Wat hier volgt, is eene preek, neen! eene korte, kernachtige toespraak van het hart tot hetnbsp;hart: eene toespraak, die hare waarde hieraannbsp;ontleent, dat zij de moeilpkste uren uit het Christelijk leven ter sprake brengt, waarin het geloofnbsp;wankelt tot vallens toe, en de ervaring voor goednbsp;schijnt uitgewischt. Die toespraak werd voornbsp;meer dan 25 jaren gehouden door een der beroemdste Engelsche schrgvers van deze eeuw, dienbsp;predikant, later hoogleeraar was en als Deken vannbsp;den Westminster te Londen in 1875 gestorven is.nbsp;Charles Kinqslby was zijn naam en zjjne boeken,nbsp;ook in het Nederlandsch vertaald, verdienen tennbsp;volle, steeds gelezen te worden door hen, die opnbsp;eene degelgke en tevens ernstige en aangenamenbsp;lectuur prjjs stellen.
Hij, die deze toespraak voor u lezer! uit het Engelsch overbracht en u aanbiedt, heeft er zelfnbsp;zegen van gehad in een der moeilijkste ennbsp;droevigste oogenblikken zijns levens. Mocht hetnbsp;ook uwe ervaring zijn! En hij is er zeker van,
-ocr page 2-dat geen christen, die werkelijk zulke donkere uren bij ervaring kent, zich stoeten zal aan denbsp;uitdrukking:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» boekgeloof” en gt;geloofswaar
heden uit de tweede hand.” Geen minachting voor den Bijbel, of voor Evangeliekennis spreektnbsp;daaruit. Maar het is de overtuiging, dat geennbsp;kennis van Evangelie waarheden, hoe zuiver ook,nbsp;geen opneming in het geheugen zelfs van denbsp;heerlijkste woorden der Schrift, op zichzelf volstaat; dat wij behoefte hebben aan rechtstreek-sche gemeenschap met God zelf.
Stellen wij ons dan voor, dat wij in de kerk zitten. De voorganger leest tot tekst voor 1 Joh.nbsp;IV ; 16—18,
»Bn wij hebben gekend en geloofd de liefde die God tot ons heeft. God is liefde, en wienbsp;in de liefde blijft, die blijft in God en Godnbsp;in hem. Hierin is de liefde hij ons volmaakt,nbsp;opdat wij vrijmoedigheid hebben ten dage desnbsp;oordeels, omdat gelijk hij is, wij óók zijn in dezenbsp;wereld. Er is in de liefde geen vrees, maar denbsp;volmaakte liefde drijft de vrees b-.iten; want denbsp;vrees heeft pijn, en wie vreest, is niet volmaaktnbsp;in de liefde.”
Eerst aan het einde bemerken wp, hoe hp zijDe toespraak betitelen kon: donkere uren. Aldusnbsp;luidt ze.
-ocr page 3-Hebben wij het gelezene geleerd? Ons lezen en denken en bidden, ’t is al vergeefs, zoo het onsnbsp;niet gebracht heeft tot het gelooven en kennennbsp;van de liefde, die God heeft jegens ons. .Maarnbsp;eigenlijk zal geen lezen of denken of bidden onsnbsp;dit volkomen leeren. God zelf moet het onsnbsp;leeren. ’t Is gemakkelijk te zeggen: God is liefde;nbsp;geinakkelijk te zeggen: Christus stierf voor ons;nbsp;gemakkelijk te zeggen: Gods Geest is met ons;nbsp;gemakkelijk is het, allerlei geloofswaarheden uit tenbsp;spreken en ze als uit de tweede hand op onzenbsp;lippen te nemen; gemakkelijk ook voor mij,nbsp;hier te staan en ze u te prediken juist zoo, alsnbsp;ik ze in een boek geschreven vind. Maar geloofnbsp;ik ook, wat ik zeg? Gelooft gij ook, wat gij zegt?nbsp;Ziedaar eene ernstige vraag. N u gelooven wijnbsp;dit alles of meenen ’t althans, nu, terwijl wp onsnbsp;op ons gemak hier bevinden; maar zullen wij ooknbsp;vrijmoedigheid hebben in den dag des oordeels?nbsp;(1 Joh. IV : 17). Zullen wij dit alles ook dannbsp;gelooven, als God ons bezoekt, om ons te onderzoeken en te beproeven, om door te dringen totnbsp;de voegselen van ons gebeente en het merg vannbsp;Ons hart? O Heer! wie zal bestaan inj dien dag?
Ondersteld bij voorbeeld, met één slag ontrukt u God, wat u lief is als uw oogappel. Ondersteld,nbsp;wij verliezen een echtgenoot, een aanvallig kind;
-ocr page 4-ondersteld, wij worden met blindbeid of verlamming geslagen; ondersteld, eenige onuitsprekelijks' ondragelijke schande of ellende overvalt ons morgen:nbsp;zullen wjj dan kunnen zeggen: »God is liefde ennbsp;deze vreeselijke smart is er een teeken van? Hi)nbsp;bemint mij, want hij kastijdt mij?” Of zouden wpnbsp;zeggen, als Jobs vrouw: »Zegen God, zeg Hemnbsp;vaarwel en sterf?” — God weet het.
Ach! als zulke donkere dagen naderen en ons eenig ongeluk, brengen, dat ons geheel ondragelijk voorkomt, - hoe wordt dan ons lippen- ennbsp;boekgeloof beproefd, en ras verteerd in Godsnbsp;vuur en in het vuur ook van onze eigene trotschenbsp;harten! Hoe kanten wij ons aan, hoe varen wpnbsp;uit, at dadelijk tegen de gedachte, ook maar aannbsp;het naderend onheil, ’t Ligt ons bij, te zeggen:nbsp;»Neen! dat zal God niet doen. Hij kan niet zoonbsp;onrechtvaardig, zoo wreed zijn, om dat ongeluknbsp;over mij te brengen. Wat heb ik gedaan om ditnbsp;te verdienen ? Of, als ik het verdiende, wat hebben deze onschuldigen gedaan? Is dit na al mi)nnbsp;bidden en kerkgaan, na al mijne inspanning om goednbsp;te zijn, is dit Gods loon voor al die moeite, omnbsp;hem te behagen?” Hoe jjdel schpnen dan al onzenbsp;oude gebeden; hoe vergeefsch en dor alle waarneming van godsdienstregels. Wp roepen: »te vergeefsnbsp;heb ik mpne handen gezuiverd, te vergeefs ropn
-ocr page 5-hart in onschuld gewassohen.” De moed ontzinkt ons om te bidden. Heeft Hjj onze vroegere gebeden niet gehoord, waartoe langer gebeden? Laatnbsp;ons nederliggen en sterven; laat ons zijne zwarenbsp;hand, als het moet, dragen, verdrietig, wanhopig.nbsp;Maar om te zeggen, dat God is liefde, en datnbsp;wij weten de liefde van God jegens ons, - laatnbsp;daarvan de godsdienstleeraars praten: ’t is hun werk.nbsp;Of laat er van spreken de gelukkigen, die hun peluwnbsp;niet iederen nacht met tranen nat maken. gt;Maarnbsp;als zij waren in mijne plaats (zoo spreekt de ongelukkige) zij zouden iets meer weten van ’t geennbsp;arme zielen te doorstaan hebben; zij zouden watnbsp;minder vrijgevig zijn met den naam van zondenbsp;voor den twijfel aan Gods liefde. Over mij heeftnbsp;Hij dit groote ongeluk uitgezonden; hoe kan iknbsp;weten, wat hij mij niet nog verder toezenden zal?nbsp;Kan ik ’t helpen, dat ik bang voor God ben?”
Ja! mijne vrienden, dat zijn wel zeer vreeselijke gedachten, en sommige er van zeer verkeerd, sommige zeer dwaas; schoon dan ook vergeeflijk, wantnbsp;God, gelpk wij zien zullen, vergeeft ze. Maar ditnbsp;staat vast, zij zijn er. Werkelpk komen zij vaaknbsp;op in veler hart. En ik ben immers hier, om totnbsp;u te spreken van ’t geen werkelijk omgaat in uwe ennbsp;in mijne ziel? Of ben ik hier, om voor u uit de tweedenbsp;hand zekere leerstukken te herhalen uit een boek
-ocr page 6-en dan te zeggen: »daar, dat is wat gij to geloo-ven en te doen hebt, zoo niet, gij gaat ter helle”? Neen! ik moet spreken als tot menschen van gelijke beweging als ik zelf; als tot menschen dienbsp;zondigen, zorgen, twijfelen, strijden; sprekennbsp;van ’t geen is in mijn eigen hart en van ’t geennbsp;te eenigen dage ook in het uwe zijn zal, als hetnbsp;er nog niet geweest is. ’t Ia de ervaring van allenbsp;iets beteekenende menschen (real men), van allenbsp;oprechten, die ooit streden, om te weten en te doennbsp;wat goed is. David voelde dit alles. Gij vindtnbsp;het ingeweven in zijne heerlijke psalmen. Hijnbsp;was geen van die gemakkelijke boekgeleerden, geennbsp;van die christenen uit de tweede hand, die voornbsp;iedere moeielijkheid een bijbeltekst tot antwoord gereed hebben, omdat zij nooit eenige wezenlijke moeilijkheid te doorworstelen hadden. Geen van dezennbsp;was David. Hij had te gaan een zeer ruwen gang,nbsp;als door eene zeer vreeselijke branding van bezoekingen jaren lang; telkens moest hij zeggen: »Iknbsp;ben moede van roepen; mijn hart is verdroogd;nbsp;mpn hart ontzinkt mij door het lange wachten opnbsp;mijnen God. Al uwe baren en golven zijn over mijnbsp;henen gegaan. In eene duistere plaats, in zeernbsp;groote diepte hebt gij mjj gelegd.”
Niet op zijn gemak een boek lezende, maajj gaande door zulke ontzaglijke beproevingen, heeft
-ocr page 7-David geleerd op God tot in het uiterste te vertrouwen, en heeft hij geleerd, dat Gods liefde zoo volkomen is, dat hij nooit voor Hem behoefde tenbsp;schrikken, of zich te pijnigen met den angst, ofnbsp;God hem ook zou laten verloren gaan.
Ook Jakohs ondervinding was dit, in dien bang-sten nachts zijns levens, toen hij (Gen. XXXIIj bij Jabbok, met het morgenlicht de bestraffing zijner vroegere zonden wachtte, en niet alleen over hem zelfnbsp;maar over geheel zijn gezin en zijne onschuldige kinderen ; toen hij daar alleen bij de duistere riviernbsp;stond, niet wetende of niet misschien Esau en diensnbsp;wilde Arabieren al wat hij had en al wat hij beminde, zouden wegzweepen van de aarde; maar wèlnbsp;wetende, dat het was zijn eigen schuld, dat hpnbsp;zelf dit alles door eigen bedrog en streken overnbsp;zich gebracht had. Toen, daar zijne zonden hemnbsp;aanstaarden en God tegen hem oprees ten gerichte,nbsp;toen bad hij als nimmer vroeger, - een gebed tenbsp;diep voor woorden.
Gelijk bij Jakob, zoo moet het met ons zijn, in de donkere ure, als ons geloof werkelijk doornbsp;groote aanvechting wordt beproefd. Beginnen moeten wij als Jakob deed Pleiten op Gods beloften,nbsp;bekennen de weldaden, alrede door ons ontvangen:nbsp;»Ik ben geringer dan al deze weldadigheden, dienbsp;Gij aan uwen knecht gedaan hebt,” Vraag Gods
-ocr page 8-8
hulp, gelpk Jakob deed: »Ruk mij toch uit mijns broeders hand, uit Esau’s hand.” Pleit op zijnnbsp;beschreven beloften en de beloften, ons bij dennbsp;doop gedaan, dat wij zijn Gods kinderen en Godnbsp;is onze Vader, gelpk Jakob deed naar 't licht datnbsp;hij had: »Gij hebt immers gezegd, ik wil gewis-selijk weldoen bij u.” Zoo zal misschien de angstnbsp;wpken van ons hart, en zullen wij ons kalmernbsp;nederzetten om het ongeluk in de oogen te zien,nbsp;en te beproeven, of Gods beloften in waarheidnbsp;getrouw zijn en God in waarheid zij, wat Hijnbsp;genoemd is - Liefde!
Maar wees niet verwonderd, word niet ontmoedigd, wanneer daar met het ongeluk gelpk tot Jakob, zoo tot u een vreeselijker worsteling mede-komt, een worsteling te diep voor woorden;nbsp;wanneer gij ondervindt, dat schoone woorden ennbsp;va.stgestelde gebeden niets beteekenen in de urenbsp;des noods, en dat gp niet verhoord wordt om denbsp;veelheid uws sprekens. O! welk eene duisternis tenbsp;dien tijde, die misschien dagen, misschien maandennbsp;duurt, alleen tusschen u en God. Godsdienstleeraarsnbsp;en goede vrienden mogen komen met vriendelpke,nbsp;met welmeenende en ware woorden : maar zenbsp;geven geen troost. In uw hart blgft het donker,nbsp;vol van twijfeling: God zelf behoeft gij, dat Hgnbsp;spreke tot uw hart en u zegge, dat hij liefde is.
-ocr page 9-En ten laatste, gij hebt geen woorden meer om te bidden; gij hebt ze alle verbruikt; niets rest,nbsp;dan aan God ootmoedig u vast te hechten ennbsp;vast te houden. Nu eens zijt gij u zelf’ als eennbsp;arme slaaf, die zich heeft vastgekleind aan z^nsnbsp;meesters arm, smeekend hem niet te dooden. Dannbsp;weer gelijkt gij u zelf’ , een kind, dat zich vasthecht aan zijn vader, hem biddend om reddingnbsp;van een vreeselijk monster, gereed om het tenbsp;verslinden. Maar geen woorden hebt gij om tenbsp;bidden, slechts zuchten en tranen en steunen; gijnbsp;gevoelt niet te weten, wat gij bidden moet, nietnbsp;te weten wat goed is voor u; niets durft gij tenbsp;vragen, opdat lïet niet iets verkeerd zij. En hoenbsp;langer gij worstelt, te zwakker wordt gij, totdatnbsp;als bij Jakob, uw leden als ontwricht zijn, uwnbsp;hart binnen in u gebroken en het leven u zondernbsp;waarde toeschijnt.
Alleenlijk hond God vast. Alleenlijk wanhoop niet. Alleenlpk wees zeker, dat Hij niet kan liegen. Wees zeker, dat Hij, die voor u zorgde vannbsp;uwe geboorte af, steeds voor u zorgt; dat die unbsp;genoeg beminde, om u zijnen eigen Zoon te geven,nbsp;honderde jaren vóór gij geboren waart, niet andersnbsp;kan dan u steeds beminnen. Wanhoop niet, zegnbsp;ik; ook dan niet, als gij zoo diep gezonken zijt,nbsp;dat gij niet dieper zinken kunt. Zwak tot uit-
-ocr page 10-10
putting toe, zal u door al de duisternis invs harten henen de altoos zachte stem van Godnbsp;bereiken. Alleenlijk houd aan , en laat Hemnbsp;niet gaan, totdat hij n zegene, en gg zult ondervinden met Jakob, dat gij macht hebt, u vorstelijknbsp;te gedragen met God en menschen. God zal unbsp;antwoorden, gelgk Hij eenmaal Elia antwoordde,nbsp;eerst door stormwind en vuur, maar ten laatste,nbsp;twijfel dus niet, met eene zachte stem als vannbsp;het suizen eener lentekoelte (1 Kon. XXII), die,nbsp;al wordt zij door geen zinnelijk oor vernomen,nbsp;toch niet wordt misverstaan en het gebroken hartnbsp;kostelijker is, dan al wat deze wereld geeft, ’t Isnbsp;de vrede, die alle verstand te bovengaat, de zekerste,nbsp;de eeuwig-durende vrede.
Maar wat is toch het geheim van dezen zoo vreemden, vreeselijken strijd? Kunt gij of ik doornbsp;eenige onzer gebeden Gods wil veranderen ? Godnbsp;verhoede, dat wij 't beproefden, al ware het moge-lijk: want zijn wil is goeden zijn naam, zijn wezennbsp;is Liefde.
Vrees niet voor Hem. Doet gij ’t, gij zijt nog niet volmaakt in de liefde; gij hebt nog niet goednbsp;de les dezer groote liefde te uwaarts geleerd.
Nog eeus, wat is ’tgeheim van dezen strijd? Waartoe moet menige arme ziel dien kamp met God, die haar formeerde, doorworstelen, vóórdat zÖ
-ocr page 11-11
komt tot vrede en hoop? Waartoe in ’t algemeen den mensch ongeluk toegezonden? Op het eerstenbsp;gezicht gelpkt het toch een vreemdsoortig teekennbsp;van Gods liefde, zijne schepselen te brengen totnbsp;een uitermate groote ellende! - Mpne vrienden!nbsp;dit zpn diepzinnige vraagstukken. Menigte vannbsp;antwoorden zyn daarop reeds gegeven; maar geenenbsp;zooals de Bijbel geeft, die daar zegt: »dien denbsp;Heer liefheeft, kastijdt Hij,” en »dat deze moeiten en benauwdheid en menigerlei bezoekingennbsp;over ons komen, opdat de beproeving onzes ge-loofs, - meer kostel^k dan die des gouds dat,nbsp;schoon door vuur beproefd, vergaat, - bevondennbsp;worde tot prijs en heerlijkheid in de verschijningnbsp;van Jezus Christus.” (Hebr. XII; 6; I Pet. I 6, 7).
Zietdaar het eenige antwoord; maar het verklaart de reden niet. ’t Geeft ons alleen hoop bij het doorstaan. Wij weten niet, in hoeverre dezenbsp;aanvechtingen komen van God. De Bijbel zegt,nbsp;gt;dat God niemand verzoekt; dat hij zijne menschen-kinderen niet plaagt of bedroeft van harte.” Somsnbsp;spreekt de Bijbel, als kwamen deze verzoekingennbsp;van den Booze zelf, en alsof God ze dan ten goedenbsp;leidt, ze makende tot een opvoedingsmiddel, ennbsp;zoo des Boozen poging om te verderven omscheptnbsp;tot een middel onzer behoudenis. Ik weet hetnbsp;niet, maar dit weet ik, de aanvechtingen zpn er.
-ocr page 12-en God is liefde. Dit althans troost, dat onze gebeden niet van noode zijn, om Gods wil tenbsp;veranderen, omdat zgn wil alrede is, ons te behouden; omdat in den strijd tegen den booze, hetnbsp;vleesch, de wereld en wat maar eenigszins dennbsp;armen mensch naar lichaam en ziel rampzalignbsp;maakt. Hij is aan onze zijde en wij aan de zijne.nbsp;Alles wat wjj in onze gebeden te doen hebben, is,nbsp;te vragen raad en bevelen en kracht en moed vannbsp;den Oversten Leidsman onzes heils; dat wij mogennbsp;volstrgden zijnen en onzen strijd. (Hebr. XII: 2).nbsp;En mijne vrienden ! zoo wanneer gij in grootenbsp;beproeving zijt en uwe ziel diep in u is neder-gebogen, bedenk, bedenk alleen, wie de aanvoerdernbsp;uws heils is. Wie anders, dan Jezus, die stierfnbsp;aan het kruis, Jezus, die door lijden volmaakt isnbsp;geworden, Jezus die uitriep: »Mijn God! mijnnbsp;God! waarom hebt gij mij verlaten?”
Indien Jezus volmaakt moest worden door lijden, veel meer wij. Indien Hg gehoorzaamheidnbsp;moest leeren door smart, veelmeer wg. Indien Hijnbsp;in de dagen zijns vleesches met sterke roeping ennbsp;tranen moest naderen tot zijnen Vader, ook wij.nbsp;En, werd Hij uit de vreeze (Hebr. V: 7) verhoord,nbsp;ook wij zullen, vertrouw ik, verhoord worden.nbsp;Indien Hij de diepste smart moest smaken. Hijnbsp;voor een oogenblik zich als van God verlaten
-ocr page 13-gevoelen, - zekerlijk moeten dan ook wij, willen wij Hem worden gelijk gemaakt, ten minste éénnbsp;druppel drinken uit zijnen beker. Wel is hetnbsp;wondervol, maar toch vol van hoop en troost: innbsp;staat te zijn in onze donkerste uren en diepstenbsp;smarten, opwaarts ten hemel te zien en te zeggen.nbsp;»Daar ten minste is er één, die door al dezenbsp;dingen is heengegaan. Geljjk Christus was in dezenbsp;wereld, zoo ook wij; en de leerling kan nietnbsp;boven den Meester zjjn. Ja! wp zijn in dezenbsp;wereld, gelijk Hij er was, en Hij was er eensnbsp;gelijk wij er zijn. Hij is in dit alles geweest ennbsp;meer. Hij weet dit alles en meer. Wij hebbennbsp;een’ Hoogepriester, die kan medelijden hebben metnbsp;onze zwakheden, omdat Hij in alle dingen is verzocht geweest, als wij, maar zonder zonde!”
Neen mpne vrienden! niets haalt bij één wezenlijken blik op den Christus aan ’t kruis, bij ééne wezenlijke gedachte aan Hem. Dit zegt ons, watnbsp;Hij doorstaan, wat Hij verdragen, en hoeveel Hijnbsp;verworven heeft; dit, hoe lief God ons had, nietnbsp;sparende zijn’ Eengeborene. Durven wp twijfelennbsp;omtrent zulk eenen God? Durven wp murmu-reeren tegen zulk eenen God? Durven wij denbsp;schuld onzer verzoekingen werpen op zulk eenennbsp;God - onzen Vader? Neen laat ons geloovignbsp;vasthouden aan onze belpdenis, dat zijne vaderlijke
-ocr page 14-14
hand steeds over ous is, en dat, hoe zwaar deze hand bij wijlen ons schijne te drukken, zij nochtans de hand is van Hem, wiens wezen is liefde;nbsp;die de wereld nit liefde geschapen, uit liefde dennbsp;mensch verlost heeft, uit liefde hem altijd steunt.nbsp;sOf wij ons bedd’en in het diepst van den afgrond,” zegt David, »Hij is daar; of wij de vleugelen des morgens aanschoten en vloden naar hetnbsp;uiterste einde der zee, ook daÈir zou zijne handnbsp;ons omvatten en zijne rechterhand ons geleiden.”nbsp;Zijne hand omvat en geleidt ieder onzer, in stormnbsp;en hij zonneschijn, in smart en vreugde. Laatnbsp;ons onszelven vernederen onder die machtige hand;nbsp;te rechter tijd zal zij ons verhoogen. Hij weet.nbsp;Hij alleen moet weten, wanneer die rechte tijdnbsp;is, maar onderwijl ook is Hij Liefde, en zijnenbsp;genade over al zijne werken.
-ocr page 15-
Cents. De welbestede stuiver..... 10 De wever uit Welsh.......07^ De kleine bewoner van het Auvergnésche Gebergte.... 10nbsp;De jonge Hutbewoonster... 22^nbsp;Opwekking te Eiber/eld.... 05 De lersche boer........... 10 Elisabeth Cunningham..... 15 John Robins, de matroos... 10nbsp;Kolonel Jacob Gardiner.... 15^nbsp;De liode met goede tijding. 15 Zonderlinge tusschenkomst Levensber. van Amelia Gale. 07i De geschied. V. Mary Smith. 12^ De waarheid van het Evang. 10 Herman de houthakker... . 12^ Laatste uren V. John Cowper. 10 Het einde van den tijd..... 10 Wat God bewaart, is wel Wie zijt gij 1 Wat hebt gij te doen ? ............... • 10 Eben-Halïzer inLatakko... 10 Indiaausche bekeerlingen .. 10 De Christen-feesten........ 05 Verhaal van 2 predikers... 07^ De tijd en de eeuwigheid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 Kort en heilzaam berigt... 10 Johan Coenraad ïer Linden 07^nbsp;Een beroep op het hart.... 12^nbsp;De landman ih den Elzas... 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen.......... 10 Levensloop van C.L.TÖpfer 07^ Eenige bijzonderheden uit het leven van Morrison..... 16 De christelijke viering van Het bezoek bij een kranke. 15 |
Cents. Brieven van een’ leeraar . . 15 Als God werkt, wie zal dan keeren ?............... 15 De Soldaten-dochter....... Het gelukkige sterf bed.... JO De gast zonder bruiloftskl. 0“?! Treffend voorbeeld........ Oil Levensschets V. Blumhardt. 15 De roepstem des lieeren ... 15 Eerste zend. te St. Thomas. 15 Keiimerk. V. een kind Gods. Ü7| Overtuiging verwaarloosd..nbsp;Woord aan jonge moeders.. 07^nbsp;De onbekende zendeling .. 04 Opmerkelijke leiding Gods 07 Ged. over de eeuwigheid .. 07| De Christen in het gasthuis 03 Levensb. van een’soldaat .. 05 Pacaisdorp ............... 07| Bekeering v. A. H. Franke. 04 Bede van een grijsaard .., 07| Het huisgez. te Haeterdale. 15nbsp;Inwendig Christendom onder Hottentotten ........05 Het Paaschfeest.......... nbsp;nbsp;nbsp;10 Leven van Chrysostomus .. 07^ Het geheimzinnige in den |
94. 95. 96. 97. 98. 99. 100 lOl. 102 103, 104, 105, 106nbsp;107,nbsp;108nbsp;109nbsp;110,nbsp;111,nbsp;112.nbsp;113.nbsp;lUnbsp;115,nbsp;116 117 164. 118 120 121 132 123 124 125 126 127 128 129 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180nbsp;181.nbsp;182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190, 130 131 133 133 134 136 137 138,nbsp;139 Ceots Overeenk. Christel. Godsd. OTquot; W aarsehuwing tegen valsche Triomfboog van Titus .... 06 Zijt gij gelukkig 1.........07è Uit- en inwendige zending 05 De w’aarde van het gebed, 07^ Samuel Crowther......... 07| 153 Catharina Philips,,......07| 154 Goodluck Day............ 07| nbsp;nbsp;nbsp;155 De toestand der heid.vrouw 07| 156 Middel om rijk te worden. 04nbsp;Eene oude beproefde raad . 12inbsp;Verband ijver voor de zend. 07 Ra-Poor-Negro..........05 De zendel. onder de heid. . 05^ Iets uit het leven eener zendelingsvrouw. Ie brief. 05nbsp;De Christen-vrouwen dei , De zegenrijke vrucht van Opw. tot h. werk der zend. 05 Een woord tot aanbeveling De toekomende wereld.... 05 Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw, 2e brief, 07 Eene Martelaarsgeschied. 05 Een Rabbi die rust zoekt De Christin geroepen tot deeln. aan de zendingzaak. 05 . Eene zwaar beproefde geloofsheldin............... 07^ Marianne, de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. 10 De dochter v, d. Landman 12^ De hoop des christens .. 07| Het leven van v.d. Kemp. 05 Kunt gij altijd van Jezusnbsp;zwijgen?................ 06 |
Cents Het werk v. kleine Jessie. 07^ Liefde voor liefde....... ö5 Heilig leven, zalig sterv. ^4 Een sterfb.in den vreemde 0*5nbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 3e brief 05nbsp;dito.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4e brief. 05 Levensg.v.e.Iersche knaap 074 Eeneuitu.helpsterd.zend. 07i Wat een reisvcrh.kanuitw. Oa Een blik in deJav, huish. Oa Een Israel, tot Chr. gebragt Oa Schoone plaatsen uit de ^nbsp;schriften van 8 Kerkvaders 0/4 Gidion................. Uit onze Brievenlasch ... 074 Dankt God in alles......05 Een andere Oom Tom • • • 0^ Zeventig jaren.......... 06 De Soldaat en de Landverh. 05 Getuig, omtrent de godsv.nbsp;en het leven der christenen O* 2 tafcreelen uit het leven en werken van een zendel. 074 Eenzaammaarnietverlateu ^4 Uit onze Brieventasch 11. 074 Mededeel, van Ulfers 1. 0^|nbsp;idem idem 11. 074nbsp;Over zeudingmethodenbsp;idem idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 •. Het kruis der bespotting. ^4 Over zendingmethode III. 10nbsp;De Zending onder de volkennbsp;der aarde. 1. Europa.... Dito. II. Azië. 1. West-Azie W4 Tollenaarsbede.....0» Pezend.lI.2.Japan enCbina 0/4 Dito. 3. Acbter-lndië 0/4 By een Ziekbed........... 0» De zend. 11. 4. Eug.Indië 0/| Hung-Sui-Tschuen, enz... ^5 Dezend.11.5. Ind.Archipelnbsp;Toespr. door Ds.H. L.Vinke OT4nbsp;Mededeeling.van v.d.Liefde o/inbsp;dito dito De Kerstavond.......... De Zending, lil. 1. O-Afr. m Een vertrouwelijk gesprek, De Zending. 111.2. Z-Afr. m Verderft het niet, enz.... ^nbsp;Barmhartigheid.......... |