos is, geteekend ftaan.

Laat deze opening dienen om te verbeelden het doek, waar op een klein Beeldje, vertoonende een Schilder, ee-Dig ontwerp fchynt te fchilderen; bedek met een zeer dun glas dat kleinenbsp;ontwerp, ’t welkgy kunt befchilderen zoonbsp;als gy begeert, mits dat deepening, innbsp;het bordpapier gemaakt, op haare plaatsnbsp;blyve.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Wan-

-ocr page 159-

Vermaak LYKHEDEN. ©i

UITWERKING. nbsp;nbsp;nbsp;Be

hendige SCHIL-

Wanneer^y een van de vier befchil-der. derde Blaadjes in de eerfte Doos geiegdnbsp;hebt, en vervolgens op deze Doosnbsp;naauwkeurig zet de andere, in welke denbsp;beweegbaare bordpapiere Schyf is, dienbsp;wel in evenwigt op haare Spil hangennbsp;moet, dan zal dezelve zig draaijen totnbsp;dat de Naaide, die ’er in bevat is, in denbsp;rigting zy van de bekragtigde Staaf, welke in het Blaadje is opgefloten, en dannbsp;zal men fvolgcns de famenftelling) doornbsp;de gemaakte opening, een Schilderftukjenbsp;zien, volmaakt gelyk aan dat, ’t welknbsp;op het Blaadje gefchilderd is.

*

VER-

-ocr page 160-

Sgt;2

Magnetische

vermaaklyk

K ONSTS T U K JE.

V welk men met deze twee Doojen in 't werk fielt.

KOMST-

STOKJS.

Men geeft aan iemant van ’t Gezeld-fchap de vier Blaadjes, laatende hem de vryheid van ’er geheinilyk eennbsp;in te leggen dat hy verkieft, belaftendenbsp;hem de drie anderen zorgvuldig te verbergen , en de Doos te fluiten; mennbsp;plaatst vervolgens de tweede Doosnbsp;naauwkeurig op de eerfte, en men wagtnbsp;een weinig om tyd te geeven dat denbsp;bordpapiere Schyf, die in dezelve bevat is j zig bepaale; daarna opent men dezelve, en men laat zien dat de Schilder,nbsp;die ’er op afgeteekend ftaat, in ’t kleinnbsp;Kopy gemaakt heeft van het Schilder-ftukje, ’t welk in de eerfte Doos gelegdnbsp;is: dit Konftje is zoo aangenaam in zynenbsp;uitkomft, als gemakkelyk in zyne uit-voeringe.

¦ nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ZES-

-ocr page 161- -ocr page 162- -ocr page 163-

VeRMAAKLYKHEDEN.

ZESDE

VERMAAKLYKHEID.

DE DUBBELDE

CYFFERDOOS.

SAMENSTEL.

Laat van Nooteboomhout twee klei-

^ nbsp;nbsp;nbsp;. T. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;belde

ne Doosjes A en B maaken, 11m- Cïffkr.

tende met fcharnieren, twaalf duimen

lang, en drie breed, en omtrent vyf li- yj

nien diep, zonder ’er onder te begrypen P‘8- *•*

de dikte der zyden ea van den bodem

der Doos.

Maak vier kleine, vierkante, boute Blaadjes C, D, E en F van omtrentnbsp;drie duimen vierkant, en vier linien dikte, ieder in ’t midden voorzien met een'nbsp;fleuf van drie linien breedte en tweenbsp;diepte. Deze vier Blaadjes moeten eene

der

-ocr page 164-

94

magnetische

DE dubbelde

CYFFER-

SOOS*

derDoofen net vullen. Leg in de fleuf van ieder Blaadje een kleine wel aange-ftreken ftaale Staaf, en bedek dezelvenbsp;met opgeplakt papier, op da- men nietnbsp;vermoede dat ’er binnen in dezelven ietsnbsp;verborgen is; fchryf vervolgens op iedernbsp;Blaadje een verfchillende CyfFerletter jnbsp;zoodanig eene als gy verkieft ; mits eg-ter dat de CylFerletters gefteld wordennbsp;naar de legging der Poolen van de bekrag-tigde Staaven, gelyk duideiyk aangewezen word in de geteekende Blaadjes vannbsp;de eerfte Figuur der zesde Plaat.

Neem vervolgens de tweede Doos, en verdeel den bodem derzelve in vier ge-lyke Vierkanten, en plaats in ’t middennbsp;van ieder derzelven een Spil P, van omtrent vier linien hoogte; zet op iederenbsp;Spil een bekragtigde Naaide , die beflo-tenmoet zyn tuflchen zeer dunne bordpa-piere Schyven, dog neem in acht dat denbsp;dus toegemaakte Naaldens wel in even-wigt hangen. Deel verder deze vier bord-papiere Schyven in vier gelyke deelen,nbsp;door twee middellynen, die elkanderen

met

-ocr page 165-

Verm AAK lïkheden. 95

met regthoeken overkruiflen, en fchryf Db dot. op ieder derzelven de vier CyfFerletters cyfpbr.nbsp;welken op de Blaadjes geteekend ftaan,nbsp;en wel indiervoege dat zy gefield zyn,nbsp;naar de Poolen van de aangeftreken Naal-dens, welken ’er in opgefloten zyn, ge-lyk de Figuur klaar genoeg aanwyfl.

Daarna verbergt men die vier Schyven met een ftuk Bordpapier, dat in de Doosnbsp;’er opgelegd word, en in het welk mennbsp;naar de zyde der fcharnieren vier rondenbsp;openingen O, O, O, O, gemaakt heeft^nbsp;van omtrent éénen duim middellyns.

Zie de Figuur.

UITWERKING.

Wanneer men de vier Blaadjes in eene der Doofen, in eene zekere order, hoe*nbsp;danige dezelve ook zy, gefchikt heeft,nbsp;zoo dat de CyfFers, die ’er op gefchrevennbsp;zyn, een zeker getal uitmaak en, en indien men, na deze Doos wel geflotennbsp;te hebben, de andere Doos’er naauw-keurigopzet, dan zalmen noodzaakelyfc

de

-ocr page 166-

Magnetische

t)E dubbelde

CïFFER-

DOOS»

de vier CyfFers zien die in de eerfte Doos gelegd zyn, door de vier gaten naame-lyk welken in het Bordpapier, daar denbsp;tweede Doos mede bedekt is, gemaaktnbsp;zynj want de vier aangellreken Naal-dens, die inde bordpapiereSchyven bevat, en op haareSpillen beweegbaar zyn*nbsp;neemen dan, ingevolge de gelegde gronden, dezelfde rigting aan als die vannbsp;de bekragtigde Staaf, welke zig in iedernbsp;Blaadje bevindt; ’t welk ligtelyk op tenbsp;;naaken is uit de manier. Op welke denbsp;Cyffers zoo wel op de Blaadjes, als op denbsp;bordpapiere Schyven gefield zyn, metbe-trekkinge tot de Poolen der aangellrekennbsp;Naaldens en Staaven, die er in opgefloten zyn; en ’t welk men ook te gemak-itelyker kan begrypen uit het Samenllelnbsp;van de voorgaande Vermaaklykheid.

VER

-ocr page 167-

Vermaaklykheden.

57

vermaaklyk

K O N S T S T U K J E.

' Damp;t men met deze Cyfferdoos in ’t nserk Jlelt.

/^m met dit Konftje op eene aange-

naame Wyze te verraffen, moet stukje» men aan iemand van het Geze’dfchap denbsp;eerfte Doos en de vier Blaadjes geeven,nbsp;laacende hem de vryheid van dezelvennbsp;heimelyk ’er in te leggen, in dier voege dat de CyiFers, die ’er opgefchrevennbsp;zyn, een Getal naar zyne verkiezingnbsp;maaken; Dit gedaan zynde, zoo neemnbsp;de Doos weder, en zet ’er de tweedenbsp;Doos op; laat deze eenige oogenblikkennbsp;ftilftaan^ eer gy dezelve opent, om aannbsp;de Kaarte Schyven tyd te geeven vannbsp;eenquot; vallen Hand aan te neemen; opennbsp;dan deze Doos zonder dezelve te ver-plaatfen, en laat het Getal zien dat innbsp;de eerfte Doos gelegd is.

HET

I. DKt,,

-ocr page 168-

98 Magnetische HET VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E.

KONST-

Sl'UKJE.

Men kan . zonder zig van de tweede Doos te bedienen, het Getal noemen dat in de eerfte geheimelyk gelegdnbsp;is : ten dien einde heeft men flegts metnbsp;den Magnetifchen Wyzer te onderzoeken den ftand van de Scaaven, welkennbsp;in de vier Blaadjes bevat zyn ; met eennbsp;weinig geheugen zal men dit ligtelyknbsp;doen kunnen.

Men raerke ten dien einde op dat de Blaadjes, op welken de vier CylFers 2,nbsp;3,4 en 7 gefteld zyn de vier en twintignbsp;verplaatfingen geeven, die in deze Tafel bevat zyn-

2-7-3-4- 3'7-2.4-

4.7.2.3.

2-7-4.3- 3-7-4-2.

4-7-3- 2.

2-3-7* 4. 3-2.7-4-

4.2.3.7.

2.3-4.7. 3.2.4.7.

4.2.7.3.

2* 4-7-3* 3-4-7-2.

4-3-7-2-

2-4-3-7- 3-4-2.7.

4.3-2.7*

AN'

7.2.3.4. 7-2-4-3-7. 3.2,4.

7.3.4.2.

7.4.2. nbsp;nbsp;nbsp;3.

7.4.3. nbsp;nbsp;nbsp;2.

-ocr page 169-

99

Vermaaklykheden.

ANDER VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

Indien men in plaats van de vier Cyf-

fers , een woord uit vier verfchillen- stukje; de Letters beftaande, A. M. O. R. bynbsp;voorbeeld , op de Blaadjes en beweeg-baare Schyven fchryft, zullen de ver-fcheide woorden of Letter-Verzettingen .

, nbsp;nbsp;nbsp;° Anagram*

die men ’er, door de verfchillende Sa- mes^

menvoeginge en verplaatfingen der vier

Blaadjes, in de eerfte Doos van maaken

kan, zig insgelyks in de tweede Doos

vertonnen. DitKonstje, op die manier

vertoond, kan ook zyne aangenaamheid

hebben. Men zal iets fraayers van die

natuur in ’t vervolg dezer Vermaaklyk-

hcden vinden.

ZE-

-ocr page 170-

sao

-Magnetische

ZEVENDE

vermaaklykheid.

DE TWEE

TOVER - GETALLEN.

samenstel.

•DE twee TovER'


Getal

len.


y ^aat twee Doofen maaken van dezelf


de grootte F en G, zes duimen


lang, drie breed, en een halven duim


Pr.. VI.

Lig. 2.


diep. Verdeel den bodem van de eerfte Doos G in twee gelyke Vierkanten, ennbsp;plaats in ’t midden van ieder dezer Vierkanten een Staaie Spil, op iedere Spilnbsp;een kleine Kaarte Schyf C en D, in zignbsp;belluitende een aangeltreken Naaide ,nbsp;waar van de Poolen moeten gefchikt zynnbsp;naar de Getallen , i, 2, 4 en 8j dienbsp;’er op gefchreven moeten zyn, zoo alsnbsp;de Figuur aanwyft. ^

Bs-


-ocr page 171-

Vermaaklykheden. ioï Bedek deze Doos G van binnen met ‘^’web

lOVfK-

C€n Bordpapier, in welk twee ronde ChTAL-

Ut nbsp;nbsp;nbsp;LÜN.

openingen zyn moeten n en L Neem ook twee Blaadjes A en B; dienbsp;beiden gemakkelyk in de tweede Doosnbsp;kunnen geplaatft worden, leg in iedernbsp;derzelven een bekragtigde Staaf, indier-voege als de Figuur aantoont, ten aanzien van de Getallen i en4, welken opnbsp;deze twee Blaadjes moeten gcfchrevennbsp;zyn.

UITWERKING.

Wanneer men de twee Blaadjes op eene geheime wyze in de tweede Doosnbsp;gelegd heeft, en dan de eerfte Doos ’ernbsp;op zet, zullen de Naaldens, welken innbsp;de Kaarte Schyven zyn, eene rigcingnbsp;aanneemen gelyk aan die der Staaven ,nbsp;welken in de Blaadjes verborgen zynnbsp;en het Getal, gemaakt door de tweenbsp;Cyffers die ’er op gefchreven zyn, (welken kunnen zyn 14 of 41) zullen dooide twee ronde openingen van de eerftenbsp;Doos gezien worden ^ zoo men in tegen-G 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deel

-ocr page 172-

102

Magnetische

DE TWEE deel dezelven anders om legt; dat is ,

TOVER-Getal-I/EN»

dat de zyde der fcharnieren van de eene Doos zig bevindt aan de zyde daar denbsp;andere zig opent, zoo zal het Getal hetnbsp;dubbel zyn van dat ’t welk in de tweedenbsp;Doos voorkomt; het welk ligtelyk tenbsp;begrypen is uit de fchikking der bekrag-tigde Sraaven en Naaldens, ten aanziennbsp;van de Getallen, die op de Blaadjes ennbsp;Kaarte Schyven gefchreven zyn.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

’t welk men met deze twee Doofen in 't werk fielt.

Konst-

STOKJE.

^en geefc de tweede Doos en de twee Blaadjes aan iemant van ’t Gezeld-fchap , laatende hem meefter om in hetnbsp;geheim het Getal 14 of 41 ’ef mede tenbsp;maaken; en voor dat men dezelve metnbsp;de eerfte Doos bedekt, zoo vraagt mennbsp;hem of hy begeert dat men zyn getalnbsp;doe te voorfchyn komen, of een getal

dat

-ocr page 173-

VERMAAK-LTKHEDEN. 103

dat het dubbel ’er van is; wanneer hy Konst-zyne verkiezing gezegd heeft, plaatst men deze eerfte Doos in diervoegen alsnbsp;boven geleerd is, om het verkozen getalnbsp;in dezelve te doen verfchynen ( 23 ).

OP-

C 23 ) De toeftel en wyze van uitvoeringe van deze en de voorige Vermaaklykheid heeftnbsp;my aanleiding gegeeven, tot het uitdenkennbsp;van eene andere die mede zeer gefchikt isnbsp;om eene aangenaame verwondering te verwekken.

Ik zal dezelve noemen

DE DOOS DES OUDERDOMS;

Om dat zy dienen moet om te zeggen hoe Oud van jaaren, maanden, weeken, dagennbsp;ja uuren zelfs iemand is.

Ten dien einde heeft men noodig ééne zoodanige Doos als de tweede is van die hier be-fchreven zyn; vervolgens 19 dergelyke vierkante houte Blaadjes, waar van ’er twee de Doos beflaan en net vullen moeten.

Op deze Blaadjes moeten de volgende Cyf-ferleiters liaan: i, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8. 9, o, ïj 2} 3» 4gt; S» 6, 7, 8, 9; zoo dat ’er van elknbsp;G 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der

-ocr page 174-

104 Magnetische

Konst-

SrUKJE.

OPMERKING.

Men kan de' eerfte Doos zonder fcbarnie-Ten maaken, op dat men niet zou bemerken,

dat

der negen eerite Talletters twee Blaadjes zyn, dog van de nul maar één.

Verder moet ’er in den bovenbefchreven Magnetifchen Wyzer in een kring deze tiennbsp;CyiFerletter ftaan: i, 2, 3, 4, 5, 6, 7gt; 8, 9. o»nbsp;zoo dat zy voor den geenen die ’er door zietnbsp;zigtbaar zyn, en door de aangeftreken Naaide, die ’er in draait, aangewezen kunnennbsp;worden.

In ieder der Blaadjes moet een bekragtigd Staal Staafje verborgen, en op die wyze ge^nbsp;legd zyn, dat deszelfs rigting overeenftemtnbsp;met den ftreek van zyn getal in den kringnbsp;van den Magnetifchen Wyzer.

Wanneer ’er dan twee Blaadjes, of zelfs één, in de Doos gelegd zyn, zal men, dennbsp;Magnetifchen Wyzer op deszelfs dekfel plaatsnbsp;fende, aanilonds ontdekken welken de Cyf-ferletters zyn, die ’er op gefchreven ftaan.

Men geeft, om het Konftje in order uit te voeren de Doos met de 3:9 Blaadjes aan ig-

mant,

-ocr page 175-

Vermaaklykheden. lof

dat mn dezelve op de eene of andere TOjize,-konst-naar bet gevraagde getaly plaatje. nbsp;nbsp;nbsp;stukje.

mant, die begeert dat men zynen ouderdom zegge. Hy neemt ’er twee Cyfferletters uit,nbsp;die te famen het getal zyner jaaren uitmaa-ken, fbel 33, hy legt dezelven geheimelyk innbsp;de Doos, fluit deze, en verbergt de overigen. Men zet den Kyker op het dekfel boven het eene en het andere Blaadje; mennbsp;vindt dat de Naaide in beide gevallen op 3 blyftnbsp;ftil ftaan; en zegt hem dus dat hy 33 jaarennbsp;oud is. Zoo hy beneden de 10 jaaren is, zalnbsp;’er maar één Blaadje in gelegd zyn, en denbsp;Naaide, hoe men den Wyzer draait bovennbsp;de leege plaats van de Doos, zal altyd naarnbsp;het natuurlyk Noorden zig keeren.

Wil hy dat men zegge, hoe veel maanden Jay ouder is dan 33 jaaren, men laat hem weder in de Doos één of twee Blaadjes leggen,nbsp;wier Cyffers het getal ’er van uitdrukken, 10nbsp;hy voorbeeld. Men doet als vooren; en mennbsp;gaat op dezelfde wyze voort met de weeken,nbsp;dagen en uuren.

AGT-

-ocr page 176-

A G T S T E

VERMAAKLYKHEID.

D E V I E R

TOVER-GETALLEN.

SAMENSTEL.

Deze Veraiaaklykheid, welke een uitwerking voortbrengt van de voor-' gaande verfchillende, kan egter met dezelfde Doofen gefchieden: men beeft 'ernbsp;alleen twee Blaadjes meer toe noodig^nbsp;waar van de Staaven, die ’er ingelegdnbsp;moeten worden, gefchikt zyn, voor zoonbsp;verre de rigting van haare Poolen aangaat (met betrekking tot de Getallen 2nbsp;en 8 op de Blaadjes A en B gefchre*nbsp;ven) zoo als door de eerfte Figuur vannbsp;de zevende Plaat word aangewezen.

-ocr page 177-

Verm AA KL YKHEDEN. I07gt;

UITWERKING. nbsp;nbsp;nbsp;Ds vm

Tover-

Het is zeer ligt te begrypen, als men de voorgsande Vermaaklykheid wel ver-ftaan heeft; dat die twee nieuwe Blaadlt;nbsp;jes aan de bordpapiere Schyven eene rig-ting geeven, diegelyk is aan die, welke de Blaadjes van de voorgaande Vermaaklykheid vóórtbrengen, wanneer denbsp;eerfte Doos boven op in een tegengedel-den zin geplaatftis; en gevolglyk dat,nbsp;wanneer men twee van die vier Blaadjesnbsp;in de tweede Doos legt, welke dezel-ven ook zyn mogen, men op gelykenbsp;wyze het getal zal zien verfchynen innbsp;de eerfte Doos,

lt;0gt;

V

VER-

-ocr page 178-

KONSTSTUKJE.

Dit Konstftukje verfchilt van het voorgaande in zoo verre, dat men de vryheid Iaat om van die vier Blaadjes uitnbsp;te kiezen de twee Getallen , die men innbsp;de Doos leggen wil; het welk ditnbsp;Konftje zeer ongemeen maakt en veelnbsp;verwonderlyker dan de CyfFer - Doosnbsp;van de Zesde Vermaaklykheid, die eg-ter door een ieder met verwonderingnbsp;befchouwd is.


N E.

-ocr page 179- -ocr page 180-

-y 5ï^i*fe

1

'(j.: •fv-

1- ■ ■quot; •

;gt;

4 ;

W9'

•er- \

4'lt;


r,

t»-.

zquot;-

-ocr page 181-

V'ERMA'aKLYKHKDEN. ICS»

negende

VERMAAKLYKHEID.

DE WONDERBAARE

W Y Z E R,

SAMENSTEL.

T aat eenDoos ABCD maaken, met DeWon-•*-' fcharnicren fluitende, van omtrent R|‘'wY^r vier duimen vierkant, in ’t midden vannbsp;welke een vierkante opening O zyn Pt. vn,nbsp;moet, van drie duimen en een half vier- *•nbsp;kant, en zes linien diepte.

Maakt te hebben vier Blaadjes E, F ,

G en H, van dezelfde grootte als deze opening, en die ’er afzonderlyk en vrynbsp;in kunnen leggen. Schryf op deze Blaadjes de Kringen ILMN, en verdeel de-zelven in vier gelyke deelen door de mid-dellynen IMLN.

Deel

-ocr page 182-

aio

Magnetische

De Won-

J/ERBAA-RE Wï-ZiR.

Deel vervolgens den afftand N M ih vier gelyke deelen, en maak in die Blaadjes de Groeven P, Q. R.S. Leg in iedernbsp;derzelven een bekragtigde Staaf; beplaknbsp;de Blaadjes, en fchryf’er op TWEE,nbsp;ZES, AGT, TWAALF. Zoo als denbsp;Figuur aanwyft.

Teken verder op een klein vierkant Blaadje, van dezelfde grootte als hetnbsp;dekfel van deze Doos, den Wyzernbsp;MNOP, verdeeld in vier gelyke dee-

Icn, door de middellynen MP, N O. Deel ook ieder dezer vier ruimtens innbsp;vier anderen gelyke deelen; maakendenbsp;dus in ’c geheel zeflien gelyke Verdee-lingen, in welken gy fchryven moet denbsp;zettien Getallen door de Figuur aangewezen ; in acht neemende dat aan de zy-de MN moeten gefcbreven zyn de viernbsp;Getallen, die op de vier Blaadjes ftaan;nbsp;aan de zyde O P ’er regt tegen over, hetnbsp;dubbeld van die Getallen: aan de zydenbsp;N P de Getallen die de helft uitmaakennbsp;van die op de Blaadjes ftaan: en aan denbsp;zyde MO die’er tegen over is, het drie-dubbeld van die Getallen: alles op die

wy-

-ocr page 183-

Verm AAKLTKHEDEN. IIÏ

wyze als door de Figuur van deze Plaat dewom* duidelyk aangewezen word.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;re wy.

Plaats in ’t midden van dezen Wyzer^^®* een Spil, en voorzieu van een aangeftre*nbsp;ken Naaide van dezelfde grootte.

UITWERKING.

Nadien de Wyzer, waarop men de zeftien Getallen gefchreven heeft volgensnbsp;de verdeeling boven gemeld, op vier-derley verfchillende manieren op dezenbsp;Doos kan geplaatft worden, alzoo mennbsp;aan dezelfde zyde van Doos kan leggennbsp;ieder der vier zyden van den Wyzer; ennbsp;nadien het Noorden van de Staaven, innbsp;de Blaadjes gelegd , zig altoos bevindtnbsp;gekeerd naar dezelfde zyde van dezenbsp;Doos; zoo zal, wanneer men een vannbsp;de Blaadjes in de Doos geleg^, dezelvenbsp;gefloten, en ’er den Wyzer op gezetnbsp;beeft, deze het ingelegde Getal, zynenbsp;belfc, zyn dubbeld of driedubbeld aan-wyzen, naar den ftand, dien men aannbsp;den Wyzer gegeeven heeft; het geen ligtnbsp;op te xuaaken is uit de Cyfferletters en

Ver-

-ocr page 184-

KI2 Magnetischk

PE Won- Verdeelingen, die men ’er op geteekenct EE^Wï- heeft, en uit de manier op welke mennbsp;aangewezen heeft, dat deze Toeftel moetnbsp;vervaardigd worden.

VERMAAKLYK

KONST STUKJE.

Dai men met dezen fVyzer in ’e werk Jlelt.

konst. lV/r^° nbsp;nbsp;nbsp;iemant van 't Gezeld-

si'UKjE. aYX fchap de vier Blaadjes, hem zeggende dat hy ’er een naar zyne keuze in de Doos legge, dat hy vervolgens denbsp;Doos fluite, en die zelve op tafelzette;nbsp;men vraage hem dan of hy begeert datnbsp;de Naaide op den Wyzer aanwyze hetnbsp;Getal, dathy ’er ingelegd heeft, de helft,nbsp;hetdubbeld, of het driedubbele!’er van;nbsp;wanneer hy zig geuic heeft, zoo zet mennbsp;den Wyzer op de Doos volgens de rig-tingdie met zyn verzoek inftemt, en meiinbsp;plaatst de Naaide op den Wyzer, dienbsp;dan zal aanwyzen het Getal, dat hy verkozen heeft.

TIEN-

-ocr page 185-

V RR M A A 1C L Y KH E D K N. II3

tiende

VERMAAKLYKHEID.

DE KLEINE

WIGCHELÜOOS.

SAMENSTEL.

Laat van Bordpapier eene kleine Doos ob klet-A B maaken, zes of zeven duimen hoog, en van drie duimen middellyns,nbsp;in gedaante van een Trommel ; Iaat het yjj^nbsp;Dekfel C D het hovende van deze Doos Fig’ 3.nbsp;kunnen (luiten met het op de eene of andere zyde te zetten; en laat ’er in denbsp;zyde van deze Doos eene opening E Fnbsp;üverblyven, om ’er in te kunnen leggennbsp;en te verbergen eene kleine Itaale, zeernbsp;dunne, en wel bekragtigde Roede H,nbsp;van zes duimen lengte, en waar van hetnbsp;Noorde gekeerd zy naar den bodem vannbsp;de Doos.

Tecken op eene der zyden van haar Dekfel een kleinen Wyzer G, verdeeldnbsp;in tien gelyke deelen; in ieder van welkennbsp;J. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge-

-ocr page 186-

114. Magnetische

Da kle'- gefchreven zyn moeten de Getallen van I tot 10; plaats een Spil in ’t middennbsp;BOOS, ygjj (^ezen Wyzer, en voorzie U van eennbsp;aangeftrcken Naaide.

Bedien U van een kleinen Zak m.et ver-fcheide Verdeelingen , gelyk boven verklaard is in de Derde Vermaaklykheid ; doet in ieder van die Verdeelingen Kaartjes met Vraagftukken ’er op gefchreven,nbsp;die van denzelven zin zyn, of tot eennbsp;behooren.

Doe in de Doos eene meenigte van Antwoorden op die Vraagen, en bewindnbsp;dezelven in kleine Papiertjes, toegezegeldnbsp;by wyze van Brieven, op welken gefchreven moeten zyn Getallen gelyk aannbsp;aan die, welken op den Wyzer ftaan, ennbsp;waar van ieder moet bevatten een Antwoord op dezelfde Vraage.

UITWERKING.

Wanneer men, de Doos gefloten zyn-de, een van de Getallen, op den Wyzer aangewezen, plaatst regt tegen over de bekragtigde Staaf, en dan de Naaidenbsp;op den Wyzer draaijen doet, zal zy opnbsp;dat zelfde Getal ftil blyven ftaan.

VER

-ocr page 187-

Vermaasltkheden. Ilj?

VERMAAKLYK

KONSTSTUKjE.

Dat men met deze Doos in ’t merk fielt.

Men onderflelt dat men, dit Konstje Komst» doende, van te vooren weet wel-ke de Getallen zyn van de kleine Briefjes in de Doos opgefloten, welken over»nbsp;eenkomen met de Vraagen, die in iederenbsp;Verdeeling van den Zak gedaan zyn. Mennbsp;biedt den Zak aan iemant van ’t Gezeld-fchap aan, (dat is te zeggen) de Verdeeling van den Zak waar in de gelykenbsp;Vraagen zyn, waarvan de Antwoordennbsp;fluiten op het Getal, op welk men dennbsp;Wyzer, die op het Dekfel van de Doosnbsp;is, gefield heeft; Men laat hem eene Vraagnbsp;trekken, en men draait de Naaide, die zignbsp;ftil houdt on dat Getal, 't welk dat vannbsp;den Brief aanwyfl, waar in men het Antwoord vinden zal; Men opent dat Dek-H 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fel.

-ocr page 188-

.116 M A G N E T I S C H IE

KoNST- fel, en men Iaat. (3ien Brief neemen ,

sTüKjF. jj] (jg Trekkfer het Antwoord vindt op de Vraage, die hy gekozen heeft.nbsp;De Doos wederom bedekkende, plaatstnbsp;•men dén Wyzer in diervoègé dat hy gé-fchikt zy om het Getal aan te wyzen,nbsp;dat men dan noodig heeft, om te ver-krygen het Antwoord op de Vraage, dienbsp;men uit eene andere Verdeelinge van dennbsp;Zakwil doen trekken, zoomen dit Kunstje voor de tweede maal doen wil.

Men heeft hier bygevoegd eene Tafel van Vraagilukjes en hunne Antwoorden,nbsp;óm voor hen, die ’er zig'van bedienennbsp;willen, de moeite uit te haaien van dienbsp;zelve op te flellen; men kan ’er eene mee-liigte vergaaren, zoo men gebruik wilnbsp;maaken van het Boek, dat tot tytel heeftnbsp;De Orakels der Sibillen^ waar uit de volgenden getrokken zyn.

Deze zelfde Tafel kan ook dienen voor verfcheide andere Vermaaklykhe-den, welken in het vervolg van ditnbsp;Werk voorkomen.

EER-

-ocr page 189-

VeRMA AKLYKH EDE lir. ir/i

EERSTE VRAAG

Of hy Ryk zal zyn ?

Antwoord.

Laat voortaan af naar geld en goed Met zoo veel drifts geftaag, zoo vrugteloos te zoeken;nbsp;Haalliever eenc fchat van wysheid uit de boeken,..nbsp;Dan zyt gy ryk in overvloed.

ANDER.

Kleef hunne aanlokfelen niet aan;

Vernoeg U met het geen U noodig is ten leeven; t Zyn kwaaien, waar van U de Hemel heeft ontheven,.nbsp;Met hen aan U niet toe te liaan.

ANDER.

6 Ja: Fortuin verheft U al;

Maar ach! die wufte met den menfch gewoon te fpeelen,

Zal, grilziek, ’trad, zoodrauw Luk haar zal verveclen. Straks weder draaijen tot uw’ val.

ANDER.

Fortuin belooft U Zonnefchyn;

Maar zyt in uw geluk gereed voor uwe vrinden;

Gy loopt gevaar haar grilligheid eens te ondervinden; Dan zouden zy U noodig zyn.

H3

TWEE'

-ocr page 190-

ïig Maghetische

TWEEDE VRAAG

Of by gelukkig zal zyn in het Speekri ?

Antwoo p.

Zoo Tjw verlangen is voldaan,

Indien gy weet of ’t Spel U winft zal mededeelen. Zoo weet dat gy, met nooit meer eenig Spel te fpeelen,nbsp;U winlt genoeg zult brengen aan.

A N DER.

Gy moogt, als met een zeker ding.

Uw hoop, op dezen dag, met eenig voordeel vleijen; Maar vrees, als ge eens ’t geluk van uwe zy’ zietnbsp;fcheijen,

De vreelTclyklle omwenteling.

ANDER.

Een weinig tyds zal het Geluk U ftreeien, en U met het fchoonll gelaat behaagen^nbsp;Maar, hebbende verteerd het befte uwer dagen,

Op 't laatst U ftoiten in den druk.

A NDER.

Vertrouw op kaart nog teerling vaft :

Hun dagel ykfch gebruik, hoe zeer het u mogt’ finaaken, Zoueindelyk uwe beurs, hoe vol ook, ledig inaaken.nbsp;En U uw vrienden tot een’ lall:lt;

DER-

-ocr page 191-

Vermaak LYKHEDEN. 119

DERDE VRAAG,

Of de Liefde JiandvaJlig zyn zal?

Antwoord.

Een weinig koelheid in ’t gelaat Za! ’t hart des teêrft verliefden van de twee beroeren;nbsp;Alaar, om de kalmte weer ter ziel hem in te voeren jnbsp;Drie woorden zyn daar toe in ftaat.

ANDER.

6 Ja hun’ liefde groeit, word groot.

En fchikt hun harten omfteeds aan elkaar te kleeven. En zy, wat leet of fpyt hun’ vreugd mag tegenllreeven,nbsp;Verand’ren niet dan door de dood.

ANDER.

Dring in ’t toekomende niet door;

Belet U zelven niet wat gy reeds hebt te fmaakcn; Wil naar het antwoord eens Orakels nietzeer haaken»nbsp;Het ftrafte U Kgt te ras daar voor.

ANDER-

Offchoon zy beiden in ’t begin Ook zweeren, dat hun’ trouw door niets ooit zal bc-zwyken,

Een kleine afwezigheid zal kort daar na doe:a blyke* Hoe zy het vuur blufcht hunner min

VIER-

-ocr page 192-

Ï20 Mag net i s c h e '

VIERDE VRAAG

Of ’t hem goed zy te Trouwen?.

Antwoorh.

Verfchuif uw keuze niet te wyd;

Schat hoogft den Echten ftaat, den vryen ver beneden; De dag, diengy verzuimt van in den Echt te treeden,nbsp;Is een verloren vreugden tyd.

ANDER.

^ Ontvlie die Trouw, cn laat de Schyn, Waarmee ze Uw’ oogen ftreelt, U geen begeertenbsp;geeven,

Ze is uwer minne onwaard’, en door haar zou uw Leeven,

U een geftaage Pynbank zyn.

¦ 1

ANDER.

Vrees geene tegenfpoed nog druk;

Uw Echt zal alle daiig U heil en vreugd verwekken, En ’t geen de minnenyd tot zwaare flraf zou ftrckken ^nbsp;Zal zelfs bevord’ren iriv geluk.

A N DE R.

Zy, wie gy flraks inv’ tromv aanbiedt,

:Zal ongetrouw en onftandvaflig U beminnen;

Een uwer vrienden zal van haare minn’ verwinnen,

i. ¦

Dezelfde gunft die gy geniet.

VYF-

-ocr page 193-

VeRMAA KLT'KHEDEi^^ 161? VYEDE VR’AAGnbsp;Óf de fP'edu'w hertrouwen zal?

• Antwoord.

Door fierheid zal ’t niet zyn, dat zy Voortaan zal wei'g’ren ’f zoet van ’t Huwelyk t©nbsp;fmaaken,

Maar zy bemint te veel de vryheid om te raaken Op nieuws in de oude flaverny,

ANDER.

Zy zal hertrouwen, en zoo al De reeds verlopen tjd in haar berouw tnogtteelen.nbsp;Zal ’t zyn alleen omdat zy niet haar bed kon deelennbsp;Met hem, die haar bezitten zal.

ANDER.

Al haar gezugt en droef geween Is meer niet dan de vrugtvan een’ verborgen liefde;nbsp;Ver van te denken op een’ dooden die haar griefde.nbsp;Zoekt zy een’ leevenden alleen.

ander.

Voor dat haar rouw uit zy, verlangt Zy gocnzins weder in het Huwelyk te treeden;nbsp;Dewyleen Minnaar, wys, beleefd, jong, fchooi»nbsp;van leden

Den dooden in zyn’ pligt vervangt.

H s nbsp;nbsp;nbsp;ZES-

-ocr page 194-

ttt Magnetische

ZESDE VRAAG Ofhy z^ne pleitzaak winnen zal?

Antwoord.

Pafteijen, Hoenders, Hammen, Geit, Piepmalfche fchoonhoid, nog al wat ook ftreelt denbsp;zinnen,

Zal ooit van dienft U zyn om uwe zaak te winnen. Uw Pleit is veel te liegt gefteld.

ANDER.

Uw Regter heeft een blank gemoed ,

En hoe men tot uw nadeel fpreekl, of’t mag mispryzen. Het vonnis van zyn’ mond zal U wel haaft bewyzen.nbsp;Dat hy niet dan ’t geen recht is doet.

ANDER.

Vcrwagt dat de uitkomft juift gefchiedt i^aar uwen wenfcli, tot dat m’ als zeker zal vertellennbsp;Dat gy ’t verlieft; want ging men dit U hier voor-fpellcn,

Gy waart te ras reeds in ’t verdriet.

ANDER.

Wagt uit uw zaak geen goed befcheid; pw Rechter, fchoon verlicht, is teer en ligt te raaken.nbsp;En weet uw wêerparty gebruik hier van te maaken,nbsp;Wel haaft verlieft gy dan uw pleit.

Z E*

-ocr page 195-

VeRMAAKIITK HE DEiï. 163

ZEVENDE vraag Of de Minnares haaren Minnaar mderminnetnbsp;Antwoord.

Niets kan men, in ’t geen gy begint,

U zeggen, dat in ’tminft.üzou wanhoopigmaakefl; Terwyl de liefde-gloed, die haar het hart doet biaaken.nbsp;Ver de uwe zelfs in kragt verwint.

A N ? E R.

Haar Liefde tot U is zoo gtoot.

Dat zoo zy, om de kragt der minn’, die haar doc5 branden.

Te toonen, haare ziel kon leev’ren in uw handen, Gy die zoo wel als ’t hart genoot.

ander.

Mistrouw baar min niet, nog’t gezag.

Pat op haar hart uw hart zig vleijen mag met reden J Want ja zy zou’ (zoo vol is zy van tederheden)

’er Honden minnen ied’ren dag,

ANDER.

Zy fpant all’ haare kragten in ,

Tot demping van de minn’, door ü in haar ontloken; Pog ze is in haare borft als ’t Vuur in de afch geftokeri»nbsp;’T geen brandt, al ziet men ’t nog zoo min.

AGX-

-ocr page 196-

3a4 .Magnetische AGTS TE VRAAGnbsp;Of hy bekwaam zy een geheim te bewaaren ?nbsp;Antwoord.

Het fcheelt zoo veel dat hy ontrouw Of onbefcjieiden zy, dat m’eer van licht of glanflennbsp;Ontbloot de goude Zon ziet wyken naar haar tranlTen.nbsp;Eer hy ’t geheim verraaden zou.

ANDER.

Geheimen zwygen is hem leet.

Zyn ooren zyn zoo digt hem aan den mond gefchapen, Datzoohyflegts ’er een bewaart, als hy gaat ilaapen;nbsp;r Men dat reeds voor zyn opftaan weet.

ANDER.

Dat gy hem alles vry vertrouw’,

Alleen moet gy uw Vrouw of Minnares bewaaren ; Een zwak kon anders ligt zig in hem openbaaren.nbsp;Dat hy zyn’ eer vergeeten zou.

ANDER.

Al woudt ge een’ huis vol goud hem bien, Gy won niets op zyn’ geeft, gy zoudt hem niet doennbsp;fpreeken;

Maar zoo gy door een’ vrouw woudt zynen val be. fteeken,

Gy zoudt hem ras een Samfon zien.

NE-

-ocr page 197-

V E R M A A K L Y IC H E D E N. nbsp;nbsp;nbsp;lay

negende vraag

of de Minnaar zyne Minnares btminnt ?

Antwoord.

Die Minnaar zweert wel met zyn’ mond.

Dat gy zyn ziel beheerfcht, om U in ’t net té krygen ; Maar eifcht de tyd het eehs, hy zal dat Ja wel zwygén gt;nbsp;’t Geen gy ten trouw niet miffen kondt.

ANDER.

Geen and’re fchoonheên zyn zo groot,

Datzy in Haat zyn ’t hart hem wankelbaar te maakc.rj: Zyn Lotfter en uw Geeft doen als om ftryd bemnbsp;blaaken.

Om U te minnen tot den dood.

ANDER.

Hy blyft in uwe min verward,

Zoo lang als uw Perfoon word voor zyn oog vernomen ;

Maar ziet hy U niet meer, dan maakt ftraks cfe eerftgekomen

Denzelven invloed op zyn hart.

ANDER.

Zoo teer bemint hy U, zoo trouw,

Dat, zoo een onheil kwam uw’ Levensfakkel dooveri, ’t Verdriet, dat hy den dood U van zyn’ zy zag rooven,nbsp;Hem ras ten grave brengan zou.

TIEN-

-ocr page 198-

f26 M A G IT E r S C H I?

TIENDE VRAAG Of het Geluk veranderen zal?nbsp;Antwoord.

^oe zeer uw’ Haat’ren door geweld jortuin ook dwingen om uw wooning te begeeven:nbsp;Zal ze U befchermen tot het uiterft’ van uw leeven,nbsp;Den rang, waar in ze U heeft gefteld.

ANDER.

Hoe gunftig U ’t Geluk omfchyn’,

Zyt ’t aller tyd gereed tot hulp’ van uwe vrinden, Fortuin is wiffelziek; Gy mogt dit ondervinden,nbsp;Dan zouden zy U noodig zyn.

ANDER.

Fortuin volgt heden U getrouvr.

En nog een’ tyd lang zal uw wenfch baar’' gunften leezen;

Dog vley U niet dat zy flandvaftiger zal wezen, Dan de onftandvafte Nagtflambouw.

ANDER.

In weerwil van het groot getal Benyders, dat den loop van uw’ Fortuin wil keeren;nbsp;Zal zy ftandvaftig zyn; zelfs zal de tyd U leeren,nbsp;Dat zy nog fteeds verbet’ren zal.

ELF

-ocr page 199-

Ve R MAAK ITr HEDEN. 12^

ELFDE VRAAG

Of hy in zyn f^ryenjl^agen zal?

Antwoord.

Gy zult genieten al het zoet,

Het geen een' trouwe min kan van de liefde wagteis Zy, die gy mint, verlangt niets anders te betragten,nbsp;Dan hoe ze uw’ wenfchen beft voldoet.

ANDER.

Vergeefe wagt gy met ongeduld De Vrugt, die uwe Min zig vleit In ’t eind tenbsp;fmaaken ;

Verborgen redens heeft uw ziel, die zullen maaken. Dat gy ’er nooit toe komen zult.

ANDER.

Bezwyk niet in uw moed, maar ftreef En ftryd ftandvaftig all’ die weigeringen tegen:

’t Aanhoudend vry ën kan de ftrengfte maagt beweegen* Dat zy zig eindelyk overgeeft.

ANDER.

Een hart verliefder dan haar hart Zoude alles toeftaan aan de driften uwer liefde .nbsp;Maar reden heerfcht in haar meer dan de min haarnbsp;griefde;

Hoop dan ook niets, hoe zeer ’t U fmart.

twaalf*

-ocr page 200-

ïa8 'M A G N Ti' T I S C H E

T W A A L F D E VRAAG

Qf ky Erven zal?

Antwoord.

Sta van dje dolle wenfchen af,

Bejaag voortaan niet meer de zoetighcèn van ’t keven;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

'Zoö uw begeerlykheid niets kan verzaading geeven, Dan ’t goed van hun die zyn in ’t graf.

ANDER.

. ; ¦ De vreugd van rouw te draagcn vleit Üw vrekke ziel geheel ten onpas; ’t kon ge'fchieden,nbsp;X)at. hy, wiens.tyd, gymeent, reeds fuel naar ’tgrafnbsp;te vlieden¦

U nog ten grave heen geleid.

.1.^.. o ¦

ANDER.

Vky vry U met het een of ’c aar:

Maar daar het Nootlot goed ofkwaadU kan beilellen, Zou ’t zeer yermetcl zyn, wanneer m’ U wou

voorfpellen,

Welk van beiden ü te erven waar.

ANDER.

Natuur of min biedt U ten deel .

Een’ zeer ryke erfnis aan; gy moogt U des verblyën; Zoo maar geen’ vreemd’ling door geveinsde Kunft’*nbsp;naryën,

U eeu gedeelte ’er van ontllccl.

-ocr page 201- -ocr page 202- -ocr page 203-

VêRMAAKLYKHEDEIT. 12® ELFDE

vermaaklykheid.

DE BETOOVERDE

SAMENSTEL.

aat van bordpapier of blik een Put A ^eBe-

, nbsp;nbsp;nbsp;r-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 ¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TOOVERDE

maaken, lo of 12 duimen hoogjPui. ruftende op een vierkanten voet B C,nbsp;die hol en in D open is, zoo dat ’er een Fig-1.nbsp;Laade T, van omtrent vier duimen vierkant, en van 5 of 6 linien diepte, in kannbsp;gefchoven worden; laat de bultende ope- ^nbsp;ning van dezen Put van vier en een halvenbsp;duimen middellyns zyn, en by wyze van /nbsp;een tregter naauwer loopen, tot op dennbsp;bodem G, die maar twee duimen mid-dellyns hebben moet; zie den doorge-fneden Put op de Plaat.

L Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Plaats

-ocr page 204-

t30 M A G N E TfI S C -H*

De Be-

TOOVERDB

PüT.

Plaats boven op den voet en één duim onder den binnenften bodem G een kleinnbsp;bol Spiegeltje H; èn‘ Iaat de bolheid vannbsp;die Spiegeltje groot genoeg zyn, om,nbsp;wanneer men ’er op een afftand van 15nbsp;tot-18 duimen inziet, het .hoofd en hetnbsp;borftbeeld niet grooter te doen fchynennbsp;dan twee en een halve duimen.

Tt,. Vin. i'ig. 3.

Plaats op dien zelven voet in I een Spilletje van 6 linien hoogte, en op ditnbsp;eene aangeftreken Naaide R Q, beflotennbsp;in eene zeer ligte bordpapiere Schyf OS,

van 5 duimen middellyns; deel deze in vier gelyke deelen, en teeken ’er opnbsp;vier kleine Kringen, in drie van welkennbsp;moéten gefchilderd zyn verfchillendenbsp;gedaantens van ’t Hoofd, X. Y. Z., ennbsp;die ieder een verfchillend kapfcl hebben;nbsp;by voorbeeld, de eene met een tulband,nbsp;de andere met een hoed, en de anderenbsp;een vrou we - kapfel, dog ieder dier drienbsp;hoofden moeten zoo ver uitgefnedennbsp;zyn, dat 'er niet dan de omtrek en hetnbsp;kapfel van overbly ve, en de vierde Kringnbsp;moet geheel uitgefneden zyn j alles zoo.

da-

-ocr page 205-

Verm aaklykheden. 131

danig als de tweede Figuur van de agt-fte Plaat duidelyk genoeg aanwyft. Ook TOOVHR-moet men zorg draagen dat de aange-ftreken Naaide RQ, in dien kring beflo-ten, gerigt zy met betrekkinge tot haare Poolen, zoo als in die zelfde tweedenbsp;Figuur aangeduid word.

Maak vervolgens te hebben vier kleine Schilderytjes, Plaaten of Prenten X, p^.

Y, Z, £f j die ieder afzonderlyk in de Fig. 3-Laa moeten kunnen leggen, en met een lyft en glas voorzien zyn even als ge-woone Plaaten. Laat ’er op drie van deze Plaaten gefchilderd zyn een Hoofdnbsp;jgelyk aan ieder van die, welken op denbsp;bordpapiere Scbyf uitgefneden zyn ,nbsp;wkar boven de famenftelling opgegeevennbsp;is, met dit verfchil dat de gedaante ennbsp;het kapfel ’er op moeten gefchilderdnbsp;zyn.

Plaats agter ieder dezer Schilderytjes een bekragtigde Staaf, met betrekkingenbsp;tot haare Poolen zoo gefchikt, als denbsp;p^iguuren X, Y, Z. amp;. aanwyzen; ennbsp;bedek het agterflc ’er van met bordpa-I 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pier.

-ocr page 206-

13^

Magnetische

De Be- pjgr, opdat men van die Staaven niets Fut, zien kan.

Zoo men wil dat deze Vermaaklykheid nog verwonderlyker voorkome, moetnbsp;men het binnenfte van den Put van bliknbsp;maaken, en op den bodem G een witnbsp;glas leggen, dat met Maftik’er wel innbsp;valt gezet word, om te beletten datnbsp;het water, ’t welk men op den bodemnbsp;van dezen Put giet, van onderen uit-loope.

UITWERKING.

Wanneer men één van de drie Schil-dery tjes legt in de L aade onder dezen Put, zal de bekragtigde en verborgen Staafnbsp;de beweegbaare bordpapiere Schyfdoennbsp;draaijen en ftil houden in dier voege datnbsp;het kapfel, ’t welk gelyk is aan ’t geennbsp;op het Schilderytje gefchilderd is, zignbsp;vertoone regt tegen over de onderftenbsp;opening van den Put; indien dan iemantnbsp;van boven in den Put ziet, zal de bollenbsp;Spiegel hem in ’t klein zyne beeltenis ennbsp;gelykenis doen zien, en hy zal fchynennbsp;opgefchikt te zynmet het Kapfel ,;t welknbsp;\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op

-ocr page 207-

Vermaaklykheden. Ï33

op dat gedeelte van de Scbyf gefchil- de Ee-aerd is. nbsp;nbsp;nbsp;put.

Zoo men in de Laade het Schilderytje é? legtj zal de plaats en opening van denbsp;beweegbaare Schyf, daar niets opgefchil-derd is, zig plaatfen voor de onderftenbsp;opening van den Put, en zoo men dannbsp;in den Put ziet, zal men zyne natuurly-ke gedaante en eigen Kapfcl ontdekken.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

V ‘welk inen met den betooverden Put in’t werk fielt.

Men plaatst by voorraad in de Laade konst» van den Put het Schilderytje £ƒ,nbsp;v?aar op niets gefchilderd is, op datnbsp;men, ’er in ziende, ’er niets anders innbsp;ontdekken zou dan den Spiegel en zyncnbsp;natuurlyke gedaante ; men giet vervolgens een weinig water in den Put, ennbsp;men verzoekt één of meer Perfoonen van''

’er in te zien, men vraagt hun of zy zig I 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zien

-ocr page 208-

134

Magnetische

‘wOXST-

slüKjE*

zien zoodanig als zy zyn; men neemt vervolgens het Schilderytje amp; uit de Laa-dè, en men geeft de drie anderen innbsp;handen van éénen Perfoon, hem zéggende ’er dat uit te kiezcri, in wélltamp;^^gddaar/nbsp;té hy begeert te verfchynen; mén plaatst'nbsp;dan het verkozen Schilderytje in deLaa-de, men fluit dezelve, en'een oogéhbliknbsp;daarna zegt men die I^er'foon, dat hy zlignbsp;in den Püt befchou'we; hy ziet ’er dan ,nbsp;zyne waare gelykenis in, dog op eennbsp;ganfch andere wyze gekapt, en overeen-komftig met de keuze die hy gemaaktnbsp;heeft.

Dit Konstflukje wel uitgeyoerd, doet eene zeer aangen'aame uitwerking. En,nbsp;nadien op de bordpapierè Schyf nietnbsp;meer dan drie verfchillende Kapfefs fïaannbsp;kunnen, kan men ’er vcrféheideti maa-ken met andere veraödéringeh; dog dannbsp;moet mèn ook andere Sehildcrytjés hebben, en de Put moet van het Voétftuknbsp;afgcnómcn kunnen worden, op dat mennbsp;die verfcheide veranderingen geheime-,nbsp;]yk zou kunnen bereiden,

TWAALF-

-ocr page 209- -ocr page 210-

.•VVT.


¦ r-

;a


lii


'f


1,


.. nbsp;nbsp;nbsp;-- ¦-* ^i»4 .. .^


A .^A',

Jx

¦X ^ 'X

^ nbsp;nbsp;nbsp;:-K /.V


'i

-ocr page 211-

V E R M A A K L Y K H E Igt; EJfïv I35

T WA ALFD E

VERM.AARLY11HEID.

D E

D U E A T o N

INDE

SNUIFDOOS.

samenstel.

eem een Zilv.ereE Dukaton, en Iaat D[,. 'er met een Drilboor een gat in katonnbsp;booren van de eene zyde van den eenen snuif-ïand door het middelpunt tot door dennbsp;rand aan de tegen overgeftelde zyde; fteeknbsp;’er in een dun Roetje of Naay-Naalde,nbsp;van ftaal, gepolyft, wel gehard en fterknbsp;bekragtigd} flopt de opening, die denbsp;1 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dril-

-ocr page 212-

136 Magnetischk

De D'J-

KATCW IN DEnbsp;Snuifdoos. •

Drilboor gemaakt heeft, met een kleia ftukje Tin, ten einde men het geheim'nbsp;niet ontdekke.

UITWERKING.

Als men dezen Dukaton befchouwt met den Magnetifchen Wyzer, bovennbsp;bcfchreven, zal de Naaide, die ’er innbsp;is, zig bepaalen volgens- de rigting vannbsp;het kleine Roetje of Naaide, in den Dukaton geftoken.

VER-

-ocr page 213-

Vermaakltkheden. 137

iVERMAAKLYK

K o N ST S TUK J E.

Men moet aan iemant van ’t Gezel- konst-fchap een Dukaten verzoeken, en in deszelfs plaatfe behendig neemen diennbsp;welken men bereid heeft, . en geevennbsp;dezen aan een anderen Perfoon , laaiende hem de vryheid van dien in zynenbsp;Snuifdoos niet of al te doen, beladendenbsp;hem verders de Snuifdoos zelfs op denbsp;Tafel te zetten; dan moet men, zonder aan de Doos te raaken, den Magne-tifchen Wyzer digt by het Dekfel zetten, en zien de rigting welke de Naaide aanneemt; en zoo men merkt dat zynbsp;zig bepaalt, zegt men dat de Dukatonnbsp;in de Doos is.

OPMERKING.

Men moet in acht neemen, dat de Naaide •van den Magnetifcben Wyzer zig natuur-

I 5 nbsp;nbsp;nbsp;ly '^

-ocr page 214-

138 Kf A- G N E T I s C H E'

konst-

STUKJE.

lyk altoos^ bepaalt- naat; bet. Ncordm-^ er$, derbalven voor dat men den Wyzer by betnbsp;Dekfel brengt, baaren Jtand bezien, voel-ke veranderen moet, als men den Wyzet,nbsp;’er zeer digt bybrengf; zoo egter bet Roetje in den Dukaton zig by geval bevindtnbsp;in de rigtinge van bet Noorden, zou men innbsp;dit Konftje kunnen mijjen : men moet zignbsp;ook bedienen van een Magnetifchen Wy-zer, voaar van de Naaide zeer ligt aan-doenlyk is , vermitr bet bekragtigde Roetjenbsp;geene groote kragt kan hebben om haarnbsp;mn te trekken.

mmmmgt;

«gt;

V

DER.

-ocr page 215-

Ve RM A AK L y K HE D EN, 139

dertiende

V E R M A A K L Y KI IEID. HET VERNUFTIGE

ZWAANTJE.

SAMENSTEL.

Laat een Doos of hol Voetfluk X Y hetVer-nwaken , van 15 tot is duimen z^Iant-hoog, negen of tien' duimen breed en Je. twee duimen diep, waar van het boven-üe by wyze van eene Schuif kan uitge- Kg- a-haald worden aan de zyde Y, en fchryfnbsp;boven op deze Doos aan de zyde X eennbsp;Kring A van 6 of 7 duimen middellyns,nbsp;zet van buiten rondom denzelven vailnbsp;zes kleine gedraaide Vaasjes, van anderhalve duim hoogte, op ieder van welken een dekfcl zyn moet.

Plaats

-ocr page 216-

140 Magnetische

KaFTlar Plaats aan ’c andere eind van ’t Voet-zwAANT- ftuk een Ey B, van Yvoor of eenige an-dere ftoffe, omtrent drie en een haWen duim lang, met een fcharnier en veernbsp;fluitende; iaat dit Ey vaft ftaan op eennbsp;gedraaiden Voet C, die in zyne ganfchenbsp;lengte ( gelyk ook de Top van ’t Ey )nbsp;moet doorboord zyn met een gat vannbsp;vier linien middellyns, het welk ooknbsp;moet uitkomen in het binnenlte van hetnbsp;Voetfluk.

P'aats Jndit gat een klein Rolletje van Yvoor F, dat 'er vry in beweegee ennbsp;door middel van eenen Veer R op ennbsp;neer kan gefchoven worden.

Neem een Bekken A van dun Koper, van zes of zeven duimen middellyns,nbsp;het welk moet kunnen geplaatst wordennbsp;op die plaats boven op het Voetfluk ,nbsp;daar gy dien Kring befchreven hebt,nbsp;wanneer het zig bevinden zal in ’t midden van die zes Vaasjes.

Laat vervolgens door een üurwerk-maaker het Raderwerk roaaken, 't welk door de tweede Figuur van de negende

Plaat

-ocr page 217-

VEftMAAKtYKHEDSN. 141

Plaat aangewezen word,- en beftaanmoet, Het vm, eerft uit een vierde deel van een Kring TwH%unbsp;of Quadrant C, met een Staartftuk ’er^®’nbsp;aan, en voorzien van 16 tanden, op zynnbsp;kant ftaande, verder beweegbaar op eennbsp;As, in deszelfs middelpunt geplaatft, ennbsp;onderfteund door een voet H, die naarnbsp;om laag als een winkelhaak omgebogennbsp;is, om het dus door middel van eennbsp;Schroef L op den bodem van het Voet-ftuk vaft te zetten; ten tweede uit eennbsp;Rad M van 24 tanden, waterpasRaandenbsp;op den voet R, die insgelyks door middel van een Schroef op ’t andere endnbsp;van den bodem van het Voecftuk moetnbsp;vaftgezet worden, en wel onder het mid-delpunt van den Kring, die op de Schuif,nbsp;welke het zelve bedekt, befchreven is.

Plaats op den As van dit Rad een ko-pere Staaf O, vyf duimen lang,en op deze aan ’t eene end O een Paardehoef,nbsp;van gedaante als een halve Kring, ennbsp;van omtrent derdehalve of drie duimennbsp;niiddellyns, wel bekragtïgd, en tevensnbsp;gewapend om dezelve zoo veel meer

kragt

-ocr page 218-

142 M A ,G N E ,T IS. C-H É

HET Vee- la-agt te geeveni ten derde mt een ftaale

, WUFTIGE „ nbsp;nbsp;nbsp;Tr 1-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

zWAANT-Staat Vj die met het end vatten moet in

de tanden van het Qiiadrci.nt of het gedeelte van het regtftandige Rad M, door middel van het Rondfcl P, dat zes ofnbsp;zeven tanden heeft; en met het anderenbsp;eind in het Rad M, door middel vannbsp;het Rad N van30 tanden, ’t,welk evennbsp;als het Rondfel, op deze Staaf valt moetnbsp;gezet zyn, en waarvan de-Spillen moeten gaan in dc Voeten , op welken denbsp;bovengemelde Stukken ruüen-

Stel onder den Staart van bet Quadrant Meenen Veer R, dieinftaat ispm gemak-kelyk op en te rug te ftooten het kleinenbsp;Rolletje, dat ’er gemeenfehap mede heeftnbsp;door het onderfle van den Vopt, welkenbsp;' het Ey draagt.

Maak nog te hebben zes yvoore Kokers YY, ten hoogden van dezelfde dikte als het gemelde Rolletje, en. aan hunne einden omgegrond; dog van verfchil-lende lengte, ten einde zy, in het Ey geplaatfl: zynde, in diervoegen dat hetnbsp;onderfte van de Koker in het gat gaat,

waar

-ocr page 219-

Ver maaklykhed^er. 143

waar in het Rolletje is, min of meer la- hetVer-^ ger zouden kunnen gefchoven worden,nbsp;wanneer het Ey C welks dekfel op het Je.nbsp;bovenite van den Koker ruften moet^nbsp;gefloten is; en dat het dan den Staartnbsp;van het Quadrant min of meer. neêrdruk-ke, en gevolglyk tevens (^door de ge-meenfcbap met de Staaf V ) doet draai-het Rad M, en de bekragtigde Paarde-hoef, die op deszelfs As vaft gezetnbsp;is. *

Leg in ieder dezer Kokers verfchillen-de Vraagen, gefchreven op kleine toegerolde ftrookjes papier, en doe in ieder Vaasje de Antwoorden op deze Vraagen, in acht neemende dat men dezel-

ven

* Men kan de Kokers de vereifchte grootte niet geeven dan met hen te beproeven, en allenskens kleinder te maaken, totdat,nbsp;wanneer zy in hetEy geftoken zyn, het be-kragtigde Stuk zig plaatfe regt tegen over ieder der Vaasjes; ’t welk omtrent ééne linienbsp;verfchil maakt; zynde de maaten, welkennbsp;men hier zou moeten bepaalcn, te moeijelyknbsp;#m in acht te neemen,

-ocr page 220-

144

M A G N E T IS C H E

'Het Ver-ven legge in die Vaasjes, voor welkeo ‘ZwAANï- yzeie Paardehoef zig ftil houdt, wan-neer de Koker, waar in men de Vraagnbsp;gedaan heeft, in het Ey geftoken, ennbsp;dit gefloten is.

Neem eindelyk een gêemailleerd Zwaantje, in welks buik vaft gezet isnbsp;een klein bekragtigd Staafje, zes liniennbsp;lang, en van dikte als een groote Naai-Naalde, waar van het Noorden moetnbsp;geplaatfl: zyn naar de ftelling van denbsp;Poolen van de gemelde Paardehoeve.

UITWERKING.

Wanneer men één van de Kokers doet in het Ey, en wel in diervoegen dat hetnbsp;onderfte end ’er van komen in den randnbsp;van de opening, die in den bodem vannbsp;het Ey gemaakt is, en dat hy rufle opnbsp;het beweegbaare Rolletje, ’t welk innbsp;die opening fteekt; en wanneer men dannbsp;hetEy fluit, zal deszelfs Dekfel, ruftende op den Koker, het Rolletje neêr»nbsp;drukken naar evenredigheid van de meer;

de-

-ocr page 221-

Vermaaklyk heden. 145

waar door men dan min of meer doet z^ant-

dere of mindere lengte van den Koker; Het Ver»

draaijen het Rad M en de yzere Paar-J^* dehoef geplaatst op haaren As, die zignbsp;dan ftil houdt regt tegen over het Vaasje, waar in men het Antwoord gelegdnbsp;heeft op de Vraag, welke in dien zelfdennbsp;Koker gelegd is; en zoo men dan hetnbsp;Zwaantje plaatst in het Bekken, dat metnbsp;water gevuld is, zal het van zelfs zignbsp;begeeven naar het Vaasje, waar in hetnbsp;Antwoord op de Vraag befloten is.

Men kan ’er, in plaatfe van een Zwaantje, in leggen een hol Visje vannbsp;dun Koper, waar in men opgefloten heeftnbsp;eenekleineaangeftreekenNaaide; ofwelnbsp;een klein Scheepje, of iets anders datnbsp;men begeert.


VER-

I. Deel.

-ocr page 222-

KONSTSTUKJE.

Men geeft aan iemant van ’t Gezel.

fchap de zes Kokers, laatende hem de vryheid van ’er één naar zyn believen uit te kiezen, en men belaft hemnbsp;de andere te verbergen, of ’er zelvenbsp;van aan te bieden aan verfchillende Per-foonen j men beveelt hen dezelven tenbsp;openen, de Vraag, welke ’er in gelegdnbsp;is, teleezen, die wederom in dei) Koker te doen, en hem, nadat hy geflotennbsp;is, weder over te geeven.

Men doet dan die Kokers, den eenen na den anderen, in het Ey, dat mennbsp;naauwkeurig fluit, men zet het Zwaantje in het Bekken, en men waarfchouwtnbsp;dat het iedere reis zal aanwyzen hetnbsp;Vaasje, waar in het Antwoord op de

Vraag

-ocr page 223- -ocr page 224- -ocr page 225-

Vermaaklykheden. 147

Vraag zyn moet; vervolgens het Vaasje Kotói'-openende. Iaat men het Antwoord zien dat ’er in bevat was: men gaat op dezelfde wyze te werk met de overigenbsp;Kokers.

OPMERKING^.

Dit Werktuig is gemakkelyker dan de Sir een, waar van ik hierna de befchryvingnbsp;geeven zal, vermits men het zeer gemak-kelyk kan vervoeren , en, wegens de werk-tuigelyke gefieldbeid deszelfs, niet noodi'gnbsp;heeft zig met een anderen Perjoon te ver-ftaan; bet geen egter zoo veel niet toebrengtnbsp;07M bet vermaakelyke 'er van te doen ver-fcbillen. Ik heb in dit Werk de Sireen veelnbsp;aangenaamer gemaakt, dan zy tot bier toenbsp;geweejtis, door de meenigte van Vermaak-lykbeden zoo verwonderlyke als verjcbillen-de, die ik 'er bygevoegd heb, en die mennbsp;tot hier toe niet bedagt beeft.

VEER-

-ocr page 226-

148

Magnetische

V,E E R T I E N D E

VERMAAKLYKIIEID.

DE KLEINE

GEHOORZAAME

VISJES.

De Kleine GEHOORZAAME

Visjes.

-ocr page 227-

Vermaaklykheden. 149

Visjes,

in, zoo groot als eene grooteNaai-Naai- de klei-de, gebogen en geplaatst van binnen ypoff' naar den buik van deze Visjes, in acht “amenbsp;neemende dat het Zuiden in allen aannbsp;het hoofd zy, en dat zy op ’c waternbsp;zwemmen kunnen, en ’er zig in even-wigt op houden.

Maak ook te hebben eene Magnetilche Wigchelroede, gelyk aan die, welke iknbsp;in 't begin van dit Werk befchreven heb.

Zie Bladz. 43.

UITWERKING.

Wanneer men deze Visjes in het Bekken op het Water legt, en by hen houdt dat end van de Wigchelroede, waar hetnbsp;Noorden is van de Staaf, die ’er in bevat is, zullen zy ’er alle na toe zwemmen ; zoo men hun integendeel het Zuiden van de Staaf aanbiedt; dat is dezelfde

kragtigd zyn, en zoodanige dikte en lengte moeten hebben als voor de Verfchillendenbsp;Vermaaklykheden noodig is.

K3

-ocr page 228-

150

Magnetische

de Poolj zullen zy zig omkeeren, en voor de Wigchelroede wegvlieden.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

Dac mn met dezen Visjes in ’t •werk fielt.

KONST-

SIUKJI.

Men legt de Visjes in het Bekken, en men geeft de Wigchelroede innbsp;de band van iemand van het Gezel-fchap, nadat men aan haar end, waarnbsp;het Noorden is, een klein ftukje Broodnbsp;vaft gemaakt heeft; then gelafl: aan diennbsp;Perfoon van het hun aan te bieden; ennbsp;dan fchiecen zy toe als of zy ’er graagnbsp;naar waren; men laat denzelven Perfoonnbsp;hun het andere eind van de Wigchel-roede aanbieden, daar geen brood aannbsp;js, en zy vlieden van weg.

O p.

-ocr page 229-

VeRMAA KLTKHEDEI». I51 OPMERKING.

Deze Vermaaklykheid, die niett buiten-^omr-gevMons beeft, kan niet te min vermaak ver/chaffen; ook is zy zeer gemakkelyk innbsp;de 'üitvoeringe. Men kan zig ook bedienennbsp;van kleine geëmailleerde Endvogels, voaarnbsp;in yhen ten kiemen yzerdrmd gedaannbsp;beeft.


Ki

V y F-

-ocr page 230-

152 Magnetische, VYFTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

DE DOOS

MET

DOBBELSTEENEN.

SAMENSTEL.

De Doos MET Dob-BELSTEB-NEN.

Pt. X.

Fig. I.

aat een hol Voetftuk of Doos maa-ken, van twaalf duimen lengte, negen duimen breedte en éénen duimnbsp;diepte, waar van de bovenfte plank eennbsp;fchuif zy; alles van ligt hout van tweenbsp;linien dikte. Befchryf op ’t eind van deze Schuif A, den Kring of Wyzer B ;nbsp;en verdeel denzelven in 20 gelyke dee-len. Maak met Lym op ieder dezernbsp;Verdeelingen vaft een yvooren platcennbsp;Dobbelfteen, die maar eene oppervlakte

-ocr page 231-

Vermaaklykheden. 153

te heeft, zoodaanig dat ’er alle de Ver- de doos fcbillende oogen opftaan, welken men bblstee-’nbsp;vindt op twee Dobbelfteenen 1; Plaatsnbsp;in ’t middelpunt van dienKring eeneSpilnbsp;om ’er eene aangeftreken Naaide op tenbsp;kunnen doen draaijen.

Plak binnen in de Doos, op den Bodem en regt onder den Wyzer, dien men op de Schuif geteekend heeft, eenenbsp;ronde papiere Schyf of Kring, even alsnbsp;de anderen in 20 Verdeelingen verdeeld,nbsp;en mede met 20 Dobbellleenen getee.nbsp;kend; maakt op ’t middelpunt van dezen papieren Kring vaft eene bekragtigdenbsp;Staaf M vyf duimen lang, en in haarnbsp;midden doorboord; zet dezelve met een

Schroef

1

Het getal der oogen op twee Dobbelfteenen is 21; dog men heeft ’er hier maar 20 aangewezen, omdat de Verdeelingennbsp;regcftreeks over elkanderen ftaan moeten;nbsp;men zou ’er 21 op kunnen ftellen, indiennbsp;men de Staaf met een elleboog maakte; maarnbsp;dat is voor deze Vennaaklykheid niet nood-zaakelyk.

Kj

-ocr page 232-

154

Magnetische

db Doos Schroef vaft, zoo egter dat men dezel-MLsr^K- ve kan omdraaijen, en dat zy tevens niet uit den ftand kan gaan, waar in mennbsp;haar gefield heeft regt tegen over deDob-belfleenen, welken herhaald zyn op dezennbsp;Wyzerj die in de Doos verborgen is.

Neem ook twee aangeflreken Naai-dens, van welken de punt van de eene het Noorden, en van de andere het Zuiden zyn moet; en maak dat men haarnbsp;aan eenig teeken van elkanderen onderkennen kan ; op dat men zigniet bedriegenbsp;met de eene voor de andere te neemen.

Laat verder van bordpapier of van blik eehéVaasE maaken,van eenegénoegfaamenbsp;hoogte om öp drie verfchillende plaatfen *nbsp;F. G. M. gemakkelyk te kunnen geopendnbsp;worden, van boven moet zy gedekt zynnbsp;met haare Kroon I en Dekfel O; plaats innbsp;de ruimte bevat tuflfchen I en H een foort

van

* Deze drie Affcheidingen moeten niet .meer dan zes Linien van elkanderen afflandignbsp;zyn, en haare fpleeten moeten zoo veel ino-gelyk is verborgen zyn,

-ocr page 233-

Vermaaklykheden. IJ5

van langwerpiff vierkant Laadje ST, ’t d® Doos welk ’er in heen en weer moet kunnen belsxee-gefchoven worden, en van boven overnbsp;zyne ganfche lengte, dog van onderennbsp;maar voor de helft van die lengte opennbsp;zyn, dit Laadje moet lang zyn tweenbsp;derde van het gedeelte der Vaas, waarnbsp;in het moet befloten zyn, op dat het,nbsp;wanneer men het naar de eene of anderenbsp;zyde fchuiven laat, zoh kunnen laatennbsp;door gaan of behouden de Dobbelftee-nen, die men ’er in werpen moet doornbsp;openingen, welken in ’t midden van ditnbsp;gedeelte der Vaas gemaakt zyn.

Maak te hebben 6 Dobbelfteenen van dezelfde grootte, en die niet te hoognbsp;zyn, ten einde zy in de verfchillendenbsp;Verdeelingen of Affcheidingen der Vaasnbsp;zouden kunnen gefloten worden.

UITWERKING.

Wanneer men de bekragtigde Staaf, binnen in de Doos verborgen, ftelt opnbsp;twcé verfchillende Dobbelfteenen, die

dan

-ocr page 234-

ijS Magnetische

T3S Doos dan door beide de eindens van die Staaf

i^elsteT- aangewezen worden; en indien men dan eene van de twee aangeilreken Naaldensnbsp;doet draaijen op de Spil, geplaatst in ’tnbsp;midden der Dobbelfteenen, welken opnbsp;de Schuif zyn, zal dezelve zig Itil houden op eenen van de Dobbelfteenen,nbsp;op welken men de Staaf gefteld heeft;nbsp;zoo men integendeel de andere Naaidenbsp;op die Spil draaijen laat, zal zy ftil houden op den anderen Dobbelfteen, opnbsp;welken het ander eind van de Staaf gezet is.

Wanneer men vervolgens de Kroon van de Vaas naar de eene zy laat overhellen, zal het ingezette, Laadje naarnbsp;die zy glyen, en dan fluiten de onderftenbsp;opening door welke de Dobbelfteenennbsp;in de eerfte verdieping van de Vaas vallen kunnen; en zoo men dien Kroonnbsp;naar de andere zy doet overhellen, zalnbsp;die opening aan de Dobbelfteenen eennbsp;vryen doorgang geeven ; die als dan zul-i.en vallen in de Verdieping H.

VER.

-ocr page 235-

V E R M A A K L Y K H ï D E N. IJ7

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E.

’t welk men met deze Doos met Dob-beljieenen in ’t werk Jlsit.

1~'ermen deze Vermaaklykheid ter uit-KoNsr.

voer brengt, plaatst men in iedere der Verdiepingen van de Vaas G en Fnbsp;(welken met de Kroon geene gemeen-fchap hebben) twee Dobbelfleenen ,nbsp;waar van de oogen overeenkomen metnbsp;die, welken door de beiden eindens vannbsp;de Staaf aangewezen worden; in achtnbsp;neemende dat men onthouden moet,nbsp;welke die van de tweeNaaldens is, dienbsp;de oogen, in iedere Verdieping bevat,nbsp;aanwyzen moet.

Men moet verder twee Dobbelfleenen ( het komt 'er niet op aan met welkenbsp;oogen) leggen in de Verdieping M;nbsp;men opent dan de Vaas op die plaats;nbsp;men neemt de twee Dobbelfteenen weg;

men

-ocr page 236-

Magnetische

Konst-

STUKJE.

pen werpc hen door de Kroon, en om te toonen dat zy wezenlyk in de Vaasnbsp;vallen, haalt men dezelven ’er wedernbsp;uitj de Vaas gefloten hebbende, laatnbsp;men de Kroon overhellen om het Laad-je, dat ’er in opgefloten is te doen gly-den naar dien kant, welke gefchikt isnbsp;om aan de Dobbelfteenen, die men ’ernbsp;weder in werpen zal, den doorgang tenbsp;floppen; men geeft die twee .Dobbel-Iteenen aan iemant van ’t Gezelfchap omnbsp;hen in de Vaas te werpen ; daar na be*nbsp;dekt men terftond de Kroon met haarnbsp;Dekfel O, en men geeft aan denzelfdennbsp;Perfooneene van de twee Naaldens, omnbsp;dezelve te doen draaijen op den VVyzer,nbsp;in wiens omtrek alle de oogen getekendnbsp;zyn, die door de twee Dobbelfteenennbsp;kunnen geworpen worden; vervolgensnbsp;opent men de Vaas op die Affcheiding,nbsp;waar in de twee Dobbelfteenen zyn, dienbsp;de oogen uitmaaken, welken deze Naahnbsp;de aanwyft, en men doet zien dat zynbsp;juift die Dobbelfteenen aanwyft, welkennbsp;men in de Vaas geworpen bad. Wanneer

men

-ocr page 237-

VeRMAAKLYKHEDEN. 59

men vervolgens aan een anderen Perfoon konst-die twee zelfde Dobbelfteenen geeft, kan men het Koaftje herhaalen, met de Naaidenbsp;behendig te verwiflelen, en dan de Vaasnbsp;open te doen op de andere Affcheiding,nbsp;waar in de oogen zyn,, welken dezenbsp;Naaide moet aanwyzen.

OPMERKING.

Men kany indien men nail, het Konjlje doen zonder het Laadje ST ïe gebruiken.

lt;0gt;

V

ZES-

-ocr page 238-

löo Magnetische

ZESTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

DE V t E R

RUIKERS.

SAMENSTEL.

De Vier Ruikers.

Pl. X. Fig. »,

Profil-

aat van Nooteboom- of ander hout een Doos maaken van agt duimennbsp;lengteen vyfbreedte, en agtien liniennbsp;diepte, met een Dekfel met fcharnierennbsp;fluitende en opengaande. Neem tweenbsp;Blaadjes AB. CD vyf duimen lang, viernbsp;breed, en anderhalve duim dik; laatennbsp;zy aan de twee zyden hol zyn volgensnbsp;de Doorfnyding E , en ieder op dennbsp;grond langs de lengte een Groef O hebben

-ocr page 239-

Vermaaklykheden. i(Sr

ben om ’er een bekragtigde Staaf in te leggen, waar van de Poolen gerigt zynnbsp;Zoo als in de tweede Figuur aangewezennbsp;ftaat. Laat ’er aan iedere zy van dezenbsp;Blaadjes op de plaatfen G twee fleuvennbsp;zyn om ’er in te kunnen fchuiven eennbsp;klein hout of bordpapier Raampje, waarnbsp;in een glas gezet is; en neem in achtnbsp;dat deze twee Blaadjes aan hunne ein'nbsp;den gefloten zyn moeten.

Plaats in iedere der vier holtens welken in deze Blaadjes, en onder de glazen zyn, vier natuurlyke dog verfchil-lende Bloemen ; dog zoodanig dat zy in ieder Blaadje eene ftrydige legging hebben ; dat is te zeggen, dat het bovenftenbsp;van de eene Bloem naar die zy gekeerdnbsp;legt, naar welke de andere Bloem in hetnbsp;zelfde Blaadje met zynen fteel gekeerdnbsp;legt.

UITWERKING.

Als men de twee Blaadjes in de Doos legt, het zy dat men hen verwiflelt, ofnbsp;i. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van

-ocr page 240-

j62 Magnetische

De Vier van de regter naar de linker zv over-Ruiker;. nbsp;nbsp;nbsp;°nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„

brengt, bet zy dat men hen omkeert of

ocndraait, zoo zullen deScaavcn aan den kant der Scharnieren in verfchilkndenbsp;ftanden zig bevinden, met betrekkingenbsp;tot de verwifleling die men gemaaktnbsp;heeft i indien het Noorden van de Staafnbsp;de'Naaide, welke in den Magnetifchennbsp;Kyker bevat is , aantrekt, naar het puntnbsp;X. (Zie de Figuur, die het binnenftenbsp;van de Doos vertoont) zoo is het denbsp;Roos welke aan die zy gelegd is; indiennbsp;het Zuiden de Naaide aantrekf, is hetnbsp;de Jonquük-, het zelfde zal plaats hebben j wanneer die twee Poolen de Naaide trekken naar het punt Z.

Indien het Zuiden de Naaide trekt naar het punt Y, is het de Nagelbloem,nbsp;die daar gelegd is; indien het Noordennbsp;haar aantrekt, is het de Hyacint; hetnbsp;zelfde zal plaats hebben, als die tweenbsp;Poolen naar het punt ^c. trekken.

Men kan dan door middel van den Magnetifchen Wyzer, welke in het begin

-ocr page 241-

Vermaakltkheden. 103

gin van dit Werk befchreven is, ge-DEViBE makkelyk ontdekken , in welke order,nbsp;en welken de twee Bloemen zyn, dienbsp;boven in de Doos verfchynen ; mennbsp;moet zig ook herinneren dat het Noorden van iedere Staaf het Zuiden van denbsp;Naaide aantrekt; en dat het Zuiden hetnbsp;Noorden aantrekt.

VERMA AKL.Y’k

K o N S T S T U K J E,

Dat men met deze Doos in ’t werk fielt.

Men geeft aan iemant van ’t Gezel-

fchap de Doos en de twee Blaad- stukje. jes waar in de Bloemen zyn, en mennbsp;laat hem eene volkomen vryheid om hennbsp;te plaatfen en om te keeren naar goedvinden : de Doos gefloten zynde, on-L 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der-

-ocr page 242-

164 Magnetische

Konst- derzoekt men met den Magnetifchen

sïuKjB. Kyker, welke verwifleling hy gemaakt en in welke order hy de Bloemen gelegd heeft; dit gemakkelyk ontdekt hebbende, zegt men welken de Bloemennbsp;zyn die boven in de Doos verfchynen ,nbsp;als mede de order in welke zy gelegdnbsp;zyn.

Z £•

-ocr page 243- -ocr page 244- -ocr page 245-

Vermaaklykheden. IÖJ

ZEVENTIENDE

VE RMA AKLYKHEID.

D E DOOS

MET

M E T A A L E N.

SAMENSTEL.

N eem een Doos van dun hout, om- doos

MET ME-

trent éénen voet lang, zeven of agt taalen. duimen breed, en zes of zeven liniennbsp;diep. Maak op den bodem van deze Fig- »•nbsp;Doos valt een Plankje van dezelfdenbsp;grootte, en 2 of 3 linien dik, ’t welknbsp;hier en daar met gaten doorboord is, vannbsp;gedaante en grootte gefchikt oni ’er ge-deeltelyk in te kunnen leggen de zesnbsp;L 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kleine

-ocr page 246-

1(56 Magnetische

De doos kleine Blaadjes A. B. C. D. E. F, die aUe TAAMN. omtrent 7 linien dik zyn. De Blaadjesnbsp;A en F moeten dezelfde gedaante hebben , en vryelyk gelegd kunnen wordennbsp;in de twee gaten A en F van het Plankje op den bodem van de Doos. Hetnbsp;zelfde moet plaats hebben omtrent denbsp;Blaadjes B en D, C en E. Dog de ge-lykvormige gaten, die in dat Plankje gemaakt zyn om ’er de Blaadjes in te leggen, moeten in een fiydigen zin gemaaktnbsp;zyn, het eene regt en het andere omgekeerd; op dat, wanneer men, bynbsp;voorbeeld, het Blaadje A ’er uitneemt,nbsp;om het te leggen in F, men genoodzaakt zy het zoo te plaatfen, dat de be-kragtigde Staaf, welk ’er vaft in moetnbsp;gezet zyn, van rigtinge met betrekkin-ge tot den ftand van de Doos verandere;nbsp;dat is te zeggen, dat, indien het Noorden derzelve naar het Scharnier gekeerdnbsp;¦was, het Zuiden nu naar dien kantnbsp;iegge.

Maak op die Blaadjes vall de zes Me-taalen, op ieder één , te weeten Goud,

Zil-

-ocr page 247-

Vermaaklykhedén. 167

Zilver, Koper, Yzer, Tin en Lood, van ieder Metaal naamelyk een byzon- TAAmidnbsp;dere penning of ftuk-gelds. Voorzie Unbsp;verder van zes Doosjes van dezelfdenbsp;grootte en gedaante om in ieder éénnbsp;van die zes Blaadjes te kunnen opfluiten.

UITWERKING.

Wanneer alle die Blaadjes in de Doos gelegd zyn, in die ordér als de eerdenbsp;Figuur aanwyfl, en indien men dan éénnbsp;van dezelven ’er uitneemt, zal mennbsp;door middel van den Magnetifchen Ky-kcr zeer gemakkelyk ontdekken welknbsp;Blaadje en welk Metaal ’er is uitgenomen.

Wanneer men een Blaadje ’er ukgeno* men hebbende, het zelve in één van denbsp;zes kleine Doosjes gelegd heeft , zalnbsp;men, met dien zelfden Kyker, niet alleen ontdekken, welk Metaal ’er uitgenomen is, maar ook in welk Doosje hetnbsp;gelegd is.

Zoo men de Metaalen in de Doos vaö plaats heeft doen verwiflelen, zal nieilnbsp;L 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ins-

-ocr page 248-

168

Magnetische

De Doos insgelyks kunnen weeten; welken ver* TAALEN.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j vermits dan het Zuiden van

de Staaf naar het Scharnier zal gekeerd zyn, in plaats van het Noorden datnbsp;daar naar toe gekeerd lag, toen men denbsp;Doos overgaf.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E,

’t welk men ?net deze Doos met Me-taalen in ’t werk fielt.

konst- T\ /Ten geeft de Doos aan iemant van STUKJE,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ge^elfchapi *, laatende hem

de vryheid om ’er een van de zes ingelegde Metaalen naar zyne verkiezing uit teneemen ; nadat de Doos gefloten is,

be-

Als men de Doos overgeeft moeten ’cr alle de Metaalen in leggen, en wel zooda*nbsp;jiig, dat hetNoorden derStaaven, die in denbsp;^es Blaadjes zyn, naar het Scharnier ge-,nbsp;jceerd zy.

-ocr page 249-

Vermaaklykheden. 169.

befchouwt men met den Kyker, op de konst. plaats der Metaalen, en die, daar denbsp;Naaide niet aangetrokken word, wyftnbsp;het Metaal aan dat ’er uitgenomen is.

ANDER.

Men geeft aan iemant van ’t Gezel-fchap de Doos, waar in de zes Metaalen befloten zyn, men gelaft hem ’er één geheimelyk uit te neemen, en innbsp;één van de zes Doosjes te leggen ; mennbsp;onderzoekt dan f gelyk boven gezegdnbsp;is) welk Metaal ’er uit genomen is; ennbsp;men ontdekt vervolgens door middelnbsp;van den Magnetifchen Kyker, in welkenbsp;van de zes Doosjes het zelve gelegd is.

ANDER.

Men geeft de vryheid van één Metaal

uit zyn plaats te neemen

en ’er een an-

* Men heeft uit het Samenftel kunnen opmerken, dat men het Goud niet kan ver-wiffelen dan met het te leggen in de plaats van L 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Lood,

-ocr page 250-

J70 Magnetisch®

Andes

Konst-

SIUKJE.

ander in te leggen, en men onderzoekt met den Kyker , welken Metaalen ver-wifleld zyn.

Zoo men alle de Metaalen van plaats veranderd had, zou men het op dezelfde wyze ontdekken, vermits als dan hetnbsp;Zuiden van de zes Staaven» die in denbsp;Blaadjes befloten zyn, zig zou bevindennbsp;aan den kant van het Scharnier.

: nbsp;nbsp;nbsp;OPMERKING.

¦1

Deze Doos met Metaalen is zeer geejtig^ $n beeft “veele Lieden 'veraaonderd, De gedaante egter van die drie Blaadjes, voelkenbsp;volkomen gelyk is aan die van de drie andoren, en de gemakkelykbeid, met welkenbsp;men ontdekt dat men verpligt is, wanneernbsp;men ben van plaats verwijfelt, ben in eenenbsp;omgekeerde order te leggen, bebben veroorzaakt, dat men bet gebeirn ligzelyk ontdektnbsp;heeft; niet te min zou het niet moeijelyk

zyn

’t Lood, het Zilver in de plaats van ’t Yzer, en het Koper in de plaats van hetnbsp;Tin.

-ocr page 251-

Vermaaklykhede». i7t

zyn de Doos op eene veel geheimzinniger konst-voyze toe te Jtellen, zoodanig als- men zien zal in de volgende Vzrmaaklyhheid, voelkenbsp;zoo veel te meer verwondert, omdat mennbsp;niet vermoeden kan, dat 'er eenig Zeilfteen-kragtig Jtuk in de Blaadjes verborgen %y jnbsp;en omdat men één Metaal leggen kan in denbsp;plaats van de vyf anderen, gemerkt de gedaante van alle de Blaadjes volkomen dezelfde is. Men moet j als men bet Samen-Jlel van eenige Vermaaklykbeid maakt, zignbsp;daar op byzonder toeleggen^ dat men.opnbsp;ëlle mogelyke voyze de oorzaaken ’er vannbsp;verberge en vermomme, om dus in hen zelfsnbsp;verwondering te verwekken, die andersnbsp;kundig genoeg zyn om ’er de oorzaak van tenbsp;ontdekken.

AG T-

-ocr page 252-

172 Magnetische

AGTTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

D E

TOVERKUNST

DER

METAALEN.

SAMENSTEL.

De Toverkunst

DER Me TAALEN.

Pr,, xr. Fig. 2.

Tweern een Doos IL, MN, negen dui-i- EN men lang en zes breed, en zes li* nien diep binnen werks; maak op dennbsp;bodem van deze Doos vaft, een Plankjenbsp;of Bordpapier van dezelfde grootte ennbsp;twee linien dik, en in welk uitgeftokennbsp;moeten zyn zes gaten, van gedaante iedernbsp;als een gelykbeenige Driehoek A.B. C.D.nbsp;E. F.} waar van de twee gelyke zyden

der-

-ocr page 253-

Vermaaklykheden.

derdehalve duim lang moeten zyn en de üe to-Grondlyn ( welke naar dien kant daar de der mÈ-Doos open gaat moet gekeerd twee duimen en vier linien; in diervoegen dat die zes Driehoeken in den eer-ften opüag van ’t oog gelykzydig fchy-nen te zyn.

Neem verder zes Plaatjes G, gemaakt van Spiegelglas, gezet in een dun Kopernbsp;Lyftje, dat in den omtrek twee liniennbsp;over den kant legt; zy moeten alle vannbsp;dezelfde gedaante en grootte zyn, ennbsp;naauwkeurig paffen en kunnen leggen innbsp;de gaten, die in het Plankje of Bordpa-pier op den bodem van de Doos gemaakt zyn.

Voordat men deze Glaaze Plaatjes in hunne Lyftjes zet, moet men tuffchennbsp;een van de drie zyden, en het Lyfljenbsp;leggen een klein ftaal Staafje, wel gehard en wel aangezet, in acht neemen-de dat men het naar de zyde van hetnbsp;Glas met een ftrookje goud papier be-dekke, om het niet te kunnen zien, ennbsp;dat men het naauwkeurig plaatfe in eene

van

-ocr page 254-

174

Magnetisch*

De To. van de zyden dier Driehoeken, met bc per'^me-^ trekkinge tot de Pcxjlen zoo als de Fi-taalen. gmjj. Q van deze Plaat aanwyft.

Maakt roet Maflik op deze Plaatjes vafl de zes Metaalen, Goud, Zilver,nbsp;Koper, Tzer, Tin en Lood, in vorm vannbsp;dunne plaatjes, en (om ’er een grooternbsp;zweem van geheim aan te geeven ) ge-fneden volgens de gedaantens, die meanbsp;gewoon is toe te fchryven aan de Pk-neeten, welken zy beteekenen.

Bedien ü mede van zes kleine Doosjes H, I, met fcharnieren fluitende, op wier bodem een uitgeftoken holte is vannbsp;dezelfde grootte als de gaten in de groo-te Doos, en zoo gefchikt, dat, als meanbsp;’er één van de zes Plaatjes ki legt, zynbsp;zig altoos eveneens geplaatft vinden, datnbsp;is te zeggen, dat de Grondlyn van dlicnbsp;gelykbeepige Driehoeken altoos gekeerdnbsp;zy naar dien kant I daar het Doosjenbsp;open gaat.

UIT WERüiING,

Zoo men met oplettendheid over* weegt, dat ieder der zes Staaven, welken

-ocr page 255-

Vermaaklykheden. 175

ken in de zyden der Plaatjes befloten De To. zyn, eene verfchiJlende rigting hebben,nbsp;met betrekkinge tot de zyden van denbsp;Doos waar in zy leggen, en dat zy dezelve altoos behouden, offehoon mennbsp;hen van plaats verandere, zal men ligte»nbsp;lyk begrypen dat, dewyl hunne leggingnbsp;in de Doos valt bepaald is (gelyk denbsp;Figuur aanwyft), zoo men ’er eenigennbsp;van uit hunne vakken verplaatft, ’ernbsp;geene verandering in hunne rigtinge uitnbsp;Volgt; men zal dan terftond kunnen ontnbsp;dekken, wanneer één van de Plaatjes veranderd of in eens anders plaats gelegdnbsp;is, zoodra men den Magnetifchen Wy-zer by het Dekfel van de Doos houdt,nbsp;gelyk ook de plaatfen onder welken zynbsp;gelegd zyn; nadien dan de Naaide vannbsp;den Wyzer zal aanwyzende rigting vannbsp;de Staaf die in het Plaatje befloten is,nbsp;boven welk zy zig geplaatfl: vindt. Hetnbsp;zal, om die verandering of verplaatfingnbsp;naauwkeurig te kennen , genoeg zyn datnbsp;men zig herinnere de order in welkenbsp;de Metaalen of de Plaatjes in de Doos

ge.

-ocr page 256-

I7Ö

Magnetische

De To- gefchikt zyn, en welke de rigting zy vaa DER^i^^ de Staaven die ’er in befloten zyn.nbsp;ïAALKN. Ugj zelfde heeft plaats ten aanziennbsp;van de zes kleine Doosjes, in welkennbsp;men altoos gedwongen is hen in den-zelfden ftand te leggen, met betrekkin-ge tot hunne zyden, en het is gemakke-]yk uit den ftand der Staaven te oordee-len, welk Plaatje ’er in gelegd is.

OPMERKING

Men kan met dit nieuwe Samenjlel niet Alleen die drie Konjljes in ’t werk Jtellen,nbsp;welken ik by de voorgaande Vermaaklyk-heid opgegeeven heb, maar ook nog de vohnbsp;genden, die buiten twyffel veel verwon^nbsp;delyker zyn.

EER-

É

-ocr page 257-

Vermaaklykheden. 177

EERSTE VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E.

Men ftelt aan ietnant voor om één of konst-meerMecaalen uit de grooteDooste neemen,en hen geheimelyk te leggen in dienbsp;van de kleine Doosjes, welken hy zal goedvinden ; als dan, zonder dwarfch doornbsp;de groote Doos te zien, welk Metaalnbsp;’er uitgenomen is, onderzoekt men metnbsp;den Magnetifchen Wyzer de kleinenbsp;Doosjes, en men zegt welk Metaal mennbsp;’er uitgenomen heeft, gelyk ook hetnbsp;Doosje waar in het gelegd is; het geennbsp;men gemakkelyk ontdekt door de rigtingnbsp;van hunne Staaven, die dezelfde zynnbsp;zal, met betrekkinge tot de zyden vannbsp;deze kleine Doosjes, als zy is ten aanzien van die van de groote Doos.

TWEE-

I. Deel.

-ocr page 258-

178 Magnetische

TWEEDE VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

Konst-

SiüKJE,

Men ftelt aan iemant voor verfchefde 'Metaalen uit de grooce Doos tenbsp;neemen, en ’er eenigen van, die hynbsp;verkieftj te leggen in de kleine Doosjes,nbsp;en de anderen in zynen zak te fteeken,nbsp;en men zegt hem ( door middel van dennbsp;Kyker) welke Metaalen hy uit de Doosnbsp;genomen heeft, welken hy in de kleinenbsp;Doosjes gelegd heeft, en welken hy innbsp;zynen zak geftoken heeft, die het over-fchot zullen zyn van die in de Doofennbsp;bevat zyn.

OPMERKING.

Bebalven deze t’voee niewvoe Konjijes.,

' heeft men met dit Samenftel bet voordeel, dat bet veel moeyelyker is uit te denken betnbsp;middel waar vm men zig bedient om dezel-ven ter uitvoer te brengen; vermits de door-fcbynendbeid van ’t Glas den agterdogt beneemt, dien men zou kunnen hebben dat 'ernbsp;senig Zeülteenkragtig Stuk in verborgenAs.

-ocr page 259- -ocr page 260-

'v' nbsp;nbsp;nbsp;â– ! -- -






'A


I â–  'lt;




t..— ,

t'



• 1 .r' . nbsp;nbsp;nbsp;'»'■gt;.

tz'

i

r '■• i

/.I nbsp;nbsp;nbsp;i

/' nbsp;nbsp;nbsp;*

: nbsp;nbsp;nbsp;-1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t

■“Tquot;*quot;',''-' '

â–  nbsp;nbsp;nbsp;â– nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r






-ocr page 261-

Vermaaklykheden. 179 N E G E N-T I E N D E

vermaaklykheid.

HEX MAGNETISCH

ORAKEL.

SAMENSTEL.

Laat eene houte Doos inaaken, twaalf HetMag-duimen lang, drie en drie vier- oSkel de duim breed en éénen duim diep, xir,nbsp;verdeeld in drie gelyke deeien A. Bnbsp;en C.

Neem agt kleine Blaadjes, vier dui- Fislt; *• lAenlang, vier en drie vierde duim breednbsp;en drie linien dik, die in de Verdee-ling B van de Doos leggen kunnen, innbsp;welke zy maar toe twee linien moetennbsp;ingaan. Maak op twee van deze Blaadjes D en E eene Groef, die als eennbsp;M 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hoek-

-ocr page 262-

i8o Magnetische

kf.tmag- hoeklyn zig uitttrekt van den eenen hoek Orakel, tot den anderen, en van de linker naar denbsp;regeer hand opgaat;’op twee anderennbsp;F en G eene Groef die op gelyke wyzenbsp;van de regter naar de linkerhand dezel-ven overdwerfcht; op twee anderen Hnbsp;en I eene Groef die dwarfch van bovennbsp;naar beneden ’er overloopt; en op denbsp;twee laaften L. M eene Groef die van denbsp;eene zy tot de andere voortgaat. Plaatsnbsp;in ieder dezer Groeven eene bekragtig-de Staaf N, waar van de Poolen moeten geplaatfl: zyn, zoo als de Figuuren D.nbsp;E. F. G. H. I. L. M. aanwyzen.

Fig. 3.

Neem een Plankje van vyf duimen vierkant; teeken ’er op den WyzerN O,nbsp;verdeeld in agt gelyke deelen , gelyknbsp;door de Figuur word aangeduid; fchryfnbsp;in ieder dezer Verdeelingen de Tallet-ters I. 2. 3. 4 5- ö. 7- cn 8, en maaknbsp;dezen Wyzer valt op het Dekfel van denbsp;Doos, regt boven het Vak B.

Laat van hout of yvoor draayen 32 kleine Olyven R. R van drie vierde duimnbsp;lengte, en van ’t eene eind tot het an.

dere

-ocr page 263-

V ER MA A K L y KHEDE N. I3r

dere doorboord met een gat van drie li- hetMag-nien middellyns; teeken op deze Olyven okakel. de CyfFers, i. 2.3-4 J- ö- 7. en 8.

Beplak vervolgens met papier de Blaadjes om de Staaven, die ’erin zyn,nbsp;te verbergen, en fchryf op ieder der-zelven cenige Vraag *. Dog neem hiernbsp;toe in acht de rigting der Staaven, tennbsp;aanzien van haaren ftand, zoo als de agcnbsp;tweede Figuuren van de Plaat aanwygt;nbsp;zen.

Voorzie u verder van kleine papiere Strookjes, op welken gy fchryven moetnbsp;vier verfchillende Antwoorden opnbsp;ieder dier agt Vraagen,- en fteek dezel-ven, na hen toegerold te hebben, in denbsp;Olyven, lettende op de betrekking vannbsp;den Talletter, die door de Naaide opnbsp;den Wyzer word aangewezen, wanneernbsp;men in de Doos gelegd heeft de Blaadjes,

waar

* Meii kan voor deze Vermaaklykheid zig bedienen van de Antwoorden en Vraagen,nbsp;welken boven Bladz. 117. enz. voor de klei*nbsp;ne Wigcheldoos opgegeeven zyn.

M3

-ocr page 264-

I82

MACNEflSCHE

HecMag- waar op de Vraagen ftaan, welken tot ORAMt. die Antwoorden betrekkelyk zyn. 1

Leg die Olyven, dus toebereid in de twee Zyvakken van de Doos.

UITWERKING.

Wanneer men één van de agt Blaadjes in de Doos gelegd, en deze gefloten heeft, en dan de Naaide draayen doet op de Ipil, welke men in het middelpunt van den Wyzer gefield heeft,nbsp;zoo zal zy zig ftil houden op diennbsp;Talletter van den Wyzer, welke dienbsp;olyf aanwyft, waar in het Antwoordnbsp;geftoken is; en nadien ’er vier Olyvennbsp;van denzelfden Talletter zyn, zal hetnbsp;onverfchillig zyn uit welke van die viernbsp;men het Antwoord neemt; ’t welk nood-zaakelyk betrekkelyk zal moeten zyn

op

1

Men moet op vier Olyven den zelfden Talletter zetten , en in ieder derzelven eennbsp;Antwoord leggen, dat tot dezelve Vraag betrekkelyk is.

-ocr page 265-

VermaaklykhedeJst, 183

op de Vraag, die op het Blaadje ge-fchreven is, dat men in de Doos gelegd heeft.

VERMAAKLYK

KONST STUKJE.

Met dit Magnetifch Orakel.

Men geeft aan iemant van ’t Gesel- konst-fchap de agt Blaadjes, laatende hem de keus van in de Doos te leggennbsp;dat Blaadje, op welks Vraage hy eennbsp;Antwoord begeert. De Doos geflotennbsp;zynde, beveelt men hem de Naaide tenbsp;draayen; zy houdt zig ftil op een Talletter, welke dien van de Olyven aannbsp;wyft, waar in zig de Antwoorden opnbsp;deze Vraage bevinden: hy kielt ’er éénnbsp;uit van die, welken in de Doos zyn, ennbsp;haalt ’er het Antwoord uit.

Om dit Konstje te Vermaaklyker te maaken, kan men de gunllige Antwoor-

M 4 nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 266-

184 Magnetische

I^ONST'

SXUKJL

den op die agt Vraagen plaatfen in de eene zyde A van de Doos; en in de andere zyde C, die welken niet gunftig zyn,nbsp;om naar goedvinden van het eene of vannbsp;het andere foort te doen neemen, aan*nbsp;wyzende de zyde, uit welke men dezel-ven neemen moet.


TWIN-

-ocr page 267- -ocr page 268- -ocr page 269-

Vermaaklykheden. 185

twintigste

vermaaklykheid.

HET PLANEET-

GESTEL.

SAMEN STEL.

Maak eene ronde Doos I. L. M N «et Pla-van agt of negen duimen middel-lyns en een halven duim diep, die van boven bedekt is met een bordpapiere Fig. i.nbsp;Kring, welke’er op vall gemaakt isi treknbsp;op dien Kring den middelften Wyzer A,nbsp;en in den omtrek van dezen zeven andere Wyzers B. C. D. E, F. G. H;nbsp;deel den middelften Wyzer in zevennbsp;gelyke deelen door de linien A B. A C.

A D. A E. A F. A G. AH, welken M vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door

-ocr page 270-

i8ö Magnetischs

Het pla-door het middelpunt van die zeven Wy-siEL. zers gaan moeten* en hen ieder verdee-len in twee gelyke deelen.

Verdeel die zeven Wyzers in veertien gelyke deelen door de zeven mid-dellynen in de Figuur aangewezen.

Laat ’er binnen in de Doos een bord-papiere kring zyn, op gelyke wyze verdeeld, die vryelyk draaijcn kan door middel van eenen As, waar van de Spilnbsp;met haar eene end moet gaan dwars doornbsp;het middelpunt van den middelften Wy-zerA, en met het andere in het mid-Fig. *. delpunt van den bodem der Doos ingaan. Zie de zde Figuur.

Maak op ieder der zeven Wyzers, welken op den bordpapieren Kring binnen in de Doos geteekend zyn, vaft eennbsp;klein bekragtigd ftaal Staafje van tweenbsp;duimen lengte, het welkgeplaatft moetnbsp;zyn volgens de rigting van de zeven ver-fchillende Middellynen van die Wyzers, en waar van de Poolen gerigt bc-hooren te zyn zoo als de ifte Figuurnbsp;aanwyft.

Neem

-ocr page 271-

VERMAAKtYKHEDEN. I87

Neem eene Naaide O van gedaante het pla« als die van een Uurwerk, die met een ^teunbsp;vierkant gat fluit op den gemeldennbsp;As, ten einde zy, als men haar beweegt, den bordpapieren Kring in denbsp;Doos mede doet omdraaijen.

Maak ook te hebben eene andere Naaide P, die op dien zelfden As vry draai-jen kan zonder denzelven mede te doen draaijen.

Schryf in ieder der zeven Verdeelin-gen van den middelften Wyzer zeven verfchillende Vraagen, en zet in eennbsp;anderen Kring van dien Wyzer, verdeeld in twaalf deelen, de twaalf Maanden van ’t Jaar.

Schryf verder (indiervoegen als ter-ftond zal aangewezen worden) in twee Veideelingen van de zeven WyzersB. C.

D. E. F. G. H. twee Antwoorden op iedere Vraage, in acht neemende datnbsp;ieder derzelven niet meer dan uit zeven Woorden beftaan moet.

Zet in de eerfte Verdeeling van den Wyzer B, die regt tegen over de eerfte

Vraag

-ocr page 272-

188 M A G N E T I S C H E

188 M A G N E T I S C H E

STEL.

Het Pi.a- Vraag is, het eerfte Woord van het eer-KEETGE- nbsp;nbsp;nbsp;jf, {Je tweede Verdeeling

van den volgenden Wyzer het tweede Woord en dus vervolgens tot het laatfte Woord toe, dat in de zevendenbsp;Verdeeling van den zevenden Wyzer zynnbsp;moet.

In de agtfte Verdeeling van den eer-ften Wyzer, het eerfte Woord van het tweede Antwoord; in de negende vannbsp;den tweeden Wyzer, het tweede Woordnbsp;van dit Antwoord, en zoo vervolgensnbsp;tot de veertiende Verdeeling toe vannbsp;den zevenden Wyzer, welke het laaftenbsp;Woord van dit Antwoord moet bevatten.

Ga op dezelfde wyze te werk met de zeven Vraagen, geevende haarledernbsp;twee verfchillende Antwoorden, waarnbsp;van de Woorden derhalven op die zevennbsp;Wyzers verfpreid zullen zyn.

Plaats in ’t Middelpunt van ieder dier zeven Wyzers een Spil, en hebnbsp;twee aangeftreken Naaldens Q. en R.nbsp;waar van de eepe het Noorden, en

? nbsp;nbsp;nbsp;dc

-ocr page 273-

de andere het Zuiden aan haaren Punt het pla-

heeft nbsp;nbsp;nbsp;neetgb.

ST3l^.

Wanneer men de Naaide,van den middelden Wyzer op eene van die zeven Vraa-gengeplaaftsheeft,en men dan eene van de twee aangeftreken Naaldens agter-volglyk op ieder die zeven Wyzersnbsp;draaijen Iaat, zal deze zig plaatfen volgens de rigting der Staaven, welken innbsp;die Doos befloten zyn, en vlak ondernbsp;ieder dier Wyzers zig bevinden ; en zynbsp;zal gevolgelyk Qur oorzaake van denbsp;boven befchrevene Samenftellinge) aan-wyzen de zeven Woorden op de Wyzers verdeeld, en welken aan die Vraa-ge beantwoorden.

Het zelfde zal plaats hebben met de zes andere Vraagen, gemerkt door hetnbsp;plaatfen van de Naaide regt tegen overnbsp;ieder derzelven, de beweegbaare bord,nbsp;papiere Kring zig altoos in den zelfden Hand zal geplaatft vinden, met be-

trek-

-ocr page 274-

löO

Magnetische

NEETGE-SXEL.

HetPi.a. trekkinge tot de legging der Staaven

onder ieder dier Wyzers, welken ’er toe behooren.

Als men zig bedient van de andere Naaide, zal men het tweede Antwoordnbsp;verkrygen, waarvan de Woorden regt-ftreeks overgefteld zyn over die van hetnbsp;eerfte Antwoord; gelyk dit volgen moetnbsp;uit de rigtinge van de Naaide, die opnbsp;eene tegengeftelde wyze, zyne Poolennbsp;geplaatft heefc.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K ] E.

Met dit PlaneetgejieU

Konst-

stukje.

A/Ten geeft dit Planeetgeftel aan iemant van het Gezelfchap, ennbsp;men gclaft hem op den Wyzer eene vannbsp;de Vraagen te kiezen, die ’er op ge-fchreven ftaaa; nadat hy ’er eene verkozen heeft, zet men de Naaide van

den

é

-ocr page 275-

Vermaaklykheden. 191

den middelften Wyzer op die Vraag; nien Iaat vervolgens eene van de twee stukje.nbsp;aangeftreken Naaldens op ieder der zeven Wyzers draaijen, om de zevennbsp;Woorden te hebben, die het Antwoordnbsp;op de begeerde Vraage uitmaaken; mennbsp;neemt in acht dat men zig bedienenbsp;van de eene of andere Naaide naar datnbsp;men een meer of min gunftig Antwoordnbsp;wil voortbrengen. Deze twee Naaldensnbsp;zyn ook zeer gefchikt om de Antwoorden te doen verfchillen, als men ditnbsp;Konftftukje voor dezelfde Vraage herhaalt, het welk het zelve veel Vermaak-]yker en verwonderlyker maakt dannbsp;eenig ander in dit Werk.

Het word nog Vermaaklyker, als men op het eind van den As van dennbsp;middelften Wyzer,eene Naaide plaatft,nbsp;welke beweegbaar op dien As is; dat isnbsp;te zeggen die denzelven niet kan doennbsp;ronddraaijen, en welke dient om op diennbsp;zelfden Wyzer aan te wyzen een dernbsp;twaalf Maanden van 't Jaar; als men dannbsp;een Vraag heeft laat en verkiezen, zet men

deze

-ocr page 276-

192

agnetische

Konst-

STUKJE.

deze beweegbaare Naaide op die Maand van ’t Jaar, waar in de Perfoon, welkenbsp;de Vraag gekozen heeft, geboren is,nbsp;om dus te doen denken dat ’er een by-zonder geheim in dit Konftje is.

Men kan daarenboven een Zon in 't midden van den middelften Wyzer tee-kenen, en de gedaantens der zeven Pla-neecen op ieder der zeven andere Wy*nbsp;zers, gelyk in de Figuur te zien is.

EEN

-ocr page 277-





-ocr page 278-

ï. nbsp;nbsp;nbsp;,ty ;•gt;'-;gt;

’ • • ^.-, V vJi^-’-'' -'r- V''* •


-ocr page 279-

VfRMAAKLYKHEDEN. 103

EEN EN TWINTIGSTE

Vermaaklykheid,

DE TWEE

tooverkaarten.

SAMENSTEL.

Bedien u van eene vierkante DoosDetwe* A B C D van vier duimen]; vier-kaarten,nbsp;kant en zeven of agt linien diepte; pi.xiv,nbsp;bedek haar binnenfte van boven met een *•nbsp;Bordpapier dat in A eene opening heeft.

Laat ’er in ’t middelpunt van deze Doos en onder het Bordpapier eene Spil zyn,nbsp;op welke gy zetten moet een Bordpapieren Kring E, F, voorzien van eenenbsp;aangeftrekene Naaide, en op welke gynbsp;gefchildert hebt twee Kaarten,gelyk denbsp;Figuur aanwyft.

I. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Belt;

-ocr page 280-

m Mac n'e't i s c h ë

m Mac n'e't i s c h ë

De TWEE

Tover-

kaarten.

Bedien Ü. verder -van de MagnetHchÖ Wichelroede, in ’t begin van dit; Werknbsp;befchreven, en maak te hebbén een Spel-Kaarten, in welk één van de twee afge-teékende Kaarten op den Bordpapierennbsp;Wyzer, ééne Hnie langer zy dan he,tnbsp;Spel, en de andere ééne linie breeder.

uitwerking.

Wanneer gy de Magnetifehe Wichelroede op de Tafel plagtft, iji dier voege dat het Noorde van de Staaf, die ’er innbsp;befloten is, het midden vaü eenen vannbsp;de buitenkanten dezer Doos raakt, zalnbsp;het Bordpapier, waarin de aangeftrekennbsp;•Naaide beflooten ’is, zig draaijen, zoodanig dat het Zuiden van deze Naaidenbsp;zig zal keeren naar het Noorden van denbsp;Wigchelroede; zoo men integendeel bynbsp;'denzelfden kant van deze Doos het Zui-tïen van dé Wichelroede houdt, zal denbsp;'Naaide, in dién Bordpapieren Kring be-•flóten, haar Noorden keeren naar hetnbsp;Zuiden van de Wichelroede, en men

zal

-ocr page 281-

Vermaaklïkheden. jqs

zal gevolglyk door de opening in het de twbk Bordpapier, een van de twee Kaarten darten»nbsp;zien, die ’er in befloten zyn.

OPMERKING.

Men kan bet Spel - Kaarten, ^aar mn men zig bedient, haten doorfcbieten, vermits men altoos door bet gevoel Ugtelyknbsp;kan mdekken voelke Kaart de langfte ennbsp;-breedjle is'^ voanneer men dan bet Spelnbsp;oanbiedt., om die tvoee Kaarten te doennbsp;trekken , moet men het zoo fcbikken dat zynbsp;zig natuurlyk bevinden op dié plaats vannbsp;bet Spel, daar men. de Vingers naar uiünbsp;fléekt om de Kaart te trekken.


Na

VER-

-ocr page 282-

Magnetische

VERMAAKLYK

KONSTSTUKJE,

't Welk men met deze Tooverkaarten in 't werk fielt.

Kovst-

stükJe.

Men Iaat twee verfchillende Perfoo’ nen ieder eene Kaart trekken uitnbsp;een Spel, ’c welk,zoo als gezegd is, bereid is; dat is twee Kaarten gelyk aan die,nbsp;¦welken op den bordpapieren Kring getee-kend ftaan; men zet vervolgens de Doosnbsp;op de Tafel, men houdt de Magneti-fche Wigchelroede op eene onverfchU-lige wyze in de hand, en men vraagtnbsp;aan eenen van de Perlbonen, die eennbsp;Kaart uit het Spel getrokken hebben,nbsp;of hy begeert, dat zyne Kaart of dienbsp;van den anderen Perfoon ’t cerft in denbsp;Doos verfchyne; daar op raakt men denbsp;Doos aan met de Wigchelroede, ennbsp;men legt dezelve op Tafel, even als ofnbsp;men ’er zig van ontdoen wilde om de

Dog*

-ocr page 283-

Vermaaklykheden. 197

Doos gemakkelyker te openen, en, benige oogenblikken verpooft te heb- stukje,nbsp;^2n, om aan den bordpapieren Kringnbsp;tyd te geeven van zig te bepaalen tennbsp;aanzien van den ftand, die men aan denbsp;Wigchelroede gegeeven heeft, opentnbsp;men de Doos en men laat ’er de gevraagde Kaart in zien. Om de anderenbsp;Kaart te voorfchyn te doen komen, houdtnbsp;men by die zelfde zy van de Doos hetnbsp;andere eind van de Wigchelroede.

OPMERKING.

Zoo ’er, wanneer men de Kaarten om-biedt f niet die genomen wierdf naelke te pas komty zou men eenige fpeelingen ennbsp;'^veranderingen met de Kaarten moeten maa-^en, om niet te doen bemerken y dat men mnbsp;^et Konjlje gemijt beeft.

Ns

TWEE

-ocr page 284-

198 Magnetische

TWEE-EN-TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

DE EENSTEMMIGE

Y Z E R S.

SAMENSTEL.

Laat een Tafel A B maaken, vier voeten lang, twaalf tot vyftien dui-drie

De Een-

STEMMI-

men breed, en omtrent drie voeten hoog; Laat ’er tuffchen het bovenlte vannbsp;de Tafel en haare Laade eene ruimte Cnbsp;zyn, anderhalven duim diep; Verdersnbsp;moet zy een dubbelde Bodem I hebben ; en het bovenfte M moet zig kunnen openen met twee Scharnieren, ge-plaatH onder een van de randen derzel-ve, ten einde men niet zoude kunnennbsp;vermoeden dat ’er van binnen iets innbsp;verborgen is.

Laat

-ocr page 285-

VeB-MA A KL YK H E D E K. 199.

Laat in de gemelde ruimte C maaken df. een-

D nbsp;nbsp;nbsp;STILMMI'*

het Raderwerk DE, beüaande uit twee ge wv' '^aterpaslöggende Raderen D F en GE,nbsp;ieder van omtrent anderhalven duim mid-dellyns, en hebbende een gelyk getalnbsp;Van Tanden; verder uit twee Rondfelsnbsp;F en G van tien tot twaalf Tanden,nbsp;geplaatfl: aan de twee uiteindens vannbsp;eene kopere of yzere Roede N, die welnbsp;regt, en omtrent twee en één halvenbsp;voeten lang zyn moet. Schik die tweenbsp;Rondfels in dier voegen, dat zy vattennbsp;in de twee waterpasleggende Raderen,nbsp;welken ieder 'in hun Kaflje moeten geplaatst , en met twee Schroeven opnbsp;den plank, die den binnenften Bodemnbsp;van de Tafel maakt, vaft gemaaktnbsp;zyn.

Neem in acht dat de As Q van een der twee Raderen; door een gat in ’tnbsp;Blad van de Tafel moet uitfteeken, dognbsp;de As van het andere Rad moet maarnbsp;zoo hoog komen onder het Blad van denbsp;Tafel als noodig is, om opdefzelfs vierkant te plaatfen een bekragtigde Staafnbsp;N 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OP,^

-ocr page 286-

£üo Magnetische

De Een- O P, van zeven tot agt duimen leng^ doorboprd in haar midden met eennbsp;jsEKs. vierkant gat, en in de Tafel verborgen.

Voorzie u verder van eene Naaide S gelyk aan die van een Uurwerk, ennbsp;¦welke met een vierkant gat kan gezetnbsp;worden op dien As Q, welke door hetnbsp;Blad van de Tafel uitlleekt.

Dit Radewerk, óp die wyze in ’t bin-nenfte van de Tafel geheld zynde,moet zoodanig gemaakt zyn, dat hetgeen geraas maake, als hien de Raderen doetnbsp;beweegen.

Laaten ’er vervolgens twee bordpa-piere of houte Wyzers zyn V en Y,van negen tot tien duimen middellyns buitenwerks, en agt of negen duimen binnenwerks; en deel hunnen omtrek in viernbsp;en twintig gelyke deelen. Schryfinde-zelven de vier en twintig Letters vannbsp;het Alphabet, wel in acht neemende datnbsp;de Letters op- dien van de twee Wyzers , daar men de gemelde Naaide opnbsp;ggt j moeten gefield zyn in de order van

-ocr page 287-

VéRMAAKLYKHEDEN. 201

ZEKS.

het Alphabet van de linker naar de reg- De Een-ter hand, en op den anderen van de reg- ^e^-ter naar de linker hand.

Maak den eerften van deze Wyzers V op de Tafel vaft, en laat ’er in zyn mid-dTlpunt een gat zyn om de As Q, dienbsp;door de Tafel uicfteekc, en de Naaidenbsp;S draagt, door te laaten.

Plaats op den tweeden WyzerY, op zyn middelpunt, een Pen of Spil j opnbsp;welke eene aangeflreken Naaide vryelyknbsp;draaijen moet; zet vervolgens dezennbsp;Wyzer op de Tafel, in dier voegen datnbsp;zyn middelpunt regt valle op den A$nbsp;van het andere Rad, op welk de bekrag-tigde Staaf O P geplaatst is; en zetnbsp;dan de Naaide van den eerften Wyzernbsp;regt over de Letter A; draai den tweeden Wyzer tot dat de aangeftrekennbsp;Naaide daar de zelfde Letter op aan*nbsp;wyze; als dan moet gy hem in dezennbsp;ftand ook op de Tafel vaft zetten.

Ny

-ocr page 288-

Z02

Magnetische

UITWERKING.

De Eenstemmige Wylers.

.Als men de Naaide van den eerflen Wyzer draait, en dezelve op eene vannbsp;de vier en twintig' Letters van het Alphabet, welken ’er op gefchrevenzyn, ftünbsp;houdt, zal het waterpasleggende Rad, opnbsp;welke deze Naaide valt ftaat, draaijen ,nbsp;eh te gelyk, door middel van de tweenbsp;Rpndfels, doen draaijen het andere Rad;nbsp;én dan zal de Staaf, die op den As vannbsp;dit tweede Rad valt is, een gelyk gedeelte van den omtrek van den tweedennbsp;Wyzer doorloopen, en zig ftil houdennbsp;onder het Blad van de Tafel vlak onder

den Letter, welke door de Naaide van den eerften Wyzer word aangewezen;nbsp;waar uit volgt, dat de aangeftreken Naaide, zig mede in deze rigtinge plaatfen-de, die zelfde Letter op den tweedennbsp;Wyzer zal aanwyzen.

Nadien het niet mogelyk is, dat deze beweegingniet een weinig geraas maake,nbsp;moet men, om dat te voorkomen, de

eer-

-ocr page 289-

VeRMAAKLYHKEDEN. 2D3

eerfte Naaide zagtjes draaijen, het geen de Een-ook belatten zal dat de aangeftreken Naaide niet te veel fchommele, wan-neer zy te langen tyd zou noodig hebben om ftil te blyven ftaaa,

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Met deze Eenjiemmige JVyzers.

en plaatft iemant van ’t Gezelfchap by den eerften Wyzer, hèm ge- stukje.


lallende eenig Woord te kiezen, dan doet men de Naaide agtervolglyk draai-jen op alle de Letters van het Woord,nbsp;dat men verkozen beeft; en de aange-Itreken Naaide van den tweeden Wy-zer toont aan een anderen Perfoon, welknbsp;het Woord is, dat men op den eerïlënnbsp;Wyzer gefpeld heeft; dog op dat hynbsp;de Letters, die door de aangeftrekeönbsp;Naaldfe aangewezen worden, niet zöu

ver-

-ocr page 290-

204

Magnetische

Konst- vergeeten, ]aat men hem iedere Let-«TUKjE, nbsp;nbsp;nbsp;Naaide aanwyft, met een

Potloot op een ftuk Papier fchryven.

ANDER SAMENSTEL.

Door welk men met iemant^ die in een andere Kamer is, onderhandelingnbsp;hebben kan.

CmjbUit

Men kan met' het zelfde Raderwerk maaken dat iedere Wyzer in een anderenbsp;naaftgelegen Kamer is; men heeft daarnbsp;toe alleen noodig twee holle Uitjlekkennbsp;Pylaartjes of Voetftallen aan wederzydenbsp;van de muur, en in deze een gat om denbsp;yzere Roede, waar aan de twee Rondfels vaftzyn, door te laaten; dog, zoonbsp;men met malkanderen Ipreeken en antrnbsp;woorden wil, moet men twee gewooncnbsp;Naaldens hebben, die met een vierkantnbsp;gat op den As van de twee Raderen fluiten: En deze Aflen moeten dan beidenbsp;4oor het middelpunt van de Wyzers,

wel-

-ocr page 291-

VSRMAAktYKH EDEN. aojf

welken op die Uitftekken gefteld zyn, KONsTj uitfteeken.

ander samenstel.

De Eenftemmige Wyzers, op dezelfde Tafel ftaande j hebben niets ongemeens in zig, ter oorzaake van hunne nabyheid, waar uit men ligtelyk agter-dogt kan krygen dat ’er een Raderwerknbsp;in de Tafel is, hoe veel zorg men ooknbsp;gedraagen heeft om het zelve te verbergen ; ’t is hier om dat deze Vermaaklyk-heid veel verwonderlyker word, alsnbsp;men gelegenheid heeft om een van denbsp;Wyzers dan de eene zy van eene Kamer,nbsp;en den anderen aan de andere zy vannbsp;dezelfde Kamer te plaatfen, niet alleennbsp;van elkanderen ver verwyderd, maarnbsp;zelfs tegen elkanderen overftaande.

Om hen aan de twee tegen overgeftel-de zyde van een Vertrek te plaatfen , is het Samenftel ten naaften by het zelfde, uitgezonderd dat men, in plaatfenbsp;van de twee Waterpafle Raderen door

twee

-ocr page 292-

*20(5 MAGNETtSéHË

Konst-

SIUKJE,

Pl. XIV Fig. 3.

twee Rondfels, die aan een Roede vafi zyn, te doen draaijen, verfcheide op el.nbsp;kanderen werkende Raderen moet maa-ken, naar gelang der plaatfen, daarnbsp;men de Wyzers zetten wil, op gelykenbsp;wyze als men gewoon is te doen in denbsp;Uurwerken die verfcheide'Wyzers hebben ; en het is genoeg dat men in achtnbsp;neeme dat die Raderen, wélken de be-weeging overbrengén X. Y. Z, een ge-lyk getal van Tanden hebben, ooknbsp;moeten die Raderen agtef een Be-fchot of tuffchen de Muur en hetnbsp;Behangfel van het Vertrek geplaatftnbsp;zyn.

is;


Men kan anders die Raderen wel mif-fen, die, behalven dat zy koftbaar zyn, altoos eenig geraas veroorzaaken; het isnbsp;genoeg dat meni in plaatfe van de tweenbsp;waterpafle Raderen, twee'Katrol-Schy-ven neeme, zoo groot van middellynnbsp;als zy maar vallen kunnen, en dat mennbsp;de gemeenfchap tuflchen de twee Wyzers roaake mét eène koord, welke metnbsp;Fi'g’. 4.*^' haare enden aan ieder dier Schyven vaft

-ocr page 293-

Verm AA Kt YKHÈDE N. ^5“

ïs: en, nadien het noodzaakelykis,dat konst-deze Koord altoos geipannen zy, moet men op ieder As van deze twee Schy-ven, een Uurwerkveer vaft maaken,nbsp;van gelyke kragt, ten einde zy dezenbsp;Koord' beurtlings zoude kunnen trekken jook moet men kleine Katrol-Schyf-jé's' plaatfen bp alle de plaatfen, daa'rnbsp;tfe Koord M'moeten omgebogen worden vólgens den Stand, dien men aannbsp;die twee Wyzers geoordeeld heeft tenbsp;moeten geeveö.

Dit Samenftel heeft iets voor uit bóven het andere, maar het is aan een otflt; gemak onderhevig, de droogte en vog-tigheid der lugt, verlengt of verkort denbsp;Koord, waarom men, eer men dezenbsp;Vermaaklykheid in ’t werk ftelt, onderzoeken moet, of ’er ten dezen opzigtenbsp;geene onfteltenis is voorgevallen, ennbsp;dan de Koord verkorten of verlengen,nbsp;naar ’t noodig is.

UIT-

-ocr page 294-

^08

Magnetischk-

uitwerking.

K0N8T-

8TUKJE,

De uitwerking van deze Wyzers is dezelfde als die van het voorgaande Sa-menüel. Men moet alleenlyk in achtnbsp;neemen, dat in dit, ’t welk door middel van een Koord werkt, de Lettersnbsp;van ’t Alphabet op de twee Wyzersnbsp;moeten gefchreven zyn van de linkernbsp;naar de regterhand; dog op die, welken door Raderen werken, hangt denbsp;ftelling der Letteren van de linker naarnbsp;de regter, of van de regter naar de lin-Jcer, op den tweeden Wyzer, af van hetnbsp;getal der Raderen, die men heeft moeten gebruiken.

VER-

-ocr page 295- -ocr page 296- -ocr page 297-




-ocr page 298- -ocr page 299-

Vermaaklvkheden. aop

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Men doet met deze verfchillende konst* Samenftelfels het zelfde Konft- stukje»nbsp;ftukje als met het eerfte, maar het komt,nbsp;ter oorzaake van den grooten afftand dernbsp;Wyzers met de laaften veel verwonder-lyker voor aan hun, die het beginfel ofnbsp;het vermogen, dat deze beguichelingnbsp;maakt, niet kennen.

DRIE-

I. Deel.

-ocr page 300-

21® Magnetische

DRIE - EN ¦ TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

DE TOVERKONSTIGE

W Y Z E R S.

SAMENSTEL.

®eTo- T Titgezonderd de wyze van de Wv-

VERKON- j J ^ nbsp;nbsp;nbsp;J 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r u-i J-

sTiGE nbsp;nbsp;nbsp;zers te verdeelen, verfchilc dit Sa'

wïZERs. nbsp;nbsp;nbsp;^af, },e(; voorgaande, dan

voor zoo verre het draagbaar is • j maar de uitwerking, welke deze Wyzersnbsp;voortbrengen, verwondert veel meer,

door-

* Men kan zig van deze twee Wyzers ook voor de Voorgaande Vermaaklykheidnbsp;bedienen, met alleen van Wyzers te veranderen.

-ocr page 301-

VeRMAAKLïKHBDEN. 211

doordien een van hen, op welken flegts DeTq. vyfcien Woorden ftaan, één Woord stigenbsp;beantwoort aan ieder van die, welkennbsp;op den anderen ftaan, niettegenftaandenbsp;’er dertig woorden op deze laacften zyn,nbsp;en egcer die Antwoorden altoos op denbsp;Vraagen fluiten.

Laat twee Doozen maaken A en B, van zes tot zeven duimen vierkant, ennbsp;vereenig hen door een dwarfchen Kokernbsp;C van anderhalven duim breedte; Iaatnbsp;deze Doozen maar éénen duim, en denbsp;Koker één halven duim diep zyn.

Plaats binnen in de Doozen en in den Koker het Raderwerk D E, op dezelfde, wyze famengefteld als dat van dennbsp;eerften Wyzer van de voorgaande Ver-maaklykheid. Bedek de Doos en dennbsp;Koker met een dun Plakje, en zet ’er opnbsp;twee Wyzers, verdeeld en toegeruftnbsp;naar de volgende Woorden-Samenvoegingen of Verwifleling.

REV'

-ocr page 302-

221 Magnetische

VERDEELING

E N

WOORDENSTELLING

DER TWEE

\V Y Z E R S.

Ds To- '^eeken op een Papier het hier in vol-^ gende Vierkant,bevattende 2j an-WïZERs. Vierkanten van i tot 25. Zet in de eerde Waterpafle Ry-Vierkanten 1,2,nbsp;3) 4gt; 5j ''yf Woorden, welken doornbsp;den zin, dien zy famen maaken, totnbsp;Antwoord dienen kunnen op eene Vraa-ge, en herhaal die Woorden in dezelfde order, in de eerde regtdandige Rynbsp;1,6, II, 16. 21.

Maak vervolgens een ander Antwoord met vyf Woorden, en plaats dezeanbsp;in de twee Waterpafle Ry, 6, 7, 8,P,nbsp;10, gebruik maakende van het Woordnbsp;dat reeds op het 2de Kommer daat, en

het

1

-ocr page 303-

Vermaaklykheden. 213

het be'in van deze Ry maakt; herhaal, deTo-

^ nbsp;nbsp;nbsp;VERKON

gelyk boven, deze zelfde Woorden, stige op het overige van de Ry, y, 12, 17,22.

Stel vervolgens een ander Antwoord in de derde Ry li, 12, 13, 14 en ij,nbsp;gebfuikende de Woorden, die reeds gezet zyn, op de Nommers 11 en 12, ennbsp;herhaal de overigen insgelyksop de Nom-mers 13, 18, 23.

Doe het zelfde met de Nommers rp en 20 van de vierde Ry, gebruikende denbsp;drie Woorden, die vooraf in de Vakkennbsp;16, 17 en 18 geplaatst zyn; en herhaalnbsp;op dezelfde wyze deze twee Woordennbsp;in de Vakken 19 en 34

Dan fchiet ’er nog maar één Woord over om te plaatfen in het Vak 25.

VRAA-


-ocr page 304-

5114 M A G N E T I S C H ÏS V R A A G E N,

De To- Welken ieder hejlaan uit vyf Woorden, die stige’^quot;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Op Antwoorden, welken ge-

Wyzers. gepield zyn in de vyf Kolommen van bet Toverkonjtig Vm-kant, dat bier op volgt,

I. nbsp;nbsp;nbsp;Zyt-gy—vergenoegd - in- 'tHuwelyk ?

II. nbsp;nbsp;nbsp;Hoe-maakt-men-zig-bemind?

III. nbsp;nbsp;nbsp;Mag—men—een-erfnis—begeeren ?nbsp;JV. Wanneer-is-men-regt-gelukkig?nbsp;V. Welk-is-het-grootfte-Vermaak?

TO-

-ocr page 305-

Pag. 214

toverkonstig vierkant

genommerd en gefield om te dienen tot een voorbeeld voor ’t geen bmn verklaard is.

I

2

3

4

5

Het

doet

wel

vergenoegd

zyn

6

7

8

9

10

doet

één

elk

zyn

begeerte

11

12

13

14

15

wel

elk

wenfcht

al

te verkrygen

16

17

18

19

20

vergenoegd

zyn

al

geluk

genoeg

21

22

23

24

25

zyn

begeerte

te verkrygen

genoeg

vermaakt.

O p.

-ocr page 306- -ocr page 307-

Vermaaklykheden. 215 opmerking.

Men kan de vyf Antwoorden niet vinden deXo* dan met ben te beproeven; dat is te zept- verkon-gen, met de IVoorden te zetten, uit te wyzers,nbsp;wryven, en ’er anderen in plaats te Jtel~nbsp;len, tot dat eindelyk de vyf woorden vannbsp;iedere Ry een goeden zin uitmaaken\ metnbsp;een weinig geduld egteryZal men het doel-mt treffen *.

De

* De Auteur mogt wel gezegd hebben; met veel geduld en moeite zal men eindelyk welnbsp;iets vinden; ten minften het heeft my zeernbsp;veel moeite en geduld gekoft om op iedernbsp;der vyf voSrgeftelde Vraagen een ecnigzlnsnbsp;voldoenend Antwoord te vinden, met zoo-danige plaatfmg der Woorden als hier gevorderd word; dan ’t geen ik gevonden en hiernbsp;voor ’t oorfprongelyke gezet heb, kan,meennbsp;ik, volftaan; fchoon de Antwoorden eenig-2ins afgebroken en onvolledig zyn , gelykzynbsp;ook zyn in ’t oorfprongelyke, ’t welk daarenboven ondoenlyk was hier te voigen; voornbsp;’t oveiige kan een ieder, die dit Kunftftukjenbsp;doen wil, deze Antwoorden verbeteren ofnbsp;’er anderen voor zoeken.


-ocr page 308-

SlS Magnetische

De To- De nevenftaande Tafel in dezerjvoe-stigÏquot;^' faraengefteld zynde, moet men den ¦WxzERs. tferften Wyzer verdeden in 30 gelykenbsp;deelen, en den tweeden in 15 gelykenbsp;deelen. Men zet vervolgens in iederenbsp;verdeeling van den eerften Wyzer denbsp;Woorden, welken in de vyf eerfte Kolommen van deze Tafel bevat zyn, ennbsp;die te famen de Vraagen uicmaaken , zettende in de eerlle Verdeeling het Woordnbsp;Zyt, in de tweede Gy, in de derde Mag, ennbsp;dus vervolgens naar de order der Cyffers,nbsp;welken naaft ieder Woord ftaan, gaande van den linker naar den regter kantnbsp;van den Wyzer.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Op de vyftien Verdeelingen van den tweeden Wyzer zet men de vyftiennbsp;Woorden der Antwoorden volgens denbsp;order en noinmers van de laafte Kolom ,nbsp;gaande van de regter naar den linkernbsp;ka/it van den Wyzer.

Men kan zelfs, indien men wil, de ftelling der Vraagen en Antwoorden veranderen, om de Woorden een mindernbsp;volkomen zin te doen hebben, in acht

nee-

-ocr page 309-

Vermaaelykheden. 217

neemende niettemin de betrekking die p,; xo-zy tot elkanderen hebben moeten, en ais dan zyn twee of drie veranderingen vVïzers»nbsp;genoeg.

Na op deze wyze de Wyzers verdeeld en ’er de Woorden, die de Vraagen ennbsp;Antwoorden uitmaaken, op gefchrevennbsp;te hebben, zet men hen op het boven befchrevene Stuk in diervoegen, datnbsp;de aangeftreken beweegbaare Naaide,nbsp;welke op de Spil van den Wyzer dernbsp;Antwoorden is, zig fchikke naar die,nbsp;welke met een vierkant gat fluit op dennbsp;As van den Wyzer der Vraagen; dat isnbsp;te zeggen, dat, wanneer by voorbeeldnbsp;de Naaide van den Wyzer der Vraagennbsp;op het Woord Zp Nommer i geplaatstnbsp;is, de aangeftreken Naaide ftil houdenbsp;op het Woord Het Nommer i, en datnbsp;wanneer die zelfde eerfte Naaide gequot;nbsp;plaatst is op de Woorden Gy en Hoe,nbsp;Nommer 3 en 4, de aangeftreken Naaide zig plaatfe op het Woord Doet, Nom-iner 2.

Maakt te hebben vyfKaarten op ieder

van

-ocr page 310-

313 Magnetische

van welken eene van de gemelde Vraa^ VEKKON- gen gefchreven is.

STICtE

Wyzers*

OPMERKING,

Wanneer men met de Naaide, die op den eerften Wyzer vaft ftaat, een vannbsp;de Woorden, op denzelven gefchreven ,nbsp;aanwyft, zal de bekragtigde S aaf, onder den tweeden Wyzer verborgen , zignbsp;plaatfen in eenen gevoeglyken ftand, omnbsp;de aangeftreken Naaide, welke op dezen Wyzer is, te doen aanwyzen hetnbsp;Woord, dat, volgens de Samenftellingnbsp;van de Tafel, dienen moet tot eennbsp;Antwoord op de Vraage; en altoos zalnbsp;één Woord van den tweeden Wyzernbsp;beantwoorden aan twee naait elkandernbsp;ftaande Woorden van den eerften Wyzer.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

VER-

-ocr page 311-

V E R M A A K L Y K H E D E N. 21©

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Dat men met deze twee Toverkonjltge PFyzers in ’t werk jielt.

Men biedt iemant de vyf Kaarten Konst-aan, op welken de Vraagen ge-fchreven zyn, laatende hem de vryheid van ’er dien uit te kiezen, dien hy begeert; men zet vervolgens de Naaide vannbsp;den eerften Wyzer agtervolglyk op iedernbsp;der vyf Woorden, die deze Vraag uit-maaken, en een ander Perfoon, diennbsp;men by den tweeden Wyzer geplaatftnbsp;heeft, laat men op een Papier Schryvennbsp;ieder Woord, op welk de aangeftrekennbsp;Naalden is blyven ftaan; wanneer mennbsp;vinden zal, dat zy een volkomen Antwoord op die Vraag uitmaaken; hetnbsp;zelfde zal plaats hebben met de anderenbsp;Vraagen.

Het geen in dit Konftftukje meer verwon-

-ocr page 312-

£20

Magnetische

Konst-

SIUKJE.

¦wondering verwekt dan in het voorgaande is dat de 15 Woorden, die op den tweeden Wyzer gefchreven zyn, van Woordnbsp;tot Woord beantwoorden aan vyf Vraa-gen, die egrer te famen 30 Woorden uit-maaken. Voor ’t overige kunnen dezenbsp;Wyzers op verfchillende plaatfen in eennbsp;Vertrek gezet worden, gelyk aangewezen is in de Vermaaklykheid van de Een-jtemmige Wyzers, en men kan dezelvennbsp;veranderen en doen verfchillen door verfchillende Wyzers,op welken men metnbsp;Letters of CyfFers allerley ontwerpennbsp;kan ftellen die men begeert, dewyl denbsp;opgegeevenen flegts tot een voorbeeldnbsp;dienen om ’er anderen naar goedvindennbsp;voor te verzinnen.

VIER-

V

-ocr page 313-

VERMAAKLYKHEdEN. 23T

VIER-EN-T WINTI GSTE

vermaaklykheid.

DE GEHEIMZINNIGE

W Y Z E R S.

SAMENSTEL,

Stel twee bordpapiere Blaadjes X, Y

op elkanderen, iéder negen duimen heimziV langen drie breed; laat het Blaadje Nnbsp;een opftaanden boord of rand hebbennbsp;Van tweeJinien hoogte, of hoog genoeg Fig- *•nbsp;om tuffehett hen beiden te kunnen fchui-'veri een ander bordpapiere Blaadje Z;

Van vyf 'en drie vierde duimen lengte^ on van twee en drie vierde duimennbsp;breedte, en laat alles fchynen maar eeamp;nbsp;enkel Blad van vier linien dikte uit tenbsp;maaken.

I. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Pnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ver-

-ocr page 314-

222

Magnetische

»eGe- Verdeel het bovenfte van het Blaadje ^ gelyke Vierkanten, en fchryf innbsp;wïzers. ieder van hen de Wyzers A, B en C,nbsp;die weder moeten verdeeld zyn in agtnbsp;gelyke deelen, i, 2, 3, 4, j, 6, 7, 8,nbsp;zoo als de Figuur aantoont.

Schryf in de vier en twintig Verdee-lingen van deze drie verfchilknde Wyzers , de vier en twintig Letters van het Alphabet, dat hier na volgt, zoodanignbsp;dat men in acht neeme de Verdeelin-gen, welken in de volgende Tafel aangewezen worden.

De Wyzer A. De Wyzer B. DeWyzer C,

ifte Verdeel. X lAe Verdeel. F ifteVerdeel. D

R 2 • -

- V 2

C 3 - •

- Z 3

E 4 - -

- 0 4

W 5 - -

¦ Hs

T 6 - .

- I 6

N7 - -

• P 7

Q8 - -

- A 8

- nbsp;nbsp;nbsp;- M

- nbsp;nbsp;nbsp;- Snbsp;. • L

! - K

¦ - y

• - G

Plaats eene Spil in ’t middelpunt van iederen Wyzer, en maak te hebben

twee

-ocr page 315-

VerMAAKLYKHEDen. Z2lt;^

twee aangeftreken Naaldens, waar van De Ge-eene met haaren punt het Noorden, en de andere het Zuiden aanwyft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wvzers.

Deel het Blaadje Z in twee gelyke deelen, en verberg het tuflchen de tweenbsp;andere Blaadjes, in die ruimte, die ’ernbsp;uit hoofde van den gemelden boordnbsp;overgebleven is; trek 'er twee Kringennbsp;op, die insgelyks moeten verdeeld zynnbsp;jn agt deelen i, 2, 3, 4, 5, (5, 7 en8.

Snyd vervolgens in deze twee Kringen de twee openingen 2, 6 en 4, 8, ennbsp;zet in ieder dezer een klein bekragtigdnbsp;Staafje, van dezelfde dikte als het bordpapier ; en plaats dezelven zoodanig datnbsp;in den Kring D het Noorden regt tegen over de Verdeeling 6, en in dennbsp;Kring E regt tegen over de Verdeelingnbsp;4 zy.

Bedek het Blaadje Z van beide de zy-den met een reep bordpapier van de zelfde grootte, en plak ’er een papierennbsp;rand om; plaats het tuflchen de tweenbsp;voorige Blaadjes zoodanig, dat het be*nbsp;Weegbaar zy, en dat, wanneer het naarnbsp;Panbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de

-ocr page 316-

224

Magnetische

De Ge-

HEIMXIN-

NIGE

WïZERS.

de zvde A fchuifc, de Middelpunten A en D, en B met C, naauwkeurig boven malkanderen komen; dog dat, wanneer men het laat fchuiven naar C, denbsp;Middelpunten B en D, gelyk ook C ennbsp;E boven elkanderen zig bevinden; verzorg eindelyk dit Blad derwyze, datnbsp;men niet vermoeden kan, dat ’er iets innbsp;verborgen zy.

Maak ook Raadfels te hebben, welken famengetteld zyn uit de Woorden , die hier na cpgegeeven worden, en laa-ten zy op afzonde’rlyke vierkante Papiertjes gefchreven zyn.

UITWERKING. '

Wanneer men het Blad naar den Wy-zer A hellen laat, zal het beweegbaare Blaadje Z. dat ’er in is, zig naar dezenbsp;zyde plaatfen; indien men dan de Naaide, wier Noorden aan haaren punt is,nbsp;op de Spil van den Wyzer A plaatft,nbsp;zal zy (volgens de grondbeginfels in ’cnbsp;begin van dit Werk gelegd) zig fchik-

ken

-ocr page 317-

Vermaaklyk heden. ken naar de rigtin

Staaf, die zig dan onder dezen Wyzer bevindt, en zy zal in gevolge het Sa- Wijzers.nbsp;Dienftel aanwyzen de Letter R.

De Naaide vervolgens overbrengende op den Wyzer B, zal zy, volgens dezelfde beginfelen, aanwyzen de Letter A.

Zoo men, nadat de Naaide deze twee Letters aangewezen heeft, het ingelegde Blaadje laat fchuiven naar dennbsp;W yzer C, en men den Naaide op diennbsp;Wyzer C zet, zal zy aanwyzen de Letter G. Waar uit volgt, dat deze zelfdenbsp;Naaide, agtervolglyk op de drie Wy-zers gezet zynde, zal aangewezen hebben de drie Letters, die met malkan^nbsp;deren het Woord RAG famenftellen.

Indien men, in plaatfe van het ingelegde Blaadje te hebben laaten fchuiven, nadat de Naaide de Letter A aangewezen heeft, zulks gedaan had, nadat zynbsp;de Letter R op den eerften Wyzernbsp;aangewezen had, dan zou zy aangewezen hebben de Letter U op. den Wyzer

P3

-ocr page 318-

226 Mi A G N E T I S C H E

De Ge- B, en gevolglyk zou men dan door de NuiE*'*'' aanwyzinge van die drie Letters verkre-wvzERs. hebben het Woord RUG.

Wanneer men het beweegbaare Blaadje op die gemelde tweederley manieren verichuiven laat, cn zig bedient van denbsp;Naaide aan wier punt het Zuiden is,nbsp;dan zal men, in plaats van het Woordnbsp;RAG, verkrygen het Woord TOLgt;nbsp;waar van de Letters op de drie Wyzersnbsp;regt tegen de voorige overflaan, en innbsp;plaatfevaii het Woord RUG, het Woordnbsp;TIL. Deze Naaide kan ook aanwyzennbsp;het Woord LOT, dat het omgekeerdenbsp;is van het W’'oord TOL; men behoeftnbsp;daar toe alleen de Naaide terftond te zettennbsp;op den Wyzer C; en als men van Naaide verandert op den Wyzer A, zal mennbsp;verkrygen het Woord LOR amp;c.

Do twee verfchillende manieren van het verborgen Blaadje te verfchuiven, ennbsp;de verandering der Letters, die men metnbsp;de twee Naaldens maaken kan, het zynbsp;met dezelven afzonderlyk voor iedernbsp;Woord te gebruiken, het zy met haar

ifl

-ocr page 319-

Vermaaklykheden. aaf

NICE

Wyzer*.

io ieder Woord te verwiflclen, geeven de zeven volgende Woordennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heimzin

Rag, Rul, Rug, Tol, Til, Lor, Lot.

Op welken men Raadfels naar goedvinden maaken moet *.

VER-

* nbsp;nbsp;nbsp;Men kan, by voorbeeld, voor Raadfelsnbsp;op deze Woorden opgeeven de volgendenbsp;Vraagen:

1. nbsp;nbsp;nbsp;Welk is het fynile,

Rap:.

teerfte en tevens het moor-daadigfte A'êt? . nbsp;nbsp;nbsp;. Antw.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Wat Woord gebruikte

Rul %

men oudtyds om te betekenen, dat men met drift ergens naar toe loopt ? nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...........

3. nbsp;nbsp;nbsp;Welk is de plaats, daar

hun Rug.

de Boosdoenders het meeft te lyden hebben ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

4. nbsp;nbsp;nbsp;Welk is het ding, dat

’t fnelft beweegt zonder van plaats te veranderen ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. een Tel.

5, Wel-

• nbsp;nbsp;nbsp;Menvindtdit Woord by Hooft in de NederI»

Uiftgt; blgt; Met dezelve Rul loopenze ndar ’t buit,

P 4

-ocr page 320-

228 Magnetische '

VERMAAKLYK

Konsi-

^ÏÜKJE.

/s' en laat een of meer Perfoonen uit de gemaakte Raadfels die verkiezen , welken men gepaft oordeelt, ennbsp;men gebiedt hen vervolgens met de Naaide op de drie Wyzers te fpelden hetnbsp;Woord van ieder verkofen Raadfel; hetnbsp;geen men uitvoert met in acht te nce-men dat men het ihgelegde Blaadjenbsp;op de; gezegde wyze doe verfchuiven,nbsp;en zig van pas bediene van de eenenbsp;of andere der twee Naaldens, naar hetnbsp;verkofen Raadfel vordert, en volgens de

ge-

5- nbsp;nbsp;nbsp;Welke Gevangenis word

boven de Vryheid bemind? Antw. een Til-

6- nbsp;nbsp;nbsp;Welk is het klapachtig-

fte Dier ? nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. --- een Lor.

I- Welk is het ding dat het ineefl: begeerd, en hetnbsp;. preeft gevreesd word? .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ’t L*t.

i

-ocr page 321-

VerMAAIQLYKHEDEN/ 329

gegeevene verklaaring; men moet dit konst-Blad niet op een Tafel zetten, maar in de hand houden, en de Naaide, op iedernbsp;Letter die men aanwyzen moet, aanbieden aan verfchillende Perfoonen, opdatnbsp;men het ingelogde Blaadje zoa kunnennbsp;doen verfchuiven, of van Naaide ver-andere zonder dat men het bemerke.

Men dient zyn geheugen te fcherpen om te onthouden, welke veranderingen ’ernbsp;gemaakt moeten worden, vooral zoonbsp;men uit zeven Raadfels laat verkiezen; \nbsp;dog by gebrek van geheugen, kan mennbsp;alleen die te verkiezen geeven, welkennbsp;men het beft onthouden kan.

VYF-

-ocr page 322-

sijè Magnetische

VYF-EN-TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

DE DRIE

OKERS.

SAMENSTEL.

Be drie Kokers.

Pl. XV. Pig. 3.

Neem drie Kokers vier of vyf' duimen lang, en van agt tot tien linien dik,nbsp;van gedaante als Naalde-Kokérs, en allenbsp;drie even groot en even dik; laat drienbsp;kleine Klosjes A, B, C draaijen, vannbsp;gedaante zoo als in de Figuur aangewezen word, en zoodanig dat zy niet dannbsp;met de einden A, B en C in de Kokersnbsp;kunnen; rol op deze Klosjes Garen ofnbsp;Zyde van verfcheidene Kleur; op hetnbsp;eene, by voorbeeld, rood , op ’t apderenbsp;geel, en op ’t derde blaauw.

P 4 nbsp;nbsp;nbsp;Laat

-ocr page 323-

Vermaaklyk heden. 231'

Laat twee van deze JClosjes A en B de drib in midden naar de lengte met een gatnbsp;doorboord zyn, en fteek in ieder dezernbsp;eeneftaalewel aangeftreken Naaide, jnnbsp;acht ncemende, dat in het eene hetnbsp;Noorden zy aan het end A, en in hetnbsp;andere het Zuiden aan het endB; flopnbsp;de beide einden naaiwkeurig toe, tennbsp;einde men niet bemerfce dat ’er iets innbsp;verborgen zy.

UITWER|KING.

Als men in deze Kokers de drie Klosjes gedaan, en dezelven gefloten heeft, zal men door middel van den Magnetirnbsp;fchen Kyker, in ’t begin van dit Werknbsp;befchreven, ligtelyk kunnen ontdekken,nbsp;in welken Koker ieder Klosje is; mennbsp;heeft daar toe alleen te onderzoeken,nbsp;welke rigting de Naaide van den Kykernbsp;neeme; zoo zy zig niet bepaalt , is hetnbsp;een teeken, dat ’er het Klosje in is,nbsp;waar in geene aangeftreken Naaide bevat is.

-ocr page 324-

232 Magnetische

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

V Welk men met deze drie Kokers in ’t voerk fielt.

Konst-

8TÜKJE.

Tl/Ten geeft aan iemant van ’t Gezel-fchap de drie Klosjes en de drie Kokers, hem gelaftende in eenen vannbsp;de Kokers dat Klosje te leggen, dat hynbsp;verkieft, het roode, het 'geele of hetnbsp;blaauwe; en vervolgens den Koker tenbsp;fluiten en op de Tafel te leggen: dannbsp;door den Magnetifchen Kyker ziende,nbsp;zegt men welke kleur van Zyde hy ipnbsp;den Koker gedaan heeft.


ZES- i

-ocr page 325- -ocr page 326-

*• nbsp;nbsp;nbsp;VV-



' ■ , ,'^- ' \ •gt;; : 'gt; ':!5' , ^

! ' ' -quot;i-c.


j' “«——quot;•^:..

;.ü'' nbsp;nbsp;nbsp;1

5 j£ 'T^'? 'quot;'%^' nbsp;nbsp;nbsp;[-'



* / i


^Xr


r

! t.


â–  H.



c' -' nbsp;nbsp;nbsp;'â–  â–  ^^


•— :)


■quot; •■gt; j. -V •■


■tk f ~i'- nbsp;nbsp;nbsp;/nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* '^ .£'/^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;; ’/


yl. (.., fi


ir



, nbsp;nbsp;nbsp;' ■• ■ inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*..... k ••'-gt;

it , nbsp;nbsp;nbsp;■ ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' « -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•lt;.. - gt;•. .

'-â– ' nbsp;nbsp;nbsp;â–  U; ^


-ocr page 327-

Vermaaklt'hk eden. 233 ZES - EN - TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

D E

TOVERKAART.

SAMENSTEL.

Steek in ’t binnenfte van eene Speel-

, nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De TO'

kaart, en naar zyne lengte, een ver-

klein ftukje van een Uurwerks-Veer, dat wel aangeftreken en zoo dun zy alsnbsp;’t vallen kan, en maakt dat men nietnbsp;bemerken kan, dat ’er iets in opgefloten is.

Neem een Spel Kaarten, waar indie, dus toebereide Kaart, een weinig langer is dan de anderen.

U I T-

-ocr page 328-

•254 Magnetische

UITWERKING.

De To-

VER-

EAAKX.

Indien men deze Kaart onder de anderen mengt, en dan met denMagneti-fchen Kyker het Spel beziet, zal men de Naaide zig zien rigten naar de lengtenbsp;van het Spel.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

Konst-

ETUKJE.

Bied aan iemant het Spel aan, waar in gy die toebereide Kaart gemengdnbsp;hebt, enwel in diervoege, dat men dezelve by voorkeur neemen kan; en geefnbsp;vervolgens het geheele Spel aan den-zelfden Perfoon, hem zeggende dat hynbsp;’er zyne Kaart kan inleggen of uit laa-ten, zoo als hy goed vindt; nadat hynbsp;’t een of ander gedaan heeft, gelaft gynbsp;hem dat hy zelve het Spel op de Tafelnbsp;legge, en dan zonder ’er aan te raaken,nbsp;beziet gy het met den Magnetifchen

Ky-

-ocr page 329-

Kyker. en gy zult weeten of die Kaart „

. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Konst-

m het Spel gelegd beert. nbsp;nbsp;nbsp;stükjb.

Zoo men in plaatfe van de Kaart met de aangeftreken Naaide een andere naniynbsp;zoudt gy eenige Kunjijes of Gaauwigbedennbsp;doen moetent omniet te haten blyken datnbsp;mn te leur gefield is.

ZE-

-ocr page 330-

MAGNETISCHE

MECHANISCHE

TAFEL.

MAGNE, T aat door een Werkman ihaaken de TiscHE JLj Tafel A B C D, naauwkeurig innbsp;cHANi- acht neemende alle de Aftneetingen,nbsp;welken hier volgen.

Pt. XVI. Eerjt, De Tafel moet j voet lang, Fig. I. 2 en één half voet breed zyn; het Blad

ft.

inaarö linien dik, uitgezonderd de Rand, die I en één half duim dik moet zyn,

eo

-ocr page 331-

VERMAAKtYKHEbÉtr. ^2^

cn omtrent éénen duim buiten den Voet Magne-,

T' bf Hli

Rkfteeken; deze voorzorg is volftrekt Hoodzaakdyk, ten einde de zeiiftecnkrag-tige Stukken, die in deze Tafel moe- FtL.nbsp;ten verborgen zyn, zoo veel te nadernbsp;zyn zouden by de Stukken die op denbsp;Tafel ftaan moeten, en te gelyk op*nbsp;dat men niet vermoeden zou, dat ’ernbsp;eenig werktuigelyk Geftel in befloteonbsp;zy.

Ten Andere. De vierPooten E. F. G.H,

¦ïvaar op deze Tafel ftaan moet, en de twee Dwarsbalkjes L L, die dezelvennbsp;van weerszyden naar om laag binden, be*nbsp;hooren hol te zyn, en gemaakt uit viernbsp;houte Stukken, ieder een halven duimnbsp;dik en twee duimen breed, ten eindenbsp;de holligheid, die daar door in dezenbsp;Pooten is, van éénen duim vierkant zynnbsp;*ou.

Ten Derde. Laat ’er van onderen een tweede Tafel of een dubbelde Bodemnbsp;geplaatft zyn, en wel op anderhalvennbsp;duim beneden het Blad, en gelyk metnbsp;4e Dwarsftukken, welken het boven-

I. Deei,. nbsp;nbsp;nbsp;Qnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fte

-ocr page 332-

238 Magnetische

magne- fte van den Voet dezer Tafel uitmaa-

TISCHE ,

EN Me- Ken.

sch^ta- nbsp;nbsp;nbsp;Vierde. Laat ’er om laag en aan

het agterfte van den Voet van deze Tafel een Voetbank MNzyn, die ander* halven Voet breed moet wezen jCn hoognbsp;boven den grond vier of vyf duimen,nbsp;vaft en vereenigd met twee Pooten vannbsp;de Tafel j de Dwarsftukken, welken dezen Voetbank aan de Tafel verbinden,nbsp;moeten hol zyn, en hunne holligheidnbsp;dient gemeenfchap te hebben met dienbsp;van de twee agterfte Pooten van dezenbsp;Tafel, ook moeten zy even boog zynnbsp;als de Pwarsftukken L, L.

Eipdelyk dient deze Tafel met alle mpgelyke zorg en netheid gemaakt tenbsp;zyn, om niet te kunnen ontdekken, datnbsp;haare Pooten en haar Blad hol zyn; en,nbsp;zoo men vreesde dat men zulks zou kunnen bemerken, zou men haar moetennbsp;verwen of verlakken, uitgezonderd heCnbsp;Blad van boven, om dus voornaamlyktenbsp;verbergen de naaden van de vier houtenbsp;Stukken, uit welken iedere Poot beftaat.

D«'

-ocr page 333-

f!


Verm aaklykheden. 239

Deze Tafel, dus toegeruft, moet men ''3n binnen met laken bekleeden, en ’er tischenbsp;lt;3an in piaatfen de verfchiliende Stuk- chan?*nbsp;ken, die hierna befchreven worden, sche Tien welken een gedeelte uitmaaken vannbsp;de volgende Vermaaklykheden yan ditnbsp;Deel,

DE

-ocr page 334-

24Q

Magnetische

D E

GE L E E R D E

SIREEN.

De-Geleerde SiREEN.

PI. XVI. Fig. I.

/^et in ’t midden van het Blad van deze Mechanifche Tafel, op agcnbsp;duimen affland van 't punt O en in ’cnbsp;punt P, valt het Werktuig QR, be-ftaande uit eene houte Katrol S, van zesnbsp;duimen middellyns, en van vier liniennbsp;dikte, op welke in ’c midden vaft ftaacnbsp;een Stifje, ’t welk draagt twee Staaven,nbsp;die zeven of agt duimen lang zyn moeten , en te famen verbonden door vier-Kopere Ringen, of eene enkelde gewapende en fterk bekragtigde Staaf, of welnbsp;een bekragtigde Paardehoef, en ge-plaatft indiervoegen als de Figuur XYZ,nbsp;aanwyfl.

rr nbsp;nbsp;nbsp;Laa-

-ocr page 335- -ocr page 336- -ocr page 337-

Vermaaklykheden. 241

Laaten deze Staaven of Paardehoef De Ge-doorboord zyn, om haar te kunnen rig- si'ree ten zoo als behooren zal, en op eenenbsp;kopere Seif door middel van een fchroefnbsp;vafl: te zetten.

Maak onder deze Katrol en in haar middelpunt valt den koperen Trommelnbsp;X van vyfof zes linien hoogte, en an-derhalven duim middellyns, en befluitnbsp;’er in een Veer van een Uurwerk. Laatnbsp;ket eind van de Spil onder den Trom-hiel vierkant zyn om ’er op te zettennbsp;een Palrad T met zyn Pal en Veer, tennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

einde de Veer in den Trommel meer of min te kunnen fpannen.

Maak aan de Katrol vafl: een Koord,

’t welk niet veel rekken of verkorten kan *, en laat het terftond gaan om eennbsp;klein Katrolletje **¦, geplaatfl in ’tbin-

nenfle

Men kan dit Koord maaken van gedraaid ,

Wel gevlogten Gaaren gelyk Rygfnoeren,

quot;'anneer het minder rekbaar is.

**06 Katrollen moeten op haardnAs vad:

ken.


, om, als zy draai jen, geen geraas te maa-

Q3

-ocr page 338-

542 Macné'tischB

De Ge-

tEERPE

SiRËBN.

nenfte van deze Tafel, by de opening van den Poot H, en vervolgens óm eennbsp;tweede Katrolletje, geplaatft onder aannbsp;dezen zelfden Poot, en regt tegen 0‘nbsp;ver de gemeenfchap die hy met dennbsp;Dwarsba’k van den Voetbank heeft, tennbsp;einde het kan gaan ageer het Befchot,te-gens en langs welk de Tafel met haarnbsp;Voetbank moet geplaatft zyn.

Plaats agter ditBefchot, en op de plaats daar het Koord uiikomt, regtftandignbsp;fp.xvii. bet Bord of Tafereel AB, dat twee voeten lang en zes duimen breed zyn moet,nbsp;en zo hoog gefteld, dat de Perfoon,nbsp;die door middel van het Koord de Ka-trbl, op welke het zeilfteenkragtige.nbsp;Stuk geplaatft is, doet werken , gemak-kelyk zou kunnen onderkennen de Getallen, Letters of Kaarten op dat Tafereel aangewezen, zoo als terftond zalnbsp;verklaard worden.

Neem een Bekken van dun Koper» van eenen Voet middellyns, en van vyf-tien lienien diepte; drie houte Ringen»nbsp;©fWyzersvan eene breedte, die even

ïcdiS

-ocr page 339-

V E RJM A AK L YK H E D E N. 243 redig is aan de voorwerpen, welken gv db ge^

LFERDi

rond het Bekken zetten moet, en in ieder sireen. Van welken gy het zelven plaatfen kunt;nbsp;laat het Bekken ook twee Ooren hebben, om het gemakkelyk van de Tafelnbsp;zonder water teftorten te kunnen op-neemen.

VERDEELING

bet Tafereel ^ met betrekkinge tot dé drie gemelde Ringen.

Het Tafereel op de plaats zyndè, daar gy bepaald had het te zetten, zoo zietnbsp;naauwkeurig hoe groot de lengte is,nbsp;welke het Koord doorloopt, wanneernbsp;het de Katrol eens doet ronddraaijen;nbsp;deze lengte juiH afgemeeten zynde,

Zoo breng dezelve op het Tafereel van A tot B, en deel dezen affland innbsp;lt;lrie Kolommen, gelyk de Figuur aaa-p?’^^^^*nbsp;vyft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦

Deel vervolgens den Ring of Wyzer A in vier en twintig gelyke deelen, ianbsp;Q 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wel-

-ocr page 340-

244

Magnetische

De Geleerde Sikmtf-

welken gy de vierentwintig Letters van ’t Alpliabeth zetten moet *; deelnbsp;insgelyks in vierentwintig gelyke dee-len een van de Kolommen van het Tafereel , bevattende de ruimte tuflchennbsp;A en B, en zet ’er die Letters in dezelfde order als gy haar rondom den gemelde Ring geplaatfl; hebt.

Verdeel den tweeden Wyzer B in twee en dertig gelyke deelen, en zet ’ernbsp;in de twee en dertig Kaarten van eennbsp;Piquetfpel, of wel de naamen derzel-ven; deel mede in twee en dertig deelen de tweede Kolom van het Tafereel, en fchryf’er de naamen in vannbsp;die twee en dertig Kaarten in dezelfdenbsp;order, als zy op den Ring gefteld zyn.

Deel insgelyks den derden Wyzer C, in agtien gelyke deelen, en zet ’er innbsp;de getallen van i tot 15 en de Breukennbsp;j » deel ook op dezelfde wyze de

der-

* Zoo naamelyk als zy op het Tafereel liaan, alwaar de K en W uitgelaaten en de Jnbsp;{nedeklinkei ingevoegd is,

-ocr page 341-

Ver maaklykh ED EN. 245

^erde'Kolom van het Tafereel, en deg1-Ichryf ’er die Cyifers en Getallen in de- siSn. zelfde order in 1

Plaats de Katrol C boven dit Tafereel om ’er het Koord over heen te leiden, aan welks eind moet hangen hetnbsp;Gewigt D; dat zwaar genoeg zyn moetnbsp;om het Koord gefpannen te houden, ennbsp;egter niet zoo zwaar dat het beweegennbsp;kan de Katrol, die in de Tafel verborgennbsp;is, en wier beweeging genoeg moet tegengehouden worden door de Veer,nbsp;welke in den bovengemelden Trommelnbsp;^befloten is.

Maak ook aan het Koord vaft eene ï^aalde E, die het zelve met een reg-ten hoek overdwarft, en gedragen word

door

1

Men kan ook andere Wyzers maaken, op welken men zetten kan de éénentwintignbsp;Oogen, die men met twee Dobbellleenennbsp;gooijenkan, of wel Antwoorden op gemaaktenbsp;Vraagen; alles volgens het denkbeeld vannbsp;hem, die deze Vermaaklykheid op verfchil-Ipnde onderwerpen tpepaffelyk maaken wil.

-ocr page 342-

44,1 Magnetische

DnGÈ-

liEERDÈ

SiREEN.

door een klein Koper Buisje F in het, welk zy vryelyk kan verfchuiven, ennbsp;meteen Schroef vaft gezet worden; deze Naaide moet door middel van datnbsp;Buisje op het Kóórd op en neêr kunnennbsp;fchuiven, om dus te gemoed te komennbsp;de inkrimping en verlenging, welken,nbsp;uit hoofde van de veranderlyke droogheid en vögtigheid, onvermydelyk zyn,nbsp;en, zonder deze vóorzorge, veranderen en doen miflen zou de betrekkingnbsp;der Verdeeling van het Tafereel metnbsp;die van de Wyamp;ers, eö welke door dienbsp;Naaide aangewezen moet Worden aannbsp;hem, die agter het Befchot zit, voor hetnbsp;welk, gelyk gezegd is, de Mechanifchenbsp;Tafel ftaan moet.

Het is noodzaakelyk te melden, dat op ieder der drie Wyzei-s een Merk zynnbsp;moet, om hen op de Tafel op hunne juiitenbsp;plaats te ftelfen.

Voorzie U nog van een klein Beeldje van zeer ligt Hout of Kurk, verbeeldende eene Sireen of Meermin, dat op ’tnbsp;Water dryven kan. Doet 'er een klein

be-

-ocr page 343-

VERMAAKtTKHÈÖEN. 247

bekragtigd Staafje in *. Of Iaat een De g»-klein hol Visje van zeer dun Koper tnaa- sueèn. ken , in welk gy mede een bekragtigdnbsp;Staafje doen moet, in achtneemende datnbsp;bet Zuiden defzelfs moet geplaatft zyn aannbsp;het end, dat naderen moet. Of éinde-lyk neem een klein Scheepje of eenignbsp;ander voorwerp, dat gy gefchikt oor-deelen zult om deze Vermaakiykhedénnbsp;aangenaamer te maaken.

Plaats ook onder den Voetbank, die beneden aan de Tafel is, een kleine verbor» gen Wipof Trecjdiemet den Voetgetraptnbsp;word. en eene geheime gemeenfchapnbsp;geeft agter het Befchot, en waar vannbsp;de beweeging niet dan door hem, dienbsp;'er agter is, kan bemerkt worden.

UITWERKING.

Wannéér gy het Bekken en één van de Ringen op de Tafel geplaatfl; hebt,

in-

* Dit bekragtigd Staafje word verfchei-denlyk geplaatft met betrekking tot de rig-ting, die men geeft aan de Raardehoef of bekragtigde Staaf in de Tafel bevat.

-ocr page 344-

248

Magnetische

Be Gebeerde SiSEhN.

indiervoege dat hun middelpunt regc vale op den As, welke het zeilfteen-kragtig Werktuig, dat in de Tafel ver-,nbsp;borgen is, beweegt; en indien dan denbsp;Perfoon, die agter het Befchot is, denbsp;Naaide, welke aan het Koord vaft is,nbsp;fchuifc op eene van de Letters, Kaartennbsp;of CyiFers, die op het Tafereel gefchre*nbsp;ven zyn , zal het zeilfteenkragtig Werktuig, in de Tafel befloten, zig plaatfennbsp;regt onder dezelfde Letter, Kaart ofnbsp;Cyffer, die geteekend is op den Ring,nbsp;in welken het Bekken ftaat; zoo mennbsp;dan de Sireen in het Bekken zet, zal zynbsp;zig plaatfen in de rigting van die Paarde-hoef of bekragtigde Staaf, vermits hetnbsp;kleine bekragtigde Staafje , dat in de Sireen bevat is, volgens de gronden in ’tnbsp;begin van dit Werk gelegd, door datnbsp;zeilfteenkragtig Werktuig, zal aangetrokken worden, en zyn Zuiden rigtennbsp;naar het Noorden van dien Zeilfteen, ennbsp;zyn Noorden naar defzelfs Zuiden. Zoonbsp;de Perfoon, die agter het Befchot verborgen is, voordat hy de Naaide van

het

-ocr page 345-

:iL XTczr.


^¦#j

2/eAifrs

^Xxaréan-

A-

.....i

N

^aü

C

i

1

ny nbsp;nbsp;nbsp;1

'J'ieft.....

D

^ 1

E

T

r-,

4'

G

H

'^rotiTt'. . .

e ¦

I

gt; 7-ir7z ScA(y3^

7

€fl

^ 1

E

E

M

. . .

3

J

....

20

O

...

...

¦

21

X

^ run'Jtzdtm

IL

S

Jitam ...

M....

. . .f

22

^3

^ nbsp;nbsp;nbsp;l

^Jtas.

J

V

J-4

T

¦^S

JJ

.....

yrauw . . .

\B(Hr. ....

gt; -ytc7rjSUa.Ya

V

4

quot;fTV

X

Y

'

Z^gt;*en . . .

k

33


2.


-ocr page 346- -ocr page 347-

Vermaaklykheden. 249 ¦ het Tafereel, op een Letter amp;c. ftil ^

IaE txE-

ïfcet, het Koord en gevolglyk ook het leerde zeiiaeenkragtig Werktuig eenige be-weeging doet ondergaan, zal de Sireennbsp;ook verfcheidene beweegingen maaken,nbsp;en onzeker zyn op welke plaats hy zigwilnbsp;ftil houden, en zig niet ftil houden dannbsp;wanneer de Naaide op eene bepaaldenbsp;plaats gezet is.

OPMERKING.

Haar zyn verfcheidene voyzen vati de Paardeboef of Staaf, voelke de Sireen doetnbsp;beweegen , te plaatfen; men kan baar zelfinbsp;regtftandig plaatfen; zulks hangt af vannbsp;de plaats die men in bet binnenjie van denbsp;Tafel ’er voor behouden beeft.

¦ZE-

-ocr page 348-

VERMAAKLYKHEID.

Door Sireen te haten opnoemen alle de Letters, waar uit eenig Woord,nbsp;dat men vry verkofen heeft,nbsp;befiaat.

De Si- A/Ten moet drie. Kaarten hebben, die KOEMTnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ieder den naam draagen van een

tem^v^In nbsp;nbsp;nbsp;of Stad; en eene van deze

lENiG Kaarten moet van de gewoone grootte KOZEN zju, de andere van dezelfde lengte,

WOO«D.'


I

-ocr page 349-

VeRMAAKLYK HEDEN. 2JI

maar een weinig breeder; de derde van de si-dezelfde breedte als de eqrfte, maar nqsmt een weinig langer. Geef deze drie vannbsp;Kaai ten, dus toebereid, aan iemantnbsp;van ’t Gczelfchap, en laat hem de vry. Io^ennbsp;heid van ’er eene, die hy goeddunkt,nbsp;uit te kiezen, bevoelende hem dezelvenbsp;niet te laaten zien; neem dan de tweenbsp;andere Kaarten weder, en gy zult ligte-lyk door ’t gevoel weeten, welke hynbsp;verkozen heeft: maak dat gy van tenbsp;vooren u verftaat met den Perfoon, dienbsp;agter het Befchot is, omtrent drie ver-fchillendeWoorden, welken gy hardopnbsp;zeggen moet, nadat gy de twee Kaarten wedergenomen hebt; by voorbeeld :

J)e Sir een zal aanduiden, of, de Sir een zal zeggen, of de Sir een zal opnoemen:nbsp;dan zal de Perfoon, met wien gy dienbsp;verflandhouding hebt, weetende, doornbsp;deze leufe, welke van de drie Kaartennbsp;’er verkozen is, na de Sireen eenigenbsp;twyffelachtige beweegingen te hebbennbsp;laaten doen, de Naaide agtervolglyknbsp;doen flilftaan op alle de Letters, die

bet

-ocr page 350-

25*

Magnetischb

DÉ Sl-

I13EEN

het Woord, dat op deze Kaart flaae, „ uitmaaken, en deze Sireen zal eevole-

NOEMT nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;”

BE LEF- lyif aanduiden den naam, welke de Per* eenig loon, wien men eene Kaart heeft laa-koLn^*^' verkiezen, voor zig geheim gehou*nbsp;VOORD. (Jen heeft.

li



AGT-


-ocr page 351-

VERMAAKLYKHEID.

TV/T aak drie Kaarten te hebben van Si-XVX dezelfde gedaante en op de5:elfde wyze bereid, als die van de voorgaande ^quot;neenknbsp;Vermaaklykhéid, op welken drie ver-vooReK-verfchillende Vraagen ftaan moeten j vraage.nbsp;waar op men met een enkel Woord antwoorden kan; by voorbeeld: welk is denbsp;grootfte Stad in Holland? Amjierdam\nbsp;welk is de oudfte Stemhebbende Stadnbsp;ÏB Staat, Dort-, wat word in Hollandnbsp;’t meeft bemind en geëerd ; Geit. Geefnbsp;(gelyk by de voorige Vermaaklykheidnbsp;aangewezen is) deze drie Vraagen aannbsp;I. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iemanc

-ocr page 352-

iemant van’t Gezelfchap; en, nadat gy ontdekt hebt, welke Vraag gekozen is,nbsp;zoo bedient U van dezelfde leus om dennbsp;vooRG^^ verborgen Perfoon, met wien gy U tenbsp;STELDE vooren verftaan hebt, zulks te kennen

Het is noodzaakelyki dat de Perfoon^ met wien gy U verjlaat, bedreven zy; omnbsp;zyn geheugen te hulp te komen, kan mennbsp;op een Bordpapier de teekens zetten, waarnbsp;mtrent men overeengekomen is, gelyk ooknbsp;de Woorden en Antwoorden, die ’er toenbsp;hebooren.

-ocr page 353-

Ve-kjiaaklykhè D Eir. 255

NEGEN-ENTWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De Sir een te haten aanwyzen het juijie Uur, op ’t “welk een gegeevennbsp;Zak-Uurwerk Jlaat.

Men verzoekt het Zak-Uurwerk van tJn sr-

iemant van ’t: Gezelfchap, men

legt het op de Tafel, en men zegt hem, het Uur

dat de Sireen het juifte Uur za! aanwy- gegeamp;-^”

zen, op welk zvn Uurwerk ftaat; meny?'*

’ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ Uurwerk

ziet hoe laat het is, en men trapt met aan. den .Voet de Tree (van welke ik bovennbsp;eene befchryving gegeeven heb^ zoonbsp;dikwyls als ’t Uur telt; de Perfoon, dienbsp;agter het Befchot is, let naauwkeurignbsp;op dit Sein, en leidt de Naaide op hetnbsp;Tafereel,pp het getal van dcüuren, dienbsp;R 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hero

-ocr page 354-

155 nbsp;nbsp;nbsp;Magnetische

De Si- hem aangewezen zyn ^ wanneer hy, die «een fiet Konftje doet, gemerkt heeft dat denbsp;hbtUuu Sireen het Uur, waar op het Uürwerknbsp;gegeb” ftaat, heeft aangewezen, maakt hy hetnbsp;UuRwEKKnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sein voor de Kwartieren [en Mi-

aan. nuuten, en dezelfde Perfoon agter het Befchot blyft letten op die Seinen, ennbsp;leidt (door middel van de Naaide^ denbsp;Sireen op de Kwartieren en het getalnbsp;der Minuuten, die men hem te kenneanbsp;heeft gegeeven.

DER-

-ocr page 355-

Vermaaklykheden. 257

¦ dertigste

VERMAAKLYKHEID.

Door de Sireen te laaten noemen drie Getallen ^ welken drie verfchillende Per/oonen gekozen hebben.

en moet zig hier bedienen van de Zak, by de derde Vermaaklyk- reen

NOEMT

De Si-

heid van dit Werk befchreven, welke pme cp-vier Verdeelingen hebben moet; in de poog®** eerfte Verdeeling legt men de Getallen driePer-van I tot 15, en in de drie andere Ver- verko-deelingen gelyke Getallen. Wanneernbsp;^en uit de Zak de Getallen trekt, dienbsp;in de eerfte Verdeeling zyn, moet mennbsp;doen opmerken, dat deze Getallen zynnbsp;van I tot IJ j hen vervolgens weder innbsp;de Zak doen, en dan agtervolglyk uit denbsp;R 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;drie

-ocr page 356-

258 Magnetische

drie andere Verdeelingen één Getal trekken, en dezen door de Sireen laaten

DE st-

RBEN

NOEMT ‘quot;-nj

(Qg ^al ’t genoeg zyn, DOOR dat men den Perfoon, die agtör hetnbsp;soonen quot; Befchot is, vooraf van die drie Getal-verwittigd heeft, gclyk ook van denbsp;order, in welke hy die door de Sireennbsp;moet laaten aanwyzen, door rhiddel vannbsp;de Naaide, welke hy op het Tafereel geleiden moet indiervoege, als bynbsp;de voorige Vermaaklykheden geleerdnbsp;is.

Men kan .ook vraagen, nadat men die drie Getallen heeft laaten trekken,nbsp;pf men begeert, dat de Sireen de drie ,nbsp;Getallen afzonderlyk aanwyze, of denbsp;fom derzelven in eens; in dit geval,nbsp;200 men by voorbeeld heeft laten trekken 3, 7 en ii, welken te famen 2Inbsp;maaken, moet men door de Sireen laaten aanwyzen de CylFerletter 2, en daarna I.

Men kan ook twee of drie Getallefl laaten trekken, en vraagen, of men begeert, dat de Sireen aanwyze de drie

Ge-

-ocr page 357-

VerMAAKLYKHEDEN. 2J9

Getallen of hunne fom, of wel hun be- JDe sr-loop, wanneer zy met elkanderen vér- ^oemt nieenigvuldigd zyn; of zoodanig ietsnbsp;anders als men begeeren zal om de-ze Vermaaklykheid te doen verfchillen.

VERKO-


-ocr page 358-

200

Magnetische

EEN-EN'DERTIGSTE

vermaaklykheid.

De Sircen eene Kaart te haten sanwy-zen, die iemant uit het Spel getrokken heeft.

De Si-

REEN

WYST

AAN.

aakt dat iemant uit een Piquctfpel eene Kaart trekt, omtrent welkenbsp;gy te vooren met den Perfopn, die ag-Kaart ter’t Befchot is, afgefproken zyt, dienbsp;dan de Naaide op den naam van dienbsp;Kaart brengt, daar deze in de tweedenbsp;Kolom van het Tafereel ftaat; dan zalnbsp;de Sireen zig plaatfen regt over dennbsp;naam van de Kaart die getrokken ]s,nbsp;en welke in eene van de Verdeelingennbsp;van den voorgemelden Wyzer gefchre*nbsp;yen ttaat.

OJr

-ocr page 359-

Vermaaklykheden. 261 opmerking

Het zou niet kwaad zyn, dat mm de Simei den verborgenen Perfoon omtrent twee Kaarten afgejproken ware, ten einde mew eene ge-bet Konjlje nog eens zou kunnen doen,nbsp;ingevalle dit begeerd wierd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan.

R5

TWEE-

-ocr page 360-

KÏ2 Magnetisch*

TWEE-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De Sireen te haten antwoorden op eene Vraage, die iemant vry verkojen beeft ynbsp;zonder dat hy, die het Kmjije doet, opnbsp;eenigerhande wyze heeft kunnen wee-ten, welke die ^raag zy.

quot;TNeze Vermaakelykheid is zeer verwon-derlyk, voor zoo verre het moe-

De Si-

KEEN

Ant-

eene VRY nbsp;nbsp;nbsp;begrypen is (zelfs dan als men

SENB

VlWAGE'

vERKo- vermoedt dat hy, die dit Konftje doet, de Sireen doet werken ) hoe men heeftnbsp;kunnen weeten welke Vraag ’er verko*nbsp;aen is.

T' nbsp;nbsp;nbsp;ge-

-ocr page 361-

VeRMAAKLYKHEden. 203

Bedien U ten dien einde van een de si-Franfch of Latynfch Woord, waar van an™ de Letters, verfcheidenlyk gefteld zyn-de, door verfcheide veranderingen oFverko-verzettingen.verfchillende andere woor- vwuge.nbsp;den kunnen uitmaaken. Schik voornbsp;ieder van deze nieuwe Woorden, zoodanige Vraagen, waar op die Woordennbsp;flaan of antwoorden kunnen, zoo alsnbsp;hier na aangewezen word op het Woordnbsp;Navire, waar uit door de Letterverzet-tinge voorkomen de Woorden

F’enariEn VraiRavineJa Uren.


Au


rien


•VRAA.

-ocr page 362-

Waar kan men met een goed Paard ’t beft over -heen? .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. RAVINE, over een be'

flykte Weg.

Waar kent men de Petits Maifrwaan?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . AU RIEN, aan hunne

nietigheid.

Heeft men veel Minuu-ten noodig om van een Meisje ’t Ja Woord tenbsp;krygen? .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . JA UREN.

Alle


-ocr page 363-

VtRM AAKLYKHEDEN.

Alle deze verfchillende Vraagen in Voorraad op Kaarten gefchreven hebben- «eennbsp;de, zoo geef haar alle aan iemant van woort opnbsp;’t Gezelfchap, hem gelaftende om ’er

eeheimelyk eene uit te kiezen, en de zene °nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. Vraagh.

anderen te verbergen en voor zig geheim te houdeni het is klaar, welke Vraag hy ook verkozen heeft, dat denbsp;zes Letters van het Woord Navire] eennbsp;Antwoord op die Vraage moeten uit-ttiaaken, en dat het genoeg is, dat denbsp;verborgen Perfoon dezelven agtervolglyknbsp;door de Sireen laat aanwyzen; men moetnbsp;daarenboven in acht neemen, dat mennbsp;met een Potloot en op zes Kaartennbsp;Ichryve de Letters, die zy aanwyft, tennbsp;einde dezelven over te geeven aan dennbsp;Perfoon, die de Vraag verkozen heeft,nbsp;verzekerende hem, dat zy, famengevoegdnbsp;zynde, een Antwoord zullen uitmaakennbsp;op de Vraage, die hy geheimelyk verkozen heeft. Dit Konftje is zeer gemak-kelyk uit te voeren, en verwekt de aller-aangenaamfte verwondering.

OP,

-ocr page 364-

$é6


OPMERKING.

Men kan met deze Sireen verfcbeide an. dere min of meer aardige Konjtjes doen,

De Sireen Ant-

wooRTOP maar men heeft het niet noodig gevonden

EENE VRï nbsp;nbsp;nbsp;, , r

¦vERKoo- een grooter getal er bier van op te geeven, ve^^ge * ieder bet genoegen te laatenvan 'ernbsp;zelve eenigen uit te denken: ook zalmennbsp;in bet Deel, dat over de Samenvoegingennbsp;en Verzettingen der Getallen bandelenzal,nbsp;eene meenigte zeer uitmuntende Konjijtuk-jes vinden, die men gemakkelyk op dezenbsp;Sireen kan overhrengen; maar het is vooral noodzaaklek, dat de verborgen Per-Joon, die de Naaide doet werken, ervarennbsp;en oplettende zy om wel in acht te neemennbsp;de dingen , waar omtrent men met bem af-gefproken is.

HET

-ocr page 365-

SLAANDE

UURWERK.

Laat van Koper eene rolronde Doos

AB maaken, die van onderen open slaanus is, om te kunnen gezet worden op een uur-ronden houten Voet C, in wiens mid-delpunt eene Spil ftaat, op welke eenepfj^J^*®nbsp;aangeftreken Naaide gezet is, van omtrent drie duimen lengte en dikker dannbsp;de gewoone Naaldens, en die aan bei-lt;le haare eindens een klein koper Knopje heeft ter grootte van een Kennip-zaadje; plaats binnen in dit Uurwerknbsp;een Klokje F gelyk aan die, welken mennbsp;heeft in de Repetitie - Werken, en zetnbsp;het indiervoegen, dat de Naaide mee

een

-ocr page 366-

«68 MAoNETÏSCHa

HET

een van haare Knopjes ’er op flaan slaande » wanneer zy op haare Spil bè-UUR- weegt; iaat voor ’t overige de rolron-WERK. jjg Doos van binnen met Gaas bekleednbsp;zyn, ten einde men de Naaide niet ziennbsp;kan; en zet op ’t Uurwerk zyn Kap ofnbsp;Bovenfluk.

Plaats van binnen in de magnetifchc Tafel Pl. lö. eene dubbelde, wel be-kragtigde Staaf, van omtrent vyf duimen lengte, en vaftgezec op een As,nbsp;die van onderen door eene kleine dubbelde Katrol gaat,, van omtrent éénennbsp;duim middellyns, en aan eene van welken vaft is een klein Koordje, dat metnbsp;zyn ander eind ook vaft is aan ’t eindnbsp;van een Veer N; terwyl aan de andere Katrolfchyf ook vaft is een andernbsp;Koord, dat gaan moet over de Katrolnbsp;A, en van daar geleid worden agternbsp;het Befchot door den Voet van de Tafel H, op dezelfde wyze als ’t gemaaktnbsp;is voor het Koord, dat de Sireen doetnbsp;werken.

Nadien de beweeging van dit Koord

altoos

-ocr page 367-

VeRMAAKLïKHEDEM. S26i9

toos dezelfde is, en weinig uitgeftrek-heid heeft, moet men aan zyn eind en Slaand» agter het befchot een kleine Tree vaft werk.nbsp;ihaaken, die door te wippen, kan doennbsp;beweegen (naar goedvinden van dennbsp;verborgenen Perfoon) van B tot C, denbsp;Staaf die binnen in de Tafel befló-ten is.

UITWERKING.

Wanneer het Uurwerk op de Tafel geiet is, zooda-nig dat de Spil, waar op denbsp;Naaldeftaat, zigregt Op die van dejgt;e-kragtigde Staaf, welke in de Tafel is, bevindt, en dus het Itlokje geplaatft is in C,nbsp;en men dan de Tree doet beweegen , zalnbsp;de Staafgt; dan gaande van B tot C, denbsp;Naaide op dezelfde wyze doen beweegen , en deze zal liaan op het Klokjejnbsp;dat in dit Uurwerk belloten is.

-ocr page 368- -ocr page 369-

Vermaaklykheden. 271

VERMAAKLYKHEDEN

Die men met dit Uurwerk in’t laerk Jielt.

DRIE-EN. dertigste

VERMAAKLYKHEID.

Het Uurveerk te doen Jlaan de Getallen^ 'Eoelken verfcheide Perjoonen uit eennbsp;Zak getrokkm Mben.

HetUORquot;

WBRK

slaat DH Getallendoor

VERSCHEIDT PERSOO-NEN VIT

een Zak

GETROK

KEN-

Tgt; edien U van de kleine Zak, die by de voorgaande dertigfte Vermaak-lykheid befchreven is, en laat drie Per-foonen uit ieder der drie Verdeelingennbsp;een verfchillend Getal trekken, in acht-neemende, dat men dezelven te voorennbsp;die agter het befebot

Sa nbsp;nbsp;nbsp;ver-

-ocr page 370-

272

Magnetische

HetUüR-

WERK SLAAT DEnbsp;Getallen DOORnbsp;VER-SCflEIDEnbsp;Persoo-NENUITnbsp;EEN Zak

GETROK

KEN*

verborgen is, opgegeeven heeft, dan vraagt men, of men begeert, dat hetnbsp;Uurwerk afzonderlyk flaan zal de drienbsp;verkozene Getallen, zoo dat het ftilnbsp;houde by ieder Getal, dan of men wilnbsp;dat het in eens af flaan zal de geheelenbsp;fom der drie Getallen, of wel hun beloop, wanneer zy met elkanderen ver-meenigvuldigd zyn; hetgeen de verborgene Perfoon ligtelyk kan uitvoeren.

VIER-

-ocr page 371-

V ERMAAKLYKHEDEN. 273

VIER-EN - DERTIGSTE

vermaaklykheid.

Het Uumerk te laaten noemen mike de Kaart zy, die iemant uit een Spelnbsp;getrokken heeft.

IX/Ten moet in deze Vermaaklykheid Het uur-veronderftellen , dat het niet flaan nc^mt van het Uurwerk beteekent, Neen,nbsp;als het flaat dat het Ja zegt.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kaart.

Bied iemand van 't Gezelfchap een Spel Kaarten aan^ en maak dat hy dienbsp;neemt, welke gy te vooren aan den ver-borgenen Perfoorr hebt opgegeeven ; ennbsp;als hy de Kaart in de hand heeft, zoonbsp;ondervraag zelve het Uurwerk in dezernbsp;'voegen: Men veronderftelt hier dat denbsp;Schoppen-Boer quot;de Kaart zy, en datnbsp;Sy door eene Jufrouw hebt laaten kie:nbsp;zen.

-ocr page 372-

374 Magnetische ONDERVAAAGIN-

ANTWOOR*

DisN.

HetUur WERKnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(jEJN.

noemt

?Iokk1n Weet gy welke Per-kaarx. foon de Kaarc gekozen heefcV

Is’t een Heer? .

Is’t een Juffrouw?

Kent gy haar ?

Is zy mooy?

Zoude gy de Kaart wel ’kunnen noemen ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;

Is’t een Ruiten? . nbsp;nbsp;nbsp;.

Is ’t een Klaveren?

Is 't een Harten ? Bedriegt gy U niet ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

Is 't dan een Schoppen? Is ’t Schoppen Tien?

Is’t de Heer? . nbsp;nbsp;nbsp;lt;

Is ’t de Negen ? nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

’t de Boer? . nbsp;nbsp;nbsp;.

Daaï


-ocr page 373-

V ERM A AK L^K H E D È N. 275

Daar is derhalven niets anders te doen dan hetUur-de Tree, die agter het Befchot gemeen-Ichao heeft, te doen werken, om dusEE^fGE-(door de beweegmge van de Staaf) het kaart. Klokje, dat in ’t Uurwerk befloten is,nbsp;te doen flaan, wanneer het Ja zeggennbsp;moet, en het niet te laaten flaan, alsnbsp;het Neen moet zeggen.

OPMERKING.

Deze manier van de gemelde Vermaah lykbeid ter uitvoer te brengen, kan opnbsp;verfcbillende Ondervr nagingen toegepajtnbsp;voorden; men kan bet door bet zelfde 7nid-del bet Uur doen Jlaan, voaar op een Zak-Uurwerk float, gelyk ook bet Getal dernbsp;Perfoonen, waar uit bet Gezelfcbapnbsp;leflaat, of de Kleur van hunne Kleede-Ten £fc. * Men geeft deze Vermaaklyk-

beid

Men heeft cenige jaaren geleden, met zeer veel vermaak te Parys gezien, datnbsp;een Hollander een Papegai geleerd had naarnbsp;zyne begeerte het hoofd te fchudden of tenbsp;S4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;knik'

-ocr page 374-

27Ö Magnetische

V^Va^- beid niet voor buitengewoon op-, die, voel' nSt ke volgt, is veel verwonderlyker ter oor^nbsp;Brokken van de doorfchudding der Kaarten,nbsp;K^ART' die men op herbaalde reiz?n doet.

knikken, met hem den Poot te knypen, als hy hem op zyne hand had, en waar medenbsp;hy dergelyke Vermaaklykheden deed.

c.

yyF-

-ocr page 375-

V E R M A'A K L Y K H EID.

Door het Uurwerk te laaten aanwyzen de hoeveeljie in een Spel de Kaart legt}nbsp;die iemant gedagt heeft.

Tgt;edien U van ecn Piquetfpel van 32 hetUijr.

Kaarten, die gelegd en geRhikt moeten zyn zoo als aangewezen word in “e hoe-dat Deel van dit Wetk, ’t welk ban-kHr1?^nbsp;delt over de Samenvoeging der Getal-len; wanneer gy het dan volgens de heeft.nbsp;voorgefchrevene 1 manier doorgefchud

hebt,

? 1

1

Men zou gaarne hier geleerd hebben de vernuftige manier van de Kaarten te verrnbsp;fchikken eri herhaalde reizen door te fchud-den, om deze Vermaaklykhgid uit te voeren; dog, nadien deze manier niet kan uit-S 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gelegd

-ocr page 376-

278

M AGNETISCHE

Hetuor- hebt, zoo legt het op de Tafel, zonder ’er meer aan te raaken; zeg vervolgensnbsp;DE HOE j]ai; ieraant uit dat Spel eene Kaart denktnbsp;Kaa^'rt en noemt. Als hy dezelve genoemdnbsp;Sgt heeft, zegt gy hem dat het Uurwerknbsp;HEEFT,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zal het Getal, op welk de genoem

de Kaart in het Spel legt: neem in acht dat de verborgen Perfoon voor zignbsp;heeft een Papier, op 't welk (volgens de famenvoeging die in het tweede Deel geleerd zal worden) aangewezen word het Getal, op welk dezenbsp;Kaart legt ten einde hy dezelve kannbsp;aanwyzen.

’t Geen in deze Vemaaklykheid ’c meeft verwondert is, dat zy met het zelfdenbsp;Spel kan herhaald worden, offchoonnbsp;men het twee ja driemaal doorfchiet:

hoe

gelegd worden dan met alles wat van de fa-menvoeginge en verzettinge der Getallen af-iiangt, of ’er mede gepaard gaat, is men ge-nootzaakt ge weeft zulks te verfchuiven tot het Deel, dat over die’ famenvoegingennbsp;handelen zal.

-ocr page 377-

om

ders

van

i noodig te de verkozene Kaart.

hoe dikwyls men hec agtcr eefl door- hetuoz. fchudt, de uitkomft der Vermaaklyk-heid word ’er nice doo^ verhinderd; de hoe-^nbsp;Perfoon die agter het Befehocis, heeft kS?®nbsp;om dat Getal aan te wyzen, niets an--^»rc nnodiff te weeten dan den naam ö^EFr.

V-----


ZES-

-ocr page 378-

ego M AGNETISCHE

Z?S-EN*-DERTIGSTE

VE R M A AK L Y K H EID.

M A G N E T I S C'H E

WEEG-SCFIAAL.

SAMENSTEL.

Magne- T 3at een kleine Weeg-Schaal A B Schaal Hiaaken van grootte als een gewoonnbsp;Pl xvin ¦ Schaaltje. Zy moet zeer be-Fig, 2. weegbaar, en haare Schaalen van zeernbsp;dun verguld yzer of ftaal zyn, en ophangen aan een koperen Arm of Standaard, die met zyn ondereind in de Tafel fchroeven moet; en als zy in even-wigthangt, moeten haare Schaalen maarnbsp;pp vier of ten hoogfte vyf linien af-ftand boven de Tafel zyn.

- nbsp;nbsp;nbsp;Draag

-ocr page 379-

Verm AAKLYKHE den. 281

Drasg verder zorg dat zy, door mid- magnp_ dei van haaren Arm, hange bóven dieschaa*£.nbsp;plaats van de Magnetifche Tafel, daarnbsp;debekragtigde Staaf onder is, welke voornbsp;het Uurwerk dient, zoo dat het middelpunt der twee Schaalen geplaatft zy boven de punten M en en Ó. Bekragtignbsp;beide deze Schaalen, ten einde zy doornbsp;de Staaf te ligter zouden aangetrokkénnbsp;worden.

UITWERKING.

Wanneer de Perfoon, die agter bet Befchot is, de Tree doet werken, en alsnbsp;dan het eind van de Staaf zig bevindtnbsp;op de plaats M, zal de Schaal, welkenbsp;aan die zyde is, doorflaan, wordendenbsp;door de Staaf aangetrokken; zoo hetnbsp;eind van de Staaf in O is, zal de andere Schaal op gelyke wyze doorflaan; dognbsp;zoo de Staaf tuflchen beide de Schaalennbsp;is, zullen dezen in evenwigt blyven.

VER-

-ocr page 380-

Magnetische

V E R M A A K L Y K

K o N S T S T U K J E.

Konst-

«iUKJE,

Men vraagt van iemant van ’t Gezel-fchap twee Rukken Gelds, die aan elkanderen gclykcn even zwaar zyn,nbsp;twee Ryders, by voorbeeld; men legtnbsp;’er in ieder Schaal één, daar zy in even-wigt moeten blyven door de opletten-heid, die de verborgen Perfoon behoortnbsp;te hebben, van de Staaf tuflcbea-beidenbsp;deSchaalen te Rellen; men geeft vervolgens den Perfoon, die de twee Ryders gegeeven heeft, in verkiezing, welke van beide hy wil dat zwaarder worde, en dan rigt de verborgen Perfoonnbsp;de Staaf onder dcSchaal, die Inen heeftnbsp;aangewezen, welke daar op terftondnbsp;dporflaat en op de Tafel zakt Indien

men

* Om den Perfoon, met wien men zig verllaat, gemakkelyk te doen weeten, welke

-ocr page 381-

VeRMAAKLYKHEdeH. 283

Wen vervolgens verkieft, dat nu de andere Ryder zwaarder worde, rigt defiuKj^ Verborgen Perfoon de Staaf onder denbsp;andere Schaal.

ke de Schaal is die hy moet doen nederflaan, heeft men alleen te vraagen aan hem, die denbsp;Ryders gegeeven heeft, of het deze of geenenbsp;is, die hy wil dat zwaarder zal wordenj deze woorden zyn genoeg om zig te doen verbaan.

2 £'

-ocr page 382-

834 M A G N E r I s' C H B

ZEVEN - EN - DERTIGSTE

VERMAAKL YKHEIi).

D E

EENSTEMMIGE

UU RWER KEN.

SAMENSTEL.

De ben T nbsp;nbsp;nbsp;Uurwerken raaaken van de-

sTEMMc 1--^ zelfde gedaante en grootte, in ieder WERKEN, van welken het Binnenwerk beftaannbsp;moet uit een Trommel A, vier Raderen A, B, C, en D, met hunne Rond-

Pi XVIII nbsp;nbsp;nbsp;F* 3lles famenge-

Fig. 3. nbsp;nbsp;nbsp;op dezelfde wyze als het gewoo-

ne famenftel van het Slagwerk van een Uurwerk.

-- - nbsp;nbsp;nbsp;Dit

-ocr page 383-

VeRmaaklykheden. 285

Dit Binnenwerk moet befloten zyn Deeen-tuflchen twee ronde kopere Plaaten G ge^uur: ^n H, van omtrent derdehalve duimen werken.nbsp;middellyns, die zeven of agt liniennbsp;Van een ftaan moeten.

Laat de Spil van het Rad C, gaan door het middelpunt van de boveuftenbsp;Plaat,die bedekt moet zyn met een Wy-zer, welke alleen tot cieraad verftrektjnbsp;-en zet op die zelve Spil eene Naaidenbsp;van gedaante als die van een Uurwerk,nbsp;en van groote evenredig aan den Wy*nbsp;zer.

Maak onder de Kaft H, en op den verlengden As van de Trommel vaft,eennbsp;Rondfel I met zyn Palen Veer,om hetnbsp;Werk van deze twee Uurwerken metnbsp;een Sleutel, welke op dien zelfden Asnbsp;paft, te kunnen opwinden.

Laat ’er aan een van deze Uurwerken een Drukker zyn, welke buiten de Kaftnbsp;nitfteekt, waar mede men, als het Werknbsp;opgewonden is, de beweeging van dennbsp;Waayer kan doen ophouden of laatennbsp;gaan, en het moet gemakkelyk kunnennbsp;I. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge-

-ocr page 384-

FT’


S85

Magnetisch Tj'

ÖE EEN-StEMMl' Oti UüK-

WEfiKENquot;.

gefcbieden, als men den Dmkker met den vinger indrukc of uithaak.

Maak aan het andere Uurwerk een Drukker met een winkelhaak L N M,nbsp;waar van het onderfleunings- en even-wigtspunt zy in N, en die met zynnbsp;eind L de beweeging van den Waayernbsp;kan opwekken, wanneer hy met ’t andere eind M neerge-drukt word; neemtnbsp;ook in acht, als deze Drukker in even-wigt is f’t welke men noodzaaklyk welnbsp;ftellen moet) dat hy de beweeging vannbsp;den Waayer moet kuiten. Deze Drukker, voor zoo verre ’t gedeelte N Mnbsp;betreft, moet geplaatfl: zyn onderdennbsp;kopereri Plaat H, dat is, aan de zydenbsp;van het Rondfel I; hy moet van wel ge-polyfl: Staal zyn, en zoodanig bekrag-tigd dat het Zuiden zy aan de zyde M:nbsp;voor ’c overige kan men geen zorg genoeg hebben, dat hy zeer ligt beweegbaar zy, ten einde hy gemakkelyk aan-getrpkken zou kunnen worden door danbsp;kragt van het zeilfteenkragtige Stuk, ’cnbsp;welk moet geplaatft zyn onder de

jnagoe-

-ocr page 385-

Vermaaklykheden. 287

ffla^netifche Tafel, waar op men het deeen, lJurwerk zetten moet, zoo als hier na geUur-zal aangewezen worden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;werken^

Deze twee Uurwerken moeten ieder xvi. befloten zyn in een doorluchtige Doosnbsp;of Kaft van dun koper Q R, en van hetnbsp;eerfte Uurwerk moet de Drukker buitennbsp;die Kaft uitfteeken, dog van het tweede ’er in verborgen zyn; ook moet ’ernbsp;onder aan iedere Kaft eene opening zynnbsp;om hen beiden te kunnen opwinden.

Plaats binnen in de magnetifche Tafel pi„xvilt;. een Stuk O P, beliaande uit vier ftaalenbsp;wel bekragtigde Staaven, van zeven ofnbsp;agt duimen lengte en vier linien breedte, dog van dikte dunner aan ’t end P,nbsp;en .fterk famenvetbonden met vier ko-pere Ringen, Waar van die, welke aannbsp;het dikfte end is, moet uitfteeken ennbsp;open zyn, om te kannen gezet wordennbsp;op eene Spil, die op de Tafel in P vaftnbsp;ftaat. Dit bekragtigde Stuk moet ge-fchoven worden naar N, daar het tegennbsp;moet gehouden worden door de Veer R:nbsp;ook moet men ’er een Koord aan heg-T znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«en.

-ocr page 386-

283

Magnetische

De ebn-

STEM mice (JüR-WERKEI' .

ten j ’t welk over de Schyven S en T gaande, langs den Voet van de Tafelnbsp;voortloopt, en onder aan welk eenenbsp;Tree onder den Voetbank verborgen wezen moet, doormiddel van welke men,nbsp;als men ’er met den Voet op drukt, hetnbsp;bekragtigde Stuk OP bcweegen kan.

UITWERKING.

Als men het Tweede Uurwerk op de Tafel zet, zoodanig dat het eind M vannbsp;den Drukker, regt boven de plaats ko-me, daar het eind van de Staaf O P is,nbsp;en als men zyn Voet zet op de Tree,nbsp;welke onder deze Tafel verborgen is;nbsp;zoo men dan drukt op die Tree, zal denbsp;bekragtigde Staaf, den Drukker aantrekkende, den zelven ncêrhaalen, en, denbsp;Waayer vry zynde, zal het Werk ter-ftond aan ’t gaan raaken, en de Naaide,nbsp;op den Wyzer van dit Uurwerk ge-plaatft, zal vry fchielyk ronddraayentnbsp;zoo men zyn Voet van de Tree af-ceemt, zal de bekragtige Staaf te rug

gaan,

-ocr page 387-

Vermaaklykheden. 289

gaan, en de Drukker zal weder Sin even-wigt komen, en dan het Werk doen ftÜ üaan,

Ind/en men het eerfte Uurwerk in zy-ne hand houdt, zal men dat naar goedvinden kunnen laaten gaan, of üii laa-ten ttaan, door deszelfs Drukker in te du wen of uit te haaien.

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Men zet het tweede Uurwerk op de

Tafel op de aangewezene plaats, stokje, en het eerfte in de handen van iemantnbsp;van ’t Gezeldfchap , hem zeggende,nbsp;wanneer hy het zyne doet gaan of ftilnbsp;liaan, dat het andere op de Tafel te ge-lyk gaan of Itilftaan zal; het geen mennbsp;te weeg brengt door den Voet op denbsp;Tree te drukken, zoodra die Perfoonnbsp;het eerfte Uurwerk doet gaan, en ’ernbsp;T 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den?

-ocr page 388-

29°

Magnetische

Konst- denzelven af te neemen, zoodra hy het STUKJE,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;houden.

Men zege hem ook dat hy het Uurwerk , ’t welk op de Tafel is, gebied te gaan of ftil te houden, ’t geen men opnbsp;dezelfde wyze ter uitvoer brengt.

OPMERKING.

Men kan, zoo men dit heter oordeelt, de Tree op een grooter afjiand van de Tafelnbsp;plaatfen met alleen bet Koord te verlengen, ten einde men op geenerhande voyzenbsp;ontdekken kan, dat men bet IVerk doetnbsp;hevoeegen.

-ocr page 389-

Vermaaklykheden. 291

D E

MAGNETISCHE

S L E Ê.

Dienende ter uitvoeringe van verfcheiie zeer aangenaame Vermaaklykheden.

SAMENSTEL.

Neem een Planlcje A B derdehalve

voeten lang, vierdehalve duimen meti-breed en vvf linien dik; verdeel het naar de lengte in tien gelyke deelen;nbsp;fchryf in ieder van deze Verdeelingeünbsp;nen Kring; maak in iederen Kring eene pl.xviii.nbsp;Groef of Sleuf C, D, E, F, G, H,nbsp;ïj K, L, Mj.en plaats in ieder der-T 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;?el-

-ocr page 390-

8P2 Magnetische

r)EMAG-

?;eti

SCHE

zelven een bekragtigd Staafje, waar van de Poolen gerigt zyn zoo als de Figuurnbsp;aanwyft.

Maak onder aan ieder eind van deze Sleê twee kleine Rolletjes, ten eindenbsp;dar. Plankje in ’t binnenfte van denbsp;Tafel, waarin het (taan moet, zondernbsp;geraas zou kunnen beweegen.

PL.xvr. en XVII.

Plaats een Katrolletje aan de opening B van ieJer Voet van de Tafel, maaknbsp;een Koord aan deze Sleê vaft,aan welksnbsp;eind een loodGewigt met laken bekleednbsp;zyn moet, dat in de opening B vryelyknbsp;ryzen en daalen kan.

Maak insgelyks een Koord vaft aan 't andere eind A van de Sleê, ’t welk loopen-de over een Katrol, geplaatft aan de opening van de Voet A der Tafel, moetkuij-nen voortgaan dqor dien Voet, ennbsp;door de pnderfte Dwarsbalk van denbsp;Tafel, in den Voetbank, en tot ageernbsp;het Befchot,

Hang agter dat Befchot het Bord of Tafereel van drie voeten lengte, ’tnbsp;^e)k hierna befebreven wordj laat het

regt-

-ocr page 391-

Vermaaklyeheden. 293 ïegtftandig gefield zyn, en op eene^„^

w. nbsp;nbsp;nbsp;onbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Mag-

Dekwaame hoogte om er by den eerften jveti-Opflag van ’c oog alle de Verdeelingen ®che op te kunnen zien. Plaats boven ditnbsp;Tafereel een Katrol, waar over gy leiden moet dat Koord, aan welks eind gynbsp;moet hangen een klein Gewigt om hetnbsp;ftrak te houden.

Maak aan dit Koord vaft eene Naaide, zoo als reeds genoeg verklaard is' in het Samenftel van de Sireen; dezenbsp;Naaide moet dienen om op dat Tafereelnbsp;aan te wyzen , welke van de tien Verdeelingen van de Magnetifche Sleêzig innbsp;’t midden van de Tafel bevindt, dat isnbsp;tp zeggen op de plaats S.

Ts

VER-

-ocr page 392-

204 Magnetische

VERDEELING

Van dit Bord of Tafereel, om te dienen voor verfcheide Vermaaklykbeden,nbsp;die bier na verklaard zullen voorden.

DE MAGNETISCHE SLEE.

Begin met op de hoogte van het Tafereel te bepaalcn den weg , welken de Naaide, die aan het Koord vaft is,nbsp;doorloopt, geduurende dat de Sleê bin-fien in de Tafel haare tien Verdeelin-gen vertoont op de plaats V; deze maatnbsp;zoo naauwkeurig als doenlyk is genomen hebbende, zoo deel dien weg innbsp;tien gelyke deelen, en trek de vyf Kolommen van de volgende Tafel, dienbsp;door devoorens genomene tulTchenruim-te bepaald moeten zyn.

Schryf in de Verde-elingen van de eer-ile Kolom van dit Tafereel de vyf Klinkletters A. E. I. O. U; en de vyf Medeklinkers C. L. N. R. T.

Schryf in de tien Verdeelingen van de gt;T- -7nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;twee-

-ocr page 393- -ocr page 394-

—• .1

{ ;r



: ! i;' nbsp;nbsp;nbsp;'



i




i


gt;:gt; ’ ..'V-'--'' Af. , V - 1



quot;I


,; ¦ V I



¦ V--.:



J- •; '





Ü


i


-ocr page 395-

VERMAAKtYKHEDEN. 295 tweede Kolom de Getallen i. 2. q. 4. 5.

^ DE MAO-

ö- 7- 8. 9 cti o. nbsp;nbsp;nbsp;neti

In de derde de Naatnen van de vyf sche Kaarten, die hierna van twee tot tweenbsp;Verdeelingen gefchreven zyn; te wee-ten. Schoppen-Aas, Schoppen-Agt, Schoppen - Negen, Harten - Negen, Harten-Ze-ven.

Schryf in de vierde Kolom ook van twee tot twee Verdeelingen, de vyfnbsp;Naamen van de volgende Landen,

Ho7igarye, Normandye, Holland, Hene-gouvoen.

Schryf in de vyfde Kolom van dit Tafereel, vyf Antwoorden, welken op even zoo veel Vraagen paffen, by voorbeeld , Eigenbelang, Eerzugt, Hernoe-ging, Deugd, in Nood.

Eindelyk, draag zorg om alle die Woorden, Kaarten of Cyfferlétters innbsp;de Verdeelingen van dit Tafereel zoo tenbsp;plaatfen, als in het hierna geplaatftenbsp;Model onderfcheidenlyk te zien is, uitgezonderd alleen, dat gy naar uw goedvinden kunt veranderen de Woorden iti

de

-ocr page 396-

2p6

Magnetische

SCHE

SLEE.

DE MAG- vierde en vyfde Kolom met betrek-NETi- kinge tot de Vermaaklykheden en ver-fchillende Vraagen, die gy voorneemens zyt te doen; gy moogt zelfs in de tiennbsp;Verdeelingen van de eerfte Kolom andere Letters zetten, indien gy vindt datnbsp;zy eene meer uitgellrektc famenvoegingnbsp;van Woorden voortbrengen, dienendenbsp;dezen maar tot een Voorbeeld, ten eindenbsp;aan te wyzen en te verklaaren de ver-fchillende Vermaaklykheden, die mennbsp;door hulp van deze vyf Kolommen ennbsp;Magnetifche Sleê doen kan,

Wys voor de eerfte Kolom van dit Tafereel aan de tien Verdeelingen lo. g-8. 7. ö. 5. 4. 3. 2. I, ten einde gy ^nbsp;als de Naaide zig by voorbeeld regt tegen over de zesde Verdeeling bevindt,nbsp;zoudt kunnen weeten, dat insgelyks dienbsp;zelfde Verdeeling van de Sleê dan ge-plaats zy onder de Tafel op de plaats S?

Model

-ocr page 397-

Model en Verdeeling mn dit Tafereel,

Ferdeeling.

Letten.

. Cjffers

Kaarten. nbsp;nbsp;nbsp;Landen.

Antworden.

a

10. .

. A. .

Schoppen-Aas.....

Eigenbelang.

9. .

. E. .

n

M

8. .

. 1. .

Schoppen-Agt.....

7- •

. 0. .

I-]

ö. .

. U. .

• 5- •

Schoppen-Zeven.....

Vernoeging.

lt;

5- •

lt;

4- .

Harten-Negen......

Deugd.

s

3- •

. R. .

Harten-Ze ven......

In Nood-

I. .

ü I T-

-ocr page 398-

r' S98 Magnetisch» uitwerking.

de magnetische SLEE.

Wanneer de Perfoon, die agter het Befchot is, de Naaide van het Koord,nbsp;dat de Sleê trekt, fielt op eene van denbsp;Verdeelingcn van het befchrevene Tafereel, zal dat gedeelte van de Sleê, ’tnbsp;welk met deze Verdeeling overeenkomt,nbsp;zig onder de Tafel op de plaats S ge-plaatft vinden , en de aangezette Naal-dens van de Stukken, welken zoo aan-ftonds zullen befchreven worden, zullennbsp;zig plaatfen in dezdlfde rigting .als denbsp;bekragtigde Staaf, die in deze Verdeeling van de Sleê bevat is.


VER'


ril


-ocr page 399-

VlRMAAKtYKHEDEW. 29S

D E

VERWONDERLYKE

K Y K E R.

SAMENSTEL.

Laat maaken den Voet AB, zes dui- „

jDe Ver

men lang, vier breed, en eenen wonder-duim hoog, zynde hol en gefloten van boven met een Schuif Q.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pd.xix,

• Laat ’er in ’t midden van deze Schuif ^ig. x. een rond of vierkant Gat Ezyn, van vyf.nbsp;tien linien middellyns en naar buitennbsp;meer uitgefneden.

Maak een foort van een Kyker met vier Glazen F, te famengevoegd in gedaante van eene afgefneden Pyramidednbsp;Van binnen met Taf bekleed; laat zynnbsp;Bafis I L derdehalve duimen vierkantnbsp;Zyn, dog zyn bovenfte opening M N

flegts

-ocr page 400-

^ÖO

MAGtTETISCH

De VERWON: £R-EYKE

Kyker.

flegts anderbalven duim; plaats in deze opening een bol Glas V van vyf duimen brandpunt, dat is te zeggen vannbsp;de hoogte van den Eyker. Zet dezen Kyker vaft op de bovengemeldenbsp;Schuif Q.

Plaats van binnen' i» den Voet van dezen Kyker op twee duimen afftand van eene van deszelfs kleinfte zyden , eenenbsp;Spil, waar op gy zetten moét een bordpapieren Kring OP, van vier duimennbsp;middellyns, waar in befloten moet zynnbsp;eene aangezette Naaide Q R; deel dezen bordpapieren Kring in tien gelykenbsp;deelen, zoo als de Figuur aanwylt,nbsp;waar op geteekend ftaan de'Nommers,nbsp;die tot de tien Verdeelingen van het boven befchreven Tafereel betrekking hebben; Teeken in iedere van deze Verdeelingen I. 3. 5. 7. en 9, de vyfnbsp;Kaarten, die op het Tafereel genoemdnbsp;Raan.

Maak een anderen bordpapieren Kring, op dezelfde wyze verdeeld, waar op gynbsp;in de Verdeelingen 2. 4. 6. 8. en 10.

fclirV'


-ocr page 401-

. Vermaakltkheden. 301

fchryven moet de vyf Naamen der ver-fchillende Landen, welken op het Tafe- dehlvxb, reel gefchreven ftaani en nog eennbsp;den, op welken gy in dezelfde Verdee-lingen zetten moet de vyf Antwoorden,nbsp;die in cfe vyfde Kolom van het Tafereelnbsp;gefchreven zyn.

Men behoeft de bordpapiere Kringen niet te verdeelen, indien men den Voet van den Kyker plaatft op de plaatsnbsp;S; en deSleê onder den Kyker laat voort-IJaan; en indien men dan opmerkt welknbsp;gedeelte van den ingefloten Kring ver-fchynt aan iedere Verdeeling door denbsp;opening F, die men in de Schuif Q gemaakt heeft.

Nadien men telkens te vooren lederen bordpapieren Kring, welke tot eenenbsp;Vermaaklykheid dient, in dezen Kykernbsp;plaatfen moet, en dus dezelven verwif-felen om eene andere Vermaaklykheidnbsp;te vertonnen, zou het goed zyn dat men 'nbsp;twee Kykers hadde, naderaaal men dennbsp;bordpapieren Kring m tegenwoordigheidnbsp;Van hen, voor wie men het Konftftukje

I. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in

-ocr page 402-

Magnetische

Verwon-verwiflelen moet; ^erlykb dog, zoo men een klein Kaftje bynbsp;de hand had, dat agter het Befchotnbsp;zig geheimelyk opende, zou het veelnbsp;aangenaamer zyn ; want, nadat mennbsp;dien Kyker in tegenwoordigheid vannbsp;hen, die men met dit Konftftukje vermaakt , in ’t Kaftje gefloten had, zou denbsp;verborgen Perfoon het kleine geheimenbsp;Deurtje ’er van kunnen open^, dennbsp;bordpapieren Kring wegneemen en ’ernbsp;een anderen In plaats ftellenj waarnanbsp;hy, die het Konftje doet, dien zelfdennbsp;Kyker weder uit het Kaftje neemen zou,nbsp;zonder dat men eenige geheime behandeling vermoedc;n koft, en het zou na-tuurlyk zyn te denken, dat men ver-fchillende verfchynfelen door dien zelfden Kyker zien kon.

UITWERKING.

Als deze Kyker op de Tafel geplaatfl: word in S, zoodanig dat de Spil, opnbsp;welke de bordpapieren Kring gezet isgt;

juift overeenkomt met het middelpunt S;

zal

-ocr page 403-

Verma AKLYKHEDEN. 303

zal de Staaf, welke bevat is in de Verdee- Verwon, ling van de Sleê, die zig dan onder die kyker™nbsp;Kaalde bevindt, aan dezelfde rigtingnbsp;geeven; dus zal men, in den Kyker ziende door de opening E, ontdekken denbsp;Kaart, Letter of het Woord, op welkenbsp;de Perfoon die agter het Befchot is, denbsp;Naaide op het Tafereel gezet heeft,nbsp;met betrekking tot den bordpapierennbsp;Kring, die dan in den Voet van den'

Kyker gezet is.

AGT-

-ocr page 404-

304 Magnetische

AGT-EN-DERTIGSTE nbsp;nbsp;nbsp;1

VERMAAKLYKHEID.

HET

ONBEGRYPELYK !

TROEFSPEL.

TOEBEREIDING.

Het ON- Cchik een Piquetfpel, zoo als in hét pelyk' ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;over de Samenvoegingen

en Verzettingen der Getallen handeld, zal geleerd worden, indiervoegen, dat?nbsp;na de Kaart doorgefchud te hebben?nbsp;hy met wien gy deze party Ipeelt, efl

amp;y

-ocr page 405-

Ver M A A klykhede rr. 305

gy zelve het volgende Spel in de hand hebben. *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;begry-

PELYK

Spel van die eerft Spel van die na

Ipeelt.

Schoppen Heer. Klaveren Heer.nbsp;Harten Heer.nbsp;Harten Vrouw.nbsp;Schoppen Vrouw.

fpeelt.

Schoppen Aai.

Schoppen Agt.

Schoppen Zeven.

Ruiten Negen.

Ruiten Zeven,

Schoppen Boer is Troef.

Ligtelyk ziet men, dat hy, die eerfl; fpeelt, fchoon hy een vry goed Spelnbsp;fchynt te hebben, niettemin die partynbsp;verliezen moet, en dat hy, die nanbsp;fpeelt, noodzaakelyk drie flagen maa-ken moet, het zy dat de eerfte terftond

zyn

* Men is hier weder genoodzaakt den Lezer te wyzen naar het volgende Deel om ditnbsp;Konftje geheel te leeren, dat men egter uitvoeren kan, indien men |dit begeert, met denbsp;Kaarten zoo gefchikt te neemen en niet doornbsp;te fchudden.

V 3

-ocr page 406-

3o6 Magnetische

BEGRY-

EELÏK

Troef-• SPEI/.

Het on- zyn Troeven fpeelt ofzyne valfche Kaarten;. want in ’t eerfte geval, haalt de tweede Speelder de derde flag metnbsp;Troef, en maakt met zyne Ruitens nognbsp;twee flagen; en in het tweede geval be-troeft men zyne valfche Kaarten, ennbsp;men fpeelt Ruiten wederom, amp;c. Dezenbsp;party beteekent in zig zelve niet veel,nbsp;vooral zoo men de Kaarten niet door-fchudt op die wyze als in het tweedenbsp;Deel zal geleerd worden; maar zy komtnbsp;^eer verwonderlyk voor, voor zoo verrenbsp;een der Aanfchouwers by iedere flag,nbsp;door den verwonderJyken Kyker ziende, daar in ziet en aan hem, die hetnbsp;Konftje doet, opnoemt de'Kaarten, welken hy fpeelen moet om de drie flagennbsp;te maaken, waar mede hy het Spel winnen moet, en zulks op wat wyze ooknbsp;hy, die eerft fpeelt, goedvindt te fpee-Jen, gelyk terftond zal verklaard worden.

VER'

-ocr page 407-

K O N S T S T U K J E,

A Is hy, met wien men fpeelt, zyne

eerfte Kaart opgefpeeld heeft, ver- stukje. zoekt men een ander om door den Ky.‘nbsp;ker te zien, welken men te vooren opnbsp;de plaats S van de Tafel gezet heeft,nbsp;en in welken bevat is de bordpapierenbsp;Kring, waarop de vyf Kaarten ftaan,nbsp;zeggende hem fby voorbeeld;): Mynnbsp;Pleer fpeelt Harten - Heer, zie in dennbsp;Kyker wat Kaart ik fpeelen moet; dannbsp;zorgt de verborgen Perfoon dat de Ver-deeling van de Sleê, welke op de ÏCaart,nbsp;die gefpeeld moet worden, betrekkingnbsp;heeft, onder den Kyker kome,- het isnbsp;niet noodzaakelyk dat men de Kaartnbsp;noemt, wanneer hy, die het Konftjcnbsp;doet, fpeelen moet; vermits de Per.nbsp;foon, die de Sleé doet beweegen, ennbsp;die zeer oplettend wezen moet op allesnbsp;Wat 'er gezegd word, ligtelyk de Kaartnbsp;V 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;weet,

-ocr page 408-

weet, die men,om het Spel te winnen, fpeelen moet, en gevolglyk by iederenbsp;flag llegts de Naaide op den naam vannbsp;den Kaart,te zetten heeft; men han»nbsp;delt dus by iedere flag van dit Spel, en,nbsp;vermits men den bordpapieren Kring tydnbsp;moet geeven om zig te zetten, voordatnbsp;men door den Kyker ziet, dient mennbsp;bedagt te zyn om in dien noodzaakely-ken tuflchentyd eenig gefprek te voeren om de aandagt bezig te houden.nbsp;Men moet ook zorgdraagen, dat niemantnbsp;jn den Kyker ziet, dan wanneer het tydnbsp;is; het zou zelfs beft zyn om 'er eennbsp;klein Dekfel op te leggen, dat men zelfsnbsp;by iedere flag afnam.

NE'

-ocr page 409-

VeRMAAKLTKHEdeK. 3C9 negen - EN - PERTIGSTE

vermaaklykheid.

Door den Kyker de Kaarten te laaten zien^ die verfcheide Perfoonen uit eennbsp;Spel getrokken hebben.

/~\m dit Konflje te doen Iaat men men ziet door verfchillende Perfoonen 2 of door dennbsp;3 Kaarten uit een Spel trekken, wel-de kaar-ken van iiet getal zyn der genen, dienbsp;op den bordpapieren Kring, welke innbsp;den Kyker bevat is, geteekend ftaan;NENGElnbsp;de Pejfoon, die agter het Befchotnbsp;dient te weeten welken die Kaarten zyn,nbsp;en in welke order hy dezelven moetnbsp;laaten verfchynen aan hun, die dezelvennbsp;getrokken hebben; men laat de een nanbsp;den anderen kyken in den Kyker, ennbsp;ieder van hen ziet ’er de Kaart in, dienbsp;by getrokken heeft.

Vy

VEER.

-ocr page 410-

310', Magnetische

VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Door iemant te haten noemen in ‘welk Land de Stad gelegen is,. waar vannbsp;de Naam door een ander Per-Joon gekozen is.

ê

ÏEMANT

KOEMT

BET

Land 9

WAAR IN

DESiAD

DIGT,

WIER

NAAM

Igt;OOR EEN

ANDER

gekozen

IS.

¦^eem een Spel van twintig Kaarten, ^ op welken gefchreven zyn de twintig Letters, die uitmaaken de Naamennbsp;der Steeden Rome, Buda, Caen, Dort,nbsp;Monsi laaten zy géfchikt zyn volgens denbsp;manier, die aangewezen zal worden innbsp;het Deel dat over de Samenvoegingennbsp;der Getallen handelt; fchud hen doornbsp;een op die wyze als daar zal geleerdnbsp;worden; en deel dezelven uit aan vyfnbsp;verfchillende Perfoonen, welken ieder

dan


-ocr page 411-

Vermaaklykhedem. 311

dan in de hand zullen hebben den naam Iemant 1 van de gemelde Steden

Gelaft vervolgens iemant in den Kv-

. nbsp;nbsp;nbsp;• w^aar im

ker te zien, en op te noemen het Land, be stad

waar in de Stad gelegen is, van welke wfER

de eerfte Perfoon den naam in de hand

heeft; en doe het zelfde voor de vier^NCER

andere naamen der Steden, welken in

de handen der andere Perfoonen zyn.

Om ditKonftje te doen, is ‘tgenoeg, dat de Perfoon, die agter het Befchotnbsp;is, ter regter tyd en in dezelfde ordernbsp;als de Naamen der Steden uitgedeeldnbsp;zyn, aanwyze den naam van ’t Landnbsp;die’er toe behoort, en die op het Tafereel geteekend ftaat, door by iedernbsp;van hen te fchuiven en te Hellen de Naaide

1

Men kan ook de Naamen van die vyt Steden alleen op de vyf Kaarten fchryven,nbsp;en een dier Naamen laaten neemen; dognbsp;de manier van dit Konftje te doen zoo alsnbsp;bier aangewezen word, en in het tweede Deel zal geleerd worden, is veel rer-wonderlyker.

-ocr page 412-

312 Magneti sche

ÏEMANT

ïiOEMT

HET

Land, vaar innbsp;de Stad

DIGT,

VIER

NAAM

DOOR EEN

ANDER

GEKOZEN

IS.

de, welke door middel van het Koord de magnetifche Sleé voorttrekt.

Men moet zelfs in het Befchot een klein gaatje raaaken, door welk dienbsp;Perfoon zien kan, ten einde hy de Sleênbsp;niet doet beweegen, als een der Aan-fchouwers het oog boven den Kykernbsp;heeft, maar zou kunnen wagten tot datnbsp;de Perfoon, die het Konftje doet, hetnbsp;Dekfel ’er op gezet heeft.

'M£m

EEN-

-ocr page 413-

VERMAAKLYKHEID.

Door iemant te haten hezen het Jnh woord op eene of meer voorge^nbsp;Jielde Vraagen,

’’eem vyfKaarten, waar op gefchre- iemant ven ftaan, by voorbeeld, de vyfnbsp;volgende! Vraagen, welke betrekkingnbsp;hebben op de Antwoorden, die in de meernbsp;laatfte Kolom van het Tafereel ftaan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v°orge.

-ocr page 414-

Welk is de Drift die ’t meefte goed ennbsp;kwaad doet ?nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. .

In nood.

Wanneer kent men een opregt Vriendnbsp;’t best?

Schud twee of drie van deze vyf Kaarten door een, volgens ’t geen geleerd word by de Samenvoeging der Getallen , zoodanig dat zy in uwe hand in dezelfde order zyn, als zy op het Tafereel geteekend ftaan.

Geef

-ocr page 415-

Vermaaklykheden. SïJ

Geef vervolgens te trekken eene of iemant twee van deze Vraagen, doende opmer- hIt^ant-ken dal het diezyn, welken men geko- ^oordop

^ nbsp;nbsp;nbsp;r A ^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;®nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;EENE OP

zen heeft; geer dezelven te kennen aan JVIEER den Perfoon, die agter het Befchot is,nbsp;door eenig teeken, waar omtrent gy vraa-met hem afgefproken zyt. Gun hemnbsp;den tyd om het Antwoord te voorfchynnbsp;te doen komen, en laat dan iemantnbsp;door den Kyker zien, die ’er dan hetnbsp;Antwoord op die Vraag duidelyk lec-zen zal.

OPMERKING.

De verborgen Perfoon behoort kundig en oplettend te zyn, zoo om ter regter tydnbsp;de ‘oerjcbillende bordpapiere bevoeegbaarenbsp;Kringen inden Kyker te leggen, wanneernbsp;men meer dan eene Vermaaklykbeid doet, alsnbsp;om de Naaide, die de Slee leidt, naauw^nbsp;keurig te beweegen en net op de vereifcb-te Verdeeling te zetten. Om zyn geheu-gen te hulp te komen, kan men hem denbsp;order opgeeven, in ‘welke men de ver-

fcbil-

-ocr page 416-

3i5

Magnetische

lËMANT föillende Konjljes, waar in by mede-

leest rwerken moet, doen zal; van'deze naauW‘ HEr antwoord OP keurigheid hangt de atmgenaame verwon-EENE ofnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......

ItfEER

dering af, welke de verjcbeidenbeid der vooRGE- j^onjtjes, die deze Kyker voortbrengt,nbsp;wiens geheim niet ligt te doorgronden is,nbsp;aan de Aanfcbouwers verfcbqft.

-ocr page 417-

V E RM A AK L Y K H E D E N. 3!?

D E

onbegrypelyke

W Y Z E R.

SAMENSTEL.

Neem een klein vierkant Plankje van Dsonbe-4 duimen vierkant, Itaande op vier kewy-kleine vierkante Pootjes van 3 linien hoogte; teeken ’er een Wyzer op, diennbsp;gy verdeelen moet in tien gelyke dee»nbsp;len, en fchryf in deze Verdeelingen denbsp;CyfFerletters 1.2.3.4 5.6.7 8. 9. o; innbsp;dezelfde order als dc tweede Figuur pl. xix.nbsp;aanwyft, alwaar gy ziet dat de lyn A B,nbsp;die aan de twee zydcn van dit Plankjenbsp;of Wyzer evcnwydig is, in twee verdeelt de Verdeelingen, waarin geplaatfi:nbsp;zyn de Cyfterletters r en 6.

Plaats eene Spil in ’t middèlpunt van dezen Wyzer, en voorzie U van eenenbsp;I. Deee.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Xnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan- ^

-ocr page 418-

3i8 Magnetische

db oNBit- aangeftrekene Naaide van eene behooT-tTwt lyke grootte,

ZüR.

UITWERKING.

Als de Perfoon, die agter het Befchot is, de Naaide, welke aan het Koord,nbsp;dat de tnagnetifche Sleê van binnen innbsp;de Tafel voorttrekt, vaft is, op eenenbsp;van de tien Cyfferletters plaatfl:, die innbsp;de derde Kolom van het Tafereel Haan,nbsp;zal de aangeftreken Naaide, op de Spilnbsp;van den Wyzer gezet , dien zelfdennbsp;Cyfferletters aanwyzen, doordien de bc-kragtigde Staaf, welke in de Sleê beflo-ten is, zig als dan geplaatfl vind ondernbsp;dien Wyzer in de rigting, welke de Naaide hebben moet om op dien Cyfferlet-ter ftil te houden.

lt;0gt;

V

TWEE'

-ocr page 419-

VermaaklykhedeIï.

twee'EN VEERTIGSTE

vermaaklykheid.

Door de Naaide van den onbegrypelyken JVyzer te haten amwyzen de Getallen ynbsp;die fwee Perfoonen gekozen hebben ^hoeveel zy maaken als zy famengeteldnbsp;worden, of welk Getal zy vóórtbrengen als zy met elkanderen vermeenig-vuldigd worden.

De onbe.«

GUYPRLY-KE WY-ZEU w'vSÏ

AAN DE

Getal

lendoor

' WEE Persoo-NEN GEKOZEN»nbsp;•HUNNE

5om en

HUN

LOOP.

Bedien U hier toe van efe kleine Zak, die by dc derde Vermaaklykheidnbsp;befchreven is; leg in haare eerfte Vernbsp;deeling de Getallen van i tot lo, ennbsp;in ieder der drie anderen zoodanige Getallen als gy wilt (by voorbeeld^ 3, 7nbsp;en 8; dat is te zeggen alle ge'yke Cyf-ferletters in iedere Verdeeling. Wan-neer gy dan van te vooren met hem,nbsp;^ie agter het Befchot is, afgefprokennbsp;X 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyt.

-ocr page 420-

320

Macne TISCHE

T)E ON’EE-gryphly-keWy-Zamp;R WYST AAN DEnbsp;Getallen DOOR

twee PeRSoo-Nl'N GEKOZEN ,nbsp;HUNNE

5om en

ilUN BELOOP.

zyc, zoo laat van die laatfte Getallen trekken; en vraag dan aan die twee Per-foonen die getrokken hebben (veron-derftel 5 en 7 ) of zy begeeien, dat clcnbsp;Naaide op den Wyzer ieder Getal af-zonderlyk, of wel de Som van beidenbsp;üe Getallen by een gevoegd, of ook hunnbsp;Beloop als zy met elkander vermeenig-vuldigd Y?orden, aanwyze.

Zoo zy begeeren , dat de Naaide ag' tervolglyk aanwyze de twee Getallen,nbsp;moet de verborgen Perfoon de Naaidenbsp;op het Tafereel zetten op het Getal 5;nbsp;en als men begrypt dat hy zulks gedaan heeft, plaatft men de Naaide opnbsp;de Spil, en zy wyft dat Getal aan; dannbsp;neemt men dezelve terilond weg, en denbsp;verborgen Perfoon leidt vervolgens denbsp;Naaide, die aan het Koord vaft is, opnbsp;’t Getal 7, waarna men de aangeflrekennbsp;Naaide weder op den Wyzer zet,- mennbsp;doet dezelve draaijen, en zy zal hetnbsp;Getal 7 aanwyzen.

Indien deP'erfoonen begeeren, dat de Naaide de Som der twee Getallen aan-V ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wyze,

-ocr page 421-

V E RM A A K I. Y K H E D E N. 32Ï

Ce oxbk-

CiEYPl-Xy-Ku Wy-ZER WYST AAN PEnbsp;Getallen DOORnbsp;Tweenbsp;Peksoo-nen ge.nbsp;Kozen ,nbsp;hunnenbsp;Som ennbsp;HUN BELOOP,

''Wyze, moet de verborgen Perfoon de Naaide op het Tafereel leiden op hetnbsp;Getal I, en vervolgens op 2, welkennbsp;raall een gezet 12 maaken.

' Wanneer zy begeeren, dat de Naaide aanwyze het Beloop der beide Getallennbsp;met elkanderen vermeenigvuldigd, moetnbsp;hy de Naaide brengen op het Getal 2,nbsp;en daarna op j, welken naaft een gezet 35 maaken.

OPMERKING.

Men moet wel opletten om de aangejïre-ken Naaide juijl dan van haare Spil qf ie neemen, zoodra als zy een Getal aangewezen heeft; want zonder dat zou denbsp;beweeging van de Slee dezelve doen draai-jen, en in ’t algemeen, vermits de aange-Jtreken Naaide zig terflond rigt tiaar dennbsp;Jland van de Staaf, moet men dezelve,nbsp;als men baar op haare Spil zet, terflondnbsp;rond draaijen; deze Opmerking is nood-zaakelykby alle de Nermaaklykbeden, omnbsp;welke te doen men zig van Wyzers ennbsp;aangeflrekene Naaldens bedient..

X 3 PRiE


-ocr page 422-

322 Magnetische

DRIE-EN VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

D E

GELEERDE

VLIEG.

fgt;E gf- T aat cene vierkante Doos maaken van vui^f ‘zes of zeven duimen vierkant, ennbsp;Pl. XIX.duim hoogte; plaats eene Spil innbsp;ioa- 3. haar middelpunt, en voorzie ü van ecncnbsp;aangellrekenc Naaide L van drie ennbsp;cenen halven duim lengte, aan wiernbsp;eene end, daar zy bckragtigd is, eennbsp;klein, zeer fyn en gebogen Yzerdraadnbsp;zyn moet, 't welk zelfs met de Naaidenbsp;een Stuk moet uitmaaken, en waar vannbsp;de Punt als een Haakje dient te wezen,

|3in

’er een leevende Vlieg aan te kun-; nbsp;nbsp;nbsp;ncn

-ocr page 423-

Vermaaklykheden. 323 npn haaken 1i daarenboven moet die

Jt^E Gr

Naaide aan ’t cene eind een weinig leerde zwaarder wezen om, wanneer ’er denbsp;Vlieg aan vaft is, in evenwigt te zyn,

Teekcn op een vierkant Bordpapier, dat in de Doos kan, den Wyzer A. B. C.nbsp;van drie en. een halven duim middellyanbsp;binnenwerks, en doorlugtig van binnen ; plaats hem in de Doos op vier cf£nbsp;vyf linien afltand van den bodem, deelnbsp;denzelven in tien gelyke deelen, op dezelfde wyze als de Wyzer van de voor-voorgaande Vermaaklykheid.

Schryf in iedere van deze Verdeelin-gen eene van de Letters A. E. I. O. ü.

C. L. N. R. T. in dezelfde order als zy in de Figuur (taan.

Zet op deze Doos een Glas, vyf of zes linien boven dien Wyzer, en bedeknbsp;het zelve van boven met een papieren

Kring

1

Men kan ’er een Yan Emaus {Email) maaken, die naar eene leevendige Vlieg ge-lykt, ’t welk ve«l gemakkelyker en gereedernbsp;zyn zai.

X 4

-ocr page 424-

324

Magnetische

DE Geleerde Vlieg-

Kring C, van eene genoegfaame grootte, om deaangeftrekenNaaide te verbergen,nbsp;en ’er niets van te laaten zien dan hecnbsp;eind, daar de Vlieg aan vaft is; Schildernbsp;zelfs ’t een of ander op dat Papier, ’tnbsp;welk op deze Vermaaklykheid zinfpeelt,nbsp;om niet te doen denken , dat die papie-re Kring ’er op gelegd is om de aange-ftreken Naaide, welke in de Doos bevatnbsp;is, te verbergen.

UITWERKING.

Als deze Doos op de magnctifche Tafel in S geplaatll is, zal de Naaide,aan wier end de Vlieg vaft is, volgens haarnbsp;Samenltel, zig plaatfcn in de rigting vannbsp;de Staaf, welke bevat is in die Verdee-ling van de Sleé, die zig dan op dienbsp;plaats bevindt, en gevolglyk zal denbsp;Vlieg zig ftil houden en aanwyzen denbsp;Letter, op welke de verborgen Perfoonnbsp;zal geplaatft hebben de Naaide, die langsnbsp;het Tafereel bewogen word, op welknbsp;die Letters in dezelfde order als op dennbsp;AVyzer gefchreven ftaan.

V E R-

-ocr page 425-

K o N S T S T U K J E.

dat Konftje te doen, moet men konct. zig bedienen van de volgende Ta- s^tukjb,nbsp;fel, en op vierentwintig Kaarten fchry-ven de vierentwintig Vraagen, die dezelve bevat ; en deze Vraagen moetnbsp;men fchikken indiervoegen, dat zy, nadat men dezelven op de manier, diè innbsp;het tweede Deel van dit Werk, overnbsp;de Samenvoegingen der Getallen handelende aangewezen word, zig dan ge-fchikt vinden in die order als zy in denbsp;volgende Tafel gezet zyn.

Als de Kaarten doorgefchud zyn , legt men het Spel op de Tafel, en mennbsp;vraagt aan iemant van ’t Gezcifchap , opnbsp;welk Getal hy begeert dat de Vraag zynbsp;(in de order in welke de Kaarten zig dannbsp;bevinden} waar op de Vlieg van Letternbsp;tot Letter het Antwoord geeven zal: alsnbsp;X jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hy

-ocr page 426-

32Ö Magnetische

KONST-

SIÜKJE.

hy gezegd heeft, by voorbeeld, het Getal 19, zal de verborgen Perfoon, dienbsp;een Affchrift van deze Tafel voor zignbsp;heeft (door middel van de verfchillen-de ilcllingen, die hy geeft aan de Naaide op de Letters, -welken in de eerftenbsp;Kolom van het Tafereel ftaan) de Vliegnbsp;agtervolglyk doen (lilftaan op die, welken bet Woord Turin uitmaaken^ datnbsp;dan het Antwoord zyn zal op de Vraa-ge, ‘uoelk is de Hoofdftad van Piemont;nbsp;’t welk men dan doet zien dat overeen-kooit met het geen men gevraagd heeft,nbsp;als men de Kaarten telt tot de negentiende , op welke die Vraag gefchrevennbsp;üaat.


TA-

-ocr page 427-

327

Vermaaklykhedeh.

TAFEL

Fan vierentwintig Antwoorden, welken kmneti voortgebrügt worden door de tien Letters ynbsp;die op het Tafereel en op den Wyzer,nbsp;die in de bovengemelde Doos is,nbsp;gefchreven Jlaan.

ANTWOORi

DEN.

ORDER

VRAAGEN

Der Kaarten,Behoorende tot de Nom-nadat zy door- . mers hier nevens gefchud zyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geplaatji.

Taaien.'

Loon.

Cato.

Caron.' Nero. ¦nbsp;Cicero.

Een Rot. Een Leli.

Een Roos-Een Ton.

ORDER

’i Geen men kennen moet om geleerd te worden. .nbsp;’t Geen op Arbeid Haat. .nbsp;De wyfte Romein.

Een Beroemd Schipper. . Een wreede Keyfer.

De grootfte Redenaar. . Een fchaadelyk Dier.

De fchoonfte Bloem.

Een Lieflyk ruikende Bloem.

’tHuis van Diogenes.

-ocr page 428-

.as

Magnetisch

E

ORDER.

VRAAGEN. nbsp;nbsp;nbsp;antwoor

den.

ji.

‘t Speeltuig van Huig de

Groot.

Een Tol.

12.

De nuttigde Vcrw.

Int.

13-

’t Gewoone Handwerk der

Vrouwen.

Naaijen.

Een bewys van Droefheid

en Blydfchap.

Traanen.

*3.1

't Nuttigde deel van een

Schip.

Een Roer.

l6.

De volmaakfte Figuur.

Een Ront.

17-

Cieraad voor Vrouwen. .

Linten,

18.

Een nuttig Meubel voor

Tabakrookers.

Tintel.

Ip.

De Hoofddad van Pie-

mont.

Turin.

20.

Èen Vrugt die door zyn

Sap beroemd is. .

Een Citroen.

21.

Dc oudde en gemeende Huisraad van den Gods-

diend.

Een Altaar,

12.

’t Geen ’c meed bejaagd

word.

Eer.

3-3

De geyaarlykde Gemoeds-

drift.

Toorn.

’tOeen men zelden vijidt.

Trouw.

ANDER

-ocr page 429-

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

ATen kan met deze Vlieg vcele an--i-?dere Konftjes doen, het zy met stukje, verfcheide Raadfels uit tegceven, welken zy raaden zal, het zy in de plaatsnbsp;van den Wyzer, welke in de Doos is,nbsp;en waarop de bovengedagte tien Letters Haan, Getallen of Kaarten te zetten *. Edog men zal 'er hier geencnbsp;andere voorbeelden van geeven, omnbsp;niet in onsoodige herhaalingen te komen, en een ieder kan 'er zoodanige

maa-

-ocr page 430-

kn zal.

330 Magnetische Konst- maaken als hy ’t aangenaamfte oordee*

OPMERKING.

De Nommers van de bovenjtaande Tafel moeten niet op de Kaarten gefchreven voorden, men moet ’er alleen de Vraagennbsp;sp zetten.

VIER-

-ocr page 431- -ocr page 432- -ocr page 433-

Vermaaklykhedeit. 331

VIER - EN - VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

D E

KLEINE

J A A G E R.

SAMENSTEL.

KLEI^

aat een kleine, houte, bordpapiere Doos niaaken, van vyf duimennbsp;vierkant, fluitende gelyk eene Snuif*nbsp;doos, dog zonder Scharnieren, zynnbsp;onderfte gedeelte éénen duim diep, ennbsp;zyn bovenfte maar éénen halven duim.

Neem in acht om ’er met de uicerfte netheid en naauvsrkeurigheid aan te voe- Pl. xx^nbsp;gen de verfchillende werktuigelyke Stuk-ken, die hier volgen.

Plaats

-ocr page 434-

332

Magnetische

Be klei-

WE JAA-GER.

Plaats eerfl in deze Doos, op eefl halven duim afftand van zyn Bodem,nbsp;het Plankje A B, dat beweegbaar is opnbsp;zyncn As geplaats in C, en ftel ondernbsp;ditzelfde Plankje de Veer R, die hetnbsp;zelve moet kunnen onderfteunen en üyfnbsp;genoeg drukken tegen vier houte Regels D. D. D. D. die hellende zyn ge-fneden, en van binnen tegen de zydennbsp;van de Doos geplaatft. Plaats aan tweenbsp;zyden van de Doos een koperen Ring Inbsp;_inet zynen Kram, welke aan de zy-de A van jhet Plankje in de Doos zelvenbsp;valt zyn moet, en aan de zyde B innbsp;het Plankje, opdat, als men dien Ringnbsp;neerhaalt, het Plankje ook neêrgaannbsp;zou.

Maak aan dezelfde zyde van de Doos B eene Sleuf of Goot C(zie hetProfil ’er vannbsp;in de tweede Figuur, dezelfde Plaat}nbsp;die zig uitflrekt tot onder de Doos,nbsp;daar eene naauwe opening E zyn moet,nbsp;groot genoeg egter om een klein Stuk-Geld door te laaten.

Dit Samenftel is dusdanig gemaakt,

op-

-ocr page 435-

VermaakLYKHEDE If. 53^

opdat, wanneer men een klein Stuk-KLEf» Geld in de Doos gelegd heeft, en opnbsp;dén beweegbaaren Ring drukt, en denbsp;Doos laat overhellen , hetzelve terftondnbsp;indie Sleuf zou kunnen vallen, voortgly..nbsp;den en door die onderfte opening van denbsp;Doos ukkomen, indiervoegen, dat mennbsp;het, als men het Konftftukje in ’t werknbsp;ftelt, in de hand zou kunnen vangen.

Eene van de zyde van de Hals van deze Doos, waar op het Dekfel fluit, moet in het midden 'één of twee linien hoo-ger zyn dan de drie anderen; ten eindenbsp;te kunnen ligten of laaten vallen eenenbsp;van de vier Luikjes of Valdeurtjes, die innbsp;dat Dekfel zyn, zoo als verklaard zalnbsp;worden.

Maak van binnen in het Dekfel ¦'^ierp.^ Luikjes, A. B. C. D, die alle op hunnenbsp;As in S beweegbaar zyn moeten, en iedernbsp;moeten leunen tegen den bodem van hetnbsp;Dekfel, door middel van hunne Veerennbsp;R, welken tulTchen die Luikjes en hetnbsp;Onderfte van het Dekfel moeten verborgen zyn.

I. deee, nbsp;nbsp;nbsp;ynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Alle

-ocr page 436-

S34

Magnetische

DE KLEI’ NE JaA-GER.

Alle de (tukken, die van binnen op defl grond en boven in deze Doos zyn, moe'nbsp;ten met Stof gevoerd wezen, en zelfs;nbsp;daar het noodig is bekleed met een kleinnbsp;fmal Lintje, om het werktuigelyke ’efnbsp;van te vermommen. Schik einde]yk alles indiervoegen, dat het fchyne dat deze binnenfte gedaante alleen voor Ce-raad ’er aan gegeeven is; neem ook innbsp;acht dat, nadien men aan eene zyde vannbsp;den Hals van deze Doos een weinig meernbsp;hoogte gegeeven heeft, om naar verkiezing dat der vier Luikjes te doen openen, ’t welk men oordeelen zal te be-hooren, deze Doos om dezelfde redennbsp;van alle kanten ook naauwkeurig fluitennbsp;moet.

Maak boven op het Dekfel van deze Doos eene Sleuf zoo geplaatfl: als aangewezen word, en leg ’er eene bekrag-tigde Staaf T. V. in, die gelyk by denbsp;voorige Vermaaklykheden vermomd zynnbsp;moet.

Fig 4,

Neem eene tweede vierkante DoosM» met Scharnieren opengaande, en vac

de-

-ocr page 437-

Vermaaklykheden. 535

dezelfde grootte als de voorgaande, in de klkx-welkers middelpunt eene Spil zyn moet, ne Jaa-waar op een bordpapiere Kring L moet gezet worden, op welken drie Beeftjesnbsp;geteekend zyn, een Haas, by voorbeeld, en twee Vogels. Bedek het boven-fle binnengedeelte van deze Doos metnbsp;een Bordpapier, waar op gy een kleinenbsp;Jaager fchilderen moet, die gereed is omnbsp;zyn Snaphaan af te fchieten; fnyd denbsp;plaats A uit, op dat men ’er doorheen pig, y,nbsp;zou kunnen zien de drie verfchillendenbsp;Beeftjes, welken op den Bordpapierennbsp;Kring, die ’erin befloten is, geteekendnbsp;zyn.

Voorzie U nog van drie kleine Bord-papiertjes, op welken die zelfde Beeftjes geteekend en doorgefneeden zyn, dog een weinig grooter dan die op dennbsp;Bordpapieren Kring; en ieder van hennbsp;moet kunnen leggen tuflchen het boven-van het Dekfel van de eerfte Doos,nbsp;een der vier Luikjes, volgens de or-der in de derde Figuur aangewezen.

UIT-

-ocr page 438-

33'^ Magnetische

uitwerking.

DE KLEI-

?r:; Jaa-

OER.

Als men een vSmk-Geld in de eerde Doos gelegd hebbende, den Ring neer-haalt, en de Doos hellen laat, zal hetnbsp;zelve in de Sleuf vallen, en men zalnbsp;het zeer gemakkelyk in de hand vangennbsp;en verbergen kunnen, zonder dat iemantnbsp;het bemerke.

Zoo men het Dekfel op deze Doos zet, zal die zyde van den Hals vannbsp;deze Doos, welke een weinig hoogernbsp;is dan de anderen, het Luikje, waarnbsp;op het fteunt, neerdrukken, en dus hetnbsp;kleine Beeflje, dat op het Bordpapier,nbsp;’t welk onder dat Luikje legt, gefchil-dertis,- in de Doos doen vallen, en ditnbsp;is het ’t geen gy zoekt door het Dek-fel op de eene of andere wyze op denbsp;Doos te zetten , en dezelve te fluiten.

Nadien nu de Bordpapieren Kring» die in de tweede Doos bevat is ( wanneer men dezelve naauwkeurig op de

eet-

-ocr page 439-

33?

KI Ff KE JAA

gezet heeft) eene verfchiiiende de Ageing aanneemc met betrekkinge totnbsp;die, welke men gegeeven heeft aan hetnbsp;Dekfel, waar in de Staaf befloten is,nbsp;zal men door de opening , die in hetnbsp;Bordpapier, ’t welk deze tweede Doosnbsp;bedekt, gemaakt is, noodzaakelyk ziennbsp;het Beeftje, dat op het Bordpapiernbsp;geteekend is, en dat gelyk zal zynnbsp;aan ’t geene in de eerfte Doos gevallen is.

/

VERMAAKLYK

KONSTSTUKJE,

y moet eer ft den Perfoon, luc. ^onst-

met

wien gy het Konftje doen wilt, ^iukjf. onderrigten , dat ’er in de tweede Doosnbsp;een kleine zeer behendige Jaager is, dienbsp;'t Wild , dat men begeert, fchiet eiinbsp;hetzelve doodt; dat hy zulk of een an-‘^ör Dier, (van die drie naamelyk wel-Y 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heH

-ocr page 440-

338 Magnetische

Konst-

SiüKJE.

ken in de Doos zyn) verkiezen kan; zoodra hy ’c Wild, dat hem behaagt,nbsp;verkozen heeft, geeft gy hem de eer-üe Doos, hem gelaüende van ’er eennbsp;Stuk - Geld in te doen , onder voor*nbsp;wendfel, dat de kleine Jaager ten min-flen voor zyn Kruid en Lood fchade-ioos moet gefield worden; daarna fluitnbsp;gy de Doos zoo als behoort, om hetnbsp;verkozen Wild in de Doos te doen vallen; vervolgens drukt gy op den Ringnbsp;en houdt de Doos hellende om hetnbsp;Stuk - Geld te doen glyden in de handnbsp;door de opening, die onder deze Doosnbsp;is; dit gedaan hebbende, zet gy op dezelve de tweede Doos, in achtneemen-de van dezelve te plaatfen in eene be-hoorlyke rigting met betrekkinge tot denbsp;Looien van de bekragtigde Staaf, welke in het bovenfte van de eerfle Doosnbsp;bevat is; een bogenbiik daarna Iaat gynbsp;hem zien dat de Jaager mikt en aanlegt,nbsp;en gereed is om het Wild dat men verkozen heeft dood te fchieten; vervol

gens fluit gy deze eerfle Doos en opent V''¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de

é

-ocr page 441- -ocr page 442- -ocr page 443-

Vermaakiykheden. 339

de tweede, en gy laat hem het

Wild zien op de plaats daar hy het Stuk- stukje'.

Geld gelegd heeft.

Dit Konftje is zeer aangenaam om uit te voeren, en te gelyk zeer gemakke- -lyk, vooral zoo de Toeftel wel gemaaktnbsp;is, zoo dat men ’er niet in misfennbsp;kan.


Y4

vm

-ocr page 444-

340 Magnet i s c .h e

VYF-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

DE ONBEGRYPELYKE

ONTDEKKING.

TVamneer iemant gebeimelyk naar zyn goed-vinden gefcbikt beeft de agt IVoorden^ •waar uit bet Latynfche Vers bejiaat:nbsp;tot tibi funt dotes, quot Coeli Sideranbsp;Virgo, •welken, door dp verfcbillendenbsp;foorten van verzettingen, die zy ondergaan kunnen, 40320 verfcbillende F'er-fen kunnen maaken; hem dezelven op tenbsp;noemen in die order, die by gebeimelyknbsp;verkozen beeft.

Deonbe- quot;^eem eeneDoos met Scharnieren flui-^e^Ont!’ ^ tende, van agt duimen lengte, drie pEKKiNG. breedte en zes linien hoogte j verdernbsp;Pp. XXI. agt kleine Blaadjes vier of vyf linien

dik.

-ocr page 445-

Vermaaklykheden. 341

tük, twee dainien lang en anderhalven deonbe-duim breed, welken naaft elkanderen ke in deze Doos gelegd zynde, het binnen- dekking.nbsp;fte derzelve geheel en naauwkeurignbsp;vullen moeten; maak in ieder Blaadjenbsp;eene Sleuf, zoo als in de B'iguur aangewezen word, en leg in ieder derzelvennbsp;een bekragtigd klein ftaal Staafje, ennbsp;waar van de Poolen gefchikt zyn zoo alsnbsp;zy daar geteekend fta n.

Na die Staafjes bedekt en verborgen te hebben, en zonder hunne order eenig-zins te veranderen , zoo fchryf op iedernbsp;Blaadje een der agc Woorden van hecnbsp;Vers: Tot tibi funt dotes quot Coeli Side-ra Firgo. .

Schryf vervolgens op een zeer dpn pj^ ^ Plankje van dezelfde grootte als de Doosnbsp;de ggt Kringen A. B. C. D. E. F. G. H,nbsp;waarvan de middelpunten vallen moetennbsp;regt op die van de agt Blaadjes, welken .nbsp;in de Doos befloten zyn, als dit P ank-je pp haar Dekfel geplaatft is; verdeelnbsp;ieder derzelven in agt gelyken deelcn,nbsp;zoo als de Figuur aanwyft, en fchiyfnbsp;Y jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in

-ocr page 446-

342 Magnetische

Be onbe- in hunne Verdeeling de agt Woorden ke'on't'^' bet bovengemelde Latynfche Vers,nbsp;PEKKiNG. naauwkeurig in acht neemende de order,nbsp;welke de Figuur aanwyft, ten einde,nbsp;wanneer dat Plankje boven op dezenbsp;Doos gezet is, de agt aangeftrekenenbsp;Naaldens, die op ieder der Spillen , welken gy in ’t middelpunt van die Kringen zetten moet, geplaatfl: zyn moeten,nbsp;zig zoude rigten op de Woorden, dienbsp;gelyk zyn aan die, welken op de Blaadjes, die in de Doos gelegd zyn, gefchre-ven liaan en’er mede overeenkomen,-zoodanig dat men door middel derzelvennbsp;het famenftel en de order, die men aannbsp;die Woorden kan gegeeven hebben,nbsp;ontdekken kan.

Leg over dit Blad een Glas, om te beletten dat de Naaldens van hunnenbsp;Spillen afgaan, even als men gewoonnbsp;' is te doen voor de Naaldens van Kom*nbsp;paffen.

Rigt op dit Blad op 4 glazen Stukken I. L, M. N, welken aan dit lbort yan Kyker de gedaante geeven van eene

ge-

-ocr page 447-

Verm AAK lïkheden. 343

gckmttsPyra7nide,van age duimen hoog - pe onbe-tei bedek dezelven van boven met een Glas, of, ’t geen nog beter is, leg ’er dheking.nbsp;twee Oogglazen O O op van agc duimen Krandpunt5 en een halven duimnbsp;afftandig van elkanderen; laaten de viernbsp;glazen Stukken, welken de zyde vannbsp;dezen Kyker uitmaaken van binnen metnbsp;zeer dun papier beplakt zyn, om 'er hetnbsp;licht van binnen in door te laaten, ennbsp;te gelyk te beletten dat de Aanfehou-wers kunnen zien de Wyzers, welkennbsp;op dit Plankje ftaan.

UITWERKING.

In welke order men in de Doos ge-plaatft heeft de Blaadjes, op welken de agt bovengemelde Woorden gefchre-ven flaan, en gevolglyk op wat wyzenbsp;men dat Latynfche Vers uitgedruktnbsp;heeft, zoo men, de Doos gefloten zyn-lt;^6 gt; dat foort van Kyker naauwkeurignbsp;hoven op het Dekfel derzelve plaatft,nbsp;zal ieder der Naaldens op die agc Wyzers

-ocr page 448-

3H

Magnetische

DE oNBE- zers aanwyzen de agt Woorden zooda-KE ONr- nig als zy gefchikt: Itaan op de Blaad-DEKKiNG. jgj ^ welken zig regt onder ieder dier Wyzers bevinden; en hec zal zeer ge-makkelyk zyn, als men in dezen Kykernbsp;ziet, zeer vaardig dat Vers te leezen,nbsp;zo. danig als het famengefteld en in dienbsp;Doos gelegd is, en dat zal altyd gebeuren niettegenftaande het groot getal vannbsp;Samenvoegingen en Verzettingen, welken hetzelve ondergaan kan.

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E,

Konst- A/Ten geeft de Doos en de agt Blaad-sxüKjE. nbsp;nbsp;nbsp;jgj, aan iemant van ’t Gezelfchap;

men doet hem opmerken de groote meenigte van Veranderingen, die mennbsp;’er door hen te verfchikken mede doennbsp;kan ; men laat hem de keus van hen ge-heimelyk te leggen in die order welkenbsp;hy goedvindt,' men gelaft hem de Doos

wel

-ocr page 449-

Vermaaklykheden. 345

wel te fluiten, een BJad papier te nee- konst-men, daar die Doos naauwkeurig mede stukje. te omwitjden, en ’er zyn Zegel op tenbsp;zetten, zoodanig dat men dezelve nietnbsp;kan openenjzonder dat het gezien worde; men brengt vervolgens de Doos innbsp;eene nabyzynde plaats, lettende op denbsp;zyde daar zy open gaat, om ’er den Ky-ker niet in een verkeerden zin op te zetten ; daarna leeft men het Vers, datnbsp;men van buiten onthouden moet om het ,nbsp;voor dien Perfoon te kunnen opzeggen,nbsp;¦wanneer men hem terftant de Doos innbsp;handen ftelt in dien ftaat, waar in mennbsp;dezelve ontfangeh heeft.

Deze Vermaaklykheid, waar van de uitwerking dezelfde is als die van denbsp;Doos met Getallen, befchreven by denbsp;zeftiende Vermaaklykheid van dit Weik,nbsp;heeft een groot voordeel boven deze;nbsp;in de Doos met Getallen, kan iemant,nbsp;die wat weet, zeer gemakkelyk ontdek-l^en door wat middel men de Cyffers,nbsp;die in de eerfte Doos gefloten zyn, innbsp;de tweede ziet verfchynen, maar in deze

-ocr page 450-

• 34*5 Magnet tscHE

KONSÏ-

STUKJE.

ze is het zeer moeijelyk dat geene te kennen, waar van men zig bedient omnbsp;dat Vers zoo als het ’er in gelegd is, opnbsp;te noemen; de groote famenvoeging vannbsp;agt Woorden, waar uit het beftaat,nbsp;vergroot ook merkelyk de verwondering, en ik geloof, dat dit Konfije innbsp;zyn foorc het verwonderlykfte is, datnbsp;men kan in het werk ftellcn. *

O P M E RKIN G.

Indien die Lieden, ‘welken in ’t open» haar verfebeide in de daad aardige Konft-flukjes met den Zeilftein vertoond hebben,nbsp;en die men ook algemeen bewonderd beeft,nbsp;dit Kon ft je gedaan hadde7i, zoude zy ze-kerlyk nog grooter verwindering verwektnbsp;hebben, en men zou zeer veel moeite gehad

heb-

* Ik heb met dit Konftje verwondering in Lieden verwekt, welken een gedeelte dernbsp;Magnetifche Vermaaklykheden die men in ’tnbsp;openbaar vertoond heeft, kende, en die ’ernbsp;de oorzaaken van vry gemakkplyk begrepennbsp;hadden.

-ocr page 451-




-ocr page 452- -ocr page 453-

Verm A AKLYKHEDEN.' 347

bebben om ’er de oorzaak van uit te vin- konst-den, vooral zoo men te gelyk geene andere stuxjb. Konjtjes in ’t ‘^ork gejteld hadden y die ’ernbsp;te zeer mede overeenkomen ; ik boop datnbsp;men uit deze intujfcben zienzal,dat ’er nietsnbsp;is waar over men zig behoeft te verwonderen , vermits de kleinfie dingen in fchynnbsp;wonderen en begoochelingen kunnen vóórtbrengen y ‘Welken in eene minder verlichtenbsp;Eeuw zekereMenfchen zouden hebben kunnennbsp;doen gelooven, dat zy, die dezelven deeden,nbsp;bovennatuurlyke Gaaven bezaten.

In plaats derbalvenvan zig over die foor-ten van Mirakelen te verwonderen, behoort men , zoodramen vandeeerjte verwondering , die zy verwekken, terug gekomen is, zonder eenigen twyffel vajtjiellen, datnbsp;zy, onder welke vermomming zy ons ooknbsp;vertoond worden, nogtbans door louter na-tuurlyke en dikwyls zeer eenvoudige uit'nbsp;werkjels voortgebragt worden, en gevolg-lyk zig toeleggen om 'er de oorzaaken vannbsp;te ontdekken.

ZES-

-ocr page 454-

348

Magnetisch È

ZES-EN-VEERTIGSTE

VER M A AK L Y K H EID.

D E

TOVER-SPIEGEL.

SAMENSTEL.

De Toverspiegel.

Pl.XXII Fig. I.

Fig.

Laat maaken eene Doos of Voetftuk AB, waar van het Dekfel by wyzenbsp;van eene Schuif aan de zyde A kan uitgehaald worden; van binnen moét de-zelven p duimen lang,zes breed, en agtnbsp;linien diep zyn; plaats in ’t midden vannbsp;deze D^ios en op drie duimen afltandnbsp;van de zyde A eene Spil, en zet op de.nbsp;zelve een bordpapieren Kring M, waarnbsp;in eene wel aangeftreken Naaide moetnbsp;befloten zyn.

Deel

-ocr page 455-

VERMAAKLYfeHEDEN. 349

Deel dezen Kring in vier gelyke Dee- de to-Jen, en teeken ’er in ’t klein op drie spisgmi,. Kaarten, die, met betrekkinge tot denbsp;Poolen van de aangeftrekene Naaide,nbsp;zoodanig gefchikt zyn, als de Figuurnbsp;aanwyft.

Maak in het Dekfel of de Schuif van deze Doos een vierkant Gat L van an-derhalven duim middellyns, en zet’ernbsp;op een vierkant Toorentje CD, be-ftaande uit vier Glazen - Stukken, welken van binnen met zeer dun papier beplakt zyn.

Zet op deze vier dus vereenigde Glazen den Kyker E F, van omtrent an-derhalven duim middellyns, en van zes duimen lengte; laat dezelve aan het endnbsp;Gopen zyn; en laat ’er vanbinnen innbsp;gezet worden een klein hellend Spiegel-tie M, op dat men, het oog geplaatfl:nbsp;zynde in G, zou kunnen zien het gedeelte van den bordpapieren Kring, innbsp;de Doos beflocen, dat zig bevindt onder de opening L van het Dekfel;plaatsnbsp;in het end F van dezen Kyker een Oog-

I. Deei,. nbsp;nbsp;nbsp;Znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'glas.

-ocr page 456-

•350

Magnktisghe

De To-

VER-

SiniiGEL.

glas, waar van het Brandpunt moet ge-lyk zyn aan den afftand G L en GM, en in het andere end E, een ander gewoon Glas.

Plaats op het Dekfel nog een Spiegel ’i' T,die flcgts 3 duimen raiddellynsheeft,nbsp;en op een Voet fcaat, op eenen zeernbsp;kleinen afftand van het end E van dennbsp;Kyker.

Fig. 3gt;

Voorzie U verder van eene Doos A. B. C. D, met Scharnieren fluitende,nbsp;van dezelfde grootte als de eerfte Doos,nbsp;en van drie Blaadjes, die ’er in leggennbsp;en ’er altoos in denzelfden ftand in ge-plaatll kunnen worden; in ieder dezernbsp;drie Blaadjes moet eene bekragtigde Staafnbsp;befloten zyn, zoo als de Figuuren aan-wyzen; ook moet men op deze Blaadjesnbsp;plakken drie Kaarten, dezelfden naame-

]yk

* Deze Spiegel word hier alleen voor de leus gezet, en om een denkbeeld te geeven,nbsp;dat men in dien Spiegel het voorwerp ziet,nbsp;’t welk in de Doos door het Gat L geziennbsp;word.

-ocr page 457-

Vermaaklykheden. 351

]yk als die op de bordpapieren Kring ge- Da to-teekend ftaan, alles met bctrekkinge toCs^j^GEi,. den ftand der bekragtigde Staaven, wel-pig. ,,nbsp;ken tot de famcnftelling van dit Stuknbsp;dienen, en volgens de beginfelen in hetnbsp;beloop van dit Werk gelegd.

UIT WERKING,

Als men een van de Blaadjes in deze tweede Doos legt, en ’er dan de eerftenbsp;Doos opzet, waar op de Spiegel ennbsp;Kyker Haan, zal de bordpapiere Kringnbsp;in deze eerfte Doos befloten, zig rig-ten naar den ftand der Staaf, welkenbsp;in dat Blaadje is, en vertoonen aan denbsp;opening L van het Dekfel, de gelykvor-mige Kaart, die op dien bordpapierennbsp;Kring geteekend is; indien men dannbsp;door den Kyker ziet aan het end E, zalnbsp;men die Kaart ontdekken, en zy zajnbsp;fchynen in den Spiegel T gezien te worden , fchoon zy wezcnlyk is in de Doosnbsp;of het Voetftuk onder de opening L.

VER:-


-ocr page 458-

352 Ma gnetisch e

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K ] E,

KONST-

STUKjE,

Men Iaat iemand van 't Gezelfchap een van de Blaadjes uitkiezen ,nbsp;gclaftende hem hetzelve geheimelyk innbsp;de tweede Doos te leggen, men zet ’ernbsp;vervolgens de eerfte Doos met den 'Ky-ker op, en een oogenblik daarna zegtnbsp;men aan dezen Perfoon, dat hy door dennbsp;Kyker in den Spiegel zien moet, en hynbsp;zal ’er die Kaart ontdekken.

OPMERKING.

Men kan nog een vierde Blaadje bebhen, voaar op niets gefebilderd is, en waar innbsp;eene bekragtigde Staaf hejloten is, ten einde (voor dat men dat Konjije doet') te kunnen doen zien, dat men nog niets in dennbsp;Spiegel ontdekke; men hegrypt dat mennbsp;dan dat vierde Blaadje in de tweede Doos

moet

-ocr page 459-

Vermaaklykheden. 353

fnoet gelegd hebben, en dat men, gelykin dit Konflje, de twee Doofen op elkanderen stukjb.nbsp;zetten moet.

AANMERKINGEN.

De drie Deelen, welken men na die uicgeeven zal, zullen dingen bevattennbsp;die ruim zoo verwonderlyk, meer ver-fchillende, en gemakkelyker van uitvoe-ringezyn; het is ligt te begrypen, datnbsp;de aart, de famenvoegingen, evenredig,nbsp;heden en verzettingen of ijver ander ingennbsp;der Getallen; de beguichelingen der Ge-zigtkunde ;lde Pbosphoren en de Sympathe-tifebe Inkten, en vcrfcheide andere ontdekkingen oneindig meerder, aangenaa-mer en nuttiger Vermaaklykheden voort,nbsp;brengen moeten dan de Zeilfteen; en innbsp;de daad, indien men de hier voorens be-fchrevene Vermaaklykheden flegts metnbsp;een vlugtig oog overziet, zal men ’ernbsp;overal in ontmoeten bekragtigde Staa-ven,welken aan de Naaldens haare eigene rigting geeven, en men zal bevin-Z 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 460-

3J4

MAGNETIS CHE

Konst-

JTÜKJE.

den dat zy alleenlyk verfchillen door de order en verfchikkinge, waar in men de*nbsp;zelven gefield heeft, of door eenig werk-tuigelyk geflel, dat men ’er bygevoegdnbsp;heeft oni dezelven te meer te doen verfchillen. Het zou miffchien moeyelyknbsp;geweeft zyn om ’er een grooter getalnbsp;van te maaken zonder in te zeer overeenkomende Vermaaklykheden , of innbsp;nuttelooze herhaalingen te vallen; mennbsp;zal derhalven dit Deel befiuiten metnbsp;eene befchryvinge van het Magneti-fcbe Uurwerk, dat men voorheen teLyonnbsp;gezien heeft in het Kabinet van dennbsp;HeereGROLLiER deServieres, zeer beroemd door eene meenigte van nuttigenbsp;en aangenaame uitvindingen; het is eenenbsp;billyke eerbewyzing, welke men aannbsp;dien vernuftigen Werktuigkundigen ver-fchuldigd is, die het eerfle aangenaamenbsp;Konftduk met den Zeilfteen uitgedagtnbsp;heeft,* naar welks voorbeeld men vervolgens bedagt en famcngefteld heeft denbsp;verfcheideSireenen en andere Konftfluk-ken van dit foort, die men in deKa-

bi-

-ocr page 461- -ocr page 462- -ocr page 463-

Vermaaklykhedem, ÜJJ

binetten van verfcbeide Liefhebbers ont-Konst.

*ruKjii,

moet.

’t Ware te wenfchen geweeft A'oor hen, die deze foorten van Vermaaklyk-heden beminnen, en zelfs voor kundigenbsp;Lieden, dat de Heer de Servieres, innbsp;zyn Werk ontvouwd had het inwendig^nbsp;Samenftel der Stukken, waar van hynbsp;flegts de befchryving gegeevcn heeft,nbsp;even als hy het omtrent nuttige Onderwerpen gedaan heeft; men zou ’er volkomen uit hebben kunnen zien, tot hoenbsp;verre die vernuftige Werktuigkundigenbsp;2.ig van al de Konft cn Hulpmiddelen dernbsp;Werktuigkunde heeft weeten te bedie-nen.

ZE-

-ocr page 464-

356 Magnetische

ZEVEN - EN - VEERTIGSTE

/ VERMAAKLYKHEID.

HET

magnetisch

UURAVERK.

SAMENSïEL.

H'

Het

Magne

tisch

Uur

werk.

'et Binnenwerk van dat Uurwerk moet op dezelfde Wyze famenge-fteld zyn als dat van een gewoon Uurwerk, dat alleen de Uuren aanwyft, uitgezonderd dat het noodzaakelyk grooternbsp;zyn moet; men kan de twee Plaaten,nbsp;die de Kaft 'er van maaken, neemen

van

-ocr page 465-

Vermaaklykheden. 3 j7

van vier of vier en een halve duimen Het middellyns; ook moet men in plaatfe tischnbsp;van eene Naaide die de Uuren aanwyft,

op den As, vvaar op dezelve ftaan moet, een kopere Regel A B zetten, van zeven of agt duimen lengte, aan welks end aan de ecne zydenbsp;men voegen moet het Hoefyzer CD,nbsp;dat door een Schroef E vaft gezet ennbsp;vafl: gehouden moet worden, ten einde het vl.xxhx-te kunnen beweegen en Rellen, zoo alsnbsp;noodig zyn zal.

Dit Uurwerk moet ook een Onruft hebben, geplaatft zoo als men die ge-meenlyk plaatft in de gewoone Uurwerken ; en moet. op dezelfde wyze opgewonden worden naaft den bovengenoemden koperen Regel: zoo men begeerde, dat het langer dan vier-en-twintig Uuren gong, zou men ’er eennbsp;Rad te meer in moeten voegen, tennbsp;einde het zelve naar begeeren veertiennbsp;dagen of zelfs een maand lang te doennbsp;gaan.

Dit Binnenwerk gemaakt zynde, moet ^

Z s

-ocr page 466-

358

Magnetische

Het

men het zetten in eene Doos MN, die magne- rond, van omtrent tien duimen middel-uuR- ]yns en derdehalve duimen boog zynnbsp;WERK. moet. Op het hovende en in den omtrek van deze Doos moet een Wyzernbsp;zyn, waarop alle de Duren geteekendnbsp;zyn; in ’t midden van dezen Wyzernbsp;moet een dun koper Bekken geplaatftnbsp;zyn van omtrent agt duimen middel-lyns, en eenen duim diepte, dat metnbsp;den Wyzer een ftuk moet uitmaaken,nbsp;en van het bovenfte der Doos, daarnbsp;het met drie of vier Schroeven op vaftnbsp;ftaat, moet kunnen afgenomen worden.

’tis onder dit Bekken binnen in de Doos dat vaft moet gézet worden hetnbsp;Binnenwerk van dat Uurwerk, in achtnbsp;neemende dat de As, die het zeilfteen-kragtige Stuk draagt, naauwkeurig ianbsp;het middelpunt van den Wyzer zynnbsp;moet, en dat dit zelfde zeilfteenkrag-tig Stuk onder het Bekken moet draai-jen, en ’er zoo digt by zyn moet alsnbsp;mogelyk is, zonder het egter te raaken,

ten

-ocr page 467-

VEaMAAKLVKHEDEIf. 3 J9

ten einde deszelfs beweeging niet te- het gengehouden worde.

Men kan ook een ander tin Bekken hebben, ’t welk in het kopere nee paftnbsp;en fluit, en ’er door middel van tweenbsp;Ringen uitgenomen kan worden. Deze twee Bekkens zyn gemaakt opdat,nbsp;wanneer men het tinne wegneemt, geennbsp;water in het Binnenwerk zou kunnen val-len, en te gelyk opdat men dan het be-kragtigde Hoefyzer, waar in hier al ’t geheim gelegen is, niet zou zien kunnen.

Men moet ook een kleine Schildpad T hebben van Kurk of ligt Hout, die gemakkelyk op ’t Water dry vennbsp;kan, en in dezelve moet befloten zynnbsp;een bekragtigd Staafje V.

Dit Uurwerk kan ook in eene Tafel verborgen worden, waar in een rondnbsp;Gat zou moeten zyn, om ’er het Bin-newerk alleen in te plaatfen, en dannbsp;zou men op de Tafel moeten zettennbsp;eene houte ronde Schyf van anderhalvennbsp;duim dikte, die alleen den Wyzer ennbsp;het Bekken draagen zou.

Vol-

-ocr page 468-

3ÖO M A G N E T I S c H I uitwerking.

Het

Magne

tisch

Uur

werk.

Volgens het befchrevene Satnenftel, zal de kopere Regel, waarop het be-kragtigde Hoefyzer geplaatft is, wanneer dit Uurwerk wel gemaakt is, denbsp;Uuren aanwyzen, of, om beter te zeggen , hy zal den Wyzer in twaalf Uurennbsp;eens rondloopen: waar uit volgt, dat,nbsp;wanneer men de Schildpad, in welkenbsp;het bekragtigd Staafje is , in het Bekken , gevuld met water, zet, zyjzignbsp;rigten zal op het Uur, ’t welk zou aangewezen worden door de Naaide vannbsp;dit Uurwerk, die in de plaats van hetnbsp;zeilfteenkragtig Stuk of het Hoefyzernbsp;zou gefield zyn, en gevolglyk aanwyzen dat zelfde Uur, ’t welk het is opnbsp;’t oogenblik, dat zy in het Bekken gezet word.

VER-

-ocr page 469- -ocr page 470- -ocr page 471-

Ve RMAAKLYKHE D E N. 3ÖI

VERMAAKLYK

K o N S T S T U K J E,

Men vult het Bekken roet Water

- nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Konst-

en men geeft de Schildpad aan stukje,

iemant van ’t Gezelfchap, die haar op het Water legt, en men doet hem opmerken dat zy hem op den Wyzer, dienbsp;het Bekken omringt, net zal aanwy-zen het Uur, zoo laat als het dan is.

OPMERKING.

Onder de groote meenigte van fraaije tn buitengewoons Uurwerken, die in hetnbsp;Kabinet van den Heere Grollter denbsp;Servieres waren, haarde dit befcbrevenenbsp;de meejie verwondering', nogtbans moetnbsp;men tot roem van dien vernuftigen Werk-tuigkundigen erkennen, dat ’er onder wa-ren, wier Samenjtel buiten tegenjpraak veelnbsp;geejliger was, gelyk men opmaaken kannbsp;uit de befchryvinge van zyn Kabinet gedrukt te Lyon.

AGT-

-ocr page 472-

362 Magnetische

C2Ö) AGT-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

D E

GELUKKIGE

WAARZEGGING.

SAMENSTEL.

y ^aat een zeskantige Doos maaken, van

Pe ge-

waa'r^^ omtrent zes duimen middellyns en zeggikg. tsvee of drie linien diepte, fluitende met

twee

(26) Tot hier toe ftrektc zig uit» de Ver-maaklykheden, met den Zeilfteen, toen de Auteur dit Eerfte Deel uitgaf; maar agternbsp;het Vierde Deel heeft hy een Aanhangfel opnbsp;dit Deel gevoegd, bevattende nog eenigenbsp;Magnetifche Vermaaklykheden, die hy ze-

dert

-ocr page 473-

VerMAAKLYK HEDEN. 3Ö3

twee Scharnieren A en B, die aan eeneüE gh-van de zyden derzelve vaft zyn ; iaat WA^if-® her Dekfel van deze Doos zeer dun zyn,nbsp;en op het zelve nog zyn een andernbsp;Dekfel dat 'er loffelyk op fluit, ten pig.^nbsp;einde men het zelve gemakkelyk van hetnbsp;eerfle Dekfel kan afneemen.

Op den Bodem van de Doos Fig. 3. moet eene gelykzydige driehoekige ruimte CDE getrokken en uitgehold zyn,

waar

dert uitgedagt heeft, en die zy, welken de-ielveii gezien hebben, nog veel bedekter en verwonderlyker gevonden hebben dan alle de voorigen: Dezen heb ik geoordeeld hiernbsp;te moeten inlasfcn en in order te laaten volgen; benevens de Manier om de Staavennbsp;van de konftige Zeilfteenen te inaaken en tenbsp;bekragtigen., die hy mede in dat Aanhangfelnbsp;heeft opgegeeven, op verzoek van verfchéi-dene Lieden, die op dit Werk ingefchrevennbsp;hadden, en welken begeerden in ftaat te zynnbsp;om zelve de Stukken te maaken, die voornbsp;deze Vermaaklykheden of anderen, welkennbsp;2y uitdagten, dienen moeften.

-ocr page 474-

3^4

Magnetische

De ge- waar van iedere hoek naauwkeurig zig uit-waau^ flrekkc naar het midden van eene der ZEGGING, zyden van dien Zeshoek; laat deze driehoekige holre eene linie diep zyn omnbsp;’er in te kunnen leggen een van de negen Blaadjes, die hier volgen.

Fig- ;•

Maak negen Blaadjes van twee linien dikte, in gedaante van den gelykzydi-gen Driehoek, die op den Bodem vannbsp;die Doos uitgehold is. Trek uit hetnbsp;middelpunt D de lynen A D, B D ennbsp;CD tot in de hoeken van dezen Driehoek. Befchryf uit het punt D den Cirkel ABC, en deel in negen gelyke dee*nbsp;len de boogen van dien Cirkel, welkennbsp;tusfehen ieaer der drie zyden van diennbsp;Driehoek bevat zyn; en trek in dien Cirnbsp;keiMiddellynen, door ieder punt van dienbsp;Verdeelingen, welken doorbet middelpunt van dien' Driehoek gaan moeten;nbsp;waar door men voor dien geheelen Cirkel, of, ’t geen zelfde is, op dien Drie-hoek ABC verkrygen zal zeven-en-twin-tig gcIyke Verdeelingen, en op iederenbsp;zyde negen Verdeelingen.

Breng

-ocr page 475-

Vermaaklykheden. 305

Breng eene van die negen Verdee- de ge-lingen op ieder der negen Driehoeken,

Om dus zoo veele verfchillende ftanden zegging. tegeevenaan de negen Staaven1, die afnbsp;zonderlyk in ieder der negen Blaadjesnbsp;moeten gelegd worden 1

Befchryf op het bovenfte van hetp-Dekfel den Cirkel ABC en dienEFC; ^ deel den eerften in zeven-en twintig ge-lyke deelen; trek, uit ieder punt diernbsp;Verdeelingen, gedeeltens van Straalen,nbsp;die zig uittrekken tot den Cirkel E F G,nbsp;en fchryf naauwkeurig in iedere diernbsp;Verdeelingen een van de ze ven-en-twintig Verfen, welken in de volgende Tafel, taan, en in dezelve oraer, beginnende te fchryven het eerfte in die Verdee-

1

nbsp;nbsp;nbsp;Deze Staaven moeten puntig gemaaktnbsp;zyn, zoo als de zefde Figuur van dezelfde 1nbsp;Plaat aanwyft.

* nbsp;nbsp;nbsp;1 De plaats van iedere Staaf word aangewezen in de vierde Figuur i, 2, 3, 4, 5,

6, 7) 8, en 9.

I. Deel. nbsp;nbsp;nbsp;a a

-ocr page 476-

S6ö ' M agnetische

tjB ge- deeliog, welke van de regtcr zyde van WAAR^”^ de Lyo AD, de zyde, waar aan denbsp;aEGGiNG. Scharnieren zyn, in twee gelyke deelennbsp;deelt.

Leg in ieder der negen Blaadjes eene bekragtigde Staaf, waar van het Noorden gekeerd zy naar de zyde AD, ennbsp;bedek het geheel met een dubbeld Papier, ten einde men dezelven op gee-nerhande wyze zou kunnen ontdekken.nbsp;Schryf op ieder der Blaadjes de negennbsp;Woorden die hierna volgen, in achtnbsp;neeraende het Nommer, dat 'er nevensnbsp;ftaat, ’t welk betrekkelyk is tot dat,nbsp;’t welk den ftand der Staaven op de vyf-de Figuur aanwyft.

Schryf ook op den Bodem van de Doos de drie Woorden; doorleden, Tegenwoordig en Toekomend, gelyk gy hetnbsp;op die Figuur aangewezen ziet.

-ocr page 477-

Verm AAKLYKHEDEN. 36;^

Woorden, die men a/zonderlyk Schryven ^

moet op ieder der negen Blaad- wa^r-* jes y in weiken de bekragtig-de Staaven bejloten zyn, innbsp;acht neemende de zydey daarnbsp;bet Noorden van hunne Staaven naar toe gekeerd is.

N*?.. I. Hwvoelyk.

2. nbsp;nbsp;nbsp;Deugd.

3. nbsp;nbsp;nbsp;Liefde. .

4. nbsp;nbsp;nbsp;Geboorte.

y. Veretniging.

6. nbsp;nbsp;nbsp;Godsdienji.

7. nbsp;nbsp;nbsp;Karakter.

8. nbsp;nbsp;nbsp;Rang.

9. nbsp;nbsp;nbsp;Lot.

Aa 2

Order


-ocr page 478-

308

Magnetische

De ge'

EDKKIGE

Waar

zegging,

Order der zeven-en-twintig T^erfetiy die men fcbryven moet op den Wy^er v\ B Cnbsp;C Fig. 4.) en waar van 'er drie betrekking hebben tot ieder der Woorden vannbsp;de bovenjtaande Tafel 1.

VOORLEDEN

Huwelyk.

^ie kon dit Huw’lyk voor ons Land naar eifcli waardeeren?

Deugd.

I—in deugd werd hy gevormd naar ’s Vaders treflyk beeld.

Liefde.

1

Van ieder dezer drie Verfen, heeft het eerlle betrekking tot het Foorledenehetnbsp;tweede tot het Tegenwoordige, en het derdenbsp;tot het Toekomende t aan ’t Hoofd van iedernbsp;Vers is gezet het Woord endeTyd, waarnbsp;toe zy betrekkelyk zyn, om de Order en denbsp;Samenvoeging ’er van te gemakkelyker tenbsp;doen zien. Men ziet ook dat de eerfte Letters van deze Verfen te famen uitmaakennbsp;de Naamen van onzen Prins en Princes,nbsp;en dat de zin der Verfen op hun Huw»-lyk enz. toegepaft is.

-ocr page 479-

Veumaaklykheden. 369

Liefde.

De 6e-

f-'outere Liefde deed hem ’t belle

legeeren. nbsp;nbsp;nbsp;zegging,

Cebmte.

Iljy werd met recht geacht uit VorlUyk.

Bloed geteeld.

Vereeniging.

iTien zegenryke hand ftrikte eerft diellutv-lyksbanden.

Godsdienjl.

^en heeft reeds vroeg befpeurd dat Gods-dienfl: in hem woont.

Karakter,

^y heeft reeds vroeg het hart zeer wel geplaatft getoond.

Rang.

Cjw Rang gaf U ’t bellier der meell beroemde Landen.

Lot.

^at heeft Gods gunll in U ons Land met heii bekroo^^^^

V nbsp;nbsp;nbsp;Aa 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TE-

-ocr page 480- -ocr page 481-

Vermaaklvkhhden: 371.

Karakter.

De gelukkige

telkeen erkent in haar Deugd, W/sheid ^aar-^ en verftand.

Rang.

O at Vorft’Iyk Huis kan fteeds op groote Helden roemen.

Lot.

en waare Vreugd, Vorstin verfpreidt gy door al ’t Land.

TOEKOMEND

Huwelyk.

fxJys Echtzon, lys, niets zal uw.glansryk Licht verduift’ren.

Deugd.

i^n U zal ’t Vorftendom fteeds zig een voorbeeld zien.

Liefde.

K^an ’t zyn! gy zult fteeds meer en meer die harten kluift’ren.

Aa 4

Geboorte.

-ocr page 482-

37.2 Magnetische

Geloorté.

De ge-

quot;WAAR- Jgt;an hunzal Vrugtbaarheideen min’lykNa-

ZEGGING. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...

kroolt bien.

Vereeniging.

{/^taat deze Trouw, zy ftrekt den Naneef fteeds tot Zegen.

Godsdienjl,

O ra wel te doen is hy aitpos opredit gezind.

Karakter.

?r^jontein vol goedigheid, zal zc altyd zyn bemind.

RANG.

Nassouws eer zal fteeds beklimmen hooger wegen.

LOT.

ftgt;an U is voor altoos veitiouvd’s Land* hoog bewind.

ü I T-

-ocr page 483-

Vermaakltkheden. 373 UITWERKING,

Als men, nadat de bovenfte VerfenusG®-en de Woorden op de Blaadjes behoor- waar-^ lyk gefchikt en gefchreven zyn, zoo als zegging.nbsp;boven geleerd is , eene aangeftrekennbsp;Naaide plaatft op eene Spil, die in ’tnbsp;midden van den Wyzer, waar op denbsp;Verfen zyn, ftaat, en indien men dannbsp;een van de negen Blaadjes in de Doosnbsp;legt, zal de Naaide een Vers aanwy-zen, dat betrekkelyk is tot het Woord,

’t welk op dat Blaadje gefchreven is, en dit Vers zal zien op het Voorledene,nbsp;op het Tegenwoordige, of op het Toeh-?nende, volgens den ftand, dien men aannbsp;dat Blaadje zal gegeeven hebben, ’tnbsp;welk,nadien het eene gelykzydigeDriehoek is, op driederley verfchillendenbsp;manieren in de Doos kan geplaatft worden.

V£R.

lb


-ocr page 484-

374 Magnetische

VERMAAKLYK

KONSTSTUKJE,

M'

Konst-

STÜKJK,

en- Iaat iemant van ’t Gezel-fchap uit de negen Blaadjes die hoedanigheid of byzonderheid verkiezen , welke hy van den Prins of Princesnbsp;begeert te weeten, en men laat hemnbsp;volftrekt meefler om het zelve te leggennbsp;in een ftand, dien hy begeert, zoodanig, dat het Woord, 't welk ’er op ge-fcbreven Raat, gekeevt zy naar de zydenbsp;van het Voorledene^ van het Tegeniaoor-dige of van bet Toekomende; hy fluitnbsp;vervolgens de Doos, en een oogenbliknbsp;daarna ligt men het Dekfel ’er af, ennbsp;men laat hem zien, dat de Naaide ftaatnbsp;op een Vers, dat betrekking heeft totnbsp;den verkozen Tyd en tot het Woord,nbsp;’t welk gefchreven flaat op het Blaadje ,nbsp;’t geen hy geheimelyk in de Doos ge-legd heeft,

O P-

-ocr page 485-

VERMAAKLTK heden, 375 OPMERKING.

Men kan op dit beginfel een dergelyk Stuk maaken, dat toepajjelyk is op voor- stukje.nbsp;•werpen die men verkiezen •wil, in achtnbsp;noemende dat bet getal der Verfen altoosnbsp;deelbaar moet zyn door drie, ter oorzaakenbsp;van de driehoekige gedaante, die men aannbsp;de Blaadjes gegeeven be^t; men kan ’ernbsp;derbalven op zetten i8, 21,24, 27 ofnbsp;boogjte 30. Verf en', •want, indien men eennbsp;grooter getal nam, zou bet moeijelyk zyn ,nbsp;nieitegenjlaande de naawwkeurigheid dernbsp;Verdeelingen,om te maaken, dat de Naaide zig behoorlyk rigte. Het Samenjlelnbsp;van dit Stuk vordert zeer veel voorzorgenbsp;om ’er •ooel in te gelukken, als bet getalnbsp;der Verfen meer dan 24 is.

NE-

-ocr page 486-

Magnetische

NEGEN- EN-veertigste

VERMAAKLYKHEID.

EEN

ZAK-UURWERK

naar begeeren te doen Jlilfiaan.

Vraag aan iemant van ’t Gezelfchap om zyn Zak Uurwerk, en leg het

Eejj Zakuurwerk

NAAR BE-

te

sriL-

SÏAAN.

POEN op de Tafel, waar op gy uwe Vermaak-lykheden doet, indiervoegen, dat des-zelfs Onruft naauwkeurig geplaatft zy boven het end van eene zeer flerk be-kragtigde Staaf, welke in die Tafelnbsp;verborgen is; deze zal terftond het On*nbsp;ruft aantrekken, ’t geen genoeg zal zynnbsp;om opftaandeVoet dat Uurwerk te doennbsp;ftil ftaan; en als men de Staaf wegnbsp;trekt, zal^ het zelve weder gaan alsnbsp;vporens.

O P*

-ocr page 487-

VerWAaki-ykheden. 37?

OPMERKING.

Om in dit Konjlje nvel tejlaagen, moet eenZak-bet Onrujt van het Werk van Staal en Uu'^werk

nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;NAAR BE-

métvan Koper zyn, zonder dit zou het gerkz is niet gelukken; deze Werking van den “nbsp;Zeiljteen op een Zak-Uurwerk kan bet zei- staan.nbsp;ve geenzins bederven of ontjtellen, gelyknbsp;veelen zig ingebeeld hebben. Men kan, omnbsp;dit Konjtje te doen, bet Uurwerk ook aannbsp;een Bebangfel ophangen, waar agter mennbsp;eene bekragtigde Staaf verborgen beeft.

VYF-

-ocr page 488-

378 Magnetische

VYFTIGSTE

vermaaklykheid.

DE DOORZIGTBAARE

DOOS

MET

DOBBELSTEENEN.

aat maaken een klein hout Kiflje ABCD van omtrent tien duimen

De door-

ZlGTBAA-KE Doos

MET DoB-lengte, twee breed, en anderhalven BELSTEE-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hoogte. Plaats fchuifsgewyze op

PL.xxiv. deszelfs beide bovenfte einden A en B Eig- 7. iwee kleine teerlingswyze Doosjes I, L,nbsp;van omtrent twintig linien binnenwerks,nbsp;ten einde ’er in te kunnen plaatfen eennbsp;houten.hollen Dobbelfteen v an dezelfdenbsp;grootte. Laaten de kleine zyden EF,GH

ge-

-ocr page 489-

Vermaaklykheden. 379

geheel gefloten zyn, dog zoodanig datDEDooR-zy fcbujfsgewyze opgeligt kunnen wor- iE^D^oos' den, en laat aan ieder derzelven ge-b|ls?euInbsp;voegd worden een kleinder Schuifje M,nbsp;dat ter hoogte van flegt$ ééne linie Flg- 3.nbsp;moet kunnen op en néér gefchoven worden, om door het zelve te openen ofj tenbsp;bedekken een klein Gaatje N, waardoornbsp;men bedektelyk in de Doos kyken kan.

Bedek het bovenfte van die Kiflje tusfchen de twee voorgenoemde Doosjes , alsmede deszelfs twee grootfte zy-den met Glazen, onder welken men eennbsp;dun Papier leggen moet, om dus tenbsp;verbergen ’t geen in het Kiflje moetnbsp;befloten zyn, zoo als gezegd zal worden , en om het te gelyk van binnen tenbsp;verlichten.

Stel in dit Kiflje vafl de twee Spiegels OP en QR in een hellenden ftand metnbsp;een hoek van 45 graaden, op dat gynbsp;door ieder der Gaatjes van de Schuifjesnbsp;M gemakkelyk zien zoa kunnen dennbsp;onderkant van ieder teerlingswys Doosje I en L.

Ver-

-ocr page 490-

380

Magnetische

Dedoor- Verdeel het onderfte van deze Doos-KE^ifoos jes in vier gelyke Deelen, door twee BELSTBE-' Hoeklynen van den eenen hoek tot dennbsp;anderen getrokken; deel insgelyks denbsp;zyde, die naar het midden van het Kiftjenbsp;ziet, in zes Deelen; op ieder van welken gy teekenen moet een der Oogen,nbsp;'die men met een Dobbelfteen werpennbsp;kan.

Plaats onder ieder der twee Doosjes lenL een koper Bruggetje A BCFig. lo. ),

dat-gy een ftand geeven moet zoo als in de pde Figuur word aangewezen, ennbsp;zet ’er op een Spil S, die juift in ’t mid*nbsp;delpunt van het Vierkant, ’t welk den bodem van ’s Doosje uitmaakr, (taan moet.

Fig. 9-

Fig. 10.

Neem twee Naaldens, de eene van Staal en aangeftreken, en de andere vannbsp;Koper, kruisgewyze met regte hoekennbsp;over elkander leggende, en met een ennbsp;het zelfde Kapje ruftende op de bovengemelde Spil S, zoodanig dat zy volmaakt in evenwigt zyn.

Fig. II.

Verdeel ieder Vlak der twee Dobbel-fteenen in vier Deelen, door twee Hoek-

lynea

-ocr page 491-

Veamp;MAAKLYkHKDÊN. 3^1

Jynen van den eenen hoek tot den angt; dk dcx)». deren getrokken; en deel verder iederenbsp;zvde derzelven in zes andere gelvke metdob-

^ nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;BELSTEIÏ»

Deelen, i, 2, 3, 4, 5, o, door lynen, neu. die van den eenen kant van den Dob-bfelfteen gaan tot den anderen door hetnbsp;Punt T, waarin de gemelde Hoeklynennbsp;inalkanderen Inyden. Maak in dennbsp;Itreek van deze Lynen een Groef, dognbsp;zoo dat dezelve op ieder Vlak van dennbsp;Dobbelfteen in eene verfchillende Lyhnbsp;valle; op het eene Vlak, by voorbeeld,nbsp;in de Lyn i, op het twee in 2, enz.

Leg in ieder dezer Groeven een klein bekragtigd Staafje van vyftien liniennbsp;lengte, twee breedte en een dikte; innbsp;acht neemende dat alle deze Verdeelin-gen zeer naauwkeurig gemaakt zyn.

Beplak deze Dobbeltteenen met een dubbeld Papier, en fchryf 'er op hunne verfchillende Oogen, overeenkomüignbsp;met die, welken zy door middel vannbsp;de aangeftrekene Naaide aanwyzen zullen, als [zy in de Doosjes geplaatst zullennbsp;zyn, derwyze dat ieder dezer Oogennbsp;I. Deel.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bbnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zig

-ocr page 492-

382 Magnetische -

MET Dob BELSTEE-KEiV.

pgpooR. zig bevinde boven op, de Doosjes, die redoos'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Dekfel moeten gefloten worden.

MET Dob-

UITWERKING.

Wanneer dit Stel dus in gereedheid zat gebragt zyn, met alle de gemeldenbsp;voorzorgen en afmectingen, en mennbsp;beide de Dobbelfteenen in hunne Doosjes legt, het komt ’er niet op aan in watnbsp;ftand en op welke Oogen, zal men, ky-kende door de twee kleine Gaatjes agternbsp;de Schuifjes M, die zelfde Oogen kunnen zien, die als dan, door de Naaidenbsp;onder ieder Doosjes geplaatfl, naauw-keurig aangewezen worden; en door ditnbsp;middel zal men kunnen weeten de Getallen of Oogen, welken men metnbsp;de Dobbelfteenen bedektelyk gemaakt-heeft.

VER-

-ocr page 493-

VsaMA AKLÏKHEDEir. 383

VERMAAKLYK

K O N S T S T U K J E.

en geeft deze Doos aan iecnant van c Gezelfchap, en men Iaat stukje.

M

hem de vryheid om de Dobbelfteenen geheimelyk naar zyn zin in de Doosjesnbsp;te plaatfen; kykende on der tusfchen, zonder dat men het gewaar worde, doornbsp;de kleine Gaatjes, zegt men hem denbsp;Öogen, die hy gelegd heeft j dit heeftnbsp;plaats in welken ftand men de twee Dobbelfteenen ’er in legt.

OPMERKING.

Dit Konjijtukje geeft eene uitmoet king veel vermoonderljker dan de meejien vannbsp;die, voelken door middel van den Zeilfteennbsp;gefcbieden , en moaar van men de Befcbry*nbsp;ving in ’t beloop van dit Werk geziennbsp;beeft i en voel eerft omdat men de vfy~nbsp;B b 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;btii

-ocr page 494-

384 Magnetischè

Konst-

STUKJE.

beid beeft om de Dobbeljleenen in allerley mogelyke Jlanden te plaatfen, ’t •welk voornbsp;iedere Dobbeljteen vier en-t^wintig ver-fchiÜende Standen of Verzettingen maakt;nbsp;i'en andere omdat men niet gemakkelyk be-grypty .op lt;wat •wyze men kan •weeten denbsp;Oogen, die boven in de Doos zyn, en omdat men geene opening ontdekt, voaar doornbsp;men ’er van binnen tn zien kan.

AANï

-ocr page 495-

Vermaaklykheden. 38j

AANMERICINGEN.

Over de manier van Konflige Zeil-Jieenen te maaken of Staale Staaven te bekragtigen.

In het begin van dit Deel Bladz. 22, heeft men aangetcekend, dat de Kon- ringen.nbsp;ftige Zeilfteenen dikwyls meer kragtnbsp;hebben dan de Natuurlyken fchoon zelfsnbsp;gewapend, en ook meer kragt aan Naal-dens en Staaven mededeelen, zoo datnbsp;men zig daar toe zeer wel bedienen kannbsp;van een Bos bekragtigde Staaven, hoedanig op de eerfte Plaat, Figuur 2. afge-teekendis; het kan derhalven niet dannbsp;aangenaam zyn, dat men hier de maniernbsp;aangewezen vinde om die Staaven, Plaatjes ofj Enden van Degens te bekragti.nbsp;gen, en ’er zig weder van te bedienennbsp;om aan anderen de Zeilfteenkragt m(e-de te deelen.

B b 3 nbsp;nbsp;nbsp;Het

-ocr page 496-

385 Magnetische

AA^JMER-

kingen.

Het is maar federt omtrent dertig jaaren, dat men de manier ontdekt heeft,nbsp;om met twee ftaale 1 geharde Staavennbsp;konftige Zeilfteenen te maaken. Mennbsp;is deze ontdekking verfchuldigd aan dennbsp;Heer Knight, een Engelsman, die innbsp;’c jaar 1745. aan Het Koninglyk Genoot-fcbap te Londoni twee ftaale, gehardenbsp;en bekragtigde Staaven aanbood, ternbsp;lengte van vyftien duimen; deze Staaven waren evenwydig tot elkanderen innbsp;eene Doos gelegen, en afgeftheidennbsp;van maïkanderen door een houten regejnbsp;van agt tot tien linien breedte, en vannbsp;dezelfde dikte als de Staaven; aannbsp;ieder end derzelven was gevoegd een

ftuk

1

Het Duitfche Staal is zoo goed en mis-fchien. beter dan het Engelfche om die Staaven te maaken; het is niet noodzaakelyk dat zy zeer fterk gehard zyn; ook behoeftnbsp;men haar niet te polyften, het is genoeg datnbsp;men haar op een Slypfteen glad maakt; hetnbsp;Staal, dat men ’er toe gebruikt, moet wel ge-fmeed zyn.

-ocr page 497-

387

VeRMAAKLYKHED EK,

ftuk Yzer van dezelfde breedte en leng- aanmes-

te, zoodanig naamelyk dac het Noor-de van de eene en het Zuiden van de Pf-xxiv. andere Staaf tegen ieder dier yzere Stuk-ken A en B aanlegge.

De Heer Knight deed in tegenwoordigheid van veele Engelfche Natuurkundigen verfcheide proeven met deze be-kragtigde Staaven, hy veranderde de Poolen van eenen Zeilfteen, dien hynbsp;plaatfte en eenigen tyd leggen liet tus-fchen de einden van deze twee Staaven, indiervoegen, dat de Poolen vannbsp;dezen Steen de overeenkomftige Poolennbsp;van die Staaven raakten.

Hy nam die twee Staaven en plaatfte haar met de einden in eene lyn tegennbsp;elkanderen, zoodanig dat de Zuidpoolnbsp;van de eene lag tegen de Noordpool vannbsp;de andere; hy plaatfte vervolgens hetnbsp;middelpunt van eene aangeftrekeneNaal-de tusfehen haare famengevoegde einden, drukkende een weinig op de Naaide; en zagtjes de twee Staaven bewee-gende, deed hy het Zuiden van denbsp;Bb 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eene

-ocr page 498-

588 Magnetische

Agt;iNMrK- eene Staaf fchuiven over eene van

Singen. zyden van de Naaide, en het Noor' den van de andere Staaf over haare andere zydei en, nadat hy deze proefnee-ining meenigvuldigmaalen op verfcheidenbsp;Naaldens herhaald had, deed hy opmerken , dat zy veel meer kragt verkregen hadden dan dergelyke Naaldens,nbsp;die door eenen natuurlyke gewapendennbsp;Z'Cilfteen bekragtigd waren. De Heernbsp;Knight maakte een geheim van zyqenbsp;ontdekking; hy verzekerde alleen, datnbsp;hy zig van geenen 'natuurlyken of kon-ftigen Zeilfteen bediende, om de Zeil-tteenkragt aan di.e Staaven mede tenbsp;deelen.

Veele Natuurkundigen haaftten zig om het geheim, dat de Heer Knight wil.nbsp;de verbergen, uit te vorfchen. Denbsp;Heeren Michel en Canton in Enge-land, en de Hepr Antheaume te Earysnbsp;gelukten’er in; De Heer Michel vondnbsp;het middel om een weinig Zeilfteenkragtnbsp;mede te deelen aan eene kleine ftaalenbsp;Staaf pf P^tjdie hy tusfchen twee yze-

-ocr page 499-

Vermaaklykheden.

re Staaven plaatfte, welken met de ein- aanmfr-den in den ftreek van de Magnetifche Middaglyn tegen een gelegen warennbsp;en naar het Noorden helden; het geennbsp;hy ter uitvoer bragt door een derde yze-re Staaf, in een loodregten (land tenbsp;ftryken óver dat kleine Staafje, en welnbsp;van het Noorden naar het Zuiden. Denbsp;Heer Canton gelukte ’er mede in, bedienende zig van genoegfaam het zelfdenbsp;middel.

De Heer Antheaüme gong veel verder dan de Heeren Michei. en Canton, hy voegde twee lborten van Wapeningen aan de twee yzere Staaven, van den Heere Michel, gebruikte gee-ne Staaf om regtftandig te ftryken overnbsp;die, welke hy wilde bekragtigen, ennbsp;flaagde , zonder de hulp van eenige

Zeil-

* Dit wil zeggen, dat hy die twee Staa. ven rigte van het Zuiden naar het Noorden, volgens de helling van de aangeftre-kene Naaide, ter plaatfe daar hy deze Proefnbsp;nam.

Bb 5

-ocr page 500-

3tiO

Magnetische

Aanmer.

HINGEN.

Fig. I.

)}

Zeilfteen, in het bekragtigen van ftaa-Ie Staaven van vyftien duimen lengte, ’t welk de Heere Michel en Cantonnbsp;niet hadden kunnen doen. Zie hier opnbsp;welke wyze hy te werk ging, zoodanignbsp;als het verhaald word in een Gerchrift,nbsp;dat tot Tytel heeft; Verhandeling overnbsp;de konjtige Zeiljieenen, die den Prys behaald beeft van de Academie te Petersburgnbsp;vuxxiv^van’tjaar 1760: „ op een Plank AB,nbsp;,, geplaatft in den ftreek van den loopnbsp;„ der Magnetifche StofFe, dat is tenbsp;„ zeggen voor Parys, hellende op dennbsp;,, Horizon met een hoek van 70 Graa-,, den aan de Noordzyde, plaats ik innbsp;,, eene regte lyn twee yzere vierkantenbsp;,, Staaven CD en EF van vier tot vyfnbsp;„ voeten lengte, en veertien of vyf-,, tien linien breedte, aan haare bin-nenfte einden E en C vierkant ge-vyld, laatend tusfehen dezelven eenenbsp;„ tusfchenwydte van zes linien,- aannbsp;,, ieder dezer einden voeg ik een foortnbsp;„ van Wapening G, gemaakt van eennbsp;,, yzere Plaatje van twee linien dikte,

« en

-ocr page 501-

Verm AAK LYKHEDEN. 391

gt;gt;

3gt;

5)

5gt;

5gt;

), en veertien of vyfcien linien breed- Aanmeiu „ te, en eene linie meer hoogte,waarnbsp;„ van de zyde, die tegens de Staafnbsp;,, moet gevoegd worden, gevyld ennbsp;,, volkomen glad zyn moet; drie kan-,, ten van de andere zyde of vlaktenbsp;zyn fchuins afloopende geflepen , ennbsp;de vierde, die eene linie dikte boven de Staaf moet uitfteeken, isnbsp;vierkant gevyld by wyze van eennbsp;hieltje. Om het overige van die tuf-fchenwydte te vullen, plaats ik tus-fchen die twee Wapeningen een kleinnbsp;hout Strookje van twee linien dikte.

„ Alles dus gefchikt en geplaatft heb-„ bende, zoo als ik reeds gezegd heb.

„ in de rigting van den loop der Mag-„ netifche Stoffe, ftryk ik over beide

,, die hieltjes te gelyk, volgens de „ lengte der yzere Staaven, de ftaalenbsp;„ Staaf Hl, die ik bekragtigen wil,nbsp;„ doende dezelve langfaara heen ennbsp;,, weer gaan van het eene einde tot hetnbsp;„ andere, even als men doen zou, alsnbsp;„ men eene Staaf op de twee hieltjes

„ van

-ocr page 502-

KINGKN.

Macnetischïe aanmer- „ van eepen natuurlyken Zeilfteen be-

„ kragtigde.

Met deze manier te vqlgen, heeft de Peer Antheaume niet flegts kleinenbsp;flaale Staaven bekragtigd, gelyk denbsp;Heeren Michel en Canton, maar zelfsnbsp;groote Staaven van meer dan een voetnbsp;lengte, ’t geen volgens hunne bewerking niet gefchieden kost; en hy heeftnbsp;waargenomen, dat, wanneer men denbsp;yzere Staaven veel langer neemt, denbsp;flaale Staaf, die men bekragtigt, dannbsp;veel meer kragt verkrygt, en dat zynbsp;gelyk kan zyn aan die, welke zy vannbsp;een goeden natuurlyken Zeilfteen verkrygt.

Ik heb deze bewerking alleen opge-geeven om in 't gemeen te doen kennen het middel, waar van men zig bedient, om aan eene flaale Staaf de Zeil-fteenkragt mede te deelen zonder behulp van eenen natuurlyken Zeilfteen. Edognbsp;deze bewerking, zoo nuttig als vernuftignbsp;uitgedagt, is niet noodzaakelyk voordenbsp;^aak die ik my voorgefteld heb.

Voor

-ocr page 503-

Vermaaklykheden. 303

Voor het bekragtigen van kleine Staa- aanmer-ven, die men gebruiken kan tot het Sa-menftel van de Magnetifche Vermaak-lykheden van dit Deel, is ’t genoeg, dat men twee ftaale wel bekragtigde 1

Staaven heeft, van tien tot twaalf duimen lengte, die men tegen een moet leggen volgens de manier van Knight.

Als men ’er zig van bedienen wil om te bekragtigen, neemt men in iederenbsp;hand eene van die twee Staaven, mennbsp;rigt de Poolen zoo als de Figuur aan-Pt.xxiv,nbsp;wyft, en men ftrykt haar zagtjes en ternbsp;zelver tyd op het kleine Staafje BQ,nbsp;de eene naar den regter kant van Anbsp;tot in B} ’t geen men verfcheide reizennbsp;herhaalt op iedere vlakte van de Naai-

de

1

Het is niet genoeg dat die Staaven fterk werken, zy moeten daarenboven haare kragtnbsp;gemakkelyk mededeelen; de zoodanigennbsp;noemt men Milde Zeilfteenen. Het zyn denbsp;llerkfte Zeilfteenen, die de meefte kragtnbsp;overgeeven.

-ocr page 504-

Magneï^ische

aanmer. de of het Staafje, dat men bekragtigen Ringen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

wil; en door dit middel verkrygen zy

kragts genoeg om voor alle de Ver-

maaklykheden van dit Deel gebruikt

te worden.

EEN-

-ocr page 505-








¦ 1

üpi

IInI'':

i i!lii!l;i'i:’.::lnl!il ülili':!

TPquot;

Hf

Fwr




^ L




-ocr page 506- -ocr page 507-

Vermaaklykheden.

EEN-EN-VYFTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Op Jiaande voet een Tang te behagtigen door haar op den grond te Jiooten.

BEREIDING.

Men moet een Kroes vol Water Op hebben, op het welke men zeer voetnbsp;voorzigtig legt eene wel laangeftreken Sgtknbsp;Naai-Naaide, die op het Water dryven “gen*^'nbsp;zal *: Men neemt vervolgens eene Tang door

° HAAR OP

of yzere Roede, men laat haar loodregt den op de Vloer vallen, en men houdt haar sroorm.nbsp;agtervolglyk met haare twee einden by

den

* Men kan haar door een klein dunftukje Kurk fteeken, om haar te beter op ’t Waternbsp;te doen dryven.

-ocr page 508-

Op den rand van de Kroes; deze Tang of voet”^^ Roede door dien floot bekragdgzyndè,nbsp;TAifc TEnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;derzelve, waar op men

bekrag- haar heeft laaten vallen, het Zuiden, DOOR en het andere eind het Noorden van denbsp;Naaide aantrekken.

GRONDDE 2oo men vervolgens die zelfde Tang ' op haar ander eind vallen laat, zal dezelfde uitwerking plaats hebben, uitgezonderd, dat het eind, ’t welk hetnbsp;Noorden van de Naaide aantrok, nu het .nbsp;Zuiden derzelve zal aantrekken, cn datnbsp;het eind, ’t welk het Zuiden aantrok,nbsp;nü het Noorden zal aantrekken; ge*nbsp;volglyk zullen de Poolen van die dusnbsp;bekragtigde Tang door dien floot veranderd zyn.

Indien men die Tang plat op de Vloer vallen laar, zal zy terflond alle haafenbsp;kragt verliezen.

Deze Proef toOnt, dat de floot alleen van ecne yzere Roede in flaat is, om denbsp;xigting van haare inwendige deelen tenbsp;veranderen, en dat deze verandering hetnbsp;yzcr de Zeilfleenkragt doet aanneemen,

door

-ocr page 509-

VERMAAKtYKUKDElï. 3^7

kleine Vezeltjes, waar uit het bèftaat,

’ Tang tk

door néér te doen leggen en in dén- o? Zelfden ftreek om te keeren alle de^o**”®*

,11 nbsp;nbsp;nbsp;' i ANG Tl

de Magnetifche Stoffe, die door de

het weiK een vryen toegang geeft aan BEKRAG-

, nbsp;nbsp;nbsp;TIGEN

DOOR


- DBN

de andere uitgaat; het zelfde heeft plaats, grond tb als een Zeilfteen of eene Staaf zyne

eene Pool van dit ftuk yzer in- en door

kragt aan eene Naaide mededeelt; alle de Vezeltjes waar uit zy beftaan, worden naar eenen kant ömgebogen en neer*nbsp;gedrukt.

Het is om deze zelfde reden, dat de Gereedfchappen, waarvan deWerkliedennbsp;zig bedienen om het Yzer koud te door-fnyden, het Yzervylfel aantrekken eanbsp;öphaalen.

I. Deel.

Ce TWEE-

-ocr page 510-

vermaaklykheid.

DE KLEINE

S P Y K E R S.

!% en heeft dit Konflftukje hier wel ivl. vvillcn invoegen om te voldoennbsp;aan verfcheide Lieden , die begeerig ge-wceft zyn te weeten hoe deze aartig-hcid gefchiedt, die zy gezien hebben,nbsp;en die hun zeer buitengewoon is voorgekomen , naamelyk dat iemant met zynnbsp;Mes of Sleutel fchynt op te ligten ofnbsp;niet op te ligten, naar zyn believen,nbsp;kleine yzere Spykers die op een Papiernbsp;of in een kleine Doos gelegen zyn.

Dit Konftje gefchiedt door middel van eene bekragtigde Staaf, die in eene Tafel

-ocr page 511-

VKRMAAKLfKHEDEK. 399

fel verborgen is, en welke hy, die het dë klhi-Konftie doet, beftuort of Iaat beftuuren ker^!*quot; volgens 't geen men begeerd hééft.

Als de Staaf niet onder dieSpykers is* ligt het Mes, dat men ’er byhoudt, nietsnbsp;op, om dat ’er geene oorzaak is, welkenbsp;die uitwerking voortbrengen kani zoonbsp;integendeel het eind van de Staaf zignbsp;vlak onder de plaats van de Tafel bevindt, daar de Spykers leggen, ligt hetnbsp;Mesof’t Yzer, dat men ’er byhoudt,nbsp;hen op; ’t welk ontftaat omdat het Yzer,nbsp;van zig zelve een foort van Zeilfteennbsp;zynde,gelyk men in de voorgaande Ver-maaklykheid gezien heeft, in dit gevalnbsp;eveneens werkt als een zwakke Zeilfteen,nbsp;wanneer hy van eene fterkeren het Yzer,nbsp;dat ’er aangehegd is, aftrekt.


Cc 2

AAN-


-ocr page 512-

400

Magnetische

AANMERKINGEN.

aavmer- De Lieden, die zig op eene aange-KiKGj-N. jijjgjjjg ;vy2e willen vermaaken mee hec in ’c werk Rellen van alle die verfchil-lende Konüftukjes ,¦ kunnen en moetennbsp;zelfs door verfchiliende, aangenaarae ennbsp;gepafte gefprekken, de waarde ’er vannbsp;vergrooten , om dus te meer voldoeningnbsp;te geaven aan hun, die dezelven ziennbsp;vertoonen; zy moeten dezelven van belang en buitengewoon doen voorkomen , ten einde te beletten dat men nietnbsp;terftoad en gemakkelyk de oorzaakennbsp;ontdekke, welken alle die verfcheidenbsp;beguichelingen en alle die verwonderly-ke uitwerkingen voortbrengen ;nogthansnbsp;moet men niet voorwenden of doen ge-looven, dat ’er iets bovennatuurlyks innbsp;is, en nog veel minder dat men in zignbsp;byzonderen Gaaven daar toe bezit. Mennbsp;kan zulks in de daad eenvoudige Men-

fchen

-ocr page 513-

Vermaaklykheden. 40J

fchen ligtelyk doen gelooven, iTiaar aan Aanmer-den anderen kant maakt men ’er zig lagchelyk en verachtelyk door by hen,nbsp;die, fehoon zy niet dan duiftere ennbsp;verwarde denkbeelden van de oorzaakennbsp;en uitwerkingen dier Konftftukjes vormen, egter te zeer verlicht zyn om de-zelven aan ongerymde en bovennatuur-lyke oorzaaken toe te fchryven, en zeker weeten dat zulks niet gefchiedennbsp;kan. Voor 't overige kan de waarde ennbsp;het aangenaame ’er van op geenerhandenbsp;wyze verminderd worden, offchoonnbsp;men te kennen geeft, dat de uitflag diernbsp;vermaaklyke Konftjes door een famen-loop van verfcheide natuurlyke en bekende oorzaaken voortgebragt word: ennbsp;offchoon men al vermoede dat de Zeil-(leen de voornaame en algemeene Dryf-veer’er van is, begrypt men evenwelnbsp;niet gemakkelyk op wat wyze dezelvenbsp;kan gefchikt en toegeruft zyn om allenbsp;die verfcheide uitwerkfelen , welkennbsp;men in dit Deel gezien heeft, voort tenbsp;brengen.

Cc 3 nbsp;nbsp;nbsp;D?

-ocr page 514-

402 Magnetische

Aanmer

kingen.

De eerde Konftftukjes van die foort, die men in 't openbaar vertoond heeft,nbsp;hebben zeer veel verwondering verwekt,nbsp;en zeer veel toejuiching behaald; ooknbsp;verdienden zy zulks gewisfelyk; en buiten twyffel hebben de Lieden, die de-zelven zien lieten, gemeend dat hetnbsp;hun belang v/as om ’er het verwonder-lyke van te vergrooten, door die uitwerkingen aan onbegrypelyke oorzaakennbsp;toe tefchj-yven, of door. voor te geeven,nbsp;dat zy op den Zeildcen nieuwe en nognbsp;onbekende ontdekkingen gedaan hadden.nbsp;Wel is waar veele Lieden hebben zignbsp;zulks niet laaten diets maaken, niettemin zyn ’er veekn geweeft, die, vervoerd door hunne fchynredeneeringen,nbsp;aan hun doordringend gezigt, by voorbeeld, toegefchreven hebben, de uitwerking , welke de Magnetifche Kykernbsp;voonbrengt, in de Vermaaklykheid vannbsp;de Doos roet Metaalen.

Men heeft ’er zelfs gezien onder ben, die zekerlyk het behendigfte en het ver-puftigfte waren om dat foort van Konft-

ftukjes

-ocr page 515-

Vebmaaklykheden. 403

ftukjes vcrwonderlyk te doen voorko- Aanmee-men» openbaar voorgaven, dat •'Ingen. de wil en verkiezing van iemant voor-z,ien konden, en dezelve naar hun goedvinden tot deze of geene zaak meer dannbsp;tot eene andere bepaalen, (in de Konft-ftukjes die alleen van een fyn oordeelnbsp;en van de fatnenvoeging van Getallennbsp;afhangen} en die verzekerden dat ditnbsp;hun Konftvermogen bekend en door eenenbsp;meenigte Perfoonen, die men met geene mogelykheid bedriegen koft, geziennbsp;was; men moet eene zeer groote ligt-geloovigbeid in ’t Gemeen veronderftel-len om diergelykevoorgeevingen te doen;nbsp;ik hoop, dat dit Werk hen, die zignbsp;zooverre hebben laaten misleiden, geheel uit die dooling zal te regt brengen,nbsp;en dat, hoe verwonderlyk de Konftjesnbsp;en Vermaaklykheden , die men hunnbsp;voortaan vertonnen zal, ook fchynennbsp;mogen, dat zy de oorzaak en de uitwerking ’er van niet zullen toefchryven dannbsp;aan reeds bekende zaaken, en die nietsnbsp;buitengewoons hebben dan de yernufti-Cc 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;g§

-ocr page 516-

? I S c H E

ge wyze op welken men dezelven ver-toont. Ik heb zelfs grond om te geloo-ven, dat zy, die dit Werk met opletten heid zullen geleezen hebben, ligtelyk zullen ontdekken van waar alle die nieuwe Wonderen en Begoochelingen kunnen voortkomen, hoe veel zorg mennbsp;ook aanwende om ’er het beginfel van tenbsp;vermommen, en welke redeneeringennbsp;men ook maakt om de gedagten af tenbsp;wenden van de voornaameóorzaaken , dienbsp;de grondflag zyn van alle de verfchillen-de Vermaaklykheden, die in de viernbsp;Deelen van dit Werk bevat zyn.

TA-

-ocr page 517-

TAFEL

der

STOFFEN

VERMAAKLYKHEDEN.

Bladz. I

cm den Zeiljteen

Streek'wyzing van den Zeiljleen.

Aantrekking van den Zeiljleen. .

7

10

13

14

Kragts mededeeling van den Zeil Jieen.

Magnetifcbe Draaikring.

Miswyzing van den Zeiljteen. Helling van den Zeiljleen.

Keuze der Zeiljleenen.

De verfcheide Gebruiken van den Zeiljleen j de Oudheid van de Ontdek-

Cc s hingen

-ocr page 518-

405 B L A D W Y Z E R.

Bladz.

25

37

37

43

/

46

kingen deszelfs, en de Verdigtfe-len, die men ’er van verhaalt.

Samenjiel en gebruik van de verfcbil-lende Stukken der Magnetifche F'er-maaklykbeden.

De Magnetifche Kyker.

De Magnetifche Wigcbelroede.

I. Vermaaklykheid. De Magnetifche Bloemdüos.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Cyfferdoos. 51

III. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De P'lakleg-

gende Magnetifche Wyr,er. . nbsp;nbsp;nbsp;. 57

Ander Samenjiel. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;? lt;54

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. DeRegtJlan-

dige Magnetifche TFyzer. . nbsp;nbsp;nbsp;.71

Ander Samenjiel, . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 7lt;5

V. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Behendige

Schilder. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 83

VI,

-ocr page 519-

B L A D W Y Z E R. 407

Bladz.

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De dubbelde

Cyfferdoos, . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.93

VII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De tlt;wee To-

vergetallen. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 100

VIII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De vier To-

vergetallen. .... loö

IX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Wonder-

baare Wyzer. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 109

X. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De kleine

Wigcheldoos. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*113

XI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De betoverde

Put. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.129

XII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Dukaton

in de Snuifdoos. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 135

XIII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het vernuf-^

tige Zwaantje. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 139

XIV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De kleine ge-

boorzaame Visjes. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 148

XV. Vermaaklykheid. De Doos met Dobbeljleenen. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 152

XVI.

-ocr page 520-

408 BLADWYZER.

Bladz.

XVI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De vier Ruikers. .... 160

XVII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Doos

met Metaalen. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 165

XVIII. Vermaaklykheid. De Tover-konft der Metaalen. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.172

XIX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het Magne-

tifcb Orakel. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.179

XX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het Planeet-

gefiel - nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.185

XXL Vermaaklykheid. De twee Tover kaar ten. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.193

XXII. Vermaaklykheid. De eenjlem-mige JVyzers. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.198

Ander Samenjlel. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 204

Ander Samenjlel. .... 205

XXIII. Vermaaklykheid. De Tover-konjlige IVyzars. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.210

XXIV. Vermaaklykheid. De Ge-beimzinnige Wyzers. . nbsp;nbsp;nbsp;.221

XXV.

-ocr page 521-

wm


4lt;?Sgt;

Bladz.

XXV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. DedrieKo~

ken. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ago

XXVI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De Tover-

kO/OTt. .... ®33

Magnetifcbe en Mecbanifcbe Tafel, 236

Samenjtel van de Geleerde Sireen. . 240

XXVII. Vermaaklykheid. Door de Sireen te laaten opnoemen alle denbsp;Letters, viiaar uit eenig Woord,nbsp;dat men vry verkozen heeft, be-Jlaat. ..... 2JO

XXVIII. Vermaaklykheid. De Sireen aan eene voorgeflelde Vraage te laaten antvooorden. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 253

XXIX. Vermaaklykheid. De Sireen te laaten aanvoyzen het juijle Uurnbsp;op ’t voelk een gegee ven Zak-Uur-voerk Jlaat.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ajy

XXX. Vermaaklykheid. Door de Sireen te laaten noemen drie Getal

len,

-ocr page 522-

410 BLADWYZEK.

Bladz.

len, vaelkendrie verfcbilUnde Per-foonen gekozen hebben. . nbsp;nbsp;nbsp;. 257

XXXI. Vermaaklykbeid. De Sireen eene Kaart te laaten aanwyteUfnbsp;die iemant uit bet Spel getrokkennbsp;heeft. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 26b

XXXII. Vermaaklykheid. De Sireen te laaten antwoorden op eene F~raa-ge, die iemant vry verkozen heef t,nbsp;zonder dat hy, die het Konjije doet,nbsp;op eenigerbande wyze^ beeft kunnen weeten, welke die Vraag zy. 262

Samenjtel van bet Slaande Uurwerk. 267

XXXIII. Vermaaklykheid Het Uurwerk te doen flaan de Getallen, welken verfcbeide Perfoonen uit eennbsp;Zak getrokken hebben. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.271

XXXIV. Vermaaklykheid. Het Uurwerk te laaten noemen welke de Kaart zy, die iemant uit een Spelnbsp;getrokken beeft. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 273

XXXV.

-ocr page 523-

BLADWYZER. 411

Bladz.

XXXV. Vermaaklykheid. Door bet UuT'werk telaaten aanwyzen deboe-veeljte in een Spel de Kaart legt,nbsp;die iemant gedagt beeft. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 277

XXXVI. Vermaaklykheid. DeMag-netifcbe Weegfcbaal. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;280

XXXVII. Vermaaklykheid. De een-Jlemmige Uur‘werken. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;284

Samenjlel van de Magnetifcbe Slee, dienende tot verfcbeide Uermaaklyk-beden. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2pl

Samenjlel van den verwonderlyken Kyker, ..... 299

XXXVIII. Vermaaklykheid. Het on-begrypelyk Troeffpel. . nbsp;nbsp;nbsp;. 304

XXXIX. Vermaaklykheid. Voorden Kyker de Kaarten te laaien zien,nbsp;die verfcheide Perfoonèn uit eennbsp;Spel getrokken hebben. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;309

XL. Vermaaklykheid. Door iemant te laaien noemen in voelk Land de

Stad

-ocr page 524-

t: nbsp;nbsp;nbsp;Bladz.

Stad gelegen is i waar van de Naim door een ander Perfoori gekozen is. 310

XLI. Vermaaklykheid. Door iernant ' ‘te laaien leezen bet Antwoord opnbsp;eene of meer voorgejtelde Frda-c gen. ..nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... 313

XLII. Vermaakl^kiieid. Door de Naaide van den onbegrypelykennbsp;IVyzer te laaien amwyze/i de Getallen, die twee Perfoonen gekozennbsp;bebben, hoe veel zy maaken als zynbsp;Jamengeteld worden, of welk'Getal zy vóórtbrengen als zy metnbsp;elkanderen vermeenigvuldigd worden. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* 3^^quot;

XLIII. Vermaaklykheid. De geleerde Vlieg. nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 322

XLIV. Veröiaaklykheid. De kleine Jaager. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^.331

XLV.

-ocr page 525-

415

BLADWYZER.

Bladz.

XLV. Vermaakiykheid. De onhegry-pelyke Ontdekking Wanneer iemarit gebeimelyk naar zyn goedvinden ge-fcbikt beeft de agt Woorden, voaarnbsp;uit bet Latynfcbe Vers bejlaat:

Tot tibi funt Dotes, quot Coeli Sidera Virgo, welken, door de ver-fchülende foorten van verzettingen,nbsp;die zy ondergaan kunnen, 40320nbsp;verfcbülende Virfen kunnen maaken;nbsp;hem dezelven op te noemen in dienbsp;order, die by gebeimelyk verkozennbsp;beeft. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 2^0

XLVI. Vermaakiykheid. Be Toover- 1 Spiegel.....348

XLVH. Vermaakiykheid. Het Mag-' netifcb Uurwerk. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 3T6

XLVIII. Vermaakiykheid. Be Gelukkige Waarzegging. . nbsp;nbsp;nbsp;. 362

XLIX. Vermaakiykheid. Een Zak-Uurwerk naar begeeren te doen Jlil Jlaan. .... 376

I. Deei,. nbsp;nbsp;nbsp;D dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L.

-ocr page 526-

iH

BLADWYZER.

Bladz.

L. Vermaaklykheid, De doorzigtbaa^ re Doos met Dobbeljleenen, .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 378

Aanmerkingen over de Manier van Konjlige Zeiljleenen te maaken ofnbsp;Jlaale Staaven te bekragtigen. . 385

LI. Vermaaklykheid Op Jtaandgvoet een,e Tang te bekragtigen door baarnbsp;op den grond te, Jlooten. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 395-

LIL Vermaaklykheid. De kleine Spykers. .... 398

Aantnerkingen. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 400

EINDE

Van de. Tafel van, bet eerjle Deel.

DE

-ocr page 527-

P R Y Z E N

Fan alle de W'irktuigen mor de Fermaak-lykheden, in dit Deel bevat; te beko^ men by den Heer Guyot, te Parysnbsp;in de Straat Ticquetonne.

Nommers der Fermaaklykbeden. Pryzen.

GI. St.

Magnetifche Kyker. , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4-10

Magnetifche Wigchelroede. 2 - o

1 nbsp;nbsp;nbsp;De Bloemdoos.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3-0

2 nbsp;nbsp;nbsp;De Cyfferdoos. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 - o

3 nbsp;nbsp;nbsp;De Vlakleggende Magneti

fche Wyzer, . nbsp;nbsp;nbsp;.2-10

4 nbsp;nbsp;nbsp;De regtftandige Magnetifche

Wyzer.

7 ¦

10

5 De behendige Schilder.

2 •

¦ 10

6 De dubbelde Cyfferdoos.

7 ¦

¦ 10

7 en 8 De Toovergetallen. .

6 ¦

• 0

Dd 2

9

Dff

-ocr page 528-

Nommers dar Vermaaklykbeden. Pryzen.

Gl. St.

9 De wonderbaare Wyzer.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6 -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

10 nbsp;nbsp;nbsp;De Betoverde Put. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i8 -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

11 nbsp;nbsp;nbsp;De kleine Wigcheldoos. 2 - lo

12 nbsp;nbsp;nbsp;De Dukacon in de Snuifdoos. 6 - o

13 nbsp;nbsp;nbsp;Het vernuftige Zwaantje. 18^30 - o

14 nbsp;nbsp;nbsp;De kleine gehoorzaame Visjes, ieder. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. i - 10

15 nbsp;nbsp;nbsp;De Doos met Dobbcllieencn. 4 - 10

jö De vier Ruikers . nbsp;nbsp;nbsp;7nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’o

17 nbsp;nbsp;nbsp;De Doos met Mctaalen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9 -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

18 nbsp;nbsp;nbsp;De Toverkonft der Metaa-

len. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;12-0

19 nbsp;nbsp;nbsp;Het Magnetifch Orakel. 10 - jo

20 nbsp;nbsp;nbsp;Het Planeetgeftel. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7-10

21 nbsp;nbsp;nbsp;De Toverkaart.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4-0

22 nbsp;nbsp;nbsp;De eenftemmigeWyzers. 36^75 - o

23 De

-ocr page 529-

Noinmrs der Vermaaklykbeden. Pryzen^

Gl. St,

23 De Toverkonftige Wyzers. '30 ^ o

24 en 25 De geheimzinnige Wyzers en de drie Kokers, ieder.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2-10

o - ly

26 De Tooverkaart.

Magnetifche Tafel, de Sireen met alles, wat ’er toe behoort. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;125-0

37 De eenftetnmige Uurwerken. 75 - o 43 De geleerde Vlieg. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9-0

45 De onbegrypelyke Ontdekking. • nbsp;nbsp;nbsp;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.18

46 De Tooverfpiegel.

De Bekragtigde Staaven met

de Doos . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6 tot 15

De kleine bekragtigde Staaven om in de Stukken \ te leggen. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8 tot 10

Dc

-ocr page 530-

Nowmrs der Fermuakijkbeden. Pryzen.

GI. Sc.

De Naaldens, . nbsp;nbsp;nbsp;. ly tot 20

48 De gelukkige Waarzegging. 18 - o

50 De doorzigtbaare Doos met

Dobbelfteenen. . nbsp;nbsp;nbsp;.42-0

-ocr page 531- -ocr page 532- -ocr page 533- -ocr page 534-