NAAR HET ENGSLSCS.
Het was op zekeren buitengemeen kouden avond, dat Petrus Lacy, een arm daglooner gt;nbsp;bet blok turf, hetwelk hg aangenomen had, afgewerkt hebbende, zgnen ouden gescheurdennbsp;rok aantrok en naar de deur van zignen aannemer wandelde ten einde zqn loon te ontvangen, » Ik heb nu geen geld,’,’- zeide de Heer,nbsp;» maar kom aanstaande maandag, dan zal ik unbsp;betalen.”
Hg was omtrent een uur van zgne woning verwgderd, en op zijnen weg derwaarts gingnbsp;hg het hutje van eenen armen man voorbg ,nbsp;dien hg zeer goed kende. Voor hetzelve wasnbsp;een klein tuintje, en alles zag er zindelgk ennbsp;netjes uit. Het is waar , de menschen die in hetzelve woonden waren zeer arm, en haddennbsp;veel tegenspoeden ; maar, wat er ook gebeurennbsp;mogt, Michiel Conner en zgne vrouw waren al-tgd blgmoedig , en men hoorde hen nooit kla-
1
-ocr page 2-gen I omdat zq zich verzekerd hielden , dat niets bq geval gebeurt , daar zq in den bijbel gelezennbsp;hadden :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Dat zelfs geen niuschje op de aarde
valt, zonder den wil van God.” » Ziedaar nu,” zeide Lacy bq zichzelven,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» de troost
eener vreedzame vrouw ; Maria Conner is altqd zacht en goed van humeur, terwql mqne Su-zanna het kwaad erger maakt, door haar gedurig geschreeuw en schelden bij elke beuzeling. Een drooge beet «n rust daarbij , isnbsp;beter dan voorraad in overvloed met onverge-noegdheid.” Lacy wist niet dat Salomo bqnanbsp;hetzelfde gezegd had , want hq las nooit innbsp;den bijbel ; en wat het ter kerk gaan betrof,nbsp;dit liet hij over aan hen , die een beter kleednbsp;hadden , dan hij, om aan te trekken.
B Wel, buurman,” zeide Conner, » hoe gaat het’U zoo al in de wereld?” » Dat mogtnbsp;Wel beter zqn,” antwoordde Lacy, » wantnbsp;geld is de ziel van alle zaken , en geld heb Iknbsp;niet.” » Ik wenschie dat ik u helpen kon,”nbsp;zeide Conner; » maar ik ontving gisteren mijnnbsp;weekgeld , en heb het aan Wilson geleend ,nbsp;wiens vrouw ziek te bed ligt; hq zou mij heden betalen , maar hq ging naar huis zondernbsp;ei* om te denken; kom echter binnen en rustnbsp;wat uit.” Maria verwelkomde baren man metnbsp;een vriendelqk lachje en had de kamer, tegennbsp;zqnc wederkomst, zeer netjes in orde gebragt.nbsp;Dé tafel was zeer schoon geschuurd , de haard
-ocr page 3-zindelqk aangeveegd, en liet eten hing over het vuur. » Kom ga zitten zeide de goedenbsp;Conner, » eet een ei mede, en Maria zal hetnbsp;stukje spek, dat wij gisteren gekocht hebben, in de pan leggen.” » Neen, neen,”nbsp;hernam Lacy,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» bewaar het liever tot mor
gen voor uw middagmaal, gq zult naauwlijks een sober maal hebben.” Maria verstond watnbsp;hij meende; zij liet het hoofd een oogenbliknbsp;hangen, maar weldra weder vrolijk opziende,nbsp;zeide zg : » Indien gij , lieve man, geen geldnbsp;gekregen hebt, moeten wg het maar zien tenbsp;stellen, zoo goed wg kunnen; daar God onsnbsp;gezondheid en dankbare harten geeft, behoo-ren wg niet te klagen hg het ontbreken vannbsp;een middagmaal.” » Gg zgt eene goede vronw,”nbsp;zeide Lacy, » mgne Suzanna, zal mg zulk eennbsp;troost niet geven.” » Misschien,” zeide Maria , » moedigt gij haar ook niet aan om zoonbsp;te doen?” » Aanmoedigen!” hernam Lacy,nbsp;»ik weet niet wat gij daardoor verstaat; ik werknbsp;hard de gansche week, ik verspil des zaturdagsnbsp;nooit een’ duit in de herberg, en des zondagsnbsp;hebben wq een klein, zeer gering middagmaal,nbsp;en een glaasje bier toe.’’ » En hoe brengt gijnbsp;den avond door ? ” vroeg Conner. » Q zeernbsp;goed,” zeide Lacy, » Suzanna doet somtijds haren mantel om en gaat dan naar Anna Dillon,nbsp;lerwgl haar goede man en ik, gerust een pijpnbsp;rooken.” o Gaat gg nooit naar de kerk ? ”
-ocr page 4-zeide Maria. » Wel zeker doe ik het nu en danhernam Lamp;cy, » en Suzanna ook, wanneer zg een nieuw lint op haren ouden hoednbsp;krijgt, en er dus wat ordelijk uitziet; ik weetnbsp;nog zeer goed dat zij tweemaal ging op dennbsp;dag, toen de rentmeester van onzen landheer,nbsp;haar een nieuw kleedje geschonken had.” Marianbsp;schudde het hoofd, en Lacy was er niet over tenbsp;vreden. » Het kan zgn zeide hg, » dat gqnbsp;denkt dat wq niet godsdienstig zqn , zoo als gqnbsp;het noemt; maar ik geloof dat wq even zulkenbsp;goede Christenen zqn als zq , die er zoo veelnbsp;beweging van maken; ik leerde, toen ik eennbsp;jongen was, de tien geboden, en herinner mijnbsp;dezelve genoeg om ze nu te houden. » Ennbsp;denkt gij , dat het houden dier geboden, opnbsp;zulk eene wijze als gij er van spreekt, u innbsp;den hemel zal brengen?” zeide Conner. » Zeker denk ik dat,” hernam Lacy, » en wat zounbsp;er mij anders brengen?” » En zijt gij zeker,”nbsp;zeide Conner, » dat gq die geboden houdt,nbsp;en nooit een derzelveu overtreedt ? ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Ja,
daarvan ben ik zeker,” zeide Lacy, » en ik daag u en elk ander uit, het tegendeel tenbsp;bewqzen.” » Ik zal het u dadelqk toonen,”nbsp;zeide Conner, den bgbel opneraende. a Neen,nbsp;ik dank u,” zeide Lacy, » ik kon daar genoegnbsp;van weten indien ik wilde ; maar ik houd nietnbsp;van preken, het is slecht voedsel voor hennbsp;die brood noodig hebben. Wordt de bgbel
-ocr page 5-niet gezegd liet brood des levens te zijn?” riep Maria uit. »Het is mogelijk,” zeide hg,nbsp;» maar ik kan van geen boek leven.” « Ach!nbsp;buurman,” zeide Maria, sindien gij maar wil-det leeren tot God op te zien!” s Ba ! ” hernam Lacy, opslaande en de spade over zgnennbsp;schouder werpende ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» met al u spreken , Con
ner , komt gg er slechter af dan ik, hoe zult gij de vier hongerige kleinen morgen voeden ? ”nbsp;o Wg bekommeren ons daar niet veel over,”nbsp;zeide Maria , s want Hij , die de jonge raven voedt , heeft beloofd , dat Hij de kinderennbsp;der menschen niet te vergeefs om voedsel zalnbsp;laten roepen.” » En indien dat zoo was,”nbsp;voegde Conner er bg ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« kunnen wg vasten ;
Gods zoon leed verscheidene dagen honger en dorst, en zouden wg morren, wanneer Hijnbsp;ons dezelve eene enkele keer laat gevoelen ? ”nbsp;Lacy kon geen ander antwoord bedenken dan :nbsp;B Goeden nacht,” Terwijl hg naar huis wandelde werd hg al gemelgker, en verwonderdenbsp;zich dat Conner zoo den predikant speelde;nbsp;hg dacht dat Maria’s vergenoegdheid alleennbsp;vertooning was , maar daar het haar toch weltevreden maakte , wenschle dat zijae Su-zanna het ook leeren mogt.
De menschen maken dikwijls zelve twist, omdat het schijnt dat zg twist zullen krggen. Toen Suzanna hem zag gt; liep zg vrolgk hem te ge-moet, zeggende: sO Pieter! ik heh het schoou-
-ocr page 6-sle ontwerp voor morgen gemaakt! Maar hoe norsch zqt gq ? Wat is daar de reden van ?nbsp;Waar is de thee ? Waarom ziet gq zoo donker en droevig?” »Ach! ik heb geen thee,nbsp;geen aardappelen, en geen geld om het eennbsp;en ander te koopen,” » Geen geld! waar isnbsp;uw weekgeld? » Mijn heer had kruis nochnbsp;munt,” zeide Lacy, a begin dus nu maar weder te schelden.” a Ziedaar schreeuwde Su-zanna ! a gij maakt altijd twist met mij, omdatnbsp;gq mq zoo inschikkelqk vindt; geen weekgeld ! geen thee! en gq wordt naar huis gezonden zonder eenen penning in uw zak ! ” Zijnbsp;ging op deze wqze eenen geruimen tijd voort ;nbsp;en daarna op een pakje ziende, dat onachtzaam opgevouwen, op eenen stoel lag, begonnbsp;zq met eene droevige stem te klagen,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Daar
heb ik mijne arme vingers den ganschen dag op afgewerkt! en ik heb mqn kleed van ondernbsp;tot boven omgekeerd, zoodat het er zoo goednbsp;als nieuw uitziet 5 ik zou Anna DUlon hebben gaan vragen om thee te komen drinken,nbsp;en eens in de buurt rond te wandelen, maarnbsp;ik ben een ongelukkig schepsel, en gq zijtnbsp;een slecht man, door zoo te handelen.” Juistnbsp;toen zq hare stem door schreeuwen en schelden verloor, ging de deur open, en Connernbsp;kwam binnen. » Ik verzoek verschooningnbsp;zeide hq, a zoo maar binnen gekomen tenbsp;zqn, maar ik beu spoedig hier naar toe ko-
-ocr page 7-men gaan, om u te vragen of gg morgen bq ons wilt komen eten ? Wilson heeft mij hetnbsp;geld gebragt, en nu hebben wg nog een stukjenbsp;vleesch voor u.” Suzanna droogde hare oogen^nbsp;ontvouwde haar kleedje en glimlachte. » Iknbsp;bedank u vriendelgk,” zeide Lay, » maar ggnbsp;hebt er zoo velen van uzelven.” Dat komt ernbsp;niet op aan,” hernam Conner, » hoe meer,nbsp;hoe vrolgker; komt vroeg, en gaat met onsnbsp;naar de kerk.”
2de HOOFDSTUK..
Hoe aangenaam is de rustdag 1 en hoe goed is God, die niet alleen voor den geringstennbsp;zgner schepselen een dag van rust geeft ,nbsp;maar ook eischt. Het arme paard, dat de ge-heele week den zwaren ploeg trok , eet nu hetnbsp;gras op zgn gemak, of trekt een mond volnbsp;hooi uit de kreb ; de geduldige ezel, die menige mand turf naar de stad droeg , loopt nunbsp;heen en weer den weg langs , en voedt zichnbsp;met de distels der heggen. Ik hoop dat ernbsp;geen kinderen gevonden worden, die wreednbsp;genoeg zgn om hen te kwellen of te pijnigen.nbsp;» God is de Schepper van alle schepselen.”nbsp;zeide Michiel Conner tot zgne jongens, » ennbsp;Hg zal zells diegenen straffen, die de armenbsp;ezels uit moedwil slaan.
Pieter Lacy kwam met zgne vrouw vroeg
-ocr page 8-genoeg naar de morgenkerk; Suïanna keek zeer scherp, en liield haar hoofd omhoog ; maarnbsp;Maria scheen niets minder gelukkig dan te vo.nbsp;ren, zi] had geen zwierig, maar slechts eennbsp;eenvoudig blaauw geruit kleedje aan , met eenenbsp;zwarte muts, welke er nieuw uitzag , omdatnbsp;dezelve zorgvuldig bewaard was, en zg dezelvenbsp;niet liet rondslingoren en vuil worden. Zij hadnbsp;uit den bgbel geleerd dat God de hoogmoednbsp;haat, en dat het sieraad van eenen zachtmoedi-gen en stillen geest datgene is, wat Hij bemint;nbsp;en dit dus betaraelgker is voor eene christelgkenbsp;vrouw, dan het vlechten van haar en het aantrekken van rgke kleederen. » Inderdaad hetnbsp;is droevig,” zeide zij dikwerf, » een behoeftig ligchaam te aanschouwen, dat uit het stofnbsp;der aarde gevornid is en tot hetzelve zal we-derkeeren , opgepronkt en opgeblazen, als ofnbsp;het iets groots ware in Gods oog, terwgl denbsp;onsterfelgke ziel verwaarloosd wordt; zoodat,nbsp;wanneer zg in den jongsten dag onvoorbereidnbsp;gevonden wordt om den Regter te ontmoeten ,nbsp;te zameu met een bevend ligchaam, tot dennbsp;poel des eeuwigen vuurs zal moeten veroordeeld Worden” Zg gingen spoedig naar denbsp;kerk, en de twee oudste jongens gingen metnbsp;hen mede. Lacy kon niet nalaten op te merken,nbsp;hoe eerbiedig! Conner en Maria aan de geheelenbsp;dienst deelnamen; hg zag dit en verwonderdenbsp;zich; hg kon niet gevoelen, hetgene zg ge-
-ocr page 9-voelden, noch bidden gelijk zq i echter weasch-te l,ij het zoo te kunnen doen, en werd ein-delgk niet te leur gesteld : God, die het hart des menschen ziet en al zqne gedachten kent,nbsp;wil de nederige gebeden verhooren eener ziel,nbsp;die haren eigenen zondigen aard en de behoeftenbsp;aan eenen Zaligmaker begint te gevoelen; hetnbsp;uitwerksel van den invloed des H. Geestes opnbsp;degenen die Hem zoeken. Gedurende de godsdienst keek Suzanna in de kerk rond, maar,nbsp;ofschoon er niemand zoo opzigtig gekleed wasnbsp;als zij, waren er echter weinigen welke acht opnbsp;haar gaven.
In de preek sprak de Predikant gelijk een vader tot zijne kinderen. Onder anderen zeidenbsp;hij hoe zondig en onwetend zij van naturenbsp;waren, en hoe vruchteloos al hunne pogingennbsp;om God te behagen, zijn moesten, ten warenbsp;zij door Zijnen Zoon tot Hem kwamen , (Joh.nbsp;i4: 6,) door Wiens bloed zij alleen van allenbsp;zonden gereinigd konden worden, en bekleednbsp;met het bruiloftskleed der geregtigheid onzesnbsp;'Verlossers. Dat zij -van God moesten leeren,nbsp;gevoel van hunnen verdorvenen toestand te verkrijgen, en, tot een volkomen vertrouwen op denbsp;verdiensten van hunnen Verlosser gekomen zijnde, daarop alleen ootmoedig vergeving zoeken,nbsp;en in Gods bepaalden weg het geschenk vannbsp;een vernieuwd hart konden ontvangen, en dat.nbsp;Wanneer hunne vorige geneigdheden en zondige
-ocr page 10-wegen verwisseld zouden zijn met godvruchtige begeerten en heilige onderzoekingen, zq nieuwenbsp;schepselen zouden worden. Want zoo dan iemand in Christus is, die is een nieuw stiiepsel;nbsp;het oude is voorbij gegaan y ziet, het is al nieuwnbsp;geworden. (2 Cor, V : 17.)
Hij sprak ook van hetgeen op deze groote verandering volgde, van de vruchten dezer be-keering van de zonde tot de geregtigheid; hoenbsp;de ware Christen vol liefde is omtrent zijnenbsp;medeschepselen, en zgnen naasten als zichzel-ven Hef heeft; hg toonde hun aan, dat zij zichnbsp;niet langer in de zonde konden toegeven; voornamelijk , gewaagde hij van het zondigen dernbsp;gramschap , hetwelk Christenen geheel moetennbsp;nalaten en dat het veroorzaken van gramschapnbsp;een even groot kwaad is. Het was eene preeknbsp;die Lacy zeer ter harte ging j hg zou alles gegeven hebben, indien hij dezelve beter hadnbsp;verstaan ; en Wat zqne vrouw betreft, dezenbsp;vergat voor een oogenblik haar kleed, terwijlnbsp;zij naar den Predikant luisterde. Lacy en Su-zanna vroegen niets tot na den eten, toennbsp;Conner zeer eerbiediglgk God gedankt had,nbsp;voor al het goede dat Hg hun toezond; eindelijk zeide hg :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Conner, hebt gg de preek
verstaan?” » Ik geloof ja, door Gods zegen,” antwoordde Conner. » Nu ik luisterde gestadig,” zeide Lacy, » maar ik kon slechts zeer weinig begrgpen van hetgene hg meende,
-ocr page 11-uitgenomen toen hij sprak van toorn en zulke andere slechte driften, onder dit zeggen zagnbsp;hij Suzanna aan. » En van het verwekkennbsp;tot toorn,” hernam Suzanna, hem aanziende. » Maar, hebt gij niet verstaan wat hijnbsp;zeide omtrent het liefhebben van elkanderen ? ”nbsp;vroeg Maria. » Ik denk ja,” antwoordde Lacy , » maar wat meende hij door het komennbsp;tot Christus om gereinigd en bekleed te worden ? ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Hij meende ,” antwoordde Conner ,
» zoo als de bijbel ons leert, dat niets onze zonden kan afwasschen , dan het bloed datnbsp;voor ons aan het kruis vergoten werd , en wq ,nbsp;al het vertrouwen op onze eigene werken verzakende , voor het bekleedsel der zaligheid denbsp;geregtigheid van Christus moeten aannemen ,nbsp;welke alleen ons bekwaam kan maken, omnbsp;voor God te verschenen.” nik veronderstel,”nbsp;zeide Suzanna, «dat er eenige zeer godde-looze menschen tegenwoordig waren, tot wiennbsp;de predikant dit zeide.” » Ach ! ” zeide Conner , G tot de besten ook ; er is niemand innbsp;de wereld geschikt om in den hemel te komen, zonder zoo gereinigd en bekleed te zija.’»nbsp;» Dat is verwonderlijk ! ” riep Lacy uit, » wantnbsp;veronderstelt dat gg en ik, en onze vrouwen,nbsp;alle zondaren zqn, zoo kunnen deze kleinenbsp;jongens toch geene zondaren genoemd worden ? ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» O ja ! zeker zijn wij dit! ” zeide de
kleine Willem , zign hoofd treurig schuddende ,
-ocr page 12-» Pieler en ik zqn slechte jongens; ik heb tweemaal gelogen; en Pieter heeft eenen appelnbsp;geplukt , dien vader hem bevolen had niet aannbsp;te raken.” » Arme kinderen,” zeide Suzanna,nbsp;B en denkt gij dat zulke beuzelingen u uitnbsp;den hemel zullen houden ? ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Dat zullen alle
zonden doenzeide Conner ; een klein pen-nemes kan zoo wel het leven doen eindigen , als een groot zwaard; zij wisten dal het nietnbsp;goed was, en echter deden zij het, en datnbsp;was zonde; zoo klein als zg zgn, gevoelen zgnbsp;reeds de behoefte aan vergeving hunner zonden ,nbsp;door den Heer Jezus Christus.”
Lacy voelde zich eenigzins ontroerd. « Indian dit waar is ,” dacht hij , » welk een verachtelijk zondaar ben ik dan.” Hij leunde ee-nigcn tijd met zgn hoofd op zgne hand , toen op de tafel slaande riep bg uit, »ik zal zulksnbsp;nimmer begrgpen! ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Mgn goede buurman ,
dit kan niet worden verstaan zonder dat de genade Gods ons dit leere.” » Hoe kan een mensch die genade verkrijgen ? ” vroeg Lacy.nbsp;»Door er om te bidden,” hernam Maria, » wgnbsp;moeten dikwijls zeggen, Heer! leer ons bidden. Onze Zaligmaker zegt : « hg die tot Mgnbsp;komt Zal ik geenszins uitwerpen; bidt en gijnbsp;zult ontvangen , opdat uwe vreugde volkomennbsp;zg ; zoekt en gg zult vinden; klopt en u zalnbsp;open gedaan worden.” ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» En zal het bidden
jnij alle dingen leeren?” vroeg Lacy, s De
-ocr page 13-H. Geest zal u leeren verslaanhernam Conner ) » hetgeen gij in den bghel leest en van den Predikant hoort. Wanneer tvij de schriftennbsp;lezen, laten onze gebeden dan zgn : lieer opennbsp;mijne oogen , opdat ik de wonderbare dingennbsp;uit Uwe wet moge aanschouwen.” » Nu, iu-dien ik tgd had, zou ik den bijbel lezen.”nbsp;» kunt gij denzelven niet lezen , zoo als ik doenbsp;des avonds na het werk, en des zondags?”nbsp;» Neen zeide Lacy , » ik ben des avonds tenbsp;moede om mq met lezen op le houden ; ennbsp;de zondag is de eenige dag dien ik heb omnbsp;mij vrolgk te maken.” Zoo verstikt de duivelnbsp;altgd de eerste vonken van overtuiging in onsnbsp;hart , en maakt ons onwillig om naar zegen tenbsp;streven. Lacy en Suzauna beschouwden zichnbsp;zelven als voortreffelgke christenen , omdat zgnbsp;in de kerk geweest waren, en gedurende dennbsp;wekelgkschen arbeid vergaten zg spoedig denbsp;waarschuwende stem des predikants en vannbsp;Conner. Den volgenden zondag aan het ontbijt, Zeide Lacy tot zijne vrouw, » wilt gij naarnbsp;de kerk gaan, Suzanna ? ” » Jazeide Su-zanna ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« ik denk dat ik gaan zal.” » Ik vvil
ook gaan,” hernam Lacy, » maar ziet het er niet regenachtig uit ? ” igt; Ja , de wolkennbsp;zgn donker ,” antwoordde Suzanna ;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» maar
misschien zal het ophelderen.” Lacy geeuwde, rekte zich uit , stak zga p’gp aan en verviel innbsp;gepeins; een uur daarna zeide hg , uit de deur
-ocr page 14-ziende, » Het is nu te laat.” » Dat is uwe schuld,” zeide Suzanna, » ik was geneigd omnbsp;te gaan.” Lacy was gereed een bits antwoordnbsp;te geven , maar zich herinnerende wat de predikant gezegd had aangaande het verwekkennbsp;van toorn , zweeg hij, en toen Suzanna de kamer uitging, was hij zoo hoogmoedig als ofnbsp;hg eenen leeuw gedood had ; want niets is zoonbsp;aangenaam als de gedachte dat wij in staat geweest zgn eene slechte geneigdheid te bovennbsp;te komen. » Ik denk,” zeide hg bij zich-zelven, » dat ik nu zeer braaf zal worden.”nbsp;Suzanna kwam nu te rng met haar kleed ennbsp;hing het voor het vuur, want het weder wasnbsp;vochtig geweest. » Neem uw’ vuile pgp weg,”nbsp;zeide zij tot haren man ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» mgn kleed zal door
dezelve bederven.” » Welk eene beweging maakt gg over uw kleedhernam hg,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» het zou
beter zgn, dat gg er aan dacht om mgn hemd te wasschen.” » Geen redenen,” zeide zg , » ik Zeg u dat gg mgn kleed niet vuilnbsp;maakt.” » En ik zag, dat ik doen zal zoonbsp;als ik verkies, vrouwhernam hij, » tabaknbsp;zal uw kleed niet bederven ; kijk hier en hijnbsp;was zoo boosaardig om er asch op te latennbsp;vallen.” Suzanna schreeuwde luid, rukte zgnenbsp;pgp weg, brak dezelve en wierp de stukkennbsp;naar hem toe; dit was te veel voor Lacy’s geduld ; ofschoon hg niet dikwijls driftig werd,nbsp;nam hg het kleed, en , naar de deur loopende ,
-ocr page 15-slingerde hij hetzelve door de modder die voor het huis lag; veel gekqf volgde hierop.nbsp;Lacy liep het huis uit; » Ach ! ” dacht hij, a indien wg naar de kerk gegaan waren, zou ditnbsp;niet gebeurd zgn,” Hq schaamde zich, zichnbsp;zoo op zgne vrouw gewroken te hebben , nanbsp;dat hg haar zoo getergd had, maar hg was tenbsp;halstarrig om weder te keeren en zich metnbsp;haar te verzoenen. Hg wandelde naar Conner’snbsp;hutje en toen hij de deur voorbij ging, hoordenbsp;hg duidelijk het snikken eener vrouw binnennbsp;hetzelve; zulk een geluid was zeer vreemd innbsp;die gelukkige en vreedzame woning; hg bleefnbsp;voor de deur stilstaan, en hoorde Maria snikken 1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Ik weet, ik weet dat Hg hem zal
beveiligen en behouden; — maar mijn leven, — mijn man!” meer kon zij niet zeggen; en daarop trad Lacy binnen.
Daar lag de arme Conner op zijn armoedig bed; de dood was op zgn gelaat geteekend,nbsp;zijne wangen waren bleek, zijne lippen blaauw,nbsp;zgne oogen hol; eerst zag hij op zijne vrouwennbsp;kinderen, en scheen diep bedroefd, maar daarna zag hij op naar den hemel, en hg werd vertroost. Maria zat naast hem; haar voorschootnbsp;was geheel nat van hare tranen; zij poogde haarnbsp;verdriet te verbergen, en met weenen op tenbsp;houden, maar kon niet; hare oogen zochtennbsp;in het rond als naar eenigen troost, maar ,nbsp;Wanneer zg het veranderde gelaat van haren
-ocr page 16-man aanzag , was zij builen zichzclven , en kon alleen, gelijk hij , in nederige onderwerping totnbsp;God opzien; Willem zat op zijn stoeltje, metnbsp;zijn kleine zusje op den schoot ; Pieter stondnbsp;hg zijne moeder te schreijen en de kleinstenbsp;sliep in de wieg. Willem was de eerste dienbsp;Lacy zag, en pogende te spreken , barste hiqnbsp;in tranen en snikken uit. Zqn vader wenddenbsp;langzaam zijne oogen naar hem, en zag Lacy;nbsp;een glans van genoegen kwam op zijn gelaat,nbsp;en toen eerst zag hem ook Maria. Hare droefheid barste op nieuw weder uit: «Ach buurman! buurman! hij sterft!” riep zg uit. Lacynbsp;kon geen woord spreken , maar hij schuddenbsp;hare hand, en wendde zich toen tot Conner.nbsp;» Lacy,” zeide deze arme man, met eene zwakke stem, » gij zgt verwonderd mg zoo tenbsp;zien ; — gij verliet mij gisteren avond frisch ennbsp;gezond, maar een wagen met paarden gingnbsp;aan het hollen en over mij heen , — ik sterf! ”nbsp;» Laat mij den geneesheer gaan halen,” riepnbsp;Lacy; » Hq is hier geweest, er is geene hoop.”nbsp;Conner sprak deze woorden bedaard, maar zgnbsp;schenen Maria het hart te doorboren » Geene hoop ! geene hoop ! ” herhaalde zij » hijnbsp;moet sterven!” «Sterf niet, vader!” zeidenbsp;de kleine Pieter, met eene weemoedige stem.nbsp;»O vader! vader! gg zult ons zeker niet verlaten ! ” snikte Willem ; » Wie zal ons uit dennbsp;bgbel leeren; of ons den weg ten hemel wg-
-ocr page 17-zen?” B Ik wenschle van God, dat ik het kondel” riep Lacy uit en zuchte. »God ver-hocre dat gebed!” riep de godvruchtige Conner uit, » ik weel, dat tig hetzelve hoort, ennbsp;ik vertrouw, dat Zijnen ti. Geest u lot Jezus,nbsp;mijnen Vriend, zal brengen, en u leeren anderen daar henen te lelden.” » Hij kan niet,”nbsp;zeide Lacy, » ik ben te verachtelgk, te zondig, te slecht i Hg kan niet.” » Ilij zal,”nbsp;hernam Conner vuriglgk, o indien gg uwe zonden en de behoefte aan eenen Zaligmaker gevoelt, zult gg Hem vinden, en uw stervensuurnbsp;zal even gerust zijn, als het ragne.” Lacy wasnbsp;geheel ontroerd; hij ging zitten, bedekte zgnnbsp;aangezigt en weende; zelfs Maria sloeg eenennbsp;vriendelijken blik van haren stervenden man af,nbsp;op den ontwakenden zondaar.
Men bad om den Predikant gezonden, welke nu binnen kwam; hg zag met aandoening naarnbsp;Conner, die zijne eigene smarten vergat, en, opnbsp;Licy wijzende, zeide: » Troost hem,” daarnanbsp;fluisterde hij Maria in, dat zij Suzanna zou latennbsp;halen. De Predikant tikte Lacy op den schouder en zeide; » Mgn vriend! staat op, en aanschouwt een leerzaam tooneel: -ahet sterfbed eensnbsp;Christens,quot; Hij gehoorzaamde, en naderde hetnbsp;bed met degenen die gekomen waren om hunnennbsp;stervenden buurman te bezoeken; want Connernbsp;was bemind, of ten minste geacht door allennbsp;die hem kenden. » Mgnheer! ” zeide Conner
-ocr page 18-tot den Predikant, » ik rertrouw dat mijne zonden, die groot en vele zgn, vergeven zgn.” » Het bloed van Christus reinigt ons van allenbsp;zonden,” antwoordde de Predikant, » geloofnbsp;alleenlijk, en gij zult de heerlijkheid Godsnbsp;zien.” B Het is zoo,” riep Conner, » ik gevoel het, ik verlaat mgne vrouw en kinderen,nbsp;maar mgnen Verlosser kan ik niet verlaten ;nbsp;Hem heb ik Hef! ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» En Hg zal u ondersteu
nen,” hernam de Predikant, » door de donkere doodsvaleijen i dit is geen laat berouw op eennbsp;doodsbed. Gij mijn broeder, zocht den Heernbsp;en gij vondt Hem; gg kwaamt tot Jezus omnbsp;hulp toen gij gezond waart en krachten hadt,nbsp;en Hg zal u niet begeven noch verlaten innbsp;uwe benaauwdheid,” » Ik kan echter niet nalaten eenigen angst te gevoelen,” zeide Conner,nbsp;» wanneer ik mij herinner dat de jaren die iknbsp;in zondige verblindheid des harten heb doorge-bragt, veel meer zijn dan die, in welke iknbsp;streefde om met God te wandelen.” » Hetnbsp;is de genadige belofte onzes Gods,” antwoordde de Predikant, » aan zijn geloovig volk, datnbsp;Hg hunne zonden en ongeregtigheden niet wilnbsp;gedenken.”
Suzanna kwam nu binnen , maar was te ontroerd om te spreken. » Lieve, zeide Conner tot Maria,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» bemin dit arme paar men-
schen, en tracht, met Gods hulp, hen bg te staan op hunnen weg naar den hemel.” Nu
-ocr page 19-¦was z^n stervensuur daar : allen knielden neder en deelden met den predikant in de gebeden voor den stervenden man. Conner ultte zeernbsp;zacht eenige woorden; Maria boog zich overnbsp;hem heen , om dezelve te hooren, zq luiden :
» Ik weet dat mijn Verlosser leeft,” en deze waren ook zqne laatste. De arme weduwenbsp;stond op ; groot was de worsteling tusschcnnbsp;de natuur en de godvruchtige onderwerping,nbsp;maar de laatste overwon; zg hief hare zaam-gevouwene handen op , en zeide :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» De Heer
heeft gegeven, de Heer heeft genomen , de naam des Heeren zij geloofd!” Suzanna zagnbsp;haar aan, en herinnerde zich hare eigene zondige drift en wrok, hij haar laatste beuzelachtig verlies; zq veroordeelde zichzelve, ennbsp;gevoelde dat zij zich niet met God kon verzoenen , en voor de eerste maal in haar levennbsp;gevoelde zij behoefte aan eenen Middelaar. Denbsp;goede predikant wees op het Iqk en zeide :nbsp;3gt; Ziedaar eene les , die nooit moet vergeten worden : hq was van de Wereld , hq was in de duisternis , lot dat het God behaagde, door hetnbsp;licht van Z'qne H. Geest de duisternis weg tenbsp;nemen, en hem te doen wenden tot de eenigenbsp;zekere toevlugt, onzen Heer Jezus Christus. Vannbsp;dezen eersten dageraad, begon het licht hel-derer te schqnen tot op den vollen dag ; hijnbsp;nam toe in de genade , en bad om er in gesterkt en bevestigd te worden.”
-ocr page 20-» Voor hem had de dood geene verschrikking, maar verscheen als de poort des levens; hetnbsp;graf alleen scheen hem eenen donkeren door-togt, en hij zag over hetzelve het eeuwige lichtnbsp;en de heerlijkheid in den hemel.”
ygt; Wie kan het zachte gelaat van onzen gestorvenen broeder aanschouwen, zonder uit-leroepen :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» » Laat mg den dood diens regt-
vaardigen sterven, en laat mijn einde zijn gelgk het zijne 1” ”
O, lezer! dat gg dus leven, zoo sterven moogt! ! I
Gedrukt en. te bekomen bij M. WIJT amp; ZONEN, a 10 Cents.