Zeker iemand moet gezegd hebben; »Als ik in de hoerlijkste aanschouwing van God verzonken was,nbsp;en het viel mij plotseling in, dat ergens een krankenbsp;verlangde naar een lepel warme soep, dan zou iknbsp;aanstonds de aanschouwing van den Eeuwige latennbsp;varen om de soep te bereiden en aan den krankenbsp;te brengen.” Van wiens lippen deze uitspraak hetnbsp;eerst gekomen is, zou ik niet kunnen mededeelen,nbsp;maar dit weet ik, dat met deze woorden eennbsp;beginsel is uitgesproken, waarvan zonder eenigenbsp;bedenking de geldigheid moet erkend worden doornbsp;ieder, die het Evangelie van Christus heeft leerennbsp;verstaan. Speculatie, meditatie en devotie, zij mogennbsp;ieder een onbetwistbare plaats innemen in hetnbsp;mysterie van het leven, dat nu nog met Christusnbsp;verborgen is in God, zij hebben geen recht vannbsp;bestaan, zij dalen af tot den rang der ijdèle dingen,nbsp;zij verliezen voor God en menschen al hare betee-kenis, zoodra ze weigeren zichzelf ten offer tenbsp;brengen aan de Liefde, die het koninklijk recht
1
Z ( r-t
-ocr page 2-heeft Overal de eerste te zgn. En waar zij het niet is - ach! waarom moet deze herinnering nognbsp;telkens herhaald worden? - daar is geen Christendom. Eere den diepzinnigen geleerde, die zich aannbsp;de bestudeering van gewichtige theologische vraagstukken wpdt; eere den vrome, die in zgn binnenkamer op gebogen knieën de bede stamelt: »uwnbsp;koninkrijk kome!” nochtans, Ikabod! weg is denbsp;eere! zoodra aan het uitnemendst wetenschappelijknbsp;onderzoek of aan de heiligste aandoening der zielnbsp;een hoogere waarde wordt toegekend dan aan dennbsp;arbeid der liefde, die uitgaat om in Jezus’ Naamnbsp;het verscheurde te heelen en het verlorene terechtnbsp;te brengen. Een lepel soep, uit waarachtig medelijden aan den armen kranke gebracht, heeft innbsp;Gods oogen meer beteekenis dan de prachtigstenbsp;oratie van den anti-revolutionnairen afgevaardigdenbsp;in het parlement en de lijvigste foliant van dennbsp;beroemden godgeleerde, indien namelpk de oratienbsp;niet uit barmhartigheid gesproken en de foliantnbsp;niet uit barmhartigheid geschreven is. Eu wat denbsp;zoekende liefde is in de oogen Gods, dat moet zijnbsp;ook zpn in de oogen Zpner kinderen. In onzenbsp;godsdienstige en kerkelijke kringen moet met meernbsp;klem dan tot hiertoe geschiedde, de stelling wordennbsp;gehandhaafd: »wie liefdeloos is, is goddeloos” ennbsp;geen enkele schoone vorm van vroomheid, al wordtnbsp;zij door duizenden geaccrediteerd, mag ons verleiden
-ocr page 3-dezen regel van majestueuzen eenvoud één oogen-blik ter zjde te stellen. Gaat er geen kracht der reddende liefde van het christendom uit - welnu!nbsp;dan is het waard zoo spoedig mogelijk te grondenbsp;te gaan, met zoovele andere dingen, die de licht-geloovige menschheid voor korter of langer tijd innbsp;exstase gebracht hebben, doch op den duur blekennbsp;haar niet te kunnen bevredigen. Geen oogenbliknbsp;mogen we aarzelen de ontzaglijk ernstige uitdagingnbsp;onzer tegenpartijders met blijdschap te aanvaarden:nbsp;«blijft ons met groote woorden van het lijf, ennbsp;verslaat ons door het leven.” Wp moeten toonen,nbsp;dat ons geloof in den levenden God meer is dannbsp;een ijdele klank, toonen dat Christus uit de doodennbsp;is opgestaan, toonen dat de Heilige Geest aan denbsp;Gemeente geschonken is.
Gelukkig! de gemeente heeft alle eeuwen door in allerlei vorm aan de vervulling van deze harenbsp;levensroeping gearbeid. Er is van haar een hervormende invloed uitgegaan in de wereld. Zij heeftnbsp;de alarmklok geluid tegen slavernij en verdrukking.nbsp;Zij heeft geluisterd naar de noodkreten der lijdendenbsp;menschheid en haren balsem doen druppelen in denbsp;wonden, deze toegebracht door zonde en dood. Zgnbsp;heeft de tente der barmhartigheid opgeslagen innbsp;den rook der kanonnen. Zij heeft alom hare tempels van liefdadigheid opgericht om afgedwaaldennbsp;en ongelukkigen te redden en aan den boezem dernbsp;eeuwige Liefde terug te brengen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1*
-ocr page 4-Inzonderheid in de laatste jaren heeft men getoond op de Kaïns-vraag; »ben ik mijns broeders hoeder?”nbsp;een bevestigend antwoord te willen geven. Wijnbsp;kunnen zeggen, dat de praktijk der godzaligheidnbsp;in menig opzicht sohoone dagen beleeft, en eennbsp;heerlijke toekomst tegengaat. Er is een keurbende,nbsp;die zich, te midden van de heerschende verwarringnbsp;op kerkelijk gebied, aangordt om nog uit het verderf der tijden te redden, wat gered worden kan.nbsp;In plaats van zich met allerlei strijdvragen over hetnbsp;Kruis te vermoeien, vat zij liever dat Kruis zelfnbsp;aan in de kracht des geloofs, om dit wonderhoutnbsp;te dompelen in alle wateren, waarvan de kinderennbsp;der eeuw klagen: sMara! Mara! zij zijn ons zeernbsp;bitter.” Er is bij velen een heilige ijver voor denbsp;zending onder de heidenen ontwaakt, die uitnemendenbsp;vruchten levert en belooft. Eu vooral op het gebiednbsp;der inwendige zending schijnt de gemeente de heilzame krachten haars levens te willen ontplooien.nbsp;Koevele gestichten zpn in den laatsten tijd verrezen!nbsp;hoevele vereenigingen opgericht, die zich alle tennbsp;doel stellen armen en hulpbehoevenden, afgedwaal-den en gevallenen, verwaarloosden en verdruktennbsp;te hulp te komen! Men krijgt gedurig meer eennbsp;open oog voor de paria’s der Maatschappij. Mennbsp;gaat uit om dronkenschap, prostitutie en anderenbsp;maatschappelijke zonden te bestrijden. Men zintnbsp;op allerlei pogingen om lichamelijke en geestelijke
-ocr page 5-nooden te lenigen. In één woord de inwendige zending wordt meer en meer een macht, waarmedenbsp;het ongeloof, ik zei bijna, waarmede de Satan tenbsp;rekenen heeft.
Men kan niet van inwendige zending spreken, zonder aan Johann Hinrich Wichern te denken, zoonbsp;schreef onlangs en naar ieder toestemt terecht,nbsp;Dr. Krummacher, in de voorrede van een hoek,nbsp;waarin hij het leven van dezen philanthroop metnbsp;licht te verklaren ingenomenheid heeft geteekend.nbsp;Ik heb deze biografie (1) met stichting gelezen,nbsp;en niet zonder den wensch, dat zij in velernbsp;handen komen mocht. Laat mij mijne lezersnbsp;er mede in kennis brengen en hun aan de handnbsp;van genoemden biograaf het een en ander vannbsp;Wichern’s leven en arbeid mogen mededeelen (3).nbsp;De stichter van het Rauhe Hans verdient ten vollenbsp;dat wg zyne nagedachtenis in eere houden.
(1) nbsp;nbsp;nbsp;J. H. Wichern, Ein Lebensbild aus der Gegenwart.nbsp;Gotha. Perthes ’82.
(2) nbsp;nbsp;nbsp;Tot verklaring en verschooning van den vorm dezernbsp;bijdrage zij hier aangestipt dat zij is voorgedragen op eennbsp;vergadering van de Christ. Jongelingsvereeniging vObadja”nbsp;te Rotterdam. Den inbond van K. geschrift heb ik eenvoudig in hoofdtrekken terug gegeven, zonder in eenigenbsp;beoordeeling te treden. De Redactie van de Bonwsteenen,nbsp;die in haar prospectus ook van boekbeoordeelingen gewaagde,nbsp;heeft zich echter hierdoor niet laten weêrhouden, bovenstaandnbsp;opstel onder deze rubriek op te nemen.
-ocr page 6-Wichern is den 21sten April van het jaar 1808 te Hamburg geboren, ’t Was in de dagen, toennbsp;de Franschen deze stad bezet hielden, de belastingen zwaar en de levensmiddelen duur waren,nbsp;en de inwoners het onder den druk der vreemdenbsp;heerschappij hard hadden te verantwooi'den.
Wichern’s vader, die op een notariskantoor arbeidde, moest zelfs met vrouw en zeven kinderennbsp;de stad verlaten en ergens in de buurt een onderkomen zoeken. Eerst in 1814 trokken de Pranschenbsp;troepen af. De witte vlag, die van den torennbsp;woei, kondigde den ballingen aan, dat de onderdrukkers waren verdwenen en met groene takkennbsp;in de hand, schreiende van blijdschap, keerden zenbsp;naar hun haardsteden terug. De zesjarige Johannnbsp;kon toen geregeld de school bezoeken. Zijn vadernbsp;hield zich veel bezig met den knaap, die hemnbsp;gewoonlijk na schooltijd van ’t kantoor haalde;nbsp;’s avonds gaf hij zijn zoon les in pianospel ennbsp;zang. Toen de oude Wichern in ’t jaar 1823nbsp;onverwacht stierf, kwam de niet bemiddelde familienbsp;daardoor in zeer moeielijke omstandigheden. Johannnbsp;leerde zoo bij ervaring de ellende van de armoedenbsp;kennen, een ervaring, die hem op de knieën bracht,nbsp;en hem diepe, ernstige indrukken gaf, voor z{jnnbsp;volgend leven van veel beteekenis. Hij deed zjjnnbsp;best om door les geven, tusschen de schooluren,nbsp;zooveel mogelijk voor het onderhoud van de zijnen
-ocr page 7-te zorgen, zonder echter zijn eigen vorming te verwaarloozen. In de theologie te gaan studeerennbsp;was zijn ernstige en hartelijke begeerte. Hij solliciteerde om een beurs - te vergeefs; de rationalistische collatoren vonden, dat de blonde achttienjarige jongeling met zijn blauwe oogen een gevaarlijke mystieke richting volgde, en dat het dus hunnbsp;plicht was hem zoo mogelijk van de studie dernbsp;godgeleerdheid af te houden. Doch sommige vannbsp;zijn invloedrijke vrienden dachten er gelukkig andersnbsp;over, en zorgden, dat hij in de gelegenheid gesteldnbsp;werd de academie te Glöttingen te bezoeken. »Nietnbsp;licht” zoo schrijft hij zelf, »kon een student metnbsp;grooter verlangen naar de christelijke wetenschapnbsp;zich naar een universiteit begeven dan ik het toennbsp;deed, en ik ging met het bepaalde voornemen mijnbsp;tot den dienst van het Godsrjjk in de Vaderlandschenbsp;kerk te bekwamen.” De lessen der professorennbsp;werden trouw gevolgd. Stil en teruggetrokkennbsp;leefde hij in een kleinen kring van vrienden, metnbsp;warmen ijver voor de wetenschap bezield. Later,nbsp;te Berlijn, waar hij zijn studiën zou voortzetten,nbsp;was het vooral Schleiermacher, die hem bijzondernbsp;aantrok. Hij is dezen igroote in Israel” altjjd metnbsp;dankbare pieteit blijven beschouwen, en heeft aannbsp;de miskenning van de heerlijke beteekenis, dienbsp;Schleiermacher voor het christendom dezer eeuwnbsp;heeft gehad, nooit willen mede doen. Door den
-ocr page 8-beroemden hoogleeraar Neander werd hij in kennis gebracht met zekeren baron von Kottwitz, doornbsp;Tholuck in zijn »Lehre von der Sünde und vomnbsp;Versöhner” onder den naam van »vader Abraham”nbsp;geteekend. Wiohern ging meestal voor in de bidstonden, die gehouden werden in het armenhuis,nbsp;door dezen patriarchalen vrome opgericht, en ooknbsp;in diens huiselijken kring, waar telkens geloovigenbsp;mannen en vrouwen bijeenkwamen om de belangennbsp;van het Godsrijk te bespreken, werd de veelbelovende student met blijdschap ontvangen.
In het jaar 1831 keerde Wichern naar Hamburg terug, en de gemoedelijke wijze, waarop hij alsnbsp;candidaat hier en daar het Evangelie verkondigde,nbsp;maakte op velen een uitnemenden indruk. Eennbsp;preek over ’t begin van Joh. 10, in de gevangenisnbsp;van zijn geboortestad gehouden, beviel zóó goed,nbsp;dat hem de leiding van een bloeiende zondagsschoolnbsp;werd opgedragen. Hier was de jeugdige candidaatnbsp;met zijn liefdevol hart recht in zpn element. Hijnbsp;richtte een cursus op om de onderwijzers en onderwijzeressen op het onderricht, dat zij des Zondagsnbsp;zouden geven, voor te bereiden. Hij spoorde hennbsp;aan de leerlingen te gaan bezoeken in hun woningennbsp;en hun familie naar vermogen met raad en daadnbsp;bij te staan. Hij zorgde, dat de Hambargschenbsp;zondagsscholen voor ’t eerst openlik hun jaarfeestnbsp;vierden, opdat ook anderen met de noodzakelijkheid
-ocr page 9-en den zegen van dezen arbeid der liefde zouden bekend gemaakt en tot medewerking opgewektnbsp;worden. Wichern zelf sloeg eerst als ijverig voorganger en leider van deze inrichting een diepennbsp;blik in de moreele en sociale ellende, aan wiernbsp;bestrijding hij verder zijn leven heeft gewijd.
Naast de vereeniging voor zondagsschoolonderwps vormde zich op zpn initiatief weldra een //Besuchs-verein” waarvan de leden, die tot allerlei stand ennbsp;leeftijd behoorden, zich verbonden armoedige huisgezinnen persoonlek te bezoeken en in hun licha-melpke en geestelijke ellende te hulp te komen.nbsp;De ervaringen, in dezen kring opgedaan, hebbennbsp;geleid tot de grondvesting van het gt;Rauhe Haus”nbsp;de later zoo beroemd geworden inrichting, wiernbsp;geschiedenis ons thans eenige oogenblikken moetnbsp;bezig houden. Wichern zelf heeft in een door hemnbsp;uitgegeven feestboekje het ontstaan der inrichtingnbsp;in hoofdtrekken beschreven, en gewild, dat de hieropnbsp;betrekking hebbende paragrafen bij elke gedachtenisviering zouden worden voorgelezen, opdat het duidelijk zou zijn, dat de genade Gods het dierbarenbsp;»Rauhe Haus” had gesticht en iedere steen in denbsp;muren, iedere boom in den tuin, iedere voetbreednbsp;gronds een gedenkteeken van Zijne liefde gewordennbsp;was. »De stichter van het sRauhe Haus,” zoonbsp;klinkt het in de uitgave van 1851, »is Jezusnbsp;Christus.” De latere uitgaven hebben deze uit-
3
-ocr page 10-drukking niet meer, maar vermelden toch uitdruk-kelgk, dat de zaak in ’t geloof is begonnen. Er was inderdaad voor het geloof een nieuwe tijdnbsp;aangebroken, en daardoor was ook de ontfermende,nbsp;reddende liefde weder ontwaakt. Want waar geloofnbsp;is, daar wordt ook de liefde geboren, even als denbsp;lichtstraal uit de zon, en de warmte uit het vuur.
De leden van den gt;Besuchs-verein,” waarvan ik daareven melding maakte, hadden aangaande dennbsp;toestand der kinderen, die zg bezochten, de allerdroevigste ervaringen opgedaan. En hierdoor vestigde zich bij hen de overtuiging, dat ten behoevenbsp;van deze verwaarloosde jeugd krachtig de hand aannbsp;het werk moest geslagen worden. Men besloot eennbsp;»reddingshuis” opterichten. De broeders haddennbsp;geen middelen, maar zij bezaten een kinderlijknbsp;geloof in God en wachtten biddend op Zpne hulp.nbsp;En de hulp bleef niet uit. De ééne bemoedigendenbsp;ervaring volgde op de andere. Aan één der vrienden werd, zonder dat hij er om gevraagd had, eennbsp;gift van 100 daalders ter hand gesteld om totnbsp;bereiking van het voorgestelde doel te worden gebruikt. De senator Hudtwalker, ten zeerste metnbsp;het plan ingenomen, wist te bewerken, dat aan denbsp;ontworpen »Anstalt” een legaat van 17,500 Marknbsp;werd toegezegd. In een ten voordeele van hetnbsp;reddingshuis uitgegeven weekblad werd van anderenbsp;dergelpke inrichtingen in Duitschland verslag gegeven
-ocr page 11-en met uitnemend gevolg de medewerking der ge-loovigen ingeroepen. Van alle zijden, zelfs van dienstmaagden en arbeiders, stroomden de gavennbsp;toe. En toen de syndicus Karl Sieveking, eennbsp;man, die naar hij zelf getuigt, uit een familie wasnbsp;gesproten, waarin sedert lange tijden het „Onzenbsp;Vader” niet meer was gebeden, een aan den straatweg naar Wandsbeck gelegen stuk land voor hetnbsp;reddingshuis had afgestaan, meende men het voorgestelde doel byna te hebben bereikt. Doch allerleinbsp;onverwachte bezwaren deden zich op. Tegen denbsp;wettigheid van het toegezegde legaat van 17,600nbsp;Mark werden gewichtige bedenkingen geopperd.nbsp;Het gratis aangeboden stuk land kon men nietnbsp;gebruiken, omdat er geen huis in de buurt tenbsp;huur was, en aan het bouwen van een eigennbsp;woning nog niet kon gedacht worden. Weldranbsp;zorgde God echter, dat ook deze wolken verdwenen. De zooeven genoemde Sieveking bezat in denbsp;buurt te Horn een vervallen huisje, dat bewoondnbsp;werd door een familie, die - toevallig zondennbsp;we zeggen - destijds den wensch te kennen gafnbsp;naar elders te vertrekken, ofschoon de in hetnbsp;huurcontract bepaalde tijd nog niet was verstreken.nbsp;Dit Rauhe Haus of Eüges Hans, zooals men hetnbsp;misschien naar een vroegeren bewoner of eigenaarnbsp;noemde, werd door den bezitter aan de broedersnbsp;van het Besuehs-Verein afgestaan om het tot een
2*
-ocr page 12-12
toevluchtaoord voor verwaarloosde kinderen in te richten. Het was weinig meer dan een bouwvallige,nbsp;met stroo gedekte hut met een tuin, weide, vijvernbsp;en eene frisache bron, die door den schoonstennbsp;kastanjeboom uit den ganschen omtrek werd beschaduwd. Dit plekje was bestemd om een belangrijke zenuwknoop te worden in het organismenbsp;der inwendige zending. Spoedig was ook hetnbsp;bezit van het zooeven genoemde legaat verzekerd.nbsp;Den 12en September van het jaar 1835 kwam mennbsp;bijeen om de noodige zaken te regelen en den lennbsp;November werd het huis door Wichern met zgnenbsp;moeder in alle stilte betrokken. Twee schoonenbsp;platen, waarvan de ééne»den intocht van den Heernbsp;te Jeruzalem” en de andere gt;de zegening vannbsp;twaalf kinderen door Jezus” voorstelde, warennbsp;door Sieveking in de woonkamer opgehaugen, ennbsp;maakten het eenige sieraad uit. Doch Wichern’snbsp;hart vierde feest en er was ongetwijfeld op diennbsp;len Novemberdag ook bl^dschap in den hemelnbsp;bij God. Weldra werden de eerste drie knapennbsp;opgenomen, en aan ’t einde van ’t jaar was ditnbsp;drietal reeds tot twaalf geklommen.
Sedert dien tijd was het leven van Wichern ten nauwste aan het Rauhe Haus verbonden. Hi)nbsp;heeft aan het Rauhe Haus en het Rauhe Hausnbsp;heeft hem beteekenis gegeven. En aan zegen opnbsp;den arbeid zijner liefde bleef het hem waarlijk
-ocr page 13-13
niet ontbreken. Eeeds in het jaar 1884 moest tot het bouwen van een tweede woning worden overgegaan, het »Schweizerhaus” waar men tevensnbsp;ruimte had om aan de vele opgenomen knapennbsp;de noodige werkplaatsen te verschaffen. Niet langnbsp;daarna werden ook de grondslagen van het gt;Mut-terhaus” gelegd, dat door Wichern en zijne vrouwnbsp;Amanda Böhme betrokken werd en waaraan eennbsp;zaal voor godsdienstige bpeenkomsten was verbonden.nbsp;Zoo breidde de inrichting zich van lieverlede uit.nbsp;En reeds in ’t jaar 1850 was voor de bouwvalligenbsp;hut een kleine kolonie van 13 huizen in de plaatsnbsp;gekomen, welk getal later nog met verscheiden anderenbsp;vermeerderd werd. Met deze uitwendige uitbreiding ging tevens de ontwikkeling der inwendigenbsp;organisatie hand aan hand. Behalve knapen werdennbsp;ook verwaarloosde meisjes opgenomen. Aan denbsp;broeders zelf, die aanvankeljjk slechts voor de opvoeding der kinderen hadden te zorgen, begon mennbsp;een geregelde opleiding te geven, ten einde hennbsp;tot den arbeid der liefde elders te bekwamen. Ennbsp;op deze wijze is de sBrüderanstalt ontstaan,nbsp;waarop wij straks nog moeten terugkomen. Denbsp;talrpke aanvragen om plaatsing van jongeliedennbsp;uit hoogere standen gaven in 1852 tot stichtingnbsp;van een pensionnaat aanleiding. Reeds vroeger hadnbsp;de behoefte aan openbaarmaking van hetgeen ver^nbsp;richt werd, maar meer nog de wensch om eenige
-ocr page 14-14
kweekelingen ook gedurende den leertijd in huis te kunnen houden, geleid tot het oprichten van eennbsp;boekdrukker^ en binder^, die voor de inrichtingnbsp;uitnemende vruchten heeft afgeworpen. Ook aannbsp;degelpke en waardige medehelpers (1) heeft hetnbsp;den oprichter nooit ontbroken en velen hunner isnbsp;het verblijf in het Rauhe Haua tot een rpken zegennbsp;geworden. Kortom in alle opzichten ondervondnbsp;dit werk der reddende liefde kennelijk de goedkeuring des Allerhoogsten, en met het volste rechtnbsp;kon Wichern, toen Theodor Riehm tot inspectornbsp;was aangesteld, en zijn plaats in het »Mutterhaus”nbsp;zou innemen, den eersten steen van een eigennbsp;woning leggen met de woorden van Jakob: »ik bennbsp;geringer dan al de barmhartigheid en trouw, dienbsp;Gij aan uwen knecht gedaan hebt, want toen iknbsp;voor 20 jaren hier kwam, had ik niets dan een stafnbsp;en nu ben ik tot 2 heiren geworden.”
De vraag dringt zich hier op: vanwaar zyn de middelen gekomen die tot onderhoud en uitbreidingnbsp;dezer inrichting noodig waren ? En het is waarlijknbsp;een genot op deze vraag het antwoord te vernemen. Men heeft voor het »Rauhe Haus” nooit
(1) Onder de candidaten in de theologie, die Wichern hijstonden, wordt ook genoemd de onlangs overleden Brandt,nbsp;die later als directeur van de diakonesseu-inrichting naarnbsp;Duisburg aan den Rijn en vandaar als predikant naarnbsp;Amsterdam is, vertrokken.
-ocr page 15-15
gekollekteerd. Men heeft evenmin door ondernemingen van industrieelen of oekonomischen aard de noodige uitgaven trachten te bestrijden: watnbsp;de landerijen opleverden en de knapen in hun werkplaatsen vervaardigden, werd in de inrichting zelvenbsp;verbruikt, en alwat de daaraan verbonden boekhandel opbracht, bleek deze tot eigen instandhouding noodig te hebben. Het is enkel de christelijkenbsp;liefde geweest, die vrijwillig door geregelde bedragen en buitengewone geschenken of giften dit werknbsp;heeft verricht. wWat wp behoeven,” zegt Wichern,nbsp;gt; verwachten wp getroost uit de rpke hand vannbsp;onzen God, in het geloof, dat Zpn Woord, waarinnbsp;Hp ons wijst op de vogelen des hemels en de leliennbsp;des velds, vast en waarachtig is, en in het vertrouwen dat Hij een volk in de wereld heeft, datnbsp;onzen nood tot den zijnen maakt. Wij verheeldennbsp;ons niet, dat ons huis in dit opzicht een bijzondernbsp;huis is, alsof andere dergelijke inrichtingen zulknbsp;een voorrecht niet zonden bezitten, maar dit geloo-ven wp, dat ieder, die op God en den Heiland, alnbsp;is het dan ook gebrekkig, vertrouwt, ontvangennbsp;zal wat hp noodig heeft. Zijn wonderbare liefdenbsp;heeft zich aan de Zpnen en ook aan ons en aannbsp;het Eauhe Haus betoond. Hp leeft nog, die denbsp;5000 met weinige broeden heeft gespijsd; metnbsp;verborgen hand regeert Hp in de gemeente, in denbsp;gemeenschap van hen, die zich rondom Hem hebben
-ocr page 16-16
Terzameld en maar één leven hebben, en die als onbekenden en nochtans bekend zóó nauw metnbsp;elkander verbonden zijn, dat zij gaarne hun l^dennbsp;als een gemeenschappelijk lijden erkennen. Godnbsp;heeft in dagen van nood en zorg ons Rauhe Hausnbsp;met de liefelijkste ervaringen van deze gemeenschap verkwikt.”
Ik moet thans op de Brüderanstalt, waarvan ik straks melding maakte, terug komen. De medehelpers van Wichern waren oorspronkelijk slechtsnbsp;bestemd, om onder zijn leiding verwaarloosdenbsp;kinderen op te kweeken, en elkander een voorbeeldnbsp;van broederlijke liefde te geven. Aan het hoofdnbsp;van ieder gezin stonden er minstens twee, denbsp;Familienbruder en zijn assistent. Doch al dezenbsp;mannen konden onmogelijk op den duur aan hetnbsp;»Rauhe Hans” verbonden blpven, aangezien zp ernbsp;het voorrecht van een eigen tehuis bleven missen.nbsp;Nu begreep Wichern terecht, dat de personen, dienbsp;een tpd lang in deze omgeving hadden verkeerd,nbsp;en hier zoowel practisch als theoretisch gevormdnbsp;waren, juist de geschikte personen zouden zijnnbsp;om elders de leiding van den arbeid der reddendenbsp;liefde op zich te nemen. De gedurige afwisselingnbsp;van zijn personeel, die hiermede noodzakelijk samennbsp;hing, beschouwde hp veeleer als een aanwinst dannbsp;als een schade voor zijn inrichting: deze zou doornbsp;den gestadigen toevoer van nieuwe en frissche krachten
-ocr page 17-17
in bloei toenemen, meer tegen den invloed van verkeerde persoonlijke eigenaardigheden zijn gewaarborgd en bg blijvende eenheid des geestes in rijkenbsp;variëteit van levensvormen haar eigenlijk leven tenbsp;heerlijker kunnen ontwikkelen. Het kostte hemnbsp;echter ongeloofelijke moeite dit uitnemende denkbeeld, dat aanvankelgk bij zgn vrienden weinignbsp;bgval vond, te verwezenlijken. Eerst in ’t jaar 43nbsp;verlieten eenige broeders het Rauhe Haus om metnbsp;hun rijke ervaring gewapend, in verschillende oordennbsp;aan ’t hoofd van allerlei inrichtingen van liefdadigheid geplaatst te worden, waar zij een gezegendennbsp;invloed hebben uitgeoefend. Zonder plechtige inzegening werden zij uitgezonden. Zg kregen elknbsp;een bijbel mede en werden door den huisvader innbsp;een gemeenschappelgk gebed aanbevolen aan denbsp;zorg van Hem, in Wiens Naam zij hun werk wildennbsp;en moesten volbrengen. Na dien tijd heeft denbsp;Brüderanstalt een vaste organisatie en een gezegendenbsp;uitbreiding verkregen. Ruim twee jaar geledennbsp;kon men berekenen, dat 278 broeders over ganschnbsp;Duitschland verspreid waren en in weeshuizen,nbsp;krankzinnigengestichten, inrichtingen voor idiotennbsp;en gevallenen enz. arbeidden. In het »Rauhe Haus”nbsp;zijn tusBchen de 40 en 50 medehelpers geplaatst,nbsp;die zich met veel zorg tot het aanvaarden van eennbsp;dergelijke roeping voorbereiden. Niet door allerleinbsp;bureaucratische verordeningen, slechts door eenheid
3
-ocr page 18-van geloof en liefde zijn ze aan elkander verbonden. Wichern was van het onaantastbaar recht dernbsp;menschelijke persoonlijkheid, de praktische hetee-kenis van het algemeene priesterschap der geloovigennbsp;diep overtuigd. Zijn Brüderanstalt wilde hij innbsp;geenen deele als een katholieke kloosterorde beschouwd hebben. Ieder moest vrp blijven en doornbsp;niets belemmerd worden om de eigenaardigheidnbsp;van zijn persoon, mits geheiligd door het geloof,nbsp;ten volle te ontvouwen. Het gt;Rauhe Haus” zounbsp;geen Christentumsschule” zijn; de vroomheid mochtnbsp;niet als een soort van exercitie of dressuur wordennbsp;opgevat. Het Christendom, meent Wichern, treedtnbsp;niet op als een zaak naast het leven, maar alsnbsp;het leven zelf. Want het is werkelijk leven, ennbsp;wel eeuwig leven, nieuw leven, liefde, waarheid,nbsp;geest en kracht en daarom protesteert het van zelfnbsp;tegen alle dressuur en allen schijn. Het is de gave,nbsp;die ieder ontvangt, die Christus heeft aangenomen.nbsp;Want in Hem is de volheid van dit leven, dat innbsp;de gezindheid der liefde, die de liefde van harennbsp;Verlosser heeft leeren kennen, zijn reinste openbaring vindt.” Ieder, die het »Rauhe Haus”nbsp;biunentrad - zoo klonk de eisch - moest dezenbsp;gezindheid mede brengen om den schat van familieleven, die hier gevonden werd, ieder in zpn matenbsp;te vermeerderen. Slechts eenmaal is er, verhaaltnbsp;Wichern, een klein conflict tusschen hem en zijn
-ocr page 19-19
medearbeiders ontstaan, en - voegt hij er koninklijk bij - ’t was mijne schuld. Geen wonder voorwaarnbsp;dat men, waar deze beginselen werden gehandhaafd,nbsp;in een sfeer van reine liefde volle blijdschap ademde,nbsp;en toegerust werd met heiligen ijver om anderennbsp;voor het koninkrijk der hemelen te winnen.
Wij keeren thans tot de Kinderanstalt van het »Rauhe Haus” terug en trachten in enkele trekkennbsp;van de wijze, waarop ze is ingericht, een voorstelling te geven. Het meest eigenaardige hiervannbsp;is wel dat de gedachte van het familieleven aannbsp;alles ten grondslag ligt, en deze gedachte naarnbsp;alle zijden zoo consequent mogelijk is ontwikkeld.nbsp;Reeds toen Wichern met zpn moeder en enkelenbsp;verwaarloosde knapen onder het stroodak bij dennbsp;prachtigen kastanjeboom woonde, stond het bp hemnbsp;vast, dat ook indien zijn arbeidskring zich verdernbsp;uitbreidde deze het karakter van persoonlijke liefdenbsp;en huiselijke verpleging in zijn oorspronkelijke,nbsp;frissche kracht zou moeten behouden. De ganschenbsp;bevolking van het »Rauhe Haus” is één grootenbsp;familie, en deze groote familie wordt in kleinerenbsp;familien organisch verdeeld. De kinderfamiliennbsp;vormen den grondslag van het geheel. Twaalfnbsp;jongens of meisjes eten, drinken en slapen tenbsp;zamen onder voldoend toezicht in dezelfde woning.nbsp;Ze vormen te zamen geen klasse van onderwps,nbsp;geen afdeeling voor denzelfden ‘arbeid bestemd,
3«
-ocr page 20-geeu vaste compagnie, maar een huiselijken kring, waartoe kinderen van allerlei leeftijd, aanleg ennbsp;karakter behooren. Zoo moeten verschillende karakters elkander leeren verdragen en aan elkandersnbsp;vorming arbeiden, alles onder de zorgvuldige leidingnbsp;van eenige broeders, die met hen in een afzonderlijke ruimte ’t zelfde huis bewonen. De broedersnbsp;zelf, gesplitst in kringen, die ter onderscheidingnbsp;van de kinderfamilien gt;konvikte” genoemd worden,nbsp;moeten aan de knapen en meisjes in hun eigennbsp;huiselijk leven laten zien, hoe liefelijk en zoet hetnbsp;is, dat zonen van hetzelfde huis als broeders samenwonen. Zij spelen met de kinderen op de speelplaats,nbsp;die zich voor iedere woning bevindt; zij helpennbsp;hen voort in hun werk, zij bezoeken hunne oudersnbsp;en trachten tusschen deze en hunne kinderen denbsp;betrekking levendig te houden; zp hebben inzonderheid bp hen, die aan hun zorg zijn toe vertrouwd,nbsp;op de ontwikkeling van het gemoedsleven zeernbsp;nauwkeurig acht te geven. Slechts zeer zeldennbsp;gebeurt het, dat een kind van de ééne familie innbsp;de andere verplaatst wordt. De leden van ’t zelfdenbsp;gezin blijven bijeenbehooren, onverschillig op welkenbsp;schoolklasse zij zitten en tot welke arbeidsgroepnbsp;zp behooren. Zp krijgen zoodoende een zekernbsp;recht op elkander en voelen zich aan elkandernbsp;verwant. Met de anderen komen zp telkens innbsp;aanraking bp het werk in de school en in de
-ocr page 21-bidzaal - maar hun kring wordt hun eigenlek tehuis. Ieder kinderfamilie heeft haar eigen traditie,nbsp;haar eigen eer, haar eigen geheimen, zorgen, verrassingen, feesten op geboortedagen, enz.
De arbeid der verzorgden is natuurlijk van allerlei aard. Bij beurten moeten zij de straat vegen, het huisraad reinigen enz. In de werkplaatsen ennbsp;op het veld arbeiden zp in groepen en onder toezicht der medehelpers. En alles wordt gedaan omnbsp;den kleinen het werk te veraangenamen en hennbsp;van den ernst hunner bezigheden te overtuigen.nbsp;Schoone spreuken en verzen prijken op de wandennbsp;der werkplaatsen: de schoenmakerswinkel is met denbsp;beelden van Hans Sachs en Jakob Böhme versierd.nbsp;In het reeds genoemde feestboekje komen allerleinbsp;humoristische liederen voor, waarin ieder vak,nbsp;door de kinderen van het »Rauhe Haus” uitgeoefend, bezongen en verheerlijkt wordt. Men looftnbsp;prpzen uit; men zingt onder den arbeid; er ligtnbsp;een vroolijke glans over het eenvoudige werk dernbsp;kleine kolonisten. Wichern wilde, dat de schijnbaar geringste bezigheid zou verricht worden alsnbsp;een heilige dienst in het koninkrpk Gods, en wasnbsp;er op uit dit beginsel zjjnen kweekelingen in tenbsp;prenten. gt;Het komt er op aan,” zegt hij, »dennbsp;kinderen de waarheid des Evangelies in vleesch ennbsp;bloed over te brengen. Wjj willen hun niet enkelnbsp;leeren, dat het Woord Gods geest en kracht en
-ocr page 22-22
het alles doordriiigende zuurdeeg is, maar wij willen het hun toontn ook eiken dag. Zij moeten ervaren,nbsp;dat dit juist de heerlgkheid is des nieuwen levens,nbsp;dat het niets van het waarachtig tnenscheljjke buitensluit, maar zonder uitzondering elke menschelijkenbsp;ordening en verhouding in zich sluit, dat de warenbsp;godsdienst het aardschc leven verheerlijkt en metnbsp;een heiligen zin van waarheid en liefde doortrekt.
Het onderwijs bekleedt, gelgk zich laat verwachten, in het »Bauhe Haus” een voorname plaats. De broeders zijn in 2 helften verdeeld, waarvannbsp;de ééne voormiddags en de andere des namiddagsnbsp;vrij is van den arbeid, om in dien tijd onderrichtnbsp;te ontvangen en zich daarop te kunnen voorbereiden.nbsp;Het onderwps der kinderen is naar den verschillenden leeftijd en de afwis.seling van het saizoen geregeld. Het leerplan van het pensionnaat sluitnbsp;zich aan dat van de Pruisische gymnasia aan; hetnbsp;onderwijs, aan de kinderen gegeven, komt met datnbsp;van de volksschool overeen. Wichern heeft denbsp;beteekenis van het onderwjjs nooit gering geacht,nbsp;doch overschat evenmin. En dat het in het gt; Bauhenbsp;Haus” van een gezonden godsdienstigen zin isnbsp;dóórtrokken, behoeft nauwelijks gezegd te worden.nbsp;Telkens worden er door de broeders conferentiesnbsp;gehouden, om allerlei belangrijke paedagogische ennbsp;godsdienstige vraagstukken te bespreken en elkandernbsp;voor te lichten. Wichern zelf ging jai'en lang
-ocr page 23-hierbij roor, en gaf zoowel aan de helpers als aan de kinderen godsdienstig onderwijs. Later moestnbsp;hij hiervan afzien. Doch de uitlegging der Heiligenbsp;Schrift in de samenkomsten zijner huisgemeentenbsp;en de leiding van het gezang, waaraan allen, wiernbsp;stemmen eenigszins geoefend waren, deelnamen,nbsp;heeft hij zoo lang mogelijk aan zich gehouden,nbsp;’t Kwam geheel met zijn idealisme en de blijdschapnbsp;van zjjn geestesleven overeen, dit te blijven waarnemen. Want het was zijn streven, het leven innbsp;het gt;Rauhe Haus” tegen het verzinken in mechanismenbsp;en dorre eentoonigheid te bewaren en het met dennbsp;glans der poësie en der kunst te vergulden.
Hiervan getuigt ook de wijze, waarop het godsdienstig leven in zijne inrichting wordt geleid. Ue bidzaal is een groote vierkante ruimte, waarvan denbsp;witgepleisterde muren zomer en winter met altijdnbsp;frissche guirlanden van hulstbladen zijn versierd.nbsp;Aan den eenen kant staat op een hoogte eennbsp;stoel, voor den voorganger bestemd, een kleinenbsp;tafel, waarop de groote huisbijbel ligt; aan dennbsp;wand daarachter hangt een krucifix, aan de linker-zyde ontdekt met een beeld van Johannes den Doopernbsp;en aan de rechterzijde »de zegenende Christus”nbsp;van Thorwaldsen. Vlak daartegenover bevindtnbsp;zich een galerp met een klein orgel, en aan denbsp;buitenzijde der borstwering op consoles gt; de beidenbsp;weesjongens van Rauch” met de onderschriften:
-ocr page 24-»zalig z^n de barmhartigen” en: »bidt en u zal gegeven Tvorden”. Hier komt de huisgemeentenbsp;’s morgens en ’s avonds bijeen. Er wordt gezongen,nbsp;uit den bijbel gelezen en gebeden; de kinderennbsp;zeggen hun dagtekst op; de kranken en zij, dienbsp;hun verjaardag vieren of de inrichting reeds verlaten hebben, worden in de gemeenschappelpkenbsp;voorbede afzonderlijk herdacht. Op Zon- en feestdagen gaan allen in een naburige gemeente denbsp;openbare godsdienstoefening bijwonen. Als hetnbsp;Kerstfeest nadert, wachten de kleine harten op denbsp;verrassingen, die hun door de broeders onder dennbsp;helder stralenden Kerstboom zullen overhandigdnbsp;worden. In den vroegen Paasohmorgen trekt denbsp;gansche huisgemeente naar het kerkhof en doetnbsp;hare opstandingsliederen ruischen over de gravennbsp;van hen, die eenmaal tot het »Rauhe Hans” hebben behoord.
De inrichting viert behalve de kerkeljjke ook hare eigene feesten. Iedere familie heeft haarnbsp;gedenkdagen. Een prachtige zomerdag wordt uitgekozen om te zamen een groote wandeling tenbsp;ondernemen. Men heeft in verschillende jaarge-t^den een kersen-, een appelfeest enz. Als hetnbsp;zangersfeest wordt gevierd brengt eerst het koornbsp;in de groote zaal eenige klassieke stukken ténnbsp;gehoore. Daarna worden de honderde gasten, vannbsp;heinde en ver saamgekomen, door trompetgeschal
-ocr page 25-opgeroepen om zich rondom den grooten kastanjeboom te vereenigen. De meeste broeders en knapen hebben den boom beklommen en zich in ’t groenenbsp;loover verscholen. Uit den weelderigen bladeren-dosch laten de vroolpke zangers dan het eene liednbsp;na ’t andere over de bloeiende aarde ruischen.nbsp;Straks trekt de gansche schare met bonte vanennbsp;naar ’t open veld en allerlei vaderlandsche zangennbsp;worden aangeheven. En tegen den avond als hetnbsp;feest een einde neemt, ontbloot ieder der aanwezigen het hoofd en stemt in met het gt;Nun danketnbsp;Alle Gott”.
Door samenkomsten als deze wordt onder de verschillende groepen van het «Rauhe Hans” hetnbsp;gevoel van eenheid gewekt en levendig gehouden.nbsp;Ook die feestvieringen moeten naar Wichern’snbsp;bedoeling dienen om de arme kinderen, die innbsp;allerlei onreinheid en gemeenheid waren opgegroeid,nbsp;tot de heerlijkheid van des Zaligmakers liefde tenbsp;trekken. En dit doel verliest hij nimmer uit ’tnbsp;oog. Alle vertakkingen van zjjn paedagogischennbsp;arbeid loopen er op uit, gelijk de stralen van dennbsp;cirkel is één middelpunt. Bij de intrede in hetnbsp;huis neemt Wichern ieder kind onder vier oogen,nbsp;wijst het op de zonde en de ellende van het verleden en toont het met kalmen ernst aan, dat hetnbsp;hier is gekomen om geholpen te worden en eennbsp;nieuw leven te beginnen. Al het vroegere zal
-ocr page 26-26
vergeven zijn en vergeten; niemand van de geheele inrichting behalve de huisvader en de helpers weetnbsp;of zal ooit weten, welke zonden het vroeger heeftnbsp;bedreven. Het ontvangt tot teeken van dezennbsp;nieuwen levensaanvang een nieuwen voornaam,nbsp;waarhjj het door broeders en kameraden genoemdnbsp;wordt en kan op de hartelijkste deelneming en denbsp;warmste liefde van allen rekenen. Het »Rauhenbsp;Hans” heeft niets van een gevangenis en er wordtnbsp;gezorgd, dat de kinderen, die er worden opgenomen, van meet af hiervan de verzekering hebben.nbsp;Geen hooge muren, geen gesloten poort, geen uniform, geen strafregister. Het noodige opzicht, datnbsp;aan de broeders is opgedragen, wordt niet doornbsp;geweld maar met den ernst en de teederheid dernbsp;zoekende liefde uitgeoefend. In het mysterie dernbsp;liefde ligt de gansche macht van Wichern’s paeda-gogiek. De broeders trachten zich in de gemoedstoestanden der aan hun zorg toevertrouwde kinderennbsp;zooveel mogelpk in te leven. Zij slaan hun verborgennbsp;zieleleven gade, helpen hen strijden en overwinnen,nbsp;voeren hen met de vaste band van den kundigennbsp;stuurman door de gevaarlpke klippen der innerlijkenbsp;verzoekingen heen naar een veilige haven. Zp zpnnbsp;op het veld of in de werkplaats bezig hun kwee-kelingen te leeren arbeiden voor het dagelijkschnbsp;brood; zij spelen met hen sans gêne op het groenenbsp;grasperk, zp geven hun onderricht in schrijven en
-ocr page 27-27
rekenen, dit is de buitenzijde van hun arbeid, doch onder dit alles schuilt een machtig strevennbsp;om de zielen der kleinen te behoeden, van hetnbsp;kwade te reinigen, in stilte te zegenen en zoo opnbsp;te leiden tot het eeuwige leven. Er moet geennbsp;God in de hemel zijn, indien dat werk der needrigenbsp;barmhartigheid onvruchtbaar kan blijven!
Wicheru’s arbeid begon spoedig veler opmerkzaamheid tot zich te trekken. Van alle zijden stroomden de bezoekers toe om zijn stichting innbsp;oogenschouw te nemen. Zelfs een koningin, Karolinanbsp;Amalia van Denemarken, betrad tweemaal hetnbsp;»Rauhe Haus” en niet lang na haar tweede bezoeknbsp;kwam nog een koningin - zegt het feestboekje -wel niet een heerscheres over aardsche landen,nbsp;maar als er ooit koninginnen hier beneden in hetnbsp;koninkrijk Gods geweest zijn, dan was zij er éénenbsp;van - Elisabeth Fry. En naarmate de belangstelling in Wichern’s pogen toenam, werd hem steedsnbsp;ruimer gelegenheid geschonken om ook naar buitennbsp;de kracht der reddende liefde, die in het * Rauhenbsp;Haus” haar middelpunt vond, te openbaren. Denbsp;ouders der kweekelingen uit Hamburg en omstrekennbsp;werden geregeld door de broeders bezocht, dienbsp;hen van den toestand hunner kinderen op denbsp;hoogte hielden en zoo menigmaal aanleiding vondennbsp;hen onder de beademing van het Evangelie tenbsp;brengen. Hen, die de inrichting hadden verlaten.
-ocr page 28-28
bleef men zoolang mogelijk met raad en daad bijstaan, ten einde te voorkomen dat zij wederomnbsp;door de verleidingen der wereld werden mede-gesleept. Wichern zelf hield bijbeloefeningen en voordrachten in zijne vaderstand en deed al wat hjjnbsp;vermocht om ijver en liefde te wekken voor hetnbsp;koninkrijk der hemelen. De flinke organisatie vannbsp;den arbeid der inwendige zending, zooals die thansnbsp;te Hamburg bestaat, moet als een vrucht van zijnnbsp;krachtig optreden worden beschouwd. Door zpnnbsp;talrijke geschriften, waarover wij hier niet kunnennbsp;uitweiden, bracht hij de resultaten van zijn arbeidnbsp;onder de oogen van het christelijk publiek, datnbsp;onwillekeurig met eerbied voor zijn onbaatzuchtignbsp;streven werd vervuld. De sFliegende Blatter”nbsp;vlogen Duitschland door en predikten den geloovi-gen met aangrgpenden ernst, dat de tpd gekomennbsp;was om eendrachtig de handen aan ’t werk tenbsp;slaan. Op predikanten vergaderingen en overal,nbsp;waar zich hiertoe de gelegenheid aanbood, tradnbsp;hij op om voor gevallenen en verwaarloosden eennbsp;beroep te doen op het medelijden van de kinderennbsp;Grods en hen tot het oprichten van vereenigingennbsp;voor de inwendige zending aan te sporen. En alsnbsp;hg daar stond, de slanke gestalte eenigszins voorovergebogen, de diepe blauwe oogen onder hetnbsp;krullend blonde haar op zijn toehoorders gericht,nbsp;als hij zoo sprak in korte volzinnen, zonder
-ocr page 29-29
rhetorische figuren en na elke uitspraak eenige oogenblikken zwpgend, alsof hg wilde zeggen: »iknbsp;ga niet verder, voor dat uw geweten mij gelgknbsp;geeft,” dan kon men gevoelen, dat het ook vannbsp;hem gold in den vollen zin des woords: »de liefdenbsp;van Christus dringt mg!”
De politieke gebeurtenissen van het jaar 1848 en de veranderingen, die zij in ’t leven riepen,nbsp;waren voor den arbeid van Wichern van hoogenbsp;beteekenis. De geweldige omkeering der staatkundige verhoudingen, het groote gevaar, dat de kerknbsp;bedreigde, de verschrikkelgke onthulling van denbsp;sociale ellende in den schoot der christenheid,nbsp;dit alles moest veler oogen voor het belang en denbsp;noodzakelijkheid der inwendige zending openen.nbsp;Elke openbaring van heidensche ruwheid en misdaad was een nieuwe opwekking om met ijvernbsp;aan de redding van gevallenen en verdoolden tenbsp;arbeiden. Men begreep, dat de tijd van ledigenbsp;theorieën voorbij was en de tgd van handelennbsp;aangebroken. »Ieder woord,” schrgft Wichern innbsp;een artikel; »revolutie en inwendige zending” innbsp;het Maartnummer ’48 van de Fliegende Blatter,nbsp;gt;moet een daad worden, elke daad een machtignbsp;en aangrijpend woord. In de wereld des vleeschesnbsp;is het reeds zoover gekomen: in de wereld desnbsp;geestes en des geloofs moet hetzelfde geschieden.nbsp;Het éénige, dat wg noodig hebben, is moed, te
-ocr page 30-30
midden van vrienden en vijanden. Bn die moed ontbreekt ons niet. Onze moed is de zekere ennbsp;blijvende overwinning, Christus is onze kracht,nbsp;onze vaste grond, waarop wij staan; Zijn troonnbsp;blijft onbewegelijk. Zijn zwaard onoverwinnelijk.nbsp;In Zijne kerk is Zijne gemeente nog niet verdwenen. Het vaandel des Heeren opgestoken! en eennbsp;schare van strjjdgenooten zal zich er omheennbsp;verzamelen.”
Het doel van Wichern was de afzonderlijke ver-eenigingen voor de inwendige zending, die over geheel Duitschland verspreid waren, met elkandernbsp;in organisch verband te brengen. De zelfzuchtnbsp;provincialiseerde ook de reddende liefde; en daaraan moest een einde komen. Op de kerkvergaderingnbsp;der Evangelischen te Wittenberg, September ’48nbsp;gehouden, had hij een uitmuntende gelegenheid om.nbsp;deze zaak ter sprake te brengen. Men was saam-gekomen om zich gezamentlpk voor God te verootmoedigen, de belangen van kerk en staat tenbsp;bespreken en zoo mogeljjk een alliantie van denbsp;kerken der hervorming tot stand te brengen.nbsp;Wichern gelukte het nauwelpks voor de inwendigenbsp;zending op het program een plaats te krygen.nbsp;Maar reeds den eersten dag der vergadering wistnbsp;hjj te bewerken, dat den volgenden middag dezenbsp;zaak ter tafel zou worden gebracht. Toen hieldnbsp;hjj in de slotkerk te Wittenberg zijne beroemde
-ocr page 31-redevoering, die de boven de graven van Luther en Melanchton verzamelde menigte aangreep ennbsp;door het gansche land weêrklonk als het geklanknbsp;der bazuin. »Het is noodig,” zoo riep hp uit, gt;datnbsp;de Evangelische kerk erkent: gt;de arbeid der inwendige zending is mpn,” dat zij een groot zegelnbsp;op dezen arbeid drukke: »de liefde behoort aannbsp;mg, evenals het geloof!” De reddende liefde moetnbsp;in de kerk branden als de heldere fakkel Gods,nbsp;die aantoont, dat Christus in het volk een gestaltenbsp;verkregen heeft. Evenals zich de geheele Christusnbsp;in het levend Woord Gods openbaart, zoo moetnbsp;Hg zichzelf ook in de daden Gods prediken, ennbsp;de hoogste, de reinste, de meest kerkelijke vannbsp;deze daden is de liefde. De Evangelische kerknbsp;moet hare roeping erkennen en vervullen, eennbsp;hond der reddende liefde te zijn. Niet enkel innbsp;het levend Woord Gods, ook in de wereldover-winnende daad Gods moet Christus tot het volknbsp;teruggebracht worden.” Toen hij voorstelde dennbsp;arheid onder den naam: gt; inwendige zending”nbsp;begrepen, te verklaren voor een zoodanigen, dienbsp;de konferentie zich behoorde aan te trekken, stondnbsp;de gansche vergadering als een éénig man op ennbsp;sprak met ten hemel geheven handen haar Ja ennbsp;Amen uit. Den volgenden dag werd reeds totnbsp;de vorming van een zelfstandige commissie voornbsp;de inwendige zending der Evangelische kerk besloten.
-ocr page 32-33
Van alle zijden vernam men van mannen, vrouwen en jongelingen, die zich met geestdrift bereidnbsp;verklaarden aan het werk der barmhartigheidnbsp;deel te nemen. En in December kon Wichernnbsp;verklaren: gt;Het jaar ’48 is voor de inwendige zending een heraut des levens geworden. Zij heeftnbsp;bijna overal in het vaderland groote en machtigenbsp;helden des geestes voor zich gewonnen. Dat heeftnbsp;God gedaan, die de volken richt, dat heeft de Heernbsp;gedaan, die Zijn volk liefheeft.”
Wichern, die tot lid van de zoo even genoemde commissie voor inwendige zending was benoemd,nbsp;heeft van ’t jaar ’48—51 een groot deel van zijnnbsp;tjjd met reizen doorgebracht. Van allerlei plaatsen in Noord- en Zuid-Duitschland ontving hg uit-noodigingen om over onderwerpen, de inwendigenbsp;zending betreffende, het woord te voeren. En zooveel mogelgk voldeed hij hieraan met groote bereidwilligheid; gedurende het jaar 50 heeft hg innbsp;30 steden een voordracht gehouden. Hg was destijds een veertiger. Zijn haar was reeds vergrijsd,nbsp;naar men meent, tengevolge van de zenuwhoofdpijn,nbsp;waaraan hij veel. leed, In zijn groote blauwe oogennbsp;lag een stille gloed, zg konden schitteren in dennbsp;zaohten glans van hartelgke vriendelijkheid ofnbsp;vroolgken humor; zg konden bliksemstralen schieten, die de verstorvene schaamte in ’t leven terugriepen en de schaamteloosheid op de vlucht dreven;
-ocr page 33-zij konden vlammen in heilige geestdrift, ja nii en dan in hartstochtelijke heftigheid. Hij wasnbsp;groot van gestalte, zyn houding eenigszins gebogennbsp;en z^n gang slepend. Zijn verschoning had ietsnbsp;aristokratisch, iets gebiedends zelfs als hij op denbsp;tribune stond en met kracht het woord voerde.nbsp;Onder zijn portret heeft hij zelf de spreuk geschreven:nbsp;»Dit is de overwinning, die de wereld overwint,nbsp;ons geloof.” Daarmede wilde hij aan het kloeknbsp;vertrouwen, waarmede hp arbeidde, een uitdrukkingnbsp;geven, maar het herinnert tevens onwillekeurig datnbsp;hij den aanleg om te heerschen en te gebiedennbsp;in de wereld had mede gebracht. Wel stond zijnnbsp;gansche persoon onder de tucht des Heiligen Geestesnbsp;maai de neiging tot het despotische openbaardenbsp;zich soms in een olympischen toorn, vooral alsnbsp;hij lijdend was, of men het waagde zijn lievelingsdenkbeelden te bestrijden.
In het jaar ’51 werd aan Wichern door de theologische fakulteit te Halle het doctoraat in de godgeleerdheid verleend (1). Toen hij onverwachtnbsp;het diploma ontving, liep hp in diepe ontroering,nbsp;met een kreet van verrassing de kamer uit. Nanbsp;zijn terugkeer sprak hij met groote bescheidenheid
(1) Wichern heeft den wetenschappelijken titel: nDoctor der Theologie” nooit aanvaard, maar zich slechts dien vannbsp;•Doctor der Heilige Schrift” laten toekennen.
-ocr page 34-over de eer, die hem was te beurt gevallen, en verklaarde hjj zich hierdoor tot meer trouw in dennbsp;dienst der Evangelische kerk verplicht te gevoelen.nbsp;Aan de bewoners van het »Rauhe Hans” werd denbsp;verrassing bekend gemaakt met de opmerking, datnbsp;allen den huisvader even als te voren; »Mijnheernbsp;Wichern” zouden blijven noemen. En daarbij isnbsp;het ook altijd gebleven.
Als lid en later als voorzitter van de centraal-commissie voor de inwendige zending heeft Wichern veel goeds tot stand gebracht, ’s Winters reistnbsp;hij geregeld om de veertien dagen van Hamburgnbsp;naar Berlin om hare vergaderingen bij te wonen.nbsp;Van hetgeen door circulaires, uitzending van evangelisten, ondersteuning van christelijke instellingennbsp;enz. verricht wordt, heeft hij bijna altijd de leidingnbsp;in handen. Zijn ijver laat zich door niets verdooven.nbsp;Nu spreekt hij te Elberfeld op den Kirchentagnbsp;over de christelijke philanthropic in Engeland ennbsp;hangt een huiveringwekkend tafereel op van denbsp;ellende, die hg met eigen oogen des nachts ondernbsp;geleide van een paar politieagenten in de achterbuurten van Londen heeft aanschouwd. Dan doetnbsp;hij op uitnoodiging van de regeering een inspectiereis door Pruisen, om de gevangenissen en verbeterhuizen te bezoeken en voor een nieuwe organisatienbsp;van het gevangenisstelsel gegevens te verzamelen.nbsp;Dan weder is hij te Lübeck om een redevoering
-ocr page 35-36
te houden over den dienst der vrouwen in de gemeente. Zoo werkt hij onvermoeid voort, ennbsp;overal, waar hij komt, worden de zaden van dennbsp;arbeid der liefde gestrooid, die straks ontkiemennbsp;en opwassen en heerlijke vrucht beloven.
Door wat in het jaar 1857 gebeurde heeft de levensrichting van Wichern een niet onbeduidendenbsp;wflziging ondergaan. Reeds vroeger had zijn arbeidnbsp;de opmerkzaamheid getrokken van koning Friedrichnbsp;Wilhelm IV, die zelfs den wensch had te kennennbsp;gegeven den stichter van het »Rauhe Haus” tenbsp;zien en te spreken. Door allerlei omstandighedennbsp;was hiervan echter niets gekomen. Broeders vannbsp;het »Rauhe Haus” waren voor de evangelisatie innbsp;de Pruisische gevangenissen aangeworven, Wichernnbsp;had de opdracht ontvangen de gestichten tot verbetering van misdadigers rond te reizen, hij wasnbsp;door den koning benoemd tot lid van een comité,nbsp;waardoor Allerlei gewichtige kerkelijke vraagstukkennbsp;aan een grondig onderzoek werden onderworpen -doch hierbjj was het tot nu gebleven. Toen kwamnbsp;in ’t jaar ’57 de eervolle benoeming tot Oberkon-sistorialrath, medelid van den Oberkirchenrath ennbsp;adviseerend lid in het ministerie voor de zakennbsp;van het gevangenis- en het armenwezen. Tevensnbsp;werd echter door de regeering uitdrukkelijk verklaard, dat bet haar doel niet was Wichern tenbsp;scheiden van het werk der liefde, waaraan hij zich
-ocr page 36-36
tot nu toe had gewijd. Na ernstig beraad werd deze roeping aanvaard. Des zomers zou Wichernnbsp;te Horn zijn verblijf houden en des winters tenbsp;Berlin.
Over de vraag of deze beslissing voor de rechte mag gehouden worden, is veel gestreden. Dit isnbsp;zeker, dat Wichern zich door het aannemen vannbsp;zpn hooge betrekking te Berlin veel moeite ennbsp;verdriet heeft op den hals gehaald. Het «Rauhenbsp;Hans” leed hierdoor geen directe schade. Reedsnbsp;te voren had Wichern toch een goed deel vannbsp;zijn taak aan zijn medebestuurders in handen moetennbsp;geven. De gelegenheid bleef altijd open om overnbsp;gewichtige zaken z^n oordeel in te winnen. Ennbsp;als hij des zomers te Horn was, ging er van zijnnbsp;persoon gedurig nieuwe en bezielende kracht innbsp;zijn stichting uit. Doch hij gevoelde tevens, datnbsp;door zijn telkens wederkeerende afwezigheid ennbsp;het behartigen van andere belangen, het* onmiddellijke contact met het leven van het gt;Rauhe Haus”nbsp;en z^n persoonlgke verhouding tot de nieuw opgenomen broeders en kinderen van lieverlede denbsp;innigheid van vroeger verloor. Daarbij kwam, datnbsp;hij van zijn veel omvattenden arbeid als Oberkirchen-rath niet veel genoegen beleefde. Beschouwde hgnbsp;het als zgn voorname taak aan de inwendige zending een eervolle plaats in de kerkelijke organisatie te verzekeren, hg kon naar de bereiking
-ocr page 37-van dit doel niet streven zonder allerlei teleurstellingen te ondervinden. Niet alleen werd hij door sommigen bepaald tegenwerkt en door enkelenbsp;publicisten met spot en laster overladen; vooral denbsp;verlammende invloed, dien het bureaucratisch stelsel,nbsp;waaraan hij te Berlijn was onderworpen, op zijnnbsp;pogen uitoefende, bracht den man, die aan autocratie gewoon was, dikwijls in een moedeloozenbsp;en sombere stemming. Stelde hij b.v. de eene ofnbsp;andere heilzame regeling voor, dan werd er doornbsp;het heirleger van koninklijke ambtenaren zoolangnbsp;gerapporteerd en geadviseerd en geamendeerd, datnbsp;zij onkenbaar werd en hare oorspronkelijke frisch-heid en bedoeling nagenoeg geheel had verloren.nbsp;Die ellendige bureaucratie was, gelijk hij zelf zegt,nbsp;de groote machine, die met hare scherpe tandennbsp;hem dagelijks het vleesch van ’t lichaam scheurde.nbsp;Nochtans is hij ook hier niet zonder vrucht werkzaam geweest, en heeft hp inzonderheid ten opzichtenbsp;van het gevangenisstelstel zegenrijke hervormingennbsp;tot stand gebracht.
Als een gedenkteeken van zijn kloeken ijver moet nog het »Johannesstift” in de nabpheid van Berlijnnbsp;vermeld worden. Het plan om ook in de buurtnbsp;van de hofstad een inrichting als het gt; Rauhe Haus”nbsp;te doen verrijzen, was bpna 10 jaren lang besproken, voordat er een begin van uitvoering aannbsp;gegeven werd. In het voorjaar van ’58 trad Wichern
-ocr page 38-voor een talrijke vergadering van belangstellenden op om in details een beschrijving te geven vannbsp;het gesticht, dat men voorloopig in een gehuurdnbsp;lokaal nabij de cellulaire gevangenis met 12, hiertoe uit het »Eauhe Haus” overgekomen, broedersnbsp;wilde openen. Naar Johannes zou ’t worden genoemd, omdat deze Apostel boven alle anderennbsp;door den Heer was waardig gekeurd de dieptennbsp;der liefde Gods te ervaren, te kennen en te verkondigen. Wichern wist de aanwezigen, waarondernbsp;de kroonprins, de tegenwoordige keizerin en denbsp;groothertogin van Baden zich bevonden, met warmenbsp;geestdrift voor zijn plan te bezielen. Euime bijdragennbsp;kwamen van alle zijden toestroomen. De koningnbsp;zelf, die wegens ziekte de vergadering niet hadnbsp;kunnen bijwonen, zond een gift van 10000 thaler,nbsp;waarvoor Wichern hem in persoon zijn eerbiedigennbsp;dank ging betuigen. Zoo kwam de zaak spoedignbsp;tot stand. De Johannesbroeders hielden zich metnbsp;het verplegen van armen en verwaarloosden. Evangelisatie en krankenbezoek bezig; vier van hen gingennbsp;zelfs in ’t jaar ’61 naar Sidon om zich aan ’t hoofdnbsp;te stellen van een hospitaal, voor de Syrischenbsp;christenen opgericht. Drie jaar later werd eennbsp;stuk land van circa 80 morgen aangekocht, waaropnbsp;men ’t eene huis van liefdadigheid naast ’t anderenbsp;zag verrijzen. De eerste vier woningen waren bestemd voor kinderen, die door de gevolgen van
-ocr page 39-den Sleeswijk-Holsteinsohen oorlog hulpbehoevend waren geworden, voor de nagelatenen, zooals hetnbsp;luidde, van gt;onze verminkte en gesneuvelde” helden.nbsp;In ’t jaar 66 was het gansche gesticht voltooid.nbsp;Geheel in denzelfden trant als het »Rauhe Haus”nbsp;ingericht, heeft zich later het »Johannesstift”nbsp;zeer voorspoedig ontwikkeld en voor de inwendigenbsp;zending rijke vruchten afgeworpen. Beroemde mannen, op staatkundig of godgeleerd gebied vannbsp;groote beteekenis, achtten het een eervolle onderscheiding in het bestuur zitting te mogen nemen.
Toen in het jaar ’64 de oorlog uitbrak toonde de broederschap van het gt;Eauhe Haus” en hetnbsp;»Johannesstift” zich nanw met het nationale levennbsp;en lijden verbonden te gevoelen. Met 12 broeders,nbsp;waarbij zich later nog 16 anderen voegden, namnbsp;Wichern zelf aan den veldtocht deel. Om allesnbsp;met goede en ditmaal met militaire orde te doennbsp;geschieden, had hij zich eerst tot den ministernbsp;van oorlog gewend, en diens autorisatie voor dennbsp;arbeid der helpende liefde weten te verkrijgen.nbsp;Den commandeerenden generaal, prins Friedrichnbsp;Karl, legde hg zpn plan voor en vond bij dezennbsp;de meest welwillende ondersteuning. Er werd eennbsp;dagorder uitgevaardigd, waardoor de aanvoerdersnbsp;der verschillende corpsen de noodige aanwijzingennbsp;Ontvingen, en zij met het onderscheidingsteekennbsp;der broeders, een witte band met het roode kruis
-ocr page 40-40
om den linkerarm, werden bekend gemaakt. Op allerlei w^ze is deze missie der barmhartigheidnbsp;der oorlogvoerende armee van dienst geweest. Denbsp;troepen, die in de kantonnementen lagen, werdennbsp;van lektuur voorzien. Van het Nieuwe Testamentnbsp;en Thomas a Kempis’bekende werk »de navolgingnbsp;van Christus” werden onder manschappen en officierennbsp;verscheiden duizend exemplaren verspreid. Papiernbsp;en enveloppes en, waar ’t noodig was, warmenbsp;onderkleeren werden aan de soldaten verschaft.nbsp;De broeders trachtten met hun proviandwagennbsp;zoo dicht mogelijk de linie der voorposten te naderen, begaven zich in de loopgraven vlak bij denbsp;vuurspuwende batterijen en aarzelden niet, in dennbsp;dichsten kogelregen de vermoeide strijders met sppsnbsp;en drank te verkwikken. «Gij zijt rechte broeders,nbsp;want gij hebt ons uit het vuur gehaald”, zoonbsp;luidde de lofspraak der gewonde soldaten, dienbsp;door hen bij de Düppeler schansen met grootnbsp;levensgevaar uit het strijdgewoel naar de tentennbsp;werden gedragen.
Hetzelfde herhaalde zich in ’t jaar ’6H. Aangezien destijds slechts weinig broeders disponibel waren, riep Wichern vrpwilligers op om zich totnbsp;een velddiakonie te vereenigen; 300 mannen, voornbsp;’t meerendeel uit den beschaafden stand, verklaarden zich bereid. Van deze hebben ruim 100 alsnbsp;helpers in de lazaretten onder gewonden en
-ocr page 41-choleralijders of als geestelijken en evangelisten dienst gedaan. En als getuigenis van hun trouwnbsp;moge hier herhaald worden, wat de berichtgevernbsp;van de »Nation alzeitung” uit het hoofdkwartiernbsp;mededeelt. Na geklaagd te hebben over de toeristen, die slechts uit lust tot avonturen op hetnbsp;tooneel van den oorlog rondzwerven, zonder denbsp;hand tot hulp uit te steken, gaat hij aldus voort:nbsp;»Des te weldadiger doet het aan de stille en eenvoudige wijze op te merken, waarop zoo velenbsp;goede menschen den nood trachten te lenigen.nbsp;Onder hen munten vooral een aantal jonge mannennbsp;uit, die zich als velddiakenen aan de krankenver-pleging gewgd en in elk opzicht bgzonder gezegendnbsp;gewerkt hebben. Als zij hier den arbeid hebbennbsp;verricht, zullen zp naar het vaderland terugkeerennbsp;om hun studiën te voltooien of hun taak in school,nbsp;kerk of huisgezin weder op te vatten; er zal vannbsp;hen niet verder gesproken worden en het zou hunnbsp;bevreemden, zoo het anders ware; maar het is tenbsp;hopen, dat hun volgend leven verwarmd en verlichtnbsp;worde door het besef, met eigen gevaar ter willenbsp;der liefde Gods te hebben wèl gedaan”.
Toen de Fransch-Duitsche oorlog uitbrak, toog Wichern met vernieuwden pver aan het werk. Honderden gaven aan zjjne oproeping gehoor om vrg-willig de strijdende, gewonde en kranke zonen desnbsp;vaderlands te gaan dienen. Veertien kolonnes.
-ocr page 42-42
ieder van 20 man, met een ziekenwagen en al wat verder tot verpleging van kranken en gekwetstennbsp;noodig was, trokken naar het oorlogsterrein. Wichernnbsp;gaf in de »Fliegende Blatter” geregeld verslag vannbsp;wat door zijne velddiakenen tot leniging van dennbsp;nood werd verricht. De oorlog kwam van hemnbsp;zelf en de zpnen een kostbaar offer eischen. Zpnnbsp;jongste zoon Louis, die van den beginne af dappernbsp;had meegevochten en ongedeerd was gebleven,nbsp;kreeg den 2 December bjj Orleans een schot in denbsp;dp; hp zonk neder, gelpk hp zelf aan zijn oudersnbsp;liet schrijven, God dankende voor al de genade ennbsp;weldadigheid, hem zijn gansche leven bewezen,nbsp;Hem dankende ook hiervoor, dat hij thans voornbsp;zpn vaderland mocht Ipden. De wonde werd aanvankelijk niet voor doodelijk^ gehouden. Spoedig echternbsp;verergerde de toestand van den gekwetste en wasnbsp;alle hoop op ’t behoud van zijn leven verdwenen.nbsp;Op ’t Kerstfeest vierde hp nog met zijn broedersnbsp;het Heilig Avondmaal, dat hem gereikt werd doornbsp;een zijner vrienden, die aanstonds op ’t bericht vannbsp;zijn verwonding uit het vaderland te hulp wasnbsp;gesneld. Een paar dagen daarna ontsliep hij ennbsp;ging heen in het rijk van eeuwig leven en eeuwigennbsp;vrede. En hij liet zijn ouders de bede achter:nbsp;»niet te klagen zonder altijd eerst te danken voornbsp;de rijke en onverdiende genade, door God aannbsp;hem betoond.”
-ocr page 43-43
Door het verlies vau zijn dierbaar kind werd Wichern ten diepste geschokt. Maar hg beschouwdenbsp;het als zijn aandeel in de smartelpke offerande,nbsp;die het volk in zijne op het slagveld gevallennbsp;jongelingsschap had moeten brengen, opdat hetnbsp;innerlijk zou leeren sterven en tot een nieuwenbsp;toekomst zou kunnen herleven. Hij vergat ook middennbsp;in het lijden de vreugde over de behaalde zegenbsp;niet, en vergat evenmin in de blijdschap over hetnbsp;nieuwe Duitsche rijk den blik hooger en verdernbsp;te richten op het koninkrpk der hemelen. Vannbsp;dat koninkrijk moest, naar hp meende, het nieuwenbsp;keizerryk, met zpn vromen keizer aan het hoofd,nbsp;de herberg worden. Europa en de gansche wereldnbsp;ten zegen. En tot het einde toe bleef hij het alsnbsp;zgn eere beschouwen aan de bereiking van datnbsp;grootsche doel te mogen medewerken.
Intusschen - de braven sterven ook. De stichter van het »Bauhe Haus” heeft gewerkt zoolang hetnbsp;dag was, en van wat door hem op ’t gebied dernbsp;inwendige zending is verricht, van wat door hemnbsp;over de bestrijding van allerlei zonden in het maatschappelijk leven is gesproken, zou nog menigenbsp;belangrpke bgzonderheid kunnen meêgedeeld worden.nbsp;Doch ook voor dezen held der liefde kwam denbsp;nacht, wanneer niemand werken kan. Gode zijnbsp;dank! het is een heerlijke troost te weten, dat voornbsp;niemand, die in de liefde leeft, deze doodsnacht
44
daalt vóór dat hij zijne taak in deze wereld heeft volbracht. Toen Wichern in October ’71 in denbsp;garnizoenskerk te Berlijn een referaat hield overnbsp;de sociale kwestie, was het voor zjne vriendennbsp;en vereerders smartel^k te zien hoe hij met gedemptenbsp;frischheid en gebroken kracht het spreekgestoeltenbsp;betrad, tegen zpn gewoonte in een schriftelpk geconcipieerde rede voorlas, en de vergadering, innbsp;plaats van gelijk voorheen, aan zgn lippen tenbsp;hangen zoo onrustig en ongeduldig werd, dat denbsp;voorzitter zijn gezag moest laten gelden om denbsp;orde te handhaven. De rustelooze, schier onafgebroken inspanning van den man, die zich zelf nimmer spaarde, had hem reeds sedert vele jarennbsp;telkens wederkeerende hevige hoofdppn bezorgd.nbsp;Smartelijke levenservaringen hadden bovendien innbsp;den laatsten tijd op zijn reeds verzwakt gestel eennbsp;nadeeligen invloed uitgeoefend. Van bet verliesnbsp;van zijn jongsten zoon, die in Orleans aan zgnnbsp;wonden bezweek, heb ik reeds melding gemaakt.nbsp;Zijn jongste dochter, die met haar man naar Noord-Amerika was vertrokken, leed aan een ongeneese-lijke zielsziekte. De echtgenoot van zijn tweedenbsp;dochter. Prof. Friedrichs, die van een reis naarnbsp;Cyprus, Palestina en Griekenland was teruggekeerd,nbsp;ging tijdens de October-vergadering, zoo even vermeld, met rassche schreden zijn einde te gemoet.nbsp;Nog eenmaal te Halle voerde Wichern met kennelijk
-ocr page 45-45
vernieuwde kracht als rapporteur van de centraal-commiasie voor de inwendige zending het woord. Doch deze opleving was van korten duur. In hetnbsp;jaar ’72 onttrok hij zich aan de bezigheden, waarvoor hij jaren achtereen den winter te Berlijn hadnbsp;doorgebracht. En van toen af bleef hij in hetnbsp;»Rauhe Haus,” de stichting, die hp lief had metnbsp;al de kracht zijner ziel.
Met het overschot zijner krachten hoopte hij nog de broeders en de kinderen te dienen, zooals hjjnbsp;het eenmaal in de volle veerkracht zijner jeugdnbsp;had mogen doen. Doch het duurde niet lang ofnbsp;er ontwikkelde zich bij hem een ziekte, die hemnbsp;lichamelijk en geestelijk voor eiken arbeid ongeschikt maakte. Zeven zware lijdensjaten hebbennbsp;dit leven van moeielijken arbeid besloten. Het wasnbsp;een bange tijd van verdrukking voor den vermoeiden pelgrim, een tijd van groote, maar tegelijknbsp;heerlijke offers voor de liefde van zijn vrouw ennbsp;kinderen. Terwijl hij in den beginne nog de dage-lijksche godsdienstoefening der zijnen leidde, verloornbsp;hij later dikwijls het spraakvermogen, en zag mennbsp;hem nog slechts de lippen bij het gebed bewegen.nbsp;Den bijbel had bij dagelijks in handen en ook nognbsp;over ongelezen boeken was zijn aangezicht gebogen.nbsp;Waarlijk! het behoort tot de raadselen.der goddelijke voorzienigheid, dat dit zware lijden den man,nbsp;die zich in den dienst van God en menschen hadnbsp;afgewerkt, aan handen en voeten, imar ziel en lichaam
-ocr page 46-46
gebonden hield. Hem zelf ontbrak echter te midden van zijn duisternis de verkwikking van het aangezicht des Heerea niet, zijn innerlyk en verborgennbsp;leven ontving licht en troost uit de diepten dernbsp;eeuwigheid. Dit blgkt uit een kostbaar document,nbsp;dat eerst aan ’t licht is gekomen, nadat hp denbsp;oogen had gesloten, en dat onder meer de volgendenbsp;woorden bevat: »Als God besloten heeft mij totnbsp;zich te nemen, zoo zult gij, mijne geliefden, weten,nbsp;dat ’t mpn éénige bede is, dat ik zalig worde, totnbsp;Hem kome en in Hem vrede vinden. Ik heb Hemnbsp;altijd beleden maar in groote zwakheid. Hij zalnbsp;mij echter mijne zonden vergeven: daarop rust alnbsp;mijn hope, tor wille van Zijn liefde en van de daadnbsp;Zpner liefde, ter wille van het bloed, dat ook voornbsp;mij vergoten is. Hij zal mij daar met allen, dienbsp;ik heb liefgehad, vereenigen gelijk Hp Joh. 17 gebeden beeft.”
Den 7 April ’81 ’s middags om half 3, ontsliep de Ipder bijna 78 jaar oud. De ooggetuigen vannbsp;zjjti lijden hebben zijn levensavond een zevenjarignbsp;sterven genoemd. In de laatste weken had zijnnbsp;lijden een hoogte bereikt, die met alle menschelijkenbsp;beschrijving spot. Daarom klonk ook bij de omstanders, bij de diepbedroefde gade en treurendenbsp;kinderen, door allen weemoed de dankzegging totnbsp;God heen, dat Hij aan den nood een einde hadnbsp;gemaakt, en Zijn trouwen dienstknecht van hetnbsp;Ipden dezes tijds had verlost.
-ocr page 47-47
In de bidzaal van het »Eauhe Hans,” waar zijn mond tallooze malen van het allerhoogste had gesproken, stond den lln April zijn lijkkist, metnbsp;palmen en kransen bedekt. Een groote scharenbsp;was van heinde en ver toegesneld om de begrafenisplechtigheid bij te wonen. Vele en voornamenbsp;sprekers, waaronder de hofprediker Dr. Baur (1)nbsp;als vertegenwoordiger der Duitsche Keizerin, voerden in de bidzaal en op het kerkhof het woord.nbsp;Onder gezang en bazuingeklank werd het lijk doornbsp;de broeders naar den akker der dooden gedragennbsp;en in het familiegraf bijgezet, waarin reeds Karlnbsp;en Amalia Sieveking waren begraven. In hen, dienbsp;bij het graf hun droefheid en dankbaarheid tenbsp;kennen gaven, zag men, zegt Krummacher, als hetnbsp;ware een lichamelijke recapitulatie van den arbeidnbsp;zijns levens. Met hen werden duizenden in ennbsp;buiten Duitschland door het afsterven van dezennbsp;rjverigen arbeider in ’s Heeren wijngaard ten diepstenbsp;getroffen. De keizer en de keizerin, de groothertog van Mecklenburg en de hertog van Saksen-Altenburg gaven schriftelpk hun deelneming tenbsp;kennen. De keizer o. a. schreef: »een werkzaamnbsp;leven is besloten, maar dank en zegen blijven dennbsp;afgestorvene volgen over het graf. Door de werkennbsp;van christelijke liefde, waaraan hp in ware vroom-
(1) In het «Kirchliche Monatschrift” verscheen onlangs een redevoering door Baar over oWichern en de inwendigenbsp;zending” te Darmstadt gehouden.
heid al z^n kracht wydde, heeft Wichern zich zelf een onvergankelijk gedenkteeken opgericht. Denbsp;trouw echter, die hij aan mijn zaligen broeder,nbsp;koning Friedrich Wilhelm IV en mp betoond heelt,nbsp;verzekeren hem ook in mjjn hart eene eervollenbsp;herinnering”.
Slaan wij nu nog even een blik terug op de menigvuldige werkzaamheden van den man, diennbsp;wij hier zagen sterven, dan doet zich de vraag voor:nbsp;welke was de band, die al deze rustelooze bemoeiingen vereenigde, de bron, waaruit zij voortkwamen?nbsp;En het antwoord op deze vraag is niet moeielpknbsp;te vinden. Het komt ons overal, waar wy zgnnbsp;arbeid gadeslaan, van zelf te gemoet. Het was denbsp;sterke drang der liefde, die uit het geloof in dennbsp;Heiland der wereld en de persoonlijke ervaringnbsp;van de reddende en dienende liefde Gods was geboren, het was de heldere overtuiging, dat denbsp;tegenwoordige christenheid het noodig heeft, totnbsp;deze werkzame liefde krachtig opgewekt en aangevuurd te worden, het was het vaste besef, eennbsp;persoonlijk charisma en de historische roeping tenbsp;hebben ontvangen om met woord en daad de noodzakelijkheid, den zegen en de zaligheid van dennbsp;arbeid der liefde te prijzen. Wichern’s leven hadnbsp;geen ander doel dan dit; den geest der inwendigenbsp;zending in de harten der geloovigen op te wekken,nbsp;de handen der geloovigen in beweging te brengennbsp;en zoo in de kerk een nienw leven der liefde te
-ocr page 49-49
doen ontwaken, dat in staat zou zijn de krankheden des geloofs te genezen en den dood van het ongeloof te overwinnen. Zyn getuigenis is niet vruchteloos geweest. Op het kerkelijk leven, op denbsp;theologische wetenschap, op de sociale en politiekenbsp;beweging van zijn tijd heeft hij ontegenzeggelijknbsp;een vrp- en vruchtbaarmakenden invloed uitgeoefend.
Daareven zeide ik - de braven sterven ook. Dat woord trek ik terug. Neen de braven sterven niet.nbsp;Zij leven voort bij hun God, zij blijven leven ooknbsp;in deze wereld. De werken, die de kinderen dernbsp;liefde hier in den geest der liefde hebben verricht,nbsp;doen eerst nog een heerljjke, verlossende krachtnbsp;der liefde van zich uitgaan, voordat zij hen naarnbsp;het rijk der liefde volgen. Wichern spreekt nognbsp;nadat hij gestorven is. Hp heeft tot u en totnbsp;mij gesproken in deze oogenblikken. Zijn levensgeschiedenis roept ons toe, zij het niet te vergeefs:nbsp;«Mijne Broeders, de tijd van krachtelooze theorieënnbsp;en ledige klanken is voorbij, de eeuw van de daadnbsp;is aangebroken; laat het werk der inwendige zendingnbsp;u heilig zijn; toont, dat God liefde is en Zijnenbsp;liefde in uwe harten heeft uitgestort!”
Op de kust van Northumberland verheft zich - gelijk S. Smiles ergens mededeelt - op een hoogenbsp;driehoekige rots het oude kasteel van Bamborough.nbsp;In vroeger dagen was bet een sterkte tegen denbsp;invallen van de Schotten. Sedert eenige tijd echternbsp;wordt het gebruikt als een toevluchtsoord voor
-ocr page 50-50
schipbreukeliDgeü. Schipbreuken nu komen daar op de kust vele malen voor, en uit het oudenbsp;kasteel wordt de meest mogelpke hulp verleend.nbsp;Br worden vertrekken gereed gehouden voor eennbsp;dertigtal zeelieden. Er wordt een voortdurendenbsp;patrouille langs het strand gehouden, zoodra hetnbsp;stormachtig weer is, en komt er een schip in ’tnbsp;gezicht, dan maakt men de reddingsboot gereed.nbsp;Bij mistig weder worden de klokken geluid pm,nbsp;de schepen van de kust af te houden. In ’t kort,nbsp;het ruwe, oude kasteel is een barmhartige Samaritaan geworden, en staat daar aan de kust alsnbsp;een machtig beschermer. Het heft het hoofd uitnbsp;de branding, en gelijkt een wachter rondziende overnbsp;de wilde zee. In den nacht rpzen zijn donkerenbsp;torens met majesteit op naar den hemel. De zeenbsp;woelt om zijn donkere muren, de eeuwen knagennbsp;aan zijn steen, doch er binnen blijft het lichtnbsp;der liefde schijnen.
Zoo is het Christendom aan ’t strand dezer wereld. Mijne Broeders, laat ons tot de patrouille der wakende liefde behooren. Laat ons mede de noodklokken luiden en de reddingsbooten gereed houden.nbsp;De zee is onstuimig! De drenkelingen zijn vele!nbsp;Ieder zij op zijn post! Ieder zij getrouw!
Rottesdam, Augustus 1883.
-ocr page 51-
Cents. De jonge Hutbewoonster... 22^ , Opwekking te Êiberfeld.... 05 , De lersche boer........... 10 John Kobins, de matroos... 10 Kolonel Jacob Gardiner.... 15^nbsp;De Bode met goede tijding. 15 Jans.je Allan.............. 15 Zonderlinge tusschenkomst Levensber. van Amelia Gale. 07% . De geschied. V. Mary Smith. 12^nbsp;, De Dorps-predikant....... 10 De waarheid van het Evang. 10 Laatste uren V. John Cowper. 10 , Het einde van den tijd..... 10 . Wiezijtgij? Wat hebt gij . Eben-Haëzer inLatakko... 10 Indiaansche bekeerlingen.. 10 De Christen-feesten........ 05 Verbaal van 2 predikers... 07i De tijd en de eeuwigheid.. 10nbsp;Kort en heilzaam berigt... 10nbsp;Johan Coenraad Ter Linden 07^nbsp;Een beroep op het hart.... 12|nbsp;De landman in den Elzas... 10nbsp;Sterfgevallen van zeven bekeerde heidenen.......... 10 Levensloop van C.L.Topfer 07^ Eenige bijzonderheden uit het leven van Morrison..... 15 De christelijke viering van Het bezoek bij een kranke.. 15 Brieven van een’ leeraar ... 15 Als God werkt, wie zal dan keeren 7............... 15 De Soldaten-dochter....... Het gelukkige sterf bed., 10 De gast zonder bruiloftskl. 07i Levensschets v. Blumhardt. 15 |
Cents. . De roepstem des Heeren ... 15 . Eerste zend. te St. Thomas. 15 . Thirza....................20 . Kenmerk, v. een kind Gods. 07A . Overtuiging verwaarloosd.. 12|nbsp;. De onbekende zendeling .. 04 . Mevrouw K.umpff. ........ 10 . Opmerkelijke leiding Gods 07 . Ged. over de eeuwigheid 074 . Maria ................... 10 . William ................. 074 . De Christen in het gasthuis 03 . Wie zoekt die vindt....... 05 . Levensb. van een’soldaat .. 05 . Pacalsdorp ...............074 . Zachéiis.................. 08 . Bekeering v. A. H. Franke. 04 . Blandina ................ 074 . Bede van een grijsaard ... 074 . Het huisgez. te Haeterdale. 15 . Aarons dood ............. 15 . Leven van Chiysostomus .. 074 . Het geheimzinnige in den . Jacob Wilson ............ 15 . De eerste kei'kgang ...... 10 ^ . Overeenk. Christel. Godsd. 05 . Zendingsgave ............ 15 . Waarschuwingtegenvalsche 0. De bedelaar.............. 05 1. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Mills............. 2. nbsp;nbsp;nbsp;Triomfboog van Titus .... 06 3- Zijtgij gelukkig?......... Wi 4. Uit- en inwendige zending ÜD 6. nbsp;nbsp;nbsp;De waarde van het gebed. 074 7. nbsp;nbsp;nbsp;Samuel Crowther......... 074 8. nbsp;nbsp;nbsp;Caiharina Philips ........074 9. nbsp;nbsp;nbsp;Goodluck Day............074 0. De toestand derheid.vrouw 074 1. nbsp;nbsp;nbsp;Middel om rijk te worden. 04 2. nbsp;nbsp;nbsp;Eene oude beproefde raad . 124 4. nbsp;nbsp;nbsp;Ka-Poor-Negro..........05 5. nbsp;nbsp;nbsp;De zendel. onder de heid. . 054nbsp;7. De Christen-vrouwen der |
Otiins
118.
120.
121.
Christina en Esther.
De verhoogde Heer.......
De zegenrijke vrucht van
een rijksdaalder..........
Opw. tot h. werk der zend.
De Baron Dhijhern.......
Een woord tot aanbeveling
der zendingszaak.........
De toekomende wereld....
£ene uit duizend........
Eene MarteUarsgeschied. Een Rabbi die rust zoekt
by Christus.............
De Christin geroepen tot deeln. aan de zendingzaak.
De onfeilbare gids.......
Wien te hoeren V........
Eene zwaar beproefde geloofsheldin...............
Marianne, de Bijbelver-spreidster van St. Giles.. De dochter V. d. Landmannbsp;De hoop des christens ..nbsp;Kunt gij altijd van Jezus
zwijgen ï................
Het werk v. kleine Jessie.
Liefde voor liefde.......
Heilig leven, zalig sterv. Een sterfb.in den vreemdenbsp;Iets uit het leven eenernbsp;zendelingsvrouw. 3e briefnbsp;dito.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4e brief.
Levensg.v.e.Ierschc knaap
De Thermometer.........
Toespraak...............
Eene uitu. helpster d. zend.
Niet verre..............
Wateen reisverh.kanuitw. Een blik in dejav. huish.
Het '/Onze Vader”.......
Clement Carow..........
Een Israel, tot Chr. gebragt Schoone plaatsen uit denbsp;schriften van 8 Kerkvaders
Gidioü..............
Uit onze Brievenlasch Dankt God in alles ...
Een andere Oom Tom
Zeventig jaren.......
De Soldaat en de Landverh. Getuig, omtrent de godsv.nbsp;en het leven der christenennbsp;2 tafereelen uit het levennbsp;en werken van een zendel.nbsp;Eenzaammaar niet verlatennbsp;Uit onze Brieventasch II.
122.
123.
m.
125.
127.
128. 129.
130.
132.
133.
134.
07è
135.
136.
137. 139.
07^ 188 ;189,nbsp;06 190,nbsp;07i 191,nbsp;05 192,nbsp;074193,nbsp;074194.
140.
141.
142.
143.
144.
05 195, 05 196nbsp;074197.nbsp;05 198.nbsp;05 199.nbsp;074 200.nbsp;06 201.nbsp;05 202,nbsp;05 i203.nbsp;05 204,nbsp;124 205nbsp;05 1nbsp;1206nbsp;074 207,nbsp;074 208nbsp;074
145.
U6.
147
148.
149.
150,
151.
152,
153, 164nbsp;155,nbsp;156
167.
168, 159.nbsp;160nbsp;161.nbsp;162,nbsp;163.
164,
165
166
Cents.
Mededeel, van Ulfers I. 074 idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;074
Over zendingmethode I.. 10 idem idem il.. 10nbsp;Het kruis der bespotting. 074nbsp;Over zendingmethode 111. 10nbsp;De Zending onder de volkennbsp;der aarde. 1. Europa.... 074nbsp;Dito. II. Azië. 1. We8t-Azië074
Tollenaarsbede .........05
De zend.il.2.J apan enCliina 074 Dito. 3. Achter-lndië 074
By een Ziekbed.........05
De zend. 11. 4. Eng.lndië 074 Hung-Sui-Tschuen, enz... 074nbsp;Dezend.II.5. Ind.Arcbipel 074nbsp;Toespr. door Ds.H. L.Vinke 074nbsp;Mededeeling.van v.d.Liefde 074nbsp;dito dito 074
De Kerstavond.......... 074
De Zending. 111. 1. 0-Afr, 074 Een vertrouwelijk gesprek. 06nbsp;DeZending. 111.2. Z-Afr. 074nbsp;Verderft het niet, enz..., 10
Barmhartigheid..........07
De Zending. 1113 W-Afrika 074 J.F.Riedel. Eenlevensb.1 10nbsp;DeZend. IV.1 N-Amerika.. 074nbsp;Levensber.van J.E.Jeliesma 174nbsp;ook in 3 afzonder!, stukjes a Ü6nbsp;Een blik o/dgesch.v.d.Zend. ónbsp;J.F.Riedel.Eenlevensb.lI 124nbsp;idem idem 111 74nbsp;idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IVnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;74
idem nbsp;nbsp;nbsp;idemnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10
DeZend. nbsp;nbsp;nbsp;IV. 2. Z.-Amer.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;74
De Zending. V. Australië.. 74 Toespraken door Ds. D. P*
Eene dierbare overledene
Een Christelijk Klaverblad 74 De steen van het graf. ^
Paaachvertelling..........
Schetschen u. d. Minahassa ^
Strijd tusschen belydenis