-ocr page 1-

HET EINDE

VAN DEN TIJD.

Het woord van den Propheet verzekert ons (Openb X vers 5,6,) dat er een dag zal komen, waarop een Engel de hand zal opheffennbsp;naar den Hemel, en zal zweren hg Dengenennbsp;die leeft in alle eeuwigheid ,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« dat er geen tgd

meer zgn zal.” Hoe verwgderd dit ontzettend tgdvak zijn moge, zoo komt echter dezelfdenbsp;taal dagelqks tot duizenden van ons geslacht,nbsp;zg hooren dezelve, en zg sterven. De dood,nbsp;als zwevende op de vleugelen eens Engels,nbsp;vliegt van huls tot huis, en verkondigt aan allen die er in wonen, aan ieder op zgne beurt:nbsp;lt;t er zal geen tgd voor u meer zgn; gg hebtnbsp;uwe loopbaan op aarde geëindigd, treedt nu

-ocr page 2-

I

eene eeuwigdurende wereld binnen!quot; Voor dat die boodschap nu tot ons komt, zal de vraagnbsp;zeer gepast zgn, of wg gereed zgn dezelve afnbsp;te wachten.

« Er zal geen tqd meer zgn ! Dit woord bevat het einde van onze aardsche voordeelen,nbsp;de grenspaal onzer genietingen. Voor het tegenwoordige zijn de begeerlijkheid van hetnbsp;vleesch, de begeerlgkheid der oogen en denbsp;trotschheid van het leven, de voorwerpen waaraan elk op zijne wijze zich overgeeft; maarnbsp;dan moet de gierigaard zgn goud verlaten; denbsp;hoogmoedige zal vernederd worden; de dronkaard zal zgn glas niet meer kunnen vullen,nbsp;noch de loszinnige zich verheffen op datgene ,nbsp;hetwelk hem tot schande had moeten verstrekken. Is het betamelijk dat menschen hun leven doorbrengen , verward in ondeugden die hunnbsp;vernederen, of zich bezig houden roet nietigenbsp;dingen, welke op het meest hun vermaak kunnen aanbrengen? Draag dan zorg mgne vrienden , u aan geene der genoegens van dit levennbsp;te verslaven, noch er uwe afgoden van te maken , om bq het einde u niet ontroostbaar ennbsp;ellendig te bevinden, dewql zg u niet kunnennbsp;volgen in de wereld der geesten. Het zgn dingen van den tgd, die in de eeuwigheid geenenbsp;plaats kunnen hebben. Het einde aller dingennbsp;is nabg, zqt daarom nuchleren en bedachtzaam.

-ocr page 3-

zqt gematigd in uwe aardsche genietingen, en bereid om dezelve allen te verlaten, als denbsp;Engel deze woorden uitspreken zal :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«er zal

geen tgd meer zqn.” Zgn vonnis vernietigt alle aardsebe vreugde, verstoort alle wsreldsche verwachtingen!

«Er zal geen tgd meer zgn — ” dan eindigt de tijd van zich te bekeeren. Wq worden innbsp;ouwetenheid geboren, en zijn van nature totnbsp;zondigen geneigd. Het beeld van God is verloren , — en het leven is de eenige tqd die onsnbsp;geschonken wordt om het te herkrijgen. Indiennbsp;wij onveranderd sterven, moeten wq verwachtennbsp;voor altoos ongelukkig te zqn. O! tot welkenbsp;gewigtige vragen leidt ons die gedachte; bennbsp;ik vernieuwd door den Heiligen Geest ? Welkenbsp;zqn de voorwerpen vao mijne blijdschap, ennbsp;van mijn verlangen? Is mqn hart de tempelnbsp;van God, of is bet de zetel der zonde? — Watnbsp;is de tqd niet kort, gedurende welke ik dezenbsp;vraagstukken moet oplossen !

« Er zal geen lijd meer zqn ! ” — Wg zullen dan geen middel meer hebben on» genade bijnbsp;God te vinden, en Zijne tegenwoordigheid tenbsp;hunnen genieten. Hier beneden leven Wij in eenennbsp;staat van ballingschap. Wq kunnen God nietnbsp;zien zoo als Hij is j nogtaus heeft Hq ons nietnbsp;geheet verlaten. Hq rigt Zqne tafel voor onsnbsp;toe in deze woestqn; Hg verkondigt zich aan

1 *

-ocr page 4-

ons, als vol zgnde van barmhartigheid, en gereed tot vergeving, Hij zegt ons : nbsp;nbsp;nbsp;« ziet nu is

het de welaangename tgd, ziet nu is het de dag van zaligheid.” De Propheten en Apostelennbsp;spreken nog tot ons, hoewel zij gestorven zqn.nbsp;Zig teekenen ons eenen Middelaar, die zichnbsp;zelve heeft opgeolïerd om ons vrig te maken ,nbsp;opdat wij in Hem geloovende , het leven zoudennbsp;hebben in Zijnen naam; Hij zend ons Zijne dienaars als afgezanten, om ons te bidden dat wgnbsp;ons met God zouden verzoenen , en om ons tenbsp;verzekeren dat Hq gereed is , ons met openenbsp;armen te ontvangen. Zullen wij hunne noodi-gingen versmaden, en daarmede onze minachting toonen voor hunnen Goddelijken Meester ?nbsp;Ach I dit zou het treurig bewijs zqn dat wqnbsp;zonder hoop op redding verloren waren; wantnbsp;het woord der vergiffenis, laat zich niet overnbsp;de grenzen dezer wereld hooren. Zoo lang wqnbsp;hier op aarde zqn, klopt de God van alle ontferming als het ware aan de deur onzer harten ,nbsp;opdat wq Hem in dezelve ontvangen zouden;nbsp;Hq noodigl ons om tot Hem weder te keeren,nbsp;en onze zonden te belqden, opdat Hq ons dienbsp;vergeve. Verhardt dan uwe harten niet, opdatnbsp;niet wanneer de Engel de hand zal uitstrekkennbsp;om het einde des tijds aan te kondigen, denbsp;Heer zelve in Zijnen toorn zou zweeren, dat gqnbsp;die de rust hadt verworpen, die Hq had aan-

-ocr page 5-

geboden, geen erfdeel hebben zult in Zgn. Koningrijk.

« Er zal geen tqd meer zijn ! ” Het is op dat tqdstip , dat het hart van den zondaar vau allenbsp;hoop moet afzien. Niemand is volkomen ongelukkig voor zqnen dood , in der daad zijn denbsp;slechtste menschen dikwqls de vrolijkste. Maarnbsp;dit zal niet altijd zoo zqn; hunne vreugde zalnbsp;in droefheid veranderd worden. Stelt u dennbsp;Regter voor, gezeten op Zijnen troon, u dagende voor Zijne regtbank , om te antwoordennbsp;op de volgende vragen :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Hoe hebt gij al den

tgd van uw leven op aarde gebruikt ? ¦ Gg hebt er doorgebragt, de een twintig, de ander veertig , de ander zeventig jaren; en gedurendenbsp;dien tijd heb Ik u duizend gelegenheden, ennbsp;duizend middelen van genade en zaligheid geschonken. Welk nut hebt gij er van getrokken?nbsp;Hoe vele zondagen hebt gg gehad ? Hoe velenbsp;leerredenen hebt gq gehoord ? Hoe vele oogen-blikken heb Ik u toegestaan voor het gebed ennbsp;de afzondering, om met God en met u zelvennbsp;te raadplegen? Hebt gij dien tgd wel besteed?nbsp;Hebt gq ernstig gebeden, hebt gq omgang metnbsp;God geoefend; hebt gq over u zelven en uwenbsp;verwachting nagedacht; of hebt gq liever dennbsp;tqd gedood, met u aan allerhande soort vannbsp;dwaasheden over te geven, en de eenige zaaknbsp;van gewigt te verwaarloozen ? ” Wat zal het zijn

-ocr page 6-

als uw geweten zidi schuldig zal verklaren ? Wie kent de bitterheid van deze doodsbenaauwd-heid, in welke de schuldige zal uitroepen ; « O,nbsp;ongelukkige die ik ben ! God heeft tot rag gesproken door eenen bloedverwant, door eenennbsp;vriend, door eenen leeraar, door de schriften ;nbsp;ik heb al dien raad veronachtzaamd , ik hebnbsp;lagne ziel verwoest! ” Verschrikkelgke toestand ! staan wg er een oogeublik bij stil, de-wgl er nog een straal van hoop is, bg denbsp;Goddelgke barmhartigheid.

«Er zal geen tijd meer zgni ” Hoe kostelgk is dan de tgd zoo lang hg voortduurt, vooralnbsp;voor diegenen, die niet bereid zijn. leder uurnbsp;dat gij beleeft, is een uitstel hetwelk een me-dedoogend God u verleent. Gaat dan heen ennbsp;vlugt tot uwen Opperheer, dien gg beieedigdnbsp;hebt. Zoekt Hem terwgl Hg te vinden is; roeptnbsp;Hem aan terwgl Hg nabg is. Gaat in den naamnbsp;van Jezus, pleit op. Zgne geregtigheid, opnbsp;Zgnen dood, op Zgne voorspraak, en zegt:nbsp;« Mgn God ontferm u over mg , die «en armenbsp;zondaar ben.”

« Er zal geen tgd meer zgn! ” — O! welk eene zonderlinge dwaasheid, welk eene onge-rgmde verbijstering beheerscht degenen, wieit hetnbsp;einde des levens schrik veroorzaakt zoo dik-wgls zi) er aan denken ; en die evenwel nietnbsp;weten waarmede zg humasu tgd zullen door-

-ocr page 7-

Lrengen; die nren en dagen laten verloren gaan! Zq gevoelen zich tot sterven onhereid tnbsp;en leven evenwel van jaar tot jaar, zonder ernbsp;zich meer toe voor te bereiden; zij verliezennbsp;den tijd der genade, de middelen en de gelegenheden tot behoudenis, op eene zinneloozenbsp;en schandelijke wijze , als hadden zij niets ernstigs te behartigen; zij leven als hadden zijnbsp;niets anders te doen, dan te eten, te drinken ,nbsp;te lagchen en zich te vermaken. Van den opgang der zon tot haren ondergang zijn zij bestendig bezig, met ijdele en beuzelacJitige dingen na te jagen, zij verdiepen zich in do ondeugd en de overdaad, terwijl het einde dernbsp;wereld voor hen met rassche schreden nadert.

Welk een aantal kinderen van Adam zgn er, die zich onophoudelijk over tijdsgebrek beklagen , en die wanneer hunne zaken hun eenen dagnbsp;van uitspanning toestaan, naauwelijks weten,nbsp;hoe zij dien ten einde zullen komen, of zelfsnbsp;één uur er van, nuttig zullen aanwenden! Kijkenbsp;lieden vooral, en die van booger rang, zijnnbsp;veel meer meester van hunnen tijd ; maar aannbsp;de wijze, waarmede zij er over beschikken,nbsp;ziet men duidelijk, dat zij niet weten waartoenbsp;dezelve eigenlijk dient, noch welk gebruik meunbsp;er van behoort te maken. Zij zoeken naarnbsp;middelen, om zich van die vervelende zaak tenbsp;ontslaan, die men Tim noemt, en dia dagelijks

-ocr page 8-

zoo zwaar op hunne schouders drukt. Wanneer zij somtijds pijn in het hoofd gevoelen, of hunnbsp;gelaat is betrokken, en ais de geneesheer, nanbsp;de pols gevoeld te hebben, hun sterk in denbsp;oogen ziet, of vooral wanneer hij het hoofdnbsp;schudt, en zijne vrees voor ernstige gevolgennbsp;te kennen geeft, hoe verrast hen dit. Welk eenenbsp;treurigheid overvalt hen plotseling bij de vreesnbsp;die zg gevoelen, dat de iqd voor hen zou kunnennbsp;eindigen, daar zij wel ontwaren , geheel nietnbsp;bereid te zijn voor de eeuwigheid. Maar wanneer de smart ophoudt, en zij de gezondheidnbsp;wederkrijgen , dan ziet men hen even zoo nalatig , als ooit te voren, in het wel gebruiken vannbsp;de weinige tijd die hun lot het leven overschiel.

O ! in welk eene beklageiijke onwetenheid leven de kinderen der menschen ! Zij worden hier op aarde geplaatst, om zich voor de eeuwigheid voor te bereiden, en zij weten hunnennbsp;tijd niet door te brengen ! Zij weten niet hoenbsp;zij aan het einde van dit leven komen zullen ,nbsp;zij kunnen niet spoedig genoeg het einde vannbsp;den dag bereiken ; hunne uren snellen ongevoelig voorbij, of zij begeven zich van de eenenbsp;plaats naar de andere zonder eenige beweegreden , zonder eenig doel. Zij vragen aan iedernbsp;die zij ontmoeten, wat zij moeten doen om dennbsp;tijd te dooden ; zij roepen telkens anderen hierin te hulp, om met hen te lagchen, te boer-

-ocr page 9-

ten, om zich met hen te vermaken, om hen te helpen , hen van zulk een zwaar pak te bevrg-

den ; maar spreekt men hen van het einde

des tgds , dan zgn zig zeer ontsteld , dat zij er zich zoo nabij bevinden. Welk eene dwaasheid,nbsp;welk eene buitensporigheid! Welk eene onstandvastigheid heerscht er in het hart en in hetnbsp;gedrag van zondige menschen. Het hart dernbsp;menschen is vol boosheid, de dwaasheid is innbsp;hunne harten, gedurende hun leven, en daarnanbsp;gaan zij tot de dooden heen! (Jez. IX vers 3.)

Mogten deze ongevoeligen toch eens opmerken, dat de tqd er niet mede spot; de uren, de dagen, de weken en jaren, beuzelen evenmin ; zij vliegen alle op de snelle vleugelen desnbsp;tgds, en dringen voorwaarts naar de eeuwigheid. Wanneer de menschen zich met beuze-lingen vermaken, als zg zich bg schaduwennbsp;ophouden , zoo staat de tijd toch niet stil: eensnbsp;zullen zg door eigene ondervinding, en metnbsp;bittere droefheid leeren , dat zg door misdadignbsp;hunnen tgd te verspillen, zich beroofd hebben van een bestendig, groot en eeuwig geluk.nbsp;De Heilige Apostel Petrus verzekert hun, datnbsp;ofschoon zij blijven in den slaap der zonde , ennbsp;inslapen tot het einde zonder te ontwaken ,nbsp;de verdoemenis die hun is aangezegd, echternbsp;niet achter blgft, en hun verderf niet sluimert.nbsp;(2 Petr. II vers 3.)

-ocr page 10-

10

Het ontzaggeI|ke oogenblik nadert hen met rassche schreden; het zal hun op eene verschrikkelijke wijze, de ware prijs de» tqdsnbsp;leeren ; zij zouden als dan wel al de schitterende vermaken , al de r^kdommen, al de grootheid dezer wereld willen geven, om een eenigenbsp;dag, zelfs een uur te kunnen koopen, ten einde zich te kunnen verootmoedigen , en tot Godnbsp;weder te keeren, en eenige hoop op zaligheidnbsp;te verkregen5 maar de tijd, het geluk, de hoop,nbsp;dat alles is verdwenen, en voor altoos buitennbsp;hun bereik.

«Er zal geen tgd meer zqn! ” Welk eene overvloeijeude bron van opmerkingen, voor eennbsp;nadenkend verstand! Zoo als ik. het afoeraeanbsp;van den dag beschouw, en de zon bp zgnennbsp;ondergang, zich in de schaduw verliest ; ztw»nbsp;ook nemen de dagen des levens af, de urennbsp;van den arbeid, en de oogenblikken der genade.nbsp;Ol konde ik mijne taak vervullen, en dezelvenbsp;naet eere eindigen, voor dat het licht zich verwijdert ! Konde ik met woeker uitzetten danbsp;schitterende uren van ontferming, voor dat denbsp;avondschaduw mij overvalt, en mijn tijd van tenbsp;arbeiden voorbij mogt zijn !

Wanneer ik de maan des nachts langs het uitspansel zie voorttrekken, meet ook deze planeet de loop mijns levens af, en geleid het getal mgner dagen naar derzelver einde. Mogt ik

-ocr page 11-

n

bereid zijn, afscheid van de zon en de maan te nemen, vaarwel te zeggen aan deze zigtba-re hemelen, en aan alle hare blinkende ligcha-men ! Zg dienen slechts allen, om mgneu tgdnbsp;te meten, en het oogenblik Ie verhaasten,nbsp;waarop ik in de eeuwigheid moet overgaan.nbsp;Wanneer ik in eenen hof wandel, en ik mg op-houde om de langzame beweging vkn de schaduw op eenen zonnew'gzer op te merken, zoonbsp;zie ik dat, hoezeer zij de Ignen die de urennbsp;aanwgzen, overtrekt in eene onmerkbare voortgang , zij echter weldra de laatste lijn van dennbsp;dag zal overschreden hebhen; — zoo ook bewegen zich mgne uren en oogenblikken langzaamnbsp;en in stilte voorwaarts, maar zg komen zekernbsp;aan hunnen iaatsten grenspaal, hoe oplettendnbsp;ik ook beu op hunnen tred, en hoe onachtzaam ook ten opzigte van het gebruik desnbsp;tijds , of van deszelfs einde.

Begint er een nieuw jaar, dan herinneren mij de eerste stralen van den dageraad die mg be-schgnt, dat er weder een jaar geëindigd is, ennbsp;dat het over mgn hoofd is getrokken, om plaatsnbsp;te maken voor hetgene nu komt. Ik heb eennbsp;jaar minder te reizen in deze wereld, en mgnenbsp;onderscheidene verpligtingen in hoedanigheid vannbsp;reiziger te vervullen. Mogt ik dan mijne werkzaamheid verdubbelen, naar mate het getal ja-ren, die mg zgu toegeslaan, verminderd is, Den

-ocr page 12-

12

almanak doorloopende, vind ik er eene nieuwe geboortedag in, de. dag waarop ik dil too-neel \an sterfelqkheid ban opgetreden 5 dat iknbsp;geboren ben in deze wereld van zonde, zwakheden en verdrietelqkbeden , ten einde er voorbereid te worden, voor eenen beteren staat ?nbsp;Geloofd zij de Heer ! Hoeveel intusschen hebnbsp;ik reeds van dit sterfelqke leven doorgebragt,nbsp;van dezen tgd mqner beproeving, en hoe weinignbsp;ben ik bereid voor eene gelukkigere wereld!nbsp;Hoe weinig ben ik bereid voor het oogenbliknbsp;van mijnen dood! Ik ga ieder uur voorwaartsnbsp;naar het einde van dat leven, hetwelk metnbsp;mijne geboorte begonnen is. Ben ik reeds uitnbsp;God geboren ? Heb ik het geestelqk leven vannbsp;een’ waar’ Christen begonnen ? Ben ik bereidnbsp;voor die ontzaggelijke dag , welke een perknbsp;moet stellen aan het getal mijner maanden opnbsp;aarde ? Ben ik in slaat om over te gaan in denbsp;wereld der geesten, en er door de naauwenbsp;poort des doods binnen te treden ? Ben ik doornbsp;de genade Gods vernieuwd, in al de vermogensnbsp;mijner natuur, en alzoo bekwaam om over te gaannbsp;in de onzigtbare wereld, waar geene opvolgingnbsp;van dagen en jaren zijn zal, maar waar denbsp;tusschenruirate vervuld zal zijn, of door eennbsp;eeuwige dag van Goddelijke blijdschap, of doornbsp;eene altoosdurende nacht van straf en pijniging ?

Als ik een vriend den geest zie geven, of als

-ocr page 13-

13

ik het Igk 'van mqnen buurman ten grave tie dragen , dan denk ik , helaas ! hunne maanden ,nbsp;hunne dagen, hunne minuten zgn alle voorbg ,nbsp;en de tgd hunner voorbereiding is voor altqdnbsp;geëindigd; zq zijn in hunne eeuwige woningnbsp;ingegaan ^ en de toestand hunner zielen is on—nbsp;herroepelqk bepaald! De Engel die gezworennbsp;heeft,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« dat er geen tqd voor hun zijn zal

heeft een einde gemaakt aan hunne hoop of aan hunne vrees , en door een regtvaardig vonnis , is hunne ellende of hun geluk beslist voornbsp;eene eeuwigheid ! O! mqne ziel , maak tochnbsp;gebruik van zulk eene waarschuwing, en gedenknbsp;met ernst aan uwe laatste woonplaats.

Zgn wq op het kerkhof tegenwoordig, wanneer men onze vrienden de laatste eere bewijst, welk een aantal herinneringen aan den doodnbsp;zien wq dan rondom ons! Wat betcekenen denbsp;grafschrilten! Zqn het niet de registers vannbsp;de bewoners van den omstreek! Zg onderrig-ten ons aangaande de voornaamste gebeurtenissen van hun leven, en zij wgzen den dag aan,nbsp;waarop aan ieder hunner gezegd is : «Er zalnbsp;geen tqd meer voor u zqn,” O ! mogl ik dezenbsp;gewigtige les onthouden, dat mgne beurt ooknbsp;spoedig komen, kan. In weinig tgds zal er boven

inq

opgerigt;

ook een kleine heuvel worden

hq zal dit vleesch en deze beenderen bedekken , welke thans raqne persoon uitmaken; Hq

-ocr page 14-

14

zal ze in de donkerheid beware», voor het oog der zon verborgen en buiten het oog der men-scbeu, tot dat de Hemelen zullen z^n voorbqnbsp;gegaan.

Weliigt zal een mijner vrienden die mij overleeft, mijnen naam met het getal mijner dagen, doen plaatsen op een’ eenvoudige steen , als eennbsp;nieuw gedenkteeken der vergankelijkheid onzernbsp;natuur, en van het einde des tijds; mogelijknbsp;zal een vriend, van tijd tot tijd, mijne rustplaatsnbsp;komen bezoeken, en eene traan van liefde opnbsp;mijne koude grafplaats storten. Mogelijk zal denbsp;een of ander mijner oude bekenden zich derwaarts begeven, om stilzwijgende onderwijsnbsp;over den dood op te zamelen , en misschien metnbsp;den vinger op mijne zerk, da maand en dennbsp;dag van mijn overlijden aanwijzeu, O! die doorluchtige en ontzaggelijke dag, die een eindenbsp;beeft gemaakt aan mijne vreemdelingschap opnbsp;de aarde , erx aan al de werken mijner handen !

Gedenk, o, mijne ziel! dal als op de plaats van mijn graf vrienden en vreemdelingen, denbsp;tijd zullen lezen van uw vertrek van deze wereld, gij alsdan door eeue zekere en onherroepelijke uitspraak voor altijd geplaatst zult zijn,nbsp;in een onbekend verblijf van geluk of van ellende , de beloofde vergelding genietende voor dennbsp;wel doorgebragten tijd of zonder einde smartennbsp;lijdende, voor het misbruik van denzelven.

-ocr page 15-

15

« Er zal gfeeu tijd meer zijn.” ~ Welk eene besiralEng wordt hierdoor tot ons gebragt! Denbsp;gewigligste zaken, de heilige pligten \an denbsp;Godsdienst zijn uitgesteld j terwijl wij ondernbsp;voorwendsel, dat er tijd genoeg zoude zijn,nbsp;ons overladen hebben met nuttelooze dingen,nbsp;die geen voordeel aanbrengen. Welk eene nuttige oefening zoude het zijn, ons dikwijls voornbsp;te stellen, dat wij aan het einde van onzen tijdnbsp;zijn gekomen; ons te verbeelden de klank vannbsp;de stem des Engels te boeren; of dat wij voornbsp;den reglbank van Christus staan, en dan aannbsp;onze zielen strenge rekenscltap vragen van denbsp;wijze waarop wij onzen tijd tot hiertoe hebbennbsp;doorgebragt. Ik ga te dezen opzigte in eeniganbsp;bijzonderheden treden, want zelden kunnen al-gemeene waarheden het geweten overtuigen , ofnbsp;het harte treffen.

I. Hebt gij niet meerder tijd met slapen doorgebragt dan noodig was; hebt gij niet te veel tijd besteed aan onnutte dingen die van weinignbsp;waarde waren ? Hoe vele menschen ziet men,nbsp;die des morgens als zij eeniga uren vrij hebben,nbsp;dezelve in hun bed doorbrengen, en hun tijdnbsp;verliezen met nog wat te slapen en nog watnbsp;te sluimeren. Met eenig ijdel gesprek, het ontbijt , hel aankleeden, wordt door velen de morgen doorgebragt, zonder aan God le denken.nbsp;Hoe vele namiddagen, hoe vele avonden gaan «r

-ocr page 16-

16

/

verloren in soortgelijke werkeloosheden, en de dag eindigt «onder dat een half uur nuttig isnbsp;besteed, van het aanbreken van den dag af,nbsp;tot aan het oogenblik van het ter ruste gaan.nbsp;De tijd is voorbij; — en gelijk deze menschennbsp;niet wisten welk gebruik 'zij van hunnen tijdnbsp;zouden maken toen zij tegenwoordig was, zoonbsp;zouden zij ook niet kunnen zeggen wat zij ernbsp;in gedaan hebben ; zij houden er geene rekening van, en zijn nimmer gereed, er het gebruik van aan te wijzen. Maar de groote Begier van alles zal die te vreden zijn met zulknbsp;een ontkennend antwoord, als Hij hun ernstignbsp;zal afvragen , hoe zij den tijd besteed hebben ,nbsp;die Hij voor het gevvigtigste einde hun hadnbsp;verleend ?

II. Hebt gij niet veel te veel tijd voor uwe verlustigingen en voor uwe vermaken afgezonderd ? De uitspanningen zijn niet verboden, zijnbsp;zijn veeleer noodzakelijk en geschikt om dennbsp;geest f als die vermoeid is van den arbeid, tenbsp;herstellen , en daardoor bekwaam gemaakt tenbsp;worden , dezelve weder te hervatten ; maar hebtnbsp;gij de juiste maat niet overschreden en niet Somtijds een gedeelte van diezelfde tijd er aan besteed , die had behooren gebruikt te worden,nbsp;tot dingen van eene veel hoogere aangelegen-Iteid, met u voor den dood en de eeuwigheidnbsp;voor te bereiden?

-ocr page 17-

17

in. Hebt gg niet te veel tgd verloren met het bg^onen, van hetgeen gg goede gezelschappennbsp;»oemt, met het bezoeken van openbare plaatsen ? Hebt gij niet somtgds of op gezette tijden,nbsp;n naar de herberg begeven, hebt gg er nietnbsp;nu en dan geheele avonden doorgebragt, zelfsnbsp;voor dat uwe zaken het toelieten, voor dat uwnbsp;dagwerk geëindigd was? En wanneer uw Bg-bel en uw geheim vertrek, of de godsdienstig.,nbsp;heid van uw gezin, somtgds tot uw gewetennbsp;spreken, hebt gg u dan wel niet doof gehouden voor dit alles ?

IV. Hebt gg geene nuttelooze en onbetamelgke bezoeken afgelegd, waar het gesprek over lagenbsp;en zedeiooze onderwerpen liep , en waar het unbsp;en uwe vrienden aan stof ontbrak, om hetnbsp;ledige aan te vullen; ondertusschen moet denbsp;bgeenkomst voortgezet worden, en de tgdnbsp;verloren gaan. Somtgds is de wind, de regen,nbsp;het mooge weder, of (hetgeen veel erger is,)nbsp;zgn er opmerkingen vol laster en spot ternbsp;uwer huipe gekomen, om eene lange stilzwg-genheid af te breken, maar geen enkel woordnbsp;van God of van Zgne Voorzienigheid, kondenbsp;plaats vinden, noch het uur van verveling doennbsp;voorbggaan. Gelooft gij dat er geen rekenschapnbsp;Van dien tgd zal moeten gegeven worden; ennbsp;'Ie opperste Ilegter u een gunstig oor zal leenen,nbsp;quot;Js gq Hem zeggen zult:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« wg hebben ons

-ocr page 18-

18

aan die beuzelpraatjes, en aan deze schandelijke vertelsels overgegeven , dewql wij niet wisten waarover wij te spreken hadden , noch waarmede wg den Igd zouden hebben kunnen doorbrengen.

V. nbsp;nbsp;nbsp;Hebt gij u niet dikwerf en zelfs aanhoudend, aan achteloosheid schuldig gemaakt, ofnbsp;aan verzuim van uwe zaken in het burgerlijkenbsp;leven, of van de heilige pligten van de Godsdienst, terwgl gij u met onnutte dingen bezignbsp;hield, onder het voorwendsel: a er is nog tgdnbsp;genoeg ? ”

VI. nbsp;nbsp;nbsp;Hebt gij deze gewigtige en duurzame les

der voorzigtigheid geleerd : nbsp;nbsp;nbsp;« stel niet tot mor

gen uit, wal gij heden doen kunt : verschuif niet een uur, wat gij op het oogenblik volbrengen kunt ? Hebt gg niet dikwijls uwe eigene dwaasheid ondervonden, als gij de pligtnbsp;Van het oogenblik had verzuimd ? Salomo zegtnbsp;ons: (Pred. III vers 17).nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Er is een tijd voor

al de voornemens der menschen, en voor alle hunne daden; een tgd geschikt voor ieder werk hun aanbevolen. De wijze mensch geeftnbsp;daar acht op , en draagt zorg, om alles op dennbsp;regten tgd te doen ; want als men het geschikte oogenblik laat voorbg gaan, vindt men zichnbsp;dikwgls geheel in zijne bedoelingen te leur gesteld. Men ondergaat groote verliezen, cn kannbsp;die niet herstellen, omdat zich nimmer weder

-ocr page 19-

Iff

fiene gunstige gelegenheid heeft opgedaan. Felix , Paulus hoerende spreken over het geloof in Christus, de regtvaardigheid en het toekomende oordeel, stelde de bgeenkoinst uit tot eennbsp;geschikter tgd, die waarschijnlijk nooit gekomen is. (Hand. XXIV vers 3.5). Ook leert hetnbsp;Woord van God ons, dat wanneer wg ons geluk veronachtzamen, in het tegenwoordige oogen-blik dat de genade ons vergund, de Engelnbsp;gereed is om te zweren :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« dat er geen tgd

meer zgn zal.”

Hoe veel tgd kunt gg nog voor u hebben, om tot uw nut te gebruiken ? Dit is God alleennbsp;bekend j het overige van uwe dagen is in Zgnenbsp;hand, en iederen avond is het getal er mindernbsp;van. Dat dan de opgaande zon u niet te ver-wgten hebbe, dat gij voortgaat in uwe nalatigheid. Herinnert u hoe vele uren, maanden ennbsp;jaren gg tot heden misbruikt hebt, door u aannbsp;de dwaasheid en zonde, of ten minste aan denbsp;gdelheid en loszinnigheid over te geven. Mogtnbsp;deze opmerkzaamheid op uw vorig gedrag zichnbsp;diep in uw hart vestigen , ora u voortaan al-tgd waakzaam te gedragen, en voor het vervolgnbsp;meer aan uwen pligt getrouw te zijn. Daar gijnbsp;tot heden toe zoo traag zgt geweest in uwenbsp;Christelijke loopbaan, verdubbel daarom eikennbsp;dag uwe schreden, en breng al de vermogensnbsp;uwer ziel in werking, om u te beijveren dat

-ocr page 20-

20

gij de kroon en de prijs uwer roeping moogt behalen. Hoort naar de stem van God in denbsp;heilige schriften met meer oplettenheid, en vuriger begeerte om er winst mede te doen, bidnbsp;roet dubbelen gver tot God, zoo Vol van langmoedigheid; herhaal uwe smeekingen, en rustnbsp;niet vooi* dat uwe zondige ziel veranderd ennbsp;vernieuwd is , en gebragt is tot ootmoed ennbsp;boetvaardigheid , en geleid op den weg des ge-iuks; tot dat gij ecnige kenbare proeve hebt,nbsp;van uwe opregte liefde voor God, en van uwnbsp;hartelijk geloof in Zijnen Zoon Jezus Christus.nbsp;JBeijver u aanhoudend, dat gij eene welgegrondenbsp;hoop verkrijgen moogt, dat God uw Vriend,nbsp;en ook voor u een vergevend Vader is, opdatnbsp;wanneer de jarcn en maanden niet meer zijnnbsp;zullen, gij moogt ingaan in de gewesten vannbsp;eeuwig licht, van rust en vrede, die nimmernbsp;eindigen zullen.

De tijd zal eindigen! Laat ons God danken dat zij niet reeds geëindigd is! Bewonderen wqnbsp;Zijn mededongen , dat ons zoo lang heeft gewaarschuwd. lederen aanval van ziekte kondigtnbsp;ons aan, dat ons leven naar het einde loopt;nbsp;ieder sterfgeval van onze vrienden en hekendennbsp;is eene aandoenlijke en treurige vermaning , datnbsp;de dood ons ook nabij is. Het einde van iederenbsp;week, elke zondag die terugkomt, is voor onsnbsp;eene aankondiging; iedere leerrede die wij hooien,

-ocr page 21-

21

over de kortheid des iqds en de onzekerheid van het leven, is eene pieuwe herinnering, dat innbsp;weinig tgds de Engel het woord zal uitspreken ,nbsp;dat onze tgd geëindigd is. Hoe weinig zullen wqnbsp;te verontschuldigen zqn, indieu W5 hst oor -voornbsp;alle deze onderrigtingen sluiten.

Helaas ! hoe lang heeft Jezus in Zgne ontferming, door Zgn Evangelie tot u gesproken, voor dat gg begonnen zqt te denken aan hetgene, datnbsp;tot uwen eeuwigen vrede dient; en zoo gg thansnbsp;ernstig ontwaakt zijt, hoe veel geduld heeft hgnbsp;U niet betoond in het herhalen Zgner vermaningen, en in de bgzondere hewgzen Zgner Voorzienigheid, met u te bezoeken zoo door barmhartigheden als door teleurstellingen, met u de beloften en de noodigingen Zijner genade te schenkennbsp;of met bedreigingen en schrik ii te ontrusten,nbsp;door u te begunstigen , met de invloeden en denbsp;raadgevingen van Zgnen geest, alvorens gq uwnbsp;gevaar hebt beginnen in te zien ; — en hebt ggnbsp;na dat alles opregtelgk berouw gehad over uwenbsp;zonden ; hebt gg de aanbieding Zgner genade welnbsp;dankbaar aangenomen ? O ! geef u toch geheelnbsp;over aan den Heer, en omhels Zgne vergiffenis.nbsp;a Het is nu de wel aangename tgd , het is nu denbsp;dag van zaligheid; beden dan zoo gg Zgne stemnbsp;wilt hooren, verhard uwe harten niet.quot;

Het is nooit gezegd, dat morgen de dag van genade zgn zoude , dat morgen de dag was van

-ocr page 22-

22

aanneming bq God, het is alleen in het tegengt; woordige uur, dat u dezelve wordt aangeboden,nbsp;lederen dag, ieder uur is eene vergunning, waarvan de zondaars het gewigt niet kennen. Is hetnbsp;niet zeer groot, o zinnelooze menschen ! datnbsp;gij dezen morgen niet in het verderf ontwaaktnbsp;zgt, geplaatst zonder hoop op wederkeenng, innbsp;eene plaats van duisternis, buiten het bereik dernbsp;genade, en verstoken van alle hoop op vergeving? De tgd zal eindigen! Gelukkig dan degenen welke op die gebeurtenis wachten, omdat zqnbsp;er voor bereid zijn. Zg behoeven niet te vree-zen voor het vonnis, noch voor den eed vannbsp;den sterken Engel, als Hij de hand naar dennbsp;Hemel zal opheffen en met eene sterke stem zalnbsp;zweren: «er zal geen tqd meer zijn.” O! gelukkig de stervelingen, die de tgd des levensnbsp;en de dag der genade zoo nuttig hebben door-gebragt, dat het beeld Gods aanvankelijk in hunne zielen werd hersteld j en zg de onfeilbare verzekering van de gunst van God ontvingen, doornbsp;de verdiensten van Christus ! Zij hebben hunnenbsp;dwaasheden ingezien, en zich over dezelve geschaamd in het land der hoop ; doordrongen vannbsp;levendige smart, hebben zg hunne zonden beweend, voor dat de tgd van berouw voorbgnbsp;was, en zgn vernieuwde schepselen geworden ;nbsp;hunne lippen, en hun gedrag hebben de hemel-sche verandering kenbaar gemaakt; zg zgn vol-

-ocr page 23-

23

komen bereid voor den dood, en beantwoorden aan het oogmerk, waartoe de tgd en het levennbsp;hun geschonken zijn. Gelukkige zielen, voorwaar ! die de waarde des tqds zoo wel gekendnbsp;hebben, dat zij dezelve niet voorbg lieten gaannbsp;met beuzelingen, maar die schatten vergaderden,nbsp;kostbaarder dan die van het tegenwoordige leven,nbsp;de rqkdommen van het verbond der genade, ennbsp;de hoop van een eeuwig erfdeel in het Koningrijknbsp;der heerlgkheid. Welgelukzalige zielen inderdaad; — hun geluk begint, waar hun sterfelgknbsp;leven eindigt.

Onderzoeken wg nog kortelijk waarin hetzelve voornamelgk bestaat*

De tijd van duisternis en moegelijkheden is geëindigd. Gg zult dan niet meer afdwalen in misslagen en verkeerdheden , gg zult dan allesnbsp;big het Goddelgke licht beschouwen, en Hem ziennbsp;van aangezigt tot aangezigt, Hem die de oor-spronkelgke schoonheid en de eeuwige waarheid is. Gg zult Hem zien zonder sluger, zonder schaduwen , zonder de hulp van den spiegelnbsp;Zgns woords en van Zijne inzettingen, door welke wij slechts flaauwc trekken van Zgne natuur,nbsp;van Zgne wijsheid, van Zgne raagt en van Zgnenbsp;goedheid aanschouwen konden.

Gij zult Hem zien in zich zelve, en in Zgnen Zoon , Jezus Christus, die het schitterendste ennbsp;het volmaaktste beeld des Vaders is; gij zult Hem

-ocr page 24-

24

kennen zoo als Hij u kent. £r is geen tijd meer voor de verzoeMng en het ge*gt;aa'. Nadat mennbsp;eens de grenzen van deze zigtbare wereld is overgetrokken , en vaarwel beeft gezegd aan alle denbsp;betooverende voorwerpen van het vleesch en dernbsp;zinnen, hebt gij geen gevaar voor uw geluk tenbsp;vreezen, gij zult geen twijfel, geene onrust, gee-ne vrees meer kennen voor het verlies van uwnbsp;deel in de liefde des Vaders, en in die van Zijnen welbeminden Zoon.

Er zal geen tijd noch plaats meer voor de zo/i-de zijn, zij zal in u niet meer wonen, het verdrag hetwelk zij met uw sterfelijk ligchaam had aangegaan moet eindigen, wanneer dit zelfde ligchaam tot stof zal zijn wedergekeerd, gij zultnbsp;voortaan nimmer in uw hart of in uw gedrag,nbsp;noch zijnen scherpen prikkel, noch zijnen boos-aardigen invloed gevoelen.

Er zal geen tijd meer zijn voor de aanvallen van uwe geestelijke tegenpartijders, gij zult geennbsp;strijd meer tusschen het vleesch en den geestnbsp;ontwaren, gij zult geen strijd meer te voerennbsp;hebben tegen de wereld en den duivel, dienbsp;beide op duizende verschillende wijze gezochtnbsp;hebben u te bedriegen, en u te berooven vannbsp;uwe hemelsche verwachting. De oorlog is geëindigd, uwe overwinning is volkomen, gij zijtnbsp;geworden :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« meer dan overwinnaars,quot; door Hem

die u heeft lief gehad.

-ocr page 25-

25

De lijd van uwe afwezigheid en van uwe verwijdering van God is voorbij; de tijd van koelheid en onverschilligheid is niet- meer, het verschrikkelijke gevaar van op nieuw te vallen, komt nimmer weder. Gij zult worden als pilarennbsp;in den tempel Gods, en gij zult daar niet uitgaan. Hij zal u als zich zelve beminnen, ennbsp;de vlam uwer liefde ontsteken, en tot dien graadnbsp;van warmte voeren, die slechts gekend wordtnbsp;door de Engelen, en door de gevolmaakte regt-vaardigen. De tijd waarin gij verdragen moestnbsp;in het gezelschap van zondaren, is voor u voorbij. Uwe ziel, die tot rust gekomen is, zal nietnbsp;meer ontrust worden, of gekweld door de vervelende gesprekken der zondaren, gij zult nietnbsp;meer gehinderd worden in uwe heilige en hemel-scbe oefeningen , door een der vijanden van Godnbsp;en Zijne genade. De tijd van uwe moeite ennbsp;van uw Igden zal nimmer wederkomen. — Gelukkig degenen, die in den Heer sterven, want zgnbsp;rusten van hunnen arbeid, van hunne moeite ennbsp;van hunne afmatting, er zal geen verdriet nochnbsp;weenen plaats hebben. De bronnen van de smartnbsp;zijn voor altijd opgedroogd , en er zal geenenbsp;moeite meer zijn, noch in het vleesch, noch innbsp;den geest. God zal alle tranen van hunne oogennbsp;afwisschen, en de dood zelve zal niet meer zijn.nbsp;Alles is geëindigd, heeft onze Goddelijke Zaligmaker aan het kruis gezegd, alles is geëindigd!

-ocr page 26-

26

lt;9n

Mogt ieder van degenen die Hera volgen, bij het uur des doods, en bij het einde des tijds zeggen: mijne zonden, mijne dwaasheden, mijnenbsp;ellende en mijn lijden , alles is voor altijd geëindigd; de sterke Engel zweert, «dat er geen tijdnbsp;voor alle die kwaden zijn zal, zij zijn verdwenennbsp;om nooit weder te komen!” O! gelukkige zielen, die de wijsheid hebt gehad, om het kortenbsp;en onzekere getal van uwe dagen op aarde zoodanig te berekenen, dat gij u ter goeder uur verrijkt hebt met schatten voor den Hemel! Uw geluk is hoven alles wat men zich hier benedennbsp;kan voorstellen en uitdrukken! — De dagen, denbsp;maanden , de jaren, en alle de kleine verdeelin-gen van een tijd van zorgen, zullen verslondennbsp;worden in de langdurigheid van een hoogstge-lukkige eeuwigheid. Bij den vloed des tijds, dienbsp;langs de oevers van dit sterfelijke leven vloeit,nbsp;zgt gq bewaard gebleven voor zoo vele gevaarlijke klippen, en ondersteund in de beproeving,nbsp;de vrees en het verdriet; zij zal u overbrengennbsp;in den oceaan van genoegens, die geen eindennbsp;zullen hebben. Dit geluk zal nooit eindigen innbsp;eene wereld, waar de voortduring geene grenzen heeft, de tijd met alles wat zij bevat,nbsp;verliest zich in den wijden afgrond der eeuwigheid.