-ocr page 1-

CV

DE ZENDING

DE VOLKEN DER AARDE.

Ill AFRIKA d. WEST-AFRIKA.

Nog eenmaal vestigen wij den blik op Afrika en in vele opzigten hoogst belangrijk is het gedeeltenbsp;er van, dat wij nu zullen beschouwen. De Westkust van dat tot heden toe zoo diep ongelukkignbsp;werelddeel willen wij bezoeken. Indien ergens dannbsp;zien wij daar de ellende van Afrika. Ben deelnbsp;van die kust draagt den naam van Slavenkust. Gijnbsp;vermoedt reeds waarom; gjj gevoelt welke ellendenbsp;ik daar zoo even bedoelde. Hier komen wij aannbsp;de plaatsen , waar twee- didehonderd jaar die vree-selijke handel in meuschen gedreven werd en gedeeltelijk nog gedreven v\[ordt, maar hier komennbsp;wij, Gode zij dank! ook aan kusten, waar hetnbsp;licht des Evangelies helder schjjnt en hoe langernbsp;zoo meer in de duisternis doordringt. Voordatnbsp;nn echter tot beschouwing daarvan overgaan

-ocr page 2-

moet ik u herinneren, dat het alleen weer de kustlanden zijn, die wij bezoeken. Het binnenland met zijne millioenen blijft buiten onze beschouwing en van die kusten is het nog maar eennbsp;klein gedeelte. Van den meeat noordelijk gelegennbsp;zendingpost in Zuid-Aftika hebben wij een reis vannbsp;meer dan zeshonderd uren langs de Westkust tenbsp;maken , eer dat wij weder aan een Protestantschennbsp;komen en beginnen wij van het noorden af dannbsp;zou die reis weinig minder dan driehonderd urennbsp;zpn. Nacht en donkerheid bmgeven nog die vooralnbsp;daar zoo onherbergzame kusten. Ik ga thans metnbsp;u die kusten langs reizen en wij kunnen daarbijnbsp;natuurlijk tweederlei weg gaan, van 't zuiden naarnbsp;het noorden of omgekeerd. Ik kies den laatstennbsp;en begin daar met Sierra Leone, een allermerkwaardigst land. Wel ligt daarboven nog eennbsp;ander, Senegambië geheeten, waar ook enkele zendelingen werkzaam zijn, maar er bevinden zichnbsp;daar slechts weinige en hun arbeid staat in belangrijkheid zoo ver achter bij dien in Sierra Leone,nbsp;dat ik er slechts met deze weinige woorden melding van maak om met dat land u aanstondsnbsp;bekend te maken, dat door God zoo rijkelijk gezegend is en reeds is en meer en meer schijnt tenbsp;zullen worden een rijke zegen voor geheel West-Afrika.

-ocr page 3-

SIERRA LEONE.

Toen Engeland in 1772 bepaalde, dat ieder Neger, die den Britachen grond betrad, daardoornbsp;vrij man word, waren er binnen korten tijd velenbsp;zwarten, die als slaven naar Engeland gekomen,nbsp;nn door bnnne meesters weggezonden, niet wisten,nbsp;waar zij van leven zonden. Zij bedelden in denbsp;straten van Londen. Toen maakte men het plan,nbsp;om op de Westkust van Afrika eene vrije Neger-kolonie op te rigten en in 1787 togen een vier-honderdtal vaii zulke lieden derwaarts. Aan dennbsp;mond eener rivier, die even als de landstreek Sierranbsp;Leone heet, zetten de eerste zich neder, dienbsp;spoedig door meerdere werden gevolgd, vooral nanbsp;bet eindigen van den door de Engelschen met denbsp;Noord-Amer-ikanen gevoerden oorlog. Aan al denbsp;slaven , die onder bnnne vanen streden, hadden denbsp;Engelschen vrijheid beloofd en vele van deze gingennbsp;nu naar Sierra Leone. In 179G begon men denbsp;eerste stad Freetown, dat wil zeggen, Vrijstadnbsp;te bouwen. Nog verliepen er echter tien jaren,nbsp;voordat Sierra Leone regt belangrijk begon te worden. In 1808 kwam de kolonie onraiddelijk ondernbsp;de Engelsche legeering. Het jaar te voren was denbsp;slavenhandel dooi een besluit dier regeering voornbsp;onwettig verklaard. Door onvermoeide pogingen

1*

-ocr page 4-

van mannen als Wilbebpobce en anderen was men eindelijk in Engeland daarin geslaagd en zocht ditnbsp;land ook in andere landen dergelijke besluiten tenbsp;doen nemen. Gij begrijpt echter ligt, dat al wasnbsp;die handel nu onwettig, velen die er groot gewinnbsp;uit trokken en mede voortgingen. Wat doden nunbsp;echter de Engelschen? Langs de geheele Westkustnbsp;van Afrika, het eigentlyke slavenland, lieten zijnbsp;oorlogschepen varen. Wel 60 van die schepennbsp;hebben zij in onderscheiden zeeën met 10,000 mannen, waaraan zp jaarlijks een zeven millioen guldens uitgeven. Die schepen maken jagt op denbsp;slavenhalers en de nu aldus prijsgemaakte slavennbsp;voerden zij naar Sierra Leone. Gedurig nam dusnbsp;de bevolking daar toe, die thans wel uit 50,000nbsp;zulke vrijgemaakte Negers bestaat. Die ongeluk-kigen kwamen daar vaak in den ellendigsten toestand aan; opgesloten in enge ruimten en daarnbsp;digt aan elkander gekeetend konden velen nietnbsp;dan gebukt en gekromd loopen. Nu werd er innbsp;Sierra Leone voor hen gezorgd en dat meer dannbsp;naar het lichaam. Vele van de in ’t laatst dernbsp;vorige eeuw gestichte Engelsche Zendelinggenootschappen lieten het oog op deze merkwaardigenbsp;kolonie vallen. Eerste proeven mislukten; het wasnbsp;in den beginne van den helaas! nog vreemdennbsp;arbeid. Eindelijk begon het Engelsch kerkelijk ge-

-ocr page 5-

nootschap, uit leden der gevestigde kerk in Engeland bestaande, met kracht en zegen er te arbeiden. Later deden dat ook de Methodisten. Vooral heeftnbsp;een Johnson (Jansen), die eens als suikerbakkernbsp;uit Hannover naar Londen ging , maar daar lust innbsp;het zendingswerk kreeg van 1816 af er veel gedaan. Het Bngelscbe genootschap zond er velenbsp;boden naar toe, van welke echter de meeste stierven;nbsp;in 1823 binnen acht maanden niet minder dan 12,nbsp;waaronder ook Johnson. Toch gaf het den arbeidnbsp;niet op T3n rpkelpk heeft God dien gezegend.nbsp;Sierra Leone is een Christenland geworden. Vannbsp;de 50,000 Negers hebben meer dan twee derdenbsp;het Christendom omhelsd en meer dan de helftnbsp;van de thans zich daar bevindende leeraars zpnnbsp;Negers. Sints 1853 heeft het een eigen bisschop.nbsp;Zoo als u welligt bekend is, heeft de Engelsohenbsp;kerk, die wel Protestantsch is en den Paus vannbsp;Rome niet erkent, echter dezen vorm van bestuurnbsp;uit de Roomsch-Oatholijke kerk overgenomen. Waarnbsp;zp nu zendelingen heeft, benoemt zij zulken bisschop niet, voordat het werk zoodanige uitbreidingnbsp;heeft gekregen, dat men het Christendom als gevestigd mag beschouwen. Zoo als ik daar zeidenbsp;was dit in 1853 met Sierra Leone het geval ennbsp;werd toen de eerste bisschop benoemd. Binnennbsp;den tijd van acht jaren moest echter reeds de

-ocr page 6-

vierde benoemd worden, omdat drie andete voor-treffel^ke mannen zoo. spoedig er stierven. Toch vindt men steeds mannen bereid naar die voornbsp;velen zoo doodelgke kust te gaan. Als een bewijsnbsp;vooi' den gelukkigen voortgang mag dienen, datnbsp;men er ernstig reeds over gedacht heeft een Neger-bisschop te benoemen, dat door anderen echternbsp;, onraadzaam gerekend werd, zoo lang er nog Bn-. gelsche zendelingen werken, die dan onder hemnbsp;zouden moeten staan. Zoo is dan Siërra.' Leonenbsp;rjjkelijk gezegend; maar wat nu van dien zending-post het merkwaardigst is, een rijke, t'en ongedachte, een onberekenbare zegen wordt bij voornbsp;andere landen. Men vindt daar Negers van mogolijknbsp;wel 200 stammen iiit de binnenlanden van Afrika.nbsp;Zij spreken daar een zelfde taal: het Neger-Engelsch,nbsp;maar ieder spreekt ook de taal van zijn land ennbsp;een eigenaardige trek dier Negers is, dat zij nietnbsp;ligt het land hunner geboorte en kindsheid vergeten. Velen verlangen er weder te kéeren en datnbsp;op gevaar af van op nieuw als slaaf te wordennbsp;verkocht. Maar nu keeren ook Christen-Negersnbsp;weder en verkondigen hunnen aanverwanten ennbsp;stamgenooten het Evangelie. Keods is daardoornbsp;eene merkwaardige zending in Yoruba-land, waarvannbsp;gij straks zult hooren gevestigd en eene anderenbsp;aangevangen. Zoo kunnen die Negers, die vroeger

-ocr page 7-

als slaven werden verkocht zoo wel met betrekking tot zichzelven, als ook tot het land hunner geboorte Jozefs woord herhalen; ïg^lieden wel, g^nbsp;hebt kwaad tegen mij gedacht „ doch God heeftnbsp;dat ten goede gedacht, opdat Hij deed gelijk hetnbsp;ten dezen dage is, om een groot volk in hetnbsp;leven te behouden.” Later zult gjj in vollen nadruk van zulken Jozef hooren. Wp verlaten thansnbsp;Sierra Leone, dat gedenkteeken van mensoheljjkenbsp;boosheid, maar ook van menschelijke liefde, datnbsp;gedenkteeken bovenal van Gods liefde en ontferming, om zuidwaarts ons begevende onze veis lang*nbsp;Afrika's Westkust voort te zetten.

LIBERIA.

En dan is de eerste staat, waar wij komen, weder een vrijstaat van Negers, echter van eennbsp;eenigzins anderen aard dan Sierra Leone. Liberia,nbsp;d.i. land der vrijheid wordt hij genoemd. Eenenbsp;kolonie is het van Noord-Amerikaansche vrijgelatennbsp;Negers. Nadat men in Engeland in 1807 dennbsp;slavenhandel voor onwettig had verklaard is mennbsp;verder gegaan en heeft later ook de slavernjj afgeschaft. Velen in Amerika volgden dat voorbeeld,nbsp;maar men vreesde en dat niet ten onregte dienbsp;Vrijgelatenen, wier getal in 1816 reeds tweehonderd duizend bedroeg. Dit bragt sommigen op het

-ocr page 8-

denkbeeld om ten zuiden van Sierra Leone een dergeljjke kolonie te stichten. Na eenige moeite-volle, vcuchtelooze pogingen gelukte dit in 1822.nbsp;Eene eerste nederzetting kreeg den naam van Monrovia ter eere van den toenmaligen president dernbsp;Vereenigde Staten, het land zelf, zoo alg ik zeide,nbsp;dien van Liberia. De meeste dier Negers zpnnbsp;-reeds in Amerika tot het Christendom gebragt.nbsp;Liberia is dan ook een Christenstaat. Men telt e*nbsp;meer dan dertig kerken, hechte steenen gebouwen,nbsp;die alzoo door vrpgelateu Negerslaven op eigennbsp;kosten gebouwd zijn. Een Christelijk dagblad wordtnbsp;er geregeld uitgegeven en zelfs werd er in 1827nbsp;een eigen zendelinggenootschap opgerigt, dat aanstonds 45 medewerkende leden telde. Eerst zochtnbsp;dit,' want het wilde ook op de omliggende volkennbsp;werken, in verbindtenis te treden niet het Bazelsclic.nbsp;Dit zond er acht zendelingen henen , van welke ernbsp;in drie jaren tijds vier stierven en twee met geknakte gezondheid naar Euro|gt;a moesten weder-keereu. Bazel gaf de zending op, die echternbsp;naderhand door Amerikanen weder is opgevat.nbsp;Zoo is ook dat Liberia een lichtpunt op Afrika’snbsp;Westkust, dat nog velen ten zegen belooft tenbsp;worden.

-ocr page 9-

DE GOUDKUST.

Wij moeten het voor ditmaal reeds spoedig verlaten , omdat nog oneindig veel belangrijker arbeidsveld ons wacht. Ten zuiden van Liberia bij Kaap Palmas neemt de Westkust van Afrika eene regtenbsp;rigting naar het oosten. Zij draagt daar den alge-meenen naam van Kust van Guinea, onderscheidennbsp;in do Tand-, de Goud- en de Slavenkust. Dienbsp;streken vooral zijn zeer ongezond en toch voor denbsp;zending allerbelangrijkst. In de Negerrijken daarboven gelegen worden de zendelingen met graagtenbsp;ontvangen en kunnen zij op vele belangstellendenbsp;hoorrlers rekenen. Maar ongezond , ja, voor velennbsp;doodelijk is daar de luchtgesteldheid. Een eigenaardige koorts tast 'er velen en vooral de Europeanen aan, waaraan de meeste bezwijken. Tochnbsp;hebben zich sints 200 jaar hier Europeanen gevestigd om elpenbeen of ivoor, goud en slavennbsp;te halen,' van waar de namen van Tand-, d.i.nbsp;olifantstand, anders elpenbeen of ivoor, Goud- ennbsp;Slavenkust. Denen , Hollanders , Engelschen , Portugezen, Franschen stichtten er niet minder dan 25nbsp;forten, waarvan de meeste thans vervallen zjjn,nbsp;rnaar ook nog elf overbleven, allen nu Engelsch.nbsp;Voor weinige jaren had Nederland er ook nognbsp;vier, waarvan het belangrgkste Elmina of Sint

-ocr page 10-

10

George della Mina heet, die thans echter zoo als de meeste m^ner lezers wel zullen weten, aannbsp;Engeland zijn overgegaan. Die forten werden daarnbsp;aangelegd om handel, helaas! ook om den vloekwaardiger! slavenhandel te beschermen. En zoudennbsp;nu, waar velen hun leven waagden om geld tenbsp;winnen, er geene gevonden worden, die het innbsp;de waagschaal wilden stellen om wat meerder waardenbsp;heeft dan goud en zilver, om zielen te winnennbsp;voor den Heer ? Zij werden er, zij worden nognbsp;gedurig gevonden, gt;Wanneer ik in Afrika sterf”,nbsp;riep eens een daarheen vertrekkend zendeling uitnbsp;Noord-Amerika een daar zich nog tot de prediking voorbereidenden jongeling toe, »dan moet gijnbsp;mij vervangen en mij een grafschrift schrijven.”nbsp;»»Goed”” was het antwoord, «smaar wat moetnbsp;ik schrpven?”” De zendeling hernam hierop:nbsp;slaat duizend zendelingen liever sterven , dan datnbsp;Afrika worde opgegeven.” Reeds vier maandennbsp;na zijn aankomst zou men ’t op zijii graf hebbennbsp;kunnen schrijven. En zoo ging het met velennbsp;voor en na hem, op de Tand- de Goud- en denbsp;Slavenkust. Meer dan honderd arbeiders stiervennbsp;er in eene tijdruimte van 40 a 50 jaren, van dienbsp;vooral vele op de Goud- en Slavenkust. waar denbsp;zendiugarbeid het belangrijkste is. Op de eerstenbsp;ving zy voor reeds meer dan honderd jaren aan,

-ocr page 11-

11

in 1737 door de Hernhuttei’s; achter elkander stierven er elf, en de Broedergemeente hief denbsp;zending op aan die vreeselijke kust. Maar Zinzen-ooKï zong vol geloof en hope;

Wel worden velen daar gezaaid,

Als waren zij verloren.

Maar boven hunne graven staat:

Dit is het zaad der Mooren.

En zoo was het. Vele jaren verliepen; toch werd do zending aan de Goudkust weder opgevatnbsp;door Engelsche en Duitsoho broeders. l)e laatstgenoemden kwamen er het eerst, uit Bazel in 1828,nbsp;maar waarlijk het begin was niet aanmoedigend.nbsp;Van de eerste vier zendelingen bezweken er aanstonds drie. Slechts een, Hencke, bleef over. Hijnbsp;verzocht nieuwe hulp. In 1831 gingen er wedernbsp;drie. Het eerste dat zij bij hunne aankomst hoordennbsp;was: Hencke is niet meer en weldra was van denbsp;nieuw aangekomenen maar een, Rus genaamd over.nbsp;Vijf jaren- stond hij alleen; toen kwamen er wedernbsp;twee, die zijne aanstaande vrouw begeleidden.nbsp;Deze, eene zeer voortreffelijke werd voor Rus gespaard, zijne heide medehelpers stierven. Zoo hadnbsp;Bazel in tien jaren tijds van negen uitgezondennbsp;zendelingen er een over. Geen wonder dat hetnbsp;genootschap over opheffing der zending dacht. Rusnbsp;werd naar Euroiia ontboden. Daar bepleitte hij

-ocr page 12-

12

met vurigen ijver en liefde de belangen van Afrika’s bewoners. Met zijne vrouw aarzelde hij geennbsp;oogenblik om weder te keeren en Bazel beslootnbsp;vol te bonden, Rus zou nu over West-lndië reizennbsp;om van daar Christen-Negers mede te nemen. Hynbsp;vond er geschikte, mannen en vrouwen, ten getalenbsp;van vier en twintig. Eenigen tijd later reisde eennbsp;nieuwe zendeling Widmann af. Zij vestigden zichnbsp;een eind van de kust af en nu ging het beter.nbsp;Wel stierven nog gedurig zendelingen, maar voornbsp;eenigen tijd had Bazel er toch vijftien daar werkzaam. En nog meer zendelingen zijn er, want,nbsp;zoo als ik zeide, ook Bngelsche arbeiden er. Ondernbsp;deze munt vooral een Freeman nit, die in 1837nbsp;of 38 er kwam. Hij bezocht Koemasi, de hoofdstad van een groot rijk, dat der Ashantijnen.nbsp;Eerst liet men hem aan de grenzen acht en veertignbsp;dagen lang uit hijgeloovige vrees en staatkundenbsp;wachten. Toen eerst mogt hjj verder gaan, maarnbsp;werd toen ook door den koning zeer vriendelijknbsp;ontvangen. Later wist hij zelfs twee Ashantijn-sche prinsen, onder die ook een zoon des koningsnbsp;te bewegen naar Engeland te reizen. Een vannbsp;deze werd na zijne terugkomst Evangelist in denbsp;hoofdstad des rijks en arbeidde er niet zondernbsp;vrucht. In een brief aan Feeemak schreef hy : »iknbsp;geloof, dat er goede dagen voor de Ashantpnsche

-ocr page 13-

]3

Negers aanbreken. Moge de Heer ze spoedig laten komen, opdat het arme volk hier den waren,nbsp;levenden God en Jezus Christus, Zijnen Zoon, onzennbsp;Heer, leere kennen. Met onze kleine gemeentenbsp;gaat het goed.” Vernemen wij met dankbaarheidnbsp;zulke woorden uit den mond van een Neger,nbsp;smartelijk is ’t mij er te moeten bijvoegen dat vooralsnog zijne verwachting niet vervuld is. Zeer onrustig is het thans aan die kust. Eerst voerdennbsp;de Ashantijuen oorlog met naburige stammen ennbsp;twee Bazelsche zendelingen werden daarbij gevangennbsp;genomen en naar Koemasi gebragt. Later geraakten zij in oorlog met Engeland en trokken iirnbsp;grooten getale naar Cape Coast Castle, het voornaamste aan de kust gelegen Engelsohe fort. Nognbsp;duurt die oorlog voort. Moge God ook van dezennbsp;zich bedienen, om eerlang betere tijden aan dienbsp;nog zoo ongelukkige kust te doen aanbreken,nbsp;beter vooral ook daarom, omdat het Evangelie desnbsp;kruises er onverhinderd kan worden gepredikt ennbsp;voor velen ook aldaar eene kracht van Hem totnbsp;z,aligheid wordt.

DE SLAVENKUST.

»Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij ge-ilacht, doch God- heeft dat ten goede gedacht.” Dat woord eens door .Jo-/,ef tot zijne broeders ge-

-ocr page 14-

14

gesproken, zeide ik daar straks, dat door zoo vele Negers kan worden overgenomen, die vroeger alsnbsp;slaven verkocht, maar daarna door de Bngelschennbsp;bevrijd in Sierra Leone rijkelijk gezegend werden,nbsp;en van daar weer een zegen worden voor anderen.nbsp;Dien zegen ga,an wij im aanschouwen, waar wijnbsp;het naast de Goudkust gelegen gedeelte van denbsp;kust van Guinea bezoeken, naar den vroeger ennbsp;ook thans daar nog gedreven handelde Slavenkust genoemd. Indien ergens dan dringen daarnbsp;de wegen van Gods voorzienigheid ons tot dankbare aanbidding van Zijn in onze oogen vaaknbsp;wonderlijk, ma,ar altijd vvijs bestuur. Hoe meernbsp;wjj met hetgeen aldaar in de laatste jaren plaatsnbsp;bad bekend worden, des te duidelijker, de.s tenbsp;heerlijker proeven ontdekken wij er van Godsnbsp;vaderlijke voorzienigheid in het lot van ganschenbsp;volken zoowel, als in dat van enkele personen.nbsp;Jammer en ellende heerschte vooral voor een veertignbsp;jaren aan de Slavenkust en de landen ten noordennbsp;daarvan gelegen. Een woeste volksstam, die dernbsp;Fellatah’s verwoestte alles te vuur en te zwaard ennbsp;bragt duizende Negers, mivnnen, vrouwen en kinderen naar de kust, waar zij als slaven werdennbsp;verkocht om naar Amerika te worden gevoerd.nbsp;Zoo geschiedde het in 1822 ook met een knaapnbsp;van toen dertien jaren Adscuai genaamd, dien wij

-ocr page 15-

15

wel met Tolle regt den Afrikaanschen Jozef kunnen noemen. Nauwelijks was hij in het Portu-geesche slavenschip of dat schip werd door de Engelschen genomen en de slaven, bij die' ooknbsp;Adschai naar Siërra Leone gevoerd. Hij werd daarnbsp;onderwezen in de Christelijke godsdienst; met welknbsp;gevolg zult gij zoo aanstonds vernemen. Onder-tusschen duurde in zijn vaderland het moordennbsp;en bloedvergieten voort. Steden en dorpen werdennbsp;verwoest en de ongelukkige inwoners of verjaagdnbsp;of tot slaven gemaakt. Van de eerste verzamelden zich velen in de nabijheid eener rivier Ogun,nbsp;digt bjj eene rots, van waar dat oord later dennbsp;naam kreeg van Abbeokoeta d. i. onder de rots.nbsp;Andere vlugtelingen voegden zich bij hen. Abbeokoeta nam toe in grootte en uitgebreidheid ennbsp;werd binnen een tijdverloop van nog geen veertignbsp;jaren eene stad van tachtig tot honderd duizendnbsp;inwoners, de overgeblevenen van niet minder dannbsp;honderd tlertig verwoeste steden. Zij leefden daarnbsp;nog eenigzins in afzonderlijke stammen onder tiennbsp;Ogboni’s of opperhoofden, van welke een weernbsp;het hoofdbestuur had en de eerste van die, Sodeke,nbsp;wa.s een in vele opzigten zeer voortreffelijke. Allennbsp;te zamen waren zij heidenen, maar in hunne duisternis liet God het licht opgaan. Ik heb u vroegernbsp;van Sierra Leone verhaald: hoe daar vele Negers

-ocr page 16-

16

verlangden naar het vaderland of zoo als zij zelve het noemen, naar het moederhuis weder te keeren.nbsp;’t Waren vooral Yoruha-Negers, in wie dat verlangen ontwaakte. Abbeokoeta ligt in Yoruba-land.nbsp;Zoo gingen er van 1839 tot 42 niet minder dannbsp;vijfhonderd. Gedeeltelijk zetten dezen zich nedernbsp;te Badagry, eetie stad aan de kust gelegen, gedeeltelijk reisden zij in ’t binnenland naar Abbeo-koeta. Zij hadden daar wonderen te verhalen van denbsp;blanke menschen, Afrika’s zonen kenden hen slechtsnbsp;als slavenhalers, als hun geesel en vloek; nu hoordennbsp;zij ook van blanken, die een zegen werden voornbsp;hnnne kinderen. Eu weldra begonnen deze naarnbsp;hunne weldoeners uit te zien met smachtend verlangen. Hoeveel zij terugvonden in ’t vaderland,nbsp;ouders, broeders en zusters, de aanbidding vannbsp;God in geest en waarheid vonden zij niet en dienbsp;misten zij noode. Zij wisten die tijding naar Sierranbsp;Leone te krijgen met dringend verzoek, dat zendelingen mogten komen en zoo zeker waren zij,nbsp;dat aan hun verlangen voldaan zon worden, datnbsp;zij koning Sodeke verzekerden: de blanke mannennbsp;/AÜlen stellig komen. Daar komt in 1842 denbsp;eerste, Fbeeman, daar straks u genoemd als Bngelschnbsp;zendeling op de Slavenkust. Toch was deze geennbsp;van de door hen ontbodenen. Wat zij verlangdennbsp;hadden ook de Christen-Negers in Badagry begeerd

-ocr page 17-

17

en tot hen was Freeman quot;ekomen, die nu zijne reis binnenlands voortzette, ivlaar ook voor Abbeo-koeta was Je hulp nabij. Het genootschap, datnbsp;in Sierra Leone zijne zendelingen heeft, besloot eetrnbsp;van die, Townsenh, derwaarts af te zenden metnbsp;een paar onderwijzers, Negers. Toen dezen tenbsp;BaJagry aanlandden kwam FiiEBM.AN juist van zijnenbsp;reis van Abbeokoeta terug en verhaalde veel vannbsp;het gunstig onthaal, hem daar tebeurtgevallen.nbsp;Town.seno viel geen minder gunstig ten deel, toennbsp;hij in Abbeokoeta kwam. Koning Soueke boodnbsp;hem grond aan om een zendinghuis te, bouwen ennbsp;wilde, dat hij maar aanstonds blijven zou. Maarnbsp;dat kon niet. De vestiging van eene nieuwe zending en dat wel van eene in ’t binnenland als tenbsp;.\bbeokoeta was eene zaak van te groot geAvigtnbsp;om er maar zoo dadelijk toe te besluiten. Townsinunbsp;vertrok dan Aveder met belofte van terug te komennbsp;en reisde daarop naar_ Engeland , om daar met hetnbsp;bestuur van zijn genootschap te onderhandelen.nbsp;Ondertusschen hadden de door hem medegebragtenbsp;Negers reeds menige verrassende ontmoeting gehadnbsp;in het Avedervinden van vroegere vrienden en bekenden; maar een oud vrouAvtje , dat gehoord had,nbsp;dat haar zoon nog in Sierra Leone zou leven,nbsp;kon Toavnsend niet verblijden. Hij kende hem volstrekt niet onder den naam, dien zij hem noemde,

2

'k


-ocr page 18-

18

en moest haar zonder troost van zich laten gaan.

De zamensprekingen van dezen met zijn bestuur hadden niet lang daarna den uitslag, dat tot denbsp;vestiging eener zending in Abbeokoeta beslotennbsp;werd. TowNSENn kwam in December 1844 te Sierranbsp;Leone terug en vertrok reeds dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dierzelfde

maand van daar naar Abbeokoeta in begeleiding van twee mede-zendelingen, Gollmer een Duitsohernbsp;van geboorte en Ceowther, een geordenden Neger-zendeling onder een anderen uaam u reeds bekend;nbsp;want deze Ckowthkr, die nu als zendeling naarnbsp;zijne landgenooten ging, hij is de man die alsnbsp;knaap Adschai heette en op dertienjarigen leeftijdnbsp;naar Sierra Leone kwam, onze Afrikaansche Jozef.nbsp;Na eene voorspoedige reis kwam het gezelschap innbsp;Januari 1845 te Badagry, maar daar wachtte hennbsp;meer dan eene teleurstelling. Het eerste wat zijnbsp;deden was, tijding naar Abbeokoeta zenden ornnbsp;koning Sodeke hunne aankomst te melden; hunnenbsp;boden kwamen terug met het berigt: koning Sodekenbsp;is dood en hadden daarbij zoo veel te verhalen vannbsp;nieuw uitgebroken oorlogen en onveiligheid dernbsp;wegen, dat voor Townsend en de anderen aan geennbsp;voortreizen te denken was. Achttien maandennbsp;moesten zij te Badagry bljjven, welken tijd Town-sENu zich benutte om in de Yoruba-taal zich tenbsp;oefenen en Crowtheb om gedeelten van den Bijbel

-ocr page 19-

¦p


19

daarin over te brengen. Goj.lmkr de derde zendeling vond onder de vele Yoruba-Negers, die zich te Badagry hadden nedergezet, een werkkring,nbsp;waarin hij besloot te blijven, toen eindelijk voornbsp;Townsüni) en Oiiowther de gelegenheid om verdernbsp;te reizen gegeven werd.

Den nbsp;nbsp;nbsp;Jnli 1846 vertrokken dezen met

vrouwen en kinderen naar Abbeokoeta. 7,ij werden daar door deii nieuwen koning S.agbca , een mannbsp;niet zoo rijk begaafd .als Soiiniir., maar als dezenbsp;goed gezind , zeer vriendelijk ontvangen. Een stuknbsp;land werd hun vrijwillig afgestaan om een zende-liughuis en eene kerk te bouwen en zoo werd donbsp;grond gelegd van oene sedert rijkgezegende zending. Met Townsend en Ciiowïheu arbeiden anderenbsp;zendelingen en hulpzendelingen. Zij getuigen vannbsp;de inwoners, dat zij cene levendige begeerte naarnbsp;onderwijs aan den dag leggen. »M.en kan zeggen,'’nbsp;schrijven zij, »dat een groot aantal hongeren ennbsp;dorsten naar de geregtigheid. Eiken Zondag' wordtnbsp;onze kerk gevuld door bel-angstellende hoorders.nbsp;Ook bespeuren wij tot onze blijdschap. dat denbsp;hoofden en voornaarnsten van het volk zelvenbsp;hunne zonen en dochteren tot ons brengen en onsnbsp;verzoeken ons met hunne opvoeding te willen belasten, Dit feit is ons een teeken des tijds, waarvannbsp;ieder gemakkelijk het gewigt zal begrijpen. Meer

2*

-ocr page 20-

20

en meer neemt het getal van » »de leerlingen dea Boeks” ” zoo als de Christenen op deze kust eigenaardig zich noemen, toe.”

Voor dat ik nog andere bewijzen daarvan u geef, moet ik voor een oogenblik op onzen Jozefnbsp;terugkomen. Gij hoordet daar straks van eennbsp;oud vrouwtje dat te vergeefs bij Townsends eerstenbsp;komst te Abbeokoeta naar haren zoon vroeg.' Denbsp;zendeling wist niet, dat hij geen ander was dannbsp;zijn geliefde mede-arbeider- Cbowthek. Maar toen nunbsp;deze zelf later in Abbeokoeta kwam, ging' het dienbsp;oude vrouw als weleer vader Jacob. Zij hoorde.nbsp;dat haar .lozef nog leefde en deze vond zijnenbsp;moeder weder. Zelf verhaalt hij, dat reeds bijnbsp;zijn verblijf in Siërra Leone geene geschiedeni.snbsp;hem liever was, dan die van Jozef, hoewel hijnbsp;er toen in de verte nog niet aan dacht, dat hijnbsp;ooit in zijn vaderland zou wederkeeren. Hoe wondervol zijn toch soms Gods wegen. ,

Nog eene andere merkwaardige proef wil ik n daarvan verhalen. Maar eerst keeren wij nog wedernbsp;tot de zending in Yoruba-land terug. Deze breiddenbsp;voorspoedig zich uit. Gedurig werden nieuwe postennbsp;aangelegd o.a. te Ibadan, eene stad met vijftignbsp;duizend inwoners, waar een zendeling Hinoeheknbsp;met zijne voortreffelijke vrouw onder vele moeitennbsp;en bezwaren zegenrijk arbeidde. Met Europesché

-ocr page 21-

SI

«endelingen werken daar ook vele iidandsche een werk, dat door God raeer en meer worde dienstbaar gemaakt aan de komst van zijn rijk.

Wat uit zulke inlandsche arbeiders worden kan, wordt vooral in onzen Crowthbr wel heerlijk omnbsp;te aanschouwen gegeven. Na negen jaren in denbsp;Yoruba-zeuding werkzaam te zjjn geweest, is hijnbsp;later hoofd geworden van eene nieuwe zendingnbsp;aan de rivier, den Niger. Reeds in 1841 werdnbsp;langs die rivier een togt gedaan door drie Bngel-sche stoomschepen met het doel om den slavenhandel in het hart van Afrika te bestrijden en tenbsp;fnuiken. Ook Ckowthes was toen aan boord. Doornbsp;vele ziekten en sterfgevallen kon die togt toen nietnbsp;verder worden vooctgezet en velen beschouwdennbsp;dien als mislukt. Maar dertien jaren later is hijnbsp;hervat en heeft toen aanleiding gegeven tot hetnbsp;oprigten van eenige zendingposten. Aan het hoofdnbsp;van deze .staat thans Crowthek. De Engelschenbsp;Academie van Oxford heeft in 1 864 den Negerslaafnbsp;Adsciiai tot Doctor in de Theologie benoemd ennbsp;den 29 .Juni van dat zelfde jaar werd hij doornbsp;den aartshissohop van Canterbury gewijd tot his-sfhop van alle onder zijne leiding ontstane Neger-gemeenteii aan den Niger. Wel is de arbeid daarnbsp;nog in den beginne, maar volgens de laatste opgave , die ik er van vond, worden er toch reeds

-ocr page 22-

22

op zeven verschillende posten biina zeshonderd Christenen gevonden. Al te uitvoerig zou ik worden, als ik hier dien arbeid in bjizonderheden u wildenbsp;beschrijven. Liever deel ik omtrent den ganschennbsp;arbeid aan de Westkust van Afrika nog kortelijk eennbsp;woord u mede, om dan te besluiten met het verhaalnbsp;van die merkwaardige proef van Gods voorzienigheid , waarvan ik boven reeds melding maakte.

Dat woord is dat van een Amerikaanschen zendeling Payne , die meer dan twintig jaren daar arbeidde. Na er van gesproken te hebben, hijnbsp;deed het in Lenden in 1859. dat hij zelf na eennbsp;arbeid van een en twintig jaar daar stond als eennbsp;teeken, dat de Heer ook in Afrika zijne dienstknechten behouden kou. zeide hij: »en wat hebbennbsp;wij nu in Afrika mogen beleven? In den loopnbsp;van vijf en twintig jaren zijn tweehonderd kerkennbsp;op de Afrikaansebe Westkust gebouwd, tweehonderd scholen gesticht, zestienduizend kinderen daarinnbsp;verzameld, vijftien talen vroeger alleen gesprokennbsp;tot schrijftaal verheven, eene groote menigte vannbsp;inboorlingen tot gemeenten gevormd en meer dannbsp;15 millioen Negers met, het Evangelie bekend geworden. En bij dat alles is aan den slavenhandelnbsp;van Gambia af in het noordwesten tot aan denbsp;oever van den Niger, eene streek van zevennbsp;ho)iderd uren bijna geheel een eind. gemaa.kt.’'

-ocr page 23-

2?t

Waarlijk. de Heer doet groote dingen in Afrika, zoo spreken wij na dat korte, maar belangrijkenbsp;overzigt; wij zullen het herhalen als wij na zoo ietsnbsp;van Zijn magtig, wijs en liefderijk bestuur overnbsp;gansche volken gehoord te hebben, datzelfde bestuurnbsp;als niet minder rnagtig, wijs en liefderijk opmerkennbsp;in Zijne wondervolle leiding met een enkel mensch.

Die mensch heet Johannes Dasaeoe. Een inwoner, en wel een zeer aanzienlijk, was hij van de meermalen u genoemde stad Abbeokoeta. Na denbsp;aankomst van den zendeling Townsend was hijnbsp;weldra een van diens meest geliefde en ijverigenbsp;leerlingen, zoodat hij door den doop kon wordennbsp;opgenomen in de Christelijke gemeente. Als lidnbsp;daarvan versierde hij de leer, die hij beleed doornbsp;een godzaligen wandel, tot dat den 2^™ Maartnbsp;18.Ó1 voor Abbeokoeta in ’t algemeen en voornbsp;velen barer inwoners in ’t bijzonder een dag vannbsp;schrik en-onheil. aanbrak. De stad werd belegerdnbsp;door een naburig vorst, den koning van Dahomey,nbsp;en viel zij in zijne handen, dan wist men, wat ernbsp;gebeuren zou. Abbeokoeta zou met den grondnbsp;gelijk worden gemaakt en alle inwoners als slavennbsp;weggevoerd. Die kouingen van Dahomey zijn daardoor berucht en voor weinige jaren nog deed eennbsp;nieuwe kouing van dat rjjk bij zijne troon.sbe-

-ocr page 24-

34

klimming duizende slaven slagten als een den afgoden welbehagelijk offer. Zulk een man was dan met zijn leger voor Abbeokoeta. Terwijl de weerbare mannen dien aanval zochten af te slaan,nbsp;vereenigden zich de zendelingen met grijsaards ennbsp;vrouwen om God de redding van de stad af tenbsp;smeken.. God verhoorde die gebeden. Abbeokoetanbsp;werd gesjjaard en het vijandelijke leger moest on-verrigter zake aftrekken. Nogthans was de vreugdenbsp;in de stad niet onvermengd. Bij eenen der uitvallen hadden vele inwoners te ver zich gewaagd^nbsp;die den kouing van Dahomey in handen vielen ennbsp;onder deze was ook D.^sslok. Vele lijken vondnbsp;men in de nabijheid der stad en d9,aronder, naarnbsp;men meende, ook het zijne. Toch was dit alleennbsp;eene gissing, daar. de Dahomiërs van de verslagenen het hoofd afhouwen om het in triomf medenbsp;te nemen. En hot was gelukkig eene vergissing,nbsp;Eeuigèn tijd later kwamen eeuigen, die zich metnbsp;de vlugt hadden weten te redden, terug en bragtennbsp;de tijding mede, dat Dis.4j.oE nog leefde, maarnbsp;in gevangenschap en slavernij. Door velen en inzonderheid wel door zyne hem teederminnendenbsp;vrouw Makth.4 werden pogingen aangewend om hemnbsp;op te sporen en los te koopen, die echter mislukten en eindelijk geraakte men zijn spoor geheelnbsp;bijster. Meer dan twee jaren later vond men het

-ocr page 25-

25

onverwacht in eene Engelsche havenstad Plymouth weder. Zoo als de Engelschen in Sierra Leone,nbsp;hebben de Spanjaarden op ’t eiland Cuba innbsp;Amerika eene vrijplaats voor verloste slaven, dienbsp;daar echter geheel anders behandeld worden. Zijnbsp;genieten maar eene zeer beperkte vrijheid ennbsp;sleclits enkelen gelukt het geheel zich vrij te werken. Benige van die Emancipados, zoo als mennbsp;dezulken noemt, landden in September 1855 innbsp;ilo Engelsche stad Plymouth aan, om van daarnbsp;naar hnn vaderland, Tornha-land weder te keeren.nbsp;Zij hadden echter geen geld meer voor die reis.nbsp;Spoedig trokken eenige menschenvrienden zichnbsp;hunner aan en deze wilden meer dan voor hnnnbsp;lichaam zorgen. Zij kenden echter hunne taalnbsp;niet. Nu schrijveu zij aan het bestuur van hetnbsp;Ëngelsch kerkelijk Zendelinggenootschap , of dat hennbsp;ook helpen kon. Het kon dat, want juist wasnbsp;een zendeling nit Yornba-land in Londen, de onsnbsp;welbekende Townsknd. Deze komt te Plymouthnbsp;en verwonderd staan daar de 'Negers uit Tornha-land , dat een blanke man in hunne taal hennbsp;aanspreekt, verwonderd en bevreesd. Towxsununbsp;bemerkt het en weldra vermoedt hij ook de reden.nbsp;Zij keudeu geen blanke, die iets van hunne taalnbsp;sprak dan den slavenhandelaar. Townsk.ni) haastnbsp;zich hnn te. verzekeren, dat hij niet zulk een

-ocr page 26-

li

l't

menscheubeul, maar hun vriend, een zendeling is. »Een zendeling” vragen zij verwonderd. »Hoenbsp;is dan uw naam?” gt; sTownsekd”’’ is het antwooodnbsp;Ch nu beginnen die Negers als uit eenen mondnbsp;te roepen: «Townsend, Townsend, dat is hij.”nbsp;Nu was het de beurt aan den zendeling om verwonderd te vragen: » «Hoe zoudt gij mij kennen?” ’’nbsp;«Wij hebben een brief aan u”, luidt het antwmoi’d.nbsp;«een landgenoot van ons, die nog in Cuba zucht,nbsp;heeft dien geschreven en vaak van u gesproken.”nbsp;««Wie is hij?”” vraagt Townsend. En nu hoortnbsp;hij den hem en ook ons nu bekenden naam vannbsp;Üasai.oe. Deze was als slaaf verkocht en naarnbsp;Cuba gebragt. Maar hadden daardoor de menschennbsp;hem uit het oog verloren, niet alzoo Hij, zondernbsp;wiens wil geen mnschje op aarde valt en Die nognbsp;heden ten dage voor zijne Jozefs zorgt. Niet langnbsp;na die te Plymouth gemaakte ontdekking , werdnbsp;op Cuba namens de Engelscho regeering naar eenennbsp;Dasaloe onderzoek gedaan. Hij komt naar Enge-hand en is van daa r naar Abbeokoeta gereisd,nbsp;waar hij dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;November 1856 aankwam, door

velen met groote vreugde ontvangen. maar door niemand met grooter, dan door zijne hem teedernbsp;minnende Martha. (1)

(1; Uitvoeriger nog is (leze geschiedenis medegedeeld in de .Maandberigten van het Ned. Zend, 1857, n“. 5-

-ocr page 27-

27

Zeker kon het daar niet anders dan een gan-stigen indruk maken, dat deze die verloren was en dood gewaand, door bemoeijing van zendelingennbsp;en het Engelsehe zendelinggenootschap gered werd.nbsp;Hoe die redding tevens eene aandoénlijk treffendenbsp;proef is van Gods zorg voor eiken mensch, merkennbsp;wij ligtelijk op. Dat het ook ons versterke in hetnbsp;geloof, dat Hij zorg draagt ook voor ons en wijnbsp;bij Hem nooit vergeten zijn. Mij dunkt, watnbsp;ik u verhaalde is daartoe wel uitnemend geschiktnbsp;en terwijl wij ook daarom wel ten volle zullen instemmen met de bede van een Duitschen berigt-gever:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»Gods beste zegen ruste op de kolonie

Sierra Leone en op het volk, onder wiens bescherming en verpleging zij dat geworden is, wat zij is” willen wij Hem bidden, dat die zegen rustenbsp;op al den arbeid aan Afrika’s diep ongelukkige ennbsp;toch gezegende Westkust verrigt, ja op al dennbsp;arbeid voor Zijn heerlijk rijk, door wien ook en innbsp;wat oord der wereld gewerkt.

-ocr page 28-

A 'Ll

Bij de Dl gt; en Boekverkoopers M. Wijt amp; Zonen, *ijd veij ygtaar de volgende Kleine Stukjes

‘37

Cents.

Peter Lobeck............. 1*^

De welbestede stuiver..... lü

Ue wever uit Welsh nbsp;nbsp;nbsp;07^

De kleine bewoner vun het Auverg’iiésche Geberg-ie.... lU ,

Arme Sara................ Oi !

Üe jonge Hutbewoonster... 22^! Opwekking te Elberfeld.... 05

De lersche boer........... 10

Elisabetli Cunningham..... 15

John Kobins, de matroos... 10 Uitbreiding der Parabel ... *10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... 15^

De Stroopers-tlochter...... 10

De Dode met goede tijding. 15

Jansje Allan.............. 15

Zonderlinge tusschenkomst

der Voorzienigheid........07

Levensber. van Amelia Gale U7^

Sara Hill.................. 1‘Jè

Üe geschied.van MarySmith 12^

Te Dorps-predikant....... 10

De waarheid van het Evang. 10

Kracht des geloofs........ 10

lierman de houthakker... . I2i Laatste uren v.John Cowper 10

Hot einde van den tijd..... 10

Wat God bewaart, is wel

bewaard.................. 15

Wie zijt gijl Wat hebt gij

te doen 1................ 10

De weerhaan van het kasteel 12^ j Eben-Ilaëzer inLatakko... 10nbsp;Indiaansche bekeerlingen .. 10

De Christen-feesten........ 05

Verhaal van 2 predikers... 07^ De tijd en de eeuwigheid .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10

Kort en heilzaam berigt... 10 Jühan Coenraad 'l'er Linden 07^nbsp;Een beroep op het hart.... 12^nbsp;])e landman in den Elxas... 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen .......... 10

Levensloop van C.L.Töpfer Eenige bijzonderheden uit

het leven van Morrison..... 15

, Lydia S.................. 07^

, Hugo Bourne............. 07^

De christelijke viering van

den Zondag............... 05

, Henri Obookiah........... 10

De zendelingen in Groeiil... 15 ,' Het bezoek bij een kranke.. 15nbsp;, Brieven van een’ ieeraar ... 15

Cents

Polycarpus.............. 10

Als God werkt, wie z.d

dan keereu ?.............. l‘;

De Soldaten-docbter.......

Het gelukkige sterfbed... 10 De weg en he; middel ... 15nbsp;De gast zonder bruiloltski. U7i

Treffend voorbeeld....... 07$

Levensschets V. Blumliardt 1.*'

Hadara................. 01

De oude geneesheer...... lu

üe roepstem des Heereii 1-5

. Anna Waish............. Oï#.

. Eerste zend. te St. 'rhomus 1.5

, Thirza................... 2o

, Vroege godsvrucht....... UTj

Dt! Kussische'kleermaker. 07.j . Kermerk. v. een kind God.lt; 07J.

, Overtuiging verwaarloosd. I JÏ , Woord aan jonge moeders. 07^nbsp;. De onbeki-nde zendeling.. 01

. Mevrouw llumptf......... 10

. Opmerkelijke leiding Gods 07 . Een nieuw traktaatje.... 10

. Ue vrome landman....... 07^

. Ged. over de eeuwigheid.. 07^

. Maria................... 10

. William................. 07^

. De (Christen in het gasthuis Uvl

, Lord Teignmouth........ 10

. Leven van Schwartz.....08

. Wie zoekt die vindt....... 05

. l.evensb. van een’soldaat.. 05

. Pacalsdorp............. 07^

. Ünnoodige zorgen........ IH

. Zachéüs............. ..... 0^

. De twee buren.......... 10

. Bekeering V. A. 11. Franke. 04

. Blandina............... 07^

. Bede van een grijsaard ... 07^ . Het huisgez. te llaeterdale 15nbsp;. Inwendig Chiistemlom onder Hottentotten........ 05

. Aarons dood............. 15

. Het Paaschfeest.......... 10

. Leven van Chrv'sostomus .

. Het geheimzinnige in den

Cliiisten................. tlquot;'

I. Jacob M'ilsoii ............ 15

. De eerste kerkgang..... UI

'. Wanneer ben ik , enz..... 00

lt;¦ Overeenk. Christel. Godsil. 0-'

. Zendingsgave............ 15

1. De zwarte knecht........ lU