KORT EN HEILZAAM

B E RI G T,

aan allen, die begeerte hebben om

zalig te worden.

?i/TCV* C-i

Waarde Lezer!

, arme menschen, verloren en blind.

zouden uil ons zelve geenen weg tot zaligheid kunnen wedervinden, zonder de hulp des Heiligen Bijbels, die ons te dien opzigte onderwijst,nbsp;waardoor de gave, die God ons in Zqn Woordnbsp;schenkt, veel kostbaarder is, dan al de rijkdommen der wereld; ook, indien wij van stap totnbsp;stap willen vorderen op den weg der zaligheid,nbsp;welken Hg alleen ons aanwqst, zonder ons vannbsp;denzelven af te brengen, omdat elk andere onsnbsp;den waren weg zoude doen missen, die tot helnbsp;geluk voert.

Het Woord van God vestigt onze aandacht op een voornaam Voorwerp: want het handelt overnbsp;onze zaligheid. En dit voorwerp is onze Godde-Igke Zaligmaker, de Heer Jezus Christus. Vannbsp;Hem heeft Mozes geschreven, naar hetgeen denbsp;Zaligmaker zelf getuigt. Hg is het, die door denbsp;wetten en offeranden van het Oude Verbondnbsp;is afgebeeld. Het Oude Verbond is door Jezusnbsp;vervuld. De Psalmen maken er melding van,nbsp;de Profeten voorzeggen van Hem, en het Nieuwenbsp;Verbond Spreekt zoo uitvoeriglijk van alles, watnbsp;Jezus betreft, dat men blind moet zgn, om niei

op te merken, dat de Persoon des Zaligmakers het voornaamste voorwerp is, op hetwelk denbsp;Schrift onze aandacht bepalen wil.

De menschen hebben zich van (lod afgekeerd, en in den staat van bedorvenheid, waarin zijnbsp;zich van nature bevinden, konden zg Hem nietnbsp;welgevallig zqn. Zij zijn allen zondaars, zondernbsp;uitzondering van iemand, volgens hetgeen denbsp;Heilige Paulus er ons van zegt. Daarenboven,nbsp;« Het gedichtsel van ’s menschen hart is tennbsp;allen dage boos. Er is niemand, die goed doet gt;nbsp;zelfs niet tot één toe. ” Eu God is Heilig; k denbsp;zondaar kan voor Hem niet bestaan;” te meer,nbsp;daar Hij de Regtvaardigheid zelve is; Hij kan betnbsp;kwaad niet ongestraft laten. AIzoo bevindt zichnbsp;de bedorven niensch in eenen zeer beklagens-waardigen toestand; zijn oordeel weet het warenbsp;van het valsclie niet te onderscheiden, en tennbsp;aanzien van geestelijke zaken, is hg geheel blind,nbsp;zgn hart is bedorven, want « uit hetzelve komen voort doodslagen, echtbreuken, dieverijen,nbsp;ontuchtigheden. Godslasteringen, valsche getuigenissen, enz, ” Het vergift der zonde beeftnbsp;zijn ligchaam ook zoodanig bevlekt, dat «in zijnnbsp;vleesch geen goed woont” Hij is onderworpennbsp;aan den dood, door de zonde. In één woord:nbsp;door den val van Adam, is de raenschelgke natuur bedorven, ook ten aanzien van zijne geestvermogens en der bewegingen van zgnen wil.

Dit bederf deelt zich van mensch tot menscli

mede. Men bemerkt het zelfs bij jonge kinderen , die nog niet vatbaar zgn voor navolging. Ook, als men op zich zelven acht geeft, zalnbsp;men meer natuurlqke geneigdheid tot het kwaadnbsp;dan tot het goed ontdekken; de eene heeft eenenbsp;heerschende neiging tot deze of gene zonde , alsnbsp;gierigheid, wellust, ijdelheid; enz; en in eenigenbsp;andere zelfs vereenigen zich alle deze zonden.nbsp;Verre van in God zijnen Oppersten Weldoenernbsp;te vinden, verwgderd men zich van Hem, uitnbsp;onkunde aan Hem. Hem niet kennende, kannbsp;men Hem ook niet beminnen, noch op Hem zqnnbsp;vertrouwen stellen; men vreest den dood, nietnbsp;wetende, wat men te wachten heeft. Het geweten doet verwqlitigen, de liefde tot den naastennbsp;bevind zich niet in het hart; en om in waarheidnbsp;te spreken, men weet in den grond niet, watnbsp;men gelooven of verwerpen moet. Zoodanig isnbsp;de treurige en ongelukkige toestand, waarin zichnbsp;het menschelqke geslacht bevindt!

Maar, zie hier een onderwerp van zeer groote vreugde! Zie hier een zeer belangrijk nieuws voornbsp;het ongelukkige menschelqke geslacht! Er isnbsp;een Verlosser, die ons kan en zeker wil reddennbsp;van het gevaar, waarin wg ons bevinden. « Hgnbsp;kan volkomen zalig maken alle de genen, dienbsp;door Hem tot God gaan.” Zgne vreugde is, onsnbsp;zalig te maken, want Hg zegt: o Die tot mijnbsp;komt, zal ik geenszins uitwerpen.” Jezus ontvangt de boetvaardige zondaars.

Dit is het weldadige getuigenis, dat God den menschen in Zgn Woord geeft, ter oorzake vannbsp;Zqnen geliefden Zoon, door hen te verzekeren,nbsp;dat diegene, die door Hem zalig wil worden,nbsp;door zgne toevlugt tot Hem te nemen, in waarheid de vervulling van Zgne belofte zal ondervinden, en zalig en Levrqd zal worden van hetnbsp;kwade, dat hem doet zuchten. Deze goede tg-ding van het geluk wordt het Evangelie genoemd.nbsp;Het is onze taak niet, om met onze beperktenbsp;kennis de geheimen van dit Evangelie te willennbsp;doorgronden, maar, hetzelve omhelzende nietnbsp;een opregt geloof, zuUeu wg de krachtigenbsp;waarheden , die hetzelve bevat, ondervinden,nbsp;dat « het eene kracht is tot zaligheid voor allen,nbsp;die gelooven. ” Een zieke kan zich met eennbsp;gelukkig gevolg van een geneesmiddel tot zgnenbsp;genezing bedienen, zonder dat het noodig is,nbsp;dat hg voor die uitwerking, wete te beschrg-ven, waaruit het zaraengesteld is, en op welknbsp;eene wgze het zgne kwaal verdrgft. Het isnbsp;hem genoeg, dat het zgne genezing bewerktnbsp;heeft.

Het Evangelie leert ons : « Dat Jezus Christus de waarachtige God en het eeuwige leven is;nbsp;God boven alles te prgzen in alle eeuwigheid,nbsp;on door welken alle dingen, in den Hemel ennbsp;op aarde, geschapen zgn; die de aarde gegrond en de hemelen uitgebreid heeft, Hg isnbsp;vleesch geworden, en heeft de menschelgke gedaante aangenomen, door zich met vleesch te

bekleeden, die ontvangen is van den Heiligen Geest, in den schoot van de maagd Maria. ” Dit is geschied, voor omtrent i83i jaren, en,nbsp;Gode zij dank! wg kunnen met zekerheid zeggen*. wij weten, dat dit waarlgk gebeurd is. Denbsp;Schepper aller dingen heeft zich met de mensche-Igke natuur bekleed. Hg was gelijk andere men-schen, zamengesteld uit ligchaam en ziel; maarnbsp;daarin was Hg van hen onderscheiden, dat Hgnbsp;volmaakt heilig was, en dat men Hem nooitnbsp;van eenige zoude heeft kunnen overtuigen. Hijnbsp;leefde gedurende dertig en eenige jaren 5 Hijnbsp;bragt Zgne eerste levensjaren door, zonder zichnbsp;aan de wereld bekend te maken, maar verscheen Zgne laatste levensjaren in het openbaar,nbsp;het'Joodsche Land doorgaande, predikende hetnbsp;Evangelie, wonderen doende en genezende. Hgnbsp;werd onmenschelgk gevangen door Zijne vgan-den, van wie Hg de onwaardigste behandelingnbsp;onderging; men bragt Hem voor het gerigt,nbsp;waar Hg onregtvaardig beschuldigd werd; mennbsp;leide Hem door de straten van Jeruzalem,nbsp;in het gezigt eener groote menigte getuigen,nbsp;naar de strafplaats om Hem te kruisigen, ennbsp;Zgu leven te doen eindigen aan het schandelg-ke kruis!

Jezus gekruist! Bedekt met wonden, en zijn bloed, afvloeijende op de aarde, dit is wel eennbsp;roerend schouwspel! Bedekt met wonden, en verzwakt door de benaauwdhcid der ziel, die Hijnbsp;gedurende den ganschen verloopen nacht onder-

vonden had, was Zqn ligchaani len uitlersle vermoeid. Ten einde Hem te bespotten, bad mennbsp;Henj eene kroon ran doornen op bet hoofd gezet ; men had Hem in bet aangezigt gespogen;nbsp;men had Hera gegeeseld, en zgne kleederen afge-rukt; en eindelijk hebben zij Hera, na zoo velenbsp;slechte behandelingen, op het kruis uitgestrekt,nbsp;en er Hem met handen en voeten aan vastgehecht. Maar de zielsangst, dien Hg ondervond,nbsp;overtrof nog alle deze smarten; want, aannbsp;het kruis hangende, ondervond Hij wat het is,nbsp;van Zijnen Hemelschen Vader verlaten te zgn!nbsp;Toen, door den dorst gedrongen, riep Hg uit rnbsp;lt;t Mg dorst!quot; Men gaf Hem edik, met galnbsp;gemengd, te drinken. Eindelgk, na uitgeroepennbsp;te hebben : liet is volbragt I neigde Hij het hoofdnbsp;en gaf den geest. Na Zguen dood doorstak eennbsp;krggsknecht zgna zgde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. Aldus eindigde Jezus zgn weldadig leven.

Eenigen zgner vrienden namen zgn ligchaam van het kruis, vrijdags avonds van den zelfdennbsp;dag, dat Hg stierf, en legden Hem in een nieuwnbsp;graf, waarin Hg dood en begraven bleef, totnbsp;zondag morgen, aan den opgang der zon, toennbsp;God Hem, met hetzelfde ligchaam, uit dennbsp;doode opwekte, dragende nog de teekenen Zgnernbsp;wonden aan de handen en voeten en in de zijde.nbsp;Na Zgne opstanding, bleef Hg nog eenigen tgdnbsp;op aarde, en vertoonde zich, hg onderscheidenenbsp;gelegenheden, aan Zijne leerlingen, en aan die-

genen die aan Hem verbonden waren. Hij at met hen, toonde hun de teekenen Zgner wonden , omnbsp;hen van de waarheid Zijner opstanding te overtuigen; maar Hij vertoonde zich niet aan Zijnenbsp;vijanden. Veertig dagen na zqne opstanding , voernbsp;Hij ten Hemel , in tegenwoordigheid Zijner leerlingen , en leeft daar eeuwig. « Hg , die doodnbsp;is geweest, leeft en regeert eeuwig.”

Jezus heeft zich, na Zgne hemelvaart aan eenige weinige menschen vertoond, maar thansnbsp;wil Hij , dat wg Hem beminnen, zonder Hem tenbsp;zien, en dat wij het getuigenis, dat Hij in Zijnnbsp;Woord van zich zelven geeft, gelooven. Wgnbsp;moeten doen, hetgeen Hg ons beveelt, vering-den, hetgeen Hg ons verbiedt, verwachtendenbsp;Zgne toekomst, die zekerlijk komen zal, tennbsp;aanschouwen van het gansche Heelal, met heerlijkheid en groote pracht, om te oordeelen denbsp;levenden en de dooden. Elk, die de stem desnbsp;Evangelies gehoorzaamt en in Jezus gelooft zalnbsp;hebben, zal vrijgesproken worden , en het eeuwige leven beërven; maar die niet zal geloofdnbsp;hebben, zal veroordeeld worden. Aan het eindenbsp;der wereld, zal er eene algeraeene opstandingnbsp;plaats hebben', welke het oordeel zal voorafnbsp;gaan. De regtvaardigen zullen zalig, maar denbsp;godloozen veroordeeld worden.

Wg hebben het Igden en den dood van Jezus den Zaligmaker beschouwd. Maar gelooven wijnbsp;niet, dat Hij zich deze moeiten door eenige on-regtvaardigheid, door Hem bedreven, op den

lO

hals gehaald heeft. Neen voorzeker, zoeken wg de oorzaak daarvan in ons zelve. Da Schriftnbsp;zegt ons: ® Dat Hg de straf gedragen heeft gt;nbsp;welke onze zonden verdiend hadden, dat Hij innbsp;in onze plaats heeft geleden , om ons met Godnbsp;te verzoenen, en voor ons het regt te verwerven op het eeuwige leven, dal wq voor altijdnbsp;verloren hadden. ” Aan den dood en het lijdennbsp;van onzen Goddelgken Zaligmaker, zijn wq alnbsp;die genade verschuldigd. O, welk eene liefde!nbsp;welke liefdadigheid heeft Hij ons betoond! Datnbsp;ons hart doordrongen zq van erkentenis aan Hem,nbsp;en dat onze monden overvloeijen van Zijnen lof!

Maar , om nu in het bezit gesteld te worden der goederen, die Hij ons verworven heeft, ennbsp;daarvan genot te hebben, is het noodig, onzenbsp;geheele toevlugt tot dien Goddelqken Zaligmakernbsp;te nemen, met een innerlijk en opregt gevoelnbsp;van onze geestelijke armoede, door ons metnbsp;gebed tot Hem te wenden, zeggende tot Hem:nbsp;« Heere Jezus! doe barmhartigheid aan mq,nbsp;armen en strafwaardigen zondaar! Vergeef mijnbsp;mqne zonden, ter liefde uws lijdens; laat nietnbsp;toe, dat ik deszelfs kostbare vruchten, doornbsp;mijn ongeloof, verlieze. ” Dit gebed zal Hij gewis verhoeren. Hij heeft reeds al de zondaarsnbsp;tot zich geroejien, door de stem Zijner Profeten,nbsp;zeggende: a Komt tot mq, alle gij einden dernbsp;aarde, en vvordt behouden.” Hij zelf heeft gezegd: a Komt tot mq , Ik zal u rust geven voornbsp;uwe zielen; die den naam des Zaligmakers zal

11

aanroepen, zal zalig Worden. ’’ Lees cn herlees liet i5de kapittel van den Heiligen Lucas, ennbsp;leer daar het hart van Jezus kennen, dat vannbsp;liefde en medelgden brandt, voor arme zondaars.nbsp;Er is nooit een voorbeeld gevonden, dat denbsp;Zaligmaker eenen enkelen zondaar, die zijnenbsp;toevlugt tot Hem nam, heeft weggezonden, hoenbsp;strafwaardig hg ook ware. Nooit heeft Hij gezegd : uw toestand is verloren, uwe zonden zgnnbsp;te talrijk, om vergeven te worden. Neen, dit isnbsp;de taal van Jezus niet.

Zijne stem is vol zachtheid. Wie is hef, zegt Hg, die ziek is? Ik zal hem tot Geneesheernbsp;zijn. Wie is een zondaar ? Ik zal hem tot Zaligmaker wezen. Wie bevindt zich in gevaar ?nbsp;Ik zal zijn bevrgder zgn. Wie is het verlorennbsp;schaap ? Ik zal zijn herder wezen. Wie is denbsp;slaaf des duivels, en zucht onder het gewigt zg-ner ketenen ? Ik zal dezelve voor hem verbreken. Zgne armen zgn uitgebreid, om diegenenbsp;te ontvangen, die alleeulgk begeerte beeft, omnbsp;Hem te beminnen en de zgne te zijn. Elknbsp;die eenen blik des geloofs en der liefde op dennbsp;gekruisten Jezus werpt, ondervindt vrede ennbsp;rust in zijne ziel! — Gevoelt gij, dat u innerlgknbsp;veel ontbreekt ? Breng uwe klagten tot Hem. Zgtnbsp;gij bekommerd voor de toekomst ? Hij heeft unbsp;veroorloofd, u zelfs geboden, uwe hekomraer-nissen oj) Hem te werpen, u verzekerende, datnbsp;Hg voor u zorgen zoude. Hebt gij ligchamelijkenbsp;kwalen, zeg deze Hem insgelgks. ludien Zgne

12

wijsheid het voor u gepast oordeekl, zal Hg er quot;u van bevrijden ; maar vindt Hij het voor uwnbsp;welzgn noodig, dat uwe kwalen voortduren,nbsp;zal Hij u geduld schenken , om dezelve te dragen , Hij zal uw hart verligten, door u den VTedenbsp;der ziel en de hope der zaligheid te schenken.nbsp;Hij bemint u teederer , dan gij u zelven bemint.nbsp;De schaal, waarin Hij de mate uwer moeiten gewogen heeft, is die zijner liefde en wijsheid. Hijnbsp;zal u geenen last opleggen , dan die uwe schouders dragen kunnen, en Hg zal u overvloedignbsp;beloonen door een ongestoord geluk. De zielnbsp;zal zalig zgn, wanneer het ligchaam onder hetnbsp;gewigt der droefheid bezwijken zal.

Gevoelt gij, dat gij zondaars zij t, schoon gij begonnen zijt n tot den Heer Jezus te bekeerennbsp;(want de zonde en de neiging tot dezelve, blijftnbsp;helaas! in ons, zoolang wij in deze wereld zgn)nbsp;ondervindt gg de verzoeking tot de zonde, zoonbsp;als door hoogmoed, wellust, haat, enz.; ontbreekt u de gver tot het gebed ? Vervoeg unbsp;met al uwe nooden tot Jezus , Hij kan rle krachtnbsp;der zonde te onderbrengen, dat zg niet meernbsp;over u heerscht. Al wat u overkomt, moetnbsp;tot uw welzijn dienen, indien gg den Heer bemint. « Roep mij aan ” zegt Hij a in den dagnbsp;der benaauwdbeid, ik zal er u uithelpen , en ggnbsp;zult mij verheerlgken. ” En welk een geluk voornbsp;ons, dit Jezus ons bevrijden wil van de heer-scbappg der zonde, dewql wg zelve het nietnbsp;zouden kunnen doen, al namen wg ook duizend

i3

goede voornemens, om ons zelven te -willen veranderen en te bekeeren, hetgeen het voorbeeld van velen maar al te zeer bevestigd heelt,nbsp;die zelfs met hun eigen bloed geschreven hadden ,nbsp;dat zg zich den Ileere toeweiden wilden; maarnbsp;die, nelaas ! na twee of drie dagen, alle hunnenbsp;goede voornemens zagen verdwijnen.

Hoe wenschelijk ware het, dat men deze waarheid in den grond begreep : « dat elk, die de zonde doet, een dienstknecht is der zonde.”nbsp;Veronderstel, om u dit op te helderen , dat eennbsp;Indiaansche slaaf hg zich zelven dacht: Ik wilnbsp;ragnen meesier niet meer dienen. Men zoude zulknbsp;eene gedachte belagchelgk vinden, en de roedenbsp;zgns meesters zoude hem weldra van gedachtenbsp;doen veranderen. Maar veronderstel, dat eennbsp;groot Heer hem aanbood, hem van zijne slaver-ng te hevrgden, onder deze voorwaarde, vannbsp;hg hem te wonen, hem vrijwillig te dienen,nbsp;hem belovende als eenen vriend te behandelen;nbsp;maar dat de slaaf hem antwoorde : « Neen iknbsp;heb niets met uwe aanbieding te doen, ik hebnbsp;eenen vrgen wil, ik wil geen slaaf meer zijn,nbsp;ik verbreek mijne ketenen.” Deze slaaf zoude,nbsp;door dit gedrag bewijzen, dat hij zich als eennbsp;dwaas gedroeg. En ziedaar, ondertusschen hetnbsp;treffende beeld van het grootste gedeelte. dernbsp;menschen. Zij zgn slaven der zonde en desnbsp;duivels, zg willen zich zelve hevrgden, zg kunnen het niet doen, en weigeren echter doornbsp;•^ezus hunne ketenen te laten verbreken. Maar,

i4

is er iemand, die bg zich zelven denkt, cn zeggen kan: « Mgne begeerte zoude zgr:, omnbsp;Jezus te omhelzen als mguen Zaligmaker; maarnbsp;ik ken den -weg niet, die tot Ilem voert; iknbsp;ben zoo onwetend, zoo ongeloovig, zoo bedorven , boe zoude ik tot Jezus durven gaan ? ”nbsp;Dat hg , die zulke gedachten en zulke begeertennbsp;beeft, wetc, dat de Heilige Geest dezelve innbsp;hem voorlbrengt, want vleesch en bloed leerennbsp;ons deze dingen niet. De overtuiging van zonde ^nbsp;do begeerte lot Jezus, zgn de vruchten van dennbsp;Geest, die de ziel tot Jezus trekt, en diegene,nbsp;die van Jezus zondaarsliefde overtuigd is, moetnbsp;overreed zgn, dat het de vrucht des geloofs aannbsp;bet Dvangelie is, en moet wel toezieu, omnbsp;hetzelve door ongeloof niet te wederstaan, maarnbsp;het liever trachten te voeden, en zgn geloof tenbsp;versterken door herhaalde gebeden. Het is nochnbsp;de menigte, noch de schikking der woorden,nbsp;waar God op ziet, maar de opregtheid des harten, Dat men dan zijn hart tot Jezus verhefTe,nbsp;zeggende tot Hem: « Heer ! voleindig in mg, watnbsp;Gij begonnen hebt, voleindig mgne zaligheid,nbsp;vermeerder mg het geloof. ” En wanneer gijnbsp;tienduizend talenten schuldig zoudet zgn, zijnbsp;zullen u tot den laatsten penning toe kwgt gescholden worden. De Heilige Bijbel verzekertnbsp;ons: « Dat, wanneer onze zonden zoo rood waren als scharlaken, zg zullen wit vvorden alsnbsp;sneeuw; dat de vrede Gods, die alle versland tenbsp;boven gaat, onze zielen en onze gedachten be-

waren zal in Jezus Clu-istus. ” Alsdan zullen wq liefde voor onzen Goddelqken Zaligmaker hebben ; wq zullen Hem boven alles beminnen ; wqnbsp;zullen liefde tot den naasten hebben, inzonderheidnbsp;voor hen, die den Zaligmaker Jezus beminnen.

Maar, opdat men zich niet door hoogmoed verheflfe, zich inbeeldende iets geworden te zqn,nbsp;ofschoon men niets is, is het noodig, dat wijnbsp;langs zoo meer onze geheele bedorvenheid gevoelen. Dit moet wel verootmoedigen, maar nietnbsp;moedeloos maken; doch wq moeten ons aanstondsnbsp;tot den Geneesheer onzer zielen wenden, metnbsp;alle onze geestelqke kwalen. Hij heeft balsem innbsp;overvloed, om alle onze wonden te genezen, ennbsp;op deze wqze zullen wq ons meer en meer aan.nbsp;Hem verbinden. Maar de minste geestelqke hoogmoed berooft ons dikwijls van het gevoel Zqnernbsp;zachte weldadigheid. Het is daarom, dat wq innbsp;dit opzigt zoo voorzigtig moeten handelen, gelqknbsp;een kind dat op het qs loopt, doet, die zichnbsp;sterk aan de hand zqns vaders vast houdt, uitnbsp;vrees van te vallen.

Overigens moeten wq het woord Gods tot gids nemen voor ons gansche gedrag, Hem biddende:nbsp;« Dat uw goede Geest mq gelelde in een effennbsp;land,” Dat men in alle gevallen, waarin mennbsp;zich in verlegenheid bevindt, zich zelven afvrage :nbsp;o Hoe zoude mqn Zaligmaker zich gedragen hebben , indien Hq zich in mqne omstandigheid bevonden had? Wat zoude Hq in mqne plaatsnbsp;gedaan hebben?” Dezen regel voor ons gedrag.

i6

zal ons zeer nullig zijn , en wij zullen niet verdwalen , wanneer wg dezen Weg bewandelen. Zoek ook dagelqks voedsel voor uwe ziel in hetnbsp;Heilige Evangelie, « en zijt zeer begeerig naaide onvervalschte melk, opdat gg door dezelvenbsp;gevoed mogt worden en opwassen. ”

Eindelijk kan ik u niet genoeg den gemeenza-men en getrouwen omgang met uwen Goddelgken Zaligmaker aanbevelen. Zie hier in weinigenbsp;woorden den inhoud van al hetgene wg gezegdnbsp;hebben: Blgf in Hem j sla oogen des geloofs opnbsp;Hem; herinner u dikwgls aan Jezus dood en opstanding ; houdt u dikwgls bezig met deze gedachten : « Ik heb eenen God en eenen Zaligmaker, die, uit liefde tot mg, in deze wereldnbsp;gekomen is, die den dood voor mij ondergaannbsp;heeft, en Zijn dierbaar bloed aan het kruis voornbsp;mij gestort heeft; Hij zal mij nooit verlatennbsp;maar mij in het bezit stellen van bet eeuwigenbsp;leven. ” Maak een getrouw gebruik van den bijbel; duld niet, dat men u dit Goddelijke woordnbsp;ontroove; zijt vast in het geloof, slaap nochnbsp;sluimer. — Verspreidt dit kleine geschrift, leesnbsp;het, leen en geef het aan al degenen, die begeerte hebben, om zalig te worden, opdat hetnbsp;gezegend zg !

Vaarwel, mijn waarde lezer! leef gelukkig!

Gedrukt te Rotterdam hg M. WIJT amp; ZOJfEN, prgs 10 cents.