Wij wenschen in deze regelen de Zondag van een’ Christen te beschrijven, niet zoo als dienbsp;altijd, of ten minste gewoonlijk is, maar zoo alsnbsp;die wezen moest.
Voor dat de Zondag terug komt wenscht de Christen reeds naar denzelven, en verwacht diennbsp;dag met een vroom ongeduld. De dagen dernbsp;week, die dagen wanneer zijne ziel gedurig afgeleid wordt van het denken aan den Heerenbsp;door wereldsche belangen en werkzaamheden,nbsp;wereldsche zorgen en gesprekken, gaan hemnbsp;veel te langzaam voorbij. Hij roept met dennbsp;Psalmist uit : » Mijn ziel dorst naar God naarnbsp;den levenden God! wanneer ik zal ingaan ennbsp;voor Gods aangezichte verschijnen. Wanneer zalnbsp;ik uwe altaren zien, 6 Heere der Heirscharen!nbsp;want één dag in uwe voorhoven is heler dannbsp;duizend elders.”
(1) GetroUken uit dc Arthivts du Christianisme,
.03-
-ocr page 2-Morgen is het Zondag. De Zaturdagavond wordt door den Christen beschouwd als een kostbaar oogenblik om na te denken over zijne wegen ,nbsp;mitsgaders over de in die week ontvangene zegeningen. Bij dat onderzoek ontdekt hij zondennbsp;die hem doen treuren en gunstbewijzen waarvoor hij God danken moet. Het gezicht zijnernbsp;groote ellende vernedert hem en doet hem opnbsp;nieuw in Christus vrede en verlossing zoeken.nbsp;Dit is indedaad eene goede, heilige en noodwendige voorbereiding tot den volgenden dag. Moesten alle diseipelen van Christus de Zaturdagavondnbsp;niet alzoo doorbrengen om den Zondag meernbsp;naar zijne waarde te kunnen vieren ?
Eindelijk breekt de gewenschte dag aan. De Christen begint dien vroegtijdig, want hij isnbsp;er verre af, om zoo als velen doen, de Zondagnbsp;te houden voor een dag gewijd aan slapen ennbsp;leêgloopen. Met het aanbreken van den dageraad ligt hij geknield voor God, want hij wilnbsp;den dag beginnen zoo wel als eindigen met hetnbsp;gebed. Hij bidt den Vader der barmhartigheden,nbsp;dat die dag gezegend moge worden voor hemnbsp;zei ven, de zijnen, voor de kerk, voor de onge-loovigen, voor de wereld in 't algemeen. Hijnbsp;smeekt Hem, dat zijn hart moge geopend worden, als dat van Lydia, om zijn woord te ver-
-ocr page 3-staan. Hij beveelt inzonderheid den Leeraar, wiens onderricht hij zal genieten den Heere aan;nbsp;want hij heeft door de ondervinding geleerd,nbsp;hoe veel meer indruk hij van de woorden desnbsp;Leeraars heeft, wanneer hij te voren voor hemnbsp;heeft gebeden.
Het lezen in den Bijbel volgt op het gebed, en dit is eene tweede voorbereiding. Wanneernbsp;men in de binnenkamer de Schrift gelezen heeft,nbsp;alv'orens naar het huis des Heeren te gaan, zalnbsp;het hart meer geschikt zijn oin deszelfs uitlegging te ontvangen.
Zoo verloopen in een’ kalme rust en onder godvruchtige oefeningen, de uren die de openbare Eeredienst voorafgaan. Zoude die tijd misschien niet wat lang vallen? Waarlijk, indiennbsp;iemand inderdaad tot den Heere bekeerd is, zalnbsp;die hem integendeel kort vallen, want de oogen-blikken, die wij in de gemeenschap van Godnbsp;doorbrengen, gaan met een verwonderlijke snelheid om. Maar nu wordt het tijd om zich naarnbsp;de Kerk te begeven. Hoe vele ernstige en aangename herinneringen doen zich bij het binnentreden van het Heiligdom niet voor uw hart op,nbsp;discipel van den Verlosser! Welligt hebt gijnbsp;hier den H. Doop ontvangen, of voor ’t eerstnbsp;aan het H. Avondmaal deel genomen, of bij
1 *
-ocr page 4-uwe aanneming tot Lidmaat plegtig aan God beloofd, om in het Christelijk geloof te levennbsp;en te stervan, en de geboden Gods uw levennbsp;lang te onderhouden. Hier welligt hebt gij denbsp;eerste tranen van berouw gestort, en heeft uwenbsp;ziel de eerste verrukkingen van een nieuw levennbsp;gesmaakt, of heeft de onferinende God, u ditnbsp;verblijdend woord doen hooren;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» Mijn Zoon
uwe zonden zijn u vergeven.” Treedt dan de geheiligde gewelven binnen. Gods huis is uwnbsp;huis.
De Christen vertoeft daar niet alleen met het ligchaam maar met het hart en de ziel. Hij trachtnbsp;alle ijdele gedachten en alle wereldsche overleggingen , die zijne offerande zoude kunnen verstoren, te verbannen. Wanneer de gemeente bidt,nbsp;bidt hij met haar. Wanneer zij in een heiligennbsp;lofzang haar stem verheft, vereenigt hij zichnbsp;daarbij van ganscher harte. Wanneer de dienaarnbsp;des Heeren het woord uitlegt, luistert hij metnbsp;aandacht, en past het op zichzelven toe. ó Zoudenbsp;de openbare Godsdienst niet een onuitputtelijkenbsp;bron van stichting zijn voor den nederig en aan-dnchtig gestemden toehoorder, die Gods woordnbsp;aanneemt als het woord van God, en die eennbsp;opregt voornemen heeft, daarnaar zijn gedragnbsp;in te richten ?
É
-ocr page 5-ft
De dienst is ten einde. Is alles nu afgeloopeu voor den Christen ? Vele menschen , waarondernbsp;er zijn die voor vroom gehouden worden, schijnen zulks te denken. Naauwlijks toch is denbsp;zegen uitgesproken, of zij vangen allerlei gesprekken aan, die geheel vreemd zijn aan hetnbsp;door den Leeraar behandelde onderwerp. Het isnbsp;als of zij zich willen haasten, om zich van denbsp;ernstige indrukken te ontdoen, en de wereldschenbsp;zaken en ijdelheden weder op te vatten. Janbsp;het schijnt als of het overige van den Zondag,nbsp;van regtswege aan de wereld toebehoort, wanneer men één uur voor de hemelsche belangennbsp;heeft afgezonderd.
Een discipel van Christus volgt voorzeker dit voorbeeld niet na. Wanneer de Godsdienstoefening geëindigd is, gaat hij naar zijne woningnbsp;terug, en vermijd zelfs om met andere gelovigennbsp;in gesprek te komen, wetende dat men zoo ligtnbsp;tot ijdele woordenwisseling vervalt, al is mennbsp;met een godsdienstig onderwerp begonnen. Hijnbsp;denkt over het gehoorde na; hij onderzoekt watnbsp;hem daarin persoonlijk aanging, en te huis gekomen, werpt hij zich op nieuw voor den Heerenbsp;neder om een zegen over het gehoorde aftesme-ken, voor hem zelven en voor de gemeente.nbsp;Bidden vóór de Godsdienstoefening, en bidden
-ocr page 6-na dezelve, is een allernoodwendigst vereischie om vorderingen te maken in het geloof, en totnbsp;den bloei van de Kerk mede te w'erken.
Men zal wel niet vragen, of de Christen zich vervolgens aan rijkelijke maaltijden nederzet ennbsp;zich aan het dischgenot overgeeft; hij zoudenbsp;begrijpen den Zondag daardoor te ontheiligen.nbsp;Evenmin , of hij wereldsche vereenigingen, spelen , feesten en vermakelijkheden opzoekt; hijnbsp;zoude zich meer schuldig beschouwen bij hetnbsp;doorbrengen van den rustdag, in zulke ver-strooijingen, dan wanneer hij zich aan het werknbsp;begaf, want het werken heeft nog een schijnnbsp;van nuttigheid, terwijl alle die zinnelijke ennbsp;ijdele vermaken immers eene onverschoonlijkenbsp;beleediging jegens den Heere zijn.
Waarmede brengt hij dan den Zondag middag door ? Zoo er eene tweede Godsdiensoefening isnbsp;woont hij die bij, en acht zich gelukkig andermaal in het huis des Heeren te kunnen opgaan,nbsp;andermaal met zijne broederen in Christus tenbsp;kunnen zanienkomen, om de zegeningen desnbsp;Allerhoogsten af te smeken. Dit is hem geennbsp;bezwaar, maar een voorrecht; hij vreest niet tenbsp;dikwijls of te lang in de Kerk te zijn, hetnbsp;tegendeel zoude eerder het geval wezen.
Voegen wij hierbij dat werken van liefdadig-
-ocr page 7-lieid, niet alleen geoorloofd, maar geboden zijn op den Zondag. De Christen ziet kinderen rondom zich die onderwijs behoeven in de heilwaar-heden; hij is verblijd die taak op zich te kunnennbsp;nemen. Hier is een zieke die troost nodig heeft;nbsp;hij gaat dien bezoeken. Daar is eene ziele innbsp;onrust, in bezwaren, in angsten ; hij gaat metnbsp;haar spreken over dien grooten geneesheer, dienbsp;haar genezen kan. Ach, voor dengenen dienbsp;werken van broederlijke liefde verrichten wil,nbsp;zal de Zondag nooit te lang zijn, en de gelegenheden zullen hem ook niet ontbreken.
De avond is gekomen, en de discipel van Christus verwonderd zich dat die reeds daar is.nbsp;Is hij nu alleen, zoo herneemt hij zijn Bijbel ennbsp;andere stichtelijke boeken, en hij zet zich nedernbsp;tot lezen, overdenken, bidden en danken, ennbsp;in een stille blijdschap bereikt hij het oogenblik,nbsp;waarin de slaap zijne oogleden zal sluiten. Isnbsp;hij omringd van een huisgezin, zoo besteed hijnbsp;het einde van den dag in de viering van denbsp;huisselijke Godsdienst met zijne vrouw en kinderen , en hij eindigt aldus den dag des Heerennbsp;in de vreeze des Heeren. Heeft hij Christelijkenbsp;broeders en vrienden, dan sticht hij zich metnbsp;hen in godvruchtige gesprekken, en door hetnbsp;lezen van goede boeken. De laatste uren vauj
-ocr page 8-den Zondag zoo wel als de eersten, moeten toegewijd zijn aan het heil der zielen, vervuld met de tegenwoordigheid van den IJeere Jezus Christus, en afgezonderd voor de eeuwige belangen.
Ten laatse, geeft zich de Christen, het hart vervuld met blijdschap en dankbaarheid, aan eennbsp;genisten slaap over. Zijnen Hemelschen Vadernbsp;dankende, dat hij weder een Zondag in zijnenbsp;dierbare gemeenschap heeft mogen doorbrengen.nbsp;Hij gevoelt zich versterkt in het geloof en innbsp;de hoop, toegenomen in kennisse, in moed, ennbsp;in getrouwheid. De heiliging van den Sabbath-dag, is een zegen voor den volgenden dag, voornbsp;de volgende dagen. De geestelijke zon, die dennbsp;Zondag beschijnt, brengt warmte en vruchtbaarheid aan voor de geheele week.
Gedrukt en uitgegeven te Rotterdam, bij M. WIJT amp; ZONEN.
Prijs 5 Cents.