BIJ
TREFFENDE BEPROEVING.
-ocr page 2- -ocr page 3-Xot de gewigtige ea veelal ontzettende gebeurtenissen die wij beleven, behoort voorzeker ook, de verschoning in ons wereldfjee] vannbsp;eene vreesselijke ziekte, die zich voorheen alleennbsp;tot warmer luchtstreken scheen te bepalen ennbsp;die in dit jaar met eene overgroote snelheid,nbsp;onder het onberispelOk bestuur des Allerhoog-sten, hare verwoesting in Europa heeft uitgebreid. Velerlei pogingen om haar te stuitennbsp;zqn vruchteloos aangewend en de nietigheidnbsp;van menschelijke kracht en vermogens tot af-keering van de hand des Almagtigen, als dienbsp;Zgne oordeelen op aarde nilzend, is ook hierbgnbsp;eene treffende wgze gebleken.
-ocr page 4-Tot hiertoe bleef ons dierbaar Vaderland van die geduchte plaag verschoond; ja, boven biddennbsp;en denken verschoond! Want hoe veelvuldignbsp;waren de gelegenheden niet die de besmettingnbsp;tot ons konden overbrengen, wanneer de gesteldheid van den dampkring alleen die nietnbsp;veroorzaakt? Dit met diep gevoel onzer geheelenbsp;afhankelijkheid opteraerken en Gods verschoo-nende goedertierenheid vurig daarvoor te danken,nbsp;zal voor eiken Christen die zijn Vaderland,nbsp;zijne mederaenschen en zijne betrekkingen liefnbsp;heeft, wel eene heilige verpligting zijn, die hgnbsp;gaarne vervult en waartoe hij gaarne anderennbsp;opwekt. Gelijk wg in dit en zoo vele anderenbsp;opzigten, afwending van dreigende gevaren ennbsp;bovendien vele ondersteuning en aanvankelijkenbsp;uitredding, bg vele en groote zegeningen tenbsp;erkennen hebben, zoo levert echter het voorle-dene geen waarborg voor de toekomst. Denbsp;beveiliging die wij tot hiertoe mogten ondervinden, mag ons doen hopen dat de beschermende hand des Heeren over ons zal blijvennbsp;uitgestrekt; die hoop mag tot vertrouwennbsp;klimmen voor zoo veel ons wezenlijk geluknbsp;hierdoor bevorderd worden zoude j maar daarnbsp;dit bij de verheerlijking van Zijnen naara, hetnbsp;hooge doel is Zgner handelingen met ons geslacht,nbsp;en Zgne wijze liefde bijzondere en algemeenenbsp;rampen dikwerf dienstbaar maakt aan de beproeving, vorming en veredeling zgner vereerders.
-ocr page 5-met welke hg soms reeds op aarde groote bedoelingen heeft en die hg voor hooger werk ennbsp;hooger blgdschap in de toekomst voorbereid, isnbsp;het voor ieder onzer van het hoogste belangnbsp;dat wg ons vvapenen tegen elke bezoeking dienbsp;ons overkomen kan, met het vast geloof aan denbsp;Vaderlijke zorg van God, die op onzen levensweg rust en kommer, vreugde en droefheid, opnbsp;zulke tgden en in zulke mate, ons toeschiktnbsp;als wg behoeven tot het volbrengen van dennbsp;taak die Hij ons oplegt en tot onze vormingnbsp;voor eene standverwisseling, die voor de vrienden van God en onzen dierbaren Verlosser,nbsp;zaliger zgn zal, naar mate zg in hunnen aard-schen werkkring meer getrouw bevonden worden.nbsp;Tot de hulpmiddelen die dat geloof in onsnbsp;bevestigen en verlevendigen kunnen, ondernbsp;welke het aanhoudend ootmoedig gebed eenenbsp;voorname plaats bekleed , behoort ook het achtnbsp;geven op de geschiedenis van zulken, die vannbsp;algemeene rampen niet uitgesloten, in het tegendeel in dezelve bgzonder moesten deelen,nbsp;en daarbij onder leed en angst en rouw krachtignbsp;ondervonden, dat God een helper is in tgdennbsp;van benaauwdheid; dat Hg niet meer oplegtnbsp;dan men dragen kan, dat Hg met de bezoekingnbsp;ook de uitkomst schenkt en de treffendste rampen kan doen strekken tot Z^'ne heerlgkheid.nbsp;Het volgende berigt van een Zendeling-leeraarnbsp;geschreven uit Petersburg in de maand Julg
-ocr page 6-dezes pars, hetwelk een levendig en aandoenelgk tafereel bevat van eene zware beproeving, hemnbsp;en zijn huisgezin overgekoraen, maar ook vannbsp;zijn Godvruchtig bestaan onder dezelve bg denbsp;ervaring van Gods genadigen bijstand, zal zoonbsp;wq hopen , uit het gegeven oogpunt met bijzonderenbsp;belangstelling gelezen en met nul en zegennbsp;overwogen worden.
De weg, schrijft hij, langs welke onze Hemelsche Vader mg en de mijnen heeft geleid,nbsp;was gedurende de laatste weken , bijzondernbsp;plegtig. Tranen waren mijne spijze dag ennbsp;nacht; mgne echtgenoote werd met mij, onzenbsp;kinderen en dienstboden , tot op den rand desnbsp;grafs gevoerd, en twee onzer lievelingen zonkennbsp;in den arm des doods. Deze beproeving ver-raschte ons met zulke snelheid, dat ik verstomde.nbsp;Mgn vleesch beefde voor Gods oordeelen , mijnnbsp;hart echter hield zich vast aan God, mijn Vadernbsp;en mijn Vriend. Thans beginnen mijne zwakkenbsp;krachten toetenemen, de rust mijns harte keertnbsp;weder en ik gevoel behoefte om het een ennbsp;ander mede te deelen van hetgeen mg en mijnnbsp;gezin is wedervaren.
Door een van onze vrienden in staat gesteld tot het huren van een zomerverblijf op hetnbsp;land, vertrok mgn huisgezin derwaarts op dennbsp;gt;6 Mei 11. Van tijd tot tijd bleef ik er eenigenbsp;dsgenengevoelde hierdoor, na eenen moegelijkennbsp;en werkzamen winter, mijne gezondheid aan-merkelgk bevorderd.
-ocr page 7-Den 17 Jung heerschte er In de stad eene geweldige opschudding, bg het uitbreken vannbsp;de Cholera; men zeide dat de stad geslotennbsp;en met een cordon afgezet zou worden. Drienbsp;familien uit onze nabuurschap vertrokken dadelijknbsp;derwaarts, om niet ingeval van ziekte van geneeskundige iiulp verstoken te zijn. Mijn pligtnbsp;hield ik voor aangewezen; ik moest bij mijnenbsp;gemeente zijn; maar voor ragn gezin stond iknbsp;zeer in twijfel, want het is een gewigtige stapnbsp;een huisgezin dat eene bloeijende gezondheidnbsp;geniet overtebrengen in eene stad alwaar denbsp;besmetting heerscht. Wg dachten veel en wgnbsp;begaven ons dikwerf tot het gebed. Den 18nbsp;des avonds sprak ik tot eenige vrienden over denbsp;woorden: Broeders! ik vermane u bij de genadenbsp;Gods; dat gif uwe ligekamen stelt tot eenenbsp;levendige en welbehagelijke offerande voor God^nbsp;hetwelk is uwe redelijke Godsdienst. Wg droegen onszelven aan Zijne ontferming op ennbsp;besloten van elkander niet te scheiden, maar tenbsp;beproeven wat wij zouden kunnen doen totnbsp;verheerlijking van God en tot nut van onzenbsp;Igdende medemenschen.
Den ig keerden wij naar de Stad terug,'alwaar de ziekte groote verwoesting aanrigtte ; tot dennbsp;24 waren alle onze vrienden welvarende, toennbsp;echter werd eene onzer oudste vriendinnen,nbsp;Jufvr. Dixon ziek en was spoedig in levensgevaarnbsp;Zoo dat ik haar bezoekende, bg mgn afscheid
-ocr page 8-zq IS
meende haar niet te zullen wederzien -evenwel gelukkig hersteld.
Den 25 kreeg mqn kleine Joseph stuipen; wij waren thans deswegens bijzonder ongerust;nbsp;maar God wilde ons geloof en onze lijdzaamheid,nbsp;onze liefde en onderwerping meer beproeven.nbsp;Omstreeks middernacht liet ons de Heer Veeningnbsp;weten dat hq door de Cholera was aangetast ennbsp;verzocht ons hem te komen zien. Wij sneldennbsp;na een oogenblik beraad derwaarts, ik zocht ennbsp;vond spoedig een geneesheer en door de dadelqknbsp;aangebragte hulp werd hij gered; daar men dienbsp;niet verkrijgen konde volgde de dood bijna allqdnbsp;op de aanval der ziekte. Ik bleef die nacht bqnbsp;de zieke om hem optepassen, hetwelk mij bqnbsp;de ziekte van ons kind gevoelig aandeed. Rustnbsp;was mq in het vervolg ook niet beschoren,nbsp;want den 26 ontving ik een briefje van Jufvr.nbsp;Chapman, de voortreffelijke onderwijzeres innbsp;onze Lancasterschool, mq meldende dat zijnbsp;zich zeer ongesteld bevond. Kort daarop vernamnbsp;ik dat zij overleden was; van de groote menigtenbsp;zieken hoorde ik alleen dat zij gestorven waren.nbsp;Een uitmuntend en menschlievend Geneesheernbsp;kwam des avonds weenende bij ons, daar hijnbsp;dien dag niemand had kunnen redden. Jufvr.nbsp;Chapman liet een voortreffelijk getuigenis na;nbsp;een onzer vriendinnen nam haar nagelaten dochtertje tot zich. In den namiddag deed ik denbsp;Iqkdienst en vergezelde het lijk naar de begraaf-
-ocr page 9-plaats die voor de aan de Cholera gestorvenen, bepaald bestemd was. Hier was het tooneelnbsp;¦waarlijk ontzettend. Een menigte kisten stonden op karren of op den grond, tot dat denbsp;graven gedolven waren. Wij namen twee mannen aan die hare rustplaats gereed maakten,nbsp;in welke wij haar nederlleten met de zekerenbsp;verwacliting van de zalige opstanding- des eeuwigen levens. Weinig dacht ik toen dat ditzelfdenbsp;graf spoedig een mgner lievelingen bevattennbsp;zou; maar dit gebeurde.
Des avonds ten tien uren te huls komende, vond ik mijne Echtgenote ongesteld; het wasnbsp;Zaturdag avond; mijn eerste werk was eennbsp;Geneesheer optezoeken, die ik gelukkig tehuisnbsp;vond. Hq schreef het bad, laten, enz. voor.nbsp;Dit hield mij den geheelen nacht bezig; eennbsp;getrouw vriend waakte met ons. .— Het wasnbsp;eene goede voorbereiding voor den Zondag,nbsp;wat het onderwerp betrof; maar mijne krachtennbsp;werden uitgeput. Bij den morgen Godsdienstnbsp;waren weinig menschen tegenwoordig. Ziekte,nbsp;oppassing en vrees hielden vele terug, mijnnbsp;text was:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Zalig is de dienstknecht, dien de
Heer j als Hij komt, wakende zal bevinden.quot; _
Ik heb zedert dikwijls gedacht dat dit mijne laatste leerrede zou geweest zijn. De maandagnbsp;liep vrij rustig af, maar Dingsdag den 3o,nbsp;vertoonde zich bq mqn kleine Joseph teekenennbsp;van ziekte als bq de Cholera; de vaste meening
-ocr page 10-— lO —
dat kinderen van dezelve verschoond bleven, deed ons niets kwaads vermoeden. — De nachtnbsp;viel in , een nacht die ik nooit vergeten zal;nbsp;Hij werd wakende en^ biddende doorgebragt;nbsp;van tijd tot tijd nam de ziekte toe,, dikwijlsnbsp;zeide het jongske, » Ik heb dorst” De herinnering aan het Iqden en de doodsangst onzesnbsp;Yerlossers was mij daarbij steeds levendig ennbsp;vertrooste mtj. Omstreeks vier uren in dennbsp;morgenstond toen de dood scheen te naderennbsp;riep ik mijne huisvrouw in de naastgelegennbsp;kamer waar onze beide andere zoontjes sliepen,nbsp;en wij droegen nog eens, onszelven en onsnbsp;kroost aan God op, inzonderheid bevalen wijnbsp;den geest van onzen Jozeph in de handen van'nbsp;den Zaligmaker. Vaders en moeders, die kinderen door de dood verloren hebben, gij kuntnbsp;gevoelen wat wij hebben doorgestaan. Terwijlnbsp;wij daar stonden en in stilte o p den laatstennbsp;adem wachten , zwol er eene andere baar dienbsp;ons overdekken zoude. Een geluld van eenennbsp;anderen kant drong ons in de ziel — « Jantjenbsp;is besmet.” Dit was als een zwaard in onzenbsp;beenderen. Ik riep onze vriend Ropes uitnbsp;Amerika die bg ons zijn verbluf hield, ennbsp;verzocht hem op te staan en ons hulp tenbsp;bewijzen. Er kwamen twee Geneesheeren ,nbsp;mqne vrouw en onze dienstboden hielpen aannbsp;bet baden, wreven en pleisters leggen bij ditnbsp;ieve kind, terwgl ik waakte en weende bij het
-ocr page 11-— II —
andere. De Cholera taste hem vreesselqk aan; hij scheen doodziek, en onder tranen, zuchtennbsp;gekerm en buitengewone trekkingen stierf hij nognbsp;¦voor den middag; met zulke snelheid volbragtnbsp;de dood zijn last. In den avond vergezeldennbsp;onze vrienden het lijk naar de begraafplaats ennbsp;plaatsten het in Jufir. Chapman’s graf. — « J?enbsp;nattm (fes Heei-en zij geloof d! ” was alles watnbsp;•wg zeggen konden , toen wij ons zoo onverwacht ontbloot zagen; ik hoop dat het ooknbsp;onzen slotzang zgn zal, door al de eeuwen dernbsp;Eeuwigheid.
Mijn hart bezwijkt onder het verhalen, maar ik moet voortgaan. In deze omstandigheden,nbsp;toen wij zoo bijzonder hulp behoefden, ontzonknbsp;de moed aan mijn’ knecht, die zijn loon vroeg,nbsp;om zich op het land naar zijne familie te kunnen begeven, en drong mij hem te ontslaan, opnbsp;hetzelfde oogenblik dat de doodgraver mijnnbsp;lieve Jan in de kist sloot. Zoo volgde de eenenbsp;baar op de andere, met verdubbelde woede.nbsp;Maar dit is nog alles niet. Zoodra bet lijk hetnbsp;huis was uitgedragen, viel mijne lieve vrouw,nbsp;die alle hare krachten ter verzorging onzer kinderen had Ingespannen, krachteloos neder, ennbsp;moest verscheidene dagen het bed houden.nbsp;Ontzet en verbgsterd wierp ik mij op hetnbsp;rustbed om mijn beroerde geest eenige rust tenbsp;schenken, maar nieuwe schokken troffen mij.nbsp;Naauwelqks had ik mijn hoofd op het kussen
-ocr page 12-— la
gelegd, of ik werd wakker geroepen met de tijding , dat de keukenmeid de Cholera had.nbsp;Is het mogelijk ? riep ik uit, Is het mogelijk?nbsp;Ik heefde ! Er was geen tijd tot heraad; voornbsp;zooveel ik verder dacht dan het tegenwoordignbsp;oogenblik, was het dit: — « waarlijk God zalnbsp;een spoedig einde met ons maken ; maar wijnbsp;zullen niet verloren gaan, want Hij is onze God.”nbsp;Wij liepen naar de keuken, en vonden haarnbsp;lijdende; wij gaven haar krachtige geneesmiddelen , twee gcneeslieeren werden gehaald en iknbsp;kan met blijdschap melden, dat zij het gevaarnbsp;ontkomen is. Mijn huis was in droefheid ennbsp;verwarring. Een kind was gestorven — eennbsp;ander lag met den dood te worstelen, mijnenbsp;vrouw hield door ziekte overmand het bed, ennbsp;de dienstmeid had een gelqk lot, In den volgende morgen nam eene vriendin, ons oudste,nbsp;thans ons eenig kind tot zich; des zaturdagsnbsp;op den middag stierf onze lieve kleine Jozeph, ennbsp;in den avond werd hij hg onze andere lievelingnbsp;begraven. Nu kon ik niet meer. Ligchaam ennbsp;geest waren uitgeput. Ik ging ook naar bed,nbsp;zeer bevreesd voor de Cholera, die echter innbsp;den aanvang gestuit werd en geene belangrijkenbsp;voortgangen bij mig maakte. Met mijne Gadenbsp;ons lot beweenende, trachtten wij elkander tenbsp;bemoedigen met de vertroosting van het Evangelie ; — van onze rustplaats zagen wij de vromenbsp;zoogster van ons kind bedrijvig en wg verheug-
-ocr page 13-den ons dat zij voor ons gespaard was. Maar als of de mate onzer droefenissen geheel vervuldnbsp;moest zgn, omstreeks middernacht werd ooknbsp;deze aan de Cholera ziek en nu was ons huisnbsp;een volslagen hospitaal, en wq waren geheelnbsp;aan vreemden overgegeven. Binnen den tgdnbsp;van tien dagen was alzoo mgn gezond ennbsp;gelukkig huisgezin, als uiteen geslagen, ennbsp;wq verzamelden de stukken, om ons tegen eenennbsp;nieuwen storm te wapenen. Wanneer die op-rqzeii zal is Gode alleen bekend.
Gedurende dien korten tqd hadden wq zeven Doctors, daar wij ons gelukkig rekenden ernbsp;spoedig een aantetrelFen, Drie stille rustdagennbsp;hebben wij doorgebragt; dit smarte mij, dochnbsp;de wille Gods is niet te wederstaan. De bestenbsp;verzachting voor het bedrukt gemoed van eenennbsp;Leeraar is mijns inziens , dat hij prediken kan,nbsp;maar de pligt van eenen Leeraar die een verzwakt ligchaam omdraagt, is dat hij rust geniet.nbsp;Beproeft hij het prediken als hem de krachtnbsp;ontbreekt, dan loopt hq veel gevaar om voornbsp;zqn volgend leven tot zijn werk ongeschikt tenbsp;zijn; — naar dit plan heb ik gehandeld. Wqnbsp;zijn thans weder op het land, en ik hoopnbsp;aanstaanden Zondag mqn predikdienst weder tenbsp;hervatten.
De lotgevallen die ik beschreven heb, komen zelden voor; bq de herinnering beef ik ennbsp;verheug ik raq ; ik wü dit eenigzints ontwikkelen.
-ocr page 14-— 14 —
Ik meen te mogen zeggen dat van den aanvang onzer beproeving af, geen gedachtenbsp;van opstand tegen God bij ons is opgerezennbsp;noch eenig woord van murmurering ons isnbsp;ontglipt. Wg gevoelden ons leed eji wignbsp;gevoelden het diep, maar wij zijn wonderbaarnbsp;ondersteund en gesterkt en vertroost. De hoogenbsp;en de heilige God heeft ons niet verlaten, neennbsp;zelfs geen oogenblik. Wq kunnen Hem aanbevelen aan alle Igders in toekomende droefenissennbsp;als een zeer magtige helper in tqd van nood.
Hoogstopmerkelgk is ons voorgekomen dat van onze bqzondere vrienden in onze uabgheidnbsp;niemand ziek geworden is, zoodat wg van tgdnbsp;tot tgd hulp ontvingen, ook des nachts. Indiennbsp;deze of hunne huisgezinnen tevens waren aangetast geweest, wat zou er buiten hunne hulpnbsp;van ons geworden zgn ? Zoo mogten wij onsnbsp;ook gelukkig rekenen dat' wij menschen kondennbsp;vinden, die de plaats onzer zieke dienstbodennbsp;konden vervullen , want als een ieder ons ontvlugtnbsp;had, zoo als wg in het begin moesten vreezennbsp;dan hadden wij geen hgstand kunnen inroepen,nbsp;en zouden van gebrek allen omgekomen zgn.nbsp;Indien de Heer nog eenige dagen met zijnenbsp;bezoeking was voortgegaan, dan zog het ergstenbsp;ons te wachten zijn geweest. En hoezeer wijnbsp;dan ook geene familie kennen, die bezocht isnbsp;geweest gelgk de onze, zoo zien wg geennbsp;bijzonder blgk van het misnoegen des Almag-
-ocr page 15-- 15 -
tigen in dezelve. — Dien de Heer lief heeft, kastqdt Hg, en wg danken Hem voor dienbsp;Vaderlghe tuchtiging. Mogt het gevolg zijn datnbsp;vrij Zijner Heiligheid meer deelachtig werden!nbsp;« Elke rank die in mi) vrucht draagt, reinigtnbsp;Hij.” Hij heeft op eenmaal twee takken onsnbsp;ontnomen, maar wij bidden dat wij voortaannbsp;meerder vruchten mogen dragen. Het betaamdenbsp;den zedelijken Regeerder der wereld, dennbsp;oversten Leidsman der Zaligheid door lijden tenbsp;heiligen; wij hopen en bidden dat ons lijdennbsp;ook ons tot heiliging zal strekken en onsnbsp;meer geschikt zal maken tot werktuigen in denbsp;hand des Heeren , om vele toetebrengen tot Zijnnbsp;Hemelsch Koningrgk. Wij bevelen ons, enz.
Die aldus in de beproeving staande blijft, die er zoo veel in opmerkt, en er zulke lessennbsp;uit alleidt, die verstaat ten vollen de inhoudnbsp;van Hebr. XII: vs. ii , en gevoelt de rgkenbsp;omvang der Apostolische opwekking, .1 Thess.nbsp;V I VS. 18 : Dankt God in alles.
-ocr page 16-Cedrukt en te bekomen bij M. WIJT amp; ZONEN^, a i 0 Cents,
hij wkn 00k uitgegeven wordt:
1. nbsp;nbsp;nbsp;Levensgeschiedenis van Peter Lohbeck, 2« druk ,
naar het Hoogduitsch. nbsp;nbsp;nbsp;^ jSCt.
2. nbsp;nbsp;nbsp;De Welbestede Stuiver, of de Bijbels der arme
Negers, 2® druk; naar het Engelsch. nbsp;nbsp;nbsp;10»
3. nbsp;nbsp;nbsp;De Wever uit Welsh, 2® druk, naar het Engelsch. 07|»
4. nbsp;nbsp;nbsp;De kleine bewoner van het Auvergndsche gebergte; naar het Engelsch.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 »
5. nbsp;nbsp;nbsp;Arme Sara; of de Indiaansche Vrouw, 2® druk,
naar het Engelsch. nbsp;nbsp;nbsp;075:»
6. nbsp;nbsp;nbsp;De Jonge Hutbewoonster, 2« druk; naar hetnbsp;Engelsch.
7. nbsp;nbsp;nbsp;Buitengewone Opwekking, onder de kinderen
in Elberfeld; 2® druk. nbsp;nbsp;nbsp;05 »
8. nbsp;nbsp;nbsp;De lersche Boer, naar het Engelsch.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 »
9. nbsp;nbsp;nbsp;Elizabeth Cunningham; eene ware Geschiedenis
10. nbsp;nbsp;nbsp;Geschiedenis van John Robins, de Matroos. 10 »
11. nbsp;nbsp;nbsp;Uitbreiding van de Parabel der vijf wijze cn
vijf dwaze Maagden. nbsp;nbsp;nbsp;10 »
12. nbsp;nbsp;nbsp;Het leven van Kolonel Jacob Gardiner.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;17|*
13. nbsp;nbsp;nbsp;De Stroopers Dochter.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 »
14. nbsp;nbsp;nbsp;De Bode met goede tijding.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;15 o
15. nbsp;nbsp;nbsp;Jansje Allan.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;15 »
16. nbsp;nbsp;nbsp;Zonderlinge tusschenkomst der Voorzienigheid. 07 »
17. nbsp;nbsp;nbsp;Levensberigt van Amelia Gale.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 *
18. nbsp;nbsp;nbsp;Sara Hill, de leerling van de Zondagschool. 15 »
19. nbsp;nbsp;nbsp;De Geschiedenis van Mary Smith.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;12i»
20. nbsp;nbsp;nbsp;De Dorps-Predikaut.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 •
21. nbsp;nbsp;nbsp;De Waarheid en uitwerkselen van het Evangelie. 10 »