o,
OF
1 Cor. XIII. 13lt;=
DOOR
E. J. W. KOCH,
Em. Predikant.
o-O-—ijl*—O-a
-ocr page 2- -ocr page 3-OF
I nbsp;nbsp;nbsp;I Cor. 13: ISc. |
Zeldzaam groot en beminnelijk was de vrouw, die || haar krachtdadig en vrijmoedig optreden eenenbsp;(ifilieele hervorming in den toestand van het gevangenis-'^®Zen en de verpleging der gevangenen heeft tot standnbsp;?®bracht, in ja zelfs buiten Europa. Geen belangstellende ;
«Oo
.h
het lot der ongelukkigen, die, tijdelijk van hunne ' ’’Dheid beroofd, achter slot en grendel moeten zuchten,nbsp;dan ook onkundig blijven van ’t geen zij voor de linbsp;^'^'^danigen gedaan heeft en geweest is. Maar ook, alnbsp;^ocht men geen bijzonder belang stellen in dit gedeelte inbsp;haren arbeid, ieder welgestemd gemoed zal verkwiktnbsp;^*^tden door de aanraking met den geest eener vrouw.nbsp;Waarachtig vroom, zoo echt christelijk, maar juist ¦
* ^^rdoor zoo nederig, zoo. nauwgezet, zoo arbeidzaam, beminneliik. Want dat liefde, zelfverloochenende, 'i
lel
Is
pende, reddende liefde, onder en bij alles de kracht» geweest, die haar heeft in staat gesteld om zooveel j
-ocr page 4-alJ
groots en heerlijks tot stand te brengen, blijkt uit wat wij van baar weten.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1
Om die reden echter gaat er van de kennismakiOo ^ met hare persoonlijkheid en met haren arbeid eeD^ijnbsp;opwekkende, sterkende en bemoedigende kracht uit,nbsp;weldadig moet terugwerken op een ieder, wien het erD®^J(nbsp;is zijn leven tot zegen voor anderen te besteden, erD®*|linbsp;ook, als kind van God, in het voetspoor vannbsp;te wandelen.
Over het leven van Elisabeth Fry is vooral Engeland zeer veel geschreven. Iets nieuws te levet®^'Enbsp;omtrent haar persoon en haren arbeid is dan ook 0'®%nbsp;wel mogelijk, maar dit is ook niet noodig. Haar let®“!inbsp;IS zoo belangrijk dat zelfs eene vluchtige schets quot;nbsp;alleen als zoodanig worde ’t geen in dit boekjenbsp;mij werd samengebracht beschouwd - reeds voldoetnbsp;haar te leeren kennen en liefhebben en tot nauwkeur’^^nbsp;kennismaking op te wekken.
Zoo die kennismaking, naar aanleiding van ’t »_
et
ik in de volgende bladzijden schreef, den lezers minder waar genot schenkt, dan de samenstellingnbsp;heeft gegeven, zoo zullen zij zich zeker dankbaar verblij*^^ knbsp;in den zegen, die van haar leven tot anderen uitgeg^^'^’nbsp;nog rijke vruchten afwerpt heden ten dage.
Dat leven toch bevestigt de waarheid dat de uit reine bronnen ontsproten — eene macht is, die, oH* '1nbsp;zij alle bezwaren overwint, wonderen kan verrickt®*' 't
maar noodigt ook u en mij uit om, waar zooveel
te doen overblijft op den grooten wereldakker, handen aan het werk te slaan en alzoo goeddo®’'nbsp;niet te vertragen.
-ocr page 5-Gewis kon niemand, die de kleine Elisabeth ^Urney (l) in hare vroegste jeugd leerde kennennbsp;’ ^ttnoeden dat dit zwakke en zenuwachtige kind een-tot het vervullen van eene zoo schoone en gewich-
y§e levenstaak zou worden geroepen, dat van haar eene
l^rvormende beweging zou uitgaan die der lijdende l'finschheid ten goede zou komen, dat zij voor machtigennbsp;aanzienlijken zou worden geroepen om hare ervarin-en raadgevingen mede te deelen.
i nbsp;nbsp;nbsp;®
Teruggetrokken, ja eenigszins schuw was de aard de kleine die met bijna afgodische vereering harenbsp;'Boeder aanhing en zich alleen in hare nabijheid veilig
gelukkig gevoelde.
Noch om haar ijver noch om hare vriendelijkheid
T^td zij geprezen, evenmin van moed als van veerkracht
zij blijk, zoodat zij op die haar niet of weinig
''®üden den indruk maakte van dom of hoofdig te zijn. j Eene echter was er, die omtrent haar meer gunstigenbsp;[.^®nkbeelden koesterde, ’t Was Elisabeth’s moeder,nbsp;j Innig was de band die moeder en dochter vereenigde,nbsp;/^Itnaakt de liefde en het vertrouwen van het kindnbsp;I^Senover hare moeder! Deze liefde echter was voornbsp;kind niet zelden een bron van onrust. Vaak, alsnbsp;® Zusters sliepen, was het oorkussen der kleine vochtig ^nbsp;^Or de tranen geschreid uit vreeze dat moeder ging Inbsp;'^®ïven. In haar angst wenschte zij dat, indien dit zoo Inbsp;zij met de geliefde tegelijkertijd onder de puin
'pen van twee omgestorte muren mocht worden be-, êtaven, opdat niet de smart der scheiding haar zou dooden.
Elisabeth Gurney, later echtgenoot van den Heer Fry, werd ^^ren te Noj'wich in Engeland 21 Mei 1780.
-ocr page 6-icb®
van
en
Elisabeth gevoelde zich daarom ook nooit geluH kiger dan wanneer zij met hare moeder in dennbsp;mocht wandelen en naar hare verhalen uit den Bijbelnbsp;luisteren. Voor dit genot gaf zij gaarne andere g®'nbsp;noegens prijs en betwijfelde in kinderlijke eenvoud ofnbsp;wel ergens een heerlijker Paradijs had kunnen zijn, da®jnbsp;dat, waarin zij zulke gelukkige oogenblikken doorbrachl-Waarlijk, indien voor eenig kind, voor ElisabeT®nbsp;was de invloed en de liefdevolle leiding van dez®nbsp;verstandige moeder, in de eerste jaren barer kindsheid’nbsp;tot rijken zegen. Onder min gunstige omstandighedeO’nbsp;zou een kind als zij, wier karakter iets zoo weinignbsp;trekkelijks ja zoo raadselachtigs had nooit zijn opgegr®®’^nbsp;tot eene zoowel beminnelijke als beminnende vrouw; dooinbsp;de zorgvolle leiding der moeder werd echter de smaal'tnbsp;voor het schoone, voor stille genoegens, voor het med®nbsp;werken aan het geluk van anderen ontwikkeld en w®’*^nbsp;zij voor rein en dankbaar genieten steeds meer vatbaat-Hoe groot en diep hare smart moet geweest
toen, terwijl zij nog maar twaalf jaar telde, het ganS' gezin in rouw werd gedompeld door het afsterven
,-ade’'
die innig geliefde trouwe moeder, die zeven dochters
en ( wa®
vier zonen achterliet om haar gemis met hunnen
te beweenen, kunnen wij gissen, maar dat de diep® onuitwischbare indruk van deze gebeurtenis een zegennbsp;voor geheel haar volgend leven is ontwijfelbaar zeker-Haar vader, de Heer John Gurney, was een vn®^nbsp;delijk man. Gul en gastvrij van aard ontbrak het in ^9°nbsp;huis nooit aan bezoekers en, ofschoon hij zoowel als ziJnbsp;vrouw, tot de godsdienstige secte der kwakers behoorde, ®®®nbsp;secte die zich door zeer grooten eenvoud van zeden p*®
-ocr page 7-® onderscheiden, waren betamende genoegens uit zijne '^Oning geenszins gebannen en heerschte er doorgaansnbsp;opgewekte en vroolijke toon onder zijne kinderen.nbsp;Alhoewel ook de eens schuwe en teruggetrokkenenbsp;¦^LisABETH, naarmate zij ouder werd, gaarne deelnamnbsp;de vermaken van haren leeftijd, zich zelfs daaraannbsp;s^fuimen tijd meer overgaf, dan zij later kon goedkeuren,nbsp;^•^tkiemde toch reeds in haar binnenste die ernstigenbsp;^'’ensopvatting, die haar in later jaren tot zooveel grootsnbsp;goeds zou in staat stellen en tot rijken zegen doennbsp;''Orden voor tijdgenoot en nakomeling.
Heeft ieder mensch een strijd op aarde, geen groot ^^fakter wmrdt zonder zwaren inwendigen strijd gevormdnbsp;vvat Kamphuizen schreef in zijn bekend gedicht:
„Daar moet veel strijds gestreden zijn En veel gebeds gebeden zijn,
Een nauwen weg betreden zijn, enz,”
de ervaring geweest van de uitnemendsten van ons ^oslacht. Ook Elisabeth kwam niet tot eene ernstigenbsp;besliste levenskeuze zonder dat zij zich was bewustnbsp;^Ovvorden van wat het zegt een kind van God en eennbsp;*'''OUw leerling en navolger van den grooten Meester
Zijn.
Naarmate hare oogen werden geopend voor de onschat-^O'te voorrechten, die door het Evangelie haar deel waren Worden, ontwaakte ook in haar het gevoel van behoeftenbsp;armen, onkundigen, treurenden met die geestelijkenbsp;*®geningen, te verrijken.
Belangrijk is het na te gaan hoe zij hare taak aan-''^ardt, door te doen wat het meest voor de hand ligt en
-ocr page 8-8
Pi
liaar daardoor als van zelf wordt aangewezen. Als zij-eenigen tijd den armen Bob, den ouden trouwen dienaar die sterven gaat, door hare bezoeken heeft verblijd, vraagtnbsp;zij hem niet zonder schroom vergunning om hem uit hetnbsp;N. T. voor te lezen, en tracht hem langs dien weg opnbsp;eenvoudige wijze te onderrichten en te vertroosten. Getroffen door de onkunde van een knaap, aan wien denbsp;gelegenheid om onderwijs te ontvangen heeft ontbroken,nbsp;geeft zij hem op Zondag avond onderricht in het lezen,nbsp;en vereenigt in korten tijd een zoo groot aantal kinderennbsp;om zich heen, dat de talrijkheid harer zondagschool-leerlingen haar verplicht naar een ruimer locaal uit tenbsp;zien; en weet zij zónder medewerking van helpsters, zondernbsp;de hulpmiddelen die onze tijd aanbiedt, week aan weeknbsp;een zeventigtal leerlingen door den invloed harer persoon-
Ut
'IJ
cl
lijkheid te boeien en onder hen orde en tucht te handhaven.
Voor het getrouw bezoeken van armen en kranken offerde Elisabeth gaarne haren tijd op en gaf zij harenbsp;genoegens prijs, terwijl zij door hare geheele vrijwilligenbsp;keuze om zich aan het gezelschap der vrienden (kwakers)nbsp;aan te sluiten, blijk gaf van haar ernstig verlangen omnbsp;in de vervulling van een heiligen plicht hare levenstaaknbsp;te zoeken.
•o
’t Is in de maand Augustus van het jaar 1800. ^ Elisabeth is de bruid van den Heer Josef Fry. Zgnbsp;neemt afscheid van hare meer dan tachtig leerlingen, om ^nbsp;haren aanstaanden echtgenoot naar Londen te volgen. ^nbsp;Groot is de verandering die haar huwelijk op geheel
haar uitwendig leven teweeg brengt. De jonge vrouw
Ic
'Pgevoed te midden van de stilte der haar omringende 'atuur, ziet zich naar Engeland’s bedrijvige hoofdstadnbsp;erplaatst, te midden van het gedruisch en de druktenbsp;menschenwereld. Zeker is menigmaal haar hartnbsp;'itgegaan naar de liefelijke tafereelen barer jeugd, maarnbsp;de zijde van haren echtgenoot gevoelde zij zichnbsp;®lukkig, in de opvoeding van een talrijk kroost vondnbsp;y werk in overvloed, en hare gastvrije woning was voornbsp;•quot;ienden en geestverwanten te allen tijde geopend.
Na het overlijden van haren schoonvader veranderde ''^bter het gezin van woonplaats en mocht zij tot harenbsp;•quot;eugde het buitenverblijf //Plashet” in ’t Graafschapnbsp;^sex betrekken. Hier keeren in zekeren zin de dagennbsp;'^i'er jeugd weder en zien wij haar met haar geopendnbsp;'°g voor de heerlijkheid der schepping volop genieten.nbsp;*^tnringd door hare nog jeugdige kinderen en hunnenbsp;'’Ouwe verzorgster gaat het gezelschap met manden ennbsp;P^den gewapend er op uit om te graven, te planten,nbsp;® zaaien en bloemen in het bosch te verzamelen.nbsp;Och zijn het niet deze genoegens die, hoe onschuldignbsp;^oh en van hoe groote waarde bij de opvoeding barernbsp;^*0deren, haar uitsluitend belang inboezemen; overalnbsp;^^¦ar zij zich bevindt is het haar eene behoefte anderennbsp;lot zegen te zijn. Ook in hare nieuwe woonplaats isnbsp;''^®'ar daartoe de gelegenheid meer dan overvloedig geboden.
Hoe weet zij overal, waar zij komt smart te verlichten, ^od te verzachten, droefheid te heiligen ! Hare zachte,nbsp;^lankvolle stem, zoo vol uitdrukking en teederheid;nbsp;•^a.ar vriendelijk, deelnemende blik; haar waardig voorkomen, indrukwekkend maar nooit door hoogheid af-’^brikkend, alles aan haar werkte mede om anderen
2
-ocr page 10-10
met vertrouwen, met liefde voor haar te vervullen alzoo van haar kracht te doen uitgaan ten goed^'ivnbsp;Overal waar tijdelijke of geestelijke nood om hulp riefwnbsp;kon men haar vinden. Een voorrecht achtte zijnbsp;om door raad en troost bijstand te bieden, en haarnbsp;leeren kennen was genoeg om haar lief te krijgen.
Dat zij reeds toen haar zorgen bij voorkeur geheel onkundigen, v^erwaarloosden en schijnbaar verloren®**nbsp;wijdde, mag als een merkwaardige karaktertrek hat®*^nbsp;echt christelijke gezindheid worden aangernerkt, en ni®*’nbsp;minder verdient het onze aandacht dat haar liefdevoll®nbsp;arbeid, waar anderen den moed opgaven, niet zeld®** ti
met rijken zegen beloond werd.
zelf
nik heb haar gezien,” schrijft een tijdgenoot, //toen
0]
hai**^ id
i jong was, met haar liefdevollen blik; deelnernenden handdruk heb ik gevoeld; hare vermanenil® bnbsp;stem, zoo ernstig en toch zoo zacht heb ik gehoord ®** bnbsp;ik ben onder den indruk gekomen van den dampkring’nbsp;zoo rijk aan ware godsvrucht en liefde, in welken z^*Jnbsp;zich bewoog.”
//Ik heb haar gezien, en ik heb haar in talrijk^ vergaderingen treurenden hooren vertroosten, bedroefd®**nbsp;opbeuren, verdoolden terechtbrengen op eene wijze, gelÜ^
zij alleen dit doen kon en zoo dat men gev
oelde;
vrede, welke in haar gemoed woont, deelt zich nie aan allen. (1) Ik heb haar gadegeslagen in de woni**^
(1) Om dit in het volgend gedeelte der geschiedenis van goed te verstaan is het noodig te herinneren, dat deze waardigenbsp;die, gelijk gezegd, door geboorte en keuze tot de secte der kwakers behoofnbsp;in verband met den rijkdom van haar gemoedsleven meer en meer geschi *nbsp;heid openbaarde om, als getuige des woords, in de samenkomsten van di®nbsp;vriendenkring op te treden en dat zij, als zoodanig door hare geestver^va^t^
I
’*^an smart en rouw, waar de gemoederen als verbrijzeld ®'‘'^aren onder diep gevoeld leed. Haar liefdevolle bliknbsp;*P''’as balsem in de geslagene wonde en hare zachte stemnbsp;^‘•tlonk zoo teeder, zoo deelnemend, was zoo vol medelijden, dat men nauwelijks wist of men de kalmtenbsp;den vrede, welke van haar uitgingen aan hare woorden,nbsp;'ian wel aan de wijze, waarop zij door haar werdennbsp;'uitgesproken en tot de aanwezigen gebracht, moest danknbsp;''’eten.”
Doch genoeg om ons een indruk te geven van ’t Seen Elisabeth allengs was geworden, nog vóór datnbsp;zich wijdde aan de schoone taak, de hervorming vannbsp;gevangenissen en van de gevangenen, die haar eennbsp;quot;tisterfelijken naam zoude verzekeren in de geschiedenisnbsp;j'^ör menschheid. Ongetwijfeld, dit tijdvak van voorbe-' i''^iding was noodig; waartoe het van zelf den grondslagnbsp;leggen was ook haar aanvankelijk verborgen.
I
^ Verplaatsen wij ons in gedachte naar de groote '''Sfeldstad Londen, in ’t begin van deze eeuw. Ondernbsp;vele omvangrijke gebouwen, die daar onze aandachtnbsp;'’t'agen, behoort ook de gevangenis van Newgate. Achternbsp;^'t'are dikke muren zuchten de misdadigers in ellendigenbsp;¦'ellen, ijzeren staven versperren bijkans het daglicht datnbsp;^ich met moeite een weg baant naar de donkere verblijven,nbsp;wanneer eens die donkere wanden konden sprekennbsp;ons de tooneelen van jammer en ellende die daar
met menige zending tot andere gemeenten belast werd. Eenigermate ^^Uart zicb ook hieruit de vrijmoedigheid, waarmede zij, in en buiten denbsp;^ '^^Ggenis, waar het gemoed haar tot spreken drong, nooit schroomde, ooknbsp;bidden van machtigen en aanzienlijken, het woord te voeren.
-ocr page 12-12 nbsp;nbsp;nbsp;j
zijn afgespeeid wilden vei-haleu, het hart zou ons brekew Eere zij aan de nagedachtenis van John HowaB^nbsp;die - ’t is nu ruim honderd jaar geleden - het eei'S*nbsp;den moed had om de geheimen van het afschuwelijl^nbsp;gevangeniswezen te onthullen en alzoo betere toestande’’nbsp;voor te bereiden; maar eere niet minder aan de n®'nbsp;gedachtenis van haar die, zijn spoor volgende, door haa'”nbsp;moed, en hare volhardende liefde den nieuwen dag, ‘JoO’nbsp;hem voorbereid, in de verblijven van jammer en ellendenbsp;deed aanbreken.
Schier ongeloofelijk klinkt hetgeen Elisabeth zeb® verhaalt van den toestand der gevangenis en der vrouwelij'^®nbsp;gevangenen, toen zij haren gezegenden arbeid in ’t niidde’'nbsp;dier ongelukkigen aanving.
ovet
wTen tijde van mijn eerste bezoek” dus verhaak waren in twee zalen drie honderd vrouwen opeengep®^*'nbsp;Te midden der reeds gevonnisden vond men ook d®nbsp;zoodanigen, die haar vonnis nog niet hadden ontvang®*’’nbsp;omdat hare schuld nog niet was gebleken. Allen, zond®*quot;nbsp;onderscheid van leeftijd of van misdrijf, waren satn®”nbsp;opgesloten en een oud man hield met zijnen zoon
wasschen, koken en slapen. Met hare kleine kinder®”
die allen het toezicht. In die enge ruimte moesten
D®
A,
was baar geen andere rustplaats aangewezen, dan d*®' zij op den vloer, zonder matras of mat, konden vinden-win werkeloosheid brachten zij hier hunne dagen do®'’’nbsp;niet zelden vloekende, razende en tierende tegen elkand®nbsp;ten deele verhit door den sterken drank, welke zijnbsp;gebedeld geld in de gevangenis konden koopen.nbsp;vertrekken waren door en door vuil en verwaarloosnbsp;en de stank die overal heerschte schier ondragelijk-
-ocr page 13-/ Wat moest in zoodanigen toestand van deze diep be-'lagenswaardigen worden, waar zij zonder vrouwelijk toe-•¦cht, zonder leiding, zonder liefdevolle zorg voor haar licha-'^ëlijlc en geestelijk welzijn aan zich zelven waren overgelaten? i Was het wonder dat de gevangenissen kweekplaatsennbsp;''^i’en, ja oefenscholen van allerlei ongerechtigheid, ennbsp;de meerderheid dier ongelukkigen in steeds diepernbsp;'blende verzonk?
Het was in het voorjaar van 1813, dat Elisabeth Fry ‘'st een vriendin toegang verzocht tot dit verblijf vannbsp;*0nde en smart. Flaar verzoek werd ingewilligd, ennbsp;'^®t zonder verbazing zag men twee beschaafde vrouwennbsp;'^*1 de poort van deze plaats, die ieder met afschuwnbsp;'Oorbij ging, aankloppen. Was het haar wezenlijk ernstnbsp;haar verlangen? Hoe, had men goed verstaan?nbsp;'Alléén, door niemand vergezeld wilden zij deze verblijvennbsp;^'tinengaan ? Alléén wilden zy w'orden gelaten te middennbsp;een zoo groot aantal diep gevallenen, om, ware hetnbsp;quot;echts voor korten tijd, te vertoeven in eene omgeving,nbsp;'’^arin men zich onmogelijk kan ophouden zonder eerstnbsp;gevoel van walging te hebben overwonnen! Alléén,nbsp;'®lieel alléén.'
'^Maar weet gij wat gij doet en waaraan gij u bloot-relt?” vroeg haar niet zonder bezorgheid de gouverneur Newgate, wiens toestemming zij kwam vragen,nbsp;bid u wilt althans uw horloge en uwe beurzennbsp;laten. Zelf ga ik nooit binnen, anders dan vannbsp;Opziener vergezeld, om mij voor den moedwdl dezernbsp;*®Pgevallenen te beveiligen.”
quot;Ik dank u voor uwen goeden raad,” antwoordde '‘^ïsabeth, vik ben echter zonder vrees, zonder vreesnbsp;men mij het mijne zal ontnemen!”
-ocr page 14-14
Men bracht haar in een vertrek, waar zich ongeve'
honderd en zestig dier ongelukkigen bevonden.
verbazing staarden allen de vreemde, onverwachte g*’
aan. Hare rijzige gestalte, de kalmte en waardighe*^ ^
in haar voorkomen maakte een bijkans betooverend^*quot;
indruk en stelde aan de woestheid dier vrouwen ont»gt;
d' tl
dellijk paal en perk. Zij hoorden hare zachte, vriendeUj'*^ '*¦ stem, die vertrouwen inboezemde en volgden hare woord®** ^nbsp;met stille opmerkzaamheid.
//Gij schijnt zeer ongelukkig,” zeide zij tot de ge'’»*’ genen, //gij hebt behoefte aan kleederen, zoude he*^nbsp;niet aangenaam zijn, als er iemand was, die in d®*^ 1)nbsp;behoefte voorzag?” //Zeer zeker,” antwoorddennbsp;//doch er is niemand, die zich om ons bekommer*'’quot;*nbsp;waar zouden wij kunnen hopen iemand te vinden, “ ,nbsp;ons hielp?” //Ik ben tot u gekomen met het verlang®*'®nbsp;om u van nut te zijn,” antwoordde Elisabeth,nbsp;als gij mijne pogingen ondersteunt, dan hoop ik unbsp;kunnen helpen.”
Daarop sprak zij woorden van liefde en van vred®
tot de diep beklagenswaardigen, die als de dage®*^'
van
een nieuwen dag deden aanlichten en de schemen®»
van hoop tot deze duistere gewelven deden doordring®** Zij sprak niet van de euveldaden der ongelukkig®**^nbsp;Immers zij was niet gekomen om hen te oordeele» ®nbsp;te veroordeelen. Slechts van liefde en deelneming getuig*^®nbsp;hare woorden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
it
vertrekk®'*’.
Toen zij op het punt stond om te vcilic-»- ^ drongen de vrouwen om haar heen, als wilden zijnbsp;terughouden. //Ach, wij weten het wel, gij zultnbsp;ons niet wederkeeren!” riepen sommigen met angst *
“r5“
“r5“
//Ik
¦f^och zij antwoordde met hare vriendelijke stem:
'Otn terug” - en zij heeft woord gehouden.
Inderdaad voorzag zij de ongelukkigen en hare kinderen ^ Zoveel mogelijk van kleeding, waartoe hare vriendennbsp;hare naaste betrekkingen haar mede in staat stelden,nbsp;^ alleen velerlei zware beproevingen in eigen omgeving,nbsp;® '^öden haar verhinderen om reeds terstond naar den wenschnbsp;** haar hart het werk der barmhartigheid in eigennbsp;'®*’soon voort te zetten en zich daaraan geheel te wijden.
De tijd, welke sedert haar eerste bezoek aan de '^'’angenis te Newgate verliep, was echter niet zondernbsp;^ liken zegen voor hare eigene ontwikkeling en deednbsp;h'^Uvankelijk de vrucht barer gedachten met het oog op hetnbsp;der verlatenen rijpen.
^ Langdurige lichaamskrankte, smartelijke verliezen — quot;^^^aronder ook dat van een innig geliefd kind - aan-'’*’®i'kelijke schade aan haar vermogen geleden, dit alles
iiog veel meer wierp niet alleen tijdelijk een schaduw
haren levensw'eg, maar dreigde ook het gebouw barer ^'^Opvolle bemoeiingen voor de menschheid geheel innbsp;te werpen.
oiV,
quot;l Anders dan men had kunnen verwachten was echter uitkomst van dit moeilijk levenstijdperk. Na viernbsp;rijk aan beproeving, waardoor zij in den smelt-’ des lijdens gelouterd werd, als het zilver in den
ving eigenlijk eerst haar hervormde arbeid aan.
haar tot weldoenster der menschheid zou stempelen.
t Is omstreeks Kerstmis van het jaar 1817 dat
WIJ
beminnelijke vrouw weer te midden der gevangenen
Newgate ontmoeten.
Zij heeft zich vrijwillig voor
’’'timen tijd in dit treurig verblijf doen opsluiten eu .
16
in gedachten zien wij haar vriendelijk oog zoo belangstelling op de haar omringenden rusten en vemen)®'’nbsp;wij haar deelnemende woorden, die tot de schier v®'quot;' amp;nbsp;steende harten doordringen.
Hoevelen waren er onder, die zich nu het Kerstfe®®*',*); van vorige dagen voor den geest riepen en die ni®*quot; 'tnbsp;zonder smart hunne zwakke en ongelukkige kinder®quot; 'rnbsp;konden aanzien. Hadden zij, de moeders, niet gezondi» Ienbsp;zij zouden nu yroolijk met hun kroost aan eigen haa^ dnbsp;zijn gezeten. Onder den indruk van het vriéndelijk^ ijinbsp;stemgeluid der achtenswaardige vrouw, die haar id®*'!!nbsp;zooveel liefde maar tevens met zooveel nadruk en waat V;nbsp;digheid toesprak, werden hare harten gebroken en begono®quot; 'ftinbsp;de tranen mildelijk te vloeien.
Zij las haar voor uit het woord van Hem» gekomen was om het verlorene te zoeken en zondar®quot;nbsp;zalig te maken en, met het oog op de ongelukkig®’nbsp;verlatene kinderen, vroeg zij aan de moeders wat het l®k'ti(nbsp;van deze kleinen zoude worden, indien zij, zonder op 'Venbsp;voeding, zonder onderwijs te midden der zonde moest®quot;^!nbsp;opwassen.
deffie
met dit voorstel in en verkozen uit haar midden quot;
;dm^)
Zij sprak als haren wensch uit dat eene school iquot;i^ de gevangenis zou worden opgericht, waar de onkundig®^®®'!nbsp;onderwijs zouden ontvangen. De gevangenen stem
onderwijzeres eene jonge vrouw, die eene goede opvoecimö«i( had genoten, maar die ten gevolge van diefstal quot;’atnbsp;Newgate was opgesloten. Eenige dames hielpen spoedignbsp;daarna het plan tot rijpheid brengen; eene ledige ®®,'6nbsp;werd voor dit doel ingericht en, nadat alle noodzakelijk^einbsp;voorbereidingen waren getrolFen, werd de school innbsp;gevangenis geopend.
-ocr page 17-Treurig bleef echter de toestand van zoovelen, die ’ het tot de schoolgaanden behoorden en die haren tijdnbsp;'h ledigheid doorbrachten. Wat moest van die ongelukkigennbsp;‘''Orden? Zonder werk, zonder tucht, leidden zij eennbsp;''.'ijkans dierlijk leven. Het eerste en voornaamste middelnbsp;*¦'01 in dien toestand verbetering te brengen was hetnbsp;*'inden van arbeid. Toen Elisabeth met hare vriendinnennbsp;^ noodzakelijkheid hiervan bij de bevoegde machtennbsp;^ ^achtte te bepleiten, werd die gedachte als een belache-'jke hersenschim afgewezen. Zij liet zich echter nietnbsp;*''fschrikken. Door aanhouden verkreeg zij wat noodignbsp;'''as voornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de gevangenen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maar wist zijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ook -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en zeker
*het niet nbsp;nbsp;nbsp;minder gunstignbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gevolg - bijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de gevangene
'touwen zelve een beteren geest te wekken, waardoor zij zich 'Itijwillig aan bepalingen van orde en regel onderwierpen.
^ Vloeken en kaartspel werden verboden en de vrouwen ’^gden zich onderling een zeker toezicht op. Eikennbsp;^horgen vereenigden zij zich in een van de vertrekken,nbsp;''taar een hoofdstuk uit den Bijbel door de onderwijzeres-doornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eene der damesnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;werd voorgelezen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Zooveel
'hogelijk nbsp;nbsp;nbsp;werd dit doornbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Elisabethnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zelvenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gedaan,
^toot was dan de indruk op de aanwezigen. Het *'genaardige in hare stem, de deelneming in haar oog,nbsp;korte maar altijd juiste verklaring en toepassing vannbsp;^ geen zij gelezen had, moest noodzakelijk in het ge- inbsp;^tQed grijpen en onder de aanwezigen iets blijvends achter- inbsp;¦^ten.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
’ Nadat alzoo gedurende bijna een jaar de wet der *'efde liare kracht en haren invloed in deze droeve .nbsp;^erblij ven had doen gelden, was de verandering zoo inbsp;en de verbetering zoo merkbaar, dat zelfs zij, -
-ocr page 18-die tot de meest hardnekkige twijfelaars hadden behooi’lt;^’'fe: den twijfel moesten opgeven.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:1
Inderdaad was de weg tot regel en tucht, tot vrelt;5®^j en eensgezindheid in deze eens zoo ordelooze en zed^'nbsp;looze menigte gebaand en begonnen enkele zonnestrak®nbsp;tot de bijkans nachtelijke duisternis door te dringen. ^nbsp;In verloop van twaalf maanden waren twintig duizeD*^
kleedingstukken door de vrouwen afgeleverd, vervaai'dig®
door handen, die vroeger geheel werkeloos, hare kostelijl^® ti en kostbare uren besteedden aan wat slechts kon strekke® v,nbsp;om haar dieper in zonde en ongerechtigheid te doe^jnbsp;zinken. De geest der werkzaamheid onder haar wakke®nbsp;geroepen, deed haar uit dien jammerlijken toestandnbsp;ontwaken en de overtuiging, dat zij nu haren knbsp;schonken aan eerlijken en eervollen arbeid strekte o»* :gnbsp;haar karakter te verbeteren en haar uit de diepte op t),nbsp;te heffen.
Dat zulk een schoon maar moeilijk werk niet ko® V lot stand komen zonder tegenstand te ontmoeten, en dat ij,nbsp;zij, die er zich aan wijdden, met teleurstellingen hadde»nbsp;te kampen, laat zich gissen;, maar de ware liefde, dk ienbsp;voor geene teleurstellingen wijkt, is machtig en ov^o®'^enbsp;wint alles.
Op zekeren dag vernam Elisabeth dat, nkt'^ tegenstaande alle moeite, die zij zich daartoe had gegeve®’nbsp;de gevangenen het hasardspel met kaarten niet wild®®nbsp;nalaten. Hierover diep bedroefd roept zij de vrouquot;'®® c
samen. Niet uit de hoogte spreekt zij, niet bestraff®®
is de toon barer stem, maar dat de smart haar b®*' ig hart heeft gebroken . . . dat kan men haar aanzien.nbsp;uiterst welwillende wijze spreekt zij tegenover de aanweZ’
-ocr page 19-19
19
’¦^11 hare teleurstelling uit, wijst nadrukkelijk op de dadelijke gevolgen van het spel cn besluit met te
®'ggen, dat zij het als een blijk van oprechte genegenheid ’’ ‘genover haar zal beschouwen, indien zij, die in ’t
|2it zijn van kaarten, daarvan afstand willen doen en haar geven.
De vrouwen verlaten hierop het vertrek; kort daarop
Ordt er zacht geklopt. De deur gaat open, eene haar komt schroomvallig binnen en geeft de kaartennbsp;''er aan hare trouwe vriendin, zeggende dat na hetgeen
'1 gesproken heeft, zij ze niet langer heeft willen behouden.
* .eldoenster, wier invloed machtig blijkt te zijn op de
j einige minuten later is daar een andere. Zij komt j 'et hetzelfde doel en achtereenvolgends komen langsnbsp;'en weg vijf spellen kaarten in het bezit der edele
'or haar beweldadigden.
Had zij tot hen uit de hoogte of op verwijtenden
^ 'on gesproken, voorzeker haar woord zou geringen |*Hoed hebben uitgeoefend, het zou de gemoederen nietnbsp;^nben vertederd; nu echter allen zagen, //zij bedoeldtnbsp;^ot zlchzelve, maar ons, zij is niet boos, maar bedroefd,”nbsp;^^rden de harten gebroken en waren zij tot het brengennbsp;^0 dit offer bereid.
^ Toen in het jaar 1818 de gezworenen, na het bezoek ’ 1^*1 Newgate gebracht, hunne bevindingen mededeelden.
'quot;tden zij niet nalaten de gezegende verandering, welke
oh in den toestand der gevangenen en van de gevangenis voorgedaan, te roemen, onder bijvoeging van dezenbsp;''Otkwaardige woorden:
//Indien op zoodanige wijze, en naar zoodanige //beginselen, alle gevangenen, zoowel mannen als
-ocr page 20-20
//vrouwen, werden behandeld, zou de gevangenis ee^® //kweekschool kunnen worden van deugd en goe*^*nbsp;//zeden. Niet langer zouden dan de gevangenen, Mnbsp;//hun terugkeer in de maatschappij blijken verbat®nbsp;//te zijn in het kwade, maar veeleer zou ooknbsp;//hen, in wie schuldgevoel en zedelijke krachtnbsp;//gewekt, de weg openstaan om nuttige ledennbsp;//maatschappij te worden.”
Kan er nog schooner getuigenis van de macht 'J®’' helpende, reddende liefde worden gegeven ?
Was de invloed, die Elisabeth, zoowel op de inricb' ting der gevangenis als op de gevangenen innbsp;uitoefende van groote beteekenis, zoodat door haar opnbsp;treden een nieuw tijdperk aanving in de behandelioënbsp;verpleging dezer ongelukkigen, niet minder gewiclt*'*='
est
en rijk aan gevolgen is hare liefdevolle bemoeiing gcw®'
voor de honderden, ja duizenden veroordeelden, die? ontslagen te zijn, bestemd waren om naar een andetnbsp;werelddeel overgebracht, hare misdaden met levenslan»nbsp;ballingschap te boeten.
In de dagen, die wij beleven, kunnen wij ons nauwelij^ eenig juist denkbeeld vormen van toestanden, die 'ootnbsp;nog geen honderd jaar geleden, onder beschaafde cbristeo^nbsp;volken algemeen waren.
De doodstraf werd niet alleen op den moordena®’^
toegepast, tal van misdrijven van zeer ondergeschikten
wal’®® jdio^
aarlt;
werden met het leven geboet, en zoo gestreng de wetten aan gindsche zijde van het Kanaal, dat innbsp;men deze geheel had nageleefd, men dagelijks een viertanbsp;doodvonnissen had moeten voltrekken.
-ocr page 21-21
Niet veel minder treurig dan het lot der ter dood 'veroordeelden, was dat van haar, die naar Australiënbsp;gebannen, zonder hulp, zonder leiding, zonder steun,nbsp;^ hare aankomst in het onbekende land aan de grootstenbsp;^lichamelijke en zedelijke ellende waren blootgesteld en vernbsp;''an al wat haar dierbaar was in den vreemde verkwijnden.
Denk u eens welk een toestand! In ellendige schepen 'verden deze vrouwen niet veel beter dan redeloos veenbsp;Op elkander gepakt! Zonder behoorlijk toezicht, zondernbsp;Orde of tucht, zonder eenigen geregelden arbeid, zondernbsp;oenig middel om den tijd op geschikte wdjze door tenbsp;i'Tengen, waren deze ongelukkigen weken, maanden langnbsp;^an al de bezwaren eener moeilijke zeereis blootgesteld;nbsp;terwijl zij, aangekomen in het vreemde land, aan haarnbsp;'treurig lot werden overgelaten.
Vreeselijke tooneelen van ruwheid en stuitende onverschilligheid gingen aan de reis vooraf, wanneer de aldus Veroordeelde vrouwen in open wagens uit de gevangenisnbsp;*iaar de schepen vervoerd werden. Omringd van eenenbsp;Vroeste, onstuimige, joelende menigte, die zich om denbsp;'vagens verdrong ging die overtocht niet zelden metnbsp;*eer groote moeilijkheden gepaard en moest dit iedernbsp;Vreldenkende met de pijnlijkste gewaarwordingen vervullen.nbsp;\ Geen wonder dat Elisabeth Ekt zich dit allesnbsp;Aantrok en dat het haar gelukte die verbeteringen aannbsp;te brengen, welke in die dagen en bij de toenmaligenbsp;Wetgeving mogelijk waren. Geene moeite was haar tenbsp;i groot, geene inspanning viel haar te zwaar, rnet . ,nbsp;hardende liefde overwon zij alle bezwaren, die haar innbsp;den weg werden gesteld. Niet langer werden de vrouwen
redeloos vee in open wagens naar de schepen verzon-
-ocr page 22-22
den. Behoorlijk afgesloten rijtuigen werden beschikba^^ ^ gesteld en zelve sloot Elisabeth zich bij den optoc^*'^nbsp;aan om de bannelingen - in de ure der scheiding - e®'quot;'nbsp;hartelijk woord toe te spreken en zooveel mogelijk E*'!nbsp;de reize te sterken. Bezigheid gedurende de lange
etili
eentoonige
zeereis werd
gezocht en gevonden, orde
regel zooveel mogelijk op het schip in acht genom®”’
en maatregelen getroffen om, bij aankomst in het vreetf’
land, de ongelukkige ballingen niet hulpeloos te do®®® blijven en voor dieper val te bewaren.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Was alzoo de zegen, die op de pogingen der edele in ’t belag der gevangenen van Newgate rustte, inderd®^nbsp;groot, wij begrijpen, dat zij den arbeid barer liefdenbsp;uitstrekte om dien ook elders vrucht te doen drag®®’
Met het
daarop zien wij haar in gezelschap
den aan haar innig gehechten broeder, den Heer J-
J-t
Gürney achtereenvolgens verschillende reizen ondernein®®’ eerst door Engeland, Schotland en Ierland, vervolg®®nbsp;haar het vaste land van Europa.
Hoe gaai'ne teekenden
1' it
wij uit hare belangrijke le'quot;®®^ beschrijving veel op van hare tochten, doch daau
zouden wij de grenzen van dit kleine geschrift
overschrijden, zoodat wij de belangstellende lezers
meer uitvoerige werken moeten verwijzen. (li
Op wat wijze haar eenvoudige toespraak, ook bui
it®®
Newgate werd ontvangen blijke onder velen uit de
vo*' t
(l) Behalve naar de voortreffelijke levensschets van ElisabetH - jq . ioor Mr. B. R. Pitman, in het Engelsch en het kleine uit het Bngel^^^dy^
(k-
het Fransch vertaalde werkje getiteld: -vLe Sentier de la Charitc’
ik naar de /^Gedenkwaardigheden uit het leven van ELISABETH FB^’ ’^jt-het Hoogduitsch overgebracht door A. H. VAN DER HOEVE, een gs voerig en verdienstelijk werk in Amsterdam bij TEN BRINK en DE ^
uitgegeven, om van meerdere biografiën te zwijgen.
-ocr page 23-23
^ §ende mededeeling: //Elisabeth Fry bezocht o. a. de ''gevangenis te Glasgow en de ergste spotters, de meestnbsp;^ Verdorven vraiiwen werden door hare toespraken totnbsp;''''•'anen gei-oerd. Maar meer nog dan woorden vermochtennbsp;b^iare hartelijke manieren, haar ziel vol oog, de klanknbsp;^ liarer liefelijke stem.”
’ //Niet waar! vrouwen en moeders! gij wilt tot u ®*!elven inkeeren, van het kwaad u afwenden, en anderenbsp;betere menschen worden?” vroeg zij, zelve diep geroerd,nbsp;^an de verzamelde gevangenen. Daarop droeg zij haarnbsp;bepalingen voor die in Newgate waren ingevoerd ennbsp;i^roeg verder of zij die ook wilden aannemen. Alle handennbsp;'^'''’erden opgestoken ten teeken van toestemming.
Onbeschrijfelijk treffend moet de indruk zijn geweest, ^t'^elke het voorlezen van de gelijkenis van den verlorennbsp;•^oon op de ongelukkige vromven te weegbracht. Bijnbsp;’ woorden: //En zijn vader zag hem, toen hij nognbsp;’^erre was”, barstten enkelen in snikken uit en wierpennbsp;*ich anderen handenwringend op den grond. Elisabethnbsp;^elve diep getroffen, legde het boek weg, viel op denbsp;knieën en deed een innig gebed voor die geschoktenbsp;quot;•ondaresscn.
En voorzeker dit was het geheim der kracht, die van ^'aar uitging. Hare gansche ziel was met deernis vervuldnbsp;de ongelukkigen. En daar de grond van haarnbsp;''Medelijden wortelde in haar christelijk geloof en harenbsp;zondaarsliefde werd zij niet moede en deinsde zij voornbsp;.Jeene bezwaren terug, terwijl zij telkens den rechten toon
^ te treffen om de snaren van het rnenschelijk gemoed.
. dat der diepst gevallenen, te doen trillen.
Geheel in strijd met haar persoonlijk verlangen om
-ocr page 24-24
24
de b
in stilte wel te doen en onopgemerkt haren weg gaan, kon evenwel wat zij deed en reeds had tot staO^nbsp;gebracht onmogelijk verborgen blijven. Haar werk moe®*quot;nbsp;steeds meer opzien baren, belangstelling wekken en t®*' Pnbsp;onderzoek prikkelen. Ook buiten Engeland ontwaakt® j*'nbsp;het gevoel van menschelijkheid in de harten der macW ^nbsp;hebbenden tegenover de duizende slachtoffers van zon'^® rnbsp;en dwaling, die de gevangenissen vulden. De toepassiOs’ *nbsp;van het groote beginsel van het Christendom: //Over''''® ^nbsp;het kwade door het goede”, op de behandeling
deze ongelukkigen deed een nieuw licht opgaan in
dl® a
duistere kerkerholen; van lieverlede begon men in te z'®®
dat het wijzer was de misdaad te voorkomen, dan
door straf te beteugelen en dat niet het w r e k ® ’
van het kwaad, maar veel meer de hervorming lt; den kwaaddoener het doel behoorde te zijn, waari'®^'’ ^nbsp;zich alle maatregelen van straf moesten uitstrekken.
b
pi® li
Wij mogen hier slechts aanteekenen, dat de buil®® ö landsche reizen, welke E. Fky, gedurende denbsp;1838-48 ondernam de schoonste vruchten in ’t bd®®^nbsp;van gevangenen en gevangeniswezen voor de menscbh®' ^nbsp;hebben gedragen.
eeii® 6
„(/el' s
Haar rijp en beproefd oordeel, hare rijke van menschen en toestanden, de ervaringen gedure‘'nbsp;vele jaren opgezameld, dit alles in verband metnbsp;persoonlijkheid, zoo eenvoudig en bescheiden, maar te''
zoo vrijmoedig waar het er op aankwam de belao» ^ van anderen te behartigen . . . dit alles te zamen,nbsp;hare talrijke bezoeken aan de gevangenissen gebr9®^^_nbsp;hare samensprekingen en overleggingen metnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
IJCUUdlV-lCU dl llC'Ugg\?^ici(«Lolgt;dJ^ LllC liddl IIL/Xll'
en haren raad inriepen, tot rijken zegen doen wordg^j^^
hebbenden en hooggeplaatsten, die haar licht begeei’
-ocr page 25-25
' Werd zij in de huizen der aanzienlijken, aan de ^oven der vorsten met eerbied en onderscheiding ontvangen,nbsp;aanraking met eene persoonlijkheid als de hare konnbsp;het nalaten anders dan diepe indrukken achter te laten,nbsp;/^et hoeveelnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verbazingnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;werd zijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aangestaardnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door den
j^i’oolijken Parijzenaar, zij de fijnbeschaafde en ontwikkelde ' wuw, die niet in de genoegens en verstrooiingen, waaraannbsp;schoonenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;stadnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zoonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rijk is,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maar in hetnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;opzoeken
de lijdende menschheid hare hoogste vreugd scheen 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vinden -nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tevens hoenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moest zij innbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gevoelige
' darten het bewustzijn wekken dat het leven der zelf-' '’®i'loochenende liefde, die het werk van den Christus op ' ®arde voortzet, die uitgaat om te helpen, te redden,nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;behouden,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ooknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;om hetnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kwaad te voorkomen,
‘^^oven mauht en grootheid, boven genot en rijkdom, ^eerlijk en begeerlijk is te achten.
Dat een liefdevol hart als het hare, steeds vervuld ’het de gedachte aan het welzijn der menschheid, zichnbsp;^ hiet zou beperken tot ééne taak laat zich reeds gissen.
I Zagen wij haar tot dusver schier uitsluitend werkzaam de behartiging van de belangen der gevangenen, wijnbsp;l^oeten haar op het ruime veld der waarachtige menschen-lefde nog enkele oogenblikken volgen.
sterk
V Allereerst verdient het opmerking - en dit pleit ^''enzeer voor hare bescheidenheid als voor haar doorzicht —nbsp;^ht, hoezeer hare persoonlijkheid in al wat zij ondernam
“hogelijk van haar persoon trachtte af te scheiden en
op den voorgrond trad, zij haar werk zooveel
hai'aan, onafhankelijk van haar zelve, eene toekomst te '^Ofzekeren.
Vandaar de zorgen door haar besteed aan het op-
-ocr page 26-richten van vrouwen-vereenigingen, die zich op allerf®*'' wijzen het lot der gevangenen zouden aantrekke^' ;enbsp;Inzonderheid was zij er op uit, toe te zien, dat denbsp;gedwaalden, tijdens haar verblijf in de gevangenisnbsp;nadenken en inkeer gebracht, op den goeden weg zondek*nbsp;blijven en gelukte het haar den eersten stoot te geV®*^nbsp;tot het oprichten van Toevluchtsoorden, waar de ontslagen®®nbsp;althans een tijdelijk tehuis zouden vinden.
Maar ook buiten dezen kring ziet ElisabE^^^ belangstellend rond en ’t is als of elke plaats - waarbe®** Ifnbsp;zij hare schreden richt - van haar bezoek de gezegend® Ie
ö -------------- ^
Overal waar geleden wordt, weet zij op eenc ®
nawerking ondervindt.
andere wijze tot leniging der smart bij te dragen. Wn®* b de weg tot het kwaad is geopend, waar jeugdigennbsp;afgeweken, waar zwakken dreigen te vallen, trachtnbsp;een bolwerk op te richten tegen de macht der vei'Z®®nbsp;king en alzoo de aanleiding tot zonde te beperken.nbsp;lot van verwaarloosden, van kinderen en krankzinnig®® tnbsp;trekt zij zich aan, terwijl de vorming van pleegzust®'^® ^nbsp;tot de moeilijke, maar schoone taak eener zorgvuld'^® ''nbsp;ziekenverpleging een werk is, dat voor een zeernbsp;deel aan hare liefdevolle bemoeiing en haar volharde*’ dnbsp;streven is te danken.
:d®® ^
In hoevele bijzonderheden zouden wij moeten tre'
pische werkzaamheid niet verlaten, zonder nog op ®®®i
indien wij ook maar eenigszins naar eisch van geh®® ^ haren arbeid verslag wilden geven; wij moeten ons echt®*^ tnbsp;bejcorten, maar kunnen toch dit gebied barer philant*quot;® t
merkwaardige bijzonderheid te wijzen, die haar ge^*®^ kenschetst.
-ocr page 27-Het was in bet jaar 1824, dat Elisabeth zich i’öruimen tijd tot herstel van hare destijds zeer geschoktenbsp;fezondheid in Brighton moest ophouden. Tijdens datnbsp;oponthoud aan de zee werd hare aandacht bij herhalingnbsp;getrokken door het treurig en eenzaam leven van denbsp;Pistbewakers, die daar dag en nacht op den uitkjiknbsp;kö smokkelaars, hun eentoonigen, geestdoodenden arbeidnbsp;*gt;oesten verrichten.
'/Wat kan voor hen gedaan worden?” vroeg zij zich en niet gemakkelijk viel het die vraag te beantwoorden.nbsp;War de eigenaardige plaats, die deze lieden was aange-, ^6zen, hen tot eene onvermijdelijke afzondering van denbsp;''^¦atschappij noodzaakte. Het eenige wat haar, na ern.stignbsp;Werleg en samenspreking met anderen, raogelijk scheen,nbsp;het aanwenden van eene poging om deze mannennbsp;'ati goede en aangename boekwerken te voorzien, waar-Wor niet alleen hunne kennis zou worden vermeerderdnbsp;het peil van hunne zedelijke en godsdienstige ontwikkelingnbsp;srhoogd, maar ook eene gewenschte bestemming aannbsp;uren van hun eentoonig en afgezonderd leven zounbsp;''orden gegeven.
Inderdaad gelukte het haar om ook dit schoone
'Wn ten uitvoer te brenajen. Eene aanvrage aan het
cgt; • nbsp;nbsp;nbsp;~
^ titsch Buitenlandsch Bijbelgenootschap gericht, bleef ^'ot onbeantwoord. Geldelijke toezegging van particulierennbsp;^ord verzekerd. De steun der regeering werd gezochtnbsp;^ gekregen . . . en, na verloop van jaren was hetnbsp;''ederom aan den liefdevollen en volhardenden arbeidnbsp;^0 deze zeldzame vrouw te danken, dat duizende bijnbsp;Wizende boekdeclen het geluk van ontelbaar vele be-^akers der Engelsche kust jarenlang hebben verhoogd.
-ocr page 28-28
Ongetwijfeld is de warme dank van velen, door langs dezen weg rijkelijk gezegend, voor haar een inbsp;geweest van geheiligde vreugde, door welke zijnbsp;bemoeiingen rijkelijk beloond zag.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'e
die
//En heeft nu” zoo vraagt men zich on willekeur'^ af, nadat men het voorafgaande heeft gelezen //heeft de^®llt;
en doortastend werkzame vrouw.
ii
aldus volhardende zooveel goeds voor de lijdende menschheid tot sta’’^nbsp;bracht, nog tijd en gelegenheid gevonden om werkza^^’-tnbsp;te blijven in hare allernaaste omgeving en is zijnbsp;daarin aan hare roeping getrouw anderen tot voortnbsp;geworden?”
Wij aarzelen niet deze vraag met nadruk toeste’*' mend te beantwoorden. De waarachtig christelijkenbsp;ginselen, die het leven van Elisabeth bestuurden ge'^'
ons trouwens recht dit te vermoeden. Indien zij om
arbeiden en wel te doen buiten haar huis, hare plicb^^*^ als echtgenoote en moeder had verwaarloosd, haar heiquot;'®'^nbsp;mende arbeid zou misschien aanspraak maken op
bewondering, haar persoon zou onmogelijk de liefd®
den eerbied verdienen, welke wij haar nu in ieder op2'^'' '''
kunnen toedragen. Al wat wij
van haar weten
zegt
ons
dat zij,
ran lieverlede eene Europeesche vermaardheid kreeg
den kleinen kring, waarin zij zich dagelijks bewoog;
;ade
en moeder, als zuster en vriendin en niet mi®^^ als meesteres tegenover hare dienstbaren, aller hart
ien het innig geliefd middelpunt was, waarom zich ^ bewoog.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.¦
Vriendelijk en vergevensgezind voor anderen, wa®
29
'®genover zichzelve gestreng. Hare ernstige zelfbeproe-‘ 'iög bewaarde haar voor hoogmoedige zelfverheffing, ’dankbaarheid voor Gods oneindige zegeningen maaktenbsp;'aar steeds bereid om tot zegen te zijn en geschikt omnbsp;/‘ch binnens- en buitenshuis voortdurend te wijden aannbsp;’^et werk der dienende liefde, waartoe zij zich geroepennbsp;lavoelde.
Aan twaalf kinderen schonk zij het leven en hoe ge-ukkig was zij te midden van kleinen en grooten! Hoe *:orgde zij vopr hun lichamelijk, maar niet minder voornbsp;quot;lun geestelijk welzijn I Vooral dit laatste ging haar ternbsp;^^arte, en menige treffende bladzijde uit hare brievennbsp;'^'erpt een vriendelijk licht op ’t geen de moedernbsp;''Oor hare kinderen geweest is. Hoe trachtte zij opnbsp;'gepaste en menschkundige wijze het godsdienstig leven innbsp;hart der kleinen te wekken en bij de ouderen totnbsp;hjpheid te doen komen!
Op zichzelf reeds zou deze zijde van haar bestaan ®®Oe afzonderlijke bewerking w'aard zijn om ons te doennbsp;^^00 dat er in het leven van den waren christen denbsp;'’ohoonste harmonie moet, maar ook kan zijn in denbsp;''orvulling van schijnbaar geheel uiteenloopende plichten,nbsp;^ij kunnen hier slechts uitspreken, dat hetgeen ons van dezenbsp;S^Lisabeth in hare naaste omgeving bekend werd, onsnbsp;^aar in haren openbaren arbeid nog te meer doet hoog-^ohatten en lief krijgen.
Natuurlijk bleven ook in het leven dezer vrouvv vele ®Oaarten niet uit. Reeds vroeger hebben wij er op gewe-
hoe zij beproefd werd door langdurige krankheid.
door verlies van fortuin en door andere huiselijke zorgen, *iiaar tevens, hoe onder en door alles haar geloof werd
-ocr page 30-30
gelouterd, hare hoop versterkt en hare liefde geheilig*^” Hier zij nog herinnerd dat, vooral gedurende de laatste i,nbsp;jaren van haar leven diepgaand leed, door het afsterven tnbsp;van kinderen en kleinkinderen, terwijl zij zelve ziek l^o’ §nbsp;over haar huis werd beschikt, maar dat haar door hare.snbsp;onderw'orpen stemming, door de innige liefde van ^le vnbsp;haar waren gespaard en door haren blijmoedigen bliknbsp;de toekomst, allengs kracht tot volkomen berusting 8®'nbsp;schonken werd.
Onder alle omstandigheden bleef zij zich zelve gelijk en was zij, de vrouw die door haar moedig optreden ale™ ttnbsp;werd gekend en geëerd, niet minder de geduldige verstandige moeder, de teder liefhebbende gade, de getrou^^ v.nbsp;vriendin, raadsvrouw en troosteres aller verlegenennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;P
bedroefden. Ja, ieder die in smart verkeerde, kon vei zekerd zijn bij haar een geopend oor voor haar leed unbsp;vinden en een deelnemend woord van haar te ontvang®^'
Zelfs toen zij, door beproeving op beproeving getrofl^t*» onder lichaamssmart diep was gebogen, bleef zijnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;k
door de kracht van haar geloof en den gloed harer lieü^'' het middelpunt, waaromheen zich allen schaarden.
meerderde hare zedelijke kracht, zoowel als hare blijmoed'^® Oi stemming, en bleek het dat de diepgaande beproeving®®^^'nbsp;welke hare laatste levensjaren kenmerkten, hare ®“nbsp;natuur steeds meer hadden gelouterd.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
In den vroegen morgen van 13 October 1®
Naarmate hare lichamelijke zwakheid toenam,
kwam haar einde, hoe lang ook voorzien, nog onverwa®
Omringd van de haar dierbaren, ontsliep zij en heengaan was een heengaan in vrede. In het gi'^^,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
Barking, naast dat van haar vroeg gestorven dochteJJ
-ocr page 31-I
^ust hare stof, maar haar machtige geest leeft voort ® in het heerlijk werk, dat door haar werd tot stand ge-bracht. Indien van eene, van deze waarachtig vromenbsp;’gt; geldt het woord: //Zalig de dooden, die in den Heernbsp;®^terven. Zij rusten van hunnen arbeid, en hunne werkennbsp;‘^ Volgen hen.”nbsp;a
Maar juist daardoor blijven zij spreken ook tot ons! Aan het einde van deze vluchtige schets keeren wij nognbsp;^ Sens tot het woord, als motto daarboven geplaatst: //denbsp;tneeste van deze is de liefde”, terug.
Die uitspraak van PaüLüS vindt ook in het leven ® ''an Elisabeth Fry hare volledige verklaring en toe-passing. Wie ooit aan de wonderen der liefde mochtnbsp;iii^wijfelen, leze wat zij heeft tot stand gebracht en leerenbsp;®^’ie diepte, de kracht en beteekenis der barmhartige liefdenbsp;• '’erstaan, gelijk die zich in haar leven geopenbaard heeft.nbsp;’ Haar geloof in God deed haar gelooven in dennbsp;ï Piensch en bewaarde haar van ooit de hoop op te geven,nbsp;“ '*ok waar het den diepst gevallen zondaar betrof. Harenbsp;•'ï Christus geheiligde liefde vervulde haar met den geestnbsp;¦ ^an geduld, van barmhartigheid en gaf haar tevens moednbsp;^ quot;ni voor de belangen der menschheid op te komen ennbsp;te bepleiten tegenover do Grooten der aarde.
Hare leer was: Overwin het kwade door het goede! f'redik het Evangelie door uw woord, maar door uwenbsp;''berken allermeest! //Onthoud u van godsdienstig twist-^^esprek of godsdienstvertoon,” schreef zij aan eene dienbsp;p'ch het lot der gevangenen wilde aantrekken. //Laatnbsp;'Be menschen uit uwe daden uw geloof loeren kennen ennbsp;’davolgen.”
-ocr page 32-Dat eerie vrouw als zij, die het te doen was om belangen van anderen te bevorderen, niet om lof bedelcnbsp;noch dat ha^r zoeken was dank in te oogsten, hnbsp;zich reeds gissen. Zonder om te zien heeft zij welgedatnbsp;maar juist daardoor heeft zij groote en heerlijke dingnbsp;tot stand gebracht.
Zal het noodig zijn elkander aan het slot van or beschouwing tot navolging te wekken van haar heerlnbsp;voorbeeld van nauwgezette plichtsbetrachting en vinbsp;hardende liefde ?
Blijft niet haar vriéndelijk oog ons wenken, In zachte stem ook tot ons hart spreken van eene heerlinbsp;levenstaak door ieder onzer te volbrengen ?
Al is niet een iegelijk onzer, gelijk zij, geroepen om , het groote wereldtooneel handelend op te treden, zoolanbsp;wij het eene eere achten den christennaam te dragen,nbsp;het onze vreugde om in onze mate en naar onze krachtnbsp;mede te arbeiden tot heil der menschheid, inzonderh'nbsp;door de macht der helpende, reddende, opbeurende lief
Nog geldt het woord: //de oogst is wel groot rtii de arbeiders zijn weinigen.”
Moge hun getal, ook door onze getrouwheid, van d tot dag toenemen !
-ocr page 33- -ocr page 34- -ocr page 35- -ocr page 36-
w | |
'* |
'• ■If',// t ■’'