DE

waarheid en uitwerkselen

VAN HET

EVANGELIE.

f'riendea en Landgenooten !

Gij hebt u lang beroemd op den naam^ Christen! De bijbel, de bijbel is uw godsdienstnbsp;geweest; uwe wijsgeeren hebben denzelven verdedigd ; uwe martelaren hebben voor denzelvennbsp;gebloed; hij is de steun der grijsheid, de leidsvrouw der jeugd, de troost der kranken en denbsp;hoop der stervenden geweest. Nogtans zijn ernbsp;menschen wreeder dan de boozen die u uwnbsp;dagelqksche brood ontrooven, welke u dezennbsp;hemelschen schat zouden willen ontnemen. Maarnbsp;wilt gq, kunt gij er afstand van doen ? Kuntnbsp;gq, schuldige en sterfelgke schepselen diq gg

— 4 —

zgt , kunt gij afstand doen van dat Woord, hetwelk u zegt: » Zoo lief heeft God de wereldnbsp;gehad dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een iegelijk die in Hem gelooftnbsp;niet verderve, maar het eeuwige leven hebbef”nbsp;Kunt gij dien Zaligmaker verzaken, die zegt;nbsp;» Ik ben gekomen opdat gij het leven moogtnbsp;hebben, ik ben gekomen om te zoeken en zalignbsp;te maken dat verloren was?” Wat gevoelt ggnbsp;hg het graf uwer dierbaarsten aardschen troost,nbsp;wanneer deze woorden worden uitgesproken :nbsp;» Ik ben de opstanding en het leven?” kuntnbsp;gij afstand doen van de hoop, welke zg unbsp;geven ? Kan, in oogenblikken van Igden ennbsp;ziekte , eenigen troost, dien troost evenarennbsp;welke hij u verzekert dat, » gelijk een vadernbsp;zich ontfermt over zijne kinderen , alzoo ooknbsp;de Heer zich ontfermt over degenen, die Hemnbsp;Vreezen?” Ziet rondom u en slaat de ellendenbsp;gade, door onbestuurde driften en ongetoomdenbsp;lusten veroorzaakt; en kunt gg afstand doennbsp;van dat Hemelsche Boék, hetwelk den leeuwnbsp;in een lam verandert, hetwelk u leert allenbsp;boosheid af te leggen, vriepdelijk en zachtmoedig te zgn, de een den anderen vergevende,nbsp;den Heer uwen God lief te Lebben met uw gan-sche hart, en uwen naasten als u zelven? Ditnbsp;is de taal des Bijbels van welken sommigen unbsp;aansporen afstand te doen. Zg zeggen u, datnbsp;het onwaarheid is; maar is er iets in het Evan-

gelie dat naar eene kunstig verdichte fabel ge-Iqkt? Kunt gij veronderstellen dat de Apostelen de geschiedenis van Jezus verzonnen hebben ?nbsp;Kunt gg gelooven, dat zij leugenaars zgn, vvan-neer zg verklaren : » Hetgeen wij gezien hebbennbsp;met onze oogen, hetgeen wij aanschouwd hebben,nbsp;en onze handen getast hebben van het woord desnbsp;levens, dat ver kondigen wij u!” Indiende geschiedenis valsch ware geweest, zoude Petrusnbsp;dan gewaagd hebben oin in de tegenwoordigheid van al de Joden te verklaren: » Dezennbsp;Jezus heeft God opgewekt waarvan wij allennbsp;amp;ETÜIGEN zijn?quot; En zg maakten de waarheidnbsp;niet alleen bekend , maar deden wonderen omnbsp;dezelve te bewijzen; en deze wonderen werdennbsp;niet in eenen hoek, maar ten aanzien van denbsp;geheele wereld, ten aanzien van vijanden ver-rigt. Zouden zg geleden en hun leven afgelegd hebben tot verdediging van iets, hetwelk zij wisten dat valsch was? Ware het eennbsp;verdichtsel geweest, zouden niet zij -en hun verhaal verloren zijn gegaan? Kunt gg hunnenbsp;schriften, zoo vol godsvrucht, eenvoudigheid ennbsp;menschenliefde, lezen en denken dat zg valschenbsp;getuigen Gods zijn?

Leest het leven van Jezus. Volgt Hem van Zgne kribbe , tot Zgn kruis en het graf, en zegnbsp;dan: » Is deze niet de Christus?quot;

Bg zijne geboorte waren engelen Zijne getuigen; zij bragten de blijde tgding uit den Hemel

en zongen: » In den mensch een welbehagen.quot; Terwgl de Zoon van God als een kind op aardenbsp;lag, was Zqn getuigenis daarboven; want ernbsp;verscheen eene vreemde nieuwe ster, die Zqnenbsp;getuige was in den Hemel. De wgzen uit hetnbsp;oosten waren Zgne getuigen , toen zij van verrenbsp;kwamen, en hunne geschenken , goud , wierooknbsp;en mhyrre, aan Hem als den Koning der Jodennbsp;toebragten. Simeon en Anna getuigden in dennbsp;tempel door den geest der voorzegging, vannbsp;het Heilige kind Jezus; en de leeraars die Hij,nbsp;twaalf jaren oud zgnde , ondervraagde , warennbsp;Zgne getuigen dat er iets meer was in Hem,nbsp;dan in den mensch. Bg Zgnen doop getuigdennbsp;de Vader en de Geest van den Zoon Gods; zijnbsp;maakten aan de wereld bekend dat deze denbsp;Messias was; de Vader, door eene stem uit dennbsp;hemel, zeggende :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Deze is mijn geliefde

Zoon, in wellen ik Mijn welbehagen heb,” en de Geest door op Hem neder te dalen gelijknbsp;eene duif. Zijn leven was een leven van wonderen, en elk van dezelve getuigde van denbsp;waarheid Zgner zending, en van de goddelijkheid Zgner leer. Elk blind oog dat Hij opende,nbsp;zag en getuigde van Jezus. Eiken doode diennbsp;Hij opwekte, was Zijne getuige. Tot aan hetnbsp;kruis verzelden Hem wonderen, en het grafnbsp;dat geopend werd, baande eenen weg voornbsp;Hem tot Zijns Vaders regterhand,

Die zaligheid, welke de Heer Jezus begon te

- 7 ~

verkondigen, werd naderhand bekend gemaakt door degenen, die Hem gehoord hadden, Godnbsp;zelve hun getuigen gevende, door teekenen «nnbsp;wonderen.

Beschouwt het karakter van Jezus. Is er iets in Hem dat naar eenen bedrieger gelqkt? Nooitnbsp;heeft een mensch alzoo gesproken. Leest dezenbsp;goedertierende woorden: Jes. LXI vs. ï en 2.nbsp;«.De Geest des Heeren Heeren is op mij, omdatnbsp;de Heere mij gezalft heeft, om eene blijdenbsp;boodschap te brengen, den zachtmaedigen; Hijnbsp;heeft mij gezonden om te verbinden de gebro-kenen van harte, om den gevangenen vrijheidnbsp;uit te roepen, en den gebondenen opening dernbsp;gevangenisse. Om uit te roepen het jaar vannbsp;het welbehagen des Heeren en den dag dernbsp;wrake onzes Gods ; om alle treurigen te troosten.quot;nbsp;Met regt kon Hg zeggen : » Heden is de Schriftnbsp;in uwe ooren vervuld.quot; Welke vvas Zgne taalnbsp;tot den vermoeiden en zwaar belasten zondaar ? — » Komt tot Mij en ik zal u rustenbsp;geven; die tot Mij komt zal Jk geenszins uitwerpen. Mijnen vrede laat Jk u. Mijnen vredenbsp;geve Ik u; uW hart worde niet ontroerd, nochnbsp;zij niet versaagd.quot; Tot de armen, zeide Hg:nbsp;» Zalig zijn de armen, want hunner is het Koningrijk der Hemelen; zalig zijn die hongerennbsp;want zij zullen verzadigd worden: hij die totnbsp;Mij komt zal geenszins hongeren, en die in Mijnbsp;gelooft zal niet meer dorsten.quot;

— 8 —

s In de wereld zult gij verdrukking hebben maar hebt goeden moed: Ik heb de wereld overwonnen.quot; Wanneer de lammen , de blinden ennbsp;de dooven, zich om Hem schaarden, ging Hgnbsp;dan van hen weg? Neen! Hg was de goedenbsp;heelmeester: Hij had medelijden met hen, ennbsp;genas hen allen; Hij weende met de weenenden.nbsp;Toen Hg de arme weduwe ontmoette, dienbsp;haren eenigen zoon naar het graf volgde , hadnbsp;Hij medelijden met haar, en zeide :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» ween

nieten Hij wekte den jongeling op, en gaf hem aan zijne moeder terug. — Hij ging hetnbsp;land door goed doende.

Welke was de inborst die Jezus aan den dag legde ? Hij was zacht en nederig van harte.nbsp;Wanneer Hg gescholden werd, schold Hij nietnbsp;weder, Zgne taal was: » Kader vergeef hetnbsp;hun, want zij weten niet wat zij doen.” Hijnbsp;waschte de voeten Zgner discipelen, en zeidenbsp;toen : » Ik heb u een voordbeeld gegeven opdatnbsp;gelijk Ik u gedaan heb, gij etkanderen doen zult.”

In welke schoone gelgkenissen leert Hij u het mededoogen van uwen Hemelschen Vader?nbsp;Leest de gelgkenissen van het verlorene Schaap,nbsp;en van den verlorenen Zoon, en gij zult zekernbsp;zeggen : » Ik zal opstaan en tot mijnen Kadernbsp;gaan,” Leest die van den Phariseër en dennbsp;Tollenaar, en leert u te schamen over iederenbsp;vonk van hoogmoed in uw hart.

Zoo leefde Jezus en dus leerde Hg ; vergezelt Hem naar het kruis, en ziet hoe Hij stierf.

- 9 -

Leest Zgne laatste afscheidsrede aan Zgne discipelen; waarlijk het hart moet wel verkeerdnbsp;znn, hetwelk niet geroerd wordt door Zijnenbsp;tederheid en liefde. .» Uwe harten worden nietnbsp;ontroerd. Gij lieden gelooft in God, gelooftnbsp;ook in Mij. In hot huis mijns Vaders zijn velenbsp;woningen, anderszins zoo zoude ik het u gezegdnbsp;hebben. Ik ga henen om u plaats te bereiden;nbsp;en zoo wanneer ik henen zal gegaan zijn en unbsp;plaats zal bereid hebben, zoo home Ik weder,nbsp;en zal u tot Mij nemen opdat gij ook zijnnbsp;moogt daar Ik ben. Niemand heeft grooternbsp;liefde dan deze, dat iemand zijn leven zettenbsp;voor zijne vrienden; gij zijt mijne vrianden zoonbsp;gij doet wat Ik u gebiedde. Vader! ik wil datnbsp;daar Ik ben, ook die bij Mij zijn die Gij Mijnbsp;gegeven hebt, opdat zij Mijne heerlijkheid mogennbsp;aanschouwen.quot; Ziet Hem het laatste Passcha metnbsp;zqrie discipelen eten: » Ik heb grootelijks begeerd dit Passcha met u te eten eer dat Ik lij de.quot;nbsp;Ziet Hem de teekenen van zijnen dood uitdeelen:nbsp;» Moet dat tot Mijne gedachtenis.” Zoonbsp;scheidde Hij van zijne vrienden, en ging henennbsp;om den bitteren lijdens-beker te drinken. Leestnbsp;in deze woorden de benaauwdheld zijner ziel,nbsp;en zijne volkomene onderwerping aan den wilnbsp;van Zgnen Hemelschen Vader: » Vader indiennbsp;het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mijnbsp;voorbijgaan doch niet Mijn maar Uwen wilnbsp;geschiede!quot; Ziet Hem als een Lam ter slachting

— 10 —

geleid, of als de goede schaapherder, Zqn leven stellende voor Zqne schapen, a om uwenbsp;overtredingen verwondt, om uwe ongeregtighedennbsp;verbrijzelt, opdat gij door Zijne striemen genezennbsp;zoudt worden.” Ziet Hem treuren over zondaren, bidden voor Zqne moordenaren, vergiffenisnbsp;schenken aan den stervenden boeteling, en doennbsp;uitroepen; » Het is volbragt! Hader in Uwenbsp;handen beveel ik Mijnen Geest.” Terwgl ggnbsp;het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt dus aanschouwt, zijt gij niet gereed omnbsp;uit te roepen: » Het Lam dat geslacht is, isnbsp;waardig te ontvangen de lof, de eer en denbsp;keerlijhheidV' Volgt Hem naar het graf, ennbsp;ziet de plaats alwaar de Heer ligt » ziet Hemnbsp;opstaan uit het graf,” de eersteling dergenennbsp;die ontslapen zqn ; en verheugt u in die beloftenbsp;welke zegt: » Ih leef, en gij zult leven, Iknbsp;vare op tot Mijnen Vader en tot uwen Vader ,nbsp;tot Mijnen God en uwen God.” Nadat Hgnbsp;eenigen tgd op aarde vertoefd, met zgne discipelen verkeerd, hen onderwezen, hun verstandnbsp;had geopend, opdat zij de Schriften mogtennbsp;verstaan, en hun den Heiligen Geest beloofdnbsp;had om hen met kracht van boven te bezielen,nbsp;leidde Hij hen uit naar Betbanien, » en Zijnenbsp;handen opheffende, zegende Hij hen, en als Hijnbsp;hen zegende, scheidde Hij van hen, en werdnbsp;opgenomen in den Hemel.”

En nu mgne vrienden, wat dunkt u van

— II —

Jezus? Wordt gij in verzoeking gebragt Hem Ie verlaten ? Hij zegt tot u, zoo als Hg totnbsp;Zijne discipelen zeide: » Wilt gij ook niet henen gaan?quot; Antwoorden uwe harten niet;

» Heer tot wien zullen wij henen gaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.quot; INeennbsp;wg willen n niet verlaten: ofschoon de leernbsp;van het kruis sommigen eene ergernis en anderen eene dwaasheid is ; wg achten het de krachtnbsp;Gods en de wijsheid Gods. — Gezegende Jezus!nbsp;Gg zgt de zon der geregtigheid, wg willen hetnbsp;licht niet voor de duisternis verlaten : wij gevoelen onze schuld, en wij behoeven zulk eenennbsp;Hoogepriester om ons met God te verzoenen.nbsp;Onze bedorvene natuur behoeft den heiligma-kenden invloed uwer genade; onze zwakkenbsp;natuur heeft den bg stand van uwen goedennbsp;Geest noodig; onze sterfelgke natuur behoeftnbsp;al de hoop, die Gg ons op het leven en denbsp;onsterfelijkheid gegeven heht! Neen wg kunnennbsp;U niet verlaten, onder alle de zorgen en verzoekingen dezer wereld willen wij op U zien,nbsp;die het kruis verdragen en de wereld overwonnen hebt. Gij zgt de overste leidsman onzernbsp;zaligheid, en door uwe genade zullen wij Unbsp;volgen tot dat wg zullen overwonnen hebbennbsp;en met U gezeten zgn op uwen troon, gelgknbsp;Gg overwonnen hebt en gezeten zijt met uwennbsp;Vader op Zgnen troon.

Hebt gg nu na de heerlijke beschouwing van

het Evangelie van Christus, hebt gg nu niet voorgenomen aan uwen bijbel vast te houden?nbsp;Ja, gg hebt besloten den naam van Christennbsp;te big ven dragen. Maar den naam van Christennbsp;ban u niet zalig maken, het Evangelie moetnbsp;in uwe harten geschreve^n wordten of hetzelvenbsp;zal in het leven uw troost en bg het stervennbsp;uwe hoop niet zgn. Gij moet het gevoelen alsnbsp;de kracht Gods lot uwe zaligheld. Indien ditnbsp;Evangelie u vernieuwd heeft in geloof, hoopnbsp;en heiligheid, indien het uw hart van de aardenbsp;naar den hemel gekeerd, en de zondige neigingen uwer natuur onderworpen heeft, zal ditnbsp;zeker een voldoend hewgs voor uwe ziel zgn,nbsp;dat dit Evangelie Goddelijk is. Waarom hebbennbsp;zoo velen het Evangelie, hetwelk zg beleden,nbsp;geschandvlekt? Waarom wenden anderen zichnbsp;van hetzelve af en verzaken het ? Omdat zgnbsp;nooit echte Christenen waren; zij gevoeldennbsp;nooit de kracht van hetzelve , het Evangelie innbsp;uwe harten gewrocht zal uwe beste verdedigingnbsp;zgn tegen de pijlen van het ongeloof.

Welke ook uwe stand in het leven zij, gij kunt er zulken ontmoeten die het Evangelie metnbsp;verachting behandelen, of pogen hetzelve doornbsp;eenen glimlach bij u bespottelijk te maken; zoonbsp;zij u vragen mogten: Hoe weet gij dat denbsp;Christelijke Godsdienst de ware is ? Welk bewijs hebt gij dat dezelve van God kwam? Hetnbsp;zoude in de daad eene gebrekkige verdediging

13 —

lijn, zoo gg antwoordet: » Het is de Godsdienst van ons land , en wq werden er in geboren en opgevoed.” Gg moogt dan al niet in staat zijn uwen Godsdienst te verdedigen innbsp;de taal der geleerden, gij kunt ecbter roemennbsp;zelfs in het aangezigt der ongeloovigen, ennbsp;zeggen: » Ik schame mg het Evangelie vannbsp;Christus niet; want het is mg eene kracht Godsnbsp;tot zaligheid mgner ziel. Het heeft mgn hartnbsp;tot berouw gebragt ; het heeft mgne zondigenbsp;natuur veranderd, het heeft mgn geweten onder het gevoel der zonde vertroost en mg eenenbsp;vaste hoop op vergiffenis geschonken; hetnbsp;heeft den grondslag van het eeuwige! leven innbsp;mg gelegd ; en kan ik om dit Evangelie uitge-lagchen of bespot ? Ofschoon ik al de moege-Igkheden in den bgbel niet kan oplossen, ofnbsp;bewgzen dat ieder woord, elke lettergreepnbsp;Goddelgk is, zoo ben ik evenwel volltomennbsp;verzekerd dat de leer die deze krachtige uitwerking op mijne ziel gemaakt heeft, van Godnbsp;komen moet; op den geest der Schrift en nietnbsp;op de enkele letter derzelve bouw ik mgnenbsp;hoop. Ik ben dankbaar voor de geleerdheidnbsp;met welke mgnen bijbel tegen den aanval dernbsp;ongeloovigen verdedigd wordt; maar God zgnbsp;geloofd, mgn geloof en mgne hoop zgn nietnbsp;gebouwd op bgzondere overzettingen, of enkelenbsp;teksten, maar op den inhoud en het wezen-van het Evangelie : elke vertaling bevat deze

— 14 —

gezegende waarheid, dat: « Christus Jezus in Je wereld kwam om zondaren zalig te maken;quot; elkenbsp;vertaling moedigt mgne hoop aan, en strektnbsp;om mijn hart te heiligen.

Al wilde een wgsgeer trachten te bewqzeu dat brood niet gezond, of dat water niet dienstig is om den dorst te lesschen, zoo kan iknbsp;echter vrgnioedig het gelukkig gebruik bewerennbsp;dat ik van brood en water maak ; want ik wordnbsp;dagelgks door brood gevoed en mgn dorst gedurig door water gelescht. De uitvlugten der redekunst zqn tegen de ondervinding van een’ waarnbsp;Christen, even gelgk pglen van stroo en stoppelen tegen de schubben van den Leviathan.nbsp;Neen ik kan niet scheiden van het brood datnbsp;het leven aan mijne ziel geeft.

Men zegt mg, dat er verborgenheden in migne Godsdienst zijn, maar dat verzwakt mgnnbsp;geloof niet; het rijk der natuur heeft zgnenbsp;verborgenheden; en waarom zoude het rgk dernbsp;genade niet sommige leerstukken bevatten dienbsp;mgne zwakke rede niet volkomen begrigpennbsp;kan. Het kind begrgpt niet alles wat door zg-nen goeden vader voor zgn toekomend geluknbsp;gedaan wordt. Ik ben in de kindschheid vannbsp;mgn aanzgn, en kan maar weinig weten vannbsp;God, in de wegen Zgner Voorzienigheid ennbsp;genade. Doch Hg heeft genoeg geopenbaardnbsp;om mij van Zijne trouw en liefde te overtuigen , en ik kan mij op mgnen Hemelschen Va-

- 15 -

der verlaten, dat ik al hetgeen ik nu nu niet weet, hierna weten zal. lt;c Ik weet in wien iknbsp;geloofd heb.quot; quot;

Laat ons nu op onszelven terug zien, en welk getuigenis hehben wg gegeven aan dennbsp;roem van het Evangelie van de waarheid vannbsp;Jezus Godsdienst ? Houdt iemand de waarheidnbsp;in ongeregtigheid? O! dat hg raogt bedenkennbsp;dat hg een vgand is van het kruis van Christus.nbsp;Een onheilige volgeling van den heiligen Jezus! —.nbsp;het ware heter een onheilige Heiden te zgn,nbsp;want het zal zelfs dezulken verdragelgker zgnnbsp;in den dag des oordeels. Wel mogen wg zeggen: xgt; het is beter voor altgd dien heiligennbsp;naam te verzaken dan onwaardig het Evangelienbsp;te wandelen;” doch liever zouden wg u totnbsp;dien Zaligmaker leiden wiens genadige armennbsp;zelfs voor u geopend zgn, Hij wil zelfs dennbsp;goddeloozen die Hem smaden, vergeven : » Waschtnbsp;«, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingennbsp;weg, laat af kwaad te doen, leert goed tenbsp;doen,quot; en » al waren uwe zonden als schar~nbsp;laken, zij zullen wit worden als sneeuw.quot;nbsp;Jez. I VS. i6—18. Dan zal er gezegd worden :nbsp;1 Cor. VI VS. II. » Zoodanigen waren sommigennbsp;van u maar gij zijt gewasschen, gij zijt gehei-ligd, gij iijt geregtvaardigd in den naam vannbsp;den Heer Jezus, en door den Geest onzesnbsp;Gods.quot; Wilt gg het Evangelie eeren en uit-hreiden? Laat dat eeuwige leven hetwelk door

i6 -dit Evangelie in uwe ziel gewrocht is, openbaar ¦worden in alle uwe uitwendige gedragingen onder de menschen.

Wanneer de menschen uw geloof en uwe heilige vree ze , uwen qver voor God, uwe vreugde in Zijnen dienst, uwe vriendelijkheid en zachtmoedigheid jegens uwe natuurgenooten, uwe begeerte naar hunne zaligheid, en uwe gereedheidnbsp;om uzelven voor hun belang te verloochenen,nbsp;zien, zullen zij gewonnen worden voor hetnbsp;geloof aan dezelfde leer, en voor het betrachtennbsp;derzelfde pligten.

Is het Evangelie het woord des levens voor uwe ziel, houd hetzelve dan vast; verbindt hetnbsp;aan uw hart: neem het in uwe binnenkamer,nbsp;en leest het als uw bewijsschrift voor hetnbsp;eeuwige leven; bidt tot dat gij hetzelve gevoelt, tot dat gij hervormd zljt naar het beeldnbsp;van Jezus; leg hetzelve aan den dag door uwnbsp;leven, door uwe gemoedsgesteldheid, weest gijnbsp;de verkondigers van Christus, bekend bij allenbsp;menschen.

Gedrukt en te bekomen bg M. WIJT amp; ZONEN, a 10 Cents,