-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4-

lt;*r'- nbsp;nbsp;nbsp;(


^ / PJf Pk- - vi'-^vA

V. ,;■ . nbsp;nbsp;nbsp;:; jv^ -'A ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.k^ a •

^•;. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ .»'quot;•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4. ', K‘ ■■ , 'V . y; ,


«V • P - K

■v


.-V.


.' 4 / \t p/ I

,, ^ ........'^-I 'v'KA ..-A-' • ■ Al { ■' AA 'A

pPa-:'-,: ■■: nbsp;nbsp;nbsp;K1quot;-V\ ;/ 'a/:

^'4kA, A'-

/ ■gt;- nbsp;nbsp;nbsp;'a:'A:I;A' ■; -ff


'; ■''K:. A

- nbsp;nbsp;nbsp;*. Klt;» r, A : »


J, '


A.-t', '-yn 'tx.


^ X , ,

Agt;'


I-. t-v

y ' \ nbsp;nbsp;nbsp;/


; -a--KP'V-gt;- a : K

■■ nbsp;nbsp;nbsp;,. , A ' '^' ' quot;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'


,V'


-vAi- X


.\ '


v'iAlA lt;■■ nbsp;nbsp;nbsp;quot; x-; A'

...; i ‘t,. • ■ gt;.’ ' nbsp;nbsp;nbsp;i ri


\'

I ' '.,',


-‘m. nbsp;nbsp;nbsp;■ jl

' X ■ :

.'A


'■ 7-.


' nbsp;nbsp;nbsp;‘ -‘J A gt; -AA’ 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;y X *nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

• nbsp;nbsp;nbsp;^ ly ; \ ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 ■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 ,.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, '.j'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ::■


AA'-':-:-'


N: ■'/


A ■ . KA'


v; AK


-ocr page 5-

Ch-gt; fy

M. G U Y O T,

NIEUWE NATUUR-EN WISKUNSTIGEnbsp;VERMAAKLYKHEDEN,

Betrekkelyk den T^eilfleen de Getallen ^ de Ct-zigtkunde en Scheikunde, en eene meenigte anderen, nooit voor dezen innbsp;t lichc gegeeven.

Uit bet Franfcb vertaald, en met eenige Nieutxe Vermaaklykbeden en Aanmerkingennbsp;vermeerderd.

DERDE DEEL. Met Koperen Plaaten.

TE ROTTERDAM,

ly REINIER ARRENBERG^

M. DCC. L X X l K

-ocr page 6- -ocr page 7-

VOORREDE

7~\e byzondere begoochelingen, die de:

Gezichtkunde aan de hand geeft^ zyn buiten tegenfpraak , aangenaamernbsp;en vatbaarer voox verfcheidenheid, dannbsp;die van de yoorgaande Deelen,

Heze WetevfchchP is eene van de fraaU fie deelen der Natuurkunde, en zy heeftnbsp;het voordeel, dat alle de verfchynfelert,nbsp;welken zy verhandelt, eene onmiddelykenbsp;betrekking tot ons hebbn; zy is ook denbsp;ziel en de grondjlag der Perfpe^iefkunde , welke zoo noodzaakelyk is voor denbsp;volnmkmg der Schilder konst 4nbsp;H Is door behulp mn de Spiegelkundenbsp;mde Pfoorzigtkunde, dat men gekomertnbsp;is tot ds uitvinding van het geeftig eiinbsp;* anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ver-

-ocr page 8-

wm

IV VOORREDE.

vernuftig famenfiel van Kykers en Te-lescoopen, welken niet alleen ie onmeeU haare Hemelbollen , die over onze hoofden omwentelen ^ om zoo te fpreeken , onder ons bereik brengen maar ons ooknbsp;mieren hebben doen ontdekken, vannbsp;wier befiaan wy geheel onkundig waren.

Door behulp der Microfcoopen heeft zy ons verfchaft de ontdekking en be-fchouwing van eene ontelbaare meenigtenbsp;yerfchillende foor ten van onnagaanbaarnbsp;kleine Diertjes, die wy met ons blootenbsp;oog nimmer zouden ontdekt hebben.

Daarenboven heeft deze Wetenfchap de Natuurkundigen en inzonderheidnbsp;den beroemden Newton geleid tot hetnbsp;ontleeden der Lichtflraalen en tot hetnbsp;verklaar en van de oorzaak der Kleuren,nbsp;die 'er van afhangen. Na zulke ge-wigtige en buitengewoone ontdekkingen,

is

-ocr page 9-

Si


VOORREDE. y

U het mtuurlyk te denken, dat men in ftaat gefield wierd om deze Witmfchapnbsp;toepasfelyk te maaken op onderwerpennbsp;van louter vermaak.

En 't is dit 't welk Vader Niceron gedaan heeft in het geleerde Werk, datnbsp;hy ons over deze ftof heeft nagelaten,nbsp;waar in hy de vermaakelykfte begoochelingen^ die de Gezigtkunde vrtbrengen kan 3 zeer uitvoerig ontvouwd heeft.

Ik heb geoordeeld hier ccnige van die

zelfde onderwerpen te moeten verhandelen., zoo wel als verfcheidene Vermaak-lykheden van dit foort, die in laater tyd uitgedagt zyn, en ik heb 'er bygevoegdnbsp;eene meenigte anderenquot;, die opzettelyhnbsp;famengefteld zyn om te vermaaken ennbsp;om te doen zien, tot welke eene hoogtenbsp;deze Wetenfchap haare begoocheling voort-zetten kan.

En nadien het famenftelfel der Werk-

-ocr page 10-

^ VRRfcDE.

tuigen voor de P^ermaaklykheden , d men in 'dit Deel verzameld heeft, tennbsp;minfle eenige kennisfe van de Gezigtkun-de vorderen.) heb ik tevens qpgegeevennbsp;de grondbeginfeleu, die men noddzaake-lyk kennen moet, om in het uitvoerennbsp;dier Vermaaklykheden geene moeijelyk-heid te ntmoten. Voerders zullen zy ^nbsp;welken e'enen naauwkeuriger kennisfenbsp;Van die tVetenfclrap vertangOn, Ugtelyk

te rgt kunnen radken , in ie verfch-

lende IVerken, die zoo geleerd als uitvoerig over deze Jlof gefch'reven zyn, eewe ftof welke, zedrt verfcheidhe 'eeuwen-,nbsp;%et voornadme onderwerp geweefi is vannbsp;%e onderzoekingen der grootfte Natutir-

VER-

-ocr page 11-

VERKLAARING

DER

PL A ATEN,

I N D I T

TWEEDE DEEL bevat.

EERSTE PLAAT Bladz. 14.

I, II, III en IV. Figor. Deze dienen om de Vraagflukken en Voorfteiea der Gezlgtkunde te betoogen.

II. PLAAT. Bladz. 24,

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur; Het Bordpapier, waar op

men de regelmaatige Figuur geteekend heeft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Lynen, die getrokken zyn om het ongelykzydig Vieritancnbsp;te maaken en te verdeel en.

* 4 nbsp;nbsp;nbsp;illv

-ocr page 12-

S VERKLAARING ,

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figor. Waar op geteekend isnbsp;de onregelmaadge Figuur van de eerftenbsp;Vermaaklykheid.

_ I i. . .

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Gezigtspunt.

III. nbsp;nbsp;nbsp;PLAAT. Bladz. 32.

I en II. Figuur. De Lynen, die njen trekken moet om te verdeden hetnbsp;Bordpapier vab de vyfde Figuur, welknbsp;omgeyouwen gelegd wordt op het Planknbsp;je, vierde Figuur.

III. Fionim. De twee rpgthoekige Raamen, waar op men de twee regel-jnaatige Voorwerpen geteekend heeft.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;PLAAT. Bladz. 30.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Figuur, die men trekken moet om de zyde van den Kegel t^nbsp;verdeden.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Cirkel, waar in mennbsp;regtilmaatige Figuur geteekend heeft.

-ocr page 13-

DER P L A A T E N. 9

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Bordpapier, waatnbsp;op de onregelmaatige Figuur met haarenbsp;vcrdeelingen geteekend is.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Kegel ftaande opnbsp;zynen voet, en befloten in een glazennbsp;Kaft.

V. PLAAT- Bladz. 42^

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Lynen , die meanbsp;trekken moet , om den beweegbaarennbsp;Regel van de tweede Figuur van dezqnbsp;Plaat te verdeelen.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD, de Plank, waarnbsp;op het Werktuig gefteld is; Hl de ko-peren Regel, die verdeeld is, en beweeg-

' baar is in het punt G; EF het gedeelte van het Rad, dat in den Plank ingelaten is; NOP de kopere Cirkel, welkenbsp;bedekt het Rad, dat aant eind van dennbsp;Regel vaft is, en in welks middelpuntnbsp;het Rondfel is, dat vat in den Cirkelnbsp;= 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;EF;

-ocr page 14-

EF j LVX, het Papier, waar op men de onregelmaatige Figuur teekent.

. Figdor. EFG de Kegel van de vierde Vermaaklykherd , gezet op zy-nen Plank, en van binnen te zien; Hnbsp;het Gezigtspunt ftaande op zynen voet I*

HL Figuur. Het Wrktuig m te teekenen , ftaande op zynen Voet; nbsp;het Gezigtspunt} DGE het Raam,nbsp;verdeeld ip ruiten.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Kaft voor het doorfchy*nbsp;nend Kykaqe van de zesde Vermaaklyk.nbsp;heid.

VII.

-ocr page 15-

DER PLAATEN VII. PLAAT. BMz. 74.

I en II. Figuur. Getrokken Lynen voor de verklaaring der Voorftellen vannbsp;de Spiegelkunde.

III. Figuur. De Kaft voor de Einde-looze Laan ven agtfte Vermaaklykheid.

IV en V. Figuur. De gefchilderde Bordpapieren, welken in die Kaft gezetnbsp;worden.

VIII. PLAAT. Bladz. 8zi

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De driekoekige Kaft voornbsp;de negende Vermaaklykheid , waar innbsp;de drie gaten F aangewezen worden.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. DeszelFs grondteeke-ning; DD de plaats der Voorwerpen,nbsp;of gefchilderde Bordpapieren.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De vierkante of regt-hoekige Kaft van de tiende Vermaak*nbsp;Tykheid, met zyne doorfchynende gla-?en Kap.

IV.

-ocr page 16-

VERKLAAB-ING

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figdur. ABCD , de Grondtee-kening van een Onderwerp, dat op deanbsp;bodem van deze Kaft ftaac.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD, die zelfde Grond*nbsp;teekening, rondom welke is de herhaa-ling, die er door de wederkaatfing dernbsp;Spiegels van gemaakt worden.

IX. PLAAT. Bladz. 94.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het zeshoekig Paleis vapnbsp;de elfde Vermaaklykheid, onder welkenbsp;zyne grondvlakte is, waar op de plaatsnbsp;der Spiegels aangewezen zyn.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Kaft voor het Kykkaftjenbsp;met den hellenden Spiegel van de twaalfde Vermaaklykheid;, MN de Spiegel;nbsp;O het Glas, waar doormen befchouwtnbsp;de Gezigten, die op den grond van dezenbsp;Kaft leggen.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur De Kokerswyze ,Kyk-kaft, waarin de plaats der uitgefnedennbsp;Frenten aangewezen wordt.

IV.

-ocr page 17-

DR plaaten.

IV. Figdr. De Kykkaft met een hollen Spiegel; H de holle Spiegel.

X. PLAAT. Bladz. 102-

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figor. Het verdeelde Papiernbsp;waar op men teekent het regelraaatignbsp;Onderwerp van de veertiende Vermaak-lykheid.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. GCDB, het ongelykzy-dig Vierkant, waar op men overbrengennbsp;moet alle de trekken van het regelmaa-tige Onderwerp.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het toverkonftig Uurwerk , gezien van vooren en op zy;nbsp;LM de hellende Spiegel; E deLaade;nbsp;G de bekragtigde Naaide , die op denbsp;Wyzerplaat draait, vyfde Figuur, welke op den grond van dit Uurwerk ge-plaatft wordt.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;De Wyzer, die men legt in denbsp;Laade, en in wiens middelpunt de be-fcragtigde Naaide is.

XI.

-ocr page 18-

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figur. De CyfFer-Doos van denbsp;zeftiende Vermaaklykheid , met zynenbsp;Blaasjes EFGH, waar op de rigting dernbsp;bekragcigde Staaven, die er in beflotennbsp;zyn, aangewezen is.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. IL , deze Doos op dcnbsp;Tafel ftaande; PQRS de beweegbaarenbsp;Cirkels onder deze Tafel; MN de hellende Spiegel op den grond der Laadenbsp;geplaatft.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Die Laade en Tafel Innbsp;t Profil gezien.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De vier beweegbaarenbsp;Cirkels, waar op de CyfFerletters omgekeerd gefchreven zyn.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Plank, waar op mennbsp;zet het hellend Bordpapier van de agt-tiende Vermaaklykheid; DE de Gezigts.nbsp;punten, waar door men befchouwen

moet

-ocr page 19-

DBR PLAATEN. ',-fs

tnoet de Figuaren, die er op geteekend zya.

VI. Figdub. De twee Prenten, waat op men de regelmaatige Figuuren ge-teekend heeft.

VII en VIII. Figdr. De meetkon-ige Lyoea, die men trekken moet om het Bordpapier te verdeden.

XII. PLAAT. JSladz. 138.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figdr. De grondvlakte van denbsp;Doos met zeven zyden, dienende voornbsp;de negentiende Vermaaklykheid, en waarnbsp;op men de drie Kykers plaatft, Hde be-kragtigde Naaide befloten in het Bord*nbsp;papier, vierde Figuur.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figdr. Deze Doos, op wdkenbsp;de doorfchynende Koker Haat; N zynnbsp;Kapje, of Dekfel.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Fior. Eene der drie Kykem;nbsp; do hellende Spiegel', D de Kdter ^e

hen

-ocr page 20-

55 VERKLAARING

hem doet ryzen of daalen; A de door. lugtige Voet, door middel van vyelkenbsp;men in het binnenfte van de Doos zietnbsp;eene der Verdeelingen van den Cirkel,,nbsp;vierde Figuur.

V. Figuor. Het Stuk, dat infchuift In den Kyker van de cwintigfte Vermaak-lykheid; IM, NO, de hellende Spiegels , die er in befloten zyn.

VI Figuur. Deze Kyker en zyne uitgehaalde Koker.

XIII. PLAAT. Bladz. 172.

I. Figuur. De onbegrypelyke Kyker van de n-en-twintigfte Vermaaklyk-heid. ABCD zyn omgebogen Koker,nbsp;bevattende de vier hellende Spiegels,nbsp;O, P, Q gt; R i G en F de Kokers, waarnbsp;door men het Voorwerp befchoewt; Hnbsp;en I de beweegbaare Kokers, die vannbsp;een gefchoven worden, om er een on-doorzigtbaar Lighaam tusfchen te plaat-fen.

II.

-ocr page 21-

17

DEi PLAATEN.

II. nbsp;nbsp;nbsp;FiGR. CD en EF, de aanwy-zing der Openingen, die in het Befchotnbsp;gemaakt zyn ; H en I de twee hellendenbsp;Spiegels van de twee - en twintigftnbsp;Vermaaklykheid.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD Grondteekeningnbsp;van het Stuk, dat dient voor de drie-en-twintigfte Vermaaklykheid; de tweenbsp;Pyltjes wyzen aan de uitwerking van denbsp;wederkaatfing der Spiegels.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Dit zelfde Stuk ftaandenbsp;op zynen Voet.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD, Grondteekeningnbsp;Tan het Stuk, dat dient voor de vyf-en-twintigfte Vermaaklykheid; AD de Spiegels tegen elkanderen gelymd; de Pyltjes E, F, G, H wyzen aan de uitwerking der wederkaatGngen.

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Picuur; Dit zelfde Stuk op zynen Voet ftaande.

III. Deel.

-ocr page 22-

18 VERKLAARING XIV. PLAAT. Bladz. 175.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het voorfte van den Op-Ital van de Kaft, die dient voor de op-loopende Balletjes van de zes-en-twin-tigfte Vermaaklykheid; E de opening,nbsp;waar door men er van binnen in ziet.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het binnenfte van dezenbsp;Kaft; DE het Voortoneel, dat voor dennbsp;hellenden Spiegel CF geplaatft wordt;nbsp;van onderen is het hellend Vlak FG,nbsp;waar langs de Balletjes rollen.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Voortoneel geziednbsp;van vooren.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het hellend Vlak, gezien van vooren, en het Gootje, waarnbsp;inde Balletjes rollen, en waar aan mennbsp;eene Figuur geeft, die men wil.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het agtfterfte van deze

Kaft, en het Raderwerk, dat dient om

de Balletjes weder op te brengen.

XV.

-ocr page 23-

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Een der Armen, H denbsp;Klep, die het Balletje inlaat in hetnbsp;Bakje, dat aan t eind van den Arm vaftnbsp;is.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het Raam, dat dientnbsp;voor de oploopende Balletjes, met eenenbsp;dubbelde wederkaatGnge, voorzien vannbsp;zyne hellende yzere Draaden, waar opnbsp;de Balletjes rollen.

Be andere Figmren dienen om te t(e'-kenen de Bordpapieren van de agt en-ne-gen en twintigfte Fermaaklykheid , en daar genoeg verklaard.

gt; XVI.

-ocr page 24-

II. Figr. De modellen van de Werktuigen om te reekenen de wanftal-tige Figuuren van de agt en negen en-twincige Vermaaklykheid.

UI. Figuur. Het verdeelde Bordpapier, waar op men leekent het Voor


werp, dat in den naaldvormigen Spiegel van de dertigfte Vermaaklykheid moet gezien worden.

IV. Figuur. Delynen, die men trekken moet om de Verdeelingen te heB-ben, die op de vyfde Eiguur moeten overgebragt worden.

XVII.

-ocr page 25-

DER PLAATN. 21 XVII. PLAAT. Bladz. 218.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De geruite Spiegel.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Die zelfde Spiegel,nbsp;ftaande op zynen Voet; DEFG het Tafereel of Seberm; BC de Plank, waa?nbsp;op t een en ander ftaat.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Regel met een omge-bogen Hegt, die dient om de Driehoeken en ongelykzydige Vierkanten tenbsp;teekenen.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Grondteekening vannbsp;den geruiten Spiegel, waar op men denbsp;Figuur teekent.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Iedere Ruit van het Tafereel verdeeld in vcrfcheiden deelen.

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Cylinder-Spiegel;nbsp;E het Stuk, dat voor de Lamp gezesnbsp;wordt om de uitgedrektheid van denbsp;I-i?htftraaI te verminderen.

VIR

-ocr page 26-

22

VERKLA ARING.

VII. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Figuur, die getee-kend wordt om de plaatfen te hebbennbsp;van de evenwydige Lynen, die men opnbsp;den Spiegel reekenen moet.

VIII. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur Het verdeelde Papier,nbsp;7?aar op men de regelmaatige Figuurnbsp;trekt.

XVIII. PLAAT. Bladz. 238.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Cylinder, waar voornbsp;het regtftandig Tafereel geplaatll wordt,nbsp;dat in dien Spiegel moet gezien worden.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Om de uitwerking dernbsp;holle Spiegels te verllaan.

III en IV. Figuur. De fchyn van t Water in de Fles, die voor den hollennbsp;Spiegel Haat.

XIX.

-ocr page 27-

DER PLAATEN. 23

XIX. nbsp;nbsp;nbsp;PLAAT. Bladz. 254.

I. nbsp;nbsp;nbsp;Figr. Stand der twee hollenbsp;Spiegels van de vyf-en-dertigfte Ver-niaaklykheid.

II. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. D en I de punten, daarnbsp;de Geluiden zig vereenigen ; G hetnbsp;kleine Beeld, waartegen men fpreekt;nbsp;I de plaats, daar de Perfoon, die antwoordt, zig achter het Befchot plaatft.

III. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. EF de holle Spiegel 5nbsp;AB het open Befchot; C de verborgennbsp;Bloem; D het Vaasje waar op de Bloemnbsp;verfchynt; G het Gezigtspunt.

XX. nbsp;nbsp;nbsp;PLAAT. Bladz. 290.

I, II en III. Figuur. Deze dienen om aan te toonen de famenlooping cnnbsp;afvvyking der Lichtllraalen, wanneer zynbsp;door verfchlende MiddelftolFen heennbsp;gaan.

* *

-ocr page 28-

4 VERKLAARING

IV. Figr. De donkere Kamer van de negen - en - dertigfte Vermaaklykheid;nbsp;E het Glas , waar op men teekent; Hnbsp;de Doos; N de Spiegel; O de Koker,nbsp;waar in het Voorwerpglas is.

NB. Men beeft bier niet afgeteekend de kleine zwarte Laken - Tent, waarnbsp;mede men de Tafel bedekt y en waarnbsp;onder men met bet boofd zit.

V. Figuur. De Tover-Lantaarn; G zyn Kap; L de Lichten, die voor dennbsp;Spiegel geplaatft worden; MN de Ope-ningen , daar de gefchilderde Glazennbsp;doorfchuiven ; L, P en Q de drie Lens-wyze Glazen; R het Scherm.

XXL PLAAT. Bladz. 330.

I en II. Figuur. De twee Glazen, welken dienen om door middel van dennbsp;Toverlantaarn een Onweer of Storm t^nbsp;vertoonen.

quot;IIL

-ocr page 29-

is

eR plaaten.

ni. Figuur. De Schoorfteen voor den Tover - Lantaarn op Rook.

IV. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. ABCD de Kaft, waarnbsp;in befloten |is de Tover - Lantaarn, welke dient voor de vier en - twintigftenbsp;Vermaakiykheid; M de Spiegel die hetnbsp;Voorwerp te rug kaatft op den Rook;nbsp;AB het Glas, dat op- en neer en ge-fchoven wordt door middel van eenbsp;Koord, t welk buiten de Kaft hangt.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. De Tover-Lantaarn,nbsp;welke dient voor de vyf en veertigftnbsp;Vermaakiykheid; L de holle Spiegel,nbsp;beweegbaar op zynen Koker; RN denbsp;Openingen, waar door de Glazen ge-fchoven worden; Q de infchuivendenbsp;Koker, dienende om het Voorwerp innbsp;het Brandpunt te brengen, en deszelfsnbsp;grootte te bepaaien.

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Figuur. Het geruite Glas.

* ? VII.

-ocr page 30-

2(5 VERKLAARING

- VIL Figuur. ABCD Het Tovr-konftig Tafereel; G de Koker ftaande op zynen Voet H, waar in het geruitenbsp;Glas gezet is,

XXII. PLAAT. Bladz. 344.

I, II en III. Figuur. De doorfchy-nende Raampjes, waar op geplakt zyn de Papieren , waar op de drie tloofd-kleuren gefchilderd zyn.

IV, V en VI. Figuur, de uitwerking die zy vrtbrengen, als zy op malkan-deren gelegd worden.

XXIII. PLAAT., Bladz, 382.

I en II. Figuur. De twee Raampjes, welken dienen om de nacuurlyke fcha-keringen der Kleuren te zien.

III. Figuur. De uitgefnedene Kegel dienende voor het Oog-Mufic; F denbsp;Schroef, waar op dezelve ruit en het

Rad j

-ocr page 31-

DER PLAATEN. 27

Rad , waar in vat de Schroef zonder eind GH.

IV. Figuur. De Kaft , waar in op-gefloten is de Cylinder, alwaar men de Openingen ziet, waar voor agtervolglyknbsp;de Kleuren verfchynen, die betrekkingnbsp;kunnen hebben op de muGcaale Geluiden; O het Handvat, die den Cylindernbsp;doet draaijen en opgaan.

-ocr page 32- -ocr page 33-

NIEUWE

Natuur- en wiskonstige

VERMAAKLYKHEDEN.

P^an de verfchillende igcnfchappen van het Licht.

E T Licht is eene allerfynfte '^an db

il5 H IJ VuurftofFe, die in de Lugt en ia de ongemeeten ruimtenbsp;t Heelal verfpreid wordt; van hetnbsp;door dezelve worden wy de verfchillende Voorwerpen, die ons omringen, gewaar. De Lichtftraalen, die onophou-delyk en agtervolglyk uit de lichtendenbsp;Lighaamen uitvloeyen, of die van denbsp;wederkaatfende Lighaamen tot ons worden te rug gezonden, loopen door denbsp;verfchillende Vogten of VIoeyftofFen,nbsp;waar uit ons Oog beftaat, vereenigennbsp;zig en ftuiten op het Netvlies, doortnbsp;III. Deel. Anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;welk

-ocr page 34-

2 nbsp;nbsp;nbsp;Gezichtkonstige

vam welk zy niet kunnen heen dringen, en In'de^^'zY Ichilderen op het zelve niet alleennbsp;schappen beeld dier Voorwerpen, maar tevensnbsp;VAN HBx hunne verwonderlvke Kleuren. Deze

LICHT. . nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

indruk op het werktuig des Gezigts wordt onmiddelyk gevolgd van eene anderenbsp;gewaarwording, die,den geeft aandoende, denzelven kennis geeft van de kleur,nbsp;afftand en ftand der Lighaamen, dienbsp;dus op het Netvlies afgeteekend zyn.

De ftofFe des Lichts fchynt dezelfde te zyn als die van het Vuur, welke haarnbsp;voortbrengt; beiden branden en verlichten zy; het Vuur alleen brengt Me tweenbsp;uitwerkingen voort, en zo de eene nietnbsp;altyd met de andere gepaard gaat, ge-fchiedtdit, omdat zy dan niet van de zelfde omftandigheden vergezeld zyn.

De beweeging van t Licht is regt-ftreeks, zeer fnel en agtervolglyk; het heeft oneindig meer fnelheid (*) dan

het

(*) Die geduurige uitvloeijing der Lichtdeeltjes is niet zonder zwaarigheid; veele

Nstuur-

-ocr page 35-

Vermaaklyitheden.

het geluid , 't welk, volgens gedaane Van de

waarneemingen

eene'

schappen

VAN HEI

Natuurkundigen meenen, dat men de Licht- Licht.

flegts 90 Roeden inlEND?^^' . Eigen

ftraalen moet begrypen te beftaan uit een oneindig getal van kleine veerkragtige bolletjes , die zeer digt tegen een leggen; waarnbsp;door de beweeging, die er de lichtende Lig-haamen aangeeven, voor ons gezigt oogen-blikkelyk voortfnelt, en alleen dan als de af-ftand bepaald is. Deze mededeeling van beweeging , hoe fnel zy ook zyn mag, vereischnbsp;egter eene wezenlyke opvolging van oogen-blikken, wanneer de ruimte tusfchen het Lichtnbsp;en het oog zeer lang is. De herhaalde Schoknbsp;van het lichtende Lighaam , waar door zynbsp;voortgebragt wordt, gaat zeer fnel en agter-volglyk over van het eene bolletje tot hetnbsp;andere, even als de flag op een yvoiren balnbsp;oogenbliklyk overgaat tot den laatften van eenenbsp;ry zulke ballen , die tegen elkanderen aannbsp;leggen, zonder dat men eenigen tusfcbentydnbsp;bemerken kan tusfchen de beweeging, welkenbsp;men aan den eerften geeft en die welke denbsp;laatfte ontfangu

A 2

-ocr page 36-

Gezichtkonstige

Van de eeoe feconde doorloopt; daar het Licht in dien zelfden tyd oneindig grooter weg

Eigen- aflegt.

SCHAPPEN

VAN HST Naar maate de Lichtfliraalen zig ver-wyderen van de lichtende Lighaamea uit welken zy voortvloeijen, brengen zynbsp;minder Licht voort; vermits dan hetnbsp;zelfde getal van ftraalen grooter plaatsnbsp;beflaat; deze vermindering gefchiedt innbsp;eene omgekeerde reden van het vierkantnbsp;des afftands van het lichtend Lighaamnbsp;tot de Voorwerpen, die er door verlichtnbsp;worden ; waar uit volgt, dat van tweenbsp;gelyke Voorwerpen door eene kaars verlicht, dat gene het minfte verlicht wordt,nbsp;t welk er het verfte van af is (*_), t Isnbsp;ook hierom , dat de Starren , die zoonbsp;veele Zonnen zyn, zeer weinig licht op on-

onzen

(*) Zo de uitwerking van het Licht,,op nen voet affland van eene brandende kaarsnbsp;n is, zal zy op twee voeten aflland viermaal mfnder zyn, en op negen voeten afflandnbsp;negenmaal minder.

-ocr page 37-

Vermaaklykheden

onzen Aardbol verfpreiden, ter oorzaa-Van de

, nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;m jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yESSCHIL

ke van baaren verren afltand. nbsp;nbsp;nbsp;lende

Eigen-

De Vuurdeeltjes, waar uit het Lieht s^happew beftaat, zyn niet zoo fyn als die van denbsp;Magnetifche StofFe; dewyl de laatftennbsp;onverfchillig door alle Lighaamen heennbsp;gaan; t gene de eerften niet doen; Ofnbsp;misfchien zyn de deeltjes van de Magnetifche Vloeyftoffe buigbaarder , en dringen er gemakkelyker in; terwyl die vannbsp;het Licht integendeel, uit kleine veer-kragtige bolletjes beftaande, van dien aartnbsp;zyn, dat zy wederftuiten , als zy Lig-haamen ontmoeten, wier porin nietnbsp;gefchikt zyn om hen door te laaten ( * ).

De Straalen, die van de ion uitvloei-jen, bevatten (volgens de proeven van N ewton) in zig de zeven Hoofdkleuren

( ? ) Daar zyn Lighaamen , die fommige Lichtftraalen opflorpen of indrinken, en weder anderen te rug kaatfen, waar uit de Kleuren ontftaan.

A 3

-ocr page 38-

6 Gezichtkomstige VfN DE ren, het Blmult;wgt; Groene Geel. Oranje,

VERSCHID , n ^ nbsp;nbsp;nbsp;' . ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

i,ENDE Rood, Rurper en Violet', welken m eene donkere Kamer onderfcheidenlyk geziennbsp;LicHT.*^^ worden in het Beeld van een Prima,nbsp;waar door men deZonneflraalen laat heennbsp;gaan; de Lighaamen, meer of. min vannbsp;deze gekleurde Straalen opflorpende, ennbsp;anderen van zig afkaatfende, doen zignbsp;aan onze oogen op onder die kleur, welke uit de vermenging der te ruggekaatenbsp;ftraalen ontftaat (*).

De

(*) Hier uit fchynt te volgen, dat een Lighaam , t welk alleen gele en blaauwenbsp;ftraalen afkaaft, verlicht zynde, groen moetnbsp;fchynen , omdat het groen uit de vermenging van die twee kleuren voortkomt; hetnbsp;gene het ftelfel van dien geleerden Engelfch-man fchynt om ver te werpen, dat egter an-derzins door de ondervinding geheel fchyntnbsp;betoogd te zyn. Sommige Natuurkundigennbsp;hebben gemeend, dat er maar drie Hoofd,nbsp;kleuren waren, het Blaanw, Geel en Rood,nbsp;cn dat dezen voortgebragt wierden door dp

tus.

-ocr page 39-

VfiRMAAKLYKHEDEN.

De beweeging der bolletjes of ftraslen Van het Licht gefcbiedt in eene zuivere undenbsp;Lugt altoos in regte lynen; wanneer zy schampennbsp;tegen eenig glad ofgepolyft lighaam aan-

loopen, fluiten zy zoodanig te rug, dat zy den hoek van invallinge of flothoek,nbsp;gelyk maaken aan den hoek van weder-kaatOnge of fluithoek; zo zy Lighaamennbsp;ontmoeten, die uit hoofde van de gedaante van derzelver porin, hun eenennbsp;vryen doorgang geeven, dringen zy ernbsp;in, en breeken of buigen zig zoodanig,

dat zy zig van den loodlyn verwyderen, als zy uit eene digter of dikker middel-

flof

tusfchenplaatfing van Licht en Schaduw; dit ftelfel, t welk eenige Proefneemingen totnbsp;zyn voordeel heeft, is niet algemeen aangenomen, vermits het tot hier toe niet vol-doenend betoogd is; en men heeft zig totnbsp;heden toe gehouden by de ftelling van dennbsp;beroemden Engelfchen Natuurkenner; dienbsp;egter groot genoeg zyn zou, offehoon hynbsp;zig in deze zaak bedrogen hadde.

A 4

-ocr page 40-

8 nbsp;nbsp;nbsp;GezICHTKON STIGE

VAN DE flof overgaan in eene dunner ofyler nsid?

delftof, dog integendeel meer tot den fcHAwEN loodlyn naderen, als zy uit eene yler innbsp;VAN HET eepe digter middelftof overgaan.

XjiCHT*

BEPAALING.

De Befchouwing van het Licht, voor zoo verre het van de lichtende Lighaa-men, of verlichte Voorwierpen, die onsnbsp;omringen , regtftreeks en onmiddelyknbsp;tot onze oogen komt, noemt men Ce-zigtkunde ( Optica ).

Zo men het Licht befchpuwt, als kq-tnende van de lichtende Lighaamen of verlichte Voorwerpen, en door eenignbsp;gepolyft Lighaam of Spiegel tot onzenbsp;oogen te rug gekaatft, noemt men zulksnbsp;de Spiegelkunde ( Catoptrica ).

Waaneer men het befchouwt, voor zoo verre het tot onze oogen komt, nadat hetdqor Water, Glas of eenig ander doorfchynend Lighaam heen gegaannbsp;js, heet men het Doorzigtkunde (Dioptri-ffl).

-ocr page 41-

Vermaaklykheden. p

Daarenboven kan men het Licht ook van de befchouwen met betrekkinge tot de ver- lendenbsp;fchillende Kleuren , waar uit deszelfs fjafreFNnbsp;Straalen beftaan (*}, en tot de oorzaa-va^hktnbsp;ken welken die Kleuren voortbrengen.

VAN DE GEZIGTKUNDE.

Deze Wetenfchap, voor zoo verre zy Van ds ziet op het gene betrekkelyk is tot dexuND^quot;nbsp;Vermaaklykheden , welken men in ditnbsp;Werk zig alleen voprgefleld heeft, be-ftaat voornaamelyk om te doen kennennbsp;de manier van, op verfchillende opper-vlaktens, allerley foorten van Voorwerpen te teekenen, zoodanig dat zy, uitnbsp;een punt gezien zynde, aan ons oog

voor-

( *) Ydere Straal neemt den naam der Kleur aan die er door voortgebragt wordt, zondernbsp;nogthans wezenlyk gekleurd te zyn; maarnbsp;alleenlyk omdat zy op het zintuig van t Ge-zigt eene gewaarwording van kleur voortbrengt.

A s

-ocr page 42-

10

Ge ZiCHTKOjSt STICK

v/N PB komen te gelyken aan die, waar van zy gezigt-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ongefchikte afbeeldingen zyn ( * ).

' Deze Oppervlaktens kunnen vlak, bolrond of holrond zyn; zy kunnen ook in verfchillende ftanden geplaatst zyn tennbsp;aanzien van het punt, uit het welk mennbsp;de Voorwerpen , die er op vertoondnbsp;worden, hefchouwen moet.

Men moet voor een algemeen en vaft beginfel aanneemen, dat, op welk ee-

nen

( ? ) Het oordeel, dat wy over de grootte van een Voorwerp vellen, is een uitwerkfelnbsp;voortgebragt door de hebbelyke vsrgelyking,nbsp;die wy er van maaken met Voorwerpen vannbsp;eenen anderen aart, en waar van wy de af-meetingen kennen; de verflaauwing van denbsp;Kleur der Voorwerpen, waar door dezelvenbsp;minder en minder het oog aandoet, en hunne fchaduwen, die, naar maaten zy verdernbsp;afzyn , ook minder fterk worden,. brengennbsp;ook veel toe om ons te doen oordeelen overnbsp;hunnen afftand, en gevolglyk ook over hunne wezenlyke grootte.

-ocr page 43-

Vermaaklykhedew. It

.nen afftand, en in welk een ftand een Voorwerp geplaatst is, het altoos in onsnbsp;oog gefchilderd wordt in eene grootte.,nbsp;die evenredig is aan den Gczigtshoek,nbsp;onder welken wy het zien.

I. VOORSTEL.

Twee Voorwerpen van eene verfcbillende grootte, onder denzelfden boek gezien,nbsp;fchynen even groot.

Het oog geplaatft zynde in het puntpi,. i. A, wordt er, door ieder der Lynen DE **nbsp;en FG, die verfchillend van grootte, dognbsp;evenwydig zyn , gezien zynde ondernbsp;denzelfden hoek B AC,op het Netvlies eennbsp;beeld gefchilderd van dezelfde grootte,nbsp;en bygevolg in allen deele gelyk.

Indien in deze veronderftelling de Lyn FG tweemaal zoo ver af is van het Ge-zigtspunt A als de Lyn DE, zal zy ooknbsp;tweemaal zoo groot zyn, gemerkt dezy*nbsp;den AG en GF van den Driehoek AGF

even-

-ocr page 44-

la

Gezichtkonstige

evenredig zyn aan de zyden AE en ED van den Driehoek AED.

II. Voorstel.

Tisee Voorviirpen van dezelfde grootte y Op verfcbillende afjtanden van bet oognbsp;geplaatjt, fchynen niet even groot.

pt.i. Fig. a.

Zo men uit het punt A ziet, zullen de Lynen EF en GH, die even groot,nbsp;dog op verfcbillende afftanden van hetnbsp;punt A geplaatst zyn, ongelyk van grootte fchynen, gemerkt zy gezien wordennbsp;onder de Hoeken BAC en DAC, die nietnbsp;even groot zyn.

In deze veronderftelling zal de fchyn-baare ongelyke grootte van de twee Ly-uen FE en HG evenredig zyn aan de zydeo AF en AH, om reden by hetnbsp;voorgaande Voorftel gegeeven.

I. VRAAG-

-ocr page 45-

VerMAAKLVEHEDEN. *3

I

I. VRAAGSTUK.

Eene gegeeven Lyn, in verfcbeidene deeUn gedeeld zynde, te vinden de evenredigheid, waar in zy aan bet oog moet voorkomen op een l^lak, dat tusfchen betnbsp;gegeeven Gezigtspunt en bet oog gefield is.

Laat de Lyn AB gedeeld zyn in ver- Pt. r. fcheidene deelen hoedanig ook i C het **nbsp;Gezigtspunt. Trekt uit iedere Verdeelin.nbsp;ge AF, FG, GH, HB, deLynenAC,

, GC, HC , en BC, en belchryf Uit het punt C het gedeelte van den Cirkel AE j deel in twee gelyke deelen dennbsp;Hoek ACE, en laat door deze Lyn in hetnbsp;punt Y gaan de loodlyn XZ.

De Verdeelingen door de lynen, die uit het Gezigtspunt C voortkomen, opnbsp;de lyn XZ gemaakt, bepaalen de fchyn-baare grootte van die der gegeevene Lynnbsp;AB , overmits alle de Verdeelingen vannbsp;Lyn XZ, die evenredig zyn aan dienbsp;van de Lyn AB, onder denzelfden hoeknbsp;gezien worden.

II. VRAAa

-ocr page 46-

,14 Gezichtkonsti'ge

II. vraagstuk.

Eene lyn en een punt buiten dezelve ge-geeven zynde,zoo teverdeelen^ dat als zy uit dat punt gezien wordt, alle de Virdee-lingen even groot Jchynen.

Pr.. I. Fig. 4-

Laat erzyn eene Lyn AB, welke men wil verdeelen in zes deelen, die geziennbsp;zynde uit het punt C, even groot fchy-nen; trek de lynen CA, CB, en befchryfnbsp;op eenigen afftand het gedeelte van eennbsp;Cirkel DE; deel, het in zes gelyke deelen, en trek door de Verdeelingen, dienbsp;er door gemaakt zyn, de Lynen CF,nbsp;CG, CH, Cl en CL.

De zes ongelyke Verdeelingen AF, FG, GH, Hl, IL, LB van de Lyn AB,nbsp;gezien zynde uit het punt C, zullen ge-lyk fchynen aan malkanderen; omdat denbsp;hoeken, onder welken ieder der deelennbsp;van deze Lyn gezien wordt, even grootnbsp;zyn. Dezelfde uitwerking zal plaats hebben, offchoon het punt C in eenigen

an-

-ocr page 47-

m



-ocr page 48- -ocr page 49-

Vermaaklyhbdew. ij

nderen fland ten aanzien van de Lyn AB geplaatft wordt; en het zou nog hetnbsp;zelfde zyn, indien de Lyn AB, in plaatsnbsp;van regt, krom of gemengd ware.

OPMERKING.

De bier opgegeeven algemeene Beginfelen bebben insgelyks plaats omtrent P^erdeelin-gen^^die op platte oppervlaktens kunnennbsp;gemaakt worden; ook zyn zy voldoende totnbsp;verjtand van de volgende Vzrmaaklykbeden^nbsp;die tot de Gezigtkunde betrekking hebben.

EERSTE

-ocr page 50-

l Gezichtkonstise *

EERSTE

VERMAAKLYKHEID*

Op een platte Vlakte eene wanftaltige Figuur te befcbryven , welke, uit een punt luiten die Vlakte gezien, aan bet oog ge-lykvorniig Jibyrit te zyn aan eene gege-iiene Figuur.

SAMENSTEL.

PL. ll. Fig. I,

Trek op een Papier of Kaarteblad het Raam A BCD zoo groot als gynbsp;wilt, alleenlyk in acht neemende dat denbsp;zyden AB en CD grooter zyn dan denbsp;zyden AD en BC ; laat het, by voorbeeld, vier duimen lang en drie breednbsp;zyn; verdeel het in twaalf gelyke Vierkanten , en onderdeel ieder van dezenbsp;twaalf Vierkanten in vier andere Vierkanten

-ocr page 51-

VrMAAKLYKHEDEI?1 I?

ten (1); teeken op dit Raam naauw-keurig de trekken 'Van c gene gy op her Tafereel ongefchikt verbeelden wild.

Trek op een papier de Lyn ABj die onbepaald uitloopt in A ; merk aant p^. if,nbsp;eind van deze lyn, en boven bet punt nbsp;Bgt; het Gezigtspunt C1 en laat de lood-lyn CB vallen.

Merk op de Lyn AB bet punt D, ert trek uit het punt C tot het punt D denbsp;lyn CD. Trek op deze zelfde lyn CD,nbsp;en op een gepaften afftand van het puntnbsp;C, de lyn FG van dezelfde lengte alsnbsp;die BC, (eerfte Figuur), en laat zynbsp;tegtftandig zyn op de lyn CD, die de.1nbsp;zelve moet verdeden in twee gelykenbsp;deelen.

Trek uit het punt C tot de punten F en G de twee lynen CF, CG, voort.1nbsp;getrokken tot zy de Lyn AB ontmoeten

in

1

Hoe de Verdeelingen kleiner Zyn^ hoe het gemakkelyker is het Voorwerp naauW'nbsp;keurig over te brengen.

111. Deel. B

-ocr page 52-

18

Gkzichtkonstige

in dc punten H en I. De lyo, bevat tus-fchcn H en I, zal dan de lengte hebben, die zy moet hebben, ten einde het oog,nbsp;geplaatft in bet Gezigtspunt C, dezelvenbsp;zie in dezelfde grootte als de lyn FG,nbsp;die gelyk gemaakt is aan de breedte vannbsp;het Raam A BCD; t gene noodzaakelyknbsp;zoo zyn moet volgens de gelegde Grond-begjnfelen, wordende deze twee lynennbsp;gezien onder denzclfden hoek HIC.

Deel vervolgens de lyn FG in een gelyk getal van even groote deelen, als waar in gy gedeeld hebt de zyde BCnbsp;van het Raam ABCD (eerfte Figuur),nbsp;en trek uit het Gezigtspunt C tot de Lynnbsp;AB de lynen Cl, CL, CM, CN, laaiende dezelven naauwkeurig gaan doornbsp;die zelfde punten der Verdeelingen.

PL. 11. Fig. 3.

Trek op een ander papier de lyn AB gelyk aan de lengte van de lyn CAnbsp;(tweede Figuur), laat dezelve aan haarnbsp;eind B doorfneden worden door de onbepaalde loodlyn BC.

Breng de lengte CF van de lyn CA

(tweede

-ocr page 53-

t9

VeRMA AKLYKSED H.

Ctweede Figuur) over van het {Juijt B van deze Lyn AB tot het punt E. Doot-fny deze ]yn AB in het punt E door denbsp;regtftandige lyn Hl, die tot lengte hebben moet de lyn CD ( eerfte Figuur )nbsp;dat is de lengte van het Raam ABCD|nbsp;deze lyn moet ook in twee gelyke dee-len gedeeld zyn door de lyn AB.

Trek van het punt B tot de punten H en I de lynen BH en BI, voortgetrokken tot C en D.

Neem de afftanden, die er zyn C tweede Figuur) tusfchen ILDM en N, en breng die over op de lyn AB (derdenbsp;Figuur) van A tot in ILRfNO, en treknbsp;de lynen YZ loodlynig op ieder van allenbsp;die verfchillende Verdeelingen.

Deel de lyn CD in agt gelyke deele, en trek de lynen BG, BQ, bR, BS,nbsp;BT, BU.

Als deze Verdeeling volbragt is, zal de ongelykzydige Vierhoek CHDI verdeeldnbsp;zyn in zo veele Vierkanten als het Raanlnbsp;ABCD ( eerfte Figuur) en alle dezenbsp;B 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vet*

-ocr page 54-

20

Gezichtkonstig e

Verdeelingen, fchoon niet even groot, zullen aan het oog, geplaatll boven hetnbsp;punt B en op de hoogte BC (tweedenbsp;Figuur) toefchynen even groot en vannbsp;dezelfde gedaante te zyn als het Vierkant van her Raam ABC, gemerkt allenbsp;de byzondere lynen, die de Vierkantennbsp;van den ongelykzydigen Vierhoek CHDInbsp;maaken, onder denzelfden hoek geziennbsp;worden.

Om de Teekening, bevat in ieder der Vierkanten van het Raam ABCD, gemak-kelyk over te brengen in alle die Verdeelingen van het ongelykzydig Vierkant,nbsp;is t dienftig dat men de voornaamftenbsp;Verdeelingen er van nommert;ook moetnbsp;men oplettend zyn om alles met de ui-terfte naauwkeurigheid af te teeke-nen (*) gt; daarenboven moet men in

acht

( ) De manier om die wanftaltige Figuur af te teekenen verfchilt hier van die, welkenbsp;men vindt by Vader Niceron en by Ojanam,nbsp;omdat men geoordeeld heelt, dathetnaauw-

kcu-

-ocr page 55-

Ve R M A A K LY K H E D E N. 21

acht neemen, dat alle de regte lynen, die in het Raam befchre'ven zyn , insge-lyks regte lynen zyn in het ongelykzydignbsp;Vierkant, zoodanig dat men , op dat ongelykzydig Vierkant de uiterfte puntennbsp;van die foorten van lynen merkende,nbsp;dezelven met een liniaal van het eenenbsp;punt tot het andere trekken kan: en watnbsp;betreft de kromme lynen, men zal kunnen opmaaken welke Figuur men haarnbsp;geeven moet uit de punten, daar zy denbsp;Verdeelingen van het Raam doorfnyden,nbsp;en men moet haar zoodanig ook op denbsp;Verdeelingen van het ongelykzydig Vierkant teekenen.

keuriger was de afteekening, die men wil overbrengen zoodanig te plaatfen , dat denbsp;voornaamfte ftraal van het gezigtpunt loodly-nig valle op het middelpunt van de afteekening , die veronderfteld wordt in FG geplaatst te zyn.

OP-

-ocr page 56-

*2 Gezichtkonstige

opmerking.

Men moet in acht neemen, dat het Ta-jfereel op papier, waar op men die wanjlal tige Figuur teekent, op een boute Raamnbsp;wel gefpannen zy, ten einde deszelfs Oppervlakte zeer gelyk en vlak zy ; ook dientnbsp;men dezelve juijl te zien uit bet genomen Genbsp;zigtspunt ^ en bet is zelfs dienjlig dat mennbsp;op het eind van de Afteekening een kleinennbsp;koperen Cirkel plaatje, waar in een gat isnbsp;van twee of drie Unien middellytis, en dienbsp;op een voetje ruji', dan zal men door dienbsp;yig. 4. opening de zoo byzondere ah aangenaamenbsp;begoocheling zien van dit gezigtkonjlignbsp;Stukje.

AANMERKING.

De afitand van het Gezigtspunt tot de Figuur of Afteekcning is willekeurig;nbsp;EO men het Gezigtspunt digt by de Afcee-kening neemt, is het Voorwerp wanftalcinbsp;ger dan wanneer het er verder af is,nbsp;de Voorwerpen langer worden en

isig

-ocr page 57-

VeRMA AKLYKHEDEN. 23.

zig verder uitftrekken naar CD ; waar uit volgt, dat, wanneer men die Stukjes uitvoeren wil op de muur van eennbsp;gang of gaandery,men zig regelen moetnbsp;naar de lengte of uitgeftrektheid , dienbsp;gegeeven is om het Voorwerp te fchilde-ren. Deze Stukken, wel in t groot over-gebragt, zyn zeer aangenaam en fchynennbsp;zoo veel te buitengewooner, omdat hetnbsp;oog, dezelven niet dan by gedeeltensnbsp;kunnende befchouwen (wanneer men innbsp;gaanderyen , waar in zy uitgevoerd ftaannbsp;wandelt *) er niets van onderkent, waar

door

(?) Daar zyn, in het Kloofter der Minnebroederen van de Koninglyke plaats te Fa-rys, verfcheiden Stukken van dit foort van Gezigtkunde in t groot gefchilderd, langs denbsp;gantfche lengte van het Kloofter door Vadernbsp;Niceron, die eene uitmuntende Verhandelingnbsp;over dit onderwerp gegeeven heeft. Mennbsp;ziet er onder anderen eene Magdalena, dienbsp;de nieuwsgierigheid der Liefhebberen dage-lyks tot zig trekt; dog deze Stukken, die

B 4 nbsp;nbsp;nbsp;zeer

-ocr page 58-

Gezichtkonsti ge

door men het minfte denkbeeld kan maa-ken van bet gene men zien moet, als het oog in het punt geplaacft is, alwaar zynbsp;hunne verwonderlyke uitwerking doen.

zeer veel door den tyd geleden hebben , zyn ongelukkig ijiet behoorlyk onderhouden.

TWEE'

-ocr page 59-


III

-ocr page 60-

.'n.'


RW



- nbsp;nbsp;nbsp;'W^

r V

j I .

i


ft-

, '/''


' t

J



1- gt;-

.i- '

.- -A. nbsp;nbsp;nbsp;5

4



f gt;' 'ff- lt;; nbsp;nbsp;nbsp;.,lt;



i'


r.


1

Ji


a


t' ':.!


'quot;1 ?

a I
-ocr page 61-

Vermaaklykheden. 25

TWEEDE.

VERMAAKLYKHEID.

op een Tafereel eene wanftaltige Figuur teekenen, die uit twee tegenoverge-Jlelde gezigtspunten gezien zynde, aannbsp;bet oog twee verfcblende Voorwerpennbsp;vertoont.

S A M E N S T E L.

Bepaal de grootte van de wanftaltige Figuur, die gy uitvoeren wik, dienbsp;den hier veronderflek lang te zyn tweenbsp;voeten en breed eene voet; breng dezenbsp;lengte over op de Lyn AB, van A tot Fig. i.nbsp; i verleng deze lyn van wederzyde totnbsp;in C en D, en regt de Loodlynen CFnbsp;en DG op, tot de hoogte van omtrentnbsp;3 duimen; trek de lynen AF en BG; deelnbsp;Bynbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de

-ocr page 62-

26

Gezichtkonstige

de tusfchenwydte AB in 6 gelyke deelen in de punten S, of in zoodanig een getalnbsp;van deelen als gy wilt, en trek uit denbsp;twee Gezigtspunten F en G de lynen FSnbsp;en GS, welken op die zes Verdeelingennbsp;vallen o: laat vallen de Loodlynen.

Breng vervolgens den afftand GB van G in H, en dien van FA van F in I, ennbsp;trek de twee Lynen BH en AI, die Unbsp;bepaalen zullen de breedte van de tweenbsp;Voorwerpen, welken gy op dat Tafereel verbeelden wilt, waar van het eenenbsp;moet gezien worden uit het punt F, ennbsp;het andere uit het punt G, en waar vannbsp;de ongelyke Verdeelingen, die door denbsp;lynen GS en FS gemaakt zyn, bepaalennbsp;zullen die,welken beantwoorden moetennbsp;aan de afgefcheidene en hellende deelennbsp;van de wanfl:altigeFiguur,de welke het oognbsp;zien moet uit de Gezigtspunten F en G.

Fig. *

Deze eerfle bereiding gedaan zynde, zoo trek het Raum A BCD van dezelfdenbsp;lengte als de lyn AB van de voorige Figuur , en van omtrent zes duimen breedte;

-ocr page 63-

27

Vermaaklykhedeit.

te; deel het zelve in twee gelyke deelen door de lyn FG, voortgetrokken tot innbsp;H en I, volgens den afftand, die er isnbsp;van C tot A en van D -ot B.

Trek op dit Raam ABCD de evenwy-dige lynen LM, in acht neemende, dat zy op dezelfde afflanden van malkande-ren af zyn als die, welken getrokken zynnbsp;op de lengte AB van de eerde Figuur.

Trek uit de vier hoeken van het Raam ABCD de lynen Al en BI, zig vereeni-gende in het Gezigtspunt I, en die CFI,

PH , die in het andere Gezigtspunt H te famenkomen ; deze lynen zullen opnbsp;het Tafereel, door de doorfnypunten XY.nbsp;bepaalen de fchynbaare hoogte van hetnbsp;Voorwerp.

Deel vervolgens de lengte AB en CD in zoo veele gelyke deelen, als gy goednbsp;oordeelt , en trek uit deze punten vannbsp;Verdeelingen de lynen NI n NH.

Trek vervolgens op een papier de twee Raamen FGHf, LMNO, die U Fig. 3.nbsp;dienen moeten om er op te teekenea de

twee

-ocr page 64-

Gezichtkonstige twee verfchillende Voorwerpen, welkennbsp;gy op dat wanftaltig Tafereel vertooaennbsp;wilt; geef aan ieder dezer Raamen denbsp;hoogte XY (tweede Figuur) en denbsp;breedte HB (eerfte Figuur); deel hunne hoogte FH of LN volgens de Verdee-lingen van de lyn XY (tweede Figuur),nbsp;en hunne breedte Hl of NO volgensnbsp;die van de lyn BH (eerfte Figuur.)

Fig. 4.

Na deze twee Voorwerpen, zoo naauw-keurig als mogelyk is, op de boven aangewezene Verdeelingen geteekend te heb. ben, zoo neem een Plankje ABCD ofnbsp;een Stuk bordpapier van de grootte vannbsp;het wanftaltige Tafereel of Raam ABCDnbsp;(tweede Figuur) en trek er op de lynennbsp;LM, die beantwoorden aan de Lood-lynen, die van ieder punt O ( eerftenbsp;Figuur) zyn nedergelaten. Deze lynennbsp;moeten vry diep getrokken zyn, om denbsp;vouw te kunnen behouden van het hiernanbsp;te melden Bordpapier.

28

Fij. 5-

Neem een zeerfyn Bordpapier ABCD, van omtrent derdehalve voeten lengte

en

-ocr page 65-

29

Vermaaklykheden.

en zes duimen breedte, en trek er op naar de breedte evenwydige lynen, ver*nbsp;wyderd vanelkanderen volgens de afftan-den AO, OS, SO enz. ( eerfteFiguur),nbsp;die gy de eene na de anderen neemennbsp;moet met een pasfer op de hoek Lynnbsp;AB (eerfte Figuur).

Deel dit Bordpapier naar de lengte in twee gelyke deelen door de lyn XY,nbsp;en merk op, dat het moetzynin de ruimtenbsp;bbb, enz. waar in gy teekenen moet denbsp;wanftaltige Figuur van het Tafereel,

welke gezien moet worden uit het punt F, en in die vanccc, enz. dat gy afcee-kenen moet die , welke uit het punt Gnbsp;moet gezien worden.

Trek op ieder van deze tusfchenruim-tens de deelen van de ongeftippelde lynen van het Raam ABCD (tweede Figuur)nbsp;en welken in de punten H en G uit-loopen.

Trek vervolgens op dat Bordpapier alle de trekken van de twee Voorwerpen,nbsp;geteekend op de Raamen (derde Figuur)

-ocr page 66-

go

GEZICHTKONStiGE

guur}, in acht neemende alle de Verdc-lingen, tot welken zy behooren.

Als d it wanftaltige Schildery geheel af is, zoo vouw dat Bordpapier op denbsp;daar op gemaakte Verdeelingen, indier-voegen , dat ieder Verdeeling S naarnbsp;den eenen, en iedere Verdeeling O naarnbsp;den anderen kant gevouwen zy;en plak hetnbsp;geheel op een plankje , zoodanig dat denbsp;vouw van de zyde daar het Bordpapiernbsp;niet befchilderd is, beantwoort aan iedere groef, die op dat plankje gemaakt is; leg op dat Bordpapier eenignbsp;gewigt, dat het vafl houdt tot dat de lymnbsp;of ftyffel droog zy ; laat het eindelyknbsp;zoo gefteld worden, dat het zes van dienbsp;Verdeelingen vertoonen kan aan de Ge-zigtspunten F en G.

UITWERKING.

Om de Voorwerpen van dit Tafereel inet meer naauwkeurigheid te onder-fcheiden, moet men er op zetten C ge-

lyk

-ocr page 67-

VeRMA AKtTKHEDEN. gt

lyk op dat van deeerfte Vermaaklykheid) twee Cirkels met een gat er in, en juiftnbsp;geplaatft in de bepaalde Gezigtspunten;nbsp;als men dan het oog op eene van dienbsp;plaatfen houdt, zal het er zien de gedaante van de twee Voorwerpen, die mennbsp;heeft willen vertonnen, en het Tafereel, van vooren gezien zynde, zal zoonbsp;wanftaltig voorkomen, dat het niet moge-lyk zyn zal er iets op te kennen, of tenbsp;onderkennen.

AANMERKIN G.

Dit Tafereel verfchilt van dat van de eerjle yermaaklykbeidin de famenJtelling,voor zoonbsp;verre dat de Verdeelingen op hetvoanjlal-tige Tafereel getrokken, dienen om die vannbsp;de twee f^oorvoerpen , die men vertoonennbsp;voil, te regelen; ook is bet bezwaarlykernbsp;uit te voeren; maar bet beeft het voordeelnbsp;van meer verwondering en heguicbeling tenbsp;veroorzaaken; met een weinig oplettenbeidnbsp;egter zal men bet gemakkelyk vinden; mennbsp;behoeft Jlegts een weinig handigheid te hebben

-ocr page 68-

32

Gezichtkonstig

len om bet liniaal en den pasfer lt;tbel t bejlieren, en al bet gene boven befcbreverinbsp;is naauvokeurig in acht te neemen.

Om deze J'oorten pan gedaanten:veranderingen fcbielyker uit te voeren, kan men ook de trdeelingen van het Tafereel op eennbsp;Bordpapier trekken, en 'er een doorfcby-nend papier op leggen, waar op men denbsp;Voorwerpen teekenen moef, dat Birdpapiernbsp;kan dan dienen om allerley gedaante - ver wisnbsp;felingen op die manier te volvoeren.


DER-

-ocr page 69- -ocr page 70-

. v 'siquot;


:r,..


,cS . 'V .V-V


,r .1


t' gt;


\

r.


-ocr page 71-

VeRMAAKLYKHEDEN. 33

CS*gt;

DERDE.

VERMAAKLYKHEID.

op d buitenfte Oppervlakte van een Kegel eene onregelmaatige Figuur te hefcbry-ven , die , uit een punt van deszelfs verlengde As gezien zynde^ regelmaatignbsp;zig voordoet.

SAMENSTEL.

Bepaal de middellyn van den Kegel ABC, die men hier veronderftelt tenbsp;zynvier duimen middellyns, en die der-Figi i.quot;nbsp;halven ten minflen agt of tien duimennbsp;hoogte hebben moet.

Trek op een papier den Cirkel ABC, n laat zyn middellyn gelyk zyn aan die ^nbsp;van den grondfteun van den Kegel; b-Cnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchryf

-ocr page 72-

34-

Gezichtkonstige

fchryf er in de vyf Binnencirkels 2, 3, 4, 5 en 6, en de zes Middellynen 17,nbsp;18, enz, even ver afftandig van elkan-deren ; teeken p dien Cirkel hec Voorwerp , dat gy vercoonen wilt.

Neem met een pasfer den afftand AB Plg- van de zyde van dien Kegel, en befchryf,nbsp;met deze opening van den pasfer, uit hetnbsp;punt F, het onbepaalde gedeelte van eennbsp;Cirkel GH en zyn Straal FG; breng opnbsp;dit gedeelte van den Cirkel de twaalfnbsp;Verdeelingen van den Cirkel ABCnbsp;(tweede Figuur) en trek de lynen ofnbsp;ftraalen Fi, F2, F3, enz.

Verleng den As van den Kegel ( eerfte Figuur) tot het punt P , van zynen topnbsp;v^f of zes duimen afftaande; en trek uitnbsp;dit Gezigtspunt P de lynen Pi, Pa, P3,nbsp;enz, welken de zyde AB van den Kegelnbsp;verdeden zullen in zes ongelyke deelen,nbsp;en de helft van zyn grondlleun in zes ge-lyke deelen.

Neem den afftand van den top van den Kegel A tot ieder van die zes deelen,

en

-ocr page 73-

Vermaaklkheden. 35

n breng denzelven over op de flraal FG r derde Figuur) en trek de Cirke!nbsp;boogen 2, 3, 4, j en 6.

Deze bewerking gedaan zynde, zal het gedeelte van den Cirkel (derdenbsp;Figuur), waarop dat wanftaltig Voorwerpnbsp;moet geceekend zyn, zoodanig verdeeldnbsp;zyn, als behoort, om er in over te brengen de teekening, die in iedere Verdee-jing van den Cirkel ABC ( tweede Fi-bevat is Q* ).

Het Voorwerp, dat op den Cirkel(twee-de Figuur) geteekend is,overgebragt zynde op het gedeelte van den Cirkel (derde Figuur), moet men het naauwkeurig plakken op een Kegel van Kaartepapicr vannbsp;dezelfde afmeetinge, en in acht neemen,nbsp;dat de trekken, die op de zyden of ftraa-

len

(*) Als men deze Teekemngen toeftelt, moet men er 200 veel Verdeelingen in maa,nbsp;ken als raogelyk is; zulk brengt zeer veelnbsp;tos om het Voorwerp neten volkomen te vemnbsp;toonen.

C 2


-ocr page 74-

?5

Gezichtkontige

len FG eu FH zyn, zeer juift ovcreeir gekomen.

OPMERKING.

tlt;fadien bet, om de uitvoerking van deze foort van 'Konftflukjes voel te zien, nood-zaakelyk is, dat bet oog niet alleen ge-flaatfl zy in den verlengden As van dennbsp;Kegel-, maar ook juijl op den qfjtand, dienbsp;boven deszelfs top genomen is, moet mennbsp;dezen Kegel op een vierkanten bouten Voetnbsp;plaatfen; waar op een glaze Kaftje ABCDnbsp;ftaat, waar in van hoven een gat Fis, omnbsp;bet Voorwerp, dat op den Kegelgeteekendnbsp;is, te zien.

SA-

-ocr page 75-


-ocr page 76- -ocr page 77-

VeRMAAKLYKHEDEN. 37

SAMENSTEL.

Van ten gefcbikt Werktuig om een wanjlal-tig Voorwerp gemakkelyk te teekenen op de oppervlakte van eenen Kegel, zonder dat men eene van de lynen, die innbsp;de voorgaande Vermaaklykbeid aangewezen zyn, beboeft te trekken.

Bepaal eerft de grootte van den Kegel, waar voor gy dit Werktuig maaken wilnbsp;wiens grondfteun men veronderstelt te ynbsp;zyn AB, de zyde BC, en de As DC, i.nbsp;welke As verlengd is, tot E, alwaar hetnbsp;Gezigtspunt geplaatft is.

Deel in een zeker getal van gelykedee-len (*) het gedeelte van den Cirkel AD, die uit E als middelpunt moet be-fchreven zyn, en trek een lyn uit iedernbsp;punt derverdeelingetothet Gezigtspunt

E,

(* ) Men heeft in de Figuur op de Plaat maar twaalf Verdeelingen gemaft, om flegtsnbsp;tot een voorbeeld te dienen,

C 3

-ocr page 78-

Gezichtknstige

3*

*

E, welke lynen de zyde AC vaa den Kegel moeten verdeden in twaalfnbsp;ongelyke deden; die niettemin gelyknbsp;fchynen, als zy uit het punt E gezien worden, gemerkt alle de hoeken , welkennbsp;door die lynen gemaakt worden, gelyknbsp;zyn.

Neem een kopere Liniaal Hl, dat aan den kant, daar de Verdeelingen zyn,nbsp;dun moet uitloopen even als een Rapporteur^ die men in de Mathematifchenbsp;Inftrumentkokers heeft ; laat er in ditnbsp;Liniaal een gat zyn L , waar van hetnbsp;middelpunt gaat door de lyn, welke mepnbsp;met dit Liniaal trekken kan, en laatnbsp;er aan deszelL uiteinde H een ander gatnbsp;zynom er in te zetten het Rondfel M.

Breng eerft op hec Liniaal over, gaande van H naaf L, de Verdeelingen, welken gelyk zyn aan die, welken op dennbsp;Braai DA .gemaakt zyn door de lynen,nbsp;die (volgens de opgegeevene famenftel-ling) voortkomen van de punten dernbsp;yprdeelinge van het gedeelte van den

Cirkel

-ocr page 79-

39

VeRMAAKLYKHEDEN

Cirkel AFen in het Gezigtspunt E uit-loopen

Neem vervolgens alle de ongelyke Verdeelingen, welken door die zelfdenbsp;lynen gemaakt zyn op de zyde CA vannbsp;den Kegel (zie de eerfte Figuur}, ennbsp;breng dezelven over op dit Liniaal, beginnende van het middelpunt of gat Lnbsp;naar I.

Maak vervolgens dit Liniaal vaft op het Plankje ABCD (t} (tweede Figuur, laatende dezelve beweegen van Vnbsp;naar X ; onderzoek welk gedeelte vannbsp;den Cirkel EF de zyde H van die

Liniaal

(?) Deze Verdeelingen moeten genom-merd zyn , gelyk de Figuur aanvyyft; men kan ook naauwkeurigheidshalve een grooternbsp;getal roaaken.

(*) Men moet dezelve vaft maaken door middel van een fchroef, geplaatll in het puutnbsp;L, die te gelyk het middelpunt moet zynnbsp;van den getanden Cirkelboog F.

C4

-ocr page 80-

40 Gezichtkonstige

Liniaal doorloopt, geduurende dat de laatfte Verdeeling, die by I gemaakt is,nbsp;van haare zyde doorloopt een gedeeltenbsp;van den Cirkel, dat gelyk is aan dennbsp;geheelen omtrek van dien Cirkel, dienbsp;den grondfteun uitmaakt van den Kegelnbsp;BAC (^eerfte Figuur) waar van BA denbsp;middellyn is.

Wanneer gy dat gedeelte van den Cirkel opgemerkc hebt, zoo maak hetnbsp;Stuk of het gedeelte van het Rad EFnbsp;en verdeel het in dertig tanden, waarnbsp;van er vier - en - twintig moeten beflaannbsp;de ruimte, die gy bepaald hebt- Ditnbsp;gedeelte van een Rad moet vatten in eennbsp;klein Rad of Rondfel van vier-en twintig tanden, dat gefteld is op de plaats vannbsp;de eerfte Verdeeling by het punt H.

Dit Rad moet bedekt zyn van een kleinen koperen Cirkel NOP , van denbsp;grootte van den grondfteun van den Kegel, en deze Cirkel moet draaijen ('l')

en

(*) Dit Rad moet dan op zig zelve geheel

rondquot;

-ocr page 81-

VerMAAKLKHEDEN. 4

en voortgetrokken Worden naar R en Q, wanneer men de Liniaal Hl, naar denbsp;eene of andere ;zyde doet beweegen.

GEBRUIK.

Dit Werktuig in t geheel zoo toegefteld zynde, al de tweede Figuur vertoont,nbsp;zoo teeken op een papieren Cirkel, ternbsp;grootte van den grondfteun van den Kegel een fchets van het Voorwerp, datnbsp;gy op de oppervlakte vertoonen wilt,nbsp;en plak het op den koperen Cirkel NOP.

Leid vervolgens het Liniaal op alle de punten, waar uit de trekken van de Tee-kening beftaan, en merk dezelven agter-volglyk met een potloot op het papiernbsp;Z, dat gy onder het end LI van het be-weegbaare Liniaal geplaatfthebt, in achtnbsp;neemende de betrekkelyke Verdeelin-gen van de twee zyden van het Liniaal

ronddraaijen , tcrwyl dat Liniaal doorloopt de ruimte of boog van den Cirkel VX.

-ocr page 82-

4 Gezichtkonstigb

aal C * ) j en dat men dezelven digt by de Liniaal teekene; dit gedaan zynde,nbsp;zoo zal uw Voorwerp zoodanig gemaaktnbsp;zyn, als het moet zyn, op dat het wan-ftaltige Voorwerp volkomen gelyk fchynenbsp;aan dat, t welk op den Cirkel NOP ge-teekend is, wanneer men naamelyk eennbsp;kaartpapieren Kegel bedekt met het papier of gedeelte van den Cirkel GVI,nbsp;en het oog dan boven dien Kegel plaatftnbsp;p den af (tand CE (tweede Figuur);nbsp;t gene ligt te begrypen is uit de manier,nbsp;op welke dit Werktuig famengefteld ennbsp;verdeeld is.

(*) De Verdeelingen op beide de zyden van de Liniaal moeten genommerd zyn.

VIER-

-ocr page 83- -ocr page 84-

■ 'i' \Vgt;


t- .


'■\ '«vV-

;., nbsp;nbsp;nbsp;.■ •quot;•■ ■ -:; t

•1 nbsp;nbsp;nbsp;t

■ J.. .- ' nbsp;nbsp;nbsp;^

1

■ 1:'

;; ,7s:-v:

, -■ / ■

/'

l

i :

y-

)

i

-A 'r

i . t:..... ......

I ï^ gt;

•r. V : »i3


-ocr page 85-

VeRMAAkyKH EDEN 43

VIERDE

vermaaklykheid.

op de binnenjte oppervlakte van een Kegel eene voanjialtige Figuur te befcbry-ven, die niet alleen regelmaatig fcbynt, maar zg ookverbeft binnen dezen Kegel,nbsp;wanneer zy gezien wordt uit een punt,

buiten zyn As genomen.

SAMENSTEL.

Nadien de meetkonftige manier, die men hier zou kunnen opgeeven,nbsp;om die Figuur zoodanig te maaken alsnbsp;men hier voorftelt, zeer lang en zeernbsp;moeyelyk is, ter oorzaake van de vef*nbsp;fchillende kromme lynen, die men opnbsp;de binnenfte oppervlakte van dezen Kegel noodzaakelyk zou moeten trekken,nbsp;heeft men beter geoordeeld een eenvoudig

-ocr page 86-

44

Gezichtkonstige

dig middel aan te wyzen, met zig te bedienen van een brandende Lamp. Dezenbsp;manier kan insgelyks dienen om wanftal-rige Voorwerpen op aller ley foortennbsp;van onregelmaatige Oppervlaktens tenbsp;teekenen, van wat gedaante zy ook zynnbsp;mogen-

Pl. VI. Fig. I.

Laat EFG zyn de Kegel , waar in men teekenen moet eene wanftaltige Figuur, die, gezien zynde uit het puntnbsp;H, regelmaatig en in alle deelen gelyknbsp;fchynt aan die, welke geplaatft zou zynnbsp;in NM. Zet dezen Kegel in eene rondenbsp;opening, gemaakt in een Tafeltje ABCD,nbsp;dat op vier kleine Voetjes ruften moet,nbsp;op dat het punt van den Kegel niet zounbsp;raaken op de Tafel, waar op men hetnbsp;plaatft; zet op t eind van dit Tafeltjenbsp;een Voetje I, om er op te plaatfen eennbsp;kleinen koperen Cirkel, waar in een gatnbsp;H zyn moet van twee linien middellyns,nbsp;t welk voor het Gezigtspunt dienennbsp;moet.

Neem een Lamp A, waar van men

het

-ocr page 87-

VeRMAAKIYKHKDN. 4y

het licht hooger of laager fchuiven kan naar goedvinden; maak er een koperennbsp;Bengel B aan, en aan dezen eene Buisnbsp;D in gedaante van een geknotten Kegel,nbsp;waar van de opening naar de zyde vannbsp;vlam maar van drie of vier linien mid-dellyns zyn moet.

Teeken (*) het Voorwerp, dat gy in het binnenfte van dien Kegel vertoonennbsp;wilt, opeen ftuk glas, welks hoogte isnbsp;de Lyn MN, dat is de fchynbaare hoogtenbsp;van den middellyn EF van den grond-fteun van den Kegel EFG, als hy uit hetnbsp;punt H gezien wordt; plaats het regt-ftandig op het Tafeltje in F, dat is opnbsp;den kant van den Kegel.

Dit zoo toegeruft zynde, zoo neem den Voet, waar op het Gezigtspunt Hnbsp;ftaat, weg, en plaats den bovengemel-den Lamp in diervoege, dat zyn licht

net

C * ) Men moet het zeer ligt en fyn reekenen , en zig van eene zeer donkere kleur bedienen.

-ocr page 88-

46

Gezichtkonstig b

net zy op die zelfde plaats H, en dat deze ftraalen door het Glas Hl heennbsp;gaande, en de gantfche binnenfte Oppervlakte van den Kegel verlichtende,nbsp;daar orregelmaadg afteekenen het Voorwerp, t welk op dat Glas geweeft is.

Volg met een potloot naauwkeurig alle de trekken , welken de fchaduwdiernbsp;Teekening op den Kegel teekent, ennbsp;dan het licht wegneemende, zoo plaatsnbsp;het Gezigtspunt H; ziet of het genenbsp;gy geteekend hebt, gelykvormig zy aannbsp;het Voorwerp, dat op het Glas verbeeldnbsp;is, en verbeter de ongeregelde trekken,nbsp;die er in zyn mogeen.

Kleur vervolgens uw Voorwerp, dat dus in den Kegel geteekend is, met allenbsp;mogelyke naailwkeurigheid, beziende telken? uw werk door het Gezigtspunt,nbsp;voordat gy er de laatfte fchaduwen aannbsp;geeft.

UIT-

-ocr page 89-

47

Vekmaaklykhedsm.

UITWERKING.

Als men de Figuur , die in het bin-nenfte van den Kegel geteekend en afgezet is, befchouwt, zal zy verfchynen op dezelfde plaats, daar men het Glas MNnbsp;gezet heeft, en in dezelfde gedaante alsnbsp;die, welke op het Glas gemaakt is; hetnbsp;oog zal meenen dezelve te zien bovennbsp;de Oppervlakte zelfs van het Tafeltje,nbsp;waar in de Kegel EFG hangt; het genenbsp;eene verfchyning geeven zal zoo verwon-derlyk als aangenaam.

OPMERKING.

Deze manier van de wanftaltige Figuu-ren door middel van een Lamp en een on-doorjcbynend Glas te teekenen , kan met voordeel voor alle onregslmaatige Figuu-ren, melken men moeijelyk vuiskonJHgnbsp;zou kunnen teekenen ; men kan zelfs denbsp;Voorwerpen i die men op bet Glas geteekend beeft, met kleuren dfzetten en fcba-duwen even als die, welken men voor denbsp;Toverlantaarens maakt , ten einde op denbsp;wanfialtige Teekening denfcbyn van Kleuren U hebben.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V Y F-

-ocr page 90-

48 Gezichtkonstig

lt;lt;amp;])?

V Y F D E

VERMAAKLYKHEID.

gt;

Een Landfcbap of eenig ander Vnrnx^rp gemakkelyk en naawvokeurig te teekenen^nbsp;zonder dat men zig van de regels dernbsp;Perspedtief behoeft te bedienen, en zonder behulp van een donkere Kamer.

SAMENSTEL.

PL. VI. Fig. 3.

Neem een BordpapiereDoos ABCD^ lang omtrent anderhalf voet, ennbsp;van gedaante als eene geknotte Pyrami-de, waarvan de Grondfteun BDGF agtnbsp;duimen lang en zes duimen breed is.nbsp;Maak er aan een Buis E van vier of vyfnbsp;duimen lengte , die men meer of minnbsp;naar vereisch uit deze Doos uithaaiennbsp;kan. Bekleed dezelve van binnen met

zwart

-ocr page 91-

49

Vermaaklykhedek.

Ewart papier, en ftel haar op een houten Standaard of Voet H, waar op zy doornbsp;middel van een Scharnier en Beugel kannbsp;ryzen of hellen naar goedvinden.

Maak een klein hout Raampje ABCD, pig. 4. datgy met zwarte zyde Draaden berygennbsp;moet, op een duim afftand van elkande-ren, zoodanig dat er agt en - veertig ge-lyke Vierkanten in komen; deel dezenbsp;Vierkanten in nog kleinder Vierkantennbsp;door dunner zyde Draaden plaats ditnbsp;Raampje in de zyde BD, den grondfteunnbsp;van deze Pyramide.

Neem een 1'eeken - Papier , dat in even zoo veel Vierkanten verdeeld isnbsp;als het Raampje, door Lynen, die er metnbsp;potloot zeer fyn opgetrokken zyn. Hetnbsp;doet er weinig toe van wat grootte dezenbsp;Vierkanten zyn; dit hangt geheellyk afnbsp;van de grootte, welke gy geeven wilt

aan

( * ) De verfchillende dikte der zyde Draaden dient om gemakkelyker de betrekking der Vierkanten te kennen,

III. Deel. D

-ocr page 92-

50 Gezichtkonstige

aan het Voorwerp, dat gy voorhebt met dit Werktuig te teekenen.

uitwerking.

Indien men, dit Werktuig regt voor een Voorwerp ftaande, door de Buis ofnbsp;Kyker heen ziet, en als men op het Papier, dat in Vierkanten verdeeld is, tee-kent het gene aan'het oog fchynt bevatnbsp;te zyn in ieder der Vierkanten van hetnbsp;Raam, dat er in gezet is, zal de Tee-kening, die men er van gemaakt heeft,nbsp;in dezelfde evenredigheid zyn als hetnbsp;Voorwerp zig aan het oog voordoet,nbsp;wanneer het gezien wordt van de plaats,nbsp;waar in men zig gefteld heeft om te teekenen.

Als men de beweegbaare Buis E uit-of infchuift, zal men eene groote of kleen-dere uitgeftrektheid van het Voorwerp zien.

GE-

-ocr page 93-

51

VERMAAKLYKHEDEn.

GEBRUIK.

Plaats dit Werktuig regt over een Landfchap of een ander Voorwerp, datnbsp;gy wilt afteekenen, fteekende den Stan1nbsp;daard of Voet, waar op het ruft in dennbsp;grond zoodanig, dat het niet waggelennbsp;kan,' draai het naar den kant, die u dien-ftigis, doet hetophefFen of helien, treknbsp;de Buis min of meer uit, en ftel hetnbsp;zoodanig, datgy, kykende door de Buis,nbsp;het Voorwerp, waar van gy de Aftee-kening maaken wilt, in eenen voordeelinbsp;gen en aangendamen ftand befchouwt.

Plaats nbsp;nbsp;nbsp;ter zyde van dit Werk

tuig, 't welk gy op de hoogte van uw ooggefteldhebt, en, door hetzelve heennbsp;ziende by gedeeltens alle de Voorwerpen , die in ieder Vierkant van het Raamnbsp;bevat is , zoo breng dezelven over in

de

1

Men kan zig bedienen van die draag-baare Zitbankjes of Stoeltjes, die men toe-vouwt, en die uit drie yzere roeden beftaan.

D 2

-ocr page 94-

Gezichtkonsige

de Teekenitig op ieder Vierkant, dat op het papier geteekend is, en dat er be-trekkelyk toe is; als dan zult gy eenenbsp;naauwkeurige en waare Afteekening hebben van het Voorwerp, dat gy wildenbsp;nabootzen; en zo gy flegts een weinignbsp;fchilderen of teekenen kunt, zult gynbsp;een zeer fraaye Schildery hebben, waarnbsp;op alle de Voorwerpen in hunne juiftenbsp;evenredigheid zyn zullen.

OPMERKING.

Men kan door dit zelfde middel allerley foorten van l^oorvoerpen teekenen , alsnbsp;Latid/chappen , Gzeigten , Gehowwen,nbsp;enz- zelfs Perfoonen ^ in acht neemende ^nbsp;dat zy zig in eenen bekvoaamen Jtand ennbsp;boudinge, en op eenigen affland van betnbsp;Werktuig zeer Jtil houden moeten.

VAN

-ocr page 95-

VerMAAKLYKHEDEN. J3

VAN D E

PERSPECTIEF.

De kennis van de Regelen der Per-fpeStiefis eenevandewezenlykfte deelen der Schilderkunde, en brengt ernbsp;al het verwonderlyke van voort; zy isnbsp;onvermydelyk noodzaakelyk in de Schil-deryenof Afteekeningen van Gebouwen.,nbsp;en van Landfchappen: men kan ten op-zigte van dezen niet afwyken van de regelen , die zy voorfchryft, of het oognbsp;ontdekt er terftond gebreken in: zynbsp;komt ook zeer te pas in de onderwerpennbsp;van de Gefchiedenis; maar, nadien hetnbsp;niet zeer mogelyk is met den pasfer altoos in de hand te werken, als mennbsp;door het vuur der verbeeldinge en geeftnbsp;gedreven wordt, zoo moet het oog vannbsp;den Schilder, die genoeg van deze wetenschap kent, dezelve leiden, en de naauw-D 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;keu-

-ocr page 96-

54

Gezichtkonstige

feeurigheid der Regelen te gemoed komen, welken het onderwerp, dat hy behandelt, niet akyd toeftaat flipt ennbsp;regelmaatig te volgen.

In de Toneel Vercieringen van den Schouwburg neemt men dezelven naauw-keorig in acht, en t is hier door dat zynbsp;zulke groote uitwerking doen , en dienbsp;aangenaame verwondering in ons verwekken , vooral wanneer die onderwerpen voor t overige met konft en fmaaknbsp;in hun foort behandeld zyn; als dan be-fchouwt men met verwondering diegroot-fche Paleizen, waar van alle de deelen,nbsp;door hulp der Perfpedtief, en door de gelukkigen famenloop en' overeenftemmingnbsp;van licht en fchaduwen, fchynen tenbsp;naderen of zig te verwyderen, te ryzennbsp;of te daalen. Men befchouwt met eennbsp;gelyk genoegen die Tuinen en Planta-gien die uitgeftrekte Boschennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;waar

in

( *) Het Bosch van Dodone van den Ridder Ssrvandoni is een meefterftuk van dit foort.

Een

-ocr page 97-

Vermaaklykheden. SS

ia het oog, op eene aangename wyze weidende, zig fchynt te verliezen.

Alle deze fchoonheden is men aan de PerfpeSlief verfchuldigd, welk ons leertnbsp;op doek te verwonen alle de verfchillen-de Voorwerpen der Natuur, zoodanignbsp;als zy dezelven op den grond van on?nbsp;oog fchildert; t gene als dan dezelfdenbsp;verwondering en beguicheling verwekt*

Deze

Een gedeelte van de verfchillende Toneel-vercieringen van onze Schouwburgen, welken Tuinen, Bosfchen of Landfchappen ver-toonen, maaken geen grooter uitgeftrektbeid, dan die, welken Paleizen verbeelden; denbsp;Schermen bedekken elkanderen, en het ge-zigt is dan zeer bepaald. Men zon deze gebreken gemakkelyk verhelpen , indien mennbsp;op den grond van het Toneel verfcheidennbsp;ontwerpen van doorlugtige Vercieringen plaat-fe, die voor malkander uitftaken; en indierinbsp;men de voorfte Schermen breeder en zoodanig maakte, dat men ze gedeeltelyk kon toe-{laan om die te laaten zien , die er agter ge-plaatft zyn.

D 4 nbsp;nbsp;nbsp;'

-ocr page 98-

Gezichtkonstige

Deze wetenfchap beftaat ook daar in, dat men de Voorwerpen weet af te zetten of te kleuren, naar geraden van hunnen afftand; hoe zy verder afftandig zyn ,nbsp;hoe meer hunne kleur moet deelen innbsp;die lugt, die tusfchen dezelven en hetnbsp;oog is, en hoe ook defchaduwen mindernbsp;moeten afgefneden zyn; hoe zy integendeel digter zyn, hoe de Tinten natuurly-ker en fterker zyn moeten : men kan zignbsp;van deze waarheid overtuigen als mennbsp;let op de Uitwerking van eene donkerenbsp;Kamer, die de gedaante en kleuren vannbsp;alle de Voorwerpen der Natuur naauw-keurig vertoont.

ZESDE

-ocr page 99-

VerMAAKLYKHEDEN. 57

ZESDE

VERMAAKLYKHEID.

Het doorfcbynend Kykkajije.

aat op zeer wit en fyn papier een door Teekening of Prent drukken, zoo

Het

als men gemeenlyk in de gewoone Kyk- kykkast-. kaftjes zet; en verkies er die voor, wel-ken, ten opzigte van de manier, waarnbsp;op de Voorwerpen in verfchiet of Per-JpeEtief gQteekend zyn, de grootfte uitwerking doen. Plak dezelve met haarenbsp;kanten op een Raam van dezelfde grootte, en zet ze af; dog neem in acht,nbsp;dat gy 'er de ligtfte en geene aardagtigenbsp;kleuren toe gebruiktnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gy

her-

C) Men kan om deze Prenten met Wa-terverw gf te zetten gebruiken het vioeibaare

D 5 nbsp;nbsp;nbsp;Ser.

-ocr page 100-

Gzichtkonstige

HBT

poos

SCHY

VEND

herhaalde reizen die plaatfen dekt, daar de Schaduwen van c Graveerfel t fterkftenbsp;KKKAsr-zyn C13; eindelyk, dat gy de Tintennbsp;of kleuren naar vereisch doet verminderen , en zwakker worden vooral innbsp;dingen, die zig in t verfchiet zien laa-ten.

Pt. VI.

Fig.

De Prent met die voorzorgen afgezet zynde, zoo plaats dezelve in het Kaftjenbsp;ABGD , waar van de opening EFGHnbsp;een weinig kleener moet zyn dan denbsp;Prent; plaats in deze opening een Glas,nbsp;en verw zwart de kanten, die bevat zyn

tus-

Berlynsch - Blaauw, den Chineefchen-Inkt, het Carmin, de Gum Gutta, de Saffraan, hetnbsp;JVatergroen, het Roet, enz.

1

Om dezelve af te zetten, moet men ze pp een glas leggen, en ze opgeregt voornbsp;zIg houden, om ze door de Zon te kunnennbsp;verlichten; men kan ook de Prent van beidenbsp;de zyden, datfs van vooren en van agterennbsp;kleuren.

-ocr page 101-

55gt;

Vermaaklykheden

tusfchen die Glas en de Prent, dewelke het^^ twee of drie duimen hoog zyn moet. sch-Maak in de agterzyde van dit Kaflje,nbsp;die agter de Prent is, en welke men Ja.nbsp;omtrent vier duimen hoog neemen kan,nbsp;een Deurtje, waar aan gy van binnennbsp;hangen moet vier of vyf kleene Blakertjes om *er Kaarsjes in te zetten, en bekleed voorts het gantfehe Kaftje van binnen met blik, om het zoo veel meer lichtnbsp;te doen geeven.

UITWERKING.

Wanneer deze Prent tusfchen de brandende Kaarsjes en de voorfte opening van de Doos ftaat, en er geen andernbsp;licht in de kamer is, zal de uitwerkingnbsp;van zulke Kaftjes zeer aangenaam zyn omnbsp;te zien, vooral zo de Lichten op behoor-lyke afftanden van elkanderen ftaan ennbsp;tiiet te fterk zyn, zoodat zy geen vlaknbsp;of fchynfel van zig zelven op de Prentnbsp;maaken.

OP-

-ocr page 102-

o

Gezichtkonstige

Het

DOOR-

SCHY-

NEND

Kykkast

JE.

opmerking.

Men moet deze Prenten, in verbeelding van ze door/cbynender te inaaken, niet ver-nis/en, dit zou te weeg brengen^ dat mennbsp;de trapwyze afneeming der Kleuren nietnbsp;zou bemerken. Het Raampje moet fcbuifs-gewyze op zy in bet Kajlje fchuiven, opdatnbsp;men er verfchillende Hzrtooningen ^ denbsp;eene na de andere, in zou kunnen zetten.

ander samenstel.

Dit verfchiU van bet voorgaande daar in, dat het Kaftje dieper is, en dat denbsp;Teekening ftaat op twee Raampjes, waarnbsp;van op het eerfte , dat van een Glasnbsp;voorzien is, de Prent ftaat, van welkenbsp;men de Lugt heeft uitgefneden; terwylnbsp;op het tweede, dat een duim agter hetnbsp;eerfte ftaat, een doorfchynende Lugtnbsp;of Hemel is. De Prenten, die een opkomende of ondergaande Zon vertoonen;nbsp;zyn wel het aartigfte; en dezelfde Hemelnbsp;Jcan voor verfcheide onderwerpen dienen;

-ocr page 103-

Verma aklykheden. Sr

nen; men heeft dan alleen het voorfte Raampje te veranderen. De Prenten, schy-die een Brand verbeelden, doennbsp;eene fraaye uitwerking ( l).

( I ) Men heeft, hier te Land, zedert weinig jaaren , de Liefhebbers van dit foort vannbsp;Vermaaklykheden in zoodanige Kaftjes, innbsp;plaatfe van p Prenten, op groote vierkantenbsp;Stukken Glas allerley Perfpeieven zien vertoo-nen , die er met Olyverw op gefchilderdnbsp;zyn , met drie of vier Glazen agter elkander,nbsp;waar van op ieder Glas een gedeelte van het

PerJpeBief gekhMed ftaat, dog zoodanig dat die gedeeltens in een vallen en aan het oognbsp;als een PerJpeBief z\g voordoen. Men vindtnbsp;dezelven by fommige Italiaaners te koop; zynbsp;geeven, indienjzy wel uitgevoerd zyn. Verlicht zynde , een zeer fraaye vertooning,nbsp;maar zy komen duur te ftaan. Men heeft innbsp;nabootfing van dezelven ook Schilderyennbsp;gemaakt, die in.een vergulden Lyft gezet,nbsp;en van agteren verlicht zynde, in Kamers ennbsp;Zaaien opgehangen, eene zeer goede uitwerking doen , en fchier voor Luftres kunnennbsp;verfttekken.

OP-

-ocr page 104-

lt;5agt; Gezichtkonstice

HET nbsp;nbsp;nbsp;OPMERKING.

POOR-

ken D^r moeten tvoeejleuven en fcbuiven in zoodanig een Kaftje zyn, om er een tweedenbsp;Prent in te kunnen plaatfen, voordat mennbsp;de eerfte 'er uitneemt ^ opdat men de Lichten , die in 't Kaftje op den grond ftaan,nbsp;niet zou zien kunnen.

ZE-

-ocr page 105- -ocr page 106- -ocr page 107-

Vermaaklykheden, 63

ZEVENDE

VERMAAKLYKHEID.

mgt; mgt; cHc$gt;c$ lt;m lt;m

Het verlichte Kykkaftje.

en kan hier toe een Kaftje maaken hette-


M'


LTCHXB

van dezelfde gedaante als dat van kykkast

devoorgaande Vermaaklykheid; dog men J*

neeme in acht, dat men het getal der Lichten moet vermeerderen, en dat mennbsp;Prenten moet neemen, die bekwaam zynnbsp;om uitgefneden , en verlicht of geill~nbsp;mineerd te worden C 2 )

Men

( 2 ) Tot dusdanige Illumineer - Prenten zyn het beft gefchikt die, welkentgezigt geevehnbsp;van lange wyde Straaten, metgroote Gebouwen, vol Glazen en met Toorntjes; en waarnbsp;in men verlichte Koetfen ziet ryden. Vreugdenbsp;Vuuren branden. Vuurwerken affteeken enz.

of

-ocr page 108-

Gezichtkonstige

ET VER- Men fnydt of hakt, met kleine Beitelt* Kkkast- jes, Holpypjes of andere Werktuigjes,nbsp;alle de plaatfen uit, door welken men wilnbsp;dat Licht en heen fchynen en flikkeren zullen , of die, alwaar zy afge-teekendzyn, als men een Prent neemt,nbsp;die eene Illuminatie vertoont; en mennbsp;neemt in acht, dat men de klcinftenbsp;Beiteltjes gebruikt om die gedeeltensnbsp;van de Prent uit te hakken , welkennbsp;het verltein het PerfpeSlief am.

Deze Prenten moeten in verre na zoo doorfchynend niet zyt, als die van denbsp;voorgaande Vermaaklykheid,- het Papiernbsp;integendeel, waarop zy gedrukt zyn,nbsp;moet zeer dik of liever dubbeld zyn, ten

einde

of van Tempels, die men vanbinnen verlicht 2iet. Men kan het cerfte foott ook merkelyknbsp;verfraaijen met in de Lugt derzelven Sterretjes en een Maan uit te hakken; die, verlichtnbsp;zynde, een zeer fraayen en natuurlykennbsp;avondftond verbeelden.

-ocr page 109-

Vrmaaklykheden. j

einde men maar zeer weinig van de tee- Het ver-kening der Prent zelve zou kunnen zien- kykkastquot; Men zet ageer dezelve dun doorfchynendnbsp;Papier, dat gevernift en met Saffraan-Water ligt geverwd is; dog met dit Waternbsp;moet men zwaarder dekken die plaatfen,nbsp;welken regt over deze Prenten komennbsp;moeten, en di het verfle af fchynen inbsp;deze voorzorg is niet noodig , als denbsp;Illuminatie maar eenen en denzelfdennbsp;Voorgevel van een Gebouw vertoont.

OPMERK LN G.

Men kan deze verlichte Prenten ook in de gewoone Kykkajtjes zetten, maar, nadien bet Oogglas , voaar door men in dezennbsp;ziet, de Voorwerpen verbaazend vergroot,nbsp;Zoo wordt bet Licht, dat door de uitge-Sneden en dotrjcbynende plaatfen been komt,nbsp;als dan zeer verzwakt; alzoo bet een veelnbsp;grooter ruimte beflaat, waar door de lee.nbsp;vendigbeid van t Licht, die zeer noodzaa^nbsp;kelyk is om de Natuur na te bootfen ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bet

-ocr page 110-

66

Gezichtkonstige

HET VER- /jef verrukkelyke 'er van te vertoeven, zeer KYKKAsr- vermindert C*) Indien men egter dezenbsp;IE- Prenten door middel van een Vergrootglasnbsp;zien wilde, zou men den bellenden Spiegel,nbsp;waar van men zig in dat foort van Kjh'nbsp;kajljes bedient, niet moeten gebruiken, maarnbsp;de dooorfcbynende Prent onmiddelyk voornbsp;iet Glasplaatj'en , zonder welk men dezelve

niet

(*) Men vindt hedendaagfch by de Lief* hebbers zeergefchikte Kaftjes; waar in mennbsp;de Illumineer-Prenten, zoo wel als alle anderenbsp;Vertooningen, ook met holle Spiegels ziennbsp;laat, die het gebrek hebben-van de Prentennbsp;wat hol te vertoonen, en er de gebrekennbsp;van zeef zigtbaar te maaken; dog die andersnbsp;een verwondcriyke uitwerking doen, en eennbsp;verrukkelyk gezigt geeven. De beroemdenbsp;Konftwerker Kley te Rotterdam maakt zulkenbsp;Kaftjes van Mahognie-hout, die zeer fraaynbsp;en tevens zeer gemakkelyk en gefchikt zynnbsp;voor allerley Vertooningen, Illumimtisn,nbsp;Schimmen enz , met holle en- vlakke Spiegels.

-ocr page 111-

VeRMAAKLYKHED EN. (J?

niet dan door voederkaatzing zou kunnen verlichten, t welk bet licht zeer verftaau^nbsp;wen zou.

VAN DE

SPIEGELKUNDE.

Deze Wetenfchap leert ons kennen

de verfchillende Wederkaatfingen Spiegki,-die de Lichtftraalen ondergaan , als zy van eenig Voorwerp op gepolyfte Opper-vlaktens vallen en tot onze oogen te rugnbsp;keeren, of't gene het zelfde is, op watnbsp;plaats ftaat een Voorwerp t welk wy innbsp;eenen Spiegel zien, wanneer ons oog innbsp;een zekeren (tand gefteld is.

De ondervinding leert ons, dat een Lichtftraal, tot onze oogen door eenennbsp;Spiegel te rug gekaatft, den hoek van zynenbsp;wederkaatOnge gelyk maakt aan zynennbsp;hoek van invallinge; het welk echter al-E 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;leen

-ocr page 112-

68

Cezichtkonstige-

Van d leen moet verflaan worden van vlakko, KUNDE. J'ol en bolronde Spiegels; de Paraholi-Jcbe of alle andere gedaantens van Spiegels hebben niet die zelfde eigenfchap-pen

I. VRAAGSTUK.

Den ftand van een punt van eenig f^nor-voerp bekend zynde , mitsgaders de plaats van waar bet moet gezien worden, tenbsp;bepaalen bet punt van een vlakken Spiegel , waar in bet verjcbynen moet.

Pl. V!I. Fis- I.

Laat AB de Spiegel zyn, die het Licht van het Voorwerp D te rug kaatft totnbsp;het Gezigtspunt C, en waar op men hetnbsp;punt van wederkaatOnge vinden wil; laatnbsp;uit het punt D vallen de Loodlyn DEnbsp;verlengd tot in F, dat is tot EF gelyknbsp;is aan DE; trek vervolgens uic bet ge-zigtpunt C tot het punt F de Lyn CF,nbsp;welke, vallende op de Oppervlakte vannbsp;den Spiegel in het punt G, het puntnbsp;van wederkaatfinge bepaalt van het

Voor.

-ocr page 113-

VermA AKLYKHEDEN. 6g

KUiNDC.

Voorwerp D , gezien uit het punt C, dat is de plaats, daar het oog het zien spiegel.nbsp;zal, ftaande in het punt C.

Wanneer men de Lyn DG trekt, is het uit de aangewezene Samenftellingnbsp;ligt te zien, dat de hoek CGA gelyk isnbsp;aan' den hoek FGB ; en nadien dezenbsp;mede gelyk is aan den hoek DGB , zoonbsp;volgt, dat de hoeken van invallinge ennbsp;wederkaatfinge CGA en DGB aan elkan-deren gelyk zyn.

GEVOLG.

Uit dit Betoog volgt, dat het Voorwerp D zoo diep moet gezien worden in of agter den Spiegel AB, als het zelvenbsp;fir van af ftaat, dewyl de Lyn DE gelyk is aan EF de afftand van het Gezigts-punt C, tot het Voorwerp gezien in Fnbsp;gelyk aan de Straalen CG en GD, ennbsp;de twee zyden DG, GE van de Driehoeken DGE en FGE mede gelyk zyn;nbsp;waar uit volgt, dat de afftand v^n hetnbsp;E 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oog

-ocr page 114-

70

Gezichtkonstige

Van de

SiFGEL

KUNDB.

oog tot eenig Voorwerp, dat agtervol-gelyk door verfcheidene Spiegels te rug kaatft worde, gelyk is aan de fom van ge.nbsp;alle de invallende en wedergekaatfte ftraa-len, door welken wy het zelve zien.

II. VRAAGSTUK.

Het Gezigtspunt en het punt, naaar in men ixil dat een Hlorvaerp op een vlakken Spiegel verfcbyne, gegeeven zynde ,nbsp;deszelfs Jtand op eene bepaalde Oppervlakte te vinden.

Pd. VII. Flg. 2.

Laat AB dc Spiegel, waar op men begeert, dat een punt van een Voorwerp verfchyne in het punt D; en EF denbsp;Oppervlakte of het Scherm, waar opnbsp;men dat Voorwerp fchilderenmoet. Treknbsp;uit het punt C tot D de Lyn CD, en uitnbsp;het punt D tot G de Lyn DG, maaken-de den hoek BDG gelyk aan den hoeknbsp;ADC, dan zal het punt G op de Lynnbsp;of het Vlak EF aanwyzen de plaats, daarnbsp;men plaatfen moet het Voorwerp, t

welk

-ocr page 115-

Vermaaklykheden. 71

welk uit het Gezigtspunt C zal gezien worden in D, gelyk in de oplosfing vannbsp;het voorgaande Vraagftuk genoeg be-toogd is.

aanmerking.

Tot regt verfland van het Samenftel en de uitwerking van de Stukken der volgende Vermaaklykheden, is het van belang aan te merken, dat eene dus gebroken Straal, die van eenig Voorwerp afkomt, en door eenen Spiegel tot hetnbsp;oog te rug gekaatft wordt, altoos uit tweenbsp;Straalen beftaat, een invallende en eennbsp;wedergekaatfte Straal, en dat dezelve zignbsp;akyd in het zelfde Vlak bevindt; hetnbsp;welk eveneens plaats heeft, offehoon denbsp;Oppervlakte van den Spiegel hol of bol is.

E4

AGT-

-ocr page 116-

72 nbsp;nbsp;nbsp;GeZICHTKONST IGE

A G T S T E.

VERMAAKLYKHEID.

De Eindeloote Laan.

S A M E N S T E L.

M

Pt.. VTI. Fiji- 3

quot;aak een Kaflje AB van omtrent een voet lengte; agt duimen breedte en zes duimen hoogte, of van zoodanige andere afmeetingen als gynbsp;gefchikt oordeelt , mits dat gy niet ccnbsp;veel van die evenredigheden afwykt.

Plaats van binnen in dat Kaje en tegen ieder van de twee tegen elkanderen overftaande binnenzyden A en B eennbsp;vlakken Spiegel van dezelfde grootte;nbsp;neem voor een gedeelte het Verfoeliefelnbsp;af van den Spiegel, dien gy plaatfennbsp;^ult in B , te weeten ter grootte van

an-

-ocr page 117-

Vermaaklykheden. 73

anderhalven duim in c midden by C, alwaar gy ook in die zyde van bet Kafijenbsp;een gat van dezelfde grootte maakennbsp;moet j waar door men er gemakkelyknbsp;in kan zien.

Leg boven op dit Kaflje een Raampje fchuifsgewyze, waar in een doorfchy-nend Glas gezet is, dat gy bedekkennbsp;moet met een Stuk Gaas aan die zyde,nbsp;die naar binnen in de Doos gekeerd is,nbsp;en plaats twee kleine Schuifjes op denbsp;twee plaatfen EF om er de volgendenbsp;befchilderde Kaarte-Prenten in te zetten.

Laat met knft van wederzyde en op

* FiC A

de twee overgefteide vlakken van twee JCaane Papieren die uitgefneden zyn,nbsp;zoodanig een Onderwerp fchilderen t^lsnbsp;gy goed oordeelt, als Boschaadjen, Tuinen, Laaningen, Kolommen, Boogennbsp;enz, en op twee andere Kaarte Papieren, alleen van eene zyde , dezelfdenbsp;Voorwerpen, in acht neemende, daternbsp;op een van beiden eenig Voorwerp zynnbsp;E 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moet.

-ocr page 118-

Gezichtkonsti ge moet, dat op het Onderwerp betrekke-lyk en gefchilderd is in A , opdat denbsp;Spiegel, in de Doos in D gezet, nietnbsp;tot het oog zou wederkaatfen de opening, die in de tegenoverftaande zydenbsp;van het Kaftje gemaakt is.

74

Fig -

Plaats de twee ter wederzyde ge-fchilderde Kaarte-Prenten in de Schuifjes E en F, en zet die, welken maar van eene zyde befchilderd zyn, tegennbsp;de Spiegels C en D; bedek vervolgens het Kaftje met het doorfchynendnbsp;Raampje.

UITWERKING

Als men, het oog geplaats zynde in C, in dit Kaftje de Voorwerpen be-fchouwt, die er in gezet zyn, en waarnbsp;van de deelen van wederzyde gefchilderdnbsp;zyn , zullen zy agtervolglyk wederge-kaatft worden , van den eenen Spiegelnbsp;tot den anderen, die er tegen over ftaat,nbsp;en, zo men, by voorbeeld , eenige Boo-

men

-ocr page 119- -ocr page 120- -ocr page 121- -ocr page 122-

7^. Gezic H TKONSTIGE

NEGENDE.

.VERMAAKLYKHEID.

De drie Tover - Spiegels.

SAMEN STEL.

Pl. VIII. Fig. I.

aat een driekante Doos ABCD maa. ken, waarvan de zyden even grootnbsp;zyn; laat iedere zyde omtrent vyfciennbsp;duimen breed en agt dyimen hoog zyn;nbsp;bedek dezelve met een glaze Raampje,nbsp;waar tegen een Gaas legt; zet binnen innbsp;de Doos tegen iedere zyde een vlakkennbsp;Spiegel van dezelfde grootte, waar vannbsp;het Verfoeliefel in F afgedaan is, alwaiarnbsp;in de zyden der Doos gaten gemaaktnbsp;zyn , om er gemakkelyk door heen tenbsp;zien.

Laat op de twee zyden van twee zeer

dun-


-ocr page 123-

VRMAAKLtKHEgt;EN^ 7

De Kaart Papieren Bladen twee verfchil-lende Onderwerpen fchilderen, die ge-fchikt zyn om uitgefneden te worden, en zoodabig als gy zult goedvinden; plaatsnbsp;dezen in die Doos ( * ), gelyk aangewezen wordt door de Lynen DD, (Zie hetnbsp;Grondvlak van deze Doos in de tweedenbsp;Figuur van de agtlle Plaat). Neem in achtnbsp;dat die Onderwerpen zoodanig geteekendnbsp;zyn, dat zy zeer veel plaats geeven omnbsp;uit te fnyden , opdat men door de ruim-tens DD zou kunnen zien de deelen vannbsp;de Spiegels BD (tweede Figuur ), zoonbsp;dat de Voorwerpen, geplaatft in DD,nbsp;door de wederkaatfing van die drie Spiegels op eene aangenaame wyze zig kunnen herhaalen en vermeenigvuldigen.

(*) Nadien het niet wel mogelyk is die Kaarte - Prenten in fchuiven te plaatfen, ge-lyk die van de voorgaande Vermaaklykheid,nbsp;zoo zal het genoeg zyn, dat men dezelvennbsp;et haare kanten op de Spiegels zelve vaftnbsp;plakke.

UIT-

-ocr page 124-

^ GezichtkoSsic

UITWERKING.

Indien men, gelyk gezegd is, drie verfchillend gefchilderde Onderwerpennbsp;in deze Doos gezet heeft, en wel zoodanig dat zy eene zeshoekige gedaantenbsp;maaken(1), zoo zal men, door iedernbsp;der drie openingen , die in de zydennbsp;van deze Doos gemaakt zyn, kykende,nbsp;een verfchillend Voorwerp zien, twelknbsp;fchynenzal een, plaats tp beflaan aanmer-kelyk grooter dan deze Doos zelve;nbsp;het gene zeer buitengewoon zal voorkomen aan hun , die de middelen nietnbsp;kennen, waar van men tot het famen-ftellen van deze Vermaaklykheid zignbsp;bediend heeft.

1

Ieder Onderwerp , op deze Kaarte-' Papieren gefchilderd, zal door de weder-kaatfing van die twee Spiegels , de zyde van eene zeshoekige Figuur fchynen te zyn,nbsp;dewyl zy aan den hoek van de twee Spiegels, daar zy geplaatft is, zesmaal herhaaldnbsp;wordt.

TIEN-

-ocr page 125-

VERMAAKtKHEDEN.

T 1 N D E.

VERMAAKLYKHEID.

De vier Tover - Spiegels, eem een Vierkante |Caflje van om- ff1

# ^181 3

trent tien duimen lengte en twaalf

duimen hoogte C1}; bezet het zelve van binnen aan zyne vier zyden metnbsp;even zoo veele vlakke Spiegels ACGH,nbsp;GHBD, EBFD en AECF, die op dennbsp;grond CHFD van dit Kaftje Vegtftandignbsp;moeten gefield zyn.

Plaats

1

Men moet hier door niet verftaan, dat men de grootte van de Doos juift zoonbsp;behoeft te neemen; men kan dezelve naarnbsp;zyn goedvinden maaken , piits ageer, datnbsp;meu dezelfde evenredigheden in acht neeme.

-ocr page 126-

8o

XjEZlCHTKONSTlGli

plaats binnen in dit Kaftje op deo grond eenige verheven bouw - of beeld-konftige Voorwerpen gt; by voorbeeld eennbsp;gedeelte van een Veftingwerk (zie denbsp;vierde Figuur) Tenten, Soldaateh, enz;nbsp;of eenig ander Onderwerp, t welk gynbsp;oordeelen zult door zyne fchikking eennbsp;goede Uitwerking voort te brengen, wanneer het door de Spiegels , die er innbsp;geplaatft zyn, herhaalde reizen vernbsp;meenigvuldigd wordt.

Bedek het bovenfte van dit Kaftje met een glaze Kap van gedaante als eennbsp;geknotte Pyramide , waar van de Grond-fteun AGEB gelyk zy aan de grootte vannbsp;het Kaftje, en laat het bovenfte er vannbsp;IL, MN zes duimen vierkant zyn , ennbsp;flegts vier of vyf duimen boven het Kaftjenbsp;verheven.

Bekleed de vier zyden van deze glaze Kap van binnen met Gaas, ten einde mennbsp;niet dan door de opening iLMN, waarnbsp;in een Glas zyn moet, in het Kaftjenbsp;zien kan.

UIT-

-ocr page 127-

Verma aklykhed^n. gr UITWERKING.

Als men in dit Kaftje door het door-fcbynende Glas ILMN kykc, zal men zien, dat de Spiegels, die regt tegen overnbsp;elkanderen ftaan , het Voorwerp , datnbsp;er in gezet is, door hunne wederzyd-fche wcderkaatfing oneindig maaien her-haalen en vermeenigvuldigen , en hetnbsp;oog zal eene eindelooze uitgeftrektheidnbsp;ontdekken, welke met die Voorwerpennbsp;als bezaaid is; en, zo men dezelven welnbsp;gefchikt heejft, gelyk in het gegeevennbsp;voorbeeld, (zie de vierde en vyfde Figuur} zal deze Vertooning eene zeernbsp;fraaye en verwbnderlyke Uitwerkingnbsp;doen.

OPMERKING.

Hoe de opening IL, MN van boven digter by bet Kajlje is f boe de fcbynbaarenbsp;uitgeftrektheid van bet Hoorvoerp grooternbsp;zynzali hetzelfde zal plaats hebben^ in-dien de vier Spiegels aan de zyden van hetnbsp;III. Deel. Fnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ajijd

-ocr page 128-

82

Gezightkonstige

Kaftje booger /taan', bet F'oorwerp, kan door de eene of andere van deze twee Stellingen, negen, vyf-en twintig, negen-en-veertig maaien enz, vermeenigvuldigdnbsp;fcbynen; neemende altoos bet Vierkant vannbsp;de oneven getallen van de Talrey 3, 5, 7 ,nbsp;9, enz. bet gene ligtelyk te begrypen isnbsp;indienmen Jlegts opmerkt, dat bet Voorwerpnbsp;dat in dit Kaftje gezet is, altyd in t middelpunt ft aat van een Vierkant,] t welknbsp;uit verfcbeidene anderen beftaat, die gelyknbsp;zyn aan dat, t welk den grond van ditnbsp;Kaftje maakt.

Men kan ook van dezen aart van Vertoo-ningen dat is Gezichten van. boven j andere Stukken maaken met Spiegels, die op een driehoekig, vyf- of zeshoekig Vlak regt-fiandig gefield zyn; alle deze verfcbillendenbsp;Viranderingen en Stellingen , wanneer zynbsp;wel geordend zyn , en met gefcbikte Voorwerpen tusfcben de Spiegels geplaatfi voorzien, zullen altoos zeer fraaye Vertoonin-gen enverwonderlyke Uitwerkingen vrtbrengen.

-ocr page 129- -ocr page 130- -ocr page 131-

S3

VERMAAKLYKHEDEIf.

2o men, plaatje van die Spiegels ^egtfiandig op den bodem van bet KaJtjenbsp;te plaatfen, ^dezelven gelyklyk doet hellen , zoodanig dat zy geknotte en omgekeerde Pyramiden maaken, zoo zal betnbsp;Vmvoerp, in bet KaJtje gezet , de gedaante van een bol of veelhoekig rond aan-neemen.

ELF-

-ocr page 132-

84

Gezichtkonstige

ELFDE.

VERMAAKLYKHEID.

Het Toverkonftig Paleis,

Een Paleis te maaken van eene zeshoekige gedaante, met zes Hoorportaalen t welknbsp;als men er binnen in kykt door de gezienenbsp;Voorwerpen geheel Jcbynt vervuld tenbsp;zyn, offcboon %y, door iedere Portaalnbsp;gezien zynde, geheel verjebillende fcby-nen te zyn. *

SAMENSTEL.

Pl. IX. Fig. I.

Trek op een zeshoekig Vlak ABCDE, dat de Grondfteun of Bodem vannbsp;dit Stuk zyn moet, de zes halve Mid-dellynen GA, GB, GC, GD, Cfe,nbsp;en GF , en zet regtftandig op ieder

der^

-ocr page 133-

VeRMA AKLYKHEIgt;EN. Sj

derzelven twee vlakke Spiegels (*3, die in het middelpunt G net tegen mal-kanderen aankomen en fluiten; verciernbsp;de buitenzyden van dit Stuk (welkennbsp;aan de hoeken van dezen Zeshoek zyn )nbsp;met zes Kolommen, die het zelve omringen, en te gelyk dienen om die Spiegels te onderlleunen door groeven, dienbsp;men in het binnenite van dit Stuk gemaaktnbsp;heeft, (zie het Plan en het Profil ernbsp;van in de eerfte Figuur 3; zet op die Kolommen hun Bovenftuk , en op ditnbsp;zoodanig een Kap als men goed oordeelt.

Zet en fchik in ieder van die zes driehoekige Vakken of Voorportaalen, welleen tusfehen twee Spiegels bevat zyn, kleine Voorwerpjes van Kaartepapiernbsp;gefneden, verbeeldende verlchillendenbsp;Vertooningen, die, door eene zeskantige

ge-

(*) Deze twee Spiegels moeten met hunne yerfoeliede zyde tegen elkanderen ftaan, en men moet dezelven zoo dun verkiezennbsp;als mogelyk is.

FS

-ocr page 134-

(5 Gezichtkonstige

gedaante aan te neetnen, eene aartige Uitwerking doen kunnen; voeg er bynbsp;kleine gemailleerde Beeldjes, en neemnbsp;byzonderlyk in acht, dat gy door eenignbsp;Voorwerp, t welk tot de Vercooningnbsp;betrekking heeft, de plaats bedekke ,nbsp;daar die Spiegels zig vereenigen, welken, gelyk boven gezegd is, alle in eennbsp;gemeen middelpunt G moeten famenko-men.

UITWERKING

Als men door de eene of andere van de zes Poorten van dit Toverkonftig Paleis, welken tusfehen twee van die Kolommen bevat zyn, kykt, zal het Voor.nbsp;werp, t welkin eene van die zes Voor-portaalen geplaatft is, zesmaal herliaaldnbsp;wordende, de geheele uitgeftrektheidnbsp;van dit Stuk fchynen te vervullen; hetnbsp;geen een zeer betooverend gezigt zalnbsp;maaken, inzonderheid wanneer de verkozen onderwerpen gepall zyn voor de Uitwerking, welke de fchikking der Spiegels voortbrengt,

O P-

-ocr page 135-

Vermaaklykheden. S7

OPMERKING.

Indien men tusfcben twee van die Spie'-gels een gedeelte van een V plaatjt, als een P'ejling-Gordon en tweenbsp;halve Bolwerken, zal men een gebeel Kasteel of yejling met zyne zes Bolwerkennbsp;zien; zo men een gedeelte van een Danszaal vertoond heeft ^ verderd met Arm-Kandelaars en gemailleerde Perfoonaadjen^nbsp;zal men alle die Vwrwerpen vermeenigvul-digd zien , en wel in eene gedaante, dienbsp;voor 't gezigt zeer aangenaam is.

F4

TWAALF-

-ocr page 136-

gg Gezichtkonstice

Kr^gt;

twaalfde.

VERMAAKLYKHEID.

Het Kykkajlje met een bellende Spiegel,

l^it foort van Kykkafljes is zeer bekend, vermits zy in ieders handen zyn; maar nadien zy, die dezelven voornbsp;hun vermaak maaken, niet alle de voorzorgen in acht reemen, die noodzaake-'iyk zyn , om dezelven de befte Uitwerking te doen voortbrengen, heeft mennbsp;het dienftig geoordeeld er hier een be-fehryving van te geeven.

Vh. IX. fM' 3.

Laat een Kaftje CDEG maaken, van gedaante als een Pyramide, hebbendenbsp;een Grondfteun FG van omtrent agt-tien duimen lengte en nen voet breedte,nbsp;en nagr boven negen duimen van H tot

P, en

-ocr page 137-

Vkrmaaklykhdek. 89

D , en zes duimen van C tot H, en laat dit Kaje aan eene zyde zig geheelnbsp;naar de breedte openen, en bedek dezenbsp;opening met een Gaas uitgezonderd omnbsp;laag , alwaar men de gefnedene en gekleurde Gezigten moet infteeken , dienbsp;men de eene na de andere op den bodem IGliF van dit Kaftje plaatft.

Plaats er boven op een langwerpig vierkant Bovenftuk of Kap, waar in eennbsp;rond Gat is van zes duimen middellyns,nbsp;in c welk een bol Glas gezet is, c welknbsp;tot Brandpunt heeft den afftand van ditnbsp;zelfde Glas tot aan het middelpunt vannbsp;aen Spiegel en van den Spiegel tot opnbsp;den bodem van het Kaftje.

Stel in dit Kaftje den vlakken Spiegel MN, zoo dat hy helle met eenen hoeknbsp;van vyf-en - veertig graaden, teneindenbsp;men, door het Glas O kykende, hetnbsp;Voorwerp zien kan, dat op den grondnbsp;van het Kt^ftje ftaat; en verw het vannbsp;binnen geheel zwart.

Vrzie U van eene meenigte Pren-P 5 nbsp;nbsp;nbsp;ten.

-ocr page 138-

po

Gezichtkonstige

ten j allerhande Gezichten verbeelden ; zet dezelven dun af, zoo veel als mogelyk is de natuurlyke Kleuren dernbsp;Voorwerpen nabootfendej fnyd bet witnbsp;van de Prenten tot aan den druk toe af,nbsp;en plak dezelven op Bordpapier, dat denbsp;grootte heeft van den bodem van hetnbsp;Ka 'je, en leg er een rand van zwartnbsp;papier om.

UITWERKING.

Dit foort van Kykkajes vertoonen zeer natuurlyk en op een verren afftandnbsp;allerley Gezigten van Landfchappen,nbsp;enz. die men in dit Kaftje plaatft,

ANDER SAMENSTEL.

Dit verfchilt niet van het voorgaande, dan door de plaaifing van het bolle Glas,nbsp;dat men onder den Spiegel naar den kantnbsp;CH plaats; dit Glas moet een langwer.nbsp;pig vierkante gedaante hebben ; de opening O, waar door men het Voorwerp

be-

-ocr page 139-

Vermaaklykheden. 5t

befchouwt, moet van dezelfde gedaante zyn; deze laatfte wyze van Samenftelllngnbsp;vergroot de Voorwerpen veel meer, ennbsp;is voordeeliger , wanneer de gefncdenenbsp;Gezigten van eene middelmaatige groottenbsp;zyn.

ander.

Dit beftaat uit een Kaftje ABCD van pi,, ix. omtrent drie voeten lengte, waar inhet^Je^a.nbsp;Glas en de Spiegel op dezelfde wyze,nbsp;als zoo even gezegd is , gefteld zyn;nbsp;men plaatft in dit Kaftje naar de lengtenbsp;uitgefnedene Prentjes D, die vercierin-gen of fchermen van een Schouwtoneelnbsp;vertoonen, onder of agter welken mennbsp;een geheele Prent zet, die t eind vannbsp;t Gezigt maakt. Om dit Gezigt nognbsp;uifgeftrekter te maaken, plaatft men ooknbsp;Spiegels tegen de warden van het Kaftje;nbsp;nadien deze wyze van Samenftelling denbsp;uitgeftrektbeid zeer groot maakt, beeftnbsp;zy ook haare verdienften.

DER-

-ocr page 140-

J)2 Gezichtkonstice

DERTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

lt;0gt; lt;0gt;

Hei Kykkajljs met een hollen Spiegel,

PL. IX. t'ig. 4.

Maak een Kaftje ABCD omtrent twee voeten lang, vyftien duimen breed, en nen voet hoog; hangnbsp;tegen een van de kleinfte zydcn in ditnbsp;Kaftje een ronden hollen Spiegel van cenenbsp;genoegfaame grootte , en wiens Brandpunt zy op anderhalven voet afftand vannbsp;tzyne weerkaatfende Oppervlakte, plaatsnbsp;in IL een Raampje van zwart papier,nbsp;dat tot cene genoegfaame grootte uitge-fneden is, om in den Spiegel H te kunnennbsp;zien het beeld van t Voorwerp, t welknbsp;tegen de binnenzyde EBfD van hetnbsp;Kaftje geplaatft is.

Bedek

-ocr page 141-

Vermaaklykhedeit. f

Bedek het bovenfte van dit Kaftje van A tot I, ten einde de holle Spiegel Hnbsp;geheel verduifterd zy, en laat het anderenbsp;gedeelte IB bedekt zyn met een Gaasnbsp;ondef een Glas geplaatft.

Maak een Gat G boven aan de zyde van het Kaftje EB, en plaats onder ditnbsp;Gat van binnen Prenten, waar op veR-Ichillende Gezigten, Landfchappen,enz.nbsp;gefchilderd zyn , zoodanig dat zy vlaknbsp;tegen den hollen Spiegel H overftaan;nbsp;zet dit Kaftje indiervoege , dat hetnbsp;Voorwerp fterk verlicht zy , t zy doornbsp;het licht der Zonne, het zy door datnbsp;van eenige brandende Kaarsfen, die mennbsp;onder het gedeelte AI van deszelfs Deknbsp;fel geplaatft heeft.

OPMERKING.

Dit Kykkajlje behoeft in geenen deee te voyken voor 't gene in de voorgaandenbsp;Vermaaklykheid befebreven is; bet Foor-merp vertoont zig zekerlyk niet zoo ver

-ocr page 142-

t)4

Gezichteonstige

af; maar de bedriegelyke vertooning, die bet maakt, is in andere opzigten veel vol-hmener. Men moet voel bedagt zyn, datnbsp;men er by voorkeur glaze verfoeliede Spiegels toe neeme; die van metaal geeven dienbsp;leevendigbeid en netheid niet aan de verbeelde F'oorvoerpen; ook zyn zy te zeer aan tnbsp;bejlaan en t roejien onderhevig. Het isnbsp;ook noodzaakelyk, dat men deze Kykkajl-jes van eene zekere grootte maake, ten einde men niet gehouden zy om Spiegels tenbsp;gebruiken, wier Brandpunt te kort is,nbsp;waar door de regte Lynen, die omtrent denbsp;randen van de Prent zyn, zig krom in dennbsp;Spiegel zouden vertoonen ; het welk eennbsp;ondermydelyk gebrek maaken zou. dat zeernbsp;onaangenaam voor 't gezigt zou vallen: denbsp;tollen Glazen hebben mede dit gebrek, alsnbsp;zy kort van Brandpunt zyn, en als mennbsp;er Voorwerpen van eene te groote uitge-Jirektbeid door befcbouwt.

VEER-

-ocr page 143- -ocr page 144- -ocr page 145-

Vermaaklykheden. PJ

a 0OQ OiTW:W:'0 amp;'WWWWW^

VEERTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

Eene wanjialtige Figuur te maaken , die regelmaatig fcbynty als zy doer weder^nbsp;kaatfing van een vlakken Spiegel geziennbsp;voordt.

Verdeel het Vierkant ABCD in zoo- pi,. x.

danig een getal van gelyke kleine-re Vierkanten, als gy beft zult oordee-len; teeken er, na het dus verdeeld te hebben, het Onderwerp op , dat gynbsp;vertoonen wilt. Trek de Lyn GF ge-lykaan de zyde van het Vierkant ABCD,nbsp;deel dezelve in E in twee gelyke dee-len; laat door dit zelfde punt heen gaannbsp;de Lyn AB, zoodanig dat zy de Lynnbsp;GF regthoekig doorfnyde; neem, naarnbsp;goedvinden, op de Lyn AB de twee

pun-

-ocr page 146-

Gezichtkonstig

punten A en B gelyklyk afftandig van het punt E, en trek uit het punt A denbsp;Lynen AC, AD, zoo vet voottgetrok-ken tot dat zy ontmoeten de Lyn CD,nbsp;die evenwydig is aati CF.

Rigt vervolgens op uit het punt A de Lyn AH loodlynig op AB , en geefnbsp;dezelve de lengte van de Lyn CD, datnbsp;is het dubbeld van de zyde van htnbsp;Vierkant ABCD.

Deel de Lyn CA in even zoo veele ge-lyke deelen, als de zyde van het Vierkant ABCD,(eerde Figuur^en trek uit het puntnbsp;A de Lynen Aa, AB, Ab. Trek uit hetnbsp;ge^igispunt H tot het punt D de Lynnbsp;HD, die, door de Lynen Aa, AB, hbnbsp;heen gaande, U aanwyzen zal de punten van doorfnydinge, door welken gynbsp;trekken moet de Lynen/g , evenwydignbsp;aan GF en CD.

Door deze Lynen wordt het ongelykhoe-kig Vierkant GCFDin even zoo veelcPgr-fpeStive Vierkanten verdeeld als hecVier-kant ABCD(eerfteFiguur)er natuurlyken

bevat,

-ocr page 147-

Vrmaaklykheden, 97

bevat; breng dan op het eerfte over de Teekening, die gy op het laatfte gemaakt hebt ; en Stel op de Lyn fGnbsp;loodlynig een Spiegel van dezelfde grootte.

UITWERKING.

Wanneer de wanftaltige Figuur, op het ongelykzydig Vierkant GCFD getrokken , gezien wordt in dien Spiegelnbsp;uit een punt, dat loodlynig is boven Bnbsp;ter hoogte CD f tweede Figuur) zal zynbsp;volmaakt gelyk fchynen aan die, welkenbsp;op het Vierkant ABCD (eerfte Figuur)nbsp;geteekend is. Het zelfde zal plaats hebben, zo zy, den Spiegel wegneemende,nbsp;gezien wordt uit het punt H.

OPMERKING.

Men moet de wanjialtige Figuur, op bet ongelykzydig Vierkant geteekend, eer mennbsp;dezelve met kleuren af zet, op een bordpapier of fcberm plakken van een langwerpignbsp;vierkante gedaante , waar van de zyden

111. D E E. G nbsp;nbsp;nbsp;zyn

-ocr page 148-

Gezichtkonstige

pS

liJ!'

zyn moeten de Lynen EB en CD Qtvieede Figuur'); daarna moet men op bet wity datnbsp;buiten bet ongelykzydig Fier kant overfcbietynbsp;vervullen met zoodanige Afteekeningen, alsnbsp;men gefcbikt zal oordeelen om de andere nognbsp;meer te vermommen: deze nieuwe Voorwerpen voorden in den Spiegel niet gezien, zonbsp;men op bet punt B een kleinen Foet fielt ^nbsp;waar op een Cirkel met een gat fiaat, doornbsp;welk men bet Voorwerp in den Spiegel ziennbsp;met; deze voorzorge zal de bedriegelykenbsp;uitwerking t welke deze Vertooning moetnbsp;voortbrengeny zeer vergrooten.

VYf-

-ocr page 149-

Vermaaklykhedi:!^. pp

lt;#gt; lt;#gt;

VYFTIENDE

VERMAAKLYKHEID. gt; mgt; CK$gt;^^ lt; lt;

Jfei Toverkonjlig Uurwerk.

S A M E N S T E L.

Laat een Horologie- Kaft ABCD maa- pl. x.

ken van dezelfde grootte, als een gewoon Tafel Horologie) ftaande opnbsp;eenen Voet CDEF, waar in een kleinnbsp;plat Laadie E is, waar in men leggennbsp;kan het Plankje ABCD, op welk getee- Fig. 4.nbsp;kend is een Uuurwyzer, op wiens middelpunt een bekragtigde Naaide gezetnbsp;isgt; ruftende op het vierkant van eenenbsp;Spil, die, van boven door dien Wyzernbsp;heen gaande, draai jende met zig voertnbsp;G 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een

-ocr page 150-

Ilf


100 Gezichtkonstice

eene bekragtigde Staaf, welke van onderen moet verborgen zyn (* _).

Plaats op den bodem van die Ho o'o-gie Kafl; in F een anderen Uurwyzer, waar op de uuren in eene omgekeerdenbsp;orde (laan, zoo als in de vyfdc Figuurnbsp;wordt aangewelt;:en , en waar van hetnbsp;twaaffde uur gekeerd is naar het voorllenbsp;van de Kaft; maak eene Spil in 'c middelpunt van dezen Wyzer , en zet ernbsp;eene aangeftrekcn Naaide op (f).

]iii;

l:'ti

Bedek dc openingen , die in de zyden en voor indezeKallgemaakt zyn(^uitgezon-d erd deplaatSjdaardieU urwyzer voorkom t)nbsp;met een Glas, waar over naar de binnen

zyde

(*) Het kan volftaan, dat de Naaide zelve bekragtigd zy, zo zy niet te ver van den 'volgende Wyzer af is.

(t) Om niet te doen vermoeden, dat deze Naaldens bekragtigd zyn, kan men dezel-ven laaten vergulden , ten einde men verbeelde, dat zy van koper zyn.

V'

-ocr page 151-

Vermaaklykheden. lor

zyde van de Kaft een Gaas legt, ten einde het licht er in zou kunnen fchynen, en dus den urwyzer, die erin Haat,nbsp;verlichten.

Zet binnen in die Kaft den hellenden 3-Spiegel LM, die den VVyzer, op den bodem van dat Uurwerk geplaatft, doetnbsp;verfchynen in N; voeg ook een papieren Cirkel als een lyft om den rand vannbsp;de opening, waar door die urwyzernbsp;verfchynt, dog zoodanig, dat dezelvenbsp;,er ingaande , belet, dat men den randnbsp;of het buitenfte van den Spiegel zie.

UITWERKING.

Als tnen de Naaide van den Uurwy-zer (vierde Figuur) op eenig uur gezet, en in bet Laadje gelegd , en met dit in denbsp;Kaft,die tot voet van ditUurwerk dienr,ge.nbsp;zet heeft, zoodanig dat de XII gekeerd zynbsp;naar het knopje, met welk men dat Laadjenbsp;uittrekt, zal de Naaide van den Wyzernbsp;(vyfde Figuur), welke op den bodemnbsp;van dit Uurwerk ftaat, zig op t zelfdenbsp;G 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uur

-ocr page 152-

102 Gezichtkonstige

uur rigten, en hy, die op dit Uurwerk kykt, zal dat zelfde uur zien op diennbsp;zelfden Wy^er, die hem als dan fchy-nen zal viak voor hem te ftaan.

VERMAAKLYK KONSTJE,

Dat men wet dit Uurvcerk uitvoert,

en geeft aan iemant den Wyzer Cvievde Figuur) en men zegt hem,nbsp;dat hy de Naaide geheimelyk op dat uurnbsp;moet zetten , op welk hy wil; men legtnbsp;denzelven vervolgens in het Laadje, innbsp;acht neemende, dat het uur XII naarnbsp;het voorde van de Kaft ftaat, en men doetnbsp;hem opmerken, dat de Naaide van hetnbsp;Uurwerk zigzet op het uur, waar op hynbsp;die van den Wyzer (vierde Figuur) ge-plaatft heeft.

OP'

-ocr page 153- -ocr page 154- -ocr page 155-

Vermaaklykheden. 103

OPMERKING.

Indien men bedagt is van bet Uurwerk op de Tafel zoodanig te plaatfen, dat denbsp;Naaide van den verborgen JVyzer (die zignbsp;van zelfs naar het Noorde rigt, wanneernbsp;de tweede Ifyzer er niet onder geplaatjlnbsp;is') zig zet op bet Uur zoo laat bet dan is ,nbsp;wanneer men bet Konflje doet, zal bet zelve nog zoo veel te verwonderlyker voorkomen , gemerkt de fVyzer, wanneer men ditnbsp;Laadje weg trekt, bet tegenwoordige uurnbsp;zal aanwyzen', het welk de oorzaak, dienbsp;deze bedriegelyke Vertooning maakt, nognbsp;'meer vermommen zal.

G4

-ocr page 156-

J04 Gezichtkonstigb

ZESTIENDE

VERMAAKLYKHEID

- De Cyffer-Doo! door voederkaatfing.

S A M E N S T E L.

Pj.. XI. Fg. I.

aae eene Doos ABCD maaken met fcharnieren fluitende, van omtrentnbsp;agc duimen lengte, twee duimen breedte en eenhalven duim dikte; verdeel dezel-ve van binnen naar de lengte door kleinenbsp;middelfchotten in vier gelyke deelen;nbsp;neem vier Biaadjes EFGH, die iedernbsp;afzonderlyk in die Verdeelingen leggennbsp;kunnen, en in welken gy eene bekrag-tigde ftaaf gedaan hebt, waar van denbsp;Poolen gefchikt zyn zoo als de Figuurnbsp;aanwyfl: ; bedgk die Blaadjes met eennbsp;papier of,klein yvoir plaatje, op welk

gy

-ocr page 157-

Vermaakltkheden. IOJ

gy vier CyfFers, welken gy wilt, fchry-ven moet.

Maak onder eene Tafel IL , welkers Blad niet te dik is, een Laade^ ftel opnbsp;deszelfs bodem een hellenden Spiegelnbsp;(zie het Profil in de derde Figuur) vannbsp;dezelfde grootte en,breedte als de bovengemelde Doos,- plaats onder het Bladnbsp;van de Tafel, digt by deepening, waarnbsp;in de Laafchuift, een klein koper Roedt-je VX, dat aan zyne einden omgebogennbsp;is, en op het welke vier Spillerjes zynnbsp;moeten , die even ver van elkanderennbsp;afftaan op denafftand, dieer is tusfchennbsp;ieder dier bovengemelde Blaadjes, welken in de Doos gelegd zyn. Op dezenbsp;Spilletj-s moeten gezet worden vier bord-papiere Cirkels PQRS C tweede en vierde Figuur) die ieder eene bekragtigdenbsp;Naaide in zig moeten befloten hebben.

Neem in acht dat de Cyfferletters, welken gy op die Bordpapieren zettennbsp;luoet, niet alleen verkeerd moeten ge-fchreven zyn, maar ook dat zy naar dennbsp;G jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bo-

-ocr page 158-

lO

Gezichtkonstig

dem van de Laade gekeerd leggen moeten , ten einde gy dezelven zoudt kunnen zien, als gy, de Laade openende, hier door den Spiegel, die er in beflo-ten is, onder dezelven geplaatft hebt; letnbsp;daarenboven op de plaatfing der Poolennbsp;vain die Naaldens; zoo als , door denbsp;(_ vierde Figuur) van de tiende Plaat,nbsp;duidelyk genoeg aangewezen wordt.

UITWERKING.

Wanneer gy de Doos en de vier Cyf-ferletters, die in dezelve leggen, op de Tafel zet, zoodanig dat zynet geplaatftnbsp;zyn boven de vier Cirkels , die in denbsp;Laade befloten zyn, dat is dat de middelpunten van die Cirkels juift onder dienbsp;van de Blaadjes komen, zoo zullen dienbsp;Cirkels zig zoodanig rigten, dat zy aannbsp;de zyde, daar de La zig opent, dezelfdenbsp;CyfFerletters vertoonen zullen, welken op ieder Blaadje gefchreven zyn, ennbsp;gy gt; eenige oogenblikken nadat dienbsp;Doos dus geftaan heeft, die Laa ppent

tot

-ocr page 159-

VeRMAAKLYKHSDEN. Tn37

tot zoo verre, dat de heliende Spiegel, die er in gezet is, geplaatft zy ondernbsp;die beweegbaare papiere Cirkels, zoonbsp;zult gy er bet getal zien, t welk dienbsp;vier CyfFerletters in de Doos met mal-kanderen maaken.

KONSTSTUKJE.

Men geeft de Doos met de vier Blaadjes aan iemantover, en mennbsp;laat hem de vryheid van er zoodanig eennbsp;getal, als hy verkieft, mede te maaken ;nbsp;men vraagt de Doos, wel gefloten zyn-de, van hem wederom, en men zet dezelve op de Tafel boven de plaats, alwaar de Cirkels zyn: vervolgens de Laa-de uit haaiende, onder voorwendfel vannbsp;er een gewoonenVerrekyker uit te haaien,nbsp;zoo flaat men fchielyk zyn oog op dennbsp;Spiegel, en men onthoudt het getal datnbsp;er in aangewezen wordt; men fchuift

de

-ocr page 160-

loS

Gezichtkonstige

Laa weder in, en van de Tafel afgaande, veinft men van verre met den Verrekyker te zien, welk het getal is,nbsp;dat in de Doos gelegd is, t gene mennbsp;-dan aan dien Perfoon zegt.

opmerking.

Dezs Cyfferdoos verwekt builen tegen-fpraak meer verwondering, dan die waar van men de befcbryving in bet eerjtenbsp;Deel van dit Werk gegeeven beeft \nbsp;en zo zy, welke dat Konjije met toejuigingenbsp;aan bet Public vertoond bebben zulks ter-ftond onder deze gedaante gedaan hadden,nbsp;zou men zekerlyk veel meer moeite gehad hebben om bet middel uit te vinden^ { welk mennbsp;dan zou gebruikt hebben om bet getal tenbsp;noemen, t gene beimelyk in de Doos gelegd is. Ik wil egter bier mede niet te kennen geeven, dat die eerjte Doos niet welnbsp;bedagt en zeer wel famengejleld is; bet is

zelfs

C * ) Zie de zesde Vermaaklykheid van het eerfte Deel Bladz 93.

-ocr page 161-

VRMAAKLYKHEDEN lO

zelfs eene van die Fermaaklykieden, voelke ik in t eerjt met bet grootjle plaizier gezien beb.

ANDER

KONSTSTUKJE,

't welk men met deze Doos waagen kan.

Schoon de vier CyfFerletters , die op de Blaadjes ftaan, door alle denbsp;famenzettingen of veranderingen van denbsp;orde, waar voor zy vatbaar zyn, vier-en-twintig verfchillende Getallen maakennbsp;kunnen , gebeurt het egter , vooralnbsp;Wanneer er middelfchotten tusfchen denbsp;Vakken zyn, dat, als men de Doos aannbsp;eenige Perfbonen aanbiedt om met denbsp;vier Blaadjes een getal te maaken, zynbsp;fchier altoos en natuurlyk dezelfde verandering maaken; zoo dat, indien mennbsp;de Doos heeft aangeboden in diervoegen

-ocr page 162-

iia Gk^zichtkonstigb

gen, dat de vier Cyfferletters in deze orde zyn 4257 , hy, aan wien men dezelve geeft om een ander getal te maa-ken, gemeenlyk het eerfte Blaadje 4 op-neetnt otn het mtt het vierde 7 te verwis-felen, en dat hy, bemerkende dezelvennbsp;niet alle vier verlegd te hebben, ge-woonlyk het tweede Blaadje 2 verwisfeitnbsp;met het derde y, en als dan in de Doosnbsp;maakt het getal 7524, 't welk men dannbsp;bevindt het voorige getal te zyn, dat innbsp;de Doos geplaaclt was, dog omgekeerd

Deze Verklaaring doet zien, dat men

waa- 1

1

Zo men de proef neemt vant gene ik hier zegge, zal men vinden, dat het meernbsp;gebeurt, dat zy, aan wie men de Doos geeft,nbsp;die verandering in de- orde maaken , waarnbsp;in het getal geheel omgekeerd is, dan welnbsp;eenige andere; voor t overige zoo herleidtnbsp;de famenzetting van die vier Cyffers, tweenbsp;aan twee genomen , het getal der verwisfelip-gen tot zes veranderingen in de orde.

-ocr page 163-

Vermaaklykheden tl

waagen kan het getal te noemen, 't welk men in de Doos gemaakt heeft, en datnbsp;zulks ook dikwyls gelukken kan; maarnbsp;men moet, wanneer men het eens ge-raaden heeft, zig wel wagten van ditnbsp;Konftje voor de tweede reis te herhaa-len, en laaten hen, die men er medenbsp;vermaakt, liever in de verlegenheid vannbsp;het middel te kunnen ontdekken, waarnbsp;van men zig daar toe bediend heeft.

Z.

-ocr page 164-

JI2 Gezichtkonstigb

ZEVENTIENDE.

VERMAAKLYKHEID.

Het Tover Portret.

Neem een bolronden Spiegel van dat foortj c welk de Voorwerpen-zeer verkleint, en die omtrent drie duimen middellyns heeft. Plaker, voordat gy denzelven laat verfoelyn , eennbsp;gefchilderd hoofd op, waar van het ge-deelte van het aangezigt , zoo wel alsnbsp;dat, t welk den grond van het Schildenbsp;ry maakt, uitgefneeden is, zoodanig datnbsp;agter het Glas niets anders verfchynt,nbsp;dan het Kapfel en het gedeelte van denbsp;kleeding, t welk het Borftbeeld vannbsp;deze Figuur maakt.

Dit gedaan zynde, zoo laat den Spiegel verfoelyn aan dezelde zyde, waar

op

-ocr page 165-

' Vermaaklykhedej. 113

ojJgyhet Schilderftuk geplakt hebtj e denzelven in een lyft.

tjitwerki n g;

Als iemant in dien Spiegel ziet; zetten de zig op den vereifchten afftand 1 ten einde de afbeelding van zyn aange-zigt van dezelfde grootte zy, en geheelnbsp;vervulle de opening, die in het gefchil-derde Papier uitgefneden is, zoo zal hynbsp;zyn Portret in t klein en natuurlyk zien,nbsp;dog verfchillend gekapt en gekleed; ennbsp;zo men verfcheiden kleine Spiegels vannbsp;dat foort heeft met verfchillende Kapfelsnbsp;Van Mannen en Vrouwen (1), zal men

zig

1

Een jonge Juffrouw zal zien, of de kleeding van eenen Edelman haar wel (laat;nbsp;eene bejaarde Juffrouw of de opfchik dernbsp;jsiigd haar niet eenige jaaren zou kunnen jonger doen fchynen; een Hofjonker of hy nietnbsp;veel behaagelyker voorkomen zou hebben in'nbsp;de gedaante van een jonge Staatjuffer; eenenbsp;Coquette, die eene genoegfaamen vorraadnbsp;Hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vw

-ocr page 166-

114

-Gezichtkonstige

zig cp eene aangenaame wyze vermaaken, met te onderzoeken hoe men, met dienbsp;onderfcheidetje vermommingen, er uitziet, en welke veranderingen zy aan hetnbsp;gelaat geeven, die zeer veele en zeernbsp;verfchillende zyn kunnen.

tan deze Tover-Portretten had, welken de verfchillende Kapfels vertoonden, die doornbsp;de mode zoo dikwyls veranderen, zou allenbsp;morgen die aangenaame verzameling aan haarnbsp;Toilet kunnen laaten brengen, om zoo veelnbsp;te beter en te eerder te bellisfen,, welk Kap^nbsp;fel haar dien dag het beft ftaan zou.


AG-

-ocr page 167-

Vermaaklykheden. iis

A G T I E N D E

vermaaklykheid.

5*4gt;*4-4;4'

op eene vlakke Oppervlakte eerie voanflal-tige Figuur te vertomeny die, uit tvoee tegen elkanderen overjlaande punten gezien zynde, aan bet oog tvoee regelmaa-tige en verfcbillende Foorvoerpen ziennbsp;laat.

S A M E N S T E L.

^eeken op de Raampjes ABCD de Pf- xi. twee Onderwerpen, waar van gynbsp;vertooning op dat wanftaltig Schilde-ry begeert, in acht neemende dat dienbsp;twee Raatnen aan elkanderen gelyk eanbsp;Veel hooger dan breed zyn.

Trek de Lyn AB , cn laat deszelfs pig. 7. Cfigte het dubbeld zyn van die, op wel*

Ha nbsp;nbsp;nbsp;te

-ocr page 168-

Ii6 Gezichtkonstig

ke gy het wanftaltig Schildery (1 ) bepaald hebt. Deel dezelve in twee ge-]yke deelen in het punt C. Rigt in het punt B op de loodlyn BF, wier hoogtenbsp;het dubbeld zyn moet van de breedtenbsp;van het Raam ABCD Czesde Figuur}.

Trek uit het punt F tot het punt A en C de Lynen FA en FG, en rigt innbsp;het punt C op de loodlyn CG, die ge-lyk zal zyn aan de breedte van het Raamnbsp;ABCD (zesde Figuur).

Deel de Lyn CG in eenige gelyke deelen,,en trek door die verdeelings1nbsp;punten de Lynen FO, die u op de Lynnbsp;of het hellend vlak IC geeven zullen denbsp;fchynbaare Vefdeelingn van defzyde ARnbsp;van het Raam ABCD (zesde Figuur).

Fig S.

Trekiop een anderPapier de Lyn AB maak dezelve gelyk aan de Lynen iC

en

1

Om dit Schildery een zeer ongemeeti bedriegelyke vertooning te doen maaken,nbsp;moet het agt- of tienmaal langer dan breednbsp;zyn.

-ocr page 169-

VerMA A KLYKHED EN. Il7

en CB van de zevende Figuur; trek uit het punt C (afgaande van het punt Anbsp;de lengte IC zevende Figuur) de lood-lyn DE, maak dezelve gelyk aan denbsp;*yde AC van het Raam ABCD (zesdenbsp;f'iguur) en laat zy verdeeld zyn in tweenbsp;gelyke deelen door de Lyn AB; verdeelnbsp;die Lyn DE in het zelfde getal vannbsp;deelen, in welk gy verdeeld hebt dezy-de AC van het Raam, en trek uit hetnbsp;punt B de Lynen BO, welken door allenbsp;die verdeelingspunten gaan, en bepaaldnbsp;zyn moeten door de Lyn Hl, die gynbsp;uit het punt A trekken zult.

Breng uit het punt C tot het punt A Over alle de ongelyke Verdeclingen vannbsp;de Lyn Cl (zevende Figuur), en treknbsp;door die verfchillende verdeelingspun-ten de Lynen FG evenwydig aan denbsp;Lyn DE.

Leze bewerking volbragt zynde, zal het ongelykzydig Vierkant HDlE(ag-fte Figuuj^ in zoo veele F-erfpeiwenbsp;Vierkanten verdeeld zyn als het Raamnbsp;H 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ABCD

-ocr page 170-

i8

GeZICHTKONST-IGE

ABCD (zesde Figuur), en die Vierkanten , uit het punt B gezien zynde, zullen aan elkanderen gelyk fchynen.

Neem een ftuk Bordpapier ABC (vyf-de Figuur) in t midden gebogen en gefteld op een plankje, zoodanig dat hetnbsp;in t punt B zig verhelFe tot de hoogtenbsp;Hl (zevende Figuur); trek op iederenbsp;zyde AB en BC het ongelykzydig Vierkant HICE en alle deszelfs Verdeelin-gen; breng in de PerfpeStive Vierkantennbsp;yan ieder dezer twee ongelykzydige Vierkanten de trekken van de Voorwerpen,nbsp;welken gy op de twee Raamen ABCDnbsp;geteekend. hebt , en neem dezelfdenbsp;voorzorgen in acht, die by eerfte Ver-maaklykheid van dit Deel opgegeevennbsp;^yn.

VVanneer die twee wanflaltige Schil-deryen afgemaakt zyn, zoo zet op ieder eind derzelver A en C twee vlakke Spiegels MN van dezelfde grootte als het Raamnbsp;ABCD, en plaatser boven op twee kops-3fe Stukjes D en F, waar in een gat'zynnbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moet

-ocr page 171-

VEI^MAAKLyKHEDBN. IIP

moet om voor gezigtspunt te dienen, in acht neemende, dat zy op dat plankje moeten opgerigc zyn ter hoogte va^nbsp;de Lyn FB (zevende Figuur).

UITWERKING.

Als het Oog geplaatft wordt in het gezigtspunt D (vyfde Figuur), zal het gene Wanftaltig op het gedeelte BC van hetnbsp;Bordpapier ABC geteekend is, in dennbsp;Spiegel M gezien zynde, gelykvormignbsp;fchynen aan het Onderwerp, dat opnbsp;een van de twee Raamen ABCD (zesdenbsp;Figuur ) geteekend is; en zo men doornbsp;het gezigtspunt E kykt, zal men op dezelfde wyze zien het wanftaltig Onderwerp, t welk op het Bordpapier ABnbsp;geteekend is, t gene eene zoo veel tenbsp;aangenaainer verwondering zal verwekken , hoe het Bordpapier minder, fchoonnbsp;genoeg hellende is, om niet te kunnennbsp;bemerken, dat iedere Spiegel maar denbsp;helft Van het Schildery te rug kaatft,nbsp;H 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het

-ocr page 172-

Tt29 (Je^ICHTKONSTIGE

Hqt }s ook npodzaakelyk aan te merken, dat men zoo veel meer lengte en uitgeftrektheid aan het Schildery geevennbsp;moet, hoe men het Bordpapier innbsp;midden C minder hoog doet Haan,

-ocr page 173- -ocr page 174- -ocr page 175-

Vermaaklykheden. vat

NEGENTIENDE

VERMAAKLYKHEID.

De Drie Tover-Kyhrs.

SAMENSTEL.

aat een zevenkante Doos C*^ quot;^^Fig CDEFG maaken, van omtrent

agt duimen middellyns n anderhalven duim diepte, op welker bodem gy eerjnbsp;bordpapieren Cirkel moet plaatfen vannbsp;zefthalve duimen middellyns, zeer ligtnbsp;en beweegbaar op ecne Spil in t middelpunt Hftaande, bevattende in zig een

wel

(* ) Deze Doos moet zoodanige vorm of gedaante hebben , dat zy fchynt te dienennbsp;voor een Voetftuk van de drie Kykers, dienbsp;hierna befchreven worden.

Hy

-ocr page 176-

122

Gezichtkonstige

Fig- *

wel bekragtigde Naaide I; deel denzel-ven in n en-twintig gelyke dcelen, zoo als de vierde Figuur aanwyfl; neemnbsp;verder in acht , dat op het dekfel vannbsp;deze Doos een Glas zyn moet, waar opnbsp;gy plakken moet een blad van zeer dunnbsp;parier, dat met dezelfde kleur als denbsp;Doos gev. rwd engevernift is, ten eindenbsp;het Licht er door heen in de Doosnbsp;komen en dus de Voorwerpen ver.nbsp;lichten kan, die, gelyk terftond zal aangewezen worden, op den beweegbaarennbsp;bordpapieren Cirkel moeten gefchrevennbsp;of gefchilderd zyn. Rigt in het middelpunt op het Dekfel van deze Doos opnbsp;een gedeelte van een Kolom I, ftaandenbsp;op zyn Voetftuk M, en zet er een Kapnbsp;N op.

Laaten er in het Glas, dat op het Dekfel van deze Doos is, drie rondenbsp;openingen O , P, Q zyn, op gelykennbsp;afftand van elkanderen, van drie vierdenbsp;daims middellyns , op ieder van welkennbsp;gy vaft zetten moet een Kyker gelji;

aan

-ocr page 177-

Vermaaklykhedes. 123

aan dien, dewelke in de derde Figuur van dezelfde Plaac verbeeld wordt.

SAME NS TEL

VAN DEZEN

K Y K E R.

Laat een houten Voet A draaijen pig. ^

in zyne gantfche lengte doorboord met een gat van drie vierde duinJfe mid-dellyns; zet op dezen Voet den Kykernbsp;BC, waar in een tweede Koker D fluitnbsp;even als in de gewoone Verrekykers;nbsp;ftel in den grootften Koker F een kleinnbsp;ovaal Spiegeltje E, dat op-en neer kannbsp;gaan, als en den binnenften Koker Dnbsp;induwt of uithaalt; maak een rond gatnbsp;op die plaats van denbuitenften Koker,nbsp;daar dezelve op den Voet A ruft, tennbsp;einde men, als de Spiegel hellende is,nbsp;door den Voet van dezen Kyker Zou kunnen

-ocr page 178-

^2^ GE55ICHTK0NSTIGE

nen zien het Voorwerp, dat in de Doos onder de openingen , P, Q (*) ge-plaacft is: neem drie zoodanige Kykers,nbsp;n zet ze vaft op de drie openingen O,

P, Q-

SAMENZETTI^G

D ? R

VOORWERPEN,

welken op den beweegbaaren Cirkel, die in de IQoos is, geteekend zyn.

Deze Cirkel moet, gelyk boven gezegd is, in n-en twintig gelyke deelen verdeeld zyn, en iedere Verdee-

ling

(*) Men kan in den Voet van iedereq Kyker een Glas plaatfen van vyf of zes duimen middellyns om het Voorwerp te ver-grooten.

-ocr page 179-

VeRMAAKLYKHEDES. 2gt;'

Hng moet onder de Openingen O, Pj Q vallen, als die Cirkel op zyne Spilnbsp;draait.

Men moet bepaal en y welke de drie Voorwerpen zyn zullen, die mn in lederen van die drie Kykers wil laatennbsp;verfchynen; ftellen we, dat zy verbeeldnbsp;worden door de CyiFer - letters i , 2 ennbsp;3, zoo zal men zien, dat deze drie Cyf-fers zes verzettingen of veranderingen innbsp;de orde voortbrengen kunnen , als:

1,3,2. 2,1,3. 2,3, r. 3,r,2. 3,2, iJ

Men moet dan die getalln, of de Voorwerpen dewelken zy hier verbeelden , zoodanig plaatfen, dat de eerftenbsp;CyfFerletter i van de eerft Verzettinge,

I j 2 gt; 3, gefchreven zy in de eerfte Verdeeling A van dien Cirkel, de tweede 2 in de agtfte Verdeeling; en de der- ^nbsp;de 3 in de vyftiende; vervolgens dat denbsp;eerfte CyfFerletter i van de tweede Verzettinge geplaatft zy volgens de Verdee-licg B, de tweede 3 in de negende Verdeeling ,

-ocr page 180-

120 Geictkonstig

deeliDg, en de derde 2 in dezeftiendei enz. Als men agttien van deze Verdee-lingen met de CyfFerletters van die zesnbsp;Verzettingen gevuld heeft, moet mennbsp;de drie overige Verdeelingen leedig laa-ten.

Dien Cirkel, dus bereid zynde, zet men op zyne Spil, en men maakt aannbsp;een van de zyde van de Doos ABCDEFGnbsp;(eerfte Figuur) een Vang of Hefboompje,nbsp;dat op' dien Cirkel, wanneer men wil,nbsp;neervallende, denzelven vaft zet en benbsp;let te draaijen.

UITWERKING.

Wanneer de drie Kykers op de Doos gefield en gekeerd zyn naar de zyde vannbsp;de Kolom, die in t middelpunt van denbsp;Doos opgerigt is, en als men dan denbsp;kleine Kokers infchuift, zullen zy denbsp;Spiegels, die in iederen grooten Kokernbsp;is, opligten, en men zal door de opening C van die Kykers die zelfde Kolomnbsp;zienj zo men integendeel dien Koker

een

-ocr page 181-

Vermaaklykhedkn. 127

een weinift uithaalt, zal de Spiegel daa-len en bellen, en men zal dan in dien Kyker de drie Voorwerpen zien, welkennbsp;in de Doos onder de openingen, die innbsp;de voeten dezer Kykers gemaakt zyn^nbsp;geplaacft zyn kunnen , en deze Voor-yverpen zullen noodzaakelyk in de ordenbsp;4;yn van eene dier zes veranderingen.nbsp;Welken men aan dezelven geeven kan.

Met deze Doos op eene Tafel te zetten , waar in men heimelyk een bekrag-tigde ftaaf (*) van zes duimen lengte verborgen heeft, en waar van men denbsp;rigting kent, kan men naar goedvinden,nbsp;regt voor de openingen O, P, Q (tweede Figuur) doen verfcbynen de drienbsp;bovengemelde Voorwerpen, in alle hunne veranderingen van orde ; nadien men,nbsp;om zulks te doen flegts de Doos te plaat-fen heeft volgens zeker merk, dat op

de

(.*) Deze Staaf moet zeer fterk zyn, ten tinde hy den papieren Cirkel gemakkelykkan:nbsp;loen omdraaijen.

-ocr page 182-

laS 6ZICHTK0NSTIGE

dc Tafel gemaakt is, en regt tegen ovef welk men een van de zeven kanten ofnbsp;zyden van de Doos zet; men kan dennbsp;beweegbaaren Cirkel ook valt zetten jnbsp;door het hefboompje, t welk mede innbsp;deze Doos verborgen is, er op te laatennbsp;valleni

K O NS T S T U KJ E,

t voelk mm met deze drie Kykers in t werk Jlelt.

Men kan het vermaaklyk Spel, gene men met deze Kyker in tnbsp;werk kan ftellen, veranderen naar denbsp;vrfchillende Voorwerpen, die inen opnbsp;dien beweegbaaren papieren Cirkel gezet heeft; t zal genoeg zyn er hier eennbsp;voorbeeld van te geeven met de Getallen , dat men dan op iedere andere Vermaak lykheid kan toepasfen; het verfchilnbsp;der Voorwerpen verandert niets in denbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ma-

-ocr page 183-

Vermaaklykheden. i2rj

manier, op welke men dit Konftftukjd jnc werk (lelt; twelk, wel uicgevoerdnbsp;zynde , eene van de verwonderlykltennbsp;fchynen zal.

Men moet eerft (1) den beweegbaa-ren Cirkel indiervoegen vallzecten, dat de drie Verdeelingen , waar op nietsnbsp;geteekend iS, regt onder de drie Ope-ningen O, P, Q geplaatft zyt, en mennbsp;ftelt vervolgens den binnenllen Kokernbsp;van die Kykers zoodanig, dat de Spiegels , die er ingezet zyn, met een hoeknbsp;van 45 graden hellen, en dus de Voorwerpen , welken onder die Openingeiinbsp;zyn, tot het og overbrengen kunnen (t). Den Kyker dus toegefteld

zet

1

Dit moet heimelyk gefchieden eii voordat men het Konfttuig op tafel zet; mennbsp;doet zulks met het kleine Hefboompje.

(1) Tot Voorwerpen kan men neemen Oetallen, Bloemen, Kaarten, Vraagen, Raad-fels enz. men heeft ze flegts op Kaarten tenbsp;1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchry.

-ocr page 184-

130 GezicHTKO NSTIGE

zee men op Tafel, en men laat ieder, die wil, de vryheid om door die drienbsp;Kykertjes heen te zien, vermits zy ernbsp;toch geene Voorwerpen in zien kunnen gt;nbsp;daarna geeft men aan drie verfchillendenbsp;Perfoonen drie Voorwerpen zoodanigenbsp;als men wil; men veronderllelt hier datnbsp;het zyn de Getallen i, 2 en 3; wanneernbsp;nu ieder dier drie Perfoonen naar zynenbsp;verkiezing een getal genomen heeft, roltnbsp;men de drie Kaarten, waar op zy ge-

fchre-

fchryven of te fchilderen, en in acht te nee* men, dat men in de Doos een verdeeldennbsp;Cirkel doe, zoo als aangewezen is, waar opnbsp;dezelfde Voorwerpen of gepafte Antwoordennbsp;gefchilderd of gefchreven zyn, en dit allesnbsp;naar de keus van hen, die dit Stuk maakennbsp;willen; men kan zelfs verfcheidene papierenbsp;Cirkels maaken te hebben om het Konftjnbsp;naar goedvinden te veranderen, 't welk mennbsp;dan een oogenblik daarna op eene andersnbsp;wyze herhaalen kan, nadat mep den papieren Cirkel veranderd heeft.

-ocr page 185-

Verma aklykheden. 131

fchrevenzyn, alle in een, men legt de-zlven in de Kolom op die plaats, tegen welken de drie Kykertjes regt over ftaan,nbsp;en men laat hun de vryheid van er drienbsp;uit te kiezen, in t welk ieder het Voorwerp, dat hy gekozen heeft, of dat ernbsp;betrekking toe heeft, begeert te zien.

Wanneer die drie Perfoonen hunne keus gedaan hebben, zet men het Stuknbsp;op Tafel op die plaats, alwaar de be-kragtigde Staaf verborgen is, we! oplettende, dat men deszelfs Voet in denbsp;vereifchte rigting plaatfe, ten einde denbsp;papiere Cirkel die drie Verdeelingennbsp;voor de Openingen O, P, Q, brenge,nbsp;op welken de Getallen, die tot de ge-daane keus betrekkelyk zyn, gefchrevennbsp;ftaan ; men geeft dan aan den Cirkelnbsp;tyd om zig ftil te zetten, waarna mennbsp;denzelven, zonder dat men bet merke,nbsp;door het Hefboompje in dien ftand vafl:nbsp;zet; vervolgens neemt men dit geheelenbsp;Stuk van de Tafel af, men brengt hetnbsp;agtervolglyk by ieder dier drie Perfoo-I 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nen,

-ocr page 186-

132 Gezichtkonstig

nen , men laat hem zien in dien Kykergt; waar in by begeert heeft het Getal tenbsp;zien, dat hy verkozen heeft, en het zalnbsp;hun toefcbynen, dat hun Getal wezen-]yk geplaatlt is in die plaats van de Kolom, vraar in de drie Kaarten gelegdnbsp;zyn , het gene hun zeer verwonderlyknbsp;zal voorkomen (*).

opmerking.

Men moet, om dit Konjije gemakkelyk uit te meren, een goed geheugen hebben,nbsp;vermits men zig moet kunnen herinnerennbsp;de zes veranderingen in de orde, welkennbsp;kunnen voortgebragt worden door de keuze,nbsp;welke men die drie Perfoonen laat doen omnbsp;in den eenen of anderen van die drie Kykers

het

(* ) Men kan vervolgens voorftellen om die drie Getallen in eenen anderen Kykernbsp;dan den verko zenen te doen zien ; het isnbsp;daar toe genoeg, dat men het hefboompjenbsp;los laate en het Stuk op de tafel zette, daarnbsp;de Staaf is.

-ocr page 187-

V E R M A A K L? K H E D E N. I33

het Vwrwerp te zien , dat zy genomen hebben', men kan egter, om zig met bet onthoud van die Samenzettingen niet te be-zwaaren, op de Doos eenige teekens zetten,nbsp;die in fchyn onverfcbillig zyn en Jlegtsnbsp;tot cieraadfcbynen te verjtrekken , en welken nogtbans terjiond doen zien den Jtand,nbsp;waar in de Doos op de Tafel moet gezetnbsp;worden.

I3

TWIN-

-ocr page 188-

X3^ GEZICHTKTONstlGE

TWINTIGSTE

vermaaklykheid.

Hetbyzondere Kykertje, waar mede men de Voorwerpen zelfs door donkere Lig-haamen heen fcbynt te zien.

SAMENSTEL.

Et-. XII. Kg. j.

Maak van Bordpapier een Koker j van eene vierkante gedaante, omtrent twee en een halven duim lang ennbsp;twee derde van een duim breed; deelnbsp;zyne lengte AB in drie gelyke deelennbsp;C, D en E; zet in ieder der twee Vakken C en D een vlakken Spiegel hellendenbsp;met eenen hoek van vyf en-veertig graa-den.

Maak in eene van de zyden van dezen Koker, die vlak tegeij over een van de

Spie-

-ocr page 189-

Vermaaklykheden.

Spiegels ftaat, twee Openingen F en G, en twee anderen H en I in de tegen overnbsp;gefielde zyde, en laaten dezelven zoonbsp;gerigt zyn , dat die van G regt tegennbsp;over den hellenden Spiegel NO, en dienbsp;van H regt tegen over den anderen ge-lyklyk hellenden Spiegel L, en de tweenbsp;andere Openingen regt tegen over denbsp;eene en andere valle.

Voeg aan het uiteiivde B van dezen Koker een Heft of Handvat P, dat innbsp;B Vierkant afgefneden is, waar tegennbsp;het Bordpapier van den Koker moet aangeplakt zyn op een halsje, c welk ernbsp;tot dat einde aan gemaakt is.

Maak een houten Cirkel AB , nen duim dik, en hol van binnen over zynenbsp;breedte en dikte, ten einde de befchre-vene Koker er vryelyk in fchuiven kan,nbsp;niaak in t middelpunt van dezen Cirkelnbsp;Yan beide de zyden een rond Gat H, waarnbsp;gy plaatfen moet een bol Glas vannbsp;anderhalven duim middellyns, waar onder gy leggen moet een Schuifje om denbsp;I 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ope

-ocr page 190-

330 Gezicht konstige

Qpening vyf of zes linien Reiner te kunnen maaken.

UITWERKING.

Als de boven befchreven Koker, voorzien van die twee Spiegels, geheel in dien houten Cirkel ingefchoven is (*); ennbsp;als men dan eenig Voorwerp door diennbsp;Kyker befchouwt, zal men het eveneensnbsp;zien, als of men het met een gewoonennbsp;Yerrekyker befchouwde, hoedanigen mennbsp;gemeenlyk Jalourskykertjes noemt.

Zo men integendeel den Koker uit-, haalt, zoodanig dat de Spiegel LM regtnbsp;tegen over het Gat H van dezen Kykernbsp;geplaatft zy , zoo zal de Opening Gnbsp;(die verborgen was, toen de Koker geheel in den Cirkel gefchpven was), zignbsp;ontdekken ; indien men dan door dennbsp;Kyker ziet, zoo zalmen, vermits het geziene

(* ) De middellyn van den houten Cirkel amp;B moet van dezelfde lengte als die Kokernbsp;zyn.

-ocr page 191-

VEUMA AKLYKHEDEN. f3f

ziene Voorwerp altoos regt voor het Qog fchync te zyn , zig noodzaakelyknbsp;verbeelden, dat het door de Openingnbsp;van dezen Kyker verfcbsnt, en indiennbsp;men dan zyne hand of eenig ander donker Lighaam aan de andere zyde vannbsp;die Opening houdt, zal het fchynen alsnbsp;of men de Voorwerpen door zyne handnbsp;heen zag, en deze met een gat doornbsp;boord ware.

K O N S T S T UK J E.

Als de Koker tot aan den rand van den Cirkel van dezen Kyker ingeduwd is, geeft men denzeh'cn aan ie-mant over , ten einde hy zelve ondervinden kan, dat men de Voorwerpen,nbsp;men voor hem houdt, wezenlyknbsp;door de Glazen , waar uit deze Kykernbsp;beftaat, heen ziet; men zegt hem vervolgens , (Jat men door middel van den-I 5-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zei-

-ocr page 192-

GEZrCHTKONSTIGE

zelven ook de Voorwerpen door donkere Lighaamen heen zien kan; ten welk einde men dan den beweegbaaren Ko'nbsp;ker op de vereifchte lengte uithaalt,nbsp;en men laat hem zelfs de andere zydenbsp;van den Kyker met zyne hand bedekken; het welk de allergrootfte verwondering zal verwekken ; vermits hy zignbsp;inbeelden zal het Voorwerp , 't welknbsp;men voor den Kyker houdt, door zynenbsp;hand heen te zien,

OPMERKING.

Men moet den Kyker om er door te zien terfiond overgeeven ^ en vervolgens vue-derom neenien, ten einde men, dien zelvenbsp;voor bet oog van den Perfoon houdende,nbsp;den Koker febielyk zou kunnen te rug baaien; ook is t noodzaakelyk (^ten einde denbsp;Omjtanders bet Gat, dat dan verborgennbsp;is, niet ontdekken zouden') temaaken, datnbsp;men een Voorwerp ziet, t welk vlak opnbsp;eene Tafel legt; zo er egter niemant voornbsp;den Kyker was, zou men den Kyker ooknbsp;in een loodregten Jland voor bet oog houdennbsp;kunnen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;EEN*

-ocr page 193- -ocr page 194- -ocr page 195-

VermAAKLYKHEDEI. ISr

EENENTWINTIGSTE

vermaaklykheid.

De onbegrypelyke Kyker.

SAMENSTEL.

Plaats in den Vierkanten en omgebo- pl. xiii, gen Koker ABCD de vier Spiegelaars'

O, P, Qgt; Rj zoodanig dat zy met de zyden van dezen Koker hoeken van vyf-en-veertig graaden maaken; maak tweenbsp;ronde Openingen aan ieder van deszelfsnbsp;einden A en B, waar in gy van den ee-nen kant vaft zetten moet twee anderenbsp;ronde Kokers G en F, en van den anderen Lant de twee L en M ( 1 }, in acht

nee-

1

Die vier Kokers moeten niet ingaan in het binnenfte v'in den omgebogen of opgaan

-ocr page 196-

x4o Gezichtkonstige

Memende, dat de twee andere Kokers H en I in die twee laatften moeten in-fchuiven.

Zet in dezen Kyker aan het eind G een bol Voorwerpglas, en in het end Fnbsp;een hol Oogglas, en neem in acht dat,nbsp;om het brandpunt van die twee Glazennbsp;ten aanzien der lengte van den Kyker tenbsp;regelen, men deze lengte moet veron-derftellen gelyk te zyn aan die van denbsp;Lyn of geflipte Gezigtsflraal (zie denbsp;eerfle Figuur), die, door de opening Gnbsp;inkomende, in verfcheiden afkaatfingennbsp;door de tegenovergeftclde opening Fnbsp;alwaar het Oogglas geplaatft is , uit-gaat:

Zet een gemeen Glas in de twee Ope-ningen van de beweegbaare Kokers L enM, en plaats eindelyk dezen Kykernbsp;op zynen Voet E, en wel zoodanig, datnbsp;,hy, in tpuntS beweegbaar zynde, naar

goed-

gaanden Koker, ten einde zy de uitwerking der Spiegels niet zouden hinderen.

-ocr page 197-

VermAAKLYKH EDN.

SoeJvindcn hooger of laager kan vage-fcftroefd worden.

UITWERKING.

Als men, het oog plaatfende in F, door dezen Kyker ziet, zullen de Licht-ftraalen, van het Voorwerp T afkomendenbsp;en door het Voorwerp-Glas G heen gaande, agtervolglyk gebroken worden doornbsp;de Spiegels O, P, Q, R; en van daarnbsp;te rug gekaatftin F, zullen zy het Voorwerp T in het oog fchilderen in den-zelfden ftand, en die Lichtftraalen zultennbsp;onmiddelyk fcbynen te komen van hetnbsp;Voorwerp, dat hen afkaatft.

Nadien de twee beweegbaare Kokers H en I, in welker eind een Glas Raatnbsp;alleen dienenom dit Konje meer bedrognbsp;by te zetten, en dewyl zy met het bin-

nenfte 1

1

Dit Glas dient alleen om te beletten, dat men bemerke, dat de gemeenfchap valt;nbsp;den ezigtsftraal niet regtftreeksch is.

-ocr page 198-

142 G EZICHTKONSTIG

nenfte van dezen Kyker, waar door de Lichtftraalen heen gaan, ook geene andere gemeenfchap hebben, zoo zal hetnbsp;voor de uitwerking van dezen Kykernbsp;volkomen onverfchillig zyn, of men deze twee Kokers nader by een brenge, vannbsp;malkanderen verwydere, of er eenignbsp;donker lighaam tusfehen plaatfe.

Vermits deze Kyker ook beweegbaar js op zynen Voet E, zoo kaft men dennbsp;zelven rigten naar welk Voorwerp mennbsp;goedvindt, en men zal het op dezelfdenbsp;wyze er doorzien, als wanneer men zignbsp;van een gewoonen Verrekyker bedient,nbsp;zo dezelve van behoorlyke Glazen voorzien is.

K ONSTSTUKJE.

Wanneer de twee beweeghaare Kykers H en I by elkanderennbsp;gebragt zyn, rigt men dezen Kyker op

eenig

-ocr page 199-

Vermaaklykheden. 143

eenig ver of naby zynde Voorwerp, ea men laat er ietnant door kyken; meanbsp;vraagt hem of hy het Voorwerp, dat regcnbsp;over den Kyker is, wel en ondcrfchei-denlyk ziet; vervolgens verwydert mennbsp;die twee beweegbaare Kokers H en Inbsp;van elkanderen, laatende tusfchen heunbsp;eene genoegfaame ruimte om er de band,nbsp;of eenig ander lighaatn tusfchen te plaat-fen; dan zegt men dat deze Kyker hetnbsp;vermogen heeft om de Voorwerpennbsp;zelfs door de donkerfte lighaaraen heen tenbsp;doen zien ; men gelaft hem dan di t zelfsnbsp;te onderzoeken meter door heen te zien,nbsp;terwyl men er of hy zelfs zyne handnbsp;tusfchen houdt, en hy zal zeer verwonderd zyn te vmden, dat hy dus hetnbsp;Voorwerp door zyne hand heen ziet,nbsp;als of er wezenlyk een gat in waar.

OPMERKING.

bedriegelykbeid van dit Konjije is daarom te ongemeener, omdat men niet ge-makkelyk begrypt omar door die uitwrking

voort-

-ocr page 200-

GEZICHTKOf-STIGE

voortkomt; bet gebogen Jtuk fcbynt opzet-telyk van die vorm te zyn om de twee ge-deeltens van den Kyker, die men van een moejt kunnen Jcbuiven , te draagen ; ennbsp;voor t overige, door welk eind men in dezen Kyker ziet, men beeft altoos dezelfdenbsp;uitwerking, en men befpeurt de Spiegelsnbsp;niei, die er inbefloten zyn.

TWEE-

-ocr page 201-

Vermaaklykbedbn. i4j

lt;tgt; nbsp;nbsp;nbsp;lt;#gt;

tWEE-EN-TWINTIGSTE

vermaaklykheid.

De fwee Toverfpiegeh.

S A M E N S T E L.

Maak in het Befchot AB twee Ope- Pl. xiii, ningen CD en EF van nen **nbsp;voet hoog en tien duimen breed; laaten ^nbsp;zy omtrent nen voet van elkanderennbsp;afzyn ; en beiden ter hoogte van hetnbsp;hoofd van eenen Perlbon van eene ge-woone lengte, ten einde men er gemak-kelyk in zien kan ; zet er een Lyft om,nbsp;en in lederen Lyft een doorzigtig Spiegelglas , dat is t gene niet verfoelyd is.

Plaats agter dit Befchot twee Spiegels, regtftandig, jjQgnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Befchot hel-

III. Dee. k nbsp;nbsp;nbsp;len-

-ocr page 202-

40 Gezichtkonstige lende met eenen hoek van vyf- en-veertig graaden ; laaten zy agttien duimennbsp;hoog en breed zyn; befluic de ruimte,nbsp;welke tusfchen die twee Spiegels bevatnbsp;is, met Plankjes of Bordpapieren , ennbsp;laat alles van binnen zwart en wel digtnbsp;zyn; hang ook twee kleine Gordyntjesnbsp;van Taf voor die Glazen, om dezel-ven naar goedvinden te kunnen verbergen of te ontdekken.

IT W E R K I N G.

Als iemant vlak voor en digt by een van deze Spiegels ftaat, zal by in plaatsnbsp;van zig zelve in het Glas te befchouwen,nbsp;het Voorwerp zien, dat vlak voor dennbsp;anderen Spiegel is; zoo dat, als tweenbsp;Perfoonen regt tegen over deze Spiegelsnbsp;Haan, zullen zy, in plaatfe van zig zei-ven te zien, ieder het beeld van den anderen zien.

KONST-

-ocr page 203-

VermAAKLYKHEDEN. 14;^

K O N S T S T U K J E.

Men plaatft een Perfoon vlak voor lederen Spiegel, men trekt denbsp;Gordyntjes, die er voorhangen, fchie*nbsp;lyk weg, en men verraft hen dus doornbsp;een aangenaam bedrog.

opmerking.

Men moet twee brandende Kaarfen aati iedere zyde van de Glazen bangen ^ m daarnbsp;door bet aangezigt van de Perfoonen, disnbsp;nien vlak voor die Spiegels plaatft, te verlichten ; zonder deze voorzorg, zou ditnbsp;^onftje geene groote uitwerking doen.

DRIE-

-ocr page 204-

^^8 nbsp;nbsp;nbsp;Gezichtkonstig E

DRIE-EN TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De bedriegelyke Spiegels waar in men zig op zy ziet, fcboon men er vlak inkyki.

SAMENSTEL.

aak eene vierkante Doos ABCD; Iaat zy van de zyde CD geheel


Fl,

Fig,


open zyn; zet tegen ieder der drie bin-nenzyden van deze Doos een Spiegel j Fig. 4. bedek dezelve met een Plankje CEDBA,nbsp;twelk het gedeelte CED vry laat, ennbsp;zet in EC en ED twee Bordpapieren,nbsp;dewelken bedekkende den Spiegel, dienbsp;aan de zyde BA gezet is, door de Ope-ningen M en O, alleen zien laat de Spiegels, die tegen de zyden BC en ADnbsp;geplaatft zyn.

Stel

-ocr page 205-

Vermaaklykheden. 149

Stel deze Doos op eenen Voet N, ter hoogte van iemants hoofd boven dennbsp;gtond, of, t gene beter is, maak dezelve zoodanig, dat men ze op haarennbsp;Voet hooger of laager zetten kan.

UITWERKING.

Als iemant zyn hoofd plaatft tegen over de opening ECDF, zoodanig datnbsp;bet vlak tegen over het opene Bordpapier EC of ED zy, zoo zal uit de plaac-fing der Spiegels volgen , dat hy, innbsp;plaatfe van zyn Beeld vlak van voorennbsp;te zien, gelyk hy het in een gewoonennbsp;Spiegel zien zou, het zelve integendeelnbsp;geheel van ter zyde zien zal C*3gt; hetnbsp;Welk eene vry verwonderlyk gezigtsbe-

drog

(*) In dien men de verfchillende hoeken van invallinge en wederkaatfinge, welkennbsp;in de derde Figuur geteekend zyn, overweegt , is t ligt te zien, dat deze uitwerking plaats hebben moet.

Ks

-ocr page 206-

tjo Gezichtkonstige

drog zal voortbrengen voor hun ten min-ften, yvelken onkundig zyn van de ver-fchillende uitwerkingen , die door de verfchillende wyze van Spiegels te plaat-fen voortgebragc kunnen worden.

opmerking.

Zo men in esnen Spiegel ziet, die regt-Jlandig op een anderen Jiaat, zal bet aan-gezigt geheel mismaakt fcbynen; indien men den Spiegel een weinig doet hellen, zoodanig dat by niet meer dan eenen boek vannbsp;lagtig graaden maakt, dan zal bet Aange-zigt zig met alle dazelfs deelen oertoonen^nbsp;uitgezonderd de Neus ent Voorhoofd' zonbsp;men bem doet bellen tot zejiig graaden, zalnbsp;men zig met drie Neuzen en zes Oogennbsp;zien; en deze febynbaare mismaaktheid zalnbsp;p iederen graad van bellinge verfcbillen ^nbsp;en, als de hoek op vyf-en-veertig graadennbsp;is, zal men zig niet meer in dien Spiegelnbsp;zien. Als men , in plaatje van deze tvoeenbsp;Spiegels in dien Jiaiid te Jtellen, dezelvennbsp;indiervoegen pkiatjt, dat hunne vereeni-

ging

-ocr page 207-

Vesmaaklykheden. IJl

ging regtjlandig zy, zoo zullen bunne ver-fibillende hellingen andere uitnjoerkingen fcbynen voort te brengen, vermits dejtandnbsp;Van bet Aangezigt betrekkelyk die tweenbsp;Spiegels geheel zal veranderd zyn; voornbsp;t overige verwekt de uitwerking van dienbsp;twee Spiegels niet veel verwondering ^ gemerkt men de oorzaak, die dezelve voort-brengt y op geenerley wyze vermommen kan,nbsp;alzo men niet vermyden kan, dat de ver-eeniging der twee Spiegels gezien worde.

D E

JALORS-en vesting-kykers.

Men noemtJalours-Kykers kleine Ky-kertjes, die de vorm hebben van een Toneel-Kykertje en waar mede mennbsp;regt voor zig fchynt te zien omdat mennbsp;ze regt uit voor t oog houdt, terwyl mennbsp;egter van de eene of andere zyde ziet,nbsp;er plaats heeft of gebeurt; voldoen-dus aan eene nieuwsgierigheid, dienbsp;zonder dat voor eene onbeleefdheid ofnbsp;K 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;on-

-ocr page 208-

Gezichtkonstige

onbeschaamdheid zou aangezien worden. Hun Samenftel verfchilt daar in van denbsp;gewoone Verrekykers, dat er in hetnbsp;Kokertje ter zyde aan het end, daar hetnbsp;Voorwerpglas is, een rond gat is, waarnbsp;tegen over in het Kokertje een Spiegeltje ftaat, hellende met een hoek van vyf-en-veertig graaden; 't welk dus de licht-ftraalen van de Voorwerpen, die ternbsp;zyde zyn, door het Oogglas in het oognbsp;te rug kaatft.

En men noemt Fepnghykers alle die verschillende Kykcrs, waar mede mennbsp;zien kaa wat er in eene plaats omgaat,nbsp;zonder zelve gezien te worden. Daarnbsp;zyn in dezelven een of meer vlakkenbsp;Spiegels, die het beeld van t Voorwerpnbsp;door wederkaatGng tot het oog van dennbsp;Befchouwer overbrengen. Men heeftnbsp;er dusdanig een, als men in een gewonen Verrekyker een Spiegel plaatft hellende met een hoek van vyf-en-veertignbsp;graaden, en vervolgens een Voorwerp-glas in een Gat ter zyde van den Kokernbsp;fCgt tegen over dien Spiegel. Men

-ocr page 209-

VerMA A KLYKHEDEN lyj

Men kan ook dezen Kyker door mid-del van den Koker, die dient om denzel-ven op het Gezigtspunt te zetten, en door een ander Voorwerpglas aan des-zelfs eind te plaatfen, U't een gewoo-oen Verrekyker gebruiken, waar toe mennbsp;den Spiegel, die er in geplaatft is, alleen zoo te fchikken heeft, dat de Koker , als hy ingefchoven wordt, dennbsp;Spiegel doet plat leggen tegen den wandnbsp;en langs de lengte van den Koker, ge-lyk men het boven by de negentiendenbsp;Vermaaklykheid gezien heeft. Wanneernbsp;men zulk eenen Kyker zoodanig maakt,nbsp;dat hy regt op tegen een Muur aat,nbsp;en dat de hellende Spiegel er een weinig boven uitkykt, en naar buiten gekeerd zy, dan kan men zien wat er buitennbsp;gebeurt, zonder zelfs gezien te worden.nbsp;Zoodanig een Werktuig kan van eennbsp;byzonderen dienft zyn in belegerde Steden , en in andere gevallen , waar in mennbsp;met over een Muur of Wal te zien, zignbsp;aan het Vuur des Vyands bloot ftellennbsp;K 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zou.

-ocr page 210-

Ij'4 Ge ZICHTKONSTIG

zou; en t is ook daarom eigenlyk dat men het een Veftingkyker noemt. Men kannbsp;daarenboven dusdanig een Kyker indier-voegen famenftellen, dat de Koker draai-jen en de Spiegel op- en neder Haan kan,nbsp;ten einde men na goedvinden en agter-volglyk alle de Voorwerpen zou kunnennbsp;zien, die men zien zou, indien men opnbsp;die Muur daar ter plaatfe ftond , alwaarnbsp;de Spiegel is, die in dit Werktuig beflo-ten is.

VYF-

-ocr page 211-

Vermaaklykheden. 155

VYF-EN-TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De wonderbaare Spiegels.

SAMENSTEL.

Laat een geheel vierkant Kaftje Pp- xm, ABCD maakeDjVan alle zyden om-trent vyftien duimen diep, ruftende opnbsp;eenen Voet P, ten einde het te kunnennbsp;zetten op de hoogte van eene gewooncnbsp;mans lengte; maak in de vier zyden vannbsp;dit Kaftje de eyronde Openingen G, H,

I en L, wier langfte middellyn of hoogte moet zyn tien duimen, en de korfte of breedte zeven duimen.nbsp;*iaats in deze Doos ABCD (zie denbsp;grondteekening in de zesde Figuur) twee

Spie-

-ocr page 212-

IJ

Gezichtkonstige

Spiegels AD met hun agterfte zyde te-gen elkanderen vereenigd; ftel dezelven zoodanig in het Kaftje, dat zy er hoek-lynig door heen gaan en op deszelfsnbsp;grond regcftandig ftaan, zoo als door ADnbsp;en CB (vyfde Figuur} wordt aangewezen. Maak aan de buitenzyden om iedere opening eene eyronde Lyft, metnbsp;een doorzigtbaar Glas er in, en bedeknbsp;dezelven ieder met een Gordyntje vannbsp;Taf, zoodanig opgehangen, dat dezelven te gelyk kunnen opgehaald worden.

UITWERKING.

Als men een Perfoon E ( zie de zesde Figuur) plaatft tegen over het Glas innbsp;de zyde AB , zal hy, in den Spiegelnbsp;van binnen , in plaats van zig zelven tenbsp;zien , den Perfoon G zien, die tegennbsp;over de zyde BD gefteld is, en dezenbsp;tweede Perfoon zal wederkeerig in dennbsp;Spiegel van deze zyde zien den Perfoonnbsp;E, en, nadien volgens voorens gelegde

be-

-ocr page 213-

^51

Vermaaklykhede n.

beginfelen, het zien altoos in een regte Jyn fchynt te gefchieden , fchoon denbsp;Straalen door eenen Spiegel gebrokennbsp;Worden , zal deze Perfoon E zig inbeePnbsp;den den Perfoon G te zien in H.

Deze zelfde uitwerking zal plaats hebben ten aanzien van die Perfoonen, die men in F en H plaatfen kan, dewyl denbsp;ftelling van den anderen Spiegel ten hunnen opzigte dezelfde is.

KONSTSTUKJE.

Men ftelt aan vier Perfoonen voor om zig ieder te plaatfen op ge-lyken afftand en vlak voor de opening ,nbsp;die in elke zyde van dit Kaje is, mennbsp;trekt vervolgens de Gordyntjes op, tennbsp;einde zy in die Spiegels zien kunnen;nbsp;dan zullen zy, in plaats van hun eigennbsp;beeld, er in zien dat van de Perfoonen,nbsp;die aan hunne zyde ftaan, en die zy zignbsp;-gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in-

-ocr page 214-

Gezichtkohstigs

inbeelden zullen aan de tegenovcrgeftel-de zyde te ftaan. Deze verplaatfmg zal zoo veel te ongemeener uitwerking doen,nbsp;als men zorge gedraagen heeft het Kaftjenbsp;zoo toe te ruften, dat men de twee hellende Spiegels, die men er in geplaatftnbsp;heeft, niet gemakkelyk bemerken kan.

//r

ZES-

-ocr page 215-

Vermaa'kiykheden, 159

ZES-EN-TWINTIGSTE

vermaaklykheid.

De eploopende Balletjes door eene enkelde ^ederkaatfing.

Nadien die ftuk van de Spiegelkunde, zoo wel als dat door de dubbelnbsp;de wederkaatfing, eene van die genennbsp;is, welken de aangensamfte bedriegelyknbsp;heid in het zien vrtbrengen, heeft mennbsp;goed gedagt de wyze om dezelven uit tenbsp;Voeren hier wat omftandiger te be*nbsp;fchryven.

SAMENSTEL.

Maak een klein Huisje van hout, waar van de Voorgevel ABCD twee voetennbsp;en vyfeien duimen breed is, en laatnbsp;er naar boven eene opening in zyn

van

-ocr page 216-

jgQ Gezichtkonstige

V3D agt of negen duimen breedte en zeven of agt hoogte ( * ); zet in deze opening een doorfchynend Glas.

Laat de zyde van dit Huisje tvJee voe-** ten diep zyn (zie het Profil ABCD) en maak er aan een Plankje DE, dat denbsp;breedte heeft van dit Huisje en eenenbsp;lengte van vyftien duimen van D totnbsp;laat het op deze plaats dit Huisje by wy-ze van eene zoldering in twee ongelykenbsp;Verdiepingen deelen, van welken denbsp;bovenfte n of twee duimen mindernbsp;hoogte hebben moet dan de beneden-fte.

Plaats binnen in het bovenfte gedeelte van dit Huisje, en aan het einde D vannbsp;het Plankje DE, een kleine regtftandignbsp;vercierde Poort of Scherm, van gedaante

als

Indien men dit Huisje eens zoo groot maakt, zal het zoo veel fraayer uitwerkingnbsp;geeven; dog het behaagt minder als het kleinder gemaakt wordt.

-ocr page 217-

VERMAAKLYKHEDErl. lt

als het voorfte gedeelte van een Schouw* toneel en, laat er eene opening in vannbsp;tien duimen breedte en agt duimen hoogte ( zie de derde Figuur).

Plaats ageer dit voorfcherm CF den Spie-gel(tweede Figuur) die eene helling moet hebben van vyf-en-veertig graaden, evennbsp;als in de Kykkaftjes met Spiegels, hnbsp;Deern in achty dat hy van dezelfde breedte zy als het Huisje, en groot genoegnbsp;om de opening van het Voorfcherm^nbsp;als het oog geplaatft is voor het door-fchynende Glas E.

Vercier de binnenfte ruimte CEDE met verfcheidene Schilderftukjes, die gynbsp;obrdeelen zult er beft in te voegen oinnbsp;dit Kaftje op te fchikken, fraaijer en aan-genaamer te maaken.

Bedek het bovenfte van dit Huisje, Van C tot in B, met een Gaaze Raampjenbsp;oneen Glas 'er in ten einde het Lichtnbsp;kan komen in het gedeelte CDB. Hetnbsp;Kaftje dus volgens de aangewezen even.nbsp;ledigheden en met de gemelde opletten-III. Deel. Lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heden

-ocr page 218-

Gezichtkonstig

heden toegeruft zynde , zoo zet er in bet hellend Vlak, zoo even te befchry-ven, 't welk zoo groot zyn moet, datnbsp;het gemakkelyk gezet kan worden innbsp;het Kaftje door een Deur, die er agternbsp;in gemaakt is in CH.

^0 o o o nbsp;nbsp;nbsp;0

SAMEN STEL

VAN het

HELLEND VLAK.

Dit Vlak moet met eenen hoek van omtrent dertig graadennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hellende

zyn op den Grond CD van dit Huisie, en aan zyne zyden onderfteund wordennbsp;door twee driehoekige ftukken IML.

Schil'

(*) Indien het Balletje, t welk langs dit hellend Vlak loopen moet, veel wegs en omgangen afleggen zal, met het Vlak meernbsp;helling hebben.


-ocr page 219-

VeRMA AKLYKHEDES.

Schilder op het gedeelte van dit Vlak, dat tegen over den hellenden Spiegelnbsp;ftaat, eenig onderwerp, een Tuin, bynbsp;voorbeeld, vercierd met Boomboogen,nbsp;en Gebouw, enz- indicrvoegen dat hetnbsp;een regelmaatig gezigt fchynt (* )gt; wanneer het in de opening E door weder-kaatfing van den hellenden Spiegel FC,nbsp;gezien wordt.

Maak op dit hellend Vlak een Groef

of Goot door middel van twee dunne kopere Banden, die zeer w:einig er boven uitfteeken, en op een gelyken af-ftand van een ftaan; leg die Goot zoodanig, dat zy van het bovenfte van ditnbsp;Vlak afkomende, en met verfcheidenenbsp;bogten ed omgangen het gefchilderde

On-

() Dit wanftaltige Schildery moet van dat fchynbaare niet veel verfchillen, vermitsnbsp;het Vlak IL maar zeer weinig hellende is,nbsp;het is genoeg dat men de Voorwerpen ctnbsp;van een weinig hooger dan natuurlyk vertoont; hunne breedte kan dezelfde blyven.

L 2

-ocr page 220-

rlt;5| ;.Gezichtkonstige

Onderwerp, 'c welk gy voeglyk geoordeeld hebt, doorloopende , eindelyk, na langs de gantfche lengte van het Vlaknbsp;afgedaald te zyn , in het midden vannbsp;deszelfs onderfte eind E uitkomen ennbsp;vervolgens, langs de lengte van den Koker OP loopende, in een Bakje uitloopennbsp;t welk in het werktuigelyk Rad, waarnbsp;van het Samenftel hierna zal befchrevennbsp;worden, gemaakt is om de ballen te ontvangen.

Maak te hebben verfcheidene yvoire Balletjes van zes linien middellyns, dienbsp;vryelyk kunnen rollen tusfchen de tweenbsp;kopere Regels of Banden , hier bovennbsp;befchreven.

Stel in het binnenfte van dit Kaftje in R twee kleine blikke Plaatjes met hunnenbsp;Blakertjes om er twee Kaarsjes Q in tenbsp;plaatfen die dienen moeten om hetnbsp;hellend Vlak FM te verlichten; maaknbsp;dat er een3 opening zy om dezelven aannbsp;te fteeken ; of laaten hunne Piaatjes

zelve

-ocr page 221-

VerMA AKLYKHED EN. lj

*elve voor deurtjes C *) dienen , om diekaarfen, als men dezelven opent, tenbsp;kunnen veranderen, en fnuiten of fchoon-iaaken; hang over dezelven een blikkennbsp;Tregter, die een buis heeft buiten hetnbsp;huisje uitkomende om den rook uitgangnbsp;te geeven, en dus ^e beletten dat dezelvenbsp;het Kaftje van binnen bederve.


SA

L3

-ocr page 222-

flj Gezichtkonstige

SAMENSTEL.

VAN HET

RAD OF WERKTUIG^

dat dient om de Balletjes geduurig voeder hoven te brengen,

Pr,. XV. Fig. I.

'et een'Trommel vaft in het middel punt van het getande Rad A, en^nbsp;zet dit in het middelpunt van den koperen Regel FG , die als een winkelhaaknbsp;oingebbgen is ^ en laat het Rondfel vannbsp;het Rad B vatten in het eerfte Rad A,nbsp;en laat deszelfs tanden doen draagen dennbsp;Zwengel of Waaijer C, waar van denbsp;Vleugels beweegbaar^zyn moeten, tennbsp;einde men, door dezelven meer of minnbsp;te doen hellen, de beweeging van ditnbsp;yverktuigelyk geftel kan doen verhaaftennbsp;of vertraagen.

- - nbsp;nbsp;nbsp;Maak

-ocr page 223-

Vermaaklykheden. 167

Maak aan dit Rad AC1) vaft twee kopere Armen, en aan ieder eind vannbsp;die Armen een klein Bakje D (zie des-zelfs Profil in de tweede Figuur van de ni- xv,nbsp;zelfde Plaat) welks opening MN geflo- 1'nbsp;zy met een Klepje, dat vry en be-weegbaar is in het punt I; laat de As,nbsp;die dit Klepje draagt, verlengd zyn opnbsp;de buitenzyde van dit Kaftje, om daarnbsp;te kunnen vaft maaken den Trekker L,nbsp;of het Klemmetje dat zig vry en te gelyknbsp;met het Klapje moet beweegen. Iedernbsp;van die vier Bakjes moet gemakkelyknbsp;kunnen bevatten een van die vier Balletjes, die, gelyk boven gezegd is, overnbsp;het hellend Vlak MI, (zie de tweedenbsp;Figuur van de veertiende Plaat) rollennbsp;moeten j ook moet zy er kunnen inkomen door de zyde M van dit Klepje, tnbsp;welk zig daarna fluiten moet; voor 1t

ove-

1

Door dit Rad moet men het werk met een fleutei even als dat van een Uurwerknbsp;kunnen opvrinden.

L4

-ocr page 224-

I63

Gezichtkonstge

overige moeten de zyden of wanden vaij die twee Bakjes hellende zyn, zoo alsnbsp;de eerfte Figuur van de vyftiende Blaatnbsp;aanwyfl:.

Neem ook in acht, dat dit Raderwerk van die grootte zyn moet, dat het, ge-plaatft zynde agter de zyde die tegennbsp;over den Voorgevel van dat Huisje isnbsp;en digt by de plaats, alwaar men hetnbsp;hellend Vlak gezet heeft (zie de vyfdenbsp;Figuur van de veertiende Plaat) in zynenbsp;Bakjes, die aan de einden der Hefboompjes zyn, niet alleen ontvangen kan denbsp;Balletjes , welken , nadat zy langs datnbsp;Vlak afgerold zyn , door de buis LMnbsp;uitkomen , maar dezelven ook weder

opvoeren naar het hovende van dat Vlak in C (zie de tweede Figuur van de vyftiende Plaat), alwaar een kleine Gootnbsp;moet gemaakt zyn om ze te ontvangeanbsp;en naar het hovende van het hellendnbsp;Vlak over te brengen; merk daarenboven op, dat er voor eerd een klein yzernbsp;pennetje of palletje moet geplaatd zyn

in

-ocr page 225-

Vermaaklykheden. 169

in M, t welk de Kleromertjes L welken op den As van die Klepjes zyn, teL kens tegenhoudt, ten einde het Raderwerk niet zou kunnen voortgaan om tenbsp;draaijen , dan wanneer er een van denbsp;Balletjes door het huisje M in een vannbsp;die Bakjes gevallen is, en dat het Klem-mertje heeft doen wyken; in de tweedenbsp;plaats dat men ook een klein gootje moetnbsp;maaken, twelk die Balletjes ontvangennbsp;kan, wanneer ht Bakje, toe zyne groot-fte hoogte gekomen zynde , pn daarnbsp;een ander klein, yzr pennetj ontmoetende, dus zyn Klepje kan doen opennbsp;gaan, en dus wederom het Balletje, datnbsp;er nu in is, uit laaten flippen.

Plaats dit Raderwerk , dus gemaakt zynde , agter :dit Hukj , en Rel hetnbsp;zoodanig dap Ipet al? de.Vper van dennbsp;Trommel opgewonden iX, en het eennbsp;Talietje op het hellend Vlak geworpennbsp;heeft, geduurig door die beweeging we-der opga, tot dat de Veer, welkin diennbsp;Trommel befloten is, geheel ontipannennbsp;L 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IT.

-ocr page 226-

G'Ezichtkonstigb - UITWERKING.

Als men door het Gootje, dat boven aan het hellend Vlak is, een diernbsp;yvoire Balletjes geworpen heeft, en hetnbsp;zelve langs dat Vlak afloopt, zal hy, dienbsp;legt voor dat Huisje ftaat, zig verbeelden dat het Balletje langs verfcheidenenbsp;bogten of omwegen opklimt tot in hetnbsp;bovenfte van het Huisje; het geene zoonbsp;veel te aangenaamer verwondering zalnbsp;vrtbrengen hoe beter de omgangen,nbsp;die het Balletje doorloopt, gefchikt zynnbsp;ten aanzien van het opderwerp, t welknbsp;op'het hellend Vlak , g5ie.fcil4er^^fs;^.qq,

dit zelfde verfcbynfel zal agce'rvolglyg

yoortduuren, tot dat de Veer geheel uitgewerkt heeft.

KONST-

-ocr page 227-

Ve-rmaaklykhedenI 171

K o N S T S T U KJ E,

Men plaatft den Pferfoon,. dien men deze vertooning w'iaatn zien*;nbsp;vlak voor de opening E, men werpt ernbsp;de Balletjes in, t welk hem zeer veelnbsp;verwondering veroorzaaken, zal, vermits hy moeite zal hebben om te begry-pen, hoe zy, dus opklipimende , hetnbsp;binncnfte van dit Huisje doorloOpen kunnen.

OPMERKING.

Als dit Konjltuig zorgvuldig gemaakt is, bedriegt bet op ene zeer b'^zondere wy~nbsp;ze, en bet is een van de fraayfle Stukkennbsp;der Spiegelkunde; men maakt bet nog fraai,nbsp;jer als men er een tweeden Spiegel ly-, die bet verwonderlyke er van zeernbsp;^^rgroot lt;ooor hun, die deszelfs Samenjlelnbsp;en de uit^gj.j^ifig ^ welke de verfcbillendenbsp;plaatjing en nnederkaatfmg der Spiegels

voort-

-ocr page 228-

Gezichtkonstice

voon^f^ngenyiiiet kennen, en niet weeten^ v^aar aan zy de beweeging dier Balletjesnbsp;toejcbryven moeten, die bun toefcbynennbsp;van zelfs op te klimmen, 't lt;welk ben innbsp;eene verwondering laat, waar van zy denbsp;oorzaak niet ontwikkelen kunnen^

ZES*

-ocr page 229-

TL. xni.


%

lfjir%,

:i l

' v . -

-ocr page 230- -ocr page 231-

Vermaamp;klykhedBN. 173

ZES-EN-TWINTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De oploopende Balletjes door eehe dubbele 'ooederkaatjing.

SA.MENSTEL

Dit Konftgeftel verfchilt alleen daar in van het voorgaande, dat mennbsp;in plaatfe van het hellend Vlak IM (zienbsp;de tweede Figuur van de veertiendenbsp;Flaat) een Spiegel ftelt, hellende metnbsp;een hoek van vyf - en veertig graaden nbsp;en dat men dan tegen de zyde ED vannbsp;het Kaftje plaatft het Vlak, langs welknbsp;de Balletjes afloopen.

plaatft daarenboven in DE, en ten naaften by in een Waterpas leggen*nbsp;den ftand, kleine Kolommen, Boogen

of

-ocr page 232-

,174 GezichtkonstigE

of andere Voorwerpen , die, uit twee kopere draaden gemaakt, evenwydig vannbsp;elkanderen afftaan C1) cn van ondereanbsp;vereenigd zyn door een halven Ring,nbsp;die dezelven vaft houdt, en egter nietnbsp;beletten kan, dat de Balletjes dezelvennbsp;in hunne geheele lengte en alle derzel-ver omgangen doorloopen.

Men kan ook ng, zo er ruimte genoeg in het Kafije is , onder die Koper-Draaden een andere ry plaatfen van de zelfde teekening , opdat de Balletjes,nbsp;alszy de eerile ry afgeloopen hebben,nbsp;pok deze doorloopen ; het welk eenenbsp;zeer aartige vertooning maakt, alzoonbsp;de Balletjes dan elkanderen fchynen tenbsp;ontmoeten en over malkanderen heen tenbsp;gaan. Men moet daar toe in acht nee-

men,


1

Men kan deze Koper-Draaden een weinig doen hellen, en wel twee linien opnbsp;lederen Voet lengte, en de afftand van dezenbsp;twee Draaden van malkanderen moet mindernbsp;zyn dan de middellyn der Balletjes.

-ocr page 233-

Vermaaklykhe^', 97f

toen , dat men er twee Gootjes , in plaatfe ten einde, als de Balletjes doornbsp;de Openingen van buiten in het Kaftjenbsp;geworpen zyn, het eene er inkome doornbsp;de zyde F, en het andere door de zydenbsp;D. Men moet ook een Goot maaken,nbsp;die het Balletje weder opneemt, wan- pl. xv.nbsp;neer het de ruimte ABCD doorloopennbsp;heeft, en vervolgens brengt aan het bo.nbsp;venfte van het hellend Vlak, dat regtnbsp;tegen over den tweeden wederkaatfen-den Spiegel geplaatft is, van welk hetnbsp;vervolgens alle de omgangen doorloopennbsp;moet.

OPMERKING.

Deze Konjlfiukjes kunnen op verfcbil-lende manieren famengejleld voorden, t gene geheel afhangt van de /maak en kundigheid van ben , die dezelven maaken ^nbsp;moet in acht neemen, dat de Sleuven ofnbsp;gootjes van bet hellend f^lak eene zeernbsp;paauixie helling hebben moeten, waar in denbsp;Balletjes gemakkelyk en zeer langfam rol.

len

-ocr page 234-

X7 quot;fc^eziCHTKONSTIOE

Un kunnen. Dze Balletjes kunnen vm geverwd yvoir zyn; die van Koper maakennbsp;te veel geraas, en kunnen den Spiegel tenbsp;ligt breeken, voanneer zy by ongeluk uitnbsp;de Gootjes raakende, op denzelven vallen^nbsp;Men met die Gootjes of Sleuven ook ver.nbsp;mortmsn door Schilderwerk of .Cieraaden,nbsp;die te weeg brengen , dat men dezelvennbsp;niet te veel zien kan; zy snoeten van Kaper j blik of zeer dun papier zyn ; in t algemeen kan men niet te zorgvuldig zyn omnbsp;alles te bedekken y wanneer men deze KonJUnbsp;tuigen maakt.

ZE-

-ocr page 235- -ocr page 236-

\v'






■ -r N4' -■ ,.;

► vh'. Wfi , r - -•

:i#:” -■::



-V

i'

■;,S?;t;. ;' ■ ti-?.



■■J'

■i;!; tf





; .lt; .






-ocr page 237-

Verm aaklykheen. 177

ZE VEN-EN-TWINTIGSTE

vermaaklykheid.

De Tover-Kegel.

Op een Cirkel een voanjlaltige Figuur te teekenen , die regelmaatig fcbynt, alsnbsp;zy gezien wordt uit een punt in dennbsp;verlengden As van een Kegelfpiegel,

SAMENSTEL.

Befchryf op papier een Cirkel ABC, ^v, deel deszelfs om trek in twaalf ge- Ps- i-^yke deelen, en trek de zes Middelly-en t, 7.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2, 8.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 9-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4, 10.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5,

, 12.; deel een der Straalen van dezen Cirkel in vier gelyke deelen, ofnbsp;in eenig ander getal van deelen, en treknbsp;III. Deel. Mnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;door

-ocr page 238-

17S Gezichtkonstige

door die punten van Verdeelinge de eenmiddelpuntige Cirkels D , E en F.

Teeken op dezen papieren Cirkel, dus verdeeld , het regelmaatig Voorvyerp,nbsp;dat gy op den hier na te melden bordpapieren Cirkel wanftaltig reekenen wilt.

Fig. 5.

Neem een Kegelfpiegel il.BC (*), wiens hoogte AD gelyk zy aan zynennbsp;grondvlakte ; en welke zeer regelmaatignbsp;en wel gepolyft is , en op een gedraaidennbsp;houten Voet ruft.

Meet met een Pasfer de Straal BD gelyk aan de halve middellyn van diennbsp;Kegel, en breng dezelve over op eennbsp;papier, en rigt op de loodlyn AD, dienbsp;zynen As verbeelt; trek de lyn BA, die

gy

( *) Deze Spiegels worden gemaakt van wit Metaal, t welk beftaat uit vyf deelennbsp;zeer fyn rood Koper, drie en een halve dee-len fyn Tin in Plaatjes, en drie deelen Rotte-kruid. Men vindt jde manier om die Spiegelsnbsp;te gieten in het eerfte Deel de des experiences par Mr, V Ail Nollet.

-ocr page 239-

Vermaaklykheden. 179

gy gelyk moet maaken aan de zyde van Kegel i

Bepaal vervolgens het punt E (_*), alwaar gy wilt dat het oog zal geplaatftnbsp;-iyn in den verlengden As van dien Kegel, om daar te zien de Voorwerpen,nbsp;welken op den hierna te melden bordpapieren Cirkel geteekend zyn ; deel denbsp;halve middellyn BD in vier gclyke doelen, en trek uit het Gezigtspunt E denbsp;Lynen E i, E 2, E 3, E 4.

Verleng de zyde AB tot dezelfde lengte als AE, en befchryf uit het puntnbsp;A het gedeelte van den onbepaalden Cirkel FG, welk in het punt F bepaaltnbsp;de Lyn AF; maak den Cirkelboog FGnbsp;gelyk aan FE, en trek uit het punt Gnbsp;(^door de punten van Tnydinge, welkennbsp;Op de zyden door de Lynen E i, E 2,nbsp;enz. gemaakt worden) de Lynen G i,nbsp;Ga, enz.

Neem

(*) Dit punt neemt men op omtrent agt duimen afftand van het punt van den Kegel.

M 2

-ocr page 240-

i8o

Gezichtkonstige

Fig. 6. Neem een bordpapieren Cirkel ABCF, van welken de Straal AD gelyk zy aannbsp;de Lyn DH (quot;vyfde Figuur) en op welken gy trekken moet de eenmiddelpun-tige Cirkels i, 2, 3, 4, op de afftannbsp;den D i, D 2, D 3, D 4 van de Lynnbsp;DH.

Deel dezelve in twaalf gelyke deelen door de Straalen 1,7. 2,8. enz ge-lyk gy gedaan hebt ten aanzien van dennbsp;Cirkel ABC in de vierde Figuur.

Als alles dus bereid is, moet gy in alle de Verdeelingen van dien Cirkel overbrengen alle de Trekken van de regelmaa-tige Teekening, welke gy getrokkennbsp;hebt op den Cirkel ABC (tweede Figuur) , in acht neemende, dat die,nbsp;welken op een van hen bet digtft by hetnbsp;middelpunt is, beantwoorden aan die,nbsp;welken op den anderen Cirkel het verftnbsp;er van afzyn, zoo als gemakkelyk tenbsp;zien is uit de manier, welke men zoonbsp;even aangewezen beeft om alle die Verdeelingen te teekenen, en door de uit-

wer

-ocr page 241-

Vermaaklykheden. 18I

werking , welke door de verfchillende hoeken van invallinge en wederkaatfingenbsp;voortgebragt wordenbsp;Alle die Trekken getrokken zynde,nbsp;loet men dezelven afzetten en fchadu-

wen

(*) Men heeft zeer veel oplettenheid en naauwkeurigheid noodig, om op den papieren Cirkel (quot;vierde Figuur) alle de trekkennbsp;van het Onderwerp, dat op den Cirkel ABCnbsp;(tweede Figuur) geteekend is , over te brengen. Het gene in iedere ruimte van dezennbsp;laatften bevat is, moet geteekend worden innbsp;iedere ruimte van den eerften, die er betrekking toe heeft; en men moet, dezelvennbsp;teekenende, oplettende zyn op de bogt ofnbsp;kromte, welke alle de Trekken van de Tee.nbsp;kening op het Kaartepapier (vierde Figuur )nbsp;hebben moeten. Het is ook noodzaakelyknbsp;dat men het oog van tyd tot tyd in het ge.nbsp;zigtspunt plaatfe, niet alleen om te zien ofnbsp;men niet mistrekke, maar tevens om de uitwerking , welke de ongelykheid van den Spiegelnbsp;kan voortbrengen te verbeteren.

M 3

-ocr page 242-

jSi GeJzichtkonstig E wen met de fterkfl: fchynende Kleurennbsp;en wier fchaduwen zeer fterk affleeken,nbsp;de eenvoudigfte Voorwerpen gelukkennbsp;hec beft, als zy in dezen Spiegel geziennbsp;worden; men kan quot;er in verwonen eennbsp;Vlieger, een jagthoorn, een Trommel , een Stoel , een Kapelletje, eennbsp;Harp , zoo dat het fcherpftziende oognbsp;zonder behulp van den Spiegel niet ontdekken kan, welk Voorwep op den Cirkel van het wanftaltige papier geteckendnbsp;is.

Om die Voorwerpen regelmaatiger in den Spiegel te zien, is het zeer nood-zaakclyk dat het oog niet alleen in hetnbsp;gezigtspunt geplaatft zy , maar dat ernbsp;ook op die plaats eene kleine koperennbsp;Cirkel zy, waar in een gat is van tweenbsp;linien ,middellyns, en welke gedraagennbsp;moet worden door een gebogen ftukje,nbsp;dat vaft is aan den rand van een cirkelrond plankje, waar op men het Kaarte-papier ftelt; het is zelfs goed een merknbsp;te maaken om den Spiegel op dezelfde

plaats

-ocr page 243-

VerMAAKLYKHEDEK. 83

plaats te flellen, en men moet er ook een weinig ftyf papier toe neemen, tepnbsp;einde het niet verwaaije.

UITWERKING.

Het wanftaltige Voorwerp, uit bet ge-Eigtspunt gezien zynde , zal volmaakt gelyk fchynen aan het voorgeftelde Onderwerp , en de verwondering zal te groo-terizyn, omdat de deelen, die het oognbsp;in het middelpunt van den Spiegel ziet ,nbsp;juiftdiezyn,dieop het papier in den bui-tenften omtrek ftaan; het welk zulk ce-ne groote wanftaltigheid veroorzaakt, datnbsp;z.y zelve,welken die uitwerkingen kennen,nbsp;veel moeite hebben, om, in weerwil vannbsp;dat, te ontdekken, w-elk het onderwerpnbsp;is, dat zoo wanttaltig heeft kunnen ge-teekend worden.

OPMERKING.

-M'en moet bedagt zyn, dat men dit foort van Spiegels, zoo voel als die met Facetten of gejlepen Ruitjes ^ in kleine bordpa-M 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;piere

-ocr page 244-

i84 Gezichtkonstige

piere Doosjes opjluite, ten einde zy niet bederven, en om te beletten dat zy bunpo-lyjtfel niet verliezen; delt;wyl men, dezelvennbsp;voeder polyjlende, de fcberpte van de boeken van derzelver Ruiten voegneemt, ennbsp;altoos langfaamerhand bunne gedaante be,nbsp;derft. Men moet ben niet doen bejlaan doornbsp;ben met de vingers aan te vatten, t genenbsp;men Ugtelyk voorkomen kan^als men bennbsp;altyd by den Viet, vaaar op zy rujten moeten, opneemt', men moet ben ook zorgvuldig voor vogtigbeid bewaaren.

AGT-

-ocr page 245-

Vermaaklykheden. i8j

AGt-EN-TWINTIGSTE

vermaaklykheid.

op een Cirkel eene wanjialtige Figuur u teekenen , welke regelmaatig fcbynt^

Wanneer zy -vlak voor eeji Kegel-Spiegel geplaatjl, door eene opening in t middelpunt van dien Cirkel, gezien wordt,

SAMENSTEL.

Laat ABC de Doorfnede zyn van pr,. xr.

eenen Kegel Spiegel, waar in de wanftalcige Figuur, die gy wilc reekenen , door wederkaatfing moet geziennbsp;worden; laat deze Spiegel de hoogtenbsp;hebben van omtrent het vyfde gedeeltenbsp;van de middellyn van zyne grondvlakte,nbsp;ten einde de Voorwerpen, geteekendnbsp;op den bordpapieren Cirkel, geplaatfl innbsp;M jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;FQj

-ocr page 246-

Jgpr GEZICHTKONS TIGE

FG, er geheel in kunnen gezien worden.

Verleng den As van den Kegel tot in D, en trek door dat zelfde punt D denbsp;onbepaalde Lyn FGloodlynig op de Lynnbsp;DA; trek uit het punt D tot het punt Cnbsp;de Lyn DC, en maak de Lyn CH ge-Jyk aan de Lyn DC, zoo dat de hoeknbsp;ACH gelyk zy aan den hoek DCA.

Deel de ftraal IC, van de grondvlakte van dien Kegel .^in vier gelyke deelen,nbsp;en trek uit het punt D tot ieder diernbsp;Verdcelingen de lynen D i, die LJ opnbsp;de zyde AC van den Kegel aanwyzennbsp;zullen de punten van Verdeelinge, waarnbsp;door gy trekken moet de Lynen HM,nbsp;HN, HO; cn deze Lynen, zoo welnbsp;als die HG , zullen U op de Lyn FGnbsp;bepaalende afftanden DM, DN, DO,nbsp;en DG, waar van gy U bedienen moetnbsp;om op den bordpapieren Cirkel ( zeven nbsp;de Figuur) te teekenen de eenmiddel-puntige Cirkels M, N, O, G; trek ooknbsp;op dien zelfden Cirkel de zes Middel-Jynen ij 7. 2, 8. 3, 9. enz. Tee-

-ocr page 247-

V ERMA AKLTKHEDEN. 18?

Teeken op het Bordpapier (vyfde Figuur van dezelfde Plaat) vier eenmid-delpuntige en even vier afftandige Cirkels, en trek de zes Middellynen i j 7-2,8. enz. zoo als by de voorige Ver-maaklykheid gezegd is; teeken op dat Bordpapier het Onderwerp, t welk gynbsp;wanftaltig vertoonen wilt op dat van denbsp;zevende Figuur.

Breng in ieder der Verdeelingen van het Bordpapier (zevende Figuur) overnbsp;alle de Trekken van het Onderwerp,nbsp;dat gy op het Bordpapier (vyfde Figuur)nbsp;geteekend hebt, in acht neemende, datnbsp;het hier niet gelegen isgelyk met de voorgaande Vermaaklykheid, en dat in tegendeel het gene op een van hen tus-fchen de twee laatfte buitenfte Cirkelsnbsp;geteekend is, insgelyks moet overge-bragt worden tusfehen de twee buitenftenbsp;Cirkels van het andere (*).

Maale

(*) Zoodra men overweegt de rigting der invallende en wedergekaatftc Straalen , di

m

-ocr page 248-

i88

Gezicht konstige

Maak een gat van twee of drie iinien middeJJyns in het middelpunt D van hetnbsp;Bordpapier van de zevende Figuur, omnbsp;door deze opening in den Kegelfpiegelnbsp;te kunnen zien de Voorwerpen , welken op dien Cirkel geteekend zyn.

Al dezen Toeftel gemaakt zynde, zoo maak de volgende Stukken om er dennbsp;Spiegel en den bordpapieren Cirkel op tenbsp;plaatfcn.

pl. xvr

Fig. I.

Zet loodregt op een Plankje AB het Raam CDEF, waar in een groef ofnbsp;lleuf zyn moet om er in te fchuivennbsp;verfchillende wanftaltige Teekeningen,nbsp;die gy geteekend en afgezet hebt om.innbsp;dien Kegelfpiegel gezien :e worden. Plaatsnbsp;regc tegen over dit Raam den Voet I,

welke

in de zesde Figuur van de vyftiende Plaat geteekend zyn, ziet men dat deze uitwerking gebeuren moet, en dat de ruimte, bevat innbsp;het middelpunt M, in den Spiegel niet moetnbsp;gezien worden, wanneer het oog geplaatft isnbsp;in heft Gezigcspunt D.

-ocr page 249-

Verma AKLYKHEDEN. 189

welke den Kegelfpiegel H draagen moet, en waar tegen dezelve met zyne grondvlakte vaft zyn moet,- neem in acht, datnbsp;hy zoo moet gefteld worden, dat dienbsp;grondvlakte evenwydig zy aan het Raamnbsp;CDEF, en dat zyne As, indien die verlengd wierd, gaan zou door het middelpunt van t cirkelronde Gat, dat in dennbsp;bordpapieren Cirkel gemaakt is; neemnbsp;daarenboven in acht, dat de punt vannbsp;dien Kegel een weinig minder van datnbsp;Gat af moet zyn, dan de lengte vannbsp;de Lyn AD (zesde Figuur van de vyf-tiende Plaat).

(?) Men zet dat Bordpapier een weinig digter dan het genomen gezigtspunt, ter oorzaak dat het oog geplaatft in L altoos op ee-nigen afftand van de opening in het Bordpapier is.

UIT-

-ocr page 250-

ipo GEZICHTKO^STIGE 1

uitwerking.

Dit Stuk dus bereid zyude , zal mea kykende uit het punt L, door het gat innbsp;den bordpapieren Cirkel, in den Spiegel het beeld zien van het Voorwerp, datnbsp;wanftaltig geteekend is op het Bordpa-pier, zoodanig als het geweell: is op dennbsp;Cirkel, vyfde Figuur.

OPMERKING.

De Forwerpf, op dien bordpapieren Cirkel gefcbilderd, zyn zoo wanjialtig ahnbsp;die van de voorgaande Vermaaklykbeid ^nbsp;welke men vindt in de Gezigtkunde vannbsp;Vader N icE Ron , die alle deze gezigt-liWijtige hedriegelykbeden zeer fraai verhandeld beeft, men kan zelfs de voanjlaltig-heid van deze vergrooten door onverfchilUgenbsp;dingen te fcbderen in den hinnenflen Bordpapieren Cirkel, die, niet in den Spiegelnbsp;cerfcbynende , gelyk men boven gezegdnbsp;heeft, en zig met bet asanjlaltig gefcbil-derde Oniervoerp veraxarrende, zeer veel

zul-

-ocr page 251-

VerMAAKLXK HEDEN. ipl

zullen toebrengen om deze uitwerkit^ nog veel vervoonderlyker te doen voorkomen.

SA MENSTE L.

^an een zeer eenvoudig en zeer gemakken lyk IVerktuig qm op Bordpapieren man-. Jialtige Figuur en te teekenen, die voornbsp;de tviiee voorgaande Fermaaklykbedennbsp;dienen.

Nadat men de derde en zesde Figuur van de vyftiende Plaat zoo naauwkeurignbsp;als mogelyk is in het grootfte aantalnbsp;van deelen verdeeld, en dezelve getee-kend heeft in die grootte, welke regel-maatig evenredig is aan de Spiegel, vannbsp;welken gy gebruik maaken moet, en innbsp;de gezigtspunten, die gy bepaald hebt,

200 brengt op de twee koperen Regels AB en EF over alle de Verdcelingen,pj^_ ^nbsp;die gy geteekend hebt, indiervo^e datnbsp;de gaten C en H (*)gt; die gy aan de

uit-

(') Dit gat meet geboord zyn in de rig-

ting

-ocr page 252-

192 Gezichtkonstige uiteindens A en E van die Regels g-maakt hebt, veronderfteld worden tenbsp;zyn het middelpunt van de grondvlaktenbsp;dier Spiegels, en dat'de gelyke Verdee-lingen der Straalen van een dier Kegelsnbsp;geteekend zyn van C tot in D, die vannbsp;den anderen van H toe G, en die, welken ongelyk zyn van D tot B, en vannbsp;G tot in F; nommer alle deze Verdee-lingen.

Deze twee Regels dus verdeeld hebbende, zoo bedien u van dien, welke gefchikt is om te maaken het eene ofnbsp;andere wanftaltig befchilderde Bordpa-piec van de twee voorgaande Vermaak-lykheden, en , als gy in c niiddelpuntnbsp;van dat Bordpapier geplaatll: hebt hetnbsp;cirkelronde Papier, t welk het Onderwerp bevat, zoo ftel een punt of Spil innbsp;'t middelpunt van de Teekening, en laatnbsp;dezelve gaan in t Gat van dien RegeJ.

Laat

ting van de verdeelde zyde van die Regels; (zie de tweede Figuur, die zulks aanwyft.

-ocr page 253-

in



-ocr page 254- -ocr page 255-

VermaakIykheden. 1^3

~\ Laat de Regel om die Spil draaijen, telkens en agtervolglyk onderzoekende,nbsp;op welk nommer van die gelyke Ver-deelingen liaan de Trekken van de regel-inaatige Teekefiing ; wyfl: die aan opnbsp;het wanftaltig Bordpapier op de plaatsnbsp;van dezelfde ongelyke Vcrdeelingen vannbsp;dien Regel, waar mede zy overeenkomen ; maak vervolgens uwe Teekenin'gnbsp;naar die Trekken, zet ze met kleurennbsp;af, en gy zult zoodanig een wanftakignbsp;Schildery hebben , als gy begeert, tnbsp;welk zeer regelmaatig uitgevoerd zynnbsp;zsl

OPMERKING.

Dit Wrktuig beeft niet alleen bet voordeel van zeer naaiiwkeurig, maar ooknbsp;Van zeer fcbielyk te teekenen; ook is betnbsp;in t gebruik zeer gemakkelyk ; bet ver^nbsp;ifcbt nogtbans , dat de Spiegels zeer re,nbsp;gelmaatig zyn, bet gene ligter te vindennbsp;is in Kegelfpiegels i dan in die welken eenenbsp;naaldvormige gedaante hebben^ van welken hierna zal gehandeld worden,

III. Deel. N nbsp;nbsp;nbsp;NE-

-ocr page 256-

sgt;i

GeZICHTKON STICK

NEGEN-EN-TWINTIGSTE

VERM AAKLYKHEia

op eene vlakke oppervlakte eene lt;wanjlal-tige Figuur te befcbryven, die regelmaa-tig Jcbynt, als zy door voederkaatfing gezien wordt uit een punt, genomen innbsp;den verlengden As van eenen naaldvofnbsp;migen Spiegel.

S A M E N S T E L.

naald vormige of Pyramidaale Spiegel verfchilc van den Kegel-Spiegel daar in, dat zy uit verfcheidenenbsp;vlakke oppervlaktens beftaat, en datnbsp;men des wegens uit het gezigtspunt nietnbsp;dan flegts een gedeelte van de uitgeftrekt-heid of oppervlakte van het Bordpapier

zien


-ocr page 257-

Vermaaklykheden. ipy

zien kan, waar op men het wanftakige Onderwerp teekent; het welk dan gelegenheid geeft om er tevens andere Voorwerpen op te fcbilderen en by te voegen , welken dienen om nog 7.00 veelnbsp;meer die te vermommen, die er nood-zaakelyk op moeten geteckend zyn.

Laat ABCDEF een Papier zyn van dezelfde grootte als de grondvlakte vannbsp;den naaldvormigen Spiegel met zes op-pervlaktens , waar van gy gebruik wiltnbsp;maaken, die eenen zeshoek maakt; deelnbsp;dat Papier in zes gelykzydige Driehoe- pfquot;nbsp;ken door de Middeliynen AF, BE, CD;nbsp;deel iedere buLtenzyde van deze Driehoeken in vier of zes gelyke deelen ,nbsp;en trek, uit het middelpunt G van diennbsp;Veelhoek, op die punten van Verdeelin-ge , de Lynen GO; trek ook in iedernbsp;van die Driehoeken Lynen even ver af-ftandig van elkanderen en evenwydignbsp;aan hunne buitenzyde, zoo als in de derde Figum- alle die Verdeelingcn aangewezen Worden; neem in acht dat gy de-N 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zei-

-ocr page 258-

196 Gezichtkonstig

zelvcn met een potloot fchryven moet, opdat gy gemakkelyk zou kunnen onder-fcheiden het Voorwerp, t welk gy opnbsp;dien Zeshoek teekenen moet, t genenbsp;dat zyn moet, waar van gy de Vertoo-ning in dien naaldvormigen Spiegel wiltnbsp;laaten zien.

Fig. 4.

Nadat gy op een ander Papier getrokken hebt de Lyn BC gelyk aan de mid-dellyn van dien Zeshoek, zo rigt opt midden van deze Lyn op de onbepaaldenbsp;loodlyn DE , waar van gy het gedeeltenbsp;DA gelyk neemen moet aan de hoogtenbsp;van den naaldvormigen Spiegel. Bepaalnbsp;in E ( dat is agt of tien duimen bovennbsp;het punt van deze Naald) het gezigts-punt, waar uit men behoort te zien hetnbsp;wanftalcige Onderwerp, dat gy teekenen moet op het Bordpapier PQ, tnbsp;welk men veronderftellen moet vier ofnbsp;vyflinien onder het grondvlak van dennbsp;Spiegel, gemerkt hy moet ruften op eennbsp;kleinen houten Voet van die zelfdenbsp;hoogte.

Trek

-ocr page 259-

VerMA AKLYKH EDEN. 197

Trek de Lyn BA, die een van de zes Vlakken van dien Spiegel verbeeldt, ennbsp;verleng dezelve onbepaald naar H; zetnbsp;den Pasfer in het punt A; en befchryfnbsp;niet de opening AE den onbepaaldennbsp;Cirkel EHI; maak den Cirkelboog Hlnbsp;gelyk aan dien EH, en trek uit het puntnbsp;I de Lyn IB verlengd tot in R (*);nbsp;trek ook de Lyn IL; laat die, gaandenbsp;door het punt A van de Naaide, verlengd zyn tot in L; als dan zal de afftandnbsp;LR de fchynbaare hoogte zyn van iedernbsp;der zes Driehoeken , waar uit de Zeshoek ABCDEF (derdeFiguur) beftaat.

Deel de Lyn BD in een zeker getal van gelyke deelen; trek uit het gezigts-punt E de Lynen Er, die de zyde ABnbsp;van de Naaide in ongelyke deelen ver-deelen zal; en trek uit het punt I de

Ly.

C*) Deze Lyn verbeeldt , gelyk boven gezegd is, het Profil van het Bordpapier,

waar op de wanftaltige Figuur moet getee-kend zyn,

N 3

-ocr page 260-

198

Gezichtkonstige

Lynen IM, IN, 10 , welken door ieder van alle die punten van verdeelinge gaannbsp;moeten (1). Deze eerfte bewerking,nbsp;volbragt zynde, zal u geeven de fchyn-baare afftanden van de evenwydige Ly-nen, die in die zes Driehoeken getrokken zyn, en de afftand OR zal diezyn,nbsp;welke er moet zyn tusfehen de grond1nbsp;vlakte van den Driehoek en ieder dernbsp;Vlakken van den Spiegel.

Neem met een Pasfer de lengte DL, dat is den afftand van het middelpuntnbsp;van het Grondvlak des Spiegels tot hetnbsp;verfte punt van de verfchyninge van hetnbsp;Voorwerp, dat in het middelpunt van

dien

1

Het is niet de zyde van de Naaide, die men in gelyke deelen verdeden moet,nbsp;gelyk eenige Auteuren leeren, maar wel hetnbsp;Grondvlak van deze Naaide ; zonder datnbsp;zou men aan fouten onderhevig zyn, dienbsp;niet dan al te gemeen reeds zyn, uit hoofdenbsp;Van de moeyelykheid om dat foort van Spiegel regelmaatig te maaken.

-ocr page 261-

VerMA A KLYKHEDEN 199

dien zelfden Spiegel moet gezien worden; en befchryf met die opening den Cirkel ABCDEF ; deel denzelven in zes Fig.nbsp;gelyke deelen door de drie Middellynennbsp;AF, BE en CD.

Breng den afftand DR (vierde Fi-guur} over op ieder der zes Scraalen, die op dien Cirkel (vyfde Figuur) getrokken zyn , en maak er eenen Zeshoek van, die in dien Cirkel befebre-ven is

Deel iederen Cirkelboog AB , BC, enz in twee gelyke deelen, en trek uitnbsp;die punten van verdeelinge Lynen, welken de hoeken van dien Zeshoek (zienbsp;de vyfde Figuur) vereenigen; als dannbsp;zal ieder dier Driehoeken de plaatsnbsp;geeven, alwaar gy overbrengen moet alnbsp;t gene bevat is in ieder dier Driehoeken , viaar uit de Zeshoek (derde Figuur) beftaat; deel de Grondlyn vannbsp;die zes Driehoeken in vier gelyke deepen , en deel dezelven ook in ongelykenbsp;deelen, ten aanzien van de afftanden,

N 4 nbsp;nbsp;nbsp;die


-ocr page 262-

zoo Gezightkonstice

die aangewezen zyn op den afftand LR van de vierde Figuur.

Nadac gy dat Bordpapier en deszelfs Driehoeken dus verdeeld hebt, moet gynbsp;in iedere van die Verdeelingen overbrengen alle de deelen van de Teeke-ning , die op den Zeshoek (derde Figuur ) geteekend is, hen naauwkeurignbsp;overbrengnde in de betrekkeiyke Vakken , waar in zy moeten geteekend zyn.

Men moet ook in acht neemen, dat men de plaats van den Spiegel bepaalenbsp;in het middelpunt van dat Bordpaf)i%r,nbsp;en eene van zyne zyde merke, zondernbsp;welk de ongelykheid, die fchier onmo-gelyk is in dat foort van Spiegels te ver-myden, de Trekken van het Onderwerpnbsp;verbreeken zou, t gene als dan niet meernbsp;regelmaatig zig vertoonen zou. Het isnbsp;zelfs zeer noodzaakelyk, als men dezenbsp;Bordpapieren befchildert, dat men nietnbsp;alleen den Spiegel in zyne plaats vaft-zette, maar dat men er ook een onbeweegbaar gezigcspunt op plaatfe, ten

einde

-ocr page 263-

Vermaaklykhedem. tot

einde er van tyd tot tyd door te zien, cer men de Trekken van de wanflaltigenbsp;Teekening geheel afmaake om dus allenbsp;onregelmaatigheden te verbeteren, welken van den Spiegel zelven voortkomen i eindelyk moet men de handelingnbsp;en geduld hebben om dit foort van Ver-maaklykheden vpel uit te voeren.

uitwerking.

De verwondering , welke deze Spiegel verwekt, is dezelfde als die, welke de Kegelfpiegel voortbrengt; de Tee-iening is wanftaltiger en deswegens denbsp;uitwerking nog verwonderlyker, omdat men de vryheid heeft van in de lee-dige Vakken dingen te fchilderen, dienbsp;de wezenlyke Teekening vermommennbsp;zelfs in de oogen van hen, die dit foortnbsp;gt;!in Teekening weeten tc maaken.

OP-

-ocr page 264-

*01 GezICHTKONSTI GE

OPMERKING.

Menkan, zomen wil, een tweede Onderwerp op dezelfde zyde van bet Bordpapier zetten, plaatfende alsdan den Spiegel op betnbsp;Bordpapier, gelyk aangewezen wordt door denbsp;gejlippelde Lynen, getrokken in de vyfdenbsp;Figuur, men moet alken bedagt zyn , datnbsp;de Voorwerpen , die men verbeelden wil,nbsp;zig niet geheel tot aan den rand van dennbsp;Zeshoek ujtrekken, welke door bet Grondvlak van den Zeshoek gemaakt wordt. Ditnbsp;foort van Bordpapieren, Prenten of Teeke-ningen met twee verfcbillende Onderwerpen , zyn zeer aartig, en verdienen denbsp;voorkeur boven die , op welken maar eennbsp;Onderwerp vertoond wordt. Deze dubbelde uitwerking kan men eveneens hebbennbsp;in naaldvormige Spiegels, wier Grondvlaknbsp;een Vierkant is C* j.

Het

(*) Men heeft hier niet opgegeeven de manier om Prenten te Teekenen voor dennbsp;Naaldvormigen Spiegel wiens Grondvlak eennbsp;Vierkant,is; het Ssmenftel er van is b3manbsp;tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het

-ocr page 265-

Het is niet raadfaam om op dit foott van Prenten hoofden te Vertoonen, ten zy mennbsp;^ene groote handigheid verkregen bebhenbsp;otfi dezelven te teekenen^ en dat men vannbsp;oenen zeer regelviaatigen Spiegel voorzien

^y-

het zelfde als dat voor eenen Spiegel, wiens Grondvlak een Zeshoek is; men kan het ooknbsp;vinden in t Werk van den Abt Nol let,nbsp;die hier van eene genoegfaame onderxigtingnbsp;en verklaaring gegeeven heeft.

-ocr page 266-

*04. Gezichtkonstige

DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Men geefc hier niet de manier op om zoodanig eene Afteekeningnbsp;of Prent wiskundig te reekenen, gelyknbsp;men by de voorgaande Vermaaklykheidnbsp;gedaan heeft; want behalven, dat dezelve zeer famengefteld is en zeer moe-yelyk in de uitvoeringe, zoo zou mennbsp;met dezelve ook niet gelukken ter oorzaak van de onmogelykheid om die Spiegels

-ocr page 267-

VermAA KLYKHEDEN. HOJ

gels zoodanig te maaken, dat hunne Ruiten gclykelyk hellende en volmaakt rc-gelmaatig zyn.

SAMENSTEL.

Laat door een bekwaam Konftwcrker een metaalen Spiegel maaken , wiensnbsp;Grondvlak een Zeshoek is van omtrentnbsp;derdehalve duimen middellyns , en diknbsp;in zyn middelpunt vyf of zes linien;nbsp;laaten de Ruiten van dien Spiegel zeernbsp;regelmaatig geflepen zyn, hunne hoekennbsp;zeer fcherp , en hunne Oppervlaktens.nbsp;zeer vlak en wel gepolyft.

Fig 3.

Lym met Maftix dien Spiegel vaft op een kiemen Voet by wyze van een Lyft ,nbsp;van vier linien dikte, en zoodanig datnbsp;men denzelven door middel van eennbsp;ichroef kan vaftzetten aan het hovendenbsp;Standaard A, welke agt of negennbsp;duimen hoog zyn moet, en wtl vaft,

moet

-ocr page 268-

io6 Gezichtkonstige

moet gefield zyn op den rand van het Kiftje BC (*).

Zet regcftandrg va(t op het eind C van dit Kiftje een Vierkant Raampje DEFGnbsp;met fleuven of fponden, waar in mennbsp;bordpapieren Prenten fchuiven kan vannbsp;omtrent vyfden daimen lengte en agtnbsp;of tien duimen breedte, waar op moeten gaeekend zyn de verfchillende wan-ftaltige Onderwerpen, waar van men denbsp;regelmaatige Teekening in dien gerui-ten Spiegel zien moet , die daar toenbsp;vlak voor de Prent moet geplaatft zyn,nbsp;gelyk de Figuur aanwyft.

Maak in t midden van die Prent een rond Gat van drie linien middellyns,

waar

(^) Dit Kiftje kan eene Laade hebben, om 'er de verfchillende Prenten, die men getee-kend heeft en in dien Spiegel moeten geziennbsp;worden, in te bewaaren; men neemt dit Laad -je vyftien duimen lang^ en agt of tien duimennbsp;breed.

'II

-ocr page 269-

ZO'J

Vermaaklykhden.

door men den Spiegel geheel zien kan, die van zyne zyde net regt tegennbsp;over dat Gat moet g'plaatft zyn, ennbsp;wiens Grondvlak aan de Prent evenwy-dig zyn moet.

eeken op een Papier de meetkonfti- Flg. 4,^^ ge Grondteekening van dezen geruitennbsp;Spiegel, en teeken er op het Voorwerp,nbsp;dat gy in dien Spiegel wilt laaten ver-fchynen.

Dezen gantfchen toeflel met alle zorg en oplettenheidi gemaakt zynde; dat jjnbsp;te zeggen, den Spiegel wel vaft gezet,nbsp;en de Prent wel in haare plaats gefteldnbsp;zynde, zoo kyk in den Spiegel door denbsp;Opening H, die in de Prent is, en dannbsp;met de linkerhand den Regel AB (*}nbsp;met zyn heft of handvat D vafthouden-de, zoo beweeg denzelven naar alle*^*'

kan-

Deze Regel of Liniaal moet maar drie Vier duimen lang zyn, ook moet dezelvenbsp;en zwart zyn. Men kan denzelven van den Veer van een Uurwerk maaken.

-ocr page 270-

aS

Gezichtkonstige

kanten op de Prent, tot dat de zyde G aan het oog, dat altoos geplaatft is in H,nbsp;zig vertoont volmaakt gerigt te zyn opnbsp;den kant van eenc zyde van die Ruiten ;nbsp;houd dan de hand onbeweeglyk, en metnbsp;het kyken door het Gat ophoudende,nbsp;zoo trek met een Potloot,- dat gy in denbsp;andere hand houden moet, een Lynnbsp;langs dien Regel; doe dezelfde bewerking voor alle de andere zyden van dezenbsp;Ruit, als dan zal de ruimte, bevat tus-fchen die Lynen, die zyn , waar in hetnbsp;gedeelte van de Teekening moet overge-bragt worden, die in de vierde Figuurnbsp;aangewezen is op de Ruit, welke betrekking heeft tot die, waar van gynbsp;verfchyning door de Opening H geno.'nbsp;men hebt.

Gaat op dezelfde wyze tc werk met de andere Ruiten, en gy zult dus doende twaalf afgewerkte Vakken hebben,nbsp;van welke ieder betrekking zal hebbennbsp;tot de twaalf Ruiten van den Spiegel,nbsp;en allen met malkanderen kunnen zy

der-

-ocr page 271-

VerMAAKLYKHEDEN. 209

Merhalven geheel bevatten het Onderwerp, dat op de vierde Figuur getee-kend is.

Nadien deze Vakken betreffende haare gedaante niet veel verfchillen van die dernbsp;Ruiten van den Spiegel, zal men hefenbsp;Voorwerp, dat men vertoonen wil, ernbsp;gemakkelyk op fchilderen kunnen; mennbsp;heeft flegts noodig dezelven te nomm-ren om hen te onderkennen, en het Bord*nbsp;papier voor den Spiegel te houden, nadat men er de wanftaltige Figuur zeernbsp;ligt op geteekend heeft, ten eindeme,nbsp;kykende door de Opening H, de fo-ten, die men erin gemaakt heeft, zounbsp;kunnen verbeteren; men kan die Vakken op de Teekening en op het Bordpapier nog verder verdeelen , zoo als denbsp;vyfde Figuur aanwyft, waar door mennbsp;*ig in het maaken van deze Afteeke*nbsp;ing nog grooter gemak bezorgen zal.

Eindelyk vlt men deze Afteekening ;0p met eenig Onderwerp, met welk mennbsp;. het andere gefchilderde verwarren kan,nbsp;III. Deel. Onbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en

-ocr page 272-

aio Gezichtkonstige en t gene betrekking heeft tot dit, quot;tnbsp;gene in den Spiegel gezien wordt; mennbsp;zal daar door het verwonderlyke van deze Schildery zeer vergrooten.

UITWERKING.

Dusdanige Prent of Afteekening zal


eene alleraangenaamfte begoocheling opleveren voor hun, die van de manier, op welke dezelve gemaakt is, onkundignbsp;zyn , gemerkt zy in den Spiegel nietsnbsp;anders zien zullen dan de Voorwerpen,nbsp;die, door middel der wederkaatfing ionbsp;het punt H by een gebragt, aan hun ge-zigt alleen dat zien laaten, 'c welk meDnbsp;voorhad hun te vertoonen.

OPMERKING.

Men kan niet ontkennen, dat deze Af' teekening moeyelyker zy, en dat de uit'nbsp;voering derzelve langer tyd vereifobey daftnbsp;de Toverkonjtige Afteekening, welke innbsp;vervolg van dit Werk voorkomen zal; dez(

laatp

-ocr page 273-

VerMA AkLYKIED EN. '2ll

iaatjte viordt 'vael is waar op dezelfde wy-2 geteekend , maar men kan ten minjle tik oogenhlik zyn werk nazien, daar mennbsp;ill die veel tyd verliejt om de frakken tenbsp;moeken; dit niettemin zal men er met eennbsp;xieinig kundigheid en overleg zeer wel innbsp;gelukketi, I en men zal zyne moeite genoegnbsp;beloond vinden door t genoegen , t welknbsp;men hebben zal, dat men een ftuk gemaaktnbsp;beeft, dat niet dan met veel vermaak ennbsp;verwondering zal gezien worden.

AANMERKING.

t'

\n

'J

fti

Deze Afteekeningkan men ook naauw-keurlg genoeg teekenen door middel van eene Lamp, geplaatft in het gezigts-punt, waar door men die wanftaltigenbsp;eekening befchouwt, wanneer men dezelve in eene blikke Doosbefluit, en 'ernbsp;een buis aanvegt van nen duim mid-dellyns en drie of vier duimen lengte,nbsp;die men verlengen of verkorten kan; zonbsp;hien zig Van deze manier bedient, moetnbsp;^n in het Bordpapier een gat maaken,nbsp;O 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;groot

-ocr page 274-

212 GEZICHTKONSTIGI groot genoeg om er die buis in te laanbsp;ten, zoodanig dat het Licht, op allenbsp;de Ruiten van den Spiegel vallende, opnbsp;het Bordpapier te rug gekaatft worde,nbsp;en op het zelve aanwyze de plaats, daatnbsp;ieder derzelver moet geteekend worden*nbsp;Men zal hier door den tyd uitwinnen,nbsp;dien men anders noodig heeft om heOnbsp;roet het liniaal te bepaalen en te trek'nbsp;ken; en, zo het Licht ftil is, kan roeUnbsp;zeker zyn , dat men er zeer wel mednbsp;gelukken zal. Men kan ook op denbsp;Spiegel alle de Trekken der Teekenin^nbsp;teekenen met het zwart van den Rooknbsp;vermengd meteen weinig zeer fyn Loodnbsp;wit , en men zal dus doende nog zoOnbsp;veel te fchielyker deze Afteekening vo''nbsp;brengen.

-ocr page 275-

'd.


ibv-y



M 3Sr o H JB'-rr^ c TH'i.g.



-ocr page 276- -ocr page 277-

Vermaaklvkheden. ai3

EEN-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

gt; gt;

O/) eene vlakke Oppervlakte eene wanjlal-tige Figuur te befcbryvtn, die door we. derkaatfing in een rolronden Spiegel ge^nbsp;zien zynde, zig regelmaatig vertoont.

Nadien de wiskundige manier, waar van men zig zou kunnen bedienen om die wanftaltige Figuur te be-fchryven, niet alleen zeer moeyelyk innbsp;haare uitvoering is, ter oorzaake van denbsp;^erfcbillende kromme lynen, die mennbsp;trekken moet; maar. daarenboven ooknbsp;an feilen onderhevig is, wegens denbsp;tveinige regelmaatigheid der Spiegels,nbsp;die de Werklieden inaakenj heefc mennbsp;de party gekozen om hier eene anderenbsp;manier om dezelve te maaken op te ge-O 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ven.

-ocr page 278-

214 Gezichtkonstige

ven, die wel is waar minder konftig is ^ maar niettemin veel korter en veel ge-makkelyker is om te volgen voor hun,nbsp;die, geene grondige kennisfe genoeg vannbsp;dit gedeelte der Meetkunde hebbende,nbsp;nogthans verlangen zig te vermaaken meenbsp;het fchilderen en van verfcheidene foor-ten van Gcdaantens-Veranderingen.

SAMENSTEL.

Pl. XVII Fig. 6.

fig. 7.

Laat de Rolronde of Cylindrique Spiegel zyn ABCD (1), waar in men uit het gezigtspunt E zien wil het wanftal-tige Voorwerp, dat men voorheeft opnbsp;het Bordpapier FG te fchilderen.

Befchryf op een Papier of Bordpapier den Cirkel A gelyk aan dien van hetnbsp;Grondvlak BD van dien Spiegel; flip aan

de

1

Men veronderfteit, dat de zesde Figuur van de zeventiende Plaat vertoont de Doorfnede van den rolronden Spiegel, dienbsp;men op een Papier getcekend heeft.

-ocr page 279-

VERMAAlfLTKHEDEN. 2I5

de plaats B voor den afftand van het voo-rens bepaalde gezigtspunt tot den Spiegel; trek de Lyn BA, die door het middelpunt A van den Cirkel moet heen gaan j trek ook de twee Raaklynen BCnbsp;en BD.

Deel de Lyn CD in zes gelyke dec-len, en trek uit het Gezigtspunt B de Lynen 'B i, die eene der zyden vannbsp;dien Cirkel fnydende, daar bepaalennbsp;zullen de punten, waar op men evenwy-dige loodlynen moet oprigten, t genenbsp;gy naar den Regel doen moet; ten diennbsp;einde , bedienende van eene donkerenbsp;kleur, die geheel verdonkert de plaatsnbsp;van den Cylinder, waar op zy sullen ge-teekend zyn C * }

Deze eerfte Verdeelingen regelmaa-

ig

(*) Men kan er toe gebruiken het zwart van den Rook en bet Loodwit in Gom ontbonden, laatendedeze Verw gaan over de Trekken , die men met een Potloot of andere Tee-!nbsp;kenpen gemaakt heeft.

04

-ocr page 280-

2i Gezichtkonstige

tig gedaan zynde, zoo verdeel omtrent de twee derden van de hoogte der zydenbsp;CD van dien Cylinder in tien of twaalfnbsp;deelcn, die onder elkanderen gelyk zynnbsp;aan die van de Lyn of Middellyn CDnbsp;(zevende Figuur} en trek uit het Ge.nbsp;zigrspunt E de Lynen EI, die, gaandenbsp;door alle de punten van verdeelinge,nbsp;tot op de andere zyde van den Cylindernbsp;moeten verlengd worden,* merk op denbsp;regt tegen elkanderen overftaande zydennbsp;van dien Cylinder de verfchillende hoog-tens, welken door die Verdeelingen aangewezen worden, en teeken er op denbsp;zes hellende Cirkels of Eironden IL,nbsp;gebruikende ten dien einde dezelfdenbsp;hier boven gemelde kleur.

Neem een papier ABCD, dat van de zyden AB en CD moet verdeeldnbsp;worden in zes gelyke deelen , en vannbsp;de zyden AC en BD in tien of twaalfnbsp;mede gelyke deelen, waar op gy de Figuur, die gy vertoonen wilt, teekenennbsp;pipet, zoodanig als zy aan t pog ver-

fchy-

-ocr page 281-

Vermaaklykheden nbsp;nbsp;nbsp;.

fchynen moet, wanneer zy ia den Spiegel gezien wordt.

Plaats in het Gezigtspunt E een Lamp, wier licht zoo moet gefchikt zyn, datnbsp;het niet dan alleen de fpiegelende Oppervlakten van den rolronden Spiegelnbsp;C^ie de zesde Figuur ) verlichten kan.

UITWERKING.

Wanneer men op het Bordpapier FG zet den Cylinder ABCD (zesde Figuur)nbsp;en het licht van de Lamp geplaatfl: is innbsp;het Gezigtspunt E zoodanig , dat het hetnbsp;Bordpapier niet dan door wederkaatfingnbsp;verlichten kan, zullen alle de Trekken^nbsp;die er op geteekend zyn, op het Bordpapier verfchynen ; en men zal dezelvennbsp;met een Potloot gemakkelyk na kunnennbsp;trekken ;door dit middel zal het verdeeldnbsp;zyn in een getal van wanftaltige Vak-,nbsp;ken of Vierkanten, dat gelyk is aan hetnbsp;getal van regelmaatige Vierkanten vannbsp;de agtfte Figuur; waar uit volgt, datnbsp;zo men , na die Verdeelingen op hetnbsp;O 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bord*

-ocr page 282-

218 Gezichtkonstige

Bordpapier getrokken te hebben , die Vakken ziet door het Gezigcspunt E, zynbsp;gelykvormig fchynen zullen aan de ver.nbsp;deelde Figuur ABCD (agtfte Figuur)

Daar volgt nog uit, dat, zo men in ieder dier Vakken overbrengt alle denbsp;Trekken van de Teekening, geteekendnbsp;op het Raam ABCD (agtfte Figuur),nbsp;dezelve Teekening zeer wanftaltig ooknbsp;op het Bordpapier zal geteekend zyn,nbsp;en zeer regelmaatig voorkomen aan hetnbsp;oog, geplaatft in het Gezigtspunt E,nbsp;vooral zo men oplettend geweeft is omnbsp;de omtrekken van het Onderwerp netnbsp;te maaken ( * ).

OPMERKING.

Men moet bet Gezigtspunt vier of vyf duimen boven bet bovenjie gedeelte van dennbsp;Spiegel plaatfeny zoo als de Figuur aan-

wylt,

( * ) Men kan, voor meerder naauwkeurig-heid, een grooter getal van Verdeelingca aeemen dan hier gemeld is.

-ocr page 283- -ocr page 284- -ocr page 285-

VerMAAKLYKHEDEN. 2i9

tioyfi, ten einde men niet gehouden zy te groote Teekeningen te hebben ; men moetnbsp;egter ook hedagt zyn van bet niet te boognbsp;te neemen, omdat bet F'oorvoerp, op betnbsp;Bordpapier geteekend, als dan minder voan-ftaltig zyn zou.

Men kan door deze manier ook voanjtah tige Figuuren teekenen, om gezien te voorden in den rolronden Spiegel met Ruitennbsp;Cdat is den Kantzuil- of Prismatiquenbsp;Spiegel^ en in alle andere foor ten van Spiegels, mits dat men in Jlaat zy dezelven tenbsp;teekenen en te verlichten

(*) De meetkundige manier om de wan-ftaltige Voorwerpen voor den Kantzuil-Spiegel te teekenen vindt men uitvoerig voorge-lleld in het Werk van den 4bt Nollet, dat in .ieders handen is.

TWEE*

-ocr page 286-

220 GZICHTKO NSTIGE

TWEE-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Op eene vlakke Oppervlakte, welke regt tegen over een rolronden Spiegel Jlaat,nbsp;eene wanjtaltige Figuur te teekenennbsp;die regelmaatig Jcbynt , als zy geziennbsp;wordt uit een punt boven deze Oppervlakte.

SAMENSTEL.

Deze Vermaaklykheid verfchilt niet van de voorgaande , als daar innbsp;dat het Gezigtspunt niet hooger moetnbsp;zyn dan de Spiegel, en dat men het integendeel een weinig beneeden zyn bo?nbsp;venfte gedeelte plaatfen moet; wat betreft de manier van de Verdeelingen opnbsp;den Cylinder en op het Bordpapier te

tee-

-ocr page 287-

VERMAAKLYKHtbN. 22

teekenen, deze is volftrekt dezelfde; het zou derhalven geheel nutteloos zynnbsp;in eenig verflag daar van te treeden;nbsp;het is alleen zeer noodzaakelyk te doennbsp;opmerken, dat hetonderftevan het Bordpapier, waar op men de wanftaltige Figuur teekenen wil, twee of drie duimennbsp;laager zyn moet dan het Grondvlak vannbsp;den rolronden Spiegel, en gevolglyk datnbsp;die Spiegel gezet met worden op eenennbsp;Voet van vyf of zes duimen hoogte.nbsp;Men moet ook op dien Voet een Regelnbsp;vaftmaaken , die onderfteunt en metnbsp;regte hoeken doorfnydt het Raam, waarnbsp;in de bordpapiere Teekeningen moeten gezet worden. Men moet het Bordpapier ook p een kleinen afftand vannbsp;dien Spiegel C*) plaatfen , ten eindenbsp;men niet gehouden zy dat Bordpapiernbsp;zeer groot te maaken ; het gene egternbsp;ftrekken zou om het nog wanftaltiger te

maa-

(* ) Die Spiegel moet van drie duimen middellyns zyn.


-ocr page 288-

22 GEZICHTKONSTIGK

inaaken: zie de eerfte Figuur van d agttiende PJaat, welke die Figuur vertoont.

AANMERKING.

Als men die gedaantensveranderingen iiaauwkeurig teekenen wil, moet men ,nbsp;dezelve afzettende , zorg draagen vannbsp;de deelen , die zig verder uitftrekkeninbsp;minder zwaar te kleuren j want, nadiennbsp;zy in die Spiegel zig verkort vertoonen,nbsp;zoo wordt de kleur, die men er aannbsp;gegeeven heeft, donkerder , en vermeerdert ia reden van de wezenlykenbsp;grootte van de plaats , die zy beflaat,nbsp;tot die welke iflegts fchynbaar is; metnbsp;een woord , men moet zeer veel zor

O

en vernuft gebruiken om deze Stukjes wel uit te voeren, en t is hier in datnbsp;hunne voovnaamfte waarde beftaat. Mennbsp;koopt er by de Kraamers zulke flegt ge-teekende van, dat zy in den Spiegel alnbsp;even zoo mismaakt zig vertoonen als innbsp;de Teekening.

VAN

-ocr page 289-

IP


VHMAAKLYKRESE]. S23

VAN DE

holle spiegels.

De verfchillende Verfchynfels, welken dit foort van Spiegels vrtbrengen , beftaan

Eerftelyk, dat zy alle de Straalen des Vuurs of des Ligts, die er op vallen, innbsp;een Brandpunt famenbrengen, zoodanignbsp;dat dezelven verhitten, brandbaare ftof-fen aanfteeken, en de metaalen cn hard-fle fteenen fmelten en verbranden.

Ten andere , deze Spiegels vertoo-nen de Voorwerpen naar geraden den afftand van hem, die er in ziet, ofver-baazend vergroot, of omgekeerd , ofnbsp;ook wel geheel buiten en voor den Spiegel.

Ten derde, zo men voor en min of meer digt by de Oppervlakte van dezenbsp;Spiegels een lichtend Lighaam plaatft,

ver-

-ocr page 290-

GezichtkonStige

vereenigen de Straalen, die er geduurig en agtorvolglyk uitvloeijen, nadat zynbsp;van den Spiegel te rug gekaatft zyn, metnbsp;die, welken regtftreeks en zonder eeni-ge wederkaatfing op de, verlichte Voorwerpen'vallen C*) en brengen zeer veel

toe

(*) Nadien de hoeveelheid der Lichtftraalen, die uit een lichtend Lighaam uitvloeijen nood-zaakelyk bepaald is ten aanzien van de kragtnbsp;van dat licht, is het niet mogelyk,. door middel van eenen hollen Spiegel eene grootenbsp;uitgeftrektheid merkelyk te verlichten; mennbsp;begrypt ligtelyk , dat de helft en meer dernbsp;Straalen van het lichtend Lighaam regtllreekfchnbsp;overgaan tot de Voorwerpen , die er vannbsp;verlicht kunnen worden, en dat dezen doornbsp;de wederkaatfing niet vermeerderen kunnen,nbsp;dan in reden van de grootte der uitgeftrektheid die door het wederkaatfend Lighaamnbsp;verlicht wordt; waar uit volgt, indien in deze veronderftellinge het licht wedergekaatftnbsp;wordt op ene uitgeftrektheid, die de helftnbsp;kleinder is dan die, welke het zelve zonder

Spie-

-ocr page 291-

Vermaaklykheden.'

toe om het licht te vergrooten; invoegen , indien door den ftand van den Spiegel ten aanzien van de plaats, alwaar voor denzelven het lichtend Lighaamnbsp;gezet is, de wedergekaatfte StraaleQnbsp;evenwydig loopen, men van zeer verrenbsp;zou kunnen verlichten eene ruimte vannbsp;dezelfde grootte als de Spiegel, vermitsnbsp;men daar door in eene en dezelfde plaatsnbsp;vergaderen zou een zeer groot gedeeltenbsp;Van de Straalen , die uit het lichtendnbsp;Lighaam uicvloeyen ; dewyl deze ver-

meer-

Spiegel, verlichte, dat dan het Voorwerp flegcs tweemaal meer zal verlicht worden,nbsp;omdat er dan tweemaal meer Lichtftraelehnbsp;op vallen zullen. Het is derhalven op dezenbsp;beginfels,dat de werkaatfende Lampen moeten gemaakt worden. De Heer Bourgeois dinbsp;Chdteaublanc, welke de theorie met de prak-tyk van zyne konft te famen doet gaan,nbsp;heeft tot hier toe het meelt uitgemunt in de-Zelv.en te maaken^

lil. Deel. P

-ocr page 292-

22(5 Gezichtkonstige

meerdering van licht dan niet verminderen zou in evenredigheid van de omgekeerde reden van het Vierkant des af-llands van het lichtend Lighaam tot de Voorwerpen , die er door verlicht worden, gelyk gebeurt, wanneer er geenenbsp;wederkaatfing gefchiedt.

Men maakt de holle Spiegels uit glas of metaal; de eerften moeten , om goednbsp;te wezen, dun en hunne beide oppervlakten evenwydig zyn, en men moetnbsp;hen aan de bolle zyde verfoelyen ; alsnbsp;zy van de eene zyde plat en van de andere bol zyn, zyn zy veel minder goednbsp;en ook beter koop; ook kan men hennbsp;maar van eene middelmaatige groottenbsp;maaken. Die van metaal hebben, welnbsp;is waar, het voordeel dat zy van beidenbsp;zyden dienen kunnen ; maar , vermitsnbsp;men van de bolle zyde weinig gebruiknbsp;maakt, en zy zeer duur zyn, zoo kannbsp;men de voorkeur aan die van glas gee-ven, die ook minder aan t vlekken ennbsp;beflaan onderhevig zyn, en eene groo-

ter

-ocr page 293-

VeRMAAKLYKHEDEH. tLZf

ter veelheid van Straalen wederkaat-

fen.

^0 a amp; nbsp;nbsp;nbsp;5'0quot;o:'0:e O 0nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;

WERKSTUK.

Een bollen Spiegel en de plaats van een Hebt voor denzelven Jtaande, gegeevennbsp;zynde , te iepaalen de uitgejtrektbeidnbsp;die er door voederkaatjing van moet ver-licbt voorden,

Laat AB een holleSpiegel zyn van zoo- pj^ danige klootfche grootte als men wil, *nbsp;waar van C het middelpunt is, en D hetnbsp;punt daar het lichtend Lighaam geplaatftnbsp;is; trek uit het middelpunt C tot de tweenbsp;uiteindens van den SpiegelAen B deStraa-len CA en CB, en uit het punt D de Lyn-en DA en DB; trek ook van die tweenbsp;uiteindens van den Spiegel A en B denbsp;onbepaalde Lynen AE en BF, maakendenbsp;de hoeken EAC en FBC gelyk aan denbsp;hoeken CAD en CBF ; als dan zal denbsp;Panbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uit-

-ocr page 294-

Jj2a Gezichtkonstige

uitgeftrektheid, bevat tusfchen de twee Lynen AE en FB, die zyn, welken doornbsp;wederkaatfing van het licht, veronder-fteld geplaatft te zyn in D, |moet verlicht worden,

GEVOLG.

Uit dit betoog volgt, indien het licht digter dan het punt D by den Spiegelnbsp;geplaatft wordt, in G by voorbeeld,nbsp;dat dan de uitgeftrektheid, bevat ts-fchen de Lynen AH en BI grooter zynnbsp;zal, en dat zy integendeel, zo het ernbsp;verder van afftaat , geplaatft in L bynbsp;voorbeeld, veel kleinder zyn, wordende dan bevat tusfchen MN, zoo als deze tweede Figuur duidelyk genoeg aantoont.

Daar volgt nog uit, dater een punt is, waar in het licht geplaatft zynde,nbsp;alle de Straalen , die door den Spiegelnbsp;wedergekaacft worden evenwydig ;zyn;nbsp;dit is het punt, twelk men het Brandpunt

-ocr page 295-

VeRMAAKLYKHEDEN. 229

punt noemt, en het is afftandig van de Oppervlakte des Spiegels het vierde gedeelte van-den middellyn des Spheers.

De te rug gekaatfte Straalen AH en BI, die van malkanderen afwyken, zynnbsp;verwyderende, die van AM, AN zynnbsp;famenloopende, en deze tweederleynbsp;Straalen vsrorden voortgebragt, dobrdiennbsp;het lichtend Lighaam buiten of binnennbsp;het Brandpunt der evenwydige Straalennbsp;voor den Spiegel geplaacft is.

OPMERKING,

Deze verklaaring is voldoende om in t algemeen te kennenyOp'voelken afjtand mennbsp;een lichtend Lighaam van den Spiegel ver-voyderen moet, opdat deze alle deszelfs Straa~nbsp;len op eene bepaalde uitgejir^ktbeid en vertenbsp;te rug kaatje-, en 't is dit, tgene vereifcbtnbsp;vjordt, ah men werkaat/ende Lampennbsp;maakt, die men met opzet febikt om eenigenbsp;plaats zeer te verlichten.

Dene b'^zondere oplettendheid, die men in bit maaken van die voerkaatjende Lampennbsp;P 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S-

-ocr page 296-

220 .pE ZICHTKONS TIGE

gebruiken moet y is dat men den bollen Spiegel zoo plaatje dat eene regte Lyn, die uit deszelfs middelpunt getrokken door dat vannbsp;den Spbeer been gong, juijt vallen zou opnbsp;bet midden van bet wrvoerp, dat men verlichten wil; bet welk doet zien, dat denbsp;bellende zyn moet tennbsp;aanzien van de hoogte, van de werkaat-Jende Lamp, en van den ajfiand der F'oor-werpen, dieer door verlicht worden-, zoonbsp;dat, als zy om hoog in een Zaal gehangennbsp;wordt om den Vloer te verlichten , zoonbsp;moet de Spiegel Horizontaal geplaatji worden: zo zy integendeel op dezeijde hoogtenbsp;geplaatjt is als bet verlichte Voorwerpnbsp;moet zy regtjtandig gejteld worden.

BY'

-ocr page 297-

Vermaaklykheden. 231

BYZONDERE UITWERKING

D S R

HOLLE SPIEGELS.

Alle de Beelden der Voorwerpen, die door Vlakke Spiegels tot onsnbsp;oog wedergekaatft worden , vertoonennbsp;zig agter de wederkaatfende Spiegelsnbsp;op 'denzelfden afftand , op welken zynbsp;zelve er van afftaan; maar dit heeftnbsp;niet eveneens plaats met die, welkennbsp;door holle Spiegels te rug gekaatft worden ; in zekere gevallen verfchynen denbsp;Voorwerpen wezenlyk meer er van ver-wyderd; dog in andere fchynen zy zelfsnbsp;buiten en voor de Oppervlakte dier Spiegels te zyn.

Als het Voorwerp digter dan het vierde gedeelte van den middellyn desSpheers by den Spiegel geplaatfl: is , in welknbsp;P 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge-


-ocr page 298-

Z'X2

Gezichtkonstige

geval de wedergekaatfte Straalen vep-wyderende zyn, dan verfchynt het ag-ter den Spiegel; zo het integendeel er verder van af is, wanneer die zelfdenbsp;Straalen famenloopende worden , dannbsp;gebeurt het, dat het zelfde Voorwerpnbsp;voor of buiten den Spiegel fchynf uit tenbsp;komen, en zulks meer of min naar gera-den den afftand deszelfs van het Brandpunt der evenwydige Straalen

Deze uitwerking zal rriinder verwon-derlyk voorkomen, als men overweegt, dat, wanneer het Voorwerp , ftaandenbsp;voor den Spiegel, zig bevindt tusfchennbsp;het vierde en de helft van de middellynnbsp;des Spheers, de te ruggekaatfte Straalennbsp;aoodzaakelyk famenloopende worden,nbsp;en dat zy dan, voorby het middelpuntnbsp;van dien zelfden Spheer , elkanderennbsp;pverkruiflen; het is derhalven om deze

reden,

(*) Het Brandpunt der evenwydige Straalen is afftandig yan den Spiegel het vierde gedeelte yan deszelfs Spheer#


-ocr page 299-

VeRMA AKLYKHEDEN. 233

reden, dat zulk een Voqrwerp zig omgekeerd vertoont, gemerkt de bundels Lichtftraalen, welken van dat Voorwerpnbsp;tot ons oog komen, zig niet op het Netvlies kunnen fchilderen, dan nadat zynbsp;tusfchen het oog en den Spiegel mal-kanderen overkruift hebben.


P3-

DRIE-


-ocr page 300-

2^4 nbsp;nbsp;nbsp;G E ZI CHTKO NSTIGE

lt;lt;gt;gt;

DRIE-EN-dertigste

VERMAAKLYKHEID.

F'erfcbynfel van Verplaatjing.

yan alle onze Zintuigen is ons Gezigt buiten tegenfpraak t meeft onderhevig om bedrogen te worden; alle denbsp;Natuurkundigen, welken op de Gezigt-kunde gewerkt hebben, geeven er eenenbsp;meenigte voorbeelden van op, en zynbsp;hebben zig alle met kragt toegeleid omnbsp;-er de oorzaaken en uitwerkingen van tenbsp;ontdekken, ten einde wy niet in dwaa-ling zouden gebragt worden omtrentnbsp;alle die verfchillende verfchynfelen,nbsp;wanneer wy de zelven bewonderen ennbsp;met oplettendheid onderzoeken, maarnbsp;derzelver fchyn van het wezenlyke zouden kunnen onderfcheiden: alle dagen

ont-

-ocr page 301-

Vermaaklykhedek. 23s

ontdekken wy nieuwe byzonderheden, waar aan men in c eerft weinig aandagcnbsp;geeft, en daar zyn er buiten twyffelnbsp;nog een groot aantal, die bewaard worden voor hun , die na ons komen zullen.

Eene ontdekking, die in t eerft van weinig belang fcheen , heeft ons dikwyls opgeleid tot de kennisfe der gewigtigfte )

dingen.

i^l^^em eene glazen Wynfles A , of Kraf van wit Glas, die van den bodem tot in B gevuld is met water, ennbsp;welks bovenfte gedeelte BC leedig is,*nbsp;laat deze Fles met een Kurk geflopt zynnbsp;als gewoonlyk ; zet dezelve vlak voornbsp;eenen hollen Spiegel, en verder dannbsp;het Brandpunt der evenwydige Straa-len, opdat deszelfs Beeld zig omgekeerdnbsp;en buiten den Spiegel vertoone; plaatsnbsp; verder van den Spiegel dan de Fles,nbsp;en gy zult dezelve zoodanig omgekeerdnbsp;zien als zy afgebeeld is in AB.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Maar, t gene byzonder en zeer buitengewoon is in de omgekeerde vertoo-

ning

-ocr page 302-

Gezichtkonstige niog van het Beeld van die Fles, is datnbsp;het water, t welk, volgens alle de regelen der Spiegelkunde, en volgens allenbsp;waarneemingen en proeven, die op andere zigcbaare voorwerpen gemaakt zyn,nbsp;moeft verfchynen ina, dat het Beeldnbsp;is van het zelfde gedeelte AB van denbsp;Fles ABC, waar in bevat is, wordt integendeel gezien in b c, t welk hetnbsp;Beeld BC is van die Fles, die in datnbsp;gedeelte leedig is; en het gedeelte BCnbsp;van het Beeld AB fchynt leeg, terwylnbsp;het gedeelte AB van de Fles, t welknbsp;het verbeeldt, vol is.

*3

Fig. J.

Zo de Fles geftopt zynde, omkeert , verfchynt haar Beeld regt en in zynen natuurlyken ftand dog het water , dat dan in de Fles het gedeelte BCnbsp;vervult , fchynt in het beeld bevat tenbsp;zyn in het gedeelte a , en dat van denbsp;Fles AB, t welk leeg is, fchynt vol tenbsp;zyn in het gedeelte van het Beeld b c.

Zo men, geduurende dat de Fles in ^ezen omgekeerden Hand ftaat, baare

Kurk

-ocr page 303-

Vermaaklykheden. 237

Kurk wegneemt, en het water er lang* faamerhand uitlaat loopen , zal het fchy-nen, dat, terwyl het gedeelte BC leegnbsp;loopt, het gedeelte van het Beeld a bnbsp;vel wordt; en, t gene zeer opmerkenswaardig is, zoodra de Fles geheel leegnbsp;is, houdt die bedriegelykheid op, en denbsp;Fles a c i die het Beeld is van die AC,nbsp;fchynt dan geheel leeg. Het gebeurt ookjnbsp;zo de Fles geheel vol is, dat 'er dan geCinbsp;ne bedriegelykheid meer plaats heeft.

Indien er , terwyl dat men de Fleg omgekeerd houdt, eenige droppels vannbsp;c water aan den bodem der Fles zyn,nbsp;die naar het gedeelte BC vallen, zoonbsp;zal het fchynen, dat er aan den grondnbsp;van het gedeelte b c van het Beeld eennbsp;lugtbel voortkomt, die van a naar b opklimt,t welk het gedeelte van het Beeldnbsp;is van die Fles, die vol water fchynt.

Daar zyn ook nog andere omftandig-Feden in het doen dezer proeve op te merken, dog die minder verwonderlyknbsp;zyn.

Zy


-ocr page 304-

2^8 Gezichtkonstig

Zy alle, die men deze byzondere be-dfiegeJykheid zal laaten zien , zullen zig inbeelden, dat zy alle die dingen zien zoo ,nbsp;als dezelven hier zyn opgegeeven; dognbsp;t gene zy verwonderlyk in dit verfchyn-fel vinden zullen , is eerelyk dac zynbsp;niet alleen een Voorwerp zien , daarnbsp;het niet is, maar ook daar zyn Beeldnbsp;zelfs niet is, en in eene plaats, alwaarnbsp;geenen der Scraalen, die van het Voorwerp komen en door den Spiegel we-dergekaatft worden , doorgaan kunnennbsp;voordat zy tot het oog komen; ten andere dat men van de twee Voorwerpen jnbsp;die alle beide wezenlyk in eene en dezelfde plaats zyn, zoo als de Oppervlakte van het Glas en die van het water,nbsp;dat er in bevat is, het eene in deze ennbsp;het andere in eene andere verfchillendenbsp;plaats ziet, en nogthans men ziet hetnbsp;Glas in de plaats van zyn Beeld, en hetnbsp;water daar nog het Water nog deszelfsnbsp;Beeld is.

AAN-


-ocr page 305- -ocr page 306-



,t1



' -Si.


V ' 'quot;f





I



i



-4it^nruwvuicl'


#r-.


y;





-ocr page 307-

Vermaa'klykheden. 235)

AANMERKING.

Men kan met grond gisfen , dat de Oorzaak, waar door dit bedrog ontftaat,nbsp;daar in gelegen is, dat wy nimmer gewoon zyn het water in eenig vat in denbsp;lugt hangende te zien, maar altyd rustende op den bodem, dat wy daarenboven , wegens het weinige onderfcheidnbsp;in de kleur van de lgt en het water,nbsp;door eene oordeelvelling van onze wil,nbsp;gedwongen worden om de plaats van hetnbsp;water daar te brengen, daar het gewoon-lyk iSj en dit in weerwil van de over-weeging en redeneering, die ons vannbsp;het tegendeel overtuigen moeft; dannbsp;dit is zoo waar, dat, indien men, wanneer men deze proef doet, een gekleurdnbsp;Vogt in de Fles doet, deze bedriegelyk-heid geene plaats heeft, gemerkt mennbsp;als dan oordeelt dat het Vogt op dezelf.nbsp;de plaats is, waar in het in de Fles is.

VIER-

-ocr page 308-

240 Gezichtkonstige

VI ER-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Een

brandbaar Ligbaam door de meder-kaatjing van bolle Spiegels in brand te Jteeken.

Als men eenig L'cht in het Brandpunt van eenen hollen Spiegel plaatft, worden deszelfs Straalen cvec-wydig wedergekaatft, zo men dan Vlaknbsp;tegen deze Straalen plaatft een andetennbsp;hollen Spiegel evenwydig tegen den eer-Iten overftaande, zullen zy, te rug ge-kaatft, in zyn Brandpunt famenloopen,nbsp;zoodanig dat zy daar eene grootte hittenbsp;zullen voortbrengen en zelfs brandbaarenbsp;lighaaraen in brand fleeken.


ii

-ocr page 309-

Stel twee holle Spiegels A en B even- Pi,. xix. wydig tegen over elkanderen op den af-ftand van twaalf tot vyfden voeten, zoodanig dat zy een gemeenen As EF maanbsp;ken; zet in het Brandpnnt ^ van eenennbsp;dezer Spiegels een gloeijende Kool, ennbsp;in bet Brandpunt van den anderen eennbsp;weinig Buspoeder; neem een Blaasbalgnbsp;met een kromme pyp, en die geduurignbsp;blaaft, zoo als die welken twee balgennbsp;hebben j blaas met deze op die Kool,nbsp;zoo zal het Buspoeder terftond in brandtnbsp;vliegen, in weerwil van den grooten af-ftand, die er tusfchen het zelve en denbsp;Kool is; deze Spiegels behoeven niet vannbsp;metaal of glas te zyn; houte of bord-papiere holle Spiegels, die verguld zyn,nbsp;kunnen volftaan voor-deze proef, dienbsp;fomtyds gelukt heeft op den afftand vannbsp;vyftig voeten, wanneer men er Spiegelsnbsp;van anderhalve tot twee voeten middel-lyns toe gebruikt heeft.

III. Deel. Q nbsp;nbsp;nbsp;Niet-


-ocr page 310-

I

I

242

Gezichtkonstige

Niettemin gelukt deze proef zeer moei-jelyk op verre afftanden, het zy dat de Klomplugts, die dan tusfchen die tweenbsp;Spiegels is, noodzaakelyk eene verkoeling in de Lichcftraalen voortbrengt; hetnbsp;zy ook dat alle de Straalen , die van dennbsp;eerften Spiegel afkomen, niet door dennbsp;tweeden te rug gekaatft worden. Zynbsp;zou zonder twyfFel beter gelukken, zonbsp;men tusfchen hunne Brandpunten eennbsp;lange blikke Buis plaatfle, welker mid-dellyn gelyk was aan die van de Spiegels,nbsp;waar van men gemakkelyk de proef nee-men kan.


VYF-

-ocr page 311-

VERMAAKLYKHEID.

De Androide dezer Eeuw

Het fpreekende Beeld.

Nadien het grootfte gedeelte der uitwerkingen, die het Licht voort-hrengt, daar door betrekking heeft tot het Geluid, dat dit wedergekaatft wordtnbsp;Volgens dezelfde beginfelen , dat is,nbsp;maakende den hoek van wederkaatfingenbsp;gelyk aan die van invallinge ; zoo kannbsp;men er de volgende Vermaaklykheidnbsp;mede in t werk ftellen.

-ocr page 312-

Stel den hollen Spiegel regtftandig; laat hy zyn van twee en een halve voeten middellyns en van zoodanigenbsp;klootfche holte, dat het punt van ver-eeniginge der Straalen , die er evenwy.nbsp;dig op vallen, zy op twaalf of vyftiennbsp;duimen van de fpiegelende Oppervlakte i zet op de plaats C een klein Beeldje , zoo dat het hoofd D regt in hetnbsp;Brandpunt van dien Spiegel geplaatftnbsp;zy.

Neem in acht, dat die Spiegel moet geplaatft zyn op eenen afftand van vyfnbsp;of zes voeten, of zelfs verder, van eennbsp;Belchot EF, t welk evenwydig tegennbsp;'denzelven overftaat, en waar in eenenbsp;Opening moet zyn van dezelfde grootte,

voor

( *) Men kan deze Spiegels van verguld Bordpapier of Blik maaken , vermits dezenbsp;Vermaaklykheid geene naauwkeurig gemaaktenbsp;Spiegels vordert.


-ocr page 313-

VerMAAKLYKHEDENv 245

voor welke een dun Tapyt hangen moet, opdat er het geluid gemakkelyk zounbsp;kunnen doordringen.

Neem ook een tweeden Spiegel van dezelfde gedaante GH , plaats dezennbsp;agter dat Befch' t op twee of drie voeten afftand, en laat hy vlak tegen overnbsp;den voorigen ftaan, zoo als by de voorgaande Vermaaklykheid aangewezen is.

UITWERKING.

Als iemant, ftaande in het Brandpunt D of in dat van I van eenen dezer Spiegels,nbsp;met het aangezigt gekeerd naar denzelf-den Spiegel, fpreekt, zelfs zagtjes, zalnbsp;een ander Perfoon, die in t Brandpuntnbsp;van den tegenovergeftelden Spiegel ftaat,nbsp;zeer onderfcheidenlyk hooren alle denbsp;woorden, die de eerfle fpreekt; en deze uitwerking zal plaats hebben in weerwil van het tusfchengeplaatfte Tapyt.

KONST-

-ocr page 314-

K O N S T S T U K J E.

Wanneer er een Perfoon, met wien men zig verftaat, ageernbsp;het Befchot is, die zyn oor in het Brandpunt van den Spiegel GH houdt, fteltnbsp;men aan iemant voor om zagtjes tegen hetnbsp;Beeldje tefpreeken,houdende zynen mondnbsp;tegen het hoofd van het Beeldje; mennbsp;waarfchuwt hem, dat het Beeldje hemnbsp;zal antwoorden ; dewyl dan de verborgen Perfoon de woorden hoort, die hynbsp;fpreekt, antwoordt dezelve er terftondnbsp;op ; en dit antwoordt wordt terftond weder gehoord en verftaan door hem, dienbsp;t cerft fprak; t gene hem daarom by-zonder verwonderen zal, omdat het hemnbsp;toefchynen zal, dat het Beeldje zelfsnbsp;die woorden voortbrengt.

op.


-ocr page 315-

1

1

24?

Vermaakltkheden

OPMERKING.

Om den Toejlel, welke die uitwerking voertbrengt, geheel te verbergen en dezelvenbsp;daar door te verwonderlyker te maakenynbsp;kan men de ronde gedaante van den Spiegel AB vermommen , en denzelven metnbsp;Gaas bedekken y dat op geenerley wyze beletten zal y dat bet geluid van bet eenenbsp;Brandpunt tot het andere van die twee Spie.nbsp;gels overga en in een loope.


ZES-

Q4

-ocr page 316-

Gzichtkonstige

ZES-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

5

Het Beeld van eenig Voorvoerp zoodanig te doen verjcbynen, dat, als men meentnbsp;bet in zyne band te hebben , men alkennbsp;deszelfs fcbim beeft.

Pl. XIX,

Fig..3.

Zet agter het Befchot AB een weinig hellende den hollen Spiegel EF van ten minften tien duimen middel,nbsp;lyns, die van dat Befchot afftaan moetnbsp;het vierde en een halve gedeeltenbsp;van den middellyn van zynen Spheer;nbsp;maak in dat Befchot eene opening vannbsp;zeven of agt duimen vierkant of rondnbsp;naar willekeur, en laat dezelve regt tegen over en op dezelfde hoogte van dennbsp;Spiegel zyn; zet een fterk Licht agternbsp;dat Befchot, dat door die opening niet

kan

-ocr page 317-

VeRMAAKLYKHE DEN. Z49

kan gezien worden, en dat zonder, op den Spiegel te fchynen , het Voorwerpnbsp;verlicht , t welk gy plaatfen moet in

C.

Hang, onder de Opening agter het Be- fchot, omgekeerd op het Voorwerp C, dat gy buiten den Spiegel wilt laatennbsp;verfchynen, en t welk men hier veron-derftelt een Bloem te zyn; plaats aannbsp;deze zyde van het Befchot onder dienbsp;' Opening een klein Bloempotje of Vaasje, waar van het bovenfte gelyk moetnbsp;Itaan met het onderfte van die zelfdenbsp;Opening, opdat het oog, geplaatft in Gnbsp;dien Bloem buiten den Spiegel zou kunnen zien op die wyze , als of zyn fteelnbsp;uit het Bloempotje voortkwam.

Draag zorg dat de ruimte tusfehen de agterzyde van het Befchot en den Spiegel zwart geverwd zy; om de weder-kaatfingen van t licht, dat op dien Spiegel zou kunnen te rug gekaatfl: wor.nbsp;den , te verhoeden , en maakt het allesnbsp;Q 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zoo-

-ocr page 318-

250

Gezichtkonstige

zoodanig, dat de Spiegel en het overige zoo min verlicht zy als mogelyk is ( *

(*) Tot dat zelfde einde verkieft men thans de holle Spiegels te hangen in eennbsp;Kaftje, dat er met opzet toe gemaakt en ge-fchikt en van binnen zwart geverwd is, waarnbsp;in de Spiegel, hangende tegen den agterftennbsp;wand , zoo verborgen is dat hy niet kannbsp;gezien worden; terwyl er in den voorftennbsp;wand een rond of vierkant gat is, waar innbsp;of waar door de Schim verfchynt van t Voorwerp, dat van binnen tegen dien zelfden wandnbsp;onder t gat hangt, en door een Lampje ofnbsp;Kaarsje niet meer dan noodig is verlichtnbsp;wordt.

Men maakt anders ook vierkante Kaftjes ter grootte van een Hoof of grooter, waar innbsp;men een Licht zet agter het Voorwerp vannbsp;de Schim, die men wil laaten zien; terwyl hetnbsp;Voorwerp zelfs, een Prent of Teekening,nbsp;vervult een van de zyde, waar in het by wy-ze van een Raampje of Schuif gezet wordt. Ditnbsp;Kaftje dan opjden vereifchten afftand voor een

hollen

-ocr page 319-

Vermaaklykheden. 251

UITWERKING.

Zo iemant regt voor dien Spiegel flaat in G, zal by de Bloem C zien op hetnbsp;Bloempotje D, datagter hetBefchot verborgen is, en het zal hem toefchynen,nbsp;dat hy , zyne hand uitfteekende , dezelve van het Bloempotje af zal kunnennbsp;neemen,- hoewel het Voorwerp, dat hynbsp;ziet, flegts de Schim is van t gene hynbsp;meent te zien.

hollen Spiegel, aan een ftandaard hangende, of op eenen voet ftaande, geplaatft zynde,nbsp;zoo verfchynt boven het zelve de Schim.

Men gebruikt tot de vertooninge van Schimmen veelal Prenten of Teekeningen,nbsp;op Papier of Glas gefchilderd, van allerleynbsp;Voorwerpen, waarin het Beeld wiens Schimnbsp;men vertoonen wil , alleen doorfchynendnbsp;is; terwyl het overige van t Papier of Glainbsp;zoo zwaar gedekt is, dat er geen licht doornbsp;kan.


OP-

-ocr page 320-

' i 't

i' . I

252 Gezichtkonstige OPMERKING.

De uitwerkingen der bolle Spiegels zyn Van dien aart, dat men er verfcbillendenbsp;P'ertooningen mede maaken kan , die zoonbsp;fraai als vervoonderlyk zyn , en die vooralnbsp;zeer verwonderen moeten ben, welken denbsp;oorzaak er niet van nagaan kunnen. Mennbsp;kan ben door middel dier Spiegels doen ziennbsp;onverfcbillig allerley foorten van Voorwerpen gcfcbilderd of in Beeldwerk , als bynbsp;voorbeeld eene afwezende Perfoon , vannbsp;wien men bet Portrait beeft ; Spookbeel.nbsp;den, die in Jiaat zyn verfcbrikking aan tenbsp;jaagen , en eene meenigte van andere be-driegelykbeden , waar van bet nuttignbsp;de oorzaak te kennen, om niet de Speelpopnbsp;te zyn van het misbruik , t welkfom-mige Perfoonen er van zouden kunnen maa-ken om ben te bedriegen, die onnoozel ge.nbsp;noeg zyn zouden om te gelooven , dat betnbsp;mogelyk zy aan bun te laaten verfcbynen,nbsp;de Scbim van t gene zy begeerig zyn tenbsp;zien.

AAN-

-ocr page 321-

Vermaak LYKHEDEN. 253 AANMERKING.

Als men, voor eenen bollen Spiegel ftaande , verder dan bet Brandpunt, innbsp;dien Spiegel kykt , ziet men zyn eigennbsp;Beeld omgekeerd; zo men in dezen Jtand,nbsp;zyne band naar den Spiegel uitjleekt, zietnbsp;men met vervoondering die zelfde band uitnbsp;den Spiegel uitkomen , en tot zyne wezen-lyke band naderen, en zy fcbynt er zignbsp;mede te vereenigen, zonder dat de laatjtenbsp;dezelve kan aanraaken. Zo men in plaatfenbsp;van de band zig bedient van een Degen, ennbsp;denzelven naar den Spiegel houdt, indier-voegen dat zyne punt gerigt zy naar betnbsp;Brandpunt der evenvoydige Straalen vannbsp;dien Spiegel , zoo zal de Scbim van diennbsp;Degen er uitkomen, die fcbynen zal te Jtoo-.nbsp;ten tegen den voorigen.

Men moet hier waarjchuwen, dat men, om deze Proef voel te doen gelukken, eennbsp;Spiegel neemen moet, die ten minjlen vannbsp;nen voet middellyn is, opdat men 'er zignbsp;voor een gedeelte in zou kunnen zien; indien


-ocr page 322-

iJ4

Gezichtkonstige

dien dezelve zoo groote ware, dat men er zig geheel in zien kofl, zou de bedriege-lykbeid nog veel verwonderlyker zyn.

De verfcbynfels, die door de bolle Spie* gels voortgebragt worden ^ vindt men breedvoerig ontvouwt in een IVerk, dat doornbsp;den rader A bat opgefteld is, hebbendenbsp;voor tytel: Amusemens Philos o*nbsp;PHIQ.UES: (*) en zy, die begeerig zynnbsp;alle die uitwerkingen en bedriegelykbeden tenbsp;kennen met betrekkinge tot de verfcbillen*nbsp;de Ligbaamen, die men voor dezelven plaat-Jen kan, zullen in dit Werk genoeg vinden om zig te vermaaken en hunne nieuwsgierigheid te voldoen. Het verfchynfelnbsp;van verplaatfinge, dat men bier befchre-ven beeft, vindt men by dien zelfden Scbry-ver.


AAN-


-ocr page 323- -ocr page 324-

p





' ■quot; nbsp;nbsp;nbsp;- '•nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;H'


■ l-



■Si .






• /


r- ■• -ï ■ ■ nbsp;nbsp;nbsp;.%ji= •





7^. ■.




■V

-ocr page 325-

VermAAKLYKH EDEN. 255

AANMERKINGEN omtrent de

HOLLE SPIEGELS.

Men heeft hier boven gezegd, dat eene van de eigenfchappen vannbsp;eenen hollen Spiegel was in zyn Brandpunt te verzamelen alle de Scraalen dernbsp;Zonne, die op zyne Oppervlakte vallen,nbsp;en dat hy door de vereeniging van allenbsp;die Straalen in ftaat was brandbaarenbsp;Lighaamen in brand te fteeken, en zelfsnbsp;de hardfte Metaalen te fmelten en totnbsp;kalk te branden. Nadien deze uitwerking geheel tot de proefondervindelykenbsp;Natuurkunde behoort, heeft men geoordeeld, dat men er hier geen verflag vannbsp;behoefde te geeven.

Men dient hier nog aan te teekenen, voor hun, die deze Bedriegelykheden,nbsp;grondig willen kennen, dat de gemelde

Al-

-ocr page 326-

250 Gezichtkonstige

Auteur omtrent dit onderwerp zeer kundige en weetenswaardige onderzoekingen gedaan heeft. De BeginfeJs, die hy gelegd en ontvouwd heeft, zyn de bronnbsp;van eene meenigte zeer verwonderlykenbsp;Verfchynfelen, welken hy er uit afgeleid heeft, en die men in zyn Werknbsp;kezen moet.

VA N D E

DOORZIGTKUNDE.

Pl. XX.

Fig. 1.

Men befchouwt in de Doorzigtkun-de verfchillende breekingen, welken de Lichtftraalen ondergaan , als zy van de eene Middelftof overgaan innbsp;eene andere, die van de voorige in digt-heid en natuur verfclnlt;zy hebben plaatsnbsp;in alle gevallen , waar in de rigting diernbsp;Straalen fchuins valt op het Vlak, datnbsp;die twee Middelftoffen van een fcheidt.nbsp;Zo een Lichtftraal AB, nadat hy door

de

-ocr page 327-

Verma A klykhden. 257

e lugt gegaan is, fchuinfch op een Vlak Glas FG vale, welks twee Oppervlak-tens evenwydig zyn, gaat hy er doornbsp;heen, en buigt zig of breekt van B naarnbsp;C; naderende tot de Loodlyn AF: dienbsp;zelfde Straal, zynen weg vervolgende ,nbsp;en uit het Glas weder in de lugt loopen-de, buigt zig om van C naar D, zignbsp;van die zelfde Loodlyn verwyderende,nbsp;en zo de Lynen . AB en CD verlengdnbsp;Worden naar H en I, zyn zy evenwydignbsp;tot elkanderen; waar uit volgt, dat eennbsp;Lichtftraal, wanneer hy uit een yler ofnbsp;dunner in een digter middelftof overgaat;^nbsp;tot de Loodlyn nadert;en zohyintegendeelnbsp;uit een digter in een yler middelftof gaat jnbsp;dat hy zig dan van de Loodlyn verwydert-De-Lichtftraalen, die by hunne inval-linge evenwydig zyn, behouden hunnenbsp;evenwydigheid, wanneer zy door eennbsp;ftoorfchynend lighaam heen gaan, en zonbsp;de twee Oppervlakten van dat Lighaamnbsp;evenwydig zyn, zoo bewaareti zy dienbsp;evenwydigheid nog, wanneer zy, uit datnbsp;IIL Deel. Rnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lig'

-ocr page 328-

Gezichtkonstig

Fli a.

lighaam uitkomendej weder ir delugt ove-gaan; gclyk ligc te zien is uit de verklaa-ring van die eerfte Figuur, t Is hierom , dat men, door een doorfchynend gias eenig Voorwerp ziende, het zelfdenbsp;in die zeifdegrootte ziet,als ofer niets tus-fchen het Voorwerp en het oog geplaatftnbsp;ware; men ziet het 'a leen een weinig hoo-ger of laager , ten aanzien van denbsp;fchuinfchheid der Straalen en de diktenbsp;van het Glas, waar door zy heen gegaannbsp;zyn(*).

Wanneer eenige Lichtftraalen, zoo als AB en CD, evenwydig op de oppervlaktenbsp;van een bol Glas H vallen, worden zynbsp;gebroken , en worden famenloopendenbsp;zoodanig gt; dat zy tot de Loodlyn EF

nade-

( * ) Deze uitwerking heeft geen plaats, als eea Lichtftraal op een doorfchynend Lighaamnbsp;valt, van welk de tegenoverftaande oppervlakte niet evenwydig zyn, gelyk gebeurtnbsp;als men door een Prisma of Kantzuil heennbsp;ziet.

-ocr page 329-

VeRMAAKLTKHEDEN. 2J0

ren, en alle in een punt G te famen komen; dit punt, het Brandpunt genaamd, is altyd het middelpunt van denbsp;Spheer, waar van de bolle oppervlaktenbsp;van dat Glas een gedeelte maakt.

Zo integendeel de Straalen AB en CD evenwydig vallen op de oppervlaktenbsp;van een hol Glas H , dan worden zy,nbsp;zig breekende , afwykende, en verwyde1nbsp;ren zig van de Loodlyn EF (1 ).

quot;tig

1

Men kan hier nog als een begiafel tot verftand van de volgende Vermaaklykhe-den byvoegen, dat de Straalen, die uit denbsp;Lugc door een bol Glas heen loopen, zoonbsp;Veel meer gebroken worden en zoo veel eernbsp;tot de Loodlyn EF naderen, hoe het Glasnbsp;boller oppervlakte heeft , en omgekeerd zoonbsp;veel minder gebroken worden, hoe de bolheid van t Glas flaauwer is; en gevolglyknbsp;dat het Brandpunt, zoo veel digter by datnbsp;Glas vallen zal, hoe het boller is, en zoonbsp;veel verder, hoe het minder bol is. t Isnbsp;Uit dit beginfel dat men den afftand van hetnbsp;R anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Brand-

-ocr page 330-

260 Gezichtkonstig

c Is deze famenlooping en afwyking der Scraalen , door bolle en holle Glazen heen gaande, welken de Voorwerpen onder grooter of kleinder hoekennbsp;tot het oog overbrengen, en daar doornbsp;dezelven grooter of kleinder doen zien,nbsp;gelyk men hier van meer byzonderlyknbsp;kan onderregt worden in de Verhandelingen, welken over dit onderwerp ge-fchreven zyn; want het oogmerk, datnbsp;inen hier zig voorgefteld heeft is alleennbsp;om kortelyk aan te wyzen de beginfelen,nbsp;welken genoegfaam zyn om de de Ver-maaklykheden , die in dit Deel bevatnbsp;zyn te kunnen verftaan.

randpunt Van een bol Glas bepaalt op een t duim, een i duim, twee duimen enznbsp;* Dat het tegenftelde hier van plaats heeftnbsp;in holle Glazen, naar maate hunne holheidnbsp;meer of minder is, kan men daar uit ligte-lyk opmaaken.

ZE-

-ocr page 331-

Vermaaklykheden. 26 .

jgt; ^ KT ^

ZEVEN - EN - DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

gt;

De Donkere Kamer,

Maak een rond Gat in het Blind van een Kamer, die op een Veld,nbsp;Markt, Straat, of op eenig ander verafgelegen Voorwerp uit ziet , en draagnbsp;zorg 'dat er door geenen anderen wegnbsp;eenig licht in de Kamer komen kan;nbsp;zet in dat Gat een bol Glas van drie ofnbsp;vier duimen Brandpunt plaats op

dien

(* ) Men verftaat door de lengte van het Brandpunt van het Glas, die van den Straalnbsp;der Spheer, waar van het een gedeelte maakt,nbsp;als het bol is van eene zyde; zo het de gedaante van een Lens heeft, dat is, van beidenbsp;R 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zy

-ocr page 332-

252'

Gezicht KONSTi GE

dien zelfden afftand en vlak tegen over dat Glas een Bordpapier beplakt metnbsp;zeer wit Papier, van omtrent derdehalvenbsp;voeten hoogte en agttien of twintig duimen breedte; rol het om naar de lengtenbsp;in diervoegen, dat het een gedeeltenbsp;maakt van het binnenfte der oppervlaktenbsp;van een Cylinder , wiens Middellynnbsp;het dubbeld zyn zou van het Brandpuntnbsp;van dat Glas; maak het ten dien eindenbsp;vaft op een Raam, dat eveneens omgebogen is, en zet het op een beweegbaa-ren Voet, ten einde gy het gemakkelyknbsp;nader by of verder van het Glas zoudtnbsp;kunnen zetten, en het net plaatfen opnbsp;den afftand, alwaar de Voorwerpen hetnbsp;regelmaatigfte en fterkfte op dat Bordpapier gefchilderd worden.

ayden bol, zoo valt bet Brandpunt nader by bet Glas in reden van die tweede bolheid.

UIT-

-ocr page 333-

VERMAAKLYKHED EN. 203

UITWERKING.

Als gy dat Bordpapier naauwkeurig plaatft in het Brandpunt van het Glas,nbsp;dat in het Gat van het Blind dezer Kamernbsp;gezet is, zullen alle de Voorwerpen, dienbsp;buiten tegen over dat Blind zyn, op datnbsp;Bordpapier gefchilderd worden met denbsp;fchoonfte kleuren en met de grootftenbsp;regelmaatigheid; maar zy zullen er zignbsp;omgekeerd op vertoonen.

Zo men buiten het Blind een beweeg-baarenSpiegel plaatft, zalmen, denzel-ven min of meer draaijende , op dat Bordpapier ook gefchilderd zien alle denbsp;Voorwerpen, dio ter zyde zyn.

Zo men den Spiegel, in plaatfe van buiten bet Blind , binnen in de Kamernbsp;plaatll en boven dat Gat fdat men datnbsp;hooger in het Blind maaken moet}, kannbsp;men het Beeld vangen op een Bordpapier, dat vlak op een Tafel, legt, ennbsp;dus op zyn gemak teekenen de Voorwerpen , die er op gefchilderd zya.

R 4 nbsp;nbsp;nbsp;OP-


-ocr page 334-

204 Gezichtkonstigk

opmerking.

Niets is aangenaamer te zkn dan de uit-'isierking van deze donkere Kamer, vooral wanneer de Voorwerpen luiten door denbsp;Zon verlicht zyn ; de Natuur wordtnbsp;als t ware zelve op dat bordpapiere Schermnbsp;overgebragt, vercierd met haare Jcboonjlenbsp;Verfchynfelen Q1^en allerfraayjte Kleuren; het is ook het bet befte Model of voorbeeld , waar van de Schilders zig bedienennbsp;kunnen , om Schilderyen te maaken vannbsp;Kandfcbappen, Gezigten, Zeen, alle metnbsp;esne verwonderlyke Scbaakering vannbsp;ftoloryten trapswyze vermindering van

Scha-


1

Ik ]5eb in een donkere Kamer in eea tyd van Onweer een Zeehaven gezien, ennbsp;in eene andere de Zon duikende in den Oceaan, door Wolken, van verfcheidenerley Lich-fen fchitterende, heen gaande , en ik kannbsp;verzekeren, dat 'er geen aangenaamer, geennbsp;verrukkelyker Voorwerp nog Gezigt kan belegt worden,

-ocr page 335-

VERMAAKLYKHEDEN. 36f

Schaduwen en Tinten, verborzaaB door de. tusfchenplaatfing van Lugt, door de naboot-fing van welken eenigea van onze nieuwJUnbsp;Schilders die heerljke Stukken , met zoqnbsp;veel kunfl als kennisje uitgevoerd, voortge-hragt hebben

Het is noodzaakelyk , dat bet Bordpapier eene rond gebogen gedaante bebbe, ten einde de Voorwerpen 'er onderfcbeiden-lyk op zouden gefcbilderd zyn-, want zonder dit, als het midden van Bordpapier innbsp;t Brandpunt geplaatji is , en dus heidenbsp;deszelfs einden buiten het Brandpunt vallen , worden de Beelden , die 'er zig opnbsp;Schilderen , verward; en zo het mogelyknbsp;waar aan dat Bordpapier eene fpbeerifcbenbsp;of klootfcbe gedaante te geeven , zou 'er

de

( * ) Vernet en Loutenbourg, die in dat foort van fchiideren uitmunten, en wier werken innbsp;ntets behoeven te wyken voor Claude Ie Lor-

Ry

-ocr page 336-

t66 Gezichtkonstici

de afbeelding der Foorvoerpen zoo veel te regelmaatiger door zyn, mits dat betnbsp;Glas in bet middelpunt van die Spbeer ge-plaatjl wierd-

AGT

ii

-ocr page 337-

Vermaaklykhefn. i67

AGT-EN-DERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De verwonderlyke uitwerking, die dpor de donkere Kamer voortge-bragt wordt , heeft aanleiding gegeevennbsp;tot het uitdenken van middelen om dezelve nuttiger en van meer gebruik tenbsp;doen zyn door deze van eene draagbaarenbsp;gedaante te maaken en te gelyk gemak,nbsp;kelyk om op den grond en waar meanbsp;wil te plaatfen, ten einde de aangenaam-fte en aardigfte Gezigten te kunnen tee-kenen. Ik zal hier geene befchryvingnbsp;geeven van de verfchillende manieren,nbsp;op welke men dezelven gemaakt en fanbsp;mengefteld heeft, onder welken erze-kerlyk zeer vernuftigen zyn; ik zal mynbsp;vergenoegen met er Regts eene te be-*

fchry


-ocr page 338-

*08

Gezichtkonstige

fchryven , die in fommige Gezigten, veel voordeel heeft.

Pl. XX. pig. 4-

Laat ABCD eene houte Raam of Tafel zyn van twee voeten lengte en omtrent twmtig duimen breedte, waar van de vier Lyften of Randen derdehalvenbsp;duimen breed zynkunneir, en met hunnenbsp;hoeken vaft in een fluiten moeten; maaknbsp;in dit Raam een fleuf om er een witnbsp;Glas of flegts eenBoheemfch Glas E innbsp;te plaatfcn ( 1 ).

Maak van onderen aan de twee uiteinden van deze Tafel met Scharnieren vaft vier houte Pooten F, verbonden metnbsp;hunne Dwarsftukken G, en in diervoe-gen gefchikt, dat zy gemakkelyk ondernbsp;deze Tafel toeflaan kunnen; neem verder vier ligte houte Plankjes H, die mede onder de binnenzydcn van dit Raam,nbsp;waaruit deze Tafel beftaat, met Schar-

nie-


1

Zo dit Glas tegen het bovenfte van dat Raam bol was, zou het nog beter zyn.

-ocr page 339-

VeRMAAKLYKHEDEH

nieren beweegbaar zyn moeten, zoo dat zy ook toeflaan kunnen zonder veel plaatsnbsp;in te neemen; en neem in acht, dat zy,nbsp;opengeflagen zynde , gelyk zy in denbsp;vierde Figuur verbeeld worden , naauw-keurig tegen malkanderen moeten fluiten, en dan door Haakjes tegeneen vafi:nbsp;gezet worden, zynde het vooral nood-zaakelyk,dat er in deze Doos geen lichtnbsp;komen kan C1)-

Deze Tafel, op zyne vier Pooten ge-zet,en de Blaadjes of Plankjes H opengeflagen en door hunne Haakjes met elkan-deren vaftgemaakt zynde, zoo voegt aan hun ondereind een Doos M, waarnbsp;in de hellende Spiegel N is, en uit eenenbsp;van wierzyde moet uitkomen de beweeg-baare Koker O van vyf of zes duimennbsp;lengte; in dezen Koker moet een bol

Glas

1

Men kan deze Doos bedekken met een foott van zak van zwart linnen of laaken,nbsp;om dezelve van binnen zoo donker te maa-ken als mogelyk is.

-ocr page 340-

Gezichtkonstigb

Glas zyn , welks Brandpunt, door de wederkaatflng van den Spiegel, zig kannbsp;uitftrekken , tot het Glas E, dat bovennbsp;op de Tafel legt.

Men moet ook een foort van klein Tentje hebben van zwarte zeer ondoor-zigtbaare of donkere ftofFe, dat aan zynnbsp;boveu eind op vier boute beweegbaarenbsp;Latten ruft, in ieder van wier onderftenbsp;eind een yzer Boutje zyn moet, zoo datnbsp;men het op de Tafel vaft zetten kan innbsp;vier gaten , die in de hoeken van zynnbsp;Raam zyn; dar Tentje moet zig kunnennbsp;openen aan de zyde, die naar AB gekeerd is, door middel van een Gordyntjenbsp;groot genoeg om te beletten, dat het bui.nbsp;tenfte Licht op eenigerhanda wyze hetnbsp;Glas, dat op de Tafel legt, verlichten kan,nbsp;wanneer men onder dat Tentje zit; hetnbsp;moet aan de drie andere zyden eenigenbsp;'duimen beneden de Tafel hangen.

GE-

V

-ocr page 341-

DONKERE KAMER

Deze donkere Kamer geeft zeker.

lyk een weinig meer omflag om op ecnige plaars te brengen, dan dienbsp;welken men tot hier toe gemaakt heeft;nbsp;indien zy egter gemaakt is zoo sis be-, hoort, zal zy niet meer dan twintig totnbsp;vyf-en-twinug ponden weegen ; zy zalnbsp;ook in een ander opzigt veel gemakke-lyker zyn, voorzoo verre raamelyk denbsp;gekleurde Lichtftraalen de Voorwerpennbsp;van onderen tegen het Gas, dat op denbsp;Tafel legt fchilderen, en men dus reekenen kan, zonder dat men de handnbsp;tusfchen de Scraalen en hun Beeld heeft.

Om


-ocr page 342-

-GEZrCHTKORSTlGE

Om er zig van te bedienen plaats men de Tafel op eenen eenigzins verhevennbsp;grond j ten einde niet het een oFanderdenbsp;Lichtftraalen zou kunnen onderfcheppen,nbsp;welken op het Glas vallen, dat om laagnbsp;in de Doos gezet is, die onder aan denbsp;Tafel vafl: is; men legt op het Glas eennbsp;gevernifl: dorfchynend Blad Papier, cnbsp;welk men met zyne hoeken door eennbsp;weinig Was vaft lymt, opdat het nietnbsp;zou kunnen verfchuiven; zig dan Ondernbsp;het Gordyntje, dat het Tentje, t welknbsp;op de Tafel ftaac, bedekt, opfluitende,nbsp;trekt men op het Papier alle de omtrekken van de Voorwerpen, die er op ver.nbsp;toond worden; ook kan men er de fcha-duwen op aanftippen. Zo men niet dannbsp;de Trekken van het Voorwerpen begeert,nbsp;bedient men zig van een Glas, dat aannbsp;de zyde , die het bovenfte van de Tafelnbsp;maakt, dof geflepen is, en men fliptnbsp;dezelven aan met een Penfeel en ICar-royn ; wanneer men dit gedaan heeft,nbsp;fteekt men een Blad Papier in t water,

ea


-ocr page 343-

Vermaaklykeden. 27s

en als het er wel van doortrokken is, zonder nogthans te nat te zyn , ftrektnbsp;men het zagtjes over dat Glas uit, ennbsp;men verkrygt op deze wyze t afdruk-fel van de Teekening, die men gemaaktnbsp;heeft.

OPMERKING.

Msn kan,van de eene of andere van die twee-manieren gebruik mankende, zig Jdfteeke-ningen bezorgen in den zelfden fland, waar in de f^oorwerpen wezenlyk zyn, of in ee-nen flrydigen Jtand ; t gene te pas kannbsp;komen , als men t gene men geteekendnbsp;beeft, wil laaten fnyden of wel gravee-ren, ten einde bet na 'den druk op de plaatnbsp;in zynen natuurlyken Jiand zy.

Men moet bedagt zyn, wanneer men zig van deze donkere Kamer bedient, dat mennbsp;dezelve plaatfe in diervoegen, dat de Zonnbsp;van op zy fcbyne op de Voorwerpen, waarnbsp;van men de afbeelding begeert. Zonder deze Voorzorg, zouden zy minder bebaaglyknbsp;zyn, vermits de Jtand der fcbaduwen de-III. Deel. S

-ocr page 344-

2^4 Gezightkonstige zel'oen zeer oplijlerty verfraait en vroly-ker maakt. Daar zyn egter gevallen, waarnbsp;in men van dezen regel moet af voyken gt;nbsp;zoo als by voorbeeld , wanneer men eenenbsp;9p- of ondergaande Zon wil fcbilderen enz.

NE*

-ocr page 345-

Vermaaklykheden. 275

NEGEN-EN-DERTIGS TE

VERMAAKLYKHEID,

Et gt g nbsp;nbsp;nbsp;0 g a 0 g a a

Een Stuk Geld op een Tafelbord gslegd zynde i te maakejit dat 'er two ver-fcbjnen, nioaar van bet eene veel groo-ter is dan bet andere.

Doe een Bierglas of glazen Beker tot omtrent op de helft met heldernbsp;water, en leg er een Stuk Geld in, eennbsp;Gulden by voorbeeld, houd op de eenenbsp;hand den Beker , leg er een Tafelbordnbsp;op, en leg op dit de andere hand, keernbsp;alles fchielyk om, opdat, de lugt geennbsp;tyd hebbende om er tusfchen te komen,nbsp;het water er niet zoude uitvloeijen.

G I T W E R K I N G:

Zo men op het Stuk Geld, dat nu p S 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het

-ocr page 346-

27*5 Gkzichtkonstic

het Bord legt, ziet, zal het boven het wa. ter de grootte fchynen te hebben van eennbsp;Gulden, en in het zelve de grootte vannbsp;een Driegulden, zoo dat men zig verbeelden zal die tvvee verfchillende Stukken tenbsp;zien, t welk hen, die de byzondere uitwerking der Straalbreeking niet kennen,nbsp;zal doen gelooven, dat er wezenlyk onder den Beker een Driegulden en eennbsp;Gulden legt. Als zy, die het zien, vaft-ftellen, dat er twee Stukken Gelds onder zyn, ligt mes den Beker op, en hetnbsp;bedrog eindigt.

fcf

o

VER'

-ocr page 347-

Vermaaklykheden. 277

VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De gegraveerde en bolle wwerpen op een Signet verheven te doen Jcbynen.

Neem een zilver Signet, waar op een CylFerletter gefneden is; be-fchouw dezelve naauwkeurig met eennbsp;bol Glas van ten hoogden een duimnbsp;Brandpunt, gy zult die Letter eerd uitgehold en zoodanig als met het blootenbsp;oog zien. Zo gy , zonder van fland tenbsp;veranderen , er op blyft zien, zal zy Unbsp;bol of verheven voorkomen, evennbsp;als of zy er op gedreven waar, en zynbsp;zal van dezelfde zyde verlicht en be-fchaduwd fehynen als zy was, voordatnbsp;gy die laatfte verfchyning gewaar wierd.nbsp;Zo men voortvaart die CylFerletternbsp;S 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mei

-ocr page 348-

278 GEZICHTKONstIGS

met dezelfde oplettenheid te befchou-wen, zal dat, t welk verheven fcheen, weder kol fchynen, even ajs het te voo-len was, en zoo vervolgens.

Het gebeurt ook, zo men eenige oo-genblikken met op die CyfFerletter te kyken ophoudt, en dan de proef herhaalt , dat zy, in plaats van ecrft hol,nbsp;integendeel eerft verheven fchynt.

Zo men, terwyl men naar de zyde, van waar het licht komt, gekeerd is,nbsp;ze fchielyk laat voorover hellen , ennbsp;blyft kyken , zoo fchynt dat gene,nbsp; welk eerft hol fcheen, wederom verheven te worden; dog zo men voortgaatnbsp;dat fchynbaare verheven te befchou wen,nbsp;terwyl men zig keert zoo als behoort omnbsp;het ligt van de regter zyde te ontvannbsp;gen, dan ziet men de Schaduw van dennbsp;kant, van waar het licht komt, c welknbsp;niet weinig verwondert; en de Schaduwnbsp;zal integendeel ter linker zyde zyn, alsnbsp;het licht op die Cyfferletter fchynt ko-tnende van de linker zyde,

In-


-ocr page 349-

Vermaaklykheden. 27$

Indien men in plaats van een Signet op die wyze een Stuk zilver Geld be-fchouwt, heeft die bedriegelykheid geennbsp;plaats , in hoedanig eenen fland mennbsp;zig ook ftelle, ten aanzien van het lichtnbsp;dat op het Voorwerp fchynt.

OPMERKING.

De Heer Gmelin, die dit F'erfcbyn-fel mede waargenomen beeft C*') vermoed met reden , dat dit gezigtsbedrog uit denbsp;fcbaduwen der Ligbaamen ontjlaa; en innbsp;de daad ikbeb opgemerkt y als men een Signet y met een Kaars in zyne regterband^nbsp;hefchouwt y dat dan zyn graveerfel bolnbsp;fcbynt; zo men de Kaars in zyne linker^nbsp;hand overbrengt y ziet men bet terjiond verbeven y

(*) Dit Verfchynfel is waargenomen door den Heer Job lot. Zie het Werk, dat hynbsp;heeft uitgegeeven onder denTytel: Defcri^-tien des plujieurs nouveaux Microscopes,

S 4

-ocr page 350-

heven, en bet bedrog is zeer kenntlyk; nog thans blyft altoos de vraag, waarom men,nbsp;zonder van plaats te veranderen, bet agter-volglyk dan hol en dan lt;voedeTverbeven ziet,nbsp;zonder dat de Schaduw eene andere plaatsnbsp;verkrygt. Misfcbien moet men ook in onsnbsp;gezigt zelve de oorzaak en reden van datnbsp;Verjcbynjel zoeken-, j lt;ixielk te waarfcbyn-lyker voorkomt, omdat zy alle, die bet willen waarneemen, niet altoos die uitwerkingen zoodanig zien, als men bier beeft op-gegeeven (

VAN

(* ) Dusdanig een Verfchynfel zal by On-Uundigen llegts voor een beuzeling worden aangezien; maar als een Natuurkundigen denbsp;oorzaak en reden er van wil verklaaren, ontmoet hy byna onoverkomelyke moeijelykhe-den. Men heeft meermaal, door de oplosfingnbsp;van dergelyke Waarneemingen , die in cnbsp;cerft llegts kleinigheden fcheenen , te zoeken , de gewigtigfte Ontdekkingen gedaan-De beroemde Engelsche Wysgeerleerde onS,nbsp;door het blaazen van Waterbellen uit Zeep-

fppgt;.


-ocr page 351-

Vermaaklykheden. 2%l.

VAN DE

, TOVERLANTAARN.

Deze wonderbaare bedriegelykheid des gezigts , bekend by al denbsp;waereld, en in alle Landen gemeen geworden , heeft in t begin de grootftenbsp;verwondering verwekt; men vermaaktnbsp;er zig nog met plazier mede, en men vergenoegt zig dikwyls met de uitwerkingen er van te bewonderen, zonder datnbsp;men tot de oorzaaken er van tragt doornbsp;te dringen.

Menfchryfc deze vernuftige uitvinding toe aan den beroemden Vader K i r k e r ,nbsp;die over alle de deelen der Wecenfchap-

pen

fop, dat een Wysgeer zyn voordeel weet te doen met dingen, die niet dan Kinderfpe^nbsp;fcbynen.

S 5

-ocr page 352-

282 GEZICHTKONSTICE

pen zoo kundige als ffaaye Werken heeft uicgegeeven.

De uitwerking van deze Toverlantaarn beftaat daar in dat hy op een witten Wandnbsp;Muur, Kleed of papieren Scherm in ee-ne donkere plaats, in 't groot overbrengtnbsp;de gekleurde Afbeelding van kleinenbsp;Voorwerpen, die men op glaze Ruiten , met doorfchynende kleuren, gefchil-derd heeft.

SAMENSTEL.

ABCD is een blikke Doos of Kaft van agt duimen hoogte, tien duimen lengtenbsp;en zes duimen breedte C1). Boven opnbsp;dezelve is een Koker of Schoorfteen Enbsp;van vier duimen middellyns, bedekt metnbsp;een Kap F, die, door openingen boven

in

1

Men kan dezelve van eenige andere grootte maaken, wanneer men er Glazen innbsp;plaatft, wier Brandpunt in dezelve evenredigheid is.

-ocr page 353-

Vermaaklykhede. 283

in dien Koker aan den rook uitgang gee-vende , egter het licht niet naar buiten kan doorlaaten.

Van de zyde AC van deze Kaft is een Deurtie , dat zig opent, en waar aannbsp;vaft is een holle Spiegel G van metaalnbsp;of Blik , van zes duimen middellyns,nbsp;maakende een gedeelte van een Spheernbsp;van agttien duimen middellyns. Dezenbsp;Spiegel moet zoo gemaakt worden, datnbsp;men hem infehuiven of uithaaien kannbsp;door middel van zynen Staart H , die innbsp;den blikken Koker I gaat, dewelke opnbsp;dit Deurtje gefoudeerd is.

Van binnen in dit Kaftje is midden op den grond geplaatft een blikke Lamp L,nbsp;waar van het Plaatje, waar in de Lem-metten zyn, plat zyn moet, ten einde hetnbsp;niet hinderlyk zou zyn aan de Straalen,nbsp;welken de Spiegel van de binnenzydenbsp;BD van dit Kaftje te rug kaatft; daarnbsp;moeten drie of vier Lmmetjes in zyn,nbsp;die op de hoogte van het middelpuntnbsp;des Spiegels G vallen moeten ; alles

zoo

-ocr page 354-

sg^ Gezichtkonstige

zoo als in de vyfde Figuur afgebeeld is.

In de zyde BD van dit Kaflje, die vlak tegen over den Spiegel ftaat , isnbsp;eene opening van drie duimen breedtenbsp;en derdehalve duimen hoogte, waar innbsp;men zetten moet een Glas L, van dezelfde grootte (*)j van vier- en eennbsp;halve tot vyf duimen Brandpunt, tennbsp;einde de Lamp, in c Kaftje ftaande, in hetnbsp;Brandpunt van dit Glas en in dat vannbsp;den Spiegel zyn zou; ook moet die Lampnbsp;beweegbaar zyn, ten einde men dezelve

voor

(* ) Ik verkies deze gedaante voor het Glas, ten einde het Licht, dat op de Muurnbsp;fchynt, die zelfde gedaante hebbe zou; tgenenbsp;veel beter voldoet dan dat van een rondnbsp;Glas, waar door men de Beelden niet geheelnbsp;zien kan dan voordat zy in 't midden van dennbsp;verlichten Cirkel zyn. Het is te verwonderen dat men tot hier toe dit gebrek nietnbsp;verbeterd heeft, daar het zoo gemakkelyk tenbsp;verbeteren is.

-ocr page 355-

VERMA AKLYKHEDE^C. agj

voor of agter uit zou kunnen zetten, of uitneemen, als men haar wil fchoon of ,nbsp;klaar maaken , met er Lenimetjes vannbsp;eene middelmaatige dikte en Olyf oly innbsp;te doen.

In die zelfde zyde is geplaatft een foort van blik Schuifftuk of Koker MN, vannbsp;vieren een halven duihi vierkant, hebbende op zy eene Opening van vier ennbsp;een halve duimen hoogte en vier liniennbsp;breedte; deze Opening dient om er innbsp;te fchuiven de Glazen, op welken denbsp;Voorwerpen, die op de Muur moetennbsp;gezien worden, gefchilderdzyn.

Dit Schuifftuk moet, regt over het Glas L , eene Opening hebben van drie ennbsp;een vierde duimen breedte en twee ennbsp;een vierde duimen hoogte, waar in mennbsp;fchuift een Koker O van dezelfde gedaante , en welke zes duimen lengtenbsp;hebben moet; deze Koker moet vaft zynnbsp;in t zoo evengemelde Schuifftuk.

In dezen Koker moet een andere Koker fchuiven van zes duimen lengte,

waar

-ocr page 356-

sS Gezichtkonstige

waar in men twee bolle of lenswyze Vergrootglazen P en Q zet; het Glasnbsp;P moet omtrent drie duimen Brandpuntnbsp;hebben, en t Glas Q tien of twaalf dui-men Brandpunt; dit laatfte moet zynnbsp;in t buitenfte eind van den beweegbaa-ren Koker; men zet ook tusfchen dienbsp;twee Glazen een Bordpapier R, waar innbsp;ineneene Opening gemaakt heeft van eennbsp;duim breedte en agt linien hoogte; watnbsp;aangaatdenafftand dieer tusfchen die tweenbsp;Glazen zyn moet, men dient zig daaromnbsp;trent te regelen naar hunne Brandpunten;nbsp;voor M)verige kan men het GlasP beweegnbsp;baarmaaken in een Koker,welke in die vannbsp;O fchuiven kan, ten einde men die tweenbsp;Glazen naar vereifch van elkanderen zounbsp;kunnen verwyderen of nader by een zetten.

Als deze Toverlantaarn op de gezegde wyze gemaakt is, laat men door een Gla-zemaaker. van wit glas Reepen of langwerpig vierkante Ruiten fnyden , vannbsp;twaalf tot vyftien duimen lengte en

drie


-ocr page 357-

VermA AKLYKHEDEW:

drie duimen breedte, die men in ligte Raampjes zet, welken vryelyk kunnennbsp;fchuiven in de fleuf MN, nadat zy ge-fchilderd zyn zoo als ik hier ga aanwy-zen.

MANIER

VAN DE

VOORWERP.EN,

die in eene Toverlantaarn moeten gezien v3orden, op Glas te fcbilderen.

Teeken het Voorwerp, dat gy fchil-deren wik , op een Papier, en maak het met zyne hoeken of eindennbsp;onder aan het Glas vaft; neem vervolgens een zeer dun Penfeel, en een Vernis, waar in gy een weinig Zwart vannbsp;rook gemengd hebt, trek de trekkennbsp;van die Teekening zeer ligt op bet Glas;nbsp;gy kunt zelfs, zo gy er op ftaat om iets

fraais

-ocr page 358-

288 Gezihtknstige

fraais te hebben, zekere deelen er van met de vereifchte kleuren aftrekken,nbsp;mits dat het de donkerfte kleuren vannbsp;hunne fchakeering zyn ; als die trekkennbsp;wel droog zyn, moet gy uwe Figuurennbsp;kleuren met de verwen die er eigen aannbsp;zyn, en die kleuren zullen niet onder-hevig zyn aan het fchilferen , als gy ernbsp;een vet zeer wit Vernis toegebruikt omnbsp;ze te verdunnen C*). voorts moet gynbsp;dezelven fchaduwen met zwart, in datnbsp;zelfde Veriris verdunt, of wel met Roetnbsp;en water, naar dat het noodigis, en gynbsp;kunt ook de plaatfen , die groot lichtnbsp;moeten geeven , fpaaren.met er geenenbsp;kleur op te leggen, ten einde zy te fter-ker uitwerking doen zouden, Wagt nbsp;vooral van die Figuuren flegts met vier

of

(*) Alle Kleuren, die niet aarcfachtig zyn, als het Berlynfch Blaauw , het Zwartnbsp;van Rook, het Karmyn , t gebrand Koper,nbsp;rood, enz. zyn er,by ultftek goed voor, alsnbsp;zy met dien Oly gewreven zyn.

-ocr page 359-

Vermaaklykheden. 289

of vyf Kleuren te fchilderenj als blaauv/ rood, groen en geel; neem integendeelnbsp;allerJey foorien van Verwen om aan uwenbsp;Onderwerpen zooveel natuurlykerVoor-komen te geeven zonder welk zy naar ge-meene Beelden gelykenen zouden, die,nbsp;fchoon zy meer fchitteren, daarom nietnbsp;meerder behaagen.

UITWERKING.

Als de Lamp van deze Toverlantaarn aangeftoken is, en haare Koker naar ver*nbsp;eifch verlengd of verkort wotdc, zal hetnbsp;Beeld van de gefchilderde Glazen, die innbsp;het Schuifftuk geplaatft zyn, zig zoo netnbsp;en onderfcheidenlyk als fraai op het Doeknbsp;Papier of de Muur vertoonen; en mennbsp;zal er op eene aangcnaame wyze medenbsp;vermaaken hen , voor wie men alle dienbsp;koddige of andere Figuuren die iBen opnbsp;het Glas gefchilderd heeft na malkande-ien laat verfchynen.

Men kan dit gezigtkonftig Stuk nog vermaakelyker en te gelyk verwonder-III. Deel, Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ly-


-ocr page 360-

290 Gzichtkonstige

lyker maaken als men de Figuuren in diervoegen maakt (?), dat zy verfchil-lende natuurlyke beweegingen doen,nbsp;waar door zy fchynen te leeven; t gene ieder naar zyn fmaaken vernuft kannbsp;maaken, hetzy door er eenig Raderwerknbsp;aan te voegen, het zy door twee Glazen,nbsp;op ieder van welken men afzonderlyknbsp;het zelfde Voorwerp fchildert , en dienbsp;men dan in dat Schuifftuk voor elkande-ren heen en weer beweegt, gelyk mennbsp;in de volgende Vermaaklykheden ziennbsp;zal,

( * ) Men vindt in de Beginfels der Natuurkunde van den Heer MusscHEtfBROEK Bladz. 6?-7. verfchillende manieren, om dienbsp;onderfcheidene beweegingen uit te voerennbsp;door middel van een tuigwerkelyk Samenftel,nbsp;dat gemakkelyk te maaken is.


EEN'

-ocr page 361- -ocr page 362-


■4 s.

4«««»



.. ... .;■■



, nbsp;nbsp;nbsp;. V' :.®i:SvïS5:-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■-.-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 ■ ■

.... nbsp;nbsp;nbsp;‘ ■ ■ *.■ --- -■ Jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..


-ocr page 363-

Ver MAAKLYKH eden. sgi

EEN-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Door middel van een Toverlantaarn een Onwe-r te vertoonen.

Om door middel van een Toverlan, taarn een Onwer op eene aange-naame wyze te vertoonen, moet mennbsp;twee glazen Reepen of Ruiten nee-men, van omtrent vyftien duimen lengte, die gezet zyn in Raampjes, welkennbsp;dun genoeg moeten zyn, om beiden tenbsp;gelyk gemakkelyk te kunnen gefchovennbsp;worden in het Schuifftuk MN (vyfdenbsp;Figuur van de twintigfte Plaat)

Men teekent, over de gantfche lengte van een dier Ruiten, de Verfchynfels dernbsp;Zee van de ligfte beweeging tot aannbsp;T 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den

-ocr page 364-

2gi2 Gezichtkonstig E

den geweldigften Storm , fehilderends Pl xxt. van A toe aan B een ftil weder en be-

Fig. I.

daarde lugt; van B tot aan C een kleine golving en eenige wolken ; van C totnbsp;aan D een fterkere woeling der baared;nbsp;van D tot aan E eene onlluimige zeenbsp;en donkere wolken; van E tot aan Fnbsp;een zeer zwarte lugt en henaelhogenbsp;verheffing der golven.

Men moet bedagt zyn, dat men de verfchillende verfchynfels van die onder-fcheidene Vakken niet eensklaps doe af-breeken, maar by trappen en als ongevoelig doe veranderen. Men begryptnbsp;ligt, dat het noodzaakelyk is dat allesnbsp;met zorg en opletcenheid gefchilderdnbsp;zy, want het is hier van tyzonder, datnbsp;de aartige en behaagelyke uitwerking af-hange.

Op het andere Glas moet men fchilde-Fig. X. ren Schepen van verfchillende gedaante en grootte, en op verfcheidene verheden, als ook eenige wolken, die zwaarder moeten gedekt zyn aan de zyde B;

dog

-ocr page 365-

Vermaaklykhsden. 293

dog men moet op die Glas alleen fchil-deretj het gedeelte der Schepen , dat buiten het water verfchynen moet.

UITWERKING.

Zo men het Glas van de eerde Figuur langfaam in het Schuifltuk infchuifc, ennbsp;men het zelve op die plaats, daar t On-wer begint, eene kleine op- en neergaande beweeging doet maaken , zalnbsp;men hier door nabootfen de verfchynlelsnbsp;van eene Zee, die allengskens onlluimi-ger wordt, en eindelyk tot een geheelnbsp;Gnwer overgaat; de manier op welkenbsp;men de wolken gefchilderd heeft, zalnbsp;ook veel toebrengen tot vergrooting vannbsp;de bedriegelykheid; naar maate men datnbsp;Glas te rug haalt, zullen die verfchyn-fels verminderen ?n de Zee zal langfaa-merhand fchynen tot kalmte te komen.

Indien men ter zelvertyd hetGlas,waar op de Schepen gefchilderd zyn jlangfaimnbsp;laat voortgaan, zullen zy fchynen voortnbsp;te zeilen, en als men dezelven, geduu-T 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rende

-ocr page 366-

291 Gezichtkonstige

rende de vertooning van het Onwer , een weinig op-en-neer beweegt, zalnbsp;het fchynen dat zy door de Zee geflin-derd en gefolt worden.

De uitwerking derhalven, welke deze Toverlantaarn dus doende zal vrtbrengen, zal buiten tegenfpraak veel aange-naamer en verwonderlyker zyn dan dienbsp;van eenige kwalyk gefchilderde Figuu-ren te zien, die de eene na den anderen als t ware gegooit worden of zignbsp;planten in t midden van eene Medaille,nbsp;waar van ook de onbevallige gedaantenbsp;laclet, dat men twee Figjiuren te geJyknbsp;ziet, zo ten minfte het hoofd of de bee-nen van de eene niet geheel verborgen

zyn; een ongemak t welk in deze nieuwe famenftelling geen plaats beeft, f-fchoon men zelfs zig van gewoone Fi-guuren bedient.

OP-

-ocr page 367-

VerMA A KLYKHEDEN. 295

OPMERKING.

Men kan, door middel van tnvee Glazen, op die wyze toegejteld, vertoonen een Veldof Zeejlag, en duizend dingen, die elk eennbsp;naar zyn goedvinden kan uitdenken-, ooknbsp;kunnen zy dienen om eenige kqddige hedry-veil tusfchen verfcbeidene Perfoonen te vertoonen , en eene meenigte van andere grappige en vermaakelyke vertooningen , dienbsp;een vernuftig verjland ligtelyk kan verzinnen ; de Vertqoning , die hier hefcbrevennbsp;if, dient Jlegts tel een voorbeeld, en om tenbsp;doen zien, dat men gemakkelyk veel vervoon-derlyker Vertooningen kan maaken, dannbsp;men tot bier toe beeft haten zien


T4

TWEEquot;

-ocr page 368-

spS Gezichtkonstig E

TWEE-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

De Toverlantaart}, op Rook.

'et licht van de Toverlantaarn kan, gelyk ook de kleur der Voorwerpen die er in ftaan , niet alleen , zoonbsp;als men gezien heeft, zig Ichilderen opnbsp;Doek, maar men kan dezelven ook ver-toonen op den Rook ; ten dien eindenbsp;Fjgnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;houte of bordpapiere Kaft

AB hebben van omtrent vier voeten hoogte, en aan zyn grondvlak van zeven of agt duimen vierkant; zy moet al-lengskens naauwer of naaldvormig oploo-pen , zoodanig dat zy van boven eenenbsp;Opening van zes duimen lengte en eennbsp;|ialven duim breedte hebbe; om laagnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;moet

-ocr page 369-

VERMAAKLYK HEDEN. 2gt;y

moet in deze Kaft een Deurtje zyn, dat wel flak, ten einde er een Konfoortinetnbsp;vuur in geplaatft kan worden, waar opnbsp;fflen Wierook ftrooit, waar van de Rooknbsp;zrtzal uitbreiden als een Tafelkleed , uitkomende door de Opening AB van diennbsp;K/jker. t Is opdit Rookkleed, dat mennbsp;l/ec licht, 't welk uit de iToverlantaarnnbsp;komt, moet rigten , t gene men moetnbsp;maaken eene kleindere uitgeftrektneid tenbsp;hebben, doordeszelfs beweegbaaren Koker te verlengen; de gewoone iguurennbsp;kunnen voor deze uitwerking dienen ;nbsp;en t gene vooral verwonderlyk zal fchy-nen, is dat de beweeging, van den Rooknbsp;de gedaante van de Figuur niet verandert , en dat het fchynt dat men dezelve met zyne hand vatten kan.

op.

T5

-ocr page 370-

493 Gezichtkonstigb

OPMERKING.

Nadien in deze Vermaaklykbeid de Rook niet alle de Licbtjtraalen tegenhoudt of on-derfcbept, is de Vertooning niet zoo leeven-digt en zy zou zelfs zeer gering fcbynennbsp;indien men de uitgeftrektbeid van t Lichtnbsp;niet tot zyn kleenjteBrandpunt bragtyom ernbsp;dus zoo veel meer_ helderheid aan te geevengt;

DRIE-

I

-ocr page 371-

Vermaakltkheen. tSgt;Sgt;

([lt;amp;])*

DRIE-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Een Spookbeeld op een Fbetjluk, op een Tafel jlaande^\te laatenverfcbynen.

De uitwerking van de Toverlantaarn op den Rook, waar van de toe-ftel by de voorgaande Vermaaklykheidnbsp;ppgegeeven is, kan eene bedriegelykheidnbsp;voortbrengen, die nog veel verwonder-lykeris, zo men de oorzaak er van geheel vermomt ; men kan door middelnbsp;van dezelve een Spookbeeld of cenignbsp;ander aangepaamer en minder verfchrik-kelyk Voorwerp doen verfchynen op eennbsp;Voetftuk, dat op eene Tafel ftaat.

SA-

-ocr page 372-

300 Gezichtkonstge

SAMENSTEL.

Fig. 4.

Men moet eene g.woone Toverlantaarn hebben van de kleinften, die men verkoopt,en dezelve opfluiten in eeneKafl:nbsp;ABCD, die groot genoeg zyn moet omnbsp;te gelyk te bevatten den hellenden Spiegel M, die beweegbaar zyn moet, omnbsp;den Lichtkegel, welken deze Lantaarnnbsp;voortbrengt, zoodanig te kunnen rigten,nbsp;dat hy uirgaan kan door eene Opening E,nbsp;die boven in deze Kaft gemaakt is.

Deze Opening moet men bedekken met een Valdeur of Luik , dat op tweenbsp;Scharnieren beweegbaar is, ten einde,nbsp;het zelve gefloten zynde, men de Opening (* ) gt; die in zyn dekfel is, niet zounbsp;Jiunnen zien.

De plaats van deze Kaft, die boven de Sc'ioprfteen van dze Lantaarn is, moet

mt

(*) Deze Opening moet eene eironde of ovaale gedaante hebben, en van eene groottenbsp;zyn evenredig aan de plaats , daar zy dennbsp;Licht-vegel doorfnydt.

-ocr page 373-

Vrmaaklykheden. 30t

niet eenige gaten doorbocyd zyn, otn den Rook van de Lamp door te laaten, ennbsp;men moet op die plaats zetten een kleinnbsp;Konfoortje van eene langwerpige gedaante en zoodanig eene grootte, dat men ernbsp;eenige kleine Kooltjes in leggen kan.

Men moet ook een Glas hebben, dat men opfchuiven en nerlaaten kan naarnbsp;willekeur in de Sponning a amp;, die daar toenbsp;regtftandig moet gemaakt zyn; aan ditnbsp;Glas moet vaft zyn een dun Koordje,nbsp;t welk, gaande over het Schuifje e, aannbsp;de zyde DC van deze Kaft kan uithan'nbsp;gen, om het zelve gemakkelyk door zynnbsp;eigen gewigt in die Sponning te kunnennbsp;laaten zakken of ophaaien.

Men moet op dat Glas een Spookbeeld of eenige andere minder verfcbrikkelykenbsp;Figuur, die men goeddunkt, fchildercn,nbsp;in acht neemende, dat zy in verkortingnbsp;moet gefchilderd zyn, vermits het Rook-kleed, dat door t Wierook, t welk innbsp;het Konfoort gelegd is , veroorzaaktnbsp;wordt en zig boven het zelve verheft,

den

-ocr page 374-

go GEZrCHTKONSTIGE den Lichtkegel, diende Lantaarn voort*nbsp;brengt, niet met eenen regten hoeknbsp;doorfnydt, en dat daar van de Figuurnbsp;van het Spook langer op dien Rook moetnbsp;fchynen, dan zy op quot;t Glas is.

uitwerking.

Deze Vertooning zal eene zeer ver-baazende uitwerkit^ geeven, vermits de Aanfchouwers de oorzaak, die dezelvenbsp;voortbrengt, niet zien, en dus niet wee-ten zullen , waar aan zy de fchielykenbsp;verfchyning van dat Spook of die Schimnbsp;toefchryven moeten, waar van het hoofdnbsp;t eerft uit den Rook zal voor den dagnbsp;komen, en die op dezelfde wyze ver*nbsp;dwynen zal, a!s men aan tKoordje trekt.

KONST*

-ocr page 375-

KONSTSTUKJE.

Nadat men de Lamp van deze Lantaarn aangeftoken , en den Spiegel beboorlyk gefield heeft, brengt men dat Voetftuk wel gefloten, en zet het opnbsp;de Tafel, waarfchuwende de Toekykers,nbsp;dat zy niet moeten fchrikken ;men zet innbsp;deszelfs plaats het Konfoortje , waar opnbsp;men een weinig poedervan Wierooknbsp;ftrooit, en terftond opent men het Luik*nbsp;je , en men laat het Koordje langfaamnbsp;zakken; als men merkt, dat de Rook zalnbsp;gedaan zyn, trekt men het Koordje we.nbsp;der op, om de Figuur te doen verdwy-nen j en men fluit het Luikje.

OPMERKING.

Men moet, om dit Konjlje te doen, alle de Lichten, die in de Kamer zyn, uitdoen,nbsp;en be\ F'oetftuk op eene booge Tafel plaat-

Ji

-ocr page 376-

lt;jEZieHTEONSTIGE

Jen, opdat bet oog der Aanfcbowweren de Opening , voaar door de Licbtkegel heennbsp;gciati niet bemerken zouden. Schoon mennbsp;gezegd beeft, dat men zig van eene kleinenbsp;Toverlantaarn bedienen moet, kan men eg-ter dit Stuk in 't groot uitvoeren, zoodanignbsp;dut bet Spookbeeld in eene natuurlyke grootte verfchyne,

Af en kan, met dezen zelfden Toejtel, als men zig van Glazen bedient, waar op aan-genaame Voorwerpengefchilderd zyn,doennbsp;verfcbynen, by voorbeeld , een Bloem, eennbsp;Kaart; enz. die gelyk zyn aan die, welken men vooraf verbrand heeft, en waarnbsp;van men de asch te gelyk met den Wierooknbsp;op 't Konfoort gevaorpen beeft, onder VOor-

wenfel dat men haar beeld wr zal doen te voorfcbyn komen. Een ieder kan in ditnbsp;opzigt zoodanig een Onderwerp maaken ^nbsp;als by ial oordeelen de meejte verwondering en t grootjte vermaak te verwekken'

gt;

V

VIER.

-ocr page 377-

gt; nbsp;nbsp;nbsp;lt;m

Men kan met eene Toverlantaarn, die een vierkanten Koker heeft,nbsp;zoo als die van de 39ae Vermaaklykheidnbsp;vertoonen alle de Bedryven , die doornbsp;verfchillende Perfoonen op een Toneelnbsp;uitgevoerd worden , met verfchillendenbsp;veranderingen en vercieringen; ten welknbsp;einde men by dienToeftelflegts eene kleine vermeerdering te doen en gepaste

(* ) Het is noodzaakelyk, dat men dez Toverlantaarn veel grooter maake dan ge-woonlyk, ten einde de Voorwerpen, die opnbsp;de Glazen gefchilderd zyn, grooter zyndenbsp;III. Deel. V

-ocr page 378-

306

Gezichtkonstige

te Onderwerpen te laaten fchilderea heeft.

SAMENSTEL.

Pi. XXI. FJg. J.

Maak een Kaft ABCD, die anderhal-ven voet lang , tien duimen breed en vyftien dnimen hoog zyn moet, ruftende op eenen voet EF, die er van ront-fomme buiten uitfteekt, en dienen kannbsp;om dezelve op eene Tafel met tweenbsp;fchroeven vaft te zetten ; zet op dezenbsp;Kaft een blikke Kap, die geene gatennbsp;heeft, dat is gelyk aan die, welken mennbsp;in de gewoone Toverlantaarns gebruikt.

Maak in beide zyden van deze Kaft

eene Opening, in de eene;van welken

zyn

dan zy gewoonlyk gefchilderd worden, zoo veel zindelyker zouden afgebeeld worden;nbsp;pok is zulks daarenboven volftrekt noodzaa-kelyk , omdat de Voorwerpen grooter uitge-ftrektheid en meer verfcheidenheid hebbennbsp;moeten; waarom het raadfaam is dit Stuk zoonbsp;te maaken, als het hier befchreven wordt.

-ocr page 379-

Vermaaklykheden. 307

zyn moet de Koker H, en in de andere de Koker I; laatendie Openingen zes Ajinbsp;men breed en vyf duimen hoog zyn;nbsp;zet in iedere Opening een Koker vannbsp;dezelfde gedaante, waar in weder eennbsp;andere beweegbaare Koker gaan moet,nbsp;ten einde van die Opening te kunnennbsp;verwyderen of er nader bybrengen denbsp;Glazen , of den hollen Spiegel die ernbsp;in moeten gefield worden , zoo als hiernbsp;na zal aangewezen wordenin t midden op den bodem van dezenbsp;Kaft, moet gy plaatfen een blikke Lampnbsp;M, die in eene Sponning heen en wernbsp;fchuiven kan, om dezelve min of meernbsp;te kunnen verwyderen van de Glazennbsp;en den Spiegel, en dus dezelve zoo voor-deelig als moglyk is te plaatfen tennbsp;aanzien van derzelver Brandpunten; mennbsp;moet dezelve ook uit de Kaft kunnennbsp;neemen om, als men wil, er Oiy in tenbsp;doen en deLemmetten te fchikken, waarnbsp;van 'er vyf of zes zyn moeten, en dienbsp;omtrent eenen duim lengte beflaan moe-V 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tsn.

-ocr page 380-

3o8 Gezichtkonstig

ten. Zie hunne plaatfing in de vyfde Figuur.

Maak by den ingang van den Koker H en naar N eene Opening vannbsp;cenen duim breedte, die er gezigt-einderlyk door heen gaat, en eene andere van agt duimen, die er regtftan-dig doorgaat en nader dan de eerfte bynbsp;de Kaft is; en nog eene andere van viernbsp;liniCD voor de eerfte. De gezigteinder-lyke Opening moet drie of vier Sleuvennbsp;of Sponningen, en de twee anderen eene ennbsp;twee hebben, om erin te kunnen fchui-ven de verfchillcnde Vertooningen ennbsp;Vercieringen by wyze van Schermen,nbsp;het zy ter zyde, het zy met dezelvennbsp;te doen ryzen of daalen, om dus met tenbsp;meerder naauwkeurigheid de V eranderin-gen en Vercieringen van een Schouwtoneel te kunnen nabootfen

Schuif

(*) In de Vercieringen van een Schouwtoneel moeten de Paleizen en Heerlykheden der Goden nederdaalen; de Afgronden en

hel-

-ocr page 381-

Vermaaklyk heden. nbsp;nbsp;nbsp;309

Schuif ook in die twee Openingen twee bolle regthoekige Vergroocglazen van zesnbsp;duimen lengte en vyf duimen hoogte,nbsp;en die omtrent twintig voeten Brandpunt hebben; Iaat het eene geplaat zynnbsp;in O, dat is aan t binnenfte uiteinde vannbsp;den Koker, en het ander inP; neem eennbsp;anderen Koker Q van omtrent eenennbsp;voet lengte, die fchuiven kan in dennbsp;Koker H, en zet in zyn buitenfte uiteinde een lenswys, regthoekig Vergroot,nbsp;glas van omtrent twaalf tot vyftien duimen Brandpunt.

Neem een anderen Koker R, die fchui' ven kan in den Koker I, en vier duimennbsp;lang is ; zet in het buitenfte eind vaanbsp;dien Koker een hollen Spiegel, waarnbsp;van het Brandpunt der evenwydige Straa-

len

helfche Paleizen uit den grond van het Toneel opkomen; en de Paleizen, Tuinen, Bof-

fchaadin enz. moeten van ter zyde uitko men.

V 3

-ocr page 382-

310 Gezichtkonstige

len valle op zeven of agt duimen van de fpiegelende Oppervlakte.

Deze Toverlantaarn dus toegeruft zyn-de, fchiec er niets over, dan dat men Glazen laat fchilderen, met betrekkingenbsp;ot de vcrfchillende Onderwerpen , dienbsp;men vertoonen wil, in acht neemendenbsp;dat z'i kunnen ingefchoven worden innbsp;de eene of andere der Openingen, dienbsp;in de zyde AC van het Kaftje gemaaktnbsp;zyn ; men verlicht het vervolgens, ennbsp;een gefchilderd Glas in eene dier Openingen of Sleuven gezet hebbende, verlengt of verkort men de beweegbaarenbsp;Kokers , totdat het Voorwerp zig opnbsp;het Doek of de Muur net afceekene,nbsp;ten einde niet alleen te kennen, op welken afftand deze Lantaarn er afftaannbsp;moet, maar ook de fchynbaare groottenbsp;van het Beeld. Men maakt in een Be-fchot eene Opening, van dezelfde grootte, en zet er een Glas in, waar op mennbsp;een zeer dun Papier plakt, dat mennbsp;olyt of vernift, om het zoo doorfchy*nbsp;nend te maaken sis mogelyk is, c

-ocr page 383-

VERMAAKLYKHEDEN. 3H

t Is op dit Papier dat men laat ver-fchynen het Beeld van alle de Voorwerpen , die men agtervolglyk door die Openingenof Sleuven, al voortfchuivennbsp;de, gaan laat, omzoodanig een Toneelftuknbsp;na te bootfen, als men zal willen verkiezen i 't welk zoo veel te aangenaamernbsp;zalzyn om te zien, omdat deze Toverlantaarn agter een Befchot verborgen is,nbsp;en men dus niet zien kan, wat de bedrie.nbsp;gelykheid voortbrengt.

Om te gemakkelyker en duidelyker te doen verftaan, op wat wyze men niet alleen deVoorwerpglazen, welken voor dienbsp;Vertooningen dienen zullen, fchilderennbsp;moet,maar ookdezelven ftellen, zal mennbsp;hier veronderftellen, dat men vertoonennbsp;vril het Beleg van Troijen, waar in voorkomen alle de verfchillende verfchy-ningen en handelwyzen, die men totnbsp;het uitvoeren van eenig ander Stuk volgen moet.

In het eerfte Bedryf, kan het Toneel verbeelden van de eene zyde de Muu-V 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ren

-ocr page 384-

Gezichtkonstige

ren of Wallen van de Stad Troijen, io de diepte het Leger der Grieken, en innbsp;t verfchiet de Zee met het Eiland Tene-dos; vertoonende verder het oogenblik,nbsp;waar in de Grieken, veinzende het Belegnbsp;op te breeken, fcheep gaan en in hunnenbsp;Legerplaats overlasten het houte Paard,nbsp;waar in zy de griekfche Benden opgefloten hebben.

Men fchildert dan eerfl op een Glas van dezelfde grootte als de Opening,nbsp;die in de zyde AG van dit Kaflje gemaakt is , een Gordyn , waar van denbsp;kleur donker blaauw zyn moet, iugtjesnbsp;gevuld met eenige meer doorfchynendenbsp;Cieraaden, en men fielt het in de eerde

regtftandige Opening C ?) zoodanig, dat,

als

( *) Alle de Glazen, die regtftandig opgaan of nederdaalen, moeten aan! twee zyde gezetnbsp;zyn in twee kleine houte Regeltjes, die bynbsp;Wyze van fchuiven in de Sleuven gaan eflnbsp;wel zoo net er in pasfen, dat zy van zelfsnbsp;piet glyden kunnen.

-ocr page 385-

Vr MAAKLKHEDEN. 3IS

als men het zagtjes laat zakken, dezelfs beeld fchynt op te gaan even als hetnbsp;Gordyn van een Schouwtoneel.

Men moet verfcheidene Glazen hebben van zoodanig eene grootte, dat zy gemakkelyk kunnen gaan of fchuiven doornbsp;de gezigteinderlyke Openingen, die innbsp;dien Koker gemaakt zyn, en langer ofnbsp;korter, naar dat het noodig is, en waarnbsp;op men fchilderen moet, by voorbeeld:

Op bet eerjley De Muuren van Troijen.

Op bet tweede.

Het Leger der Grieken.

Op bet derde,

De Zee, c Eiland Tenedos en een helderen Hemel.

Op bet vierde,

De Griekfcbe Troepen by afzonder-lyke Benden.

Op

Vy

-ocr page 386-

3t4: nbsp;nbsp;nbsp;GEzicHTKONSTicr

Op bet vy/de,

De andere Troepen , gefchikt by Bataillons , en in t verfchiet geplaatft.

Op bet Zesde,

De fchepen, die , naar maate het Glas voortgefchoven wordt, in groottenbsp;verminderen.

Op bet Zevende.

Het houte Paard en Sinon.

Op bet Agtfle,

De Troyaanen met baare Vrouwen.

Wanneer deze Glazen gefchilderd zyn zoo als behoort om de Vertooning aangenaam te maaken (*), dan zou men innbsp;de gezigteinderlyke Openingen moetennbsp;plaatfen, die van Kommer dn, twee,

drie

(* ) Indien men geene goed gefdiiiderde Glazen had, zou het beter zyn eenig koddignbsp;Stuk te vertoonen, waar toe men middelmaa-tig gefchilderde Glazen gebruiken kan.

-ocr page 387-

Vermaaklykheden. 3IS

drie en vier, waar op de Griekfche Troepen gelchilderd zyn ; men zou het Gor-dyn moeten doen opgaan , door het Glas, daar het op verbeeld is, te laaten zakken , en men zou dat vierde Glas zagtjesnbsp;wegtrekken , en een weinig daarna hetnbsp;tweede, waarop het Leger ftaat. Alsnbsp;dan zou men zagtjes moeten laaten voortkomen en geheel doen voorbygaan hetnbsp;vyfde Glas, dat de inlcheeping vertoont,nbsp;en vervolgens in een tegengeflelde ftreeknbsp;doen infchuiven en voortgaan het zesdenbsp;Glas, waar op de Schepen gefchilderdnbsp;zyn , die de Vloot uitmaaken; wanneernbsp;nu de Voorwerpen, die op bet vierde, vyfde en zesde Glas gefchilderd zyn, geheel op bet Beeld verdwenen waren,nbsp;zou men het zesde moeten doen voortbewegen , op welk het houte Paard gefchilderd is; en tevens het agtfte indier-voegen , dat het fchynt dat de Trooijaa-nen, die op dit laatfte Glas gefchilderdnbsp;zyn , het houte Paard in hunne Stadnbsp;brengen; daarna zou men het Gordyn

moe-

-ocr page 388-

gX(5 GezIC HTKO NSTIGE

moeten laaten vallen, om de Glazen; die het eerfte Bedryf uitmaaken, wegnbsp;te neemen , en in hunne plaats te ftellennbsp;die, welken gefchikt zyn voor het volgende Bedryf.

In het tweede Bedryf zou het Toneel verbeelden het binnenfte van de Stadnbsp;Troijen. Men zou op eene van de zydenbsp;moeten zien het boute Paard, en in denbsp;diepte den Tempel van Pallas.

Men zou de Glazen , die voor dit Bedryf dienen moeten, kunnen fchiJde-ren zoo als volgt:

Op bet eerjle 3

Paleizen en Huifen, verbeeldende het binnenfte van de Stad Troijen.

Qp bet tlt;K)6ede,

Den Tempel van Pallas, dienende voor hetagterfte of den grond , meteennbsp;Nagt-Hemel en eene helder fchynendenbsp;Maan; van vooren en ter zyde zou mennbsp;?ien moeten het houte Paard , 't welk

de

-ocr page 389-

Vermaaklykhede.

de Trooijaanen digt by dien Tempel ge. plaatft hebben.

Op bet derde,

Een Hoop Grieken hebbende Sinon aan t hoofd, die de Poorten der Stadnbsp;voor de Grieken gaat openen.

Op bet vierde,

Verfcheidene Hoopen van gewapende Grieken, gefchilderd op een Glas, datnbsp;lang genoeg iS, om verfcheidenheid tenbsp;maaken.

Op bet vyfde,

Verfcheidene Hoopen van Trooyaanen. Op bet zesde,

Verfcheidenerley Verfchynfelen van Vuur en Rook, gefchikt en gefchilderdnbsp;in diervoegen, dat, als men dit Glasnbsp;van onder het Toneel doet opkomen,nbsp;de Verciering , die op het eerfte Glasnbsp;gefchilderd is, als dan in Vuur fta.

Voordat men het Gordyn ophaalde,

zou

-ocr page 390-

SIS

GEZIGHTKONS.Trci?

ZOU men de twee gefchilderde Glazen n en twee moeten plaatfcn en mennbsp;zou langfaam en geheel moeten doennbsp;doorgaan het derde; een weinig daarnanbsp;zou men laaten doorgaan het vierde,nbsp;op welk de verfchillende Benden vannbsp;het Griekfche Leger gefchilderd zyn,nbsp;en ter zelver tyd, zou men van de over-geftelde zyde moeten doen infchuivennbsp;het vyfde Glas, t welk de Trooijaan-fche Troepen verbeeldt, in acht nee-mende dat men hen zagtjes doet bewee-gen, met voor of agter uit te gaannbsp;om dus een Veldflag te verbeelden:nbsp;wanneer men vervolgens , door hetnbsp;trapsgewys ophaaien van het zesde Glas,

waarop het Vuur, de Vlammen en de Rook gefchilderd zyn, om dgs te doennbsp;fchynen, dat de Paleizen en Huizen,

op

' (*) Nadien hy, die deze Glazen beweegt zelfs in ftaat is om de uitwerking te zien,nbsp;kan hy de Vertooning zeer natuurlyk maa-ken


-ocr page 391-

VRMAASLTKHEDES

op het eerfte Glas gefchilderd, langfaa-Dierhand in brand gaan, een algemee-nen Brand vertoonen zou. Na deze ver-fchynfels zoo fraai als mogelyk is vertoond te hebben, zou men het Gordyn weder moeten laaten vllen, om de Ver-tooningen voor het derde Bedryf klaarnbsp;te maaken.

In dit Bedryf kan het Toneel verbeelden het binnenfte van het Paleis van Priam \ men moet er ontdekken een Au-taar, tot het welke verfcheiden Troi-jaanfche Princesfen gevlugt zyn.

De Glazen, tot dit Bedryf dienende, kunnen op de volgende wyze gefchilderdnbsp;zyn-

Op bet eerjte.

Zou men moeten verbeelden het Paleis van Priam.

Op bet tvoeede^

Het binnenfte van dat Paleis, alwaar een Autaar ftaat.

op


-ocr page 392-

op bet derde,

Priam en verfcheideneTrooijaanen met hunne Vrouwen*

Op bet vyfde.

Dezelfde Veitooning als op het eer-fte, uitgezonderd, dat het Paleis moet fchynen door de Vlam vernield te zyn.

Op bet zesde,

Verfcheidene uitwerkingen van de Vlam en Rook.

Men zou het Gordyn moeten ophaaien , nadat men er in plaats gefield had het eerfte en tweede Glas, die van onderen moeten opkomen; men zou verdernbsp;het derde Glas moeten laaten doorgaan,nbsp;waar op Priam en de Troijaanfche Prin-cesfen gefchilderd zyn; daarna zou mennbsp;dat laaten voortgaan , op welk mennbsp;Pyrrbus en de Soldaaten gefchilderd heeft,

en

-ocr page 393-

Vermaaklykheden. 311

en dan zagtjes ophaalen hec vierde Gias t welk het geheele Paleis in brand zounbsp;doen verfchynen, en, terwyl men hetnbsp;zesde deed opkomen, zou men het eer-fte kort ra dien Brand doen zakken, omnbsp;dus de geheele verwoefting van het Paleis te doen zien. Dan zou men hetnbsp;Gordyn weder moeten doen vallen omnbsp;dit Bedryf te eindigen.

In het vierde Bedryf zou het Toneel verbeelden het buitenfte van de Stadnbsp;Troijen en de Zee in t verfchiet; mennbsp;zou zig kunnen bedienen van het eerdenbsp;en derde gefchilderde Glas van het eerde Bedryf, en er byvoegen een derdenbsp;Glas, waar op zou vertoond wordennbsp;Eneas, \e zynenVAncbijes draagt,nbsp;en de kleine Julia, die hem volgt;mennbsp;zou er by moeten voegen eenige Trooi-jaaners; met dit Glas zou men verbeelden de vlugt der Trooijaanen en de in-fcheeping van Enms, het zou voldaannbsp;kunnen als men dan nog een ander Glasnbsp;had, waarop eenige Schepen gefchilderd

III. Deel. X nbsp;nbsp;nbsp;wa

-ocr page 394-

^22 CEZICHTKONSTIGE

waren. Men zou het Gordyn moeten doen vallen voor het eindigen van ditnbsp;Bedryf, t welk men vervolgen zou metnbsp;de volgende Glazen:

Op bet eerfte.

Zou gefehilderd zyn het Hol van Eohis.

Op bet tvaeede.

De grond' van dat Hol.

Op bet derde.

De Wind-Goden.

Op het vierde.

De Winden.

Op bet yfde.

Juno op baare voagen.

Nadat men het eerfte en tweede Glas geplaatft had, zou men het derde doennbsp;voorkomen , waar op de God der windennbsp;gefehilderd is, en men zou dan het vyf-de, daar Juno op haare Wagen opverheeld wordt, doen nederdaalen; een

oo-

-ocr page 395-

Vermaaklykheden. 323

oogenbJik daarna, zou men moeten opbaa-len dat Glas, op welk de Winden fiaan die door het T oneel heen gaan moeten.nbsp;Dan weder moet men het Gordyn laatennbsp;vallen voor het laatlle Bedryf.

Dit vyfde Bedryf zou vertoonen de volle Zee, en de Vloot van neas, naarnbsp;Itali'n zeilende. Men moet daar toenbsp;fchilderen.

Op bet eerjle.

Alle de verfchynfelen van de Zee, zoo als by de twee- en veertiglle Vermaak-lykheid gezegd is; of men zou-ook denbsp;Baaren kunnen nabootfen door een tweede Glas, van onderen opkomende.

Op bet tweede,

De Trooijaanfche Vloot.

Op het derde,

Neptbunus op zyne Wagen.

Op bet vierde,

Het Paleis van Jupiter.

X 2 nbsp;nbsp;nbsp;OJ

-ocr page 396-

324 Gezichtkonstige

op bet vyfde,

De grond van dat Paleis en de Goden vergaderd, en byzonderlyk l^enus, dienbsp;van fupiter vetkrygt^ datneaxin Jtali-n aanlandt.

Nadat men het eerfte Glas geplaatft had, 'c welk cerft eene ftille Zee vertoont, zou tnen het Gordyn moeten op-haaien, daarna het tweede Glas doennbsp;voorkomen, waar op de Trooijaanfchenbsp;Vloot verbeeld wordt; vervolgens hetnbsp;eerfte doen voortgaan om het verfchrik-kelykfte Onweer te verbeelden; dan hetnbsp;derde Glas ophaaiende, zou men doennbsp;verlchynen Neptbunus, die de Baaren gebiedt ftil te worden; t gene men ver-toonen zou door dat Onweer langfaamer-hand te doen ophouden ; daarna zounbsp;men de Vloot laaten voortzeilen overnbsp;het geheele Toneel heen; een oogen-blik daarna zou men laaten zakken hetnbsp;vierde en vyfde Glas, die de Olympnbsp;vertonnen, en dus zou men ditTooneel-ftuk eindigen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OP-

-ocr page 397-

VeRMA AKLYKHEDEN. 325 OPMERKING.

Zo men bejluit dit befcbreven Tuneeljluk of eenig ander van dien aart, door middelnbsp;van dien Toverlantaarn te vertoonen, isnbsp;hst noodzaakelyk dat de Glazen konjtig ennbsp;uitvoerig gefcbilderd zyn; de Glazen, dienbsp;voor bet voorjle van bet Toneel gefcbikpnbsp;zyn , moeten dor.kerder van kleur en minder deorfcbynend zyn, niet alleen om zoonbsp;veel te fraayer uitwerking voor te brengen,nbsp;maar ook om te beletten, dat de kleur dernbsp;agterjtenop bet Beeld'verward en vermengdnbsp;Jcbyne met de kleur van de voorften; bet genenbsp;niet misjen zou te gebeuren, zo zy evennbsp;doorfcbynend waren.

Daarenboven is t noodzaakelyk, om eene tneer verwonderlyke en aangenaams bedrie-gelykbeid voort te brengen, dat de Glazennbsp;van verfcbillende lengte zyn , opdat mennbsp;die, waar op de Figuuren Jtaaoi, zou kunnen plaatfen voor dat men ze doet ver-fcbynen, om dus voor te komen, dat mennbsp;op bet verlichte Beeld bet eind van bet Glasnbsp;zien Z0Ugt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ooi

-ocr page 398-

P-6

Gezichtkonstige

Ook moet men ditJoort van Stukjes zoo groot vertoonen ah mogelyk is, en den Lantaarn,nbsp;tenaanzien van de grootte en van het Brandpunt zoodanig inaaken, dat de Opening vannbsp;dat Toneel omtrent drie voeten hr eed /cb'ynenbsp;le zyn; voat betreft de manier om die Glazen te doen voerken en bevoeegen, dit hangtnbsp;geheel af van de handigheid van hem, dienbsp;de Vertooning uitvoert, die alle de noodigenbsp;Glazen daar toe voor hem hebben moet.

Voor t overige heeft men bet bier be-fcbrevene Toneeljtuk Jlegts te neemen voor een voorbeeld ; men kan zig eveneens totnbsp;andere Vertooningen bepaalen, die mindernbsp;moeyelyk en niet zoo kojlbaar zyn, en voaarnbsp;mede men uerfchillende vrolyke en koddige

Bedryven kan laaten zien, en men kan.er ook bevteegbaare Figuur en toe neemen, dienbsp;'men naar zyne fmaak uitdenken en maakennbsp;kan.


VYF'

-ocr page 399-

Vermaaklykheden. 327

VYF-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Het Tover Scbildery.

Laat door een Glazen-of Diamant-flyper een Facet-GJas ypen mec fwaalf Facetten of Ruiten, van dezelfdenbsp;gedaante als dat, t welkin de zesde Figuur van de een-en-twintigfte Plantnbsp;afgebeeld is, waar in men zyn -Vlak ennbsp;zyn Profil ziet; laat het hoog zyn de pr xxi.nbsp;twee derde van zynd Middellyn CD, en ^'^8-draag byzondsr zorg, dat zyne Grond.-vlakte wel vlak, en zyne Ruiten wel ge-polyft en haare hoeken zeer fcherp ennbsp;net zyn, en neem er toe een zuiver wknbsp;ftuk Glas, waar in geene blaazen zyn. .

^ nbsp;nbsp;nbsp;' FjS* 7

Neem een vierkanten Plank of Raam van omtrent twaalf tot vyftien voetennbsp;X 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;boog.

-ocr page 400-

328

GezichtkonstigE

hoogte, regtftandig ftaande op een Stuk CDE,- zet op t eind E van dit ftuk ennbsp;op vyftien voeten afftand van het Raamnbsp;A BCD den Voet H, waar op rustennbsp;rnoec de Koker G; in dezen Koker moetnbsp;gezet worden het Veelruicig-Glas, doornbsp;welk men het wanftaltig Schildery be-fchouwen moet, dat op het Raam A BCDnbsp;moet gefchilderd , zyn zoo als hierna zal gezegd worden. Men moetnbsp;zorg draagen , dat die Koker geplaatftnbsp;zy ter hoogte en vlak voor het middelpunt van dat Raam ABGD, en dat hynbsp;aan t eind F een Gat van flegts een linienbsp;middellyns hebbe , opdat de ftand vannbsp;t oog, c welk dat Schildery befchouwr,nbsp;niet veranderen zou; daarenboven is hetnbsp;zeernoodzaakelyk, dat het geruite Glas ^nbsp;wanneer het eens op een behoorlykennbsp;afftand in dien Koker gezet is, met dennbsp;zei ven op zynen Voet onbeweeglyk vaftnbsp;fta, opdat ook de ftand van het Glasnbsp;op geenerley wyze zou kunnen veranderen : voor t over/ge is 't onverfchiUig

of

-ocr page 401-

VeRMA AKLYKH EDEN. 3:9

ef het Glas met zyn punt naar t Schil-dery of naar -t oog gekeerd zy.

Als dat geruite Glas wel vaft gezet is, zet men in het Raam ABCD een wit zeernbsp;gelyk Papier, zoodanig dat het er neenbsp;in pasfe; men trekt vervolgens op eennbsp;Papier alle de driehoekige vlaktcns vannbsp;het Vlak van het Facet-Glas, en mennbsp;teekent er op het Onderwerp, twelknbsp;men begeert, dat op het papiere Schermnbsp;verfchynen zal, als men door t Gat, datnbsp;in de Koker is, kykt.

Alle deze oplectenheden in acht genomen hebbende, kykt men door dat Gat, men zet een zeer dunnen Regel op hetnbsp;Scherm, en men bedient er zig van omnbsp;te trekken de gedaante van alle de Driehoeken en ongelykzydige Vierkanten,nbsp;welken het oog uit het punt F ziet, evennbsp;als boven voor den Spiegel met ruitennbsp;(zie de een en - dertigfte Vermaaklyk-heid ) aangeweezen is; men teekent dannbsp;zo net en naauwkeurig als mogelyk is innbsp;iedere Ruit, die dus op het Papiere

Scherm

-ocr page 402-

S39

Gezightkonstige

Scherm getrokken is, dat alles, wat op de Teekening in iedere overeenkomendenbsp;Ruit ftaat, in acht neemende, dat zy opnbsp;het Vlak niet alleen omgekeerd , maarnbsp;ode aan de regt tegenovergeftelde zydenbsp;zyn. Men kleurt vervolgens het Onderwerp zoo als vereifcht wordt, en mennbsp;vult alle de leedige plaatfen op het pa-piere Scherm met eenig ander geteekendnbsp;Onderwerp, waar door men het Onderwerp , t welk men door het Facet-Ghsnbsp;heen zien moet, vermommen kan.

OPMERKING.

Men kan er, in plaatje van een veelrui-tig platacbtig Glas, ook toe neemen een NaaUmrmig of Piramidaal Glas met zesnbsp;gf agt Vlaktens, 't gene de uitvoeringnbsp;gemakkelyker maaken zal. Men kan ooknbsp;een zeer vermaaklyk Tover - Schildery maaken en met weinig moeite, als men er toenbsp;gebruikt een Glas , dat de gedaante heeftnbsp;van een gedeelte van een Prisma, t welknbsp;evenwydig aan zynen As doorfneden is, en

in

-ocr page 403-

Ill'3^1. jPl.XTI.

- ....... 1

- ]

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I

__- nbsp;nbsp;nbsp;........-L nbsp;nbsp;nbsp;-^1nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'quot;quot;v:; '______JT nbsp;nbsp;nbsp; 'quot;quot;.......-^



-ocr page 404- -ocr page 405-

in t geheel fwee-en- dertig gelyke zyden bad, waar mn dit gedaante agt Facettennbsp;maakte-, bet Grondvlak dan van dPrismanbsp;van vier duimen zynde, kan men het ooknbsp;even zoo boog neemen, en als dan zou iedernbsp;van die Facetten omtrent vier linienhreed-te hebben-, t welk aan dit Glas, dus ge~nbsp;Jlepen , eene genoegfaame grootte geevennbsp;zal om er op te vertoonen een uitgeftrekrnbsp;ter en uitvoeriger Onderwerp, dan die welken men vertoont wanneer men een veel-ruitig Glas gebruikt; men zal ook gemak-kelyker Werklieden vinden, die dat Pris*nbsp;matique Glas geregeld kunnen Jlypen-,nbsp;daar men er moeijelyk vindt, die een veel-ruitig Glas jlypen kunnen; bebalven datnbsp;dit foort van Glazen , als zy goed zyn,nbsp;zeer duur komen te Jtaan. Belangende dennbsp;ajjland van dat Prismatique Glas, dezenbsp;moet omtrent van nen voet zy?}, en dienbsp;van bet oog tot dat Glas van omtrent viernbsp;of vyf voeten.

-ocr page 406-

332 Gezichtkonstige

VAN DE

VOORTBRENGINQ der KLEURENV

Men verftaac hier door de voortbrenging der Kleuren de verfchil-lende manieren om dezelven te mengen om er allerley mogelyke Verwen doornbsp;voort te brengen. Volgens het vernuftignbsp;Stelfel van Newton bellaat iedere Licbt-ftraal uitzeven andere gekleurde ftraalen,nbsp;die eene byzondere gefteldheid hebbennbsp;om in onze oogen verfchillende gewaarwordingen van kleur voort te brengen.

De ontbinding der Lichtftraalen, die men door het Prisma voortbrengt, isnbsp;daarom te weetenswaardiger, omdat zynbsp;dient om ons de voornaamfte eigenfchap-pen van het Licht te ontvouwen, doende ons kennen, dat deszelfs Straalennbsp;meer of min gebroken worden, wanneernbsp;zy door middelftofFen van eene verfchil-

lende

-ocr page 407-

Verma aklkhed'en^ 333

lende digtheid heen gaanj naar datzy verfchillend gekleurd zyn

Wanneer eene Lichtftraal, door middel van een Prisma gebroken of gefcheiden,nbsp;op een wie Papier valt, veroorzaakt zynbsp;een verlicht Beeld ^ waar in men zevennbsp;verfchillende Kleuren bemerkt; te wee-ten, 2?ood, Oranje, Geel, Groen, Blaauw,nbsp;Paarscb enF'iolet, ieder van welken meenbsp;haare naaftaangelegene kleur een weinignbsp;?ertnengd fchynt; waar uit men eenigzinsnbsp;fchynt te kunnen opmaaken , dat eennbsp;Lichtftraal in wezen niet meer dan uitnbsp;drie gekleurde breekbaare ftraalen be-ftaat, gelyk Newton in t eerft vermoedde, dat ieder derzelver eene verfchillendenbsp;breekbaarheid heeft, en dus door hunnenbsp;vermenging den fchyn voortbrengt vannbsp;zeven kleuren, die men in het verlichtenbsp;gekleurde Beeld van het Prisma ziet;

en

(*) Die Straalen zyn niet wezenlyk gekleurd, maar veroorzaaken alleen een fchyn f gewaarwording van Kleur.

-ocr page 408-

GZCHTSrONSTTCE

en in de daad het is eene beveftigd waarheid, dat het Rood, het Geel, ennbsp;het Blaauw door hunne vermenging dienbsp;zeven Kleuren, welken men in dat Beeldnbsp;ziet,; vrtbrengen kunnen , en dat zynbsp;zelven niet kunnen voortgebragt wordennbsp;door eeiige andere Kleuren , op watnbsp;wyze men dozelven ook vermenge; metnbsp;het Rood en Blaauw maakt men hetnbsp;Oranje ; met het Geel en het Blaauwnbsp;het Groen; met het Blaauw en het Roodnbsp;het Violet C*); ook moet men aanmerken,

(t) Dat deze vermengingen Kleuren vrtbrengen, welken niet zoo fchoon zyn als die van het Prisma, ontllaat buiten twylFel daarnbsp;uit, dat wy om te fcliildeien.die wezenlyknbsp;eerfte Kleuren niet bezitten i het Rood van hetnbsp;Karnjyn is een weinig Karniozyn Rood; betnbsp;Vermiljoen een weinig Oranje; de geele Verwen , die men in de Schildeikunft gebruikt,nbsp;Zynnietregt Geel, en het Berlynfch Blaauw isnbsp;en weinig Violet, enz. Het is waarfchyniyk,nbsp;indien men die drie eerfte oorfprongelyke Kleu'

ren


-ocr page 409-

VlftMAAKLYKHEDEN. 53S

ken dat die nieuwe Kleuren, die men Kleuren van de tweede foort zou kunnennbsp;noemen, op het Beeld , dat door hetnbsp;Prisma gemjaakt wordt, geplaatfl zynnbsp;tusfchen de drie gemelde eerfte en oor*nbsp;fprongelyke Kleuren , die haar alleennbsp;vrtbrengen kunnen.

Men kan door geene van dit tweede foort van Kleuren eene van de oorfpron-gelyke Kleuren voortbrengen , op watnbsp;wyze men haar tragt te vermengen;nbsp;integendeel het Groen en het Blaauw,nbsp;het Oranje en het Groen, enz. brengen niet dan onzuivere , onvolkomennbsp;en voor het gezigt onaangenaame Kleurennbsp;voort.

Aan den anderen kant, volgens de ftelling van Newton fchynt een Jighaamnbsp;aan onze oogen groen, omdat het in zy-

ne

ren had, en men dezel ven, zonder datzy efinige verandering ondergongen, onder een mengennbsp;koft, dat men door haar te mengen alle denbsp;Kleuren, die hetPwwa geeft, verkrygenzoo.

-ocr page 410-

33 Gezichtkonstig JC

ne poren alle de verfchillend gekleurde' Scraalen opflorpt, uitgezonderd alleennbsp;de groene Straal, die er door te rug ge-kaatft wordt; nieLtemin zou, volgens hetnbsp;zelfde Stelfel, een lighaam , dat denbsp;groenen en andere Straalen opflorpte,nbsp;en alleen de geele en blaauwe te rugnbsp;kaatfte, insgelyks groen fchynen; t gene eenigzins tegenftrydig fchynt te zyn;nbsp;voor eerft , omdat het zelfde lighaamnbsp;dan zou opilorpen en wederkaatfen Straalen , welken , vermits zy dezelfde gewaarwording in onze oogen verwekken;nbsp;eenfoortig en eendaancig zyn moeten;nbsp;ten andere, omdat die zelfde uitwerking,nbsp;die insgelyks plaats heeft in het Oranje,nbsp;Blaauw en Violet, geene plaats hebbennbsp;kan met de drie eerfte oorfprongelykenbsp;Kleuren j het Blaauw, het Geel en Rood,nbsp;van welken de Straalen, opgeflorpt zyn-de, aan onze oogen niet verfchynennbsp;kunnen door de vermengde wederkaat-fing van cenigen der tweede foort vannbsp;Kleuren.

Het

-ocr page 411-

Vermaaklykhede. 337

Het is op het beginfel van flegts drie oorfprongelyke HoofdkIeuren(hetBlaauwnbsp;Geel, en Rood, en op haare verfchil-lende trappen van vermenginge en vannbsp;heldere of duiftere Schakeeringen , dienbsp;door de Schaduw en het Licht voortge-bragt worden, dat men gebouwd heeftnbsp;de Vermaaklykheden met de Kleuren,nbsp;die het vervolg van dit Deel uitmaaken.nbsp;Men heeft geen oogmerk gehad om tegennbsp;te fpreeken of te beftryden de konltige ennbsp;vernuftige proefneemingen, die men ternbsp;betooginge van het beftaan van zevennbsp;gekleurde Straalen in t werk gefieldnbsp;heeft, maar men heeft gemeend , datnbsp;die drie Kleuren ( veronderfteld zo mennbsp;-wil dat zy de eerfte en oorfprongelykenbsp;j;^leuren zyn) genoegfaam waren voornbsp;Voorwerpen van t vermaakelyke, datnbsp;men zig hier voorgefleld heeft; ook zalnbsp;men dezelven misfchien eenigzins vaanbsp;BUt oordeelen door het gebruik, dat mepnbsp;er in de Schilderkunft van maaken kan.

ZES-

III, Deel.

-ocr page 412-

IP


G ezchtkonstigk

lt;0gt; mymmymm

ZES-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Door de vermenging der drie Kleuren ^ Blaauw, Geel, eyjRood voort te brengen alle de Kleuren^ die men in 't beeldnbsp;van bet Prisma beeft, en alle de Kleuren , die er tusjcben kunnen plaats hebben.

SAMENSTEL.

M aak drie vierkante Raamen van

P]gt;.x:xn,

Fig. 1, 2.

n 3i

___Bordpapier j, van omtrent

vyf of zes duimen Vierkant binnenwerks;

deel

( * ) Men kan zig van vierkante Stukken (Sas bedienen , en hier door het maaken vannbsp;Bordpapieren {ontgaan; het papier zal 'er metnbsp;een gewoone Styffel, die zuivw CO 2ecr

dun is, zeer wel ophouden*

-ocr page 413-

VeRMAAKXYKHEDEN. '331^

deel idere van derzelver twee zyden in vyf gelyke deelen.

Neem drie Vellen zeer fyn Poftpapier, en verw het eerfte ligt Blaauw (* hetnbsp;tweede Geel en het derde Rood; als dienbsp;Vellen droog zyn, zoo plak eerft op iedernbsp;Raam een Stuk Papier geverwdnbsp;met iedere dier Kleuren; leg op die eerfte Vellen een ander van dezelfde Kleurnbsp;die flegts beaat de ruimte in de viernbsp;Riemen a, 3, 4 en 5, zoodanig dat er

niet

( * ) Om die Papieren te verwen , moet men voor het Blaauw neemen een Waternbsp;van het fchoonfte Berlynsch Blaauw, dognbsp;maar ligt gekleurd ; voor het Geel eennbsp;Water van de Gom Gutta vermengd met eennbsp;weinig Saffraan; en voor het Rood, een Water met Karmyn gemaakt; en leggen die Verwen zeer dun en gelyk op de beide zydennbsp;van die papiere Vellen,

(t ) Het zou nog beter zyn, dat men die Vellen afzonderlyk opplakte en op Raamea

l'-'g.

y 2

-ocr page 414-

340 Gezichtkonstige

niet meer dan eene dikte papier is op de plaats van den Riem E; plak er een derde op, dat alleen beflaat de ruimte bevat in de drie Riemen 3; 4 en 5; eennbsp;vierde, dat maar bedekt die van 4 ennbsp;5; een vyfde en laatfte , dat alleenlyknbsp;over den vyfden Riem legt; t welk opnbsp;ieder Raam maaken zal vyf doorlchy-nende Riemen of Banden, gefchakeerdnbsp;of geftreept met de drie Hoofdkleuren,nbsp;Blaauw , Geel en Rood, zoo als die Fi-guuren aanvvyzen.

Neem daarenboven eene Bordpapiere Doos van vyf of zes voeten lengte, vannbsp;binnen zwart gemaakt, en van de eenenbsp;zyde geheel open, en van de andere zoonbsp;verre open dat men er de Kleuren, dienbsp;op die Raamen gefchilderd zyn, met gemak in zien kan; neem in acht, dat zynbsp;in t midden moet open gaan om er de-zelven gemakkelyker in te leggenl

UIT-

V

-ocr page 415-

VERMA AKLYKHEDEN. 34.1 UITWERKING.

AJs gy een van die drie Raamen in deze Doos legt, en de Doos met den kant, daar zy geheel open is naar de Zonnbsp;keert, zult gy op ieder derzelver vyfnbsp;onderfcheidene en zeer duidelyke Scha-keeringen of Screepen Ryn van Blaauw,nbsp;van Geel of van Rood zien.

Zo gy op het Raam, waar op de Scha-keering van het Blaauw is, dat legt, op welk dib van het Geel is, en hetnbsp;naar denzelven kant gekeerd legt, zultnbsp;gy ^vyf Ryn van Groen zien, die doornbsp;het Geel en het Blaauw gemaakt worden.

Zo gy insgelyks op dit Raam dat legt, waar op de vyf Schakeeringen van hetnbsp;Blaauw zyn , zult gy vyf Screepen vannbsp;een zeer fchoon Violet zien.

En zo gy eindelyk op het Raam, waar op de Schakeeringen van het Geel zyn^nbsp;legt het Raam , t welk rood geverwdnbsp;is, zult gy alle de Schakeeringen vannbsp;het Oranje zien.

y 3 nbsp;nbsp;nbsp;Als


-ocr page 416-

342 Gezichtkonstige

Als gy integendeel op het blaauwe Raam het geele legt, en het in diervoegennbsp;omkeert, dat de zyde AB van het eene legtnbsp;tegen de zyde BD van het andere, zultnbsp;gy alle de verfchillende groene Kleurennbsp;zien , die de Natuur in ftaat is voort tenbsp;brengen , zoo als het Zeegroen, hetnbsp;Grasgroen, het Olyfgroen, enz. (*).

Zo

(*) In den eerften ftand, ziet men een en het zelfde Groen gefchakeerd of geftreept,nbsp;omdat er een gelyke hoeveelheid vanBiaauwnbsp;en Geel is op de plaatfen, daar de gekleurdenbsp;Papieren malkanderen raaken terwylde hoeveelheid der Kleuren van een Raam , be-trekkelyk tot die van een ander, dat 'er onder legt, ongelyk wordt, als men de Vierkanten in dien anderen ftand legt,- en c isnbsp;dit t welk die verwonderlyke verfcheiden-heid van Kleuren voortbrengt, gelyk ligt tenbsp;zien is uit de befchouwing van de vierde,

vyfde en zesde Figuur, alwaar men de Raa-men veronderftelt in dien laaten ftand geil te zyn.

-ocr page 417-

343

Vermaaklykheden.

Zo men ( altoos in den zelfden Hand} het roode Raam op het blaauwe legt,nbsp;zal men alle de verfchillende Kleurennbsp;zien, die er van afftammen, als hecln-katmat, het Purper, herPaarsch, hetnbsp;Hemelsch Blaauw, enz.

Als men eindelyk op het Geel geverw-de Raam het roode legt, zal men alle de tusfchengeplaatfte Kleuren zien,nbsp;zoo als het Auroorverwig, het Oranje,nbsp;de Goudsbloemkleur, enz.

AANMERKING.

Uit deze Proef blykt, dat men met de oorfprongelyke Hoofdkleuren hetnbsp;Blaauw f het Geel en het jRoody alleennbsp;alle andere Kleuren maaken kan, en datnbsp;men, om 'er de Schaduwen van te hebben, flegts een gedeelte der Lichtftraa-len, die er door heen gaan, onderfchep-pen moet, gelyk men hierna zien zal.

De uitwerking, welke, door de door-fchynenheid van die verfcheidenlyk gekleurde Papieren, voortgebragt wordt, Y 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchynt

-ocr page 418-

244 GezichtkonstigE

fchynt niet over een te komen met het tegenwoordige ftelfel van de voortbrenging der Kleuren, nadien het Papier, waarnbsp;op, by voorbeeld, de blaauwe Kleur gelegd is, de blaauwe Straalen weder-kaaft, als men kykt door de grootcnbsp;Opening, die in de Doos gemaakt is,nbsp;terwyl de andere gefloten is; behalvennbsp;dat die zelfde blaauwe Straalen, wanneer men door de kleine Opening ziet,nbsp;terwyl de andere open is, doorbet Papier heen ^iet; het welk , als men datnbsp;itelfel volgt , eene tegenflrydigheidnbsp;fchynt, gemerkt dat Papier dezelfdenbsp;Straalen wederkaatft en doorlaat. Mennbsp;kan niet voorwenden, dat het een ge-deelte er van wederkaatfl:, en een andernbsp;gedeelte doorlaat, vermits, volgens de-ze laatfte veronderftelling, het Papier,nbsp;wanneer het niet dan een gedeelte dernbsp;blaauwe Straalen doorlaat, alle de andere gevolglyk opflorpen zou; daar mennbsp;integendeel, als men voor het blaauwenbsp;Raam het Geelp zet, niet dan groene

Straa-

-ocr page 419-

'IIXX. 'JtT-'



-ocr page 420- -ocr page 421-

Straa'en ziet, die het blaauwe Raam zou hebben moeten opflorpen; en fchoonnbsp;er zelfs geen eene Kleur moeft te voor-fchyn komen, vermits de blaauwe Straa-len alleen', die door het blaauwe Raamnbsp;hebben moeten heen gaan, opgeflorptnbsp;moeten worden in dat tweede Raam,nbsp;dat niet dan de geele Straalen laat doorgaan. Men kan deze zelfde aanmerking maaken omtrent alle de andere Kleuren , die door [de verfchillende leggingnbsp;dier Raamen voorkomen.

-ocr page 422-

pi


20'' Gezichtkonstig

ZEVEN - EN - VEERTIGSTE

IV E R M A A K L Y K H EID.

Door de enkele vermenging der drie Hoofdkleuren , en dr middel van Schaduw en Licht ^ voort te brengen de natuur,nbsp;lyke Schakeeringen van alle de Kleuren,nbsp;die in bet beeld van bet Prisma zyn.

Plakpapieren op vierRaamen of vierkante glaze Ruiten ; verw er de zeven Kleuren, die het het beeld vannbsp;een Prisma in eene donkere kamer ziennbsp;laat, lugtjes op; waar toe gy u moetnbsp;bedienen van dezelfde manier , die innbsp;de voorgaande Verraaaklykheid voor denbsp;Raampjes van de eerfte, tweede en derde Figuur van de twee en - twintigftenbsp;Plaat is aangewezen , uitgezonderd datnbsp;men de Tusfchenkleuren, zoo als het

Groent

-ocr page 423-

Vermaaklykheden.

Groenf het Oranje, het F'iolet en het Paarfcb, moet maaken met de veronder-ftelde Hoofdkleuren, het Blaauw, hetnbsp;Geel en het Rood. Zie tpc een voorbeeldnbsp;de eerfte Figuur van de drie-en-twin-tigfte Plaat.

!5i

Neem Bijler (*) wel ontbonden en vloeybaar gemaakt, en verw er lugtjesnbsp;mede de beiden zyden van een Vel zeernbsp;fyn Poftpapier, waar medegy bedekkennbsp;moet een Glas of Raampje van dezelfdenbsp;grootte als de boven befchrevene, ernbsp;opplakkende vier Banden of Reepcn vannbsp;verfchillende dikte, te weeten een, dienbsp;de ruimte 2, 3, 4 en 5 vervult ( zie de Fig. ^nbsp;tweede Figuur) een ander, die beflaatnbsp;de ruimte 3,. 4 en 5; een derde , dienbsp;de ruimte 4 en 5 dekt; en een vyfde,nbsp;die alleen op de vyfde ruimte legt; dognbsp;laat de ruimte ABEF doorlugtig of uit-gefneeden zyn.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;UIT

Bifier beftaat uit Roet met water gekookt; men moet die in fteen is niet nee-men.

-ocr page 424-

348 Gezichtkonstige

uitwerking.

Als men op het Raam ABCD (eerfte Figuur ), waar op vyf verfchillendenbsp;trappen van eene en dezelfde^ Kleurnbsp;zyn , legt het Raam of Glas ABCDnbsp;(tweede Figuur) dat bedekt is met hetnbsp;Papier, dat met de kleur van de Bijlernbsp;geverwd is, waar van de S chaduwennbsp;ook trapswyze opklimmen, en wel in-diervoegn, dat de zijde AB van de eerfte Figuu korae op de zyde DC van denbsp;tweede Figuur; zullen de vyf graadennbsp;van de Kleur van lederen Band i, 2, 3,nbsp;4 en 5 van deze eerfte Figuur befcha-duwd fchynen , en deze Schaduw zal

zoodanig zyn als zy raoeft zyn op een geverwd Laken,dat mengt;eronderfteldenbsp;zoodanige Kleuren te hebben als op lederen Band is aangewezen.

AAN-

-ocr page 425-

Vermaaklykhedn. 24s AANMERKING.

Deze nieuwe uitwerking doet zien, dat men met behulp van de drie Hoofdkleuren , en door middel van Licht ennbsp;Schaduw alle de Kleuren , die er in denbsp;natuur zyn,' voortbrengen kan (_1). tnbsp;Is dit beginfel , t welk aan fommigenbsp;Konftwerkers aanleiding gegeeven heeftnbsp;tot het zoeken van een middel omnbsp;Plaaten te drukken , die van onder denbsp;Pers komende , zouden gelykennbsp;naar met Oly geverwde Schilderyen;nbsp;het welk men doet met vier koperen

Plaa-

1

Daar zyn nog andere Kleuren, die men met de drie Hoofdkleuren, als zy vermengd worden, vrtbrengen kan; zy zynnbsp;zelfs in groot getal; maar de meeften zynnbsp;valfche Kleuren, die men egter in de Schil-derkunft gebruikt om de natuurlyke Kleuren,nbsp;daar zy naar gelyken, naar te bootfen. Dienbsp;Kleuren kunnen in het beeld vaij het Prismanbsp;geen plaats hebben.

-ocr page 426-

Gezichtkorstig

Plaaten van dezelfde grootte, op welken men het Onderwerp, dat men afdrukken wil, afzonderlyk fnydt: op een der koperen Plaaten zyn alle denbsp;Schaduwen van het Schildery, en dezenbsp;drukt men af met zwart of Schaduw-Kleur, en iedere der drie anderen druktnbsp;men af met eene byzondere Kleur, denbsp;eene met blaauw, de andere met geel,nbsp;en de derde met rood ; tot dat eindenbsp;fnydt of graveert men zeer fyn op iederenbsp;kopere Plaat alle de deelen, die tot denbsp;Kleuren van het Schildery betrekkelyknbsp;zynnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maakende het fnydfel er

meer 1

1

Zo er een rood Kleed in komt, fnydt mn dit op de Plaat, die rood drukken moet;nbsp;zo het Violetkleurig is, moet men het fnydennbsp;op die Plaaten, die Rood en Blaauw drukken; en even zoo met alle de andere Voorwerpen, die men nabootfen wil, laatetrdenbsp;'op idere Plaat zoodanige Kleuren doen, alsnbsp;men op het Pakt of Verwbord maaken zouj

in

-ocr page 427-

Vermaaklykheden. 351

meer of mm fterk op ten aanzien van de trappen der Kleur , die men er aan bernbsp;hoort te geevcn ; en men legt die viernbsp;Plaaten de eene na de ander onder de

Pers;

ilD acht neemende dat men maaken kan, dat eene Plaat min of meer Kleur afgeeft, door het Graveerfel min of meer diep te maaken. Dienbsp;foort van Graveerfels heeft inea tot hier toenbsp;op de manier van zwarte Konft gedaan, dognbsp;zy worden eenigzins vuil, als zy niet zeernbsp;teer en konftig behandeld zyn; het Graveerfel op de manier van Kryt of Crayon sou mis-fcliien beter uitvallen. 1

1

Devoornaamfte moeyelykheid inamp; Snyden of Graveeren beftaatdaar in, darmennbsp;p iedere Plaat het Graveerfel wel weet tenbsp;fpaaren, en min of meer fterk te maaken omnbsp;de Kleuren, die men nabootfen wil, voortnbsp;te brengen; zo men een vrolyk Groen winbsp;maaken, moet men zoo veel Graveerfel laa-ten op de Blaauwe als op de Geele Plaat;nbsp;zo men een Olyf-groen begeert, moer mennbsp;op de Blaauwe een veel ligter Graveerfel maa-ken, dan op de Geele.

-ocr page 428-

552 Gezichtkonstigb

Pers; en het mengfel der Kleuren, die er op gedaan zyn, brengt een Plaat ofnbsp;Prent voort, die vry wel naar het Schil-dery gelykt; men moet hier egter zeggen, dat het er nog ver van daan is,nbsp;dat hetgeene men hier van voor den dagnbsp;gebragt heeft, een zekeren trap vannbsp;volmaaktheid hebbe. Indien die Konft-werkers, die zig het beft verftaan op dienbsp;manier van graveeren, waar door men hetnbsp;Crayonneeren of Krytfchetfen nabooft,nbsp;'er zig op toeleiden, zou men vertrouwen mogen, dat zy die nieuwe maniernbsp;van Plaaten, die naar Schilderyn gely-ken, of wel gekleurde Prenten te druk*nbsp;ken, veel verbeteren zouden.

AGT-

-ocr page 429-

VeRMAAKLYKHEDEN. 353 AGT-EN-VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Een Regenboog in een Kamer te doen verjcbynen.

Neem een Prisma zoodanig als men gebruikt om natuurkonftige Proeven op de Kleuren te doen , en eennbsp;groot Bordpapier beplakt met zwart papier, waar in gy een Boog moet uitfny-den, die een weinig korter is dan denbsp;helft van zynen Cirkel, en drie vierdenbsp;duims breed zyn moet; plaats het voornbsp;een Vengfter zoodanig , dat er niets zynbsp;tusfchen het licht van buiten en datnbsp;Bordpapier; befchouw het door hetnbsp;Prisma, en gy zult door die Openingnbsp;een allerfraayfte Regenboog zien, waarnbsp;van de Kleuren zeer fchoon en leeven-III. Deel. Znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dig

-ocr page 430-

354 Gezichtkonstige

dig zyn. Zo gy , in plaatfe van een Boog in dat Bordpapier uit te fnyden,nbsp;liet zoo uitfnydt, dat het een Mofascbnbsp;Werk, of iets anders verbeeldt, zultgynbsp;het zelve met de allerfchoonfte kleurennbsp;verderd zien.

NEGEN-

-ocr page 431-

ViRMA AKLYKHEDEN

lt;#gt; nbsp;nbsp;nbsp;mgt;

NEGEN - EN - VEERTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Manier om agter op Glas te Jcbilderen,

De Plaaten of Prenten, die het beft gefchikt zyn om agter op Glasnbsp;te fchilderen , zyn die , welken mennbsp;zwarte Konftprenten noemt. Men druktnbsp;dezen in ons Land vry goed; die uit Engeland komen zyn oneindig beter, dannbsp;die men in Duitschland drukt; dog mennbsp;moet er maar duitfche toe neemen; omdat de engelfcbe, als zy wel gegraveerdnbsp;zyn, te mooi zyn om gekleurd te worden; want de manier, die men hier flegtsnbsp;voor rydverdryf opgeeft, zou ze eer erger maaken, dan dat zy de waarde ernbsp;van zou vergrooten.

BE-

-ocr page 432-

35$ Gezichtkioitstig

BEREIDING.

Neem een zwarte Konftprent, waar van het papier niet te vaft geplakt is,nbsp;dat meil gemakkelyk weeten kan, alsnbsp;men dezelve vogtig maakende, het waternbsp;er fchielyk doordringt; inyd de wittenbsp;papiere kanten er rondom af, en maaknbsp;ze nat in een Scliotel met laauw water;nbsp;neem een wit Glas van dezelfde groottenbsp;als de Prent; maak het langfaam overnbsp;vuur warm ; neem een weinig Veneti-aanfehen Terpentyn , die zuiver en helder is, llryk denzelven met een zagtnbsp;Penfeel van eene genoegfaame groottenbsp;op het Glas, terwy 1 men het zelve overnbsp;c vuur houdt; draag zorg dat de Terpentyn over de gantfche oppervlakte vannbsp;het Glas gefmeerd zy.

Neem vervolgens uwe Prent uit het water, maak ze droog met ze tusfehennbsp;twee linne lappen te drukken, en legnbsp;ze op die zy van het Glas, die gy metnbsp;Terpentyn beftreken hebt, zoodanig dat

er

-ocr page 433-

Vermaaklykheden. 357

er geene luchtbellen tusfchen blyven ^ ten welk einde men eerfl: het eene eindnbsp;van den Prent op het eind van het Glasnbsp;legt, wanneer men ze vervolgens, dezelve uitgeftrekt houdende, op het Glasnbsp;laat zakken; waarna men, als zy er opnbsp;legtjzagtjesmet de hander overilrykt,nbsp;of er eerft nog een fchoon papier opnbsp;legt, waar mede men de Prent glad ftrykt;nbsp;dog zoo er, in weerwil van die voorzorgen, nog lugtblaazen onder zyn, 't genenbsp;men,het Glas omkeereDde,fchielyk ziet,nbsp;dan moet men die plaatfen met een kleinnbsp;naaldje doorprikken, en cr dan met denbsp;hand of vinger op drukken om er al denbsp;lugt uit te doen gaan.

Als de Prent dus op het Glas geplakt is, zoo fteek uw vinger in water, ennbsp;wryf er zagtjes mede op het papier ofnbsp;den rug van dezelve, en rol of wryl ernbsp;dus met beetjes het papier af, tot dat ernbsp;niet overfchiet dan de plaat en het wei-nige papier, dat van den Terpentyn doortrokken is; dog gy moet byzonder zorgnbsp;Z 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;draa-

-ocr page 434-

358 Gezichte o NSTIGE

draagen , dat gy er niet te veel van af-neemt; waar door de Prent geheel be-durven en tot dat oogmerk onbekwaam zyn zou. Om te maaken dat het Papiernbsp;gemakkelyk afrollen zou , raaden fom-migen, dat men in het water, waar innbsp;men de Prent te weeken legt, een weinig Aluin doen zou.

Deze eerfte bereidingen gedaan zyn-de, fchiet er om zoo te zeggen niets van over op het Glas dan het Graveerfelnbsp;van de Prent, die er op geplakt is, ennbsp;men heeft dan alleen dezelve op de vol-gende manier te fchilderen.

Bereid verfcheidene Olyverwen zoo als men in de Schilderkonft gebruikt, ennbsp;maak er op een Pakt alle de Kleurennbsp;van, die gy, om die Prent te verwennbsp;noodighebben zult; verw ieder deel vannbsp;de Prent met die kleur, die er op ver-eifcht wordt en om alle plaatfen,

die

(*) De roosverwige Kleeden venvt men met een weinig Karmyn en Vermiljoen ga-

mengd

-ocr page 435-

Vermaaklykheden. 35^

die men kleuren moet, gemakkelyk te onderfebeiden, zoo plaats dat Glas opnbsp;een Ezel, en beziet van tyd tot tyd denbsp;uitwerking, die de verfchillende Kleurennbsp;mengd met Wit, de roodenmet een weinig zuiver Karmyn en Vermiljoen, de geele met Geelnbsp;Oprement, het helder blaauw met het Ber-lynsch Blaauw en Lootwit, het leevendignbsp;blaauw met minder Wit, enz.

Alle de verfchillende groene Kleuren voor Landfehapjesmaakt men met het Troyaanfehnbsp;Geel en het Berlynfch Blaauw, en de Ter-rasfen of verhevene Aardwerken met verfchillende Aarden; wat de Vleeschkleuren betreft , men gebruikt er toe Vermiljoen ennbsp;Witj en voor eenige deelen een weinignbsp;Blaauw, en men legt er de kleuren met hetnbsp;Penfeel zeer ligt op: in t algemeen moetnbsp;men vermyden van er donkere Kleuren opnbsp;te leggen, vermits de fchaduwen van hetnbsp;Graveerfel die voortbrengen; zy moeten zynnbsp;van de natuurlyke kleur der Voorwerpen,nbsp;die zy verbeelden moeten.

Z 4

-ocr page 436-

300 Gszichtkonstice

ren maaken, welken gy agtervolglyk op den rug van de Prent legt.

Wanneer dan die Prent gefchilderd is, of ophoudt er aan te werken,nbsp;zoo draag zorg dat gy dezelve vlak legt,nbsp;op dat de verw niet langs de Prent afloo-pen kan; t welk dezelve bederven zou;nbsp;laat zy wel droogen en zet ze vervolgensnbsp;in een Lyft, bedek ze van agteren metnbsp;een Bordpapier , om welk gy papierenbsp;Keepen moet plakken om te beletten,nbsp;dat het ftof er doordringe.

VYF-

-ocr page 437-

If


Si''!

VlRMAAKLYKHEDEN. 361

vyftigste

VERMAAKLYKHEID.

lt;m mgt; mm0 lt; gt;

Manier om bet konjtige Marmer na te bootfen.

Neem raauwe Gips of Pleifter, de befte die gy krygen kunt, of welnbsp;Talkf zoo als men diengemeenlyk vindtnbsp;in de Steengroeven van den Kalkfteen;nbsp;ftamp ze zeer fyn in een metaalen Vy-fel, en zif ze door een haire zeef.

Laat een Oven zeer heet maaken , neem een Schop, en leg over deszelfsnbsp;geheele oppervlakte een laag van dienbsp;gezifte Pleifter ter dikte van omtrentnbsp;anderhalven duim (); fluit den Oven

fchie-

C') Zo men van die Pleifter niet veel Z 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noO

-ocr page 438-

$52 GBZICHTKONSTIGE

fchielyk toe, en fmeer deszelfs Opening digt toe met potaarde , opdat de Zwavel, welke indePleifteris, niet zounbsp;vervliegen; neem er dezelve na vier-en-twintig uuren uft, opdat zy niet verkoe-

leC1).

Meng en verdun uwe Verwen met water, nadat zy wel gewreven zyn , ennbsp;doe ze ieder afzonderlyk in een pot;nbsp;gebruik er gewoone Verwen toe, zoonbsp;als bruin Rood, Vermiljoen , Berlynfchnbsp;JBIaauw , Troyaanfch Geel, Omber,nbsp;Rookzwart, en anderen , volgens denbsp;kleur van het Marmer, dat gy wilt na-bootfen.

Zif uwe Pleifter door een fyne zeef,

en

noodig heeft, kan men ze leggen op yzere Plaatjes met opltaande kanten.

1

Men moet er hoe er hoe beter gebruik van maaken, omdat zy, als men ze lang bewaart, van haare goede hoedanigheidnbsp;verliest.

-ocr page 439-

Vermaaklkheden. 3(5j

cn houd het groflle afzonderlyk; en be-. waar het fynfte voor uw Marmer; neem beft Engelsch Lytn ,en laat er van fmel-ten en kooken een half pond in zes pintennbsp;water,quot;om er een zeer dun Lymwaternbsp;van te maaken, waar in gy uw fynftenbsp;Pleifter mengen moet, zoodanig dat zynbsp;maar weinig lyvig of dik is C *}

Neem een gedeelte van deze Pleifter, en leg ze op een gladden Steen , mengnbsp;er eene van de Verwen onder, die gynbsp;bereid hebt, roerende dezelve met eennbsp;houten Spatel, en maak er eene hoopnbsp;van die gy afzonderlyk weg legt; doenbsp;op dezelfde wyze met de andere Verwen die gy gebruiken wilt, in acht nee-mende, dat gy de grootfte hoop moetnbsp;neemen voor de Verwen, die in het

Mar-

(*) De Pleister, dus met het Lymwater vermengd ? is n of twee uuren handelbaar,nbsp;en houdt of kleeft niet vaft dan na vyf ofnbsp;zes uuren; t gene tyd en gemak geeft omnbsp;er alles van te maaken, wat men wil.

-ocr page 440-

3^4 GezichtkonstigE

Marmer * dat gy nabootfen wilt, 't meeft komen. Men zal hier veronderftellen,.nbsp;dat men namaaken wil het gebrokennbsp;Marmer van Aleppo {Brecbe dalep) ennbsp;er eene Tafel van maaken. Dit Marmer is famengefteld uit brokken van ver-fchillende grootte en onderfcheidene kleuren, waar van men de voornaamften der-halven bereid heeft.

Als gy dan verfcheidene hoopjes van die verfchillende Kleuren of Verwen bereid hebt, zoo neem eenige deelen vannbsp;de eene en van de andere en voeg zenbsp;te famen; deel vervolgens die hoopjesnbsp;met ze door te kerven in kleine brokjes,nbsp;en leg ze in een hout dekfel, dat groot ge-noeg is ; neem verder van de fyne Plei-fter, welke gy met even zoo veel droognbsp;Rookzwart vermengd hebt, en beftrooinbsp;er mede alle de brokjes Pleifter, die gynbsp;in het dekfel gelegd hebt (*'); roer het

alles

(*) Men moet er niet te veel van te ge-Jyk opleggen, ook moet dan de Pleifter niet

te


I

-ocr page 441-

alles al draaijende om en voeg er van tyd tot tyd nog meer van dat zwarte Poedernbsp;by, totdat die geheele hoop een foortnbsp;van famengevoegdeKeifteentjes of Brokjes maakt, die met zwart bedekt en vannbsp;verfchillende grootte zyn.

Meng vervolgens de fyne Pieifter met eene Kleur of Verw, welke die moetnbsp;zyn, die den grond maakt, welke opnbsp;het Marmer, dat gy vvilt namaaken,nbsp;deBrokjes of Keifteentjes van een fcheidt;nbsp;maak er een dunne pap van, leg dezelve op eene Tafel, en doe er de voorgaande bereiding op, en roer ze in aller-ley rigting, opdat alle die fteentjes metnbsp;die nieuwe Pieifter doormeagd worden,nbsp;die gy dan alle met uwe handen kuntnbsp;famenvoegen om er een ftuk van tenbsp;maaken.

te week zyn , ten einde alle die afzonderly. ke gedeeltens zig niet weder zouden veree.nbsp;nigen.

manier

-ocr page 442-

360 Gezichtkonstige

Manier om dit bereid fel te gebruiken om er eene Tafel van te maaken.

Zo men voorneemens is met dat Be-reidfel eene Tafel te maaken, moet men eerft op een fterken Plank, of liever op eene fteene Tafel, verfcheidenenbsp;boute Regels maaken, die zoo verbonden zijn, datzy de gedaante van die Tafelnbsp;hebbe en er de Lyft van zijn ; mennbsp;fnydt vervolgens met een lang dun Mesnbsp;verfcheiden Snen van den klomp vannbsp;dat Bereidfel , die omtrent vier liniennbsp;dik zyn, en men plakt ze op dien Planknbsp;of Tafel, die, gelyk gezegd is, totnbsp;een Vorm dient om de Tafel van datnbsp;Bereidfel te maaken; men moet ook be-dagt zyn van dezelve geheel te beleggennbsp;of te bedekken met die Reepen of Snen,nbsp;zonder eenige leedige plaats over te laa-ten, en men drukt er zelfs met de handnbsp;een weinig op om ze naauwkeuriger tenbsp;doen fluiten en vereenigen.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Al*

-ocr page 443-

Verma aklykhkden. 367

Als de honte Tafel met dat Bereidfel bedekt is, en nog zagt is, mengt mennbsp;in hetLymv^ater de grovere Pleifter, dienbsp;men afzonderlyk gehouden heeft, ennbsp;men vult er die Vorm geheel roede;nbsp;men legt vervolgens over alles een Planknbsp;heen , die men belaft met zwaare ge-wigten, opdat zy niet opzetten en fply-ten zou, t welk niet misfen zou te gebeuren, zo men die voorzorg niet ge*nbsp;bruikte.

Manier om die Tafel te polyjien.

Na twee dagen, wanneer de Pleifter , waar van deze Tafel gemaakt is, geheel houden zal, t gene men daar uit weet dat zy hard genoegnbsp;is, neem men dezelve af van den Plank;nbsp;waar op men ze gelegd heeft; en mennbsp;doet de houte Vormen, dieer rondomnbsp;zyn, af; men mengt een weinig Verw

mee

-ocr page 444-

Gezichtkomstig

meezeer fyne Pleiller, en men maakter een pap of deeg van, die men met eennbsp;Spatel over de gantfche oppervlaktenbsp;gelykelyk fmeert, ter dikte van omtrentnbsp;ne linie, vullende alle de leedige plaat-fen, die er op zyn mogten; en men laatnbsp;deze laag n of twee dagen droogen.

Men neemt vervolgens een kleinen Molenfteen van Bikfteen , en zeernbsp;fyn gezift Zant, waar mede men dezenbsp;Tafel van beide zyden opmaakt, gedu-lig dezelve met water befprenkelen-de (), men flypt op dezelfde wyze denbsp;lyften of kanten met kleine brokjes Bikfteen, zoodanig dat men dezelven nietnbsp;bederve.

De Tafel,dus opgemaakt zynde, zet men op haaren kant, en men wall: ze metnbsp;er veel fchoon water op te gooijen, tot

( * ) Men behoeft niet te vreezen, dat het water dat bereidfel zal los weeken, vermitsnbsp;het zeer hard is, als de Pleiller behoorlyknbsp;gebrand en van eenen goeden aart is.

-ocr page 445-

Vrmaaklykhedei. 269

zy wel fchoon zy, en dat het water alle de korreltjes van den Bikfteen, die er opnbsp;mogten zyn gebleven, afgewasfchetinbsp;hebbe; men laat ze n of twee uu-ren droogen , en men fmeert er voornbsp;de tweede maal het bovengemelde Be-reidfel op, dog een weinig dunner ennbsp;klaarder gemaakt, en men moet het ernbsp;nu ook dunner opleggen ; waar na mennbsp;ze tot des anderen daags laat droogen.

Men moet vervolgens een Polyft- of Zoetftecn hebben en een Spons, waarnbsp;mede men de gebeele Tafel wryfr, terwylnbsp;men ze met hetSponsje dikwyls nat maakt,nbsp;tot dat men die geheele laag er af gewreven hebbe, wel zorg draagende datnbsp;men niet meer wryve op de plaatfen,nbsp;daar zy er geheel af is; men doet even*nbsp;eens met de Kanten, zig daar toe bedienende van Steentjes, die men zoodanignbsp;van gedaante geflepen heeft, datzyjuiftnbsp;op die Kanten pasfen; deze tweede bewerking gedaan zynde , zal de Tafel

III. Deel, Aa nbsp;nbsp;nbsp;op-

-ocr page 446-

570

GEZICHTKONSTIGE

opgezoet en in ftaat zyn oro het polyft-fel te ontvangen.

Men fineert er voor de derde reis eene zeer dunne laag op van het gemel.nbsp;de Bereidfel, dat men nu doen kan metnbsp;een Penceel; en als deze wel droog is,nbsp;gaat men op dezelfde wyze er mede tenbsp;werk als boven, uitgezonderd dat mennbsp;er in plaatfe van een Polyftfteen, eennbsp;Toetsfteen toe gebruikt, die aan de zy-de, met welke men die nieuwe laag af-neemr,wel vlak zyn moet; men wryft metnbsp;de eene hand den fteen er over, ter-wyl men met de andere het Sponsje overnbsp;die zelfde plaats gaan laat; na deze der.nbsp;de bewerking, zal de Tafel eenigzinsnbsp;gepolyft zyn; om dezelve het laatftenbsp;Polyftfel te geeven , legt men er nognbsp;eene nieuwe laag op (*), die men ernbsp;eveneens afwryft; vervolgens wischt en

droogt

(*) In de Pleiller van alle deze laagcn noet men het Lymwater gebruiken.

-ocr page 447-

VERMAALYrHEfiEN. S?I

droogt men dc Tafel wel af, en men laat ze eenige daagen droogen; welnbsp;droog zynde, fineert men er een laagnbsp;Olyfoly op, die men met een zagtenbsp;linnenlap afveegt.

OPMERKING.

Deze nagemaakte Marmers zyn zeer fraai, als de mengfel wel geregeld en goed gepolyjtnbsp;zyn-, men kan er niet alleen Tafels vannbsp;maaken, maar ook alle andere Stukken,nbsp;zelfs gebeele Floeren van zaaien, t genenbsp;egter duur zou komen te Jtaan ter oorzaakenbsp;van den langen tyd, die men noodig beeftnbsp;om dit foort van werk te polyjien.

Men kan ook op die Tafels verfchei-dene Ontwerpen maaken van Cieraaden, Vogels, Dieren of Bloemen, die mennbsp;er in graveert ter diepte van twee lini-en, met allengskens dieper en dieper tenbsp;A a 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fny-

-ocr page 448-

37^

Gezichtkonstig

fnyden (1) en vervolgens die diepten1 van t Graveerfel te vullen met dit zelfde Bereidfel, waar aan men de vereifchtenbsp;Kleuren gegeeven heeft; men moet be-dagt'zyn, dat men ze telkens, als mennbsp;het Graveerfel opgevuld heeft, met dennbsp;fteen wrijft en opzoet, en vervolgensnbsp;alles polyft, zoo als boven geleerd is;nbsp;met verftand en geduld kan men dusdoende zeer fchoone Werken van ditnbsp;foort maaken ( f ).

Men moet zorg draagen, dat er geen water op die Tafels valle, als zy gepo-

lyft,

1

De Beitels, daar men het hout mede

Beeldhoudt, zyn voor dit Graveerfel zeer goed.

(1) Men heeft te Louvre voor eenige Jaa-ren eene Tafel van dit Bereidfel vertoond, welke het Publicq met zeer veel toejuigingnbsp;gezien heeft, en die men voor een Meefter-ftuk kon houden.

-ocr page 449-

Vermaaklkheden. 373

lyft zyn j nadien het 'er vlakken op-maakt, en het zeer moeyelyk is om de-zelven haar voorig polyftfel weder te geeven, als zy het op die wyze verlo*nbsp;ren hebben.


Aas

EEN*


-ocr page 450-

Cezichtkomstigr

EEN-EN-VYFTIGSTE

VERMAAKLYKHEID.

Het Oog- Mfic.

Vader Gastel heeft in een zeer fraai Werk over de Gezigtkundenbsp;der Kleuren , voorgegeeven eene volmaakte overeenkomll: tusfchen de Kleuren en de Geluiden gevonden te hebben,nbsp;ftellende dat de zeven Kleuren, die innbsp;het beeld van het Prisma zyn, naauw-keurig overeenftemmen met de zevennbsp;Toonen van de Zangkunft; volgens hemnbsp;beantwoordt de Ut aan 'tBlaauw, denbsp;Re aan t Geel, en de Mi aan t Rood'^nbsp;en die drie Hoofd-Nooten fterrimennbsp;overeen met de drie Hoofd-Kleurennbsp;Blaauw, Geel en Rood; de andere Too-

pen

-ocr page 451-

Ut . .

Ut kruis Re . .nbsp;Re kruisnbsp;Mi . .nbsp;Fa , ,nbsp;Fa kruisnbsp;Sol . .nbsp;Sol kruisnbsp;La * *nbsp;La kruisnbsp;Si . nbsp;Ut . .

Deze Tafel moet men, volgens hem, vervolgen op dezelfde wyze voor hetnbsp;volgende Oftaaf, uitgezonderd dat denbsp;Kleuren er van veel ligter zyn.

Hy meent, als men die Kleuren ag-tervolglyk aan de Oogen doet verfcby-A a 4 nbsp;nbsp;nbsp;nea

-ocr page 452-

370

Gezichtkonstige

nen, in plaatfe van de Geluiden, die hy veronderftelt er mede over een tenbsp;ftemmen, in acht neemende, dat^mennbsp;izulks doet in tusfchentyden van dezelfde lengte als die van d Nooten van eennbsp;Airtje, dat dan de ziel, door het agter-volglykgezigt vanglle die Kleuren, eenenbsp;gewaarwording zal ontvangen , die vol-rekt overeenkomftig en gelyk is metnbsp;die, welke zy door de Geluiden ontvangt,nbsp;t Is niettemin op deze algemeene begin-fels dat VaderCASTEL zyn Werk zeernbsp;vernuftig ontvouwd heeft, en dat hynbsp;vrugteloos getragt heeft een Gezigtkon-Itig Mufic te maaken, dat is, waar mede men in plaatfe van de Geluiden kannbsp;ftellen de Kleuren, die, volgens zynnbsp;Scelfel, h^m fchynen er mede over eennbsp;te komen.

Dat kleine Konftftukje , dat hierna zal befchreven worden, of eenig ander,

welk ieder naar zyn goedvinden kan fchikken, zal doen zien, dat het er zeernbsp;yer van daan is, dat die verfchillende

ver*

-ocr page 453-

37?

VERMAAKtYKHEDEN.

veranderingen en overftemmingen van Kleuren een wezenlyken indruk maakennbsp;zoodanig, als hy zig verbeeld heeft;nbsp;dat er geene merkbaare overeenftem-ming is tusfchen de Kleuren en het Geluid en dat zy in het voorgefteldenbsp;geval op zyn hoogst beftaan in de betrekking van den duur der Geluiden,nbsp;vergeleken met dien van den tyd, datnbsp;die Kleuren voor de oogen blyven.

Be-

(*) Die Auteur, die zig zoo vaft verbeelde , dat er eenc wezenlyke overeenftem-ming van Kleuren en Geluiden was, zou ligtelyk hebben kunnen bemerken, dat hynbsp;zig zelve legenfprak , met de Ut te doennbsp;beantwoorden aan Blaauw , de Mi aan Geelnbsp;en de Re aan Groen , en erkennende dat henbsp;Groen voortgebragt wierd door de vermenging van Blaauw en Geel, zoo zou moetennbsp;volgen, dat de Re zou moeten hebben hetnbsp;zelfde geluid als de Ut en de Mi, die tenbsp;gelyk zouden weergalmen, t welk niet gebeurt.

A a 5

-ocr page 454-

jyS' .Gezichtkonstick

PL.xxni. Fis. 3-

Beflaic tusfchen twee bordpapierc Cir* kels, van tien duimen middellyns, eennbsp;bordpapieren Rol of Tratnmel E, vannbsp;anderhalven voet hoogte, en deel den-zelven van vyf tot vyf linien door eennbsp;fchuinfche of hellende trek, die rondomnbsp;den Rol draait en opklimt; deel zyn omtrekin zes gelyke deelen door evenwy-dige lynen, zools de Figuur aanwyft;nbsp;laat de bovenftc Cirkel AB open of uit-gefneden zyn, ^n de onderfte geheel ennbsp;gefloten, ruftende op den As of fchroefnbsp;F, waar| van de draad van vyf liniennbsp;zyn moet, en vryelyk moet draaijen innbsp;een Moer, welke in den bodem van denbsp;hierna te meldene Doos is ; maak op

Fig. 4*

dezen As het houte Rad G van derdehalve duimen middellyns, en 'hebbende twaalf of vyftien tanden, waar in vattennbsp;raoetj de Schroef zonder eind H; laatnbsp;deze Cylinder gefloten of gezet wordennbsp;in eene Doos ILMN, waar van de bodem vierkant moet zyn en in t midden,nbsp;een Moerfchroef hebben, daar de Vaar-

fchroef

-ocr page 455-

Vbrmaaklykhedek. s7igt;

fchroef F in draaijen moet; neem ook in acht, dat de Schroef zonder eind Hnbsp;buiten deze Doos moet uitkomen om ernbsp;aan te kunnen voegen het Handvat ofnbsp;den Kruk O , welks beweeging diennbsp;Rol of Trommel moet doen draaijen.

Deze Doos ILMN moet van rondlbm-me gefloten en van een blikke Kap A voorzien zyn, die doorlugtig moet wezen, en waar in drie of vier Lichten opnbsp;hunne Kandelaartjes of in hunne Lampjes hangen moeten, en wel zoodanignbsp;dat zy het het binnenfte van dien bordpapieren Trommel fterk verlichten. Snydnbsp;voor aan eene van de zyden van dezenbsp;Doos (welke met Bordpapier moet bedekt zyn) uit de agt Openingen a,nbsp;f, d, e,f, g, h, vanzeslinien breedte en vier hoogte j plaats ze regt ondernbsp;elkanderen, en laaten zy net even vernbsp;afftandig van elkanderen zyn te weetennbsp;twintig linjen; 't is door deze Openingen, welken hier alle deToonen van hetnbsp;Mujic aanwyzen, waar in agtervolglyfe

moe-

-ocr page 456-

^So' G'ZICHTKONSTIGE

moeten verfchynen alle de verfchillende Kleuren , die er mede overeenQem-men , en die, op den bordpapierennbsp;Trommel geplaatft zynde (zoo als zoonbsp;aanftonds zal aangewezen worden) doornbsp;de uitwerking der Lichten, welken ernbsp;binnen in geplaatft zyn, wedergekaatftnbsp;worden.

Het is ligt te begrypen, dat men met de Kruk om te draai]en den Tjommelnbsp;vyf linien doet ryzen als men den zelvennbsp;vyfmaal doet rond gaan, en dat dan innbsp;die Openingen, welken voor in de Doosnbsp;gemaakt zyn, agtervolglyk verfchynennbsp;zullen alle die lynen, welken op de Oppervlakte van den Trommel zelfs gemaakt zyn, cn die men geplaatft heeftnbsp;volgens de rigting der hellende lynen,nbsp;die er op getrokken zyn; het is der-halven met betrekkinge tot dezen omgang, dat men dien Trommel uitfnydennbsp;moet door de Openingen van vyf liniennbsp;hoogte en meer of minder breedte, volgens den duur der Nooten, die zy uitdrukken

-ocr page 457-

Vermaaklykhdm. 38*

drukken moeten, in acht neemende dat de tusfchenwijdte, tusfchen twee even*nbsp;wydig getrokken lynen bevat,ne maatnbsp;beflaanmoet, t welk zes maaten maaktnbsp;vooriederen omgang, dien de Trommelnbsp;doen zal, en dertig maaten voor hetnbsp;Airtje , dat men er dus op Nooten opnbsp;ftellen kan.

, Wanneer de Openingen in dien Trommel op de vereifchte plaatfen gemaakt zyn, ten aanzien van de Nooten vannbsp;het Airtje, dat men uitdrukken wil,nbsp;moet men ze bedekken met dubbel poft-papier, waar op men van beide zydennbsp;de Kleuren gelegd heeft, die , volgensnbsp;het gene hier boven gezegd is, de ver-fchillende Toonen der Zangkunft aanduiden kunnen.

UITWERKING.

Als men, het binnenfte van dien Trommel verlicht hebbende , den Kruknbsp;O draait, zal men voor iedere Opening^

welke

-ocr page 458-

382 Gezichtkonstige

welke in de zyde van de Doos gemaakt is , doen voorky gaan, en in tusfchenty-dcn van denzelfden duur, als die van denbsp;Nooten van het /Hrtjey dat men navol-gea en fpeelen wil, alle de Kleuren, dienbsp;er mede overeenftemmen, en dit Mufic-Stuk zal op eene zekere wyze uitgedruktnbsp;worden door de uitwerking der Kleu-jen, die het oog agtervolglyk zien zal.

OPMERKING.

Men kan dit Stuk op eene geheel andere manier en veel vollediger maaken; maar ,nbsp;nadien bet vermaak , dat men er vannbsp;bebben kan, niet groot genoeg is om denbsp;kojlen, die men dan zou moeten maaken ynbsp;te vergoederiy kan men zig met bet aan-gevoezene vergenoegen om te ondervinden,nbsp;dat er zeer veel aan fcbeelt, dat die overnbsp;eenkomjtig zoodanig is als Vader Gastelnbsp;zig ingebeeld beeft, die langen tyd vrug-teloos gepoogd beeft om zyn Gezigtkonfiignbsp;Klavecimbaal famen te Jtellen.

einde van het derde DEEL.

-ocr page 459- -ocr page 460-


L-.


-/n .......n

^ 1 \. .


_. ■(,; .■ji •» nbsp;nbsp;nbsp;.



^ ■


(i'






-ocr page 461-

T A FEL

DER

STOFFEN

E N

VERMAAKLYKHEDEN.

VAN DIT DERDE DEEL.

Bladz.

an de verfcbillende Eigenfchappen van bet Licbt, ......i

Van de Gezigtkunde......9

I. nbsp;nbsp;nbsp;Voorftel. Twee Voorwerpen vannbsp;verfcbillende grootte, onder denzelf-den boek gezien ,fcbynen even groot. 11

II. nbsp;nbsp;nbsp;Voorftel. Twee Voorwerpen van

dezelfde grootte, op verfcbillende af-ftanden van bet oog geplaatji, fcbj-nen niet even groot. nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2Z

1

-ocr page 462-

384 B L A D W Y 2 R.

Bladz.

I. Vraagftuk. Eene gegeeven Lyriy in verjcbeidene deelen gedeeld zynde,nbsp;te vinden de evenredigheid , wadrnbsp;in zy aan bet oog moet voorkomen opnbsp;een Flak, dat tusfcben bet gegeevennbsp;Gezigtspunt en bet oog gejteld is. 13

II. Vraagftuk. Eene Lyn en een Punt buiten dezelve gegeeven zynde , zoo te verdeelen, dat, als zynbsp;uit dat punt gezien vaordt, alle denbsp;Ferdeelingen even groot fcbynen. . 14

I. Vermaaklykheid. Op eene platte Flakte eene vaanflaltige Figuur tenbsp;befcbryven, -welke , uit een punt

16

van die Vlakte gezien, aan bet oog gelykvormig fcbynt te zynaan eenenbsp;gegeevene Figuur. .....

II. Vermaaklykheid. Op een Tafer reel eene wanjtaltige Figuur te tee-kenen , die uit twee tegenover gefielde. Gezigtspunten gezien zynde.

aan

-ocr page 463-

B L A D W Y Z E fi.

Bladz.'

aan bet oog twee verfcbillende P'oor-werpen vertoont. ...... 25

33

III. Vermaaklykheid. Op de huiteii-Jie Oppervlakte van een Kegel eene onregelmaatige Figuur te bejebry-ven , die, uit een punt van deszelfsnbsp;verlengde As gezien zynde, regel-maatig zig voordoe l. .....

'ii

3?

SamenfteJ van een gefebikt Werktuig om een wanjialtig Koorwerp gemak-kelyk te teekenen op de Oppervlaktenbsp;van eenen Kegel, zonder dat mennbsp;eene van de Ijnen, die in de Voor-gaande Vermaaklykbeden aangeweten worden, behoeft te trekken. .

\

Yf. Vermaaklykheid. Op de binnen-jle Oppervlakte van een Kegel eene wanjlaltige Figuur te bejehryveuinbsp;die niet alleen regelmaatig fcbynt,nbsp;maar zig ook verheft binnen dezennbsp;Kegel, wanneer zy gezien wordt uitnbsp;ll. Deel. B fa

-ocr page 464-

38(5 B L A D W Y Z, E R.

Bladz.

een punt buiten zyn As genomen- 43

V. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Een Landfcbap

of eenig ander F'oorwerp gemakke-lyk en naawwkeurig te teekenen, zonder dat men zig van de Regelsnbsp;der Perfpeftief behoeft te bedienen,nbsp;en zonder behulp van eene donkerenbsp;Kamer........ nbsp;nbsp;nbsp;-48

K'an de PerfpeStief.......53

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het doorfcby-

nend Kykkafije.......57

Vil. Vermaaklykheid. Het verlichte Kykkajlje. . nbsp;nbsp;nbsp;....... 63

Han de Spiegelkunde. , . r , . 67

I. Vraagftuk- Dejtand van een punt van eenig Hoorvoerp bekend zynde,nbsp;mitsgaders de plaats van waar betnbsp;met gezien worden^ te bepaalen bet

punt

-ocr page 465-

BLADWYZER 387

Bladz.

punt van een vlakken Spiegel, voaar in. bet verfchjnen meet. . . .. 62

II. Vraagduk. Het Gezigtspunt en quot; bet punt, waar in men veil dat eennbsp;lornsysTp op een vlakken Spiegelnbsp;verfcbyne, gegeeven zynde, deszelfsnbsp;Jland op eene bepaalde Oppervlaktenbsp;te vinden.........

VUL Vermaaklykheid. Deeindeloo-ze Laan.........

IX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid, De drie To-

verfpiegels. . .......7S

X. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De vier To-

verfpiegels.........79

XI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het Tover-

konfiig Paleis.......8^

XII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het Kykkafi-

je met een bellende nbsp;nbsp;nbsp;Spiegel. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;88

B nbsp;nbsp;nbsp;bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;znbsp;nbsp;nbsp;nbsp;XII.

-ocr page 466-

388 B L A D W Y Z E R

Bladz.

XIII- Vermaaklykheid. Het Kjk-kajtje met een hollen Spiegel. . . 92

XIV. nbsp;nbsp;nbsp;Veroiaaklykheid. Eene man-

ftaltige Figuur te maaken, die regel-maatig fcbynt, als zy door weder-kaatfing van een vlakken Spiegel gezien wordt. . nbsp;nbsp;nbsp;......95

XV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Het tover-

konjtig Uurwerk......99

Xyi. Vermaaklykheid. De Cyffer-Doos door wederkaatjing. . . . 104

XVII. Vermaaklykheid. Het Tover-Portret. . ..........

XVIII. Vermaaklykheid. Op eene vlakke Oppervlakte eene wanjtaltigenbsp;Figuur te vertoonen, die, uit tweenbsp;tegen elkanderen overjiaande Punten gezien zynde, aan het oog tweenbsp;regelmatige Hoorwerpen zien laat. i lt; 5

XIX. Ver-

-ocr page 467-

B L A D W Y Z E R, nbsp;nbsp;nbsp;380

Bladz.

XIX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De drie Tover ky kers.^ ........121

XX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid, Het byzon-

dere Kykertje, voaar mede men de Voorwerpen zelfs door donkere Lig-baamen been fcbyntnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zien.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.134

XXI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De onbe-

grypslyke Kyker......139

XXII. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De twee

Toverspiegels. nbsp;nbsp;nbsp;...... 145

XXIII- Vermaaklykheid, De hedrie-gelyke Spiegels, waar in men zig op zy ziet, feboon men er vlak innbsp;kykt......... nbsp;nbsp;nbsp;*48

Tgt;e Jalours- en Veiling-Kykersgt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;15*

XXIV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De won-

derbaare Spiegels. ^ . nbsp;nbsp;nbsp;, . . IJJ

pevr


XXV. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. De oploa-

Bb


-ocr page 468-

3PO BLADWYZER

Bladj.

pende Balletjes door eene enkelde weder kaatjing........1J9

XXVI. Vermaaklykheid. De oplopende Balletjes , door eene dubbelde wederkaatfing.......173

XXVil. Vermaaklykheid. De Tover kegel....... . . .177

XXVIIL Vermaaklykheid. Op een Cirkel eene wanjlaltige Figuur tenbsp;teekemn, welke regelmaatig fchyntynbsp;wanneer zy vlak voor een Kegel-fpiegel geplaatjl, in t middelpuntnbsp;van dien Cirkel gezienimrdty .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Igj

Samenjlel van een zeer eenvoudig en zeer gemakkelyk Werktuig om opnbsp;Bordpapieren de voanjialtige Figuu-ren te teekenen, die voor de tweenbsp;voorgaande Vermadklykheden dienen. .............

XXIX.

-ocr page 469-

B L A D W Y Z E R. 301

Bladz,

XXIX. nbsp;nbsp;nbsp;VermaakJykheid- Op entnbsp;vlakke Oppervlakte eene voanjtaltigenbsp;Figuur te befcbryven, die regelmaa-tig fcbynt, als zy door wederkaat-fing gezien wordt uit een punt, genomen in den verlengden As vannbsp;eenen naaldvormigen Spiegel. . . 194

XXX. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Op eene

vlakke Oppervlakte eene Afteeke-, ning te maaken, welke regelmaatignbsp;fcbynt, als zy regt tegen over eennbsp;geruite Spiegel geplaatji , en doornbsp;wederkaatjihg gezien wordt doornbsp;eene Opening in 't tniddelpunt vannbsp;die\Jfteekening gemaakt. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 204

XXXI. nbsp;nbsp;nbsp;Vermaaklykheid. Op eene

vlakke Oppervlakte eene^ wanJtaltU ge Figuur te befebryven, die doornbsp;wederkaatfing injen rolronden Spiegel gezien zynde, zig regelmaatignbsp;vertoont,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 313

B b 4 nbsp;nbsp;nbsp;XXXI|.

-ocr page 470-

58? B L A D W y Z E R.

Bladz.

XXXII- Vermaaklykheid. Op eene vlakke Oppervlakte, veelke regt tegenover een rolronden Spiegel Jtaat,nbsp;eene voanjtaltige Figuur te teekenen,nbsp;die regelmaatig fcbynt, als zy gezien niaotdt uit een punt boven dezenbsp;Oppervlakte...........

Van de Holle Spiegels...... 223

Werkftuk. Een hollen Spiegel en de plaats van een Licht, voor denzel-ven Jiaande, gegeeven zynde, te be-paaien de uitgeftrektbeid, die er doornbsp;voederkaatfing van moet verlichtnbsp;voorden......... 22^

Pyzondere uitwerking der holle Spie-gels, . .........231

XXXIII. Vermaaklykheid. Verfchyn-

Jel van verplaatjing. .... 234

XXXIV. Vermaaklykheid. Een

brand-


-ocr page 471-

BLADWYZER.

Bladz.

brandbaar Ligbaam door de moeder-kaatjing van twee bolle Spiegels in brand te Jleeken. ...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 240

XXXV. Vertnaaklykheid. Be An-droide dezer Eeuw of het fpreeken-

de Beeld. ......... 243

XXXVI. Vertnaaklykheid. Het Beeld van eenig Hoorwerp zoodanignbsp;te doen verfcbynen,dat, als men meentnbsp;bet in zyne band te bebben, men alleen deszelfs Schim beeft. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 248

Aanmerkingen omtrent de holle Spiegels. .... nbsp;nbsp;nbsp;255

255

Han de Doorzigtkunde.

XXXVII. Ve^maaklykheid. De donkere Kamer........261

XXXVIII. Verraaaklykheid. De draagbaare donkere Kamer. ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 267,

B b 5 nbsp;nbsp;nbsp;Ge-

-ocr page 472-

Eladz.

Gebruik van deze donkere Kamer om allerhande foorten van Foorvaerpennbsp;te teekenen.........271

XXXIX. Vermaaklykheid. Een jiiik Geld op een Tafelbord gelegd zynde ,nbsp;te maaken, dat 'er twee verfcbynen ,nbsp;waar van bet eene veel grooter isnbsp;dan bet andere.......27J

XL. Vermaaklykheid. De gegraveerde en bolle Koorwerpen op een Jignet verbeven te doen fcbynen. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . 277

De Toverlantaarn.......281

Manier van'de Voorwerpen, die in eene Toverlantaarn moetengezien worsen, op Glas te fcbilderen. . nbsp;nbsp;nbsp;. 287

XLI. Vermaaklykheid. Door middel van eene Toverlantaarn een Onweernbsp;te vertoonen........ 291

XLII. Vermaaklykheid. De Tover-

lan-

-ocr page 473-

BLADWYZER. 395

Bladz.

lantaarn op Rook.......296

XLIII. Verraaaklykheid. Een Spookbeeld op een P'oeijluk, op eene Tafel Jtaande, le laaien verfcbynen. . . 299

XLIV. Vermaaklykheid. Het To-vertoneel........ . 305

XLV. Vermaaklykheid. Het Tover-fcbildery van de voortbrenging der Kleuren. .........327

XLVl. Vermaaklykheid. Door de enkele vermenging van de drie Kleuren , Blaauw, Geel, en Rood,nbsp;alle de voort te brengen, voelken innbsp;bet Beeld van het Prisma %yn,.ennbsp;alle de Kleuren, die er tusjcben val

len kunnen.


338


XLVII. Vermaaklykheid. Door de enkele vermenging van de drie Hoofdkleuren, en door middel van Schaduw en Hebt voort te brengen de na

tuur-

-ocr page 474-

34*6 B L A D W Y Z E R.

Eladz,

tuurlyke fcbakeeringen van alle de Kleuren, die in bet Beeld van t Prisma zyn..........34.6

XLVIII. Vermaaklykheid. Een Regenboog in eene Kamer te doen ver-fchynen. nbsp;nbsp;nbsp;......353

XLIX. Vermaaklykheid. Manier om agter op glas te fcbilderen. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , 355

Lv Veimaaklykheid. Manier om kon-Jlig Marmer na te hootfen. . . .36;

EI. Vermaaklykheid. Het Oog-Mufic. 374

EINDE DER TAFEL yAN HET DERDE DEEL

-ocr page 475-

Der Fermaaklykheden j hevat in dit derde Deel, die men koopen kannbsp;by den Heere Guyot.

Nommers der Fermaaklykheden, Pryzen.

Gl. St.

I Vermaaklykheid. Ieder ge-

teekend Bordpapier. . nbsp;nbsp;nbsp;. i lo

2 t Wanftaltige Tafereel. .6-0

3 Iedere gefchilderde Kegel.

I -

0

t Werktuig om de Kegels te

trekken. . . . . . . .

12 -

0

4 Vermaaklykheid. , nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ,

7 -

10

j t Werktuig om te teekenen.

7 -

10

Het doorfchynend Kykkaft-

jcs. ........

6 -

Q

De Prenten. . . nbsp;nbsp;nbsp; . .

I -

\a

8

De

-ocr page 476-

20 nbsp;nbsp;nbsp;Het byzondere Kykertje, .4-0nbsp;2 De onbegrypelyke Kyker. .6-0nbsp;23 Vermaaklykheid. . . ; . i8 - o

-ocr page 477-

H^ommers der P^ermaklykbedea. Pryzen,

Gl. St.

2} De Tover-Spiegels. . , .24- o

25 en 26fl:e De oploopende Balletjes, . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. i 36 tot 72 - o

27 nbsp;nbsp;nbsp;De Kegels. . . ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10

De Bordpapieren, nbsp;nbsp;nbsp;tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftuk.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

28 nbsp;nbsp;nbsp;en epfte Het Konftftuk. . . 7-10

De Bordpapieren. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o

30 nbsp;nbsp;nbsp;Het Konftftuk. . .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, .'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10

De Bordpapieren. . . .4-10

31 nbsp;nbsp;nbsp;De Cylinder. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 5' - o

De Bordpapieren' . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. i - o

32 nbsp;nbsp;nbsp;Het Konftftuk en de Spiegel. 7 - 10

De Bordpapieren. . . nbsp;nbsp;nbsp;. i 10

35' Het fpreekende Beeld. . nbsp;nbsp;nbsp;.24-0

38 De

-ocr page 478-

A) Uo

JVf/imerx der Fermaaklykbeden. Pryzen:

' nbsp;nbsp;nbsp;GI. St.

38 De donkere Kamer. . . . 30 - o

40 De Toverlantaarn. . 18 tot 24 - o

43 Het Spookbeeld en de Figuu-

ren. . nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... 30 -

44 Het Tovertoneel naar geraden de Onderwerpen. . .

45 Het Tover-Schildery. . . 18 - onbsp;De Bordpapieren.tfluk. .6-0

47 en 48fl;e. nbsp;nbsp;nbsp;. . . : . . 4 - 10

51 Het Oog-Mufic. . . . . 3lt;5 - o'

MM

-ocr page 479-

■■ i '■! .' '/' ■

■ ’r-


./-r:


r N

-'i ■■


'f ■ \


U-'-.


i \ '/


V • •■, 1

A ' , ■'v'


'.r.' •:-(

. /


'/i /■'-


■i ,


a' A


. ƒ■'


//, * '•/ f


-' ’■‘•A'p 'P'-.'. 'PPA' .

/ nbsp;nbsp;nbsp;T'-;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.■

I \ nbsp;nbsp;nbsp;' ' ■ ■■nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;.'r, ■;

I • ' nbsp;nbsp;nbsp;. X-' ' ' ^ ^ *

/ '

■' nbsp;nbsp;nbsp;lt; r:; ■■quot;P


•I-quot;' nbsp;nbsp;nbsp;* . inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•


-ocr page 480- -ocr page 481- -ocr page 482-