ZEVEN
è.
De eerwaarde schaefter, van het Kerkelijk-Zendelinggenootschap verhaalt, op den iSden April i852 op eene reis naar de standplaatsennbsp;van Tinnevelly , \an den dood van een bekeerdnbsp;inboorling, dien hij op eenige afstand van dezennbsp;hoofdplaats aantrof;
a Het werd ons vergund herwaarts te komen, om dezen avond ligchamelgke en geestelgke verkwikking aan een’ stervenden man toe te reikeo.nbsp;Deze man was de geloovige Christiaan van Ka~nbsp;day am ; de eenige, die pal stond en niet ophield,nbsp;Jezus openlqk te belqden, toen eene reeks vannbsp;vervolgingen alle overige lieden afschrikte, welkenbsp;het Christendom hadden aangenomen, en hennbsp;tot het Heidendom terug dreef. Hg was door denbsp;cholera aangetast, kort.voor dat wg aankwamen;
-ocr page 2-Broeder muiler gaf hem eenige geneesmiddelen, die wg hg ons'hadden, welke spoedig zgne maagnbsp;tot rust hraglen en hem in slaap deeden vallen;nbsp;maar den volgenden morgen zeer vroeg hoorden wgnbsp;hem weder klagen, waarop wg hem nog ietsnbsp;van onze geneesmiddelen toedienden, en dit deednbsp;hem spoedig zeer goed. Toen ik hem nu vroeg,nbsp;hoe Wet met zijne ziel was, antwoordde hg metnbsp;zwakke stem, en dikwgls ophoudende: O mgnnbsp;Heer ! ik heb geene begeerte op deze wereld tenbsp;blijven, en ik hoop, dat Christus mgnen geestnbsp;zal ontvangen, als ik sterf. Maar wat zal ernbsp;van mijn arm huisgezin, mgne vrouw en kinderen worden, als ik dood ben. Zg zgn de eenigenbsp;Christenen te Kadayam, én hierom worden zijnbsp;van allen vervolgd of verlaten. O mijn Heer!nbsp;wat Zal van hen worden ? Na de woorden scheennbsp;de strijd zgner ziel zeer groot te zgn en hij braknbsp;jn deze woorden uil: Toen alle Christenen tenbsp;Kadayam tot het Heidendom terugkeerden, werdnbsp;ik door Gods genade in staat gesteld, pal tenbsp;staan en veel om Christus naam te Igden. Maarnbsp;nu is het zeer zwaar, de vganden zullen zichnbsp;over mgnen dood verblijden en zeggen: 'Watnbsp;baat het, een Christen te zijn?
Mgn hart was op deze woorden bewogen , wel wetende, dat dezelve uit den mond eens broeders kwamen, die meer om den naam van Christus leed , dan ik immer in mgn leven geledennbsp;had, en ik sprak wel den halfuur lang over dezenbsp;zaken : i. dat zgn tegenwoordig Igden volstrekt
-ocr page 3-geen bewgs was, dat God hem verlaten had, maar veel eer van zijne groote on oneindigenbsp;genade; 2. dat God zgn naam onder de vgandennbsp;des Evangflii'ms meer door zgnen dood dan doornbsp;zgn leven verheerlgken kon , 5. dat de Hemelschenbsp;Vader voor zgne vrouw en kinderen zoude zorgen , ofschoon hij ook nu van hen werd weggenomen ; terwijl ik hem tevens beloofde, dat iknbsp;zooveel in mqn vermogen was hun beschermingnbsp;en bgstand zou bewqzen, ingeval hg mogtnbsp;sterven.
God gaf mij genade met zulk eene trap van liefde en vertrouwen tot dezen armen man tenbsp;spreken, als ik zelden te voren bezat; gedurendenbsp;dit gesprek was hg zeer gelaten en drukte opnbsp;een beminnelgke wgze zgn volkomen vertrouwennbsp;op den Heiland uit;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Ik wil mij aan mijnen
Heiland vasthouden; Hg zal mg reddert!” zeide hg. Daarop knielde ik neder om te bidden. Iknbsp;voelde de nabgheid van Jezus. Zoo dikwgls iknbsp;gedurende dit gebed den naam van Jezus of vannbsp;den Verlosser uitsprak, zeide het de arme itjannbsp;na met eenen nadruk, die den vrede en de troostnbsp;zgner ziel uitdrukte. Na het gebed had lig krachtnbsp;genoeg om overeind te zitten, en in eene lievenbsp;gemoedsstemming beval hg mg nogmaals zgnenbsp;vrouw en kinderen aan. Van dezen igd af aannbsp;scheen de ziekte steeds meer af te nemen, ennbsp;wij verlieten hem in de gedachte, dat hg spoedig hersteld zou zgn, nadat wg de vrouw vannbsp;den onderwgzer hadden aangewezen, hoe zg
-ocr page 4-ingeval van wederinstorling moest handelen. Maar hij stierf een dag daarna, toen wg de plaatsnbsp;verlieten, die vrede ondervindende, welke denbsp;wereld niet kan schenken.
De eerwaarde levi spaalding; van de Ame-rlkaansche zending in Tellipally schrijft:
De zuster van onzen schoolleeraar, die den ayscen Jun'tj i83o stierf, kwam het eerst tot denbsp;Zendingspost, om haren broeder bijlestaan, korten tijd voor zijnen dood. Ik verheugde mijnbsp;zeer over hare zorgvuldigheid jegens hem, daarnbsp;zg grooter was, dan zij gewoonlgk onder ditnbsp;volk is. Voor hg stierf vermaande hij haar, denbsp;afgoden te verlaten en in Jezus Christus te ge~nbsp;looven, en als zgn laatste wil bij het sterven,nbsp;droeg hg haar op, den Zondag te vieren, naaide kerk te gaan en de wekelgksche zamenkom-slen der vrouwen des Yrgdags te bezoeken. Ditnbsp;zijn verlangen volgde zij stiptelijk op, en ofschoon dikw'gls zeer zwak en niet in staat omnbsp;ver te gaan, was zg zelden' alwezig. Zg wasnbsp;tevens altgd oplettend en gaf van week tot weeknbsp;bewgzen, dat zg meer en meer verstond en nutnbsp;had van hetgeen zij hoorde. Omtrent voor drie
-ocr page 5-niaaixlen was zij zoo zwak, dat zg niet in staat was, de zendingspost te bezoeken. Naar denbsp;mate dat hare ligchaamskrachten afnamen, werdnbsp;haar gemoed helderder en hare hoop krachtiger.nbsp;Zg ontboezemde meermalen den wensch met denbsp;gemeente vereenigd te worden.
In het midden van Februari) zond zg tot mg , en liet mg zeggen:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Ik zal niet lang meer
leven, ik zal spoedig sterven. Ik wenschte dat gg mij doopte en mg het bondzegel gaaft, voornbsp;ik stierf.” Haar doorgaande stemming ter diernbsp;tijsl, moge ons uit een eenige uitdrukking kenbaar worden \ toen zij gevraagd werd, of zgnbsp;Christus lief had, hernam zij: «Ja hg is ragnenbsp;hoop, mijn eenig vertrouwen;” en terwgl zijnbsp;hare zwakke hand uitstrekte , voegde zg er bij:nbsp;« Ik heb hem begrepen, ik wil liem niet latennbsp;varen.” Toen baar gevraagd werd, of zij nietnbsp;somtijds aan de afgoden dacht, en zich geneigdnbsp;voelde op de Heldensche afgoden te vertrouwen,nbsp;zeide zg ; « Neen, ik mag ze niet; ik mag zenbsp;niet,” terwgl zg hare handen en hoofd met tegenzin schudde.
Den 22«ten Eebruarg i83i werd zg gedoopt en tot des Heeren avondmaal toegelaten. Daar zgnbsp;niet in staat was ter kerk te komen of ook vannbsp;hare mat op te staan, zoo gingen wij naar haarnbsp;huls. Eenige matten waren onder eenen boomnbsp;nitgespreid, en idaarop zaten Sommige barernbsp;Jiuren, de meesta. van: de knapen in de .voorbe-reidingschóol • en eenige léden der .gemeente. De
-ocr page 6-oude vrouw werd daarop liuiteii gebragt, en in eene zittende houding ondersteund, terwql wijnbsp;baar naar de hoop ondervraagden, welke zgnbsp;had, en haar de bondzegelen toereikten. Opnbsp;alle onze vragen gaf zg zulke juiste antwoorden,nbsp;die toonden, dat haar hart diep geroerd en getroffen was door hetgeen zg deed.
Zij teerde langzamerhand uit, tot zg Weinig meer als een levend geraamte geleek, maar haarnbsp;hart was vervuld mèt de hoop en reeds aanvan-kelgk genotene vreugde haren Heiland te aanschouwen en Hem gelgk te worden. De laatstenbsp;keer dat ik voor haar dood haar bezocht, scheennbsp;haar gemoed in eene zeer gelukkige stemmingnbsp;te zijn. Eer ik haar verliet, greep zg de handnbsp;barer dochter en legde die in de mgne, met denbsp;wensch, dat ik haar den weg ten hemel zounbsp;aanwgzen. Zg stierf den istea April i83i , ennbsp;werd op de aan de kerk behoorende begraafplaatsnbsp;begraven.
FILIP WHELPLEY,
(De volgende ulttrek.sels zgn uit het dagboek v'aii den eerwaarden DAKiEn roon-, van de Ame-rikaansche zending te Sattuctta op Ceijlon, De
-ocr page 7-jonge inboorling, van -wien hg schrgft, ¦werd in het kostschool der zending gebragt, en naarnbsp;een’ \riend in de Vereenigde Stalen genaamd.nbsp;Hij werd tot gemeentelid aangenomen in Julgnbsp;1822, toen hg 18 jaren oud was, en was eennbsp;geacht geneesheer en medehelper bij de zending).
Den iSilsa December i83i. De koorts heerscht thans in deze streek. Whelpleii , die voornbsp;eenige dagen drie Brahminen in zgn huis ondernbsp;zgne kuur had, werd zelfs van de koorts aangetast.
Den 19^'“ December. Wheepeeit is sedert eenige dagen in eene crisis geweest; wg twgfe-len zeer aan zgne herstelling. Hg is niet innbsp;staat te slikken of te spreken, maar hg geeft onsnbsp;verblgdende bewgzen hg den aanbjik des doods,nbsp;in eene gelukkige gemoedsstemming te verkeeren.nbsp;Gisteren bezocht ik hem. Toen hij mg naastnbsp;zich zag zitten, met het l^ieuwe Testament innbsp;mgne hand, gaf hg mg een teeken om te lezen.nbsp;Ik las eenige verzen uit het veertiende hoofdstuk van Joannes, en verklaarde dezelve, maarnbsp;hem voor te zwak houdende om langer het voorlezen te verdragen, sloot ik het boek ; na eennbsp;klein stüzwggen gaf hg mg een teeken, verdernbsp;te lezen, hetgeen ik deed en waarop ik met hemnbsp;bad.. Door zgne houding en korte antwoordennbsp;op mgne vragen, omtrent de géesteldheid zgnernbsp;ziel, gaf hg te kennen, volkomen in het geloofnbsp;aan den almagtigen arm des Verlossers te rusten.
Den 26“'“ December. Whelpleu is nog in
-ocr page 8-m
een’ zesr gevaarlgken toestand. Hq schijnt dikwijls in eene aandachtige sleraming te zqn en bidt somtijds met hoorbare slem. Zijn toestandnbsp;trekt de opmerkzaamheid der Heidenen rondomnbsp;ons tot zich; zij zijn verbaasd over zqn ziele-vrede bij den aanblik des doods. Voor eenigenbsp;dagen werd ik op zijn verlangen geroepen, de-wql hq zelf meende dat hij stierf, Zoodra iknbsp;het vertrek was ingetreden, spande hq alle zijnenbsp;krachten in , en riep in de Tamulsche taal uit;nbsp;Groote vreugde I groote troost! Vele leerlingennbsp;en anderen die met de zending in betrekkingnbsp;stonden, kwamen te zamen, ik sprak hen aannbsp;als in de tegenwoordigheid van iemand, die opnbsp;het punt slaat in de eeuwigheid, ja in de wereldnbsp;der eeuwige rust in te gaan. Het was een ontzaggelijk tooneel, en ik kon hopen, dat het hetnbsp;middel zou zqn,‘ om eenige die tegenwoordignbsp;waren aantesporen den Heiland te zoeken.
• Den nbsp;nbsp;nbsp;December. Dezen morgen tusschen
vier en vqf uren, ontbood whelpleii mq nogmaals. Ik vond hem uiterst zwak, maar bq zijne kennis. Ik herhaalde eenige plaatsen der Schrift,nbsp;waarnaar hq met kenbaré belangstelling en genoegen luisterde. Kq bleef dus omtrent tweenbsp;uren , waarop hq rustig ontsliep. Zqn lijk werdnbsp;des namiddags begraven, -bq welke gelegenheidnbsp;een godsdienstoefening in de kapel gehouden werd,nbsp;die vele‘leden--der gemeente, van andere zendingen en eenige Heidenen' bq woonden.
-ocr page 9-De Heer poor voegt hierbg ;
Whelplrij’s verscheiden zal zeer gevoeld worden, zoowel bg de zending als in de dorpennbsp;rondom ons. Als geneesheer was hg uitstekendnbsp;nuttig, en als onderwgzer oefende hg eenen heil-zamen invloed uit onder eene zekere klasse dernbsp;gemeente , tot welke onze overige helpers uit denbsp;inboorlingen, geen vrge toegang hebben.
De Heer woon van de Weslegsche zending verhaalt een tooneel op Nieuw-Zeel%nd, dat hgnbsp;dus .beschrg ft:
Een jong mensch, die lang onder de verzorging van broeder stark geweest was, werd door uit-teering den dood nabg gebragt, maar gedurendenbsp;zqne ziekte was hg wgs tot verlossing geworden,nbsp;en was angstig, begeerig om gedoopt te worden.nbsp;Hg werd van de inboorlingen op :eenige .met spg_nbsp;kers zamengevoegde planken n^ar de plaats dernbsp;godsdienst gebragt^ zgn uitgeteerde gestalte roerdenbsp;ons diep; hg werd door broeder WHiTE.-gedooptnbsp;en JOHAN genaamd. Des, avonds ontving hg hetnbsp;avondmaal, en verklaarde alle :die tegenwoordignbsp;waren zijn geloof aan Let verzoeningsoffer 5 maarnbsp;dit was de eerste en laatste gelegenheid, die hg
-ocr page 10-lO
had, om zqne gehechtheid aan het kruis vau Christus te belgden. Des nachts verwisselde hgnbsp;de sterfelgkheid met het eeuwige leven. Hq ontsliep in den Heer, na een langdurig Iqden ennbsp;heproevingstqd, maar zqn voorbeeld leeft ternbsp;navolging voor zqne landgenooteu.
De eerwaarde w. yate , van hel Kerkelijk-Zendelinggenootschap, schrqft van Nieuw-Zee~ land den i4 Mei iSSa :
Deze morgen om acht ure stierf AKNA WAiAPtr te Keriheri, vol Van geloof en den Heiligen Geest.nbsp;Zq hield het geloof vast tot aan haar einde. Zqnbsp;bad sedert lang haar geloof beleden, en wasnbsp;onder de eerste, die te Keriheri gedoopt waren;nbsp;sedert dien tqd had zq aan hare belqdenis doornbsp;een Gbdc geheiligd, en daarmede overeenkomstignbsp;leven beantwoord. Als echtgenote en moedernbsp;kan zq als een 'voorbeeld voor alle inboorlingennbsp;beschouwd worden. Gedurende hare laatste ziektenbsp;stond ik haar benevens haren echtgenoot denbsp;deèlnéming aan den tafel des Heeren toe. Gisteren was de eènige tqd, dat zq sedert verscheidene dagen bq hare kennis was. Zq zeide:
-ocr page 11-11
cc o mqn man! maar ik heb twee mannen — Jezus er een. Arme lAcoB j arme jacob ! Ik ganbsp;naar mqn man en Heiland en vriend in dennbsp;hemel! Ja naar den hemel daarboven ga ik nu.nbsp;Jacob! mqn andere man roept en ik moet u verlaten. Wilt gg komen ? Ja mijn andere man wilnbsp;ons overvoeren, en ik zal gelukzalig zgn, en ggnbsp;zult zalig zgn en wg heide zullen zalig zgn,nbsp;zalig! zalig!” En toen viel zg in eene sluimeringnbsp;en was niet meer. Het was een zeer ontroerendnbsp;tooneel, toen zg gestorven was. De vader metnbsp;zgn gezigt op eene wang van haar Iqk, de echtgenoot aan de voeten. — Hanoi legde zich geheelnbsp;langs hare zgde, en streelde zacht de anderenbsp;wang, de meisjes stonden er om, en de knapennbsp;meer naar achteren, allen bitter weenende. Iknbsp;was genoodzaakt weg te gaan, om aan mgn overweldigend gevoel in mgne slaapkamer lucht tenbsp;geven. Als wg allen naar Nieuiv-Zeetand gegaannbsp;Waren, om met Gods zegen deze eenige hekee-ring uit te werken, deze eenige ziel te redden ,nbsp;zoo was het dat alles waardig geweest, wat wgnbsp;gedaan hebben en alles wat wg ook doen kunnen.
De Hter yate voegde er bij: Den volgenden dag ging ik naar Kerileri om dé arme anna tenbsp;begraven. Alle Europeërs en inboorlingen, begeleiden het lijk. Ik sprak tot hun over Job. XIX;nbsp;a6 en ay. Anna’s vader was zeer getroffen-inbsp;Wat mij betreft ik' Was genoodzaakt, gedurendenbsp;de godsdienst tweemaal te gaan zitten. Ik hoop,nbsp;dat de bezigheid van dezen dag nimmer uit de
-ocr page 12- -ocr page 13-i3
in het bgzonder voor hen, die hem verzorgd hadden; terwgl hq aanmerkte, dat het niet uitnbsp;gebrek aan liefde en zorgvuldigheid was, dat hgnbsp;wenschte te sterven, maar dat het des Heerennbsp;wil was, hem weg te nemen. Hg sprak nooit vannbsp;zgn ontslapen als van den dood. Hij bad ernstig den Heer zqnen huisheer en zijne echtgenotenbsp;te zegenen, terwgl hg er bgvoegde: eens dierbaarste Jezus, bid ik voor hun, als haar laatstenbsp;uur komt, geigk nu het mijne, laat dan de Engelnbsp;des Heeren voor hen komen. De heidenen innbsp;het naaste vertrek waren zeer getroffen. Doornbsp;hun had ik het eerst vernomen, wat er gebeurdnbsp;was. Zijne krachten namen langzamerhand af,nbsp;maar hg bleef bg zijne kennis tot het laatstenbsp;oogenblik. Hij zeide tot ma.ramp;aretha WAniiACE,nbsp;zijne vrouw: hoort gij het ? zij antwoorde: iknbsp;hoor niets; waarop hij zeide; deze liefelijke gezangen. Dit waren zijne laatste woorden.
Van zijne levensomstandigheden wordt er bij-gevoegd: iohK WAnnACE was een lid der gemeente ; hij vvas te Nieuw-Karmel gedoo2)t en gehuwd, en werd naar verdiensten zeer geacht;nbsp;hij was- in den bloei zijner jaren; getrouw innbsp;’t bij wonen van alle genademiddelen, en slechtsnbsp;elf dagen voor zijn dood nog in de kerk zeernbsp;gezond . en gelukkig. Denzelfden avond bezochtnbsp;hij eenige zieken, waarvan hij die ziekte kreèg«nbsp;Gedurende denzelven bezocht ik hem dikwgls,nbsp;terwgl hij klnderlgke overgaaf aan den wil desnbsp;Heeren aan den dag legde.
-ocr page 14-Een zendeling der Oneida-post onder de Indianen , die in den staat Nieutv-Yorh woonaclitig is , verhaalt het volgende van dit opperhoofd :
WILLIAM TO-THE g-hoxjnd (dus genaamd wegens eene kenmerkende omstandigheid zgns levens,nbsp;gelqk hg hun de gewoonte is) stierf in grootenbsp;vrede in zqn eigen huis te Nieuw-Yorl den 26nbsp;November jSSz. Hg was even 75 jaar oud, ennbsp;2 jaaren te voren tot God bekeerd en werd spoedig daarna een medelid der Methodistische bisschoppelijke kerk. Van den tqd zqner bekeeringnbsp;af aungt; tot .het oogenblik van zijnen dood wasnbsp;zijn leven een uitlegging des Evangeliums, datnbsp;de Godsktacht tot zaligheid zijner ziel bekroond had.
Broeder william was een der hoofden zijns volks en was door zqn volk zeer geacht. Nadatnbsp;hij bq ondervinding met de weldaden en vreugdenbsp;¦onzer heilige godsdienst was bekend geworden,nbsp;zoo wende hij zonder ophouden, zqn geheelennbsp;invloed aan, om zijn volk te overreden, hetnbsp;evangelium aan te nemen en zich voor te bereidennbsp;om zich naar een beterland te begeven, waarnbsp;hunne inwoning zoude zqn, en niemand immernbsp;zoude wenschen zich te verwq deren. Zoo langnbsp;hq gezond was, was hij bestendig in het huisnbsp;Hods ten tijde der godsdienstoefening. Hq was
-ocr page 15-i5
getrouw ia zgn volk nuttig te zgn, zoo lang hij in staat was uit te gaan; maar verscheidene maanden lang voor zgnen dood was hg binnen zijnnbsp;huis beperkt, en hoewel zijn Igden groot en bijnanbsp;onafgebroken was, hoorde men hem nimmer klagen, maar hg toonde zich altijd gelaten. Toennbsp;hij eenigen tgdaan zgne legerstede gebonden wasnbsp;geweest, kwam een oude heidensche toovenaarnbsp;Van den Leneca-slam hem bezoeken , en zeidenbsp;hem, dat hij eene zekere kunstbewerking konnbsp;verrigten , als hij hem op zich wilde laten werken. Eenige zijner onbekeerde vrienden, dienbsp;voor zijne genezing bezorgd waren, raadden hem ,nbsp;de kunst aan dezen te beproeven; maar williamnbsp;zeide : k Ik ben een Christen, en ben in denbsp;handen van Jezus. Hg zal alles wel maken.nbsp;Alg ik sterf, zoo sterf ik; maar ik wil niets metnbsp;u te doen hebben,” zeide hg tegen den oudennbsp;beiden.
Bg eene mijner bezoeken bg hem zeide ik: Broeder William, gij sterft zeer spoedig. lt;c Ja”nbsp;Vreest gg Voor den dood? « Neen I ” Is uw vertrouwen op Christus onverwrikbaar ? « Ja iknbsp;ben hier zeer zalig.” waarbg hij de hand opnbsp;zgne borst leidde! Ja, o ja!” en zgn gelaatnbsp;glinsterste toen hij sprak. Dien zelfden dag stierfnbsp;hij. Hij wenschte dat zgne vrienden hem oprlg-rigten en zgne kleederen aantrokken, hetgeennbsp;*g deden. Vervolgens vermaande hg bun, trouwnbsp;te ïgn en God .van ganscher harte te dienen,nbsp;terwgl hg tot hun zeide, dat bij de godsdienst
-ocr page 16-in de ure des doods goed vond; hg reikte en drukte allen de hand, en zeide hen allen vaarwel; daarop legde hij zich neder op zijn bednbsp;en stierf zonder strijd of zuchten.
Uit de: Neueste Nachrichten aus dem Reiche Gottes, Juni i834.
p. 276-
Gedrukt en te bekomen bg M. WIJT amp; ZONEN, k 10 Cents.