-ocr page 1-

li

ZONDERLINGE TUSSCHENKOMST

VOORZIENIGHEID.

Het gebeurde op zekeren dag, dat wglen de Heer Thomas Bradbury zich in Londen bevond, ten huize van eene Jufvrouw Tooly, eenenbsp;uitstekende Christin ; beroemd in haren leeftgdnbsp;wegens hare Godsvrucht, bgzonder uitblinkendenbsp;in hare liefde tot Christus en alle zgne dienaarsnbsp;en vereerders, voor wien haar huls en tafelnbsp;altijd openstond, terwgl zg in liefdadigheid ennbsp;mededeelzaamheid omtrent behoeftige vrouwennbsp;eene andere JDorcas was.

Deze Jufvrouw nu, had toevallig op dien dag, ook ten middagmaal genoodigd, den Heernbsp;Thimotheus Rogers , dezelfde die een boek schreefnbsp;getiteld V de zwaarmoedige Christen ” (metnbsp;welke kwaal, ook hij zelve vele jaren geworsteldnbsp;had) — Na den maaltgd verhaalde de Heernbsp;Rogers verscheidene voorvallen zgnen vadernbsp;betreHende, welke een van de (in het jaar 1663)nbsp;verdrevene Predikanten was geweest, en wat alnbsp;lijden en wederwaardigheden die vader hadnbsp;moeten ondergaan, uithoofde van zijn getrouwnbsp;vasthouden aan de zuivere Evangelieleer ; ondernbsp;anderen deelde hq hun een voorval mede, het-

-ocr page 2-

^ 2

welk Iiij menigmaal met ongemeen genoegen, door zgnen vader aan hem en anderen had hoo-ren verhalen: — Hij, namelqk de oude Heernbsp;Hogers, woonde in de nabuurschap van eenennbsp;Bidder , Richard Cradock een Vrederegter , eennbsp;geweldig vervolger van de ware Godsdienstigen,nbsp;die het er op toelag om hen op allerlei wijzenbsp;te plagen en te verdrukken , door de veie middelen welke de strenge wetten die toen in zwangnbsp;waren, hem aan de hand gaven, bijzonder doornbsp;het uitvoeren der keure tegen geheime vergaderingen; hig droeg bovenal den Heer Hogers eenennbsp;bgzouderen haat toe en wenschte voor alle anderen hem in zgne magt te krggen, waartoenbsp;zoo hg meende zich eens eene schoone gelegenheid aanbood, daar hij vernam dat deze Heernbsp;op eene plaats, eenige mijlen buiten de stadnbsp;gelegen, zou gaan prediken.

Hg huurde dan twee mannen om daar als spionnen heen te gaan, en de namen op tenbsp;schrijven van al de toehoorders die zij kenden ,nbsp;en om tegen deze en de Heer Hogers te getuigen.

De aanslag gelukte naar wenscli; de verspieders bragten de namen van verscheidene personen,nbsp;die' daar als toehoorders waren tegenwoordignbsp;geweest, en Ridder Richard deed vervolgensnbsp;alle dezulke onder hen , op welke hg het meestnbsp;verbitterd was , benevens de Heer Hogers dagvaarden om voor hem te verschijnen; zg kwamen alle met bevende harten, het ergste verwach-

-ocr page 3-

tende, uit aanmerking van ’s mans wreedheid.

Terwijl zg in de voorzaal vertoefden, iii verwachting van binnen geroepen te worden ,nbsp;kwam een meisje van 6 of 7 jaar daar bij hun ,nbsp;dit was een kleindochtertje van den Heernbsp;Richard Cradock ; zij zag den Heer Rogers aan ,nbsp;en scheen getroffen door zgn achtbaar voorkomen ; hg , natuurlgk veel van kinderen houdende ,nbsp;nam haar op zgne knie, liefkoosde en speeldenbsp;met haar, waardoor het kind zeer met hemnbsp;scheen ingenomen te worden. Eindelijk zondnbsp;de Vrederegter een zijner dienaars om te zeggen, dat een der getuigen ziek geworden zijnde ,nbsp;thans niet konde tegenwoordig zgn, en dat derhalve de gedaagden , op eenen anderen dag diennbsp;hg bepaalde, weder zouden terugkomen. Zijnbsp;verschenen op den bestemden dag, en de misdaad, zoo als de Regter het noemde, werdnbsp;bewezen. Hij gaf last dat hun vonnis zou op-geraaakt worden om hen allen naar de gevangenis te zenden. De Heer Rogers had, eer hgnbsp;kwam, hopende het kleine meisje weder te zullen zien, eenige lekkerngen mede genomen,nbsp;om haar die te kunnen geven; hg werd ooknbsp;niet teleurgesteld in zijne verwachting ; het meisjenbsp;kwam, liep terstond naar hem toe en scheennbsp;nog veel meer met hem ingenomen dan denbsp;vorige keer. Dit kind was , zoo het schgnt, eenenbsp;bijzondere lievelinge van haren grootvader, ennbsp;had zulk een vermogen op hem verkregen, dat

-ocr page 4-

lïg nUt in staat was haar iets te weigeren; daarbg was zij een kind van eene zeer driftigenbsp;geaardheid, gewoon in alles haar zin te krqgen,nbsp;en daardoor bij elke tegenspraak zeer oploo-pend j dit bleek daar zij eens , in iets tegengegaan wordende , heen liep , een pennemes greepnbsp;en hetzelve zoo in den arm stak, dat haar ditnbsp;bgna het leven of het verlies van den armnbsp;gekost bad, waarna Ridder Richard niet wildenbsp;gedoogen dat zij eenigzins zou worden tegengesproken. — Terwql zij nu op de knie van dennbsp;Heer Rogers zat, bezig met het lekkers op tenbsp;eten dat hg haar had mede gebragt, zag zij hemnbsp;met een verwonderd gelaat aan en vroeg; «waartoe zijt gij hier gekomen. Mijn Heer?” « Iknbsp;geloof,” antwoordde de Heer Rogers, « dat uwnbsp;grootvader mij en mgne vrienden , die gij hiernbsp;ziet, in de gevangenis wil laten zetten, « in denbsp;gevangenis,” zeide zg « wel wat hebt gg dannbsp;gedaan ? ” « Ik heb niets anders gedaan’’ zeidenbsp;de Heer Rogers « dan dat ik op zulk eene plaatsnbsp;gepredikt heb, en zij hebben niets anders gedaan , dan dat zij naar mg hoorden,” waaropnbsp;zg vol vuur antwoordde : « mijn grootpapa zalnbsp;IJ niet naar de gevangenis zenden,” « Ach liefnbsp;kind!” zeide hg, «ik geloof dat hij reeds bezig is , met het bevelschrift op te maken, waarnbsp;bg wij allen naar den kerker verwezen worden.”nbsp;Terstond loopt zij naar de kamer waar haarnbsp;grootvader was, klopt met handen en voeten

-ocr page 5-

_5

tol zij binnen gelaten -word, en zegt: « wat wilt gij gaan doen met dien goeden ouden Heer,nbsp;ginder in de voorzaal?” « dat raabt ü niet,”nbsp;zeide baar grootvader, « bemoei U met uwenbsp;dingen, « maar nu wil ik niet” was haar antwoord , « bq zegt dat gij gereed zgt hem ennbsp;zijne vrienden in de gevangenis te laten zetten ,nbsp;en zoo gij dat doet , zal ik mg in de vgvernbsp;gaan verdrinken, zoodra zg weg zgn, ik zalnbsp;hel waarlijk doen.” Toen hg zag dat het kindnbsp;zulks inderdaad voornemens was, ontstelde hgnbsp;zeer en zag af van zgn snood opzet, om desnbsp;Heeren dienaren te vervolgen. Hij trad naar denbsp;voorzaal, met het geschrift in de hand, ennbsp;zeide : « ik had hier uw bevelschrift opgemaakt,nbsp;om ü allen naar de gevangenis te zenden, gelijk gg verdiend had, maar op het verzoek vannbsp;mijn kleinkind , zal ik er van afzien , en stel ünbsp;allen op vrije voeten. Zij bogen zich allen ennbsp;bedankten hem, daarop trad de Heer Rogersnbsp;tot het kind , legde zijne handen op haar hoofdnbsp;en zijne oogen ten hemel slaande, zeide hij:nbsp;« God zegene U, mgn lief kind! mogt denbsp;zegen van dien God, wiens zaak gg thans,nbsp;schoon Hem niet kennende, verdedigd hebt,nbsp;op U zijn, in leven, bg het sterven en innbsp;alle eeuwigheid,” hierop vertrok hij met zgnenbsp;vrienden.

Jufvrouw Tooly luisterde met ongemeene aandacht naar dit verhaal, en de Heer Rogers

-ocr page 6-

aanziende vroeg zq : « zijt gij de zoon van dien oude Heer Rogers? « ja,” antvvoordde liij « datnbsp;ben ik,” « wel” zeide zij, « zoolang ik Unbsp;gekend heb; heb ik dat nooit geweten, en nunbsp;wil ik ü ook iets zeggen dat gij te voren nooitnbsp;geweten hebt. Ik ben diezelfde persoon, datnbsp;meisje hetwelk uw waarde vader op de , doornbsp;U verhaalde wijze, zegende, en die zegeningnbsp;maakte eenen indruk op mq die ik sedert nimmer kon vergeten.

Op deze dubbelde ontdekking gevoelde Jufvrouw Tooly en de Heer Rogers hunne onderlinge vriendschapsband nog sterker worden dan te voren. Ondertusschen was hq en de Heernbsp;Bradbury zeer verlangend om te weten, op welknbsp;eene wqze , zq die altijd in de verachting vannbsp;de ware Godsdienst opgevoed was, tot zulknbsp;eene groote verandering gekomen was. Jufvrouw Tooly voldeed aan hunne begeerte ennbsp;verhaalde hun openhartig hare geschiedenis; zijnbsp;zeide dat na het overlijden van haren grootvader , zij alleen erfgename was van zijn grootnbsp;vermogen; in den bloei barer jeugd zijnde ennbsp;onder geenerlei bedwang, gaf zq zich over aannbsp;al de uitspanningen en vermaken, in dien tijdnbsp;aan lieden van haren rang en jaren eigen, dochnbsp;met dit alles gevoelde zq zich met zichzelvenbsp;en met die vermaken steeds onvoldaan, en ondervond eene inwendige beklemdheid, die haarnbsp;altqd neerslagtig maakte en welke zq niet wist

-ocr page 7-

te verdrijven, dan door het telkens weder van nieuws rondloopen van diezelfde kring van ver-makelqklieden , doch altijd vruchteloos.

Zij kreeg eene ligte ongesteldheid, waarvoor zij besloot naarnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te gaan, hoorende dat dit

zoo wel eene gezonde als verinakelijke plaats was ; daar komende werd zij , in het bestuur dernbsp;Voorzienigheid, gehragt bij een Geneesheer, dienbsp;een waardig Godvruchtig man was. Hg vroegnbsp;welk ongemak zij had , e wei, Doctor , quot; zeidenbsp;zij , «de ongesteldheid van mijn ligchaam isnbsp;gering , maar ik heb een ongerust gemoed ,nbsp;waartegen ik geen middel weet te vinden;”nbsp;«waarlgk Mejufvrouw,” zeide hij, «zoo bennbsp;ik ook eens gesteld geweest, zoolang tot datnbsp;mij een zeker boek in handen kwam , hetwelknbsp;er mq van genas.” «Boeken!” zeide zij, «iknbsp;lees alle boeken die ik maar bekomen kan,nbsp;alle tooneelspelen , romans , nieuwspapieren dienbsp;ik hoor noemen , maar nadat ik ze gelezennbsp;heb, blijft mijne ongerustheid nog al dezelfde.”nbsp;«Dat kan wel zijn,” hernam hij, «en het verwondert mg niet, maar het boek dat ik bedoel,nbsp;daarvan kan ik zeggen, hetgeen ik niet kannbsp;zeggen van eenig ander dat ik ooit gelezennbsp;heb, dat ik, namelijk nooit moede ben van ernbsp;in te lezen, maar hetzelve gedurig weder kannbsp;lezen en herlezen met hetzelfde genoegen, alsnbsp;of ik het nooit te voren gezien had, en dat iknbsp;er telkens iets nieuws in vinde.” « Ik bid u

-ocr page 8-

Doctor,” zeide zij, «welk boek is dat?” a Ja Mejufvrouw,” antwoordde hg, «dat is een geheim, hetwelk ik iedereen niet ontdek.” «t Maar,”nbsp;hernam zij , « kan ik dat boek niet te zien krq-gen ? ” «Ja Mejufvrouw,” zeide hg, «ik zounbsp;er u aan kunnen helpen , doch niet dan ondernbsp;eene zekere voorwaarde ”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» O! ik bid u Doctor

bezorg het mij, en ik zal u alles geven wat gij cischt.” Hij antwoordde, « indien gij mg éénnbsp;ding wilt beloven, dan zal ik het u brengen,nbsp;en dat is , dat gij het zorgvuldig zult doorlezen,nbsp;en dat , zoo gij er in het eerst niet veel voortreffelijks in raogt vinden, gij hetzelve dan andermaal lezen zult.” Zij beloofde dit getroilwnbsp;te zullen nakomen , en na hare nieuwsgierigheidnbsp;nog meer opgewekt te hebben, door twee ofnbsp;driemalen te komen zonder het mede te brengen , bragt hg het eindelijk en gaf het haar :nbsp;bet was het nieuwe testament. Toen zij hetnbsp;inzag zeide zij schimpendquot;, « Oho ! dat kan iknbsp;altijd wel krijgen,” «Ja dat kunt gij ook,”nbsp;hervatte de Doctor, « maar Mejufvrouw, bedenknbsp;nu dat gij mij pleglig beloofd hebt, het aandachtig te zullen doorlezen.” « Wel nu,” zeidenbsp;zg , schoon ik er mij te voren nooit mede hebnbsp;opgehouden , zal ik het echter lezen.

Zij begon dienvolgens te lezen en het trok al zeer spoedig hare aandacht; zg vond er ietsnbsp;in waarin zg groot belang stelde, maar was zijnbsp;te voren ongerust van gemoed geweest, zg w'erd

-ocr page 9-

het nu nog tienmaal meer; zij wist geen raad met ziclizelve, in deze gesteldheid keerde zijnbsp;naar Londen terug, om te zien wat aldaar denbsp;verstrooqingen op haar zouden kunneu uitwerken , doch alles was le vergeefs.

Zij woonde aan een eind van de stad, met eene Jufvrouw, die haar tot gezelschap diende.nbsp;Eens op eenen Zaturdag nacht, droomde zg zichnbsp;in eene kerk te bevinden en daar een preek tenbsp;hooreu van welken zij zich, bij het ontwakennbsp;niets anders herinneren kon, dan alleen dennbsp;tekst. Evenwel maakte die droom zulk een indruk op haren geest, dat het denkbeeld vannbsp;plaats , en van het gelaat des Leeraars haar zoonbsp;levendig vüorstond , als of belden haar sedertnbsp;lang reeds waren bekend geweest. Zij verhaaldenbsp;des morgens haren droom aan hare gezelschaps-jufvrouw, • met bijvoeging dat zij voornemensnbsp;was , terstond na het ontbgt zich op weg tenbsp;begeven, om te beproeven of zij zulk eenenbsp;plaats in Londen konde aantrefien, al zoudenbsp;zq daartoe van het eene eind der stad tot hetnbsp;andere gaan.

¦ Zg gingen derhalve uit, alle kerken die zij op den weg voorbij gingen binnen tredende ,nbsp;doch geen derzelve beantwoordde aan haarnbsp;denkbeeld in den droom. Omtrent één uur nanbsp;den middag bevonden zij zich in het middennbsp;der stad, en begaven zich in eene herberg omnbsp;het middagmaal te houden, waarna zg zich we-

-ocr page 10-

— 10

derom op weg begaven om de onbekende plaats te zoeken.

Omstreeks half drie uur bevonden zij zich op cene zekere plaats , waar een menigte volksnbsp;denzellden weg scheen in te slaan , zij beslotennbsp;acht te geven waar deze heen gingen , mengdennbsp;zich daartoe onder hen, en werden zoo doornbsp;hen geleid tot in eene zekere kerk, die, zoodranbsp;Julvr. Tooly daar was binnen getreden, haarnbsp;deed verbazen en tpt de andere Julvr. zich wendende met verwondering deed zeggen, « dit isnbsp;dezelfde plaats die ik in mijn droom gezien heb.”nbsp;Niet lang hadden zij vertoefd , toen de Heer Scho-wer, den Leeraar dier kerk , den preekstoelnbsp;optrad, en zoodra zij hem aanzag , zeide zq metnbsp;nog grooter verbaasdheid: «dat is dezelfde mannbsp;die ik in mijn droom zag, en indien elke bijzonderheid van dezelve bewaarheid wordt, dan moetnbsp;hij tot zqn tekst nemen Psahn 116 vs. 7. «Mijne ziele keer weder tot uwe ruste, want denbsp;Heere heeft aan u wel gedaan.” ”

Toen de Leeraar tot het gebed kwam, was zij enkel aandacht, en bijna ieder woord trofnbsp;haar hart. Na het eindigen van het gebed, namnbsp;de Predikant tot zijne tekst de 4oo even gemeldenbsp;woorden uit den n6® Psalm. Deze leerrede wasnbsp;voor haar bij uitstek gezegend , en diende totnbsp;een middel in des Heeren hand, om haar tenbsp;leiden op den regten weg , ter verkrijging vannbsp;die ware zielerust, welke zq zoo lang te vergeefs gezocht had.

-ocr page 11-

• ■ ■


-ocr page 12-

Gedrukt en te bekomen bg M. WIJT, a 7 Ct. bij wien ook uitgegeven wordt :

1. nbsp;nbsp;nbsp;Levensgeschiedenis van peter eohbeck,

2e druk , naar het Hoogduitsch........ 15 »

2. nbsp;nbsp;nbsp;De Welbestede Stuiver, of de Bgbels dernbsp;arme Negers, 2» druk; naar het Engelsch. 10 »

3. nbsp;nbsp;nbsp;De Wever uit Welsh , 2e druk, naar

het Engelsch........................ 07|»

4. nbsp;nbsp;nbsp;De kleine bewoner van het Auvergésche

gebergte; naar het Engelsch.........10 »

5. nbsp;nbsp;nbsp;Arme Sara; of de Indiaansche Vrouw,

2e druk; naar het Engelsch..........07|»

6. nbsp;nbsp;nbsp;De Jonge Hutbewoonster, 2e druk; naar

het Engelsch........................22ï»

7. nbsp;nbsp;nbsp;Buitengewone Opwekking onder de kinderen in Elberfeld, 2e druk..........05 »

8. nbsp;nbsp;nbsp;De lersche Boer, naar het Engelsch.. 10 »

9. nbsp;nbsp;nbsp;Elizabeth Cunningham; eene ware Geschiedenis , 2e druk...................20 nbsp;nbsp;nbsp;»

10. nbsp;nbsp;nbsp;Geschied, van John Robins, de Matroos. 10nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»

11. nbsp;nbsp;nbsp;Uitbreiding van de Parabel der vgfwgze

en vqf dwaze Maagden...............10 »

12. nbsp;nbsp;nbsp;Het leven van Kolonel Jacob Gardiner. 17i»

13. nbsp;nbsp;nbsp;De Stroopers Dochter................10 »

14. nbsp;nbsp;nbsp;De Bode met goede tgding ........... 15 »

15. nbsp;nbsp;nbsp;Jansje Allan.......................... 15 nbsp;nbsp;nbsp;»