DE VOLKEN DER AARDE.
1. NOORD-AMERIKA.
Aan het eind gekomen van onze beschouwingen over Afrika, wenden wy ons thans naar de nieuwenbsp;wereld. Zoo worden de landen genoemd, dienbsp;voor drie, vierhonderd jaar aan de bewoners vannbsp;Europa nog onbekend waren, die in 1492 begonnennbsp;ontdekt te worden en sedert hoe langer zoo meernbsp;bekend werden. Het zijn de werelddeelen Amerika en Australië, die wij nog te bezoeken hebben,nbsp;waarvan ’t eerste verre weg het grootste, maarnbsp;het laatste voor de zending niet minder belangrijknbsp;is. Wij vangen met Amerika aan, waarover ik innbsp;dit en een volgend stukje wensch te spreken, üenbsp;twee groote deelen, Noord- en Zuid-Amerika,nbsp;waarin het verdeeld wordt, zullen achtereenvolgends het onderwerp onzer beschouwing zijn,nbsp;terwijl wij dan te gelijk met het laatste, de zoo
1
-ocr page 2-2
belangriike West-indische eilanden nader zullen leeren kennen. Voor dat ik nu echter tot behandeling van het eerste gedeelte overga, doe ik eennbsp;enkel woord over dat Amerika in z^n geheel voorafgaan. Zoo als de met de aardrijkskunde nietnbsp;ten eenemale onbekende onder mijne lezers weet,nbsp;zijn wij gewoon de aarde in een oostelijk en westelijk halfrond te verdoelen. Tot het eerste nunbsp;behooren Europa, Azië, Afrika en ’t grootste gedeelte van Australië, tot het laatste Amerika benevens eenige eilanden van het vijfde werelddeel.nbsp;Dat Amerika heeft van het hoogste noorden totnbsp;het zuiden de verbazende lengte van ongeveer 2700nbsp;uren. Van de Noord- tot bijna aan de Zuid-poolnbsp;zich uitstrekkende is het aan zijn uiteinden koudnbsp;als in het noorden van ons werelddeel, in hetnbsp;midden heet als in Afrika en Azië, terwijl wedernbsp;andere landen in die gematigde luchtstreek liggen,nbsp;waarin ook ons vaderland ligt. Nu heeft het echternbsp;bij die lengte een betrekkelijk geringe breedte,nbsp;’t Is geheel door zeeën omringd: aan de oostkustnbsp;door den Atlantischen Oceaan, die het van Europanbsp;en van Afrika scheidt, aan de westkust door denbsp;Stille zee, die de grensscheiding is tusschen Amerika en Azië en de eilanden van Australië. Mennbsp;berekent dat de geheele oppervlakte er van vjjf-maal zoo groot is als die van ons werelddeel.
-ocr page 3-M'aar ’t is veel minder bevolkt, daar het getal inwoners maar een vijfde is van dat van Europa.nbsp;Is er alzoo vijfmaal meer land en vpfmaal mindernbsp;inwoner.s, dan volgt- daaruit dat op eene uitgestrektheid gronds, -waarop in Europa vijf en twintignbsp;menschen wonen, er in Amerika maar één geteldnbsp;quot;lordt. Die inwoners zpn nu echter geenszins denbsp;Oorspronkelijke bewoners van dat land. Verrewegnbsp;lie meeste zijn van elders daar gekomen, in Noord-Amerika wonen Franschen , Engelschen, Duitschersnbsp;011 Hollanders, in Zuid-Amerika behalve deze ooknbsp;Portugezen en Spanjaarden, op de West-indischenbsp;eilanden daarenboven nog de ongelukkige uit hunnbsp;vaderland geroofdé Negers. Hoe groot het aantalnbsp;Inboorlingen thans nog is, is zeer moeijelijk tenbsp;bepalen, daar zij overal verspreid in uitgestrektenbsp;velden, bosschen. wildernissen soms leven. Denbsp;laag.ste opgaaf, die mij ouder de oogen kwam isnbsp;1 millioenquot;, de hoogste 10 a 12, van welke zeernbsp;vele nog heidenen zijn. Bedenkt gij nu, wat wijnbsp;vroeger van de bevolking van Azië hoorden, datnbsp;m Engelsch Indië wel 180 , in China 400 millioennbsp;heidenen wonen, dan wordt het u duidelijk, hoenbsp;oneindig veel bevolkter die landen en hoe schaarsnbsp;bevolkt eigentlijk Amerika is. Zou de christeljjkenbsp;herk daarom nu hare heidenboden alleen naar denbsp;millioeneu van Indië en China zenden en meenen
-ocr page 4-dat Amerika uiet belangr^k genoeg, te weinig bevolkt is, om er zoo veel moeite en geld voor over te hebben ? Neen! zij heeft van haren Heer geleerd prijs te stellen op het behoud van een enkelenbsp;ziel, zij is niet te vergeefs door Hem gewezen opnbsp;de liefde des Vaders , die voor millioenen zorgende,nbsp;nogthans zoo op de behoeften van enkelen let,nbsp;dat geen mmschje op aarde valt zonder Zijnen wilnbsp;en van ons menschen bij Hem zelfs de haren onzesnbsp;hoofds geteld zijn. Daarom vergeet zij, terwijl zijnbsp;naar Azië en Afrika hare zendelingen zendt, ooknbsp;de betrekkelijk weinige heidenen van Amerika niet,nbsp;maar verkondigt ook hun de blijde boodschap vannbsp;het koningrijk Gods. Komt! laat mij u iets verhalen van dien arbeid en van den uitslag er van.
Gij weet dan nu, dat Amerika eene geheel andere bevolking heeft dan Azië en Afrika. Ooknbsp;daar vinden wij Europeanen, maar toch altijdnbsp;slechts weinige, terwpl de oorspronkelpke bewoners er verre , verreweg het talrijkst zijn. In Amerika is het juist omgekeerd. De inboorlingen zijnnbsp;weinige en verminderen nog gedurig, terwijl denbsp;vreemde bevolking er jaar op jaar toeneemt. Dienbsp;inboorlingen onderscheiden zich vooral in tweenbsp;hoofdsoorten: de Eskimo’s, die men alleen in 'tnbsp;hooge noorden vindt, ten getale van twintig, dertignbsp;duizend en de Indianen naar de kleur van hnn
-ocr page 5-ligchaam ook Roodhuiden genaamd, die in ontelbare stammen verdeeld de landen van Noord- en Zuid-Amerika, waar zich nog geen vreemdelingennbsp;hebben nedergezet, bewonen. Maar niet alleennbsp;onder deze arbeiden zendelingen. In de Vereenigdenbsp;Staten en op de West-indische eilanden vindt mennbsp;Ook heidenen, uit een ander werelddeel, de straksnbsp;reeds genoemde Negers uit Afrika en ook aan hennbsp;Wordt het Evangelie verkondigd. Met het noordennbsp;r^an Noord-Amerika nu beginnende, deel ik thansnbsp;eerst u iets mede van de Eskimo's, dan van denbsp;Indianen in Engelsch Noord-Amerika en de Hud-sonsbaailanden en van die in de Vereenigde Statennbsp;alsmede van de Negers, die zich aldaar bevinden,
GROENLAND EN LABRADOR.
De Eskimo’s bewonen de meest noordelpke streken van Noord-Amerika. Zij behooren tot de kleinste menschensoort. Zelden bereiken z^j eenenbsp;lengte van vijf voet. Hun uiterljjk is verre vannbsp;behagelijk. Zij hebben kleine handen en voeten,nbsp;een groot hoofd, een vuilroode kleur, dikke lippen,nbsp;kleine zwarte oogen en breede zeer leelijke tanden. Naar den geest zpn zp stomp en onvatbaarnbsp;en toch, hoe weinig gij naar die beschrijving metnbsp;ben moogt ophebben, zijn zij zeer met zichzelvennbsp;iügenomen. Zg noemen zichzelven in onderschei-
-ocr page 6-cling van anderen; Innuïten, d. i. tnenschen, en ¦willen nu te kennen geven, dat zij met eennbsp;Europeaan, die zich onder hen nederzet, zeer zijnnbsp;ingenomen , dan zeggen zij 'van hem: hij begint eennbsp;Innuït te worden. Godsdienstige begrippen hebbennbsp;zij weinige. Zij gelooven aan goede, maar vooralnbsp;ook aan vele booze geesten, ^ ter bezwering vannbsp;welke zij toovenaars hebben, Angekoks genaamd.nbsp;Naar hunne meening rust de aarde op pilaren,nbsp;die echter reeds zeer vermolmd en wrak zjjn ennbsp;haar sedert lang zouden hebben doen instorten,nbsp;zoo niet de Angekoks telkens hen ondersteunden.nbsp;Hunne leefwijze is zeer eenvoudig, ’t Zijn schralenbsp;en daarbjj zeer koude landen, waar zij hunnenbsp;woonplaats hebben. Hoe noordelijker men komt,nbsp;des te langer duurt er bij afwisseling dag en nacht,nbsp;in de noordelijkste streken door Europeanen bezocht vier volle maanden, in de meest zuideljjkenbsp;door Eskimo’s bewoonde landen volle 24 uren.nbsp;’t Schijnt er in vroegere eeuwen niet zoo onherbergzaam en koud te zijn geweest als thans. Reedsnbsp;voor 800 jaar waren er volkplantingen van Denennbsp;en Noorwegets; want als wij zeggen dat Amerikanbsp;tot in 1492 onbekend was, dan moeten daarvannbsp;de noordelijkste streken door de Eskimo’s bewoondnbsp;worden uitgezonderd. Zoo als ik zeide, werd eennbsp;gedeelte dier streken, Groenland geheeten, door
-ocr page 7-Eiiropeeërs bezocht, men beweert zelfr . fiat er eens 300 christendorpen zouden geweest zpn met bisschoppen uit Noorwegen. Sedert 1387 heeft echternbsp;wet deze alle verkeer opgehouden en later is vannbsp;deze Noormannen, die waarschpnlpk langzamerhandnbsp;door koude, gebrek en ziekte zijn uitgestorvennbsp;niets meer vernomen. Sedert anderhalf honderdnbsp;jaar ia men er echter nieuwe volkplantingen gaannbsp;aanleggen. Hans Egede , een Noorweegsoh prediker,nbsp;ging in 1721 met vrouw en kinderen naar Groenland. Hij had van die vroegere stichtingen geboord en wilde zelf onderzoeken of daarvan nognbsp;iets te vinden zou zijn en zoo niet beproeven omnbsp;zelf de Groenlanders met het Evangelie bekend tenbsp;tnaken. Een geruimen tpd had hij er met veelnbsp;gebrek en de onvatbaarheid der Eskimo’s te worstelen. Bijna besloot hij het werk op te gevennbsp;toen hij in 1733 door de Broedergemeente, denbsp;Hernhutters, ondersteund werd. Drie zendelingennbsp;Chkistiaan David en de broeders Mattheus en Christiaan Stach kwamen tot hem , het volgend jaar nognbsp;door t^ee andere gevolgd en tot op den huldigennbsp;dag heeft de Broedergemeente deze moeijelijkenbsp;zending in stand gehouden. Langzaam, zeer langzaam maakten de zendelingen eenige vorderingen.nbsp;Scheen Egede’s werk eerst geheel vruchteloos, daarnbsp;hjj de Eskimo’s aan eene zwervende levenswijs ge-
-ocr page 8-8
woon. maar niet zioh kon houden, reeds viif jaren waren de Hernhutters er, toen in 1738 denbsp;eerste Groenlander eenig teekea van leven en belangstelling begon tc geven. Zij lazen in de Schriftnbsp;voor hen de geschiedenis van Jezus lijden, toennbsp;een jongeling Kajaknak geheeten, hun in de redenbsp;viel, zeggende:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Hoe was dat ? Laat niij dit nog
seena hooren, ik zon ook gaarne zalig worden.” In Maart van 't volgende jaar werd deze Kajarnaknbsp;gedoopt en later volgden er meer en breidde denbsp;zending in Groenland zich uit. Thans hebben denbsp;Hernhutters er zes zendingposten, waarop ruimnbsp;1700 inboorlingen aan hunne zorg en leiding zijnnbsp;toevertrouwd. Het werk van Egf.db werd van dennbsp;beginne af aan door de legeering ondersteund, doornbsp;denzelfden Frederik IV, kouing van Denemarken,nbsp;die de eerste zendelingen naar Hindostan zond. (1)nbsp;Later is het geheel regeeringszaak geworden. Opnbsp;acht verschillende posten, vier in Noord-Groenlandnbsp;en even zoo veel in ’t zuiden zijn leeraars werkzaam , uit Denemarken derwaarts gezonden, dienbsp;meestal na een tienjarig verblijf naar hun vaderlandnbsp;wederkeeren, hoewel er ook sommigen in Groenland blijven. Op twee van die posten, Jacobs-haven in ’t noorden en Godthaab in het zuiden
(1) Zie de zending o. d. v. d. a, U. 4 bl. 19 en 20.
-ocr page 9-kweekschoolen roor christelgke onderwijzers ’^it de inboorlingen. Aan de Westkust, waar beidenbsp;Denen en Hernhutters arbeiden, z^n deze allen totnbsp;het Christendom overgegaan, maar de nog koudernbsp;Oostkust is tot nu toe weinig of niet bekend. Ooknbsp;in het tegenover Groenland gelegen Labrador, datnbsp;aan Engeland behoort en waar insgelijks Eskimo’snbsp;wonen, arbeiden Hernhutters op zes posten, waarvan de eerste Naïn in 1771 werd aangelegd. Hetnbsp;aantal inwoners is daar niet groot, ruim duizend,nbsp;die zeer verspreid wonen, maar allen thans Christenen z^n. Over 't algemeen kan men zeggen,nbsp;dat het Christendom op de Westkust van Groenland en de Noordkust van Labrador gevestigd is.nbsp;De Bgbel is in de landtaal vertaald. In velerleinbsp;kundigheden zijn de Eskimo’s vooruitgegaan, maatschappelijke tucht en zedelpkbeid is onder hennbsp;ingevoerd. Zjj schrgven en lezen boeken in hunnenbsp;taal; oók beginnen handwerken onder hen in zwangnbsp;te komen, voor zoo ver de luchtstreek en denbsp;grond van het land zulks toelaten. Sedert ’tnbsp;hegin dezer eeuw kwam er vooral onder de Eskimo’s in Labrador veel opwekking en nam de belangstelling in het Evangelie er zeer toe. Dat denbsp;arbeid daar in dien konden luchtstreek moejjelgk is,nbsp;gevoelen wij wel levendig. Gaat hjj altpd uit zpnennbsp;aard met vele bezwaren gepaard, hp wordt zoo
-ocr page 10-10
veel tQoeijelgber, als de zendelingen daarbij njet het klimaat te streden hebben, hetzg het heet ennbsp;ongezond is als aan Afrika’s Westkust, hetzij harnbsp;en koud als op de bergen en sneeuwvelden vannbsp;Groenland en Labrador. Zoo als vroeger daar,nbsp;200 vonden wij ook hier weer Hernhutters arbeidennbsp;met trouwe, zelfverloochende liefde. Zouden wijnbsp;in dit hun werk geen belang stellen en voor hennbsp;vragen, dat in de koude, die hen omringt, hunnbsp;hart warm blijve en de grond, waarin zij het zaadnbsp;des woords zaaijen, meer vrucht geve dan de onvruchtbare bodem, dien zjj met hunne Eskimo’snbsp;bewonen?
BBITSCH NOORD-AMERIKA EN DE HODSONS-BAAILANDEN.
Zoo hoorden wp iets van de bewoners der meest noordelijke streken van Noord-Amerika en dennbsp;Evangelie-arbeid onder hen. Wij begeven ons thansnbsp;iets meer zuidwaarts, maar nog zpn vele van denbsp;landen, die wg nu gaan bezoeken, bar en kond.nbsp;Die landen zijn Engelsch of Britsch-Amerika ennbsp;Rupertsland of de Hudsonsbaailanden Gedeeltelijknbsp;zjjn deze door vreemdelingen bewoond, gedeeltelijk door Indianen. Voor dat ik nu over dev4enbsp;in ’t bijzonder spreek, eerst iets over de Indianen
-ocr page 11-n
in 't algemeen. Ik heb u vroeger gezegd dat deze met de Eskimo's de oorspronkelijke bewoners desnbsp;lands zijn, Den naam van Indianen hebben zpnbsp;gekregen naar eene dwaling van Colombos, dennbsp;ontdekker van Amerika, die toen hij het eerst aannbsp;land kwam, meende op een der verste eilandennbsp;van Indië, dat tot Azië behoort, te zijn aangeland.nbsp;Sedert dien tijd dragen de oorspronkelijke bewoners van Amerika behalve de Eskimo’s den naamnbsp;van Indianen, 't Is een geheel ander, een veelnbsp;krachtiger en schooner slag van menschen dan denbsp;Eskimo’s. Hun kleur is onderscheiden naar dennbsp;landstreek, dien zij bewonen en gaat van het kaneelkleurige tot den kopertint over, van waar zjj ooknbsp;den algemeenen naam van Roodhuiden dragen. Zjjnbsp;gelooven aan een groeten geest, van wien zjjnbsp;echter niet veel weten en ook aan ’t bestaan vannbsp;booze geesten. Vooral in den oorlog zijn zp ruwnbsp;en wreed. Van hunne overwonnen vijanden z|jnnbsp;zij gewoon de huid van^ het hoofd af te trekkennbsp;en als zegeteeken te bewaren. Vroeger bestondnbsp;bjj hen ook de afgrpselijke gewoonte van menscben-vleesch te eten. Deze Indianen nu zjjn de oorspronkelijke bewoners van Amerika, in ons werelddeelnbsp;eerst sedert 1492 bekend. Hoe zp er kwamen isnbsp;onzeker, waarschijnlijk echter uit Azië. Opmerkelijk is het, dat men eenige bjjbelsche denkbeelden
-ocr page 12-omtrent den val, den zondvloed en eenige andere zaken bg hen vond. Terw^l nu echter sedert dennbsp;zoo even u genoemden tgd de meeste volken he-langtgk toenamen, verminderden de Indianen gedurignbsp;in getal. Van de 14 millioenen, die er hg denbsp;ontdekking van Amerika wel waren, z^n er nauwl^ksnbsp;2 millioen over. (1) Zeer vele stammen zgn metnbsp;wortel en tak uitgeroeid. Dat hebben de Europee-sche volksplanters, de Spanjaarden, Engelschen ,nbsp;Eranschen en anderen gedaan. Behalve dat vree-selpke ziekten, waaronder de pokken een voornamenbsp;plaats beslaan, uit Europa door hen overgebragt,nbsp;onder de Indianen eene groote slagting aanrigtten,nbsp;hebben gruwelpke mishandelingen die millioenennbsp;uitgeroeid. Ook heeft de brandewijn, door hennbsp;eigenaardig vuurwater of ook wel verstandenbsp;verwoester genaamd , groote onheilen onder hennbsp;te weeg gebragt. Ook hier dus vinden wp helaas',nbsp;weet bewaarheid, dat de eerste aanraking van heidenen met Europesche Christen-volken bpna altpdnbsp;voor de eerste eene bron van onheil en vloeknbsp;was. Heil echter beiden heidenen en Christenen,nbsp;dat zij later ook veeltgds zegen hun aanbragt.nbsp;Zoo was het ook met de Indianen. Leven deze
Jniste opgaven
(1) Volgens anderen zijn er echter meer, zjjo hier moeijelijk te verkrijgen.
-ocr page 13-13
iiu verspreid door de landen van Noord- en Zuid-Amerika, hoogst moejjelpk is het, eene beschrpving ''an den zendingarbeid onder hen te geven. Innbsp;tallooze stammen en onderafdeelingen zpn zg verspreid en wg zouden, wat wel niet doenlgk is,nbsp;haast iederen zendingpost afzonderlgk u moetennbsp;beschrgven, om u een volkomen juist denkbeeld tenbsp;geven van ’t geen onder hen geschiedt, ’t Is vooralnbsp;het Engelsch kerkelgk en het groot Noord-Ameri-haansch zendelinggenootschap, dat in de noordelgkenbsp;landen van Noord-Amerika, die geheel of gedeel-lelgk aan Engelsch bestuur onderworpen zgn ennbsp;waarvan wg thans eerst spreken, werkt, ’t Eerstenbsp;heeft er meer dan tachtig, 't laatste meer dannbsp;zestig verschillende zendingposten, zoodat voornbsp;senige jaren een zendeling van daar schrgven kon;nbsp;‘waar zich in deze streken nog heidensche Indianen bevinden, overal zgn zg door christelgkenbsp;dorpen, scholen, kerken en predikers omringd.nbsp;En niet zonder vrucht is al die arbeid. In streken , waar eeuwen lang onderscheiden stammen innbsp;vgandschap leefden, waar de Mohawk- en Chippeway-Indianen zoo verbitterd op elkander waren, datnbsp;de eerste nooit een woord uit de taal der laatstenbsp;uitspraken, is nu de liefde Gods in Oheistus dennbsp;inwoners verschenen en ziet men in de dorpen dernbsp;Indiaansche Christenen Mohawks en Chippeway s
-ocr page 14-14
vreedzaam en broederlgk bjj elkander wonen, in eendragt het land bebouwen, waarop eens het bloednbsp;hunner vaderen vloeide, hunne kinderen naar dezelfdenbsp;school zenden, de Chippeway’s de prediking dernbsp;Mohawks aanhooren en hoort men onder de Mohawksnbsp;in de ver verspreide Chippeway-taal prediken. Zoonbsp;is Chhistüs hun vrede, als eens onder Joden ennbsp;heidenen en vereenigt het kruis wat vroeger gescheiden was. Om dat woord des kruises nognbsp;verder te verspreiden, hebben Amerikaansche zendelingen op een eiland in een der grnote meeren,nbsp;die men vooral hier vele vindt, Mackinaw ge-heeten, eene zendingschool opgerigt, waarin steedsnbsp;vele kinderen, wier ouders om handel te drgvennbsp;soms ver rondzwerven, zich bevinden , die daar innbsp;vele nuttige kundigheden onderrigt krggen en vooralnbsp;met rjjke vrucht met het Christendom bekend worden gemaakt. Zij doen het, ook op hoop, dat uitnbsp;deze school eens Indiaansche predikers onder hunnenbsp;landgenooten uitgaan. Eeèds zgn er hier en daarnbsp;al zfln het nu juist niet in deze school gevormdennbsp;werkzaam. Onder hen munt vooral een HENsrnbsp;Budd uit. Zijn arbeidsveld ligt in Hudsonia, ooknbsp;Rupertsland of de Hudsons-baailanden geheeten.nbsp;Deze hebben eene uitgestrektheid van ' slechts eennbsp;vijfde minder dan Europa, maar zpn zoo schaarsnbsp;bewoond, dat er nauwelgks een half millioen men-
-ocr page 15-15
schen gevonden wordt. Sedert 200 jaar driift een Kngelsch handelgezelachap, de zoogenaamde Hnd-sonsbaai-compagnie met hen een iiitgebreiden handelnbsp;in rendieren- en andere vellen, maar bedierf hennbsp;daarbp schrikkelijk door invoer van rum en brandewijn. Eerst in 1822 vestigde een onder de En-gelsche kooplieden daar zich bevindende leeraar,nbsp;West, de aandacht meer bijzonder op deze Indianen. Zendelingen kwamen tot hen, scholen werden opgerigt en geen pveriger scholier dan de zoonbsp;even u genoemde Henet Budd. Later werd hjj alsnbsp;catecheet ver in ’t noorden geplaatst en toen tweenbsp;.jaar later een zendeling hem bezocht, kon hp 85nbsp;Indianen door hem onderrigt, ten doop hem aanbieden. In ’50 of '51 is hij als zeudelingleeraarnbsp;wettig geordend. Sedert 1849 hebben deze uitgestrekte landen een eigen bisschop (gp herinnert unbsp;de Protestantsche kerk van Engeland heeft dezennbsp;vorm van bestuur) onder wiens opzigt in 1857nbsp;niet minder dan veertien leeraren , elf Europeschenbsp;en drie inlanders arbeidden.
Die arbeid, zeide die bisschop, toen hp voor eenige jaren in Londen was, is echter nog slechtsnbsp;te vergelijken bij een lichtstreep langs de kusten.nbsp;Nog zwerven er hier en daar op de wijd uitgestrekte weiden en in de digte, alleen voor Indianennbsp;soms doordringbare bosschen, vele heidenen, Hoe
-ocr page 16-16
hooger, des te moe^elijker de arbeid. De winters duren daar acht a negen maanden en zoonbsp;koud, dat men er zich bgna geen denkbeeld vannbsp;maken kan. Overgegeven aan de grootste eenzaamheid en verlatenheid leven de zendelingen daarnbsp;soms in armzalige hutten, waarin niet zelden regennbsp;en sneeuw met volle vlagen nederstroomen. Voorwaar ! ook daar is het, dat men niet komen moet,nbsp;om zich zelven te behagen, als men den Heer .Tf.zcsnbsp;in het Evangelie dienen wil.
En toch worden ook daar dienstknechten van Hem gevonden. Verblijden wjj ons, dat hun arbeidnbsp;er althans niet ijdel is en vragen wij het aan Godnbsp;en voor hen en voor de Indianen onder wie zijnbsp;werken, dat hg voortdurend er gezegend zij.
DK VEKBENIGDE STATEN.
Wg hebben ten slotte te spreken over dat gedeelte van Noord-Amerika, dat het meest bekend is en door velen bepaald en uitsluitend bedoeldnbsp;wordt, als zjj van Amerika spreken: de Vereenigdenbsp;Staten, die gedurig in aantal en bevolking toenemen. Dit kleine beginselen zgn zjj ontstaan.nbsp;In 1607 vestigden er zich de eerste Engelschenbsp;volkplantingen, bestaande uit mensohen , die in hunnbsp;vaderland de door hen begeerde vrgheid van godsdienst niet vonden. Tot op het laatst van de
-ocr page 17-vorige eeuw stonflen zij onder Engelsch bestuur, quot;waaraan zij zich echter toen onttrokken. Eennbsp;Oorlog ontstond daardoor tusschen het moederlandnbsp;en de kolonie, die in 1783 eindigde met de vrijverklaring der Vereenigde Staten , toen 13 in getal.nbsp;Vooral na dien tijd is de bevolking er ontzettendnbsp;loegenomen. Er zulten toen 2^ millioen mensohennbsp;gewoond hebben, welk getal nu wel tot 38 rnil-lioen geklommen is. Deze zijn uit allerlei volken:nbsp;veel Engelschen, voorts Franseben, maar meer nog dannbsp;die Duitschers en Hollanders. Verre het grootste doelnbsp;Van deze zijn Protestanten, die echter te zamennbsp;niet eene' kerk uitmaken, maar in ontelbare kleinere en groütere kerkgenootschappen verdeeld zjjn.nbsp;Maar ook wonen in die Staten nog heidenen, gedeeltelijk Indianen, gedeeltelijk vooral in de zui-delpke Negers, oorspronkelijk uit Afrika derwaartsnbsp;gevoerd. Het aantal der eerste bedraagt ruimnbsp;driehonderd duizend, dat der laatste ongeveer viernbsp;millioen. Beider lot was tot voor weinige jarennbsp;hoogst treurig. Wel hebben gedurende reeds meernbsp;dan tweehonderd jaar christelpke mannen aan dienbsp;Indianen zich gelegen laten liggen , maar ’t zen-dingwerk onder hen is gedurig verstoord, vernietigd. Naarmate er meer vreemdelingen zichnbsp;nederzetten, werden de arme Indianen verdrevennbsp;van de eene plaats naar de andere en waren het
-ocr page 18-18
vroeger vooral Herohutter-zendelingeri, die onder hen arbeidden, ruimschoots hebben deze in hetnbsp;lot dier Indianen gedeeld. De eerste, die metnbsp;ijver en gezegend gevolg onder hen werkte, is denbsp;man , die den eernaam van Apostel der Indianennbsp;zich verwierf, John Eluot. In 1631 naar Noord-Amerika gekomen, was hij er eerst gewoon herdernbsp;en leeraar, tot dat de nood en ellende der hemnbsp;omringende Indianen hem bewoog, geheel aan datnbsp;volk zich te wijden. Met veel moeite en inspanning gelukte het hem, hunne taal magtig te worden en in 1646 deed hij zpne eerste zendingreisnbsp;onder hen. Reeds toen was de indruk zijner prediking groot. Spoedig boden de Indianen hemnbsp;hunne kinderen aan, opdat hij ze zou onderwijzennbsp;Zou er echter op den duur iets blijvends tot standnbsp;komen, dan begreep Biliot moest er een eindnbsp;komen aan hun zwervend leven. Weldra werd nunbsp;een gemeente gesticht en in 1674 waren er reedsnbsp;veertien. Toen brak er een oorlog uit en Eiliotnbsp;zag veel van zpn werk verloren gaan. Slechts viernbsp;gemeenten bleven over. Toch begon hij wedernbsp;met nieuwen moed , verzamelde wat nog te verzamelen was en had de vreugde, dat toen hij innbsp;1690 in zeven en tachtig jarigen ouderdom stierf,nbsp;veel van de vroegere schade hersteld was. Gelijktijdig met hem begon een ander man of liever
-ocr page 19-19
eene familie te arbeiden, de May hews, van welke de eerste Thomas in 1643 dit werk aanving, denbsp;vyfde of laatste, Zachartas in 1803 het eindigde.nbsp;Door vijf geslachten zette deze merkwaardige familie , waarvan in de zeiidiuggeschiedenis wel geennbsp;tweede voorbeeld is, hun arbeid onder de India-den voort. Maar ook anderen lieten zich aan hennbsp;gelegen liggen, zoo als ik daar straks met eennbsp;woord reeds zeide, de Hernhutters. In 1735nbsp;kwamen er twintig van hen in den Staat Georgië;nbsp;maar is de arbeid dier Broedergemeente aan velenbsp;oorden der wereld moeijelijk en vol teleurstellingennbsp;geweest, nergens was hij het meer dan in denbsp;Vereenigde Staten. En dat niet, omdat de Indianen van Christus niet hooren wilden, maarnbsp;omdat zij gedurig door de blanke menschen, dienbsp;Christenen zich noemden, van de eene plaats naaide andere werden verjaagd. Een hunner zending-posten' noemden zij Genadehut. Zij hebben tot drienbsp;malen toe een nieuw Genadehut moeten aanleggen.nbsp;In een oorlog tusschen de Engelschen en Eranschennbsp;van 1755 tot ’62 werd eens zulk een Genadehutnbsp;door beidensche Indianen overvallen en tien zen-delingbroeders werden of doodgeschoten of metnbsp;het hunne verbrand. Nieuwe ellende bragt denbsp;strjjd tusschen de kolonie en Engeland van 1773nbsp;tot ’83 aan. In die jaren werd eens een andere
-ocr page 20-30
post Lichtenau door Amerikaaiisolie Christenen overvallen en 96 Indiaansche Christenen, 62 volwassenen en 34 kinderen er vermoord. Na diennbsp;tijd, zegt een berigt, gelijkt onze zending ondernbsp;de Indianen op een boom, dien ten tijde van zijnnbsp;schoonsten bloei de hoofdwortels zijn atgesneden.nbsp;Wel kwam er na den vrede in 1783 in de zending der Broedergemeente meer rust, maar èn denbsp;noodzakelijkheid om steeds verder te trekken èn denbsp;vijandschap van de heidensche Indianen belettennbsp;overal een gelukkige ontwikkeling. Tot grootennbsp;bloei kwam de zending nooit, die nu nog slechtsnbsp;op vier posten onder een klein getal Indianennbsp;voortbestaat.
Maar ook andere zendelingen zijn onder hen werkzaam. In 1810 werd onder de Christenen innbsp;Noord-Amerika een zendelinggenootschap opgerigt,nbsp;dat jaarlijks 7 a 8 tonnen gouds ontvangt. Hetnbsp;zendt zijne boden heinde en verre, maar ook innbsp;de nabijheid. Met veel zegen werkte het daarnbsp;aanvankelijk, maar na menige verdrukking, waarvan wij reeds hoorden, werd in 1830 het voorde Indianen zoo wreede als onregtvaardige besluitnbsp;genomen, dat zij niet raogten blijven, waar zijnbsp;woonden, maar naar de digte wouden achter denbsp;groote rivier, de Missisippi, moesten verhuizen.nbsp;Wel volgden hen daar de zendelingen en arbeiden
-ocr page 21-21
ev ook thans onder de uitstervende Indianenstammen , maar het laat zich begrijpen, welk een ongunstigen invloed die maatregelen van onderdrukking op het zendingwerk hadden. Ook innbsp;den oorlog, die voor weinige jaren van 1861 totnbsp;’6.5 tiisschen de noordelijke en zuidelgke statennbsp;werd gevoerd, ondervond dit veel belemmering.nbsp;Na dien tijd echter neemt het aantal Christenennbsp;onder de Indianen toe, aan wie nn bepaalde streken ter bewoning zijn aangewezen. Deze hebbennbsp;mogel^k nog een toekomst, maar het deel vannbsp;hen, dat in 't wild bl^ft rondzwerven, vermindertnbsp;gedurig en gaat waarschijnlijk wel zijn geheelennbsp;ondergang tegen.
Behalve die Indianen 'zijn er in de Vereenigde Staten nog Negers, wel ten getale van vier mil-lioen. Ook hun lot was vroeger allertreurigst.nbsp;Als bewijs daarvoor is 't genoeg aan te voeren,nbsp;dat het geregeld huwelijk onder hen verboden was,nbsp;en de kinderen vrreed aan de ouders werden ontnomen, om elders als slaven te dienen. Voor hennbsp;echter had de oorlog, waarvan ik zoo even sprak,nbsp;zeer gunstige gevolgen. Al de Negers zijn nu vrijnbsp;verklaard. Vele van hen dienden in den krijg ennbsp;leerden inmiddels lezen en schrjjveu, zoodat aan hetnbsp;einde van dien, van 186 duizend Neger-soldatennbsp;veertig duizend zich dit eigen hadden gemaakt.
-ocr page 22-32
Bu veel meerdere deden dit na dien tgd. Gold vroeger in de zuidelijke staten de wet, dat geennbsp;slaaf lezen of schrijven mogt leeren, met de slavernij was nu ook die wet opgeheven en overalnbsp;werden scholen voor de Negers opgerigt. De welbekende menschenvriend Peabody gaf voor ditnbsp;doel 2 millioen dollars, d. i. ongeveer 5 millioennbsp;gulden. In het jaar 1868 waren er reeds meernbsp;dan 4000 scholen voor ben. Op sommige plaatsennbsp;bezoeken de Negers de scholen der blanken ennbsp;de tijd schijnt niet verre , dat zij in groote getalenbsp;tot de Christelijke kerk toetreden, die ook doornbsp;predikers uit hun midden tot hun heil werkzaam is. ,
Ten zuiden van de Vereenigde Staten liggen nog twee landen, Mexico en de Vereenigde Statennbsp;van Midden-Amerika, wier bevolking grootendeelsnbsp;Roomsch-Katholiek is. Onder de Negers en Indianen , die men in de laatste op de Moskito-kustnbsp;vindt, zijn zendelingen van de Broedergemeentenbsp;niet zonder vrucht werkzaam. Over ’t algemeennbsp;is het echter in deze landen nog zeer treurignbsp;gesteld.
Eindelijk vinden wij in ’t verre westen het in de laatste jaren zoo veel genoemde Californiè'.,nbsp;waarheen duizenden trokken om er goud te zoeken. Belangstellende Christenen hebben er voornbsp;gezorgd, dat er meer dan dit te vinden zou zjjn.
-ocr page 23-Vele leeraars en zendelingen gingen er henen , ook Om onder de Chineezen aldaar te arbeiden. Ooknbsp;die zijn er vele, want daar in het verre westennbsp;zijn wg weer digt bg het in het uiterst oosten gelegen China. Mogen deze boden van Christus alnbsp;geen goud en zilver hebben, zij bieden den men-schen betere, meer duurzame schatten aan , dan ’tnbsp;rykste goud, dat Californië oplevert. Dat velennbsp;het leerden inzien en die betere schatten er zochtennbsp;en vonden.
Wij zijn aan het eind van ouze beschouwingen Over Noord-Amerika. Wij nemen er den indruknbsp;w^el van mede, dat ook daar de zendingarbeidnbsp;öioeijelijk is, hetzij de Evangelieboden arbeiden innbsp;de koude, onherbergzame streeken van ’t noordennbsp;Onder de naar ligchaam en geest weinig ontwikkelde Eskimo’s, hetzp meer in ’t midden ouder denbsp;door Christenen zich noemenden vaak zoo onregt-'aardig behandelde Indianen, hetzg in ’t zuidennbsp;Onder de Negers of de bevolking van Mexico ennbsp;^.angrenzende landen. Amerika wordt meermalennbsp;een vrij, een gelukkig, een rijk land genoemd. Maarnbsp;als ’t wij nader leeren kennen, zien wij, dat hetnbsp;Ook hier niet alles goud is , wat er blinkt. Watnbsp;Onheilen hebben sedert drie , vierhonderd jaarnbsp;Christenen uit Europa er gebragt, wat onheilennbsp;brengen velen er nog. Dat er ook velen henen-
-ocr page 24-24
gingen om er een zegen te zijn, dat onder de duizenden . die er nog altijd henen trehken , ook vele opregte belijders van den Heer worden gevonden.nbsp;die er hun licht laten schjjnen, opdat niet alleennbsp;Eskimo’s, Indianen en Negers, maar ook zoo velennbsp;naam-ohristenen er voor Hem worden gewonnennbsp;En wordt er Gode zjj dank! ook in Amerika zelfnbsp;veel gedaan, gaan van daar honderde Evangeliebeden uit naar de oude wereld, dat deze door dalnbsp;voorbeeld tot eene edele jaloersohheid worde gewekt , dat de nieuwe en oude wereld te zamerinbsp;werken om den volkeren Hem bekend te maken,nbsp;die alleen in waarheid alle dingen nieuw maakt.nbsp;Bidden wg God om dien zegen en onttrekken wijnbsp;ons daarbij niet aan den arbeid, maar werken wj]nbsp;dien mede , een iegeljjk in onze mate en in onzennbsp;kri ng.